-ocr page 1-

DE TOEKOMENDE WERELD.

Bestaat er eene toekomende wereld? Wie gelooft het?

Ziet dien rijken man, omringd door gemak, omgeven van luister, verzadigil met overvloednbsp;en levende alleen voor zichzelven; — gelooftnbsp;hij het?

Ziet dien armen man, verkwijnende door armoede, morrende over zijn lot en wrevelignbsp;tegen den rijken; — gelooft hij het?

De man van vermaak, steeds bezig met het zoeken naar nieuwe middelen, ter voldoeningnbsp;van zijne hartrtogten en begeerten; — gelool'tnbsp;hij het?

De onnadenkende menigte, die vrolijk langs onze straten gaat, onbezorgd omtrent den doodnbsp;en den dag des oordeels; — gelooft zij het?

Nogtans, er bestaat ccne toekomende wereld! Het geweten zegt het ons; het sterknbsp;verlangen naar-, de voorstelling van een toekomend geluk voor de ziel, die nimmer kannbsp;verzadigd worden met aardscbe goederen, voorspellen het ons; — bovenal, de Bijbel, het

-ocr page 2-

door Gods Geest ingegeven Woord, openbaart het ons. Ja, er is eene toekomende wereld.nbsp;Zij komt haastig, zij zal spoedig ver.scliijiicn,nbsp;en gij en ik, mijn lezer, zullen weldra onzenbsp;tegenwoordige woning verwisseld hebben, metnbsp;de inwoning in do toekomende wereld.

Welke soort van wereld is het? Zeer ongelijk aan de tegenwoordige.

Deze wereld is voorbijgaande: ,, de gedaante dezer wereld gaat voorbij.” (1) Do liefste voorwerpen waaraan ons hart kleeft,nbsp;vergaan. Rijkdom , eer, vermaken , vrienden ,nbsp;alles is vergankelijk. Zelfs „ de hemelen zullennbsp;met gedruiseli voorbijgaan, en de elementennbsp;zullen branden en vergaan, en do aarde on denbsp;werken die daarin zijn, zullen verbranden” (2)nbsp;Maar de wereld die aanstaande is, is eeuwig;nbsp;hare inwoners, hare uitzigten, haar beslaan,nbsp;alles is daar eeuwig. Dagen, maanden en jarennbsp;verliezen zich in den eiudeloozen duur dernbsp;eeuwigheid.

Deze wereld is veranderlijk. Immers niets blijft heden zoo als het gisteren was. Omstandigheden veranderen: voorspoed verkeert innbsp;tegenspoed, armen en ellendigen worden opgebeurd dpor vreugde, ziekte en gezondheid

(1) 1 Cor. VIII 31gt;'. nbsp;nbsp;nbsp;(2) 2 Petr. III: 10.

-ocr page 3-

wisselen elkander beurtelings af; — de karakters worden veranderd: deugdzamen en zedigen worden ongebonden, en onclcngenden geven hoopnbsp;op bekcering. Maar in de toekomende wereldnbsp;is alles onveranderlijk. Hare vermaken ennbsp;smarten, hare droefheid en blijdschap, de toestand liarer inwoners zal steeds dezelfde zijn.nbsp;Het karakter zal ook hetzelfde blijven: „dienbsp;heilig is” zal „heilig blijven, die vuil is” zalnbsp;„vuil blijven.”

De toekomende wereld is do wereld der vergelding; — de tegenwoordige, die dernbsp;beproeving. God bezoekt de zonde in dezenbsp;wereld niet met dadelijke straffen, maar „isnbsp;lankmoedig over ons, niet willende dat eenigennbsp;verloren gaan, maar dat allen tot bekeering komen.” (1) Hij heeft eene verzoening daargesteld.nbsp;Mij zendt Zijn Woord en Zijne dlenaai's, ennbsp;geeft don Heiligen Geest, om zondaren op tenbsp;wekken Zijne genade aan te nomen. Hij steltnbsp;hun leven en dood voor, en beveelt lam hetnbsp;leven te verkiezen, en „ die wil, neme het water des levens orn niet.” (2) Maar hoe geheelnbsp;anders zal het zijn in de toekomende wereld!nbsp;Daar zal Hij de belooning schenken, of het weenbsp;opleggen, al naar dat de mcnschen in deze we-(i) 2 Petr. UI : 9gt;gt;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(2) Openb. XXII : t?-.

-ocr page 4-

reld zich hebben voorbereid. Dozen zullen verhoogd worden op do plaatsen der eer en heerlijkheid en zaligheid „aan Zijne regteihand,” want daar is „ verzadiging der vreugde bij Zijnnbsp;aangezigt en liefelijkheden eeiiwiglijk.” (1) Anderen zullen vergaan vervloekt „in het eeuwigenbsp;vuur, dat den duivel en zijne engelen bereidnbsp;is,” (2) „waar de worm niet sterft, en hetnbsp;vuur niet uitgebluscht wordt (3), waar weeningnbsp;zal zijn en knersing der tanden.” (4)

De toekomende wereld is volmaakt. Aalles hier benedpn is onvolmaakt.

Do besten zijn in vele opzigten onvolmaakt en de slechtsten hebben, althans ten aanziennbsp;van hunne medemenschen, eenige goede trekkennbsp;in hun karakter. Aan het hoogste geluk opnbsp;narde ontbreekt altijd iets, en hot diepste weenbsp;ondervindt dikwijls verzachting.

Maar in de toekomende wereld zal alles volmaakt zijn. De hemelsche stad zal volkomen bevatten , wat hare inwoners gelukkig kan maken,nbsp;maar ook do wereld van wee zal volkomennbsp;toegerust zijn, om den ontzaggelijken toorn vannbsp;God tegen de zonde te openbaren. De geestennbsp;der regtvaardigen zullen volmaakt zijn in karakter

(1) Ps. XVI ! ll'’. (3) Mare. IX: 44.

(2) Matth. XXV: 4l‘gt;. (4) Luc. XIII; 28^

-ocr page 5-

en in zaligheid. Geen pijn, geen droefheid, geen gebrek zal onder de hoifcjcharen des Hemelsnbsp;gevonden worden. En in de plaats der duisternisnbsp;zal de hoop het hart niet verheugen. Het zalnbsp;zijn de buitenste duisternis voor eeuwig.

Mijn lezer! zijt gij bereid voor de toekomende wereld.?

Gij zijt niet bereid, zoo nw hart met de tegenwoordige wereld hoog is ingenomen. De twee werelden zijn zoo ongelijk aan elkander, dat hijnbsp;die de tegenwoordige lief heeft, geen voorwerpnbsp;zijner liefde in de toekomende vinden zal. Plaatsnbsp;hem in het midden dos hemels, hij zou geheelnbsp;ellendig zijn, W'ant, in al die heerlijkheid zounbsp;hij geen voorwerp vinden, dat hij zou kunnennbsp;beminnen of dat hem kon verblijden; al zijnenbsp;bronnen van geluk zijn voor eeuwig verdwenen,nbsp;en daar is niets om ze te vervangen.

Gij zijt niet bereid, wanneer gij voorfgaat met te zondigen. Niet bereid voor het reinnbsp;gezelschap en de heilige verrigtingen des hemels,nbsp;want,„zonder heiligmaking zal niemand den Heernbsp;zien.” (1) „In de heilige stad zal niets inkomen,nbsp;dat ontreinigt of gruwelijkheid doet en leugennbsp;.spreekt.” (2)

(1) Hebr. XII; H*». nbsp;nbsp;nbsp;(2) Openb, XXI: 2‘lK

-ocr page 6-

Gij zijt nietn)ereid, tenzij gjj eene groote verandering ondergaan hebt, eeno verandering welke in de Heilige Schrift [wordt genoemd; „wedergeboorte,'’ (1) „een nieuw schepsel in Christus,” (2)nbsp;„ geschapen in ci-iuistus jezüs tot goede werken(3) „ van”; den dood overgegaan in hetnbsp;loven.” (4) Indien gij die verandering ondervonden hebt, dan hebt gij over uwe zonden berouwnbsp;gehad, en die betreureml, voor God beleden ennbsp;nagelaten.

Hoe staat liet nu ten dezen aanzien met u? Wat zegt uw geweten ? Indien het tegen u getuigt,nbsp;dan is uw toestand boven alle beschrijving gevaarlijk. Met al de schuld van een leven in denbsp;zonde, die op u rust en met de wet van God,nbsp;die u haren vloek aankondigt, zondt gij dan denbsp;toekomende wereld ingann! Hoe ellendig, hoenbsp;hopeloos zou dan nw lot zijn. Laat u tochnbsp;aansporen, om onmiddeliijk te beginnen metnbsp;uwe voorbereiding, ja terstond, want gij hebtnbsp;geen tijd te verliezen: „dezen nacht kan uwenbsp;ziele van u afgeëisclit worden! ” (5) Haast n omnbsp;tot den Heer jezus do toevlugt te nemen. —Geloof in Hem en stel met verzaking van allenbsp;eigene geregtigheid op Hem alleen uw vertrouwen.

(1) Joh. Ill: 3. (2) 2 Cor. V : 17;». (3) Ej)hes. II: 10lgt;.

(4) 1 Joh. V ! 24®. nbsp;nbsp;nbsp;(ö) Luc. XII : 20b.

-ocr page 7-

Vraagt gij: wat moet ik verder doen? Laat de tegenwoordige wereld niet langer hetnbsp;voorwerp uwer liefde zijn. Het is voor u ónmogelijk om zalig te worden, zoolang gij aan haar verkleefd zijt als uw beste deel. „ Gij kunt God nietnbsp;dienen en den mammon.” (1) Indien gij dezenbsp;wereld niet kunt opgeven, indien hare eer, harenbsp;rijkdommen of vermaken zulk eenen invloed opnbsp;u hebben, dat gij haar niet kunt opgeven ternbsp;wille van cheistüs, dan is uw geloof niet op-regt, dan leeft cnuis’rus niet in u en als gijnbsp;zoodanig blijft, is ook uwe verdoemenis zeker.nbsp;Verzaak toch de zonde. „De goddelooze verlate zijnen weg on de ongeregfige man zijnenbsp;gedachten en hij bekeere zich tot den Heer ennbsp;Hij zal zich zijns ontfermen, en tot onzen God,nbsp;want Hij vergeeft menigvuldiglijk.” f2) Ga dannbsp;ootmoedig en boetvaardig, belijd uwe zondennbsp;voor God en vraag in den naam van ciiuisïusnbsp;orn Zijne vergiffenis. Vertrouw niet langer opnbsp;uzelven, maar geef inve schuldige ziel, door eennbsp;levend geloof, over aan den Zaligmaker om haarnbsp;te wasschen en te zuiveren in Zijn alles reinigendnbsp;bloed. Neem het besluit in het vertrouwen opnbsp;den Heiligen Geest, om voortaan voor God to

tijuca

leven, om Zijne eer tot het doel.

(2) Je». LV: 7.

(1) Matth. VI i

-ocr page 8-

A 2IS

wil lot den regel van geheel uw volgend leven te maken.

Zijn „deze redenen hard?” (1) Gij zult zoo niet spreken als gij de toekomende wereld zultnbsp;zijn ingegaan. Dan zult gij zien dat deze voorwaarde de redelijkste en gemakkelijkste was,nbsp;die God kon stellen, en de eenigo die bestaanbaar is met Zijne eer en uw geluk. Zij moetnbsp;opgevolgd worden of' gij zijt voor eeuwig verloren. Zij kan nimmer opgegeven of verzachtnbsp;worden. God kan niet veranderen. Gij moetnbsp;veranderen of sterven.

Mijn lezer! zoudt gij u nog één oogenblik behoeven te bedenken? Door haar op tenbsp;volgen, hebt gij alles te winnen, haar weigerende, zult gij alles verliezen. Waarom wiltnbsp;gij sterven? Uwe ziel is kostelijk. Bedenknbsp;dat de keus is, tusschen eeuwige gelukzaligheidnbsp;en eeuwig wee! O! beslis voor God en dennbsp;hemel, voor eeuwig.

De God van alle barmhartigheid helpe u dit voornemen op te vatten, daarbjj te blijven ennbsp;voor eeuwig zalig te zyn.

(1) Joh. VI: 60.