C lo
PP ALLE DE DEELEN
DER
Natuurkundige
VAN DEN Heer Abt
In Leven
Lirl ^oan de Koninklyke Akademte der TVee~ tenfchappen van Parys en van de Ko-ninklykt Sociëteit van Londen.
Pp den hoek van de Lynmarkc en Maartensbrug, ijjt.
-ocr page 6- -ocr page 7-van den
BOEKVERKOPER.
De Natuurkundige Leffen vatii den Heer Nollet voor eeni-gen tyd in het Hollandfch ver-taald, by den overledenen Boekverkoper C. van Tongerloo uitgegeven, door inkoop magtig geworden zynde, oordeelde ik dennbsp;ïiethebberen der Natuurkunde, bynbsp;Welke dit werk te regt zoo hoognbsp;gefchat word , geen ondienft tenbsp;doen; met een regifterop het ge-oeele werk door eene bekwaa-des kundige hand opge-teld aan te bieden! De rykheid.
ftoffe fcheen zulks eenigzints ^ödzakelyk temaaken, voor alnbsp;* 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor
-ocr page 8-voor zulken, die de redeneerisgen en Proefneerningen, door eigen ondervinding gaarne zoeken te llaa-ven ; Hierom is dit regilder zoo ingericht, dat men onder het woordnbsp;van eene zaak, alles by elkandernbsp;vind wat dat die zaak betrekkelyknbsp;is; en dus als ’t waare een beknop-te ontleeding van dezelve heeft;nbsp;wyl het bekend is, dat by voorbeeld de Ligtfiraalen verfcheiden,nbsp;eigenfchappen hebben, als vannbsp;breekbaarheidt weederomkaatzing,nbsp;dit alles is onder het articel vannbsp;Ligtjiraaien gebragt, en deze eigenfchappen weder onder hunnenbsp;eigen Articels^ zoo dat men denbsp;Ifeeds lallige verzendingen naarnbsp;andere Articelen^ niet te wagtennbsp;heeft, ook zyn de deelen niet metnbsp;A. B. C. amp;;c. maar met Romein-fche en de Stukken met gewoonenbsp;talletters aangewezen , en de aanmerkingen des venaalers op hunne plaats aangeteekend door aanm.
De graagte waar mede dit werk
-ocr page 9-onxe Landsgenooten ontfangen is, heeft my doenbelluiten om ooknbsp;andere werken van dien Fran-fchen geleerde te laatcn vertaalen.nbsp;Bedaande inzyne Brieven ¦, nafpoo-^ingen-t cn proeven der Eleifrici-teit. En dewyl in onze dagen denbsp;Natuurkunde dagelyks met nieuwe proefneemingen verrykt word,nbsp;quot;zal men in deze vertaalingen vee-ie Broeven en werktuigen vinden.nbsp;Welke men in het werk van dennbsp;Heer NOLLET te vergeefs zoeken zoude; by voorbeeld denbsp;nieuwe proeven der EleBriciteitnbsp;in het Lugtledige, de werktuigennbsp;zedert eenige Jaaren, tot de Elec-trilche Proefneemingen gebruikt,nbsp;dat nieuwe Eledtrifceertuig metnbsp;de platte fchyf en het voor-naamlle dat de Heeren Franklin tnbsp;^^ffchenbroek amp;c. dien aangaande gemeld hebben; om dus zoonbsp;^eel mogelyk de hülorie der Elec^nbsp;^^iciteit volledig te maaken, alsnbsp;eene der gewigtigile ftukken dernbsp;*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be*
-ocr page 10-hedendaagjche natuurkunde^ zullende alles met dezelve letter en op het zelve formaat als de natuurkundige leflen uirgevoerd worden,nbsp;en denoodige afbeeldingen cicrlyknbsp;in het koper gefneeden, en dusnbsp;geene kollen gefpaard worden,nbsp;om den Lezer genoegen te geven.
-ocr page 11-óp de
NATUURKUNDIGE
Van den Heer
Aa
(intrekking en afiftoting der cleélricitcic zyn gelyktydig VI. z. 229.
is niet klootrond II. i, 214.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;quot; (de tniddcllyn der) van den Eve
naar, is langer dan van den as. II. I. 218. Waarnceming van Richer,nbsp;daarontrent. 383.
onderzoek op dcszclvs gedaante II. I. 384.
quot;quot; nbsp;nbsp;nbsp;¦ haarc gedaante berekend van Hui-
O
Geiss II. I. 385. van Newton-387. dcszelvs verfcheiden getigtftandcn'
Vl. I. 81.
' nbsp;nbsp;nbsp;A •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Am''^
-ocr page 12-2 Regijler op de natuurkundige
jdarde haare Loopkring legt in het vlak der Zonne weg IV. i. i lo.
-- is een hoofd dvvaalftar VI. i. 6^.
- haare dagelykfche omwenteling VI.
I. 124. vcrfchynzclen daar uit volgende 127.
^- is byna klootrond VI. i. i2p.
— word beurtling befcheenen VI. i.’ 130.
¦- haare rondheid belet ons ver te zien.
VI. I. 13 I.
—— haare afpunten VI. i. 137.
I'!
-evcnnagtlyn VI. i. 1351.
jiardhol loodregte VI. i. 143.
- fchuiiizc VI. 1. 145».
----— haare dagelykfche omwenteling VI. I. 151. vcrfchynzclen daar door veroorzaakt VI. i. 153.
^-r'^fchyn vertooningen door haar draai-
r— (evcnwydigc) wat is VI. i. 150. fchyn vertooningen door haar draaijcunbsp;VI. I. 157.
haa-
-ocr page 13-Lejjen van den Heer Hollet. 3
jiardhol haarc jaarlykfchcbcwecgiiig VI. i. 160.
¦Ademhaaling hoe gefchied III. 2. 13O.
——• —- (verfchil der) in Jonge cn Yolwaffe Dieren UI. 2. gt;44.
— ¦— (belemmerde) in cenc verdikquot; te Lugt III. I. 151.
‘dftrekfels 'werken als ontbindingen I. I. 3^-
van het oog wat is V. i. 170.
(yvoren) verheft, in het water meer Van zyn gewigt dan een looden II,nbsp;2^. lt;^40.
^aden (twee) wegen evenveel in het zelve Vocht doch verfchillen in yerfchei-'nbsp;den II, j.
A i
-ocr page 14-^ Regt^er ep de natuurkundige
barometer dcszelvs gedaantens II.
---van Torneli II. 2. 5 (gt;7.
—--verfcliillendc Iioogtcns in ver-
fchillcnde plaatzen. III. 2. 24!.
Bergen derzelver hoogte gemeetcn door den Barometer III. 2. 255;.
Beweeging (eeuwig duurende) is onmoge-lyk I. 2. 54a.
——¦— (aard en natuur der) I. l. 259. ——— dcszelvs hoeveelheid I. i. 268.nbsp;•*— --wetten. I. i. 281.282.
(enkele) wat is. I. i. 281. (gelykvormige) I. I. z66.nbsp;verfnelde I. i. 2^7.
zamcngeftelde II
I. I.
I. ï.
haare wetten II.
— — nbsp;nbsp;nbsp;voorbeelden II. i. 22,
~~ — nbsp;nbsp;nbsp;opgehelderdll. 1.339.
op een gezigtshoek van 20'’ is onzigthaar V. i. 185.
van het oog of voorwerp is het aelve V. I. i8(5'i
Be^
-ocr page 15-van den Heer Hollet. nbsp;nbsp;nbsp;J
^eisjeegi^g rcgt oaar ons toe of van ons af is onzigtbaar V. i. t’)7-
“ nbsp;nbsp;nbsp;in kromme lynen wanneer on-^
zigtbaar V. i. 188.
^eweegkragten hoe de ftrydige werken II.
. nbsp;nbsp;nbsp;—, ongelyke werken II. 1.4.
' nbsp;nbsp;nbsp;¦ die eenen hoek maaken II.
I. y.
' -- vernietigen elkander als zj
gclyk zyn II. i. i y,
-- ( ongelyke ) hoe werken IIï.
¦ - (fchuinfche) hunne ontbiiiiquot; .
^ding II. 1. 34y.
I nbsp;nbsp;nbsp;werktuigkunde III,
I. 10.
^ ’ nbsp;nbsp;nbsp;' ~nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— dcrzclvcr maat in
Menfchen, Paarden. III. i. 4. in aanm.
vcranderlykc in veeren en vallendeligchamenUI. 1.12.
BI Bo
hun zamenficl in defcheikunde IV. a. 744.
é Regifler op de tiatuurhindige
Rlixem wat is IV. 2. 458.
Rlixempoeder . 2.6^74.
BHxemgoud IV. 2. ^75-
JSok wat is iu cIc werktuigkundeIII. t. 288. berekend 290.
JBol lugtledigc is ligter dan met lucht III. 2.^25.
— (glazen gceleftrifecrdc) een vinger voorgchouden VI. 2. 203.
¦— •— — geeft fterk ligt V. i. 449.
- -— '— heeft een brandpunt doch
brand niet V . i. 454.
Rolletjes van kurk of glas, door niet clcc-tricke Ligchaamen aangetrokken. VI. 2. II2.
Bordpapier (tweekleurig reepje ) door een Prisma gezien V. 2. 328.
BQtzjp.g rccbtftrcekfcbe op cene vierkragti-ge oppervlakte I. 2. 410.
___ tegen verplaatsbaare beletzelen I.
2.' 440.
Rot-
441.
-ocr page 17-Lefe» va» den Heer Hollet. 7
wor J in de natuurkunde alleen door Proeven bewezen I. 2. 447.
van een litrchaain zonder veerkragt I. 2. 449.
’ tegen een ruftend ligebaam ihid.
(fnelbeid der) is dc bclft kleiner wanneer de inhoudt der Ligchaa-men gelyk zyn I. 2. 452.
(fnclheid der) is dc helft kleiner wanneer dc plattingen even grootnbsp;zyni. 2. 453.
**¦' ' der ligchaamen , die volgens den zelven ftreek bevvoogcn worden I.nbsp;2. 4(?5.
- wanneer dc inhouden als 3. en 6.
en de inhouden gelyk zynI.
van rcgtftrcekfche ftrydigbewoogen ligchaamen I. 2. 475.
gt;—— nbsp;nbsp;nbsp;—_ —. — wanneer dc
fnclhcdcn en inhouden gelyk zyn. I. 2. 477.
'1’ nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;----- — nbsp;nbsp;nbsp;•—¦ wanneer dc
inhouden en fnelhcdcn ongelyk 2yn I. 2. 477.
der veerkragtige Ligchaamen I. 2, Ö b o
487-
A 4
-ocr page 18-$ Regi-fter op de natuurkundige
Rptzjng deszclvs uitwerkzel wanneer fict. cene ligehaam in ruft is. I. 2. 490.
¦’ nbsp;nbsp;nbsp;—nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wanneernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dc inhouden
gelyk zyn I. 2. 491.
.—_ nbsp;nbsp;nbsp;-—nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wanncci;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het botzend'
ligcbaam grootcr van inhoud is I, 2. 494.
-- ¦—¦ nbsp;nbsp;nbsp;—nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wanneernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het botzend
ligehaam kleiner van inhoud is J.
--- van rcgtftreekfch ftrydig bewoo-
gen ligehaamen I. 2. 509.
è.en week lischaaml. 2.
404.
Brand konftige manier van dicte bluflchm ÏV. I.' 133.
I'’’!
Brandglas van Tschernhausen IV. 2. 49S., -----dcszclvs uitwerkzelen IV. 2. 482,
Brandpunten zyn zoo veele als '’er zoorten van ft raaien zyn in ecnc giarnbsp;fehyf V. 2. 590.
ï;----der roode ftraalen verder van
Jiet glas, dan der blaauwc. V.-
Brand-
-ocr page 19-Lejfm van den Heer Hollet. 9 ^'eandjl'ljii^ffgff gcfcliicd. IV. 2. 74^*nbsp;^^‘^ndjpiegel deszelvs uitwerkzelen IV. z,nbsp;479-
' ^ —•— van goudpapier IV. 2.485. ^r—--— fti'oo, ibid.
quot;---van Archimedes was het uit
een ftuk IV. 2. 487.
van loffe platte fpiegels IV. 2.
45)1.
van Büefon. IV. 2. 49:?.
JSrandjhjfe de eene betep dan de andeüe IV. a. 709.
(evenaars) der Hcmelligten VI. I. 147.
breekbaarheid der draaien, werktuig tot 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het zelve V. 2. 54.
quot; nbsp;nbsp;nbsp;proef daar ontrent V. 2. 501.
--—¦ is cene vafte eigenfehap der
ligtltraalen V. 2. 532.
— der ligtftraalen houd fland by alle wcerkaatzingca V,nbsp;2. 532.
brillen (uitvinding der) V. 2. 759.
voor een of twee oogen V. 2. 7(?'4-
ïo Regijler op de natmrhtndige Brillen glazenpbttc V. 2. j66. t
moeten gefchikt zyn na dc oogctt
Bronnen (Beunhoudende) I. 1. 101.
-— nbsp;nbsp;nbsp;op het hoogft der Bergen II. i.
497.
¦--(oorfprong der) IV. i. 13.
-—* in dezelve heeft een omloop van
water plaats IV. i. 14.
Buis (eene gevreeven glazen) geeft een krakend gckiul VI. 2. 13.
¦¦— (geclcftrifcerJe) trekt koper en wafch niet even eens aan VI. 2. 127. aanm.
quot; open gcclcftifeerd geeft zwakker vuur dan een geflooten VI. 2. 127.
Buisje (hacr) wat is II. 2. 705.
•- - dcszclvs eerfte eigenfehap II,
2. 708.
- —- tweede eigenfehap II. 2.
• nbsp;nbsp;nbsp;710.
:--vcrfchcidenc gevoelens over
dcszclvs eigenfehappen II. 2. 714.
Lejjen van den Heer NoUet, II
Circels der breedte wat zyn. VI. i, 14?.'
kompas (uitvinding van het) VI. i. *37»
quot; nbsp;nbsp;nbsp;(befchryving van het) VI. i.
* nbsp;nbsp;nbsp;(zak) VI. I. 322.
(miswyzing van het) VI. i. 324.
32^.
is verandeilyk VL i.’
Da
Dag en Nagt even lang onder den Eve-» naar VI. i. 168.
'---onder de afpunten VI. i. ilt;5S.
---boe lengt en kort buiten de Keer
kringen VI. i- löS.
— en nagt wanneer even lang VI. i»
JDamp ^ wat is IV. i. lOl.
•— deszclvs hitte IV. i. io4gt;
on^rneene uitzetting IV. l. lof.
gemaakt uit een waterdruppel boe zig ukzet IV. 1. 107.
d^amppomp v/SLt is IV. l. n8.
-ocr page 22-'ll Jtegifler op de natuurkundige
Vamppomp blaaft het vuur aan IV. 2. 747.
--nit een windbal heeft geen lugt
* IV. 2. 748.
Dampkring wat is 111. 2. 2^5.
--ttvéczintsbcfchoinvdlll. 2. i-^6,
- (ruft van den) ibtd.
—— - deszelvs vloeibaarheid 111. 2,
258.
---- Jrukking gelyk die van alle andere vloeiftoffcn 111. 2. 240.
| ||||||||||||||||
Dauw (avond) wat is III. 2. 280. r:— (morgen^ 7-7-; III. 2. 282. |
LeJJeti van den Heer N¦illet. nbsp;nbsp;nbsp;13
Dauip (plant-) wat is Hl- 2.2.85.
' kragten van den III. 2. 284.
— (fchadelyklieid van den) III. 2. 287.
(byzondere eigenfcliap van den) III. 2. 291.
De
Deelbaarheid wat is I, i. 7--------is in alle liscliaaraen I, i. 8.
o
'— wczentlyke I. i. 17.
--- proeven dcrzelvc I. i. 18-25^.
------ ingebeelde en wczentlyke ï.
Deeltjes (oirfpronkelyke) I. 1.9.
* nbsp;nbsp;nbsp;¦ quot; (fyne) worden uit bet aardryk op-
geheeven I. i. 37-40.
Deiling der Ligcbaamcn lot de uiterfte fyn-heid waarom onmogelykl. i. 10. Deur door een kogel gctrofièn word nietnbsp;bewoogen I. i. 25t«
Diere-
^leniems hVt VI. ï. 6z.
-ocr page 24-14 Regifler op de natuurkundige
Diertjes in waterige aftrckzelen I. i. y6, ---in azyn I. i. 78.
Dieren zwemmen beter dan menfehen ea waarom II. 2. lt;gt;55^*
der Ligchaamen I. i. 15 «S’.
Do
Donderfleenen zyn 'er niet IV, 2. ^66. Doofheid dragclykcr dan blindheid III. l',nbsp;393-
Doorfchynenheid wat is V. 2. nbsp;nbsp;nbsp;5 7*
Doorwafeming der dierlykc Ligchaamen I. I. 21.
Bil
i_--proefneming van SanBorius
1. I. 122.
---is fteiieer in de Zomer I. u
127.
Dr
Draad van een Zyworm deszclvs fynhcid. I. I. 53.
fpin dcszelvs fynhcid I. i.
DzEi
-ocr page 25-I-cJfen van den Heer KTef/et. i f
Dr-eeeel wie geweeft is IV. i. 575. aanm. d^rifiken der vogelen en viervoctigennbsp;Dieren II. 2. 580.
E.
59-
Eh en vloed VI. ]
deszclvs eigen-i
O ^
lEeho wat is ni. 2. ^85 fchappen plaats lil.
£iere« lioe vcrfch te houden I- i. hl. ijs.'
¦ nbsp;nbsp;nbsp;— Philofophifchc wat zyn. IV. 2. 772.
oorzaak van hun fpringen 775. Langzaam koud gcwordca fpringennbsp;zy niet 775.
El
Elektriciteit (natnurlykc cn konffige) VI.
Z. 3. hebben beide cenc werk-tuiglyke oorzaak. 9.
~— onlangs ontdekt VI. ii. 5.
*quot; nbsp;nbsp;nbsp;¦ vcrdecUng ,der Scliryvcrs VI.
II. 7.
EleBrique {^qP ^,3^ yj_ ^ jg_ jj ongemeen veerkragtig 12.
£/ee-
-ocr page 26-xé Regiper op de mtuurkundigè
JEleBrique brengt licht cn vuur voort. VI.’
Z. 22.
ÉleBrkiteit ligt cn vuur zyn dezelve ftoffe. VI. 2. 30.
quot; nbsp;nbsp;nbsp;¦—— en vuur beide verwekt door
vryving. ibid, hunne fterkte e-venredig a^n de digtheid eil veerkragt der Ligcliaamen. 32,nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Werken in metaal beter dan in
andere ligchaamen. 34. bewee-gcr vryer in een digt dan in een gl. ligchaam, 38.
- nbsp;nbsp;nbsp;heeft reuk cn colour, ibid. 42.
in lak, zwavel, glas geeft eerï zeer flaamv licht. 44. in vettenbsp;ftoffe doet zy ligte ligchaamennbsp;naauwlyks bewecgen. 4^.
-— dringt niet even vry in alle
ligchaamen. 47. zet de ligchaamen niet uit. 50. is ill allerhande gevreven ligchaamen. 57. behalvcn in metaalen ennbsp;dieren. 55».
f' ...........door mcdcdecling. 86quot;. maakt
zommige ligchaamen zcerelec-triek. 90. is meer dan 1200 voet verte leiden. ^6 cn 335».nbsp;en volgt den leider akoos. tbid.
Lkc-
I', !
-ocr page 27-^isjfen van dën Héér Hollet. Ifjr
^-leÜrtciteit deszclfs gewoonc kenteekcnert. Vl. 1. 107.
aangemcrkt als een. uiterlyke werking. 103.
-dcszclvs gcwoanc kentcekerren cn trappen vry onzeker. 131^.
door een Klokfpel vertoond, 141.
lEledrometer. 143,
BleBrieheit duuring deszeWs in den Icidar 148. het langft in glas. 156.
—-— in hetkgt ledige. VI. z. 1^4.
¦---door wryving eri hlededeelingc
:• nbsp;nbsp;nbsp;dezelfde. i54-
heeft eert atgemeéne oorzaak. 155. cn werktuigelyk bcg.ia-
zel. i58.dcszclvsbcwcegftreck.
itïi. is een regte lyn. 1(54,' Profn. 165.
teweegt zich niet knngs^ewyquot; ze. 167.
jjf
-ocr page 28- -ocr page 29-Lejfen van den Heer Nollet.
ileElriciteit deszelvs oorzaak, is geen geheim meer. VI. 27^.
-----deszelvs aantrekking is vart
groot belang. z8j. oorzaak.
Ligchaaratje word van de buis afgcllooten, en door Lak erinbsp;Zwavel aangetrokken. 301.
EleBrifche ftoffc deszclfs loop in twcelig-chaamcn waar van het eene gc-eleóirireerd is. 3 34.
aanftotingetï' én afftootingetl kunnen door eene enkele ftofrnbsp;fe niet verklaard worden. 3 iz.
ligchaaraen door mededeeling waarom vry moeten zyn. 32a.nbsp;327.
- draaden in cn buiten cea
glazen Bol. proefn. 329. oorzaak 330. 331.
Ligch amen worden niet alle op dezelve wyze geeleétriféerd.
Éiee-^
EleBriciteit verliinderd door voclitiglicid.'
VI. z. 34^. vermeerderd de doorvvaalcming. 345. en waarom. 348.
by de ouden Onbekend, alleen uit vcrfchynzelen gekend. 35^4.
oorzaak der ontbranding. 356', der kwaftjes. 3 5.7. is een voelbaar vuur. 36^0.
verdwynt by bet trekken def vonken. 364.
---oorzaak der vonken.
EleBrifch Loopvuur van vonken 373
kronkel vuur over verguld papier. 376.
vinger fteckt wyngeeft aan.' 3-78.
—' fchok 383. in dezelve word dc Eleéirifche ftofFe van twee zy-den gebotft. 384.
-ocr page 31-LeJJen van den Heer Nolhf, %%
Elfamp;rifch fchok ir.et een Uigtlcdige fles. VI. 2. 406 407. aamm.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;^ fcherp gepunte lig-
chaamen. 417.
yinir is hoofdftofFclyk IV. i.
P
*j)ntein van Hero. III. 2. ^4.
Fornuizjen doortocht der Lucht in dczcdve IV. 2. 74^
Ge
Geejl van Salpeter en Terpcntyn olie, wat geeft. IV. 2. 400.
Geld in een notendop gefraolten. IV,. 2.
Geluid wat is. III. 2. 320.
gevend ligchaara III. 2. 322.^
Geluid is niet aan houdend. III.
-ocr page 32-'tz nbsp;nbsp;nbsp;Regipef op de natuurkundige
Geluid der vloeiftoffcn. III. 2. 337.
---word niet gehoord in het ydcl. IIJ.
2. 344. nbsp;nbsp;nbsp;•
—— word niet voortgezet door fynerc vloeiftoffen. III. 2. 347.
¦---word voortgezet door vafte Lig-
chaamen. ihid.
— nbsp;nbsp;nbsp;-- — water. III. 2. 354,
deszelvs fnelheidhoc temecten. IIL
(maat en eigenfehappen der fnel-heid van het) III. 2. 3iJo.
in eene verdikte Lucht hoe te mee-ten. III. z. 3^4.
Z. 367.
(Proefneemingen over het fterker worden van het) III. 2. 3159.
(verzwakking van het) III. 2, 371.
-ocr page 33-I^ejfen van den Heer JSTollet. ¦ nbsp;nbsp;nbsp;21'
Geluid by koud weer ftcrker III. 2. 37^.
— nbsp;nbsp;nbsp;en geraas zyn onderfcbeiden. III. 2.
— nbsp;nbsp;nbsp;al te fterk verdoofd. III. 2. 400.
-— niet dubbcld maar enkel in beide
ooren. III. 2. 444.
van kookcnde boter, cn vet. IV. 2. 666.
Geluiden (onderfcheid der) III. 2. 407.
Geluid meter III. 2. 422.
——-— van den dieren riem. Vï. i- 33 in Aanm.
----- noorder hemel. VI. i. 35.
zuidcr hemel. VI. i. 3^. nieuwe van den Aht la Caille VI,
Re ff ijler op' de natmrknndige
CJeyoel ccrüe en algemeen zintuig. I, i. zo6.
Ceveaarzvoording in den menfeh wat is, I. I. zoo.
—;-----In dc dieren, I. i. 102.
gevoelen van Defcartes ibid.
-r-;------vcrfchiücn in verfchillcn-
dc, en in dczelvde men-Ichcn I. I, 2 36'.
---------in het zien , waar gefchied,
V. 2. 715.
Ce'ivejjen hun rotten en broeijen. IV. z,
Gezigt eifider wat is Vl. r. 1^4.
natuurlykeen zigtbaareVl. x l
T— ---4^szclvs afpunten. VI 137.
Cez.igt draaien kruiden elkander V. i. 152, r--hoek wat is V. i. 154.
Ge-
-ocr page 35-voorwerpen af V. I. 154*
Lejfen van den Heer Hollet. 2 J Gez.igt (van liet ) hangt de grootfte der
is grooter of kleiner na den afTtand. V. I. 1nbsp;kenmerk van deszelvs grootte V.nbsp;f. 159.
door konft vergroot , toont de voorwerpen grooter V. i. 1^7.
aping en opbruifing. IV. z. 385.
----in het ydel is gevaarlyk III. z. 173.'
Glas tot rcepen gefneeden IV. z. 517.
— is de befte eledtrifeerftof. VI. 2. 61.
word door wryven beter om te cletftri-fecren VI. 2. 6^.
(glazen bol voor de elcdlricitcit deszelvs grootte VI. 2. 66.
gedaante VI. 2. 67. dikte VI. 2. lt;J^.
Gla-
Regi^tr op de natuurkundige
G[az.en bol mm\cx van wryving VI. 2. 70.
----kragt van wryving ibid,
Glaz.en (platte ) geven geen brandpunt V. I. 420,
--(dikke doen het voorwerp nader
fchynen V. i. 421.
-—-- fcbuitifen van ter zyden gezien verplaatzen de voorwerpen V. i. 429.
Clazjen met ruitjes V. i. 430.
--holronde derzelvcr uitwerkzelen
V. I. 479.
verkleinen de voorwerpen V. I, 480.
• doen de voorwerpen nader byzien. V. i, 482.
aan de eene plat. V. i.’ 485.
bolronde hoe gevormt V. i.’
(j/ö-
-ocr page 37-Lejfen van den Heer Nollef, 27
Glaz.en vergrooten de voorwerpen V. i,
Glaasjes {hoW^) hun gebruik en werking. V. 2. 76^.
Glimworm ( eigenfehappen der) V. i. 45. Goud deszelv's rekbaarheid. I. i. 4lt;J.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;---deelbaarheid I. i. 47.
Gouddraadtrekken I. i. fo.
Ha. He.
f^airbuisjes (de) maaken een uitzondering op de wetten der water-weegkunde, II. 2. 704.
(denkbeeld der) 11. 2. JO’). dcrzelver groote en gedaante 706.
in eenig vogt gedompeld 11. 2. 707.
(eerfte Eygenfehap der) 708. tweede 705».
Haard-
-ocr page 38-Regijler op de natmrkundige
Hairbuisjes (indompeling van) van vcfc-fchillende groote II. 2, 710.
(derde Eygenfchap der) 711. vierde 711-(dc verfcliynzels der) door dcnbsp;aantrekkings kragt verklaartnbsp;11. 2. 759. nader onderzoeknbsp;van die verklaaring 741, gevoelen van de Heer Jurin ,nbsp;zyn proeven 743. tegenproefnbsp;745. antwoord 746^. gevóelennbsp;van den Heer C/airaut, 749.nbsp;bcflnyt, en gedagten vannbsp;de Heer Nollet, 751,
(de vcrfchynzels van dampen, en uytwaad'cmingcn door de)nbsp;opgeloft II. z.j6o.
Jiand ( geeleftrifeerde ) trekt bladgoud aan VI. 2. 124.
Hardheid (trappen van ) in dc Ligbaainea II. 2. 773.
(denkbeeld van) 774.
van den Heer Hollet. 23
Hardheid ( de ) hangt niet af van het groot maar genoegzaam getal der wel-gefchikte deeltjes II. 2. 804.
Hefboomis III. i. 2^.
^— jjQg ypel zoorten ’er zyn III. 1.27.
— berekening van dcszelvs vermo-gen III. ï. 29.
----werktuig tot dcszelvs proeven IIL
i. ^1.
-—— regel voor dcszelvs evenwigt III.
------dcszelvs kragten berekend 111. l.
^9. Aanm.
gebruik III. i. 45.
¦ fchuinfehe^kragt aan dezelve HL
' dczclvs loodrcgtc kragt de fterk-ftcHI. 1.58.
- fchulnfche kragt de zwaarftc Hl, i.
Hef^
-ocr page 40-Regijier op de natuurkundige
Jdefboom regel voor de fchuinfche kragteiT III. I. 70.
— kromme III. i. 72.
tot een regte gebragt III. ï. 73.
Hemel vertoond zich blaaiiw en \Vaarom.
' •
Hitte der Metaalen door het flaan IV. 2. 3lt;Jo.
van goud en lood door drukking IV. 2. 3(Sx.
van een Kanonskogel waardoor veroorzaakt IV. 2. 3lt;?5.
hy 't olie flaan IV. 2. 3 70.
--door wryven der handen. IV. 2,
371-van wyngeeft met water IV. 2. 375* neemt van fmclting tot koking toenbsp;IV. 2. 66'è,
Ho0‘
-ocr page 41-t’sjftn van den Heer Nollet. 3!
Hoo. Hog.
Hooren hoc gefchied III. 2. 399.'
---door den mond lit. 2. 400.
Hoorntjes voor hart hoorcnde III. 2. 405.
Hoornzilver wat is IV. 2. 355. Aanm.
Hoornvlies wat doet V. 2. lt;j94. wanneer verhevener word V. 1.706.
Hooj oirzaak van deszelvs broeyen IV. 2,
433-
Hout tegen elkander gewreeven geeft vuur IV. 2. 344.
-— heeft veel brandbaare ftoffe in zig IY.4. 343.
Houtwerk (het fcheuren van het) rede. I. I 11 3.
krimpen I. i. ii).
Hoeh^
-ocr page 42-Regifier op de Natuurkundig^!
Ho.
Hoekljn is 4c maat cler frielheid in cie fs-mengelleldc bewceging II. i. 7.
toont de loopftrcck van hct Lig-chaam II. i. 10.
Hoek ( ftreck ) fiielheid van bet ligchaam als die rcgt is II. I. 8.
---ftomp of fcherp is. ibid-.
la.
/(Mr(zonnc) VI. i. 1^3.
— gemeen ibid.
¦--(fchrikkel) VI. i. 194. order def
19/.
‘***— telling juliaanfehe. VI. i. 195. gregoriaanfehe VI. i. iPJ-196^,
-ocr page 43-van den Heer Nollei. ^ ^
^aar gctyden VI. i- 2,04, tuITchcn en bui^» ten de keerkringen VI. i; 205;. bynbsp;de afputuen Vl. i. 207.
Inkt fynpathetifebe I. i. 1371
---(fchryf) hoe gemaakt V. 2. 66S,
Jupiter
(whgters van ) hunne rerduifteringi VI. I. 73. waar toe dienitig. VI
InfeBen komen niet uit verrotting voor h I. 81-84.
aerjfemaken hoe gefchied IV. 2. 66lt;^.
Kaars (vcrfchynzelen van eene brandende) IV. 2. ^88.
Kacchel zonder rook iV. 2. 74^lt;
Kamer, {donkere) uitvinding V, 2.
draagbare 775. van Koi,i.£x V- 3.-778.
C
-ocr page 44-^lt;2/ro/wat is. III. i. 131. aart cn werking der Katrol. III. i. 134.
--is een hefboom van de eerfte zoortJ
III. I. 137.
heffen van den Heer Nol let, nbsp;nbsp;nbsp;^ j
Klanken beftaat uit byzondcre flingcringeri tier fnaar III. 2. 330.
¦—~ der Klokken, en fchellen. III. 2.'
deszclvs belemmering. III. 2. 33
' oorzaak van hun onderfcheid. III. 2. 429.
Kleuren gilling van Descartes over derzel-vcroorzaak. V. 2.
— welke ligtft vcrfcbieten. V. ï. (J53-’
¦- een kenmerk der Hgchaamen. V.^
2. 493.
dcrzelver onveranderlykheid gc-« toeft. V. 2. 5 50.
zamen gefteldc V. 2.
(enkele) derzelver beekcnilïca zyii toad. V. 2. 5^J.
-ocr page 46-5 lt;5quot; nbsp;nbsp;nbsp;Regij^er op de natuurkundige
Kleuren ( zaïncn^eftclde ) zyn langwerpige V. 2. )66.
door cen Prisma gezien, dcrzelvec Vcrfchynzelen. V.2. 576'.
van Je. zon op cen glas water. V, 2. 587.
op diamanten. V. 2. 588. zyn gewaarwordingen. V. 2. 741.
Kleur veranderingen. V. 2. (^40.
----— - door lucht. V. 2.
------- gifting.
—— waar door vcrfchiet. V. 2.
Klok denkbeeld van dcszelvs maakzcl. UI. i. 3M-
-- deszelfs vormverwifleling, als zy ge-flagen word. III. 2. 32cr.
Kn.
dCnapglaaftes mn water IV. i. 117.
Leifen van den Heer N'ollet. 3 7
Xna^traanen reden van luin fpringen. IV. 2. 7(18.
Ko.
Koevoet is een hefboom van dc ecrftezoort
Kogel ( een ) draagt verder , dan het zelfde gcivigt in Hagel. I. 3
¦ dra.gt over ’t water, zo ver als elders I. z, a 15.
—;7 ^cer fchijins in ’t water gefchocaten, ftoot’er op af. I. z. 35)8.
’ nbsp;nbsp;nbsp;~— ( Kanons ) de kragt van den kogel
hangt ten deelen af, van dc lengte, vanhet gefchut. ï. z. ^oj.groothe
glloüting did.
tcru
deszclv.s werkintr op dikke muaren. I. z. ^60.
¦- fnclheid. I. 2. 503.
y8 Regijler op de natuurkundige
JCoge! (laald zoo dra hy uit het gcfchüt komt. K. 1. 40.
—— waterpas en loodregt tcfFcns gcdrcc-ven maakt een kromme lyn.Il. i. 45.
•— oorzaak van ücszclfs heet worden IV. z. 3'^5-
JColeur vankarmyn, vciTprcid zig door een grootc veelheid waterI. I. 42. won-derbaare fync verdceling van '’t zelve. 4].
Kolven afgeleid uit de leer der Eotzing.I, 2. 4^4.
Kopere Blaadjes en yzcr vyzel worden in fterk water ontbonden. I. 2.24-27
Kool (een Gloeiende) tulfchen twee fpie-gcls braadt op een verre aflland. V. I. 317.
Kohn^ de hooghc trap van vloeibaarheid en hitte. IV. 2. 66^.
is een uitwcrkzcl van '’t vuur.
'V
-ocr page 49-Lcjjen van den Heer Nollet. 5$
Koking van nieuwe wyn cn ongelefclitc» Kalk. IV. 2, 672.
Koorde danzer,koezyn zwaarte punt Iioiul. in. I. 201.
door konft gemaakt. IV. i. 205.
van het ys geeft damp. IV. i. aio
door falpcter is niet groot. IV. l. 21^.
--doet het uitgezette naetaal inkrim-
pen. IV. 2. 532.
:--- op de berg toppen. V. i.
Kraan is een windas. III. i. 181.25)8. berekening ibid.
Kfngten dooJe, en levende. I. 2. 271.
gevoelen van Leiegt;itz ibid, voor cn tegen gel'praokcn ibid. 274.nbsp;275.
C 4 K'ifff'’
-ocr page 50-'40 Eegijïcr op de natuurkundlgè
I';'!
'i
Krimpen (het) en krom worden van be-fchotten, en planken. I. i. uitwerk: van de o!ye verf, yernisnbsp;daar tegen ibid.n^.
van wolle ftoffen enz. III. i. 277
Kringen (dag) der zonne hoe loopen. Vl, I. 174-
j’H'.
|;‘ï
I
Kuri^ (cenftuk) en een ftuk metaal blyven vaft aan een. II. 2. 778.
Kuikens door meft uitgebreldf IV. 2. 45^ Kvv.
Kwafijes ligt aan de Leider IV. 2.235 ent 28.5.
.;4
llt;¦i
Kwik (de) van den barpmeetcr ftuit op de buis, en kanze brccken. II. i. 155.
('eenlyn) (laat tegen omtrent 12 toefeS lugt. III. 2. 245.
Kinikz.i!ver dringt door leder. I. i. 119.
Kwik-'
-ocr page 51-Lejfen van den Heer Hollet. 41
Kwikz-ilver ryft niet, in een geeleftrifecr-de thermometer VI. 2. 4^. gceleélrifeerd Glas 84.
' nbsp;nbsp;nbsp;“— ryft hoogcr in een barometer
aan den voet, dan aan den top, van een berg II. 2. 557.
moet van boven geen drukking hebben. II. 2. 558;.
maakt cvcnwigt met de Lucht. II. 2. 5lt;5i.
ryft en daalt inden Barometer. II. 2. 5lt;?3.
¦ Colom van 27^ duym, is' een evenwigt met de Lucht.nbsp;II. 2. 574.
IV. 2. 644.
Kykhisjes V. 7. 78(J.
' nbsp;nbsp;nbsp;— met holle fpiegcls. V. 2. 789.
C j nbsp;nbsp;nbsp;Kjk,
-ocr page 52-41 l^egijïer op de natuurkundige Kjkkasjes met platte fpiegels V. 2. 791. i
met een fcliuinze fpiegel V. z,
75gt;2.
La.
Laan (een) fchcind aan haar eind, naau-weren langer V. i. i66.
Langronde kromme lyn wat is, II. i. 127,
Langte Graaden van, VI. i. 144.
Leeden der dieren aangemerkt als hefboo-men. III. i. 54.
A‘
——— (het bevriefen der) IV. i. 201. hcrftclling derzelve ibid.
Leider (gcëlcdrifccrdc) fteekt wyngeeft aan VI. 2. 22.
--mctaalen zyn de befte. VI. 2. 52.
--inhoiui der oppervlakte VI. 2. 99,
Lei'
-ocr page 53-Lcjfélt van den Heer Hollet. 4^
Leider gciinrinte VL loi. kan uit ftukkcn beftaan ibid, moet volkomen vrj-zyn 103.
Lighaam ('^ccnvaft)is volkomen veerkrag-tig, of geheel zonder veerkrage, I. 2. 420.
by veerkragtige heeft vreerftui-ting plaats. 428.
in het rond hewoogen, ontfnap-pen, volgens hunne haallynen II. I. 56^.
¦ in een kromme lyn bewogen hebben een middelpunt fchuvvendc kragt II. I. lt;?2.
(een) door waterpas cneeniood-rc2t werkende kragt bewogen bcfchryft een kro.mme !yn II. i. 5 8.
cenc beweegbaarder als ’t andere I 1. 242. opgchclderd door voorbeelden I. 2. 243.
-ocr page 54-v','
V't
A-
4!
' (i
Regiflef op de natuurkundige
Lighaam (denkbeeld van een volmaakt hard) II. 2. 79)«
een digter kan ’t Licht vryer doortogt geeven V. i. 37.^.
Lighaamen dcrfelvcr uytgeflrckthcid cn deelbaarheid I. I. (J. 7.
tclfs
in de
(de deeling der) tot de uiter-fle fynheid, is zeer moejelyk I. I. 10. II.
of dcrzclvcr ccrflc beginzelen ondeelbaar zyn I. i. 14.
onvcrdeelbaare overwogen 15
worden fomtyds door tnlTchen komft van andere ftoffen vannbsp;cen nclmudcn cn met cl-
kandcre vercenigt. I. i.
20-22.
Z^ejfeN van den Heer Nollet'.
Lighaamen enkelvoudige, en gemengde I, I. 57-58. dcizclverHare, val},nbsp;vloei, en vUetbaarheid bepaald
I, I. 58-do.
\
(alle) hebben een bepaalde grootte I. I. 61.
dcrzelvcr inbond, omtrek , gedaante, en vornnbaarheid I. i, ^1-6-^. dog metoneindigever-fcheidentheid, zelfs in de klcin-ftc Ligbaampies. ibid lt;5’5 6S.
(de vaftbcid der) I. i. 8lt;gt;.
““ - is cenc onaffebeide-
lyke eigenfebap der-zelvcr I. I. 88. bly-kende uyt de weder-lland dien zy bieden 89. die dikwerf bytianbsp;onkenbaar is ibid 90.
(ylbcidder) heeft in alle plaats 1. I. 106^,
-ocr page 56-4^6 Regtfier op de natuurkundige
Lighaamen (dierlyke) dcrzclvcr doorwaafc-ming I. I. 120 is in dc flaap-ziekte, en fommige dieren kiyu 12:5 in den winter geringnbsp;124 in den zomer fterker 127
IS groter.
derzelvcr omtrek dan hun inhoud I. r. 156 himnbsp;digtheid ibid, verdikking, ennbsp;zamen perffing 159. zondernbsp;ondcrfchcid \6o.
bly ven bewoogen, ichoon’erde kragten niet meer op vi'erkenl.nbsp;2. 29.
dog niet als ze vloeibaar
( defelfd'c ) zyn zamcnpersbaarl. I. 1(59. wanneer ze hard zynnbsp;170
zyn ibid. 171.
vallen alle evenfnel neder in ’t ydcl II. I. 184.
gevallen konnen weer tot de-Iclfdc hoogte opklimmen II. i. 3^9. 240.
-ocr page 57-Lef en van den Heer Hollet.
Lighaamen konncn vallen zoneter vcrfpil-ling II. I. 25Ö.
Lighaamen ingedompelde verplaatzcn cett klomp waters van den fclvcnbsp;omtrek II. z. lt;fo8.
¦worden van alle kanten gedrukt, in rede van hunne diepte ennbsp;van de zoortelyke zwaarte vaiïnbsp;het vocht (Jij.
zwaarder dan vocht zinken , ca waarom II. 2. 6z%.
vallen door hunne bctrcklykc zwaarte II. 2. (Jji.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;wegen alleen met hunne betrek-kelyke zwaarte II. 2. 6^33.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;(grooter) verlijefen meer vannbsp;hun gewigtjdan een klein II. 2.nbsp;639.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;verliezen min of meer in redenbsp;van de digtheid der vochtenf
-ocr page 58-48 Regifier op de natuurkundige
Lighaamen hunne zoortclyke zwaarte IT. i. lt;gt;83. Lyft der zcivcr 689.
(uytallerley foort van) ontftaat [door wryving of Botzing vuur
IV. 2. 3j8.
ligtende) welke zyn V. i. 49.
hiinilc bewecginge reekenen zig in ¦’t oog V-
I. 180.
fnelhetd höc te beoor-» deelenV. i. 182*
Righaamen doorfchjinende'V. i, 2 J 7,
wy zien die zelfs niet V. 1.223.
doen iets tot de klcure V. f.’ ^14. denkbeeld daar van innbsp;fpicgelsglas, water, V. 2.nbsp;6io.
hun kleur waar van afhangt V. 2. lt;J22.
-ocr page 59-Lejfen van den Heer Hóllet.
H^haamen niet cleftrifche toonen blyfeen van elcöricitcil VI. z. 115.nbsp;praefnem. daar ontrent 119.
Lichten (hemel) derzélvcrondcrfchcidVI.
I. 20.
Licht (denkbeeld van het) V. i.
ftoffelyks V. I. 7.
— gedagten van DESCARTES over de HchftofFcn V. I. li.
Newton •
V. I. 13.
Licht verfvvakt in fede van de vierkanten der afllanden V. i. 103.
------door middclftoffen V. 1. 128.
door platte gekleurde Glaazen V., I. 132.
neemt dc kleur van ’’t Ghs aan V. I. 133.
-ocr page 60-50 Reaijier Op ds natnurkandi^
Richt neemt de' kleur van ’c Glas aan ca maakt door yder gktó zyn gccülcur-dc Cirkel V. i. i34.
zonder gekleurde glazen levendiger# V. I. 135.
¦ verfchillcnde kolcuren in het zelve Y. 2. 540.
gelykaartig V. 2. 54®* ongclykaartig V. 2. 540-.
gemengd maakt een gemengds gewaarwording V. 2.' 743.
lAchtfioifsn aezelve als vuurftotren V. i, 20.
zyn. allom verfpreid. VI.
Lichtphosphorus verfchynzel van den V. 1.'
• nbsp;nbsp;nbsp;24.
oorzaak van den V. li
fl.
Lefen van deit Heer Hollet. Jx
Lichtphosphonts is ftcrkcr dog koi'tcr ia het ydel V. i. 27.
“¦ nbsp;nbsp;nbsp;word helderder in brand
dooor wryving V. i. 6y.
Lichtjlraalen dcrzelvcr voortgang niet ogen-^ blikkelvk V. 1. ê-j
(zuivere) hoe te krygen V. r. 77 Aanmcrk.
“ hoe op Spiegels vallen V. ï.
werking voor hunne weerkaat-zing V. I. 23 J.
hunne wcerkaatzing door vlakquot;-ke fpiegels. V. 1.238.
derzelver ftuithoek gclyk aan den ftoothoek V. ï. 240. isnbsp;de grond der Spiegelkundenbsp;245.
loodregte ftuiten. denzdvs? weg terug ibid.
«a nbsp;nbsp;nbsp;ep de Natuttrkundigi
Lichtjixaalen fchuinze maakcn den hoek van weerom kaatzing , gelyknbsp;die der invalling V. i. 142.
zyn drie crlcy V. i. 247.
cvenwydige op cen vlakke Spiegel V. r. 249.
*---zyn niet vol
maakt even-wydig, en waarom V;nbsp;I. 254.
w'yderende op eene vlakke Spiegel V. i. 255.
naderende V,’ i. zjt?.
twee hot aangemerkt V. i, 2)5gt;-
breekt wanneer hy in '’t water komt. V. I, -^6^.
loodregte heeft quot;quot;geen bree-. king V. I. 36J.
Liekt^
-ocr page 63-Lef en van den Heer No [let.
Hchtjlraalen vvcc^'gckaatftc breekt als hy uyt het water koomt V. i.nbsp;167.
gaat vrycr door ’t water dan door de Lucht Y. i, 276.
384.
cicszclfs brccking, gefebiedt niet door wccrkaacz,ing V. i.
kegel deszclfs top is ea:n Cir-^, cel V. I. 440.
L’chtjtraal enkele V. r. 8^.
zigtbaarc is zamcngcfttld , ibid
--vcrwydercndc V. i. 91. 99.
¦—r- — naderende V. i. 9J.
regt Ivrifche V. i. 93. werktuig tot de proeve.
Idchtjiraal loodregte loopt gclykmetdcn a?
Y. 1.441.
¦hi'
Lich
-ocr page 64-54 Regifler op de nat uur hun digs
Lichtjlrml naderende wanneer loodrecht valt 44Ö'.
door een Prisma fpreijt zig nvt als een vvaycr V. z. 510. is langer dan breed V. I.
fpreid zignaar
eene ftreek V,
I. 513- *
door een Prisma op cen tvvcdc prisma gevangen V.a. 518.
op gekleurde glazen gevangen Y.z. 5z I.
dcszelfs gekleurde kringen, af-zonderlyk gezien V. z. 522.
—- tweemaal onderfchept, en noch eens gebrooken V. 2. 525.
by gedccitens weergekaatft V.;
LU'hh
-ocr page 65-Lcjfdn van den Heer TSfoUet. ^ j
^iehijrraal blaanwc , ccr wecrgckaatfl; dan. clc roodc ibid 555.
zoiT.migc wccrkaatsba.ardcr dan dc andere V . a. 5 3lt;j cn welkenbsp;539-
verheven rond
¦ cerft op een
Glaa, cn nadctb.and op een Prisma gebrooken V. a. 54a,nbsp;wat uitwcrkc 545.
door een brandglas, is rrgcl-vormig cn een kleurig V.
behoud door gekleurde glazen zyn eigen kleur V. a. ^57’
verft alles nact 7,vn eigen kleur
5 $ nbsp;nbsp;nbsp;Rffgtjier op de natmrkundige
liichtjiraal drie kleuren dcrzclver nader on« derzogt V. i. 5(ïo.
door een Pr/Vwrtgebrookcn, en op een verheven rond glas gevangen V. 2. 570. word kegelnbsp;vormig 572. heeft in quot;t brandpunt geen coleur 575.
Lichthtnde Y. i. 82.
Licht kegels zyn volmaalft regt lynig. V. I. lop.
Lichtkegbls krailTcken zich V. i. 13?.
—X--maaken met hun toppen gclyks
hoeken. V. i. 140.
hun voctfleun is het opg V. 1.143.
V.
snaaken geen gemengde klcnrcn
I. 145
fchildercn de beeltcnisfen verkeerd V. i. 145. Proefnemingen V. I. 146^.
Linnen doek gcwreeveri geeft licht V. i.
37. dat lichtis v/aar vuur 3P.
5-?! Re'gifler op de natKiirkuruUge'
JLucht (de wccrflant der buiten) vcrtrnaqt
den nbsp;nbsp;nbsp;I. 104. deszclfs
bcrcckenin O*
O
dcszclFs zwaarte door ccii k’vvikbuis betoogd H. 5 51.
Coloms oorzaaksdcszclfs veranderingen II. z. 5(^9.
dcszclvs drukking is oorzaak van 't künarncn der vochten
perft water, cn lucht door ieder, en hout II. z. 58C).
dcszelvs zyUngfc .drukking II. 2. 589. voorbeeld 591.
dcszelvs opwaards pcrfingll. 2. 593. is oorzaak van ’t tafel fonteintje II. 2. 593.nbsp;cn van ongclyk gebeende hevels. II. 2. 597.
deszclfs drukking op quot;quot;s rnen-
khen lighaain II. 2. 616.
Lucht
-ocr page 69-LefK^n van den Heer Hollet.
'Lucht (buiten) dcszclvs drukkinj;^ op vis-
fchen n. 2. 6iy.
- nbsp;nbsp;nbsp;- - - —¦ verpletterd
bctlighaarii niet 6i^.
blaas de vifTchcnlI. z. lt;?)4.’
( de fyndcr ) of m Iddclftof erkent II. 2. 78;?. tegenwerping 7S8. beantwoord.nbsp;750.
- nbsp;nbsp;nbsp;( de fync ) doet bet ligbaamnbsp;datze vloeibaar maakt, groter worden II. z. 8c(?.
drukt ercnccnsals allevoch-II. 2. 549.
- nbsp;nbsp;nbsp;dcszelfs gebruik en voor-dcclen lil. i. i.
— nbsp;nbsp;nbsp;C de Icragt der ) doet de blaa-zen krimpen 3. i. 275.
Regijler op de jnatimrkundige
denkbeeld va« dcszelvs deeltjes Hl-2. 15.
- nbsp;nbsp;nbsp;(droogte der) III. 2. 14.
- nbsp;nbsp;nbsp;(zwaarte der) III. 1. 17.'
- nbsp;nbsp;nbsp;(drukking der) III. 2. 35). vcor-bcclcien 41. breekt de ronde entr.nbsp;vangers niet 43. maar platte lig-haamen 45.
- nbsp;nbsp;nbsp;(veerkragt der) III. 2. 47.
- nbsp;nbsp;nbsp;—--is op een berg minder IllV 2. 49.
is gcb'k aandc zaaracndrukkende kragt III. 1. 60.
zamendrukking III. 2. ^t.
in een fles houd de barometer op ccfi gewoone hoogte III. 2. 59.
deszclvs kragt op twee halve bollen lII. 2. 61,
Lucht
-ocr page 71-L^Jfen van den Hier No liet. nbsp;nbsp;nbsp;6t
¦d^ficht cicszclvs vccrkragt doet een blaas zwellen III. z. 78.
(verdikking der) III. 2. 81.
vermccdcring van dcszcfvs vcer-kragt, door kokend water III. 2. 122. gilling over de rede 125. dirnbsp;gcincene regels hier toe 127.
¦ thermometer van amontons III. 2. IKJ.
--nodiger voor de vifichen dan water
lil, z. 143.
— ( vcrnieiiwingdcr ) noodzakelvk IIL 2. 15J.
Lach;
-ocr page 72---desrclvs verbaazende
menigte III. 2. nbsp;nbsp;nbsp;193;
proclii. met water en olie 195. met zuikcrnbsp;199.
is in een gekcel andere ftaat, dart de buiten Lucht III. 2. 207. gif- jnbsp;fingvan de Heer MACZAn daar on- ;nbsp;trent 209. giiïins van vie c.e Keef |
-ocr page 73-Lejftin van den Heer Hollet,
X'Uchi (binnen) in de ligchaamen is twee-dcrlcilll. a. 2 12.
quot;¦—befebond altyd baarc veerkrage IIL 2. 215.
- is niet zuiver HL 2. 217.
is oorzaak van nbsp;nbsp;nbsp;wind colyk III. 2.
219. oprifpingen ibid.
is vervuld met vreemde ftofFcnlIL 2. 274.
(deeltjes) vcrfchülen in grootte, en veerkrage Hl. 2. 445.
'J
(de vochtigheid der) werkt op de ovens der Glasblazcrycn II. 2. 440.
Luchtpomp (de) doetdclugt doordc fchaaï van een Ei heen drinsen, naaS
1 nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ö •*
buiten I. 1.12^
zclvs dat zy bcquaant b!y-ven, om uitgebroid worden I. ï, 134.
-ocr page 74-6j^ Regijler op de natuurkundige Luchtpomp (hiftoric der) III. 2. 20.
¦quot; ' nbsp;nbsp;nbsp;- (befchryving der) III. 2. 2l'
‘JLuchtJireeken Yl. i. 108.
Ly.
(kromme) beftaat uit oneindig veels regeer II. i. 51.
denkbeeld van een in zig ' zelve tocloopende II. 1,nbsp;127.
van mis loopcndc ibid.
I
regelmatige 128.
• (dcnbceld van een kromme ) II. I. 278.
(flange)door cen werktuig befchre-ven 11. I. 15 j.
langronde
-ocr page 75-L?(fen van den Heer Hollet.
^n langronde is de loopkring der hemclfchc ligctiaamcfl II. i. 137.
Manier om een naauwhalzig flefchie mee vogt te vullen I. i. 97.
dÜaan kan verdiiiftercf ópfjun, terwyt de zon fchynt V. I. 35)7.
^ nbsp;nbsp;nbsp;fchoön verduifterd blyfd zigtbaar V.
I. 398.
¦— (loop der) VI. i»
dagelykfche VI. i. 2iy.
--— (nieuwe) VI. i. 215.
—¦— walkende VI. i.
¦--volle VI. 1.217.
— komt dagelyks Later. VI.
Bd Reglfler op de natuurksindigê
Maan Ilingcringen der VL 1. z2t.'
--^ Cirkel VI. i. 223.
-^— ouderdom VI. i. 226.
¦--(kringtydfche) VI. i. 214.'
— ( koppelmaand) VI. i. 214.
Maanligt ’t geeft geen warmte zelf nlcÉ door brand fpicgels V. i. 254,,
Maans verduiftering VI. i. 234.
verduifterde zigtbaar VI. i.
Maanden {zonne') y\. i.
Jüercurius (Icliyngeftaltc van) Vl. i.
Jl4ejfen zyn wiggen enzaagen tefFcns.III. li
Metaalen wordert door flaan heet IV. 2.
¦^60. de hardfte het mceft 31^1.1
-ocr page 77-i^Jfen itan den Heer NélUt.
¦^ietmleri zetten zich uyt door warmte IV. z. 534.
betaal word warm door wryving met fag-tc ftóffen IV. z. 3 ö'4.
van hitte n ud. ig om te imekcnlV.
(yder) heeft ccnchyzondcrc grand, van hittinbsp;z. 3Ö5.
gemengd fmek eer dan zilver IV. z. 6'3(5.
gefmoken kookt niet IV. 1.66^. ten zy'ervogt by komt. 671.
Microscoop enkele cn zamcngeflcldc V. Szy.
“----( ukvindins van het) V. 2.
828.
regel van vergrooting, in het enkel microscoop V. 2 833.nbsp;Hanm.
E i nbsp;nbsp;nbsp;Aii~.
-ocr page 78-Regifier op de natuurkundige
Microscoop gcbrccken van hetcnkcld
83 5-met drie Glaazen,Ioop der ftra-len in het zelve V. 2. 837.
vereifchten in een goed V. li
838-behandeling van hetzelve V. 23
-ocr page 79- -ocr page 80-jro Regijisf op de natuurkundige
Midde!pun!s{c\\\\'ncr\Azkragtcn iit defchroef van archimedes IL 2. 72.
'ï-— —•— —maat en bercekening
-- —---3s gelyk aan
don inboiul der lighaa-men , wanneer de fncl-heden gelyknbsp;zyn II. I.Bi.
--- ——- nbsp;nbsp;nbsp;----voorbeelden
in het wannen varr koorn , innbsp;draai kolkennbsp;amp;c. II. I.
rar-~quot; r———:— ¦quot;' flaan tot mal-
kandcren als
de wcdci'Eyd-Ichc inhoii-deji middcl-punts afllan-den ,en ona-
(t nbsp;nbsp;nbsp;loops tvden
JI. 1..T5. Mid~
-ocr page 81- -ocr page 82-Regi^er op de natuurkundige
in bewoogeO
d^^iddelflojfen (de weerftand der) aan de vootf fte oppervlakte van '’t Lig-haam, dat ’ernbsp;wordt I. 2. 289
en aan de fnclheid, vannbsp;deszcls be-weeging. I.nbsp;2. 292.
naar maate haarer digt-heid, in water, en luchtnbsp;I. 2. 297.
- na haarc d'gthcid, innbsp;de lucht chnbsp;'t ydcl vannbsp;Boyle I. 2.
?°4-
naar dc ver-fcheiden op-
pcrvbktcvan 't hewongeonbsp;lighaam 1. 2.nbsp;312.
Mid-^
-ocr page 83-'^iddeljïoffen ( de fyne ) fchynt de Raaftc oorzaak van dc hardheid cijnbsp;vloeibaarheid II. 2. 794.
Molens (water) II, i. 380, ——— (wind) II. I. 370
Muur ( een Lange ) een ry hoornen, fchynt
fchains te loopen V. i. idS.
eventngen hun agterwaards wykin-gen VI. I. 171. eni72. aanmerk.
-ocr page 84-^4 nbsp;nbsp;nbsp;natuurkundigs
^Natuurkunde (wat is ) I. t. onci crfchcii van Natuurlykc biftoric.
Olie (cic ) fpreicit ïig in bolletjes, alle malkandci'cii fluitende II. 1. 52.
ncisjt naar den as van den Glazen bol II. r. 9:5. en vormt daar eennbsp;rdlrond ligbaarn II. i. 95.
breekt haar Rol, als het Glas ftile ' ftaat II. I. 102.
alleen is het voedzel van VUUJ? IV. 2. 204.
dien zjn vol vuur IV. 2. 402.
(bet in brand fteeken der vette) IV.
2. 40Ö’.
Omtrek der lighaamen is groter dan den inboud I. i. ijt*.
O»/-
-ocr page 85- -ocr page 86-f lt;J Regifler op de natuurkundige
Oog (konft) befchryving van een V.
•— der viflehen V. 2. 6^6.
— nbsp;nbsp;nbsp;appel het vcrnaainvcn en verwydercflnbsp;V. 2. lt;Jp7.
— nbsp;nbsp;nbsp;byziendhocgeftcld V. 2. 709. voordeelnbsp;en eigenfehap V. 2. 771.
— nbsp;nbsp;nbsp;verreziend---V. 2. 711.
— nbsp;nbsp;nbsp;(vlekken op het) V, i. 119.
— nbsp;nbsp;nbsp;wanneer het voorwerp verlieft, V. i.nbsp;119.
— nbsp;nbsp;nbsp;oogappel vcrwydcren vandenV, i. 122,
— nbsp;nbsp;nbsp;gevoelige voor en nadeel ibid.
-— van vuilcn katten V. i. 123.
Oor deszelvs maakzcl en deelcnlll. 2.395.
76.
Oorfprong en kragt van hetarmoniak IV. !•
Op^
-ocr page 87- -ocr page 88-y è . Wegijler op de natuurkmdigé
Terzjnir van zand, aarde, keetjes II. 488.
¦¦ nbsp;nbsp;nbsp;— ¦— ( opwaarts II. 2. 489. gebruik
waterputten 491.
—- van een dunne water CoIoiH)
doet een vat berften 514.
Perspomp deszelvs v(X)rdcel, en nadeel lï' 2. 575.
PerfpeBitf kwide V. I. xyé.
Phosptjorus hoe te maaken V. i. 59.
I;
If
(konfl: ) doorfmelting V. i.
gewreeven raakt in brand IV.
zync brandbaarheid IV. 2 JJÓ,
Pho's-a
-ocr page 89- -ocr page 90- -ocr page 91-Lefen van den Hesr Nollet.
^^osphorus ( middel tegen liet branden met de ) IV. 2. 55(?.
^ nbsp;nbsp;nbsp;- (vuur) deszclys bereiding iV»
i. 408.
• ---brandt aanftonds inde
openlucht IV. 2.4ii,'
^^osphoren (werktuig van den Heer Bec-cARi tot de proef der) V. i* 53 op planten V. i. 55. gc-Itccntens ^5'. en genoegzaam alle foort van ftoffên 58.
^ nbsp;nbsp;nbsp;(¦ manier om door konft) te
maaken V. i. 59.
door een maatig vuur V. i.,'
door verkoeling 61.
(konft) uitvinding die doof fmeldng en vuur V. i-
-ocr page 92-So Regifier op ds natmrkmdig»
PI
Platen (twee marmere) fchuiven HgtclylS ' zylings van Elkander II. 780*nbsp;maar worden zeer bezwaarlyk regtnbsp;op en neer van een getrokken ibidnbsp;780.
Flanken hoe zy verdorren IV. 2. 431. _____ __ rotten 433.
Po.
poeder op een yzeren ftaaf geftrooid, vliegt ten deelcn om hoog VI. 2. 191^'nbsp;van zemelen insgelyks 197.
Pomp (zuig en Pers) II. 2. 5i9.kragts be-» reekening 522. nadeel der enge py-^nbsp;pe 523.
die zonder tulTchenpoozen water geeft III. 2. 9^,
-ocr page 93-.Lejfen 'van dcri Heer Hollet.
Pr.
! nbsp;nbsp;nbsp;: Prisma ’s welke dc befte V. 2. 505.
' nbsp;nbsp;nbsp;¦— zonneftraai door dezelve V. 2. J07.
Pyrameler wat is IV. 2. 525-
Ra.
I^ad wat is III. i. i6p draagend en rollend. 1^4.
--- C drargend ) is een hefboom van de
cerfte zoort III. i. i6‘). brengt zeer verichillende kragten tot evenwigtnbsp;III. I. 16'). veranderd de ftreeklynnbsp;der beweegiog en Zet dezelve Incl-heid by 166. 16j,
--bereekening van deszelvs kragten
III. i’ 107. Aanm.
---(rollend ) is een hefboom van dc
tweede zoort III. i. i(jp.
§2 Regijler of de natuurkundigs
Re.
Regenwater is zuyverfte van alle watered IV. I. 33.
Rede (omgekcertlc) wat is I. 2. nbsp;nbsp;nbsp;502»
Aanm.
Regen wat is Hl. 2. 297.
- nbsp;nbsp;nbsp;( ftof en ftortregen) III. 2. 209.
' ( zwavel en zand) wat is III. 2. 304
- nbsp;nbsp;nbsp;van Padden III. 2. 303.nbsp;-bloedregen III. 2. 305.
- nbsp;nbsp;nbsp;(maat van den jaarlykfchcn ) III. 2*
3 to.
zuivert de Liigt III. 2. 311.
( water ) overgchaalt op verfcheids wyze beproeft IV. i. 28,nbsp;boog hoe veroorzaakt V. 2. 597
Re-
-ocr page 95-van den Heer T^ollet. 8j door konft nagcbootft V. 2. Coo.nbsp;^— dubbele order der koleurcn 507.
^ — in een warerfprong V. 2. 6ïo.
— op de Grond V. 2. lt;Ji2.
word veroorzaakt door vlugge zouten 1. 2. lid.
'' zenuwen in den Neus I. i. 230.
^^ukdeekn (de damp der) nvt een klcirt-flefchie vervult een gantftlie kamer I. i. 34.
( verbaazende kleinheid der)
kiemen zyn Hefboonien III. i. 49.
^dngen (gekleurden) hoe te maaken op glas Icbynen V. 2. 62 J.
M-in-
-ocr page 96-Ringen (gcklcurden) in zeepwater V. 2. (Jj I.
Ra.
Roeien ( aanmerking op quot;t) I. 2.
Roede (yzcren) gcckftrifecrd V. 2. iï'
Rood door de liigt veroorzaakt V. i*
Rotting knoppen zyn bolronde fpicgcls V-I. 505.
Ru.
Rafi wat is I. 2. 278.
- haar aart cn ergenfehap I. 2. 283.
Sa.
Salpeter maakt uyt zi^ zelfs geen grootc koude IV. I. 21^.
Saf
-ocr page 97-Leffen van den Heer Nollet, 8quot;^
{het oplvlimmcn der) in boomen' cn gewafTcii 11. z. 755.
- elk gewas trekt zyne byzondcre
naar zig II. z. 7)(3. opgcbeldcrt doar een voorbeeldt 757.
(het opklimmen der) heeft nog an derc oorzaaken II. t. 755.
^afttrnus VI. I. £gt;5.
--(ring van) VI. i. 6S.
-waterweegkundige befchreeven 11.
Schaduw (wat is) V. i. 114.
--gekleurde V. 2. 747.
door de Vinei gekent
748.
blaauwe w'aar van daan V. 2. 747.
F 3 nbsp;nbsp;nbsp;Scha-
-ocr page 98-8^ nbsp;nbsp;nbsp;Regijier op de natuurkundige
Schaduw ’s ingang, midden uitgang VI. ï* 241.
Schemer ligt VI, i. 187.
--verlengd den dag VI. i. iS3.
----onder den Evenaar VI. i. 188.
•--op verfcheide breedten VI. 1.189.
—---onder de aspunten Vl. i. 189?
Schepen door middel van kiftingen uyt de grond gcligt II. 2. 662..
gaap in zoet water dieper, dan in zee. II. 2. 6^1.
Schietgeweer (het) doet altoos den loop ryzen II. i. 41.
Schieten (’t) met kerfen, en andere fteenen II. ï. 51.
Schilderden hunbedriegelykheid V. ï.178.
Schfoef is een hellend vlak III, 1. 221. be-ree^ening 224. Aanm,
Seh-
-ocr page 99-Lefen van den Heer JSfoUet. 87 . draadcn vierkanten III. I, 2,25.
'¦ nbsp;nbsp;nbsp;van AllCKIME-DtSnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;III.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;227.
--zonder eind III. 2.. 229.
SI.
Slinger befchryving (der) II. i. 213.
*¦--gaat trager onder den evenaar 214.
-- enkele 11. i. 287.
^ • nbsp;nbsp;nbsp;zamen gcrtelde ibid.
*—......... klimt wcderzyds tot nbsp;nbsp;nbsp;defelvenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bcogte
II. I. 288.
' ’ evenredigheid tuffehen dcszclvs
lengte in den tyd der fiingeringen II. r. 290,
dcszelvs eigenfehap door ProtFa: opgehcldcrd II. i. 29 lt;.
•- (gebruik der) II. i. 299.
gs
Regijler op de nauturkmdige
Slinger veranderingen door koude, ew warmte II. i. 308.
*quot; nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door plaats -^o)-
van GULLILEI II. i. 300.
--Cgcbrecken der) door natuurk:
oorzaaken II. I. 308.
—— (gebrek in den) uyt warmte,en koude, door konft verholpen II. I.3I5-
Slinger uurwerk ( denkbeeld van een ) II. i. 30Z.
Slingerwerken (gebruik van den Cirkel-trek in) II. i. 305.
Slingeringen ( de Evenredigheid ) door den geluid ineeter geftaafd III.2.nbsp;425.
(het getal cn de evenredigheid der ) kent men uyt het hooren der toonen III. 2.nbsp;42^.
hangt af van de. zoutdeeltjes I. i.
— en vermengt met andere ftofFen 117. heeft verfchiUende ’t zy eenvoudige ZIJ), ¦’t zy gewaarviordin-ge zzo.
---deszclvs zitplaats I. r zzo.
Smehkra^t (nut der) van ’t vuur in kon-ften, en anibagten IV. z. fgt;z^. inzonderheid van inetaalcn lt;5'zcS'.
Smelten (dcnkbcclt van't) IV. i. 71.
Snaar denkbeeld van deszclvs {lingering III. z. 329.
50 Regiper up de nutmrkundige Snaaren hun rekken en krimpen III. i*
IJS.
de vogt van den Grondmeetcr III. I. z8i.
---en van het wccrhulsje 282.
--— lengte dikte, en fpanningdcrzclvc
moet aangemerkt wórdcai III. 2. 415.
Snelheid der bevreeging I. i. 254.
is iets anders dan de beweeging 1.
I. 26‘^.
(gclykvormige) I. i. zddquot;. (vcrfncldc) I. i. t6j.
(vertraagde) ibid.
(opzigtclyke) der zamen botzen-de lighaamen I. i, 445.
SneU
-ocr page 103-9t
Lejfen va» den Heer Hollet,
^i^elheid moet nevens den inhoud by dc botzing bcrcekcnt worden 1. i.
— nbsp;nbsp;nbsp;na de botzing I. i. 4ö’8.
------ — - —— (wanneer afs ^ en
6 in ongelyke lig-haamcn I. 470, 471*
— nbsp;nbsp;nbsp;( regel om de gemeene) na dcnbsp;botzing tc vinden ,1. 2. 485.
in de werktuigkunde III. i. 17.
Sneeunü wat is IH. 2. 300,
So,
Salderen der Jinvcliers, goudfmitSj horlo-» giemakers IV 2. 740.
mctaalen V, x. i6i.
-ocr page 104-5Z Rcgifler cp de Natuurkundige
Spiegel (viskke) maakt geen brandpunt V.'
1. 265.
- (bolle) printen indczelve gezien
V. 2. 717.
regthockig te plaatzen V. i. 17^-¦f—— (als’t) bewöogen wordt, beweegt
zig bet beeltenis cens zoo aerk V. i.quot; 277.
---(kantzuil) V. 1.282.
--(puntzui!) V. I. 284.
¦ --(klootfchc) V. I. 2.91.
—(boUc) vergaderen de zonncftraalen niet V. I. 294.
(\5oUe)2yn brand fpicgels nbsp;nbsp;nbsp;V. i. 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17.'
¦ ---(holronde) evenwydigc nbsp;nbsp;nbsp;ftraalenop
dezelve V. i. 308.
naderende ftraalen op dezelve V. 1. 309.
Spi-
-ocr page 105- -ocr page 106- -ocr page 107-Lfjfen van den Heer Nollet. 95’
¦Spillen van werktuigen , afTcn van wielen branden IV. 2. 359.
Spraak hoe gevormt III. 2. 434.
Spreehrempet III. 2. 374. 382.
Springen van Glaazen door vuur IV. 2.^3^.
voorzorgen daar tegen IV. 2.513..
¦ nbsp;nbsp;nbsp;---Qjjj (Jqqj. vocht IV. 2. ^16,
--(hct)uytrchuitcn, enrytuigcn,
II 1. 31.
' nbsp;nbsp;nbsp;(’t) derIlook ghafen III. 2.223.
Star( dwaal ) gedaante van dc Jupiter II. i, 388.
Starren (hoogte der) II. i. 39.
----hebben geen onbekende en ongeregelde beweeging II. 1.412.
Jfer~
-ocr page 108-Regijhr op de natuurhindige
Starren ( vcrfchictcn en vallen der) IV. 448.
Staaf (een) van yzcr cn fpiesglas met cd’ vyl geftrekca IV 2. 335.
-------geefi: vonken van verfehciJei’
zoort
Staaf (yzcren) door cen bol gcclcftrizcerd) geeft aandoening op tic hainl VI. i-14. geknap cn vonken ij' kvvaüjcs-
Staal dccUjcs met een viuirftecn gcflagcH zyn oolltCjcs IV. 2. 527. oorzaak 335..
-- vylze! in dc kaars gehoiulen, watvef'
toond. IV. 2. 332.
- (bet barden van) I. t. 188 dcjzeh'S
uitwerking 185». oorzaak 190,
Staar op het oog V. 2. 734.
Starren hemel deszelvsbefchonwineVl. i. !•
Stem hoe gevormd III. 2. 233.
Steen bo’ogneefthe V. i. 31.
feun
-ocr page 109-Lejfen van den Heer Nollet. 97
^teiin punt is zomtyds een Ivn III. i. 17.
draagt de gehcelc zom der even wydige kragten en nooit meernbsp;55. III. i. 85». d’kragt ennbsp;ftrcck !yn in ongclykc kragtennbsp;91. volgt het punt van zarnennbsp;loop der Ichuinlclie kraqteiinbsp;97. dcszclvs befte plaat 99.
(los) III. I. 104.
of rot in bet oneindige deelbaar zy 1. r. iz.
vreemde tulTcben twee lighaamen boud dezelve van een I. 20. 21. ofnbsp;vereenigd dezelve 22.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;¦— (zommige) bebben meer vuur in
zig, dan andere IV. i. 278.
“--gevoelen van den Heer BOERHA
VEN 279. zwarigheid ’ertegen 280.
¦—— (wecke) fmeltcn allcngskcns IV. 2. 623. bardc eensklaps.
—— dierlyke is clcdrick VI. 2. 7J.
G nbsp;nbsp;nbsp;Sttok*
-ocr page 110-pS Regijier op de natuurkundigs
Stookketeltje handelbaar IV. 2. 729. voof een water bad IV. 2. 70^0.
-------tot een zandb3lt;^
IV. 2.731.
Stooven in kachels zyn fornuizen IV. i* 73 5-
Stuithoek is gelyk aan den floothock I. z* 436.
Stuiten en terwgftooten van bewoogen lig' haamen. I. 2. .382.
Straalen ( dc proef der koud makende) van ¦’t ys is twyfelagtig IV. 1. i6z.
Straalen van zon en herren zyn evenwy-dig V. I. 12Ö.
--cvcnwydigc op een bolrond fpie-
gel V:' nbsp;nbsp;nbsp;288.
cvenvvydige worden naderende V.
II.
veranderen na de kromte van den fpicgel V. I. 313.
-ocr page 111-¦Lejfen van den Heer NoUet.
Straalen naderende en wydercncle, dcrzcl-ver brandpunt V. I. 515.
““ van de zon maaken in den dampkring een kromme lyn V. i. 552.
Straalen van de zon, door cenine fpicnelt-
OIO
jes op den thermometer gekaatft doen hem ryzcn IV. z. 475.
w—, ---verfvv.ikkcn door wecr-
ftuicing IV. 2. 47tJ.
evenwydige worden st'ydercndc V, I. z8p.
naderende minder naderende enz. V. I. 291.
( denkbeeld van ’t beloop der) op verfcheiden gedeelte van den fpiegclnbsp;V. I. 0^00.
lOO
Regifltr op de natuurkundige
Straalen (werktuigen en wyzc der proc^^ van de yerlcliülcndc breekbaarliej^nbsp;der) V. 2. 501.
Straalen Cevenwydige) uit de lucht in h^'’ water wat doen V. i. 405.
brcckcn in een digter naiddclfto^
V. I. 410.
•————• hunne loop in vrrfcheidcniiniJ' dcilloffcn V. I. 414.
--- van een kaars wa:.r uit onftaaH
V. 2. 725.
Straalbreking (ontdekking V. i. 35^*
-----denkbeeld der V. 347.
---twee vereifchte tot de zelvC
V. I. 359.
(wetten der) V i. 368.
(verfchil over de oorzaken der) V. 1. 371. gevoelennbsp;vanD£SCAKT£S V.i. 371.
Strad'
-ocr page 113-Lejfen van den Heer Nollet. loi
^quot;'’^alhreekmg vcrfchilci na tie geftcldHcid vau den dampkring V. i. 59^.
verano.crersoe voorwerpen
V. I. 399.
Staalbreekende oppervlakte is of vlak of lioi-rond, of bolrond V. i. 400.
—*—¦ werktuig tot de firaalbrce-king V. I. 401.
Staalbreking maakt de dagen langer Vl. i. 190.
Streekbuiging {vcrc\(c.\\tcn tot de) I. z’ 370.
^tot de) js fchnynsbeyd dcf valling noodzakdyk. I. 2.nbsp;372. loodregte val lydt geennbsp;ftreekbuiging noch in Incht,nbsp;noch in ’t water nog in denbsp;overgang uyt de ccain ^t aii-373- 74-
Streek-
-ocr page 114-lOX
Regtfler op ds natuurkundige
Stréekhuiging der lig'naamcn in lugt en water verandert door de be-wccging van de vloer Oo^ fclve I. 2. en door h'f'nbsp;zondcre gedaanten der lig'nbsp;ten 377.
gclyk uyt een voortgeworpen oeiter fchclp , en de houdingnbsp;van foniinige vogels blyktnbsp;378.
( heeft plaats) in een lighaam, niet een fchuinze ftreek , innbsp;een andere vlociftoften komende I. 2. 382.
in alle lighaamen
I. 2. 388.
verfchilt in trappen. I.
2. 382. is altyd evenredig metnbsp;de fehuins-¦ heyd der in-valling 391.
Streek'
dog
105
Lejfen van den Heer Hollet.
^ireelhuiging (redenen waarom de) eindc-lyk weerftuitingword I. 2.
^tarreh/inde dcszelvs oirfprong Vl. i. 2-
Starrkundifre^eXztA^W.i.'j. van PTOLO-quot; M^US V I. 1.8. van COPERNICUS enHEPLERVl. i.io.
Starren (vaflc) VI. i. 21.
-ocr page 116-104 Jiegifler op de natuurkundige Starren (zes rangen der) VI. i ^t^.aanW'
---nieuwe Vi. i. 44. aanm.
—— van dc eerfte grootte VI. i. 4lt;J.
--nevelagtige VI. i. 50.
Starren Hemel draidniet VI. I. 55.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;(hoofd dwaal) VI, r. lt;?4. hunnbsp;loop uit dc zon gezien Sp.
mindere dwaal) ibid.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;boven en beneden dwaal VI, i.nbsp;67.
(dwaal) hun afftand Is evenredig aan hun inhoud. Vl. i. 6p.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;hunne kringswyzc beweeging VI.nbsp;I. 68. omloop tyd en loopkring-wat is 68.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;omloops tyden Vl. i. 70.nbsp;hunne wagters ontdekt VI. i. 71,
Star-
-ocr page 117-Lfjfen van den Heer Nollet.
Starren (dwaal)hunne afftan(3cn Vl. I. yj. regel van Rfc-PLER 7(J. 77.
dragen om hun as.
zamenftand V'^I. i. 84.
tegen overhand ihid.
d'.varftanden ihid.
hun loopkringen zyn lange-ronden VI. 87.
hun fchynbaare grootte hoe veranderd Vl. 15)3.
Starren (dwaal) hunne vcrfcheiden loop V1.1. 9f-
-ocr page 118-Ilunne loopkrincjen IcjjqeO niet in het zelve vlak Vl. i*nbsp;]q8. vcraiidcrcii niet VI. i.nbsp;124.
hunne breedte Vj. i. 112. fnypunten VI. 113.
Starren (haart) zyn hemclligten VI. I. 1 l(J.
lo8 Regijler op de natmrkmdige
Telescoop van Neuson V.2. 814. loop
ligflraaicn Sr^. werking Si^-bekaiiaeling 817.
van Cf.egorg V. -z. 818. bcquot; handeling 822.
Teleseoopsn vcrgclyking der tw’ce V. 2. 825.
Terpentjn olie door fjlpcefcr alleen onthq-ken IV.. 2. 408.
Th.
Thermometer hoe te vullen III. 2. 114.
—----waar moet hangen IV. 2.495.
hoe te maaken IV. 2. 559. aarim.
van Drebbel IV. 2. 575.
van FLORFNCEIV. 2.579. desïclys gebreeken 580.
Ther~
-ocr page 121-Lejfefi van den Heer Nollet. nbsp;nbsp;nbsp;i op ’
thermometer vergclykbaare IV. i. 5^4»
*----Amoutors IV. 2. 585.
¦ -----— Reaumur. IV. 2. 591.
deszclvs verdeeling 595.
¦¦--gebrek van alle IV. 2. 606.
hoe waarncemingen niet dezelve te doen IV. 2. lt;gt;09.
— dcrzelver vocht gekleurd en ontkleurd V. 2. lt;gt;47.
To.
Toonen wat zyn III. 2. 409.
¦ --verfcheidenheid der) III. l. 411,
--(hoofd) III. 2. 412.
dcrzelver verandcrlykhcid lü. 2. 413.
(middel) vafte ill. 2. 414.
verfchillendc blyven in de LiigtoOquot;' derfeheiden III 2. 439-
(ydcrc) werke alleen op deUigtdcclt' }vs III. 446'.
(by) 451.
(cn klanken) verwekken aandoen en ontroeringen
Toppunts Ijn (denkbeeld vandc) II. i-jpg. zenith en zeniths af-ftand 394
Tourmalene Vl. .2. 80. 81. aanm.
'Toverlantaarn I 2. 842. het vinden 834. ‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftand d er glaazen 844. uitwer
king met cene kaars845. met de de zon Sgtï. loop der Ligt-firaalen. 847.
-ocr page 123-^owiv wat is in. I. 235. gcbniik 2^^. zwaarte van hêt to«w 2^6. bercckc-ning 237- aanm. ticrzelvcrnbsp;veranderd de ftrecklyn 239. ftyf-heid en onbuigbaarheid van het touwnbsp;240 is in rede van de gewigten,nbsp;die ze fpannen 245. en in reden dernbsp;iniddcllynen 246 buigen zich ge-rrukkclykkcr ona kleine rollen,nbsp;248. nadeel van dcrzelvcr ftyfhcidnbsp;ih de lakei. 253. fterkte der touwen 2^8. bun zanaenftel 259. hetnbsp;in een draaijen maakt betrouw zwakker 262^. hoe eèn touw breekt 2(73.nbsp;geflaagen touwen verliezen hunnenbsp;fterkte 2^8 trekken met vcrfchei-den touwen telfchS 269. dcrzelvcrnbsp;verandering door vogt en droogtenbsp;270.
----- (een) krimpt op, en ontdraait zig
door vogt HL i. 272.
-ocr page 124-liz Regifler op de natuurkundige
Tr.
Traagheid wat is I. i. nbsp;nbsp;nbsp;bied weder-
ftand tegen de beweeging 24V niet veroorfaakt door Lucht-266. noch door fvvaaric 2 50.nbsp;de vloeiflofFcii 252. deszcls'^snbsp;uitwerkzelen in vcrfchiüendcnbsp;Lighaanien 2^6'. is evenredignbsp;aan de ttoiïc 258.
Uv.
XJ'jtbroeden van kiekens door Me ft IV. 2.
Upgeflrektheid wat is I. i. 6. 7.
((itvloeiz.els ( eledirieke ) van het glas zyn fterker dan van den leider VI.nbsp;2. 129.
—-----uiteen ongcclcamp;izeerd lighaam
gaan naar het geelcctrizcerdc
VI, 2. 217.
1Ut‘*
-ocr page 125- -ocr page 126-Il4 Regijier op de mtuurltundige
XJpfetten (’t) en fcheurcn van houtwerii I. I. 113.
Vnjler is een hefboom III. i, 127. Uurtelling ftarrekundige VI, i. 127.
Val der zwaarc ligchaamen II. i. 184. is loodregt i8p.
__ van een Hgchaam langs een hellend
vlak II. I. 25i.
--- loodregte en fchuinfchc zyn evenredig II. 1. i66. Loodregte ftaattot de fchuinfchc als de hoogte van het vlaknbsp;tot dc lengte z6j.
- langs de middellyn en fpanzyde in een
circcl zyn gcU'ktydig 271. en der-halven valt een ligchaam langs cen korter of langer fpanlyn in den zelvcnnbsp;tyd. 27J.
Lefen van den Heer Hollet. 115
^al langs een hellend vlak geeft dezelve fnelheid als langs een loodregtenbsp;maar in langer tyd
van een ligchaam langs een kromme lyn II. I. I7S».
circcltrck II.i. 281.
^— (de) langsdc fpantyn, duurd langer dan langs den onderfpanden boognbsp;II. I. 297.
l'^ajiheid wat is I. 1.86’, onaffcheidelyk van dc Ligchaamen I. 1. 88. is oorzaak der weerftand. 85». •
t^eerkragt wat is I. i. 178. aan zamen pers baare lighaamen eigen 17^, dochnbsp;nooit volkomen 180.
iié Regtfler op de natuurkmdige
Veerltrait nut der vccrkragt 182. in rvtuiquot; gen 185. in uurwerken 104-fchictgcvvcer 185. klokken i%6.nbsp;in mctaalen 187 in yzcr 188. totnbsp;in gehard ftaal 188.
(zonder) gefchied geen wcer-ftuiting I. 2. bl. 422. ligchaa-men die geen of weinig veer-kragt hebben bieden beft tegen-ftand. bl. 424- deszelvs oor
zaak is onbekend I. i. bi. is aanzaamen persbaare Hgehaa-men alleen eigen 175. dochnbsp;nooit volmaakt 180.
V'ter deszelvs flingcringen zyn gelyktydig I. 2, bl. 434. en groot na deszelvsnbsp;ftyfhcid Proefn. 435.
Veerkragts beweeging vcrdubficld dc rne-gcdcelde I. 2. 498. en werkt na de grootte van bet botzend lig-haam.
Icn ring I.
werking bewezen dooreen ftaa-
500.
Vtr-*
-ocr page 129-ylerhragts bcwccgingin een reeks van raa-kende baUen I. 2.513.
(der binnelugt) hout de volle halve bollen van een III. a.öó’.
Vergrootglas maakt de voorwerpen helderder V. I. ^66. vertoond dezelve mismaakt V. i. 467.
Verhitting door beweeging IV. 2. 373*
Verrekyker uitvinding V. 2. 776'. verbetering 757. gebreeken 801.
---van GALLILEO V. 2. 789.
van KEPEER 802, hoe de voorwerpen vertoond 804. gczigt velden vergrooting 807.
-ocr page 130-118 Regifier op de natmrkundige
Klak {hellend) wat is III. i. 184. uitwcrkquot; zcl 189. beretkcning 191'nbsp;aanm.
-- vertraagd den val II. i.
Vlak ( hellend) II. i. 259. werkt in vallende' ligehaatnen te zaamen metsde zwaarte II. 2. 160.
Vlak (laet) der zee verhevenrond. II. 2, 505.
Vlam deszclvs oorzaak is de veerkragt dcc lucht III. 2. 165.
— nbsp;nbsp;nbsp;deszelfs verfcheiden coleurcn IV. 2.nbsp;711 •
— nbsp;nbsp;nbsp;( gevaar van een ) die in den fchoor-Ilcen vliegt IV. 2. 712.
¦t---van een kaars naar een plaats geblaa-
2en iV, 2. 731.
Vlam
-ocr page 131-j nbsp;nbsp;nbsp;Lejferi van den Heer Nollet. 119
word eenige duimen langer IV. I 2. 739.
Vliegen der menfchcn is onmogelyk I.J3 J-
Vlieger (elcólricke) VI. pp.
yiieg (ligtende) in america V. i. ^6.
V'lietbaar (het) veranderd de Natuur II. 2. 810.
Vlo.
Vloeifloffen botZen anders dan vaftc lig-chaamen I. i. 519.
in cen kromme lyn bewoogen krygen cen middelpunt fchuwen-dc kragt. II. I, 65.
-ocr page 132-1-20
Regiper op de natuurkundige
ff'lofidojfcn ivcrkcn na lianr zwaarte H. *¦ 47 r. drukken met hun zwaartenbsp;na alle kanten II. 2. 477. z)''nbsp;lingUhe drukking opwaartl'nbsp;klic drukking 479.
(loopftrecl^s verandering door de) I 2. 3(^7. opgchcldcrdnbsp;door een voorbeeld 368. watnbsp;men door Loodlyn hier te ver-ftaan heeft
(f vcrichillendc) onder een gemengd fcheiden zig van zelfsnbsp;yveer uyc elkander II. 2. 533.
(bewecghaarhvd en daadelykc , bc wceging der deeltjes vair de )nbsp;ïl. 2. 769,
kint
¦ denkbeeld van hun zylingfc drukking 478. opwaarts druk-
47igt;-
f^leeibaarheid der Lucht III. 2. 10. onftaat niet uit de fynhcid der dcc-Icn II,
y'loeibaare ftoffon marken v.ahe lighaamen vloeibaar 11. ?. 808.
IZZ
Regifler op de natuurkundige
Vachten zyn volftrckt onzamen persbaar !• 7. i6j. maar genoeg to: ons nutnbsp;ibid i6^.
(van dc thermometer) vcrccni' gen in ’t weer IL i. 73.
• dcrzelver aard II. 2. 452. hebben bynadezelve aard als die der vloei-ftolfen 4^4. klimmen in de armennbsp;van een hevel even hoog 49
¦ gclyk flagtige II. 2. 45 (J. hebben zwaarte 457* yder deeltje drukt af-zonderlyk 458.
- vveegen in haar eigen hooftftof II. 2. 4^0.
colommen II. 2. 49Z.
klimmen even hoog in allerlei buizen hebben ookgcmeeiifchap met elkander II 2.497. perfien niet naar hunnbsp;hoeveelheid, maar naar hun hoogte 506. en drukken na maatc vannbsp;hun hoogte 511.
Kocht
-ocr page 135-Lejfen ttan den Heer Hollet.
^tchten ((denkbeeld der drukking van ) 11. 2.
512. in glaazen van verfchillende vorm maargclyke bodem. 513- dcr-zeWer zylingfclie drukking is gclyknbsp;de loodregte 515. hunne fnelheidnbsp;in bet uitloopcn hangt af vanhunne hoogte 525.
¦¦--derfclver dichtheid II.2. 2.8. tegen
elkander vergeleken ^29. drukken elkander in rede van hun digtheidnbsp;en hoogte 541. de verfchillendenbsp;¦ digthedenftaan omgekeerd als denbsp;hoogtens 543.
Vochten (welriekende) met water gemengd worden IV. 2. 419.
*—-— ( digt gefloten) giften niet IV. 427.
—.— onder elkander gemengd welke kleuren geven V. 2. 532.
vier voor-naamchoofd-uitwcrkzcls.
V. 2. 6\6,
Voch-
-ocr page 136-124 Regifier op de natuurkundige
Vochten (c!k deeltje der) weegt en drukt met zvn zvvaartckratrt afzondcrlyknbsp;II. z.' 455.
(vcrfchll invette en lymagtigc)II* 2. 470.
perlTen, en drukken, met kunne zwaarte, naar alle zyden uit. II. 2,nbsp;478.
J^orfl doet glas, aardwerk cd:, fpringen IV. 1. i6j.
VoclTt weger, bcfchrccven II. 2. 66^,
dcszclvs zwaarte en weging. II. 2,
Vochten (manier om twee) te wccgen,
(giftende) breckente digt gefloten vaaten III. 2. 188.
VorrJ}
-ocr page 137- -ocr page 138-Vrugten (bevriefen van) I-V. i. 201.
Vuur wat is IV. i. 2^7. is ftofFelyk 239.
is geen gemengd ligchaam IV. I., ^53-
een vloeiftof IV. i. 23Ö.
is overal IV. i. 2 6’c). in alle ligchaa-tnen 272.
oorzaak van cleszclvs voortgang IV. 1.284.
Vmtr
-ocr page 139-Lejfen van de» Hêer Nollet. ïz-f
Vmr deszclvs veerkragt is onbekend IV. i.
305-(het ) wordt tuflehen de ftof deeltjes zamen geperft IV. i. 311.
middelen om vuur te maaken IV. 2. 322.
gemaakt door zonneftraalen IV. 2.
zet alle ligchaaraen uit IV. 2. 505.
(het berften van aardwerk door 't) IV. 2, 515».
- dringt in’t metaal door lV. 2. 530
zet bet eene metaal meer uit dan het ander IV. 2. 530.
(fterk) doet de metaalen fmelten iV, 2.514.
doet ’t water kooken IV. 2. 545. dringt door den bodem van ’t vat IV.nbsp;2. 547.
V'mr
li
tol
Vuur brand fterker ia de koude III. 2. 170.
deszevs aan en uitblaazing III. 2.172. Vmr (in •’t ys is) IV. i. 274,
Vuurbelletjes derzclvcr kleinheid IV. i. .304.
Vuur krakers (befchryv. der) IV. i. 137.
Vuurdeeltjes derzelvcr fynhcidIV. i. 261,.
hardheid 2 5^. hebben ceac uitzettings kragt 290. oorzaak van brand 298'.
-ocr page 141-Vmrmaken cicr Indianen door hout IV. z.
344. het hout moet niet te week, groen, oud, dor, ofnbsp;oiieachtig zyn 34lt;^.
Vmrpylen ’t vli egon van I. 2. 505.
Vuurfiof {'\t) maakt de metaal deeltjes geheel los, en doet ze dryvennbsp;IV. z. 61^.
TVater ( wonderbare kragt van ’t ) I. I. 117. 119. proef.
-ocr page 142-Water (her) dringt doon een metaaler» Bol, die gcperlk word I. i. i6i-
is niet ramcnpersbiar door eendric-Toudigc drukking des dainpkrings I. I. \66.
valt in quot;quot;t ydcl als cen hard lighaatn II. I. jp^.
Warmte vergroot de veerkragt der lucht UI. %. 10(5.
Warmen der ligchaaincn in dc elcfkrlcitcit
op het velj ais men zig metwyn-geeft wafeht IV, 2. /^6o.
dcszelvs werking op uurwerken IV. 2. ^^c). middelen daar regctinbsp;bedagt IV. 2. 5:^51. uitvinding vannbsp;GllAHAM 540. van Iulien ignbsp;Rov 543-
PVarmtG
-ocr page 143- -ocr page 144-t^z Regifter óp de natuurkundige
flTater (afloopen) van daken, gefchicdt in een kromme lyn II. i. 41,
—'— colom elke drukt afzondcrlyk II. %lt; 467. dringt in alle zoort van buizen en klimt er in 48 t. dcszelvs werking in een buis met een krommenbsp;bocht 482, met een knie 483. innbsp;een regte buis 486'.
•—--op het oog in wyn veranderd. II.
2- 5U'
——opgezongen door ecu pypll. 2. 570-
-----fprong boven zyn bron. II. 2.
no 2.
door de veerkragt eener verdikte higr III. I. 84.
lugtlcdig dopt de lugt weer in III. 2.. 224, Proefneeming ontrent des-zclvs. hocve’eiheid III. 2. 226.
( nut en voordeel van het) IV^.I. i-
is een yad iigchaam IV. i. J.
m'
-ocr page 145- -ocr page 146- -ocr page 147-Leffen van den Heer Hollet.
Water hoe de voorwerpen zich in Ket zelve vercoonen V. r. 432.
Waterleidingen (voorzorj» by bet maaken ücr) II. 2. 500.
Watermolens ( wat zyn ) II. i. 300.
Wate-'-pas der vochten II. gt;. 501.
Waterfpron£ door cen w,ar(Tite uyrgcfctte lugt lU. I. 117.
Waterfprong door de veerkragt der lucht Itl. 2. 84.
Wateru/crk van MARLY IV. 2.
Waterweegkunde (wat is) 11. 2. 451.
Waterweeging van cen valt lighaam tegen cen vogt II. 2. lt;?t)4.
We.
Weegfchaal ( watcrwecg konflcnaars) be-fchryving van de 4. 2. 6^25.
15 lt;!gt; Regijler op de natuurkundige Weegfchaal nut der 11. 2. 075.
is een hefboomIII. i.III. drie vereilchten in dezelve 113. verandering der hangpunten 122.nbsp;Eveniar en tegenwigt 124.
Weerhuisje deszelvs weinig nut. III. 1.282.
Weerkaatz.ing denkbeeld der V. i. 207.
oorzaak 20^. zwaarigheden 211.
gefchied zomtyts zonder dc oppervlakte te raaken V'. i.nbsp;21^.
------- drie gevallen in dezelve V. I.
231.'
Weerligt donder, blikzem, befclirccvcn IV. 2. 452.
pVherJland ( het iiytrekenen van de) die een vlocitlof tcgeii een bewogen lighaam oetfent I. 2. Z99.
fVeer~
-ocr page 149-IVeerfluiting tegen vafte ligchaarae I. 2. 402.
gefjchiet by veerkragtige Hgc-haamen I. 2. 408.
fchiiinze I. 2. nbsp;nbsp;nbsp;41-2. deszeïfs
looprtteek 413. weerftuiting
(boofdzaaken byde) der bot-zencle ligchaamen. I. 2.419.
Werhlooshejd ' kragt van traagbeyd of) :I. 2. 244.
-ocr page 150- -ocr page 151-Lejjen van den Heer Hollet. 1^9
iVerkeloosheid reroorzaakr verfchciden uyt-wcrkzcls, in vcrfcheidcn lig-haamen 1.2.2 5 5.
is evcnrecdig aan den inhout,nbsp;of hoe vcclheycinbsp;van ftoffe I.nbsp;2. 258.
Werken (ket) van wyn cn bier III. 2.222,
Werking der paarden, die by een ftcilte opryden III. i. 107. van ’t geluid op ons III. 2. 453.
Werpen (’t) van iets terwyl men met fchuit, rytuig, of paard voort-fnelt II. I. 30.
Werktv.igen enkele cn zamcngcfteldc III 1.7.
hoeveelheid derIII. i.p. in aanm.
zamcngcfteldc wat zyn zSöi, bcrcckcniag ibid.
Weer-
-ocr page 152-14® Regijter op »atmrkundig»
Werpkragt wat is II. i. ^ I 7. loociregt naaf boven ^520. waterpas 32 o.nbsp;fchuinfche 321. maakt ce.onbsp;br.;ndfnecde 322.
(proefnem. der) door kwikziï-ycr II. I. 327.
lbodregte II. 1.328.
- —¦¦ waterpas ) ibid,
----(fchuinze) 329.
toegepaft op de Baffchictcrs II.
I. 331.
Wi.
Wig;ge wat is lil. i. 205. kragts bereek§-nirtg 20(5. werking 207.
¦--algemeene eigenfenappen. 211.
--(kngtvandc) ïo veel groter , naar
maatc dat zy l..hcrp is 214.
Wig-
-ocr page 153-Lejfen van den Heer Hollet. i/j.i
pFigge (voorbeeld van ) byl, bytels, mcf-fen 217.
14
Windas viox IS lil. 2. 175. is ccn .hcfbooni van de eerfte zoorc ij6. aard cnnbsp;evenredigheid 178 bcreekcningnbsp;ibid aanm. vergrooung van de mid-dcllyn der fpil door hcccouw. 182,
PFindbal (wat is ) IV. i. 127. JVinden ( naamen der ) III. 2. 4!?!.
(benrtlioudende cn vcranderlyke ) 111. 2. 465.
(oorzaak der) Hf. 2. 454.
(veranderingen der) lugt III. 2. 4lt;5ö.
¦ (fnelbeid der) lit. 2.472. kragt 474. werktuig dacr toe 473.
( nut der) 111. 2. 477- 5n de zeevaart 479. windmolens ibid. in de vliegers 481.
W'm-
-ocr page 154-Regifler op de natuurkundige
Wtnden door Konft gemaakt. III. 2. 4Salt;
Windmeeter III. 2, 471?.
Windmolens (wat zyn) II. i. 371?.
W'introer befchfvvingvaii’tlll. 2. 87. des-zelvs kragt 85». gebreken 52.
Wind ovyz.er lil. 2. 473*
Wolken wat zyn III. 2. 1^6,
Wrjvend Lighaam tot een zekere trap vergroot, vermeerderd de wry-ving niet meer J. 2. 530.
befchryving der cerfte -^zi
Vootbecicl Van beide foorten in de wielen en rytuigen 323.
(weerftand der) is bczwaarlykuyt-tcrckcncn , en bange af van de gladheyd der oppervlakten, dienbsp;niet te bcpaalen isL z. 3 14. ennbsp;heeft invloed op de waardyvannbsp;de andere oorzaaken der wryvinsnbsp;wat in de zelve aantemerken 1.nbsp;z. 325. op de oppervlakte dernbsp;lighaaincn 327. en de fnclhevdnbsp;van d« beweeging 328-
( nut der) in de wigge en fchroef
144 Regifler ep de natuurhtn-dige
J’Vrjvingen wat’cr bcftendig plaats in heeft
JVryven (^t) in de handen, in de zyde flaan iV1. 2. 373.
(gclyke) in dc elektriciteit geeft geen gclyke uitwerking V I. 2. 71.nbsp;door de hand beft 73.
vernietigd de bevveegingi, 2. 335.
(uitwerkzels der) in ’t bederven, en verflyten van alle dingen I. 2,nbsp;337-
¦ nbsp;nbsp;nbsp;deszclfs nut en voordeel I. 2. 340.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;(byde) komen de oppervlakten innbsp;aanmerking 1. 2. 345.
('t) der oppervlakteen vertraagtden loop der vlociftüffen I.. 2. 347.2)8nbsp;ook die van 't water amp;£. 348- ooknbsp;den loop der revieren 350.
Wrj-
-ocr page 157-Lejfen van den Heer Hollet. nbsp;nbsp;nbsp;14 J
PVrjvin£ ( uhwcrkzels der) door drukking vermeerdert in uurwerken I. 2.nbsp;352. op den draaibank 353. innbsp;nyptangen enz 3 34. is dikwiis oorzaak dat vverktuygen in 't grootnbsp;mislukken 354.
der vogten tegen elkander. IV. 2. 374.
Wy.
ffyn (roode ) klimt door water naar boven II. 2. 5 3 *•
¦-- vrieft met blaazen, en vergaart zyn
geeften in ’t midden IV, i.
Ji/yn^eej} maakt het ys koud , en '’t water Vinarm IV. i. 214.
----met water gemengt word onklaar
en warm iV. 2. 375-377.
(aart der deeltjes van den ) cn ’t water IV. 2. 381.
-ocr page 158-Tdd (het) is cene verdund*» Lugt. IIÏ-2. 71 dcszelvs uiterfte graad 7lt;S'.
Xlheden dcrzclvcr hoeveelheid onbekend I. I. 140’.
doch moet zeer grootzyn 147, verfclrillen in grootte 147. en innbsp;gedaante 151. derzelvcr gebruik innbsp;het plaatfnyden I. i. 15». in hetnbsp;Coleiiren van marmer 154. ver-niflen 155.
-ocr page 159-— nbsp;nbsp;nbsp;dryft op water 144. word door lugtnbsp;blaasjes grooter 147. zonder lugt isnbsp;zwai^rder 150. dcszelvs ligtheid is aan-mcrkelyk 151.
— nbsp;nbsp;nbsp;is niet zout IV. i. i(Ji.deszcIvs afzet-tings kragt is verbaazende 166. oorzaak
(tafel) IV. I, 19J.
¦r?
-ocr page 160-fi 48 nbsp;nbsp;nbsp;Regifler op de Natuurkundige
Ts (natuurfpcelingen in ’t) IV. i. 15)8,
— nbsp;nbsp;nbsp;(de graad van koud ) kanmcrkclyk vergroot worden IV. 1. 20:5.
— nbsp;nbsp;nbsp;(het ) fmelt niet door gebrek van vuur
— nbsp;nbsp;nbsp;fchotzen ih een revier IV. 1, 178.
— nbsp;nbsp;nbsp;zetting IV. I. 185.
— nbsp;nbsp;nbsp;kegels IV. i. 227.
— nbsp;nbsp;nbsp;kegels (vorming der) II. 2. 472.
Tz.eling wat is III. 2. 295.
Tzjir gefmoltcn zet zig uyt als koud Word IV. I. 1)1.
•*— hoe gefmoltcn IV. ^28.
— wordt langer door warmte IV. z. 528. en korter door koude 529.
Lcfen van den Heer Hollet. 149
‘Tx..er en Water bcvricfcii beide feer fchiclyk IV. I. 154.
gevoelen van den HE F, II MUS-,nbsp;SCHENBROEKnbsp;jbiii 155.
Za.
Zand korrclnes (de) vertoonen zig door Microscoop van zeer verfchillcn-de Gedaante I. i. 60. mutighyd ennbsp;gcbrnyk dcrlclvcr van atgcieid ibid.nbsp;6^. hunne doorfchynencihyd 70.
Zand ftcen, hout, fpons, trekken water op II. 2. 7)2.
Zamen^erjing aan aüe ligehaamcn eigen 1. I. 159.
der lugt werktuig daar toe in. z. 99.
( niterflr errnad der )
r 5 0 nbsp;nbsp;nbsp;Regifler op de natuurkundige
Zamenperjing haare vcrfchillcndc uytwcrk-zcls van vcrfchillcude zaaken I. I. ïj6.
Zamenjiand der Dwaalftci'rcn VI. i. 84. Ze.
Zeep (wat is) IV. r.
Zee waarom zout is IV. i. 81.
— nbsp;nbsp;nbsp;heeft wezentlyk zout IV. i. 8).
quot;— blyft altyd even zout IV. i. Sp.
— nbsp;nbsp;nbsp;(het bevriefen der) IV. I. 193.
Zeewater ( het) moet aan debron gebragt, en zoet worden IV. i. 15.
¦---gevoelen van Defcartes
- (het ) word in de bergholcn niet
overgehaald IV. i. 17.
'Zeewater komt niet door ondcraardfche buizen, en doorzypeling aandenbsp;bron IV. 1.20.
LeffenvM dsn HeerNollet. nbsp;nbsp;nbsp;ilt;i
Jj nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
Zeilen der fchcepcn 11. i.
•- - - met een niyme zywind II.
1. 462. werking van '’c zwaard 3(^3.
¦ -----meteen vlakke zywind 11.i. ^66,
¦ ---— fcherp by wind 3157.
Zeiipeen VI. i. i6’). oorfprong Vl. i.
ftccaagtigen aart. VI. i.
z66.
---klcur^hardbcid,zwaarte VI.i. 26^5.
¦ --kragt en Poolen VI. i. 268.
•—T—— wapening vertoondzynkragt VI. 1. 271.
tiger VI. I
O
kleine naar Evenredigbeid krag-• :74-
plciüer (van geftooten ) VI. i. 278.
afnootin:? der VI. i. 282.
O
K 4 nbsp;nbsp;nbsp;Zeil-
-ocr page 164-Zenuwsn oorzaak van't gevoel I. i- 211,
Lejfen van den Heer Nollet. ZetiHwen Oorzaak van dc fmaak I. I.aii.
Zisnen hoe gcfchicd V. I. 11 nbsp;nbsp;nbsp;,
Zien (klaar) waar van afhangt V, i.
719.
Zingen wat is Ik j. 581. mnm.
Zwinnen (wat zyn) I. ibid. 197. hun gebruik ibid, ioorten 198. elk heeft zynnbsp;eigen voorwerpen ibid, 199.
Zinken (het) van vol met water gcloopcn j flefchen., emmers. Schuiten, II. a.nbsp;461.
( balken, en kurken ) allcnskens lï.
(het beurtelings ) en boven dryven van drenkelingen II. %. 656’.
Zin.
-ocr page 166-154 nbsp;nbsp;nbsp;Re fijner np de natHurkundige
Zintuigen f lt;Je fynhyd licr) vcrfchüt in vcr-fciiyden menfclien l. i. 231.
Zo.
Zonnejlraalen wecrgckaats cioen ccn tlicr-niomcttr ryzcn IV. z. 474.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;(verfchynztls van dc) die
door den kantzuil loopt V.z. 507.
Zon fcliynt in haar opgaang grootcr V. i, 501. en langwerpig V . i. 395-
“ nbsp;nbsp;nbsp;' rdiynt ccn vuurVr. i. 55. vertoond
zig als een fchyf 57.
' heeft vlakken VI. 2. 59. draaid om haar as VI. i. 60.
(de ) maakt dc vuurftof wcrkzaani z. 472.
Zon
-ocr page 167-Le^fen van den Heer Nol let, nbsp;nbsp;nbsp;i j j
Zon haar dagclykfchc loop is trager c!aa die der vafte fterren VI. i. 1^6.
is dc maat der tyd VI. i. i8r.
Zons-verduifiering VI. i. 237. begint aan quot;quot;t wellen VI. 1. 240.
Zonnepunt der dwaalftcrrcn VI. 1. 90.
Zonspnnt VI. I.'pa.
Xcnnejlanden VI. i. 6lt;). Zonnecircel VI. i. 198.
Zondaos-letter Vl. t. 200 In een fchrikkcl-
jaar VI. i. 201.
Zomsrdranl (verkoeling der) IV. i. 97.
ZoKt-
-ocr page 168-quot;Zoutdeeltjes ( de) zyn uit een zelfde zout allen van eene zelftle gedaante L I. 71. warom in 't water niet zigtbaar ibid, maar innbsp;vcrfehillende zouten van ver-,nbsp;fchillcndc gedaante ibid 72.nbsp;wordt ook ontdekt in de myri-ftofïen ibid 7^.
2out bewaard de ligcliaamcn en waarom i.
(zee) fmcit beter als filpeter IV. i, 6p. irnclt in warm w'ater beter dan innbsp;koud fV. I. 7j. keert weder in zee
IV. I. pi.
arir.oniac maakt het water koud IV,
I. 7(5.
maakt koude, geen ys IV. i. rjtS. van Zeewier wat is IV. i. it 2.
-ocr page 169- -ocr page 170-1)8
Regijler tp de riatuurlcundige
Zwaarte is ondcrfcheidcn van gcwigtil. ilt;
is iii alle ligchaamcn II. T. 147. ook in rook ca damp 150.
• loopftreck (der) II. i. 175. is in alle ligchaamen dezelve 178.
........ word niet veranderd door den
tyd II. I.
Zwaarte dcszelvs middelpuntlll. i. 18.is niet hetzelve met het middelpuntnbsp;der gedaante van hetligchaam 19.
Zwaarte punt wat is III. i. 299. daalt zoo laag als kan 30a.
--der lichaamen in de maan. II. I.
201.
Zwaarte plint { z\^emecn') is het middel-
dclpunt der aarde II. i, 200.
Zïvaarte punt gemeen van twee ligchaamen 111.1,304. dcszelvs verplaatsnbsp;zing 308.
___ nbsp;nbsp;nbsp;van fchuinfclicft aande lighaa-
mcnlll. 1. 3 ld, Zwaar^
-ocr page 171-Lejfen van den Heer Nellet. I 5 J Zwuarie funt op hellende vlaktens 507.
-- van bewoogen ligchaanmen 310,
-----— van zamcngcftcldc ligchaamen
323.
-———• in menfehen 31^.
——--(zoortclyke)der luchtin. 2. 30.
•---der lugt veiTchilIcnde bcpaalin-
gen III. 2. 37.
van een teerlingvoetlugtTïI. 2.
Zwaarte kragt verfneld in den val der H}?-haamen II. I. 224. in evenredigheid der hoogten 228. deszclvs fnelhcden zyn als dcnbsp;tyden 233. et) dc wegen dernbsp;vallende ligchaamen neemennbsp;toe, in oneven getallen 237.nbsp;cn ftaan tot elkander als dcnbsp;vierkanten der tyden 239.
---als eenparig aangemerkt III.
I. 23.
tc gekend worden II. 2
der vochten kan tiit de hoog-
544. Zwaar
-ocr page 172-l5o
Regifier op de nntutirkundtge
vaam ]crage der lugt II. i
- nbsp;nbsp;nbsp;opzigtclykc wat is II; i.6\0'
— nbsp;nbsp;nbsp;eigenfehapnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;plaats van
het zelve zelve inlynen en figvmrcn :50Z. -505. in re-gcimagtigc ligchaamen 304.
Zwaarte kragt doeteen ligehaam van loop-ftreek veranderen II. 1,38.
--neemt afin omgekeerde rede van
de vierkanten derafitanden 200.
--- is kleiner onder den evenaar dan
onder de poolen 211.
--(aart der) wanneer de aarde ftil-
ftond II. I 2 I 3.
Zwaarte kragt haare werking op cenedra-eiendc aarde II. I. 217.
Zwart het zien van V. 2. 75 t.
Zwengels zyn kromme hefboomen III. I. 71-77-
Zwemmen (t) mctblaazcn, en kalabalTcn
quot; nbsp;nbsp;nbsp;- (viervoetige dieren ) zwemmen
beter dan menfehen II. 2. 659. redenen er yoor
By
-ocr page 173-gende werken gedrukt, of is
ge-
; l|
AD^fSON bcwyzcn voorde waarheid van dc Chtiftelyke Godsdienft in Odtavo i — ƒ ¦—nbsp;BüS'l'üN traktatus Stigmolugiucs xbreobibli-CLis ia Quartonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14 —¦
BERNIERA Hiftoria EcclefialBca in Odavo Editio Sextanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 11 —¦
BRAKONIER korbondig onderwys in de waarheid van den Chriftelyke Godsdienft volgens den heidejbergfehe Catechismu s in Odavo f de druknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 7 —
B. V- Kortverhaal van de droevige gelteldheid der Provintie van Utrecht, en een gedeelte dernbsp;Provintie van Holland in den Jaare 1672 ennbsp;1673 in Odavo.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 11 —
GLOS SII Specimen Obfervat; Criticaruin Quartonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 10 —
CHRISTENS weg na den Hemel, in derfel-ver byzonderc ontmoetinge op die weg, za.-menfpraak tuffehen een zwak en fterk (Christen in Odavo nbsp;nbsp;nbsp;— 7 —•
CLERK fle) Overeenllemming der 4 Euan-gelitlen in Quarto nbsp;nbsp;nbsp;i — 16 —
I)Ri\N ( Le) over ’t üeenfnyden in Odavo met platen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i — j8 —¦
DODDRIGE over de opvoeding der kinderen, en Predikatiën voor jonge perfoonen in Odavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I — f —gt;
DODDRIDGE Chnllus nodiging voor dor’-ftigc zielen in Octavo- nbsp;nbsp;nbsp;— 6 —
DURHAM Chriftus gekruyft, 7,ynde den inbond van verfcheide Predikatiën over Jezaia 5'3. met een Voorrede van Profeffor Bert-link in quarto.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 — if
---Zaligheid der doden, die in den
Hcere fterven. nbsp;nbsp;nbsp;Oftavo — 14 —
ECK. (G. van) ad Pandedtas. 2 vol. in Odta-VO. Editio Ultima nbsp;nbsp;nbsp;3 : —
ERSKINE (R) Bron van a!le zeegeningen in Odavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—
—¦ nbsp;nbsp;nbsp;- B’eidc boodfehap in zwaare tyden,
veilige fchuilplaats tegen een aannadeiende duyiternis, zynde den inhoud van verfcheidenbsp;Leerredenen, meefl gedaan op bededaagen innbsp;Octavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I — :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—
---Fonteine des hcyls, geopent voor
zondaaren. in Oftavo nbsp;nbsp;nbsp;1 — 10 —
•--Groote bazuyne des Euangeliums
in Odtavo. nbsp;nbsp;nbsp;i — :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—¦
Hemelfch Jeruzalem in Odtavo. i — GOLIl Grammatica grxea. in Octavo, i GI.nbsp;GRAEVII Cohors mufarum in Octavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I — : —
Gods vrymagtlg albeltuur luiftcrlyk ten toon ge-tteldin dc bekeeriag van deHeer Chains fleer van la Motte overgegaan met deszclvs famieljenbsp;uyt de Roomfehe, tot de Gereformeerdenbsp;Godsdienit in OCtavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14 ; —¦
Gefehiedenis van een Neger, zyne reize inet dc Hecr N. van Surinaame naar Hollandt, landing door Schipbreuk aan een onbekent yland,nbsp;Levensbefehryving van de Goeverueur van’t
zel-
(E ) Reixe eens geloovige naar het
-ocr page 175-zelve de Heer LE Sx\GE. Godsdienft, Levens wyze der inwooners van hec fclve in Oétavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tl ftuiv.
Geheim der jefuiten ontdekt in Oöavo. 7 lluiv. HüRTHEMELS Phyllca. in Oétavo.
-- philof. iTioralis. in 8vo.
HALUBERTON zond; verheugd in Gods hyligdom, zynde verfcheide predikatiën, by-gelegentheid van avondmaals tyden in Oétavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 18 —
HOADLY .klaar vertoog over de natuur, oogmerk , en gelteldheid des Avondmaals. in Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. I — : —
HORNING niets by geval, of verhandeling over de voorzienigheid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 16 —
HOUTEN ( J. van) boetveerdige Chriften in zyn eenzame binnenkarner: iiytgegeven, ennbsp;meerderd door Voetius. in Oétavo — ii —nbsp;JULIUS OBSEQUENS üudendorpii, innbsp;groot Oétavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i — S —
IRHOVEN Gronden van het verzekert Chri-ftendom. in Oétavo nbsp;nbsp;nbsp;i — 14 —
JORNA Chriltelyke Wonderfpreuken. in Oétavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 — 4 —
KENNEDY (Elugh) Leidinge des Euangc-liums tot Zaligheid van Zondaren, zynde den inhoud, van verfcheide gev/igtige Leerredenen , in Quarto.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i — 8 —
— geloofwaardig verhaal van het werk Gods in Schotland, in de wonderbare bekee-ring van zeer vcele Zielen, in Oétavo 3 doelen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 — 8 —’
KOELMAN Sleutel tot de opening van de openbaringe van Johannes in Oétavo. 1 — y —nbsp;JCIDGELL Fables, in het Engelch en Fmnsnbsp;L inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;piet
-ocr page 176-met platen 2 delen. nbsp;nbsp;nbsp;i —• f —
KLOEKHOF de morbis animi in Groot Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 16 —
Leven van Henry, door W.Tong. in Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' — 14 —'
LEIBNITZ proeve van Gods goedheid, des menfchen boosheid, en oorfprong van hetna-tiiurlyk kwaat, vertaald met aanmerkingennbsp;vermeerderd; door den Heer PETSCH,nbsp;Lid der Haarlemichc Maatfchappye, 3 dee-len. in groot Odtavonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t f ~ 5quot; —
LODESTYN (J. van) heerlykheid van een waar Chriftelyk Leven in 8vo. i — y —
--- Weegfchaale der onvolmaaktheden der
heiligen , Odlavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 1 y —
— nbsp;nbsp;nbsp;het vervallen Chriltendom, uit haarcnbsp;ïo.-gelooïe doodflaap opgewekt, in Octavo
I - :
LAMPE Synoptis hilt. Ecclefiallic*. in Oéta-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ jS _
MARCK (J.) Medalla theologia; Cbriiiiana:, Editio ultima.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t — 8 —
MERILLlUS Synopfis Inllit. imperialium Octavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7 tiiiyv.
MEULEN (van der) de Ortu amp; imperii Roniani, in Duodecimo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 12 —
— nbsp;nbsp;nbsp;' - onderzoek over het hooglte gebied. in
Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14 —
MIE Heilige mengeltloiFcn, in Quarto, met pL
I — 16 —
NOLLET Natuurkundige Lcflen, door Proefnemingen beveiligd, met platen, in Octavo, 13 ftukken, met ’t Rcgilter. 2.0 — *3 quot;
-- Brieven over de Eleétriciteit, op de
pers.
— Naafpooringen. nbsp;nbsp;nbsp;op de pers.
NOL-
-ocr page 177-NOLLET Proeven over de Eledlridteit, öp
depers,
AdOZES MENDELZOON Zedel. gevoe-' len over ’t kwaad.
OOSTERDYK Inftit. med. pradlicas editio' Ultima, in Quarto.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i — i8 —
OTTü Jurisprudeiitia fymbolica in Oda-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;II ftuiv.
•—— de vita fervii fulpitii feveri. gr. Oda-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;II rtuiv.
OWEN Heerlykheid van Chrilius. in Oda-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I — 4 —
- ......... Gods gewoone handelingen, met fon-
digc Landen en kerken, in Odtavo — i6 —-
•- over de Lcere der Hyligc dricenheid in
Oétavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14 —I
D’ÜUTREIN over Pfalm 119. in Oda-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I — 5- —
— - kragt der Godzal: nbsp;nbsp;nbsp;— 14 —
Perizonii dilFertatio de morte Judte. in Oda-
vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— ly —
gen ’t ongeloof, omattheiften' en natiiraliltcrt te overtuygen. in Oétavo i — 14 —«nbsp;PICTET over de ouverfchillighyd der Gods-dienll. in Odavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i — : —.
Practikale Obfervatien over dehedend: troube-1 often, in Odavo nbsp;nbsp;nbsp;— 7 —
REiTS eenige hondert themata. in Odavo.
6de druk. . nbsp;nbsp;nbsp;. i — 2 —¦
RELANDI Antiq. vet. h^br^orum. in Quarto. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.1 - 8 --
RIDDERÜS Worftelende Kerk. in 06la-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-- 14 —•
Pope Carmina de homine. in Odavo — 14 — PÜNTOPPIDANS kragt der waarheid, te
STROCHTMEYER derepublica Suprcnaque ejus poteftate in Quartonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ijquot; liniv.
TURRETIN tegen de geeftdryvery.in Odta-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— ly —
TRIGT nodig Cieraad der bruylofskiudereu in Oé'tavo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 1 ~~
VRiES (de) de natura Dei. in Octavo i —6 — VOORD A ad legein falcidiam. in Octavo, opnbsp;cfc Pcvs.
VEDELIUS Hylige vrolykaari. in Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 7 —•
VOETIUS over de Kerkelyke magt in Octavo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— lO —
WATS Nedrigheid van Paulus. in Odta-vo. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— 14 ——
Wiïiink Amftellandfche arcadia 2 deelen in Octavo. met 13 leer Fraaie platen van Philips. --dito op klyn Mediaan Schryfpapier
-ocr page 179- -ocr page 180- -ocr page 181- -ocr page 182- -ocr page 183- -ocr page 184- -ocr page 185- -ocr page 186-