Y‘'' nbsp;nbsp;nbsp;-
Te Aotterdam,
BIJ M. WIJT amp; ZONEN. 1845.
I
-ocr page 2-Uit een berigt van den Heer de Presseksé, den werkzamen Agent van het JBritsche en Buitenlandschenbsp;Bijbelgenootschap te Parijs, deelen wij de volgendenbsp;bijzonderheid mede, als een merkwaardig voorbeeld,nbsp;dat de tegenwerking van hen, die het Bijbelgebruik zoeken te verhinderen, te leur gesteld ennbsp;bevorderlijk gemaakt wordt aan de regte kennisnbsp;en hooge ingenomenheid met den Bijbel.
Voor eenigen tijd behaalde de zaak des Bijbels cene heerlijke overwinning. Vergunt mij, dat ik unbsp;vooraf met de omstandigheden van den jongen man,nbsp;van wien ik u verhalen zal, een weinig nader bekend make. Hij was in den Blzas geboren, ennbsp;had, daar hij een onecht kind was, zijnen vadernbsp;nooit gekend. Toen hem ook zijne moeder verliet,nbsp;werd hij in een vondelinghuis gebragt en daarinnbsp;opgevoed. Reeds in zijne vroegste jeugd openbaardenbsp;zich in hem eene hoOge mate van godsdienstigheid,
-ocr page 4-en scheen hij bij het godsdienstig onderwijs van den Priester, aan wien in deze inrigting die taak wasnbsp;opgedragen, bijzonder opmerkzaam te wezen. Dennbsp;diepsten indruk maakten vooral zekere gezegden, dienbsp;nu en dan in de openbare godsdienst voorkwamen,nbsp;en van welke men zeide, dat zij uit het Woord vannbsp;God waren overgenomen. » Dus,” zeide hij in zichnbsp;zelven, » heeft God werkelijk met de menschen gesproken! O, dat ik alles wat Hij gezegd heeft konnbsp;te weten komen! ” Bezield met dit sterke verlangen,nbsp;vatte hij moed, en waagde het op zekeren dag totnbsp;den Priester te gaan, met het verzoek, of hij nietnbsp;het Woord van God kon bekomen, om daarin zelfnbsp;een weinig te mogen lezen. Dit verzoek deed hijnbsp;met schroomvalligheid, dewijl hij vreesde naar eenenbsp;eer te vragen, die slechts aan de bewoners van dennbsp;hemel vergund' ware. De Priester sloeg zijn verzoeknbsp;af, zeggende j dat hij veel te jong ch te onwetendnbsp;was, om zich met dingen bezig te houden die alleennbsp;de Geestelijkheid toekwamen. Het arme kind vroegnbsp;niet verder, maar vergenoegde zich met al de Bijbelplaatsen, die in het godsdienstig onderwijs des Priesters voorkwamen, zorgvuldig op te zamelen. Toennbsp;hij den ouderdom bereikt had, waarin hij de inrigting verlaten moest, ging hij, het kleermaken geleerd hebbende, naar Duitschland, om aldaar opnbsp;zijn ambacht te werken. Hij vond dan ook weldranbsp;werk in eene kleine stad. In het huis van zijnennbsp;meester, die Roomsch Catholijk was, vond hij ab
-ocr page 5-bij toeval een godsdienstig traktaatje, dat nog veel meer Bijbelplaatsen bevatte, dan hij vroeger bij hetnbsp;onderwijs had kunnen verzamelen. Zijn verlangennbsp;om het Woord van God met zijne eigene oogen tenbsp;zien, het te lezen en in eigendom te hebben, ontwaakte thans weder op nieuw in volle kracht.nbsp;» Misschien zal ik er nu beter in slagen,” zeide hijnbsp;in zich zelven, » mijn Pastoor zal het mij zondernbsp;twijfel daarom slechts geweigerd hebben, omdat iknbsp;in de daad nog te jong was. Doch thans, nu iknbsp;geen kind meer ben, zal de Priester van deze gemeente daartegen niets hebben in te brengen, omnbsp;mij het boek, waarnaar ik zulk een groot verlangennbsp;heb, te geven.” Zonder toeven, snelde hij naarnbsp;den Priester, dien hij de oorzaak van zijn bezoeknbsp;mededeelde. Maar hoe groot was zijne verbazing,nbsp;dezelfde afwijzing te ondervinden die hem als kindnbsp;overkomen was. )gt; De Bijbel,” zeide de Pastoor, nisnbsp;alleen voor de Priesters, en niet voor onkundigenbsp;menschen als gij, die niet in staat zijn den Bijbelnbsp;te verstaan. Gij moet maar vlijtig de mis bezoekennbsp;en de gebeden in uw brevier (1) lezen; dit is volkomen genoeg, wat gij tot zaligheid noodig hebt.”nbsp;» O, dat ik zelf een Priester ware!” riep hij uit,nbsp;toen hij huiswaarts ging, » want de gezegden uit hetnbsp;Woord van God zijn het alleen, die mijne ziel troost
(1) Getijboek, of een boek waarin gebeden zijn opgeschreven voor eiken dag des jaars.
-ocr page 6-en bemoediging geven, maar niet die latijnsche gebeden uit mijn brevier, welker zin ik niet eens versta! ” Toen hij de teleurstelling van zijnennbsp;wensch aan zijnen meester mededeelde, zeide dezenbsp;tot hem, dat er sommige landen waren, waar denbsp;Priesters het lezen der H. Schrift aan de leekennbsp;vergunden. Dit was goede tijding voor onzen vriend,nbsp;die weldra besloot een van deze landen op te zoeken. Hij nam afscheid van zijnen meester, en zondernbsp;eigenlijk te weten waarheen, ging hij maar al voort,nbsp;tot dat hij eindelijk in eene stad van Beijerennbsp;kwam, waar hij uit gebrek aan reisgeld bij eenennbsp;kleermaker om werk vroeg. Zijn nieuwe meester, die wel den naam van Protestant droeg, maar innbsp;den volsten zin des woords een man zonder godsdienst was, bespotte op allerlei wijzen de Prifesters ennbsp;hunne ceremoniën, en vermaande zijne gezellen, omnbsp;toch ieder godsdienstig juk, gelijk hij zich uitdrukte,nbsp;af te werpen. Verontwaardigd over zulk eenen god-deloozen raad, verliet onze vriend dit huis. » Maarnbsp;ach!” dacht hij, » waarheen zal ik gaan? waar zalnbsp;ik Priesters vinden, die mij het Woord van Godnbsp;zullen geven?” Aldus peinzende vertrok hij en gingnbsp;verscheidene dagen achtereen voort, tot dat hij eindelijk de stad Bazel in Ztvitserland bereikte. Voornbsp;dat hij in do stad ging, zette hij zich aan den wegnbsp;neder en verdiepte zich in de gedachte aan zijnennbsp;licvclings-wensch; terwijl, van den anderen kant,nbsp;zijn gemoed met het .sterkste vooroordeel was bezet
-ocr page 7-tegen de Protestanten, die hij alleen naar het karakter van den Beijerschen kleermaker beoordeelde, en waarvan een groot getal, gelijk hij wist, in Bazelnbsp;woonde. Terwijl hij zich met zulke treurige gedachten bezig hield, reed hem een heer voorbij, dienbsp;hem op eenen minzamen toon vroeg, of hij lezen kon. Deze vraag met ja beantwoord zijnde,nbsp;wierp die heer hem een klein geschrift toe. Hetnbsp;was een Duitsch traktaatje, getiteld: De weg totnbsp;zaligheid. » Lees dit,” riep hem de heer toe,nbsp;zijnen weg voortzettende, Het opschrift van ditnbsp;traktaatje deed hem vermoeden, dat de inhoud vannbsp;groot gewigt moest wezen, en gedurende eene ge-heele maand las en overdacht hij de woorden vannbsp;dit geschrift. Daar hg niet gaarne in eene Pro-tcstantsche stad arbeiden wilde, ging hij wedernbsp;naar de grenzen van Duitschland ^ waar hij eenennbsp;nieuwen meester vond, dien hij weldra mededeelde hoe hij onverwachts bezitter van zulk eenennbsp;schat was geworden. Dewijl hij nu in dat boekskenbsp;zoo veel groots en heerlijks gevonden had, wenschtenbsp;hij den inhoud ook aan anderen mede te doelen 5 maar uit vrees, dat het verscheurd of verloren mogt worden, wilde hij het niet gaarne uit-leenen, en leerde het daarom geheel van buiten,nbsp;zoodat hij in staat was het letterlijk op tenbsp;zeggen. Dit deed hij gewoonlijk met zoo veelnbsp;nadruk, dat vele menschen hem in hunne huizen verzochten, enkel om hem zijn traktaatje to
-ocr page 8-V'
hooren opzeggen; zoodat hem de overtuiging gewierd, dat hij destijds, zonder het zelf te weten, daardoornbsp;velen tot zegen was geworden. Hij echter gevoeldenbsp;steeds dat hem nlt;^ iets ontbrak, en dit was de Bijbel,nbsp;dien hij door zijn traktaatje nog meer had leerennbsp;hoogschatten. Plotseling kwam de gedachte in zijnnbsp;hart op: » Welligt zal ik in Bazel zoo gelukkignbsp;zijn, het Woord van God te vinden; want daarnbsp;zjjn de menschen zelfs op hunne wandelingen opnbsp;het heil Van arme reizigers bedacht. Ik zelf bennbsp;daarvan een getuige.” Dadelijk begaf hij zich wedernbsp;op reis, om het Woord van God te zoeken.
Aan het einde zijner reis gekomen, trad hij die stad vol argwaan en mistrouwen binnen. Hier gingnbsp;hij in -eene herberg, waar de Bijbel weldra hetnbsp;onderwerp van zijn gesprek werd, vragende ofnbsp;men hier wel eigens eenen Bijbel kon bekomen.nbsp;Naauwelgks had men hem hieromtrent eenige inlichting gegeven, of hij snelde in blijde hoop naarnbsp;het hem aangewezene huis. Hoewel hij daar zeernbsp;vriéndelijk ontvangen werd, nam hij zich echternbsp;in den beginne wel in acht om niet te openhartignbsp;te zijn, wetende dat hij met Protestanten te doennbsp;had. Toen men hem vroeg, wat hij het liefstnbsp;wenschte, eenen Roomschen of eenen Protestant-schen Bijbel, antwoordde hij spoedig: » volstrektnbsp;geen anderen dan eenen Roomschen Bijbel! ”nbsp;meenende, dat een Protestantsche Bijbel allergevaarlijkst moest wezen! Zoo was hij dan eindeijjk
-ocr page 9-in het bezit van dien heer'lijksten schat gekomen, en met een hart, kloppende van vreugde, zeide hijnbsp;Bazel andermaal vaarwel, öm terug te keeren naarnbsp;den meester bij wien hij het laatst gewerkt had.
Het zal niet noodig zijn nu nog verder te verhalen hoe het lezen van den Bijbel, vannbsp;lieverlede, zijn hoogst eh innigst genoegen werd.nbsp;Maar daar in zijnen Bijbel ook dé Apokryphenbsp;boeken waren, zoo las hij die met denzelfdennbsp;eerbied, waarmede hij dé eigenlijke heilige boekennbsp;tot dusverre gelezen had. Gekomen zijnde tot aannbsp;de plaats in het boek der wijsheid (Hoofdst.nbsp;III: 16), waar over de onechte kinderen het weenbsp;wordt uitgesproken, verwekte dit in hem een gevoel van duistere vertwijfeling. Hij wierp het boeknbsp;weg en hield zich langen tijd voor het onzaligstenbsp;schepsel der wereld. In zijne onkunde geloofde hij,nbsp;dat hij , als een onechte zoon, nooit zou kunnennbsp;deelen in de heerlijke beloften, die in den Bijbelnbsp;gevonden worden. Geruimen tijd na deze vreese-lijke ontdekking en na verschrikkelijken zieleangstnbsp;te hebben uitgestaan, keerde onze vriend naarnbsp;Frankrijk terug, waar hij zijne eigene zaken begon. Op zekeren dag geschiedde het, dat eennbsp;colporteur (1) die juist zijn dorp bezocht, ook bij
(1) Een man, die, door een of ander Bijbelgenootschap daartoe aangesteld zijnde, rondreist en Bijbels in alle talen, aan allerlei soort van menschen,nbsp;Voor eenen geringen prijs verkoopt.
-ocr page 10-10
hem binnen trad, en hem een’ Bijbel aanbood. Men zal zich herinneren, dat hij lang te vorennbsp;den Bijbel dien hg in Bazel had gekocht, weggeworpen had. Toen nu de Bijbelyerkooper er hem een’nbsp;aanbood, riep hij toornig uit: » Wat, een’ Bijbel!nbsp;Ik heb geen’ Bijbel noodig! Het is een afschuwe-Jijk boek en brengt slechts ondragelijke ellende overnbsp;de menschen.” De colporteur verzocht hem eene nadere verklaring van zijne afwijzing, en die ontvangennbsp;hebbende zocht deze het hem duidelijk te maken, datnbsp;de Apokryphen, die hem zoo ongelukkig gemaaktnbsp;hadden, eigenlijk niet het Woord van God waren.nbsp;Daarenboven toonde hij hem aan, dat in de hemnbsp;te koop aangebodene exemplaren duidelijk gezegdnbsp;werd, dat deze boeken nietj met het Woord vannbsp;God moeten worden gelijk gesteld, en dat zij omnbsp;die reden in de meeste uitgaven niet opgenomen zijn.nbsp;Nog eenigen tijd was er noodig, om hem volkomen tenbsp;overtuigen j maar toen hij zag, dat hij met eennbsp;man van echt christelijke beginselen te doen had,nbsp;gelukte het den colporteur eindelijk, door de hulp vannbsp;God, zijnen twijfel te verbannen. Nu begon hijnbsp;weer op nieuw, onder ernstig en aanhoudend gebed,nbsp;,het heilige Boek te lezen, en weldra verdween denbsp;duisternis geheel uit zijn gemoed. De H. Geestnbsp;vond ingang in zijn hart en leidde hem langzamerhand op tot de heerlijke viijheid der kinderen Gotls.nbsp;Uit dankbaarheid Jegens den God van alle genade,nbsp;hield hij het nu voor pligt, zijn leven geheel toe
-ocr page 11-11
Ie wijden aan de dienst van Hem, die hem zoo grootelijks in Zijnen eeniggeboren Zoon, Jezusnbsp;Christus, had lief gehad. Deze zijne bekcering, ennbsp;vooral zijne vrome wandel, bragten hem nu nadernbsp;met mij in betrekking en weldra aanvaardde hij innbsp;diepen ootmoed en met blijdschap des geloofs hetnbsp;werk van Bijbelverkooper. Met vrijmoedigheid ennbsp;met vrolijken ijver verspreidt hij thans het Boek ondernbsp;zijne vroegere -geloofsgenooten : het Boek, waardoornbsp;hij voor tijd en eeuwigheid gelukkig.geworden is!
-ocr page 12-Cents.
I. Levensgeschiedenis van
Peter Lobbeek ...»•• 15
J. De welbestede Stuiver . . lÜ
5. Do Wever uit Welsh. . . 07^nbsp;4.De kleine Bewoner van het
Auvergn^sche Gebergte . • 10 5gt;Arme Sara, of de Indiaan-sche Vrouw........07A
6. De jonge Hutbewoonster .
7.Opwekking te EIberfeld. • 05
8. De lersche Boer. » . . . • 10
9. Elizabeth Cunningham,nbsp;eene ware Geschiedenis. . 20
10.Geschiedenis van JohnRo-bens, de Matroos . . nbsp;nbsp;nbsp;. 10
11 .Uitbreiding van de Parabel 10 12.Het Leven van Kolonel Jacob Gardiner. ....... 17^
IS.De Stroopcrs-dochter. . . 10
14. De Bode met goede tijding. 15
15. Jansje Allan. . .......15
16. Zonderlinge lussebenkomstnbsp;der Voorzienigheid . . . • C7
17. Levensber. vanAmelia Gale 10nbsp;18.Sara Htll , de leerling van
de Zondagsschool' ..... 15 ig.DeGeschied.vanMarySmith 12^
Cenis*
58.Sterfgevallen van zeven bekeerde Heidenen .... 10
39. Levensloop van C. L.Töpfor 0^^
40. Eenige bijzonderheden uilnbsp;het leven van Morrison « . 15
41. J^ydia S... (Een authentiek
43. De Christelijke viering van
44. HenryObnokiah, inboorlingnbsp;der Sandwichs-eilanden . 10
45. DeZendeiingeninGroenUnd 15nbsp;46lt;Hflt Bezoek bij een kranke 15
47. Twee Brieven van een*nbsp;Leeraar in Zuid-Afrika. . 15
48. PoIycarpus. . ......lO
49. Als God werkt, wie zal dannbsp;keeren ?..........15
50. De Soldaten-docbler. ... 10nbsp;51 .Hel gélukkige Sterfbed • . 10
52. De weg en bet middel ... 15
53. De Gast zonder Bruiloftskl, 07^
54. Treffend voorbeeld.....07^
55. Levensschets vanBIumhardt 15
56. Hadara, een jong Abyssiniêr 04
20.De Dorps-predikant
31. De waarheid en uilwerk-aelcn van het Evangelie
32. Kracht desgeloofs, bij tref-fetade beproeving . . .
25 .Herman de Houthakker
34.De laatste uren van John Cowper........
35 .Het einde van don tijd
36.Wat God bewaart, is wel bewaard ..........15
3/.Wie zijt gij ? Wat hebt gij te doen? ..........lO
38. DeWeêrhaanTan helKasteel
39. Eben-Haëzer in Lalakko.. 10
50. Eenige beriglen van Indi-aansebe Bekeerlingen ... 10
51. De Cliristen-feoslen. ... 05
52. nbsp;nbsp;nbsp;Verbaal van twee reizende
PiO'Hkers. .........07’
55. D». Tijden de Eeuwigheid. 10
54.K'U'lenlicilz BerigtuanalJen 10
Sö.Levensluopvan Johan Coen-
raad Ter Linden......07.
56. Ken Beroep op het Hart. . 12^
87.Trekken uit het leven ecus
Landmans in den Elzas . . 10
57. De Oude Geneesheer. ... 10nbsp;58-Koepstem des Heeren. ... 15
10
10
. I2i
10
10
59.Anna Walsch...... . 07^
GO.EerstezendingteStTbomas. ]5' Gl.Thirza, of de aantrekkingskracht van het Kruis. ... 20
62. Merkwaardig voorbeeld vannbsp;vroege Godsvrucht. • . , , 07i
63. De Russische Kleérmaker « 074
64. Eenige kenmerken van eeo
kind Gods nbsp;nbsp;nbsp;07|
65.Overtuiging verwaarloosd • 12f 66.Eenwourdaan jongeMoeders 074nbsp;67 .De onbekende Zendeling. . 04nbsp;63.Het leven en sterven vannbsp;Mevrouw RumplF. . . . • • 10nbsp;69.Opmerkelijke leiding Gods. 074
70. Een nieuw Tractaatje . . ? 10
71. nbsp;nbsp;nbsp;De vrome Landman.....074
72. Ernstige gedachten over de
75. De bejaarde Christen in
76. Lord Teignmoulh ..««•« 10
77. Leven van Schwartz. ... 08