Wel mag hij die goed bekeud is met het bijzondere karakter van de Rabbijnen zich verwonderen , wanneer hij hoort dat een hunner rust zoekt, niet in de studie van den Talmud of in de werken, maar in ciipasTUS jezus. En voornamelijknbsp;een Rabbi, die een warm hoekje heeft in het Jood-sche Heiligdom, die een zeer goed inkomen geniet,nbsp;die niet alleen op Sabbath, maar alle dagen visehnbsp;en vleesch eet en wijn drinkt, die niet uitgegotennbsp;is geweest voor afgoden. Maar dat wat onmogelijk is bij menschen is mogelijk bij God. W’antnbsp;ofschoon Hij niet vele wijzen naar het vleeschnbsp;krachtdadig tot zich ïoept en voorzeker niet velenbsp;Rabbi’s, roept Hij echter, opdat Zijne Almagtige,nbsp;vrije en onbepaalde genade aan alle menschennbsp;geopenbaard worde, somtijds ook eenen grootennbsp;meester tot Zijn Koningrijk van genade en heer-
[-15
-ocr page 2-lijkheid. Be Almagtige en Heilige Geest kan zelfs de pijlen van overtuiging in het verharde hart vannbsp;eenen grooten meester van den Talmud doen binnen dringen, u Uwe pijlen zijn scherp in het hartnbsp;van ’s Konings vijanden, waardoor het volk ondernbsp;u ter nedervalt.” Deze waarheid vinden wij bevestigd in eenen Eabbijn, die nu een heimelijkenbsp;vriend is van mij, (schrijft Dr. pauli te Amsterdam, in the Jewish intelligence), maar ik vertrouw, dat hij binnen kort openlijk een broedernbsp;in CHRISTUS zijn zal. Hij is een man van grootenbsp;Rabbinistische, Talmudische en Kabalistische geleerdheid, uitermate doorkneed in oostersche wijsheid, omtrent 34 jaar oud, en de regtvaardigheidnbsp;die uit de wet is nastrevende.
Hoe deze Rabbi met de waarheid bekend werd.
Ik hoorde van hem, dat hij een ijverig farizeër en een heftig vijand van christüs en zijne dienaren was. Bij mij zei ven denkende, dat wij kwaadnbsp;met goed moeten vergelden, dacht ik er aan omnbsp;aldus te handelen met dezen tegenstrever van mijnnbsp;werk in het Evangelie. Ik zocht door een derdenbsp;hand hem de oude wegen, eenige tractaatjes ennbsp;ten laatste een Nieuw Testament in handen tenbsp;geven, met den heimelijken wenk, dat een man
-ocr page 3-van zulk eene geleerdheid eii zulk eeiien ijver voor het geloof zijner vaderen niet moest dulden,nbsp;dat zoo menigeen zijner broederen en aanverwanten ongestraft misleid werd, maar dat het omnbsp;met eenen Zendeling te strijden, noodzakelijk wasnbsp;bekend te worden met zijne wapenen. De Eabbinbsp;had de oude wegen nog niet half doorgelezen,nbsp;of zijn ijver ontbrandde in eene blakende vlam;nbsp;die M. CAUL (de schrijver van de oude wegen)nbsp;riep hij uit, is een ellendeling, een afvalligenbsp;Rabbijn; hij verdiende gesteenigd te W'orden. Iknbsp;moet een boek tegen hem schrijven, en het zal denbsp;tanden hebben van eenen Leviathan, om al zijnenbsp;beenderen te breken. Zijne vrouw zocht hem nedernbsp;te zetten, opdat hij zich zelven niet schaden zoudenbsp;door zulk eene geweldige woede en zich een koortsnbsp;op den hals halen. Hij begon dag en nacht zijnenbsp;aandacht te vestigen op wde oude wegen” ennbsp;van lieverlede bedaarde zijn toorn en verminderdenbsp;zijn ijver. Het denkbeeld van een boek te schrijven met de tanden van eenen Leviathan zonknbsp;dieper en dieper in den Oceaan der vergetelheid,nbsp;en toen hij //de oude wegen” ten einde hadnbsp;gebragt, mompelde hij bij zich zelven: die M. caulnbsp;is toch geleerd in de wet en in den Talmud ennbsp;bemint ons Joden, maar ik heb besloten dergelijkenbsp;boeken niet meer te lezen. Mijn geest wordt er
-ocr page 4-bijna door verward en om dit besluit dadelijk uit tc voeren, nam hij een groot boekdeel van zijnennbsp;ouden vriend den Talmud, ten einde zijnen geestnbsp;wederom in evenwigt te brengen. Maar langzamerhand werd dit moeijelijker en een zekerenbsp;afkeer van de kleingeestige beschouwingen van denbsp;itahbijnen, omtrent het sclioonmaken van kopjesnbsp;en schotels, het waschen der handen en anderenbsp;reinigingen van verschillende dingen, overmeesterde hem.
Eenige van de tractaatjes, die hij ontvangen had met de oude wegen, trokken zijne oogeu.nbsp;Zijn besluit om nooit weder eenige van onze boekennbsp;te lezen was verdwenen, gelijk het ook dikwijlsnbsp;het geval is met de goede plannen die wij vormen.nbsp;Hij nam er een in handen met den titel: //bewijsnbsp;dat JEZUS van Nazareth de Messias is.‘’ Denbsp;Rabbi las het, zag de plaatsen in het Oude d’esta-ment na, schudde nu en dan zijn hoofd en mompelende, //dat zijn zeer harde zaken, ja zeernbsp;harde.” Hij zeide tot zijne vrouw: ik moet unbsp;dit kleine boekje eens voorlezen, mijne waarde!nbsp;Neen, antwoordde zij spoedig, geene boeken vannbsp;de Christenen voor mij. Sints gij deze boekennbsp;begont tc lezen zijt gij niet langer wat gij vroegernbsp;waart. De quot;Rabbi antwoordde niet. Hij zeide bijnbsp;zich zelvcn: misschien heeft zij gelijk en om een
-ocr page 5-pleister op zijn gewond geweten te leggen, voegde hij er bij; Wat! ik lees deze boeken met geennbsp;ander inzigt dan om in staat te zijn tegen dienbsp;Zendelingen te schrijven.
De Rabbi baadt zich in de hoofdbron der waarheid des
Christendoms en drinkt van het water des behouds.
Eenige maanden gingen voorbij en de Eabbi had hevige worstelingen door te staan met de vooroor-deelen, die hij ingezogen had tegen het Christendomnbsp;en zijne belijders. Ten laatste was hij ze te bovennbsp;gekomen. Hij nam het Nieuwe Testament op;nbsp;om zijne eigene uitdrukkingen te gebruiken, warennbsp;zijne ziel en al de magten van zijnen geest alsnbsp;door betoovering aan dat boek gekluisterd. Hijnbsp;waakte nacht op nacht, terwijl hij iedere plaatsnbsp;las en met het oude Testament vergeleek, en daarnbsp;de aanhalingen in het Nieuwe Testament ontleendnbsp;zijn aan de vertaling der zeventigen, waarvan hijnbsp;hoegenaamd geen kennis had, was het hem geenenbsp;geringe moeite om de twijfelingen omtrent harenbsp;echtheid te overwinnen.
f
De Rabbi wordt in de Syuagoye mishandeld.
Het gebeurde eens op een’ avond, dat de Rabbi zich zoo verdiept had in den brief aan de Hebreen,
-ocr page 6-6'
((at het daglicht reeds door de vensters scheen, vóór hij er aan dacht om zich ter ruste te begeven. Hij droomde , zoo als hij mij zeide, vannbsp;CHRISTUS als den waren hoogepriester van Israël,nbsp;en hij versliep zich. De vergadering was reedsnbsp;in de Synagoge, terwijl zij zich met niet weinignbsp;ongeduld afvroeg wat er geworden was van hunnennbsp;Eabbi, hunnen voorganger in het gebed, hunnennbsp;voorspraak — want zonder eenen voorlezer, dienbsp;beschouwd wordt als een voorspraak, kan en magnbsp;geene openbare godsdienstoefening plaats hebben.nbsp;D'e wekker wordt met alle mogelijke haast afgezonden om den Eabbi te halen. Ik behoef niet tenbsp;zeggen dat de slagen met den houten hamer luidenbsp;en doordringend waren. Alle de doode kinderennbsp;van Israël zouden zulk een kloppen gehoord hebben,nbsp;wanneer de dooden konden hooren. Haastig stondnbsp;de Eabbi uit zijne aangename sluimering op. Hijnbsp;goot driemalen water over zijne handen om ze tenbsp;reinigen ten einde de heilige gedenkcedels, dennbsp;sluijer en andere dergelijke zaken aan te raken.nbsp;De Eabbi is in de Synagoge in zijnen lessenaar,nbsp;maar zijn geest is verwilderd en verward. Hijnbsp;gevoelt wat hij nooit te voren gevoelde, een’nbsp;afkeer van deze soort van godsdienst. Zijn geweten beschuldigt hem van huichelarij en hetnbsp;gevolg is, dat hij eenige in het oog loopende
-ocr page 7-fouten maakt, juist onder het lezen van de Keri' Schema (Deut. 6; 4. Hoor., Israël enz.). Henbsp;Parnas (bestuurder der Synagoge) staat verwonderd;nbsp;hij verbetert hem — en dat wel herhaalde malennbsp;ten laatste ontbrandt zijn heilige ijver in woede.nbsp;Vreeze bevangt hem dat de toom Gods wegensnbsp;zulk eene droevige en schrikkelijke zonde zou ontbranden tegen de geheele vergadering. Zijn toornnbsp;barst ten laatste uit. Hij vliegt op den Eabbinbsp;toe en. slaat hem met geweld, en zoo iemand uitnbsp;de vergadering den ijverigen Parnas niet terugnbsp;getrokken haddo van den schreeuwenden Eabbi,nbsp;zouden de gevolgen uiterst ernstig geweest zijn.nbsp;Kortom, de Eabbi gevoelde nog geruimen tijdnbsp;daarna veel pijn wegens de geweldige slagen hemnbsp;door den Parnas toegebragt. Deze zaak, ongelukkig en onaangenaam voor geheel Israël, strektenbsp;niet weinig om den Eabbi aan te zetten met verdubbelden ijver naar de waarlieid van het Christendomnbsp;onderzoek te doen , en om zijne oogen te openennbsp;voor de overtuiging dat het Joodsche geloof gegrondnbsp;is op eenen onschriftuurlijken grondslag. Hij kwamnbsp;tot de volle overtuiging, dat jezus de Messiasnbsp;is. Hij legde zijn hart open voor zijne vrouw,nbsp;maar ten spijt van alle bewijzen, die hij aanbragtnbsp;tot staving van de waarheid, wilde zij volstrektnbsp;niet naar hem luisteren. — Dit alles vernomen
-ocr page 8-hebbende zond ik onzen Colporteur naar den Eabbi, die hem met groote vreugde ontving;nbsp;zijne vrouw echter, schoon zij zich zeer beleefdnbsp;jegens hem gedroeg, wilde niet hooren naar denbsp;boodschap des vredes.
J)e Rabbi bezoekt den Zendeling.
Het was een droevige, koude en stormachtige avond, toen tot mijne verbazing mijn vriend denbsp;Rabbi in mijn studeervertrek werd aangediend,nbsp;en zooveel te meer was ik verwonderd dat denbsp;Rabbi tot mij kwam, dewijl zulk een stap alhier,nbsp;overeenkomstig de begrippen der Joden, gelijknbsp;staat met eene openlijke belijdenis van het Christendom , ja, met den doop.
Het volgende is een kort uittreksel van ons toen gehouden gesprek:
Hij. Ik ben eenigsints gelijk aan dien goeden NicoDEMUS. Ik ben geheel beschaamd, dat denbsp;vrees voor de menschen, wier adem in hunnenbsp;neusgaten is , mij dus zoude besturen. Ik konnbsp;mij er niet van onthouden, om deze reis tenbsp;ondernemen naar Amsterdam om u te zien; totnbsp;wien anders zoude ik hebben kunnen gaan. Dienbsp;geen Jood is, laat hij nog zoo geleerd wezen,nbsp;zoude niet in kunnen dringen in mijn gevoel.
-ocr page 9-nod) de bijzondere moeijelijklieid begrijpen waarmede een man in mijnen toestand te strijden heeft. Gij zijt in een’ dergelijken toestand geweest: gijnbsp;kunt mij begrijpen, gij kunt voor mij gevoelen.
Ik. Ik begrijp u; ik gevoel voor u.
Hij. Hier breng ik u eeiiige vragen, om die voor mij op te lossen. — De Eabbi haalde eennbsp;stuk papier voor den dag, vol met vragen omtrentnbsp;het geslachtsregister van onzen Zaligmaker, eenenbsp;menigte plaatsen uit het Nieuwe Testament, enz.,nbsp;zaken welke zoo dikwijls in menigte vermeld zijn,nbsp;dat het noodeloos is ze hier te herhalen. Toennbsp;ik op al zijne vragen geantwoord had, hetwelknbsp;ons een groot gedeelte van den tijd bezig hield,nbsp;vroeg ik hem: gevoelt gij u overtuigd van denbsp;Goddelijkheid van jezüs van Nazareth ?
Hij. Overtuigd zijnde door de onfeilbaarste bewijzen dat Hij de Messias is, kan ik ernbsp;niet aan twijfelen of Hij is de Heer onze gereg-tigheid, de Logos. Het Woord van God, hetnbsp;ongeschapene uit zich zei ven bestaande Woord,nbsp;waarvan de Tarclmmim (Chaldeeuwsehe uitleggingen op het Oude Testament) vol zijn; alleennbsp;de onwetende Jood verwacht den Messias, dienbsp;even als hij zelf geheel en alleen mensch is.
Ons bestek laat mij niet toe, om de ontelbare plaatsen, die hij uit de Soar, een Kabalistisck
-ocr page 10-10
boek, dat hoog geacht wordt ouder de Jodeu en uit de Chaldeeuwsohe uitleggingen aanhualde,nbsp;neder te schrijven. Hiermede wilde hij niet alleennbsp;de waarheid der Goddelijkheid van Christus,nbsp;maar ook van de gezegende leer van de heiligenbsp;Drieëeiiheid staven.
Ik. Maar mijn dierbare vriend! hoewel ik mij vej-heug dat God u tot deze overtuiging gebragtnbsp;heeft, geloof mij, ik spreek uit mijne eigenenbsp;ondervinding, zal het u toch niets baten, tenzijnbsp;gij wedergeboren wordt, tenzij gij u vernedertnbsp;voor Gods aaugezigt, van wege uwe zonden, eiinbsp;gij de noodzakelijkheid van zulk eeuen Zaligmakernbsp;als JEZUS is, gevoelt.
Hij. Dit is eeue vau de redenen, waarom ik tot u gekomen ben. Ik heb mij eenen geruimennbsp;tijd zeer ongelukkig gevoeld. Ik zocht rust tenbsp;vinden voor mijne ziel , door vasten en doornbsp;mijne zonden voor God te belijden; ik gaf aalmoezen ; ik bad dag en nacht, maar het hielpnbsp;niets. Ik heb geene rust gevonden. Toen ik onlangs ter nederlag in het stof, biddende en mijnenbsp;zonden en die van mijn volk belijdende, kwam hetnbsp;mij voor den geest, dat ik gelooven moest watnbsp;JESAIA getuigt: Hij is ora ojize overtredingen verwond, en om onze ongeregtighedeii is Hij verbrijzeld. Nu vind ik rust en vrede in Christus.
-ocr page 11-11
Toen ik dit en nog veel meer andere dingen hoorde, verzocht ik den Eahbi met mij te knielen.nbsp;Wij baden, wij prezen en loofden God wegensnbsp;de onwaardeerbare overgave van Zijnen Zoon jezcsnbsp;CHRISTUS, ons tot verzoening en regtvaardigmaking.nbsp;Wij baden ook voor zijne vrouw, zijne kinderennbsp;en voor gansch Israël.
Rabbi. Raad mij eens, hoe kan ik mijne vrouw tot de overtuiging, waartoe ik gekomen ben,nbsp;brengen ?
Ik. Bid voor haar in den naam van Christus, heb voor haar alle mogelijke genegenheid en geduld , en doe alles wat in uwe magt is, om haarnbsp;te bewegen met u het Nieuwe Testament te lezen.
Rabbi. Wilt gij de goedheid hebben mij eenen Duitschen Bijbel te zenden. Ik kan hem nietnbsp;met mij nemen, daar ik bij ongeloovige Joden woon.
Wij gingen van elkander als oude vrienden. Ik haastte mij den begeerden Bijbel te zenden,nbsp;met een gebed tot God onzen Vader, dat Hijnbsp;ook over die nog zeer in duisternis levende vrouwnbsp;den Geest van ootmoedigheid en genade uitstortennbsp;mogt, en met haren echtgenoot op Hem leerennbsp;staren. Dien ook zij doorstoken hebben.
(Overgcnomm uit de Berigten omtrent de uithreiding van Gods rijk op aarde.)
-ocr page 12-A ^