-ocr page 1-
VERSLAG
BKTAEïFESBE
DE CHOLERA-EPIDEMIE
IN DEN ZOMER VAN HET JAAR 1866,
DOO V
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN UTRECHT -
AANGEBODEN
AAS
DEN GEMEENTE-RAAD.
STOOM-SXÉLPERSDElie VAN I. E. .BOSCH ES ZOOX, IE UTRECHT.
-ocr page 2-
1 ocJt^ofL^
S)
Utf
In de vergadering van den Gemeenteraad van den
27stcu December 1806 werd door ons ingediend een ver-
slag betreffende de Cholera-epidemie in het jaar 1866 ,
met verschillende daarbij behooreride bijlagen.
Ofschoon het aanvankelijk ons voornemen was dit
verslag eerst te doen drukken als bijlage bij het ver-
slag van den toestand der Gemeente over 1866, hetwelk
in de maand April e. k. door ons aan den Raad zal
worden ingediend, meenden wij gehoor te moeten ge-
ven aan den wensch van velen, zoowel leden van den
Raad als bijzondere personen, om de openbaarmaking-
van dit verslag te bespoedigen.
Dit is de reden dat dit verslag reeds thans gedrukt
is geworden en publiek zal worden verkrijgbaar gesteld.
Wij hebben gemeend dat het raadzaam was den staat
der uitgaven betreffende de Cholera (Bijlage E) oor-
spronkelijk door ons ingediend, te moeten terugnemen
en dien te moeten vervangen door een nieuwen, bij-
gewerkt tot op heden waarin de uitgaven onder
rubrieken zijn zamengevoegd. Wij waren van oor-
-ocr page 3-
deel dat eene meer uitvoerige specificatie der uitgaven
moest worden gevoegd bij liet overzigt der Gemeente-
rekening over 1866 , door ons in de maand Julij e. k.
in te dienen, en thans kon achterwege blijven, vooral
omdat welligt nog declaratiën de Cholera betreffende,
kunnen worden aangeboden.
Utrecht, 26 Februarij 1867.
De Burgemeester,
W. R. BOER,
Wethouder.
De Secretaris,
H. G. RÖMER.
-ocr page 4-
VERSLAS
AAN
DEN GEMEENTERAAD VAN UTEEClïT.
Reeds in den nazomer van Wet jaar 1865 vernam
men, dat de Cholera wederom in eenige landen van
westelijk Europa was uitgebroken, en vooral in het
zuiden van Frankrijk groote verwoestingen aanrigtte.
De bij vorige epidemiën opgedane ondervinding wet-
tigde maar al te zeer de vrees, dat deze noodlottige
ziekte, na in den winter tot stilstand te zijn gekomen,
in den volgenden zomer steeds verder om zich heen
grijpen, en ook Nederland zoude bereiken. Wij meen-
den dus reeds toen eenige maatregelen te moeten
nemen, opdat, indien ook de stad onzer inwoning niet
voor de ramp bewaard mögt blijven, spoediger datgene
in gereedheid zou zijn, wat tot verzorging der zieken
zou dienen te worden aangewend.
Wij lieten hiertoe een onderzoek instellen naar den
toestand van het stads-gebouw aan het Bagijnenhof,
hetwelk bij vorige gelegenheden als Cholera-hospitaal
was gebruikt geworden. Dit gebouw echter, vroeger
tot kavalerie-kazerne gebezigd, was niet vrij van groote
gebreken. De ondervinding had daarenboven getoond,
dat de localiteit te bekrompen was voor het aantal
lijders, hetwelk, bij eene eenigzins uitgebreide epidemie,
1
-ocr page 5-
pl.l
Belage B.
FILTREER TONNEN.
WIJK.
STRAAT.
WIJK.
STRAAT.
A.
Keukenstraat.
K.
Lakmoessteeg.
II
A. S. C. straat.
;/
Lijnpadsteeg.
C.
Hooipoort.
il
Singelsteeg.
//
Oranjestraat.
L.
Vleutensche weg.
II
Varkenmarkt.
II
Croeselaan.
II
Vreeburg.
M.
Vinkenbuurt
D.
Zakkedragerssteeg.
//
Boodebrug.
G.
Keizershof.
II
Molenwerf.
H.
Lange Lauwerstraat.
II
Spinnersteeg.
I.
Moddersteeg.
II
Paardensteeg.
//
Gasfabriek.
II
Zeedijk.
II
Moddersteeg.
II
Driesprong.
K.
Kerksteeg.
II
Kwakkeldijk.
//
Stijfselsteeg.
II
Moordenaarsteeg.
-ocr page 6-
2
naar het hospitaal verlangde te worden vervoerd, zoodat
men zich zelfs in 1848/49 genoodzaakt gezien had te
midden der epidemie het hospitaal over te brengen naar
het militair logement.
Toen ons gebleken was, dat voor betrekkelijk geringe
kosten doelmatige verbeteringen in dat gebouw konden
worden aangebragt, werd hiertoe door ons besloten.
(Resolutie van 17 October 1865). De boven-achterver-
trekken, werden hooger van verdieping gemaakt; het
aantal ramen werd vermeerderd om meer lucht en
licht te bekomen; een gedeelte van de zoldering werd
afgeschoten en tot ziekenkamer ingerigt, terwijl einde-
lijk op de binnenplaats eene pomp werd gesteld, en
op alle ziekenkamers verlichting met gas aange-
bragt. De noodige schikkingen werden vervolgens ge-
troffen om het noodzakelijke meubilair uit het militair
logement en uit het Ziekenhuis daarin te brengen,
en om het benoodigd bedden- en linnengoed te com-
pleteren. Wat de levensmiddelen betreft, stemden
heeren Regenten van het Stads-Ziekenhuis op onze
aanvrage er in toe, dat deze tegen betaling der ge-
maakte onkosten, uit de aan hunne zorgen toevertrouwde
Inrigting zouden worden geleverd.
Was alzoo alles voor de ontvangst der zieken in ge-
reedheid gebragt, ook voor hunne geneeskundige be-
handeling en oppassing diende te worden zorg gedragen.
Op onze uitnoodiging verklaarde de Geneesheer-Direc-
teur van het Ziekenhuis, de heer Dr. M. Imans, zich
bereid om het oppertoezigt over het hospitaal op zich
te nemen, terwijl de heer C. G. Cramer zich met de
regeling van de apotheek en van de verdere huishou-
delijke dienst van het hospitaal belastte.
Ook bij het bestuur der Diaconessen-inrigting en bij
den heer A. J. Schaepman, Vicaris-Generaal van den
-ocr page 7-
Bijlage €.
GEWONE TONNEN.
WIJK.
STRAAT.
N°.
Gevuld yau wege
A.
A. B. C. straat.
20
de Stad.
B.
Springweg.
25
id.
C.
Wijde Watersteeg.
19
id.
II
Oranjestraat.
20
id.
D.
Zakkedragerssteeg.
10
id.
I.
St. A.nnastraat.
22
id.
II
id.
23
id.
G.
Neude.
11
id.
Il
Kloksteeg.
12
id.
H.
Paauwsteeg.
1
id.
II
Ie Acliterstraat.
21
id.
»
Lange Lauwerstraat.
24
id.
I.
Maliesingel.
14
id.
K.
Wittevrouwesingel.
13
id.
//
Ganssteeg.
15
id.
ii
2° Kerksteeg.
16
id.
ii
Kleisteeg.
17
id.
X
Helling.
18
id.
L.
Uaalsehen dijk.
6
id.
//
id.
7
id.
/;
Vleutensche weg.
8
id.
ii
Catharijnesingel.
9
id.
m
Kwakkeldijk.
5
id.
it
Gietershof.
2
id.
a
Zwarte water.
3
id.
ii
id.
4
id.
ii
Kraansteeg.
27
id.
-ocr page 8-
3
Aartsbisschop van Utrecht, deden wij voorloopig aan-
zoek om te vernemen of de Diaconessen en de Zusters
van Liefde genegen zouden zijn om, even als bij vorige
epidemiën, gedeeltelijk de oppassing der zieken in het
cholera-hospitaal op zich te nemen, en het was ons
zeer aangenaam van beide zijden de mededeeling te
mogen ontvangen, dat zoowel de Diaconessen als de
Zusters van Liefde zich hiertoe bereid verklaarden.
Gedurende den winter behoefde echter aan geen dezer
voorloopig genomen maatregelen verder gevolg te wor-
den gegeven, daar de gevreesde ziekte zich eerst in
het begin van April 1866 te Rotterdam openbaarde.
Toen het zich echter dientengevolge liet verwachten ,
dat onze stad niet lang meer gespaard zoude blijven,
meenden wij met onze maatregelen te moeten voortgaan.
Wij gingen er dus terstond toe over het cholera-hos-
pitaal verder in gereedheid te brengen. Iu overeen-
stemming met den heer Imans, werd de heer Dr. D.
Lens uitgenoodigd, de geneeskundige dienst dier inrig-
ting op zich te nemen, waartoe deze zich welwillend
bereid verklaarde, terwijl de heer C. M. van Dijk
in overleg met den heer Cramer aan de behoorlijke
inrigting van de apotheek in het hospitaal, even als
bij vroegere gelegenheden , zijne zorgen wilde wijden.
Zoo konden wij reeds den lston Mei, toen zich hier
ter stede slechts een twee- of drietal cholera-geval-
len hadden voorgedaan, aan heeren Doktoren en Heel-
meesters kennis geven, dat het cholera-hospitaal ter
opname van zieken gereed was, en dat zoodra de eerste
zieke was binnengebragt ook de heer C. G. Cramer er
zijn intrek zou nemen.
Tevens noodigden wij heeren Geneeskundigen uit,
om dagelijks van de cholera-gevallen , die zich in hunne
praktijk mogten voordoen, mededeeling te willen doen
1*
-ocr page 9-
en minvermogende lijders, gedurende de Cholera-epidemie van 1866,
den 16den Augustus.
oppertoezigt van Dr. M. IM ANS.
f Heelkundige C. G. CRAMER.
Bijlage D.
REGELING van de genees- en heelkundige dienst voor de behoeftige
aangevangen op Vrijdag den 22sten Junij, geëindigd op Donderdag-
Hospitaal voor Cholera-lijders, onder het
Geneeskundige Dr. C. LENS.
Kolom 1 en 2 wijzen aan hoe de genees- en heelkundige dienst in den aanvang
geregeld werd; kolom 3 vermeldt de later daarin gebragte wijzigingen.
HEELMEESTERS.
2
LATERE WIJZIGINGEN.
3
i
, H. J. Brom.
J. C. Coté.
L. Lamie.
N. ten Bosch.
Op den 3aen Julij verliet Dr. J. C. van Eeten de stad
en werd zijn gedeelte der wijk A, verdeeld tussehen den
heer Dr. C. C. J. de Ridder en de heeren Medicinae Cand.
J. G. van der Lith en A. Eerné van der Heul.
Den 17dcn Julij viel Dr. J. C. van Eeten weder in tot
den 30stc" Julij , toen hij verhinderd werd de geneeskundige
dienst verder waar te nemen, en vervangen werd door Dr.
J. W. Schubart en de Med. Cand. M. Jnda.
Den 29st™ Junij werd hierbij voor het gedeelte van Dr.
A. P. van Mansvelt nog toegevoegd de Med. Cand. J. G.
van der Lith.
Den 31steu Julij nam de heer Dura zijn ontslag en werd
zijn gedeelte tussehen de beide andere Doctoren verdeeld.
GENEESHEEREN.
1
Wijk A.
Voor het gedeelte ten westen van de Nieuwe Gracht .
Voor het gedeelte ten oosten van de Nieuwe gracht .
Wijk B.
Voor de Nicolaïsteeg, Twijstraat, Wijde Doelen met de
daarin uitkomende stegen, Achter Twijstraat, Pelmolenstraat,
Pokkestraat en Suikerstraat............
Voor de Boogstraat, Brouwerstraat, Kokstraat, Lange
Rozendaal, Korte Rozendaal, Klein en Groot Geertekerkhof,
Geertesteeg, Jufferstraat, Lange Smeesteeg, Springweg met
de daarop uitkomende stegen tot aan het St. Jacobs Gast-
huissteegje .....'...........
Dr. J. C. van Eeten.
Dr. J. P. Taats.
Dr. A. A. Land.
Dr. A. P. van Mansvelt.
Wijk C.
Voor het gedeelte tussehen de Bergstraat, Varkenmarkt,
Korte Viesteeg en het Vreeburg..........
Voor het gedeelte tussehen de Korte Viesteeg, Vreeburg,
Rozenstraat, Jacobiekerkhof, Wijde Watersteeg, de Weerd-
Barrière en Wijk H. .............
Voor het gedeelte Bergstraat, Varkenmarkt, Rozenstraat,
Watersteeg en Stads Buitensingel.........
Voor het gedeelte tussehen de Bergstraat, Varkenmarkt,
Rozenstraat, Jacobiekerksteeg, het Vreeburg en Zakkendra-
gerssteeg en voor het overige gedeelte.......
Wijk ».........
Dr. J. L, H. Haerten.
Dr. S. van Lier.
Dr. N. Dura.
Dr. J. Loeff.
E. Rodelsturtz.
V-
-ocr page 10-
4
aan het bureau vaa den burgerlijken stand, met op-
gave van den dag, waarop de ziektegevallen zich had-
den voorgedaan, alsmede van den afloop, dien zij had-
den gehad.
In verband met het toenemen, en later met het af-
nemen der cholera werden ook de gelegenheden tot
het overbrengen der lijders naar het hospitaal uitge-
breid en ingetrokken.
Even als vroeger waren het weder personen tot de
vereeniging van de zakkendragers behoorende, die hoofd-
zakelijk het vervoeren der lijders naar het hospitaal op
zich namen.
Hunne dienst werd door den Overman naar vastge-
stelde toerbeurten geregeld, en er werden draag-
baren ter hunner beschikking gesteld aan het cho-
lera hospitaal, in de Zakkendragerssteeg, en aan
de Catharijne barrière. Zij genoten eene belooning
van f 1.— voor iederen lijder, dien zij naar het
hospitaal overbragten. Het bleek echter, dat er des
nachts te veel tijd verloren ging met het oproepen
van het noodige personeel en het ophalen en in ge-
reedheid brengen der draagbaren; daarom werd des
nachts, van af den a2steu Junij tot den 213ten Augustus,
nog eene draagbaar met wachters geplaatst bij de wacht
van de brandspuit in de St. Annastraat. ' Deze personen
behoorden wel tot het personeel, aan die brandspuit
verbonden, maar werden toch iederen nacht afzonderlijk
daarvoor aangewezen, boven diegenen, die hun ge-
woon dienstwerk bij de brandspuit verrigtten, en ge-
noten eene bezoldiging van ƒ 0.50 per persoon en
per nacht.
Toen de epidemie evenwel op het hevigst woedde,
vooral in den omtrek der Tolsteeg-barrière, werd
van 22 Junij tot 21 Augustus ook nog daar, zoowel
-ocr page 11-
GENEESHEEEEN.
LATEEE WIJZIGINGEN.
3
Wijk E.
Het gedeelte van af Wijk B tot en met de Haverstraat
(Gortsteeg).................
Den 30sten Junij werd hierbij het gedeelte van Dr. H.
Brom verdeeld tusschen hem en den Med. Cand. den Heer
T. Place.
Dr. H. C. A. L. Eock.
Dr. H. Brom.
Dr. J. B. Dompeling.
Dr. J. E. K. Penninck.
D. J. van de Water.
Voor liet overige gedeelte
Wijk F. j
Wijk G.
Voor het overige gedeelte...........
Voor het gedeelte om de Neude tot het Janskerkhof en
de Korte Jansstraat..............
J. C. Coté.
M. Ader.
C. J. Bresier.
Dr. P.
Dr. A,
F. Eodelsturtz.
Wijk M.
Voor het gedeelte van af de Oude Gracht, langs de
Pottenstraat, tot en met de Hardebollenstraat tot aan de
van Wijckskade...............
Van af de Hardebollenstraat tot aan de kade en Willems-
kazerne ..................
Dr. A.
Dr. J.
Kops.
Bakker.
L. Laniie.
Wijk I.
Voor het gedeelte van de Maliebaan tussehen de Noord-
zijde van de Maliebaan en Maartensdijk en Lauwereoht.
Voor het gedeelte tusschen de Zuidzijde der Maliebaan en
de Kromme Eijn...............
Den 6d™ Augustus werd de heer Dr. P. Q. Brondgeest
verhinderd zijn gedeelte verder op zich te nemen, en werd
vervangen door Dr. H. Holm.
Dr. D. K. Munting.
Dr. P. Q. Brondgeest.
Dr. H. J. Broers.
Dr. J. J. C. van Woerden.
C. A. Moesman.
Den 295ten Junij werd hierbij toegevoegd de heer F. E.
Vos, Med. Cand., en de wijk aldus verdeeld:
Dr. H. J. Broers voor de Ganssteeg, de Kromme Eijn,
het voorste gedeelte van Abstede en de nieuwe woningen
der Commissie op het Singel.
Med. Cand. F. E. Vos voor de Helling, de ovens van
de erven Eose, van de heeren vanden Broeke, van Eappard
en Mijnlieff ; Dr. J. J. C. van Woerden voor de Westerkade
en de ovens van de erven Eose, van den heer van den
Broeke, van Eavestein met de ovens aan de Philosophen Laan.
Wijk K.
r J. A. van Dugteren.
Wijk Ii.
Voor het gedeelte ten zuiden van den Leidschen straatweg.
Voor het gedeelte ten noorden van den Leidschen straatweg.
Wijk II.
Voor het gedeelte ten oosten van de Vecht.....
Voor het gedeelte ten westen van de Vecht.....
Dr. A. E. Verhoeff.
Dr. H. Holm.
Dr. P. J. Kraamwinkel.
Dr. J. van Lier.
' \
J. L. C. de Wildt.
Den 25sten Junij werd de heer Dr. S. van Lier vervangen
door de Med. Cand. N. J. A. C. Sternberg.
Ç N. ten Bosch.
-ocr page 12-
5
bij nacht als bij dag, een draagbaar en een wacht
van vier man geplaatst, die ieder per 24 uur/l.—
bezoldiging genoten.
Op deze wijze werden 335 personen naar het hos-
pitaal vervoerd, waarvan 212 aldaar overleden zijn.
Ofschoon in het hospitaal nimmer gebrek aan ruimte
heeft bestaan , waren wij echter een oogenblik bevreesd,
dat die te kort zou schieten en werden dadelijk voor-
loopige maatregelen genomen om des noodig een ge-
deelte van het militair logement, even als in 1849,
voor hospitaal in te rigten. Eenige localen in dat lo-
gement, bij anderen in gebruik, hebben wij daarom
tijdelijk laten ontruimen. Wij meenen ten opzigte van
bijzonderheden, betreffende het hospitaal te mogen
verwijzen naar het hierbij gevoegde verslag van den
heer Imans (bijlage A.)
Maar wat ook ten aanzien van het hospitaal en het
vervoer der zieken door ons moge zijn voorbereid of
tot stand gebragt, het kwam er meer nog op aan om
alles te doen, wat de ziekte kon tegengaan en matigen;
om daarentegen alles te doen vermijden, wat haar
kon bebevorderen of verspreiden.
Wij hebben dan ook niet opgehouden door kennis-
gevingen en publicatiën den ingezetenen aan alles te
herinneren, wat in dezen het eigenbelang van hen
vorderde; wij hebben de aanschrijvingen, ons van
regeringswege geworden, betreffende raadgevingen en
maatregelen te nemen bij het uitbreken der cholera
ter hunner kennis gebragt (Publicatiën van 1 en
S Mei en 8 Junij); wij hebben eindelijk bij verschil-
lende gelegenheden hen gewaarschuwd tegen de na-
deelige gevolgen van het gebruiken van onrijpe vruchten,
van water uit grachten en sloten , en van karnemelk
en azijnwater (Publicatiën van 29 Mei en 1 en 7 Junij).
-ocr page 13-
Overgebragt
§ 3.
f 7944.56»
Verschillende uitgaven.
Honorarium aan de HH. Cramer en Lens.....
f 1250.—
Honorarium aan de diaconessen en zusters van
-  1000.—
-     557.—
Koffij, kostgeld, enz. aan de vervoerders . . .
- 94.67
1.21
- 3902.88
HOOFDSTUK II.
DESINFECTIE.
§ 1.
Reinigen van riolen, zinkgaten, enz.
f 8.47
-  2014.74
-    153.42»
-       25,—
-  1293.39
- 33.40
4.18
- 211.40
- 3741.91
§ 2.
Doorspoelen van riohen.
Arbeidsloonen, reparatie aan slangen, enz. . .
f 1011.—
Over te brengen
f 1011—
/"14.589.35»
Bijlage E.
STAAT aanwijzende de uitgaven door de gemeente gedaan,
ter zake der Cholera in 1866.
HOOFDSTUK I.
CHOLERA-HOSPITAAL.
§ 1.
Inrigting van het gebouw op het Bagij-
nenhof, aankoop en onderhoud van
meubelen, enz.
f
156.45
-
2561.49 5
f
263.33
-
463.39
-
1492.17
-
1360.69»
-
39.60
-
520.93»
-
376.—
-
711.50
Arbeidsloonen
Schoonmaak van het gebouw, aankoop en onder-
houd van meubelen.........
f 2717.946
§ 2.
Kosten van verpleging.
Stroo en zeegras.......
Chemicaliën.
Levensmiddelen, brandstoffen, dagelijksohe schoon-
maak, enz.............
Kleederen en witte goederen . . .
Vervoer van stroo uit het hospitaal
Bleekersloon........
Concierge en vrouw......
Loon en kostgeld oppassers . . .
5236.62
Over te brengen
f 7944.56 '
-ocr page 14-
6
Wij spoorden hen aan om voor de zuiverheid en
reinheid hunner woningen meer dan gewone zorg te
dragen, en wezen hen op het gevaar dat er in gele-
gen is om de uitwerpselen van choleralijders in de
riolen en vervalgaten te werpen. (Publicatien van 1
Mei en 7 Junij).
Intusschen mag men te regt van een stedelijk be-
stuur meer dan raadgevingen en waarschuwingen ver-
wachten.
De maatregelen echter, die bij het woeden een er
cholera-epidemie dienen te worden genomen, zijn van
zeer bijzonderen aard en moeten dikwijls verandering
ondergaan volgens den stand der ziekie, zoodat wij
het wenschelijk vonden in deze meer naauwkeurig te
worden voorgelicht door hen, die door den aard van
hunnen werkkring van nabij met den omvang dei-
ziekte bekend mogten worden geacht. Het was
daarom, dat wij reeds den 5den Mei aan de Gezond-
heids-commissie der stad Utrecht voorstelden 2 of meer
leden uit haar midden te committeren, om zich regt-
streeks met ons in verband te stellen, teii einde dade-
lijk te kunnen handelen , overal waar hulp mögt blijken
noodig te zijn. Naar aanleiding hiervan benoemde de
Gezondheids-commissie. hiertoe drie harer leden, de hee-
ren Dr. H. J. Broers, Dr. M. Imans en Dr. P. Q. Brond-
geest. Ook den heer adjunct-inspecteur voor het ge-
neeskundig staatstoezigt in Utrecht en Gelderland, met
wien wij reeds vroeger ter zake der cholera in bespre-
king waren geweest, en wiens ijver en hulpvaardigheid
gedurende den ganschen duur der epidemie wij op
hoogen prijs stellen, verzochten wij de vergaderingen,
die ons collegie met bovengenoemde leden der Gezond-
heids-commissie mögt houden, wel te willen bijwonen.
Toen deze zich hiertoe had bereid verklaard, werd door
-ocr page 15-
Overgebragt
§ 2.
/"21.670.60 5
Honoraria.
Honoraria aan genees- en heelkundigen . . .
f
2155.—
-
565.95
Honoraria aan apothekers van het ziekenhuis. .
-
180.—
- 2900.95
HOOFDSTUK V.
VERSCHILLENDE UITGAVEN.
Vervoer van goederen naar Manenburg,, naar de
keet aan den Leydschen straatweg, naar de
f
16 —
Oprigting keet Leydschen straatweg ....
-
500.—
:
102.06
230.85
Opmaken van een kaart der cholera-epidemie. .
-
50.—
Gratificatie aan de ambtenaren op het bureau
van den burgerlijken stand ten Stadhuize .
-
260,—
-
8.-
- 1166.91
Totaal der uitgaven . . .
/•25.738.465
f 1011.—
/14.589.35 5
- 250.—
- 100.—
- 1361.—
f 5—
-
f 883.50
- 208.11
- 1376.18
- 1428.30
- 69.29
- 231.98
- 4197.36
f 1170.69
- 225.05
3.—
- 71.15
- 48.—
- 1517.89
/21.670.60 5
Overgebragt
Nieuwe brandspuitslangen
Gratificatie aan den. opzigter der brandbluseh-
middelen.............
§ 3.
Verschillende uitgaven.
Schadeloosstelling voor verbrande voorwerpen
HOOFDSTUK Hl.
DRINKWATER.
Aankoop filters........
Watervaten.........
Vullen van filters, vaten, enz. . . .
Rijden met waterwagens.....
Vracht filters, sloten, enz.....
Reparatie waterwagens en filters
HOOFDSTUK IT.
VERPLEGING, LIJDERS IN DE GEMEENTE.
§ 1.
Verpleging.
Kosten van eerste recepten ........
a h recepten der geneeskundige kliniek.
Brandewijn............ .
Matrassen en strfto..........
Bloedzuigers , suspensoirs , enz.......
Over te brengen
-ocr page 16-
?
ons besloten op bepaalde tijden met bovengenoemde
heeren zamen te komen, terwijl aan den heer Ambtenaar
2e klasse ter secretarie, de functiën van secretaris dezer
gecombineerde vergadering werden opgedragen.
Deze bijeenkomsten hadden van 11 Junij tot 16
Augustus meestal tweemaal 's weeks plaats. Daarin
werden zoowel die punten, waaromtrent dadelijk voor-
ziening noodig was, behandeld, als die, waarop, ook
na het wijken van deze epidemie, blijvend de aan-
dacht moest worden gevestigd.
De meeste der thans te vermelden maatregelen zijn
dan ook uit het in deze bijeenkomsten behandelde
voortgevloeid.
Ten aanzien der terstond aan te wenden maatregelen
was onze aandacht vooral op drie punten gevestigd :
1°. Het verschaffen van goed drinkwater, van goed
voedsel, en van die materiele hulpmiddelen, die de vat-
baarheid voor de ziekte schijnen te kunnen verminderen.
2°. De zorg voor de reinheid en zindelijkheid en het
weren van schadelijke uitdampingen,
3°. Het disinfecteren, alsmede het onschadelijk ma-
ken van die voorwerpen, die als besmet kunnen wor-
den beschouwd, of de uitbreiding der ziekte zouden in
de hand kunnen werken.
Omtrent elk dezer drie punten wenschen wij in eenige
bijzonderheden te treden.
Wat het eerste: ffhet verschaffen van zuiver drinkwa-
ter" betreft, mogen wij opmerken , dat wij daarin zooveel
mogelijk hebben trachten te voorzien door het plaatsen
van gevulde watertonnen en houtskoolfiltrums, alsmede
door het doen rondrijden van wagens, met daarop ge-
plaatste vaten. Wij moesten ons met deze slechts
tijdelijk werkende maatregelen tevreden stellen, daar
het vermeerderen van het aantal pompen en de ver-
-ocr page 17-
Totaal. . .
to to to to ts to ts
OO ■<( OS CK W> CO tu
"" ~ ~" "" ~*' N
1—1
.. .. Ä .» ^ ,. 00
~ ~ ~ ~ "- - Oi
CS
Totaal. . .
lO ta H H H H H
HO SO OONCiCn
\>
a a a a a a »Ö
•-s
1—'
-. .. -. -. oo
~ ~ ~ ~ ~ - en
Ci
Totaal. . .
S—' H-» fr h-' H
fr OO fcO H-f O CD OO
a a a a a a >0
1—'
~~ ~ "~ ~" ~ "~ Os
Totaal. . .
NOi W fr WÎÛH
h-1
- - - - - - OO
~" ~~ "~ ~ *" ~~ O
oa
DAGTEEKENING
=5 „
=======
=
= = a a a a a
=
a a a a a a a
=
a a a a a a a
Choiera.
=
= = = = = = =
=
„ ==== = a a =
. | ,..----------
=
a a a a a a a
Vermoedelijk
cholera.
=
= = = = = = =
=
a a a a a « a
=
a a a a a a a
Totaal cholera.
S
O CO fr Ol fr »5 B
to
oo
OO CO fr fr Ot OO ~3
oo
OO
CD OO fr OO CO OO CO
CO
O
00 CO ÏO OO fr OO OO
Algemeene sterfte.
CO
h-J
OO
fr
OO
fr
OO
CS
Gemiddelde sterfte
van elke week.
JiO » tû K) Jfl N3 tû i_j |_i (_■ l-J f-< H-' H-" H-" H-« M CO tO
Ol Cn tf^ W t3 H O C OO <J Q Or l^ OO tOHO tOODSOl CA hf^ W tD H O O
...... 1 ...... I ......g ,,..g.l
1 ! t . 1
l_l • l_l . . I_l • 1-1
O
P~
O
h3
tel
W
tel
M
53
CO
OO a t—' CO t—i t—i t—'
!
OO
t-i a fr a a a fr
OO |_i a a h-1 a == h-1
Cholera.
'
a a a a a a a
=
= = = = = = =
=
a a a a a a a
=
a a a a a a a
Vermoedelijk
cholera.
CD
O0=; h-1 CO h-* 1—' 1—'
=
= = = = = = =
OO |_i a H-i ==== = |—'
OO
fr a a fr a = fr
Totaal cholera.
ta
CD
1—1
OMMfrfrfrO)
tu
S fr S OO fr a tû
OO
Ut
oo os ut en ut o ci
co
fr
fr fr fr oo ut fr oo
Algemeene sterfte.
CO
CD
cO
CD
OO
fr
Gemiddelde sterfte
van elke week.
s
r/5
H
Tl
Ü»
>
&
H
3
<,
-
»o
5
'm Cu
CK? CD
cro.
o
as
Cu
g.
a.
rs
ö
Q
tel
tel
te
iz!
t—t
!Z|
Q
to to to co fr fr i—<
O yi ht^ W to H O
CD CO <l Cï Ct fr W
=j4
a a a £
H
£: H
Cholera.
CO CO CO CO CO CO CO
OOOOiOOiOT
a fr tO 00 CO a ÏO
CO
Co
CO
fr
fr
co sr fr
o
CO
oo
OO
fr
oo
OO
fr
fr
Ut
CO
-3 O
OQSO
H-'
OO
o
fr
fr
fr
fr
fr
r—
fr
OO
fr
CS
C<
c
00
CO
C3
œ
h-'
fr
fr
fr
oo
Ut
00
to
r—
o
00
fr
CO
OS
fr
fr
CO
fr
OO
CO
OS
ui
o
OO
oo
CO
DO
Ut
OO
O
fr
fr
fr
fr
fr
OO
OO
o
oo
C3<l<IOl
o
O
Vermoedelijk
cholera.
co
fr
Totaal cholera.
h-' h-' CO OO CO a cO
Ot v} si üic3 O Ol
Algemeene sterfte.
CO
WtOWcOHH
b2H HK) fr O^t
Oo fr CO Os ut OO GS
Gemiddelde sterfte
van elke week.
OO CO CO CO CO CO ÎO
O ffl ûo N A3 W fr
M M l-J I—' M
fr OO WH O CO OO
SO Ol fr W 12 H
c
te
te
te
t—i
53
Q
a a a a a = g
a a a a a a B.
«a: H
1-3
o
o
^ CO CO CO CO #- CO
Üi N W H H W CO
Cholera.
HHtûtOHHH
O OH H CJ Üi O
«o
fr
CO tû CO CO CO CO J4>
h&" CD Ol tu *■£- Ol CH
IO
h-'
H
=
=
=
=
=
h-i
CO
h-1
KJ
fO
lO
H-=
M
1—1
OS
~* O
M
M
OS
O'
1—1
CJT
HO
fO
(O
O0
H
h-1
CO
CO
Ol
oo
0-Q*5CO
Vermoedelijk
cholera.
1 = tû h-1 S—1
263
If. OS CO CO CC 1^ CO
OJSÜt H CÛ W C
299
cn co t^- co co >4> tf1-
Totaal cholera.
H HH tû W tû tû
Ht- O CO CO h?- ox -<ï
CO tû CO CO CO CO tf*
tf^ o os tû if», o m
181 J
HH H CO H> W CO
CD tû Ci CO O tû O
CO
~5
OO
OO
oo
OO
OO
OO
CJt
h-1
CD
fr
^D
fr -Oi OO
O
Algemeene sterfte.
Gemiddelde sterfte
van elke week.
-ocr page 18-
8
betering der bestaande te veel tijd vereischte , zoodat
daarvan geen dadelijk nut te verwachten was.
Vooreerst lieten wij 28 zoogenaamde houtskoolfiltrums
vervaardigen, (Resolutiën van 7, 9 en 21 Junij) en
deze, op aanwijzing van den heer adjunct-inspecteur
voor het Geneeskundig Staatstoezigt, aan verschillende
punten der stad plaatsen, zooals aangegeven is op den
staat hierachter als bijlage B gevoegd.
Vervolgens lieten wij een aantal gewone watertonnen
plaatsen, zooals in bijlage C wordt aangeduid, en deze
door middel van drie waterkarren geregeld van versch
water voorzien (Resolutie van 18 Junij); het hiervoor
bestemde water werd uit die stads pompen genomen,
welke het zuiverste, water gaven, zooals de Maria-pomp,
de nieuwe pompen achter het vleeschhuis en in de
Arendtstraat, enz.
Wat het verschaffen van voedzame spijs betreft, noo-
digden wij de commissie van spijsuitdeeling voor min-
vermogenden uit om de menschlievende taak, die zij
des winters verrigt, ook thans in het algemeen belang
op zich te nemen (Resolutie van 7 Junij), en spoorden
de ingezetenen aan om de pogingen der commissie naar
vermogen te ondersteunen (Publicatie van 7 Junij).
Wij vertrouwen, dat het u niet onbekend zal zijn, hoe
van de zijde der genoemde commissie alles werd aan-
gewend om het beoogde doel te verwezenlijken, en
met welken bijzonder gunstigen uitslag zij hare
pogingen bekroond zag.
Ook heeren Regentender Aalmoessenierskamer,hiertoe
door ons gemagtigd, bleven niet achterlijk om aan de
door hen bedeelden afzonderlijke uitdeelingen te doen
van de spijzen door de commissie verkrijgbaar gesteld
van ongeveer 2 portiën per bedeelde, per week.
Dat wij eindelijk in dit verslag niet kunnen gewa-
-ocr page 19-
yi
DAGTEEKENING.
1 !
Cholera. i
i 1
Vermoedelijk
cholera.
Totaal cholera.
Algemeene sterfte.
Gemiddelde sterfte
van elke week.
DAGTEEKENING.
Cholera.
Vermoedelijk
cholera.
Totaal cholera.
Algemeene sterfte.
Gemiddelde sterfte
van eike week.
16 Septemb. 1866.
II
a
//
3
14
October 1866.
2
n
2
6
17
II
n
i,
1
15
II II
l
1
5
14 « u
1
1
4
16
II II
11
a
9,
19 „ ,,
1
il
1
5
17
il II
II
u
3
20
1
1
4
18
II II
u
u
1
21 n n
II
il
n
2
19
Il 11
,1
n
//
1
22
II
"
u
3
3
32
30
20
Il 11
II
u
n
6
3
II
Totaal. . .
Totaal . .
3
3
34
37
23 Septemb. 1866.
1
n
1
6
5
24 ,,
25 n »
11
a
3
21
October 1866.
a
,i
3
26 „ ,,
II
u
n
3
22
n u
i
n
1
5
27
2
ii
2
3
23
n a
i
1
3
28
1
u
1
4
24
n n
n
n
II
6
29 ,,
3
u
3
9
25
26
u u
i
i
"
1
1
1
3
Totaal. . .
7
n
7
33
28
27
o u
//
"
II
4
a
u '
il
3
30 Septemb. 1866.
1 October »
3
n ■
3
9
Totaal, . .
4
n
4
35
34
2
2
1
n
2
1
4
3
3 u a
4 // //
//
u
/;
5
28
October 1866.
H
n
8
5 n n
1
n
i
5
29
u a
n
il
a
5
6 u n
1
u
i
6
30
31
n n
n
u
II
il
ti
7
6
Totaal. . .
8
»
8
33
32
Totaal. . .
n
II
n
26
7 October 1866.
II
n
II
2
16
8 // a
1
II
n
n
1
II
7
3
9
10 „ ,,
1
u
1
4
11 II II
II
a
II
2
12 «
II
a
11
3
13 a n
2
a
2
6
Totaal. . .
4
n
4
27
32
-----,
DAGTEEKENING.
jlera.
oedelijk
liera.
choiera.
ne sterfte.
[de sterfte
ce week.
DAGTEEKENING.
olera.
oedelijk
)lera.
choiera.
ne sterfte.
lde sterfte
ve week.
O
IM
J5 °
le
H
CD
a
M)
3
t3 <a
-a
Q
HJ3
>■
O
S
o
fcJD
05
23 Julij 1866.
15
15
20
19 Augustus 1866.
2
//
2
5
23
15
II
15
23
20
II
II
n
2
24 ,: »
15
1
16
18
21
2
II
2
4
25 «
19
//
19
27
22 ,i
1
II
1
7
26 »
18
2
20
25
23
1
II
1
2
27 «
13
H
13
19
24
1
■ //
1
4
28 „ ,i
15
»
15
18
35
Totaal. . .
26 Augustus 1866.
1
8
//
//
1
8
1
Totaal. . .
110
3
113
150
28
25
28
29 Julij 1866.
13
12
13
II
//
4
30 »
4
1
5
8
27
2
II
2
6
31 // //
13
(1
12
14
28
6
II
6
6
1 Augustus a
3 a n
9
6
1
10
6
11
8
29
30 »
2
II
2
6
1
3 » «
8
II
8
9
31 a a
1
II
1
6
4 « a
4
55
II
4
10
1   Septemb. »
Totaal. . .
2  Septemb. 1866.
3          a a
2
II
2
3
Totaal. . .
2
57
73
29
13
II
13
32
26
5  Augustus 1866.
6         » »
10
5
//
10
5
10
10
2
4
II
II
2
4
5
7
7 « "
4
//
4
9
4 // //
2
II
2
4
8 » »
7
II
7
10
5 ;/ il
2
e
2
7
9 » „
3
11
2
4
6 » »
II
n
II
4
10 » «
2
2
6
7
3
ii
3
4
11
n
II
II
2
8 // a
2
it
2
3
Totaal. . .
30
11
30
51
32
Totaal. . .
9 Septemb. 1866.
15
n
15
34
29
13 Augustus 1866
1
II
1
6
4
n
4
6
13 » «
2
II
2
r
10 „ n
//
n
II
II
14 » »
3
II
3
6
11
1
n
1
7
15 n «
3
II
3
3
12 i, n
//
n
II
2
16 n n
«
II
II
3
13 n a
»
u
II
5
17
3
II
3
7
14 n «
5
a
5
y
18 » »
//
II
tf
4
15 n a
1
ii
1
6
Totaal. . .
12
II
12
36
31
Totaal. . .
11
n
11
33
27
-ocr page 20-
S
gen van maatregelen om nog op andere wijzen en meer
direct de minvermogenden te hulp te komen is veroor-
zaakt door omstandigheden, waarop hieronder zal wor-
den gewezen.
2°. Wat het 2de punt aangaat, mag men opmerken
dat velerlei oorzaken er het hunne toe bij brengen om,
vooral in den zomer den dampkring met schadelijke
uitwasemingen te vullen. De voorwerpen , in grachten
en riolen geworpen , gaan het spoedigste tot ontbinding
over; de hoveniers zijn gewoon in den zomer hunne
landerijen te gieren, en het is ook de geschiktste tijd
om baggerwerk te verrigten.
Ten einde nu deze oorzaken zooveel mogelijk weg
te nemen bepaalden wij, dat ieder morgen van 3 tot
8 uur een aanzienlijk gedeelte der stads riolen door
de werklieden van de brandweer zou worden door-
gespoeld, waardoor het in de riolen aanwezige vuil
in stads grachten werd ontlast. Opdat het echter daaruit
spoedig zou worden weggevoerd en daar niet tot be-
derf overgaan, kwamen wij met den heer Hoofd-
Ingenieur van den waterstaat in het 8ste district over-
een, dat, om den afloop van het water te bevorderen,
dagelijks van 6 Mei tot 16 Augustus, van stadswege
des avonds gedurende één uur de waaijerdeur der
weerdsluis zou worden opengezet, terwijl de opzigter
van den waterstaat te Vreeswijk last ontving om met
bijzondere zorg, voor zoover mogelijk, voor het op
peil houden van den Vaartschen Rijn te waken. (Re-
solutie van 5 Mei 1866.)
De bovenvermelde overwegingen noopten ons ook
het water niet te laten afloopen voor den schouw der
werven en schoeijingen, die gewoonlijk in het voorjaar
plaats heeft (Resolutie van 15—17 Mei), en om het bag-
geren in stads grachten dezen zomer niet te veroorlo-
-ocr page 21-
h
RECAPITULATIE.
'
ó
é .
M
ra
àw
t-i
CO
ra
» cö
u
rLi t~,
o
moe
hole
o
n3
~Ö5
Aanmerkingen.
O
>
ra
o
Algem
Gemid
Ie
II
II
ii
20
36
2e
il
II
n
33
34
3e
II
II
ii
28
34
NB. De levenloos
4e
II
II
ii
34
31
aangegevenen zijn
5e
3
II
3
24
31
onder deze getal-
6e
3
tl
3
35
29
len niet begrepen.
7e
o
II
//
27
29
8e
9
11
9
29
31
Qe
10
1
11
36
29
10"
89
5
94
127
29
11"
203
63
266
300
31
12«
239
26
265
303
27
13"
260
3
263
299
27
14e
245
1
246
271
29
15e
1*6
5
151
181
29
16e
124
2
126
152
27
17e
110
3
113
150
28
18e
55
2
57
73
29
19 =
30
//
30
51
32
20=
12
11
12
36
31
21e
8
'1
8
25
28
22e
13
II
13
32
26
23e
15
tl
15
34
29
24e
11
II
11
33
27
25e
3
II
3
22
30
26e
7
II
7
33
28
27e
8
11
8
33
32
28e
4
II
4
27
32
29e
3
li
3
24
37
30e
4
II
4
25
34
31e
laatste Wer dagen in October.
II
II
26
16
Totaal . . . .
1614
111
1725
2523

922
-ocr page 22-
10
ven (Resolutie van 28 Junij 1866). Het gieren der lan-
derijen kon wel niet geheel worden tegengegaan, maar
op dat punt werd toch de bijzondere aandacht der po-
litie gevestigd en deze aangeschreven om te zorgen,
dat het gieren alleen des avonds tegen zonsondergang
plaats zoude hebben (Resolutie van 21 Junij 1866); dat
de schuiten met gier niet dan_ op behoorlijken afstand
van de huizen hunne ligplaats zouden innemen (Reso-
lutien van 19 en 30 Julij 1866); en dat gestrengelijk de
hand zou worden gehouden aan de bepalingen der ver-
ordening van 2 November 1865 op het ledigen van
secreetputten en riolen (Resolution van 29 Mei en
28 Junij 1866). Voorts trachtten wij de zuiverheid der
atmospheer te bevorderen door zooveel mogelijk te
voorkomen, dat de bodem door omgravingen, zooals
voor het uithalen van oude gasbuizen zou worden om-
woeld, en bespoedigden wij de uitvoering van een maat-
regel, waartoe reeds vroeger in het voorjaar door ons
was besloten, om namelijk de vervalgaten der over-
dekte kanalen met eene betere afsluiting tot wering der
opstijgende uitdampingen te doen voorzien.
Met stadswerklieden aangevangen, gingen wij, ten
einde dit nu des te eerder zoude zijn tot stand gebragt,
er toe over, het veranderen dezer vervalgaten aanfce-
besteden (Resolutie van 22—24 Mei), ten gevolge waar-
van in den loop des zomers 785 dezer vervalgaten van
behoorlijke afsluiting werden voorzien.
Opdat de reinheid en de zindelijkheid niet alleen tij-
delijk , maar ook voor het vervolg zouden worden be-
vorderd , werd aan een der Inspecteurs van Politie meer
bepaaldelijk opgedragen, om de buitenwijken te onder-
zoeken, en de aldaar aanwezige toestanden, die ver-
betering behoefden, op te geven, opdat deze zooveel
mogelijk zoude kunnen worden tot stand gebragt.
-ocr page 23-
■■ƒ.*
Bijlage O.
ALGEMEEN
OVERZIGT van de sterfte in de verscliillende wijken der gemeente Utrecht, gedurende de Cholera-epidemie in 1866; maands-gewijze verdeeld.
[sten
APRIL.
MEI.
J U N1J.
JULIJ.
Bevolking op den
Januarij 1866
S 2
a _
a <a n
S 'ts ce
Ê S
Cl, a
1—1 0 ce
ce 1-5
CD
° 1
rH
3
>
WIJKEN.
ce
Ü
S
'S
-a
O
4
Vermoedelijk
Cholera.
os Totaal Cholera.
Algemeene
sterfte.
ce
0
10
M Vermoedelijk
1-1 Cholera.
g Totaal Cholera
Algemeene
sterfte.
ce
g>
"o
S
16
0 ce
« .£
2
S 5
cg
17
ce
CD
"0
5
ce
ce
"0
18
Algemeene
sterfte.
g Choiera.
"S ce
» -2
2 °
S
-a
E 0
23
g Totaal Cholera.
Algemeene
sterfte.
1
M.
7
V.
8
"3
ce
-l=*
0
Eh
9
M.
13
V.
14
le
ce
'S
H
15
M.
19
V.
20
"3
J3
"o
Ei
21
M.
25
V.
26
"as
ce
-*—
0
Eh
27
A.....
6804
1028
II
Il
/;
3
9
12
n
/;
« ,
4
8
12
68
3
71
45
52
97
96
II
96
55
52
107
B.....
7216
1145
II
II
;/
7
6
13
II
//
n
5
7
12
95
5
100
59
54
113
89
1
90
49
54
103
C.....
7820
1283
II
II
/;
8
12
20
4
n
4
11
14
25
197
23
220
120
119
239
88
1
89
53
58
111
D.....
3639
542
II
II
11
4
2
6
3
n
3 *
. 6
4
10
28
2
30
20
15
35
25
2
27
13
18
31
E.....
4054
532
II
II
11
2
8
10
1
n
1
5
4
9
38
a
38
12
36
48
40
11
40
18
32
50
E.....
2821
439
II
II
II
a
3
3
II
n
//
6
1
7
11
1
12
5
11
16
14
a
14
7
7
14
G.....
4333
564
1
II
1
6
6
12
1
n
1
3
7
10
24
1
25
16
21
37
26
1
27
16
20
36
H.....
5628
708
-
Il
II
11
4
6
10
3
n
3
4
3
7
45
9
54
39
29
68
45
3
48
22
33
55
I.....
4234
958
tf
II
11
5
3
8
II
n
//
3
6
9
46
5
51
25
35
60
76
1
77
47
43
90
2777
591
II
II
11
1
1
2
4
n
4
5
8
13
57
4
61
31
33
64
51
1
52
33
26
59
L.....
3832
899
II
II
11
4
5
9
II
n
II
1
6
7
66
15
81
49
48
97
63
1
64
34
37
71
M . . . .
5837
1148
II
II
11
8
6
14
7
n
7 \i
!
9
10
19
117
30
147
79
83
162
40
1
41
30
32
62
Geslacht .
M.
Y.
M,
V,
M.
v.
m.
y.
M.
V.
M.
1
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
//
1
11
11
»
1
52
67
9
14
11
//
9
14
62
78
388
409
49
49
132
458
500
536
303
350
6
6
309
356
377
412
Totalen. .
58995
9837
1
11
1
119
â3
11
23
n
140
792
98
890
1036
653
12
665
789
Algemeene
Totalen. .
Choiera. .
Algemeene
Sterfte . .
1
119
2
3
140
890
1036
665
789
-ocr page 24-
11
Eindelijk mogen wij hier ter plaatse nog herinne-
ren , dat op onze voordragt in de vergadering van den
Raad dezer Gemeente, gehouden óp den lldenMei, be-
sloten is om de kermis alhier niet te doen plaats heb-
ben, uit overweging, dat de toevloed van personen
uit allerlei plaatsen en de met de kermis niet zelden
gepaard gaande uitspattingen, de epidemie ligtelijk kon-
den overbrengen of bevorderen.
3°. Wij gaan er nu ten derde toe over, maatregelen
te bespreken die, in welk.naauw verband ook met de
zoo even vermelde staande, toch eenigzins een ander
karakter dragen, en meer bepaald bij het reeds heer-
senen eener epidemie te pas komen.
De schadelijke invloeden, die de uitbreiding der cho-
lera-epidemie bevorderen, schijnen zich het spoedigst
te ontwikkelen in die woningen, waar reeds een ziekte-
geval heeft plaats gehad, of waar, door de bekrompen-
heid der woning, toevoer van versehe lucht wordt
afgesneden of moeijelijk gemaakt. Daarom werd het
van belang geacht de lucht in zulke woningen zooveel
mogelijk te zuiveren, en door smetstof delgende midde-
len de aanleiding tot verdeie uitbreiding der ziekte
weg te nemen.
Twee stoffen kwamen hiervoor in aanmerking, nl.
de chloorkalk en het ijzervitiïool. Het was vooral de
eerste stof, waaraan wij meenden de voorkeur'te moe-
ten geven , die wij lieten aanwenden tot het reinigen
en disinfecteren , niet alleen van de woningen, waar
cholera-gevallen hadden plaats gehad, maar ook van
de openbare urinoirs en vervalgaten.
Dit alles geschiedde onder leiding van eene daartoe
door ons in den aanvang van Mei in het werk gesteld
persoon. Deze J. M. Fock geheeten, meldde zich, vol-
gens de hem gegeven instructie, dagelijks aan bij den
-ocr page 25-
"
ALGEMEEN OVEHZIGT van de sterfte in de verschillende wijken der gemeente Utrecht, gedurende de Cholera-epideniie in 1866; maands-gewijze verdeeld.
ALGEMEENE TOTALEN'.
O C T O B E 11.
S E P T E M B E R.
AUGUSTUS.
=1          œ
•S    =1 :=.
g   ^ ca
*       g
13   ° £
Algemeene
sterfte.
Algemeene
sterfte.
Algemeene
sterfte.
Algemeene
sterfte.
Aanmerkingen.
WIJKEN.
m
H
c!
<U CS
S "S
S ^J
O CO
eu a>
50 ca
O Hï
>
O
PP
o
o
O
28
CS
o
40
o
V.
44
M.
49
V.
50
M.
43
M
37
M,
31
o
51
o
H
36
H
42
52
46
47
48
2
41
29
30
34
45
35
»
4
7
11
172
3
175
120
136
5
15
7
22
212
6
218
159
150
3
5
15
20
300
24
324
211
231
2
4
5
9
66
4
70
55
52
1
3
3
6
93
»
93
51
100
II
II
4
4
30
1
31
25
34
II
3
6
9
56
2
58
52
67
1
4
9
13
96
13
109
86
88
1
8
II
8
153
6
159
114
106
5
3
8
n
130
5
135
81
92
1
3
12
15
135
16
151
101
123
II
3
2
5
171
31
202
143
146
5
a
5
3
3
6
3
II
3
6
5
11
17
a
17
16
13
29
6
II
6
8
9
17
4
a
4
5
9
14
4
II
4
9
4
13
7
a
7
5
5
10
]
II
1
3
3
i
11
a
11
7
11
18
2
II
2
4
6
10
3
a
3
4
4
8
2
II
2
3
4
7
2
a
2
3
4
7
2
II
2
5
3
s
2
1
3
7
6
13
II
II
»
6
2
s
18
II
18
15
10
25
12
II
12
11
9
20
9
»
9
6
12
18
4
II
4
2
4
a
5
II
5
5
9
14
II
II
II
5
6
h
5
"
5
9
8
17
2
II
9
5
5
10
1
NB. de levenloos
aangegevenen zijn on-
der deze getallen niet
begrepen.
Wanneer personen
in het Cholera-hospi-
taal, in het Ziekenhuis,
of in het Militair hos-
pitaal zijn overleden,
en zij in deze gemeente
woonachtig waren, zijn
zij in de wijk gebragt
alwaar zij hunne woon-
plaats hadden, ver-
mits zij -geacht kun-
nen worden in hunne
woningen door de ziek-
te , waaraan zij zijn
overleden, te zijn aan-
getast. Alleen maken
hierop eene uitzonde-
ring de cholera-geval-
len die zich in het
Ziekenhuis hebben
voorgedaan, als zijnde
de lijders aldaar door
die ziekte aangetast.
256
309
442
107
151
59
119
174
220
173
224
289
6804
7216
7820
3639
4054
2821
4333
5628
4234
2777
3832
5837
1028
1145
1283
542
532
439
564
708
958
591
899
1148
M.
V.
48
46
85
94
89
179
1'
'9
M.
V.
30
18
67
60
38
127,
127
M. V.
10
78
5 S
1198
1325
9837
19
58995
172^
2523
88
19
111
38
1664
133
Algemeene
Totalen. .
Choiera. .
Algemeene
Sterfte . .
172 c
19
38
89
133
2523
-ocr page 26-
12
heer adjunct-inspecteur voor het geneeskundige staats-
toezigt, en had zich ook meermalen daags te vervoe-
gen aan het bureau van den burgerlijken stand ten
einde te vernemen, welke woningen en plaatsen moes-
ten worden gedesinfecteerd, terwijl de daarvoor benoo-
digde ingrediënten hem aan het stadstimmerhuis wer-
den ter hand gesteld. Een naarmate der behoefte af-
wisselend aantal werklieden werd hem bij deze werk-
zaamheden toegevoegd. Tijdens de epidemie op het
hevigst woedde, klom het cijfer dezer personen tot 18,
die later achtereenvolgens wederom werden ontslagen;
de laatste op 24 November 1866.
Behalve de disinfectie, die door hen dagelijks werd
bewerkstelligd overal waar zich cholera-gevallen voor-
deden , vond nog eene algemeene disinfectie op groote
schaal plaats in groote gedeelten der wijken K en I,
bij welke gelegenheid alsdan alle daar aanwezige
privaten, riolen, mestvaalten, enz. behoorlijk wer-
den gedisinfecteerd, (Resolution van 21 Junij en 12
Julij 1866.)
Later, toen de epidemie reeds eenigsints afnemende
was, meenden wij ook proeven te moeten nemen met het
branden van teer, ofschoon de geneeskundige leden der
Gezondheids-Commissie, die wij herhaaldelijk daarover
hebben geraadpleegd, ons het nemen van dien maatregel
ontraadden. Voor dit teer branden werden dezelfde per-
sonen aangewezen, die met de disinfectie belast wa-
ren , en zulks op eene bezoldiging van 10 centen per
uur. (Resolutie van 19 Julij 1866.)
Daar intusschen niet overal door hun toedoen alles
kon worden gedisinfecteerd, werden daarenboven bij
de wijkmeesters genoegzame hoeveelheden chloorkalk
en ijzervitriool beschikbaar gesteld, ten einde zij
daarvan aan minvermogenden, die zulks verlangden,
-ocr page 27-
zouden kunnen ter hand stellen. (Resolutie van 3
Mei 1866).
Verder werd den wijkmeesters nog opgedragen om ,
voor zooveel hunne respectieve wijken aanging, de
eigenaars van logementen, slaapsteden, fabrieken, scho-
len en werkhuizen uit te noodigen om de zich daarin
bevindende privaten en urinoirs dagelijks te disinfecte-
ren, (Resolutie van 29 Mei 1866); terwijl wij in alle
stedelijke gebouwen, met name ook in de schoolloka-
len, voor eene behoorlijke disinfectie daarvan lieten
zorg dragen.
Ook werden de noodige voorzorgen genomen om de
verspreiding der epidemie door middel der binnenland-
sche scheepvaart te keer te gaan , dewijl het gebleken
was, dat die gemakkelijk op deze wijze plaats vond,
en werd daartoe een naauwlettend toezigt op aanko-
mende en doorvarende schepen gehouden. De binnen-
liggende schepen werden van versch water voorzien,
en bij de cholera-gevallen, die zich daar voordeden,
werd het schip, waarop een geval had plaats gehad,
terstond geheel gezuiverd, gedisinfecteerd, en uit de
bewoonde kom der Gemeente verwijderd. Daarenbo-
ven werden de ondernemers van stoombootdiensten
uitgenoodigd om te zorgen, dat de privaten op hunne
vaartuigen meer dan gewoonlijk werden gereinigd, en
met eene disinfecterende oplossing doorgespoeld. (Re-
solutiën van 19 en 28 Junij 1866.)
In het begin der epidemie was aan de onder opzigt
van Fock staande werklieden ook opgedragen het
weghalen en verbranden van het besmette bedstroo
uit de huizen der cholera-lijders; toen de epidemie
echter grootere uitbreiding verkreeg, werd ook hier-
voor een afzonderlijke dienst georganiseerd en geschiedde
dit door toedoen van een goed gesloten wagen, die
-ocr page 28-
14
met paard en geleider door een stalhouder a ƒ 5 per
dag daarvoor was beschikbaar gesteld. Op die wijze
werden alsnu die goederen naar den vilkuil gebragt en
aldaar verder vernietigd (Resolutie van 30 Junij 1866).
Niet altijd evenwel kon eene besmette woning genoeg-
zaam worden gedisinfecteerd zonder dat de bewoners
tijdelijk er uit werden verwijderd, en het was daarom
dat wij er op bedacht waren om localen in gereedheid
te hebben, waar deze in zulke gevallen een onderko-
men zouden kunnen vinden. Het gebouw ,/Manenburg"
werd geacht gedeeltelijk aan dit oogmerk te voldoen,
en nadat nog eene houten loods, voor vier gezinnen
geschikt, daartoe aan den Leydschen weg was opgesla-
gen, werden beeren Geneeskundigen uitgenoodigd aan
den heer adjunct-inspecteur voor het geneeskundig
staatstoezigt in Gelderland en Utrecht te willen kennis
geven van die gevallen, waarin zij het wenschelijk
vonden, dat een huisgezin daarin tijdelijk zou worden
opgenomen. (Résolution van 5 , 28 en 29 Julij 1866.)
Van Manenburg werd echter slechts enkele keeren
en van de houten loods in het geheel geen gebruik
gemaakt, dewijl de belanghebbenden weigerden die
tijdelijke woonplaatsen te betrekken.
Het is echter dikwijls niet alleen van belang de
levenden tijdelijk uit eene besmette atmospheer te kun-
nen verwijderen, maar de ondervinding heeft ook
geleerd dat het hoogst wenschelijk is, de lijken der
overledenen niet langer in de woningen te doen ver-
blijven dan volstrekt noodig is.
Wij besloten daarom op de Gemeente-begraafplaats
een hulploods te doen opslaan tot het opnemen vóór de
begrafenis van lijken, die niet zonder nadeel voor de
huisgenooten tot de begrafenis in de woningen zouden
kunnen verblijven. .(Resolutie van 1 Mei 1866).
-ocr page 29-
15
De besturen der Roomsch Katholijke en Israelitische,
begraafplaatsen werden eveneens door ons uitgenoodigd
voor eene dergelijke localiteit te willen zorg dragen
bij missive van den 24—26 April 1866, waaraan wel-
willend is voldaan. Op de Gemeente-begraafplaats werd
echter slechts voor 13 lijken, en dat nog wel grooten-
deels voor lijken uit het cholera-hospitaal, van die ge-
legenheid gebruik gemaakt, want het verlangen om
bij het begraven niet van de van oudsher gevolgde
gewoonten af te wijken deed de eischen der hygiène
te dien opzigte uit het oog verliezen.
Wij trachtten ook, door liet geven van de daartoe
noodige bevelen aan de stads groefbidders (Publi-
catie van 29 Junij 1S66) de ingezetenen te bewe-
gen de lijken zoo spoedig mogelijk te doen begraven en
daarbij den kortsten weg naar het kerkhof te volgen,—
lieten de huurkoetsiers, door middel der politie, aan-
schrijven voor het begraven van kinderlijken afzon-
derlijke vigilantes te gebruiken, en die telkens weder,
wanneer zij bij eene begrafenis gebruikt waren, be-
hoorlijk te reinigen (Resolutie van 25 Junij 1866); en
gaven aan den Directeur der Gemeente-begraafplaats
de noodige instruktien, opdat bij het begraven de
meest mogelijke voorzorgmaatregelen zouden worden
in acht genomen en op iedere kist eene behoorlijke
hoeveelheid chloorkalk zon worden gestrooid. (Reso-
lutie van 21 Junij 1866). Wij noodigden ook de be-
sturen der beide andere begraafplaatsen uit insgelijks
dergelijke voorzorgmaatregelen te willen nemen , waar-
aan door deze bereidwillig werd gevolg gegeven.
Wij meenen hier ter plaatse een woord van lof en
dank te moeten brengen aan den heer A. Deerns, den
Opzigter der Gemeente-begraafplaats, die zijne zware
en veelal treurige betrekking met bijzonderen ijver en
-ocr page 30-
16
naauwgezetheid heeft waargenomen; ook de twee vaste
knechts op de begraafplaats stonden den opzigter ge-
trouw ter zijde en kweten zich aüezints voldoende van
de moeijelijke pligten, die op hen rustten.
Trachtten wij aldus voor zooveel in ons vermogen
was de uitbreiding der ziekte te keer te gaan, ook
voor die behoeftige lijders, welke door de ziekte waren
aangetast en die niet verlangden naar het cholera hos-
pitaal te worden o vergebragt, moest worden zorg ge-
dragen, opdat het hun niet aan geneeskundige hulp
zoo ontbreken.
Immers zoowel gedurende de epidemie van 1832 als
van 1848. en 1849 was genoegzaam gebleken, dat de
wijze, waarop in de geneeskundige dienst alhier wordt
voorzien, voor heeren Doktoren de onmogelijkheid met
zich brengt om, bij buitengewoon veel ziektegevallen ,
overal behoorlijk en tijdig hulp aan te brengen.
Wij achten het overbodig dit hier nader uit-
een te zetten; genoeg zij het te vermelden dat, om
aan die dringende behoefte aan geneeskundige hulp
te gemoet te komen, in 1832 een bureau van consultatie
werd gevormd, waarin iederen nacht eenige dokto-
ren bij afwisseling zitting namen, terwijl men in 184S
de geheele stad in wijken had verdeeld, en aan
iederen geneesheer eene bepaalde wijk had toegewezen,
waarin deze alle zieken behandelde, onverschillig tot
welk armbestuur zij behoorden.
Zoodra zich nu meerdere gevallen van cholera be-
gonnen voor te doen, waren wij er op bedacht eene
dienstregeling van denzelfden aard tot stand te brengen
als in 1848 was aangenomen. Daar deze niet dan met
de goedkeuring van belanghebbenden kon worden ge-
regeld, maakten wij de verschillende armbesturen reeds
bij schrijven van 15—17 Mei 1866 met ons voorne-
-ocr page 31-
17
men bekend, en toen zij daarmee allen genoegen na-
men riepen wij de hier aanwezige doctoren en heel-
meesters, diegene uitgezonderd, welke aan bepaalde in-
rigtingen verbonden waren, op dingsdag den 19d™ Junij
1866 ten Stadhuize op, om deze zaak tot stand te
brengen.
De meesten gaven aan onze uitnoodiging gehoor, en
aldus werd op die bijeenkomst althans in hoofdzaak de
buitengewone regeling van de geneeskundige dienst zoo-
als die den 22stcn Junij in werking is gekomen, vastgesteld.
Het vormen van een bureau van consultatie voor de
nachtdienst, even als in 1882, werd ons, door onze ge-
ïieeskundige adviseurs bepaald ontraden.
Later vonden echter in die regeling nog eenige wijzi-
gingen plaats, dewijl het bij de groote uitbreiding dei-
epidemie noodzakelijk bleek te zijn nog in eenige wijken
meerdere geneeskundige hulp te kunnen verleen-en, ter-
wijl ook sommige doktoren verhinderd werden hunne
werkzaamheden tot het eind toe op zich te nemen.
Daar vele medicinae candidati en doctorandi reeds
bij het begin der epidemie hunne diensten hadden aan-
geboden , was het ons aangenaam in deze gevallen van
hun aanbod te kunnen gebruik maken.
Zoowel de dienstregeling als de later daarin geko-
men wijzigingen kan men op den staat, hierachter als
bijlage D gevoegd, nader aangegeven vinden.
Toen in Augustus de cholera-epidemie weder genoeg-
zaam als geweken kon worden beschouwd, had den
lldeu Augustus op onze uitnoodiging eene bijeenkomst
van heeren genees- en heelkundigen plaats, waarin be-
sloten werd die buitengewone regeling, met ingang van
donderdag 16 Augustus, buiten werking te stellen, en
de gewone geneeskundige ar men verpleging weder in
het leven te doen treden.
a
-ocr page 32-
18
Hoe onmogelijk het ook voor ons zij genoegzaam de
opofferingen te erkennen, die heeren genees- en heel-
kundigen zich tijdens het heersenen der epidemie heb-
ben getroost, wij meenden niet te mogen nalaten hun
onze warme erkentelijkheid te betuigen voor de uitste-
kende wijze, waarop zij zich bij het bestrijden der
algemeene ramp verdienstelijk hadden gemaakt. Het
voorstel door ons aan den Raad gedaan om die dank-
betuiging vergezeld te doen gaan van eenige vereering
in geld, heeft den 25. October in eene zitting met
gesloten deuren de goedkeuring van den Gemeenteraad
verworven, terwijl tevens als beginsel werd aangeno-
men de buitengewone onkosten voor rijtuighuur te ver-
goeden , die heeren genees- en heelkundigen hadden
moeten doen, tot het bezoeken der minvermogende zie-
ken , wier verpleging zij, in buitenwijken of buiten de
wijk hunner woonplaats, bij de gemaakte regeling had-
den op zich genomen.
Volgens den hierachter gevoegden staat werd ten
gevolge van dit Raadsbesluit de som van /2720.95 aan
de genees- en heelkundigen voor die verschillende doel-
einden uitbetaald.
Was op bovenvermelde wijze de geneeskundige dienst
ten gerieve van de behoeftige choleralijders geregeld,
het verstrekken der voorgeschrevene geneesmiddelen
moest natuurlijk komen ten laste der armbesturen,
waartoe de zieken behoorden. Ten einde echter ook
hierdoor geen dikwijls voor den lijder zeer kostbaren
tijd zou verloren gaan, bepaalden wij, dat het eerste
recept, en ingeval van spoed ook het tweede, hetwelk
door een geneeskundige voor een choleralijder was
afgegeven, bij den meest nabijzijnden apotheker ten
laste van stadskas zou kunnen worden gereed gemaakt
(Resolutiën van 7 en 21 Junij 1866).
-ocr page 33-
19
Behalve het voordeel, dat regtstreeks voor de cholera-
lijders uit dien maatregel voortvloeide, werden de arm-
besturen daardoor van niet onaanzienlijke kosten ont-
■ last, blijkens den hierachter gevoegden staat van
uitgave* ter zake der cholera tot een gezamentlijk be-
drag van f 1170.69.
Nog op eene andere wijze werd voor hen die dit
verlangden de gelegenheid opengesteld om kosteloos
geneeskundige hulp te verkrijgen.
De geneesheeren namelijk der kliniek tot herkenning
en genezing van huidziekten, keelziekten , kinderziek-
ten, oor- en tandziekten, onder directie van Dr. H.
Snellen deelden ons mede , dat zij voornemens waren
aan deze kliniek tijdelijk eene meer uitgebreide strek-
king te geven voor alle ziekten, waarmede de patiënten
uitgaande bleven, vooral voor cholerines en diarrheën,
zoo dikwijls de voorloopers van cholera, maar gaven
tevens daarbij hun verlangen te kennen, dat de door
hen voorbeschrevene geneesmiddelen kosteloos voor
rekening der stad zouden worden gereed gemaakt.
Ten einde hieraan te kunnen voldoen, verzochten
wij van heeren Regenten van het stads ziekenhuis, dat
de op die kliniek voorgeschrevene geneesmiddelen aan
de apotheek van die inrigting voor stads rekening
zouden mogen worden toebereid. Heeren Regenten
stemden hierin toe, op voorwaarde echter, dat de
stad tevens op zich zoude nemen de kosten van een
assistent, die den apotheker bij zijne veelvuldige en
door dezen maatregel nog vermeerderde werkzaam-
heden zoude bijstaan; toen wij meenden ook dit te
moeten inwilligen, werden dus op die wijze de mensch-
lievende pogingen dier heeren ondersteund. (Résolution
van 5,10 en ?A Julij 1866). De intrekking van dezen
maatregel, welke zooals uit bijlage E. blijkt eene uit-
-ocr page 34-
20
gave van/405.05 heeft veroorzaakt, had plaats met in-
gang van 26 Augustus 1866 (Resolutie van 21 Augustus).
Boven en behalve de geneeskundige hulp echter
schenen de buitengewone omstandigheden ook dringend
het nemen van buitengewone maatregelen aan te be-
velen om in de vele behoeften der noodlijdende klassen
te voorzien.
Reeds hadden wij bij missive van 15/17 Mei de aan-
dacht der verschillende armbesturen gevestigd op de
wenschelijkheid om de leden hunner gemeente hygie-
nisch voor te lichten en stoffelijk te ondersteunen, toen
wij in den beginne van Junij eenige ingezetenen dezer
gemeente uitnoodigden deel te nemen aan eene com-
missie, die zich onledig zoude houden met het inzame-
len van liefdegiften en die in een der stedelijke localen
zitting zou houden tot het uitreiken van verschillende
door haar, voor de toegezonden giften ingekochte voor-
werpen voor voeding, kleeding of ligging, die zij zou-
den afgeven op bons van wijkmecsters, doctoren , enz.
De beeren M>. W. R. Boer, D'. N. P. Visscher, J.
C. de Graaf, Mr. P. C. Walland, M>'. W. J. M. Bosch,
Jh1'. A. L. E. Ram, en S. P. C. Koene, die deze onze
uitnoodiging hadden aangenomen, conslitueerden zich
den 12',cn Junij tot commissie, kozen den heer Boer
tot voorzitter en den heer Walland tot secretaris, maar
gaven ons reeds den 13den Junij te kennen dat, aan-
gezien inmiddels reeds eenige andere ingezetenen ,
op uitnoodiging van den heer adjunct-inspecteur van
het Geneeskundig staatstoezigt voor Gelderland en
Utrecht, zich tot eene cholera-commissie hadden ver-
eenigd, en zij het om verschillende redenen wenschelijk
achtten dat er slechts eene cholera-commissie zoude be-
staan, daarom meenden zich liever terug te moe-
ten trekken.
-ocr page 35-
2]
Ten einde de eenheid van handelen in deze zaak
niet te verbreken, meenden wij in het verlangen der
door ons benoemde commissie te moeten berusten.
Aan de commissie, die zich uit de burgerij had ge-
vormd, werd het huis, wijk D n°. 28, naast het stad-
huis tijdelijk afgestaan tot het houden harer vergade-
ringen en het bergen van de door haar aangekochte en
ter uitreiking bestemde goederen.
Dan, alle aangewende pogingen hebben niet kunnen
en mogen verhinderen dat een zeer groot getal offers
door de ziekte werd weggerukt.
Een overzigt van den loop der epidemie, eenige
statistieke opgaven daaromtrent, schijnen aan het einde
van dit verslag hunne plaats te kunnen vinden.
Uit de bijgevoegde tabellen (bijlagen P en G) dan blijkt,
dat den 29ea April het Ie cholera geval plaats had, en dat
de epidemie, na in Mei aanvankelijk weinig vorderingen
te hebben gemaakt, spoedig daarop in Junij hare grootste
uitbreiding verkreeg, en toen langzamerhand aan het
afnemen bleef, totdat op 26 October het laatste geval
zich heeft voorgedaan.
Even als vroeger waren het ook thans weder de vier
buitenwijken, die het meest werden geteisterd; zij ver-
loren (wij nemen de totaal-cijfers der aan de cholera
overledenen) 3.80 pet. hunner bevolking, hetgeen in
de binnen wijken slechts met 2.54 pet. het geval was.
En deze verhouding wordt voor de buitenwijken nog
ongunstiger, wanneer men bedenkt, dat in de ook
door vroegere epidemiën zoo geteisterde wijk C (die
tot de binnenwijken behoort) 4.10 pet. der bevol-
king werd weggerukt, zoodat, indien men deze ééne
wijk buiten rekening laat, de verhouding der sterfte
in de buiten- en binnenwijken zou zijn 3.80 pet. tot
2.10 pet.
-ocr page 36-
22
De wijk F bleef het meest gespaard en verloor slechts
ruim 1 pet. harer bevolking.
Onder de 1725 personen, ]) die aan de Cholera zijn
overleden, bevinden zich 823 van het mannelijk geslacht
en 902 van het vrouwelijk.
Dit verschil is echter niet noemenswaardig, daar onze
Gemeente op 1 Januarij 1866 eene bevolking telde van
27,740 mannelijke en 31,255 vrouwelijke ingezetenen.
Op den staat eindelijk, hierachter als bijlage E. toe-
gevoegd, kan men de door de epidemie noodzakelijk
geworden uitgaven opgeteekend en nader aangeduid
vinden, voor zoover die thans kunnen opgegeven worden.
Zij maken een gezamenlijk bedrag uit van/25.738.465. »)
Zoo hebben wij getracht een overzigt te geven van de
maatregelen door ons ter zake der cholera genomen,
en van de verwoestingen, door die ziekte aangerigt.
Wel waren wij daardoor genoodzaakt hoogst treu-
rige toestanden in herinnering te brengen maar tevens
kunnen wij wijzen, op menige edele poging door onze
medeburgers aangewend tot verzachting van den alge-
meenen nood; en wij mogen dit verslag niet eindigen
zouder een woord van hulde en dank te hebben toege-
') Het laatste Rijks-verslag in de Staatscourant van 11 December
geeft slechts 1600 cholera-gevallen voor deze gemeente op.
De oorzaak van dit verschil is hierin te zoeken, dat het Kijks-vcrslag
alleen die gevallen opgeeft, die behoorlijk zijn geconstateerd, terwijl wij
mcenen , hierbij nog te moeten voegen het aantal personen, die wel hoogst
vermoedelijk (zie bijlage G) aan cholera zijn overleden, doch waarvan
dit 'niet wegens te snellen afloop of verzuimde opgave, behoorlijk is
kunnen worden geconstateerd.
2) Ofschoon dit verslag is opgemaakt in de maand December 1S66,
hebben wij gemeend hier het totaal der uitgaven te moeten opnemen
tot op heden, (26 Februarij 1867) ten einde naauwkeurigcr kennis te
bevorderen.
-ocr page 37-
a 3
bragt aan zoovelen die naar de mate hunner krachten
er naar streefden dit edele doel te bereiken.
Wij moeten hier vooral noemen de geneeskundige
leden der gezondheids-commissie, den adjunct-inspekteur
voor het geneeskundig staats-toezigt, de diaconessen en
de zusters van liefde, de geneesheeren, de leden der
cholera-commissie, de ambtenaren ter secretarie, de
wijkmeesters, de ambtenaren bij de fabricage, ja alle
gemeente-ambtenaren, en andere personen, die geroe-
pen waren in meerdere of mindere mate mede te wer-
ken tot de uitvoering der als wenschelijk bevolen
maatregelen.
Moge God, hetgeen wij vurig wenschen, ons Vader-
land en de stad onzer inwoning bewaren voor eene her-
haling der der ten vorigen jaren doorleefde tijden.
Maar, zoo Zijne wijsheid het anders heeft besloten,
moge dan ook even als nu, de mildadige en mensch-
lievende geest der Utrechtsche burgerij zich op niet
minder krachtige wijze openbaren.
Utrecht, den 27stcu December 1866.
De Burgemeester,
KIEN.
De Secretaris,
H. G, RÖMER.
-ocr page 38-
BIJLAGE A.
VERSLAG
BETREFFENDE HET
CHOLERA-ÏÏOSPITAAL TE UTKECHT,
GEDURENDE DE
Epidemie in den Zomer van het Jaar 4866.
Toen in den zomer en het najaar van 1865 de cho-
lera zich over een groot gedeelte van Frankrijk epide-
misch uitbreidde, en vooral in verscheidene groote
steden, met name ook in de hoofdstad van genoemd
rijk, groote verwoestingen aanrigtte, was het te voor-
zien, dat ook Nederland niet zou verschoond blijven. Het
was daarom, dat reeds tegen het einde des jaars door
het Stedelijk Bestuur van Utrecht, eenige voorloopige
maatregelen werden genomen, ten einde te verhoeden,
dat deze stad welligt onvoorbereid door de gevreesde
ziekte kon worden overvallen.
Tot die maatregelen behoorde ook de tijdige inrig-
ting van een hospitaal tot opneming en verpleging van
behoeftige lijders. Als zoodanig werd aangewezen het
gebouw aan het Bagijnhof, dat sedert 1848 in verschil-
lende epidemieën als cholera-hospitaal bruikbaar was
gebleken, maar na de laatste epidemie, in 1859, we-
derom eene geheel andere bestemming had gekregen.
-ocr page 39-
■>,
Na in November te zijn ontruimd, onderging het ge-
bouw, onder anderen ook door het gedeeltelijk op-
trekken van den achtergevel (waardoor de veel te
lage boven-achter-kamers meerdere hoogte en ruime-
ren toegang voor licht en lucht verkregen), eenige
niet onbelangrijke verbeteringen, die aan de meeste
vertrekken een beter en netter aanzien verschaften ;
de verlichting met gas droeg hiertoe mede veel bij.
Door HH. Burgemeester en Wethouders daartoe
uitgenoodigd, belastte de Heer C. G. Cramer zich met
de zorg voor al hetgeen tot de inwendige dienst van
het hospitaal behoort, als ook met het verrigten van
heelkundige diensten en met het gereedmaken dei-
recepten. De apotheek werd in orde gebragt en voor-
zien door den Heer C. M. van Dijk, onder wiens toe-
zigt zij werd geplaatst. — De geneeskundige behande-
ling der lijders werd aan den Heer C. Lens, med. et
art. obst. doctor, opgedragen. Het oppertoezigt over
het hospitaal werd toevertrouwd aan Dr. M. Imans, als
Geneesheer-Directeur van het Ziekenhuis, en zulks in
verband met eene overeenkomst door Burgemeester en
Wethouders getroffen met Heeren Regenten der ver-
eenigde Gods- en Gasthuizen, krachtens welke het be-
noodigde linnen- en beddengoed, alsmede de spijzen
voor de verpleegden, uit het Ziekenhuis zouden ver-
strekt worden. Even als bij vorige epidemieën, ver-
klaarden de Protestantsche Diaconessen en de R. C.
Liefdadige Zusters van de Orde van den H. Vincentius
van Paulo, daartoe uitgenoodigd, zich onmiddellijk be-
reid, de moeijelijke taak der zieken-verzorging in het
hospitaal op zich te nemen.
Nadat reeds een 30- à 40-tal choleragevallen in de
stad waren voorgekomen , werd op den 24sten Mei de
eerste zieke in het hospitaal gebragt. Het was een
-ocr page 40-
30-jarige Duitscher, fabriekarbeider uit Wijk M, bij
wien de cholera-aanval, na voorafgegane duizelingen,
plotseling was ingetreden ; de man stierf twee dagen
later. Eerst den 2den Junij werden wederom twee lijders
opgenomen : eene zwangere vrouw van 37 jaren, met
haar 5-jarig zoontje. Het kiDd overleed daags daarna,
de vrouw herstelde. Aanvankelijk nam het getal lijders
slechts langzaam toe; na den 10den Junij echter met
snelheid, tot in het begin van Julij. Van toen af begon
het cijfer der dagelijks opgenoinenen allengs te vermin-
deren , tot omstreeks het midden van Augustus, na
welk tijdstip tot op den 9den October wekelijks nog
slechts nog enkele lijders werden ingebragt, gelijk uit
de hier volgende tabel blijkt:
Van den 24sten Mei tot en met den 2den Junij werden
opgenomen :
3 lijders, van welke 2 zijn overl. en 1 berst.
van 3
tot 9 Junij 16
II
II
II
12
II
n
n
4
1, 10
ii
16 49
II
II
il
33
II
il
n
16
17
h
23 ,i 57
II
II
II
32
il
a
il
25
» 24
a
30 a 56
II
II
II
36
II
a
n
20
1
a
7 Julij 39
II
II
II
19
II
il
il
20
8
a
14 29
«
II
II
20
II
n
n
9
» 15
a
21 34
II
il
II
23
II
n
n
11
» 22
a
28 i, 20
II
II
II
13
II
n
n
7
» 29 Julij
h
4 Aug. 9
II
II
il
7
II
n
»
2
» 5
a
11 ,, 10
II
II
II
4
a
il
ii
6
12
a
18 « 1
II
II
II
1
II
n
»
» 19
a
25 » 1
II
II
a
1
II
»
«
» 26 Aug.
a
1 Sept, o
II
II
2
II
n
«
1
« 2
a
8 » 2
SI
II
II
2
II
n
il
» 9
a
22 i,
II
II
II
II
n
«
« 23
a
29 ,, 3
II
II
II
2
II
n
il
1
30 Sept.
h
60ktob.2
II
il
II
2
II
n
il
en 9 « 1
II
u
II
1
il
n
n
-ocr page 41-
4
Het geheele getal cholera-lijders bedroeg alzoo 335 ,
van welke 212 overleden en 123 hersteld zijn. Onder
deze laatsten is echter ook begrepen een meisje, dat,
den 12den dag, nadat het werd opgenomen, op uitdruk-
kelijke begeerte der ouders, naar hunne woning moest
worden teruggebragt, waar het kind spoedig aan pneu-
monische infiltratie van beide longen overleed.
Deze sterfte-verhouding (iets meer dan 63%) moet
als eene betrekkelijk gunstige beschouwd worden, te
meer omdat de lijders, die naar het hospitaal gebragt
worden, in den regel door armoede, of ook door ouder-
dom verzwakt, met weinige uitzonderingen, in hevigen
graad door de ziekte aangetast zijn. Volgens de ons
bekende opgaven, was de sterfte-verhouding voor de
overige lijders in deze stad 67% en die voor het ge-
heele land bijna 62%. Wij laten hier volgen : een
-ocr page 42-
5
STAAT aanwijzende het getal opgenomen, overleden en herstelde
lijders van beide geslachten, met opgaaf van hunnen leeftijd.
Mannen.
Vrouwen.
Totaal
% Verhouding
der
LEEFTIJD.
Opge-
nomen.
Over-
leden.
Her-
steld.
Opge-
nomen.
Over-
leden.
Her-
steld.
Opge-
nomen.
Over-
leden.
Her-
steld.
Over-
ledenen.
Herstel-
den.
Beneden 1 jaar.
2
1
1
2
1
1
4
2
2
0.50
0.50
van 1—4 h
5
4
1
7
3
4
12
7
5
0.58
0.42
» 5—9 »
10
4
6
14
8
6
24
12
12
0.50
0.50
i, 10-14 il
14
*
9
7
2
5
21
7
14
0.33
0.66
,: 15 — 19 »
10
4
6
7
5
2
17
9
8
0.53
0.47
,: 20—24 a
20
12
8
12
1
11
32
13
19
0.40
0.60
i, 25—29 „
9
5
4
16
13
3
25
18
7
0.72 0.28
30- 39 «
21
17
4
28
18
10
49
35
14
0.71 0.29
,, 40 - 49 h
25
15
10
22
18
4
47
33
14
0.70 \ 0.30
» 50- 59 ,,
15
12
3
23
11
12
38
23
15
0.60 ! QAO
60—69 ,,
19
16
3
25
18
7
44
34
10
0.76
0.24
, 70—89 „
12
9
3
10
10
II
22
19
3
0.86
0.14
Totaal. . .
162
104
58
173
108
65
335
212
123
0.63
0.37
Deze cijfers zijn te klein, om er bepaalde uitkomsten
uit af te leiden; alleen kan gezegd worden, dat de
leeftijd tusschen het 10de en 25ste jaar ook nu weder
bleek, de meeste kansen op behoud op te leveren ■
van 70 lijders, namelijk, herstelden 41, dat is bijna
58%. Voor kinderen beneden het 10dejaar mag de uit-
-ocr page 43-
ß
komst veel gunstiger heeten dan gewoonlijk voor dien
leeftijd wordt verkregen, daar er van de 40 lijders 19,
dit is 47% herstelden. Bepaald ongunstig was de ver-
houding voor mannen en vrouwen tusschen de 25 en
50 jaren , aangezien slechts 35, dat is 29%, van de 21
herstelden, terwijl daarentegen van de lijders tusschen
de 50 en 60 jaren 40% hersteld zijn. Na het 60stejaar
was, even als altijd, de verhouding allerongunstigst,
namelijk, 80% overledenen, tegenover slechts 20% her-
stelden.
Behalve de cholera-zieken, werden, in de maanden
Junij en Julij, in het hospitaal gebragt 24 personen,
die aan andere ziekten leden; meerendeels aan maag-
en darm-aandoeningen, die waarschijnlijk als voorbo-
den van cholera-asiatica waren beschouwd. Met enkele
uitzonderingen, waren 't weinig belangrijke ziektegeval-
len, zoodat de lijders, na een kort verblijf in het
hospitaal, konden worden ontslagen ; enkelen werden
naar het ziekenhuis overgebragt. Bene vrouw leed
aan eene beklemde breuk, die zich echter zonder moeite
liet reponeren ; met een geschikten breukband voorzien,
vertrok de vrouw den volgenden dag.
Bij verreweg de meeste cholera-lijders had, toen zij
in het hospitaal gebragt werden, het ziekteproces,
reeds zijn volle hoogte bereikt. Een was reeds over-
leden tijdens het vervoer naar het hospitaal; 69 kwa-
men er in geheel hopeloozen toestand aan : 33 dezer,
namelijk, hadden cholera-paralytica, 36 alvus cruenta,
hetgeen als een constant doodelijk verschijnsel moet
aangemerkt worden; 195 verkeerden in het zoogenoemd
stadium algidium, terwijl 52 den eretischen vorm der
ziekte vertoonden. Bij 19 was reeds het stadium reac-
tionis ingetreden, twee van welke met zoogenaamd
typhoïde (beter: uraemische) verschijnselen werden in-
-ocr page 44-
7
gebragt. Negen vrouwen, van 24 tot 38 jaren, waren
4 à 8 maanden zwanger; 6 van welke overleden. Van
de 3 herstelden, kreeg eene abortus, terwijl bij twee
de vrucht behouden en in leven bleef. In den regel
was het verloop der ziekte snel: 51 stierven nog den-
zelfden dag, waarop zij werden ingebragt, 93 daags na
hunne opneming, 59 tusschen den 2den en 8st™ dag.
Slechts negen stierven na den achtsten dag hunner
ziekte, namelijk: 2 na negen, 1 na tien, 2 na elf, 1
na twaalf, 1 na zestien en 2 na negentien dagen. Meer
dan de helft der herstelden (68) kon reeds vóór of op
den 8sten dag na de opneming worden ontslagen; 39
bleven tot den 15den dag in behandeling, 12 tot op den
22sten dag ; slechts 4 konden eerst tusschen den 25sten en
44sten dag na hunne opneming hersteld vertrekken.
Het getal verpleegdagen voor alle cholera-lijders te za-
men bedroeg 1602, of gemiddeld 4.7 dagen per hoofd.
Hiervan kwamen voor de overledenen 425, gemiddeld
2 dagen; voor de herstelden 1177 , gemiddeld 9.5 dagen
per hoofd.
Het mag onnoodig geacht worden, hier een overzigt
te geven van het verloop der ziekte, zoo als het door
ons werd waargenomen. In 't algemeen was het in
snelheid en hevigheid volkomen gelijk aan dat in vo-
rige epidemieën. Alleen meenen wij, "wat de verschijn-
selen der ziekte aangaat, te moeten vermelden, dat in
het reactie-tijdperk het zoogenoemde cholera-exantheem
zich menigvuldiger vertoonde dan vroeger; wij zagen
het bij 14 onzer patiënten zeer duidelijk ontwikkeld;
bij eene vertoonde het zich drie malen kort na el-
kander.
Daarentegen kwam cholera-typhoïd (of uraemie) veel
zeldzamer voor. Evenzoo was, terwijl bij alle lijders
heeschheid in meerdere of mindere mate bestond, het
-ocr page 45-
8
geheel verdwijnen van het stemgeluid veel minder ge-
woon dan anders; het had slechts bij betrekkelijk wei-
nigen plaats. Alvus cruenta (dat is : bloederige cholera-
stoelgang, hier wel te onderscheiden van uit toeval-
lige oorzaken met bloed vermengde ontlastingen) werd
steeds door den dood der lijders gevolgd ; ook dan,
wanneer na het ophouden der bloederige ontlastingen ,
eene schijnbaar gunstige reactie , dikwijls met een be-
driegelijk gevoel van wei-bevinden, zich vertoonde ;
zoodanige lijders vervielen of in een allengs toenemen-
den soporeusen toestand, of collabeerden zeer spoedig,
en stierven allen zonder uitzondering. — Omtrent de
verschijnselen , die aan den eigenlijken cholera-aanval
dikwijls voorafgaan, het zoogenaamde stadium prodro-
morum, viel bij onze lijders weinig waar te nemen,
omdat slechts zeer enkelen in dat tijdperk verkeerende
werden opgenomen. Van veel belang kwam het ons
voor, door naauwkeurige ondervraging der lijders, zoo
veel mogelijk na te gaan, in hoeverre de bewering,
dat in de groote meerderheid der gevallen de eigenlijke
cholera-aanval, zelfs gedurende eenige dagen, wordt
voorafgegaan door eene zoogenaamde diarrhaea prae-
monitoria, gegrond mag heeten. De opgaven, die wij
verkregen, strekken geenszins tot bevestiging dier be-
wering. Van de 163 lijders toch, aan wier mededee-
lingen wij meenden vertrouwen te kunnen schenken ,
verklaarden 106 zeer bepaald geene diarrhoïsche ont-
lastingen gehad te hebben, vóór den cholera-aanval;
bij 30 hadden deze zich denzelfden dag, waarop de
ziekte uitbrak, als eerste verschijnsel vertoond, terwijl
zij slechts bij 27 langer dan 24 uren (bij enkelen zelfs
8 à 14 dagen) vóór den cholera-aanval hadden aange-
houden. Van de overige lijders waren velen reeds niet
meer in staat eenige inlichting te verschaffen, deande-
-ocr page 46-
9
ren zoo onzeker in hunne opgaven, dat deze niet in
aanmerking mogten komen.
Ten opzigte van de in het cholera-hospitaal gevolgde
geneeskundige behandeling valt weinig mede te deelen.
Op grond der ervaring in vorige epidemieën verkregen ,
wordt algemeen erkend, dat geneesmiddelen op het
eenmaal ontwikkeld ziekte-proces geen gunstigen invloed
vermogen uit te oefenen. Wel zijn ook nu weder tal-
rijke zoogenoemde nieuwe middelen aangeprezen, doch
't waren deels reeds oude en sedert lang nutteloos be-
vondene, deels zoodanige, die wij ons niet gerechtigd
achtten bij onze lijders te beproeven, omdat wij er eer
slechte dan goede uitkomsten van verwachtten. Wij
meenden vooral ons te moeten onthouden van proefne-
mingen, omdat ook schijnbaar hopelooze gevallen soms
nog een gunstigen keer nemen, en 't ons niet geoor-
loofd scheen, eene mogelijke genezing in de waagschaal
te stellen, door 't aanwenden van middelen, waarvan
eene nadeelige werking, bepaaldelijk voor het reactie-
tijdperk , te vreezen was. Om deze redenen , hielden wij
ons in den eigenlijken cholera-aanval aan eene symptama-
tische en palliatieve behandeling. In het reactie-tijdperk
en gedurende de reconvalescentie kan echter hiermede
niet altijd worden volstaan. Wel is veelal eene goede
diëetregeling toereikend, om spoedige herstelling te ver-
krijgen , er blijven maar vele gevallen over, waar eene
meer ingrijpende behandeling vereiseht wordt, om de
herstelling te verzekeren of te bespoedigen. Het zou te
ver leiden hieromtrent in bijzonderheden te treden; want
het ligt voor de hand , dat in bijna elk individueel ge-
val aan bijzondere eischen moet worden voldaan. Eén
punt echter meenen wij opzettelijk te moeten vermel-
den, namelijk: de aanwending van koude douches op
het hoofd bij jonge kinderen, waarmede bij het intre-
-ocr page 47-
10
den der reactie een aanvang werd gemaakt, zoodra de
eerste sporen van hersenlijden zich voordeden, en die
geregeld om het uur, vervolgens om de 2, 3 of 4 uren
werden voortgezet, tot dat het gevaar geheel was ge-
                          t
weken. Wij schromen nief, de betrekkelijk gunstige
uitkomsten, bij kinderen tusschen het lste en 9de jaar
verkregen , voor een groot deel hieraan toe te schrijven,
wij zagen te dikwijls hare in den regel onmiddellijk
gunstige uitwerking zich bestendigen en aanhouden, om
er niet groote waarde aan te blijven hechten, en zouden
die overtuiging alleen dan kunnen prijs geven , wanneer
uit deugdelijke statistieke opgaven blijken mögt, dat
deze epidemie voor kinderen van dien leeftijd alge-
meen minder noodlottig is geweest, dan de vroegere
steeds waren.
De verpleging, welke aan de lijders ten deel viel,
was, wat ligging en voeding betreft, alleszins vol-
doende. Zij kon dit thans meer dan vroeger zijn,
tengevolge van de bovenvermelde overeenkomst door
Burgemeester en Wethouders met HH. Regenten der
vereenigde Gods- en Gast-huizen getroffen. Het is
vooral door de ijverige medewerking van den Econoom
van het Ziekenhuis en van zijne huisvrouw, dat de
genomen maatregelen in dit opzigt volkomen aan het
doel hebben beantwoord. Zij zorgden steeds, dat het
verlangde materieel, naarmate van de behoefte, op de
eerste aanvrage uit het magazijn werd beschikbaar
gesteld, en dat de hoedanigheid en toebereiding der
voor de verpleegden bestemde spijzen niets te wenschen
overlieten. De lijders, zoo wel als degenen, die hen
in het hospitaal bezochten, waren dan ook uiterst, te-
vreden met de goede verpleging, en de herstelden
betuigden bij hun vertrek daarvoor hunne erkentelijkheid.
Het behoeft naauwelijks vermelding, dat voor rein-
-ocr page 48-
11
heid en luchtverversching in het gebouw de meeste
zorg werd gedragen. De ziekenkamers werden geregeld
van tijd tot tijd ontruimd, schoon gemaakt en met
chloor berookt, hetgeen mogelijk was, doordien met
uitzondering van weinige dagen slechts, het hospitaal
nimmer geheel bezet was, en meestal een of twee ver-
trekken beschikbaar bleven. De excréta der cholera-
lijders werden onmiddellijk met chloorkalk bedeeld,
het gebruikte linnengoed, dekens, enz. alvorens aan
den bleeker te worden gezonden, voorloopig met chloor-
water gezuiverd. Bij hunne opneming werden de zie-
ken van de noodige kleedingstukken voorzien , terwijl
hunne medegebragte kleederen werden gereinigd en
gezuiverd; kleedingstukken, welke te versleten ofte
onrein waren, werden vernietigd. De herstelden, voor
zoo ver zij zulks behoefden , ontvingen , ingevolge uwe
beschikking, bij hun vertrek nieuwe kleederen. De
uitgaven, hiertoe vereischt, waren wel vrij aanzienlijk,
maar onvermijdelijk, doordien onze verpleegden bijna
allen tot de meest behoeftigen behoorden.
Wij achten ons gelukkig hier te kunnen mededeeien,
dat ook bij deze epidemie niet is gebleken, dat iemand
dergenen, die in het hospitaal met de cholera-lijders in
aanraking kwamen, daarvan een nadeeligen invloed
voor zijne gezondheid heeft ondervonden. — Wel is een
krankbezoeker. die geregeld de lijders bezocht, aan
cholera gestorven, en zijn een man en twee vrouwen,
die, afwisselend met anderen, tot het verrigten van
sommige werkzaamheden op de ziekenzalen dienst
deden, door de ziekte aangetast, maar er bestaat
alle reden, om aan te nemen, dat zulks geenszins
aan hun verblijf in het hospitaal moet worden ge-
weten. De eerste toch, een reeds bejaard man, be-
zocht tevens dag en nacht talrijke zieken ia ver-
-ocr page 49-
12
schillende gedeelten der stad; de laatsten , lieden uit
den behoeftigsten stand, keerden, na hunne dienst
in het hospitaal, in hunne woningen terug, in buur-
ten , waar veel chol era-ge vallen voorkwamen; de beide
vrouwen hadden bovendien andere lijders in hunne
woningen helpen verplegen. Ook voor de bewoners
der huizen in de straten en stegen nabij het hospitaal
gelegen, heeft deze nabuurschap geene schadelijke
gevolgen gehad. Dit gedeelte der stad toch behoort
tot die, welke het minst van de epidemie te lijden
hadden. Welligt is het voor een deel aan deze gun-
stige ligging van het gebouw toe te schrijven, dat zij,
die daarin met de verpleging der lijders belast waren,
gespaard bleven. — Een hospitaal b. v. in Wijk C of
M gelegen zou waarschijnlijk in dit opzigt minder gun-
stige resultaten hebben opgeleverd.
Het is voornamelijk aan het voortdurend toezigt en
aan de zorg der Diaconessen en R. K. liefdadige zus-
ters toe te schrijven , dat het materieel in zeer goeden
staat is gebleven. In weerwil van het veelvuldig ge-
bruik heeft het over 't algemeen weinig geleden , en
zijn slechts enkele voorwerpen onbruikbaar geworden.
Zoodra, bij het afnemen der epidemie, ook het ge-
tal verpleegden in het hospitaal veel minder begon te
worden, werd op een der zoldervertrekken een maga-
zijn ingerigt, tot berging van de wollen en linnen
goederen, en andere voorwerpen.
Het gebouw is thans genoegzaam van al het noo-
dige voorzien, om, zoodra de nood zulks mögt vorde-
ren , met geringe moeite en kosten , weder in dienst
gesteld te worden, en een 40-tal lijders op te nemen.
Bij het overdragen van het beheer over het hospi-
taal , met hetgeen zich daarin bevindt, op 3 Novem-
ber 1. 1., aan den Heer Stads-Architect C. Vermeijs, als
-ocr page 50-
13
door U. E. A. daartoe aangewezen, is aan dezen eene
volledige lijst van de voorhanden voorwerpen door ons
ter hand gesteld.
Het hospitaal werd voorloopig gesloten, terwijl slechts
in twe3 vertrekken eenige kribben met het noodige
beddengoed voorzien bleven , om desgevorderd nog
enkele lijders te kunnen opnemen. Deze voorzorg was
niet overbodig, omdat de epidemie nog niet als vol-
komen geweken kon beschouwd worden.
Wij mogen ons verslag niet eindigen zonder aan
Burgemeester en Wethouders dank te betuigen voor de
onbekrompenheid, waarmede zij ons in staat stelden,
om te 'voorzien in de verpleging der aan onze zorg
toevertrouwde lijders, ■—■ en zonder, althans met een
enkel woord, hulde te brengen aan de Diaconessen en
aan de R. K. Liefdadige Zusters, die met onvermoeiden
ijver en met de grootste menschlievendheid hare moeije-
lijke en niet zelden ondankbare taak hebben volbragt.
Wij erkennen volgaarne, dat het in de eerste plaats
aan hare medewerking is te danken, zoo het cholera-
hospitaal, hoe weinig geschikt voor ziekenverpleging
het op zich zelve ook moge zijn, toch gezegd kan
worden, in allen deele aan zijne bestemming te heb-
ben voldaan.
November, 1866.
Dr. M. IMANS.
Dr. C. LENS.
C. G. CRAMER.