-ocr page 1-

EENE ZWAAR BEPROEFDE GELOOFSHELDIN.

Reeds leeer dan eenmaal werd bij eene gele-gcnbeid als deze (1) uw oog gerigt op zulke edelen uit uw geslacht, wier namen als echtenbsp;vriendinnen van den Heer eene blijvende gedachtenis verdienen. He Christenvrouwen uit denbsp;Apostolisehe eeuw werden u als beminnelijke voorgangsters en navolgenswaardigenbsp;voorbeelden voorgesteld. Het beeld der voortreffelijke Mo^^iCA werd u geteekend als van eenenbsp;vrouw, die in den volsten zin des woords dennbsp;eernaam van ééne uit duizende dragen mag.

(1) Deze bladzijden bevatten eene Toespraak aan Bestuur-deressen van het Vronwen-hulpzendelinggenootsehap, gebonden 37 Pebrnarij 1861.

-ocr page 2-

Het moge u niet ongev'allig wezen, zoo ik nogmaals op eene vrouw uwe aandacht vestig,nbsp;minder bekend dan de genoemde Cliristen-vronwen en monica, maar evenzeer als dezenbsp;een gezegend aandenken verdienende. En dat nietnbsp;slechts wegens hare edele geboorte en den aanzienlijken kring, waarin zij leefde, daar zij tochnbsp;de dochter eens Konings, de gemalin eens Her-togs was; ook niet alleen wegens hare naauwenbsp;betrekking op den grooten calvijk , aan wiennbsp;zij, als haar zielzorger voor haar geestelijk levennbsp;eene groote, steeds dankbaar erkende verpligtingnbsp;had, maar bovenal, omdat de geschiedenis haar onsnbsp;voorstelt als eene zwaar beproefde geloofsheldin, als een voorbeeld van standvastigenbsp;getrouwheid onder zeer moeijelijke omstandigheden aan hetgeen zij als hare levensroeping had loeren kennen. Gij bemerktnbsp;dat ik het oog heb op eene vrouw uit de dagennbsp;der gezegende Kerkhervorming. Gelijk vele vrouwen in den eersten tijd van het Christendomnbsp;grooten invloed hebben geoefend op het levennbsp;van de gemeente des Heeren, zoo hebben ooknbsp;vele weldadig gewerkt ten tijde der Hervorming.nbsp;En onder deze ook zij op wie ik u wijzen ga.nbsp;Het is, om u reeds aanstonds haren naam te

-ocr page 3-

noemen, tie edele, maar in vele opzigten diep ongelukkige renÉ of renata van Frankrijk,nbsp;Hertogin van Ferrara. Laat mij van haar unbsp;verhalen, gij zult liaar met mij lief krijgen. Ennbsp;bedrieg ik mij niet geheel, dan zal de eenvoudige mededeeling van hare levensgeschiedenis bijnbsp;vernieuwing uwen ijver aanvuren in de heiligenbsp;zaak welker bevordering en ondersteuning ook gijnbsp;als een deel uwer roeping hebt leeren erkennen.

Naar het zuiden van ons werelddeel, naar het land waarop in onze dagen veler blikken gerigtnbsp;zijn, naar Italië verplaatsen wij ons met onzenbsp;verbeelding. Ook daar, waar thans in vele opzigten nacht en ellende heerschen, ook daar wasnbsp;in de 16'^® eeuw de beweging doorgedrongen, dienbsp;in Duitschland aangevangen en regtstreeks tegennbsp;den Eoomschen Stoel gerigt was. He schriftennbsp;der hervormers, spoedig in het Italiaanseh over-gebragt, werden daar met gretigheid gelezen,nbsp;vooral door de beschaafden en geleerden. En innbsp;vele steden, zooals in Napels, Venetië, Luccanbsp;en Modena vormden zich vereenigingen, die metnbsp;groote belangstelling gade sloegen, wat aan denbsp;andere zijde der Alpen alle geesten bezig hield.nbsp;Onder de genoemde steden moet in de eerste

-ocr page 4-

plaats Ferrara


geteld


worden. Beroemd door


hare Hoogeschool en schoon gelegen in het noorden van den Kerkelijken Staat, aan de rivier de Po, wier boorden door talrijke villaas verfraaidnbsp;waren, was deze stad te dier tijd het middelpuntnbsp;der Italiaansche beschaving. Te midden vannbsp;prachtige lusthoven verhief zich daar een vorstelijk paleis dat voor dichters, geleerden en kunstenaars immer open stond en hun tot eenenbsp;aangename verblijfplaats verstrekte; het paleisnbsp;namelijk van hercdles II van este. Hertog vannbsp;Ferrara en Modena. Maar was dit hof reedsnbsp;sedert lang vermaard door de beoefening en bescherming van wetenschap en dichtkunde, hetnbsp;was het thans, onder de regering van genoemdennbsp;Hertog niet minder, als geopend toevlugtsoordnbsp;voor allen, die elders om hun geloof vervolgdnbsp;werden. Eene vrouw, niet met uiterüjke schoonheid begaafd, maar edel, innemend van manieren ,nbsp;fijn beschaafd, de Fransche taal even als de Italiaansche met gelijke vaardigheid sprekende, bedreven in de Grieksche en Romeinsche klassiekenbsp;schrijvers, de liefde en bewondering tot zichnbsp;trekkende van allen die tot haar naderden. betoonde zich aan dit hof de vriendin van hetnbsp;Evangelie, en de beschermster van allen, die

-ocr page 5-

om (Ie vrije belijdenis van dat Evangelie leden en verdrukt werden. Het was de gebiedster vannbsp;bet paleis, renata, gernalin van Hertog heb-CUIES II.

Zij was de dochter van lodewijk XII van Frankrijk en anna van Bretagne, en geborennbsp;dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;October 1510 op het kasteel te Blois,

waar hare moeder drie jaren later overleed. De deugden dier voortreffelijke moeder waren bijnbsp;haar vereenigd met de goedheid van haren vader.nbsp;De laatste had haar zijne bekende antipapistischenbsp;vrije denkwijze als ingescherpt. Aan het hof'nbsp;der edele margaketka van Navarre, — wier zinnebeeld een goudsbloem was, die hare bladennbsp;naar de zon toekeert, met het omschrift: ik zoeknbsp;de hemelsche dingen, — was zij met de Hervormdenbsp;leer bekend geworden. Door verschillende geleerden, die gedurig dat hof bezochten, eennbsp;LEFÈVEE, HODSSEL, BRi(;oNNET had zij geleerd,nbsp;wat het ware Christendom, de godsdienst vannbsp;het Evangelie was. Daarbij hadden het schouwspel der eerste brandstapels, opgerigt voor denbsp;hervormden, en de geloofsmoed, waarmede zijnbsp;de verdrukten het zwaarste lijden verdragen ennbsp;ondergaan zag, diepen indruk op haar ontvangbaar gemoed gemaakt. Hoe langer zoo meer

-ocr page 6-

helde zij tot de gevoelens der hervormden over, eu zocht die, na haar huwelijk ook in haarnbsp;nieuwe vaderland ingang te verschaffen, ofschoonnbsp;zij niet terstond de uiterlijke vormen van hetnbsp;Katholicismus verwierp. Reeds als kind was zijnbsp;verloofd aan kauel van Oostenrijk, later alsnbsp;Keizer bekend geworden; toen deze betrekkingnbsp;verbroken was, hield de Protestantsche Keurvorstnbsp;JO.ACHIM van Brandenburg om have hand aan.nbsp;Ook deze verbindtenis echter kwam niet totnbsp;stand. Maar op haar 1jaar werd zij verloofdnbsp;en verbonden aan hekcüLEs II van este. Ennbsp;zoo verliet zij Frankrijk in den jare 1527 omnbsp;voortaan onder den Italiaanschen hemel te levennbsp;en op den Hertogelijken troon van Ferraranbsp;zitting te nemen. Der hervormde leer, zoowelnbsp;als hare predikers en belijders van harte toegedaan , betrad zij hare nie\iwe woonplaats. Ennbsp;spoedig was het geen geheim meer, wat zij bovennbsp;alles zocht eu lief had. Een kring van gelijkgezinden als zij, vereenigde zich rondom haar.nbsp;Daarbij voegden zich van tijd tot tijd vlugte-lingen uit haar vaderland, die wegens hunnenbsp;godsdienstige overtuiging in Frankrijk hunne veiligheid en hun leven bedreigd zagen, en nu totnbsp;de edelmoedige dochter huns Konings de toevlugt

-ocr page 7-

namen, om bij haar bescherming en levensonderhoud te vinden. Zoo ontstond er aan het hof van Ferrara als ’t wave eene kleine Hervormde gemeente, die hooggeplaatste personen,nbsp;als Mevrouw van soubise, hare dochter ankanbsp;VAN PARTHENAY, haren zoon jokannes van pak-ïHENAY, Heer van soubise , en voorts den dichter CLEMENT MAROT met zijii vriend lyon jametnbsp;onder hare leden telde. Den Hertog bevalennbsp;zich de vlugtelingen aan door hunne geleerdheidnbsp;en beschaving of door hunnen aanzienlijken naani,nbsp;en zoo liet hij aanvankelijk zijne gemalin geheelnbsp;vrij in haar doen, zonder naar de godsdienstigenbsp;overtuiging harer gasten te vragen.

Het was in het jaar 1535 dat een nieuwe vlugteling aan het hof van Ferrara verscheen.nbsp;Onder den naam van karel van espeville werdnbsp;hij aan den Hertog voorgesteld en met zijnennbsp;reisgenoot en vriend looewijk tillet vriendelijknbsp;ontvangen. Die vlugteling was calvijn. Weinignbsp;is er bekend van het verblijf des groeten Hervormers aan dit beroemde hof en van den invloednbsp;dien hij er in ’t algemeen heeft uitgeoefend. Ditnbsp;alleen is zeker, dat hij er gedurende vele maanden vertoefde, en er in ’t verborgen niet zondernbsp;rijke vrucht als apostel werkzaam vvas. Weldra

-ocr page 8-

werd hij de erkende zielzorger en leeraar der Hervormden, die hier vereenigd waren. Gewisnbsp;werden in menige vertrouwelijke zamenkomst denbsp;gewigtigste vragen der godsdienst behandeld, ennbsp;wij twijfelen er niet aan , of de Hervormer vondnbsp;in de Hertogin en hare gelijkgezinde vriendennbsp;aandachtige toehoorders en belangstellende leerlingen, die weldra van zijnen geest geheel doortrokken waren. Op renata vooral oefende hijnbsp;een bijzonder weldadigen invloed. Nog ontbrakennbsp;haar eene heldere kennis der goddelijke waarheidnbsp;en eene vaste welgegronde overtuiging. Maarnbsp;niemand beter dan calvijn kou in dit gebrek bijnbsp;haar voorzien. Naauw sloot zij zich aan hem aan.nbsp;Uit hare latere briefwisseling met hem blijkt overtuigend , hoe zij met de diepste achting voor zijnnbsp;karakter en zijne talenten een vast vertrouwen opnbsp;zijn raad en voorlichting paarde. Zij klemde zichnbsp;aan hem vast. In alle zwaï’e beproevingen vannbsp;haar volgend leven, in eiken nood waarin zijnbsp;verkeerde strekte zij smeekend de hand naar hemnbsp;uit, om van hem troost en bestuur te ontvangen.nbsp;Zóó diepen iudruk had hij op hare ziel gemaakt,nbsp;«dat zij, zoolang zij leefde, hem beminde ennbsp;eerde als eenen uitnemenden dienaar des Heeren.”nbsp;En voorwaar! ter goeder ure had de Goddelijke

-ocr page 9-

liefde dezen zijnen voortrefl'elijken dienstknecht tot haar doen komen. Dringend was het haar noo-dig, juist nu den vollen troost, de volle krachtnbsp;van het Evangelie des vredes te leeren kennen.nbsp;Een leven van lijden , van strijd en verzoekingnbsp;ving voor haar aan, dut niet weder eindigde,nbsp;dan toen haar Verlosser haar opnam in zijnenbsp;heerlijkheid en haar de ruste deed smaken, die ernbsp;overblijft voor het volk van God.

Hare godsdienstige overtuiging kon haren gemaal niet langer verborgen blijven, nadat zij onder de leiding van calvijn zoozeer in haarnbsp;geloof bevestigd was, dat zij nu ook de uiterlijkenbsp;vormen van het Katholieismus verwierp en geeuenbsp;mis meer hooren wilde. Met toenemenden argwaannbsp;sloeg de Hertog haar gade, en weldra vernietigdenbsp;hij haar geluk. Haren gasten onttrok hij zijnenbsp;bescherming. De bloeijende gemeente, die zich tenbsp;Eerrara rondom haar vereenigd had, onderdruktenbsp;hij met meêdoogenloos geweld. Alleen aan harenbsp;betrekking op het Fransche hof had zij het tcnbsp;danken, dat de Vorst, die uit Eorae werd opge-hitst, zich niet aan haar persoon vergreep. Maarnbsp;ook die betrekking kon haar ten laatste niet meernbsp;beschermen. Gretig gaf de Hertog gehoor aannbsp;de wenken, die hij uit Frankrijk ontving, om de

1

-ocr page 10-

10

uitbreiding der Hervormde leer in Italië tegen te werken. Keeds liad hij zijne gemalin er toe ge-bragt de Protestanten van haar hof te verwijderen, en wilde haar nu dwingen het geloof dernbsp;Hervormden af te zweeren. Doch vruchteloos!nbsp;E.ENAÏA wankelde niet. Daar zond haar neef,nbsp;koning hendrik II van Frankrijk zijnen Grootinquisiteur, zekeren Dominikaner Matthias orhiz,nbsp;naar het hof van Ferrara, om zijne afvallige nichtnbsp;tot de kerk terug te brengen. Hij moest haarnbsp;zeggen: u dat de koning met ongeloofelijke smartnbsp;haren afval van het ware geloof had vernomen;nbsp;dat, zoo hij hare verzoening met de Kerk hoorennbsp;mogt, hem dit zoo groote blijdschap zou geven,nbsp;als zag hij haar van den dood tot het leven teruggekeerd; maar, zoo zij in hare kettersche gevoelens volharden bleef, dat dit den koning tennbsp;hoogste zou mishagen, hem alle betrekking opnbsp;haar doen verbreken en in haren vijand veranderen zou.” Zoo dit zonder uitwerking bleef, dannbsp;moest de koninklijke afgezant twistredenen overnbsp;het geloof houden, tot welker bijwoning de Hertogin met al de haren moest gedwongen worden.nbsp;Fn zoo ook dit niet kon baten, dan moest hijnbsp;haar in tegenwoordigheid van haren gemaal aanzeggen , dat het de wil des konings was, haar

-ocr page 11-

11

van have kinderen te berooven, en haarzelve in de eenzaamheid op te sluiten, en als een gevangene op het strengst te bewaken.

Welk een toestand! Is het wonder dat het der arme vorstin vaak zeer bange was, dat harenbsp;tranen haar dag en nacht tot spijze waren. Maarnbsp;zij liet zich niet aan het wankelen brengen. Allenbsp;bedreigingen konden hare overtuiging niet schokken , haren geloofsmoed niet ternederslaan. // iknbsp;ben,” zoo schreef haar calvijn, //ik ben vertroostnbsp;geworden door hetgeen ik van uwen dienaarnbsp;inogt hooreii, en voorwaar! toen gij in grootenbsp;benaauwdheid verkeerdet, zoo heb ik mijn deelnbsp;daarvan rijkelijk gehad. Gave God dat ik tot unbsp;kon ijlen, maar ook op den man, dien ik innbsp;mijne plaats zend, kunt gij vast vertrouwen.nbsp;Zoodra ik hem van de zaak sprak, wilde hijnbsp;liever uw kruis mede dragen, en met u lijden innbsp;uwen nood, dan goede dagen hebben en op wegennbsp;des vredes gaan. De Heer boude u in zijnenbsp;heilige hoede, eii leide u door zijnen Geest, opdat Hij meer en meer in u verheerlijkt worde! ”

Maar bij bedreigingen zou het niet blijven. Op Imre weigering om haar geloof te verzaken, ontrukte men haar hare kinderen, haren eenigen aard-schen troost, cn bragt die over in het klooster

-ocr page 12-

van het heilige lijk. Hare opvoedster die hare vriendin was gebleven, en in hare overtuiging deelde , Mevrouw van soübise werd vannbsp;haar verwijderd. .\lle vertrouwde dienaars werdennbsp;van haar gescheiden, en zij zelve opgesloten innbsp;oen afgelegen vertrek van het kasteel van Ferrara, waar zij niet als gebiedster maar geheelnbsp;als gevangene behandeld werd. Is het onnatuurlijk, dat zij een oogenblik van geloofszwakheidnbsp;had, en meer toegaf dan haar geweten veroorloofde ? Zullen moeders, zal iemand onzer haarnbsp;daarover hard vallen ? Ernstig en liefdevol bragtnbsp;CALVIJN haar hare geloofszwakheid onder het oog.nbsp;Aldus schreef hij ; « gij zijt van den regten wegnbsp;af ge weken , om den wil der wereld te doen. Denbsp;vijand zegepraalt en wij moeten zuchten en hetnbsp;hoofd laten hangen. Maar, genadige Vrouwe,nbsp;uw God houdt nog zijne hand over u uitgestrekt , en wil u weder in genade aannemen;nbsp;als wij gevallen zijn, zoekt Hij ons weder op tenbsp;heffen, opdat onze val niet ten dood zij. O, iknbsp;bid u, grijp weder moed, en heeft de vijandnbsp;zich een oogenblik uwe zwakheid ten nutte gemaakt , om eenig voordeel op u te behalen, zoonbsp;laat hem niet de eindelijke overwinning, maarnbsp;wees indachtig, dat God verootmoedigt, om te

-ocr page 13-

13

verheffen, en dat Hij hen dubbel sterk maakt, die zich door Hem weder hebben laten oprigten.nbsp;Genadige Vrouwe! de verzoekingen zullen nognbsp;klimmen, maar houd daaronder voor oogen, watnbsp;gij Hem schuldig zijt, die u zoo duur heeft gekocht, en u dagelijks bereidt voor zijne hemelschenbsp;erfenis. Dat is geen meester, in wiens dienstnbsp;men iets sparen mag ? En vooral als wij op denbsp;uitkomst zien, wat is dan alle smaad en tegenspoed, dien wij om Zijns naams wil lijden? —nbsp;Belijd Hem dan altijd en overal voor de men-schen, ik bid u dat in Gods naam ! Geef geen

grond aan de lasteraars.


Vergeet niet wat ik u


op het hart bind. Waak in alles over u zelve, opdat uw heil geen schade lijde.”

Zulke vermaningen troffen doel bij de edele Christin, die reeds door haar geweten bestraftnbsp;was. In een volgend schrijven kon calvun haarnbsp;zijne blijdschap betuigen, dat zij weder standvastig getrouw was aan haren pligt en harenbsp;roeping. Maar al had zij nu hare vrijheid herkregen , al zag zij hare kinderen weder bij zich,nbsp;haar lijden was niet geëindigd. Immers haar gemaal wist haar niet te schatten in de grootenbsp;waarde die zij als voortreffelijke vrouw bezat, ennbsp;leidde daarbij een zóó ligtzinnig en zedeloos leven,

-ocr page 14-

14

dat zijzelve zich gedrongen gevoelde zich van hem af te zonderen. Aan deze beproeving echternbsp;werd zij ontheven toen de Hertog in 1559 stierf.nbsp;En nu maakte zij zich gereed om Italië te verlaten , en naar haar vaderland terug te keeren,nbsp;dat zij altijd ook in den vreemde had blijvennbsp;liefhebben. Maar ook daar zou haar geen rustignbsp;en onbezorgd leven wachten. Integendeel innbsp;nieuwe verwikkelingen zou zij daar geraken,nbsp;nieuwe verzoekingen daar hebben door te staan.

Haar schoonzoon, de Hertog Frans van guise , een heftig tegenstander der Hervorming aan hetnbsp;Pransche hof, had juist als de alvermogende voogdnbsp;van den jeugdigen Koning prans II een verdel-gingskrijg aangevangen tegen alles, wat tot denbsp;Hervorming overhelde. Hij had de eerste aanleiding tot het terugkeeren van renata naar Frankrijk gegeven, daar hij zijne schoonmoeder daartoenbsp;had aangezocht, onder de schoonschijnende belofte van haar aan dc regering te laten deelnemen ; maar inderdaad in de hoop om haar vannbsp;haar geloof afvallig te maken en tot zijne zijdenbsp;over te halen; of zoo dit niet gelukte, zich vannbsp;haren naam, die algemeen in aanzien was, tenbsp;bedienen om zijne gehate regering meer populairnbsp;te maken. Niet zonder bezorgdheid zag cai.vijn

-ocr page 15-

15

hnav uit Ferrara vertrekken, te meer, daar rij haren stervenden gemaal in den drang der omstandigheden en gedreven door den zoo natuurlijkennbsp;wensch zijne laatste bede niet af te wijzen, denbsp;door hem onder eeden verlangde verzekering gegeven had, voortaan eiken regtstreeksclien omgangnbsp;met den Hervormer af te breken. In zijn laatstennbsp;brief, dien calvijn naar Ferrara aan haar gerigtnbsp;heeft, onderhoudt hij haar over een en ander innbsp;eene taal zoo ernstig en gestreng, als de hooggeplaatste dochter van lodewijk XII welligt nognbsp;nimmer vernomen had. /; Gij hebt,” schreef hij,nbsp;n met uwe afgedwongene gelofte zwaar onregtnbsp;gedaan en God beleedigd. Ik dring u niet mijnbsp;weder te schrijven; maar zoo gij mogt wenschennbsp;het te doen, zoo weet dat het dubbele zonde isnbsp;een openbaar goddeloozen en gewetenloozen eednbsp;te houden. Met deze verklaring meen ik aan mijnennbsp;pligt tegenover u voldaan te hebben.” In hetzelfde schrijven deelt hij zijn oordeel mede overnbsp;hare voorgenomen reis; hij wil het haar niet ontveinzen, dat het hem weinig gewonnen toeschijntnbsp;als men den eenen afgrond ontvlugt om zich innbsp;eenen anderen neder te storten. Hij beschouwtnbsp;de zaken in Frankrijk zoo verwikkeld, dat ziclinbsp;daarin te mengen niet anders is dan God verzoe-

-ocr page 16-

16

ken. Met heiligen ernst en getrouwheid vermaant hij haar vrijmoedig voor hare overtuiging uit tenbsp;komen en het zich diep in te scherpen, ook metnbsp;het oog op haren reeds eenigzins gevorderden leeftijd, dat onze erfenis niet hier beneden is, ennbsp;dat JEZUS CHRISTUS het wel waardig is, Frankrijknbsp;en Ferrara om zijnentwil te vergeten.

Dat vrijmoedig schrijven miste zijn doel niet. De edele vorstin heeft ook verder getoond, wiensnbsp;zij was en wien zij dienen wilde. Te middennbsp;van groote gevaren en verzoekingen stond zij palnbsp;als eene rots in het hart der baren. Niet zoodranbsp;was zij in Frankrijk aangekomen, waar zij allesnbsp;in den treurigsten toestand vond, den prins vannbsp;CONDÉ, het hoofd der Hervormden, gevangen ennbsp;ter dood veroordeeld, de Evangeli.sche bewegingnbsp;overal vervolgd en onderdrukt, en het opperbestuurnbsp;der dingen in handen van de bitterste vijandennbsp;der Hervorming, of, in weerwil van dit alles,nbsp;aarzelde zij geen oogenblik voor haar geloof vrijmoedig uit te komen en in alles de zijde te kiezennbsp;van hen, die allerwegen werden versmaad en vertreden. Zij vestigde zich op het slot Montargis,nbsp;niet ver van Orleans. Ook daar betoonde zij zichnbsp;als in Italië, de troosteres der lijdenden, de beschermster der vervolgden. Dikwerf spijsde zij

-ocr page 17-

17

honderden barer verdrukte geloofsgenooten aan hare tafel, zoodat haar slot een herberg Gods (hotelnbsp;Dieu) genaanad werd. Hoe groot was de vreugdenbsp;en dankbaarheid van calvijn, toen hij dit vernam. Maar ook in de uitoefening dier herbergzaamheid zou zij belemmerd worden. In het jaarnbsp;1562 brak een godsdienstkrijg uit tusschen Hervormden en Koomsch-Katholijken. Renata’s schoonzoon, de Hertog van guise, had zelf daartoe hetnbsp;sein gegeven door het uitmoorden eener weerloozenbsp;hervormde gemeente te Vassy. Zijn naam werdnbsp;daardoor een afschuw voor al wat Protestant was.nbsp;Vrouwen en kinderen riepen in hunne gebedennbsp;om wraak over den booswicht, die de hunnen hadnbsp;vermoord en hun een gelijk lot toedacht. Wienbsp;gevoelt niet hoe rbn.ata daaronder moet geledennbsp;hebben? Immers, die door banden des geloofsnbsp;innig aan haar verbonden waren, vloekten hen,nbsp;tot wie zij door banden des bloeds in naauwe betrekking stond. Zij meende niet anders, of zijnbsp;zelve moest voor alle vromen een voorwerp vannbsp;haat en afschuw zijn, daar zij de schoonmoedernbsp;van hunnen ergsten vijand was. En hare betrekkingen bedreigden haar met opsluiting in eennbsp;klooster, zoo zij niet tot de kerk terugkeerde, ja,nbsp;hare eigene dochter nam de taak op zich haar deze

2

-ocr page 18-

18

bedreiging over te brengen. Zelfs kwam het zoover, dat haar schoonzoon eene afdeeling soldaten naar haar slot afzond, en der vorstin liet aanzeggen , dat haar kasteel zon plat geschoten worden,nbsp;zoo zij de Protestanten, die zij daarin verborg,nbsp;niet uitleverde. Maar toen gaf zij dit schoonenbsp;antwoord; «Bedenk wel wat gij doet; zoo gijnbsp;daartoe komt, zal ik zelf mij het eerst op dcnbsp;tinne plaatsen, en ik zal zien, of gij het durftnbsp;wagen de dochter eens konings te dooden, wiernbsp;dood hemel en aarde verpligt zouden zijn te wreken op u en geheel uw- geslacht, tot de kleinenbsp;kinderkens toe.” — Deze moediga. en krachtigenbsp;houding bleef niet zonder uitwerking. En de belegering zelve had geen gevolg, daar de hertognbsp;VAN GUISE spoedig daarop voor de muren vannbsp;Orleans gedood werd door een vergiftigden kogel,nbsp;op hem afgeschoten door een fanatiek Protestantnbsp;poi.TROT DE MERCY. De dood vau dien bitterennbsp;vijand der Hervorming was eene ware verlossingnbsp;voor alle vrienden en belijders van het Protestantisme. Kan het ons verwonderen, dat ondernbsp;hen eene stem van vreugde en dankbaarheid zichnbsp;luide deed hooren? Maar velen gingen te ver,nbsp;vooral sommige predikers, die niet schroomden tenbsp;gewagen van het strafgerigt Gods, waardoor dc

-ocr page 19-

19

verworpeling op aurde nu ook der eeuwige verwerping was overgeleverd. Ook aan iienaïa kwamen zulke oordeelvellingen ter oore; zelfs solrijnt het, dat hare eigene predikers niet aarzelden innbsp;dien geest te spreken. Kon het anders, of zij moestnbsp;daaronder lijden? .Ja, zij had oogenblikken,nbsp;waarin twijfel haar bestormde aan de waarheidnbsp;eener leer, die tot zulke oordeelvellingen der bitterste liefdeloosheid kon aanleiding geven. Totnbsp;CALVijN nam zij weder hare toevlngt. wik wil,” —nbsp;schreef zij, //mijnen schoonzoon niet verontschuldigen, maar is het billijk, dal men thans, nullijnbsp;niet meer leeft, ook zijne nagedachtenis met den bit-tersten haat vervolgt? Ik beleid u rond en opennbsp;dat ik nimmer gelooven kan, dat zulke woordennbsp;des toorns van God komen. Ik weel dat hij eennbsp;vervolger was, maar ik weet niet en geloof ooknbsp;niet, dat hij van God verw'orpen werd, want innbsp;zijne laatste oogenblikken heeft hij bewijzen eenernbsp;andere gezindheid gegeven. Eu al ware hij nognbsp;ongelukkiger, nog verworpener geweest, dan hijnbsp;werkelijk was, zoo moest men toch geenzins innbsp;zulke oordeelvellingen behagen vinden.”

Het antwoord van cauvijn op dit schrijven is een voorbeeld van ernst, waarheidsliefde en tec-dere zorgvuldigheid om het moederhart niet te

2 *

-ocr page 20-

20

krenken. Hij waarschuwt haar, dat zij zich door haar moederlijk gevoel niet late vervoeren, omnbsp;der waarheid te kort te doen, en dat zij doornbsp;overdrijven ter eener zijde, geene aanleiding geve,nbsp;dat anderen in een ander uiterste vervallen. Hetnbsp;gebeurde met haren schoonzoon, zoowel als diensnbsp;gedrag, stelt hij in helder licht. Hij komt ernbsp;rond voor uit, dat men te ver gaat als men diennbsp;ongelukkige verdoemt, tenzij dan dat er bij hemnbsp;een zeker en ontwijfelbaar kenmerk van verwerping was waartenemen geweest. In zulkenbsp;dingen moet men zich voor voorbarigheid ennbsp;vermetelheid wachten, want slechts Eén is het,nbsp;voor wiens regterstoel allen moeten geopenbaardnbsp;worden. «En oordeel nu zelve ten slotte, —nbsp;aldus eindigt hij — of het billijk is slechts aannbsp;dien éénen man te denken, en niet aan de honderd duizenden, die door hem gevallen zijn? ofnbsp;men de liefde zoo beperken mag, dat men bij hetnbsp;minste over de vromen toornt, en bij hem hetnbsp;zwaarste voorbijziet? Regt in alles is; het boozenbsp;te haten, zonder aanneming der personen, ennbsp;een iegelijk zijnen Begter over te geven.” —-Het antwoord van haren zielzorger bevredigde haar niet geheel, maar hare liefde tot,nbsp;haar vertrouwen op hem leden daardoor niet.

-ocr page 21-

21

Hoe gestreng calvijn menigmaal tegen haar was, nederig dankte «ij hem , dat hij niet ophield haarnbsp;uitnemende vermaningen te geven; en zij hadnbsp;geene andere bede, dan dat hij daarmede voortging zijn leven lang. //Geheel de uwe,” zoo on-derteekende zij hare brieven aan hem. En hijnbsp;voldeed aan hare bede. He laatste fransche brief,nbsp;die van hem overig is, van zijn sterfbed geschreven 33 dagen voor zijn verscheiden, is aan denbsp;Hertogin van Ferrara gerigt.

Zij overleefde hem nog 11 jareu. Na den dood van haren schoonzoon, eischte Fraukrijksnbsp;koning in zijn eigen naam, dat zij de Protestanten uit haar kasteel zou verwijderen. Vruchteloosnbsp;beriep zij zich op haar regt om in haar eigennbsp;huis te gebieden. Ten laatste moest zij voornbsp;geweld wijken. Maar tot bij het scheiden gafnbsp;zij haren beschermelingen de teederste bewijzennbsp;harer liefde, en zocht hun hard lot zooveel mogelijk te verzachten. Nog beleefde zij de gruwel-tooneelen van den Bartholomeiis nacht (34 Augnbsp;1572). En onwankelbaar getrouw aan hare overtuiging, ontsliep zij 12 Junij 1575 in 65 jarigennbsp;leeftijd op haar slot Montargis. Zalig zeggennbsp;wij bij de gedachte aan haar, zalig zijn denbsp;dooden, die in den Heer sterven. Zij

-ocr page 22-

23

rusten van hunnen arbeid, en hunne werken volgen met hen.

Geliefde zusters in den Heer, gij beklaagt u gewis niet, dat ik u in kennis bragt met eenenbsp;edele discipelin van den Heer, die door haarnbsp;leven nog tót ons spreekt, nadat zij gestorvennbsp;is. Immers mag zij teregt een voorbeeld genoemdnbsp;worden van standvastige getrouwheid aannbsp;hetgeen zij als hare levensroeping hadnbsp;1 e e r e n kennen, eene getroinvheid , betoondnbsp;onder hoogst moeijelijke levenservaringen. Zijnbsp;was mede eene arbeidster voor het Godsrijk, gelijk gij alle wenscht te zijn en u betoont. Naarnbsp;den tijd waarin, de omstandigheden waarondernbsp;zij leefde, den kring waarin zij zich geplaatstnbsp;zag, had hare arbeid voor de zaak des Heerennbsp;iets geheels eigeudommelijks, onderscheiden vannbsp;den arbeid, waartoe wij in onze dagen ons geroepen zien. Hare taak was het, met eenen zichnbsp;boven de zwakheid van haar geslacht verheffendennbsp;heldenmoed, voor de heiligste overtuigingen vannbsp;haar hart ook daar uit te komen, waar dit nietnbsp;zonder groot gevaar geschieden kon. Thans isnbsp;onder ons, Gode zij dank! geen gevaar verbondennbsp;aan de vrijmoedige belijdenis van jezus cuhistus.

-ocr page 23-

23

Geen verdrukten eii vervolgden om het geloof hebt gij te troosten, te herbergen, te beschermen. Had de Heer in alle eeuwen voor zijnenbsp;discipelinnen eene bijzondere taak, in deze 19lt;lcnbsp;eeuw roept Hij u op om uwe gaven en krachtennbsp;te wijden aan de zaak der zending. Maar ooknbsp;die zaak heeft hare eigenaardige moeijelijkheden.nbsp;En is het dan niet eene hoogst noodige en nuttige wenk, die door het voorbeeld van renatanbsp;tot u komt; zijt standvastig getrouw aan hetgeen ook gij als een deel uwer levensroepingnbsp;hebt leeren erkennen. Vragen wij waarvan isnbsp;die getrouwheid de liefelijke vrucht? Wij wetennbsp;het van elders, maar zagen het ons bij vernieuwing bevestigd in het leven der edele vorstin,nbsp;waarop wij u wezen. Zij had haar hart aan dennbsp;Heer gegeven; nu was het ook gewijd aan zijnenbsp;zaak. Bij toeneming werd zij overtuigd, dat denbsp;Hervorming uit God was. Nu schroomde zij ooknbsp;niet voor die overtuiging uit te komen, en waarnbsp;het nood gaf, daarvoor te lijden. Ja behoortnbsp;het hart aan den Heer, dan hebben wij ooknbsp;zijne zaak lief en behartigen haar als de onze-Dan wenschen wij Hem daarin te dienen, alsnbsp;onzen eenigen Heer en Meester, en rekenen hetnbsp;ons tot eene eere dat ook wij Hem den onuit-

-ocr page 24-

sprekelijk Dierbare alzoo tot genoegen mogen zijn in de toebrenging van onderdanen, over wier be-keeriiig feest is in den hemel. Of zou onzenbsp;overtuiging ten aanzien der zendingzaak eenenbsp;andere moeten zijn, dan die van benaïa tennbsp;aanzien der Hervorming? Immers neen! Wijnbsp;kennen toch de goddelijke beloften. Wij kennennbsp;het woord van onzen Heer: // Ik heb nog anderenbsp;schapen , die van dezen stal niet zijn ; deze moetnbsp;ik ook toebrengen, en zij zullen mijne stem hoo*nbsp;ren; en het zal worden één kudde en één herder.”

Aan dal woord, aan de heerlijke Godsbeloften ons vast klemmende, zullen wij niet vertragen ,nbsp;maar ook onder bittere teleurstellingen en moeije*nbsp;lijke ervaringen standvastig getrouw zijn in hetgeen wuj eenmaal uit liefde tot den Heer aanvaardnbsp;hebben. En vragen wij nogmaals van waarnbsp;verkrijgt die getrouwheid telkens voedsel ennbsp;vernieuwde aansporing? Nog eens het oog opnbsp;RE.v.AT.r. Hoe zond God haar in den grootennbsp;Hervormer den man toe, wiens leiding en opwekking , wiens raad en bestuur voor haar vannbsp;onberekenbaar gew'igt is geweest om haar te doennbsp;blijven en meer en meer worden, die zij zijnnbsp;moest. Zoo wist de goddelijke Voorzienigheid innbsp;hare behoeften te voorzien, toen zij meer dan

-ocr page 25-

25

ooit geloofsversterking eii steun voor hare getrouwheid noodig- had. En wie, die zich heeft aangegord tot eenigen arbeid voor het Godsrijk,nbsp;weet niet van gelijke ervaringen te spreken?nbsp;Ook in de zaak der zending worden vaaknbsp;naast bittere teleurstellingen, schoone uitkomstennbsp;ondervonden. En vuren deze den ijver aan, nietnbsp;minder wordt de getrouwheid daarin gevoed doornbsp;het staren op zoovele edelen, die hun ganschenbsp;leven aan die zaak gewijd hebben , gelijk calvijmnbsp;aan de zaak der Hervorming. Maar blijven ooknbsp;de verrassende ervaringen uit, worden de teleurstellingen meerder, klimmen de moeijelijkhedeunbsp;dag aan dag, dit eene blij't altijd over, waaropnbsp;ook de groote Hervormer zijne doorluchtige dis-cipelin gedurig in zijne brieven wees, dit eene,nbsp;dal alles zegt, en onder alles vertroost en moednbsp;geeft, het gebed.

Laat mij nog eenmaal calvijns eigene woorden uit een zijner brieven gebruiken. n Als gijnbsp;meent, den last niet meer te kunnen dragen innbsp;uwe zwakheid, vlugt dan tot Hem, die beloofdnbsp;heeft, dat allen die op Hem vertrouwen, dennbsp;boom zullen gelijk zijn, die geplant is aannbsp;waterbeken , die vrucht voortbrengt op zijnen tijdnbsp;en welks bladen niet verwelken.”

-ocr page 26-

Dat zij ook tot ons gezegd. Wij hebben in JEZUS CHiiisTus een vrijen toegang' tot den troonnbsp;der genade. Maken wij er veel, maken wij ernbsp;dagelijks gebruik van. In onze stille binnenkamer worde gedurig de knie gebogen voornbsp;Hem, die een hoorder is des gebeds. Die stillenbsp;gebedsuren 'zullen rijke vrucht dragen voor hetnbsp;leven. En in den arbeid voor het Godsrijk zalnbsp;dan do koninklijke zinspreuk ook du onze zijn;nbsp;aanvangen en voltooijon (1).

(1) De zinspreuk der koningen van Hanover.

-ocr page 27- -ocr page 28- -ocr page 29- -ocr page 30-