-ocr page 1- -ocr page 2-

OJ

-ocr page 3-

223

I


'ö.

TWINTIGSTE JAARLIJKSCH VERSLAG.

betrekkelijk de verpleging en het onderwijs in het Nede7'landsch Gasthuis voor Ooglijders, van den 1. Januari 1878, totnbsp;den 1. Januri 1879, ter vergadering vannbsp;Bestuurders en Afgevaardigden, gehoudennbsp;te Utrecht den 29 Mei 1879, uitgebrachtnbsp;door F. C. Donders, Directeur dernbsp;Instelling.

Niet zonder aandoening, mijne Heeren, richt ikheden tot U het woord. Twintig jaren liggen achter ons,nbsp;sedert het openen onzer Instelling. Den 6 Novembernbsp;1858 werden de loopende patiënten hier voor het eerstnbsp;behandeld en den 20 December daaraanvolgende werdennbsp;de eerste ooglijders in onze zalen ter verpleging opgenomen. Voor de twintigste maal dus is het mij vergund,nbsp;het jaarlijksch verslag uit te brengen, den Directeurnbsp;onzer instelling voorgeschreven. Bij haar tienjarig bestaannbsp;gaf ik U een overzicht van hare wording en van harennbsp;aanvankelijken bloei, — ik mag niet zeggen van de bezwaren, waarmede zij had te worstelen, want ze kendenbsp;er geene. Zou ik thans, na een tweede tiental jaren ,nbsp;trachten U een beeld te schetsen van hare verdere ontwikkeling? De gedachte rees bij mij op en de uitvoering lachte mij toe._ Het zou geen ondankbare arbeidnbsp;geweest zijn. Maar ik heb gemeend, aan de verleidingnbsp;te moeten weerstand bieden. Nog slechts vijf jaren ennbsp;onze stichting viert haar zilveren feest, waarop zij

. RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT

2351 989 9

-ocr page 4-

rekenschap zal hebben te geven van haar streven en van haar daden, om aanspraak te kunnen maken opnbsp;uwe blijvende, misschien op bijzondere blijken van uwenbsp;belangstelling. Is het vermetel, de hoop uit te drukken,nbsp;dat mij alsdan het voorrecht nog moge zijn beschoren,nbsp;haar woordvoerder te zijn? . . .

Veroorlooft mij dan M. H. mij thans te bepalen tot de uitkomsten van het afgeloopen jaar, die ik, in verhandnbsp;vooral met die van het onmiddellijk daaraan voorafgaandenbsp;zal beschouwen.

Ouder gewoonte vang ik aan met

I. de Behandeling en Verpleging.

Als Nederlandsche instelling, ontving ons gasthuis op nieuw ooglijders uit alle provinciën des Eijks. Het aantalnbsp;steeg tot 2229, waarvan er 441 werden verpleegd, — hoo-gere cijfers dan ooit te voren werden bereikt. In 1877nbsp;bedroeg het getal behandelden 1939, dat der verpleegdennbsp;428, — een verschil dus van niet minder dan 290 opnbsp;de behandelden en 13 op de verpleegden.

Herkomstig waren onze lijders uit:

Stad Utrecht ....

Behandelden.

. 854.

Verpleegden.

9.

Provincie

Dtrecht. . .

. 357.

26.

Priesland . nbsp;nbsp;nbsp;.

. 20.

13.

71

Groningen. nbsp;nbsp;nbsp;.

, nbsp;nbsp;nbsp;5.

3.

7'

Drenthe . .

. nbsp;nbsp;nbsp;19.

15.

71

Overijssel . nbsp;nbsp;nbsp;.

. 86.

49.

77

Gelderland

. 280.

102.

71

Noord-Holland

. 141.

19.

77

Zuid-Holland.

. 208.

37.

77

Zeeland . nbsp;nbsp;nbsp;.

. nbsp;nbsp;nbsp;46.

36.

7?

Noord-Brabaut

. 204.

125.

-ocr page 5-

Bebandelden.

, 7.

2.

de Provincie Limburg . nbsp;nbsp;nbsp;.

Vreemdelingen 2229.

Het getal gratis gegeven consulten steeg tot 20853.

De 441 verpleegden vertegenwoordigen 11943 verpleeg-dagen, dat is een gemiddelde verplegingsduur van 27 dagen. De regelmatige uitbreiding der behandeling ennbsp;verpleging in de laatste vijf jaren is te belangrijk, omnbsp;ze hier niet even in cijfers te doen uitkomen:

1874. nbsp;nbsp;nbsp;1875.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1876.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1877.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1878.

Behandelden. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1735.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1726.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1768.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1939.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2229.

Verpleegden. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;348.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;362.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;358.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;428.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;441.

Aantal verpleegdagen. 8987. nbsp;nbsp;nbsp;9197.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9816.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11641.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11943.

Blijkt hiermede het aantal verpleegden geen gelijken tred te houden met dat der behandelden, zoo is de grondnbsp;deze: dat wij ons genoopt zagen, het opnemen van lijdersnbsp;eenigermate te beperken.

De verpleging geschiedde:

voor eigen rekening nbsp;nbsp;nbsp;bij 244, met 5642 verpleegdagen ,

„ rekening

van particulieren „

35

1204

11

1'

„ diaconiën nbsp;nbsp;nbsp;„

22

11

689

11

„ armbesturen „

68

11

2428

11

n nbsp;nbsp;nbsp;11

„ gemeentebesturen 56

11

1602

11

V nbsp;nbsp;nbsp;11

„ liefdegestichten

11

11

284

11

kosteloos.

5

i1

94

11

Kostelooze verpleging zou meer zijn toegepast geworden , indien ze meer verlangd ware. Het laag gestelde verpleeggeld wordt echter gaarne voldaan, en telken jarenbsp;doen wij de aangename ervaring op, dat lijders, die noch doornbsp;besturen of gestichten noch door particulieren ondersteundnbsp;worden, hunne spaarpenningen, ongevorderd , uit dankbaarheid ten offer brengen. Een treffend voorbeeld daar-

-ocr page 6-

van leverde in het afgeloopen jaar een arme reeds hoog bejaarde vrouw, die jaren lang geleden iiad aan binnenwaarts gekeerde oogleden en met troebele hoornvliezen,nbsp;als een blinde geleid, pijnlijk en lichtschuw tot ons kwam.nbsp;Zij werd geopereerd en spoedig daarna ontslagen: de genezingnbsp;moest nu volgen. En een paar maanden later kwam zijnbsp;weder, zonder geleide, om ons hare spaarpenningen tenbsp;brengen, ten bedrage van vier gulden, die wij niet verlangdnbsp;hadden maar gaarne aannamen. Het is ook reeds meernbsp;dan eens voorgekomen, — in het afgeloopen jaar goldnbsp;het een meisje nit Coevorden — dat verpleegden of hunnenbsp;betrekkingen zich ten taak stelden, begunstigers voor onsnbsp;Gasthuis aan te werven. Alles bewijst, dat er van de instelling een ruim en dankbaar gebruik wordt gemaakt. Zounbsp;in verhooging van ’t verpleeggeld wellicht het middel gevonden worden, om in het dreigend gebrek aan ruimtenbsp;te voorzien, wij handelen zeker meer in den geest dernbsp;Stichters en Begunstigers, wanneer wij er op bedacht zijn,nbsp;om, als de behoefte daartoe duurzaam blijken zal, denbsp;gelegenheid tot ruimere 'opneming voor te bereiden.

Het cijfer der belangrijke kunstbewerkingen, dat het vorig jaar op 428 verpleegden 269 bedroeg, steeg thansnbsp;tot 346 op 441 verpleegden. Hieronder kwamen nietnbsp;minder dan 70 extracties van cataract voor, en daarenboven 29 puncties. Voorts werd op 88 oogen een nieuwenbsp;oogappel gevormd en werd 37 maal de operatie tegennbsp;scheelzien uitgevoerd. In het aantal kunstbewerkingennbsp;ligt altijd een aanwijzing van het gewicht der tot verpleging opgenomen gevallen. Hu is het getal operaties,nbsp;in betrekking tot dat der verpleegden, in het afgeloopennbsp;jaar bijzonder sterk gestegen. De verklaring daarvan ligtnbsp;voor de hand : de verpleging werd tot de meer dringendenbsp;gevallen beperkt.

-ocr page 7-

Als gewoonlijk getuigt ook de statistiek der behandelde lijders van de belangrijkheid der ziektegevallen, zonder twijfel toe te schrijven aan het betrekkelijk grootnbsp;aantal lijders, die — immers meestal niet wegens kleinenbsp;gebreken — zich uit verwijderde provinciën tot onzenbsp;instelling wenden.

Over de resultaten der behandeling hebben wij alle reden ons te verheugen. Met de uitbreiding onzer kennisnbsp;stijgt ook de macht der therapie, en wij smaken de voldoening , verscheidene ziektevormen sneller, zekerder ennbsp;grondiger te kunnen genezen dan 20 jaren geleden. Ooknbsp;de uitslag van verschillende operaties wordt meer ennbsp;meer verzekerd. De practische heelkunde van onze dagennbsp;heeft wel op geen grooter aanwinst te wijzen dan op denbsp;aseptische wondbehandeling, door Lis ter ingevoerd, dennbsp;beroemden Chirurg van Edinburg, op wiens bezit Kingsnbsp;College te Londen thans bogen mag. Wonden kunnen,nbsp;zooals wij weten, op directe wijze genezen, zonder etternbsp;voort te brengen en buiten alle gevaar voor het individu. Maar er kan ook ettervorming ontstaan, die denbsp;genezing vertraagt, en bij groote operatiën zelfs het bloednbsp;kan vergiftigen en het leven in gevaar brengen. Bekendnbsp;was het sedert lang, dat bij eene operatie naar de onder-huidsche methode, dat is door een kleine verwijderde huid-wond, zonder ontblooting van het doorsneden deelnbsp;geen ettering te vreezen is, en de onderstelling lagnbsp;voor de hand, dat in het toetreden dej; lucht denbsp;aanleiding daartoe gelegen was. Zou het gevaar in denbsp;gewone bestanddeelen der lucht te zoeken zijn, of lag hetnbsp;verscholen in toevallige bijmengselen, van welken aardnbsp;dan ook? Dat de lucht, waarin wij leven, rijk bezwangerd is met vaste deeltjes, toont ons iedere bundelnbsp;van zonnestralen, die in een donker vertrek naar binnen

-ocr page 8-

dringt. Glinsterende door reflexie, zweven ze in snelle kronkelende beweging door elkander, gedragen dooide lucht. In die stofjes, — Pasteur heeft het vóórnbsp;meer dan 25 jaren reeds bewezen, — schuilen de kiemennbsp;der eenvoudigste organische wezens.

Zonder die stofjes noch rotting noch gisting, die alléén onder den invloed van mikroskopische organismen ontstaan. In diezelfde stofjes nu vermoedde Lister denbsp;oorzaak der wondettering , en met de uiterste consequentienbsp;ging hij èn bij het opereeren èn bij het verbinden tenbsp;werk, om zich tegen hunnen invloed te vrijwaren. Ernbsp;zijn middelen, die rotting tegengaan: die middelen werdennbsp;ondersteld de kiemen te dooden , en met de aanwendingnbsp;van carbolzuur op instrumenten en verbanden, en ope-reerende als in een atmospheer van diezelfde vluchtigenbsp;stof, werd het doel bereikt en ettefing voorkomen.nbsp;Ingrijpende kunstbewerkingen, als amputatiën en cysto-tomiën, brengen nauwelijks meer het leven in gevaar, ennbsp;onversaagd exstirpeert men de uitgebreidste gezwellen,nbsp;bijna zeker de wondranden zich onmiddellijk te zien ver-eenigen en niet bloot te staan aan uitputtende verettering.nbsp;Zooals elders waar L i s t e r’s voorschriften streng gevolgdnbsp;werden, zijn de onschatbare voordeelen der methode opnbsp;de kliniek onzer üniversiteit in het ziekenhuis gebleken.nbsp;In de laatste jaren nam het aantal groote operatiën ernbsp;aanzienlek toe; maar in geen enkel geval vertoonde zichnbsp;de gevreesde ettering of wondroos, die vroeger menignbsp;offer eischten. Snellere genezing, een kleiner sterftecijfer,nbsp;frisschere lucht op de ziekenzalen zijn zoovele getuigennbsp;van den gunstigen invloed der gevolgde methode! De resultaten zijn inderdaad treffend. Maar toch heeft het carbolzuurnbsp;ook zijne schaduwzijde. In ruime hoeveelheid aangewend, zoonbsp;als in enkele gevallen wordt gevorderd, kan het werken als

-ocr page 9-

vergift en zelfs den dood veroorzaken, en zijn prikkelende werking is nooit geheel te ontgaan. Is deze van ondergeschikte heteekenis hij operaties op de meestenbsp;lichaamsdeelen, het gevoelige, prikkelbare oog kan denbsp;aanwending er van verbieden.

En toch is er één operatie vooral, en wel de belangrijkste onder alle oogoperatiën, waarbij men ze zoo gaarne in toepassing zou brengen omdat de goede uitslag hier nog altijd door gevaar van ettering wordt bedreigd: ik bedoel denbsp;extractie van cataract. De vroeger algemeen gevolgdenbsp;methode met rechtstandige snede nabij den rand van hetnbsp;hoornvlies is enkel verlaten, omdat zij meer nog dan denbsp;zoogenaamde lineair-extractie aan het bedoelde gevaar blootstelde. Werd het middel gevonden, om die ettering af tenbsp;wenden, men zou terugkeeren tot de methode, waarbijnbsp;alle andere in meer dan een opzicht achterstaan. Ennbsp;zou de oogheelkunde alleen van de voordeelen vannbsp;Lister^s methode verstoken blijven? Dat het aannbsp;pogingen niet ontbreken zou , om ze de bij extractie vannbsp;cataract aan het doel dienstbaar te maken, daarvoornbsp;stond het wakkere streven der ophthalmologen ons borg.nbsp;Het kwam er slechts op aan, öf een stof te vinden,nbsp;in staat de kiemen te vernietigen, zonder het teederenbsp;orgaan te benadeelen, 6f bekende stoffen op zoodanigenbsp;wijze aan te wenden, dat hare prikkelende werkingnbsp;zonder gevaar bleef.

Ook hier, in onze Instelling, heeft het aan pogingen in dien zin niet ontbroken. Sedert lang had Prof. Snellennbsp;de gewoonte ingevoerd, om de ziekenzalen , waarin denbsp;geopereerden zijn opgenomen en bij het verbinden de wondennbsp;worden ontbloot, met zand te bestrooien, dat met carbolzuurnbsp;is gedrenkt. In den laatsten tijd worden nu ook denbsp;instrumenten, onmiddellijk vóór de operatie , met absoluten

-ocr page 10-

8

alcohol gereinigd, en de oogleden gewasschen met eene zwakke oplossing van phenylzuur, twee deelen van ditnbsp;zuur op 100 deelen water. In plaats van een oplossing vannbsp;phenylzuur , die het oog niet verdraagt, wordt gedurendenbsp;de operatie door een opzettelijk daarvoor ingerichten toestelnbsp;in de onmiddelijke nabijheid een stroom lucht geblazen,nbsp;die in een Woulffsche flesch over een verzadigde oplossingnbsp;van phenylzuur gestreken is en zoodoende met dampen vannbsp;dit zuur bezwangerd. Verder wordt het oog tijdens denbsp;operatie en in de daaropvolgende eerste acht dagen met eennbsp;slappe oplossing van phenylzuur gewasschen en de bijnbsp;het verband gebezigde ooglapjes met een dunne laagnbsp;vaseline bestreken.

Is langs dezen weg het doel bereikt geworden? Ik zou het niet durven beweren. Om het pleit te beslissen,nbsp;worden groote statistieken gevorderd van verschillendenbsp;wijzen van toepassing, hij verschillende methoden vannbsp;operatie. Maar zooveel is zeker, dat de hier en elders verkregen resultaten aanmoedigen, om op den ingeslagennbsp;weg voort te gaan. Het gewichtig vraagstuk komt voornbsp;op het program van het Congres international des scieneesnbsp;médioales, dat van 6 tot 13 September van het loopendenbsp;jaar te Amsterdam zal worden gehouden, en zal aldaarnbsp;op de Sectionnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door Prof. Snellen worden

ingeleid. Daar zullen de resultaten worden medegedeeld, verzameld en onderling vergeleken, en als slotsom, zoonbsp;laat zich voorspellen, zullen wp een stap genaderd zijn totnbsp;het ideaal, dat met de deugdelijkheid der kunstbewerkingnbsp;ook de deugdelijkheid van het resultaat gewaarborgd zij.

De vormen van oogziekte, die men in het statistisch overzicht aan het einde van dit verslag vermeld vindt,nbsp;verschillen niet van de gewone en geven in het algemeen

-ocr page 11-

weinig stof tot bijzondere beschouwingen. Niet zonder voldoening merken wij echter op, dat het aantal lydersnbsp;aan besmettelijke granuleuse oogontsteking en aan tra-chonia nauwelijks gestegen, zelfs gedaald is in verhoudingnbsp;tot het aantal lijders. In 1877 leverden 1939 behandeldennbsp;51 gevallen op van granulatie en 69 aan trachoma, te samennbsp;120, dat is 6.2*/o: thans zgn er op 2229 lijders 65 gevallen van granulatie en 63 van trachoma, dus in hetnbsp;geheel 128, dat is 5.75*/o. En ik kan er bijvoegen, datnbsp;hooge graden der ziekte in het algemeen zeldzaam waren,nbsp;hetgeen, ten aanzien van het trachoma, reeds daaruitnbsp;blijken moge, dat in 1877 niet minder dan 30, in 1878nbsp;slechts 21 oogleden aan de operatie van entropion werdennbsp;onderworpen, — een operatie, die bij binnenwaarts gekeerdenbsp;oogleden, ten gevolge van het bedoelde trachoma, gevorderd wordt.

Van de granuleuse oogziekte waren eenige en wel de belangrijkste gevallen herkomstig uit Amsterdam.nbsp;Hier schijnt, vooral onder de Israëlitische bevolking,nbsp;de ziekte zoodanigen om vang te hebben bereikt, dat ingrijpende maatregelen gevorderd worden, om de verderenbsp;uitbreiding te stuiten en de kwaal alvast binnen harenbsp;gewone grenzen terug te brengen. — Overal leveren denbsp;scholen een rijke bron voor besmetting. Maar vooral in denbsp;weeshuizen nestelt de ziekte zich gaarne en ontwikkeltnbsp;zich tot epidemie. Terwijl bij het door Prof. Snellennbsp;in 1862 gedane onderzoek van de bevolking der Eijksge-stichten Veenhuizen en Ommerschans 15% aan granuleusenbsp;oogontsteking en trachoma leed , was meer dan een derdenbsp;van de aldaar verpleegde weezen door de ziekte aangetast.

In het verslag van het vorig jaar bracht ik hulde aan het verlicht Bestuur der te Amsterdam gevestigde Ver-eeniging in het belang der weezenverpleging, dat een

-ocr page 12-

10

onderzoek had uitgelokt van den gezondheidstoestand der weezen in de verschillende gestichten van Nederland, innbsp;het bijzonder ook met het oog op de bedoelde granuleusenbsp;ontsteking. De uitkomst van dit onderzoek in de verschillende gestichten is mij niet bekend. Maar ten aanzien der Utrechtsche, waarin de geneesheer onzer instelling,nbsp;Dr. B o u V i n, het onderzoek volbracht, is , zooals zichnbsp;liet voorzien, het resultaat alleszins bevredigend. Opnbsp;244 kinderen, 107 jongens en 137 meisjes bleken, welnbsp;is waar, 26 in meerdere of mindere mate door granuleusenbsp;oogontsteking te zijn aangedaan, doch daaronder slechtsnbsp;5 in zoodanigen graad, dat een krachtige behandelingnbsp;noodig werd; de overigen hadden zich slechts een paarnbsp;malen ’s weeks, of zelfs met langere tusschenpoozen, opnbsp;onze polikliniek te vertonnen, en zijn nu allen zoonbsp;goed als hersteld. Trouwe opvolging der gegeven voorschriften heeft tot dit gunstig resultaat het hare bijgedragen. Opmerkelijk is het, dat van de 26 gevallen ondernbsp;de Utrechtsche weezen niet minder dan 15, dus meernbsp;dan de helft, onder het betrekkelijk geringe getal vannbsp;60, in het Israëlitische weeshuis voorkwam, in een gesticht,nbsp;alwaar orde en zindelijkheid intusschen niets te wenschennbsp;overlaten. Een grond is er niet, om bij Israëlieten eennbsp;grootere voorbesohiktheid voor deze ziekte te onderstellen,nbsp;en wij kunnen dus niets anders als aannemen, dat zij bijnbsp;velen der gezegde weezen door verkeer met geloofsgenoo-ten reeds was ontstaan, vóór ze in het gesticht werdennbsp;opgenomen. Ongaarne openen wij onze instelling voor gevallen van hevige etterachtige vormen. Maar zien wij onsnbsp;er toe gedwongen, dan zorgen wij zooveel mogelijk voornbsp;afzondering , en zoodoende mocht het ons gelukken tot dusnbsp;verre iedere besmetting te voorkomen. Ook in huisgezinnen, waar eenig blijk is van granuleuse oogontsteking.

-ocr page 13-

11

vooral van vormen waaraan slijmafscheiding is verbonden, vermijde men zooveel mogelijk onderlinge aanraking en zienbsp;zorgvuldig toe, dat niet dezelfde hand- of zakdoekennbsp;door verschillende kinderen worden gebruikt,

In het vorig verslag mocht ik u wijzen op een belangrijk onderzoek, in onze instelling volbracht, een onderzoek, namelijk, van het gezichtsvermogen van hetnbsp;personeel der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Ik kou er bijvoegen, dat ook de Directie-der Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij mij hadnbsp;nitgenoodigd, de leiding van een dergelijk onderzoek bijnbsp;haar personeel op mij te nemen, en dat zich een zestal oogartsen op mijne uitnoodiging reeds hadden bereid verklaardnbsp;daaraan deel te nemen. Thans heb ik het voorrecht,nbsp;u te kunnen mededeelen, dat dit onderzoek is ten eindenbsp;gebracht. Het strekte zich uit over 995 personen. Uitnbsp;de algemeene staten bleek, dat ten aanzien van 67 twijfelnbsp;bestond omtrent hunne geschiktheid. Deze nu werden innbsp;onze instelling die over hulpmiddelen van onderzoek innbsp;de ruimste mate beschikt, onder medewerking van Dr.nbsp;Bouvin, aan een definitief onderzoek onderworpen.nbsp;De uitkomst is, dat op 987 personen, wegens gebrekennbsp;van het gezichtsvei-mogen, 27 ongeschikt zijn bevonden,nbsp;waarvan 22 volstrekt ongeschikt, 5 betrekkelijk, — ongeschikt namelijk als machinist, voldoende voor gewonenbsp;terreindienst. Van deze 27 gevallen is in 17 de ongeschiktheid afhankelijk van zoogenoemde kleurblindheid,nbsp;in 10 van verminderde gezichtsscherpte. — Bovendiennbsp;werd bij 28 personen het gezichtsvermogen slechts voldoende of even voldoende geacht; deze, eenmaal als beambten aangenomen, konden nog verder voor diensten gebezigd worden, waarbij het toereikend is, de seinen op

-ocr page 14-

12

betrekkelijk kleinen afstand te onderscheiden. Eindelijk kwamen er nog 39 voor, wier gezichtsvermogen alleennbsp;met het gebruik van een geschikten bril voldoende konnbsp;worden geacht.

Belangrijk is de uitkomst, dat de geconstateerde gebreken , zooals uit den aard en de geschiedenis dier gebreken kon worden afgeleid, slechts voor een zeernbsp;gering deel zijn ontstaan in de dienst. Zij behooren ófnbsp;tot de aangeborene, óf hadden , behoudens enkele uit-¦ zonderingen , zich ontwikkeld, vóór de betrokken personennbsp;in dienst kwamen bij de Maatschappij. Dit geldt vannbsp;alle kleurblinden en van verreweg de meesten , die vermindering hebben der gezichtsscherpte of wegens afwijking in de breking van het oog brillen moeten dragen.nbsp;Is het aantal ongeschikten betrekkelijk groot, de oorzaaknbsp;is daarin te zoeken, dat de eerste keuring niet met denbsp;noodige zorg geschied is. Daarbij hadden alle ongeschikten , de even voldoenden en zelfs velen onder hen,nbsp;die als voldoende vermeld staan of brillen moeten dragen,nbsp;behooren te zpn afgewezen. Het zwaartepunt ligt dusnbsp;in de primitieve keuring. En zal die aan haar doel beantwoorden , dan moeten de eischen van geschiktheid nauwkeurig worden omschreven en de keuring uitsluitendnbsp;worden opgedragen aan zoodanige artsen, die gewoonnbsp;zijn de functies van het oog te onderzoeken.

Aan een en ander is thans voldaan. Het voorgestelde keuringsreglement is door de Maatschappij aangenomennbsp;en de artsen, die zich met het onderzoek belasten, zijnnbsp;aangewezen. Bij het verkregen resultaat, dat ooggebrekennbsp;slechts zelden in de dienst ontstaan , treedt de noodzakelijkheid van herkeuring geheel op den achtergrond.nbsp;De omstandigheden, waaronder zij behoort te geschieden,nbsp;zijn, ook in verband met den leeftijd, nauwkeurig door

-ocr page 15-

13

mij aangewezen en de E,aad van Administratie der Maatschappij heeft zich in beginsel hiermede vereenigd.

„Wij hebben ons”, zoo luidt verder zijn schrijven, „de gegeven wenken ten nutte gemaakt, en de beambten,nbsp;„die door u als ongeschikt werden gesignaleerd, zijn reedsnbsp;„grootendeels voor diensten aangewezen, waarbij de vei-„ligheid geen schade kan lijden door gebrekkig gezichts-„ vermogen. De keuring der in dienst tredende beambtennbsp;„is bereids op de door U aangegeven wijze ingericht,nbsp;„zoodat genoegzame zekerheid bestaat voor het verkrijgennbsp;„van een goed ziend personeel.” Stel ik den hoogstennbsp;prijs op dit praktisch resultaat onzer bemoeiingen, denbsp;blijken van erkentelijkheid, die ik van de zijde van dennbsp;Raad van Administratie mocht ontvangen en het optredennbsp;der Maatschappij als medestichter van het Ned. Gasthuisnbsp;voor Ooglijders, met de aanzienlijke gift van / 500, wordennbsp;door mij eveneens hoogelpk gewaardeerd, en ik vervulnbsp;een aangenamen plicht met daarvoor openlijk mijnen danknbsp;uit te spreken.

Ook de Directie der Ned. Ehijn-Spoorweg-Maatschappij heeft zich in betrekking tot onze bemoeiingen niet geheelnbsp;onbetuigd gelaten. Zij heeft van mij aanwijzing verlangdnbsp;van de eischen, bij het in dienst treden aan het Spoorwegpersoneel te stellen, en van de personen, aan wie zij hetnbsp;onderzoek veilig kon toevertrouwen, en ik geloof, dat hiermede waarborgen gegeven zijn voor de deugdelijkheid vannbsp;het gezichtsvermogen van nieuw aan te stellen personeel.

Zal ze zich genoopt zien, naar aanleiding der resultaten, bij de zuster-maatschappij verkregen, die de noodzakelijkheid eener algemeene herkeuring zoo duidelijk doen uitkomen, ook haar personeel op afdoende wijzenbsp;daaraan te onderwerpen? Wij durven er ons mede vleien.nbsp;De Directie weet, dat wij gereed staan, zoodra zij ver-

-ocr page 16-

14

langt van onze diensten gebruik te maken. — Ook bij het personeel van den Centraalspoorweg is de herkeuring nog niet zoo stelselmatig toegepast, dat zij voldoende kon worden geacht. Ik zal niet rusten, alvorens door al onze Spoorweg-maatschappijen waarborgen zijnnbsp;gegeven voor de veiligheid van het verkeer, in zoovernbsp;het gezichtsvermogen van het personeel daarin betrokken is.

Meer en meer is ook de noodzakelijkheid ingezien, op onze zeevarenden een nauwkeurig onderzoek van het gezichtsvermogen toe te passen. Met de levendigheid dernbsp;vaart en de snelheid der stoomschepen is het gevaarnbsp;voor botsing toegenomen. Dit heeft den Minister vannbsp;Waterstaat, Handel en Nijverheid genoopt, alvast denbsp;aspiranten voor de betrekking van stuurman, alvorensnbsp;hen toe te laten tot het examen, ten aanzien van hunnbsp;gezichtsvermogen aan een bijzonder onderzoek te onderwerpen , en het was mij een groote voldoening, mij doornbsp;zijne Excellentie geroepen te zien, om zoowel de eischennbsp;aan te geven , waaraan het gezichtsvermogen van stuurlieden behoort te beantwoorden, als om de personen aan tenbsp;wijzen, aan wie het bedoelde onderzoek zou kunnen wordennbsp;opgedragen. Om die eischen op goede gronden te kunnennbsp;vaststellen, heb ik mij op ’s Rijks-Marine-werf te Amsterdam, onder de meest bereidwillige medewerking van dennbsp;Kommandant dier werf, den Schout-bij-Nacht van Gogh,nbsp;met de bij de Marine gebruikelijke seinen bekend gemaaktnbsp;en de daartoe strekkende lantaarns verder hier met denbsp;ons ten dienste staande hulpmiddelen op kleur en lichtsterkte nader onderzocht. In verband met de inlichtingennbsp;omtrent de snelheid der schepen en de eigenaardige bezwaren, die het herkennen en beoordeelen der seinennbsp;kan medebrengen, my door ervaren zeeofiScieren vooral

-ocr page 17-

15

ook op de genoemde werf welwillend verstrekt, ben ik tot de conclusie gekomen, dat de eischen voor stuurlieden niet lager kunnen worden gesteld dan voor denbsp;machinisten onzer Spoorwegen en nagenoeg dezelfde moetennbsp;zijn. Wat te dien aan zien werd voorgesteld en doornbsp;den Minister aangenomen, kan men vinden aan hetnbsp;slot van mijn Eapport aangaande het onderzoek vannbsp;het personeel van de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij, afzonderlijk uit te geven, en bovendien opnbsp;te nemen onder de wetenschappelijke bijbladen, waarmede dit verslag, in zooverre het aan deskundigennbsp;wordt verzonden, vergezeld gaat. — Zal aan het besluit,nbsp;van den Minister ook een terugwerkende kracht wordennbsp;gegeven ? Den aard en den omvang der daaraannbsp;verbonden bezwaren kan ik nog niet beoordeelen: innbsp;het belang van de veiligheid der scheepvaart ware hetnbsp;zeker te wenschen.

II. Hiermede overgaande tot het tweede gedeelte van mijn verslag, Onderwiesennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;betreffende, kan ik in

de eerste plaats mededeelen, dat het verslag van het vorig jaar met de wetenschappelijke bijbladen is verschenen. Hierin vindt men opgenomen het Kapport aannbsp;den Directeur-Generaal der Maatschappij tot Exploitatienbsp;van Staatsspoorwegen, betreffende de keuring van hetnbsp;Spoorwegpersoneel, vroeger ook afzonderlijk uitgegeven,nbsp;maar thans uitverkocht; een onderzoek van Dr. Horst-mann over de diepte der voorste oogkamer, met eennbsp;alhier geconstrueerd werktuig volbracht, en een verhandeling over het bepalen van het astigmatisme, met grootenbsp;tafels en platen door den Heer M. W. van Haaf ten,nbsp;onder de leiding van Prof. Snellen bewerkt, waarin, nanbsp;een historisch overzicht, de wijze van het bepalen van

-ocr page 18-

IG

astigmatisme in het algemeen en de hier gevolgde methode van bepaling nauwkeurig zijn beschreven.

De Heer vanHaaften heeft zich verdienstelijk gemaakt, met een statistiek te leveren van de gevallen, van 1869nbsp;tot 1878 alhier voorgekomen. Maar belangrijk vooral isnbsp;hier de medegedeelde bevinding van Prof. Snellen, dat bijnbsp;deze asymmetrische oogen niet alleen de kromming vannbsp;het hoornvlies in twee hoofdmeridianen verschilt, maarnbsp;dat de geheele oogbol in deze verandering deelt. Opnbsp;verschillende geëxstirpeerde oogen vond hij de afmetingen in den aequator zeer uiteenloopend en ook op hetnbsp;levend oog liet zich hg hooge graden van astigmatismenbsp;doorgaans gemakkelijk constateeren, dat de sclerotica innbsp;twee hoofdmeridianen een aanzienlijk verschil van kromming bezit. Die opmerking schijnt geroepen, om, innbsp;verhand met andere verschijnselen, over de ontwikkelingnbsp;van het aangeboren astigmatisme het gewenschte licht tenbsp;verspreiden.

Tot de wetenschappelijke bijbladen van het thans door mij uitgehrachte verslag zal in de eerste plaats het Eapportnbsp;hehooren, aan den Hoofd-Administrateur van de Hol-landsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij toegezonden,nbsp;waarvan hoven sprake was. In verhand daarmede zullennbsp;eenige onderzoekingan worden medegedeeld en werktuigennbsp;en methoden beschreven, die hier werden aangewend, omnbsp;een beter inzicht te verkrijgen in de verschillende kleur-stelsels van het menschelijk oog, niet slechts in betrekking tot de afwijkingen, die men gewoon is, kleurblindheidnbsp;te noemen, maar ook ten aanzien van de belangrijke func-tiën van het kleurenzien in het algemeen. Voorts zullen denbsp;Eapporten, dienaangaande op het Internationale Geneeskundig congres uit te brengen, worden medegedeeld en van denbsp;resultaten der discussie over de eischen aan het gezichts-

-ocr page 19-

17

vermogen van het spoorwegpersoneel te stellen en de daaromtrent genomen conclusies worden gewag gemaakt,nbsp;welke onderwerpen aldaar door mij zullen worden ingeleid. Wij rekenen er verder op, dat wij voor onzenbsp;wetenschappelijke bijbladen eene appreciatie zullen ontvangen van de hand van Prof. Snellen van de resultaten der aseptische methode op oogoperatiën toegepast, ennbsp;van het veelzijdige nut, dat, vooral ten behoeve dernbsp;diagnostiek, van zijne transparente letters in afwisselendenbsp;kleuren kan worden gemaakt.

Wat voor het onderwijs in onze instelling werd gedaan, leert de olSciëele lijst der afgekondigde lessen:

1879—1880.

FoUMiniek: dagelijks, van 10—12 uren.

Operatièn: Dinsdags en Vrijdags, te 11 uren.

Capita selecta: Woensdags en Vrijdags, te 3 uren. Propasdeutische Oplitlialmiatrie: Zaturdags , van 10—12 uren.

(voor Candidaten van het 1'. jaar.) KUmscJte Ophtlialmiatrie: Woensdag, 2 uren. (voor Candidaten van het 2®. jaar.)

OpTitlialmoscopie: nbsp;nbsp;nbsp;Drie verschillende cursus in het

winter-semester.

De capita selecta, loopende over de stoornissen in de breking en de accommodatie van het oog, over normalenbsp;en abnormale kleur-perceptie en over de oogbewegingennbsp;en hare stoornissen, zijn door mij gegeven. Met al hetnbsp;overige belastte zich Prof. Snellen en scheidde daarbij,nbsp;in het belang der studenten , de lessen in de ophthal-miatrie voor de candidaten van het eerste en die van hetnbsp;tweede jaar.

Aan belangstelling in die lessen heeft het niet ontbroken. Bij het toegenomen aantal candidaten in de geneeskunde aan onze Hoogeschool, is het bezoek der lessen

-ocr page 20-

18

zelfs grooter dan gewoonlijk, wanneer ook het getal buitengewone toehoorders eer is af-, dan toegenomen.

De hulpmiddelen van het onderwps worden op den duur gecompleteerd, De boekerij breidt zich uit, vooralnbsp;door geschenken. Onder de werktuigen, waarmede denbsp;inrichting werd verrijkt, mogen wij wijzen op het kastjenbsp;van Weber met kleurproeven, een zeer vernuftige toepassing der vroeger vermelde methode van quantitatievenbsp;bepaling der kleurperceptie; voorts op de Ametrometer,nbsp;een nieuwe vorm van optometer, ons door Dr. Williamnbsp;Thomson, uit Philadelphia, ten geschenke gezonden, die,nbsp;steunende op een nieuw beginsel, alleszins de aandacht verdient. Het zij mij vergund, hier ook nog melding te makennbsp;van de pseudo-isochromatische stalen, die hier naar aanwijzingen, bij het onderzoek der kleurblinden verkregennbsp;vervaardigd worden en tot differentiëele diagnose dernbsp;verschillende vormen, naar ik onderstel, ook elders aanwending zullen vinden.

Dit tweede gedeelte van mijn verslag mag ik besluiten met een gunstig getuigenis af te leggen over de wijze,nbsp;waarop het geheele personeel onzer instelling zich vannbsp;zijne plichten kwijt, een getuigenis, dat ook zeker gaarnenbsp;door Prof. Snellen zal worden onderschreven.

IIL Ten slotte vervul ik de taak, mij doordeHeeren Eegenten opgedragen, om U een overzicht te geven vannbsp;de finantiëele uitkomsten van het afgeloopen jaar.

Het verplegingsfoncls, dat zijne bronnen van ontvangst vindt in de verpleeggelden, in de jaarlijksche bijdragennbsp;en in de renten van het Kapitaalfonds, levert een batignbsp;slot op van f 508.96''-.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

-ocr page 21-

19

ƒ 7189.99

- nbsp;nbsp;nbsp;4599.40

- nbsp;nbsp;nbsp;1663.98

500.—

De ontvangsten bedroegen: aan verpleeggelden,

„ jaarlijksche bijdragen „ renten van kapitalennbsp;„ huur van gebouwde eigendommen

leverende een totaal bedrag van f 13953.37 Uit de vergelijking van deze ontvangsten met die vannbsp;het vorige jaar:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1877 en 1878

aan verpleeggelden, nbsp;nbsp;nbsp;fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7018.17nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f 7189.99

„ jaarlijksche bpdragen, nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4621.64nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 4599.40

„ renten van kapitalen, nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1432.95nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 1663.98

„ huur van gebouwde eigendommen - 575.^— - 500.—, zal u blijken, dat, in verband met het grooter aantalnbsp;verpleegdagen, de verpleeggelden een weinig gestegen zijn,nbsp;dat de jaarlijksche bijdragen op nieuw zijn afgenomen,nbsp;niettegenstaande wij daaronder de jaarlijks toegekendenbsp;gift der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen voor het eerst mochten opnemen; maar dat dienbsp;vermindering toch gedekt wordt door de toegenomennbsp;renten van kapitalen.

De uitgaven ten behoeve der verpleging bedragen in 1878 ƒ 13444.40=5, hetgeen met die van het vorig jaarnbsp;slechts een verschil van f 52.08 oplevert.

1878

508.23=5

201.79=5

2374.58

7152.15^

1209.55=

541.90=5

1456.18

1877

964.42= 199.56=5nbsp;2294.87nbsp;7205.13nbsp;1210.44=5nbsp;665.61=5nbsp;965.43 =5

Zij zijn verdeeld in : aan onderhoud van gebouwen,

„ grond en andere belastingen, -„ tractementen enz.

„ voeding, verwarming enz.

„ kleeding en meubilair,

„ kosten van beheer,

„ chemicaliën en instrumenten, -/ 13496.48=5 ƒ 13444.40=5

-ocr page 22-

20

De meeste posten zijn, zooals Mj vergelijking blijkt, nagenoeg onveranderd gebleven. Wij constateeren alleennbsp;een stijging op den post der chemicaliën en instrumenten,nbsp;die in verband staat met bet aanschaffen van eenige optische werktuigen tot onderzoek der afwijkingen in dennbsp;kleurenzin en van een mikroskoop, dat aan alle eischennbsp;voor ontleedkundig onderzoek voldoet; en deze stijgingnbsp;wordt gecompenseerd door een vermindering van dennbsp;post op onderhoud van gebouwen, die in het vorigejaarnbsp;was bezwaard met een aanzienlijk bedrag, trouwens geennbsp;betrekking hebbende tot het Gasthuis zelf, maar tennbsp;behoeve van een verhuurd pand uitgegeven.

Het nadeelig saldo van jf 791.64, dat het vorig jaar de verpleging opleverde, zien wij door het voordeelige van dit jaar, hetwelk 508.96'^ bedraagt, nagenoeg op Vs gereduceerd.

Brengen wp de uitgaven ten bedrage van f 13444.40 geheel voor de verpleging dat is, voor de 11943 verpleeg-dagen in rekening, dan zou de verpleegdag op ƒ 1.13 komennbsp;te staan. Maar in dat bedrag der uitgaven zijn nietnbsp;slechts de kosten voor verpleging, maar ook die der polikliniek en van het onderwijs begrepen. Deze latennbsp;zich moeielijk afzonderlijk berekenen. Intusschen, tennbsp;bewijze dat die der polikliniek een vrij aanzienlijknbsp;quotum vertegenwoordigen, is het voldoende te herinneren,nbsp;dat aan loopende patiënten, zooals die der poliklinieknbsp;doorgaans worden genoemd, niet minder dan 10000nbsp;consulten zijn gegeven, en dat daarbij de vereischte geneesmiddelen , en vaak ook andere benoodigdheden, zooals brillen en verbandstukken , gratis zijn verstrekt. Ennbsp;ten aanzien van het onderwijs mag worden getuigd, datnbsp;alle hulpmiddelen worden aangeschaft, die strekkennbsp;kunnen, om het vruchtbaar en zoo aanschouwelijk mogelijk te maken. Zeker overdrijven wij niet, wanneeer

-ocr page 23-

21

wij aannemen, dat aan die beide doeleinden, de polikliniek en bet onderwijs, f 1500 wordt ten koste gelegd, ennbsp;daarmede worden de uitgaven der verpleging tot /11944nbsp;en de verpleegdag juist tot één gulden teruggebracht.nbsp;De voeding alléén vordert, zooals een der Regenten berekende 60 ets. per dag, dus juist de bijdrage die voornbsp;de verpleging in haar geheel verlangd wordt. In verhouding tot de gevorderde uitgaven werpen de polikliniek en het onderwijs zeker niet minder ruime vruchtennbsp;af, dan de verpleging. Het onderwgs is op de meestnbsp;liberale wijze toegankelijk voor lederen belangstellende.nbsp;Spreken wij van vruchten, dan hebben wij zeker niet denbsp;materiëele op het oog, die het direct en indirect voornbsp;onze stichting afwerpt. Doch hier, waar wij de finanti-ëele uitkomsten behandelen, mag het worden herinnerd,nbsp;dat ook in dit opzicht de leerschool dienstbaar wordtnbsp;aan het liefdadig doel der stichting. Koevele stichtersnbsp;tellen wy niet, onder de oud-leerlingen onzer instelling;nbsp;hoevelen onder de begunstigers, die zich tot een jaarlijkschenbsp;zeer aanzienlijke bijdrage verbonden hebben, In hetnbsp;afgeloopen jaar hadden wij weder als nieuwen stichternbsp;in te schrijven, met een gift van ƒ 100, een der belangstellende leerlingen onzer school, den Heer Dr. G. H. denbsp;Re ij f er, wien ik voor dit blijk zijner erkentelijkheidnbsp;mijn oprechten dank betuig.

Als nieuwe Bestuurders Stichters hebben wij voorts te vermelden den Heer M. uit R., die, doortusschenkomstnbsp;van Prof. Snellen, ons een certificaat Nicolai-Spoor-weg van ^ 100 schonk, rentende 47o; en onlangs, zooalsnbsp;reeds boven werd vermeld, mochten wij ook de Hollandschenbsp;Ijzeren Spoorweg-Maatschappij als Stichter-Bestuurder innbsp;ons album inschrijven.

Yan bijzondere giften voor eens hebben wij nog te

-ocr page 24-

22

vermelden een som van f 200, door een der Bestuurders aan Prof. Donders ter hand gesteld, een gift vannbsp;f 60 van Prof. Doyer, die feiteligk tot de jaarlijkschenbsp;bijdragen behoort, en giften tot een grooter of kleinernbsp;bedrag, allen even dankbaar ontvangen: van Dr. vannbsp;Maanen, te Barneveld; Dr. van den Bergh, te Tricht,nbsp;en Jhr. Mr. C. vanEysinga, te Leeuwarden, van Mr. I. H.nbsp;F. van Ewijck, te Maarssen, van den Heer A. Prinsen en van Mevrouw de Wed. Bots, te Helmond, vannbsp;Mevrouw Buter, te Kouveen, van Mr. A. H. Ma as Ge ester anus en van Mevrouw de Wed. de Geep, te’s Hage,nbsp;van Mevrouw Spengler—Sluijterman, te Dieren.

Door deze gezamenlijke giften is het kapitaalfonds met bijna f 2000 verrijkt geworden.

Voorts zpn aan onze Stichting de renten vervallen van een kapitaal van f 2100 nominaal, aan certificatennbsp;2| “/o Ned. Werk. Schuld, afkomstig uit de nalatenschapnbsp;van wijlen Jonkvrouwe E. J. C. G. M. Baronnesse van L y n-den van Lunenburg, tot dus verre in vruchtgebruiknbsp;geweest bij Mejufvrouw Klumpers overleden den 9 Julinbsp;1878. En eindelijk zij hier melding gemaakt van eennbsp;aanzienlijk legaat, door den Heer Johan Hendrik Willemnbsp;Lindeman, het vorig jaar te Utrecht overleden, aannbsp;onze instelling toegedacht, en op het grootboek der 4quot;/onbsp;nationale schuld ingeschreven op naam van Jacob Hendrik van S c her mb eek. Notaris te Utrecht, als bewindvoerder van dat kapitaal, waarvan de renten levenslang,nbsp;moeten worden genoten door de nog jeugdige A. M. P. M.,nbsp;maar de eigendom is besproken aan onze instelling, dienbsp;dus te eeniger tijd daarmede zal worden gebaat.

Verblijdend zijn zeker al deze teekenen van waardee-ring en belangstelling. Eenige schaduw werpt daarover alléén het steeds afnemend aantal begunstigers.

-ocr page 25-

23

Ontvallen er ons slechts weinigen door verflauwde belangstelling, na een twintigjarig bestaan begint denbsp;dood meer en meer offers te eischen en door de levendennbsp;worden, ondanks den belangstellenden iyver onzer plaatselijke commissiën de ledige plaatsen slechts gedeeltelijknbsp;aangevuld. Voor een veel grooter verlies, mochten wijnbsp;nu dit jaar slechts 22 nieuwe inschrijven, wier namennbsp;men in het extract van het alhum aan het einde vannbsp;dit verslag vindt opgeteekend.

Toch hebben wij geen reden van klagen. Op den voet, waarop onze instelling werkt, kunnen de kosten der verpleging uit het verplegingsfonds hestreden worden, ennbsp;ten aanzien van het kapitaalfonds is zelfs vooruitgang tenbsp;bespeuren. Dankbaar moet dit worden erkend.

Uit de vergelijking met de uitkomsten van het vorige jaar, zal U voorts gebleken zijn, dat de Instelling harennbsp;vollen wasdom nog niet heeft bereikt en dat op haarnbsp;twintigste de kenmerken van een gezonden groei niet ontbreken. Ook daarover mogen wij ons hartelijk verheugen.

Maar wij mogen het ons niet ontveinzen; aan dien groei zijn perken gesteld. Onze muren zijn niet veerkrachtig. Het uiterste, wat de beschikbare ruimte gedoogt, is schier bereikt. Wellicht zullen spoedig maatregelen moeten worden beraamd, om in de stijgendenbsp;behoefte aan verpleging te voorzien. Wij meenden ditnbsp;aan U, aan al onze stichters en begunstigers voorloopignbsp;te moeten mededeelen.

Intusschen, met goeden moed gaan wij voort op den ingeslagen weg, helpende, zoo goed en zooveel wijnbsp;kunnen, in het volle vertrouwen, dat, wanneer de drangnbsp;zal zijn gebleken onweerstaanbaar te zijn, de medewerking tot uitbreiding bij Stad- en Landgenooten niet tenbsp;vergeefs zal worden ingeroepen.

-ocr page 26-

STATISTIEK der oogziekten, voorgekoraen in het Nederlanduch Gasthuis voor Ooglyders van dennbsp;1 Januari 1878 tot den 1 Januari 1879 hijnbsp;2229 lijders.

Ophthalmia catarrhalis......... , 251

„ nbsp;nbsp;nbsp;granulosa..........65

„ nbsp;nbsp;nbsp;blennorrhoïca......... 2

„ nbsp;nbsp;nbsp;purulenta neonatorum...... 7

„ nbsp;nbsp;nbsp;diphtherina..... 1

Trachoma..............63

Ophthalmia scrophulosa.........166

Panophthalmia........... 2

Sphacelus corneae........... 2

Ulcus cum hypopyo...........20

Ulcus corneae (keratitis)......... 72

Irido-keratitis............. 1

Prolapsus iridis............ 6

Synechia anterior .......... • nbsp;nbsp;nbsp;21

Keratitis diffusa............ 2

Maculae corneae............91

Leucoma...............25

Staphyloma corneae et staphyloma scleroticae anterius 12

Cornea conica............. 1

Kyklitis............... d

Iritis.......... 1quot;^

Synechia posterior...........20

Atresia pupillae en irido-chorioiditis.....22

Irideremia.............. 2

Sclerotitis anterior en episcleritis...... 2

Cataracta senilis........• nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;97

„ congenita........... 11

-ocr page 27-

25

Cataracta diabetica........... 1

„ nbsp;nbsp;nbsp;secundaria..........11

„ nbsp;nbsp;nbsp;mollis............ 9

„ nbsp;nbsp;nbsp;traumatica..........10

Aphakia...............30

Luxatio leutis............. 2

Obscuratio corporis vitrei ......... 8

Ketinitis (apoplectica, luëtica)....... 3

„ nbsp;nbsp;nbsp;e morbo Brightii........ 5

„ nbsp;nbsp;nbsp;pigmentosa (hemeralopia)..... 8

Neuritis optica ............ 10

Solutio retinae ............13

Mergvlammen............. 2

Chorioiditis..............22

Glaucoma..............19

Amblyopia congestiva..........22

„ nbsp;nbsp;nbsp;et amaurosis cumnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;papilla alba ....nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;30

Buphthalmus............. 2

Atrophia bulbi............53

Micro phthalmus............ 1

Spasmus clonicus palpebrarum....... 2

Tumor orbitae............. 1

Anophthalmos.............27

Traumata..............49

Corpora aliena.............41

Paresis muscularis (strabismus paralyticus, ptosis

paralytica et mydriasis paralytica)..... 5

Strabismus..............51

Nystagmos .............. 4

Ptosis............... 6

Entropion en dystichiasis.........13

Ectropion..............15

Symblepharon............. 4

-ocr page 28-

26

Abscessus palpebrae........... 5

Blepharadenitis............52

Tumor cysticus............ -4

Dacryocystitis (obstructie ductus lacrymalis) . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;23

Exanthema faciei et palpebrarum..... 2

Dolor oculi..... 1

Asthenopia accommodativa........29

Myopia...............125

Presbyopia..............279

Hypermetropia.............287

Astigmatismus.............73

Anisometropie.............20

Lupus faciei............. 1

Pteryginm.............. 3

Epithelioma.............. 2

Atrophia retinae............ 2

Neoplasma conjunctivae et nbsp;nbsp;nbsp;bulbi....... 1

Paresis oculo-motorii .......... 3

Coloboma chorioideae.......... 1

Coloboma iridis congenitum........ 2

Daltonismus............. 1

Herpes corneae............ 1

Polypus conjunctivae.......... 1

Tumor oculi............. 2

Ectasia corneae............ 1

Ophthalmia sympathica.......... 2

Paralysis nervi facialis.......... 2

Eistulae sacci lacrymais.......... 1

Paresis abducentis............ 2

Epicanthus.............. 1

Hordeolum.............. 4

Gekeurd voor spoorwegen nbsp;nbsp;nbsp;.........nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;58

-ocr page 29-

KUNSTBEWERKINGEN.

Extractie van cataract..........54

Lineair-extractie............16

Punctie van cataract...........29

Nastaar-operatie............' . nbsp;nbsp;nbsp;42

Iridectoraie......... 88

Staphyloma-operatie...........10

Symblepharon operatie.......... 1

Tenotomie..............37

Entropion-operatie............21

Exstirpatio bulbi............20

Kapselklieving............. 2

Voorwaartsche spierverplaatsing....... 1

Blepbarophymosis . nbsp;nbsp;nbsp; 7

Plastische operatie. ........... 9

Sclerotomie......•....... 2

Neurotomie.............. 2

Keratomie............ 1

Ptosisoperatie............. 2

Extirpatie van tumor........... 1

Excisie van polypus conjunctivae ...... 1

346

-ocr page 30-

28

IN 1878 BIJGBKOMEN.

a. STICHTERS.

Dr. G. H. de Feijfer.

h. BEGUNSTIGERS,

Mr. A. Slingenberg.

Mevr. de Wed. A. Lambers geb. van Tarel. Mr. A. H. Leydel van Dam.

F. Baron van Boetselaer.

Ellerman.

Jonkvrouwe Stecngracbt.

Jhr. Fabricius.

L. van Hasselt.

Jbr- P. N. Q. Coenen.

S. M. W. Kijnbende.

Mr. A. van Wessem.

Mr. L. I. H. Philips.

Mr. N. I. van Lutterveld.

Dr. A. J. van Ehijn.

Dr. C. Ekama.

Mevr. de Wed. Viruly van Vuren en Dalem.

„ nbsp;nbsp;nbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ Viruly van Poederoijen.

Jonkvr. A. .1. de Witte van Citters.

A. F. Lindeman.

Mevr. de Wed. de Maret Tak.

Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet.

Jhr. Mr. P. J. Boddaert.

De Bildt,

Coevorden.

id.

Utrecht.

De Bildt. id.nbsp;id,nbsp;id.nbsp;id.nbsp;id.

Maarssen.

Tiel.

id.

id.

Eutphen.

Haarlem.

’b Hage. id.nbsp;id.

Vianen.

Middelburg.

Zierikzee.

id.

-ocr page 31- -ocr page 32-

UITTREKSEL UIT DE STATUTEN.

Stichters zijn allen, die 50 gulden of meer tot stichting, inrichting of instandhouding der instelling bijdragen ofnbsp;bijgedragen hebben. Zij worden onder dien naam in hetnbsp;album der stichting vermeld.

2.

3.

Onder den naam van Bestuurders worden in het album opge-teekend, al diegenen, welke 250 gulden of meer tot stichting, inrichting of instandhouding bijdragen of bijgedragen hebben.nbsp;Als begunstigers worden aangemerkt al diegenen, welkenbsp;zich tot eene jaarlijksche bijdrage van minstens f 2.50nbsp;verbinden.

Bewijs van inschrijving worde verzonden aan Prof. DONDERS of aan den Heer Mr. VERLOREN VAN THEMAAT, Secretaris der lusteUing, bij verkiezingnbsp;ook aan den Secretaris van een der Plaatselijke Coinmissiën (verg. Album, 6enbsp;Jaarlijksch Verslag bl. JO).

AANWIJZING VOOR OOGLIJDERS.

Behoeftige en minvermogende ooglijders, die geneeskundige hulp verlangen, moeten zich ’a morgens vóór tien ure aanmelden. Zij ontvangen de geneeskundige adviezen Icostéloos. Er wordt gezorgd, dat brillen en dergelijke behoeften tegennbsp;fabrieksprijs kunnen verkregen worden.

De verpleegkosten zyn voor dit jaar vastgesteld op 60 cents per dag. Hieronder zijn alle verplegingsbehoeften (verzorging, voeding, huisvesting, bewassching, enz.) begrepen.

De verpleging wordt alleen toegestaan, indien de ooglijders voorzien zijn van:

a. nbsp;nbsp;nbsp;Zindelijke kleeding en het noodige ondergoed ter verschooning (van elk dernbsp;onderkleederen minstens één stuk),

b. nbsp;nbsp;nbsp;Reisgeld voor de terugreis naar de woonplaats.

c. nbsp;nbsp;nbsp;Het bedrag der verpleegkosten, of eene verklaring door wien de verpleegkosten zullen betaald worden.

Brieven moeten franco ingezonden worden; wordt antwoord verlangd, zoo moet een postzegel of briefkaart worden ingesloten.

Deze inrichting is uitsluitend ten dienste van hékoeftige en minvermogende ooglijders, die niet wel in staat zijn de geneeskundige behandeling te bekostigen.nbsp;Bewijs van onvermogen kan worden gevorderd.

MODEL VAN VERKLARING.

Door Ondergeteekende wordt ter verpleging in het Nederlandsch Gastlinis voor behoeftige en minvermogende oogigders aanbevolen de ooglijder

De verpleegkosten en kleine voorschotten voor brillen of dergelijke behoeften, benevens eventueele kosten van correspondentie of incasseering, zullen dadelijknbsp;na afloop der verpleging, voldaan worden door...........................................

V.