-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3-

Johannes bijgenaamd curysostomus (Guldeumoiid) uithoofde zijner buitengewone welsprekendheid, beoefende aanvankelijk de regtsgeleerdheid onder de leiding van den beroemden libanius. Deze gekozennbsp;loopbaan opende een’ heerlijk vooruitzigt voor zijnenbsp;gaven, en deed er de hoogste verwachtingen vannbsp;koesteren. Maar het zien van het ongeregelde gedragnbsp;en de onregtvaardighedeu van vele regtsgeleerden,nbsp;deed hem besluiten eene andere loopbaan te kiezen;nbsp;zich geheel toe te wijden aan het lezen van dennbsp;bijbel, aan de studie van heilige dingen, en de uitoefening der godsdienstpligten. Melige Bisschop vannbsp;Antiochiën, keurde het voornemen van don jongelingnbsp;goed, en na drie proeQaren ontving hij hem in denbsp;kerk door den doop, en gaf hem daarop het ambtnbsp;van lezer op het einde van het jaar 369.

Van dien tijd waakte curysostomus met de grootste gestrengheid over zijne gesprekken, onthield zich van alle eeden, logen en kwaadsprekendheid.

Zijne moeder bij wie hij in huis woonde voorzag hem van al het noodige, zoodat hij zich met gecnenbsp;tijdelijke zorgen behoefde bezig te houden. Hij vaste,nbsp;bad, las den bijbel, sliep op den grond en onderwierpnbsp;zijn ligchaam aan allerlei pijnigingen en ontberingen.

Ék


-ocr page 4-

Door den goddelijkeii zegen kwam hij zoo ver dat hij alle jeugdige driften overwon, en een onbesproken levenswandel leidde onder een bedorven geslacht.nbsp;Het afgezonderde leven deed hem den naam van ongezellig mensch verkrijgen, maar hij wilde deze lievernbsp;dragen, dan zich op nieuw aan de verleidingen dernbsp;wereld blootstellen.

Op dezen tijd haddeir zijne reizen plaats naar Jeruzalem, den Eufraat en de Zwarte zee, waar hij dikwijls iu' zijne geschriften van gewaagt. Tenbsp;Antiochiën teruggekeerd leidde liij een nog meernbsp;afgezonderd leven dan vroeger.

In de naburige bergen van Antiochiën hieldeu zich een groot aantal kluizenaars op, die zich doornbsp;groote eenvoudigheid, ontberingen en gestrengheidnbsp;voor zich zelf onderscheidden. Men kan zondernbsp;twijfel de beweegredenen veroordeelen, die hen bewogen zich van de menschen af te zonderen; mennbsp;kan spijt gevoelen dat zij in den omgang met hun-ne mederaenschen niet al het goede deden, dat denbsp;godsdienst hen beval; maar men moet tevens bekennen dat deze vrome kluizenaars zeer veel verschildennbsp;van de luije en zedelooze monnikken van laterenbsp;eeuwen. De kluizenaars waar wij van spreken, kenmerkten zich door eene ijverige godsvrucht, en verzuimden geene gelegenheid, om God nader te leerennbsp;kennen. Zij stonden voor den dag op, om te bidden, zonderden een groot gedeelte van den tijd afnbsp;tot het lezen van den bijbel; doch deze godsdienstigenbsp;oefeningen beletten hen niet zich aan eenig beroep,nbsp;toe te wijden. Eenigen bebouwden het land, anderennbsp;maakten vaten en verschillende gereedschappen, ofnbsp;hielden zich bezig met het vervaardigen of afschrijven

-ocr page 5-

vau boeken. Hun voedsel was eigen gemaakt brood, hun drank water en de grond hunne slaapplaats.

Schoon arm, waren zij de steun der armenj zoo gemakkelijk is het den naasten te helpen, in welkenbsp;omstandigheden men zich ook bevindt, als men hetnbsp;in opregtheid wil doen. Met de grootste gastvrijheidnbsp;ontvingen zij alle vreemdelingen die bij hen kwamen , pasten de zieken op met onvermociden ijver.

Er bestond onder deze kluizenaars geen onderscheid


van rang; de nederigste en ijverigste werd als de voornaamste aangezien.

Deze levenswijze leidde ciirysostomus in den bloei zijner jongelingsjaren. Eerst had hij eenige moeitenbsp;zich aan deze strenge tucht te gewennen; maar hijnbsp;bestreed alle hinderpalen, en bragt vier jaren in denbsp;bergen van Antiochiën door, onder de leiding vannbsp;eenen ouden kluizenaar. Aan het einde van dezenbsp;vier jaren, onttrok hij zich alleen in een grot, waarnbsp;hij twee jaren doorbragt, om de boeken van hetnbsp;Oude en Nieuwe Testament te bestuderen. In dennbsp;loop der eeuwen, zijn er weinige godgeleerden gevonden die zulk eene grondige kennis hadden vannbsp;de schriften, als chrysostomus. Maar zijne gestrengenbsp;levenswijze verzwakte zijne ligchamelijke krachtennbsp;zoo zeer, dat eene ernstige ziekte hem in 381 deednbsp;besluiten naar de stad Antiochiën terug te keeren.

Dc bisschop melice die zijne godsvrucht en deugden meer en meer op prijs stelde droeg hem het diakenschap op. Chrysostomus vervulde het gedurende vijf jaar met de grootste naauwgezetheid, ennbsp;gaf vele blijken van zijn’ ijver. Onder anderen toennbsp;de bisschop van Antiochiën zich naar Constanti-nopel begeven had om geestelijke zaken, verzuimden

-ocr page 6-

\ele der priesters liuniie bediening op eene schandelijke wijze, door vele duizenden te doopen zonder te onderwijzen, hetgeen zij hoog noodig hadden,nbsp;om den doop waardiglijk te kunnen ontvangen.nbsp;Chrïsostomus had medelijden met deze nieuwelingen,nbsp;CU verzamelde hen rondom zich, ten einde hen in ilenbsp;verhevene waarheden van het Christendom te onderwijzen. Daar hij slechts diaken was, had hij geenenbsp;vrijheid in het openbaar te prediken; hij mogt denbsp;nieuwelingen onderwijzen, en bij het waarnemennbsp;van deze nederige bediening verspreidde zich alras,nbsp;de roem van zijne redenaarsgaven. Flavius, opvolger van MELIGE, nam hem onder het getal der leeraarsnbsp;op, en beval hem de pi-ediking in de voornaamstenbsp;kerken van Antiochiën. Het bleek dat gurysos-TOMüs in bijzondere gunst bij den nieuwen bisschopnbsp;stond; want hij drukte zich in zijne redenen nietnbsp;alleen met de teederheid van eenen vader, de waardigheid van eenen leeraar, maar ook met de gestrengheid van eenen regter uit, die gezag bezat omnbsp;de wederspannigen uit de gemeenschap der kerk tenbsp;verbannen. De bisschop zelf woonde de predikingnbsp;des nieuwen redenaars zeer geregeld bij, en betoondenbsp;hem bij elke gelegenheid hoogachting en genegenheid.

JoiiANHEs CHRYSOSTOMUS sprcide nu openlijk de schitterendste gaven der welsprekendheid ten toon,nbsp;die tot nog toe slechts in afzonderlijke onderrigtingennbsp;¦\ernomen waren. Geen arbeid was hem te zwaai-om de komst van het koningrijk van God onder denbsp;menschen te bevorderen. Geen dag ging voorbij datnbsp;hij zijne hoorders niet rondom zijnen kansel verzamelde. Men zegt, hetgeen ons zeer overdrevennbsp;voorkomt, dat het getal zijner hoorders meer dan

-ocr page 7-

honderd duizend beliep. Men hoorde hem met bewondering en ongeloofelijken ijver. Zijne redenen werden dikwijls afgebroken door uitroepingen, en denbsp;verheven verkondiger van Gods woord, bezwoer zijne toehoorders menigmalen hunne goedkeuring tenbsp;betuigen, niet door toejuichingen maar door hunnbsp;gedrag te toonen, dat zij zijne vermaningen op volgden. De onderwerpen dezer redenen waren zeernbsp;verschillend. Somwijlen stelden hij een eenvoudignbsp;gedeelte der Schrift voor, dan behandelde hij eenenbsp;bijzondere stof; altijd bestreed hij eene der ondeugden van zijnen tijd, Wanneer hij zich bezig hieldnbsp;om degenen die verkeerde begrippen koesterden vannbsp;hunne dwaling te overtuigen, deed hij het met eenenbsp;zachtheid en liefde die ten voorbeeld kan strekken,nbsp;aan allen die de dwalingen van ongeloovigen bestrijden. Zijne redenen zijn gedenkstukken der ijverigstenbsp;godsvrucht en volmaakste nederigheid. Zulk eenenbsp;bewonderendswaardige welsprekendheid bragt dennbsp;naam van chrysostomus over het geheele keizerrijk,nbsp;en toeu de bisschop nectarius van Constantinopelnbsp;stierf in 397, betuigden velen het verlangen om dennbsp;beroemden prediker van Antiochiën op dezen zetelnbsp;te beroepen. De bisschopszetel van Constantinopelnbsp;had eenen grooten invloed niet alleen op de zakennbsp;der Kerk maar ook op die van den Staat. Het isnbsp;dus niet te verwonderen dat door een menigtenbsp;bisschoppen en priesters die de eer der wereld bovennbsp;het heil der geloovigen stelden, allerlei middelennbsp;werden aangewend om deze waardigheid te verkrij-gea. Na den dood van kectaritjs zag men de schan-dclijkste laagheden door vele van de geestelijkennbsp;gebruiken om den zetel van Constantinopel te over-

-ocr page 8-

weldigcn. Eenigeri vleiden het volk, trachtten het door overdrevene beloften, tegemoetkoming in hunnenbsp;bezwaren, over te halen; anderen wendden zich totnbsp;de hovelingen of voornamen van het hof, en onthielden zich niet van de laagste middelen om denbsp;godsdienstzin van den Keizer te misleiden. Elk eennbsp;had zijne vrienden en men verzamelde zich verscheidene reizen, zonder het over de keus van eenennbsp;bisschep eens te kunnen worden. Het volk vermoeidnbsp;en ontevreden van alle deze kuiperijen, zond eennbsp;smeekschrift aan den Keizer arcadius om hemnbsp;te verzoeken een bisschop te kiezen, die den zetelnbsp;van Constantinopel waardig was. Een kamerdienaar met name eutropius, die het rijk onder dennbsp;naam van zijnen meester regeerde, had chrysostomusnbsp;gedurende zijne feizen in Azië gehoord, en daarnbsp;hij zich bij het volk aangenaam wilde maken, doornbsp;hun eenen goeden godvruchtigen bisschop te geven,nbsp;deed hij de keus op chrysostomus den prediker vannbsp;Antiochien, vallen. De Keizer, geestelijken en geloo-vigen vereenigden zich om chrysostomus te beroepen.

Het had vele bezwaren in, om hem Antiochien te doen verlaten; men kende zijne bijzondere nede-jigheid, de liefde voor zijne kudde, zijn verlangen omnbsp;bij dezelve te blijven en de tegenstand die de Christenen van Antiochien zouden bieden bij de verwijdering van een’ Iceraar, dien zij reeds als hunnen toe-komstigen bisschop beschouwden. Men moest eenenbsp;list gebruiken om deze hinderpalen te overwinnen.nbsp;Arcadius schreef eenen bijzonderen brief aan dennbsp;Gouverneur der Provincie, die hem beval chuysosto-MUS te gaan zien, hem in zijn rijtuig te nemen,nbsp;en buiten de stad te brengen, voor hjj zijne nieuwe

-ocr page 9-

roepfiig wist. Dit gebeurde inderdaad zoo, de Gouverneur bragt hem tot de eerste rustplaats en stelde hem in handen van de dienaars des Keizers, dienbsp;hem naar Constantinepel hragten, waar zijne inhuldi-ging met ongewone pracht geschiedde. Een grootnbsp;aantal bisschoppen was er bij tegenwoordig, en denbsp;Patriarch tiieophilus van Alcxandrië zat voor hij denbsp;plegtigheid; deze had veel pogingen in het werk gesteld, om cenen anderen bisschop te verkrijgen, maarnbsp;niet kunnende slagen, werd hij genoodzaakt, wat hetnbsp;ook aan zijne eerzucht kosten mogt, chrysostomusnbsp;te wijden in 398, onder groote toejuichingen vannbsp;het hof en het volk; maar in het geheim nam hijnbsp;voor zich van dezen lastigen mededinger te ontdoen.nbsp;De gelegenheden tot wraak ontbraken niet. Naauwe-lijks op den zetel van Constantinopel gevestigd,nbsp;.spreidde de nieuwe Patriarch eenen onvermoeiden ijvernbsp;ten toon. Zijne werkzaamheden waren talrijk, zijiienbsp;verantwoordelijkheid groot, maar hij stelde de verwachting niet te leur die men van hem had opgevat,nbsp;hij beminde zijne gemeente met de liefde van een’nbsp;vader, beschouwde haar als zijne broeders, zustersnbsp;en kinderen, en trachtte aller liefde tc verwerven,nbsp;stelde zich niet tevreden met ze in de kerk te onder-rigten, maar stond eenen vrijen toegang toe bij zijnennbsp;persoon aan allen die hem raad te vragen of tenbsp;geven hadden.

» Het is onmogelijk,” zeide hij » dat ik niet soms misslagen bega onder het gewigt der menigvuldigenbsp;zorgen die op mij rusten; ik vraag ootmoedig datnbsp;men er mij voor waarschuwe, opdat ik mij ver-beiere, en opdat ik in de toekomst niet weder innbsp;dezelfde dwalingen vervalle.” Het is naauwelijks

-ocr page 10-

10

noodig te zeggen dat de gehechtheid van curysos-THOMDS beloond werd door wederkeerige liefde van zijne gemeente. Alle liepen toe om hem te hooien,nbsp;en, hetgeen meer zegt, vele bragten zijne onderwijzingen in beoefening. Hij bragt ook eene grootenbsp;verandering te weeg in de zeden van de hoofdstadnbsp;des keizerrijks, en men zag wat e'én mensch doennbsp;kan, als hij een levendig geloof bezit, gepaard metnbsp;eene krachtige welsprekenheid.

Het was eene gewoonte in dien tijd, om bij alle gelegenheid, over godgeleerde vragen te twisten.nbsp;Dingen die men niet behandelen moest dan in eenenbsp;ernstige stemming, met eene ziel verwijderd vannbsp;de verstrooijingen en ijdelheden der wereld, werdennbsp;een onderwerp voor ligtzinnige en ongepaste gesprekken. Men plaatste den geest van het christendomnbsp;in verschillende formulieren, die zooveel te heiligernbsp;schenen, als zij duisterder waren, en die eenenbsp;onuitputtelijke bron voor de ijverige bekeerden opleverden. Men nam dus den indruk der waarheidnbsp;op het geweten weg, door zich in eene dwaalleer tenbsp;verdiepen. Door eene vreemde afscheiding van begrippen en gedrag, trachtte men een kundig godgeleerde te zijn, zonder een christen te wezen.nbsp;In één woord, men had van de geopenbaarde godsdienst eene redetwist, of werk der verbeelding gemaakt, het was geene zaak des harten meer.

Chrysostomus , die de gebreken en behoeften van degenen tot wie hij zich rigttc, volkomennbsp;kende, bleef niet in gebreke hen te waarschuwennbsp;, tegen de begochelingen die zij zich ten opzigte vannbsp;de ware godsvrucht maakten; hij hield niet op hennbsp;gedurig te herhalen, dat het weinig beteekende over

-ocr page 11-

11

lt;ie godsdienst te redeneren, maar dat men ze moest beoefenen, en dat de beste discipel Yan Christus nietnbsp;de mensch is, die het ijverigste over het christendom twist, maar hij, die zijne geboden met de meestenbsp;volharding en getrouwheid betracht.

Men zal met genoegen eenige uittreksels lezen van leerredenen, door den Patriarch te Constanihiopelnbsp;gehouden. Het is de beste weg om de vooroordeelennbsp;en dwalingen te kennen, die op het einde van denbsp;vierde eeuw in de Oostersche kerk heerschten. Velenbsp;geloofden het voldoende op de drie groote feestennbsp;des jaars de dienst waar te nemen; curysostomusnbsp;antwoordde hun, dat deze feesten betrekking haddennbsp;op gebeurtenissen, die steeds voor den geest dernbsp;christenen tegenwoordig moesten zijn. » Het is eennbsp;joodsch begripzeide hij , » om zich slechts driemaalnbsp;in het jaar aan God voor te stellen; want voor onsnbsp;moet elke dag een feestdag zijn, zoo als ik u uit denbsp;christelijke feesten zelf zal aantonnen. Ons eerstenbsp;feest is dat van de komst van onzen Heer in denbsp;wereld. » Wat herinnert ons deze plegtigheid ? ”nbsp;» dat God, de eeniggeboren Zoon van God ondernbsp;ons gewoond heeft. Nog heden is Hij onder ons:nbsp;en zal het altijd zijn; want Hij zegt Matth. XXVIH,nbsp;20, Ziet, ik ben met u alle dagen tot het einde dernbsp;wereld. Wij kunnen dus elke dag als een Kersdagnbsp;vieren. «Wat vertegenwoordigt ons het Paaschfeest?”nbsp;))Wij herdenken het lijden van onzen Heer en Zijnenbsp;opstanding, maar moeten wij het alleen op een bepaalden tijd doen ? Neen , want de Apostel paulus ,nbsp;ons vrij wilendc maken van het juk der wet,nbsp;zegt 1 Cor. XI: 26 : Want zoo dikwijls gij dit broodnbsp;zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zoonbsp;verkondigt den dood des Heercn, tot dat hij komt.

-ocr page 12-

12

Daar wy het lijden van onzen Heer kunnen en moeten verkondigen, zoo kunnen wij altijd hetnbsp;christelijk Paaschfeest vieren. » Wilt gij onderzoekennbsp;hoe wij het feest van heden (Pinksterfeest) eiken dagnbsp;kunnen vieren?” laat ons de bedoeling er van nagaan.nbsp;» Het is om ons te herinneren dat de Heilige Geestnbsp;over ons werd uitgestort, of dat de eenigc Zoon vannbsp;God altijd bij de geloovigen is; de Heilige Geest woontnbsp;altijd in hen. Joh. XIV: 16, 17. Zoo als nu elkenbsp;dag een kersdag is, daar God met ons is lot hetnbsp;einde der wereld, moet elke dag ook een Pinksterfeest zijn, daar de Schrift ons verklaart, dat denbsp;Geest Gods altijd met ons is. En om te begrijpennbsp;dat de feesten zonder ophouden voor ons terugkomen,nbsp;en wij niet aan bepaalde tijden gehouden zijn, leesnbsp;wat de Apostel zegt, 1 Cor. V: 8. Hij wil toonennbsp;dat het feest houden niet bestaat in eenen dag waarnbsp;te nemen, maar in eene reine consciëntie, want eennbsp;feest is niets anders, dan de vreugde die het hartnbsp;des christens verkwikt, en er is geene ware vreugdnbsp;dan in een goed geweten,” CimvsosTOMUS maandenbsp;alle leden der kerk zeer sterk aan om naar hunnenbsp;middelen en vermogens mede te werken, tot bevordering der komst van het Godsrijk, en bestraftenbsp;degenen die deze last alleen aan de geestelijken wildennbsp;overlaten. «Dat elk huis eene kerk zij; en antwoordnbsp;niet dat er maar e'én man en ée'ne vrouw in eennbsp;huis zijn, want cdristus heeft gezegd: » waar tweenbsp;in mijnen naam vergaderd zijn ben ik met hun,” ennbsp;overal waar christits is, is eene groote heilige vergadering. Er is niets flaauwer als een christen dienbsp;niet aan het heil van anderen werkt. Hoe kannbsp;hij zich christen noemen die niet nuttig is voor

-ocr page 13-

13

zijne medemeiischen. Als de ziuudeeseni met het meel gemengd wordt en deszelfs eigenschappen nietnbsp;mededeelt, kan het dan nog zuurdeesem genoemdnbsp;worden? Als de welriekende zalf geen geur rondnbsp;zich verspreid, kan het dan nog welriekend genoemdnbsp;worden? Zegt niet, het is onmogelijk anderen totnbsp;het evangelie toe te brengen , want als gij Christenen zijt, is het nog ónmogelijker dat gij het nietnbsp;doet. Hetgeen in den aard van eene zaak gelegennbsp;is, volgt noodzakelijk, de werkzaamheid is noodignbsp;voor den christen, want het is een pligt op hetnbsp;cliristendom gegrond.”

Daar er groote verdeeldheden in de kerk waren, en men elkander gedurig van ketterij beschuldigde,nbsp;zoo hield de vrome Patriarch, die bij vurigen ijvernbsp;opregte liefde paarde, het van zijnen pligt, zachtheid en geduld aan te bevelen, n Toont aan de genenbsp;die dwaalt, dat hetgene hij voor juist en orthodoxnbsp;houdt, strijdig is met het woord van God. Indiennbsp;hij uwe teregtwijzing aanneemt, zult gij voor zijnnbsp;heil en het uwe gewerkt hebben; als hij het nietnbsp;aanneemt, tracht dan tot zijn hart te spreken, ennbsp;handel jegens hem met een onveranderlijk geduld,nbsp;uit vrees dat de opperste Regter u rekenschap vannbsp;zijne ziele vrage. Wacht u van met overhaasting ofnbsp;ongeduld te handelen; vervolgt niemand, geeft innbsp;alle dingen het voorbeeld van eene zachte zuiverenbsp;liefde. Het is reeds een groote winst zijne liefdenbsp;te bekennen, en te onderrigten wat het karakternbsp;van een waar discipel van Jezus is.” Joh. XIII: 35.

)) Wij moeten de valsche leeringen vcroordeelen, zeer zacht jegens de menschen zijn en voor hunnbsp;geluk bidden...” Elders zeide hij, »-als gij zelfs

-ocr page 14-

14

wonderwerken kondt yerrigten, zouden de heidenen u niet zoo bewonderen, als dat zij uwe zachtheidnbsp;cn liefde opmerkten. Niets heeft zoo veel kracht opnbsp;de menschen als liefde. Als iemand het Evangelienbsp;niet in eens aanneemt, geleid hem dan allengskensnbsp;door liefde tot den weg der regtvaardigen.”

Deze vermaningen regtstreeks tot de gewetens der menschen gerigt, ontmaskerden alle ondeugden ennbsp;geveinsdheden, en bragten twee tegenovergestelde

uitwerkingen te


CHRYsosTOMUs behaalde goed


keuring en achting, van allen die opregt naar heiligmaking streefden; maar aan den anderen kantnbsp;verwierf hij zich afkeer en vervolging van diegenen,nbsp;die bet iicht haatten omdat hunne werken boos waren.nbsp;Te Constantinopel in het bijzonder, had hij metnbsp;krachtige vijanden te strijden, vooral met de keizerinnbsp;KUDoxiA, eene eerzuchtige wereldsche vrouw, die allenbsp;godsdienstpligten dacht te vervullen, als zij de tempelsnbsp;bezocht en versierde, eenige uiterlijke vormen in achtnbsp;nam, en eerbied betoonde voor de geestelijken ennbsp;monnikken die haar paleis omringden.

Etjdoxia maakte voor het overige geen bezwaar de goederen van rijke familien verbeurd te verklaren ,nbsp;en zelfs de armen hunne laatste toevlugt te ontnemen,nbsp;om aan de kuiperijen der hovelingen te voldoen. Denbsp;bisschop van Alexandria die zeer afgunstig was opnbsp;den roem van chrysostomus , oefende een grootennbsp;invloed uit op de besluiten der keizerin, en verzuimdenbsp;niets, om hare gevoelens tegen den Patriarch v'annbsp;Constantinopel te vensterken.

Eütropius zelf, de gunsteling die chbysostomus het eerst tot den zetel van het Oosten geroepen bad,nbsp;was in oneenigheid met hem. Hij wilde wel de

-ocr page 15-

15

Welsprekende redevoeringen hooien, welluidende wcg-slepende gezegden j maar de waarheid niet. In het eerst was hij een der ijverigste bewonderaars dernbsp;zeldzame gaven van den Patriarch, maar toen dezenbsp;over zijn wangedrag sprak, of zijne ondernemingennbsp;wilde tegengaan, veranderde de bewondering spoedignbsp;in haat. De kerken waren toen de wijkplaatsen, ennbsp;ciiRYsosTOMus verzettc zich tegen de tirannij van eu-TRopius, die zich het regt aanmatigde deze plaatsennbsp;te ontheiligen. Maar spoedig daarna verviel eutropiusnbsp;door eene omkeering der fortuin, zoo gewoon in denbsp;Oostersche keizerrijken, van de hoogste eer, en zochtnbsp;zelf eene toevlugl in de kerken, zoo dikwijls doornbsp;hem ontheiligd. De Patriarch nam deze gelegenheidnbsp;waar, om aan de menigte het vergankelijke van alnbsp;het aardsche aan te toonen, en verkoos ten tekst:nbsp;» Ijdelheid der ijdelheden, het is alles ijdelheid,” uitnbsp;Spreuken 1:2. «Deze woorden,” zeide hij, «moesten op onze deuren geschreven staan, bij het binnenkomen en uitgaan, moesten zij gedurig tegenwoordig zijn voor de gedachten van alle menschen, wantnbsp;wij zijn al te geneigd, de bedriegelijke schijn dernbsp;aardsche dingen als wezenlijk aan te zien.” — Velenbsp;rijken waren ontevreden over deze redenen en hevigenbsp;klagten werden er tegen hem aangeheven.

Ciirysostomtjs antwoordde in eene andere preek ^ dat hij de rijkdommen op zich zelf beschouwd, nietnbsp;veroordeeld had, maar de slechte middelen die gebezigd werden, om ze te verkrijgen en het slechtenbsp;gebruik dat er van gemaakt wordt. Vervolgens hunnbsp;den storm voorstellende die hem bedreigde, vervolgdenbsp;hij op deze wijze: nik ben bereid mijn bloed tenbsp;laten vlocijen, als ik den voortgang van het kwaad

-ocr page 16-

16

cr door kon stuiten. Ik verontrust mij niet over den haat en vervolgingen der boozen, e'e'n ding is mijnbsp;het kostbaarste, de verbetering mijner toehoorders.”

Alle mogelijke logen en kwaadsprekendheid werd door de vijanden van chbysostomus uitgevonden omnbsp;hem te verderven. Deze Patriarch leefde bijzondernbsp;matig, gebruikte slechts ligt voedsel en dronk zeldennbsp;wijn. Desniettegenstaande verspreidden zijne vijandennbsp;het gerucht dat hij in zijn afgezonderd leven grootenbsp;buitensporigheden beging. Hij at altijd alleen, vroegnbsp;nooit iemand of ging bij niemand, om zijnen kostbarennbsp;tijd niet te verliezen met nuttelooze gesprekken, ennbsp;de verleiding tot onmatigheid te vermijden. Maarnbsp;zijne vijanden schreven aan hoogmoed toe, hetgeennbsp;waarlijk godsvrucht was.

De voorganger van chrysostomus beminde vertoo-ning en pracht bij de godsdienst, maar deze, eenvoudiger in vormen, verkocht vele gouden vazen, rijke tapijten , prachtige versierselen, en besteedde dit geld omnbsp;verblijven voor vreemdelingen, armen, weduwen ennbsp;weezen te stichten; waarop zijne vijanden hem beschuldigden de kerken bestolen te hebben, en veranderden zijne liefdadigheid in heiligschennis. Hij legdenbsp;er zich vooral op toe om de misbruiken der geestelijkennbsp;te keer te gaan. Een groot aantal onteerden hunnbsp;heilig ambt door lage driften, leefde in de woelingennbsp;der wereld, mengden zich in alle kuiperijen, stondnbsp;naar eer en rijkdommen, en schroomde geene laagheid om die te verkrijgen. De Patriarch zette eenigenbsp;geestelijken af, en vermaande anderen een beternbsp;voorbeeld te geven. Het is onnoodig er bij te voegennbsp;dat dezen maatregel, hoe regtvaardig ook, afkeer tegennbsp;aiRYsasTOMus opwekte. Men moet nog onder anderen

-ocr page 17-

17

twee diakenen noemen clie afgezet weiden, de eerste omdat hij zich aan overspel had schuldig gemaakt, denbsp;tweede omdat hij een moord had begaan. Deze waren voorname werktuigen tegen den Patriarch.

Het onweder brak los in 403; de bisschop van Alexandria verzamelde een groot aantal bisschoppennbsp;en priesters, maakte hen bevreesd door bedreigingennbsp;of won hen door geschenken, en volgens dit voorgewende Concilie, dat niets als eene bedriegerij was,nbsp;(volgens de uitdrukking van bossuet) werd curysos-TOMUS onwaardig verklaard den bisschoppelijken zetelnbsp;te bezetten. Andere bisschoppen welke zich rondomnbsp;den Patriarch geschaard hadden, wilden aan dezenbsp;dwingelandij eenen hevigen tegenstand bieden maarnbsp;CHRYSOSTOMUS Sprak tot hen op eenen zachten toon:nbsp;» Bidt mijne broeders, bidt voor mij; als gij Christusnbsp;bemint keert dan tot uwe kudde weder; ik voor mijnbsp;kan met den Apostel zeggen: de tijd van mijnenbsp;ontbinding nadert.” Na zoovele vervolgingen zal iknbsp;blijde zijn de wereld te verlaten. Ik ken de listennbsp;van den booze die mijne herhaalde aanvallen tegennbsp;zijn koningrijk niet meer verdragen kan, gedenk mijnbsp;alleen bij uwe gebeden.” Toen deze woorden hunnbsp;tranen deden storten, vervolgde hij: «Ween nietnbsp;mijne broeders, ontneem mij mijne rust niet. Christus is mijn leven, en het sterven is mij gewin.nbsp;Herinnert u altijd dat ik u gezegd hebt, dat hetnbsp;tegenwoordig bestaan eene reis is gedurende welkenbsp;men met dezelfde kalmte van ziel voorspoed en tegenspoed moet dragen. De aarde is eene groote markt,nbsp;wij koopen, wij verknopen en keeren te zamen innbsp;ons vaderland terug.” Een der bisschoppen gezegdnbsp;hebbende: » Wij beweenen de kerk die zijn eerbied -

-ocr page 18-

18

waardig opperhoofd verliesthernam hij ; n Ik hen de eerste leeraar der kerk niet geweest en zal de laatste ook niet zijn. Werd pauliis niet onthoofd?nbsp;Welnu TiTirs, apollos, timotiieus, bleven bij hennbsp;en zetten zijn begonnen arbeid voort.”

CnRYSosTOMUs vertrok zeer gelaten naar het land der ballingschap, maar deze reis duurde de vervolgingnbsp;niet lang. Het volk had drie dagen en nachtennbsp;rondom de kerk en zijn paleis gewaakt om hem tenbsp;verhinderen te vertrekken. De patriarch was echternbsp;zoo edelmoedig om zich in stilte aan zijne vijandennbsp;over te geven, die de duisternis van den avond af-wachtteden om hem op den weg naar Bythinid tenbsp;geleiden. Doch op den volgenden dag, werd het paleisnbsp;en de geheele stad Constantinopel door eene hevigenbsp;aardbeving getroffen. Het volk beschouwde deze gebeurtenis als eene stem der Voorzienigheid die zichnbsp;tegen de ballingschap van cnRYSosTOMtrs verzette, ennbsp;de keizerin eudoxia die bij haar ongeregeld levennbsp;zeer bijgeloovig was, deed den balling terug roepen.nbsp;Eene onoverzienbare menigte ging voor hem uit; denbsp;straten waren met bloemen bestrooid, en het volknbsp;hief vreugdekreten aan. Het was de triomf dernbsp;godsvrucht op den wereldzin, die der deugd op dennbsp;laster.

Intusschen had de haat de harten der vijanden van cuBYSosTHOMüs in bezit genomen, en wachtenbsp;slechts eene gelegenheid af om weder te voorschijnnbsp;te treden, hetgeen weldra plaats had. Men hadnbsp;voor de hoofdkerk een standbeeld van de Keizerinnbsp;eudoxia opgerigt, en bij deze plegtigheid warennbsp;heidensche vreugde-betooningen gevierd. Het wasnbsp;buitendien gewoonte, bijna afgodische eer aan het

-ocr page 19-

19

standbecU te bewijzen, dat nog aanstootelijker werd daar het voor de deur der kerk geplaatst was.

CiiRYSosTOMUS kon niet onverschillig blijven; hij bestrafte het volk, en spaarde degenen die dezenbsp;lialf-heidensche buitensporigheden aanmoedigden. Ditnbsp;was het voorwendsel tot eene nieuwe vervolging.nbsp;Eudoxia verzamelde nog eens de bisschoppen dienbsp;haar getrouw waren en eischte de dadelijke ver-oordeeling van ciirïsostomus. Bij deze gelegenheidnbsp;sprak hij de zoo bekende preek uit, beginnendenbsp;met de woorden:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» ziet daar Herodias in woede;

zij danst nog, en eischt het hoofd van joiiannes den Dooper...

CiiRYsosTOMüS werd veroordeeld, vervallen verklaard en uit de kerk verjaagd den 10 Junij 404. Hij spreidde eene groote kracht van geest ten toon,nbsp;te midden der smarten en beleedigingen, waarvannbsp;de laatste jaren van zijji leven vervuld waren.nbsp;Men zond hem naar eene ongezonde luchtstreek,nbsp;onder barbaarsche volken, alwaar hij dezelfde kalmtenbsp;behield als te Constantinopel. Nog deelde hij dennbsp;zachten vredeademenden geest van het Evangelie medenbsp;aan degenen die hem omringden. De brieven dienbsp;l«ij aan de hem getrouw geblevene leden der gemeenten schreef, drukten eene zachte onderwerpingnbsp;uit, en bevestigden het geloof der kleinmoedigen.

Deze briefwisseling mishaagde de on verzettelijke vijanden van chrysostomus. Men bragt hem naarnbsp;eene andere plaats als balling. De achtingswaardigenbsp;dienstknecht van Christus, werd genoodzaakt eenenbsp;reis van drie maanden door woeste streken te doen.nbsp;Zijne reeds wankelende gezondheid kon zulke ver-moeijenis niet verdragen; bij het naderen van den

-ocr page 20-

Sm-}-

20

dood veranderde hij zijne rouwkleederen voor een vrit gewaad, om zijn vertrouwen te toonen waarmede hij de vervulling van Gods belofte wachte.nbsp;Het heilig Nachtmaal nam hij met vreugde en verlietnbsp;deze wereld, zeggende:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» eere zij God in alle

dingen! ”

Hij was bijkans zestig jaren oud.

[Vit de Archives dn Christianisnie.)

I