|
LUSTHOF
DES
GEMOETS,
Beftaande in Stichtclyke Gefimgen,
ftrekkende om in de Vergaderinge (en
ook in 't befbnder) tot verquickin-
ge der Zielen Gefongen en ook
Geleien te worden.
Spreekt met malkander van Pfalmen, Lof-
zangen eo Geeftelykc Licdekens, Sincht en Speelt den Heere in uwer Harten. Eph. ^: 19. Singct den Htere een Nieuwe Liet: de Ge-
meente der Heyligen fal hem Loven, If- raè'1 verheide fich , diens die hem ge- maakt heeft. Pfalm, 14.9: i, a> |
|||||||
|
Tot G R O N I N G E M,
|
|||||||
|
By LUCAS van COLENBERGH,
En
LAURENS GROENEWOUT, Roekverkopers. 1731.
|
|||||||
|
AAN DEN
|
|||||||||
|
BESCHEYDENE
|
|||||||||
|
LEEZER
|
|||||||||
|
O F
|
|||||||||
|
ZANGER.
|
|||||||||
|
Öyt waarde Leezer fcherp-
ten wy ons gering verftant, of bereyden wy onfè Pen, om yets beibnders an 't Al- gemeen in ^t Ligt te bren- gen , dewyl wy nu al lang een Ëeüwe hebben beleeft» die ketelagtig naa wat nieuws , en reykhalfènde naa veranderinge hebben gefucht , en waar door de Schryveren, (foo haar oogtriark al goet was ge weeft,) haar doel maar felderi hebben bercykt, 't is egter ook niet te ontkennen, dat veelcr getrouwen arbeyt» en met haare üytgcfloofaen yver dien zy met een Godvrügtig oogmark hebben an- geleyt, veelc 4 en gewenfte Gclcgenthe- den ons an de Hand hebben gciangt , om toe te necmen in de Waare kcnniflc * a Godtó, |
|||||||||
|
Aan den Befcheydenc
Godts, en op te waflèn in Deught en
Godtsvrucht, dies wy do.or eygen onder- vindinge de Heere Genadiglyk voor fulke dierbaare gekgentheden hebben te dan- ken, en hebben wy ons dus van eens anders Arbcyt ten goede konnen en mo- gen bedienen. Dat wy nu met dit weynig an 't Licht
komen heeft zyne befondere redenen, want vermits onfe gemeene Sang-boekjes, die onder onfe Coiciteyt, in de publykè Godtsdienft worden gebnpykt , en daar uyt tot iligtinge in de Vergaderingc als anders gefongen, (niet alleen waren uyt- verkocht, maar ook door een danig Jaa- rig gebruykt, ten diele verfleeten, ) ten diele fchaars , waaren geworden , en dus in verfcheyden Gemeentens , het behoorlyk geryf gemilt, «raarom men ons al een geruyme tyt is laftich geweeft, en op ons ërnftig is verfogt, dat wy de moyte ons mogten anneemen , defelve Sang-boekjes wederom ten dienfte van 't Gemeen op te laten leggen en te doen Drukken , dit veifoek van verfcheyden Vrinden hebben wy al eenige tyt op ons laten an lopen. En overwegende en bedenkende, dat
lichtelyk uyt defe fchaarsheyt een verlchil- lich.
|
||||
|
LEEZER of ZANGER.
lich gebruyk der Sang boekjes in onfë
Vergaderingen fou ontftaan , dat \vy on- gaarne zouden lien, zoo hebben wy onfë gedachten meer, en meer, op 't Her- drukken laren gaan, en met verfchey- den onfer Opfienders en Leerbaren , daar over gefprooken, en overwoogen in wei- Jee hoedanigheyt , men defelve fou- de voortbrengen , zynde daar in be- flooten om 't felve Formaat, en Let- ter ook omtrent de dikte alft voorgaande te houden, e Maar vermits het een onbetwiftelyke
waarheyt is , dat de tyt veranderinge baart , dien ook niet altoos zyn af te keuren , mits beforgende dat men door zulks, de fticlitinge de zedigheytdesge- moets i en waare Godtsvrucht niet en vcr- traage, maar meer tragte en loeke te be- vorderen , zoo ben onfe gcdagten al over Jaren gevallen, dat het niet minder ter ftich- tinge fouzyn, om een gedielte van ons Sang-boekjes , met gemeene Sangnootén te laten Drukken, daar toeuytte keuren, Zielroerende en ftichtelyke Gefangen , lbo wel om ter verquikinge des gemoets Gelefen als Gefongen te konnen worden, en wel meeft op bekende Pfalm-too- ncn. * 3 Dit
|
||||
|
Aan den Befcheydene
Dit ons bcfluyt, hebben wy door een
algemcene uytfchryvingej, an onfè Ge- meentens bekent gemaakt, in wat hoeda- nichheyt ons voorneemen omtrent het herdrukken van onfè Sang-bockjcs be*> ftonde, Zynde zulkx van dat efFekt geweeft
dat 'er een gbet getal in geteykent, en an ons over gegeven zyn, en waar op het Werkje is ondernomen, zoodaanigals wy ?t hier an 't Licht brengen, In defe onfe onderneenflnge was ons
ook bekent, dat 'er verfcheyden onfèr Leeden, gevondqn wierden, die onfe ver- anderinge zoo ftraks noch niet voor beft konden keuren, gelyk men fulkx door-i gaans in dier Natuyr der zaken vint, Al waarom wy refolvcerdcn, het Sang-
boekjen foo te fchikken^dat hetin een, en ook gefcheyden kan ingebonden, en elk op zich zelf gebruykt worden, om al- foo de zwakheyt van dien die nog werk mogten maaken wegens een vrie gebruyk der Sangnooten , zoq veel te gemoct te, komen. Wy hebben ook de vriehcyt genoomen
om de Dichtmaat, daar 't bequaamlyk kon gefchieden eenigGns te verbeeteren, (in
|
||||
|
LEEZER of ZANGER.
(infonderheytals 'er geen groote veranderin-
ge(die wyfochten te ontgaan) daar toe ver. eyften, om foo veel te beetcr over een komfte in't Singen te mogen genieten, en vermits \vy genegen waren, en ons had- den voorgeftelt, ontrent defelfde dikte der oude Boekjes te behouden , zoo hebben wy voort agterboekje plaats moeten ma* ken, door uytfchiftinge van eenige Lief- jes , in zulkx ons oog houdende op dien, die doorgaans het minft in gebruyk wor- den genoomere Wy willen hoopen, en ook wenfchen
dat dit gering wark ten nutte en anley- dinge ter ftichtinge fal verkenen , is het niet foo feer voor ons die nu onfe Jaren byna afgeleeft, en door de loop der Na- tuyre die Luft en bequaamheyt om telin- gen meerendefjjs verlooren hebben, zoo wenfen wy het te zyn, voor dien, die nu noch de bloy van haar levens-krachten genieten, en de ons noch zullen vol- gen. Want wy konnen , noch mogen defc
waarheyt niet ontveynfen , fen ook uyt eygen ondervindinge konnen wy fpre- ken, ) hoe dat een dof en dor gemoet, mcnichmaal door 't Leefen van een ftich- * 4 te- |
||||
|
Aan den Befcheydene
telyke Rym-ftoffe, en door 't andachtich
Singen van Zielroerende Gefangen , kon- nen verquikt, vermaakt,'en als opgetrok- ken worden, waarom dat ons ook in de Heylige Schriftuyre , foo menigvuldige leer-reeden tot dat eynde voorkomen, be- krachiicht door Godtvruchtige exem- pelen. Want de Propheet Jefaias voorfiende het
groot Heyl der Zaligheyt beval, an Ifrael dat zy den Heere fouden Lof-zingen, Efa. 12: f. Gelyk daar to« ook David, een gefchikte ordonantie gaf als wy i Chron. 17. konnen leelèn, om den Hee» re te zullen Singen, enSpeelen, Pfal. 47: j. 30: 5-. 66: 1. 68: 1. ioy. En als wy met een Godtvruchtich oogc
op de exempelen letten zoo worden wy niet weynig gcprikkelt, ogi tot het doen der andachtige en Ziel opwekkende Ge- fangen ons angefpoort te vinden. Want foo fien wy 't van Molè als de
Heere hem haare wonderbaare verloffin- ge verleende tegens de Egiptenaaren , dat hy over lulks den Heere een Liet heelt gefongen Exod. 16: 1, 2, 3. Dit voorbeelt is nagevolgt Mirjam de Sufter Mofe, andere voorfingende, als zy fprak |
||||
|
LEEZER of ZANGER.
laat ons den Heere zingen, vers %%. ge-
lyk ook deede Debora en Barak wegens de verloffinge Ifraels tegens haare vyan- den, fprekende ik wil > den Heere wil ik zingen Judecum. 5: 3. "Maar infonderheyt heeft de Koning
David om zyn Godt met Zingen te ver- heerlyken over gevloyt dat hy felf tot zulks den Nacht heeft willen gebruiken Pfal. 4z: 9. 119: 164. En op dat allester verheerlykinge van
zynen Godt machte uytgevoert worden, 2,00 heeft hy eene geregulierde order in 't verrichten van zulks in den Huyfe des Heeren tocgeftelt, z Chron. 25. en 26: 6. Neh. 12; 45". Tot allen defen geeft ons anleydingc
de voorbeelden, en Leere der Hcyligen in 't Nieuw ^rbont, als wy fien de Moeder Jefu Luc. 1: 46. En wel infonderheyt het voorbeelt van
de Heere Jefu met fyneApoffekn Matth. 26": 19. Hoe zy de dierwaardige Maakyt des Heeren met een Lofzang hebben ge- eyndicht en geflooten , mede Mare. 14: 26. Dus mede hebben de Apoftelen Go- de gelooft of Lofzangen Gefongen Act. 16: 25. Waar toe ook Paulus door zy- * ^ ne |
||||
|
Aan den Belcheydenc
ne Leer-reden ons krachtick heeft an-
gedrongen Col. 3: 16. Epnef. 5: 19. en was het daal' David Pfal. 68: 27. van heeft geprof eteert dat in 't midden der Gemeente Lof-zangen Gefongen fouden worden Hebr. 2: ia. Defe verquykelyke Oeffeninge fchynt
na de voorfeggingc Jef. ook plaats te zullen hebben in de Verheerlykte Staat der Gemeente , en die der Heyligcn als wy Openb.^o. 14: 3. 15:3, Wie kan uyt zulks alle«nict fien, dat
de Oeffeninge der Gefangen met andacht in Goddel yke vreefe behoorde te ge- fchieden, nadien het een plicht is , Godc angenaam , en bequaam om onfen Godt te Verhecriykcu , hem onfe verfchuldige plicht van Dankfcgginge toe te brengen, ons felve en onfe evennaaien op te wek- ken , 't gemoet te ontfonken en te trooften, en te Harken, en zulks worden- de gedaan, en in reyndcr ootmoet betracht, zoo is het te hoopen en te vertrouwen , dat wy ons felven en onfen evennaaften ten nutte zullen zyn , waar toe wy van harten Wenfchen dat de Heere onfe Godt, die van den Dooden heeft weder- gebracht, den grooten Vorft en Harder |
||||
|
LEEZER of ZANGER.
der Schaapen, door't Dier waardige Bioet
des Eeuwigen Teftaments pniès Heeren Jefu Chrifti. Dat u van harten is wenfendc dieu welftantbemindt,enuten nutte en na vermogen ten befte zoekt te dienen. |
|||||
|
Ahe Dercks.
|
|||||
|
HET REGISTER
LIEDEREN
DESES BOEKS
A.
ASSjaöam ben goeben ©abet. i
ISIIe mijn ïjoop mijn tcoofï mrjn tcetjcr* ïaat. 3
3$ï;3 een &ert gejaagf o tyme 4
SÏI fïaan top mi aï£ ^Noemen. <J.
3ïn <0obt alleen öaat ttouüje geüen. 9
tünfjoojt een ÏJ'et gp ^iöam^ jket. 1 o
Hinftoojt een 3ttet te faincn al. 1 *
3slnöoojtu toep alt'famen. 13
B.
25?oebet£eetfame// alggppjefent. 16
S3^oeöec£ en ^>u(ïerë öiec toecgaatt. 17
23jaebec£ en jèullerg t' famen. 20
23joeber£ en £>ufïer£ bjeefï bog niet. zz
23joeber£ ©jienben genetaïe. * 24
S^upbegom en Söaupt t' famen, z$
c.
€Milu$ 5tjnbe betteefen. 28
©anft tolït tot 05obt opïjetoen 30
©ie lïerb' i£ onfe£ <©oDtg boo?toaet 3 3
©e i^eece jgn i^epïigen foet. 34
©en Sof en p$£ gantfeö oUec al. 3 ?
©et lepb'ncn <0ooben ftjn feet bed. 36
©e£25oog-boenbec£ toiüefeec quaet. 37
©etoyl be tijt boo? panben '£• 38
©ie ben taille beg ©eeten. 40
©ie <Dobe£ nacm te tegt faï toepen an 41
©ie niet en gaet in bet 45obtloofen taet. 4*
©ie
|
|||
|
REGISTER.
3!Me toiï na 't <$ieutoe «gerufalcm. 43
<Doenb' ^erberg in bet^iacöt. 44.
E.
<8en gefaoïtim ïjatt na <ü5obtg be ïjagen. 46
<6fn goetnieuti) liet Dat ï§ bebacöt. 49
<£en Eiet toil ih gacn fingen. fu
<Öeniueuto 3Uet top anfjebcti. 51
<8en <0o?ïof3 Stiet anïjccjt. 54
<Êen repn ïjecte/ een bernietitot Eebcn 50
<Êen betnieutot Ijatt en fut 5 8
«ïBtnaniiel bie ipnutgctoagen. 6t
<ên ©ojbeelt niet menfcften beï&ocm 6a
€n fïcaft mp niet / o lfeece. 6 5
G.
(0«d)?ieïtoaébaa <0oöt gcfonöesi. 6?
<J?ebenfet o menfeïjen t' aïiec tjjt. 66
<©cnabe/ b?ecbe t' famett. 68
<©p Cfeiffenen ïjoojt Dit ftïepn bermacn.70 (ènbiebaec oocenïiebt/ biefyoojt. 7*
<0p bie ben ^eete Cï)?ifIo bierit. 7S
<6p bie upt toatec enbe <£>eeft 80
<J3p Wepne €ïj#pnen ftoopïsen eg. 8z
<8p ©olfieten be£ 2$ectnjR£ aï. 84
<6p ©;imbefien3/ toiït ïjocen toat. 8^
<Öobt ïjeeft Mo\'i bebcï gebaen. 8 7
<Sobtonfenféeet:/ uïobentop. 87
<&oötg t^Ifame <©enabe. 88
H.
^eft op u fiett / opent u ooten tik ïjiet 89
ïfeftopu öett/ opent uoocen gp. 92
$?eft op u Sett opent u oocen 94
ïfemeïg ©abet ontfacmt bocö mp. 9 ,-
l|et ©afclje-feefi in *3fcaeï. 9 7
=^oe liefeïtjn en &oe fijn. 100
3|oe liefelijk i$ ben egtenfïaat. 101
ïtoêfouD'ihftoijgen/ fset/ 102
foojt toe gp CIjjifien aïlcgaec 105
!• art
|
|||
|
REGISTER.
I.
fp biboe elft een toilt boren, tof
2jrft fteb ben ï|eere Hief/ taant hp fieeft bcr*
l)0O?t. IIÖ
gift moet een Eiet / in '£ peeren naem be*
ginnen. 111 gïft toep tot u met ftartelijft berlangen. 111
gft roep u ^emelftljt ©abcr ati. 115* g« be %mfic upr / 3ulien be booben
uerrijfen J17 ^fnmgnen <©ee(Z/ moet f ft ber/ubiïeeren. 119
gjn mijnen noot/ roep ift tot u / o l^eere. 1 at 3f oftanneg fpjaft niet uwojben foet. 1 m XV.
fóoomt Cftjifïug goebe $eer.« 145:
iüoomt©aöer/ £>oon/ en^eplige<0eefï. 116
Kém
Eaet om? ben ï|eere SLooben. r 17
Staet ong eenpaec / bc eenfggept öer Zie* len. 130
3£eert mp o üeer Debenften. 190
,£iebe 23?oeöer£ en £>nfïerg foet. 13 a
M. %
IBy'n <H5obt boet nip/ afé mijn berber ge* pjefen- 134
.ïlBijn <ï5ee(ï boel ift mp béngen (ïeeft. 135-
jiÉD'n <C5oöt toaer jal ift gecuen gaen. 13 7
.ïlBgnftertfg/ #eee / in groot eenbout* 139
JBnn 2iel maeftt groot ben ^eer. 140
.ïfögn 2<el lijft upt tiet ftof. 141
Mp 2ieIbetfteugDt ftaer i» öen ©eer. 143
.fiBijn $eer mgn <öobt nu op mp jiet. 144.
N.
j^a u begeer üfêaegbeftcng fïet. 146
#ulaetgp/ ^eer/ opregt. 149
O.
0 Sloebers?/ toiït met tyolpgept. 149
<B SSjoe*
|
||||
|
REGISTER.
<& SSjoeberg toiït becblijben. 15:2
€»g 25?oeberg/ tiieeft bog niet bebjoeft. 153
€> <£g#en2!S?oebercn in 't <*5enetale. 155 <© €l)#ug <©obt ^cere ban gtootec toaat* ben. 158
<© ceutoig <J5obt ban magte gcoot. 16%
<® gcoüte <©obt Sïunagtig §cet bet |>ee=
ten. i6<$
© ^eere anfïet mijn ïijöen groot- 167
<& ïfcett bec Jfep?fcgaren. 168
<Ü> i^eere <J35oöt / bati grootec macgte. 170
€> ï|eere üt moet ftlagen u. 173 & Ifeete / (ïaet bog aïtyt (n mijnen 31'nnen. 177
<© ^eec toiït mp becgoor en. 176 <© ï|eet goe ftoaoc i£ ubjen toeg. 178
€>goegoeti£'t/ Datbanbet2feugt. 180
€> liebe menfegen obet al. 181 <© ïiebe ©jienben aï te faem. 183
€>m bat menjfet/ gn't^Gutoeipetc. ï8?
«É» menfeg toiït u befteecen. 188 ©menfeg matltt op Deg petten 3Boo?t.i9o
<ü> ï^cplige tuft/ begeeröegaben. 193 €>nfe ©abec in ©emeïtp. 195
© onfe <Ê5obt enT^eecfeer goog gepjefen-197
©ntbjaefttgp menfegen obet al. 198 © ^ion gout u bafïe. 200
<©£>ionuptgeïefen» 201
#aulu£ boet ong een goet betmaen. 203
R.
töijfï op mijn Eieï met al tt Fitagt. 20?
JSijfï upt ben flaap gp 'g peeren Rnegt. 206
ïïtjfï upt Deg 3&oot£ bef toacen. 208
' S.
&alig fê gp bebonben. 211
&tetano $fea bit aigben. ai2
^>ict goe fjjn en ïjae ïiefijjft met». 214
ê>tctfet
|
||||
|
REGISTER.
£>tetftt mp o <tëobt mijn toebecïaar. 11 f
T.
Cct eeren Pan <©oöt£ jfjooge naent, 2 18
(Ce Pjefen onfen «ÖoDt en ^ce r. 2.20
iCot'g lf eeren pjijs berücben. >w
f&otu o<£5obt/ ©abcc «Seüeucögt. 226
Ctpo'Iacp en Pecöjiet. 227
■*** Uptoec©iepen/ o$?eece. 231
v.
©aber / <fi5obt Pan groter ta«cb\ 224
©aöec/ <6oöt in nee mttoigöept. 224.
©abec ot$ in fjet Üemeïtgl. 236
©eroujtut'faemen 9Sttpgt gu Cïfêifïen fcpa* ren. • 238
©etfïeenöe menfcljcn/ bie fon feer. 239
©jtenben bie jjiee uu fijn bcrgacrt. 241
Bpenöen nu top in 'g peeren naem 2x3
©jienöen/ toat mi '\$ booj gefcöjcbr. 34j
w.
3®aeftt op / toaeht op / 't ii meet ban tijt. 246 Wel pent öie in <6oDt^ bjefe ftaer. 24S
ÏÏM jalig i$ öp öie <Ö5obt Pjeeft. 249
JBieng ïielen oog geen ^cljcpper fïet. 250
ï©iltgp toefen een €>o?tog£ man. 252
JÈpbfe Sier &P maïftanber fun. 255
3Bp banften u / o <6obt en ïfeec. 256
Aenwy fingen der Liederen, dewelke
op cenwyfe konnen gefongen worden. A.ïSïjoojt een 3£iet gp Sïöamg faet 13
4®ie toil na 't j®ieutoe fïetufaïem. 43 Op Cö?i(ïen öoojt bit Mepn Pecmaen. 7° $oe Üeflyh i£ ben egten fiaet. 101 <0 ïfeet anfiet mijn %i)ben groot. 167
€>nt= »
|
||||
|
Fol. i.
SCHRIFT UIRLYCKÈ LIEDEKENS,
|
||||||
|
HET EERST Es
Zynde een Scheyd liedt.
©p bebnjfe: Schoon lief gy zyt prys weert alleyne,
A2l$?al[)am ben goeben ©abec/
Bï fcïjcpbm öpenltotb/ ^aet ïjerten tsïebenbaft te gabec .ïfeet bjee^enïiefb' aen <©obt/ 3&u£ nae bat top on£ tot %)et feïjepben nuberepben/ Jboo laet otté ban öetten niet feïjepben ©an ben i^eec en fnn jjepïigï) gebobt. z. 3£»ie oubtfien bet <£p&effanen / Hpt teeïjtee ïiefbm felaec / ©an faulo feïjepben fp met ttanen / <©übebebaïïjpïjaer/ <£nbe bat tooo?bt eetbaec Jbtjnec genaben teene / &oo ieft u nu boe 25?oetiei$ gemeene/ <J5nb' mtjnïiebe bjienben aïïegaec. 3. m$ topbeel fcljepbeng oberteggen/
€en feïjepben bittet ïjfcc JBerbet boo? ftaec / bie men faï feggen 45aet in bat ïjeïfcïje bpec / fdljfer ban traeen/ eenïjiec £>aï binben aljS ö' ontfleïbe €>pbat25eböe/ ffêeuïen/ «UenBeïbe/ 38 @&
|
||||||
|
» SCHRIFTUIRLYCKE
«Ê>cï)batfcïf)epben toecöt o?ucftigl) fcïjicc.
4. 25?oeberg/ eet lap Dan Ijizi tieitcecften/
gjcftbibb'ulaeton^lien .ïBaïftanber bagcïijcftr tiertoecïten / <J9m 43obtg toojn te onttilien / 3taet ong neetflig toefïen / «©a; ons' befen DaQÏ) alïe W$ een bal-fïcicfe niet obettiaïle / 3CIg bat ïaetlïe fc&epben fal gefcrjicn. 5. fyietam laet on£ toaften tiolïjeetbig /
«Ênaïtijbtbibbenfnel/ 3£at top toojben t' ontbïieben toeecbig 511 befe bingen feï/ «Ên jïaen fonber getmel aaoo? '$ menfcfjcn £>oon in b?e£en / £olaeton£frjngeï)oojöe fïemme/ fteben Sict tieracöten / maer ter öecten nemen tori. <$♦ Etjt boojfkiig mettoiengp Ijanbelt/
U&tjbt ïifi en boofcn fdjijn / .fföet toijf ïjept eewlrjchen toanbeït / Cegenbiebupten5ón/ 3©etcftt met be Ijanben btj'n/ Hepgenbjoobttoilt eten/ 2©elboen / en mebe-beelen nfettiergeten / IBaer boet <C5obe offer&anben fnn. 7. 3Eaet ong malhanberen beyagen /
<£n gebenftcn in 't gebebt / 3&eeenbe£anber£ laf! ooft b jagen/ JBant bat i$ Cöjifïug 3©et / <£n niemant geen belet /
J&ocft ecgerniflé getint /
„ffêaet ©obtfaligö in bee§ totrelt letien /
fföeteen goebe Confcientie net.
8. 3Bbieuë?incen/ <©oog ïjupfgenoten /
45p ^onincftujft geflacöt / 3!D«u '$ toerei^ gaepfpel tier/loten/
^bupligïjepbgeacfit. ïjban
|
||||
|
LIEDEKENS. 3
iïban be JBenfchen toacht/
SSnt toijg ende berfïanbig /
©jeebfaem/ bjienbeftjcB/ en goeberftanbig /
&taenbena<6oötgfin&etaderRracht.C.v.M.
<©p be JDtj'fe:
Gebenedijdt èmyn ziel altijd den Heer.
A Ele mijn hoop/ mijn troofï/ mijn toeberlaet
"" 21M icft gaen fetten op myn <©öbt en J|eer / «©ie al toat leeft in angfl en noobt bpfïaet/ ïiecïjt al op toat lepbt ter neet / <&iz$ icft mp tot hem fteer / <£n troofï ban hem Begeer. 2. 35iemanbt/o <©oöt/ fonbet u pet bermag/
ï©ant gp alïeenée gebet $tjt ban 3tï / <HMe on£ elïenbt Pan boben neet anfag ?llhiec in bit aerbtfcfte bal/ IBnbieboojlEbamgbal ©óolben in gtoot getal. 3 Sopt menfch en fag meetber genaeb' gcfeh/en
■31155banu/ Ifeer/ on^menfcheniggefchiebt/ iBant gp boo? £ft?i fïurn on| u troofï feomt Wen/ 3£egftt op hem along berb?iet/ <®n£ foo berloflln ïfet öpt liefben al om niet. 4.<Ü*entoigh boojtoaer lagen top in ben öoobt/
£>oo befen iCroofï ong niet boo? u omfcheen / " Met fonb' befmet/ban oeughben naeftt en bloot/ mazt/ o ©eet/ gpmaehtongreen «©00? u fïetben geleen/ £00 top u recht na treen. ï.gi# 't ban niet recht bat top met fin en tnoebt
«©efen toelbaber met lufi loben altnot i <©agh enbe nacht blntigballen te boet; Hetn bibbenbe met bint / Zfrat hp ong frhuïbt fcheött ^utjt / <£n ban fanden brtiinbt. |
||||
|
4 SCHRIFTUIRLYCKE
6. Hinfiet/o teer/ bat ^djepfeï utoec öanbt/
<£5p \aeet toat ftof en maenfei üat top gyn / <èïknbigï)/fnoobt/befmct met fonb' en fcöanbt/ ©ol jtoeecen en bol pijn/ ^>tetrftt on£ metu tooo?bt fijn/
<0p Dat ons? bjeugt omfcbitti. 7. Meprimoebig/®eer/ moffen top boïen gaen
<&m?§ bupüeïgliff/öiein 'tquaetboenöeeftlufï #abgp/ olfeec/ on£nietbafïbp-ge|ïaen/ <£n ftjn pijïen uptgebiufï / ^ijnrafecpgefuft/ <^n^teb?engen tot cufi.
8. <B}? toien/o tyeet/ fou ich oetcontoen toafïi
<©anïï/ mijn <©bbt/ bic eeutoeïijcften leeft/ «©ie mp upt genaeb' ban fonöaii geeft ontlafi / <èn boo? boobt bat leben geeft / «gjabiegefcljapenïjeeft 2CÏ bat op aecben f toeeft.
9. ©jtfê/ 1-of/ en eet faï al mijn ïeben ïancfe/
ï^ee$|eec bec peeren gefchjen upt mijne monbt gjcft toiï ïjem toben met mijne ftèm£ geftlancn / <Bn bat upt be£ ïjectengcoubt/ aBartjtenbet'aïïetfionö <®p fijn eeutoig ©etbonöt. •
10. £>tabig/ü If eet 'mijn ifieï na u berïangt/
5jcft Öoop met ïufï na uto' ^emelfcfte fcïjat. gjcfe bib / o <©obt / mijn <45eefï in tuft ontfangt/ %l$ ich gae aï '£ toeteït-S pabt / aiepbt mp upt 't aecötfcöe bat
anuto'^cmrifcöe^tabt. Den xlij. Pfalm Davids.
A%$ een I$M gejaegïjt / <& (geere I
©at betfc&e toater begcect: 3lIfoo öo?fï mijn 3ieï ook feece / .©a u mijn 45obt googï) ge-eect/ <€n fpjeent bp ïjaet met genlagD / <®tecr/
|
||||
|
LIEDEKENS. 5
<Bl^eet/ toanneet ftomt bien bag/
3^at ift boeg bp u faï toefen / <ên fien u aenfcgtjn gep?efen * 2. jBtjn tcanen enbe mijn ftïacïjten /
Syn mijn fptjg öie mp (ïeebtg boet: ?W<j men mp b?aegt met betacgten/ ïöaecignuu <35obt foa goebtt 3|cftfmeïtaïgicft centftbaet aen/ Hoeicftboomiaefêplatyte gaen/ jfeet een goop boïcr ï)iec te ïanbe / <0mu/ Hjeer/ te Doen off'ranbe. 3. Jèaecomtoiltgpufoo queïïea/
Cnbetoect 3tjn/ °3>e* n,tjn* UMt gantfcg u fioop op <£5obt fïeïïen / ©an u fal gp geöancftt$rjn. Bï^gpboojjnn aenfchijn ftïacc/ ^aï toecg nemen u kuws f toaec. i©ie£/ o<0ootbannsnhict toijeftet/ 3©antmijn gect mp gaiitfcy beftotjeftet. 4. geftbenutocgfeet gebacljtig/
<Soft an bet ^ojbanrn ftant / «Enntoetgoebtfjept feec ftcacytig/ 9Jn ïf ecmon bat ft'oube ïaut. Cnaenlfêifat ttn 26erg bloot/ ©ace b' een biepte b' anbeu groot / Coefcgjept / enbaecbetempee(len/ €>bec mp gaen minfï en meejten. ©atife.
y. lïbegcootetoatecjftomen''
«Eijn^eetobermp gegaen/ <Ün mp obet 'tgooft geftomen: USaet gp gebt mp bpge|ïaen. ' Jb baegé toont gp mp u goetgept / «Ên'£ nacftt^u b'atmgertiggept: ©ie^faï icftu ^ecc beïyben/ <©P yoeb't mijn 3ieï t' allen tijben. . 6. gscfc fpjaeft tot <öobt: €> <©oot fttacgtig/
% 3 J©aata |
||||
|
6 SCHRIFTUIRLYCKE
fflattom tiêcgfrt gpmpgaer i
2©aerom moeticft toefen Machtig/ SSenaut boo? be boog' eenoaer i *fcft geboeï öaet fmaben quaet / f&'toelcft mp boo? be beenen gaet/ SïfëfptotutoeE oneece/ 4§>p?eftentoaec blijft nu be ^ecre* 7. JBaetomtoiltgpufooqueilen/
«Bnbetoettjijn/ 0 3ieïmtjn* 3©ilt gantfeh. u ïjoop op <©oöt ficlïen / ©anufaïöpgebancftt 3ijn. €Jm bat nja i? foo men fiet / Mijn ïjepl hie mp jonfïe biet / ©ieg mijn 3ieï toiït u toerbiijben/ <&obt ifï bien icn bib in 't ïyben.» €>p be toijfe .-
O Bruydegom verheven. A% flaentopnu afê bloemen
<£nbïoepenopï)etbrit/ «fenariberttjot fal homen/ #at top toojben becflelt i J©antaïle toïeefrf) berniett/ ©ergaet gelijcft Bet gcag / • ©?ienben 't 5p u bcctelt / 'iCfeomtmeenigteonp ajS 2. üïtcïit a\$ ben toinbt boo? 't toaepen
a&e&foem becbetft fubijt/ &oo fai along betfeacpen ©ergaen in ftojten tgt/ Jliemant en Kc0gtrefpi)t/ Wft (öoöt ben ®tet befjaegt/ ©icboobtbefjoubt benfirijbt/ 'i€ geste jp on£ noojfenaegt. 9. gjeugbt/ gefont0eptenb"tlcben/
&omt on£ ban <éobt ben Üeec / jf p&eeft &« ong gegeben/ |
||||
|
LIEDEKENS.
i€e bmpcïten t' fijner eet /
.fèae fijn hcplfame Eeer / JM hu hebben gcbaen / ©f men fal nimmermeer / ©oojhcm mogen beftaen. 4. mn'tgeeubattopbebinDen
.liBogen top mercnen fier. iöaec 3ijn on?ilicbe bjienbcn/ «Die üoo? ong leefden hier i 3Dan too?men gh'eten fchier / min Ijetaecbtfche bal/ 'i€ i$ bie oube manier 3©p moeten fierben aï. 5-. Geneugten '^toereïtg toefen
£>eec haefïeltjcït Jjergaet / ©ie lu|ï hebben in befen £>al't niet nomen te baet / %l$ ftaer fcranchftept aenfïaet <£ri men hier fchepbenmoet/ ©althetbicfttoijfételaet/ Ce boen oor echte boet. 6. 25p bit en fal't niet binten
©at top geftojben jn'n/ 3©p moeten met fcn lijüen /
Stomen boo? <©obt£ aenfchjn / Om op 't felbe termijn / <èen recht oojbecl t* ontfaen / ©an moetenf in be pijn / ©ie 't cmaebt hier beben faen. 7. Sllbienaer'tbïeefcftbefeben
«iSu ïeben / fiecben ban <£en rrnabe boobt met beben /
bemant en nomt baer ban / ©u£ den een nu ftp fean / ,&eemt fijnen tijbt toel toaer / ©e Carto' blijft in ben Waal i|et nafberjiupfttegaer. |
||||
|
8 SCHRIFTUIRLYCKE
$>aufe.
8. fietst toiïtbocftnu opüoaftett
#et geïbt u 5icï en lijf / tin toflt geen onfcöult maften / <©m 't toeteltfröc beb?rjf/ Maet boo? <£fi?ifït$ mottjf fijnen boojbeelöt aenfeftout/ 3©ie bat nu rfaebolgftt flijf / £>aï hebben üafï gebout. 9 (Ce Eaten nu het tmabe
i&at heeft hp on£ geïeett / <Öntoo?ben tyaeg enfpabe HUgeftcrletoecnfect/ ©atjj't geen bat ftpbegeett/ tf5ii on£ te boten ïept/ m & jeugdig fyctt u fceert/
iCot bet ootmoedighept. 10. jBet Jfèaria tóilt tceben
Cot <£h?ifïi boeten baec / £>p toeenbe feer beneben /
3Biefcft bie met tcanen Mm: 35enb?oog-boecfttoag ban hap?/ tin fteeftfe boen geftu/i / Cnbiegefaïft/baecnaet • &am fp baec op fiaet tufï. 11. €ft?ifïu£ üeti>t ftaec ftoocen:
USÖ'n ^ocïjtec jijt gettooft «G5p hebt mp uptbethoten /
«friic&ftebubecfofï: <©aetinb?ebenaïtoofi/ • ij fonb'bctgeben lf/ ©ergeet u f toaer pjopoofï <J5p3ytgefbnotgcto$. 12. ^oofalljp ooeft ontfangen
ö/ 50'tgpfoo bedacht: IBant opheeft groot berïangen
Met 't jlBenfchclh'cft gefïac§t: |
||||
|
LIED E K E N S. 9
©itbocljbOQ? al bctrarijt:
Cn Dceö ïlprreït begeeft! £iegt fjaer bocö gocben nacïjt/ .fèa<eoöe£b)ilïc leeft. 't Maegde-Cierfel, €>pbebltjfe:
O kars-nachr fchoonder dan de dagen,
AM (J5obt alleen ïjaec tcoutoe geben;
Met öem alleen benommett leuen. —- ©erfafcfnaltoatfïgt'ïijcKig/ .ïBet <!5obt gemeen / ficï) felben öaten.
^eec gtaeg alleen / ennietbeel pjaten/ ©ermtjoen anbatl)tg ïjinbmiig. 1. ©eeltijtë in ljui£ / op fïraet feec feïbeij.
BI toat ïjaet fclfojt an *$eïu$ meiben/ gil goe getoeet^ bjpnioebigöept. 't <6ebet ïjaec fieun / beecmicuing 't ïefen / ©oï öemeï fut&t gefïabiclj toefen / ^attac&ten 'tgeentotbojb'rir.g ïepöt. 3. ©?jo ban pjaeftf/Iufl;/ enobetbabcn
3ïn fpyg' bjaneft / ftïeebtïnité en öufêtatsen/ Uit feoopenb' foo t)et geit en tijt. 3jn (iaet fïcïj aï£ een acme b?agen /
Ba fcennig <S5obtg tjeeï ub'tig jagen Cot öaec en^ ttaeften galigljcibt. 4. gn'tgoetfïa'igneficlj fonbet tooelen.
3£>e£ anbet£ noot / aï$ epgen boelen. ï|uïü baecbicö met al toat fu Ijeeft. Ibcöoon toennicl) öebbenb' echter geben / ©ecbmcRt te fnn en blijb' te leben / <©m bat '£ bleefcltë tegen fegen geeft.
5. ^ienfibaecteftjn/ ennocöte loonen.
Cetuggcfet/ enbanefttetonen. ©eeljeugt om b'angebane ï)oon. ©00? tcoutoigöcpt onbancfe te nnj'gen /
<©pfcömip/ enfmaetmaet (lille ftoijgen. £>ta'ig Bouben 'toog op '$ tyiml$ fttoon. % 5 6. €cngi
|
||||
|
io SCHRIFTUIRLYCKE
6. <gm$ anber£ nttaet tec noot maer meloen/
0ntfangehleet metöeugt bergelben. <J5oDt biDDen boo? Die 't beeft mif baen.
Chjifht? ïijben boo j al toet toeten <£pgen ItjDen feet haefï becgeten: <ön toiïlicb om noch meet t' ontfaen. 7. ï^aetepgenfm/ entoilbefnijDen.
€>nfchuibich/ enberbulbicb lijben. «3n all'g betnoegt foo 't <J5oöt befcheerbt.
2J5egaeft te fijn en feïfê niet toeten 45eDane Deugbe fïtacft£ betgeten/ di Sfb'cen na 't geen noch ontbeert. 8. <£en£anbet£ Deugt/ nopt epgen pjnfen /
©efelepnen meefï haer gunfï bctoijfen / ^cöoon 't D' öeeïe tocreït tegen $. ^n fonb / en quact niet ecn| becnaeftten /
<&m boet te Doen geen ttjt bettoaebten / Maet op te jïaen foo rajS men mifl. 9. <£ecinge fonb nopt licht te achten,
©et bjomenraetnopt licht becacljten/ ^ta^g Doelen nab?t aïbecbefï. gehoon bet genomen nocjh beginnen / 3EU' onbolmaecfthept obectoinnen/ Siet rnfien Dan in 't alDecnetlï.* 10. ©olmaeftt te ftjn en noch te bjefen.
^egantfcïjetoereltboobt te toefen. ©etbulDt metüeiligfteit en Deugt, ©eccier u maegfjt biec me'e ban binnen / ê>o fal u <0oD aio b?upt beminnen CnlepbenüiD'eeutoige bjeugt. (j^pDetoijfe:
Ontwaeckt gy tnenfehen over al. Aj&ljoojt een ïiebt gp iDamg jaet /
j§>iet bat gp hem niet na en gaet / jiBaer üoïgt <£h?ifïum gepjefen / <£n Doet aUrjDt nae fijnen caet / §>Q9
|
||||
|
LIEDEKENS. 11
£>oofuïtgpfaïfg toefen.
i. Jtëatbanbenbïeefcfoei^ gebaett/
©at'g blepfcb/ foo ong Cl)?ifïu£ betftlaert/ 9tifbo top mogen boaten. €> menfcfjen bebtoingt utoen aert / 3©o?bt upt ben ©eefl geboren- 3. 3©ant bïeefcöelijcft ge(ïnt te ?ijn /
©at'£ <©obt£ bpantfcïjap/ ïjoojt toel imjn/ .fDenfcbenneemt bit boo? oogen. JBeet bat top in alfuïcften fcljyn
((Bobt niet beogen mogen. 4. ©iebïecfcfjeltjcft 3ijn/ foo men bint/
©ie 3jjn oor bïeefcÖelgcfc gefint / Bienlecfi ban befet fanen/ €enbïeefcö'lijc^menfeï) i$ foo betbïint/ <0obt£<u5ccftftani)P nietfmaften. 5. ©ietoi)ëljept<©obtg/ footopberfïaen/
2Ju geen quaebt toiii'ge jfel toiï gaen / j^ocf) in geenlicïjaem mebe ©atbetfonben 1$ onbetbaen/ j|ietom ftaet na ben b?eebe.
6. 't25oefebettotj^ptgeefthïaerDebiet/
©at <&obtg <8eeft ben gcbepnfben bliet / ©ugtoilt/ nae^ettugfeggen/ <8ebepnfïf)eptenïiftnutet tijbt SSeginnen af te leggen. 7. fftrecftt upt ben ouben menfcö onftïaer /
Jfêetftjn quae toetenen alïegaer/ €n toilt baet op niet flapen /
©oetaenbennieutoenmenfcb eetbaet ©ie na <8obt i$ gefcftapen. 8. 3tegIjtafbieontepnigöept nu/
<t5nb' toeej! ban alle boogljept fc&uto' / JBfït u fjett niet betöerben / HÖet facïjtmoebigbeptïaet inu
<&obt? tooojöt geplantet toetben. ?. <©mehfc5enaï/ baet bit beöiebt/ €>t\U
|
||||
|
iz SCHRIFTUTRLYCKE
©ntfangïjt uptlfefben öorö bit Eiebt/
J©ant liefbe Dceb' ïjet bigtcn / Cn bat upt fuïcift een mepning ftet / <©f't pemanbt moeite fïicöten. #pbe totjfe:
Gy Volckerendes aerrryks al.
ABÖoo?teenlictte famen aï
<©ie ïu|i öebt tot ïjet Mepn getal / SJegeeftuleöen ïjeel bequaem/ ïïtoenïteet te fijn gef)oo?faem. i. Ibchjcftt u te gaen boo? b' enge poojt /
©at ig be ceeftte nicuto' geboo?t / 9ïï£b'oubemenfcf)e toert geboob't/ £n 't fonbig toefen uitgeroob'k 3. 4Bn angetogen neb'cig fïegt
©ennieutoen menfelj lf eplicö optertjt/ ©ie baet i£ gefcöapen tia ©abt / Met ïh(ï leeft na 't fa plicï) gebobt. 4. %n tojeebfaemljeit in cecfjt ootmoet /
Ifèet een facötmoeöfg toefen foet/ <ên een Ijectlp ontfacmen repn /
<©üec fijn naefïen in 't geniepii. 5. Stangmoebig met toare%ebuït
S5obenbit algpaenboen fult ©ie liefbe repn fclioon en biecbaec /
'/Cftenteecftenbec Cffêifï'lijcKe feïjaec. d. ©itigöenbanttooïïtomenflerclt/ «Êen bafi getoeec enöe boltoeccft (Cegenalle buptoefé getoeït/ ©ie ïjp algnu in 't toercfeen jïelt. 7. j|>oo lange befe banb ot$ binbt /
€n top opteeïjt fêemelé gefint ïïebentyeebfaem in <!5oebt accoojt/ ©an blijft ong gupsS al onbetfïoo?t. 8. ©an i§ met ön£ be l^eec aïttjt /
©an mogen top fiaen in ben fïrijbt/ ©an
|
||||
|
LIEDEREN S.
^anfullentopbertoinberg Sjjn/
©erïo|ïbanallenooben pijn. 9. ©anfuHenbJtwaöcfenbjp
Unfcöoutoen C&ifii anfcbpnbïp / 5öit i£ boet) bie ïief fjebberg loon/ ïfp belooft öaerbegi leben ftroan. io. <& liefbe repu ou£ boeït berbuït /
IBetïieföeentoate gebult/ JEaedttong Uoïfianbicl) tot ben enbt/ £>oo bjengt gp ong in '$ ^tmzl$ tent. €>pbcbJijfe:
Als wy om 't recht des Heeren*
A^ï)oo?t u toep aï t' famen
Hiebc25?oaöergen £>ufïerg gemepn/ .fèiet beel tijdte na 't betamen j&orfj ebel ban fiate tepn €n 3tjnbet geroepen in '$ #emel£ pïepn / ©ieltifï bebbeninbe ffietelt/ €nö' <!Bobt^ ï©oo?t acljten feet Mepn, a. .föietbeeltoijfenaben bleefcöe
fgtjnöer geroepen üaojtoaer / .^êaet bie arme 3ijn ban geefié gullen berbïtjbe?» fjier naer / %i 5ijnfe toerbolgt öier enbe baer / <0obt öeeftfe al uptbernooren / <2)u£ b?eefi nietgp Mepne fcïjaer* 3. ©encntljoebeeïbatter toaren
25eb?ybt en beljauöen tooo? fcïja / 33oen Boe fijn aclilïet gincfe baren <ön be JBereïtbcrgincR om be qua / <£n afê be brjf fïeben ban £>oöoma Stlmetben bpere bergingen/ 2©af'ermaetb?iebooj<0oötg genae. 4. ©anfegljanbett bupfent perfoonen/
«5n quamen nïaer ttoee in 't ïant ©an beloften feet fcfioone/
|
||||
|
i4 SCHRIFTÜIRLYCKE
J^ettoeïcft toag feec tciumpgant/
#at ig een figuire / baet öit berfianbt /
9111 op het eeutoigg leben /
3£at iiefïtjcftfé enöe plapfant.
y. ^ptoaami niet al angenaeme/ 3£ie met «DfDi'on fouben flaen/
3^anb?ie gonbect eecfame/
3Ê*ie upt bet ganbt lecftten faen/
35te bebjecfl toacen giet men t' ïjupf toaert gaen
3©ant fp toacen niet bequame
(SJTegenbebpanbeti te flaen.
w 6. ^acgariajS (toilt bit merclïcn) &cg?tift in fn'n bectgnfle Süjff /
<©atget bolcft inbjïe perften
Ibaïgefïeïtfgn/ en ttoee boo?toaet
3$erbenupt getoept/ maer öe DecDefcgaer
2®etbt aï£ goubt boo? ben bpcte
«Selotttert / bit '0 opcnbaec.
m 7. «Sen^tabtbolaïïetgoeben 3Bee£ b' «Engel €f b?ag goebcrtier /
2©ien£ toegg (tofït bit bebjoeben)
3fé ceité menfcgen boet b?eeöt fdjiet /
«Bp b' een jijbc «totet / op b' anöec bpcc/
ïfoe ftonbt gp baet in gecancn 4
«Bfgtiboojgactbatnauto' eerfï hier.
8. Moclj fcg?gft€fb?a£gep?efen/
gn 't bierbe boecu / in 't acrjtfïe Waet / <©atbeelgefcgapen fullen toefen/ .ÜBaer toepnigg begouben / giet naet / «En gehjeft men binbt beeï aecbe f toaer / €>maecben baten te maften/ .ïifêaerlufteïom gouben/ 'ti£openbaec. 9. €»elgcft be gcoote bïoeöen aïle
jR&eerbet3yn ban bie öjuppelen fo*t* £00 i$ bet gobtïoofer getalle / .ïKcecbec ban <©abt£ ftinöerengoet / Orfj tjoe Maegölgcït ifi / jg't Die# toef b?oet/ ©JKSenfcft
|
||||
|
LIEDEKENS. 15
€> menfcften bjflt u befteeren/
Cnbe niet meer fonbe en Doet. faufe 10. dUocftfpjeecftt <£ft?i(rugberfteben/
©at beïneghi£fmalen ftlepn/ ©ie baer lepbt tot Den ïeben / <Ön luttel binben hem certepn/ ©u£ bjilt u maften ban 3onben tepn / Cn ïeben nae 'tJBoojöt bc§ ©ceren / ©at gp ftomt bp Cftjiflum gênicpn. ii. ©e toegh i$ groot en bJijbé /
©ie teeïfellen lepbt/ toiït berfïaen/ Ü>p gaen bertoaert^ aen alle jtjbe/ ^00 be £>ch?iftuit on£ boet bermaen / ©e l^elle heeft toer ton'bt open gebacn / Jbootopin<6fata£ ïefen/ €n beel jnnbec,/ bie baer in gaen. iz. t|£ocft (later ftlaee/ toilt ftoojen/
Jatter beel geroepen 3tjn / .ïlfêaer toepiiigh uptberftoren/ j§>P2eecftt£h?ifïug/ bcrfïaet toeï mijn/ 3Bant fp niet en treeften eenen lijn / J&aer beminnen be bupfterheben IBeerbanhetfttare fonne fchnn. 13. £>chfcfttunaebiebehoo?te/
&p?eecftt begeer berfïaetöit aï/ ©atgp aïboo? be poojte Sjngaet / ölebaer bïfeer fmaï/ ïBantmenigh baerna arbepben fal/ <Bnbe fal baer niet inftomen/ ©mbathp niet mag ban't getal. 14. 'Cfétijbt (heeft $ettug gefchjeben)
©at 't oo?beelhaerfal ftomen aen/ 3ïlbie gerechteïijft ïeben/ <©eln'cft ftinber <éoötg onberbaen /
gjfï bat be rechtbeerbige nauw faï flaen gn'tüJScecftbe^ lebend gepjefen ƒ |
||||
|
i6 SGHRIFTUIR.LYCKE
$oe faï 't met ben ongetoobigen gaen i
ij. 25?oebecgen ^ufiet^ reene/
©fötboojmp/ fooboe ift boo? bp/ #p öat top al gemeene Miüogengaenboojbefentoegïi b?pf ^oofuUentop namaefê toefen blp/ %l$ top bp een becgacen / ©aec niet ban ecutoige b?engbe jp* Een Scheyd-Liedt. <©pbetot)ft:
O jonckheidtgoene», bloeyende Jeugt; Bfioeberg eecfame // aïggn pjefcnt
3!n'peeren name // bergabett bent/ «Ênbaec anftoren/ fn'ngtooo?t£bennaeu ^oo feomt toeer boten / |ct fcfriben gaen ^>ietbatgp'ttóoo?t // ban niet becfmoo?t/ Mïaerfoo'tbeöoojt// biecig 5tjt onbetbaen. z. ïèant bie 'ttooojtfjoorai // enjynboo?
<Öobt .ïüiet uptbccftocen // maet bie 't geboft ïjoojte'nbetoaten// i£ faligïjepbt ,Éa'£>cö?ift'jbctKl(acen // ban toegefepbt: 35it!j pbec een // b?inben gemeen / Ibgniierteteen// baettoe rntóe betepbt. ?. JBant in een (ieenen // öette of lanbt /
3©iï<!35obtgtoao?tteene// nietjijn geplant; 3|et tooojt beg peeren // aï£ ploegö bequaem / Éöoet'teecfï omheeren// bat aengenaem ïfetfleenigööett// betmuttoet toetbt/ <£n 't tooojt anbett// bjucötbatig nae 't betaeni 4. ©ie 't tooo?tang'name//ontfangt en plant
Sfn fukh beqttame // een ïject of lanbt / ©ieii fal f)et b?agen // in obetbloet j©aet05oöt^ beljagen//'^ <&zefi$ bmcljten foet/ Cnnaetbeegtien// faï bien gefcljien «öeutoign. bctbïien /7 aen ftect/fin/ en gemoet y.25joeöet^in'tfcljeptien//9ettooojtboïb?ee
|
||||
|
L I E D E K E N S. 17
ginfoo^ibetepben// ïjett/ bjaegötbocïjmee/
'tjbalubmcï)tb?in.gen// bie'tbobengaet Wl' aertfcïjebingcn// ïjoe beïicaet/ <3ia niet baet bp // te gehjcnen 3P 5 20joebrtg tot bp // foo oocft ong tjope fïaet 6. tünbetg toaet 't öoten//beg tooo?t£ betmaê
t®ietban bedoten// ftofïen gebaen/ fïaorn befpotten // ban pbet een/ <èn 't boert een£ fotten / / toag men gemeen /
©ieïogop'tfant// gantfcï) onbcflant Cimmetbe/toant//|tjn toeten bat bieï baet öeeti 7. ©an bietgeïneïien// <Ö3eeöié'I
€>n£ oócuboetbïncften //ïjoe 3fcaél $em baet te booten// beg^eeten tooojbt £boubenanïjoo?«i// maetnocljtang boojt ©oen na Jjaet taet // en opfet quaebt s jjKiaet op beeg baet // toa£ be fêeete gefïoo?t. 8. ^cboon top foo fp?eften//<!^ 25?aebet£ bp/
3|ietbpgdeften// gantfcï) nieten 3»/ t' ütoaetté bettoutoen // aï bctet top /
©an t'eetitoaetfcftoutoen// i£bu£ ban mp <©ebaen alïeen // of ton naet 't fetjeen <ü*entoig bp een // mochten toetgaren bïp. 9. Su icn bietmebc // bebeel n €>obt /
<®m nocï) mijn bebe // tot u in 't fïpt / gfêbatbetmeete// uïiefb'enbeugt/ ©att'aïlenïteete/ gpfuptoet mengt 3Befentctnoot//fanbet anfioot/ ©ooj Bïepn en gtoot // foo fulbp jyn betïjengt,
A. W.
Een Nieuw-Jaers Liet. <®pbetojjfe:
Johannes fprack met woorden foet. BÏSaebet£en£>ufïetg ï)toöetgaett/
<©it ïiet fë tot ïeeting' gefcï>?eben / (€ot <0obtg p?ifê / foo $auïug betïtïaett) Cot een nieuto-giaet aï fanbet [netjen j 2f> 3E«fc
|
|||
|
i8 SCHRIFTUIRLYCKE
^cttboentoenfcïjen ïu'er bcneben:
<!Soöt£ liefbc enbe b?ebe Maer 5 «Sn 25acmï)ettigf)ept berïjeben/ rëTot eenen gcoet in 't Jiiicuïoc-jacc. *. j£utoa£icKtoeï ton finnen noc&/
<0m te berïjaïen beeg' gcöigten: Ht>aet iclt ften mp ontoeecoich. bocï) / <©at icu ti foub' foehen te fïicfjten, €>m boeïj in 't goebe niet te f totcljten / <^f bit baet toe rnoctjt biencn maec: <è>m fïappe Ijanben op te ricïjten; Cnfoffe nnpenin 't cfèieutoe-3jaer. 3. ï.aet cing gebensen nacïft en batfi /
9ïn bie beloften fonber fneben: 5©ie ton ben 3|eece met genlacï)^
ïïpton'fcmonbt fjebben gegebcn/ €>m ïjem te bienen al on? iebcn: 3EI in bet f toacfel&ept boo? en naec / 3©p mogen 't toeï pjocben met bebcn; ü|oe 't met ong fïaet in 't üieutoe-^iaer. 4. 3©ieanbenpïocgï)outenomriet/
3l£ tot <©obt£ rijene niet beqname / «Sebennt l.ot£ b?outo / fo €t)#ug tiet / «Entoie't tjarnag anboeteerfafne/ JBacö &em niet roemen ofte bïamen: .fföaer bieftet af-lept openbaet / 3ba$ moet top fïrnben nae 't betamen /
©m tebettoinnen in 't „fèieutoe-jaer 5. ©en menfeï) lijntbintoijfê ïfaefï an't enb'
©analleïjoop'en troofi berïoren: ©oo? tegenfpoet enbe eelenb' /
«Ênaigmenoberbencnt <&>$&$ f&oren <©at biequaetboenberg fïaet te boten / «Sn ïjoe't namaefê fal toe-gaen 3toaet ; 3&u£ moet top anïjouben toiltïjocen/ <ên niet berfïoutoen in 't ^ieutoe-^jaer. 6. ^oobuncfet mp't féoen beffen raet t
|
||||
|
LIEDEKENS. 19
©n£ op ben ï|eere te berïaten /
<ön on£ genoegen in ftfepne (iaet: £>alomon fcï)?nft iCroofi'ïijcfe toilt baten / ©oenljpboojfocöt öabb' beele fiaten/ ©at aïfe binch boeg pbeï toaer; 't3$befttoeIooen/ en 3tjn met maten ©joïtjcRin't arbept/ in't Sieutoe-2faec. 7. 11 too?öen top betac&t betfmaet /
©an beeï menfcöcn bic ong benijbeu: ^oo'tomtoeïboen gefcïjiet becflaet S>oo Jjcbben top on£ te betbïybèn / ©at top ïjettoèecbigjtjnteüjben; 313p moeten Cïmflum böïgcn naec / ©en nnccgt macïj 3tjn tot geenen ttjben / ^oüenftjn^eei/ in 't J&ieutoe-3aer. 8 j^et $ boel) maei* een ftojtcn tijbt /
©e£ menfeïjen lebent hjet op eecben / Jboo be buïbige 30b beïnbt: gae aï£ een bloem ban Mepne toeecben ~, €> jiBenfcï) loopt niet aï£ toiïbe peetben; Recent op ben trjbt aféb' <©pebaar €>cïjbattopïebeniiè 'tfïerben ïeetben: Mn alïebagen in 't t©ieutoe-5laec. 9. .ïifèogttopdöoojtaenneetfïigci- jtj'n/
gjn ben totjngaeït fonbec bertfagen: 't 3I£ aï öceïffle up? buncfit mijn /
JBant top ïjebben nu niet te Magen; ©an beeï atbépt / norij jjiete bagen; <®n$ JBeefïet fêfoogoeben ©aec: <Jccn penninftlaetong toel beïjagen/ ©at eeutoicö faïicg ^ieutoe-gjaer, 10. III $ u bit boeïj tod benent /
<©f ieft ïjet ü niet openbaerbe: <£n in bé tóaecgepf gefïëfcïtf Öént;.
^ocfttan^ upt ïiéfbë afé b' ontoaecbe: (£ot 'g peeren p?tj£ icfe bit becWaetbe / ©itpb't Jjet na itiefben aett eenpaep / |
||||
|
zo SCHRIFTUIRLYCKE
gjcfe berft mijn pont niet in öc aerbe
25cgtaben met bit .föieutoe-fj aer. iiv ©ojïof ftier meeb' ift flupten moet /
j^eemt het in 't goeb' aïött£ gefcjfpetien: ataet on«S matftanöer geöcncfir n goet / Matton ten eunoe fonoer fnrbcn: ^ocï) nae beg 'l$tetm Vuilif ïetoen > •gjcft tnen^bat <J5oDt on£ alie-gaer / 3^00? fnn genabe beïief t te geben / i|etaïberbejij ®ieutoe-;3jaei\ €>p be tojtjfe:
Van de 6. Pfalm.
B Koeberg en J>ufïer£ t' famen /
<£en ïiebeften te ramen / • 3l)nu/ igmnn begeer/ <0ft ift ti met mijn ftlepne / <të»abe pet fcft?eef / allêpne (Cot 45obe£ p?n£ en eer. z. aBanöeltbocïj goeberticrig/
Sfnuroepinge biceig/ (Cerecïjt na ben bctaem. 311 met fagtinoebigöcbeu/ <Cn ootmoebige Eeben / • C>acft ïangmoebig betutaetn.
3. ©erb?aegtinh'efb'maÏÏtanber/
©ecgeeft be een ben anber / ^>o (emanbt t'onregt lecbt /
«©eltjft Cftjifïugberfteben U-Ifeben heeft bergeben / hetgeen bat g» mifbeebt- 4. JBeeflfëepligfept be&eete
3M£ ift (bit $ fijn ïeere) ^nalutuanbelfoet: jlabatterfïaet gefdueben/ <©pfuït f epliglnft leben/ HDaM ift ben ïfepiig goet. ƒ• ifooclj
|
||||
|
LIEDEKENS. ii
5T. jlocïjboet $ttm$ befcïjjtjben:
<Pat ton in an$ bebjrjben jfiflaeteri nabolgen foet / <©e boetfïappen gep?efen ©an<£ï)?ittu£/ Die inoefen .^Jetfonbigt Ijeeft onbjaet. 6 25eb?oc!i tot geenen flonöen/
%$ in fgn monSt bebonben / ^aenïjn betfpjoïien i$/ üeeft ïjp niet toeec betfp?often/ 38fêljpïeei)t/ niet getojoften <Dit '$ an£ ejeempel to$. faufe
7. ' e toa£ De onben öeboten /
(STetojeften ouftccöolen/ üeteeneliötom'taec: JBaec top binben te ïcfen;
<Öp firtt bc qua mifpjefen .fèiettoeberfïaen. ©it'éHÏaer. 8. iBaee fo u jemanbt (jitange)
jèïaetanuregtec toange/ ÖMeb'tö'anbecooïi: §ja'öie .IHet n in 't regt bril nomen / €iiumantcï§feft nomen ( 3taet ïjem ben ton ook b?ie. 9. Kï^me'ueen mijï toil btoingen
Cegaen/ toiït ttoe boïbjingen/ <£5eeft bie u bibben maet / ïüeertu niet ban ben geenen/
®ieujeet toil ontïeenen/ £>o?gtnietafé öeiben£ ftoaec 10. Hbpanben toiït fptjfen/
%&, ïiefb' ah &aec betotjfen. <ên bie ubïoeften guaet / 3Mt 't gocbe toebet toenfc&en. «Poet toeï alfttlfte menfeïjm / ^ieutaebjagcnöact. _
25 3 11, ©003
|
||||
|
2z SCHRIFTUIRLYGKE
ii. ©oojbieumet betboïgen/
35oen ïijben en betbolgen / 25iöt: op bat gu mengt fijn / ïtinber^ ban ntoen Habct / IBic ong geeft alïcgabet / iSegenenfonnefcïjgn. ii. flDantiftbatgp bfeh'cben
,f©aet ïiefbe boet gefcïjieben/ «Baergpban 3tjtbeminbt/ J©at ïoon fuït gn ontbangen Üierbaoj* boen met berlangen Jhiïjc nietbe fonbaet£ bïinbt ■* 13. 3Bat fonberfing£ bccöeben /
3©o?b bocï) ban u 6eb?eben / ^ogiifïeg^ bjientfcïjap niaecf 23ebjijftn25?oebec£ renne* «©oen fuïjc niet in 't getrienne / <Pe fonoaet£ openbaec { 14. JUiecom toilt boïmaeut toefen
^IfênBabet gep?efen/ <Bie in ben J^emeï i$.
25?oeöergtoiltïjiec najagen/ ©ietig fonbec bettcagen / f^ot ben epnbe gctoi|. <®p be totjfe:
Dochters van Sara hoort en verftaet.
Bï5oeber£en J>ufïer£ bjeefï bocï) niet/
■20 3i)t gp ï)ier in bit becbjiet 3tïom©obt^löoo?t/ <©nmoet bocï) met getoeïbe ftet/ «©ooj b' enge poojt. 2. fl?et mjdi bec gemeten ïijbt getoeït /
€>n jijt nu in bepjoebe gefïelt / M£'t4Boutin'tb"ec <E>e Ijanren uta'g öooft^ 50n aï getelt / 3$eefïgoebecties. 3-
|
||||
|
LIEDEKENS. 23
3. %\ i$ get bïepfcg geïijcft een gïa# /
©e Ifeete Kan u fïctcKen ta$ / 3Jn utoen noobt / 23lgft boeïj tiaïfianöigïj op bit pa£ Cot in ben boobt. 4 €nb?ceft boeg niet gpMepne fcgaer
©et $ be rccöte toaetgept nlaec / éijtbie^toel b?oe"t/ SÜIbaïtfjet giet ben bïcefc&e ftoaec/ ©ebt goeben moebt. 5. ^oo toie taafl op ben lf eetbetcout/
üp ttoojl ïjaet bicn en menig-bout ©oo? fijnen <ï&eeft / €>ü} bjienben al i? bit blcefcö uenout / Egt onbtbjeefb <J. 3laet utoeïicöten frgijnen filaec /
9tï boa? be toccelt openbacr / m$ gp fuït flaen ©oojbetejeebe iCptannen baec K oo?öeel ontfaen. 7. ©e groote £>tabt té u bctepbt /
©ie feér boï aïïer goeben ïepbt / Cceet b?oom'lgch aen/ #>ijn armen 5g»b»jöt open gefpjepbt
<0m ut'ontfaen. 8. Sölgfttotben epnbe boïftanoig fijn/
&00 faï 't geloobe begoubcn 3ijn / SSiötenbebJaecfet/ <Öobt en betgeet tot geen termijn
'©iegemgenaecKt. 9. %l ?gn fp tafenbe en bettooebt /
©in tefio?ten u-ïiebet bïoebW gae'taticöaemfcbenbt/ «ÖebencKt/ öat'tecnbïeefcg'tanoet boet ©at neemt een enbt. 10. giftgeb ugefcgonftenupt h'efbe (ïout
€nbegeetDatgptenbefïen&oubt |
||||
|
24 SCHRIFTUIRLYCKE
©itHlepnPetmaen/
<É5o£itg ïiefbe / üte nimmeïmeet beruont
&al öïtjben fïaen.
<®pbctoyfe:
Als 't begint.
Bfóoebet^/ bjienbengenccale/
€n ïaet boef) u finnen niet ï©ijcfien ban fyet principale / <©m pet bat gp ï)oo?t of fïet / .ffèaec toiït bïijben // ooi bcMtjben S?p ben ïf eete en fijn tooo?t Cot ben enbe // niet be benbe ©ie ben ï^eere toebe!)oo?t / ©at u toanbeïinge b?p / • 't €uangelinm toeecbiglj 3p. 2. 3©lït in 't l)attaïtijDt ïogieren
't <@nbccgancHCüjcue 3aet / ^)ao fuït gn ban fonben bieren /
©jagen öaet tot aïïc rutact/ ataet H finnen // oocft ban binnen 25ïijben in 't Poojnemen goet/ <J5obt faï fïetcHen // niebe toetenen / ■Én bet tcoafien u gemoet / • ©at gpbjucïjtbaer toefen fuft. . Met gececfitigljepttoecbnït. 3. Mast en toiït u niet fonberen
<©p(jetbïep#/ taant't i^maec fjoop/ .^ijn glocn' / fijn bommeten ^aefibetgaet/ afê'tbïoemften moop/ «n be toeceït // fcïjoon bepeteït / Wie jjaec boïgfjt en betet tocet / 't&aïtenlaet|ïen// ïjem ten quaetften ©ecgaen / enbe toefen ïeet / Ml$ ben ïoon bet fonben ftoomt /
Cnbe toeceït toojt berboemt. 4. ©oo? ben wcötec-fioeï be£ ®eeten
©o
|
||||
|
LIEDEKENS. %f
Cn faïgccnercuife 39'n/
Ï0ant fijn teo?t ïjeeft öp boen ïecrcn
<0uer al be toereït fijn /
^>ijn bienaten // boen pcrïtlaten
Soetetot üergiffenig/
3©antoo?beeIen// ben geïjeeïen
^iectbobem faï ÖP gci»?^:
©aerom ïjeeft ïjnfjicc in 't p'iepn
©oen toaetfcboutöen / groot en nïcpn,
5. iïEant&pfaïeenpegeujcften
Ma fijn koerenen gepen ïoon / 't Ep ben armen/ oft ben rijenen./
«fèiet aenften eenigf) perfoon/ ÏJpfaïgePcn// 'teeutüigïeben M bic goet betóen gebaen / ©oenbeuoofe// gobbeiocfe fïn b' eentoige pijue gacn/ ©aer fjaer pjojcem niet en fïetft / Soc|)|aecPpcc nieten beberft. 6. <êen groot onbetfcïjept© ! bjienbrn
&zX ban jijn te nierenen tod / (stuffeïjenbieben ifeetc bienben/ <£nbielf)em toaren rebeï/ ©u^fïaet qaütl/ <£obt£ genabe/ ©etfupmt nietbe faügïjept/ ©ie ffiobt jone // boo? ben „êone
(Bnp upt ïioeraïigïjepbt/ 3©a"nt om in 't ïeben te gaen f3téCÖ?i|ïu$/ bebeuc ontbaen. K. V. M.
Een BruyloftsLiedt. #ÖÖe töjrjfe.
Een Liet wil ick gaen fingen» Btiunbegom en 25?uptf 3amen/
3cK fcijencnueen J&ieuto ïiebt; ïïpt Eicfbe beeb'men 't ramen/ (£otp?ijgbeglt«toi3iet: |
||||
|
i6 SCHRIFTUIRLYCKE
ïffecmeebenu// toen£ icft aen ti/
Beel genaebe en bje'e: <ên Der jicïcn toel-baten/ <©ocft aen 't <j3efeïfcÖap nie'e. 2. ©an een 23?uploft ton ïef n /
iCot&ana/ openuaec; Wbatt €ö?ifiu^ gepjefcn/ <©ocït me'e gecoepen toaet / Eaet on£ öem o?r> // ïjiec nooben &p / Cot oefen 25?upïoft£ feefï f ©at öp &ier mocïjte toefen / Jtëetfijn ftepïigen <6eefi. 3 J|et§putoelncft/ off€cf)te/
©en i§eer üifïcïbe üoojt / 3ïnan£©oo?-oubei:£f]erf)te/ * ^n't$ataöitéanöoo?t/ ©en l£eec fpjacft b?oct // 't en ig niet goet / ©atbenmenfcï) \$ alïepn/ <ï5en©joutoe fcöiepöP tecïjte/ tïpt 1*bam£ 5Ö°e teph. 4. J|oegpuDoo?t^fuïtöoutoen/
i£e famen in Dien fïaet / 3ta Jföannen enöe ©joutoen /•
<J5eben b'IJipQfïefê raet/ <èen man bie moet// aïtijtin'tgoet/ ©ooj-gaen be ©joutoe fijn / ©anöoo?tïjet 3Bnff getcoutoe/ ©aec man geï)oo?faem fijn. 5. €en©?oufaloocft niet toefen/
$et öooft oüec fyaet IBan / fB aer boo? beg ^eeten tojeefe /
jBoet'ïjem fijn onbetbaen / €>2S?upteerbaei:// neemt bittoeï toaec/ <ü*n (jout u Elan in acïjt / ©etciettu foo top ïeefen / É5eteen<ü5eefï pen facftt. 6. Bttmt
|
||||
|
LIEDEKENS
6. .föcemteenejeemöeïfoete/
Kin $bigaeï cerbaet / £&p quant ©abib te moete /
3Ê>oen öp bectorent toaer /
©iel öem te Doet / met tooojben foet /
<©aer nan i$ 3B>atoibt faen:
5Boo? iieffeüjRe gtoete /
£>ijn gcamfcöap tjeel bergaen.
7. <© 23mpbegom tec fïeebe /
^ebtïiefu ©jouto «Êerbaec/ <èn toiït met toetenöeebe: Sljïtijbt wonen bp ïjaec / 't*3l£$eti-i$ïeeE // geeft ïjaec öe <H*er. (Öelticfc öet ftoacHfie üat/ jèp i$ ecfgenaeih mcebe /
iCöt bet genaben fcïjat- 8. ©u<s toilt met Ijert en finnen,
Saebe^pofteï^ep^; U ||up^-\)?outöe beminnen /
OSelijcKuepgen Weu£/
$oo?t niet befcljept / toat £>ijtacö fept:
«Ben man faï in fijn ftupg /
.föiet alleen Stceuto beginnen:
5Sorb geen Cotan Confupö.
9. 3©ei-bienbieb?eefibendeere/
llfooon^abibtfept: ©ienmanfaï ïjem geneecen/ Jltërtfn'n öanben acbept: <©riycft3|öoon// een mtjnfïocft fcöoon £>al 3tjn be ©?outoe goet \ Q ïtinber nae fnn leeten /
%l$ €>InftacRenfoet. 10. 3liebe ©jienben gereebe /
^upb'tbit nae Stieföen aert/ ^jcKUjen^bat <J5obeg ©jeebe: ü fatten fin betoaert; SDïnftöaftgeöout // Cö#um gettout |
||||
|
a8 SCHRIFTUIRLYCKE
©iengpnebt nomen aen?
^>oo fal Dit iCtoutoen meeae (föen epnbe toeï beftaen. xi. <©o?ïoflfin befec J?eefïen /
SCïbitberftaïenfïecftt/ ïfoutin'tgoebe ten ïefïen/ ©an mp onnutte ïtnecïit: 3Eaeton£bitfaen// jijn tot betmaen Mtoieïtet oocft aengaet/ oBlcft pjoebe ïjem ten beften: ^oe 't ^ouüj'lijcft nocï) al fïaet. <©p be J©rjfe:
Godt fprack in verleden Tyden. Cï|?ifït$ jn'nbe bectefen^
ïfeeftbeectigft bagen ftp £>em lebenbïgbeitiefen/ ©en SUpofïelenbjp/ <©p eenen betgftte SSctftanp/ gjetufalem bp// b'<©p-baett£b?ifïi Cen^eniel/ openbaec baec fagcn fp. 2. ©an ben 2Seug bec ©lijben /
JBebec geneert in b' Jbtabt / Jföatia met be JBtjben • «©ocRbpöenliebenfat/ ©ergabectop een folber/ bat dc& beugbigbat // neecfïeïncft babt ©mteontfangrnben beïoofben fcö^t. 3. €enHipo|ieIbetKoten
ïf ebben fp boo? gubag / 3©ien£ Söif bom toag betïocen / 'tEotbieïop .flBattftiag/ <£n afé nu pncjefler betbuit toag /
^nelnjcftencag // een toinbt geblaf <©uam upt ben ï^emel baec op 't feïbe pag. 4. 't ©upg weet betbult ban oefen/
45ebeelbe tongen ftJaec <©ua=
|
||||
|
LIE*DËKENS. 29
Ouamen biecig getefen
<®p pegeïijcH ban ftaec / ©oïbegöepligen <&etft$ eecbaet 3©ecbt albte fcljaec// top ïefcn maét «©tnttent ïjonoettenttointigï) toaffec baer, 5. Jè>u p?ebichten en fpjalten
JBet anbec tongen eeft / <£n fepben fulcfte fafeen %U l)aet in gaf ben <ü5eefï / ©eeigjobenbie <H5obtl)ebbertgeb?ee{ï/ ©ie quamen méefl // boo? bit tempeefï <®m toeten ban befen / ben tecftten fteefï, 6 ©an onbec '$ ïlfemefé tooïhen
JBoonben op bat termijn / 3ïïöaer upt aïïe Molenen / «Bidt 3ün tael öoojbe fn'n / ©en eenen fpjaeft uit b?efcn£ pijn / 3©at toiï bat 5ijn ? / b'anbec in feïjijn ©an fpot fepben / fp 5Ön boï foete totjn. 7. $etcu£ öem ercufeecbe
©an b?oncnenfcï)ap tec noot / ©atgoelpjopljeteecbe g»p?acfe ÖP / gefebiet nu bloot / 3icfum ban u geatupfl tet boobt/ ©icn ïjeeft <©obt groot // ©ertoecntminjoöt /
©efen op on$ ben ftepïigen <0eefï goot. 8. ©oet boete al tefamen /
OBn laet u boopen bjoet/ 3n3iefuCÖ?ifïiname/ (Cotbergebingefoet ©an utoe fonben obetbloet /
£>oo gp bit boet // ©e gabe goet
3&t$ ïf epligen <&ufi$ ontfangt gp met fpoet.
9. #ettug ïjeeft met 5tjn pjeeeften
<ÜJn Ktagtig goet bermaeii / Üaer-liebet ïjett ontfïeecften/ Jè>p lieten ïjaerberaeii/
©ie
|
||||
|
3o SCHRIFTUIRLYCKE
©ie 3ó'n tooo^bt geerne namen aen /
©ebbert baec 3aen // ben ©oopontfaen/ <paec toeröen bp ö?ïe öupfent taegebaem iö. ©efe loofben öcn l$me /
Sftïeben met goebt opfet gnb'^pofïelfcïjelcece/ fiinöegemepnfcpapmet ^oobt b?eecm'nge/ naCh?ifïuë3©èt/ <£nö' in 't gebeöt' <ên ooeft «mam öet <!l*en ti?ee(e obec aïïe pielen net. tt; J|aetgoettoa£altenöefïên/
<ü*IcK-een tec noobt gemepn / ©eï^eetomtèbèbefïéri 'C «èuangeïp cettepri/ ©eöc toonbÉc bingen niétMepn, ©pnibacc pïepn /./ <©efclj.en aiïepn / ©ooj 5|jn liebê Hpofïefê ijanben repu. /a. '£ <©e<*ffë bjucljtrn nu in ficöc
't ©nfet opboeöigïKpt/ ^ijnJieföe/ b?eugbeV b?eöe/ <£nöe langrtioebigljept / ©jinbeïycKÖeib/en goèbigöept/ ; 't (©eloofë bèfcöept // £>acötrr ocöigüiept/
jüatigftept / tot bet jfeïeu fpotbigöcpt* 13; 25|oebet^bit5gnbeb?ucïjten
©aec men ben boom aen Kent/ (0fDaer met foèté ïücljtrn/ '^ïf eeren <©ee(i i^ óntcertt/ 3in ben #ïgfboom eycelent / <0epïant/ ge-ent// 25nj'ftongefcï)ent/ ©pCÖjiflnm/ £>pon£eenigfonbament. <®pöetmjfe:
Als 't begint.
Dlncft milt tot 45oöt opöeberi
IfèetïjertenbetbUjöt/ ©oo?batöpon^naetgcben ©efen |
||||
|
LIEDEKENS.
©efen bjpen ttjbt/
j£ietombe£ blep£ beftaeg/ .ïfêaec ftjn eet te ttecbjepoen* <&/ Dat ton alle bacg €>ngölijbt hiec toe an lepben, %. iBpïjebben nu Die öagen/ <©aei* öe £>ch?ift ban fepbt/ €>m met bint te Bejagen €>nft faïigöepbt: %bu§ gbet jïe toel toe ©at fop Deeg gulöen bmhepbt 3jn 'étolepg lufi niet «erboe / .ïfeaéc alleen tot 'g gcefrê blphepot. 3. Staet'gtoeceltgblijbtfcftapyaEen
IBetalï»aecge{op/ JBantaï bie met pee paten
£>»bergaenafé hop/ 3£ug liebe tjonge gcugt JBilt boel) toel otierleggen / Of gp boo? twh na b?eugt / <©eeg'toel lïöieu mengt feggeti. 4. HMaentoiïtfcanbetoijfen
©atgp Cftjifï'nen bent/ ü|et toeren bat njoet u pjnfen
©an begin tot 't enbt: ©ugtoiïtalg Iticfoten hïaer/ 3in befe toetelt blhichen/ <£n boet niet al£ bie baec <^bet ttoee frjben huichelt 5-. €>f top ban fatten heten
©an bie fotte fijn / 2lil moet menfmaet op eten ©eneftt bat i$ geen pyn / Jtëant'ttoit baer ich na fchiet/ ©00? foet gelootoe b?anbig / Seemttoegh al mijn herbjiet/ %l moet öet heten fcïjanbtg. |
||||
|
-z SCHRIFTUIRLYGKE
6. ^cftgaemijn ïfeetnatteben/
<PiefoobeeIbecb?iet/ ï|iec boo? mp geeft geleben /
gjafijn (Ccoon betlict. gjcfttoilmetgcoot bcEmaecft HptSlSabelnugaen fcftepen/ #at icft inbjeugtgecaecft/ 3tfê 25abefébienaergfcö?epen. 7. a©aec bjpcrjben of barat
ïfaubtbitinbcnfjn/ JMt O&eefïeg bmchten baten /
3&'eenmat tfieec of min / «ïBïcfcneem ftjn roeping toaec 3&ie ftn geeft aengenomen / 3£>at top met bjeucöt giet naet A ©oojonfetecgtec ftomenï 8. ^attopDan mogen gooren/
'Ctooojbtfeec bïtjöeïijcft / ïüamtgiec mijn uptbetftoocen S8nmgn^©aöec^öycfe/ <0ntfangïjt nu 't falig ïoon / SScrepbt ban eeutoigljeben / ^>et op u ^ooft een Itcoon /
<5n leef bp mp in b|eben. • 9. IBaeceeutoiggmeefeer fcyabfgg
,g>aï toeftomen gaec/ . 5&ie mijnen tgbt genabigg
jj^tet en namen toaec: <8>u£ gaet nu toegh ban mijn 3Clbe£bupbefégefellen/ «föebocït bec 51'eïen pijn «üm 't aïtijöt buirig tjueÏÏen. ïo. ^>ugbJüt mei onbecfcgepöert
<£nftetbocgeen£aen/ Cenlieffimjcft becmenben/ <ön bat ftacbt aftïacm ©bjienbenlaetaltgos |
||||
|
L ï Ë D E K È N S;
5^j't bltjben in gebacïjten /
<ên foecfttmetganfcfjec bïtjbt <föobtgci}C&e te betrachten. •"■•» Den xxiiij. Pfalm.
D€ Ulecb' i$ onfeg <©obtg boo?toaer /
<ên toat fp begrijpt berc' enb' naer / Met ben menfcljen baer in tooonactjtig: ïfpöecftbieop'tmepjbafï gegronbt/ ïfpberrtjcfttbieaïfing in't tont/ Jfêetbeelfcöoone öebieren ftrac&tig. ^. fijnen 2Öerg i$ een öeplfg oojt 3©ie fal baec op ftomen nu boo?t i Wie fal baec tooonen enbe bigben i ©ieftjn öerten&anbenljeeftrepn/ ©iebe leugeng öaet gcoot en blcpn/ J®ocögeenmepncetenfoecftt te b?ijten. 3. ©iemenfcïjefalsegenontfaen/
<&obt fal §em ooeft toel gabe fïaen / <Ênboo?3ijn goebigïjcpt bebjgben. ^irtcfté i$ 't gefTagte t' allee ttjt/ ©at «JBoötfoecRtmetgecten berbujt/ €><0obtgacobg/ aen allen sijben. 4. ©ergoogt<ugrootepoo?ten nu/
<Êeutoige beucen üecfjeft u / ©at ingae be Jtoning bol eecen.
3©fe f £ be fóoning foo geaebt i 't gjg 45obt b' ofeertoitmer met fecagljt /, I©ien£magtnict eni£ om bermeeren, 5-. ©ertjoogtugtootepoostennu/
«Feutoige beuren berbeft u / ©at ingae be fóoningb bol eeren» 3Bie i$ be ÏHoning foo geagöt i 't <%$ <©oöt bec i|ep?«cagten bol maggt / ©ie groot i§ I jae een i@eer bec teecem |
|||||
|
€
|
|||||
|
34 SCFÏRIFTÜIRLYCKE
<Bp be Jtëtjfc:
Een goet nieuw Lied dat is bedacht. D€ ^eece fijn Ijepligcn foct /
.fèimmetmeer faï bertaten/ ^pftoomtinnoobt en tcgenfpoet/ j|aec met fijn 45eefï te baten. 2. 25eüeeltbenï?eetu fafte b?p/
^>teïtutt)entoil in <©obe/ j^u toeet foo toel al toot u 5p/
Cec galigheit ban noöe. 3. UI fcftoon loopt ïjet u ftiet en baec /
jföa be Hatttte toat tegen / 3Ê>encfct mach ilt b'ïgeet behouben maet/
^)0 iff'et riiet angelegen. 4. 3©at u mocht oberhomen ftoaec /
33ectittïbeli)CK bjiït üjoen/ ^egt: ^eemiet onfe taille / maec/
Wam toil moet gefchieben. 5. ^cftoon l)p oanbmch of noot bedeent/
©etblijbet u iïi oefen / benefit alle bindt ten befïenbient/
©00? bie ben ïfeete bjefen. 6. 2Sebeeït ben ifeecutoeganfoetf
SDetcoutfiem toeu fahen/ 3[é 't bat gn het ban heiten boet /
jleergoettóilhp'tban maften. 7. 2M fchoon fielt ftaeu be totjghept eetfï
(Cegenu fonbet toeben/ flfêaecfttu beangfi/ bang/ enbeb?eefï/
©oojhacttoebich bep?oeben. 8. JBaecfoofpbanbebinbt/ batgn
SMTbalgftept gaet betmtjben Gemoeten faljpw/ en bp «©mfteïfen en betWijbcn. 9. 3©ant'0 peeren hant i$ niet beefcojt /
(^e geinen fijn beminben: <& jücnfcftc
|
||||
|
LIEDEKENS. 35-
<®.#cnfcïjéfoa'tan bpniet fd)o|t/
iC?oofï fult gp toeöec binbcn. 10. ïlDantpppeeftnoptbecïaten/ fïet/
<H>ieinftjnb?efe blcbert: ^uë Ijebt gp biftmael beet betbjiet /
©p ftan 't paeft anber£ geben. 11. (&m befluite/ toatu ontmoet/
Jkeemt 't alleg in Dec maten / L ogrtmet'jj peeren genabe foét/ JMt u genoegen laten. A. W.
Den cxj. Pfaim. €>p be inijfe i
Het Pafche-Feeft in Ifrsel, D<£nlofenp?g'ggantfcp, obec al/
Met petten b?p ieft toemen fal / Mijrïü ^eecen en <©oö^ ban piet boben 3n ftjii gemepnte feec beguaeni. 35aecbeb?omefiomen te faetn/ g>alicft ben Heetbancften en ïoüetj. 2. ©oötgtoecKenjtjn gcootenbe gcét/
ÜDie bie toaet neemi met petten bjoet / 3£>ie ïjéeft baet in een gtoöt beïjagen: 3Dat l)p maceftt^ i$ geetlgcli ciffbet / <©ie£ jijn geteeptpept faï en moet ©afi bigben ten ceütoigen Dagen.
3. <&aU Ijeeft boó? jgn babcn niet jïegt
<ïl*rn gcöacï)teni^ ópgetegt Jbpnec goebigpept feet genaöi'gp.
if P fV0 bieljem b?efeneetbact / €n fpnbetbont bat blpft piet naec «öeufoigïycft ba|i enöe ge(ïabig» ©aufe. 4.' ?9enfnnenmaeKtf)pbekntoia: £>pnbaben/ en geeft goebettiet Cotetfgoet befüepötrtert ïanbenj 35e toaerpept en geieefttigpept / C * J©eïc6e
|
||||
|
36 SCHRIFTUIRLYCKE
JBeleïte blijbetr in reutoigïjept /
gijn t' faem be toercfoen fn'ncr ïjanbcn. f. jèijn geboöen louter en ïtïaer /
gijn oprectjt/ ooch i^ fijn tooo?t toaet/ <ï&iebafïfïaen fulïen enb' beltïpben/ ^p ïjeeft fnn boïen berïoft met fcradjt/ «êïieen ©erbonttetoeeggeb?arlu' 't JBelcftbefïenbigcn bafifal blijben. 6. |>eplig en ïjeerlijcft f? fijn nactn /
<0qc& fat <J5obe£ bjeefc begttaem / 't 25egin ber recfitee totj£Ï)ept toefen ^p fë toeï hïoech enbe tod bjoet / 3Ne <0obt bjeefï en fijnen toil boet / <©ie toert in eeutoigïjept gepjefen. «©pbeBijfe:
I O lieve menfchen over al. I Ir T"\€r I^epb'nen €>oben 3ijn feer beel /
1 ^©angonbe/ filber/ enbe meel/
Jfêaer lieffie 'Jlbba/
<ü5p 3pt in ben öoosen i^emel /
Utracfjtiglj ban raebt enbe ban ba.
a.25eelben ban gout/nocl) menfeïjen ban fiof/ <£n bomt glorie noeste lof/ •
.ïBaer lieffie Woba/
«G5e]f)epïicf)t 3P utoen $ame /
<0pmaecKton£faligl) uptgena.
3. Hpt 't rijeft SSabel 5jjn top gegaen /
jfèa ©ftaraog fcljat top niet en fiaen / €> lieffie SCbba/ H ÖijcKe ongbocö toeftome/
'/C toelcïf niet en i£ ban '£ toerelfê 5a.
4. 3Bp fielten on£ / €> %eer / in öijn öa^öt /
Jloebatfjetbleefcfj Daer tegeufpant/ jltëaer lieffie Kbua/
lïtoille gefcljieö'ter toerclt/ W$ ia ben Seniel bjaegïj en fpa, 5 W[t
|
||||
|
L I E D E K E N S; 37
5\ 3©pbibbenu/ o^eetegtoat/
©fDen om onö bagelycftr b?oot/ OMjuefMbba/ <8eeft ong ooch fpgfe ber jfeïen / ^at i£ u tooojt/ feet goet ban ca. 6. <©gaebe£?eet'ban gtootcc gcbuït/
©ecgeef on£ onfe fonb' en fcïjuït / <@cï) ficffte lïbba/ <ü5eïtjCK ton gcbuïbigh. becgeben/ 3&ieongoptbeben eenige fclja 7 Ifêp 5jjn boel) menfeïjen bjoog en Ktancft /
Eeuton^ niet in beUojing" (tranen/ m'm lieffïe lïbba/
3©üton^ befcöetmen/ betoatcn «*n berloffen ban aïle qua. 8 JBant u ig 't töncn en Ifèajefïept /
<£nbenracöttnbct eeutoig&epbt/ €>tly ïiefiïe Ibba / JMt on£ gebeöt betSoojen/
^»00 fingen top Klïïelupa, Den xxxvj. Pftlm. <IE>pöetonfe:
Ryft uyt den flaep gy 's Heeren Knegt?
D<f£$ boo^-bjienbec^ toiile feei qtiaet /
<©etupgtfenetIijcK met bet baebt/ <©at gn niet tijeefl ben ^eece: ïOant inrgem in 't boofe bebaegt / 'tflDelcKÖp nocööatet nocf) beWaegïjt/. .üBaecfpotben b?ome feetc/ ^eec fcgaeb'JtjCK i£ be ïeere fijn / 3M ban leugen enbefemjn/ <Èn fjn {aet öem niet leeren. 3Né nacöt^ bencut ïjp niet ban fcïjaïcnBept / ïfptoiï bigben in bec boo^ïjept/ <Unb' ban geen quaet ftem neêten. a. Ifeecu goetïjeptenu tooojttoaec/
®ot bet lucïttj en ben j|emeï nlaet / € 3 *te"
|
||||
|
2.8 SCHRIFTUIRLYCKE
Éf en fïtecften na ong toenfcften.
il oojbeel haf! aï£ een berg /iact / H cecht biep aïg» een afgront g-iet / <©p befooeöt ©ee enb' menfeben. ü?oe groot i£ u goetftept eenpaet / ilenbteonbecubleug'ïen foaet (Cc brgcüen gebineften. üaetbegcect'betöultgpmet goet/ «tSnb' aen utoer toeHufïèn Woet ©occtgpbie batfe bjineften. "3. 3)n u i$ üe$ ïeben£ Spontepn / «gnb'nftlaethept geeft on£ aiïcpn ïicöt enb' üetftant om mereften: «öïüecbe foerten onbctolecftt / H gqebigftept/ ojjfeete/ fireeftt/ 30fefïeet£fcfttjnt inu toereften- ©atnrp bebqet be^menfrjjcn to?eet/ Met en bertceeb' / enb' mp geen leeü «Snboe/ nocöfïaemitg befen. ïfoebeboofetoergaen/ bocfofïet/ ^pbïijbaiineeutoigïj becbjiet/ ^>onöcc becïofï te toefen. Een Scheyd-liet,€>ptfc totjfe:
Gy kleyne Chriften hoopken och, D€toi|ï be tjjbt boo? ftanben i$ /
©at top öiet moeten fchepöen / &oo toil on£ d5obt aïfoo getoig <0enabeltjcfe geïepben/ <©P üat top bet betcacöten boojt tyat top aïfjier ftebben geboojt/ <5n on3 mogen berepben. a. €tobattopbaiifoottibienöagft/
£>tacn aen fijn rechte ^tjbe/ W$ <£fj?ifïu£ faï maften getoagfi/ ïïomtgpgebenebybe/ 25efit het fijjeft öat u be,rept |
||||
|
LIEDEKENS
<$$ I ban begin in eeutoighept /
©erlofï ban allen lijben. %. ïfieromfoolaetongneerfïigsijn
Mtt bïbben enbe toaten / <©p öat top htec upt befe pijn / Cotfulcfiénbjeugt getaften/ 23p 45oDt en fijn engelen fchoon i$(a boben in be£ %emcig (&h?oon ï&et «Êng'ïen fpnfe fmaften. +. •& <öobt / baet nae fïaet ong begeert/
Eaet gu on£ bat gelingen / ©at utoen .®aem toojoe ge-eett/ 3©at ton fp?eften en fmgen / ©at ïjet gefchiebe met aenbaeftt <£n met bec baet oock toerb' bolb?arfjt / <£n orig bjoog bïeefch bebtoingen. 5. ©at het ben <8>eeft geboojfaetn 5P /
iltoen b?ee toiltong gepen / Met utaj' génaben tooont ong bp /
©it 6o?t bergancB'lncft leben. ïfoubt on£ in tecöter eenighepbt / ® etoaert u bolrh tot allee ttjbt / iCot gpfe fuït berheben. 6. <önbaerenJnueeutofgtöijcR
Met bet hemeïfehec fcharen / ^iei meeb' toilt ong genabeïgcfe/ <0aot / al t' famen bebjaten / €>p bat top mogen gefchieftt jïaen Wf ©emel en ?lierö' fal bergaen/ €ri <©obt fal openbaren. 7. #nf'hielen lijf in utoeröanbt;
SSeueclcn top <& J^eere/ SBïijf t boch ten epnbe bp on# / toant
&ao mach on£ riiemant beeten / ©etoijl {jet moet gefchenöen fijn / IDiïïen top <©obt lof fmgen fijn / <i2etunoeöicïj t' sjjnöet eeten. |
||||
|
4o SCHRIFTUIRLYCKE
8. U ©abet / &oon cngfepï'ge <$eefï
benige <0obt met namen W bat gp fjebt gefcfjapen mcefï / ^>oub' u ïoben te famen / Mn bip feftepben aen befen ftant / $>oubt on£ in titoec liefben bant / vïPoo? gfefum Cö?i|ïum / '^men, «©jjbetorife:
Als 't begint,
D9;e ben tofïïebeg peeren
JBeet/ enbe niet en boet/ ffliï ïjp öem niet befteeren / iÜem naecftt beel tegenfpoet / !©eeï fïagenfalgp bectoetben/ 3Hl£ l)p fal moeten fïecben / «Ön eeutoelijcft beberben / :§(!ïinbe#emelfrfjegfoet. i. 39ieb'l)anbtan ben ploeg fïaene
«Bnbeternggefïen/ 39ien£ njefte fal becgaene 3|nalfoaKo?tentien/ 3©ant fp ïeben in blame / Cot <&$A$ iStfcft onbequame /' J>p bediefen öaec name / attjben fal öaer gefeïnen. %. J^oe beeft gp'toont aenbaetben/
«©atu'^banOBobt begaeft/ 9tfëgnfjetfnbec3tecben Met gcooten angfl begraeft / .ÏÏSaec afê ix %me fal bjagen / U ban fijn ponbt getoagen / $} oe fuif gp ïjem beftagen / tïfé gti fuït 3n'n bettfaegt i 4- ï©ie fijn ïeben mil binben
5fn befet bjecelt tojeet/ mt fal 't afê ben ontfmben ©et
|
||||
|
LIEDEKENS. 41
©ediefen/ 'ttoetbthemïeet/
JBte 't om 't tooojt »0obt£ gepjefen ©edieü / fal fatigï) toefen / ^>tjn lijben toerbt genefen / 45obt£ Ötjcft i£ hem bereet. 5. <©u£ laet oité t' alïen tijben
JDachen biobcn in ben geefl / <£n Ch?i(ntë tooojb belijben / ©ooj be menfen onbebjeeft / ^)oo fulïen top naemaelg leben / Mtt €ö?ifioï)oogbecQeben / <Êen & joon fat hn on£ geben / gnfijn^erneïfefeefl. Van 't wel bidden. <®p beiütjfe:
lek heb den Heer lief, want hy, &c. "pv ^e <©ooeg naem te recöt fal roepen oen / ^Maet jnn gemoet ban 't aert£ geheel afïitré <£n in ben gronöt be£ herten fïcïj berneeren / <gn tot ben bienfï De£ peeren beetbich ftaen. 4. <Sobt té een <ü5eefï/ en toiï bat oocïi bie geen
3£ie hem fyn noot fnecfct hennehjcK te manen/ , ^em in ben <8eeft en toaechent faï genanen / €n niet boo? 't nogh. en met ben monbt aïïeen. 3-lBaec inncrïp upt 't binnenfï ong gemoefë
Met bper'gen ernft / met fuchtcn enbe fmeften jfèoetm'n in't gebet met<J5ob anbagtig fpjehen/ <£n bibbenïjem afê oo?fp?oncft aïïcf goebt^. 4, Latijn on£ öocïjboojffjn barmöettigfiept/
5&00? fijnen ®eeft toiï ïepben entegeeren / «ï&at top te reeïjt fijn hepl'gen name eeren / <£n bat fijn rijen alfint# toert uitgeb?ept. T.^at jooeft fijn toiï oplüetben magf) gefeftien
<J5cïrjch afê bie boïbjac I)t toerbt in ben ^emeï/ <2nbathnottó(t'totjltoP in bit getoemel <0p herben jijn) ong baeg'lijcït^ bjoot berh'en. 6, ©oojt bibben:§eer bergeeft ong onfè fcbuït
|
||||
|
42 SCHRIFTUIRLYCKE
dMijcRtopoocR boenonfe fcïjulbenaten.
Wiltong o f^eec! boo? alle nuaet betoaien / ©oo? £>atïjan tojeebt/ öie al£ een ïeeutoe biuït. 7. «©pbathponébeclenbetnocïj beftoojt/
©oo? 't balfcï) bebjóglj bet*toellufl en bet fonDen/ ftëaec bat ton bjoöm en öepligh ongefcljonben (Cen epnöe toe bolfjerbetr nae u tooojbt- 8.2©ant u <£ 'tÖtjft/beïicagt/beHeecljjhöept/
pneeutoigïjept. ©erhoo?t ong in be name fïto'£ liebcn ji>oon£/Iaet bit 3nn Sa en Hlnien / Coteccebanu groote j©ajefïept. 9. ©?ince / bie <0obt ootmoebig balt te boet /
Jrtjn bjille boet / en bibt met gtoot betlangen / ©a|ï in 't geloof: £>al ban ben #cec ontfangen <0etoitTelrjcR3tjn25eeb' in obecbloebt. Den eerften Pfalm. <®p be toijfe:
Totu, öGodt, Vader gebenedydt. Ï^ÜÏc niet en gaet in bet <£obtloofen caet / ^Wxe op ben toegij bec fonbaecg niet en flaet / <£n niet en fit bp ben fpotterj ontepne; Mast Dacft en nacfjtfjeeft in <Öob£ toet aïïcpne %\ fijnen lufï / ja fpjeefct baer bah eenpaec; ©ie menfcï) if toef gefucRfaligftboojtoaer. 2. $p faï geïijcft fijn eenen fcfjoonen 23oom /
beplant bp renen Maten toaterfïcoom / ©ie 3ijn bmrijten geeft in bequame ttjben /
©an toeïcRen geen bjooge Wat balt befnben: £>oofalbemenfcftefalig jijn beftent/ ;Jl©rtaï5tjnboen/ tottoelcftenftpïjem toent. 3. Ifêaecfooeniflmetben stbobtloofcn niet/
©ie al£ haf becjicopt toerben baer. men 't fiet / 'i€ toelR ban ben toint ïjier en baer toect gebjebê sboofullen fp in (fioötjl geticlite beben / «2n niet befïaenrmaer Ijaefi bergaen befchaemt/
.lüöet ben bjomen toerben fp niet genaemt- 4.. <6oDt ftent Den toegfj en ber bjomen gcmoet |
||||
|
LIEDEKENS. 435
$p bjaegt fo?ge boo? pen en boo? haet goet /
É>ics fullen fp toelgclucftfalig toefen: Itëaét nabemaeï bat onfe <©obt gep?cfen / <Üp bcr. <0obtloofen toegen niet en acftt / £>p en ftaec boen toetben tot niet geb?acl)t, <©p be aBtjfe:
O Heer anfier al myn lyden groot. D5ie toiï na't&ieutoeSJerufalcm/
©ie jtae bjoegft op / en mafte ftem 3Slop betechte fïtate/ ü?p neme toaet öeg petten (ïem / jboo en ftomt ftp niet te late. 2. ©etbulbig enïnbtfaem in tyudt en pijn
IBoetftp/ en ban fonb' gebetett jijn/ UI toojben top biet berfleecften /
3Bantblebcnfopin'£toerelbt£ fcftn'n/ &oo tnocbt ong d&oöt£ genaeö1 geb?eerften 3. ©aec ïepöt een toegf) in bet Jlttoefttjnen ïant
©aet 5ijn top ©elgtim£ tmaïtjcft benam / ©au betgen en ban balen/ ^?aebec^bietoiiïeKnac banaan plapfant I '$ MetftW tuften fullen on£ falen-
4. «üjetfiftorcientopbooj'tcoobe j^ep?/
<©aet boïgt ong $&acao met fijn ftep? / 3Bp toeten toaet henen gïpben/ 3Bp hebben pantftet / ftoeett noch getoep? /
IBacc tot ben ïf eet moeten top bïiebcn. 5>. m$ top boo? 't toatet fnn in be toiïbetn$/
3&angeb?eecfttongfprjf7 oï^eec/ batig ïï tooojt / baet moetmen bp leben / ©aet toe een teeïjt geloob' getof£ / 3©ilt ou£ i£eet bat alttjbt geben. 6. 3©p moeten ooclt boo? fiaphibin /
<*5rb?eefttong toatet/ fogeeftongin iJto' geeft / ong te betmaften / i©p moeten boog be tooefïijne £>in/ £>oub*
|
||||
|
44 SCHRIFTUIRLYCKE
£>ouo' top boo?-öp Umïecft ge raften.
7. ©an aatt onDec ben SSecgft £>ina /
^aec fttpg' top De ïeec' öoo? fnn genae / Wvt mach men niet obertreen / Mot ft tt jlacan en &abc£ 25acnia
Miei boïgen 9lfcaèl 3eben. 8. jüoet top ban toebee te cugge fttom /
jéoo toanb'len top om 't gebetgt <6bom / <©aetmachDan^Üm'ïecïtntrt oberbujben/ .xfêaer obettoinnen ben f$ oning Jbihon <©n£ toachten ban bjeembe toijben. 9. 3&an hoorn' top obct be beeft' Uirnon /
i^na f(i om een ftïepn tunTften te boen / Ü©p mogen boo? be 3fo?baen niet flontoen/
Matt ^et'cho innemen afé cibbet£ hoen/ !©anf|igeïoobe behoutocn. 10. 35jaebet£/bec|ïaetbemepning' toel/
j&eemteenejcempelaen ^frael/ =/£$totonf ïeecing' gefcljjeben/ aBantbieboen ©oöttoaten tebel ^>gninbetoilbecnifp gcbïebcn. 11. Wit bit 3Uebeuen heeft gefïeït
3Baé mebe boo? 't coobe .jjföep? geteit/ i^P heeft ftetbu£ moeten fmgeu/ 3Mb' <©obt hp quam boo? 3)ec'cfto in 't bclbt/
s©at hem bat inochtc getogen. KarsLiedt <©p be totjfe:
Myn ziel maeckt groot den Heer.
D<©enb'ïferbet£ in bec nacht/
J|aec £>chaepjeng op oe toacïjt/ &o?ghbuïbigftjcft betoaetbetn (©mfcheenhaecin't geficht/ «Öenftïaec en helbec licht/ 3Baec in ftaer openbaetbe/ 2. «Öenobecgrootefchaec
©an engelen/ biehaec |
||||
|
LIEDEKENS.
<&ee£ boobtfcfoap Heten ftoorcn;
ïf oe Dat öe l|eer üan al / CotSSethïemin een |ïaï/ $?eel neb'cightoa^ geboren. '3. <ön fongen otoerlupbt/ tet lof beg ©eeten tipt /
Set ïjaer bergobe tongen: JBgn 3icï heeft Deel gepcpö; <èn bencRtfoonieen'genrepg/ ^oeliêfhjtt of fp fongen. 4. 2fich! foete ntelobp !
2tch ï)eec! toanjieec fuït gp/ <0ri3 aen u iCafel bjingen i %tf$ 0emelg 23?uploft£ 3ael I <Ê>poat topaï-te mael/ U lof geïnch'lijclt fingem 5 ©aer fmgen' t nieutae ïiebt /
't HDelcftfcöoon men bat nu niet Éan na fon toaerbe guelen / ©an fnllen met bec öaebt / <gn op fijn rechte mact/ £>taeg fingcn enbe fpeïem 6. Ichbjcugt! fcie alle b?eugt/
9n fofttjrpt engeneugt / €nblnbtfchapgaette boben/ ©eel meer bec fcheelt in toaerb" W$ Seniel enbe Sïerb' / ■ïtaet ón3 bien Schepper ïoben.
7. jjBijn hert ban b?eugt ontfpjingt/
IBn'n g^fi toan bltjbtfchap finght / ^ao?'t gronbig obcrbencïien/ ©an 't ï^emelfche gefangh.
<© $eec! milt ón$ eer langft / 5©cêg faethepbt eeutoigfchencRen- |
||||
|
*S SCHRIFTUIRLYCKE
<&abe mgfe:
Een reyn herte, een vernieut leven. E€n geü?onen gett na <0oDt£ begagen /
<®\n na te jagen Denbjebefoet/ ©oo? De tooojben (0obt£ een bectfagen / fflScteenbecjïagen/ optecgtgemoet/ JBenfcg icft u t'famen booj een groet / ©aet toe een goet geficgt aïtgt / ©at gp meugt merftcn/öoo?'^ <H5eefïgberfïecKê JBaet af bat gp gcbailen 3tjt. z. «SoutbatDaojbpectig fonbet beftogcncn/
Koopt om bctrtjcften/ Docg niet en jtoicgt / ïüooptfalb' omu oogen beflrgcRcn / 3£at u macg blgcften / een Hlaec geficgt / 3£>at u berfcgrjn Dat bJonbccïgcft liegt / 3Bo?bt foo gefticgt bat gp fubgt Mocfyt fïen ban binnen // met gect en finnen / JBaet af öatgp gebalïen jijt» 3. <Öp Die ooft <*5oD£ timmecinge teene /
JBetori^gemeene/ fnboojtgt^toam/ ïieert töebec tot ben bert»o?pen fïeene/ <gg?ffïu£ aïïeene/ geopenbaert/ Cot eenen bafïen gcont bermpet/
.üBetgembecgaect öatgp niettogt Uenbetfïtope/ fteett t' 3gnec ftope/ 3©aecafDat gp gebalïen sgt 4. fóomt enbe fmaecftt Die i^emeïfcge gaUcn /
€n milt u Iaben aen Die #otttepn / <ên toiït u niet afê arme flaberi
^ïjjcft-puttengtaben/ in 'gbfecelotgölepn/ :©ie fonbcc toatetjgnoncepn/ Jl&aec in Den trepn / Dec toaecgepbt tttót bigt J>cgicKt giet u gangen//pepnft met bedongen / 3Ê)aec af Dat gp gebalïen jgt. 5". HoeliefltlgcR i$ 't toanneec<6obt^oonen
<£n ©ocgtecg tooonen in goet accoojt / 3£>at
|
||||
|
LIEDEKENS. 47
©at tuil otrê «Bobt ben ©abec jonen /
Met al ben genen/ bie geënte ï)oo?t ©at <0obbelijcfte fupber tooojt / ©u3 ban nu ooo?t om u pjofnt / ^oötoiltgebagtig// nu 5}jn eenb?acï)tig / ïtëaec af bat gp geballen 5pt. 6 i|et3tamenl)eeft'ecmaec eengettoutoe
^mpt/baoj^upg-bjoutoein'g J©eccït# baï/ Cm ig fijn ©upbe / foo Icft aenfehoutoe / i|et bebb' tg noutoe / en 't becfefel fmal / <Êen feubb'/een ïfecbec / en een j§>cl)aep-fïal 9fFettooo$al/ na g>cï)?ift# belnbt/ <Önb' een Gemeente // op Spong gefleente / IlDaecafbat gp geballen 3ijt. 7. ©ecloten ^cöaepften / Rrancft enbe teere /
tëTen rccïjten fteece / gp toel beïjoeft / ©erïorai peuninclt / een Bjouto' niet eere / ©ieig foofeece/ omubeb?oefr. ©ertocen £>one / nietenbettoeft/
i|ongec!gp?oeft/ metgrootec Mijt/ 3jn utoa* ijecten // met bjoebe fmerten/ 313aet af bat jpi geballen 5gt. $aufe. 8. ©aetigno-ïljplaetfeboojben aftteöet
€>m kttten toebet / tec b?eben bant / Ètjt gp betöeüen / ïjoog alg ben Cebec /
25upgt u boel) nebet / met u betfïanbt / €>nöcc<J5obt$aImacïjtige fjanbt/ ©at in ben banbt / btt liefben becfftjt / Ctoifïig afgetjfen // bat b?eeb' macï) ctjfen / 3©aec af bat gp geballen jtjt. 9. «©ptjcfattietlatenbeeenigöeoe/
«©en cecijten to?ebel)ebt gp gemifï / ïiefb'engenabeen öeeftgeen (iebe 25p n / ooeft mebe boo? befen ttoifï / ©ug öebt gp 'i ©abetg goet gequifï / ©oo?'£ bpanbtg u'fï / getoojöen aupt |
||||
|
48 SCHRiFTÜIRLYCKE
gijt gp tt stoöne // enbe pant fcïjoone /
aBaccafbatgp gebaïlen jijt. io. J©ïe bp gem felben fcöel meent te fïane/
ï|eeft gae te flane / menigertiec / tÜliat öp niet en balt tipt bic bane / <B\t om te gane / foo fmaï i$ Ijiec / Sten b'een 500'toater/ aenb' anbccbper/ ©ol ban bangier / aenbecljt en fïctjbt / ©ugoenboojïeben//toegf)toilt betceben/ ï@aecaf batgp gebaïlen 3i)t; ii. ©itfegtbeifeece: tceebt op bie toegen/
.ï©aec fïet ter Degen"/ boel) boo? u tod / ©?acgt toaer bat goeben toegft. i$ gelegen / '£ ©ienb fnn beeïicegen / fonbec untfïel / Aanbelt baec in f 't $ €>obt£ bebeï / U Bidt fneï / faï rufïen üerönjt / ïlelptfoobeg feeetm// getal bermeecert / JBaec af bat gp gebaïlen jijt. i z. jlfêofeg bie fjeeft Ijem feïben gebobert
(Celatentoben/ upt'£ïêben£boecft-/ <©oc!i$aultrêbangelijcltet moben/ 981 boo? bie 3Joben/ upt liefoen Woedt/ <ü>m bie te berïafTcn ban ben bloecft / 3fn bat betfoecn / u ooeft niet «tijbt / j^cemt aen ueecfïe // lief be/ bit '£ 't meefie / JËaerafbatgp gebaïlen 3tjfc 13.SSattnliectigljept toiï ieftban u&anbe
<©een affedjanbe /bit tooojt in fïet / l|abtgpgetaetenafébie baillianbe/ if et cecljt becfïanbe / ban fijn beniet / <Pen ontfc&uïbigen en ïjabt gö niet / ^onoer berbjiet/ becmaïebgt / JBaer öabt gebïeben // €>obt£ tooo^t beneben/ 3©aec af bat gp gebaïlen jy't, 14. <JÉ>o?lof yiecmebe/ toilt bogbe<? Ifeerai
^acgtmoebigljept leerai / met gcoot ootmoet / (Cot rufï öec ^eien / bm ban mfmm / wat
|
||||
|
LIEDEKENS. 49
JBiït u beheecen / tot fgn iocft foet /
SMijft niet beraDen met bfr efcg en bloebt/ Éeemt Dit tooo? goet / 't i£ upt geen nij't / Mm om met tcanen // u te betmanen / Watt af öat op gebaiïen3gt. K. V. 'M;
EenScheyd-liedt. <$ö De totjfC:
De Hcere fyn Heiligen foet. E €11 goet nieuto %iebt Dat té beDac&t
<© 2i?joefccr£ al te famen/ %&at ïaet on£ (ïngen met eenDjacgt / i€ot p?tjé ban 45oDe£ j^ame. 2. 2Sl£topnubpDen anDer sgtt
©etgaöcrtinben ||eece/ ,i>oo té get fcgier DentgDt/ goo?t mijn / ©at top nu fcgepDen toeete. 3 • <2B»cft het fc gepöen en ig geen noot /
36$ moeten top becfïropen / Sïtétopïjiecnamaeté toetDen groot / ©erfaemtfneenDei' liopen 4. ©e ^eere fal fgn &cöaej>Sen£ fgn /
©ergaDeren feec falgDe / ©an alle goecfte»toaec fp jgn / ïtoonit gu gebeneDnDe. 5". <©cgtoat een lief D' té ong toettoont/
ïfêilt Dit gcöacgtig toetDen/ &iet goe top fuflenjgn geftrootit 3ffï Dat top giet bolgecDen. 6. ©ietom foo laet ong ïjouDen bafï
2ïen <éobt$ beloften fcgoone/ «2>p Dat top niet toojDen beccafï /
©etïiefenonfe Cttoone. 7. ^iemantentoojtgenraont/anöoojt/
3iCen spDat fp bectofnnen/ «Bnfettenin De"£U>eetentooo?Dt ^acgteu&eöaggfiaep finnen; © 8,0x4
|
||||
|
p SCHRIFTUIRLYCIvE
8. €>n£ i$ betcout aïfuicnen fcljat
SSlin ong aceben baten/ Éaet ong gettouto betoaren bat /
<©ng ïeben baec boo? laten. 9. Uil ifl bat ton een ïtlepne tg'bt
3tlg $eïgtimg moeten f toerben/ .ïlBetü?eusï)öenlaetotré3ün becbïgbt/ ©eclangen nae on$ ecben. io. cg?ifïu£ 5ijn top beeïacgtfg foet /
<©tg ©?ienöenen| bol trontoen/ £>oo top 't begin fijn§ toefen^ goet fCot in 't epnbe begoutoen. 11. gifl bat top 't nu al in ben €»«ƒ£
3Mbug gebben begonnen/ Staetong niet ban 'tgefttoonöe 25ecfl aBeöevom jyn bertoonnen. ia. Eaet ong malfeanbec in 't gebeot
3Mtgbt gebacgtigg toefen / ^»n laet ong met een bafï opfet 3&en ïfeet ban gerten bjeefen. 13.© 23?oeDerg enbe Jbufïerg mgn /
Staeton^alttjbt bemeten/ ©pbattop metmalftanb'cen fgn Ceutoiglijcft tdumogeretn • Een fcheyd-Liedt. <&# be toljfe:
Ryft uyt des doodts befwapen. E«Bn %iett toil icn gaen fingen /
®it toelgebacï)tig3gt/ ©atgfec nu alle bingen/ .ffèoetïjebben 3gnen tijbt/ ©ergarengoet// oocKfrgepbe m balt Ijet biefttogfé f toaer / Ifêact <öoöt itit toil ong bjingen 2©eoec bp een giet naer. 2. ^etfcöcpbentoaec meec ttufr'IgcK/
3$acr ong niet toegefept/ |
||||
|
LIEDEKENS. p
25p-een-ftomfïe gebuic'lgcft/
^itt nae in eeutoigftept /
©art top met öjeugt // fullen betfteugt ƒ
Ulttjbt toefen bp een/
H$ ban toetbt niet gebuic'ïtjcR/
©ottopbué fouben fefteen.
3. föaDiên top moeten fcftepbeo
©anten/ opbittetmijn/ <0oDt£ <0ee|ï toii u geiepben/ <6n on£ toerttoofïet 3ijn/ 3©aer bat gp gaet /./ toarftt uban 't qtiaet/
©?ee|ï <ü5oDt£ toojnigtjept fïcaneft / JlMtu aïfoo berepoen/ 2©ant ecutoig i$ foo ïaneft 4. 3taetulicïjt3tjngecefen
©ooj elch een onenbaec/ ©at öaec boo? 3p gepjefen ötoen ©emelfcöen Baec / i^oetoeï bat gp / fuït 3tjn ban mn — Èfc&amelgcK abfent/
£>al ieft u nocf)tang toefen j©et mijnen <0eefï ontrent. 5. €ntotltmnnfetbecgeten
£>omti)t£ te fcft??jben pet / J©aer boo? ieft moeftte toeten/ «©f'tutoel gaet of niet/ Z&ott gp mp bat // ich hoop' ooeft toat
Ubefgeftjcftjtte boen/ 3ü5!jntoptorjtgefeten/ Eact liefbe niet berftoen. 6. gntmpaïtiibtgebacïjtig
üïnugebebt tot <0obt/ 3&te ong ftan fïereften Kcacgtfff
(öïmboen nae 5ijn geboot/ ,„ , gcRtoiïoocK Dgn// gebenefcm fp/ 3©ant fulcnp ong foo betaemt/ <©p bat ong <fcott aïmacfitia 9» * &te
|
||||
|
Sz SCHRIFTUIRLYCKE
aiDeoetbjenge betfaemt.
f. <U5obtöietoilubetoaren/ tcft bebeeï u ben §tet /
at bat top toeec bergaren «ZDaet geen fcbepöen toetbt meer / 3Cbieutotu// 6ieï)iec3tjnnu/ i^oubtbit mijn fto?t gefantft/ %\&em fimpel becftlaren/ Boojeen <©o?ïofin baneft. Van de Weder-geboorte. <0p be totjfe :
Bedriegelycke geeften. T7<Önnieu liebt top anïjeben JU Ce fïngen upt 4&obtg tooojt / jgoe top binben befcft?eben 3ïïbanbe nieuto'geboo?t'/ ■ 3©oIgeng be fcfijf ft anfioo?t. i. <l5obt ging ben menfeïj eecfï maften
W na fijn epgen SSeeïbt / 3Nt quant ben ©panbt ïaften/ ï|p beeft fijn leugen teeït/ SÜ5efïet ftoe beri 't nu fefteeït. ?. ©en.Ifêenfcftetgöerbojben
3{lboojbeg3&upbeI£taet/ • 43obt3 SSeeïbt bat fê gefïojben / #p fë genepgt tot quaet / S^atbetotjfïftptnet baet. 4. <J5p moet u otnntefteren/
&p?eeftt <£ft?i fïu£ / tot bermaen / W$ een ftlepn ftinbt bemeten / 3£at geen quaet beeft gebaen/ JBfïtgptn't lebengaen. 5. ^ott)fP?eeHt€b?ifïu^/ toilt boten
g|oftanne£ bjie: boojtoaer ^pmoetnieuto^sijn geboren tJpttoateten «Öeeft/ feïaet/ Wit balt bet blepfcft feec ftoaet-
6. ï|feiv
|
||||
|
LIEDEKENS.
6. ïfierom gp menfcöen aïïe
Stenen/ <0uöt/ ateem e« crjcït / 3£aet utoen öoogmoet ballen .ïHet al u baïfch pjachtncft / ifctgeïtugielgeujcK. 7. ©eclaetu niet op namen
©at SP £l)?ifïenen ftiet/ ïDantgp mcugtu tel fcöamen/ 3fê 't öat gp 't bolbjcngt niet ©atu£l)Jifïuégebtet. 8. 03p mengt u oocfi niet «roemen
Ban Chjifïtrêoooöt/ en bteöt/ J©ant bp faï u betboemen gj3 't bat gp u niet fpoebt /
Ce boen oprectjte boet. 9. SSefteect u in bee£ uiten/
9tt na £>d}?iftuitg betmaen/ üBojöt Bieutoe Crcatuicen/ 3Bant bet ouö' i$ beegaen / m$ $auïu£ boet betfïaen. 1 o. <0ocït boet Cïjjifïug een leflfc /
Huca^bijoe/ feetfnn/ ©at men in ö' oube toleffcljc Biet fal boen nümtoentotjn / Hier baet geen ï|epligl) fcötjn. 11. jSocöboettfbjifïugbaec leeren/
IBet jijne tooojben foet / ©at men op oube hleeren
«Öcennieutoe lap en Doet/ ïöant ijet fcljeurt met bec fpoet 12. ataetugeen nuffen^ leggen
©nöet uacmentytig/ ©an bie u ©^eeb' tae feggen /
Stfébaet geentojebe fê/ <©atigbeb?oggetofê. 13- <©cïjt)ouötmpbitten gjtföen
©atir&hïerjjebseöicht/ tffc © 5 |
||||
|
54 SCHRIFTUIRLYCKE
SBiïtutot 3^eugbcn fpoeben
<®mte toanb'Icnin't It'cöt/ 3& met eenftlaer geffctjt. »4. © fWnfe ïjoog ber^ben /
<&ntfermtubtt gefïacfjt/ J©ilt ftaer u gratie geben / ^atbiöD'icft trot mijn btacht/ 2$pbaeg7 enb'oocfe bp nacljt. Een Scheyd-liedt. <®p be totj'fe.
Meenenaers u verkleent, E<ên <©o?ïofé-Iiebt aen&oojt/
©atïcBufïngenfal/ Hbermanenbe boo?t/ tëTegaenopben toegï) fmal/ <@m bengenaben ttjbt/ &eer nofMtjcft befeben / ©erfupmcltjcftniet qupt f€etoo?beninbftIeben. 1. Stebenbigö nae ben <0ee/ï
3©ebec geboren 5ón/ „ffêoeten top aloer-eerfï 3@o?öen op bf t termijn / 3©antnfemantfonberbat • <£n fal <Dobt£ fón'cft be-erben / 3Mfen top tabe&tabt/ '£©ïeefcfti-Iufï moeten top fïetben. 3. Sterben blecfchj lufïen quaebt
«Ênberrijfenoprecljt/ 38$ een <ÖobbeïtjcR sart/ 3Jn een nfcuto leben flecfjt/ ^>oo moeteen Cbjifïen ftinbt 3MgfD'n ©aber ge&efen/ <0e-aert enbegefint/ 3fnaïïe bingen toefen. 4>. Cenmacnoirê baten nfet
^at top bu£ 5ijB genaemt / |
||||
|
LIEDEKENS, jj-
^II^ ban on£ pet gefcftfet
Hribrr^ ban het betaemt/ ©acrom laet ong bolooen <©nfen j&ame / ten fijne/ ©at top na öit fapfocn J&iet en nomen in pijne. 5". Eaet on£aitntboo?taen
«hebachtig jn'n/ toaetom ©at top genaemt 5ijn ban l?et b?pe Chjifïenbom / 23?oebèr£ en ^ufiec^ goet / .üBet noch namen feec fchonc / ©mchtbaec toijncaneften foet/ 't£>outbet Stlecben pbone. 6. Henu mnn bjienben lief /
&cï)encKicK öitEiebtp^efent/ 2dfëeen memorn-bjief/ €*m te maften öenent /
^oebattmjn hope tïaet/ 25p u noch te becmepben / ©at niemant boo?5tjti baet/ <©o?faecRentoetDtiOt feïjepoen. 7. .fèabicnalleöfnghnu
^eeftsijnentijlV öoojlijbt/ ©aerom bermaen ich u / 3!nhope3ijtbetbli}öt/ i©P fullennocf) ijiec naec JBeberbn een becfamen/ ©aec geen feïjepben toetbtftoaet/
Sfn'teeutoigh leben/ %mm. 8. (Cen ïaetfïen en bergeet
<©ugnfet/ nabfenoat gn ©an on£ eengbeefê taeï toeet/ <®n£ goet gemoet tot bp / €>o?Iof ten feg Sfiaieu/ <C5obt Die toiï u betoatcn/ Cotöat ton op een nieuto __
© 4. We*
|
||||
|
f6 SCHRIFTUIRLYCKE
fflebti bg een bergarcn. Jeugts-Vermaen. <^p be 3©tj'fe:
Een gebroken hert na Godts behagen» EaEtuepnïjettc/ een betnieut ïcben /
<ên baet beneben // een bjoom gemoet / <©mt'allenttjben <H5obtgtooo?t anftleben/ <H?n bat beïeben // fa cecïjt ootmoebt: 3U5enfcï)tcft u tjeugt toteenen gcoet/ 45nboa?t£metfpoet/ na £>cl)?ifté becaen/ <i?p naer beljoojte // ttcfyt boo? be poojte 2f ïi be ïjenïige js>tabt meugt gaen. z. iBa'ec toic tot oefen Jbtabt De£ ©?eben /
ïïec&t intafïtteüew//moetectfïmet fjpoet/ Met Hotö uwt Jbaboiua fijn gefcfjeöen / <Ön ^fc'eïbeebtipt <6guptentooet/ IKen 'étoereit^luflenbïieben moet/ <©iuboo?b' gmnöt-bfoet/ cn'tontoeecfbjact/ (Ce mogen ftomen// met Mat beu ©^omen/ 3nbefe ^tabt of Wtche Maet. 3. Wie tot beeg' 9Cre&' of &tabt bctgeben /
3^em toiï begeben // Dient boo$«n fncl/ %\ bie ïtofïen ffleï obettoegen /
€>föp 'tftanbegen// boïb?cn§enbjeï/ 2ïïtaa<5 'ttoanb'Ien na <©obt£ bebeï) *£©reefrt$mfl rebel// afleggen b?oet/ 3tf em felfé berfaften // en neerfïig fjafien / <&m foo 't erben beef' &tabt bol goet. 4. ©ie mif etben beef' &tabt bolgoeöen
©ie moet ïjem fpocben // Dooj't enge pabt / «£nnautoe$oo?t/ toiltbitbebjoeben/ .fóiet toojbeu moebe // traeg ofte mat / «Seltjcft %ottt§ ©?ou / bie t' cuggettat ©jingt na beef Jbtabt//om bie t' ontfaen/ jüact g' u becneeten // afé een Hint omïtecen / <©fgpmeugtin<i5oDt£ rijen niet gaen. f. 'j©antto)ieöit rijejt'foeent te bertoetben/
05n
|
||||
|
L1EDEKE N S. $7
<ên te etben// moet ïjerbcren fijn/
©enouöen ,fBenfcï) gctjeel af fïerben/ <0ffjp moet Derben/ 45oötérg'cur fijn; ©u| Doet niet Doo? gebepngöe fdjijn ©en nieutoen totjn // in bïcffcöen ouöt: .ïBaer D'ouDe menfctje // trccïtt uut ua toinfrt)ê ©oet an D' nieutoen tot u beöouöt. <>. ©oet an Den nieutoen menfclj bctïjeben /
ü feïf$ niet ïeben //toilt / maet Den 3£ect / 3£egt af De fonDen Die u anftïeben / iPjoeft baer bcneben // na $auïu3 leer/ 3Bat Dacc bcï)aegïtjcft i§ Den ïf eer / ,fèa fnn begeer // foetKtDocljboajaï 4SoDt£ tïjch gepjefen // en bïiet bp Defcn 3MI' fpotterp en bupl geftal. $aufe. . 7. JMtoocft allen buplcn Map öaten/ ©at ouöe laten // upt ntoen monöt / 3Bat Dient tot betering'// toilt anbaten/ Met 'Bout u p?aten // mengt t' aïïcu ftonöt 3®ecgt op D' <J3aut-toaeg' u tooojöen hout / Hut'? ïjetten gtoni/7 Dient oocl) met fpoet / ©en ^eet gepjefen // toilt niet tr aeg toe fcn / 3Ju'tgoe baonwmen uto'£ gemoet£- 8. JBilt in 't goeDe Doclj niet tr aeg toefen /
S^n'c (foo ton lefen) bicrig ban grefi / Mkt alg D' Éaoöiceen mfépjefen / ©ie laeuto in Defen // toaten: j©acr fteefï ©at gn met emft Den ©eere bjeeft / ï?et (fcimenlecfi.) // niét upt en (telt ©an Dag tot Dagen / toilt niet bertragen/ i£at Deugt/ eeruöeDoatbeefneït. 9- 91a eer De DooDt u ftomt ber&aefïen /
«Ênutenquactfïen// balt onberfyoeDt/ ©aer Dan geen boet' / meer ig •• iBaer t' laetfïeu <£ïrftDanfeer ftaefïe// ontfangen moet/ ^lnafptoerc|i/'tfpnuactof]jget/ qp j ©us
|
||||
|
58 SCHRIFTUIRLYCKÉ
3&u$ bïepfcï) en Moet II re hupten gaet /
45obt£ <èeeft te rabe // neemt bjoeg en fpabe / $ebt acljt op't epnbeer't üjo?t te Liet. " io. 3Mt boei) aïtoo£ op't epnöe acöten / ïf out in geöagten // {30c namaefê aï / <&an be tccljtbeerbige geflagten / ©jeugtsgnbeetoagten// in'g$femefê fïaï/ ,ïfêaerfbanictöetgobttoo£ getal: 3©ant tot &aer al // fal toojöcn gefept: <Öaet toegh, ban öiere // ten eeuto'gcn biere) SSebencftt boef) bit groot onbetfefjept 11. ©itonberfcöeptin'töecttöilt baten/
«Eïaer booj't qua fjatc'n // 't goe öangen an / <0pbat gpmeugt totutoer baten/ Jbeerbelicaten// berhrijgen ban b'€euto(g'ïiroon metbujofeïjap/ bie ban U nomen ftantoojben nimmermeer <Ê5u£ foeeftt te ftomen / met aïlc b?omen / 3jn fuïeften bjeugöe bp ben ^eec. ia. ^on bod) in't goeb'bitflegt betftïaceii.
€> gjeugt te gare / i£ mijn begeer / 45pbiebp-nau ïtinötfcïje jacen/ ^yt boo?gebaren // fjiec toe ttfcecr Mtnxt l en toat in '£ peeren bft>o?t meer IJ 3p tot leer // boïgt nae altijt / <Pe i$eer u feïjoone // boo? ftinbt of foone / Itantoil ontfangen feer berbliibt. A. W.
Jeugts-Vermaen. <@p be toijfe:
lek heb gefien den tydr. E€nbernieut petten fin/
Wenfcii ieft u aeugt te famen / <®m reröt te toanb'ien/ in <É5obtg toetten na 'tbetamen / <Datgp meugtfonber fdjamen/ Met namael£ boo? ben föeer / ©er-
|
||||
|
L I E D E K E N S.
©erfrïjijnen/ na 't betamen
©an fijn ^epïige leer. ^. XOili nemen toaet u tijt/
«Êntoaecfctna '$fctyift§ oojHonöcn/ <®P bat gn niet fubgt/ £>tapenöelöo?t bebonben / <É5aet na <£li*ifïu£ betmonöen / €>mgo?D't u ïenben fneï / U ïicljt tot alïen fïonben / ï^otfbtoocRujanbenbe toeï. 3. J©ant '£ nienfcöen ïcben i$
jaeec Ko?t / bol ban beftoaren, Ma 3Job£ getuieïjenté: €n ©abib boet berftlaten/
©at aï fijn b'agen toaren/ <€m ïjant-foeet boo? ben $eet / ©u£ na u hinbtfe jaren J12>üt tot <!3oDt nemen Reet- 4. .üIScEut an't beginfeÏRoen
ïfoe een Cïjjifïen in befen/ jÉBoct boet en bect'ting boen ©anlebcnenbe toefen IBant '£ bïep£ ïuftcn ton ïefen
©ie moet mëh #erbcn toeï / ©mrecïjt te fijn beeeefen Ba tx$ ïfeeren bebeï. 5. (iJTtecRtuutben ouben meng/
Met fnn toe renen beb?eben / <J2n boet tocber (na toeng)
©en nicutoen an berljeben. ©eranöert u in 't ïeben. ïtteect u om aïg een ftinbt. ï©iït 't ïic^aem obergeben $in<j5obt/ cn'tblepgbertoint. 6. JBant toic bat na Den bïepg
^iec ïeeft / faï moeten fïetben; Jfêaet Die na '$ ïfeerm eng/ |
||||
|
6o SCHRIFTUIRLYCKE
'i&UIcpgöooöEt/ faï bectoerben/
*(C ïebennietem bcrbecbcn/ t&ifg bebettohinei-£ïoon/ Met namaefê te be-etben ©an^obtbeg ïebcn;? hcoon. faufe. 7. ©anganfcftcc ftecten toig
3Mt bocft foeften ben #eece / ö'JBnlhp te binben iê/ €n fcfticftt u na <Öobt£ leete /
<©at gp tot fynec eece / Jtëeitgt fn'n een ranch eecfaem / 3tn €b?ifïi$ IDijnfïocu teere / «©.«genöebjugt bequaem. 8. iCcagt met een goetopfet/
Wist gp meugt tocetbig toefen/ ©an 43ob£ <0emepnte net/ <6en recht litmaet gepjefen: 3a een fteen uptgelefen /
%n 'peeren iCempeïtoel. «Sn 5tjtboo?taen nabefen iiöïettcaeg/ maer ftaefï u fneï. 9. ï®ant ^johanncgbecmeit:
%\p bat ben bijl aïreebê/ • *$:$ aen ben boom geflcït / <ön elften boom bie hecbe
45een goe bmgten b?aegtmebe/ 3Êo?t afgrïjoutoen fper/ <£n faï ban <©oöt feer 'ooiebe/ <ï5etoo?pen fgn in 't bpec 10. <®ch! hoe beftïachenjcft
£>aï 'tfnnboo?aïben<Öeenen/ ^ieonbetb?achehjcK/ gin't eeutoig bnir gaen henen:
^ierom toiït u bereenen / Mtt <©obt / in öefe ttjbt / ^atgp in oïaet^ban toraiert/. Itëeugt
|
||||
|
LIEDEREN S. 61
JjBeugt eentoig fijn toecbïijbt.
ii. (©ojïoftot een befiupt/
©jienöen aïöiec ter ftebc / lboecnt ï)iet ïjet be|te tipt / <èn ooo?t£ foo i£ mijn be be: ©at gp öee£ fïegte teöe / ©unD't na öet lief ben aecbt / gjch tornê bat <6obc£ tytbc U tjtn m fin betoacrt. <&$ be toijfe:
DeWerelt falhaerfeer verblydeti
Efï&anuel bte i$ uptgetogeu
Hpt 5jjn£ ©aberg föijcïi in'£ toeeemj pïepn/ geloetfcfjeïiefb'ïjeeft bat bennogen/ lbijnlufltoa«j te toefen bp'g menfcfjen gcepn ^ml)em footoH itk toagen IBijri 3tijf en aüe mijn goebt / jlBijn lijf en alle mijn goebt / «önbetlatenBjienbenen Jfêagen/ &n fcöcucRen ïjem mijn ïijf / bett / enbebïoebt, 2. <Pefen25jupcegom6«ftmp betuoorai/
üpt '£toereïtg quaet fenijnign. abupg/ gjn pbelïjept fo»toa£ icfc gebooren / *ïefttoiïmetl)em foetnen een anöet ïjup£/ 9tbieu©abet/ Itëoeber/ &ufïec / 25jaeo'ten/ Sïbieu bjienben alïegaet/ Hlbieu b?ienben aïïcgaet / Bbieuaï '£ toeceït^goeb'cen/ ©efen 25?upbegom bie neemt mp toaec %. (Cot Ëion toiï icft mp nu gaen neeren /
©aecig tooonacbtigï) / mijn£ öetten ï»ef / t?n bienen öem baec met gtootet eeren 3Ne mp bu£ ïjoogtoeecbelijcft becöief / i?P té al£ toaec Ijet een 5egeï OSebjuclnop mijn ftette bafï/ OBebmcftt op mijn fjerte bafï / |
||||
|
6z SCHRIFTUIRLYCKE
4S5cö SSjupbegom OP 59* mijnen fpiegeï /
gjcR en toeet te t toecelt geen h'ebet gafï. 4. gicRöebbcïjemmtjn ttoutoe geftooten
Sïen ftjn eectoeerbige tecïjtet-öanDt/ iCebóocenliep ieft gefjeel üerïocen ©ecötoaeït fngetSBabpïoonfcöe Eanbt/ j&u tuil icfc öem troutu'Itjcfe bp bigben/ ^>!jntooo2bcnfullenmn boen/ &ijn tooojöcn fuïlen mp boen / <£>een ftoetberp en tuil frfe bebjtjben / $l$anöec23abelfcll}e bocQteren boen. y. ïï.of$?incelycKen ©abec beeïjeben/
£of ^ïmacytigï) <Öobt bet peeren jfeec / Sionbie looft uaïleïjaec ïebcn/ ©at fupnér cnbe repn ülöacgbeRen reet} gierufaiembat toojbt opgetfmmert ©ooj u feïjoon «ömanuel/ ©00? u feïjoon «Êmanuel/ li Ktacïjtige ïjanöt f$ niet berminbert / %\ Doubt ïjet be ïtëerelt boo? Ipen-fpeï. <©p be toyfi:
Gabrièl was van GodtgcFonden. EM oojbeeït niet tnenfcïjentwftooren/
©pbatgp niet geoojbeelt jijt/ ©olgt be 3£cec (of gp 5tjt betlooten/) ©angjefu^ Cïjjifïgebenebtjt. z. jluIcRcen oojbeeïfalu gefeïjieben/
<©eujcRginitoen bjoeber boet/ Met ftiïeft maetal^gpmeet be ïieben/ 3©erbtgp gemeten/ 3nttoeIb?oct. 3. &oé Derftgp u 2S?oebet begecRen/
£>eggenö': ïaetufplinteruptoocn/ «2n toilt utoen balcft niet up treeften / Ui>iHen£ en toilt gp 't niet beb?ocn. 4. ©e balcfec bie gp eerft moet toeeten /
©ie beneemt u 't geficlite Maer ( |
||||
|
LIEDEKENS 63
Jjfp boet u 3feï en lijf bcrteecen /
a©ant fienbe 31J t gp blint uoo?toaer. y. $ftt oojoeel ig Den tyeet gegeben/
dBïcft faï't laten / toiï «p 3tjn tong / P?ijfen/ enöancïicn/ €>obt bedjeben/ ©etmaent elcft tot beugfjb' met abbijg. 6. 3©eet öat: toie een anber toiï ïeeren /.
<Ên bat f)P lettt feïbe niet boet / feomen fal in bmeft en betfeeren /
Wfooongbe £>cï)jiftup?maec&t bjoet. 7. i©antbiebaecfept: gpfuïtniet fieelen/
B)aec felf bebonben i£ een bief/ ©aec af toiï ong $auluf niet oefen /
Cot ben öomepnen in fijn b?icf. 8. <t£itk toiï fiem tot ben ©aberneeten/
25ibb' boo? Sfefum gebenebijt/ ^atbeü'efb' inona1 macl) bermeeten/ töibecbjebentoojtbaet en nijt. €>p be toijfe:
Wilt my niet ftraffèn Heere.
FJlfïraftmp niet/ <©i|cete
3n utoen tóome feere / jüocD in u gtatignen tnoet/ iDant ieft ben ftlepn ban toeece / £>toach enbe teeber feere/ &tezckt/ €> $eec/ mijn gemoebt. i. <®Ifeer/ fcDoutijiec beneben
<0p mijn arm' 3toacfce ïeben / 3@antftranrïn>g>tnangtmp an/ ÏBiït mp genaöe geben l^au tóoojöeu te icben / Jfeet / toiit mp ftercfeen ban. 3. jifêgn geeft bie i$/ <®§mt
SSebmcftt/ bebjoeft/ foo feete Ifèet fo?g' en f toacen ïaft / <& fêeet / öoe ïang' faï 't buiten 35at
|
||||
|
64 SCHRIFTUIRLYCK.E
©at kb aïbu£ moet muren
«£n 31J11 be£ ïijben£ gajï J 4. ©ii^ïigg'icftinber nacöten
«5efüjacRtinalmi)n fcracöten 3ln mijngebacljt en toeen / l^ett geeft trahenbe oogen ©at fp bocö toeenen mogen/ Wilt mijn eïïenb' aenflen. f. <g>^ttz/ boet ban mpKeeren
©at toonoerltjcft uferen ©ataltnbt i|in mp/ <©?aoti£ mijn obertreben/ <ÊH?eer/ feftmoetubeben/ ©ari 'tfïerben beïjoebt mp. 6 3©iefal boel) in ber feïfen
<®$eer/ ulof berteïlen/ j(|eti£ baerbupfler naeïjt/ ïtöantonber alle boaben <Öntoa?öenbijn geboben Biet öouben/ nocfi, geacöt. 7. IBnn bpanben omringen
Ifèp om neber te bjingen / jètércfttmp/ ©eere<tëobt foet/ J&oofuïïenmtjn bpanben • éSefeïjaemtftaen/ öaertotfc&anben/ ©atgn/ $eer/ jijt foo goet. 8. ©ie bit Stiet geeft gefongen
©en fïrijbt téöpontfpjongen/ <6obt bie fjeeft ïjem ber&oojt / i€e <6fjent boo? groot en ftïepne SSetuugb' öp b' toaerïjept repne / <£n perf om €>obesS tooo?t» |
||||
|
LIEDEKENS. 6j
(&pbt Jtëtjfe:
Heft op u hert, opent u ooren.' G^bjieltaa^ban <ï5oDt gefonben
3jn eenen £>tabt ban «Caliïeen/ Ba3areth / na %uta$ toetmon» ben/ Cot een fupberc jjföaget reen. ^. <©nDettront niet een Man pbdne/
3^en tuclcften Die men 3iofepÖÖiet/ Ban©abi'D£öup£ / öc il>agetfc£oone ^iet.ïBaeia/ baet bit bebict. 3 3£en «engel quam tot Ijaer met b?ebe /
£>P?arii tocefï gegroet / boï gratie foet/ <©'ïfeeri£ met u/ grjeegent mebe/ 2rjt g' onöer alfe ©joutoen foet. 4- ^ïfó.tlfêartao' «Ongel aenfeïjoube/
©prfcfot'cftt'fe «n frjn reben fijn/ jiBaer oo ben $eer fp b?oom betroube «Ênbacöttoat groete marfj bit jijn. 5". 33*€ngeï fpjacn / Wit u niet berbacen/
g' ïfebtgenaeb' gebonben bp <£obt/ g' $Ult ontfangen en b?ol jjen baren / <£en j50oninu1©aegDeït3CK fïot. 6. gefu^fuïtgpöeetenfnnname/
©P fal bjcfen ban machte groot / «©e£ Mberöoogfïen £>oon bequame Eal ÖP faten 5tjt bieg toel bj'ort. 7 <0obt be ïteere bie faï fjem geben
35abibftjn£©aber£ £>toeï ejrient/ <©ber ï)et ^un# gacob£ berïjeebeti sSaï öp Segeeren fonber ent. 8 jBariafpjacn/ öoemacï) bit toefen?
|0ant icH beftenne geenen flfèan/ <©e «Sngel anttooo?Dena befen /
%P' %pïge <ï5eeft fa!« nomen an. 9- ©eftcacïjtbejs^oogfïen fal te boren |
||||
|
66 SCHRIFTUIRLYCKE
(©mfrfjabutoen u/ fbo't betaemt/
©aetom't ïfeplig / 't toeïcu too?bt geboren / Jbal toojDen <6oöt£ |soohc genacmt. io. i©a£niet 6ïifabetlf) u Mtfyte
«©nbnigtbaar en öaatb nog een hint i SSnftaec ouberbom / 'ti£ <i5obt licfjte ©mboen/ batöpöemonbettoinot. ii. Uöatia ging ban ö'€ngeï leren
£>p geïoofbe met een berbïien / <gnfp?acft/ ftjer téb' Dienfïmacgtbe£ betren Ma u tooojbeïi moét mp gezien. Nodige bedenckingh. (©pbetoij'fc:
Sterckt my o Godt, myn toeverlaet. G€bencnt o iBenfcïjen! f allee tijbt/
©at gp fult moeten fïetbeni 3©at bat gp toaert: en toat gp 3tjt:
«Êntöatgp fult be-etben.
ateertöiecboojt'toglb' ^eec tijt bedient/
©at gp ïjem na fijn toiïle Dient:
3©ant na bee£ tijbt top lefen.
^aïber geen tijbt racer toefen.
*. ©eïwtteonfe£5iel£befïaet/ üpt fltjm en fiof bet eetben: 9
JlMcftafê een bloem op'tbelbt bctjjaet/
3©aer upt men billicft leerben: 3t!ltoatbergancftlijc&i£/ te Wien/
<5n in bit leben toe te fien: 3Bant na beeg tiiiit top lefen / &alber geen tobt meer toefen. 3. ©ie mibenbagïjbet faïig&epöt/
©en tijbt ban <8oöt£ genaben / ©ertoaerloofï/ en jicïj niet DecepDt / (Ce gaen op 'gïebenp paoen: ©ieng bijl të aen öen boom gefielt / »£n toojt mtf fcöanöen neet-gebeït S &n na beeg tgöt top ïffen / |
|||
|
LHDEKENS,
&aïbec geen tijbt meet toefen.
4.. 311 toat De toerelt heeft en geeft /
ï$5oet epnbeltjcft berblfetcn <ên na men ïjïec nu ïjf^ft grfceft / Ibalmennamaefê genieten/ 3©anneer top booj <iSoöt£ oojbceï ffaen/ <$! menfehen luitt ïjfer acht op (ïaen: 3Bant na Deeg tn'bt top ïefen / ^aïocr geen tijöt rneec toefen. f. <ên of men nu fjcï) felfé al fïreeït /
<#n beeï uuttolurfjtg ftah binben / •önfoofntiepgenhepl ontfteeft/' <0oDt ïaet hem niet betblinöen / .ftèaer faï fonber per foong öcnmercft / |?egrt!)cït Ionen na fun toeren; <È5anftubcc/ footop fefen/ «©een tgt oer boete toefen. 6. 3!h$ foeent öe %eet tettogï bat hp
ï*}em noclj toiï binben laten/ ïïofpt hem aen/ t' togl hp té na bp /
't ÜptfïeHen marï) niet baten. 25c goöloofe ïaet af ban't quaet / 23e fonbaer hem befte eer n ïaet; 3©ant na tee$ t*t ton ïefen / &alöer geen tijt meer toefen. 7. gjfï bat gp nu <«5obt#fïemmefce^t/
IDiltu hert niet betherben/ <©2ingttieecfïigDoo?De enge pooit/ &00 mengt gp faïfg toerben / 5in tijtë u tot ben Ü|eer beheert /
€n t'tonï g» leeft / 't tori fierben ietft MNtttt na beeg tijt top ïefen / haloer geen tijt mat toefen. *• «2n 3alfg jijn De booben al ƒ
win Den j|eere ffetbeji. uMefrtai f eerefierben fat/ «n'feeutoiafebwirrben: ' |
||||
|
68 SCHRIFTUIRLYCKE
3£ie moet eetjï C&ifïum boïgen naet/
«£n nemen nu oen ttjttoel toaer/ aBantnaoee^tgttap lefen/ ^albergeen tijt meer toefen. €>p be togfe:
Als 't begint.
G€nabe/ bjebet'famen
cfèa 't betamen 3©enfcïjicK benCï)?ifïenaerbt/ ©ie fjaec ban <J5oDt niet fcïjamen / 3©antïjaec namen ^ijn in 't^oeïttie^ lebend bétoaett i. <©febannieuto^3gn geboren Met aïg booten/ Üpta©ater/ ©peren<0eefï/ ©at jtjn <©obt<J uptbecftoocen / 3Bant fp fjoocen 2|jn fïem/ en boïgen onbebjeefl, 3. 3Bantfpin'tö«te binnen
&ttt beminnen dBobtgtooojt/ 't toeïcftöaec geeft caeöt
©at fp / eer fp 't beginnen 3M beefïnnen • «£n aflaten ban alle quaet.
4, ©ie banïjacc boo^öeptfteeren
«Bn 45oöt eeten 5!n een nicu ïeben fijn
gullen ban 'g toereïtg peeren ^ae <©obtg leeren «Öeïjaetenbe berb?eben 3(jn. f. i^oetoeïfnboben maten mat bit baten/ §0?ijfen €b?ifïum eetbaer/ <gn al bat fp befaten j^ier berïaten/ <@m <aoöegtooojtoetoaerïjept*ïaec. |
||||
|
LIEDEKENS. 6?
6. j&abebiaetöeptfp ïjanen
«Enbe toaïten „§>oo battnen bicfttoijfê fïet
^atfpaenoaïen/ enfïa&en Motten raften <Ên om <0ob£ tooojt lijben betb?fet. 7. 't l©oo?bt toa^in 't eec/i aenftleben
25p «©abt becïjeben/ Cti 43obt"toa£ 't 3Boo?t boo?toaei: /
gn &em foo toag fjet leben / 't ISMch gegcben 3$ ben jiDenfcfttot een ïirfjteec&aer.
$aufe. 8. £>oo fect ïjeeft <0obt almagtigö
'iC tétoaetacöti'cö/ ©efè toecelt bemint/
^pfyeft upt lief ben nradlticö fgijt gcbat'öticï)1 ©oa? ftaec gegeben 5ijn lief m'nt 9. CÖ?ï(iu^ bie quam op ö'eec&e
<ü5?oot ban \oetiiie ©an fijn j|emelfci)e ©aec/
$>et bpec bat ong becteetbc % ban oii£b#etbe/ #m mrê betloffen aHegact. io. $111 bie in €ï)jifïq reene
<6tootenftïeene/ <8eIooft/ en boo?t toel boet/ 3&te laet Ijpniet aileene Motlj in toeene/ JUSaec ÖP maechtfe <J5ob$ftinbet£ foet. ii- Jifêen nan boeg niet boojgtonben
JÖoci) becmonben/ 55e Üefbe <Ch?ifii groot / «©at öp on^ booj ftjn bjonben yfèeeft ontbonben/ «Jnöe bebjijt al ban ben boo&K |
||||
|
7o SCHRIFTUIRLYCKE
ia. &u$ gp Sfibamg gefïarfjte
ftïepn Iran machte 3looft<©ot>t/ enp$fthem feet Jlðect/ metDaet/ methtatftte ÜBct gebacftte/ 3£oo| Chjiflum onfen ïieben ïf eer. 13. <£n aen fgn tooojDt toilt ftoutocn
Met bettoutoen ©afïe tot in Den enöt' &aofaIhpin töenoutoen ii beboutoen .ïïört fijnen <0eefï feet erceïïent. <$p De toJijfe :
Anhoort Broeders en Sufters te gaer.
/^S1 <£h?ifrenenhoo?töitftfegn becmaen Vjo£n tóiit Dit ïiebt in Dancfi ontfaen 3&i^ch?ift Doet het on£ oojöooren/ ©ugtoiitDittorite recht becfraen/ «$en atbepbt ig anberg berfooren. a. ïEtofouöengeerne toefen genaemt
<85oörgH"inbecen/ foo 't tori bttaemt/ &00 moeten top/ ïjoojt naeDefen €>mgo?öt ?i'n met Det 3£iefb»n öanöt/ Cn onfen <0oDt ban herten bjeefen. 3. £>i}'n tooojDm Doen on£ber manen fyrt
©otmoeDigh ban petten te 5jjn/ ©at qnaebt mrt goet te betaïen /
<ü>nf' tooojDen met „§>out gemengt te fgn /
«Enbetoegenfealgin &chalen.
4. <6n toacht u toeï boo? fonöe en frfjant
3Baer Dat gp 3p't aen aïïen ftant / JGïilt De ^>cö?lftuice Doojgronben /
•s£p Dat u liegt niet Dunfiec en b?anot / CntoeefïnirtHchtbeerDfgh ban monDe. f. Sfenhoo^t het Doch baat ong $auïug fepD|/
||aeWaetï£cR Dat hp'tong uptfepDC: (öuacöt
|
|||
|
h I E D R K E N S. ji
<0naebt geftïap berber ft goe 3eöen /
©ua toanöeltafé utoen reep betaetnt / <£n ijebt tori aebt op utoe reben. 6. Wit i$ aïbué een fïmpel bebiet /
fföet ftojte tooo?öen in bit Stiet / (öfbaecuemanbt meetoaer beïjangen/ J©ant ö« bctaemt Drn bepïigen niet *©ie (jebben tori acftt op D»t gangen. <9pbe toyfe:
't Zaet van de Vrouwen feer rainjoot. C> |3 bie baet oocen ïjebt bie boojt /
I én roemt te ïebcn na «Sobt^tooojbj: / Wienftnicnboo? 43obt fyebt gebogen/ Bier ebt of gp gaet boo? b'enge poojt / <0f gp bes" bleefcbj ïufï fjebt berfmoojt/ <Bp bat gn niet en jijt bebjogen: Ent gn een rancfec in <£ïj?ifH/ ©ooï fijn «öeefi fuït gp toiféïjept fuwjjen/ <©e toaerbrpt fat u maften b?p / üto' bjnc&ten fuïïen 't tori getupgen. %. 2Sep?oeftnfeïben nutertijbt/
©f gn in ben geloabc jijt / %è <£&?ffh$ in«tt / balgt ftjn regel/ Creetfïjn boetfïappennaefubgt/ Jbaa toic rjem een cïfétflen belipt / <§>iet be^cljjift aen / a\$ eenen fpiegeï/ JDanttoie gelooft/ foobe £dj?ift fepbt/ ©an öicn^ ïiclframe fulkn bloepen ©?ucïuen beë ïebeng toUsïaeröepbt/ %ï$ Kofcnohbec boomen bïoepen. 3- 35ee£ £>ct)?ift SP tocl bebenften meugs
ï©aer i$ bic uptblocpenbe beugftt i <0rij toaec jijn be£ ïjepïig dBcefïg bjucïjten I 28aer igbebjceö' bie ricfe beröeugïjt* ï©aertoo?bt bie btoafenbe betoeugïjt $an ong tot toeenta enbe fuc&ten I |
||||
|
j% SCHR1FTUIR.LYCKK
3&u$ of top fcftoon geen quaebt en boen/
35at helpt al niet het 5pn maer bjomen / (Cotgoct boen moeten top on£ fpocn/ 2ïnber£5ijn toponbnichtbaer SSomen. 4. ^it 'g een Chjifïen Die tyettup pjtjfï /
5Pie upt ftjn geloof Deugt heton/i / 3In Der beugt toetenhepbr bcröulbigft / puiene Ifefbe oocft in fjem rijft / !©at hp geerne fijn ujoebcr fpijfl/ <®ocb 't gemcpn bolcft i£ ftp gehulbigft / £ggn öefe Dingen bp u bjienbt / ^oobetoijfï 5ulcftr' upt utoe ieben/ 3öant toie <ÖoDt niet neer fïigh en Dient / SBojteinblingban hem obcrgeben. f. .flfèercftt aen De tooojbcn €h?ifïi fijn /
©oojtoaec men boet geen nieutoen JDrjn S|n oube fïeffchen / 't $ berloareii / 2Bat geen bemieutobe iBenfchen 3tjn / speecht fonDer gebepn^Den fchijn / S5eb?iegen haer felbeh te boren / 2llnöer$ i$ 't maer een nieutoe lap ièonber geloof/ opeenoubt lanen/ 't 3tépael toaenen lichten «lap/ 3IBa?r anberg heeft bat niet te maften. 6. Weet gp niet bat be «ThjifPnen bloobt
<Ê»eboopet fijn in £hjifïu£ boabt / $aer fonben t' faetn met hem begcaben/
€>p Dat gelnrfs £h?ifïug beboot ©eetoeeftt i$/ booj<0oDt£Krachten groot/ ^ooitioeten ton oorft boo? <C5oDr£ gabcn Êebenin een nieu leben foo / 3©antfpengebenniet hacrleorn f£ot bjapenen ber fonben fnoo/ 3&m oenaoot3$)n fp apgetreben. 7. J©aiiteen€h?ifienbiei^ boojtoaec
«Sml'c!)ttertofrelt openbaer / $p fottftt fijn 2&upDegom aïlepue /
f?
|
||||
|
LIEDEKENS 73
$P Beeft oocfi betïangen feaet naec /
f. P bcrblgbtgem inlnbcn f toace / ifpig een lebenbe jpontcpne/ «oiaiufi-öof ofte f atabifé ©an fcoflelgene fctupben rtjtïte / m i$ een faïbe feee pjopgg / &ept ^>aIomon in frjn «JTantijcne. } $aufe. 8. ©jienben/ 3gn top albu£ bereebt /
^etoaert Docïj toeï u SBjupIoftg-Meet / |*iet toe/ fïeeefttbatin gèenen goeeften/ ®P bat gp niet ben bjient en ïjeet / 39en2S?up&egom bie't al toeltoeet && on^ feec tjaefï nomen befoeeften / .ïfèeteHt goe öp ben ©ng-boom bcrbïoeïit / ® >e fcgoone bérciett fïont met blaten / £>iet toe / eer bat gp on£ befoeelu / ©p bat top alfoonieten bacen.
9. $auïug oocH Maer te Kennen geeft /
^00 tote bat na ben bïeefc&e leeft ©' eeutuige boobt bic faï tjp fïerben /
JBant -toie <£Ij>ifhi<* <&ieft niet en geeft / Jbg'n tooojtöngg enbenaegt aenhlecft / «&at ögclic (JSojitg bat moet gu öetbcn / Slltoerbenfp giet glaten bet/ €n toemen bele ban <e>obt£ (CempeT/ £>oo toemben bie ban jüopfeg i©et / Egt gptoij^/ neemt acngaer erempel. 10. «en roemt boeg niet gtootenbe fmal /
«©eigen boen bet fotten getal / .CRaet iact u toeren u felben pjgfen /
JBantöat bjacgt %f 'tel in ben bal/ ïf oetoeï fp <6obt£ bolcft gieten al / #aec toeren gaf een anbet betogfen / ©aeeotn betliet gaet <©obt tetfïonbt t 3£aet btoaesjgepit geeft gp gaet bettoeten / Op 39*mijnüolcftniet/ fp?eecRtOobt£mont |
||||
|
74 SCHRIFTUIRLYCKE
JBantgpïjebtaïmijnwet bergeten.
11. 25efegelt u geloofgetuig /
2Bic met Cb?ifïo opgefïaen $/ Jboetftt bar baec boben i$ gepjefen/ <®p Dat oor|) niemant et!ifïae mté %l$bicgemepnteban Jbacb$/ £>ptnepnacnoocfc al toat te toefen/ ©an 't vetoën fjabben fp ben naem / JBaer fp toaten oooöt booj ftacr forabcn / Jöaecïit enDebiötbjieuöen cetfaem / 3öattopfoanfet toojöen bebonben. ir. cj^ieban Haobicea blent/
<S)ie ^"oljanne^on^maecht beïtent/ Sioutnoclj toacrem fp niet en toaten/ (Sot roem öebben fp Ijan getoent / <&\T§ en behoeft gcenöi'nch pjefent/ 9ÜI ctjeft genoeglt toa£ fjaec beruïaten / <©ieban<Êpljc(1cn aenfefieut <©e <6eefï betoijfï tocï ftace mi £öaöen / l£aez cecfïe ïiefüe toag betftout / ©encht of gp b?p $i\t ban bic fcïjaöen. 13. ^öojjiabecï bjoefïjcpbt fmaecftt/
€mi bat ïjp hem felfé ïlonincB maecfit/ (£egen<0obt£taoojt/ hptoecDtbcroaeben/ 3® ie aen een Ch?ifïen name taecftt/ jiföaet niet nae't tooojt öe£ïjeecen ïjïtccht / ©e ftcoonctoccöt hem niet gegeberi/ ^ooEoemben ooeftbie fjobrn bot/ j|aec feïben fp <J5oötj3 hiiibec^ maften / |bi» fcggen beel / fp hennen <èübt / Mast metfiait toêtcïien fu 't betfaften. ij Jïanfe 14 i^ocmach hetbofcft foo 5jjnbebacht /
©at op <£5obt£ tooo?t foo toepnf g acftt / <3tï} bie 't bebcneftt / mochte toel toeenen / iflüiebecHcht t£ al ban öennacg* / «5n'ttooo?bt niet nam boïgt met ntafftt/ faec
|
||||
|
LIEDEKENS. 75-
ïlact ïjectc moet tori toffen (Irenen /
<tfen bccftfcï boo? ïjaet ïjecte öangt / ®ï f (l öat fp 't lefen of fmgen / ©oof blrjben fp fonbet betflanöt / 4Drfj!5tjn'tniet aïaegeïtjcfce Dingen. ï y. # BP traege mer ent $auïug Eeet /
3©aeromme öat <0obt onfen Ifecr / £>Ün lieben ^oone fteeft gefcïjoncRen/ <0m onfeatme Sieïen teer €e betloffen upt'g boobfê betfeer / ©aer top ïagen in berfoncfcen/ <®mbatöp§iem fouöe bereen «Sen fontjEtling' bnicft bat feet bierfg / <ön neerfUgtoaetQtootcnöe Ween/ .fèae be gcebe toetenen fect gierig. *6. «lenpeöerbfttoel obetïegt/
<®f öp fé ban 't neerfïig boïcït fïecïjt / JBant tofe meer fïaet na frfjat of tzitf ©anna ^cmeïfcïje Dingen reeöt/ ©ie bat boet i$ geen €ft#en nuccftt/ ©ie ïoon fal ïjebbenban ben S?eete: ©aer fë uaften noeï) toanen fleren / f^oeïj geenbïgtfebap in'tnrup^ bp namen/ $ocï) ooeft geen«fonberlinge toeren / ©aerfpbetoerelötboo? befcöamen. »7- ©eet gp niet/ boetjgauUtg getoacï)/
©at <&tiüti bolcfc in be ïaetfïen Dagt) / ©e toerelöt moeten öeïpen reeïjten* €>p Dien bat ftomteenfg beftïagï)/ gfn 't €>o?beeI fip niet flfaen en magö / <f5obt faï feïbe tegen ftem beeïjten / .ï!©et be toerelbt toerÖt ftp berboemt / «0c&! oei)! toat falmen ban begonnen i *®u$ of men &em een Cftjifïen noemt / Itacp / toat i| baer meeb' getoonnen l 18. ©eel fullen feec bertoonbert fiaen/
W$ öat €>o|beri <©oöt£ faï anjjaen / |
||||
|
76 SCHRIFTUIRLYCKE
^eggenbe/ <&®mt / <©^eece/
lf ebben top niet feec toifé becaen/ Beel ncacïjten en beugben gebaen i Mm <©obt fal feggen / na &cimftg ïeere / ©oojtoaec tcft beb u nopt gefient/ 3©ijcRt ban mp / boofe generatie / «©act in bat eeutoige to?ment / <J5pi)cbtbecfupmtmrjngtoote gcatie. 19. <©u£ u niet aï£ be toeceït fïelbt /
ï^aetbjucïjtcn frtjtjnentoel fn't beïbt/ 3Jn Weeren/ ïjupfen/ en in banenen/ ©eelgietigïjept/ nagoebten geïbt/ H3aec bien fcftat / baec be ^cö?ift af meïbt / 't 3fé feïben bat fp baec op benclten / 3SÏ i$ 't bat men 't ïjaec fegïjt of pjint / «USnbc becmaent metbeeïe tcanen/ <H5een boete men in ïjaet en bfnbt/ «©anfoo langö' fp 't Ijoocen becmanen. iij. $aufe. ao. £>iet&etectoeban Slfcaéï/
<6n toanöeït cecfjt na 45obt£ bebel / 3^at on£ üie ^epben^ niet begecfetn / £>p fepben/ fcfojijft <Ê5ecï)ieI / «g^ Dit be£ peeren boïcft cebeV Vattint fijn lanöt geeft moeten tcecnen* Eaet boen. ïtïaecbec fctjijnen u ïicïjt / 3Baecgp5tjt onbcc toat gefïacïjten/ Mtoatbie toeceït nieten fïidjt 3©ilt u boei) neecfïicï) baec ban toacïjten, ai. <Cfj?ifiu^biefpjecïttmettooo?ben plat
t£en pegeïrjen becgaec fnn feïjat 3i'n ben f emel/ maec niet op 9ïecben / Ibegt ïicbe tyfenben boen top bat l ©ecï üBannen <©obt£ met tcanen nat Jföet beeïangen bien fcï)at becgaecöen / JBaecufcl)ati^/ baec i£u bert / <E>u£ \}M gu u fc&atten öicc boben / Watts
|
|||
|
L I-E-DEKENS. 77
JUJacrom bjeefï gp booj be£ doofê fmert*
£>oo boen fp öie 05oöt niet gelooben. ax. JBatduncBtuIiebe bittod baet/
©otgentopljier in Cïfêifïug raet* 't i©aer goe t bat top on£ toe! befagen / Ï0anttoienae'tfcöat beneden fïaet/ <ên de toereït niet boo? en gaet ©ie faï't ïjier namael^ toel beklagen / 2®ant een £ï)?ifien bic i£ een 23?ief ©an alle menfefjen fcfjerp gelefen / ©u£ 5yt niet meer u epgen bief ©an uto' arme gfele in bef en 23 £>oo toie öem Ijfer in fcöuïbig dineftt /
S3etertu/ en niet meer entjincht/ <ên fegt met ©abib nu ten fionben / €>«J5odt! mnu genade frfjincïtt/ 3Jc& ftenne bat mijn boogïjepdt fiincfit/ ffèafcöt mp Doch. repn ban mijne 3onden / &tï)e$t in mp een nieu fterte cerfï / <£>eiieefl mijn Siel booj u «Öenaöen / «Öeeft mp toebeeom utoen <ü5eefï/ ©ie fal mp ïepden ir. u $abcn- 24. MSijnfeer bemiribeb?ienden/ (jet/
£>ingt upt getoiwnte niet bit ïiebt / Êicfttbeérbtgt) / mare met toijfe finnen / 3Bant baet toet beeï |ïngen£ gcfrijiet/ .ïfêaer 'ten beïjaegt ben ©eere niet / £>oo <6obt boo? 3tmo3 ffoecRt upt minnen / ©oct toegö ban mp al bat gebleet ©er liedenen^ / en al u fnaren / ïtëantdattoag <®oötomhooren leet/ <0m dat fp niet onrecht en toaren. 2 S- ©ie dit fïelde niet om getoin /
ïfem felben bermaent ftp daer in / «ön alle die't fïngen en Boren / 3©apentub?oomnae <£h?jfïu£ fin/ Clcftöeefttrfirijden meer of min/ Ce*
|
||||
|
78 SCHRIFTUIRLYCKE
iCegenbeelbpanoenbol toten *
JMtnfetaféDe berrfaegbe buen/ .ffièaer f!aet bafi tat Det öcaDt getcoutoe / ©ecïjt bjonieltjcfc tot op u ftnfen / 5Dat gn De ntoone meugt beöoutoen <©P o* totjfe:
Gy kleyne Chriften hoopken och J (~> $ bie Den ïfeere <£fef ffa Df ent / ^ ipient ï>em tipt al u ftcaebten / <£n toojt Docb nfet beg toecelt£ bjienbt / W fouD' fp u becacfjten: rêtot hcup£ en lijben u gebjent Stlfoubt gpfïecben ban elïenbt/ <Sn ban berb?fet betfmaebten. 2. 39enfcf)alchen©pant/ieïtuboo|
ïïrjcRbom toeiïufïigö leben/ gioo gp ïjem Jpilt geben gebooj 3&an caeefct gp Ifcfjt in fnében; ïBaer geeft bem nfmmecmeet Confent' 2fl jóuotgp ffetben ban eitoibt/ «Sobtfal 'tutoroer geben. 3• 't 9$ aJ beb?ogö en pbeïfjept
3BatDatt)pgaet befebieften/ • 39e gantfebe toetelt bp becfept ,!üet al fijn looft firfeften: ,SÏ5aet 1$ 't Dat b» u fcomt ontrent 3E! fottbtgtifïerben ban ellenbt/ «Ênïaetunfet teftbiicfeen, 4- #p Doet toe! bed beloften boog!}
<©m uïjiec te bekoren/ 't g$ anber£ nfet Dan fc&oon boo? 3t oogfi/ 't gntoenbigö gaet berloren/ <©e&toaer ufijnbeb?ogïjbeftent 2fiïfouDtgtifiecben ban ellenbt/ €»p foubt ria ïjem niet booten. ƒ. ©ooj (ïre*g« €f tannp toeï «et /
|
||||
|
LIEDEKENS.
ïfpbeelbfefc&at ontfïeelben
B)aer nu berberft ï)p jieïcn meet ©oo? 't toellufijgï) inbeelben: ©u£opbatï)n u niet en feïjent 2*1 foubt gp fier ben ban elïenbt/ JBacgtuban aertfeye üreelben. 6. <gplae£toat të öe aertfege lufï
$oc gaefï i£ fp betblogen i , <én al£ be giele i$ ontrufi /
^)00 binbt fp ïjaec bcbjogen / ©encfttaïtgbtop batïcfïe enbt/ 3il foubt gpfïerben ban elïenbt s$p foubt niet ooien mogen. 7. <ön foeeftt geen troofi in geït en goet f
©erftfefïtot utoer baten/ Beel Iteber Cöjifti arrcnioet /
<®p <Öobt toilt u berlaten / J&gnïiefbe ia u &erte pjenf 'M. foubt gp fiecben ban elïenbt / JÊilt be<©ierigrjept gaten, 8. 25etrout op <Öoö$ beloften bafï /
^pfaïu niet bef togchen/ 3jn al u noobt en oberlafl /
Jbg'n troutoefal )pel blgcnen / ©ocg al fcgeen öp te fijn abfent %\ foubt gp fierben ban elïenbt / <£*n toilt ban gem niet togeften. 9. J©at noot i§S Jt batmen ï)i« bwt ïtjöt
<öen tgbelgcftbenoutoen* ï@at i$ 't meet ban een uprtj'en tgt
23p b' eeutoigöept te goutoen i Eaetuotnenltjbcn en torment Stil foubt gp fïetben ban elïenbt / $etfafu niet beroutoen- 1 o. ©encfit op be fcgoone f roïg&Öept
©ie niet enig te boeten/ ©fe<0obtbefgne geeft berept |
||||
|
8o SCHRIFTUIRLYCKE
©ie Ejïcc nu ïijben moeten:
©enent om be Vueugïjt in'^emeïg tent Mfoub'tgn fïetben ban ellerït ©en loon fai 't aï besfoeten. An de nieuwelingen in Chrifto: <£^ö bt totjfe i
Een goet nieu liedr dat is bedacht. f21| bie upt toatet enbc <6eejï /
^*3 ©an bonen 5ijt geboren / &itttoe Dat gp niet en bcrïieft ©an't geen gn fjeïst bernotcn. z. ïörefi öocb geoacJjtig t'aïler trjt
lïnbe bedeben bagen/ ^jntoelcucngp beclic|)tet fijt/ <2n bien fïrnüt ftebt becbjagen. 3. ©oengp unnpn boojbe toaetïjept
J|ebt gebogen feet tÊuicKjcft / Cn upt u mont <©obt toegefept
^em te bienen gebuicltjcR. 4. 3Bant bie 't ïjarnag Jjeefit angebaen
.ïïöarfj ïjent geen roem toe-feggen / jföaec bfe ten epnb' beg fiEijtg blijft (ïaen ©at 'g bie fjet af gaet leggen- ?. ©u£ blietbelufibet foniMjeptquaeb/
9inu tooo?ben en toetenen/ «Ön na be tecïjtbeetbfgöept fïaet; W&t <0ob$ geboben tnkfien. 6. Jbtelt 't licöt op een nanbelaer fijn
gn u toanbel en toefen / Eaet blncïten tot elcnen tetmijn
©atgprecfjt fijt berrefen. 7. 't 5$ niet genoeg toanneecmen ig
©nttebicljtban be fonben: IBact'^ peeren Sfocfemoetmen getoig .fëaeft bjagen t'allen fïonben. 8. 3©ant tofe in <15obt gelooft bibijn /
©iemaetöoo?'£geefféiwfïecc&en/ |
||||
|
LIEDEKENS. Si
tëTcacïjten om be meefïe te fijn /
3jn Deugt en goebe toeccuen.
• 9. ©e©2ucötbe£geefïg/öoo?tmet&efcïjebt
%$ ïicfbe/ bjeugbe/ b?ebe/
Èangmoebigtjept / bjienbeïpïjept /
3fti beugt oocïi toetenï)ebe.
ïo. («MjtoutGiecinmei neerfïigljept
3lilutoentn't befïeöen/ «S>atu be ïjeere binbt becept / Cn namaefë bjengt tn b?eben. 11. «©mniet <0oöt£ ninberen aïttjt/
Ce fijn (aï£ be betfteugbe) Ü3!n't ï|emelfröc toefen bccbïtjt/ ©at '<j be bolmaeïtte bjeugbe. 1 z. €en bjeugt be noopt oog' öeeft gefïew /
j&ocï) fjette ftanbebencfcen 3j<j boo2 ïjaec bfe <0obt na bee£' tpen / £>!jn eeutoig rijen toü fcïjenchen. 13. jiDaei-footop'tnuberfupmen ïjiets
«onna benblepfcïjeïebcn/ €cnftoatefïtaf/ öet ï)elfcï)e bpec ^^ fuïcften boojgefcöjcbcn.
14. »Baecï)atentoö?temn(eten|ïecft/
.föocï)'tbup2up*blufï fal toeïben/ «©it'g 't joon bat ben <0obttofen ecft / <©ic in fonb' fjiec boïïjerben. 15-. 2$ebencntbee£' ongeUjcnen flant/
«Öeneeutoig tciumpöeren 23p <6obt / of baet men aïtijt bjant / 31n 'tbnp^niet om bectecen. i6. iBantafêongttjteengtë boojbp/
,%'téniettoeet te bcctoecben/ ®toaectoen.f'Kijcftfoote lebcnb?? wpuiengcetntoilöefïetben. ■ 17- ^iecmeeb'mijnnebebjienbm foet/
25ebHicftuötn^eere/ ©?ee(l «©gbt/ en ha fgn toflfe mi ^u, |
||||
|
8ï SCHRIFTUIRLYCKE
©it'gb' öooft-fom aïïcc leece. €>p be toljfe:
Dcwyl de tyt voor banden is.
fZ% feïepm £ö?ifïen ftoopftcn och!
^-VÉtoe* toaffeiun becmcemi/ <!5p3!jtfoo ftïepn een fcjfjare bacïj/ Wiit $aöt met toercften eecen/ j§>iet niet op Jtëet-eït / üïeefcïj/ nocö bïoeöt / j&acf) op bit Mepn bergancfe'ïtjcfi goet/ 3!®aerfled)t£ou'tbj0o?t De£ ^eecen. a. ïiebe £l)?ifïen bcrgabecing'
<&p jijt foo'n ftlepneu öoope / ©ecmaent malfcanbei* fonberïfng' ©at niemanDt t'rupm boojïope / Jbïaet aïtoo£ op maïftanbec acj&t/ 30acï>t bat niemant ban on£ gepacht ^tjneetfï'geboojt berfioope. 3. <£Ö?«ffrn 8P fcpïign #?iefïetbom
<©aet niet op bupfïcr toegen / ^>iet niet met %btW ^im^-bjot(to toeerom /
3£aet gp jijt uptgefïegerï/ JüMeaenbenpIoegf) öeubt/ en omfïet 35ie i$ nut tot €>obt£ ön'cfte nét / 3&u$ toanbelt boc& te begp n. 4. ïtinbec£ <èoöt£ / neemt u ttjbttoeï toaec/
't g^ fcfjier be laetfte fïonDe / 30o?bt nu niet mat / nocö toancfteïbaec
<31n <i5obeé tooojbt bebonben/ 3taetbeïiefbeniettoo?ben Kout/ .ffèaettoaecftt/ bibtaïtoog/ joncfeenoubt/ Bim'g!) uiit'£ ijettm gconben. f. (^cöliicötmaïftanbecbagöen nac&t/
$ecmaent be een ben anbec / 3Bacljt bat niemant ban ong gefïacïjt 2fn't ongeloof beranbet/ 4?eeft aïtoog gort exempel boojt/ _. |
||||
|
LIEDEKENS. J3
3Batï)t Datmen nfet quacfê ban u ïjoo?t /
.ïBaedccct/ fïraft/ Djepgt matftanbet. 6. €ert <!3oöt met liefbe fonbec fmctt
MiSet fjecten tongen / monöen / ÏDacljtDatniemantin eenboo^ fject W*è$ onöeugöts toojbt bcbonbcn / 't IlMcft treebt ban <i5obt en fijn <Öemcent/
^i'ettoe/ Dat niemant tóojt betfïccnt/ <©oo? 't Uaïfcö bcb?ogï) iset fonoem Ittaufe. 7. (&abt taiït aïïeen naéboïgen fijn /
(Coont in alPé een nieu leben / 3lact <Öoöt^ tooo^t niet geïafiett 3tjti /
IMt goet ercmpel geben / JBeefI gp een fpiegcï alïe-man / <©atmen ban ü niet fcggen nan/ ©at gn qüaebt ïjebt beö?eben. 8. jïieeiijeccftcnüJiltboïbjengen/ bat
<Bp met H tongh. gaet fpjeftèn / JlMt met bet baebt boïfyengên rat /
©at u <©obt boet onbechen / fflïit met ben nionbtbeltjöen niet/ <ên loocfjMcnt met be toe trttcn Jiet / <8oetboentoiltröet bertcecften. 9. Met toetcften taiit betoijfen jent
^atgti sijtcecöte €f)?iften/ ©e boom menacn fgnbmcfitenftent/
©tté fjebt geen argelifïen / ©olgijt bpecigï) na u $eec u <©obt/ if ebt ïjem lief en Ijoubt fjrjn gebobt &cïjoüt aïïe 3ïnticlj?ifïen- ió. ©at niemant <6obtg genaeö' iwfupmt/
©p Datter niet een quabe' €11 bitter too?teï tipt en frfmpmt/ €nboetfooti5ieïfcï)abe/ Cn geeft ïaficc nocï) ecgecn$ / J&ocö qocb geen quaet getupgenf^ /, .. |
||||
|
S4 SCHRIFTUIR.LYCKE
CnuiijcRtfootian <Baot$ pabc.
11. %t\jm totlt na ,<Bot>t$ ïtëoojt en %ctt /
ffliït in a\V$ geljjrti toefen ïJBaöer/ jüSeeftec enöe ïfeec/ ©oïgtcecöt in alï'£ nae Defen / SSetoijfï met toeccft en Daet aïtijöt / ©at gp opcecïjt ijcc&oren 3tjt / Cn Dat gijp <ü5oDt gaet tojeefen. iz. ©ocïj/ toiït <0obtu ©jinceu £)eec /
.üBet toeten en Daet beltjben / Jioecftt meer,<0obt£ eet / Dan '3 menfc&en leer/ JMtüoo? De toaeröept fïrnben. Jfl&et oogen traen ƒ i'cft ubermaen / M)ijtutgeenfïn£ ban bc tecfjte baen/ $>inftt niet aen uepöe sijöeu. Den ioo Pfalm. <©p De totjfe :
Godt onfen Heer u loven wy. f^f boïcfteren be£Sïettrijcng al/ *>-» Jbingïjt Den i^eere met bïp gefcgaï /' <5n Dient ïjem met getten bergengt / ©erfcyijnt öoo?3tjnaenfcgtjnmet bjeucïjt, 2. SSenent Dat gp een J|eere 30/
©ie om I fonber ori£ toe Doen tj?p «JSemaecntljeeft/ enbertoojben fijn/ Cot fcï)aepften£ goebt bet toepDen J0n. 3.llMt tot fijnen iCcmpci in gaen /
©oet ban ïof en banen oocfe bcr maen / gn fijn fcgoone boojgoben foet / Cnp?ijft baee fijnen name goet. 4. a©ant boï ban goebtyepbt ig De 3|eer /
^yngenabebuitt immermeer/ ê>n'n <j5oDthjen tooojbt en jijn toaergept / SÊÏijben tot in Der eeutoigïjept. |
|||||
|
Pï*
|
|||||
|
LIEDEKENS. Sf
Over Romeynen 12. <ü*p &e tey'fe:
Vader ons in Hemelryck. f ^Jbjienbenen^ / miïtf)ooren toat VJ Paulug becmaent / 't becftoocen bat / 3Bat \nn foubcn on£ Sitctjaem fijn föot een <0flfer. gebenbe jijn / tfPïfc&/ <©0bt£bienfïigö/ nkt ttaegïjlijeB/ <©ie <i5obe 30 beïjageïrlcïï. i. Jbtcïtmifet / afêbe toercït boet/
.ïfèaec becanbctt utog fïn£ gemoebt/ €>pbatgpp?oebenmeucï)t pet op HMch bacr <55obt£ goeöe toiïle 3p/ Hilfao öat niemant ban nu boojt ©anïjemmeec ïjoube ban't beöaojt. 3. J!föaerDatf>ii ïjoube fïateïijcn-
©an ïjem feïbcn fèec matriyrit / «3en negelijcn na bat Ijem <ü5obt üntgcbeeltïjecft/ Doa? faïicö ïot / 3^é mate oe§ geloofd cetuaer / ÏU)aec öp men <£5obt bcïjaeflt eenpaer. 4. JDant gebjcn ton in een 3licf)aem
ïf ebben bede ïeben bequaem / mm aïïe ïeöeitftrancïi of fletck Mtet al geïijcfe fjebben een toewft / ^00 5tju top bceï tn €ïj?i(io net rêlotonbetfïanbt eïcïtauberg Iet. 5. 3®pbe££feecengenctacp/
3BÏ na bic gegeben gtacp / ï?ebbcn (afé ieben onberbaen) JBenigetlep gaben ontfaen / ^eectoelöecaen/ gefiicïjtban bien Moet <£5obt eentoigfjen lof gefeïjien. <J. ïfeeft nemanbtpjopïjecp publtjcK/
|»P 3P oen geloobe geinen / Beeft pemant bienfi / ïjn fïae fgng gae / leew pemant / öpUoïge fulcfté nac/ |
||||
|
86 SCHRIFTUIRLYCKE
©etmaentpemant/ met goebt anbac&t
't ©ermaenen Dient baeJ fnti getiaacfjt ■ 7. «Öeeftpemanbt ben behoef ben toat/ £>aogene fipfïmpeujcft bat/ iSegeett pemanbt gebulbeljjcft / ^)Oo 5p ïjp be£ fo&jbuïbeiijcft / <0effcnt pemant bacmftectigïjepbt/ |f n boe bat met luftigft. acbepbt. #aufe. 8. 3tiefbe 5p ongeaepiifï tooo^taen/ Haet bat quaet / ftangïjt bat goeDe aen / i©?t2S?oebecujcfteïieföe jijt/ ©Jienbefycft fonbecftact of nijt/ S&'eenöoo^ftoome oenanöec tepn/ IBeteetbicbinge in't gemepn- o.' 't Doornemen niet tcaegeïn'cft enbt/
Sijtüpecig&iubengee/t bekent/ üSefcfjïcnt u na ben tgbt geneett / Eijt üjotncft In be ftoope toacect / 30afcientigft in tyuck enbe ïeebt / <0e|iaöigö tot 't gebebtgeceebt. 10. ©ec#epIfgennoobtbmftfianteert
ji)iet bat gn ootft geecne logeert / ^»ieubecüoïgf)t/ gebcncbnti 43ee|ïigftmet ben biijben/ bctbïijbt/ «Ênbe met ben laaeenenben / toeent / ^oecfttgeenfoaogljepbt maecu toetftïeent. '11. ü felfeen niet uoo? ton£ betoont / «©naebt met quaebt cocft niemanö en ïoont ggt ölytigb / eetbaec |»cugccïïjcït Cegen eieft een / ifi mcugeïijcft / .ïfêet aHemenfchen tojebe Jjebt/ ©?cugï)t inecnb?ac|)tigfjebe fcljept i%. 0>anüef|ïeto?eecfttufeïöennict/
Jfeccbetoome <ü5oö$ plaetfé biet' ÏP.int baer flaet Dt$ gefch?eben bloot: Peto^efctémjjn/ nlepneuDe groot/ |
||||
|
LIEDEKENS. 87
3[dt faïter nooötloonenöejn'n/
|bp?eecïit öe if cere bet peeren fijn. 13. {?ongectoföo?|t utoenbpanöt/
Mïet fpij'3 en öjancft / boet ftmi bpfïanöt / <6p fuït bttgaren/ bit gelooft/ Bpetigc fcoïen op fnn fjooft / ©óoj 't (Tot / bet quaebt niet en bemint / ïïèaet 't quaebt met öetgoebe bertoint. Zegen-wenfch , uyt Numeri 6 <ü?p öe tütjfe:
De Aerd' is onfes Godts voorwaer. G<®bt heeft Mofi bebeï gebaen /
W$ ^aton't boIcFi liet ban ftem gaen ƒ ï§ oc hp l)aet fou gcbeneöpcn/ «éufeggen: ö'ïfeer gebehebtjb' «Cnhpbehoebeu aïtijbt ï^ntoiïu eeutoiglijcR bebjpen. z. ö'ïfeecïaetfijnfajienöeiijcK aenfchjn
(tSefïaöicb lichten obec byn/ ï£p ja u guiifrigft en genaöicft / «èe tfeec bethef fnn aengejjcht €>beru/ opöatgn in't licht Meugt gaen en u géen£ öingh£ ?b fchaöig, 3. ©p toil u iiafijng fterten ïufl/
€>pccchte b?ee en foetc riifï / ©olhomen en befïanöigh genen / 55e ïiebe 4Bobt betleen on£ mee / 35at tap inïiefö'/ in rufï en bjee/ .fèa fnn behagen mogen ïeben. Een Lof-Sangh. <©p öe ton'fe:
Ov volckeren des Aerttycks al, f-J<@ot oiifen ï^eet u ïoben top /
/~ <Ön baneften u met moeöe bïg / Wmt n genaöe en goetbept / ^uirt nu en in öec ecutoiguepöt. *. ïïtoenbepligenname/ ^eet/, ^t "# 4. £»"* |
||||
|
88 SCHRIFTUIRLYCKE
j&ingcn top lof / mijg enbe m /
•epÖBÖ/ Öepïigfi / Öep«B&0P 5Ö't/
«£p onfen <0aöt gebenebijt. 3. g>oo ïangö top giet 5(jn in bit bnï /
gullen top met ö?oïi)rit ecfcgaï/ Mtt bet €ng'Ien en <£fj?ifien fcgaet / U Ionen p?tjfen allegaec 4. J0ant sp alleen eeltige 4?obt/
SgtjtonfetoeWucïjt/ uo?eö/ en flot/ Ügunfi / genabe/ en goefgept / Jgebt gp oöec on£ iiptgeb?ept. jr- 3&ctftopu|ingcn altefacm/
3Lof/ jmj£/ enbeeecebcquaem/ U onfen <©obt / bjienblijcfe en foet / 33oo? aïlcu tortbaben goet. <Ê3p be totjfe:
Al ftaen wy nu als bloemcru /~J€>bt£ ^epïfame<0enabe/ ^'SP^ aïïe menfegen toel ©ecfeïjenen / maet gaec taoe 3fê: te üedooeïfnen fneï / aC ongobïijcft toefen fcï / «£n'£3©ercït£Iufïennuact; # lOocöt top na <©obt£ beuel 3ü)oo?t beïeben fn'n taer. ' i. ©at'gfobetcn töec&tucerbigli
iCeftjn tot allen tijt; <©ocb «Btobtfalicg ooujcccbigï) / ©ectoatötenbe met ülnt/ '$ peeren feornfl bie fubijt «Sefcgienfal/ öoubt boeg toacgt 3&at gp toaftenöe fijt / SSpbageenbpnacgt. 3. flüant be toeftomfi be£ peeren
jbal fijn öetfcyjicftltjcft f toaec / ©002 Die na >$ ijïep£ 6meete» |
||||
|
LIEDEKENS. B9
^ietïeben/ bit fê Mart/
©e anfïcDten ban ïjaec ^uïlcn fijn ©ijtigfj toot / W een fal boo? ö' anbet baet ^igïjontfettenboo? noot. 4. lf aec fal taeftomen fttrangc /
9ïngfl enfmecte becbaect/ %a öaec fal jijii foo bange <JMncKeen ©joubicbaect/ «2lcft bjaeg fojgftbatöp toaett W&I orat'ontbïienoeef' pijn/ «önfiaen maeftonbef toaett ©ooj'£mcnfc|)en £oon£ anfcfttjn, y. €>m baet te mogen gooren /
jiHet bjeugt en bïijtfcfjap foet ■> ïioomtgpmijn untbetftoïen / Sn't$tjcftmtjn£ ©aöer,£ gort/ ©at ban 't beginfeï tijoet / Hntliefb'Htéberept; iCcuicen en fiieïjtcn moet ©anuin centoigöent. 6. ©jince/ (©obt^cetbec^eeten'
£>tercRton£ in ütoe toet/ 4£)pbattopub&geren .ïfèocöten ïwleben net / Cnnamael^onbeïet/ ©anu betoon ontfaen/ <&minbeb?eugbemet 9tïïeb?omentegaen. Trooft der Armen €>p be toijfe:
Gabriel was van Godt gefonden. H<gftopuïjttt/ opentu ooren/
me ïjfec armoebigï) fugöt en fdneyt I J©ilt utoc faïigïjept anïjorcn/ ©ie u ban <©obt \$ toegefept. 1. %$ 't bat gp bjoom 39t ban gemoebe |
||||
|
9o SCHRIFTUIRLYCKE.
<Ön atm ban <0eefïe innedijcft /
£>co Dient u atmoebt u ten goebe/ <ên u befjoojt bat ïf f meh-jjcft. 3. ©ecbltjbt u ban bat u gegeben
Hiï fnlcnen fïaet ïjiet $ ban <0obt / ffiaei in gp meugt boïftomen leben / «fèa fijn epempel en (Öebobt. 4.. .Gebencïtt fijn tooo?t/ 't geen fjp fo ftïaetïijït
„êpjacft ban ben rijcïten gjongelingh, / ©oe bat cencijcne alfoo ftoaetujcft / ?5ooj 't naeïben oogï) in <&abt$ njcft gingö- f. 23egeect ban niet alfulcftefjittöec
£>ijt met u atmoeb' toeï te b?een / 't9#betetï)iet teïjebben minber/ <?5an boo? ben Sijcftbom af te tteem 6. "Jïnfïet'tberfcïjiibanbefe bepbe/
3la3aru£ en ben fiijcnen-man / ïfoebat jjp in bet öeïïen fcf)?epbe / StfêEajaEUgbeeUroofï getoan. 7. iCtoofl u öier mee in u eïenben /
«gnbencftt: 2ü£<!5obt bergelbingï) boet/ ï>p faï u fanen fo omtoenben / ©00? ttjb'Iijcft quaet/een eeutoigï) goet.
8. üïeefï nietonïijbtfaem no*t) licötbeerbigïj/
<—» <£n bjenfcïjt niet om te toajben rjjcft .ïtëaec bancïtt <0obt bat öp u maecftt tocerbigö/
(€etoo?ben fijnen ^>oon gelijcft. 9. JBant fijnen „f>oon Jjab ïjiec beneben/
Miet baec fijn ïjooft op cujïen mocïjt / Bet fijn ban ban be naefïe ïeben /
<Die met fijn Hcut^ toccben befocïjt. 10. <êcn fticïjtïg Ijanbt-toercïi toiït beginnen/
(jBeneenutebeltjchen fiiï/ ïionbt gp baet mee nbjoot niet toinncn /
^>oo boegt u na ïKè Ifeeren toü*. $aufe.
1 i.3ü)ac§top <£obt£&ant/b)iItnietbeö?oeben/ Mm?
|
||||
|
LIEPEKENS. 91
JBanneer fijn ïjuïpe toeft boojtaen:
't 3#°m 't geïoobe tebeojoetoen / i|p {jeeft oocft eertijt£ foo gcbaen. il. £f p falnocïjtané tot geenbec upren /
¥L jfjier tierfupmen / ïjembettout/ 2©ant ï)p op alle €?eatupren / (©efiabrfijcn fnn oogen Üouöc. 13. USaec ttoee gebjeuen u ïïcftt fcïjaöen /
5©at '^nmcmurerenfonbecnoobt/ <ïB>ffuïcften mibbeïte betfmabrn/ ©aec boo? ïjp geben tol u bjoobt. 14.. 3fêt fijnen tol Dat gp moet ïeben/
©ooj menfcïjen imïöje meec of min / Wilt u baec in ootmoebigïj geben / ©crin'efï geen mibbcl nau fin. 1 y. ©erfcöepben ©jomen (friff be Ifeerr
ï>ebben tjantrepcmnge ontfaen/ Jieemt fijn exempel tot it leere / «jg 't bat het u aifoo moet gacn. 16. Weeft licïjt beruoegt ai fcnber Wagen /
©?aegt u ootmoebig inbien fïaet/ ©encfet 3ta3acu^ ïie: nem behagen / <E3eb?ocnenban bennjcften ©?aet. 17. ^00 ftemöe rijene niet betojfet/
HMbhertighnae bec liefoen aett/ ^t>iet bat geen hoogmoet inu rnfet/ ©at gn met ïafïec hem bef tovtt. j8. jJBaerbe^temeet/ fntgn genegen
©00? hem te biüben met ootmoebt / <0obt Die be herten nan betogen / «0m ft/m berbulïen met fnn goebt. 19. ^oubt repn u iCongh / uïject/ u&anbcn/
©ercierDtuarmoeD' allermeeft/ .fBetootmoebt/ en ïaet liefbe bjanben €>p bat gp asm 3tjt na ben «Öeefï. |
||||
|
5)2- SCHRIFTUIRLYCKE
Van 't geven der Aelmoeffen. <$p be bjijfe:
Gabrièl was van Godt gefonden, O €ft op u ïject opent u ooren /
-*-J <©p aecbtfctje menfcljen Oïe fjicc meent
©at u'ce goeb'tcn toeueljoorai /
©ie u maec fijn ban <0obt gdeent.
a. <0ebjnpcfttfeuMnafnn beïjagen/
■Heïmaeffen geeft foo ïjp gebieöt / ©ecbult ben noobtban bic u ïtïagen / ontrecht u bijnen blepfcïje niet- ?. iBaecïtt b?icnbennuin öefe tijben/
©an't geen fyict ontecïjt rijchöom fjiet j #p bat gp namaefê ttiëugt betbïijben / ©ooj 't loon / bat gp toebec geniet. 4. ©etgabcrtueeh feïjattjicr noten/
©ie ban geen toefïbetbojbentoetbt/ ji5ocö baec be bieben niet na töoben / „i>cnbt baec beliefbc ban uïjftt. 5-. èïptliefbeb3iïtubocf)*Öcbatmen/
SLaet niemanbt b?oebigö ban u gacn / ■311 fouotgp jelfê baec boo? bctatmen: fflmt €lrJfmé Ijeeft aïfoo gebaen. 6. /föeemtgeen uptfïel/ fegöt niet Roomt
mojgen/
,§00 gp fjet Ijeben magtig gtjt / «3oötfaï ti tuebecom beefbjgen/ IBanneet gp totïjem bib met bïijb 7. Uil 5ijt gp toepnigïj ban becmogen /
<®iufliipt u ïject en geeft getrouto: itëant groot geacht gijn in <©obt<j oogen / ©e mitfjeé ban be bjebuto-bjou. 8. j>iet fpaechjcR toilt u toeïbaet 5apen
Want foo gp ttjcïsenjcft uptïangt / ^00 fuït gp büecbïoeöicï) mapen
<£en boiïe mate gp ontfanpt. y. JMtban bcïgeJöingt) u ontöoiiöen/ %tmt
|
||||
|
LtEDEKENS, 93
gteent baet gp niet yoopt te ontfacn/
'ifet faï u toebet fyiibeigonben/ %l$ De Iiccytbeerbigen op fïaen. $aufe. 1 o. <öer-gierig ïaet het niemant tof ten /
IBantofyet yepmeïycb gefcftiet/ U ©abec faï yet niet bergetcu / ©ie 't aïïe£ in 't berbojgen (let. 11. ©jienb'ïycbentoiïïigytoiït n toonen/
€>m goet te boen yebt geen betbjiets <l3obt faï ftet u gebJiïïicy ïoonen / %l$ be bergdbinge gefcftiet. iz. ©oa?nameujcftftutgpbe b?omen
(©eïoobigyjy'nb'in €y?ifïi naeni/ 3in ftaren noot te ynïpe bomen / Ilil^ateDeftengüan fijn Sücyaem. 13. <üü>ocb niet te min bjocgft enöe fpabe /
"% n aïïe jlfêenfcften bpfïant Doet: J0ant (£5obt geeft ftepbe goeb' en quabc/
£tjn bjieiiDelycbe gaben foct. 14. Itëantaïfcomoetgmi betoyfen
9Cfêbinb'cen<!l5obfê/ bat fn mitsten ötoenyemelfctjen ©abec pjyfen/ ©teutoegoebetwrcften fini. 15. Hlïmoeg upt ïiefbe an ben armen /
©en „ïiEienfcften ban fonben genceft: ïBant <0oöt faï toeberom ontfarmen ©ieglerSSarmftertigjyn getoceft. 16. (üTtjb'Iycb en eeutoigft fp bebinben /
<0obtg ïiefbe met een groote b'?eugt ©ie ftaec beg acmen onber-toinben / JBant ongeïoont bleef noopt be bcugyt. 17- ^elyrftertotféoocbbaer en tegen/
<Êcn fïrengij oojbeeï fuHen ontfaen/ ©ie geen baccemfiertigftept plegen / Sn 't ecutoich buir fuHen fp gafn. |
||||
|
94 SCHRIFTUIRLYCKE
Da ió. Geboden. (g)p bc tofjfe t
Gabriel was van Godtgefonden.
TJ <öft op u bert / opent u ooren /
^OJpöartboïcftentraegï) in 't berfïaen JBiït ubJe^ <Doöt^ fïeutme nu fjooren / «Ju syn gebobcn gabe flaen. %. 3JcR ben (fept ftpj u 43obt en J|eete/
©ie ti hebbegeuiaecfttgantfcfj typ * ©an 't Soefi/ 't bjelcft u bef toarcDe feere / ïf ebt geen anber «öoötneben mp* * ?• ataet tt geen becïöt maften noch fnyben ©an eenig Ding in 't aerbtfebe bal / ^oognDieeectt'eenigen ttjben/ èïtocn <J5obt feer j'etoer^ 3[jn faï. 4. |*beltjcfi fn'nen naem gep?efen/
jèuïtgp niet nemen in ben monbt: 3©ant ïjp faï niet onfchulbig toefen / ©iebien mfébmpcfttt'eeniger (ïonbt. 5. Hlrbept ft$ bagen / en met ïnfïen /
©nert ben febenfïen / <J5oDg tooo?t fmaefit: ïfê'ant <0ob bjilb' op bien bagft feif £ruften ©an'ttoercft Dat ftp ftabbe gmiaecftt. 6. ©aber en lBoeber fult gp>eeren /
<0p bat gp ïang in boo?fpoet keft / <i£n op Herben feer meueöt berméeren/ ©ie u <&obt tot een fterfif rgfi geeft. 7. ©aotffaeft en toome fitït gp mijben /
9f ï onftupf öept bïiet en af bleekt §>tceltnkt al'moefï gp gefyeeft ïrjbcjt/ <S5een baïfeft getupgeniffe fp?eecfit 8. © an begeeren fult gp u toaehten /
©e£ naefïen öup£ en hnjf nu boo?t: Sae jjjn ftnecfot ofbee toiït niet tracfiten / ^acbnaeaïbat ftem toebehoo?t. 9. <& (J5obt u tooo?t feer groot ban macgten /
ïimt ftlaerber ban eenigïj metael /
45eeft
|
||||
|
LIEDEKENS.
<0eefton£bie genaebeen ftracijten/
«©mbieteöouDcn aïtemaeï. ^pbetonfe:
Onfe Vader in Hemelryck.
U €md$ ©abec ontfermt öocï) mp /
1 a 3cfc feenn' bat ïcft ecu ^oiiDaet 5» / gïcft ïjebö' gebtoaeïtenbe gefuecft/ „fèaeutoen toiüeniet geleeft/ 3£>ie£gpmp ©aberujcft hafiybt/ <£n toont Dat gp genaoigö 5fjt. z. gjcft Dancft u ©aorc menigöbout
3£>at gp mp boo? u ftittöt nocï) nottbt / 't fflekh i'cft mercïie aen u fta fïien / ©ataluftinberg; moet gefröien/ 3tnberg liepen fp ïjieï becbteiaeit / 2lfó een Die ban ben toege facit 3. ÏJ ftafïijaen i£ mp ^et goebt /
gjcft toii 't ontfangen met ootmoebt / JBmt gp gecffélt boef) tkïit ftinöt/ ï?et todcfte gp Dtuaïenöe binbt / $$ gp 't toebecom toiï: ontfaen / €n niet (aten bertoten gaen. 4 ?tï#'tfn'tftafiien3ön fcöuïbt behcnt
dUnfjettitoebecom totu toent/ j©a utoen ©abedtjcïten aert <6n ïjoübt gp Ijtm boo? geen 25aflaect / JKaec ontfangt Öem boo? u tiiiibt foet / €én25?upfoft£-nleebt gpfjem aenDoet. 5. ^nttöup^gpöemmeberïepbt/
<£en maeïtgbt f)ebt gp toebecepbt / ® aer gp ïjem boo? uórê ^oon£ boelbaet /
&iju öongecige Ziel be>5aebt / 33ie al£ een onbebïecftte % am / ©e boot &fec boo? or$ /ïecben nuam. 6. <Êenen (^ffec ïjeeft öp gebaen /
©ie eeutortijeft faï bïi)ben]iaen / |
||||
|
96 SCHRIFTUIRLYCKE
€>p batbaetboo? toojbe gefptjfï/
©ie optec&te boete betoijft / jiföettoiiïeomte Doen nutooo?t fïïbatge&icDt uto Ijepligö 3©oo?bt. 7. ©pbaticnfoö bJojöe gefïnt/
IbtttcRtmpboo? utoen jbooh beminbt/ *«Jn geeft nip/ ©abet utoen<!5cefï/ <!Bp bat idft to^De onbePjecfï/ <®at fcfiooeltfpjefie/ boo? mijn monbt/ IDat u beïpegijt tot aïler fïonbt. 8 Cstpny? tto^ £>oon£ gebencbijt /
oBnöe tot riiipig naeficn profijt / Cotbcfdjaèmtöept/ o ©abectföobt/ ®ie metutiJoojtbebjijuen fpot/ «©at öp baer boo? oocit 5p gefh'cïjt ©ietoanbelt inuto ftïare licïjt, 9. ©aber/ gpöebt aï mijne fcjfjult
©ergeben/ op 6at3P berbult ©at utoen monöt gefpjouen fjeeft / ©n| mijn frette niet meet en beeft / ütocn <J3eefï betfeuect nrijnfm/ «Bat ieft ©abcc u j§>oonc bin 1 o. tJlcijt gp mp boo? u Jboon bequaem /
êoo bm itti oocn 11 «Öcfgenaein ©00?Cöjifium / biempöeeft genoegt/ <ön in 11 genabe gefyoeïjt ©oaj 3jjn ©oobt / enbc btecbaec bïoebt / 3©aec booj frp mp tcoofl geeft en moebt. 11. (©<©oebtïjepöt<èobt^ ongconbelijcft/
<£> Hief be onPernionbcujcu / 3Bie fal dBobeg bacmöectigïjcpbt / ©öïpjijfenin bet eeutuigöepbti ©iejjn onjfupt genaben fchmcht/ Wel ïfem / bie't bjeï te recöt bebenefct, |
|||||
|
Van
|
|||||
|
LIEDEKENS.
|
|||||||
|
97
|
|||||||
|
Van't PaefchFeefh <g)p te togfe:
De aerd'is onfes Godts voorwasr< H€t f aeflcïje-f eefï in fftael
USoejï toetten oubecgouben tuel föa Uet bebcï ban <fi>obt gegeten / %>et %ammelmi battoa£ geboobt / Müeft eïcft genieten Wepn en groot/ JilSetbjooDt bat niet enfoag gegeten. 2. 3©p gebben nu oocfc een $aefcg-3lam /
dJcoffert aen be£ <£tupce $ fïatn jilêetftoaertetbjiet/ enbe Doobfé Igben/ ©ie gebaelbt$upt'£i|emc][£ /©feoon/ 'f£ toclcft f£ <JTö?iffu£ <6oöt£eenigg £oon/ <®m on£ ban fonben te üebjtjben. 3. 5Du£ ïact ong Jpaefjegen gouben toeï/
Biet met guit-beegg I en oooöt£ opfM/ jiBaer tepn fupter en in Het hlaetöept / ©agenbeaüe èuirbeegg ttpt/ <Dat tipt on£ boofe lullen fpmpt /
<$pbattop't gouben in bec tonetgept. 4. <®n£ Slenben moeten3911 om gojöt/
aBnou£ gemoeten op-gefegojbt €>m ben toegg be£ peeren te treben /
.Jfèet fïochen in on£ ganbt gefet/ <©efcgoept aen onfe boeten net/ (Cot ben €uangelg be£ b?eben. 5. 30p moeten gouben befe^eefï/
«fèietnaebenbïepfcg/ maecna Den geefï/ ©atraensDnHcacötin on^ fret bïgeften/ 25efiteechen metfjet 1tamften£ bloebt/ gntoenbigö aen onfe gemoebt / OÊngaenfooupt «Êgppten fïtgcnert. 6. ©it^aefeïj-atam en macïj in 't gemepit
,$iemanbtgenieten/ bieoncepn <®fte onfuptet toojt bebonben.
tyu$ ïaej pi$ t' farwn metter fpoe| |
|||||||
|
<j8 SCHRIFTUIRLYCKE
Metbafi geloof/ enïuate boet
©erlatenen af-fïaenbe 3onoen. 7. Jhoo mogen top ban onuefmet
^it$aefcg-3Lamnabe£ peeren J©et .ïÜSet een opteert gemoet aenbaetben/ W$ een foyë onfec gielen fijn / <ên 000? 't geloof betfcKettjtjn /
3&atgeteenoffetfêban toaetben. j. paufe. 8. 3Bie niet tot befe ^aefeft feefï gaet /
«lEn't bieten ban bce$ Jsabbatl) laet / |bal 't ftiec na eeutoiglijehbeKIageu/ Itëant <©obt on^ in fnn 3Boo?t gebtet / 1®at men bit moet becfupmen niet / €>f menfalbegbooöt£ fmatte bjagen
9 3Dug eïeft nu boel) biel neerftig oafï /
3£>efe $acfcï) tfeefï te gouöen bafi / <ï5efïabeIgcRalmet malKanbet/ Siet eenen bagg/ macc aïlettjbt 3©ant foo on£ be ^>cl)2iftuit belfjbt / üomt nu b'eene t>abbatg acn b'anber. 10. ©efe Jf eefï moet giet 3D*> gebictt
.ïUet geloof/ ïiefb'/ en öeugg' betciett/ Cnftabigetufibanquabjetctten ' 3©ant geen booggept mart) 30'n bolb?agt IHet tooojbt / bJil / toeren ofte gebaegt / 3üug ïaet on^büjtigï) giet op meteften. 11. €>cg of elcH toel tet petten nam /
3©acttoe<£g?iftïi£ banboben quam <Ên ben boot toilligglijcn gingg fmancn / '<£ toag foo bt$ ©abeeë bjiï en lufl / €>üöatben 39upbel toetötgefuff/ «gnbooj't geloof fau'gg te maeclien. iz. ^oobjpbaningemgopenbatï/
«5n bat on£ bmcRtöer fonben ïafï / Ifèet ïeebttoefen/ öjucft/ en benoutoen/ ^oo^Iptgnongafê jifèiöbelaec |
||||
|
L I E D E K E N S. $*
«ffietoilïigltjcR / afê'tbaïtte ftoaer/ i€egen£ benbpanbt 't beït öeöóuinen. ij', paufe. 13. 3£u£ïaetpngalletotï}«n tce«i/
ï|>p i$ ong öulp / cnanbec^geen/ <0ns$aefcö-3lam/ en on£ #ffetl)anöe ^te ban bcbenig neet gebacït/ <£n jjeeft be fcïjult Dooi on£ betacït
3ïen 't ïtrupg / met pijn / fmaet / enbc ftfjanbc,
14. i^p qtiam na 'g ©aber£ toiï en taeöt /
3Cl£ een Jfêenfcf) in fo&eren fïaet ï?em jjjiet tec JBerelt openbaren/
<èn Ijzeft on3 met fijn bfoet gcftoc&t / <ên boen fop 't al ïjabbeboïb?oi|)t / %$ f)P toeber opaoaectgebaten. 15. Ifêaerafêïnitoeberftomenfal/
IBetörc 25afminen groot gefcfjaï ï^ectdijrft / en f eer groot ban machte / èm fijn onjbrel te ïjauben ban / vPatniemaiiDt ï?iec ontbïncïjteii fean ©an aï 't menfcöeujcïic gefïacöte- 16. €>cï)! mochten bjp ban 3ijn betqit/
3ïengebaen met Jjet 252upïof^-Rïcpöt / <6nban frem mctbjeugt morfjtenöoren: <©p geoenebtjbe gcItjcR / ïtomten befttmrjn? ©aöeré xfjch
Mtt aïïe <&obe£ uptbetHoêen. 17. lfOE tieecïnch faï ïtet jtjn gefieït/
Wè ton' boo? bem beijcubf n 't belt / <£n ben ingangt) tot 't eeutoigö ïeben / 3&aer top ban metboïnomen bjeugïjt «EeutoigöïijcïJfuïïen 5tjn beröeugt/ €>df) bjienöen! ïaet ong fjiet na fïreöen. 18. <©p?incealbet finten goet
U £>tf)aepfter$ fttct toe bpfïanbt boet/
©pbat fpu genaeö' bertoectaen/ «gnfoobaojtaenineeutoigfjènt /mr 10 % %ty-
|
||||
|
ioo SCHP.IFTUIRLYCKE
'i€ bp-toefen ban u JlBajefïept /
Jföet b'uptbetKomi te be-etben. <9p be Jöijfe:
Den Ouden Abraham. H€)en'efïijcfecnï)ocfijn
gjg't/ enfooe^aligljmebe* JBanneec geb?oeöer£ fijn .iBet maïftanbet in bjebe/ ^jntoareeenigoebe *ên in bet ïieföen banöt; °i& betmagh in ben gebebe &eet beele ban <©obt£ banbt. 2. 'iCfêboben maten foet/
3SÏ£<ïSoöt£ tcpï'ge ©ienacen/ <0clijcReen 22>aïfemë bïoct 2i3p maïftanbet bergaren / <én met beö lieten fnaren ©effenen foet gefaneft / <Den ïfeece bet ïfepcfcïiaten
(Soteete/ lof/ enbaneft. 3. 'i€i£ beter eenen bagft/
Ce fijn in <JBobts» boo?(jqben / 3Bö« men ban herten niagfj 39eg ïfeeten j^ame ïoben; <85an fjiet te fitten boben / fCet 3©eteltöupfent jaer/ »iC i£ beter fnn berfcljobeu ©anbe «Oobtïofe feïjaet. +. mcljt ïiefbeboben aï/
^>ci)oon gp bier niet hont er ben / ©an tijbeajeft gebal / JlMt liebec alfe£ berben «Ü5m ïiefbe te bertoerben / <Ön benefit in tïtk fapfoen/ gjcfttoiïbeeïïiebec fïerben fffêjief&eötator&oen. 5. <®u
|
||||
|
LIEDE K E N S, i
T- S^trê 25}oebct£ toaet gt» fijt /
©a|igaetboentoiït niet fïuicöten/ ^etoijl ton ïjeöben tijbt S.aetoirê*maïKanbet fïïcïjten/ <Ön ong ïicfst ïaten 'licfjten / >©p bat baec upt feec fijn «Öenjegcïtjcn macïj töicfiten/ 3£at top (öobtgïtfnDecg fijn. Een Rruylofs fcheyd-liedt. <©p bciüijfe.
Gy Chriften hoort dit kleyn vermaen. ©f: Die wil na 't nieuwe Ierufalem» H€»e ïiefïycrt fé btn «Bcöten fïaet /
Wi$ 't na <JBobt£ tooo?t te rcc&tc gaet / 21M Dien bie flabigï) ttacïjten / ï>iet in aïtijt bc ml)tc maet Cc öonbcn / fonöcc Wacöten. i. <J5pniento'gettauöentoel bcftent/
<öen fc&epb-liet ftöencft icft u pjefeut / <©f't biehcn mocïjt tot leecc / #atgp öien fïaet: begint/ en enbt %n lief bc tot <J3ob?£ eere. 3. =Efet ïjoutociijen men Dfenfiigïj acïjt;
iCot öulo en tcoofï bp b acö en twcljt / «©abt bezb'' öet ojbinccen / ©p bat ïjet menfcïjelgcn gefïacïjt Ibaub' toaffen en Pctmeetcn. 4- %&a$ toeefï nu t' famen ban gemeen /
Haet ii geen menfcöen toeöet-fcïjeen j iBiït toei otier- een bjagen / 't %$ Pan b^ïe fcöoone ftnenen een / <&\t ©obt / en menfeft befjagen. y. ©jienbenfc&outttoifl/ enmaeptefeï/
^aeeïief bc Mepni^/ Homt&etfnel/ €n baect biefttotjfé eïenbe; 'tiBaecgoetbateïtK fpn toeten ban toeï ^aöocöt/ en fcïjMÏt ï)cïte«be. e 5 6, uw
|
||||
|
IQ* SCHRIFTUIRLYCKE
6. ffêijbtaïïeotoerbactpïantept/
ibacptmoebtcn, ftjt/ toont neeöcig^ept/ <ön neerfïtgbept baer-neüen gnu beroep/ enDe atbepöt/
<Jpp bat go ïjebt te gcben. 7. 3©eefï lijbtfaem in u tegenfpoet /
<P?aegt in't gelucft geen Ijooge aioct / ©ouDt afleg m ber maten/ UtebtgnboeDfel eu becbfel goet/ Wüt u genoegen laten. 8. ^etfalbannoDich, fp'n ecnpaer /
5Dat rfcft frjn plicht / en toercfc neemt toaet <£nfoeclit foate regeren/ <6ee|Wtjch/ en tybelycft te gaer/ 3CÏ in be b?eef' beg peeren.
9. Üpt ïiefbe j£ gefïelt bit liet /
€>mbat'tm$b?upcft nantot berbjfet/ ©ier/ ennamaclg/ berflrecftenj 't g$ nooöigïj (al $ 't bat gu 't taJict)
.ïEJaïftanber te toeetaecncn. io. (©ojloffn'tgoe neemt bitberïjael/
<ü*n oberbencfet ïjct menicïj-mael. gicïi raeö' al be getrouben / ©ebt liefb' en b?ee: Jfèacr pjïnrtpaeï 3©iït <0oöt u troutoe öouben. €>p be tofjfe.
Tot u, O myn Heer H^efbub'fcn 3toögen/ ftet/
©anben 25jupb'gom te fïngcn/ <*en uienlu en bjeugyöen liet/ IByngeefï buncftt mp t' ontfp?fngen / JBanneer tcft pep£ // €>m frjnc ïiefbe groot / $et inoo?t toeröt bïepg / / €n fierf Den boor. z. ^ao? HbamgjonDe nuaebt/
Stagen ton in <&m# tooren / .ftSaee ©oöt on§ toebcrlaet / jèant föu £>oon upttecftoren/ ©n# |
||||
|
LIEDEKENS 103
€>ng jüibbelaec // <3a 23?oeöer enöe ©aec/
©oojfpjaccfteenpacr// €u^rcöec ftïaet. 3. ï?p öaeiö' upt '£ Babecó ,Cï)?oon /
©e ^êecegcoot ban tnaf&tm/ ^>p qiiam een 23?upbt pboon föaepcnnptbeel €>efïach£en / ïfn troeft tjaec an // tenn toitte jtjbc jent / i|p tooit)' ïjaec jifêan // &cer pertinent. +. Chjiflug bie fepbt boojtoaec /
gieft en ben niet genomen / ©m bat ieft ben ^onbaer &oub? (ïraffen en becboemen / 23efteett tip ïjem // &00 fai ftp faïieïj 50'n «, $)oïgt öp be tïem // ©et tooojben mijn. 5. ©eeïoren ^cfjaepfteng bom
©ie faï icn toebec foeeften/ <£n bjengen toeberom
Upt al be£ J©eceït£ ftoeeften /
^n mijnen g>taï // 25p mijne ^cftaepfteng al /
©aerieft't getal// &eïfê toenbenfaï.
6. 't©la£nocï}'tQefttooftte tiet
3M icn oluffdjen nneft bjeceften / ©f ooeft ben atmen niet ©alatcn noch becfleecften / £>iecftengetoonbt// 3©ü ieft maften gefonbt/ JBetftaectecfiont// paften betbonöt. 7. ©e blinben fuiïen ften /
©e ftreup'Ien fïulen tceben/ «Bn ooeft befïomme lien Jbp?eecften ban mijnet bjeben / ©e Doobe jtoaer // mijntooojben ftootenftïaer/
©anboobetfcftaer// Heben/ neemt toaet, 8. gieftfaïbetloflenupt/
©ie baer liggen gebangen/ giae ftouben boo? mijn 25?upbt/ «£5»toyfenmijne gangen/ Mtt mnnet fianbt// ïepben / nopt foopïapfant/
43 + S« |
||||
|
iö4 SCHRIFTUIRLYCKE
3Jn f ©abecg atanbt // #>ecc tdumphant,
$aufe. 9. gfcR pjebicft1 aïlegaer/
<©ïeacme3nn ban gcefïe/ «gen gtiïben b?pe ^aec / ^babbathen atoouer-fccfïe / Sïn't openbacr// 'tCnangdn fret filacc/
©00? berc' en naer // «6cu bïjjbe inner, 10. «ï^i! Romt aïl'e tot nip
^ie sij'n beïafï/ beiaöen/ 3!cft faï u maften typ <©oo?mnn cfjch'e gchabcn ƒ .!©in 3focR i| foet// Jtfótjn ïafi is ftïrnngciöicht
«fëoettechte boet// ÜtonöcU fa 't Ucf)t. 11. gicft'Dcn het ^tnri^ 23?oobt/
35at an u toojt aegeben «Gsebaaït upt '£ ©aöetë fchoot / Wie bast af ett/ faï ïebcn/ <Seïoaftaïïeen// (PaticR ban botten 311/ «fèiet ban beneen /, <23eïn'rh aï£ gp. 12. <£en ïebenbe jfomepn /
2SenicRtot befet uite/ ^etoegh/ be toaerhenDt wun ' <H*enboo?fp?accR/ ïicht/ en bcure/ <Êen jjponbament// én hoecftfïcen errelïent/
<0abibe\#>tarajcnt// '€ begin en enöt. 13. 3©eefiheulich(fewtöe '0eet)
%i&itn/ bit\sVinfo?rhacp/ Cnbln'ft in rnnnecïeec/ ^00 fuït gu boo? mijn gracp
©ctbi!nnenbloot//^eï/^)onbe/^upbri/^oot/ BpaJibenfnoot/./ üïeptunbe gcoot. 14. 252oeber£en#büfïcr£ innn/
SEaetong berjitöiïcecen ' 'C faï noch een toepnigh 3ijn /
©at 3n on£ tcibuleccen / ©aï/iahöicöbïn'ft// W$ tmtbm ingeujft/ <©obt£
|
||||
|
LIED E K E N S. 105
<6obt;i <6eefl bcMijft // -ïêact ïjp il fcjnft.
if. %of<&obt oné $?ioc£ rejni/
Sof moeten ton ugeben/ 3tof onfen Cauitcun/ 3£cf hopman/ f)oóg|) ber&cben/ Eofïjeeu bequaem/ 3tof 3P u gtoocen t#aeni / atofna'tbetaem// ©aöct eetfaem. <JF»p be toijfe:
Ghv kleyne Chriftcn hoopken, och
Hv0o?t toe gp Cftïificn aliegaec /
lföatbe^eèrgaettoeEmonben/ ? J|oe Vup moeten jyn openbaer /
't ï.iri;t bet ïSecelt bebonben / 't BMch moet op een foanbeïser fijn %itï)ttn/ boo? bic in 't bupfïec gijn/ 3Ï5u en tot alïen fionDen. 2. ,§iiet toe bat gp boerin ben toegï)/
«Den uïiaoen niet boet boten; jiBaec tocefï een licljt en boo?beeït tec|)t /
%ifm 't u i$ beboïen / ©at fp moeten fcggen / bit #1 «Santfry toijfe becfïanbige ïicn / %n (SSooté boten onberboïen. 3. atact u Ucïjt boe!) foo ïieftten ftlaet /
Boo? bie in 't bnpftec gane/ 1 aet mettee bacot jijn openbaer /
<Datgn op b' enge bane <©act / bie baet tot ben f emeï ïepat: JBant al anbet rnpin toegen bjepöt/ ïï.oopentci;£;teïïeri ane. 4« ©oïget boeïj ttto£ bfeefcï}-ïufï niet na /
^ettètot quaebt genegen/ JÜaec boo: üm <Ê>eeft bet toeberfïaet / «s3n toanbeïtbocgtee begen: gaïaetutoanbelt' aïten ttjn/ <© 5 E? iet
|
||||
|
io6 SCHRIFTUIRLYCKE
Met boben in ben $f emeï 3nn /
Jbthoutotaïlerupme toegen. 5. JBanbelt boojt in ben <6ecft oprecht /
^onber ommetewjehen/ ©at men u niet foo $ettug feght /
©pbeïfonbtmach geinenen; ©ie eet bathpgefpogen heeft; j^oebbe ^oghj tonfe niet aenftïeeft/ ©at g' u toeer gaet befhjehen. 6. jüaec in abc bingen betoijfï
U ©ienaec£ <0obt£ te toefen / ©atbenghtuptugeloobe tijft/ <6n toetenhepbt in befenJ ©erlaet u niet op ben naem jent; ©e SSoorit toerbt aen fijn bmcht Bcïtent /
Woo top hïaerlnch ïefen. 7. Jfèetbecbaebttoiït betoijfengaen/
©at gp recht sn't betrefen -, barnet €h?!fïa3b't opgefiaen
gin een geeffehjeb toefen/ C11 foeeften bat bacr boben i£ / Jbmahcn bet ïf emelfchc getoig / «Sn niet bat aetbtfcb mifpjefen. $aufe. 8. $ae|ï ure gaen banbefetien
11 ©aberïant te foeeïten / ÜMt na b' eeutoige ruffe bïien /
Creebtbochfooboojtafé hïoeeften/ Jfêat bjeugbt bonbt gp bocb bebben foet / ©ace u niet ban beel fïrijbti ontmoet g[n al be£ ©crelté boechen > 9. ©u£ fpoebt u met berïangen fn'n
Cot oefec ruffte bomen / IDant baer beel meerber bjcught faï jü'n
©an opt hert heeft hernomen / ©ace tegen abl g'opaerben $h't/ <5p met beel pecgchcl utoe iCjjt |
||||
|
L I E D E K E N S. 107
©oïepnbiget met fcftjoomen.
10. ^iecom toacfit met becïangen fijn
ïiS5?upDegom en tyme/ ©ata\£bptornt/ uVallen ty'n Binbet toafecnbe feete: ï)p ftomt oocït uöieg toeï bcttoebt %l$ men baec baecn minft op becmoebt; ©u£ toaecftt en flaept niet meece. H. JBantbefen tijbt eengboo?gcb?acï»t
jèonbet be£ peeren b?eefe / <£n fal baec geen tijbt (neemt töd actjt) <®m te boeten meec toefen; .ïlöaec pbec een fal Dan ontfaen/ ©aecnabatto ï)icc öeeft gebaen/ <0oebt of ouaebt foo top ïefen. 1 z. ©u£ toacïjt u ban fonbigen f toaec /
ï^oubt 't epnb' altoo£ boo? oogen gSaofeïchöagööe ïefïe toaec/ IMt 11 foo t' lebcn poogen / <® m of be ïf ecc t' cenigec t jjbt: iï obecqttame feec fubijt / fflv tjem behagen megen. 13- ©ie bitEiebeften eetflmaeï faneft/
#em baec oocu in betmaenbe; ï^pbibtbatgp't boel) neemt in bancfe €11 pbec gae 5ig flaenbe / ©atfypitceg aengename tijbt/ ©ee£ baglj bec faligljepbt fubijt Mtt tcaegö boojbp laet gaenbe. Waerfchouwinge voor Achterklap.
<©p be toijfe: O Heer wilt my verhooren.
<©f: Zyon wilt u vergaren.
ICft bioelcft een toiït ïjoocen /
€n boet na $etcug caet / 25ebtomstu(Cons' aï twen/ |
||||
|
!o8 SCHRIFTUIRLYCKE
Ênfcgtban nicmant quaebt/
'Wt$ 't bJoo?t i$ upt ben motibe / ©ecflaetfjiec af hm fin/ ï^ctïooptfceröaefï in't tonte/ «èu'tReectniettoeber in. 2. jBoognniettoütbccïjaïen
JBatgoct^ban utoen bjienot ^bjijgftt licbec atemafe / 3Bant'tqnaet necgen£ toebiem:; föaonit ii jcet quacté tebooren / ^p?eeciitlf)cmtufycöenu tbjeen/ .ÉSiffc&ien faï Öp u ïjoorai / <£n fult met bjlentfcJjap fcïjeen.
3. €tojDÏafer£toilt npt toeeren/
<ên faem-cobei*3 feec fel / J§>pmocötenniet becneecen #hbec't boïCKgjfcaël; .flaefïnienfe boe unttoobcn/ Ifoe macö 't ban nu beflaen i
<è>aei 't toebec i£ berboben / ü^oe faï 't ban bic bccgaen i " 4- ^joubt gy acöternïap feggcu / ©an utocn 25?oebcc net / <èn Sjem 't oojbeel op ïeggen / <H5y ac^iccïiïapt be IBet/ <©üj> foubt gn cecötec toefen f lUaet geen boenöec ban bien/ ©en 3Bet-gebet gcp?efcn / Söeïjacgtniet fuïcïselien. 5. (©üfcöuïtmcugtgp niet maften/
.ïfènifcïjcn tot gcenbec tyt/ <®m tot oojbeeï te tanen/ 3£ie baec befmet in fijt; ï)lrc mee ftonöt gn bei-boemen Ufdben/ fiethjcïtoe; SHgCJBffïugiiufbï nomen ^oc üjeebt gt» ban te moe. 6. «gen
|
||||
|
LIED EK E N S. 109
6. <êm SSIanieeïbei* $ fchabigh/
J3n boet een anöec ïeet / «Onfijnboenif fcetcabigh/
#>egt't geenifjp hepm'ïncft meet/ ©atfn'n teïijcfte 5eben/ <£nbetoan <öoöt becboon; ©tté fcïjoutachterisïap^ ceöen / ©eücfttbp ufeïfê pecfoon. i>aufe. 7. ïSecftt macftmen 't <0obt meï Magen /
©atmen foo menicft-bout/ <J5obc£ moo?t ïjoojt getoagen /
<£n foo toepniefo afhoubt; ¥L <©oubt ftont gp tocl toegen/ ©oet aïfoo met u mao^t / êpjeecht ban baet 't i$ geïegeu / ©etoaecftcptfoo 't behoort. 8. 'tSté becïooren gefongen/
<ên ban <J5obt£ tooojt gcmaegftt 25ebtoingft top niet on£ tongen / (0nf'bienfi!)em niet beïjaegtj ïfaccnt men oocb niet na bjebe / «én ifeplighept / mibtëbien/ €>obt in fnn i|eetïn'cMjebe JBachmen nimmetmeec fïen. 9- fóïaegöïijcït fê 't te anfchoutoen /
©atmen foo fijnen tijt / 't Ep IBannenofte ©?oumen / Sn achterklap toetfüjt; <6naï?top moeten fchepbcn/ «©ntjccfïeriioPan \^et ülicn/ <©an i£ 't ntocljt icït noch beyben/ gcftfoub'betectoe fien. 10. ©jienbentoiït aïtijbt ïteecen /
Cen befïen foo 't befjoojt/ <Ê»aetmen j'emant blameren / £>egt jjet niet berbet boojt / - |
||||
|
iio SCHRIFTUIRLYCKE
3©at in 't ïjert $ gelegen
Moent liegt ten monbe upt; <©ug pjoeft boclj Vnel te Degen U reben tot befïupt. 11. ©oo? een <$o?loffo?gï)buïbicf) /
J>iemautentrec&tbem aen/ ©anbicfjem öict©inöt fdjulbicïj/ 3©atï)tel)em toel boojtaenj 9ïl onberfjöubtmen reene / ©e ifêet in 't <©enerael / Mi f öaetmen ban in 't eene / .ïlfêenigfcöuloicöan aï. Dea.CXVr Pfalm. €>pbetoj}fe:
Die Godcs Naem te recht fal roepen an. T €h ï)tb ben ^eer lief / toant ftp heeft ber ïjoojt
J Mijn (iem enbe bibben in mijn ftoaer blagen / !Jc& faï fjem bibbcn in mijn quabe bagen/ <i£m bat bp ïjem tot mp nepgtjt na fn'n tooojt. i. 3£r fïcichen begboot^babDen nip ombaen/
gjcft toa£ beïaben met angöflen bet pellen; 3cft toa£ in noot in flicöten en in queïlen / 5^ocï) irïi riep be£ ïfeecen naem aïfoo aen. 3. (0 ©eer / berlofl mijn 5ieï upt befen noot :
<£n idt bebont bat ï)P toa£ feer toelbabigö / &eer b?ienbeïijcK / én oocft feeregenabigïj: ©ie toel beïjout b' eenboubige feet bloot. 4- 3Bant alg ich ter neber lagï) onbet boet /
<*5el)oïpen (jeeft mp onfe 45obt aïmacptigï): %&ie$ toeeg tebjeben / <& mtjn3iefe ftjarijtigö / Maai en bat be ïf ee r u ixe§ toelbaet boet. 5 <6p ïjcbt l|eer./mijn 3iel beb?ijt ban ben boot
jBijn oogen ban tranen/ mijn boet boa? ballen: ©iegtoilicfttoanbefen mijn bagen alle ©jomelgcft boo? u / <© nttjn €>obt fcer groot. $aufe. 6, 2>cftgeïoobc/bïeöfp?eecft icRfn't gemeen
ÏPocÖ
|
||||
|
LIEDEKENS. in
©och toert mijn 51e! fecr. jammetlijcR gepïaget:
©ie£ fpjach ich met een gemoet gaec bertfagct/ j&lle menfcljen 5ijn leugcnaetg met een. 7. Üoe fal ich bocö <J5obt 5tjn toelbabcn al
©etgeïben i %ch faï ben bcïtet ftenlfame .föemeninbetöant/ enbe£ peeren name Höet öancftbaechept ith bet&onbigen faï. 8. ^ttx tuil mijn beloften in't openbaec/
SSetalen in <©obt£ gemepntc gepjefen: ©e boobt bec ^epïigen boo? <0obt fal toefen /
<£enbingftbatnofïeltjcfe i$en bietbaec. 9. %>ecz ich ben u fmecht/jae ich ben u hnecht/
<ên een „i>oone ban moet bienfïmaeght filepne: .füijn banöen ficbt gp gebjoften alïepne / ©ieg toiï ieft u bancfi-offceen optecïjt. 10. ©at tèücïx tuit urnen naem maften ïtont /
©ieï)eeclycfti£/ enfeechooge berbeben; gjcfe toil ben üeete mijn beloften geben / jUSibben onbec fnnboku tot befer flont. 11. gjn ben boo?ï)obenbe£ peeren feec repn/
JDiïitft ban betten hem ïof-fangen fïngen/ gjcft toil tot gterufalemftem toe-b?ingen Jbtjnenpjtjg/ looft hem met mp in'tgemepn. €*p be totjfe:
Myn Godt voedt my, als royn Herder geprefen. i Cft moet een ïiebt/ in'£ ^eecennaem beginnen 1 <©p bat iels jeet // moc&t an u ^iel getoinnen: %i mocht ich bp // be gantfche ï©eceït geben / 't treeft geen toeetbp // bp een «Öobtfaïigh leben: ©ec 2ieïen <©oet // i$ 't hoogjïe goet gepjefen / €entepn gemoebt // ontfanght <&obt§ iepïicft bjefen. (ten/ 1. JBiït gn fijn een//berïtoren 25?upt beg J|ee*
,Cat öem aueen//moet gp uliefbe heeten / ©ergetetaï// u®abet$huppen magen/ ©en Üoninö faï // in u hebben behagen / j!Ba<*
|
||||
|
na SCHRIFTUIRLYCKE
jHUaec ijl bat gp // «ögipten toilt geöeneficn /
^oo eu faï öp // fijn lieföe tl niet fdjeiKhm: 3. pelser £ $ <0oöt // en met ïicfDe ontkenen/
&slf§ toiï ï)p tot / / on£ Eieï intoenöigö fpjeften/ ^>ijn 232bè-y"LJ$ // ter ecren fijnen name / .fBoet repn en ïmps? // fijn/ au gieï en ïieftame: <Seen fona'onrcpn /fïaetïjitc b^n om teöjagen/ ïDaer <£5oöt a!ïepn//regecit na fijn ueljagen. 4. ^cgepöet ü ban// öe JDereïtlsjcïte ïuften /
Öoertfe niet an // Die u giele ontnifïeu / Eaet fijne <0ee(ï // een tooningïj in u maften / b* £f emrifcye feefï // fuït gp Dan liefïijcït fmaften ^sijn ISbontmael ƒ/ fuït gp met pem genieten / jèoo gp fijn tael // u niet en ïaet bcröjieten. 5". ÜmIch een beloft/fjeeft cn£ Den £?ecr gegebé
30ie bit berfioft// Die mifl f)et ecutoigl) ïeben / %n bupfïernté // toanöeït öp afê öe blinöen / &m ohgetoi£ // bjaept ïjp niet aïïc tomben: JBser bie berïaet // Dc£ tocreïfé tooefïc bjegen / <£n boet <©oöt£ r aet//Die ïjeeft De ruft bcr ïtregen <&$ bc toyfe:
Chnftelycke Broeders van Herten liberael.
T CS roep tot u met Ijertcïycft berïangen /
J © £?eerc/ toiït bocy beeïjooren mijn gebebt / &omtnepgt u ooren/en toiït Dat Doel) ontfangen <©?ijfttoecy ban en£ aïïe boof pept öfe on£ ïet / €>p bat top onbefmet// met eenen ba(i opfet / 23iaöen tot alJer fto»öt//upt een bperigen gront. i. "Mé gp u ©eer tot mijn roepen fuït nugen/
<£n my fuït toaffcyen ban aïïc fonDcn reen / «èanfaï'tgebeDtaï^ecn reucïtbooju opfipgen l>at boo? öe iïMcïien faï öjingen hragïjtïglj Öeeu/
<©uSyeïpet ons? gemepn//<@ eeutoige # ontepn/ <&at to» u mogen V facm/ban y erten roepen aen 3. Jüae on£/o ^eer/toiït utoe oogen toeuöen/
^ett^
|
|||
|
L ï E D E K E N S. 113
%mfiet u i>djaep&en# / o €>obt ban Sjftaël /
ïöiït cerfjte $ei*ber£ in u «©cmepntc fenben/ ©ie u tiebe ^>cöaepftcu£ ban netten 3©epbert tuel/ (rebel/
JDant fïet ben ©jaeft feet feï // en ben llMf feet
©en Eeeuto gaet om met lujï // te berfiinbcn/ fonöet tufï. (bïoeucn/
4. ütomtfletutogngaett fccrfcgoon in fjaec
5ten alle nanten fïaet öp torjöt uncgebjepbt / ©e toilbe ^>toi)ncn toiït bae-t boef) uptroepen / ©angöt oocfe be ©of heng bic Daer in boen groot Icpbt/ (Ijcpt/
H Hühjngaetbt uptgefp?ept//&etoacrt in tepuig*
liecïjt op ftaet tljüpnen goet//boo2 aïie quaèt ge= b^oebt- (be /
f. <JM? eer/ben oogljjl Ut i£ feet groot en togV
.ÏÏSact arbeüöei*£ hie en sijnöce toeintirh boojt / iHecïjte arbepberö fepubt onp in befen ttjöc / 3ö5ie on£ te rccöt boojïjoubcn u ijepïicï) tooo?t / © J£eer/on£ nu bcrljaojbt//ojpi bat Docï) met ac= coojbt/ (berbjepbt*
3[n tiefb1 en eenigïjepbt// u $aem mact) 3nn
ó.fóecnt toebet op/aen u ïjepïigen fCempeï /
iCimmecu'ebcn goebt/o JJecr benuaem boo? bp/ ©act ban be Jbcïfêift ou£ geeft een goet cyempeï 't £>tocert in be Ijaubt enbe ooeft op ftacr sp / «Sn timmetben foo b?p// foo ooch bcgecren top ©at top optoaffen me'efi // tot een 3©oon fïabt irt ben <ècefï.
7- fèocï) bibben ton boo? $?inccn enbe ï|ef ten/ <Both boo? Confngen / en aïïe üt>betljepbt / €>pentïjaetb'oogcn/bati^ mijn begceten £>tiertcacl)öaerlji."rten totbe getecBtigöepöt/ (©p bat top metbefcöcpt aï in<i5obtfaIigöepbt/ .flBogen geruft en ftiï //beïeben utoen toiï. 8.€pïae£/oï£eet/uiet bat top baer nae paften/
<£ryufïteietyeu/ en toefen fonber lm\vf/ % mm
|
||||
|
ii4 SCHRlFTUIRLYClvE
.ïifëaet Dat fp öocï> te red)t op mochten toaftr 11 /
■ÉI bic on-3 \y>tt betbsïgen met geb|up| / (fum JBant bat gered)tigï) fjnpg/moct Ipöen beet coii ©ïfeec/ o^eec / batiïuen// utoillc lact ge: ;»3aufe. (ftö'.rn. 9.Haet u ïtinbcrïicJisS./ci i}rer/öog niet in fcjjaiir
5Eïö!c bacr Itjben om n getupgeni£ / (&/ 31n brncn/in tioot/iii pnn ban 3toate banben /
25etoaect ïjaer niet 3jona£ in bc fanifi bc£ toalbi? «©iemet <85anieïgeto$ // in Denftupl bet leen? toen i$/ (ben fel.
<& ïfeet/betoacttfe toeï//boo? berHeeutoen tan*
io. Sjofépö öie toerbt al ban be boofeBjoutoc 2$p 3ijnen mantel grttoefcen tocï te tecöt / H^aecht boel) bat fp ben mantel liebec Ijoutocn / 3&anbatum'nberégaen buptcn öaren «örïjt/ €>l£cer/&etoae«fe fïegt/met 'Jofepö utoé ftnegt «Dat fp Doo? u gena // bet toinnen bzoeglj en fpa. i i.^ietböcö/olfecr/toaerom fp on£ bernieien/ ï^eplige ©abec ïjoe 3ijnfe foo berblint / ^jclt bibb' u upt bat bmnenfi' mijner pielen / ©oojaïle Die bnö aenboenstoaertojment/ ©ergeeft öaet ongefeïjenbt // ïjaet jonöcn onbe= Itenbt /
<© ïf eer/toeefï fjaer bet foen // fp toeten niet toat fpboen. (nabe/
ii. ^langenbooj biffcfjen/o ^eer/booï n ge=
„fèoclj fïeenen booj bjoot toilt gp ong geben niet/ «©ebeneftt öocf? niet onë böojleben riiif öaoni / €>oclt bat ontoetenb' ban ong iwcï) toel gefeftiet/ 't3£ mijn fjerte becb?iet/toie fcant bemecnen fxet i£oe öictttoifê bat öp faelt//aï£ «Dabib on£ ber~ Öaeït. (ten/
* 3. © ïfeer' Bepjoeft mijn öert en myn gebacïj*
Ifiilt onberfoeefcen mnn gieren in ben gronbt/ <©p toeet o (geer ïjoe hïepn top jijn ban nracïjten ^tecriit on$ geloobe / foo toerben top gefemt / <£n
|
||||
|
LIEDEKENS. iif
«En repnic&t mijnen monbt/ booj utoen (tfJcefï
terfïonbt/ (ïjeuebt. ©an fuïïcn top met ö?eucïjt/ /f alien tnt gyn toer *
i4<£eutoigen p?ij£ o i^erc ban grooter toaerben %of eet en Dancft gp aïïeene toaerbicn. syt / Itëant gp ijebt ong bechoren ban Der sterben / <Gn ou£ ibeeïjoojt in D' aengenamen tijDt / «Daer om jijn top betbnjbt / o ï^ecr / gebenebijt/ .E2ijn ïject en mijn gemoet// ban bjcttcfjben fin* gen boet. f). Jïacljt enöe bacö/o <Öbeï P?tace bccöebni ftanmenn lof boei) niet gefpjefen npt/ © liebe 25mpb'gom toilt on£ bocï} niét begeben <6ebencftt aen gpon/ u albecïicffre SSjupbt/ ©at gou fcöatöhtflupt// ertiitoentoilbebimbt (© %eet De3 ïfemefê toijg// ugefchJeDe lof en <&p iie toijfe *
Ickbidd'u Hemelfche Vader myn, I €ïi toep il J|emelfcïje ©abec aen/ 1 JüMït mijn geïoobe ftereften; 3Uat ieft macf) ujonieïijcft bftjben fïaen iBet u toaeeïjepbt aengebaen / (tol. ^onber af te gaen/Oci) <0oöt toiït in mp toetc*
x. © ^eec: in ben noot/ boet mp bpfiant /
<6eeft mp monbt om te fp?eften; SJcRbenïjietin mijn bpanben ïjant/ 5ün ber tojeeben SLeeutoen tanbt / U ïjeplicö tooo?tpIapfant boet mp uptbjetot. 3- .fïtëijn ftracöt i$ feer ftïepn/u ï|eet betoit /
3©ilt mijner boeïj aenbeerben/ H <J5etfï bec toaerfjept bog in mp fenbt / <®P 5Öt mijnen #onbament / XBeefi mn altijt ontrent/ bat ift mart) bolbeerben 4- ©e ^eec fpjeccftt tot mp/toeefl niet &eb?ecfï €nbe toilt ooeft nietbeben/ ?ÏI binbt gp u in een toilbt foreefï ^ |
||||
|
ii6 SCHRIFTUÏRLYCKE
25pb(n <©?aecften oocïi bat 26ccfï/
gjcft fal u mijnen 45ecfl / tot een trooftec QcVicn.
5. ^oeftomtöat gpboo? menfctjenbetbaert
ï©ie öar f) maar tnoetcn fterbcn * %h fjeb u uut bec' lanben bergacr t /
3Mg mijn ooglj-anuel betoaett/
<C5p 3tjt ban mijnen aerbt/ gp fult niet bebecben.
6. &eect u tot mp / omijnïebentect/
Jboo meugöt gnfatïrïj toefen/ «Sr.bjeejïnocïjeubeeft boojtaenuiet meet/ gicït ben bog alleen u l^eer / (fen- <£n totjut niet banmrjn leer/ gp mijnboüt gep?e= 7. feoomt al tot mp gp bie t)iet arbepbt/
2BeïafI jnten belabcn/ <Êeueeutolge bjettrljtigu betepbt/ 3£l?Kio?mijngenabigïKpt/ (ben. '$t fal u met Itfaet befcljcpbt / nut ïiefbenbcrfa* 8. <J5p3rjtmnnb?ienbm/ ifï bat gp boet
2tlbaticB u gebiebe/ ^icR late boa? u mijn leben goet /
€>cn, mijn uptberucten bjoet / ïlpt gtooter licfoeu fcet/toa£ 't bat bit gefeftiebe,. $aufc 9. <©Eponomutoentoiïïc/ ïjcojt/
$>cb icït foo beel geleben / Slcït Ijeb an u gegeben mijn tooo?t /
©111 te bjengen in atcoojt /
W$ gp baet ïaegïjt betfmoojt/in utoc boof ïjeöen
10. <© gnon nuju alöerlieffte fcljoon/
«Ühttoiltubocljnict bjeefeu/ ©00? bic 't li'röaem gueïlen ofte boon /
5JCK fel u in mijnen [Croont 4M>enbe£lcben£tttoon/enbeb?eugtbetmeeren. • ir> ©gpou mijn aïöerlieftïe23?upbt/ 25oben alle bie ©joutoen / ,ïÜStjn<0ob'lijcfttooo?t inuljecte fïiipt/ €u laet liet banu niet upt/ |
|||
|
LIEDEKENS. 117
lïfjgii aïöcrïiefiïe fpjupt / ïcft faï unip trautocn.
12 .iBeent cnöe fcl)?ept (ïegtë een toepnig tijbt/ €11 su fuït gaefï berbïijben / <öen eeutoige ts?cucï)t / nopt fuïcft joïg't / •gisJboojgembiemp beüjbt/ (ben. ©^nronfcgenbolbanfpijt/tat ceutoigen ttj=
13. 23ïmcfenöc 51311 aïg Der laounen-fcgijn
Sjaböbenalle feïaergepbt' <ön uïeeöeren toit ban jg'bc fg'n
êmïïcniJ' untberftoren mijn
3Ienboen/en bïn'öe 3jjn/tuflc» ba» aïïejtoaergeit
14. «gentcoofïclgc&tooojteïcft gooren fal/
<$>ie gier nu moeten treuren / 2Efê be SBafupn faï geben gefeïjaï /
ïïomt ïjier gp mijn lief* getal
%tk faï u gebcn al / mgnrijefte te beuren:
15 • <©eöcncut ben gebangen/afê meeo gebaen
<& gn mijn uutberttooeen / <ön bibt Den èeere öat gn nip faen %n 5(ju tufïe bil ontfaen / (ren. <èn af-toaffeïjen mijn traen / gp faï u bergoo*
16. <©0jïo'f25?9cbeE^«i ê>ufïerg gemeen/
lil moeten top nu fcgepben/ (Cot ton ïtomen&p Cgjifïum aïïeen <0n3 ©ooftman / en anoerë geen / 3©iït u baer toe bereen/ baec bJiï 'ft ubcr&epöen,» Van de Verryfenis. <©p be totjfe ■".
Wvgelooven, In eenen Godr Almachtigh. ] M b' laetfce up? // gullen b' boobenberrgfen:
&00 bic &cg?iftupt/
<®n$ ftlacrlgcngaetbetoijfen/ ^an en toert baer/ ; 3000? niemant eeniclj boo?beeï / (oceï,
.ïBeu moet gier naer//9tl hoornenboojbat <©o?*
. s. mrtgefcgienfal/
Jaoa Cfjjifïug toaojben 3«0S«i/ _ |
||||
|
xi8 SCHRIFTUIR.LYCKE
&ao fuïlen aï /
3J5ic in De granen ïeggcn/
|||ooten 't gcïtipt /
©anöeSSajuin be£ ïfecren/
<£n moeten iipt//begcaben toebcr fteren.
3. 't^öJBgffof .ïföan// Dicg^djebbenbc*
©ie fuilen Dan/ (bjeben/ <S>p|Iaen tot 't eeutoicf) ïcben:
D"3tnDecpattp/ ^uïïenbanooK boo?tuomen/ ©mme bat f}« // fouben gaen in 't betbomen. 4..m$ 't géfcDien faï/nö $autocïu:3 üecHIarm
©an moet top al: ©ao? 't gerigt openbaren / <CÖ?ifïug eerfaem; &al ban een 3bet geben / 3infnnïicöaem// na batïj»ï)eeftbebjebcn. 5.$auïu£ bebiet/3Jn beeï gemeenten nlaerlp/ üoe oat top fïet/ Jbuïïen berrtjfen toaeeïgeft: JlBaer pjincipaeï / Itaibie ftorintfeöeHercfte/ 5Doet fjw bergaeï // goeïjet faï gaen te toercfie. 6. 3Jób Die bebupt// «Öobtfalmp ecn£ ber=
Jlet Defer gupt; (toecnen: ^aïgp mp obertrcclien;
3B>ee<S oogen ftïeen / ^>al ich <©obt meeb anfegontoen: <£n anbec£ geen//bat toa?i aï 3Sob# bertroutoen o $au|e. 7.3©n binben fcgoon//in <£faia£ befegjebrn/
©eet utóeboo'n/ ^tillen toeberom ïeben/ „ïfêet ïjacc lictjaem / ^>oo fulïen fp berrtjfen / ©e£ peeren naem // £>uïïen fp ïoben pjy'fen. $. ©oo? btfen &roofï //geuben Die feben £>oa»
nen; 3©e«= |
||||
|
LIEDEKENS. 119
JBcecben b' getooft /
't aujoen berbjagcn nonnen /
&n toaten te bje'en/
<£n lieten oocfc ïyxet lebcn /
£>p fenben bee<fle'en| /faï<Êob't ons? toe bet geben.
9.©itlicfjaem teet//aa$ men öier. fïet fct)offie=
©at fal ben t^ecr/ (mi: j^td) toebetom betcieren /
jlïa&tti 'tgeujcft/ ©m ïfeftaera <£ï)#i RÏaerïtjcfi; <0m in fijn fóijcft// 25p benï te ?!jn cenpaerÏÏjcft. lo.^ircccïjt inflet'/öoe €|)?i}lu$ ig bewfeiu
38ant anber^ niet <Ön fal 't met on-j oock toefen: ©at feite Wecfeft/ ©at an 't Ktupl toectbt geflagen; ©at ooft becrie£ /i©eter/n» toejmicïj bagen. 11. (Onöfcoieboa// i£ öp b' eccfl gebomi /
l&n fnïïen faa öplïaan alé öp $ teen: ïÖant ï)p is 't Ipoft ©au beef' lf «piigen tempel; ©0OJ Die 't gelooft// ~H bit een ceeljt epempeï. iz 23?oeDcL-éBaiUpan't/bit i$ in 'tConcluberen Soa mnn te cftant; ^>onöer Ijoooj} te ftubcren / ©itïijffin't (lot/ (©nctrcïijcït in *t fanen/ 3ia bat fai 03obt//noci) teercïijcKcn ixmvn, €»pbetoijfe:
Myn Godt voedt my , als myn Herder gepref»n.
I'M mijnen geeft/ moet icfe bet jublktsni (rat
Boptfoetet fee|ï//ban bea „èabbarë) bes? $ e= JBie ïjém met luft/l biert ban fan quabe toetten © an fonben r ufï / in €>obt / W gem ftan ftecten ©ie fteeft a«epn//ben „ijabbatgcecötgeöouben/ H + ^obt |
|||
|
iio SCHRIFTUIRLYCKE
35oDt tyeft fjem tepn/ 30n fonben tjupt gefcïjou'
ben/
^. <©orit faligïj ban // ig fjn tot aïïeit fïonbrn Sïlfulritenman// en teïtent <é>oöt geen fonöen Sfntoienggeefïfcig//gcen bebjocl)/ nocl) qua petten
SSebonben i$ // ooeft niet bubbelt ban l)crten I mm aï^OB>obt^ ftnetïjt/De b?omec;3iob gepjefen &ïecï)t enöe tecl)t//boll)ctöiglj in <g>aöt£ bjefen. 3. €>ök bie geen grit//op tooefter fjeeft gegeben
3&acïj geen getoeït// an pemanbt ïjeeft beö?eben: Maez leenttnet Wijt// ben lement' riritcc uiee ^onoec pjofyt/ZaïIeen uut ïiefben puite / Cu geeft ïjaec aï // bie ben? niet kannen loonen /
©en fuïeften faï // in <s3oöe£ tempel tooonett. 4. Jbo toie met Wiet //upt lufï f)icr in beïtujben
£>)? fuïïen niet // Icbicïi / onbnirijtbacc bigben Sin ftenteni£//ban <!5obté boünaecltte ïeere / ©ie Ijeplfaem i$ // in Cffêf fïum onfen ^ecte! <Ü5obt bie bet meect // bie gaef fijn§ <£5eefï<i ïjief? ncben;
3Bie gein becncett//bie toojt ban<0obt bf rtjcben 5. 't gj£ tori gebiect// bie fooUc^abbatli rtiffcn
Jbuïït een beccicct/ <0oö£ ïeecing foet met ïufïcu ©e i©eefften£ Rlein//befcbeunt geUju e cnBaber ©ook 't getorit pïepn '/en bie ai$ ton£ betabcc / ï?eni neetfït'g fieett// bat 't toerf beu onbewogen «èefrfjicfc t/geleer t// in<0aöt£ toooit opgetogen. 6>%i ten-in noot//bic bent ban ttooft Dan bevtê
<Cn b^eebt fijn b?oot/ een ^iel boIïjongecjS fmcttë ©Ie niet en ban // rufïen /eten nor f) Djine&en / Wp öp een man // noobjuftigö ban bcbniriten / .fBaec öem cetfï fptjfï/ /upt liefben nae en bette/ ^>bn ïfcïjt bat eufï//op/afe eenmojgcnfïctre. 7. W$ fjp befcjgt/Öe toceblucn rein ban 5cben
<J5eeft/Ipent/ en bo?gt // eïcïi «a geïegent &eöen / ©ie tfaet faa «an // boojfïaen in alle faïten / ÖCCljt
|
|||
|
L I E D E K E NS. i-i
ftctfyt a\§ öacc man//r act tot biböen en toaften/
«Öecftig!) gcfïnt // facfttfïil / tot aïïentnoen/ ©at fp ücttomt//baec ömb en '£bpant£ fïctjöen f&anfe. 8.Bicmantcnfian//totbefenf>abbatïjïiomen
<©f 't en 5P ban / / bat ïpi tot jijnec toornen <öeï)eeïbecfaeeftt /,' beÏDcceïtmet ijaccIttfccn / «3ti niet en fniaecftt;/bat acrt£ bol ban onrujfen/ jBaec fijn gemast//b?aegt trafl in <£5oot bertjebê 3jn fiiic en foet // bancïibaetïijcfecn te leben. 9. £>eec onbefmiti / i$ ftp boa? €>oö ceutececüig
©ie niet en fit'/bp be fpótterg iicbtbeetbigli / Sfnïjatenraebt// nocij in bacEfttonimc toegen/ <éemfta$ en gaet; / maet centratp öaer tegen ,'. 3ü fn'hcri ganck // ïjeeft in bet kerneis toefen / Mtt lof en baneft // alleen 'met <6obt bet cefcu. lo.^oetenbe fijn// moet 't cpnb' aïïcr geboben ©e jbabbatfi jtjn// öaec maet een i§ ban ntn <©it'£ 't ecnig!) een // fliï öouöcn <S>aöt geïaten / 1lféJ6lagi>aïeen// öieïtooS tot baret baten 't SSeft eenigb gocti / 't toelcb. ijaec bp \$ gebïebé ©'oprechte bjost /, en i$ geen ïDct gegeben. 11 .<& <55obë geefï net,- /gn fcout onè toet regerf
<0p jijt be ©et / / iiiemant ïjceft u te ïceren / , <0öbt fteeft tt boojt // ben ïjcpïigeii gegeben / <ön na fan tooojt // in ïjacr Ijèrten gefelpeben / <6p jijt een licbt I / ïantecnie t' ïjarcr boeten / Ba ©abibé bicöt'/'t toeïeb fp naboïgen moeten iz.<&d) ïiefben groet// gn banbt aller feercten
9n u be(ïaet // be ïfêet enbé fnopb/ten / <6p jijt niet fmaï // Ijet epnb' en be ïjooft fomme <©er ianttn aï / / ïjacr oojfaeeft en toacronnr.e / Mae §>clvAfté uptïeg[j//groot boben aïïc gabeu/ ©eïjoogfïetoegb// berufï bagb alïerflaben 13. Bii$?ince<23abt//bie 't aïïc£ toetïtt in <£?p jijt mijn lot //ïaet mn ban u niet baïïcn / 3$ernt nacfjt en bag//toiït a( mijp nragt r< |
|||
|
Hz SCHRIFTUIRLYCKE
<0p bat icft macft // in u ben &abbatft bieten /
lï jocft i$ foet // u ïafi i$ ïicftt orn bjagen / beleert ootmoet// fijn 5iel rufit'aHen Dagen. <0p De ton'fe.
O onfen Godc, en Heer feer hoogh geprefen.
] jg mijnen noot // roep icft tot u / o tyeete /
1 %aet nip niet bloot//toant ift ben 5toaft en tere JIDanticïiDocftniet// fonbec tien bermagft/ ^n Dit toerb?iet//ttoofï mp / Sfeer nagt en bagft. a.(£roofï mp/oü>eee//en toilt mp niet bcrlaté <3jn Dit berfeet / / ftomt mp Sfectc te baten / <Ü5p n aucen // betroute icft %eeremtjn / 3©ie macft on£ fcïjeen // ban utoe liefbe fijn i 3. H liefbe foet//betojjfïtfeeregcbuirigft/
ïdat men ons? Doet // Dat top niet \xtefm tmitiq <Doo? utoen <&ceft // ïf eet / ©aniel bp fïaet / 3|n 25abel meefi // albp beleeutoenquaet. 4. ©ie 3£eeutoen fel//3tjn oocft in De ft)oefïtjne
<gn foecften fucï // ousS te brengen in pijne/ «Sn flangcn fier // fpoutoen bpetigf) fenrjn / €> <Öooc jijt bier // onf' recfttc jiDebicijn.
5 <<3een fttupt fo foet /Dat men fou mogenlefcn Moei) ptaefïer goet // en ftan on£ niet gene fen / Ifêaer ïfteere gp // Die "Slfrael bp-fïonbt / <©ooj £ï)#urii to?p // maeeftt onö 3ieïcn gefont. 6. <©iiè 31'cïen ftcaneft/ / 5ijn aïtgt in bangie re
©ooj jïefïe ftcaneft // en ficcïït' menigrrtitre / ,§>o batbergaet// menigft met jammer groot / ©feftaer geentaet/ foeeftm tegen beu öooöt. 7. Jbp minnen meet // bat tijDcHjcfte ïcücn / -
«Sn '<> toVtefté eer//ban Wepé en btact geöjetoen; oêP fijn epïaeg? // feer jammeriijeft üerbleubt / 30? Jifêaêgben btoae.s// boo? ftaee traegftcptgr* frljcnt /
t:g>v 3!jn bp nacftt//oocft fïaperigft b'ebegen/ W$ Die geen acht // op 't licht hebben gebjegen; |
|||
|
LIEDEKENS 123
W$ haer ben t?ecr // faï optoeeften fnbn't /
„t>tiïïcn fp f?cc / / ftïoppen / maet ter ontijt- 9.©an fuïlcn fp/befchaemcibaer buptcbïsjbÉ
©at roepen ö?p // en faï haer niet faeftïijben / 't IBerbt Dan te fpa // om na ;JDIp te fien / ïDant geen gena // faï haer benï$ect berïeen. io.©jienaengemcen//toiltbibbenenbe,toaften
©mgojbt n ïe'en // ïaet u licht bprighblaftcn / ij Zeöighent // ïaet toefen openbaer 5 Wczfl foo berepbt / / aï£ toijfe jifêaegben ftlaer. ix. Uïl£rephe2i5?upbt/ toiïtnaïfo berderen
Coont obcrliipbt/ / u licht in aïl' manieren ; 't 3të nu be uir / / ban ben flaep op te fiaen / ©oö> Chjiftumpuir // tot ben öaöcr tegaen- ia.^jinfltjcfte <S5obt//in ecutoighept berhebë
©itboa? een flor// mijn b?»euöefteng gegeben; ©ie ban 't getal/ 5h'n toeergeboren nieuto / 'ïï fchjeneft u bit aï/ / boo? een fcjienb'lycft Hbiett. <0p betütjfe:
O eeuwigh Cïodt van machte groot.
T<©hanne£ fpjaeft met tooojben foet 1
1 (^00 jllattheoöjiefïact gefchjeben) ©oet oprechte bmehten bec boet / ©ie tot fnn boop quamen gebjeben; ^a €h?ifïu£ felfê bat hooft berïjeben |*p?acft hier beneben / bcrfïaet toeï nip / ©oet boet' en beet'eingh in u leben; ïöant'trn'cfte <S5obt£ i$ fcer nac bp, 2. <ên bertreeft t niet te tooiben bjoom /
£>teïr het niet uut ban gjaec tot garen / iBaetficthoe Cüjiftug ben ©hg-boom ©ie fchoone fiont betciert met blaren / <&m bat bacr geen bmehten op toaren/ tfèa £eh?ift£bethïaren / heeft hem berblorcïit/ £>iettoé/toachtuboo?fuïcft bef toaren/ ©at hn 'tonpag u niet uefoecftt* |
||||
|
ï 14 SC H RIF TUIRL YC KE
3. <©en b Ijï i£ acn ben SSoom gefïcït /
«öaet onö 3|oïjanne£ oocït gebjc-cren / «irii brajt tec fcïjanöen nc't c gebelt / <©ie intoeï-boenaïtijt bectcagen / ^ttïïcn 't nort) jammertgeft bcftïagen / t' «getttoigen Dagen / in f toaet bangirc / 23oomen bic geen goe bjucjlten ö?agen / *®ie 3!jn geconbemneett in 't bpec. 4. #aec ben boom baït / 't 5p 5uyb af noojbt/
IBaeröpbaltfaï öp ïiggen moeten/ <€n bï£ ÖP ïfgt na 'g peeren toöojbt /
<£3n i£baêc geen tyot"meet bet boeten/ boeteen rechten loop metuboeten/ 't jèal u becfoeten boo? 435obt ïjiec na; 31 act be toeceit in ftmben tojoeten / <£nttecfttmet Ixitftupt ^oboma. 5. 3©ütmetüofuaén€aïebfijn
©erïaten $öacaao£ treforen / ^oomoetgpfïaen inbe JDoejcijn/ €tgenubpanbtacf)tecen booten/ <öpgenbïep£Iufï moet gu berfmooren / cOoötéfïemme ïjootenfeéc bailliant / <ön alg een hint ban nieutog Ijcuboorat / <0m [tomen in't beïoofbe ÈanDt. 6. ©ilt ben engen torgï) ttcben fcöoon /
€>m inbicnicutoe ^tabtte raften / «©pmoetuaecbtfe leben boon/ ID'iïc gp tt toooningö bact in maften /
©ebnïcS)tbe£geefï£maet gp ooeft fmauen,' Sngoebcfaïten grbJilïigO 5tjn/ H cpgen leben moet gp bccfaften / ©oój <S&obtenbact geen öcpïigl) feftijn, 7. <£n beb?icgt bocï) n fciben niet /
IDiït alle ïjepïige feïjijn nujben / jéeénit crcmpcl acn £>icöem (let / «Pieljrm om <©itta liet befnijben / Haec 't fmette öem tnftojtch tijben / |
||||
|
L I E D E K E N S. n?
#p quam in lijbeu / en booöt>S tcmpcefï /
©e tyetu fal u toet bebjijüen / 5iubiengu{jcm ban Jjerten b?eefï. 8. .föüeênt öet ban betten met oer baet /
<0f gp foitbt u feïben onteeteu / a®anttoatftecftöetöen üjienöt gebaet/ ©ie in quam fonDet SSjuptoft^-llecEen i iftfiec mengt gpgoet exempel leeren/ gjn 3toaec becfeten fê öp gcbaelt / ©ie onbefceert in 't $up£ beg peeren'
ïïomen / too?öen affoo betaeït. 9. Moet af laten ban fonoen quaebt /
©ati£boo?<!5obt feïjoon (©fferfjanbe/ ©oet ncetftigïiept / na $aulu£ raeöt / öecïjt op tt ftnien / en ttage öanben / ©at gp met 't onbrupbt /1' ntoet fcfjanben /
i&iet en moet bjanben / btt£ toiït toejïen / €eutoigï)toeenen/ bnecffenöcc tanöen/- j§>al ben qnaben fticc nae gefebjeo. 10. U Dog niet afê be toecelt fïeïbt /
©etanbett u booj nieutoe finnen / m toojöt gn ïjicr in 't bïeefcïi gequeïbt /
jïfêet een fïrijbt gebtticigban binnen/ <0m toeï 't epnben bc£ ïoopg beginnen/ .üKoet men tipt minnen / Cfjjiftum nae gacn / ©ie mtteït I ©ïeefeb/ #upüeï bcttoiuueu/ ^mïïcnb'eeutoige ïïcoon ouifaen. Voor de Vermaninge. ©p be toyfc t
Mvn Ziel maeckt groot den Heer. K:&mtC&?f|ïu$ goebc ïfeec!
©aeïtbp bic geene neer «©ie gp gaet 23?oebet# noemen / .i&cemt öoeft tot 01$ u beer / ©ie \yict fijn / om nu toecc ü üM^'gennaem te roemen- ï. lEant baet* maer ttoee te faem |
||||
|
iz6 SCHRIFTUIRLYCKE
©crgaert fijn in n jfêaeni
Wilt gp in 't miböcn toefen / ©acltneerbanmetu <J3eefi/ ÏJoubt in ong gielen-fce(ï. <&n$ geö»ecft toiït gencfen. 3. 43p fnt'£ Iebcu£ ^ontepn/
©efjeïb're ^omierepn/ <E5ieotrè 51CÏ ftan beriicn,ten <Dat top boo? goebe ce'en / <£n üuprige gebe'en /
jïfëaïftanber nonnen flicftten. 4. ©attop in matigijept
<ên met goetbnbcrfrïjept 25efïraffeu öe gebjeïteri / ©atbaer boo? 't ifjarbe Öert Cotboetgeb?o&en toert/ 3Dan bie in fanben fïeften. 5. <!M} opent onfe monot!
©at ton banu berbonot €>ock ƒ ifeer! fobanigï) fp?efien / <&at baer boa? ong gemocbt 'gJSn lief b' tot 't eetitoigö goebt €tonieuto£ macftftjn ontfltenen. 6. ^to?t/ ^eete (Öoebettiec!
©nööertboï^oD'Iijcfi bper/ %Cih b' «öng'Icn on£ omringen / <ï*n boo? be tooïcften ïjcen %\$ renen-toercït onf' gebe'en /
<Én Eof-fangö boo? u bjeugen. Op Pincxteren. <Bp be Jfêtjfe:
Wy dancken u, o Godt en Heer.
K<©omt©aber/£>oon/ enftepï'ge <Betft/
<ü5ebenebrjt oné $incrter-feeft / ïitomt Co?teï-bupfban '£ i=>emel£ bacft/ <£n bjengfjt onö ben ©ujbcn-tacn. 2. ©cttroofter&iengtong <£ï)jffiibaee/ |
||||
|
LIED E K E N S. 127
Cu neemt in onfe ïjertcn (ire /
©reft €>oï!t£ maccfttonfcu gcefï getoi$ I
©at <Öoat 0113 allee ©aber i$.
3 €* binger €>aöts! bit fteenen ïjert
©ermojfeït / bat öer toeeeftet toert/ <èn <£b?ifti toet / bicceutoigïj blijft/ 5fn «§ gcnioet en finnen fclfênft. 4. €> gp bie onbegtijp'ltjclt 5ijt!
<0irê ïjert tot utoen iCempêl tonbï / €n 'on£ intoenbigïicpt betfebept / ©ie luft bp oirêjte toornen fjebt. f. ïïomt ^êmcfé-bou en obcrfïojt
't<©emoet/ onbmcbtUacren betbojt/ <0ftrooui bc$ lebcné! o jjf ontepn! 25eboc|)tigfjt oti^i / entoafdjtons» tcpn. 6. $tomt<Öoütïi}cftbpcren fteecktbocjtacn
(JF>n? Isoube 5iel met nber acn / ïiamt nepïgb bper beeteert / bcrflint
311 toat in mé noeïj 't bïeefch bemint. 7. <£H' toint üeè ï?eccen toerfï boel) mee
#n£ Stelen fcïjip in '^IBecelts gee/ <0pbattop benban fchjp-b?cücR ban 3tanben in 't Verneig €anaan. €>p be torjfe:
Wat hebt gy my te vragen,
LSCetong bcn£?eereloben/
©anal batÏ)P ontboet/ J©ant top bertoadjten 't aï ban <£5oÖt bjer boben Cfet fp gelucït / of tegenfpoet / ©an fjem bomt anber^niet ban goebt, a. JBp mogen &em toel eer en /
30ant groot fg stjnen Matm I ©oen top lagen al in be£ boobt# berfeeren Heeft bp oirê in genaö' ontfaen / 3ïl.söp&emïietaen't Jmipre ffacn. |
||||
|
128 SCHRïFTUlRLYCKE
3. ^etïirupsMjeeftïjp gebsagai
©sojcnfe50Höcn fnoubt/ J^p toa^berartjt/ befpot/bctftnacbt/ geflagrn /
4&efttoont/ gcïinipfi/ gefmaecRtüen Door/ <&it ïccct fjp al upt liefben groot. 4. ïiocfoubenltipupt fftjeeieftrti
&tjn gcoote ïiefbe foet i ©"ie ijp öcïoijfï aai oné 1 Dol Dan gcbjeetfien /
«EHté laet onfj nu met fïn m nioeö: <®aen Boen uac sijnen taille öjoet. 5. Hutïiffö'iaïjtï genomen
SBÏupt5tjt$ ©aöcrg öjjcfi/ «üu öeeft *}cï / ©uptei / ©oot / öacc wacïjt be>
<©u? ïae.t ón£ ïjem alle geujcft (namen/ ©an netten toolgen ölijbeujcï!.
6. ©e liefo' Ijteft foem gehangen /
©Ét macï) eïeft metcfien toel; IBant ban fijn epgen boïcït toert ïjp gebtoongen/
^bpbielenïjemaïfoa rebel/ 38» met tomienten to?eebt en fel. 7. 55e pecff' ïjeeft ï)p getreben
,ïl3ctgcGatenarbepbt jtoaer/ «öube boo? on£ öeeft ïjn ben fïrtjbt gejiteben /
Wu toas ben toill' ban jijnen ©aer / y&m ov4 beeïoffen allegacr* 8. (0cljn?ienbenupti3ccROOtcu/
ICnetan^fanöer refnijt jj&allianaerainefljebbcu/ rcae't ueuooren 211 tot onfeg j^aefïcn pjcfijt / <êkli |ïe toel toe / batfjp Ijcm qufjt..
$aufe- 9. ïaetliefbeaïtijbt^ bïijcueu/
>€> bjienben groot en Kleun/ ©aer gp jijt / in ïanben / fteöen / of soijcucn / .4&>
©it leert oité Cg?ifïu£ aï gemepn / ïiefte nebben bah Ijerten repn. 10. HCiefbetian'taï tjecöï'ageji/
|
|||
|
L I E D E K E N S. 129
W boet men |aec betbjfet /
©e ïiefbe blnft eeutoigöfonbec bectcagen/ ©e ïiefbe foecfttïjaec felben niet/ «Öobtté b'ïiefbe/ nae £>cbjift£ bebiet. 11. ifoo?talleCö?i|ïen £>d)apen/
©ort af nae <©oDt£ .èecmoen / <©an 3tjii top nocbaïie onnutte ïtnapen / 2@ant.top 't al fcfjuïbigï) jijn te Doen/ ©itë laet on£ al tot beugbben fpocti; tï. «Dbjienbert allegabcc/
Sanctie / looft; pjjjfi <00bt benïJeec / 2©antpp i£ een battemljettigen ©aoec/ g£ 't bat top boen nae fijnen ïeec; l9p $ alleen"tocect pjijg en eec. "13. £>ijntooo?t moet top beleben/ ©e nautoe poojt ingaen / (ben / 05een jfêenfcben bjeefen/ foo baec (laet gefc&es
ifoe fp on$ b?epgen ofte flaen / £00 fulïen top be Iftcoon ontfaen. 14. 3taet ongliefbé betoijfen
Henbie3ijnftecft en fttaneft/ ©en naeeftten nleebtn / ben bong'cigen fpijfen / 23cfoecften bè gebangeng fïcaneft <0eetne herbergen/ fonbec btoaneft. iy. €>p bat top mogen ïjooren/
ïtomt in mijn tëijene i>\et I .ffciaec op be 25ocheri fal bP Ijem betfïoocen / ^bptotbaec falfpjeechen fcljiec/ <6aet ban mp in 't eeutoige bpec. 16. ^ïec met foo toil icn 't laten /
ïMtbitinbancB ontfaen/ <3e ïiefbe toilt bafi in u ïjette baten / «?n toilt bet al in 't goebe flaen / ïJptrecbtet ïiefben ig't gebaen. »7- gicntoilbem eeutoigö banenen/
©enf?incettiumpbant/ <®f itïi mocljt 3ijn Uequacm tot fijne caneften; % 2$ieijt |
||||
|
*3P SCHRIFTUIRLYCKE
SSiebt mp / o J|cec / baer. toe be batiöt /
SSetoaect u bolcft aen cïcïicn ftant. <JEto bc toijfe.
MynGodt voedt myals myn Herder geprefen.
L^etottéeenyaec/y De eenigftept öer gielen
11M nemen toaet // en al in on£ bcmielcn 3©at liefb' en b?eeD7/ in oité fou mogen ftteuften '£ petten gebeeb'// ben ^cer gebuicicl) frijenïmi Mtt repnootmoet/ toanbelenboo? $ob£ ogen / 3Jn liefbe foet // tot malnanbec gebogen. z. .ïïïa bat 'tgemoebt/bc£ menfcljenté gelegen
<Öobt£ toefen foet// tot hemtoaert^ té geutgen / *%<& tw bol min // lief b' fal hem toebetbacen ïf eeft hp fïtijbt in/|tnjbt fal ftem ooeft beftoaten jfo» ben .lBagneet//baei' na bïoepen öe ftrarïjten ^>oo toie bit toeet i/vctvt upt fijn qua gebacljten %. ©etlaetuniet// op ubeeftant of toeten/ W feïjijnt ïjet pet/'t té macc fïucfe-toerft gebeten 25upgt utoen fin // onbec gemenne fïfefitingl) / ©ati boben in/bloem toitéljept^ onöetcicïjtingfi/ <0een tooo?t maec ge cft/ftan 't Ijett alleen genefé jfèiet in tempeeffy/maer; fïüftept toil <©obt toefê. 4.<©en noojbé toiut/betbetft beel foete bjugten !©it elcfi bebinöt // até bP ïieföc boeit ülucljten/ ©an $ecroon ftomt// ben bauto ncöct gedegen / ©?té fn gefonbt // ben tajebe geeft ben gegen: 2ité met anbacQt // <J5eb?oeber£ ïictten t' famen £>ijn in eenb?agt//ljaet tooo?t té !3ja I en %mm, €>p be toijfe:
En ftraft my niet o Heere.
L<£ettmp/o3$eec/ bebineften
^oogljmoet te laten fïneften/ 3&at ieft moetfïecben ftaefï. 3£e boot ftomt mp befïrijben / $aec tojeeötïjept moet icftujDen/ ©et*
|
||||
|
L I E D E K E N S. ia
©erfcïjjicftt/ enfeet betbaefï. i. fïojttéoeg menfcften ïeben/
<Êen öantb?eet ïjier beneben / ©ol mocDt'/ en jammer gtoot/ ^'ïtijbtfïctjbtfonoer enbe/ 3©a?t irtt mn heer oftoenöe / «©ntinoet mp beeï aenfïoot. 3 ÏÏMc fal nonnen üecteïïcn
©et mcnfgïjbuïblgf) qiKlïcn / ^at ïjirc ben mcnfclj acnïtfecft | <©antfcf) onbolmaecïu bcbonbfü ?$g ï)p gfnepgt tot lonten / ©an felfë niet# goet£ en Ijeeft. 4- g|a niet een goe gcbartjte /
<©m menfcï) upt epgen fecacöte ©an felfë beqüaem i£ niet: ï?oe beefmeec onbequame / 03oet te boen / nae 't betoine / £>onber 45obt£ &itlpe/ (iet. 5". <©obtalïepn// goet// gepjefeu
gn't gemeun //moet // bp befen / W.\e$ in alïen 3tjn. Mak toat $ boc& ben menfefie i JSietbefonbetg ten toenfcljc / 9fabeboo? <©obt£ aenfeïjijn. 6, W$ een gcag bloeme fcfjoone {
©erciett fïaenbe ten toone / 3tfbaït / Jjaefï moet bergaen/ &nïcr i£ öeg menftfjen toefen <Örti)ch: ,ï©aet (foo top iefen) <0obt^tooo?tfaï blijben fïaen. 7- <!5obt?tooo?bt beleben goebigij/
Söatmljettigf)/ en ootmoeöigfj <£&?ifïum balgenbe naec boeten top al te famen/ <Ün fctjouto'en 't quaebt bnnamen / <0iericljept/ ïjoogftmoet ftoaer, |
||||
|
ïj* SCHRIFTUIRLYCKE
8. iBojtelbanallleqMaoen/
<j5iectg!) niet om ber faüen / «önftooghmoet/ bjijft altrjt / (Cotfonben obecbïoeöigi) / «Sïaetom moetmen feer. fpoebigft/ 3|embaer.ban maften ntujt. 9. Uilleij afê bobcn feftjeben /
3&oaj <J5obt£ ftuïpe bechetoen/ 3Me in on£ toeteftt metotnacht/ 3£en toilcn bat boïfyinghen / 3&ae 't gemoebtg goebcc bingc» ©oomemen bach en nacht. iö. <0p toelbebachte finnen /
5lcft fcheneftupt goebet minnen H bit ï-iebt / no?t gefaneft / ' 3Mt giecichept beeïaten / <£n hooghmoet ïeecen haten; Oorlof neemt bit inbaneït. €>p be toijfe:
lek roepc u o Hemelfche Vader an. L3Lebe 23?oebecg en gaifietg foet
gjeft toen^ u '£ peeren bjcebe Snufte»/ frjntoiïenfgn oottnoet/ <©p bat gnaïfo boet/ ^nbmcftentegenfpoet// gelycft öö^etsa. a.» <0ebencftt hoe bat onfcftulbigö Blatn
$emaltijbt£ heeft gebogen/ «Én't hjbenbathemobeecmam/ «©ebuïbigh hp op nam (^otmoebigö flil en tam// ftoubt bit boo? oogen. ?. &nngiongerg üTt berftanbt nochbhnt/
%l$ elcft bjou fijn be rneefle / ïfp fielt ftaec een onnofel ninöt/ 3©iehemalbugbebinbt/ «ÊJotmoebigh fê gefïnbt // en acm ban <©eefïe / 4. ^ie i$. be meeft' in 't temeïcyeft /
ïöant
|
||||
|
LIEDEKENS. 133
3Bant <£5obt bemint be ftïeene/ ©ie iftm in ootmoet fijn gcïtjcfi / ©ie fyeft ïjp upt Den ffijcft / Höaec ftoogfimoebigl) en rtjcft//bemint fip geene f* &ijn gongerg in het Sübontmaeï /
«Singïjhpalbug ontmoeten/ ïfpbebetoaterinben j|>chael/ <6n 45o?b' ftem met een öfoaeï / Cn hjiefcfi ïjacr aï te maeï // b' oncepne boeten. 6. ^iec mebe gaf hp ftaer een ïeec /
Ce boen alfa malftanber / ïliïantfietbenftnecfiten i£ niet meer/ ©an fijn Ifêeefier en Ifeer / 23uug5t u alfo ter neer / b' een booj be anber. 7,* gjg'toatj'emant ftooghmoeöigl) tracht
€>m ober u te bjijben / ^oubtbiterempelin't gebacht/ %. felfg be minfie acht / ©at fal u geben ï«acïjt // om flcrcït te Wijten. 8. JBant in be;i ©teefche fiïepn en f toacfi /
<£noter albe minfïe/ ©at maecfet inbjenbigh groot gemacfe/
<£nfietberlichthetpacfi/ .
i|icr upt aïttjtontfïacft >/ ber jieïen iofnfie.
9. ©prige fiolen men tergaert/
Met tori boen en met bupgen; ©et trechtbe fierten onbertoaert/ ©aeri^geen fcherpcr ftoacrt/ <öm ben betfteerben aert // te obertupgen.
io. ^to'gnaefïen geb?ecftuptmeöoogh/
^oecfit licffelijcft te heden / ^e3toccelt£ïiefbefirecfitom hoogh: Jtöaer <©obt bic heef t het oogö: <0p bie fiem nebcr boogfi // in aïïe beeïen. >- f. ©e bjare lief be niet en to?aecfit /
't <Öeb?ecfteIijcïte toefen) 3©ant toaer f» net binbt onboïmaecftt / _ ^ ^3 3 %fr&tt
|
||||
|
154 SCHRIFTUIRLYCKE
©aet igfpbetoojfaecftt/
<Pat fp baec bpgeraecftt / / om te gencfen.
ïx. ©antbaecmenftïaecft$engefonöt/
&an lief b' ftaec niet bE-fleben: Cö?ïfïu^ men bicfttoiïë oorft beboubt 25p menfcften feec gctooiibt / €)p batftp ftaet becbonbt / / uit minfaemftcöen. 13. ©è ïicfb' op '$ naeften boojöcei fïrt /
«£n tuil men ïjaec bettttöen / Jao beeï te meet fp jonfïc bicöt / &tKtixt cenigft bccbJiet / Wit Docnbe u gcfcfticöt / / bei- 3ielen bjebe. Den xxiii. Pfalm. <0p bc toijfe:
In mijnen Geeft; moet ick verjubileeren. |
||||||||||
|
M
|
l»n <0ob boet mpafê mijn #erberge;
pjcfen/
%&ie$ fal icft gecHe^bingébeftoeffijcft |
|||||||||
|
toefen.
SEn 't gcoene gra£ feec ïicfïijcft ftp mp toepoet /
<ên aen bat foet toatct l)p mp gcïepbet* $p betquicftt mijn 3ieï / öie feec tó betfïegen / «0m ftjrig naemg toii lept ftn mp iii fijn toegen %. 9EI toaec 't fcftoon bat icft in 't bal be£ bouöt^ginge/ «5n bat mp bejS boobt£ fcftaöutoe ombinge / 9,'cft b^eefbe niet / gp fijt up mp gcftaöigft / «Sn gp tcoo jï mp met utoen fïaf genabigl) / <©p maecftt njcft met goeben feec beelecftanben/ Itëtjn tafeï booj b' oogen mijncc bpanöên. 3. <J5p faïft mijn ftooft met ticcft'enb' olp goe~ big/ <ên fcftencftt mp ben beecftec boï obetbïoebigft. «3p fnït boen bat utoe gunfi / o ïfeec ftcacfttfg!)/ Mijn ftben lang bp mp fïect£ bïfjft eenb?agtig/ Jboo bat icft hoop e'eutoiglijcR bafï te tooonen 3«
|
||||||||||
|
LIEDEKENS. i5>-
3n <Sobc# yun£ / 't toefen niet i?' omberfcgo*
ncn. OpdenPalm-Sondagh. <®pbetójfe:
Staat op Heer toont u onvertfaeght. M$n <SesfL boel ith mp b?ingen fïeccft /
<3m flrtgen ban een ïjcuglijcfe bjcrcft / ©oe oateen (©pper-feonirigg / én ïf eer öec ïf eeren / fijn intree / &agtmoebigï)' / boeg feee j)eetïijc6 bee / gin gcrufalem£ toooningh. JBaerom Eat£'rta# De ^opïject ©e ^ocyt'reri giong juuegén ïjcct / €n nooö't totblgb toengcKcn / €>m bat ijaer Iftoningg ftomt tot gaet / ^ittcnb' op een ©eulen Pan 't lajlbaec 3Nertjenfeer armejgeuen. %■ «Pee£ £>ienDcc / langgboojyeengetoeefï/
Jfèifï öit (geD?eben booj <&oh$ 45eeft) Iboo buptiyrft uut te fpjeccfien. ©erMybt u ban gn £g?i|ïen fcgact / Mü be gefcgieber baet foo Macc «Cu toactïgcn i$ gebleecften. <®am Sfejug tot25etgpgage quam / <Ön na b' #ïgf-bergg fgn toegïj nam / &ant ïjn ttoee 3|ongg'ren genen / Cnfp?at&: in't ©leen/ gietober/gaet/ b' «Befifn bie baer gcbonbcn fïaet 33?engt Ijler / en 't Beuï met eenen. 3. ïM«gt pemanttoaccomgpfontbint/
<©ien fegt tot anttooojt (toel be(jnt); <@e #ecr geeft bee£ ban noobe .• ftefiotttfjp 't boïgcn laten faï. gpbonöen'tfoo €nbeben'taï/ Woo gaer tiia£ geboben. <6nb?acgten b' €3eïinne mecb' / Mtt 't Beul / baer noot een rnenfcïj ojj reeb' '% 4 ï©aec |
||||
|
i«6 SCHRIFTUIRLYCKE
3©aer op f ïjaec ftïeeb'ren ïepben /
«Bn <Cf)2ifïum fetten bonen op/ ©tel ©oïcïté jtjnb' op b' ©lijf beroj top ©p b' töcgïj fjaer feleeb'ren fp?e pben: 4. Uinb're $alm-tat&cn öieniuen of
©an 't groen geboomt y en firopben 't ïof Stangé fjencnop bentoege / <ü»e Jïcfjare ©oïcft£ bic tioo^ / ïteen gingï) «Bnbienatooïgb'/ en öem omtoing!) / <&oth bie ïjem liepen tegen / iSiepen aï t' famen feer tiecöïybt: feofanna/ ogebenebgbt Sijt gp o 3B>abib£ ^oone / <®! ïtoningg "Bioai uoogy beroemt, ïïüiein ben Jjaem be£ peeren ïtomt/ ^ofann' in b' J^oogfïe i€g?oone. " ©aufe. ?. Jfèet fuïeft een fïatie nont geï)oo?t /
«©nam <£ö?ifïu£ tot aen £>afemg $oo?t / ©an b' ©lyf-bergft, af-rtjben. a®aer boo? üe £>tabt toeett ftceï beroert / Bjagenb' om toien men foo rumoert / 't ©oïeft anttooojb' met bcrbïrjben; mt i§ gefug be Mareen / <öen groot $?opïjeet upt <ü5aïiïeen. ö' deer gingh, boojt in <©obt£ Cempcl f <ön b?eef be©erïtooper£ ban baer / Met be fóooperö en ÏDiffelacr Hat '$ 25eeö-öüu^ ï^epï'ge b?empcl. 6. ^e23ïinb'Vn Êammen yp genaé.
30aer booj 't |tyefïcr-rot toojnigb toaj> / 2ïfê fp bee£ toonb'ren fagen / (<ên 't roepen ber ÏUinb'ren faeeï meer: #ofanna/ 3&abib£ J&oon 3p eer) Jboo tooabenf' yaer mi^lfjagen / «tEn fepbcii tot (jem yoojt gp toel Wüit geroep en bjeemoe fpeï i |
||||
|
LIEDEREN S. 137
5a / fpjacft be $feer ber ^ecten i
<i5u ïaefl gp nopt; Der &irib'cen monbt «2n jèupglj'lirigcn u lof boen nont i ©oen gingï) h,p Pan baer. ftceren. 7. ©aer ïjebt go be tjcrtonïbc baebt /
2Dacc ban in Sacjjatia^ fïaet / €n ©abibS $falm gcfeïj?epcn j ©erciect aeii b' lf oojneit ban 't Wtatt ©ee^ fetfi tnet jitëèpen / gantfeö Pmgtbacr. / ©an een <0obtfaligl)lePen. ïf eïp / ïfeec! fjet toel geluefcen ïaet / <&ecf bat top Cffóifl'nai in 01$ (ïaet Cftjifttté ott£ gooft geinenen 5ln facotmoebigencbjigïjcpbt. <{£p bat b' ingangïjoni? toecö' betert / gn dalems i|emelfcö Öijc&^ <©p öctotjfe:
Och Broeders weeft doch niet bedroeft. M|*n (©obttoaec faücïifjenengaen
liMt mp op u toegen ftuecen ©e ©pant mp nacgt en bacö «omt aen / €11 toii mijn èieïe becfeïjeucen / <& ^eet ïaet mp u <©eeff ontfaen / #>o blijf icK op u toegen fïaen' ©at upt '£ lebend 25aecft niet too?b' gebaett/ 1. ©oen icftnocï) in Cgpptenfat bafi /
€n 't fóupme pabt gineft tceöen / ©ocntoa<>itftgcftcn/ eneentocectgafi/ ©au öe toereït toa£ ich in bjeben / ©oentoa^ icnPafïin '$ ©uppclg flricfe / J©ijn leben toa£ afgnjfelijcu" / ©en ©upuelbienbeicftbïijteïijcït. 3. ©oen icu mu tot ben lüeer. begaf /
€n ban be 3©ereltgincu fteecen / <£n mp ïjelpen upt 't bofe gefïacïjt / €n berfaecute ?ïnticö#£ keten / 31 5 ©oen
|
||||
|
i?,8 SCHRIFTUIRLYCKE
©oen toert itk begecbt m feer berfmaet '
<£>m bat teft beracïjte 23abelg tact / ©e gcreri)tigetoo?bengcI)aet. 4. "Mi men oocn leeft ban ïtfceï fijn.
S'arfjatiag toilt nietberge ten. ©auel too?be met balfdje fcfjyn S|n ben ïtupï bec Iteeutoen gefmeeten /
Jboo 5ijn be $?opï)eten gebaen / <£n €ö?i(ïo felbe toiït berfïaen / <D' Itpofïelensijti niet b?u gegaen. 5. ïiebet uie^ieft ongemacïtöiet /
Spleet <!5obfêRinbeten te Irjbcn/ <©an $ï)arao£ feftatten met pïepfier / t' €>ntfae n in befe tijben i ï©ant $ftatog töijclt té ttjbelijcft /
B5aer Cö?iflü^ in fijn eeutoigï) ftjjcft / €>ntfangt jtjne fóinberg blijbelsjcb. 6. 3Jn be toerelt too?t gp üetfmaet /
Wilt u baet inberblgben / 3Dant Clm'fhrê bie toert oocfc geïjaet /
<©m ong baer boo? te beb?t)'oen / $n fteeftbatfcnt-fclijift toeclj gebaen / 't iöelcft be ©nant ïjabbe ontfaen / IBübp gp meucljt in &et lebcn gaen. faufe. -*•» 7. 1ïï£gpboo?'tbprrto?ctonberfQrtjt/ <ên 't fmalle pat gaet treben / ©etb?ep t aï<> ban be$ peeren lof / SBItjftbafie op jijn reben / gjfl faecïi bat gp boifïanöicl) jijt / JMjntoaojtbodjbenienfcljenbenjt/ Ü>p geeft u be $t?oone feer berbltjt. 8. fóomt bier mijn SSmut/ontfangt u H?oon/
<£*en ftaïf-bantroaöt ban gonöe / i£tcrïtt aen bat bleet feer toit en fcljoon / tt jaren niet berouben / <©enbcobtboetu in'tlebengaen / |
||||
|
LIEDEKENS,
25c te anen too?Den u afgeDacn /
11 en faï geen iect meer nomen aen. 9 • Mu ftact gp £>non feec toit en fc&oon /
25e föjoon is u ge getoen / 23e j&acm mijn? 43ob$i ïjeetlp ban toon / ïf eb ieft op u gefcljjeben / <0p toaert nüfmaecut en feer ontöaen / ,$U l)tbt gp 't blincuent Weet ontfaen ' <ön 3tjt tot mtjnbcr rufïe gegaen. io. 2£>an fulïen De «JSoDIoofe fien /
<ên u öecrïijcMjept aenfeïjoutoen / 23it jffn fp (iuaer fnïlen top bïien i) 3©icn^ Doen ton fttotjcn gcïKMtocn / ©3o? fatternp ênöe gecntkpt / 3©n mennöen Dat fp toaren bcrlcpt / Ifóaec nnïeben fp in eentoigijept* ii. ©ieDitIieöefcenIjee ftgefMt/
€>r eeren <ÖoDt£ gefongën / ©an b' ouöe H&am iua£ï)p geqneït / 2Daer toe foofecr geöjongeh. 23iöt bat öie iief b' groept in ftem fcfjoon / <êa fïgï) niet becmengt met fabels boei; / £>oo macïjöp nomen in'£fi?emel£ Croon. Den cxxxj. Pfalm. #p De toijfe:
Gy Volckeren des Aertrijcks al. |
||||||||||
|
M
|
|fnöerti£/ ïfeer/ in groot eenbont
«ÉotmoeDigï): oocRen3tJNnietfïont |
|||||||||
|
Mijn oogen; icfe Derf niet bcfiaen
25ingen Die mp tebobengaen. a. Cf eb ieït mtjn boofe lufïen toilt
jfèiet obertoonnen en gefïilbt i ï?f& jen nip alfcnj nietberfcïeent t W$ een fti'nDt Dat De .uaoeDer fpeent ? 3- 3|eb icït mp niet geüjcftl o ||ecr / <!3eacf)t aïg eenninbcRcn teer i % at afê een gefoeent RinDt feer fijn i |
||||||||||
|
!4o SCHRIFTUÏRLYCKE
.föet cerfjt mad) icït bet|ïooten jtjn.
4. ^fcaéï fal ban nu bao2taen /
€>p ben (f eec 3ijnen <J5oöt bafr fïaen/ «tónïjopen op 5tjn goebignrpt / ©an nu tot in bet eeutoigl)ept. Den Lof-Sangh Marie, (©p be bjjjfc:
Nu bet gy, Heer, oprecht, V/ï^n jielmaecfttgcootbenifcfc/
Jifèijn geefï b ecljeugt ö«n fet't /
5Jn mijnen <6obt bol tcoutoen: i^ptémtjnfaligöcpt/ <£*n toiï oocfe be feïepnï>ept / Zijnet bienfïmaegljt aenfcljoutoen. x- £>iét ïjiecom fuïïen nip /
3lllegefïacfjtenb?p/ 23M geïucftfaligïjacïjten: 3©ant onfcn <©obt fecc goet / €>2ootebingennuboet ^00? fijn ïjant fïeccn in fttacöten. 3. iiepligftrê fijnen naem:
<£n 3nn goetjjept bequaetn / ^>al eeubJigljItjcKbeRlijben / ©an ïiinté ftinb'cen boojtaen / ©00? öen bic tecfjt toei gaen / <£n in <ö5obté b?eefe bnjben. 4. <Êen fcfroon en ïjeerHjcft tottcft /
©oo?3tjn accem feec fïcrcft / l|ecft geöaen ©obt ahnactjtigö.
lip Ijceft be floute quaebt / <ên l)ate$ ï)e eten raebt / Cotniet gemaceftt feer Krarötigï). 5-. <&ie fiout3ijninjjoaginoet/ ©ol ban eet en ban goet / if eeft <©oöt nebec gebieben: <èn Die ann 3ijn en aïcpn / tyctft sn'n goetöcpt aïïèpn / £>cet
|
||||
|
LIEDEKENS.
&cct peedijck nu bergebcn.
■"■•«* 6. ©iearm5gnnaDen<J3cefl/ <Drn toclcuen hongert mctfi / Berfaet öe l^cer gep?efen. ©ie rijen jgh üoï en groot / ï|eeft Iju leoigïj en bloot / ©an fjern b?» afgctoefen. 7. ^p bcctjeft Sifraeï ^gnjboon/ engebencnt tueï Wen 5yn geoote genaöe / £>oo on geeft Wbjaljam / <Ön 't ©oïcft öat na gein quant / Coegefept fc?oegï) eii fpaöe. Lof-Zangh. #p be totjfe:
Mijn Ziel maeckt groot den Heer \J[f n «felrgfl ui.itïjettfof/ iV-*<£n fïngt uto' .èefjepper ïof/ JBct tooojDcn en gcDacgren; jïoemt gem en geeft jfjcm <get} 3laet niet af nimmermeer / $?gftgcm uut aï u liracgten. x. ©ancKt<6oöt/ bic al toat leeft/
3ia toat men fïet en geeft/ <©cfcpapen ijeeftfoo öeerïgcïi / ©at 't af fnn groote fecarljt / Jbijn toggljeut / en fnn mocht I Jbtjn goet gefit on£ toont ïeedijeft- 3 <£& menfeï) geeft gji <0obt ïof /
©ieutuirjterb'enftof/ 8pt genaeö' geeft boen toefen €en ^cïjepfcï tot fnn <öec / <0cÖ Dat öooju Deneer .ïHocljt toeröen tjoog gepjefen. 4- Öoemt Dee£ ©erfo?ger goet/
©ieufoorycMgcKboebt/ gafoo miiö'ïncB tornt finjffen / |
||||
|
14* SCHRIFTUIRLYCKE
©iettbetoaettinnoot/
<6n Ijelpt boo ? ftjn macfjt groot /
£aet niet af [jetn te pjijfen.
5". «Êeniatibtbaer tfoni'g^ groept/
©aer ..lifèeïcnrijcR'njcK sn blocnt/ <èe» <öbel 3lanbt boo? anb'ten/ ©aer <j?obt£oogenop fien / ©at ï)p fijn ïjulp toil bicn / «Öeeft ijp on£ met maïuanb'ten. 6. <©éeft <Sobe fjier boo? öancu /
«©tnenfcij u lenen ïantft / ïMt J^em gel)03?faem toefen / Dancïit öem boo? fijn toelöaeb' ©oef) meefï boo? ftjn <£5enacb' ünt ü'ef b' aen u betoefen. 7 <©oen ï)p ftjn liebe Hinbt /
(^>oo fecr ban fjetn bemint / ^>oa öoogfj bp fjetn tn toaerben) é C boen gp ïaegt beracljt / 9!a tntt bloctberfmacïjt) «feefonben tptft op Ulerbetu $aufe. 8. ©icufjeeftöoojfnnboot
©ccïojl boa? ftjn bloet root / «Öctoaftcljenban u 3onben / 3&oo? fijn groot ïeet en fmaet / <J5eb?tjbt ban u mfébaet / <èn'g boofé banbenontbonben. ?. ©ieu<H5obtétoiïentoct/
£>ijn tooo?t remt onbefmet <S5eeft tot fpijfe ber stelen / <gn u geeft fiereftt' en ftracïit / <©m öoo? fijn öulp en macljt ©e fonben te bernieïen. i o. w$ een tcon berber boet ƒ
jstjn £>cï)aep je3 bie f)p ïjoebt / 3ten berfdje 3?ëecRje| ïepbet / |
||||
|
L I E D E K E N S 14.3
€n in cenb?ucïjtuaer llaribt:
&m beeft b' Jleec aï$ met D' banbt M oach Ifefnjds getoepbet. /ï- ©aneftt <£>oöt bie u beeft plant
Sinfijn J|of / aen bic ftant ©a» Mate toater-firancn s ©jaegt öocb bmrbten liefisjcli <Ön! laetöocböancftbaernjcït &D'h ïof tint u boo?'tftomen. iz. <i&pbjomen looft ben i^eec/
^Clbietotbienfieneec ©an ïjem tt fjeöt begeben / ©aneftt <fi>obt bP i£ U?ienb'Ï!jcft &ijn goetbept buitt eento'bjcft / 53?U(ï bem boel) al n ïeben. 13. <0pbattDPnabnbem
5" 't niettto fjenifaïeni / <öobt eeutuigb mogen ïoten./ ©00? «Cbjifïum fijnen £5oan/ ©ie on£ be£ teben£ ötoen ^an toiï fcöcHcbcn biec boüen. <©p be ujijfe:
Wel hem die in Godts vreefe ftaet.
M||n Stel berbeugt baet in ben ïf ecc /
©ie mp gegeben beeft fijn teer / ©oo? fijn gcoote genaDe / ©ieöpgeeftbjoegben fpabe. 1. fittmewfit De£ ïfeecen genabe groot /
a©antbp febonn on£ fijn toaeerjept bloot / ©aec ton na fonben leben / €n biec na fijn berïjeben ?• ïtcacbtehjcK=!>cec öocbin mp toerrïtt/
©00? u (öeefi mrjn gemoet berfieteftt / #mboIbeetbigb te toefen/ gjn u toaecbent gepjefen. -j.. £>cer bjlenbeïtjcft foo if be $eer / ©ie
|
||||
|
i44 SCHRIFTUIRLYCKE
<BMe ïjcm bjefe n ban ftcrten feet /
£>p geeft haer bjeugftt enb?eöe / ü>iet na be £>aïigï)ebe. f. dBenbineftbegeericïtbanu^èét/
Wilt mp bat toepg'ren nimmermeer/ <0m in ii ftup£ te toonen / C'aenfcftoutocnntoe fCDjonért» 7» Heen mp o $eer u jeben al /
©at icftmagïj toefen ban 'tgètal / 'UlMcftCfbja^ facfj(top lefen) 3!)p„i>non<> bergftgepjefen. 8. ©en f eet toii icft ïoben attijr /
©iemp ban boogftept heeft bebjijt/ «Ênmjjh fonben betgeben/ ©ie icft opt ï)eb beb?ebeti. 9- €er en glorie fp<lI5obtbermaert/
©ie fijn £>oon niet en ïjecft gefpaert: i Matt booj on£ heeft gegeben / <©p battopfouöert lebem io. ©jecfï ben t|eer fijn ftcpïigen aï/
JBant bi e ftem bjefen groot en fmal ^nïïengeen gebjecft ïijbert/ Aliaer ftaer namaélg berblgben. ii. j|a n berlanget mp o ^eer /
JDiït mp berlatcn nimmermeer / 'ftSSetröu op u aïïepne/ jltèaecfttmpban 3onben repne» €»pbe tóijfet
Gy die Chriftum hebt aetigedaen.
V/f 19n j|cer / mijn <&obt' ml op mp fiet /
lvl©2rïoff mpbocf) unt bit berbjiet/ # <©abt / toiït mp "genaften / £>athan fijn pijlen op mpfcftiet/ &m mijn j§>ieïe te boen gerafteti gjn fijn ftaften. a. ©erftooit mp/ ©eer / fïercftt mp terfïonöt 3©ant
|
||||
|
LIEDEREN S. itf
3©ant icftbegeet 't tipt '$ gettcn gronftt/
ï©iItmpöoc& bjoomgepDt geben/ <©p Dat icft cecfjt tuojbe gcfonDt / €n niet ban u (om mijn boo£ ïeben) Ep bccbjeben. 9. ïfelptmpnufïrijbenin bec noobt/
23ebjgötmp banD' eeinoige DooDt/ jèterc'fttmp in mijn eïïeuöe/ €>p bat icft utaen jöame gcoot jiBacijbjoomp?ijfcn/ afébe beftenbe/ Cot Den enöe* 4. (@ ftcacgdg' #eet / boet mp u <0eefï
Ontfangcn/ Dat fcft aïïetmeefï ü naem macg cecljt becftïaren /
o2n öat icft n tooojDt onbebjeefl ï£iee macl) uooj öe toeceïtfcöe fcgaroi ©penbatcn. 5. Maei om bat icft / (^ ^eer / aïtg'Dt
U wmfit uptfpjeecfte / 't toojDt beny'ö ©an Die bemint öe ïogert / IBaec / !f eet / geeft ftracftt Dat icft met bigt
jlBacyftrijDenmeteen ftercft bermogen <!?>nbca?ogert. 6. %et liegt toojDt nu becDupftett feet/
©at boet be £>atftang baïfcge leer / Ma 43oDt£ ïï3oo?öjt beci niet gooren /
<©cft liebe ffêenfchen • ffct goe beer ©at gn ou£ ban <J5obt 3tjt betlooren / ©^ee/ifn'n tooren. 7. <@cft,fiSenfcftcn/ toiltutrooffentnet/
<3m Dat gn <£ö?ifïen Jl&enfcDen giet/ <©oDt^tooo?DttoiïtbJeI Dooj-lefen/ ^ ©aec fïact: 45p 5gt mijn tyienöen / fïet/
%$ 't Datgp mgn tooojöen gepjefen ïïecgttoiltb?cfen. 8. j&uftettoeltoe/ of gp te «egt
(0e/ïelDt3pt/aJ^^oöt^ttJaoaöt ufejgt/ |
||||
|
s46 SCHRIFTUIRLYCKE
MMtu te cecïjt befnijoen /
«ïSntoilt boef) niet meer 3tjn fcofïecïjt/ .ffêaerlaeton^batquabc boel) mijben C'allen ttjoen. 9. JteemtuaffcïifBtnubanïjet quaebt/
©en bpanöt aïtijbr toèberfïaet / SÏ-aet ïjp n niet berfïoren /
^cfticïit u Docïj na öeg: peeren raebt/ U tijbtïaet boel) niet gaenberïoren %\$ te booren. 10. H.of$jinceïijcfie ©abec goebt/
JBnbibbenoatgp on^beftoebt/ 2Setoaren toilt boa? feïjanben/ Krachtige googe fconincn b?oet / $eïpt ongupr£3£>upbefê 3toare banben/
Sjnuïjanöen. «©pbetogfe:
Wat vintmen nu al blinde lien.
N3ïu begeer macgbebenë (Iet/
Moet icït nu ecn£ gaen bicïjtcn I <fèeemt boeïj in banen bit fimpel liet / Hyt lief ben Jjet an u gefetjiet / Of 't u of mp moeïjt f Hebren. %. ©jeeft boel) ben ï?ecr / ban parten feer /
Ban Sjonge op tod te begen / Secmt geen af beet / ban fijnen leer / JHaec toilt in beugïjt toe-nemen meet / 3Wfïnjtï)etblep£ Daer tegen. 3. ïtëautbe^oncMjept/ foo .JiBofe^ fept /
©an tjonge op \$ genegen / Cotbenquaben l)oo?tbitbefcï)ept/ J*a'gtoereltg ïujï en pbeïïjept/ J^oefê'tmet u gelegen? 4. 25e|ïetoffgpaIgantfcï)3tjt b?p/
© .flaegbefien^ gepjefen! ©an'gtoerelfê luflen ïjobacrbp/ |
||||
|
LIEDEKENS. 147
Socften / bomen / en fpotterp /
SSepjocftutoelin oefen. 5. JBant fulcueg / fiet I beöaegt <3obt niet/
Mm bint öet ftlacc befcf)?eben/ hierom bie ïu(i beu ^oncftöept bïiet / want tule be fttyift te cecfjt ihfïet / IBacI)tueIfcïi?iclicnen bebcn. 6* ©ik?Songe-Uen/ toiïttocl toefïen/
€11 tteecflidj fo?ge blagen / J©ant poet ccen / nac fcfyifté bebien / Cnfal'niet tebergeefê gefcljfen/ €>cï) off top toel toe fagen^ 7. ennietboojbadjt/ toeïfjabben acjjt/
<©p on? tooojben en toetenen / l©aectopgaen(' fïaen/ bpüaeg'ennartjt/ ©cï) of on£ ttjt foo toett boo? bjacfjt! ©at men 't mocfjt ften en mecefcen.
8. <©p fcat Die tiocö in 't bupfïet fg'n /
©aerboo? moeïjten op-toaïsen/ ïaet u licfyt alfoo bjanben fn'n / gin baet/ toaertjept/ cnnietinfcöu'n/
©geugfittoilt öiernae öaehen. 9. <ïl$ntoeefïbetept/ afé$emi£fépt;
Met eea geef! fitl en facöte / €n niet niet een upttoenbicï) Rïept/
<©fte ïjapj-bïecötïnge piantept / ©aec nioëtmen &em boo? toacï)ten. io. aaetonöbit'tfaem/ fnntot bmnaert/
«Bnïjetnietlicïjt gaen acfjten/ <É5cïijcB ï)et biefttoijfé toojbt gebaen / <6n beneften 't faï foo naeuto niet fïaen / Wilt ^>ncac{$ tooo?bt bett acïjten: 11. JBieWepncbingen gaet beefmaen/
£>oo ^ntacö gaet berhtatcn ƒ ©ie baït aïïenggften^ ban be baen / Eaet on£ bit toet na-benc&engaen/ ©at top niet in 't be f toaren. |
||||
|
i48 SCHRIFTUIRLYCKE
iz. ïtomen aï inber eeutoigïjept /
^n 't bup? Dat baec faï bjanbcn / <!M)barrmcnalttjtÖuplt en fcïjjept! <gn nimmermeer ttooff en beroept / I^ocft geen öoop té booj-ïjanbcn. ©aufe. i?. ©cömocïjtmenbanmetoupféntjaet/
$5eb?tjbtfnnban ïjet ïtjöen / Ce gaen op fjeecftcl-tanöen f toaet / <£n gïoepenbe panfïerg 't i$ toao; / <ü>m ïjiee na te berblijben. 14. JBaerfuïcBgenmact)banniet gefcljien:
<©ngtijoti£ban betfcöeenen/ hierom o IJeugïjt tailt toel toe-tien / J©at<©obtbetbiebt bJiït neerfiicï) bïfen/ <Paer baet fucljten noch toeenen. ï 5 • Itèaec toie ftjer fcï>?ept / fo be fcïjjifc fept/
&aï ïjietnaemaelg berbïjjben/ gin groote b?eugï)t en ïjcer ltjcnf)ept / © geugfjt ïjicr neerflicft om arbept / aBiltboefj bjoomelijcK fïrijben. ï6. <©atgpinb?eugljt/ enbe genengt/
.ïüeugöt eeutoicï) STriumpïjeecen: 5&u^Iiebe^eugt/ fcïucftt ti tot beugt S^atgpbit Sijcft be-etbenmeugt: Ifêenmacft'tbocb niet ontbeeren. 17. ï©ant foo tup 't nu betfupmen fjicc /
#m 'gblepg ïufïen te boeten/ galmen 't namaefê met groot getier/ S(n een onuptbJutTcbelijcft bper / «èeutoicöbeftïagen moeten. 18. <& SJeugfittoaer gpgaet / (laet / of fït/
ïfoubt bit in u gebarsten; ©p bat gp toanbelt onbefmit/
J©ant Dat top recïit betrachten bit/ »t3©aertoonberbattop lacftten. 19. ©jefenenbebcnmacïjmen toeï/
|
||||
|
LIEDEKENS. 149
Wê men 't recïjt gaet boojgronben /
©en fcïfêicMgcfeen booten fel/ ©ie ben geen otiettteomen fet ©ie niet cepri toetbt bebonben. 20. ©tóïjoutgaetoacöt/ bac& enbe nacïjt/
iuiït u gantfcï) becent maften / JBanbcit üoojflchtigh toel bebacïjt / C11 bf bt ben (|eec hier toe met aeacftt / 't&>\]\\ naobe ïijcfte fatten 2 r. ïfiec meebe ennbe icft mijn liet /
lïMït bet tenbefien ftcecen ïlut licfbe i|t aen tt gefchiet / Stett ftonb' bet qualijcft ïaten (ïet / ©ooj u gtoote üegeecen. Den Lef-fangh Simeons. ©p be togfé ï
Myn Ziel maeckt groot den Heer. NHÏactgp/ ï$tet/ opcecftt/
<S3aen in b^ eb' utoenftnecht / d^ae tt beïoft' gefïabigb: j&ae bat myn oogen Rlaec / ï)ebben gefien boojlaaer / «toen lf eplanbt genabigï). 2. <êm ^aligtjmaBcc renn /
Wkt boïcftcn gemenn / ©ie annemen 3tjn leere: <JEen ïicftt fcftnnenbe ftïaer / ©cc ütpbenen eenpaer / Cnaocïv3Sfcaè*lgeere. <©p be toijfé:
Als 't begint.
OSSjoebetg/ toiït met tojoïtjcïtöepbt
©etfteugen/ enfnnbetülnbt/ Eaet ong ten fïcijb' toefen becepbt/ 3Jnbefectoereïttotjbt: tyoth niet tegen Weefrit enöe bloe&t/ % 3 Ma®
|
||||
|
ijo SCHRIFTUIRLYCKE
flfêaec tegen *£ 3Beceït£ töcgenten /
i|iecom <&aiit$ fyatmè aenboet. z. W$ bjome €lni)lenm ftnecfjten /
&teït tl ïjiec in Den fïcij bt / <©etoapent aïg öe aptecïjten / 3©ilt nemen toaec u trjbt / jfèeemt bat «JMoof tot eenen &cöiïöt / <l5obtg tooo?ot tot eenen 5toeerbe / iCegen^ ben bpanbt toilbt. 3. ©ie f)em alöu£ fïeït in be toeec /
&aï bectoiniien feec toel / 3ïl quam jtjn bpanbt noeïj foo feec /
3!ae poojten ban öec l$tl; 2©p fulïen becff inöcii gtiijcli öjooöt ©at boïclJ ban öefe 3tanöen ©jeefï niet / aï sijnfc gcoot. 4. g>cï)icftt u/ fcljiilun/ cnmaecKtubooit
Ce gaen nac 'tbeïoof öe Eatibt / Milt bjingen Doo? be enge $oo?t /
©en fïcyötftomt n ter Fjarïöt / ©per en toatec i§ tt booj-gefïeïbt / ïflêaec be Jbtaot i£ feec fcïjoone / ©ie neemt in met getoeïbr. 5-, <ên toaec 't niet te bocen gefepb* /
IBp mocöten bectoonbect 31)11 / Hoe oBoöt booj fnn genaöigöepbt £>ijn uptbec&ocen fijn / Söepjoeft alp 't gout in een fomep£ / Üiecom ïaet ong afïeggen Cnöaten/ bencacKDe^blepg. 6. <©ebencKt<025?oebeciaïlegaec/
#p u beloften feec fcïjoon / <ên laet u ïject niet jijn foo f toaec / ©eclicfïniet utoe fócoon / 23Itjft in ben JBegö beg ^eecen bafl / U fionincft fal fjaefï becfcïujnen / é>iet bat gp baec op pafl. $aufe.
|
||||
|
LIEDEKENS.
$aufe.
7. <®e$ peeren tsagö fal nomen aen/
^ cm bief in bet nacfjt / «55ie ïf emcfr n fuïlen bergaen /
Met gcïunöt en groote Htacftt. b' <6lenif riten fuïlen fmelten fpec / ©e lerbe / en al ïjaer toetenen Bergaen fal tnetbenbper. 8. W$ nu ben Dagïffnel alg een ffcieft
^aï nomen op 't $e rotrijen / Jbeer fnel op eenen oogenbïfcK /
£>iet 25?ocöet|S al geltjcfc / ï?oe moefïen ton boo? alle bingo <DefcïjicïU5önnae$ettu£tooo?öen/ ,1üet een goebe toanbelingï). 9. Ï9p fal fn'n uptbetnooren gefïacfit /
©ecfïropt bier enüe öaer / 23ncenüecgatenï)ier opaeftt/ Met be 25afupn boojtoaer /
<©cï) toelcnen b?engïjt 1$ ïjaer onttent /, %at toat een teoone ter eecen / ©ieCltfifïum tjietbeftent. 10. «©pïjepïigenfmgöt lof Denveer/
<ên fijnen Saem l?iec p?nfï / ïatt on£ bibben en ballen neet /
ï^em aïfe beugt betotjfï \ Bijt gettoofi enbe onbettfaegt / <©cöencftt be groote ïief be ©ie €ï)?ifïug tot ubjaegt. 11. #?ince/ <0obt aller $?hicengoet
<® <JSobtgetcoutoc i^epïanbt 1 £t arme .§>cï}aepneng boc& öeljoebt /
SSetoaert ong in uljanbt / <® <J5obt gp 5ijt ong toeberfitfjt / «Beeft ong een geeft feer bpetigö / ÏDant gp jgt w$ eeutoig licljt ïï 4.
|
||||
|
ifz SCHRIFTUIRLYCKE
Een Kars-Liet. #ö bc iuijfe:
O Zyon wilt u vergaren. O2$?oebec£ toilt becblijben /
Met «JTÖJifio geoenebjjbt/ ©ie on£ fonbet betmqben «©ebocenig/ mcti'olyt/ 1*Ibu£ maeeftt reeïjt u paben / <&etft gem lof toie gp 5jjt / a&oo fuït gu boo? genaöcn ^n'nfaligljeptber.ülïjt, », ©e $%ett>et$ V famen fyjaften /
Staet on^ nae 23etöïeïjem garn / 3fn lief ben fpontfta&en / ï|oo?ben bat foet bermaen / W$ bat öp toa£ geboren / €ö?ifïu£bat <8oDItjc& gcaen / ï©p toacenaï bectóen / $ab ïjp jfjetnietgebaen. 3. ataetongtobenmetfamc
©en ï|eet feec excellent / $p i£ 't licljt ban 't beginne
<*&etoeefï/ bit toel be&ent / <Üm neet gebaeït ter aerben üp$ongfonbament; fbijn lief be gcoot ban toaerben / tyeeft '$ bpant? macöt gefeïjent. 4. ©e$eetetoecötbefheben/
<Ênbetbuïbebe3E>et/ ©en Menft^ gebjacöt inbjeben:
5fefu£ naem toecb' gefet
$ an o' (Ongel langï) te boten /
<&enoemt<£tnanueï/
©at 'g <0oöt met on£ / tefft öoten /
£>gnliefb' betoijft öp toeï.
f. ©jfenöeu üjflt »1 becepben /
blijft bolfianbigö tet boot / |
||||
|
LIED'EKENS. itf
<6n laet u niet toerïepben:
SMatt toiït lief De miujoot .ïitèal&anbeten betoyfen / Stooft 43obt in alle nooöt/ H faï De ©aöec pjnfcn / <£n geben fgn tögcft gtoot. <^p oetofjfe:
Om 'c levent hier na te erven weer. OCï) 23|oebet^ / toeefï boei) niet bebjoeft /
©P bie- 't gicc moet befuiren / 3!n De löeceït i£ on£ öpeft belooft / Jtëaec 't en faï niet ceutoigl) buiten / <£en toepnigï) tgbt£ buitt ong cïienbt/ Jtëaer. b' ecutoige tojcugbe neemt geen enbt / <0cg 23?oeoer£ en jbuf«r£ toeeft bit beftenbt. i. 'tattjöenbefeciöefeïti^Mepn/
©oen $aiilu£ tooojben bïneften i $p acgt' ïjet bp oie bjeuggbe tepn Met toeerbigfc' te gelycften / <0cg 25?oebec£ toilt giet acgt op fiaen / <0ntfiet u niet öcn nantoen toeglj te gacn / ©ielepttotnenletoen / afêtop betflaen. 3. ©ennttimenlcptteebecbocmenig/
't 3©elcft £y?i|ïug niet tocrgeeloe / ©ie bjeugt Die giet tre JBeccït i£ /
i^et i$ een feïepne toeeïbe / €>f top ftabben gettiumpgeett / <0f bat top too?bcngepetfequeert Wat i$ get / al£ get ig gepaffeett I 4. ?ïfêtopbaninbegïocic3gn/
©icbaet ig fonbet enbe / J^iet faï on£ letten bjucft of pijn /
Moet) be boojïeöen eïïenoe: £>aïigg 3gtgp / bie giet mi fcgjept/ oBn Do,'(iet na" be gerecgtiggepbt / ïDantgpfuIt ïacgen/ foo Cöjifïu^fept. ft 5 5. <®t"
|
||||
|
i5"4 SCHRIFTUIRLY»CKE
y. <JE»ebencRttoatbaergefcö?ebenfïaet/
ïf kt meöe toilt u (lillen / Jhm toie (fpjeecnt €f$(h$) om ma beclact / €»f om '£ €uangeli)£ toiïle / |?up£/ $of/ $ichec/ öebtgoebemoet/ <0o fuït 't ïjonbett-bout toeet ontfangen goet / <£ri >iamaeï£' t eeutoige lenen foet. 6. f et ig aï ttjbtlncfe toat ï)iec bïycftt /
©at men nu f iet met oogen / <© Cfoifl'nen / Daec niet op en ïtijc&t:
XUaet toilt u ïaten genoegen / 3Slg <©obt uoebtfel en becufel geeft: JBant niemanbt Pau ong baec af en leeft / ©an bat &p ï)icc obetnloebigï) f)eeft. 7. JBaet bat top 3tjn in 't aetDtfclje bal /
9'n^teben of in ©o'jprn / Jöoccfen top 't 01JCKC <0obt£ boo? al /
,#>oo toil öp" noobtbjuft toctoo?pen ; jt>iju tooo?ben faelgeeten nimmermeec / <&tl) bjienben blijft bp £ï)?ifïué lect / 2©etpt u betcoutoen nicttoan ben l^eer. faufe. 8. ©e^eete \ytft alfulcïien tcecn /
tëTot alle bie f)em ö?eefen / ©at fp en ïjebben geen gebjeefe /
Mtn eeniglj goebt ƒ foo top ïefen / Itbepbt met u ïjanben aïg' t bel)oo?t / S5eUeêït ben t^eete üe fojge Poo?t / #pfo?gtnoo?u/ gelooft Kjettooojt. 9. iCtoofl u met CÖ?x|ïh^ tooo?'oen feïjoon /
'Ï4 en laetu (fp?acït öp) Q^n ïBtfen -, <gn toeeft tjaec niet bic 't ïicljaem boon:
Jöeejï toel getufl in befen; %n (J5obt£ Ijanben u aïtijbt fïelc/ iBant öp tjeef t onfe ïjauren getelt / £>tjn macfjt i$ bonen 23abel|getocït. io. ©'bjomelWcnsgnin^oOtgöant |
||||
|
LÏEDEKENS. i^
<Ên ïaet u niet berboeren /
<®e prjn be£ boobt£ / nae mijn berfïanbt /
«Ênfaïfeniet aenrocren:
<©obeg boïcft toojbt bajï untgeroot /
<©efta|tijbt / en nocfitan£ niet geboot /
§>oa |)auïuj> ft\it l ton ïefen 't bïoot.
ii. <Ji^ftonaUeefbènnabenbïep£/
3Banöeïben nae onf' ïufïen / £>o niofïen ton fïecben / fmaecftt bit een rep£; „fèu boopen ton te ruften / 3©ant boo? 'tgeïoob' eecbtbeerbigt 3yii <©et 5onb geftojben berflaet Voel myn / 25egraben öoo? bat ©oopfeï fijn. ii. bitton ban fïaen op fnïrïsenboet/
Uï£ bat ton ÖJobeïeben / ^oo ïaet oh£ bïijben bp <J5oöt£ tooojt goet / m§ be Ipofïelen 't bjeben / ^ïecbtenoerecöt in fijnen graet/ <ön acftten op geen bemuften pjaet: atact u niemant antcccfcen be inaet 13. «©ajïof 25?oeGcr.£ ooft toaer gp 513't /
2Jcft groet u aïtefamen / SMijft bocft boïfïanöigft in ben fttijbt / IMt op geen .ffeenfegen ramen / SMjoubtb' KlpofMfcbe leeringnet/ <®P bat tt niemant en belet / Ócftïaetongtoaftenin't gebebt. <0pbe 3©ijfe:
O Chriftus Godt, Heere van groter waerdeii; 0€ft?ifien 23joeberen in 't generale/
j&eemt beef' tijt toeï in acgt / W feftoon bat het on£ bier nu aïtemaïe f ^cftijntnaben ©ïeefefte facftt: Jfèaee ftoubt toel goebe toacht / ©at gn na £>prac1$ ïeeren/ (l^'tutoelsaetmetblijbt) |
||||
|
15-6 SCHRIFTUIRLYCKE
fju be bjcfc be£ ïfeeren
blijft / mant om te betftetcn / <23p ban groot pjijcftri lijot. x jScemt öiec Doch. in bm tot utoen boojbeelbe/ ï3w taébatSfracl/ 5©oen fp faten in ©?pbom enbe toeelbe / ©edietên 45oöt£bebeI: <©! bat hetbleefcïj rebeï ï5jcc toeon^oocb niet bjacïjte/ <©at men on£ '£ bïep£ geracb / ©m binben toonen f aebte / <0oDt3 gebobt niet Mepn atbte / jüaet ïicbet ip'en ongemacb. 3. $oeganfcb niet/ öebbenon£ bjomebooj»
?(ngeflen f meert norij bpet / (faten / 5a |)»'ec baei* ïebcn bebben fp berïaten/ €>m <6oDt£ moojt goebettjjec /
^otn heeft be iiefbe fner «Öcbjanöt/ feerIjoogberfteben/ Ml&et boaet i£ 't met on£ beeï gnbefeutijt gebïeben* 3ü£top om eenbjp ïeben gschicc boen bet tegenöeef. 4. &u eïeft wil noch neer jMjjcb fojge bjagen/
€>m tegen fijn getnoet ,l5ict te boen om menfehen te behagen /
*©ao? tact ban bleefcïj en bloet / JBactbeeüiebetmet fpoet/ <©m <6obt£ rooojt te betïiefen '^toetelt^ b?ientfcbap/ en bat Meecbet i$ (hooghom pjtjfen) ©00? fnn beeï te btubiefen m$ öact 5p '£ 0emefé fchat 5. .fï5a'et 't fclujnt nu toeï een tijt om te beftia*
3©ant men boo? | bïeefchj boojfpoet / (gen 5©cn loop na 't ^emelfcïje feec fiet beïte^gen / turnen om't aettfcïje floet/ <§>oo
|
||||
|
LIEDEKENS. ïff
&ooijeeïneerfïfgf)eptboet/ .
<0mDat,bpeen becgaren/ <0mftiec foo eenen fdjat £>nnKfnbcc£boo? te fpacen/ 't iBtkh Dient tot groot bef braretï <@m gaen Den tccjjten pat. 6.3Bant men 0002 Dee£ fajgbuïDigfieit bf r ftoo* fóan / feec ïicïjte 45obt£ taaajijt / (een jèoo bat men geen bmgtcn öaec wnt Kan fpocc»/
,Éocö licïjt fïen nomen boojt / ^>oo noc|tané toel beöoojt l Hut on£ een ïi'cljt te fpjupten / ©at na <0obt£toiïïc fijn Eicftte binnen en bupten / J1M ton öoo? '£ 45eefïg bictuuten / 2tnöerë<!5oötg ftinberg fijn.' $aufe. 7- jïfêaecöe^eetefn'n ftinöemtof&ottett
föa/HjDt / foo fcïnifr nptlegïjt / €n toie afê bafiaêtöen hu feftiet Ijeen tooiim/ Jbonbet beé fttup^ anbecïjt: JÊp moeïjten toel met recfjt 25ibben in oefe tijöen: ïtëilt €>^eecfonoer ftorjefe ,!©et mate ong Jiafïtjoen; 3$ant betet fyiet te ïijpm ©an namaefë eeutoigfijeft. 8. mant top tec £>aligöept nu tori bc&oebejv
©at gw ïjet enöeroonbt / Üoeoftop'tmepnben / tnbrgingt bepjoebcn/ ÜHe on£ ïjetten gconot; <ön foo top t' eenec fïonbt 45ingen iïp Stomme toegen / ^ootoilt on£Dodj met bigot/ ©00? ugenabigfj ffegen Eepben toeber tec bcgen / &ettoijiï)etnocï)3prDt ^T |
||||
|
ij8 SCHRIFTUIRLYCKE
9. <®üj bjicnbcn 't fcljijnen nu De ïaetfïe Dagen
©actban De fcfoift booj-fegt / «öen öjoebigen tijt / koel om te befeïagen! 3Bant ï)ct geloof oprecöt / «Bn lief Deblieöen toert)/ &oo men aofcljout met pijuen / <ön 't licht al£ nu pjefent / 2Segint boucfter te feïjijnen / 3ja bn-na te betbtotjnen ©at men 't nam meet* en bent. «o. <©cböetfyntoel beMagcïijcnc faben/
©ar Ijet aïfoa tocgaet / «JMjof tonnorheen^cec&tmocftten optoaben/
<êtt bat betbjcföt te laet: 3Snöer£ bjienben / toat caet i Confctbaet nietten beften ^fiet / bug laet on3 toeec iUfefo' fn on£ bette 'bcfïen; «©ojloföiec mee ten ïcfïen/ 25cbeeïicKU Denneet. A. W.
Vandeootmoedigheyt Chrifti. <0pDetOtjfe:
O Chrtftcn Broederen in't Generale, 0€o:ifiusS (©oSUfecre ban groter toaecben
Jbupbet Eamnteften foet: «©p jijt ifi 't bïeefeft berfcljcnen op Der aetDen Jfè'ctaïfoo groot ootmoet/ <6>ptjebtDat eeuteicb goet / tï ^eerlijcfthept berlatcn; Üboïchfcïbebefocbt/ ©ie in '£ Dooöt£ fcïjaDtiin' faten / ïipt Stieföcboben maten / ©enmcnfche Dier genocht. 2. 43ptoaett geboren/ &onincifs groot ba» niacï)te / gn2?ethïe!(}em!3fuDa: (©an
|
||||
|
LIEDEKENS 15-9
(©aneeuecmaegt/ oofmoebigban gebackte/
^iebooj<{&obt bant gena/ <Öefjeeten lïaacia) Bil in een fïal ban SSeefïen / 3|nacmoebeaIbaer/ <0 <©obt ©abet bet (©eefïen / Mm matchte niet bed fee/Jen Met utoen Jboon eecöaec. 3. HDant bacc en toa$ geen pïaet^' (n be Ijetbeu <ê>m ben ï|eec te ontfaen / (ge / ©otmoebirij 3Lam/facï)tmoebicö bjpban erge/
^oc 3i)t gp boo? gegaen; ©e bootfcöap toett gebaen / &iet aen feec gtoote ïfeeren: Mm aenifecbecen flerfjt} <0 iBenfcljen toiitu fteecen Cet Cfeifltmi / enbe ïeecen <©atmoebicï)3ijn opcecöt. 4. pimpel en fïecftt quam oorft utoe boojbobe
&kt in Hleebecen facïjt / ïtonincR gp bie / geïijcfe te 5tjne <©obe
<©een cooff en&ebt geadjt; €ot,ïla5acetft bolfaadjt/ Snufjepïic&ïicöanïe/ tyebt gp menigen baci) / M. <©ubec#' ge|)oo?fame / ^aer bocö in utoen $aeme / 3W ïjaec faïigöept ïagl). 5. <6eeni)ooge/ toijfe/nodj<6beï geboren/
©anbec 3©erdt ge-eect/ «Sn&ebtgp tot Slipofïeïen bedtocenj
j©aec ttiehfcïjen ongeleett /
Stlbaergp ftebt becfteert/
ï?ebt gp ©iflcïjer^ gebonben ƒ
(Cec<e»aïileetfc&ecgec/
?Pieutenfdbenfïonben
©oïgoim/ naubecmonben/ .
|
||||
|
i6c SCHRIFTUIRLYCKE
üÖn lieten ftaer getee.
6. # i©anbelingetoa£bm onberbolgen/
3£I in bernecbertUept: 2tltoaer gpgaet (fpjaeftcen) toil icltubolgen
.ïtèaec gtiijcbtöern gefept; ©often tjebbcn (pïameut) idolen / üe ©aog'ïen neften; 0 fóoniutK goebertier / Sjjnöeeg'ltettfclje getoefïen <5ti öabt gp niet ten beften j 0m 't hooft te ruften pet» 7. £>atöangincKual fijn rijenen bettonen/
.ïBaergpacïjte^ntetj m§ ti be menfeften ftonincn toflben «tonen
<H5p jijt geöïoabensfet;
€n até 't oocfc i£ gefcljict
©at ügjongerenucben/
(0m be meefte te 51311;
<£>pïjetit gen-Urn grgeben
2üï u oonnaebfeft leben /
«öengoet ercmpclfim.
©aufe.
8. ©e toereltttjc&e koningen geerfegappen
peeren fijn fp genaemt; jfeaer al bietoilïcn bolgen u boetftappen (
W fuïcft£ niet en betaemt: IBantgp om bienen quaemt/ ï^ietoni gebient te toefen: Bod) fêbit uberraaen: IBojbt niet om googlj gcp?cfen / 3&e ^epbenen na béfen/ &eet iribrtoereft fïaen- 9. «0!,ilooföetben©abecbatöp't liet toetrn
<E>en iJÏcnnen (fcer bemint) ©an'tlfemelrijcKebe googe fecreten/ 43p fegt: toie afê een ïtint/
<0atmoebigg fêgefïnt/ |
||||
|
LIEDEKENS. 161
9tn 't ^emeïcgcft 6e meefïe/
H$ oefen erceïent: ©ie acrem fnn ban geefïe / 9in bte f emelfcfte tfeefïe: £>tjn «5rfgenaem benent. io. fóonincft bangnonootmoebicïjban %m
«£n factjtmoeöirij becmaert / (ben/ <0pquaemtop een <£5elinnne geceben/
Ce 3|erufaieni toaect} üpt ootmoebiget aert: b' 'SEpofieïm ftacc boeten / <©etoa)Tcï)en boben bien / <Daet oocft in utoen focten/ ïfepligen name motten/ ï^aec bupgen alle ftnien. 11 .©oen u tori bjeugt öabbe mogen gebeuren/
l^tbt txn betbjagen fmaet / <&ee(Trien/ fïagen/ fmectenen öoïeuten/
911 boo? onfe migbaet (
©ie ïinjgfïien opfïfnaet/
Heen fctoone op-fïeïben/
©au bootenen feec feï /
U befcljimpten tn quclben /
$|aet ïafïeten en fc&eïben/
Üebt gp betojagen toeï.
12 ga tot bet boot/be boot beg &rupceg frfjan*
<6p u ootmoet betoee|i / (biet) / €> ^eet bet peetttjc&öept feec gaeöethanbïcö / <É?»Pfïo?ftenbebetreefi/ ©aec boo? (aïfoo men leefï)
&ft gp b?p ban betfeere / Mu an 45ob$ tecfttet&ant/ «JMtroont metpjijg eneere/ <Bp pebt met fneflen feeete / ©ertoonnen ttiumptjant. 13#?ince hoecH-jfeen ban ben ïjepiigenCenv
©aftin ben <aeeft geplant/ (Jtf/
% &*
|
||||
|
i6x SCHRIFTUIRLYCKE
<©p 5tjt in ootmoct ong een ttdjt «Êrempel;
Maetgpboet toeberfïant/ «E>en fjoobeerbigen / toant/ 45pf)aetaïfulche twaben; J&aer bicootmoebic!) blijft/ i&ic geeft gp u genabe/ ^atfgn giele gefiabe/ ©oltufïentoel beklijft. K. V. M.
€>p be toijfc:
Tohannes fpmck met woorden foet. OCeutoigïj <ï3obt ban macljte groot /
€>p 3tjt een &oning& toijg ban raoe. 45p nont betïaflén uut ben noobt / <©nmetcïtjcïi t$ u genabe / M goet&eöt buirt b?oegfj enbe fpabe / £>p tepcftt tot aen bes lf cmefê enbt; 2Mt DocftZpon bebjpmboo? fcïjabe/ <©at fp mach, blijben ongefcbenbt. z. &oa?uta£n<£5eefïtoiltbocöbpfïacu
H aïberliefftc 25?upöt bérftocen / 2©ant fp i$ met ïijben bebaen / <!5cïi)ft eenöoo^onöcrbe boren/ ïöant &atan feomt met grote» toren / Uto? ©jienbinne gubcnrjbt / <0 Ij^eeee / toiït ïjaet uiagen ftooren / 3|elptöaer bertoinnen in Den flrtjbt. 3. étnjbttyoom/ mijnaïöerïieffïe2l5?upbt
45rnptmoet en toiït u nietbertfagen: <©p moet fomtijt£ ter poojten uut / «£>m mtjn berfmaetïjept t' fteïpen bjagen: Jtëilt Rloechelijcft u lebcn toagen/ ©jeefï geen jlftenfcgen bic 't ïicïjaem boon/ Eoopt eenen loop fonöet bertragen / <$p fuït ontfangen '£ lebend ïüroon. 4- WïebcngUroon/ in'g Ücmri^ tö?oon
|
||||
|
L I È D E K E N S, 163
§>al tcft fcïjenc&en unt lief ben remie /
<6n Dienen aen mijn tafel fc&oon /
ffil;jn goeben too?ben u gemepne:
<& 25?upbt mijn jonft en ig niet fifepne/
©f e icït u bjaegï) in 't fjerte mijn /
<&n fuït b?incften upt '$ lebend tfontepne ƒ
Cn toecöt bebjijbt ban '£ boobt geprjn^
5. ïï Maften 25?uptKgom foet
2tjn mp een troofï in bmcft en Ijjben/ 3Baec beo? icft mp berbinben moet/ 2Beccpbt 3ijnbe met u te fïrijben / Jfêaer 't btcefrf) i£ «ranch tot allen tijben /
©engeefïtoilligïjomboojtte gaen/ 3©eefi mp l|eece ter rechter 3jjDen / ©at mp ïeben nocij boot macg fcftaen. 6. 'tïebeninbefen quaben tijht/
3Jsbolbecö?iet/ ftoachenbeteece/ Jüicrom / o $eet gebencbijöt / jlbter cftt on£ in u oprechte leere / <&rfj! en berïaet het nimmermeer*/ H ©tmbeftenrepn gemaniert/ <ü5ecft bat haer fiem u altijbt eere / «Enbe noch bacïj noch, nacfjten biect. j. $aufe.
7. €5 Spon teer/ bjeefï niet een hap?/
JU^ercKt toéï op be tijben boo?ïeben / 3©acen fp opt berlaten ftoaer / ©ie betroubjben / en ïjieïben mijn reben i
Met bie heb icR aïtijbt gefïreben / «Snaigmijn oogh-appel betoaert» ©en bupbeï toil icft onber treben / Cn u niet ïaten jijn beftoaett- 8. Mn'ntroubie groot/ o23?upoteerfaem7,
£>aï icn u houben fonber «renenen / ©00? <©obt beïyben utoen naem /
©at eeutoigh tfnch faï ten 11 fchencïten / ©an fuït gn afé be £onne blincften / _ |
||||
|
i64 SCHRIFTUIRLYCKE
gin 't ftijcït mtjn£ ©aöet$ excellent /
<ên alg jleernen(fcöiltbit bc&ercuen) 23>lincften am '£ i-Jeuielg firmament 9. I&aogötoicerbigh 2$mpörgomgc-eett
©00? u moe t bupgen hier bene ben / Stlle ftnpen-' inu jftame toecrt/
^nuaUeentoinbenuJu't letocn/ <&' <£ngelen fïaen bod? u met betoen / <6p 3t)t tepn / öepliglj / onbeblecnt: JlEtaertopöebbentoeel quaetg beöjetoen/ <£n 3on bcbonben onperfccKt. 10. iCienbupfentponbt/ i^ onfe fcöuïbt /
3Bp fjebben niet om te betalen / <!E>i^eetjfjebtöotf) met ong gebult/
IBetugenaeb'toJiltong boo?fïralen: 35u£ met <ö(ïöer iöp neber baïen / ©00? utoe gtoote léajeflept; MeemtWgh / o ©eere (fonbet falen) <®n£fonöen/boo? gcnabigfjepbt 11. gg't bat gpmptoan betten tojecfï/
<6nliefr)ebtupt alu toer mogen/ gStït faï u fanben minfï en meefl
3©cgi) nemen/ enbeboentoerbjogcn/ «£n aenfïen met genaeb'geoogen / fgtjn u fonben bloebt root onrepn i Hnt liefDe toil fch u tocrfjoogen / «S>at fp toerben fneeub) bjit certepn. ii. ^panaenfcljouujtbegenabe bloot/
©ie icft u boe / mijne bjienbinne / <©m u berïoflên ban bet boobt fflag itk geboobt t' itocu getooinne / JDawticntoja^fttancbupt rcpne minne/ itro? liefoe ïjeeft mp boojfiraeït / 55at gp nu 3ijt mijn ïloninginue / ©aerom neb itk u fcïjulb' betaclt. 1 3. 3tof/ eec / en bancït / moet u gefc&ien/
S^ttë Vb? etöigf) ïioningö tooi genaben / «Pat
|
||||
|
L I E D E K Ë tf S: i6S
pat gp mp tipt 'g ©upPelg befpicn gebt bebjijbt ƒ en üan fonb' ontlaben / <®ec pellen poojten mogen niet fchaben/ <©ttpbel / norhbodt/ nocft'theïfcf)tempce|ï/ &P 5ijn bettoonnen boo? u baben / ©ug hoorn ith tot to?cngl)ben-feefï. ij $aufe. H- CeceetenbannfBajrfïept
JBiUcftberteïlen ntoe beughben/ IBant boo? utoc <!&enabigl)ept En'n top üecbult met grootcc bjeugfjben i . <© bloepenbe fioeüe bal jeugljben/ ©juchtbacigö bol bacmhertigfjepbt/ <©ie t^enligcn in u berïjeugftbm / M^fpulofi)tbbenbecb?e^bt. i y. £>oo gp altijbt na 't goebe fïaet /
©etciert met beugïjben / 't mijner ceten / &oo fal kh u / 25?upbt beïscaet ©erciecen met biincftenbe hïeeten / ©anfultgpeentoigö jubilccen/ «Sn bjoltjh snn op mtjnen jïoel: H bpanben fal fcft berneeren / <Cn toerpen in ben bnergen poel- if>. 3B>anfultgpfïaenmetgroote tojeugïjt/
©jpmoebigh tegen u bpanben; <pïe todche ban om ftaec onbeught» ïtècubengefïraft/ metgcootet jthanöen/ &ncïjtenbe / tojingenbe ïjaet hanben/ iinctf' bet tanben / met gtootet noobt / ïtëantfpfullenöaneeutoigl) bjanben/ . üacc qttaie toert bie ttoeeöe boobt. 17 <©<!&obt! u^inpbt altijbt betoaett/
<E»atf' onbeftoaect/ blijft in u jebe / .fèeemt op u hoophen goet regaert / ïfttoontfe met n genabigïjebe / jbchencfct hace bat ecf beel in u jïeöe / ©ie bol iji pan goeben plapfant / % 3 45eeft
|
||||
|
i66 SCHRIFTUIRLYCKE
<S5eeftï)aerbenrecljtenïepber meöc/
^alietjjeerltjcftbeioofbe Eanbt. 18 <& $?inee <!&obton£%>oftmanb?oom/
JMtu-Öemeentenu op-boutoen: 2©aecfttaltnbt£ boo?u epgenoom/ 3©iltïjaer met uto?n <Öcéft beboutoen/ ©at fp u folie in 't benoutoen / 2©ant 8» alleen lof toeetbiglj 3jjt: Xooft <J5obtal bit op Ijem betroutoen / ©jtbjepbt fijn eer e t'allee tnbt. Na de Vermaninge. <®p be Vurjfc:
In mynen noot.roep ick tot u , O Heere! f\ 6?oote<0obtJ Mmacïjïiglj §m bet ïfceren
^-'X&v fingen lof/ u ï^epl'ge Maem tei ceren/ <Ön banefcen u / boo? u toelbabigïjepDt ©ie gp on£ boet / boo? u genabigfjf pbt. z. Bat gp on£ nu Ijet ï| emelè 23?oot ten leben
Ü ^epïfgï) 3©oo?t tot fpijfe Ijebt gegeben; <2u miïDelsjcft (öaer boo? ons f toaeft gemoebt) <f3efpijft/ gefïercïit/ en 45eefï'ltjtK Ijebt geboebt. 3. JlMt on£/ o ïf eet! met utoen (Beeft bebou*
toen/ ©at top u tooo?t in 't ïjerte bafï Mjoutoen /
«Sn bat Ijet nietbertteentoa?tnocb beefmoo?t: .fUacr t' allee tnbt / beeï bmcljten b?c»ge boo?t. 4. <ên niet beltoojt too?ben boo? be? blcp£ fuf«
3®ie ïjaet tegcn£ be 31e! ten fïnjDc rufïen: (ten .Ifêaer meet en meer / in lief b' en Ijcpligïjepbt (Coenemen / en 'oi.it meer ten leben lenbt. 5. ©at btbben top / o! €>pper-bo?fï bcr tö?o*
g!n b' een'ge naem ban u beminbe £>one / (ncn/ ©erf)oo?toiip ïf eet! om fijn uerbienft en fmert. Wv off'ren u een gantfeö gocttoilligfj #ert. |
|||||
|
<©P
|
|||||
|
LIEDEKENS i67
<©p be fcoijfe:
Gy Chrift'nen anhoort dit kleyn vermaen. . C"weet anfiet mijn lijben groot/
• / <6eeft mp fïcrchï)epbt in befen noot <&>p bat icït niet bef toïjcne/ Mattht mp boïfïanbigï) tot oet boot / 3Dat icft ban u ujaerïjeptniet toijcfte. i- <® (Sobt flevcftt mijn betcounjenftïepn/?
IBaecftt mp ban aïïc 5onöen repn/ 3B<lt mijn ^eïoof bccmeeren / ©an n homt al mijn ïjulp' allepn Btoiachtigfi fêeete ber peeren. 3. ©aöec bergeeft mp aï mijn fcïjuïöt/
'ft IBeet gp mp niet berïaten fuït / Ifèaecftt nip ïcrê ban mijn fonben / <©p öebt mp met u <!3eefi bJtbuït /
3Bie fean u goethept boojgconöen. 4. 3|eec ban u ïtomt mijn faligfjepbt /
IDiit mp bedoften, niet ïangh/ en bepbt / .ftïijn ffkcfete / mijn jleen berïjeben / Mm toeblucjjt ïjeb fefe op u gelept / 43p en fuït mp niet begenen.
5". <© <6obt / mijn £>iel i$ feet bebjoeft/
H «üJoöïijcne ïjuïpe fp behoeft / 3Baetom ïjebt gp mp berïaten J ïfeïptmp/ oïfèete/ ntetenbertocft/ 3©ant beeï jijnber bie mn Ifjaten. 6. 3Batbeb?oeftgpü/ o^ieïemrjn/
3Baerom toiït gp foo truirigï) 51J11 i £>teït tt bctrouoüen op ben ï^eece / 4Bp fuït anfïen fijn Macr anfcfnjn / H Dmcïi faï in bjeugt berftecten. 7- <ÖrigeIoobigentoeeftberbujbt/
€>f gp füepn ban getalïe jijt / JBiehan/ of macïj u letten / ^'töatbefeeteboojon^fltijöt ^ % + uwe
|
||||
|
i68 SCHRIFTUIRLYCKE
Wit faï getn tegen on£ fetten.
8. ©e ü|eer i$ ftetchtt Dan eenigï) £>tot /
3©eefïmpeen befc&ecmenbe <!5obt/ jCegen aï mijn bpanben / <*&P5Dt/ <&®ttil mtjnbeeï en ïot/
ifêelpt mp ban Der 3leeutoen tanben. 9. <0ï|eere/ macötigï) «n ben flrrjDt/
Hooftman gftnefé ong beb?tjbt / jfean&e&icRbedangen/ H bienaer / Die betbolginge ïybt /
3Mt &em in u Snjen ontfangen. <©p be toijfe:
De Winter is vergangen. Oï^eeee ber ^epjfc&aren /
j©pbtbDcnu/ berfjoo?t 't <6ebeot ban u ©ienarcn / ©ie b?eefen boo? u tooo?t / ï©p nomen metgebeben 3000? u frpligen Cö?oon / J|oo?t aa§ na u goetïjeben / ©oo? CÖJifïum utoen £>oon: 2.. <©n£ fonben Doen on£ fcf}?omen /
€>! ï|eer/ foo'ttoelbeljoójt SSpuomïjuïpteftomen: J©ant top fïen in u J©oo?t ©at u bpec-blammenb' oogen / £>oo cepn fijn / bat fp 't quaebt 4£n 't boog niet ïtjben mogen / <$cö! ïjoojton^uptgenaeb'. 3. $eet gp ïjeöt onjÉS boo? befen
BabecUjcftgeftafïtjbt/ H ftoebe tm$ antoefen / ©ocö toeer goebigö geb?ybt ©an fdjanbeiijc&e SSeefien / ©an Dieet en {jonger groot / San oooge-bioetg Cempeefïen / ©et»
|
||||
|
L T E D E K E N S. i69
©etloft tipt <©o?ïoglté-noobt.
4- Maet lacg > in'gmenfcïjenïeben
Mm luttel ueet'cingft, meeclu. iï i©oo?btnteI niet oin genen ? H fïraf toepnigï)ö?ucï)ttoercHt / ï|et aerbtffcp, bat fcfjijtït beel boben 't ï^emelfcï) toerben betr acljt / Jlfêen bergeet u te lotocn i ïï «Öertoerbtnlepn geacljt. f. ,0u ftomt uto' §anbt ong ranen
«5n po?t on£ toeer tot boet / (STotuochJ ïfeertopnaften Jfèet een benautot gèmoet / ©eb! J|eec toilt ong ontfermen / <0cl)! JÜ>eergenabiglj5ijt/ <©cïj hoo?t ong bjoebiglj ftermen / Heer / fcfjelt on£ fonben nutjt. 6. <©n<Smi£baben5ijnbeele/
ïfeer/ en ong fonben groot / Jfêp toillen 't niet betalen / 3©ant 't i$ u naecfet en bloot 3©p bekennen on£ fonöen / #cf)! gaet niet in 't gericht Metm$/ toanttopenftouoen/ ,föiet fïaen boo? u aenfictjt. 7. Ucïj! J^eere toilt aflaten/
Straft on£ niet na berbienft' ïiafïijbt on£ boef) met mate / telpt on£ op 't onberfienfl /
cfj! ©eere toecfïgenabigïj / <©cfj! f eere J|eere ïjoojt / ^eelton^/ gp5tjttoelbabigïj/ H gunfl buirt boo?t en boojt. 8 J^eer toilt u fjuïp ong fenöen /
25lnfton^bpinDernoot/ iCroofï ong in all' eïïenben / ©oo? ugenaöe groot/ % 5 &9
|
||||
|
ijo SCHRIFTUIRLYCKE
«©pbatuptmonbt/ enïjerte
ïjtoebloepbancft/ en tof / 3M£ gp betlofl upt fmerte <0p ong geeft lobeng fïof. <0p bc töijfe: Swinters Somers even groen.
Ol&eece <£5obt / ban grooter macljte /
j^tcmant on i£ bocïj uto£ geïijcft / <ü5p fpant öen Sfemel upt met hracljte / <©bet be gantfcïje Jfêetelttoijbt / €> £>cöepper «Öobtban aï-te-ntaïen / ©ooj u moet bupgen alie Itnpen / «Ontfermt u ober Jf enbjictt berfïralen / 5&00? u <(5eeft laet ïjem troofï gefcftfen. z. SM ligge ïcft f)ier nu bertreben /
Boa? u / o Cf ere 0 'tnaecftt en btoot / ütoen Mame öeb feft Deleben / "Ullt mo?gcn toacïjt iclt be boot / Jètercfetmp/ o<ü5oöt/ in bit benoutoen <©at biii ich u upt lief ben reen; Sfeft moet berlaten mijn $f up£-bJOUtoe / €>m u toaer jjept en anber$ geen. 3, ïfieromme toilt mp boei) bctoijfen
ögoetnept/ Sfeer/ gpbocjjttieltoeet/ JÊtjn ©Jou en feinoerfteng te fptjfen / 911$ gp be 3©eüuto' tot #>arepta beeö't / 25etoaert mijn ©jou en 4$inöer£ ïtlecne/ €> ïfeec / boo? urnen goeben raet / <©p bat ban mijnen bïoebe geene /
JJn u toeltomfï berloren gaet. 4. ?Hi^'t bat bjp nu moeten feïjepben/
Ifèijn liebe ©jouto' / met gcoot becb?iet / 3taet ong met ujötfaemöepot betbepben / <®ie toeftomfie De£ ïf eeren fiet / $e Ipt mp ben Sfeer ïoben en pjijfen /
Jfèant top lijben niet al£ een #ief / 3©p fuïïen uoeberom bercijfen / €toofi
|
||||
|
L ï E D E K E N S. 171
iCtoofi u ïtfec mee / mijn ^cöaep mijn lief.
5. Hl ben fcftubiecnu ontnomen/
©00? be (Cptannen to?eet en fiout / 3©p öopen toecc bp een te ftomen / 2tlg be ^eete fijn <©o?beel fjoubt/ <©an fal" be ïf eet ong te ebt met ftcacljten ©iet bnbbeït toebec tojehen fict / ©ie ong om be toaecljept becacfjtcn / JBaten betetgebotenniet. 6. 2tï ig 't bat top nu moeten ttuiten /
'& en fal niet lange buiten b?p j <©cn ©emeï bie fal oocft fc&etiten / 35en bagb ban betaling' i$ m ho / <De 1%me ftomt om 2pon te tojruen; ©ie 3'ijn bolcïi fyiet Ijebüen geftaet / gullen ban ïjem too?ben bei fïefcen / W$ afcfo onber fijn boeten quaet. 7. <®e belofte 1 <É5oöe£ bol troutoen /
«M $etftliaapïsen©epnoot£toeIbetfnuV £>p toilbe mp gefeïftöap Ijoutoen /
©oen fp fag!) bat ben J>cf)out mn bingo / gjcft acï)t mp felben faligb te toefen/ £>p?ac& onfe liebe £>ufïec tot mp / ©at kh om 't töijclte <0oöt£ gepjefen / Met u nu oocft macï) flecben b?p. $>aufe. 8. Ifèap&enonfejjufïetbequame/
$oubt aen be toaettjepbt ftïoecft en flijf / £p toil toeï om beg peeren fèame ,$u berïaten &aet jonge lijf/ &aet ïtleebet£ toil fp toatfcljen fcbone / . S,n 'tbïoct beg %am§ feec beiicaet i ©e ^eet fal 't&aet toel toebec Ionen/ %ï bie b^oom boo? be toaetïjcpt ffaet. 9- jüöapften Ijaet JBoebet feec beminöe /
$aet beecbe feec benouben fiam: 3©aet 't bat fp <£obcg <£eefï becfmbf ft>P
|
||||
|
i7a SCHRIFTUIRLYCKE
£>p foube nu nfet toefen gtam:
IBaec feomen alg be jfcioebr t öebe / &oo ton in JBacgabeen berfïaen / <ènHe ttoofïengaec ©ocgtet mebe f %\$ fp gaec feben &oon£ geeft gebaen. io. Jlüap&en enbe ï|enb?ic& bergtalen
<3eboeïen bepbe upt 45obt£ tooo?bt / ©ie be ïtcoon beg lebend toil ïjaïen / ©ie moeten boo? be enge poo?t / 30e toegg i£ fmaï / en engï) te fteucen / IDp moeten bjfngen alfoo fïtjf / ©at aen be poften ban be beuren Ifèoet nu bigben on£ bepbec %gf. 11. ï^iec mebe top u 4J5obt bebeïen}
Jïün'n£>cgaep/ mgnaïbetlicffïeïBrjf/ 3Iaet on£ ben $eet' fingen en fpeïen / %n 't gerte / fiaen boo? be toaerïjepbt fïg'f; Hïliggen top op Hiecbenüecbctcn/ 2©p fuHen met beffêiaegben togg / Hiï ban get gout be£lcbenj> eten/ ©at mibben i£ in 't $arabg£, j 2. 'Jdbieu ganneften becfïtaïen reene /
?tbieu mgn bïeefcg en oocft mgn bloebt ©ient boeg ben idcec/ u <ü5obt alieene / <JMgcft ai£ iteïit ^jubitg b?oet / SSlgft in 't gebebt / en fmeeeften mebe / <0eïycR a\$ ^aulu^ oocft betmaent / ©ach enbe nacht met ftupfcften 5ebe / «ÖeigcR een eerbaet 3©cbuto' betaemt 13. ^iecboo?/ <©i©obt/ ban ^emeltgche
SSibbe ich u bagg enbe nacgt / SSctoaect mgn biet ^c&aepften^ gelgcfce / flöant't(iaetalleen inutoemacht; <©m utoen Jïaem ïaet ieft mgnïeben / ©ité bibb' ieft u / gp hoogfle Regent / UMt cg?i|ïum utoen %ont geben / .ïiEïgn ^upgbjouto' tot een (Cejlamcnt. |
||||
|
LIEDEKENS. 173
Beklaghover zigh zelf. ©pbetotjfe:
Daer was een Herder wys vermaert. OHeece icft moet Wagen u /
5l>ijn©leefcbguaef om bebtoingen/ ©ocbatöetmugaet plagen nu/ 55ii£ toilt bocfj fonbedingen / <& ïfcere <©p /, toetenen in mp <&at toilïen en 't bolbjingen. 2. 3©ant icftbicftmael nau betoel
tooge met neecfiigöeben/
•encngentoegb te lopen fuel/ 3(1 lept lp fecr beneben: Haaermijnblepgtiuaet// fuïcb£ toebetflaet/ 't 3i£ bf m te nau om tteben. 3. 9n mp bebinb' icft toel ben toil /
^eec / om 't goe te befïupten; .ïlfeaec o lacp! boo? 'g Wepg becfcftiï / &oo ban icb't niet bolöupien / tüfèaet bat ich niet // toil / bat gefrfjiet / &uïcb£ boet mp bicbmael trupr en. 4- JBautliebe^ter/ afêlcbDanboojt
<J5ebencbbijn J|epïigb toefen/ «Ênobetpepnfe in bijn tooojt/ ^oe bat gelijcb in befen gullen fijn top // boïmaeht abj gp / <£n $enligï) foo top lefen. ?. J>oobinb'icftmp/€>ï|eecefoet/
25ebjoeft tot befet tijben / ©er pellen angbfl mijn gemoet SSSenoutoen t' allen jijben <© J^eer! toat caet i fonbec u baet ïtoom icft in noobt en lijben. 6. 3©ant mp buncftt bicbmaeï bat ith bloot
©anu/^eet/ 3ptoedaten/ <©ao?bfenic&ben mijn tcaegbepbt gtoot/ toornt mijn ftoacnienbt tebami i 2$e?
|
||||
|
i74 SCHRIFTUIRLYCKE
SSeftoringfjfïet// ïaetong DocJj niet
atrjöeu hüoen be maten. 7. €>liebelfeece/ gaeftgpoat
!3jcft mijn gemoet toaet ^eere / ïif oe ta£ toon ieft Den enge'n paöt
©co?DJÉngcnnau leere: <®p actbenniet // en toare pet ©at mp fouD' öocn omfteten. $aufe. 8. jiBaet och! toat i$ baec al te boen /
gcuftan^mpmet betfïnnen ' fsifë ieft mp tcit beugftt mepn te fpocn /
di 't bleefcï) te obectoinnen / Sïa pooge caé // op 't feibe pa£ / ©en ioop foó te beginnen» 9. 3ja ben ban bidt foo tori gemoet /
€>m ti foo met berïangen - Ce Dienen / maec Iae£! onbecfooet
<£5>aet 't bleefcf) fnn oube gangen > (Cetecftt ieft ften // aïp bat ieft ben JBeteenfnoob blcp<> behangen. xo. jüaer bïecfcö / of icfe na u aptijt
9Süeefbe beferutonJ lf oc Djoebfghjcft na befen tijt JUu ieft 't moeten befttiren ? ï^eet mp beöoet // toiït boei) on$ boet S«i tt béftagen fiunten. fc 11. #ch!ofbochicfteïïenbigmenfcft/ ©anbitnïeefcfttoaec ombonben/ <ön u ban herten ('t toaer mijn toenfeïj) ©ienbe met blijben monbe$ .ïiïïaer nu / lacn // foo boel ieft mp ©jïgebjeefteneh fanben. ia. gfnmtjnellenbigljept altoofï/
JEMec ieft lange betgangen / J&aer u tooojt niet getoeefl mtjn ttoofï ©at gp noch toilt ontfangen/ |
||||
|
LIEDEKENS. 175
^ieftomt tot bp,7 enbeïafop
23elaben en behangen. j 3. Mu een bccflagen heet fult gp /
€> ifeecc / niet becachten; <*Mj! tooubt gp toelaten bat top <&n$ <©ebebt Ü002 u bjachten: Sla top altijbt // baeghjchg met bïijt ïjtoehonijïe bectoachtcn. H- 2Ü fchijnt het bïeefch baet boo? bebjeejï
*M$ of'c toeï toou ontgangen/ <&teft boch bat feft het na Ut» <6eefï ©ectoin / en met beeïangen &eg onbefch?oomt: i^eec S|efu Roomt Sinntöijc&mp ontfangen. yjbJLt ff m *''*+**'*•
(J^pbetoyfe:
O Kranckheyt des vleys nu wilt u tmiren laten.
O^eec / fïaet boch altijt in mijnen (ïnne /
jBijn £>ieïe betïanget om bp u te jijn ƒ f U&Ön heet'i£ ontbloten ooojutoè minne/ <©ch toanneec falica homen boo? u anfcftijn i z. <J5p Rlepne becgabecing' toilt niet bjeefen/
3©ic bertoint bie faï be fócoone ontfaen / Üü cfc Rome tot u en lm u geen IBeefen / ©mijnuptberftocen toilt u niet becfïaen. 3. <&v fchoonfïe onbec b'hinbecenbecmete
IBijn 3iele berlanget om bn u te 3tjn / (fchen/ Saeufaïigfteptmoeticft altijbt toenfehen/ €>cft toanneec fal ieft homen boo? u aenfchtjn i 4 £>taet op mijn b?icnbinne toilt nabec nomen/ JÖie bectoint / üie fal be iücoone ontfaen / .flïnn 25?unt / gp hebt mp het hecte ontnomen/ <& mijn nptbeeftocen en toiït u niet becfïaen. ?• ##eece/hornet boch tot nujnec baten/
Ifètjn £>iele beclanget om bp u te 3311 / <£p jijt mijn flec&heit en toiït mp niet toeclaten/ <$ch
|
||||
|
i76 SCHRIFTUIRLYCKE
©cö toanneec faï icft nomen boo? uanfcïnjn i
6. %th ben u tcoofïec toilt u niet becbacen /
3©ie bcttoint biefaï be ïttoone ontfaen/ gjcfcfaluin'tbpec/ entoatet betoacen/ ©mijnuptbccBocen/ entoiïtu nietbetfïaen. 7. © wtt l i)ot faï fcfc u ten bollen banenen/
.lUtjn Jbiele betïanget om bp u te jtjn / ©ebelt©gnfïocRlabetbocl)u cancnen/ ©co toanneec faï icn nomen üoo? u aenfcöijn i ©poe torjfe:
O Zyon wilt u vergaren, Otyett, toilt mpbecöoocm/
geft fïng' u een bjoebigb Eiet / 5!n 30110'ben ich gebocen 25eï$en icn met ©abib fiet / 3Bantutoetooo?t/ o^eece/ .ïBp be fonoen aentoee£ / ©ah 't fjooft / tot beboeten neete /. 3ja meec ban 't ;ant beg 2eeë. a. i^eer / mijn 5onben 5011 ineece/
5&an be ftapjen op mijn Dooft / &y toegen mp tec neece / «önfjebbenmp u becooft/ 5!c& mepnb' iel* toag een Cg;ifien / ©oen ith bleefcfteltjcK liep / ©en cegte töcgïj ieft mifïen / gil 25abelgacm ich (liep. 3. ©ï^eec/ boo?u alleene/
Beb ich fonb' en quaet gebaen / 'limaghtoel fuchtenen toeenen/ IBijn oogen tec iïecben fïaen / © ^eec feu ben niet toeecbfgu / (2Te 3tjn ubienaec goet / gclttoag toilöten ftooöeecDigb/ ©ietigh / Hout / en bectooebt. 4. ©£eec/'tsaeötüanQec&Iange
©nt*
|
|||
|
LIEDEKENS,
©ntfingft icft fa 3llbam£ aecbt / 3£>aec mcbe gincft icft ftoange/ 'H fteb&atftangbtticftt gebaect/ «©uifigftepbt / fttjf en ttoifïe / ©aet / ntjbt enïeugen£ meeb' / <©nftup£ / mepneet en \ifïe / ^jonftenfcljap en obertteeb. 5- ^cftbupgfo'be ftnienmtjnggecten/
<S3eIijft bec jlföanafle b?oom / IKinn fonbcn mp oocft fmetten/ '$t fcïjaem bat icft tot u ftoom / <©m bat icft mp betfabe Ifèet fup?beegh ©ecefteng b?af / §eetf toecpt nipupt genabe Met onbefteect in 't graft ©aufe. 6. gicftnoemu©abecen Hfreet/
&cftoon niet toeert u ftnecftt te 5tfa/ H goetfteptnict ban tnp fteec / ©etgecft beef' fiouthept mijn/ gcft ben 't toeccft utoec öanöen / <0pmnn ^chenpec/ <®<©obt/ 2Öetoacrt mp boch boo? fcftanbert / <£ngeeftmp'tfaligï) tot. 7- Ifêaecftt mp een SJfca'ln'tc /
Ifêet gacob onfen ©aec / 2ïl foub' mijn bleefch becfftjten t 'iC bctnieutot toel toeet ftiec naer; Stcft toiï mrjng ^eecen fiagen / ïfett'ujcft ontfangen blp / ©leefctj en bloebt toiï icft toagen/ €n nemen 'tftcup^ op mp. 8. «öegbootgfïcicften €>§e«e
€n angftfi bec ©ellen tojiet/ €>mcingen mpfoofeerey ^ttaft mp©abeclijcft/ ftet/ iCceet niet met mp in 't cegfite / m
|
||||
|
i78 SCHRIFTUIRLYCKE
IBn &$ u ftnecht neemt toaer /
23cfoaect mn regt en fïegte W$ een getrouto Dienaec. 9. Jècfteptin mneencepn ïjerte /
<l5eeft uin een nieutocn «Öeefï} JBafcnt af mijn fonDen f toet te / 'C gebionbe hart geneeft / ïïepnigtmijn hert en nijten <05at go meugftt tooneri in mijn /
<ên 't Jbonöigh lichacm bijete: £>onbet u mach 't niet fijn. 10. $?ince/ ©abec 3ijt ötiïbigïj
H onnutte ïtnecht hoen / '$t ben ®ienaupfent pont fchuïbigh/
<i£n hebbe niet te boïöoen / Wat faï 'ft u toecöec geben / ©00? uïicfö' / ©aber mijn/ gjcft toiï u €>ffeen mijn ïeben / ,ï!föijn %\t\ op ïjeffen tot öijn. €>pbc totjfe:
O Lieve Menfchen over al.
Oï?eec ïjoc ftoaer i£ utuei? bjegft /
IDanneec top maften obetlegh ,ïBetbïep£enbïoet/ Mtt biep£ en bïoet te tabe / 5<C en balt ons ban nictücfjten foet. z. %l$ top öe boeeften open-ffaen / .
3Bp binben ïjae|t gefeftjeben |ïaen Patong bebjoeft/ ©aton£beb?oeft banhetten/ ©m bat on0 noch een bineft behoeft. 3. ©etftooptaltoat gn hebt boojtoaec
<©ecft het ben acmen aïlegaer / «£n boïgt mp na / «önbolgt mpnain't lijben. ©cft toie ftan hiec op feggen ja} 4. aiw/
|
||||
|
LIEDEREN S. 179
4. (ÖHfeet:/ icfttoiïuboïgenboojt
&p?acfteen ' baecopöeeftöp glooit* ©e©offen3p/ ©e ©aften Ijeb&en fyólen/
.ïlüaet ïji'ec en $ geen tcoofï tioo? nip.
5. £>oo to ie nip boïgt / en niet en ïjaet /
2£Ue ben aerbtfcïjen toebetfaet/ ®&t\mijf af Mm/ ©aec toe 31311 eogen ïetoert /
Mijn 5ongec ijpniet 31)11 en hm. 6. <©een aecbtfrije fctjatten ïjiec betgaert /
ü Öycïtboin 5P ten ïjemeltoaect / JBant aïbacr .Dijn /
mibaecDijn fcftatfai toefen/ 3IIbaer faï oocft u ft/tte srjn. 7. ^oo jemant u pet neemt tori eer /
«Êpfcljt ftet niet toeet: niaer geeft öcm nieer I jfiÉet bjolijrfttjept / Jïlet tijolycftfjept toiït D?agen
h <®uaec / Datinen t' onrecgt ban u fept
©aufe. s
8. Ï$Mïief u ©;:ant in 't gequeï/
Snöiöt boojyaet/ en boetfetoeï/ ïf.et qiiact bettofnt/ ©cetoiut niet goebe toetriten/
<©p bat gp toefen mengt <ü5obtg feinbf,
9. ©ie n bertoloecftt/ gebencbnt/
&ao gp u bjient fiecfot^ u?ienö'ïijcK 3ijt / Stèbataïtoat/ SS&bat al tuat befonoerg I
3Baht be fanbaren bo?n oocft bat. io- Xéaei Driegt gw ïjaer / Öie u boen quaet/
€en bjicnb'Iijcft / Dee't en foetgeïaet/ <©»:li/ öateü Doet/ <®ci) / bat en boet geen iSepben / IHaec bic «©ootitjeft fijn ban gemoet. 11. ^atuicïijfï» menfeb begrijpt bit niet/
m % ms
|
||||
|
i8o SCHRIFTUIRLYCKE
ïian oocftniet boen bat <J5oötgebiet /
'iC en 5p boo? aï / 'Cen3pbatïjp becfafte W toat (jp öccft in 't aetbtfcïje baï. iz. iBaerbieöetaiïe^Jjiet berfaecïtt/
<5n bat (jp <&aüt§ lief be fmaecHt gjn ftjn gemoet/ ©ie faï toeï tjaefl bebinben ©at £h?ifïu£ joch igïicïjt en foet. 13. jboo lang' mèn i$ onber be toet/
CEnuptaebtoangmenöoubtben ttet/ Hetgaetfootcaegï)/ ïjooj b' onïjecboren menfcöe
«èn toaer ïjiec nopt geen meetbec pïaeg.
14. ©ieEomnafcö?ift£ getupgenfé/
$p boben aï geluc&igï) fê «ÊMefjebbenUan <Êen ïufl in <©obté geboben /
^Pieecïtenoe nac&t en bacï) bacc ban. An de Nieuwelingen. #0 be tuijfe;
Vrienden die hier nu fijn vergaert. O'. ïloegoetüj't/ öat ban bet jeugt
jUcn '0 j^eecen jocït op neemt metbjeugt/ «Sn baet in tot b* oube bagen <0eï)oo?faeinïijeK ficï) foeent te bjagen. z. 25eminbeb?ienben / bie nu jijt
©en 25?npb'gom €ö?ifio toegetoijt / <©m boo? 't geïoof ftem na te ttebcn / ïDieng naem gp etnfl'ïtjcït Ijebtbeïeben. 3. <©p jijt nu toeï genomen tot
©enS&etgSnon/ ben £>tabtban<£5obt (3tot frjnö €et3 tooonfïeeuptgeïefen / 't ^erneïfeft gecufalem gepjefen. +. €n tot ben tjoop ban ontelbaec
©eeïbupfentCng'kn/ totraifc&aec ©cc
|
||||
|
LIEDEKENS. 181
©et eerfïgefooojnen/ toteenïeben
3(n b' tremel bp ©obtin gefcöjeben. 5- €ot <0oöt ben ftetfytez obet aï /
©po?t tot bc geeften ban 't getal ^Cl' öepïigen / uolmaecfet recötbeetbigö / Cot 3jefum jföibbeiaet eertoeetbigt). <>.föot ben iBibülaec ban 't $icu ©etbonot/,
fëot ïjet ^>p5cngï)-Woeöt / boo? on? gr jont &ot een «^oen-offer / 'ttoeïch toept Bjebe; <6ecnto?aecfe > foo 'tbïoebt ban Hlbeïbebe. 7 aangpljiectoegenomenbent/
Boïöecbt gétroultjcït tot ben enbt J^iet in 't begin / noclj ten mib-boegen / J&aec in 't <£pnb' i£ be &?oon geiegen. 8. ©aetom gp jonge fpmpten nu /
3tl£ ïebenbe jïeenen boutot u* ©p / tot een ©eeft'Itjch ($upg ben J|eete /
<©m <Öobt boo? uoff'cöanb' teeeren. 9. 'Süfê rancnen Cöjiflo ingclijft
^n bentoijiiflocHbjucötbaet hefeïtjft Slijt ba(l gebjojteït in 't geloobe / <©p bat niemanbt uto' fcfjat en toobe. io. ^>ietboo?u/ bat gp niet beriiefï
©an 't geen gebojocfjt \$/ maet beclftiefï i^et befte beeï / om bat t' etiangen / Iboomeugt gpbolïenloonontfangen. <©p be toijfe:
Der Heyd'nen Goden fijn feer veel. OHiebe ^enfetjen obec aï /
(Cet toeeeït ïjiec in 't aecbtfcïje bal / Ubic£ niet roemt/ HitCïjjiftenen te toefen/ <©m bat gn ctjjijl'nen jijt genoemt. i. SSetcrtgp niet uïeben boog/
«Pm «fëaem en gelpt u niet altoog/ 31*3 ^P
|
||||
|
i8a SCHRIFTUIRLYCKE
«IlSpmactbergaen/
£>oo Cïfêifïu^ öceft gefp?oiften /
<@m boet'te boen / footoecfïberaen.
3. ©en ^aetn enfaï u gelfcen in'ct /
»t <ên ^n bat gp na g>cö?ift£ Bebiec / Hpt<èobe<Sltëoo?t/ ©an nfeuta£ 5tjt toeecgebown /
«èngactna fijnen taille boojt. 4. ^tjtgpnietal££[j?ifïtrêge|ïnt/
©en naem i$ al£ een ïjant bol toint / «Uenpbeïtaaen/ W.& ïjoop' op bijfïeïbïoemen /
©ie ban ben tuint toech fnipben t' facm.
f. fflc& maeft ïjcïpen ben bloten Mattn /
Bijt gp geen Iibt an fn'n E icfjaem / <0eaei*ötatë'tIfooft* 't jiBacïJ u-Hen al niet baten / 3ïnDer<? fijn eet / gp ï)em becooft 6. JBat ftielpet itoctj üm $f)ati3ecn /
©at fp foaer roemben in 't gemeen / <Ên feiiDentag/ ©at 05obt toag ïjaren ©abec /
Cf)?!flus fepb' bat 't ben ©tipbcl toa£. 7. ©ieti/ ojiBenfcfoen/ boetbecflaen
©at 't met ben .èame tod fal gaen / ^srgg' icfc getoig / Met €ö?i|ïo onfen ïfeei'c /
©at ïjp een baïfcïj $?op0ete $: 8. ©ie jfjet boïeft inftaec boaf ïjept ftijf
€>pïjonbet boo? aïfulcfe bebjijf / JBetïeugeitégcoot/ «Ön fegt t baet i£ goe b?ebc /
3i5ocï)tan£ beet meet b' eeutoiffe boot. 9. JBant foo tet toecelt toijbt en bjeebt /
©e USenfcïjen niet en bjagcnïeet / <$>oetenoprecot/ ©an öaec boojïeben gonben /
9€f$
|
||||
|
LIEDEKENS 183
'€ té al berlor?n b?ec gefegt.
10. <êm Cftjifïen moet gefïojbenjyti
3£>ee£ JBereït (erger ban fentjn) <enïeben<Öobt «JniacötiBÖ / na &tMtë ï«ce /
*tl too2t ()p ftier beg toereik fpot. 11. ogen €ft?i|ïen moet (o Ifêenfcgen Ment)
35ee£ IBerelt 31311 foo bifférent MSbarftennacfot: Ifé een !M)t in Deep JBerelt I
Stichten in bit berlteett gefïacftt. 12. Cen C|)?ifïen ban gemoebe nien /
,§>egt bee£ boofe toerelt ^ïbieu / <6nbe fjerh fcgept
©an al gaer boofe toegen /
W$ ban een bunl onrepniggept.
1?. <tBGti€gnfïen niet iicber en geeft
(<0p bee£ tuecelt / ban al bat leeft / ,ï©ct herten repn/ 't ^p geït / goet / ïjoogg berfteben) Wm Cgjifïnm fg'nen |feer aïïepn. 14. <èenCÖJifer./bit'éccntaoojt/ atébupfï/
Wa moet "fg'n bïeefeg gebben geftenpfl /" l©et fijnen lufi/ «Én ooeft met jgn begeerten I 3£>at té / batIjp ban boofhept rufï. Een Scheyd-lier. <©p öe tufjfe:
O lieve menfch?n over al. Olticbe bjienben al te faem /
<SMgcft top inbe£ tymtn naem / ©ecgabertsijn/ £>oo laet oité tocber fegenben / ©oefttot fgnpjgg beefïaettoeï mtjtt. i. ïaet on£ anmeteften metanbacgt /
3©at ong ïjies nu, té boo? ge&iacgt/ H»t<0obt£tooojtRlaec/ ^ 3® 4 <»
|
||||
|
i84 SCHRIFTUIRLYCKE
öSn ïjatt'ujeft obec-ïeggen /
«Öelrjcfe lïiacia beeö' cetbaer. 3. <Ü)p bat &et bp ong niet becfmoojt:
Ifêaetbeelebmcbtmacb, b?engen boojt/ SCfê'tgoebegaet/ 9|a ïjonber t-bout gepjefen /
Wfoo on£ <£ï)?ifiu£ leetengaet. 4. J©pï)ebben nu te blagen niet/
5^at men Set goebenieten toiet / J^ettoeect onlconbt/ <Ü&etaben menicïj-buïbicö / (Celeeten een getoiffe gronbt. 5% 3111 ben top aïtrjt in een fïrybt/
€mg ïeben i£ een bojten tijt / <£5eïgcft een bloem / <ên fcbabuto'na giobg reeben/ <©cï)! toaec op bjaegt ben menfcï) een tocm J 6. 3taetongaltijtna'tgoebcftaen/
Cen Slegeïtjcb Hie ïjoub' fïgff aen/ 9M totbcnenbt <©at ïjp toerbt toecft, genomen /
£>oo $autoelu£on£maccbt bebent 7, .fllocöt top fcöepben tot befec |ïonb' /
W ban be anbïebenbe fonb' / «Ên'gtoeteltgluftV <@m Cö?ifio na te bolgen /
iCotonfec allen gielen rufï, 8, Mn top fcöepben op bit termijn /
€> fcec toiït onfeti lept^-man fijn / ,ï®etu<i5ecfïtotté/ 35at onf' tooojben en toewben /
«Defcbjebentot u loffen $?tfé. 9. <©ojloffb?ienbentot een beflupt/
Ibit na ben aert bet liefden Myiit/ gjcbfegg'abieu/ 'ïi ïjoop 45obt faï on£ bergaten f
ïgkx namaelg in frjn ttjcbe / nieu. Van
|
||||
|
^■■■■■^■■■HMHHH^H^HHH
|
||||||
|
LIEDEKENS. 185
Van 't Houwelyk. ©pbetotjfe.
Paulus gebiedt, De gelovige Chriften &c. Oltëbatmenfïet
Ün 't boutoelijcR mif bmpcït gcfcfijcben / ©anbeeleniet ©nbecïjoubenna £>cft?iftg bebieben/
«ÖSaecom toil ïcft u-lieben Cen aentorjfïnge boen benuaem / ifoe men beljoojt // met goet accoojt / ^Ittjbt te ïeben in bienflaet eecfaem. z. %n ben begin/
&cï)iep <Öobtben Jtëenfcö Klbam bibtjne / ^agööoojgoetin/ 3&en Jfêenfcïje niet aïïeen te jijnc / H?pfcftiepten fuïcfcen fijne ?libam een ï©ijf tot buïpe goebt: ^00 i£ eecbaec // 't ^outoeïijcfc baec begonnen in 't Iu|ïig"b $atabjfé foet 3. 'tHifïigö Serpent/
Stjbigï) / ïjeeft <l2ba baec gebeten (Cotquaebtgetoent) ©anbenbetboben SSoomte eten/ 'tBMcftfpbebe/ te toetrn €üa/ cngafStbamtetfïont C eten baec ban // toaec boo? fp ban
<©uamen in een eeutoig' lafl f bïaec-becbonbt. 4. Cot «Öba toag
©an<(5obtgcfent/ fpfoubebacen/ 3inujbenpa£/ ^aec ftinbeten met gcoot bef toacen /
Socïj fepbe <©obt / bat baten 3Biïïe fouö' onbectoojpen 3011 üacen Mm aï / / enbe bP fa* ÖocKu^cece toefen/ opeïcfttecmijn- 5- IfêetHitbcpbtgtoot/
^p^acft <©obt / mam go firtt ïabuiceu / , M 5 «311 |
||||||
|
I
|
||||||
|
i86 SCHRIFTUIRLYCKE
JBinnentibjoobt/
gjn't ftoeetutogamfcïttjnétoel bcfuiten/
3!i&tt Itaaimtt/ engebuiten/
iCot bat gu toebet toojöt fubijt /
(Slot aetb' en flof // öaec gp jn't of;
Iboo moeten top be fcïjuït d?agen aïtijbt
6. ©jagen bic fcïjuït
Bioeten aïtijté jannen en IBtjben: 43p bannen fuït .T^orten u ïjup£ niet goebt bebjijbeti ©oo? fïaen enbc gecijben / ^in'ttijbeïtjcKbefojgen toeï / ©an ti öanbt-toetcft / niet gcoot opmccfi / %l$ een gpet $upf ïjoubet / na <&aütp bebeï. 7- <6cn 3©gf Die moet
<ü*rfjoo?faan / onbetbanigï) toefen ïlatcn Mm bjoet/^n alle Dingcn/fo top ïcfen/ ï>n i£ ïjaec ïjoaft 0«P??fen' «Mtjcb Cïj?ifïu3 i£ 't booft «ttepn I Ban fijn 25?upt "noen // 't ïufrigb Spoen / 't I©elK ï)p tint lief be boojfyn btoet maeftt reon. 8. <6eltjcft<£ö,j!fïug
jè0n SSnipbt in liefden quain becfnmen/
^oo moet cAou$ «Ben Mm fijn JBtjf aïttjt beminnen /
%i$ fijng feïfé ï)ette binnen / 3©antfpttoec5tjn eenïicïjacm^ bïepfcï)/ <©n^Ö'oo?t toet toe// Datgp toeetftoe .!fêenïebenmoet/ nader ^cïijiftuiten epfcïj, 9. jscl^iftuiteleert/
«Selijca bie 25?upbt Cöjifli gegeben /
<6eïjoo?facm eert ü|aer SSjupbegom ftooge betïjeben /
Jboo moet oocft in bit ïeben / €en 3Btjf tot onbetbanigbcpöt / gtjn jfjaren Man // baer in fp ban / Sn aïlc öingen goettoilligl) becepdt. faaufe.
|
||||
|
LIEDEKENS. 187
$aufe.
10. flannen beröjaegt
ÏÏJBpf aï^'tjtoacïtge bat ïtiec neten/ 3£atu mifïjaegt/ 3£at fftaft oocfe bjienoeïn'cfc ge&jcben/
Ifêet baetenfcïjap anfcïeben / JBoont bp haec / niet bittct / en feï / W$ een ïeeito «uiaet// ba?eet opfïinaet/ JBaec metberfïant regeettuge|in fhel. ir. <©ocft toel «giert
iJ ftinoeten/ quaetboo^ ban jeöen/ Cot beugöen fïiect JÜteerbanjoncftr in gepaojfaempeöe / «Ë5p ©joubaenöoetoocfemeDe ïfièc in u befïemetbefcöent/ W$ een genaemt// Cïpiflen Betaemt/ Jfaer tot eenboojbecït eengoetïeben ïepbt ia. Hepbet opcecftt/
<öen ïeben goet bol beugt£ tercieren / ^enbuïbicï) flecïjt/ tfëict upttoenötglj in p?oncïi pantieren/
.ïKaec een geefï ban manieren / £>acpten fïiï/ i$ pooge geacïjt/ Mtt fcpaemte bïoot// eecbaec minjoot/ ïÜaeefïfobetxiett/ gpBjoutoen bag£ beöac&t. 13. <6p ©?outoen*oitDt/
Eeect bie jonge na&cg?iftg becMaren/ SSefcgaemt/ niet fiout/ ^eöigft fö'n / fcupfcö / paet gupg tetoacen / <ü5egoo?faem <8>óbt$ dienaren/ ©are ftinöer£ beminnen geïgeft / Jjonöetg betfmaen// boen onbetbaen / ©an joneftr gefcpicnt 3gn / tot pet eeubafglj rtjft. i+. UMljem itie geeft
€en beugbigf) JBgf/ niet om boïpjgfen/ IBant fp begeeft $aer tot atbepöt // na &cö?iffé bebagfen /
<&i gehjefc in 't opttjfen ® e |
||||
|
i88 SCHRIFTUIRLYCKE
We £>on berciett be toereïöt inrit /
„&oo i$ pboon / een beugbigï) frïjoon Wijf I een cietagie in ïjaer jjupg becultj't. 15. €en Jfêtjf plapfant/
©eugbigötoerciect/ bfe b?eefï ben ü|eece/ SUsS triumpïjant 25oben $ecclen berïjeben feere /
|boo moet men ï)aec in eere $ouöen / en beminnen fulcfe beeï / •1I£ een lief bincn // en goet gefcïjincR / ©an<Öobtgegebeneen ebel jutoeel. 16. ïfiec mebe3ijt
SSeboIen eeutoign, <0obt almacfjtig/
<&m met jolijt (Ce leben na fnn tooo?t toaetacötigï) /
<ÊIch in fnn toepinge eenbjacöcigö / <©ug moeten top in ftoacMjfiit htancfi/ £>ulpe ban <0obt // ïjebben in 't flot / ©oojeenoojlof/ toiit bit nemen in banrft. 17. 3jn bancKontfaen
3Mt bit liet/ fto?t fïmpel bettelïcn/
BM gabe (Iaën Ütofelfê/ gpboc&tecgen gefelïcn/
99ie ïjaec tot ïjoutoen fieïïen / SSegeeftubpecigfj in't gebebt/ ©jaegïjt <©obt om raet // eet gp bien fïaet Ulenbeect / oebencntbaec in beg peeren J©et. <©pbe3©gfe:
O Heer wüc my verhooren. OJfêenftfj / toilt u befteeren /
<Ên niet meec jonb' en boet / 3©antbe oogen beg peeren ^ien op be b?oomen foet / 3&iena ^tjn tooojben leben/ <Ên öaec met öem octaen / ©ie fullen 3tjn betogen/ |
||||
|
LIEDEKENS.
€n'£ïebeug ftroonontfaen.
z. BMtoocn metbafïbetroutoen/
^taenopbeg peeren tooojt/ <£n 5tjn geboben goutaen <0ptecï)taIfoo'tbeï)oo?t/ <Ênbe baer niet af-fcgepben / ^mujben ofte noot/ cflaetbeeï ïieber milt firtjben/ ©ooj be toaetïjent ter boot. 3- Cö?ifhi£bleigbetoaerï)ept/
<fèe beur om in te gaen Cot be eeutoige ftlaeeöept %&c$ Hemefé/ toilt berfïaen/ <ên u baer in berï)eugen / ^cljept ban gaer nimmermeer / ^u^toanbeït in gaer toegen/ a§>p i£ tf" eeuwige eec. +. «©ebjaergeptïicgtfoa Mare
©00? öaer biefe bemint / ïtaer jocfeen $ niet ftoare <&m b?agen/ bit berfmt/ ©00? <6obeg unfternoten/ ©ietoanb'ïeniriben <©eefï/ <EMe öaer fïemme recgt gomi / ' £>p bjeefen geen tempeefï. 5. 3£>itïtangp niet bebjoeben/
W>ie gem feïfniet berfaecnt/ ^atbe^emeïfcge goeben «iBobtg tooojbt foo ïiefltjcfe fmaecftt; #100 moet nrn eerfï aï boren Aflaten ban get quaebt / «Bnbannieuto^3gn gebooren / &00 gjoganne^ b?ie flaet. 6. ©rrgeugtentailt berbïrjben/
<Dienieutó£ gebooren jijt/ Slooft 45obt tot aïïen tgben / 3Lïggpom betoaerïjepbt Itjbt/ |
||||
|
390 SCHRIFTUIRLYCKE
lüJeefcbjoomen toiït niet bjeefen/
a©ant Cö?ifïu^ ijceft gefept: Scftlaetu gene JBeefen/ .IBijnfincnijS uberépt. 7. atoaft 45obttotalIin trjben/
<E5en ïfeee gebcnfbnt/ ö' Sïfgobeepe toiït mtjben/ SJoncftcmöt/ toiebatgn3tjt/ g>j'töatfpuberboIgen/ «©m^obtgtooojtt' allee ttjbt/ 45p mengt niet sijn beebolgen: Ifêaer Itjbtfaem / toie gp jijt. <&# öc toijfe:
Johannes fprack met woorden foet. Ojföenfcïjmercfttopbe£ peeren tooojt/
&cöicftt u baer na / en laet u Ieren 25oeteteboen/ alfoo't be(joo?t/ Want bat toaer gjoftanne$ begeren: 'i ^elbe gineft ooeft Cïniflu^ bermeren 1 £>ükh$ ieren ooch b' Wpofteté fijn / 3ja nien moet öem ïjeel ommefteren 3M top oprechte Cfoifï'nen 5jjn. 2. ^toreeïjt boete moet ban gefcöien/
^onber gebémifïjjcpt / ïjoojenabefen/ <©f be ©eefï <i5obt£ fal ban u bïien / Cnin unict toonenöe toefen 5 <0n mcugt ban oocït <Öobté ftint gepjefen /
(blijft gp in befen) niet toefen fijn: ©u^repnbanijerten/ footoplefen/ 3Mt toefen fonber balfclien fchjn. 3. JMtbanbooïfulctVopcec&te boet/
3ü>cn ouben menfeïj gefteel af-fïetben / 5te ooeft sijn iufï men Htupcen moet / ïl^ant Op <33obtg rijen niet macï) be-erbem 39u3 om 't rijene <Ü5obt£ te bectoerben / jDoetmni fïrrben bfepg-lufï onbjort; |
||||
|
LIEDEKENS. 191
«Bn met Cïjjifio (toiïtïjet boojnecben)
23egcaben booj ïjet ©oopfcl foet. 4*> ©ie foo ig gefïojben (ijoojt mijn)
©en ouöen meufcf) fonüigï) ban leben / Mtt Cfeifïo {jeef t begtaben fijn / ©ie moet (foo f aulu£ ïjeeft beftfjjeben) löebetberajfenbaec bcneben Jneennieuleben be£ geefïeg b?is / ?jjn boen ben nieutoentuenfch. betjjeben/ ©ie na <J3obegefd)apcni£. .?. Itëetgeredjtigïjen Jjepïigïjept
Ifèoet gti boojt^ u toanöeï betcieren / 43aen boojt in beugt / foo fcöjift- bcibjcpt / «©precïjtban ïjctten in goe maniecen: Siaïaet bortjaïïe uïjauticten Sin cecïjtebjefe <0obt^ gefcïjicn; 3©ant Ijn ooo?foecfet ïjecccn/ en nieten/ #>tjn <15ec|ï fal ben betfieecben bïieiu 6. Want <0obt£ gecfi niet toil toonen toi£ /
3n eêh licfjaem onbetbaen be fonöen / fBaet bp bie tepn ban moeöe tè / <&i oprecht in fnn£ (jetten gtönbenl J®ant bie 5gn <8oöt£ tempel bebonben / ïlDaec <©obt ban ootft toil toonen in / ïfèeefï tcpn ban ïjecten 't allen fïonben / 3©iïïigtgeenfonben/ 'tjpbccï nocfj min. 7- ï©ant foo gp toeer in fonben flecftt
©oojtgaet/ enoaetin Confcnteren/ Sïïuboo^gaenbe toefen tccljt <£n faï u ban niet pjofiteren Sialjietnocïjbaecin geen manierent IBant fjet baet niet begonnen toef / 't JiBoet 3tjn boï-epnbt in bit beflieten) Hier ban fc&ijft && <&WWI ©aufe. 8. JBpfiebbeneenevempeï mee
%n %otUöjouto / altoa£ fp gegane |
||||
|
i92 SCHRIFTUIRLYCKE
JBiïligfi upt Jbobomabe fïee:
iBaecboenfpomfagh/en bleef fïane/ ï©at bielgt Ijacc i btt '§ t' onfen bermane; 2tiï^ oocft 't uptgaen ban 2lfcaeï/ £>p 5ijn i n be ïtëoefltjn betbane /■ 3©a«t fp in 'tepnb' bieïen rebeï. 9. ©u^ofgpaï/ be toer elt Went
©ntbïoben fijt (foo (ïaet gefiljjeben) «Én toeet ban ftaec bettoonncn bent / ^00 i£ 't ïaetfïe ban u beöjeben «örgecbanueecfte boo£ ïeben; ©u£ toie eenë zttfyt fijn ftanbt met bïijbt /
Sïn be£ üeece'n pïoegft fteeft gcgebr 11 / SSetoaettfnnïcbcn/ bieniet omfïct. 10. ©oo?t£ brilt ti niet bebriegen gaen /
©at'^ nocft ben fin ban £>cft?ift£ bctmane/ ©encftt geenfïné 't faï foonau niet fiaen / JlDant 't bril foo fïecftt niet 31311 geDane; gia i$ 't bat tjet foo nau faï fïane
jfóSctocntecötbeecbigen bcguaem/ ^oc brilt ben gebepngbe ban gane* 2ïlfcftoonïjpb?aegteen Cftrifïen naem- 11. J©arit ben name mach baten niet/
.fèoeft oocft geenen fcftijn-ftcpligft toefen / ©atmetcfttmentoelna jscöriftg bebiet/ ©an be btoafe maegben mifu?cfen / ©oe-toel fp (aïfoo men maclj lefen) ïfeatenmèbe maegben genaemt/ .IBaer ftaer ontbjacft <©ïp / booj oefen 25Iebenfp buptenfeet befcftaemt ix. JJeemtnoch €£emueïutotleet/
ïi^oe't metben©ijgeboom fégegangen/ ©oen baec geenen b?ucht op en toeet / ©anmacrmetblabeten behangen/ gfêuetbloeftt/ enbecbo?teerïangen: ©aerom foo b?aegt öochbmcftten fcftoon ©at'^/batgp beugt/ fonbec becfïrangen |
||||
|
LiËDËKENS. 195
Hpt ü gelobe betoh'fï Sjboon. 13. ©ietomtoeeftbacgbjooni en oprecht/
JIMtbolherbighbaec inbeftltjben/ JBantin't begin/ nochmiööen leght/ ©e fotoone niet > maerfootophhjben
©joomtot benepnbe (na't befchjyben) ©iefuilenbanbe öroon ontfaeni hierom laetaïtn'tu bebjgben Recht in <!5obt£ tooo?t nonnen befïaen. 14. iCot een 25ejlupt / foo toenfch ich noch
Wiit bce$ u ttjt / feec feojt ban bagen / i3Eot<!]$Qbe£)j?i$bolepnben bocö / <ê>\ nimmermeer baer in bectragen;
&ootoilhpu/ na fijn behagen
<0eben/ met alle fêepïigen fchoótt/
W eeutoige bjeugt / na '$ £>ch?ift# getoacjen/
Sn't^emeïrricft utot een loon,
A. W.
<®p be tog'fe: O Karsnacht, &c.
<©f: An Godt alleen u trouwe geven. OlfepPge rufï/ begeetbeïjaben!
(ÖeluWtig enb ban '£ jlBenfehen b?aben s I^inpimt ban aller 31'elen tocht! Ifoe lang heb ift lang£ bcele toegen / SSegeerig na uto joeten jegen / (©och al bctgeefé) na u gejocht. 4. ZietCKopfchatenheerlphcbeh/
Mn alle fchijngcoot hier beneben / 't <t£n heeft geen rufï noch fchön baer ban» JÖoch hlimmen beeP / bie nooit en fïnjjen» <ön afê men al ben top ftan hengen / JSeem ruft baer af / toat blijft 'er an I 3. ©icr'ïijhetoeelb'beraarbfesinnen
Schijnt ietg / en tont / maar treeb niet binnen ƒ 55e oneuft jeïbc ftoub baer jïe'e j W toat men in bat nefï fcan bangen / |
||||
|
i94 SCHRIFTUIRLYCKE
<$f toaïgb / of ptjnigb booj beclangen i
&wii$ ongenoegen / nimmcc b?c'e. 4. #5oetccufï/ mïjn cckïq tracïjten!
3©aac befï of fïuuc ift be gebacbten i JïBijn ttjb gaatbeuc / 'ft en bfnb' u niet, Jüiet binben boet begeerte toaffen. 5ïentoa£ban lufl in 't joeften raflén. Ogen pb'ïe nooit i§ 't ftett berbjiet. 5. ï®aecfaliftuin'tenbnocft3oeftcnl
3jn totjg getoaenbe menfchen boeften /. Jfêojb gp ban menig mcnfcïj gegffi: ©ie (aï£ ftp 't aï $ boojgeftomen} ©inb/ bathpftab/ eenftoofbbolbjoomen/
«2enftanbboltoinb/ eenfchootboïttoifï. 6. #f5tjtgp ban in fcftijn gelegen /
ginfcftgnb'ct «fëobgbienfïg pb'cigpïeegenl 't Hijftt 30 / be meefïe foonben 't toaat / ffèaar gaat men 'tftoï bet jaaft beucmerfteu üielftecftecg binbm' in aïïe ftetften i g$bom3ijni:u(t/ sobjoonbfebaer. 7. goubanbeöoobtoeï'ttufïpetfttoeefeni
't Itëojb 50 g*bjaanb / en ooft geleefen: IBaec act)! be booïing i$ te groot. J©at $ toeft tufi i een fteuglnft fmaften /
©an oncufïg berben / Voat betmaften / Wat fmaeft ban foet is' in be boob i $aufe. 8. €plaag! toaaifteen* o! totmp3eïben/
IBijn r u(ïïoo$ heet toiï ife opbeïben <&ot in 3tjn albecbiepfïe gtonb.
<0ob£ toaetftepb faïm' een fleunfel fïteftften / €)m mu mijn jeïben ftlaac t' ontbeftften / «JDf ift 30 oricuffê oojfpjong bonö. 9. 3Bati£ bes1 ontufïs'eigen tebenJ
©an (ü5ob (fontein bet 3aligftcben) <©efcfteiben / en ont-eenb te 3ijn. Wat fcöeiö ban <Eog i <£ob£ aetb te betben;
J©at
|
||||
|
LIEDEKENS, tg?
3©at fegeib' <Bm atcb i 't quaeö niet te ffobra*
5&Ü0? 3onben-ïufïcn loofen fchgn. ïo. leg! iftberboolbeonbebocgte*
ifèabp i§ 't bat in bcrccsocgte / <Pe mebicgn bic&t bp be quaaï: ^! goog-gelnuftigintoaacbg neeten/ ©! obecnoobiggertfïubeeten/ Paec ift 50 5oetenb?ucgt tipt öaeï. 11. SSegeeciftmfï/ 3amoetiftrufïen
Ban alle 43ob gcyaetelufïen: ©an eigen tojtéöeib£ eigen Reut / ©an eigen ïief be in bit ïeben / 3Üem (toien£ ift ben) gefteeï mp geben / Cn fluiten 50 bet quaabbe teut. ï 2. IBccij sonbe / b' oo&aeft ban mijn fmette/
2®ccï) rufl-becbjeefterg uit mgnftecte / Mn? lïerfet bc geen bie al becmag / 3£>oo? J|em ben in mp 5eïfjö ontnomen/ gin ï^em jaï ift in 't epnb beftomen €en eeubjig 3oeten &abbatg-öag. 'tGebedtonfes fleeren. (©pbetogfej
Gy vriendekens wilt horen wat. Ojföfe©abetin ^emelrgcft/
33te on£ Seet ftinber£ al geïgcft / <p totlt bat top u toepen aen / *M£ top met nobe jgn bcbaen: <*5eeft bat niet bibt alleen ben monbt/ mm bat öetgacupt'ssgectengcont. a.. «Mjepligt utoeh name 3p/
fl tooojbt ongebaifcöt bïijb' ong bp: ©attopoocftlebcn öepliglgcft/ Jgautoenname toeetbigïtjcft / ^egoet ong Heet / boo? balfche ïcec / «Pat't armbecboerbeboïcB befteet. 3» üftoninggrijcftRoomV ïfcesegoet/
mtv m giec na- Pen tcooffer. fort |
||||
|
i96 SCHRIFTUIRLYCKE
«fisceft on^ bien £ï)?iflu£ ong toefen
jHaetsyngaben menigetïep: S5?eecftt Jbatan^ tooccn enbe macöt; 3©ooj ;rjn etgïjept u Iterche toacïjt. 4. & bjü gefcïjieb'/ o^ect/ geïijcfe
©p Itecbcn aïg in $f emelctjfB; <Öeeft on£ gebult in ïtjben^ pijn / 4&elpo?faem aïïefïn^ te 3ijn. iüecmt ban ong totcf) üïcefcïj enbe Woet
3Dtit tegen uïnen toilie boet. 5. <0?ffton?i ImpbenongöaegïujcKg bjoot/
aEnong: behoefte tot ïtjfê noobt/ 25eï)oet ong lf eet boo? ttoitf en (ïrijbt /
©00? peftenoorti booj bieten tijöt/ «©at top in goeöen bjeöc flaen: <J2>octfó;tgf)buïbigï)cptbanong gaen. 6. <©nfefd)uïben betgeeft ong i|eec /
^at fp on£ niet bebjoeben meet / &oo top oocft bie 011$ fc|)uïbigl) 5ijn taec fclutf ben boen becgebeti fijn/
otïjatenbicnitniaecftt ong betept/ 2|n tetïjtet ticfö'en eenigftept. 7. %mtan$/ ^eec/ in beftotfng' niet/
3ïï£ ong öe boofe geefï ftnjbt biet / (Cet tecïjtet en tet flincftet öanbt /
i^eïpt on^ te boen ïjem tocbetfianbt / *|n ttcif)t bettoutoen oubebjeeji / 3Uoo| ben ttoofïcr ben ïjcpFgen 45ee(l. 8. ©an alle quaetberlofï ong meet /
gnbefequabetijben/ ïtjeet/ ©#>ton£banbeneeutoigen boot/ <Ên ttoofl onginbenïaetjïen noot: <PoetonjSaïti)bt gaet onoetfïant/ jföeemt onfe jielen in u öanbt. 9. JBantu/ o©abet/ ig bat rijtfe/
Cn be utacöt ober aï gelijcn / Ü $ oocït afle öeetbjcftöept
|
||||
|
LIEDEKENS. 197
Ban nu tot in bet eeutoig&ept:
.ïföetC^ifïoutoen &aonaIlepn/ <£n ben öenligen «Se'efl gemepri. 10. Inien/ batigöettoerüetoaec/
£>tercRt ong geloobe toancneïbacr / <0p bat tou niet ttonfpïen öaet aen. 3©n fuïïen bit alïe£ ontfaf n fèautoen toilom Cöjifïi naem/ ^00? toeïenen top u 'oiböen ?t faem. Den VIII Pfalm, €>nbe toijfe:
In mynen noodt roep ick toe u, orieere.'
0<©nfe <@obt en l|eet feer ïjoogf) gepjefen /
lf oe öeerhjcn moet boel) utoen name toefen: <©ber 't 3fertrncn ftrecRt u ïjeerujltïjeptfcïjoon/ 2a toijber ban baer gaet be£ Verneig Cöjoon. 1. Mm flet alfttig» utoer ftrac&fcfcet getupgen
«©elfêinbenmonbt ber ninberen bie fupgen; ©aee boo? maeeïugp tot niet enbe befeïjaemt iï tjpanben / boo? u nracïjt feer öernaemt. 3. JiBaetafêicntoil aen|ienenbe bemerenen
3^e I^emelen/^eec/ utoec Ijanöen toetenen / 3^e Jbtetren / be Mam j bie gp boo? 't JBoojbt IBaecïtt / enbe fielt een poer cp' 3#n oo?t; 4. W$ ban fpjeeeft ieft/bp mpüectoonbert feere
3Bat i$ boeftnan ben armen Menft§/<& üeete! ^at gp jtjner alfoo gebacötigö 5tjt / €n otoer (jem fojge bjaegt t' allee tijt* #aufe. f.<©p maent ïjem bat ïjn <*5obt fcïjiec 3P geïtjne
3©ant gn maeeftt ïjem oö«WoebigI) en rijene ©an berrïrjcïujent/bie boel) naecïtt té en bloot5 <©p maeeftt ijem bol met toceï goeberen groot: 6.0BpïaetI)em3Dnober 't toeren utoer Öanben
2lfê een £eee ber fdtoen in allen ïanben: £>onoee uitnemen / alleg in 't gemeen ^ebtgp&em onberbaen gemaeent meteen: Mi 3 7' <&R
|
||||
|
i98 SCHRIFTUIRLYCKE
7.<®fTen/&cï)apen/ï)aet tooïle/en gaec bellen
<EMe gp op be bergen boet fonbec queilen / «5tt on Dat belt toepben boet oberal / 5(n boffen / becgen / en in menigï) bal. 8. #e oïtegenbe bogelen bic toel fingen /
©e biffcïjen be£ Mm$ / enoocft alle bingen <©iengpï)aec toefen en benabem geeft/ .ÏSaetft gn ftem onberbaen / ga al bat leeft. 9. €» oïifc <0obt en l|eec feec (joogïj gep^efen/
Cen teelten moet utocn naem Öeeciy clt toefen / ïltoe£ cfèaemg öeerïijcnljept in obecbïoet' (§>tceeftt beei togbec ban ben Itettbobem boet. #pbetotjfe:
Anhoort een liet gy Adams zaet. Ojfëttoaecftt gp Juenfrfjen obct aï /
Jbiet) baat u <£l)?ifïu£ geben fal / Mift upt ben flaep bet 3onben / <©P bat top mogen gcoot cnfmaï ©?oam ftampecg ftjn bebonben. i. 23efteettuaïupt liefben foet/
<EnbiDtalttjt met gcoot ootmoet/ «5n toilt lancnmaebitï}toefen/ $ao?taocKnae€&?iftu£ toaojben goet / &oatoecbt u£>iel genefen. 3. <J5p5ijtong ttoofl/ on£ toebeclaet /
<Du£ toillen top boen utoen taebt / «Êuong banu niet neeten/ <© at ton niet beftennen te laet /
©ngbtoaegïjepbt in't becfeeten. 4. ï|p toept ong alle gcoot en hlepn /
ïiaint tat 't lebenbe toatec cepn / <©m niet fal ieft 't u geben/ «&P3t)tberfoent öoo? mp allepn/ 9&aec boo? foo toilt gp beben * 5. ©an öem feamt alle £>aïigöepöt /
$n i£ be toegïj en be toaec&epbt / ©ie
|
|||
|
LIEDEKENS. 199
«Bic baet ïepbt tot ben ïcben /
ïtomtaltotmp/ foo€fi?ifïu£fepbt/ «Öpbjetbtontïafïbanfneben. 6. #onbeettuaïop*€ï)?ifïu£ tooojt/
«Sn toanbelt injnn ïiefbe boojt / <Sn tuitt baec niet af fchepben /
ï?oubt altijbt cenbjacbtigft accoojt; «Sn ïaet u niet betïenben. 7. ïfn toept ong al tot een Slieftaem/
3El£ ï«inbet£ tot fijn bienfl beauaêm / &00 $auurêfcft?pft toaecacljtig / Cot ben «Spïjefen biiibtmen 't fïaen / ^ii'tbit aïtn'bt£ gebacfttigl). 8. €en<0doof/ ecntBoopfeï/ eendeer;
3Bacf)t u toeï ban betfccetbe Êeet / (©ie nietobet-een-ftomen
.!BetCl)?iftu£bjoo?benen begeet) JBant <15obt falfe betboemen. 9. .fBenmoetfefcöoutoenafê fenijn/
2Mlentop£ft?ifïu<$ £>cftapen 3tjn/
<©trê ftoojtfnnfïemmeHcachtigft/ «Sn bolgt ftem na / berfïaet toel mijn / £>n'ntpegen jtjn bjaecaclitfgft. 10. &jjnfocfef$f«t/ fijn laftfê ïicöt/
ê>iet bat gp utoen j&aefïen ftight / «Sn toilt <J5obt^ tooojbt betmonben/
<©p bat gp niet en toojbt betphgfit <©nbetl)et jocKbec 3onben. , 11. €ft#ugheefton^foo feec bemint/
Ifêeec ban een iBoebet boet baec ftinbt / Woo men macïj anfcöoutoen / % becïaet niet (bit toel becfint)
311 bit op ftem bettoutoen. n» Slooft ben f ?f ngltjcten ^eere jent /,
«©ie on£ be toaerljept maecftt beftent / ^00? jijnen «©eeftban boben / 3£ie on^€tj?iftitónu beeft gefent/, _m €n bjiït öem alttjot ïoben. <®$
|
||||
|
zoo SCHRIFTUIRLYCKE
<ü>p be toijfe:
Och ! Vrienden al te fatncn, Ogponftout ubafïe/
<© fcöoone bercietbe 25?upbt / Wujbtgpbit&torjlgiafle <£n laet u boet) niet troepen upt. *. ©25jupbtrepn ban manieren
25etoaect toeïu Cijtaet; <©cn laet bocï) niet fcöoflfïeren Ü25mpbt/ oj^eet/ fjaetnubpfïaet. 3. tétlop/ ïïtbbetgenïtnegöten/
mth 5p nu bocï) een Jfèan 3!nugemoebtom begïjten/ ïDant u £>ielebiel)angt baet an —- 4. ffiactitetg op &pong €ooten/ <5eeft u 25joebet£nu tnoeöt / 3laetbe25afupne (jooren / a©aegötbao?Saec lijf enbe goet, 5T. lEiltfrfjerpeïtjcftcntoafen/
U lofe bie ïjeet <6oötg tooo?t / <J5ren quaet fal u geraften / <(5aetöocöb?pbol!)etbiglj boo?t. 6. ®iehiecb?omeUjcfe flcuben/
ffèalKanbec in noot bpfiaen/ puilen na befettjöen/ ©e eeutoige ftcoon ontfaen.
7. ©ient utoen Bojfi gettoutoe /
<£h?ifïum gebeneöjjöt/ Stluberbjietentoutoe/ £>al becheecen in groot jolijt.
8. JMtbientonfê oberbineften/
J|oe top fullen Ijirr naec / *Jn \nxtt ftleeb'ten blincften /
251 :;ben top bp be toaetfjept felaet. 9. <®p bat top niet en betben /
<&oüe§ beloften fcöoon/ ïaet
|
||||
|
LIEDEKENS. iöl
ttaet ong toeel ïicbct fïertoen /
©an toerbten fijn tooojt pboon. io. ©iebefehfïrijbt acntoeerben/
.moeten top fjerboren fijn. €n tot ben epnb' toolöeerben / &oo toerben fp tocrhoren fijn. i'. Hijg ïjlertoel gefongen
wan'tfïttjben/ tot tiermaen; 2tooft <©obt met nieutoe tongen / €n toilt alttjbt na 't goeöe fiaen. ia. <©ocfc faï een pbet toeten /
©at on$ toapen£ niet en 3yn ©leefcgelijcB/ maet geijeeten ïitacïjtigrj / engeefieineftfnn. 13. ©ie on£ bit \icbt eer fi fïeïbe /
Hptliefbenbatftp 'tbeeb' / £>yn ïjett / tot ftfn SSjoebet^ ïjeïbc / i^p toenfetjt öaer beg peeren tytcü'. <®pbetoijfe:
Een liet wil ick gaen fingen. OSnon uptgelcfen/
H 23?inib'gomg tfem neemt toaer / <ÖP 59t fn'n 25?upbt gepjefen / <£n jjebt bocï) geenentoaet / g» toet gji renn // nu jntmtepn / fóepnigt u nocö b?p meer / <©P bat go mengt beïjagen/ H SBmpo'gom <0obt en f eer. 2> JMt ooeft aentreeften mebe/
'fö ftïeet bet getecf)tigï)epbt / «£n toerciett utoe ïeben aft'ft met upttoenbigï) Mept / «©^tuallepn// met t©o?beïrepn ©« liefben'aïnjbt meer/ ©P bat gn tneugt beïjagen / u 23?npö'gom/ $f- 5. ©oétaenben Kincft berï)etien/. |
||||
|
2oz SCHRIFTUIRLYCKK
i&e$ toaren geloofd fcïïooti /
<©at gn tncugt eeutoiglj lenen/
2Sp <*3obttn'£ Ifemelg iCfeoon;
^>oo u ftlceöt toit // Ijiec toect befmit /
ïöafcïjt u na <85oöt^ bfgeec /
<0p Dat gp meugt beïjagen / u 2B?upö'gom/£c.
4. Zijt betguit V allen tijoen /
Met 't goubtbe# <£5ob'IijcRg tooojt/ ©etctertaen allen 5jjben/ MSet Dcugben^ $ecricn / goojt;
.ïfèetolpgoct// Deg €>eefïe£ foct /
^alft u na <0obe£ leec /
<®p Dat gp meugt beïjagen / u 2S?upb'gom/f c.
5. ^taetop/ en toiltu fpoeben/
©ecciert ti <Êbeï $3mpbt / .flirt De l^emeïfcïje goeben/
ü SSmpDegom ftamt upt/
H Eam'p becept // foo €fj?i|ïi$ fept;
H ïupfjept legt tec neet /
<0p bat gp meugt beftagen/ u 25?upb'gom/ $c
6. ^itaetop/ gp23mpbt gepjefen/
Boïgt u 25mtibegom naec / Jöfït ooeft geljoo?faem toefen /
311 $ 't ubleefcïj feec f toacr /
ï©o?btgpüetjaegt// en feec gepïaegt/
<Ön boet boef) geene tocec /
€>p bat gp meugt beljagen/ u 25?upb'gom/f e.
7. ©jeeftntetgpteetelebeti/
©oo?bnicu/ ang|iofto?ment/ 381 fcljijnt gp nu toetttebcn / 't £>aï ïjaefl tiemen een eub' /
J©o?bt gp gequelt / / In buien gejïelc
iCot Cftjflum neemt u fteec /
<ö3p bat gn meugt beïjagen/ u %?upb'gom / &c.
8. flUilt C&?iflum ïjelpen Djagen /
§>tjn fmaetljept/ fpi£gtoot/ Eüt óecepöt t' allen Dagen /
|
||||
|
LIEDEKENS. 203
£>trijbt om be toaerïjenbt bloot / £>oo gpbertoint/ / Dit toel ber fint/ 2SUucftenöegponteer/ &oofuïtgptoeIbepagen/ u^upb'gom/ ttc. 9. 3tof5p oen ff eer oer ffeeren/
55e JBinter i£ bergaen / 55e toaerïjcpt i£ in eercn / 35e j|fècp-ttjöt ftomt nu aen / 'C geloobe groept / / be lief öe bïoept / <!5eeft <0obt lof p?i?£ en eer / ;§>oo fult gu toel betjagen H^jupD'gotn/ 43obtcn$feer. €>p be top:
lek roep u, o Hemeïfche Vader an.
PluluS boet onleen goetbermaen/
Cot («fritum / baer top mercuen ƒ ©at alle Die 't geiooPe au if ebben genomen: ban J^eerfïig moeten boo?tgaeii / 3}n alle goebe toerrttcn. z. M\ fjabtgp eengdoobcfoogroot/
3£at gp 23ergcn berfielbet / €n toaert fouber be lief be bloot / '<€ en baet u niet ter noobt: 't <0eïoof $ fonber toetenen boobt / hierom f)rt niet en gelbet. 3. Jfêaer bat baer gelbt in €ï)?ifio Maer /
9£ 't geïoobe gefïabigï) / 'f& toelft niet en i£ berftojbenstoaec / ê>tilenbelebigl)/ maer: <©at neerfïigh, i£ eenpaer / 55oo? be lief be toeïbabigïj. 4- 't <l5eloobe babign. bagl> en natftf f,
©00? lief b' in <0obt£ geboben / $>ebt gp bat baff in u gebacljt / <15p yjt ban <8>obt$ gefïacïjt: |
||||
|
zo4 SCHRIFTÜIRLYCK.E
^nbicn gp 5tjt met fttacht
©eg toecelté lufl ontblootten. y. £>oo gp bie lutf bet toerelt bent
«©ntbloben/ numffpjgTet/ <2E>ooj bat go Cftjiftum gjefum fccnt / SUuneerfiighcpbt bient / ©at gp beugbe pjefent / ^nugeïoob'bebjijfét. 6. SSctonfeninderbeugt men moet
©etenfchap / in befen .^oDecncpt of matighept b?oet / «önfnmatïghcotgoet/ (öocït ©ecfculbtghept foet
3©eteen.<i5obtfaligh toefen: 7. gjnbec <0oötfalighept noch 3P
©e SSjoebertncfte liefde / ©aet toe gcnïeene lief bc b?p /
Cïcftmachtoe-fien/ ofhp ©it al tnch'ujcR heeft bp / <£5ehj'cR oné 0etru£ b?ief be. 8. $etcügb2icfde/ bjienin'tgetal
<©it trjcR'lijcR i$ hict neben 3n '£ peeren ftenniffe niet fmal
|?p b?uchtbaec toefen faï: JBaec bie 't niet en heeft al 25n hem f i§ bïinbt befchjeben. 9. 25linbti^ljp/ entaftmetdethanbt.
©an fynboojlêben fonben ©ecgeethpbercpninge/ toant 't 45aet al upt fgh berflant.
$f ictom Söjoebecg baiïïiant / Wilt ueecfligh 31311 bebonben. 10. 3©eefï neerfiigh om utoenroepfoet /
<6nbecttiejïnge blijde Ce befligen met tocrclten goet /
ï©ant alg gp bit al boet/ j^ietfonbigênanbjoet &uït
|
||||
|
LIEDEKENS. 2©j
£>uïtgptegeenentijbe. Van de Verryfenifle Chrifti. <®p ÖC totjfe i
De aerd' is onfes Godts voorwaar. RUfi op mijn 3ieï met al u nracöt f
Slooft ti betïoffec met anbacljt / 3Me öoo? fijn jlecben ïjeeft tocefiagen ü©panben/ Jfel/ ©upbeï/ ©oööt/ Cu ïjeeft Doo? fijn opfïanbingï) groot ï^aer ïfeerfcöappp ten toon geb?agen, 1. €&?ifh$/ ton loten u te faem/ ©ooj fulcKen lief be aengenaem «S&at gp onfe faettoinnet^ tooebigïj ©oo? ütoe fitamen ïjebt getoont / 3Boo? u banben ftaec ftcatöten bonbt / Cn fmoojt Öaer. öoo? u toonben bloebigïj. 3« Sof/ bie om onfcfonb'alleen
<©en bitt'cen boobt,' foo Ijebt booipre'en / ©ie ong met eeute'ge fmettbectoacljte Sof / Ut om m$ gerecjjtigöepbt ©ettefen jijt met Ijeecïtjcftliepbt / €n opgejtaen met grootec macijte. 4.. ©aergponSaï-te-famenmeeb'
Bettoojbenfjebt ben ïjepï'gen öjeeb' J&etutoenenmet onfenBabct/ <£n otté nu öebt toer famclt bïp / Cot een toecftoten 25ö?gecp / Mtt 't ©emefê gefclfcfjap te gabec 5. <Bh^ctt/ 2iel/ en inïDcnbigöcpöt
Sooft u met grooter bjolijcWjepbt / fecacïjt/ Öaebt/ ^elbt/ eneeutoige<£oniugïj <©eeft on£ ooeft te bcrrijfen meejl ©oojtaenmeton^gemoet/ engeefï (Cotu/ entotuöenl'getooningï).
6. «©at b' oube menfcömacö t' onöet gaen
3Jnon«|/ entocetbe.0ieutD'op(iaen ^neenbernteutscnioet/ enïeben: |
||||
|
^o6 SCHRTFTUIRLYCKE
©attop/ biefoobcrajjïnï)tet/
<©ocft mogen namaclg / goebectóet ©eer ijfen tot u ïjijch bciïjeben. €>»betoijfe:
Myn Geeft voel ick my dringen fterck.
R$fl npt ben fïaep / gp '$ petten nneeïjt /
ij ceeeïteninge obctlegt / iBiït neerfïiglj obecfommen / <®f al utoe fatten fiaen teeïjt / 3Baec in u ïjecte niet en fegt / l©:jn l^eec beittecïttte nomen; a©iït foo niet toemen / al£ betfïeent: £>nn ftomfïe al^men 't niet en meent / Jbal öaeficïtjcït gefeïjfeben / jSeemt toaec ben ttjbtu ïjiec ber leent / <0p Sat gp naemaefé niet en toeent / JBaet tocetbigï) 3tjt t' ontbïieben. i. ©eïjeecenomtbieeeutoignleeft/
©ace 't allc£ boo? becfcïfêicnt en beeft / 0m te oojbeelen nracijtigï); <üMt fïebatïjpgoecebengeeft/ Ban eïcnentooo?be bat ftp ö«ft «©efpjohen onboojbacötigl); 23itit cenb?ac£tigf) nae fijn bermaen / ©at gp ban boo? tyem meugt be|ïaen / W$ t)p eïcB-een faï toonen / Mas bat öp fal ïjebben gebacn / 't^pgoetofquaet/ enbeniet aen* Ü>ieiï/ eenigepecfoonen. 3. £>iet of gp ijtbt gebaen p?ofgt
Met 't ponbt brjn£ peeren nu tec tijbt: <£2nofgpafégep?efen ©mcïjtbaec in <£obt£ nenntflTe 5ö't / <Ön of gp öebt met al u bïijt 3[n 't geloof beugfjt betoefen / %n befen bcfcöeoben!jepbtb?oet / |
||||
|
LIEDEKENS ao7
.ïBatigïjctit / en ïtjbtfaemöepbt goet /
«Öobtfaligfjeubr eecfame / 02n bjoeberlijcRe lief be foet f Mttüei gemeenetlfefbengfoet/ ©betbïoebigbbcquame. 4. gfê'tfoo/ utoecbtfeetautentttcR/
©ntfïotcn obetbïoebeïtjcfe ®eninganca fanöec falen/ «£ot beg peeren fcöoon lufïigïj rijeft / ■©aec niet befmet met fonbigi) flncft !3n Romt / na £>cï)?ift£ behalen / <£ïnUitïtntet btoaleu/ 232oebet3/ toant Sin bateeutoigö beloof beJLanbt <£n Romt geen onbefneben / JBelcR befnjjüen fn repn berfïanbt / <©efcftjet boo? 45obt£ <6eefï fonbet ïjanbt / %tn b' intoenbige leben. f. 3lnbet£ 't befmjben niet en geit /
<Daec moet 3tjn (foo be £>cö?ift bectelt) «Sennieutoecceauire/ ©trê (ictjbt bat gp beïjoubt (jet beït ƒ <ön 't öijefte inneemt met getoelt / 3ïl£€&2ifïugufigupre/ ISijn pupre boetftappen eetbaec / ïitupsS-lief bigl) ge|ïnt boïget naec / 9ln tooojben en in toeccRen; 35oo2 bed berbjiet en lijben jtoaec / <©aet men in't $emeIti}CReRJaec / &oo too aen Chjlfïum meceften. 6. f>2incenje~tt ftnecïjt toeefl toel beöacïit /
Hpubt t' allee upse goebe toacïjt: J^antutoe^eeepbone &al Romen met al 5tjn ïjepj-Rcacïjt / «föeltjcR eenen bief in bec n'acöt / 3©aecfttgp/ totutoenloone 55e Rcoone fal toefen tl Deel / Ce» onbetgancRelöcft jiitoeel / wat
|
||||
|
2,qS SCHRIFTUIRLYCKE
©at ecutoigl) leben jeugïjbiglj /
©olïiomen blijtfcöap al getieel/ %l in Dat Iu|ïig!) fcftoon p?ieel / 3©eebtu gegebenbieugbiglj. K. V. M.
<$p be foijfe:
Een Liet wii ick gaen fingen. Rf ft upt be£ boot£ bc f toami /
€ïj?ifïen <0emepntc ftjn / i©ant '£ 2S?upbegam£ dienaren / ,fèu uptgefonben 51JU / Ü ganclt begint / / om toeï becfïnt / Eoopen een goeDen loop / ©en 2S?npb'gom toil bergaten «èen dfoifielycften ïjoop. %, €lj?i|Itn ïjoop minf! en meejic /
©an 't Jfup? tte§ BaDerë repn / «Öenoot ter Söjuploft£ feefïc 1 %iyt gp-lieben gemepn / jStmi / ban u toeect / / al baat u beett SBetoecnt Dec fonbenbal / <Êen opcecï)t arm ban «Öeefïe / ©ecbult 't 2S?upD'gom£ getal. 3. JBiltgp ban 't getal toefen/
iSagutegangefpoet/ Staet pet licïjt 5tjn getefen /
£>cgo?t op u lenben goet / ïiojt i$ Den tijDt / / baet gp fti Stjt / ® irê toiït öem nemen toaec / JBaécKt/ bibt/ bajï/ bobenbefen/ (Ccecht foo ter feefïe Itlaer. 4. ©eegSSjupfoffêfeefletepne/
©eeftbe©abetbeceet/ ïïaefï u gcoot enbe ftlepne /
«Doet aen >g <85eefl$ 25jupïoftg ftleebt/
J5a^cö?ift^oo?booj// boetuöe,bote/
|
||||
|
L ï E D EKENS.
ït feïben fteeï ber faecftt /
©oïgljt oen 2B?unö'gom aïlepne/ Sfêien^ ftomfle fneïlycft naecftt. 5 ' & Spmpbegomg ftomfi faï naften /
<©nboo?fien£ met bet fboet / «ÖnbJitt geen anfcftult maften /
©pilDijf/ <©tTen/ Hantgoet
flfèen moet öen fin / / Dan 't aer tfcft getoin /
Stfïeggen aï geïjeel /
tlifoo mach men gecaften
3jn '£ SSmnbegottig $?ieeï.
6 'tEaméffefïeuntbecftooren/
.fèiemanbt eeutoigft be-ecft 3£an ckh / toien? üïeefch albasten /
$>iec inbeegtijtbeïfïecft/
jfeiet Decft fuïcft een / / be SSjuplo/t teen /
% an t aiamften onbefmibt/
.ïiföaec fuïcft toeOecgeboren/
%$ een recïjt <£ft?ifïen übt.
7. i?ifc ïjoojt gn Cöjifien ïeben /
$oe nae '$ ïfeecen bebel / W ouöen toeft bien? befneben /
©an'tbleefcgeïijcftbefM; 't jfe icutoe ïjabfjt / / toit afê een ftrijt / Moet beugbigfj 5tjn betciect / Cec 25mpïoft^-fee|ï in bjeben ïïomthp/ biealfooöfett. $aufe. 8. ©ptecftt bieten ban fonöcn /
aBiït met 't Siupfoftg-ftleebt an: <fêie anber£ taoecbt beüonben / ï|em naecftt b' ecutoige 25an / ©<m faï men ïaeg / / fuïcft 3&upbefê a$ /
Ifêet on-etöigft bangiec löerpen/ toelbafïgebonben/ ^n 't ptjnïijcft ^elfcïje bpec. 9. iieijomfirttw in tijben/
0
|
||||
|
aio SCHRIFTUIRLYCKE
<£5p aetbtfcgetoominen^ ttet/
Want bie bee£ tgt iaet glijben /
©inöt giec nae geen tybt tneet;
<©obt£ leet aenuleeft / / on|tc*.ff'ujcKleeft/
Wecfl Cöjifïum onbecbae n /
£>oo mengt gp met berbïtjbcn /
(&et 23mpïoft£-fee|ïe gaen.
io. Cot '£ 3lam£ feefle bibijne /
Wilt gaen in tgbt£ fapfoen / Wmt niet genoot te 3gne / ïiait niemanbt onfcgulbt boen / 't Sermoen ban 't tooojbt / / ig nu gegoojt / 3fiïomben:'enna-bp/ Wel gem bie ban ben JBg'ne ^>maecftt / tec SSmpfoft €g?iflf. xi. fêTet 25juploftmet bégagen
Craut al bie jyn genoot / 't Jfêefï üalf bat i£ ge(ïagen / <Ên 't Sammeuen geboot ; <©?oottoecbtfyntycugc// bie banberïjeugt/ 25p £g?ifïum Komt pjefent / 3tëat fó?up£ men geeft gebjagen/ 't Jbal ban al nemen enbt. 12. H« ftrup£ foecKt niet t' onttoijcfien /
=Hiecban (©obtopgelept/ 3Ü9ant't i$ niet te genjdfien
2Sp '<S ©airioftf öecdgcnöcpt /
Met Htgbtfeemgept / bien tgbt betbept /
Jèan dfrobt yooge becmaect /
Cec fcefi fullen fp bfejcRen
©ie sgn ban 't 3tamRen£ aecbt.
13. mi^ 't jaebt upt 't 2tam gefpjoten
rêToont mimi leben nieu / <ön fegtSSabefé genoten /
löeceït/ bleefcy/ bloetattfeu/ ©iefoo'tgoeb'saebt// uitaeotenöaet ^aebPïgöt / «1 fcgout '$ onBïupbt / >f9f sin
|
||||
|
LIEDEKENS. zii
't 3lam 't tocïcft 't 25oecft geeft ontfïoten
£>aï öien ontfacn aï£ 25?upöt. ti+- '£252upöegott$roepfeerbftjbe
al troofïfgij toefen/ öït/ omtgpgcbciiebgbe/ ^©abec^Öijcftebefït/ &necu-toit 't ftket bïfncftt// batgp aen&iingt «tfësnoeonbeblecKt/ <023?upbt/ fjtaenmi)tJ5tjbe/ DcfCafelfïaetgebecftt. i y. © <£b?ifleiijcftc finnen /
'é ©leefcbg luff bertoinnen leert/ iCec 23?upïoft£ fee/ïe binnen Vèeibt sp 25?upbt geftroneert <Öect aïtijbt 45obt / / enboojeenfïot/ Doet goet u ïeben lanen / Met al Die 't ï.am beminnen / ïlcygöt gp 't faligö ontfanck Den cxxviij. Pfaim. $pbeto|jfé:
O Heere wilt my verhoren. SWgfy i$ fip bebonben /
Die 05obt b?eefï en bient recht / Die ooeft gaet t' allen fïonben / Sn fgne toegen fïecftt s Dos? 'r toeceft 't toclcft gp fnltbjgben/ Wezbt gp bier toel geboet/ U boen fal toel beftüjben / Ibpoeöigft met oberbloet. *. ÖWfalgelijcfc toefen
3nufnto£feecberbïijDt/ Den tognfïocft uptgelefen / Die tyucljt b?aeg"t t* fijner tn'br* ^en ben bifeft in een ftcoone
gullen nftinber^fïaen/ ™$ <®ïyf-fp?upten feftoone/ mt maiftmib'ren üoo?taen* ^ <& i 3, De*
|
||||
|
aia SCHRIFTUIRLYCKE
3. ©efcfcöoonetoeïbaben
<0ntfangf)t ïjp in 't gemepn / ©ie met quaebt niet beïaöen 2fê • maec bfeefï 43oöt aiïqm. <0oöt upt güpon stpjefcn /
ïÏQee^gcnaörbaet/ ©atgn fuïtftni na oefen ^rcufaïcmjj bcojfpoet- * "4. <ü5p fait mt utoeii 5atte iftinbts feinb'ten ftcii fecc tod / «gnoe boo? <S5ofet$ genabe ©eeibjeeb' tngicaél. <0p be totjfe:
Ais 'c begint. SSIetaen/ €> ïfeer/ bit hjben
©an Spon u teece SSjupot / 'C tocftft gefc^iebt in befe t'nben/ «Êïcft flootfe fjeen tec poojten upt/ «©m.batfe/ o '§m/ tt toiï bebtipt. 2. 5|n't beït moet fn logieten/
«En ïrjben ïjacc bat ing baec «JIMtbec be bjiïöe Piefen / jBet traanen moet fp fptjfen taet
W$ offe ban u beclaatcn toacr. 3. $?ocft gp bnjo 11 ©jienbinne/
<Ê> ii^eec / a\$ 't <&oubt buo? ben bpet / Mat faï ban ben boftn beginnenij 5Die u Cmiycl bcinieïen fticc /
«Bn fto?ten 't %am$ bloebt fonber af m'cc}
4. iSonötom 3|cciifalem ïjeenen
<©n£ bïoebt men aï$ toatec bccgiet/ <©n£ bjeucötberfeect in toeenen/ 33 fcftcnen Eof- fancfe ï)oo?t men niet /
©ar*, aijne / öjocf ïjept en f toact betb?ict- f. ^nottfcSabuicgcrogen
Sijtt top nl$ potten s^wöt / |
||||
|
L I E D E K E N 3. 213
%cc / ïjoe ineugt gn 't gebogen / ©at men oné bu£ becboïgt onfccïjt / ©f top toaten bet ©ieben gefïacb,t> 6. ^Igjbïacöt-fc&aejp&eng/ ©ïfeete/
Zyn bjp geteftent / en bbiae^ / Juen Dooöf 01$ om u 3teece /
Bkn fêtoirêbleefcï) tot ©ageï-ac3 / l?iAcc / toanneer eptiDt oocö Öaer geraeg I 7. Nietten Jbtaöt/ mptetecl)te
<SBeoDgcnof Itjöm Ran > (Ccc $oo?t apt fp ;nu bectjten /
SSaafê ©ienaatg boen mp in ben25an / <Ên meppen / fp boen u öi'enft baec an. 8. jfauberlangtmp/ ïfeece/
3tïg een mocb' gejagen ïf ert / Met eeirè ban 23oben uëece / !3jeu bacc inbieebom enbe fmect / £>te«Kt nip <£> <S5obt / bat icït boïöecb'. 9. JDaeromlaetgiionéïijüen
©ücecïjt/ betbolgïj/ cngetoclötl <©»p laet on£ goctftoop gïpöen / «lïnöe /fèeemt booj ou£ ooeft geen geïöt /
^aelbtonötueber/ €>J|eet/ troitoe $eïot. 10. ^tcijbt <© ïfect I met mijn fïqjoeï^ /
Sjcït macö niet Klagen meet / Sïact üefdjaemt mnnbennDetg /
Sicït bebeel u mijn faecfe / <© #eet! ^c&t guft öoclj upt / na u begeec. $aufe. 11. <ipincKicnmetuin'tteri)te/
<& ï$cet foo fyklt gp bocï) rcc|)t; B5aec bit b?aegö'kft u flccötc Jöaecom gaet 't bM ben bofen ïuietïjt i ^ie altïjbt tegen be toaeiljept bccï)t. ix. <èplae£/ icït moet een£fp?enen/
i|oojtmp/ u^jimöegomfoet/ U ieeöt fal ieft (jae|i tojeften/ €> 3 €n
|
||||
|
ai4 SCHRIFTUIRLYCKE
<£n ban ïjaer epflcïjen uto bïoebt /
Hierom / o mijn 25mpbt/ ïjebt goeben moet.
13. Haetu/ o 23nipbt genoegen
.ïBet myner genabigfjepbt / 'ïj en fal u een ïttoon toeboegen /
5©ie buiten fal in eeutoigftepot /
©30? bat gn nu baect met ftoaet arbept.
14. Eeg't af utoe trupj-Hleeren /
«Bnöoetucictagieaen/ ïï fal geen leebt meer beeren /
T&z tbicebe boobt fal u niet fcïjaen / ü tranenfullen af jtjn gebacn. ij. flcft geef ubfijbefjer ten
©ooj eenen beb?oef ben geefï / W baert gp nu in fmertcn / <H>eueftt bat ftomt <öbaaibermeefï €>m batfe toeerfbannig i$ getoecfï. i(5 ©erbujbtu/ ogpfcöone/
ïï barend al gefcl&iet/ ^eft Room' en b?englj' u lone / 3£et toeïeft nopt ffèenfcïjen ooglj en (let / <©at geef ieft u upt genaeb' om niet. 17. £>aligö3ijnalleoogen
«Die (ten bat gpnu fiet / Ibaligö 5ipi i\it 't gebogen / JDatftaer om mijnen <fèaem gefclfjiet/ 2©ant ieft (uiteer) een betaeïbee (jiet. •mm» 18. ©ojïofV ofjoopftenMepne/ l)iet enbe baer ber jaegt / gicït gcoet u upt lief ben repne: W ïjaet men u / toeefi niet ber tfaeg&t / 3£it aertfeft/ &up£ boo? 't J^emelfcöe toaegt. Den exxxiij. Pfalm <@p be totjfe:
Gy Broeders altefamen. S%et/ ïjaef&t/ eniieff'lijeftmebe/
€n ïpe genoegt)lycft ifl/ ®at
|
||||
|
LIEDEKEN S. *a$
3&at S&joeberen inbjebe ïBooncnmrteenbjacbtigöebe / «>P maïïianberfonbetttoifï. *• 't 3ö geïpcfe be ticcmaeröe
23alffetn / hofilijcft en goet / «3ic bioetit aï£ b' ongefpaecbe' ©'in ben ïjoof be in ben baerbe / 3a ben baett ban 3£aton foet. 3- ©iebaecbanbobenbetljebeH/
i€ot in 5ijn ftleebt af bloept / «©eïn'cft ben banu)' beftïeben / «©ie ban If ecmon baelt gebjeben / <£n be bergen gpon£ befp?oept. 4. JDant ben ^cet onber3toegen /
<!3efoofttegebenalbaet / Zijn tcoofielijften 5egen / Cn'tïebcnaïtcbegen/ 3i'n Het eeuüJigöept eenpaet. €>p be toijfe:
Gedeiickt o Menfchen t' aller tyt.
SCerriump/ <&435obt/ mtjntoebetlaet/
<8en fïttjbt fjebienban binnen / <©' baanbt mp afê een 3Leeuto' omgaet / ^oceftt mijn èiel te becflinnen / ^P beeft ftjn febut opmpgefïelt/ <Ü*m mp te booben met getoeïbt f Gifeer/ ïjelpt mp nu fïttjben Snbefeqnabctrjben. *. Mtijn bleefcb geïufï tegen ben (Beeft
©l^eec/ icfemoetuWagen/ 3©aut bet altijt boa? ïtjben bjcefï / <&n 't luil u hwn$ niet bjagen: want bet beminbt ben boobtbeel mees <©an Ijtt leben bpu / o ^eec / «pat boet mtjnlject boo? fnijben 31« öefequabe tijben. Ar
<0 4 3, ©$
|
||||
|
aiö SCHRIFTUIRLYCKE
3. <©cb itoiefalmpelïenbigbJÊenfcb
©an oefen bleefcb ontïaben * 't3M aïtijöt nafijnepgentoenfcft
„ïlBct mp in fttomme naöen: <® ïf eer toijfï mp u cecïjte baen / ■fflöijn bïeefcb toil icft te Dupten gaen / «JBnfleïïenfnncaeöt bejijben/ gjnbefequabe tijöen. 4. <©üleefcb/ of icft boïgb' ntoentaet/
lüijn £>ier foub' moeten fterben / Stiebec ftieg icft te 5tjn betfmaet / <£n met <!5obtg bolcft te f toetben!
JDant öaec o?oef ftepbt fal becanDett 5tjn Sn b?eugbe / maet o' anbet in pijn / ©ie met be toecclbt becblijben 3jn befc quabe tijben. 5. # bleefcb/ ofg'een£op<£faubocftt
©ie b' eecft' geboo?t uctftocftte: ï=fcie-tocl ftpfe met tcanen focftt / <§5ecn pïaeté ftp binben mocftte /
<£> bleefcb / gp fult niet boïgen bent / 5Icft toil nae 't nieutoe ^ecufalcm / ?ïï foubt gp baecom lijben / SJSnbefetwabe tijben. 6. <& i|eer / toilt bocft mijn Eepbtfman 5ÖM f
Ba befe jbtabt ban ©iebe / ©e toegb i$ feec fmal oat buncftt mijn /
<l5elijcft een£ J&enfctjen ttcbe / Sfin b' een 5j)bt toatcc / an b' anber bper: 22>etoaert baet itk bem toanb'len biet / ©atf' u boo? öe JBerelt belijben / SJubefequabe tijben. fjïaufe.
7. €> baïfcbe Jtëecelt frboon in 't oogb' /
3ïbieti icft toil ubecben/ ^ppeïöec toecïb/ brcbebenboogÖ/
©ie ban u eet moei ftecben ? #iet-
|
||||
|
LIEDEKENS. 217
lfictom / o <£ba / tocergebaert / J®acïjt u boeg tooo?ber Slangen arrt / £>p is betoaen met ngben / Snbefetiuabetgöen. 8. 't^ferpcntljcmaïéfenlteeunufporpt/
il«t / om u Cljuun te bjeftcn / Wmt tjp foo lièff 'ïgen jïonbt en bïoe|iö' / 311$ aen üc itëatecbcecften: Haec bietoilbe ©«cfcen^ ontboet / ©ie gebben gem omme geüjjoet / ©at gem fgn fp?uptfteng ontglijDen / SjnbefequaDetgbèn. 9; «JHfeec! ong Magen bod) bet gao?t/
,fèa bjeeb iup feet betïangen / 'lieruif iembaecpïagijte5ijn uiöüojt/ ©aet toonen nu ©jafeen en ^langen / ©aet jtjn ooeft lf e«ben£ üi-gegaen / ©ie 11 Cempci in fïucftenfiuen/ <£n 't Üepïicljbom onttogöcn / 3jn befe quabc tg&en. 10 jfeer/ fepnbtgetroumcar&ep&té-ïien,
©ie u i&gupn ragt toeet bouten/ 25emupten met lebenbe ftem I 35'faeptn met OBobb'njcftc route <£n bic be Mcnne ©of fteng baen / <iïu get miagcnbe ©ee berfïaen / ©at ïjem bijt aen alle 5gben / Snbefequabetgben. 11. &<£>obt/ gptecgten3©gHgaetb'nkt/
3©p bibbcn u oatmoebigö / tlant u ïï&ijn betgl) aen een rebiet /
lat öp bjucgt bjengt oberbïoebigg / €n maceftt baccom een fïeccue mup? / <Ü5ettoute ©ienactg tot u gup? / <£n geeft u jtoeert an öaet 5gben / %n befi> qnabe tijoen. 1 x. <Öo$ïof aen alle irancftjCHeng ttet / O 5 3«ft
|
||||
|
ai8 SCHRIFTUIRLYCKE
«gicft gtoet u al hier mebe /
© iefïaen op be£ 1po|Mg ïeer / ©mthtbaet na ChjifïujS 3ebe / M hanben tot ben ïfecc optecftt / €n bibt boa? utoenstoacnen Itnec&t / ©at hp baïfche ï.eec mach mijben / 3!nbefcquabettjben. <©p be toijfe:
Wilt gy wefen een Oorloghs man. T4£c ecren ban dSobtg Ipoge Macm (
©tn 3i)ncn lof te boen becfïercuen 313iï icfc fingen ban fnn hoog' faent/ <&n ban fnn gcoote toonbec-toecchen. z. <Ü5?oote bingen heeft hpbetept ©ie nieten 5tjn om te gronbeeccn / <£n becl biber fcfte toonbernjcfthept / ©ie geen Höenfche en ftan fommeeren. 3. 't <£n $ niet in Oec iBenfcöen macht
<0m unt te fp?eften met bec ftcefe / J5och oocft te boï ïoben 45obt£ feeacht / Jbijn toonbec-babcn fijn te bceïe. 4. Ibtjn hepl'ge Bame toojbtbecteït/
JBonbecbaecnjcften caebt behenbigft / CenbjebenBojft/ eenfïeccfte^elbt/ €ettto'igh ©abec / föonincït on-enbigï). 5. ©oo?3ijn3Btj<Shept/ 3©oo?tenbe<®ee|ï
ü^eeft hp t' 3ijnbec ceren gefchapen ©eeïbnpfent <£ng'len in 'é ^emefê #eefï/ <5eefïen bec fchoonhepbt tot 3tjn ïtnapen. 6. mi' ftnien moet boo? hem bupgen gaen /
J©ant fip i$ 't J^ooft bec ©ojfïenbomen / 't Jtëoet hem alle£ ten bienfïe (iaën /
©eefïen/ toinbenentoatet-fïcomen. 7- ©entnachtigen hogen^emelconöt/
€n 't ftlace jpicraamentfcöe toefen ©oen ban 5nnmogentöebenBonöt/ |
||||
|
LIEDE'KENS. 219
©at eïcft <©obt£ nracïjt nenne boo? bcfen.
8. b'Balbifrfien&cbiatöanfcl:
Met <£eberg en 2Sergenberï}£ben / SBfêi&ljaboj/ É?ermoii/ «iCarimï/ <©obtg macijtigïiept te nenncn geben. 9« <&e&on met eenen nïarenglan£/
<&> be Jfêane met ïjaren ïicfjte / Stoopen fneï om be toerelt gant£ / «een gtoote <J5obt ig 't biefe |ïict)te. $aufe. io. 'Sünbenïfemel/ Die fteethj'cK jïaet /
Mtt eenen ojöonnantie gocbe / ^nn be £>terren£ '£ nacijt^ al£ cieraet / «Bnbe fp maften fjaer niet moebe. 11. ïJut ben Jbcïjebet-fïecn water fpjupt /
<Önbe#ontepnenupt Riteen fpïeten/ ©peefyengtmenbanöie'Sïetbe upt ©aer jèpn'f' op Wafï / goebt om te eten.
12. ijnt b' aetbe WaflTen boo? <J5obt£ i©oojbt/
3Bel-tiecftenbe ürupben pboone / Jfêp fïenbe^ Corner f nomen boojt
©ibetfcöe frape bloemen feftoone. 13. '£ flinter £-ti}öen/ geïneft boojmaeï/
ü>fcn wp beeï Wonberen metalïen / 't Jtëate'r beranbert aï£ Ut ifiaï:
^eer witte JsneeuW flet men oocfc ballen.
14..3DOO? (©obtsi tooojbt baït ben ï|ageï ftout
€nbc SSIirem ten feïben fïonben / <©en 3B>onber berfcïj:icftt b' 3Eerbe fiout / ïtaHeïen / 25ergen en Ifgronben. i?- £>ijn 3©oo?bt befet be Zet met Sanbt /
<©p bat 't ï^ater 't Btanbt niet en Deere / 3&aer fgn «ïManben in geplant: ?Cïbe ïféereïbtb?eefe bien ïfeere. 16. Wt getoeïbt ig in fnn bebwaneft /
IBat Ijp boet batmaeft niemanbt neren / &ijn ojbonnant» ijeeft al boojtganeft / |
||||
|
aio SCHRIFTUIRLYCKE
Jbfjn r aebtflagcn snn niet om leren.
17. Wi toat ton fien tjeeft fon getojaeftt/
42n tè t' famen iri fijn üermogen / <©c boob'ftiiïeucnb maften mach -.
€> Bjienöcn / toiït frjn <fèaem ucrïjogcn.
18. ©it i£ gcfongen bn ronfent
2ÏÏ ton ben öaeöt/ in 't tïijcïi be£ ©jeben /
i£ec eec Dien ïtonineft excellent / ©era 5P 3tof / pjij£ in <£eutoigï)cben. K. V. M,
Van de Vreefe des Heeren. tfèa iiC toijfc:
Gy Volckeren des aerririjks al. T<Ö b?cfcn oufen <J5obt en ïf eec /
5J3eentooo?naemenheiufaem 3tecc/ ©et i§ een Maar en fïcreïigebob SSebooïen ban ben grooten <l5ob. 2. Stjtgri tot jaren en üerftanb
<®ehomen / neemt öogh bn be hanb «6cn to?ee£ eneerbieb / 300 't bcjjoojb) ©00? ó5obc en jtjn ifculigh l$oo?o- 3. ïf i) i$ 't bie oné het ietien geeft /
€n toat men meer liaii noben Ijeeft / <©ie on£ met 3ieï en lighaem beib ïfeeft booj5iJn lïïmagttocbereib. 4. JBacmeerij/ nabc^menfcöenbaï
Sijn ISoon gefonben / op bat al «Pieinhem/ toaaceïnït gelooft ©an 't lenen nimmec 30 berooft.
<r. <Daac uit men 45bbe£ Eiefbe meent/
<0Me boo? 5nn tüoone / i£ getoecïit / <gMe hettoecloocen heeft gefogt / Cn met 5tjn biecbaac bloeb gefeogt. 6. Jitóct bjefe u hier onöec fielt <
©erloorcn ^oon^ en 3£ogter£ telt / jteet toaar geloob' en regte boet ©alt utoen <©obt en Sfeer te boet. 7, ®$
|
||||
|
LIEDEKENS, zzi
7. <0p 5?jt boo? fcïjuïb / bic op u legt /
©n&aaröig aaa Der ïiinb'rcn eegt / 59 ie $ met ecu neöjig tjette fliï 23ufgtu ganfeh oaUec <0oi)e^ toit. 8: ©?ee# <0obt/ bjcefï <©oöt/ bic eettoig
©ie/ nafjiibooDgefiagcnöecft/ (leeft/ <0oït magtig i£ / te tacepen biel
<0nf'ï:jfen3iefe/ inüefei. 9. jBetbjefcnenDebcbcnïicrrt
H tot ben lf eer foo be Jsdfeift leert Uto 3aïigöeib aïöu£ betoeÈut <Doo? <&Q3$ <©enaöe Die u ftttkt. $aitfe. ïo. &eemt bit gcfïabig bjcl in agt /
©at gu be b?efc ©oö? öercagt / ^00 ja'ïu toaadp 3onöet fenï Coefeomen een $ea groote ïjcluï. 11. JBaiit 05o5e^ SSaitemïjcctsgïjciöi
5JS> 3tiïïtc 3ieïen toegefeib / Cc juiïen bïijüenbn inftragt Boo?t£ ban gcflagtê tot gefïagt ia. Eict b?u inct een geïobig 3in
b' «Êrempeïeh bet ouöen in / 3Bie i§ gefcamen mut in fcftanb / (©f ooft berïafenban (©aöjSfianö. 13. 351e in 3ïjn bjefe na jnn bJoo$
«Sebïcben i$ aïfoo 't IÜCÏJ002D \ ©e ï^cecc jaï / al$ ©abiö segt /
J}aac b3!J3cn in ben beften Vueg. 14. ï^et ié öe ïjoofb3ora aHec %cet /
©?eefl aïtijö <J5oüc uiuenif eer / JiBettoaac geïobe ïjem bettont/ ©00? lief be 3i:n geboben liout. 15"- €>pbatinutoelebeng-tybt
«üMegp al.s tyeembling ftiec becjlijt 'Ün bmft / in noob en tegenfpoet 3^e£ <tf ngefê fjoebe 11 ontmoet. 16, <ïtn
|
||||
|
!22 SCHRIFTUIRLYCKE
16. <g\\ bu£ gcfegent met ben <©eefï
©cc uitbetïtoome onoeb?eeft ïionbcoepenUbba/ ©abeclief/ Eoo $auln£ fcb?i)ft in 3tjne 25?ief. 17. 2tl£ <Öoö be ^ecce een£ uto 5iel
fgaï cpfcf) en ban bit fïecfï jjït biel / <B\x ban be «gng'ïen m ben boobt / <J5èb?agenbject in Hibj'amg feïjoot. 18.© ücere maant on£ foaacbig t' jaam /
ï$ iec en fjier namaal£ utoe tfiaam 1 Ce roemen met een bïijb gemoet / "Sin 'tmibben ban uto'©jomen foet. I. D.
Bekenteniffe des Geloofs. ©p be toijfe:
Gy Chriften Broeders t' fame-n. T©t'£ ^eecen pjijg bet&cben/
25jocbec£en «|>ufïecg gemepn / 3§ Öiec in 't ftojt befegjeben €m$' geïoof uut <Babt$ tooojt repn: Boo? eec(t een SSoetbeerbigö leben fclacc / <©m nietig te 3tjn genoten / Wig €ï)?ifïu^feptboo?toaec. a. 3©pbcujbcneeub?ad)tirij
(&oo be £>elmftuiteberb?epbt) <Öen €cutoig|) <0obt Ulmacfjtigö/ ©aet'taliegboojtébetepbt: ©en©abec/ g>oon/ en^epIigen<Öeefï/ ©ie b?ie 3ijn t' famen eene / <6n reittoeïtjcft getoeefï- 3. «Êen<ü&cmepnt'<i5obtégcp?efen
©ie moet öiec nu 5tjn feer goet. ©aac in ban moeten toefen 3£.eecaet£/ enbe ©icnaerg foet / ©ie in ben oogfï arbeiben gort / ©00?
|
||||
|
LIEDEKENS. 223
<Doo? 25ibben / cnbe ©afïen
,ï;licn Die bcchctjgen moet. 4- iBpueftennengerebe
«3>jp 't <6eIaob' een 35oopfef cepn,
«f en Hibanötmaeï oocft mebe <fèa beg ^eecen tooo?t allepn, <©at moetmcn onbetfjouDcn toié: <£n Öet toaflifjen bec boeten <®irêooehgebobeni£. 5- «5aet u 23?oebec fonbfdj leben /
£>p?eeefet ï)em an alleen in bjee1 ï?oo?t ön / toiit öcm 't betgeben: Man niet / neemt een / of iCtoee / $oo?t fjp Die niet / fegt 't be gcineput: «2n toil &p ttit niet ftooren ï^oubt tjem afé ^epben oneepn.
6. ïiacötuoócKalgelijcfie
©00? be ïietterpe onfelaec / <©e<ü blep£ toereken pubïijcfte .ïfèoettnèn fïraffen boojtoaer / ifn mtjben bie $erfonen: bocö / ©ecmaentöaet totbehecing' <®m toeber te itomen nocf). 7. «3obt£ dSemepnt' moet men eeren /
ï?aec armen in noobtbpfïaen/ 39' Ijaer niet Rennen generen /
lUogen bjeï H!imo£ ontfaen. €>ocft meebe tou berfïaen feer goet «Een H?onbjelgcfe / of<Êcï)te ©a« ttoee «Briobigen b?oet. 8. ©e SSupten Cr outo' geïjiele
©erfïaen top beeboben ftïaec / «SVeecfïeJBerelttenbiele/ 9$ baerom bergaen feec ftoaec:
<£n €fra ftlaegt baec ober to$: ©auïugberbiebtïjem mebe ©opiftlaergeïijcftcnig.. 9, 't^Ptttov
|
||||
|
%%4 SCHRIFTUIRLYCKE
9. 't^otto'ïtjrfiftanfijnsemepne/
oSeclycïi en tod briecft/ "U\$ <0elobige mme
«oen ougdabige ijecft / ©auiug fepbt tot bc gdobige ban: 10ÏÏ b' ongeïobigc bigben / Jboo fcnent u bact niet Dan. 10. ©an öeacgt&aïsgljeben
W>oet Cl)?iHué leerai / bcrfïact «©clijthaiificn niebe. ©ptoerbfebt Coo?ne/ en^aet; #arfe obecfpel/ en 't anficti quaet. Eecrtaföen «Êrfjtte fcïjepben/ 't„§>uom oberfpcfé baet. 1T. 't %$ tot b' €>ubecg gefcbjcbcn /
£)toeett cecfot / ftoubt <©obt utoen €ebt: JBaet ^cfu$ feiiot (gier neben) 45?eenfmg futt gp ftoecren jeet / Htooo?benfuUen3tjn3a/ en Been/ 30atbaettoecbt toe-gebane/ ïiomt nut ben quaben geen. ia. <£5öbtoeeö'tat .iüofeé fpjeften:
<©atbe<^uöetg fouben/ fiet/ «ÖIcMibt/ omJibtboentojeaen: .flêaet Cg?ifïu£ getnubcrbiebt/ «önbebeeltong goet boen plantept: Sijt ïiinbeten uto£ ©abetg / <èn poogt na boïmaecntgept. i?. <©aetgp^lmoefTengeben
$k bt atgt goe bat gp ïjet boet. 23ibtniet feec googg betgeben ?f]fébegcbepnfben onbjoet. 3iri't©afïenuntet bjoebigfi toont. ffïtoatmen boetberbojgen ffitzbt opcnbaec geioont. 14. ©ecgaertgeen aecatfcge fcftattcn:
JBaet b' 3|emelfcöe bergamibort |
||||
|
LIEDEKENS, xz$
JBaet 't fcftat i$ / öaec i# 't terte. JLeert 't €j:empel ban 't ooge goet ®taee peeren ftanmen niet Dienen toeï. ^cöout bc onnutte fo?ge/ <cn foccfu <0obtg ttjcne fneL 17. 'tatïcïjtoojDcrtcntniït latent
Mm pjoeft eerfï u feïben b?ort. €11 <©ootó tooojt oocït niet pjaten ^**»»* <@aetmerijjetberacöten boet. |soa gp bjttt batmen u bttiit / ïjoo?t / 35at öóet an anb'ce menfc&en: ©aetin/ boo? o'enge poo?t. ï6. JDacötuboo? balfcï)' ^jopïjeten/ —*
atet tocï op fjaet bmgten Koen. .©iet: bie fjem ^eece öetett fóotnen al in '£ ï|emeï# €|)?oon: jifèaec bie fijn tooojben jjoo?t/ m boet/ <fèic 25outot ïjet l)up0 te recfjte / <6eltjcB een toijg man goet. 1 * $aufe. 17. 3Bp binben oöcR6efcö?eben «■m*
©an een 3©ecettlijcï;e macïjt / ©iemoetmen toiiligb geben €ol / en Ibcljattfog met eenb?acï)t /
©?efeen eet bie ïjaec bel)oo?t/
^nalïe^onberbanigïjt
IBaec niet tegen <©obt£ tooojt. ****
18. ©oct)fept©auIug tenanb'mi
batmen boo?Die<ï£berjjept/ .©iet gaen faï met maïRano'ren /
€>m baet te too?ben gefctjept. ««»**- .ïtëifbmpcfet <©obtg ©aemoocR niet getold ï©iïtgeen 45emeunfcï)ap ïjebben "** Mtt toetcften bet Dupfïernig. ï9. ©aecfïaetoocK nocïjte ïefai
9n J|eb?een omien gecee: batmen gaflbM faï toefen/ |
||||
|
zz6 SCHRÏFTUIRLYCKli
«Sngeetne Meebergen mee.
jüocö binnen top befcöjeben bug: <©?oetuonbec maïïianbec* JBeteenlfepIige tiu$. zo. <©eêft1n'clt moetmen becttjfen -----
©anftetouöe feben fnoobt/
9111 naïjet &c&?ifr£ uuttoijfen/ 3^00? Öct^oopfeï ban öe öoobt. <©ocft fuïïen top betrijfen t' fami / Jlicrna in 't laetfte oojbeel / ©ace elcn fal ïoon ontfacn. 11. Jkoch. moet men boben aïïen
tiet anöoen De lief De fijn:
iaec foub' een langïj berïjalen Jèan be lief bc nonnen fijn: .ïBaer ftojt gefept biet tocl op Iet / lilnbieliefbegepjefen |§>oaï)angtbegantfcl()e 3tkt. %%. M toat meer lïaet gcfcöjebeu
gin't ©ub'/ enBieutoe ^ejlament/ ^eïoob' top öiec beneben / 't Ibtaet tot leednge pjefent: €>pbattop boo? öoop/ en attjbtfaemljepe 55e ^>aligf)ei;t beeftctjgen H pt <0enaeb' booj <£ö#um betepbt. Voor de Vermaninge. <@p ite toijfe:
Die niet en gaet in der Godtlofen raet. T<0t u o <Sobt / ©abcc gebcnebtjt /
©ie in ben J^emel fooogö betljeben 3tjt / &oo toepen top ootmoebigl) aitefamen / ©ecgabect ftiet in ntoen ^epï'ge 3^ame / ^nBibbenufeetïjeitlijetfmct anbacftt' jföeemtbocïjoponf bibben/ en fmeeften acïjt. i. 35aetongbpfïanbt/ <©<©obt b?ienb'Iijcft i&ot onfe tjtrïp' / o ï^cece u borij fpoct / (en foet/ <lBeeft bat top n tooójten Uemelfc&e leece / ©?ugr
|
||||
|
LiÈDËRENS, ilf
® jugtbaetltjtft ïjoren / en berfïaen/ <& $eete /
e*8eM/ enbernieutongmlnflenbe meefï «3&0? be gabert ban u ifepligen <©eefï. 3< Meen in ufïaet on# ïmlpe boojbaaet /
®ebaatetènbeglebeng fupberftlaet »fê eenen bautoe ban ben $emeï fcljoone / awctnuinongbalen/ o^eec ffboone/ ® nf' fjert en ooeft al ong inttienDtgï)ept / f£at©jucl)tbaer aetbe/ boo?u ïttagt betept/ 4- <© onfert <©obt lilmatïjttgf) enöe fïettft /
Beemtbaegguptongalbaatbetfïoojt u toeteft #lant u tuoo?t baft / in onfc Ijerten binnen / <©eeft bat ban «/ opccctjteïtjcft beminnen/ 9&fê bomen fcgoon feec ©nigtbaer / na u baoo?t ©eel troebc bmgten fïabigg bjengen boojt. 5. ©?t0o£>?tongbocg/ ol£eere|gebaotg/
23atmgettiggl|eec, enbe genabigg <0obt/ Regent u baoo?t/ tollt taaa^bom tncMg'cft gebenf &to jt ftracgt in on£ / om ï^epïigïgch te leben / <©p bat ton u bagelgcïfé meer en meet / 3&00? goeb'e toetenen geben p?ij£ / en eet. <©p öetoijfe.'
Als 't begint*
Tftib'lacpenberbaiet/
<& Éiel baat moet gp lijbert && 't lange buiten/ / o <&obt bit f toaet eïïenbt! <©antfclj anbetg niet ^aneengeflabigfïtgoen (torrtt
H$ mijn leben all* wam// toaet bat feft ben ge-
êngten mbe ttuité// bat $ mp beeltgtg onttent M aeft mn met u geiiabe // eer ieft berotogn al£ Ctoofl gp mp niet // foobïijbe frft in 'tbetbjiet
2- ?liéicïi'bi]n tooojbt
©ebenen/ ©abet gepjefen/ l^etbtjn geboben/ enbe geÉecï)ti0Ö«öt / |
||||
|
ai8 SCHRIFTUIRLYCKE
jBpfcomtaen-boojt
SHepmnoebigljept gctcfcn/
ï&antnan toeïbel*agenen bw icït niet geteet
3111 mijn getecïjtigfjeoen 31311 afê een oniepn Weet
<© <!5ot!t/boo? utoc oogen/ ben icït fbjacher ban
riet/
fëtoofï gp nip niet // foo b^ybc icït in 'tbetbjiet 3. g|nmtjngemo!?bt/
Jücem icït toelneecfligïj booten/ ©perigb u ©ebo'on te Ijcuöen toeïgecttfï / Maet ©leefel) en bïoeöt ©at Bomt mp toebei* fïoötcn / (ïufïj ©00? flnjbf n / enbe beeftten / jjet tegen ben geefï
%\$ 't #ect na een fontcpnc / mijn ^jicl/ <©obt nauöutfï/ (fcijiet ©an u gefctoont te toefen/toaet 't baten ccn£ ge»
(Ctooil gp rap niet // foo blijbe icït in 't beibjiet. 4 ©e geefï totl boo?t
^a^etufletnmet lufïen/ ©ie jrtabtboïgoeben innemen totctfbeeï; 3C bleefcï) maeelu bifcoojt / «Bn b?engt mp f toaec ontufien / (heel Mtt tecfjt macö icït toeï toepen tot u met ïupbec
s^eece boïgenaben/ betgtu aenfcïjyn niet ge? ïjeeï/ (anflet jfèepgtuoo? tot mg'n toepen/ uftoacfic hnetöt
<£coofï gp mp niet // foo Mijl» icït in 't betbjict. f. Mtt mrjnen monbt
<£n fian icït niet britjben / 'C geen in Deeg tijben / mijn f>ieïe toeöerbaect; .ffèetloofenbonbt ttomt jbatan mp bcfïttjbcn / (toaett
ÏJecïjt of gp mp /<© j|eet / geen ïjeïpet meet en
|É>oo ïifiig ig öé ïeete '£ bupbe$ ong toebetpaett <&m mtjn&iel te betfïinöen/gcimt Dp met neet* fïigenbïiet/
(Ctoofï gp mp niet // foo bïtjbe icït in 't betbjiet. j. ©aufe.
|
|||
|
I
L I E D E K E N S. 229
j'. $aufe,
6. ^cft roep om troofï /
© ©obt/ metbjoeben fange/
fg«t bocft ren£ nebcr op bn'nen ftnecftt beftoaert
ïöantcuigrgïooli
|fé mijnen ©ecfl foo bange/ (baert
©ecöoojtmijnfmcecften/ bat boojbe tooïcften
M geeft tot een bertroo|ïer in mp bacft openbaer t
SBant uit betyuftter jielc (ing ift bit bjoebigh. ïiet
«Troofï gp mp niet// foo bïijbe icft in 't berbjiet.
7. «Dicftmaelicfi meen/
«ï£ bat ieft ben berïaten ©an utoen <0eefï / <© ©aber / ïjoo?t mijn belijbt
Schga alleen/ ^ïg JBeefïten mijner (Iraten / 25ebnicïjtmctang(te/ benoutopfuïcften tijbt/ ^eec ftaefï u mp te öelpë/ eer mp be (lang berbijt 3*tè een fcbaep bp bec ïjepben/ geeft mp be ateeuto befpiet/
(3Troo(i gp mn niet // foo blrjtoe icft iii *t berbjiet 8. Uiteen bie bloot/
^tacttuflcgen bupfuit ftoeerben / ©anrontfom bejet/ ban5tjn bpanöengant/ &ie icft be boot; IBant 'ft toeet geen troofï op eerben ((ïant
&ao gp J^eer ban toeerben/ mp boet geen onber* Üüittbooju fcragt betoaren / mp (tot utëgcft pïapfant) (fc&iet ©00? ai be£ £>atang pijïen / bic fip foo bpcricï»
(Croofï gp mp niet // foo blijbe icft in 't bwbjiet 9. ^efonb'/ <©<!Bobt/
«Bnbjüt bocïjnfet gebeneften/ ©an mp bebjeben in mijn jonge jeuggt /
3Bee(lmpeen fïot/ SSetoaert mijn ?ieï boo? «renenen / (Öeugt/
<©m ujkaemg toilïe maeftt bocï) mgn<©eefï ber*
<®©aber/ toütbec&eeren/ al mijnen bjucft in
$ 3 tywg&t.
|
||||
|
*3o SCHRIFTUIRLYCKE
bjeugftt/ (gefê/ftet/
<©p bat icft/ Sfeet / mach fchupïen onbet u bleu*
<&toofl gp mp niet // foo bltjbe icft in 't betbnet. io. <© £eet betmaect/
Jèttaft mp niet in u tooten / &afïijbt nip bocïj niet in utoen gtammen moebt; Hpt38öamgaett 25cn icft in fanb geboren / (boet
23ao£bannatnpcen/ 'ttoeïcft mp nu ttupcen
HMt mp bacft flupcen / en toijfen mijnen boet ©at ï)P ban btjne paben/tot quabcn niet en bïiet Ccoofï gp mp niet // foo bhjbe icft in 't borb?iet. ij ijgaufe. ii. M3tjn beftent
W mijn gangen en taegen / Mijn eten/ b?ineften/ fitten/ liggen en gaen/ 'C gebacïjt intoent ©at '$ u beftent te begen / (toeï aen/
3111 fit gp ftoogft in 't bencften / 't nebet fchout gp
Wie faiüoo? bijn gerechte in't oojbeei binben fïacn/ " (ren boo?fiet / ©ie met bper bïammig' oogen/ hrct en uie*
i€r oofï gp mp niet // foo bïijbe icft in 't berb jict. ix. ©cio? bijnen <ï5ecfï
ïBcet niet toacr blien ban fo?gen / 2öant bobf u / beneben / jijt g»"al om eenpact / ^ipjeccft icft l 't bupflcc forecfl ©at fal mp tocl berbojgcu / ftïaer / ©enachtbieïichta$be £>on boo? utoe oogen
JDonDerlijcft jijn u toeceften / bat bent mijn 31'eï boojtoaer/ (fcDiet/ 45ptocetbecbo?gen Dingen/ eet bat fp jtmges
föcoofï gp mp niet // foo bïijbe ieft in 't betbjict. 13. ©ntfonbigt mp
.ftèetpfop/ ^eecebei bjeben/ JBafchtmpbanfonöen/ fneeu-toit aïfo men gjeft toep tot bn (leeft/ |
||||
|
h I E D EKENS. s$i
TVttfntXn/ gefiiKeltenöeben/ (<!5eefï/
^rïv'pt in mp een repu ijerte / en eenen nieuvaen
®P öat icfe b?oom macïj fïrijben tegen Dé 3&?aeft en'tSSeefï/ (bieöt/ <©at kk ontfang be ïitoone / bie mp u roeping'
(Crooft gp mp niet // foo Mijbe icfe in 't berbjiet. H- Ö! ïferr,' bcröoajt
|Bijn fmeftehcnöe Magen / H itioet gcfcïjicönt / p?ij^ / jïercïujept en geboot l&jjn 5tel gu autmooibt: €> giel toeeft niet berfïagen / ïöant icfe fal bp u toefen / u ©aöcr enbe 45obt: .ïtiaec blijft in mijner ïiefben/bftig ïiet regte jïot i©tU n aïtijt bemeten 'ft faï u taerheffen / fiet / 3&oet gp bat niet / / foo boomt gp in 't berbjiet, if- €of©?incebip/
3ê>ie mn troofl ï)cbt gegeben / Sof <0'oDt beeïjeben/ öie mp (ïetcftt in ben fïrtjöt Eofï)eec/ bie mp S53ac()t ban öe boobt in 't ïebcn / (beb?tjbt /
Êofbie fieet^bantefneben/ mp fonbaer hebt 3tof- fang met beben / gp ©aöer / toeerbig jijt/ 3TofBaöcr enbe Jbone / met nteen <J5eefï aïtijt / 3Bat mp gefeftiet // troojï mp in mijn bcrb?iet» Den Cxxx. Pfalm. <$pöe totjfe:
O Heer. wilt my verhoren. UUt öerbiepten/ o feere/
JBijner benoutftept gtoot / ftoep ieft tot u gaet fecre / Sn mijne angbji m noot. ïfeer toiït mijn jïcm bethor en / aBamhetmitijbtfnn faï/ 3Xaet bomen tot u ooren / IBynMacïjtigbbibbenaï. i. JBiït gp met ernfl be fonöen
iCoeteecftenen booitaen / $ 4 Wit
|
|||
|
43* SCHRIFTUIRLYCKE
SBit hm V eentgen fïonben /
gjnuoojbcribefïaen* JHaergptoüt/ %ett/ betgeben/ «©efonbenmfnfl enmeeft; ;©ie£5r)tgpinbitleben ^>eecbeminbten geü?eefï. ?. ©en ^ecc toil ieft bcetoacöten /
.fl^ijn 3icïfïact aïttjöt boojt Opfoem/ met gantfcbec fctacöten ï^oop ïcït toafl op fijn tóoojbt JÜBijn 31'el tjcctoacïjt ïangbmoebigïj / ©an b' eennacijttoaecne f toacr / (Cot bat b' anbec ftontt fpoebigïj / Cn be bagf) opfïact Waec 4. ©at^fcaelbafiboutoe
€>p45oötbe{)ope 3tjn: 3Bant Pol genaeb' «1 troutoe/ 3J£ bc $ecc en <0obt mtjn. #pigbieonbef toeften/ gjfcaé'igantfcftbebjtjt/ ©an fonöen en geb?eften / ^ie öp met een frfjeït qupt. <®p bc üiijfe:
Vader ons in Hemelryck. Vlbec/ (Oobban gcotec toaetb'/
<6p bie ben ^emel en belerb' ^oo? utoe macftte fiebt getojndjt/ «Ben taonbedijcne fïew&e ftxacftt / 3!a «n bafï #onbament getept <®PÖet taatec toijbt uptgefpjept. 2. <J5pbietoaectban eeutoigec ty'bt/
3in ben begin gp getoeefl jijt / <Ên blijbenbc tot eeubJigöepbt / 8toen$aemigtonbtuptgeb?ept/, &onbec epnb' / jae fonbec begin gijtgpgetoee/ï/ fooicft bebin. 3. 3&att
|
||||
|
LIEDEKENS. 42,
J-S
3- ©aertoe3tjntopgetoo?oen/ (iet/
©QOjutoetjanbt gemaecntban niet/ ©an ber lïerbe, mebe ban fltjcft / <©?ag en groen nrnpbt3ijn top geïijcïi / sïiSeenSSlöemebeg beltg/ Die bloept <6u boojbentoinbttoecbe betfïropt. 4. <U5ptocet/ <©J|eer/ ïjoe fii'epn top 5311
©an Htacïjtc boo? ntoe aenfcfjijn / ©ng bleefrï) öat $ genegen boog / fêtut quaetljcpt getoilïigl) / fcer loog / «Öuïjebbenbanongfelben niet <8oct te boen / nocï) te benchen / j'eet. ?. ©ug ftooin icït tot u / i>eere foet /
<5p bièjtjt't to^fnitlijcnegoet/ <0enegen te Wrgeben ftïaer / <£en ©aöec beg licbté openbacr / ê>onber u ig geen jèaligöepbt / <©P5gtbetocgö/ ïebcn / toaerïjcpt 6. gjcli bibbe u niet jsalomori /
<®mgeenlanenïebcn/ nocftrntubom/ jtocp om mijner bpanöen boobt: .flEJacc bat ieft boo? ü genae groobt / jttSach benennen toat u toil 5» / <ön een geftoojfaem hert' baèr b».
7. Ifêant ieft beminn' u toegï) met bït'et /
©oo? u genabe op ong fiet / <& ï| eer / mp utoe JBct bcrftïaert /
€>n£ bocï) inuïeere betoaert / ©at top unt u tooojben te faem .ïitëeer b jeugt alg ttpt be toer'ït ontfaen. 8. ©at icït u lof*/ Ifeer/ mach ftonbt boen
<£noorft ntoetooojöen befooen / ©ie nimmermeer bergetcu fijn /
IBant öet tuoo?ben beg lebeng 3ijn / ï©aer boo? be èfeïe toerbt geboebt / Üeec/ op upabt betoaert mijn boet. 9- Jtepgtmp/ ol^ecr/ totugebobt/ J5 <0p
|
||||
|
* 34 S C H RIF T UIR L Y C K E
<&$ bie $tjt een ïcuenbigï) <8obt /
M$ lebenbigl) maecltf op u paöt/ <£5n toont mp u bcrbo?ge» fcïjat t 3©ant utoe toegft beïjsget mp / .TDiiccfct mp bar!) la$ i ban fpnben b?p. io. ©l^eec! bantaiengigenaoegbet
'llïe öet SiierbtrijCK tao?t geboet / ateert mp nu boen bat u beljaegt / £>tfit öocïj u taoojbenonbcrtfacgt Sün mijn öertenbè fin/ ol?cer/ @p bat frft u recifjt b?efen ïeec. x i. U ü3oo?öt té een fteec^ mijner tre'en /
<&n ïicbt on onfe paben reen / Steert mp onbetöouöen u tooo?bt./ ©at icft boo? n ftcacrjt met accoojt ,ê»OHbec omfïcn mp ïjacfie feer / H te Wenen'/ en ntemanbt meer. i z. <ü>p bat i'cft bp ben goeben fijn
©ooj utDeftracöt macïjfïarnbc jijn / H3antgp5tjt/ J|eere/ mijn erf bed/ gcft öebbeboojgenomen foeel ©anöerten/ omtetoanblcnbiec/ Ma u tooojbt en na u manier. €»p be tmjfe:
Onfe Vader in Hemelryck. VHbee/ <j5obtinbereeitttJigï)cpt/
Ma u ïjeb icfe f«r lang' gebepbt / ïiomt mp te huïp' / <& <&obt mijn ï»eer / ©erfïercitt mp boef) / taant icn ben teer / <6eeft mp u tooo?bt rcrïjt te bcrfiaen / ^n geenen noobt toiït mp afgaen. i. gicftbibu^eer/ met gantfrfje madjt ƒ
3Mt mp betoaren bagh, en nacïjt Boa? bcfen bofen bpanbt quaebt / ©ie alleen Sleeuto ronbtom mp gart / €n beboet m» boo? baïfrije fcöiju / <D#eec/
|
||||
|
LIEDEKENS. 135-
<© §m l toilt boeg mijn ïepbtfman 5ijn.
3. ©etbepbt niet lang'/ ©ïSfeetefoet/
<©m mp te ttoofïen u bocï) fpoet / Jfèijn taïcefcï) ip f toacn enDe feec KtancR /
© J^eet / bojbert boel) mijnen gantfc / 3&at ih u nabcn teel) macö tce'en / <©aerï}ebicïiu/ ^cet/ om gebe'en. 4. Schoen feec «tanen/ enbaectoefyoog/
'R tf sb ban ma jelfê niet goetg altoog / 3£u£ boet tnp/ §m ■' bocftnubpfïant/ H lieföe in mijn ftecte plant /
l?eec/ fïuictmp opbececljtebaen/ ïïïict utoen <0ee|l toilt tnp bctfaen. 5. ïJöijflmpu toegen/ ^eecegoet/
Stcert nip u paöen met bet fpoet / 3tenöt nip in utoe toaccheüt ulaet / 39at bits icfc 11 / ^cmelfrtjr ©aec / <®m utoeé ójaaemg toilïe / o 5?eec / 2ijt mijn mif baet genabigfecr. 6. If&pi fonöen 3ijn feet menigfibult /
© ï^cen / bctgeeft öocï) mijne fcljult / Alleen heb ich gefonöigt / ftoo?t / ©oo?n©abet/ toecftnletberfïoojt/ <©cl) ï?eec mijn <®obt I en fïcaft mp niet / %l met u geamfeftap ban mpbliebt. 7. fJbelöeptenbeleugeirêfp/
J|eec / laet bic bette 5ijn ban mp / 3ïcmoeb' noeft CJijcïtbom geeft mp niet,' TBet u genabe mp begiet / Itaet all' gebepnflbept ban mp bïien /
Cn utoen toiï in mp gefeïjien- 8. #$eere/ maecRtmpbocïjbenuacm
Cot een ïibt aen utoen 3Lf cljaem / «gen fleen tot utoen €empcl net /
^at ich ïjfet toe maeö 3ijn gefet «Öentancft/ ^tttl anuJtëijngaettfaet/ «Dat icR in lief ben groepen moet. |
||||
|
i56' SCHRIFTUIRLYCKE
9. #©?tnte<8obt/ u moet lof jijn/
tëepnigt 't fjett' / enbe nieten mijn / SSe'fpjengt mp / ïfeee/ met fïfopfcïjoon/ €>ntfangt mp in be£ lf crticl^ (ïOjjoon / <£> vöobt / gp öie alleen 5ijt groot / <0eeft mp ftetcftfjepbt tot in oen boobt. <®pbe totjfe:
Vader, Godt in der Eeuwigheyr. V^öec onsS in tjct ïfcmelt jjcu /
©net i£ geen ©aöer. nto£ gelycft / Men binöt op Jeroen niet een Man / ©iefnlcfce gaben geben ban / W$ gp n ïünöer£ geeft feet goet / %ï bse op u betroinnen b?oet. 2- IDatmeugtgn oenenen/ ^eer bemint I
gjeft Ijeet u ©abet sk$ een &inbt / <£n (ïet bocö niet mijn ftoira>pt in / löant ieft boel) niet e?n£ toeetbiglj bin Ce 3ijn u ,§»0011 of ïiinbt bcgnaem / ®ftc boeten een fnïcue Jiaem 5. ïofnocljfóinbtéeer enïjoojtmpniet/
J^oc!) ooca tefjeeten ufóinbt/ ftet I •JBant iels üu$ lang' it gocöcn a! / #ebbe bftteettmet 23abcï maï / ©irê ben ich. niet meer. n Jboon / oer)! B5act neut mp booj een ^upjïinch boel). 4. <ön ich rjeb mp met ©ércncité b?af
3tange berbnlt / en met bupï Itaf / jföct baïfel) fupjbeegl) / en ©upbefé ïeec / 'tflMcfemtibecfaebe nimmeruïeec / <ön altoo£ feet mtjn£ ©abet£ faem <0cla(tert / en jtjn §enl'ge j£aem. ?, €>cfj! mecnen/ buplcnmacüitïttoeï/
©at f en getoeefi fjeb bug tebel / ©abecieft ïjeb gefonbigt ftoaec ©oo£ M/ eninoenlfemdWaec/ l ^1
|
||||
|
LIEDERENS. 237
Scft bib ti ©abet t' aïlen tien /
31Mt mp oocïj tioo? u bnec&t aenfien. ., <>. 3©atbancbfal icb oee£©aber boen I ï?P neemt mp aen met een bincg £>oen / Met een f&röu-tincb ï)p mp ontfangt/ «oen 23?upïoft;s-Meebt Öï1 &B aenïjangt / ^pn 3tam liet Ijn boo? mp böottf oen / <£n boo< 3tjn ïtinbt neemt fjp mp aen. 7. <z3ec/ lof en pm^foub'icb Dat niet
ügeben/ abjeengoetfoinötflet* JBant gp mw met ttinbt^ goebt be tbult / «On tjebt mp* bergeben mijn febult/ ,§>oub' icb riu fulcbpberf twijgen (nel ? «De lïeencn mocyten toepen uiel. 8. jflèijng ©aber£ lof/ p?y£cnbeecr/
3Bil icli beeftoijgen nimmermeer / 3Bat in 't tjert' i$ l be monbt untgeeft / üjen bat geeft upt; fuïcïi^ afê 'r in geeft: ^oe ban een bloèbt bebroingen yem / %\$ fp eerfï loopt fonber getem i ©aufe.
9. g[cn noem u©aöcral£ een lïinbt/
JDant gp mp een goebt ©abec bint / W ben icb niet meer ban een bnecyt /
<£5p geeft meer ban mp toebomt reerjt/ c0p ©aber geeft mp een $ttnbt£ loon / ^ï ben icb fulcv* niettoeetbighfehoon. 10. gjcbbencbebicblüiïg/ ©abec mijn/
<0p be grote genabe bgn / ©at gp on£ foo lief bebt geyaot /
<èn toont on£ u betbojgen fcyat / 'C toelcb be üjereït berbo?gen i$ / ©at geeft gp on£ te bennen b?i£. 11. <®ug ban icb geben nimmermeer /
ïï p?y£genoegg/ mijn<©obt/ monteert/
^cblagybojftigy/ öong'ticy/ enhtancb/ Ji5n fteb icb fpy£ genoegt) en b?ancb / c0p
|
||||
|
a?8 SCHRIFTUIRLYCKE
fl3n boet mijn oogen op geb)f£ /
j&u fïe icft *t licht unt bupfïetnfê» ia Mijn <J5obt/icrjaet 't niet een leehjch biucfc
©at ich u baebt beef toijgen gineft I ©e Dogefê en öe ©ierheng heaneft Htabenual met 3lof-gefanch / te fouöe H niet loben b?i£
ie met becfïant gefchapen i£ l 13. ©abec / mijn hert bat ïeubt getoonbt /
<©m bat mijn monbt niet fean boen honbt Ugocthepbt/ biegninmppjent/ üian ieft boojtoaec niet boen bchent / ü baebt niet unt te fpjehen i£ JBetCngelfcfte tongen getuig i+. JUijnmonbthan 't aï bethónben niet
©at gp mn geeft in 't herte fiet / 45n fïo'jt mp bich fulch bltjbtfchap in / 3ïch toeet Pan b?eucht niet toaec ich bin / H ïief be heeft mp ïjeeï boo jtoonbt / JiRijH Ziel bo?fï ha u t' aïfen flonb'. 15. Sfeec/ ©?tag/ <©obt©aöci7 utoeeet
iian ieft bolpjijfen nimmermeer. / <0eft! ofbebjctcltcecfttbecfïonbt <0n3liefbe/ begeerte/ engronbt/ «5nbe fmaeeftten ooeft <ü5oötg <tf5eefï fijn / ^p fouöen geen becbolgerg fijn. Van de Hemel-vaert Chrifti. <Ü>pbc türjfe:
O Onfen Godt, en Heer feerhoogh geprefen* V€rbïijbt ut'faem en jupgt gp €h#ea
feftaten tiet ^emel-toaect U ©o?/i en geplant baten ie onlange baeib'in't grafcna foobeeï fmactg) <ön fteerltjch nu gaet nemen b' ftoogftfïe pïaet£. z. ütlitnt op / hlimt op / gn <0oöt en '$ menfchen£>one/ ©er fmaet fiet ïn-iroö / be fpecr/ be boome ftrone / <gn
|
||||
|
LIEPEKENS. 239
<£?n 't boo£ geflacftt bat meteen gtimmigft oogft
©ntfltmigh u iu 't ïjcpïiglj aenfcfttjn fpoogg. 3- ^oet open on£ u gïori-rncfte tronen:
<£n baent ben pabt / ten leüen Jtbarag fonen / «©ntfïupt ong toe'ec 't gefloten $arabtjg / &alight u bolcft / tot u .fóaemë tof en pjifê. +.if oog-p?icfïer bie onficafïrjcft jijt beüönbm/
«Ênhcbt ubloebt gcfïojtboo? '£ toeeelté fonbni / liïimt op / ftïimt op / in 't alber hepligft Chooj: «Öobtg fïrengftept ïtomt met u toerbienffcn boa? . 5.<JÜ! bie ban cföaöt gefaïft 5tjt tot een ïtoning
llenfiet tt ïiercft uüV 25juybt upt'^emefë tuoouingfr /
JDiegier berjïcopt hem anber trooft/noch hooft. £>cnbt hacr ben ijeefï en ttguring langft belooft, 6. ^00 msth fp fïeeöt£ iu '£ SSjupö'gomt?
ïfef be blaften / (fdjafteu, ^>oc mach haec fttoon noch fonb' noch tuecciDt
^>oo blijft haec lief b* becl fïcrcfter atö be boobt <ön erft te loon ï)aec£ lieben miunaer^ fcgoot. Van 'r lyden Chnfti. (0p be ÜJijfe:
Wilt gy wefen een Oorloghs Man. <®f: O Saligh Heyligh Bethlehem. V<grfïeenbe flfóenfcfttti / bicfoofeec
Eegt an tt epgen toil gebonben / 3ïnmcrcftt Ijoe lief'lijcft u ben tytet Sobigt / tot af-fïant ban be fonbcn. a. milt gp boo? 't bjepgen noch 't hermaen
3£e£ ©eeren / u niet laten treeften i &ooheftuoogen op/ fietaen/ Eaet u tot meeb-lijben bettoeeften. 3. tütnfchoutot het fmectigh Itjöen / 't toeïeft
45oöeé lieüe Jbaon om u tnofï fmaften / Wit alleen bjoneft bien hitt'ren üeïeft ^e^boobtg/ om ufaïigft te maften. 4 fScfi! bomben©o?fïbecheetïncftfiept/
|
||||
|
Ho SCHRIFTUIRLYCKE
©it groot ontoeebet facïj op-b?ingen /
©atgem fgnfèaber gabb' beeept/ «®uam 't fgn gieïc foo (lercft befpjingen. 5. ©at tjem yet ftocet alg b?unp'len Moet /
©aii fijn anfcygh b?oop op bet aerben / «Jncbentoel bleef fgn gemoet ïIMligï) berept / bien Netelt t' anbaecben.
6. töelgcft een Eam (na '£ fch?ift$ bebiet)
©at tot oer flacfitboncft gelepbt lue;röe: <£n a\p een fetgaep bat fijn iriont niet / #pen rn boet üoo? fgnen £>cljeeröee: 7. ^00 toerbt öe £>oone 43obt£ bctra'en /
<5ebangen / en toel (ïrengg gebonben / ©ecfae-cut en alle fmaet gebaen / ©ie fp (boat hact) bcDencften ftonben.
8. ^gn Ijciiïicg Hcgaein (af£ geeooft)
Met Diepe fftamen toert geflagen / <ön fnn gebenebijbe J^ooft
€en toornen &?oon ten ïoon moefï b?agen.
9. Hlöitéelenöiggtoegefïelt/
$5*acï)ten hem bie gobtloofe unechten / 25hpten Setufalem in 't üelt / <©m gent aen 't «rupfeop tececgten.
10. ©aet toert ben ïfeet/ bfe'tallegfcgiep/
©00? nagelt aen ftanben en boeten / ©at gern fijn toobe bloet ontliep /
©m onfe fcöult boo? <6obt te boeten, ©aufe. 1 f. dBn goetocl ïïp Öa« niet ontgiel /
©an t geenyaer faliglj maften ftonöe / .fèacy trachten fp fijn cepne jièl / M?t laflcc re'cn ter boobt te toonben. it jsp 11 Ijoefijnbjeecfttgp<&öbt$,gupg/
«£n boubt ïjet toe'er op in b?ie bagen / 3$ f)p «öobt0 &oon / gp bael ban 't ftcupg / &oo fal fyn leetingft ong begagen. 13. ©ee| fmaet gaben biej|gati3cett/
Hem
|
||||
|
L I E D E K E N S.' %+t
^em in ï)et uptterfï' ban fnn koen /
<Bn nocft ïjeeft ïjp boo? Ijaer gebe'en; ^rij! ©aberbiiUöetSaer bergeben.' i+. 25ebenrfttbiepijne ober groot/
SSn pïomf e föagrig foo te öangen / ®en laetfïen nocjf) ben bj?eeben boobt ©ao? al fnntoelbabent' ontfangen. 15- %t\i\ toeenennocïju oogenniet
25er jï noctj u ïjert niet boo? mce-üoogen i 3Bacr 5elf be fEon (boo? bit berb?iet) ïfaerUrïjt be toerelt ïjeeft onttogen. 16. (JSenjcfe ecnbjo?mbanelcftbertre'en/
<£en fpot en beracljtingï) ber liebe n/ ï^eeft ï)» fijn lijben uptgele'en /
(«tot 't tiuag bolb?acët i 't geen moefï gefri)ieben.
17. ^n'tmibbenbanfnngrootflefmctt
(hoefeer fpïjetn ooeft i£o?menteerben) SSjanoe fao fnnberlief beïjert ^atalbc^ ©upbefémagtbertcerbê. 18. Jboo bat nu eïeft een 't öcpïicï) Cïjoo? /
SSetrcoenmarij/ enoffer-pïeegen: &00 ïjp <Sobtg fïemme geeft geïjoo? /
€n Wijf t gebtturigï) op fijn bjegen. 19. <0p bup?-genocï)te Cf)?ifien-fc&aet /.
3Laet bit borfj boo? n 3iele fnijben ï?etftrup?>/ befmaet/ enboobtg-gebaet/ 5&at <£ö?iftug om u moefïeltjöen. 10. €nboigt)tfoofnnboet|ïappennae/
delgen al£ öp u eerfïbeniinbe ? ê>oo fult gp ban boo? fijn genae / ö' «Êeutoige ruft ber gieïen binben. Voor de Vermaninge. <®p be fcütjfe!
Heer ick wil u uyt 's herten gronde. Vïïienben bie gier nu jijri bergaert /
%nbt$ peeren ^amebermaert/ <®m teaenïjoren be geboben / |
||||
|
*4* SCHRIFTUIRLYCKE
2©at on$ tmïehm i$ Dan nobcn.
i. MDant <©obt Die fp?cccht boo? ©abibg
.ïlöijn ï>epligen bic het brrbonbt (monbt» Jlïter ïjaübcn ban be offerhattben /
©ergaoert bic in alle ïaiiben. 3. hierom foo fp?eecht oocft €h?ifïug fgn:
3Baer ttoee oföjtc bergaöert fijn gin mijnen tfèaem/ om te aeribibben
©ace faï icn altijbt 3ijn in 't mibben. 4. ©aerom toag 't oocft bat $auïug riet /
55e bergab' ring te laten niet / Jfêacr üc$ te meer baer na te pogen /
3Mg beé peeren bagft i$ boo? ogen. s\ <© %eectup3tjnnualbpeen/ ©m te anljoorcn gcoot en Ween / 3©at tot ong faï too?ben gefp?onen / ©00? ben mont bie go hebt ontloken. 6. ©ug geeft boeg nu on£ herten faet/
©at honber t-bout b?engt in be maet / J©ilt open boen w$ fjert en ooren / ©at top met 3lijbiab?uchtoo?boren. 7. ©en ©ienaer bte gp hebt gefïelt/
3Baer boo? u tooo?t faï 3ön bermelt / Sïencoett fgn lippen ïjier beneben / 30ilt u tooo?t in 30'nen monbt gebcn. 8. ©itig/ olfeer/ noch on£ begeer/
Ibtercftt hem bocö altijbt meer en meer / <0m u <j&emepnte reegt te ïepöen / ©at fp nimmermeer ban u fchepben.
9. hierom mijn 2S?oeberg met accoo?t /
Staet an$ in beugt altijbt gacn boo?t / SSeneben on£ ©ienacr£ met rufïen/ ©at fp mogen bienen met lufïen. 10. gn 't laetfi' ©?ienben bcrfïaet bit liet /
©ergeet ber ^cil'gcn nootb?uft niet / Staet on£ geben fonber berb?(eten /
& fgnbec tijbt fuïïen top 't genieten. 11. ©e
|
||||
|
LIEDEKENS. 143
11. <©eb?eebe<föobté/ Diebobenmaet
Wit berfïant te boben gaet / Sn IfepIigmaKinge toilt ftoutoen / 3tnDet| fal niemant <0oDt anfcfjoutoen. Voor het Avondtmael. ©P De toijfe;
O Lieve Menfchen over al. VtöienDen nu top in '$ peeren 3£aem
©eegaöert 3tjn/ alftierte faem/ ©m 't 3ïbontmaeI <©e£ petten t' onberftouben / <8elijrh öe fcftjift on£ Doet betftaeï. i. Eaetongnu toeï aenmercftentoig/
$oe bat 01$ Dit geboDen i$/ €>m<C(j?ifhigDaoDt/ Cnïtjben/ tcgeöencften/ 5/C toeleg ïjp leeb' boo? ouf' fonöen groot. 3. ©oen "ftp op aerben heeft ber fteeri
ï$eeftftn(boo?'t ïacfl') geootlncK^ begeert/ %et Jtacffcfte-aiam Mtt fijn gfong'ren te <Êten / «£ec ftem ftct Irjben obergiiam. 4 €er iCafeï öancftt' / en 't bjooöt ftp bjacft/
<Daf 't 5jjn ©ifcipuïen / en fp?acft; .fleemt enbe eet: *®iti§ mijne ïïicftame/ 5^e%eïijcftö oocft ben Men ftp beeb'. 5. ©jincftt al hier upt / fpjacn ftp feec foet]
®it '£ 't BkWoj &<:jïament in mtjn SSIoeDt/, . 't fflzitU opmbaec Jöeröt uptgefïojt boo? beele /
föat bergcöing' ber fonben f toaer. 6. 3£u£ moet top bit ber fupmen niet;
<Ên foo öicfctoijtë afê ft« gcfc&ict/ !&iuïu$ beöal '£ f fcreri öoobtte berïtonben/
£ot Dat ftptoeöer nomen faï, <® * 7. M
|
||||
|
a44 SCHRIFTUIRLYCKE
7. Suöeeftelcftfigljtepjoebcn/ (iet/
3Dant toie ïjct ontoeetüicg geniet / ^fcöuïöfcï) aen 'taiicöaem/ enbïoctbe£ petten/
gjaeet/ enbjincht fclfê 't oojbeel ban. 8. ©ug fïet / toact toe ons bit geboot
Gegeten i£/ on bat top tot/ ï?et <©o?öeel niet
.ffêocïjten te famen ftomen / «Enniemant 'g peeren fïtaf geniet. 9. 45eln'cRal£nu0et23?oobt/ enJBön/,
üpt beel gebeeïteneenigö3Ön / Zoomoet top t'faem «genigli5i)n/ enafêleben
?Cen Cgjijtué öaoft / en stjnïicöaem.
10. üfetupttetlijcReSpjoobt/ enl©yn/
üan giet toe geenfïng bienflicï)3ijn '(C3pbattopmeeb' ^>taenna ïjet tooojt be£ peeren /
SÜnliefbe/ eenigfjeptentyeeb'. 11. l&iecatn toilt neetflicö ïjoubcn goct /
335e eenigïjept be£ gcefleg foet/ <®pbatnoo?taen i|et ^bonbtmaeï gepjefen /
.ïBacïj bicutoijitë gijn ban on£ gebacn. - ix. $$m tnaVcftt on£ ïjfettoetoeecbigb bocï) <£et bat top ïjet ontfangen noeï) / «^pbattefaem <0nf' ïjett / fin / «1 gemceben /
(Cotbefenbienfl toecbrn bcquaem. 13. Eaet on£ ben ©abe c baneften feljoon /
©00?'t ftöenc&èn ban fijn licbe £>oon / 3&u/ eofjiernaec ©oojfijnltjben/ enfïctucn/
$}em oocH öetteïtjcïi fijn bancïibaer. 14. ^etoyltonnnfoofiaenbetepbt/
JKoet top 't ontfaen met bancRbaerüept / M Cót
|
||||
|
LIEDEKENS 245-
(3Tot een Betoijg
«5elijc& hit c f g befchjeben /
311 totbegfeccen tof/ en m§,
<&$ be ton'fe:
Heft op u hert, opent u ooren; Vtöienben/ mat ong ig boojgefchjeben
%$ nut tot atecinge berfïaet / JBant be menfrtjen alleen niet letten / I^ietban ben 25?oobe belicaat: " 2. j^aetban eIcfcb)oo?t(na'g fch?ift£ Be* ©at npt beg peeren Jfêonbe caec&t: (bieben) €f?#üs fpjaeft: wat ieft fegg* u ïieben ©at fegge ieft u allen toaeent. 3. £>auö' öiec nn <£h?ifl:ug toiïlenfcggen
3£l£bat men nopt fou papen facïjt J ©jienben laet oitó toel oberleggen / ©efe reben aï met anbacht» » 4,. i^etfaï banfu'nbenfTaepbecfanöen
©ie on£ aïhiec metbt afgeleect / «©pbatben jPenfch totgecnen fïonben ©aer Dan foub' toetben obet&eett. ? ©e jkmbeftanbenmenfch anhomen
%\£ eenen flaep feec foet en licjjt / «öribie allengffteng angenomen lbooberliefïmenhet recht ge|ight- d.<J5ebencïn hoe $atiïu£ ooeft homt fchjtjbcn
<©ng ban ben ftaep ber fonben al / ©aerben Ifèenfche niet in moet binben; 31®aetnuhae(Iigïjop-bJaKen fal. 7. ?Jnbec9i foub' men Ifchtïtjcfc geraftcn
%n ben (laep ban b'ecuteige boobt/ <©ch! oef)! öoeïjaojb'tonnntebjaRcn Cegenbeglfeeren ftdmflé groot. 8. a©antbe©upbcI(footop anmereften)
<*5act om on$ bp nacht enbe bach / <ö«i ÖP fto&t litfigh metfn'n toetenen
<© 3 XDfc
|
|||
|
a46 SCRRIFTUIRLYCKIE
3©ie öp öaer öoo? berfïfnöen madj.
9, ©ebjeïcuemen(na$etru<S ïeten)
ïtïoet Doo? 't gctobe toebecftaen: «©atfööoo?öeb?efcöcjj petten/ <©nfe ©leng lufïen tegen-gacn. 10. ^ao Dat men 't lidjaam ftan beöbn'ngen
<ên öe ïujïen Dcc oogen fiaecfet / (0p Dat men öadjDooj gene Dingen /
i|ier/ inDenfïaep DerfonDen raeeftt. «1. 3©ant ïjict fijn öodj feec beele faïten ƒ
3Baixboo? öefonDetoicüt geboeDt/ IBarcom Dient men alttjD te toaften ,$aDie1teringc€h?i|li goet 1 z, €n (iacn al£ De beccpDe ïmecöten:
Om onfe EenDenen gegojbt «öebJtlïigö '$ !|eecenbjccdi uptterijten: IJBmt onfen tijt Die i£ feec no?t- <0p De bjsjfe :
O gy Krychs-lieden van Godrs kracht.
W^lecli t op / tuaecfu op / 't $ mcec
baimjDt/ <ön ïaet De toerelt baten/ ja baren M te dtt ti De£ boofen ïebeng quijt (Êntooibtupt^oDt geboren/ geboren/ z. 3&eh«lDe£ü)ereitébecgaên moet Sneeft ioöanncj? gefdr?eben/ gefdjjeben/ Matt Die De hJili' De£ ©aöec£ Doet / ,©lcfalceubjcinc»feben/ jaicuen- 3. (öeïDt enDegoeDt/ cnoaectoe moebt/
«©atnjoetmentuepnigljadjten/ ja adjten/ <èn baïgrn ben tyeeï üan Ijetten goeDt / ^■M e?uvuig?) gdêf bejcagïjtcn / betcagïjtm. 4. ©t: eenen toocen boubjen fel /
3E>-;cmad)'t£«mb)fl berfïnnen/ berfïnnen/ «Sn obzcfiaen De Hofïen bid / «jjec öp Dat gaat beginnen / beginnen.
5. ©fre fdj
|
||||
|
LIEDEKENS. a47
5. ©leefcïjenbebtoet/ mach niet betfaen /
<Pat moet men baecom toagen / ja magen/ ï®ant het moet feec ho?t£ onöeegaeii /; Cn fyn focupg moet het D?agen/ jabjagen.
6. $tt të oen bleefch' een 3to.ire pijn/
^etenftannietbecütjben/ ja luben/ $I£ 't ban b'mecelt beraght fal fijn / <E5an fal öe <&eeft becö lijoen / bet binben. 7. .töu fctjencftt mu ugenabe/ |>eec/
«Öntoiltmpmijëheptgcben/ ja geben/ ^at j'cft mach tóano'len na u Éeec / ï|aten mijn epgen leben/ ja ïebcn. 8. 55e £>tabt fë feer lufïigh en fijn /
Vaccin hoop icft te nomen/ te nomen? .il^ethiec moctbeelgefïcebcn 3jjn/ 5&atheb icfe toel bernomen/ bernomen/ . 9. ©eeï bpansen acnelcften ftaut „
gijn op bee£ enge fïratcn / ja fïcaten / <© Üeec / öoet mp nu onbecfïant / <£n toiït mp niet bedaten / berlaten.
10. ©ïeèfchljjcfcgefïntsijn/ fêbeboobt/
j§>oo Dettmgt $anlu£ ïeete / ja leece / <0eefï'ltjchgefint/ tg't leben bloot/ <gn b?eDe in Den Ifcece/ ja ifcere.
11. ©aecom heb icn mp ftojt bebagfit
<©etoaerheptna re jagen/ te jagen/ jSiet meer tetoarib'ten in Dec nacht/ «Öotst alleen te behagen/ behagen. 12. JBaecpetftaetniet in mijnen macht/
©oenuanieft 't niet alïepne/ alïepne/ g^actom/ oJIeeteneemt mijner acht/ .ïfèaecïttmpoatheEterepne/ ja repne. 1?. 5Jcft fal't toagen ooo?u genaeö'
<3Teboenna u geboben/ geboben; ©e Igid nonnen fp boen geen fchaeb' / 't £ichaem bat mogen fpboben/ ja boben. |
||||
|
1$ SCHRIFTUIRLYCKE
|
|||||
|
<©p be toijfe;
Myn Siel verhengr. haar in den Heer*
W€lf)embiein<l&obtg bjeefe flaet/
<fi*n tecï)t op fijne toegen gaet / 3£iemacl)l)em toet becblijben/ i5uen tot allen ttjöen. a. Hoe macfj Ijp ftjn becblijbt te cecftt /
<©ieban ben Sünpbel gebangenleg&t i $oe macö öp b?oujcft toefen? gijn gtel i$ ongenefen. 3. <ö3ïiebeïfecc / (ïet boel) op mijn/
«EnRentöearme^cöaepueng bijn/ 3©ilt onfen Ctoofïec toefen / <ÉË>nriu:aiicftf)ept totlt gencfen. 4. 10p toacen al betlorai / fïet f
5Leecaet nocï)getoetftaöbentop niet/ ©etoeceïtfcöobn booj oogen <©ie fieeft on£ al bebjogen.
5. Ifêtjn cpgentoleefcö betfepbet mijn/
JBijnbooféfonbenboen inp pijn/ .ïiBrjn gepepn^ i$ bol fonben / 'natagfj Pan &atan gebonben.
6. 't £>tcicK$inttoee/ en top jijn b?p/
<©^eecbet Jfeeren/ fïaet on£ bp/ oen totlt on£ atepbtfman toefen/
J©ilt u £>cöacpfeen£ genefen. 7. 3É»e toaecfjept geeft ong feïjoon betmam /
<©ie Ijiec bjoom firtjDt / fal fjaee ontfaen / ©iebectofnbt/ toojbtgegeben ©eftcoonban'teeutoigö leben. 8. «©eïijeft baec fïaet gefchjeben totë /
©pecentoatecbooj oogen i$/ Hiefi/ ufal $ijn gegeben «Peboobt/ of't eeutoigö ïeben. f)aufe.
9. 2$acötutoei/ boojbicu betfepot/
|
|||||
|
LIEDEKENS. 24^
«©eïijcft on§ Cïjjifïug heeft gefenbt:
Z$u$ ïaet u niet toetïepöen /
©an <0oöt£ ta3oo?t toiït nfet fcfteuben.
ïo. 't jbijn ©ieben/ en jKfèóojbenaerg t' farm
<Pie anöerë banbooj Chjijlum gaen / <fèa goatnii^ ontfluptcn / <6obt^ taoojt fïunten fp banten. 11. }>ebt al geïijcR een ïjcct en fm /
€11 baet bpetige ïief be in / %l$ fetui^ Ijceftbefc&ebcn / &ao meugt gp eeutoigft ïeben. i2. ïBantbenbanotöctboïftomcnftept
3të lief be / foo on£ fauïug fepbt / £>P moet aen oné befttijtoen / <öft eeutoigftbp 'ong blijbcn. 15. 3©eefïb?oujcftinutegenfpaet/
<©acc toe boet utoenbpant goet; J©eeflb?oom in utoe Dagen / ê>oo meugt gp <0obt behagen- 14. <6eeft <J5obt ben ©abec p?ij£ en banrft /
$t> ftan fteccftcn aï Die 5jjn ftrancft / SLóoft <6obt tot aïlen njben /
©00? fijn eeutoigft toerbïnbeii. 15. {tpi^ccnbacmfoertigc^eet/
3&aet in berbujDe icft mp fecr / Ban hem tofl icft niet fcïjepben/ ^p fa! mp toeï geïenöen- 16. J©aer icft mbtoenbe ofte fteer/
©een traofl toinb' icft / ban aen u J^eet / *Nubt mp op goeöe tocnoen / 3U' toecelt toil mp berïepben.
Na het Houwelyck. #p be toijfe:
WTer eeren van Godts hooge naem.
<£I £>a%ft iö Ijn hk <2Sobt b?eefi / €n baer toe fonbec te bef toijcften ï^oubt fijn geboben minft en meèfi / <® 5 €n
|
|||
|
i-o SCHRIFTUIRLYCKE
<tBn Daer bp blijft fonber aftoncften.
2. Zbien JBan fai hem generen bjoet /
„ïïüet fijner öanben aebepbt fpoebigh / 11M Dien fept hp gp hebt het goet / «©irê toilt <J5obt banchbaer toefen goebig. 3. ,§>nn^npf bjotttoemetobecbïoet/
£>n! ben JDijnfiacu toel 3hn gelehen' <©ie bjnchtcn boo?t bjengt met ber fpoet (&at fnner tijbt fcfjaon onbef toeften / 4. 25obftibicn/ fai fp 3tjn gcmepn /
3fn 't ronbe fijn£ hupg u'ptbeehorcn / ':W een cieraet / ïnftigï) en repu / Wu jont hem €>obt / tot 3ijn behoren. S Zijn ftinber£ ooch gebenebijt /
m$ nieutoe ©lijf-bomen jeugbigh / Jüüiïen aocft ftaen / ter felber tijot/ tjn 't ronbe fijner tafel bjeugbigh. 6. lïfuïcfcenfegenfalontfaen
©an 6abt be l^eerc gocber tier igft, / <Die hem bjeefï fonber toeberfïaen / <£n hem bcminbt / ban herten bierigh. 7. <©oöt toil on£ ooch ai boo? fijn ftracht /
3Die in gpontooonen toaerachtigh / €*ebenebnben Dagh en nacht / Mtt geefteitjcfte gaben macïjtigft.
8. ê>!Jn toefen i$ oprecht en goet/
<®k$ hp eeutoigh fonber ceflcren / ^et nfaiem teelbaben boet / ®>ü$ ïaet ong in Ijem jnbiieren.
©pbe toijfe:
Een goede nieuw Liedtdat is bedagt. \1L}%C'$ 3teïen oog geen Schepper 3iet / vv l>al niet ban fcïjepf 'len minnen. €11 al toaer 't aerbfcö booj 't herte fchiet / <5>aer han niet hemel fch binnen. 2. ^elteföeiöobtg/ toilnebenghaec/ <5een
|
||||
|
LIEDEKENS. 251
«Seenanbetlieföeltjben.
ï^aecbicfalRomentoaonen/ baec Ifêoet eecfï al 't aatbfelj tec 5tjben. 3 • ® ie grobe fïoff Ijeeft niet gemeeng
Mtt '$ lf emelg eeb'le buurcn. <ïBn ttoee fap een / 30 gantfcï) oneeng / <Ön ftonncn nimmet buucen. 4. Wcll falban<Sob/ foolief/ foofoet/
&oo tot on«5 öeil genegen / ©n^ljettuetooonen! toel! foomoet Ifêen 't ban 5ijn buplïjcpbt leegen. f. 35ien <êobt foo oiigeïijcnen aerbt
.ÏBoettoeg/ eet'g ï|emet£ tfcaelen €en ftracfjt / öie 't ïjette tocbecbaecö / iCet 5ielen in boen baeïen- 6 jjBaccalg'tnutoelgernpmtigban
EtjnljiuüetnifF/ enbeetbtgl) <©P 'g peeren fïemme toacljt/ ?iet ban *§>oo maecUtftp 't 3ijnbec toeetbigï). 7. €n't toojb te met foo gentel töaetts
<©etrccnen/ batjijnlujïen " ©e boaïge firijgen ban all' 't aetb£ /
<Ön bact in noopt en tuften. 8. «öcnmenfcjj/ bie<J5obterftenb/ alleen
3|qo? 't toaere goeb ber menfcljen: ©etfaecht itit al; en 3irï) met een: 3©ant bie berbuïb 3tjn toenfefjen.
9. <®föpbannocöüeelactö£&efat/
<Dc Rracïjt ban't tecüt geïooben ?ïen(J5oben'tï|emelf etf/ salbat Sij'n luifïec boen becbooben. 10. ©u^üJijcHbannu/ gp<0obt£gefcï)eö/
©00? 't MboImaecKfïe toefen: <©P boet mp maet belet; en 'b öc&b*
Ifènn ïtifi in 't fjepl na befen. $aufe. «. <©obgliefbe/ bie ontoancutl fïact / ©a?e
|
||||
|
ap, SCHRTFTUIRLYCKE
<©aer bucb' ift opbeutroutocn:
Mauc b' utoe / bic a\$ coocft bctgact / «£u ig niet op te boutoen. i z. Wat 3tjt gp t^ecre rijften miïb!
IBel! toie ftan't cec§t bebencften/ itïDarc mebe <6p / boojeeutoig/ toiïb Uto' ïief getal befchenften. 13. jfiBijn <©obt! arft! ïactmyn nette tw
©3o? altijb 3ijn betbonben Sïen utoe min: taant 'ft ïjcbb' alsS u / «ïi5oopt 3tilft een bjienb gcbonbe n. 14! 3®at bupten n i£ / batberbeeïïJ
ffliy gantfcft. *©u£ ïaet my leeben / ?ïïfen maat / om my onberbeelö / 3|n utoen bienfï re geeben. i?. IBaecftbaticft/ ïfeete/ bobett^y
Jïiet£ minne / ban 't gefchae prn. ©P bat ift baet / te btoae3'i!jcft my «jfMct aen en mogt bergaepen. 16. 3Ecft^efu£! i?emel£2S?uyöegom/
3jn eeutoigijepb teïooben / ©ael inmfjnijectenebet; ftom l
<Ên boeub mijn geefl na bcben. 17. Uch! taecfttïjem/ ttecfttftem/ helpt
gem ban <5n uit bit aetbfcft onttoetren.
3Ccft! pojbïjem/ go'Dïjemblcug'ïena'n/
£>oo bliegt ïjy boo? De fterccn.
€>pbetoi)fe:
Ter eeren van Gocks hooge Naam.'
Wgit gy toefen een €>o>log^ .ffiöan /
€en Camper / een bibber be£ ©eeren / Slaat uteecft'nen/ boet toapeu£ an / Jsttybcn en becfoten moet gy leeren- a. J0anttopftebbenhietgeenenfïtn'bt
Cecgen bleefcï) müe bloebt gemcyne: Itëaec
|
||||
|
LIEDEKENS. 253
Jf&aet teegen b' ïjOBgïjepbt öcg toereïtg torjbt /
Jitëoeten top bec&ten groot en hïepne. 3« Ccgenliaon'gen/ enBojftengtoot/
2ïi bie be öupftetïjcpt regieren / .Jüoet top ftampenltat in ben booöc / €*precl)tèn b?oom€|}?ifêu£ banieren, 4. ©e fc^aïcftöeibt arger ban fentju
<£>et <£>eefïeH / bie in be l.ucf)t toetenen / Moet ton ooeft bebecötenbe ^tjn / ïf act baof fjepöt en eebzocï) aenmer cïien- f. ^p horihen teecnen^ en toonbee boen /
€11 bóo? een feïjijn ben toaetïjcpt ïiegen / 35 ie fyak niet bafï an €l)?iftum ïjoen 3IMe fuÏÏen fp alle beb?iegen. 6. SLaet ong bopen met goet becb?agö /
©edaetenoe on| quae manieten / <@p bat ot\5 <J5öbt in ben quaben baglj;
^Sao? fijnen 03ec(i raacb toeï tegieren. 7. 28neen2ticïjaeniberfonb'fubjec6t
ïDoont niet <&oüt$ 45eejl / b?p ban gefcbüïe / „fèocl) in geen^iek l)p in ttecftt ^ngeï)oo?faem en qiïaet ban toiïïe. 8. fflwi bie€&#um focentbjoegï) en feac/
€>m te bienen fonbet ceffeten / J>aï öp nntf aen en typen ban fcïja /
3,»ibieh fp öetn niet en temteeten. 9. 3Senboen faï öp ïjaer 5ijntoapen£ fïerek /
(3&aet mebe ïjn 't al ïjceft bettoonnen) <Ên moet gebenV toant 't i$ 3gn toeren /
3£>e © ictotie faï öp &aer jonnen. $aufe. ï o. ^u^fïact f toeeftbjoomiuttgebrcöt/
<©mgojt u ïenben met bet toaeebept / «©act aen/ 'tpantfietgoetenoptec&t/ 3Ê»e getecbtigïjept fonbet ftoaetfjept, 11. JBecjï gefeïjoent aen u boeten toeï
Mtt 't o*uangelium be§ bjeöen / . |
||||
|
*r4 SCHRIFTUIRLYCKE
Ce lopen al£ een bobe fnel / SSootfcftappen <£ob$genabigljeben. iz. «Éeemt aen 't <É5etoobe tot een jècyiïbt.
(Cegen ben ©upbcl onmaniecicy / JBaec stieeb' geblu/t too|öt en gefïilt 3l!lle 5yn fcljcrpe pyïen bpccicg. 13. ©en ïjcim bec fati'gycpt toilt boojt
ïUaccMijcft op u yooft aocft (tellen / <0?ijpt'tftosertbc£<öeeftg't toeïclt ig <Öobté <0m u bpanben mee te bellen. (looojt 14.. 3è?aegt €i)üfiu$teecften/ 't tobe nrup£/
tSLndit toilligy uut met gem te belbc / %ïpt fmaet/ bjuch/ angfl / boot met confup£ / j^eemtfoojijn Öijcft in met getoelfce. 15- J©ilt ïoopen met toetbulbigyept /
Sttjotfaem / fonöec eenigg tteclangen / gin ben fïcy'bt / bic u ©oöt boo? ïepDt / «Dancftt / looft / pm'fï Ijeni met blybe fangen. 16. ffliit fmeeeften / bibben in ben geeft/
<ön öoubt goe toafte t' allen fïonben / ©lueljtnict boojlgben/ oftempeefï/ <Een opeceyt töiböec Vüccbt gp bebonben. 17. IBantbieuptbenfirytmycfeenal/
©ie en fulkn <6obt niet beyagen: Maet bie bolfïauöigy bergten fal ÖLot in ben boot / fanbec ber tfagen.
18. Wtoaffcgen fal men 3ijn tranen toaec/
güjn lijben bat toeebt al genefen / Seinene nbe nleeberen tott en feïaec
£>alyp aen boen/ en blybe toefen- 19. «tfjen fttoon (met grootec melobp)
,§al <£y?ifhté op |tjn yooft ooeft geben / ©atüjecbt5tjnloon/ enjn'n folbp/ ^ierboben in bat ceutoigy leben. |
|||||
|
Na
|
|||||
|
LIEDEKENS, tff
Na het Avondmael <&p be togfe:
O Saligh Bethlehem.
<©f: Wilt gy wefen een oorlogs man.
TI7 3£ bie gier bp maïïtanöer 5(jn /
vv 22ö?ocbec^ufïrt^/ bie niet begeerm Rebben omfangr n 't bjoobt en togn / Cot een gebacgteni£ ong peeren. a. ^gnlgben/ fïerben $ gier bp
©ecbonbigt / ong totlering' mebe/ <©p bat top fn'n boet-fïappen b?p / 91n lijben / en ootmoebt na-trebcn. 3. Jfèaer 't i$ gier mebe niet genoeflö
't&erfeonben/ entejgngcbagtigg: 'tH£oet3n'nbetoefen/ laetcnbjocgg
<85oo? liefde / en ©?ebe eenbjagtigl). 4. <©n£ 5i)n ton fcïjulbigö (boo? beeg jfeefl)
*©ancubaer tejgiiüpt 'ggerten gconbe / <©en©aöer/ Jboonen3$epl'gegeeft &p 3tof en iijtjg tot befeii: fïonbe.
5. 5^abiDt geeft ooeft ban berten bïp
<©en ïf eer gelooft boo? fangen mebe. ^anna bie toag bjolgcft boen fe ©en ïleece garen Eof-fang ixctit.
6. <©jie mannen in ben <©ben giet
ïoofben ooeft <!5obt albaer beneben. Ban <©ebora/ en 25aracnfïet/ Sp fongen tot <ü5oöt£ Hof betgeben. 7- <&ancft 50 ben ©aber bie an$ fcgoon
® * bjagt geeft tot $i jn fögcn bergeben: «f ooj 't Sèfoet ban fgn bemfnben £>oon Bmofï/ en ong'fonben bergeben. 8. <0obts$ €er toetbt ban te retgt berbjepbt
?>l$ top beeï bjucöten bjagen ftbone: t€eïoóf/ ïiefbV enbarmbertiggept JiBetgert/ enmonbt/ 9a toerenbetonen.
9. <©! teer bcr&oojt onfen iof-fangö /
3©itt
|
||||
|
25-6 SCHRIFTUIRLYCKE
Wilt on£ met utoen geeft beboutoen / €>9 Dat top al ong lenen ïangïj Mtoe geuooen onbecjputoen. «o. &of/ <©oDtong$|incetotbejïupt/
%\ toarcn al a\\$ Rapeen tongen / «df^oeïj ïian u Hof genoegb niet upt «ÖcfpjoïientoetDen/ nocf) gefongen. Na de Vermaninge. <@p De töijfe:
Gy Volckeren des Aertrycks al. W| banefcen u / <& <©oDt en lf eer /
©at gp otrè nu tot utoet eet <©efpy fï &eü*t / Doo? u öepïïgïj tnoojot ©at top atfjiec ïjebben geï)oo?t. i. ïtëiït Dat ooeft nu manen bmcötbaet: /
9n onfe öecten allegaec/ Mat utoen <£5obbelt)Ken caet / ©at ton 't üolbjengen met öec baet. 3 - 3©ant top eeren öen ©abcc gaet /
3ïï£ top Ueel b?ucl)ten obecnloet / ©oojtöVugcn / en too?öen te faem «JTÖJiflug ©ifcipulen beguaem- 4^ <ên öiec bn fal men openbaec
23eïtennen De Cj)?ifï'uj'cfie fc&aet / S$ 't Dat fp in bet lief ben graet Ha '£ ©eeren toille cecï)t befïaet. 5. ©*aet toe/ liefdeere/ geeft on|BtacÖt/
©at bibben top u met aenbacljt / ^auDec u Ijuïp toaer 't al om niet /
il genabe öuec oirê giet. 6. €et ju u ©aaer enbe £>ooh /
<ön ^epï'ge' <0ecfï in '# llemefé töjoon /
23öoh| alle te famen fijn |©oetDitöod)2Sa/ en2ïmen3!jn. E Y ND E.
|
||||