KONINKLIJK GOEDGEKEURDE VEREENIGING
Kosteloos verkrijgbaar aan onze Bondskanselarij |
-ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4- -ocr page 5-Verzoeke onderstaande opgaven naar keuze te willen invullen, uitknippen en aan de Bondskanselarij van den Landsbond dernbsp;Dietsche Trekvogels op te zenden.
, den .......................................... 192......
Aan
de Bondskanselarij van den Landsbond der Dietsche Trekvogels.
LEIDEN, Haarlemmerweg 44c. Ondergeteekende verklaart hiermede, dat hij (zij) als gezelle tegen
een jaarlijksche bijdrage van f...................., als begunstiger, tegen een
jaarlijksche bijdrage van f...................., als begunstiger voor het leven
tegen een bijdrage van f...................., in den Landsbond wenscht te
worden opgenomen.
Naam: .................................................................................................................................................
Woonplaats:
(Ha ndteeken ing)
Verzoeke het niet gewenschte door te schrappen.
192
, den
Aan
de Bondskanselarij van den Landsbond der Dietsche Trekvogels.
LEIDEN, Haarlemmerweg 44c.
Ondergeteekende verklaart voor een jaar te willen ontvangen het maandtijdschrift „De Dietsche Trekvogelquot;, Bundel I, II en III vannbsp;het luitzangboek „De Dietsche Luitzanger”, oude volksliederen innbsp;nieuw gewaad, voor begeleiding met dubbelkorige luit, bewerktnbsp;door Prof. Dr. H. Wirth, gewone uitgave — bizondere uitgave voornbsp;liefhebbers op Oud~Hollandsch papier.
Naam; .............................................................................................................................
Woonplaats:
(Handteekening)
Verzoeke het niet gewenschte door te schrappen.
-ocr page 6- -ocr page 7-HET EERSTE SPEELLIEDENGILDE DER DIETSCHE TREKVOGELS
Staande, het zangviertal: Mevrouw ]. KUIPER—ROOS (hooge vrouwenstem); Mevrouw M. WIRTH—SCHMITT (lage vrouwenstem en luit); G. DILS (lage mannenstem) en A.VAN DER LINDE (hooge mannenstem).
Zittend: Mej.M.MENALDA, groote armvedel (groote discant-viola da braccio); W.SPREE, knie-vedel (tenor-viola da gamba);
Prof, Dr. H. WIRTH (aartsluit) en J. AUKES (luit).
Leider en spreker: Prof. Dr. H. WIRTH. uit wiens verzameling de betrokken speeltuigen afkomstig zijn.
-ocr page 8- -ocr page 9-^ quot;ie „Bondswet” van den „Landsbond der Dietsche Trekvogels” \j ; zegt onder bepaling 5:
De Verccniging stelt zich ten doel: te bevorderen herleving der eigen volksaardige Nederlandsche ontwikkeling ;
aan te kweeken liefde voor eigen volksaard en eigen bodem; hare leden in te prenten gevoel voor eer en deugd, voor plichtnbsp;en orde;
en onder bepaling 6:
De vereeniging tracht dit doel te bereiken langs wettigen weg en wel door:
het bevorderen der herleving van waardevolle oude volksgebruiken, zeden en volkskunst:
het bevorderen van zang, lied en spel in open lucht en vrije natuur; in ’t bizonder door eene herleving van het oude volksspeeltuig,nbsp;de dubbelkorige luit;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
het houden van gemeenschappelijke wandeltochten; het houden van feestelijke bijeenkomsten en wedstrijden;nbsp;het uitgeven van een tijdschrift;
het oprichten van plaatselijke heemhuizen met leeskamer, jeugd-boekerij, vergaderzaal voor lezingen met lichtbeelden, enz.; het oprichten van plaatselijke onderafdeelingen voor lichamelijkenbsp;oefening en ontwikkeling (turnen, roeien, zeilen, enz.);nbsp;en andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.
De Dietsche Trekvogel-beweging is.ontstaan in een tijd van felste hartstochtelijkste tegenstelling en verscheuring in ons volk,nbsp;met het doel de schijnbaar ondempbare klove van klassenhaat ennbsp;klassenstrijd te overbruggen door middel van dat eene, wat men
1
-ocr page 10-als gemeenschapsgoed van een volk kan aanzien — de volkskunst.
Als wij den blik terugwerpen in dien hoog- en bloeitijd der Groot-Nederlandsche volkskultuur, de zestiende eeuw, de goudennbsp;eeuw nog van onzen volkszang, worden wij gewaar, dat het denbsp;volkskunst — als eigenlijke uiting der volksziel — is, welke harenbsp;banden om hoog en laag, om rijk en arm, om jong en oud ver-eenigend strengelt. Er was meer schoonheid, meer geluk en tevredenheid in het leven van den enkeling, ook van den armste en ellendigste,
, zelfs in maatschappelijke toestanden, die bij hedendaagsche ver ten achter staan. Het was nog geen alledaagsche, geen gemechaniseerdenbsp;en gematerialiseerde sleur. Oeroude diepzinnige gewijde zeden ennbsp;gebruiken, plechtigheden en feesten vulden het jaar; kostbare volksoverleveringen vormden den vaderlandschen stof, waaruit de volkskunst overvloedig in zang, toondicht, beeldende kunsten kon putten.nbsp;Scheppend en uitoefenend nam de enkeling in het volk aan dezenbsp;geestesgemeenschap deel, het ontvangene behoudend en weer totnbsp;nieuw leven en nieuwe vormen voortplantend, vast wortelend innbsp;den levenden bodem van zijn eigen volksaard, van zijn stam- ennbsp;rasbewustzijn.
Deze kultureele gemeenschap van het gemoedsleven overbrugde elk verschil in rang en stand, in have en goed, in mate van beschaving en ontwikkeling. Dezelfde schoone liederen klonken vannbsp;de wieg tot het graf, van den rijke en den arme; in de hofzaalnbsp;en de nederigste woning van den arbeider; het handwerk was nognbsp;een kunstwerk en de handwerker een kunstenaar; het tooneel nognbsp;een plaats van veredeling en stichting, waar het volk zelf vertolkendnbsp;de dramatische kunst beoefende.
Nog was het verband met de natuur niet geheel verbroken en was de stedeling nog niet aan haar ontvreemd; men voelde denbsp;wedergeboorte van het leven in zich jaarlijks hernieuwen, in dennbsp;meietijd, als de meiboom werd ingehaald en geplant, als de klokkennbsp;werden geluid om de jeugd bijeen te roepen en 00 groene kronennbsp;werden opgehangen en het jonge volk tot reidans en -zang noodde,nbsp;tot meer natuurlijke gezonde en edelere levensvreugde dan onzenbsp;hedendaagsche ontaarde grootsteedsche vermakelijkheden als tango-schuifdans-bar, cinema en ruwe eenzijdig-oppervlakkige sport.
Een onvermijdelijke, doch in hare gevolgen noodlottige ontwikkeling van ons staatkundig en stoffelijk leven, veroorzaakte reeds vroegtijdig die breuk in onze volkseenheid, doordat slaafschenbsp;navolging van uitheemschen zuidelijken modedwang en ontaardingnbsp;een verschillenden aard van beschaving deed ontstaan en onze
-ocr page 11-Mevrouw MARGARETE WIRTH ^SCHMITT (Baarn), de eerste luitspeelster in Nederland, met
hare dubbelkorige theorbe.
-ocr page 12- -ocr page 13-hoogere maatschappelijke standen van de lagere standen vervreemdde. Toen stierf ons volkslied, verstomde de volksmond en bloedde denbsp;rijke dietsche volkskunst dood. Sinds dien tijd verarmde onze volksziel geheel en al. De afgeloopen eeuw deed de werktuigelijke nijverheid en de fabrieksstad ontstaan en schiep die onnatuurlijke rampzaligenbsp;grootsteedsche ontwikkeling, die tot een volslagen mechaniseeringnbsp;en materialiseering van den stadsmensch en zijn leven leidde, waarvan wij de onheilspellende gevolgen voor lichaam, geest en ziel,nbsp;voorden enkeling,de samenleving als de maatschappij, heden beleven.
Tot hier toe en niet verder! Hier wil de Dietsche Trekvogel zijn stem verheffen en zijn land- en volksgenooten toeroepen: Laat onsnbsp;een nieuw leven beginnen, een natuurlijk, het oude en eeuwignbsp;nieuwe jonge leven! Laat ons het krankzinnige drijven van denbsp;wereldstad bewust verzaken, waar wij niet leven maar worden geleefd, en niet meer tot bewustzijn kunnen komen en tot de diepenbsp;schoonheid des levens kunnen geraken. Laat die rust, bestendigheid en vastheid in onze gemoederen en harten wederkeeren, welkenbsp;voor eene wedergeboorte en hernieuwing de voorbereiding is. Laatnbsp;ons medeleven met de natuur, de goddelijke schepping, en onsnbsp;levensjaar weer hiermede in verband brengen, teneinde naar lichaamnbsp;en ziel weer gezond te kunnen worden. Laat ons terugkeeren totnbsp;die tijden onzer levens- en volkseenheid, tot de oerbronnen vannbsp;onzen eigen aard en ons eigen wezen, waarvan men zich niet kannbsp;vervreemden, zonder de bron van het beste en edelste in zich tenbsp;laten opdrogen. Wij kennen ons zelf niet meer!
Het gaat hier niet om eene ziellooze herleving van doode vormen, maar om de innerlijke bezieling, de bevruchting; het wederaan-knoopen van snaren, die in ons hart en in onze ziel sprongen ennbsp;verstomden; het weer verbinden van den verbroken band onzernbsp;volksgemeenschap. Daarbij moge ons de aanraking met ons oer-eigen verleden — waarvan wij nog zoo bitter weinig weten —nbsp;helpen. Dan mogen er in ons volk weer zangers en dichters,nbsp;kunstenaars van klank, woord en beeld opstaan en ons alledaagschenbsp;leven vullen met schoonheid en het wijden met het eeuwige ennbsp;goddelijke, en aan hen allen, die thans onbevredigd zijn en blijven,nbsp;weergeven, wat geen vermeerdering van stoffelijk bezit, geen vermindering van levenslasten of plichten kan geven — een blij gemoed!
Wie doet er met ons mee? Wie helpt ons? De Dietsche Trekvogel roept allen op, allen die van dietschen bloede en tonge zijn, onverschillig van welke staatkundige of geestelijke richting, vannbsp;welke partij of welk geloof, van welken rang of stand zij mogen zijn!
-ocr page 14-Ons doel is klaar en duidelijk en staat recht voor ons, De Dietsche Trekvogel gaat een eigen weg, door niemand voor hem betreden,nbsp;en werkt met eigen middelen. Zoo wil hij ook ons volk weernbsp;leeren zingen, d,w.z. het zich zelf, zijn gemoedsleven, weer leerennbsp;uiten, zoodat het weer tot zich zelf kan komen. Ook hierin gaatnbsp;de Dietsche Trekvogel een nieuwen weg, daar hij beter de ont-staans- en bestaansvoorwaarden, beter het verleden van den volkszang kent, dan vele andere verdienstelijke ijveraars in ons volk,nbsp;die bezield met groote liefde en toewijding doch ontoereikende kennisnbsp;van dit verleden, vroeger reeds pogingen in die richting ondernamen, welke noodzakelijk onvruchtbaar moesten blijven.
Dit geldt hoofdzakelijk voor de volkslied-uitgaven met klavierbegeleiding. Het klavier is hiervoor geheel en al ongeschikt, daar het een verzwakking van het muzikaal gehoor veroorzaakt: denbsp;toon wordt werktuigelijk voortgebracht en niet zelfstandig gevondennbsp;als op de snaren-speeltuigen. Dan is het klavier een begeleidings-speeltuig, dat men alleen in de binnenkamer kan gebruiken, en nietnbsp;kan mee nemen op wandel- en zwerftochten door bosch en veld.nbsp;Ten slotte is het door zijn prijs on-sociaal en zal nooit als volks-speeltuig in aanmerking komen.
Voor het eerst brengt de Dietsche Trekvogel aan ons volk ons oude volksspeeltuig, de dubbelkorige luit, weer, verheerlijkt in tal-looze meesterwerken onzer groote schilders der zestiende en zeventiende eeuw, het speeltuig, waarmede ons schoone volkslied eensnbsp;heeft geleefd en gebloeid en ten grave is gedaald.
De luit kwam in vergetelheid, niet ten gevolge van een of andere technische achterlijkheid of onvolmaaktheid, maar in dien tijd vannbsp;algeheele geestelijke vernedering van ons volk en van vervlakkingnbsp;van gevoel en smaak onder invloed der zuidelijke ontaarding, toennbsp;onze betere standen luchtige en dubbelzinnige fransche en italiaanschenbsp;herders-ariaatjes zongen en deze zonder veel moeite en kunstvaardigheid op het klavier of de gitaar-(luit) wilden begeleiden. Ennbsp;hiervoor leende zich de echte luit en het luitspel, dat in ons volknbsp;tot een hooge kunst was ontwikkeld, niet, daar dit evenveel toewijding vereischt als de beoefening van een strijk-speeltuig. Thansnbsp;hernieuwd, verbeterd voor onze hedendaagsche behoeften, mogenbsp;de dubbelkorige luit als echt volksspeeltuig, in bosch en hei, in denbsp;vrije natuur de dietsche tongen weer los maken en de dietschenbsp;harten laten opgaan. Want ons volk moet zelf zingen en spelen,nbsp;zich zelf begeleiden als kunstenaar en wel buiten in Gods natuur,nbsp;waar de mensch alleen vrij en hij zelf kan zijn.
In alle plaatsen moeten de speelliedengilden ontstaan ter herleving
-ocr page 15-MAURITS LANGBEEN
oud-Nederlandsche paardans, uit de openlucht- en vrijdansen, (paar- en reidansen) der Dietsche Trekvogels.
-ocr page 16-\
van onzen volkszang en onze huismuziek, moeten de heem- en gouwfeesten, de openluchtspelen, het openlucht-tooneel als nationaalnbsp;drama getuigen van de herleving onzer volksziel, hare veredelingnbsp;en wedergeboorte en van hare hereeniging. En van het Noordennbsp;uitgaande, moge zich onze beweging uitbreiden als Groot-Neder-landsche beweging, als geestelijke zedelijke steun voor onze broedersnbsp;in Vlaanderen en Zuid-Afrika in den strijd om het bestaan en behoud van het dietsche ras, van dietschen aard en geest.
Voor de bekendmaking van het doel onzer beweging trekt ons eerste „Speelliedengildequot; ons land rond en werft de harten vannbsp;jong en oud aan, in de vaste hoop reeds komend jaar in den midzomer voor het eerst de bondsgezellen, Jong- en Oud-Trekvogels,nbsp;van het gansche land tot een bondsgeding en landsfeest te kunnennbsp;samenroepen. Wat in het kort bestek van dit vlugschrift onaangeraakt moest blijven, zal uitvoerig worden behandeld in onsnbsp;Tijdschrift, waarin wij onze jeugd weer met ons eigen stam- ennbsp;rasverleden, eigen volkskracht en volksoverlevering hopen bekendnbsp;te makend, de geestelijke stof voor onze Trekvogelwerking zullennbsp;geven en krachtdadig zullen medewerken aan de behandeling ennbsp;oplossing der brandende staathuishoudkundige en maatschappelijkenbsp;vraagstukken van den dag, die alleen in den zin onzer bewegingnbsp;bevredigend kunnen worden opgelost, o.a. door ontbinding dernbsp;fabrieks- en wereldstad en het weer gezeten maken van het z.g.nbsp;proletariaat in eigen heem en akkertuin als grondstandig element.
Wij hebben groote middelen noodig, vooral voor onze komende werking in de lagere standen van ons volk, die met wantrouwen,nbsp;verbittering en haat werden vervuld en die wij juist moeten trachtennbsp;te bereiken. Wij hebben die middelen o.a. noodig, om onze volkszang- en luitboeken, handboekjes voor volksdansen, kinder- ennbsp;volksspelen zoo billijk mogelijk te kunnen verspreiden; fraaie luitennbsp;als prijzen op volksfeesten voor wedzang en wedspel te kunnennbsp;uitloven; vrije deelneming van minder bemiddelden aan onze Trek-vogel-tochten op zoo groot mogelijke schaal te kunnen verwezenlijken, onze heemhuizen te kunnen inrichten, enz., enz., enz.
Wie helpt ons zoo de revolutie bestrijden, door datgene te bevestigen, wat ons weer kan vereenigen, door opwekking vannbsp;het edelere, hoogere en betere in de volksziel en hare vrijmakingnbsp;van lagere hartstochten.
Elke gift helpt ons duizendvoudigen zegen verspreiden, zon en licht brengen, waar het duister en koud is, blijheid des harten ennbsp;des gemoeds uitzaaien in grootste eenzaamheid en dorheid vannbsp;het dagelijksch- en werktuig-leven.
-ocr page 18-Tot onze Nederlandsche jeugd, de jongeren van jaren en allen, die zich nog jong van hart voelen of het zouden willen worden,nbsp;richten wij ook den bovenstaanden oproep: sluit u bij ons aan!
Tot de ouders en ouderen richten wij den oproep van ons plakaat: zendt ons uw kinderen! Steunt ons maatschappelijk vader-landsch werk, ter herstelling van de eenheid in ons volk, ter veredeling van het gemoedsleven van ons volk. Wordt lid van onzennbsp;Landsbond! Zendt bijdragen!
Vrij en frank als een vogel in veld en lucht,
trouw aan het nest, aan heem en honk,
aan vaderland en volkstam, waar het ook zij —
Trekvogelheil!
Voor opgave van het lidmaatschap als gezelle van den Landsbond der Dietsche Trekvogels gelieve men zich eigenhandig schriftelijknbsp;te wenden tot de Bondskanselarij der Dietsche Trekvogels, Leiden,nbsp;Haarlemmerweg 44c. Het lidmaatschap bedraagt 0,50 tot 5 Gld.nbsp;jaarlijks, naar vermogen en verkiezing. Beneden den leeftijd vannbsp;vijftien jaar kunnen geen leden worden opgenomen.
Begunstigers dragen 15 Gld. per jaar bij; tegen storting van honderd en vijftig gulden in eens wordt men begunstiger voor het leven.
Vrije bijdragen worden in eiken omvang dankbaar aanvaard.
Men gelieve geldzendingen aan onzen Schatmeester,, den heer J. Montauban van Swijndregt, Baarn, Dalweg 1, of rechtstreeksnbsp;aan onze postrekening, Baarn. Nr. 28509, Landsbond der Dietschenbsp;Trekvogels, te richten.
Alle verdere inlichtingen worden door onze Bondskanselarij verstrekt.
? ? ?
De rondreis van het „Eerste Speelliedengilde ’ door ons land wordt het gansche jaar voortgezet. Aanvragen tot het bezoekennbsp;zelfs der kleinste plaatsen kunnen worden gericht tot de Bondskanselarij voornoemd. Leiden, Haarlemmerweg 44c.
? ? ?
Vanwege den Landsbond zullen reeds dezen winter leergangen in het luitspel (op de dubbelkorige luit) worden ingericht, zoowelnbsp;enkele bizondere lessen als gemeenschappelijk groepenonderwijs.nbsp;Inlichtingen verstrekt de Bondskanselarij.
-ocr page 19-Bestellingen voor dubbelkorige luiten gelieve men rechtstreeks te richten aan den luitmaker van den Landsbond der Dietschenbsp;Trekvogels, den heer Ernst Heinrich Roth te Markneukirchennbsp;(Sachsen) in Duitschland. Leden, die het volle bedrag van lidmaatschap betalen, genieten prijsverlaging.
Dezen winter zal van wege den Landsbond het eigen tijdschrift „De Dietsche Trekvogel” worden uitgegeven. Het verschijnt maandelijks, omvat minstens 32 bladzijden, verder kunstbijlagen in kleuren-of zwart-wit-druk en toonkunst-bijlagen, volks- en huismuziek voornbsp;zang, luit en andere snarenspeeltuigen. De prijé voor den jaargangnbsp;bedraagt voor leden van den Landsbond 15 Gld., voor niet-ledennbsp;17.50 Gld.
Als uitgaven van den Landsbond zullen reeds dit jaar drie bundels van het luitzangboek „De Dietsche Luitzanger” in het licht wordennbsp;gegeven. De prijs voor den bundel bedraagt voor leden 1,50 Gld.,nbsp;voor niet-leden 2,— Gld. Voor liefhebbers wordt een beperkt aantalnbsp;op Oud-Hollandsch papier met fraaien geteekenden omslag gedrukt:nbsp;prijs voor leden 2,50 Gld., voor niet-leden 3,— Gld.
Het komende jaar zal dan een leerschool voor de dubbelkorige luit worden uitgegeven, ook ten behoeve van zelf-onderricht.
De Bondsraad:
Voorzitter: Prof. Dr. H. WIRTH, Baarn.
jhr. R. GROENINX VAN ZOELEN, 2e Voorzitter.
N. SWIERSTRA, Schrijver, Leiden.
]. MONTAUBAN VAN SWYNDREGT, Ie Schatmeester. Dr. N. TENHAEFF, 2e Schatmeester.
De Groote Raad:
G. C. D. Baron d AUMALE VAN HARDENBROEK.
Mej. E. DE MOL VAN OTTERLOO.
Mevr. A. W. POSTHUMUS MEYJES-STAR NUMAN. Minister van Staat Jhr. Mr. A. DE SAVORNIN LOHMAN.nbsp;Jhr. Prof. Mr. B. DE SAVORNIN LOHMAN.
ARNOLD SPOEL.
Mr. E. THOMASSEN a THUESSINK VAN DER HOOP VAN SLOCHTEREN.
Prof. Mr. J. VALCKENIER KIPS.
-ocr page 20- -ocr page 21- -ocr page 22- -ocr page 23- -ocr page 24-Drukkerij ,,Friedaquot; Utrecht