-ocr page 1-

vee

o

De onbekende Zendeling.

lliof en dank zg God , dat het getal der-zulken nog meerder is dan wq welen, en indien het volk des Hceren altqd aan de plaats dacht 1 Petr. II: 9, zoo zouden er even zoonbsp;vele zendelingen zqn, als discipelen des Hee-ren op aarde. Moge de volgende geschiedenisnbsp;van eenen Engelschnian , deze plaats met vernieuwden ernst in ons hart terugroepen.

Op een schip dat regelmatig tusschen Noord-¦Amerika en lAverpool vaart, nam ik ook eene plaats, • om naar Engeland terug te keeren.nbsp;Reeds spoedig bemerkte ik dat noch de kapitein ,

L:bil

il


-ocr page 2-

noch de overige passagiers» voor mijn ontkiemend geloof voedsel aanboden. De eerste dagen der reis waren daarom zeer onaangenaam voornbsp;mij. Met leedwezen dacht ik aan de tot nu toenbsp;zoo dikwgls aangebodene en slecht gebruiktenbsp;genademiddelen van de verkondiging des woords,nbsp;de Christelgke gemeenschap en het Heilig Avondmaal , van welke alle ik hier beroofd was.nbsp;Eens echter hoorde ik de kapitein over zqnennbsp;oppasser, een neger, op zulk eene wgze spotten , dat ik in hem eenen christelgken broedernbsp;hoopte te zullen vinden.

Onder anderen zeide hg, dat de neger zoo op bidden en zingen verzot was, dat hg hemnbsp;reeds dikwgis gedreigd had, dat hij eene kloknbsp;boven zgne hut zoude hangen, tot teeken datnbsp;zgne kamer eene kerk was. Terwgl de kapitein en de passagiers zoo spotten en lasterden,nbsp;drong eene straal van blijde hoop in mgnenbsp;ziel, dat ik aan boord toch iemand zoude vinden , met wlen ik mij over de dingen des eeuwigen Vredes kon onderhouden.

-ocr page 3-

In da verloopene dagen was mij reeds de zachtmoedigheid en beleefde opmerkzaamheidnbsp;van den oppasser ia het oog gevallen , waarmede hq allen , inzonderheid de passagiers behandelde , doch een’ chrislelgken broeder innbsp;hem te pinden, wiens stand en beroep hetnbsp;Christendom doorgaans zoo nadeelig is , datnbsp;had ik niet gedacht. Ik haaste mij zoo spoedig mogelijk , mij aan hem als een reisgenootnbsp;naar de eeuwigheid bekend te maken.

Vele, vele gezegende, uren heb ik van toen af met hem doorgebragt, menig onderwijs voornbsp;het christelijke leven ontving ik van hem doornbsp;zijne rgpe ondervinding, zelfs in dezen naauwennbsp;hoek van zijne hut, die de spotzucht des kapiteins met eene klok versieren wilde. Doch nietnbsp;alleen in dezen eenzamen hoek predikte denbsp;waarde negerbroeder mij het Evangelie, maarnbsp;overal, elk uur van den dag waakte hij overnbsp;mij, tijdig en ontijdig vermanende met langmoedigheid en christelijke wijsheid. Ik wasnbsp;toen nog een aankomeling in het Christendom,

-ocr page 4-

_ 4

•n dikwijls was ik in verzoeking mijnen lieer voor zijne vijanden te verloochenen, doch nadat ik den neger had leeren kennen, durfde iknbsp;niet op de ongeloovige beschouwingen van mijnenbsp;reisgenooten zwijgen, noch dezelve zonder afkeuring laten, of ik ontving een woord vannbsp;vermaning van mijnen trouwen neger. Ik meennbsp;hem nog te zien, wanneer hij aan tafel bediende,nbsp;hoe hij mij, zoo dikwijls ik mij mijnen Heernbsp;en zijn woord schaamde, met een blik vannbsp;medelijden en droefheid aanzag. Dan nam hijnbsp;mij zoo spoedig mogelijk alleen en zeide : » Achnbsp;Massa! op deze wijze zult gij geenen vredenbsp;hebben. Massa! men vindt geenen vrede zoonbsp;lang men zich Jezus schaamt.” Hoe lastig zulknbsp;een trouwe vriend op dien tijd ook schijnennbsp;mag, zijne opmerkingen waren altgd zoo teder ,nbsp;zoo beleefd, zoo hartelgk, dat niemand zichnbsp;over dezelven beklagen kon.

Ik was volstrekt niet de eenige die hg zoo als zielverzorger diende. Zgn Heer , de kapitein, de passagiers, elk in het bgzonder der

-ocr page 5-

_ 5

maDSchappen, vermaande zgn getrouwe mond van tijd tot tgd met woorden des eeuwigen levens. Zqn eigen, zich zelven gelqkblgvend gedrag, dat met zqn woord overeenstemde, zgnnbsp;vrijmoedig helgden van de waarheid, ontnamnbsp;aan zijne vermaningen hetgeen in eenen anderennbsp;mond beleedigend mogt geweest zijn, en noodzaakte de wereld dezelve in hem ten minsten tenbsp;eerbiedigen. Alle achtten hem , en hij had voornbsp;allen een liefhebbend hart.

Het was, inzonderheid wanneer men gelijk ik zoo door hem gezegend was, onmogelijk hemnbsp;niet te beminnen.

Dikwijls dacht ik boe moeijelijk hij het toch in zijn Christendom had, hoe hij in zijn beroepnbsp;onophoudelijk met roekelooze lieden moest omgaan , met matrozen , wier gewone gesprekken men kent, met den kapitein, die er genoegen in vondt, de oude oppasser en zijnnbsp;Christendom openlijk te bespotten, en hetgeennbsp;mij het zwaarste scheen, hij had bijna nimmernbsp;gelegenheid eene openbare Godsdienst bij tenbsp;wonen.

-ocr page 6-

Ik vroeg hem daarom eens, hoe hij toch hg dit beroep gekomen was ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Ik weet het zelve

niet antwoordde hij, doch God heeft mij tot hetzelve geroepen.” » Doch het verwondertnbsp;mij , hernam ik , dat gij daarin blijft. Gij kuntnbsp;immers in elk ander beroep God gemakkelijkernbsp;dienen, waarom blijft gij toch altijd scheeps-oppasser ? ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Kunt gij dit niet raden waarde

Massa?” vroeg hij. » Keen, dat kan ik niet raden!” » 'Ziet vervolgde hij, elke reis heb iknbsp;eene nieuwe vergadering en gemeente. Ik predik elke keer aan andere lieden het Evangelie.”

Ku begrijp ik het, waarom deze Godsman altijd oppasser op den Corsan (naam van hetnbsp;schip) bleef. Ach dacht ik, hadden wij allenbsp;den zendclingsijver van dezen vromen neger. Iknbsp;weet niet waar hij nu is, en len beste van welkenbsp;lieden nu zijn christelijke ijver werkzaam is;nbsp;doch dit weet ik: eens zullen vele zielen metnbsp;hem voor den troon des Heeren treden , en lieranbsp;zegenen omdat bij hun ten zegen was, en denbsp;Heer zal zelve lot hem zeggen ; Wel gij goede

-ocr page 7-

— 7 —

en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten.

Daarom meen ik, moesten wij dezen neger ook op de lijst der zendelingen plaatsen, en hetnbsp;schip Corsan onder de tot nu toe onbekendenbsp;zendelingsposten tellen. Doch gij, lieve lezer !nbsp;ga heen en doe desgelijks ! Voor u en mij bidnbsp;ik , dat de Heer ons tot een toegerust volk bereide , dat zijnen roem verkondigt, de voetennbsp;geschoeid hebbende met bereidheid des Evan-geliuras des vredes waartoe wij geroepen zijn.

De prijs is 4 Cents.

-ocr page 8-