-ocr page 1-
A AmSTEOAM Cliez PlESRE MORTIER , Avcc Privilege.
-ocr page 2-
Het Nieuw Stede Boek
VAN
A
E,
OFTE NAAÜWKEURIGE
BESCHRYVING
van OUD en NIEUW
R
M
N,
Het Vierde Deel.
inhoudende,
De Amphiteaters, Theaters, Schouwburge5Zegenbóogen,Tempels,
Piramide, Graafftede, Obelifcus, Kerken, Paleizen, &c.
Naarde Tekeningen van Zaliger den Heer JoanBlaeu, Schepen en
Raad der Stad Amjlerdam, vermaard door zyne Atlajjen en
Stede-boeken, door hem in het licht gegeven.
gilles naar de Origineelen, op de plaat zen afgeteekend9 nevens de Plaaten
diehy in zyn keven daar van heeft laat enJhyden
, waar van eenige
om naauwkeuriger te weezen, binnen Rome gemaakt zyn.
Waar by gevoegt zyn veele Steden , Havens, Kerken en andere
Gebouwen , naar de Roomfche Voorbeelden. &c.
In Ordre gefield.
TAMSTERDAM,
Door den Arbeid van PIETER MORTIER, Boekverkooper.
M D C C V.
Met Privilegie.
-ocr page 3-
Pag.
BESCHRYVINGE
VAN
OUD ROMEN
lykheid. Men vind langs deze groote Wegen
I. Plaat.
OMEN is de Hoofdftadvan
ltalïen. Zy was het eertydts
van een berucht Keizerryk,
en van het groofte gedeelte
der Wereld: en tegenwoor-
dig is zy het noch van de Chri-
^^^^^^^^^^ ftene Wereld.
Deze Stad word door haare heerlykheid,
oudheden , grootte , ende treffelyke dingen
die men 'er ziet , voor eene der fchoonften
van het Geheel al gehouden, Dionyftus Halt-
carnajjeus
verhaalt verfcheidene gevoelens noo-
pende haare ftichting : doch het is te geloo-
ven, dat Romulus haar heeft gefticht. Hy
maakte ze in't vierkant; en zy begreep den Ca-
pitolynjchen
en Palatjnfchen Berg.Dit gefchiedde
in het Jaar der Wereld 3301. in het vierde
Jaar der zevende Olympiade. Hy bouwde daar
vier Poorten aan, genaamd Trigonia, Mugo-
nia, Jandina,
en Carmentalis. In 't gevolg
van tyd wierd de Stad vergrootj en men
voegde noch vyf Bergen by de twee daar hier
voor af is gefproken, zonderde vyf andere
kleine. Tarqttinius Superbus bogon de Wal
len, welke voorheen maar van aarde waren
gemaakt geweeft, van goede fteen op te haa-
ien. Hun omvang begreep vyftig Italiaanfche
mylen , doch tegenwoordig maar dartien of
veertien. De groote Bergen van Komen wa-
ren de Captolinus, de Palatinas, d' A'vcnünus,
de Celitfs, d' Efquilinus, de Vmindis, en de
Quirinaüs. De mindere waren de Jamcula,
ècPincittS)
de Vatïcanus, de Citorianus, en
de Giordanus. Daar zyn achtien Poorten te
Romen De Poort van den Heiligen Geeft,
eertydts de Iriumphalts genaamd, ftrekte zich
van den l/aücanfchen naar den Capitolynfchen
Berg; en deze naam wierd 'er aan gegeeven
ter oorzaak dat'er de Thriumpheerders, of
Zegenpraalders, door inreeden. d'Ouden tel-
den tot dertig Poorten, welke beginfel gaven
aan zo veele groote Wegen, met ongeloofelyken
arbeid beftraat j zonder t'ontzien'tgeen tot de
duurzaamheid, en het gemak der Reizigers,
kon ftrekken. Ook zyn de grootheid der
fteenen, de gelykheid der robbeligfte plaat-
len, de gevulde valleyen, en de marmcre ko-
lommen van myl tot myl geplaatft, krachtige
getuigeniiTcn van een verwonderlyke Jbeer-
Deei. IV,
verfcheidene Waterleidingen, welke dienden
om het water in de Baden der Stad, Ibermrf ge-
heeten, te leiden, alwaar de byzondere lie-
den zich gingen waflehen en bereukwerken,
wordende het hout en d'olie door het Gemeen
befchikt; gelyk ook noch d' oveiblyfïelen
van verfcheidene Graffteden , die men daar
opgerecht had', vermits het verbooden was
hunne dooden in de Stad te begraaven. Daar
waren eertydts acht Bruggen te Romen: en
men telde daar ook achtien Fonteinen. Het
getal der Beelden was zo groot, en de ftraa-
ten en huizen waren 'er zo vol af, dat de wa-
gens op verfcheidene plaatfen niet door kon-
den ryden. Men ziet'er noch prachtige over-
blyffelen van , gciyk ook van de Kdoffen,
Pronknaalden, en voor al van de Kolommen,
ten welker opzichte men zich verwondert over
die van trajanus en Antoninus. d'Üudheid-
kenders fpreeken van omtrent vyf en veertig
Pronknaalden , welke te Romen waren,
daar'er tegenwoordig noch acht geteld wor-
den. De Paleizen warcn'er heerlyk, de Gedach-
ten magtig, en alle dingen zo wel geordonneerd,
dat men 'er zelfs verfcheidene Rioolen of
Kolken had óocn maaken , welke uitkwa-
men op een die zo groot was dat'er een wa-
gen met hooy gemakkclyk in kon. En't geen
daar men zich over moet verwonderen, is dat
de Schatmcefrers, die de zelve iomtydts lie-
ten ruimen, de vuiligheden , of rneft, tot voor
zes honderd duizend ryksdaaldes aan de Ho-
veniers verkochten. Ik fpreek niet van d'oude
Tempels dezer Stad. Men kan 'er zig de mee-
nigre lichtelyk af verbeelden door het groot
getal van Goden, die de Romeinen aanbaden.
Daar waren 'er niet minder als dartig duizend.
Romulus, eerfte Koning van Romen, had tot
Navolgers Numa Pomplius, clullus Hoftiliusy
Ancm Adartim
, %arquirrius 1-r'tfcus 3 Ser~
vitts ^lullius ,
en ^arquimus Superbus. De
wreedheid, gierigheid, en baldaadigheid van
dezen laatften bragten de Romeinen tot het
juk van zodanig een heerfchappy af te fchud-
den. Het geweld, 't geen zyn Zoon Sextus
aan Lucretia pleegde, was 'er de voorwending
af, in het :ufe. Jaar van de/lichting der Stad,
welke federt geregeerd wierd door twee Burge-
eefters, die men alle jaaren verkoos, 't en
are dat men in d'uiterfte noodzaakelykhe-
en het gantlche gezag aan een Diftator gaf.
e Burgemeefters hadden onder zich de Schou*
A                       ten,
-ocr page 4-
6                B E S C H R
Cen, de Gemeentflieden of Befchermers der
Gemeente, de Schat-, Bouw-, en Tuchtmee-
fters, d'Overheeren, en eenige andere Ma-
giftraatsperfoonen. Romen, geregeerd door de
Burgemeefters, maakte zich meeftereffe van
byna de geheele Wereld. Julim Cafar deed
zich na den Pharfalifchen Slag, omtrent het Jaar
708 of 709, 't geen het eerfte Juliaanfche
Jaar is , altydduurende DiBator verklaaren ;
en verachtende den tytel van Koning, haa-
felyk en onverdraagelyk aan de Romeinen,
nam hy dien van Imperator, welken men aan
de Generaals of Opperbevelhebbers van het
Leger gaf, als ze cen overwinning hadden
behaald daar ten minften twee duizend vyan-
den waren gefeuveld. Het fchynt, dat de
Schryvers al te groot opgeeven, wanneer ze
fpreeken van de magt, grootheid, heerlyk-
heid, en rykdommen der Romeinen. Voorde
Burgerlyke Oorlogen van Crffar en Pompeus
waren 'er negen honderd duizend Burgers bin-
nen Romen woonachtig: maar na d' overwin-
ning van Afrïca vond men'ermaar honderden
vyftig duizend: waar by indien men echter
voegt de Slaaven en Vreemdelingen, zal men
zien , dat 'er een vervaarlyke meenigte van
menfehen te Romen was. Het gewoonlyk
Leger ten tyde der Keizers beftond, volgens
jippianus en Plutarchus, uit twee honderd
duizend Voetknechten, veertig duizend Rui-
ters, drie honderd Olifanten, en twee duizend
Wagens ; en hunne Zeemagten uit vyftien
honderd Galeijen , met twee tot vyf riemen ,
en twee duizend Schepen. Zy hadden hon-
derd en feftig Koornfchuuren, een groot Ar-
fenaal of Wapenhuis, en twee plaatfen daar
2e hunne Schatten bewaarden. De paaien van
hun Gebied waren ten Ooften d' Euphrates,
het ilaurifche Gebergte , en Armenien \ ten
Zuiden Ethiofien , ten Noorden dcDonatt,
en ten Weften d' Oceaan. Doch men zal
beter konnen oordeelen van de magt dezes
Ryks, zo men overdenkt 'c geen de Schryvers
zeggen van die derbyzondere lieden, te wee-
ten , dat de rykdommen der Romeinen zo
overmaatig groot zyn bevonden, dat 'er meer
als twintig duizend geteld wierden , welker
inkomften genocgfaam waren om het gantfche
Leger der Republykeen geheel jaar te voeden.
hucullus was van dat getal. Men vond ook
na zynedood in zyn huis vyf duizend pakken
Kleederen : en de Viffchen van zyne Vyver
wierden verkocht voor dertig duizend Sefter-
tien.
Noch word 'er gezegt, dat de Romei-
nen ten tyde der Burgemeefters vyfen-feven-
tig duizend Egyptifche Talenten bezaten. Nu,
ieder deze Talenten kwam over cen met acht
duizend Ryksdaalders van het tegenwoordig
Geld; zulks dat vyf-en-feventig duizend Ta-
lenten , volgens onze rekening, zo veel zou-
den doen als zes honderd millioenen Ryks-
daalders. 't Zy hier mee zo 't wil: federt ƒ»-
Kus Ctffar veranderde de Republyk haaren
naam in dien van 't Roomfche Keyzerryk,ter
oorzaak van de regeering der Keizers. Confian-
tinus de Groote
voerde den Keizerlyken Stoel
over te Qonftantinopolen; en naderhand wierd
Y V I N G E
het Ryk verdeeld in het Oofterfch en h(
Wefterfch. Dit laatfte wierd verwoed doe
de Hunnen, de Gothen, de Vandaalen, e
verfcheidene andere Volkeren , welke in d
vierde en vyfde Eeuw Dmtfcbland, Spanjen
Italien, eti^frica
afliepen. De Franken zettede
zich neder in Gaulen , de Lombaarden i
Italien, de Gothen in Spanjen: en deze groc
te Monarchie zag zich in weinig tydts c
deeling der Natiën , welke voor barbaare
wierden gehouden. Het Oofterfche Keizerry
is de zelve omkeeringen onderworpen g<
weeft, en, na dikwils gewaggeld te hebber
eindelyk in de handen der Ottomannen geva
len. 't Wefterfche Kcizerryk wierd herfteldi
den perfoon van Charlemagne, of Karet de
Grooten^
gekroond door Paus Leo den IIldef4
Maar de glorie van Romen in 't byzondet
'er niet minder ge weeft, zynde de Zetel va
den Eerften Biffchop der Wereld gewordei
De Chriftelyke Godtsdienft veftigde zich da;
als in haar middenpunt j hoewel verfcheider
Keizers die met een uitfteekende woede hel
ben vervolgd , en andere zich beroemd <
zelve uitgerooid te hebben. Alle de Pauft
hebben hunnen zetel te Romen gehouden, c
zyn meefters geworden van Komen en van all
't geen de Kerkelyke Staat en het Tatrimon
of Erfgoed van S. Tieter word geheeten;
geen zy verkreegen hebben door de dappe
heid en mildheid der Allerchriftelykfte K
ningen. Men moet niet vergeeten, dat de
Stad, die over zo veele Volkeren heeft gez
genpraald, zelve het onderwerp der zege
praalen van verfcheidene Natiën is geweeft. t
Gaulooizën maakten 'er zich meefter af ond
het beleid van Brennus, geduurende de r
geering der Burgemeefters, in het jaar 3e
na haare ftichting. Alari^ veroverde ha
in den Jaare 410 van onze Zaligheid. Cje
(erii^in
455. Odoacer in 467. cIotiia in 54
En in dezeftiende Eeuw wierd ze veroverd 1
geplunderd in het Jaar 1^27. door het Leg
van Keizer Karet den Vdm , gecommandee
door den Konneftabel de Bourbon , die '
het leven liet. Maar niettegenftaande alle d
ze rampen is Romen echter altyd groot, ry
fchoon, en heerlyk gebleeven. Deze ve
maardeStad is zo bevolkt, dat'er meer als dr
honderd duizend zielen geteld worden , b
halven acht duizend Jooden, welke hunne b
zondere Wyk hebben. Zy is vervuld m
fchoone Paleizen verrykt met oude Werkftu
ken, en verzeld met Tuinen of Hoven die <
Romeinen JVyngaarden noemen, welke do*
hunne curieusheden, fonteinen, en heerlyi
heid het plaizier en de verwondering van (
gantfche wereld maaken. Onder de Paleiz<
worden voor de fchoonfte gehouden die v:
et Ifatikaan , Monte - Cavallo , en S. Jt
an Latrunen.
Ook zyn ze het werk d
eerlykheid en mildheid van verfcheidene Pai
en. Het Kaftcei S.Angelo, of Engelenburg
s de Burgt van Romen. Men gaat 'er hec
an het Vatïkaan door een Galdery. De;
rachtige Stad begrypt twee-en-twintig du
end Huizen , twee-en-negentig Parochiet
ft
-ocr page 5-
VAN OUD ROMEN.
d''^Amphitheaters niet voor de minfte gerekend.
Men ziet'er noch een te Romen, 't geen men
gemeenlyk het (plijeum noemt. Het twede is
te fórona; en het derde te Pola, Stad van
Ifirien. Wy zullen van dat van Romen fpree-
ken, om dat het d'anderen verre te boven
gaat, door zyne grootheid , regelmaatigheid
van bouwkunde, en heerlykheid van alle des
zelfs deelen. fojpaft anus deed dit beruchte
Gevaarte aanvangen; Tüus voleindigde, en
wyde of droeg het op ; en Domitianus ver*
cierde het noch naderhand, 't Is gelegen in
het midden der Stad. ^Auguflus had die plaats
alreedts tot een diergelyke onderneeming ver-
ordend. Ik geef hier het plan of grondbewerp
van dit Gebouw, het profil, benevens de
fcenographie of perjpe&ive , op dat men 'ec
d'inwendige gefteltenis ondericheidentlyk af
moge zien. De vier Orders der Arcbiteiïure ,
of Bou wkonft, zyn 'er in waargenomen, d' Eer-
een-en-veertigNationaale Kerken, vier-en-fef-
tig Mannen-en meer als veertig Vrouwenkloo-
sters, dartig Hofpitaalen of Gafthuizen, hon-
derd en 2es Gezelfchappen van Boetvaardi-
gen , en verfcheidene Collegien. De zeven
voornaamfteKerken zyn S.fan van Latranen^
S.Pieter van het Vaü\aany S. Paulus buiten
de Muuren
, S. Maria *ZMaggiore> S. Laurens
buiten de Muuren
, S. Sebaftiaan, en't Heilig
Kruis in Jerufalem.
De Ker^ van S. Pieter
is het prachtigfte Gebouw, 't geen men ooit
heeft gezien.
Metaale Jfbeeldfel van een Wolvin pogende
ROMULUS en REMUS
In het Capitolie
ROMEN.
te
II. Plaat.
Dit Af beeldfèl vertoont u den eer-
ften oorfpronk der Stad Komen,
onder het zinnebeeld van een me-
taale Wolvin, met de Tweelingen
Romulus en Remus die zy zoogt.
Dit Stuk is zeer oud. Men ziet
het in het Capitolie te Romen.
fte Verdieping is Dorifch, de twede Iönifch,
de derde (printifch , en de vierde Romeinfch.
Het gantfche Gebouw beftaat uit fteenen van
^l'tvoïi-, en is zo groot van omvang, dat het
zeven-en-tachtig duizend Aanfchouwers kon
begrypen. d'Ingangen en Poorten eindigen
altemaal van den omring tot aan het midden-
punt. Door de verbeelding van hetprofit ziet
men niet alleen het Park, maar ook de Zir-
plaatfen , welke gefchikt zyn op een wyze
dat het Volk zeer gemakkelyk de Spellen,
en de Gevechten der Schermers en Beefien,
welke dikwils in deze plaats vertoond wier-
den, kon aanfehouwen. In't begin zaten alle
d' Aanfchouwers onder malkander: maar na-
derhand ordonneerde men , dat de Raadtshee-
ren afzonderlyk geplaatft zouden worden;
daar het Volk zeer moeijelyk over was. Alle
de Zitplaatfen waren ondertuifchen zo wel
verordend, dat de gecnen, welke laat tot de
Schouwfpellen kwamen, of die'er voor d'an-
deren uitgingen , zulks zonder belemmering,
en zonder iemand moeijelyk te vallen, kon-
den doen. Vervolgens ontdekt men de Kel-
ders, daar de Beeften in opgeflooten waren.
Men ziet ook de Trappen der Galderyen,
welke zo gemakkelyk gebouwd waren, dat
de geenen, die op of nedergingen, malkander
niet en verhinderden. Gelyk de Muuren van
buiten opwaarts verminderen, volgens d' Or-
ders der Bouwkonft, was het Gebouw boven
enger; 't geen het vafter maakte. Dit is zo
waar, dat eenige uitwendige deelen dezer
Muuren noch t'eenemaal heel en gaaf zyn,
niettegenftaande het ongemak der tyden en
d'andere verwoeftingen ; daar in tegendeel
d'inwendige deelen ten meerendeele tot aan
de grondveften verdelgd zyn. Hier is geen
andere reden van, als die manier van de dikte
der Muuren te verdunnen, na de maat dat
men ze optrekt; 'tgeenallengskens de fwaarte
van boven vermindert. De Venetiaanen heb-
ben het tegendeel in gebruik: want zy bou-
wen de buitenfte gedaante der muuren per-
pendiculair, of loodrecht, en neemen de dik-
te van binnen weg. 't Geen dit Gevaarte
daar en boYen noch veel verlichtte, is dat 'er
A 3                   geenig
E N
RUIN ^^^^
DER
OUDHEDEN
III. Plaat.              *
Deze Plaat wyft aan de verande-
ring , welke de Gebouwen door
den tyd zyn onderworpen.
CampoVaccino, te ROMEN.
IV. Plaat.
Deze Plaats word gemeenlyk geheeten
Campo JSaccino, al> of men zeide &ü]Jmarkf.
Z v is gelegen tuffchen het Capitolie en het *Am-
phitheater
van Titus Fefpafianm. Deze naam
kan'er wel aan gegeeven zyn wegens dat men
•er eertydts een metaalenOs had geplaatft, of
wel om dat ze diende tot een Markt voor
De Plaat vertoont
d'ÜfTen en de Koeijen.                m
haar zodanig, als ze tegenwoordig is.
Jmphitheatmm Fl. Vefpafiani
gemeenlyk
I L
C O L I S E O.
Amphitheater van Vefpafknus,
of het Colifeum.
V. Plaat.
Onder de prachtige Gebouwen, welke de
Roomfche Keizers deeden ftichten, wierden
-ocr page 6-
4                B E S C H R
geenig Geweïffel was 't welk het van bo-
ven verfwaarde» Het droeg ook geene Gal-
dery. Zy wierden onderfteund door balken,
die men , wanneer ze verrot waren , ver-
nieuwde. Men moet ook aanmerken , dat de
benedenfte Zitplaatfen hoog genoeg boven
het Park waren, om te beletten dat 'er de
Beeften by konden fpringen. Ookwas'er noch,
tot grooter verzekerdheid , een Baluifter en
een tamelyke breede Gang voor; gelyk men
gemakkelyk uit het af beeldfel van het profil
kan zien. Om nu te fpreeken van de Ko-
lommen in'c byzonder: ik zeg, dat die van
beneden van de Dori/che Order zyn; hoewel
aan de Fries en d''Architrave verfcheidene
Ornamenten, welke deze Order verzeilen,
ontbreeken. De Kolommen van de twede
verdieping zyn lönifihe • 'c geen de Voluten
aanwyzen. Op de derde Verdieping zyn de
Kolommen van dé (printhifche Order geplaatft.
Zy zyn echter al te grof voor de tederheid
van hunne Ba/relieven, indien men 'er de Qt-
piteelen,
welke echter fwaar genoeg zyn ter
oorzaak van de hoogre der plaats daar ze
ftaan, of uitzondert. De vierde Verdieping is
van Kolommen der Order, die den naam van
(pmpofita voert, welke anderen de Romeinfihe
of Latjnfóe noemen, ter oorzaak dat de Ro-
meinen die uitgevonden hebben. Eenigen
geeven'er ook den naam van d' Italiaanfche Or-
der aan. Echter word ze met meerder reden
de Compofita, of de te fimengeflelde, (gemen-
gelde)
genoemd , om dat ze te famen gefteld
is uit ftlönifchcen (printhifche. Sommigen wil-
len ondertuffchen, dat deze vierde Order
Vvaarïyk Corinthifch zy; en beweeren , dat haa-
re afdeelingen hun gevoelen beveftigen. De
Fries van deze vierde Order is verzeld met
fleekbalkenj 't geen elders niet gebruikt word
Ik zal aan de geenen, welke weeten willen
waarom de Romeinen dit Gevaarte met de
vier Orders der Bouwkonft vercierd hebben,
daar in tegendeel hunne andere Amphitheaters,
by voorbeeld dat van f^eronaen dat van Pola,
maar gefticht zyn volgens een eenige Order,
te weeten de loskaanjche, die grof is: ik
zal hun ten antwoord geeven , zeg ik , dat de
Romeinen, welke Overwinnaars vanden gant
fchen Aardbodem waren, en voornaamentlyk
van de Volkeren daar de bovengemelde Orders
bunnen naam af ontleend hebben, de voor-
noemde Orders in de benedenfte Verdiepin~
gen van dit Gebouw hebben gefteld, als zin-
nebeelden van die Volkeren ; en dat zy daar-
entegen in de bovenfte hunne Order, te weeten
de Romeinfihe, hebben geplaatft: om te ken-
nen te geeven , dat zy, die zo veele Natiën onder
het juk hadden gebragt, hen ook in de Kon-
ften te boven wilden gaan, en dat hunne Wer-
ken boven die der andere Volkeren uitftaken.
Doch laat ons weder tot ons onderwerp kee-
ren. Het Park van dit Amphitheater is niet
gelyks de grond, maar eenige treeden, wel-
ke een voet hoog en breed genoeg zyn om ze
gemakkelyk te konnen opgaan, meer verhe-
ven, De fteekbalken, die men boven de ven-
fters ziet, dienden tot fteunfel aan yzerc haa-
Y V I N G E.
ken , daar men de zeilen, waar mede men het
gantfche Amphitheater bedekte, om 'er voor
de zon, regen,en kwaad weer bedekt tezyn>
aan vaft maakte. Ik laat den verftandigen Leezer
ondervorfchen , waarom alle deze Kolommen
van een gelyke dikte zyn: 't geen ftrydig is
tegens de regelen van Vitrwvius; welke wil,
dat de Kolommen van de twede Verdieping
een vierde dunder moeten weezen.
VI. Maat.
't Amphitheater van Vefpafianus, zoda-
nig als men het tegenwoordig te
Romen ziet.
VIL Plaat.
Platte Grond van het Amphitheater of
Coltfeumtc Romen.
AMPHITHEATER
van
STATILIUS TAURUS.
VUL Plaat.
Staüüus laums voltooide dit tAmphithea-
ter
, 't geen gelegen is in het Fdd van Mars
te Romen. Ten tyde van Augufius, en ook
naderhand , was dit Gebouw zeer vermaard *
en van een groot gebruik. Het brandde af
onder de regeering van Nero, gelyk Sueto-
nius
in het leven van Caligula verhaak.
AMPHITHEATER
van de
KRYGSKNECHTEN.
IX.  Plaat.
Dit Gebouw, 't geen wy het Amphithea-
ter der Krygsknechten
hebben genoemd , was
gelegen ter plaatfe daar d' Efcpttilinifcbe Muu-
renzyn, en dient aan de zelve tot fteurifel. Het
ftrekt zich byna tot aan de Kerk van het Hei-
lig Kruis in femfalem.
Eenige hedendaagfche
Schryvers willen, dat dit Gevaarte eertydts
met maffive fteehen bekleed zou zyn geweeft:
maar de Pilaaren en Muuren , Welke noch in
weezen zyn, wyzen uit, dat het van gebak-
ken fteen was.
THEATER van MARCELLUS
X.  Plaat.
De Keizer Augnftns bemerkt hebbende van
wat nutheid het theater van Pompeus was,
deed dit tufichen het Capitolie en den Tyber
ftichten. Men ziet 'er tegenwoordig grooter
overblyffelen van als van dat van Pompeus. Dit
Gebouw wierd voornaamentlyk beftierd door
de
-ocr page 7-
A N OUD
de zorgen van 08a<uia , Zufter van Jiugtu
ftus
: maar ^uguftus den naam van Marcel-
lus
willende vereeuwen , wyde het aan hem,
ROMEN.                 5
door het Kanaal omringd word , en blootlegt,
heeft men gewelfde Kelders, daar men de Paar*
den, welke aldaar op^flooten zyn , uit doet
opkomen. De Schouwburg is van buiten om,
vangen met een overdekte Galdery, daar d'Aan.
lchouwers doorgaan en opklimmen naar de Lo*
ges die 'er boven zyn; zulks dat er niet de min-
Itc verwarring ontftaat onder een zo groot ge-
woel van menfehen welke in en uitgaan. Al.
dus maakt Dionjftns ons de befchryving van de
grnote Circus of Schouwburg. Dit Gevaarte
heeft door het ongemak en langheid der ty-
den veel van zyne oude heerlykheid verlof
NAUMACHIA,
of Scheepsftryd van den Keizer
DOMITIANUS.
XI. Plaat.
Men plaatft in het Veld van Mars, by het
Kloofter der Monniken van S. Syhefter , de
Naumachia van Domitiantts. 't Was een Ge-
bouw, daar Gevechten op het water vertoond
wierden.
ren.
Circi Maximi XIIL Plaat.
Verbeeld de Groote Schouwburg
en het Paleis van den Keizer , zo-
danig als men ze tegenwoordig te
Romen ziet.
Circus Maximus.
de GROOTE SCHOUWBURG.
XII. Plaat.
Dit was het eerfte Gebouw , 't welk tot
d'openbaaré Schoüwfpellen wierd verordend
<Iarquwius Prifcus , vyfde Koning der Romei-
nen , deed het ftichteh. Vervolgens wierden
'er meer anderen gefticht. P. ViBor telt 'er
tot acht of negen. Deze plaats voerde den
naam van Circus , ( een ronde kring of rond
perk ) ter oorzaak dat ze omringd was met
Loges om d'Aanfchouwers teplaatfen, en dat
men verfcheidene kceren in deszelfs omvang
deed , ten einde de pracht der Spellen te beter
te doen zien. De Paardeloopen gefchiedden
hier mede. Daar is een aanmerkenswaardige
paflagie in het gdc. Boek van Dionyfius Hali-
carnaffeus
noopende deze (Invn <?£ Scboftw-
burg. Tarquinius Prtfcus
,.zegt hy , was
de eerfte die zitplaatfen liet maaken in de
Groote Schouwburg , welke gelegen is tuf-
chen den Palatyn/chen en den ^Avent^n-
SCHOUWBURG van FLAMINIUS,
XIV. Pladt.
Van alle de Schouwburgen, welke men tegen-
woordig te Komen onder de ruïnen enpuinhoo-
pen ontdekt, was die van Flaminiits de fraaifte
en oudite na de Cjreote Schomvburgi Men
noemde ze van te vooren Circus sipollinaris ,
om dat ze dicht byden 'lempel van nApollo ge-
legen was. Titus Livius en Plutarchus zeggen,
dat ze maar van hout, en plomp gebouwd was;
dat het zelfs maar een grondbewerp of platte
grond van een Schouwburg was, afgetekend in
de Flaminifche Velden, aldus geheeten na den
OudenFlaminius; maar dat naderhand C. Fla-
minius,
ziende dit Gebouw byna t'eenemaal
i^^^^^^^^^^^^^^^^^^H: ei "'l'     vervallen, het weder oprechtte, vergrootte, en
fchen Ber2 : want van te vooren Itonden
          , / ,          c r .            &          ' ,f
jimn ccig                                                           met der Vyanden roof verrykte : weshalven ik
H'Ainfchouwers over eind. Daarenboven ltel- irj' i
          ji i c i , i
ü Aanicauuwu uv^ t                                       geloot dat men het om die reden de Schouwburg
c\e hv deze zitölaatfen in zekerheid, door net   & v, .             .                                      &
middel van een houten dak onderfteund met
balken. Hy verdeelde ook de Loges in dar-
tig Wyken , of Parochien ; op dat de gee-
nen , welke van een zelve Wyk waren, by
malkander mogten zitten. Dit Gebouw
wierd in gevolg van tyd een van de fchoon-
fte cieraaden der Stad. Het heeft twee dui-
zend twee honderd en vyf voeten in de
langte, en negen honderd vyftig in de breed-
te ; en is aan drie zyden omringd met een
Kanaal van tien voeten breed en diep, om
het water t'ontfangen. Achter dit Kanaal
ontmoet men drie Galderyen , welker laag-
fte fteene zitplaatfen heeft , reizende op-
waarts op de wyze van een heuvel , even
eens als in de theaters. De zitplaatfen der
twede zyn van hout. Deze twee Galderyen
worden te famen gevoegd door een darde ,
welke zich vertoont op de manier van een om-
gekeerde halvemaan : en alle drie maaken
ze te famen een Amphttheater uit van dui-
zend treeden in de rondte , 't geen hon«
derd en vyftig duizend menfehen kan bevat-
ten. Aan de zycfc der Schouwburg die niet
Deel IV,
SCHOUWB URG
VAN
C A R A C A L L A: j
XV. Plaat.
Deze Schouwburg , die gelegen ïs op den
Weg van Appius, drie ItaliaanfchemyJen van
de Stad , vertoont zich ter flinker hand van de
geenen die naar de Kerk uan S. Sebafiiaan
gaan , dicht by de welke zy gelegen is. Zy
heeft het minft van het ongemak der tyden
geleeden. Men gelooft gemeenlyk, dat *e
gefticht is door *Antoninus Caracalla.
PaUtium Vetus Qafarum
Het KEIZERLYK PALEIS,
te Romen.
XVI. Plaat.
Het Reizerlfi Paleis , aldus genoemd na
B                             <fen
-ocr page 8-
6                  B E S C H R
den Palatynfcben Berg. Deze Berg wierd eer-
{lelyk bewoond door Romnlus, en vervolgens
door Nullus Boftilius. 't Was de Zetel van
het Roomfche Ryk , en de Woonplaats der
Vorften. Sedert O&avius Augujlus hebben
alle de Roomfche Keizers hun verblyf in dit
Paleis gehouden.
Arms Imp: Gallieni.
ZEGENBO OG
van den KEIZER
GALLIENUS
te Romen.
XVI. Plaat.
Is zodanig als men tegenwoordig
ziet. De verklaaring of uitleg-
ging van dezen Zegenboog vind
men in de XVII. Plaat.
Y V I N G E
woeft , het gantfche Landfchap onder het juk
gebragt , en verfcheidene duizenden van joo-
den gevangen genomen, welke zyneTriumph
volgden. De Schatkift des Tempels van Je~
ru/alem
verfcheen in deze Staatfie , gelyk ook
de goude Tafel en de goude Kandelaar. De-
ze Zegenboog is gebouwd van wit marmer, en
de platte grond met groote regulierheid in
verfcheidene parken verdeeld. In het mid-
denfte , zynde het grootfte , vertoont zich
fupiter , zittende op een Arend. Laager ,
aan beide de zyden , ziet men marmcre bafre-
lieven
, welke aand'eenezyde de Kandelaar en
de Tafel van het Heilige van ferufalem , die
door de Romeinfche Soldaaten in het Capito-
lium
gebragt worden , verbeelden , en aan
d'andere den Keizer Titus zegenpraalende op
een Triumph wagen getrokken door vier paar-
den , mitsgaders de Vi&orie , of Overwin-
ning , welke hem een kroon op 't hoofd zet.
Dit is d'oorzaak , dat de Jooden , noch hui-
den ten dage, hoe dringende de zaak ook mo-
ge weezen , welke hen heen voert naar de
plaats daar dit Gedenkteken ftaat, liever fom-
tydts een halve myl uit den weg willen wy-
ken , om niet onder dezen Zegenboog door te
gaan. 't bchynt, dat zy het Gedenkteken
van een verdelging, die zy wel verdiend heb-
ben , niet zonder fchaamte durven aanichou-
Arcus Cjallieni.
ZEGENBOOG
VAN
GALLIENUS.
XVII. Plaat.
De Zegenboog van Gallienus ftaat op den
milynfcben Berg, naaft de Kerl^ van S. f^i-
tus.
Hy wierd niet opgerecht door order van
den Raad en het Volk van Romen: maar een
byzonder Man , Adarcus Aurelius ViSor ge-
heeten, droeg 'er de koften af, en wilde daar
mede betoonen de genegentheid welke hy had
voor Licinius Gallienus en Cornelia Salonina ,
des zelfs Gemalinne Dit Gevaarte is gcfticht
van Tivolifche marmer : doch de fteenen zyn
niet gepolyft. Men ziet 'er d'oude heerlyk-
heid der Romeinen niet aan. 't Ryk en de
fraaije Konften begonden onder Gallienus ^ die
een luije Vorft was , te vervallen. De mid-
denfte Boog is open : de twee anderen , aan
elke zyde , zyn toegemetfeld. Eenigen ge-
looven , dat men daar Statuén of Zegenteke-
tien in geplaatfl: had.
Arcm Imperatoris liti Fefpajïani.
ZEGENROOG
van den KEIZER
TITU5 VESPASIANUS,
XVIII. Plaat.
Deze Zegenboog , welke van de regelmaa-
tigfte Bouwkunde is die men kan zien, en be-
dekt met zeer wel uitgevoerde ba/r'dieven ,
wierd opgerecht door den Raad en het Volk
van Romen tereere van den Keizer Titus, na
Jdat hy de Stad Jerufakm had veroverd en ver-
wen.
Arcus Lmii Septimii Severi Augufti,
e regione Romani Fori.
ZEGENBOOG
Van LUCIUS
SEPTIMIUS SEVERUS,
tegen over de Markt te Romen.
XIX.  Plaat.
Dezen Zegenboog liet de Raad oprechten
aan den voet van het Capitolie, naar de kant
van de Markt, ter eere van Lucius Septimius
Severus
en zynen Zoon Antoninus. Dit Ge-
vaarte , 't geen van wit marmer is , beftaat
tegenwoordig noch byna in zyn geheel , hoe-
wel het voor een gedeelte te famen gefteld zy
van den roof der andere Werken. Het i$
aan alle kanten vercierd met verfcheidene zeer
fchoone Beeldwerken. De Bouwkunde van
dezen Zegenboog is van d'Order die men Com-
fojtta
noemt: en de treffelyke daaden van den
Keizer Severus, in den Oorlog tegens de Par-
then , zyn 'er verbeeld in bajreltefop vier groo-
te Tafelen , te weeten twee aan elke voorzyde,
onder ieder der welken een kleine lange is, mede
belaaden met ba/relieven in 't klein.
Arcus Septimi Se ver i in Foro Boario.
ZEGENBOOG
van SEPTIMUS SEVERUS
op d'OïTemarkt te Romen.
XX.  Plaat.
Men ziet md'Infcriftie, of het Opfcbrift,
dat
-ocr page 9-
X
VAN OUD
dat de Goudfmeden en Kooplieden dezen Te-genhoog oprechtten tei eere van Septimus Seve-
rus,
van zyne Gemalinnc Julia tAugufta , en
van zyneZoonen Antoninusen Geta: maar de
naam van Geta. wierd na zyne dood wegge-
nomen door order van zynen Broeder Anto-
mnm
; gelykmen ontdekt uit de letters die men
uitgedaan en veranderd heeft , voornaament
lyk deze woorden Procos. Fortissimo. Feli-
cissimoq]Je. Principi.
N.               7
pjen zich bediend
heeft van de Cieraaden der Zegenboog van den
Keizer trajanus , om 'er deze mede te verde-
ren. In der daad', men ziet boven aan de twee
Voorzyden vier Tafelen belaaden met Schil-
den , Gevangenen, en de verbeelding vaneen
Gevecht te paard, alremaal in bajre'ief uitge*
houwen met groote tederheid en netheid, mits-
gaders het Afbeeldfel van trajanus • daar in
tegendeel de kleine Tafelen , welke ondir de
Schilden zyn , in de fpatien tufïchen de Kolom-
men , en waar op de braave daaden van Con*
ftantinfts
in bafreliefiyn verbeeld , op verre na
met de zelve cierlykheid en netheid niet zyn
uitgevoerd. Op de Voorzyde dezer Zegenboog,
welke zich naar den Weg van Appius ftrekt,in
de fpatie die tuflehen de Kolommen is , ziet
men deze letteren , SIC. X. SIC. XX. welke
betekenen , dat , alzo de geloften voor tien
jaaren gelukkiglyk vervuld zyn , men ook
wenfcht , dat de geloften voor twintig jaaren
gelukkiglyk vervuld mogen worden. Op
d'andere Voorzyde , welke naar het Ampbi»
theater
ziet, heeft men deze woorden , VO TIS.
X. VOTIS. XX. 't Was de gewoonte der Ro-
meinen geloften te doen voor de gezondheid
hunner Vorften in het tiende Jaar van der zel-
ver Regeering; gelyk zy 'er ook deeden voor
twintig en voor dartig Jaaren : wcshalven eeni-
gen g^ooven^At deze Zegenboog niet aanftondts
na de nederlaag van Adaxe?itius wierd opgerecht,
maar eerft in het tiende Jaar der Regeering van
Conftantinus, of ten miniien dac ze niet eer vol-
trokken wierd.
in welker plaats zygefteldhebben
Et P. Septimio
GET/fi. NöBlLlSSlMO. CiCSARI.
en by de woorden Parthici.
Maxi ml Erittaivnici. Maximi.
heeft men gevoegd den naam
van Geta
Et. F. Septimii.
GetJE. NOBILISSIMI. CiESARlS.
Men bemerkt dit ook uit den bynaam van
Brittannkm, dien A?itoninus eerft langen tyd
daar na aannam, Aan d'eene zyde van het
Opfchrift ziet men Herculessen aan d'andere
Bacchus : want zy waren alle beiden de Be-
fchermers van SeDerus. Maar het Beeltenis
van Bacchus is door den tyd vergaan , of wel
verfchoolen in de muur der Kerk. van S. Joris
met den hoek van dezen Zegenboog daar ze ne-
vens ftaat. De Pilafters zyn bedekt met baf-
relieven
, verbeeldende d'Arenden der Legioe-
nen , met Schilden , en de BeeltenilTen van
Severus en zyne Zoonen: en daar onder ziet
men de toeruiling van een Offerande, het Of-
fer , den geenen die het bereid , en die het
met de byl dood.
Arcus PortugallU.
ZEGENBOO
van
PORTUGALL
XXII. Plaat.
I A.
(pnftantini Maximi Arms.
ZEGENBOOG
Men kan niet zefcerlyk bepaalen , ter eere
van wien deze Zegenboog is opgerecht. Eeni-
gen fchryven den zei ven toe aan den Keizer
Claudius, anderen aan Drufus: maar het is zon-
der eenigen grond. De marmere Ba/relieve»,
welke aan beide de zyden in de fpatien tuifchen
de Kolommen zyn, verbeelden aan d'eene zyde
de Vergodingvani^a/rïwtfen Marcus Aureliusy
en aan d'andere M arcus Aurelius zelve , ofwel
Lucius Ferus, bezig met verzoekfehriften t'ont-
fangen , ofmildheden uit te deelen. Men
zou derhalven lichtelyk dezen Zegenboog aan
die Keizerstoeèigcnen , indien de ruïnen van
Gebouwen laater als de tyden der Antoninen,
daar de zelve af isgefticht, niet uit weezen dat
ze opgerecht is na de branden en verwoeftin-
gen welke de Stad Romen van de kant der Bar-
baaren heeft geleeden ; 't geen men noch zien
kan aan de Kolommengebruikt tot dit Gebouw,
van de welke men het voorite gedeelte, gefchon*
den door de vlammen , na binnen had gekeerd.
Daarenboven was de Fries, van verfcheidene
ftukken zonder regelmaat igheid te iamen ge-
3 i                            fchikt,
van
CONSTANT
INÜ
E N
den G R O O T
XXL Plaat.
By het Amphitheater van litus Vefpafianas,
't welk men gemeenlyk het Colïfeum noemt ,
ftaat de Zegenboog van Conflantmus denGrooten.
Zy wierd opgerecht door den Raad en het
Roomfche Volk ter eere vznConftantinus, we-
gens d'ovcrwinning welke hy op ^Maxentius
had behaald. De Stattiên en Ba/relieven maa-
ken het fchoonfte cieraad van dit Werk, 't geen
van wit marmer gebouwd is. Hoewel het
ten meerendeele bedekt zy met aarde cnpuin-
hoopen , en dat het veel geleeden heeft door
het ongemak der tyden , is het echter noch
van een ongemeene hoogte. Men mcent,dat,
gelyk de Beeldhouwkunde zeer vervallen was
-ocr page 10-
BESCHRY.VINGE.
fchïkt, niet geproportioneerd : en de Pedeftal-
len hadden gantfch geen merkteken van die
goede fmaak der Oudheid. Voegt 'er noch by,
dat de plaats , welke dezen Zegenboog omring-
de , niet overeenkwam met den ouden Weg van
Flaminius: maar zy lag gelyk met een Weg die
naderhand gemaakt, en noch in weezen is ,
zynde hooger als d'andere. Dit alles, en de
puinhoopen der Markt van tAntoninus, die 'er
dicht by gelegen was , en daar deze Zegenboog
af te famen is gefteld, bewyzen , dat het een
modern of hedendaagfch Werk is. Paus sAlex-
ander de lfllde.
liet het met d'andere Gebou
wen, welke den Weg van Flaminms belemmer-
den , affmyten, en 'er de Bafrelieven af op het
(aptool brengen.
hy het Volk het vierde deel der ïmpoïlenhad
kwyt gefcholden.
8.  IMP.CiES.DOMIT.AUaGERM.COS.
XVII. CENS.PERP.P.P. HetHoofdvart
Domitianus. Aand'andezynde, etnZegen-
boog
opgerecht ter eere van Domitianus ter
oorzaak der overwinning behaald op de Duit-
fchers en Daciers.
9.  IMP. C£S. DOMIT. AUG. Het Hoofd
van Domitianus. Aan d'andere zyde , eert
Zegenboog dien Domitianus voor zich liet op-
rechten uit de brokken van verfcheidene an-
deren* welke in deze en gèene Wykcn der
Stadftonden.
10.  IMP. CJES. NERVJE. TRAJANO.
AUG. GER. Het Hoofd van Trajanus, Aan
d'andere zyde, een Zegenboog belaaden met
de Zegentekenen der Overwinning behaald
in Duit/chland.
11.  IMP. CMS. NERVM. TRAJANO-
AUG. GER. DAC. Het Hoofd van Tra-
janus.
Eenigen willen, dat de Zegenboog ,
die aan d'andere zyde ftaat, opgerecht zou
weezen ter eere van Trajanus wegens d'o-
verwinning welke hy op de Daciers behaal-
de. Anderen meenen, dat het een Tempel
is, gewyd aan fupiter Qaptoïmm, en dat dit
Gebouw vercierd is met een Wagen en Ze-
gentekenen van Daden.
12. ANTONINUS. PIUS, AUG PONT. TR.
P. VIL Het Hoofd van *Antoninus (aracal-
la.
Aan d'andere zyde, een Zegenboog op-
gerecht ter eere van Senjerus en Antoninus na
dat zy de Parthen , d'Arabiers , en de Vol~
keren van Adiabene hadden gdlagen.
Zegenboogen der Keizers , welke
eertydts te Romen waren , en die
men tegenwoordig niet en ziet als
op oude Medalien.
XXIII. Plaat.
't Hoofd van Auguflus zonder eenige legende
rondom. Aan d'andere zyde , een Zegen-
hoog
, opgerecht door den Raad en het Room-
fche Volk ter eere van Auguflus en Lucius
VintQÏus,
een der drie Muntmeefters.
't Hoofd van Auguflus met dit omfchrift:
IMP. CjESARI. AUG. COS. XI. TR.
P. VI. S. P. Q.. R. Aan d'andere zyde,
een Zegenboog, gewyd aan ^Auguflus , we-
gens dat hy de Burgers en Vaandels, welke
de Parthen Crajjus en Marcus Antonius had-
den ontweldigd, weder uit der zei ver han-
den had gerukt.
NERO. CLAUDIÜS. DRUSUS. GER-
MAN1CUS.IMP. Hét Hoofd van Nero
Claudius.
Aan d'andere zyde , een Zegen-
boog
opgerecht op den Weg van Af pus, ter
eere van "Dm/m overwjnnaar wederkeeren-
de van de K rygstogt van "Duit/eb land.
NERO. CLAUDIÜS. DRUSUS. GER-
MAN1CUS. IMP. Aan d'andere zyde ,
d'andere Voorgevel van dien zelven Zegen-
hoog,
met het Beeld van ^Dru/us, triumphee-
rende. Eenigen meenen, dat 'er noch over-
blyffelen van dit Gebouw zyn , ftrekkende
2ich nevens de Qtpeneefihc Poort,
TI. CLAUD. CAESAR. AUG.P. M.TR.
P. VI. IMP. XI. Het Hoofd van Claudius.
Aan d'andere zyde , een Zegenboog opge-
recht ter gelegentheid van den zegen dien de
Keizer Claudius op Britann'un behaalde»
NERO. CLAUD. CJES. AUG. P. M. TR.
P. I. M. P. P. P. Het Hoofd van Nero. Aan
d'andere zyde, een Zegenboog opgerecht voor
jWo wegens d'overwinning welke (prbuloo^
de Parthen had behaald.
SER. GALBA. IMP. C>ES. AUG. P. M.
TR.PP.P. Het Hoofd van galba. Aan
d'andere zyde , een Zegenboog door den
Raad gewyd aan den Keizer galba, omdat
Torta Ncevia.
De NEVISCHE POORT.
te Romen.
XXIV. Plaat.
Men aanmerkt deze Poort als de voornaam-
fte van geheel Romen. Zy word tegenwoor-
dig de Groote Poort geheeten. In voorige ty-
den heeft zy haaren naam getrokken van het
Bofch Noevius , ofwel van Navius zelve dien
dit Bofch toebehoorde. Zy diende tot een
Kafteel of Waterbak voor het Water Claudia,
't geen zich van daar noch tegenwoordig aan
verfcheidene oorden verbreid. Ziet hier d?ln-
fcriptien,
welke op deze Poort ftaan. TI. CLAU-
DIUS, enz.
5
Arcus rDomitiani.
ZEGENBOOG
VAN
DOMITIANUS.
XXIV. Plaat.
Men eigent den Zegenboog , welke op den
Weg van Flaminius ftaat, dien men gemeen-
tyfc
tf.
-ocr page 11-
VAN OUD ROMEN-
iyfc van Portugallia noemt, aan Domitianus
toe
: maar dit Gevaarte wierd afgefmecten
door order van den Raad. 't Word hier ver-
toond zodanig als het tegenwoordig is. De
vcrklaaring is in de XVII. Plaat.
afbeeldfel van die Stad op een marmerfleen
gegraveerd vond.
RUINEN
der Fontein van het Water Martia^
te Romen.
XXIX. Plaat.
Met reden worden de Puinhoopen, Welke
noch tegenwoordig by de Ker( van S. Vitus
zyn, voor de Fontein , of het Kafteel, gelyk
men het in oude tyden noemde, van het Water
Martia
genomen. Het blykc uit alle d'om-
ftandigheden, dat het eertydts een Waterbak
was, welke Kanaalen of Gootcn had om het
water t'ontfangen , en Uitwateringen om het
buitenwaarts te verbreiden. Dit Water Adar-
t'u
was zeer hoog geacht wegens zyne koel-
heid, behalvcn dat het ook noch zeer gezond
was. Deze Fontein legt noch begraaven onder
haare puinhoopen ; zulks dat 'er maar drie
Bronnen te Romen zyn, welke het water gce-
ven 't geen men gewoonlyk drinkt, te weeten
het Maagdemvater, het Gelukkig Water, en
het Taulynjc.be Water. Ik laat anderen onder-
vorfchen, of de Zegentekenen, welke aan de
gemelde Fontein gezien worden., genomen
zyn van den Zegenboog die voor Aïarius wierd
opgerecht.
T E M P E L
van clé
fortuin.
XXX. Plaat.
Deze Tempel, welke gelegen is by de Pons
Senatorius,
tegenwoordig de Brug van S. Maria
geheeten , beftaat noch in zyn geheel. Wy
geeven 'er hier de verbeelding af. Men weet
niet wel, wat naam hyeertydsvoerde. Eeni-
gen ^elooveri, dat het de cJempel van de Fortuna
Vtrilis, oïM.anly\e Fortuin
was, daarFalerms
Maximus
dit wonder af verhaalt, dat het vuur
dlles, 't geen in dezen Tempel was, verteerd
hebbende, het Beeld van Servius Tullius3 't
welk men daar gcplaatft: had, zynde van ver-
guld hout, geenfins door de vlammen wierd
befchadigd. Op den eerftcn dag van April
bragt men de huu wbaare Maagden in dezen Tem-
pel
, wel ke wierook deeden fmooken ter eere van
de Godin die daar aangebeden wierd : en na
zich ontkleed te hebben, ontdekten zy voor
haar alle de gebreken van haare ligchaamen;
hóopende, dat zy met de hulp der Fortuin, wel-
ke zy aanriepen , deze gebreken voor haare
Mannen zouden verbergen. Gelyk de Tempels,
gewyd aan de Fortuin, van een ronde gedaan-
te moeten weezen, meenen eenigen, dat deze
geen Tempel was, maar eer het Paleis van Lu-
cius
en Cajus; pretendcerende ook zelfs hun
gevoelen te bewyzen niet eenige karakters,
Arcus Septimii Sevéri.
ZEGENBOOG
van SEITIMIUS SEVERTJS.
XXV. Plaat.
d'Uitlegging des Zegenboogs van &•ƒ>-
timius Severus ftaat in de XIX. 'Plaat.
jircus Titi fófpajiani.
ZEGENEOOG
van TITUS VESPASIANUS.
XXV.  Plaat.
d'Uitlegging des Zegenboogs vmTitus
Vefpafianm
vind men inde XVIII.
Plaat,
circus interior in Regione Leonum.
XXVI.  Plaat.
Verbeeld den. Zegenboogs die in het
Leeuwenquartier te Romen ftaat.
WATERLEIDING van MARTIA,
TEPÜLA, en JULIA.
XXVIL Plaat.
d?lnfcriptien, welke op S. Laurenspoort
ftaan, zullen de gedaante dezer Fonteinen of
Waterbaden klaarder aantoonen.
XXVIII. Plaat.
Verbeeld de "Bajfarifihe Poort.
TEMPEL
van
ROMULUS en REMUS.
XXIX. Plaat.
Dit Gebouw, 't geen men den Tempel van
Romulus en Remus
noemt, was gelegen in de
Heilige Straat. Deze Plaat toont in wat ftaat
het zich bevond ten tyde van Paus Alcxander
den FlPtn.
die het deed verhelpen Het was
van te vooren door Paus FelixdenlFAta. gewyd
geweeft aan S. Co/mus en S. T)amianus. Volgens
het gevoelen der Antiquarii, of Oudheidken-
ders, heeft men maar ter eere van Romulus,
die den naam van Q^uirinus voerde, op den
GüuinnaalfchenBergczn Tempelopgerechtgehad. jgevonden aart dit Gebouw. De Muur van
Anderen willen, dat de geen, dien men den den ingang is verzeld met Pilafters, welke zeer
Tempel i'an Romulus en Remus noemde, gewyd regelmaatig overeenkomen met de Kolommen
was aan de Stad Romen, om dat men daar het van het Poortaal. d'Ornamenten 'er af zyn de
Pku IV,
                                                                                          C                         zelve
-ocr page 12-
io               B E S C H R
ïelve. De diftantie of afftand der Kolommen
is van twee diameters en een vierdedeel. Aan
de zyden des Tempels heeft men een Bahiifter
van zes voeten en een half hoog , met trap-
pen, draagende de Voetftallen met de Kolom-
men en het overige der fwaarte die daar op
ruft. De Kolommen zyn Iönifch met een^f-
tifcbe Voetftal , welke zeer wel na dïlönifcke
gelykt. Ey deze gelegentheid moet ik in 't
voorbygaan aanmerken, dat men geene Gebou-
wen , tegenwoordig volgens de cPlomfche Or-
der
gefticht, meer vind , welke t'eenemaal over-
eenkomen met de befchryving die 'er fótruvius
afmaakt. Alledeze Kolommen zyngeftreept,
hebbende ieder vier-en-twintig ftreepen. De
Voluten van het Capiteel zyn ovaalswyze : en de
Capiteelen der Kolommen, geplaatft in den
hoek van het Poortaal, hebben twee voorzyden j
't geen my niet gedenkt elders gezien te heb-
ben. Echter moet ik my over deze inventie
verwonderen, als zynde heel wel verftaan ; ge-
lyk ik 'er dan ook uitdrukkelyk het afbeeld-
fel vanhebgegeeven. De Cieraaden der Poort
zyn zeer fchoon , en met een naauwkeurige
proportie uitgevoerd. Tuffchen de Feftonnen
der Fries heeft men met groote netheid Offen-
hoofden uitgehouwen. Deze Tempel is ge-
bouwd van Pipemojche fteen , en de platte
grond of vloer van pleifter.
Templum Pacis.
TEMPEL
der
VREDE.
XXX L Plaat.
Men ziet noch tegenwoordig in de Heilige
Straat
Overblyffelen vanden Tempel der Vrede,
dicht by de nieuwe Adariekerf^ DeSchryvers
Y V I N G E
wierden onderfteund door kolommen en piïa-
fters, welke de gebakkenfteene muur vercier-
den. Ieder Kolom droeg een Beeld. In den
Tempel waren acht marmere Kolommen, van de
Corintifche Order, hebbende de dikte van vyf
voet erj negen duim, en de hoogte, het Bafement
en Capiteel daar onder begreepen, van drie-
en-vyftig voeten, Paus Paulm de l/it. liet de
geene, welke noch overig was, zynde byna
begraaven, daar van daan haaien, en beval,
na dat hy ze had doen verhelpen, dat men ze
zou plaatfen tegen over de Kerk rvan S. Adaritt
Adaggiore,
en 'er het Beeld van de H. Maagd
opzetten. d'Architraaf, de Fries, endeCor-
nis waren tien voet en een half hoog, en on-
derfteunden het Gewelf des tempels, 't Bafe-
ment van deze Kolommen was een halve dia-
meter hooger als die der Kolom, en eenderde
breeder uitgeftrekt als de hoogte der Kolom,
op dat het fterk genoeg mogte weezen om het
gewigt, 't geen het onderfteunde , tedraagen.
De Plint kwam over een met het zesde gedeel-
te der diameter van de Kolom. d'Architraaf,
de Fries, en de Cornis waren vercierd met bas-
relieven,
zeer zindelyk uitgehouwen; en het
opperfte der Architraaf van een fchoonheid,
die al het overige te boven ging. De Cornis
wierd onderfteund door modillons welke zich
langs de gantiche rand heen ftrekten ; en
tuffchen de modillons waren roozen. 'k Heb
het zelfde in verfcheidene Gebouwen der Ou-
den aangemerkt. Hcrodianm verhaald, dat deze
Tempel onder den Keizer Commodus by nacht
door den blixem wierd verteerd. De Tempel
der Vrede
, zegt hy, die de grootfte, de fchoon-
fte , en de rykfte van alle de Tempels der
Stad was, want de meefte Romeinen flooten
daar hunne rykdommen in op, brandde t'eene-
maal af.
Aureliani Templum Solis.
TEMPEL
der
ZON,
Gebouwd door Aurelianus.
XXXII. Plaat.
Men zegt , dat de Keizer Aurelianus, na
dat hy een groote overwinning in het Ooften
had behaald, dezen Tempel met alle debeden-
kelyke heerlykheid deed ftichten, en met den
roof der vyanden verrykte, daar hy andere zeer
ryke gaaven by voegde. Dit Gebouw heeft het
zelve lot gehad als verfcheidene anderen, wel-
ke niet minder fchoon waren, 't Is tegenwoor-
dig gantfeh bedekt met ruïnen; gelyk de puin-
hoopen , die ik in deze Plaat heb doenby voe-
gen , genoeg faam getuigen.
zeggen, dat ze de plaatfen befloeg daar eer»
tydts geweeft hadden het Bof van Romulus en
dat vznHoftilius , het Paleis van Adoenius, het
prachtig Gebouw van Portia , het Paleis van
Cafar, en het Paleis van Livia, 't geen Au-
guftus
deed oprechten, na dat hy het Paleis
van Crffar ter neder had doen fmy ten, geeven-
de daar den naam aan van Livia Dru/tlla, zy-
ne Gemalin. De Keizer Claudius begon dezen
tempel te doen bouwen; en hy wierd voltooid
door de twee Pefpafiaanen > na dat ze zegen-
praalende uit Judea weder te rug waren geko-
men. Volgens het getuigenis zelve van J". Hie~
ronymus
wierden alle de Vaten en Cieraaden
des Tempels van Jerufalem in dezen gebragt,
om zyne Triumph re meerder luifter by te
zetten. Men zegt, dat deze tempel de groot-
fte, de heerlykfte, en de rykfte was van alle
die in Romen waren. Uk het geen 'er af
overig is , kan men noch gcmakkelyk van des
zelfs grootheid en heerlykheid oordeelen ,
hoewel het byna t'eenemaal onder de puinhoo-
pen begraaven legt. In den ingang was een
driedubbelde Galdery, opgehaald van gebak-
ken fteen : 't overige der Voorgevel was ge-
heel van muur. De Gewelven der Galderyen
tem-
-ocr page 13-
/
VAN OUD ROMEN,
ii
na t'eenemaal in puinhoopen le^t, te geeven ■
hebbende het getrokken uit een'zeer oud 2W-
relief.
Templum Antonini ©* Faufïintf.
TEMPEL
van
Sepukhrum ^Metellorum.
gemeenlyk
CAPO di EOVE.
XXXIV. Plaat.
ANTONINUS en FAUSTINA.
XXXII. Plaat.
Niet verre van den lempel der l^rede vind
men den Tempel van eJntoninus en Fauftina ,__________________________________________
welke, volgens't gebruik der Romeinen, door (De Grafftede yan het Geflacht Vail
de gevvoonlyke heiliging onder het getal der ^Goden wierden gcplaatft : en men fielde tot
hunner eere in Salifche en Antoniniche Prie-
fters.
Metellus, gemeenlyk Capo di "Bove
geheeten.
Op den Weg van Appim had men eertydrs
de prachtige Graffteden der Sctpios , Servïti-
Templum Jani.
E M P E
van
ANUS.
XXXIII. Plaat.
aanen, en die van het Geflacht van A/Ietellus
opgerecht. Daar waren 'er noch verfcheidene
anderen, welke tegenwoordig byna altemaal
van hunne cieraaden ontbloot zyn, en zodanig
vervallen , en d* Itifcriptictt of Opfchriften zo
zeer uitgegaan, dat men hunne rechten naamen
onmogeïyk kan ontdekken. De geene, daar
I
ik af fpreek, heeft het ongemak destydts we-
't Geen men gemeenlyk den Tempel van fa- «jerftaan. Men ziet ze noch tegenwoordig op
vm noemt, is maar een ioort van een Galdery, de plaats C^^B^geheeten, bultende C,-
daar de Kooplieden eertydts onder vergader- penefche Poort. Dit Gebouw ,s van een ronde
den j gelyk zulks noch tegenwoordig in de g^^te > opgehaa d van vierkante fteenen
groote Steden gcbruikelyk is. De Kolommen ™ van een groote hoogte. Men noemt het
gemeenlyk de Graf (lede van het Ge/lacht <van
Metellus.
't Is vercierd met Oflenhoofden en
Zegentckenen in basreltef.
liaan twee-en-twintig oude Romeinfche voe
ten van malkander. Men zal uit de Plaat zien,
dat ik eer het plan of grondbewerp van dit
Gebouw heb willen geeven, dan 'er eer vol-
komene verbeelding af maaken. De Tempelvan
Janus Quadrifrons
, of met de vier Aangezich-
ten, ftond dicht daar by. Hy was gebouwd
door den Koning Numa. 't Is de geen dien
men in Oorlogstyd opende, en, zo haaft als
men de Vrede had, toefloot. Daar zyn echter
tAntiquarü , of Üudheidtskenders , welke
beweeren dat deze Tempel, gebouwd op de
wyze van een Galdery met vier voorgevels, aan
^Maufolaum Adriani*
GRAFSTEDE
van
den KEIZER ADRÏANUS.
XXXV. Plaat.
Janus gewyd is ge weeft ; vermits 'er op een
MedaUe van ^4ugu(lus een vierkante Tempel, op
dezelve wyze gemaakt, met een Janus, die
vier Aangezichten heeft, daar boven, word
gevonden. Want hoewel Romulus en Numa
f anus
niet verbeeld en hebben, d'eerfteinhout
en d'ander in koper, dan met twee Aangezich-
ten, om zyne voorzichtigheid te betekenen,
vermits hy door het betrachten van't voorgaan-
de het toekomende voorzag, vond Numa ech-
ter na de verovering van Phaleria , een Stad in
Toskanen , een Beeltenis van Janus met vier
Aangezichten, enbragthet te Romen : waarna
men hem met meerder eerbiedigheid begon te
dienen, en hem op deze manier in verfcheide-
ne Wyken der Stad veibeeldde 't Schynt
zelfs, dat deze vier Aangezichten de vier Ge-
tyden des Jaars verbeeld hebben. Daarenbo-
ven noemen "Vonatus en Nardinm in hunne
befchry ving der Oudheden van Romen den tem-
pel
van Janus voorby gaande en met vier voor-
gevels, 'k Heb het raadfaam geoordeeld de
verbeelding van dit oud Gebouw, 't geen by-
De Keizer ddrianus, ziende dat de Graf-
rede
van Augttftm t'eenemaal met AfchbufTen
vervuld was, beval dat men 'er een van zeer
fchoon marmer voor hem en de zynen zou
ftichren. Het bcnedenfte Gedeelte van dit
Gebouw was vierkant, en van groote vierkante
fteenen opgehaald. De volgende Verdieping
had een ronde gedaante, en droeg noch twee
andere Verdiepingen , welke vercierd waren
met zeer fchoone Kolommen, BceltenilTen te
paard, en anderen. Zelfs had men 'er Figuu-
ren zo groot als het leven, en Wagens met vier
paarden, nevensmalkander, daar voorgefpan-
nen. Al dit werk bleef in zyn geheel tot aan
den tweeden Oorlog der Gothcn j waar na de
Beelden 'er afgenomen zynde, maakte men van
dit Gebouw een zeer fterk K aftcel. Menzcgt,
dat de Peft: in den Jaare i^po na de geboorte
van Jefus Cbriftus fchrikkelyke verwoeftingeti
te Romen aanrechtende , Paus Cjregoritts de
Cjroote
, welke met al het Volk in *t Gebed was,
op den top van dit Gevaarte den Aertsengel
Muba'el zyn fwaard weder in de fthede zag
C z                                   ftce-
-ocr page 14-
BESCHRTVINGE.
dat hy zich vrywillig aanbood om zyn leven
tot het vullen van dezen Afgrond op te offeren.
Na deze vertooning wapende zich Curths, en,
ftygende pp zyn paard, dreef het te vier voet
in de Kolk. Het Volk, 't geen deze daad
aanfehouwde, wierp om 't zeerft bloemen op
hem, om hem te vereeren : en terftond floot
zich d'Opening weder toe. Men rechtte óok
ter zelve plaatfe ter eetev&n Curtius een Tempel
op van een ronde gedaante, waar af gy hier de
verbeelding kunt zien.
GR.ASTEDE
fteeken, -en dat daar op de Peft terftond op-
hield. Hier van daan komt het, dat deze
Burg na dien tyd het Rafteel S. Angelo , of
Engelenburg, genoemd wierd, en dat men 'er
een Kerk aan den Aertsengel Mkbail wyde,
eerft in het bovenfte en daar aan in het bene-
denfte gedeelte. Ook heeft men op den top
het Beeltenis van dien Engel in marmer ge-
plaatft, ten einde de geheugenis van dat won-
derwerk te vereeuwigen.
tjfydaufolrtum Augujli.
GRAFSÏEDE
van
AUGUSTUS.
XXXVI. Plaat.
De Keizer Augufius, voor de zesde maal
Burgermeefter zynde, beval dat men dit be-
rucht Gedenkteken, 't geen men het Adaufo-
laum
noemde, voor hem zou oprechten. Het
was gebouwd van witte fteenen, twee honderd
vyftig elboogen hoog, en gelegen tuflchen den
JVeg van Plamimus en den Tyber* Op verfchei-
dene plaatfen van dit Gevaarte had men Cy-
preflen geplant , welke hunne groente altyd
behielden, 't Beeltenis van Augufius, 't geen
van metaal was, ftorid boven op de Koepel.
In het Binnenperk waren deLykbuffenvanden
Keizer, van zyne Maagen, en van zyneGun-
ftelingen geplaatft. d'Üverblyffelen van dit
Jidaujolaum ziet men noch op den huidigcn dag
by de Rer\ van S. Rnchus. De verbeelding,
die ik 'er hier afgeef, wy ft aan dat het van een
ronde gedaante was, omvangen met een drie-
dubbelde Muur op een gelyke afftarid, daar
verfcheidene Graffteden in waren om 'er ieder
afzonderlyk te begraaven.
GRAFSTEDE
van
M. CUR.TIÜS.
XXXVII. Plaat.
Na de dood van Camillus wierd de Stad
Romen drie jaaren lang met de Peft geplaagd ;
welke ziekte een afgryfelyk getal van men-
fchen en beeften wegrukte. Daarenboven open-
de zich ook noch ichielyk een groote Kolk op
de Plaats van Romen daar men de Vergaderin-
gen hield. De Waarzeggers hierover geraad-
pleegd zynde, gaven ten antwoord, dat deze
Afgrond niet weder geflootenzou konnen wor-
den , dan na dat men 'er in hadde geworpen
het geen waar in het Roomfche Volk het meeft
uitmuntte. Curtius, een Jongeling van voor-
treffelyke geboorte en zeer fchoone hoedanig-
heden , lei het antwoord der Waarzeggers al-
dus uit : Dat .Rowwvoornaamentlyk uitmunt-
te door haare dapperheid en wapenen : Dat de
Goden derhalven niet en eifchten dan een Ro-
mein om hunne gramfchap te verzoenen : En
van
e k u s.
s e
XXXVII. Plaat.
Het Septizpnimn, anderfins de Ojrafftede éaH
den Reiger Severus
, is gelegen in de Straat van
Alppus
, tegen over de KerJ^ <van S. Gregorius.
Dit Gebouw was groot en zeer hoog, als heb-
bende zeven ryen Kolommen boven malkan-
der. Naauwelyks is 'er tegenwoordig de helft
af overig, gelyk men in deze Plaat kan zien,
te weeten drie ryen Kolommen, altemaal vari
de Corintifche Order.
PIRAMIDE
of
GRAFSTEDE
van
CAJUS CESTIUS.
XXXVIII. Plaat.
Deze Piramide is gemaakt van vierkante
marmerfteenen , en ryft punstwyze opwaarts.
Zy wierd opgerecht voor Ca jus Ceftws door
het Collegie of de Broederfchap van de Bedie-
naars der Offerhanden, 't Waren de geenen,
welke in de plegtige Spellen zorg droegen
voor het geheiligd Gaftmaal. Men kan uit de
Plaat zien, dat 'er twee Infcriptien op deze Pi*
ramide
waren, d'eene aan de Wcft-en d'anderc
aan d'Ooftzyde.
GRAFSTEDE
van
M. ANTIUSLUPUS.
XXXIX. Plaat.
Deze grafflede, die gantfeh van marmer is,
is vierkant en tamelyk hoog. Marcus Antö-
nius sAntius Lupus
liet Ze geduurende zyn le-
ven voor hem , voor zyne Gemalin Claudia,
Regilla,
en voor zyne Dochter ftichten : en
na zyn dood voltooiden zyne Maagen dit Ge-
denkteken j gelyk men ziet uit d'Overblyffelen
welke noch op den Weg van Ojlia in weezen
zyn.
GRAF-
-ocr page 15-
BESCHRYVINGE
14
ïyk weder te famen wierden gevoegd. Paus
Innocentius de X e, liet haar in het Jaar 1649
in de Circus oAgonalis, welke men gemeenlyk
de Plaats Navona noemt, oprechten.
XLIV. Plaat.
Verbeeld d'andere zyde van de
Naald.
XLV. XLVI. XL VIL XL VIII
Plaaten.
't Zyn vier Beelden, geplaatft aan
den voet der Naald van PamphUim.
Obelifcm olim Ver anus, modo Bar berinfis.
NAALD
van
BARBERIN.
XLIX. Plaat.
't Is niet lang geleeden dat deze Naald bui-
ten de Stadsmuuren in het Veld Ver anus ont-
dekt wierd. Men noemt ze tegenwoordig met
reden de Naald van Barberin, dewyl de Kar-
dinaal Franpis Barberin, Neef van Paus Urba-
nus den Vlllaco.
haar uit d'aarde liet graaven,
en in het Paleis der Barbennen, daar ze noch
tegenwoordig is, plaatfen. Men gelooft, dat
de Koningen Sotbus en Ramejfes haar inEgyp-
ten
deeden houwen. Zy is belaaden met ver-
scheidene Hieroglyphfche Figuuren , en was
gewyd aan de Godheid en de acht-en-veertig
Befchermgeeften der Wereld, welke de Heide-
ren zeiden de Bedienaars der Godheid en de
Beftierders van het Geheelal te weezen.
Obelifcns qui olim RamaJJeus» modo diUus
Latranenfis.
NAALD
van
LATRANEN.
L. Plaat.
Deze Naald word de groote geheeten, niet
alleen ter ter oorzaak van de Groote Schouwburg
daar ze in ftond, maar ook om dat zede hoog-
fle en beruchtfte van allen was. Tegenwoor-
dig heet ze de Naald <van Latranen. Na dat
men ze had doen haaien van de plaats daar ze
opgerecht was ge weeft , liet (jonftantinus ze
langen tyd leggen , om de noodzaakelyke be-
reidfelen tot d'o vervoering te maaken. Men
deed ze langs den Nyl afzakken tot aan dlcxan-
drien ,
een Zeeftad van Egypten , daar men
een Schip bouwde van een ongemeene groot-
te, dewyl het drie honderd riemen vannooden
had om het te voeren. Wanneer nu alle deze
bereidfelen eindelyk klaar waren, laadde men
de Naald in dit Schip, en bragt ze te Romen,
daar ze bleef leggen, tot dat ze naderhand door
Paus Sixtus den Ve\ wierd opgerecht.
LI. Plaat.
Verbeeld de Naald vanMonticdumXQ
Romen.
LIL Plaat.
Platte grond van de Plaats veror-
dend tot het oprechten van de
Naald, en de gefteltenis van alle
de Spillen zo als ze geplaatft wa-
ren den zei ven dag dat men ze
oprechtte , met de verbeelding
van alle de Kabels die op hunne
Spillen loopen , welke dienden
totdonderneeming, benevens de
yier zyden van de Naald.
A.  Platte grond der Sacriftie van S. Pieters-
kerk
, daar men drie Spillen in geplaatft had.
B.  Twee Openingen gemaakt in de Muur van
de gemelde Sacriftie, tot de doorgang der Ka-
bels en der Naald.
C.  Gedaante van het dak der Kraan.
De letrers H en C, met de getallen die daar
by ftaan, betekenen de meenigte der Menfchen
en Paarden welke aan elke Spil arbeidden ;
gelyk men kan zien in het onderfte gedeelte van
de Plaat, 't Getal 3 wyft aan, dat 'er drie
Mannen aan ieder Spil waren, om de Kabels op
te rollen.
De naafte getallen aan het middenpunt van
ieder Spil betekenen d'ordre van 't geen beneden
en boven aan de Kraan en aan de vier zyden
van de Naald was.
LUL Plaat.
Verbeelding van de manier op de
welke men £ Obilifcus, die men ge-
meenlyk de Naald noemt, over-
voerde , van de plaats daar ze lag
achter de S. Pieterskerk op de Markt
tegen over de groote Deur van
de gemelde Kerk De voet van
deze Naald is 13 7 voeten in d'aar-
de gezonken. Zy is van Oofter-
fche Granietfteen, en 107;- voet
lang. De punt is 6 voet hoog.
De dikte der Naald is 12 voet en
1 s minuten , en de punt in haar
vierkant dik 8 voet en 5 minu-
ten , en zy woog 9 5 6148 pond.
* Gedaante van de Naaldmet des zelfs maaten,
uitgezondert het Pedeftal 't geen men op zyne
plaats zal zien.
A. Plat.
-ocr page 16-
VAN OUD ROMEN.
13
te mogen toeëigenen, bevalen zy, dat al het
Koorn , 't zy gedorfcht of ongedoricht , 't
geen in de Schuuren van dit Veld was, inden
Tyber gefmeeten zou worden, alzo de Godts-
dienft verbood het zelve weg te voeren. En
men ziet noch op den huidigen dag een ge-
denkteken 'er af, te weeten een tamelyk groot
Eiland gewyd aan Efculapius, omvangen door
de Rivier. Men meent, dat het gegroeid is
van dat Koorn, 't geen zich aldaar tot hoopen
gezet hebbende, verrot is ; vvaarenboven de
Vloed noch andere vuiligheden derwaarts ge-
voerd hebbende, heeft ze het Eiland verstoot.
Aldus verhaalt Dionyftus Halicarnajjem dit ge-
val. Naderhand wierd het gemelde Eiland op
de wyze van een Schip toegerecht 5 en men
ftichtte daar Huizen, Tempels, enandere Ge-
bouwen.
GRAFSTEDE
van
P. VIBI.US MARIANUS.
XL. Plaat.
Vtbiana Mariana Maxima liet, gezame-
nerhand met d'Efgenaamen , deze (jrafftede^
welke van marmer is , ftichten ter eere van
haaren Vader Vibius Marïanus en van haare
Moeder Reginia Maxima, als een eeuwig-
duurend gedenkteken haarer liefde jegens hen-
lieden. Zy is gelegeq drie Italiaanfche mylen
van Romen.
GRAFSTEDE
der
H O R A C E N
en der
CURIACEN.
XLL Plaat.
Onder d'overblyffelen van de Gedenkteke-
nen der Ouden vind men geen Gebouw van
een grooter oudheid als de Cjrafftede der Hora-
ren en Curiacen,
Welke gebouwd wierd om de
geheugenis van hun berucht Gevecht te ver-
eeuwigen, Gelyk niemand deze Brok der
Bouwkunde heeft doen graveeren, en dat ze
gedenkwaardige merktekenen der Oudheid
draagt, heb ik raadiaam geoordeeld den Lief-
hebbers de verbeelding'er af niet t'onthouden,
als wel verdienende onder der zelver oogen te
verfchyneti.
Infula liberina.
'T EILAND
van den
T Y B E R.
XLL Plaat.
Ziet hier op wat wyze Diony/tus Haticar-
nafjeus
in zyn vyfde Eoek ons den oorfpronk
ócs Eilandts van den tyber verhaalt. Junius
Bmtus,
zegt hy, en P. l^alerius vergunden aan
het Volk de Goederen der Tirannen te pion-
deren : en de Landeryen, welke zy in 't by-
zonder bezaten , wierden verdeeld onder d'Ar-
men van het Graauw, uitgezondert een eenig
Veld gelegen tuflehen de Stad en de Rivier.
Dit Veld was voorheen aan i&Wars gewyd.
Het diende tot de Paardeloopen ; en de Jeugd
wierd 'er in de wapenen geoefFend : maar
Tarqninim maakte zich, zonder eenige eerbie-
digheid voor den Godtsdienft, meeftervanhet
zelve, en floot 'er zyne Oogften in j gelyk het
bïykt uit het Decreet der Burgermeefters noo-
pende zyn Koorn : want na dat zy alle de
Rykdommen der Tirannen aan het Volk had-
den overgebragt, en 'er aan vergund zich die
Pm, IV.
Obelifcus Flamimus.
NAALD
van
FLAMINIUS.
XLII. Plaat.
d'Eerfte Obelifcus , of Naald, die te Romen
ter eere van de Zon is opgerecht, is degeene
welke wy tegenwoordig die van Flaniinius
noemen. Zy was eertydrs te Helwpolis gebragc,
daar ze aan de Goden wierd gewyd : en na
aldaar den tyd van zeven honderd vyf-en-
tachtig Jaaren geweeft te zyn, deed de Keizer
Auguftus haar te Romen overvoeren, en wyde
ze aan de Zon, Zy wierd gcplaatft in de
Groote Schouwburg. Eindelyk, indenjaare
1589. wyde Paus Sixtus de l^\ haar aan her.
Heilig Kruis.
Obelifcus Pampbilius.
NAALD
van
PAMPHILIUS.
XLIII. Plaat.
Deze Naald , welke eerCydts geplaatfl: ïs
geweeft in de Schouwburg van (aracalla buiten
de muuren, wierd by onzen tyd in de Stad
overgebragt,en opgerecht in de Circus slgonalis*
Zy is gantfeh en al bedekt metHieroglypifche
Infcriptien. Men kan niet precifclyk bepaa-
len, op wat tyd zy in Italien wierd overge-
bragt, noch door wien ze in Egypte» ïs ge-
maakt, yintoninus Caracalla^ die omtrent twee
honderd en twee jaaren na den Keizer Clau-
dius
regeerde, deed deze Naald oprechten in
de Schouwburg welke hy had doen ftichten.
Men had ze tuflehen de twee baalien van de
zelve geplaatft, alwaar ze van een zeer groot
cieraad was. Eindelyk of door de Barbaaren,
of door een Aardbceving , over hoop zynde ge-
ftort, bleef ze in dien ftaat tot aan onzen tyd,
wanneer ze in verfcheidene brokken gebroken
gevonden wierd, welke echter zeer bek waame-
D                            lyk
-ocr page 17-
VAN OUD ROMEN.
A Platte grond van de Kraan, welke gemaakt
is van te famengevoegde Balken orn de Naald
op te heffen.
B.   De geheele Kraan rondom de Naald. Alle
des zelfs balken zyn te famen gehegt met
yzere banden en haaken zonder fpykers, om
ze metter haaft te konnen los en vaftmaaken
zonder de balken te bederven.
C.   De Naald, als ze op zyde hangt.
D.   Vier Balken , ieder 60 treeden lang, wel-
ke tot een brug onder de Naald dienen en
op rollen leggen. Als de iVW/</nederwaarts
G. Smidts en Timmerlieden, welke de wiggen
onder de Naald moeten inflaan, na de maat
dat de zelve opwaarts ryft.
H. Brug (trekkende zich van de Sacriftie naar de
Kraan , om den doorgang voor d'Opzich-
ters te verlichten.
I. Horde, gefield buiten de plaats om de be-
lemmering weg te neemen , welke, na dat
men de itukken kopers had weggevoerd,
onder de Naald wierd gcplaarft.
L. Kabels , opgewonden door Mannen ten
dien einde by elke Spil geplaatft.
daalt, openen zich deze Balken op de wyze | M. Meefter Wagenbezorger met twintig Paar
den , o:n 'er , volgens de noodwendighe-
den , varfche te befchikken.
vart een Paiïer; en met vier anderen te famen
gevoegd, zullen ze gebruikt worden om de
zelve op te heffen.
E.   Dartig Spillen, welke door negentig Paar-
den omgedraaid worden. Behalven die zul-
len 'er twee anderen weezen , welke de voet
van de Naald, wanneer ze nederwaarts daalt,
achterwaarts zullen trekken, en, aan d'an-
derezydegefteldzynde, dezelve, terwylde
Qolumna Trajanu
KOLOM
van
Naald om hoog geheven word, voorwaarts
zullen ftuuwen.
F.   Zoldering leggende op de rollen, daar de
Naald op legt om ze voort te trekken.
G.   Vergadering van te famengehegte Balken,
daar de rollen op zullen loopen terwyl de
Naald voortgetrokken zal worden door Spil-
len die hier niet aangeweezcnzyn, welkege-
plaatft zullen werden op gemakkelykeplaat-
ien tot de doorgang der Kabels getekend gg.
H. De Naald voortgetrokken om ze te bren-
gen ter plaatfe daar ze opgerecht moet wor-
den.
I. Omvang gemaakt van fwaare ftukken yzers,
welke de Naald van beneden tot boven om-
vat. Onder dezen Omvang had men dub*
belde matten gelegt, op dat de Naald niet
gevlekt mogte worden.
L. De Kraan geopend , vertoonende het bin-
nenfte gedeelte met de Naald.
M. Balken of Hefboomen, ten getale van
twaalf, om de Naald op te herren.
N. De Naald op haar Pedeftal, hebbende van
de grond tot boven aan de punt 155 voet en
TRAJANUS.
LV. Plaat.
De Keizer Trajanus liet deze Kolom, wel-
ke gantfeh van marmer is, oprechten ter ge-
heugeniffe der Oorlogen die hy in Dacien had
geëindigd. Hoewel de zelve te famengefteld
zy van verfcheidene ftukken, zyn ze echter zo
wel gevoegd , dat de Kolom van een eenige
fteen gemaakt fchynt te weezen. Zy is van de
Dorifche Order, en heeft in het midden een
Trap. Op deze Kolom heeft men zeer konftig
in basrelief verbeeld de meenigvuldige Over-
winningen en Zegenpraalen , welke de ge-
noemde Keizer op de Vyanden had behaald.
fn der daad, ^ffollndorus door bevel des
Keizers een prachtige Plaats gebouwd hebben-
de, rondom de welke men Galderyen had op-
gerecht, afgefcheiden door zeer fchoone Ko-
lommen , met Beelden, Af beeldfels van Paar-
den, en verfcheidene Zegentekenen , had in
het midden van die Plaats de Kolom "van Ira-
janus
gefteld.
37 minuten, met de Trappen die'er rondom
zyn.
Qolumna zAntonini.
KOLOM
van
ANTONINU S.
LVI.
Plaat.
Deze Plaat verbeeld de Kolom van den Kei-
zer Antonïnus. dïlnjcriptie, welke op d'eene
zyde van het Pedeftal ftaat, wyftonsaan, dat
Marcus Aureltus Antonïnus deze Kolom deed
oprechten ter eere van zynen Vader Antonïnus
Pius,
( den Godvrmkügen} door wien hy ge-
adopteerd of tot zoon was aangenomen. De
Basrelieven, daar ze mee vercierd is, en die
zeer net en fraay zyn bearbeid, betekenen de
verfcheidene Veldilagen van Antonïnus, en
D z
                                  d'Over-
LIV. Plaat.
A.   Plaats met baalien beflooten, daardeSwit-
fers en de Lichtepaarden van de Lyfwacht
ftonden, om de verwarring van het Volk,
't geen daar buiten was, te beletten.
B.   Vyftig Switfers, ten zelven einde aan ver-
fcheidene oorden van de Plaats verdeeld.
C.   Dartig Perfoonen, geplaatft op de Kraan
om zorg voor het werk te draagen.
D.   Meefters-Metfelaars, gefteld om het werk
te doen voortgaan , en de Spil van ieder
volgens d'order te doen pal ftaan.
E
. Hefboomen in de Sacriftie gaande met 35
Mannen , en aan d'andere zyde door de
kracht van een Spil getekend A.L.
F. Werklieden gefteld om de noodzaakelyke
dingen tot d'onderneeming te verzorgen. *
-ocr page 18-
TT
B E S C H R Y
V I N G E,
befloot, zegt men geweeft te zyn het Beeld van
Minerva van de hand van den vermaarden
Beeldhouwer Phidias, gelyk ook dat van Ve-
nus
, aan welkers oor die Paerl hing wiens
weergade de Koningin Cleopatra op een Gaft-
maal Marcus zAntonius deed indrinken , om
hem in mildheid , of liever verkwifting , te
boven te gaan. Men zegt, dat deze Paerl
twee honderd en vyftig duizend dukaaten
waardig was. De binnenfte en buitenfte dee-
len van dezen tempel zyn volgens de Corin-
thifche Order, maar de Bafementen der Kolom-
men Attifch en lönifch. De Capiteelen zyn
vercierd met olyfbladen ; en d'Architraaf,
Fries , en Cornis van malkander gefcheiden
met zeer wel verftaane compartimenten, hoe-
wel ze niet te zeer met basrelieven zyn belaa-
den. Het Poortaal is zeer fchoon.
16
d' O ver winningen die hy had behaald op d'Ar-
meniers , de Parthen , de Vandaalen, d'AIe-
mannen, en in 't byzonder op de Marcoman-
nen en Quaden, welke in dien tyd Moravien,
Bobemen,
en Silefien bewoonden. Deze 2(o-
lom was geweldig befchadigd door het onge-
mak der tydenen de langheid der jaaren, wan-
neer Paus Sixtus de ^/Jc. de zelve deed verhel-
pen , en het Beeld van S. Paulus in koper daar
boven op (tellen.
Pantheon , gemeenljk la Rotanda.
PANTHEON
of de
ROTONDE.
LVII. Plaat.
Van alle de Tempels van Romen is 'er geen
prachtiger noch heerlyker als de geen, dien
men het Pantheon , en tegenwoordig de Ro-
tonde
noemt, ter oorzaak van des zelfs ronde ge-
daante, 't Is de eenigfte, welke byna in zyn
geheel is gebleeven. Daar ontbreekt niet aan
als de Beelden, en fommige andere Cieraaden
die men hier van daan heeft genomen. Vol-
gens het gevoelen van eenigen is deze Tempel
gebouwd door M.r. sigrippa omtrent het veer-
tiende Jaar na de geboorte van fe/us Cbriflm.
Hy wierd het Pantheon genoemd, vermits hy,
na Jttpiter, ook noch aan alle de Goden ge-
wyd was. Men bouwde hem van een ronde
gedaante, op dat hy die des Hemels en des
Aardry ks mogte verbeelden. Zyne hoogte van
de grond af tot aan d'opening om het licht
t'ontfangen, die geheel boven aan is, komt
over een met de breedte op een diameter na.
Onder de koftelykheden, die deze Tempel
LVHI. Plaat.
Verbeeld het binnenfte van het Tan-
theon.
LIX. Plaat.
Verbeeld de Fondementen of
Grondveften van het Pantheon,
Einde der Besch&yvin-
ge van Oud Romen.
NIEUW ROMEN
d'Uitlegging der Plaaten van Nieuw
Romen zal men vinden op ieder
Plaat.
E Y N D E.
-ocr page 19-
f.