Op ecnen Zondag-moigen zag racu Kasper Dubois, inwoner van eeno der groote steden van Frankrijk,nbsp;ter kerke gaan, vergezeld door zijne vrouw en kinderen. Reeds sedert eenige maanden had het gedragnbsp;van Kasper veel verwondering gewekt; hij stondnbsp;bekend als een eerlijk handwerksman, die zijnen tijdnbsp;goed besteedde, niemand eenig onregt aandeed, dochnbsp;ook geen vijand was van feesten en vermakelijkheden ; eensklaps echter scheen hij treurig en ongerustnbsp;te zijn, geheel vervuld met één denkbeeld; kortnbsp;daarna was hij ernstig, maar kalm, en van datnbsp;oogeriblik af had iedereen meer orde in zijn huis opgemerkt, meer zachtheid tegenover zijne betrekkingen, meer waardigheid in zijne houding, en eenennbsp;ijver in het vervullen zijner pligten, die door velennbsp;als overdreven werd beschouwd. De huiselijke godsdienst werd iederen morgen door hem nagekomen,nbsp;hij ging trouw ter kerk, besteedde zijne uitspan-ningsuren aan het bezoeken van arme of ongelukkigenbsp;buren, en zelfs diegenen, welke •— ziende dat hij denbsp;vermaken ontweek die hij vroeger najaagde, zichnbsp;van vloeken en kwaadspreken onthield, en zoowel
-ocr page 4-hart als IcTen zocht te hervormen — hem te streng vonden en hem gaarne den bijnaam v'an dvv'eepernbsp;hadden willen geven, werden getroffen door zijnenbsp;opregte verzekering van eene vrome vriendschap,nbsp;door den vrede, welken zij zagen heerschen in zijnnbsp;huis, en door zijne standvastige en innige blijdschapnbsp;zonder eenige vertooning; zoodat zij niet kondennbsp;nalaten hem lief te hebben, hem onwillekeurig toenbsp;te juichen, en al wilden zij het zich niet bekennennbsp;dat hij meer waard was dan vroeger, dan toch datnbsp;hij gelukkiger scheen.
Naast Kasper Dubois woonde Pieter Martin, gelijk hij schrijnwerker. In beider huis was weinig overeenkomst. Terwijl men bij den eersten zeldennbsp;met geweld hoorde spreken, en het leven voorbijging als een zacht vlietend beekje, was het alsofnbsp;een aanhoudende storm de woning van den tweedennbsp;beroerde; nu schreijende kinderen, die men door bedreigingen zocht te bedaren, dan ruwe liederen; nunbsp;een eindeloos gepraat, dan wanorde, ongeregelde gewoonten; ieder lid van het gezin had klagten ennbsp;wederbeschuldigingen, en op ieders gelaat was denbsp;uitdrukking te lezen van ontevredenheid, zelfs alnbsp;zocht men die te verbergen onder den schijn vannbsp;vrolijkheid.
Op dien Zondag-morgen, waarvan tvij spraken, ging Kasper volgens gewoonte naar de kerk; hijnbsp;moest de werkplaats van Pieter Martin voorbij gaan,nbsp;die, gelijk iederen Zondag het geval was, ten halvenbsp;openstond, en, door de half openstaande deur zagnbsp;men Pieter, al fluitende, in eenen hoek aan het weik,nbsp;terwijl zijne knechts eenig besteld werk afmaakten.
-ocr page 5-Toen Kasper voorbijging, wendde zijn biik zich onwillekeurig naar de w'erkbank van Picter, ook dezenbsp;zag op en bemerkte,_dien blik; de twee buren keerden zich om, de een schaamde zich, de ander zuchtte. Kasper vervolgde stil en treurig zijnen weg,nbsp;zijne ziel werd gekweld door een bepaald denkbeeld,nbsp;bijna door een vxrwijt. De woorden van den Apostel : Ik hen verzekerd dat gij magtig zijt om ooknbsp;elkander te vermanen, Rom. XV:14, reddeden hemnbsp;uit de twijfeling waarin hij verkeerde. Ik neem mijnbsp;voor, dacht hij, met Gods hulp, mijne valschenbsp;schaamte en de vrees voor de menschen te over-winnen.
Bij het uitgaan der kerk moest Kasper de woning van Pieter wederom voorbij; daar gekomen wenktenbsp;hij zijne vrouw om zonder hem haren weg te vervolgen, terwijl hij de werkplaats intrad. Pieter wasnbsp;alleen, hij floot en schaafde nog en bemerkte eerstnbsp;de tegenwoordigheid van zijnen buurman bij hetnbsp;groeten van dezen; hij zeide toen eenige woorden,nbsp;bezag zijne werktuigen en scheen blijkbaar zoowelnbsp;verlegen als ongeduldig te wezen. Kaspar reikte hemnbsp;de hand. » Mijn vriend,” zoo begon hij met eenenbsp;bewogene stem, » vergunt gij mij u openhartig toe
te .spreken ?---- Ik heb iets op het hart dat mij
bezwaart.... Ook des Zondags werkt gij..,Pieter ontzette zich. » Is het eene preek die gij mij komtnbsp;houden?” mompelde hij. «Denk dit niet, buurman,” hernam Kasper met hartelijkheid, » waarlijk,nbsp;denk dit niet, neen, ik kom niet tot u om u hoogmoedige vermaningen te geven; ik lioud mij zelvennbsp;niet voor beter dan gij zijl; ik gevoel dagelijks in
-ocr page 6-mij driften eu hartstogteu, die mij zeggen dat ik een zondaar ben, en ik heb de verwaandheid niet uwenbsp;handelingen te willen regelen; maar ik zoude de liefdenbsp;te kort doen en den Heer mishagen, indien ik, terwijlnbsp;ik weet dat gij Hem beleedigt, dit gerust bleef aanzien, zonder u te waarschuwen voor het gevaar,nbsp;waarin gij verkeert. Zie in mij slechts eenen vriend,nbsp;die uw tegenwoordig en vooral uw eeuwig geluknbsp;vurig verlangt, en verstoot mij niet als iemand dienbsp;u komt lastig vallen.”
Pieter zette zich neder, maar antwoordde niet; Kasper plaatste zich naast hem en vroeg na eenigenbsp;oogenblikkcn van stilte: »Mijn vriend, gelooft gijnbsp;aan God ? ”
)) Hoe zou het ons gaan, indien wij niet aan Hem geloofden ? ” riep Pieter uit, eenigzins geraakt doornbsp;deze vraag.
» Zoo gij aan God gelooft,” vervolgde Kasper, waan cenen rcgtvaardigen, heiligen, volmaakten God,nbsp;Schepper en Heer van alle dingen, aan eenen God,nbsp;wiens magt en liefde zich reeds hier openbaren, ennbsp;wiens roem, majesteit en barmhartigheid nog veelnbsp;hcerlijker zullen schitteren in het toekomende leven;nbsp;indien gij daaraan gelooft, dan zijt gij overtuigd,nbsp;niet waar? dat die God de zonde niet kan beminnen, en dat dezelve voor Zijn aangezigt volstrektnbsp;niet bestaan kan ? ”
Pieter knikte toestemmend.
» Maar daar God goed voor ons is,” hernam Kasper, «zijt gij er toch ook van overtuigd, dat Hij ons, Zijne kinderen, niet heeft willen ovcrlalcn aannbsp;de zinnelijke begcerlykhedcn, aan de ongeregelde
-ocr page 7-driften, aan allerlei verzoekingen die ons bestormen, zonder ons de middelen te verschaffen om onze vy-anden te herkennen, en ons wapenen te schenkennbsp;om hen te bestrijden.”
Pieter zweeg, daar hij niet wist wat hij zoude antwoorden,
» Hij heeft dit gedaan, mijn waarde vriend,” vervolgde Kasper. » Hij heeft ons, u zoowel als mij, een geweten gegeven, dat bij iedere zonde en iederenbsp;ongehoorzaamheid smartelijk wordt aangedaan, ennbsp;zonder ophouden deszelfs stem verheft om ons toe tenbsp;roepen; » dit is goed, of dit is kwaad.” Hij heeft ons,nbsp;u zoowel als mij, de Heilige Schrift doen kennen,nbsp;die boeken welke waarheid, licht en overtuiging innbsp;zich bevatten. Hij wil ons hulp verleenen ; ons ge-heele leven spreekt van Zijne Voorzienigheid, ennbsp;wanneer wij ons hart doorzoeken, worden wij onzenbsp;ellende gewaar, die ons nog beter Zijne grootheidnbsp;doet beseffen. Gij ziet dus, mijn vriend, dat Godnbsp;ons van alle zijden dringt.”
» Ik geloof aan Hem, zoowel als gij,” zeide Pieter met eenige krenking.
» Deze nieuwe verzekering verblijdt mij,” hernam Kasper, «welnu, indien gij waarlijk in Hem gelooft, met uwe gansche ziel, en Hem beschouwt alsnbsp;uwen Schepper, Verlosser en Vertrooster, indien gijnbsp;het diep gevoelt dat gij door Hem alles bezit ennbsp;buiten Hem niets; indien gij gelooft dat Hij onsnbsp;Zijnen wil duidelijk heeft geopenbaard, dat die wilnbsp;onherroepelijk is, en dat men, door daaraan ongehoorzaam te zijn, zich zelven veroordeelt,—* wat blijftnbsp;wij dan over, dan u een van Zijne meest uitdrukke-
-ocr page 8-lijke geboden te herinneren. Ten opzigte van de heiliging van den Zondag zijn Gods bevelen bepaaldnbsp;en duidelijk. Ziehier mijnen Bijbel, wij willen hetnbsp;nalezen : Gedenkt den Sahhathdag, dat gij diennbsp;heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werknbsp;doen. Maar de zevende dag is de Sabbath desnbsp;Heeren uwes Gods: dan zult gij geen werk doen,nbsp;gij, noch uiv zoon, noch uwe dochter, noch tiwnbsp;dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uw vee,nbsp;noch uw vreemdeling, die in uice poorten is. IVantnbsp;in zes dagen heeft de Heer den hemel en de aardenbsp;gemaakt, de zee en alles wat daar in is, en Hijnbsp;lustte ten zevenden dage: daarom zegende de Heernbsp;den Sabbathdag en heiligde denzelven. Exod. XX:nbsp;8—11. Gij ziet hoe de Eeuwige hier tot bijzonderheden is afgedaald, met hoeveel zorg Hij de beweegredenen Zijner bevelen opgeeft. God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd, omdatnbsp;Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk,nbsp;heticelk God geschapen had om te volmaken. Gen.nbsp;11: 3. Hoe krachtig wordt ons met deze woordennbsp;de heiligheid uitgedrukt van eenen dag, die ons, alsnbsp;het ware, van eeuw tot eeuw dien dag vertegenwoordigt, waarop de Almagtige het scheppingswerknbsp;ten einde bragt; dien dag, waarop, zoowel uit dennbsp;hemel als van de aarde, duizend stemmen voor hetnbsp;eerst tot Hem opklommen, om Hem dank te zeggennbsp;en lof te zingen. Lees nu nog dit: Onderhoudt dannbsp;den Sabbath, dewijl hij ttlieden heilig is: wie hemnbsp;ontheiligt zal zekerlijk gedood worden; want eennbsp;ieder die op denzelven eenig werk doet, die zielnbsp;zal uitgeroeid worden uit het midden hater vol-
-ocr page 9-keren. Exod. XXXI: 14. Ach, indien de Oneindige het doodvonnis uitspreekt over den overtreder diernbsp;wet, dan is het omdat zij on veranderlijk is, mijnnbsp;vriend, gelijk de geheele wet, en dat men dezelvenbsp;niet ligtvaardig mag behandelen.”
» Nu ja,” viel Pieter hem in de rede, n dat was toen het geval; hetgeen goed was voor de Joden,nbsp;is het daarom niet meer voor ons.”
» Meent gij waarlijk wat gij daar zegt? Gelooft gij inderdaad dat God.s wil veranderd is, dat, dewijlnbsp;de aardsche straf heeft opgehouden te bestean, hetnbsp;onnoodig zoude wezen den rustdag te heiligen, ennbsp;dat de herhaalde, de bepaalde beloften van het Oudenbsp;Verbond nu hunne kracht hebben verloren ? ” Latennbsp;wij dan te zamen het Evangelie openslaan, en wijnbsp;zullen zien dat Jezus den Sabbath eerde, dat Hij diennbsp;dag verkoos om het volk tc ouderwijzen, doorbetnbsp;uitleggen der Schrift in de Synagoge. Wij vindennbsp;er hier voorbeelden van : En Jezus kivain te Nazareth , waar Hij opgevoed was, en ging, naarnbsp;zijne gewoonte, op den dag des Sabbaths in denbsp;Synagoge, en stond op om te lezen. Lukas IV: IG.nbsp;En Hij kwam af tot Kapel nauni, eene stad vannbsp;Galilea, en leerde hen op de Sabbathdagen. Lukasnbsp;IV: 31. En daar de opstanding van onzen Heernbsp;Jezus Christus op den eersten dag der week is geschied, heeft men in de Christelijke kerk dien dagnbsp;voor den zevenden in de plaats gesteld. De Heernbsp;r.elf, alvorens ten heme’ op te varen, koos tot tweemalen toe den Zondag om Zijnen discipelen te verschijnen : Ah het dan avond was op denzelfdennbsp;sersten dag der week, en als de deuren gesloten
-ocr page 10-waren waar de diedpelen vergaderd waren, om de vreese der Joden, kwam Jezus en stond innbsp;het midden, en zeide tot hen: Vrede zij uUeden.nbsp;Joh. XX ; 19. En na acht dagen waren zijnenbsp;discipelen wederom binnen, en Thomas met hen,nbsp;en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren ennbsp;stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulie~nbsp;den. Joh. XX: 26. In de Handelingen der Apostelennbsp;lezen -wij dat Paulus den Zondag heiligde door hetnbsp;onderwijzen der Christenen. En op den eerstennbsp;dag der week, als de discipelen bijeen gekomennbsp;waren om brood te bteken, handelde Paulus metnbsp;hen, zullende des anderen daags verreizen; ennbsp;hij strekte zijne rede uit tot middernacht. Hand.nbsp;XX: 7. Ook hij vermaant de discipelen in zijnennbsp;eersten brief aan die van Corinthe, om den eerstennbsp;dag der week te kiezen óm iets op zijde te leggennbsp;van hetgeen zij bijeenkregen, om daarmede de behoeftige broeders te helpen. Voeg bij dat alles nognbsp;de verklaring van den Heer: Meent niet, dat Iknbsp;gekomen ben, om de ïVet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden,nbsp;maar te vervullen. Matth. V: 17. Dan zult gij mijnbsp;moeten toestemmen, dat het moeijelijk is om op ditnbsp;punt de overeenstemming van het Oude en het Nieuwe Verbond te loochenen, en dat, wanneer men beidenbsp;oplettend en opregt onderzoekt, men weldra tot denbsp;overtuiging komt, dat de Eeuwige, voor alle tijden ennbsp;aan allen, de heiliging van een der zeven dagen heeftnbsp;bevolen.
» Ik zeg het tegendeel niet,” mompelde Pieter; vervolgens riep hij, na eenige oogenblikken van aar-
-ocr page 11-zeling, met vastheid uit: nbsp;nbsp;nbsp;» Werken is bidden, dat
is nu mijne godsdienst.”
» Zulk eene godsdienst heb ik niet in den Bijbel gevondenhernam Kasper met ernst. » Ik las ernbsp;wel in dat de mensch zijn brood moet eten in hetnbsp;zweet zijns aanschijnsj” ik vond er deze verklaringen : Die met eene bedriegelijke hand werkt, wordtnbsp;arm. Spreuk. X: 4. Die sijn land bouwt, zalnbsp;van brood verzadigd worden, maar die ijdele men-schen volgt, is verstandeloos. Spreuk. XII: 11. Denbsp;weg des luiaards is als een doomheg. Spr. XV: 19.nbsp;Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeid»nbsp;Hevel-, werkende wat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te deelen dengenen die noodnbsp;heeft, Efez. IV: 28. Ik weet dat het werken eennbsp;belangrijke pligt is, hetgeen ook de Apostel Paulusnbsp;ons door zijn voorbeeld heeft bewezen, daar hij , ter,nbsp;wijl hij het Evangelie predikte, het tentenwevennbsp;niet verzuimde; niemand heeft de magt zich daaraannbsp;te onttrekken; maar ik heb nergens gevonden datnbsp;het nakomen van dezen pligt ons van de vervullingnbsp;van andere pligten ontslaat, en dat, door op e'e'nnbsp;punt aan Gods wil te gehoorzamen, men het regt verkrijgt om dien op andere niet minder wezentlijke punten te verkrachten. Hetgeen eene verpligting is op denbsp;werkdagen, wordt ons des 2h)ndags tot zonde gerekend, alleen daarom dewijl God gezegd heeft: Zesnbsp;dagen zult gij arbeiden en al uw loerk doen. Alnbsp;het werk moet dus besloten blijven in de zes dagennbsp;tot werken bestemd, maar de zevende dag is denbsp;Sabbath des Heeren uwes Gods, dan zult gijnbsp;geen werk doen. Werken is bidden, zegt gij, ge-
-ocr page 12-loof , buurman , dat is eene jammerlijke dwaling, welke ik zoo gaarne had dat gij zelf inzaagt. Hetnbsp;werk, niet waar ? moet dienen tot ontwikkeling vannbsp;kracht, arbeidzaamheid en sterkte; daardoor verschaffen wij ons voedsel, en de middelen om ons levennbsp;op deze aarde te onderhouden; maar het is niet genoeg dat wij onze ligchamelijke krachten ontwikkelen, en voor ons vlugtig bestaan hier op aarde zorgen ; wij hebben ook eene ziel, die nooit zal te nietnbsp;gaan en die het eerst en het meest onze dagelijkschenbsp;zorg behoeft. Gij gevoelt het dus, mijn vriend, dienbsp;ziel kan door het werk onzer handen niet verzorgdnbsp;worden; ons beider bedrijf verschaft ons brood, hetnbsp;houden van onze boeken helpt ons in het besturennbsp;van onze kleine bezitting en verhindert ons dezelvenbsp;te verliezen; maar hebben die bezigheden de kracht,nbsp;daardoor alleen, om ons hart tot God te verheffen?nbsp;Spreken zij van Zijne grootheid en goedheid ? Doennbsp;zij ons afdalen in ons hart, om er ons de ellende vannbsp;aan te wijzen? Kunnen wij door dezelve tot den Heernbsp;opklimmen, en Zijne onverdiende gaven leeren kennen ? Boezemen zij ons vertrouwen en onderwerpingnbsp;in, ook in de dagen van beproeving? Schenken zijnbsp;ons moed en hoop, wanneer moedeloosheid ons komtnbsp;overweldigen. Troosten zij ons eindelijk, in alle omstandigheden van ons leven, en wordt in dezelve dienbsp;krachtgegeven, die den mensch heiligt, vernieuwt,nbsp;wedergeboren doet worden.? Neen , zeg ik, gij weetnbsp;het zoo wel als ik, bidden en werken zijn twee zakennbsp;die altijd vereenigd moeten wezen, maar die toch onderscheiden zijn. Het werk is een der duizend gevolgen van het bidden. Ook gij hebt dit kunnen
-ocr page 13-11
opmerken , buurman ; de waarlijk godvruchtige maHj die Gods wil zoekt te doen, die als in Gods tegenwoordigheid leeft en wiens gedachten onophoudelijknbsp;naar Hem uitgaan; zulk een mensch is noch traag,nbsp;noch ledig; integendeel, het schijnt alsof zijne krachten nieuwe veerkracht hebben gekregen, en dat zijnenbsp;werkzaamheid naar gelang van zijne godsvrucht vermeerdert. Maar zoude men kunnen zeggen dat het
bidden een gevolg is van het werken?..... Meit
zoude moeite hebben dit te bewijzen , want men kent helaas! maar al te veel handwerkslieden wier goddeloos gedrag en gevoelens eene dergelijke bewering tennbsp;eenenmaal logenstraffen.”
)gt; Ik ontken dit ook niet,” viel Pieter hem in de rede, » en toch, kan ik mij moeijelijk voegen naarnbsp;uwen Zondag.”
» Het zoude mij veel waard zijn, mijn vriend! om u te toonen dat mijn Zondag, zoo als gij diennbsp;noemt, niet alleen ook u béter zoude aanstaannbsp;dan gij denkt, maar tevens dat die opzettelijknbsp;voor u geschikt is, en zelfs zoo, dat uw hart, uwenbsp;ziel, uw geluk, zelfs uwe fortuin door deszelfs heiligingnbsp;zouden winnen; en dat uwe driften, uwe vooroor-deelen, uw verkeerd begrepen eigenbelang u alleennbsp;hinderlijk zijn in het erkennen van de waarheid vannbsp;hetgeen ik u zeg. Gij kunt u moeijelijk gewennennbsp;aan mijnen Zondag, maar wat mishaagt er u in, zeg ,nbsp;mij dit openhartig.” Pieter dacht eenige oogenblikkennbsp;na, vervolgens zeide hij: »Vooreerst die rust, dienbsp;ledigheid. ”
n Mijn vriend, ik heb gesproken van rust, niet Tan ladiglwid; maar laten wij dit overstappen. Dc
-ocr page 14-rust mishaagt u, uiet waar? Ik geloof, dat u bedriegt. Denk eens na, en gij zult zien dat zij u,nbsp;zoo als mij, zoo als iedereen, nuttig en aangenaam is,nbsp;gisteren nog kwaamt gij, nitgeput door vermoeidheid,nbsp;u nederzetten op mijne bank, verklarende dat nietsnbsp;ter wereld u bewegen zoude den beitel weder op tenbsp;nemen, en dat gij nu met zoo veel ijver werkt,nbsp;moet dit niet daartoe strekken dat gij morgen ternbsp;feest zoudt kunnen gaan in het naburig dorp, en dusnbsp;uwe gewone bezigheden voor eenen geheelen dag opnbsp;zijde zetten? Bedenk het, dat er in de week zoonbsp;vele uren besteed worden om te praten, en dezen ofnbsp;genen te bezoeken, en zeg mij dan in waarheid of gijnbsp;de rust haat ? Nu wil God, dat men die verlorenenbsp;oogenblikken bijeenbrengt om ze aan Hem toe te wijden; Hij verbiedt den mensch niet zijn werk tPnbsp;staken wanneer het hem te zwaar valt, maar Hijnbsp;wil dat al het werk in zes dagen voleindigd zij , opdat men op den zevenden dag tot verademing kome,nbsp;opdat de ziel, vrij van iedere zorg, vrij van elkenbsp;stoffelijke bemoeijing, zich tot God verheffe om Hemnbsp;dank te zeggen. Zijne vernieuwde goedheid af tenbsp;smeeken en nieuwe krachten van Hem te vragen.nbsp;Zie hier nu het verschil; hetzelve is niet gelegen innbsp;het nemen van rust, maar in de wijze hoe dit tenbsp;doen.
)) Het zoude mij toch wat lang vallen,quot; hernam Martin , » om twaalf uren in het gebed door te brengen. Indien gij mij zeidet dat de Zondag geschiktnbsp;is om mij te ontspannen, mijne vrienden te zien,nbsp;en nu en dan mijn genoegen te nemen, dan zoudenbsp;ik u kunnen begrijpen; maarden geheelen dag met
-ocr page 15-13
éene zaak bezig te zijn..... zie, dat zoude mij meer
vermoeijen dan het werken.”
» Gij verstaat mij niet, buurman! hetzelfde denkbeeld van ledigheid is u weder voor den geest; gij meent, met zoo vele anderen, dat de vervulling vannbsp;onzen pligt, het gched en het kerkgaan iets vervelends en eentoonigs in zich sluit; waarlijk, geloofnbsp;mij, de Zondag van eenen Christen, overeetikomstignbsp;Gods bevel doorgebragt, verschaft meer waarachtigenbsp;vreugde, dan het bijwonen van honderd feesten.nbsp;Waart gij niet dikwijls verdrietig na den afloop vannbsp;die dagen geheel aan het genot gewijd? Scheennbsp;alles u, bij uwe tehuiskomst, niet treurig en somber toe? en vondt gij niet, bij het onderzoeken vannbsp;uw hart, overal leegte en wroeging; terwijl gij dennbsp;volgenden dag, in plaats van uw werk blijmoedignbsp;weder op te vatten, dit met af keer deedt, waardoornbsp;het niet best ging, en u nog meer ontstemde? datnbsp;waren de vruchten van eene rust naar de wereld.nbsp;Nu zal ik u de vruchten aantonnen van eene rustnbsp;naar God, gelijk onze Heer Jezus ons dit door Zijnnbsp;voorbeeld heeft bewezen. Onze Goddelijke Meesternbsp;koos den rustdag om in den tempel te lezen; ook opnbsp;dien dag gaan wij naar de kerk om Gods woord tenbsp;hooren, en dewijl de ziel niet eensklaps van ijdelenbsp;tot ernstige gedachten kan overgaan, zonder gevaarnbsp;te loopen van zich bij de eerste te bepalen, staannbsp;mijne vrouw en ik des Zondags-morgens vroeg op,nbsp;om nog een uurtje ter onzer beschikking te hebbennbsp;voor dat de kerk begint; in dien tijd lezen wij metnbsp;onze kinderen de Heilige Schrift, verklaren hun denbsp;moeijelijke plaatsen en trachten hen eenige verzen te
-ocr page 16-14
decn onthouden. Die oogcnhlikken, mijn vriend, gaan ïoo gelukkig voorbij, er is voor ouders zooveelnbsp;voldoening in, hunne kinderen tot den Heer te brengen, opdat Hij dezelve zegene, gelijk Hij dit voor-maals deed. Hierna begeven wij ons naar de kerk,nbsp;alwaar wij ons vereenigen met onze broeders, cmnbsp;gezamentlijk God te verheerlijken, dezelfde levendmakende woorden in onze harten op te nemen, ennbsp;de vervulling te erlangen van deze belofte van donnbsp;Heer: Want waar twee of d/ie vergaderd zijn innbsp;Mijnen naam, daar ben Ik in het midden van hen.nbsp;Matth. XVIII: 20. Wij weten, dat onze Verlossernbsp;de zieken ook op den Sabbathdag bezocht en genas:nbsp;daarom beijveren wij ons om onze hulpbehoevendenbsp;broeders bij te staan, en wij smaken daardoor eennbsp;geluk, dat ik u moeijelijk kan be.schrijven. O! waarnbsp;beseft men meer de oneindige waarde van Gods rnagt»nbsp;liefde en barmhartigheid , dan aan een ziek- en sterfbed? waar voelt men zich meer als bezield door geloof, liefde en hoop? De Schrift zegt; Waakt dan,nbsp;want gij weet niet, in welke ure uw Heer komennbsp;Bal. Matth. XXIV: 42. De werkdagen leveren, zoonbsp;als gij weet, slechts weinige oogenblikken van rustnbsp;op, en, hoewel men lederen morgen en iederen avondnbsp;eenigen tijd moet afzonderen om te bidden en overnbsp;zich zclven na te denken, zoo is dit toch niet mogelijk, gelijk men het wel zoude wenschen, en daarom is de rustdag bij uitnemendheid geschikt om totnbsp;ons zelven in te keeren, voor God ons gedrag gedurende de geheele week open te leggen, en te onderzoeken welke beginselen en drijfveren ons daarbijnbsp;bestuurd hebben. Dan beseffen wij eerst tot welken
-ocr page 17-graad het hart des menschen bedorven en de lankmoedigheid des Heeren groot is. Dat zelfonderzoek boezemt ons haat tegen de zonde, liefde en dankbaarheid jegens den Oneindige, en bij de overtuigingnbsp;van onze zwakheid, een vast vertrouwen op zijnenbsp;kracht, waardoor onze ziel in staat wordt gesteldnbsp;met A^ernieuwde kracht, met hoogere geestdrift, ennbsp;met onwankelbaar A'ertrouwen haren vveg te vervolgen. Bij het A'allen van den avond wandelen wijnbsp;bij sclioon weder in de heerlijke natuur, A'erheifennbsp;daarbij ons hart tot den Schepper; aan Hem denkende schijnt iedere bloem ons schooner, iederenbsp;boom frisscher, elke ster schitterender toe; de natuurnbsp;is prachtiger en ontzagwekkende!’, en alles wat onsnbsp;omringt verkondigt ons den lof des Hoeren. Aan hetnbsp;einde A’an zulk eeuen gelukkigen dag is het ons behoefte God te danken, die ons denzelven schonk, ennbsp;wij eindigen onze dankzegging door het aanheifen vannbsp;een gezang.
Ik kan u verzekeren, mijn vriend! dat die dag met A’erlangen door ons te geinoet wordt gezien, datnbsp;dezelve altijd te spoedig voorbijgaat, en dat men metnbsp;wroeging terugdenkt aan de vroeger ontheiligde Zondagen ; dan eerst wordt het ons onbcgrijjielijk hoenbsp;men zich voor dien tijd tevreden heeft kunnen stellennbsp;met des morgens te werken, en het overige gedeeltenbsp;van den dag in ijdele verstrooijingen door te hj engen.nbsp;En wanneer ik u zeide met hoeveel ijver rnen gedurende de week werkt, hoe de gedachte aan de Goddelijke hulp moed en kracht verleent; hoezeer mennbsp;over zich zelven de wacht houdt en er naar trachtnbsp;tgt;m zondige gedachten verwijderd te houden, wetende
-ocr page 18-dat men zich des Zondags rekenschap moet geven zoowel van daden als van innerlijke bewegingen.nbsp;Waarlijk, mijn vriend! ik heb eerst den waren vredenbsp;en bet waarachtige geluk leeren kennen na het heiligen van den Zondag. Vóór dien tijd bleef ik vreemdnbsp;aan den wil van God, mijn hart was niet doordrongen van de wijsheid en goedheid van dien wil, iknbsp;betrachtte dien niet; maar na het wijden van dennbsp;Zondag aan het hooren en lezen van Gods Woord,nbsp;kreeg ik een inzigt in den wil des Heeren, en werdnbsp;lt;lenzelven mij dierbaar; van nu aan maakten twist,nbsp;verdriet, wanorde, onrust, in één woord, al wat dennbsp;vrede verstoort, plaats voor tevredenheid en kalmte.nbsp;Mijne vrouw, mijne kinderen en ik hebben elkandernbsp;hartelijk lief, wij zijn vereenigd door hetzelfde geloofnbsp;in God en Christus, en zulk eene genegenheid schenktnbsp;alleen blijvend genot, hetwelk wij ook aan den Zondag hebben te danken. De Zondagen, o! mijn vriend!nbsp;¦iijn voor ons ladders, die wij beklimmen om onsnbsp;nader tot God te brengen, en daar van God alles uitgaat wat goed en heerlijk is, zoo wordt ons geloofnbsp;iedere week gesterkt, ons geluk vermeerderd, en denbsp;zegeningen, aan de heiliging van dien dag verbonden,nbsp;overladen ons. Indien gij uwen voet van den Sabbath af keert, van te doen uwen lust op Mijnennbsp;heiligen dag; en indien gij den Sabbath noemtnbsp;eene verlustiging^ opdat de Heer geheiligd worde,nbsp;die te eeren is; en indien gij dien eert, dat gijnbsp;uwe wegen niet doet, noch uwen eigen lust nietnbsp;vindt, noch een woord daarvan spreekt: dan zultnbsp;gij u verlusten in den Heer, en ik zal u doennbsp;rijden op de hoogten der aarde , en ik zal u spij-
-ocr page 19-J7
zigen met de erve uwes vaders Jakobs; want de mond des Heeren heeft het gesproken. Jesaia$nbsp;LVIII: 13, 14.”
Pieter was zigtbaar aangedaan, hij wilde zich echter niet zoo spoedig laten overtuigen, hij was in strijdnbsp;met zijn hart, en zeide na eenige oogenhlikken vannbsp;stilte: » Men moet voor het onderhoud zijner kinderennbsp;zorgen; indien men des Zondags niet werkt, waarnbsp;zal men dan menschen vinden, die van ons werknbsp;gediend willen zijn ?”
» Ziedaar,” zeide Kasper, de hand van zijnen vriend nemende, » een der grootste zwarigheden dienbsp;men tegen het vieren van den Zondag heeft; en tochnbsp;is dezelve gemakkelijk weg te nemen. Men moetnbsp;voor zijn gezin zorgen, niet waar? en gij meent datnbsp;het staken van ons werk voor éénen dag de vervulling van dien pligt onmogelijk zou maken. Gij vergist u daarin: ook gij weet het, dat de handwerkslieden, die zich niet laten gelegen liggen aan het vierennbsp;van den Zondag, dikwijls nog Maandag en Dingsdagnbsp;feest vieren, gij weet dat zij dikwijls voor den avondnbsp;hun werk eindigen, om naar eene herberg tè gaan,nbsp;en dat zij dus, alles goed berekend, wel dertien ofnbsp;veertien uren meer verliezen door het ontheiligen vannbsp;den Zondag, dan dit het geval zoude zijn met diennbsp;te vieren, zonder nog de verteringen te berekenennbsp;die zulk een gedrag onvermijdelijk naar zich sleept.
» Het is waar,” zeide Martin zacht, » ik weet dit bij ondervinding.”
Daarbij is het onmogelijk dat de aannemers geen Werkman zouden willen hebben die den Zondag heir's! ; oordeel zelf, wien zoudt gij verkiezen, een ijve-
-ocr page 20-rig, werkzaam, ernstig inensch, die des morgens ¦vroeg op de werkplaats kwam om er eerst laat vannbsp;daan te- gaan, die zich aan geene buitensporigheidnbsp;overgaf, en dus meer werkte dan twee anderen, maarnbsp;weigeren zoude het vierde Gebod te overtreden; ofnbsp;een van dezulken die onophoudelijk gaan en komen?nbsp;veel leven maken, hemel noch aarde eerbiedigen,nbsp;van niets eene gewetenszaak maken, noch van hetnbsp;ontheiligen van den Zondag, noch van het ledigloopennbsp;in de week. Zoude uwe keus twijfelachtig zijn?nbsp;Gij vreest dat het werk u ontbreken zal, welligt innbsp;het eerst; maar wanneer men u heeft leeren, kennennbsp;als iemand van beginselen, die aan zijn geestelijke behoeften ijen voorrang geeft, die nooit zij nen pligt op-offert aan zijn belang of aan zijn genoegen, dan zalnbsp;men vertrouwen in u krijgen, en overtuigd wordennbsp;dat, die zoo Gods wil en wetten eerbiedigt, ook eerlijk, werkzaam en ijverig moet zijn; en gij zult werknbsp;krijgen, buurman. Ook mij is het zoo gegaan; in denbsp;eerste maanden heb ik er door geleden, maar nu. Goddank! heb ik meer werk dan mij ontnomen werd,nbsp;zoodat ik naauwelijks aan de bestellingen kan voldoen. Gij ziet dus, dat onze gehoorzaamheid in ditnbsp;opzigt aan Gods wil voor ons tijdelijk belang geenenbsp;opoffering eischt, maar wel het tegendeel; doch verrenbsp;zij het van mij, om daaruit de redenen te putten dienbsp;mij nopen zouden den Zondag te heiligen. Mijnenbsp;beweegredenen, mijn vriend, zijn overeenkomstig dennbsp;uiterlijken wil des Heeren. Hij heeft het gezegd,nbsp;dus moeten wij volgen, welke ook de gevolgen tlaar-van zijn mogen.
Kr is geen geloof, geen Christelijk leven, geene
-ocr page 21-gemeeiijchap met God mogelijk, zonder eene oudere werping die niet vraagt waarom, zonder eene geheclenbsp;en vertrouwelijke overgave. Het vertrouwen moetnbsp;ons ondersteunen, zoodat wij ons geheel aan Hemnbsp;overgeven, gelijk het kind aan zijne moeder, en zonder vrees de inoeijelijkste hinderpalen te gernoet gaan.nbsp;God heeft gezegd: gij zult den Rustdag heiligen.nbsp;Hij heeft dit gezegd zonder eenige beperking, ennbsp;daarom heilig ik den Zondag, en al moest ik er omnbsp;lijden, al moest ik tallooze ontberingen doorstaan,nbsp;ik gehoorzaam met vast vertrouwen, omdat ik hetnbsp;weet, dat mijn God almagtig en goedeitieren is, omdatnbsp;ik het vast geloof, dat, al zoude de geheele wereldnbsp;mij verlaten, Hij mij nabij zoude blijven, en datnbsp;die God, die de leliën des velds kleedt, en de vogelen des hemels voedt, mij tegen zijnen wil geennbsp;gebrek zoude laten lijden.
» Wat zijt gij gelukkig!” zeidc Martin met aandoening ; » gij hebt het goede deel gekozen, maar gij zijt ook moedig, gij bekommert u niet om hetgeen u aangenaam of onaangenaam is, gij stoort u niet aan hetnbsp;gepraat van dezen en de spotternij van genen ...nbsp;maar ik voel mij niet krachtig om dat alles te verdragen.”
» Wat dunkt u het verstandigste, de goedkeuring der mcnschen of die van God na te jagen ? Wiens is denbsp;magt, en de wijsheid, en de liefde, den menschennbsp;of Goile ? .... Wie zal ons eenmaal rigten, denbsp;menschen of God, en aan wie zal het ons dan beternbsp;zijn in dit leven gehoorzaamd te hebben ? Men moetnbsp;eene keus doen: want wat de Heer wil, verwerpennbsp;de menschen; men kan niet hopen den heiligen, regl-
-ocr page 22-x aai Jigen, volmaaktcu God te \oldoen en ter zellilei-tijd de zondige en bcdorvene inenschen.
» Er is hier gcene weifeling mogelijk,” hernam
Pieter, het hoofd buigende, «maar..... wat al
zwarigheden!.....”
» Zoo is het, mijn vriend!” rfep Kasper uit, «er is hier geene weifeling mogelijk, er zijn opofferingennbsp;aan verbonden, wij moeten ons medelijden, verachting , ja dikwijls beleedigingen getroosten, maar weifelen , neen, dat nooit. En zouden wij niet gaarnenbsp;ecnige moeite over hebben ter liefde van onzen Verlosser, die leed en stierf, om ons met God te verzoenen? Worden wij daartoe niet ondersteund doornbsp;dien Heer, die iedere last, met het oog op Hem gedragen, in blijdschap verandert? Ondervinden wijnbsp;geene inwendige voldoening door de gedachte, dat wijnbsp;Gods weg bewandelen, dat wij reeds hier op aardenbsp;dat leven van gehoorzaamheid, van liefde, van heiligheid in ons eenen aanvang doen nemen, hetgeennbsp;wij aan de overzijde des grafs zullen voortzetten, cnnbsp;dat ons van eeuwigheid tot eeuwigheid onuitsprekelijk gelukkig zal maken? Ja, mijn vriend, gij zultnbsp;veel moeten lijden en strijden; maar het is ook onmogelijk zonder strijd en moeite tot vernieuwing desnbsp;harten te komen. Wanneer uwe makkers u bespotten , bid dan voor hen; als het werk u ontbreekt,nbsp;vertrouw op den Heer; indien uwe vrouw u miskentnbsp;cn hare verwijtingen bij die van anderen voegt, dannbsp;zal dit leed uw hart meer grieven dan al het andere;nbsp;welaan, mijn vriend! draag ook die smart den Heernbsp;«p, bid Hem om Zijne hulp en zoek uwe vrouw tenbsp;winnen door uw voorbeeld, uwe zachtheid en uwe
-ocr page 23-21
liefde. Ook in mijne woning heeft de onrust en de oneenigheid langen tijd gewoond, ik hebLeleedigingennbsp;en spotternijen ondervonden, en verscheidene maanden bleef ik zonder vverk, zoodat mij menigmaal denbsp;moed ontzonk, en al de beloften van het Evangelienbsp;noodig waren om mij tot rust en kalmte te brengen.nbsp;Mijn vriend, ik heb dat alles doorgestaan, niet doornbsp;mijnen moed en mijne kracht, maar ondersteundnbsp;door den Heer, wiens magt en liefderijke hulp mijnbsp;altijd nabij was, en ook u niet ontbreken zal. Godnbsp;zal u kracht geven, vraag het Hem, Hij zal u zegenen gelijk Hij mij gezegend heeft, en gij zult eenenbsp;vreugde smaken door de overtuiging, dat gij Gods wilnbsp;volbrengt, eene zaligheid, die alle opoffering vergoedtnbsp;en door de wereld niet gekend wordt.”
Pieter wischte zich eenen traan uit het oog, en zeide met diep bewogene stem: » Dank, mijn vriend!nbsp;nogmaals dank; nog dezen avond zullen wij in dennbsp;Bijbel lezen, en van nu aan zullen de Zondagen nietnbsp;meer mij, maar den Heer toebehooren.”
-ocr page 24-Cents.
58.Sterfgevallen van reven
bekeerde Heidenen . • . . 10
59. Levensloop vanC.L.Töpfer
40. Eenige bijzonderheden uilnbsp;het leven van Morrison « . 15
41. Lydia 8...(Een authentiek
Verhaal)..... 074
42. Hugo Bouren........07|
45.DeChristelijke viering van
den Zondag ........ 05
44. nbsp;nbsp;nbsp;Henry Obooki ah, inboorlingnbsp;der Sandwichs-eilandea. , 10
45. DeZende]ingeainGroenland 15
46. Het bezoek bij een kranke, la
47. Twee Brieven,van een*nbsp;Leeraar in Zuid-Afrika , . 15
48. Folycarpus.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10
49. Als God werkt, wie zal dan
keeren?......... . 15
50. De Soldaten-dochler. ... 10
51. Het gelukkige Sterfbed * • 10
52. De weg en het middel ... 15nbsp;SS.DeGasl zonderBrniloflskl, 07
54. Treffend voorbeeld, .... 07
55. Levehs3chelsvanBlumhardl 15
56. Hadara,eenjongAbyssiniër 04
57. De Oude Geneesheer. . . • IO4
58 .Roepstem dea Heeren « • • 15 SS.Anna Walsb.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;074
60. Eerste zendingleSlThomas ISJ
61. Thirza, of de aantrekkingskracht van het Kruis ... 20
62. Merkwaardig voorbeeld vannbsp;vroege Godsvrucht, «... 074
65. Dq Russische Kledrmaker • 074nbsp;64.Eenige kenmerken van een
kind Gods nbsp;nbsp;nbsp;074
65.Overtuiging verwaarloosd , l24
66. EenwoordaanjongeMoedera 074
67. De onbekende Zendeling . 04
68. Hot leven en sterven vannbsp;Mevrouw Rumpff ..... lO
69.Opmerkelijke leiding Gods 074
70. Een nieuw Traktaatje, . . lO
71. De vrome Landman , • • • 074
72. Ernstige gedachten over donbsp;Eeuwigheid ,.•.•••• 074
75. Maria..............
.......................
7ö.De bejaarde Christen inhet Gasthuisnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;01
76. Lord Teignmoulh , . . . , JOnbsp;77,1/even van Schwarts, , . , 06
CenU.
ItDevenagescbiedenis van
Peter Lobbeek ...... '15
2.De welbesiecle Stuiver • • lö
5.'De Wever uit Welsb. ? • ^7i
4»De kleine Bewoner van het Auvergnésche Gebergte. . 10
5. nbsp;nbsp;nbsp;Arme Sara, of de Indiaan-
sche Vrouw........ 0’:
6. De jonge Hulbewoonster . 22
7.Opwekking Ie Elberfeld . 05
8. De lersche Boer.....10
9. Elisabeth Cunningham,nbsp;eene ware geschiedenis . . 20
lO.Oeschiedenis yaa John Ro-bens, de Matroos , . . . • lO
11. Uitbreiding van de Parabel 10
12. Hel Leven van Kolonel Jacob Gardiner.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17^
15.De Slroopers-dochler. • « 10
14. De Bode met goede tijding 15
15. Jansje Allan . • ......16
16. Zonderlinge Jussebenkomstnbsp;der Voorzienigheid .... 07
17. Levensber. van AmeliaGale 10
18.Sara Hill, de leerling van de Zondagschool ...... 15
lO.DeGescliied.vanMarySmith 12^
20. De Dorps-predikant. . . • 10
21. De waarheid en uitwerk-aelon van hel Evangelie. • 10
22. Kracht des geloofs,hij treffende beproeving • . . . • 19
25.Herman de Houthakker • • 12^
24. De laatste uren van John
Cowper. nbsp;nbsp;nbsp;lO
25. Het einde van den tijd, . . 10
26. Wat God bewaart, is welnbsp;bewaard ••.....•••15
27. WiB aijt gij? Wat hebt gij
Ie doen? ».»••••*•• 10
28. DeWeérbaanvanhetKa8leel 12^nbsp;ÏO.Eben-Haëzer in Latakko.. 10
50. Eenige beriglen van lodi-aansche Bekeerlingen ... 10
51. De Chrislen-feesten. ... 05
52. Verhaal van twee reizendenbsp;Predikers ......... 07^
SS.De Tijd en de Eeuwigheid. 10 84.Kortenheilz.Berigtaanallen 10nbsp;55. Leven sloop van JohauCoen-raad Ter Linden. . . • « • 074nbsp;SO.jjen Beroep op het hart.. • 12|nbsp;57»Trekken uit het leven eenanbsp;Landmans in den Slzaa • . 10