Charles E , oudste zoon van een voornaam grondeigenaar uit het zuiden van Franhrijk,nbsp;die daar hij geen zahen om handen had, zelvenbsp;zijne goederen beheerde, was sedert eenigen tijdnbsp;van eene reis uit de vereenigde staten terugnbsp;gekeerd, waardoor hij ruim een jaar van zijnenbsp;famielie was verwijderd geweest. Alle de zijnenbsp;merkten in hem eene groote verandering op,
Waarvan zij de oorzaak noch begrijpen, noch verklaren konden, maar die hun toch hunsnbsp;ondanks eenige belemmering in den omgang gaf.nbsp;Zijne twee broeders vonden hem vooral geheelnbsp;anders dan voor zijn vertrek, en vroegen elkandernbsp;gedurig: wat toch met hem gebeurd zou zijn?
„Welligt,” zekle LOms, „kan hij het maar niet verzetten dat die schoone erfenis, die hij meendenbsp;te gaan halen, hem ontgaan is.” „Dat kan tochnbsp;nietantwoorde fkedebik , „ dan moest hij treurig zijn, en integendeel hij is altijd opgeruimd,nbsp;ja zelfs vrolijk, ofschoon hij somtijds een ernstignbsp;gelaat vertoont, die mij de scherts doet binnenhouden daar hij vroeger niet tegen had, en dienbsp;mij nu in zijne tegenwoordigheid niet over denbsp;lippen wil. Dit toch is zeker, dat hij veelnbsp;minzamer en dienstvaardiger is dan vroeger, ennbsp;dat, welke dan ook de oorzaak zijner veranderingnbsp;wezen moge, wij er ons niet over te beklagennbsp;hebben.” Aan den avond van den dag, waaropnbsp;dit gesprek had plaats gehad, had de familienbsp;zich na het avondeten nog eens op het pleinnbsp;achter het huis vereenigd, om zich in dennbsp;schoonen avondstond te verlustigen. Louis begonnbsp;met veel ophef te spreken over het geluk vannbsp;een’ hunner oude schoolvrienden, wien eene aanzienlijke erfenis ten deel was gevallen, waaropnbsp;hij volstrekt geene rekening had kunnen maken.nbsp;Feedekik sprak in denzelfden geest, even zoonbsp;hunne zuster amelia. Chaelbs alleen bewaardenbsp;het stilzwijgen, en scheen geheel als in genbsp;dachten verzonken.
„Hoe komt het dat gij u zoo buiten het gesprek houdt, mijn waarde chakles,” vroeg
-ocr page 3-de vader. „ Stemt gij niet met uwe broeders in, dat uw vriend D. nu zeer gelukkig is daarnbsp;hij eigenaar van zulk eene schoone bezittingnbsp;geworden is?’’
„ Ik durf dit zoo onvoorwaardelijk niet toestemmen, mijn waarde vader,” antwoorde chaeles, en mij dunkt ik hoor aan uwe stem, dat gij ooknbsp;niet ten volle daarvan overtuigd zijt.”
„ Op mijne jaren, mijn vriend, heeft men reeds dikwijls kunnen opmerken, dat de fortuin zoonbsp;wisselvallig en vergankelijk is, dat het wat ligt-vaardig zou zijn, om iemand daarom alleennbsp;gelukkig te noemen; maar op uwe jaren isnbsp;men doorgaans nog in die begoocheling, daaromnbsp;verlang ik zeer eens van u te vernemen wat unbsp;tot zulk eene beschouwing gebragt heeft.”
„Indien gij het mij vergunt, mijn vader, zal ik u eens eene geschiedenis verhalen, die mennbsp;mjj in Amerika mededeelde, en die u misschiennbsp;beter mijne meening zal verklaren, dan velenbsp;woorden dit zouden doen.
Iemand, van een voornaam landgoed erfgenaam geworden zijnde, noodigde een’ zijner vriendennbsp;uit, om het te komen bezigtigen, en er eenigenbsp;dagen met hem doortebrengen. Hem rondleidende bragt hij hem op het balkon, waar mennbsp;een schoon en wijd uitzigt had, en met de uitdrukking van blijdschap en welgevallen van
-ocr page 4-iemand die al zyn geluk in de goederen dezer wereld zocht, vroeg hij vrolijk: „Ziet gij dienbsp;bebouwde akkers die zich aan den voet van diennbsp;heuvel uitstrekken?” „Ja,” antwoordde denbsp;vriend. „ Nu! die behooren mij toe. Zie nunbsp;eens na de andere zijde; ziet gij die pachthoeven, die bossehen en die weiden?” Zijn vriendnbsp;antwoordde weder ja. — „Ook dat alles,” zeidenbsp;hij in verrukking des harten, ,,dat alles behoortnbsp;mij.” Na hem alles waarvan hij thans eigenaarnbsp;geworden was, zorgvuldig te hebben ' getoond ,nbsp;verwachtte hij dat zijn vriend er hem van hartenbsp;geluk mede zou wenschen; maar zijn vriend, dienbsp;betere goederen had leeren kennen, en die metnbsp;smart opmerkte hoe het zijne afgoden warennbsp;Avaardoor zijn hart voor hoogere genietingennbsp;gesloten bleef, bewaarde een diep stilzwijgen;nbsp;züodat de erfgenaam niet kon nalaten zijne ver-Avondering en ontevredenheid hierover te kennennbsp;te geven. ,, Zijt gij daarover zoo verwonderd?”nbsp;hernam de vriend, „ ik dacht daarbij aan een’nbsp;boer, die in het dorp woont aan den voet vannbsp;gindschen heuvel, en die nog wat anders kannbsp;zeggen dan hetgeen ik daar zoo even van unbsp;vernam. ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ En wat kan hij dan zeggen ? ” riep
de andere uit. „ Hij kan zeggen: ziet gij dat heerlijke blaauwe uitspansel. Nu! daar bovennbsp;asijn de hemelen der hemelen, en die hemelen
-ocr page 5-der hemelen zijn mijne! hij kan zich boven de wereld en het tijdelijke verheffen, en eene gren-zelooze eeuwigheid aanschouwen, en zeggen:nbsp;deze eeuwigheid is de mijne! Maar wat nognbsp;meer zegt, deze discipel des Heeren kan u uit-noodigen eens rondom u te zien, en na u op denbsp;werken der scheppende Almagt Gods opmerkzaam gemaakt te hebben, kan hij er metnbsp;onuitsprekelijke blijdschap bijvoegen; De Godnbsp;die dit alles gemaakt heeft is mijn God. Ennbsp;wanneer uwe erfenis met al de zigtbare dingennbsp;reeds lang vergaan is, zal zijne erfenis eeuwignbsp;duren, en zal hij er in eene zalige onsterfelijkheid eeuwig van .genieten.
CiiAELES zweeg, en er volgden eenige oogen-blikken van stilte.
„Geliefde zoon,” hernam de vader, op eenen ernstigen, maar toch hartelijker toon, dan hijnbsp;gewoon was, “het is waar, dit verhaal zegtnbsp;moor dan eene lange redcneering. Het zegt inderdaad veel, ik wenschte dat de indrnk, dienbsp;het op mij gemaakt heeft, blijv'ende wave. Vóórnbsp;uwe reis naar de Vereenigde Staten zoudt gijnbsp;zoo niet gesproken hebben, en ik zou het nietnbsp;in die stemming hebben aangehoord. Wij allennbsp;hebben van den eersten dag uwer tehuiskomstnbsp;af eene groote verandering in u opgemerkt;nbsp;maar nu begin ik de eigenlijke oorzaak te be-
-ocr page 6-grijpen. Ik quot;wil u rondborstig bekennen, dat deze verandering mij zes maanden geleden,nbsp;meer zou bedroefd dan verwonderd hebben; iknbsp;zou in uwe nieuwe gevoelens niets dan vreemdenbsp;en zonderlinge ideën hebben gezien, alleen geschikt om u in het oog uwer vrienden belag-chelijk te doen zijn, en tevens om u voor hetnbsp;maatschappelijk leven onbekwaam te maken.nbsp;Thans echter, denk ik er anders over, en hoewel ik nog niet geheel met u instem, begrijpnbsp;ik u, ja! ik moet zeggen dag en nacht vervuldnbsp;het mij, en ik word geneigd te gelooven, datnbsp;diegenen die door de wereld als overdreven ennbsp;dwazen worden aangezien, omdat zij door hennbsp;niet verstaan worden, in den grond eigenlijknbsp;alleen wijs zijn.”
„Zou ik u mogen vragen,” sprak Charles met eene uitdrukking van blijdschap, die hij tenbsp;vergeefs zocht te verbergen, „welke omstandigheden u tot andere gedachten geleid hebben ?”
„Die zijn zeer eenvoudig. Eenige maanden geleden, vroeg een colporteur, die door eennbsp;onweder overvallen was, mij om een nachtverblijf. De openhartige manieren van dezen mannbsp;namen mij in; rvij spraken veel te zamen; iknbsp;zag in hem wat ik nog nimmer in iemand ontdekt had, een’ mensch die eenevolkomene zielsrust genoot, en die nu zijn grootste vermaak
-ocr page 7-vondt, om anderen medetedeelen welk eenen vrede hij door het geloof in jezus cheistus, en in zijnenbsp;overgave aan Hem gevonden had. Wij begeerden van hem te weten wat dat kistje inhield,nbsp;dat hij bij zich droeg. Hij verkocht slechtsnbsp;boeken, en niet anders dan stichtelijke. Iknbsp;kocht van hem een nieuw Testament, eennbsp;Almanak en een zestal kleine stukjes, die iknbsp;terstond ging lezen. Zij wekten in mij denbsp;begeerte op om ook dat nieuwe Testament eensnbsp;met aandacht te gaan lezen, dat ik vroeger welnbsp;meende van buiten te kennen, omdat ik er innbsp;mijne jeugd teksten uit geleerd had, maar datnbsp;mij nu als geheel nieuw voor kwam. Ik zettenbsp;dit onderzoek getrouw voort, het boezemde mijnbsp;eene levendige belangstelling in, somtijds ontmoet ik er wel veel duisters in, en misschiennbsp;nog meer waartegen mijn verstand en mijn hartnbsp;zich zou willen verzetten. Maar verhaal mij nunbsp;ook eens, wat u wedervaren is.”
„Volgaarne mijn vader,” hernam chaeles, en sprak: „Gij weet hoe ik vol vreugde naarnbsp;New-York vertrok om bezit te nemen van hetnbsp;aanzienlijk vermogen van mijnen neef, dat hijnbsp;in den handel gewonnen, en waarvan hij mijnbsp;erfgenaam had gemaakt. Toen was ik er verrenbsp;af het ware goed te kennen; en ik dacht datnbsp;rijkdom en aanzien het toppunt van geluk was; ik
-ocr page 8-Weld mij dan ook op mijne reis aanhoudend met plannen bezig, hoe ik de schatten die ik gingnbsp;halen, besteden zou; ik stond dus als verpletterd , toen ik van den executeur reeds bij denbsp;eerste ontmoeting vernam, dat eene bloedverwante mijner nicht tegen het testament wasnbsp;opgekomen, dat er verscheidene bezwaren warennbsp;ingebragt, en dat het zeer twijfelachtig was ol’nbsp;de zaak zich wel in mijn voordeel schikken zou.
Mijne diepe smart bij het vernemen dezer tijding wekte bij den notaris, den heer C., eenenbsp;hartelijke deelneming voor mij op. Hij poogdenbsp;mij te troosten, en noodigde mij uit, eenigenbsp;dagen bij hem op zijn buitenverblijf te komennbsp;doorbrengen; het was in de nabijheid van denbsp;.stad gelegen, hij bragt cr met de zijnen donbsp;zomermaanden door. Ik bedankte hem eerst,nbsp;voorgevende dat ik in geene stemming was, omnbsp;van iets te genieten na de bittere teleurstellingnbsp;die ik had ondervonden; maar hij drong mij zoonbsp;vriendelijk en hartelijk dat ik het niet langernbsp;wederstaan kon, en reeds den eigen avondnbsp;vertrok ik met hun. Ik zal niet trachten alnbsp;mijne vreemde gewaarwordingen medetedeelennbsp;die de manier van leven, de gesprekken, denbsp;gewoonten, ja het geheel in dezen kring, bijnbsp;mij verwekte; het was hier toch gansch verschillend van alles wat ik tot nu toe gezien
-ocr page 9-i)
had. Den volgenden morgen kwam mijn gastheer reeds vroegtijdig op mijne kamer om eens te vernemen, hoe ik na een dag van zooveelnbsp;overspanning den nacht had doorgebragt, ennbsp;mij vriendelijk de hand vattende, voegde hij ernbsp;bij: ,,Mijn jonge vriend, gij zult in dit landnbsp;misschien de schatten niet vinden die gij hiernbsp;zijt komen zoeken: mogt gij nu maar doornbsp;Gods genade den ware en beste schat vinden,nbsp;eene erfenis waarvan niemand u kan beroovennbsp;en waarvan gij tot in alle eeuwigheid genietennbsp;kunt!” Deze woorden, die ik toen niet verstond, troffen mij tocli door de waardige ennbsp;liefdevolle toon, waarop zij tot mij gerigt werden. Ik gevoelde dat deze man een’ onweder-staanbaren invloed op mij uitoefende; en toennbsp;hij mij medegedeeld had dat het zijne gewoontenbsp;was, voor het ontbijt zich met de zijnen innbsp;hot gebed en ter lezing van Gods woord tenbsp;vereenigen, voegde hij er bij: „ ik hoop nietnbsp;dat gij weigeren zult, hier met ons aan deelnbsp;te nemen.” Ik volgde hem met eene mengelingnbsp;van verbaasdheid en nieuwsgierigheid. Metnbsp;aandacht luisterde ik naar de voorlezing; dezenbsp;geschiedde door don oudsten zoon, maar hoenbsp;was ik getroffen, ja byna met eerbied vervuld,nbsp;toen ik den huisvader den zegen Gods over alnbsp;de zijnen, rondom hem verzameld, hoorde af-
-ocr page 10-10
smeeken, zonder den jeugdigen vreemdeling te vergeten, voor wien hij om een rijk deel vannbsp;geestelijke zegeningen bad, hem bijzonder aannbsp;de leiding des Geestes aanbevelende. De familienbsp;bestond uit den vader, de moeder, eene getrouwdenbsp;dochter, die den zomer bij hare ouders door-bragt, en twee zoons omtrent van mijne jaren.nbsp;Uit mijne brieven weet gij reeds hoe gelukkignbsp;ik mij in hun midden gevoelde, en hoe spoedignbsp;ik er geheel tehuis was; maar nog nimmernbsp;kwam ik er toe u eens medetedeelen welkenbsp;gesprekken de heer en mevrouw C. met mijnbsp;hielden, en welk een’ indruk die op mij maakten. Op eenen avond, ik was er toen omstreeksnbsp;veertien dagen geweest, bevond ik mij metnbsp;mevrouw alleen; ik gevoelde mij gedrongen haarnbsp;te bekennen, hoe geheel anders mijne levenswijzenbsp;geweest was vdör mijne komst in hun midden,nbsp;en hoe het mij verbaasd had een gezin aan tenbsp;treifen waar de vreeze Gods het heerschendnbsp;beginsel in alles was. Ik zeide ook, dat ik innbsp;den beginne de lezing van Gods woord alleennbsp;uit nieuwsgierigheid aanhoorde, daar alles nieuwnbsp;voor mij was, maar hoe ik nu reeds een wezenlijk belang er in begon te stellen, ja! datnbsp;het mij zelfs smartte, dat ik het dikwerf zoonbsp;slecht begreep. Dadelijk was Mevrouw gereednbsp;mij eenige uitlegkundige boeken te leenen, deze
-ocr page 11-studie verschafte mij zooveel genot, dat ik al den tijd, die mij van mijne bezigheden overbleefnbsp;er aan besteedde. Des morgens ging ik veeltijds met mijnheer naar de stad, en keerdenbsp;dan tegen het middageten met hem terug; dezenbsp;togten waren mij altijd zeer nuttig en aangenaam, want zelden volbragten wij dezelvenbsp;zonder een leerzaam en opleidend onderhoud.nbsp;Ik zal u niet ophouden met een uitvoerignbsp;verhaal van den gang mijner werkzaamhedennbsp;aldaar; de uitkomst is u bekend; God heeftnbsp;in Zijne groote goedertierenheid mij de warenbsp;schatten leeren kennen, eer Hy mij deed ondervinden ,, dat het geluk wisselvallig is ennbsp;spoedig kan keeren;” en toen ik nu zag, datnbsp;in plaats van eigenaar te zijn van zulk eennbsp;aanzienlijk goed als mij vermaakt was, ik maarnbsp;juist genoeg over zou hebben om de reiskostennbsp;goed te maken, was ik toch geheel verblijd;nbsp;bezat ik nu de wereld al niet meer dan vroeger,nbsp;ik had nu de parel van groote waarde gevonden,nbsp;die mij nu dierbaarder was dan alle schattennbsp;der aarde. Ik wil u alleen nog mededeelen hetnbsp;onderhoud, dat ik met den Heer C. gehad heb,nbsp;den avond voor mijn vertrek, en ’twelk ik nooitnbsp;zal vergeten. Wij zaten te zamen in den tuin;nbsp;ik begon hem te zeggen dat ik geene woordennbsp;kon vinden om hem mijnen dank te betuigen voor
-ocr page 12-al de liefde en hartelijkheid mij bewezen, en dat liet mij moeite kostte hem te verlaten, dien iknbsp;als een’ tweeden vader had lief gekregen. „ Mijnnbsp;lieve Chaei.es!” sprak toen de waardige man,nbsp;mij bij de hand vattende, „ja! gij zijt mij eennbsp;geestelijke zoon geworden, en hoezeer het mijnbsp;bedroeft u te zien heengaan, zoo vertroost mijnbsp;de zekerheid, dat wij elkander in het hemelschenbsp;vaderland zullen wederzien, om nimmer meernbsp;te scheiden. Gij zijt hier gekomen om eenenbsp;erfenis te halen, en nooit zal ik de diepe smartnbsp;vergeten, die zich op uw gelaat uitdrukte, toennbsp;gij van mij vernaamt, dat deze erfenis u betwistnbsp;werd; maar, God zij gedankt! heeft Hij u eenenbsp;verganglijke erfenis onthouden, Hij schonk u doornbsp;het geloof in Jezus Christus „ eene levendigenbsp;hoop op eene onverderfelijke en onverwelkelijkenbsp;erfenis, die in de hemelen voor ons bewaardnbsp;wordt.” O ! bedenk eens even, in welk eenen toestand gij thands zoudt zijn, als hot u voorspoedignbsp;gegaan ware en gij die groote rijkdommen verkregen hadt. Gij moet daarom niet denken, datnbsp;ik het altijd een ongeluk acht rijk te zijn-Heeft do Heer gezegd, dat het bezwaarlijk isnbsp;dat een rijke inga in het koningrijk der hemelen.nbsp;Hij voegde er bij, bij God zijn alle dingennbsp;mogelijk; ook ken ik wel rijken, die op hunnbsp;goed hun vertrouwen niet zetten, maar die,
-ocr page 13-13
volgens de vermaning van den Apostel, „ roemen in hnnne vernedering,” en heeft God zijne kinderen met de goederen dezer wereld gezegend,nbsp;dan is het ook hunne begeerte en hunne bedenbsp;Hem er voor te danken, en Hem er in te verheerlijken. Ik spreek nu van iemand, zoo als gijnbsp;waart, toen gij hier kwaamt; en voor zoonbsp;iemand zeg ik, is het een hoogst gevaarlijkenbsp;zaak zulk eene rijke erfenis te verkrijgen. Zijtnbsp;gij het niet met mij eens?”
„Volkomen mijnheer! ja, ik wil u zelfs openhartig bekennen, dat in de plannen die ik voor do toekomst maakte , ik slechts van zonden ennbsp;dwaasheden droomde.”
„ Hoe had het anders kunnen zijn ? gij hadt de wereld lief, en wat in haar is, namelijk denbsp;begeerlijkheid des vleesches, de begeerlijkheidnbsp;der oogen en de grootheid des levens; dochnbsp;de wereld en hare begeerlijkheid gaat voorbij,nbsp;maar die den wille Gods doet blijft in eeuwigheid.nbsp;Ja, mijn vriend, dat verheft des Christens erfenisnbsp;boven alle andere, zij blijft in eeuwigheid. Hetnbsp;testament waarbij uw neef u zijne goederen vermaakte bleek bij de wet niet volkomen te zijn;nbsp;en de erfenis ontging u. Des Christens erfgoednbsp;is hem vermaakt door een testament dat onveranderlijk is. Onze Heer .tezus Christus zelfnbsp;is er borg van geworden, en heeft het door
-ocr page 14-zijn bloed bekrachtigd. En schoon het volle bezit den Christen eerst in de toekomst verbeidt,nbsp;hoeveel geniet hy er reeds hier van. Door hetnbsp;geloof in CHEisTüS toch is hij erfgenaam, ennbsp;bezit dus reeds al de vooiregten daaraan verbonden; zoowel van zijn zondeschuld, als vannbsp;de vreeze voor dood en oordeel is hij verlost;nbsp;al de grootste en dierbaarste beloften magnbsp;hij zich toeëigenen, en met david kan hij uitroepen : „Ik ben vrolijker in den weg uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom; zij zijn mijnenbsp;vermakingen. De Heer is het deel mijns bekers!nbsp;de snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen,nbsp;ja, eene schoone erfenis is mij geworden.” Erfgenaam van God te zijn, en medeërfgenaamnbsp;van CHRISTUS, voor erfenis het eeuwige leven tenbsp;hebben, en reeds in dit leven den vrede ennbsp;de vreugde des harten te genieten, die de gemeenschap met God in het hart van den geloo-vigen uitstort, welk een voorregt en welk eenenbsp;zaligheid! o Mijn vriend! hoe dank ik God dienbsp;u tot ons gebragt heeft, die ons heeft willennbsp;gebruiken, om u op te wekken dat groote goednbsp;te zoeken, en die het u nu deelachtig gemaaktnbsp;heeft. Maar vergeet het toch nooit; het is doornbsp;het geloof in JEzus Christus dat gij het verkregen hebt; het is ook alleen door het geloofnbsp;in Hem dat gij het kunt behouden.”
-ocr page 15-Tot hiertoe had de heer R. stilzwijgend het verhaal z\jns zoons aangehoord, zeer bewogennbsp;omhelsde hij hem; haalde toen uit zijne boekenkast den bijbel, dien hij van den colporteur gekocht had te voorschijn, en sprak tot zynenbsp;andere kinderen: „Na mijn dood zult gij ondernbsp;mijne papieren er geene van kostbaarder inhondnbsp;vinden. Gelukkig zoudt gij zijn, als gij, gelijknbsp;uw broeder, geleerd hadt in dit woord denbsp;onvergankelijke erfenis, Avaarvan hij ons zoo evennbsp;verhaald heeft, te zoeken!”
-ocr page 16-(‘on Is.
1.Peter Lolibcek ...... 15
3. De wclbealeUe Stuiver . . 10nbsp;5,De Wever uit Welsij. . . 07^
4. Do kleine Bewoner van helnbsp;Anvergn^aobe Gebergte. , 10
5. Arme dara ,........0^^
?5..De jonge Hutbewooiister . 22) Z.Opwekxing te Elberleld . 05
8.De lersclie Boer.....10
S.Eliaabelh Cunningham , . 20
’lO.John Robens, de Matroos. 10
11. Uithroidiiig van de Parabel 10
12. K!oIonel Jacob Gardiner. . 17^
13. De Slroopers-docbtcr. . . 10
14. De Rode met goede tijding 15
15. Jansie Allan ........ 15
16. nbsp;nbsp;nbsp;Zonderlinge lussc hen komstnbsp;der Voorzienigheid . . . .
17. t.even5ber.van AmeliaGalc 10
18.Sara Hill..........15
lO.DeGeschied.vanMarjSmith 12^ 20,üe Dorps-predikanl. ... 10nbsp;21 .De waarheid van helEvang. 10nbsp;2*2.Kracht des geloot's .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... 10
23,Herman de Houthakker . • 12^ 24Laalsle uren v. JohnCowper 10
25. Hel einde van den tijd. . . 10
26. Wat God bewaaj l, is wel
bewaard......... « 15
27. Wie aijt gij7 Watheblgij
te doen?..........10
28. DeWeêrbaanvanbelKa5teel 12^
29. Eben-Haëzer in Lalakko.. 10nbsp;30.Indiaansche Bekeerlingen 10nbsp;31 .Do Christen-feeslen. • • • 05
32. nbsp;nbsp;nbsp;Verbaal van 2 Predikers . 07è
33. De Tijd en de Eeuwigheid. 10nbsp;54 KortenheiIz.Berfgtaaiiancn 10
35. JohanCoenraadTerLinden. 07^
36. Ben Beroep op hel hart.» . 12|nbsp;57,Dc Landman in den Elzas. 10nbsp;58.Sterfgevallen van zeven
bekeerde Heidenen .... 10 .59 .Levensloop vanC.L.Töpfer 07^
40, Benige bijzonilerheden uitnbsp;helleven van Morrison • . 15
4.5,De Christelijke viering van
44. Henry Obookiah. ..... 10
45. DeZon(lclingen in Groenland 15
46. Het bezoek bij een kranke, 15
47. Brieven van een'Laoraar, 15
48. Polycarpus.........10
Cents.
49. Als God werkt, wie zaldau
koeien? ..... ..... 15
50. De Soldalen-dochler. ... 10nbsp;51 .Het gelukkige Sterfbed . . 10nbsp;52.De weg en helmiddel ... 15nbsp;53.1)eGH8l zonder Bruiloftskl. 07^
54. Treffend v«iovbeeld.....Ofj
55. LevensscLetsvan BJunibardt J5
56. nbsp;nbsp;nbsp;Ha da ra, een jongAbyssiniër 04
57. De Oude Geneesheer. ... 10
58. Roepstem des Hoeren ... 15
59. Anna Walsh........07^
60. nbsp;nbsp;nbsp;Eersie zending teStTbomas 15nbsp;OI.Tliirza, .....«•..•20
62. 'Vroege Godsvrucht. .... 07|
63. De R iissisehe Kleermaker . 07^
64. Kenmerk. v. een kind Gods. 074nbsp;65.Overtuiging verwaarloosd . 12^
66. Een vrimrdaan jongoMoeders 07|
67. De onbekende Zendeling . 94
68. Mevrouw Ruaipfl’.....10
69.Opmerkelijke leiding Gods 07i
70. Een nieuw Traktaatje, , . 10
71. De vrome Landman .... 0'?^
72. Gcd. over de Eeuwigheid.. 07^
73. Maria. ...........10
74. William..........07j
7.5.De Christen in hetGasth. 03
76. Lord Teignmouth ..... 10
77. Leven van Schwartz. ... 08
78. Wie zoekt die vindt. ... 05
79. Levensb. van een' Soldaat. 05
SO.Pacalsdorp. nbsp;nbsp;nbsp;074
81.0nnoodige zorgen. . ... 0*
82. Z'ichëüs . ........ 08
83. Twee Buren ........IQ
, 84.Debekeer.van A.H.Franke. 4 'SJ.Bhndina....... 7^
86. Bede van een Grijsaard. ..10
87. Hel Huisgez.te Heatherdale 15nbsp;,88.Christ, onder Hottcnlolten. .5
9Ï.Leven van Chrijssoslomus . nbsp;nbsp;nbsp;7^
92. Het Gebeimz .in den Christen 5 93..Jacob Wilson.......15
94. De eerste Kerkgang .... 10
95. Wanneer ben ik enz. ... 6nbsp;98.0vereenk. Christel. Godsd. . 5
98. De zwarte knecht . . . • . 10
99. Val8che Overleggingen ... 10
100. nbsp;nbsp;nbsp;De Bedelaar..... 5
'102.Triiimfboog van Tilus. . . 6