-ocr page 1-

'1

WET

LEVEN EN STERVEN


VAN

MEVROUW R U M P F F.

To ROTTERDAM, bij

M. WIJT amp; ZONEN. 1843.

ii:

-ocr page 2- -ocr page 3-

INLEIDING.

Sedert vijf en twintig jaren verschijnt in Frankrijk een blad, ioegewijd aan de belangennbsp;des Christendoms, onder den titel; Archives dunbsp;Christianisrae au dixneuvičmc sičcle, hetwelknbsp;zich ten doel stelt den toestand der Christelijkenbsp;kerk, vooral der Protestantsche, in dat rijk, ennbsp;het voorgevallene in het Kerkelijke en godsdienstige bekend te maken, Christelijke boeken aannbsp;te kondigen en alles op te nemen wat strekkennbsp;kan om geloof, kennis en godzaligheid op tenbsp;wekken, aan te kweeken en te verspreiden, ennbsp;de gemeente van Christus op te bouwen en tenbsp;bevestigen in het geloof aan en in de kennis vannbsp;haren Heer.

-ocr page 4-

Meermalen neemt dit blad in deazelfs ruimte op de levensbeschrijvingen van Christenen, dienbsp;in leven en sterven blijken gaven van hun ge~nbsp;loof en hoop en henen gingen in vrede.

JVij troffen in het eerste nomnier van het jaar d8S9 eene zoodanige levensbeschrijving aannbsp;welke ons toescheen als eene proeve van Godsnbsp;genade, ook onder aanzienlijken naar de wereld

gt;

loaardig ie zijn aan onze landgenooten bekend te worden, en waarvan wij eene vertaling aan~nbsp;bieden, met den icensch en de bede dat denbsp;wandel en het henengaan van deze ontslapene,nbsp;eene krachtige opwekking voor velen moge zijn,nbsp;om haar geloof en hare godsvrucht na te volgen.

-ocr page 5-

IVtet , diepe droefheid, en met onderwerping aan Hem wiens wegen, ofschoon dikwijls donker en raadselachtig, echter altijd wijsheid ennbsp;goedertierenheid zijn, geven wij heden berigtnbsp;van het onverwacht afsterven van Mevrouwnbsp;Rumpff, geb. Astor, echtgenoot van den Ambassadeur der Hanzeesteden te Parijs, en die, hoewel nog jonger dan Mevrouw de Hertogin denbsp;Brog'ie, gelijk deze, aan hare betrekkingen ennbsp;aan de kerk door den dood ontrukt werd. Vannbsp;haar leven en sterven willen wij een en andernbsp;belangrijks mededeelen.

Ofschoon door haar vermogen, door hare eigene hoedanigheden en door de betrekkingen van haren echtgenoot in eenen hoogen en onafhanke-lijken toestand geplaatst, waren echter hare nederigheid en minzaamheid zoo opmerkelijk, datnbsp;wij zelf geaarzeld hebben over haar leven ennbsp;hare laatste oogenblikken onze lezers te onder-

-ocr page 6-

houden , overtuigd van hare afkeerigheid om van hare goede werken te spreken, maar de omstandigheden die haren dood vergezelden, warennbsp;zoo treffend en heerlijk, dat zich de blijdschapnbsp;en dankbaarheid vermengen met onze smart ennbsp;dat wij’Jons gedrongen en verpligt gevoelen eennbsp;en ander omtrent dit leven en sterven mede tenbsp;deelen , ter opbouwing en opwekking van anderen en vooral tot verheerlijking des Verlossersnbsp;in wien zij geloofde, aan wien zij zich geheelnbsp;had overgegeven, en die met haar ging , haarnbsp;troostte en opbeurde in de donkere vallei desnbsp;doods. Het moge waar zijn dat weinig rijken,nbsp;weinig edelen, weinig aanzienlijken, weinigmag-tigen het Evangelie aannemen in ootmoed en geloof; wij danken echter God dat het even waarnbsp;is dat Hij, naar den rijkdom zijner genade^nbsp;sommigen onder hen heeft uitverkoren om tenbsp;bewijzen, dat het bloed Zijns Zoons ter verzoening der zonde, zoowel behoefte is voor rijkennbsp;als voor armen; even noodzakelijk voor de ge-ringen als voor de grooten der aarde.

Sedert haar huwelijk was Mevrouw Rimpff, uit hoofde der betrekkingen van haren echtgenoot, verpligt het grootste gedeelte des jaars tenbsp;Parijs te verblijven. Het overige gedeelte vannbsp;hetzelve bragt zij in Zwitserland door, alwaarnbsp;zij verademing vond en eene rust genoot, geheelnbsp;met haren smaak overeenkomende. Sedert velenbsp;jaren, vooral na hare bekeering, en dus na het

-ocr page 7-

begin ran een nieuw geestelijk leven, werkte «ij in deze twee zoo geheel verschillende kringen,nbsp;met eene buitengewone geestkracht en eene heldere en verlichte edelmoedigheid; terwijl zijnbsp;steeds nederig bleef, was het echter haar toeleg, om zoo veel raogelijk de gezegende vruchtennbsp;van het Evangelie om zich te verspreiden, ennbsp;ook anderen dien vrede te doen vinden, welkenbsp;zij door hetzelve in zoo ruime mate was deelachtig geworden.

Zij was te Parijs lid geworden van de meeste dier vereenigingen van vrouwen, welke medewerken tot de instandhouding van de godsdienstige voorregten der Protestanten, en zij bevorderde derzelv,er bloei niet slechts door hare gebeden , door hare edelmoedige deelneming ennbsp;door haren ijver, maar nog veel meer door onbekende giften, dikwijls veel aanzienlijker dannbsp;de sommen waarvoor zij op hafen naam inschreef.

Het kwam onlangs ter onzer kennis dat zij, op denzelfden dag, toen eene barer vriendennbsp;haar opmerkte dat zij welligt te ruim voornbsp;eene zeker godsdienstige inrigting ingeschrevennbsp;had, andermaal diezelfde instelling door eenenbsp;belangrijke gift ondersteunde, en dat wel opnbsp;ďoodanige geheime wijze dat zelfs de geen, dienbsp;door haar met de overbrenging dier geldennbsp;belast werd met de ware geefster onbekend wa».

Op zoodanige wijze gaf zij eenigo duizende

-ocr page 8-

francs uit, en dat met zoo veel omiigtigeid, dat de voorwerpen harer mildadigheid de bron nietnbsp;konden opsporen, waaruit hun die zegeningennbsp;toestroomden.

Niet alleen bepaalden zich hare Christelijke pogingen om te helpen en groofinoedig den arbeid van godsdienstige instellingen te verligten ;nbsp;maar zij bezocht meestal zelve de behoeftigen ennbsp;kranken, in de verblijven der armoede en dernbsp;smarten, dan bragt zij hun bij het brood en denbsp;verkwikking des ligchaams, tevens het Hemel-sche brood waardoor de ziel gevoed en verkwiktnbsp;wordt ten eeuwigen leven. Vol van belangstelling in het welzijn van de zielen der lijdenden,nbsp;en vervuld met eerbied en liefde voor Hem dienbsp;gekomen was om te zoeken en zalig te makennbsp;dat verloren was, scheen zij bijzonder berekendnbsp;in het opzoeken van middelen, die geschikt waren orn hare eigene liefdegaven te besteden totnbsp;het doel dat zij zich voorstelde, en om die tenbsp;vermeerderen door den ijver van anderen opte-wekken. Onder vele andere menschlievendenbsp;instellingen die zij daarstelde ^ herinneren wijnbsp;ons ééne die wij nog raededeelen: Zij hadnbsp;namelijk te Parijs voor hare rekening en doornbsp;hare eigene bemoeijing bij een boekverkoopernbsp;eene menigte boeken geplaatst, bestemd omnbsp;daaruit eene boekverzameling te vormen tennbsp;gebruike van eenvoudige Christenen, en van dienbsp;vreemdelingen dia in menigte de hoofdstad van

-ocr page 9-

Frankrijk tijdelijk bewoonden. Ten einde alzoo mede te kunnen werken tot het tijdelijke ennbsp;eeuwige welzijn barer natuurgenooten, had zijnbsp;zich omtrent hare eigene uitgaven eene buitengewone zuinigheid voorgeschreven, en zonder iets natelaten van hetgeen zij aan dennbsp;stand welke zij in do Maatschappij bekleeddenbsp;verschuldigd was, legde zij zich toe om allenbsp;uitgaven te vermijden, welke praalzucht ennbsp;ijdelheid zonden kunnen voeden.

Terwijl zij zich met de meeste getrouwheid toelegde op de vervulling haver huisselijke plig-ten, vond zij den tijd, om geregeld gebruik tenbsp;maken van zoodanige middelen, welke dienennbsp;konden om haar op te bouwen in het geloof:nbsp;de getrouwe Evangelieprediking was haar tennbsp;hoogste dierbaar; zij schatte die daarom hoog,nbsp;wijl dezelve bij haar het middel was geweestnbsp;tot hare opwekking uit den slaap der zonde ennbsp;hare kennis in de waarheid. Onder de naauw-gezette en gedurige lezing van Gods woord , —nbsp;door de overdenking van hetzelve ; door hetnbsp;gebed ; door de gedurige waarneming der openbare godsdienstoefeningen en van de godsdienstige bijeenkomsten der Christenen, en door denbsp;edelmoedige deelneming aan de pogingen vannbsp;hare vrienden tot de uitbreiding van het Rijknbsp;des Verlossers, gaf de Heilige Geest aan harenbsp;godsvrucht zoodanige kracht, dat zij na weinig»

-ocr page 10-

10

jaren reeds racjjt anngezien worden als een o moeder in Israël.

Hare nederigheid, welke somtijds bijna be-deesdlieid scheen, verzwakte haren ijver nooit. Zij sprak steeds met eene eenvoudigheid, metnbsp;klem cn met vuur van de dingen, die hetnbsp;Koningrijk Gods aangaan, tot personen, die mennbsp;bezwaarlijk daarover kon toespreken, cn innbsp;plaatsen , waar vele oudere Christenen meendennbsp;te moeten zwijgen. Hij, die haar het best vannbsp;allen kende, schreef omtrent haar: « Zij wistnbsp;a dat zij Bonder Christus niets kon verrigten,nbsp;a maar dat zij door Hem alle dingen verraogt__nbsp;a Die overtniging gaf haar eene standvastigheid ^nbsp;«eene gelijkmatigheid en geestkracht, welke haarnbsp;• boven alle menschelijke overleggingen verhief.”

Wanneer zij Frankrijks hoofdstad verliet, zocht zij hare uitspanning niet in ledigheid;nbsp;integendeel, zij stelde zich tot een groot ennbsp;schoon doel om veel goeds te verrigten, veelnbsp;kwaads te stuiten en menig leed en moeite tenbsp;verzachten. Op hare landgoederen, waar zijnbsp;met haren echtgenoot gaarne de grootheid vannbsp;de werken des Heeren en de schoonheid ennbsp;pracht van het geschapene bewonderde, terwijlnbsp;zij zich te binnen bragt, welken indruk op haarnbsp;in hare prilste jeugd de godvruchtige onderrig-tingen van eene Christelijke moeder gemaaktnbsp;hadden, gevoelde zij al het gewigt en de nood-

-ocr page 11-

11

ďakelijkheid van eene godsdienstige opvoeding, naar de vatbaarheid van kleine kinderen inge-rigt. Daarom stichte zij met haren echtgenootnbsp;in twee Zwitsersche kantons, Waadland en Genčve, drie scholen, aan welker hoofd zij Christelijke onderwijzers plaatste. De uitkomst vannbsp;dezelven heeft, onder den zegen des Heeren,nbsp;aan de weldadige bedoelingen der stichters be-antw’oord.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Wij mogen hierbij eenen trek mededeelen, die bewijzen kan, hoe onuitputtelijk zij was innbsp;het bedenken en ten uitvoer brengen van liefdadige phannen. Zij had de drie genoemde schoen in drie onderscheidene dorpen opgerigt,nbsp;maar zij ondervond weldra, dat vele arme gezinnen voor hunne kleine kinderen geen gebruiknbsp;konden maken van de voorregten der school,nbsp;door do afgelegenheid hunner woningen. Zijnbsp;liet daarom een klein rijtuig vervaardigen, hetwelk zij door een ezel liet voorttrekken, ennbsp;dat des morgens in de onderscheidene gehuchtennbsp;rondging, om alzoo de kleine kinderen naar denbsp;scholen te brengen, en ze door dezelfde gelegenheid des avonds wederom te huis te bezorgen. Niettegenstaande den zwakken staat barernbsp;gezondheid, heeft deze godvreezende vrouw eenenbsp;school, door eene haver vriendinnen gesticht,nbsp;eenigen tijd zelve waargenomen en aldaar onderwijs gegeven, omdat dc onderwijzers daardoor gelegenheid hadden, zich elders in een»

-ocr page 12-

12

beter ingerigte loliool te oefenen. Zq brogt die dagen met blijdschap door, ofschoon afgemat door de benaauwdheid der beperkte plaatsnbsp;en de beweging der kinderen, van welke velennbsp;in hunnen armoedigen staat soms niet zindelijknbsp;en onhebbelijk waren.

Tc midden van deze zoo nuttige, zoo heilrijke bezigheden, vormde Mevrouw Rumpff nieuwe,nbsp;liefdadige plannen. Zij genoot in ruime matenbsp;huisselijk geluk, en deelde in alles, wat dezenbsp;aarde schoons en heerlijks oplevert. Te middennbsp;van dezen buitengemeenen gelukstaat echter,nbsp;werd deze edele vrouw door langdurige, zwarenbsp;en doodelijke rampen beproefd.

Mevrouw Rumpff werd door eene ziekte aangetast , en het schijnt dat al spoedig bij haar het gevoel werd opgewekt van hare spoedigenbsp;ontbinding. Maar dit gevoel ontstond bij haarnbsp;nit eene geheel tegenovergestelde oorzaak, dannbsp;dikwijls aangetroffen wordt bij zieken, die vree-zen dat hun leven in gevaar is; wij bedoelennbsp;hier de zoodanigen, die met angst staren op denbsp;openbaring voor den regterstoel van Christus. —nbsp;De dood was vroeger ook voor haar »een koningnbsp;der verschrikking,” maar nu was zij, door denbsp;verzekering van hare verzoening met God, nietnbsp;meer voor denzelven bevreesd; hij was haar nunbsp;een bode, die haar brengen zoude bij harennbsp;Verlosser, en zij wachtte met kalmte den oogen-blik, waarop het Hem behagen zou, haar in het

-ocr page 13-

1.1

Taderland der rust over te brengen. Dan, ofschoon de dood voor haar zijnen prikkel verloren had, het behaagde echter den Heer, haar geloof, haar geduld en hare liefde te louteren^nbsp;alzoo als door vuur. De ziekte nam vpeldra eennbsp;zeei ernstig voorkomen aan, en hare krachtnbsp;openbaarde zich door lijden en smarten, die allenbsp;beschrijving te boven gaan. Dit hooggaande lijden duurde acht weken, gedurende welken tijdnbsp;de pijnen haar dikwijls hartbrekende klagten ennbsp;zuchten afpersten; maar nooit, en dit zeggennbsp;wij met ootmoedige dankzegging aan den Heer,nbsp;die de zware vuurproef toeliet, ontglipten haarnbsp;zoodanige klagten, welke een opstaan tegen dennbsp;wit des Heeren aanduiden. Eens slechts, nadatnbsp;zij haren geneesheer gevraagd had, of hij geloofde dat er nog hoop op herstelling bestaannbsp;kon, en waarop zij van hem een bevestigendnbsp;antwoord ontving, zeide zij: »0! dat is onmogelijk , het kan niet lang meer duren; ik lijdenbsp;te veel. Maar neen,” liet zij er weldra opnbsp;volgen, .ik lijde niet te veel, want God keurtnbsp;het niet te veel; doch het is zwaar; o God,nbsp;ontferm u over mij, naar den rijkdom uwer

goedertierenheid !”

Hare zware smarten deden haar eenmaal met drift tot ééne barer verzorgsters spreken; ditnbsp;smartte haar diep, en ofschoon zij dezelve weldra om vergiffenis vroeg, verlangde zij dat eene'nbsp;barer vriendinnen, die hg haar was, met haa«-

-ocr page 14-

li

God wilde bidden, dat Hij haar die zonde mogt vergeven ; en nadat het gebed geëindigd was,nbsp;liet zij de dienstbode bij vernieuwing om vergeving vragen; deze was verbaasd, zulk eenenbsp;teederheid van geweten te vinden bij eene zoonbsp;zwaar beproefde kranke.

In hare kalme oogenblikken, wanneer de smarten vvat minder hevig waren, sprak zij metnbsp;groüte helderheid over den toestand barer ziel.nbsp;»Ik zie,” zeide zij eenmaal, »den dood zondernbsp;vrees naderen; en wie had wel meer genot hiernbsp;op aarde dan ik ? ik verlaat haar echter zondernbsp;smart. Ik heb alles, wat ik verlangen kan;nbsp;hoe gelukkig ben ik met een echtgenoot als denbsp;mijne!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0, mogt mijn God hem kracht geven

om dezen schok te verdragen en mij na te volgen ! Ik heb alles wat ik hier begeeren kan. en toch verlaat ik deze wereld zonder smart.”

Eenige dagen voor haren dood sprak zij eene van hare dienstboden aan en zeide tot haar: »O,nbsp;zoek den Heer Jezus terwijl gij gezond zijt ennbsp;de kracht hebt om het te kunnen doen; wantnbsp;zoo God u de gezondheid ontneemt, en wanneernbsp;gij op het krankbed nederligt, gelijk gij mij nunbsp;liggen ziet, zoo zoudt gij niet kunnen denkennbsp;en bidden.”

Op eenen anderen dag sprak zij tot degene, die haar oppaste: »Zeg mij eens naar waarheid,nbsp;¦wat denkt gij van mijne gesteldheid ? Zeg mijnbsp;vooral, of gij meent, dat ik door deze ziekte

-ocr page 15-

J5

lal worden weggenomen?’’— «Mevrouw!” ant-^ woordde deze,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» wanneer ik naar het uiterlijke

oordeelen zal, dan vrees ik wel, dat het waarschijnlijker is dat gij van deze krankte sterven zult, dan dat gij genezen zult worden. God isnbsp;echter magtig te doen boven bidden en denken.nbsp;Hij alleen is de Heer van leven en dood.” —nbsp;Hierop antwoordde de zieke met levendigheid:

• Waarlijk, ik ben voor den dood niet beangst, want het is mij beter bij den Heer in te wonen.nbsp;Ik bid Hem slechts, dat Hij mij geheel onderworpen make aan Zijnen wil.”

In die oogenblikken onderhield zich Mevrouw Riimpff met haren echtgenoot over de beschikkingen , welke zij verlangde dat bij hare begrafenisnbsp;zouden worden in acht genomen, en zij deed ditnbsp;met die juistheid, welke steeds bij haar zoonbsp;opmerkelijk was. Zij verlangde begraven tenbsp;worden op het kerkhof van Gilly, en begeerdenbsp;dat die ter aarde bestelling met de meeste eenvoudigheid zou plaats hebben. Zij bepaalde, datnbsp;do door haar opgerigto scholen na haren doodnbsp;zouden voortduren. Zij beschikte verder, zoonbsp;veel haar toestand dit gedoogde, over alle voorwerpen die voor haar hart dierbaar waren, ennbsp;verzocht de godvruchtige vrienden, die om haarnbsp;leger stonden, dikwijls den Heer voor haar tenbsp;bidden. Deze kalme oogenblikken werden echter-in den laatsten tijd hares lijdens gedurig zeldzamer. Zij was dan vaak ijlende, doch zelfs^

-ocr page 16-

16

dan openbaarde tich de hemelsche gesteldheid barer ziel. Het gebeurde somtijds dat zij innbsp;zulke oogenblikken geheele gezangen met eenenbsp;heldere stem zong, en daaraan eene kracht vannbsp;uitdrukking gaf, die ieder trof en verbaasde.nbsp;Onder andere gezangen zong zij met bijzonderennbsp;nadruk het 65’^“ van de Christelijke gezangen,nbsp;waarvan de slotwoorden het geluk uitdrukten,nbsp;van Jezus tot Verlosser, Koning, Zon en Schildnbsp;te hebben.

Op den laatsten dag haars levens, den 25*'°“ October, scheen zij geheel uitgeput en buitennbsp;staat iets te spreken; echter bleef de ziekenkamer met deelnemende vrienden vervuld; ooknbsp;alle hare dienstboden bleven den geheeleii dagnbsp;rondom hare legerstede, en uit veler hartennbsp;«tegen gebeden op tot God, dat Hij, indien hetnbsp;zoo Zijn wil ware, aan Zijne dienstmaagd denbsp;genade schenken mogt, nog slechts eenmaal tenbsp;spreken en getuigenis te geven van het geloofnbsp;en de hoop, die in haar waren. De doodstrijdnbsp;begon op den middag; deszelfs duur was langnbsp;en zwaar. Het strakke aangezigt, de klammenbsp;handen bewezen dat de dood reeds begon tenbsp;hecrschcn over het verzwakte en brooze lig-chaam. Het scheen dat haar mond geen enkelnbsp;woord meer kon uitbrengen. Haar echtgenootnbsp;en bare dienstboden smolten weg in tranen ;nbsp;zij wanhoopten, de stem van de zoo innig geliefde immer meer te zullen hooren. Maar hoe

¦i

-ocr page 17-

17

groot was dus niet hunne verrassing toen ďij, weinige oogenblikken voor haar sterven, metnbsp;eene heldere stem vroeg, welke personen rondomnbsp;haar leger waren, die hare reeds brekende oogennbsp;niet meer herkennen konden. De namen barernbsp;dienstboden werden haar daarop genoemd, ennbsp;elk derzelve gaf zij zulke treffende, hartelijkenbsp;en voor elks bijzonderen toestand zoo gepastenbsp;vermaningen, niet meer met de stem van eenenbsp;verzwakte stervende vrouw, maar met de krachtige taal van een, door den Geest des Oeerennbsp;versterkte hemelling.

De oudste barer dienstmaagden, aan welke zij zeer gehecht was, kwam het eerst bij haar. »Iknbsp;dank uzeide de zieke tot haar, terwijl zijnbsp;haar bij haren naam noemde, »ik dank u voornbsp;alles wat gij voor ons gedaan hebt. Beloof mijnbsp;plegtig uwen meester niet te zullen verlaten.”nbsp;Vervolgens legde zij hare reeds door het doodzweet koude verstijfde hand op het hart dernbsp;dienstmaagd en sprak verder : »Be.min God metnbsp;geheel uw hart, met geheel uwe ziel en metnbsp;alle kracht. Leef voor den Heer, zoek uwennbsp;Heiland in uwen Bijbel en gij zult er Hem vinden. Gij zult gelukkig zijn, zoo gij in uwenbsp;jongste ure mij na zult kunnen zeggen: li ganbsp;tot mijnen Verlosser} Bemin dien Verlosser, verbind u aan Hem, zoek Hem, terwijl Hij te vinden is, lees eiken dag in uwen Bijbel.”

Tot eene andere dienstbode sprak zij: gt; Ik

-ocr page 18-

18

hoopte veel van u, mogelijk echter bouwde ik te veel op uwe goede hoedanigheden.” — i 0nbsp;Mevrouw!” zeide die dienstbode, »ik ben misschien niet meer zoo ver verwijderd van dennbsp;Heer als gij denkt, en dadelijk zal ik uwe raadgevingen op volgen.quot; — » Maar dan ook zondernbsp;uitstel,” hernam de stervende, «stel het volstrekt niet uit, want de dood komt gelijk eennbsp;dief in den nacht.”

»Ik heb reeds tot u gesproken,” zeide zij tot een derde, terwijl zij zich in deze plegtigenbsp;oogenblikken het gesprek te binnen bragt, datnbsp;zij met haar voor weinige dagen gehad had.nbsp;Vervolgens wendde zij zich tot eenige christelijkenbsp;vrouwen die bij haar waren, en zeide tot dezelve: «Gij hebt reeds het goede deel verkoren,nbsp;dat van u niet zal worden weggenomen'; bidtnbsp;voor mij.” — Haar echtgenoot kwam nu bij haarnbsp;en zeide: • Elize ! tot mij spreekt gij niets.” —nbsp;„O!” zeide zij, »gij kent het heil bij ervaring,nbsp;ik sprak tot diegenen welke het nog nietnbsp;Icennen.” •—

Het werd vervolgens moeijelijk alle woorden te verstaan die zij met hare stervende lippennbsp;-sprak ; langzaam en duidelijk hoorde men haarnbsp;=echter nog zeggen : »Ik sterf gelukzalig — iknbsp;sterf in Christus — ik was een vreemdeling opnbsp;deze aarde — en ik ga naar de vaderlijke woning daar hoven — in mijn eenig vaderland.” —nbsp;Meer kon zij niet uitbrengen, ofschoon zij alle

-ocr page 19-

19

moeite bleef aanwenden om te spreken; eindelijk zeide zij op de zachtste, treffendste en deelno-inendste wijze: »Ik ben zoo vermoeid.” —

Haar echtgenoot kuste haar voorhoofd. reed» met het klamme doodzweet bedekt, en zeide totnbsp;haar: »Lieve Elize! ik hoop eenmaal weder metnbsp;gt; u hereenigd te worden en ik zal trachten uwenbsp;voetstappen te volgen.” — Daarop zeide zij:

• nbsp;nbsp;nbsp;Amen, amen.” — Eene uitdrukking van vreugdenbsp;en blijdschap scheen zich nu over haar gelaatnbsp;te verspreiden en men hoorde haar nog zeggen :

• nbsp;nbsp;nbsp;En — nu — Heer! — verlos — mij —

Amen!” — nbsp;nbsp;nbsp;'

Dit waren hare laatste woorden ; zij gevoelde dat haar aardsche loopbaan geëindigd was. Hoenbsp;schoon was die loopbaan; niemand betwijfeldenbsp;het goede dat zij deed, noch de wijze waaropnbsp;zij het daarstelde.

Hare onbaatzuchtigheid was zeldzaam. Zij had zich op een verheven standpunt geplaatst, vannbsp;waar zij alles overzag, want zij bedoelde slechtsnbsp;de komst van het koningrijk Gods op aarde.nbsp;Hare nagedachtenis werd overal in zegening gehouden waar men haar gekend had gedurendenbsp;haar kort verblijf hier beneden, want overal hadnbsp;zij zich gedenkteekenen opgerigt door het goedenbsp;dat zij stichtte, en door hare werken waaruit zij

haar geloof toonde. De dndruk vooral, welke


de mare van haren dood in den omtrek van St, Vincent maakte, was onbeschrijfelijk. Rijken en

-ocr page 20-

20

armen, aanzienlijken cn geringen rereenigdon zich in groeten getale bij hare ter aarde bestelling, en bevochtigden met hunne tranen den grondnbsp;waarin het dierbaar overschot was nedergelegd.

Op den dag barer begrafenis sprak de heer Martignies, hulppredikant te Gilly in het cantonnbsp;Waadland, eene rede uit, waaraan vele van donbsp;bovengemelde bijzonderheden ontleend zijn. Uitnbsp;dezelve schrijven wij nog de volgende woorden af:

• nbsp;nbsp;nbsp;Wij houden ons overtuigd, geliefde broeders

• nbsp;nbsp;nbsp;en zusters in den Heer! dat wij in den geest

• nbsp;nbsp;nbsp;der ontslapene handelen, wanneer wij ons min-

• nbsp;nbsp;nbsp;der bezig houden met datgene hetwelk strekken

• nbsp;nbsp;nbsp;kan om haar te verëeren, maar meest met dat

• nbsp;nbsp;nbsp;hetwelk de eer bevordert van Hem, wien zij

• nbsp;nbsp;nbsp;tot haren Heer en Zaligmaker koos, en Wiens

• nbsp;nbsp;nbsp;magt en liefde zich in hare zwakheid en geeste-

• nbsp;nbsp;nbsp;lijke armoede zoo krachtig verheerlijkten.

• nbsp;nbsp;nbsp;Hetgeen haar op aarde dierbaar was, was

• nbsp;nbsp;nbsp;de heerlijke Schepping, waarin zij de groote

• nbsp;nbsp;nbsp;werken Gods bewonderde, en haar bijzonder

• nbsp;nbsp;nbsp;en huisselijk leven; daar verdeelde zij hare

• nbsp;nbsp;nbsp;zorgen tusschen een echtgenoot dien zij hoog-»schatte en lief had, en de opvoeding van

• nbsp;nbsp;nbsp;eene bloedverwant, die zij zich als eene dochr

• nbsp;nbsp;nbsp;ter had aangetrokken en die zij wenschte voo-® Christus op te kweeken. Ofschoon men in

• nbsp;nbsp;nbsp;haar eenen ernstigen geest opmerkte, vervuld

• nbsp;nbsp;nbsp;met de hoogo belangen des eeuwigen levens,

-ocr page 21-

21

»kon men haar altijd opgeruimd, somtijds zelf »natuurlijk vrolijk vinden ; haar onderhoud wasnbsp;«altijd levendig, en wanneer zij over gceste-»lijke dingen sprak, dan was het altijd metnbsp;»eene bewonderenswaardige eenvoudigheid vannbsp;«geest. Van den overvloed des harten liepnbsp;«dan den mond over. Rondom haar was overalnbsp;«den invloed van den Christelijken geest ken-«baar.”

»De leerredenen, welke zij gaarne hoorde, «waren die, waarin het Evangelie in zijnennbsp;«geheelen omvang werd voorgesteld, waarin denbsp;«diepe verdorvenheid des menschen werd ver-«kondigd en waarin het heil door het geloofnbsp;»in Christus de hoeksteen was van het gebouwnbsp;«onzer zaligheid. Wanneer zij het Evangelienbsp;»7,00 hoorde verkondigen dan lette zij mindernbsp;«op schoonheid van stijl en nitdrukking nochnbsp;«op de welsprekendheid der voorgangers, maarnbsp;»in den Evangeliedienaar verlangde zij, eene

• nbsp;nbsp;nbsp;diepe kennis van de Heilige Schriften, eenenbsp;»natuurlijke voorstelling en voor hem zelvenbsp;«een gevoel van de waarheid om zalig te wor-

• nbsp;nbsp;nbsp;dcn.”

«Christenen! uit hetgeen wij u mededeelden, «volgt eene belangrijke waarheid, welke wijnbsp;«bidden dat God diep in uwe harten doe ge-»voelen en in dezelve beware. Het is die,nbsp;«dat de genade en de vrede Gods in Jezusnbsp;«Christus hier reeds een zegen is, die aard-

-ocr page 22-

A 2u3j \

9.0.

w sche goederen, onderscheiding der menschen , »eene hooge burgerlijke betrekking en geiond-»heid des ligchaams verre overtreft; een zegen,nbsp;»die eene langdurige en smartelijke ziekte niet

• nbsp;nbsp;nbsp;kan ontnemen aan het hart, hetwelk de za-

• nbsp;nbsp;nbsp;ligheid geniet dien te bezitten, een zegennbsp;»eindelijk, die ons gelukkig maakt in de urenbsp;»des stervens, en die ons nog veel meerder

• nbsp;nbsp;nbsp;gelukkig maken zal in de eeuwigheid.”

• Mogt het Gode behagen ons dien vrede,

• nbsp;nbsp;nbsp;die de kennis te boven gaat, op ons gebed,

• nbsp;nbsp;nbsp;van dit oogenblik af aan in rijke mate te

• nbsp;nbsp;nbsp;schenken.”