D. R. KAMPHÜYZENS ~
STICHTELYKE RYMEN>
Om te lezen of te zingen.
|
||||||||
Onderfcheyden in I V. Deelen.
Met veelc Wy zen op nieuws vermeerdert: |
||||||||
T'AMSTERDAM,
Y de Wed. P.Akfnts. in de Beurs-ftraat
in de drie Rapen. 169$. Met Privilegie.
|
||||||||
PRIVILEGIE.
|
|||||
DE Staten van Holland endeWeftvriefland,Doeri te we-
ten : AlfoOns vertoont is by de Weduwe van Pieter lArenXL, Boeckverkoopfter tot Amfterdam. Hoe dat fy Suppliante hadde doen maken, feeckei Boeckje geinti- tuleert, de Rymen . Ffalmen met een of twee veerfen op Nooten van Diderick Camphuyfen. Ende bedught wefen- de, indien fy Suppliante, 't voorfz Boeckje met fijnTi- tuls quamuyt te geven, dat het felve by eenige baetfoec- kende Menfchen foude werden naergedtiikt, tot groote prejuditieendefchade vande Suppliante, ende niet rede- lyck foude wefen , dat de Suppliante van haten langduti - gen aibeyt, moeyten ende exceffive coften, fouden wordea geftufteett, ende de Suppliante't felve feer geerne foghte te preveniërcn en voor te komen, eet de Suppliante't voorfz. Boeckje met fijn Tituls quam uyt te geven ende te vercopen. Soo keerde de Suppliante haer in alle onderda- nigheytaan Ons, ootmoedelykveifoekende, dat het Onfe geliefte fyn mogte, de Suppliante te begunftigen met Brie- ven van Ö£troy voor den tyt »an i j achter een volgende Jaten, en dat gedurende den voorfz. tyt geinterdicccrt wiert, het Boeckje met de Rymen , Pfalmen, meteenof twee veerfen op Noten van Diderick Camphuyfen, byde Suppliante wiert uytgegeven ende verkoft in Onfen Lande Tan Hollandt ende Weit-Vrieflandr, in 't geheel nochte ten deel na gedrukt te worden, ofte van buyten Onfe Provintie foude mogen itigevoert nochte verkoft weiden, ten fine voorfz. op loodanige pene ende confifcatie vande naerge- druckte Boek jens met haer Tituls, als Wy goet fouden vin- den te behooien. SOO IS't, datWy.de Sake ende't Ver- foekvoorfz. overgemerkt hebbende, ende genegenwe- fendeterbedevandeSiipplianre, uyt Onfe rechte weteH- . fchap,SouveiaineMagt ende authoriceyt de Suppliantege- confentetrt, geaccordeert, ende geoftroyeert hebben,con- confcnteren,accorderen endeO&royeren de felve by defen, datfy gedurende den tyt van vijftien eerftkomende ende achtereenvolgende jaren,het vootfz.Boeckgenaemt deRy- ,Hen,Ffalmen,met een of twee Veerfen opNooten vanDide- 'ick Camphuyfen . Binnen den voornoemden Onfen Lande alleen fal mogen drukken, doen drukken , uytgeven ende Terkoopen. Verbiedende daerom allen ende eenen iegely- Hertjhet CelveBoeckin'tgebfel ofte ten deel naer tediuk- Kcn , ofte elders nacrgedruckt binnen den voornoemde* A z On fel |
|||||
Onfen lande te brengen, te verhandelen ofte te verkoo-
pen, op verbeurte van alle deniergedrukre, ingebrachte orte verkochte Exemplaren, ende een boete van drie hon- den gulden daerenboven te verbeuren, teappliceren een derde part voorden Officier die de cal*ngedoen lal, een derde pait voorden Armeaderplaatfe daar de calus voor- vallen lal, en het refterende derde part voorde Supplian- te. Alles indien verftande, dat WydeSuppliantemer de- fen Onlcn O&royealleen vullende gratificeren rot verhoe- dinge van hare fchade door het nadrukken van'rvoorfz. Boek , daar door in geenigen deele verftaan, den Inhoudé van dien teauihorileren, of te avouëren, endehetfelve onder Onfe proteftie ende befcherminge eenig meerder credit, aanfien ofte reputatie te geven; Nemaar deSup- piiante, in cas daar in iets onbehoorlijks loude mogen in- Huëren, alle her zelve tot haren lafte fal gehouden wefen te verantwoorden, tot dieneynde wel exprefielijkbege- icnde, dat ly defen Onfen O&roye voor het lelve Boek fil hebben lettellen; daar van geene geabbrevicerde ofte geconrraheerde menrie fal mogen maken: Nemaar ge- houden fal wefen, het felve Oftroy in 't geheel, ende lunder eenige omiflie daar voor te drukken ofte te doen drukken; ende datly gehouden fal wefen een Exemplaar van het voorfz. Beek, gebonden en wel geconditioneert ie brengen in deBibliotheecq van Onfen Univerfiteyr tot Xeyden, endedierafbehoorlijktedoenblyken, allesop poene van het effeft van dien te verliefen. Ende teneynde ie Suppliantedefen Onfen confente en O&roye mogen ge- nieten , als naar behooren, Laften wy alle ende eenen ie- gelyken die defen aengaen mag, datfy de Suppliante van den inhoude van defen doen, laten ende gedoogen, rufte- iyk, vredelyk, ende volkomentlykgenieten ende gebruy. ken .cederende alle belet ter contrarie.Gedaan in den Hage onder onfen Grooten Zegde hier aan doen hangen, den XXIX. O&obex, in 't Jaer ons Heeren en Zaligmakers duyfentfesliondert negen-en tachtentig. A. HEINSIUS. Vt.
Terordonantievande Staten SIMON vanBEAUMONT |
||||
Op het uytfymtn der
STICHTELYKE RYMEN, en Gedichten van
DIRK KAMPHUYZEN.
"YY ie is'er by zich zelf van eed'le luft gedreven ,
(Gelijk dees' eygen aard der eeuw, waar in weieven»
De zmnen meer ofmin , aan veelen , gaande maakt, ) Wie is er, a.ingercert, en in het hart geraakt Toi B-ijmweik, rot Gedicht, in vafte maai gefloten , Daarwootden,galni, en Item, elkand'renfl.i.m noch ftooten To: Rijmwerk, omdekunft, om d'inhoud , om de zin, OjtwekkelJjk vooral, aancrek&Iljk niet min, DienietKAMPHUïZEN, door een welgegrond behagen, De Palmen loi krans voor all" and'ren, op zouw dragen S Die God ger.-,akieziel wie>d nc.yr doortu-yrr.elvlaag
Gedreven tot yer aarden, riovt boo«ze zich zoo laag.- DKsOchrinthaarheyPgeneniiiopCberubiJLeichachten Genevenindehoogr', endiarwaansh.ar gedachten, ZinnyrJng, en ''eiirandielielibena'gevoerf, I n van geen minder diif'r dan David aangeroert .- Geen wonder, zooze, daar gehandhaaft door dien Sterke», Met klemnienden gewicht kan op de zinnen wetken,. ïnyderinzijiiluym, en voorval velerhand, Zootreffen, zoo verdaan : alsz gs'hemin't verftand , JJizieJ, inzin, in wit, in hart.'-ocht, enin leven: Zoo is het huys gevult door ftetken wind gedreven. Majrzoekreryemandtrooft en ziel verquikking in, Geen pleyfl er van vergif verbind hem ziel en zin , Geen peuleu onder'thooft, geen kullen onder d'armen, Doen tuiten in de zond', om wekken laas !' tvet karmen : Nanood'gezuyv'ring, giethy balflem in de wond , vr'0t eC" """'"-1"11 ontwekt hy uyt de zond' f Maar laat ons't heylzaam werk,van zo veel hevl orak'knv Aan-------'—'- - • ..-.--. |
||||||||||
|n Hteunèlinyn, om tn deugde zich te fterkea',
^y'cht rulten van Omutt' en fchtdelirkf Werken; |
||||||||||
t \v j Been beSeer''w '< hart>va" zulk verlaat ontledigt,
In i • d°' r G"'Xj'l'Sh'y'i$en„egx.Mmheyd bevredigt; |
||||||||||
" -tu;gt dat fehoone lijf, door
|
v*n Deugd', tn 't oog,
A 3. Maar |
|||||||||
Maat is de 7*«^ te vlot, en heeftz' het hart te koog,
Dat tegen 't werk aanziet, en ftrijd vreeft en verzeeren, Aards -eyge Noodïging tot Deugde kan haar leeren (Wijl deugd geen toegang gecft.maar flopt aan veelequaio) 't Nut des^4anvechtmgs dooi opmerking te veiüam : Heeft Nut en Nooding kracht, om krachtiger te wezen. Zijn Middelen tot Heylen Deugde aangewezen: OZaligheydenruft, waar toe m'hier door geraakt! WaarDo/(«^j-9«rfekornt, leydheyl-verkrijgen naakt. Hoe is het, Menfch , begint gy tot u zelfs te komen J
En worden hier en hier de ftutten u benomen? Is 't hart nu in zijn waan niet bezig, als het plecht ? Voorzeker nadert dan het Chriftelijl^gevecht; Wanneer hy tegenftand en ftrijd begint te voelen, Begind deBoozemet mceraanvals kracht te woelen, Dies ff^enu, Gcds-held, van hoofde tot de voet 5 Dit's, dat de I<j;eon verktijgt; dit's, dat Voornemen doet Bekrachtiging ontian : Maar, maakt u niet ellendig Al't geen dé Vyand doet op lichaam, op'tuytwendig, Enfteekthy nu na't hart! geen beter medicijn Als 't weeren van de wel, Weldoen en vrolijkj.ijn: Want Deugd', en Deiigdeloox.', ellend zelfs hier den boozen Toont d' OngelijkenJland der Vroomen en GedlooZ.cn . Zoo hier, als meed hierna.- die dan zulk heyl niet acht, Hoe word zijn ftand beweent door Chrijlelijke klacht! . Hoe word de Nietigheydder Godlooz,en befchreven! Hoe'sWereldsydeiheyd'. hoe diep hem ingedreven Het Tijdelijke loon van quaad- en goed- doen; eer Hy't door den GrootenDag Van't laatjle Oordeelleet. Maar hy, wien niet verlokt hét ydel werelds wezen.
Maar'swaarheydsVarel, zal De mijz.e Koopman wezen, Getroffen Van de waar verz,akinge z.ijns z,elf. Eer vaifche kraniery zijn koopluft onderdelf .• Nu werkt het kleyn getal, door zulk een luft gedreven. Beklagdat d'ydle Weet-en Eer luft boven ftreven '. Maar d'Aardfch gezinde menfch wikt, als te grootenlaft, 't Leed-lijden , dat'er is aan zelfs-verzaking vaft, Zoo dat den vollen bloey van aardfeh gemak en ftaten. Van's vyands ondergang (hoedanig't Toeverlaten ( Van de Rechtvaardigen was onder V Oud Verbond) Hem vaft beftorvenfehijnt in hart, inbreyn, en mond, En heeft zijn aandacht weg. Hy kan zich niet verwaardigen- Op't geen de Toeverlaat (dat's't lijden) der Rechtvaardigen Is onder 't Nieum Verbond , 't Zaad der Gntterfli jkheyd .• 't Een nodig is 't alleen fvaj hi«r toe drijft en leyd: Schoon
|
||||
Schoon weerfpoed , ramp en fmert, en alle ftoffcn dreygea,
Het Goddelij\Ontzag doet hem op't aanlicht neygen ; Die Heyl uyt onheyl lchafr, biijft hem in trouwheyd by, . Schoon aan de Schaad''lijklocydder valfiher Tongen , hy Niet ongevoelijk is: hemltetke, hem verblijde 't Gebed w tegenwoordig en toekorafiig Lyden ; Verblij de niet het geen vergank'lijk, onvolmaakt > Hoe groot in daad in oog, na Jooifchebiijdfchap (maakt, Maar't geen in achting en verwachting noyt tewydftap, En d'eeuwigheyd bevat» dat 's Cbriftelijke Blijdfihap; Geeneeuwigheyd van Naams -eerachting , als wat groots. Yet anders trekt hy uyt d'^innmerreking des Doods : Schoon Davids zwangte geeft de heerlijkheyd en weeld» Hiet van door t'hrijli Rijks l'oorfihaduwing verbeelde, Zijn oogwit leyd' hem nier daar 't rechte welen leyd ; Dat raakt en tmsakt m.en door K&jiydings Zaügbeyd: Weg bloejend Rijken Kroon van Koningen en Heeren» Hier, hier is't afbeeld van Volmaakt'li]k^Regeeren, Dat hier tor '»a en yre?d' hïïï B::rgets voert en nood 't, En brer.gt tot leven door d'Ondoodelijie Dood: Des Reede en natuur zich billiklijk vervaardigen Tot Vreugd en Droef beyd tn 't affterven der Rechfuaardiltn ; En Doet trooflzacht de (mert in fchielijk ongeval ,' ■Des tiiVynrf'iijk Onder Zenns niet Htewus 'bcfpêuten zal, Maar't Nieuw.en't Alvolmaakt,eu't heerlijk is te vinden, Ter plaatze, hen bereyd , die 't onvolmaakt niet minden. Zie hier het Ketting-lied, 't geen m'opgetoogen houd,
Wanneer KAMPHUYSENS geeft zijn Rijk vernuft ontvouwt,
Wel waardig d'eyge naam van Salomonsgezangen , Denaam van 't Lieden-lied , van't Hooge-liedt'onfangea,; De minnelijkeklank det vleyfièlijkemin. Baart hier haar kernen kracht in geeftelijke zin.- Bezienu't Tweede Deel, daar't lof van alle Deugden,
Van Liefde, Lijdzaamheyd , Ingang ter vafter vreugde, Ootmoedigheyd , Geduld, Spels mate , goed beraad, Noodzaakclijke wacht, en Vrouwelijk Cieraad. Zoo veelehuyiTelijk, eneygen hartstocht plichten, Zich helder toonen in die Spiegel der Gedichten. Ach! dat d'Aandachtigheyd, vereylcht tot fuik een werk, Zoo dikmaal buy ten flaat van 't noodig op-gemerk ! Ach! dat die ftofïe valt in monden, die geflooten , Zich daadlyk openen rotketeligenooten, Totwulpsgezang en fpel, tot ongebondepraat, , Totovcrlaftinwijn , totfpijs in overdaad!
A4 Ach!
|
||||
Acli! datzemenigmaal na'r eyndezulkerzaken
( Tot zalf van zulk een zeer) noch moer de flotzang maken,
Maar 't licht ontfjngc geen Imet, dies lief uw' harten yry
Op Gods bazuyn om hoog, Aandachtige.- raaargy
Onheyüge, fla af, lïa verde vuylbefmette,
Üw'lippen paffen niet aan Sions muur-trompetten.
Gelciiape HeerJijkheyd zoo lchoon van lyf en leeft,
Van nimmer uytb'reiof, enaoj ruytpittb're geeft. Vertoont het Derde Deel in 't maargedicht der Pfalmen : (Van 't Boek,'t volwrochte werk, opd'aingenomegalmen, ( Een werk wiar van de Zon, zoo lang s'haar dralen (chier, De weerga nier zal zien) is nu mijn reden niet: ; Msar vanhet blaemen-puyk, uytzulkeen hofgekoozen, Als't kleed van \)oës, van Leiyen en Roozen. 't Geen 's Bruyd'goms waarde voegtdie meer dan S.ilomon, De bloem meer heerelijk (hoeweJze noyt en i poi ) Dan Salomons gewaad , kan aan den lijve paflen. Die zich de Lely noemt in dellingengew.iflen, En dit in doornen waft zijn Veld. yiiendig enBmyts Uytd'aangename reuk dier kruyderyen, uyt, Dat op fijn kleed'ren fpat, het rood der purpre beeren, Door't treden van de pers, isdezeKransgelezen. Gelijkt hieryet'r geen mKAMPHü TZEN mei gelijkt. Om dat zomti/ds de maat wa t van haar voeten w i jkt, Of in het lezen hoort? menachte, 't goer genoegen Vanwjt KAMiHUYZENSis, deêdit by d'and'te voegen, Na 'teerft'en ruvg bewerpgevonden van zijnhand, Wy weten ook. dit yet uyt enkel misverfland, Of 'uyt vooibargheyd, en mangel van goed oordeel, Uyt's Drukkerseygenbaat, en l'nood bejig van voordeel, Ja dingen die in ftot en tijd hem tegengaan (Door nieuwen nieuwer druk) lier worden by gedaan ; Èn dus word menig werk geh .kkelt en grhetert, Wuineerde Drukker fchrijft, vermeerdert en verletert} Hoewel jlt meerendeef, 't kenteken van zijn aard Op't vpoth >oft dragend', zichby'r zijne nier en paart} Op dit het echter min voor't zijne zygerekenr. Is't billijk dar hetfta byzondcrlijk geteken t: Des 't gf en men zeker weet X A M VH l/ YZ EN S niet te zijn, Oi't geen m'onzek 't hout en twijffelig voor'r zijn , Verftrek h;t vierde Deel: kan dir t;een waarde hilen By'tinder, 'tzalhetdes doen rijzen, niet doen dalen; Dus vind de Diimand de Hechterftcenen doof, Enby d'oprechte p<r'l de valfciie geen geloof, Gelijk de levendig' en onveivalfte verven D'on-
|
||||
D'ónvaiV en doodfchedoen verfctóeterren veifterven.-
Wienu KAMFHUYZEN mint > in 't Rijm of rijmeloos,.
Ontiange juychende (al zijn de tijden boos)
Dit werk en wenfch't met my zijn eeuwig eerenkiyftet
En dac noch nijd noch tijd, zijneed'le Naam verduyiie'r:
Hy houd in eerbied zijn gedachtenis, enzeg,
Zijn wijs en dor gebeent moet groenen daar net leg.
|
||||||||||
DIEDER1KRAFAELS K^AMPHV.T-Z£N
GEBORENTOTGOJ^i, I568
GESTORVEN TOT DO,K^[<JVM, 162,7. |
||||||||||
TT E Gorkumzagik'tee/ft', te Dokkum't laatfte Lichr,
'kZoogGoddelijkf Zang in Pfalmen Chriiren plicht. |
||||||||||
't Boek tot den Leier.
J K ten geen Krijgstronipet, die zo;k met ftalc fpitzen,
Verwoede Benden asn malkanderemte hitzen ,
Noch Vedel, dicverpacht.aan Vernis lodder-oog'. Natuurs aant-kzing porre en wakker met mijn hoog, Maar uyt den Heyl'gen Geeft herboren Davids Harpe, Welk overftaag den draf der dart'ler Dichten warpe, Als mijn geluid galmt door der wolken miftendsmp, . Daar ouze Borgerlchap gekolt heeft Chriftus ramp : En rade elk ankervaft zijn ziele te vertuyen, Aan irHemelfch, door lïelooveen Hoop, die d'ydclbuyen > Zijn machtig door te ftaan vanwer'lds bewegenis, Als pracht, en war meer zond' zy mee zich ilependeis. Mijn Rijmer, dieuichenktzulkeoverfchoone Lellen, . Is weer befchonken, als de jongfte Zoon van Jefle}. Met volpropte, ingedrukte, en opgehoopte maat, InGodcjRijk, daaivreugdineeuwig bloeyen ftaat. C. I. Vinkei,
Op de Stichtelijke Rijmen van D. K A Al f HU ï Z EN.
D Uykt in uw Kerkhofs.hol, voorvechter van de wormen - O ^fe S"'1'? Aokten in zijn vlees; waar van de ziel, ~yt d'Hemel nochbazuynt jraanhitzendc ons m ftormen oor't hoog Jerufalem , dat nu onlangs overviel
J'ln wit bepronkte Deugdjhoort hoe zijn Harp nochfliat, , «a lekt ons, dooi 't geluyt, tot d'alderhoogfte Staat. \A. Schsttagwoa .-.
A §x 'Klin*- |
||||||||||
KTinkcrt opcfUytgevïng dezes Lied-Boeks^
\7 Oogdeflen van 't onfterfFeli jk Vermanen,
Die in uw kerk geleerde Deugd waardeert,
En 't heylig Lof der Rijmeren graveert, Om haar de weg n a eeuwig roem te banen,
Dit Zange-rijm, dat een der Waals Swanen-
Zoogeeftig,. en zoo geeft'lijk quinkeleert, Vooi't )eft (helaas ! ) met uw aanneming eert ?, En hangt.dees Luyt te pronk aan Ridder-vanen.-.
Was yemand oyt waard Tamas dankbaar jonft Mits voegen van de Godsvrucht en de konft,. (Eenzeldzaam ding by ons verwarde tijden)
Zoo is hy 't die Gedenken* min vetdient > Hn diegy hoort als uw getrouwde Vriend » Een Ourerop uw middel.-choor te wijden,
J: Geerdinx. M. Di
|
|||||||
Op d( Dcod van den God-geleerden, Stiehtelijken en .
Gaaf rij ken Dichter, BI R K K AM P U YZ E N.
£^Ntfchaaker van geluk!' watheeftudochbewogen i
Uw baat, ofonzelcha? dat gy ons hebt berooft
Van dees vergode geeft ! wiens konftig zin- ri jk hooft Eerft onlangs wel verdient met Lauwer wierd omtogen 5 • CJy toont aan 't Werelds hart lofrijker uw vermogen: Want hy met goed beraad u willig w as belooft. Misgunde gy ons't luk! hy heeft nochtans geflooft Gm ons te doen gedwee u komen onder d'oogen. Of doet gy dit ten dienft van eender uws genan, S>e tweede van die naam ? Want zoo men merken kan 3 Was 't buyten t wijffel dat zijn Stichtelijke Rijmen, Met heylig zoet vervult > dien alfins afbreuk de'en» Qees K AM r die heeft hy tot ver H v » z en s toe geftreen j Wudoejzijn.Godlijk.dicht dees vyand nochbefwijmeiu. |
|||||||
w**
|
|||||||
Over den Docd van den Stichtelijken Rijmer
|
||||||||
D l R.K KAMPHÜYZEN.
■VT Och Eer, noch Hooge Staat, en zocht gy te verwêr-
■*" ven, Maat voor uw Vaderland den Hemel te beërven,
O fchrand'reHemelsknaap ! gy hebt de wulpze jeugd Al zingende geleyd, tot heyligheyd en deugd, EnnaGodswilen wet, haar Zedig Rijm gefchreven», Enzelver voorgegaan, mat vrolijk, heylig leven, Eenvouilig, wel te vre'en in vreugd' of tegenfpoed. Zoo't van den Hemel quam, gedijden't u ten goed, , De Zondaars leerden gy, boetvaardiglijken weenen, En bouwden zo Gods Kerk met levendige fteenen; Dus Kroond uw' God u nu, met wiffe Zaligheyd, In 't vreugdig Hemelrijk, van eeuw' tot eeuwigheyd. H. S-
|
||||||||
Klinkettopde Stichtelijke Rijmen van den Overleden
Dl R K KAMP HU Y.Z E N».
TJ T die de laatfte Kamp kloekmoedig heeft geftreên .
Geef'thet vta-t-gierig Aas zijn zielloos rif renbeften; ,
En liet ziels voedzel na; zoo haaft hem kennis pteften Den menfeh teleeren'tfpoor van waie deugdbetreên ,
O zielig fchepzel, denkt, ziels minnaar is voorheen,
Enongetwijffeltis't zijn voorgang zal unaken j Dies uyt zijn leering leert eens rechte rek'ning maken , Hier ordineert zijn geeft voor't eyndeloos geween.
Grijp moed verflaauwde geeft, verpijntu om te lezen Dit trooftii)k Stichtend Rijm, daarzielluft by moet wezen» Zoo gy tot ziels welvaart goe gunft en liefde draagt.
Verkort de tijd . die gy tot tijdelijke dingen Zoo vaak onnut verquift! Kom hier een Rijmpje zingen * Wiens vieugde ziele trooft, 't gemoed, en God behaagt..
J\K,RVL.
|
||||||||
MS*, OS/
|
||||||||
Op de Stichtelijke Rijmen, en 't fchadclijk
Overlijden van DIRK K AMP H U Y Z EN.
[■} Ie deesRijmen komt te lezen;
Vraagt Jicht, wie mag Rijmer wezen ?
'tlsKAMPHUïzEN. Hervraügt weer,
Leefthy noch? Neen, Ieefr nietmeer,
Wreede, ach! vol ongenade! Oorzaak van de jammer fcbade! Oorzaak van deez' Man zijn dood,.
Ach! defchaad'is veel te groot.
Wie zal nu de zonden peyJen i Wiebeliraflen onzer'eykn? Met een zerrip-zoet gedicht t
Dat zacht nijpende ons fticht..
Onbelemmert, niet verlegen, Met een klare ftem ter degen Zoo voor ouden als voor jong',
Dat KamThuyzen altijd zong.
Werelds eer, wou hy niet erven .• Ma,at om eerzucht te doen ftervcn , Dat ter eeren van Gods Kerk.,
Was zijn wit en oogemerk.
Snood, feeks ! berool t van oordeel, Die niet lett' opfehaad noch voordeel.- Als uw'pijl'is aangeleyd ,
Werd.vergeefc rot ugeichreyt:
Daar zoo menig duyzemi menfehen,. Onnut zijn en gterig «enfehen, Om door u (van hunne pijn,
Endec)uel)ontlaft te zijn.
Doch gy wilt, noch kond niet hooren , Wet u doove barfle ooien , Die u-vleyt die is recht zot .•
Wantgy drijft met elk den (pof.
Die wy aldernoodft verliezen, Komt gy aldereerft uytkiezen, Roottous die ons door zijn reen,
Als een tweede D aiii kheen»
Onbc%roken, zonder roemen, Derr ik hem febitr heylig noemen: Ken men boomen aan.de vrucht,
Heylighedcn aan de tucht.
Dood, zegtmy, is't uw bedrijven! O; hetnoodloot toe te fcluij ven! |
||||
Ofis't by geval gefchied:
Dat geloof ik imnjers niet. Want des Menfchen broofche leven 2. Is met uur, en tijd befchreven .- Is heel juyft , en net bepaald , Waar geen oogenbük aan faalt, Onzen God, en wijzen Vader, Heeft beilooten allegader Eens tefterven, en dan weet
Leven en noy t fterven meer. NuK AM p H u y z ENisgeftorven, Heeft Hy't Leven eerft verworven : Levend' zijnde fcheen hy dood, Dood heelt hy minft ftervens noodo Maar hoe zoude die ontleven; Die zoo duurend heeft gefchreven , Die door zijn verfraaide pen, Nimmermeer niet fterven ken. Als een Fes i x uyt zijn aflehen, Komt hy heerelijk uytw iffchen, Klaarder zal zijn fterr'opllaan,. Dan die onder is gegaan. Geeuen dood kan hy bezuuren, Eeuwig zal zijn Nameduuren, Eeuwig ende zonder end, Zal K A M r H u Y z E n zijn bekent. In zijn Rijmen (brave Dichren! ) Die zoo leerend' heerlijk ftichten , Speurt men altijd't ware beeld Van die, die hen heeft gereelt, Of nu yemand zeer wou klagen i Swarte, droeve kïeeren dragen ? Zuchten, karmen, metgekrijtï Ydelis't! wyzijnhemquijt. Daar hy is, daar moer hy blijven. Wenfcht gy hem t zoekt in zijn fchrijven; Want die eens het fterven leert, Noy t hier wezentl i jk w eet keert, Gy, in wien de; Muzen woonen, Kloeke koppen, wilt betoo.ien , DatK A MP HUTZBK s dood u deert s En een Lofdicht hem vereert. Rijmt Toeten, al uw leven, Hem volkomen lof te geven : Die de rr.eefte eer hem bied, Zelfs degrootlte eer geniet. |
||||
Wilt een Lauwerkrans ook vlechten ■,
Om aan 't waarde hooft te hechten, Knielende, zoo wenft hem meê .
i RgftKAMPanïsSN ruft in vree , Noch zoo zou ik wel begeeren, DatditG k a f-s c h r. i f t hem ter eeren,, Opzijn Graf geftelcwierdj maar. Dat het mcerderaardig waar. Stichtelijke Rijmen z.ulien,
Met i\jA MPHVTZEN S gtefl zith vuile» : - Deeze Grnffteê met het vleys:. Maar de z.iele toas Gods eysé O: van de Tempel.
Op de Dood van den Stichtelijken R i jmer
DIRK K A.M.PH.U Y.Z.EN. •
JTAMl' HUYZEN. wiens deWeteld niet was waard,
Is door de dood geveld, befteld ter aard :
Hoewel hy Gode leeft, die door zijn kracht Hem t'zijnertijdt zal trekken uyc's doods macht:. En geven 'c leven , dit onfterflclijk Den Chrift'nen eygenis, end'.erffelijk. In't leven was hy tot de Deugd een licht,
En na zijn dood noch met dees Rijmenfticht, . Enftichten zal, zoobng daaryemand leeft,, Die zin en luft tot Deugd en Dichten he«ft. Op de Dood van D. K AMPHUYZEN.
T) E holgekaakte Dood, wiens honger't alverflokt,
Hadnaauwin gulzigheyd zijn leven ingefchokt,
En wauweld' aan de fmaak van d'afgekloven fchonken 5 Alsuytden gtavequam een nare galm geklonken. En mijnd' het lichaam voort ; en om de Ziel te haal, Quam's Hemels Adel af, met Goddelijke praal. En voerd' hem op haar koets, waar voor vier Hengften drabbelden:
De tijdgenood 5 die 't zag hoe Aard en Hemel grabbelden» ■ Borft dus in tranen oyt: Zo derv' ik dan de Ziel, Die in den Heere my met David onderhiel! Niet zoo, 6 vroom gemoed, en toont u niet onedel; Zie t hiex sijo harp., «n 't geen aifchilfeit van zijn vedel. C» V''t-
Op/ |
|||
Of de Dood van
|
|||||
DIRK KAMPHUYZEN.
JJUfmoort een Zeik deftem enfluyt de zial'ge mond
Die zich op Aatd'liethooren
Tofheyl van Gods Verkooren,
Dien hy verflrekt een tolk van 't Otifie en Nieuw' verbond». Dieftadiglwanger van een Goddelijke vreugd, Ons,- door zijn zede toonen
Kon naar den Hemel troonen,
En toonde ons hier om laag de Heirbaan van de Deugd. Dit't fpoor alleen niet wees, maar zelfs tradruftig voor Met onvermoeyde flappen.
In bange ballingfchappeiii
Langs 't fm.il Ie en enge pad , den ftrengen kruys-weg door» Maar nu ontflagen van hetfterffeüjke deel, F.n reeds by Godgeftegen,
Door ftarre lichte v,egtn,
Blijft noch de Ziel tot zang geneygt, om ftem en keel Tepaaren mcr de toon der zaligen om hoog, Daar God door Engle tongen
Word eeuwig lof gezongen ,
Oatheel de Hemel juygt en galmt van boog in boog. |
|||||
Aan den Chriftelijken
L E S E R.
HEt is rny (beminde Lezer) vry wat tegen ,
dat ik juylt mede een Boek in de Wereld moet brengen > en (ren minften na (chijn, ook deel hebben aan de algemeene Zotheyd van Boek« maak-Iuit, inzonderheyd indeze tijden , waar in da- gelijks de Wereld met Boeken, en voor al met Rijme- ryen , zoo gepropt word , dat het eenen verveelen rnochte, alleen maar de Tijcels en oplcht ifien j "k fwij- ge de Boeken zelfs, te lezen. En evenwel hoewel onwillig'moet ik, en vindemy <om verkheyden re- denen zoo veel als gedwongen. Za''derhalven (dewijl 't nu doch zoo is ais 't blijven mor t'uweronder- rechtinge, een we y nig zeggen v;n 't Boek zelfs. Daar in hebbeikvoor eerfi: voor gehad, dat alle Rijmen hare mate ofte voeten en gelijkmatiggetal van zillaben zou- den hebben , om zoo wel gelezen als gezongen tekon- nfn worden: nadien doch al Ie Rijm ofte Gedicht, -,m- oud gebnivk en ook aard van de zakel behoord zoo wel leezelijkals zingelijk, en zoowel zingelijk als lee- zdijkteziju. Leezelijk, zeggeik, opzekere mateen voeten: 't welk van weynige Rijmers doorgians nage- komen word. Wantgemeenlijkleyd men del.l'aben ua den zang of getal der toonen ; daar nochtans veel eer de zang moeftegeléyd zijn nadefyllabenendichr-ma- te. Hier door was ikgenoodzaaktveelezangeniof wij- zen (zoomen 't noemt) anders te berijmen danze voorhenen berijmt zijn geweeft. In de zake zelfs binde ik in y met zoo zeeraan woorden en manieren van fpre- ken ('t welk ook in Rijmen niet wel doenlijk, ende niet zeer aangenaam en is) als aan zin van deH. '-chrif- ïuurc. Zoo ik daar in, yewers mochte mifTen •, die in' dexen wat beters voortbrengt > zalmyendc allen vro- me». |
||||
men dienft doen. Tn mijn Rijmen en Dichten , zullen
zonder twiiftel, de rechte Oordeelaats en Kond heb- bers veel fouten zien , doch mifichien opverr'na zoo Teel niet als ik zelfs > Wat raad ? het oordeel gaat wij- der dan de kond ,ikzieder meer in , dan ikaltijd doen kan. En tegen dank moet ik zomrijds een foute lijden.' Volheydenaardigheydvanzin (die vooral moet gaan) en bevalligheydt van woorden en fyllaben , willen niet altijdt zamen: immer roet my niet. Fenig<*, die , zelf» ketters in de kond zijnde , andere nochtans daar voot, ende haar zelven alken voor de rechte houden , zullen Tcclè van de fouten , diee; gentlijk fouten zijn, over 'e hooft zien,maar oadenuriiiieo lichtelijk 't heele Werk vooreen foute en voot kondeloos houden. Zeer wel, 'kgun een yder't vermaak zij ie opiuie.ikben voldaan, alsmaar 't Boek zijii oplchrift voldoet, dat is, dat hec u, duidelijke . oftot Chrilfehjkheyd bereydc • Lezer, (lichte, en met eenen vermane, 't zy door de (lof of komt, waartoe vooral van nooc'en is dat hetkliaren Terttandclijfc zy. ïnhst welke, hoe grootcn vlijt ook aangewend is, ik evenwel my zelven niet aliezins heb kounen ge noegh doen ; gelijk ik ookduchtc deu Le- zer niet te zullen gedaan hebben. De red al'r ramen, is y del en buy ten ons, die nergens van wei k moet ma- keu dan van't gene dat vorderen kan tot onzei oivfter« flijk en heerlijk wordinge, die ik u van herren toe- wenlche: God biddende, u daar in by rszijn nvt zoo- danige genade en hulpe, als zijn Wijsheyd u van uoo- den acht. |
|||||
Vaart wek
|
|||||
Chrifielij\e Zanger en Le^cr.
H Et gene in dezen druk , aangaande de verande-
ring van het zingen v3n D. R. Kamphuyzens Liederen, aan te merken is, beftaathieivoor- naraentlijk in. I. Dat alle de Liederen opeen Sleutel gtftelt zijn,om zoo veel tegemakkelijker te konnen gezongen worden. II. Dat hefeerfte vers van alle Liederen op Noren gefteltis, op datde rechte wijs van yder een zou- de konnen geleert en gezongen wordcmuytgenomende al- derlaatfte, die van Kamphuyfen niet en zijn. opdatfe, behalven door andere kentekenen, namelijk vr.n een Ro- meynze letter , ook hier door van de zijne zouden onder- fcheyden worden. III. Dat'er geen verandering in de wij- sen gezocht is, daar't niet behoefde of behoorde, te we- ten in deoude, wel-vloeyende en bekende wijzen, daar 't zoo verre van daan is, dat'et veel eer met vlijt gezocht is ; ora alle diergelijke, by die gene die in't zingen van Kamphuyzens Liederen geoeffenr waren , op te zoeken, en die geftelt in plaatze van zoodanige wijzen, die tot noch toe in alle voorgaande drukken wei gevonden, maar om haar qualijk-vloeyende en ongemakkelijke zang,by na noyt zo gezongen worden. Paai dan geen zulke oude bekende (vljiêntê oskómên waren,zijn in plaatze van de voorgiaude, nieuwe zangen geftelt,die wy hopen,dat met de aandacht en ftichtinge der liederen (dataltijdt des Zangers oogmerk behoort te zijn) beter over een zullen komen. Eyndelijk vind men verfcheydene Liederen, die in vier of viji'zangen verdeelt zijn, van welke op het eerfte een wijs was, ende volgende op de wijze van het eerfte moeften gezongen wor- den , en alzoo't zelve verdrietig was, en dat daarom de vol- gende Lied jens meeftentijdniet gezongen wierden, zoo hebt gy nu hier op veder zang ook een nieuw wijsje, en dat indiervoegen,dat gyzenoch evenwel op d'oude wijze zin- gen kond.-zoodat nuyeder van die Liedjensopdrie, vier, of vijf wijzen kan gezongen worden. Ook zijn in het derde deel op eenige Uytbreydinge der Pfalmen'verfcheydé nieu- we zangen by gevoegr.. Gebruykt het tot uwer ftichtinge i en vaart wel. |
|||||
TOE- x
|
|||||
Pag.T
TOE-EYGEN-RYM. Aan de
NIEUWELINGEN
in Chriftelijke Deugde.
Zang:
Wie \ieh ter hoogerfchoolt geeft, ©f Aldus:
i. V_j 1 Die upt'£ toeedbg Djocmi onttoaaBt /
Cenlaat-|ïen$8t op'tpa&gccaaftt/ 35at Doo? geönlö en BepligljenD / Cen <J5oü-8ê* iiiïllllllilïiilililii
lijnen leben IcpD; Ce» lenen en &e-ctffe*
p^ïllIIlilïÉIfilliilll
ni<S/ JBaar ban't geniet oncinöig ig 3&ie/
plllll=flllïllljif=lï=l
«fèieutoeïingen in Den fïrfjö/ ©ol
tnocDg/ maat niet ten egnöe jgt.
2. <©nt?
|
||||
* Stichtelijke Rijmen
2.
©nffang/ en &?iinh oft flijmcn-toctfi;
®p irffeiitoan titoe jncöc-hlerh} «Defeflcn/ bieifttoenfelienhoop/ ©at gp / in utoeg Deugöe£ toop/ «3f al aetroutDf rijh brfrrft / ©f beter ftanö / öan 0ie3c greft; «*e leffenuptuto '<$ ©cerentuaojD ! aöelöift/ maar nopt te tjccifleUPojö. iöat fc&aaö De fpoojboo? 't tofllig peetb I
«©elemaamV fénopt50cgclecrt/ «poo? biajcn raaftt ui b;anD 't geen fmooftt; jen t buur bjanD fter&rt / al£ men 't ftooftc. t o-jaö nntHju al ojat oua«0 outraaö. tJöJaöbecl Dat pettot't befte ba.ir. f vr beel 't ooft fiomt/ nopt guam 't te beri t ©een tiooDjg # booj 't uo&taji Deel. 4.
'J} Stftoaar /Doo'fiennfêban<i?c»Dg goon/ Snif a» berf torr'lög bfgrert ontuloon. ®p#fiöe/ Daar g'aan luanrt geljeeöt/ e» Dooien taajen ïuft bertmecljt / «MJrobccfuentenfrljaamtfl'iiiM/ f1"!- ban isJnti De w\e fclmto; ^it^iVtgpjmmet brt'cinaéUienfe!) «il (mm/ inutocnebeii-menfcJj. 5-
jf ii pïaatj ban 't quaab / bn u gepïeegt «en* 'thartbanöoolmgüjaó onticegt/ |0ajö iiufDooj Itiaarïtrub^bjift gepojt) W fêteren jon bantigcfcijojt. «en
|
||||
^ ,----------.------.,------
Eerfte Deel. 3
Cn fTaat 00b ($onöec om te y.m
Ma 't blinDe Doen ban bïinOr ben) g&eljanDenbUjtigaanDen ploeg: 't %$ Deel. üBaac ©ecl i£ niet genoeg. 't gg niet genoeg op Deje baan /
<©aai-'ftil-3Önig/ teruggegaan? <0*aar Dr ugbe DeugDe trehbrn moet /1 CnUrhtblnftftaan/ bte;trbnietfpocb} 3£aar alle bupl en buplbcpDé febtjn öutHirljaam/ girl/ en «©erft moet3fjn; <E>'aat gocD begin geeft blift tian Hoon / Jlfèaat ttonto bui buren cetfl De Httoon. |
||||||||
3©aac InfT i$ f maar geen naautoe baret /
üaafi bcun'et bat men qualp trreo; ©cd guabih treenmoabt fpoeoelooj»: <Öog2 onfpoeD BJ02D men morDrloo£: <&oojmoeDeloogbrnD/ traagen (lap: €i> tstT<3 itoantquaab i$ qnaDegtrap) ïinaht bcelaan 'tbjoomrn bic Dirpg-Dioomt/ sEnualttuel/ öie aan 't glippen boomt. |
||||||||
<Cn ceebt als?'t quaat te meté brrflimt/
«?n tot tiet quaaDfl bp trappen ftlimr / ^00 mebe 't goeb. Waw mir bjengt nut. <?n b'eene '<®cugD fë ö'anbr r£ flut. 3BeI toeten baart toel-Iebenbiirpb .• ©.'rftoelDoen > toel-brDjcbcnDliepö; SBeOjfUrnbbfpD / baff hcpD in ©êngb; ^cugDgbaffbenD/ bafïc öarten bjeugb; ©a(ï
|
||||||||
4 Stichtelijke Rijmen.
9.
©afï'Barten-bjeugD/ ennabecfmaaft
San 't onbcrgauficlp bermaals; <ï£enaDetfmaaR/ eenfïecïtcc toc&t 3£a 't ïeben Dat'cc toojö gcjocöt; ©efïetncctocltf/ een(ïet&ec Doen/ aSennaautoec trachten/ taftec fpoen/ «£n(fpgt/ betbolging en ellcnö) €m manlijk Duren tot Den enD. liet fêbeeï 3teering en <0eDicïjt /
<®at / tot b'©»jclj?ifïen %\t\ gecicfjt / & niet in utoe flanD en raaftt ■, ïPan / 't fiöft al baat in Dcueb bcttnaafit / 't 3$ tecfit betmaaft booi 't bjoom gemoeö %\ baat tot 3tëaatt)epD£ ecre Doet / Cot ÏPaarfKpog eerc Doet al 't geen/ ©att't 5P tot tuien; fpjeeftt baaatücpDg re'em |
||||
Stich-
|
||||
Stichtelijke
R Y M E N-
Eerste Deel.
Onnut' en fchadelijken Arbeyd. plilllliiilii
^^©a op bit gepl gtótóbt ofttttnné*
Macbun raaafet / €n menig maasb'Ip baa sijn reprogljcnt ontfcljaató, . Ilgliillliïip^S^i
ïlta' tin wetK is (ais roitg) om
Stuiten tebetfraa-pen: 4Paattoftt ban gtlbet toaft beboefmtra niet te jaapen» |
|||||
* i&ou op / berweenbe Sonfï / ban malle üBalen? /
get büsöfei ban nua'e lufi en fieltftije jottemp; «fe joiig'en teere tij? bjeeftt boot onujbig ftaaapen; <cn mat ban jclbe* tajaft beboeftmen niet te ;aapeu» i öonopttjti-quifïigboijfööatXogen-fkiïi&icöt/
«en b'onbebotöte SieustiM^&eU en ontfticbt: •C'CK
|
|||||
6 Stichtelijke Rijmen.
<£m Ijongetige maag is uier geen toinü te paaien;
<JEn toat ban jelbet maft be hoefnnm niet te jaapen, 4 ^ou op /betbtoaasbe pen die |otte eet jutbtftijft/
<gn lotfelijtt ban MïmI ban &laan/ ban J&oo#en fth?«jft;
©ie toren / ïwaah / en nijb / in 't batte tioet bertaapen: Mi toat ban jelbet taaft beboefrmen niet te jaapen. s üoii op / bettoöfbe banb / bie /1 tojijt gp bejig jüt
<3JDlet uteuto fatjoen en bjacljt / (te milb in grib en i nü) <&taag an een uieittae toinb ban jottigbtpa iaat toaa p* Il toat ban jeibet toafï beboefrmen niet re saapen,
« Üouop/ bie baageinko een meutoebonb boojpelö
(Sim mmbcring ban ïiefd en meerbettng ban gelb; •ie b'Slrenb tor een «Biet / en &aabtns rnaaht ban ïtttaopent
Ui toat ban jeiber n>a|t bcborftnten niet re jaapen* 7 t|ouop7bergiftetcng/ bie'rooiKinfonbenbïebb;
©te u een Xcphfler toaam / maar i« pbenb baat beriepb» «Sn tot u balfcben rroofr <&obe tebcn tjutft berfyaapent %. toat ban jelber maft aeboeftmen met re jaapen. e D?uu op IberbooiDe 2rel /ban uOüjaasjomig boen;
IfcQuuf/ jivgbnlbeirjfc Ur boosbepb rui cc tv »n / SJerou in tamp jutt gp ban jonen atbepe mappen: 3(1 mat ban jelber toajt betMfïmen met te jaapen. Richtfnoer der Begeerten.
piipl^liÊiëiiïli.|l
Jrl
|
|||||
ten / t <©eniet ban litfï en tuft betrapten /
pli|Êi|ïJi}it?||f|}||:|i||
©en epfcb ban uto gemoeb ga recht en goeb t
jSaaatbe toegen miaaj)/ ©ie gp baar toegaat:
SPUW
|
|||||
Eerftc Deel. 7
liigüülliiilüli
|
|||||||
Jtëaatbe toeegen tniaab, ^ot Hie-3en©oet
|
|||||||
menig menf eb 3t)n toenfth berliejen*
2 l^p joeht al baet niet is te binben /
©je 5icl) boo? 't 5tenlijh laat betblinben* 't 3» iticf b' bie ijeju aanftoutot /
<£nooktoeet tjoutot,
%ms! bp kreeg genoeg / ^ambpnietteBjocg:
Haas! hp kreeg genoeg gegeben / SÊotbt bp 't G enof s niet in bit leben* 3 ©e befte Üiefb'/ ijS hier zich haten.
©etroutoffe ®routo/ hier zich verlaten. 't^cbtjntbjoefbepb/ maar't toeruUjb:
3©ant ftof en iftijb ©angetoenfteruft dEnboItnaakteliiff: 3Dangetacnfd)temft/ onenbig: SIS niet in 't ÏHucbtig en ellenbig, -f ghtoeetten^rabbie fonbantentbeeft/
«Bebontot ban bie begin natb enb beeft: ©aarbinb (inbjeugb eneet) ©emenfeb jitbtoe'er/ ©iebem3elfisbeilieft7 «En «JBobs toeg berkiefï: ©febemjelfsbetlieftop Sdarben: <&'. baiffelingtoaarbom aanbaarben! Godszaligheyds genoegGramheyd.
€eft petnanb / boo? geftabig bjaben / («Êeltjft 3otntijbs toel pemanb beeft) ©oo? angftig
23 tooeïitt mi
|
|||||||
S Stichtelijke Rijmen.
illllïlillliilillïiiii
looelen en booj (laben/bat \>tm geen J&enfröe bfe b'er
piiiliiiiilllslliil
ïteft / %n obetbloeb / ©an fcöat en goeb / ,Ce boben
pl^fiïlSlflIlIIÉili
|
||||||
gaat: 't «Seïuk bat bient Ijem ?eer; 't «Belufe bat
|
||||||
bient Ijeni: JEiaat Genoeg is meer.
2 IBortipemanb biet 300 boog'berbeben/
(oBelp boel) ?elben pentanbtoojb) ©at l)p / m (iaag en ptjnltjft lïreben /
©anfïetfceceï Ittff aangepojt / ©oojljoogenfïaat/ Stomepnfcfje baab / <©fkIoekberftaan/ kom: tot be ïjoogfEeeeEt 'tÜ0beelbeKÜ)O?bent JEaat Genoei» is meer ;
3 ïtan pemanb / bieb'er leeft getafeen
(3CIU boel) geen menfrfj tet toerelb kan) (SCot 5«lft geniet ban laatbfcbe 3akcn /
©at Ijp met rufïen toe enb' an / ailtupftt/ enfmaaftt/ ,ï?oo?t/ 5iet/ en taakt» 3©iW toellu(t geben mag i bit %v& Hoopt beet (èniioben't menfttj'ltjb'.jBlaat Genoeg is meer.
.4.G e N o e e öeeftnicmanbbanbemenfcljen
©an We / in 't SOatbfclje boojgeftre'en /j
$m bf etb ban 38arbft.be boop en toenfeben / <j2n (met 5ulk£ aljs Ijp beeft / te bje'enj
' «Betuft en (til/
S|eeft toatbpbiil/ SBiltoatljp beeft; kan taatbp poogt en boet/ ©oettoatljpfcan; eendeer banjtjn gemoeb* s JJetSiiarbfch kanniemanbsoo beiftnaben/ ©at bp meer ban bp beeft niet toenftbt /
<©anbie/ bantfiarbfcbeliefb'ontlaben <én booi €&0b£1te«Jien «Beeft oatmenfdjt /
|
||||||
Eerfte Deel.
&& SSetet tradjt /
<©P 25eter bsactjt / ©au 2Setet / bat boïmaakt en ceuhiig ig ( i«£e sullen erben / leeft in 't hart getois* <s «Betoia ftan niemanb jtjn ban 't etben ©es grooten tjeplg baar «Bob rae'e loont / ©an nimmermeer te jullen frtrben/ ©an ffeebs te tooonen/ baar «Bob tooont/
©an bie/ berepb Cot alle lepb ©at «Bob in jijnen btenfï getn ober$enb / ©en teil Jijnjs Êoons iiitjft boen tot aen ben enb« 7 ïBelattjnu/ btaajeiBeereibs-knechten/ (l£oe toeelbig / rijft en ijoog ban flaat j 26slacti$e bie yisr 't;gart niet ijecbten: 25et)a!ben 't 3£epl bat noopt bergaat / Krijgt/ ungejocgt «gen ffecljt beboegt/ «Bii (na uüj arme oojbeel) arme blaeb 961 't fjepl Daar gp met mjn bergeef s ora ttjoet* |
||||||
Lof van Deugde.
piilÉiilllliiilllIllll
©eugb/gp Jijt foo fegoone/«p $t 500 fctjoon'ot
liüliliül!üllil=;fcl
maarbig ora beminnen: «Bp jijt foo milb in't
ililiilïiilillüflill
loonen / 28an allen bie booj n steg felfs bertoinnen /
mmmmmmmm
©at toie 11 jtet / «£n nocgtano per Bfecft bonen
iiiiöilïllii ïflf ■■!
' u bettooren/ m Sonbet kennis ^nraenftge» 7
» * • ■■ m
|
||||||
io Stichtelijke Rijmen.
Iijii begrpp moet Jijn geboren / «Bf boo? qua / toennrs
«En boojen toil be reben geeft berloren*
z ©oD?©euob/i«banbe2See(ien ©e J&enfch/ >©obts cel gefchep / nteeft onberfc&epben/ ©eugb plegen/ isanbcgeelten/
JBibs tn ellenb met bjcugbe ober fpjepben: ©eugb/ b;et gebat/
Sis eenen fcljat/
©ie niemanb han ontroben t ©eugb / bp 't onaarbig
«En bcctHg bolk berfmabigt en berfcljoben / 3Mjt «Bob 300 baaarbig /
©at I$p/ om baar/ ben menfcb op-boerb na b&beit. 3 ©e©£U3b/bjaarbautop3ingen/
«En 't ijepl begeerig ftart toe baillen totjjen / %tvb niet in boen ban bingen /
©ie ï^cpöens; bnjjemenfche/ als beugb pjijjen; *©f bic/ gepuft
©00? aarbfclj bernuft /
Sin lof 5ijn boog gerejcn: ^jBaaïin'tbetrebtn
IBan 't leplig pab / baar ba' in «Bobss 3teer ban Icjcn t 't S!s en reben/
©at Hoonbers toil Hoon-bebberg; I©et moet bae$en. |
|||||
Noodiging tot Deugde,
man be Slonftbepb* npiliii!iiiiiiiiïii
JL> «E3oetec3lBeereminnc/©ie$aa aantrek'lijk
5 ingt / ©at ijaar ge3ang tot binnen / Sin
'tbiepfi
|
|||||
Ecrftc Deel. ii
'tbieplïban'tljauebjmgt/ fOcrftoy baatboojuto'
pliiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ooren / ©etlepbeipe Seuaö :©aat balfche njo?b ber*
boten/ ©erlieftmentoarebjeusb,
x '3CI tg 3e Ttboott bcyeerelt
«enteeclijüinrietaab/
't g» ebenoiei be toetelb'/ ©ie nut al 't haar bergaat:
©aaï nteinanö (boeetlenbig) Zm iteföe oo$>t op lag /
^00 bp}' ui ijaat inbmibig <©n-opgetoopt be5ag.
3 ©«(topniet'sücljaamslebert
Mu m&m of bicljte !©ol /
Jfl&aar Heb 't berftaub ban reben / ïfet batt ban aanbactit boU
<Öeb?6i: aan go'e besttiets «ffiieeft qua' betaoanbeïiS fte'e»
©cugba aanbang bjengbt toat bitters/ jRaar'tenb ueeljoetbepb/ tne's,
4 Snbiengpnuinöomnepb
ïjetmerebban urnen ttjb
<©p 't pab/ bat af-en om lenb/ ©maas luftelp betfüjt:
©ie nu 30a ;oet komt ttoonen / Zoo feboon en benl tijk laat 't /
Eal mer beroübi u loonën; <6n nott imflcbten te laat,
5 Sjhspfct)nietbatsptu(tig
Cnbjoltjftlaat tejijn/
«ïiftaat bat g'u macht bou? 't luftig aaelte epnbe loopt op pijn,
JP cpfrb niet bat op *t minnen 't JUinn' liiftig batt belet /
Jflaatbatgp |lerht»ubi jinuen/ €>P mimtens toaatbet set»
25 ïv j|««i.
|
|||
iz Stichtelijke Rijmen
6 Ce toillen 't Uteb' omüceren /
2js tegen Hiefbs natuar»
©es JBinnaar* ijoogfï' litgcemt / 31«/ bat bemimte buur;
«En minne ftan niet buren / 318 't JRinitjft toojb gemifï:
•JsncpnVipnolgrertruren/ 3B>aartaaait5icl) toeft bergiff.,
7 3£aatfct)tjnunistneifaUnbcn;
^t|)?ih niet boo? beugbs gebaant'.
<©p jnlf3e ;oeteK Mnben / ©an sp in 't eerfïe toaant.
SJIItnften too?b np tnathtig / ©ie ernfttg toer* üegtnt.
«Bn&iefbijïbuBuel ftrat^tsg/ 2SI$ 5P Hief» trouU) benüiö.
|
|||||||||||
Aanvechting» Opmerking
7* rr £ £-5 P R A A K.
(Cuflc&en De Menfch en Goddelijke Reden- pi^iliilliiliiillil
Af^/^.'t ®art te nip benoutot/ 3Senoutot (öeiaas*: J tot
gÉil[i|ïlllliïllÈiilI
inberbo0b;3©aar,ftrai»to.enöe/ ©algtetlenbe/
iillllllïil=iillï||=li
2813 een fct»abiito'na, 3jn bit «nfaant
|
|||||||||||
iiliiiMilifiiiS
|
|||||||||||
-t=$------
|
-I----r^
|
||||||||||
toonb' / tori ife / geper)! boo? biepen noob /
iiilïiiiliiiiiliiiiïfiili
ftimbuptfieenert/ «nuetotenett, %X nttfnrampen'
r, u frl,a : |
|||||||||||
Eerde Deel. ij
püiiiïiiiipiiti!
fcöa'. 36ct)'. toanncet Mm «& toe'ee 't «Been ia
|
|||||||||||||||||||||||||
piiiïü
500 bemint.
keer, Zo :k niet meer, Gy zult bet
i^ilililllii
|
|||||||||||||||||||||||||
=a
|
|||||||||||||||||||||||||
~i
|
|||||||||||||||||||||||||
M. söetet toinöen nan ife niet*
|
|||||||||||||||||||||||||
=t=
|
|||||||||||||||||||||||||
iï=iiüii
|
|||||||||||||||||||||||||
==2
|
|||||||||||||||||||||||||
G.R. 'tZynqua'oogen daarg'uytziet.
|
|||||||||||||||||||||||||
M. 't ^att mp noopt tot bete» ïietu
|
|||||||||||||||||||||||||
=t=
|
|||||||||||||||||||||||||
A l„ 1 iT. 'TT• l T iit!A 11 i-iuI 1 ■■-■i.-T T12—
|
|||||||||||||||||||||||||
G. R. 't Is niet minnens waard, dat vlied. M. S|Ot'i 1
5P/ baö ife 't toe'etont/ ten epn- be
|
|||||||||||||||||||||||||
wmwÊmm
|
|||||||||||||||||||||||||
Waai 'tnerb?iet.
M. 2 'h .maepnben / il* tfottb bajï s 't <©e!uK bat laerr mp minltjH toe>
Staats betmeeten/ 4>cl)at en eeten ^tbeehen mp berepb J 'RtSoelbempbejtalï/ «2n ne'tt sjebelb / JR toeet niet öse; 25 + 't£uH/
|
|||||||||||||||||||||||||
14 Stichtelijke Rijmen.
't %nU I fcliooii henen
<0n berbiueciien /
3tMtm»'thatten-leptr* 3©ie rooft mp
Zoo t'oittp-
901 mtjn harts bermaken i G. R. Een die dy
Los en vry Vanetlendwü maken. M. «Êiiaab (eplaaa) en taeerbgeerttniaab,.
G. R. Qj<iad weeidqiuad, als't Godt toelaat,
M. «Bob/ bie goeb is/ toeerb geen baat,
G. E.. Weeldbefnoeyen, tsgeenhaat.
M. 't .gtbijnt toaat/ maar lieber itoth hab ik een smtci
raab» 3 HÖatiferenoflooö/ $oe ik rap jelben tjiiel of pijn / 30« tü (labe ïf oe ilf b?abe / %aap! 't ia jonbet njutht* ^tetf/btrgeefjeboo»'/ jfêeg upr mun hatt. 't tn toil niet spa > 't f s al tegen; üepl en Zegen Zijn ban mpgeblutht, 38'etban 4ïMet/ toaat an 3]©p trooft kan gefeftieben i G. i*.. Wis het kan:
Vlied fiechts van
't Geen van n wit vlieden.
M. Wit han bïi'en/ ató 't foart itoeT) Ijaafet J
G. R. Dtelaug7oekr, e» noyt gena.ikt.
M. 3©ie laat gaacn 't geen 30a bermaakt;
G. R. Hie noen li.-ter neeti pkakt.
M. 't 3s toaar/als25eter homt/toojb ^noobergaatn
berjaafct.
M. 4 jflftocb / intjti Ziele rnoeb. 3®at moeb (belaas) toaat op i toaat na i
'tHaröfcbemiff'Uti 2&stet giff' ik: .ïlttaaetaat giffen* re'en i ©inbin' ook beter «ffiioebi &et oog 3«Pö ntax 5 Ijet hatt jcpti ;a. ,L _ _ t©og
|
||||
EerftcDccl. 15
't ©sgfean liegen;
'tföatt/ beb2iegen: H©ien balg ift ban ttoe'en i (©itbehtnt
%s rap t enbV ©aat 'ft toe too?b getijeben, G.R. Dieellend
Neemt en zxnd .
Wilu't Eeuwig geven. M. 't (têcutoig i maattoie toeet of toaat i
G. R. Uvt de Schnit is't openbaar,
M. SDaavljepb ie miffcijicn niet baat*
G.R. 't Klaar ',-ewyfthem celvenklaar.
M. ïjoe5oetis'tbtoef gentoebtenbjaatgetijke maJV
M* s ïöaatmntaaë bet boet)/
©at mp tiet <©ttbetgankelptt Ünüooj-tpben
jiDinbetbiuben
©antebesetdonb1; ^laas! ift jie't bebjog t
't <s&'io0f / niet in 't Ijatt outfanftelpfc / •©aortinbeelben
(Ban 's bieefchs toetlben)
%&$ fieebts iitüe monb, j^uis'tüjat/
jiiaaatbienfcbat
©onöHtgaatnuocöWaatbeï*,, - . G.R. Wotduiet nat. -"-+ ".' Die toe-vat- — .,>-'"".
Gtiipt aUenken naatder. fïÊÏ*J " -r '
M. 3tcb'. bie3ag* ïlöig gaatboo? &aam«,
G.R. 1- ?vn Gs-li OT is aangenaun.
M. 't Zitn baat üp/ tóaat oofe becroaam.,
G.R- Zien en G'ioven gaan noyt'i aaam.
Deugd. die Deugds loon niet ziet, draagt waailtjk^
i -; üengiiesnaam.- -- - M. 6 Heef nocö/ Ijopeleefi- - - -.'
\ 23egin een anbet bepl te iitn >. tBupfleiniffen. -.$*• ©e'en'tmpmiiTen; ^tinjn bab mp beeblinn* üjeef htet/ jinnen / Weef/ ïittef niet aan 't geen / bat nat b, raoet W*W°: tgpaKHïfrnjH. ^_ |
||||
i<5 Stichtelijke Rijmen,
' «En beberfflhfe /
3®at m' op aaröen Wab» Eangs toat baan
^al ife gaan
#a't aeluhfug ubtni ffi.B.» 's Levens pa'en
Vind gy liaan In Gods Woord gefchreven. M. 53«oo2bceItiie3©eer£lb/maU
G. R. Onrecht oórileel brengt ten val.
M. <&$'. bieiiabenjtjn500ftnaU
G.R. 't H ijke loon verzoet het ai.
*U SQelaan/ jfcjueentoKaöie'ltbttiiebimluttsa?»
|
||||||||||
Middelen tot Hcyl en Deugde.
T W E E-S'F R A A K,
(CuffcÖC» Klager en Troofter.
|
||||||||||
Klager ] Aymy! vrat plagen'. Tnoft. 3©ttn
|
||||||||||
Ö00? iK,WaScn^./<jYEen rnaifclr, gedrukt door
«el ellenden, t, ©aat fg geenquaab.foa, |
||||||||||
gïOOt/ Of «üobftan'ttostlöeit* /<C God wend geen
|
||||||||||
Eerfte Deel. xj
die niet kan, wat laad S T. «Sbbftatttaabjenben»
Kl*g'r. 'kWil: maai mis krachten. Troofter $irati)t taaft boo? ttattitcn*;
K. Qua'e wenft maakt trachten onvermogen.
T. (&na'e toenfï totjkt boa? orajithttg tegen-po ge»»
K. Nawenftte doen, is zoet.
T. jjla taab te boen is goeö»
K. Wenftwordtefterkgevoed,
T. jSftaaï'tiabaojlogetn
K, 3 Wat voedqua'ewenniii'
T. <©e bjett ban kennis,
K, Hoe kan dekennis Deugde werken?'
T. ©e kennis boet elks bings toaatbpe marken» -
K. Wai btengt dat metken in!
T. <©f gtoot' of kïejmetninnv
K. Helaas.' Domheyd van zin '. ■
T. Jüan ontieugb Itetkem
K, 4 Wat raad tot domheyd i
T. JIKerMtoaat't pab kram lept*
K. Wat votdert om daar toe te tik n !
T. «jpaet öatt en jiei geheel tot <£Bub te naken» .
IC, Hoe naakt men God = T i^etnet,
K. Hoeeeiftï T. i©üO?ïenngel>eb*., . ,
K, 't Hart is.feer bezet.
Met aardlchexakenv
T. s JRaaht tiramt'ban binnen».
K. Hoezal'kbet>it:nenï
T; ï|6e groot unaobts/ obctVoeegeiv
K. Watrmtheyd isda.it in voor mv gelegen! ■
T. jjioobs kennis biepojt aan.
K. waartoe' T. (jjot450btegaatuw, ;
K. 'kWil naiuv riadbMtaan/
T. <tSje^il ktijgt Sjgen»_________________
Doolings ï'ynde
Qnder den Perfoon van een Recht r bekeerde. j
ïlllillliltilllSlIl
, ^eng?t)iloo5Uivmpb?tngeai3i:oEeenbj0lfliii 1
|
||||
f. lB Strchtclijcke Rijmen.
. iP!üiillli?!!iüi[lIll
^^i*' ©?olSft mag bemens tori jingen/
IIÊIl?ii?iiifii=fi=sii
|
|||||
W8 't in #ob ge fcl)ieb. Ifoe ftan bp bjeugb be-
bekfcen/ ©renalang50e-Isenbinb; 't ^iRoet pÉiÊlïilIÉillfifflïIfil
al na bieugbe ffieftüen/ %u 't Iiatt öceft bat 'et ntinb
1 't 3s betmafceliift te fpjefcen ©ati$ijn©jasffem's/ fdljS tiebjoeftljcpös ftaf geiatfcen / ©jengb'in'plaa^e JS»
©e nteiifcli / bint / 't tutii bp toanbert / ®et bool-pab ba'.t heel 511UÏ /
«Bebenlit / als 't na ticranbert / JRetb?eugb 5nn aboutuut. 3 Hang tjab i(t bergcefs geloopcn gmmpnonberftanb; 'h ©oapfe baar niet toas te hoopen;. 'ft SEoctjt baar ih met banö:
©p fnoob' en aorbfcfte bingen fêab ift mijn ijatt gejet;
©002 tuft totb|pl)cpb / gingen ©e 3inne lectjt 'na 't net. 4 JPoeftifttjetbeminöe betijen 5 't Ijatt en Dab geen tuft: wonb' ift het fomtpb» beïtoerben s 't Stopte geenen luft.
>t ©erftanb/ bat ramp' fou fcljittttn•/ Cntoifïniethuebetjciu':
s?ct batt / bat hepl toon nutten / <£n toifli niet toat het taou'» j Jia»n gebacbten liet it? toenben-/ IDenben/ toijbeniwb: •t <tjen bingtuaa ban;t a'aet beïfeiienben / |
|||||
Eerrte Deel. 19
'h ^ocbt toaar ik ?oeken knnbe /
©ocb op een oool korapaa:
't 3©ajb niet op Hiatb' gebonben/ ©at nopt ou $atb en was-
6 «Bon/ biegocöia/ lietbeftrale»
39 an 3«n l^eolig i©ao?b <©y mijn liart ban be?te Dalen;
't JLicbt fioeg pünga boojt; 't ï^att iipt Den (tof gebetien/ Zag (boet) boo? fcbemeting}
«Een ine g bie na een lenen / ©atbetettoaa/ toeging.
7 't «Boeb toas fcHoon bat 3ieh bewoonbe;,
<En/ hoe'tnaarbern.uam/ ïf oe 't in b'oogen noch meet fctjoonbe /
4Ea 7 bamot jicb nam;
©e EiefD' begon t'onthnnlten; ©00? iu|t ban 't ©epl biee naa?*.
%tet 5ieb bet Ijart bebunken «sBeenbieg en toastefïoaaï^
II.
|
||||||
iiifiilïilfiïiiiili
€n (gelijk 't m? fcljeen) «Bing / langs 't recbte-
tans (boe 't toas) intoenbig ?N> notb be Jtel geen '#iiilllMlifllli=ïl=l
|
||||||
io Stichtelijke Rijmen.
|
||||||
töift niet toie 't mp bt'u
z Slshct Ijarttjab 't geen 't begeetfie/
W&s bet noch ai pet;
JRaac als 3'naten tnenfcij ontbeerbe / ^abbe Zielberbjiet;
't ïf art taou toel oeugb beminnen / Zoo lang 't geen föegenbonb;
't Scheen toel te fïaan ban binnen/ We 't mei ban bupten fïonb,
r ©an bet grof uermaafc ber jonbeit / ®« De toef Ih ;elfs laafct/
3© as Debiele toel autbenben «Ennietinbermaafit t ,3i0laat 'e bicpfciis fubtijie luften / Cnmenn'gerlep begeert/ ©ie 't Iiarr meert kan omtufïen / a©a# nocl) niet al getoeert. 4 <(Bnboe4Bobnubieuefttoomett ©anfbaaatongebal/ ü3an ellenb' en ktups liet namen / SUas! mas'tnteinenbals ©e nebels bie betbtot enen; ailenfcntaanbbejiel ©at S» niet baas bat geene / ©aar 5P 5ttb eerft booz öielV-
j %iefoetottjet;aligleben J#abht töatttaeifte'e/
jaaat De aarbfebe Hief o ■ (geuleben) 3©oonb' eu toas'er me'e t
©e 3iel toou gaatn na boben; .jatts bat 5'ook biet trooftbanb».
fjet ban toou mei geloben / jjElaae ?ocbt oj» aarben panb«.
|
||||||
in.
|
||||||
Eerfle Deel.' «l
i^emelft b taaarb / ©at uta luflen noch ?ou
|llllï|Ekl|=ËïïËi|IËËp=p=fË|~
bielen #a be fnabe 21 atb {<Sp aanbingt toel 't aan» ftboutoen; ,3$laaï itoclj niet ftlaat genoeg t «SP
fcijepten 's beplg bertrotttoen s J&aat
|
||||||
't toa# noclj toat te bjoeg»
2 <fcp jaagt toel bet Ttanb ban ©jebe/ Siïsbooi eenen mifi;
jfêJaa? np 't pab/ bat gp moeft treben / 3©.asmet toel gegtft j
4Sptoonb/boojüiepnig UetenS/ Hicbt toerat toat het jp4
Jltlat anbers ijs ban beerenjï / 3©at anbets ban nabp*
j Zoolang «Bob beaaröfrtiejaftSB: $och in boojfpoeb liet /
Sf aojbe g<? biel ban betjaften / Jlftaac betjïonb tjet niet:
®oo? ftoafeften luft gebjeben / 2Bt|tonb gp jomtptg baat /
«JEiVtooub toel obecgeben JBaar niet al wat gpbaö t.
4 ©aojgebjeftbantneltetoeterc; JDat jalft btnl aan-Iangt /
^antateecï}' ir nip een keten ©au 't getn niet t'jaam hangt?
2fe toon' tbiee bingen knoopen / iBaat aan geen knoopen \$ ;
jltoee ttjeswi tefleng loofif n/. |
||||||
22. Stichtelijke Rijmen.
JRsat liepje bepbe min,
s 't SjJuri/totttuepDetiep genegen/ ^totjö ftaasS toanheioh:
't <Cen tnas 't ataer in oe luege t 't€eutT-g/ 't ©etgantelpfi,
ï?et aatbftl) met blpt tt $oektn / iBaa nitt bol-upt mijnent;
■gei l?t metfti) te beftioeften / 2>elette b'aatöfclie minnv
< ©usnabepDenjoefeenoVjacbtifc: «Been ban bepben tnel:
3i>an 't bergeeffche joeften b:ogt ik Jjïiet ban Jjart-geruiel.
'8 ^loeg acht mat anb'te jenben; ©och al baat trooft nias ujinb;
ftaas.'bte mn toilben tepDen / ©ie toacen jelber blinb»
' _ lV~ , '........
|
||||||
<&- loof allcnhenKlepnbet / 3©aat
ïjeelte metgeraafct/ ^o <öob *t g eftgt niet repnber ï^ab / beo? jpn 3Boo?b / gemaafet i ©e §llïiigi!f|ïiitliïlfl|i§
ftgat ban jijn genaben IBierb mp foo opge*
öaan / ©at ik bes Hebene patten «Santftb |
||||||
JUaar boo| WKfagjftisan*.
|
||||||
Eerfte Deel. a?
2 ©0021 IBoojbtoelt'obetbenken/
©anb ik De ©eugb 500 fchoan / 4En 't loon bat «Bod toil fcbenken /
dEen julken toaatben loon /
©at toie bet na toil baten / j^oobtoentiig bleefch en bïoeb
4iEet al toat aarbfch is / baten / «Sn gantfcb afftoeeten moet» 3 3|k5ag/ bat julk netjaken
<©een btpigbepD en laat Cot too?n / berétjt en ttnake /
«Bn ai toat füiett of fcijaab s
Cot pjacbt / tot htetfctjig btoingen/ ©panöigtoeberjlaan;
«En geen ban al bie bingen ©ie b 3i arbfche Hief b' boojlïaatt'
4 ©ees (hv.ib (511a ik) kon maken ©atm' Ijicr 3tel-rufttg leeft*
<©een onruft kan hem naken / ©ie alleo obergeeft.
©ie met heeft / naar het berte llf iet tt ooft heeft/ of op (ïaat/
«Seboelt geen 5 telen fmette / 113 <öoü toil bat men 't laat»
s 'tuBejitutban^Bobbethregen/ ©e'emp met gtonb bet(laan/
©at ik ban bepbe toegen jüaat een alleen moefï gaan»
't 4ifèin(ïmoe(ï booj 't mcelle totjken: (Jt* Stoot was mt> 't betfeheel 5
Iget 38atbfcbe liet ik (tetjken / €11 kous eeni|emelfcb beel»
|
||||||||
püi!iliii=yiSÉ
€t beft heb ik betkoten / ©ie? i» mijn
|
||||||||
H
|
||||||||
24 Stichtelijke Rijmen.
|
||||||
om en in 't gemoeb lepb / ©aar bie
|
||||||
kent retbt gefchieb.
2 JRaarmettnatbjeugben ftroome*
3©o?bnabe ;telberön'.t /
©ie ban ©gagb ingenomen <£n Innerltjh boo? jnlt 't /
©an qnaab en 3onb gefetjepben / 3frn een w met baar <!Bob/
Cubowgctoetb nochblepben aftreeb kan sjjn gebafc*
3 3©at©?eugb$ie ife mp moeten/
3£u ik benophetjrab/
©at toe enb' a'n be boete» iterht bjengt na <©obes ftab!
Wan 't atarbftb ben ift ontbanben; JKtjn <Sob en ih ?tjn een:
£>ttrfif<.maaEfreebs berjonbe/ ©e banb fian nopt onttoeen»
4 «©bubbel/ bubbel-jalig/
©ie joo bier is gejmatt!
SöattongiBfoo fetjaontalig/ ©ie iramer na 3tjit toaatb /
Kan na jijn toaarb upt fp?e(ieit ©efoethepbban bienbanb
©ieons/ boo?b?ees banbjetat/ «Bobs «Beeft iaat tot een panb i
s 4^Ün«Bob/ bie/ mijns gebaebtig/ ©uo? eerft mp tjicr üetWecnt/
<sn na met u foo fcraebtia fêebt boo? uto 3©oo|ü bereent /
MM*
|
||||||
Ecrfle Deel. t$
|
|||||||||||||
.ïiHaakötfen groeten 5«gen
«BebuHtfaatn outr rap/
(Sot batik/ opgeftegen/ §Jn toefen bp u 5p.
6 3©ilt / fêeplig «ffioD / tnp toonra «En boen beraeshen hiaat /
<©f pet in mp mocht tooonen / <©atu noch tegen taaast
J^oth toaat / of toojSen konbe; <©p bat ik 't flut uptroe' /
<Cn geentt fonben tooitbe / JSebektüt'tüartenhoe',
|
|||||||||||||
Chriftelijk Gevecht.
|
|||||||||||||
■jt
|
|||||||||||||
y^mmmmmM
l^ipiiliHijiiii
liiilliiiSBiiiii
toeltoüpïhben/ heeft te ftipben/ en hoe
niet. 3ti be toetelb i$ bol ftrtjbens: fttijben ijS illllllIililllSIPifill
menigethanb t ^ttijben bijb jomtijbsï tot eew;
|
|||||||||||||
fïtijben bienb somtnbsi tot fchanb»
Jüenig
|
|||||||||||||
J
|
|||||||||||||
2ö Stichtelijcke Rijmen.
Menis (ïrijb een btoaaff'lijfc (ïrijben /
om 't gering /op 't ongetotó: ^aenig (ïrijb een t»t)ff%H (ïrijben/ om'tgeenflrijbens toaarbigis, gomrijb.s fïrijb be menfch een (ïrijben
bat met «Öobe;S toil-Ie (ïrijb: gamtijbö (ïrijb be Jöeafrij een finjöê;» baaiutri ïfemeün berWtjo,
2 <£&ifïen JKenftb*/ toilt gp (ïrijben; (ïrijben/ bat g»
obertmnb?
d&btrtoinh / bat gp ber jörooncn Kroon boo2 u berepbet binb!
%.oo moet gp bcrfïaan en toeten / toaarom gp ben (ïrijb aangaat s
3©ieuto ©nmb; toelh ijet ü@ajjen baar men Ijem mee tnebetfiaat-
®ie niet meet toaarom hpfïrijbet/ boigt nietreebtjpn <&apitepn:
©ie fijns ©panbs niet is ftmtbig/ acht ijem/ totjwt ffcfjti'e/ teklepn:
5&ie niet (jeeft toaar me'cte (ïrijben/ fchoon hp al ben (ï'ijönietb^nrflf f
3©ojbin-. tf!ij"enliri)t»erfïagen/ ofgeraaStjrraftsop Ueblücbt,
3 't ^trijbf!' bat gp neut te (ïrijben/is om aarbfebe eer
norh'of;
3somgeenél®erelb»Iu(ïen/b?ienben/ magen/ ÈmPS nocö öof 5 r |
||||
Eerde Deel. 27
as om niets ©crganftelpfts; liet ?p toat Jieelbe/ «Eer/of
^>cl)at:
<£Ö2itlenen 3pn biet Mptlanbcts/ jonbet batte €rf of J>tab»
3Bie 3al fttpben om 't bertaerben ban het geen hp niet en acht?
3©ie ftan fcecbtcn om't behouben bant geen bp noch beeft ïmtb acht i
Vèie toil tangen om-t berftthgen ban een bing't toelfc/aïs bp -t beeft /
<E>;oot gebaat ban meetbec fchabe/met beel angft en f053 aen / geeft
4 't J>ttpbenbatgpbebtte1ttijben/ utoe &lag biett
gphierflaat/
geniet met ben ftoahfcen Jfêenfche/ bieuptbïeefcheu bloeb beffaat:
as niet met ben ftoafcken jiBenfche/bieu/pt ftof te faam gebjatht/
«En genoobfchUtt om t e Jïetben / «lepn en nietig is ban fcracbt:
%$ niet met ben ftoal&é jaenfche/bie u (Sier op awben' b?eemt)
3WS tro alles feomt ontnemen/ ban noch niets ban 't utoe neemr:
gs niet met ben fmafttten JSenfche/ bie maat aan het lijfentajï/
€n / toanneet tip Komt op 't hoogde / 't leben neemt/ ett u ontlap.
5 't^vttnben batgpbebtte fttpen/ en in <©obge«
ftrebentoojb/
as met &taai noct) eenig ©apen baar men jUSenfchen bloeb mee fton+
3Bat behoeft bp'tlf'ten harnafch btealjulfien bpano beeft/
3©ells/ uptbleefchnocb bloeb heftaanbe/ 't3tenipklt}f geen toonben geeft i
3©aat toe 3al hp'titaal geb?upften bfe al'S JBerelbS gehoon en SËoet
^iet foo toaarb toil noch San achten alseenbjuppel jiKcnfcbenbioebt
?ClSeenb?uppel bloeb ban ülftcnfchen: biet» men alttjö goeb/ boo?quaab;
Zegening/ boojbloeHmoet geben5 liefbefcbulbigis/ boo? baat, 6 'f^ttht
|
|||
iS Stichtelijke Rijmen.
6 't ,£>tri)ben bat gp Ijebt te fïrpöen/is om't eemtoig $e*
inelfcD €>otb /
't <25oeb fbo ?eer ban bent bemj&et met tuien gp biet /Irjj" ben moet:
't Ss om «2er bie ban ben toaren <£erber/<it5ob/toojb toe» gelcpb j
«Eer en lof/ tuaar ban be ïüroone niet beroof in eeutoig* bepb
'tSJsora ïttjftbom en om debatten bie nocb roeftnoeft motenfebenb:
<£n betnaart in 't bobenfï' 23oben / bief nocb roober opt onttnenb:
't SIS om een bt ftoogfte 3©etlufï/ bie /ïeebs buurt/ en foo berjaab/
©atbeïnftombaarte jpjoeben nimmermeer nochtans bergaat. 7 lltne ©oanb (frerft / ja ff erfcer ban al toat jicb fteth
becoemb;
39o?flen <®oo banbefetuerelb/Jn «Bobs3©oojb te re ebt genoembj
Sis een «5*efï* niet €en; maar menig/en ban talleïoos getal:
©ie u om gaat / boben f toeeft / en ff ebig loert op bijnett bal:
't Sis Öp/ bie bes bïeefebs begeerten en öer jinnen epgen lufl/
©ooj beet bupjenb ïifïigbeben tegen u ten ftrnberufi: H Sis ü|P/ bie be fcbalite bonben ban jijn ©ienaars (bier en Daar)
i©eet te ihiren: utoe ©patib is be gantfthe ïfcifc&e fcfeaar. |
||||||||
II.
|
||||||||
| %W 38l»ett bat gp aan moet hebben / baar gp
iÜIillsilüiilll^llli
|
||||||||
mebe moet te belt / ©aar gp ff rrjö me'e moet be=
|
||||||||
gro*
|
||||||||
j Eerfte Deel. 29
lliliÉïillliilïliüiiiïil
gimien tegen't €>eeftelp geluelb / föegen al'tbes
tm en liften ban een foo geftoinb © panb / %» bet I «eefteïijheaBayen'ttoelfiutoiSobufcbi&ttei: |
|||||
^anb. ©it moet gp gebeel aantrettfüm:
||Eiz:ÏE|E|:|:|Êfc|E|-§|5EJEj::EË
niet ten fluit en mag'et ban: (3©aat men bem maat bloot kan ütnben / treft men
|||^||||^1|Ê||||||||||^S|
ftraftjsjijn/ ©panba'nj ©itmoet ilÉIlilllllliililllii
gp gebeel aantrenften/ om taanneer "taan
|liili!ilililiiiifi|=i
'tftnjbettgelb/ ©aft te (ïaan; enonbc*
pEUiiilllliiêilIUllll
toeeglp/ u te b?agen als een belb:
2 «Een ^ornaat/ om anbeiemmew/ «uv en baft te ;qïi toante'e»/ ^Hoet
|
|||||
go Stichtelijke Rijmen
Mott gcfthojt spn met een Gordel rontjsom om fijn len*
bmbeen:
Cen goeb <£h?t|ten / om tot tfrpen pujc te 3pn en ba|ï te (taan/
Cn boo? 'S 2öupfeg bermaait en iwlen nimmer traag 'ipft toe te gaan;
dimmer pet te fftipmer oogen: ntoet <8ob;8 Waarheyd (bie hem toijft
ï|oe men 's Hüfs behoeft'/ en alles toat be f©eretb atht enpjpft,
finjpn toaarb*en maat moet fcbatten en geb;upücnj nafl en (lt»f
ïtonrsoni om jpn hart behcuben / ais een go?bel om bet lijf.
3 <©m het hart (fontepn beglebeng) ban tnittjuut te boubenbjp/
$ceft een aarbfrb ^olbaat ban nooben bat jijn bo?(ï be« barnafcbtsp:
#m 31JH hart (fontepn ban ©e iigbe/ tn ban alle boen ert Iaat)
^rheut- en (teelt-bjp te betoaren boo? al 's ©upbelg li(ï enraab:
«©mbenluftentoiltot sonben/ (!aagcn etnflig teber» ftoe'en/
ÏJeeft een Chjtjïen Stnjgsman ©eugb-lufï en R egtvaar- dipheyd ban boen:
©eugb-lufï/ biehem een Borft-wapen en onbjeefebaar (ïaalberftrent
liegen inbjeen ber begeerten / btebebupbel Jïeebgop* toeSt,
4 (gen ^>olbaat/bie in ben oojlog menigmaal berplaat* fenmoet/
J$eeftbanöoen(cttttaiiStetreben) fïerKe schoenenaan Sfpnboet;
4Een goeb Cbjifïsn/bie op aerbe heeft een ongeftabig lot/ 9lll]6 bp beeltpn» beel moet fuierben/in ben bienfl ban fp» nen 4Bob/
25?emji /uitoaar bp komt gctoanb'Icn/ maar Ijp aan lanb ofberfteett/
(jjiaoenaarb bes Euangelijs, hem ban spnen geer ges leert)
25jenght/aitoaar bp Komt/ a\# beboetten aan jpnboeten boojfiebme'e
«Een gemoeten hart bat vaardig engeuailligiistot vre'c J't<02OOt(ï
|
|||
Ferfte Deel. ii
s 't <ffi>?ootlt gebaat bat een ièoïteatlteeft/i#/ban
fteen / buut en gtftbut; <©m bit toet te Hennen mtjbeu / ig boo? al ;pn s duld öein nut:
't $Joogffeïtcbb}aatme'ebe©upfeel/ ais tjptjeeftbcfc» geefs btHoo?b /
't <£lj?iiten t)a«e Homt befp?ingen / i» berbolging/ ijaat/ enmoo?iu
©it $ï>n'B ©upbetó buurge ftt>it£ten/ 't toagen baat Ijp fïethfïme'eHampt,
^ietisons't Gelooi ban uooben-/ als1 ten #>tt)ilb baae •talopfcljampt,
SBat b?aagt «p na galg / na tab / na jtoaatb / na tam* naailetutaab/
©ie't «Beloof beeft/ bat «frötrallesf loont met loon bte. noptbetgaat? 6 't Haarde fïuH ban sim ,&ti)ut-toapen bat eea ïttijgs-inan neemt / en jet (©m boo? toonben te bebjtjöen; op jijn Sooft is fijn Hei- met: 't gtaatfte (ïukban uto'^thut-toapen't toelfe gp/(nu tett fltïpbberepb)
.maoet aanbaatben/ ijs beneemt ban toiffe Hoop' der Zaligheyd:
fëoop' bte uto berftanb en jinnen ba|t boen ftaan in
Ctjjilïug leet/
«En boo? geene tegentiebcn/ beuken om een anbet ïfeer. ify jal bjucljten nottttehlucljten / bie/ met sniften iljeitit boojjfen /
^atbe (lagen Itan berb?agen/ en ben ©upbeï't Ijooft butf uien»
7 jfUet genoeg ¥# 't/ bat een ïjnfgsman frijnt en frljetm boo? toonben öeeft /
't Jitoaatb moet ijp baai neben b?agen/ baat hp fclfë mre toonben geeft;
üiet genoeg is 't/ bat een €lj?iften heeft toaat meeb' tja quaab aftaeetö t
aiaaar tjp moet oocfe 't Swaatd aango?ben / baat öp 3ich entnetbettoeetb/
«En uawpbe blucljc boet nemen: ja 500 bannet bomt aan tmojb /
5Datt)P epnb'ltjk'fftrijbmmpbe» ©it i&'t Swaard rics
Geefts, GodsWootd; ©oo.ïb / bat alle •» &m\W Uiten Hiaat ontbeftt en ban
onsbjpft/ f5 €n
|
|||
32 Stichtelijke Rijmen
Cn Ut Wcaiheyd , Vrede, Deugd-luft , G'Ioof, en Hoep
bc Zitlt (lijft.
s Cfeiftfn ltnj56-l)e!b/ bit 'js ute toaap-mng baar gp tue-e ten flag moet tre'en.
ÜJinr met «eeft uisj €a»irepn/ begone «Bobes jelfj» geftté-cu:
EelfjJ gefircen / enobertoonnen. JBaar noth een bing ftoojt -er bp:
gn-t feebed moet gp ook toahenen gebuurjaara jpn/ als f)? *
Sn't gebeb en ncbjig fmetktn/'t toelh/alis 't upt'js geefïjöf gronb op fetriet /
58!<ï een pgi ten $?emtl gaanbe / maakt bat gp heel gulp (teniet!
$utp/ taaarboo?gp't <8tt$'m Vè&pen (terker ban boe? been begeert;
Koo begeert/ uertmjgt; Herkregen/ fcoub en tart ges bjupHeu leert.
|
|||||
.III.
T^pliliiïtüSïiJiüii
JL/ «£ ïttoon té niet Joo toaarb en joet /
|=lilfll|ililfiliil|lll
|©aar.aan men lifht geraken kan/ ©an
piflplilliiillli^iil
bit/ geljaalt baoj faieet en Moeb/j^iet fraat ges
reeb booj alle man.
2 ©at b-aaebfebe tnenfrl) bet hoogfïe «Boeb
«StvneMunhentlp toerDor-eaberf/ «Ssowpaitii?n'<êttoelfeeb?oe& |
|||||
Eerfte Deel. 33
©etaaatbtglwb ban's^emcWcrf,
3 ©ie in 5ijn Ijarte na toaatbp
b'Onfierffettiiiüepb beeft gefc&at/ «©eloofb'eerbat s'er nier en jp/ ®m Dat men; beeft boa? lichter jmb» |
|||||||
Voornemens Bekrachtiging.
|
|||||||
r pllillllïlïliliiillÊ
VJ £? klaagt bat ap alttjb ©ertnonnttt
toojb in b Innerlpe ffrtjb 5 ^a febier meeft /
aitó begeeft/©iep bebjeefr/ ©ooi jjetqttaab met gantfcljer hraebten gieft toll
toaebten, ©aar bejonbJIJiwb baar gronb/ ïjelpt geen «ach - - -tem
z 'ri9oo?n£tnen geeft geen baat/
&oo lang noen t bart be Hiefbt ieben laar. ©aar bie blijft/ Po?ten»?i)fr/ «èferftt en fïtjft/ ©oeb en floutnrje b'aarbfcbe jfiUKH» t ^terfcfr moet tuinnrn» &vtk/ Uiaar tjpr |
|||||||
34 Stichtelijke Rijmen
^iesmcetgp
't I©etfc beginnen. 3 IBiltgpbat t buut niet bjanb: £>oo boof ttet upt / of boe bet aan een itant. ©ie ganp Haat boogbp / J^oe han §p #pt (boe baft ooft boojgenomen) JSoben hamen i •tgsteflertt/
^>itb (noch feneeljt) ©eer te bjöomen. 4. (énttaojteltntoenboom/ Slnbien gp toilt bat baat geen b?ucbt ban itoow. 'tlöbeïm/ ©ie be l|eet <Baf toel eet: flUeé (om 5jjn .jStbool te naften) (Ut ber?afcen, &aep Hiefb' upt t
Itta beflupt EallBit «aften. |
||||||||||||
Weldoen en vrolijk zijn.
|
||||||||||||
<fêt gp/ =©?tenö/ ban ijietbewrcftt/
I©itt mp bib ilt/ boet) se benften/ i^iüiteiiüütiü^ü
|
||||||||||||
==2
|
||||||||||||
«En met tijm/ bat tiooftbernjeitt/
üüülliiiils
|
||||||||||||
<£5unfWs ouberbtenb befdjenïten.
i iêtijenftt
|
||||||||||||
Eerfte Deel. 3ï
i Schenkt mg bmt be Ctoofiel-totjn/
aSaat 'met b'^pet-fdjenket bnlben Utoektupk inbeuk en vijtt/
©ie 't u al beeb buïbis bulben. 3 Zojge / jtefete / ftatte-lepb /
4$» neftabelijk omimgen: liSjoeamg mp ecu nette bjepb /
©at raiju 3lel niet kan ontgingen. 4 Utcbt u taonbett bat ik ga
(2Eot een bit ïjceft meetbet lijben: k ©eetniet ajienb / rnaae ik betfta
©at SP ballet 3ijt in 't ftrijben* s <Êlk jijti quale ftoaatbet taeegt/
©och bie «©obeg gunjl raag natten/ %it\)t in geen gebaat betoeegt
©ao? b'outoankelbare ftuttetw 6 (©f mp3iekte/ bwk/ gebaat/
SaUiugfctjaj) / ja boob oraranben / £>maakt'ik «Bobes gunfie maat/
breken joub' ik al jmn banben. 7 «Jü&aat «Bobg ttoofte / gimft of «Beeft
Kan iH in mijn jiel niet fmahen: 't mjf geplaagt / be Ziel bebjeeft /
ïiju^ns trosli Sergeefs na ha!«»m s ©itijS/b?ienb/ mijnbppet-tmaal/
«ïmaie gtootft ban alle tniaalen/ ©aat bp mijn b?uk altemaal
3©eetöig niet is om netbalen* 9 Igoetael ik mijn oualen fcljat
('t %y bekenb' of 3cet betbo?g«t) ÜMSooftoaat omfmelgen/ bat
4iP.enig 3onb baat aan toettoojgetu io % Wttt be tijb bie allee: flijt/
&Iijt bet tijbtlijke lijben; tstijben maakt geen jiel onblijb
©ien «Bobo «Beeft en gunft betbltjbeitf 11 iiaaat bie jtel en lichaamjï Ijepl
JCtlift/ bie ttteb ontoiffe tteben/ Jbttupkelt on ben toeg onbepl /
©alt en b?eekt baft al jijn leben, is Ban ben bjank u toegebeelt/
©eelt mp totbet tit 't meboogen/ «Eet mijn nuaal te beel netbeelt/;
«En ik tottb in t gtaf getogen» |
||||
\6 Stichtelijke Rijmen,
u J9aa fee fïMfcfïen ga {jefïa&r/
#n getrooft booj b opper i^oefet ©oo? «Bobs <&tt$ (bie tn u toetfctj
aStb IJt / ttoofi utn meöe b;orber. 14 4fe sf ban nerrrefcftet b;ien.b/
#«mt mp eens in ui» grbadjtrn/ <Ün mp met ulo gaben Ment/ |i ©ra mijn Sïiele jeer te jachten* <Anücut ttius qucm ttefii.
|
|||||
d'^ihlhsur tian N. 2$.
|
|||||
Eerfle Deel.
|
||||||||||||||||
37
|
||||||||||||||||
2 HMetombatspvjanbetnbebotfr t«#t geltert /
JDaaï om bat gp 'f ban tjem 500 eiufttg rjeta, begeert / Juut bat ijp bit of bat op 11 alleen jspft paft t JiSaat toii flecbs bat gp felfa / bp jeifis in t barte tafï, ? «Bnftaat lies ;ao met u als uroc pennvp3ep:
Oisaals ooijaaR / en ook tiulp / iiebt gp t)iec alle bep, jj&aatbebt gu't llethts UJt tuit/of om De Kunft gtftelt: &00 is 'i Bcoi Du 500 5ijï« als urn gebict). u meiö. ♦ ©ooiinp/ D« ïs mp ernfr. en tüjaataitelbinmi}»
set ft / ©at jlfeb'» be reben troff/ en gp o:p t bttht niet p,'etft: ©at jlecbts öe rebnts fcrat'at tot ©engtes baoen ojtef/ OBntiibïpeeuVoelijii bftarhtc rijmen ftb?*cf: 5 ©at flctbtg een Ziel biet Booj geraaht' upt S baobs
pilaar/
«En mijnes naams gemtljt b?p cenuiig bonher taaasr, «Bebjupfe ifc / baar ils Kan / benallighepb öan feonft: Jfriet ntp / maat t geen its ;t g 5oek in baat ineöe gan(T> 6 «Ben jienelpemaa« (boe mei t ter. $iefct' niet geeft)
3frecrat't bitter betct in/ als tjoetoraftnjhjClhttfr» ï|et ciereïpe bat en geeft ben b?ank geen fiaaak; <èn nothtans boet Ijet me'e ben öjinfecr al toermaaiu
7 ©oojluft/ nart) goeb noclj qiurab / teltpötit/ beeft
befchepö /
JBanneet be Inft (boe hinbfeb) boo? waan tot taaattjepb lepb.
^ieituffchen / binb uto geeft Ijierinpet nuts cf Saets: <0eb?u£iset/ cnbanfe«5ob/ 23efchaff« alles goeb». |
||||||||||||||||
Weldoen en vrolijk xijn-,
T JR. O O S T-R. Y M. |
||||||||||||||||
llëüi
|
||||||||||||||||
B
|
||||||||||||||||
«ênaube jaenfeb / bie bp t totei*
|
||||||||||||||||
bul-big Ujben/ ©at grof en
<tt 4
|
||||||||||||||||
fcirljt
|
||||||||||||||||
3 8 Stichtelijke Rijmen.
ililiilllilifiBl^
; biebt ban bupten {somt be/trij - ben /
illililllllllllliigiil
5Can bieder quaal intoeaWg ftoangetgaat/
il^ililÉliils^iil
€it metujelfiSCöelaajSi)
|
|||||||
Il^iiïililIiÊ
|
|||||||
niet toet en fïaat:
2 ©iebafïbertnert in't net ban nare tojoeging/ :
ïtecfr joixbeï Ujeeö / en toare harts benoeging: ïlto nooö (ift Ken 't) tg groot / ia ober graat /
«En bate u öaags toel meerbaneenenboab. 3 SjuIjJisnitotoenfcb; bertroofting/ ui» begeren*
©je fm«rt ccfeent / beeft bril om fmett te toeren s ©lettJïl/ 5oefetraaö; biejoeftt/ binbbitofbat; ©ie irtngang binb / raafet licht ten ennben 't pab. 4 iöiilp is iiOJ toenfeh: en ebentoel Uonb 't toeje»
©at toare Ijuij) iito guaal niet 3on genejens <©mbat msffïtjiesi het hart / aljienbe blinb/
©£ fraert mei baat / maar noch be toonb betninb t j ©e fmert alleen gejint te te berbjijben /
JÊaarfmerys fontepn/ ter ftöupi/ toillatenbltjben: 3©aar booj 't ban jucljt en hoopt na mebictjn ©se 't ofnopt binb/ of'bie niet beeft ban febnn. 6 ©ertooitbert u be bjembhepb ban mijn 3eggen i
't ïltgt biep en baft al wat men gaarn laat leggen. ©e menfeb bebjiegt een anöer/ als bp ftatt: ^>pn engen bast beojsegt ha toe enb' an.
7 SBei aan ban bie n selben retljt bekent jijt /
«En'»ijarts bebjog booj feberpe macht ontwent Jijt:
«Bfbalfdjetaees/ ofsieKr/ ofjonbenjijn-t: ©at b?e«gbem? sgann' nto ^iele niet befebijnt: * f©aait-
|
|||||||
'•■■■'
■"1
Êerfte DeeH 39
s JSaan-fcbjüt/ en angfr upt mangel barftt 't blöeb is
©fftrngt/ of jjotiö geen plaat»/ toamteer 't gemoeb is ©00? ttiaatbcpas leer gcnabelp berlicht / «Sn ban «goos ïmi ten rechten onbe?ricï)t* 9 ©ie«Bobes toimpt'tJÊoo^b jijn Zoons üerffaair
heeft/ 3©eet of 1)3 upt nf na 't rithtloob gegaan heeft: ©ies boeit 5ijn Ziel noch fmert nocö bart-gequel/ ©an ais gtjn gang af-raalit ban «Bobs bebel* io jaommibtegaamuta batten-leeb joub Roeien/
<gn niet fionb recht ban 't geen gp boeit / geboelen t ZtjtgpbelHfï te toeten/ hiaat't u let: ïioin fpiegel u in «Bobs bolmaaftte |©et. 11 <©! hebt gp bie getroubi'iiJR nagekomen t;
3©eg met be bjees en 't ongegronbe frbjomen: ©e nebel rupmt / be bullebak berbtonut / ©ie uuie siel ten onrecht beeft gepijnt*
12 ^et«Boeb«Beu«et/ upt toelboenSftunb geboren ƒ
jfteemt üie'er jnn plaats / boo? fclepn berfïanb betloren:: ©oet tocer jtjn merk; en / b?p ban b'pble (taart / «Beeft «Bobes b?ceb' een herberg in het hart* 13 Zoo 't sjonben 3tjn (gelp men mee/I jtet beuren),
©ie u ben «Beeft ontroaftclijk boen treuren: ' ©aaris/ baar is geen anbertraaft noch raab/-
©an bat gp fnel ban jonben u ontlaab'* H E1* 't heel licht 'i nuaab ban uia boojgaanbe lenen/
(©neb nu niet meer met toit ban u bebjehenj, ©at u bien beul in uto' gemoeb aan-boeb: ©oo?leben fchnlb qunt «Bob om toare boet* 1 s ©e goebe «Bob jiet maar op 't geen bat nu is*
©aar *s .JiBenfchen hart hol upt ban jonben fchuui IS / 3©ojboubefcbulb/ boebiclj.topeen gekliff/ %oo? boet én be'e geboet- en upt-getnifcQt* 16 4jaaar3Ön'tinubenacj) gepleegb'onbengben/
f ©ie 's harten gronb hJan-t)opelnft nntbieugbrn? 't gs meer ban recht bat gp geen lebên hoopt /.
-Soa lang gp noch bes boobcspab inloopt 17 't 3ls meer ban recht/bat gp/natb onrechthaarbiff/
©atquelienlnb* ©ie^ellejtjt gpWaarbig/, goo lang u Ziel geen beter bjuttjt en fébaft,,
gqlferoept om troofl/ bienutttrisgeftraft*. 18 ^elét «5obts monbt be fp?ake niet 't otttflbe t
Kp maakt beb?oejx / maar om te boen berbitfbeit». S« 130Hbia hart is 'ttojoeaen als een jpitt f; fc^—■ —-----------■
|
|||
4° Stichtelijke Rijmen
©aai 't «Bob een totjl ban 't beel berberf botu öotib-
19 JRet recht berftbp «Bobs ober toaarbèbip-panb /
©ie bjienbfcbap baub met •Bats geftooren bpanö» ©ierepne «Bob lepb mjijn eenu>ig tijk jj^iets/ nietiSonrepns. iSelyknemrab gelijk, io ©es erfs taaar-panb en tuil u «Bob niet geben /
©a" als ^p 't erf u al heeft toegefcbiebett; ©eetffenisenepgent dSoburact/ Zaa lang bp noch betoeteib innjiet: 21 Zoo lang gp natlj toojb ongetrouta bebonben/'
4Sn toetens blijft ook in be rainfie jonöen i 't Ép toat'et sp ban al toat is of leeft/ 3©aar boo? uto bart in deugd beletfcl geeft: 2z 'tJsp totjf/ 't ÏP ftinb; 13p bjeesboojfebanb /
boa? feftabe/ ©oo? ajtemoeb / boo? airboegrootequabem 3|etb0imisfïaat: .pannöeinenftbe jaap:/ ISojbofbeboob of 'tienen/ na/ geraaapr. 2^ J^et bonnis fiaat /. be toeg ig klaar getoeseu:
jfrïtjn stecreiing en kan bp geen3ins mejeu / ©ie alles niet op aarben en berjaakt. ISJatuptbluebtnccb'; bereöenis te naakt. 2* 3©at is 't (beslas J of ffboon be ratiifsb/bp blagen/
©ooj-een gejacht en ongegronb behagen ^icl) 5clben biepb of trooft geeft in be jonb / «En flopt met kracht «Bots raebe-tupg ben tnonö -, 2j töantoeleentoijl beöjiegen/ maar niet helpen*
©e toonbe toel befiolpen / tr.aar niet (ïelpetn Sn b'aftb too2b 't buut gebekt/, maar niet geöooft: <tên tegen batik ïsojb toaarijepb noch gelooft, 2<r Jitjit epgen hart en kan «een tnenftb ontbluehteiu
<©ofc mibs in bjeugb Boet bent be knager 3url)ten, <£n ftboon g'u jtlfs fiaag-upt btsjiesen konb 't: |
||||||||||
3öatis tal» tkomtop'Slebeiio iaatfte ftonb i.
27 ©an opent cerft bet bart jijn biepfte Hanteren;
|
ï
|
|||||||||
35an fptetht ijp klaar / bien gp nu of Doet fianureu /
<©f t'eeneinaal be bjoebe fpjaak berftopt / «2n töilletts niet konbboeïen bat ijp klopt, 28 ï!>eteentDtgnuaab/ tonepnbelijk berberben:
't aeetfcbjiklijk buur / 't on toebet leefJijk fïerben /, Jtal/ in tgenaken ban bien. oogen blik/ -t Sart fclfêikken boen met bet een anber fcr) jik v. a* 'Mn bupfent. totrf sroitfaroer aitgfiboen ft&o*
8U3J//
|
||||||||||
«Dam
|
||||||||||
Eerde Deel. 41
©an nu norij toeï in 't toanktl hart kan konten /
igptmjl 'tleTaen ftaag meet lebens hope teeïö / «En langer t ijtr ban bag tot bas betbeetb. 'oach' ftoatcpiju'. onmoog'lp upttefpjeken/
«En bp geenpijnopaarb/ natoaarbgeleken/ 333aunc*t öe menftlj 5tjns b^ens epn&e ;iet / «Enuocijban «BobhotlJ UStreïbtroofl geniet'. 3i itamp^aiiginenfcb / bon ep ban febemer-oogen/
©eb met n felfs / heb met u ;elfs me'ebogen. J9oo? langepijn kies koeten ajtebspïu. .< ©olgtfSobes «Beeft/ tcrtnijl bpu nochitpb
31 ©exetfte uut moet baat toe aangenaam #jn*
©ie 't nu niet is / kan mojoen mmbttwaam sgn. «Been sncnftlj beeft bojg ban t minften fttpjen tuö. ©eiinat bet nuaab tertoijl gp 'S matbtig ;nt, 3 3 ©etlaas bet quaab J.ttet feifs « gaat betlaten»
«Ejaus geween (hoe bitter) kan niet baten*. <©ua'etaaabe2raab: beitaab maakt acbtelooS: 38cbteloosbepö bzctpt IEot en 2Sot tot 25oos. 34 ©e.a^oojbers epnö (toaat ban bet onathj bup*
ben ©eZielbcraoojb banbteloniflijje lu-pben), 2Seb?ieg u nist, Jüant Urnt befebsps bebt gp !©at bet j upft 500 nut Hem bias als met bp i ss ©atbp(alsgp)bco2bte3ijnlaatfteftottb£
3©eIopttot boet benuaümïjtpb fjeeft gebonbm i: ©at bp / boo?.bie?hn laatfte trooft begeert' / ^ich niet al lans te booren beeft bektert •; 3« ©ietgaatgp los; «En notijtansmoefïg»bafï31)0/•
9nbten'tmetgtoiib opurtrbt kan gepaft jtuu- Bi toat gp fiebt / cf toaas gp op ktsnfrsien / 3©atiS'ti Ijelaasi «Benber-gehaalt .jlRiffehirai. 37 «Enfcljoon ttoaar 30e gelijk gp ttoaant te tor-
sen:
, IBaat bebt gp opt m -'t beplig 3Boo;& gelden / 3©aati;s beloft irgt«3obesmonögeöaan/ ©at bet jupft foo met u / als Ijem / fal gaan i 38 l®aat «Bobs beloft foo klaar niet alsbe Eött igl
©aar gaat te menfth ontotjffdijk op 't outois s ©ie 't ontois kijft /, beeft in 't gebaar (feftiint) jin; -,
«êttbie t gebaar betninb / becgaat'er in» 3s i©at jal ik mees S; 't «Been gp mp mi <$ict Éöéjfctt?/
©öelligp ubj bartitbageïpa toe pjeken. ïlb) hart/bat (bao?onJu|t op tietbte^atijï |
|||
4* Stichtelijke Rijmen.
©att «Bob / miffcfjien / meet Ijeeft ban 't gaatn Uoei öaö,
40 a2>at $al ih meet inu tonb gp/a>ilbg7 ontfy?ingen*
©e&dieitnepgb/ maat fcairgeen öatten bünngen. 't 3s toaat / ijaat fttacöt i# «Sobbelijh enltettt t
3£>e jaenfcö nochtans moet willig $eifs aan 't toetft, 41 3©at$alifcraeet$ 3©aattjepbljoefbmepnigmooji»
btn,
3iiopt lioojb onjaenfcl) bie opt «Bob felfjS niet öoojbem 'taSeginen tflot/ jg/ Sepligljepb en beugb: €nmeteentooa?b..DOËWEL, enzy verheugd. |
||||||||||||
Deugdeloosheyds Ellend.
fltiglllilllHüü
f» f* 30« oD?fj)|onb «O JKet tam? tn
llisiiiBiiisiig; mug
|
||||||||||||
ftamp omgefcen/ 3s in Sent
|
||||||||||||
liiiiiiiiiüii
|
=I==iï
|
|||||||||||
jelfsf niet bttl. <&tm met op
ÉllIlllillIlllÊlllii
*' mm (loefclepniaantoaatb)Zoa.
|
||||||||||||
lilülilËiËllilËiiÊliËllÉll
saJ;:eH«nb./al# tifciUf me (nttt boor
|
||||||||||||
-fc~---=—-iy-|r-s~ grr------:.s-*-[-;^—=jjj
beugb/ 3tt <ö>ob betbjeugb) !©<*«
'tquaabftc quaab niet b?» <£♦
z ©oo? 't meet betffaanen toeten/
3©aat t)p ban beugb niet le'eg /
ïton ijp gelukkig heeten: gL\i is 't bent in be toees»
©ebomnr Matuur
gs'tnietjoajuue
©au ramp te jtjit beftreben / SIS hem/ bten'tguaab
©est blejper gaat
©oo? oberieg ban reben» 3 ©e 25ecfïf n treft geen pijtte
©an/ bie/ en als 3'er/ i»: ©e jüaenfch (boo? toaan enfchijneR.*
3n 't batte ongetais).
©jcefï menigmaal
©'ellenb en quaal /
©ie of niet eens jat nomen; «©ffooj'aanftaat/
^oo too?b bet quaab
©zrbubbeib boo? jtjn fchjomem 4 $?oeftbj)/ boo?ln(tteblufTchenf
gomttibseen aarbfrtj bermaaiu ^bteebs rpeelt'er onbepl tuffchen /
«En ftfaenb bet bjeugben fmaaft».
©aar b'een ellenb
^omtonlenenb
Xal b'anber toeer beginnen; 't <&uaab is b?utütbaar j
•tCenbjaebgetaars
't <©ub heeft bet j^ieuto fteebs Mttttem. s «Bnfcboonöpialgebnurig, Jiaet 't Stbontunr 500 ftonb /
©atbPo»Harb / nopt treurig;/ jjuet toebtttoartga bonb t
|
||||
4'4. Stichtelijke Rijmen.
U9at taab met 't tjatt /
Wêaeit upt fïaag fmart
«En bjotf bepb op ttomc toellett / ©oojtoeet bie't beeft
©at bp niet leeft /
icoo -öob tjcm 't perk bomt fUUen i 6 Relaas! totl ongenabig /
3©el to?eeb is bp gepiaagt / ©ie ban 3tjn ftatt geuabig
26ektaagb/ geknaagö/ bettjaagb/*
©anelkgeriefb/
«Betroofl / geliefb /
^etoaapö met boo3fpoebs tofnben / 35it plaats ban beul /
«Een ftrengen ©sul
Supfl aan girtj jelf0 moet binbett. 7 <ÜÏ» fcliüon tjet hou al tofjert /
(«jBehjk Ijct fcbiet niet ban) ©at tjp heel jonbet b?ee3?B /
2 tjn btaab ten enben fpan i.
3ii bitter roet A
©crkeerb al t joet /
§{!j» hp nujietbooj oogeit^ «Een ijoop' 1000 af/
«Een taojmig graf/
«En 't Ziet-bt?raaö bes Hogen».. |
|||||||||||||
Ongelijke ftand der. Vromen en Godloozcn..
Uytbreyding' over Tfalml.
|
|||||||||||||
G»~
|
|?||iliÉlïPiIi]ii
«EluftWgtaitnSgemoeb/ notl) «Bobbe*
|
||||||||||||
SMStagntaöim/ jPcltnnsansi/ noti)8.eft>o
|
»«t*
|
||||||||||||
EetfleDcet".-
|
||||||||||||
4?
=5 |
||||||||||||
Pêaa5il§lS!liSil
|
||||||||||||
biebe 3©etten «Sobg/ ojxJBobesi toilgt»
|
||||||||||||
liiililliilllSli
gronb/ <©efct)?eben in het liatt/"
r~|"|E|:E|E|§|=|===
|
||||||||||||
alttjb tjeeft fn be raontr.
z <®elpettoijtf een SSoom / toaar nenen Bomt ge*
biotpen «Een ftiffrhe toatet-beefc nopt op en t)oub ban groepen / .Jiïïaar / ö!tijb blabet tp op 3tjn bequame tijo ©en graagen Süfeketman met rijpe brutht berblijb: 3 SEofalbelBiomtSijn: maat nietbe «Öobberfma*
bers/
jaoebtoiiligip berbiinb / tiaat eögen tfels bejtabers / jüüaar moeten jtja ais 't ftof/bat/met eenfiielte Mucht/ <Öenb?aapininb/ öeenentoe'er/ betfjjjepbboojb'e&'ler. lucht,.
4 Cualsj raenboo?be banSbanreclji gsticUtfalftof
men/
Doe angflig tnott-ban fïaan be fcbate btr onbjomen! mant ©ob beminb be ©eugb / en al toie ©sugbe heeft/ «Seliifc hi? jonbe tjaat / en al toie jonbig leeft,. |
||||||||||||
Gfcrr?-
|
||||||||||||
Y v
|
||||
Chriftelijke Klachte.
^ppüilillliilülilll
X * Chuu'/ oogentraan/ entoorb tfon*
pjllilïllüïilgllil
ten - - - nen ©oo? uto beel toep - - -
plililiiüiiÉliüI
nen: SSenaube bojfl / jen- boa? be
lllllllillïilililllü
üülilüflllllllïillülill toeenalgpopreth------te/ a©een (Jüobes
liSIlilIliillül^ü
fincclj-ten: Haat jutbten tot ben fêemel
li^iillligi^gli
iiiiiiiï lÉüliiiiiËliiü
tenen / Etooogeu leken / <©ra ben i
igüiiiipiiüiiiiii
|
||||
HUI
HUI
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ttlll
Uil!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
iiiii
iiiii ui ii iiiii lUli o
lllll ta iTmü
II III a
<W-H1 .8 ilÜÜS *<H»I | 'i*Hd. cj
smi e
urn §
UU' e
O-üflHl ö
114II
iiiii
jiiii ■UflOT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
"* lllll
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lllll
lllll
lllll.
HUI -g
CH^fl § lllll £
mui & er») S,
"II |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
111
111
III lil lllll %
!tm£ Wlll Sft
■»++> 5
i 1 i I I W
mr ö
Hffi2
lllll -.
lllll »
4wi «
MUI 8
<mh»i a
II!!! 3
lllll w
lllll 1 nul 2
«+»l ö
lllli *4
lllll
I III lllll noor
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
f
iiiii §
l«-H> o
lllll tt 'Uil 2
W>!-H g
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ijl)! «
!iui "S" ■HUI 8
H8H+ 2 'r*i-H g iiiii ^
lllll «i
1 hl 11 ^o>
lllll - HUI $
IKfll « 11*11 3
■lllll S ! 'H i i ».
I«H4» iiiii -3 lllli 1
Kil' ^ iiiii y
hui iiiii iiomc |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Hl
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'«ft «
iwii '5
ttWl "
11*11 gj iiiii ♦
II Hl /3
ll<WI g
1**11 a
i«i+ g
'lil f?
IWII f-
HUI Ö
lllll B
lllll lllll
"ÜL
II OW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
H*iï S
iiiii a
!<H4 2
114S1 S
nul «
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
in\i .
_ iiiii g "-1 i«t* a
«j mui <* ö lllll o "«HUI o
lllll f
tel» 8
iiiii *^ lllll a
i4M+ii <y
IN 11 iiiii noot |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lllll §
mii £ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ïl
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
«ia
hui ^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lint
■lil! iiiii .mi iirsw |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
iiiii
l/OSB
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
48 Stichtelijke Rijmen.
|llllilli^iiiliilf!i
|
||||||||||
aaro gefcbtemjïaet meet reben toeetien
p^pïiïi|lJÉ|I:||p|^-|||II:|=
|
||||||||||
b'oo---------Ben/ mt sten niesen /
jIi|illg:!jiSililüllllllg
38at boa? ^>cljat en gab «Bob geeft / ©aar
|lllgifii!iliIii!iülP
|
||||||||||
'fibommebartgeen luft in beeft,
2 iStufl/ Eiele / ruft noch niet ban Waebten
«5n treur-geöacbten: Jïltjn (lemme / geef niet anberji npt ©an fclaag gelïitfu Sty' «*! «ty.; St»! teatmenfebenbjw» ^>melti niet boo? fmawe /
3©anneer't 30a grooten sbriijepö 3©ei obertepb i ©erboalbe J&enfcben/ Zat ia uto toenfebtn / «Enm»' paben film: 't ©are «Boeb / 't JlöeUt (hier joet ©oor 't gemoeb) $:ee na bjengbig leben boet / mxtiu gn febier ais met be boet / «En jaagt na een fcljim. «Bob» Uefffijft trehfttn/ «Saba etnflig taeitften ^itjft tt nocb al b? t j&aar toat baat 't: «Ep berfmaab j^epljaam raab; «Boösi beminbe / bie uto' mtaaö gillen frbutten/ toont gj? ijaat t Utb! toatrajernp' Uar&rtÖ*
|
||||||||||
Eerde Deel. 45
S8arhfrf!*tmnfct) / in fïof begraben /
^ïaaf bet flaben/
ïtoii üje'itotn- 't gs hom gebaan / 'r #etoonbe btuaal-pab notb te gaan» .jftlaar. bie u üan b'ïjeet bet peeren «ffiaatn laar ïfertn / JjooJt al taojt na 't 2©oo?b ban <üfob: «tgeenluifieï toegöan 3ijn «Bebob. |
|||||||||||||||
Der Godlooxcn Nietigheyd-
Vjtbreyding avirfftlm 11$ en 49. Over Ifalltl lij,
I. |
|||||||||||||||
z
|
IlgllililifÉlll^li
g tjeöbeit tnp (jou %&$& Sfïa-ei)
|
||||||||||||||
lilSlïillIiliiill^i
©att jeuget op/ boa? heelbetiep gequel;
|
|||||||||||||||
=ï=lsillllgüïll=
©an jeuget op ratin onbergang gejocöt;
«Sejocbt/ maat nopt nsrei)*
|
|||||||||||||||
tang rap obetmociit,
2 «Belp een 25oct btotrs baoj öen akfcer. ïijb
€nbien alom met sijnen ploeg booMhtjb / Zoo
|
|||||||||||||||
fo Stichtelijke Rijmen.
2ooi)ebbcn5Pook op nujnïijf gebaat!
■ <Boo} baat 500 toeel en ongenabig (laan. 3 JHaar i)P bfe Jiet op alles toat'et leeft /
dBnl na üeïbienft'/ of loon of ftraffe geeft/ ©eeft baren ftrife en bafï beimooprat banb <©nttaeen geruiit met jgn bermogen ftatib, 4 SEp moeten nocb al't saam te gronbegaan/
«En op behlucijt/ bse^ion tegen ftaau: Ep moeten 5jjn geïtjk 't beöiieg'lp iraipb <©at bp gebat op tjooge balten fpiupt: ï «Belijk bet ftrupb bat öojt eet'tisboigroept;
Ifêaar eber bp $im armen niet beraoept ©ie't ïtaoren maapt/ en bte 't tnfehoben Uinb gijn granen ftboot niet ban uerlaben binb» « 't JBdfe / met geatbt/ ban geen paffeetenb' «3®enfeS
©10 't uüaflen ?i*t ftttjgt btjtn goeben toenfcD: ©e3egen «Sobjï 3p ober fp geftojt/ <©p bat gp langen bol ban tyucöten Uso|b, |
|||||||
.Over.PfiJin 49.
11. ptlilSSïïïïi!
al We abem Ut ge - - geben / ffiot bit lïetffe»
iiïlilllillilllliïiiil
ïtjfcelebetu «oojartsaam/ geenuptgejonbert/
piilfel^iiliiiii
|
|||||||
13v of e'el of flec&t ban bloeb/
't ^P
|
|||||||
Eerftc Deel. ?i
't Zv- of tijk of sonbet goeb»
z ïtptmtjngartfpjingt eenfontepnebie belippenop
boet bjeken <(£n ben monb ban toijsgepb fpaekem €Soebe Dingen jal tb jtngen: en een ongemeen gelupi» galmen gooren ban miju Hupt» 3 JBaatom jal t fc/ bang boo; hommer/ hart en Jinneu
jtrl) boen raffen
<©m beel goebs bp een te taffen f Cn mp baerpenb' in be fonbe ban nnjn boofe bae'erparrp/ ÜMdjten suüica epnb' als gp i 4 Eietgetieben/ boen/ en bae3en ban bemachtig'en
gtlb-rgkeu
©ie 300 trots baar genen ftrpen; %>it%kl)op gaat goeb bctteoutoen; baar Ijet Ijatt 5W3 opbergroft/
<Ên be raonb ban fbaetff en poft: 5 Sianbaelb'eenebjoebetb'anber/alsigp nu be boots
jiet naken /
trekken uptbe» boobe*kakend ©aar en is in al be 3Ëerelb/al$ be boob gaar tacvk komt boen/ J9oo? 3»n leben geen rantsoen. « 3©ant gpjelfêr/ met al?gn fcbatten/ al jtjngoub Eitjilber ijoopcn Stangeiu;elfsgeen lebenkoopen. 't .ïfóacb baat flepen / 't macïj baat bjalen: eben bael/ gp moet er aan/ JMemanb ban be boob ontgaan» 7 Zin be h)tj3e; 3ietbebbaajei jietberaenfcgenmet malkanber: . <©'eenbie(terft 300 bael als b'anber. I webben fp baat goeb» of trbentfp beê'rben maar een graf <j£n een anber leeft'er af. . ., %Z 'gebben gaar bergeben gup3en/|aar bermakelijke
gocbeu/ Cn beel meer ban 3p begoeben / ^omnjbg benkret '1 gart met bjtugbe /jomtijbjS toe'er metbaoefgepba'n/ Cn noebtaiw men moet'et ban, 9 Z'itb
|
||||
Ji Snchtelijke Rijmen.
s g'bebben afftomften gcflarbten/ eer en gunfiebp
benunfrhen/ <En febier alles toat $« üienftben, ^SHotljt men't teutnitrip beftouben/ (benitt baar batt) <©.' tiattoaarttjm jüftaar 't moet at beeiaten jijtt. 10 310 öe iiente b«n baar tuften Cb» aï ftccbjS na 't
epnbgefpoepb beeft)
€>berij3/ enupt gebloepb beeft / Sterben fp baar heen ais beeften / baar 2«n !»öen meer DD0?IB;
«Seutoig bies in bnpff etnte
11 ©atisinuntï grooie btoaasbepb t'toaarbe lenen
jo teenben
«En spa gieten bcpl te febenbem «Sbentoet / bie na baar komen pjyjen 't i en / als toel ge' baan/ Zulten b'epge gangen gaan, ia ©aarom erben j'oolt bet jelbe bat gaat ötoaje <©uöets erben t sKutism leben/ jutben fmbnt, Sin bet graf be tberf f 5c / ftimngtje / febenbj' een boob bie obertoinb: SU0 een toolf een ft baan berflinti, il Sgp both/ bit alwifce bingen noopt enuleegben/ noopt en pjefen/ ©aat en ;ai 't 300 niet mt't uitjen. IBeutoig rotten en berberben blijft ben Oobbeloojen bp; 4IÖ aar baar / b?eugö rn beerftbappp: 14 J^etrftbappp tnbieugb/ totthjsjoethepb in't ges nieten ober joeuss: gajoolufiigboo? 'tacmoeöts/ ?{IS ben neus' tjet lieflp gcurtjen bat bjoeg in ben bage» taab ïlyt tjet bautoig fmiwjtn gaat. ij 3©at macb'teen<esabloufe baten/ niette jijnen beeitc febpenï gijnen ftbijn moet borh berbtoijnen. ^rbuont' enbraent jalbtm begeüen: ijp moet baren baai -ratbaart: ©anbetpjacbtig bnp»/ inb'Satór. ie Jftaarte ©eer (bat's mijn bewrontoen) jal bet ei'nuebif onbpmen «Dbermp met laten Itomeiti _„ |
|||
Ectftc Deel. fi
.jSBaasjal mijnen geeft betoaren/ bat Hit toan'tüetbets
benbjp/ jlRiJne boob geen baob en XV. 17 gtetgpeenig menftb bernften en f n eere boog op* boeten: ïïaat uto Ziel bat niet ontroeren. Ziet sp 3ijnen ftamme bloepen/en bat bp berbebtn toett: <©abrt' u geen nijbin't bert.
11 ©'uur banfUtben is gekomen 1 39at fatöP met't goebbebjijbeni ^pmoettoeg/ en 't goeb fal binben. ©an 3tJ« fcöatten/ ban jtjn erben / bolgt Ijtm «ietjf / norft Hlepn nocb gtoor / <£n met bem 10 -t alles boob, 1* "t2s toeJ joo/ teibjijibp leben/ en/ boot toeel* bigsicp te toeben/ '0 Hebene üifUnnocb matbpjoeben/ Ml bp baat op jtcb berttoofteni en te ftaan ita Itifst betmaah / &oemen ai» een ftaape jaalt, 2 o jjtiaat toat belpt't/au? bp/binafe/'t paö bes! boobs jai moeten iteben / <Eben ais jijn ©abets beben i llgbp/ t'famen met bit leben/ in 3jjnoog 300 goeb en 3oet/ <0entoig'tUtbt ont betten moet i r.i Jüojt: been pemanb goeb of ctbe/maat geen totjs« bepö mjtmj/itut <©m na beter goeo te ijafeen: &o bttfcbepb öp upt bit leben enen al# pet bce ber« fetjepö! ^onbtï bcugb en 3alighepb, |
||||||
's Werelds Ydellicyd.
W <Erelb / met uto fthtjn / «Sn betmombe I iHÉÏÜiiüiteifii!!!
bin - - ■ gen/ Sürï/ > boeketter 3ün$11» bet=
|
||||||
L
|
||||||
54 Stichtelijke Rijmen.
iiiiiiiiiiiiiiÈEÉlfiiiï
antierin - - gen! a©aatbinbmeninbppet/
bat tang Kan buren i <©u bjeugb / bolgb (ïeebss bet» pÜüïlljiiÜilll^ll
b?«et; jftalach- tbentteu- ren/ ©e
illillliiili^ii^l
hoop' heeft fiaag haar bjeesen; 't <&e*
plëPJilgltËliïillIl
nieten / 3#n fcenaut berïan - - - gen 5 SU
fi ttat in u mach toejen / %$ met sön pbefc hepb omhangen*
z =t ©loempjEu/ batnulïaat
iSEotbetraaak ban elften / «Eer een uut om gaat/
&ai 't nuffthien toertoelften: 't «Bebiert bat b'002 betmaakt
, «Ênjmgtinblpbepb/ f©eet niet ijoe baafï hem naaht ©etiieisbantojpnipb*
ijjMetsf / bat ten nafie uur heeft*
%itt)t mepnt fee menfeb / boo? boo?fboebb?onkett • ®at hP 't geluk in huur heeft s
jaaa* 't booft fnel npt / bat (nel Man bonken, 3 %aa£!
|
|||
EerftcDccl. 5 f
3 Haasi! toat fnelbee toer
geniën Stlarbfrtje flaaten! Jgne blaft jtjnje ne'er
©ie nog lio?ts boog jaren! „ ©ie / eerfijoi? in gebtcb
©an ^>teeb' en kanoen /
jjïu ;ijn gebaalt tof afritt / Mtt fmaab en fcbanben t
©ie/ ("3om)boo?troutoegangcH «Sntjarenlafltenmoeplijfeflaben/ ; &y\ moeten I©et nmfaitgen
©an We 3p jelfs eerfi ïöetten gabert. 4 3f!)! boe boolt bet bart
©at ficj) biet laat binben / «Enmenftelfmert
39a(ie bjeugb töil binben i ©at ruit in onruft raapt: «2ntoilboo?b?omen/
USaar aan bet jich bergaapt / <®ot Eiel-ljepl komen» ;
JRaar / (otlj!; toie Kan beginnen
ï^oe btoaajs bie menfcb jp ban gebatbtwt / ©ie / om een niet te toimten /
't «Een bat 'et al i& niet tail acbten i s <©f ifcfibaonnu fbjerf/
Cenraam en bellaren/ ... i ., ^onber lanö of erf / ; - :,;.-:.,.:
£>teebsojjb?eembe iïraten: . •::;; - StltoatbergaatenbUeb •■;-;;• ' •■••, 51« niet ban't mijne,
Jjp taift ter JBtrelb niet/ ©ie bïtjft bp 't jtjtte. | ..::
<©! biein'renb hanraftett
«Jn 't eeutoig bjeugben-ftupa %wé %tttm I aH'i9l©ereIbsiBaartbetmalten ™, ,
|©ii 3Uïfien Dienaar gaarnontteerea, »: « «Bob / b;e mifit gejiebt
©oo? be tjclb're ftralen ©anutofêemelftblitftt , »
ï^ebt gebjijo bau btoaien /
«En 's aBerelbs balf tb bebjoa ©laar boen aanftbomuau " .;\:::r-•
Haatinpöieooijentiacö smtijbbeboutDent
© m
|
||||
■WPPWPUPPPP!
|
|||||||
ƒ.6 Stichtelijke Rijmen.
(©ubat/ a'.Gik bitieben
(©nxanöig leef in al mijn baubei / »k lanb niy wtrb' gegeben
!®a'ar ik hu met imjtt geeft baft toanbel, |
|||||||
Tijdelijk Loon van Quaad en Goed doen.
|
|||||||
Og=^s:=l:t--==--'------•--— *-i-+—'•
Uudetoojett flaap/ ©aar be arme « j^tênfcötaUïb/ ©ie/ 'süeerclbsübjienb en
H==MeiiliitlSgiiliil
* Iraaaj» / EidJ ber jonb' en p.......- belbepb
* ijftitt leeft seseben/ oEn tot Ijepl en
"~ls|ttën7®oo?ram?enboobtoilsaam %nmt fcftper fterher; $sift besi boo?l)£l>bg tawrfeer /
gijn epsett 3ieï sebnmi!€«n soeb s*nweb (toaa,L
|
|||||||
Eerfte Deel. 57
iiiiiiPiiiiiifiiiiiUiii
bp 't raaac toijs) ©etfïrekt op aarb een ©ara*
pllipillilliïlppïi
bijs: en bat betjupmt W bottelp; <£Bobs!
|
|||||||
IllpIIIlIJliiljI^il
|
|||||||
toijsbepb tojaakt ïjp jottelgk. «£en
quaat getotet (toifl Ijp't maartoelj 3]js opbetoerelb jelfiseenhel/ iBiensi pijnen jiju onnoemelijk t «Eubatoejjoubbpbomtneujft,
z ©enbjanben fcherpgebijt/
©ien 5ulft JRenfcb /1' emigen tij' / gjntoenbig boelb en lijb
Cn na toenfcb niet kan boojbp / ^oekt bp toel te fatoren / «êttnietmeet te gooren • l ^ f- ©ie fiotnrae batten - fpjaak; ^oekt oproei te juffen/ <£n ben b?anb te bluffen ©oa? jonbelijk hermaan s' JRaat (och.') 't ia al bergeefjs bebocöt; 't3ia/ bP3nnbpanbhulpgefocht; pijn-ftiUinó / in b'oojfaak ban pijn; «Senefïng/ mboob'lijftbenijn. ^iout toatee kan geen öojft berffaatu Duur bp buur/ boet geen bnnr bergaan» ©s 't&t'-
|
|||||||
j8 Stichtelijke Rijmen
't «föebzupk ban fonbelijke lufï*
©eur-trooft geen Ijart in ?onb ontru(t« ? ©cïgcefs is't bat bp jaagt
j^aalmatüjeugbijsof fcijtjnt / ©it ben 2Seul met flch bjaagt/ ©ie Ijem onopboub'iijk pgnt, ffip foekt met-gefelien SI» jjjn pijnlijk quelïen / .....,■ .
iffin gaatban fte'e tot fïc'e;
«3H3 aat 't 5P toat hp hanbelt / - : a@aat hp komt of toanbelt 'f - ■"- i ■'-■ ïgpbjengthemfelbenme'e, " v "' ,; «En nocbig.'tpet/ 500langsulkmatt
©e fïoff* jijns fchtjn-hepls hebben kan t JMaaral? tjetn bie nu eens ontgaat / (dBtlgkgeen bingbierbafïenftaat) ^oogunutm butuYIepijn bejiel......„
©iejtehboojtoaan-uoolt onbcthjtïv
..... ©'on$aligfi'is hpbieb'ei: leeft/..... ..•.,.
©ie ttooft op <©otj noctHBetelb htefr*
+ ©oeebelis't gemoeb ©at/ tn<Sobeba(ï gebeft/ 's !fn alles toat het boet/
^treeft en arbepb na ket 28eft: r ©at jick tegen jonben / <Bn 'ja üleefcbs fcbalke bonben .!., .....■;: .Jgeeft/ aismetftaalom-oatV Vi*'<--.
©eugbelpenbeplig/ ...
^egen-ïJjkenbepltg gjg 300 eens JüKenfchen pab. 2iju5iei/ tooon-plaats ban alle©eug&/ 3Dinb niet in baae ban ruft enbjeuBö: föorat hem ban hupten quelling aan / ©an binnen kan hp ttooft ontfaan* ©oe hp biet (treeft/ hoe tjp biet firijb; ,:-r 3Baar hp hiet leeft / toat hp bier Itjb: • •>> ^pbinb/ inalletlepgebal/ • (00b/ enfaemfelben/ oberaU |
||||
Eerfte Deel, 5?
Van 't laatfte Oordeel,
piliilllïlüllilll
anntecbe geootcn bag / bie eens moet
lüÊiiiüiïfgiïiiim
m/ smietbtogtnepnöjal-gtiwns üntoateen
^KSïffïlH111
IIiIiÉIIIIil!iii!iil=!ï
Sart ban beben! iSlssb'oogen feifëaan*
|
||||||||
=$=j5*===C£=fcl===:fc=
|
||||||||
fcljoutoen/ 't «Been öier 't bart niet g'loobcn
toou/ 3tc!)toatbitterbeïb£itoutoen/ Staat laten-, touto! %am! biecbaae gaat bertioutocn/ 't «Been b? |
||||||||
3E=S*&£3£*ÉE&S£^
|
||||||||
buTfe ir.i»troutoenjon/ 3SI» 45ob£oo?beel
=r---r—A|t~%—T
toojb geljoutoen / ©oelb 's toet'Ibs on»,
©.3, touto
|
||||||||
6o Stichtelijke Rijmen.
trouto, liiüiii/ maartoaarfcanhpbluchreni
|
|||||
$}p $utht boe!) öêrgeeffcöe 3«djten s
't tart / bol bjncöteloofe bjuchtcn / j§p?ecfct #n " bonnijSupt» iSetertoaar bp nopt geboren/
§EE5EfEïEf|E£fE*?:$E:=?E$EEfE$:|:ë
©an be flem te «toeten booten / ©ie tjetn tipt b«
uptberitoren 25ïij&e tooning flnpt.
2 ©ebagtocfttoel/ en alles blijft joo't toass
©ies op raepnt g'bebt niet te fchjomen t JEVaat 't geen ten onpas komt / isomt natb te ras 5 i&raag'itihKomen/ is00Khoraen. <©oö laat ben bag bertragen / Jfriet om bat g'oaït traag 5ijn$ult: jjl'iaat jijits gocbüepbs toelbeijagen 3©o?iï 300 toerbiilt, ©en joitöaat toti bp biagen §|n itfnlimoctieitjhgebuiö/ <0f tntfff bten be ilraf en plage <§>niefnietbefcbttlP.
«En of feboon üeel bupjenb jaren Cot t)ts peeren bag nog toaren / gal u boei) bc booD niet fparen / ©ie eliuiurjtjntnag, a»
■^ummiÈÊÊiÊÊÊÊÊi
|
|||||
Eerfte Deel. 61
3!» bt <©cob ('t;» ooe gelebcn}
!b geen tip / bat toijft be&cbett;
«©betbupsenöjaas/ is/ ^eötn/
£rerf-bag / «Sojbeel-bag. 3 jlïenftD / bie / (boe üf« bit leben u behaagt)
^bteebsbenboobljebt opbcl)ieUm/ $ ab gp boo? tteee / bie gp >n'' 9ttc&aara bjaagt / «Dupjmb oogen in uln Jiete t
<©ag'/ om te Konnen ineikeit
2©at l>et ia bat u ombjecht /
<En boe e» boo?btoa5einetóen Sjnellenafteeftt: •>.
SEoumogtbe geelt steb (lethen/
©atg' (tjoeïeet'tblcefejj tegenfpjeeftt)
©on? u ;eif» tot beugb te jierfeen /
«ffiobs toojn onttoeeht,
Haas! toatraabalsmMs aan't bollend 't j£olt lictjt boo? 't geen is aan 't tollen: a^aifcöetrooft/ öie'tljatt Komt bollen/ 3©etht gtaot ;iel-bejraab, 't25oeh5tjttSl)a«en totl booj-Ujen/ Sjonbesf gtelis ontooto'ringïoejm: j&aai bob? ntebutin te bjeejen i gsiijft jieht' eben auaab.
|
||||||||
De wyze Koopman. '. ■..
Of '. >
Van de ware verzakinge zyns zelfs.
I. |
||||||||
ililillilliiillllllii
toas luftig om fcljoon' peereicu ttbinöta»
© 4 m
|
||||||||
61 Stichtelijke Rijmen.
lliiililillililÉlllll
ïtP teeg üau bups / en toog ban lattb tot ïano /
plilïiillïiillill^
|
||||||
<©p !)oop of bp jijn gabtng peatoets banb.
2 ©pbanb een ¥>e«r/ bie / fcljoon enuptgenomen/
S2yn öajt aijao met lult jeeft ingenomen / ©at fcp al 't jijn terjïonb te gelbe b?oc!)t /
<£En boo? bet geib bees' fcljaone jdeoiu ftotöt. 3 ©iijtelö'eettijbs<25oösboogbeminbeStottt
b'ïlfeet J Esu sboo?; oiuftbaöutii'Iijft te tamten/ ïjoe 't tsaarip 3? gelegen met bat btug / ©aar 1)» tsa menfr!) ban leerb' en in boojging.
4 ©j fdjoone Pecrl' is 'c pab na 't eenioig SLebett /
(©es ï-Jeeten Umnis I tn Jijn JlSoojb üefebjeben) 't JDeiU menig maifcö nod) bfttb / notb ban eu toeet <jEn üie 't al binb / litbt niet opretbt betteeb. j (©obs^oon/ beUtftom ttoateheplteftbütlfen/
©act boo? in't 3©oo?b/ en Iaat fcöoon' geerlen blm« feen;
(®oont 'S lebens Ü9eg / en fcoint een «Jtsoeb aanbi'eit / ©atbaft befïaat/ bocb Ijierttict taojfagejien^ <s ©e©upbel(ona geftoown toe'erpattpe,)
©ast boo? / en pjonüt met baifebe ftlepnoobpetn ©alfclj is 5p toel / en jiel-tjepi bet baar ban / ©ocij suite / bie't oog op aatb aanfetjontoen fean. 7 «Elk JüUnftb/ban 't quaab upt epgen aarb/afteetig/
«2n na 't geniet ban hepl ett tuft begerig / koelst na 's $epls tocg; ©ien gaat ftp %n / of JEtS Jïa t&attofbeel/ of win btugöliebig tg» |
||||||
®j
|
||||||
Eerde Deelt : ^
|
||||||||
tooont' beïöotüen/ ©aat beagb-tufi Ijed in
|
||||||||
tegen (tapt boo?bp,
2 2oo l)6m 3omti)öS<!BobjS sïanSHtb'oogcnffiSjlsitfl
mett:
<§traieujQ?b in't ftart baar tegen aan getimmett: ï)p fcljoutot (jet ïicljt; en mijD het jJijnlijli IBoojb /; ©atbstnsijntuftenjonö-bermaalt uetflaojt. 3 't 3a toaar / bp gaat u nteta of b«i te ïttrfeen ;,
Pleegt nnttesiijü «i&a&s-bienfteüjiie nierten; ifceft ouö gomtybje ban <©ob tn l^emel fp?aafe:
.jpSaat 't Ijart tjab noopt naar ban be mtnfïe fmaaft» 4 't 3tept fabels toijj' in 3ijnen tnonb en berfFen:
(Zoo'tanberstoaax/ betoaathepbntoefïhemperffén); ©aat ban te teben-kan-ien bunht hein fraap* ■Sn WaiJt'êtiJan Bjeïiih een ©««gaas,.
|
||||||||
<© f,- . I <&£.*
|
||||||||
M
|
||||||||
«4 Stichtelijke Rijmen
III.
U 4E menfcb / Die / niet in t quabe
immmmmmmmi
gantfrbberjopen/ ©oo?teaarhepbsï «ebt/
iiilfiililglillli^ll
|
||||||||
in t hart toel houb een open; ©och /
|
||||||||
toanitrïp/ notb tuffeben bejiben $eplt/
|
||||||||
'«En 't hart aan beusb en onbeugb beeft gcbeplt.
i 3öietcfcenj3raab5omteij!enuiiI betrachten/
€n toeberombp ttjöen niet 5«! achten; 3n 't ftlepne niet boï trouto / maar (lof en laf/ Uti.-fïjoratübg "t$ab / maartreefernteefltoeeraf. 3 (Cenöielin'tUtöt/ ten beer ooft noch in'tbupflet
.Straalt brm in b'eog bc aangename ïnyfter Ban 's ïfseren per!' en "ösoöbclp Klepnoob:
a©«!Ss beusb/ enitracht/ ijvaaïistet boojseer groot» 4 ïfp jiet en merfct bat b'cr boo? is te rafcen
fliat bajt geniet ban ccutaeiïjk bermaften : ,#ocbtans toat inaafct bc fcöop-Iutï in hem flap; 't «fEsejicbt (belaas!) ban 's ©upbeté Koopmanftbap»
s ©e ^atan (bwcij bien bp niet boo? snilfcs ?iet aan) ï^eeft bp met «fjn iubjiegenb' toaar boo j jien fïaan» 3©aar bp be 'giel ontambiglijft geraaitt; «£[>f m«r of min 5'tbflaaf ban beeft gemaaftt. |
||||||||
____^___^^^__
|
||||||||
Ecrfte Deel. 6f
6 Eoo bp ben luit 't genieten is gekomen /
«En't battbaat boojban %iefo' titel ingenomen: <©f ban "t toctftanb ai fcboon toat anbets jiet / Etefb' / oub en ftetk / boet nieuro en flap te niet, 7 & et 't (ffiob'iijh^tittjt tetbeeg alom itan fïralc»
«Enjijne twatfit tot in ben gronb boen balen/ l?angt 's ©apüels U(t boo? 't toelig tjatt eiu (lot/ #a 't fcboon Kïepnoob en bieb bp naauta eeit üob. 8 %$ tm in luft 500 biep nocb niet betloopen:
«Ben itetfcet treft beeft bp ban mei cm kcopcn / «Enkomt/ enkomttotl na/ maatkomtnietbeel* ©e gcetl ig fcboon: maat al is al te beel, 9 't San anöers gaan: (na bat ban in »en gcsfi ig.
€ntotl / en moeb) bietbebtgp 't 300als 't mxefi te» JQat taab nochtans biet tuffthen met 't gemoeö i ïBaat baalt bp ruft/ bie't batte metbolbcet i I o Öaab i neen, JTtaab i ia, ï£aab boa; ben onbetabett
.aïïet lofTeitfrtnjn / met Uiinb jittj tebetjaabcit: jMet po'te tcVoft ea uptbluctjt 't batt te boe*n / «2n 50 o 't «Betneet teu ftil geïsc it te boen,
II «jiaenicMltp/ (boetsertal t'ïamenjot is)
Siabat bemeafcbof fcbecpbanujepnof botis/ iöaltb.t bebjog» KBnatsb'uptBlucbtBniMucbt/ *£oo boet men 't int eft met eat beklag of jiuljt, . 12. ©te naaft op't pab / nietijtetoptpabmiUr^sn/
SUs albetjtoaatfl banboling te gei!f3tn. ©aar. heel moet 31111/ febaab half. iSlin Ijeef t min friujn gelfs b.003 big't beeft 5 3Deel/ mtpntUcöttjtel-tesijh |
||||||||||
.«E menfeh toiens batt gelijk een b?»gtbaat'
|
||||||||||
M=&
|
5É
|
|||||||||
aart» i$ i 3©ien alle gocb ffeebs b«Uekum ett
|
||||||||||
.--' .■-■■«.i-.-.i
|
||||||||||
•66 Stichtelijke.Rijmen.
|
||||||||||||
==;*
|
||||||||||||
immmm^ïimmm
toaarb is; ©iebanalleonbeugbfcboubi,
|
||||||||||||
i
Sn 5tjn taspnig is getrouto; ©ien Ijet Mepne
|
||||||||||||
t
|
||||||||||||
licht ban reben/ meelt (booilcerj in -tbartbau
|
||||||||||||
allen / i©illcns noopt jal tegen bal - - - Ien»
2 ©ien't niet aan HM/ maar fletbtsaan Hjtnnis
fcljojt:
Cit Somt Ijn pet / ontostenb' fcomt te fcojt: ©ieomjccftt en pon al boo?t/ «Bn alttjD na beter ijoojt / ©ie gijn hart tstet geene brogett / bic be oogen hier aan* feboutoen/ lêel en heel bentaegt Kan bontoeiu 3 Zo haalt «Bobs %\d)t boo} 't 3Doo?bin 't harte
fïraalt
<£n bp nu boelö toaar in hp heeft gebtoaaïb; <£n hem nu b'<©nfterfliJKbepb üilaar in 'S harten oage lepb: Miers en tanhemtoeberljouben; nieten ftansiinboet beletten 't ©ab te gaan ban €ft?ifrus aBetten* «. -m toaar <5ob fpjeeht / baar hoojb en is bp ftil; 361 toaar «Bob epfebt / geeft bp al toat «Bob toi!; 4^iets en iaat ïjp ottgebaan; #oopt berjupmt noefi blijft hp jïaan; «gageenbingen blijft bp achter; nergens toont bp^tth eenroober SSües / alles geeft bp ober. j, laat / tporen / to?aah mankt öp npt't bart 5% «»Jt/! - jjaet: |
||||||||||||
Ecrfte Deel. 'Ö7
Mtt alle baab bie boo? 's blecfcb liefbe (ïrnb;
©Ke3' en igope (lelt bp IBec
j£abe maat bie <Sob hem 5«;
%lts acht Ijp bjeft en fchabe met bes peeren groot' mom/
JMefcs/ banjlecbtiSbie^eetl'/ iö fcofret.
« ïtpt beeft getoelb en aarbfcije heerfrljappp; 33e toao'nentoeg; het ftoaarb gaat ban be3P/ 3©eerl 00» licht en log sela en / «öaatbpna een beter (taan; 3£a een beter iïaat en erbcu: b'aarbfche macht en 'g toes relbBjaftsn Haat hp .©obes 003 betoafeen» 7 <ZE>een btng;oo ftaarb/ baartjem bier't hartaatt Kleeft: ^ocberf/ nocljlanb/ noch pet/ hoeliefhp't heeft; ©jienben/ magen eer noch goeb / Sfinxen/ hane/ ïnfnochbloeb; <©nbe toaan noch €pgen tonshepb/ Sterft noch $?ie|ïer/ toenft nocb 3eben: Nergens bad ban aan «Bobs reben* s ïlpt toilltg (iaat jtjn hart: en 't moet 300 fïaait . Sal «tftnifïus %m ber sielen gronb beflaan; ^al bes 3©aar!;epD$( e'el ftlepnoob IBerften aller jonben boob: Zal be boob ban alle 3onben en 't beleben aller ©cngben Stengen t'ailerbjeugben .bjeugbe* |
|||||
y. -
^liiüiÜÉliiiüll
ae'tal/metreben/epfcljt/biett
pi^liiiüiiltiililii
mm' w*.tmvtom <Btto-ttiMiet •*
|
|||||
68 Stichtelijke Rijmen.
|llïlil|lliil|ö|llll|||
al, I©aat been/ yp Ut u of op qitaab / Met
|
||||||||
mmzmmmm
|
||||||||
ftljijn beugbs gtijnsbennamb/ of op een Ieefïcio#
plifffii jüil lllilillf 111 il
Itebeit / «öfopeentoennigboens/of
|
||||||||
't fcijijnbaat iïecï bcclaati
2 't 2a leelij'a: (betban beiigb) uptteenbialijfe retbt«
baaröig
(3Lt leben boo? ben racnfcli / met een befmet getats: «£n/a!seen toaaiöe gaft/ boei) 't 38bonbmaal onUjaar* big
<gn?oiiber232m!!ofts-hIeeb! re$tttctt aan ben bis. 3 'tüsiccüjS: (bet banbeugö) bananb'renoojbeel
ftrijfcen
«Cnjelffi rbcr»oeathen.uaab te laten notb te bïi'en; <£>f m jijn bjoebers oog te fcannen fplintet-hijto/ C«m3tjn3elfsge5irt)t"Den balk uiers eens te Jfen. 4 ÜS'tleeltjk: (betbanb£ugb)5ÖnanftbuIbgaatite
matten /
Wanneer ons £b?!(ïits noob 't en aebt 5ÖW 23?upIofts toaarb/
<©p aftker/ toijf/ of bce; <©fin ftbaaps-itleeb te na* kml ,
.ïÜ&aar binnen in bet Ijart te sijn ban toolben aaro*
5 V «ergcefsts't! (berbanpet) boo?«0ob metofo
feïbanben
<Üf ongebeten toerfs te sijn Moek in bc toeet t «©f(3upmt8tn«>ob!S toiljraet rjaam-geboutoen ban* ben
«Pn Hm seboogen ftBie'n te «oepen / Sleet / Sfeer/ Utett, 6 Jaet*
_i.______.___:___,-___-.-.<». ........__________ ■ -; ' I»
|
||||||||
Eerde Deel. 69
6 ©ergeefg is 't t (ber ban pet) al fton men pjopöete'
ren /
3a ïjcifs tn Cbïiffus naam be ©upb'len upt boen gaan» <&f/ nagefloten beur/ te ïeggen/ i^eere/ I|eere» ji^er ?tjn top / boe ons op / bat top in mogen gaan. lu 7 ©ergeefs in't:(b«tban pet) bet ©barifeifcb ban* Men.
Itpt toaanban niet 50a boos ais anbere te $t)n: ©f opgcblaajenttnh 't ^jntoenb ig te betbïanften ©00? onge- epfchre bengb en ï?epligbect jens fetaijn. 8 ©ergeefs is't: (bet ban pet)een;gfta'lpt tefiee*
ten;
Ce boo?en / en met een te ruften op be 3©et; (Se *iju ban Hlb?'ams 3aab; ben taille 4&0DS te toeten: (Éè bnftetfcbepbcn 't geen «Bobs tott ons booren jet. 9 ©ergeeisis't: (berban pet)jn<6obe sitpteroe*
men;
©e pïoebf n «oat'er boog en obirtreffenb' is j ©ec bupftetiingen ©ag en %es?ï>s man jiclj te noemen / ©er jatten (©nbertons / bet flecbteii ïientenis, I ° Vergeefs is 't: (bet ban pet) ben &mm en f mm
te D?agen
©an alles taat men is of baar men $tfb boo? ijoub; Sn Ift'el JlEeeftet #1: of baar in jich beb&gen/ ©at een be tooo?hen/ «Bobs/ boo? anb're gyn bertroutob. II ©era eefs is *t: (ber ban pet) te toüien en te loopen/
<Öcen raoepte jiclj t'ontjien / gerecb te ?ijn en rap <©m (boo; geteps /geb.maf) een ,§>ctt-genoot te koopen
>enfpberenna<Sob/ boel} 3ont>et toetenfebau. 12 Vergeefs is't: (berban pet) te 3tjn ban CftjifiuS
bji'nben
«Enmaagfcbap na ben Meefrb,. ©ergeefs/ of pemanb 3epb
©at lip tois <£!)?ifff 5P / en niets en is te binben ©at immermeer ban <©obs en Chjiftus liefb' hem febepb.
13 ©ergeefs iS't (ber ban pet) te seggen: ©ebben
top niet
«Semeensaantïijh met ïl getoanbelt en geleeft 5 &pijs enbe bjann genut 't i i^ebt ooft <Ê> SJeere / gp niet ©p on» ftraten jelfs gepjebint en geleert i H ©ergeefs enpbelis't: bienjalig uptte fp.e&en/
©te 't bjoitjR raib&og-maai jal eeten in «Bpbs j&jjb s |
|||
7« Stichtelijke Rijmen.
<©f batbes üeeren hanb een toonber baab ofteken
3Jan ons beogen Ijeeft tot gunfï-en liefbe-bly k. u ©ergeefs en pbel is 't: te nebben openbaring
©an*t Kennelijke <©obS; bet niet getailöemiaaa (Ce boen/ 't gctuilbe goeb te laten: met beftoaring <Ce biieben bat men toenfrljt / teljolgen bat men baat. '6 ©ergeefs en pbel is't: te toejen inge-eatet
gn ben «Bipbenboom; te eten 'S ïfeeren 23?oob / (Ce bjinften 's peeren Mük: booj maan (balt ingep2en» ter)
3@an bat men (iaat / al geel te mepnen / 'ft geb geen noob. 17 ©ergeefs en pbel is 't / al fpjak men alle talen: ai toift men alle meet t al hab men 't <S'ioof 300 ;eer ©at 't matljtig waar een berg ban jijne plaats tt balen/ «Enbientoeerelbermaarbsnatoil/ te settsnne'er. is ©ergeefsis'talte 3aam (als baar metanbetsbp ftoomt) 3©at bat men boet/ ofjepb; oftaenfcljt/ ofgeefrbooj gaaf/
3©at batet of ben menfeg gem jelben ï|eer en b?p bjoomt /
3©anneer gp in berbaab nocg is herjanben flaaf i 19 'tfspet/ maarbee ban©eel: (mant openbare
3anbers
©ie boen 't 30 toel als gp) bat gp be geen beminb ©ie u ooit minlijk is, 'tCnts niets groots nocg toon* ï)ttgi.
©at baafEiefo' is/ baar Stiefb'tottoeber lief&'bera bmb*
20 'S ÜS pet / maar bet ban ©eel: <!5obs Saat is
SÖarteu akker
iCe Ijebben toel bebat / 300 bat'et toasbom krijgt / «En goop banbm.gten geeft: maar baar na f maïs tu fujakket/ iCen laatflen geel berfïerft en tot gcenb?utljtenftijst* 21 't Sis pet / maar ber ban 3@etl: ^anbarrelniï
toetbabig
SJanb'arihennuenbaneennoab gaaftebe|te'en/ «En 3irg «ffioöB-bienfUïnft jömtps,/ of ook fcgier. fïa» bi.g/;
(Ce fpeencn ban gemak boa? baften en gebe'en» » 't 3$ yer/ 'maar bec ban©iel: €rn niettto ge* Riante mms- 9« |
|||
Eerfle Deel. 7X
gin «Bobs JMnbetg te sijn; ef bat men bert 8«*«'»
laSlop beeft beleeft/ maat laaton't pab ?ttlj Wanneer ÖaaWt toeg getoonb toojb ban «BobS
gooiu 23 >tT^> bert/ tnaaï niet «Benoeg» ©en atmen ut
baamooben . „s,„„ ,,„„>,.
«e bet>!en ai m baaf met een runmbaab ge tjanö.
©f onbertfaagselnk bet lijf te latenboobtti/ €n booj «Bobs eer en leet te genen tot ben ojanD» 24 -lis bert/ maar niet «Benoeg: ©atnveenSber*
licbtgetoeeft beeft: _ . ,. ,,„(toH
(©oor temelfcbe gefrijenfe en gunjï m 't Ijart toer* <®f bat mèn eenmaal bert gehab aatt^obtó^eeft ijeeft/
«Boos goebe 3©oo?ö ennracDt ber üomftig' eeuw ge- as 'taab'ert/ maarniet Genoeg: alisS men frtjooK' «at Slonstoaren berg / be &tabtoan <Bobs£nttfc I
't f emelfelj gietujalem i W ^'t batt opgenomen «ot baar ontelbaar tal ber «Eng-len«É 26 cot b-nntberHoren «iètijaat ber etrfte-gebooi*
telingen _, ... v,.^,_sJ,j1(..
©er fpieg'Ien in 't «Beloof: Cot «Bob b»e alles riep,
31a tot in faiberboogff ber igem'lcn boo? te bjingen / (®ot baar be «Beeft en $n) met jnnes bar ts gestcljt t 27 «ot baar bér menfttjen geeft betoaarbinojb tot
ben aeben . »
©te in bothomen beugb Ijier Rebben bon? gerepft.
«ot j e s u s, jiaibbeiaar Ban 't Jtieuto ©etbonb / ©ao? -tbloeo batgunfl/ niet tojaakiaïs'tuloeb ban
3übrt) eufr. 28 't as Bnib maar niet «Benoeg : ©at meens
booj€b?iftnS Kennis • -
©e5onbsbe3oebeling/ bestoerelbstonpligljepb/
«©molobeti is getoeeft in üaffc ©eugbs getoemus; <©f'tpa&all)eeftbeüenbbattergerecbtljcpö!eptu 29 't Sis ©eel maar niet «Benoeg: ©at «Tijjiftus on?e
tucchcn /
! <Bu$' arbepb / Jntwaambepb / en berte beugb'Ip ty'tn ; 381 pjijft: ja b pberingjoo groot in ons Kan «"tnen |
|||
71 Stichtelijke Rijmen
©at bp en enber eng be nua'ett niet jtjn gele'cn*
30 tgsjBeel/ maar niet «ESenoeg: t'aanboorenen
niet foooren
®ie olje (ffiejanten <!Bo&s / bod) baïreb'lp / komen aan; <Sf bat men jonber sicö aan l ief af leeb te ftaoren |©tel beeft om €0?i|t«.s 3$&&m ltjb3aamig uptges liaan.
31 3©atban D3attó«3enoegi ©e feboone geert'te
ftoopen
<©m siütg toat men treeft: aitoaar m iiem toeet en kent 3Sen toeg ban <£bjiftus 3©« getrcmtaelijk te toopen / Cn onbeüseegelp op Wijten tot ben enb. |
|||||||||||||
Beklag over d'ydele Weet-en Eer-luft.
lïÜllülIHilil^l
|
|||||||||||||
Crtoijl men bier ban alles joefet te
|
|||||||||||||
i=llilflÊli:lrtiyÊ!iII
toeten/ 2Slijft menig menfeb jeifisbanbetn
iliïifÜIlifllilllflilli
Selfberge- ten. Ecerbiepenter/joektbpbeti
bingen konbe / jaaar 't noobxgft en naafï |
|||||||||||||
fllillliiiil
|
|||||||||||||
bpblüft on - ge-bonben.
j ©e beel Matuur toti ons berfleanb booj belten. Clftöenistorabeel/ geentnenfehfehier omjnnseWen. ©ooj
|
|||||||||||||
Eerfte Deel. 73
©oo? ïtonft en 3©cet geftabig na te bijgen/
ïian 'r tjatt of noopt of jeliun beutte fttiigen» 3 ©oo?bjagen/ booten/ fuffen/ fcljjtjbett/ ïe$en/
Eoeftt wen te Hennen en geftenb te taejen ©aiibaiibietop/ noeb spons noopt en ftenbens S2eifs in ben ©oob / bes dennens petfc en enbe* 4 Relaas! toat is 't ais 't lebcn 500 baft tytn fcl)Ut /
<gn top op elft / en toe'et op ons elft een *iet i 3|n biep' onltunb nan 't geen Ijoogft is ban noobe /
i&tet ftm' / onbettent ijem seinen tn ooit <Sobe« |
||||||||||
Toeverlaat der Rechtvaardigen onder
't Oude Verbond. Vythreydhg over Pfalm J25 , 121, en 23.
Óver Pfalm 125. |
||||||||||
SliiilïöililÏÏÏ
bat'et piaft / ïfet rjooge i^itps oan ^ton ftaat
ÉIIlilIIitiilfiÊ^llI
OnbeïOttgtennaft Het h ioge Huys van
|
||||||||||
piilllïiiii
Sion, Huys van Sion.
-- 2©at mcnftrjen bat'et bjepgen te moojbtnert toet*
Haan/ |
||||||||||
?4 Stichtelijke Rijmen.
gil bie op «Bob bertroutoen / en sullen niet beïgaatr.
Al die op God vertrouwen, &c.
*iLBe Öooj-aetopt e besgen jijn al* een bafïe fcljans
ïtonbgoni 3|eriis'ltm ijenen / geen npanb tjeeft'er ItanjS: Rondsom Jerus'lem henen, &c.
4 «Bobjïtoe5iri)tbiet)tï ftabigronbjsomjijn bolk laat
gaan/
33" naat ais bafïe nameen: geenbpanb ftanbecaan» Is haar als vafle muuren, &c.
5 ®p ?al't ï«!)tbaatbts Ijoepjen/ srwbrnnbeminb
, «Befïacljt / .piet eeijtotj laien ühjben in boo?er rasnfïbtn raatnt /
Niet eeuwiglaten blyven, &c.
* Jpiet eeuluig;(aafen blijbcn in een $ao toaebmfïaat/
©P bat bet jtjtK hanben niet «jjt en rjpft tot nuaab / Op Ja, hetzyne handen, &c.
7 ©pbatbetbe goMoocrjcpb te met niet in en smn1/
«en öooj bec baojen ba-jijn bie baai in 't ija« niet lïugp. En ioor d=r boozen by-zyn, &c.
* «Bob/ biejc ban u af-toijft bie't Htoramspao in*
flaan /
2pijrtoel ben bjomen harten bie repne toegen gaatu Doe wei den vromen harten, &c.
; 9 'ft 2£Mb bat gp bijn aftacl ben joeten bjeeben geeft / ©en bjebe laat betjouben / 300 iang maai als bp leeft* '.- Den vrede laat behouden , 8tc.
|
|||||||
Over Pfalm 121.
11. |
|||||||
imiBmmSimm
bpanb iis nabp: 3k 51e iantaffnt Wtotan t «Bi
|
|||||||
Ecrfte Deel. 7?
pÉiiiiiiiiiiiüiiïiii
niemanb i» met mv: ©et hart Mopt boo? 't be»
igl|fe|||gijl
Tl j, ,.J E ■■• -
|
||||||||||
=t:
|
||||||||||
^m
|
||||||||||
IjuIjj Dan fcomt:
2 ©aatfggeenhulaboojfoanben;
©on? banben / ban ban «Bob s !©an«Bob/ bie'jsHBetelbslanben
ïfceft bnbee jijn getob: ©an«5ob/ bfe-si|emels Ilthten
l&eeftonbwjnngebjeo./ j ■•, «enöicttnel eetaiftiehte ""
©at *;S mcnfcben oogie jtetV 3 3©ieltart<(Boo#bolK betrapen/
SUljn^e onberbachti SBanneet be toasters flapen /
J^oub <SoS om gaar be macht» $fp10 niet ais be menfchen /
©ieopbemachtgejet/ ailia 5p geen flaap en tóenfchén £
©e (laap baar macht belet* 4 jfrooptfjaapöebingjijnoogen/
iïfJ-oopt bab bp fïapens lu)l: ©ies mp bjpmocbiy: mogen {l
«Baan nemen on3e ïtif£
Ennfcutpbiebp boetbipen/ (3D«ïh' aUeïeefc bcrboeft}
©iemach menbergelpen ^ >„ - «Een fchaöum'bobert't hóöft/
|
||||||||||
\üxiib\
|
||||||||||
j6 Stichtelijke Rijmen
j ©e Zonn'/ op hogen bage /
gehoon Sp al bianbig (leekt /
"fian boo? Ijaat hit niet plagen / m» hp haar Krachten bjeekt:
©e jflaaan/ in Bochten nacbte/ gehoon jp be le'en berkoub /
©oet op ons U'en geen kractue / Slis fepj'in toarrate Jjonb.
6 «Been quaab en kan u beeren: 't Zp of gp buptena jjupa
iljeltienmoet geneeren/ ©aar is geen njeej' B003 itjupsi:
't Zp of gp binnen beuren ginutoeninipjeuent/
<Decn quaab kan u gebeuren stouw tot aan utoenb.
|
|||||||||||
Over Pfalm 23.
in. |
|||||||||||
iliüüfiiiBiii
latten/ nabenerfebeeekentepö/ gooigookbe
|
|||||||||||
feeetmijnfeoeber, «Enombatbefeeerrap
hoeö/ Ealtioó?'t lijf noch fpijji ombjeken/ .,
»»?<..... noes) ------——___________________ 1ÊÊÊ
|
|||||||||||
Eerlte Deel. 77
itodj berqnifehing toooj 't gemoeb. ©oe ih/ais een
|||||P|gp|:pj::p| |||||||=| boolenb ftjaapjen / afgegaan ban 't rechte pab/ <©ngetoiffe gangen bebe en bettteerbe
|
||||||||
=fc
|
||||||||
j ,—t:t_U-------- *—— I------
toe........gen ttab: SSjagt Mv alg een^ ..
ttoutae berber/ b?agt$|pnu>ne boeten
i=llllilïlli!!lli^lffi=ili
torn <©p bejï lebend tecöte (ïeaten / ' r
-lli^llllïlilfiiilil^
ow jijnjs Jïaarajï boog toaat - - - - be eet*
* «©fihfthoon (gelöKeenlrobbêbieütboobjSperpel _» (laat/ :! ... . _ «En 3ontVotjien langs bet ijepbe tot een pjoopbettoow
~r t:: bengaat) . . .--* *©anb'Un tnoefl: op.jullie toegen baat tnen epno'notö
- uptJtomfl ïiet / «En Been menrctj in '1 nare boniter jicb tot leeman aan
a . en bieb: . la m 5ulfee nobtn raahte baar be boob boos opgen ftonb
«n be jiei bj> gecue menfcöen hoop ban trooft nofö hul* ■ pebonb, . . " |
||||||||
78 Stichtelijke Rijmen
j^og en jonb tft niet bertjagen, nu gp ïjeïpt / en bp mp
HUI
Stijf een ïferber bie ;ijn iStftapen trouhrip met Jijn :■■;-.' fïaf bebjp. 3 <©p berepb mp/ boo? be oogen ban mijn bpanb een banftet t
®aar 500 too?b mp oberbloebig alle fptjje boo?ge?et s ©aar 300 bjnput mijn booft ban olp/ en mijn beter bloeptbantoijn:
©it betbuit mijn geeft met bieugbettt mijns bpanbs bart met pijn.
tf il' be bagen bie tfe lebe (en baat on betwouto' ift mp) 25lijft mp <©obe£ rijke gunfte en jijn mtlbe goebiepü bp. ail'be bagen bie tb leben (bes ben Ift tn'tljattgetoisj gaUitbnjbeu mbetooningbaar be Sfeer mijn t&obitt |
||||||||
Toeverlaat der Rechtvaardigen onder
't Nieuwe Verbond. |
||||||||
AlÜüliTilllÜlilülI
plliüiiÉllï^l^tÜiil * be»/©etbjuhftingtóSÖnlot/'tjp t'eenof
lilflIIÉÉifïilifÉl
fl t'anbettijb. Sfpis'ertoegeset/ öpmoeter ,
|
||||||||
*
|
||||||||
Eerfte Deel. 79
ÉIfÉ!ïÜilll!=iIIii
|
||||||
ban bie eerfï met - - - htm lijb,
2 ©ie I jjb / tettonl Ijp löö / Ipt ijiee boo? 't 000 on ja*
lig,
©ie bier onjalig i# / Ijeeft <t&oï> niet tot $n fint* 't aseflupt Ijeeft toaarbepbiS fcijijn/ boet» i# onbafï en btoallg,
üie «Bob recütljebig Heft / beeft alle ramp te nut, , 3 at beeft be bjoonte menftb op aarben alles tegen 5
SM ijeeft be beel natuur bem oo?log aangejepb 5 311 fctjepb bet al ban bem: ©aurt bp maar op <®ob8 bit'
jen/
't «En i# sten bltjlt bat oopt «Bobs Stiefbe ban bent fcbepb*
4l't 3JjS maar / ban bag tot bag (om toel boens! toil berfeboben)
Sleept bp 3Bu boob; als 't frftaap ter flaebtbanit Jee» gebjatbt:
In alles' ebentoel ftomt b p ttorlj fïaag te boben / ©od; bem toiens liefb' in 't bart fïojt obertoimttnS kratbt,
s gjfnKwpav baar roemt bp in: waarom ibptottt öatunben
©ebnlb; «Sebuib i©eugb-p?oef; ©engb-pjoef ©epW bope geeft,
$tP toeet bat bp (met fmaalt ban <0obeg liefb' / in 't jïrrw »efio?t boo? <©obeg <©eefl) geen pb-le hoop en Ijeeft,!
« $et lirbt been-gaanbe ftrups/ ftoomaebtig igt>t bDaatbepbJ Ipetoel'tin iSi@erelbs!oogaliS€Ilenb^tepftenlepb/ Hêerfst in 't «Sob-beugbig hart een oberftoareftoaar* i»ep&
€n eeuwig burenb' toirbt ban Jfepl en leerlpbepb. |
||||||
8o Stichtelijke Rijmen,
n.
iiiÉIÈ^liiiiiillii
«5 <&ttft en kan in krnpis niet onges
piiïiiipiïüiïiili
tooeltjk to£5«t s €n nodnans/ mibjs in jtjn/
lilllliÉllliiliililli
maakt bp bit toiöbeflupt: ©at toiebe foogtfe
iilliliillllSIPliil
Heft' aan pnnanb; tjsefe beugen, (loe 't gaan raag)
|
|||||||||
i^ïllllil
|
|||||||||
mm
|
|||||||||
nimmtsmecr in minbee lieföe fiupt*
2 .©ealbeïboogfUUcfb'bie<!Öob ooptkonbetoontn'
ï^eeft lip bol upt getoonb bos b» 50« Hcflïe panb / 2;tjn alb£ttoaarb(Unfcïjat/ 30« hatt-berkoren Zotte/ <©mons tet tojeebeïboob/ gafinbtiboo3en banb: 3 <©m ons / beeft opgetoekt tot een onfterff'Itjk teben:
aan ?ijne tecljtetSjanb in Jftajeftept geftelc: $!it ïjemel en op Stattt botketnen macht gegeben t
't dSstaelb ban i^el en ©oob gebaan in 3tjn getoelfc. 4 ©ie bp 300 fteéke re'en «Bobs Zegel beett herkregen/
3©at nooö / ai btnb natmre bp totjlen 't btups on3aeijt; 3111« itjöen bejes tijb» en i's gesnfints te toegen 25p 't <©oeb en ïjeetlijkbepb bie na (Sobjs fcinb're"
toarijr, s 2Sp 't «Soeb en tjeetltjkhepb; toaas na jp bie in bope ©'êiitüb ctt ybeüjepö ijlst onSertoo^en 31)11/ M\tt baat gebaetjt* en hart gebutigitjfeen looyen/ <£n smijten/ als na t tpnö San ongebal en ptjn: 6 <ï>*1
|
|||||||||
"——~^
|
|||||||||||
EerAe Deel. 8t
« «En$ucI)ren:rerl)tgeïijftbe|romttte bommebieten/
(ai boctoen?' ooft ben lafr ban b'aarbfröe pöcltjepö) Mtt uprgerefcten balg/ na ijaat iieljoefte gieren/ ïïa0| blinoe bjift en treft van Daar natuur fieleyo» |
|||||||||||
ui.
|
|||||||||||
pijlllpiiilIËlliii
V/ «&oottiepb ban ■iüobjs &iefb'! <t& bafh
totJK ber b?omen/ ©ie tot be beugb langs
't pab ban <£ft?ifïU!8 toetten nomen! £fe |
|||||||||||
(jBobejS fcinb'ren / jie on bat gp manltjft
Irtjjb» Eie/ en boojgronb baat 't jp/ bat SP <£ob# fcinb'ren Jijt*
i ï?ierb?aagtgpnubett^aam/ enbebt tenbeelbet
toejen ©an toare Wnb'ren <&ati61 in rertite «SBobeg b?ce*e «Eoonbg'u <<Bob-aatbiglp een epgen<ÖobejsJ>y?«»r/ Cnbjuftt Jjier «Bobs natunr in utoe baCen upt. |
|||||||||||
8x Stichtelijke Rijmen.
3 .ïöaat als ©p nu berfchijnt bie ©oobs getoelb
fcorat bellen;
©ie / upt ^iet-toesenbljepb / u 't toejen ;al berfïeïlen / «2n trekken kracbtelp upt 't eeutoig boobs bergeet j guit gp bolmaaktelp Ijet geen jijn bat gp beet. 4 JBojb hem met recöt ben naam ban ©abct toege*
fcijjeben
©ie maat natuutip teelb/ boel) 't toejen niet ftan gebem l^oebülperbanbien/ bienmacbtiglp Ijetfcbept/ iöan toten gp/ opgetoekt/ 't recht lenig lebenbebt'j $ dSelp «Bob noopt injal/ 300'nkan ïtpooK niet lïecben asecj' «Êobltjk' epgenfcbap Ijebt gp te ober-erben. <Eens beerelp gemaakt (<©! biepe ijepies gronb!) goo ?al 't onntoog'Ip Jp bat gp toe'er ffetben honb. 6 f|n toe?en en natuur (als gp jult in 5p Öp 5P)
Sult gp ben grooten <©ob jelfs-mejentlp gelp sp, H^et is en moet ?oo J0n t ©e reben kan geen mis* 3©antbanïultgpl)era?ien/ btm;ien/ gelpjipiS, 7 (öobtoejenblptejien/ en balt in geen nature/
©an bie <0ob taejig is i bie eeutoelp kan buren; I9an her' een anb'rt ftof geboutot en toegeriebt/ <©an al bie toojb aanfeboutot ban 't (tetffelp ge^itljt, 8 ©ie 'topperft' geeft beraaht/ en üanniet booget
fttjgen*
©ie boo? gejeg berkïepnb/ boet meerber nu met ftoijgen» J0ijnpenneis'erupt. <© joeten toe betlaat! «©elukkig/ bie u geeft ; *« toij.s / bit na u ftaat* |
||||||||
Een Noodig. Brief aan N. N.
|
||||||||
--:£
|
||||||||
A|Üill3liüllÜil
JLir %'t onb' en 't jelfs altijb (?egt gnj
ililiiiilil^ililiüiiill
i . ban4&mI W «5ob/ ban©eugb/ h»^,
|
||||||||
EerftcDecl. 83
Htjöen/ ban©ec3a - - hen. Eooig't/ mijn
bjienb. ©ieanberg toilnoch moet/ .flïoch burf/ noch ftan/ hoejal'tbiean - -berg maften i
2 jEal/ igbene'en; hoog/ bobenmpnberfianb;
DSet'IbiS/ mag ift niet/ biel)/ ftan noch toil ifcbtcbtett. ©cel beter fïecht en aitijb «Eenberhanö / ©an oogt boo? qua' berfchepbenhepb t'antftiebtent i Jiurnanft recht/ banbtoerj>;nufco?t/banlaug»
Jftu bws / ban ?oo 5 o» albethanbe tuijje; J^u geef il; bet?/ ban toe'es een anber janj/ 'tüs anb'te fans/ maat al be jelbs fPÖ5e. 1 4 ©ie ecu alleen booj 't <©ppre-noobig ftoub/ Ï9at lufl heeft We ban ©celen beel te quelm? €n mat ftan 't fcba'en / al teemt men ftaag \>m <ü>& / %l&'t <©ub alleen het eeuwig Jjiieubj ftan geben? s üBie reeb 't niet gaatn ban 't geen upt fterfïnhheplï'
Alleen ons reb * taie leent niet graag stjn ooren i ©ie noopt ?at benftt / en is noopt jat gejepb: ©ie noopt 3at boet/ en ftan hem noopt jat hoorett» « Zeerftojt/ munbjienb/enftofïlöftijSbeiÉijb:
<öobg teoubi «Sejant gebieb hem upt te ftopen» ©ie obetfcljiet/ hoe nutter bat mhemflpt/ ï)se bafter fieun om beter i&tjb te hopen. |
|||||
4& i- God-
|
|||||
84 Stichtelijke Rijmen
|
||||||
Goddelyk Ont'zag.
Ujtbreyding over Pfalm 114. ïliÉÉilflIiillllIi
M <®elfracl/mtbeelflabens//upt€gppten
illilliilllillilll^i
|
||||||
ftöieb/ €n ijet ebel bups ban gjacob//
't bjcembe bolft bcrliets ©oe Meeft hiaat bat <0ob be KJeere / / 3uba öab bejiub / «En 3« ftaêl toou' bebeerfeben / / als 3ött toaatbe Itinb»
a 3111» be Zee bit jnetft aaufeboutobe / / beplbenj'
baat ban een;
Sttó Ijtt be 31o2batie merftte / / bloobje tugbiaarbs Ijeett; ©'boog getopte 33ergenfp|ongen//alsbe ramm' in't groen:
«Er be beubels als belamm'ren // in be toepben boen» 3 IBattoasu/ gp2:ee*tt)attoaSii//batgp3ao weg bloobi
«Enu/gp31o?baane/ bat gp// tegen fttoomoplrbooti 3©at jaagt gt?/ ©23ergen/ batgp// opfpjongtopbai pas/
«êben al0 be ïatte rammen / / fpjingen in Set gras i _ 4 «Bit
|
||||||
Eerfte Deel. 8?..
4 €n gn Deuneal// bat gp happelb //als Ijet jonge beei
't 3©asS begcote >Sob ban §Utob//öie b'aatb benen be'c; ©ien be Deel Mature bicnen / / en fïeebg tiooren moet 5 . ©ie eeu ïtats teel kan boen taojbeu / / tot een üSatetn bloeb. |
||||||||||
Hcyl nyt Onheyl.
upliiÉflIiiIltlill^t
O. <®z ongelijken lot/ JMomtt nieu
~ri"-"f 7" —(■—""^"-----D~-I"t-------(—A~* !"***"I2Ü
|
||||||||||
in 't genot ©an aatbfclje tingen! ©sn
ïwojen gaat het loei; ©en U?omen komt ge* pilllii^lrailllll
iSEilïpliiÜisfi=3 |
||||||||||
blijft altijb/ of weefï netfchonen s 5&e
^illIilllilSÉlillllIll
Sonb/ baat tegeubcel lept beeltijbs no»
ben, >t leeft 3»jn bebenft'lijfehtben: ©och
«E + 'fai
|
||||||||||
Stichtelijke Rijmen.
!IiÉIigilIlülill^i:
tóm'tmmfï geen reben/ <#m injijnöattbe.
|
|||||||||
rS
|
|||||||||
fiupt te toiiien ma-----ken: ©at toelboen
|
|||||||||
^llllillilllliililllll
gantiS geen ïoon öeeft/ €n bic in
|
|||||||||
'0 ^eatelg fflbjoon leeft ^(:l) niet iientoept met
piiililÉliÜiilËïll^lI
ntenfcöeïtjfte 5a — ten*
2 (© neen; fieel aiiberss f$! 't/
@an 't Minben oojbsel gift ©oo? fctnjn / bfe mtslepb*
goo gp 't hefïupt omfteert* : ©etgelbings mi(T«n/ lette
©ergelbings toijshepö* ïtteeg beugb fïeebg SSatbfctjen loonftaa mogt men Djejea <©fj' ooft met ^emetftj) loon / gefcroont jal tueüem jaaarnu op "t ©cugbig leben <©een loon ijier taojb gegeben/ ©anbien'tjelfisljteft/ boo? hoop en tuftlijft noegen; ^00 maa en moet men flupten ♦ ©at <0ab ben ö?omen / bupten ©«# fnooöe aatb / een 2Seter botï toe Uoegen» 3 ©? Zonbe/ 't boogde <&uaab/
3«/ in 3.CÖ jelnen/ öaat ©£ ©f-agb ijunlï-inaatbig»
<2Bob/ in öera seinen goeb/ 25lnft
|
|||||||||
iEerfle Deel/ 87:
asïtjft bem bie beugbe boet /
iCtoubi en recbtbaatbig. «Seïtjkljepö m natuur/ ntoet liefbe baren; ©jJtecbte Uefb' baatb lult/ om ?icb te jmreu «En fïeebg beteent te binben
J&et 't biatelp beminbe /
<©tn 't ftooglte <©oeb en liefbe te boen fraaken» Haat <©a& ban in beeje tijben
©in re'en sijn b|ienben lijben: ijaat aaso- nocötanjs kan liefbe niet berjaken» |
||||||||
Schadelykheyd der valfche tongen.
TJjtbreyding over Pfalm 120, |
||||||||
alle Jijoen/ Jftp/ toanftopig/ Ijeeft om»
baan; ©au lietljef ik mijn gebacbten/ €n Iaat gaan tot <&ob mijn klathten: ïDant £fp memrj» gunfïig. aan.«
■i. . ij *.• $tett- ti»eft met ut» f e 'pen/ *
«tt.ki«a,»ö£ij;mij« ^ieUbJÜiWi _w
|
||||||||
88 Stichtelijke Rijmen.
©an 't bergif fcat booblijb plaagt/
«2n een Uugetiaa» / bebenbig / (gehoon ban hupten/ bnpl intoenbig) 3!n jtjn baiftlje tonge b?aagt» 3 öanb'er nets ?oo gtouto'lijh toejen «©at be balftbe tong jat bjeejen- ©ooj baar treben a'n te gaani
3©o?b'er nets jco quaab gtbortben ©at be boo;e leugen monben
3^iet (ïoutmoebiglijh beftaani 4 iStberpe pijlen/ afgeblogen
B&m eens (keften ïtzijgsmans üoge / «Baan 500 niet bob? bleefch en bloeb:
pijlen met beniin beftreben/ ©oen in 't Hijf geen julhe (ïefteit %ls be tong toet in 't gemoeb.
5 't ©nut/ ais 't in jenebet boomett
J?eeft be nberbanb genoomen ©00? be ftraeüten ban jijn bit/
pan 't Iicbt al tot aftb beweeïen: jföaac noct) ban 't 300 jeer niet beeren Suis een 500 geringen ltb<
<s J8ie mp.' bat ib moet gaan batten /
45n een b?eemb'ting ia be tintten ©an öebaï en ^iSefeclj sijns
©at ife bp een boift moet blijben 't üöelb ?tcb boeb in ttoifï en ftjjben/ fjö mijn Ziel ïa grooten pijn.
7 't i|att toii mp geen tufte geben /
©at ib hp een boIR moet Itben ©aat be ®?ebe bao?b gebaat:
25p een botb/ bat/ als mijn rebe gis ban b?ienbfcban en ban biebc/ ©ies te meet na oo?log (laat.
|
|||||
<Sebed>
|
|||||
Ecrfte Deel. 89
Gebed.
In tegenwoordig en taeUomftelyk Lyden. |
||||||||||
N«.,
|
||||||||||
Süfcien öct bitteï gaat boo? 't 50«,;
|
||||||||||
©en atbepb boo| Ijtt loon; «En hp beel
quaabs berbuten moet/ ©ie fïaatna'SUbens fctoon: J^abicn Jet oojjaak ban beel bjeugben iS / 3©annc«ï men Jtomt in bcele b?oeffe=
nis/ 3©anne« men om bes goebes baille lijb/ «ffin/ na<©obstoüm?t goeb ge-toeten |ttijb»
1 Zaa bank ik / ïjeer / ban tjatten bP /
©at gn mp toaarbig kent/ ©at ik om utoen j^ame lp* <©! toelkom toat gp jenb*
t J!s toaat/ 't en ?s noch maat eett filèpn fitjin: <©«&•/ tottb gp/ 'fc toiijbien toeg ook bwbet in. «Ê- 6 J3aafé:
|
||||||||||
jo Stichtelijke Rijmen
Jöaafc mp / ifi 't utoe goebbepb aangenaam /
®ot meerbee toaarbig/ boel) baat bp besinaam, 3 lijs mp somtijbs mijn épgen kraebt
«En 't ftoaatfte fcrnps in balt /
4£ta fntltot angft fcbiet boo? 't geoaebt ;* <gn 't btoe& om 't ijatt bsftalt: J&aat als ik benk iaat kracht uta kracljt iael eer
3« ftaaftke menfefttn ïmaebt / berojiik ik tocet, «2n ais ik biitb' ijae trom» gp jijt en goeb / 23efcbanfl be Ziel baat toe'et met nieutaen moeb, 4 Jfroeö leeft en toerht bp bic be maebt
©et bupfietniffen ijeeft:
Jfrocl) leeft en toerhi gp ooh/ Die kratüt Om obennmnen geeft,
Jiodj bojft bp/Menlclien-moorder, al na Moeb:/ ■fftocj) blijft gp/ Menfch-behoeder, eüen goeb t 3©at nuub of ons een fterhe ©panb moet 't /
ails gp/ beel fierker tojtenb/ ons bulpe boeti 5 %l moet men boo? ben fttiips-tueg been:
't Ss 't IjarD / maat 3alig pab>
Cn beter/ met «ffiobs bolk. gele'en/ ©an $onöen-nut geijab,
HU moet men upt 3ijn lanü met fcljanb en fcl)a': ©eugbs loon en gp tocigt ober al noclj na, ('t Staröfch, ©aberianb te nuffen/ balt hem ïictjt/ ©:e 't eculMig goeb en ïl beeft in 't gejiebt,) 6 aft binb be bcugb fchier nieutners beul/
4Bn febijn-beagb 't bolft berlepo:
%l is ontotiïen pbet beul =©an Satans ïifrigbepb;
3JI too?b bc ïQaarhepb/ boo? een fnaobe lift/ ©etkettert/ en boo? lengen gebonniftt 381 openb jierj een beur tot alle quaab: 't Mm al niet frba'en/ als gp ons niet betlaatj. 7 ai Krijst be ^atan/ of jtjn ïe'en/
%a 't em of 't anber lanb/
t ©erfeeerb geleeroe tot bp een/ ^scout op be aatbfebe hanb;
atl bjoepb baar upt ten 23ioeo of Jiaoo2tP plakkaat f 'i öan al niet fclja'en / als 't maatbê Ziel met fcbaaör 'fcdEn febaaogeen Ziel/ taamtettje ftnr«l beeft/ S' liletfc ftuts gmiieg,/ ala gp maar ttooft.en .flftfti sifèoo|»,o^tp^lj./;%b*-iJlaat. - j |
||||
Eerfte Deel. »
©ie 't batt in boope (ïnft.
'ft JSeïtoenftb geen tmtpis / boe gtoot en ftoaat / ^oo gp maat bp en btnft*
jaaaafe bat be geefï/ bie tnoeb ban benen geeft/ .#abp/ be 3elbe moeb/ en meetbet beeft* «Been noob te gtoot / 500 gp maat mebe gaat» 'Sten leeb te ta?ci-b/ 500 gp maat bp en flaat. s ïlta ï^epl'gen/ op bet aatb betfpzepb/ (©etfp2epb/ en niet beftettb)
ï9ee|t bie ooft met uva goebigbepb «IBcbuttglijft onttent.
26ltjft baat gettoutoelijit in lijfeen bp/ .* ©P bat baat Itjöen niet betgeefs en $p>
<©P bat Ijaat lijtien noopt en 3P befraet jaet pet bat flrij' met toel-betbjagenjS I©et* |
|||||||||
Joodfche Blyfchapj
Uytbrevdingover Tfalni 122. en 126. Over I'falm 122."
I. viiiiiiP!ii5iïiiilliii
&Li aiige ute! bmtbtbaat ban betblnoen/
|
|||||||||
©ie mp beeb fjooten/ bat be feboone
|
|||||||||
ttjben Zo jeet ge-toenftbet ban joo menig
jii^tjftiiiiiPpÊig
^ojjw/JimiirtUtt komen*. ; ,*,;
" -«ir
|
|||||||||
gi Stichtelijke Rijmen.
2 ©at onS be tmgen tocöet gullen Uecrat/
©at men ?ai ingaan in bet bups bes peeren / IaBit jèalems muren met baai fcboon geboutoeis
©jeugbtg aanfcboiitoên. 3 «En on3e boeten op baat e'ele fttaten/ JJaat tjooge pootten b?oltjk tteben laten «Een £tab een „étab is 't al ban onbs geftichtet/ «En opgeticbtet: 4 «En opgetithter boo? %(tüïg ^oonen / <©m $icb baat binnen fjamtntt bcrtoonen; <©m in «Bobs tempel eere te betoifóen/ «En «Bob te p?iJ3en: s «Bob baar te banken boo? syn goebe baben: «Bob baat te nff'ten / om be jiei t'ontlaBen ffian alle fepien boo? het gantfche leben 2Bp haat beb?eben. « 2(1 bie in rechten Ijcbben pet te hanb'Ien / JlRoeten na be;e grooie M>tzb toe tóanb'len ©aar Ran Uftaèï (teebs in alle 3aken Sflan bonnis taken. 7 ©aa? iïaanbeth?oonehout «Bobs bolk te ricliten/ «En alle ttoffien onbee baat te (lichten/ ©oo? «Bobs befturing ©abib ingegeben «En 3ön JHa-nsbem s p ©ele Jbalem/ fchocnfre ban be ^reben/ 'k 2©enftlj en tjcttoenich u bupjenb 3alig;rjeben i «En bie u, minnen / bib ik ban be 3«gen ©an «Bob toe tegen» ,
9 ©an batten gunn' ik bat upt uto' palïcpsen
©e toaatbe ®?cbei nimmer cir bc?rep3e / ; ^ittaar in 't bebangSei ban ui» hooge mmttett j «Eeubjelnk bute» io ©at is be reben bie mp 3-10 boet baken
f JlSa utoen ©?ebe/ taelftanb/ en bcrmafceni ©ie mp boet hopen bat noopt ongelukken ïl sullen b?ukken ■; Ti 't 3s omrarjn b?ienben/ bieikbebbaaruimtcttv I ©ie ik / en bie mp roeoetom beminnen: <©m menig bjoeber/ melkers batte t mijn is7 «Sn 't mtjne 't ïijntst- ' tï |©at is be reben/ bat ik gantfche natötett/ I <©ebeele öa£tn toenfcb in mijn gebacbten f, ©at se mm mm wotö B«uK moet bmmi' fflm-
|
|||||
rffc^
|
|||||
EerfïeDeel. p$
J&aat eeuwig etben?
13 <©m bat be ïfeere/ Dien tap moeten jwogett «Sobsbienftig t'eeien upt al ons betmogen/ ït tot jijn taoning (bie gp fteebjï moet toejen) j^eeft uptgelejen*
|
||||||||||
Over Pfalm iz6.
II. |
||||||||||
IgïliiiliiiilllilP
3Ct ïjeeft ons Sart een bjeugb ont»
|
||||||||||
W
|
||||||||||
fangen ©oejèion/ bie baat lag gebangen/ 3h
aljoo ujeemtie lanben / s©oo? tjulo ban ome ftethe <©ob/ betlöfï ig ban baat banben!
'i $êa fïonben tuffctien öoop' en bjeejen;
«Et boebt ons eenen b?oom te toe3en; 3©P butfben nauto bejbltfben/
®tnbat tap 300 tjeelobettoatb^ geraakten uptottjSlij* «j ©« traantjeö ban be taang genomen; -
■©e latbies in öe monb «bomen s •©eb» toem oj> on;e tangen/
oobg ee* boo? ai ony mawnf/pel/ baa» tof [jemlof me'é song*»». |
||||||||||
94 Stichtelijke Rijmen-
4 ©oe fojaft bet Hepbenfcbbolft/ (betflageit
©iio? 't groote taonbet öatjc jagen) <£p! matte groote baben
Heeft baten Sub aan baar getoonb.'jp leben onbelabett« s Het lepbenfcb bolk beeft recljtgefpjoften/
©aatatn is ons nu 't ha« ontlolun / ©e fteeltjens ouinfteleeren /
©ermengt met onjes Sfarps geftlanft/ eeneentotglof bes Heerem 6 «Bjootisonj'bjeugö/ feboon fïaanonj' fatten;'
«Bpïfsere/ fconbjegrootet maften/ Zoo gp ban flabempen
©e teft ban ut» gehangen bolft genabtg toilt beb?pen(. 7 <&V batje bicht 6e toegert Hullen /
ïöauncew t'ljuya toaart Komen Sullen / «Beltjftbe fnelle beften/
<éeb?eben boo? ben gupben toinb / met ftracïjt in 't Janb inb?eften: 8 iÖanneerje/ boo?'tgeteelbigb?nben/
Jfliec binnen t'oebersftonnen binben/ .Jfrotb baren loop betemmen/
.Ijèaar aftfcers/ btib'/ al taat'er is/ met baren obes ftoemmen. 9 ©ie 't cbei jaab moet gaan betrouwen
3Jn ongelegene lanbontoen / Schier janberboo))' banbjucbten /
^ijnbauts bemro jeer belaan/ menljoojt Ejembiii-. wils ?u(bten.
. io üKaar eer pet lang 500 ftrt)gt Ijet 3egen ©ooi eenen miiben Enmer.resen 5 ©e3oeteminbjes toaapen:
©anftonu bp öubbeiD iu ue bjeugb / met blijbfcbap gaat ' ijp maapm. 11 ©oe top/ bet ban oifi ©aber-erben/ fin breembe lanben moeften ftoetben/ ILag ouje moeb ter neoer:
Jüaar nuujp 'tjaetejaabwlanb betreötn/ ÏSomt W toebw». |
||||
Ghm
|
||||
Eerfte Deel. 0?
|
|||||||||
Chriftelyke Blydfchap.
|
|||||||||
Tpilpfillliilllïülli
JL <©t bjohjfelenen/ I©o?b bp gebjenen/
|IL^|gPll|i|iliill
iiiïBSBfiiSii
ttngtn/ Zün te geringe/ «ot JiJtt bermakent
pilISlilIlliliËg^l
't Eijn anb're ?aften / ©aar Ji)tt <©ee|t
|
|||||||||
==8PPH^=§:=
|
|||||||||
hier feeft me*e houb»
2 (Sot allen tijbe
Ce toefen olijbe / Ss bent upt ><3objS tnonb geüoo n»
1£pt hp uprtoenbig
©oo? 't oog elienbig:
't oDnbmirjaain (ir<jUen 30't hatt geen inben/
©uo? be boopnan't heeïlp ïoou« 3 Zijns batten oogen /
©au b'aatb getogen / Cn ten gentel opgetooerb/
%\v\\ en debatten tülbaas be fchatten I0an roeften motten/ |
|||||||||
JSeiw
|
|||||||||
pö Stichtelijke Rijmen
©erbetf en rotten
«Eentoelrifc on-aang?roert t 4 IBaaK op en ober
«©een bief/ geen eoober/ ttange itjb/ noct) fpüt/ nocö ntjb/
OBcjag of feratbt beeft / «Betnelb of macht beeft; ^oopt fean ontbientien / jjïoopt kan boen enben: Ealig bie 31500 betoltjb,
5 ©at 's bjeugö bie gronb beeft /
©ie batt en monb geeft ©jolijft benn-en fpjake (tof:
jIRibs in be 2©aiuen/
©ertiolgings gclben /
23enautotb«pbjj Klippen/
l^oub 3P be Uppen
^cabig bol bon «Bobes ïof-. 6 iBaat ^tbat/ üSaar ïjart ijs:
3Baar <©ab/ geen fmact is/ Jaaai be bolt' ban alle bjicugb t JBaar ©eugb/ toaar «Bob is/
3© aar <ffioös gebob is / <Cn hart en oo? lepb goo 't £b?tf«s buoj lepb/ ©aar '$ be «Bob berepfebte ©eugb* |
||||||||||||
Aanmerking des Doods.
ïiiÜltïpiÊliÉiÉill
|
||||||||||||
•'M
|
«Sttfebcn fierben / in $icb sriben / 31« te
|
|||||||||||
pllïlïlll^ililiilliilli
jien ais goeb; as/ be toijsöepb gaan be*
QSUJHt/
|
||||||||||||
EerfteDeel. 91
|
||||||
lalltiiillllliiul
|
||||||
beïben/ 3« een toijs gemoebt ïtpt epgen
aarb geeft boob i&epl noth luftS getoin*: pillllliiliiililliiil
ÏJaar flanb/ ban alles bloot/ Sneeftniet?alig#
plIIÉfii^ÊtlJIlili
in, Zp iS(ifebefeen't) I©eleen €nbe ban el*
|üi=iPii:ïj^iiip
ienb/ M*m geen ja--------lig eno.
2 l|ep! te bebben / han nret toejett
Zmttet bepls geniet. 3« 't «pt-toejig boobe toe3en
3©ie geniet baat pet i
%}n leben ïb be gronb iöait genietenis/
©ocl) baat noopt bepl uptftoub/ 3©aat geen loeten is.
3n ijepi of beplS fcbön
jiBoet ban luft of ban on-pijn aiDaan of Wtttn ;ijn.
3 %n be boob en is geen toeten:
(ma be totj?' onsjepb) •t ©oob-jtjn jelfs/ ban aufl te tjeeten/
gjs gtoot onbefcftepb.
©es menftben flaa» ('t is toaatj ©jaagt ben name me'e
©au iSufï/ en nochtans baat üceft geen toeten fte'e,
Mam
|
||||||
9$ Stichtelijke Rijmen
•ïfèaat boojgronb be re'en :
't&iayen toaat geen tnfï (<® nttn) 3©aae't gebeel alleem 4 ©olgben op ben ^laap geen toaften/
^ootoaat .êiaap geen Jta/ï: «ïiaaat nu tg 't natuur bermaften
«En begeetbe ïufï/
©m bat be menfcb/ acfïctftt «en berquiftttn le'en/
®SfiJ^5a ^«fötea merkt/ «te be «aap is been.
4!Waar bes boobes fïaat
®"Jan«S£ensenot w Iaat/ ©et ban öufï/is imaab,
5 «Eenen i|onb f?oo jepb be ï©ii«)
<©ienocl)is en leeft/ J3 ' ^s meet ban een ateeuto te p?ij?en/
©« geen leben beeft,
3E»en ©oob/bloot ingejten Zonber anbers meet/
Rag: noemen/ iijftt miflcbten/ |w*aat 's geen toöje leer,
5ük'£ joo na behangt/
WJr& b,,e '* Ö«« aan pet öangt
t 3©elfc bp noopt ontfarom « *É>tt •* tm i5jaar en naaate Jaï! .
*©te elft baten ftan,
3n fcbiet poet man/
©meere/naam/en lof t ©ebben na beboobi .
Bertt of bet boobe fïof
gets baat ban genoot:
ïttcbt als b?agt een tooo?b
i£Lmmtnao^ öen toi«& uan hoojb/
ifepl en bjengbe boo?t. * ' 7 t fis of „bet botte bothepb:
<©f / ftan 't niet gefcbte'n ©at een menfcb niet beel tn jotbepb/ ^^iet jon'betet jten; * ' Zoo moet'et xrjn/ om bat
©•onberganfe'Itfftbepb/
... J*«uuts begeert/te fcftjtt/ |
|||||
Z09
|
|||||
Eerde Deel. Qp
Zoo ïiaat glans betfpjepb /
3Bat be jaenfclj (fcboon blmb <©P bet pab toaa» ïangs m'baae bfnb) geif> jjaae fcöabuta minu |
|||||||||
Voor-fchaduwing van 't Ryk Chrilti.
Uytbieyding ovet Halm 45. en 110, Over Pfalm^;,;
l
gn tiatt ontbcmltt/ be geeft begint in
rap t'ontfp?ingen: 't gemoeb/ beb?«tt)t met bjeugb/ bjingt mp toat nieutogtejin - gen, ilHllüüiülliiüÜll
©ef&aafttoil&oben'töatt; be jrenne boben
i=ii!iiiiïiiiiiiü^
fpjaafc/ flCettoijl ik bit geötrbt ban
|
|||||||||
plillflilËiiill
|
|||||||||
mijnen Mo - ning maait.
a «0gp/
|
|||||||||
ioo Stichtelijke Rijmen.
2 <© gp/ bp toien geen menftö in fcboout' en liefges
getaUigbepb
(Sc bergehjken ts; tuiend tong/ booj baarbeballig* blipb
3&er menfehen harten trekt/ toaar bocj 't gebeurt Dat gp
«Soos ;egcn rpe gunft alttjb bebt op uto 3P: 3 3@d aan / kloeh-moebig igelb / gereeb tot ftoare
toegen/
30oeg aan uto' (ïerfte jp' ben ïtaningltjften ©egen. 't «Mukjp uto gelept treft been/ manhaftig ©ojfï/ 4En toon nto tae'erpattp een onbertjaagbe hoül, 4 iCtekbeen: en laat alttjb «Bereebtigbepb en toaar'
bepb
ïlto'Stongens toornen jijn t $oo Krijgt uto naam een fclaarbepb,
«En utee rerhterhanb / in 't fïrtjben oopt 500 koen / Slaitoonber/ omeub'om/ inbjeembe lanbenboen* s ©urf pemanb tegen uren fïrtjben stchberbeffen: jiQet nta' raak-rijft gekout 3ult gp Ijem't harte treffen: ©r trorje boltten ooit boen jmnen haren moeb / «En/ onber u gehjaebt/ boen ballenu te boet» 6 «Ecu fiijhtaiehsbajïcn troon geburigbliibeuftaan
jali
«Een rijt! bat nimmermeer berftoafcften nodj bergaan mi
SEs 't Stijn toaar ban bat gp be kroon en fcejitet bjaagt:
«Een rijft bat billp is/ en Daarom «5ob behaagt, 7 J&et b?eugöenjalf heeft «Bob utoaanfebnn ober»
goten/
«Enbooger u beminb ban al uto' met-genoten; «Dra bat gp boben «Boeb of eenig aarbftlje fthat/ «gelijk gp onrecht haat / het recht hebt lief gebab, 8 ©iejï is 't uto bolk eenb?eugb/ toannter gpafê
een Koning/
(«Ie boojfchtjn ftomt getre'en upt uto pboren tooning / «En een uptbtemfche lucht alom upt uto getoaab / 2J!S reuk ban WloëS enjlïpjrh'/ ten neus ingaat, s> ©ies is 't uto bolk een bjeugb en lufïig om aan* fchoutocn / ,
Jöanneermen/ achterbpbpbijne fïaat-jonkbjoutoen/
g|n 't b?aaf gejelfcfeap jiet beel ïïonings boebters gaan/
©ie met eerbiebigbepb u ten gebobe (taan,
10 ©e Koningin uto2Sjupb(toscns ijap?mct gou»
boojfiraalt is/ <$*«*
|
|||
Eerfte Deel. ioi
3KetenM bicrbaat goub bat ban «©pbirgebaaUig;
©ie Slaat ban goube gaat / en in al Ijaat gefmp* ©an fijnen goube blinfct) ftaat u ter recbter 5»'. ii lu 3tar gp <© Koningin / merk op en leen uto oo* 1V1 ren/ <&m met bebaarben 5in mijn reben aan te booten*
löergeet utos babets hups/ uta maagfcüap ban n» aan:
©e Koning moet alleen in uto gebarttfen ftaan. iz 4Bun bem alleen betoog/ geef bem alleen bïjm* nent goosalutoftboongebaam b«mnooben totuto minne «En trekken oog en bart« ÜMop/ iiemijsijemeet/ •ffinbupgbponberbenu ï?piS/ fep is uto Heer, 13 ü©e Koningin ban Z;o? /biegoub-entoatetrijk.B/
3©ien geen naburig ©o jft in macht en pjacht geltjb ig / gal u gefcbenfeen boen ban purper en ban goub t <©efchenken bie elk atbt en boog in toaatben boub* H ©e jlïlachtig' onber't bolk/ bie üm&] boojnie* manb toijken / <©ie gullen me'e boo? be'e baar neb'tig Ijart boen blijken, •JÜ&aarjie/ ©Koning/ 51e: uto üSjupb eens Koningg feintj/
%$ fcljoon / ja ober-fchoon / in al toat m'aan baar binb* 15 gehoon t.s tjaar lijf-tieraab; nocb fchoonbtr bare
ieben;
^og fcljoonber baar gemoeb/ tooonfteöebangoe'je* ben/
911 gaatje in baas goub / al $ijn be leben frtsê: Zaa ftboon is 't buprenft niet als toel' tintoenbig ig, 16 jfflitt kïeeb'ren bie be naalb beballiglijk öoo?-
btoaaib b«ft/
«En een geleesbe banb met 5ijb' en goub bemaalb beeft / 38 3'a'ngebaan/ bie nu/ wssSjupb en Koningin/ MttbatenSloff'reu lïeppgelepbtoojb totum. »7 <Cen bïnoetocikotns-roep /eenbjeugbelijkgemotn* mei/ €en bjooipbanb-geffag/ een aangenaam gebommel saerliutt alom belucht/ tertoijljp/ 3Clfsberbitjb/ Mtt Ijawn frboanen ftaat na ■& Koning» ijnps toe rijb is £ jj* op bat ti/ <D Maast I geen teeberltjfj bet*
langen a*a bte u naafi bejïaan / bet ban oopt mwgt bebangen / guit
|
||||
ioi Stichtelijke Rijmea.
S2ult gn/in plaats ban öaat/baaff ?ien ban nto'gefladjt/
't 3©ellt * t beele Stabcn tonb jal beunen tn snit mach t ♦
19 $>iet tuffchen jal uta lof niet ongemeten Wijben:
J&tjn tonge/ met tiaat taal; mijnpenne/ boojhaat
fcbjijben/
galu/ bantijbtottijb/ boojpebergmonb boen gaan/ «En tn elfó Sart / met bann / uta bengeniffe Jïaan. |
||||||||||||
Over Pfalm iio.
ii. |
||||||||||||
D|ÉIIiIllIfl=eÉiilIIII
|
||||||||||||
<&t& gwote taooiben l&alt afltaêtë
|
||||||||||||
»3®acl)t en €« / ©er. peeren grootfïe $ee» /
iigililiiülliiöll
tot 5iitte* Zomi mijn lees; 3©el aan/ ont»
ɧg^IÉ|Ö§i|tei˧il
fang be Sitoon: hom jit in Jüajeftept / 3tanmijne
Èg|^pliüi=ïÜISI
tecbteehanb ; aanbaaib mijns! &tjfcs: be*
|
||||||||||||
(ïo?t/
|
||||||||||||
Ecrfte Deel. 103
llllllllliiilp|=ii
fïojt / €tt als een boetebanfc ban
|
|||||||
=fc=
|
|||||||
=t=
|
|||||||
u betreben too?b»
i ïtpthabbp. jt&aar@! gp mijnheer/bes $eere*
Zoon/ ïtpt ^>ion baalt tot u be glorp ban uta Mroon t Uut ^>ton ;al btju v!Bob be macht ban uta gebieb ©oen tcphen hiaat be Eoun' ijaa? helb're firalen fcljfet; ©at gp bet bolk bebeerfeh t / en 't muptig hart 300 taint/ 5Sat elk ?icb toillig bupg / oprecht met a gejinb. 3 Jöanneet gp ban tocerom stilt bomen ban ben tocbt/
€n 't mannelijke jtoaatb bettoinning beeft getojocbt / gal -t bep?/ ban benb aan benb/ berctetltjfc in 't getoaab/ Ma u baat oppetbooft / in fcboonen placht en fïaat / ÜasBobs gebepligt J?ups eens-gangs be boeten fpoe'n/ €nu/ baat jètethrensiaab/ albaat haat offer boen. 4 ©aar (boo; •& «zSelufts toelacb/ berheben in be»
geeft)
H©o?b baat be bltjbe bag een lufïig gege feefï* ©cjs Hcmeljs felste bauta / b;oeg in ben bagetaab / ffianneetbegoube Zon noch bicijt bp b'iJaebe gaat/ 2ae$taemt het teete brupb met 300 beel bjopjes niet / «Beiijk men bicijt tot tt bet bolk toe bloetjen jiet t s Cce-bloeijen Jietban a©e|t/ toe-bloenen jiet ban
<©ofï/ ffian Zitpben en ban «föoojb/ als tot jijnS batten troofi; ©ol eete / bjces en bienfl» «En bit ijs 't noch niet al t «Bob beeft een eebgebaan: (Die noopt berbjekensal) ©at gp / bat gp / itnjn ïHeee / bat gp «B?oot-©2iefïer jijt / wis Melchifedechtoas/ «B?oot-p?iefler boo? altnb* « Hp bie bit jtooet/jal fteebs tet tecbtet banb u ftaatt;
<©<* mecnig ©toingelanb in jtjneu too?tt berflaan / «2n boen bet l^epbenfcö bolk jijn flrenge oozbeel Jien t «Ben b?eeffclnke (Tag ?al onbet baat gefcbien, : «En bie boog in gebieb / als «Boben stjn geflelt / Zal bp bebinben boen Jtjna fïetken arms gehwlb» 7 «Enalsbetijbnuponbatbitmoet Jöngebaan/
<a\ bp 300 gtooten jaak niet ttagelp aangaan: |
|||||||
104 Stichtelijke Rijmen.
jfiüaat / ató tm omietfrijjiftt en moebig (©ojtogö-heib /
(©ie jijnjs bpanbs fIagdo?b/bat nu balt tupmt ijetbelb/ ^nel-op be Ijielen is /' en 't lagcbenb stuft aanbat} ©ooj 't IjEftig na gejaag ten laalften afgemat / s ïtptb'een of b'anbtt beeft/ gebonben bpgebal/
©e hit ban ;tjnen bc?fï met l)aaft gaan leffchcn jal: 2JI5oa toil ooft be ï?cer / be üeer in 't flrijDen flrerft / «Beftoinbenbung3tjntnbtt 3oogïooten toerft, ©ses Ijp ooft / nabenfiag/ ban (laan en fttijben moe' / $|et tnumpbante Öooft heft na beftejtentoe» |
|||||||||||||||||||
Kaltijdings Zaligheyd.
IligËiiilülüplïilil
«EIaait/ ©aHebjoraen/ ©ré«Bobt)ier
|
|||||||||||||||||||
s*=
|
|||||||||||||||||||
illLJIIifiJlgiüJïllIl
fcöeïï» fcafttjb/ €n in heel bjufciS Iaat Ho*
IsÉiïÉflIiifiilIiili
men: Beef» in m» b?uft Jrértttjb, 3n jtoaw
liiiiiiüiigüiig^r
|
|||||||||||||||||||
ö—
8= |
|||||||||||||||||||
tegenljeben $|eeft be beugb ©e tneefré
|
|||||||||||||||||||
=*==*=*=
|
|||||||||||||||||||
gillliüeül
|
|||||||||||||||||||
fiof en ïiten =©an Deel bjeugb.
* 'tSüënrétuptftaatoftoown/ MS u <©obis iwnb ftomt flaan/
^aaat bat gp niet berloren Zoub met be ïBttelb gaan*
»t <© een booten btjb tot plage / tEelbebtng
%smI ftonbgpt'totlbjagen/ Zegening»
|
|||||||||||||||||||
i <£oW
|
|||||||||||||||||||
Eerüe Deel.
3 «Bobgtncht-roe'boet u toeten/
©at hp u nocb Ueminb /
<£n niet en heeft betgeten / JRaat noch houb boo?$nnKintu
<©een 33abet na benblepfche/ (©jaagt hpsuebt)
©ie/ atö 'tbenoob jalepfchen/ 't itinb niet tucht 'u
4 «Eenbleefctjcïtjke ©aber
ïjaflijb na fanta5P «Du bat Ijp 't fttnb ban quabet /
©ao?bjoegetucht/ bebjp:
JRaat <ffiob / biein geenjaftett «©ptgaatmig/
I©ii ons boo? tutljt ?oo maften / 5 Aanvechting haatt ou-merfeen;
Op-merken maant bequaam iffiot bengb en üeul'ge toetften;
Deugd, hp <0ob aangenaam»
«©mnafeiselttft/ both bcplig «Saan/ ïeetbbp
©ie toil bat pebes beplfg / SMS ï|P / ?P«
« ©eel joetsnatoepnig^alïe» 3©at noob / als 't 300 behoeft i
<©obS fcinb'ten hebben alle l^an besenftelfcgeujoeft*
Stiet «Bob ons jonber lijbtti iêtaagingum:
«Been (tof lsaat t banbetblnben/ «Ji&aar-banbjnk*
7 «©ntbeettraen biet hef gene ©at noopt fciub c5oös ontbeett t
Hicbt mijt men/ na/ met eenen gijn boogde Ziel-hegeett'+
Eoofchetue tucht of hinbet ^ooptboojbiel/
ft mu&ï hiaat bat <£Bob boo? Siinbet <©ngmethiel\
« ^©leefebsboojfijoebigeenseaen/ jpaat ïulfe niet als gp toacht /
€11 meelt ban We berktegett |
||||
Stichtelijke Rijmen.
©fe «Bob boo2 2&afferb acht*
3©ie op berganft'lpljeben 'tjfattmwbbeft't/
Schijnt niet genoeg te bjebeit 4Petl}et2Se(ï.
s> aplaautobaningeenfcafttjbingj 25eftt)elb of laaide niet*
^[Raaft ook geen fteuï in lijbing; gtmn joo als t «Bob u bieb*
©ent maat te totHen (teilen / tucht «Bob tntaab*
<£n toaat toe 't sonbig quellen / ©at niet baat i
io Sin repn geloof op SSatben Ulsbjeemb'lingheente gaan/
Sis hoog üp «Bob in toaaeben «En een groot toer!; gebaan:
©ie» is 't 3omb)tjt ban nooben / ©at «Bob baal/
«Jn 't hart al 3tjn bp-goben «Bants onthaal,
ii ©aas ja! 300 licht pet fcbupïen/ ©aar 3ich nodj 't bleefeh me'e flut /
«En 't bart booj ban berbupleii: ©ies tg be supb'eing nut*
%iti)t beeb'men 't oitftrupb Iterben / Zoomen't ;ag 5
CnHiefb'Homtboo? ftiefSberben 3Janben bag.
ij au* aarbfchetrooft moet heenen; (<©ua toebetlaat baarbfmatt)
«Bob tuil en moet allcene €en «Bob ?ijn in ulo hart.
©es menfchen troolt op 't Eicht'Ijjfe/ ('t Zp hoe Meen}
JBeerbbpjeniet/ San Ucbthjfs ©an «Bob f ebeen.
13 l@il «Bobuniets bier laten: 3©ee|ttaiUig enberepbt
©ebjoeff'nis beeft een mate / Jftaar niet be Enbifaambepb.
©olmaaitt moet haat bjeri, toejew «Bants enb'al/
|
||||
Eerfte Deel. 107
goo ;p ban «Bob bol pjejen
aBojOenjaï.
14 aojtisbept}nen't?u£öten/ (l©ant'tienen jelfg isfeo?t)
«Sigaar lang en 50M be bjucbte ®ie ons öaat boo* getoo?b\
25etreurt ban bier geen iCeeuten* ^al'tnjtlstjn:
*t «Bebulb moet 500 lang bnwn / Stlsbepijn*
|
|||||
Van Volmaakte Regcering.
TApiliiïiïïilIPliil
LJ aai toojb geteben-ssift/boebanig' heetfehay»
pl^|ii|tlilillPI=l
f VVl ©olmaakt te achten ;p* ©et»
[ piiülilülül^ilïllH
Beeft, IDant biet op aatb taojb niet bol'
plï=Ëi|ilillilililü
maantiS gebon - ben. ©j onbolmaaHthepb
jelf betftnietbalraaaHtsitnfcaat; «Snfchoon bet pet in toaat / <©f in geb»;en non / 't en bleef niet |
|||||
leS Stichtelijke Rijmen-
iiuiiüpgaifiifiiiii
|
||||||||
ongefchon - beiu ïfeeft een allee» ben toont;
|
||||||||
mmmm
lirytraaakr W't Ijeel tpranfcö: S^oouptbe
ililillliilllllli
|
||||||||
grootlï' ban 't lanb becl boofbctt aan bet roer
tëmZijuy tengibaafï h«jst men ban boo? een/beel .
t©to!nselanbif:gj>rt S'ottten&ürbt jal 't lanb gefrabts
pÜIlIM^illIiflii
i« rumoer sjju» ^tamt'^MtUtojalienüpbs
p:3ï|ïEE|r::g|g|rE|E|p|L:|ï:| meenrgt': ^oe grooter Joop / ïlaequabesitoop. .
élk loopt jtjn ïoop, €!h tracht en jatbt na 't jjjitf Jftot meer/ boe min bereenigt,
2 ©ffchcott utópi», 'tberbieljtej^ersenjS lanb
©jj aarben jicö al banb: J&ocb uiaar 't bet ban bolmaaht' en rnlïelpe toiisl)ei>b: Ü a 't öooft 3omtoijIen tnel / 300 fcbojt Ijet aan be a«'«n; s0fioii hetlgfnaWot/ ^00
|
||||||||
Eerde Deel. 109
^00 bolgt licljt't i^ooft eenpaü batjoigelp enmis
iepÖ,
©e biaepltjk' en beo?'t ocffonsienelijlietail
©oet menfcbeii beerfchappp fïeets cnboimaaStbcpt
boutoen /
«Sn ?ct her biugen lïanb ftaag op een laffe fpil- <©P onbaft fonbament tan ntetnant oapt bafï bouteen, 3©ien;5 / toaat/ enhoeDeheetfthapppis</ aftopt njojb'et toet 39ooj 't ijatt gejet, t©at ia t belet'. €>nmachtin fttacrjtentotet/ bieallemenfcben opis, 3 ©olmaafete JBonatcbp en onbefpjoften ïttoon $)teft J e s u s ««Pobeia Zoon, % beetfebt in jijn gemeenr/en beetfcht alleen bolftoment ©aar i.s be (©nberbaait getoilltg onbeebaan; ©ie niet en roti/ mag gaan:
©aatboetmenniemanbttoangom onbet'tjoït te Sa* ^ mm, 3&aat beeft in b'<©betheet nua- toil of Iuft geen plaats:
^ies nimraerraeet notlj 't ïjoofö noelj 't Ittebaam öoeft tetoeeiett
Of ïitoon of J>taat;s betöetf, €n toil een %tb eet mtaaos /
&at moet bamiuaab af (laan/ af't Kan geenltfb meet _ toejen, ©aar Jtct be fecerfebex in be batten:
©te ittlb bptnaat ©an boen en laat/ ©angoebban quaabi ©ie lepb / betepb/ bewaatb/ en toaarfeboutob W boo| fmarten* * Kom onbetnoegbe inenfeb bte gaatn toaatt in een ïïuk ©aatm' / beet bolinaatttelp
Seljsetftbt/mogt fonbet fcl^osmtban tamp en entuft le« ben:
$iet moet gP3ijn;boch 300/ batgp(hoeon-boimaaW) Eoo't onboimaaSt noopt laatst/
gat g'onbes 3ijnen toom u niet joub baillen geben: ©at gp ('t 5p uite 't ook is bie 't toet in ijanben beeft) Zijn eet niet geben souö / of niet 3onb taiilen booten 31n alles toaat 3ijn toet geen ?onb bebel en geeft, ©ie J&agljts geuoö betaebt/bergabett 5ig€>obs tooren. fèet i.s een plitbt ban b'obethooge £ 4 €W».
|
||||
Ho Stichtelijke Rijmen
«Cftjffïusïboogbp:
©at elk / mie 't $n / <©'aarfc!)' heetrchajjpp SU (ïil / met toil / en niet npt b?ee# boe? fïraf gebooge. |
||||||||
Ondoodelijke Dood.
GilïilflliiiiiÜiii
|
||||||||
€!j|ü be ^alamanb'r in 't buur San
jtoeben (Zoo 't tnaar f^r bat men fe&nft) «En noch in taejen uljjft/ Zvo oofc be |llililll||lflf||illiill
menfcljieri epnbin:<lSobaebIebeu/Al is fay
dood, heeft in ben boob noch Ie-ben o! hoog-gelukkig fterven! Iji.doods verderf, het
leven niet te derven.
a 3(11 ig hn booo / nochtans $oo leeft hg <£obe /
©ie stjnen geeft betoaarb / <®m roe'er te jjjn gepaarb 3fiaet 'jS Sticbaams hups: niet bit gering en fhoobe/ ^paaar een bolmaafit / gelijk «Bob» Sf emel-boben, O.' hoog gelukkig fterven! In doods veidlsif,, het leven niet te derven» _"- * *t3L*
|
||||||||
Ecrfte Deel-" iri
j 'tüödüob/ 'tiS(Sob/ öiebaff öeeftboojgemiraen -
Ce rebben upt betberf: Cot eentoig lebens erf %\ bie boa; ©eugb baar epgentoil betoomen / €nln't<ffi>eloofbolfranbig/ totbemftamen, O'! hoog-gelukkig fterven!
In doods verderf, het leven niet te derven. + 'r %»<&ob / bien 't neopt aan macht en San ontbje*
Hen; 3©ienjï toeten baften toig/ J©ien^ toil onbupglp tjaf* 't ©een in? boomeemt/ baar raaclj men ?oo ban fpjeften /1 SUIS of 't (fclioon bet) inbaa& altaaar gebltüen», O ! hoog-gelukkig fterven 1 In doods verderf,. het leven niet te derven. 5 <©3oetc©oob! geen ©oob met recht te öeiten 4ifèaar flaap en «rbepbia ruft: 3©antopubolgt eenlitft €n (na een ko?t / ofbpna geen / ©ergeten) <£enlBeber-benhen;elf6-gentetig Jtdeten» O '. hoog-gelukkig fterveu! In doods verderf, het leven niet te derven; « ©oo? 't lang geflaap en butf men niet beblttft Jtjn:, Sin ttjb i& 't bat m'pct Itja» ©•upttBejig' beeft geen Ctjb: fOfi 't beerlijK lijf bereenb jal met ben «Beeft jijn Stal alle ttjb maar een oog-bliJt getneeft jijn. O ! hoog-gelukkig fterven! In doods verderf, het leven niet te derven. |
|||||
Vreugde en Rouwi
Ih 't affterven der Rechtvaardigen. Voor A. G. over den dood van haar lieve.
Echt-genoot. J. E. G. |
|||||
iis Stichtelijke Rijmen
ilüllillllli^liillii
toe schart-jnjnt/ en$e)meribi Haatlsaarhepb
iiüüglllllliliiillil
|
||||||
eens recht isen--------ren: ©ie aoijaaft heeft ban
bjeugb/ betoont onbankhaarhepb boe? treuren»
s 4ÏMjnijtan.' mijntoaarbe heïft/ is heen/
en ift alleen, ailleen i ach neen! «Bob en sturtoen ©etoeten ©oen allebjuft en eensaamhepb boojhaar b?$n&er« seten. t Jftaijtt Hief isbeen: maar't meeftsjeüefb/ 3©aar boa? nitjn jtele uias gerieft / i^eeft by nu? nagelaten: Sijit Eeer en ©oojbeelb oj> üct pab ban 'S ILehenS recljte. (iraten» ■* Zijn lout'ïeöeng&ffrelitmpeenfpoo?/ <0m met Ijenibswr be?elbe©aoj ïiioeftmoebis in te bjingen / *» 't <öobbe!ijfie eer-gejang in <23oSes J>tab te Jin* gen. * «ömmetnem boo? 's stamstbjooitteftaan 4$et tuitte ftleeb'rcn aanoebaan/ BerheeriijSu onberberfirjit / SJerïofï ban pijn/ bertmïb met bjcagb/ en (ais <Ê>ob 5e!fs)onfteifüjin 6 S?ettijbeltffeeflinbö«®rib;
©et (jutjteitjKe ben ifc mitjt: Etjn lichaam/ 'ttoeik/bauaarbe/
Cer aarben moe(t/ tjsm beraarb; be «Seefï/ bp^Bob intoaarbe» 7 25p<öob: bie hem ter ajaligltepb
§3itoaarb / ro heeft ee« ï§f öercpb/' |
||||||
Eerde Deel. I13
©at (aljS 'i 2Sa5upit gaat klinken)
Hu alto eeuwen eenüiiggenb gelijh be ^ott $al blin* hen. s <&! «Bobbelijk SClwtjs beftiet! Eoubybaatgcen/ bnmoefï banljtes; 2ou Ijp §t)ii epgen etben / €n jten't geWeufcgte ©abeïtanb/ get tojecmbeinoclt bpbeïbnw s ,$tu geeft op Ijcm be mjb geen ktacgt; 5flu is W "Pt iftwamten ntatljt; jjiu is Ijp Weg getogen. (©aat niemanb yem bet3eeten kan) tipt aller oogen 00? gen. I o $m kreukt gem gten boosbepb / Ijoe boos;
ij|iu is 't geWeïb gewelbeloos;
giu inoet be gaat jiju flralen / ï?oc fietü gefegoten / kt-acgreloos in '$ gaters gart sten balen. II Eijn kamp beeft gp kloek uptgtkamt;
«Begojb / getoapenb / wtjs-gelamot / <©P fcgilbwachi / losbansonbeii/
In welboen / bol ban alle oeugb geeft Ijem jijn <©ob ge» bonösn. 12 30attoaau mijn boojbet tremenban i
SLiefb' tot mp jelfjï / niet tot mijn ^i&an», 't Etljijnt ftljte» geluks bengben /
8n suiker l^elben jaal'sen boob uieternftig teberbüii ben. 13 jföYaar toecnen ban benogen mijn/
Eoo moeten 't b?eugbe-tranen stjin _ <©fjal'tupt bzoefbepbfpjupien;
«©oo?mebeboogenmetbei©ert'b/ moet Ui ban tranen upten, 14 ©etoerelb/ bieboo? sulken Sidjt
!In 't blinb berjïanb kon jijn gesicgt / ©m/ ban'tgenaaïlijkbolen
«t* tnggetogeu / 5ig met erniï ttgtben in «Sobg £ttg<$«- lc. 1s flte genen op bes Itbeng baan/ <©m 't eeuwigebetgaan t'ontgaatH 3ltt)! boo2 een €t)Ji1ïen gatte ÜS 'g jaenfegen sonbe 'ttoaarbig ftof / en centgftof toa»fm«w«* |
||||
ïi4 Stichtelijke Rijmen,
w staag.' hptótoeg: befnoobeaatb
«Bnmasbie ,§on niet langer tóaarb» «B! bioebebupfïenüfien/ $oe?eer berbiftt tito' bonftergepb / nu gp iülh %\tl)t Jttït miffem 17 ^ttaijn «3ob bie Ment en bupfïer ftftcjM / «Begeben en genomen hebt / ©ergaberb en gefchepben j «Belooft / gelooft 5P nttie naam in aller eeutoigg epben», is «Bnnbatbetroofïmgöanumtaoojb JKeer ban natuurjs trek jp geboojb; «En / atö bmit 't ga« homt Wemmen / SSltgb beware rebengltracgtinrap mach boüeit ftoem* mem ïp EaatmputoSiBeedeSbulpebp* ^fe mp in bmft een bolüierft^p: «Been murmnreerig Wagen/ ^iaaar tailleloose lijbsaamgepb ten u alleen behagen, 20 «Beefbatikmpubbergeef/ «Sn gant» na utoen toille leef/ «Bmtoaarip te genteten/ ©aar nu be krachten ban mgnjiel haar fïralen heenen' fcbteten. |
|||||
Dood-Trooft.
Twee-fpraakvoor A. R. overde aflijvigheyd vanzijn-
lieve Zoon J. A. Menfchelijke Weemoedigheid,
■^pillEgillliiiiiilll
JlN'. il treurt/.rag'njtel in bejenb^oebenflanb/
#!fatöetooöiiJan«njpi>tswari)inx?Bttb!3@at
'.f iaat |
|||||
Eerife'Sfcel. nj
laat g& mu meet ban gebacütentë / ®ie in ben
|
||||||||||||
geeft een nefï ban fmerten të*
WyshejA, Radhg.
|
||||||||||||
H
|
iiütiisiiii^ir^
Eefc dan de Dood zo veel rampzaligheyd ï z
|
|||||||||||
Dat eens moet zyn, mag dat^oo zynbefchreyd i
|
||||||||||||
lliÊiï||Éifep||ppp|É|lpp^:
fefterven, iseenalgemeyne Wet, VanGod (die
p^liiülilIifelSf^li
nooyt; yet quaads en doet) gezet.
M.w. 2 <©ntecöttoaarb?uftyöaböP$«nwc&ttoaar»
om* »< ©e (ïut en (taf Dan mijnen «©ubetbom s
©e lu(t en tuft taan mi)n gnMepb / is tjeen: ©ie Deel betlieft / jrjn ttanen tjehijen teen, W. R. Wat heeft de Menfch waarop hy vaft mag ftaan 5 41
Dat fterff'lijk komt, moetfterfF'lijk henen gaan. Vergeefs bezucht men' t gaan van 'r noodig pad. Eu beter* nooyt, dan al te lief gehad. M.w. 3 anue fcranft ijs a&e'en/ baat öjoefijepb 'tftatt'
bottjWieft!: j, Hbobtoenbelp MgtltiefbeJt geen jp liefb»
§|Me maakt jicö 100/baat hem natuut maaftt haft i S©8W 't ijWwtj bjoob / t'öntfi^ww niet en paft; SP'7; WtR.B.e'eOi
|
||||||||||||
ijó Stichtelijke Rijmen.
\V. R» Re'en weegt de zaak zooz'is, nietzoozefchijnt.S
't Onrecht duurd liefd' als liefdes ftof verdwijnt. En die van 't geen elk treft, zich rekent vry. Zi/'n grond is zot of vol van hoovaardy. M, w.4 28cl)! toaat öie uiocm niet al te bjoeg gepluftt.' y
SflcJ); Uiaat tip niet omnbig toeg gernfit! 'tiSetliesismm/ toanneer/ boo?'t bol geniet/ 't i|art frhemes-re'en ban mtnöer bjoeföejiö jiet, W.R. Of vroeg of laat, ómenfen, wat leyt'er aan. I
Als doch dewegin'teynd moet zijn gegaan i En als de ziel den ft cun miftvan haar ruft, 't Genietsgedenk ontfteekt, maar ftopt geen luft. M.w. 5. j^Dcfjtang t$ 't joet/'t joet jjebiien al? men Ran.s>
Jüaar toeg is toeg / boob ij» geen tjaoy meet ban. ftae langer bjeugb upt 't bp 3jjn i$ geyjoeft / J}oe meerber re'en ban min te 3ijn ueb?oeft« W.R. 't Zy'tLievedy, 'tzygy het Lievelaat. 10
Liefs miflén fmert als 't hart niet is verzaad,
Geen ware vreugd, daninfteedsbly tezijn- End'lijk vermaak end nimmer zonder pijn. M.w. 6,3tcö • bab Ijp boeb/inbien niet heelbolïeeft/ n
tëTen minften niet boo? jnlften öoob gcfneeft! t aidj! ■ toaar lip niet herjlonöen ban be Zee! ©ooö U>e5en/ïiaarb;booDs toin' berftaaart het toee. W.R.'tZyhoe, 't zy waar, demen(chz.ijnleevenend. ia
Het Hoe of Waar, en geeft heylnochellend, DeDoodisgoedofquaad , tot aller tijd, Na dat hy goedofqiiaad is , dieze lijd: M.w. 7tgn)ttjtm»i0 töart/ mbjoeben fchipbjeuïtj*
noob. • is /STe frerbeu een getaetöelyiten boob:
"ffiejcm&cjs lijfs bat pab te moeten tre'en* ©oob ?ijn i$? g'lijfc/boobs toeg (helaas Jjbetfcöe'en/ W.R. Een die van ziekt op zijnen leger quijnd, i4-
Door angft en q uaal aan geeft en lijf gepijnd,
Lijd meel danhy, dieoveryligtwerd: Dekortft'(als't nood) is ver de befte fmert. M. W, s ^elaas.'tijS 3oetboo?bfebe repsneemt aan/u
©at toijf en mnb' ronbsom het siefc-ueb (taan i Mast bat men lïerft/ berafbanbjienö en maag/ gftibien'tgeent.sV tenminfïen't frhijnt een plaag» W,R. Alditenmeer(hoefchijn-zoet, ftaay enweli) i»
Ja 's Wijzen oog en, i*.]t «wat poppen-fpel. |
|||
Ecrfte Deel. 117
Hy acht geen ding, of't doet zijn Ziele fta'.
En waar men is, men isGodevenna. M.W.9 Nochtans 't ijs beel/bat pemanb/op het heb/ rr
®t)0 beeft / maat in bp op 5ijn 5UI ftanb let* ©ieb'urejiet/ maakt jïaatt en onbejraft l©o?b op het ffuk beel bepltget gepaft. W.R. De rechte tijd van boete, dien God geeft, lt
Is yder ftip van 't leven daat m'in leeft.
Die dien verzuymd , heeft al te lang gebeyd, Nooyt vand de Dood dan vtomea onbereyd. M. \v 1 o ©e «ben binb: nochtans (boe kotnret bp} 19
©es tebens kracht boet inepnig Kracht in rap* •©fis banb?uk beb?ukthepbs mebicijn i <gn pijnlijk jhn / berlictjtlng ban be ptjn i W.B.. Die reden hoort, en niet na reden doet, 80
Of vatzeniet, of heeft eendwaas gemoed.
Daar druk druk weerd, ftaat zottighey dt te pronk: Die brand vermijd, blufcht ook die minfte vonk. M.\v. 11 j^eïaaS;! natuue/ jjoe 3eer raenj' ook rattu
boub! it ^cpgt innerlijk en trekt al toe'er na't oub:
't Ep bat ;ictj 't hart in jtjn toetkbepb hebaagt / <®f lange toaau ber jielen flewrt bjaagb* W,P,, Quaads hulp leydfteeds in Reden nietalleen: n
Daar reden,ftuyt, begint men doorgebe'en. Heeft lange droogt'het vat tezeervetftaaft. VytdAdet zelfs, wotdrn'aldermildft gelaafc. |
||||||
Niet nieuws onder de Zonne.
3Ht is 't/onbernoegbe raenfch/©at uto taenfcü &tabig na toat viïmW Bomt t>$ben > ipan te
geel*
|
||||||
ii S ___ Stichtelijke Rijmen'
geele SBmtib hooi/ stooptje booj: 't f g be ï©eerlb/ en 't jat je blijben»
a 't<ffi>eenmentegentooo?bigsiet/
ÜS geftgieb s
't «Been be tijt» giet na ?al bjengen / Slsofnu/ofalgetoeefif <©P een leeft
^rtjoepen alle aarbfcye bingeit. 3 2Souüien/ bjeken/ Krijgen/ flaan/ ©oo'n/ ne^raa'n/ gatgten/ tracgten/ joefeen/ tojoeten/ , 3©at men Ijoojb / beleefb / aanfegoutat / 't gijs al 't <©u&
©at op aatti' ons ?al ontmoeten» 4. Jlteutoemenfcben boebenbaatb Jbtcebsbeaarb/ ^ISVaar geen niento begeert* nocï) gaften, 'tUêagaï0'tï0l en'tig als't toas?? ©'oubenpas ^ouben al bes 3©erelb£ ?ahen» s ©•epgentneg/ bieCpmsttab/ 3©a»ooft 'tpab 30an ben grooten Slleranber: ©aar na ging gent ötsjar in: C^jarsjin %$ nu meber in een anber. 6 ©nsaanfcgontm'inallebing:
DBifleling B9an begeert' en sirate-imnben.
#11jnn$' giet; een anber iaat <©p een aar; j^nbïJbeejS/ banbpbielupöen» 7 ©atm't<©joot'eer(l tggefpeurt/
't Eelbe beurt j^aberganb in't ïtlepn'en itage?:
SJerbpftHhüst.entwt'eel/ |
||||
Eerfte Deel. 119
©aatgeljeel;
.fïugeftabig/ ban bpWagen: 8 fetee/ boo? liftigbepbeniumfï;
©aat/ boo? gunft: jjhi/ mttbneifpoeb; ban onfpoebist
J^fcc / mee tnoevt' en toebet-ütft / ©aar/ met tuft: a^umetbjeeje/ ban/ Moeltmoebig» 9 ^00 lang menden ntenfcbenjtjn/
galb'etmjn/ j&/ gebaat/ enonluftbaejcn»
^>oefc 09 aiatb geen pataoys / ZiJtgutoM. _ &ec'g utahattnan Joop' en bjeeje* 10 'g3@e«elb$!)e(lenongebal
Ie een bal/ ©aas mt'e b'aatfcfte tuften fóeeten /
Cnne'etbalt/ na b'<©ppet-beet 't/èatbtof'tïert «Stobet menftben tot! betbeeunu |
|||||
Stich--
|
|||||
ÏIO
|
|||||||||||
STICHTELYKE
|
|||||||||||
R Y M E N-
Tweede Deel.
Noodige Koften- bezinning pllliilïliSli
aejjcötwöooget £d)ole
iüliiiiiügi
geeft/ ©aar <£b?iffu£
pffliiillÉ-lilÉljlÉil
ft ISoojb ben Scepter jj«ft/ «En aller menden
booi -tbetubenban «Bob^jaa-tn/ ,#a b'onbeï* iliiiilllli^llliillliili
gaitft'ipftcpb te gaan: Matt jien bat i)p 3>t&
p^iiiiLaiiiiiiiip
toelbejin/ dEeeijp 500 grootento erft begin*
|
|||||||||||
2 ssebmbtng fcbeelt ban monb gejeg/
«Boeb toeïft berepfcht goeb obetfeg / |
|||||||||||
m
|
|||||||||||
Tweede Deel. J2,i
ÜS oberlepb 3nn (luk niet recht /
©te l)oo? ben aantref ban 't geuecbt jjtietneoetjit/ enoberbenftt
©at bepjireacUt bp te belbe brengt / <£n bat bp met tien bupjenb man
<&>em ttoeemaal tienbtiflaan en ban» 3 ©ieiCoten-boutoens isgfjinb/
(6n niet / eet bp 't jich onbettoinb / jaaakt «Kening enobetfïag /
€>f fep ook 't torn* botboeren mag / JRaar moet nor!) enb'ltng ongebaan
't «Bcbouto ten ftatbtn laten (laan; Erin boen is onbebatijt en jot /
«En bp be fchabe Krijgt bp fjmt. 4 ©e toeg ie fmal / be noo?t ia' eng*
©es jlBeefttrs eerfte Ie» lupb flreng: ©criaat/ berjaakt/ trekt batten af
39an ai toar ïötriö oopt geeft of gaf/ San al toat lief is on bei aarb t
«Biejoo niet komt/ is mijns niet toaarbs ©ie 500 niet komt/ is onbtquaam/
Cn iw'b niet waatb eens %ta itogs naam» 5 aeattoiibitfeberofbocb ttoutceJPoe-ïbi
«©fftraks te rug/ of maniok boojt: «, <©fal/ ofmetuutalbeftaan*
«©ftpaaöjennet/ of niet gegaan / ïïliai niet is u ben berg tt boog:
d&frof hettoit/ ofquijt ben boog* <©eflühte beugb en gelb'ic niet /
©aar «Bob bolitomen toerk gebieb, 6 get is toat groots bat gp begint.
Het is toat hoogs bat gp bemmb« ©e toegen ban be ^emel-reps
Zw stoate toegen booj het blepfcft, SiloeK is be menfcb en e'tl ban moebf
©ie oüer|lag ban Koften boet / «Bnebentoel noch niet enfcbjifer,
't J©erk lukt na 3*tÖ oe menfcbe fcbilnv |
|||||
Wiffe
|
|||||
ïia Stichtelijke Rijmen.
Wiflèti Ingang'in 't Rijk Gods.
£~i St gn in angfï en fehjomen (®oo? tunjffel
plillïiifïfilÉiliiii
en ontaighepb/ <©f u ula gang "«* ">ijï-
.___ïepö} <©nt in 45obs rijft te ka - men:
* «0m niet meet ;oa te uebtif
3&oo?ttoiJffel-i»etig tnetth/ SSoo binb u met ©«• ugb» keten 3tai <®eb en 't eeutoig letoeit* j 't «Beloof/ batin'tgemoebijï/ s&aat moet jitlj beiieb op paten/ «Ett luft om boojt te baten Sin al tnat recht en goeo tö« 4 29»beusbmjïepreötgoe*Kennis/ ©m/ |t«kboo?ftuk/ <©eugbs tuegen/ ffl,i 5ien en 't nbettoegen / ®ot bafle beugbs getoennisr. i ©e kennis macb niet lebig gitt'sjBenfdjen tjesffen leggen / «©fineenpbeljeggen. «Boe' Jümttis maakt goeb-jebig, 6 >B<? moet be maat boen tarnen /
©m noopt in geene toetken (Ut tteben upt be petken
3©an 't Cft|t|telijh betamen» 7 Igiet moetsp't niet oplaten/
J&aar jonbet mojttg klagen l@erbolg en ktups boen bjagen / «Enfiellen't ijatt gelaten.
|
||||||||
s 'toBelaten'baw/nietboffig
(£oa toepnig ais itcetflacbtig) |
||||||||
Mottl
|
||||||||
Tweede Deel. ia|
Jfèoet / bietig en aanbac^tig /
fin «ffio&g-plicftt noopt gijn fïofffs» 9 'tï|attuto©0t<opgetogen/ «Jft&oet 28?oeberlijfce minne jfUet flupten wpt be jinnen / Jlflaat ftaa'g baat na boen pogen» i o 't üatt Cijjift'lp bjoebet-liebiB / jfóioet in bat perft niet ftupten / jHaaat lief b' aan billen upten / «En tae?cn elk getubig* ii Zgnbeïeepgenfebappen Inutogeplaatft/ «©menfctjet 3©atboeftgpmeette toenfcbeni «Bp Sijt o» 'S ïfemels Kappen* 12. uBofbg'Otet baH leeg betoonbetu Zoo ftoietb gp ais een blinbe / ©ie ft ab noctj pab ttan binben / jjloopt tepn ban b'oube jonben. ■ ' i ■------
Chriftelijke Onzondigheyd.
|
||||||
ïjooten / «Boe je'en bttlMtn» Ban tinte mta'e
piïiöli^llilliii^
bingen moet (na't inoojbaloub inb'ooten
j|—---------1—-------— |-_3e——ü£S— I————T-.i. ■
't SSefijtjn bethoteu JÜepnt <©uaab/ ge*
toaa* of tamp / joo is 't toaatacja
tȕt
|
||||||
124 Stichtelijke Rijmen.
iiiIlllÊf=IigÉIÖi?Ë|
|
||||||||
tig: .ïKaatinbienonbeugb of jonb;
©e f&euüs i# ongegtotib «Sn leugenachtig,
2 gnïonben balt geen keut; betiniaab en heeft geen
mate;
ïtec&tiisbsug&s' flttate.
©ie toei baat o]> tott gaan / «toet alle Jonbc laten / €nftaöigijaten.
3n sono'itjlstjepti betftbillen quabe baben: 3©aatis'ti ennotötangkan 'tfcbeel (Hoetoepnigof boebeel)
't oBuaab niet outquabetu
3 dBeentoeie-tttjbig-fniaab/ boekïepn/of'tkanoniï
fïupten.
«En »an <ffiob ffoptetu ©ie 't bonnijï tjeeft / raoet bent: bie bupten ijs / i0 bW> ten» 't iêliin raoet iwnwyteiu M>m noti) be lïtietlit (boe biei minj (lagen lijben / ©ie buo? (lofT onfc'uub mijStteeb: &e min kan/ bie Maat toeet/ ^>i)n fïtafp ontglijben» 4 «Betjoojfaanujepb tg't geen bat «Bob* «tong teel*
b?agen/
J&eefïkan beöagen* ©obteii besraenfeljen batts niet somtifbs' enbpbla» gen/ JBaatall'ottjSbagens , jtUetbalf/maattieei. jBicbauboo? $onb(boe ftleenej
tjfgobeerb en ban 't «5oeb blteb / ©ie kan in bjeugbeniet ^UJUtüBobbeteenen» |
||||||||
Om'
|
||||||||
Tweede Deel. lij
Omkeering der Harts-bcwcgingen.
piÉ|?ÉfÉfgIl=il|
ïyjL <©erra' in alles 5icb bersaften (Zevt 's blecfrtS
re'en) goo moet 3ttb be menfcb heel mafeen / fóotecnlieen/ Coteenftoit/ Cot een blo!;/ illllliilllllEilil^
©te geen gttooel en beeft/ <£nals boob leeft»
2 <j3iof/ onrebelpe Öeben/
«Stof mi(i gp» Cocbten en beroeïlpbebea
23ltjben bp <!E>een begeert* Mop getneert; «Been ingefebaoen lufl 25itjft ongebluft» 3 Stieben/ baten/ bopen/ bjeeje»/
^taat betnbjp: <Ccr en febat graag mach, bp toesert;
g&?oefenblp. iCoojn/ en tojaaft/ Hufi/ bermaafs/ 311 goeb / als 't is getoeno £M 't recht» enb* 4 Hieben/ mag en moet h» fïabfgj
■Mftaar jijn «Boü; «b?t(ius sönen Heet toeJbabia;
©engbs gebob* |
||||
ÏZ6 Stichtelijke Rijmen
©gbjaagtibaatt
jBaattotquaati/
«Sb toat boo? $on&'lijfcli«p&
iCet ooubtoaatb iepö*
5 SJji ijaopt ï tnaatop'KÊnbesbetfïp
è«Bmtotg <©oeb 5
pbjeeflt: maat 8?embieontïeïffujIt ï©ojbenboet* fe»5oehtecr: iftaac (santé beet =Dan baaebftbe afgefcbe'en) 25p <SBoh alleen» « ^P5ocktfti)at£ maat noopt gebonben
<©Pbetaatij. lpbet«uït: tttaat'gmenftl)CR3ottbtn/ (®c«utcn? toaato* JHpigtyoo: üaaaïalsoo/ ®at 09 al toat beegaat gijn üjeugb niet fïaat* 7 flüoojn en tojaafc mag Ijptoel plegen/
3lt&aa« aanstel»/ SBsÈJijn boet ijs ban «BobjS toegen Sfaangig* igpsoefetlufï/ aSeelb'/ en ruit: jRaaa»- jultte öiebchttjft; «En bafï opblijft* s ïiojts geenljaïtgtotljtofbegecw»
Sterft of mpmt/ jaaat too?b boo? liet omme feeeren £lect>t8igeftbuprat/ 4En'tgejici)t Jslccijts geeitöt ®aat'tljeenenboo?ti en moet: ©an 't qnaab na 't goeb* 9 ©itomfteewn noemt <tfSob£ teben (ïEenentDoob Dan&elufïcnb'aaïbfcye leben: JBant Jjetïgtoot SlS'tgetoelb/ ®at öe ï|elb 3&te jicl) öiec toe toil fpoe'n |
||||
Tweede Deel. 127
3n't eetflt moet boen.
:o€« oetooont en toaan tet begen
^ijnupt'thaw/ ^tlitj"en Ijeraöe ntcutoebttsjen 39oI ban fmatt: jlKaatin'tgaan ©andBobiepa'en/ I® inb ijp bes ©eügbts loop gott boben tjoop\ |
||||||||||||
■Qua'e Toeverlaats Bedrog.
|
||||||||||||
w
|
||||||||||||
piiiiifiiiiüiiliis^i
beeljijn lebentoe/ 31» «Bobg-bfenfï-jejï
:iiïij|iii!iii^iiiifÉl
nietgeboon/ €n/ bet ba»'t beft/ €p--gent
iii-llfilliiliiiillliil
5*Cy nOttJ ouCs-iöuii« <fc?iE u Ejpccjj mee y&tjw
|
||||||||||||
bjoeb öet ne|ï*
z l|oe Ijoub menig jjtb 300 ftetit
lari3ij!t ^acbtmaal/ t©onp/ en Steelt/ ©te jtcg nochrans als een fbjijn» fjn toellufï mtft/
«En nocg beugb geeft/ nocö beugBS fchjjni ©it b'epetjï niet geeft/ b|oeö get neflt, 43 3 ©aai*
|
||||||||||||
U8 Stichtelijke Rijmen.
3 Jföaaïom pbett menig man
(«Ensietbeutitoclj benfteta'n) ©oo? Üeligijs jupbetbepb:
©aar onbeugbs peft
©icbt nochtans aan 't hatt bent lepb i ©ie b-epees niet beeft / bjoeb bet nefï. 4 J£oe is menig 300 te bje'en/
©at bp mepnb bp SP 't alïeen / 38IS 't fciecb itoojö nocb boojb en beeft;
©aatnv in be refï %\# be fcbalfee taetelb ïeefti
©ie b'epets niet beeft / bjoeb bet nefï. j J£oe is meentg 500 betjaab /
©at tip jelben betbet gaat / 3MS maar ban bc goebe waii
{Eoo bao? als lefi) gs at jijnen teem en fo?aaft i
©ie b'epetjs niet Ijeeft / bjoeb Ijet nefï» 6 J|oe is menig 300 bernoegt /
*;i#hp ban ben «Beeft beel ftooegt / «En toat boog is t bocb in baaö
<©een «Beeft / maat «Beft «En3onb-b?oeffem blijKenïaati ©ieb'epets niet ijeeft/ bjoeb het nefï» 7 Hoe is menig 300 getuft/
3BS opmaat ben btoajenluft «En elite Heet en boen befpot;
.Jitaaat jelfs / gcauefl gn 't gelneet / bet is ban «Bob i
©ie b'epets niet beeft / b?oeb bet nefï» s iBaatmenb'oogen henen (laat/
M» bebjog en quaab bttlaat / <©p eentoaanen blepetp
©toaaff lijk gebeft, DSaat ban baan öees jottetnp i
©ie b'epets niet heeft / tyoeb bet nefï» - |
|||||
Deugds
J
|
|||||
_
|
|||||||||||||||
Tweede Deel. l%$
Deugds Middel-pad.
|
|||||||||||||||
.-------T-I------
|
|||||||||||||||
np!ii=i=iiËË!ll£i=i
U H %t t«oo? bt» toeretbs tooefïe baren/
«-^IS:rt=;ï:=:TT::lEïEJ=EË
|
|||||||||||||||
Sin'S lebens jo?geljjken rp/ ©esbeugbes
ijaben toil be- baren/ «al&oet ?ien batljp twee |
|||||||||||||||
ÜPi
|
|||||||||||||||
Wippen ttttjfe;
» ï&euthepligbepa en Utftteïoosbepl»
Jïftoet fïeebs upt at $ijn toerken $n t $et Haatfl/ liejtuht tot lofle boosbepb; jtjet <£er|t/ beb?iegt boo? beugbes fthjjtt* 3 ©e SWjtjïooy/ om niet te ballen
Sn bie$e epgen i^eplighepb/ 35«ïatljt geen föenligljfpD met allen/
Ztïfs bie niet bie ten $emel lepb* 4 ©e «Epgen beplig / om jtjn jahe»
<^uan;upa te nemen toel en tois/ «fcaat upt ?tjn betflens regel maken/
, ©aar upt <©obs 3©oo?b geen regel igt s 2Sep' ïönjeblinb/ toel boo? berfebjepöew 5Seb?ieg'erp en leugen-bonb /
Mmt bie noebtans in alle bepben <©p too?teIt upt een jelbe gronb*
« <©m los in luften te berjuppen/
^tijoutot b'een (kar) naautogewttfghepfc;
«Bin 't rechte beugben toert t'ont|lunpen / Xao joebt liet b'anber baar 't niet lept.
7 ®us ballen?' pber aan een ;gbe IBaar ban b'een tegen b'anber ftaat/
.ïiBaar noebtans bfpbe ?ijn te mtjben: IBant alle bepbe ;ijn$c quaab*
|
|||||||||||||||
130 Stichtelijke Rijmen
« 23e?' $yn;e guaab; maat b'eett nneh qttabet
aisb'anbcris. jl^os bommel boos/ 31)oi! biftmaa!» be gene?ing naber: ©aaefcbtjn beebmn/ isJftcbennooS. y ©ie tieel al naafct ij? /boelb jtjn naaitthepb/
SEmmteetnvbemboelens oo?3aiiit geeft. 4En lichter 5iet men *ijrt misinaalttbepb / 3EI3 -t aaujicht geen opfmufcjel heeft. 10 JSaarbtejirljblepöopfehtjtt etttoanen/
©u« ©epltijhepbjes tobetp / .afëepnt bat elk toie hem fcamt toetmanen/ Sn beugb beel mmbec is batt bp, 11 j) <g ton;e €lj?iffen maafct geen toetten/ ^ ©aar «BoDesraonb geen toetten geeft, ©p bitjes / bat/es ontois letten / f|S bupten 't oog-tott bat bp beeft. 1 z M >iar baar up't tota heeft/ ;al nog tebeit/
&atl) boob/ noch pets/ te geenbetmtr <0ofc 't ntiiijle mtaab hem boen aanltleoen: ©aatttaathpbafl geitjK een muur. ij ©aar.hptnttotjffelban«E>obgJ©ettS/
fêoub tro alttjb Jtchaan hetgeen 't J©elk / ?oo 't geen bengb of «ob ge;et iS/ altoos metguaab niets beeft gemeen. 14 Sflljoonochtans/ batjullt befennpen
39 an bent geacht too?b noch geroemt «Enbie-tnietjupfi alSbpbegrnpen/ © an bem Uerfmaab jtjn noch berboemb. is YV SJtmibbel/ om ?oo toel en effen vv i^ét mibbel-pab / ttfconneitgsan* 2nn hart en oogen te berheffen; J9nnaltoat<©obntetis/ af-flaan: 16 <g>kb ?eïfs nocü Kient ant noopt bertroutotn/ Sin toat meu boen en laten moet; JEïaat aait <ffiobS toil jfctj ba(ï « bontoen / ©aar 4Eb?ifrus teoojb be toeet ban boet* 17 ©etrcbjiüften n b'oneemgbeoen
©ie 'ï ballen ober 'S iBoojbs betftanb i M>tMtik ntet; geef uto gemoeb in tyebe. .10» hebben <©oöS beloft te panb. is ©etoaathepb jelfs/ feanniet beb?iegen*
i©ie (ooft in 't minfï j hoojt na <*Bob# ftem / belooft «Bob hulp i <Soö kan niet liegen. ©ooit
|
|||
Tweede'Deel. 131
©ooit ycmant) booMijfc: 't fcftojt aan bent.
19 <Qim' InUmaaiit ügtigbennotfajaatbepb»
3ln'tijunfUrijS9ltebt/ öupfletnis. ©e tnaarfienb ts tjudt jclfs een iUaarbepb / Wtt 't bart maat recht <©obboorig is. |
|||||||||
Spels Mate.
|
|||||||||
E
|
%it tjeeft ;ijn bpjonbet bjijbcn; <t£lH beeft
3ijn bp3onbet Iu(t / ©aar ;nn seefï op toerfct en ruft/ ©ien b? gaarn bet Uefft' Iaat Wpen/ ©aar ïjn gaarn ban fujeelu en queelt 5 €lh lieert toat baar hn me'e fpeelt.
* ©an ongobbclSfs bertnafeen/
=£elfs booj ons natuur berojiet/ ^pjehen nu mijn itijmen ntet/ ■«Kaar alleen Dan 3ulRe jaften/ ©ieinjicbnocbinaab nocbgocb/
Sijn een fpeel tuag in 't gcinoeö.
3 ®'cen beeft lult in net te naren/ p =-
<©'anba- üoeftert bont»' of paatb;
©ets öoojgtonb ber blngtn aarb/'- ■ . '_^
|
||||||||
2 Stichtelijke Rijmen
©je eemntb gejang en fnaaren;
Zammig bogel bang en bifthts
Jtlenig fïoofcten alchimifï.
4 $ier beminb men fraape boetten; «Binber/ 't mope hupsgeraab;
©aar/ eennieumettjnftiespiaati
«eibers / 't biepe onber?oeften; <©beral/ of bit of bat;
^ergens / of men minter raat.
s ïltosgebuurmansiultistupncn/ <©ftejien op Stupoen ftracljts
llUibermaafc is op be jacht/
#f met fret en net in bupnen; Rijmpjes maften/ is het JlEijn:
Jtaetecntooo?b; «Elft heeft het 3tjn.
6 <£lft nochtans heeft toel te lette»
<©P 3tjn epgeu bat of bit; 3©aar / en ijoe jijn popjen 3it,
<0usb noch qnaab heeft ineejijn toetten, ©jaagt gp raat je 3tjni Sfn't fiojt: ©at be ©op geen aifgob too?b4 7 't Popje ftan een iüfgobteelen/
%\g een al te gtooteu ra aan ®ot be luft toozb tocgebaan* ©aar gaat <g>pcl ban hoben fpelen;
©aar toojb plepfter-plaats / berblnf t <2n betlult-paarb bjaafb te (lijf* s Jïeemhet matige toel bercnaftften/
Jiaaar geen i|eer 3tjn ban Matuur», 301 te beel / heeft miaben buur» JBaat moet alle bingen fchütken,
't |Bopj'iS3oet/ boch te gering =©oo| het batt / 30a e'elen bing! s ©an beeft lujt bet hart be3eten/
m& men 't hem 300 beer inrupmt/ 3&at men baar booj pet berjupmt ©at ban «Bob ons i» gebeeten;
«©f beraarb / en balt tot pet ©at ons b'<©pper-beer berbieb. 10 3(is men't popjen ban 3önlu(Ien;
(3tot berbjiet 3öns naaftcns heeft s 2tls men baar booj aanftoot geeft/ <fèf beöjoefb en boet .ontwillen:
|
||||
Tweede Deel. 133
»ls tneïnietme'e fpeelb/maarojaalb/
«En 3ijnfi eer-juchts ftof upthaaib.
11 Süistn'een anbtt niet mach lijben ©iebet jupft geen ?oct in binb;
<©f bie osergelp beminb
«Baat belaft'ten of bemjbcn/ «En (als of 'ttaat5ontiet3 maat)
©'een ben anb'ten balt in 't hair.
iï mis met't gene bat oöSOatbe 3BlbetKoft'Inbft toe;en moet /
^eel / of 500 beel nte'e berboet /
©ut men niet houb om/ na luaarbe/ IDel en gtonbig te becftaan
ïjoc men tais tot «Bob jal gaan.
13 ansm' om lufts betlies 3aat quinteit/
<®fsoo emfiig is bebjoeft/
UtS om 't geen men noob'lp hoeft /
«En notlj ttooft nocb ruft fcan nijnen ©oo? men bat / of immers pet
©ies gelps ta plaatje/ 5iet,
14 't Start is 't roer ban 'S Jl&enfcöen babenr
©aar mag geen bing ftuurman 5ijn / 't ^p met toat in3icht of fchijii/
©an begeert' cm sictj t'ontquaoen «En boo? «Bobbelijhe beugb g[n te gaan in «Bobes bjeugii» 15 ®ie begeert' tnoet boben b?ijben;
©aar moet 't hart mee ;t)n boojjult't. 't 9Snber too?b ïumthbs gebult 't: Maat en mag'er niet berblijben»
«Een is nobig« «Een alleen
,iaoettn't$Joog; bereflc/ bene'en,
is fjupftefchalen toegen effen, ©alieboet ftt)?iftt noopt ban 'tyaö>
't JBiJ3e hart toeet boe en toat»
Ealigbte be J&aat itan treffen/ «Eu be Poy baar ijp nte'e fptelfo
^jaaaht tot een leerachtig 23teltr«
|
|||||
<É5 4 Deugd*
|
|||||
134 Stichtelijke Rijmen.
Deugd ïoekers Oog-punt. Brief aan N. N.
G5t=±=EiEE:i=|:f:|l:5ï||gï:±:p:|S
g bjaagt mp/ of ik jelf beleef al toatift jeg/ *2n't pab 300 naauta be- tre'e
alsife'teenanberlcgi ïümbfchisbebjaag. SSiet
toatiiboojgejetis: .fötetift/ J&aatutoe
met ig üet geen bat «Bob beljaagt
i «Belooft gp bat betoegftan/ en ntoetjtjtt gegaant
J£oo bout gp3' ooft boo? btaaas al bie geen gang beftaatt ©at'jïuaan mpi ©etaaarbepbmoet ubjijüen/ «Bn niet boen aebtee bijjüen «Bm pemanbg 3ottetn».
3 «Belooft gp bat be taeg niet toanbelp en i#: ■ jfriet toaar. 't / al sepb' in ftboon bat ift w genen mi£ <©p '# Iteöens uaan* J^au Jiftig gingt gp biffcn/ «jn toet geen miffeu/ miflen/ ralot ftgbing ban ui» toaan* .
4 JBeeft is ij» Die 30 b?aagt/ban toaarliepb obertupgt/
Mmï tot getja ojjaanujepb in 't tiatt no£t) niet S«'
jmpgt.
«jiiaostiDtllens blinb/
^«efet ÖP't boojb«lb,ban menfcijen/ _„ _
' '■ 4Pa»r
|
|||
.ssti
|
|||
Tweede DSel.' 13 J
JJVaffï ;al in 't barte toenfcbett/
Zin met/ hoe ik 0f)a,n.tl'ulJ,,..„;
(t EP roei/'t 5P «lualnk) toanö'ten/ 'KEaSSaatKo1Pfnm^rövetaf-pabiSSbanb/'
©at 89't mp jepb.
Coont mp maar «Bobt8 «ben: Ce beften mgn mtsstwbea ^enS^.SboSb./niet^b^men-
3Battoaat'rofee0n1ul»5elfgfna»t''««ali,£Ï,?0OS
©on? ujoojti of frbnn: <iBc>b moet öet bontti» toijjen: Desgeefö i£ alleWÓjen . „„,. €tn€ljjWtal6l)Pifit enifi *u>/ «WöpJijte.
#f 't menfrljen ?ten/
3s i»u uiet om bertegeiu ËtiiT Ws is / tttlyte. teegen. $Le treffen / qua' te ü ii'cm ,
€ninïnnSbé tfansibnnfeeuso soo^ber ftraalb/ /
©ateïkfietjiet/ <Sn niet en Kan met merken: 't 21s ü'uBtftoinlï ban snn merhen:: jiaaat'ttoitenoos-merRniet.^ „_- /,...»'-,
10 -t |s leugUjK (ifc benen 't) boo? pbec tfbjïfï (beet 1 ®wyt hart n«b jong in ©eusb) bat©so?beelb bomt:
bpïeert j4 ©e |©tt notötan^ <p-
|
|||
I36 Stichtelijke Rijmen
SIS 't geen taaat na 't gejubte
S2icb ftabig heeft te richten / mi feulb' bet boo?brelb gantg. 11 ©et ©nojbeeïb too?b gelieft / geümtfcïjt; niet af» gebjaagt: Jjiïetbieugb' (ïoannecn'eti.s) aanfcboutat; niet na ge» jaagt: «©ebjupfct / bebocbt / «©ebolgt/ ge'etrt/ gepje3tn,- JlSiaat/ alstennobig be3en/ Afliet angftelijh gc3orht, 12 ïtto geeft on3ct' jig hiet/ai ninb Ij» b'anttooojt fïtaf- SSeel beter trouto / en ijarb / ban ftbabeiijft en laf* <2ie fiabig in: ©eelnpt 3ieti Doet bergapent 't JSergapen baarb berflapen ïl)an ©eugb en ïjepl-gelatn» |
|||||
Noodzakelijke Wacht-
liiiiiïfiiiiiïiiiiii
W SJnneer Set Ijart nu hiaat ban jonben
illiliplllllllllillll
en gebjefeen / «Sn qua' booj goe'gctooont'al
mmmmmmmmm
fi' Keet berbannen të; ©an moet nodj ban ben
|ll3lil!iïlliillllli!|lg
jnenftjj.,toel febtrp ijtjn toe gefteken/ ©at:
pliiillllllilllllilil
|
|||||
Tweede Deel. 137
©aar 't eens laag/ komt tod taateï toe-et/
©aat 't eerfï ftleefb' 7*Ö«|)£ tod toees toat quaabjï» |
||||||||
ai is be beugb in 't Sart al beer't as een bes
pilüiillilllüÜiiilÉ
fïojmelpe ytaats. ©öojjoek/ boojjodt / bos|r
pllillillllll=ilïll(l=i
toacbt/ betoatfit/ betoacbt/ betoacbt is
|
||||||||
ons bebolen»
i *?<e W «ffiob tó gebaa?b/en'fean géén 5onb beb?8ben t"
* €sfcen be» toaarhepbs taal, nochtans (ja leert-' ** ,* «Bobstooojb) . ■. M 't mog-iijk batnv ut 't Ijatt «Bobs jaabniet la«V
~ berbtpen/ «"enken afgelepb / 500 fyijgt be ?onb' een*$W$H* ,
«5e 3onbe toil noch kan Ijp niet / ■ &00 lang als hem $ijn Uart joo ftaatt-
jRaat 't batt ftan om-flaan/ alsm'ee pet/ moi fepi pm toacht / ban 't <maaö in laar» • |
||||||||
•nij-81 Stichtelijke Rijmen.
Ziet bat «to fcDat / uto fcljat / uto ftljat / niet toerb* onb>
fiolen:
©e toacbt/be toacbt/be toacljt /be toacbt tó ons beboleiv 3 ©e bcugb komt booj't geloof* 't «Beloof tsgeen
aanfcboiitoen /
«Been taftelijke toeet. 't «Beloof gaat in 't berft anb / ©oo? rebens obetics / na 't batt m 't kienn getroutoe t »*t&«fïanb/ boo? Rebens fcbjjii/is bupg'Iijft upt jtju fianb: 3CI is b er jonben tao:tcl boab / <Cn qua' begeett ter batten uut /
©'Matbis'crnoct). ©aarb'<Cerft uptfp?oot/. 3s mnglijk bat centtaeeöe fjjjuut, ©eneft/ benc|t/ beneft/ beneftlepboico berfciiolen: ©e toacljt/be hjaebt/be toacbt/ be toacbt is ons beboïen, 4 H9anneee be tnenfcb/hie hier in hepiigbepb jtjtt leben
©oo?b?agt Ijeeft na «Bobs totl/kamt te* onfïerffiijfeljepD <ffin '0 i§oogfïc.K «Bacbs genot ban «Bob Ijem is gegeben / ©an jal't onmoog'lijü 3tjn batpemanb hem betleub» ©aar is niets bat üetnegen kan;
©aar 'S nieute natuut en Bol ie ruft:
J^ier/ baaruienbooutennerigban/ 25aart ttoijffeltoeletniJjceinbe luft» ÏJou fterk / hou fterk / bon flcek / iioii (ïerk aan ISaat* hepbs ^tbolc:
©e toaebt/be taaeht/be toacbt/ bc toacbt is otis beboïen. s H!>ie / boo?tgttceUi ugt «Bob / ban <ffi>obbelpet aarb is/ «féejint gelijk als «Bob/boo? 't magtig 3©oo?b ijermaakt/ ©ie 5onbige ntet. J©aaram, ©m bat bp 3<Jo betoaatt fi» ©oo? epgen toacbt./ bat jelfs iie .boöy ijem niet eeiw naakt, H» ïet ou stjnc toegen naauto «En mijo (Doo? 's $aaks 5toaattoegeK$epti..;
gjnöarttn juinen alttjbgaauö)) ©e ?o.nb eU jonbs gelegenthtpö* ®aartoacht/ baar toacbt/ baa? toacbt/ baas toartj' hoeft kan men ooalens
36$ isaeht/oe toar&t/be. toaebt/öe toacbt ig ons btWa> |
||||
Cito
|
||||
Tweede Deel. H9
Ongeruffigheyds Oorfprong.'
piiPiiliiiiiiüiiËi
mt - - mm. b?oef gnnoeb/ Sta«> te* - ■
0immmmmBm
iuft om rufïtebinben/ ©at be fmertfjaara
piiSiiiiüüiiliüSii
boeit en boeb/ jaaatoegtonb noopt «cbtbe-
piiiiilüilliliiÉlf
3ince: hupten « jaekt gp be bje'e/lnbetfcbepbtn
pip|=|i=p-:|iij SsfpËp éëÜ'
jaftenv 2S?engt gp J'eïfjS' be rufi niet mt>e /
piiïliilliiüillil^ïill
^ooptjmtgpse naken, matjaagtflpi'tasftnbp/
©at ïufï boet betbjijben.: Eoopniet« piiiiiliiMiiilliÉüis
|
|||||
bertu anutobert3iEoeftgpjtjnenï)Itjben>;v
2 2©a*Kbet(benktgp/Jhj«"e in'ilEaii&j 5
S©an 3ou'alle bingen «el jtjn: Uiaatif b tea of bie ban ttant /1 «-77 göej
|
|||||
14° Stichtelijke Rijmen
Zoo ?ou 't Ijatt b?p hangequel3tjnt
*§ab in ba» of 50a beel goeb /
»00 teefb' ik gewfïig: ©ijffc' ik maat bees tegenfpoeb / Zoo teaat 't Ijatre luftts: 'k toaar fteeös blp / Zoo ik b?p 39an bet» boutalpis blok toaat't 'k 3©aar te bje-en/ ï)aö ik een ©aae ift me'e in 't jok toaar* s J?ab gp bit of Ijab gp bat/ 't Jfêaatijoe't toaat: (baargelb geen meeneit) Zoo lang 8P u $elbén t)ab/
28Ieeft gp ebentoel aan 't fteennt. <©f het &anöt al taaar in bie'e/ Jiorh bleeft gp in tueren:
Sin urn gjej b?aagt gpje me'e ©ie (ieebs oujiog boereiu (ffiioeb/ of neen; ^ipoeb/ of geen: 't Kan geen ijatt berftellen,. <©«gehoutot/ <©f getroutat: 't Zuke Ijart moet quellem 4- 3©aacbec bees of bie al niet / <©ben inei beeft gti in onluft / Zoo g'u seioen niet ontblieb /
J^immetraeet ontbiicb gp ö'önrufï. 'f «©nel-fïof komt ban bupten aan/ Jia be bing' (jaar nepgen;
't ©uelienen in 't Jjatt boen gaanf- $eeft elk ban 31J11 cpgen. Welben trib ^>onbet ftrijo ©aoj u gantfcbe leben*. Stltrjb pet ©at betójiet «Engeiniel fean geben». * '*w« Ö" toaiat gp kona en toilt/ |
|||||||
"JÈffite innetlp geen fint:'
$ln)B Wtjft'M ongenoegen». |
-,
|
||||||
Tweede Deel. 141
g>no lang gp beni; bie gp tent/
('t gjs betgeefs ora-feefcen)
,g>al lot b?oefljepb en ellenb ,=$iminet ftof ontbjehen. «En of toel 3n 't {tctjuei/ gBIiftt een ^onnefcbüntje» 't <§et geen bloei): 3n 't graioeb i&cbuplb bet fcbaïft fenijntj'e* e 't $att in ©eugb noch Hou» notlj beet/ Saab jirIj niet aan 'gnleefcbö UerinaKen; <®okl boo? fepl ban goeb «Beuieet/
Jtan bet 45obes gunlï niet (maken :• ©it geeft in be ?iei onluft; «©nlult maalït Mepn jeetig I
Sücbt getaaftt/ los ongetuft/ <S>üsll\)k muemurerig* Hipt bie gronb iSiomt be toonb/ ©aar moefi quaal öeiujeiji : gal't recljt beeg/ .;
't Ijart moet leeg
3&an 3ijn Ho.osbepo toejen*. |
|||||
Qua' Rekcnings Onruft.
ViliipïIli^iilüïllililIfPlil"
€tlies ban ijepï tornt wpt be jontr 5 ©e
Sonb'/ upt ntet-toel-toafteni ©«jupm Aaa toatStf'«W ongernflsnt awnti ft €a öatt-pöa *" „ |
|||||
Hl Stichtelijke Rijmen
illilIllJfiüfill
aarbfebejaken; (©ntnfï/ upt qua
|
|||||||
==*
|
|||||||
tee&'tting ma-ken,
2 <j3ua'eeek'ningkomt uptmisUtrftanb
flBrt onteert PJÖ5' of laken a9anpbttbing. ??aekt,gp/ ©mtnfrti/ eenftanb
©ie/ boojoeugu/ tot <©ooboe naken: lleeruaojalgoe' reek'ning maken, 3 ©ao? maan JSojbHiefo'ie boog gelïelt;
■Eiefö'?)o?ttöttoo^n/ rottojahe/ ©otöjuit/ gequijn/ enaltoauuitne'etijelb*
Jföaat niets 3a! u 't tjatte taken / üoiib gp fïecbts goe' teek'nmg maften, 4 aiebt etk 500 't t»: niet mtn notb meer»
>©ie bit beeft tot 3tjn baken / Haak; na elk Ding 300 tnepnig en.joojeet/
aiia uree na bci)oo?b te haken / 39jpban'tq,tiabeteefe'ningmaficn 5 <©iittotsmoet/ isgèenHieföe toaatb:
(®4at'aüeföe (tetft / ftbepb treuren) 't 'M oet toeg / 't moet toeg at wat'er is op 3tarb;
«föuöes i)epi alteen f al öuueen: ©uatm'oet1l«fbe'tbari beenftuuren, 6 ^tcrftueenBjieub; 't is jjIUnfcben let.;
«©at fterff lijk is / moet ftetüeu; Cen aarben put ia maat een aarben pot;
23;e?k beat toaat taakt lubt tot ft tjerben: 2tl 't oetbetff'tijk moet ntrberoen, 7 25egeeftuü?tenbenftunft: toatraabi
®at los ftonb / kon ontfitppen. jatijgtgpboojeet/ Deracljtmg/fpot/eufmaab/'
©'eet üias vuinti: bie gaat licljt glippen» 't $epï öangt aan geen menfeben tippen, « Jïloet gp upt goeti / upt baaf en lanb; - ;
't Söu 'S ffiet'tbs Ctagebp-klutoten, ISan tang bejtt bab gp noopt bo?g of panb*.
't Hos geluk/ ge-aatb tot Wuttjten / f©j},tbmet»*|ttiooH«KWi/offtttbwn*- ,\ 9®W
|
|||||||
Tweede Deel. I43
9 <©ntgaatu'tnobig lijfs bermaaS 1
't as b'aatb ban aarbfcne bingen. 't ®reft ons natuur: 't is nocbtans geen jaaft
©ie in'S harten gronb magbjingen <©m met onruft te befpjingen ♦ 10 J©u mp bes bpanbs f toaatb berftaan:;
'K HBaar ?ot / liep ik ter toapen. 3©ilï?emel/ 3tarb/ en alles fonbergaan:
't Sis ten onbergang gefcbapen. t^ees fean geen typ hart bee-knapen. 11 <©ecnonruft nut/ gegronb noch bjp /
!©au bie b'er tiomt öoo? josiiie, p^eft b?p in 't nart onruflig en onhtp' /
Zoo lang noch bie Zitten toonbe 4^iet boo? 25oet' en is berbonbcn. 12 ©at"sonruft/ bocüouttoaat'onrufï"
(Ü5elicelnkuptteb?aken/ «En 't 5oet bermaak en botte Zielen tuft
©an be ©emel-tuft te fmahin / ©00; sos' itekenmg te maken. |
||||||||
't Lof van Liefde.
1. <Q Sliefbe/ boojtgebjagt ©ao| repn &&
loof aan <&n - - ... be/ l©o?b in «Btb^ |
||||||||
_3öoojbBeacht/©en€l)?ift£nraetftbannoo-- - -
be. ©eel anb're bingen kan/ 2a moet itt
men».
|
||||||||
144 Stichtelijke Rijmen.
plililliliiiiiiil^
menfröe ia - - ben/ <£« ÜVtom hoog baat
=E:dEESiE:E=i-|E:ïEi|$EES!:$S=fl=
|=:ï==É?:!:5?;i=.:frï|ïr!=:Tl:É:t=ïb
iiSifijjgiiifss
|
|||||
boben/ te ba........ben»
z ^et taaar een hoogen trap /
3©aarbpgeen boogt' JsanDalen/ Ce hebben ujetenfcbap
©an aU7 ook «Eng'len/ talen: 2:oo pemanb 500 beer guawt/ <2l(t menftb fcreeg np tot eerber; Sijn lof ten tnoifteuWamt . Jftaar Hiefbe bjengt notü beerfcer / nocb bctrbeï / aof?
Beerber/ noch beerber» 3 't 3©aar groot en jonberling /
ga nimmer fcftier bolpjejen / 5jn elk jiel- nuttig bütg /
«ïBelcerben .'jloeftte toejrn: 't 3©aar beet en ongemeen / «Dat pemanb toaar een tester ©an alte hepm'Itj&be'en: , JBaar Hiefbe tja; noch beter/ nocb, beter/ vnttybtt&i
nocb beter, 4 ^00 fterft (©eloobe be'e /
©at pemanb 25etgen fconbe ©erjetteu ban be fte'e
«©aarspin'tesrffe ftonben: ©efaambjagt/ meer en meet/
gijn Ijooge lof te gabtr / <en hem bp elh in eer t ,$Vaat Hiefb' bp «Sobnocbnaber/ nocfcaaber/m>« naber / nocb nabtr. s 'tgsioffelp/ synöaaf %l t jaraen te befteben fl |
|||||
Tweede Deel. 145"
©en amen tot een gaaf
ün baat noobbjufngtieben: : ïfet bjengt bp tuoome lie'tt
©enboenbet/ jaSenyogeï/ 3n achting en aanjien t M&ttt itfefo/ bp<©ob noch hoger/ noch boger/ notfl tjogct/ noch hoger* « 't 3« treffeltjfcgetiaan/ Slnfmaabhept/ hoon/ enfcbanbe/ Zijn lenen af te gaan/
<tEu gebtn 't lijf ten tyanbe: ®e baab niaatit's boenbcïj* naam 35p alle bjomen MaatDet / «iBsattjt en aangenaam: *aat Hief b'/ bp<ffioDnochuiaatber/ nocb laaatbet/ noch toaarber / nuchüiaatbert 7 3föati»oftoe3en5alJ (ï?oe hoog) 25p Hiefb* is 't minber* jj|a jonbetHiefb' i» 't al (ïfoe nut f) onnut en hinbet, «Elfeftabantoiehpjp/
«©e leerling met be leerbet / _ ^aallegabenbjp: »aatnabe?üefb' noitjmeetber/ nocbBKerbeï/ notj
meerbei/ nojbmeerber, |
||||||||
ii.
ApÉi§ïÉi!!iÉliiiii
■*-*■ Hbertieffeli)fe|le<1tief be/toaie jieljs betheuge*
iifililPiÉIiflÉittllÉ
|
||||||||
ws/26illp toojb gp boog berhe-------ben boben
plllillilliilfliiiilll
alles toafet fs.Eoo hoogen ilam een hooge lof toe-
loojö:
|
||||||||
'r4<S Stichtelijke Rijmen.
pllilï llllfPi=1 lilipplll
£oo?b: ©anfcem/ bie 'tal upt%iefbe to£?en
saf/ ©eni)oo8(ïen4Bob/ bicjelfsicft/ injijn tooojb / ©e itiefbe noemt / baalt« - toe afhomfï ÜllIÉliifflIiiLiii
af. «Een poer beugb bjengt &a«n lof fïcebg
|
||||||
mm
|
||||||
met t JSïaat Siefbe [Licide s- Liefde] ijs be-
'"' Sta - - - ttinhlpe toet,
2 ^onberltiefti' is jitbeitmeufclje alles ktadjteloo*
enbuof: , Mt,
Stiefbe is be jiei en 't lebenban be Uoao' en ban 't ®'-
loaf.
J©at JRopfis JBet «So'J ftepligs in Ijaar heeft: Sul t goeb berbat in t üioojb oer fBjopljtcp t ©ie na 't gciiab ban Ctjjiflns liefbe leef;/ ffiolt'iengt liet al en noen beei meet ba.» bp. 't 31» al oolmaafet loat «Son gebitb en jet: «j^aat Hiefte is be JüonStiKitji«e 3®et, . h 3 uu be Hiefb' en ia geen tyeeje bie ben nienirs
in toefboen (lapt; „„,
i©aac be Eiefbe is boiharacn/ moet be bjccsteï!)»1
ten «pt,
©oo?. toaace %ie\b' toojb nienig uloöe hoen» * |
||||||
Tweede Deel. i47
$ocl) angfï boo? boob / noth bangftepb boo? gebjtlt
(IBanneet hp maar 3t)n naaflen tael mag boen) ©erf tnaht in 't üart / baar ïiefb-1« / toelboens treft. 't ïtei beugben pab is boojgaans frboan en net: Jtëaar Hiefbe ib be Stoninftlpe llöet, 4 't 3)s toel ;oo / boo? b?ee# en yogen boet m'ook goeb fcocb nteefï met moepi':
Sfefbe maaltt bat alle beugbe / ongejoctjt/ ban Jtla ber bloepb*
©aar ftiefbe ie baar is nok 't hart belufï ©at jttij maar (lof ban toelboen op en boe/ ÏBaar 't geen men boet bes Ziels begeerte blufï/ ©aac taojb m' in 't boen of noopt of jeiben moe* 't 3s goeb al toat bengb fitjft en ?onb' belet: ,5i&aar ïieföe is be öoninitljjlte ©et. s Vilt 2Sanben / alle-23onben / öte men onber j$lttt« frbeu binb /
'.tin bergeefs/ ais teare Xiefbe b'öarten niet te jae men binb/
«engoeb/ eenbloeb/ eenffanb/ eenbaberlanb/ «Eenbifth/ eenhcer/ eenbeb/ eentnet/ eenbaft/ (Eonbe'* beliefo' / ©olmaaltttjepbs toare 2BanbJ ©f binben nier/ of binben al te jnrals, al 't fltjaon' ts ftboon; al 't repne onbefmet: «aar mefbe is be öoninttiijfce IBet. « «fSob is ïiefbe; dooi be ffliefbe beft be flijft Jfg upt ben flijft/
Git toajb (jeïfó bier 09 ber aarben) 4£>obe naaft tit aarb gelijte,
f ie baften gronts/ boo? Jtiefb / in <£fj?tffns lepb/ gegnjpt (met alle babers bes gebobs) ©«Pt-/ tjoogte/ bjeef en lengt berjaligljepb/i J-t toojb ücrbnlb met alle bolftepb <©oos. Pel aan/ bie uw ben boob tailb jtjn preb/ *»°ltyen«t be &iefb'/ be ÏSoninWtjhe Wtt, |
|||||
2«
|
|||||
i"4t' Stichtelijke Rijmca
III.
pil|illii||l|i|lll
IliPiiiiÉliiiüiigig
moe1 / ©oo? al / ai* loben* jïof floept ttotu
illiimiülliliïiiii
8 Woebigtoe. ©ie&iefbejSaatóberltaatenHeft/
|
|||||||
pIlËiliIï=illiËiËlill
$« halt hem pijn / jtotjgt ÖP b'er ban, €n
'tig/ of fthrjnt een eeren bteff/ Ma goebniet |
|||||||
PlÖïen / aljSS men fean* Kom dan by, Zing met my,
ppiiliiiiiiifiii=ig
Minnaars die Gods minn' Trouw Ueft en trouw beleeft'
illlllllilliillililli
't\ïotheeft klem, Dat door ftem, Van zulk
menfehkomtin, Die't ding veiftaat en heeft. , |
|||||||
Tweede Deel.
2 ©olbanlanftmoebigbepö
3« 't nart baar Hiefb'b«ftff*'« HSjicnb'Ipe «oebigbepb/ ^engtjpgebutigine'e*
USegfiugbepb/ bmafe/ enbart-geftooj/ <©aat jicb be toare Hiefbe binb:
©e minnaar boet en Itjb oeelbooj «En ban be gene bie tjp tninb» Kom dan by, &c.
j ©'ornnenfcftelpe aarlj
©ie tuft beeft en betblijb
gin '0 naafiens analp-baatt / «Enanbers/ fraertettjb/
<&}otpt noopt baar Uefbe beeft gaar Saab / ïiracbt'loosis alle nijb£ bentjn»
©ieCbjift'liJkliefb/ acfitgoeb ennuaao .gijns eben menfcöes booj öet 5ö«+
Kom dan by, &c.
4 ïiefb'Itjb geen flitnmebaabï
«Been trotj öoog-aarbigöepb >
«Been argerlt)K gelaat/ 3frotb ?ott' aaltoaarbigöcpbu
#oopt be"e be llieber 't Hiebe lepb, 't 23emmbe atbt be 4$ inner jeer»
©ieacbt/ eert in ootmoebigbepb* ©pretbteltiefbe inpfïettteer.
Kom dan by, &c.
s ©etaape«EpgÉH-uaat/
©ie anbee» jtctj bertoont /
©anjpin tbarteffaat/ JBoéttoegbaar Uefbe tooont»
«5 albergobbelpfte beugb I mitoaar 't met epgen fcba'e en fmertt
't2Seminbetae[boen/ iseenbjeugb Sn een oprecbten minnaar» bert.
Kom dan by, &c.
< «Been opgernp noch p?aat/
©aar?tcl)be$iefb'aan fioojb: ©e utefb' nermoeb geen mjaab /
©an baar ?p 't 3iet en i)oo?b: Cn als 3P 't ai ten bollen toeet /
Zoo fcnjijft jp 't niet in 't batte o», €maab moeten benhen/ iaUefoa leer»
|
||||
ij"o Stichtelijke Rijmen.
<SEn toate %ieftse ïjeefe geen fttop»
Kov dan by, &c.
7 ©e lief o' bctbiijb baat niet/
JKamuerje «en bpanb gn jonb gebailen jiet /
<öh bp eitt ten in fcbanb.
©eltiebet gunb ('t 3p bos gering) 9Jan bie Ijpliefo' geen quaab met al/
©eel min be jonb / 30a bupten bing «En ffof ban 't juwglïe ongebal.
Kom danby, 8cc. 8 4Etn bjeugbe is't boo? bien
©ie Cfeiftus Btiefbe beeft/ ©at 3©aatbeuD ('t ip ban brfen)
«Belooft too?b en beleeft t
$ief gunt aan aiefbeluft / 't bennaafe <&n alles toat bet goebs bebenltt /
©eelmeetbebeugb/ ;oo toaatbenjaalt/ €u baat <)Bob 't boogde goeb boo; fcbenttt.
Kom dan by, &c.
9 %iefb'iisbeie beugben booft/
jjaar ktacbten jonberling: itëant $p betbjaagt gelooft
^oojit/ bnlbet alle Ding.
©aat w geen quaab met allen merkt / «Belooft ;ii gaatne alle g«tb;
«Enbaatmen't quaaboog-ftbtjnink toerfet/ JHoub 51? tot bet'ting noct) al moeb.
Kom dan by, &<r.
10 ©tea beugttn/ en noclj meet
©oet recbte Ttieft' al boen. ©ie baat niet beeft/ bluft beet
©att toate Ijoop te boe n:
^u is geltjft als een metaal ©at b«l en fchel is ban gelupb:
jlBaat ottbetftbepbeliji'e taal <©f jaug / en geeft bet nitnmet upt.
Kom dan by, 8cc.
|
||||
Tweede Deel. r?!
IV.
|
||||||||||||||||
iEEÏiiiiillllrfeiliilfelsÏEEEHll
Cot op bejs lafs aanjienelpften trap; «2n jingt/ en singt/ ons ban een tpgtnftljap/
|t=~2:±3|ElEE:|E:3E:ËiEE$ï=i:|E3?
9Me toste Utefb' met seen bing ijetft ge» plililliliiillliliill
meen / ©an met <&ob jelf / en met 4Bot>8 balie als
|
||||||||||||||||
£fc= _________
|
iPiiEiiiiiÊii
|
|||||||||||||||
|EE*ÏEE$EE|:=S=*:|=3E
leen» J^iets(|oegoet/ boegwot/ fcoe fyutlQk)
i|p|5||p|E||:p=EE:|p||pg||
fean getmwgitjK fcehlpen/ 4Paattie|ttefb'3aI
iiiillilillilllliillll
eoitofg / eeutoig / eeutoig / eeutoig /
|
||||||||||||||||
t--
|
=i^Elï3Et
|
|||||||||||||||
:=EËEE?E5ï5E:
|
||||||||||||||||
«utoia Mijten,
$ »9«
|
||||||||||||||||
ï <,?. Stichtelijke Rijmen.
2 ©e gab' en toerttcn
Sin <£t)?!jliur föetfee gin baat begin ;oo inenigboub gefebieb /
«2n3ietofboeftnu<iBobs<ffi>emepnteniet/
3&U aaaatöepbs Heet genoegjaam is betfletkt /
«Jn3onbet3ien/ 'tuooo&nasijnaata befttoetkt»
.fltijbtn .en geiegentbebenkonnen Jelfsook't goeb'ber*
ö?!jben:
,ÏEiaatbe3liefb'moet eeutoig/ eeutoig/ eeutoig/ een* bits/ eeutoig bltjtaen.
3 J^tie toel bet beel is /
gja Ijoog en e'el i$ I ÜBat biet öe meufclj / boo? tooo?behjk befchecb ƒ
ïlpt «BobeS Heet ban <&oü en 't <(Boolp toeet; asat al nochtans 3sal/ als onnobig/ blie'n/ f©anneet beoog' tiet toe?en jelfs ;al ?ien» 'tSW-nolmaaktaansien betnietigt'tonbolmaaktgejej enfetotjben:
^ïiaat be Hiefb' jal eeutoig/ eeutoig/ eeutoig/ eeu» toig/ eeutoig bljjben»
4 «Beloof en ïgope/
©ie't pab boen loopen/ 3©aat booj men raakt bet «Bobbelptt bjeugb /
^ijn p jijsens toaarb / en 't jaab ban alle bengb t - %.$ ulpcn fiaag / bocb sullen me'e betgaan / Suis ra'eetis bp üBob ;al tegentooo?big (taan. ©aatmenïtet/ beljoeft men 't batte booj «Beloof uotg $oob te lïijben:
JÜaat be Stief*»' sal eeutoig/ eeutoig/ eeutoig/ wip .toig/ eeutoig Mijnen» s 5©aat«5ob'ten «Bocb is"; ©aat'tbjoom gemoebis/ «©nmog'lpiS'tof ftieföeis baat me'e. «Been bepl of luft is sonbet rujï en b?e'e; «öcentuftöfbjx'eboub ;onbet Hiefbe plaats» ©e stiefb' is 't al: Zv flopt be beut bes tuiaabs* ging/ teteeteubanbe Hiefbe/ «Bob-geleetbe JÊfl en iÊijoen *
«Eeutoig/ eeuüjig/ eeutoig/ eeutoig / eeutoig jal HiefDe Mtjüen»
|
|||||
,W
: •■■-: Be-
|
|||||
Tweede Deel.
|
||||||||||||||
iyj
|
||||||||||||||
Befluyt.. ■...,- , ,\
-, v..''v •'•■,,,:.;. ..:;•
VJ Ubiebefliefb' onmoog'lnft atbt te $n/
|
||||||||||||||
Et.
|
||||||||||||||
lillÉilIililill^Il^
€n baasomniet naftefbe fïseeft/ ofaatb'tt
30et|taat en baat/ {totbUnbiKP&SnieMtijtt) -, |
||||||||||||||
plli^ililiilil
|
||||||||||||||
^otinoettjiaenfthbeiltef&eV lieföebaara*
"z ©tgoebe^BobupttesnelttefbeiSbjfft/
SMbatoentnenfch metijemonltetffiö&leef v %n heplg genot; bocb bat boo? beje gtft /
'©e J&enfth aan «5ob het 5ijne toebetgeef» .j statbseenigliepbentawbetliefb'/ i»'t geen «&atöioüitt5ijngeÜefbenJIftenftötoil5ien, ,-? ' «Sobtgbolmaaltt: bselbaben hoeft bp geen 3
Cn han geen jaenftb en han ïjetn goeb gefebfck, 4 aaatiü'tnothtansbatOBob'in menfebbehaagtfe
«3at Jftenfth aan Jftenfcb 5hn Uiefbe <JBabs betoont 't 4Boeö bat geftbieb aan bien3e %tefbe bjaagt / ttebt toare Hiep)' al? ttof 't haat in persoon. s ©e atefb' bte <ffiob ban .jllenfcb, aan ^ehftbea
* .. tofl/ sstrnb-booj «j,ua' toaau en bomme epgen 3in / & * Jipt
|
||||||||||||||
•IÏ4 Stichtelijke Rijmen.
Mtt'0 jaenfehen lufï: bfes rijd in 't öatt gtfrhft»
©e toeg febijnt ftoaar t Nochtans men moet öem in, 6 ailtoat'et leeft/ bemint}ijn;sHBtynsbuur ;
Uerbcrf en boob fcljoutot bet als Ijoogfl' ellenb: ©ejöenfcb/ bie9teer5aambcpbheeft bp natuur/ ©oelb bieder fcb?ih ban 3Önes toejens enb. 7 ©ies epgen-Iiefb' bie aan b'een ?p belet /
( SSefiraalb met bracht ban «Bobbclijlte re'en) Stan b'anber jijb' baar jelfs te rugge jet / «En uo?b ben toil om 't nobig pab te tre'em t ©e %ufbt tot een Ceutotg bcraelfcl; goeü
JKaakt bat / met kracht / be aarbfebe onber raakt / «Sn battn' (hoetoe. met pijn) ter beugb jicij fuoeb♦ 5©oo? «Epgen-lief b' toojb «Epgen-liefV berjaakt. 9 ©oo? kennis too?b eeutnighepbs %itfi>' gettelt;
©oo? be;e Xiefb' krijgt bet «Beloobe kracht ■, 't «Belooöe baart be ïiefb' bie «Bob bebcelt» J2on too?b b'een ttiefb' upt b anber boo?t geb:acbt« ioC# als be jaenftb 3ieb nu op toeg begeeft /
«Entaerkbegint/ bebinbbpinhetgaan/ ©atfttefbsgebob/ joo 't «Bobgegetoen heeft/ j^icti0 5oofttiaaralal)P3ici)noo? liet ff aan. ii ©cel boen baart konff. en konft maakt ïttfct. >
te met SSebinbbe Mmfüj/ bantoaan boo? toaatijepb b?P/ 5©at in 3ictj jelf» 't gebob ban «Tb?iftus JBet «Een lieflnft ;ofc en lichten arbepb 3p. iz SJibüs 300 krijgt 't 3elfs- toillig paarb be fomo?.
2Sp «Epgen-Jticf b' feomt Itiefbe tot be beugb» «Ben bubb'le b?ift fïoutot kjarhtelBkerboo? / «EerjïtoaS'tmetmjn/mi gaat bet toerkmetbjeugb. " H 9* beefr/ontfangt;getroutoöepb tooft beloont.
«Bobs hepm'itjkbepD is bp bien bie bem bjeefï* fgoe J©aarbepbs licht in 't hart 3icb fclaarbee toont / fëoeraeerber kracht tot beugbe/ tuben geeft» . i4 «Sob binb bem trouto j bies boet bp hem meer goc&i ®p f maakt meer goeb; bies toont bp meetber trouto: «©« meeeber trouto / maai: t bat «Bob nocij meer boet: «Bobs fierker gnnft / fïetkt toe'er bes bengbs genauto. , ij J|oe troutoer bp / boe troutoer ook «Bob is s Roe meer «Bob bem / boe meer bp «Bob bemint; »oe tuffebeu ttoee meer aarbs gelpen is / ï?oe naautoer 3icb be een aan b'anber binb» •£ „ i« ©til*
|
|||
Tweede Deel. v.1**
i6 ©u$fltaalt'et fta'egbanbent / najfBob; en toe'et
IgandBobopbem/ een lief oen bjebetrebnn. ï©aai meet (laag aan een ooraak '^"^"L ©aar han geen toetft (boe f»*"») onmoog «JK jmw 17-t 1 axaiteVBaanenboffeepgen-min .
1 % ten / <© roenfeb / hout» booj ben ingang fïaan /
©aat feu geen fttaebt / maat toil/ en goeb negm. $.oopt taafcc bp boojt Die noopt en ton waan» |
|||||||||||
Lijdzaamheyds Erinnering.
I |
|||||||||||
PlteitlÊIiiiïii^1
€n*ijtoftoaanttctoe$en: aEenbieutosfEiettn
öêplnjTjaagt/ töeeft u-bit©igt te - l«S«u-
2 «©'onttebu/bieuïcbbentoiU v
©00? tjanD getoelb of fltgDen: ©e befte tebömg binbm' tn flut
dEnonbetbjotenlijben» * * 3 éeeftueenKloeKetpenofftem ,.-.<
©ie mefi'mei meet boen booten: ©e stompjes bennen tne'e baat Klem
anbeelet raenftljennoten. ju ,,„;,;!,,,.,,: 4 (<©ob/ oo?fp?ong ban bes toaathtpö» Hebt/
5telaat meet en meet be oogen
©an bie Dit leeft/en bie bet öiebt ! I ©atatëaaïbepbgaboor&osen.), , ~>tgjg. |
|||||||||||
■ atu
|
|||||||||||
i$6 Stichtelijke Rijmen
$ 't SS maat/ ftp ïjeeft niet onm&ts beur
35ie npt ellenb mtlrnften: M&a&t litöt'ltjft fioolb mm in bt kent ©angoeenboo? toatjaken. 6 ©erebenfchgn/ bienfbebjiegt/
<©f jou beb?iegen bonnen / 3©Ut gpberfïaan boe grof bis liegt:
©olgttoareïSeben» <&onne» 7 as'tcpgentoJaiJe bieupojb
ïlmïJpanbte bektenken? aSeto^ketkomtaltijb tciiojt
Sin al jijn boen enbenUcn. 8 ©oo?al/ atsjuptgerecbtigbepö
%&e tojaak (als rechts) genomen / ©e tojekes na berbienjï ban 't fept
«De ftraffe toil betamen. 9 ©cetgpin'ttojekenban te Deel:.
Cc beel / laat 'a batten tuft niet» ~ ©oetgpbetojaSe maat ten beelj
<a;e toepuig / boet ben lu|l niet» io Jgpmengtbcrgifmet nuöitijn/
5©ieto?aaHaan«e'entoH laffcn: 3©aar bolle jinnen meefier jijn / ©aar ban men 't ;eiben paffen» ix ©at feitelijk met gebaar toegaat/
i©ienüütijetbaaï 300effen. Ên ineen salie jonbet maat/ atatt niemanb mate treffen. 12 €ufcljonn«p treft (jet al itataaatu
f^atoaaebepb treft gp't nimmer; 2©at nut of boojbeel tornt u aan ©00? 't pbel b?epn-getimmer.' u UaajS! roat geniet men upt een Ifrtet i
Uto fmert moet f inerte ulijnen. ^Bn bat een ante nuaab gtfcbjcb / Sjan't urne niet berbmben» 14 ©e arme taaak en faut noc| 't qtiaatï
3^oet> '0 quaabs gebeng'nijs meeren» 4tn bicje willig ban Ijem laat / ïiomt beft tot ;ijn begeerert» ij <©eenrebenIoo5erlnftnoct)tocb,t
gn tgantfc|)emenfcbcnt)arte/ s©aH bat fmm-feotling toojb gejotfjt / |
||||
Tweede Deeï. - 'ï$7
i Sneenesanbetsfinatte.
16 ©oo? bjijbeneenes bollen ïuffS
' SSojb een ellenbig tojefcee gintsnaattensen$tjns epgentufiS <en«Ib?iftus3©etSberb?eKer. ' V
17 ©oetgpbetojafteboo? 't«Bemeen/-
«Bp gaat be." niet tebafïee. 3&elafris3toaar/ betoelluft ftleen/
«En'tmtelïeqnaab/ 's Solfes laffet» 18 «öelufttbeboojgenomen baabt
*t Hoon $al ten banb bol tamb *.ijn; Staftuntmg en een eeren ejaat
©an Me met u gc3inb jtjn. 19 jïaaar 300 gp in 'tboojnetntnfneeftr
<ÖSp blijft en jelfs berlegen; «e» bie 't geiuitmaar tegen tjeeft /
Krijgt heel be Jöerelb tegen. 20 ©enalgemeencnhaatenfjjot
ï)ebt gin b'elienb te toatbten» <©f oberboos/of al te bot <x
2:alueenpefeer athten»
2ï mis ilt bes 2©erelös boen bepepns / IBat is baar Itufc / een btoeim-lnft!
«Mufttbenaanflag/ 'tbeet&omepns; «JlïlifluKtbp! 'tisecnfcbeliu-Ituft.
22 't<ffiebaar is groot/ be bjnebten Itranls /
3©e ftlja' meer ban 't genot is* öEit ftboon 't toaae alle man te bank t
i©attó't! als't niet na «Bob is* 23 ïifet quaab epfcht flraf; bet ong'Iöfc tojaaltt
f 3©at jftftenfcbe 3epö baar neen toe;) ^aaartatejeboenjal/ bat'sbejaafet
«Bob epgent;' tjein alleen toe. 24 't as maar/ hpto?eefttjombi»jlett'tquaa&
©00? menfcljen / jelfsboojfnoben: Jüaar al toat «Bob gefchieben laat /
«Enjieeftbpniet gebobea, '
2j ©ietojeeft-jrofgeben/ maften 't fleeïjt;
>©ie'tto2eften/ maften 't grotaer;
©at alberljoogffe ï©?aite-retbt <0«ft «Bob aan niemanb ober»
|
||||
SM- as
|
||||
IJ^ Stichtelijke Rijmen
|
||||
II.
TÏElIpIIÉli^ï|IiÉI|i
JL &'t ïjdoj) ban aaïöfr!) gemaft of fjep!
illlillillllillliliii
©at u be ftans boet toagen i Ce MnaafltjB
|iüfiiii!ipiii{eïi=i
bjaagt men 't leben beul/ <©nt 't nietig
** te bejagen,
< -* Ss 't Maat of <Eet-ln(ibiïub?rjft«
Ce Jottet is ijet poogen.
©ie toillij in be laagte bltjft / fto'mt raah'lnkfï tot üetboogen»
\ •■• J Slaat jotretoaan enreben-fcbijtt ïl't batt met onbet-belben:
IBiltgpbemeefie jflaeefterjijn: 3©o2ö „©«fret banu jelben.
4 JiBisbaagt u be bernebertljepb i
l^ten / laatj' u toet geüallen: ©ie/ op bet atoerlaagfte lepb/
$eefr nier om af te ballen. 5 ^etaatbftii'eniis maatafenb'atn.
I©eefi bafttt toept» bejojge?, ftaat ljeetfrften ai luie toil en itan;
3©oïö gp een il|cmels-bojger. 6 ©aat gelb geen geiö / geen gift/ geen gaan
«©eenblepen/ftuppen/nijgen; <©een giinlr-getjmiï / geen bof-gebjaaf /
(0een on-e'et-tjattig ftoijgen, 7 ©aatijsgeen onber-flupperp/
«Öeentoaeligjètaats beprjnen/ iffieoti
|
||||
Tweede Béelf- , v$§,
<J5eenbet-boaj-<ïef(en feupperp/
«Seenltfiig tegen-mijnen* »'
8 ©aarboeft geeafmertigbatt-gepepni»/
<JBeeu omgehoop ban mannen / «©eennate mjeefc-ltrop/ geengebepnjf:
©mmitgftuj t';amen fpannen, 9 <©m%iefbe/ om «Beloof/ om ï^oop/
<©m ongebalfcbte beugben / Sis 't alles en alleen tefeoop
©at eeutoig hanberbjeusbein |
|||||||
in.
|
|||||||
b#b 't n ban be luften f ©ie na toaan-bjphepb ■
nboen (laan*, ©ie bjpftepb jal meeft tuflen,
2 Cotbjpbepbftomtijpnimraetmee*-
©ie aan lufï blijft gebonbe.n* $ebt gp na toate iljpbcpb geer:
©nt{laaf t u ban be Jonben. 3 J^anb-tcbben acbtbe Hfserelh bjaaf/ •'
<ennoembbet©$il)*Pbs minnen: jaaar'tisboojtoaateen arateflaaf
©ie flaaf blijft ban jijn jtnnen* 4 ^oéMbaar meert aan gelegen ffr-
t©at baat toelftanb upttoenbfg/ %\» 't binnen niet ter begenis i
<&m't toii maafet oujs eiienbig. s 'tils'tonbAfteabetbeelbgenioeb/- "
3&erbttitmetbamu en tomben/■ |
|||||||
t6o Stichtelijke Rijmen
't mük mem'g menfcbe joefcen boet:
©aar Ijp I)et noopt ?al Mnbeiu
e ©ie tot bet 2Sefi* of hee ft geen tnoeb f <©fnatoaatbp noopt achten/
©erbeelb Jicb 't bitter/ honig joet/ 4En tolepb 3ÖnS3elfs gebaehten*
7 ©ie jonber harrs benoegen leeft /
f@iï sic!) baar toe beftioehen. 3©ie 't ban in 't toare niet en beeft/
©ie jal 't in toaan-goeb joeken. 8 ©e beugbeloose fïaantaigbepb
©oet menig menfeb boo? Woepeiu Mtljl 'tftomtuptcnftéllaantoigbepr
JBet ^>taat jich te beraoepen. 9 ©raifct u bat m'u tprannijeert:
©eranb'ring, is te febjomen 't Keert al ten heffen: niet/toat JtcerN
Slicht hanber erger fcomen* io tJltaaar bie gronb en regel (laat:
©atmV ora 't gemeen te mijben/ Jiiet jien moet op bpjonbet nuaab; Jtfceft Itcbt be beugb te Irjbetn ii ©ie't roer in banb beeft/ houb bet balt/
^noo' baab toojb licht Staats* Heten* <©een ffnis 500 quaab / ais 't baar toe paft/ <0f 't isan 's aanbs toelbaart heten» ii ^oob/4Bobsbien(l/i©enft/<JBenegenti)cpöi . ZDit'tbieeen^taat fojmeeren* 'Jfta Staats en SBanbs geiegentbepb Zijn jacht'of Ijarbe üeeren*
13 mie op bat &ab$fcb bteft gejet/
©ie moet jnn rol upt rolient Eoa'ttotlenmaK'irJKgaat/ hp met;
^00't holt/ hp moet ooit botlem 14 ©ettoeebegolf(lottU)t b'eerjïebooj:
ïfet cene quaab ijet anber, Cn toii men niet upt 't oube ft)oo?t
Mtn moet al met malfeanber. ■ s ©ie 't ïfoog gaarn hielb' bat bp bejit /
jUioet stel) baar heel na febifcffen. JUet meer ban na een eeuig IBit 4En ftan men teffens mihften,. i& ©je.«aatito na 55« <£etotfeit gaat |
||||
Tweede Deel- «?*
gin'fi ifcerelos: boen te taken:
9tcb' OP jal haat niet / maat 5P Ö«n «Bemeenlp anbetsmaben,, i g ©e metelb heeft geen bmg bolmaaKt.
laat menfcljen bnjbenmenfcbea. «En tiiaat men licDt tot atget taaht eimetoeettoatljHaltaenfeIien is ?8thtïooöcn^>taatne(t/300WW
iticbt Kan men 't onrecht lahen. ©ie hepl berrtjaft upt binbetnts / *>taat aan het roet bet jaken. 20 m o" »«^eepteejs neemt «t geeft /
©ie ïttoonen op en af 3«t / - ©ie bolle macljt en tonsUepb Ijeeft /
©iefteebssonloonen ftraf iet: ii ©et 4E>oöen albergtootftt «Bob /
3©eetalbetbe|t hoe't heftig ©en jnnen fnaatt tj? 't toaatbtfe lot, ineens/ boetombtreffigu _„ « |ooT<Sotigoebis/ ?oo3P't mtsme-e.
dftnë bclïetoern is (Iil-?ijn. ©e©ienaat en Be S^eer jnn Ctoee: ©och moeten eens ban toti;gn» __„*„«,<*.
M ft" eft «Bon geen haatï/ hebt 006 geenDaafï:
3©anueetm' tó o» 't benettfïe / qis bikniaalS hulpe.altonaaft i 4Bnal5e naait fcljm«/*tbeib(ïe4 ,„„„„,,„, "4 «En fcboonmen noo>?t tot tebbing^am/ 3Sog toaateen Jftug geen ïtemeU UBant of men 't u biet ai benam /acdjbli!ftbenbjegtcn©emel, 25 «Seen liefbe tot het ©abetlanb
*^oetons3oobetbetbiemen/ ©attan/ in plaats taan >©oti/ onsshanti ; ©telH/Wtl©?Pöenb|oment. ^M,
|
||||
i&fc Stichtelijke Rijmen.
z7 «Seen&oomftbeBiutus.jnaar «Bobs ^>oom
SSs 't boojbeelb ban «Bob» ftinb'ttn t Stups lijoen / bjengt ons tot be Sitoon;. Sitiipsboen/ saï;' ons bethinb'ren». z8 ©e dbet&eben bieber jiju/
jiiBoet pberCbjifïeneeren/ «©eboo?3aam tuejen; niet in fcbn'n / jaarna 't beuel besmeren.. 29 ©precbrelijfeen / niet na't 003;
<©P alle plaats en trjbeit; gjn alle bingen (laag en yoog)
<©ie met «Bobs toil niet fltijDen* 30 l©aar blaft gpnn JWofofp/
«En aller jjiaenfcben i©etten» ©ie noopt be tojaait of muptetp
ïtonb jupfïe palen ?etten? 31 «Een les/ bie ons «Bobs 3©i)Sbepb gaf /
Kan alle?/ alleftftupten s «Cn faijb ben Cbjiften tcffens af
©e 3ia?aaH en ^taat-bifpuptem
3z 4lenboubigegeboo?3aatnbep& 3s eens booj al gcboben:
3©ant allejpaatöt / (ljeeft«Bobgejepb) J&oej'is/ 3pisban«Bobe,
33 ©ittopfieenCbjiflenmenfcb jtjnpab/
z&dt bp Ktljt upt moet tteben* $P (laat jgn oog op bit nocb bat /
<©p oub gebiupti noth jeben: 34 «&p IBettig-norl] onlnettigbe'en /
<©p gtanbs getooont noebbjpbepb/ €>pbiisnott)5oa. i|pistebje'en,
©ie usillig th be lp lepb.
3s f$n regen tnacbt men ^onnefctón 3 &t il mat I als 't hart en juut is:
«Bob / joober pet gereb moet jon / gartöuenalg'ttijö emwrisv.
|
|||
Tweede Deel; f*3
IV.
T|ll!liliilllliilililliii
JL & «Bobsbienfts ©jpftepb utoetoenfeb i <Bm-
«Bobsbienft tojp-te plegen.: <£n ging noopt
ÉflIpliillIÉüïIÉïïlïiiÜli,
' retüt «Bobsbienftig «ïenfth <©ngob-beltjfte Uwgen!
z 31s*'tu&eïet/ inbipbepbbr
^artsfBabsbKiifïK berjabeni Zoo ftaat ban nocb b'onujphepb b?p ©oor t maniijfc quaabs berfmaben, 3 ©ie'«<©oeti*;gel)oio/ (fttupsfcöaab' / «»>
lepbj
2ictj treoft in alle iaften / «Been iipttetlijfi' onbjpighepb iöan hem pets onbjp mafeem 4 «Een 3©ö3« neemtt>et na be ttjbv
«Bunt «Soö be rupmt ; öie bjnpftt bp j ÜB 't öaroer uut; ?oo !ijb / Joo ftrgb /
^oofttnppt/ joafcbuplb/ $ao bupftt bp, 5 'treeftaljtjnreben/ (laatjicft'tbertï
aanbtt ofbatnietbeften) i©aarom't albusgeöenget tnerb»
©en goe'n is 't ai ten beften. 6 2Senautfoepb is bes beugbes roem/
Zy ftanbertegen groepen». %l (laat ben boojnrontsoinbe bloem/ "
.ffrotü kan 3p lufttg bloepen, 7 ^ptoo?bgep?angt/ ban boch meteen*
2Setoaart boo? o'ttette Ztmnt/ ©ie haar / ftonbj» in rupmtalleen /
3t«cbt jou ber&o?ren tonnen, s ©oo? t lang ontbouben ban bermjint/
la selfs be boo» te-roiffen / |
|||
I<?4 Stichtelijke Rijmen.
i©o?b bilsmaalis <£obs gemeent gefctjupmt
©an beele argeeniffen: 9 ©anfcbtjnenteaan-öepUgelie'n/
©iebp't getal 3icb binben; ©an We op <£er en Staten jien; ©an enfeel aarbfcï) gejinben: io ©anbiejitbgeben bpbefthaar/
©och na baat oog-toit laapcix; <aBn bttt met allemans gebaar ïf aar gtootbepb brillen itoopen t ii ©anWemenof nieufcusgierigljepb/
<©f 't jien op bjienb' en magen / 4&f ecne Domme bierigbepb / jjiaeeft na ben boop ;iet jagen s i2 ©an We ben «JBobsbienff boen upt (ïcut I
ïlpt fptjt en upt partpfcijap t ©an al Uit anbets behben beur ©an ©eugb' en •# geniete blpbfcbap, 13 l?oe nautner pjang en jtoaarber ferupg
<©P <föobsbien(ïs plegen (taan 5al / ^oemectberjiiplj'rlngjn «Sobsgupsf ©an 't tmtteiooje talaantal» i4 «EenoBjoot'entaaterloojetoolR
©etbtoijntboch al ten lefïen» Sn bjptjepb fcrijgt men 't grootfïe bolfe / ^JRaarjelben't alberbefte» i s d&precbte beugb is ongemepn;
«Eenselbjaambing/ ^oötojejcn: UIb't «Bob bril/ beterfelepnenrepn/ ©an groot en fnoob te toefen» |
||||||
v.
|
||||||
Sier tufftben/ 300 gp lijben moet /
<£n menig quaab gespogen; <©«n hum* .^, |
||||||
Tweede Deel. lóf
pilllpliiiillllllliii
300 quaab of 't heeft rön goeb Sn toare
|
|||||||||
m
|
|||||||||
totjsIjcpbjS oogen.
2 ©etltjbenbatupttoenbigraafct/
JRaaSt geen goeo menfcb rampjaug» 't Is b'ontoil bie ellenbig maaht /
©oo? lullen/ sotenbtoalig. 3 1« 's ©interg harbe feoubighepb
ïïan nt'ooft al nut be jinnen: ©e toarmt te toijt san 't hart toetfsjepb /
<!Baat bes te meer na binnen* 4 ©e ramp bie ons hier niebctuaart /
©oo? 't tüarbfcft gemahs onthalen / Stijft bift ben geeft na binnen toaarb /
©iealtetoijö ging btoalen.
s <£5eeft menig raenfch hem 3eïbentoe'er/ «En boet hsiu naatftig letten /
<©m upt ben rechten jtreelt niet meer 2oo toijb 3jjn loop te jetten.
6 3©anneer be motoer 't liebe tëfnö-
i!3ïl ban be ho?ften bieertn / 3!Betroet/ of'tbitterftbatjeWnb
Zal ?u be fpeen befmteten. 7 «IS «Bob ons om een 5|cmelfcb jott /
©et aarbfcb toil boen toeijafcen/ üomt hp ons boo? bes SDJöcns roet
©et fchijn-joet «gen matten» 8 nutoo?bfchoonlira'H uptgelepti
(52oo 'tfchtjnt) ter offeehanbe; Hl ftaat b'Sltaar en 't houö berepb
<®m 't offer te betb?anben: s <ffioü euentoel en heeft niet boo?
©an-t leben hem't ontb?emen / Jl&aar ban 3ijns ïtnecljts geloof hier boor <£en toiffe p?oefte nemen. 1°;afa'itbï?nj(taisuptben boob/
®a=fèam«UeeninoetJterb«ti: ' „ |
|||||||||
Stichtelijke Rijmen.'
$et lijben boet ben «Beeft geen noob /
<©ua'e1tu(lraoet jïecbtsbetberbem 11 %l f miert 't «Eompas fchooti gint.ö enbtem
©f baten 't f chip al bekken / ©e jiaalb geflreken aan Zepi-fieeit
Zal (ïaag ten #oo;ben ftrckksin 12 <©f fchoon be bjame f &etben moet /
€n krups op krups bertuaebten: Hüatepnebeugöen't eeubriggoeb
^taan ftabig 3ijn gebaebten» 13 ©aat is een btoeb bie onbet b'2Catb
©toers tioo? be Eee komt 3t(gen; ©och sonber ('t tg üeïbionb'rens waatb)
get joutgaan ?icb te Krijgen* 14 «BenChjiften/ bmers boo? toeberfboeti /
E9an <©ob hem opgesonben / ©mtingt met quaab / blijft eben goeo
Cn onbefraet ban jonben. is «Eenalbfbjebenüonfïenaar
2Slttft fteebs Stjns konlt beinijjet: #atb?eekt Dein gonb of bierbaat toaar / $jp boerkt tn loob of pjer,. is <*cenb?ome/ als "f tjem tegen gaat-
ïfoeft niet ban' t goeb te s» jjken: Zoo vuel in fJectjt ais betet ftaat / Sianbp söBbeugbboenblpen. 17 fiasoogereeber .alsh^tijS' !ïn hout/ Dangoubtefnijben» ^00 lichter is 't in kommernis/ ©antupmhepb/ jonb'tempen: 1« Eoobepitgïnfeet kan men gaan;
©en weg na 't <®sbly k Isben. ©at biktmls 't mecfïe febijnt te fcba'en / ïian 't gtootfte baojberl geben, 19 <£en<£hjifïenisnietals3hetgla$f/
©at licbt'Iijk raakt in (lukken; ■©fais het al-fatjoenig toafclj /
©atfieebs jtttj laat hetbjukfcen: 20 anaaaratö ben Diamanten Ifcing/
©ie / en b?p is ban bjeke» /; <Snineen peöetb.mkbaarbmg»
Staat 3#n fatsoenen teken» 21 ^attmpteui.s/ bat moet na hem; ...
|
|||
Tweede Deel. 167
jpiethpmt'tgeen tó {nipten,
©ie n'oote fcljerp beeft na «ffiobS ftettt Slaat nergens boo? jictj fïupreti. 22 <@! bte'tboo?eere achten fcait
<i2n boa; een groote bjeugbe > f©anneerbem Ch?tfïus fcrups komta'tt/ ..
JÜaakt licljt ter Uaagfter öeiigöc, 23 igaeftoaatöetlijöen <©obujenb/
ï)oe meer t)P konb toii maften ©at gp of toat bpjonbets bent /
©froel toe konb geraken» . '' ■ . 24 ï^oe meer be Zonö-Wotb taaff / öoe b'3Jï»
Ziel) honger moet berbeffen: (S> boogee roem geeft oSoöto öerft
ïfoe tjaar meer ramps komt treffen» is Zijt gp een üofeph t 't is nietbjeemb/
ï^oejetr g' op 't beugben-pab jijt./ ©atm'ueneer/ en ampt Beneemt/ uEnbanfi'lpineensatfmtjt. : 26 2ijtgpeen©abib: licht krijgt 8U /
©at ^aui al jijn bagen «houbtnkrupsenfliserbetp/ j, oEu noopt ruft bau tra iagetr.
vi gtjtgpeenpaulus: Jietof'tbp
©aatom te 3acbser gaan jaU HttÖt krijgt op b'€ngel £atan bp / m ©ie u met bupfïen fïaan jal.
.*> ^ijtgpfijn<!Boub: 'tüanujtietfcha'en/
161 toojb g'in't buut beöoben/> "©injebenmerbenupt teftaan ©e hit ban's «©oubfmits oben* 29 ©iedBobeSgoeben toilbeïftaat/
«Eu jich in't laag mil geben / ._...- ,«**=£*
J&plepb op aarben/ 'tjpljoe'tgaat/ €en ruftig luftig leben, 30 igpfTachtb'erbarenJ&ujitijn/
©ieb'ooi bjeugb niet toil febenben: asieekt hem een fuaar / 't en geeft geen mjtt / m 3ingt.het lieb ten enben.
31 jKoet bp een moepelpe rol - • - :
an'sï©eretóstoon-fpelfpeien: . ,. «. «Ben hart ban <ffi>oö tv beugbe bol
»«rtn,uaab niet licht berhtfgn» | tl 3JKÊ!
|
||||
I(>8 Stichtelijke Rijmen.
3ï <©! bie maar troutu 'lijft <Sab bestroiitot
(gijn goebfjepb ftan 't joo boegen.') ©at bp aan aarbfcb gemaB onthoub/ JDergelb bp hoo? genoegen. 33 goobembefmaab ban menig menftft
ïtpttoenbig kamt bcfïctjben: ©ie toillis itjb / geniet 5ijn bjenftlj /
j iCrots? alle öie 't bentjben* 34 33e fmaberltjo geen grootctfmaati
' Sn'tbiepfiebanjnnsinncn/ ©an bat Ijp 't hart ban bien tjp baat /
ijjïiet mebe ftan bertainnem
3 s ©aar 't 28altoerft ban gebulbigbepb,' „&teebs lepb booj '0 bpanba aogcu /
UP metRt in 't cpnb / al is 't bem lepb / ©e jothepb ban jijn poogen,
3« ©toang-tnerfe berbient geen lof: <£tit«fl.
©e b?0om in itjbens uure/
t^alt tofUig en ban islfs baar Ijeen / ©aar «ffiob en 't &ot tjem fiuuxein
37 't<©n!tj&saamt)att(boojbatfcbbefli!!>t)
iöil ïeeb tnet leeb toeg b;nben: <£m Irjbjaaut menfeb geraaKter uut
©ooj brilïig in te blijben. 38 «©! frijbsaamöepbbomtaatobeugb/
<tcn banb ban alle ©eugbnt / ©ie u maar beeft / ftan flaag in bjeugb
't <£Eej)et(te Ijart berjeugbem 39 <© toenfcljelpe uunlcft'ïtifsbepb/
©aar 't Ijart in «Bob# geljengen gieftrufï/ eitfcobenmenfcb'iijftbepb
©en fmaftüen menfeg ban bjengen V |
|||||||||||
Ootmoedigheyds Lof,
i. |
|||||||||||
3:=EE£Ex:3rIEf Ë?ïE~r|?5r| 5
Steftt/ mön fitaren/wn geMaMV©at **#«""*,, |
|||||||||||
5
|
|||||||||||
M
|
|||||||||||
Tweede Deel. 169
kanberbjeugben: gfngt/ mijn keel/ een
f nieuta gejank / ©an een beugb be feboonffbee beugbeits ©an jen beugb bit <©ottnoeb biet / ©aac men 't boojbetlb Maae ban 3iet %n hem, |
|||||||||
illlfililiii==
|
|||||||||
biej' ons gebieb*
2 $em/ bfe/ nu bet peeren ^eet/
©fep in ootmoeb ne'et geftegen / iftceft bet eereu boogjïe eer
©ooj betneberingbetkregen. 3Jituie/ sattoanaarbftbemm/
't J^emelfcb joekt met Ijatt en jfn /
JIRoet bejen wea ook in» ï ï©oo? ootmoeb en neb'rigbepb
moib be ijoogfte boogt' gebonben; 't J^att beo? boog&epbs lult betlepb /
SSliift biet bafl om laag gebonben. ü?as be ïeebet bie boog gaat /
Haget fn be aatbe fïaat/
ï|oe minbet bat?' omfïaat*
A <©otmoebïepbniet/ in/ bet lijf .ïuetomtobfg quaab te quellen/ i^och in 't toaan-hepug bebjijf
©aat beel menftben beugb in fïeHeiu |
|||||||||
170 Stichtelijke Rijmen.
©eugb hangt niet aan 's menfcben ujepn:
ffiaat «Bobs $epüg 3©oojb allepn 3b Heers en©eugöis f ontepn* 5 'tgjBoohb'ootmoebntetbiegelb/
©at men (om in jonb tebiijben) %itïsl alsrecbta/ ootmoebigfrelb/
«En 500 jonbig gaat befcbjijnen / (©f men ftaag motft 3ijn in jonb. ©it 's geen beugb / maar leugen-bonb / <©p ootmoebs fetitjn gegronb. 6 ©otmoeb lepb gantfclj niet in fcbtjrt /
<©oft niet ijeel in (lecbte nlceben: Mpt bet nart / baary in moet jijn /
Jlkoetjtfïralenbno? beZeben* ^chnn-beugbftnjgtujei 't lijf tot baan jjiaaar ©eugb / iijf en 3iïl te gaar i Sin 't ijart / en openbaar» |
|||||
11.
38« ootmoeti (meefl gebaart ©oojstjns jelfjS en 3ijn$i ^Staats feenniai) 3js bie '0 tnenfcft£« tong betoaart 39oo? bes naa(lcns hoon en fcbennisf.©ie jijn toorig boen üjettoeet / l«f* $*J ujonb niet Utbt geteeb/ est pemanbji, -^ ^, |
|||||
Tweede Deel. . tri
|
|||||
febanb* of ieeb*
2 't .ffbjifien batt boo? ootmoebjï g«ft
Jbrei'k béranbert en gebjeben / 3B etenb' boe 't jelf» is gttoeeft ƒ
S©ii ook altijd gaarn bergeben t ïiomt tot tojafte tiaci) bonnig/ 5©efc t al toat te bennen ig / «JSnjict beet feplctt mi£t 3 ©otmoeb boet be menfeb bie}8 ïjeeft /
JBonenjich/ eenanberaebten* 't l?a« baar b'eerjutbt niet in leeft/
©neb geen nijdige gedachten;
<©unt «en a'et biel 't geen bet milt;
©eet op 'fi naaftms faam geen lift i
JBaattt onbje-e noebte ttoift.
4 (©otmoeb/ JBoebet en oojjaait
©an 'iSB«nwebiS bebaatb* jaebtbepü/ 3©eer5berbolgentbepben to?aafe/
Coom/ gehijf/ en onbebacinbtpb. ©ie / boo; <©ods «Beeft onbejricb11 ïïlepn te in 3fjn jelfs gejicyt / adjtatte ong'lijft licht. s (©otmoeb/ 33Uftcr bande Ei efo'/ ©Detinbjienb'ïifftijepbberlieeïen: ©atje elk bient en gerieft/
Sis baat luft en ftaag oegeerem ©ie hem 5elben ftent te recht / 3u;ijnepgcn Dogen fleebt/ 3©o?o gaarn eenjs pebersi ftneeftt.
e «©otmoeb/©oebfter ban gebuid/ $el»t Ijet ang (lig murmureren (311» <&ob ït ijben» maat berbulr J
Iferachtig upt bet hart e toeeren. ©ie recljt klepn is ban gemoeb / J&epnt m alle tegenfpoed / ©at bp 't noeft beeft te goeb.
7 «©otmoeb/ jlBatigijeptja ©Jieiroto/ «Beert 3ujgnulbigiiepb en treuren I _aism* in'»lijfe behoeft* / beeft mi» <©an beu epfcb \» ber naturen» |
|||||
iji Stichtelijke Rijmen.
"t ïjart ban ©otmoeb toel boojnloegt /
©at hem ?elfa niet heel toeboegt / Is ooit met 't minft bernoegt* 8 «Een oprecht «©onnoebig bert
Jitaat jjjn <öSoh in all'jS gelaten: Eöelliombjeugbe •, toelftomfmert;
30el!;om alle lot en (laten, ©ie jttb/ en ben Zeubet fcenb/ JHeeft stjtt hart/ 't ?p toat hp jenb/ i&ot banftbaarbepb getoenb* 9 «Botmoeb/ ïSenfler ban gebjeü
«Enban't epgenonbetmogen/ gfttmt be giel ben lu|ï en treft
<©m Ijier oopt te flnpmer-oogen / 5©oetbeviel05fthtlbtoacbt flpaan/ .
<©ra noopt boo? *jS bleefrtjö fehalftc ptftu
Sin ?onb te ïijn bejra'en* to (©otmoeby (Stoonfterbanatmoeb
3n be «Bobbelnfte jafcen/ jRaafet bat jicbbe ntenfcfce fpoeb/
<©m boo? 2Sibben «Bob te natten: gSibben / 't toelkupt 't hart ontfpjingt /
4En/ met Iterft «Beloofomringt,'
2Sp «Bob met ftracbt boo?-b?ingt, ii «Botmoeb/ ïBcftperbanbetoxl/
©oet in all'* geöoo?5aam toejen / Staat in beugbe't bart noopt ftilt '
3©antroaar«©otmoebi$i/ ipbjeïcns j©aarb?eegii!S/ toojbftherp gelet
^ietopeen/ maar alle j©et/
©ie'S 3©ets boojlïelber jet* |
||||
ïlltMüïillïüllllil^
|
||||
Tweede Deel. 17$
neemt «Bob aan; ©at boog is/tó Dooi hem stoute'*
lilüilïi-ailïiülli
|
|||||||||
Itjlu IBilt SP naat bet jaltg ïanb :
l=iiÖ|iJllflilll|?
Mae&t «5rtf in allen fïanb/ Stlepn onbee
|
|||||||||
«Bobeg banb»
2 &malijï,tpab/engigbepoojt
('t Zijn «Bobg teeD'nen bie -t betupgen) ï®elfts ingang ten leben boojts
i®iebetboo|toiI/ moetjicb bupgen; SHatbftlje gtootbepb moet om beet 1 f
Stobfrfje boogtc moet tet nt'et:
©ie teel bjopt/ hoopt niet eet» ? (©otmoebtóeenbjutljt enfojupt
©an «Bob» «Beeft / bie Deugö boet sloepen/ €n ïonb b?i)ft têt batten upt: : -
ffian «Bobs Zonn ftomt bp af-bloepen« ©ie bien mifï / 't 50 toat Jjp boe /
.Spaant bergeefs §em 3elben moe':
«Bobs Zaan bomt ijp niet toe» 4 Zalig menftb/ biebitüïutaeel/
©iebeejïgeerie bent bethregéMt 't «Been gp bebt is gtoot en Deel: ;,
Stalt 't toel bouben is gelegen. JRaatbte't niet hebt: (taat'etna/
^>tftututofcba'* ©ie niet ftomt b?a/
Hicht ftomt bp teel te fpa'. s ©oo?'jsgemoebjï beöjiegecp
JiCïoetg'ujelfsboo? albermanen: ©alöerjotfïe boobaaröp/
alsbemjelfs ootmoeb!;jtoanett: ilDaittn/ alsmen'tnorhwetisU
|
|||||||||
M&t.
|
|||||||||
17+ Stichtelijke Rijmen.
J&Éjb beeg (jasten bitpflerrits:
J&epntmet/ ofbebteerfttoiiS. s ©iebaarjtetboo? IBanenfiglas!/
«En bad mepnt/ bp beb befcomen / 3Jrbepb niet / binft bie bp bias;
gaapt gier tnflïben 't barr met bjooraen; «£n boo? epgen-liefbe jot /
^iteltjieb totjtjnjelfsWgob/
«En bit ba jien / tot fpot. 7 ©'cerftc trap bes toaar <t&otmoebs7
SJh «Botmoeb en biep berne'ren: J9an«Bob/ «ÖSeber alles gaebs /
Jdaóetm'/ in «Botmoeb/ ftrarbt begeeren: 3@oo;«E>ebebbangt3'aan; «rijgt frboot/
itomt tot baar bolftomen groot' /
«Sn bljjft tot in ber boott. |
|||||||
Chriftelijke Gelatenheyd.
Vooreen Jonge Dochter M. G. in hare langdurige
en fware Ziek-quale. |
|||||||
lUslilIlllïil^lilg
3tagt:!|k Jing/boetoel met pijn/fmett en ellenb om"
ringt» M taenfebenfebijnt geen öulp: tóaar gal ötbenen gaa». Cotöeot/ Daar »*eugö«« „„ |
|||||||
Tweede Deel. 17 5
pijn en alles fcomt ban baan»
2 irij! <©Bb/ bie alle boen en lijben Waar aanfc!joutot!
©ie mp & 't fchoon|ï' ber 3eugb/ in't tranen-leger fjoub:
Eietopmp/ usefebep/ bat onberb'batbe tucljt IDanutoeftrcngejanb beel jaren beeft ge$ucht, 3 gietopmp/uto'bienetfFVtoelft gpmet bjoeffjepö
fPÖfï/
©ie notbtans / mibS in bjuft / u bifcmaaïs eert e» pjtjlï / en angfïig in jaar geefï / geen bing' joo ?eer beftlaagb/ ©au bat fp 't paft altijö niet eben lulïig bjaagb, 4 8|atb bjingenb is be itooö; boo?bjingenb'mijne
finert,
©e<Êeefï/ met'tHtjfteïpV beang|tigt*n benert: %ij ©aber! (matb bet iijn) gun bat bees quale blie' i !Dan boe!) be mijne niet / maar utoe toil gefchie', s 3lfc geefmponberu/ al balt bet ober-bang x
KtoaBijshepbtotettoaarom; uto<&oebhepbf£hiftti)oe lang:
ïlto «tëobbeujfte tuil en ftan niet ?ijn ban goeb t t as toel / goetbepbs funtepn/ 't is toel al toat gp boet* « fs 't utoe goebe toil bat ift noch langer lp-/
fn ban bes iöerelbS bupl gantftij Maar geloutert jp / ©eloutert/ boo? bet buur ban b?uft en tegeufpoeb: tm tael/goebbepbs 3fontepn/'t is toel ai toat gp boet» 7 €>fiS't/ op bat g'inmp een pjoebe neuten meugt
»an mtjn geloo f / gebulb / en bajttjepb in be bengb / Jf g,baarom mp begiet met bjoefbepbs oberbloeb i «als toel/goetöepbs 3F ontepn/ 't is toel al toat gp boet,
8 ©f tont gp bat ik (ïaag in bejen (ïanb ?al #n,
«om bat ift / in mijn leeb en ongemeene pijn/ öan eilenb en gebulb een rpiegel toejen moet:
SStoel/goetbepbs fontepn / 't is toel al toat gp boet» j » ©f i jfet pet / © ©ob! (u bet ban mp beftent) ! waarom gpïjengentoilt bat tft in bees eilenb : «tot aan mftnenb jaljijn: 't tëftoaarbooibleeft&Ht $«ïjtansgoetöepts ^ontepn/ 't Is toel al toat gu
boet. |
||||
ij6 Stichtelijke Rijmen.
io 4iRp «Bob/ ik bib niet meer bat sï1 bantam?
ontflaat: Sïïleen bib ik bat mp utolnilpe niet betlaat: 3Dat fctiaas ten barben floot / toat beett een feilen (lag I SMg 't bart ban binnen Ijecft baat 't jitl) aan bouttw raag. ii 1ilta's<!Beefïe6bpflanbifi'tbie ik alleen begeer/
<©p bat ik tegen u noopt 3onbig murmureer» 'ülBillenluatgp toilt: maakbatbes toitlenstoü ©alkomen in mijn Sart noopt ban be uto berfdjil, 12. ©f ftboonbetHictiaamban/boo? fmerte bie petlijb/ ^Blaakt bat be ooge traant/ b'bo?ft jucht / be keele krijt/ ©e geeft nacijtane getrooft / getroofl boo? uto gena'e, a2n't5elfctwtoanb8n<aSi!efï/ keerballe stelenftha'e. i s jfru ruft/mijn Jiel/in (©ob/uto a&ob/bie 300 goet tó;
©ie niet ban goeb kan 3iju; bie utoe b?oeffeniS <©f toiffiijk enben ;al / ofjenb bp noopt ten enb / fflien bubbelb reben beeft / toaarom bp 't niet en $enb. |
|||||
't Swaard in lijn Plaatie.
Of, van Tweederïey Heerfchen. Aan d'Onthesrde
Staat-bemindeis. I.
ÏTÏ. «©oghepbg .JlBinnaar/ bie 't acljt boo?
ip'en/ aSerooft te jijn ban iheetfchapppe; 3Bien,ö Ijatt ben ouben fiaat gn boop na Baat; Haat «tolufïso beer/ &a. eenblnchtig^ |
|||||
Tweede Deel. lït
SlIlftlllillÉiliiilitl
eer/Haat utoluftjoower niet too-------yen/
|
|||||
't aScft is na lip en ftaat noch. open»
' 2 3fttoeeteen&taat/ bietoiëenbafïis/
löiens laft lüet jïoaar en fonbet lafi is s ©aamfemanbstoiloftoet il oopt ban jet;
3Baat bp alle boogt' ©ie Bp benfeen moogt / JBaat bp alle öoogf op SSarben/ ïlel-iaagis/ enbangeenbertoaatben* 3 ©ees ^>taat 500 toaatb en «prgelejen /
25efïaat in afêaartijft bat te tnejen / 't30eliï menig ©aanltjft toemb/
<6n jicbme'enoemb;
3©aat ban elft ben fthjn èitö genoeg laat jijn: 3©aat ban elft ben fthjjntoilbjagen/ .©laar ttaaretoejen niet bejagen. 4 ©ieCbjiftenmetmonb/ jjatt/ en baai) is7
©ie is t alleen bie in bees ^>taat is* «pfljpfchoon/ bietberaebt/
ÏÖeftüimpt/ belacbt/'
aöoojbeittoaan-toijS/ jor/ 9Bjm/ gering/ en bot; ffioojbenbjaan-toijs/ Jot moet lijften 5 aBaathepbjal beter bomtis (ïïijfteiu s «Een ^ijztfïen/ bie/ reebt toebetboren/
't 3Carbfcö beeft berjaafst / 't Sjemelftü, berftoren / ©iels/ enniemanbtneer/ ffialftoroc» ïjser:
©ieisJ&ectban'tgeen 3©aat ban poer een/ i©aat ban pbet een is (labe / |?oe groot ban heerfetjapnp enljabe- « ©cnChjjflteit/ booijtjns jelfsbèiJsmtten/
Ü« J|eet en JRitfKt ban jim juinen / |
|||||
t7s Stichtelijke Rijmen
BJoutJ alles ne'ergebeib/
«En in getoelö
Ü3at op aaïb- onrnfr / ^>mert en tegen-Iufi/ IBat op aarb otmift in boeren \Cn'smenfcben jiele Kan ontroeren. 7 <£een aarbfcfte ijoojj pijnt boo? berlangen;
«Seen aarbfelje b2ees en maaftt betn bange, 't S^p boe 't biet taoelt en raaft /
J£p/ onbetbaaft/
Jfèet 5ijn ^jcbat te bje'ett / iCteeb at moebïg been '■ JBet jijn ^tbat te b?e'en/ is Koning 3Sn ;ij"ber Eielen rupme toooning. 8 ©aar beeft en bjaagt bP fteebs ben ^btepter;
Jiiiet tegen 3Ö«en tnil en repter. Jjaat/ tooren/ trots/ en fpijt/
J©?eeH-5utljt en nijö /
.jUftet ai taat'et mpgt / (<£n stel fmerte b?cpgt) jflAet al toat'et nepgt tot fonben/ 9£epb kracljteloos / en ais gebonben* 9 «Bobs J©oo?b bat Heers en tnaarbepbS Zoiuü
©at fp2etl<t en toijft baat alle botmis 5 <èehoo?3aambepb boert upt
't nBeen 't batt beflupt; ©?ees en Icefbe dsobs Ssijn Heers en «BebobS / Zijn Heers en <©ebobs betraeöters /. ' <Ên boo? be Eiel gelijk beut-toatbtets. io 3©aat blijft BP nn bermaarbe Jgelben
<©ie jiaonflers en Cptannen belben/ 4lBaar 't 43fton|ïet noopt berfloegt/ ©at gp selfs b?oegt;
«En ban Cptannp 3^oopt in 't bart boaart b?p: <Gn ban Cprannp bet luften Il boo? begeerten liet ontruften» ii 't «Been gp nietftonb/ boe boog uptffetont/
©at San een tnenfcb/ geen menfcb gerehent/ ©ie Ijiet in laagbepb leeft / «jBeen faam en beeft /
^tbilö norb £>U)aarb geb?upht/ _, |
||||
Tweede Deel. 179
In berfmaabbewb bupfet /
&cljtlb miei) ^inaarö gcb?uijkt upttoenbig: $a 't aog / rampzalig en ellenöig. 'i Zijn oogen toalgen ban 't geringe/
«Ett 3ien nau eens op aatbfebe bingen: ïjaar toijsüeyb is Ijem geft> i^aar feboonbepb / bjeft; Üaok atbt bp baat goeö; 3©inb/ al Ijaar boagmoeb; Sitterljepb / baar 3oettgbeben; «Önruft/ al Daar getoaanbe bjeebe. 13 «Een Cbjilïen (O! boog-toaatbecew»)
3s t#eet ban aller sfeeren J$eete: sHeet ban begeerlpbepb / ©ie 't al beriepb t
ï|eer banbtoaajentoil/ ©o?3aak ban gefebil/ <©o;}aak ban gefebil en onïufï/ €n ai bes 3©ereibs ramp en onruff» M © fcljoone ïtroon! toaar op notlj fcïjo»3bet ©egeben tnojb ban '$ beugbs 2Beloottöeri ffian «Bob bie bent/ bie 't al ©a-toimien jal / 2n onfrerff'ipbepb / , 't jjtjlt / boa? Ijem betepb / t &p/ boo? bent berepb/ jal fcijtnltcu/ <Sn eentoig als be Zan boen blinken. jk's Sutft^eet/ bie beesïttoon beeft inb-oogen/ wat kan/ boe toil/ boe jalbit poogen 3&a een betgankelgk «Betaelb of fttjk? 3©aac toe ^>taat of ^toeetó/ - w ©te/ los ban begeert'/ .©iet beljoeft in b'Süerb te tojoeten/ ^» ijeei he a©erelb treeb tnet boeten i i« ©it js Det «Een/ alleen ban noben»
*?<« na te ftaaH/ beeft «Bob geboben» ©ces öooge J|eetfcbapp/ ©tes .Jl&oriatebp / n
©aar kanb gp notb aan/
©ao| bet rerbt tnflaan * «En gebutig gaan bet paben/
'wsüjejen in 't Hïsojö ban «Beuabett». 3- 3::, Ï7 ©«»
|
||||
iSo Stichtelijke Rijmen.
17 JDan't fcbtjnljoog beeft u<Öob ge|tooten/
#m u öoo? ftlepnbtpb te bergrooten / ©ergtoaten met bees gtoott' / ©tenabtboob/
.$.abe boos nacb blijft/ <£n in rufl bt ftlgft: j5abeboobnoc[) blijft bcffenbig» t$i£t 5octet / ban toel / en <0nenbig. is «Bobtnaafctu 't pab tenten/ glabbert
Op glabbepaben loopt men rabbet, Jluftonbcp/ toiltgp maart 3©aar toeft gp naat i
3fcn g'in 't lage bent / ©aalb at üoo?t ten enö: J^u gin 't lage bent getogen / a©!jRt/ toijfttm£tIijftn5telBan'tl)ooge» 19 «Bob/ bieb'lfgabenaftoilhoutOEH/ Cn in uva tjatt ;ijn ®empf l boutuen / ©oet n Staats loffen fianb / itïirs fnetie fthanb /
Schijn goebs öaa|tig ulte'n Klaar mtt oogen ;ien: ^cbijn-gocbs haaffig blie'n bebinbtn / <®p Ijoop of gp een 2Se tet minben, zo <£en beter: niet met toanli'le jimten /
©ie 't aatbfcö en 't fêemelftt) teffens minne» j Jfriet met een bubbelt beu / 'tJ©eiK/ hierbertatrt/ 3Stabe«!ijfjStoelnaart/ ©ooj gemetb en ftaaarb / 3^a bes lijf» toelbaart tuil loopen / <*n notb op 't eeutaig mebe boopen* ii jiBaae met een bart / 't toelfc / Maar en supitft
jjiiet Ijengb bat gp (ais fcmps afftljupüerj 9ttó «Bob totl bat gp lijb / 25tjt bie u bijt;
't <öuab"e toeöetftaat; aiöe'er (laat bie u |laat: 't <©uabe meberftaat booj 't cjuabe; ^>cbut fcljabe met eens anbtrg febabe, 11 jiaaatmeteenbait/ 'ttoeifc/ ingenomen
J$m itefb' op 't geen bat na ,al feomeu / ©oojtoaat&epbojp gemaakt/ |
||||
Tweede Deel. i8£
'tsaatbftfj'tieel betjaakt/
«2n / in «Bob bêrueuat / Sjiiet en joekt ban beugbt «En/ in «Bod 'oerneugt ten bollen/ ©ctaerelbbaren rol laat rollen. tf „.Htttttwr. X3 iDnbiccftt in 't tjart al.'t *,tt,iSftS!*,mmtr* Zotmi fequaaö; jot binben fWnraer. ©enatbtwbceiisesaan/ ©en bag komt aan.
©hjftbocöaanbe «aarb (J'S* gcenliebens toaarb) _ SSiijft öoclj aan be tSatb met hangen, ©ob jaagt uto Ziele; laatje Vat,Öe«* 24 ^eerat niet al moctjtj' u toe-er pAaHb
Sïoub rn(t: ïnijb fïof ban meer te treuren, ©ooj al $00 merkt en let ^tljerpopbeHBet/ ©ie / op 't nieuto' ©erbonb / ©oo? «Bobs Zoon/ sestonb'. plaats in ftaet tn monb moet bmben / «En rat alleen be Ziel kan bmben, is Uil nieuto/ 't onb is berflireken.
©etujaofes beeft nu meetteftoehent Zönöeel' 30et Me bngaf/ gsboob en af.
ZrabbeZonnefcljeen/ «Koefïbefeljabuto'beent £inb be Zonnefttjeenwo belbe» ( «Bobs Zoon alleen / nu W<^-<Wb«* , ,, M ©es iSpanbSZaab(betbolkberboosljeP» •« Plegers ban quaab en «BoblooS9*l?D) Haat nu «Bobs toet niet toe ©at menfclj uptwei
9tlsbe enbiging öomtbanallebing/ ,-Zatóet xupbering gefchieben / «««Bob sön €ng'len jal gebtebem 27 as noopt be 3üarb b?p ban b'onbjome.
©ob 5al toel ö'een boo? b'anber tomen: ©ie«Bob/ biejelfsook'tquaab ©at-hj toelaat/ ■
iScljikt / beftuuet / aanfcftautot / «En in walen *mb: ^ |
||||
igi Stichtelijke Rijmen.
gehikt btftüütt/ aanfeboutot: jtjn banben
23erepken alle ijart' en ianben 28 m toat in macht en boogt' gefïrtt i0l
li toat in uptfteek en gctoelb i&l i^oe nuaab of gobbeloog/
tScrkeerb en boo3:
't f]§; (uiamieerrir Os) ©O02 <®Bb& bengenis: ('t 3« toannem'et is) al t'$araen ©an «Sob/ bie toil/ men ;al 't g'boo??ameiu 29 ©i« licht «pt bupfletniiS kan trekken/
Uan alle quaab tot goeb boen fïrefcketu <5een ©o?fl of mti altoos/
ïf oe bengbeloos /
<©f w jotkt nocb me'e (attïufï/ fïilt/ enb?e'e) <©f bp jotkt nocb me'e te fcöaffen ©en goeben/ loon; ben quabeu/ (ïtaffen, s o staat <©ob be 'mtt'iü boo? taerlb wgeeren»
©ie &oït jelfis beeft/ mie kan bent bee«ni «Been quaab/ als bp ons (tut/ <©f 't Mojb te nut.
<©f komt mx0 tae'erfpoeb/ gin berliejï ban goeb/ Hebert/ ïflf / en iuoeb te boten: ©ie *föob boitb/ beeft niet beel öcrloren. |
|||||
II.
T püÉlir=ü6iiÜi[i
I , gcht kan u *t bteefcb bert uptblurljt bieb» __
* ten: Maai laat <!5obs( litbt flertjW tegen-
piöllilllliiiillp
* lichten. 11 't leben / ftaat en lat / %m en gtfg^
|
|||||
Tweede Deel' 183
©art «Bobs toaarbe Zaan I (©Kg oprecht gattoon)
©an «ffiobs toaarbe Zoon/geeft klaartjepb/ €n toept |
|||||||
==!rEïr:|: E*l"fc:l-S:
|
|||||||
lupb «pt tooo? beje taaarbepb,
1 ,»erkt op stut ffioojb / 't 3©oo|b bet genabem Staar los: f ctjelh quijt: bergeefttnisbabem ©ertatjjt niet; bat u niet Zoo me'e gefebteb:
Seo ais gp upr-ttuet / &raar <©obS banb geretb / iètaat «Sobs hahb geteeb fin-meten/ , laar €t)?!tfüp irt 5nn i©oo?b ons toetert. 3 "Zijn ©panb Irerb bj> ebettoiratett;
*Uet boe? getuelb/ maat boa? fcemuuieti, 1
<©obs gamfclie HBapcning/
iScbilb/ fêsltn en ÏSltaB/ 3iBet al toat'et üoo?t , ®ot ons ifttyg beboojt / ïtan men in 5tjn JBoojb klaar lejenA met aarbfcb/ maar geefreltjk te toefen. 4 Zrjn fcomfï en toas niet om betberben/
«aar om behoab'nis te aam erben* Jfroopt tojaak of nonnis quant
©an 't weerloos %am*
©f hp frijoon getergt/ tEn Daar toe gebergt/ ©f ÖP fcrjDon getergt/ toe! fconbe; aiwopt jjab fop juiks in hart of monbe, 1 «een boo?beelb beeft Ijp ons gelaten;
IBaar in> ^n toiliig 't ferups t'aantoaten; Sin lijbtn jonbet fchitlb; _ 31n fïerft gebulD; aintojaaïi en oojbeel "$m 3ön <©ob geheel/ |
|||||||
ï8+ Stichtelijke Rijmen.
tllaitSÜ'n «Bob geheel teepgen/
4£n I toen bp ïeeb / niet eens te bjepgen, 6 «Censeer/ «n lieer/ cengiaam/ eenXeiw»
|©o?b atlen €l)z:(l'nert toegefcbJeaem 't 3©oo?ö treft baat al gelijk:
©at m'in «Bobs iftijft
©ooj: berbolg en f maab / «Bit upttoenbig quaab / ©oo? berbolg en fmaab moet raken: USte outf be teeg noch anbers maken i 7 ©e Iteetltng ($tyt> ons Ziel bekeeröer)
«Bn i» niet boben jijncn leerber 3 ©e ©ienaar ook niet meet
©an jijnen i^er,
Köbbeitinecljt gequet: 't Mott hem 5oet en teel / 't jIRoet öem joeten teel gebaïlen / JCön i^eer gelijk te 3«jn in alieit, -\i s ©elioo'3eü)CKiblMn niet laten
'f «Been Baat 500 ong'lp is te haten, ©iejoometbaab alstooojb Jrjaae ruft berftoojö /
«Cnbeönpfternis ?Ctl)tboo?'tgeen5eist «Bn be bupfïernis butf feboutoeu / ©e bupfternis jal öein berfpoutoen» 9 dEeiidtijjiflenistotktups geboren';
Cn «üMijifïen is tot krups berkooren. 't Sis o3oö / bie 't 500 begeert -«En ojbineert:
't 23eelö 3i)n# Zoons teil bP ©atgebjagenjp/ ©at gebjagtn jpin fmaabbepb ©an al bien Ijp tot betet ftaat lepö. I ° Vergeefs 3oekt ban 't bernuft upt-totgen:
föet krups / bet ftrups moet jijn geb?egen / «Setuegen.: irietroanueer
ïtta tegen-teeet
gin geen febut meer geeft / <!Bn geen nut meer b"ft* ,^n geen febut meer geeft in 't nnaöe / «Sm ban gebtoongen 't firups te laben 1 II jfiietjupfi alleen in fulketp«Jt ^
|
|||
Tweede Deel.
|
|||||||
iSS
|
|||||||
3$ niemanbö ^>toaatb boo? u Vail jtïtjben /
<©f / 500 't al firijb en flaat / Nochtans niet baat/
<gn Sn't lijtien moet/ rt^poonuiat gpboet) €n gp 't lijben moet gebogen $ $aemtepbit»tups/ gpsntbebjage»* 11 'tiiökiups/ maat niet ban ©obbeïkojtu
't 1« kraps / maaat ook gemeen ben bojen; 't%s knip» maat 't melk Wen 't naakt / <©een <Clj?ifien maakt:
't<ffi>obbebaaglnk ktups/ m» 't be lijeet 5«nb 't tjupjS) 't «Bob-bebaagip ktups bet bjomtn ESojbtaillig/ toillig opgenomen. 13 |©o?b opgenomen/ als men't lijben/
labien men toon'/ toelkanontglijben/ 't gp booj be tegenfïanb
ffiantoelbig'fcanb/ <©f booj ban btoombepb a&ie on# «Bob booj Upb / <©fboo?banb?oombepbtebepn?en/ <Cn met be toet' 1b te boen of bepnsen. 14 ^uikipben boet ten ïfemei taken.
Saoucbbel|eec/ toel-lijbens 26afeeu / 3Soebp/ in©oobsigtftalt/
€nals$bebialt
jaet maeljt boben macljt / HUe tegen-ktacöt / Stlle tegen-ktacht konftojten/ «©ing l)p jijn ktups geujillig fcbojten» „ 1 s 35oe ijp boo? sönjs gebebg opftijgen / jyabljpgeujilb/ tehnlpkonktijgen 33eel bnpsenb igemel-bo'on ïlpt's©abetiStb|oon: i©atbeeft bpgebaan? 3Wet met quaab toe'et ftaan. aBatbeeftbpgebaani geleben/ €11 ons in lijben boojgeftteben. i« iaat toaté te'èn nu 't batt eens bjagen:
a©te kan stók ïwups en 't &toaatb t'jaarn öjasettf 't &toaatö ttotflt en po?t tot fttjjö / 't^ïnpsit>ttpkM»lÖt>/ |
|||||||
rS< SticBtelljicc Rijmen
't ^toaarö bebiettt bet blcpfcij /
't Krups beneemt jijn epfcb; 't ^toaaro bebient bet Mepftö in luffen t 't ïjtupa neemt gemaft en aatbfclje tufte» 17 USieltanbet fairat met mater mengen i
©en iSeme! aan be aatbe brengen i 2©at beeï beeft 's bleefcüs boltoerfc JiRet Cfeifïusf Kerft/
©ie op 't fcljoonfte groept/
«En b?iitbtüaat!ijlift Moept/
©ie op 't ftboonfte groept in ïtoobeit/
gn jagen / bannen / uangen / booben .
is liBeens tüaren <Êb?!ftens bart of oogen/'
©ie oopt na b'aarb of 't aarbfcöe Wogen: •t ïö beter bat bp toaebt; ©at bp bettaebt;
©aar ;nn bart aanbangt; ©aar bp na berlangt; ©aar jijn bart aanbangt gebeelp: «©prerbte liefb' is otüierüecïntt» 19 't fis fèemeiftb fcaar bp na moet tracljfen;
■t 3!s Igemtirci) baar bp op moet toaebten, ©003 en groot is 30" loon/
©orb in <&aig tooon.:
©aft beeft ijp tjiet niet ©an al toat men jtet; ©aft ijeeft Ijp bier niet» 2n'n jegeit Op aarö / Vöojb nibertoolg berfcregeru 20 &m 't pao na 't Seobig >£en te «tóen/
loeft öP ge"» aarbftbe jaligiieben» <!BiMt a&oö roclftanb of bje'e/
0P neemt'et nu'e:
©otb bjupftt ^umarb noeb bmang <©m bet aar&fcbe lang/ Om bet aarbftbe lang te bouben. 't ïfiaröftb Canaan. toast boo? ben «©u&ein 21 't j&tügnt tocl niet tjuaab / ja<üsotij5 begeertn/
2rms naaftens ijaaab booj nuaaö te toeeren, jïlaar waar is Heer/ of 3©et;
IBtnftb / of gebeb;
iCse ?eg' of belooft'/ ©Ie 't epfcljt/ of oojloofti: |
||||||
(Coe-jeg' of belooft' befcStëetoen/
|
£«
|
|||||
Tweede Deel. 187
€it in <©obs ttieuto ©erbonb gegeücn!:
22 i?oe b?aagt h? t 4»tüaatb oaoj 31*0 of anb'ren ƒ
©;e 't'imips uab niet alleen 3etfs loanb'ten/ Jföaar aubV ooft ojj bie baan JiBoet leeten gaan i
31Die is b;p hier ban ^ cföeen/ toamteer bp kan. i©ie is b?p hier ban i «Been Zielen ©is €ij2i(ius oopt boa; ïjeere hielen, 2j üjoeft gp/ am 't ©emelfclj te oeftloeKen/
't Uawfcis niet boo? u öoo? 't étoaati) te joefeen t (<ffieltjk geen menfch behoeft ©ie 't ^emtlfcij Pioefc) IBaar toe (#! beb?og!) ï)oo? een aubet boet)? 3©aae loei (©! bebjtsg bet jinncn!), «Een i^epi-pab moeten top all' mne* 2+ ©m ban 't tmnofcig te bejagen ©urft gn ber (inaben 5ielen toagen.- 38ch! 't is te beer / te beer ï§an Cbziftus 3teer;
't Is te beet ban 't pab JU ©obs bjcugben-ftab; „ l üs te beer ban 't yaö getieben* •öe&neg u niet boo? fcljnu ban reben, 25 %$ ons bier lebens ttjb üan nobert^
©m ïfben t ÊeUen ons geboben 1 ©as leben rij 3 en maat (êraat aan «5obs raab.
©!e elti oogenblifc 33ooj be sonb' heeft ftbjtfc./ ©te elft oogenbliK leeft tjeplig/ mt ftojt hp hier ooft leeft/ leeft beplig». j-6 ©an leoen is geen toet gegeben / .»aar ban mel-iebcn t'toijl top leoetu ©ns Htfj' in ©obejï item/ 'tsrct ftaat aan hem»
©e getnelbenaar -v ; «Bn &t»aarb-pberaat/
•©e getaelbenaar en frttjber 4s met meer jeftet ban be Ipber* t©H«ab ntet boo? 't <raa&e t* berhjSb'wn»
|
||||||
: :
|
||||||
__agfaat
|
||||||
188 Stichtelijke Rijmen.
.litaaar laas «Bob $eïfa ban tojecb /
3©anneer Ijp leeb /
©atjtjnaEenig stinb/ Eoobanbem benunb/ ©atjijn téetüg öinb moeft Itjberr $&tt 5oob«I b?oracn 't allen tijöen ■; 28 ©oo? liefbe rot >©obs Zoon betaogen /
$eeft eetttjba tinton 't ftoaarb getogen; <£n gaf be liefb' oopt recht
<©m boo? gelwcrjt 39?ienben boo? te (taan /
8>pbe'etoel baar aan.
Maat lnat toas 't taermaan be<s peeren i 't jêtoaatb in jijn plaats te moeten tseeren. 29 3©attoasbere'enf <©mbat$ealie
©ie (laan inet ftoaarb / boo? ftoaarb toeer balKtt»
iBatnocb-; om bat toanneec ©00? tegen-tteer
't ïtrups toierb toeg gtbaati; <Cn boo? ftoaarb en (laan/ nBit boo? ftoaarb en (laan 50« topen / (Sobs ^opftecp niet toaar fton bluften. 3 o l@at toa3 het tooo?b ber gjophccpen i
©at tfiijjifriis bcel 50U' moeten ip'en* killaar 't 5elbe bat «Bobs (tent «Eeuijbsbanljem
ï)ab gej>?oj)hereert / «ïben't jelüe leert/ 39oo?jepb en begeert bptnebe ©an alle 5tjne toare Jteben» 31 «Bobs 3tfefö'is aller 2tefben mate
«Soblieben/ 191 «Bob#toU niet laten: söofc ban-/ als treft ban bloeb Sterft ta't geraocb
©00? be Stele bjingt/ afnintoenbig to?tngt/ ©oa?besteleb?ingt/ en'tlierte ©oojfleeftt met ober grootefmerte* 3 2 ©oe llwabatn jijn Zoon toon' fïac&te /
J&Mtf boe be liefb' upt jijn gebaebten i Jiesrt, boo? een booger geeft USeeft 't minft boo; meeft;
Stief öe-tut 3!Jn«Bn& |
||||
Tweede Deel. 18?
gag tnaar op 't twbob:
Ultföe tot 5tjit «Bob (€> toonbtr!) SHel' bet naturen liefbe onber. 3! «Bobs&mps/ behalBenepgeupnnen/
SSefïaat ooft me'e in 't leeb beï jtjnen* 't Zv ban hoe 'tftomt/ aw 'tftoamt/ aBU'tbansaofcbjoomt
©athp'tboojg«i»eïb/ lettetjöbraftelb/ ©at Ijp 't booj getoelb toütoeeren / ©olgt €lj?i|ïus niet ia ftrups en leem 34 #iet(jegtg')iitttitjn7 maat'0na«(ï«U? J««rf
©oe-fc/ onge-tpftgt/ fïraf; nietugtte?afte/ J3aar bat b'onnoa'le ba? ©an onbepljB/
uEn'tiöemeenetioï ©aar boo? luerb btbeff s Cu 't «Bemeene beft raag bloepen Cn in gtruften toelflanb groepen* ss 'tüteeftfcöijn, jl&aarbiegetoeïbettboobeiw J
^oo toel aljs 3iR ofeiS / heeft berboben i ©otïj noopt (ais jaoftó boet) ©erlofofboet
??eraanb bie bet leeft 3©eSerbaai toe geeft: fjemanb bieber leeft op aarbe / »tt)t bejen fcinjn ban geenbet toaarbem «3« 3s 't boen ban eenig leeb of ptjne ©au hem berootloft aan ben 3Jjnen y Zoo totjs inp jupfte Itraf f&oteenpbern.naab
©aar ftraf ober gaat: €ot een peber nuaab en jonben / waar too?b bie in jtjn iDoojbgebonben i |
|||||
mm
|
|||||
tpo Stichtelijke Rijmen-,
|
||||||||||
ui.
|
||||||||||
A
|
||||||||||
%Um niet 't ürups ban «Bobes Sone/jaaa*
ooft jijn notmoeb fïaat ten tone, 3©ie *t gauaan googgepööecgt/ ©olgt gent niet tetyl ©ie be aarbfdje hroon/ «Etnfïig aang* boon/ ©ieöeaatbfcge fttoonberfmaöen/ |
||||||||||
—A> -cv-_____~j^-__!- __V___~A~~w"__&___in'
€u 't fcganbig ftrnpsi ging op gem labein
2 3©ie toaniielt nocg als W &lh Wöftsfeti
©anb ejer toerelb toas 5Ön ittp niet» (©elgii öp fp?aü / joo be'e
«En toas öp rne'e»
©ietoil jijn als öp/ «geutoig toel en blp/ ©ie toii 5jjn/ als öp üerijeben/ jtioet gier ais öp in ootmotb leben. 3 ïjp tjuara gier niet om bienfï t'ontfangett /
JRaat anb'ren bienfï te boen erlangen. ' ©es toerelbs p?onk en pjacöt /
^>taat/ eer/ en matgt/ ©CTfb1 ÖP niet alleen/ |
||||||||||
Tweede Deel. m
Ma&t begeerb' nok geen 1
©erfb' lip met alleen al t'sameu / Baat ook berboob hp hooghepb;* namen* 4 «Belijk hem 't j&p in be;en leben /
Ban sijnen ©aber was gegeben/ Eoo heeft hp 't toe-et bejet/ #a ootmoebs Ü9et:
HBe'et bejet aan al a©ie hem balgen ?aX t Wt'ti be5et aan al 5ijn leben, 3©el boo? te gaan / boet toel na treben* s %n 't batt bebamat boo? b'aarbfthe milten/
Baant sicljbe ffaat5Uthtig* een Cb?iften: JSaat 't Ham/ gantg bjeerab ban tojaafe/ Jbl>?eekt anbet fp?aafe»
3©ie $tcb boo?be meeft (gepb bes IBaatbepbiï >ffceff) ©ie 3icl) boo? De meeft toil achten/ is 't alberminft in «Bobs gebachtem « !©at ?itb berne'ett / toil •&aü bettjeffen; ©at jictj betboogt / tet nebet treffen» 35e jateftet bic boo?ging/ ïtent geen leerling /
©an bie tnooimoeb/ ©?erab ban 's tofsel&s boet/ ©an bie in ootmoeb na toanbelb / «en tegen ootmoebs toet noopt banbeïb» 7 !©at / hoog in 't oog / tn eer aanfcbouta'HjU iep menfebenis / is boo? «Bob grouw'lijlu '0 ©leefchs lult/ begeert ban 't oog/ ^arts-trek na 't boog/
©ie (betgeefiS al 't saam 4iiaet een fchoonen naam/ Mn een fchoonen naam bepeeteït) «jn niet upt «Bob / maat upt be toerelb* » ®et i^tpb'nen ©ojften geeft men eete j ^ie noemt men ook genabtg' peeren ©ie boeten heetfthaap; JRaat onber bp
©aar en ;al 't aijoo / _ (Zepb «BobiS laatfte SSoo') ©aar en jal 't aljoo niet toefen* *i»ie moet behoogljepb banmetb?efeni 9 't©oo?b
|
||||
}()i Stichtelijke Rijmen.
9 'tJQoojb/ eerftgefpzaftentot ben genen
©ie €b?i|tn» borgben / btnö met eenen / 25mbeben5oo aljerljaar/ «BlHtoiebiemaae/
«EeutaiglijSberblrjb, «Enuptaile(irij{)/ «J-entoeïy's berbiijö / toil etben ©et rccljt ban noopt te sullen (tctBen* io Jliet onSet u / jepbïSobes reben:
ï©at mtnfci) toil biet bem selfs untfeheben p ©ie toil / boe ban bp botb i ^oebutfb? nociji
3Bie (lelD pemanb bjp ï .jiBenfeljen fantajp / a&oo? bebjiegerp ban berffen / ©ie tegen toaarbepb aan bomt perffen* 11 giu ftcübt (en topt aSorns toojng ontoebeï)
^êtrijKt ii^aogbepbsi sepi in 't batt ijeel ncber. ©oigt€bgtfl'onjï Capjtepn/ ©oebgem allepn;
©olgtbeitun bet laag/ ©ocb oprecbt en (laag; ffiolgt bem in pet laag berne'eten: goo too?b en blijft 0p eeutuig Qman |
|||||||
Voorzichtige Eenvoudigheyd.
■Uut allejin» b'eenboubtgbepb 3« #
|
|||||||
tóv 'jet menfcben baben en belepb : IDaat fel)!)™
gfe|:|ÖE|:|^|föï=:E£[E|=f=|=ïj::p
^ berbjeben / ïlpt al bie leben / !©ac flmfer ram?<» , |
|||||||
Tweede Deel. _ _jj>3
iii^iiiiiiüiiiïiiüil
.4 Iepb! ©oojstebtigbepb toaat nooöelooiS;
pmmmmmmmm
Maat nu i« boosljcpto bubbsl boos :
ï^il!iil!ll!il£l=É
©jaagt gp toaatom * %\ be 3©erelb
|
|||||
gaat boo? mom, ,
ï ©eïfob'ling/ bie(a.uattïu»g)algm 2tcl) fieibatemenfcbtltjfc ene'el/ Eijnleeb- en^eben/ ©olbeuffigbeben/ örtobtnbjptoatbeel 5 • , 3Se tong is bol bienft-baatbigbepb / J3aae 't baet bol ban onaatbighepb / ïtefblooSêitiicoin:
Stjhtbppeti hp gaat booi mom» 3 3&emanbtejtcb3oobeftigtoont;
©iens baatb eetbtebigbepb afttoout > Sntaeltter.ötteben/ ïllan3ttl)t/ enfelebeit CenlBefibboltotjsbepbttioont: ^aat &cbool of öerK op lnojb geboutot / ïïeeh half 300 toijö niet afó m'bem öoutot / _ ©aar 't boift niet bom. "Git l)P niet en ging boo? mom. , + ©emenfclj/ mp?aat3oonetenju!?1t/ sBien heel be toerelb febijnt gehtupfï> «©ptoelfiers lippen/ ©ie noopt mis-güppen/ ©e <©eugb Ijeel ftbijnt bertupft>" §te 't hooft Iaat Ijangen alis een biejït ©e'e bu be menfehen geoot berlies annaamenro'm/
"o'-itg üp niet ftaag upt boo? thom» • j ©e
|
|||||
194- Stichtelijke Rijmen
s ©e ^iaaMiagaanbe ©ijarijee/
©e Öethelijhe ^raat-man me'e/ 3tlrs in tepbtn ©re tong bol ülenben / 't Cn ijseft in 't ijatt geen fïe'ct 3111 fcljijneii 33 mee|i Slaratncr jacljt / Ep toonben 3©olfs aacb / 300 baat raadjt 3$& toenffben Mom*
261 bc JUetelb gaat boo? mom. « ©ie al bc» 3©erslbs mommerp
Zou gaan bcrljalcn op een tp/ 3©« al b'ellenben/ ©ie 3i> tan 3«iben / IBanneet boifpnben bp i ^P is bes Satans grootfte feraebt; Ep paft bc ftino'ren ban ben nacbt; ©ie blieben 't iitbt /
<&f bejooctjelcn 't gestebt* 7 ,jt>pee!b al bc 3©ete'lb ban momme-Kantf»
Saat sjp/ o €b|iften bart/ notStanjï ïüu boen en b)c$en
«Eenboubig toe3cn+
©cugb is baat 3«ifs een fetjansf» Zv 300 gp fcijtjuti ftbü'i Joo SP?»t« 4$et een 31e toe, jlïaafc bat altijb ©e toaac' <Cenbonb
<Bm^d',x tot ge^elftbap boub* 8 ©aoj b'algemeciu mo'.nnte febijtt
^|Eo« eenboub 't on eentooubig Sün 5 ©ortj niet ten nuaaben/
<©f om iitjtaben /
Jflaaat tttijbing ban 't bentjn: Jfriet in baar p?aat/ gelaat/ of baab/ ^fèaar in baar oeneen: om 't bejraaö ©£S toerlbs t'ontgaan
©at of lijf of stel ban frija'en, 9 i®e benfeen bat'et nnaaö ban fcbu'rf /
(«En booj 3>ulh benhen/ om te 3ten) <ön is ban <0abe
<©ns niet berbobm: 2onb moet / ramp macb men blicn. ©aar UtefDe noch geen quaab en jtet/ ©cniit 3P ooii noopt bat quaab gefetjieb/ |
||||
Tweede Deel. 19?
M&ax neemt toel a'n
©at'et quaab gefebieben feam 10 Zanh moet men tolie'n ; enbataUijb:
Üampmagmenblie-n; alss 't toife'n niet (ïrijti Mst «Bobes eete;
<0f taaatljepbs Steere
©aat boo? gem Ia(t en Irjb» 3©aat btugö met toijsljepb i& bedelt/ ©aae bnibett arg'lijï noclj getoelb; €n tmjsbepb baalb
©iepet ban be ooge fttaalb. 11 3n t fcojt: Serpent en ©upf gelp/
Mott gp ben toeg na «Bobeg Öi)lt, «Eenbonbig tjanb'len /
<©in3idjtig toanb'Ien
«Beeft een getoiffen totjfu ft &cbtjn-beugb i$ 5iet-fthabeïijjj; l?et feboon gelaat / bejrabelijk; 't itjeel pab / onbepl:
&lecljt en regt: maar oog in 't jepU |
||||||||
Raad tegen Toom.
IliÜliililÉlillili
|
||||||||
NüiiiPSiüËül!
fieebjjljetljatteupisï/ feomt licht-geraahtljepb;
Niïi|i|iil|lWlSjI|plI
|
||||||||
196 Stichtelijke Rijmen
ofin't batte fmookt€n Haat b?oept/ of/ in*
lliiliiiiiiiiliiiiiiii
bienjcftöepb/ gjnbaab'oftooo?b'uptwolrt. üitf
iElilillilflflillflfiïi
buerb Jith menig men fthe / jaeefï met een lebig
piiilllilillififlilil
toenfcljen; ^orattjbis ooft boo? eenbaft oj^etiEom*
pliiiiliilliïiilllsi?
ttjbjS boo? obetleg ©an ©liilofopben
pïii^iliiiïïiüiiii
taai en biet: Maat 'ft totet ons uabeï tocg.
2 2Setracl)t beitefy/ onjsboo?gelepb
3San <©ob£ hoog-toaarbe Eone:
Üaatongebepnsb' ootmoebighepb ïlta'S Zielen groub betoonen.
3©aar b'eerfïe aanb?ift too?b geftupt / Sis ban qua' bnp geen noob:
«En 't quaab moet ijeel tet batten upt / 3M#gp;ijntaQ?teiboob.
$oogmoeb ijs grantfchapiS aber: ©aaï&tenipmt/ nipmttegabes |(t
|
|||
Tweede Deel. 19,7
i|etnefïbantoo?n/ tojaak/ en gekijf/
Mn al toat tu(i toerberfn
©an treeft be ruft een bots berbltjf/ aSanneer qua' tuft b2t|ïerft,
3 ©at gputotoozn beklaagt / besutgt/
«En anbets toeitfcgt te toejen / 9» maat een pbele toeblurhu
«3ua jalf Doet niet genejen,
©atgpeenbaft boojneraen maakt / I«/ ofgelpt/ nocgpet:
M aat ais be pijl noopt toit en raakt / 3©at baat get fia'eg gefegiet .
€oo?ns upt-berfï toillen keeten ®oo? pgilofopben ïeere /
3s 30a bet toei: maat (laag!) 't ber|ïanb / liegt loom en ongereeb /
i?Mft (teebs be teen niet bp bet lianb: ■JfReefï lepb ra.' al eet men 't toeet.
4 ©etpjilofopgen/ raakt bet bjepns
|KVaatCg?i)tu»1tef3'/ ijet gerte, ®« Ziele bau ima' tochten tepn /
iaoeb 3onb nocg jonben-ftnette*
waat reben maat get bjepn bebat/ ©aat kan geen toisbepb »tjnj
"©aat komt geen toetk: of ftbmret toat / tas 3obet / en met pijn»
© ïee? ban onjen l^eere! ©ie 't quaab 300 toi# konb toeeten:
©P toont / bat 't geen 't welk onbe3tnt 1 «nsotbensotuntó/
*?aat totjfte togsgepb obettoint/ «iS'tiitgtbebupfletni^
|
|||||
Cic-
|
|||||
19? Stichtelijke Rijman
Cieraad der Vrouwen-
2St tiert gp/ <£b?iften-b:outoen / 'tgeeit
boch, geen ciereng taaarb / ©an aatb is e» toe'et lllllil^ilïllllililiil!1!
moet tot aatb i 39ercier u 500/ bat gp in 't fcljoonfte
^tljoon SSUnften moogt boo? «Bo - bess ®b:ooit.
2 39eïtieiinu/©menfcbe/ be recljte menftijlp^
©ie boo? bet oog betbo?gen lepb:
Vertier bet ban/ en bat nut een itetaab ©aar be glans noopt ban bergaat, 3 ©etcierebpintoenbig/ met ftiitjepbban genuw
©aar niet uut komt ban jatjjt en ;oct ;
©ie Wat en je'en beb onber baar gebob: €en boog-taaatb tieraab bp «Bob, 4 ©ie't licbaant beelbail ï>?onlten/ fcbtjutbier W»
nocb 3eer berb,
't ïlptmenbig boen bejraab tjet bert / ©ie fijnen geeft met «Bob'lp boeojel botb / Üangt geen batt aan ©oppen-goeb, s
j ©00? 't lebig leben pjonöjel / meent jjpfmM»'
of fthtjn) 3Bat meerber ban gemeen te $nn: (Of/ ijoo't befltrpt ban mijne reben mift/ 3©aartoe ttjb engelb gtquift;) ,
6 aftottttanis binbgp geftabig/ öoe gp'tookugdi
beft/ ^otï> pcmanb bie u obettteft, & |
|||
Tweede Deel. J-99
©e fnoobtte Jf oer (hoe 3ierlijk 't t ierjel 5p)
Jian bit alïoo hiel als gp. ^.(vr , 7 J&aar tc'el cietaaö/ gelegen in fïilligbepb ba*
geelt/
ilS eertnbs bet cieraab getoeelï IDan ©joutocn beplig in baars lebens loop / 4£ubol«BobBeli)fiel)oop\ 8 Uaarbocötetsfultgpuiesen/ 300 gp/ sebefï in't
goeb /
Haar pjijffelpetoerfecn boet/ ©oojhoogen rnoebennebetflachtigbepti ^ooptban'treebtepaögelepb* " „
9 Cjotjse» bangjtjn/ tëmenfehen/ (botlj hwlttj»
©loubjen} aarb i
«ffieliihisia biejirh 500 betoaart ©at geen ban tineen/ boo? toleefch'lp afgetop / ©oe berltejeit «Bobes 0p» |
||||||||
Chriftelyke Wenfch.
Bruyloft-rijm voor R. S. en A. V.
totnfchentseen3e'e/ ©iealban oubs heeft onbes
te^ifliiilüiiii^l
•nenfehen (le'e. ©an isbetoenfcb ten halben
|
||||||||
Botb/ ISljï'töattJicbbpbetyitae boet: ^aaar
ït ban |
||||||||
aoo Stichtelijke Rijmen
" ban baïmaakt / als ban 't goeb Ijert jptg
«Sobes toil getoenfebtt toetb»
z llpmemcnb'©aar/'t toelk nu een ,&taat aangaat/ |
©ie in bem selfs noch sneb en is noch. tniaab: ,3:5>aaï bubbel (lof tot bepben geeft / Jia bat be menftbe bien beleeft: §k toenftljt' u gaarn toat goebg en toaarbg; 3©at toenfeh ik beft ban al bet aarbfcij i 3 ©eel gelbcn febati l|ettnocbtuto Zteïefcba'enf
«En't bepi-loos pab bebjieg'lijk in boen flaam. ©e Öijkbom i# bol ban gebaat; "©ie tmjs is ftaat'er nimmer naat, ©ie biet baft bal is en berjaab / gijn jaligljepö ijangt aan een b?aab» + «Setoelb en <feraat i 't «Bn ftaat geen €h?iffenb?p s
«En is baar toe bol ban bebjiegerp / ©allofftgljepb / boïmeept'enptjn; ©aar niet febiet a'n en is ban fctjtjn; ©at menig toerclöfct) menfeb jelfs baat / <&m ;ijn bpgaanb' eïlenb enquaab» s «Smiftbp bet bolk i ©ie is ban klejenbet toaarfc 4>
ïian oohtp beugb niet fïabig jijn gepaart, ©ie leeft enfp?eeht gelijk bp moet / <& n anber-3 ban be toerelb boet / ïinjgt 's rocrelbs baat: of toonde gnnff / 't %» febijn liefö' en bermombe kunft, « a0Iecftl)'iy!5e rncelb' ■; bieisupt«J5obeniet/
«En beeft baar bp Ijaar ftbabe en berbjiet» ©e "Ziel bie na 's bleefrtjs tocelb' baar ;et / 3s geen goe Wiif plaats booj <&ohS 3©et> §6n ïneelbe toojö geen maat gepaft / «ent'onmaat is ©atumreettiaft, 7 ©en oberbloeb ban onberboo'n bermaak i
©et is (ik ken •:) een aangename 5*>ak: «èftuienftb'iijkjp/ baar ttinjffUfe a'n. ÏUc&t boutot ra'Eï ute'e een ïjemel ban> . .t |
|||
Tweede Deel. 201
ïiebt Ijupfï men 't in jtjnö bartcn gtonb /
Ênmaafttbanmibbelmatig/sonb. s ©eel Üinivren. &m\.©e €b?i|ïen/öiebeel fitub/
©eel lijtien toatbt / itrtjgt iithtelp eeu tijb / ©aar in ijettorjs en ernftig tooojb / HM eet upt 's petten monb geboojb / 3n hem toaataebtig jtctj betoogt: Gelukkig die noch baart noch zoogt.
s Hang lebcn . *ieen; 't Is ons niet totgejepb;
«En't «bjiften öatt/ batop b'onfterff lDftbepa Silnoogebeeft/ acbtallejsfcojt ©at eens in 't enb betnietigt tuojb; ©ies boet'et noopt lang-lebens ep#: «Ben betet 't lupg maaftt graag op tep£. I o 3©at toenfeh ift ban ban al bet marbfch' u toe i
©at <&ob baat in met u gijn toilie boe / «Bnuofgebeofontbou' $a 't n of fcba'en of bojb'ren jou':
©f ftlja'en of bojb'ren jon in 't geen ©atgoebennobtg is alleen» II IBat toenfeb ih norh. 't geen ift töeï toenftlien berf:
Setepfcbte beugb /en 't tois beloofbe erf: ®atgpgetïonbj in <Sobes3©et gpo alisse Cbfifltus beeft gejet /
«Nt^tpUg; na/ «©nfïeiff'ip leeft»
t ïe(l nolgt / toanncer wen 't «Eetfte beeft»
12 j©at raenfctj ift meet. bat fteebs bp u hou' fte'e
m fmaaft ban «Bobs/'t toermaaft ban loutoips ©?e'e/ «mtlifoutolps bje-e: niet alberljanb/ Maax bie in <©ob beeft gronb en ftanb»
gaar is boel toje'e bp menig paar / <©aat nutter geenen bjebe toaat» 13 3©anneer be Ctoee bep- jets en aarbftb gesinb /
#ature ?ieh in haar een-jebig binb t yjlS'thael/ hoetoel niet beel/ gefthieb!) <oot8'aci)?e'e/ maatïoare niet* «oojs'erbje'e/ maar jonberbuur/ «B bie litbt b?eeftt in Ijatbet nut»
'4 Uis b'een bet fltnt / b'a'er 't teebte pab op bril ƒ
S?iraaftt bet hups bol ftrnps en bol gefchil / «rtï°5 °?aaSt be geen bie beugbtoaarts (treeft; S? w2alu ö* S«" M« 't bleefch toegeeft» »©aar ru(? ig m berfebepbenbepb / St 1 $c«
|
||||
lol Stichtelijke Rijmen.
ffieleeft men niet 't geen bat men bept*
is ©ncenigbepö en tmift blijft fceltetug: Webtaus toat iB 't i ©e ^?ebe ftreht een ïStus
ü3aat langs betenbeanbetlepb,
Ceteeutoigetot^aligbepb*
ais een ban Ctoeen ('t beeft noopt gemijt)
zm slitftt bejritbt / maakt Cbjiftus* ttoift.
*?? tóp baart en bjengt (bocb niet nu tod of aatt I
jlBUat boo? gebjekbetmenfc&en) tmtften fmaatb;
«Heen niet tuffeben toijf en man/
«aaat at toaat 't tooojb been tepken fcan /
«£n b een bet met geloof aanneemt /
<jBn b'anbet baat ban blijft toetbjeemt,
17 Sïaat baat be ttoee/ bte boo? bejS loutonpSl bMb . .. ~ „
(«tnlitbaam ?ijn / boo? eenbjaebt m betftanb:
qintoilentoit/ inïe'enenjin/ flemligvabbepb'totlUnm/ ~ <!nnuin<Clj;iftuj83ijit€en<lBeeft: ®aat 'S banb bp banb; baat boub beugb feeft: is ©aatWbebje'egantfch ^obbeltjkengoeb;
©aat is be bje'e bekltjffeiijk en 3oet. <©! onupt3cggeltjkebjeu8b: <©ffiatabüsbanZiel-geneugt! ©aat/ totnfdjikbatgpnu in taakt/ «nnabeestijb/ in'tgi-bolmaaht. |
|||||
Luft om ontbonden te zijn
55==55|E$E=f:|2*ï:±3|~§§liÉÉ=
pIlËtiilliilii^is^
|
|||||
Tweede Deel. 203
|:??|=|=S||§E=|S$EE|r|:jE$É5|:|^
hcu - gen i Helaas.' toantieet / ü9anneet 5al ih eens plllill=lllllilil=il
't eeu - toig ©aberlanb 23etre - - ben
piilillliliiililIPJlli
mengen i Sletufalem bes boog - ften Stonings
piiïiiiiiiniüËÈifiii
(lab / ©es beugb-betratbters fyoop en batten-
febat / ©w u maat ftent / is ltri)t bes letoeng ililüiüiififê?IÜi=
3at< (Se lang / m tang / ©alt bang»
,_ 2 9trf)! honbrt jijn
©at tk/ met meet boa? b'aatbfcöen IköaamS osttfe.
<©m laag gebouwen/ ©at hiaat gefebijn ©an «Sobes itctjt (nu net en in 't betfltanb) „ ©iebt moebt aanfeboutaen. «'S ih maat benh om 't ^emelfcbe gehlanh / «Enaiiet«£nB'len «BoObelpenjanh/ Sao toeft ïhp fdjitt be boob al ïwel te lank / «En 'h atbt/ «En 'hacbt/ J&aat ïacljt/ m 3f©atb»W8Pbotb/ iiaatbebtgp/ i®eteib/ toaatotnbatm'tob» Zou'Vouien Wijnen? |
||||
2o4 Stichtelijke Rijmen.
afliet ban nebjeg/
3|Metbaneilenb / gemengt met jotternp / ^joutobebjtjbenj
ïtlu tUötrbeftbocb ?i)it betbojgcn nuaab / liSö alberfcüoonfl ijecft jtjit bebtü: bejtaab, ©elukHig bie $ïclj utu '3 in tijöjj ontjlaat /
«En tntjD / . <ön fltrjö/ «Ba lijb, |
||||||
Wel-rymens Wet. Brief aan N.N.
1. Sn©?ienb/ biebanmpepfcöt/ bat
ih mijn oajbeelbel ffianutoe rijmetp/ en tij*
men» toetten lïel <©ntfnng (boc& (too? bp
niet/ binb sp pet öaïbs baat in) ©ntfang ban bepberlep / in ftojte te'en mtjrt jin.
z 'h©etnebetenbethef/ ih laaft en pjijsfuto©^11
t©e öonft baar in/ betntaafet; De ftof baat in / ontfliw 2Bcl)! teben ujfte «JBeeft/ bien 't aan geen gaaf otttbjeew 1 ïtto penne is te e'el / bat gpj' in moDbee fteekr. , 3 ï©atnatetofetnfcl)con(gelpnun nubafïSift ,
©at/ aUjoetteittocijbun/ ban joramig geeft gefc»J^ |
||||||
Tweede Deel. *oj
€en&ijra-birt)t rebjijben lwM««Jig«**ffi{,
ESoI-mónbig/ ba?tra Hiaat/ mbJingent// «««PW- 4 ©at / manlijk getint / ftljetj. ƒ aatbtg/ joet en itet /
«En op geteiffe maat en boeten neet ge5« / Jiaet onberk?actjte« ftijl bebaUiglnkeu bloepb
«En jclben ijou of gaapt / of'ia lle;crs oo? betmoepö.
5 ©atgeen bètfUtenbiftht/ geenonbuptstooojoen
9CIS 't oom Jemoont en tijö tot buptftb al« sentaaftt t
©aas nrm sefuell'nf tooojb geen ute5ett angft en fpeutt/ «En niet neus-toijjclp op leuren 5«t SeKeuït. « ©at ebenbjscljtig loopt; battoo«b»fïa*ralt^«
«Eu houb jitb Mimen 't paft ban '3 bmgs betaam» Iphepb: _ .. ,
©at nergens is berbult met muffe Itjmtrp /
Cu noom/ boojaltebeel/ bel maakt tot een tfï• 7 ©at nergens met HatijtiftS of «B?iekfche u/teett*
€n geen gnodjt geftoets oopt boM ben bas «J J»ftlb:
©at namen ban «Bobbinn' en «Bobeu fiabig mnb / ,»et al mat on5e taal en't ^e'nlanbs oo| «let.Ij»» s ©at retbte fnecb en Klem / batffan^ beeft enS&*
gat fteebs teel paft en flaagt op-s filters ftofm te". **— niet bertojeeftts/ niet manks/ ntet lafs: met |
||||
*aar«Eenboub en Matuur Ijeeft tot m &"\»m*;ft,
»©at fpjaalt en ffteufc-xtfk is£at Smcnsenuto beeft/
«B/ toatbekonft betreft/ meltoaartns(bat bet leeft/ 3©at bafeti («o « mc'tt) toat is 't (belaas! >mat ta t/ 3£Iseeu5oo ftboonenlnf «tt&egejttiemnt. i o ais 't loffelpe öijm / boo? b'mboub al^btjïa en/
©oojpeberoo? en oog niet butf ten tpone (iaani ©aar fepi is ban goe' (tof en taaatbig oogen-merk / Sfoe meerber geeft en Konft / boe fcbabelpn toerfc, n ©e ftof is in't gemeen of bunfebe jotternp/
®fgepleminne-ftlatljten©enusjauftetW gf fieltftbe aatbigbren / of anb'w PbelbcR ©ie licljt onbeuabe teelb / of 't pab baar toe bertpb. '* 't Is toaar / baar ftomt jomtps een önratr
_, boojtgetre'en / .«.•«_ ©je ftitbten toil/f 5o "t ftbpt)en bjupfct bcelaip;e te-en;
«aatntengt'et/ onberbes/ joobtelbpomtbenzot; ©«t bp/m baab en fetatht/ jelfs met jijn Umsbepb fpot; M4 "®? |
||||
2orf Stichtelijke Rijmen.
» « SfPPJÖften roemtbe bcugb; boch Joa gejotbttn
Waauta:
©at bie't maat half enig/ toojb licht in beugb ö«i laaulu:
$P laafet en boemb het quaab; maat 500 / bat / 't toijl hplaafet/
jgp -t hatt meet beet baat toe/ ban ban af-fsectig maaftd 14 31« 't ftojnbp maiset 300/öat/hceft jtjn bigt pet go«&/ 'tBiiegtbiurhteloos baat been/ en fcbarapt boojbp'i gemoeö;
jBSaaft quaab baat bp't mc'efpeltt enjoet boojtoü öoen3Jjn/
2n 't hatt of min of meet / ïtptfchiet ban jijn toenijn. u ïfetquabe bicütenafiof Komt upt 't nuaab oogett- luit
4En b'pbelijepb bic meefï ellss ©ichtersi hatt bejit* 't<©cnueneoogen metfc/ is/ lofentotm banftonfl/ $et btoa;e 00; gejutt / öe toinb ban menfchen gonft. 16 Jiiemant bfKent bit gaatn/ elft 3epb/ jich W
bantoetb/
j&tetbpbelupB'alleen/ maathpjijn epgenhett, ©etgeefia bnrl) maaftt men jicb upt enfiel / bubbel joti Ï5aat epgen wctlt en boen bcjtaabje al te bot» 17 ©ie t mail* en blinöeboiK te paffen Kouten 3a!/
ïüicbt niets/ tet toetelb upt / of bp moet sclfs aan't mal: 4Bf in bet totjs en goeb bat bp te boojfrtnjn bjengt / jiRoet unj» en goeb mtt quaab en ;otbepb jijn gemengd 1 s «Bemengti jfreen/bat alleen en i# noch niet genoes.
$p moet jien bat bp 't wijs en't 3ot 50a t'jamen boeg/ ©at pebet boelen Kan bat bp bet ;ot mcefi meent/ «En 'ttotjj' om toeiftaan» tail/be tong of pen maat leent. 19 Zoo gaat bet / taaatbe taienb. 23tmeegt u 't
geen ift jeg 1 J2oo Biest / (nocb té bettijbj 300 fciejs een betettaeg t &e bjijft anbets / anbtts met ban bat in beugbe fticfjt' gou booz be pbelhepb altijb uw btcbten Dicht. ïo önin noopt pet ongertjiats.aBebmpft in alle jaaR /
©oojoitbetgiftepen/ on3onbeltj& betmaaft. i©eeft flecbs u jelfs gelnit: hou een nut/ Dat gp febiet» ©erhuut bc eeb'le fionfl ben jotten aofcn niet. 21 ©e beugb heeft fchoons genoeg:jp hoeft, geen pjotm
upt quaab: ©emij^hepöjïjoetsigenoegt jp hoeft geen jottietaa». |
|||
Tweede £jeef. 207
2Mpg«efiig/aangenaam/ beballig/ mucïjtig/ joet/
San toel be reben jijn / en bat nocl) al in 't goeb* zz&tbetp/aatbtg/senutoigijoetbloepenb'/ enjoa
boojt/ öan 't jtjtt/ al ijeeft Bet ©itbt niet een aanfïoot'lhfe tooojb
ÜSebaagb gp t bolHien niet: 't en ?p u gantftlj geen pijn: <®ob en uto epgen ban ;mt gp bebaaglp Jijn. 23 jaetbJienljabgp/ ©jaenfttj/ bet liefde toette
ftaan: ■Si&et bie/ baat toate bjeugben bjoefhepb fcomtbatt baan;
<©f bat / 't toeifc nut nocb fclja' / 't toelft eet nocb fcbanbe _ geeft. ©anflecbtiSboo? epgen toaan bie elft intoenbig beeft?
M «Een tt)ij5eïoefet geen eet/ ooft als ?icb ftof aanbieb»
«eft bolgt be eet ban 3elfa ben geenen bieje blieb. »aarbat;eonge;ocbt3al bolgen/ moet in't bert t ^iet-5oeüens nut niet jnn. ©ie boling liep te betb* z; ©ie 500 Moob / ;ocbt;e nteefi > boctj met eett
._ fcboonbeiftbijn/ ®'eei5ucbt)ioueenbetlep/ betoegflecljts: anbetg$tun
©e eere bolg of met/ bet eenig oagtn-pnnt ^P'tfticbteinhbennaaft batgputonaafïen gunt* *"> ©oo? al (meejï alp uto naam bp utoe fctijiftett
n gaat) £oo boe 5eifg eetft bet geen bat gp een anbet taab.
S^PJSlï/enjelfB niet boet / taai ftonfï bp ooft betonft / watetnii jnn^cöJÖben beeft) mispjijft meer ban W P?tj|t* *7 aSatbatttofbepenbeel ftboone reben <roi)ï/
ajS in be &tb?nbet jelfsf / be SSeïct' t toelboen mift i |gat is ijet of be tong beel toij3e tooojben maafct / «aanneet bet boen/300't fcbijnt/be tongt leugen-to?aafct i 2« ©aar bebt gp mijn betftanb. ©oo^gtont t)et / . fpoojt bet naat/ ^®e 5ai« i» -t biel toaarb) en bolg bet/boeit gp -t toaar*
*»aashebt s5? oat gp epfcttt* ©icbUoon begeer ik geen / ^an bat mu bart biet in met -t trojne $itb bereem |
||||
5* 5 Aa*
|
||||
loS Stichtelijke Rijmen
Aan J, G. over zijn Idolenchus,
ofBeelden-fhaf. ii.
SBcüttr/ bie be blinDe toerelb/ boo?
een ongeljoojbe !eer / ïf amt Ueben b?ek ikatnt |
|||||||
g-sillsfllIllliËillSlIl
roeren/ en bnrft taflen op tjaar secr; ©iebl?
Ijarb tn fetjerp gaat Kanten tegen '0 3©eerelb0 |
|||||||
ilill=!illlfllllli=I^i
boen en loop: ïlto beftaan (ift hans '0 niet
bepn;en) fïrcht jich totjber ban mijn ijoop',
2 a©ie burf beniten bat be IBercIb 3©erelb laten 3«! te
3Öii i , Ztl'atn bierr tjet qnaatr ban 't quabe / ban sjebtoonssn /■
of in fctjnn* ., ©'ongeneutijeltjse 3E)aarlje?b / nieefr te fpabe op t"
baan/ öfptjc maar: be ijtele üDewtb jal terflonb in 't fiantas*
|
|||||||
Tweede Deel. 209
3 b' I=>arb-gsnekte ©toingelanben/ ©alg-lufl/lBenli/
enb'oube,3iBeen.
Zijn fluks met een gantfeben Steger tegen toaarbepb op be bc'en,
't Was oopt 50a / en 5al 300 taejen: (maaht geen anber rekening)
Eöaarbepb is en blijft op aarben een beracht en on» tnaarb bing»
4 't gaaien.' cp/ toiekan battajakenjonber- alge*
meen oproeit i
't J&alen is öer pbelheben algemeene malle JEoet* I©aat isfthicr ofkonltof ambacht/ in beesjoo ücr< qnan|tt tij o/
(Hoe ecnbulbig tn boojttjbenjbat sieb jonbes malen Hjb-J s <§>laat op hupsen/ hupsraab/ kle'eren/ en al om ui» oogen been:
©an graberen / trekken / malen / hangt be ftecle 3©eï'l5 aan een»
Eebett batbertaarbe cwcl-lufïis opw>obb?uftS (tocl geraakt:
S«mt men maal-tonff totboltoopjïer banaltoatbe bautfehier maakt.
«'t jaaiea is 't gevuone lokaas boo? 'tberseeutoerb' hart bal keurs/
©at (infpijt bannoobs behoeben)*t geit ontgoochelt upt be beurs.
't 4iKalen febijnt be saus ban alles toatuptmenfehen hetflensfpmpt:
t jaaltn is be potje-makers in öcsï©eieIbe$ottc klupt» 7 'taaien/ boo?tgeteelt upt mallen ban bet lutf»
pelturig bjepn/
Ssben btaajenoogen tuften eentïeebsbioepenbefon» tepn.
t jaalen/ tnaagfcbap ban 't bermommen/ pafï be JBerelD. üEntaaaromï
'tïilucljtig fpjenkjen jal't ons jeggen: Al de Wereld g?at voor mom.
8 ©! bis aan wil tegen't oube/en haar fcanljmuiifï
berooft /
©ie noch gaarn een poos boeletrben met be sotibe / toacht urn hooft!
©atwenubooi^au-ge3ctte/ JlSiuggc-Jiftei/ j©aan- toft*/-atötj -
M. 6 ©ao}_
|
|||
aio Stichtelijke Rijmen
&ooi een 3|ieuS-totjs/&ctiijn-beugb/ ©ieje/ aooï/f att>
tafl/ bat's noch aljacöt.
s» 2S?oetfche,pat/ en300 bafteenen/ krijgt gp.H&t 3«lue feoop:
Soopt'ei' ban een ketter oaber/ bat'si noch toe-maat opbenbisop.
©an tot gier toe itjn 't maat tooojben, UDooiben gaan niet in het lijf.
aBaarbertgbenmacb tot meerber/ 'toleefbptoaojbflt noch gehtjf*
ie t|s tuel 300/ baar 'S menig ©ichtetbie 0$ ïfèerelbnupIontbeKt
^n haar sotte febanb'Iptiebeit met een ftoute peit aftrekt /
©fettothtansboo? 'tbjpe fchinnen/ noch haat eer nor!) gnnftenberft:
3©el ge3epb, ïIBiaae USaarljepbS eennoub geeft ïjet liclji op naar berfcerft*
iï 3n 'tbêrbjagen ban ftraf nepen beeft be 3©eteïb b?p al keur.
i&teken febeetb ban-t ffap'ttg feloutoen; mennen/ WW gemaakte fleur.
Ceffens fïraffenen ookflree.en/ bat is recljt bea 3B«S teibs Mp:
•©aarne toiij' baar ontosl booren / maar baar moeten piaafter» bp,
12 'kgagt gemaakt/ toaattgpeen©!£hterbieme'e
'toubebeuntien3ong/
^•n/ bencffens bele anb're/ maar gemeene fjjjange» fPlong.
H 25aart geen bact/'t geen jetfs be toerelb quaab noemt/ en itocbfans niet iaat/
SSIS men flecbtsoj) oKbertnijje/ 3em.to.o0s baat tegen gaat*
13 jüieato'engaarn berhooUntoonbenoptebötett'
ap!, batfmett;
't jSmerten boet ben ftraffer baten tn een ongeftootfaa111 bert.
39alfcb gegronbe ruft moet tapen boo? befcratbt ban Mare Wen:
Cis: Öoe boos/ is nochtans gaarne met steïj jeroen toeltenje'en»
1* 'fc 2agt gemaakt / taaart gp «n ©iebter al*'» "u Sijnalleöaag./ ®ie/
|
|||
Tweede Deel. aii
I ©ie/ teïtoijlseb'onbeugö laken/ mafien't hart tot on*
beugtgtaag: SMeng afüiiteen/isyaantonfen; tegen tnaken/'ssbleefchss bettnaak:
©ie/ boa? fmakeltjke tooojben/ 't tntaab boen plegen met is ©ie 'tgebjefc 'toetme'e ontplaaft'ten/ ban boeft
geben't 300 een kreuk/
©at be ftank bet jonbe-toonben in Wiegt boo? een Joetere teuk:
©ie boo? laffe tegen-teben laten 't ontotjis hatt ontoiö / €» in tbirjffel bat al 't pjeken meet ugt 3«'e ban toaas» öepn is.
i6 «BbetmomDe Satans 25obeJ biebejiel300 fcbalfe bektuppt /
«Sn in b'onbebjetaen batten 30a fcbijn-beplig binnen flunpt:
3©tjs en saltg bie u kennen/ enbetftaanoat gninfcbijre iöau ijeuijsme uionbe bjanken / fchenkt een bjoebig giel-fenijiu
17 3©egbetleptebnge-blaben/ baat 3tók toupl me'e
taojb bebekt.
©alf che jang too?b niet teebt-tonig / toat tegiff et batra* ook trekt,
©upligijebenjijnbet/ toaatUan niet alleen 't boen niet _ betaamb / 3fóaat ookonbet ijepl'ge Eielen niet eeng wogen 39» genaamt /
18 ©e becmeenbe mebittjne bie tron (techtsj baat nu
m ben geeft/ aseentegen-gtft (ach atraen!) bat ban klepnektatb»
ten beeft/
als boo? 't ijuaabs aanmimting boojfrel 't hart be toonb 300 bie» ontfangt/
©at'et raeefi/ in plaats ban blieben/ naraeet jnlftg- gelnke jankt,
19 ©eftigfttaff/ en mepnlooiSfchertSen/ hebben al
tetoijbenfeheel,
web! laat ons geen onKtupb3aapen/ 'ttoafltbanselfó nietbantebeel,
©'ongebjiffe tete^ielebinb 30a licht't geenhaarbers s». 5eett, ©ooi het fieebte booten noemen toojb jomtoijlen 't
waabgelewt,. m7 ao'fcsagt |
|||
212 Stichtelijke Rijmen.
zo 'ft Eagt gemaafcr / toaart gp een ©khtcrbie maat
gon(ï eit boaibeei fargt I ©f (ais menig) oin een eettien utoe fccnfttebooifcïHJit ©iebefïofnaamtom betooojben/ metbetooojbenom
bt Hof i
<en upt eenenjelben rofcfcen toifr te fjjinnen fijn en grof: 2i ©ie upt tem jelbe boznc joct en bitter toatet «Fnbanbaagtereet ban<£ft|ifhi#/ mojgen üu'erban
23adni£ Jongt;
©ie/ ató fïrenge tojjsbepbj. lieber/ beugb enbepl'a* jeben b^eeft/
4En /ïrafer met be lelbe penne jutte minnen raiiten 22 3Cci); toat tijbcn! toaar in toijsgepb /beugbe / <s<w
en 't eeutoig goeb 0
dEeusbertaaanben HBerelös-mmnaars Pen-en moiw-
Raftoejen moet*
©och Vergeefs befpot men <S5ob niet, ©ieS / of nW pen ne'etiegt;
<©ftoilt gpban bcugbereben/ mepnt/ en boet'tew 'tgcengpjegt. ^ , „„
23 Hybeiyfeeciia't/ en nutter bat men altnb jotyepo
©an jijnpenne toijalaat toejen/ als men jdfs noti)
ontotjs blijft.
30aar is fïerKer tegen-tupge en meer leerlinge binb«-
nis ..,,
©an baar of gemoeb of toetfeen roepen bat'et leugen ip.
24 <©?onb bpinonb, o5n baab bp i>?aat, naanctoa»1
menanbetsboet/ban 5ept/ „„„
2©ojbbea9aargtpb frtjelmfrtj beirabenüanbe jpa"
toiens tong baar biepb,
J@|ucbt'Ioosp;eeiitme"nban be©engbe/ 500 lang t«'
ben tegen pjerfst, _«,-.
itpt/ en SJn/- moet eenig toefen: ^egijn boo? 2-0«'
boutot niet maar/ tyeeht. s. ,
: zs 'HEagtgemaafct/ toaart gp een ©icbtet/ oki
na'tfïraffenbanftetmiaab/ , . . '
2elfS beïeebgeen Kaw* te toeten tot beSonbeugös w
gen baat} ♦
Of «nmmft'/om 't qnaab«mijben/betet*«&*»«B,e' |
|||
Tweede Deel. 213
©att/ onrepn ban hupten Jiinbe/ repnteü!ijuenin?iiB
gronö: 2S 't <©uaab upttoenbig nte'e te bolgcn/ borh met pijnen tegen-lufh ©at's een jnaeereminne sanhje! bat'S een kuffentje bat Zow bat 300 i &ten, <öoebe bingen Ubert'g batten
goebe frhat,
<Quabe bjutbtkomt ban qua' boomem 't 3©ijngaarb- hout geeft bjupben nat.
27 Eiel engiijf moeteenig toejen. 't ©eugbig batt
haat 3onb' / en blieo.
C'onrecht kan men beugöig'lijken. meebe onbeugb ijS 't 30a niet:
Me beugb-fchtjn t-s geen beugbe: bifttaiïg jiet men bat 'et mift
»aat bie / booj 't qnaabs lijff'lijk plegen/ quaab- boo? b'oogen inkt bie is't.
28 ^uihc ©iebters mogen bichten/ mogen met be
SDerelb me'e:
»aatboo2 u en uto'S gelpelepbbe pees en kluppel Sulii seblcljt heeft gent op tonge/ klank in keel ban
alleman/
©icbclBet'lbbanfesarpjaten/ moet met haat rae'eiit 'tgefpan.
J9 aiochtangicöoonuujeeb'lepenne fonrecfatonge-
ebelt .blijft/ ©« op 't hart in 't quaab bettopen/ geen'of klepne .*„... kracht bebjnft/ ^aibit felateUDaarhepbsitoonen (toenfchenhoop'ikj
^ altemet ten <Sob-toaarbe Eiele treffen / bie / boo? onkunb bait
, _ «BobslBet/
3° m 't berbojgen quaab on3onbig beeft geboottt
«„.,. maar ban (met letö ^«r tquabe/bjeugbfa 't goebe) 'S peeren toil graag j. teclkombeet: *>m gebaart / bie in een eeutoe baar men naauto geloof
„_,. in merkt/ attoaat't flechtsin ttneZMtl '# peeren toerk met
bjuchtenuierkr,. T^en.
|
|||
114 Stichtelijke Rijmen.
|
||||
Tegen 't Geeftigdom der
SCHIL DE R-KONST. Straf-rymen.
Ofte anders Idolelenchus.
Uyt het Latyn vertaald. «Eelb-tpe i§chilbes-t)aub / na-aapHtï
piilllliililliiilïli^l
©an«Bobs&anb/ Wtoilift boo? gebic|taf-
lililllililiilllilïlllli
fctjflti'teaijijo? 't becfïattb; ©etlepblïernan'tge*
ïliillliiiipflïisl
3ict)t/ batsitö^erfiaattop't flerff'lijk ïita
toiJtrifcl) uergif ig me'e al Siel uerberff lijft*
2 ®ijn lof toeet elft genoeg» ©itlofüoeg ik'etbp/
©at gp oopt tnotber maart ban ütle jottetnp t 3goe! (leehtetjulBeenhtatlhtm ©eruienenginceïen «En't bangenb' muur-tietaabnan blahite Cafewlen •, 3 «Een metfc bat in hem jelf s met tteh en febaburu w/
5&«&ueft bat mis waaö »f Ziti-mi>wi(mi$ i ^. |
||||
Tweede Deel. il?
Maan/ Ijoojtna'tbetoijs. ©ocbspbieboortgena»
hen.
m$ geejï» / in 't goebe belpt en turnt» het betet maften; 4 <©un bat mijn tangen pen/ boajöebenfcbilöetp/
Sin't ,&crii!bet-1traffen/ fïerft enonbertomn'lijftSP» ©e 3©et op ^Mnaï in buut enblam gegeben / «En met benbinget «Bobs mei eet ttote-toerf gefcbjcben/ s ©etoo?beelt alle flag ban maaft5«l oftebeelb
©oo? fconpelp betnuf t iipt engen b?ift geteelt, <£enbUtgeujft bebel (boel) 't ïnelfe bebeelbenmeetbeï «Enfttactjtigetbetboemt) geeft on;e gtoote Heetbet* 6 ©e J^tetc <©obes 2oon/ toanneet bp 't btelbert
blie'n
©oo? pen ban 5ün «©ejant toel bunb'Itjft laat gebie>n. ©ie'S Maat. ^oebtang toat Jonb en taojb niet tot geen sanben/
mot 't neuji-tBijg onbetfttoepbtoan 't lifiigb?epn ge» bonöeni
7 't3s (jept men) 'tïüepbens S>eelb Dat «tëobts ffltt
betbieb /
fsaat -t maaft3el ban beeg ttjb/fïtijb met 5ijn mille niet. ®?oeg o-arte Cbetubijnfi/ op't «obbelijft begieten { ï@asboo;f jtjnbeelben Komt Bezalcël in teren i «&ton& Mofo hoopje )kng tot bulp banb'ej' aanjagi ga&noktenCempei beelr^ujiiatom/ tenraiften/macb, «re i?euliuen gebaant /gelijk een leeïlijft teken/ wet toojben boo?ge|telt tot boeft en fttj;ift bet leken i s Ma fïii / öant Mofes (taccht) met tegen Cimftm n. (ifeet,) wtht chm.us uientoe niet na Mofes oube Heet.
'Js500bat Mofes 5elfs/.bie't25eelb-üjetftbabbeïbo3 « . ben/ •wabteiben beeft gemaaftt: maat boe* boo? la(ibait <öobes
fe»m S? *®ooe /oie öe ÜSet / toaat na maet Jijn geleeft/ fen i5 , niet I ma*r '^o\k tot (tuur en tegel geeft» oc» chiiftus, bie -joo toel als Mofes, 't beelb gaat
jK boeinen/ «aaatftoojt men in jijn USet't Seraooptgeoojloftnoes men?
113»aat binb men bat bp 'toopt als Mofes latf of « taab/ %n 11 jp in mat gebai) ons baat toe typDtpb laat i |
||||
i
|
||||
2i6 Stichtelijke Rijmen.
JBet'toubis't nieuto©erbonb in 't beelb berto'eta
eentg t
Sin 't geben ban berlof nothtans niet eben meenigt il <gnalleïöetblijft ï©et/30alangebienietbjecftt/
«Bfanbersbnpb/ biej' eet(i npt Iafïbam©obefp?eefit. ©mirt eemg oub gebob / 300 bumt bet om 't ucttjalen ©anlicm/ bie nu allten in alles (lelt be palen / 13 SEUeenonsjKetfteris/ alleen moet jtfn geboojti
©ie fcceïbm ftraft/ noopt pjijft/ noch b?p (lelt in 39« tuoojb.
't <©slb met bes Keyfers munt gebieb hp boojt te lansen; (3©il ooft bat b'«©beri)eer ö« fijne 3ai ontfangen) 14 ©orb niet bat hp baat boo?'t beclb maften 30"
bctupg.
«SBaat toil bat onber 't jok be Slobe toillig bupg\ 4&u is't al om 300 bclbanbefe (tamme leugen ; ©at nanta een hcp lig oog ftan opfien met berbeugeit» 15 ®e fcanb'lenmet be-i©er'lb/ in/ en cao? 'i$m
bjp ftaat/
<©oft bat men in het bups eens 25eeïb en bienaars s<*?'' ©f geeft3icb iueen fcljip (als Paulus Öeps-gefeilen/ ©natcaitoren Sollux 's fcbeeps naam een teftenf»'"1' i6 EuIhs alenftïaf iftntet/ 't beeft ooft geen lot w mijn/ 26eeIb-(to?meit tegen banft ban toienSbe bcelben ?ntt. ©ptnoob-btoang bjupftentop/ na'js USerelOS biii8»<> ioopen/
Cenffukgebeelbmetaals/ in't feoopenen berftooW 17 <©ofi is 'tbesgelbs natuut/tefmetben/nict te (raam jiKaar als een ulucbtig panb/ban heer tot beet tegawi jfttet moepujft ban tietnab,g|n 't ftoKe/noct) ben lorow 3fracbpemanbtoasban$obbat&epfet-beelb berbow'* 1 s©iea (tel in jonb- noch onaab in 't ijanbelen bange»"
3SIb 't hart noctj op beb?og noch gelb-licfb' iSB«lfclt', «En bmnen3ulft een perft is gclb-bceib ban bie jaKtn/ ©ie toel een «arbiiften-banb on3onbig ftan genaseit. is dlfêaar bat men 't beeib Ct 3P boe] totoo0-1K>1 maaftt en boub / "" . TS „„ gis (mepn iftj na «Bobs toil niet toel het 25eelo s«
frbnutot,
3San toerft in tjout of (ïcen / gegoten of gefneben dl roert mijn pen nu niet, ©an't fcbilb'ren iStnp" io©an toepnig ban bie (lag (toant toie boo?3i«ff^
|
|||
Tweede Deel. ai 7
Ban toeimig / en be be)ï / i$ 't bat ift fpzeften $a.U •.
giet tuffebeu binb men pet geCtbiibers bjp ban jonbenV aft ln?aak noch oojbeel niet 't geen mp is onbetbonben» *i ünbcesberbntben4Seuuj (toatbuUighesbbansta!) <©aat maalt men't gatabijs/ en Eva naakt baat in» 3!«'t nu of tfjb of plaats/ bet ©ub'renfcbaamtt'ont- bekkeni
('tJDas ook chams beeg'itjkftepb/ botlj bte tot Moeft kon (1 rekken) 32 ©aatboet)300nteenigoog/ bol oberfpel omtrent/ SiUh sien een hu ban luit in 't biepfï ban 't Ijarte jenb i 'tas bjaar men bekt jonitijösbes infs berhojgenbeien/ <©m 't geen befchaamö'igk iaboo? 't gepl gejitbt te bee* len: 23 ©och ban tnosb boos tot bot (jtetboesichb'hanij berjiet) ®e? ®uben naakt' eenbonb en paft Ijet beitfel nf et* 9a 't nu een tijb en plaats/al» Klucbt-roneels petfoonen/ ©en ©aber met $ijn ïüinb in bloeb-fthanb te bertoonen{ ** Ziet hoe men b'<©uben acht: be nacht/ biéeei» tijbs'tfept anbonkerljegbbetbojg/ babmeetcetbiebighepij* ft nagel ban Jaël en judiths ftnaatb bol teren >cnn bep' gebertot in 't bloeb ban flapenbe ffielt beerein 2s jaaat sint men teffens 't boek/ be ftille mommetp «En'tftoijgenb'toon-fpel krijgt/ boo? ièthilbers fan* ;©e nagel ban Jaël en Judiths ftoaarb bol eerett
"®oen menig baakenb man ban toös in sjot betkeere»; 26 Uii sjjabtoeleeeeenfcbaap/ maar nnpobeel/
"satj' al naanbj telbaar jjjn / boo? milbijepb ban 't pin* ,_ ceel: ®at eene niet te min beöeerfcbtc Davids jinnen.
*fP/ bienbefterkeCtetsniet «onbe obetioinnen* 27 ©ien nog bes ïtonings too?n / nogeenig krijgt
_ getoelb/ apoch hongerige iteeubj / noch 23eer en heeft gebelb /
4Sboo? eeu teebet fcbaap(een biontolijk beelb)betb)on« te mtti
watoogftbanongebalo^ftbitinbiengeit nonnen i 18 taiaelkjoo'tmetregbtberfcbjiHt/ toien luftban
■tas. . nogtejien * ''eeenieelijisinberBaab/ 'tgejtchj&ehooiij teblie'n*
©an
|
|||
2i8 Stichtelijke Rijmen
®anEbotïj be fchoone glimp betgoelpt buple babem
■OTJen boet een naaftte bjonta 3tcö tuficben mimiaaM baben; .
29 Cot fcanftersban soeje'en/enfcDoutohaar oog-fettp: ml?£5f iociJ s»lan'>'> eenfcupficbebnmtoejnin 3*}ï^ttl ®^cÖ«ber-Hft/ aluto Mariaas tellen* «01e gp ©otijïj©oebet noemt/3tct m'u icn beften (tellen/ 3°suc!)tBaarbigopgefmuht/ booj's buifcs tjoerarli' tigoog' 4lSiaaftt ban be naam tot beugb 't geen in bem ttlfs niet _ boogb/ jsoat een^tëaagb ge-eett/ eenjnaagb tegaanop'
pjonften P^"S^ftöep'-entoijj'/ enmaftenib'oogenbjonlteiti W.ï i. s «?c"ielB Üoningm/ baat o'oub'afgoDetp / aJBeieeropaissüettitaaaft/ qnam [meen in niet een* bn.)
fcanbat eoieetb'p jltftaagb/ goeb Jlftaagbcn-laf i»t« 125ebjieg'!tjft aangejiebt m bolle Öerft fantbehfeen i ,
■ 32 ©ocbOat3'onfcbamel3i)n/ geef ifc baat toe/ Die/ niet
®«« teem en ftbtm/jnn mm/s™ 't oog meent baret jW
SBojb500utoj,iiioenecgi3i)öebanu/ getnfe bcfnoüen/
(^edbminnaar Jiiptgeóooifi/tot lohkmg ban be pollen
33 J©ojö juobe jjaotbet «Bobs/ Ujienseer 8P«l"
«nacht/
ld" « ƒ ®eelb ijaatfcbe geeft) met btttei fpot belatbt ©Mokken! huuït batttouta. 't as jammetbatmen/ „ mitbet 1300? it/ ban boa? beeg pop / bug boebtet ban be»
-Sthiibet/
1 3+ £aat niet 500 toel als u / bet beplig. boopj" „ fröenfst* " f©eg boeten00«/ teeg keilt/ bie 't Ijatt met bulbepü
__ b?enkt« ©e toijn toetht op bet bjepn / en b'uptgegulpte glaj«
©oen als een btoejtel-toinb/bes menfeben sinnen taj«• • 3 j Zoo ooft be feboon gebaant / begeetlnh aangejie". Jpaafcc bjonken in ben geefi en jinneloje Ken. , Jfaat fttagr/bie ais een pijl/tot m öet metg komt taken/
J©;«tjt boo? in's meHftben stel/ en kan bem 't ba" oiufcbakttu „ . „,*. |
|||
Tweede Deel. 219
3« &ct)o0nt'i£een0ogen-totjn/ aïjienbebjinhtmeit
in ©rajinteuioefltenbjflnb/ biebeefïelpe min:
©ie samfoii (fier* ban Ie en / untfïecif in 't oogen roo*
men)
©ou? lief öjj aanjien / jijn jf 11 en leben beeft benomen* 37 <enftljooiuiPHUi<ffiQbbin/ bemoebig ban gelaat/
Eomtijbs/ ®&ct)mtt/ hleebin iratelpgetoaab/ fincbtanainbienöoojbaar b e beugbal beeft te ip'en/j
a erger ban be bonb of tanen» boobe p?pen» 38 Sin 't quaaö fcbaab tjepl'ge fcinju: 't tws-baarbif
aange3icbt
lolttaan/ al isfcboon 'titinben ijooft amftraait nu* 3Bojb niet een geeft'lp man / in fcbilberp bebonben /
®ie tuffcben 's moeaets bo?ft en •# itmbs bepljame tooiiben/ 3s <©ntinangttoo?b banbemaagt en beeft in 'tijart n, gefebil anttotjffeimg of bp jtjn ï^eer begeben mi^ i
©ag'tfnoobtrbaabgebaan/ bes nmjgeiuï'töoQftre jtcgtCH
$a 't nieutoe Eonne-Iitbt/ ben rug na 't bupjS bel
peeren i 4° «En nochtans toejbsulfc boen een ftnarejonb'ge- -„. _ noemt/ vn in «Bobs oube bolfc toel flatb en ftberp berboemr,
waat been nu boot) bol bop / en bjumtmet bollet Kt* u ■ lttt>
«arias grooterlofop'topper-fmitsi bebelen,
41 ©es peeren JBoebet toas genaben rp bp «Bobt
«Wof'ttoeiftbaarbebootf/ ftrtjö niet met «Bobs ge* |nSaar/tDicn «Bob jtjn ^oon te baren maarbig ftenbe/
«egoojt men niet albus met ©enus-p?oniue fetjenben» tó« #utoo?bboo?lofoplof/ Maria tjooggefteit/ Wat Mariasbeelbtebooger jpbangelü* ot'jaf op toaan-beprge tong upt uba «2ub-baber# keu* 0« L ktn I
*» selpt uu» ftranhe «Boon / fcijaf op gtcierbe fpjeufeen /
« ©at fletbts be maalber maal /geeft gp 't gemaal» &, grp ««sofbien^epi'sensinaami'ijalttMngelb-aasstjn; |
|||
220 Stichtelijke Rijmen,
«Ben gelb-aaö / maar geen fpooj tot bengb: ©at boobe
toefen
«£n geeft bet lofiijS boen bet ©«ben niet te lefen. ■H ©e ttoaalf «Bcjanten «Boos / pilaars ban ChriftusKeth/
JBat anbers toaten bie / ban sulken poppen toetk;
J^oop / liefö' en b?eefe «Bobs betooonb' bet bart biet mannen/
't aselfc bjoebetiijk hercent/in «Bob toas t'jaara gefpan* nat.
45 J&et juïften ^iel-rieraab/(bat noebt Apolksbanb) Jflocb eenig konjïenaar/ boe maai-rrjk banbetftanb ©oo? bertote boujfcbiju bjengt) beeftbefe fcbaatgc< bjonfcen
©e toaaröe gaaf be$ toijiw/ tjett ban baar $?eetgp fcbonficn*
46 3©aar toe ban befe «Brits / met flentelg op jijn 5P /
4Bnronbgefcborentopi fiecljts omöefrbilberpi ®et jaren ftatigbepb / bie eertijos (300 top lefen; j&itt 3onber ftrenge ftraf gehoont beeft mogen toefen. 47 («Betupge$pbeto?aaköoo?2Beeren-tanögebaaw
Sneeft bie in 't mal fatfoen ban 500 een krupn beftaatt. <©f bab ijp suilt gelaat / bie ouba:febjikt ben 3|oben gin baren g;iefter-raab bet aansiebt beeft geboben/ 48 «Bh balt gelijk een fteen/baar bjepging niet geb?ee|t.
ïlpbie eerft sauius toajS / na rauius is getoeeft / 1 j&ielboo? ten fnobe lajï sijnbleefcb/'ttoeikfboe öP «w»* |^a 't bjome Cb?i|ten-bioeb) hem pbelijk op blaasje. 4s ^00 toasöan 't lebemï bups in'toogstjnsï?^ ren fnoob: t>
«En '8 gebeis boob bertoon/aebt uto herff anb bat gwl;
behaagt u Pauius lijf/ toaarom niet meer 3ijn oojbeei. ©ie' boch, in bleefcb of bel noch, acöting ftelb nocö b""* beel i UMt
• 50 aajefusjelfjs/na'tbleefcb (boojbien3i£&'t!>*n
aftoenb . ,
SDan al toat aieefcb'lijk te) ban nu niet meer en kent.
#iet bat bp blinb of bom / ber jtjner niet gebackte 1 jftaaartoift bat «Bob alleen/ alleen't intoenbtg actjte. ji ©eftichtelgkebeugö/ besbartenboobenoog»
•®ie/ maar geen lijfs gebaant/ toas bp bent ww enijoog/
gjjn' Ooefiphoius ftonö bemin't bartgefrbjeben; ^ |
|||
Tweede Deel. zii
pIjfookTimothéui: bothom haarbeplig leben,
n gijn Titus toilb' hp jien/maar niet om flecbte wen; öaar inben en gaar boen / baar hart en %\n taas een, ®en bzomen bp te 3tjn / is allen bjomen heuglijk; 'Slttjfs liibelooje fchiin noclj bienfttg notbgeneuglijie, 53 #ofbtang leeft fchilberp/ en $iet bnarjienber aan;
,3$aakt (jegt gp) beel upt een; boet booö noch lebenb' ftaan,
üs 't 300 i ep; maar toe ban uta.toacht-honb / laat ïsttg waken/
©ie nimraerflaap bebangt ;bie niemant ang kan maften; 5+ ©ie ntet upt bieefcb en bloeb / maar gomra' ra
„ aarbe ;ijn; 3»aat to« men noopt behoef be of kok of mebieijn.
weel oogen op een plank / laat bie be bieben fcb?tkften ƒ €n b iiptgebeelöen bag in 't bcnker licht befcbikken» ss ©ateenEtafmus beelbbebebeujoopbeemaan/
«ijk Etafmus 3elf» in 't lenen beeft gebaan. «tut maar bit platte goeb (bat heeroom jacht marlt . papen)
«n tegen get bebjog bes Ketters inbemapen.
j« ©at maar 't gefchitbert nat ben bjanb lefcb en bet» jê Jaag/
ga eben 300 be mups hoo? 't katten beelb bertjaag*
J «öotb bit lijkt malle klap: Uiant luie g'looft nu aan boa* Iffiie Ijoopt'er'ftljut of fcljerm ban beje mail' bupsgobeni
S7 Maat taaartoe banbe luftban't 3otetskrabfclj «e Slicht/ £<i nubbenop ben bag een ficerf^onber licht J ®e Eon ij» op: bjech nacht, 't ïjerlebenb' beerlijk leben <»ttaaltm/ boei 3alinraptotboobefchabuta'geben$ ' 8 Stect)t upt. Gelijkenis der Heyl'gen geeft geen baat. r*n dat men heylig leert gelijken zonder daad. ®wgb maakt men als een wijf; boeg met een boeten
fe . niesen: 'öitis geen beugben-luff /maar hoeren minn' gepjejetr»
■ft'^ulk bier laat Pavid (niet Jefie maar Joris goon j XMBerelb optntiijk in Maren bjnk ten toon. ^Bntoem-tijit IBonber. boek/bol waan-berbolgentbe* °o?fpekt/ niet upt «Bobs woofU feraebt aangebat»
reben/ tfojlfeeft
|
|||
i%% Stichtelijke Rijmen
«E« (met «Stooolb 8e?epb) b?outo ©enu* moe»
©laasb orfbeftbaamb'ip bert «0 bjoebe frfjanb'lp' fceelb te 8SW« «tf af* toaïê «W *P*
©oojtoaaKbojaentbe'en: bocbbie (om«i«t.«W
gjn 't mtaa") toel eeutoiSip betbo?gen mochten W
«3 ©oitoaat eeneetf're Sfcupb'toel toaatbis»
«ob» üelöen tteftt tnen ai bocö me£ics •^ „
«Een toijjen maalt men oofe; SU» ^nsnei
%«'t om te 5VJn befccnt / aiso"«"** noopt en Stnö»;
asssssssars—**
|
||
Tweede Deel. ia?
m 't toaan-cieraabs geftlab: toaat toe Deel ïof en )j?gs
„ 3>ns/ « Ban meenig Moeke getfïgeliaalt ban na en beer S Meenjotenpbelig/ enftnjgt noopttoare eer, wat baat geïeett gebiebt bp febüberp gefchjebeni #oopt kart een boob fat joen onfUrff lijft' eete geben / - «9 üaat toe ban i 'tig'tgebenft (jegtgpj ban mij» nen(tam:
zat/ bit'isniijnSabers bat'si mijn jaoeber/ baat 'ftbanauanu
»2ie t teapen toel in berto / maat niet in baab en toe* ©etoaatbebeugb-Hebjpin chtiftus tooojb gepjejen/
7° ©ces beeto'/bit leefioos bing /baat niet ban fchitn o >. isan'
a*batuto ©ai,erimitbe<©bet-baber bani
«n toie boojt b'oubetg ban beeg' ijangenb' ober-ou*
m DeriS*
«at Do?rj)jonft beseg bienjtsr / <© bomme fiam aanbon»
betg! " «Bppjonfct metutoes fïamtfopbangjeljs/ aanbe m muur/ kw ,"(ia Wanb)-ttofeen ban's lebend ftojten buurt
StS"^ ee"'Bttl in 3uih BïflatbtjS ophangen: ^ «soob (maar niet uto ftam; moet 5'aiiemaal ont* fangen/ ö» mf!®0?0 ^bie 8Pte mecï en bupb'lper berbeft / j
e X.mett lupöett t0°nt Die ban haat jnn getteft/ i!nn«,5,°nttCïni?! toaaï 5«l men toijsbepb leeren / waS meJ?me ï°etit 'n ftbanbelijK betne-eten* ft Sï?'-,'" ftWmmen toerft / met al toat
,ö„f,ïoobl"ftb'inft i». m ftffi'SS naai"tn fflam'moet teï baberffentó.
rt9°°n BP na be boob 't gemaalb' betmaalt/ <© «snuutoenmeetbttaajï boojtoojraett enboojtnofc»
|
|||||
tt f°o?5nn ïelfij bergaan/ utoftamöeel-toeïfbtïi
's ttS ^00,:2W ï'« maar op 't intoenbig /
^aongelmgof^aagb/ mftoftelüfteitleir/ % <i£ca |
|||||
%%(> Stichtelijke Rijmen.
cgen bjaaf of tajeeb folbaat/een grooteI3?outo/een$«et/
©ie ïjijauti aantwlsiijft treftt/ sijn f raap in 'toogett toonbet:
3Ü?lflat toacijt« uoo? be fion|r: baar fyeelt beb?icg-fioi!|ï onber: 7s 't<ffi>eenb'oogenteepbenIepb/ bebatt benjimicti joet/ <ffin b'pb'le beeltenis beleert bet f toaft gemoeb» Slooftomtljetbatgp ('tisnjl'tgejicht -firijiaatSe&jie* gen/
dEtt 't jartberiijonbert (iaat boo? 't fcljoone fcftiibet Me* gen) 77 ^00alsgpallesgaaruinfcbilberpaanfcboutut/
SI500 ooft in bcr baab gaarn boen en öebben jono* ©us kttjgt b'ontoijje luft boo? fcijilbsrp jtjij noebjet / «Sn oubeugb too?b settelt boo? 't 3otte b?epns uptU?oeb» jel.
78 't «Sep?ijs upt fttnjnbengbs tnonb en fchaft ie
beugb geen goeö /
<&ü\jk ooft boeit of ylanft/ metüeito befmeert/ niet boef. t SSeeib is een lotnpig boeft / bat jonber nut of ;in tó; ti©elft niet leeracljtigs &eeft;baar fpjaaft noclj letter t« te:
79 €en blepenb' oogbeb?og/ 'ttaelft naa&t'taatt»
fcöoutoen geeft
$ot bat l)p is in 't hart bie 't tnaaftt en bie bet beeft. 3San bit boob-Ioome tupg bes iebens toerfc berkiaten / (gn'tbetto-getilab bebeugbban jfaam-gefiiab beaa* reni
so 't 23«lb is eenrebenaat/(eplaas!) al 't onbefpjaaftk H9at pjöft 1)P bien 3ijn ?eïf# gebjeft onjj?tj|lijft maaM i Nochtans't Ijeeft mee (3egtgp)5ön nut: 4iaen «a» \ «ptleggen '■,<',
<Ên ïeben/ naam en baab al't jaamboen Jien/ boo?
3*BB*n: . „„
«j 3föaar (oey!) toat uptleg / en wat lof ftan bep»
(laan SpP toonjels bie 't gemoeb tipt epgen aarb befcbaati i_ dEptolftbanftommegoon! uto amnt (merkuiiaUg) «3i0aaitt traag in goebe je'en en ban be beugb afbtoai'r «i <©p upt 't bet mannen lof/ boel) biegp toont"' *«lb/ ,.,,„ aBuboo? 3«ih lof/ boo? -t Jbeelb / &wt ftaitKit lof ontfwsi
|
|||
Tweede Deel. 227"
©on? wijding tnct-gebeplt aan fnooöe popp'eri leuren /
(gnftatuetiijjoucnjfel/ geentoareit lofgebeuren. 8 j &n notij / *© ^cbüöer komt tóa konft in konfi te
ko?t. 't45efcbiebe / batjomtoijltan gefcbilbetttao?b / <©f öckt of bjeekt go af / en geeft (leeöjï oog-berlepbing t Slitoat utn tjaubbermag/toont fiecbfs/of boojberepbing 84 (Cotpetbatg'fcbieüensal/ ofbater isgefcbteb: JP.aat't recht gefcijieben Jelfs/en toont gp nimmer niet» ©ujgbjoebntobroaaspinceet gëbutig misberftanbent ®aojuismettertfjb(©taeenen;S toaarbefcbanben!) is €>obs-©ienfttotfpeliieraarb/ boo? utg beuren
bent/ 't <&ccn ernft beboojb te jtjn / beranbert in be fleur» €S» bootft ben jongffen bag / en neemt ronrecljter (lonbe (Eoo üeel in u is) 't jföecht öen öerbter upt ben raonbe» 86 ®er itbenbig'en boo'n toekomffig loon en ftraf
Mttnt leerlijs utee konflt met berto te beelben af t JKaar och.' al pbelhepb / boo? 't kamer-fpeelfche toefen ©an'tfioubebuuriilopfêeliS/ berbtoijnt bet toatebje* ?en.
87 ï©achtbaarna/ batbe jielbie 'tfïjeeren tooo?fc
nietacijt/
5900? beeïb of fchifberp tot boete tnetb gebjacht* 1<©ok is mm banb niet trouw / t>iz loon? en ftrafë 00? Ja»
ra ken/ m 't loon of ftraf baar bolk niet fc bijnbaar en kan ma*
ken, 's ©aft fielt g'utojï selfis gebaant (toant iinmet uachjtjc gp ïtbtf ff ommen reebterg ^eerJaan'tfïïec&terieKthfeï ©en ©upjiel geeft gp ook bet beuW ampt in be pellen /
!in 0£.UttftÖepben roijs 't onjalig bolk te mietlem ; »9 jseebt of 't berteêrenb buur / ben bojen toegelepb / ©en t©upöei jeïfjs niet mee ban «Bobe tnaar berepb.J
Sn °JP boo| gepi bermaak be oogen te gerijben / -
«-BOfteltmpmansentoijfsmet tnoebetnaakre lijben:
s° 3©at is 'r / gp maakt roei 't lijf/ maar niet ** ittfó K eeutoigbepb/
«ocö 'tfterk basupu-geklanft/ noth 'rgeeften ottbet*
m» ü ftuepb:
•wonffrens/ öocöfpottclp/ gaatgobett^upbelma*
len: % % |
|||
2i8 Stichtelijke Rijmen
.aXleentwv bat bp 500 lijkt / als 1)? bcfloM tot bteaïeni
91 giiaueAs'ten «Engel «BotshomtIjp bpton'lenaaii/
(Gen honfï bic ban jijn bolk hem fcloeis too?b nagc*
baan.)
jïlaat öoo? uto' mal gemaal is 't bolh in toaan gelto' men /
©at 't als 'tntft leelpjS Jiet/ nictquaa&S beboeftte fc!)?oraen:
Si ©aar hoebtanjs menigmaal;? julfc leelp b?ee? S** baat
<©ep?onlit heeft op be bo?fl ban menig martelaat / ©an meuigtojoom «Bobg-beïb / bie met;uis hoon of' Jïteben /
©tg peeren iniftJ fcomfï en oo?bcel beeft beleben. 93 iütojt afi bte$'argerni]3enpbelmtmt-tieraao/
Zp;nn ban to 315e 5tjn/ 5tjn atgemis en quaab. ©et 10 toet 300/ utobjenn/ ©^cbilbet/isJbernufns/ <énmaakt(tiil<en't) utohanbin frbijn-honfl WoeK en hiuftig:
S4 JRaar (laas!) mat baat betftanb / ja b'h«l na» tuut te b?mtb / ,
5Ms 't baat toe bient bat <!3ob baat mebe t# ontbient.
©aaft helpt beitmenfch. 't betftanb in Itfl en ftfteime» tpeu/
©ieboesefcloefectjtjn/ te meetbet ftba' boe» lPen» _ , ss 't JBémuft geeft <JBob benmenfeb/ maai niet tot juinen enö/ ,,. .„
S&'Öa'at '{(misbjuplïclijh) benmenfeh toebmï&t en
toenb. . ^.,„u
©érftaitbelljepb / niet itanfl; ben!*-krachten / met benH-
bonben/ . mS„„.
UW'aanbcm/btenooptpooftin tbatenbanfcejonnen.
,j(S ©ie'tbterbat/ uptjelfsneut/nanieutoeenKon
flen Maant/ . „„„.„l-
«Eenboübig/ fieebt en retbt/ toel eettnbjtf 9«f(|^S
ïöilt g'iito betflant boen sienitoel aan 300 taan*W»™ giclj tuffen ban eentoerft nuaabboo? beteet »er|ian „j'7 '3IEtö3^naf8o,bifdjboIfeensïoue 5fLÖÉ5!«
8%eftn / B«en top (na't lüfctj b'afgoobfcbe ï» ©tettuffcljeu b'pö'ie fwnfï (nanpb'le menftö *» ®°J?'t ©jutbtbaar) beflaat ons 't hups/ alsbupsnwabba» feannobmt ,8 <jjen |
||
Tweede Deel. 220
S8 «Ecnltonft/ bie/ 30a men 3icb pet bjpbepb baar itt
„ , geeft/ »etft palen aan boe beel / noch maat ban pjijs en beeft*
m t hap* ban fclepn en graat (b'erbiubingiiait 'tons toncnj
Zal becltijbs meer aebeem'ban icbenb'boïfe in tooncin ss ©e muur/ baaü bet gepaukt ban baren frbjalen
i«at geeftj' hem toeberom e oog-toepbing/en niet meer,
3«at nut Kan fcbilberp oy 't glajen benfter geben / *>an Dat baar boojijet iiebtten hups bjoib uptgebje* ben i 100 ®ejs 00g. q,jaal jg Benwen / j)„ eei_CI1 (,£ on.cej; £°o toet in 't eerlyf; öiips als in bet bupl bo?beel:
I2fci!ltttk"*alB iiros8-• mht of'Un toaaï het °°sc
Kwijabb'/ bebeugbbcoj'toojniet mbetbartjonmas
gen, 'oi iBat tott bit grijjegrijtt/ 'ttoeln iangbati Mecb
T, en baatb / wwnt fcftften npt 't getaolki ©at 'S«Sob: bie«3ob/
*. bieb'iteb Sï;6? alles toafer is in ftuur en toom kan houteen'*
wiens bepl'g' ^oogtoaarbigbe'en geen aarbfcb ge3icbt ftatt feboutoen i 'oi f p bjiefte bommigbepö: gwcbtans leert fcbilberp
«wn mmften 't flecbte boife ban bafer een «Bob 39; »»a» ■ 8e Muftttff bie 't ali er tucjcius toejen / ' ««Ir noopt aanbachtig hart bepepnsöe 3onberb?e=> '°3 ©ie't alberjlinbenb'©uur/ bie ons ben groo»
~.„, ten «Bob al.tü?en berseli)Kt / en teelp geeft te fpot*
w«' naat bet nu of' t b?epn hem bitbt als oit-omfthjjjf* €tl in etfe minff e bing nothtans geheel berbïtjftp i
»°4 öepnftntet/ gelijKenaar/.bepnft niet/ Qfirfm»
«Snsu. mernKer gï~fnatban u ge}ien: uto oog ffraattniet300 beer.
©etw .en met «Soosiaii/bie «3oD teboot5cn tractjicn/ l«PB / ©^cbiloer^tjnsntos&toasenhooftsmis» ,., ~o?acöten, > ^omvoijieit bjengt gp «Bob geloften Sonne bWJt/y
|
|||
23® Stichtelijke Rijmen
©ie in Ijaar tnibben geeft 't Hebreeufch bietlett'tis
tooo?b :
SEomtotjien boet gp bem in betto te tooojfcbijn hormn . Jftet eenbjie-bubb'lefccoon/ijeii)KtiC#ausban&ometu I 106 «En ais bp al te met getogen is 05) glas /
i&taattip niet bubb'le leen/ tecöt of'teen Jmus toa& Stuft/ tuft/ bertoaanbe ijanb : niet «Bobs gebaant/ maar toten;
j^ietlof/ maat plagen-ftof toojb boojuta konftgw ren. 107 'ft hebeen bjie-l)oofbig lp (toaar loopt te w
tuil!)
gien ftaan/ 't bab mee een naamt maar / <$ W penfunjgftii, jn.
SltS! btoaashepb al te stoot ban ben getoaanben €W
(Icit! 1
3©el toaatb om sjjn belaetjtban aoob-en jUftacfiW
tiften,
''108 ?lct)! sonben/ toaatb betoeent ban al bie5o!1°e11 blien!
't«Betoeenpaftb'oogenbeft/ banfcljilbetpte3'«H M ©anocl)! of's^chtibets banb alleen $00 (lout |l«P toare/
«SnSP'tnietnaenbe'en/ bie't bolft«BobS tooojbW ftlaren. „h
S 209 HBantoppapteï/ boojpen; in Kerk boojtnow
«efebal/ .,
'Jiaaaltm'ineen €enbeel-taal/ eninb^iegeen-getay
«Een onbetbeelp punt booj-fnijb men tot b?ie malen/ HEn gaat toeer bjie be gtootft in eenig punt bepalen. 110 aSaaHiltjftEuciides nu/ toteusbjepn (l)oe3El'| berfmift)i
afloopt ban 3ulfc teken-tocjii/ noopt ban bet s meet-»' *t 3Baat een-sijn ban be ©?ie (boojtoaat betöojsen'^'
ben; . ,,„ 3©aae op mijn gloof gegronb betiaacljt «Bobs w>w
ui (©ntlten of tojaaft ik niet:ïSe l Ijsm bie biet 500'««'
agiatljptotDatiet/ «Bob j tot lijepianb / gBefiw B'l'.Vj (3i;ot(Ctoo(t«4£obesi(fijEe(i. «Bobs eet moet «Booe» 3tlieen is bit mijn toen|ct) / boo? toaat&epb te »«W^ |
|
|||
Tweede Deel. 23r
1 il ©e bolle boltng Maag/bie fchiet te lerael 't hooft
ISetheben'geeft/ en «Bob sjjn toare eet onttooft; 't©etmeten bjepn-gebicht boetjKt) mijn geeft onttoc* 1 sen / taMfc'tfcgfenttoift-sfeh hart/ fchcut3Uchtigntitomt
tooerem 113 €enpti£ïteileenntenVaen nabcr mnoet jntt
©an't jupffe teejen «Bobs /' BJeS gaat bp tot bet fcöwtt ©an jijn ö?aom-rt»ften Sop / en fabel- fmang're tieefien / (<©tnanb'rencoSbcm3elfsboo?3iJnen bonbtepetffen/ 114 «Enbeelb3irh'taje5en«Babs/ «Bebstai(toaat
banbetoeet o . , „
«En 't boen «Bob? ttenniS Jtin) blijft hp Ijetn in t betgeet.
Zoa hebben (na men fcfegft) ttoee ïeeraats/ Alexaader «EnArrius, eertps / be eenetegenb'anbet/ • 115 «Bobs 2oon na epgeu hooft/ nietna.§cb?tftmtr/
«ebeelb 2 . . ,.
i©at heeft bat ©abet-tüiift en ongebal gcteelt t
©e Keyfer, bie't papier en 23oefcenbet gefcnnien Sfil 't jamen gaf ten buut / fton geen ban benben milen. n6 <£n feboon bp b'pb'le ttoifl toelhatb enfebatp betboob / 't Üelp niet: be «Bsbmaal-Iuft toaSinbees ttocet? ïSie is bie 't al bcrbaalt 't geen menfeben toet toereicren*
©'een tatlin «Bob b?ie «Boon/en b'anbet ö?re manieten: 117 ©ees bat ;tjn toejen een / nochtans bjce-naraig tSt
9« beelen ig 00S 't bjepn 300 biep in bupfUtnis / ®at ju 't tjeeï toe3en «Bob» in 't minde (lof jen fluptea / €n jeggen hem nochtans onenbig / in / en hupten/ lis sjitoafei leeft en tsu Euilttasen paft begeer/
©ie «Bob nahoot3en teil / boch toepnig tot «Bobs eet. ®! fcetket g'ipe ïieth / &ie u gaat jiftocbet noemen / •oefpotberanietaljoobiegpbutft ©abetioemen, 119 ©e bjuchteu bie gp geeft en utoe maai-gecft bmo/
S» $ftn be b jucbten-nict ban een oprecht «Bobs-femb, ®«9 bit 's"«Beleetben hoft* be konileipebesen rhattafii betbetgt bees toonb'ten boo? se leliën: 120 s©te gaatn ontoetenb' 3jjn (en meenen't 3P50&
Sn alles teatm' haat niet boo? beelb aanfehoutoen boet.
; ®j23eelben(3epbmen)5Öntotflechtenbolltsgenjben/ l®!8Sb302ben3'ookgehu|tiJanoube3uffetopen) % + «Bit
|
|||
-23Z-
igt Stichtelijke Rijmen.
i2i 4Enbaten (na bat ons be bedb-boo?-pIcptet jeptj
3BIS letter en ^tbjift uut/ in't bait/ aanbacötigbepö <© <©obes <&ttft en IBaojb / öat oopt 500 fnetig pojbeit i&at beugbe/ jint toanneer 3tjt SP 300 ftomp getoojtieii/ iz2 ©atgp (jootoaaiibbsn menfcbJ&tacbt'Soo.ant
;pen fchampt / ^5n't &ctjUbr ts hanben-toetk moet tieben in uto atttpti «Be boob ban «Bobejs 2aon / t£ ons» te nut befrijjeben =©an bietboo? een <©eeft eenb2adjtelp gebjeben, 123 «©ithonlttg en outscöt too2b alles baat uettelt /
4Sn klaarbet als ben bag 't gefdjicbe boo: gcftelt / (Igoebpaan 't fthanbig hout ben boot beeft moetenïtJ9 ben/ °
3E>oo? liefbe tot ben ntenfen en boosljepb jtjnet tijbeiU 124 ©egantftbelettet<!Bobs/ iicbtfttooraigal^tcit
bloeb/ gjs bol ban bejen boob / bie leben etben beet*
fêaar boojt ra'innaafet eenboub beongebalfcbtenuw
ben ... .
®at $aafdj-lam / meet ban jupff op ©aaffdJsnW
bethonben,
lij 't$|eiptniets boo?ftljtt&ejp mirt 003 beW 511$ las bet krupteg fcmtb' in 't 51e» ban 'S W*
-■•'•■ ftöijtt* 3ls ban itt ftbilberp meer pits ban in <Sobs «ben i
Of is 't geloof gebeft op itomme tioramigijeben i ï26 «jEenboobe mommegrtjn hau bie boen/ Dat we» meet/ ï§oe Jefus jonbet fdjulb en niet ontaillig leeb i 'Ofboebpepgentoil/ bpanbbanfesupfienfrhanpe/ ©ettoon boo? g-boozjaambepb; een toaatbe offernattPj- 127 ööf'tnea'ng |te?Kgeroep; of'tbitta iweeogf'
fpot '53aet 3ijnen naren bojft en bang gebeb aan «Bob;,
S8an3'unsboen3icnbeftof ban 300 bed tojse» p» pijnen i .. .„> <&n boe gebulb in leeb betoga ban fdjnlb moeit Wi*™.{
128 <&\ Oer ban baan: biet/ bist is b'apcn «uw
«Ên 't ontett)t fratjt be bünb btes coob 500 pb'ïp upk
(©arbt'a/tji ikmp bejjijnbet nuaab te me berleggen' , ©OHb / b«e bit leeft/ te goe 't fitwife öi« we sal 5'Sjffi |
|||
Tweede'ï%êf. ' 13 3:
i2p JiQett bu\h ben Heer aan'tarutó'fftfoim"b8it:
«Slieftftljc T: ffia$bitjijn»galgofat;oett f hing!>psfooffcenliple-e{ >"?1vi "FS^amten lijf (na ,t iilaaglp boo? bertelifn / t mtlR David baai ban boet) ftan 't oog be Uenberjï tellen: 13 o jjïu gaat fcooi bepbe beet' een jelbe nagel heen»
Cen bekjel maalt men nok boa? een ban 5tjne le'en: ©oo? beea fctjjjn-eetbaarbepD teil ((sar) befconfï haar taaren
23e!)agdpboeit?ijnboo? b-eeru'revirbJifïêttfcbaren,. ui <ïSnnocljtans!onberbeeanaam-b|ienbcn/ mecjï
,, ' bocljal ayntffiennjsjanfeerp/ Ijeeft fcïjaamte gantftb geen baï+
woojtoaar een anb'refcbaamt beeft hem/ bte/ niet ge* refeent
3800? menfth/ een toojtn gelees/ bet aangelicht getefc ent: '« ©oehem/ a!3'ttoit/ti)aa«nabefmaat5ijnpi]=
„ lenfcboot/ *J«anb'tefiofbanftljaamt5ijn wangenmaahte tont*.
.Ai'Aacljt« lJ£m °f ff Wm / ja aller fcheltnen fnoobfte / "at fttjanbelpc nazf / ja aller najren grootfïe. 't U3 ®c toalgelijke tjsk biem' op be ffratcn giet / t öcratbtjte bat men binb / toas Joo beracht noch nier,- ïj£ pmm'ge fcesrben bem berfmabelp baar neüfeen t , 5tmÏÏS'8* ftljuüben 't hooft/en bielen aan 't begefinen*•
•3+ Aöathesftbeoitpflernijs/ toatbeeftjVal nietbe»
-.. . ftaan? ^k mioben op ben bag /ben bag beeft boen bergaan i
*ie3' lieg niet/ Jïialere banu !: ümnt mag nwn 'Z &' tirups aftrefchen/ ooo moet m'aan -t ferup» geen beel bejs iijfs boo? 't 003:
bebehhen, j3j ^eeft niet 't befneben bleefcbaan'tftrupsr-ber*
ar, bioektehont mfwm Haiif>gefct)?ift bloot moeten stjit aanfe^outut^:'
w»"ot moeit be 15ijn aanfebontot / op bat 311* 3icn ons • 5> leerbe 1« S? ^ mtts/ bie--*.«*»ïeef£l» befnpentó begeerbe»
«en h*r°S toas '£ ontbupbbe liö ben ouben Abraham &on 4 ■I'?a>"l,et ^880:' t,cLfe "F ö" ïüw «aan»/'
^aab/ -t toeih boo? bet boen geens.menfcljen 1 |
|||
234 Stichtelijke Rijmen.
©en boob boo3 fijnen Daoi> Öaar kradjten beeft bcitoa
men;
137 S2--0 to*a't ocft3iJ!t geflacljt een tepïien ban bc fonb /
©aai; 't m bootj-fcliiubigöcyö !jeplïoo3en ftaitb toeoj Honö/
«Bn ctutoige licöjpban't jok fcer I©ett' enUeben ©002 chriu 3 aftjfiicbt na bat lip liab geieöen: uu <©eleben op een bont / 'ftoelk epftljt eenfeïjielp graf/
©aat I)? / na i;o?ten tijb totttoefit / sic!) tipt begaf/ 3© aarom toas 't bat loet eer ber beumt bp be palten ojit 's opper biempel.a bout beftrtken toejen mollen/ is» (üStfttetwttHietöet bloeö les paafclj-ïamgjin bienacljt
©ae <ö5obS geftrenge boo' 500menig menfti) ombjarkt', ©e fltjl en't boben ijoitt/ bie'0 galgs fatjoen uptma* ken/
©etbeeibcn ons be pcojt teaat boo? mtu moet geraken 140 3jn 's i?cmciftij ijocge öups/ baar <£tj2ifïu?/
Uoo? gettf *en
©302 Sjjnt bo^ö en bioeb inïepb jijn luare Ic'en, BDarit tnaarom tuil inenboth aanb'oube boüngbW gen/
«Bnal'tgEgeulbanu/ <© SJfgofcifr/ ontfangeni 141 3in 's peeren aibonbtnaal / Daar, tooj» ban n bet*
btoaalt
(©002 toette) be bifgenoot al jittenb' afgunaalt: ©e bange Ijjbens ktlü / bie. chriftus 't batt bceb?e;en/ ©te moet in tafereel een ïSaptn mis-heils üxyn, 14?. (©ohiacbtbe Medicijn, batinttto fcftilberp/
$)« bloeb en teater Wiet juiiftuptbeonrtctitejp. 't aatijnfclj J. N. B- f. tot opftljjif't aangefmeten/ aSattoitbatitieeftDan'tkrups Hebieeulch en g««icb bergeten i si, 143 €>f is 't om bat bie i§>tab cnjJBotcer battDie
fpjaak
©en ï?«er in jijne U'en is Iijbens metft' oojjaak i ©urb waar toe tolt ik lang in beelben fep! nantoijfp. ©iebcel ai jonoet fepl / norötansnietjijn KWBIf»' 144 Hiskias beeft bellang/ teel eet Dooj<Seos»«'
maan
(Sot nootijHlp opgetieijt / n»t ïb?ï tetff swami: |
|||
Tweede Deel.' *3<ï
(©„o: V MM afsobetP «itomöefb ttas-tüanno'
mtwAm*™*'! ^salStu maahttot^ 't<ffiel!jotat bjooben binn/ na ?«<«•»
ZptepSan öct aam/ ,WW-<««»«
fc«o?bie*!metW «nberto/ maat»oo?be5UUen
H7 €tt Sató b?«ngt noct>tooo?b „odjtehcns 't
aijo toat u <S5oö op itpb. Jebulïin tra'*ffi™
©fis-tgchsupftcgeit opaatb'uto'ttoofl.engtete,
©f is ui» B«(t benwtöt met toupl ontropfct) «5«* 151 4M te" oe buvkHtn «Sob; toeï'lbs :««euto«o*
•f ïoeb'tfito feit/ *f D*" of öa9ï in a9ÏÜfCÖe:
win»1» ^6 >tjfe |
|||
Stichtelijke- Rijmen.
|
|||||||
%■$(>
|
|||||||
t<M.yuK«cUofëof8£i/ Bfanb'it-nutoentêauen:
't 1$ talg bes föeetea tsooo en 3oekt SP nut ts «en* RUI*
152 Sflclj Có?i|ien! bien ifc nt? bao? ben onchjtjKii
fcljaam/ , ©at Ijebt 5jp <£tni)Uhjk,ö btftaüien flccljts ben «aam.
aitlj «tfyjifien! bii/ tectoijl %p bolst uto> bltnöe uti)> berooft blijft ban Ijct luist 't toclfc uto PSiclJt mort
ntijten. |
|||||||
Sich'
|
|||||||
w
|
||||
STICHTELYKE
Y M E N.
Derde Deel.
Gewillige Patientie, ofte Lijdens Remedie.
nn -mmËmm
dEtroutoe harten ïiie nu lift/
€n taact)t miffeftien nog fóoaarber ftrijt. ©aat al te toeetelo 't 003 op heefncÊn/boetoel; ilililliiililllitlïül I
Mepn en fleebt / hoo? beeft: ©ie bafï tot
pllllililill^ifllilll
noth toe hebt setoeelï/ 4En 'tquaaö/ hoe
pifiiiiiiiiiüüili!
't bet toas/niet 8et)?eefh€en hing hebt gp boo? al ban
piüiiüiiïipïyppi.
toen/ ©aathattett^ juhnamoetfpoen:
|
||||
238
|
||||||||
Stichtelijke Rijmen.
|
||||||||
2 «ffifebuïh/ een feboon m e'el ïHemiooo /
3Dan p?ys gf rmg/ in ftrathten groot/ ©aar ai Des Jöerclbs befte goeb aSetuitoaan^üoo? bJpeumoeti ©at / als 't in'; ban roei te geraakt /
Sin ongeluk gelukh-n maakt; <*n/ als t eens baff jit in 't gemoeb / Sin öjiife geen bjufc geboden batt 5 3 't iBeift prbt r niet berftaat bie 't noemt /
<En cJIf niet beeft bic baat op roemt: ©.ns 't baar u bit ©iröt ban fn?eefet; ©P bat gp 'tsoekt/ 300 't u geblekt;
m joogu t bebt/ jojgbulbig boub/ OJjUbafteZiti ruft Daar op boutet: ©fèulD is ecngcunUighepb <©m al te Ip-n toat <Sob opltpb; 4 ©ooj een opretijt ffiefoof gebaard/
<SSn in ten Ziel boi ijooj» betoaatb; «Ben on-afrocbclnken febat; Ccnfteun ftafopberteugben-pab; «Sen toom ban cpgtn jmljjfcljeptr; «Een muur ban onb£rtomitjkljepb; «f en beö taaar op be jtoakbepb ruft;
«Een toatir bat qua'e luften bluft; 5 «Benbeugij/ baartnanhoop boo? berrcert /
©ie 't angftig murmureren \neerb / ©je'ttoauïf;ej©oojb/ Öobsebel 3aab/ Jïiet lebtnloos in 't ban en iaat. ©«3' is 't toaai met wen 3itlj boo?3ien /
<2En düe (ijisn t boon moet bien» |gu is bet bat im ftrgü begint: iöiebeftbzeDjaagt/ toseineefï bectoinr* 6 <öeen leeb moet u te rugg' boen gaan»
js^t groot: bjingt bies te ftetkrt aan» ©e beugb krijgt nu baar rectjte ftof 1 *|oe ftoaarber ijcuaü / boe meerber lof,
3» t boiift te 3tpien boo? De vuinb i ©«tornt bp bie geen bpanb bmb i aainbbpookbprttib/ bie'ttoelaaat/ «£« altna blijft m eenen (laat i 7 Za/ nuia'tiijtienboojbebeur;
fUjü.mel ofnuaink ; gpbsbt fienr* 3?>l«mfnfcl)(Sbhiei/ bie/ sonbCTfebHlb/ |
||||||||
ZP
|
||||||||
Derde Deel. 139
Igijnltjben aflijn met geöiilb,
©aam lijben maaftt ijet itjben min / en «Bob beeft meerber lujï baat in» Maai 500 m'ontoiilig lija en ftoicht/ 'tffialgt «Bob/ en 't noo' boen maakt met «tot* s 3Die toillig ts7 tote b?ees berfmafct:
3®ie onuaatn boet / toie licljt flabafct. 60E' toti/ maaftt ftlocftt/ en kioelu' neemt toet ©t Moob' is in 't begin al moe. ©e ftloeft' / boetoel ban bupten ang / i^Eefr rupmt' en tuft in 'S barts beüang: ©e blooDe (onbaft in 't «Beloof/) ©ie gaatn mei 't iijben ban $ict» fcljoof / 9 Jiaaat toont htm ais öie 't met en boet/
iEUft trooft bp elft / en in 't gemoeb,. IBaae toein'sftjijbiSbegin ban mat. *?st<Bng'ts bocb liet Zalig pab. ©Ebnifct tsaar boo? gp toojö geacöt öan anö't' / en ban nto 3elfs gebsröt, ©P boert ben tjooge naam ban <£b?ift/ mbt gp op ïijben niet gesifï: 'o Zoo jueft nto bm>* maat toinb gebat/
fn letters jonber jin geöab $ ®i!t SP 3i1n 't geen gp too?b genaamt: W lijben pau op u/ of fcaaamt. ««e ipen/ 300 gp rroiitolijK bient: »oo? «Bob frljaamt/ taojb gp 's toerclbg b^icnb» ;~peftt boe gp tuut; fcijltt om enb om: lü'tt is bc Ziel ban 't <£i)?iftenbom* 11 Sijt gp een lib ban «Bobeo ïjetk:
*"' ijNn is uto itiecfte toerlt. ?S°ös Sterft 10 een gebulbjaam IjupS / & maaftt bet noopt/ maar b?aa«t tóel fttups?» «tfchnnft ban 't igben niet romp: "«! beter eenüiig / ban b?oeg ulp. ^"'liuBiJt bet niet boo? fnoo gebepns, ««mpt bet niet booJ bloo gebepns, |
|||||||
fóL ^'finaattt bet "iet (boe 5ecr gebergt/
|ee'.......
i"f!Raftt bet niet (acb! «Cbzipen/ neen}
vm basement m latfeï-recn/ |
|||||||
Jscrfi
|
|||||||
240 Stichtelijke Rijmen
Jloclj baablpïjepb / noch tegentoeec:
«jjBaai toacbt tat bat be ï^aogfte Heet / 13 i©fselfs jtjnpijX tctïajafec fcherp/
<Cn 'tjofe ban utoen hals af merp; <&fal alseennpmcmenbituectjt/ ®et boob toe laat in 3tjn gebecht. ©en laft neemt niemanb rijbig af / ©an bte ihem eetft tebjagen gaf. ©iejefteïlttoeettaaatom/ maat toe; .iüeet clOecbclt hoe lang en hoe. 14 ^9an «Bob ia geen gebult begeest /
©an taillig 'en oitgefojceett. W9 €>ob ons lijbens fiof bcfchepb /
4En 't pab ban ltjb3aamljepb inlepb;
©ie ban toel lijb / maat gaant niet toon /
<£n 300 top fton / niet lijbcn 3011 /
©jaagt 't htnps ntet bat een -Hhjiffenbjaagt /
<lEn willig fchojt aW 't <!BoD behaagt.
is ©atfean/ ja moet/ elft taieijp 3P/
^oefnoob en boos / 300 toel als bp. ©at boet toel bte na t matbfch heel baafct/ <Én in 't gemoeb ban tojafce blaaftr. ©at boet ('en moet toel boo? be itoob) ©ie baft in 't batr 3ün bpanb boob, ^aatgp/ <é CbJilten / niet aljoo; ©ie of fctjoon Ijoop en njb 3ici) üoo / 16 <©m 't quaab boo? 't qnabe te berho'sti /
«Ji-n't Iijbenuptbetaeegreüocn/ ISeel liebtr u töob-hootig fielt /■
aBn onber 't paft ban lijocu fmelf ♦
Kojtaf; hoelang/ toaat/ enbantoien/
©aar \3tt\taaa oog niet op re jtnr;
©'uptftip ban blp of D?oebig lot
^1 wat niet aan ons / maat heel aan öBoö:
17 Zoo ooft be ftetit ban t giitfitument /
IDaat Doo? bp ons het Itjben 3enb. <©ns obtrleg en aiatbfclj betftanb /
26ls 't lijöcn komt / moet aan een Sant. <©ob in 5ijtts Zoons hoogoiaarbig tooo?b> jittoet fteeos en alleen 3ifn gehoojt, Sju't'.tjijengeenuptbiuctjt/ banbludit/- «©nvjirht/ iSebeo/ en#oob-ge3ucbc. n Zxta öPÖit wapen tupgrgebjupiu/ |
||||
Derde Deel. *¥■
€nnochinlijbenblijft; joobupfct/
€n bent* bat nau «Bobs laaffentg ©e rpnocbnietboo? hanbenip. ©itisbeles, Jfruhoojt bere'en , ©ie't ïtjDcn oopt gaatn Ipen be'en / ffiaar boo? in Wtart be fttacht jStlj fto?t / iöaar boo? tn'ftrt lijhen lijbjaam too?b. is «Sobstoaatbegoon/ 't onfcljuKug%*M I
©at boo? ben boob benboob ontciuam / €n/ bDo?5ÖnHijben/ batbpb?oeg/ mtt lijben eeutoig ban hem joeg. ©at'8't«©o?logstelienbanons: ©aan/ ©aar top -t gestcht op moeten (laan: ©e .eter bie ons boo?-benen Utljt / €n maaht een repn en Slaat gejicht t 20 ©epiiaatbieons onbetfiut/
€n alle Ipen maaitt te nut. ml ©eib-beer/ is boo? upt geween ƒ *oö«ft3önltöbett t>oo?geleetn ©lis toas ons beel ooft toeg gelepb j Huis 't ons beurt t Xtèeejl nn beteptu ©eJ3tefiet selfs is boo? gegaan t Wt tsctf be Sleetiing blijben (laan i " 3Mopt bipt Bes ©ienaars trouto $00 jece/.
©an als top lp met jijnen ï&eer. jwsat ©o? logo-man (ien 5p bertsaagt" ^n bie nartouto of eet niet b?aagtj §jf «eb niet gaarn al toat bp mag / ft00 9P maar op jijn $|oof t-man jag. I^ieis'ïr bie met recht betfiautot/ «eaiifctrbp jes.us, 'tigooft/ aanfcl'sutotf: 21 3Bte tjouii'er notl) een bitpfter oog /
«'Sop bemerkt toatï|emtetooogi *-ujis sitiE natuurlijk ntpgen haats / ïi?' ÖP iW epgen toil geen plaats: •iwaar ©Ou / mtens toii ?ijn %pen toou / X*fÖPïnntaii/ en toas gettouto. *«8 Itbcns giorieufe Kroon ,.n|°olt in 5ijn gesirtjt 500 ftljoon /
«ï A ®** hem al 't quaab geen rjuaab geit eft / ©S?.°!J? "on/ boo? 't rniaaö niettoeeü. a?n ^«itoig toas 3tjn oog gebeft; "-n oaatoiu ftoos bp 't tjuaabfl' ei» fcéfï, SS«l'
|
||||
z^z Stichtelijke Rijmen.
aSelopöan £!uifïen/ ftloeftjolbaat/
Ziet fone uto tjaoft ten fttijümaatb gaat» ©aibt / ais bp oaebt / Itjö / als bp leeb / ISoo lepb ?nn Mtoon u oofe getreeb. z4 ©cnftt: IBat «Bob, Wl baat moet ik aait/
©al lieber gaarn als noo «ebaaniJ 5tüb/ altoaat «Bob ban lijben fp?eekt. 2SUPS ras: UI tuat «tst bupgt / bat bjeeist. 3Üiet maakt ben lafli 30a goeb en joet/ ais gaarn te lijden taat men ntoet. ©üü moeten top/ ais 't «Bob on* geeft, ©an geeft tjet «Bob/ toanneer men 't beeft: is ©an tjeeft men 't recht en op ;ijn tjjb/
SBanneertnen/ als een «Ib?!fren lijü s Udanneer men sfjnes boens getois/ «Bnftbulbtg en betbiilöig is. ©erbjijft ban/ eer 't be stel berbuplb/ ai 't ongeloof bat in u fttauptb, ©«jaagt bet upt u / ifftt pet ©at anbets tuil / als «Bob gebieb. 2S jfRaakt tt geen totl/ als «Bobetf toflt
2oo tjjb gp tniliig/ toei/ enftii. «Een batt bat taitlig Ijjb / is e'el. 't giet flecbts toaarcra / en aiet öoe bert. «En of 't niet taift toaatora/ 'tberbjoeg: «Bobs Vnii toaat bem tnaaroms genoeg. ïpos toiiiig moet bet ban gefrbien/ jjiu «Bob 300 beet toaatom laat sien i 27 Eoo beel toaatom bic julisen Uracbt
i©ei eet in «Bobs 2Seininben to?atöt/ ©at 3p 3«lfs in be ijoógtïe pijn/ ^tU en boo?-bulbig feonben s,ijn*
«Bob ;enb ons 'tqnaab: JRaar om Vaat ?aaü;
<©p bat lip ons te furftet maats.
J£p ijeeft geen fïetkt' / bie noopt eu letb*
Jloopt öieiö Ijp 't belb/ bie noopt en (Ireeb.
28 ,4£aopt ftrseb bp ftrtjb/ bieu/ 30»ö« rao£?:
ïjet leunt na rijn toenfeben bloepb. 't 3is epgentlp/ toat «Bob oplegt/
«Been ongebal maat flecöts geberijt*.
«Been ramp; maar utoS ftnjgs abontimr/
gomtijbs toat 3oet / jomtnbS tjeel 3uur,
«Betit toare-rufts of ijepis betlies ; ^flgt
|
||||
Derde Deel.' . '24.3 |
|»uc b?»tït-ïö» artepM .«Sjgftk*.
29 «3ten toare goebs of iu)ts a' °«w * fflaat manlijk lopen ut het fok. . Ia >t pjfts-liuk bat <©ob ;elfs ophangt/
«En me koek loopt/ alleen ontfangt. jftaakt u ban lijben/ houb u koen; ffioo bril u baat met eet aan boen; *ï fïelb u op Jtjns lijbens ©elb_s Setbjaagt gp tnel: gï»jnt een ««o* t, 30 ben ©elb/'Wen <Öob met b?eugben toont/
aan -t fêemelfcb bolk bat met bent woont. Ctnéelb; bien <©ob met lof berhoogt/ €n boo? 3hn beplig Ijep? op-hoogt. ©ns tteft bp-toölen tegenfpaeb: m achten 't nuaah / <©ob acht bet goeö* ©aatomi bp toil bat 's toer-lbs gebjeft ©c Uerelb ons al bet ontrek. si Op bat top b?p ?ijn boo? 't gebaat/
©an na 't berberf te gaan met baar. ©at frhaab bet bocb/ al toojb men qmjt 't Beletsel ban Jtjn Ijooaft pjofijti ffiat baat &et ook/ albonb men 't Itef 't fficik btjt tot eeutotg ongerief i 3Ueikt jlsitötg in alle quaab op 't «rot Zw is -t neen quaab al toat <ÜSob 5«nb. 32 ©aar is boo? 't b?ooin en lnb3aam p«
Zoo ftoaar niet / bat niet licht en snerö. jöies bubbelt bp 3Ün lijben ban ©Je btpnft/ en niet ontgaan en kan. ©aarom js een toaaractjtia tooojb / tipteen «©ncbjtften monb gehoojtj Toont my een menfch die wijsheyd heeït,
Ik toon u een die lijdzaam leeft. ,33 3©at boetbP bie gebuib bertoetpt/
fan bat bP 'S lübensi toee bcrfcljerpt i
JE» / ;ucbtenb' om berminbering /
«tijgt mmberings betbinbering.
®gk als men 4Bobs getrontoen raaö
|Ret bieper ernft ter SSiel inlaat.
wens iijben/ als bP inb/ is 't mreftï
®ien b'ongebulb raakt in Jtjn gee(t. . ,
_34 3©iens lijben/ als bp ittb/ is 't mtnfti
®tt toillig lijb / en atbm toinft, .
|
||||
Ï44 Stichtelijke Rijmen
I0ie achfet tainfï i WH bie 't toel baat.
3©ie baat het toei i bie' t epnb berf taat. 3Die ia bes epnt S gantfeb toija en tois ï ©ie tod toeet toat een (£h?iften W. 3©tetoeetDattorti bie'toosaftKRt/ «enberberbanouh'SSaroe fttekt. „„... 3s SSeftcntfletljwC^iftfn/ toatgp5!)t«
goois'tunict/ altoatgpino. ï^ictisgeeitCanaan boojbp. ©aar aarbfriie toeelb en b?eugb «t 3PJ ©aargpgemafefcdijke luft/ Jjnbleefcljenjkejadjteïuft/
In untterlpen oberbloeb ^ouö leben sonber tegenfpoeb. 3 6 i|ut is boo? bp geen 5ulften fïanö t
$ie is bco?bp geen sniften laub/ ©at toaarb 3P bat er't batt aankleef/ «® f bat men boort bedienen beef t ©at toaarb sp / bat m'et flag om (ia / ©f immer in't geweer om |ïa ©at g» met fo?ts befeftermen tttod / Cn ftauaen 't in boo? raenfehen bloeij. 37 #neen. ©it'SüROtljtoegeUpb/
3ftuchban<lBDb3cftettoegejepb. ©at toas boo? 't bolk ban b'oube mtt I ©icn 't eeutoig niet toas boo?ges« 3$act toas een lanb ban jaligbepö <®V bese l©eetelb toeberepb: <JEen saligbepb en seker lot / Suis 't leben toas na 's JBets gebob: 38 42en3atigbepbban<ffiobbetgo(l;
3!©aat bie nochtans eens epnbtn mofï. föeelanbets/ €b?ifïen/ is 'tntet u: KBaiit boe toas Dce/ en nu is nu. ©oe toas bet nacht/ nu licht ben bag; J^u ;iet men bat mcnöoe niet jags jjiu heeft het fcbaöuto-toerk ijeelugt; ijfln (laat «Bobs (tem een nieuw geiupt; 39 ,j|ïu beeft het «mbet-boen een enb«
't«©uö$pöan't<l9uö: merkt toat gp bent* <5p bent een bjeeuiDe gaft op Harö. ïjter bjeemb; hier lafiig en ontoaaïb '•
^fetbjeemb; ljiernietbstubehoo?bt |
||||
Derde Deel. »47
f et pelgrim; hier geftabig üoojt.
§en %emel ijs ons epgenbom»
Bier gaatm' als bjeemben met ons onn
40 JBat oo?5aaft ban ban beelüerbiiet i
■ ÏJepi bat ton 308fcen is hier niet* .
«Seenfcbat; geenangft: geentainfï; geettfega»
ai'tgcenonsftomt/ Komt eerfi bier na» JBat boet bp ban/ bie/ alsbpjiet • «, ©atjtcbnulnbensftofaanbieb/ >
0oo?'tii)benongebulbigfch2oomti , ;
OTtoacht biet mcerbanbem hier Kootnt»
41 Bat boet bp ook/ bie/ ais Ijp balt ■:»
mint te hoeleu 's lijbens lafï / ïti 't lijben jtch te ?eer bebjoeft i
m 5oefet bier meer ban hp bier boeft»
«'s3©ereibsnuaab is hem geen guaab/ j-,
|ieaibes jQerelbs goeb berfmaab*
«et (juaab beeft op 5tjn bart geen macht/
we biet op «arb geen goeb bertoacht,.
42 ï©at noob is 't bat hp 't rmaab jetrWieb /
©ie geen betlies ban goeb en stct i , öerlicja ban epgen boet maar 3eer: 'aetïiesban t ©jeembe geeft geen beer* «ttnoomt gp nochtans boo? 's Itjbens PÖn i t w Kan niet meer als 't ijuaabfte jijn, mmt u bet alberqnaabne bangi Waibertraaatfte buurt niet lang. J) ailtoatm-hierlnb/ is inbelijftt ïa?l1m« 't të al traant tijbeljlu 'isRlepntoat hier geleben tnojb: «• a«om i 't as ttjbeltjft en Had fenkenmmbertubefmart/ |
||||||
3ttl&?ft,B!"rlaft/ öoena meerlult:
tÖfSö?' folgtbejactjterum • SSH2£ men m I W «n« sebaan: ^S&;ome*' ïal noopt bergaaa, " «jaagt ce Jüroon baar bp om »oti)t«
|
||||||
*** ~--i
|
||||||
24e Stichtelijke Rijmen.
4j gooubces reben't batt 500 taaist
©at gp oaar ban be kracht tael fmaafet: goo acht gp 't 3tatbfcbe min ban min / <fgn 't Itjben toojb u een gttom. 3|ep-Ioo5e J©etelb/ öteonSb?ingt/ <£n noch boe lang hoe racet befp?utgt: ©te trto bettfanb tot Ufien fpitft / «En 't hart tot nieutne tozeebhepb titfï / 46 ©teoiib'OHRoj'letooebig taaft/
«Enbuuttnbjepgementen nlaaft. ïBero?ukt/ berbolgt/ boet mat gptoiltJ <Êebulb ia ons een &cbeutb?p ^tbilb, Hfroopt bias een batt boo? nuaab berbeett / ©at al begeert ttiot «Öob t begeert* fêengt <©ob bet quaab niet / bat gp benkt t fgat is'et boch bat ons ban krenkt. i 47 <!Beeft «Bob betlof tot ugequel: ©oer. toat gp tuut / bet is ons toeU "t%sata/ al toatgp op hem tracht/ ©ie'tljjbcnboojgeen Inb macht* 3© at belit gp met Be queUing boo?. <©P raepnt gp boet ons b?im baat boo?» fgetgeefs b?engt gp ons in ben bmk: ©juk is eeningang ban geluk» 48 ©oojbjuk/ eentoepnigtijbsbejuutt/
3Bnkt ongeluk/ bat eeutoig buurt* Uoo?bjeugb/ tenbjepnig tttbsgcbctft/ Üomt bjeugbc / bie men eeutoig erft, ©etgeefs beftrijb gp onjen naam 5 EfectgeefSfcSenbgpons goebefaam; Vergeefs 500 ftelb gp ons te fpot: ©aat is geen eet/ alscettaoojaBob.
49 ©ergeefs beneemt gp haaf en goeb 5
jföetgeefsjoobojltgpna onsbloeb: 3Bat b?aagb hp na't aSebetffeljjk / ©ie 't oog beeft op 't <©n|ïetffettjk , 33ergeefs iS't al bebjog en lift ©at *f>atan utoe ^jinsoopt Ujift /
Cnuprbes Booshepbs afgtonb haalt. <©ns batt is met gebulb betftaalt* $<> jHaatgp/ ©«Bob/ öie't nu behaagt/
©at u Gemeente beel betbjaagt: SS lijöen ban öet rechte pau |
||||
Derde Deel. ?47
|
|||||||||
fa luae groott ©Jmgbe frab:
ïaat San gebulij ons altijo tip / ©aij'orjbientoegons teet-gelb$tr, Énb.intg'/ alstsaurfieUpBer in/ tt iijbtnti' on;s ten #emel in. |
|||||||||
God de Wraak, Ofte: Trooft der Schrif-
ture in tegenheyd. Begrepen in een korte uytlegginge eeniger Pfalmen Davids
Mitsgaders andere gedichten ten zelve propoofle, (Cot beu %t$tt.
2 Oo gy hier uyt niet andeis voelt,
Dan dat uw hart zijn wraakdorfl: koelt ,
ïn dat het zich daar in vermaakt "'t zijne vyand word geraakt: Zoo doet u 't lezen weynig nut; Z~:z'~-
Zooneemtgy u een kcanken flut j
Zoo ziet gy, dat gy niet en ziet; Zoo vaat gy 's Dichters meyning niet; Zoornaa-ktgy goede Medicijn u "Iven tor een ziel-fenijn. |
|||||||||
»*»~3
|
|||||||||
Over den 73 Pfalm.
|
|||||||||
248 Stichtelijke Rijmen.
Ite - Ie fïaan: ©e ïuctjt raag Maas ban bUyern
ilPÜiiïiiiillililil
jijn; öe heel natuur raag 5tjnontffelb/ €n
|iiiüi=fiilHïfiiiii}iiiii
boen haar epgen jelb' geüielb: ©aar raag ge*
fcbiebentoatgettail: «Een repu bjooimjartis §lÉÉIiïl3lilÉÉIiII§
gfra-ltjt €n raaftt öet al te faraen niet.
a <©mbatt)P<©ob/ biemeerberisi banaltoatbat'«
isenleeft/ ffiot jonen troofi en fteunjel Seeft. . B rfSeen bing 500 mté* <£n ir notbtans/ booj't BW»
©een ""^„ptttanmpBemaaJit/ 3©as op ben booi-toeg fcbier geraafct:
©etfmerterap/boe ift'tge3ttbtop b'opgeMajei>oo5« floeg/ <fin3ag hoe gaar't getuft toe loeg. . w , ïsetabontuurbattoanHelis/ en pepereen 500 iw
beitalï/ qis haar (bocht nip) getrouto en bad. , ..,, «en anber & gejient / geplaagt, jrjn hojk lebeo M» hembang: ZPïttnge3onb/ enlebenlang, Hhtó »en anber hobu ui ongebal / en fint 3311? lebensi W
bjutt: ©p gaar en hecht geen ongein». ^ |
|||
Derde Deel. M9
i Cen anbet jugbtjoo beel gejugts / en weent joo me*
ntg bjoefgetaeen t Jgaat leben bloept haar Jjaefttjetts been» ©tt baart tn baar een boobaarbp / baat 't bart betn $e!e> ben in berblinb/ «2tt red)t ais met een Mceb om-tttinbt aub'oberlaflen bie jp boen/ na baren boog bestoaan* benjin/ flatteren jp baar jelben in. : i beoogen jjitpicnijaar ban bet/ en aan baar ïgf tupgtpeberltó 3©at roeelb en trots baar bart bejit: ©«ttbing joo boog/ of -t luist baar au Ittoatjpben* Sten en befïaan /
i Zou ijaafï gebaebt / joo baad gebaan» aitoatjpjten/ 't tg baatte fletbtj 't bernoegt baat niet en in baar oog . „. Ssnieraanb/ banjp *elber/ boog» « 2p fpjehctt mmab ban alle bing / en ban baat fïonte fiwtternp L 3s ookben^emeijelfsnfetbjp, wtt tonojb beeft bp bem'enfehen tnatbt/ baar reben bie balt aangenaam /
L Öecbt ofje ban ben #einel qnaatn* wboife bloept baar/ ais mater/ toe/ en frbontotjê aan als aarbfebe «Boon;
■• ** ^n bit> ffÖïer aan boo? baren tbjooit. ' ©ebjomenjien't; enjtjnberbaaff; en benhente „ baar bart: mei boei
&.,... ^««t «Bob bit al/ en laat bp 't toe i ''«tt SP ook ban ben bjomen menftij / bie bier 300 laag berftbobenmerb/
».,,„ wel eenig benhen in jijn bert i v« simmers bolk bat <J5obloos is/ en niet en paft on «Bobsbebel:
? «>« !rn "oebtans gaat bet baat joo toel. i <cp nebben gelb/ jp hebben goeb/jp leben bie* ge* „ rufielp/
BB» fc tn leegbepb/ entoelluftelnk, §*>« naat bet bjomc leben bani roat beljptjet onoe» blekt geraoeb/
3Ê»*.»55bat,ntHniön«ttoiju6arj «ttooeti "wt toe ban joc beel leebs geleen i toaa* m / belaas! ban alle baag/ M m |
|||
2jo . Stichtelijke Rijmen
Ce fdjjomcn tooo? een nieutae plaag i
9 3h bah fetjiee ook aijao gejepb / en baat / upt on* bctftanbgefïatbt/ llRaatiftbetbeetmpjelfs/ en batbt/ 't «En is niet atUB goeö/ bat gott; niet alles ciuaab/ bat quaab geïnftr / 3JVa 't ombeel bat be Jöeretb ftriifït* ElDaat 't anbers: 261 ffioösljcglig bolk/ ban toelfctt lijben bat men leeft/ iEn waar «Bobs bolk ban niet getoeeff, )o $jit maakte mijn gebaebten moe / en bab joo gaatn ben gronb gebat / «En 't recht betfianb ïjiet ban getjab: Jftaai al bergeefs: 't 2©as mp te f toaat / en febatnp» opbe jinnen af/ Cot bat ik mp tot «Bob begaf; «En te-ttaö in $tjn bepligtoom'5 baai upt jijn a©ao?b ro? tnietD gelcetb / ^octoonbet bat bet met baar fteetb, ji ©aai ;ag ik/ #eet/ toe gpje ftojt; tjoe lo0fn onbaftbatje (taan/ «En plot3elnk te gronbe gaan. 3#oe gaan 5? bocii 30a baaft te niet! bet bart is ijaat buD?tteftmetfclj|ik/ «En epnben in een oagenbtik* $aat Vuejenis ais eenen öjoom/ biein eenflaaptoat VBonöetfi ftfttjnt / Jiaaat als m'onttoaakt / baat been toerbtoijnt. ïi©at gtoot geleek/ is niet met al; bat eetft g«s b?e?ft bjieïb i»o?b belatht; «En bat m'eet|ï ujees / baat na beraebt* «Sptaas! ijoetoeets mpint hart/ battk boo?«/ & taij;e«Bob/ 4jBp tj«b gebjagen als een jot 5 «En 't bojtinie 3öee bp na gelijk / ijeb ban bet hingen epw en loop «Seoo?beeltmetbento»a5enboop; . 13 «En met raijnalteklepn btïftanb(met5ieK&'0? '
geen bat laas/ utaatfebeen) 2Setukubiao?öeelingetreen, . h jfroebtans/ boemel ik tegen u metmijn gebaebten W
gefaalt/ 2acriifc ban 11 noopt afgebtoaalt, gt |
|||
Derde Deel. 'iff'
Iliïjausjaaitu/ boe bafet gaat/ ilt tjstintp *ïtgh DafS
aan bp / i©ant gp bonb u altijb aan me* H <Bp5ijt mpaltijb bpmet raab/ gpjijt ntpalitjl) bpmetftracht/ ©aat ift tot oEer faoo? toojö gebracht. SanncctiKumaathebbenmach/ $00 temp albe teft outoaatbj - €n yas op gentel noch op Hatb«
©f *t lichaam al upt-teeicn mocht 5 of't hart Jtjn ftracbje al bcel ontging / <Ên boben 't looft bc öoob al hing: u «Bpeucn-lBcl/ gpjijt het/ <©ob/ baaïiftop (fes/ enhoopopfehep; ir «Bp jijt bet al toat bat f ft heb*
wie banu mijftt op juinen weg/ bic niet ban «me toe* gen. 10/. ©ietóbenonbetgang getois* Sant gp boob elft bie u begeeft / en / ais' een lwonto baar manbetlaat/ ©au u tot bieembe <& obcn gaat. 1« %t albetbefte bat ift fcan/ mijng batten alben» boogfienlujt/ "
«, JCiijng Zielen albettoiftetult/
«at is/ bat ift aan «Bob mpbau/ en miin bettoutotg ophemfïel/ «En jijne baben uoojt-bertel / Een Chriften, als hy zijn gezicht .
Begint teliaan op Godts gericht, • -
Orhem de wraak fchoon beuren mocht,
De wraak word niet van hem gezocht: Gods wraak, en'tangftig harts gewtoeg.
Die zijn hem meer dan wraaks genoeg. Ja als hyernfiig merkt op't end, / DatGoddeboozen overzend:
Dunkthemhaaroordeel'groot en fraai: In plaats van wraak, bid hy voor haar, . |
||||
Qrei
|
||||
15* Stichtelijke Rijme»
Over de 7 laatfle VerfTen des 7 Pfalms.
V_ï 4J*b is een tetbte Sfcithtct/ bie niet ter*
liflillillliillliill
lïonb komt plagen/ gooftaaftbe meufcbenfep
fmmmfemwfëkm
leti» maat bjepgtje alle bagen, IMtgp uniette
pltlill^^illüüil
't fieeten i hp 5al 5ijn jtoaatb gaan toetten / «SnioobP
|
|||||
Ipe pijlen op jijneu boge jetten,
a ©olöatbgpnothinïonbtn'i lip mikt t twfrt««tW
baatbig/ ...,
® e boog is ingetogen: ©erfmaab gp kem on»a«tD'B'
2oo fnojt be pijl baat benen, ©ies naakt gp «»**»*
ben:
«Ba komt / boo: uto niet atbten / in een onjalig 1»«"'%
3 ïtpbiegaatnmet een anbet pets quaabsb)» s»*"
beginnen/ .. ^IMtt.
«En met jtjua naajïens onhepl behjutbt is in jnn Jtnw»
fs als een fiapenb menftbe/ bie boo? be toalfcbe bjo»»"
nboopbangtoote bingen ai flapenb' is gekomen. 4 .ïlftaar *s mojgens gaan beoogen rjaamro» finnen open/ «f en pbel na bebenken blijft hem ban al 59" 85?!"«„ m 3gp mepnt toat eniaabs te bjounjert; maat 't 5« 55» '* genquaab 3Üu* .. „..^«jh ^p Ijeeft bejraab op hanötn;ffian 't jat 50" 5tIfS
taabjgn. g> |
|||||
Derde Deel. if?
5 $P té gelp be menfthen bie somtijbs kupïen belben/
<Su menen ■ t boo? een anber/ maar 't bomt ijaar op haa« jtttwn»
I $aar epgen quabe Ufien bte komen haar befluppen / | €n boen haar haren moebtoil op haate koppen ijjuppen» « 3-M bank ik «Bobmnnöeerej toantiroisgoebett MUikt w# poogden naam te loben/ battoenftfj ik/ en bat toilik, ' Niet dat een Chtiflen zoo behaagt t
Dan dat God zijn party verdraagt,
En lang blijft toeven met den flag ;
Op dat hy zich bekeeren mag.
Zoo dan de booz'op God niet paft,
En van deilrafren word verraft *
Het vonnis dat dien Rechter wi jft, . .
Dat doet hem wee , hoewel hy 't pri jft.
|
|||||
Over den 4* Pfalm.
piÉüÜiifÜIÜliiilii
*-* <Snbo?(Ö8J|art batboojbt ^onbett
bïieb / ©erlangt 500 «er na 't berfche mater niet /
|litiiiii|:|iiiiMiiis|ii
lis mijn gemoeb / bat troofi ban Wtoerbepb / Jfte'
|lidlilïiiliïl|Ii=Il
ütnijn <Sob/ intoenbig sucftten ftbjepb. >
Ja 3 ■ «Bobg
|
|||||
H
|
|||||||||||
Stichtelijke Rijmen.
|
|||||||||||
a?4
|
|||||||||||
dEiobjS repne minn' ijeeft mp oy 't bfejjft ge*
raaiit/ Zoo bat ijet Ijart gcftabig bojfï en piiililllllilliilüli
baafet/(€n in be&ie|Vl)em3eiïs'geen maat en ;
Öeeftji^a mijnen <©ob/ bien <Sob bie ecu - - b>iS ilillliiliiÉllllÜüis1
leeft / Hp m»! toanneer/ toanncer 3«e i* bien Da2;
©at in mijn «Sob Jijn aanfctjijn fcljoutoen m»S i
ï «Bcnbjoefgetoeenbatinpbe toangennet/
9!s bag en nacljt in plaats ban mijn banttct i p Om bat men b?aagb: uto «Bob toaar ia W ««•■ ïlto 45ob en trooft / toaatoin berlaat Ijp u; jaaar al» 't gtmoeb toeetom aan ïl gebenRt / <£nutoegunft ben geeft te boren bjcngt/ .„.«ui %m boel ift trooft (baat bmfi fan 't hart boo? guw -<S£n 't booj-gepepns ban bien getotnfebtcntnn > ®ien biijben tijb! toanneet 't gebeuten jal ©at ik eens fecet / en 't bolü / fterft in getal / 3 J&etlofenbanfc/ en fteugelp sefegjep-/
3Üa «Bobes hups xal toejen rap ge lep. , Stemt' minn' tot «Sob maaftt bat itt bthtoils Ji«» i
<£n in mön Ijart uptfojeeh al sulfee rfen; jgdaMjii| |
|||||||||||
Derde Deel. ifj
J©aerom / mijn Ziel / jijt gp S«o ongeruft i
JBaarom berfterft ai utoe b?eugb en lult i JBarlnf renfrban©ob> binttk (ikben'Sgetotó) Jliort) lobeu jai / als 't nuaab ge-irpnöigt is. *©ees tjcGU beyquikt en geeft een moeb tn 't tjert / ©at nu {tjelaas!) booj-bjenken is met fniert: 4 ©eej'boop ijouö op. '2ül moet ik balling gaan
§|n l^ermomvn / langs Ijencn teilbaan; «en nu (ath nip!) een treurig pelgrim 3fjn ©ie eenjaam bool booj JSergeu en IBoefiijn. ©ees hoop geeft kraebt / of 't fcljoau nu al nviglufet / «Bn mp be ramp ;ao mtgenabtg ö?ukt / «En 500 benert / gelijk een ©iepe bloeb / ©00? 't ftaag gegolf ben ftoafcken oeber boet» ^iet rap mijn <Soö maar een» genabig aan / ©e natbt ban b?uk / bïe moet ban öaaft bergaan. s (Slroofïisnabp; «Bobs groote goebtgtjtpa
Ssmii bastdEobgocö-gimflia tosgejepb. ©ies mp nuclj uacljt / noctjjojg/ nocljeemgbms JBeiet jai boen bat ik jtjn laf met 5üuj; «Enraijn gebeb na mtjiien «Bob niet jen' / ©ssj intens genaaö' ik norti in 't lebeaben". S?oe mentg-maal fpjeek ik tot ©ob / en toecu s ®! gp mijn fint / en baftgegronfcen (teen/ Söaatum boet) is't bat ik 300 treurig ga/ . » " , «Bn mijn partp tot een befpottiug fta { « 3©aarem (eplaajs!) is 't bat gp mijtte tatrj'tet i
't 3s als een boob bie mp 't gebeente bjeet / ®n als een buur / bat mp ban binnen bïanb / «tsfbagaanbagjnujnCrotser enbpanb «tjnftaatbelacöt/ enb?aagbupt bitter fpot: gaar is bpnu/ bien gpbertroutnt/ uto «3obï aaaarom mijn 3iel / jijt gp 300 ongerufl * waarom berfterft al uroebjengb en lufi i Saatfct trooft ban «Bob: bien ik fik ben 'S getuig), «wegbanken5al/ als'tquaab ge-epnöïgtis, E?n Chriften die God zuyver mint,
Als hy zijn hart onruftig vind, " . Zoo is de licht ing,van zijn pijn :
■Met God,, en zonder wraak te zijn, '.. Een Chriften als hem nood omringt,. En hem zijn vyand volgd en dringt, M 4 Di=
|
||||
ifi Stichtelijke Rijmen
Die heeft noch wapen, noch gefchutj
Daar hy 't geweld met van hem fchut: Geen ding daat hy rijn ttooft epzer, Dan op zijn God , en zijn Gebed. Of doet hy zomtijds noch yet meer; De tranen tot den hoogften Heer, Dat is zijn aldcrfcherpft geweer. |
|||||||
Over de 3 laatfte Vcrflèndes 13S Pfalms.
Dpfi!ï|{iÉf!iI!§?!fIii§
' <£ Hecre jft toel boog / en boben al bie
lebenajsjtjneiat&oonlKïliebejt: ^ocljtanj$ $00 piPilüiüiliüüili
jiet bp laag/en geeft ben Mennen yt - gen/«2n ftaat ben-
|
|||||||
geootftben tegen»
2 3©annter ik om enb' om ban 't tmaab ben obe^om"
pelt/
«En biep baat in gebompelt j 3Bat quaab kan 't quaaö nip boen i toat lijben i$ tnp •t lijben: %10 gp loe'et Somt berblijben i 3 «En maaht mijnst bpanöstoojn/ enjijn boobaar*
big pogen
Ce niet êit onbermogen i Sfttoeet/ ïfeet/ enbettïouto/ bat gpal mtJtt<H«iM" «Stiiefbenotösmtenbat,. _„ |
|||||||
ÜèrdéBëeh- *S1
4 <fëpeeutoir!ïoebe<iMi/ toiït bocö «ï»«fe niet |ïa*
Ken/
Mwt tot ben ennb' bol-raafeen» - Een Chriftcn die ootmoedig leeft,
Eu in zijn kloynhey d vali h;yd heeft, - Trekt uyt zijn ooimoed dubbelbaat : Want hy ostwaardigr niet in 't quaad , Maar acht het zijn rechtvaardig lot: Dat maak", hier ruft, na luft by God, |
|||||||||||
Over den 77 Pfalm.'
|
|||||||||||
5enben/gin alle mijn' ellenbemJDantalssiHmynBes
fcgjep na jijnen ®ljjoon laat gaan/ ^eemt |
|||||||||||
ril.
|
|||||||||||
piilllil
ÖP mijn wanen aan*.
2 ©oc rap 't quaab abontuutaetoetbig aan miam taf
ten
<Ên met beelbjufcis belaften; «00e was 't öat ik met ernfï aan mijnen «Bob eerft bocht/ €nbpftanüop|)emjocl)t5 3 €n tot |em al oe nacjr mtjn &*$* W Bing fteetom/'
©ebntis jn öet faMefeen,
|
|||||||||||
2 ƒ8 Stichtelijke Rijmen
3©antmtjrtge<melbeharr/ metbjoefftepb oberla'ett/
ï©on tot geen troofï berflaam 4 (SEot u alleen / «B«Sob/ 300 ftreftten tntjn gebate ten/ JSlijn tranen en mijn Machten, ©e b?oef Depb/bk mp 't hart ban binnen Memb' en (loot/ 23eiiam be (tem Ijaar ftöoot. j 4irai)noogen (&oojbenaugfr/en'tom3truftigfd)20« men/ ©oo? 't ouaabbatnoch mocljt Komen. «n/ ats.SUag tot ruft/ niet tooub'upt mijnen sin) ©aar Kon be (laai) niet in* 6 ©oe bactjt in om ae tjjb en mijne snete jaren/
©ie benen jijn gebaren /
«Eninbenftilleiiatbt/ toatmeer be fantajn >©P 't fclocfcfie toaa in mp / 7 «luammpmijnfnaar-geftel/ bebjeugbeuanmt)»
noren
Sn mijnen geeft'te booren* ©iesih/ booj ;uiHgepepns/betbubbeib fnbefmetr/ SCIbusrwaüinmijnljert: , s S£albanbei|eeealti)b/ uUijbmpbuSberftooten/
«Bn bah jijn ganft ontöiooten i «®f matljmen onjnuaffioojb en goctljeptniet meer fïaan. üs 't Ijeet baar mee gebaand 9 3§ecft «Bob/ biegoebmoet $tjn/■■ en sulfer oopt 1»
gejj2E3en /
iSergêtcn goeb retoejeiti ., , «©ftSban «Bob het geen/ bat «Bob geen3mts fcanjijn/
«En geeftöooj bjeugbe pijn i 10 ©pbiegenabigis/ toilbpgenabelaten/
«En toom baar boo? aanbaten i
SS baar een juik beflupt bp oii3en «Bob gefebitb i' %t\> neen / 't en is ?ao niet. ■, .,„
11 jjhiüjbiii/ 'tmoetsoojijn. Hel aan/ mmhw
(ïagen
«Kebulbeïjjii berb?agem gijn boog bermogen hanb/ bie aHeBiitg beheert/ Ifcm boen bat alles fceert. ,
ïs-ain'lwjengeootentrooft boenuta boojlébentocrKwv
'r«Bemoeb/ intm«Boti/ lUKbJIerfceii/
iöanneerjp/ biejoobeetenselijaam Jijngetojacm/ JPE faal Jeu w.-taebatöt». _,.,. |
|||
Derde Deel. s*9
tl mat «Bob kan sicb in macbt bp. u / mijn «Bob / se*
©ie net in utacbt moet topen i .
©e toerhen Me gp boet / be toegen bie gp gaat / IBietst bteöiebetftaat^ H «Bp jijt (jet gtoote «Bob/bie aan uto bolfe/boo? befeu/ «Stoottoonbetbebt betoont _„. . ©ie onbet 't b?eembe bolk oito macljt toebt laten ,ten / «En groot getoelb geftljien: ij ©oegp3]ftaëUjol})t/ ent)aarinb?ecmbei;attben (Èmtloftattom haat banben, ©tZeesagn/ jagu/ enfctj?akbooju/ baarteer/ ©ebieptcnbjeunben $mi i« ©e molkm goten nat! ben 2Satem Uet Jtfn (ïtaïen «©Ptllarbennebetbalenj üctgroote firmament gaf bonbe*/ krakopkrak: ©ebeele lucljtontftak: 17 ©eaarb*/ ban s lemeijS buurronbem beftbit* tert/ beefbe/ JBet al bat baar in leefbe* <Sp gaaft uto bolk in Eee boo? *t toater eenen pab / i©aa? gp boo?ljeenen trab* is «Een uab: toaar ban (boenube firoment'sameB b*?eben) «Been tepfcens na en bïeben»
*Soo? Moyles en Aaron b?agt gp3e boo? be Zit / «Belnk een berber -i ©ee,- Wanneerderampofivordgevreeit',. ■ ■; ■.•'■'-.'*
Ofverfchbelpringt, zoo drukt hy mceft >>'..'!
Entoonteen leelijk"aangezicht; Maai in het lijden word hy licht. Wilt gy dan tiooft : denkt op den tijd J Die alle dingen licht en fii jt. Wilt gys' noch meer: denkt op die Marl' Die lamp geeft, en weer nemen kan. |
||||
O rei
|
||||
2 os
i>6m. Stichtelijke Rijmcrt'
Over den 8S Pfalm.
Tpigllllllïilllilllll
JL ö toep tot W geffabig/$ob/baat mijn öaop op
ftaat / 't Ep bat bt licljte Zmnt of op / of onbet goakSSebeben/ bicikiJiöbc/ beftlatötenbietë pgiiiiiiiiiiiiiiiii
boe/ Cn flupt.boctj utoe ooten ofJbatt baan
|ll|ll?i|lf=s=^l=
boo?.nUt toe»
"^?t «Sernoeh/ bat afgepaaftitf/ boo? jamm« **'
toetbjiet/
®unftt bat bet uoo? 5911 oogen be boob.baft btoalen w* J|et lichaam beeft jjeen htagten / be getfï is ioiwtt moeb;
fpbenaljSbiebafiftctben/ bieiiiemanb bulpeboet» 3 ©e boob fcenu mj? befpjingen / het hatt .is ftW "" laf ■ - ■tün bentët in ai jtjn benften niet anbers ban op 't gtaf« giü ben gelijkbebooben / biegptoel baaftBetgecr > ©e booben m be graben / baat niemanb ban en me» • 4, ©e booben / baat in 't leben geen lebens Ijoopbo»* - - <isfp......... • "-":""
M&ex ecataigjpn beboiben in biepe bnpfïerniS:
jyiben als een geoangen / bie biep in 't Dupflet lepo7 ^yuuüi'ietuiiDUot Dianb*s«nJ»jeöe boob-betbepj^ |
|||
Derde Deel. 2<fi
s <$pb?ufct/ en.Mijft mpbwkfeent -t febijnt boort
gtmoeb/ 'tluelftftljjoomt/
©at gp met al be fttomeu ban gtamfcljap op mijn ftoorat.
Mw ©jienben / bit mijn ©|ienbm gemeeft 3i)n (laas!) melen/
©ie bluebtenboo? mp benen/en $tjn geen bjienben meer* 6 2p fcbntoenmp al't samen/ nietanbets alleen
Wip/
©ie boo?' t belenb beg&ruur-mansyge(cbutot toojb batt eenftöip.
HBant 't i# met nip niet anbers alsï met een Ijeplloosf man/
©ie/ baftgeboept mttpjeïiSnietupi-getoo?ft'lenSan. 7 ffityn uk$cu / booj be plagen bie'tijatt ternebet»
_ (Taan/ as beerlijk om aanftboutoen / en febier al öeel bergaan.
Wti tnffeben/. J&ter/ mijn Ueplanb/ berDmit ik in't geklag/
©e banben na ben ©«nel / en toep al bag aan bag t 8 3Bat taaebt gpban ben booben / bietoebet gaan tot-
©fSullen bie noch komen / en fpjeken utoen %of i
©f 5al ban in itt grabeniito goebbepb jijn gemelb * 3Bie issr onöer b'Hlatbê bie utoe trouta itertelt i 9 1tch!inbtbupfUrniffentoie>merkt of fcöoutot baar
«aar jutmenutoebabenen taonberbeöenniet»
mt kan baar ban it toeten/ baar 'tal raakt in ber*
btaijn.
wie sal baar omabennen-/ baarbeen gebaebten sfltti 'o 31k roep ban tot u / ïfeere / en baat se tijb nottj 1Ue/ «aieicbig is ban roepen/ enjonber mijne bee, waarom bergt gp/ wtSn©abtr/ uto aangejitljt booj; ««laat mp tn een ïfelleban stoare fantajp i
n ©an mijnt ett|te )aten ntn iitücrbjuktgitoeeff;.
IJ Debof ramp geleben / of altnb tampgebjeelï. oteebstoojbiftboojuto toren gefetuikt/ geperft/ ge* • breekt/ * JL8' als met eentoatertoaar in betjlanb berb?enftt« •
9*Iw®mJultiemt)netlenben/ en al te grootennout/. «wiuuih rop,bsüateit/ en ijeel bah ©{ienbcii bloot, Mv " 'ris-
|
|||
%6z Stichtelijke Rijmen
't Is zelden dat een Chriften menfeh,
Al derft fchopn 't vleefch al zijnen wenfeh r Met ware hans bedroeftheyd treurt '■ Nochtans kan 't wezen dat het beurt, Dat God hem in zijn droeve ftaat, Noch hulp, nochfehijn van hulp en Iaat, Maar 't aangezicht zoo veel als f chuylt. En maak t dat hy wanhoopig huylt. Dit fchijnt een plaag, maar 't is'ergecn : Hymeynt'et; maar isnietaüeen. Een wijltje weg, en dan weerom, Dat maakt den vriend bet vvellekom. Hoe't hart min aardfchehoop bevangt, Hoe 't ook aan God te vafter hangt. Wanteen die niet op aardenheett; Daar hy met daad of hoop aankleeft,. Om dat hem alles hier ontvlied , En hygeen trooft altoos en ziet, Die neemt in 't eynd een ander pas, En word ('t geen hy in't eerft niet was) In al wataardfeh enydelis, Heel zonder vreugd en droeffenis: Vermakdüos en wrakeloos ,. Eegeereloos en weereloos , Goden degoeden aangenaam ; Tot hier en tot hier na bequaam. |
|||||
Over den 39 Pfalm.
|
|||||
Derde Deel. z6%
öeftig tooojb met allen ban mijn tonge laten
p^iliilillllllïifiüll
saam 'ft fcfelmp (til en3onbetfpjeften/ €»enofift
booj mijn lippen eenen, b?epbel öab gebab; mmmmMwmm
€n/ om 't opset niet te bjeften/ i&toeeg tft
Püïiiïiiiïiiiïini^ii
't soet ooft; bies f ft 't lijben in mijn
|
|||||
epgen batt op-at.
* 'tiifatt en fton't niet lang berb?agen/
®oo? be in-gefloten bioefüepb/ bie 't gelp eenmm» oittftaft.
~ Zoo bat ift / boo? 't btttig ftnagen / öan mijn 3inncn oüetmeeltett / eett al3ulfte teben fpjaft: „ ïfeet/ boe wilt gp't tnetmp maften i laat mp meten baat mijn leben boo? een epnb nocb Ö*&» bengal,
„ <ê n of i!i nor!) een?; ;al taften «Ptben moepeiijftenitetftettoan mijnbjuften ongebaï. „s «©n5e jaren bie top leben/ *? oe utoe bergelekm / jijn gelijft een banb-b?eeb flte't / „s 3|neenfto?tentins om-fchjeben/ «B Bt(ieit bp utoe bagen / als een bjop bp al bc ^ee* & $f oe gantss niet 3ijn alle menfcben! ^«uotjjtattis/ gelgft 3P mepnen / bi«38obajtenjefteï 3Un/
, m» 't baat gaat na'» batten toenfc&en t __ |
|||||
atf-f Stichtelijke Rijmen.
,35&aaï gaan toeg/ gelijk een fcljaimte toeg gaat met ben |
Zonneftbnn. 4 't^ietig/ bat jn öien genieten / jt&atten jp baat jelben pnnlp / öoo? beel nutteloos*: lufï: Ctots boet baar baars (taats betbjieten / Hope fleeptje / toojn onttoertje / tyeeje inaaftt5e 't fta« | onttnftt 2p beloopen / 5p berinnen; JSp boo? tepjen lanb en toatet; jp booj-repfen terg entooub; ZV betjamen/ en $p toinnen/ goibet bat;p atme(menfcben;. toeten toie 'tnaöaat beboub. s JBaarsai Ut mp benen toenben? =©aar in ?al ikmp benrooflen / en-mjjnjteletuflont» faan i Ü9ie jal mijn benautatbepb enben *,_■ Jtfemanb/ bangp/ l!|eer/mnn bulpet/ bie'tjooW totls bebt gebaan, JEaatt mp los ban al ntp jonben; «Beef bat ife ben btoajen raenfchcn baren fpot niet W» moet. 'Hïfebmpstlfstatfltiirbetbonöent , JBant gp julthet oocbtoel maken/ bie'taltoelooM/
toatgpboet, 6 ^oub een» op ban mp te plagen: „
fBant ut» fl-raf boet mp beltonnen/ en 5p balt m»" barttetojeeb.
ïltoetueljt en jonbe (lagen ^ttjenben al bet inenfcben (tboonhepb / ais een mot«» «leeb op-eet SUcb! boe niet / öoe niet met allen! . . 5let)! £oe niet 5ön aïle menfcben/ biehaat (ïaatyi«
ftötjnt 500 tois/ Jf&aat 50a baafï tot niet betballen! . J©ie ftan in 5ijn bart bebentai boe gantfcft niet w
menfci) biet is i 7 igeet/ boojtmrjngebeb en Machten/ t
5letopmiju-geiJuagfctj:epeni en betranenbie tMlw1 liaatutobartbieniet beracbten:
't-gflnbe wanen ban nto ©elgtim / öie bier ïoo wW' |
|||
Derde Deel. i6$
©te altijb ïjeeft moeten btoalett. /
Dtetljt als alle 5öne©abers. $fouo uffrenge Ijanbban <£n laat mp eeng abem öalen /
te il; ban ban tjiet moet baten/ en (Ijelaas'!) niet meet en 3P» Alwaar men zich niett'eenend'al,
In alle menfchelijk geval, " Zoowel in't droeve als in't bly, Buygt onder Godes heeifchappy ; Maareygen keur in't hart nochleyé> Daar vind mea geen geftadigheyd , Dan is het niet, danishetwat, De vafte tuft.en krijgt geen vat. Hebt gy d an Chriftus wel geleeit,. Zoo is uw hoogde harts begeert, Dat Godes wil altijd gefchied, Al wift gy ook dereden niet. De befte wil-is gants geen wil, Zelfs willen laat den geeft niet ftili Zoq gy daar van ontledigt zijt > Gy bent uw grootfte vyand qui)t. Stelt GodeswilHeer van uw zaak, En'tzyuwel, hoe dat hy 't maakt: Want hoe 't hier gaat, of niet en gaat, 't Staat wel, als't wel van binnen (iaat. |
|||||||||
Over den 37 Pfalm.
A' L E P H,
|
|||||||||
*"& bet hijsen Jiet t üöenijbje nietin Ijaten
ftfltU /
|
|||||||||
l66 Stichtelijke Rrjmcn
|
|||||||||
iii=illl
|
|||||||||
:$==*=:
|
|||||||||
-■§*■■
|
|||||||||
ffaat. ©ie boclj 500 baafï baat Ijeneu gaat:
«Êielijft een bloerae bic nu blaegt; <€n .flu£ tet nebet lepb gefnoept: ©f bie met b?eugb nu too?ö *f' i
oogt; €n flus betflenlt i« en betbjoogb.
z Beth. 2Mtgp geluk en goeoefpoeb/ Zoo baopt op 45oö / en bolgt yet goeb. 25egeert £p eenen bafïen fïanb r a«ft toei; j»o leeft gp lang m 't Stanb. a©sttepcninanlieli)hï tuft: 5Soo neemt in <©ob al ubien lufï, W toat ulo baw getoenfeften San / 3©enfct)t gp maar toel / gp taakt'er a'ti. 3 Gimel. 28ebeeIti)etalaanffiobbeni)|etr/ «to Inf / uto leben / en uto «Eet, Saat utoe booo baft op ö*m paan; HP jal 't al fsjamen toel boen gaan» J&oet u nu ongeltjK gefebien: Igpjalbaatnau recgtooen jien/ £00 Maat geltjfc ben «rijten bag / ©at peber baat ban toeten mag. 4Ddeth. ga 't nu een quabe mts: 3©«ft1ïfU ^teltutoentoilinOBobes luit; 39eefl niet ontuifi in uto gemoeb; Jiaaaïtoacfttopffiob/ 3iettoat bpboet, 't «Jöelnfe ban 't boifc / bat niet en boog: 23efcijoutot/ bat met geen toojnig oosj: JBojt niet / al toojb bet bem octbengt / ©arhpjijnmoeb-toilbeelboibjengt. 5 Hé. «Beboeltgptoomtnutoenjin/ gtoo laat ben too?n nier lang baat in: ^ |
|||||||||
Derde Deel.
®p bat gp u niet bupgen Iaat /
<©m baai te bolgsn in eet quaab.
H@ant ©obloog bolft (af fnel of traag)
ïöojb upjgcroept / en Krijgt sijn plaag *
,3iBaarb?ome tien (of lang ofraji)
fêetlanb/ baar alljaar boop na was?*
« Vau, ©êtbepb maai een geringe tijbj
Cnstet/ beftoffeban ben nijö/-
©c baoje ratt al jnnen fcSÖn I
Eal nergens meer te binben 3tjn,
JEiaar Ijp bie niet met allen ftbcen /
€n ravijn eenbonb ging baar Ijeen /
SSt-erftöetlanb/ enboub'er fte'e/
«En bjoont'ei in met tuft tn b?e'e*
7 zain. ©e booje lepb 300 meen-ge ïaag /
© aar bp bsn bjomen gaarn in 3>mg t
enfmerftbanfpijt/ enfebub benftoji:
tEneetbanmjbsnnbart febier op*
©ai) 3iet bet aan en ïacbt'er met:
©autb'ure/ btebemisgejet/
<En 3Öns gtlufe» een epnbe maakt /
©iejtet Ijpbatalbaft genaaftt.
« Hah. s©e boofe beeft 3ijn3tueet& otttfefteeb!
«n op b:n boog ben pijl gerceb:
Ü«n armen / borb niet boo3en raenftb /
<& treffen ijï $ynjs barten toenfrb:
Mmt 13 tseerb bat ?aï tt rugge gaatt
f n 3Önen epgen meefter flaan i
«ens anbers quaab bat ïaojb 3ijn toce/
<cH 3jjaen boog bie moet onttoee,
*.Teth. i^et Niepne/ bateen bjoraebeeft/
©aar ban öp met genoegen leeft/
«s beter ban bni oberbloeb /
®nalberboo3engroote goeb» <•
J°« goBöeloosm goeb en matbt
««Baat/ enbjoaotenietgeujaebt:
®«i9|oraen goeb en ftaat befilijft /
foo}<!BoiH bie baar befcbermer blijft*
iS. J°d. ©aarisgeenqnaabofongebal/
J^aar in een tyome fneben 3al; -
^m bat bien «Bob / bie 't al befpieb /i • • .
gtt hieetraat 3[jn3al/ eer 't gefebieb/ "'"■
*»ar goeb en ftaat beftehöig maaftt■/-
|
||||
■z6$ Stichtelijke Rijmen
<Cn aWtjb boo? baat 5o?gt en toaafst:
JEoo bat'et in ben buten ttjb
5pne t een ban baat gebjelt en lijb,
ii Capb. ©eboojcn biet op aatben gtoot 5
Jfèaat in «©obs oogen hlepn en fnoob >
©ie «Bob boo: jijn partpen bent /
«ffiferaifenfnellijkaan baarenb:
<!BeI#fi bet bet ban b'offejbanb' /
3Bls 't boo? be blamme toojb berb?anb /
jgtiet anbers ia als een gefmoofc /
Cn in belucht een bmme rooft,
iz Lamed. <jEengobloo0inenfcIje/ öiebeeï &lo
©ergabett / en op luoefcer (telb:
961 toojb hp fdjaon ban tellen moe'/
gijn hanb blijft boo? ben atmen toe,
4£enb?oom al beeft bp jelf niet beei/
©e» armen ftrhgt nochtans1 Jtjnbeel.
SBies ook 3ijn ?aab bet lanb be-etft1
üSïaar bes gobloojen (tam btrfittfiv
13 Men. 't3a «Bob bie julk een mtttftb benoeb /
«ngeeft jfjnboen eenglabbenfpoeb t; 'tasdSobbiebooibera jojge bjtaagt / gm bat hem al $iht boen beöaagt* gnbren 't hem ergens in mifinntt mv toojbt niet boojt ter ne'er gebuikt / Jgoopt joo en mift bem «Bobs bpftanb t ®3Ht<0oöbte heeft bem bp be banb, 14 Nun. 'k28enjonfe gebjeeftnubenMtoub:
jen noopt beeft mi)n gejicbt aanfcbontot/ «©««enig ©jome bleef in noob / «pf bat jön 5aab moed gaan om bjoab» gBant bie noopt barb en toas of »?ek / «oejonb bie komen in gebjefcl «n bie gaatn pber beeft geleent / 3« 't bjeemt bat i5ob jnn kimvren meent i ij Samech. ©atgoebisIboet5 batqnaabwlV» fSegeertgp/ batgp'tiebenljoubt 3©ant<Sobbemsnt/ en beeft jijn bjengb 3|n biliiKijepö en inare beugb, w» goeb sön en ban jnnen aarb ** iiic mo?ben fteeb» ban hem bemaart t
Jwaaar bie afheerig jijn entwaab / ®« fiaan tentet metalöaarjaab.- #iin.| |
|||
„Derde Deel. 269
!« Ain. mi bie rerbtbaarbig sim ban geeft/
©aar <<Sab opretüt ban toojö gebieeft /
©ien is tiet lanb ten erf berepb /
©aar «Bob 300 beel bau beeft gefepfr»
©1 baar 3a! bon? een iiojtefïonb/
't SSejlt baat ban niet jijn bergonb;
«aar't jalhaat jtjn een bafte ptaatg/
«it eeuto'ge taoomng bareg ïaabsr*
Jj rbe. ai toat be bjome benftt/ of jepb/
|6 taftjabepb en gerecbttgbepb /
©aar benftt bp om/ baar fpjeeftt bp ban
& pebet een / altoaar Ijp ftan:
want in Jön öart baar ftaat tóobg |©et/
gaar bp gebuurig joo op let/
|at bp met jijnen toil en toeet/ -
»oopt op berfteerbe toegen neeb»
}| Tiade. ©e booje loert en fpjept $tt nttS
,20« b|omen is 't baar bp 't boo? jet:
f annee» bP niet reebt upt en berf/
«wat bp met lifï na jim beberf»
Paar <&ob/ bie bem tietoaarb/ bie maató
gat tjp niet te jijn banbenraaftt:
f* aanliiaagt bie bebinb men baïft&i
*" niemanb mag bem aan ben bals*
I Copi,. ©ertoaebt op <©ob/ en leeft fletbt£ tt»ï
jTSÜne toetten en bebelt
Jj'a taojti gp boog ban bem geflelt/
!5? Migt bet lanb te ubrgetoelb*
ijfaat -t enb- ban 'tiolfc/ bat goWooiS tgf
il oicbt na bp/ en gants getató:
j» of gp ttoöff'len moebt mtffebien/
»»' epgm nogen jullen 't jten,
« B.dcb. g|n mflnc bagen nu en ban/
S* 'ft gejien een gobloos man/
2f «Pgeblajen toas en fier/
B Bwenben als een Hantoerfet t .,
g» tatjl baar na -k ga toeer booi-bp/
l'Jie na bem/ en teeg toajaf bp,
«ttfiS/ P moeb/ jijn maebt/ jijn pjaal/
wtotoenen «aas b« altemaaU
Sis» iï' »*Wl ö?oora / «> raenfcb / en fjoitb u UtW
*«« bie 300 jon (of lang of ba*»*)
©f e
|
||||
470 Stichtelijke Rijmen.
s©ie« jal 't geinig toel gaan In -t ïaaiï*
aggaat Die «Bobs a©etten obet-treeb / «En fnel is tot jijns naattens leeb / ©ie bjerb met febanben upt-geïoept / Stlé nu ?ijn Sonbe «Bobbcrmoept, 22 Tau. <6ob helpt ben b?omcn/ enberfïoojt ©enboojen/ biebemiiomtaanboejt: SIP ig jon (IttM en maafct hent hoen / «ffinhelpt/ alö't helpen is ban bocnt <©p «ffiiob $00 (laat be bjome balt / ©ie hem berlieht in gijnen Ia|l: ®ie hem betbïnb in srjnen b?ub: ©au «Bob toacij t W al 5Ü" semft* Nietwraaks, is deugd, en komt tefta'e.
Yetwraaks, is quaad, en dobbel fcha'e. Want een die quaad doot quaad verhoed. Of in zijn hart noch wreek-luft voed, ïn zag zijn vyandgaarn geplaagt: Als God nochtans hem noch verdraagt: • Die tresd in Godes heérfchappy " ",( In word zoe quaad als zijn party.
"Wreekt gy ook gaarn, en kond gyniet;
Zoo meerdert gy uw zelfs verdriet.', In plaats vaneen, die'teerftemaardee, Zoo word gy nu vervolgd van twee; Van hem die uw het lijden doet, En van uw eygea zelfs gemoed. |
||||
Derde Deel. 271
ilItllilfliSlIillil
«Bob setnfï / leeft $onöet pijnlijk bjeejen / Sn
iëiiiïüiiülifiilili
' «Bob mijn buïp en ttoofï/ ©te rap 500 ïal 0«"
pliiitiilifsiiiisi
Ijoeben/ ©atmp geenquaab/ boeimaab/
|
||||
tot quaab ?al tonnen laejciu
1 ï>oe lang beloert gp botb een eenig raet tl allen i
"st nip / hoe lang jal 't jijn / bat stct» m» jinnen febets fc©nt Ijem/gelijk een muuï/bte nu bafï bjepgt te ballen/
snongeiuisen bjukbanboben neettetoetpeni
! iSaat •& batten balfcbe gtonb beöefcken 3? bebenbi'g/
uttuijl bat mijn betbetf baft bjoept in baat gebaebten:
©e monb is 3oet ban taal i tiet batt bat bloekt mmen*
1, big/
fcn WW Ijem jelben aan mijn onbepl te bettaebten.
* ïwat ftbabe kan't mp boen/ nu «Bob mijn eenig; 16. ftUtfel/
eaat op bat mijn gemoeb jijn batfbepb ijeeft genomeni
am bp mijn ttoojï / mijn bepl / mijn eet /mijn fïerkt'/. » menfcbntiiS/
f aiLatbtet ik mp betg / en niet behoefte rebjomen i
t'nn me,,fc<Wtoie gp jijt/milt gp urn hoon baft leggen/ £~8tJ" op (jBob alleen: §g angjl in utoe betten; «jemmoogtgp onbefcöjoomt uu) batt öeeiuptgaa» ««ntoebetiaatbatt «ÊobinaHe nooöenfmettem
«aai mcnftljen toat jtjnbie i met teebt boo? «iet
fetüvn *e«Öten:
^tootffenonbetbaat/enalbeiljoogll getomen/
i J i„ ïpt ftaac fc08" toat Sïoots en toonbetg
sjttaI toaebten: «e t ai ts sewacöt/300 jjjn 't maat b toaje b?omen.
7 öoe
|
||||
27* Stichtelijke Rijmen.
7 ^aenbelsQnjpboel)alt'jamenmet tnalkanbet!
2©ilt gp berfïaan boe jeer i neemt ttoee gelpe fchalett / <Cn legt ben üaenfch in been / be göelbepb in b'anbet: 3©at gelb liet/ b'Ubelhepb öie 5alben JRenfch ophalen. 8 <©p onrecljt ofgetoelb/ öoojulue ijanb bebjebra/
©erlaatubaatiiietop; nochoputa flimme gangens <tEn komt u ougejoebt be rijkbom toe-geb?eben / goo Iaat/ ais toaart een «&ob/ utohatt baar nut aanhangen.
$ <©£Ö! toat een trooféaam tooojb heeft «Bob banjtc!) gegeben!
(«Een taoo?ö bat ilt jomtöbs Ijcb haaren na-berbaïetO mat geen/ ban hp alleen/ ban alle bie'er leben/ jpaacöt heeft / en goeb nog qnaab na toaarbe kan bet** len.
io 't is een toaaragtig tooojfi batgp on.s bebtg» fpjoken!
ISant gp / Sfeer (ik beken 't);rjt goebig en genabig t •l <$oet>too;b nattu geloonb / ijet quaab ban « ge tojoftent
<£iri boet elk na W & I 't it Öeugbig of raisbabis* Begeert gy dat des Werelds quaad,
• En al dat u hier tegen gaat, Vw hert geen weedom aan en brengt .•
Zoo ziet wie 't doet, en wie 't gehengt. Die't doet (alwaar 't de grootfte Heer) Is Aarde, en die word hy weer.• Die'thengt, dat's een die niet enfterft, En iijn vermogen nooyt en derft. Die'tdoet, dat is een menich alsgy .• Die'thengt, isGod, die's meer als hy, Die't doet, die is gantfeh niet met al : M aar die het hengt, die is het al: VTiltgy dan'tbeft: acht niet voor niet: M.aarvreeftdis'tAlis, enalïiet. |
||||
Over
|
||||
Derde Deel. 273
Over den 14 Pfalm-
miÊïiiÜgifüill!
|
||||||||||||
D
fEi
|
«E menfcbenöieeen «Bobbepb
||||§i|i|f||§f?g|
noemen met öe inonb/ Maat niet en toonen
|
|||||||||||
ll
|
||||||||||||
iiiiiiigiü.iiüül[i
|
||||||||||||
toafer fchnpit in haren gronb t ©ie jctten (niet unt
eenboub/ maatuptinoebtoitjotj ©iejeggen lliiiilliÉÉ3iiif=i
inbaar basttm „ ©aar en iggeeh<8oö*
ï ,, JEaat'tïiel)t-geloomgboIftiei)eeft.eett<0o&6e<
öacbt/
» €n in't gemoeb een ongegronbe bjeeö gebracht / »©aar nochtans alle bingen loopen lip gebau ©it jeggen 3p 1 en beugen bes ooft niet met al / 3 «Entoent'Ienjithingroutoelij&e fcheimetp:
gaat ig niet een ban allen baar tuat goebs in jo, ©e Ifcete liet ?i)n oogtn ban ben J^emel gaan / "£it'5ag bet menfchen ftinbers boen en laten aan / A <&P bat hp upt haat leatn ;ien en loeten mocht /
f 'f peinanb ban ijaat allen toijs toaar / en hem ïocht* fat jaghp baat •: ^ietanberjs/ ban bat onbet baat Wsteenentoajs bie beugbig leefö'/ of fionb'etnaat* s ©an toaat ?oub haat öe beugb öocb ftomen / bien 't
,, gemoeb giüoosbepbisïbetöiftfgt/ en Soogantfch uettooeb/
gat 5p mijn boift betflinben / eben ais liet a©iib w©eebetfcbeiitt/ enjtjnentojeeben hongertfilt? |
||||||||||||
174 Stichtelijke Rijmen.
6 Uocftanljpbeugbbeminnen/ hiestjnbtoajcïjert
©an<Sob/ bienbpmioptbebeboet/ 500 is betbert i jÜocbtans be ttjb jai komen bat Ijaat «Bobes fch?ife mabaxtl batnunittgroutoelt/ in een oogenblih / 7 o&elijb een fnellen benul-blirem treffen jal /
%\g ijji jfjn bolk een epnbe maakt ban '£ ongebal / «En baar ïalaan boen booten bit geftrenge taoo?b t <©p btbt ben fletljten bjomen tn 51511 boen gefïoojt / 8 <én 5ijn <ffiobs bienftigljeben bitterlijk heiatht:
jEtttt bopen en ;ijn bibben / en jijtt ernft beracbu Hu heeft bien «Bob / baar alle jtjne hoop op ftonb / >t<©elukbathptaert)oopten/ bemin't cpnbbergonb: 9 #u heeft bP öat gp miffen moet/en bebt betfmaau /
J9an3tjnen <éob/ betbjomen meisfcöen toe-berlaat» <©fb! of bie tijb eens cmarae / bat4Bobbuipe3anb/ üpt gion op alftacl; en in 't bjeembe Eanb 10 jktet langer baar in bioebe flabernpe liet!
©oe baalt toaat 't ban een epnbe met al ons betbjiet! éoo toaas ban uto %ftaïi in 3Ön hougfte bjeugb; ,_, <©•/ met toat bieptr bjoheub toaar jjjn geeti berheuga! Zoodikwilsalseen Chriflenhert
In zijn verichovenheyd en fmerr, Uvt Godes oordeel trooft ontlangt, Dat's niet om dat het juyft verlangt Na zijnes vyands ongeval: Maar om dat God recht richten zal. Dat Gods gericht hem zoo verheugd , Is enkel liefde tot de deugd. Hy wil dat al de Wereld vind, Dat deugd niet t'onrecln word bemind, En dat des deugds oprechte vriend God nimmermeer vergeefs en diend, ï.n dat de Wereld, die hem haat, Enhemomharent wil verfmaad, Door ondervinding eens verfta, (Of'in zijn leven, of daarna) Dat zy niet wel peoordcelt heeft, .En hy niet dwaaiïeli jkgekeft. Zoo God dit al t'ziam toonen wou, . En zijn party niet ftraifen zou , Dat waar hem liefft; doch zoo't zoo moet, Al wat God wil, d.,t is hem goed, , |
|||
Derde Deel. 27?
, Over den 52 Pfalm»
iliiiiIilrËi5:|:M:*=!^
|
||||||||||||||
w
|
||||||||||||||
38t roemt gp/tt otfe ©toingelanb/©;» uto be»
|
||||||||||||||
b;iegerpeu . <Ba batgy / booj uto arg berftanb
©en bjoraen bjengt in Ip'en/ <©ffcboonbe pÊiïÉlÊlllilÏËlÊliilÏEÊiïü
|
||||||||||||||
b?omeonberlept/ «Enmenfcfoctroolïmoetberben*
jioclj leeft bie <ffi>ob/ totots goebig» |
||||||||||||||
Ijepb ©en goebeu niet (tan (ierben» , -
z «Bpbebtn tong baar toe gejet/ ; ;' ...
©at 5p flethts febabe Ube:" X *"
Ceitfcbeet-mea / op jtjn beft getoet/
Sis niet 300 fïfoerp ban fnebe*
^etgqebbattoij!;tbpubB0?'tquaab7 ~ "• ■ ""-. ©e toaarbepb boo? be leugen:
©at boet be tong/bie baarbigfïaat iSLot oingen bie niet beugen»
3 ©iesjaluaBobsgeftrengeljanb ,
©e jtrafnotlj eenmaal geben/ ;
€n nemen ijups / tn nemen lanb / : €n uemen u Ijet ieben,.
«Sobs bollt 3ai 't 3ien / en b?ee3en ftent ©ie'tonrecbt3ooifantojeften/
<Cn met bertoonbeteube ftcui UI iülbe iuoD ibcit fpjeiteit t
4 ©ati3ijpbieniet<<Bob/ maar't goei»
®o$ troofi sijng Ijarten ftelbe / 3M 42«
|
||||||||||||||
2j6 Stichtelijke Rijmen.
<Hn op 5p tpbom hoog ban moeb/
«JBob.s boift 500 bappee quelbe*
3fru cpnbigt ftp / wp bangen aan; #11 moet Ijp teeg/ top bipen/
«2n 5ullen in <S5ob3 toooning (taan ais fp2ugten ban <©lpbem
j €>obs goebbepb tj> öen toeberlaat / ©aat in tnp aan toü boutoen:
«En 5oeften ttoojl en joeftcn naat; oen ceutoig op iiettoutoetu
2$ bank (en 't is uto bolft een luft) 117 bte 't 500 toel Konb matten /
Slfe bank ilt / jjonbet epnb: en tuft <©uïlmalHujn5aitcm
Dekeui is groot van deze twee :
EerftWee, na Wel.; eerft Wel, na Wee.- Ziet ophet ee.rft, zietophetleft Het beft in 't eynd', dat 's alderbeft. |
|||||
Overdeu8iPla!m.
Jiu 1 bien het hoog gebieb op 3tatben té s«8^
ben/ i£n onber haat gemeent' aïs Wepnt «üoben ie* pill^ilililüi'gilll
ben/ ©iejicbb.en boben.haatecit gtootet «Bob aW
3p; ©enïii(ber^Fgfien«Bob/ bie't oog heeft |
|||||
Derde Deel. 277
oj> baat toetkcn/ ©m alleg booj te 5ten/en upt haar
boen te merken üetgaeb of quaabgebjupft ban _ öare SeetrcÜapPP*
ï ï?oe langfjcpt ÖPtot baat) snit gp rmaabbotmisi
fttökeni @ot lang $al 't goeb boo? 't quaab / öet recbt boo? 't on» tccljttotjfeeni i^oe lang boel) tiebt gp balfcb/ en jiet personen aan ï-
jwlange maakt gp noch bat ïichbegoebe febjomen/ ©m booj be fnobe bank ban uta geriebt te komen / üumieet jp 't <Êobloos bolk in utoe gun)! 5ien fïaani
ï ZietopiitoarmiJSemeent'i bwefï langer g:enbtr«'
„ fraabetja »a« bjoutoen sonbeï manjS/ bankinberg jonbetba*
HEnlaat geen ajrera batt/ bp fout ban teebt/ bebjoeft*
*a*t uu) ontfangen macöt / be matbt bet bo;en bellen / mt 't arm en fletbte bolk met obetlafïen cuiellen: ©oetöulpbiebulpbegeert; en recbt/ baat recbt bes
^ ftoeffc-
* maat neen/ 'ttó al om niet, i^let tenbanbaar «,„„. bielupfïett: wtuttooojbtoojb niet geagt; itoetfianbigbaarbets e, bupfiett/
«Cl 'ö000 bie 3P 5!Jn / en gaan ben ouben gang / ©f iiaï b«(t"nbe Ijatt ontjet jicb niet met allen / tfn.;'" flaat oêsi Itanb? e»«nbig sten berbalieit / 5?flïctötbaatuptgebieert/ entptannpinstaang* 1 13ls «aat /gp bjaagt (boo? mp) ben grooten naam rötuw.. ,faa«<BobeBt : Vi Bom (booj mön gebob) geboo&aatut «to geboben:
& i 1 »w |
|||
27&' Stichtelijke Rijmen.
min afnomfï i$ ban mvl m tetfeht at traant in 't mijns
J&aai nu gp beugb ontbeert/ en nirjn ge bob laat baten / j (23e tjalben bat be boob u mebe niet ;a! fparen) éat noeti u epnb als 't cbüD bet ©ïamgelanben jp. 6 ,$abienban/ gtoote <0ob /het recht al i$f setaefeen /
«En btaingelanberp ijeel boo? begint te bjetten / ^oo neemt nu eenmaal selfs be jaften uu bet tmnb, «En beplt na utnsn üiil be Scepters en bc üraouen! «Bp 3ijt be t^oogfie ©eer ban at bie b' Süarb bctoonnen / _$abien ons mijt ontbjeeKt/ boet gp ban mbt in 't %anö, Een Chriften, alshy bid om recht,
En eylcht niet dat God voor hein vecht; Ofin zijn toom en ongena, Zijn yyand voor hem neder fla, Of uyt zijn land en ftaat verjaag ; . Of zend hem d' een ofd'aniier plaag: ■Maar dit is 't wit van zijn gebed : .■ iDatGodden boozeii'thartverzett', ,.- Op dat hy niet rneer onrécht doe:
Of mag het zonder ftraf niet toe; Dat die dan hem tor goed gedy, En zijns gelijk een fpiegel zy. |
|||||
Na-rcden tot den Leezer.
ry Oo Gods bevel u niet beweegt,
^Dargy't gemoed van wraak ontleegt, Maar enkelzins weer yetwüt doen; Zoo moet gy dan geen wraak meer voe'n: Geen ding dat uw 'party meer deert, Dan dat gy gantkh geen wraak begeert. Want knaagt uw hert door lufr. van wraak, 'tlsii een pijn, en hem vermaak : Maarheeftzeinuw hart geenfle'e, Zoo hebt gy ruft, en't doet hem wee. Neemt, dat gyyet tot wraak verzint .•
Of'tkomt'ettoe, of't is maar wind. |
|||||
Derde Deel. 275».
Zoo't niet gelukt; dat's nieuw gequel,
En't maakt uw vyand hlyen fel.
Maar lukt de wra»k aan uw party :
Dat kan hy weer zoo wel als gy.
Doet yetdat hy niet weeren doet:
Daar mer geraakt hy onder voet. y
Een vyand heeft geen meer verdriet,- i.
Dan dat hy zich verwonnen ziet, 1
Dan is 't dat gy hem gantfch verwint,
Als hy geen ftof van leed- doen vind:
Dan vind hy niet waat in hy krenkt,
Als gy noch wreekt, noch wraak bedenkt,
En maakt het hart daar van zoo klaar,
Ofalzijnquaad geenquaaden waar,
Of hy u dan veel tergt en quelt .•
Hy deert niet die geen hart ontftelt.
Maar die'tgaarn dee, doch niet en kan 5
Is een benauwt verwonnen Man.
Maar is'et dan (gelijk 't wel gaat)
Dat u party 't oog op u Haat, ' Enmerktuwwraakeloozigheyd, ^ En ook wijkt van zijn boozigheyd,
En goat weervriendfchap met u aan; Zoo kond gy dubbel nut ontfaan: Met hem en met u zei ven vre'e, En d'eere van den vrede me'e. De wraak altoos is nut geftaakt: Wie weet hoe 't hart eens werd getaakt, Wilt't nu niet, 't mag een ander reys, Eenweltevie'en, is halven peys. Weg dan met wraak, en wrekens luft, Een ding dat nooyt in 't hart en ruft, Vol ongemaks en weynig nuts, Een hart vol vuurs een hooft volduts :. Is 't niet om dat het God zoo haat 5 Ten minften om zjn eygen quaad.. |
||||
m 4 vicTo-
|
||||
28o Stichtelijke Rijmen.
VICTORIA VICTIS.
Dat is :
Den waren zegen Gods, en lijdens nuttigheyd. Dienende tot een volkomen Lijdens Remedie.
«Befcbjebcn totbafïfgtjepb en ttoofï ban alle berbjuKte/
■ öocb oprccijre en lDjahelaoje <£l)?ifttnem Als ook : tot opwekkinge en waarfchouwinge van alle
die mee den naam, en waan Chriften zijnde, haar nocii niet volkomenilijk tot dienft van God hebben over- gegeven. |
|||||
riIïlifliiUlÉ!!PÉÈ!
KJ. 1 Goddelijk Gedacht, bat al be$ 30e«Ib0
iilililtlillillliliiiili
öaat/iCot bienft ban utoen Heer, feioeKmoebig 09 u
piiiiif lillifillfifiil II
iaab: ©at nu berfcijoben leeft / in fmaab/en jonber
m/ €n toacöt/ ban bas tot bag/ om
==*c:ir=ii:|::|r5r:Ë|EEE|s|E|i4s!l:J(^
iEfelrËi^ÉrlEiE^^rrrlÉEilfeïP
weldoens wii,nocÖ meedoe gtoot i$ uto geïnfi (00*
|
|||||
Dcrdë Dêelv ïgrt»
jelfS in bejtn tijb) ~Zoo gp maat toel betfïaat bat
piü:iiiiiiiiiiÉiiiiiiii'
gp gtlu&fcig.jijt! Ep / bïe niet meet bet»
|i!i§!É|É!ïf!üii^g
toactjt / en ooft niet meet en Ijeeft / ©an-
piiiilÉililrilMIïII
't geen jp Ijiet aanfcljomBt / en baat jp jnet in leeft /
©e weeield, uto partp/ bit fpjeefet'et' anberjsban: lelaagtoat Jou jpbotn/ fitc |
||||||
anbetjï niet en fcan-J.
2 jaaatgp/ bie't Eeuwig romti/ ettbatntet ernfï'r
_ iieiaagb/ €tt in tjet ijooft alleen beoogen niet en bjaagb; t
®P toeet toat batgp jijt; baat teli maat bat gp toaafet/ •cittonbomuto Geloof een eeutoig ool-toctftmaaftt, «Bp toeettoat batgp öebt; baattefï raaat't goetge» bjuptt/
©PbatbeisweeieldsjïaatJ ub'oogen nietenlupB» t is toaat / öaatijeplis Wepn / Saat «ff n«!)tan#isfa SWOtj
|
||||||
282 Stichtelijke Rijmen
«En rntam 3p 50a 3» iel 590 toaar 't te minber noab:
4Paat boo? een batfcjjen toaan berlokt 5« onjs 't se* moeb /
«En nimmer nimmermeer ontbjeeftt haar fcöü" ban gocb: 3 28eaeett gp ban een hart/bat gantfch ontoinbaar 5?/ «En onbebtoelmt befta/ booi 's HDerelbs toberp s «Beeft pber bing ben naam bit pbet bing toeftaat: ï©en naam maalst twaab ban goeb/ en oiftteilg goeb ban rwaab*
gettsbenzotten naam/ opfcrjallten fthnn gebonto!/ 33ie btoaje ïief be baart / en ons in bolmg boub. ^iet toatbe Wereld is / en teatje ronrecht febtjnt/ t23ebjog en beeft geen plaats/ temmeer be fchnnl)«« btotjm.
2©ati#be Wereld bochi Een7dfsgezochtellend ; «Enmemanbbeeft3eiief/ banbisje nieienfient: 4.Eenongeltidigding, bat alttjö jaagt £11 töoelt/
«Entnjnn3uiaarlteiaft/ jijn «ft nothtans niet boeit: len ongelukkig ding, batjacöt inoitijepl fliiapt/ «En Inelinft in xM pn« / en ruft in onruft raapt / Ben.vallen.en liftig ding, bat ruft en hcplüelqoft / «En/ als'thjeligbejien/ banruftenhspl berooft: Zomtoylen toaarb belacht/somasijltn taaarö befcb|tf ti «En nergens ban 300 bol/ als ban haarpbelhepb; «En nergens in 300 fttoaas / als baar ?p trnjft gelpt s Cn nergms in 300 flecbt / ban baat 3? meeft mee pjpt; j 3©at beeft bp Bitse heeftffêeet fnoober als een Niet. UBiUtt Niet en geeft geen pijn/ be Wereld beeltoerbjiet» ©aar toojb ï>ts lebens tijb met boltn boo? gebjoebt / «En 't eeutoig^iel berberf met maepten in ge3ocbt+ ©aarboojbbe Eed'le deugd (het befte bat men btab) SJoetoelin 't hart gebaat/llecbts met ben raonb bemin». <&'. bic bier onioaarb3ijt/. en Edgiimagie gaat/ SSitttoe bat gti üp haar geen beel ban 't ijarr en Iaat» «Bpöeb^etoel bewaakt/ entaüpgert baren epfrh: Jloc btaiijS blijft 5P alti)b bjienbinne ban uto blepfc!); 6 a&ersaaktSEmibanbaag/ enbaat3enotb3oo3"i:5
xoo gp niet angftig toaaftt / 3p Somt toei mojgen tof tr. mésmwt mens' al uerlaat / 30a bolgt en Ioi»3e noctj ; «En al» m'er minft op pepnft / 500 fcöuplt'er bife bebjoff» %0,'t lieföe tot be beugb / toaatom ga? oan baar bepnft i 39eüefbe tot bebeiigbtocjb me'cban haar gebcpnft. 5©wit>eïen .003«,treftJoubjp ben ïeigrim op j |
|||
Derde Deel: igfr
<ffitt steft y«n / naakt hp set/ ban haat bctgiftig%*♦
©en pbet tot Gods Wet biojbban baar na ge-aapt / SBaar öooj een beugbig menftö te lichter pemneïgailpt; 7 ©ten sp/als bp te met pet bjientfcöap met baat mMt ©e Ueftse tot Ijaar goeb aHenhett inne sngt. . „ ., giet ban na baat niet om/maar gaat utotocg «ebt «fft» Slaat sang is Veel en 3oet / maat fcbabelgf! gelupt t faar toe$en toont tocl fcbooti ; maat bmpfct flecbtS klaar gesieljt/ ....
^oo houb go ma gemoeb eenparig in 't geVmcbt.
^nroembujelban Geluk, Jiaaar (joojn-jelföBemo; ©ermengt met beel ber&jiet / beel tegenbepb «i (trjte gp ïoerab bul ban Geluk; maar bat geen lult bersaab/ ©een tujt geeft / niet betnoegt / niet jatigt m bet ii&aö. s «En toie maat 'tSarbfrh geluft met goeb ge$tcbtbe$«t/ ïïlsbat 5tjn loon sou jijn / al tniaam 'f/ftp.nam het nut. ©ies is 't een joeien trooft boot een geloobig bert7 ©at$tjnïurboopt Geluk Ö«eniet bergörtö en toert / €n bat bn -t larbfebewel boo? 't rechte wel niet houb / ©at maak bat söu Geloof ecu anbet Wel sanfcbam»t. Een wei, bat $tjn gemoeb te meet met lujt onfïttKt /• toe bat b» meet bebmb bat Ijem hurrufi ontbiedt. - ©e J©e«ïb loopt en b?aafb: J.^aat altmj ongetoiS / €n joch J een fonöameut / baar geen te bmben ts. _ s ©at is bet / dvw.e menfeh '. bat u joo jaagb en Mttft. 't <£n ig geen soehens taaatb / bat met altnb eni bluft. 3©at i«-tbat m «nfcbijninet ?oo beelatbepb hoop ^ 't «en is geen loopens taaatb/oat u 300 Ijaajl■ ontloopt; 't «En is geen ui» 5Ün toaatb / bat met aun&berra*aKt; 't €n is geeu luftens toaatrb/bat gp met eeutoig fmaaKt. m mat be IBstelb geeft / is Welluft, Eer en sch"^ «En baat bie snn getoee|ï / baar beeft men'..al■&&&> ©it/ bit/ Gods Dienaar! is 't/ baat}? op pocht en boogt: ©emelKbtiarsiimeeioht/ enljate linWW^,.,. io ©it heeft SS meer ais g» / en rocmii bet openbaa«. Mm oo?btelb mat m Boet/met 4Bob/«met met baar Semerhtljet Lijft vermaak, 't joetlï baatSpmebetreKt/ fn menig toerelbS tóub al H^^JSSSS m,£ aï/ ^cbenb nobbmft oaatüaii ust/sooblijftljetmct nut ai/ «f/ joobernochtoatBlijft/ bat'SfcofbanongebaW- 8?et bebbeit en gebiupS ban luftcn boben noob/ ^aatons nature selfë/ cn'tis haat eenen baab. ^.weisid JJbtt öier in *wetJ&atuw fclJWO' ï^, |
|||
2.84 Stichtelijke Rijmen
Seanfcljoutotbet domme vee, bat toont hietnuet bet*
ftanb.
ii Jüomtban/ booUichaamsluftbenmenfcbpetsa» ligs aan;
Zoomoet dat yet al traant in noob-gebmpk beflaan. *©etft ge 't onnoöig ban / toeeft baarom met onbip: 't 23eft / bat oe üöetelb beeft / hebt gp 500 toel al? $p • <©f ?oo gp 't booj een ttjb / boet) niet met onmU / mift / «©f geen/ ofklepnefmetr/ maat nitt onjalig is 't. ©es noobs-behoef rs-genot en geeft geen jalisöevb / ■JEn geen betftanbig batt bat baat jgn lief b' oy lepb. goo 't lichaam ooo? ben noobV toaat boo? 't wel moet / niettoou/
<Ê>een ebelmoebig menfclj / bie 't eens betrachten $ou. 12 «En5oo 't geniet baat ban gelukkig toojöen ml Zootoaarbatt'tmeEft geluk bp't on-godsdienftig vee. »o?t af s bejs lictjaams luft /' 1sp beel gebjukt / ot mm / ©aat is geen maat geluk/ noctj Ziel-bernoeging m. «Btenmenfcb boeit tccbt gebjeh / batt bie / bien <©cb met ©aar is geen maten luft ban bien «Bob ecutaig geert.
igocbtans (bie 't toel bemerkt) 't is maan-gocb met oe reit / . „ Cnbanal'sïfêeteïbshcpl/ is'ëlijfs-bermaaknoch *
beft.
Htjfs luft toojb bocb geboelt / boe fiecljt en klepnj* 5P: ^IWaatmetbe Ectcn'cGoed is't enkel fanta3P. _ 11 Sö.at is 't bat bp omfangt / bie 's 3©e«il>!S fitte.
krijgt^ SUet ban 't gebenk ban fier/bat Ijtm in 't batt opJtnS'* Jjliet ban bat hp hem selfs mat in ?ijn Eer-luft ftnft; «2h5oo een Pop ban eet boo? jijn gebacbten bjijft: i©ant 300 hp 't 3ot geaepns ban eete ban bent boet / <©f petnanb hoont of eett / ■ t en balt noch juut nocij1 jo«t* ©aat is geen eet of febanb/ bie boo?beel boet/ of fcbaaw Zoo gp be maan baat ban in u / niet in en iaat» 3üuban al 's 2©etelös «Est aan epgen-bunken hangt / ï©at is bet bat bp boet DU luft upt eet ontfangt i .... 14 ^ietbanbatjjp/betjot/jicbtot bemïelbenk«w(
Cn met jyn epgen batt tmnenoig afgooeett» Sgatis'etmtetellenb engroBet-jottetnp/ ©an bat be menfch. jith mielt / en fttekt in toortetp / <Êm 't hebben ban «n. oing/ baat hem a^lWiJSJr kaoint/, W» |
|||
UPP^WP.....i.....,1
|
||||
Derde Deel- 2,85
©anbie/ öiebnbcraselfsupt epgen-liefbebjoomti 1
jjaaatgp/ Gods trouwe knecht, jia(i öocb oj» geenett ftÖÜn; . . . „
©aar is maar ecne fcbanb: ©at 'S soncet beugb te $nn«
Startfcb' «Eer is maar een beelb bat boo; be stnnett 3tuiert/
«Een £er is toare €er: JP.et beugb tejijn betcierr, is 3©aaromis's3©«eloseeroebaare eereniet J ©m bat3e niet ban bie / bie eerltjft 3fjn / gefc&ieb» ©e llSerelb baojb met recbt boo? eereloos geacijt: Bant bpfeaar tsnocb beugb/ nocb baojb ooft beugij betracht» . ,, . -.,„. 3©at is ban al baar Stof I üiaar mee b'een b'anber pjijfïi-
<eeneere;onber eer/ biebtoaas aanbbaaasbebaijft, «Enof'taleetetoaar/ batïpboojecrbefcent/ 't üBenot ban al bie eer en beeft geen fonbament* ©e toenfcbelijftfte eer / baar menig batt na jueöt / Sa ten bermaarben naam / een loffelp gerucbt: 16 ©ie pebers pen en monb als een iCrompet upt
blaaft/
<&n bjcngt ben menfth/ joo't fcftijnt/ b'onfterffeltjfts ijepb naaft.
.Saattoat eenfUeöten trooft/ enbeel niets-iuaarbig bepl/
§00 't lukt? om felepnen wijs Mnb SP 't al t'jamen bepl: f 00 niet;bat pernanb poog/bat pemanb Ijoop en toenfcb/ m blijft (baat bat bp boet) een llccbt bergeten menfcl> f n neemt nu al/ befaam/ enjineeg jijn lof niet fltil: wt buren bangt al t'jaam aan 's menfcbenloffenbair, t Is niet / en 't geeft geen bepl netb bafte barten ruft / al't geen men niet en beeft/ ban als'teen anberwff. 17 'tüs baat al't geen gnbebt/ nieti'upffats'tpea
manftfeljenHt/
faaar ooft als 't ntemanb geeft / m u niet toe en benfct* a«nfchomi»t bes 3©erelbsboen:|^u geeft 3p grooten lof/ S ftrafts/ als 't baar maar luft/is 't al tot rooft en ftof* «l t lof bangt aan be tong ban pemanb bieber looftt «en ais bp niet meer batt/ ?oo is m'er ban berooft» gan of nu pbers monb u fteebS al eere gaf 5 wiebeel en lang ge-eert / ö'eet moet met u in 't graf* m meent / jp bolgt u nocb na beses lebens tijb: *aas! baat geniet gp bocb / als gp niet meer en jijt f is ^Staarcetuptbengb/ blijft eet 5 en geeft een batt
E . «enots j£V; • mm |
||||
28<j Stichtelijke Rijmen
31©antof3etiiemanbgaf/ ntenUoubjefreebShti God.
■öPQod: btert't/ aisbenmcnfcB/ aant oojbeeimït faaijeert;
22^B5'tti,-f't*'ïlÖfc'*/ ooft niet ais eerïrjft/ eert: ^!»„ ,'aiB bc ,wnfrl> /»'«lïclït of toanftelbaar/ «Beert eer toecrom en baalt/ blijft fI«ÖWBaat oojjaaü oaar.»
SSS°d:,bieiÖf«"Set(t/ naarbejetp/ lucet paart/
Sf"nef«J?an3guboIi«onftetffeiijS betoasrt. ïfi^fi' jonneet Bp eert / om 't (j:uben ban be beug» ? jij- t gart baar ban bebmft/soa is 't niet Jonbet b;eiigb. sais, Üem ?F '* Seen toat is/en 't pen BP Ut u raetkt: *»« s ban alleen een <£a / bie mare bjeugbe toerist. S" ?"2"*t teebt berbient font barj- ooit niet en fïerft) ^Vr/"^tiuff ft Baat/ a!'s3©erelbs cetebeé» ■ *»at baat ban't groot geratbt/ als <Êob niet ba» » ma et *
sBatfcBaabooiVtfclepngenidjt/ ais «3obtt «iet bet*
-a, Seetf SbïlaPjyJ ffaatljetoogop't aiarbreijegoebS&ejit/
wSP.%?!?**™*0***! bteelBom'i jtoff aai*»» «»nf,£Lföa,amg iurt Et! «r' tn «««i Bebben boet; v «at menig- (anbers btoaasj untjtnt maakt en bettnoeö: *° faar elk/of meer of mm/gaarn ban gejegent waar/
ami„^t?e Lals 'c &m mift / met gün geOatrjtcn naat s: *s!'"* *>"«»* 5o menig mtnfcB metjtjne monb bttfaaM'l mSB $*'/ toêl is UE?«n/in 's Uarten gronb na S)aaM« asK^SIW,' men'8raaal 500 hup berbejgen rooont / «•at spI Baar boo? 't getnoeb/ baars' in is/ met en toont. f^ooojfcan-tNietgetaeet/ batanbers alleStö«r/ \%rJïl11taaa ia ÏÖn taerfc/en 't Magers amat betg««> ^"mÖfni5eIfstemet5ooinbenraenfcrjbetbooft/ : ©atjegt Bern mat Bp is / 't toojb ban tjemniet geloof < « ©een bing bat Bp Bern jelfs joo boepnig toe»M
iroubat/ „,|
®att bat gp 's werelds Goed in 't Batt een Stua^l
§00 Boog loopt bit bebjog/ batttHBim*«lf#&Mes'';
gnboo?3tjneben-meKfcB/ en boo? Bern $elbenlie3£' 3span be ruft j00 groot bie petnanb baat upt Wf < *ai ,bair bM m tet Bart 500 fïerften liefbe baalt.., tf ^m^etl<.ctieïnenrebin-tBa«boo? •tl}8tfWfp I «2>rabatöPïJSjoaBoa'tbejlatenbaas banWögfoJ |
||
Derde Deel. 187
$een j 't tg geen recht gelnft bat tot be licfbe öjeBfft /
jllaar taaan / met Staröfthe 3o?g / en taaau^geloof bermengt» 22 <§tett pemanb noch $00 rp en stoot ban heet»
fcbappp:
©icarmiS/ maar met joeftt/ besfitbeel meeratóhp. «Ett bat beeft elft bie lnil / booj rechts natuurs beftuur / fflaax 't goet/ hoe jeer gejacht/ hangt noch aan't abontuur. ;*.
€n bat honb / elft bit 't heeft / booz 5023 eit goeben Mijt j
.paar't goeb / ijoe nan betoaarb/ geraakt «ten licht toeerqmjt.
let hebben jonber noob ntaaftt menig 't leben juut: liacbtans en tó 't geen luft / maar Ia)t ban ons natuur. 211 't geen men 500 bemittb / betracht / beloopt / berejfi / tsobcrbloeb ban haaf/ bie-tleben metenepft. :',„ 23 ©ns booïb een gierig raenfcft/ en y?aangt$ich met
een ïöet /
©te hem noch ban Natuur, noch God entSgeset, ilteit een bie 't racefte goeb op aarben Joeftt en totnb: €ta beeUjcn ban te aarb / bat '0 al bar h-i hier binb. ©at soeht en krijgt hp bier/ bat bnnftt hem groot en beet:
©an-guntijemb'aarbeniet/ beaarbeissjjnbeeï. wh! ongelukkig Menfch, bien God gaatn't befte gaf/ ©t (iaat (en jüt noch blp) ïoo met bet fnoobfte af. 'ISaar pet / (tjoemel jcet ftlepn) 500 gp 't geffabig Ijab / w fc'aarbe bie gp hebt/ flecbtjJ saneer epnb bejat: 2* ,3l$aatal#'t al is gejpgt/ bergaart/ betnaart/
„ gsfpaart/ 2ao raakt ^p ö'aarb ban quijt / en jelber toojb gp aatb.
Snebbit/ ö Menfche Gods.' en 't jp uüj hart een fcbjiK gat ïu(t na 't aarbfcfte goeb u nimmermeer betftrifc. war net lepb ftecbs gefp?epb /baar tijb bie is attijb; *» raakt gp aan baar baft/ licht tóojb gp'teenmig o„ quijt* Pirtaen luft na goeb t «Bobhceft booj n een «$tab /
8*ft baar n hart na toe / baar is een beter fcbat. . zoo. utocn geeft baar ban een klaar aanfcï'otitotn *. , krngt/ » toerelb (mant Jp moet) metaï haar fcbatten?
Jtoijgt». tsXaa
|
|||
a8*S Stichtelijke Rijmen.
ij Zoo 't gatt baar ooben tooonb /.-500 toojb ubW
bebjsii;
4Bn acgt Set aatbfcge goeb geen njSbont / maat geb?e*. JBaar gp/bie noctj u jelfs aan «Bob en 't goeb toetbttU I «En «Bob / ©té 't geel beljaojt / bet ijalöe hart ontfteelb: I©ienS Ijart in beje latb noclj gaacn een^emel tjtel/ itto «Bobsbienft is niet repn / en geeft een üaifcge jW». 't as niet bat gp u ;elfs boo? tecgt «Bobs-bienftia gouw «ffin bat een anbee menfclj julfts ooft ban n betttautDt, gS|}t gp bes 2©etelbs goeb ook maat be minfre bjienD■; ifêoe toepnig bat gp 't bient / gp bient /. tertoijl gp Dient'. zs <©an bient gpnocg al pet (giettoojö bet aan W* pjoeftj ',•■■•/
^00 't hebben of betlics /noch ulp maakt of iiebjoeft:
«©anmetfbjantiBobea eet; of 'snaaftcns liefbebjinstt) SUS gp't fcjogaara betlaat/ joogaatn aisgp't out' ftngt.
€>p bient (algaaftgpbeei; alS'tUatbfcb jgobeeltiP tueegt/
©at gp geen bolle liefb' aan urnen jftaaften pleegt. ©an3!)tgp3onbetbien(l/ alstgatt met luft netlaw j^a'tbinbenbanbie'tgoeft/ entoeetban uontfangt, ©anis'et nocbalbienft/ als gp om 't aatbfcl) profijt/ 3|n 't een bat nobig is / pet /pet berjupmig ;ijt t Z7 .naaat ban niet meet / als SP (fttjcpt eet op «Bob gee» ttooft)
<©m't minft bat «Bob aangaat / al 't ïUarbfch betacfttt* looft,
ü&ient gp be 2©erelb pet / 500 bient gp «Bob niet tectjt. «©e albct boogfte i£cet / tatl geen beroeelbe knecht. 3©at taabi tnat totlt gp boen i ban bepben moet gp een. «©fbienen'taarbftgegoeb/ of's^mele «BoD alleen. Jlalftoetk/ eniSgttufoetk: %aat«Bob/ of bient 0«"' geelt
<Sobs Hef be is te toaatb / en 't Cfeïften gatt te eet. , «Een Cgjiften joekt biet niet/ noctj luft/ nocg ft»»'' nocg ftaat;
€n't nobig bat opgeeft/ bat acht hpobetmaat. 28 Jt&aat balt Ijem meetbet toe/ bat geeft «p W» «Bobs ftem)
ESooisiinenebtn-menfegsooepgenalSboojljem* <©p 3rit ban toie gp sgt / snt gp be beugb niet Ijaats I d
«En # ss ««&t een «enftg / $00 geeftbtteben Wffgg,
|
|||
Derde Deel. »89
mm u be reben pet / boub uto gebacbten fïtï s ___
't 2S .'t toeten ban «Bobs «Beeft; öoojttoat bP3e88«»
Jïaat 5003e naatbet tteft: maakt bocö u ?elfs niet
ï&ae gp$e meet boo?gronb / boe g«e klaarber tof no*
&cbgnt Hbetoaatbepb hiaatt ©at aan/ ontknoopt/ onttoett/ , . , „
€11 maakt a selfs tooo? «Bob een reeljt eenboubig gett.
ï9 ïfcupmt «Bob be Ijeele ^iel: boe tolptig onbetjoeft;:
©eUDereib / 300 gp flaapt / öoub bier of baat een boek. ©orti/ öoubgp'töattnocöbalftö/ enpaaptumetben toon*
iettoacljt ban an&etjï geen ais balftljen ftnetbten loom Zoo gp be jlecbte pen baat bjepgen niet enbjecft; ©e toaatljepb etoentoel is boo? uto beur getoeeff* $abienbanal'tgeluh/ uiaat op bel©etelb roemt/ $iet maarb is met ben naam ban 't «tl)t geluft M* _ noemt? ÏBatfs'etban Godsvolk, baatj'uittobertreft/: -xl
Cn bobcnn (oohbier) met tecljtm bepibetreft i - :■ 30 3©at is bet/ kleyne fchaar, (IjoettWl JP ttmttt* Pbeert)
!<ujp hier saiigs beeft/ en bat gpljie» ontbeert f f* aeetelb atbt bien menfcb «Bob albetmeeft gelrjk / (©m bat Ijp goeb fcan boen) bie matljtig is en rijft* Js 't ijfetom bat 3P 't tojintitoeeft baatotn niet behoeft. W is «Bobalbetnaaft / bie alberminflt beijoeft. -.; *aar bie boef t albetminfl / bie niet begeert of fuefï / fnais'tljemal ontgaat/ noch niet met al berlieft. ©oclj 300 't toelbabig 3tjii / ben menfclj gelukkig maakt/ "sin bat tjp «Bobs natuur baar boo? op 't naafl genaaht: 3i Zoa blijkt/ bat in bie jaak een noobb?uft-öeiw A„ . benb-man !fg ttjfte / 300 lip wil / toer obettteffen kan.
lm taaat/raen jf et bat «Bob (bie 't al beeft in getaoub) £to bienaars nu en bantoes li)fs bebnef ontboub 5 vn bat bp / als 't bem luft / natutes toetten bjeekt • 1$* oat'et in 't gebjek een raeetber toelbaab fteekt 1 «aar 3ouber bit ijceft «Bob ben noobb?uft elft nefcbeett/ gm ten ^oon ban b'aarb op b'aarb geajbineert* »0nl°f>Ö?nft is bet al / bat pbet bag aan bag / *« ©obeg mij aiicen ais eggen tyütm mag, - 3i <©nt
|
|||
joo Stichtelijke Rijmen.
u ©fflbitisi'ttecbtbatelkeengoebenarbep&boei
3Banttut/ naaBobgbeftel/ komt bent aléepgcn toe. I fóP S«ft 30» epgen ban / Me 't ban jij» noobbjuft neemt:! jaaat bie ban rtjkbom geeft / bie geeft Ijet ban liet b?eemt.
'tSlsjoo/ gpbebtntolof/ bieupt een repn gemoeb <£eu anber liefbe toont ban utoen oberbloeb: ^oebtang niet jtóken lof / of gp 't batt 't tpgen nampt; JRaar ora uto trontoigbepb in 't j&ente-meefter;S ampt* ©Je gebet komt ban ttaafi/ biejelfs maatnoobbjuft beeft/
<©m bat fcp/ retht ais «Bob / repn upt ban 't 5ijne geeft» 33 Of is 't om'S3©crelba baat/ afkcerigbepbeti foot/
Cn bat gp menig msnfcn moet tocjen aijï een $ot i 'tSEötoaat/ 'tispbelhepb/ baatgpöietonbetbent; Jftaas bitl upt epgen krarbt/ geen batten ruft en febenft» 't <©een baat ben Muasen ijoop uta btoaashenb boo? be* fiupt;
2SefIupt gp / is 't om 't goeb / baai utoe toftsbepb upt: <©ie jeifgi nocb bengb en ö«ft/ nocö toijsbepo nocö »«* ftanb/
gijn pjijjen is geen eer / *ijn bonen is geen fekanb» ©erf manbbepb/ frots/ en öaat blijft al in •$ ftatets bet» ;; <£n/ joo gp 't niet en atbt/ 't ijs bem/ maat u geen fmert* 3+ <©f iff'ets om bat gp/ wanneer gp rmaao-öoen btieb/
«Bn niet en baigt bat gp / maat bat n <$ob gebieb > 't <Seen jp te beel bejtt / en in baat lufi betboet / (Est nobig tnfs-beboef jomttjbs ontbeeten moet i güift lijnen (ik benen 't) komt u ïomttjtjlen aan / ffimc blijft niet; ofjoo 't blijft/ iS't lijben fiaaftS*' baan:
©ebjek Js geen gebjek / toanneet jitb 't hatt betnoegt / HBn neemt ijet joo boa? bafï/als *t 39nen JiBeefter boegt* 't tóeluk beftaat alleen in 't aebten ban 't geluk / <Cn in een tgke Ztel ia armoe' klepnen bjuk, , „, as ^fJSbetom&epijttbie'tjtoakke Uctjaamboett/ 3©amteet be Cptann» ben Moeo-luft op n koelt i , ©it moet al mee ;oo gaan: als 't utoen ï|eet btna«£• 5©an 't is een joete pijn / bie «vora be bengb w1' b?aagt» „ •/
Hl toat een Cb?i(ten Jjjb fit bfenft »an «Bob / 3ijn %*&,
|
|||
Derde Deel. 191
©at lijb een 3©erelbs (laaf / in *s ©upbeis Wenft / noclj
meer* . , €en tecbt-gelonig menfth / bie l»o?o $ijn pijn toer$atnt /
©m bat bp gaarn betbjaagt / en op een beter toaebt • $ieteen500fïeebtenjuiljt/ tue«Bobbergetenblijft/, piet een 500 ftlepnen «aan bie «Bobt niet op en fcljjöft. 3S jaaat We be toerelt bieat/ getreft ban pijn at tamp/ . - . ®ie ftampt taei met be pijn / maar eenen bjoeben Itatnp-t
Sn 't lijben bat bp ijjb / jfet op geen lijbens enb / «En jijn ellenbig jt)n / ijs (ïof ban meer ellenb* «Boft / als 't al is gejepb /. mat ftan be «Êprannp ï l|et lijf en is maar (laaf/ begeeft blijft alttjbb?»* •©ie'tlijben lijb/lijb tninfit bie lijben boet/ lijbtneejït ©e een lijb maar aan't lijf/ enb'anbermbengtejï, Patuur baat mei be pijn / en Miebje immermeer: Jftaarbiegpbient/ is «Bob/ bieiS ,$.atntesl§eer* 37 «Beeft!)!? maar eenen tocnk/üJieUïenfttu't miiilie
Hetstoaajbenöetftgeenrtljerpr/ tn'ttoiut t$ jotótt
"tg|s«Bob/ bieujoominb/ bathpu't fceffegtmtt
m laat u in geen tjuaab/ bat gp niet öjagen Imnt» - ©fis't/ ombatgpmeeffinbejeaeerelbjtoerft/ €n jefter plaats en goeb / en 's licbaams toel-jijn betfti 't ïtan niet geloocijentjtjn; bit ;tet men beel in u / €n 't maant be ïBetelb bang/ en boa: ulu toejen febutot Nochtans 300 ftomt 30 bier in 't oajbeel ner te üa?t t 't 3is 't geen/toaar in gp meed ban «Bob gejegent too?b, 38 Hoe {tan öatnuaaö gejfjn/ of baar in ramp ge*
fe ftbien/ «aaat «Bob /in jijnen raab / Jtjn boïlt toe beeft tooo? Jien i
'M»'t beelb bat jijneiiEoon ijier jelfs op aarben bjoeg: » mie 't niet met fiem bjaagt / bie is 38n boop t e bjoeg* Jen ooft op bat be menfetj «Bob joeft / en noopt en flaiiy- geeft |)p sen buur ban boen / bat bent fteebs 3upbcr Ijou» «'s 't biec niet loei en febijnt / begint bet wel te gaan / ga «Bob Homt ons in ern(ï / gelnft een baöer / aan* ii^enböetiijDtttt'ljupS: het febijnt/ maar't is geen ~' ladi t ©er jtoafct bes upanbS ïttjH / en 't maaitt ong (ïerH en 39 ©e Bfêerelb geeft gelu&en 't iS maar toten &joom:
«Bob
|
|||
•*9* Stichtelijke Rijmen.
»1« hiiVm ^S?/1!*1'en &0°?öc* Ia3clt baat; i
&t?«v<werelSku,t/ •en NWWI» be?raab. »2£S22£?i!? 8°?b 30U &nl l«Pö Jelb?aam in ottó do?: iWocötans / bie 't toel boa? 3ict /bic boiib bet gaarn Baat •2 nooj, ' «21 »»ie öalle,n toaarb S*atht taojb in 't Wflanb; .
s^flo tang notb als menj' beeft/ bie hemmen jeiben
recljt; mt hebben boeb te min; be min maafct n een fenecöt,
40 t 25eimnbe bat men bient/ en baat betbatto» fraat/ i gertotjlen bat men bient /en aebt men niet boo? nuaati: «•aar geen tniaabathten is/ baartoo?b geiaaab/ ge»
tracbt/
JPwf.f 2.anbl!E Sacb niet eens met etnfi gebacbr. «£we Hef£en£ m eea fta" ra l5"^6» "iet aele'en /
MnP"l5e rtïöbis Jtjn t baat biyfr er fïeebs maar eejt» ttïrzFtyttftl beefijeltef / enbltjft'eeaan gelift: a£n/ aa"Ö"fnoob(ïeba(i/ bunfttbem get tiefXe flngt* S&h^'^HW ftuPtftïacbteloos toeerom/ * t|fbbenbanbem(tDoub 3i}nejinnenbom. aatl^/i00 ^ ***toat #" / ï<w 'S 't ais boo? een nttW ©aar'tbartmetboo?gelooft/ maar 'ttoenn banUtz* rengifl.
,!©«aromjooü)o?b be tnetrfcft beimaamft ban «Sob'ae teert /
Mtet als bp nocft al beeft / maar ais bp nu ontbeert, ,fsnt£tmntee"ö"{JartoenUtigbepbbetftaan: 't perftaan bat boet ben luft aUenftert obergaan. ©ie geenen luff en beeft / bie beeft al toat Ijem Infï i ©te ai beeft toat bp ton / bie beeft eerfï toare ruft, goo is bet tooojb ban toaae / bat ons be Waarhejrdjeptn Hier armen kleyn te zijn, maakt rechte zaligheyd. 42 Maat 's i©erelbs goeben tooéb/ bie is booj't
_ , ,. öarteenflott goo'tbaarbaniebigis/ ïoofïaatbetotJboo? God. Ê
©oo? rampfpoeb ftengt be menfeb 't geen aan 't <&iW\ ontbjeeftt/
«Pp bat Jon bart ooltboel/baat j jjrten monb ban mttW' eenpart/ boo?b?nfeberepb/ laat goeDeleetiiig m «en baat en ftemt bet toe / en boigt <©aös mbten v»> „ |
|||
Derde Deel- *93
<Eeit Ijatt / bat eerft een flaaf beSISerelbë isgetoeeft/
©attoogb/ boojlcebgeploegt/ een herberg ban «Bob£ «Beeft. ■ - ■;■ ■■ JBaitncer bét bicljt gestoerm ban aarbfebe fantaïp
tyt hart niet meet bejit / 500 feanbet «Bob eerft hp j 43 ©au te't bat 3önen «Beeft bes menfeben geeft ge* €n bat in 's batten gtonb <ï5ob^ toaarhepbtoo?b ge*
fmaa&t*
Cdogeeftban'tfcrupgberftanb: €it fchojthet «utte. feraeht/
©aar hp/ bienubetftaat/ aan't toert boo? toerbge* ft?agt:
Itt fctups maakt bat be J&enfcb (bie trom is/ ais 't teel- gaat)
Ba 't ftepl bat krachtig ttekt/jtjn oogaanbachtig fïaar, f e menfeb / boo: heel elienb / berb?nfefting / en gemtel / f «Iaat in 't epnb be aarb / en balt op 'teeutoig We). Itinjielftaiens lebenis bat hp pet ïoeftt/ pet hoopt/ m mint / en ergens op met jtjn gebachten loopt; „h Strjb niet bat in gtjn ban geen «ooft of liefbefla:■ «at bp ban bier niet geeft •■/ batljabbp gaarnhjerna* ©oojbeelbetlep elienb maaht «Bob bem b'aarbemoe/ <2nbjingt Ijem/ boo? ben noob/banJbiernaboben toe< ©atkanlro beter boen/ ban bat bp b'iarb'berjaak/ <®e 90arb' / bie hem begeeft; en na een beter baalt i «atkanbpanbersboen (nabien borhsnngemoeb f nobtoenbig bier of baar 30« trooft. op hebben móet) '■■ ©anb'latbe/ biebemblieb/ batbpbietoeberblie/ Wet lichaam en begeert'; ennaeenhoogeegie^ +5 Hoe bp eerft toffee toojb/ en bet ban 'taarbfch, berooft/ %> '■■ ~
P'hpna/ baftertnojb/ en'teeutoig meer gelooft*
lm «Bobt hem D'aarbfche hoop boo? hjeer-toil meer be* j. let/ •' ' ' !™ ijp jtjn nteutoe hoop bies ookte bafter jet,
'Is 't liefftebat hpboet/ bat Ijp bie hoop al ftnt 5 g" alles üiat'er is/ Dat raajb hem baar toemit. «na toojb allenhen 't hart al meet ban rtoyffel leeg; *:nboet3icyal'sgeloofsbeletjelfs uptbeüieeg; 1 «Bt3Ubt taojbgoeb/ too?b klaar/ jiet oberalboo? jj her; «« bjerpt Des UDerelbs tijjoon in 't hart geheel om bm 1
a, 46 «jjl&aat |
|||
494 Stichtelijke Rijmen
4« JSaartoojb-eripberjupmtoat nieuws" fcaeer op»
gericbt/
5©ep?ang ban'tnieutoeftrupsiraaaftt hemtoecrmeuto gejicftt;
ï©aar 't buut bec liefde <©ob£ alttft boo? blijft ont» blamt/
<ffin 't geen be l@erelb poogt/atë rooft baar benen bampt» goo tjS ban «Bobes tucht / geen bloeis/maar natte gaaf; jftiet boo? een peselijfc bartnefefcig iföerelbsï (laaf s jjliaaï boo? een bimgjaam bart: bocb 't toelft niet bnw genjon/
2oo't<Ê>obai5oabierïiet/ aljS'tbiet toeltoejentnou. J©ant toat een Jtouben Iwfl / na <Êoö / en "t eeuioig goeö/ SBs in een öubbeib Ijart / bat aatbfrfte iiefbe boeb i 47 Sn 't aarbfcb / boetoel 3eer fclepn/ baar Jön be $in< nengautm
fBn't$emeifrf)/ bocbjoo groot/ berbjietig/ loom/t» Pauto,
ï$ct fclepn/ batbaaft berbtojjnt/ tobjb »8» omuptge» fleaan;
©etgroot/ bat eeutoig tg/ too?btoepnigomgebaan: ga/ is'er maar een Iu|ï/ bie't bart toat anberjsftuu"/ 3©ie etecb febier eene (tap/om 't geen bat eeutoig buurt s 't ^eöijnt pet/ 300 lang be beugb jetfg ban naturen bioept/
<En «Bob (joo 't «0objff-&«ttfi f#; gebienttoojb 5onb« ■-,. nwept':
jilftaar fcomt bet op ben boob ban juifte Jinlpbepb / ©aar 't hart jtocb pet in leeft / en aangebonben iepb: 48 «En ijpniec aarbfcb en üinb/ toaa? boo? bpbaar
■-•• natraebt: '* , „„„ Zoo blijft be menfeö be menftft / en 't eeutoig beeft geen
maebt.
SScb! uytgenomc stad, toaatinmensonberpiju/ glnb'alberbiepfïetyeugb/ onfierffelijftjalSÖu/ , ï|oe buurig toojb be aiarb: ijoe traag toojb gp gejoty* •
löaarora s baar treftt na u niet een recht barren-ww* 3tëaaromi utogrootebepi/ taojb niet genoeg gwcyi» Jöaarom ? nta toaaröiabcvb/toojb niet genoeg P®ö' IBaarom i bet aaröftbe Wel beeft menig menfeö te «sij ©at mint bet beele hart/ eniaatu naueenbeeu 49 ©aarteecnanbetlicf/ bie baart een anoer mm.
J©aar nu'e 't gepepn£ botieert/ en inaaftts* »onin^"j |
|||
Derde Deel. aoj
Ht Iioub be jinnen boof / en binbje bp baat /ïetfe!
in geeft ft ö isc tjeel be ?lei / en al baat hraebten toerït» )iaraine?lr)hcn ftaat.' naat raab / bat bp ontbjoomt / En upt biett langen 5UJÜm toeet tot gijn batte Üoomt i jen bing ontleent bent meefï / <Soüs ©aöetltjhe hanb: totjegentöfeenbloeni beeeriijfce ftbanbt taüaaatb geaebten fmaab: ben s?sijgbelt|fee« bjitb/ taibebbenbegebaeft: en'tjaïig ongelnJu ia onfteiffdijke God, boojtoiensbelepfrientaat* N aatbfebe i^eeifc&appp ban b'een tot b'anbet gaat i I Ut joratnbS goebe baeetb / en qnabe maebten lijö / tEpöatgp toornig plaagt/ of©abetltjhfeafiajb$, ■. te 't al beoogt en baaapt / temt is of teejra jal; h bebt een ftabig oog op bepl en ongebal: t|stoel al baat gp boet/ en baat gp bebtgebamt» «Itmttt/ (telt op/ (telt af/ top nemen 't toilligaatf* Beef noobb?uft / geef gebjeH/ geef iebens ttjb/ geef „ boob: ; «Jogpmaattoiltenöelpt/ geen noob is ons te groot»
si «Beeftoimung/ geefbetlies/ geef ©abetlanb/ geef geen:
let eeutoig ïanb ban tn(i baat jijn top met te nje'tnv
Setf eenigbtpb/ geef ttoift/ geef toelftanb/ geef tfc» * , lenD/
«wf baatgp gebentoilt; top nemen 't joogp'tjenbv
«leen laat ons uto «Seefi en nto Almachtig J©oo?b / |R bonbons op ben toeg/ enbelptonsbaatopboojtt f^ftgp ons een Piloot in beje tooeftegee/ «R bjengt in 't epnb onj' boop tot 'S lebens bafïe Ö«» f Mf oott bat menig menfeg / bie met be E® etelb btoaalb/ *an baten» gemocb gp Èlopt/maar nietbaoab ingebaaïbi s i Eoo bat bes lebens leet niet biep in 't tjatt en Sinftt/ «« gp niet teebt en gaat / maat op ttoee jtjbcn tjinfet / ^ti upt be fnoobe aatb met fttaebt niet upt en b?eeftt / |1 bat t)P al te biep fit 's IBetelbS toelluftfieelitj wtfbatöp/ ooo^utotutgt/ beoogen open boe/ <jj« s ©etcibs bojett jat / met luftjtcb tutoaatts fpoe, ^{löatgp eenig'Heer! en aldertrouwfte Vriend,
«anons/ enbaatgeinh/ optetbMneugt jijngebiettt: «« in ons allet batt een offer-buut opga waneenuaig lof en bank; eetftbiet/ en ban Hier na. |
||||
Deo
|
||||
TWll
hui
|
|||||||||||||||||
HUI
|
|||||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||||
ai
|
|||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||
o
Q
|
|||||||||||||||||
Hl II g
Imh iml
uwc |
|||||||||||||||||
o
|
|||||||||||||||||
CS
|
|||||||||||||||||
Derde Doel. 297
|
|||||
liiliiillüliil
|
|||||
fconnen Joo gp mpflechtg bulpeboet:
* €11 mijn gangen300 belpt finten/ pat taamteetg»
. fpjeeftt/ tntfn «ffiob/ ©aten/ Datt/ betflanb enleben böarbigfraatitacuöj
„ flebob, simt ntp bat iit met mijn oogen nirametmeeï niet af en btoaal
Sanhetminffbanugeboben/ bat in boeg geen fdjaniü behaal.
we j@et opjedjt en billijk / toojb mp ban ït uptgetepb t m» uiojb u upt teebtet batten lof en bank ban mp ge- «L. 3»Po*
«toe iDetbie teil ifebolgen/ metgepepnjï/ ntettooojfe
en baab:
©Ut mp j|eere / noopt betlaten / bie uto Betten noopt beriaat*
11.
J-j ©ejal botftbe üengb/ taitng batte mibbeninoe*
„, aeettenjtotemt/ alüoo leben / bat be teben 't batt in jijne Inflen temt i
w sal 3p / uiien al baat bsegen glibb'tig en gebaatltjfc flaan/
Jaate paben/ ïonbet nuffen/ beplig mogen benen gaan* w'Plig 3al 5P benen treben / 300 3p op uto tooojben atbt/ «n baat't leben na hiilricüten» fêiertoe ig öet bat ife j.. tracht; "wt ïoefe in upt al mijn jiele^tet/maaf! gp mp bocb JO0
te .bafï/ «at ifc in uto met niet fttupSel/ en noopt ïonbe mp ïws* taf!»
« ©aatom flnpt ikutoe tooojbenin mijn batt Jojg* bulbtgin/
•em geentmaab te mogen plegen/ in al 't geen bat ik <© i}oog
|
|||||
1
a98 Stichtelijke Rijmen. ■
©oog gelooft/ meet/ moet SP toejen: %tttt tnpboc!)
©at Kt mijn mout. betooojbenittowmontaialoa ©atikK toaarben ijtbbe/ Wtawt albertoaarbfle <Cn (Wteoaw Sïoote fdjatten / oie men meed in In-tteïftantijfln luit laat tapen; «n nooptm twp
geetenfla»
T) <©et m? tael / en laat tnp teoen / mp/uto toege-eppnf Baat ik na'uto tooien lebe / bie gp mp te boowni legfc
w"atri>oo|WDeteonb'renutoes3©e«boo?Btom ^oob^mpmijnooseuojien/ batik Waatjie «t*M
©at S?oog alleen niét mi en be monb alleen niet MaatT&ttfanbooh tot frit binnengaat* **«• ^tff^fefbetotutoBetten/aueeloin^
^„fcW8^ »«eenigbaat'tal *»l* ««, {TuSSW* klepn-ac&tets/ naakt *er«St/ Jöb^utaKUatfiter/banueracl,^ ^p»UWbtebeÏSÏoote«te3e„^e„öoo«» ^mb^WeW^n«toteclJten/enba«alJDnbo« '«i Ai» setnpaeniffcn lult en «P 1« W-
|
|||
T
Derde Deel. 295»
't [-1flirt/ berflautot / onluftig / riacllp / ijs benautet /
en toot ban pijn.'
©aar en is geenttooftbp menfcijeni ïïaatutotaoo#r mijntrooftet jijn. .
■K tytb ö / Jlttt / mijn tjatt geopent/ en al toat'er binnen . jat: <©p*m/ en geeft inp'taanfchontoen iiük0 3Btt& bier* ' fcaren fchat,
ïettt mp bie / 300 jal iït leeren 5 «En (aijS BP mp hebt ges Lm *mt)
\ pan uto gtoote toottb'ren fpieften / en uto «Eere jijn bers
[ meert,
©joebrgbentft enberflagen; 'ttjart ijSmp bpnabew
L fmaebt,
; ïaat utuiBaojb mtjn tjulper mita/tn betleenen nfeutoe
Jscacljt*
I * 3@enb mijn boeten ban benaf-taeg/ bie getoistet boobtoaart lepb/
«wrnib m'uta i©et / bien ik mijn liefbe met mijn fjatt heb toegejepb,
Mtoeief toiis getjipgenifien/ ingerc&Jeben in 't becpanb / iingefneben in bet Ijarte / Jtjn mijn alfterbnurfliepanb,. *?«r / mijn <ffiob / toilt mp betjoeoen / boo? een bmg bat fftjoofthjoom»
watbocbï ©at sliboo? be nunfetjen nimmermeer in fetjano en ftoom.
©eef mp ijoop; en ib jal hopen: trooff; en taeg isï mijn gtqutlt
©aatmettaeibaabbooj; joobolgifc/ en neem aclito» ubi bebel* v. "..-," '
L^ettmp/ ücet/ leert mpbe toesenen ben aarb ban
uto ffietbonb 5 bat iijje neer Iaat balen in mijns harten biepen aronbi ©$> bat tfeje baai laat feoonën/ niet bbo? eenen Sojten m 'Ö&/ • ■ • ■
«aar 530 lang iit tjiej-sal toejtn/ engpmpin'tleben
„ 'HP> '
Mm mp / bat ifts' onberboube/ en ban gantfeher hart*»
boe,
Sepbmp boctj op smfte toesem J©ant »fe tjeb een lu|ï baao tos. «3 s gpuvat
|
||
goo Stichtelijke Rijmen
28upgt mtin batt tot uto geboben; ntaaftet u 300 onte
©at bet metbejïtpltbotniSliefoe nimmermeer en jpl1*
baan.
10 jaijne oogen/ toilt hit lepben en befïnten/.ofl ,• jniffcbien JiBtjne oogtn na bes ifêerelbgi fnoobe bingen toitóen i ?ien.
Stlg't gemoeb banu gaat booten/ en ik in uto ©et Wï* (lap/ . I
Ji&aattt gp mp ban tot'et om toakker / en op utae bW
; rap. , «Beef mp utoe bjeeg/ joo boubtk uto gebobba|ïenai«|
JDenbban mp ben (htaab/ betoijl gp een joo goettn
j&ictjterstjt* . $eet toat toilt bp wteeti .flaijn eenig batik bobcnai j
begeer/ F %$ uto 3©et: staat troofï ban komen / toant gp jijt«"
billpteer. VI.
r\ <©et gena / siet ntp met oogen / bol ban mebebosw
aan: I ©oet mp buip: benft aan be tooojben mp / <& ïfeet / m»
u gebaan: ...,'
«Bp bat ik be lafïer-monben/ u tet <ger/ en baar ter fP8.il
s©oe berjtommen/ en roet toaatbepb (ïupten mag 'tt jjaatbertoijt. J
aSecbtei&itbter/ op toiens toaatbepb ikmijnbopep»
gegronb. .,
't Ste&Us IBoojb ban utoe toaatbepb neemt bat wet;
ban mijnen tnonb. ..I
ïltoe 3©etten toil itt Ijouben / 't i£ mijns öarten ba|ïM*
flupt/
2SI500 lang als mp ben abem gaat öe neuje in ett upt. I 12 ©jolijk toanoelik mijn jtraten; toantiü utom beien Boefe: j
©iejstoojbmpoen geefïjoo baarbig/ en bet batt 3«!
obetkloek/
©at ih sonbct mp te fcbamen / noeb beangfï boo? ongi ^ooj be trotse Scepter jagers utoe toaatbepb fP2c(tc|
5aU . *«<f |
|||
Derde Deel. 301
'* hebeen ïuflt tot «la geboben; en baartoasi noopt
eentg bing/
©at mtjnijatt enalraijn sinnennutjijn liefbejoobes öing.
®ty min/ en fal ik minnen; tgict toejïerft ik mijne foanbt:
m» ijDub mijne lippen betfs/ en bekommert mp't berftanb,
VII.
L 3Cat u tn gebaebten komen itto ©erbonb / öet fonba*
ment
San hc hope/ bfeikhope/ bietnpttooltinmijneHenb, ©fik feboonben (lonten menfebe btoaas ben/ en tot M fpotternp i «i»eU3etitoci)tan^ baatbltjb' ikjupbet enontoankel np«
febe gcefï bananb'reöingcn afgetogen/jotntijb;S$ieï ff u oojbeel/ ban be£ toerei&0 aanbegin altijb gefebieb: pe bcbjomenjijn bctbeben / enbe bao3enncergeftojt: welikbatmijngiel intoenblg in baar bieplïe bjolijn toojb.
«4 m& ik 51e uto£ 3©ets berlatetö/ fcljjilt ik met mijn beel gemoeb /
«il een fjepïig buut ban pber boet mp sieben al mijn ,„ Woeb. «toe |©er/ bie 3» berlatcn/ en Sn 't minfï op aebten niet /
©ieijsmp/enjalmptoesen/ inmijnöHSfSi/ mijneenigc ,_ iieb. ©se boojtaanfeett mij» gebacijten f als bet lijf tot tuffen
* lepb/ «n be bikke bupjiermffen ober 't snarürijR Jtjn bet* Ssbat ujonbef; 'tijgeen toonbet: a©antteboeun«
uto «Bebob/
3s mijn gtootüe ftbat op barben/ «n tmjng lebend éooglïe lott
VIII.
E^ttsbeïiiiteensuoojb gefpjoken/ $eet/ baarben»
ik altnö om:
«toe toegen te betreben / kiess tfc boo? mijn epgenbont, «ijne lippen sgn bol fmekeng / eben als be gronb ban 't bertt
we/ simt bat titi» belofte/ mp geöaan/uoltogett toerb. |
||||
3oi Stichtelijke Rijmen.
üfc beijin/ïaebueiitban jinncn/boe ik in mijn eerfte /eugb/
^êö geleeft / ijdcEj leef/ en -t Wam bat mprcff/ bettooes rerbengb:
<©m baar upt te ntogen toeten/of ift boob of Ictóenh ben; 't 3©elk ik (retöt al£ ineen fjmgetj upt uto ffietten ftfaas beken»
i6 ©aaromhonbtkmpaltoakfter/ enbetfuptnnftt een ban Dien;
Staatje ooft te geertcn tij tien upt mft'n jmnen benen blieit> 4©fal fetjoon bet «Bobbelen teioefïen en betbtoaasben I)ODJ)
3itbepa;en mp gaarn ;ag lopen ?ijuenraeftetoo5en top:
JRiböen in be b?oebe itacöten/ mè em pebet lepb in tuft/ Staat ih 't beb / om u te banken: baar in heb ih Ban nttjtt lult*
91H bemtnje/ bieu minnen/ enuto3©etten komen na. aeert nip / |}eer / bie al be löerelü bult met goebhepb en gena'e.
IX.
T) <©et m» / I^eet / na uto beloften. ïeert mp 500/ bat»
fcnchieef ,
3&a al nto bepijame jeben/ en baat 't öart toe obct-geer»
SDoe ik noci) luetasaü betneSewbooj ellenb en tegex-
ftfotb / h
«Bing ik dnbebaehtjaam booïen / ais mcefï al be fflcteio
boet:
Jiföaamu gp mp öebt boo? Ijjben mijnen öaognwebIte" gejet/
©oei ik/ batiftoputohjoojbenenbebelenbetetlet/ <Sn jojgbulbig onbetbcuhe. (J5p fpontepn ban alle go». Steert mp / toat'et goeb en teetjt ij* / upt ntos goebijepw obetbloeb. b.
18 't <©pgebla3en bolkbleïjt leugens/ enöaatojui"
Ijet mpmeü* neer. M
fjk/ uptbngehepnföerijaacn/ boeg mijnleben naiw
lecv* , „s„„,
daarom bat i laat 'jart is toeelbig / boo? bet bet mv
't sacftt in bjijft/ ' ,„
jIBijn Ijatt niet7 en baatbm ijs tjtt / bat uto i©et baat>"
beklijft. „„.,
i©atgn mp öebt betootmoebigt is mp lief en aansf-
tiaam: . .,„
i©ant om utne Jfêtt te leeren/ binb ik mp baar 000? »•
,.. «manu ®«ar0,a |
||
Derde Deel. 305
©aar om ifft mp bee! joetet / en toojb meet ban mp be*
mi ii6 /
©an al 't goub en al het siltoer bat men on bet aarbm binb.
\\7 SDit mp / bic gp hebt gefefcapen boa? uto «Soböelip
fce bann /
't^art bcrfrheppenboo: uto ieeting/ en fojmerenhtt berftanb,
©ie Hbjcfjen/ $icn mijuleben/ enhetiiS haar $tel een bjeugö/
©at mijn Ziel op uto beloften 300 bjpmoebig baat ber«
beuyb,
ïlta' oojbeeien ;tjit gerechtig / en mijn leben/ Jfeer/ toasruiaab:
©at gp mp ban hebt bernebert/ is een obet-troutec baab.
©och/ bttoijUfeutoe JBcttennu laatjijn almijnber* maaft /
«Beef ban (als gpmpneloofoet) batiftupt bequelling[ raah.
zo Saat ojj mp utamebetjoogen bloepen aW een 30e» tenbouto/
©p bat üt mijn leben/ tleben/ bat $00 joetisf/ nutft behouto,
yoont be trotse bie mp booncn boo? baar balfche leugen ^ taal/ ©m bat ik I Daar ooren laftfg / altijb ban uto JBet bet*
^ öaaï. JMj! of ift;e / bie u bjejen / 300 aan mp berbinben ftotï /
©at baat b?ienbfcbap / en haar bp 3tjn / mpgeltabig • toaarbergolt: ■Sn mün bart geheel rerhtfebapen in uto betten blpett
_ mocht/ <2oq bat ifi/ tot mijn berftlepning/ noopt in fchattbe toierbgebiochCt
> xi. . t\\ 3ürt/ gepjangt/ berlangt na hulpe / 't bart l»
,,. angltigenbebut/ 'tjart toaarober langbestoelten/ toaar 't boo? hooj»
-., nietonbetftut/ ©oogensien na uto beloften: 't hart *toaarmoebfg en befebjoomt/
«© 4 ©oft
|
||||
304 Stichtelijke Rijmen
©oetbttong sojgbulbigfpjefcen: $eer/ toamteerfê't
batgpfcootnt i
't Hitljaam is nip uptg«merge!t'al be leben/laf en Jtoaft/ gun niet anbetg als eeabjoogenenberfcijsimptenlp ber jaft,
JP nochtans ubi ttnuuie ©ienaa* / mibben in eïieitb ett bjuft/
2Sen beftommm met uta 3&e:ten / eninacbt Dan umi)» geluk.
2i Xal 't nitt eens ten epnbe toeïen i toeft gp nocft al metuinftrafï
Spaart gp nocb mijn tojeeben bpanb/ bie 500 gaatn m? Dab in -t graf i
©ie niet paft op utoe 3©etten i (tiie boel) bafi jijn enge toifi)
©iempiafiettiöelpt/ mijnïlnlper: 'tlebenbatinnt? notbis/
Hebben jp mp fepiet benomen: en of 'tfeftoon fflttmp jooflaat/
i^onb ife nochtans uto bebelen/bieift nimmermeer iwt' laat.
lüomt ban fep metuto genabe/ cnberqinfttïjetanLwS bm/
^at boeb utoes monos betiipging ban mp onbet&ouDe» toerb, x ■ 1.
xJ4Snl iilatooojb is onuetoeeg'lp / utoeu>aa«w
* Öeeftgeeneub/ SJIjoa lang be klare ftejten flfkft'teit aan Set -fitst»? ment/
<gn be fetupben b'aatb bcklecben / en be ïjeel natu» buurt /
me gpboub in baat gebeurten/ en na utoen unl w' (ïuurt.
ï&ab ulo IBet mp niet berlufttgt / 30a bab b?oefijepb mp betfmaebt: ,_ ,„
©ra bat 3P rap beeft oetluffigt / feenfc ifc om baar bag t»
nacht.
JPbenbijne; toeefïgp mijne: Jtelpt u ©ienaar/ i mijn Hfeee: .,
koelst nujnsfepi; «sjoelt myn lebcn in te fieöeit tta hw
Steer.
2+ 't üBobloo3 bolk / om mp te booöe,t/loe?t al baffi*11 ÖpHböemftil: g(f
|
|||
Derde Deel. 305
Si! uorijtans merit 05» bie buigen / bie ousï ïeeten nto e rr
toil.
$oopt en ïjebben mijne cogen op bc taerelb pet aan» ftljOUÜrt
©atbeflenbigffangeburen/ enjijnonbe Usejcw Ijoubt:
't «Saat ai / bolst al / Mucht al / fteeft al / bat be ftljoone Zon beftljrint:
J/iiet 300 joet / 500 ftöoon /500 Jefter/ bat in 't epnbe niet berbiaynt:
$iet en is'et/niet en ig'er/of be boob in 't epnbe/ naaftt. 4PSaatüto löetis baften eeutolg/' bie urn ©ienaars eeutoigmaaftt*
XM'l.
W Slarom t£ 't bat ift uto ï&etten julften ftetfien ïiefbe-
bjaag/
©at ik sonöer 1:10e te toojben/ baat ban Ijanöel alle baag i
©m bat 5P rap toilet maften ban mijn fcb/alite tocet-strat» tp:
©antecn fcljat ban rechte toijobepb/ en ban fcemiis Sme mp.
©m bat 5P geleetbce maken/ ja beet meet ban al be geen
©ie toel eer mijn Heeraarg taartn t 3Bant upt haar jtjte al mijn re'en,
©m bat spmpMoeket maken: meet ban eenig <©ubcr- hierom jijnjemp500 toaarbig; bieromtoijlt iftnoopt
Baatban,
** <©m baatna temogen toanb'len/ menbift mijne „.. bosten af/ *r ban alle booje toegen s 't taaojb bat utoe monb rog-
_, gaf/ ' ■öaat bp Wijf ift j utoe Secljten / baat gp rap in onbeta
ttcöt/
*iuoenfïabiginraijn3innen/ en in mijn UetflanbjSges womiigistoel soetomfraaken; maat notbiis ftpnier
3oo5oet/ i£ ;„; ■
Wiet jon liefujkop mijntonge/ aljSuto ijeplig3©oo?!s
fe taelboet» «pooi uto H9omb toojb ift cttomn/ toüS/ geUetb/enbol1 |
|||
%o6 Stichtelijke Rijmen.
©aatom ïfft bat ift ban berten alle balfcbe tocgen baat'
A i V.
*J «Eer/ uta3©ao?bi# mijn lantaarne/bie boogare»
glans betet
©at iit nimmermeer mijn boeten op onreebte wegen $en 'tSiiSttip enen als een fakkel/ Me men booj mp henen ö?aasts
<8n toiens tkbt bt bupfternifiïn / ban ben teeg/ boo? mp berjaagt*
'M^ümp jelfseeneeb ge3toooren/ bte ffaatbafï ia't hart gepjent /
©at ik ntn bebel teil botsen* ®eer / bie mijn battoofüt bent/
iCrooftinp eenjSnaiito beloften/ mp bten 'tbepHooss abonrnue
ICttejtoaar fcoratoberbata/ en maakt hem jijnïeten , juut,
28 J^eemt in bank bet iailligoffsr/ batik op mijn lippen [lacht/
<©nberbjij|r rap in itta Heetten/ bat ih bie te recht lv tratbt.
€>f mijn tenen fchoonal toankett/ CHbeboobbanW ren bjepttt /
Jiocbbetgeetifc noopt uto3©ettcn/ 300 is't hart baat toe genepat*
«©fik febrer at ben gebangen in ber boojer menftben nen jKiböenln gebaariijïibebenbteiaaltk noch niet ban ut» ï©et: ,
3©ant5ptsmtjnb?en2b/tntjneïbe/ toat'etis/ JP# '
rapat:
©te te boubensaük trachten/ aljoolang ikleSenjai» X'v.
XJ 3©e lEetten / bjaag ik liefbe 5 toanketbare mmfdjta
baat. .
$eere/ öp jijt mijn befeberming/ en uto tcooib mp
toeuertaat»: • • : \r-
3Begbanmp/ tacg boojï-geaaröe: 't i& tnftns «at"» bollen luit/ ,.
Sin at innn bebjtjf en banb"Ien 500 u toanb'Ien at?
«5oobjU. ,t
3aat ut» tooo;b mijn fïutjel toefen/ bat ik leef/ en mm
»n loep/
®ot mijn epgen fw m fcöanbe/ na sm wj^f ff*j£T
|
|||
Derde Deel, 307
«Beeft mg Itracbt bat ift gene;e:ban Joo sullen toe en aan /'
ïuft en liefbe tot uto IDetten Ubenb in mnn harte (laan»
30 €>p beetreebje bie baat geben tot be Jonb / uto bpanbin /
<En een pbel benften benften / bie» berpbelt in ben sin: ©ie af laten 11 te bienen / bit alleen moet 5ön gebient / €n baar b'onbe^tnbe toerelb gaan toftfciejen tot een bjienb.
3 li min uto getupgeniffen: en baat i$ be reben of/ ©atgp baar/ bie bie niet minnen/ boet bergaan tot nietig fïof.
SItó ifcbenfcaanutoe fireng^epb/ en al mimboojle'en „, beb?t>f; »?ees ift/ en boo? 't angfïig bjeejen febieteen fconbe boo? mijn lijf»
XVI.
XI ®opt en fteb in afgetoefien na be een of b'anbet & t
«En in 't öeebt / noopt gunft geb?agen of tot bees of bie jjattp: , .
Saatmp/ bse noopt onreebt bebe / laatmp niet tot eeo
nen roof
»an een ongefïupmig foolfsje / bloot ban trouln en _, ban geloof. Jwmmp/ mbenkneebt/ inboeSe/maantbemjijnbe» nautbepb qutjt;
® «eft bat lm Dan baosemenfeben geenen oberlaft en tijb. Hat begeerig ;tjn mijn oogen om uw ïiepl te mogen 3ien! ®'oo?en om urn 3©oo?b te booren! $>eer / laat mp gsna gefcljien.
32 <©nbe;rirbt mp ban uto JSecbte/ rap bie u ten bienfte ga.
©atift/ boo? utoonbejmljten Jjaren gantfebengronb berfta.
©leutaHBet 5ootoepnigacl)ten/ bebt gplang genoeg; gebult.
|«i 300 ig hè uur geftomen bat gp bie eens ftraffen juit. ©aaiora5Jjn mp urn gebobcn uptermaten lief en waarb; 'öaben goub en t'el g«fteente / 'ttoaarbfte üantieganta febe aarb:
©aarom sonberuptteltcllen/ fcljiftift'tlebenbaasna aan:
*aarpni baat $ alle jpaben bie ban't tstiju »a& afgaan.. <© * iltoe: |
|||
jog Stichtelijke Rijmen
T ) 3©e U&ct / baar gp be tncnfrljen utocn taille boo? bc*
tupgt/
<ïBn ben mii ban bjome menfcljen joct tot utoen taille !©ie ia tócnöcr! meer ban toonb et/ alg men Ijarcn grono
boo?gronb: . _ s
©ieront i» het bat mijn ZW.e bie al Ijarc Uefbe sono*
SSlsutotoobjb/ batuafUn&iaariö/ openbaar is/J3 'teenijjêugb; „..
<£ttecnlicbt noo?3imp'Ie dogen/ om te poogtnnace
beugb» , ,u,iH
jiUhjrie morib fnaftt nauta tooojben/ met al juHtten
luft en treft/ , ,rfa
$10 ift 's lebetis» lieben abem upt 5e Ittdjt tot raptoaatts
trek
; 34 ïjWftmpgoebigengenabig/ als gp ?tjt tot alle»
31 bie «toen naam hemim«n,4Eii/op tat ik Wüf be»#/
3Banber3onbeni)serfctjapppe/ 5ro bsfluuttjootnn.ien tceD/
s©at iK nimmermeer nnjn boeten bupten utoe toegen jet* Sgoeb inP tooiber menftben lalter / 300 boe tft bat gp ge- Staat «to aanfcljtjn op mp litbtcu; ïjeelt mp utoe Jfcecll* ten niet* , . „ »„„
^'oogenfalsttoee behen)US?en: toaar ban baan 3ou
min'gen ttaan {. . ,„.w,t.
5©atbe menfcljen / na mijn tocnfeöen / niet op uwe ros
gen gaain
X V I 1:1. . >..h,
TJ uEer/mijnuESob/ gp38trttlJtüaaïbig/enuto©s°,
*?r. .lp tooojb is reent/ , ».,<«.« Itoe H©et bothomen biiiijfc / utoe toaatljept caji «>
©art en ftreVg ïijti uto «Beboben certsjbtö teatt u i«8*#ij
'tS.auemft/ Dat pbet menfebe bintig baar op mem» 'tisuWv bat 'si menfcljen lenen baatna aangelepb
jaljijn: , hi.if««> mt» ontbjanb ttnjn t»rt inioown 5 tooten / bie t»
bult met pijn: , ._„;hie »ün/ tri&'tbn|6erb?engt totlW»ftU»&i J«W8WÖ'X,
tm»/t.!iftw <%«!./<' *"• |
|||
Derde Deel. . qep
W ift 5ic boe bat mijn b?anb utoc3©et ?oa ïirIjtbctgcer»
36 Heel ula 3©oo?b bat 13 tii-jupöei;: «Bn bemint» banmp utolmedjt/
©ie aan uto bebei blijf öenken / alljoetoel beradjt en flecbt.
öafttsnUjeJlMencmtoig/ bie ben menfdj tot beug* beb?ijft:
ïl'oie toaatljepb i$ een toaarb*pb/bie geburig toaartjepij blijft.
£00 toamteer tfi / ongelukkig/ bfep in bjoefbepb ben ge* raakt:
Blijben uto geboben 't eenig / baar mnn öatt sicl^fti berittaató,
«Eeutoig nta 45cred)tigï)eben / eeutoig uto getupgenW, ffiiltmubaarinonöertoijsen/ 500 ben ifc.mijns lebensi- toiis,
XIX.
H€er/ totu/toaraueebejranen/ boo?benb?uK5ijn
ober-laan/
Iaat ik mijn gtbjofcen lïemine boo? be toolSen ïieitcB . gaan: foojtran/ biemjtijeelbcrberten tot u roep/ metbjocf
_ geklag/ ©at in utoeg 3©eW bebelen immetó onberljouben mag,
Cot u roep ik; boo?t/ en öelpt mg/ bat ik ongebepnft en ttouta /
«mes toiis getupgeniffen al mijn leben ouberbonto, <©i>uta ujoojbtufi mnnbetroutoenx 'Stnojgenjsboo? c_.. ijet^onne-lidjt/ *P mijn oogen/en mijnbanben/ en mijn item tot u ges riebt,
M ©tepnodjinbefïillenadjten/ alg menniemanb makker boojt/
Saat ik 't jpete flapen baren / ora te benften aan uto i- toooiD/ wojtmijn(icm; berfnfcötmij»ieben (atëgpbebtge» baan bus lang,
«HWpartp/ uinsiiaetiSberjaRer/ boïgtm'én maakt mn 't leben bang:
P komt naber; komt ooft naber/ $eet / es toeett h Sf rongebal: «Wtan «Bob/ i» tuien;? geboben waarhepb jg en blij* <© 7 i©ie»g
|
|||
gio Stichtelijke Rijmen.
I©ienggetupgenifTe$eiier/ cnnfet ombeteegen flaat/
Maat beflenbig jonöer epnbe: baar mijn Ziel ijaat
opberiaat,
xx. i
2 9181 «nP aan/ bol ban eüenbrn / en berlofï mp upt bttt
noob: I 3Bantin noobjoo blijft mijn Uefbe tot uto 3©et ïiotö
eben groot,
il beben ifc / i^ecc / mijn jafce j boertje gp gelufefeig uyt; jftelptmp/ nautoiBoojD/ batbaftijs/ engegronbop ~ . "to örflupt. «©obbeloje booje menftben/ We nto|©et geen acht m flaan/
<&n geen bing ;oo $eer ter toerelö al£ um beplig 3©oo?& betfmaan:
aaat fïaatbejentebetbjachttn: Zpsijnbaftaarboan seiufc,
JKaarum goeMjepbijïonepnbig: Croofïmp/ 3005? Pleegt/ inbjuft.
40 me mp tjatenen berbolgenjijn onteUijfcin'tge3 tal *
33ocb. en ftan 't mp ntet betaegen bat iit ban uto 2©o°2b
. atbal.
SIK 3« utae» ^aams beraeftterg; en 't i$ mp een W() oefmert
5©at jp na uto tooojb niet Uben / en een bittet toee in 't m iJetSt
«eer/ aanfeboubttboeuta bebeïenban mpjijnbentin'
getutefl;
Cnberquifit/ na utogenabe/ mijnen boog-bebjoefbeit ^iemanb oopt ban al bie leben/bie uto tooo?b op IenS"1
uanbi
«tos getechtigijepbjs gcrttljten Ijouben al en altijbfïanb. « W «^bt'onrabt betbolgtban Haften s IjaatW
bolgingbalttoEi jtoaar: -,
Cn notbrang / Jgeet / utoe tooojöen bjeefi mijn bart B«>
meeralsrijaat. ■
«toe toopben jnn mijn ?mnen julK een aangenaiw
0at tt bifttoiis mp baa* ober in »ip ïflöm bjdP
|
||
Derde Deel. 311
©joltjfe «taab I en 't batt bethcffe / reeftt of mp «en gtooa
ten fetjat/
Cottnijn beel toaaetoegeballen. 'fc^eb ecu ijaat tn *t batt gebat
iCegen alle leugen monbtn / baat 't semoeb jieb boo| bergtoutot/
€n gclnft ais een betgiftig ett ontepn gebjoebjel feboutat»
42 JBaat uto Heet alleen is't eenig baat mijn hart 3ijn liefb' op lepb»
Eebemnaal bes baags 300 3ing ik 't lof ban uto geretös |
||||||
tiabepb,
|
||||||
S
|
iajebebobenbjebe/ b?ebe jonbettegenfpoeb
ÏS'et booj utos 3©ets bemimiets/ bien geen boling bolcn boet»
®ot u loop iK / op u hoop ik / na uto 3©et fïel ift mp aan: 't ®att houb uto getupgeni ffen; en is beel met liefb' be=> baan»
I* boeg mp na uto btbelen/ en toaarom en ?oub ik niet. want ik toeet bet bat gp hlaatlp al mijn boen en laten 3tet»
XXII.
Jyj ©ebt mnnMacbte totu ftomtn/ motbtje b?ingen
boojbeïoebt/
©pbat gp betoate Kennis utos ©etbonbs rap leeren moebt»
aïotbt mijn rtnelsen boo? u ftomen/ moebt bet gaan boo? 't jjHrraamenn
©P bat gp na uto beloften/ mp bertoffen moebt in 't enö» mnne lippen en mijn tonge (maal* mp in uto 3©et maat ih to9S)
leeft mijn batt u tocge-epgent/ utoe Wtt tot lof en
3n P?ÖSJ
ïöant in alle haat «Beboben t$ $p goeb/ en ;onbet feet»
Staat mpbpi toant/ ïiet/ iiibebje mpbettsoren tot mijnbtel.
4+ japberlangt jeet (en't betiangen boet mp lof* fen men'gen 5uef)tJI
Wamobepl: mant tot uto 3E>etten Ijeeft mijn hart een gtootejucbt.
«mt mijn lenen/ batifclobe/ enuto<£etaïotnb«teIt *W.tfctobe»io«h,iM'tIïSi|,'s s©aattpei)eto mpuiobe* 'mm
|
|||||
3 ir Stichtelijke Rijmen
»k 25en aïs" «en iietlorjn fcüaapken üan t«en mijten iaeg
gebtoaalt:
ittnijn iftttttn ©erbertiiöifc/ bat gp joekt cntocbet goeht entoebttöaaU uto©icnaat/ biein aïjrjittjat»
ten-leeö /
Cn at 's 3©ewlbs tegenljeöen / utae HMten noopt net* geet.
|
|||||||||||
God Wonderlijk, Machtig, Goed,
To'éiifche u^tbre^dingeovsr ccnige Pfalmtn Davids,
in Ncderiu.idjchs Rijmen* |
|||||||||||
Over den 104 Pfalm.
IliiülilliilMlIil
|
|||||||||||
M
|
$n «etfï/ bie jtoanget jftt üan «Bobe£
lüIligliifÊllllil
lof/ gietupt/ «Enbepltbeftomtnerong 'tgceit
iiisiiiiiitiiÉiiii
8p in 't tjau bejïupt. <©p / o mijn Mm en <Ü5ob /
' u gebeukt /ewWebigatwt - - - üBtunoet/ «JJj^. |
||||||||||
Derde Deel. )i$
pÜÜllÉitiïiiSiHili
m uto Maimn m ecefl te boten ftoomt/Jftet
iiiyillilllMlilflillll
meet ban aatbfcöe b?ee£ eerbiebig tooo? u
^g|l||i|gjifei
|
|||||||
E5Ê
|
|||||||
bangt/ is 't litöt fcaa» jjp ftt tooottr*
, i Ittofóoninhlijk^a^ït/iiï'SlttweWfiïmamsnt/
atoïïoninftlöfamfflöjoBnjtjn toat'ttnaï» ctniCent/; ©efjjannenboojumatht; joobatje/ ballen hoog / Staan al» het hol getonlft ban een gemetjelt boog t f stoagenbieu boert/ jnntoollten/ boo? befttacht fan 't heete Eonne-licht /, hoog in be lucht gebjacht t ©e beb'ren baar g'op jtoeeft/ iw 'tUchtfie battnett toinb/
% 't fnelfïe bat-et Wiegt / be taannelbate htmb: _? ©euabenbiegpjenb/ jijnltojm en (ïetit getucgt: ®e «©itnaat» bie gp bjupfct / bmtt-blammtn boo? be &at lof ontbjeefct'er noch: bie ife n geben ?al i
«atö/ Sfemei/ 3©atct/ ïucbt/ f©inb/ 39mir ; $tt j. , bientuaU ®* toicbtig' aarö / bie log ronbom in 't pbel hangt /
f! (5oo pet om haat i$) een bunne lucht ombangtt ^'e ftaat nocijtans/booj itonlï ban utoe banb/ jo& baft / ^«5* emtoig bltjft rti ru(i op haaten epgen lam ■£&* |
|||||||
314 Stichtelijke Rijmen.
4 ©JeeertijbsV boe bit al noch metenïöaögereeb/
JRet tuatet toas bebefct gelrjft als met een Weet). 't 3ê&0 nitt ban Zee en Uucht; men 3113 nott) berg
noen bal;
jH3aat tnct bat utoen moiibt upb2omben jijn gefebal/ «En utoe heerfche (rem quant ai» tenboufcerflag; i,?er toatet/ als ontroert met <j5obaeltjft erntja?/ jRoefraf/ rnmerer ijaaflnajijiienïïifgronbbljeit. ©oe net het Iwog-gtbergt t etftont jytt toppen Jien / 5 «Bncer3iilj'£oGgüe;troert/ lagpt>eminguan«n;;
't «fliebergt fiepl in be S-uehr; be balen blaft bene'en, ©e maften/ op bat ?p ben ülarben ftloot niet meet iüüetgolben/ nantseital/ bebciifteu(alstoeieec) Ifebt gp tm perft aejet 1 baat otbers / baatj' op (laan / : jBaurmueömongensn'n/ en binnen moeten (laan. <5p maafet bat upt te biept liet bocht jijn ab'ren fchict / ■ -<fi;n boo? be betgen heen na 't bojfïig ianb toe blitb / 6 (©pbateenpebet©tet ('t 3p bat het leeft in't bels/
<£n onbet 3o?g en (tuut üts 2Soutoman» is gefteit • 'tgpbatpetitoeef in'ttoilb/ enfcentgeenufectfcfja^ ; 3®anueer 't natuur begeert) baar ban mttbojftig JP*
•©aariSbatjifhomhoub/ eninjijntoeelbelceft 't<0cbterte/ batbe lucht tot jijn toetmep-plaats }W/ 't «Bebogcit / bat albaar ban iaft op taftïe fpjingt / <JEn jijnen bjpen 3«ng onftunftig beenen 3ingt» 7 ©e henbel? en bet belb btbocht en maaftt gp jat /
ai 1 e Bfcije upt be boogt' boo;-;upgt met Jfemeis nat 5 X- jo bat ijet boobe ïaab gejegent mo2b met ttrarbt /■ 3Baat bso? het nut geraas te tooojftögn luojb gebjOT1. «En 't lieffeltJSe gras be J©epben oberfileeb / ^00 bat het grage 3©ee baar jijnen iuft ban eet;
«En op 't geboutobe llanb 300 meenig eetbaar ttrupö <©ot noobig onberhoub ban 's menfehen leben fp?upt > : 8 «lEn'tisiooreuttiojbBeteelt/baaronjsbetbJoobBflH toerb/ ,. ,
'tSSrlftnitume ftrathteng^ft/ enfferitt bes meitfcneit
hert; \ ,
©entotjn-(toftb2upbcn heeft/ in geeft ben eeb'Ienwp/
©ie's menfehen ëart berfraapt/ en boet bol bjeugo»
©'olnf-boom'bjutbten braagt/ en bjengt ons oherWof ö
©an ©lp / Me in fc^oont' ben menftö toenetmen iw«*{ |
|||
Derde Deel. jtj
©at colt op Libanon / be boomt» / boo? 't beflïanb
©froEüBcn ban geen menfeb/ maar ban «Bob 3elfsge* plant/ 9 ©olbantenjappig merg/ fcljoon/ bïabejtp/ en
groen/ 'SBanfrboutoerg oog en hart ten joet bermaaft aan* boen.
©aatfïaatbenCebetin/ optoiens bermaatbehout Eoo menig bogel ruft / en jijne teoning bunö. ©aar toajï ben fteplen ©en / op toten» berbeben top ©en Ötngct nefién maaftt / en nueefct jjjn jonuen op. ©en ©as / bet blooce bier/ bergunt gp -t fcherp geaergt» ©aatfjp/ ais in een (thans/ tjernbepUg in herbergt, io ©é holen tnbe rots/ (Dooj utnaltohsnefïiet)
©nat legert jich 't ïiomjn / een 3toaH ontueerbaar bier, <% maaftt oor bat be Jftaan/ nu meer/ banminbaa itonb-om be totrelb gaat / en baten ïoop joo titht /
©at 5« htt ronbe Sflaat in jijne beelen beplr.
% maant oor bat be Zon tn garen loop niet feplt /
"Ën batje acbjet een niet alle menfehen liebt /
Maat onber b'aarbe gaat t tan bl.eb booj ons gejithr,
n %l 't geen sicbeuftliet jien; be bupfierms beeft
matbt/ «Sn beftt het balbe beel bes «larbrnfcs met be nathr. wt ottgetemt gebien / 't róetK 'S raetifthen oogen ,, fchoutot/ gerlaat ban elft jijn bol; be bonfcethept tnaaftt lïoutot,
®«n btrf ben jongen Ueeuta / bie baagsberoojgenjit/ jcH 'snathts/met heefeh geb|ul/banujtjnboebet bib/ «platen 't eenjaam ïaoub / en tot ben roof gepelt / ®P 't boojbeel ban be natbt / gaan booien op het befb. is 4ï5aat -s tnojgens als be gon Daar (halen meet
-» feertoont / *»8 rupmenj') en elft joeftt mi holen baar 't ia
*. . tooont. *>an js het bat ben meitfrh upt jtjnen flaap ont»
mh . toaaftt/ ^n tocerom na gelaoont / $ich aan ben arbepiJ
g. ,. maaftt; ^otbatbenabonbftomt/ bie htm bet toerft heler,
if^seeftgppberbingsyntnb/ jtjn beurt/ en toet. wmonbersótt/ <s<©qd/ betoerfcenbiegpboet! ®oe
|
|||
3l<5 Stichtelijke Rijmen
$aehnjffeMJKgefei)jfjt! hoe bal! boe groot! engoeb!
13i ©e aiarb is 't niet alleen bic utoe gunft geboelt:
©eEee/ joo hiep en hap/ baar 3iet men bat Ijet tooelt man groot en felepn gebsert / bat niet om tellen ijs / Jen om be frhepen heen $toemt menig sroutosaam ®tó; «tanjonbetbaargefthep/ benaBalbis is aioaar/ ©k als begee niet ffojmt/ maar effen io enhlaar/ lïUijtth'tgejichtnertoont/ bantoencrom ontfteelt; ,pu Bonen fcomt / ban bupkt / en 300 in 't toater fpcelt* .14 SM/ al toat leben heeft in 't inatcr of op 't lanb /
©ertoacht/ elfeopjijntijb/ jtjitfpn'je banutohanb/ Jg «ff 8P / 300 bebben 3P: fa utoe banb baar railb / Zoa toojöen 3p berjaab / en baren lülï geftilt., JMemtgpbenaoemupt/ 3oois*tmM Ijaargebaan/ <£n moeten ajeberom tot nietig ftof bergaan. ©laaft gp ben geeft toeer in / 300 Somt bet leben toe» / ©'aarb firtjgt een nienta geftalt/ en alles neemt 5P lieer, ij ©e ïfeer / be groote «Bob / en aller binge»
_ bjienb/ B9at is het boo? een lof bie hp hfer boo: bcrbient i
©e eere bie hem komt/ hem/ bie'tal3aamneftimtt/ ©at moet een eere 3[jn / bie eeuüiig ecutoig buurt, Zj|it werkt n / gsooj en fftepn / bie jijn hem aangenaam ; ifponberhonbseftaag/ enminö3«alte3aanu goert hp be bergen aan / be. Söergen geben rook 1 Ziet hp be SEarbe aan / beSdarbe babtrt ooft* « ©ieS3fngii«3ijnen lof 300 lang ikabemfthep/
©e bc?ft mp notb beweegt / en ik be lippen rep* <©th! of maar ratjn ge3ang ben jfeete toel gebie!! ©en\m eere / mijnen Inft en bjeugbe ban mijn 3iel: «Sn bat eens alle 3onb een epnb' op Watten nam / ,.. «en bes gobloosöepbs 3aab noopt meer tt boozfcljijn rjuam!
$iet tuffcben/ «© mijn Zttll bie bol 3j)t ban ®w eer/
£ooft/ en toojb nimmer moe/ mijn giele looft &« J?eer, |
||||
üyt
|
||||
Derde Deel. ?i7
Uyt den 139 Pfalm-
npüigfIiÉflll!§ii
LJ Max enijs niet in tmjn leben / baat e« ist /
plf i lÈlliiilf II ifii Ijl II
Jgeee/ niet min;?/ anatbedso? - ge»
lÜililiillllsIüËilg
i.s boo? bp* <s3p booigronb bet/ gp bekent
|
||||||||||
liülllifilfli^
|
||||||||||
rar*::
|
||||||||||
ïjet; al taati£/of toatgefcljieb/j$erlitm»
pf^iliËiilil
oog / 't b»lk alles Jiet, git ik / flia ik / leg ik /
pWÊÊÊÊmsÊmm
sa ik/ toaar bat ikm» keer of hienb' 5 alle
|
||||||||||
bing is u bekent»
2 as'erpet3oobie»berbo?gen iuinijn öiepfïe fantas
JP/ a&atnooauberöolenjp? '(luit en kan 500 ras niet benken/ of gpboelt'etoofc tetfïonb /
.. «En begrijpt jtjn biepften gronb» ^oetbennatijtljet lichaam tuften* maakt ben bagbe 3innen moe; «Spooojjietal mat ik boe* a Bm
|
||||||||||
318 Stichtelijke Rijmen
3 ©an be tong/öielitbt San falen/glipt niet een Jae
ftlepiun tooojb ©at ban u niet taetb geboojt* |©ant gpjtji ijetbie mijn leben/ enaltoatraeninw bmb/ goo gantfcb jelbjaam Ijclst berjint; <gn joo fcntyiig §tbt gefcbapen/ bat mijn al tefelipit bernnft jllptgebacfit/baar ober jnft, * i©aac 300 toii ift benen blutsten/ baarift tnorijt berfcbolen jnn ©oo? nto <©obbcitjfi aanfcbijn i 3©aarniilii(mpbocljbet|ïehen/ ra toat i)0l of tont fo» reeft / $eee/ mijn <0ob / boo? utoen <Êeefïi maat ik optaaarta na ben gentel: boben alle 3tarbfcft« 1U-e: Sun ben ïfemel jijt gpme-e» s ©aal ifcneber in ber «geilen/ bpber booben*WM frtjaarj Siet / joo jijt gp ooft albaar* «©fiftbanbe buugeig babbeban öe fcöoone ffloistfc toob/ «Enbaaemeena'tÜJefïenbloobs . 'flöaarbergeefsboojïtgtbloben/ enten bbjajebaaf
gebaan; 3©aiitbJaat{wn men <©ob ontgaan i Ut t &viak entaenfcbr iftop rapjelben (ofütjaoffliP
fchten ontging) ©atbenacbtmpljeelombing: »tï©aarbergeefsgea)enfcbt/ gefp^ofcen/ tntenjot»'' ba-ijtgebacbr/ 3©ancbe nacht iau geen tiatljr» , Sn be bifcke bunfternifien ;ttn utn oogen / ja 300 Www
«© f ben mui). geen nacbt en maar, 9 ^ntaarsaltitmeernertjalen! 't^artbatusi»»11" getoeib/ <&n gp meet boe 't is geffelt, ■■• SlUe3ijnbetbolentljtben/ biegeenfthep3el3<««ettmaB'
"Zilt gp Biaaröcr ais ben oag. .. „ / 'tgjsgsoot bjonber/ boebgten toonber/ até iRb'1""
boegpnujniifcee Mn w öoen*e toaait totl eer: «r |
|||
Derde Deel. 319
% 3§ae bat 51? tnp fatjoeueetben/ eet ik *$ üemelsi
Hucht aanjag / «En in 's Momtts lichaam lag. pat'seentoont'tï/ meetbatt tnonber/ batgp mpjoo hebt berepb: ©aar mijn Ziel uto lof boo? Jepb, ffionber jtjnali' utoe toerfcen/ bte't betftana toelniet en baat/ <En nochtans niet tegen (iaat, s ©oe be crïbolmaakte (laffe/ baat bit lijf ban fjï ge* teelt/ In 't berbojgen toierb gebeelb: I«Ennatuur mo'teerfre maafc$tlin mijns* moeberg Ut* gaamgaf/ , ©aarifeiagahsineengtaf:
I tpten 500 iilenn ban al mijn leben / geen 300 route) en on* gebaan/ ©f uto oogen jagen't aan» io (gtriit uiaebac ihjontotoojbenj eetib Sabbat na terft quant/ t©oe natnut in rap toenam / ©1(1 gp al wat itt joub toefen 5 en gp toi(ï'et Joo setoig/ ai* pet Dat befcöjebenis.
als tnp Beje utoe toerken in het barrebatlen in / Zoo ont3et3icb hart tnjin. » Zoub ik bie ai t'jamen tellen i eerbettettV ik at ijetjanb/ ©at'er geen ftupft aan ben Ittanb» il* en ttan;e boei) met tellen/ of ik ftijoon al noopt en (liep/ «En 't gepepns baat fteeös toeliep* i beel giffen / na beet benkeu / na al iaat ik toeet ofkan/ 83en tb baat ik eer ft aanbegau* |
||||||
Ovei
|
||||||
3io Stichtelijke Rijmen
Over den 47 Pfalm.
JL4 <©oft(£obben$|eet: toantbntó lobens
|
|||||||
toaatb/ €n 't is ten heerlp bing ban jijnett
lof te fpjelten, üetufaiem eerttjös joo haoa bet* ÉIi=IïïliliIïlilipiillü
tnaarb/ JBaar na ;ecr fel bettnoeft/ boet
iliiilliliilll^Pi
|
|||||||
bp totet 't Öooft op-ftthem
, ï ï|p bonbJtje op 5 en'tbol&baatuptberjaagt/
4&0R hier en baat betfiunrot in beet en bjeemöe %mo(w Sözsitgt Ijf te ;aain 1 en ui 't batt tg betjaagt / «Beneeft bp bare pijn / ea lo(i naar bate banben» 3 ^ct "blaar gefternt/ aan'tbooge firmament/
(3CeU bpban etnioteen/ en noemt het met3t)nnai»«w Zihtflethf is groot/ ji)nmatbti3jonbereno/ «£n geen bernnfr joo.fcloeft bat baar ban'teHbBa»»' men» 4.' t CUenbig bolft betttoolt en helpt bp op / ,
ffcanncer het hart maar Mepn/ en tot bent ië genegen-
't föoobaatbtg bolk üjuht bp ben grootfehen kop t «Belp bp 't lage mint / 300 ftaat bp 't booge tegen. s gingtbanben^eet/ jmgtalWejiugenftonö/
«Bn laatub) hattboo? hemjön baiiRbaatbept ottm ren, . ,
5tooftJ)«ra/ enjiust/ aUeenniettnetbenraonö/ a,
|
|||||||
Derde Deel. ju
jftaat ïaafet 5tth 'tgehlann ban-t harpen fpel met
paren» « S)p beltt en neemt oen ^jmel upt ons 003 /
©oojstoaaten jtoart «Betaolft; enjenb ongjijnenje» gen/
©ie 't Hanïi hebocljt / ais 't boiftig ijö en bjoog / Cst aeeft be SSetgen gras boo? een bequaraen regen» 7 't «Bras gierig ©ee befchafwip snne fpijg;
enboeb in ;t)nen neft ben ongepmpmben ïtabett / ©ie tot hem roept (natuure maant hem totjs) iP paft op (teritt' beg paarbg/ noch op 5jm moebig bjaben» s typ heeft geen Inff aan pemanfess Moefc gebtent /
©fbaffe lijf / herjien met ongemepne firacljten: Skmt 5t)n berraaaft en bie hp gunft berleent / Stjn bte / bie hem ontzien / en op ;nn goebbepb taachton » PMtiban/ <©p?tj)l/ aerufalemp?ij(t«!E>ob/
mant hp is u een tyeer / uta doornen een bejo?ger; ïlta ©oo?t' een ftetht' en on-opboenlp fiot / Cn hintten nto begrijp 't geluh uan pber bojger» j*0 typ geeft en jenb ronbom in uto gebteb/ ietfcofteln&jïegoeb/ ben aangename ©?ebe; m ts bte u met noebjaam Öoojn hervet / © algtbenbe natuur bte lupfïett na jmt rebe» n typ jenb be &nee / bie bloitfeig riebev balt s
Sn ftropt ben fcherpen rijm / gelijk ais affche / neber. w geeft ben bojft/ baar'ttonterboo? beftalt: ©atftaat'er boo?be ftouto' ban 't felle tointer-taeber. * * i# 't 3tjncn rail / en fpjeeftt hp maar een tnoojb /
|et(t8nbnerfmelthet®!S/ en laat het mater fchtetctt: «nb hp oen toin'o upt eenig toarmer 00« / %et|tmtt 3al 'tïnatetgaan/ en'toube btietenbHeten. ïw3t ?9B3©nnjb enï©cttoaarin #jn&cri)tenlïaan/ •gt\t hp aan fjacobs hups bethonbigt en gegeben t wen anber boift beeft hp sulfts oopt gebaan / ««en menfch ban al bie geen bie op ber Starben lebett* |
|||||
© Over
|
|||||
.......-..jKe Kijmcii
OverdcargfPfahn.
|
|||||||
1 önetöten / bien be bienfï bes peeren i;S be*
lËlliilgÉIIülliill
troutot ©ie in $jjn mits mvë bc taagt gefïabig
|
|||||||
mumzg^
|
|||||||
'<' h,oub; «Sntóbergunt ban<E>ob/ te ff aan in
jgneïjouen; 3©elop: laatljatten monb ben naam bes: peeren loben.
2 5Mfï <fèob / en geeft tjemïof/ btêbjienb'IptëeK
goebJ
ïonft fijnen naam met sang / bie ïicfplp té en ?oet. 3|p heeft stcli gacob» J^ups bip-roillig uptbeEftoren/ <©p bat hein bat geflacht sis epgen ;ou betjooren. 3 ©eglgeewnbooge machten <!Bobbepb isbefaantf
aaeec ban al't geen bat <©obüan menfehen üjojb gt' naamt.
l?p boet al toat bp teil t 't SP toben of beneben / gjn gentel/ SCarbe/ Zee/ enbicpebupftethebem 4 ©anonbetuptbe?Jarb trekt öpljM jtoatebocgtV
©at ftp tot JBolften maafet en hangt Ijet ra be %oit)U 5^» is 't bie toonbeï boet/bieSSUremboojt (san bjengcw 3©iens fel Ie H9iuit bp temt/en gaat met Stegen mengen. f ©ie uut een bepuvltjH oo|b be ïBinben toapen iaat/
SBaatbaugeenmenfch/ boe hloets/ be fionft en S»n»
berftaat, m
|
|||||||
Derde Deel. 325
©ie'teeUï-geboren 5aab/ Dan 't minlïe tot ben mee»
ingantfcljoBgpptcn flocg/ inmenfcben eninbeeffent
6 4En pjaromet al't bolk/ baat't&anb bantoaS
betooont /
«Cot fchjik / in groot getal/ ?ön 3©onb'ten heeft getoont. ©ie ^steijen t'onber-b?acht / bte menig menftb ber, fioojben;
<2n menig macljtig ©o?(i en Honing be>e bertnoïnben, 7 ^iöonbenSCmottjt/ eengcooten machtig i|>eer;
€n <@g / geftroonben 33o?(i ban 23afan; met noch mee» ©an tjet berbloekte bolft bee ftoitte Stananiten / ©ie jag me» bat at t'jaam als boen baar Ieben lieten* 1
8 i|aar gocben alljet &anb/ 't bielhtoaS in baas
geteelb /
sneeft i»p (na bat hp baar 500 fcbanbighab gebelb) San jijn berainbe bolü gfraél uptgegeben / <©ra / als haar epgen erf/ baar in / en ban te leben, 9 «iBpbieöegtootfte (Itaft/ be neberige fpaart/
ïlto ^aam is groot/ en blijft/ bantptotttjb/ bet* maart /
€n jal Jijn op be tong ban ons nakomelingen / ©ie oikbiils u baar boo? uüi lof toe ?ullen jingetu 10 SEfSoben/ nptgebootft banjilberof bangoub/
(©ie 't bom Stfgobifcö bolk boo? mare «Boben öoub) 3©at 5iin bie anöers boch ban btnaje fpotternpen / «Semaakt ban 's menfthen ijanö boo; wenftbcn fantas SPeni
11 Zpbebbentoelcentnonb/ maar bk geen fpjaaft
en geeft;
<Sc5ic!)t / maar bat geen Hebt nocb geen gesicijt en ïiccft*
fötoee ooren aan bet ijooft/ maat bic 't gelupb niet ' baten: Cenfteel/ maar bie ben geeft noch in notbupt ftan la»
tent
11 Zp fcbönentoatte jtjn/ maar jijn al£ tainö en rook:
€it 50a als 't maahjel tg / ?oo ;iw be makers ook, Jpfcljnnenmattejint/ maar3bnboclj pbelheben/ «sn als be «Boben jt)n joo sfjn be bienaars meebe, 13 JP.aargp bie utoen naam »an SEfcaël afhaalt/
«n SP barons ftam / en bie ban a,ebi Daalt / Is Sooftl
|
|||
324 Stichtelijke Rijmen
Sooft / looft al t'saam ben ï|eet / met alle bie Ijem b?e»
jen/
«En 3bne jaajeftept oopt bienfï en eet betoesen» i+ Hooftljemupt^ionjsSSojcbt/ toantbpi£'tbot)< bel taaarb: ©ie onbet alle &te-en ban 5ön sebeeïe matb (■®m bat bp aan 3tjnbolkjjjtt siinfngliatttooutotoo* nen)
getufalem beïfeoog / om fïeebg baat in te toooneit» |
||||
Over den 148 Pfalm.
|
||||
Derde Deel. - Ji.S
2 3511e 5ü'neï?emeifctiaren
©ie 5Hn glotp openbaren t üBetbe^tejten/ Zon/ en4i&aan/ ©ie aan Jijnen ï^etncl |taan: 3ill bes ©emeis onime gangen/
jsaetbe jlBarmiöie baat hangen/
«En ban b-itatb $ijn opgeialuctjt
SSobenitibe. lichte SLucbtt .. ...
3 't jaoet al t'jaam ben föeete pjrjsen /
«Enjijn Hof hoog bosn op ttjjen: 3&ie 't al t'jatnen ntet een teoojb/
©oe 't noch niet en toas/ fcjacht boojt; ©ie 't al t'jamen moet lieftnuteii/ «En in taejeu boen gebuuten «En een baften ftanb baen (taan/ «En em toriffen gang boen gaan. 4 Hooft ben J|eet gp felle JSeeften
9|n be holen bet foeeeften; «En gnmoultersi in be Zee*
Hooft hem ïjagel/ ©o?(t/ en .Snee/ ©uut/ en ©amp/ en freïfte Winttnl <©ic u fteebjï gercet laat binbeu / Om te paffen on 't gebob ©an ben alberhoogften «Bob. s jubels/ 'Betgen/ bjucbtUar Zoomen/
$&et bie/ baat geen bjucltt affcomen: «En al taat'er leeft in 't Ifêoub; «En toat Jtch in 't ©elb onttjoub. ?tUe ©ieren bie baar trappen/ «En langs b'Satbe henen fluppen; Mit al toat'et beb'ten hseft/ «En be bunne %ucht beojjtoeeft / 6 «Êtoote Hupben met haat Éroeaen /■'
©ie op barben marht betoonen ; «Sn al toat biet hoog getïelb
Secbt berfthaft/ en meert geteelb: Slange Ünapen/ fnffebe JGUagben; ISlepn ban laten/ en 25ebaagben ; •atlotten/ moeien at te jaam ïoben «Bobs berheben j^aam; 7 ©ie men/ onber al oie leben /
H"en Hof-/ alleen moet geben. «Sant in -Piemel en op Stiarb |
||||
$z6 Stichtelijke Rijmen
üaf ijp Ijoog en toijb bermaaib,
SSHê bit ban fjaeoii baten Eullen jtjnen lof beröaïen: 3öant Ijp lieeftje bifc' Bcrïjoogt/ dijn na ijaat geltiü gedoogt. |
|||||||||
Uyt den 18 P/alm.
airtgronöclijftcmin b?aa8ift in mijn se* ff———-■-----3S$I----—~-t—•—-Ju—iZT~:f^!——
raoeb: (Sotnmijn £?eer / mijn «Bob/ mijn
pli^ïliiilÜlllllfili
Jiïacöt/ mönljoop/ mvjngoeb; JRtjn toojn bit
iiliiiiiiiiiiilüiplii
»t!?befc!)an)ï/ ttiijnfcbilb/ bit mp beb?nbi
piügifiilüiliillll
Cot u bie al mijn eet en eenig $q?Ianö jijt.
llIIÉIIIliliiiliïiflIil
Zoo fjaafl als ik mijn toug tot utoeti lof ontbanb/
ilif-flllilïfiiiiijlli
3©ietb il! ban u beöofï upt mijng ©panöen Ö«"^oe
|
|||||||||
2
|
|||||||||
t^m
|
|||||||||
Derde Deel. qi7
z ©De ifegetoojpmtiJasmonbcpïS hicpfïeu granb;
€n rnijnes leüens fiaat 300 gantfeb bjanljopig ftoub. ©efïriknenbanbebcotiwae ik al inbettoert ; ©e gromuel Dan be ü?el beangften mp mijn bett t ©egeejïfïoub op 'ttoctttdt: Dehelfchebupfterhepb/ ©ie eeittaig buutt (bocht mp) ;ag ik mp al herepb. 3 JRaat met bat mijn gefchjep enklagthaargaf om
boog €n boo? be toolkenbeen na «Bob ten i|erael bloog: ï?eeft mijn benautot gebeb 5ijn «Bobujk hatt geraakt; Cn tip 5tch tot mijn hulp tetfleonb geteeb gemaakt» ©e aiarb bentam jhn komft/eu febubbe öooz ben anglï : ©e 23eegen $ijnen toom / en beefben elk om bangfl: + ©amp ïooktenupt5ijn^eu?j ©uutblambenupt
ïtjn monb /
€n Wies en (tak in b?anb al tuat Ijet om $ith bcmb t . ©es hemels ba(ï gebouto boog ?ich boo? jiütcn fi?eeï / €ntoeekop3ijngebob/ enlietjijn ,g>tbeppetneer* 't3©a# bupftet oubet hem / ben toagen öie bp Ijab / ©at bias ben Cherubim / bic hem 500 flut en tab / j Heen boerbeboo? beïncjjt/ enb?oeg bemjooge»
Stoinb / 5üg babb' bp onbet 5ich be bïengels ban be toinö, ©e bichte bonkerbepD / albsaat bp benen ging / ©ie toas gelijk een föent / bie hem tonö-om bebing: ©e JBolfeen / bik en jtaatt / betbo?gen ijem in ijaae: 3ltiaat boo? 5ijn klaten glants toao bp Ijaajt openbaar, « ©ei©olkenb?akeitop/ enbeplbenbaar ban een.
©en Jgagcigopt op b'Jüatb: ben 2ölijeem Woog baas _, heen. €n boe bp nu be (tem liet gaan ten monbe tipt;
!©at gaf Óen ïjemel Doe een fcb?ikket jjh gelupt! ©eJijagelklatfteneet/ en maakt'een b?oef gerucht t ©e 25iitem / Ijeen en toceï boojfebittetbe be %utl)t: y 't 2©as niet banlttaal op fttail/ be ?iucht (300 b'Oo»
m genfeheen} was enkel buut en blam ban boben tot beneem
wat toas'et boe een ftb?ik bp 't bolk/ bat eeeft 500 koen/ «ijnieben hab belaagt/ eitgantfeh te niet taou boen! ©attoas noch niet genoeg* i©ant jijnes aicmg kracht/ "en 't bonb'ten ban jijn (tem / bte habben sulken macht; i <©ie Debm julk geuielb / bat b'Uatbe 3itij ontjloot /
*m imbben upt haai baa twee umte^ftïoanun goot/ |
||||
Si8 Stichtelijke Rijmen
«En t'eenemaal antbeftt boo? 'S menfcben ooge lag /
Zoo bat men bet en biep in ijaaten afgronb jag. 3ïibua quant mp be if eer ban boben af gebaalt / «En fteeft / ais ban be boob / mijn leben toeer geöaalt. 9 «Beüjft men pemanb treftt upt eenen roatetbloeb /
©ieanSets/ 3onberbulp/ in'tepnb berbjenften moet. i&P beeft mp boojjtjn banb/ mijns ©panbsijanbotu» rust /
©ie anbera boo? jijn jlerftr rap licbt Ijab onbctb?utst, 3|p beeft te niet gemaakt mijns Ijaters bitt'ren baat; * ib ant in mijn ongeuit? quam ijp mp f nel te baat. io ^p ijetft een epnb gemaakt ban mijn benautooen I
noob: iöant jijne liefb' eu gunft is tot mp fïerfc en geoot; «Dat mp / bit 3upbct beu / en bien bp boet en geeft / jflïa bat bP 3tet en toect bat ift b«er beb geleeft. ïlöant góbltiu»' ben ift niet; maai boe bat «Bob begeert; «En baar is niet bat mp ban 't reebte paö afkeert. ii Ena I©et ftaatin mijn hart/ 3p fiaaferbag en
nacht/ «En om ï»jn ijeplig l©oo?b teojb fteebs ban mp geüatut. 3ft ben mp jelfs een taaebt / op bafer geen geb?eft ©ooi oBob tn mp en ïp / en ben ooft jonber bleft: ©fes geeft tnp<ffiob beb?ucbt ban mijn geretb«gWo' jflftp / bie mijns lebens loop onjonbig be* gelepb, iz 3©ant«Bob/ gp jijt ten ibab/ bie bilipfwaft<*<
toont / «Bn 300 ató pber is / aan pbtr ïl betoont, ©ie goeb jijn en opreebt / 3jjt gp goeb tn ojjretöt / ©ennjomen 30* gP bjoom: troutoi ïfser aan trouwe ftnetbt*
©en repntn jijt gp repn t ben loojtn jijt gp loog / «£n obertreft ben lift met meerber lift altoos. is ©ielaagbernebertjijn/ bieljeiptgpbaarbigopi
«Sn bfufttse bien 't gemfc bet jegl treftt in ben top, «Bp Jijt bet bie mp Boog in eer bebt opgericht / «En mijne bupftetms beranbert in een licbt. jpaet il toin ift ben firnb / en bea een oo?log£-mait J .jpaetïl geen muur 3oa boog/ baar ift niet ober ftan. , i4 ©ie 4Bob/ baar al bat gaeb aan mp ban is gebaaiK
5Leett ons een i^eplig paft en repne toegen gaan. ©aar is geen eemg inaojb bat Oem ten monb uptblocpj' «>f'tis3oa«pnalssoub/ bat inbetmtur gegloept' lipt»
|
|||
Derde Deel.- 3,1?
«Seljeel boojloutert ï$ / en niet onrennS ueijoub*
i? is een (talen fcbiïb boo? eife bie hem betrouïüf ♦ is 49u jejjt/ afgobifcl) lEMft/ bie imielt beo? ijoat en (ieen / 3©aar is'et boel) een <Sob / ban onsen 450b alleen ? - Baat iss'es boel) een <öob/ toaar op men fcoft mag (laan/
©an onjen <0oballeen/ biettocftlmn boenontfaani ©ie «Bob fïerht mptjet lijf/ en maant belebenfrigy €n toont be Zitl een teieg / bie jonbet boling is. |
|||||||||
De Broederlijke Eendracht, ofte:
Lof des V redes. '_ Uytgediukt in een korte Verklaringeover denl33-ïfa'nii
Met noch ettiigcB].{chühen ter zelverjlojfc.
|
|||||||||
Over den 133 Pfalm.
A* Ü sTeteWr&oTbetmaamtó't/ïloejoet" en aangenaam tg 't / j©at Ueffelij&es pililllllii'llililiilülllill
bjengbtè't/ Bat biepet Ziel geneugt tg 't/
ÜlülIIfeÖsiillÉi
•* menden sicb hese. - - - tan 35n «Eenbjatbt
|
|||||||||
»;
|
|||||||||
33° Stichtelijke Rijmen
pillilil|ilililill|ii|~i|l
t'jaararele---------- hen / >©at jj? / eetijS ©abetiS
Zonen/ «tEentaonmgrjaamuetoonen;
2 «En bare harten een jijn /
«en nergens in berfrhe'en 3t(n/ «En een gemoeb 't gemoeb is/ «Beinfc bet uloeb een bloeb is* ©aar jiet men geen bennben/ ©aar tjoojt men ttoift nocb firijben/ ©aar is geen bupl geknibbel / moei) angftig tooojb gefltiubeU 3 «Been lafter-lteUig (happen/
«B;en batig achterklappen/ «Been qnabe/ na-bebenftent <©f pet bat ruft San fcrenfcen t
JBaat «Eenbjacht/ ïiefb' en ©jebc/ ©ie hebben baat baar fhbe / ©ie 3jjn baat Siomnginnen / «En bjoutoen ban be sinnen: 4 «Been Cooinighepüstempeefïeis
«ontroeren baar be geeflen: 4lMaar iiefb- aan aile jijben ©act pbets Ijaw berblnben Sin onbetlinge goebbepb; «En eeuloig-joete ïoetbepb. Slier beeft be Ziel fjaar ruft in/ «En boelt'er julfcen iuft in/ j SCls in ben teuft / toiens beugbett
JJïeus/ b?epn/ en hart bethengben/ ©oe lacon/ ©ons <Ebel ï?oog-g?iefter/ jtjnen fcljebel ,3©et SBaljera liet begieten/ ©ie ban 3tjn hooft «mam blieten/ «en toog met goïben neber ©oo? al Jtjn baart en Meeber, 6 ©en ©auto/ bie b'Sarö betoaaflemt/
^Jtsunltissïwï-aaflenw/ |
|||
Derde Deel. 331
aüMens ïtïiitt Mate bjoppen
©an ^etmons toocöte toppen <©P ^ions bergen balen/ ©ie als be Zonraat fttalen 3friet langet üieg laat olpen/ <©p 't ktupb als peet'Ien bjrjben: 7 «Belijh Ijp booj (©obs fchikking/
^tteht tot natuuts berquikking / <èn t stanb/ booj tjitt* betoolijitt/ JBet 5ijn koel natje bjolpt: Zoo is 't ook boo? be ntenfeben
<«Een ;aalt mei baaarb om Vnehfcijeit ©ie koftet is te achten / ©ie toaatbisna te trachten/ 8 ©ie toaten trooft kan geben
gelfs in bit epnbtg lenen / 3CIS eenbjacht plaats kan binben/
«©mbart aan hart te binben/
<©m macht aan macht te knoopen/ ',
<gn tuft op tuft te hoopen.
©ies mach 5ulft hups toel roemen/,
<!En 3icb gelukkig noemen:
9 JBant baat be liefbe ifeer is /
«gn onoje'e nimmermeer is/ gal 't leben altn'o buuren/
(Zoo ?al 't be ïjeet beftuuren) ©e &gen noopt betlïetbcn / jEVaat eeutoig baat aan etben: 'tJBoojb/ ban «Bob jetfg gefpjoften/ 23iijftbaft/ en onbetbjokeiu |
|||||
t-BY SCHRIFT.
p.pllili-lllililllil
A-' nE Cenbjacht boo? <Ê>obs <Öeefi eet=
pïiïiiilliillllliiili
tft&s abp ijosjj; DwSeben <t£n t>oo? «eng &omngs
|
|||||
332 Stichtelijke Rijmen.
pi lillllillllilllililiiii
Penjoo lieffeltja oefrgjeom/ #u in J^eet-
btiptfcgen &?ira / op «Bjickfthe maat gebigt / «Cit elk tot nut en Iu(ï ge - jonben inget iitljt,
2 ©ie«Bob/ bie'tgoebeUeft/bejlmeerbetfian^5
maken /
©an «Bffet op 't Sdttaai / en bupjent julke jatten i men @ob/üeljalben 't Ijeplöatj' in Ijaat jelben W/ Metraeerbetijepl befcljenfct/ eneeutotg jegenigeejï• 3 <©f peraanb/ bie raifftöien om öave fchoonbepa mw-
ï)?joeiitbei©mlbboo?/ maatjalje neïgensbinbeit/
©an baat elfeanb'ren boet / gelijk ijp jettwt ujouu» /
t ©at/ tngelijkgebal/ aangemgefttjiebenjjoj»»• , 4 ©aat epgen onüetftanb ootmoebig toe?b geujeis» /
€ntan$e tupbenraab ntet bommeinfe "etfmeten. , ©aat een Oie tóijshepb heeft/geut geiten nietbeÖ*W
jl%aat 'S naafïens otrtesftanb / en jtoakbtpb ga*"1" s ©aas pber naarfïig ig Jijns naalïens fepl te bekent
©aar elk bes anbetsgau boojtoelbaab joekttei" ©aat poet op jijn öetbt ten Jjoogfïe niet enbjingt::
©aat elft jgnlulï tot baat/ tnepgen «et WW™* 6 ©aat ü'iönoerbaan jitg binb aanjijjwS.*"
Httttn/ ,,,„.
gta/ fcgoonbetongelijkt/ niet tegen op gaat a"""*t/
©aat bjeembelingen raab gejotbt mfr noch g«»<w *lotii ook 't gtwune btft om epgen nut berftopjD. , 7 ©aat b'JÊbet-geet gettolt üatt jijne «©nö"**^.
aanüSobbeü§eet ban albe gamftge tajaak p»J ©aat vmitr geer gebenkt (en toont tet met'« o«|^
|
|||
Derde Deel. 3 33
<©at&aatmi3§oogeïté/ toaatnnbetbat bpftaat:
s ©ochmeeftenbobenal/ als bp om geene bingen/ 3n «Bobeg ïf eetfcljappp hem jelben in tott b?mgen / üiaaaï laat in stjn «Beloof een pbet / tnie 't ook jp / 38an «Bob bebolen jijn/ enelhjsgebachtenb?pt |
|||||
II. BYSCHRIFT.
max beel be IBcerelb goeb (joo ebêl is be . beugb] Züv inoeff et bjebc jijn / eu eentoig rnfï en iil^illüllllliis
bjeugb: ï©aat beel be JBserelb quaab (joo
iiiliilliiiiiililMlïlilii
leelijls 5ijn be ïonbenj Zoo toaatbet eben*
bjei noch geene ©#'« gebonben*
* 't«Boeb is btrajelben goeb/ en betert biR noeh't
quaab: J * ©aat 't quaab nocb met het goeb / notb met bem *rtf*
■k beftaat, «a«n» ®e JBtet'lb bejïaat uut ttoeen / uut goeb' en quabe men»
te icÖcn > f q"aoe 5'jn öf meed / bie gaat bet beel na toenfrben •
fee n^SOseCE 5H."öe """f*; P*at °»3et is na b|C'é :J"' «e quabe boen tte met / en 't boet be bjome mee. © 7 ©^
|
|||||
334 Stichtelijke Rijmen
©er quaben mcnfchen luft / is fcrjben / ttoilïen / Jtrijgut'-
©etgoeben/ bat trompet en trommel eeutnig Jtougen, 4 ©e goebe (laan na bje'e / ooK met baar epgen frija'e:
©e quabe attjten 't niet / en 't goeb tioet niemanb fla. •©egoebenrnillengaam/ iiyr lujttot b?ebe/ bupfeen: ©e quaben 3 jjn getrioon baat beugben te misb?npfeen. 5 ïïojtaf/ boe bat men 'tb?aapt/ 't fetjijntal ter»
geeffrtjeiiijn;
3Bil <jBob: be ©?oes tuil niet/maat plat af nteeftetjtjtt. 3©at raab;ï|oe ftan t banjvjn batpemanb ban btelet»» ©ie toenfcöetrjKen &tanD met reebtsp toegefcijjeDeit/ 6 en 't groote idepi-gemet/ baat <©abiö ons Dan
Jingt:
'tUMfc npt 4Ecnb?acljtigI)epb en Sfooebet-bzeeb' ont» fujingtï
«Bob bibben / bat hp 't fct)ifs bat beie ban be ©?omen / ©ei©erelbtoteeiilicht/ in tenbjaebtrjamen komen; 7 J&ifïonsbenü^eebannot!)/ ais tlkljetwn mmt
boet/
£ oo binten top hem bits i»p *öoö en ons gemoetn |
||||||
II.I. BY..S.C.HRIFT.
Tot Bejluyt.
*t T Sniet dat gy de Eendracht prijfl:
En met den mond Hechts luft bevvijft:
'tlsyet datgy na Eendracht haakt; En twift verlaat, en vreede maakt, 't Is veel dat gy van Vreede houd , Als gy met recht wel niet en zoud. Het eeifte doen de booze wel: Het tweede doen de looze wel: Maar't derde(en hetbefteis'tj ) Dat doet gsen j dan een ware Chrift. |
||||||
1% Bï'
|
||||||
Derde Deel. $%.f
|
||||||||
IV. Byschrift voor den Drukker ,
Die dit voorgaande (zijnde zijn eerjleJVerlA ald'creerjï heeft
gedrukt rot H O O R N. Aan de ware Lief-hebbers des Vredes.
Toe-eigen- dicht des Drukkers,
flOds Vrienden hier en daar de Wereld doorverfpreyd»
Die's Werelds twilt-luft haat,en menigmaal befchreyd: Ontfangt (want u vooral behoort het toe) van my Dit Dicht, het eeifte Werk van onze Drukkery. Word u des Vteeds gebruyk ten deelenu belet: Hier is de Schildery , vermaaku t'wijl daar niet, fn denkt (en zucht tot God, alsgyhaar fchoonheydziet) Hoe lelijk dat hy doet, diezulken fchoonheyd vlied: Op dat gy nimmermeer (zoo veel het aan uftaat) Om Aardi'ch noch Geeftelijk, in zulke (lappen gaat, 'tlswaar, gy hebtzelief, en hoeft geen beeltenis Die u van nieuws eerft leer, wie, en hoe fchoonzy is , Dewate Minnaar-kent het fchoonedat hymint: Dan't let niet dat de geeft zomtijds ververfching vind» Temeerder vYaft delield', hoe kennishooger (tijgt.' Ten minden is 't niet quaad, dat Liefde voedzel krijgt.. |
||||||||
Volgende Pfalmen zonder Hooft-opfchrift.
Pfalm 4. |
||||||||
WWW
|
||||||||
:^\6 Stichtelijke Rijmen.
|
||||||
IBeefi bitmaat ooft genabtg/ en Iaat uto
||g!|||i|lï|f|p{Ê|iÊ|iiËi=
oo - - ren ras iCot gooren jtjn gereet,
$oe tang/ bectoaanbe menfcben/ paft gp niet
op mijn ïeer i US>at té 't bat u belet i ©e pbel*
hepb/ en teugen/ ©aar hebt gp al teseerubx
Sinnen op - - ge$et*
z 3©o|b totjs / en meshteenjJ ober/ hoe «Sob bie fluiitt
en lepb ©ie bpbertooreu heeft, Soep ik hem aan / tot booren is hp terftont bttcpt I ©k troeft in lijben geeft, ,. „
^chjiftt ban/en hebt be jonben niet langer tot uto Wx-
Maat'» nachts op t bet.' in ftilt / ,
^>p?eehtban met uto gceachten(ea Heertje heen/en W
ll|oeöatgpletoentoilt, „
3 3©ttt gp een offer flacljtcnf i aar <Sob 5*« w
heugt i.
(Ken ia geen bleefcb of bïoeb; h
<0een bleefch / of bioeb ban beeften t snaar onpmw
te beugb /
ïlpt een oprotjt getnoeb».
|
||||||
Derde Deel. *37
©ie ;ulft een offet offert/ mach toel bjpmoebig gaan/
Cn hopen baft ou «Bob:
©f fcboon het btoa3e boiftje geen acht öaar oy toü (laan/ «En bifttoilgbaar me'efpot, .' ... 4 «Beeft BP inp |lecl)ts raanfcljoutoen uto lieffelüfc
gelaat / Eoo boeit het hart geen 3ptjn+ JBilt %p mijn bjienö flec&ts toejen ; bat i$ ben hcogfïen ffaat/ ©aar ifc in toenfcb te jijn, Cenanber mag 3tjn kamers be?3ien ban ftoojn en Rojït 3n 't hart bejojgt en bang»
€en anbtt mach snn «eibers toersien met toijn en mofï / «Bn3o?genbet/ en lang: s .aBaaï il; !)>il jonbee 3o?gen(toant «Bob bte 3o?gt boo? mp) «Baan (lapen met een lufï: öaan ruften 3onber buchten (toant «Bob Me ijS bp mp) «Een3oet/ enbiepetuft* |
|||||||||||||
Pfalm if.
mmimmmwmÊ
|
|||||||||||||
3e banbe menfichen/ Mttn/ gal
lÉIiëlpiÉlfigiili!
hebben Julften eere; Zal hebben julftenlot;
|
|||||||||||||
=35
|
|||||||||||||
Piiiiflif^iÉ=ili
®at hp met ïï/ jijn «Bob/ Zijn ^.thepjier/
|
|||||||||||||
-.-^
|
|||||||||||||
tn Sönïioning/ Zal tooucnin een tooning i
IBie
|
|||||||||||||
338 Stichtelijke Rijmen
—*--;||Éi|Ipjj
|
|||||||
3Bie iS'er 300 beminb / €n ït 500 .
|
|||||||
ÏJcben ftinb .
* «Brij! toieban albie leben/
^al na bit ft.ijtê leben / «Baan op be blrtbe rep» Ma 't eeutaig «Bobs-pallepS . ©aar niet ban tojeeb' en tuft iS I «En eentoig-eeutoig ruft is/ <©nt mitoig/ ;onber piin: ü« b?eugbe baar te 5ijh. 3 ©ie repu en onbefmet iS;
3Biens hart tot beugb gejet iS / «En heeft ren ftlaar gemoeb / Sin ai toat bat lip boet. ©te «Bob een fiabig ftnecljt iS /
«En boet altijb toat recht is» ©te noopt/ boe 5ter toerjotht/ (Eot liegen is gebjocht s 4 Jfêaar fpjeeftt altijb bat toaar ifl/
<©f 't fchoon al met gebaar iS; «En in 3ijnjï harten gronb
SEuo is als in ben ntonb* ©ie noopt ban jijne lippen «E'n eenig tooojb laat glippen / a?at in be ooien gaat/ ffiot 's naaftens fchanb of fmaab. s ©ie niemanbs leeb of nuaab iö:
3®aar lieber hulp en baat is» ©ie niemanbs naam bctoie.it/ jlBaar lietoer frhanb toebeftt. ©ie riuahe lie'n nocl) p?t)5*n/ 3ftoctj eete tuil betofljen/ 3M 3ijn3' ooft groot balt pjacht / «En ban mceff elft geaebt. ■• j.Kaar i)?ome gaarn toil eeren/
HEn sicij toooj baar toerne'ereu/ |
|||||||
Derde Dsel. 339
|
||||||||
9CI Jrinj' ooit ftlepn ban ffaat/
«En ban mecfï elft berfinaab. ©ie baft is en bol ttoumen/ <Cn jonen eeb toil houttien/ ©ie ban hem të gebaan / «En ijouö jith hatb baat aan, 7 ©iegeenbupltnftbomsjccfcet
Zijn gelb niet geeft op taoefcet; ijioeh rgh ban anbers goeb/ ©liniu jijnes naaftens Woeb, «©ie niemanb oopt beftoojben/ Mtt giften of met tooojben/ <©m/ bie geen fcijulb en heeft/ Ce maften bat hp fneeft, s ©ie joo tól jal beMjjbeu/
«En in «Bobs toooning biijben; «En eeutoig baft beftaan/ lijs -t al biet jal bergaan» |
||||||||
Pfalm i<S.
|
||||||||
iïiiifiilIïiSSll 1
Öouto/ «Enanbetsgeen. ©enbienfï/ bie il ban
|
||||||||
Stichtelijke Rijmen.
|
||||||||
34o
|
||||||||
jalrg' tyigxe njtt. ^at totet <fe totl<
2 hierom is 't bat mijn jtele nu:
<öm 't taolfi te hiaten / bat gp ït
©««toren hebt.
«Buaab abontmir en lianen pijn/ ©at is ben loon
aaan bie ban u getoefcen jijn ®ot bjeembe gou-n.
3 ©et offer bat 3ulfc bolfe u boet/
l©il ifc berfntaan!
fêaar imtgeftojte bofcken-bloeb Eoerift niet aan:
J?aar ftem mojb metiban mp geacht/ ©aar <t taaarbepb gelb:
«aar naait in geea berbonb gebacht/ i <®f papt gentelb.
4 «Bebfêi mijn erf/ en al mijn goeb/
©aar ifc op ftaj
©ie mp en 't mijn al 't jaara hehoeb ©oo? 3tjn gena'e*
^oo liejïijh/ als een ïjof bie hloepb/ ^staat nu mijn lot.
<& heerlijfc erf / mp toegebloept ©an mijnen «Bob!
s Sjfc banft be S&eten / mnnenraab/ ©ie 't al regeert/
«En 'S nachts hem in mijn hart in Iaat/ «En tonshepb leert*
aöat bat i» boe/ toat bat ifc poog/ «Bob is mp bp:
ï|p (iaat mp in mijns harten oeg / 't Zp toaae ifc 3j>.
6 Zi}n hulp (ïaat mp altijb gereeb; ©es blijf ifc tois /
goo bat mijn hart/ nu ifc bat tocet/ ffiol bltjbfcbap is. .,
jaijn tong/ boo? toeugb/ toilmet haatf#w
«Bobs eer öerbjeen ? - ^
|
||||||||
Derde Deel. 341
<£neen intoenüig harts beemaak
©erquikt mnn le'en. _ 7 i©ant sp ïMlt mp / aljs boobeg noot»
,$tu ia bcjuutc /
Jliet laten blijben in een boob / ©ie altnb buutt;
<©f niet gebogen / bat bet lijf ïltos ©Jienbs / 500 toaarb /
gin 't gtaf een aas bet toojmen blijf/ ©f tott' in b'aatb,
8 ©en toeg / bie na het teben lepb /
«©ntbekt gp mp:
©olkoinen bjeugb en lieflnkbepb ©loept al ban bp*
<5p 5öt be geen/ bie 't alles geeft/ dgn rader tnb/
D9at eenig menfch geniet en heeft/ ©at bent betblnb.
|
|||||
Pialm 22.
M fn «Bob / mijn «Bob / toat is'er bat gp tnp hebt bet*
1 laten ï
©at ik om hulp moet buplen / en 't Ijuplen niet mag faas
teni
©in niet tg al mijn Magen5 of toep ik al ben bag / ©f al be nacht; utoootenjijnboof totmnngefelag» Nochtans jijt gp be jelbe / bie gp een» plag te toejen / «en 3^eplig Üeer in jsion / ban ^>ion 500 gepje jen* W ?i)t ijet baat on3" ©abets op hoopten in ellenb / €n ais ;p op u hoopten / het nuaab b?atht aan een enb: Jgannee» jp tot u tiepen / los taaien bate banben: watmctsy op u betttontoben / noopt taieeben ;p te fcljanben:
maat ik (epiaas!) toat ben ik* eentoojraennieteen k menfthi ®ie niemanb kan betoegen tot eenen goeben toenfeh:
€enfpotban allemenftben/ eenfmaabban hoog'/ en „.. lagen/ ®« ntemanb helpt jtjn löben boo? raeMiften bjagen*
©ie
|
|||||
34^ Stichtelijke Rijmen
©ie rap aanfcboutoen/ fpe?ren uptfpot haar tnontren
op;
«Enbieboo?bpmp toanb'len/ bie fcljtibbeu haren nop. 3ücb! met wat tojeeöer tooo?ben toojb mp mijn ha» boojfucbeit;
SBanneerift/ met mijn ooren/ aanhoo? aljutne reben: ©at is bp / bie ben l!?eere baat fijnen bulper biel / «En boo? 5ijn troofï iri lijben / 500 bp in lijben biel* Ji.11 is bp swaar in lijben / nu treffen hem be plagen; Jjïumacb bp aan ben lleere/ jijnnrups ennoob gaan Klagen:
IBil «Bob ons nu boen Mijnen / bat bp afijn «Bob wil Jijit» Zoo laat bein «Bob nu helpen / berloffen upt be pijn» ©it fpjehen3si/en Iagefteni©aar gp nochtans mp flabig/ ©att oat ift was geboren / 500 goeb Waart / en genabij« ©oe gp mp öeeb aanfcboutoen 't berheugelijne licht / «En itt noch lag aan bojften / toaart gp mijn toeberjiehtt IBeeft nu/ weeft nu niet öe?re/ mtangft 500öicljtna bpis:
IBilt nu niet achter Wijnen/nu niemanb meer met mp •»• dIKijn hater? Jön als Oflen / bie bjepgen en omringen > ' gtlg bet gemefle <©f[en / bie om mp Ijenen fpjingen» gp ijong'ren na mijn leben / gelijft een Steeuto / bie bu» 4^a 'ttoiecffö ban anb're bieren/ en boo? öe25oflt9m 6|Ult.
I^et Moeb is rap als toater ten toonben upt-gebjeben:
't «Beueent befwijitt; beleben beginnen tebegebett. J|et üatt is mp intoenbig al 500 in 't lijf geftelt / 3tl$ 't l©as is / bat be ^onne boo? bare ijit oetfmelt. |©eg ïtjn al mijne ftrachtenjberbjoogt jtjn al mijn leb"1' <!BeIijlteenfchetf/ biebo? isbanalleüogtigljeben. ©e fpjanelooje tonge blijft hangen aan ben raak» ;Ir jie hoe langs boe meerber bat ift ben boobgenaas* Het rotte bergobloosen is alsoetWoebehonben/ ©ie mp ronbom benenren / en jammerlijft beurWonb*» > 4lBijn ganöen en mijn boeten bie hebben ;p benrboojt: / <ÏEnop mijn lijf bebjeben beelraeer als eenen moow», jTOijn lichaam boo? haar rennen / en ongenaöig <n«l;"' j&taat lucljtig upt-gefpannen / en laat be beenen teut"» <Cn als be rajernpe geen nieuwe pijn meer weet / %aa blijben noch be 3innen ban haat al ebenheet* , ©ies 3p 'tgejiebt bermepben / in mp aijoo vmwW toen & |
|||
Derde Deel. 343
t:ii fcbeppett {jaar berheugen in ut|jn;oa groot bmmi*
toen,
Sjtt 'tepnb bansulfs fpectakel/ bertnoepb / maat niet bersaab
Eoobeelengp/ en toerpen b« lat om mtjngetoaab* injuifte bangigljeben / moet gp mp niet te3toöfeen; ©Pikeer/ mijnfierHt'/ enljulue/ engeen3in£ banmp togifen t
Somt tas / en teeerb be pijne bie mp bet barte h jeeitt / «En mp als feberpegtoeerben/btoers boo? Ijet bartefleekt. Somt ras / bat gp oe boo3en haar tojeebe luften ftilt s ©ie na mijn lenen fnaKfcen,gelijH een Heeuto na't toilb» ©erloft mp ban be to?eeben / bie op mp 31J11 berbolgen/ «En recht/ alsbullebonöen/ alommempberbolgem Bettoftmp ban mijn bpanb/ bieuptis opmijitboob/ €n mp aan alle stjben nelijk een Cenboojn fioot* ©an Caïsf ih boob en helle te boben ben genomen) Kal in bp mijne b?oeber# / en fcljate ban be bjomen / ©en lof utas naams boen boomt en roemen oberlupb / <6n fpjeftetfntoe toaarbepb en Kracht bjpmoebig npt* ©! al bie oopt ben Sfeere met troutoer harten bienben/ €nin3hnB?ec3eiecfDen/ alsongebepnsbe bjienben: aoemt Jent! en gp al t'samen bie Jacobs ftinb'ren 3öt / ©oeteet/ en looft bendeere/ bie 300 na bjuft berbltjtu want bp heeft niet'berlaten be een;aamhepb berarment €n hem ook niet berfmabigt/in jijn gefctjjep en ftarmen: fflaarboe gijn bjoebig febjepen/ en ftemme tot hem miam/
f «ffont ;tjn b?oebig febjepen / en fïem ter harten nam, daarom ton" in htm piijjcn bp bjecmbee bolnen febaren/ gn 't lof ban jijnc baben be lèerelb boo? betmaren: ©e tollüge beloften / bie ban mp 5tjn gefcljieb / «al in hem baar betalen/ baaftbepllgbolls bettftu ©e neberige harten / bie ban geen rroaab en toeten: Jtot «Bobs 23anhet geroepen / ijit 3ullen bjolnft eten/ «nlieffeltjkberjabigt hempjüjenbie baar leeft; |K alle goeb / en bjeugbe alleen ben menfehen geeft: ©ie binnen in haar harten met 3nllienKracbtl3altooos= « . nen/ *nbaat al 5«tfte tephensban bafte liefbe toonen 5
«at Ijaar / 300 lang 3? leben in -s SBereibs jamraerbal/ «tetibjee^ uaneentoig fterben't gemoebmeer pijnen 3«W
|
|||
J44 Stichtelijke Rijmen.
©e ïöerelö jal 't aanfcljoutoeu tot aan baat toetbfïe en*
ben/
(jEntot ben lieer/ bic 't ljatte3oottoo<ïenkan/ baar toenöen,
<f5ecn ftemme nocö geflacbte ban bolken/ brie jpjijn/ ©at nieten jal aattbibben booj 's peeren klaar aan» fchjn.
J® ant niet alleen in 3acob jal bent Ijet tijk behagen; 4Pftaat onbet bjeembe bolken 3albnbe litoonooköja* oen:
301 toatet op bet aartien groot enbetbeben té/ gal om 3ijn fpijs te routen aangaan aan sijtten W'. <aEn als get lijf het boetjel nu tot jicb Ijeeft genomen / Sanbibben / en getaillig tot jtjnen bienfie Komen» ©ie arm 3ön en berfeboben / be flecbte banbe lirn; ©ie suilen tot hem naken / en bupgen bembe knie'it: 3©autom gebientte toefen/ sal hem geen jjaabontoie» *en >
©at ban bcm / fijnen $eere / ban kinb tot Wnb m W 4Ett3tjue rechte Heetten inbjukken in 't gemoeö
® an -t ©olK/bat na 3al komen / op bat het baat nabost.
|
|||||||
Pfalmaj.
A L E P H.
|
|||||||
•tëcbopratjn lang noch Jtoeetb/ J^oclj
fttöbbaat mans* noch peetb; Jfiaat <Êob mijn $|eet / en helb / as al ratjn hoo» gelttlt» Belb, |
|||||||
Derde Deel. 34*
Eeth. M»akt l bat iriijn Doop o» op
<©een pbel fjooptnsp/ ©fit tic in fcjjanb niet taalt: «jlKijn upanb tot nemtaafu Gimel. ©ie op u Jtaat/ is »?p
39an fcbanb/ en fpottetnpt «IBaat al toie u niet acijt/ 3©ojb Jiaafï te fcbanb geb|att)t, Daleth. <©ok in be bnpfïertiepb /
i©aac in be JBerelb lepb / Maakt gp mp/ &eet getoiS/ 2©at terljt/ en onrecht is» He. ©e 3©ef lb i& bol fccojorijs
®aarom joo Uut mp boel)/ ©at ih be toauiljepb «ie/ 4En bno; be leugen Mm Vau. ©aar is niemanb/ bangp/
©ie bit itan boen aan ntp/ «ffiob/ birtnp helpt/ en öoeo/ «Eu ffaöiff ijqpen troet» Zain. 3öan bat be 3©etl'b Segatt/
Hebt gp aan menig man 23armöartighepb gebaan: «Btbmfit/ <© Heer/ baar aan» Heth. ©e jonberi/ en onbeugb/
3n mijne toulpfcfte jetigb/ «©ntoijffelijfc gefehieb/ «Bebenfit/ <© ©eer/ bfe niet. Theth. ©e Jgeet tof ttoiö»/ ett goeoi ©ieis Mopt i)p aan ngeftioefr/
«Bn leett ben 5ortbaat gaan
San 's boobs op 'S lebens oaan*
_ Jod. *t €enbo«big Sart/ bat btoaaft ƒ
©aar is't/ ïiat <©ob in baalt/
«En onbettojjfï/ en leett/
3©atgoebiSs laat tietkmt*
Caph. ©e nwgen / We «©ob tfcpy <En 's mettfthen fjart mmmS
fgatt goeb/ gettottto/ ett taaat
33oo? <&obs gettontoe ftftaat,
Lamed. ©etgéef mp mijn -mfsoaati/ ■fPün misbaab groot en quaabs
«oo ütop m mam btkmt
|
||||
46 Stichtelijke Rijmen.
(SrotaanbcsüBetelbsrenb.
Mem. I© ie wet tenn ban geeft/
®ie <êod ban batten bjeeft 1 381 toat ÖP beet of laat 5 «Bob is* 39» ft""*"» ïa«?* ,„ „s ,
Nun. Jttettüftmobetbloeö/
<©entetl)D alïegoeb: gijn jaab öuo} «öobcs oano / SSKit/ enboub Ijetlanb, Samech. ©O&PtoDSljepb/ Ctt fêtteJt/
313aat Dan geen taaan- tuvjs toe" /
asatljetbcïgtinmUjest ©aatOSobgcb?e«ftbantoettu . Ajin. ffiaatife tnp toenb of heet/
•tdBestc&npnaöénJ&eet/ ; ; ©ie'toagookt'mptoaattSftteKt/ j
4En'» topaubs net untreRt»
phe licb! totnb bet gunftig Ucljt
3©an't©abcïlÜSge3iclJt ©snip; fcieeenjaam 3toeef7 <f£iimel!«tbeleef. Tzade.' JBtjnSi Jatten angfï isS gtoot:
JÖelptmpupt mijnen noob: Mem toat een batt al lnb t «én fchelö mijn 3onben mint* coph. <©toot i# mijns bpanbg !)aaf;
©ieotttmi>benen gaat: «Stoot ishp ban getal/ nWOmriéob/ Homt bil
©atifts«nfeöanbenlp. ©Hjb/enfeomtmptebaat/ ©iempopntoetlaat, ;,.„».,.,, •' t schin. iöanbupttnbeniHfletït/
git'tljattbeniHoptecht/ Snfteunooubjettouto/ ©at 'S 't al baat ik op bonto. Tau. tèlptSlacob/ uto geflapt
(©atbulpbanubettoacötj . ïlBtallenoobenpnny. ,. . ,& :- «Enlaft/ öaatJPtnsön. : ■ '"'r
|
|||||||
2
|
|||||||
P6I1U
|
|||||||
Derde Deel. 347
Pfalm4J.
plllfliiiltilltillili
(©b / bten ik mijnen Öicötet maak / aBeefl
sllliliiiiiiiiliËiilil
beflicljter in al mijn 3aan ; «Tegen 't boo*
5e sebjocb / oat mp I® il üetlïïiftRen / en öelptme
SP. <©ob mijn jïethte/ mijn toeberlaat / "©aar
het öarte 5ön boap op (laat / «Bob / mijn M*
iüüiilllèll^liïlll^^
pet / ijoe ftoinet op / ©at ik ïon»
|
|||||||||
itïÈüi
|
|||||||||
ber «to bulpe jpi h-z*
3. f©aaromtaatgempinbepÖn/
«E n $ao treurig en angftig jijn i 'Ulis öte bloebige bpanb bjiugt / ; , «En m p 't boogfïe gebaar otsringt i ^enbuto' ttiaarbepben bepljaara üibt;.; . ". ©at in alle mtjn gangen riebt/ , '., f, «Bmtetoaubelenopyetpab ,,
a^aas «toe l}tpiige bjengbe (ïab: ^3 (Sm te naften aan 'm altaar /'.,,.., 3tt«to«Boböeltjftfêapjï/ en baar l • - ■ |
|||||||||
34§ Stichtelijke Rijmen,
tl/ fonteyne ban Darts geneugi/
it/ Jontepne ban aUeb?«igb/ 2Sp te taejen in batten-luft/ <jgn geburige 31de tuft: «Bm met Iteffeüjft fcarp-geManfc/ <Én ijct c'oele fceel-gejanlt / 5 ït te pitjïen om al ftet goeb/
•©at ui» gunfiige banb mp boet. daarom 58* 5« 50e ï«« ontflelti IBaatom 5tjtge 500 neergebelt! <© mijn Ziele / nu quelt niet meer s l^ebt betrouten op <asob ben ïjeer: ©ten ili lobên en ecren gal / 5JIJS mijn lijtan en ongebaï .^cnS ten epnbe §al jija gebjaeftt/ ©oo? jiju baatbigè ijmp en macijt* |
|||||
Ffalm 44-
t €tt ajp on»* f ame Die öeeft Dei onjS boen ftoown
*-' jMetöhxeepaen oorent _„„ «cnrffljtïöabèris/ fyttxtl bfe Rebben oöjïbertelt
'tïöebjijf ban urn getoete:
39anutoetoonber-baben/ bie3pten ftarenbagot gn oube tijben jagem , „«,„„>,,
«5P hebt be bjeembe Wton berbjebett wt baat «W» 1
«En baat baar ingeplant» „,»,«,* test»
^nheM&ebjeembebolfcenmetjJlagtni «t baat"»
©aatirogetoeejtmet jegen, „ ..^.«„aH/
©e bitten moffen fierben / en baar «ejlatöt Iw*»"' <©n3' ©aberis fiam mies aan» wtl
ffitt lanbbot bJiérb gewonnen; maat trl« booj 9»
htagten/ ïf cftten/
©ietoaren'tött'tbe^icbtem „Hieiafliti 3©atmotljtbebp?jaaftü!C5eni ftflonöïn uttftW
^atomölBtsp'i-geöaatit «*s |
|||||
Derde Deel. 349
€» noth. ïöt gp be Sioning en jelbe «Bob gebleben /
©ie bpflanb plag te geben;
©ie u met hm tooojben aan facob hebt betplicbt „ Cejüitjijntoeberjicht. iilt gp ons Krachten geben / soo ranen onj' bpanben 211 t'jamen haafï tn fchanben:
J©j tnerpenje ter aatben / gelijft een &tia op 't belb _. $« met jijn hoornen belt. Bilt gp ons «rathten geben; ?oo twben top be ©ojfren (©pharetrotjebojffen:
Soo maften top een epnb' ban all' öaar macht en lof / €n treben3'in ben ftof.
©lij- basten bte jijn moebig; maas niet op onjc bogen / ©fmenfchciijft bermogen:
m 5Ön getois ban huipe / en leben onberbaarb s . J&aat niet op fcbilb of jtoaatb. ©P 4Sob/gp jijt be Ijuipet /bie ttooft /en ons nomt bjpen idan on3e J©eetpa«pen.
©P frtjcpbïe bie ons haten s en maakt bat haren haat «©nsrtieteulïvekt totquaab.
©us mogen top toel jingen / en laten onje monben «Robscetenmathttoetlionben:
Cabeo? al't goebhem banften/ joo lang be SHarbjal ftaant
... '©enljemelorajalgaan. «aatnn (boeraag battoejcn) jtjntop iranu berftoo* ten
A .sHaetfmaabhepbobetgaten* wptreittniet/ alsbao? henen/ beboojftetabenfttijb/ A ©Ö 5Ön on3' Jtepbsman qnijt. «>P laationa f en recht anbers plag 't nothtaafitjegfe „ fchieben)
©ooj onsen ©panb blieben.
**» inaaht oofe bat be upanb ona inonj'bl ucbtta ftagtj!' €n taeg-boett tot een hupt*
"»£> laat ben bpanb moo?ben/top toejben boob gefwtetöt/ ,». *»ls fchapen om teeten. * bjeember bomen lanben 500 toojbea top geUpfc/ - €n bier en baar berfpjepb. ^? 8ebt met ona geöanbelt regt of gp ons berhogt hab / <a« »,€n.op be Métiit gedocht hab. s wjftt*m I m bertioopt ons / alom/ aas alle man / «en sebt geen toinfï baar ban,
«3 j, 3©at
|
|||
3?o Stichtelijke Rijmen.
|©at Iaat gp ong al fmaab&epbs' en bitter fpotg bejuu*
ren ©an onje naaffe bituren i
2©P 3Ön ben bjeemben bolken tjaar fïof ban boerterp / «Een felucfjt en jokftemp,
^PfcOnbben bare ïjoofben / geiijRalSobetSotten/ ©ie taaarb jijn om befpotten,
't Ss aitijb fmaab, ©tes 't aansichr ban febaamt / baas 'tblotbopjtygt/ 4>teebs anöer bertoe krijgt.
JP moet lip menfeijen leben ftie niet ban lafter fpjekeit / «3n bianbtn om te bwekêiu
t©aae bat ik m l &e oore en tjoojt niet ban bertotjt / %tt oog jietniet banfpijt.
©it moeten top al fijben. jfiiothtans uto rechte Jïrateit Eijn noopt ban ons berlaten.
j^oopttoasbetöat ons batte/ banu geballenaf/ ^iebtoteenantergaf.
Sloopt toas 't bat on» gebachten/ban ït petjS afijetogett jpaar pet toat anbers blogen,
9i» vxa ©erbonb te boabén toas noopt fn't batt ons trouto ©ie 't 0110 beletten jouto.
Nochtans bergeet gponser; en laat oniö obermannen öcn b?ufiken ban tpratinen;
iffiprannen/ bie/ als ©jaktn/ tojeeb en bloeb-bojfïig 59" <£n boo? en boo? fenijn. ■
Üet ba» boo?'t ftabig treuren/ isebenof 'tgebjacöt
toaar Cer plaats baar 't aitijb narbt toaar;
Cwtoenftbt/ boo?toaig ban 't lenen (toant 't lijben is te groot) <ffiebnrig na be boob,
f©aar 't ?oo / bat «Bobes name / te booren to el geweten 3Dsut ons nu toaar betgeten; ,
4Bn top tot bjeembe «eobcn ons babben afgekeert /
«En bie ais dBob ge-eert: .s „
©at ftottbt «Bob toei tif btemöan moebt Ijp ons kaftp*"
•Jïföetalbetijanbeltjocn, klA,
,3i!£aa» nu is bent 't betbojgen ban ott£ gemocö bekenu •
Cnnocb treft ons b'eilenb, „j
U3p tooiben om bc üefbe / bie top tot utoaarts b?asw'
Jioch baag'lijks boob geflngen, ^
|
|||
Derde Deel. 3fi
30? MJR ecïijk be fchapen bfe na be (ïacbtbanK gaan /
>©m baat ben boob rontfaatu
©nttoaafctectts/ $«t'/ toaaromme laat bp onjS 500 betiaugen/ SUIS Ijab ït fiaap hcbartgen {
IKaafet op/ benoeft niet langes/ en ïaat onö niet attoojS Eoo tïooft-en hulpeloos,
2Bat bergt gp/t gunftig toc3en / ató tooub gp niet bebetts feett © eiUnaen bie ons ftrenltcn {
©en geeft / boa? al bcnueiling/ bie ö«n of nu gefchieb / «©fbiehpbaft boojjiet/
San't yais niet langer bjagen; betlijf tnetbleefeh en beenen ,£>Uept langs bes aarben beenen.
3Bel op ban/boet ona huipe; bertroofï /betloft/ beljocb / «©inbat gp3ijt joogoeb.
|
|||||||||||
Pfalm 63.
|
|||||||||||
z
|
Iliïiliililfilliill
<©o 45ob maar tensjijn hooft op*
|
||||||||||
"ffaaf/«n jtet"ütt bpanb 'ömTmn bpanb/ën al"
iillliiïÉSiêii
fïïlHVtPÏI Vrttlhflltl tlfttt llPltt ï'fPll / dl^ït
iiiif^iiiiiiiiïiiii^ii
moeten op be nluebt 5 «BeltjR een ïooR ïtit
ilirillJiililIïillilili
|
|||||||||||
eetfttoatfeftcen/ «En totgbampt in belucht":
|
|||||||||||
3f% Stichtelijke Rijmen.
2 Z\t kornet» om met al üaat mat&t /
©om onjes «53b» getoefb; «Ö£lijltl)êt3©aftö/ bg'tmmï gebjatbt/
©oo? Kracht bes nmtrs berfmelt. jaaatjp/ bte minnaars 3ÜnbaEöeirg&/
<&#t echte to jome lie'tt / ©Jen moet bet harte jijn oooj-bjeugb /
tW» 3P,«BobS cojbeel 3ien. 3 3N beft een bjoolp liebjen aan /
©aar «Bob in 3P geroemt. ©erbengt en effent hem be baan:
©e i^eer is hp genoemt.
sgpis 't bte ijeen 5toeeft op 't getoolk/ _^ Hits 3tjn Jlemel boog; Ifrocbtans op al bes aBerelosbolft Ï^OHb öp altijb 3hn oag.
4 ©aaijietbpboe'tbeniBeejengaat/*
«En Wat be 29ebuto boet / 3©febat3eme'e of tegen (iaat/
<£nqnaabbetoij|ï/ ofgoeb»
©ie baat mei boet/ isb?pbanfmert; ©ie anbers ino?b geplaagt,.
Jfp toont bat bp een 's iSabers hert fllet Wet& en JBetmto b?aagr*
j ©aar merkt en acbthp op be pijn SJan'tkinbetloaSe paar /
©ie hp mei ij-aart te niet boet jijn / «En maakt haat 3aab bjucbtbaar:
©an Jiet men bat bet eensaam Ijups/ ©aar treurig too?b geleeft/
©ankinb'ten moeiten al jtjnkrups' «Bedeel berge ten heeft.
« «Een menftbeMe in banben is / «En 's boobs gebaar üaft inb:
üetlofï hp upt 3ijn bupftetnis/ Stnpji op ben rechten tjttu
ï©amtetr bet bolk komt totafbal/ ©etbloekt Ijp baat ijetlanb/
«En obertoelb ba beet enb' al M et een onbjiwbtbaar 3anb.
7 «Bob/ eeïtijbsboegpianaseengep/ iln't tooeft aieabiftö «Uk /
ïtto bolk boo? been tooat ais gele» / |
||||
DerdèÜecl.
©oen toaart sp iaonberlp.
©•aarb beefbetotiu tjatengtonb/ ©oojbaualjeptöie 5Pïeeb:
«ErtboojöieiKÜSob/ beeft'£ l^emefó ronb' I9an groote angfï gesluset:
8 ©e Stante bjojip'Ien Melen ne'tr/ <ön ^tnai toas ontfUU
©oo? <öob bscn albetgrootjïen Sfeet / afcaëisfUïfcelHetti.
©u$ bebt 8? <Ê>ob mei eet gebaan i il&aar nu ?oo fcomt gp 5oet;
<£n ober ons/ sin/ iaat gp gaan/ «Een rijken i^emel-bloeb:
s> ïBaat boo? tjet lanb/b0O2been berbo?t/ <fi5n jammetltjft gtpfaagt /
«Benabig toe'er ge5egenttoo?b / «En fcboonebjncljten biaagt*
<©P bat bet 300 taao? al 'tgebiett/ 't<£ebutt/ 'tteemftorat ban©p/
39an©pgemaalit/ ban©pbe(iieK/ een megiic bwontag ;p,
io ©enmenfcbi/boojelUnbbJbjoefl/ 3©o?b baar ban ii toergoft
fjet geen bat petmt eenibelaeft/ <€ot 5tjitettb?anb en Soft*
IBannett trompet allarm bettawSt / <(Bn 't bart boo? b?»eff bebjtefï;
«En gp ons ban ben boobontre&t/ <En 't bait be b?ees üerüefï /
11 ©an geeftgp aaabe maagfecn fïof / i&ot een triiimfifcb ütb t
©an fpjcften u baar fc«eltj«iS lof ©oo? 't goeb / ban u geft$«ö>
©e ïJoon'gen ijs baar Ijoo» gcgrunb <©P feracijt ban baar (laa-oojt /
Cu op Ijaat onberHngberbonb ^ocbtans 5P moeten boojtt
iz Ep moetenftljanbig opben \00p0 «En baten rijnen bnpt
©eplt onber Ijaar ben ;toaï> ten booj» ©er liUle J&aagben upt*
<$f gp een bnjl ellenbigbupfct/
42« U/ <&,' e-elgeftacbt/
|
||||
Stichtelijke Rijmen.
«Eenbangenllaapbe oogenlupftt;
«En bent notft (laat / ttoclj pjacht s 13 <©fgpbïb?uKtnneber5«
ünb*aiflche bp ben pot/ fin"t aanjtrtjt leclnfi en befinrt
«Êeiiptbectoïcenfiiot:
3£oci)tar.s Saaiweer gp u vertoont / «B! uptgelejenfcöaar/
JSoo too;b uto uprojanmen fdjoont' ©eton-elb openbaar:
14 <J0sIöh eens bupben öaie / al? baar
©er gomteit-glans op flaat / 3©eerfchinug günlïert / en 500 Klaar
SMsoBaub engiluerlaat,
3Daiutctrbien dBob/ bie't albennag/ ©ie machfgen Koning jloeg /
«Git na ben üje^ffeUjkcn flag / ffiet(ïro0pben en berjoeg t
u ©oetoeefcuptstjnes boiftögemaeü ©e natbt ban b? uebiobepb:
©ie boo? boojgaanbc tcgenfpoeb / ©aar ober tiras tarfpiepti,
©oc licf)ten ijaar fit baren"geefï ©enjoetenbag banbjeugb/
©ie'tbart/ eetfrbooj't gebaar hebjeefï/ J^aar b?ocfbepb beeft betheugb:
16 't «Belaat taft 6?oef/ontbcrft bttftljiihtj ©atsieutn friftljentniti
«Seltjfc be fnee ban be?rebliftt / ©ie ^baïmons top bejit*
<©f Sffajan jteh op baar gebergt ©ermeieltjftberbeft/
<£>f fcijoon jijn ijoogt' Be molken tergt t «Bobs 23erg bie obertreft,
17 «Bobs ïSerg isbjuchtbaar:©iel)eeft graS/ «Sn boeb 500 menig hrupb /
<£n geeft 500 menig e'elgetoas/ ©atopjijn toppen fpmpt,
«Bobs 23erg in sijn behang is tojjb;. aEnopsijnbeerlijKIt'top
313oont «Bob met infïeit 3 en alttjb / Sültijb woont lw baar op.
M fflü.ttu/ toieuïtjraltemaaï/ |
||||
Derde Deet'.
«Bobgflietke iüuptetpi
(®elt bupjettb bupjenb buwenb maal t* •t «Betel komt nocb niet by*
3s 't Vnonöet Dat bptaonoet tojacljt (©is sulkeu ^ep? beheert)
<®$ ^>inai i en met julke kratltt Jioctj bp 5ijn bolkbeikestt i
19 «BPJijt gêlUgentn behoogt'/
«Eu ijeiJt (een heerlijk biiig!) «Bebangen in triomf bertocgt
©ieeerfteen anbetbing»
«Bp jnt in «Bobs $allepg getaakt / ©aar kreegt gp utoen toenftb;
«En toerb met gaben rijk gemaakt / Cot nutbepb ban oen menfel).
20 ©egabenösüt gp uptgeflojt /
«En pebtr een betgont: ga't boik ook bat 300 ijabgemojt
«Bnïleetfi tegenfionb*
Zoo bat hp/ bieeerft tegen ït ïjatbnekkig toas / ;itö ötipgt:
«Sn bie cetft uiutKjte / blijft/ en nu ®an bp als lieer betupgt»
21 stof moet bemjijn/ lof bag op bag/.
aSjenoBoö/ biebaelnetöjukt; ©och aio mtny niet meer itjbeiur.ag /
«Bak upt berbjukkmg tukt:
S)p is een «Bob bie l)Ulp betftljaft / %\s menfeben tmlpe b?aaU>
©Je aio be menfd) niet matht ban 'tgraft/ ©en menfeb ftet gtaf ontljaait,
22 üïpifi'etbiestjntoeetpswp/
©erbjeemb banjtjnbetlionb; ï|et booft te mo?tel fiaat / als bp
«Een flaar binft 'aan be *onb, ï)et bolk bat «Bob tot bolk bctkooa' /
©at fpieekt bp albua aan / 3üls 't bjoebtg is en ttoo1teloo.fi /
<®m tcoo(t te boen ontfaari; 23 3ik fnl u upt be flabernp/
ItëaatmbatöP nu treurt/ ïlpt-baien; en u maken bp;
HjS 't mtgbS is flebeutt t |
||||
3£tf Stichtelijke Rijmen
«Bebeuït iö aan ijct biejje JBep? 3
®ebeurti;ste26a5an/
©utn ik u boojbjacbt met uto ï|epic / 4£n btoongu ben i3Qjratn
24 «Eu als bra (lag nu is gebaan/
Zoo jultge urnen boet / ï»Qotb«to;g maken/ tnbocn bacn
fin utoessbpnnbjï bloeb»
t®aat?al menjtenbat menig honb 't 23Iocb / m 't in b'oatbe ttefct /
©at upr-bloept unt jijn meefïets toonb / <©?aag banbet,Jt'b ojiiekt,
25 ${«r/ bie on?'«ffisob e« Sioning Jij.t/
^oe öeeöffc trekt gj> heen / ^lCltt utoen ftaat / bie joo Tietbltjb
ïüorat naat nto Jwp t»Mw«jt! ©efehoontïiumf enpomjetp/
©ie nrïüet eeten boub/ 3©ojb ban be goei en op etn ïp /
3Sanbacbtelp aanfthoutof* 26 ©eZang«£gaató)eïeeï(i boojupt/
«ffin toffen joet gtjanft: ©e^peel-lnpaolgen/ 't (ïem-gefugb
^meltonbeï't fnaat-geklank* s©e «iKaagöenban/ en haas gebem
jiia*t jangs en klankjs geiutht / ®oo2 b?omt bè harten om ettb' om /
<!Enhqramelt boojbe lucht, 27 Wbu0/ is'ttrathet-lltebjegaat/
3©j IHsf re'enöe (femme nueeit / «DeCambqtunoenfaa-opflaat/ .
l$et foei ben toon ban fpeelt.
Eooft «Bob nu / al gp üacobs (Tam / ©00? <ü5ob JDO itef en toaatb /
©at hp u tot jyn bolk aannam / ilpt al bet bolk bet aarb,
2! itooft«!0ob/ en geep! hemsjjneeer/ m bie «jB.obsktKciten-bent /
<sBnbem alleen hoa? «toen $eer <£n gtooten JBeefte* kent,
«Hooft <!Bob / baa» 't loten meefï betaamt / 25p 't baibb9ai®o&. bemint) /
<fjt met ben toaarben naam/ bMtaamt/■ |
||||
Derde Deel.
©anstjn toethoren kimj;
29 Hooft 25enjamtn / tnel eet ?uo flettjt /
jlfóaat nu ooo? «Bob» toeibsab/ ïtpt utne kiepnljepb opgerec ftt
Cot een 500 gtooten ftaat»
Hooft nu 8p.©o?flen #aphthaii / «Bp©ojftenEabulon/
«Bp©o?ftenfiuba/ en al mie «Bob oopt jrjn lanb bergom
30 ïito«E>obgifrael/igbegeett
©aat gp 500 boog btio? fttjgt; Zaa fteift booj fteetfebt: J|p is 't alleen/
©aar gp be kroon boo? krijgt* 3M toat'er ia bekennen top/
•©«Bob/ bat te ut» oierk: ©anius 't ögtt en Sjeerfchappp;
©aarom maak gi? 't ong (ïetfo 31 «Bp5ijthetbiehéteeeftbeganb/
©oitooêttheuot bencnö: «gp jijt bie onsben ftttjb getoanb /
©lijft ons alttjb omtrent.
2SefchetHttuVa ftab gjewtfalem/ m$ haat be bpanö naakt t
ïlpt utoen iCempei / flupt gp hem / ©at bp baat niet in taakt,
32. ©an galmen menig ïtoning Jictt ©au 't een en 't aubetlanb /
©te u 3al gaben Komen We'n/ «Sn boensija offetbanb*
r$utoerpt bet balk-jtjn boogmoeb om/ ©at op ons fehelb entiett /
«Enongeftupmigi» en bom/ «Beitjk het toilb gebleet t
3 3 ©at om on» heen ats fcalbten fp^ingt/ «En gaatn hab inben bmang;
Cn tot ons in als ftiecen bjingt / «En maakt on» 't batte bang>
ffierftroopt en jaagt ben boop upt 'toelb / ©ie op ïich jetben ftaat:
©ie 3icö op mm fthat en g«lö / •Silg op jijn «Bob Uetlaat:
3* ©iemoebtgoj»5gnfebtlbenflMaMb/ (Sjteuw alsï ben oojlog flaapt;
«a r
|
||||
Stichtelijke Rijmen
«En / in liet ffrijben onberbaart /
Zijn ruft/ htonrulï raapt.
©e ©ojfïen upr bes 30erclbsKant/ Si toant De gonne gloept /
«Bit 'jStnenfdjHtiitliaam staart uetbjattb/ «En bien De Jitjl befp^oept;
3 s ©fe sullen op üe rep$e (laan / «En haar tot «Bobloaart fyoeit:
«En bibbm Deftig boojbem aan/ «En «Qfferijanbe boen.
«Sp ïtomtmtijften taijb en groot Sin naam enfaamberbjepb/
«En langs ben heelen/aarDen-Sloot JRet lanben janb berfpjepb:
36 gingt «Bobben Meereen lofgebicht/
©.'eboben boemel jüweft 5 ©en üjemei ban bent jelfs gefïicbt /
©aar bn ben bonbet geeft:
©en boiiber bie gefcbaot'reit Itaomt/ «En toont 5BHS Jlüeefters maebt /
«En maaRt toet 't ftontfte Ijart befrbjoomt / «En jijite n #eer geaebt»
37 3Bat tooojfpueb batutaoogejtet/
©rin/ofupteetiftrijb: 2©at baben bat'er jnn gefebieb:
<©fbooj/ ofinbeesïttjO:
SJ luat iito bars: bebenüen ftan i9anglo*p/ raacljt/ en gocb/
«Beef bem aUeen be eet baat ban / ©ie'tal-te samen boet*
38 üftaëlijs't/ baar bp betoont/
3Bat boo? een «Bob by is. Sfcaei/ baarbpfïabtg tooont/
ftljnnjtjn erffems*.
©etoetfte'tjijn/ baaebp berfelaatt i©at bat: bp ijeeft boo? flerht' /
«Eitüijne «öobbepb openbaart ©ooj 't bjonber bat bp toerftt.
39 «Bobtootu aluinjtjn Jiaajefjept;.-
jiRaae in 5311 tempel mteft: «Een jgcpltge onjacbltjfcbepü
25ebangt baar ;g inenfeben geeft.
I&m bem fcomt roatk e» gosben fj><»& |
||||
Derde Deel. 359
©ieigof tnejen Jali
3Dan hem horat ntaebt en gocben ntoeb: ESanhem 300 Somt bet ai«
40 dfriethoojbie geen bie jicbbetlaat ©p 'jS 3©2telög batfeijen fcbijn 5
JiKaar bieop4BobgefïabJgfïaatt <ÜSep?ejen snoet «Bob Jijn;
|
||||||
Pfaim 09.
H€Ip/ help ach «Bob! het toatetbat té tot aan ben
raonb; ïjclp / help i& sa te gtonb; ©ejiet (ïaat op be tippen; 'ten bient/ 't enbient niet naber: ïifeïpt mp mijn «Bob cn©aber, altbengelpeenmenfcbe/ bie in een biep moerad 3Bergeef;s maant üeel geplas;
Setgeefë't hooft op toil houben / alshp begint te 3in» ften/ «En bafï jijn boob te b?inta, ftïijnKeel boojftabig roepen bie jlaat een beeftt) ge» lupt/ «Enlaatbeftem nauiimpn 't«Bt$icbt/ teetanl be ||ten toa|ï met Jijn hulp blijft ma?ren/ 2s moe' boo? 't (ïabig fïajren, ffiijn haters bie mp haten met onberbienben haat/ «En boen mp t'onrectjt guaab /
Sijtimeerberban be hapten bie op het hooft mpgroe* jen; Men 3iet haat 't bolk toeblocpem m moet be fttaffe bjagen (en bjaagje met gebult) ©ie ik noopt heb betfcbuïb:
«echt of een menfeh ban bingen / bie bp noopt Ijeeft ge» fiolen/ 'tiSetgoebcntüierb beboïeiu Nochtans mijn onfcbulb/ üjeete/ bieijï lilopenbaar/ «Snboojntooogenklaat;
<êtt of ir met be btnajen oopt btoa3etp ging boJen ' ©ittiSïlwetVtrhglen;. 9£a«
|
||||||
$<)o Stichtelijke Rijmen.
Saat mijn onftbnlbfg lijben/ en enberbienbe pijn/
<®ecn (tof ban fcbaamtejijn t
«Been (ïof ban frhanbe twejen/ boo? baar / «Bob b« tepr&racljteu/ ©teoputagoebijepb taacbten: ©te boo? eenöeplig leben/ geftabig (Miftboe) Zicb fpocpen naar ït toe.
©P bat Ijet baat niet binber bie boop te binben boojwn/ ©ienlooptebltlbenioopen.
Ü5s 't niet om ument inslle bat ik beelfpotternp / ««Enbeelbeefmaabljepti lp i
«En bat mp / als ik pepnje / toaar boo? ift ben gereftent / ©e fchaamt het aanjicbt teüent i
MÜtt 23?oe'rs/ban eene jaoebermet mp ter toerlb ge* b?acl5t/ ©aar ben ift ban btratbt: ^p bouben mp at rjamen / als toaar ik niet baar 23jo« ber/ l$aar J&oeber niet mijn JBoeber. ©en pber tot uto Duetten boojftooiit nochtans mtjn W 4JRet inneri jjfte fmert:
J&et boobelpe quelling / al* ibje ban be quaben lOcbtbaarbigsie berfmaben.
©at u gebaan tnojb/ i|ee«e / bat treft ift mp 300 aan / $ls toaar' 'tntn 5etfeSgebaan»
ïlto fchenbers ;ijn mijn fchenber#/en n te sten beraden/ ©oo?-ptjnigt mnugeöacbten»
5P toeen; en buo? ontsefcfting ban 't noobelpe b?oob I '■ 2Senaatber ift mijn boob.
Zp lageben met mijn toeenen/ be tejeeb-geaarbe ga|W / «fin fpottenmetmgnbaften.
aSentem ift mijne leben baar cterjei en gema» / «En tointiïe ineen $aft /
gp3ullenmp/ baar seinen/ geïijfteen nar-befdjjyW «Sn baar ben fpot mre ö?ijben;
't 3©o?b boo? be ^taö een fabel / een fgot ban alle inarii ds Ifts tonge gaarer ban;
,ï$en boo?t'et in be pao?tett ban ftbf mpen en ban rail"1' ÓJnbp ben 3©ijit ban Hallen.
(®ertonl bibb'ift u / %tnt/ enbibb'uop btetp 98Is;gptebibben5i)t.
aiBUït nu sp «Bot» / öie goebfctpb en Woato in 't hart wl |
|||||
Derde Deel. 361
®touto'bul»aanmpfcetoon*tu , . t' ,
ietlofï mp ban b'ellenben/ toaa» booj ife fc|to beftoöö/ Cnfmoojais mbenflp» , , ., .
©ertoft mp ban mijn batet0 / bat 3U mp niet betnteU»/
Stlg gtonbelooje taielen t ,■ _ ,
Cn bat tft tn benaubnbepb ató in een btepenbloeb /
<©ocb niet betbjinfeen moet t . «.,,..
<En jonbet boon ban uptkomft / ais m een toe foelonlte /
3n tamp niet blijf betjowten. _ ...
©er|(oojt ^eet/mant n«a goebbepb i§f «ooft elnk en 50«t ©oo?'t ttoofïeloojï gemoeb*
Kombp/ acb! fcbuplnieti öaaliu/ nabatutogotb* Ijepb groot is; €n ntoe Stnectjt in noob isf»
fcjaagt jo?ge boo? mt|n leben/ beboet» ijet mp boo? fcbanb ©anmijnbetbiaanbbpanb» „ . ■
<&nw in all's mijntnpae: as toeetban mnnbetfmaa&?
bcpb/
^ €n ban mijns bpanbS mtaabbtpb» 9&e fmaab boojftah mp' t ijatte; en in al 't stoaat actmel _ 3©asniemanbmtjnsü5etv , IS-ïag of't pemanb fhwttcn boen ntp be nim »etteetbe;/'
<©aar was geen menfcb bie 't beerbe*
a» bjaciiten of mp pemanb een tt aoftig tooojb je gaf > . JElaat elk toas enen fttaf. ©al toa» mijn fuijs / en ebik ben b?ank bi; jp mp saben/ <©m mtjiten Do?ft te laben.
©ieg moec baat aan baat tafel ben feoft betgiftigt 5ijn/ 4l&et boobelijk feniju.
€en onbeitoactjte piage moet baat be maalttjb lïoren / 4Enalleb;eugbefmo«n*
ml' bupftet moeten b'ooaen/en blinb moet jijn 't gejukt ün 't albetkiaatfte litbt.
m leben en be tugge bie moet baar sijn gebjofcea/ Cu 't lijf baat r samen ktoken.
ïlta' ongenaab' ais toatet / Dat uptgegoten too?b / 4lBkoeto»baat}öngefto?t.
«to albetgrimmtuft too?nen moet ober baat betbuten / ., <Cn eentotg baat boen treuren. «?aat toooning baar 3P tooonben / betlaten en om beet / Ep niemanbs toooning meet t
W<mb alle bate jonben on eenen öoop betgaatt / |
||||
36t Stichtelijke Rijmen.
ütt ute gemoeb betoaart t
<©p batje haat beletten 't rerbtbaarbig loon bertyonttti ©anncopt te benomen,
«Beeft haat goö!o?e namen/tot !oon ban 50a beel quaabs Sin 'S lebcns baeft geen plaatg* /
5taat3' in 't getal beu tootnen/Dse in be bengb bolberktt/
iliiet aansrefr^cben toetsen.
Sjfifteetunbiep'eiienbe: mhnhart/ boo?bjuftonttoet/ ; Sjem mijn lijf jootoee. <ffip Iftette moet mp helpen / en mp baar been betbeffett/ ©aai 't quaab mp met fcan treffen*
%k bril een Uieü gaan Dichten / en richten mijne (tem / iCot laf en p?ij0 Uan hem ;
pau Ijem/bie mijnen*© ob 10/ben lof en banli bes leewti/ <©m jtjncit j^aam te teren*
©at jat bem iiebet bjejen / en aangenamer jaali / (Ênban beet meer bermaaH/
©an of m'een «tës/ eenbeefïe/ metljoofn* «.WaiiH* bjachte/ C n hem ten offer jTacrjte.
©e armen sal'taanjcljoutoen/enbamiciial'tBWreti./ <£n nemen bjeugb baar beur* .
«obsbienaarsujojb bet harte/ 't tee.Hb?oefhepb!)»i
ontruftigt Mtt bjeugbe heel boo?lufttgt 5
ïfêant <©ob bejboojt be klepnen/ al jijnje flerbt ban (iaat/ dunte baattoeberlaat*
^ijnboiK/ soojtoaatgebangen/ fteltljphaarnootifl1 iijben ^Biet5o?8eIoosbe5iJbeit.
©aarom moet i^emel / martel met aï bat baar 09UW JlBet al bat baar in sbaeeft:
©e Zee en alle Dingen bie baar baar in begroeten / Zijn lof ten ïf emei boeren.
3©antljp;artbjaatbe^>ion/ na albe ptjnenbjuft/ iferjtelIeiungeluK,
HEn Sluba jal Ijaar tïeben / te boren gants berbalIe«/ gien leggen in ijaar toallen: .
Zien boutnen/ 5'en bermafcen/ op bat men baar üertawl
1 «Ben 3efier plaats en erf, 381 bie «ffioba naam beminnen / bie jullen baar in too"'
nen; <f£n met haar/ bare gonen* rftllil |
|||
Derde Deel. 363
Pïalm 9<).
I , üfïig/ lufïia/ ïtomnuJip/ Hooft at
rjaara ben tym met mn ; ©ie na bjoffbenb
bjengbe geeft / «En ons 300 scsaligt beeft:
i Haat ons gaan/ enbanhbaatSÖit
f ooj jgn <ffi>abbelgK aanfdjijm *aat 011a 5uigeti öat ben jans- 1 ©'ooten bul met jsjtt gehling.
J 3B>it en meerbet is W biaatb; want in i|sme! en on f atb ■<*8 bï> graat uan Ijeetftijapjin / ■ • - 't •etigemöcb jou groot al* 3|P«
„* Iteat men op bet barben 5tet / Wft Ijp onDet 3ijn gcbi2b; ■«et be tiaoge bt cgf n me'c / "en bc ongeflujmte Zee I J 5©ie^P5s;»jeï beeft berepb/
•«etijetbjoog/ bat baar in iepb* J&u uiei aan ban / laat ons gaan/
•Sibben,hem eerbiebig aan/ « ïïmelen neeb'iig boo? öem ne'er/
|fe onj-asaberis enSfeet. fPisonsen^ob/ en <©oeb: wPSÜ'nboUt/ bat^n beijocb/ 7 €n op goebe toegen ïepb /
gis een/ biejtjn ftbaapftenstoepb» *OTBP altemet jt)n(iem/ ■roaaht üm bart niet öarb boo? Hem: s&oojt
|
|||
3Ö4 Stichtelijke Rijmen.
8 $oo?tgpt»btn Jon gehipt /
^telt bet niet tot mo?gen apt. <g>lupt rap/ 3epb op/ 't bart bod} niet/ 381S bael eettijbsi ts gefcbieb 9 ©an mijn bolk tot jjletiba /
«En in 't tooeft airabia: ©aar uto ©abersï mijne matljt
gagen/ boelben/ bag en nacbt io ïtpt mijn boen: «En niet te min/
©os? een fiarb berfrokten jin/ MV berjoebten/ baren «Bob/ SMS een öfe sjjn meerber floot, ii ©ies7 na bat ik beertrg jaar
poepten jwb gebab met haat/ «En betgeefg baar om-geboert/ J>p?afc ik in bat geeft ontroert: ii ©it •& ten bolk/ bat mijnen toil
3Bet getoelb niet fcolgm tuil/ ©at üen mijten leeg berfmaab / «2u onïMijte jmcen gaat; ij €«/ lj6enj£[ bot en berkeert/
,#itet begeert' te ïjjtt gef?err, ©aarom ik/ ten booufUn gram/ ^>tooer/ en ernftig bso? ntu namt !-• ©at met een/ niet een ban bictt
JlJönen tuft en 3oube jien: «jjtójme ruft/ ban eeutufghepij 3&w ? 't guoobig bolk betepb» |
||||||
Pfalm loo.
npiteiiiirülii*iii
yj H «Sp alle / bie b'SSatiw roet maiNatt* ^
plil|lïi|lllliii|jji
|
||||||
Derde Deel, S^f
liiliiiiiiiiüiig^iiii
anbet; jaaakt een tojengbe-selupt/ toep
liÊïiillifllËtllI-liil
op tet ee - ten San ben ip&ngtigen
|
|||||||
^eet/ ben üeetbe» ïteetens
£ ©ient bien ïjeete met aangename jeben /
<Ön een $upbere gceji bol b?oIt)fii)eben, ffioontbieh l^eere/ bat uta gem'oeb betbengb i$f Cnjijn (Êerebew^aaKbaniniiBjeuobilff. 3 fóent&ienJ5eereboo?iibjen<Öi3ben©flber/
Stoen ,&cgepper en ezntgen ïBoeb-öaber, &itt top jelbe i maat ©p foeeftmts jjercbapett t HiettopïtïBe; maat jfpbeeftonStotfcbapen 4- ©ansijntaepbefboetop/ als een betlooten
ïüuobe / booleube gingen) uptberSnorên. ilHaast uto tonge gereeb tot banft mimMjl
Ml» gp binnen gaat in jijns k}nns bocg&obèn, + Jaaafetatoftemmegereebsijnlof telingen/
als be boeten u in $ijn poo?tenb?mgeiu Stjne liefbt moet u [jet öarte boen gioepen / «Sjnbankseggingeban benmonb boen Moepeiw « Zijnen namebaar boogelijkgepjeseu/
€n tmficieffeititt1' eete ?tjn betuejen. Hant i)P bftenbeltjk / en ra aïl'js goeb-babïg / "Bn toaaiacljtig is / en baar toe genabig; 7 gijn toaafcacbtïgljepb en genabigbeben
«uuren eeutofg in aller eeutóigbebem. |
|||||||
Pfilm
|
|||||||
3<>6 Stichtelijke Rijmen.
,, Pfalm 105.
|
||||||||
* *
* * |
||||||||
^outa (runren in Saai boen / en b'oubfïe tojj$rftep&
|
||||||||
ieeren.
©oe ;oo toas bet bat üfraël eerfïmaal in Cgpptett quam/
dEtt een tojeembeiingting too?ben in Set b?ucbtbaat ttanb ban €tjaTtu_
©aarje<!Bobï3ao 3eer bce inafleTt/en met ?egen obergoor/ ©at ?p b?eembe/ b'ingeboren biieebenbeel te(ierfien groot,
ïgier boo? 500 quant b'<ögpptenaarg een toojn in 't ijert / t©aar 't tjart ailenften bart in biierb en meet betinert. ©ies baebten ;p <©ob;ff bienaars / boo? een fnooben ïiff/ 301 t'jaam te bempen; jftïaar ben raab Ijcefthaar scimfï; 3E»ont «asob bjoeg 5o?g / en janb baar tot beboebew jEofessijnftnecBt/ enStaron/ ttoee b?oebers/ ©ie boo? jtjn ftracht bp be berbarbe lie'it / fin 't ïanb ban <£bam beet taonber» beben jien. ©p bekten 't beele aanb met bififte bupfïernis / <ffin gaf ben bjocbe nacbt / als 't nocb geen nacht en të > ©eEonberfcbool baarjwoft/ 'ttaa!ï3oabenbjilbai> <0ob/
©ie bupfternis en ïidjt beeft onber ;ijn gebob. 3©at jagmen baar nocb meer? ©e^tjt/ ijerfteettiit bloeb /
23eljielt geen lebenb bifcb in jnncn toaterbloeb: ïfaar ianb / boojbeen 300 üjucbtbaar ban geb"»'11' enisrupb/ ©aar Rrielben nu be toaigelyke bojfchcn upt: ©ie ober al / ja tot in 's Koning» Hamer toe / i^een Kropen bicijt / en maakten baar bet leben nio'e. fêpfpjak; en ftrakjs quam baar een nieutoe plaag »?' (tojmen
©an ongebiert / ban lupjen / en ban toojmen: 39p toenkte be natuur; tuac bat men baar bernamy E©as $agel upt be lucöt/ gemengtmet JSlirem-blam. (aier)tonb boo? 'tgantfche ianb lag baar geboomt om ©en IDjjnftofe jonber bjurht; beboomen sonbereer»
Ï2P fpjaft nocb eenemaat; ftraks 300 moelben 't ober ai mm ^pjinfibaau en ban föups / ontelbaar ban geta^ |
||||||||
Derde Deel. 367
©ie • t brib ontbloten ban jijn njucbten / en al 't gtag
©at in be eetfte plagen nocb geblebcn mag. l&aar als 3p booen bit / «BobS bolk nocb al belaftett / ©uam «Soa met 3i)nen too?n be tnenfcljen jelfs aan» taffen/
SI teat in -t beele lanb Jet eetfï toag ban gcboo|t / JSietb al o» eenen nacht ellenbelijk betmoojt* ® en laatff en lepöen bp?e upt/ «Belaöen met een rijken bnpt: Ccnbupt/ banZilbetcnban<©oub: «En onbet baar baas jong nocb oub / ©oe «Bob met 500 beel plagen (loeg / ',.,,} ©ie eenig miaab aan' t lijf bejoeg*
SBlpmas «Bgppten ©atjejoo glipten/ . «Entjenen togen/ i- JBeguptbaat oogen. . ■■ . . , rt
ÏBant grooten fc&ik bah baat bet Ijatt bebat /
Zoo lang «Bobs bolk nocb in baat palen jat 5 <©m al bet quaab / bat3' babben moeten b?agen / «En bag aan bag ban nienms taeet baatbig jagen» 1 ï liet tuffejben toog afraelbati nabebojte bepben/ 381 baaat «Bob / baat ©etloffet / gebutig baat gelepbe, «Een wolk/ bat ma? baat befcjel/ bic ijaat bes baagë . omhing; «een buut/ taas baat lantaatne/ bie'jï nacötsboo?
benen ging. ©oe 5p om bieefeb bent baben / Stiet bP3« 3ich berjuben J&et quakkel-bleefrlj; en gaf -,-:•;• "
25joob ban ben Hemel af:
©effeenenbeeb' bpopen/ ©aar 't tttatet upt qnam loopen 5 ■JC&en jag be bocöte belten ' • _. ©ooj'tmagerjanb been leken,
©antbp bleef altrjbgebenken aan bet tooojb banbem ^ansübjabam/ 3t)nb?ien&/ entroutoe knecStv . ~«
$löusö«ftbp3tjnbolk metbieugb/ ■>■■■ «En innerlijke batts geneugt/ lipt bat geöaare ïanb gelepb; :.. In 't Hanö bat öp baat baö berepb :
©at bp baat gaf met al bet goeö / i ©at taat in was in oberbioeb; $n |
|||
3^8 Stichtelijke Rijmen.
49» batïlK een joo lében jou /
«Belijfe «Sob in jijn 3Bet bat toon j
j^a Jijne toil en goebe leer* Lofzy den AldethoogftehHeer. |
|||||||||
Pfalm ioó.
lüigliii^ilÜliili
€ef lof en bann / aan onjen «üSob/toie
|
|||||||||
G
|
|||||||||
bat SP JÖt: 3©ant&p ig goeb/ en jijne
pilÉlllliiillplIllÉ
góeb&epb buurt alt ij b* m aar binb men sopt een
iiillililllilÜüliflil?S[li
tottge toïeng UJèlfpietentöepb; ©en lof tan
** 3ö"e toerkenna ftaartoaat - - be jepti <Ê&* , WmMUmmmËÊÉ
ia&Mg ban be nunfdje / bic <@obj£ toetten bost / &
Melnaljtjnboen/ niet boet ban regt en goeb* $*' tosiï aan mpbe goeb- ■ öcpt»/^e«fenötttfttaa"■. |
|||||||||
Derde Deel. ?<>9
mpj ©e goebïjepb aan urn bolk belooft/ ett
|
||||||
(laat ons bp.
2 <a>etft bat ik utes berfiooren bolfes geluk öan*
frbouto;
<©i> bat ife baar in hare bjeugb gefelfcbap Imuta t €n mijnen roem met baren roem te jaraen b?éng; €n mijne b?eugb met Ijaten bjeugb in een bermeng* <©ch! top/ enaüeonje ©abers f ife beken 't; 3©p hebben ons misö?agen/ enbanilgetoent: ©e taoinVren / in «egpptenlanö ban ïl gefchieb / Schachten / noch sn achten on;e ©abers niet* 3 Zpbarljten niet aan utoegoebbepb/ baar 300 w'e/
€n toaren ongeboojjaam aan be J^oobe 2.tet ©pebentael/ al tuaren ;p 't ontoaatbenbeos/ ©mb'eer banutoen naam/ liet haar niet hulpeloos?» ©P toon be ïSerelb toonen / toat gp al bertnoogt; gies bjepgben gp bet stobe ja«p?/en 't toas berbjoogt/ ges toaters biepe gronben gaben eenen pab/ " " ©aarlepbegpjeboo?/ ennumanb toierb'ernat, 4 3Bus toierben 3P ban bares haters Ijanb betoaart /
€113p ontquamen bares bpanbs tojcebe jtoaatb» m 33panbtoou;e balgen/ 't mater biel te hoop:
©ebpanbrnetjijnheelemacbt/ enljepj berjoop* ©oen toierben bijne tooojben eetft ban haar gelooft / <£n gp met bjolnk lof-gejaug ban haar gelooft. Maa,i giet toat toas 't i een al te kojten tijb baar aan / ©oe toas fcet albtrgcten / bat gp bab gebaan. s gp toilben niet na bijnen raab / maar haar begeert:
Jpet fthamp-retooojben bebbsn 3P ben ï^eer onteert/ Jnbetooefïrjn/ öaarbp 300 kojtS baar babgebjoeöt/ m hem gelijk een menfebe baars gêïhlts beijocht» wgunbenöaarbefpijse/ baar3Pbeiuomba'en: «en ijeeft haar baren toeeiberigen luft bolbaan: fCot bat in 't epnbe baar be toalge baar ban jïafe / ^ti booj <©obs (traffing al te bitterlijk opbjak, & 6 «Een
|
||||||
37<5 Stichtelijke Rijmen.
6 <£en tijb baar ita ftecg baar ben moebwü in ben
<Sn ntaaïiwn jicb in 't ïcgsr tegen 3iRofeS op /
«Bnjnntn 2£>?oeberUatoit/ (batbiebemjbj ©te <écb $ich tot stjtt getuig-pjiefïee hab getonb. ©eaiatbecerb'baar beeleop/ bie libtron/ <Ctt©atijan/ nut ben aanhang / lebcnbig berflon: <£n onbet ben goblojen boop ontfïak een biam / ©ie b'ljoof beu en roeftanbecs npt bet leben nam / 7 ©eej'en meet (ïtaffen tjebben 't hart noch niets*'
raaftr,
gn ïjareb bebben xw een Stal f ban «iBoub gemaakt; 't 25éelb ban een <©i> / ten gtag-berflrabenb bcirnne beeft
©at,babeny aan/ en eerben 't/ ais toaart <$ob ge* toeefr,
«Bob baren ©eptanb/ toierb niet eens ban ïjaar ge* bactjf;
©ie in «Bgpptcn ?oo beel toonbers bab getojatht» ©e fclj?ibhe'ajhe toevhen bie bp boo? tjaar be'e fEaii 't soobe Mm I bie biacen taeg; bat beeb bem toee; 8 Zootoee/ batbP5ebooben toou/ ban een tot een/
<Én 't toaat gefchieb/babj&ofes niet boo? baat gebren* <S5obs uptbettioren bienaar JEiofes / toienö gebeb / <Sobs too?n beeft boen berhoelen / en 't berberf belet. l©at beben jp noclj meerber i 't l£anb ban Èalighepb fflan üBob beïooft/ en ban JBobs ©ienaar aange?epb'/ afloei) atbten / noth geloofben 5P; en onbet tjaar >®ing een tuantrontotg mo?cen om / 500 bier / 300 baafc 9 ©es peeren toaarbefïerametoas'er nietgeljoojts
©oe bias tjp joo onmoebig / en op baar geuoojt / ©at hp jtjn banb betljeben beeft / en baar benboob Sin 't tooeft te laten fierben / in Jijn hart befloot: <Enbathp'tboIfi/ bat upt baar man/ entoojbenjou/ Sptlanbig onber • t ©epbens bolh berftropen tóou. JBaar 't non al niet bewegen; 30 berbielen toeet/ <Éu «nrclben boo? ben (lommen 2£5aai-39eo? neer: 10 ©aatfionbbenltfgobsonbet leben en berfïan&>
©icn boobcn Sfgob fiatbten $n haar offerbanb. ©it bias een fept /bat jijnen t"oo?n te boog opjoeg /
©e plaag ging aan/ bietotenb' aanm-at/ enfloeg/ <tEn beber menig (ierben; tot bat J&hitieas / JliMens hart met hepl'ge «omigbepb ontfieHentoatf/, |
|||
Derde Deel. 371
Cebootfctnjn trab/ en met jtjtt stoaarb be imoggept»
©aat gp be fttaf boa? taeetb' / en <0obes toten b?aft»
11 i^et tselbiftb fept Ijeeft 3tjn getecljtigbepb bermaam €n hem bp <Boi> / en ntenfegea eeutaig lof gebaart, fóitt mee toas 't noch gtenepnbe: mant <©ob gaten ï}eer/
©twoojnben 3? aan 't IBatet bes «SBefcbits / 300 jeeï / ©at jiBofes Jtlfs om hatent taille lijben moeft: fflant aï Ijaat hnojren beeft ?gn jinnen 500 btttooeftV ©at ijem upt utisbetiroutotgiKPb een tooojb ontbielf 'tïïSeih «Bob totjgneï fcljaüe/ ingebatgtengiel» 11 «E n boe ;p tiet 26elooföe ')Ianii nu gabben in /
Betbelgtn jp be ©olüen niet / na «BobeS ïin; 3Baat hebben 5kg baat me'e bereentibaat bp berteettj ©aar b'ongobsbtenfiige «Bobs-bienflen af geleert: ©e <öao'n ge-eett bie met ban iffiobei' jijn in fthiju: €n geen sobloosljtpo gaat te «obloos laten $ijn» ©! Btoumelpt bominsggipb! ©rafetnp! ï|aat lunberen / baarepgen3aab / bat namen #» 13 «En toojpen bet öen©upbel tot een offet boo?;
©e Marbe b|anh i.ict bloeb / en taierb'ctontepn öoojj 't<©nnofelblaeb/ bat pare tojeebe ganbbetaoot/ «Enomben»©upbei ;ijneitjüUaac ben;nbloob. JBatteji'etnotljteseggeni al baat boen(acl)fp!) 3©as leelpljepb / en aee|lelr,ht goeretp, ©oe m'tt «u <ü5obs gatt een uuut ban toojn ombjanb: il i1 breeg eenijtoutoel bau ;t)n uptbetfeoren lanb. ; H i?pl«tfe ballen in gaars bpanbageetfcljappp/ ,
©ie öaar beuaantabe mei een staaute flabetnp: ©aas 'i (ïugge tjatt 3ijn toilbiabEpbtaat oooj betliet* ©lt3agbsSleet/ enöp betlofttnj uptberbjtei j <Ên biktoiis beeft bp ;u!l>en gun|t aan baat bttoonb: <8n btfotoils bebben jp 't nut quaab boen tater g^.oonb: fbJJP/ geöoïpen/ boosbepboe'en/ enbielenaf/ Zanobp bettuotent/ feiKentac&eromjrj-iflraf: is ©iebaaienIjoogmoeb belben/ enbettcaüje b?a/
©an be'en 5» Uie'etom boet' / en gp ujcetom gtna'e5 W Öeeft baat Macht geboojt / en gaat tlienb aan* ftgoutat/
<En't miaab/ Ijoetoel ïechtbaarbig / geeft Ijem fita&s betoutot:
^oogtootmasijijnesoebgeptis bieUj«eïJebtnnams |
||||
372. Stichtelijke Rijmen
2SIe bem 't berbonb/tnet baar gemaakt/te booren quant-.
©ie baar gebangtn baboen / maakt' bp 503 aeöiuee/ «©at baat tllenb en iijftcn 't tu;eebe Ijart Doojfnee.: 16 gptaterbenbp baar aangenaam/ tn lief getal;
<Cn 't teas baai een béslicljmtg in haas ottgebat, ïgeeron5e<ffioö/ mi bib ik/ bat gp ons bctjotQ / <En upt fie bjeemöcn bolken t'jatnen komen boet: <©y bat een lult om loben in 01191 l;aw bezrtjj': (jEnelkbönnaam/ biebepligis/ bctbtff;en jtjtj.5': <Ên alle bolk / met iiift tot time eer bcbaait / ailjulketooojöe nasi 5ijn tong mag laten gaan: Lof zy dien God, die Jacobs volk beheerfcht, en leyd ,
Lof, prijs, en eer, van eeuwigheyd tot eeuwigheyd. |
|||||
Pfalm 109.
70 ït alle menftljen stengen/ en ik/ ban tuooft ontlebigt/
x 3Banme~manbii)a?bberbeeigt/ «Bob/ mijnen roem/ smijgt gp niet; laat toaarfjeV"
niet berbjijben / ©e leugen raeeftetbltjben.
(gn gobbelooje monben jijtt tegen mp cntfïoten: 3©at bomt baae uptgebloten e
jSittbanbergifteleugen/ bte gare tong bolbalsbCF «lom mp op ben bals lepb.
'k ï£eb licfb' aan baat betoejen; in plaats ban «ooft i» 'tlpen/ Zoo snnjtmtjn partpen. ^ ,
3©at kan ik boen i niet anberg ais mp aan u Derpjapw
<©mu ben nooü te klagen. „,
.jjBfln goeb boen/ en mijn lief be/ beloonen $p «1« l"835'
fcepb/ * jiEUtlmat/en metbetfmaabljepb,
gSljulk een gobtoos menfebe / bie roenfclj ik in bebanDW ©an booje btaingelanben. _ . M
9M5ulk een gobloojï menfebe/ moet beu öertooefteïop
;ön/
«Bntroüt 't batt noopt blpjön* , „„„„„as «in 't &ecgt-*mps moet 5ön sake / niet goeb maat ouh» genoemtsijn;
€tt5pöoo?fcgelm beïboemtjörtt ^ |
|||||
Derde Deel. 37j
Eijn reben moet ben öitbter / (aW 't toormijï bem boet
gitfttllj
■t 4Remoeb nocb meerberbitrren.
©ntijbig moet Ijp fierben / jijn ampt ban bem genomen/ JiïHott op een anber komen.
Eijn Sünb'ren moeren 3©e3en/ jtjn SJnpsbjonbi IBe» buto lenen / <6n jammerlijk gaan stoeben:
€n onget rooft gaan bcolemen menig lanb boojjmerben: JBaar nergens plaatjs betmerben.
€n bebei-bjoob gaan knagen / beroopt / ontbloot / npt» lanbig ©oo? al be teerelb febanbig.
©e JBoekeraars als echcbei#/bie moeten bem 3?jn goebe ïiptjupgen tot ben bloebe:
€n om öem niet te laten/jtjn kifïen gaura boo? fnuffeïen ; oSn alles nauto beknuffelen.
4cen bjeemöe moet bezitten 't geen hp met Wijt bergaart heeft/ <£nmetbeel angfl betoaart beeft»
W moet ora bulpe fineken; maar niemanbsbart bet* mo?»en; «Enblijben fleebsberbojben.
2j)n ©aberlooje kinbers bie moeten treurig kermen / _ <Cn niemanb baars ontfermen, *P moeten / eer baar ftamme tot 't berbe lib kan raken/ ©enboob alt'jamenfmaben.
©en naam ban jrjnber flamme moet sijnban geeuber toaatben /
_ <£n niet geacht op aarben. ©e misbaab bie be ©abers beginnen 't baren tnben / _ ©te moet baat noch boen Itjbea: ©temoetiiKSob» gebacbrenjoo lebenb'flaangefcijje» ben/
_ SCljs maatje berfch beb?eben, ©emisbaao/ öiesijn 4:Boegerbebjeeftnhareoagen/1 ©ie moet als noch hem plagen:
^ie moet mjntBobe geheugen te geenen tijb berbmijnen/ j 4iP.aar alttjü üerfcb üerfebijnen. *z? moet (om oat bet lijben ban uieraanb bera oopt fmertej
, ïlnt allee menftben betten. *??$?/ enhfüf bergeteu/ era bat hp $00 gantfeh tojeeb toas; sï i <£n |
|||
374 Stichtelijke Rijmen.
<fi-nitiemanbsleebftcm ïecbtoagt
«0m bat bet pijnlijk 3ucbten / en klagen üait ben aïfflMi Zijn bartnietbeeb erbarmen.
<©m bat bP bic benautobcn/hie hulp cit trooft beijosfben/ Jlarhtoferbocb bebjoefben.
©en toloek taas al jijn tnenfeheii/ bat toast't baat't hart toe pojöen/ ©en faloefe jal hem grteo?ben,
©en jtuen ban een anber toa# getnjinsjijnbegeeren; ©je moet bp ook ontbeeren.
Ceh pber moet jtjns harten ontflelbbcpb op hem gieten; «Etfts tong moét op hem frfticten:
JHet blossen / nu ban genen/ öantoeberom nattbcüe/ 4iBoct hp omcragelr roejen:
jftfet anïtvsl ais een hetnoe/ om't lichaam tne'e te kieeben «©flat ronöom om bc lefactt.
<Ö-en innerlijke b?oef!iepb moet gijnen geeft bermoepeit/ <tEii at Jnn hart bou;bioepeu;
3friet anbens als be beken/ oie boo? haat toatet-iochten/ ©e bjooge aarb booj-nochten.
f©anbopige benautotbepb / rauet ijem 't geraoet MVi^' gen/ <tBn merg / en been boo?-bjinnen t
Sjiiet anber» ban ben >©!» / ban bun ten opgejïrthen / Sinjupgt/en't bel boet toeken. ,
©e bioek moet op hein komen/ bit hem aan aUejijbflt «Buretten moer met lijben:
^.iet aubersatjs eengojbel bennten(thcn toatbpsau beeft Sn jijn begrijp omnaan beeft,
©at ie bet ouaab / maar toeje De (Jcere moet berMoeiw 3SI bie mijn onhepl Soeken.
3©ienBflefenijnbe tongen/ en lafïetlijke monben/ iCoïinmijnEtetmptoonbtn.
Mm.t gp / acljïijeec / mijn hope/ Iaat mp uto «tiip niet falen/ Zoo ?ul t gp eer bebalen.
%m$l albentroofi/ en hope/ maar banmp nujnsf' moeb ;epb / ©at i0 alleen uto'gaehhepb,
©erloftmp/ boe^eUenbe/ en armoe'neer geöoken; dEn'tbatcboojfmeïtgebfokMu ^
|
|||
Derde Deel. 37?
«Belijkerhujö een fcljabm» epnö metbe Eonmoet nra
men/ «Bn's aiJiuba ia benemen:
2oo ga ik ook baat tienen / en naak al balt mijn enbe / ©003 beelljepb ban ellenüe,
©f ebmabs te ^y?mh!)aan/ toaarban'tgtbootntges knaagt ixtojb/ jiRet ftiepne moept berjaagt toajb t
Sflfjoo kamt uok Ijet inben / bat ik jao beel moet bjagen / jl&nnamnnboQb te jagen.
Wet litbaam / t.uoj al 't baften / begint jijit Kracht font* jakken/ © e flany e knpen Jtoakken»
ïjetnieefctj neemt af/ heïebenbetliejen haar gestoept! ï$mt bcrbtigbepb / en betljepb.
ÏJier niffchen / met al 't itjben / ora mp notb meet te nuelien / ïtomt ?icts ben fpot bezeilen ;
5©en fvot ban mijn partpen / bie aW $p mp jien nuijnen / «En hanb üoo? bana berbwijnen;
*©en kop baar ober febubbeu: een al te batig teken/ 't ütik mt» Ijtt tjartboet bleken.
<£ob toeelï boclj eens genabig / en laat mp bulp gefthie* ben: <£en hulp maat booj bees Iteben /
©aar boo? bees booïe merken/ <©ob/bat bet utoe kracht is/
„^ 3©aarboo2biti»crk getajachtitf. 3©at pas ik op baar bloehen / al» gp mp Joct bejegent/ _ «En boo? Ijaat bloeken / jegent i ©at baat ijet bat jp lafter- en leugen-taal uptbjaken / «Sn Jiclj mijn bpanb maken i
w>$ 5P te feljanben komen/ met al baar boen / en lengen/ . Zal ik / uto knetbt berbeugen» "©efcbanbeenbetfmaabhepb/ biemoetje obertrekken/ <icn alö een kleeb bebekken.
®eiteiji jai ik «Bob banken / en jijnen roem bermaren 25p grooter bolken febarem
<©m bat bp boo? ben armen altijb tot hulp gereeb is / _ 9Jlsi)pitt barten-leebiöi al? 't bonnis om te fterben nn ober hein gebeïb te/ «n hp in -s boobs gemelb is*
ïfalra
|
|||
3?ó Stichtelijke Rijmen
Pfalm is 3.
M ït is mfjns Zeeven boog?alig' ure gefeomen /
ÜP &eeft ben Scepter 3tjns tjjfea inöanbcn geno* namen, ©e $}cet gants beerlp beeciert / gaat moebtge gangen: 3Bant ?iju .jêtepter heeft alie b'aacbe bebangen. Zijn Jfeetft bappye blijft t'alten tijben befienbig / <Êeiijh 3ijnleb8it bafï is / en ni.nmerraeer en enbig; 25005e lieben perfTen 't ifttjfc/ bat btsen ïfeer gcftittit heeft/ _ .
^.treKnenbe 30a luijb / als be Eonne 3tjn Öelber liegt j
geeft: '
«Ennaaken fietlp; recht/ alsbegetaelbigelïroamcn/
SDarnse met baat basen / als bergen bjengenbe komen / «En beo2 bes toinben onftuptnige bla3inge ;toeUen / «En bare" oebers betgeefs al cajenbe ouellen: ©root is al baar poogen / boog loopen al baar gebat!)* ten.
©e $eet noch booget / en ban beel meerbere machten» 't©oojbsijneelippen/ ftanb'ongeleetbenijal-leeren/ <Ên 'S menfeben leben ban 't quaab ten goeben beüeeten: ©'eeutoige tieraben / bie bent 5<jn toaoninge eieren / J2p niet ban beugöen en onbeblefcte manieren. ©erfcbpt3$eet/ alberboagfïc <&ab I bieltneltenftonui <&\i niemanb ban ïl 3elfs alleen be taiaak bergont. ©! gp bet quabeu bpanb / en bet goeben b?tenb/ ©te pbei (itaft / of loont / na bat bp bier berbient: <©nttoaaftt/ rertjtbeerbig öiebter ban be gantfcbe»aK>> ©ergelb be Kotsen Ijare ttotsbepb en boobaatb. ïfoe lang/ boe lang buurt noch bet boojen groots S5e' p^aal i ,,
ï)oe lang natb Ijoojt men baar gefnojfc en fpitj? taai.
ï|oe lang noch roemt beu fpottec ban jijn fpottentp i ©en eerloos; ban bebjog / ben fcbelm ban fcbeimerp. gietgpniet/ S^eer/ boebatjemetutabolftomgaan/ «En in nba epgen ijanb uta' onberbanen (laan i ©e mannelooje bjoutoen toojben omgeb?acbt: ©e ©aöerlooje ftinbers taojb niet op geacht: ©e ftebelooje bjeetnbelmgen nomen om. Jliet tuffebenbenkt baarbatt (taant 3P 30« ö"110' m |
|||
Derde, Duel. 377
't€n Ijeeft geeu noobal tont top boen/' toieig 'töie't
Sist?
©fgoehofquaab/ be 45ob Sfrae'is toeet het niet: <0 betfltig. oolh / biepin ontoctfiihepbtoetfmaojt/ ÜonSgpnotl) merken/ merkt; feonbgp noch. booten/ 1)00 Jt/
Koe lang uoth falpen utac harten bof/ en loom i
ll^anneec tuilt sp onttoafem tipt ben staaren bjoom 2 Eotiïï ïne jiiet Itoitnen ijooïcn / tmensalUnjjehanb. <Be ooren / otn te booten/ 3c!bst beeft geplant i Soubbienietjten/ 300 tocl ais peshanb biebet leeft/ ©ieü'oogcn/ omte3ten/ benmenfeb gegebeubeefti Zou ii» metffraffen/ om bet goobeiooshepbstoil/ ïijaar/ bieb? boo;Jtjn3Boa?bbertoittigt uait$ijntotli ©aar ijp nochtans öe bjeemfee bolken / jonbetJöet/ Cen regel in haar hart ban boen en laten jet: Cnnupntoanniet/ batgpboojhembctbojgenbent/; ©ie 't hart ber menfthen en al jijn gebachten ftent; Sijnbonbsn/ 3tjn aan|ïagcnbie'tintocnbigb?nft/ €naltoatinecns menfehen hart berholenlilöft» ©ies is bptoel gelukkig/ bien€iob selbet leert / €n boo? 't inpjem en ban 5jjn JBct het hart bekeert*. Hils 'tqualijl? gaat/ 300 isIjpflilen Ijeeftgeöult/ Cot bat (tóanneet be maat ber boo3en is berbnlt) ©e boost komt ten bal/ eninsijn anhepllepb/ lis in een kupl / bie lang te booten is berepb* |
||||||
Pfalmii/. ,.,:
K Set onsen lof/ niet onsen lof/upthoobaatbp/
Maatutoenlof/ 3@«t/ toenfehen topr$ ©at top om obertoinnmg roepen tot il/ Jteet/ ©at is niet om ons'epgen eet:
<©it soeken top / öatutoe goebigbepo en ttouto / föotutoereet/ bekent snnsou:
3©ant toaarom 3alhet hepbenfth bolk (als1 SP 't niee boet/ €n ons laat tteben met be boet) .
®uy laiïet-reben npt baat buple raonben fïaan ;• , J©aatishaat«Bobnu/ öaatj'op flaarii
mat b?aagt bp ons / gp Hanen ban bc biipftetms' |
||||||
378 Stichtelijke Rijmen
Jia onsen tffiob / buaarbat bp iö i ,
ÏJicrbobeniiibenilemeUs 't batijpbeefceet!: / &a boen featt al toat bp begeert.
3J>aaE «Boben/öic 't onjuiniö bol fe ooo? «Boben atgt / «Jnhoop op (lelt/ en frauft ban toacöt/
3©at 5ijn bie ï anbers met ban Eilber of je «Boub / ©an menfebeii bauben opgcbüUtat.
S2p hebben monben; en 5? maken geen §clupo: Cteeeoagen; en;ieiibaac niet tint:
SEp hebben oorcn; en Batten gecngefcbaU «Eenncus; en ruptten memenbal:
52p hebben banben; en3pstijjjcn niet baat mets (9Ebjee boeren; en jrjn sonöet treb:
2p hebben telen; en geen fleem bie Daaï boo? feötfc t Öojtafj 'rgslpttoat/en'tisnieiu .
ai toieje maattt / al uiieje neemt tot fijnen top / ©ie is jijn boobe «Boon gelp, „.
aiiaaarspiftaëJ/ «Bobesbolit/ meeftniet joojot/
JHaat legt ulo fonbament op «Bob+
fjp is alleen be gcene bie befrbetmt en bjijb / 313anneee ons ongebal befte p* ,
<Sn op asaeons toaarbe hups / 't ;p boe 't u gaat/
Jieemt «Bob altnb tot toebetiaat.
33p is alleen be gene bie befebermt en tojtJb / üSanneec ons ongebal befïrijb. ...
<En BP bic «Bob bjeeff / heplig jaab / mat bat gp boet/
Jïeemt «Bob tot (ïeunjel ban 't gemoeb:
3gp is alleen be gene bie befebermt en b?p/ Höaimcer ons ongebal beftnjb. . ,,tl
23ettüumt bafl op hem: toant hp is 't bic op onë benht /
£-n aan elkeen ben «.egenfebenKt, - h
'Jan Slarobs tooln; aan barons hups / en't begliff?»»0
<&at Ijem ontjict/ en op hem (iaat,.
2£l bie bsm b?ee?en / 't $p of oub' of jonge lie'n / Saat tjp 3ijn gunfttg aanfebijn 3t«u
3jïn toenfrlj ih bat «Bobs jegen altnb op u blijf: «EneeiitoigaanutosaabbfKltjf,
4Bp $ijt een boIh bat «Bob eens tot ;p bolft beticp/ ©ien «Bob / bie Uarb' en ïjemel fcljiep. ,.,„_,
©enJUemel rjouböctt^estboojbenu ben meiifcB/ «F* •'"■ min/ «Beeft tjp bc hcele Harbe fn. v
©tsboobenfcö««ï/ Meeeutoistpmfïittelepr/ f
|
|||
Derde Deel. 3-79
©aattoojbttto lof niet ban jjejepb;
JEaar top bie ieuen i inojöen utoes lofs niet moe /■ löan nu to t aller eeutosn toe. |
|||||||||
Pfalm 117.
A %ie SP bolken
1 <©nber be tooltón/ •ffieeft lof/ en cetc SSIan 4Bob ben ifcete: 3Laat utoe fceelen ^ijn lof niet ijcelcm ©pis gcnabig/
Up is goeb-baoig »©oet ons menfctjen/ aSoben ons toenfeben» Sin eeatoigheben
bullen öe reben/ «2n alie tooojbcn/: ©ie men oopt tjoejben/ ©ie Ijoope geben ©an 't 50tte lebentr: < ^immetmter liegen/ (©f ons beojiegen; ^immermeer mis «jtjn t- «3Paar altijo öis iW* |
|||||||||
Pfalm izi.
|
|||||||||
JL m ïl beröef in mijn gejieljt/ oSg
We beir' fcoliert 't ftejtt-litijt utaa bipwUng Jn ben
|
|||||||||
3§o Stichtelijke Rijmen.
|
|||||||||
ïjemel bo«b:ï©aar ban gp alle hing befcbontot^es
|
|||||||||
lijk een knecljt bie nimmermeer ©e oogen
|
|||||||||
aftrekt ban Jijn $eer; jj&aar naarftig op jijn
|
|||||||||
Ijanben let / 4En b'oogen blugg' baar na berjet:
|
|||||||||
ï <©f aljS een bienitmaagtikloek en ttouto /
©ie 't oog altijb beeft op baar tojouto / 4gn blijtig merkt op baar gelaat; «En boe bat al baat toejen ftaat: 3111500 10 osk ons aangesicbt jijïaat on;en ©ter/ en «Bob/ gericbt: ifeet groot berlangen/ ora te jien/ <©fb!? na lang bertoef/ miffchien/ 3 ffien laatfien ych niet ems ;al fpo'ett
<©m ons/ jijn bienaats/ bu!p te boen. 2Scö l^eeK toeefï in 't bergeben milb /- g.aat utoen taojn eens 5Ün geftilt; «En komt ons/ komt ons bocb te baat/ ^ieraet een al te ttotsenfmaab; 25efpot en ftbanbig uptgelatbt/ <iEn ban be grootfte jiji» betacljt/ «Bctergt/ gequelt/ feö«e tofer boob» i^et Iflben balt bet bart te groot* |
|||||||||
Pfelm
|
|||||||||
Derde Deel. 381
Pfalm 124.
U7ppililll|:lliiüll
vV r' mt «Sob ons niet ontrent gttoeejt / (£00
pllliiiïiilllliifiii
5cg afraclminfl/ en meelt) 1Baar. ®ob 01«!
enb t seig 5? / bie na onjs leben fïaan / 4iBct piËiiüiiggiiiiüi
gramfcïjap füianger tiuamen aan : Zp
iiïiülili^illüliüli
babbenonjsgefeheurt/ geploftt/ €iUebenb'op
|
|||||||
ïirgr
|
|||||||
na ingeflokt»
z SBloeb bo?(tig habbetij' ons bermoo?t;;
3jn onhepl toaten top berfmoojt; cEcüii; toamteec bet toatet komst/ 42u «ab:iï 't hooft boog benen (teoomt/ ©e menfeh als ban taanbopig bang Zijn Ziele Ioo(t met stoaar gepjang* . : 't 3te cettjt / bat elk ben ©eere loof/
nsie 011$; niet laat tot eenen toof :;-* • ^; -'■" &7 3 ©au
|
|||||||
38a Stichtelijke Rijmen.
i ©au 't bolk/ bat gaarn cms ijab berbjulit/
^iBaar upt haat tanD ons tjeeft gerukt* -Bies 3tjn ton ui» in ons geraeeb / <!5e!t)f« een taulbe uogel boet / ©ie boo? ben fïrik bcbjogen is / aBn toeer ben fïiitt ontblogen is* 't 23eb?ieg'lp net boo? ons gefPjepb/ ©en (oajen (Itifc boo? ons berepb / 4 ©ie 59« nu t'jaatn onttoee; en top/
«JBelp te boren/ leben bjn. <Seen menfclj berlnonhet' jeet iiitt ban/ ©e ffytet bie alles/ alles ftan/ ©ie 'S JDetelos öonb gefetjapen ijeeft / aarb'/ i$etnel/ en al taat'er leeft'/ ©oet ons in allen noob bpftanb ©oo?ftratl)t ban jijn bermogen jjanb* |
|||||
Pfalm 127.
't D «©utoen / bat be SSoutoers houteen
" të bcrgeefjS aan 't pps geboutot / Sütó'er ,
<!Bob geen ijanb aan fioub. 't IBalsen
bat be toaittrs toafeen/ toaat al niet/ 300
« «Bob be &taö jjïirt 7n jörTbetoating tjnb. mMimmïimmm
* '$ MWW bjpeaHpt 't m te rften / '0 ****%&
■ ......___;_________.___ lllfll
|
|||||
Derde Deel. 383
Iaat na beb te gaan 30 besgeeffclje jpijn gebaan,
1 Mn een irart bol anslïigbeben Stijgt gp nauta ben
armen üoit 2HÏS 't ban <SBol3 niet toeet betgeft: ©aael)enaei)tans5 3ijne©jienbeu/ bie geen ;o?gen 3Ün getaeiti' / Cen getufte flaap toejtnb» öiitbers boo?ttc muien teelen/ ig betgecfg öcm jelfiü geqaclt/ SSïs'ce <!Bob 3!t!) tegen Itelt: 3 IBant het is een gaaf bes peeren/ bie ijp 5tJnc bjien»
ben fcDentit /
«En 511'n ©ienaats' me'e gebeukt» ©en eibatcn lierften hrtjget/ bic jijn ftanb bol ïujiett bjaagt/ 3©o?& 300 beel niet na gewaagt/ ateeenman/ biebeeleEoonen ban sgnjaab heeft aan 3ön3p JBo?bgeb?eefiban3Ön tJattp, 4 <© ttsei jjera! bie jijnen JtoSeebol banjulfte pijlen
beeft/
., ©te begeer 5tjn©?ienben geeft: iceft bpjn het recht te èanb'Ienmet etnftontenWoeH bpanb/ Zou en raaftt hp niet te febanb. |
|||||
Pfalm ixS.
rïli!!feilliiii==iiül
VJ «Blufttóg bobett maten/ jaeetban het
öa« ftan baten 3 ld ban Se rong fcatt f»el3fcRi
|
|||||
3S.f Stichtelijke Rijmen
len M&n ban be pen kan fïellem
2 JBeee ban 't berfïatib kan toeten:
J&ag Ijp toel jtjn gebeten/ ©ie/ boo? (Sous bjees betoogen/ «Bobs» liêfOe boo? be oogen 3 ©es menfcbenbetf boen blijken/
«Eu baar niet ban toil tapen ©oa? 's Jöerelbs joete blepbing / <ffin liftige berlepöing' / 4 <©m ■» ïDerelbs kromme toegen/
3n 't groot of klepn te plegen: 4fïaar in «Sobjs toesen toanbelt/ 't %■$ toat Ijp boet of Janöelt. s SM u bie 5ulk een lelb jijt/
«En joo in 't Ijan geftelt ?ijt: 3©at toees-toil Kan u bjuhkeni ïlaj boen ?al tacl gelukken: 6 3©at quaab Kan u beflrptn i ,
ïtta boen 5*1 toel gebpen; - ïlto toerk mo2b met te fchanben; ©en asbepb ütoee Ijanben 7 Cn 5al u niet berbjietent
IBant gp jult ;tjns genieten t Mit bicugbe baar ban eten/ <gn b?oebigöegb betgeten: 8 j®et teeiluft baar ban ö?inken /
«En onlufr laten jinften: jflüet bjebe baar ban ruften / 2610 't licljaam tuft ?al lufïen. <> ïlto '& lebens gejellmnetje/
Ilto fêuns biouto/ nta bjienbinnetje /
©e fptegel ban uto 3inlijkl)epö/
Jbal uto boo; haatc miuUjüijeoö
jo Slautrekkelpe lieff'lpbepb / 25ebienttige geritff'iptiepö /
SBeballige bequaamhepb/
" «En jebtg' aangenaamljepb/ -; n iffin bupjent joetebingen/ fêet l)att in bjensfc boen fpjinjjen > &
|
||||
Derde Deel.
«Hn Doo? baar feboone betsgben
©en «geeft eijoo berbjeugben / ü «Belijii bp goraer-tijbeit
©et oog 3»t!) Iaat berbltjben / ïBanneer bet borat raanfefi ouwen ©en JSiJnfroh / boo? 't toel boutoen 13 §in bolle groente groepettöe/
I&an bïuchven oberbioepenbe Zijn ratstens t»ijö taMbjepbetiöe / <6n 't tjups b^I obejfp?tpbenbt/ 1 f <£ïcn Uoeïe frbabuto mahcitbe/
3Batraeer be ionne / blahenbe/ ©en Ir beu onbequaam is / Cnniet scec aangenaam Ie/ ij W.s jong' ©lijbim boomen/
©ie febaon en utilb opftomen/ ©ie op ten tp geplant 5Ön/ «En op een bjucbtbaat lanb jijn/ is ïï aar loof jen toeelöig uptenöe/
«Eu baag'lijftjs boogcr fpmptenbe/ I©anneer bes lucljtfi onguurbepb <©f s f enieis bwebe ftuurljcpb 17 ©en toasbom met boet mtiibtrttt:
goo juiien ooft ubo ftmbecen/ i©anue« gp Jijt gejeten <©iti bluften en ora eten/ is ïttotafeljoet oinrutgelen /
«En u tot bjeugb becingelen* <©! bie ban bat getal is! 3©ira «Bob jtjn een en 301 i0; 19 ïöiens batt 15? goeb en $eb;g/
«2n ban «Bobs b.jees noopt i<big! 3Bat ban / toat kan Ijem fcrtnfeen'. 4®ctal 5ijit boen en benfeen/ 20 tuig een bntcöt-rüftcti regen/
©ermengt 5icD ©obes 5cg?!t. <©! bie «Bob recht geöieitt hebt /
<ön baarom «Bob te bjieno' Ijtü:! ii gijns liefbens mübe flralen
©ie juHen ou u balen/ «En ais gunlï-rijke ftroomen i9an Jbion op u bomen/ " Jpaet jejjeu'u üejrjjfteube/ im.C
|
||||
6 Stichtelijke Rijmen.
«En nimmer ban h topenbet
HDant bp ;al al uw iefcen
ïl aan « feboutaen genen
23 IJemfatems gioot-matbtigbepb/ Haat goeoen ttauD/ tn v?<Mhrigt)epbt
Jgp 331 't met u 50a maken
(Jüiu jaais bic alle ;ahen
»4 31« 3oetltepb gaat te boben/ «Sn niet is om bol loben)
©;i< / ais ma' meefte gjateit
<^tü benen jtjn gebaren /
2j «En-tlifhaain traug en mat taojb/ 3©aar boo? men 't lebe rc 5at :tr.o2b:
<tEn 'i blo'en gemepnitjk kuub ml
©ies 't bart bejlrtjöj. Uenontnb is/
26 <gen niéubj genemu genaken ;al/
©ie 't ftatt aljoo betraaken jal/ ©at in plaats ban afjtcerigttepq / ©e lufüge begeerigsepb 27 <©m 't ieben noch te ijouben
Sin u noopt ;al bermibetu Mant hp bic 't ai moet fïnurat / <£n bie ooft De natuuren 28 ©er,;ni moet met bie kraebten/
3©aar Coo? bat be geflaebten ©an (tam tot fïam toe maffen / ©se ?al 't niet u 300 paffen/ 29 ©at utoe anbe oogen
3fBet B?eugb aanfcïjouüjen mogen,
©e Zonen ban ui» Zonen/ ©ie u itoeï.) bier boen bioonen / 30 ais bier ben geeft niet meer iS/
JÉiaar bp bes iebens ï|eet is/ <iEn u een aiaara be-erben ©ie noopt en jal berfterben»
31 €n om op aile mijden
jiEet bjeugb' u re Booi-fpnjett «En 't bart u te bernuifeken / Zal ftp 't met u Joo febikken/ 32 ©atg'tn uto Jaatfie ipeit
«Ben ongemepn berbltfben/ «Belukbig jult «emeteit/ IDanneer go b'^fraëliren/ |
||||
Derde Deel,' 387
3J «Een pber aan ;tjn ftebe/
28Ui}ö jult sten in bjtbc. |
|||||||
Pfalm 131«
|
|||||||
2 «En moebig op mijn itratbten /
JRtjn mtaöêt niet te athttu: «En a!s be (toute rpen/
*Btjn meerber niet te topcn. 3 3jfe laat 6e naatje ïinnen
©e reben niet berminnen: «En 't i)att mp niet bebjiegen: <®m al te boog te bliegen: 4 Jïftaar fietbt en tecbt behaagt mp*
3« 't anDers/ tyut] jooplaagt mp: Haat ongebal / mijn lot ?ijn «En «Bon geen meer mijn «Bob 5jjn»
s «Een hinb bat berfcb gefpecnbis/ «En tcberlp bertoeenb is/ 4iKag i!s mp fcp gelpeit/ 2(lls bie 't in mp öoe bttjfeen t « «Esn ftinb bat Mepn en teer is / «En noch ?ijns lufïs geen IJeer is; 3iüs 't onlangs beeft gejogen/ «En nautoips Jtfn ontogen 7 ©es moebers liebe bojften/ ©aar 't Iteeltjen 300 na bojffen/ «En 't hartjen booj ontfonHten/ «En o'ooajea 300 ua lonkten/ |
|||||||
88 Stichtelijke Rijmen
s ©e hanhrjejj 300 na grabbelton
i^ettongsiitnjoo aan Sabbelden/ ©e lipjenis bafï begrepen/ 3@e tandjes 300 beneden/ j> JBttai iipt het nafjen Ijaalben/
©at beo? al 't mom jen (Iraalbcn/ üet natjen bat 500 joet toas/ «ffin 't beft ban 'ja motbetB bloeb taass / 10 Kan niet 300 treurig fïeenen/
«en na 3rjn tnctber toeenen; ïïan niet 30a 3ect beriangen/ Cn aan 3ön laoeber hangen: 11 aHsiK i£eer/ fïcebs ga trachten/
<©m alle mijn gedachten Cot u alleen te ïenben:
11/ belpet in ellenden/ ij il troofret in het lijben/
il/ lepbsman in het ftrtjden/ ©ie oo?3aafc ban mijn pjacht 3p 5 ©ie DO?3aaft ban mijn macfjt jijt: il il/ «Bcbet ban mijn isroone/
«En 't hups/ dat ift betooone/ il/ «Beber ban mijn leben/ «En öfe 't all' hebt pgeben* 14 jatjn lanbsüe'n/ ban ben b?omen
Sjfrael afgehomen/ ©etoiji «Bob (die be feeïb tö/
©ien 't al in jijn getoelb tja; 15 «fen bepland m ben bjuft 10/
«Hen oojftijonb ban geliift ijs/ JBat 3oud u ban beletten ilto hoop op «Bob te 3ettcni
16 IMt ban op nicmanb boutoen/
jBaac hem ailcen betroutoen; Êebt Ijoop:/ eu laatje btturen ©au nu tot alia uuren» |
||||
Derde Deel. 389
|
||||||||||
Pfalm l?2.
|
||||||||||
V
|
en
al'tujben©at5Pabibleebinl)oojgegaHgen tij» pltillilllllMlïlËïpgf
ben s ©iejicij aan 35ob / Sfïacijï l?tlb / becbonb/.
|
|||||||||
€n beej' beloft liet gaan upt 39 - - ma mono:
2 «Eertoiliknietin^iön ©alepgintreben/
€n op tntjn bebb' ne'ee leggen mijne ieben; «Bet ton jft niet / bat mp be jacöte ruft <©e nogen lupft / en 't moebe lijf betluft:
3 30oo? bat $ici) mp ten plaats cetft jai bertoonen /
©aar gjacobs bracht/ be üf ecre in mag tooonen; *toaat sijn bolft bem bietift en eet betoijs' / «En 3ijnen jjiaam gebuurig ioob' m pjn?',
4 ©aar nuatn een apaam tot on# upt alle boeften /
©«$' plaats bie ntceftm' in «Ep&ata gaan joeften, •003 balfcb: 3©ant «Bob toees felfs een plaat» in 't ... to'onb / ©aar Ijp 5tjn hups tooub' Ijebben ingeboutot»
J aaac cus ben gang na ©obes i^ups toe fïellen/
JE» bibben aan.boo? gijne boetfchabelKn* g» BP/ <© <©ob/ neem utoen Cempel in/ *'* SP u jelfs berftooft naat utoen $in. 6 Mui taooning/ i^eer en toilt bie niet betacijten/
©aar i)'3J?fe in ruft/ het beelb ban utoe ftrachten. «» bolk Daar in bat moet bol jtjn ban bjengb/ ll|u Poeders ooft aan 't öatt bejcisu met beugb. 7 ^00
|
||||||||||
390 Stichtelijke Rijmen-
7 Zoo ©abfb oopt il/ ©eer/ gebientijjeftttouto":.
lijfi / <©m ©aüibs teil 300 toont ït niet affchcuto'lijk ©an mp 3tjn kinb; bien gp al ©abtbs lanü «5 n 't groote Öijk gefïelt bebt in sjjn hanb. 8 lan ©abib beeft eens b'lgeer een ecb geCpjoken /
©ie nimmermeer ban betnjalsijn gebroken: ©en (ïoel utas Jftnks blijft eentaig bp ui» jaab/
gjnöten 't altijö op mijne toegen gaat* 9 i©ant 5iet / uta Zoon / be b?ucbt ban u geboren /
©ie 341 na n tot Koning stjn nerhoïen; «Sn boojtsnab«n 3tjn kinb'ren aebtereen /
g^oi)>3p maar ftaasj op mijnepaben tre'en; 10 asant ^ions 23erg ftebb' ik mp uptgelesen:
't 3]s rap een iu/i gefïabig baar te bjfJen: 2p iss be plaats / baar ik mijn toooning (iel /
a£n eeutoig ruft; toantjpgebaltmptoel, 11 ©oo; gunlï ban mp jal baar ben J|emel jegeneti /
dïn op 51'jn ttjo op i)<>re akkers regenen / £00 bat baar balk / bat arm is in oen noob /
Sin oöerbloeb berjtcn jal ;yu ban bjoob. 12 f^aar ^iefter-uolK 3«l ik aan 't iiart bekïecbeit
<En rijft boeit stjn in beugbelijhe jeben: Haar ï?f pi'gen ook bebjtjb boen 3ön ban fraert /
<jc n brie bjeugb upiitojtcn in baar bart, 13 -ffilöaar jal mp een nieutoe fpmpt opkomen
lipt ©abibs Mam 5 bie ik beb böojgenomcn / <C en belber Eicijt / bat alles boo; jtjn fclnjit Deriirl; ten kan / op aarben te boen 31J11» 14 3Ci toie jici) fiem partp ;al herben toonen /
4ên la(ï:g 3tj n / 3ai ift met fcbanöe looneiu J&aar bem 5al ik becöcffert in ben Croon / ijjn op 3ijn booft boen bloeyen fijnen Stroom |
|||||
Pfalm 134.
T <©oftbendeere/ Be(ïelbe«Bobs©ienaren/
•^oBmsijn^BobbelniJ bups'snatbts tebewa"1" ©ie b'ceuuebir.c ftiiie ban üe nathten jrlooti 't tot tjepiige tooojbeti en seöac&teit; |
|||||
Derde Deel. 391
Sfroott 't om Ijeplige hanben op te beffen /
«Eu een «Sobbeifj!? eer-gebicht te treffen: §}eft «Bobs-bienfïige hanben op na boben / «Bobs ©ienaesn / en toilt ben ïfeere loben; 2005a! jegen op u / upt £ions 3alen/ 39an bendeere/ gebuutig nebct-balen ; Zulk een jegen / als oopt een menfche fmaafite ©an ben %ccre / bie 2Sarb' en &>emel maafcte. |
||||||
Pfalm ijtf.
13 SSnftt ben SJeer al taat'et leeft /
©te 300 gaarn Set quaab bergeeff; «Bm bat f jm goeb is boben al / «En eeutoig aljoo blijbeit ?al. ©anbf hem/ allet «Boben «Bob/
't ga een rebelijfs gebob;
©m bat Sjp goeb is boben aï / «Bn eeutoig 0)300 bltjben jal. ©anfcrftjem/ allee peeren ^cer/
't Sta een toel berbienbe eet;
©m bat ï|p goeb is boben al / «êtt eeutoig al5oo blijbeu 5al» <©anfct S|em/ banfeijjem/ bie alleen
i©onbetbaet/ en anbers geen;
©m bat »p goeb is boben al / «2n eeutoig 31500 biijbensal. ©iebe^eem-len beeft geflikt/
<Cn3oo Kmiffig toegetithr;
<©m bat ïfp goeb is boben al/ €n eeutoig aljoo hiijbeti3al. «>le&*3Haïb'bafï heeft gelepö/
<£n op 't taaie* uptgebwpb;
©m bat J|p goeb is boben al / «Bn eeutoig 31300 bltjben 3aU fw aan 't Ijooge ii|emelfi tonö
«Sjoote liebten beeft betgonb;
©m bat 5>p goeb is boben al / «ctt eeutoig ai3oo binben ;al> t Zonnen licht / op bat ben oag
«eooj bien glans berlkht 3ijn mag 5
|
||||||
2. Stichtelijke Rijmen
<©m bat b» goeb is boben al f
«En eeuüifg 31300 b!pen jat, 't 3iBaan-licijt / en be <g>te?«n ftbijn ©at be nacht gebienb mag 3tjn; <©m bat ]jf p goeb is boben al / «En eenbJig aljoa Wijben ?al» ©ie in 't gantfcij aBapjJtcn-ianb ©•eetft-geboojncn hu»» ban fcant; <©m bat £?£> gaeb is bonen al/ <ïEn eeutoig aljoo Wijben sal. aBn ITraels tjeel gcflacljt «©nbefcbabigt baat m>t b?acl)t; <®m Dat t#p yoeb ts babe'n al / <Cn eeutoig aljno blijben jal. ©ao? een banb ban gtoot getoelb/ «En een arm / bie alles bcïb'; <®m bat ©p goeb is boben al/ <gn eeubiig 31300 blijben jaU ©ie be Zee ban een bee gaan/ «E» gelijls ttaee munten jïaan; ©m bat Jij goeb is boben al / <£n eenttjig 31300 blijben jaL ©aae 't bctkoren bain boa? taog/ ©enlig/ onbeïjecrt/ endoog; (Êmbatifp goeb is boben at/ «En eeutuig aljoo blpen 5aU ©ie ben Koning / met jijn hep? / ^moojbe tn het ïtoobe Mm s <©m bat I9p goeb is boben al / <iEn ecuuiig alsoo blijben 3*1. ©ie jijn balU / ais met bc banb / gtepbe boo2 bet tnoefie 3anb; <©m bat i|n goeb iü boben al / nBn eeutnig al?oo blijben 3aï, ©ie be Scepters gtoot ban macht / (gettijbs i'onbet beeft geojacht; <&m bat ï?p goeb is boben ai / <£-n eeubjig 31300 blijben 3al. ©ie be ©ojflen/ (leek en gtoot/ «jëcttijbs heeft gcb?acht tet boob 5 <©m bat ïjn goeb is boben al / «En eeutoig 31300 blijben 5al. .Sibon b'imottjtfcbe ffiojft/ |
||||
Derde Deel. 393
© iett geen $?tns oopt tergen bojfi i
<©m bat J|p goet 10 boben al /
«En eenlnig ai;oo Wijvien ;al«
«En (Dg/ üoningban 28ajan/ ©ien noopt eenig tnenftS bertoan 3 «Sm bat ijp goeb is boben al /
4c 11 eeutoig aijoo blijben jal*
D Daar gotb gaf Ijp ten bupt / «En Haar lanb ten eefbeel upt t <Dm bat i»p goeb is boben al /
«En eeutoig aljoo blijben jal»
iCot een erf/ en eeutoig reeht; 3tan Sflfraël jtjnen ftnecht 5 <©m bat ijp goeb is boben al /
«En ceutuigaljoo binben jal»
5^P beeft Jttb totonsgetoenb/ ©oetoptoaren tn ellenb; <&m bat byv goeb iff boben al /
«En eentoig aljoo bigben jal«
©p beeft ons(tote 't toutat offptjt) ©an t|9panbigjuK bebjtjb; (Dm bat lijp goeb is bonen al /
«En eeutoig aljoo binben jal»
IJP is "r bie baar boebjel geeft / fjan al toafer abetn beeft -, (Dm bat i|p goeb is boben al/
«En eeutoig atjoo bljjütn jal.
©auktuem/ biein ;i)ngetooub ©cngefternben {f emel boub; (Dm bat j@p goeb is boben al /
«En eeutoig eeutoig blijben $aU
|
||||||
Pfilm 140.
V Jdnmenfcben/ $rer/ Die(ioutenWJrtttl» |ipllllii}!lii.plE|tii
moebig jjju/ ©ie boos ban binnen/, pianfcett
A. '■ ■ - -«et
|
||||||
94 Stichtelijke Rijmen
l!ÉliH|I!l!lllllïïMllll
met eenniomenfcbtjn/ ©ie ttoiftlwrfcöaffett
tmgtlp*/ en toekken (ttijb / 2585«« tn
" toenfeö *h etnfWg/ bat gp rap betejb,
2 ^aïtongiö/ al$een (langentong/ en baart teel JöaatftekeTtakentotin'tMepfïe banbetbert:
f nfcb etfenönaissb'abbets/ eneenpbettooo:b/ Satbanlaaiglijb'/ iöin toe Sul gelijk een moo^ 3Bat al mön boen/ en laten liftelp befpieb;
lat mmtebotten kuplen Mft / en fttikken 5et / Inaibcpb in te toe?ten in 't bebjieg'lttk net. 4 3©at»anifcanW/i|eÈte/ibanti|gaan tot»«
^Stit: ©eet/ gp5ötmnn«Bob/ ft.lptgp ntp»« IfrliooJt inijn (tem / en neemt mnn mum fmeken aan. 2 300 bik in 't ftrtjbcn mp bebt bpgejtaan; , s «ut boclj benboojen snnen boojen toi met bo« •
95 eekutjnenaanllag/ ttmt 3« n boojen tot met do en
In bat top" 500 't bent lukt / bettaaant en fier baat et' ffim|ieineimetüetljeffe5ij.nen^ot3enkop.; « riet onbepi bat nu m brcfcbeirat geraoeb Ml'
aEnmnbSKtong./ baftin 'thetbojgen fpoutot
St Êeete / cat bat ;ijntn epgen meefïeï taak; asBKSsas'ssaau'•
|
|||
Derde Deel. 39^
«En boog gefïcgen laag ter neber af gefiojt t
sffiant <©ob be §}eet (nat moet getmsf alttjb Joo gaan) ©te neemt in 'tepnbbetonbetDziifcfenjaafceensaan: • Cntnaaki een epnb ban al haat jammet / enbetöjiet/ €nb2ijb5ebanbenobetIaft/ Oie baat gefthteb, 10 ©tes banken ook be ©?omeu haten «Bob eitöeer/
€n geben hem onfletffeltjften lof/ en eet* |
|||||||||
Pfalm 141.
|
|||||||||
Illiiililiilliilliill
ten/ <©m mijne ftem genabig aan te booten» <Btlj
gE|l|=|=r|S|§|S:|:fEiE||^|ES|:|? of be be'en / baat b'angften mp toe bjfogen/ Mtt
jÉll=||Ê!:||i|l|ïlll|li
gullt betmaaft in utoe ooten gingen / Mtt
Éfiiiifliii^fiüiüifll
|
|||||||||
Snik betmaaft / a10 't bjepn be lucht ftan ba»
■ ten/©ieboojbe neustn'thoofttoojb ingelas iilIlIIIIi=iiyiilllEi
tin Tlöanneet men't buut beu JBierooft
laat toetbjanben/ <©f 11 beteert met a&onbi»
& * pfftt*.
|
|||||||||
39^ Stichtelijke Rijmen.
offeïbanbeit,
2 «Beeft mp eeutoom/ biempben monb mag burin*
<©p bat mijn tong niet toer ban quabe bingen;
oBeeft mijn gemoeö een boo?(clj?ift ban gcDachrtn» <©V bat nip 't i)att niet na Wat quaabs boe trathttit / <£n ift tnp noopt met boosen mag befmetten / <©f nimmermeer aan baten bifetj mp 5ett en: ©an ©jorae licntoii ifc bcel lieber flagen / ©an bleperp ban «Bobloog bolfc toerbiagein 3 ©efttaf/biempgebaanVoo?bbanbeb?oraen/
<®it toojb ban mp 300 willig aangenomen / goo gaatn ifc 't hooft met batjem laat begieten /
«JEnjnnenreufe met Wtllujttou genieten.
't «ffiobloos geflacht, en bic gobloosbepb leetcn /
jUVoetèntejaam/ boo? (iteng beftöih bes peeren/
#an fioben neet een booge rots gefmtten
atut ,1t«hhen gaan; op bat elk ten mag toeten / ,
4 i^ot quaabljaatleer/ boe goeb sfflobs leer moet W*
jen/
©ie onbengö (ïupt / om öat;e tampbott bjÉjen, «©enattgltbesboaos/ Wekwaar is om berbjagen / treeft ons gebeent' 500 tottn 't merg gelagen / «Mpeenijout/ bat/ boa? het lang tnfmtjten ©ssbeptels/ toijiuèitop begint te fpltjten. 5in?ulkenmiob/ jijt «Bp't/ ©eet/ baatmyooge» atliten opjjien enttnofl üan toatljtenroogen: s • <&P 5B1 alleen / baar tap ons baft aan houteen,
f&trflootfettiet/ biehaatop ïl betrouwen, föoo? 't ttaïfrijtebjog / bat mp ban baar berepb tó / <ffinboo?fcenfWfe/ btemp ban haar getepb is/ ©an baar / bre quaab / en mp oopt bpanb waren / SSibb'ifc/ nujiwÖJDb/ batgpmp Wilt bewaren, nBecft/ batiisiaarberftrtfet ju in bie netten/ ©ie 50 boo? mp (hoetoel bergtefs} gaan setten. |
|||||
ir
|
|||||
—mhJ
|
|||||
Derde Deel. 397
Plalm 143.
Y «Bïljoojt / ïfcee / mijn gcbeb en mijn ootmoeöig
* " f me ken Haat uto gettoutabepb blijken /
©p bie tecbtba:thig jijt / berbomtratjn tteutig fpiekert o£n laat mu niet bejüïpenl
2&engt mp ntet booj ben Cöjoon üan utoe ftttwge &eg» ten/ i3T ot uojbeet ban mijn jonbeu:
3Dant im baat mag beltaan/tnojt onbet al uta Snetbtett <Cen cenfs niet gebontien,
jaijn npanb boigt mn (laag / en is mg op beïeben / «©m'ttaJecbeepnb tegeben/
©iea ik mo fctjuplen moet inbjoeb' elUnbigbeben / <En ben als boob in 't lebcn.
Snmenbigts inp't hatt beklemt als tuffebenmunten/ ©oof'tonbetbjaag'itjk lijben:
«En 't leben jou in mp niet lange ksnnen buuten ©etgat ik b'ouöe ttjben.
Jiföaat nu / üjanneet ik beuk aan uta boo|leben babtn / 4En hoe gp hebt geholpen/
©oeuuj benunbe bolk met biuk toas obetlabcn/ .Jl&et quelling obnfïoipen;
Eooftbcu ikttooft/ iu't mü>5' ban al biestaaar ges öachten / ©ie mp ben geeft beneiten /
€nlttefemt)nljanöenupt/ömitoo|tba!iïltcujacbten/ €n befje na befiejren.
ffitlij&betbojtelanbbo^lt na be.s ^emeliS Jegcn/ __ 4En laaffelijkt bjoppen: Zoo bojlïnrjn Ziel na ijuip/ bie naauta jich kan bc* toegen/
„ «En 't hart naauta meet boet kloppen, ©ttbao:tmp/ $|eet '< 'tistijö; benabemtoilfaaljereu l^et leben i» aan-tfebepben;
m bojft bttljeft naauta' meet; ik mag geen bulp ont» beeten <©P moogtnietlanget bepben.
«ta gunftig aangejtcht moet gp tot mptoaaws toenben/ s2oa ;al ik ttooft üettaetben,
"©f/ jjo gp mp nocb lang laat leggen in ellöibtn / Z,m moet ik ban baafï ftetoen,
|
||||
398 Stichtelijke Rijmen.
ïgelpt ban in tijbs uto fmeebt/toiens beop op il gebeft bS
«Bn laat hem trooft getotmtcn,
%t$ö mp op utoen toeg / en leert mp toat bat beft tó / <£5p ftjeet ban mijne 3tmteiu
aSsrlofï rap/^ob mijn troott/ ban öte rap toüieu plagen/ ten ongenaötg banb'lem
gteert (taant gp 5ijt mijn <©ot>} leett mp/ na uto behagen ï^oeüibeboojtetoan&'ien.
3©ilt nut uto goeDen «ffleeft mijn Ijatt aljoo betaben / ©at 's ïBerelbjï pMbeben
JBp noopt boen toijücn af ban utoe glabbe patsen / «En onbebleiste Jtben,
3Mtgp/ bat elft/ metmp/ nta' tere jal berbjepben / uên / aljs recbtbeetbtg / p.iijsm;
3lpt baten boegen noob/ moet gp mijn jielbanlepben/ 4En bjeugb-in baat bosn tnjen:
2ln3iuieai)aogettmoeb/ mongpmtjn bpanbfioten/ •tEn toeken betn 3rtntoapcn:
«En boobenj' al bie mp in bjoefbepb fchier boen fmoten: jiïïp/ een uati utoe Kuapeiw
|
|||||
Pfalm 144..
TjilifiiSliilllfiP
Al <êei toat lof jal in ïl gebcn / ©ie mijn
mmmummwmMmï
hulp en ttooftcï Jijt i ©ie mijn banben
giiiiiÉiiiiiÉtfififi
maaittbeb?eben/ €n mijn jtoaatb beauaam ten
I ilüiilililllilïliilflfl
ftrrjb / ©ie tn? gotb ;ijt / ©ie tn? milb jijt / ©te o» ^
|
|||||
Derde Deel. 399
ifililJiiiillflIlliil
* toaft jijt en gettoutoWMt wijn kracht #t/ ©it m?Jn_
* fcbilb 3tjt ©aar iK tnp gautfch op betrouto.
2 jpcnfcijen/ biebanmenfcbenhamen/
*f set toat acht gp bie 300 Jeer • /
©ie bocb 5ijn u« niet genomen / «Entonuetberbttiijnentoe'et':
©nrat / ©set bes liferaeis beuren r - J jiRaal»t5e baatbig tot ben Imjg:
s&aettbe bergen/ batjefrbeuren/ «Sn bat baor een bamp upt-fttfg t
3 ^£i)tetuujnraïen/ entotïblifctje
©itn 't i)a« na mijn onbcpl nepgt.
®oont u brachten / en nerf c&tMsj / ©ien haarffberpe jtoaatb utp ö?cP5t •
©lealsttwnmtoatet-ballcn/ . ©an een tets af/ belles fchoots /
<©u mp ballen nut baar allen / 4Enboenmpbefcl)?ih besboobg*
4 ©irmetxnntoattutoetiinb'ren;
jlBaaröooj baren balfcbcnmono ..1
gin liet goebbe menfcben tono'rcn /
(©oöbeloosinljatengtonb,
3©ilt gp mp tiao? «aar betoaien / Eoojaliftïl/ Reenen 6anR/
<©p be Hupte ban tbien fnasen <6 eren met een nieuta gejanK.
$ 4Bp / bie ©abtb 't belb boet Ijouben / ©abib utoen trouuien Knecht /
©:c oopt op ubj macht bettoutobcn/ «ilsliptoastnstaaatgeueent, ,
<BP/ bS'tmooAtÜ 5b»aarb af tombe/:
Inbenfiïijb/ ban's üonntp 3P /
©oeömpnu/ in Pees ellenden/ ©30? mtjn ftraffe toe'erpattp:
« ©ienietjijnbanutoe feinö'ren; ^aarbooj baren balfcbenmonö , ti
aniietgoeb Ce menfcöen binö'reu/-
|
||||
4öo Stichtelijke Rijmen.
«ÖSobbeloos in baten gronbs
«Beeft / bat onje E >ncn groepen / «SninbareteereieurtD
UI» be jonge planten nluepen; «Baat 't gejirht ;tcb in bettjtugr.
7 ©arbe©ocij!er3bao2on9'oogen Sno berttert en pja'chtig gaan,;
aUsbeftljoonbettDÜlffe bogen/ ©ie m Jionmgs i|UBên ftaan.
3©erpr ons in be ftoren-fctjuitren gulften milben noqjïaab tos /
©te boa? menig jaaï ma<s buurett / oBn notint ujbgö outbjekm toe.
s Haat natuur, (jaar Krachten taaak'rtn/ fin ons 30« tot reelen fpoe'n/
45n ons oflen up be akü'ten ©et! en ïiutten arbepb boen.
«Beeft ook / bat men gem aiarntctt #apt op onje ftratfit (joojt /
«Enecenjxitliteit/ of geen kermen ©oaïberlies/ brjraab/ ofmoojb*
9 tègelukJiigjullie menftben/ ®iebaat 5ijn in 5ulit gtnoW
3©at benoeft bp meer te tnenfthen/ ©iebenJ$eerlietft totjt)n<©ob«
|
||||||
Pfalm 14Ó.
I j ©aft mijn Etel ben ï|eer ban bobeu/ illiïlliillliiiiliiïlili
©ten ih p2i)jen jal en ïouen; itoüenjal/ 500
Élilfflll^ïllBÜlilli
* ia»g bet leüen 't Spcöaam niet en m W
|
||||||
Derde Deel'- 401
mmmmmmmwm
|
|||||||
ge - - - ben.
2 ,&*clt geen hoop op grooteïupben/
'tZünmaat menfebenfeinö'ren; tjupben Zijnwpets/ en boog nantoaatbe/ ,3iBc?gen met / en toeer tot aarbe. 3 ï^upbenfebnnen speentoonber;
.litëojgcn moeten $0 baar onber: SU' baar paogen en aanflsgcn Sa! bc tainb baar benen b?agtn. s Zaïiirban/ b:e«Bobtebaatbeeft/
«ïEnaneentottroofi en raab beeft/ Sla«h0<!Bob/ bieban't begin ijs: ©ieDit al/ inet bat*er in is/ s fêecft gefebapeu; bic noopt faalbe/
<£ M ;ijn toüo; f. niet in en haai bc; ©ie ban onrerht ftan bebjoben; «En boet recht/ b!e onrecht lijben: 6 ©ie inen arme menfrhen fpijjen /
<£n bcel goebljtpb ;iet betotjjen 9tanbie/ bienbe boepenpjangen/
(èn intsertaBjrjngébangen; 7 jlEienfcben bie niet jien en konnett
giet men hem bet licht bergonnen 5 ©11 betbeft be neergeff agen; ©zomen 3ijn't bie bent behagen: 8 <©ber bjccmbCH / oberJSeejett
3Iaat hP 5>jne jojge toejen: <gn beman berlaten ©ioutoen
Staat t)»i ook jtjn oog aaufebournen, s JRaar be boosen boet pp toijften/
5i0et haat liften en p^acrijhen: §n ie eeutog <©oo / en Moning/ <öh in ^>ion is Jijn moning* Plalm 149.
>7 üngt ben $eet een nieuta gejanfc/
^«©eeftbemiof/ enjegthembanft/ €> BP <&obs berfeooren öcrit / «üKöafet er ban hui terug toert / |
|||||||
401 Stichtelijke Rijmen
ga«3fr«ët5ijn bttijeugt/
zLl K" 0^teon* aller uieuab / «job; bie haargefcbapeii feee*:/ garjjenfpelentaBiborhn/
Kep gejang o:e nioet'er jijn; ©a met aangenaam gelimt 29«wnlpft«j.ngeniipt. «öttsr üerioft ijp Uan aeqvel
f»0f hS?»"1 fcöïwö«pb tent.
iïï, hf ,^omen 5actjte geeft 1> w^at m?nöcn uto*'« naam
SL*?!" Jln/ en aangenaam. ©atjctoaaftinalieianb/
^&trafop alle noiten boen/ «ii baar fnelle boeren fnoen/ IP'eïJnutegenftaan/
gattetmmtt of boog geacht / ©ooj baar rnftbom of gdïarbt/ «En al toafer trot3«t fiaii.
^oo sai -t bannf» jijn boiboert/ 3^J!?lt,®°b'1Öft MiJiftban roert! ai be toerelö booj bcttett. |
||||||
P&Im i^-Oé
1 ©oftben^eer/ bienocg btrbebêti
HIlesDoojjtjngrootemacbt ®ot$ijn öaftöepb betft gebjaebt/
<En 3jjn toejen beeft gegebtn. £eofï bent in jnn groate toerften/ mtïfp boojmaalg öeeft sftoiatött
|
||||||
Derde Deel. 40,}
Stooft Ijcm in jijn jïaat eit pjacbt/
<©?oot/ enteaarb om op te merfcen. Heoft ben lijeer met fmjgss-trompetten; <£Bn bet ouer-3oet gelnpt
lian öe ©atp en ban be Hupt;
Hooft met pijpen en Kajnetten* Hooft met trammen en met repen/ «En'tmelobieus nesanff/
«En het lufïig fnaar-gcMank t
Hooft met finpten en ftbalmepen» Haat be ijeib're Cimbaal' tsiingent' Hooft al toatbebo?(t betoeegt/
Cn met abem bult en leegt i
Hooft Den $?eet ban alle bingen. Eyude der Pfalmen.
Mayfchen Morgenftond
5ilillllpïilliilill
«ttfj» be jaetfïet totjs engoeb/ bte
" alles beeft gebonti>t7 &nnotb in toejenbfijr
" ben boet: ÏBat 'S menfcijên oog aanfthoutet,
z ©ie 's JBmtb.s totjüeu omrae-rrag / Ijiooptupt-getoaaftf/ betuaaUt/ <Criboc? gepafte ffiifleling $et joet noch joctet maafct, ï J3u is be HBinter / bc? en fcbjaal / Mtt al jijii onluft heen / «Enlb'Statbebeeftbooj bejcraaal ïjaat lijben afgelegen. 4, ©ïesusbetijbtoe'eraragefccert 3Baar in natuur ber jankt / JHaarg milben Scheppers goebbepö eert / «fn-metsjjngabenpjonht* i ©e «JiP.ep / tottnp joethepb joo j«*|ï«&t / |
||||
404 Stichtelijke Rijmen.
• ©atjijngebachtenis
fin's nuni'chen geeft al bjeirgb bertoekt / «Eer Iji) boojbanbenis. 6 ©ejïïep/ hei fcljoonfte ban hefbaar/
©aar aiïts tnberfraapt; ©e Sncbt is jott / öe Zon ftbnnt klaar /
't «BeUjenfchte ©mbjetoaaut. 7 $|et ©aututjen / in bc fcaele nacht/
Ilöojüober 't ©flb ucrfpjepb / fBaar booz be heel Jiature lacht/
«En is bol baniibaarhcpD.
s ©eHarbismergebloemtgeciert/ J^et 23pkenga'ert}tjn JBas/
J?et lleeutoetikjen tieteiiert / «En baalt op 't nieuuie <&2asï*
s> ï|et bloc mpjen ö?ingt ten knoppen irpt \ 't (©eboomte tupgr oan )lof /
let ©eetjenfebeert i'.et ïilabet-Krupb «JB?aagban oct ©eibjen of.
10 &k ©iertjrnijeef r 5ij!tbollentoenftft/
«B11 nuef-begtett iepb|lilt , SSebalbcntnben btoasen jiaenfeh./
©ao,{ jnn bertteeröen üjil, 11 ©e menfetj ban toare ©eugben !«:<$
«Enbolbansottenluft/ IJein 3eifs en anü^eninbetoeeg/
ffietmoojb jtjn epgen ruft. 12 ©itïcbcn/ 't voelk alleen niet enb/
jPaar fto;t ook is ban bu jr / «Enlutjt banselfs (Iaat tot wenb /
4!Baakt hn jich babbel 5mir* 13 't©eeb3o?aonijielt/ 3i)n epnb i£ fnel /
«Jen jtjns boobs pgn niet groot: ©e jflenfch/ boot menig Ziel-gecniel/
Sterft ineet ban eenen öooD.
J4 KcJjl babbejiaenfclj(5ootoaat5ijn(ianti ©olbart-en jiiuten-bjengb.
Ofjomierbeugbc/ ïntn berftanb; <©f bp 't berftanD / meet öeugb,
ij %tttl toarenalle JBenftbeutoijs/ «En toiiben baat lip 'tori!.
©e »aïb' toaat baar een jparabijg / jNJWiweftrenlgei,.
|
||||
Derde Deel. ioj
Onderfchevd tuflehen Hemelfch-
en Aardich-Gezinden. 1. 38nKclba - re Zielen/ ©ie 't booglïe
«Boeb/ in 't tol bet Süarbfclj gejinben /' ||||lll={I}3gi^ll!|P?l|l I
iöaant te stillen binben: Slaat eens af te
liiKiiifiiiiiiEÊfiiiiii
ttnielen 33uo| bit altaar/ en trekt be loffe
iliiii:|EiE}iiiifïiiiiiii
jinnen ©an baar afgobimtem ■© lag bet Jfart
|iïfïfliip?iSlïl|lf3l{ï|E|P
ban bie na 't aarbfcljeloopen/ ©aojuoj oogen
iiiiiHïüiiiiüüi^iii
open; <&p bonb baar in / gp bonb baar in gefrlj^
iijaiiiiiiiieiüiiisi 1
ben/ttafïig t* ons Vlafïig i» onj'/Iaflig is on3 • itben» i
2 ^aogbepb uieert geen onruft; i^eel góeb / geen ftnert; al» 'a toereibs toaan bebageit ©een utuienoig imagen 1 &as»sö«e& isjengt ö«» oniuft/ S>7
|
||||
mmm
|
||||
4°6 Stichtelijke Rijmen
May-lied, Jefus Chriftusfpreekt tot zijn
bedroefde Bruyd.
i.
ciiïilflïeilüiiiiiiig
v-» Caat op mijn ^upb/ mijn fcijooiie
iEiiiliiiifiiiiilifiii
moutot/Jlts af uto staart en treurig ftleeb.
piliillliilüülilil
_, _ ©«fmacjtet niet in u-toen routee/ ©aar
in 2P tfeebix aln tijb fcefteeb*
*:?/fJ?e ben mnt« 'n berfirekcit /
<Cii Iaat bejuete Zomer tiib m?l\!Sü!il& 8toene öooft boojt-fïehen /> i©elft alier ©teren bartbeibltjb. . ui
^'^«'Öftbït groene ftruub bciitojben
mm Akms btnft tn b'SSarb beroojben /
Maat fcftooa/ bol fc;aröten baar upt bojft •*
2oo jult sp ooft niet airflbs stoerbttu
|
|||
Derde Deel; -407
«RpSiflt uto 'Brapbegombertoerbcn
(SEoi trooftaanuise trttjrct 55?« v. 3 ï^ebt goeben moeb / Bjeeffgeen latSWtHtenV"
Sjoc machtig bat $p ;tjn / of fterfe / Sfc jaijeboch als ftaf upttoannen /
<£» fcoüit bergaan met al Daar toerf;» VI.
®ot n 3al ifc met bjeugb in-treben /
SEoo gp laitfcmocbelijk bertoacljt / «En tot mijn bienfl betepb uta leben/. .jjEpliebenbeupt aller Kracht, vu. 4 jiatjnbobenffaanboojuontJloMn/
3lBijnftelberisïuoj)geöaatt/ rtpeeb in / 300 toerb sp ober-goten
jjact hepljaam tynigb. Creeb moebig aam
V 1 11
©jeefi niet uto ïöuipb'gom tebelöben/
3(1 tooont gp bp een boos geflacht; ÜÖtlt b?p booj mp ter boob toe ftrnberr/ Zoo toont gpeerft bat gp tnpachr* IX.
j ©antoiltft ujooftoog toeeteeren/ ■*
©atifcummöniS ©aberstent
^al boeren/ en ban a baar toeeren '"*
©leep/ bjoefbepb/ pijnenjtoaarellenti*
Mijn fchabutoe 5a! n bebefcfcen /
J3»tm reebterbaub jal u ombaan/ 3©ijn Iiefb' gat tot u $00 totjb ftrehften ©at bp 3ult niinmermeer bergaam |
||||||
Ware Vriendfehap aan C. i^..
Y Riend Rijkwaart, nu en dan, wanneer ik. mijn ge-
peyzen
^e Wereld', daar wy hierin leven, doorlaatreyzen , Otn re bezien, of daar yet goed is, en yet wenfchelijk 'lalher geen dar aardfeh, rervallijk is en mc.jfchelijk: ^cvind ik, dat die raenfch het beft hiet heeft verkregen En
|
||||||
4o8 Stichtelijke Rijmen.
Enopdenhoogften trap des heylsfchiet is gedegen;
Die met een ware Vriend in lietd" zoo is verbonden, Dat in haat beyder hart niet oneens word gevonden : En dat hethatt des Vriends den Vriend (taat altijd open : Een goed, dat om geen goed des Werelds is te koopen. Zaagt gy mijn hart ontdeit, en zijn inwendig wezen, Niet dan oprechte Liefd'en zand gy daarin lezen Zaag' ik uw Hart ontdekt, (ikduri 't u toe betrouwen) Niet dan oprechte Lierd'en zoudik daar aanfehouwcn. Maar doch, dewijl alleen, die vriendfehap eenblyend geelt. Die.ipde vriendfehap Gods ha reenig fondament heeft, Waireit'er, om 't geluk g lukkrg.r te maken ? Dan dat wy vaft merGodinrriendlchaji mocheen raken ; Enik(ö wat een trooft, en wat een valle wiik waar't! ) Volkomen Arm van Geeft; en gy in God gantlchl.ijk waart» |
|||||||||
C. Rïkvaarts Antwoord aan
Kamphu yzen. »t T S zoo Kamphuyzen Vriend, gelijk gy van ons vriend-
* lthap fcnrijrr,
Diezijnd' in God gegrond; is't wonder dat ons Vriend-
fehap blijit i Onz' Vciendlchap bli j v' in God: op dat wy mogen beyde Gods Vrienden blijven: zelfs, wanneer de dood ons fcheyde |
|||||||||
DÉaideigrootfteeerdieeen Veld heerbeleeft,
ïsdachvt'zijnendienft moed'g, lierk, en trouw Volk heeft: De moed , de fterkt', de trouw, die goe' Soldaten toone.-i, Staan aan des Capireyns wel voorgaan en wel loonen De voorging is getchied ; 't loon leyd reê na den ftrüd : Nu maakt, Chrift'lijk Soldaat, dat gy moed g, fterkc uouw zij t. |
|||||||||
J>aa«
|
|||||||||
Derde Deel. 409
|
|||||||
r\ Aat moet veel ftrijds geftreden zijn ;
Veel kruys en leeds geleden zijn 5
Baar moetenheyl'ge zeden zijn ; Een n3auwen weg betreden zijn i En veel Gebeds gebeden ziin ; Zoo lang wv hiet beneden zijn; Zoo 7al't hier 'ia in vreden ?ijn. |
|||||||
VX/' At is doch ongeduli in pijn I
't Is om zijn droefheyd droevig zijn,
Zoo word hy dan met recht belacht, En als een gtooten dwaas geacht , Die, om dat droefheyd qualijk fmaakt, Zijn droefheyd dies re giootet maakt. |
|||||||
REGISTER-
A.
A3tbetlieffelttkffe$.tefbe, Ui
%l bie tooont in *e ïfemelg ttoanen. 3 2*
3JHeen niet 't ktups Dan •®obes Zone. i$°
ttlle g» bouten, 379
UUs be Ijooge noob/ bp ttjben* «7
We een fijetbtt jtjne ftijanein 7«
3SI 't oiib / en 't ?elf. 82
2tl toast men 3icrj niet t'een en aï. 2« s
2tl toie «Bobjaligiijk na «Ibjiftus toiU, 78
3Ca rav>! toat plagen-. 1«
26p jietttnjs boe bernjaarn ist'-u 31»
P «Belbttjfte ^chUberfoanb. 214
2Scgeert gp bat bes ilSetelbss rriiaab, * 272
SSenautobe inenftl), 37
23etoaa« mp «Bob. - 33»
r>.
rjUlat en is niet in mtjn ïeben. 317
©aat moet beel fttijbs geftreben Jtjru 409
3Saat tooib tteteben-5tft. 107
35ankt ben j$eet al taafet leeft. 3«
©e albergtootfte eet bie een ©elb-ljeet beleeft» 4°* <©e «Jenbjacbt boa? «Bobs «Beeft. 331
|
|||||||
REGISTER*
©eeg 8ïoo« tooo?ben fpiaft SJftaüljS* Ioï
©e <©ee(ï en ftan in 't krupg, So
©e Üeetc git teel hoog. 2s*
©e keur is gtoot ban be*e ttoee. 27«
©e kcoon i0 niet 500 lnaarb en joet.' ?2
©e litfhe boojtgeu?acbr. I+3
©e menfrb bie niet in 't guabe gantfeb» É+
©e menfrb boo? al 3tjn lentn, *l
©e mtnfrben Me ren «Bobbepb noemen» 273
©e menfrb in 't quaab boo? qua' geluoomv *'
©e menfrh toierm bart. <*
©e bpattb marl) u iselbe jjjtn 247
©e 3oere jlCStreminne. I0
©irbrer/ bie be bünbe Jöerelb. 208
©ie boo? be IDetelbs toorfte baten» «'
©ie 't al met teben epfeht. '7
©ii lang (boot jieftt' btttraagt,.) 3«
©oe fjftaei / na beel flabms, *+
©ao? epoen liefbeiis opgeaiek. iss
©us aaubing ik baft mei b?eugöett» «
f «En a!;oo oube ^ame. 34*
<£en CbJiften ató tm bib om rctht» 278
«gen «Eb?lften ala hp jijn gesirtjt» 251
«Een Cteiften Die <ffioo jiipbeï minö. 2ss
«Een «Tbjtften bie ootmoebrg leeft, 257
«Een bojflig hart/ bat boo? be bonöen, 253
«Een JÜooi-man bie het e'el gefteenr» «*
«Eet gp b?ienb ban hier bettrekt, 34
«Eik beeft jnn bpjonoet b?ijben. is1
f" «B^nk both/ ïfeer/ aan ©abtb. 3*?
^ #<feft lof en bank. i6i
«tselp be ^alamaiib-r in 't buur San* n0
«Beiu'-ftig bobcn maten. 383
«gelukkig Vuiens gemoeb; 44
«Betroutoe batten/ 61e nu lijb. 237
«Bp bie be 3LiefD" onmog'lök arbt te jtjtt* u3
«&p bie be naam ban «Ttiziften &?aagf. JSS
«Esp bie upt 's 3©ereibs b?ooin omumafet, '
«Bp «Boboeinit iiseflatht. z*°
«B;- -...aagt bat gp altnb, 33
«Bp knechten/ bse ben bienft btg $eeten. 322
«0p toiaagt mp of lis jelfe beleef al Wat. "+
«Bob/
|
||||
RE GISTER.
«Bob/ bie mp plag te trooften, «>
<ffiob bien ik mijnen 0ichtct maalu '47
«ÊobfsccntecljteJiicijter. *\z
<Sobg©?ienben Ijiet en baar. «»
«Boe iDMifct) / goe toenfï. IJS
|
||||||||||||||
U Kictgronbelpe minb?aag ik in mijn*
|
3z6
7
|
|||||||||||||
A Jöeeftpeiiianb boo? geftabigb?ab«it
ï?eet/ toat lof fal ik « geüen. ss*
ïfelp/ belpach<©ob. 3ss>
i&et beft beb ik betknretn *s
|
||||||||||||||
6
|
||||||||||||||
ï§epl gierig menfd), 6
ïècplige ftemmen. '^1
ï|tet tufftljen joo sp lijben «toet* "4
ioetang/ arb! ï^eet/ 2°2
sfoe ongelijke lot. 8*
Ifaogljepbs minnaar, '7S
l|oo?na«Jp/ en merkt gp bolken* *°
Jijimto op bie gepl sebirbt* s
i.
] lü be(Ioot in mijn gebaebtcn* *<>2
31b boo? trompetten klinken* 7+
9lk roep tot ugeftabig. 2'°
fhjenb/ enjalaltnbtot«Bobrmjn» *J7
nbesbeminbenlof, J48
3s «Bobs-btenftiS b?phepb utaen toenfcb* i«J
3s 't hoop ban aarbfch gemak of bepl. * *8
Sis 't u om bjpigijept gebaan. u»
Ij
L 3cl)tkan u't bleefch beel uptbluebt* 18i
IlirljtiöerbeninÈenmeitffh. I2*
looft ben %ect / bie boog berl-eben* 4«
•tooftbendeere/ gefïclbe «BoDs-bienaren* 3s»
stooft<S5obbenl@«r/ toantbp tsfooens, 3*«
slooft / m%r\ yti! ben \\m ban boben* 4°°
&WUg/ luftig/ kommibp, 3«
Is/J ^ab mijn fnaren een geklank» i ««
4]Kenfcbetoiitgp5ekergaatu 17?.
•Wijnen geeft boel ik mp b?ingen. 17"
JjRnn geeft bie jtaanger jtHban>!5abeg, 31»
■»rtn<öob/ uitjitaBob/ raatis'er. 3+1
•ra i)n ban / als 't hart bet btoajw, 3 s 7
•«JÜnbaitoiubonkt* ' »: & «>/> |
||||||||||||||
R E G I S T E F*.
.ïiBijn ©jtenb bieban mp epfcfjt. i°4
JiSoeinr in alusjich bekaken, «s
"N Stbien bet bitter gaat boortJoet.
jrJiet Dat ten Clj^ften ;oo behaagt.
#ieton3cnIof/ n;eron3enlof Afliet to?a-jBs is bcugb en komt te fla. ijfrocb np mijns ians noeti jtaaaro. jftu alle inetv'rucn jUntjacit / Mn ïs tnijtw ïfeereii boosjjaiig «re. 4Jïu treurt mijn jiel. o
0 ©eugb S" 5*)1 ?oo fï''°one. © BP ane Die b'JCariie nut malkauber.
4& grootljevö ban <0oös liefü' <©nbefienbis bjoei grntotb., «töntftelt uttt' hart bier ober niet. <©ru|teloo5en|laap. 'CJiaenfcbenltcïbcninsict) ?eïbe«.
<&taat op mijn SSjupo/ mnnfeboone» f. >t SftoubJirt/ batbe'BoubjetsbouVoen. J *,C tn is niet alle tnb ban bjeugbtn,
föettottt men bier ban alles joekt tt toeten. 'iC geloof allenken klepnber, '®. hart is inp benautot, VC 'S niet bat gp bt <£cnb?atl)t pjijfit. '(3E sseitrenbateendjiifttnincnfeb •(ai is 300 Öanipljup5en ©jicnb, fltotït/ ©i|eer/ roep ik/ berl«n uto oorert. (atocutterhtf ih mijn gejtcbu iCut bjolnnleben, fêtraan/ gogen/ traan, 'ffi. mapenbat gp aan moet IjebScn. '/€ 5P baat be 3§f relb poogt, \, 3tn menfeben / l|eer / bie (teut.
©an te fttijaen tuil ik sm^en.
=©erboo?t -tf eer mijn gebeö, ternes ban ijepi komt upt be joüb, Wiitat) tlijk luaart / nu en ban. |
||||
•yj 3(atalIejinsib'.l2enbo«bi3i)epb.
|
||||
REGISTER,
3©aar <&ol> ons niet ontrent getoeeft 3't
W atbeeibetoetelbgoeb 333
i©are <©otmocb / mtcft gebaart, 170
3©aarom maakt jicbmemg moe. 127
Stëaarombias bet/«©mijn 5itle, 2°
Jfêaattoe/ ntijn?tel/ maar toe gefteenr* m
JSanitelbate Zielen 4°s
ïtóanneerbegrootebag. 59
JBanneet be ramp / of roojö gebjeeft. 259
J©amieethetb«t/ nu klaar ban sonbett» 136
ï©atciettgp<èb?ifren ©souwen. i»s
3@<it ijecft on» hart een ujengb mttfangeu, ss
Ifêat is fee Jiaetftet bjtjs en goeb. 4°3
Jöarisborhongebulb inpnn, 409
JBatis't onbemoegbe menfcb. 117
l©at roemt gp / trotje ©tomgelaiib* 27*
JDat ürintien baret tupffchen, ' 7»
ïBeiaan/ <©! alle ©jomeiu 1°+
JBerelb met uto fthtjn, $3
iöiebanöemenfcljen/Ifette. ■'■-' 337 lèiestcbterbooget^ttjoole geeft, iw
y SMige uare/ bmcbtbaarbanberblöbett» 51
Zalig in en na btrleliën. 291
Eoo bsfttoiis ais een CJ)?iften bert. 27+
goo gp bier upt niet aribers boeit 247
Zoo (ffioö maar eens jnn hooft opflaat* jji
Sïoo <fl5obs bebel u-met beweegt, 271
Zou (turen tn baat boen. ' 36$ gp I bien ijet boog gebieö op aarbem 27«
gp hebben mp / 30.' jegge ïlftaei. 49
Znt gp in aagft en fchjomen ju
Zing ben §m etn nieuta gejang. 401
Aanwyzing der Pfilmen, alhier berijmt.
Pfalm. T «Belukkig toiens gemoeb 44
4 iSoöbiempplag tetcooften, 23J
7 ©ob is een rechte ütcöter. 252
14 ©•emenfcgencueeeniSBoöbepb. 273
15 IBiebanbemenfrben/ i|eere, 337
16 ©elaaarbmp<&ob/ Uuinuft. 339
is üjartgronbelpemin. 3a« -= "-• Mtin
|
|||
REGISTER.
2i M$n «Bob / mijn «Bob / toat, ,
2i 36is«nï|arfiec 5Öne Schapen 7S
2s jjiort) op mijn lans notg ,
37 «Bntftelt u gatt baat ober niet. \y
3» git befloot in tmjn gebacbten, 2f{
42 4Een boiftig t)att bat boo? be, 2J
43 «Bob bie ift mijnen öitbter, *
4+ «Een aljoo oube Jfame, ,A 45 JBtjn battombonfct, „„ 49 kaai na mp / en merfc gp, ,* S2 3©at roemt gp trotse ©toingelanb, 27 6* 't.gptoatoe3Berelb poogt, 17l 86 Zoo «Bob maar eens sötn ?5I 69 lifelp/ help/ atb«Bob/ het ,j" 73 ©ebpanb matlj te belbe stim 2i. 77 Iftsenö/ enjal altijbtot «Bob, — ' 82 Zvl bien Ijet goog «Bebieb» 2?6 s s g|h roe») tot u geftabig. 2So 95 lüifitg/ luftig/ fcom nu bp, 36j loo «$ gp alle bie b'aatbe met* 36,
104 4!Bijn geeft bie sluanger jtjt, ,„
105 Eoiita (luren in naar boen» l(,6
306 «Beeft lof en banfe. 3«g 109 jïu alle menfcben jtnijgen, 372 i'o (tfiees groote tooojhen fpjaft. !0ï 113 4fru is mtjns peeren boogjalig 37s
114 ©oe flftael na beel flabens. c4
115 J^iet omen lof/ nitt onjen lof. 377
"7 aifegpboiKen. 379 ii9 Zang in/ en na bit leben, 29« 120 aiis be' hooge noob bp ttjben, s7 12: gjft i)ooj trompetten MinSen, 74 122 talige ute bjuchtbaar ban, $1
123 ffioc u berbef in mtjn gejtcgt» 379
124 3©aar «Bob ons niet omtrent, 3si
125 I0at toinbcn bat'er ritpffcnen, 75
12« JBat Ijeeft ons hart een b?engb, 93 127 t SSautwcit bat be 2Soumers, 3«z
128 «BetuftKig boben maten, 3s3
129 Zv hebben mp/ 300 jegge, 49
131 MW tjart/ als 't hart ber, 387
132 «B$enk bocb jjjeer / aan ©abib, 389
133 mv Jiet eens boe btmiaam is 't, 329
134 %w\t Den ifeet gefïetbe «Bobs, 39°
«BP
|
||||
REGISTER.
135 45p knechten / bieben bicnfï, 32i
136 ©ank ben ©ccraltnat'er leeft* 3Sr
i38 ©e ©cerc 31c tocl boog, 256 139 ©aar en is niet in mijn ieben. 317
140 39an metti'cben/ ©eer/ 393
141 (Cm u/ 49 ©eer/ roep ik, 395
143 39ïrt)oo?t fl?eer mijn <©ebeb* 307
144 ©ser/ |©at lof jat ik il genen, 39«
14« Hooft mijn jiel een ©eer ban* 400 •47 Stooft «ftoö ben ©eer* 320 145 ai bie tooont in '0 ©emels/ «e, 32*
149 Swingt ben ©eer een meubj / etc* 401 ijo Stooft ben ©eer/ üie t»oog/ etc* 401 E T N ü E.
|
|||||
De volgende Rijmen konnenopeenderley Zangwijs»
en veclederzelverop degemeene Zangwijzea der by gefielde Walmen geföngen worden. ri U bie upt *s perelba b?oom / <j;c*N
VJ©c kroon is niet jootoaarb/ $£» |
j0ic3ictjterl)naBerfct)ooie/^c* 1
(•Betrouüjeljartenbfenu/ $r*
(©ntftelt ut» hart baar ober/ $c* yjprf.ioo.enis*
goo ©obs bebel u niet/ 9c. I
<Soö bie ik nujncn richter / <sr* J
(atotMberljefikmtjn/ ge* 1
3©aar <©ob ons met ontrent / £c. •*
©enlgiertgmenfrb/taiensAjsc* „ ln „„,„.„,!-.„.
loosbepbs mmnaar / W «r* ' 1L vo!8eade d«len. ©ejoete JKeerentimte/ ge*
't «Beloof allenken klepnber / ge* en v- volg. deel.
%k boor trompetten klinken/ *c*
fijnen geefï boel ik mn/ gc+ en 11. ni. volg. deelen.
öantefrrpentoilikjingen/ $t*
I6I0 een herber stjne fcljapeit / i£c« ©ichterbiebe nlinbetoerelb/ ge* Zalig in en na bit leben/ <sr. ©eettoatiofjalikïlgeben/ $c* ©itlang(bao?5tekt bertraagt) $c*
®en ia niet alle ttjö ban/ $c, <Waönb?ienböiebmtmp/ $c. SSeaflHtoa
|
|||||
REGISTER.
2Senautobemenfct)/ biebp/ $c* 7 Op Pf. g met 4. en
<£enkoopmanbieljctcel/ <£c* S>pPU is.cn4s.met «Bebenft boet) / 1@eec aan / #c. J 3 regels. ^pljebben/ mp ?o?egge/ <$u 7 Op pf. 85. met s.
3JI11 treurtmmi 3tclln/ $c« > n Pf. 9i. met4 re- dBp bte be Itefb' ontnog Itjft / $c* O^els.
«©elukfetg tatens gemoeb / $u
<© gtoothepb ban <0oüa liefbV $c, JEttjn bart ontbonKt / be geefl / $c, ©ie-talmetrcbenepfcbt/ «c* . . . ,
gil mie gobjaligtnft na / $c* en'I- vol2-dec • töp bie ben naam ban/ ut* enii.nt, iv, v» volg, deel
^iaaahtmtjnfltaten/ Ut, enll.m volg deelen*
<èp «©obbelijft gtflacbt/ bat/ $c*
SïSijn geeft / bie jtoanger jnt / «c* 4&attgronbeIpe min b?aag (ft / $c* <©eeftfofenbanisaan unjen/ $c* 3tp'. Jiet eens / Ijoe bequaam is 't / etc*
<©rlnhfeig botten maten / etc»
Jfönn bart / al» 'thartbetbtoajen/ etc*
ï©at tomben bat'er tupffenen/ etc, 2 verff, op j vers
van Plalm, I2S. en 13o
381 't oub en 't jelf/ etr« ep PI, 1 i9t
|
||||||||||
a
|
^feiaatOp mijn bjupb/ ett* ^Ff* 66, niets regels.
|
nop
|
||||||||
^EenbOJfttgljatt/ etc* opFf. >5, met 8, en met 10regels
op 1 verff. van Pf 124. |©attoemtgptrotse/etc, o,>Pf. 91.
ttioietaoont in'silfemeie/ etc* op pf. ss.
%uftig/ luftig/ komnubp/ etc* oppf. 7{-eni3j.
(& gp alle bie b-aatöe / etc* 7
%oofrbenil?cete/gefteibe/erc, > opPf. 23. ®otït/ oïieet/ roepife/ etc, J SEinstben^eereennieuto/ etc* oppf. 13«.
E Y N D E.
|
||||||||||
STICHTELYKE
R Y MEN.
IV. D E E L.
Den Drukker aan den Lezer.'
Unjlige Le%cr • de Liedje! en Pfalmen
(in ,t voorgaande Deel) die in de^en Druk,
vermeeidert^ijn met de xvi.xcv. c.cxxxij.
cxxxiv. cxxxvj.cxij. cxlix. en cl^n Pfalm, %ijn
wy verzekert dat Kamphuyzens^f/w, %eo uytey-
gengetuygenife des Autheurs, toen hy leefde, aan
luyden noch in heven pijnde , als mede uyt %ijn
handjchrijt: want dat het handfchrift alleen in
dee^en niet genoeg is, blijkt hier uyt, dat ver-
fcheyde Liedjes, die de %ijne niet en %ijn , van
%ijn handfchrift gevonden worden • 'waar uyt »'£
aebte het gekomen te \ijn, dat eenieder s^e'vz alreê
op fijnen naam \ijn uitgegeven, of noch gouden
kunnen uytgcgeven morden. Maar, mochtyemand
denken j dewijl^e in s[ijn handfchrift gevonden
worden, waar uit weet men dat^e de %ijne niet
en %ijn ? Hier uit, dat Kamphuyzen \elve, op
eene tijd, namelijk kot jaar \6ii. twee Boekjes
fan verfchcyde Liefjes heeft gefchrevcn, en aan
een %elve per joon vereert, met bf^egging; Al dat in
dat eene Boekje flaat is mijn Merk , en al dat in 't
andere, h van anderen: ponder nochtans dat by
een van beiden etnigen naamgevoegt is: (en dus kpn
in andere gele f entbeden meergefchird^ijn.) Uyt het
tyin» isgenomm hetvcersjc; De aldergrootfte eer*
die een Veldheer beleeft, &c gevent voor; en
A hit
|
|||||
L
|
|||||
IJ' het veersje , Daar moet veel ftrijds geftreden j
zijn, &c, gevoegt achter bet Lied, Van te ftrij- denwil ik zingen , &c. De^e twee veertjes heeft hyevewwel md^ndrukyanU 'jaar lól^uytge/aten, miffchin omeenige hardt-iheid die in de \elve is, en die hy nict bet] naam heeft gedacht te kunnen ver- anderen. Indit^elve Hoedje vind men het veersje > Wat I
is doch ongeduld in pijn? geschreven achter het ' L,iedjevanChrtftelijl{e.Qelatenheyt; 't En is niet alle tijd van vreugde dat men zingt, &c. Dat ver- j der, voornameltikin't derde Deel, een merkelijk? verbetering gefchied is, meerder dan de belofte van ■verbetering m 't gemeen , %al de Le\er, die nauw- I keurige f merkt i lichtelijk ontwaar worden : en^ie
hier eenJlaaltje of 'twee, up velen. Het 6 vers van rfcMXXXvij. l'falm, pag.T.6-]. begint in alle voor- J gaandedru^en die my bekent %ijn , Verblijd maar een geringen tijd, &c. en nu, Verbeyd , &c. In den xliv. PJalm, pag. 3^1. Pie hemof my gefchied, &c.nu, üfnugefchied, &c. In den cvj.Pfalm,-pag. $69. S\]nc, hy»«Dijue, gy, \ pagi 3 34. En het befte mift, nu (en het befte is,'t j en Koo voorts. Geen wonder dat dusdanige fouten, vyt mis Ie f ng
• tf mis-%cttin% ingejlopen , d''overhand behouden ' hebben, dewijl de Pjalmcnna des Autheurs overlij- denmeeftgedrukt%ijn.-- en zoodanige kanmenvtr- beieren, zonder nochtans %ijne meening > of woor- dzn [gelijk, *k achte) te veranderen •" Dat mede de j erdre anders geftelt is, dan in voorbaande Drucken > ; is, om dat^e door het felckcns by_ doen be?on pon- der ordre te we\en; en de Pfalmen onderling > ah ook
|
|||
do/i met de Liedjes en Gedichten, onder ma/k\an~y
I deren te verwarren, Het Lied Wankelbare ziele» pag:40($r. nu, nejfens het volgende Liedje, iri,t derde Deel achter aan gevoegt, geven wy u hier an- derf dan in de voorgaande Druk\, namcntlijk %oo wy't ingejchrift vinden , en°a/dus ontwijffelijk. voor Kamphuyzens IVer^gehouden word: dat het in voorgaande Orucken anders is, word %e\cyd gedaan te %ijn, om de voegfaamheyd op de (lem van Ama- | rilli inia bellaw vinden, wel\e verandering onno- , dig is, dewijl 't evenwel op diewyskangedongen worden, gr/ijk, '« nu gefleli is. Het Lied Staatop mijn Bruyd mijn fchoone Vrouwe,&c.pag 406. heeft door lange be fitting de plaats in, doch word. evenwel voor Kamphuyzcns niet gehouden. '< Geen nu daar aan getwyfelt word, als daar niet aange- twyf-lt en imrd, doen wy hier volgen onder de naam van Vierde Deel, en %oude niet onbillijk /gunnen achter wegegelaten worden, gelijl; wy doen foude», indien niet yemand aan ^oodanige vermindering %ijn ongenoegen mochtenemen. Het tweede Lied in dit Vierde Deel is ontwyfe-
lijk] Geeftrani Werk,, en alhier van 17, vaar- den (%oo als 't noch van %ijn eygen ende van Kamp- huymis hand-fchrijt voor handen is: ) in plaats; van 10, gelijk, m de voorgaande Druck.cn. Oef %e/ft Werk is mede het Latijnfche Idolelenchus, (/Beeldenftraf, dat in de^en Dr'<k met aeht-i aan gevoegt is, geli]\ in de voorgaande, om dat d %e \11men voornamelijk- werden uytgegeven voor Ouyt- fche kjerkfn. Het derde, vierd', en vijfde Lied Vj'ihterfa gedaan uyt Kzmphuyzensha'id Jcbrift {boemelde de ^ijnenkt en ^ijn\ en daai.m te liever , A z om |
|||||
Ls>
|
|||||
omaatje met t'eeniger tijdvoorde %ijne daarmog-
tm hgedaan worden. Het^efle en gevende Lied, namentlijk, Wecnd Nederland, en O Wereld dieori. hert, als oo IC-1 Graf-dicht of Starter ,//>re- lien van \elfs dat tnen^c eenen onrechter/ Vader toe- wijft, en is te verwonderen dat d'Aütheur, die noch leeft, ditzoo geduldig aanziet: ofzou hy ï.ichwelkittclenmetdieeeragting, dat yetsvan 't zijne voor Kjtmfhuy^tns genomen word ? is dit zijn oogwit, hy is verdoolt, of vermaakt zich in 't oordeel van onbedreve luyden , en dien Drukker, die om gewins wil d'eerftmaal hem zoodanige dienft gedaan heeft. Het vaars je Ge- zwets of Woorden pronkery, is^elfsby 't leven van Kamphuyzen , doch buyten %ijn kennis , ge- lijk, hy qelve getuigt heeftt van iemand diens werk het is , voer 'f vaars van Gewillige patientic of Lijdens remedie, als jpreekeride door den mond van dat gedicht, gefit en uitgegeven: derhalven niet onbittijkdathet althans wederom van die f laats ontbloot worde: hier van heb ik gewilt dat gy met onwetende ^oiit %tfn; gebruykalles tot uwen befte, neem on^e goede inlicht ingoedwilligheye, en vaart ml-. ■' j
|
|||||
LY-
|
|||||
s
LYDENS BEGIN,
ZANG. Gaillarde la Belle.
i KI Och leeft en werkt Hydiedemacht
* Der duyfterniflen heeft.-
Noch leeft en werkt Hy ook, die kracht
Om overwinnen geeft .• Nochdorftde Menfchen-moorder alnabloed.' Noch blijft de Menfch-behouder even goed , Wat nood , of ons eenfterke vyand moet 't, Als een veel fterker vriend ons hulpe doet S i De Sathan kreeg (niet langgele'en)
In onze Vaderland) 't Verkeerd - geleerde rot by een,
Stoutop de Aardfchehand.. Wat zag men daar! O! overfnoode lift \ De waarheyd wierd voor leugen gevonnift. Wat quam daar uyt! O! al te leelyk ftuk. Voor 's waarheyds volgers veel vervolg en druke- 3 D'onnofclheyd vond nieuwersheulj
Schyn-deugd had 't volk verleyd 3
Onwyfenyverwas deUeul N Van Sathans liftigheyd.
De deur ging op voor alle hoon en fmaai, Voor bitt'rcfpot, beUfteringenhaat, Wat meer } Menjiandenz'uyt, men bandenz' ïa- Die niet en wilden na des Scheur-geeftszin, 4 Op'rleerenuyt Gods Heyligwoord
Stelt menig menich wel ftraf:
Maar waar is ooyt van menfeh gehoort Die 't harte Wetten gaf?
Noclitansging't doealfoo. Wat durf het vleyfch;- Belofr' van't Woord te zwijgen was den eyfeh. Die niet met Schrift beloven wou, moftgaan, > a- En lijden ftraf eer't waan-quaad was gedaan. 5 'k Hiel my vetfcholen , of miiïchien
Van God mocht zijn vergoft,
Dat ik, van d'haters niet gezien, Die keur ontvlieden koft : 't Is reden dat een Chtiftea 't lijden mijd ■ .. .. _; A 3 ($00
|
||||
6 Stichtelijke Rijmen
( Soo lang het mi jden met Gods wil niet ftri jd.)
Doch al vergeefs ontfchool ik't dagelicht: Haar oog ziet fcherper dan des fijfs gezicht. 6 Uytd'oog, maar uyt het iierte met, Wierd ik door Schrift gedaagt;
Vaak by demijnenabefpied, En fcherpelijk gevtaagt. *k Hiel my bedekt*. Doch wie is't die we'erhoud Wanneer de Heer zijn knecht na 't kruis aan ftouwt: Ten foon wierd opentlijkgefteltmijn naam : 't Wa» fchandig; doch een f'chand die 'k my niet fchaani. 7 Opro.-rig noemd'en fchreefmen my 5 't Schrik ftond op poorten ftraat,
Met plegers van booldadery, Stond'ik in eenen graad. 't Gebod en eyfch W3S , dat ik my moed fpoe'n Om binnen ièkei tijd beloft te doen •• JBeloft, datikGods woord niet (preken zou , Of Balling gaan moeit, zoo ik niet en wou, * 't Gerucht van zulken nieuwen ding Quam tot mijn ooren I nel:
't Niet komen, was mijn weygering Van naar godloos bevel. WatwasheteyndJ 't Hart dat tenquadeneygt, Doet zelden beter dan het liecft gedreygr, 't Gedteygd ongodlijk vonnis wierd geveld. Wie wacht na recht, daar't Recht-hangtaan 't geweld? . 51 Dusmoeft ik door den ktuis-weg heen, Doch die'kalieen niet trad, • '
't Is beter met Gods volk gele'en, Dan zonden nut gehad. Maar noch zoo ging de Blindheid dommer tred : Grootgeld (ö Ichand! ) wierd op onsliifgezet ; Watraad'r fteligy-haat Word zelden mat, . t Enheylloosheyl'gebloed lult nimmer zat. 10 O Land !ö Land! waar in wel eer Dewaarheyd herberg vond
Hoe doen fchijn-deugd en valfcheleer V flapen in de zond ! Gy meen^ gy zijtzequijt elie konden fcha'en , Maar (laas ( ) gy queektzeop die u ver ra'-n. G'hebtingeiwolgen: Maar(jch wee ! )fenijn |
||||
Vierde Deel.
|
|||||
G'hebt uy(gebraakt: Doch uws ziels medicijn.
Ii O! gv fchoon't hatt te vredenltelt ; Al heeft uw oor een ftop
Daar is een die de tranen telt, En fch-tijft de zuchten op. Der vromen pijn Joet Gode zelverweê» Ach ! wilt gy witter dient tot uwen vieê I Groot leed gele hied van u aan menig man: Maar 'tgrootlt; ked doetgy uzelvena'n. 12 Adieu ik ga 5 doch ga met vreugd .•
Maar uiiaakt ongeval. Ikgauytdy, maat't loon van deugd
Bliift en volgt overal, 't Aardfch Vaderland te mifi'en valt hem lich>> Die 't Hemelfch klaar heeit in zijns harts gezicht. Adieu, ik ga: en wenlchdatGodesroe'. Wanneerz' eens komt, u d'oogen open doe. 13 Uyi 's hanzen grond, Heer, dank ik Dy,
Dat gy my waardig kent, Dat ik om uwe name ly.
O! welkom wat gy zend.
't Is waar, 't en is noch maar eenkleyn begin: Maar; wilt gy, 'kwil dien weg wel verdeiin. Maakt my , is't uwe goedheid aangenaam , Tot meerder waardig, doch daar by bequaam, 14. Alsmyzomtijdsmijneygenkracht Eu't fchrik'lijk kruis in valt;
Een fnellen angftfchietduor't gedacht, , En't bloed om't hart beftalt: Maar alsikdenkwatkraclit uw kracht weleer In (wakke men (chenwtacht, verquik ikwe'er; En als ik vind hoe trouw gy zijten goed , Befchanft de Ziel haar we'et met nieuwe moed. ij Ikweetwet, Heer, (enzegudank, Dat ik het waarlijk \veet)
Dat uws Rijks waarden innegank Is door veel kruys en leed; Ik weet ook mijns vermogens nietigheyd : Nochtans'kwil volgen alwaar gv my leid. Geen noot te groot, zoo Gy maar mede gaat; Geen leed te wreed, zoo Gy maar by en ftaaf. 15 't En is maar llech: Soldaten werk A * |
|||||
S Stichtelijke Rijmen
Dat ikals noch uyt-trechr:
Doch die in 't kleyn is tro uw en fterk ; ^ Is U een waarde knecht. Daar is wel ftrijd , maar noch niet totten bloed .• 'k Beken't; doch brengt my verder, vintgy't goed. Een goed gemeyh Soldaat, gebracht te veld ; Heeithy maarhulpen tijd , word vaak een Keld. ij Hoop op uw inilp, is de pijlaar Die't hart in hope ftijft.
'k Verbid geen kruys, hoe groot enfwaar, Zoo gy maar by en blijft. Maakt dat de Geeft, die moed van verren g?eft, Na by de zelve moed en meerder heeft; En't hart, wanneer my kruys befcheert mogt zijtij Door 't g'loof zich hatde tegen alle pijn. 18 Uw Heyl'gen, op der aard veripreid, ( Veifpreyd en niet bekent)
Weeltdicook met uw goedigheid Genadiglijk omtrent. Blijft haar geduuriglijk in lijden by, Op dat haar lijden niet vergeefs en zy 5 Op dat haar lijden nocyt en zy befmet Meryet dat ftrijd met des Wel-lijdens Wet. zTn g^Tg^t^
ZANG: O Heer hoe z.ynz.c z,oo meenig fout,
i A/T Yn ziel, weeft altijd welgemoed,
Al 't quaad dat u de Wereld docc Zal haaft vergaan , Maal blijft in 't woord des Heeren • Hyzalis maken onbelaan. 2 Valcuhetkruysbywijlenfwaat!
Dewaarheyd lijd, engy met haat. Weeft wel gemoed.
Smal is den weg der eeren En ralig deze tegenfpoed. 3 lkben vaftooten van der hand,
ten balling in mijn Vaderland, Nu hier, nu daar.
Die my verdreven zeyden, |
|||||||
Miju woorden waren 't Land te (waar,
|
4 O land!
|
||||||
Vierde Deel-
4.. O land ! verheven op uw leer,
Waart gy ook noch zoo fwak en teer S Was 't u een pijn Uw ooren te bereyden Ter waaiheydren mocht dat niet zijn. 5 Uw leyders hebben 11 verleyd,
Genaad' en leven toe gezeyd Al doet gy niet
Ditonzcn Zaligmaker T)e Heet der Meeren ons gebied. 6 Dat waren ja de woorden mijn ;
Ikmeynde 't was uw. Medicijn, Wasd.udefchuldJ
Was dat de God-veizaker; En ben ik daaiom niet geduld ! 7 Ofwas'tom dit ik niet enwift
Daar uw geleerdheyd wel om twift 5 Maar die de kracht
Van duidelijke zeden Verloochent heeft en weg gebracht. f Uw Leeraars heerfchen over dy, Den goeden weg beletten zy }. Als ik beftond Voor haar daar in te treden , Zy floten mv wel haalt den mond . 9 Mijn bidden was daar onverhoort,, Z,y waren op het licht veiltoort; Haar dichte Raad , Doot afgebroken woorden My zocht te brengen in den haat, 30 Voorwaar dat's't oude liftig oog■ Vaneen verdurven Synïgoogs Den ouden voet Van die daar ooy t verfmoorden Het recht onnozel Chriften bloed. 11 Daar ik (zy vviften zelfs wel, wat) Ten belten voor gefproken had y .-.. Die hebhen't net Om in verdriet mijn leven Te brengen, myalzoo gezet, n O! die zootrouwelijk gefmeekt,, Uwoorin 't ftof der aarden fteekt,. A $> ... |
||||
Stichtelijke Rijmen.
Enbyt uw vriend,
Wat had ik dcenbedreven Aaliu, dat zulken druk verdient? 13 Dat gy my voor een Ketter fchelds
Oflafteraar, en met geweld- ig openbaart; Dat hoop ik al te lijden,
Te lijden, »a mijns Keeren aart. 14 Mijn Broeders menig in getal,
Die drinien van dezelve gal, Maar dat's de wijn
Waar in wy ons. verblijden, In droefheyds overwinners zijn. 15 Alfchuylenwy, en zijn gevlucht:.
Enoverkreten van't gerucht: Dewaarheyd duykt,
Maar om te gaan verryzen, Gelijk deZon, die't al ontluikt. 16 Wanneer den groten Herder aï
Sijn Schapen eens vergaren zal-. Ik meen als dan
Hy geen geloof zal prijzen Daar uwe vruchten komen van. 17 Die hem beleden, 't zijner Eer»
Dat Hy is onfen eenen Heer, 18 Bedekt metfmaad , enuyt haarhuy
Van vriend' en maag' al ouder 't kruys Doen henen gaan :
Op ieder vrye banen Drijft gy een yeder op haar aan. 19 Gy faagthaargaarn inftervens nood
(Enmeynt dan waar het onkruyd dood) Ofwechgeleyd
In banden van Tra jjnen. Van ineenig Martelaar befchreyd. 20 Uwwettigheyd unie-t etibaat.
Uw fuyverheytnoch toeverlaat, Diemetgefthil
Van 't Goddelijke wezen. Yewch,! de Goddelijke wil. |
||||
Vierde Deel. efe
ïl MaarGy, óGod, die alles ziet,-
En ptoe.t, en trooft ons in verdriet, Verlicht het Land; Be oogen wilt genezen
Van die zo tallen naat de wand. 22 En gy die God van herten vreeft,
Gedreven tot een ander geeft, BewaJtt uw lchat
In deze boze dagen, Engiat al voottop't rechte pad. 23 Bezint en doei wat Chnftus eift ,
Soo doende gy ten Hemel reiil. De Satan jaagt
Uw zie) met duyfent lagen : Maar Gods geweer hem tegendraagt. 24 Met ernft beftratt en laat hetquaat.
Maar doch uw vyand niet en haat* Word gy beft reen!
Doet wel en ft tijd met lijden. De Heer is ons zo voor-getre'en. ïy F n gaat geen oude fchaduw'na
Van Jefuaf na Jofua. Ons land en lot Is niet van deze tijden. Ons hul pen heyl is onzen God. 16 Dicnouden Teftamentfchen Held
Wel menig Koning heelt geveld. Maar op den troon Van alle macht geleien Is Chtiftus, Gods beminde Soon. 27 Pen beter Wet en bf ter goed Verwonendoot geen Vyands bloed, Hv ©ns voor-ltwd, O ! gloty ongem'ten I Vont z in geil. - iz.iam vtlk bereyd; V R E' E in O N' V RE' E.
Zang: Het is hier at confuys, &cï- I il h w ,1 üirnZ'et enho'\rt Hondom in. land enterden, *"*'
Is oproer, kri'gen moord.
En duyfent gruuwlijkhïden; A-S 't
|
||||
12. Stichtelijke Rijmen.
'tlsalsoteyt de Hel
Deduyvelquam voor-treden, Enipeeidezijn treiufpel, Doch't Chrifte» hart heeft vrede, heeft vrede, heeft vre- de, heeft vrede. 2 Om Rijkdom, Wecid' en Staat Word al'tgequel geleden. |
|||||||||
Die Rijkdom hierna
|
|||||||||
raat,
|
|||||||||
Is volelleiidighe
Begeert, Afgunit en Nijd,.
(De wortels vanqua'zeden) Doen hem in 't hart veel itrijd: Doch 't Chriiten hart heeft vrede, heelt vrede, &c. 3 Diena's liji's Welluft haakt,
Ontruftzich zonder reder. En of hy fchoon nu f maakt
Al 't zoete hier beneden : Wat is't! 't en bluft geen'uft.-
Teveel dat quelt deleden, En is natuurs ontuft ; Doch 't Chriiten hart heeft vrede, heeft vrede, &c 4 Die'sWereldsftaatna jaagt,
Wordheftelijkbeftreden ; Wien Eerzucht dan ook knaagt
Als hy werd aangebeden. Wet'lds Eer neemt haaft een keer :
De morgen is geen heden , Wer'lds Eet is wind ; niet meer :
Döch;'t Chriften hart heeft vrede, heeft vrede, ££0. 5 Dit isal'sWerelds goed :
Geen beter brengtfe mede. Houd dan uw fin en moed
Geheel van haar verfche'den: Wie wil zijn ziel verderf
Met zulke moeyte fmeden ? Sta naeen beter erf.- Zo krijgt uw hert ook vrede, ook vrede, 8cc. Gehed tot JE SUS-CHRISTUS onfen Heerfc Z A.N g;, Onze Vnde^ in 't Hemelrijk IjJjEer )efu Chrift, dijn Majefteyt 'Hebikverwekt tot toornigheyds-
arm dat mijn jonkheid onbedacht,. . |
|||||||||
Vierde Deel.
Niet meer opaarden heeft gezocht
Als lage hen, fpringen, ydelheyd, En kinderlijke dertelheyd, 2 't Licht dat in my, naiiwenluft,
Ontfteeken was , is uytgebluft.- Mijn lamp is le'eg en niet verilen ; Hoe kan ik nu den doodontvlien ! KeertU totmy, mijn 4dvocaait Ik keer tot U om beter raad. 3 En fluit zo haafb de deur niet toe,
Dit dwaze leven b;n ik moe', 't Zyn zonden die ikheb gedaan, Datkenik. Maar wilt gade (laan Dat het veel lichter krom als recht Gebogen word 'tgeen buygen plecht. 4, 't Is waar, van 's moeders lichaam aan
Hebt gy uws Vaders wil gedaan , En hebt, tot mynder fchand, geleert Hoe God al eer moert zyn geleert: Nochtans ik volg u achter na t 't Is «'cl wat laat 1: Maar geeft gena'e. 5 Wel eer als my mijn Vader riep,
En ik door zonden van hem liep ; Dit lopen wift ik «iet heel wel Dat recht de weg was na de Hel.
Maar nu ik dit begin te fien, En noch zo jong tot U te vlie'n , 6 Zal dit by U geen zoen ontfaan-
Noch uwen toorn doen overgaan ? Weefl gy de Herder, ikhetLam Dat d'Herder op zijn fchouders nanij. Houd my by U, en U by my, Op dat uw wil, de mijne zy.
7 't Verltandiskinds, de kennis teer,,
Doet in mygroejen uwe leer j Doet dat de onbetemde jeugd
My niet verleyde van de deugd : Help my ontfeggen al den eylcli, Van Wereld, duyvel. enhetvleyfch^ 8 Mijn Ouders geeft doeh wijsheyd in.
En doet haar wet€n uwen fin, Om my. te leeien na »vy raad» A.?;
|
||||
Ï4 Stichtelijke Rijmen
Het goed te doen, tclaien'tquaad;
Verlencht den ti|ü,. gedenkt den lafï. Die haai voor my is toegepa.l j> Vauraldeeslaft, is dit naar wenfeh,
In my te lien een geeit'lijk menfeh Vertoont haat doch, vooral 'tgefucht, Aleer (y fterven, dele vrucht. En of gy haar liet ft erven dra, Solaatinmy haard.ugdenna. io Ontiteekt in my, terwijl wy hier
Noch leven , uwe goeae Vier, Uw goede Vier vanmmlijkheyd, Van vre'e, vanlieid'en eenigheyd» Laat ons dees Lamp, en luchter by Totdat wy zijn van vallen vry. Tot dat ons 't leven hier begeeft. En wy vertrekken daar gy leert» Gelijkenis van Go is Woord met het Moltauawdi
Zang: On%e Vader in Hemdrii\. ï p ui Mottaau-^teyu, van aiic zaact " Hetklcynftedar ter aarde gaar,
Maar evenwel, met aard bedekt, De aldergeyltic vruchi verwekt, Is bitter en fchcrp in de mond ; Maar na de bitterheyd gelond. z Dit Za.id gelijke des Heeren Woord ,
Dat in de Wereld word geiioort; Kleyn, flectit, veracht, ja min dan niet, Voor hem die't maar iet loop* nnniiet : 't Schijnt dvvaasheyd, en een yd'ie wind Voot hem die 't aardlcu voor 't hemelfch mint» 3 Maar die 't met aandacht g»de ilaat,.
En nederwaarts in't herte laat, In't heit dat al des Werelds luft
EnvleyCchlijkheyd heeft u^ tgebluft , Elux fpruvi een deugden-boom daar van. Die wonder (chijnd voor alleman. 4 cenB,oo,Ti. die tegen al het quaad.
Des Werelds on'ieweeg'lijk ftaat; Die als hei nelt der. droertVnis Daarog vergj'eiti blijftichoon enWsr . Hoe
|
||||
Vierde DeeL »y
Hoe meerfe lijd, huemeerle bloeyt,
En tegen dank des duyvelsgroeyt. j Maar't meefte wonder bovenal
Is dit, wanneet's doods ongeval De ziele van het lichaam fcheyd, En 't lijt'in d'aard is wechgdeyct, Dat dan nochtans dit God'li jk zaad Noch kracht veilieft, noch ondergaat, 6 't Verfpreydiijn kracht in 't doodeftof,
En wekt het op met beter lof, Met meer cieraar alsooyt voorheen,
Met heerliikheyd, die, onbeftre'en En onbevlekt van alle leyd , Ja, bhjrt, en duurt in eeuwigheyd. 7 Welaan dan, of fchoon deerde fmaak
Van't GodlijkWoord, al ons vermaak, • Al 's Werelds luft , en al het loet Metbitterheyd verdwijnendoet< En acht dit korte bitter niet,
Maar altijd op de na-I maak ziet. "•
8 Deesna-fmaakishec die uw geeft
Alleen kan maken onbevreeil, Diealuwforg, uw legenfpoed,, En 't eerde luur vergeten doet;
Die ziel en lichaam vri jd van quaad • Neemt, (maakt, etkaiiwr ditGodlijkzaad. |
||||||
Des Vereenigde Nederlands Verderf.
Ülag-ftieb. Canrcuntie-btoans/ %müs onocrganj» Zang: Doulants Lachrimz, "VX/" Eent Ncüerlauc, weent: uwelcnanden- Zijn nu voor handen ;
Opdatgy Sond' maat oyervult Door fchuld op Tchuld .• ; Weent maar na God , fwieweetjd' Ellenden Mocht God noch wenden. Ach God! datuflechts niet mishaag Defpadeklaag. :
2 Gy, met uw M achten ,. Wiltall's verkrachten,. Eiïfopuws naams klank, Op
|
||||||
Stichtelijke Rijmen.
Uw qua' treken -
Neen : in tween zim fcheen hv (loot Dicz'opher Ihalwil prikk'len bloot, Waar is r; God is wel lankmoedig , Wreekt niet ipoed'g,
Doch te vroeg komt noch zijn toorn Voor hem die dien niet komt te voor'n. IV. i God is oprecht, en zal vergelden Na 't recht z il melden s
Geen bloot petlbou hem ooyt verheugd, Maar's perfoons deugd.
Is hy met n : Gy moet in vrezen Ook met hem wezen ;
Boeleerd gy met een andei Eruyd , 't Verbond isuyt. 2 Ach! uwe Leyders Pn val-ftrik-bteyders Hebben u verblind. Haar Synood (Darinnood, Ja in dood Landen, Luyden, Zielen floot) U met een Goud-appel bood, 't Geengy nu bevind. Zal men de Wolven (Segtgv) niet dolven! Wie is Wolf! wieSchian! Dievertcheurr, Of dien 't beuttr Dieluft keurt, Ofdie in onluftentreurt! Dievetbant, of die omfleurt: Rijft eens uyt uw flaap 3 Doorhaar(zegtg')is'tLant in roeten, Laatz' uytvoer'n; Maar 't is waar en klaar, als 't licht, Datzoall'Heyl'gïn zijn beticht, Weent din Land, weent Land, (laat gade 't Geen' ik radet Eert, alsweerd , 't geen leerd d'Heer Chnit Miflchien of gy zijn toorn noch flift. |
||||
Vierde Deel.
|
|||||
Zang : Waar is nu on%' Vryheid,
j s~\ Wereld die ons hert
^ In veel ydelheyd verwerf,
En daarna beloond met fmeir» Die u wel kend, En van u Wend Syns harten wenfeh, Hoe gelukkig is die menfeh! i De menfeh die u bemind, Zegc'etmy doch wat hy vind i Andeis niet als rook en wind, Al uw vertoon, Dat nu zo (choon En heerlyk fchynd, Morgen wel als rook verdwynt. 3 Al 't goed dat gy vervaat >
En daar me'egy ons verraad, - Is Rijkdom, Welluft, en Staat: Dien gy dir geeft ,
Sier daar die heeft Al wat gygund , En al wat gy geven kund. 4 Oe Welluft, zo elk ziet,
Kanlangduurig weezen niet, Ofzy word van zelfs verdriet • Doet daar dan by ,
Hoe ras dt zy In pijn en fmert Menigmaal veranderd werd. j Die nu is Rijk van goed ,
Krijgt licht morgen tegenfpoed', En vaart fchielijk bankeroet. Scliipbreuk of brand Of twift in't Land, O fander nood, Hem van Rijkdom licht ontbloot, 6 En die nu leeft in Eer,
So 't geval eens neemt een keer, 't Stoot hem lichtelijk ter neer J Heden een Graaf Morgen een Slaaf; |
|||||
Stichtelijke Rijmen.
Uw qua' trek,n r
Neen : in tweeu zim fcheen hv ftoot Diez' op het (taal wil pnkk'len bloot, Waar is t; God is wel lankmoedig , Wreekt niet fpoedig, f Doch te vroeg konir noch zijn toorn Voor hem die dien niet komt tevoor'n. IV. i God is oprecht, en zal vergelden Na 't recht z il melden:
Geen bloot petfoon hem ooyt verheugd, Maar's perfoous deugd.
Is hy met n : Gy moet in vrezen Ook met hem wezen;
Eoeleerd gy met een ander Eruyd, 't Verbond is uyt. 2 Ach! uwc Leydets In val-ltrik-breydets Hebben u verblind. Haat 5ynood (Datinnood, ]ain dood Landen, Luyden, Zielen ftoot) U met een Goud-appel bood, 't Geengy uu bevind. Zal men de Wolven (Sem gv) nier dolven ! Wie is Wolf r wie Schaap? Dieverfcheurr, Of dien 't beurt! Die luft keurt, Ofdie in onluften treurt > Die verbant, of die omfleurt i Rijft eens uyt uw flaap 3 Door haar (zeges') is't Lant i»t°ere"> Laar-z' uytvoerm; Maar 't is waar en klaar, als 't licht, Dat zo alt'Heyl'gm zijn bericht, Weent dm Land, weent Land, flaat gade 't Geen' ik radet Eert, als weerd , 't geen leerd d'Heer Chrtlt Miflchien of gy zijn toorn noch flift. |
|||||
ZAN<?
|
|||||
Vierde Deel.
Zang : Waar is nu ohk' fryheid,
|
|||||||||
o;
|
ereld die ons hert
|
||||||||
In veel ydelheyd verwerf,
En daarna beloond met lmerr, Die u wel kend, En van u Wend Syns harten wenfch, Hoe gelukkig is die menfch; t De menfch die u bemind, Zegt'et my doch wat hy vind } Anders niet als rook en wind, Al uw vertoon, Dat nu zo Ichoon En heerlyk fcliynd, Morgen wel als rook verdwynt, 3 Al 't goed dat gy vervaat,
Endaarme'egy on?verraad, Is Rijkdom, Welluft, en Staat:
Diengy dit geeft,
Sier daar die heeft
Al war gygund,
En al watgyge«n kund. 4 DeWelluft, zoelkziet,
Kan langdiujrig weezeniiiet , Ofzy word van zelfs verdriet: Doet daar dan by ,
Hoe ras d f zy In pi in en fmert Menigmaal veranderd werd. 5 Die nu is Rijk van goed ,
Krijgt licht morgen tegenfpoed', En vaart fchielijk bankeroet. Schipbreuk of brand
Of twift in't Land, Ofander nood , Hem van Rijkdom licht ontbloot, 6 En die nu leeft in Eer,
So 't geval eens neemt een keer, 't Stoot hem lichtelijk ter neet t Heden een Graaf
Morgen een Slaaf» |
|||||||||
Stichtelijke Rijmen.
Nu in de Wet,
Morgen is men afgezet. 7 Maar of 't gebeurden al,
Dat het wankelbaar geval U dit fchyn- goet niet ontflal ;
Na weynig tyd Komt God en fnyd Uw leven af, Enmenleytu naakt iri 't graf.
8 Die dan door fchyn verra'en,
Na Gods Ryk niet heeft geftaan, Én moet ais hst Vee vergaan, Komt die niet wel
Ingtoot gequel 5 En heeft ziin zin Nietgevolgt een dwaze riiinS 9 Nadien de Wereld dan
My niet anders gtven kan, Ziet ik trek myn zin daar van : Waar toe gewroet
Om nietig goed, En hemgepynt Om een fchaduw' die verdwyntS 10 Waar toe zijn zinlykheyd
Op een vluchtig goed geleyd ? En flechts pyn en l'mert bereyd ï Want dieeen ding
Heel zonderling In'thartverkieir, Tieurt wanneer hy dat verlieft , 11 Waar toe zo zeer bemint,
Dat den menfdie heel verblind, En aan d'Aarde zo verbind , Dathyop God
En zijn Gebod Geen acht enflaat, Enin'teynd verloorengaat} 12 Gy Goddelijk Geflacht,
Die dit nietig Goed veracht, En na veer een beter tracht > Telt my met u ;
Ikhebeengru ^ |
||||
Vierde Deel.
Van d'Ydelheyd,
Diehet aatdfche volk verleyd. 13 Gy tracht alleen na Deugd,
Die u meer dan d'aaidfche vreugd,
Meer dan geld en (laat verheugd .•
Want uw gezicht
Dat is verlicht;
Diesicht gy recht
't Aardfche goed voor u te flecht.
: + De deugd.een Godd'li jk goed.
Die Gods gunft verwerven doet , Die is waardig uw gemoed; Dieu 't geval Nietrooven zal, waar van de dood Die't al neemt, u niet ontbloot. ïj Dedeugd die iszoofchoon,
Dat zy is van zelfs haar loon > Enna, geeft zy's Hemels kroon : Die haar bemint, Dicmenfch bevind, Dat zy alleen Stellen kan ons hart te vree'n. 16 Aangaandekoft enkleer',
Die verleent of God de Heer Door een redelijk geneer; ; ;j.j Die trouw en mild, :, ,
Hei: zorg'loos wild ,; Ook zei ver voed, Dat geen voorraad open doet. ,. 17 Of zoo gy armoe lijd ,
En veel fwarigheyd en ft rijd, En dat de deugd is al uw vlijt, Die is 'u,zoet;,
Want uw gemoed Datis gewis Dat God uw belooneris. is Envali u beter toe,
Pat omfangt gy ook in 't goe, Maar maakt v daarom niet moe. En als het vlied', Gy acht het niet, |
||||
« Stichtelijke Rijmen.
Omdat de miu
Daar niet aan en hecht uw zin. 19 't Geen dat gy hebt te veel,
Houd gy niet voor u geheel, Maar denaafte krijgt zijn deel ,• Ook is 't genot
Door Gods gebod , Gerecht na maat, Niet na wecld' en overdaad. 20 Hoe dan 't geval hem keert,
En het aardlche volk verveert, Gy blijft altijd onverzeer' .• Hier hebt gy'twel,
Want geen gequel 'Jw ruit berooft, En u is Gods Rijk belooft. Starters Boek beflraffiing.
Kj-achte van \ A N J a n s z. Starter Gedaan ah uyt het graf', over zij'' dertel en ontuchtig Liedbeel^, J-J Ier leg ik nuin'i Grar, üiemet mijn geyle dichten, "1 Enfieltlche liedjens placht gantfeh Nederland t'ont- ftichten ; Hiet leg ik nu in't Graf, der wotmen fpijs enfpel, Enwaciitden jongften-dag, die my voor't oordeel ftel, 2 God wil genadelijk de zonden my vergeven,
Die ik en groot en veel op aaiden heb bedreven : Want zo hy vonnis ftri,kt na dat ik heb mifdaan , Hoe zal ik eenigfints het Helfche vyer ontgaan r 3 Foey mydat ik mijn Pen en wei-befpraakre reden,
Den Duyvelhebgeleeut tot (tijving van qua zeden, En techt ot niet genoeg verydelt waar de jeugd, Heb geyle vryery geleerr in'plaats van deugd.
4 Wat zeg ik vryery • ochwaar't daar by gebteven ;
En had mijn (noodehand nooyt argeryet gel'chreven ! Maar laas! mi jn dertelheyd (daraldermeeft my drukt) Heefina, tot guyeety en ontucht my verrukt. 5 Zoo gaar het. Niemand is van ftonden aan de quaatfu:
Maar is men 'r niet terftont, men word het wel in 't laat(le> Wanneer men hem, die ons by trappen fchalkbeftiijd ( Den Helfchen vyand) niet teiftond de weg affnijd.
6 Van
|
||||
Vierde Deel. 23
n geyle vryety ben ik aan voort getreden
tlcneGuytery en lot oneerlijkbeden; tet in mijn Boek vericheyde lierjens ttacri, Die d'onrucht eens Botdeels by na te boven gaan. 7 Gy Maagden, die de naam van eerbaar gaarn zoud
dragen ,
Laat dit oneerbjat Boek u nimmermeer behagen. Denkt, alsgy dat maar rnet uw teerehai:daamaakt, Datgy daar meed' genoeg uw eerbaatlieyd verzajkt. 8 Engy die door verltanden lang verzoek van laren >
Uw onervaren jeugd vooronheyl moet bewaren. Onthoud haar doch vooral dit bock '. wjnt boozere'en, Gelijk d'Apoftelzeyt> btderven goedeze'n, 9 Wilt uw Godvruchtig imys van deze blaam bevryen,
Datgy daar lijden zoud bordeelichefielteryer ♦ Denkt vry, als in uw huys dit Boek gevonden word,
Datgy uw goede naam doet grootelijks te kort. 10 Hoemeyntgy dat degeen , die zucht tot vroomfceyd
dragen,
Uyt uwonachtzaamheytniet fcheppen groot mishagen? j Alsgy uw jonge jeugd , zo buygeiijk rot quaad , In plaats van't heylig woord , die vuylheyd lezen l"t? ri Gy Overhey d, die 't zwaan gekregen hebt in handen,
Om zelfs door Ichnk en ftrai te weren uytuw'iandm Godloosheyd, fchendery, oukuysheyt en al't quaad, Dat een verdurve ziel door flimrne luft begaat;. j 12 Wilt ditoneerliikboek, een peil der jonge lieden,
Vooral me'laten toe, daar gy hebt te gebieden : j Stelt zware boeten in voor die verkoopt en prent
Of dit ofeenigBoek, dat goede zeden fchend. 13 Daar word wel menig Boek tyranniglijk.verboden,
Enzulkenfmet meet zijn vanu merernlt gevloden.- " Alaar ook word menigBoekgodloozelijkgedoogr, - -. En zul ken 1'inet gy ook met recht wel vlieden moogt. 14 Auguftus heeft wel eerOvidium verdreeven
Om dat by had regeyl de Minnekunft befchreven: Zier toe dat u. die lijd zoo menig vuyl Gedicht, Dees Heyden niet verdoem' in't algemeen gericht. 15 Gyook wie dar gyzijt, die Chrifti volk wilt wezen.
Denkt niet dat u dit Boekgeooilcfr zy te lezen, Wantgy moet heylig zijn, en d'hejrligen beraamt, Dat geen oneerli)kheyd zy onder haargenaamt-
16 Gy moet in 't zuy vet licht een heylig leven leyden .
Wilt
|
||||
z4 Stichtelijke Rijmen. Vierde Deel.
Wilt gy niet zijn van Hem, die't licht is, afgefcheyden.
O! dieonheyligleeft, wilt uw verderf ontvlien. Want zonder heyligheyd en zal God niemand zien. |
|||||||||||
Gedicht gepaft voor gewillige Patientie, of Lij-
dens Rgmedie. GEzwets of woorden pronkery,
En vind gy, Lezers niet inmy. d'Aufheur acht fulx voor nuts beleticl: En heeft, al had hy 't fchoon vermocht- Niet dat, maar kracht van ftof gezocht ; 't Natuurlijk fchoon hoeft geen blanketzet |
|||||||||||
REGISTER
Van 't Vierde Deel. A
|
|||||||||||
11
|
|||||||||||
381 toat men Jiet en Ijoojt.
E.
«Een JEoftaatt-sresn / ban alle jaab» i+
G.
«SejtoetiS/ oftooo?beit-i>?onfcerp, 24
8f ee» flefu «Tbjilt / bijtt jaaje|tcpt* 12
M
jj&tjnsiel/ UKelïalttjbtoclgemtKb. s
j^ocö leeft ett toeitftt gp bie be raacl)t, j
o.
<© SSeeielb b ie ons Ijatt* 19
w.
3©eent/ j^eberlanb/ toeent: utoe feljanben* n E Y N D E.
|
|||||||||||