In het jaar 1797 deed zekere heer M., een vroom kerkvoogd, eene reis van de oost naar

'oen hij zich juist in een bosch bevond, bemerkte hij , dat een hevig onw�er op bandennbsp;was. Hij haaste zich dus om het einde vannbsp;bet bosch, waar eene hut was, te bereiken. Juistnbsp;toen hij aldaar aankwam begon het hevig tenbsp;regenen; hij sprong van het paard , maakte hetnbsp;zadel los, en ging binnen in de hut. Tot zijnenbsp;verwondering vond bij er niemand, dan eenenbsp;vrouw met een klein kind. Hij verontschuldigdenbsp;zich, dat hij zoo maar binnen gekomen was,nbsp;en bad haar, dat zij zich niet verontrusten zou

en hem slechts toestaan aldaav te vertoeven , tot dat de hevige bui voorbij was.

De vrouw antwoordde dat zij blijde was, dat er iemand hij liaar kwam, want zij was allijdnbsp;bang bij on weder. �Maar boe kunt gij tocli voornbsp;onweder bang zijn, lieve vrouw? hernam hij.nbsp;Het is de stem des Heeren, en die Hem beminnennbsp;en zich op Hem verlaten, hebben geen gevaarnbsp;te duchten.� Hij onderliield zich nog eene poosnbsp;met de vrouw en vernam, dat zij nooit in denbsp;kerk kwam en geheel onbekend was met denbsp;waarheden van de godsdienst.

De regen had opgehouden en de lucht was helder. De vrome kerkvoogd maakte zich gereed om heen te gaan. Terwijl hij de vrouwnbsp;bedankte voor hare vriendelijkheid, zeide hij tevens, dat hij hartelijk verlangde , dat zij toch het heilnbsp;barer ziel zoeken mogt. Dringend bad hij haar,nbsp;dat zij dagelijks in haren bijbel lozen ennbsp;daarop wel acht geven mogt, als op een licht,nbsp;hetwelk schijnt in eene duistere plaats. Zij beleed hem met tranen in de oogen , dat zij geennbsp;bijbel had; zij was nooit in staat geweest, omnbsp;er een� te koopen. �Maar zoudt gij, dus vraagdenbsp;hij, er in kunnen lezen als gij een bijbel bezat?�nbsp;�O ja, en met vreugde zou ik het doen, hernam zij.�

�Arme vrouw, zeide hij, wat .spijt het mij, dat ik u dien niet bezorgen kan. � Vaarwel.�

Hij nam zijn zadel en ging naar zijn paard ; terwijl hij zich klaar maakt, om de reis voort tenbsp;zetten, begon hij na te denken: deze vrouw ,nbsp;heeft eenen bijbel hoogst noodig, en ook gaarnenbsp;wilde ik haar een� geven, wanneer ik dien slechtsnbsp;bij mij had. Geld, om daarvoor een� bijbel tenbsp;koopen, kan ik niet missen, ik heb niet meernbsp;bij mij, dan juist toereikend is om de reiskostennbsp;naar huis te betalen. Ik moet weg, maar wanneer ik deze vrouw zonder middelen laat, omnbsp;voor zich het woord van God aan te schaffen,nbsp;zoo gaat zij welligt uit onkunde verloren. Watnbsp;zal ik doen ? Eene inwendige stem fluisterdenbsp;hem toe: � wie zich des armen ontfermt, dienbsp;leent den Heer die hem vergelden zal� jgt;Werpnbsp;uw brood uit op het water, zoo zult gij het vinden na vele dagen.� Zijn hart gaf ten antwoord:nbsp;� Ik wil op den Heer vertrouwen.� Hij nam dusnbsp;een� rijksdaalder uit zijne beurs, ging weer terugnbsp;en verzocht de vrouw, het geld aan te nemennbsp;en zich zooodra mogelijk een� bijbel te koopen.nbsp;Zij beloofde dit, met de bijvoeging dat zij wist,nbsp;waar er een� te bekomen was. Nogmaals nam hijnbsp;afscheid en begaf zich op weg. Er waren innbsp;dien tijd slechts weinige herbergen in die streken.nbsp;Toen het avond werd, ging hij in een huis, cnnbsp;verzocht, om aldaar te mogen vernachten. Hijnbsp;had nog eenig klein geld bij zich. Daar hij

echter nog oen pam� dagen reizen moest, zoo besloot hij, om zich des avonds met eene boterham , die hij nog bij zich had te vergenoegen.nbsp;Als intusschen het gezin zich aan den avonddischnbsp;verzamelde, werd hij door den huisvader hartelijk uitgenoodigd om aan hunnen maaltijd deelnbsp;te nemen. Hij ontdekte spoedig, dat hij zichnbsp;onder geloovige menschcn bevond, met welkenbsp;hij vertrouwelijk over de dingen, die het koningrijk Gods betreffen , spreken konde. Denbsp;huisvader benevens de zijnen hoorden zijne woorden met zigtbare blijdschap aan, tot laat in dennbsp;nacht. Het was eene ware verkwikking voornbsp;hunne dorstende zielen. Den volgenden morgen trok do kerkvoogd M. verder. Hij wildenbsp;betalen, maar de huisvader wilde niets aannemen-Op gelijke wijze ging het verder op zijnennbsp;geheelen togt. Hij trad binnen, zoo vaak hijnbsp;eenige behoefte had; en overal waar hij binnennbsp;kwam, zocht hij de menschen voor den Heer tenbsp;winnen. Overal wdlde bij, gelijk ieder andernbsp;reiziger voor de diensten betalen, maar niemandnbsp;wilde zijn geld aannemen. En toch kon niemandnbsp;anders denken, dan dat hij ruim van geld voorzien was. Iloe moet ik dat verklaren ? dachtnbsp;hij. Nooit te voren ben ik zoo op reis behandeld geworden. Nu kwam de rijksdaalder hemnbsp;in gedachten, die hij aan de arme vrouw

Seschonken had, en het werd hem klaar, dat Werkelijk de Heer hem deze daad vergoldennbsp;had. Ja waarlijk! het is goed, om den Heernbsp;te leenen. Tsvee dagen nadat hij de hut innbsp;het bosch verlaten had, kwam hij behoudennbsp;Weder te huis , en had nog over, om den armen te geven , want nergens had hij onkostennbsp;behoeven te maken.

Ongeveer een halfjaar later kwam een vreemdeling bij dezen kerkvoogd M. en verzocht van hem iets te eten. Gedurende het gesprek bemerkte hij, dat deze hulpbehoevende aan denbsp;andere zijde van het gebergte, in de nabijheid

vroeg naar eenige bekenden, die aldaar woonden, en verblijdde zich , toen de vreemdeling hemnbsp;inlichting over hunnen toestand geven konde.nbsp;Daarna vroeg hij, of in die oorden hot warenbsp;Christendom te vinden was? ,,Niet veel, hernamnbsp;de vreemdeling, doch in eene streek, in welkenbsp;ik insgelijk goed bekend ben, ongeveer 20 ofnbsp;30 mijlen van de rivier verwijderd, heeft eenenbsp;krachtdadige opwekking plaats gehad. De aanleiding daartoe is bijzonder merkwaardig. Denbsp;eerste persoon, die opgewekt werd en tot bc-koering kwam, was eene arme vrouw, dienbsp;zeer afgelegen woonde. Toen zij hare belijdenisnbsp;deed, verhaalde zij, dat er voor eenigen tijd

een vreemdeling bij een zwaar onweder toevlugt in haar huis genomen en met haar z�� treffendnbsp;gesproken had, dat zij onder het hooren zijnernbsp;woorden ernstig bekommerd geworden was overnbsp;het heil barer ziel. Het speet dien man zeer,nbsp;zoide zij, toen hij vernam, dat zij geenen bijbelnbsp;bezat. Nadat hij reeds het huis verlaten had,nbsp;om zijne veis voort te zetten, keerde hij nognbsp;eens terug en gaf haar een� rijksdaalder , omnbsp;daarvoor een� bijbel te koopen , er bijvoegende,nbsp;zij moest zich zeer spoedig een� aanschaffen ennbsp;vlijtig daarin lezen. Zij had dit gedaan , ennbsp;deze bijbel was het middel geworden , om haarnbsp;uit duisternis tot het licht, uit den toestand vannbsp;onwetendheid en zonde tot belangstelling in denbsp;waarheid en bewonderende aanbidding van denbsp;wegen Gods te leiden. Den naam van diennbsp;vromen man of zijne woonplaats kende zij niet.nbsp;Maar zij geloofde zeker, dat de Heer hem gezonden had. Over dit verhaal, gelijk over denbsp;groote verandering, die met deze vronw hadnbsp;plaats gegrepen , verbaasden hare naburen zichnbsp;niet weinig. De goedheid, wijsheid en magtnbsp;van God , die zich in deze merkwaardige leidingnbsp;zijner Voorzienigheid duidelijk vertoonde, bragtnbsp;de naburen tot ernstig nadenken. Zij gevoeldennbsp;het diep en levendig, dat ook voor hen ��nnbsp;ding noodig was, en dat zij den bijbel meer

gelgt;i�uiken moesten , dan vroeger geschied was. Hierdoor onwaakten zij uit hunne vroegerenbsp;onverschilligheid, en werden ernstig hekom-tnerd over de behoudenis hunner zielen. Nietnbsp;minder dan 30 tot 40 zijn er sedert bekeerdnbsp;geworden, van welke men hopen mag dat zijnbsp;tvare discipelen van Cliristus geworden zijn,nbsp;die zicli verheugden in God hunnen Zaligmaker.�nbsp;He kerkvoogd wiens verbazing, dankbaarheid,nbsp;on vreugde steeds klommen bij dit verhaal,nbsp;werd ten diepste getroffen en kon zieli niet weer-kouden ; met banden en oogen ten hemel gerigt,nbsp;'nep hij uit: �Mijn God! hoe rijk olijknbsp;e b t g ij vergolden!�

Gedrukt en te bekomen te Rotterdam, bij M. WI.J� amp; ZONKN. � Prijs 2 cents.

Bi] de Drukkers en Ooekverkoopers M. Wijt amp; ZoiSKiv zijn verkrijgbaar de volgende kleine Stukjes;

Cents.

Als God werkt, wie zal dan

keeren ?..........15

De Soldaten-Dochter ... 10 Hel gelukkige Sterfbed . . 10nbsp;De weg en liet middel . . 15nbsp;De Gast zonder Bruiloftskl. 07|nbsp;Treflend voorbeeld .... 07|nbsp;Levensschets v.Blumliardt 15nbsp;Hadar.!, een jong Abyssini�r 04nbsp;De oude Geneesheer ... 10nbsp;Roejistem des Bcereu . . . 15

Anna Walsh.........07^

Eerste zending tcSlThomas 15

Thirza...........20

vroege Godsvrucht.....071

De Russische Kle�rinaker 071 Kenmerk, v. een kind Gods 071nbsp;Overtuiging verwaarloosd. 121nbsp;Woord aan jonge moeders. 07|nbsp;De onbekende Zendeling. 04

Mevrouw Rumpff.....10

Opmerkelijke leiding Gods 07 Een nieuw Traktaatje . . 10nbsp;Do vrome Landman . . , 071nbsp;Gcd. over de Eeuwigheid 07|

Maria............10

William...........071

De Christen in het Gasthuis 03

Lord Tcignmouth.....10

Leven van Schwartz . . , . 08 Wie zoekt die vindt ... 05nbsp;l.eveiisb. van een� Soldaat. 05

Pacalsdorp.........07^

Onnoodige zorgen.....04

Zaeh��s...........08

Twee Buren........10

Bekeeriiig v. A. ti. Franke. 04