-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3-

In het midden van een krom en verdraaid geslacht als lichten te schijnen is, naar Jezusnbsp;leer Phil. II : i5 , de hooge en vereereude roeping der Christenen. Weinige zgn het op dienbsp;wijze, gelijk zij dat behoorden te wezen; hetnbsp;ontbreekt hier maar al te veel aan ijver en moed,nbsp;200 wei als aan die Christelijke wgsheid , om opnbsp;eene bescheidene, minzame en ongekunsteldenbsp;w^ze van de gelegenheid gebruik te maken, ennbsp;zqne raedemenschen nuttig te zqn

Hoe veel goeds een eenig man daardoor kan slichten , zelfs bij de booste en vijandigste men-schen , indien hq niet als een onwijze maar nisnbsp;een wijze wandelt, door den bekwamen tijdnbsp;uit te loopen en zijn woord in aangenaamheid metnbsp;zout weet te besprengen (i). Daar van vinden wq een merkwaardig, beschamend en opwekkend voorbeeld in de geschiedenis van eenennbsp;Chrlstelqken reiziger in Noord-Amerika , hetwelknbsp;ons onlangs door het Missionsblatt van Barmennbsp;van 3 November i833 wordt medegedeeld.

Na dat ik mij , zoo verhaalt hq , eenige dagen in een’ aangenamen oord had opgehouden, scheeptenbsp;ik mq in op een vaartuig, hetwelk over eenenbsp;der grootste meeren voer. Drie andere passagiersnbsp;(O Eph. V: iS» J6 en Col. IV: S. 6.

-ocr page 4-

bevonden aicli mede op het schip, en de aankomende nacht bleven wg wachten op eenen gvin-stigen wind. Tegen negen uur, als de zeilen werden gereed gemaakt, kwam nog een vierdenbsp;passagier aan boord. Wa dat wq de haven verlaten hadden trad hg de kajuit in, en scheennbsp;te denken, dat hg daar alleen zich bevond, wantnbsp;wg waren alle in onze kooijen gegaan. De lampnbsp;brande flaauw op de tafel, doch gaf toch zoonbsp;veel licht, om te kunnen opmerken dat hg nognbsp;jong was. Hg zette zich bij dezelve, trok eennbsp;boek uit zgn zak, en las eenige minuten; plotse-Igk liet zich van het dek de stem van den kapitein hooren, welke de schrikkelgkste vloekennbsp;uitstortte. De jonge man stond op, legde zijnnbsp;boek op een stoel, knielde nevens denzelve ennbsp;begon hard op te bidden. Ik hoorde met aandacht toe; zgn geest scheen in levendig vuurnbsp;te ontbranden, ik kon echter slechts een enkelnbsp;woord verstaan, bgvoorbeeld : ontferming, verlorene heidenen, zondaren enz. Daarop scheennbsp;hg met veel hartelijkheid voor dien vloeker tenbsp;bidden en kon naauwelijks zijne stem onderdrukken , als hij God om genade voor dien mannbsp;smeekte. Ik werd aangedaan in mijn binnenste , deze plaats had voor mij iets heiligs, ennbsp;ik moest mij veroordeelen, dat ik, zelve eennbsp;belijder des Christendoms, met mijne reisgenoo-ten mij ter rust begeven bad, zonder tot Godnbsp;gesproken, en mij zijner bescherming aanbevolennbsp;te hebben.

-ocr page 5-

Vroeg ill den morgen werd ik door eeiie luide slem aan de deur van de kajuit opgewektji .holla !nbsp;wien beliooren deze tractaatjes ? daarop volgdennbsp;bedreigingen en verwenscliingen legeu tractaat-verspreiders, raatigheids-vereenigingen enz. Iknbsp;dacht terstond aan onzen jongen reisgenoot, ennbsp;vreesde men mogt die bedreigingen aan hem ternbsp;uitvoer brengen , toen hij zeer bedaard zeide ;nbsp;«Deze tractaatjes, Mijnheer! behooren aan mij,nbsp;ik heb er slechts weinige, gelijk gij ziet; zijnbsp;zgn echter zeer goed en gij moogt er wel eennbsp;nemen, indien gg ivilt. Ik bragt ze aan boordnbsp;om uit te deelen, maar gisteren had gijlieden denbsp;handen te vol met uw werk;” de matroos lachtenbsp;en ging weg, zonder te antwoorden. Kort daarna werden wq met den kapitein en den stuurman aan het ontbqt geroepen ; toen wij aan tafelnbsp;plaats genomen hadden, zeide onze jonge reisgenoot :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Kapitein 1 daar de Heere voor alle

onze behoeften zorgt, zoo wenschte ik we! , indien gq en de andere passagiers daar nietsnbsp;tegen hebben, zqneu zegen over deze niaaltqdnbsp;af te smeken.”

» Als het u zoo belieft,” antwoorde de kapitein niet schijnbare goedwilligheid. Na weinige minuien was de kok op het dek, en verhaalde ditnbsp;aan de matrozen, die to gelijk een groot ge_nbsp;schreeuw aanhieven en op het weder vloekten.nbsp;De kapitein zocht de roekeloosheid zijner liedennbsp;te verontschuldigen, en zeide dat dit iets ge-

fe


-ocr page 6-

WOODS ouder de matrozen was, zg meenden het zoo kwaad niet.

» Wanneer gg het veroorlooft, ” zeide onze reiziger, » zoo hoop ik, zuilen wij wel spoedignbsp;aan deze dingen een einde maken.”

De kapitein, welke zelfs een vloeker was, en zoo even zgne Heden in bescherming genomen had, scheen om een antwoord verlegen,nbsp;doch zeide na eenije tusschenpozing: » Ik zounbsp;even zoo goed tegen den wind inzeilen als zoonbsp;iels te beproeven.”

» Maar het is mg volle ernst,” anlwoorde de jonge man. » Nu goed , als gij het voor mogelijk houdt, dan kunt gg bet beproeven.” zeidenbsp;de kapitein.

Zoodra het ontbijt geëindigd was, zette zich de oudste der matrozen, welke tevens de ergstenbsp;vloeker was, op het dek neder om zgne pgpnbsp;te looken. De jonge man liet zich met hem innbsp;gesprek in, en bekwam spoedig van hem denbsp;geschiedenis van zijne avonturen. Van der jeugdnbsp;af was hij op zee geweest, was in menige stormnbsp;hiel’ en daar op strand geworpen, had onder-.scheideiie Zendelingsposlen in onderscheidene gedeelten der aarde gezien, en kon niet voorbij ,nbsp;om de goede gevolgen van den arbeid der Zendelingen ouder de inwoners van de Zandwich-cilantlen te betuigen ; trolscli op zijn zeemansnbsp;bekwaamheid, beroemde hij eindelgk zichzelve,nbsp;als die alles kon doen wat ooit van een Zeemannbsp;gedaan was of kon geschieden.

-ocr page 7-

» Dat betwqfel ik” ïeide de jonge man.

» Ja! dat kan ik ” antwoorde de onverschrokken matroos. » Niemand zal het mg voordoen, op mijn woord.”

» Wanneer een zeeman zgn woord geeft, dan mag men hem wel gelooven. Ik ken er een’ ,nbsp;die zich voornam het vloeken gansch natelaten,nbsp;en hij deed het.”

» Och,” zeide de oude matroos, »gg heht mij geankerd , nu zit ik vast. Maar ik kan hetnbsp;ook doen.”

» Ik weet, gg kuilt het,” zeide de jonge man , » en ik hoop, gg zult alle de vloeken uwernbsp;kameraden, benevens de uwe vastankeren.”

Geen vloek, geene verwensching hoorile men meer aan boord van het vaartuig; gedurende hetnbsp;verloop van den dag sprak hg , naarmate de gelegenheid zich aanbood, met d® matrozen afzonderlijk over het heil hnnner ziel, en wonnbsp;aller achting.

Van dien tgd af stelde ik een groot belang in dien jongen vreemdeling, en nam mg voor,nbsp;hem nader te leeren kennen. Er lag iets bijzonders in zgn uiterlgk ; in zijn voorkomen vvasnbsp;hg eenvoudig , in zgne manieren zonder eenigenbsp;aanmatiging , alleen zijn invloed had onder dennbsp;bijstand Gods, de gedraginge.n der manschap innbsp;weinig uren geheel veranderd; de tggers warennbsp;als lammeren geworden, vrede en rust volgdenbsp;op razen eii vloeken. Na het avondeten verzochtnbsp;hg den kapitein verlof, om bidstond in de kajuit

-ocr page 8-

le mogen houden , het werd hem toegestaan, en spoedig verzamelde zich de geheele manschap ,nbsp;uitgezonderd degene die aan het roer stond.nbsp;De kapitein bragt eenen bgbel, welke hem, gelijk 'hg zeide, van zgnen vader in zijne vroegenbsp;jeugd gegeven was , met de bede , zich van den-zelve niet te scheiden. Wg hoorden toe, hoenbsp;onze vriend het berigt van Mattheus van denbsp;kruisiging en opstanding des Heeren voorlas, ennbsp;toen om zich benen ziende, zeide :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Hij is

opgestaan; ja Jezus leeft! laat ons hem aanbidden.

Het was een hartroerend oogenblik: knieën , die zich vroeger wel zeldzaam zullen gebogennbsp;hebben, nu in het gebed voor den Heer te ziennbsp;nederbuigen. Na het gebed vervoegden wij onsnbsp;op het dek en zongen een geestelijk lied, hetnbsp;was een schoon oord, een stille avond. Wijnbsp;hielden op toen de zon bare laatste stralen opnbsp;ons wierp.

» Blikt derwaards henen,” riep hg uit, » gg onder den storm opgewassenen! Ziet naar denbsp;ondergaande zon, en leert daar uit, hetgeen unbsp;kan gelukkig maken , als de zon voor u zal ondergaan, om nooit weder voor u optegaan. Zoonbsp;als deze zon heden morgen oprees, zoo kwanrnbsp;de Zoon van God, om voor allen die Hem aannemen en liefhebben , licht en zegen aantebren-gen; en gelgk gindsche zon, thans hare stralennbsp;ons onttrekt en ons een tgd lang in duisternisnbsp;zal doen nederzitten, zoo zal ook de zon dernbsp;geregtigheid hare genadestralen hun onttrekken

-ocr page 9-

die voorlgaan baar te verachten. Maar bedenkt het, de eeuwigheid der helle is een tijd, dienbsp;nooit eindigt, eene donkere, eeuwige nacht.”

De kapitein begaf zich diep getroffen in de kajuit, stak de lamp aan, nam zijnbqbel en verdiepte zich in het lezen derzelve tot dat wij onsnbsp;ter rust begeven hadden. Als wg ons nu dennbsp;volgenden morgen aan de ontbgttafel verzameldnbsp;hadden , vroeg de kapitein aan onzen vriend oranbsp;hel gebed te doen. » Ziet gg Mijneheeren,”nbsp;zeide hg, » dit is de eerstemaal, dat ik om zoonbsp;iets gevraagd heb, ook hen ik nog nooit, voornbsp;dat deze jonge man aan boord gekomen is , doornbsp;iemand verzocht om inwilliging van eene Gods-dienst-stond te mogen houden, hoewel ik hetnbsp;duizendmalen op den Oceaan even als op hetnbsp;meer gewacht had, en zoo dikwgls ik in mijnenbsp;verwachtingen teleur gesteld werd , heb Ik innbsp;mgn hart de Godsdienst verwenscht en geloofdnbsp;dat het alles enkel bedrog was; tegenwoordignbsp;echter zie ik de kracht des bgbels, en schoonnbsp;ik zelve geene aanspraak op godsdienstigheidnbsp;maken kan, zoo heb ik toch hoogachting voornbsp;dezelve , want mgne ouders waren christenen ,nbsp;en ofschoon ik hunne vermaningen niet gevolgdnbsp;ben, zoo kan ik ze toch niet vergeten.”

Hierop hielden wg drie dagen achtereen onze dagelgksche huisgodsdienst, en hadden daarbijnbsp;menige belangrgke gesprekken over onderscheidene onderwerpen, want de godsdienstigheidnbsp;van den jonge reiziger Was niet van dien aard,

-ocr page 10-

10

dat zig de ongedwongenheid van het gezellige verkeer had gestremd. Door zqne bekendheidnbsp;met den bgbel, uit zqne vaardigheid om denbsp;¦waarheden uit elkander te zetten, en derzelvernbsp;gronden en invloed aan te wijzen, nit zgnnbsp;gansch onverschrokken en tevens voorzigtig ennbsp;welberaden gedrag, besloten wg, dat hg eennbsp;prediker van het evangelie was. Uit alles watnbsp;hg sprak, vlechte bij als ’t ware een eerekransnbsp;voor zijn’ Heer en Meester, en in al zgn doennbsp;toonde hg, dat de eeuwigheid geene zaak wasnbsp;om er mede te speelen. Wij waren echter naauw-Igks de haven ingekoinen, of wg vernamen datnbsp;hg een handwerker was.

Nog eer wij de landingsplaats bereikten , trad de kapitein naar hem toe, en nam met veel aandoening van hem afscheid, verklarende, dat hgnbsp;het besluit genomen had zgne tot hiertoe gebouenbsp;dene levenswgze niet langer voort te zetten ; zijnenbsp;vrouw, zeide hg, was eene Christin, en hg wildenbsp;van nu aan met haar leven, ook voegde hg ernbsp;bg : » dikwijls heb Ik predikers op zon- ennbsp;weekdagen op mgn schip gehad , maar nog nooitnbsp;heeft mg eene derzelve aan bet famielie altaar ,nbsp;voor hetwelk mgne zalige ouders knielden, wedernbsp;herinnerd.” Toen wg het vaartuig verlieten , konden wg aan gelaat en houding van alle de passagiers lezen, dat onze vriend door zgn ongedwongen en liefdergk godsdienstig verkeer, denbsp;dankbaarheid van velen en de achting van allennbsp;gewonnen had.

-ocr page 11-

Kort, daarna bevonden wg ons op een kanaalboot, op welke ongeveer dertig passagiers van onderscheiden leeftijd en karakter waren, en iknbsp;was niet weinig nieuwsgierig, om te zien, hoenbsp;mijn reisgenoot zich onder hen zou gedragen.nbsp;De namiddag was reeds voorbijgegaan en nognbsp;had hg met niemand gesproken, behalve metnbsp;mij, eindelgk vraagde hij den kapitein of hijnbsp;het wilde toestaan een gebedsuur op de boot tenbsp;houden, » Ik heb er niets tegen , zeide hg,nbsp;» wanneer de ]gt;assagiers daar mede to vredenbsp;zijn , maar ik zal er niet hij tegenwoordig zijn,”

Yroeg in den avond werden de passagiers in de kajuit bescheiden, en na eenige minuten zagnbsp;men den kapitein midden onder hen. Onzenbsp;vriend las een kort gedeelte der H. Schrift voor,nbsp;maakte eenige gepaste aanmerkingen, en bevalnbsp;ons toen den Heer op het nadrukkelgkste aan.

ISaauwlgks was hij van het gebed opgestaan, of een lieer, wiens grijze haren zgne nabgheidnbsp;aan het graf verkondigden , trad naar hem toe ,nbsp;en zeide :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Mijnheer ! ik wilde gaarne met u

spreken. Ik ben een deïst, vroeger hield ik mij aan het christendom , thans echter houde iknbsp;alles wat daartoe behoort, voor misleiding.”

» Mijnheer ! ” zeide de jonge man , » ik heb eerbied voor uwe jaren, en wil u aanhooren ^nbsp;misschien heb ik in den loop onzer gesprekkennbsp;eenige vragen u te doen, maar in een twiststrgdnbsp;kan ik mij ngt;et inlaten , echter zoo veel kan iknbsp;zeggen ; dat ik Jezus Christus moet liefhebben ,

-ocr page 12-

12

want hij stierf ora mij te verlossen, en ik hen een groot zondaar.”

» Ik ontken niet, dal de menschen zondaars zijn” zeide de oude man, » maar ik geloof nietnbsp;aan Jezus Christus.”

» Wilt mij dan eens zeggen , op welk eenc andere wijze zondaars kunnen gered, en tochnbsp;Gods wetten in eere gehouden vrorden.”

Wij wachtten te vergeefs op een antwoord, tol eindelijk mijn vriend vervolgde. » Voor nognbsp;niet vele jaren was ik ook een ongelovige, evennbsp;daarom , dewijl ik de waarheid niet lief had ,nbsp;en geen lust gevoelde om ze te onderzoeken ,nbsp;thans zie ik mijne dwaling in, en hoe meernbsp;ik de waarde leer kennen, des te vaster wordtnbsp;mijne overtuiging van de waarheid, des te duidelijker en grondiger leer ik inzien, dat er geennbsp;andere weg van verlossing is, dan dien door Jezus Christus den gekruislen.”

De passagiers hadden zich intusschen in onderlinge gesprekken gewikkeld , en een derzelve wende zich eindelijk tot onzen jongen vriend , ennbsp;verhaalde hem de bgzondere omstandigheden vannbsp;eene moord, welke kort te voren door een’ mannbsp;in de nabunrschaj), in een aanval van dronkenschap begaan was; alle hoorden met de meestennbsp;aandacht dit verhaal aan. De kapitein mengdenbsp;zich in den kring der toehoorders om de geschiedenis te vernemen, wier einde den vreemden gelegenheid gaf zqn werk aanlevangen. jjgnbsp;was een even moedig voorstander der matigheid

-ocr page 13-

13

al» van de godsdienst, en won bq die gelegenheid eenige voor de matigheids vereeniging. » Maar zeide hq eindelqk,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» schoon de sterke

drank een ongehoorde menigte van misdrqven en ellende voortbrengt, zoo herinner ik mij tochnbsp;een voorbeeld van een moord, aan welke dezelve geen deel had.” Hierop verhaalde hij denbsp;volgende geschiedenis , nagenoeg met deze woerden :

» In een volkrqke stad in het Oosten leefde een man, welke voor het geluk van anderen alleen scheen te leven. Hij gaf dagelijks bewijzennbsp;van eene onbaatzuchtige welwillenheid omtrentnbsp;zqne medemenschen, zocht de armen en verlatc-nen op, en hielp hun in hunne behoeften, bezocht de kranken en verkwikte de bedroefden ,nbsp;ofschoon hq zeer rqk was, maakte hq geen denbsp;minste vertooning, en kwam als een gewoonnbsp;burger mensch voor den dag, om des te meernbsp;te kunnen weldoen. Deze man die aller achtingnbsp;verdiende had echter vqanden, en schoon hijnbsp;zich met geene staatkundige geschillen inliet ,nbsp;verdachten toch velen hem dat die grootmoedigheid slechts een dekmantel van zqne eerzuchtnbsp;was, en hq zich daardoor eenen aanhang ennbsp;vrienden zocht te verwerven, om zich naderhandnbsp;van de regering meester te maken; anderennbsp;verspreidden van hem weder andere slechte bedoelingen, eindelijk wist men eenige in hetnbsp;harnas tegen hem te jagen, hem voor het geriginbsp;te brengen, aldaar te doen veroordeelen en omnbsp;het leven te brengen.’'

-ocr page 14-

14

B Wanneer en waar is dat gebeurd ? wie was hel?” hoorde men onderscheiden stemmen roepen. » Het was in de stad Jeruzalem , en hetnbsp;Was niemand anders dan onze Heer Jezus Christus, door zijne vqanden werd hq aan het kruisnbsp;gehangen, en voor ons vloekwaardige zondarennbsp;stierf hg.”

Aller oogen waren op den jongen man gevestigd , en op aller gelaat was eene stille eerbied te lezen. Hij sloeg een bijbel , die op tafel lag ,nbsp;open, en las het verhaal van Christus veroor-deeling en kruisiging, de Kapitein gaf hem doornbsp;een wenk te verslaan, om een gebed te ver-riglen, en andermaal vielen wij op de knieën ,nbsp;terwijl hij over de ellende der zondaren zich innbsp;tranen uitslortle, en om Christus wil Gods ontferming voor hen afsmeekte.

Den volgenden morgen werd de vreemdeling niet vergeten, eü even zoo weinig vergat hg , datnbsp;onsterfelgke zielen rondom hem waren op hunnenbsp;reize naar de eeuwigheid. In het verloop vannbsp;den dag onderhield hg zich met de passagiersnbsp;afzonderlijk, met uitzondering van den oudennbsp;Heer, die hem van plaats tot plaats volgde, ennbsp;groote onrust verried.

Toen de nacht haar donker gewaad over ons uitbreide verzocht onze vriend den ouden mannbsp;óm een gesprek, b De gansche dag,” zelde deze,nbsp;» heb ik gewenscht met u te spreken, maarnbsp;waart steeds met anderen bezig.” Hg bekendenbsp;mu, dat h^ gepoogd had, eeile algeraeene zalig-

-ocr page 15-

15

heid van alle menschen te gelooven, en dat, schoon hq hg dat geloof zich niet volkomen kortnbsp;geruststellen, hij echter nooit, tot op gisterennbsp;avond zgn verloren toestand ingezien had;nbsp;» en thans,” zeide hij, a wenschte ik dat gijnbsp;mg zegt, wat ik te doen heb ”

De jonge man verhief zgne oogen ten hemel als of hg den hgstand des Geestes inriep, ennbsp;zette hem daarop kortelgk het wezen en de ze-delgke grond van het berouw en geloof uit elkander , en voegde er eenige ophelderingen bij ,nbsp;om de regtvaardigheid Gods bij de begenadigingnbsp;des zondaars aan te toonen.

De oude man zag het plan der verlossing zoo duidelijk in, dat hg in tranen uitbarstte er»nbsp;uitriep : » O ! mgne ziel! mgne ziel I hoe hebnbsp;ik tegen God gezondigd! ik zie het , ik gevoelnbsp;het; ja ik heb alle dagen mgnes levens gezondigd.”

a Maar Jezus stierf om zondaren te verlossen,” antwoorde de jonge man, » wilt gg hem uw hart geven?’’ » Zeker, zeker! had iknbsp;duizend harten, Hij zou ze alle hebben,” wasnbsp;het antwoord.

toe jonge man wende zich om en weende, eenige oogenblikken werd het stilzwggen doornbsp;de zuchten van den berouwhebbenden oude verbroken; toen hg daar alleen stond en weende,nbsp;herhaalde hg gedurig: » Ja ik wil God dienen,nbsp;ik wil, ik wil,” van tgd lot tgd werd hij rustiger , hij sloeg zgne oogen naar boven, hiefnbsp;zgne handen op, en begon het lied:

-ocr page 16-

Waar Jezus wordt aanschouwd.

Daar sla ik d’ oogen heen,

Waar Jezus woning bouwt.

Daar, daar is ’t goed te z^jn, enz.

Dan weende hij weder, en zeide : » O Jezus! mijn dierbare Heiland!”

Nu naderde de tqd dat onze jonge vriend ons zou verlaten; door zijnen qver in de dienstnbsp;zqnes Heeren had hg ons hart gewonnen, ennbsp;ieder begverde zich, om zgne vriendschap hemnbsp;door een hartelqk vaarwel te betuigen. Zoonbsp;groot was de invloed van dezen jongen man , wiensnbsp;onverbreekbaar voornemen was, om voor zgnennbsp;God te leven. Hij gevoelde voor verlorene zondaars , en in vertrouwen op den bqstand desnbsp;H. Geest, zulk een belangstelling in het heil'nbsp;hunner zielen, dat hq hunne behoudenis waarnbsp;hq kon zocht te bevorderen.

Lezer ! zoudt gq ook niet het besluit nemen , van DU af aan met Gods hulp, het zij in huis ,nbsp;of elders waar gq zqt, tot de vermeerdering vannbsp;den roem van Christus en het ^jeil uwer medezondaren medetewerken ? Er wordt zoo veel bedorven en afgebroken; er is zoo veel geestdrift bij de kinderen der duisternis, en zoo veelnbsp;koelheid en terughouding bq de kinderen desnbsp;lichts; was ieder christen in zqnen kring hetnbsp;zout en licht der wereld, hoe veel zou er doornbsp;wqsheid en liefde kunnen gewonnen worden!nbsp;Daartoe dringe ons de liefde van Christus, ennbsp;bekwame ons zqn Geest,

Te bekomen te Rotterdam, bij M. WIJIamp; ZONEN, a 7J Cents.