CTft
een jong Ahyssiniër.
De achtingwaardige Bazelsche zendelingen die in Abysainie hebben gearbeid, *ijn genoodzaaktnbsp;geweest dit land te yerlaten; want hoewelnbsp;door den Koning toegelaten en eenigermatenbsp;beschermd, hebben de priesters zoo lang gewoeld, tot dat zij vrijheid verkregen, denbsp;zendelingen een langer verblijf te ontzeggen,nbsp;en deze, na vergeefsche pogingen hiertegennbsp;in het werk te hebben gesteld, zijn eindelijknbsp;genoodzaakt geworden te vertrekken, in denbsp;hoop dat het vonkje, dat zij door hunne dienstnbsp;hebben mogen verwekken, eenmaal in helderennbsp;gloed zal ontbranden.
Onder de genen bij welke hunne prediking ingang vond, was een jongeling, üadara genaamd. Van dezen koesterden zij niet alleennbsp;de beste verwachting, maar hoopten zelfs eenmaal van zijne dienst in dit rijk gebruik te
-ocr page 6-kunnen maken; waartoe zij hem ter verdere opleiding naar Buitschland zonden, waarheennbsp;do waardige zendeling gobat hem medenam,nbsp;en in een Instituut nabij Basel ter verderenbsp;onderwijzing en opvoeding gaf.
Dan het behaagde den Heer anders, de lieve jongeling werd ziek, on is aldaar overleden. Genoemde Broeder geeft ons een belangrijk verslag van een en ander, dat wij Unbsp;gaan mededeelen.
Zijn vader was een landbouwer in de gebergten van Hamarate, doch een hongersnood deed hem besluiten, van daar te vertrekken,nbsp;en de toevlugt te nemen, tot zijnen broedernbsp;in een klooster te Walduba, alwaar hij echternbsp;tot de krijgsdienst werd geworven, en kortnbsp;daarna sneuvelde.
Hadars. was 12 jaren oud, toen hij met zijne ouders in het klooster kwam en werdnbsp;daar onder de strengste tucht opgevoed; dennbsp;geheelen dag niet alleen moest hij werken,nbsp;maar hem werden ook maar weinige uren nachtrust vergund, den overigen tijd moest hijnbsp;psalmen en gebeden lezen in de Ethiopischenbsp;taal, waarvan hij maar weinig verstond. Hijnbsp;werd echter aan deze strenge tucht gewoon,nbsp;en begon zelfs daarin iets verdienstelijks tenbsp;zoeken, hopende langs dezen weg monnik ennbsp;ook wel priester te worden.
-ocr page 7-Door invloed van zijn’ oom werd hij naar Tigris gezonden, en aldaar ter verdere vorming aan eenen Priester toebetrouwd, die ooknbsp;met de zendelingen bekend was, en van wiennbsp;deze goede hope koesterden, doch naderhandnbsp;bemerkten schandelijk te zijn bedrogen. Hiernbsp;leerde hij zekeren gikgis kennen, in wiensnbsp;dienst hij zich verbond, om met hem eenenbsp;bedevaart naar Jeruzalem te doen, waardoornbsp;hij meende vergeving der zonden te zullennbsp;ontvangen, van al het door hem bedrevennbsp;kwaad, dat zijne ziel zeer beangstigde, eunbsp;tot den hoo0fsten trap van heiligheid te geraken.
Schandelijk door dezen girgis bedrogen, werd hij, benevens eenen anderen jongeling, bijnbsp;gelegenheid dier reize op een hem onbekendnbsp;eiland aan wal gezet; zoo als naderhand bleek,nbsp;met oogmerk om hem hier te leveren aannbsp;eenen slavenhandelaar, aan wien hij hem hadnbsp;verkocht; gelukkig ontwecken zij dezen aanslag, maar bevonden zich daar in den uitersten nood; alleen hierdoor konden zij gerednbsp;worden, wanneer zij tot het Mohamedaanschenbsp;geloof wilden overgaan, zijnde de bewonersnbsp;van dit eiland Mahomedanen. Zij weigerdennbsp;dit, hielden vol, en wilden hun geloof nietnbsp;verloochenen, totdat zij gelegenheid vonden vannbsp;daar te ontvlugten, en weer naar Blassotvahnbsp;terug te keeren. Dan, naauwelijks daar aan-
-ocr page 8-gekomen, ontdekken zij, dat zij door den genoemden oirgis tot slaven waren verkoeht.
Om dit gevaar te ontwijken, nam men de toevlugt tot den Gouverneur der stad, en hetnbsp;gelukte hen bij diens onder-stadhouder in verzekerde bewaring te blijven, en uit de handennbsp;der slavenhandelaars verlost te worden.
Reeds eenigermate met den zendelingsarbeid van broeder GosiT bekend, besloten zij diennbsp;op te zoeken, en van hem een N. T. tenbsp;vragen, ten einde zich daarmede in de eenzaamheid te begeven.
Geheel afgemat en in lompen gekleed, kwamen zij bij dezen broeder, die hun een N. T. gaf, en hen verder aan hunne overdenkingen overliet, daar hij bemerkte dat zij nog geen vertrouwen hadden in de leer die broeder goba.tnbsp;verkondigde.
Ten einde langzamerhand hun vertrouwen te winnen, vertaalde hij de Zendelingsberigten dienbsp;hij ontving in hunne taal, en de geschiedenissennbsp;van de bekeering van heidenen deed hen zien,nbsp;hoeveel zij nog hadden te overwinnen, daar welnbsp;de vooroordeelen weken en zij van menige dwaling overtuigd werden, maar de leer des Evangelies nog niet dien invloed op hun hart maakte , dat zij in ootmoed hunne zonden beledennbsp;en minder in hunne opofferingen en oefeningennbsp;hun heil zochten.
-ocr page 9-Bij de toenemende belangstelling in het heil hunner zielen, begonnen zij ook te denken aannbsp;hunne nog in blindheid verkeerende landslieden.nbsp;Als wij, zegt Broeder gobat, hen bepaalden bijnbsp;de beloften Gods in het N. T. vervat, of verhaalden de bekeering van eenige heidenen, riepen zij weenend uit: » Ach die arme Abyssi-niërs,” en bragten van tijd tot tijd er eenigennbsp;tot mij, ook die welke ter bedevaart naar Jerusalem reisden; maar toornig wordende werdennbsp;zij van deze voor ketters uitgescholden.
Broeder gobat van daar vertrekkende met de Stoomboot naar Egypte, besloten zij hem te volgen en kwamen in April 1813 weder bij hem tenbsp;€a%ro, alwaar hij beide de jongelingen moestnbsp;achterlaten onder opzigt van Broeder isenbebq.nbsp;Hier ontmoetten zij den man, die hen had verkocht , in de allerarmoedigste omstandigheden.nbsp;Hij viel voor hen op do knieën, zij vergavennbsp;het hem niet alleen, maar kwamen hem ook innbsp;zijne armoede te hulp.
Broeder gobst nam hen mede naar het Heilige Land , on dit was hun zeer nuttig. Hadara hadhiernbsp;eerst veel te strijden met zijne vorige vooroordeelen,nbsp;die hij echter inzonderheid met het lezen van hetnbsp;O. T. dat hij tot dus verre niet kende, eenigerraatenbsp;overwon, zoodat hij met ootmoed, en gevoel vannbsp;schuld tot den troon der genade terngkecrde.nbsp;Dit vooial bleek Broeder gobat, toen hg door
-ocr page 10-6
Egypte naar Abyssiniê teruggekeerd, omen jongeling medenain. Hier nam hij elke gelegenheid waar, om met volle vrijmoedigheid tenbsp;spreken, over de bijgeloovigheid der Abyssiniërs ,nbsp;de dienst aan maria, de engelen en de heiligenbsp;bewezen , en , bovenal over hunne eigene gereg-tigheid, die zij bouwden op hunne verdienstelijkenbsp;werken.
Zoo als wij reeds voorafgemeld hebben, nam Broeder gobat hem mede naar Europa, aan wiennbsp;hij op zijne reizen alle mogelijke diensten bewees. Nimmer, zegt Broeder gobat, vergeet iknbsp;de liefde, die ik en de mijnen van hem genoten.
Met alle zijne vermogens legde zich nu uada-RA toe, om vorderingen te maken in kennis, hetwelk hem veel moeite kostte, daar alles hemnbsp;geheel nieuw was. Hij leerde nu ook meernbsp;zichzelven kennen, en stelde het hoogste belangnbsp;in de prediking des Evangeliums.
Zijne gemoedelijke werkzaamheden echter, hadden bijna eene verkeerde rigting genomen ,nbsp;door eene zwaarmoedigheid, waarin hij vervielnbsp;en die hem bijna tot wanhoop vervoerde; maarnbsp;eindelijk keerde hij tot eene ootmoedige schuldbelijdenis terug en vond genade bij Hem, doornbsp;wiens bloed hij was vrijgekocht. Reeds sedertnbsp;eenigen tijd was zijne gezondheid verminderd ennbsp;nu ontdekten zich de beginselen eener ziekte,nbsp;die in zijnen dood eindigde.
-ocr page 11-Het meest bekommerde hij zich nu over zijne neiging tot eigen 'geregtigheid en hoogmoed,nbsp;inanr de regtvaardiging door het geloof leerdenbsp;hij meer en meer kennen ter zijner bemoedigingnbsp;en vertroosting.
In de laatste dagen van zijn leven bepaalde hij zich bij het lezen van het N. T. en toen hijnbsp;den dood naderde was hem vooral belangrijk hetnbsp;gezegde van petros : » Heer, tot wien zullen wijnbsp;gaan, gij heht de woorden des eeuwigen levens!”
Dankbaar erkende hij de Goddelijke leiding, die hem van het bijgeloof had verlost, en uitnbsp;Abyssiniê gebragt, onder het opzigt van zulknbsp;eenen wijzen en getrouwen zielzorger, dien hijnbsp;ook zijnen hartelijken dank betuigde voor denbsp;liefde aan hem bewezen.
Kort voor zijnen dood vroeg hem do Inspector, of hij nu zijne vrienden op aarde zoude verlaten ? Hij antwoordde: » Ja wel, en metnbsp;den hesten leidsman mijnen Zaligmaker jezosnbsp;cRRisTüs.” Zóó stierf hij zacht en zalig ennbsp;predikte hier dan het Evangelie, dat hij innbsp;Abyssiniê niet had mogen verkondigen.
-ocr page 12-(\ nbsp;nbsp;nbsp;I '
naar het Hoogduitsch , nbsp;nbsp;nbsp;i5 Ct,
«. Do Welbestede Stuiver, of de Bijbels der arme Negers ,
tweede drukj naar het Engelsch. nbsp;nbsp;nbsp;lonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;i
4» Do kleine bewoner van het Auvergn^sche gebergte j naar
bet Kngelscb , derde druk, nbsp;nbsp;nbsp;lOnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w
5, nbsp;nbsp;nbsp;Arme Sara ^ oC de Indiaansche Vrouw, IWeede druk,
naar bel Bugelscb. nbsp;nbsp;nbsp;07^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;)gt;
6, nbsp;nbsp;nbsp;De Jonge Hulbewoonsler, vierde druk; naar ket Engelscb, nnbsp;7gt; Buitengewone Opwekking ouder de kinderen in Eiber**
feld, tweede druk. nbsp;nbsp;nbsp;o5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;u
8. De lersche Boer, naar het Engelscb. nbsp;nbsp;nbsp;10nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»
g. Elizabeth Cunningham ; eeue ware Oeficbiedenis, tweede
druk. nbsp;nbsp;nbsp;tünbsp;nbsp;nbsp;nbsp;)}
*7l ’gt; 10 »
15 nbsp;nbsp;nbsp;»
16 nbsp;nbsp;nbsp;))nbsp;07 )gt;nbsp;10 ))nbsp;i5 1)nbsp;nè »
11. Uitbreiding van do Parabel der vijf wijze en viji dwaze Maagden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--
st. Het leven van Kolonel Jacob Gardiner. i5. Do Slroopers Dochter.
14* Do Bode mot goede tijding.
Jansje Allan.
i6» Zonderlinge tusschenkomst der Voorzienigheid.
17. Levensberigt van Amelia Gale.
Sara Hill , de leerling van do Zondagschool. sg« De Geschiedenis van Marj Smith,nbsp;so* De DorpS'Fredikant.
SI* Do Waarheid en uitwerkselen vaii het Evangelie*
S3* Kracht dea Geloof#, bij tredende beproeving.
23* Herman de Houthakker*
«4* De laatste uren van John Cowper.
s5* Het einde van. den tijd* nbsp;nbsp;nbsp;10 »
a6. Wat God bewaart, is wel bewaard, (tweede drukquot;) ^ t5 u • 7* Wie zijt gij ? Wat hebt gij te doen ? Wat behoort gij
te worden ? nbsp;nbsp;nbsp;10, n
t8. De Weêrhaan van bet Kasteel, (tweede druk) nbsp;nbsp;nbsp;„
tg. Eben-Haëser , in Latakko* nbsp;nbsp;nbsp;»
3o* Eenige berigten van Indiaansche Bekeerlingen. nbsp;nbsp;nbsp;jo n
5i« De Christen-Feesten , een ouderwijs ter vervulling van
*» menseben voornaamste behoeften. nbsp;nbsp;nbsp;o?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«
3a* Varhaal van twee reizende Predikers. nbsp;nbsp;nbsp;07^ »
53. nbsp;nbsp;nbsp;De Tijd. en de Eeuwigheid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 »
54. nbsp;nbsp;nbsp;Kort on hoiUaara berigt, aan allen , lt;li» liegecrlo (i.bbea
om zalig te worden* nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 »
35. Levensloop van Joban Coenraad Ter Linden. nbsp;nbsp;nbsp;07^ ïgt;
56. nbsp;nbsp;nbsp;Een Beroep op bot Hart.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. **l ”
57. nbsp;nbsp;nbsp;Trekken uit het leven eens Landmans iu den Elsa3*,'uit
bet Hoogduitseb. nbsp;nbsp;nbsp;20nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n
Sg. Levensloop van C. L» Töpfer , Evangeliesch Predikant
te Feterswalden. nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7* »
40. nbsp;nbsp;nbsp;Do Schaapherder van de vlakte van Salisbury.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17I n
41. nbsp;nbsp;nbsp;Benige bijzonderheden uit helleven en do werkzaamheden
45* Hugo Bouren. nbsp;nbsp;nbsp;Hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»
44. Do Christelijke viering van den Zondag. nbsp;nbsp;nbsp;o5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»
45* Henry Obookiah, inboorling der Sandwicha-Eilanden. nbsp;nbsp;nbsp;10nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;»