DE VERPLEGING EN HET ONDERWIJS

NEDERLANDSCH GASTHUIS

OOGIIJDEKS.

NEGENDE JAARLIJKSCH VERSLAG , botrekkelijk de verpleging en het onder-Avijs in het Nederlandsch Gasthuis voornbsp;Ooglijders, van den 1 Januari 1867nbsp;tot den 1 Januari 1868, ter vergadering van Bestuurders en Afgevaardigden , gehouden den 25 Mei 1868,nbsp;uitgebracht door F. C, Donders, Directeur der Instelling.

Terwijl ik, naar liet voorschrift der statuten, voor de negende maal het jaarlijksch verslag ten aanzien der verpleging en van het onderwijs in het Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders heb uit te brengen , zijn wij hetnbsp;tiende jaar sedert de vestiging reeds ingetreden. Het isnbsp;eigenaardig en heeft ook zijne nuttige zijde, na zekerenbsp;perioden op den ontwikkelingsgang eener instelling eennbsp;blik terug te werpen. Na een bestaan van tien jarennbsp;zullen wij hebben te onderzoeken, wat onze stichting voornbsp;wetenschap en voor de ontwikkeling der oogheelkundenbsp;vermocht, welke vruchten zij direct of indirect, in’t bijzonder voor ons vaderland, heeft afgeworpen, en welke toekomst men haar uit haar verleden voorspellen mag. Maarnbsp;juist omdat een volgend verslag, zich uitstrekkende overnbsp;een geheel decennium, de waarde en den invloed der instelling in iedere richting zal hebben na te gaan, meen iknbsp;thans mij tot eene eenvoudige vermelding der feiten,hetnbsp;laatstverloopen jaar betreffende, te mogen bepalen. Trouwens , feiten, die zich in getallen laten uitdrukken, zijn welsprekend genoeg en behoeven, nadat meer dan eens hunne

2242 7664

beteekenis werd in ’t licht gesteld, slechts weinig com-mentair.

In het jaar 1866 bleef het aantal behandelden en verpleegden beneden dat der vorige jaren. De oorzaak daarvan werd gevonden in het heerschen der cholera, die in de maanden vooral, waarin de instelling door lijders uitnbsp;de afgelegen provinciën het sterkst bezocht wordt, hetnbsp;allerhevigst woedde. Met de treurige oorzaak heeft ooknbsp;het gevolg weder opgehouden. Wij vinden, namelijk,

in 1866 nbsp;nbsp;nbsp;in 1867.

Behandelden nbsp;nbsp;nbsp;1317nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1416

Verpleegden nbsp;nbsp;nbsp;303nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;326

Verpleegdagen nbsp;nbsp;nbsp;10899nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11624

Groote operatiën nbsp;nbsp;nbsp;293nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;318,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—

allen, in 1867 hoogere cijfers dan in 1866.

Het getal verpleegdagen voor lederen lijder bedroeg gemiddeld 36, — even als in het vorige jaar.

Op nieuw leverden alle Provinciën haar contingent aan lijders. Uit het oogpunt van hunne herkomst, het aantalnbsp;lijders over 1866 en 1867 naast elkander plaatsende,nbsp;vinden wij :

1866. nbsp;nbsp;nbsp;1867.

Men ziet, dat de stad Utreclit slechts ruim Vb, stad en provincie gezamenlijk minder dan Vs der behandeldennbsp;en slechts Vs der verpleegden opleveren, zoodat de inrichting haren naam van Ifederlandsc/i Gasthuis schitterendnbsp;handhaaft.

Het is niet overbodig, telken jare te herhalen, dat de behandeling in het gasthuis voor ooglijders zonder onderscheid kosteloos plaats heeft, en dat bovendien de geneesmiddelen en de vereischte operatieve hulp gratisnbsp;voorden verstrekt. Wie zich aanmeldt en te helpen is,nbsp;wordt onvoorwaardelijk geholpen, zonder dat naar teekennbsp;of bewijs van onvermogen wordt gevraagd : van den aanvang af was het de bedoeling, dat niet slechts behoef-tigen, maar ook minvermogenden van de inrichting zoudennbsp;gebruik maken. Maar is er verpleging noodig in hetnbsp;gesticht, dan wordt in den regel eene tegemoetkomingnbsp;verlangd. Berekend over al de kosten der oeconomie,nbsp;uitgezonderd die van de behandeling der loopende patiënten, komt de verpleging op 90 ets. te staan, en gemeente- en armbesturen vergoeden dien met 50 ets.,nbsp;particulieren met 60 ets. Zoo heeft tot iedere verplegingnbsp;liefdadigheid haar deel bij te dragen.

In de verhouding tusschen de voor eigen en voor

Ver- Verpleeg» pleegden» dagen.

Voor eigen rekening 138 nbsp;nbsp;nbsp;3590

Voor rekening van particulieren nbsp;nbsp;nbsp;18nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;924nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;22

Voor rekening der diaconiën 34 nbsp;nbsp;nbsp;1648nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17

Voor rekening van armbesturen nbsp;nbsp;nbsp;52nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2690nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;71

Voor rekening van gemeentebesturen nbsp;nbsp;nbsp;28nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1250nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;35

Voor rekening van Com-

missiën voor ’t Gasthuis nbsp;nbsp;nbsp;6nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;175nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6

Voor rekening van het Eijk nbsp;nbsp;nbsp;1

Met genoegen merken we intusschen op, dat door arm- en gemeentebesturen in het laatst verloopen jaarnbsp;meer aan de verpleging is ten koste gelegd dan in vroegerenbsp;jaren, en ik geloof, dat zij hiermede niet slechts hetnbsp;belang der lijders, maar ook hun eigen belang hebbennbsp;bevorderd. Overigens werden nog 31 lijders gedurende 913nbsp;dagen gratis verpleegd. Zeker zou, bij ruimer toevloeiennbsp;van fondsen, de kostelooze verpleging op ruimer schaal kunnen worden toegepast, en zou menigeen , die , beroofd vannbsp;het gezichtsvermogen, een treurig leven in ellende voort-sleept, kunnen worden gebaat; maar wij mogen toch verklaren , dat niemand hier wordt afgewezen, bij wien denbsp;verpleging geen uitstel gedoogt, ook wanneer op tegemoetkoming in de verpleegkosten geenszins valt te rekenen.

Vergelijken wij de belangrijkheid der gevallen met die van vorige jaren, zoo vinden wij die steeds klimmende.nbsp;Een maatstaf daarvoor levert alvast het aantal der grootenbsp;operation, die ieder jaar gevorderd worden. Wij vinden voor:

Extractie^ van cataract Punctie van cataract en nastaarnbsp;Vorming van kunstmatigen oogappelnbsp;Peesdoor snij ding, tegen scheelziennbsp;Exstirpatie van den oogbol

van gezwellen der oogholte Operatie van druifgezwel

van binnenwaarts gekeerde oogleden van vernauwde oogspleetnbsp;Samengestelde plastische operaties

In geen der vorige jaren was het aantal extracties van cataract tot de hoogte van 74 gestegen, die in ’t laatstenbsp;verloopen jaar bereikt werd. Deze operatie is de glanSquot;nbsp;rijkste der oogheelkunde en de dankbaarste tevens. Innbsp;het algemeen de gemodificeerde lineair-extractie van vonnbsp;Graefe toepassende, mochten wij ons weder in rechtnbsp;gelukkige uitkomsten verheugen: slechts één oog gingnbsp;door ettering verloren, en , met uitzondering van eennbsp;vijf-en-tachtiger, bij wien de gezichtszenuw bleek innbsp;slechteren toestand te verkeeren dan zich liet voorzien, wasnbsp;bij alle overigen het gezichtsvermogen bevredigend. Betrekkelijk groot is ook het aantal samengestelde plastische operaties , — uit het chirurgisch oogpunt de gewichtigste,nbsp;die de oogheelkunde heeft aan te wijzen. Dat hetnbsp;aantal operaties tegen binnenwaarts gekeerde oogledennbsp;en tegen vernauwing der oogspleet weder aanzienlijknbsp;gestegen is, levert het bewijs, dat de granuleuse oogziekte, waarvan die treurige misvormingen doorgaansnbsp;de uitgang zijn, in weerwil der dezerzijds in het werknbsp;gestelde pogingen, nog op verre na niet is uitgeroeid.

Aan het einde van het verslag vindt men de numerieke

opgaaf der vóórgekomen ziekten. Ook deze wijst een betrekkelijk grooter aantal van belangrijke gevallen aan.nbsp;Bij vergelijking met die van vorige jaren, kan zoodanigenbsp;statistiek tot gewichtige beschouwingen leiden, die wij ,nbsp;ons plan getrouw, ons voorbehouden voor een volgendnbsp;verslag, wanneer de over een tiental jaren verkregen resultaten daaraan zullen kunnen worden dienstbaar gemaakt.

Eéne opmerking slechts willen wij ons thans veroorloven. Toen onze instelling werd gevestigd, was de gelegenheid tot hulp voor ooglijders in ons vaderland innbsp;’t algemeen hoogst gebrekkig. Thans is die op velenbsp;plaatsen opengesteld, uitsluitend of schier uitsluitend,nbsp;wij mogen er op roemen, door leerlingen van deze inrichting. Wij verheugen ons daarover in hooge mate, ennbsp;juichen den bloei dier instellingen, dien wij gaarne naarnbsp;vermogen bevorderen, van ganscher harte toe, — al kannbsp;onze vreugde d^ar niet geheel onvermengd zijn, waar eennbsp;verband tot de moederstichting, in het belang alvast dernbsp;wetenschap door ons gewenscht, hooghartig en ondankbaar werd van de hand gewezen. Wij zouden over dennbsp;bloei dier instellingen ons zelfs verheugen, wanneer hetnbsp;kwijnen onzer stichting daarin lag opgesloten. Maar ziet,nbsp;het tegendeel is te over gebleken. Naarmate op meer plaatsen de gelegenheid tot hulp voor ooglijders is opengesteld,nbsp;wint onze stichting gedurig in belangrijkheid. Men zounbsp;geneigd zijn te vragen, of het getal oogzieken dan voortdurend stijgt, naarmate meer hulp wordt aangeboden; maarnbsp;de oplossing is gelukkig deze: dat alleen het getal vermeerdert van hen, die niet langer aan hun lot zijn overgelaten.

Omtrent het onderwijs valt weinig te vermelden. Het wordt voortgezet op de gewone wijze, die gebleken is

het doel te beantwoorden. Ontbreekt het van de zyde der docenten aan lust noch igver, de belangstellingnbsp;der toehoorders blijft onverflauwd. En nog altijd wordennbsp;onder dezen versoheidenen geteld, die de bevoegdheid totnbsp;uitoefening der geneeskunst reeds hebben verkregen ennbsp;alléén de bijzondere gelegenheid tot vermeerdering hunnernbsp;kennis van ooggebreken, hier op de meest liberale wijzenbsp;geboden, zich wenschen ten nutte te maken. Op dennbsp;duur worden door aansohafiing van al het nieuwe, datnbsp;kunst en wetenschap aanbrengen, de materiëele hulpmiddelen uitgebreid, zoodat men zeggen mag, dat deze nietsnbsp;te wenschen overlaten. Eindelijk worden, bij de behartiging der belangen van het onderwijs, die der wetenschapnbsp;niet uit het oog verloren, hoezeer, uitgeput door dennbsp;overvloedigen oogst der vorige jaren, de bodem nu meerarbeid en inspanning vordert dan vroeger, om hem weinignbsp;vruchten te doen afwerpen. De wetenschappelijke bijdragennbsp;worden inmiddels verzameld, om als een boekdeel aan hetnbsp;tiende jaarlijksch verslag te worden toegevoegd.

Ten slotte moge, uit naam der H.H. Eegenten, hier nog een overzicht plaats vinden van den financieëlen toestand der inrichting, waartoe ons de bouwstoffen doornbsp;onzen geachten Secretaris en Eentmeester, den Heer Mr.nbsp;Ver Loren van Themaat, werden verstrekt.

De ontvangsten bedroegen aan:

Saldo van het vorige jaar . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. f 460,825

Verpleegkosten.......- nbsp;nbsp;nbsp;6157,29

Jaarlijksche bijdragen.....- nbsp;nbsp;nbsp;5160,21

Eenten..........- nbsp;nbsp;nbsp;211,36

Huur van gebouwde eigendommen - nbsp;nbsp;nbsp;450

f 12439,68*

De uitgaven beliepen aan:

Onderhoud van gebouwen . . . Grond- en andere lasten ....

Tractementen........

Voeding, verwarming en verlichting

Kleeding en meubilair.....

Kosten van beheer......

Chemicaliën, instrumenten, enz. .

f 10806,99

zoodat een voordeelig saldo overblijft van f 1632,74, blijvende / 1171,93, na aftrek van dat van het vorigenbsp;jaar, ten bedrage van / 460,82.

Deze uitkomst is zeker niet ongunstig. Maar men ver-lieze niet uit het oog, dat in het afgeloopen jaar geene buitengewone uitgaven gevorderd werden: bij gelijkenbsp;inkomsten mogen wij, ook bij voortdurende beperkingnbsp;der geheel kostelooze verpleging, niet telkens op een zoonbsp;groot batig saldo rekenen.

Terwijl de jaarlijksche bijdragen bestemd zijn, om in de kosten der verpleging te voorzien, worden legaten ennbsp;buitengewone giften gestort in het kapitaal-fonds, waarvan slechts de interessen ter verpleging worden aangewend. Dit kapitaal-fonds had in 1867 weder verscheidenenbsp;baten aan te wijzen, gezamenlijk ten bedrage vannbsp;f 1570,70. In de eerste plaats behoort hiertoe een legaatnbsp;van f 500, door wijlen Jonkvrouwe Lijoklama aNijeholtnbsp;der instelling toegedacht; voorts eene som van / 408,70,nbsp;de zuivere opbrengst eener voordracht, ten voordeele dernbsp;instelling, gehouden door onzen begaafden letterkundigenbsp;J. J. Cremer, die haar reeds vroeger op gelijke wijzenbsp;duur aan zich verplichtte ; eene koninklijke gift van / 400,nbsp;van den Heer Kidder Huijssen van Kattendijke, bij zijn

zilveren bruiloftsfeest aan onze instelling toegekend; eene som van f 60, door eenen onbekende aan eene niet ondankbarenbsp;geschonken, door tusschenkomst van weleerwaarden Heernbsp;J. 0. van Marken, Predikant te Amsterdam; eene som vannbsp;f 50 van bet bestuur der beide weeshuizen te Nijmegen, onsnbsp;dubbel welkom, omdat het een gift was van erkentelijkheid voor de zorgen, aan twee op zijne kosten verpleegdenbsp;weezen besteed; giften van f 50 van den Heer Blussónbsp;van Zuidland, vroeger reeds stichter onzer instelling, ennbsp;van den Heer Andreae, notaris te Kollum, dien wij hiermede in het album der stichters mochten inschrijven;nbsp;f 25 van den Heer W. J. Verkerk te Utrecht; f 10nbsp;eindelijk van Mejufvrouw Gerritsen, te Arnhem, alsnbsp;buitengewone gift toegevoegd aan de kosten van verplegingnbsp;in onze instelling, waar ze nu op het tweede oog metnbsp;goed gevolg van cataract geopereerd was, — en eenigenbsp;kleinere bijdragen.

Geeft de in het afgeloopen jaar verkregen vermeerdering van het kapitaal-fonds stof tot dankbaarheid, wij mogennbsp;niet nalaten op twee omstandigheden te wijzen, die ons bezorgdheid blijven inboezemen. Vooreerst, de behoeften eenernbsp;instelling als de onze, zijn groot, en het kapitaal-fondsnbsp;is en blijft gering, ’t Is waar, we zijn in het vrije bezitnbsp;van het verplegingsgebouw en al wat daartoe behoort;nbsp;buiten dat bezit bereiken de inkomsten uit het

kapitaal-fonds slechts _/ 660, een klein bedrag zeker in betrekking, tot de behoefte. En, ten anderen, hebbennbsp;wij te constateeren, dat de jaarlijksche bijdragen , na reedsnbsp;vroeger eene vermindering te hebben ondergaan, in 1867nbsp;op nieuw ruim f 150 lager blijven dan in 1866. Vreemdnbsp;is die vermindering niet. Telken jare ontvallen ons begunstigers, de meesten door den dood, en slechts bij gestadige aanwakkering der belangstelling kan dat verlies

10

gecompenseerd, door aanwinst wellicht overtroffen worden. Doordrongen van de noodzakelijkheid, om hiertoe te geraken, hehhen de Eegenten in eene afzonderlijke circulairenbsp;de medewerking ingeroepen der Commissiën, waaraan onzenbsp;instelling reeds zoo groote verplichting heeft, en zij mogennbsp;vertrouwen, dat deze, méér nog dan vroeger, de belangstelling zullen weten levendig te houden. Ook is aan de oudenbsp;Commissiën eene nieuwe toegevoegd, en wel te Wijk bijnbsp;Duurstede, waarvan de notaris van He ijst tot Voorzitter en Dr. Verbeek, tot dusverre correspondent,nbsp;tot Secretaris is benoemd. In den Heer Andreae tenbsp;Kollum, dien wij als stichter mochten inschrijven , verkreeg de instelling tevens een ijverigen en belangstellendennbsp;correspondent.

Mogen we nu verwacüten, dat door de in ’t werk gestelde pogingen, de jaarlijksohe inkomsten weder totnbsp;de vroeger bereikte hoogte zullen stijgen, onze bezorgdheid is daarmede niet weggenomen, Jaarlijksche bijdragennbsp;zijn wisselvallig. In kapitaal-bezit alléén ligt een waarborg van ongestoorden bloei. Met klem van redenennbsp;werd de onmisbaarheid van kapitaal reeds in 1861 betoogd door den Heer van der K o o ij , vertegenwoordigernbsp;van het St. Antoni-Gasthuis van Leeuwarden, op onzenbsp;vergadering van Bestuurders, en zijn voorstel, de rekening in die van een verplegingsfonds en van een kapitaal fonds te splitsen, vond gereedelijk ingang. Bij herhaling werd daarna in de jaarlijksohe verslagen op denbsp;uitbreiding van dat fonds aangedrongen. In het vorignbsp;jaar, eindelijk, en dit jaar op nieuw, heeft een onzernbsp;geachte Eegenten die uitbreiding als „levensvoorwaarde”nbsp;der instelling ter sprake gebracht. Niet zonder voldoening zagen wij dit fonds dan ook gestadig toenemen,nbsp;maar — met langzame schreden. Wij gaan thans het

11

tiende Jaarfeest der openstelling te gemoet: „den 20 December 1858”, zoo lezen wij in het eerste jaarlijksohnbsp;verslag, „werden de eerste lijders opgenomen: tweenbsp;„weeskinderen uit Enkbuizen.” Zal nu, met het tiendenbsp;jaar van het bestaan der stichting, nadat jaar aan jaarnbsp;gebleken is, dat zij aan hare tweeledige roeping, vannbsp;instelling van liefdadigheid en inrichting van onderwijs,nbsp;beantwoordt, niet eene buitengewone poging kunnennbsp;worden gewaagd, om door uitbreiding van het kapitaal-fonds hare toekomst te verzekeren, hare vestiging innbsp;zekeren zin te voltooien ? — Ik mag niet meer dan hetnbsp;denkbeeld opperen, aan anderen het oordeel overlatende,nbsp;in hoeverre het voor verwezenlijking vatbaar is.

Dit verslag kan ik niet eindigen, zonder hulde te hebben gebracht aan de nagedachtenis van onzen veel-geachten mede-Regent, den Heer Mr J. M. van D i e 1 e n.nbsp;Warm voorstander van alle instellingen, die het geluknbsp;zijner medeburgers beoogen, verbond hij zich ook al aanstonds als Stichter-Bestuurder aan onze inrichting en gafnbsp;voortdurend blijken van groote belangstelling in harennbsp;bloei. In 1861 tot Regent der instelling gekozen, kweetnbsp;hij zich gaarne van de plichten, daaraan verbonden, ennbsp;was even trouw in het bij wonen der vergaderingen alsnbsp;bereidwillig, om in alle voorkomende zaken ons met raadnbsp;en daad bij te staan. Op de bestuurdersvergadering vannbsp;het vorige jaar zagen wij zijnen zetel reeds ledig. Innbsp;het buitenland zocht hij herstel voor zijne diep geschoktenbsp;gezondheid. Maar het was hem niet vergund, zijn geliefdnbsp;Utrecht, aan welks belangen hij zijne beste krachtennbsp;gewijd had, weder te zien. Hier houden wij zijne nagedachtenis dankbaar in eere.

STATISTIEK der oogziekten, vóórgekomen in het Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders, vannbsp;den 1 Januarij 1867 tot den 1 Jamnarij 1868,nbsp;bij 1416 lijders.

ZIEKTEG-EVALLEN.

Ophthalmia catarrhalis..........107.

„ nbsp;nbsp;nbsp;granulosa ..........36.

„ nbsp;nbsp;nbsp;hlennorrhoïoa......... 2.

„ nbsp;nbsp;nbsp;purulenta neonatorum...... 4.

Trachoma..............32.

Ophthalmia scrophulosa..........136.

Kerato-malacia............. 5.

Ulcus cum hypopyo...........12.

Ulcus corneae (keratitis).........49.

Incrustatie corneae........... 5.

Irido-keratitis............. 3.

Prolapsus iridis............ 4.

Mydriasis.............. 2.

Synechia anterior............24.

Keratitis parenchymatosa ......... nbsp;nbsp;nbsp;7.

Maculae corneae........... . nbsp;nbsp;nbsp;97.

Leucoma ..... nbsp;nbsp;nbsp; 42.

Pterygium.............. 2.

Staphyloma corneae et staphyloma sclerotioae anterius nbsp;nbsp;nbsp;11.

Cornea conica (staphyloma pellucidum) .... nbsp;nbsp;nbsp;1.

Kyklitis............... 5.

Ophthalmia sympathica.......... 2-

13

Iritis , ...............32.

Fistula corneae............ 2,

Iridodenosis.............. 3.

Synechia posterior........... 14.

Atresia pupillae en irido chorioiditis.....27.

Sclerotitis anterior et nbsp;nbsp;nbsp;episcleritis...... 6.

Calaracta nbsp;nbsp;nbsp;senilis............109.

„ nbsp;nbsp;nbsp;congenita .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•........13.

„ nbsp;nbsp;nbsp;pyramidahs.......... 5.

„ nbsp;nbsp;nbsp;siliquata........... 4.

„ diabetica........... 1.

„ nbsp;nbsp;nbsp;secundaria.......... 8.

„ nbsp;nbsp;nbsp;mollis............ 9.

„ nbsp;nbsp;nbsp;traumatica...........12.

Aphakia...............27.

Luxatio lentis............. 1.

Ohscuratio corporis vitrei.........12.

Eetinitis (apoplectica, luetioa)....... 7.

Retinitis e morho Brightii......... 1.

Eetinitis pigmentosa (hemeralopia)...... 6.

Neuritis optica............ 5.

Embolia retinae . ........... 1.

Solutio retinae............. 12.

Chorioiditis..............13.

Glaucoma..............18.

Amblyopia congestiva . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,....... 18.

Amblyopia et amaurosis cum papilla alba . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;32.

Amblyopia gravidarum.......... 2.

Buphthalmos............. 4.

Atrophia bulbi........... 55.

Kerato-iritis.............. 1.

Tumor iridis............. 1.

Polypus sinas ethmoidalis........ 1.

mm

14

Iritis sympathica ............ 1,

Bulbi delectus.............14.

Traumata..............51.

Corpora aliena.............23.

Paralysis musculorum acuta (strabismus paralyticus,

ptosis paralytica et mydriasis paralytica) ... nbsp;nbsp;nbsp;6.

Strabismus............... 65.

Nystagmos..............15.

Ptosis............... 1.

Protrusio bulbi............ 1,

Entropion en dystichiasis.........15,

Ectropion..............11.

Symblepbaron ............. 4.

Abscessus palpebrae........... 7.

Blepbaradenitis............29.

Tumor cysticus............ 7,

Dacryocystitis (obstructie ductus lacrymalis) . . nbsp;nbsp;nbsp;31.

Abscessus sinus frontalis........ J.

Exanthema faciei et palpebrarum ...... nbsp;nbsp;nbsp;1.

Dolor oculi.............. 2.

Morbus Basedovii............ 1.

Asthenopia accommodativa.........93.

Myopia...............'107.

Presbyopia..............86.

Hi^permetropia .............173.

Astigmatismus.............63.

^Iphabetische Naamlijst

VAN DB

IN 1867 BIJGEKOMENE

Bestuurders, Stichters en Begunstigers.

Stestiiarders.

Mr. J. M, Baron Huijssen van Kattendijke.

Stichters.

D. H. Andreae,

Be beide Weesbuizen te

Begunstigers.

16

1 .

Van dit Verslag zijn voor iederen belangstellende exemplaren verkrijgbaar aan het Nederlaadsch Gasthuis voor Ooglijders, Bagijnehof, alsmede bij den Directeurnbsp;der instelling, Prof. DONDERS.'

UITEEISEL UIT DE STATUTEN.

Stichters zijn allen, die 50 gulden of meer tot stichting, inrigting of instandhouding der instelling bijdragen ofnbsp;bijgedragen hebben. Zij worden onder dien naain in hetnbsp;album der stichting vermeld.

Onder den naam van Bestuurders worden in het album opge-teekend, al diegenen, welke 250 gulden of meer tot stichting, inrigting of instandhouding bijdragen of bijgedragen hehhen.,,nbsp;Als begunstigers worden aan gemerkt al diegenen, welkenbsp;zich tot eene jaarlijksche bijdrage van minstens f 2.50nbsp;verbinden.

Bewijs van inschrijving worde verzonden aan den Directeur of aan den Heer Mr. VERLOREN VAN THEMAAT, Secretaris, der Instelling, hij verkiezingnbsp;ook aan den Secretaris van een der Plaatselijke Commissiëh (verg. Album, hl. 10).

AANWIJZING YOOE OOGLIJDEES.

Alle behoeftige en minvermogende ooglijders, die geneeskundige hulp verlangen, kunnen zich eikendag, tusschen lo en 12 ure, aan het Gasthuis voor Ooglijders aaumeldeu. Daartoe wordt noch aanbeveling, noch bewijs van onvermogen gevorderd. Zij ontvangen het geneeskundig advies, zoowel als de noodige geneesmiddelen geheel Jcosteloosl ‘nbsp;. Kr Wórdt gezorgd, dat brillen en dergelijke behoeften tegen fabrieksprijs kunnennbsp;verkregen worden.

De verpléeglcoslen zijn vastgesteld op 50 cents per dag voor gemeente- of armbesturen; 60 cents per dag voor particulieren. Daaronder zijn alle vcrplegings-hehoeften begrepen (verzorging, voeding, huisvesting, bewasscheu enz.)

• De opname kan in tusschen alléén worden toegestaan, indien de ooglijders voorzien zijn van:

Zindelijke kleeding en het noodige ondergoed ter verschooning. ¦ h. Het benoodigde reisgeld voor de terugreize naar de woonplaats.nbsp;c. Het bedrag der verpleegkosten, of ëene verklaring, welk gemeente- of armbestuur, of wie anders, de verpleeggelden zal betalen.

Op bijzondere aanbeveling van Commissiën en van Bestuurders der Instelling wordt ^ voor zooverre de fondsen toelaten ^ hostelooze verpleging ingewilligd. •

Alle brieven moeten f r a n c o ingezonden worden.

MODEL VAN VERKLARING. nbsp;nbsp;nbsp;!

De ooglijder nbsp;nbsp;nbsp;quot;^2

kan in het Gasthuis voor Ooglijders worden opgenomeu voor rekening v»

De rekening van yerpleegkosten en kleine voorschotten, voor brillen of dergelijke behoeften, wordt ijigewacht aan het adres van

V-