-ocr page 1- -ocr page 2-





#•.'-. ’ .

llpK,':::

u - .


;■.;■£amp;




'mi' l

-quot;■, .•;*ï!..'t-V



-ocr page 3-

nbsp;- -r;?

-ocr page 4- -ocr page 5- -ocr page 6-


:e-


K,..


■gt; . i',.



gt; --

-ocr page 7-

DE EXAMENS IN DE CHIRURGIJNSGIIDEN.

-ocr page 8- -ocr page 9-

DE EXAMENS IN DE CHIRRGIJNSGILDEN

PROEFSCHRIFT

TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE GENEESKUNDE AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT, OP GEZAG VANnbsp;DEN WAARNEMENDEN RECTOR MAGNIFICUSnbsp;L.VAN VUUREN, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE,nbsp;VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DERnbsp;UNIVERSITEIT TEGEN DE BEDENKINGEN VANnbsp;DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE TE VERDEDIGEN OP DINSDAG 30 JUNI 1942,nbsp;DES NAMIDDAGS OM 3 UURnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

DOOR

THEODOOR BOESMAN ARTS

GEBOREN TE ROTTERDAM

KEMINK EN ZOON N.V. DOMPEEIN 2 UTRECHT

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

035


5628


-ocr page 10- -ocr page 11-

AAN MIJN VADER

-ocr page 12- -ocr page 13-

Het verschijnen van dit proefschrift hiedt mij een welkome gelegenheid U, Hoogleeraren, Oud-Hoogleeraren, Lectoren ennbsp;Docenten van de medische faculteit van de Utrechtsche Univer-siteit, dank te zeggen voor het genoten onderwijs. Met eerbiednbsp;bewaar ik de nagedachtenis aan mijn overleden Hoogleeraren.

Hooggeleerde Remijnse, dat ik mijn vorming tot chirurg onder uw leiding mogt aanvangen, beschouw ik als een groote eer.nbsp;Dat gij mij nu in de gelegenheid hebt gesteld onder uw leidingnbsp;te promoveeren, vervuld mij met dankbaarheid.

Hooggeleerde Lameris, dat ik, spoedig na mijn afstudeeren, in de gelegenheid werd gesteld mijn opleiding in de chirurgienbsp;aan te vangen, heb ik voor een groot gedeelte aan U te danken.

Toen in Mei 1940 door de groote ramp, die Rotterdam en het ziekenhuis aan den Coolsingel trof, alle gegevens over hetnbsp;clinische onderwerp, waar ik aan bezig was, verbrand en denbsp;betreffende patinten verdwenen, althans niet meer te bereikennbsp;waren, hebt Gij mij de weg gewezen om opnieuw aan het werknbsp;te gaan. Moge ik dan nu in de gelegenheid zijn U hiervoornbsp;mijn hartelijken dank te betuigen.

De nagedachtenis van de Zeergeleerde van Andel, die mijn eerste schreden op het pad van de geschiedenis der geneeskunde richtte, zal, zoowel van wege zijn groote kennis alsnbsp;van wege zijn beminnelijk karakter, door mij in hooge eerenbsp;worden gehouden.

Zeergeleerde Schoute, Uw begeesterende leiding en Uw daadwerkelijke hulp zijn mij tot een groeten steun geweest. Uit de gesprekken, die ik met U over dit onderwerp mogt voeren, vielnbsp;voor mij steeds iets te leeren en met groote erkentelijkheidnbsp;denk ik aan Uw raadgevingen terug.

Zeer ervaren van Staveren, ik acht het een voorrecht onder uw leiding in de chirurgie opgeleid te worden. Voor de zeernbsp;prettige verstandhouding, die er in uw kliniek tusschen chef ennbsp;assistenten heerscht, dank ik u hartelijk.

Zeergeleerde ten Berge-, dat ik in de gelegenheid ben gesteld

-ocr page 14-

onder uw leiding de gynaecologie en obstetrie te mogen beoefenen, is voor mij een groot voorrecht.

Zeergeleerde Westra; de gedachte aan de eer die het voor mij is in Uw ziekenhuis te mogen werken, paart zich aan dennbsp;dank voor de steun en bereidwilligheid die ik steeds van Unbsp;mogt ontvangen.

Mijn mede-assistenten dank ik voor de prettige wijze waarop wij de laatste jaren, en vooral de tijd na den oorlog, gezamenlijk gewerkt hebben.

Directrice, hoofdverpleegsters en verpleegsters. Voor de aangename wijze waarop ik met U mogt samenwerken, betuig ik mijn hartelijken dank.

Zeer geachte Heer v. d. Weele; steeds zijdt gij mij, wanneer ik het Rotterdamsche Gemeentearchief bezocht, op de meestnbsp;welwillende wijze te hulp gekomen. Met U dank ik alle archivarissen en archiefambtenaren, die mij steeds zoo vriendelijknbsp;steunden.

Waarde Mejuffrouw Onverwagt. Gedurende vrijwel den ge-heelen tijd dat ik aan dit proefschrift werkte, zijdt gij mij op vlotte en zeer accurate wijze behulpzaam geweest. Aan hetnbsp;einde van uw werk gekomen, dank ik u hierbij hartelijk.

Voor de aangename herinneringen aan mijn studententijd, de vriendschap, die ik mogt ondervinden en de prettige en sportieve gebeurtenissen, die ik mogt beleven, dank ik U allen, dienbsp;ik daarbij tot mijn vrienden of kennissen mag rekenen.

-ocr page 15-

INHOUD

t

Blz.

Korte Inleiding............... 1

HOOFDSTUK I.

Van de vijftiende tot de zeventiende Eeuw..... 3

HOOFDSTUK II.

De Zeventiende en Achttiende Eeuw.......30

HOOFDSTUK III.

Examenlijsten en theses............69

HOOFDSTUK IV.

Examenverslagen en -boeken..........84

HOOFDSTUK V.

Examens in Frankrijk en Vlaanderen.......102

Slotsom.................,125

Bijlagen.................428

Literatuurlijst...............136

Lijst van plaatsen en persoonsnamen.......141

-ocr page 16-

Cats.

Eer wy wat weten, Zyn wy versleten.

-ocr page 17-

Du bon vieux temps, souffrez que je vous parie (De Beranger).

KORTE INLEIDING.

Reeds vele schrijvers en onderzoekers hebben hun bevindingen medegedeeld over het leven van de chirurgijns en steeds weer treft het den lezer hoe zij den nadruk hebbennbsp;gelegd op den strijd van de gildebroeders om hun bestaan.

Uit de noodzakelijkheid om zich te verdedigen tegen de beunhazen en kwakzalvers en onder den invloed van de ge-neesheeren kwam een betere opleiding en het instellen vannbsp;examens voort en een steeds toenemende concurrentie deednbsp;de doordenkende chirurgijns begrijpen, dat zij zich slechtsnbsp;dan zouden kimnen handhaven, wanneer hun prestaties ditnbsp;rechtvaardigden.

In dit geschrift zal ik trachten een overzicht te geven van de eischen, die in geheel ons land ongeveer tusschen 1400 ennbsp;1800 bij de examens werden gesteld.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

Toen ik aan de hand van enkele publicaties begon mij van dit onderwerp op de hoogte te stellen, bleek het al spoedig,nbsp;dat ik voor een goed inzicht terug moest gaan tot de meestnbsp;oorspronkelijke stukken. In het meerendeel van de gevallennbsp;waren deze te vinden in de gemeentearchieven in ons landnbsp;en zoo werd dit onderzoek gedreven in de richting van eennbsp;archief-studie. Hierbij bleek mij, dat de geneeskundige gegevens, die in deze archieven van vele oude steden verscholennbsp;liggen, lang niet alle bewerkt zijn.

Voor onze groote steden bestaan deze beschrijvingen.

Gegevens over de gilden in het algemeen en de chirurgijns-gilden in het bijzonder zijn er reeds zeer vele en van ouden datiun.

-ocr page 18-

Echter bleek mij nu, dat opgaven over examens of ,,proeven om tot deze gilden toegelaten te worden, van lateren tijd waren.

Voor het onderzoek naar deze gegevens bezocht en bewerkte ik persoonlijk of won inlichtingen in bij de gemeentearchieven van Aardenburg (geen gegevens te vinden). Alkmaar, Amsterdam, Bergen op Zoom, Breda, Brielle, Delft, Deventer, Dordrecht (g. g. t. v.). Eindhoven (g. g. t. v.), Enkbuizen, Goes, Gouda, 's-Gravenhage, Groningen, Haarlem, Heerlennbsp;(g. g. t. V.), Helmond (g. g. t. v.), 's-Hertogenbosch, Hulst,nbsp;Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg (niets meer aanwezig), Nijmegen, Oudewater (g. g. t. v.), Rotterdam, Schiedam,nbsp;Schoonhoven, Sittard (g. g. t. v.), Tilburg (g. g. t. v.). Utrecht,nbsp;Veere, Vlaardingen (g. g. t. v.), Zierikzee, Zutphen (g. g. t. v.)nbsp;en Zwolle.

Ook de Nationale Bibliotheek was mij behulpzaam.

Daar een lijst van alle hierbij geraadpleegde resolutie-, keur- en rekeningenboeken zeer lang en uiterst eentonig zounbsp;worden, heb ik al deze gegevens verder niet in mijn literatuurlijst vermeld.

Door de tegenwoordige tijdsomstandigheden was het mij niet mogelijk, alle in ons land aanwezige archieven op dit gebied te raadplegen, daar in sommige steden de meest waarde-volle stukken zijn opgeborgen, om ze, zoo mogelijk, voor vernietiging te behoeden.

Ik zal dus niet heelemaal volledig kunnen zijn, maar laten wij hopen, dat na dezen oorlog alle belangrijke zaken weernbsp;ongeschonden (,,en onverteerdquot;) uit hun bergplaatsen te voorschijn komen en zoo de leemten in dit overzicht aangevuldnbsp;kunnen worden.

In tegenstelling met de hierboven gegeven alphabetische opsomming der geraadpleegde archieven, zal ik de behandeling van wat hier gevonden werd chronologisch doen.

-ocr page 19- -ocr page 20-

So-S-.wTTi nbsp;nbsp;nbsp;V. ....M.Hci-rl, 5^lt;.gt;-rt .~lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*'lt;gt; Vt-.-fk-V-

fi nbsp;nbsp;nbsp;^*'* ^1 -quot;fM u:Snbsp;nbsp;nbsp;nbsp;m^acf^lt;wf^| T| 1}^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

2gt;Ae (Ht**r ^iScMC H*lt;e gt;lt; nbsp;nbsp;nbsp;5rtCnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pi t^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

fgt;l*lt;f4#tfi nbsp;nbsp;nbsp;Cii ^gt;1 2lt;x2Vc* tn^efj Vgt;rtgt;^c^l*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

nbsp;nbsp;nbsp;*lt;} Hn; 4gt;j

ft

- f

N#t^ nbsp;nbsp;nbsp;fgt;l*lt;f4#..M

_ w**^*^ \7lt;5' i*4j656 cn pU nbsp;nbsp;nbsp;.'4*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1-^ JfAcn \vc^ gt;cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hn; 4gt;f'?nlt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;h''i .,^

3blftjf W-M4rf|r Vft nbsp;nbsp;nbsp;v'*gt;e ?. !p,f |Mgt;*4te flt;lt;ew {c gelenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;HW ^s4^*y

_ nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'-n ,S f )-.,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..^

fiiftiGfcti iwi# nbsp;nbsp;nbsp;^ f''^'' '*^jr=^4Pe fc fivern Vici*,i|-^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^


fN ^lt;1?

V*4k nbsp;nbsp;nbsp;*tir

Vj

.j-!h i't nbsp;nbsp;nbsp;feu p ^^*-5i JW^ie'c* pn}

lt;r' nbsp;nbsp;nbsp;_

a*^f4**^*^ nbsp;nbsp;nbsp;evH U*^'j-f- 401 ncgt;gt;t tc l.^^gt;i 2gt;tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dlt;inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f .w^.gt;plt;^^^^ \gt;^vJr^-lt;v^^.

h A.. htj* .^wfi- nbsp;nbsp;nbsp;1n-iOAc|

^.ff SkL^t 4Hct- Mep^'^rf |vM4^ i4 p.ilt; rtMi*.d}^ Im^c ^gt;nf^Mlt;^gt;^$ 4fcir fff Jef ,?t en inAi^e Hw Iwete V.i V} 5t|. Affienbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.il^ tfii %:h* p^c iivatvnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^v

HV'^es ^4^ nbsp;nbsp;nbsp;?a|-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;?4*e 4telt;quot; p*^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'?. 0^*1 c*-Nc?pvr|i fc ^a-'**nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;in Ifnpp l**.e gt;

, nbsp;nbsp;nbsp;;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r4*- .1%VW W'-f' 4'*f .m.'anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i.}nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ tsWcMnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;H ''*.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l'* Ji 4'^

*i ^U*Mf*4

-*1 ^4'^ CM pil 5lt;fACH tAnH'eAet Vak (Mleit |0^ tw* t^^M l-t-1 nbsp;nbsp;nbsp;iMitnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;|4 we:^^ dttpirgt;fHHtl .tlf p igt;v llt;k - i V'-

p fuflrn I'll nbsp;nbsp;nbsp;'^4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fa IfccfwM

1 ri fax fii gt;* nbsp;nbsp;nbsp;?lt;lt; f***e fetfUpamp;lt;ftX-f twzf boeien n/^jl/eu k-^tM ti^v 4*lr len lquot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e* t-lrnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f-'i - T'*-- -'^ *

, nbsp;nbsp;nbsp;k- .JU'. eH fquot;*'^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

I. '4,,- .! Jwten ^!.: V'cl'WcH |itten U^^^Cll Jnp H4c.^lt;kml4r^f- {-ie cpnt.;^ |n^ii H-^pKn* nbsp;nbsp;nbsp;m gt;pM;rlt; gt;*' U M-'#efw .teeiV

(4 ^iW

k-

I (4( ^IWn -o nbsp;nbsp;nbsp;**t'**quot;^'t* ^'^**^*'1 e^r ^.irV4pn4.lt;f^f-gt;41-^-SenXref

'^*1 V *4fr- Tefra P~ hxlwArzi^ nbsp;nbsp;nbsp;K'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.*lt;gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jfc?

Het*f nbsp;nbsp;nbsp;nigt;.-^ M ^A5lt;/e 5^' f*#nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P/ **fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''*mnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^5^

ivH

Fig. 1. Ordonnantie voor de Barbiersquot;. Middelburg. Eerste helft van de 15de eeuw.

-ocr page 21-

HOOFDSTUK I.

Van de vijftiende tot de zeventiende Eeuw.

Middelburg In de eerste helft van de 15e eeuw komen wij in Middelburg een ordonnantie voor de Barbiers tegen. Het juiste jaartalnbsp;hiervan is niet bekend. Wij lezen hier o.a. in:

Dit siin: die coeren ende ordinancin van den barbiers der stede van Middelborch, ghemaect ende geordineert bi der wetnbsp;van der stede voerscr.

Item. In den iersten, soe en' sal gheen man dit voerscr. ambacht doen, hy en sy ierst poerter in Middelborch ende hy moet selver dat ambacht connen metter hant, ende dat sal mennbsp;proeven met drie vliemen, die hy maken sal tot des dekensnbsp;ende beleyders huyse.quot;

In zijn Schets van het Middelburgsche Chirurgijnsgilde van Schoute (1913) noemt hij als eerste jaar waarin gegevensnbsp;over de examens te dezer stede te vinden zijn 1501. Dit is nietnbsp;juist en moet meer dan een halve eeuw vroeger gesteld worden.

OUechi Het eerste, juist opgegeven jaartal vinden wij in Utrecht en wel in 1434, waar wij kunnen lezen:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

,,dat van desen tijd voirt egeen meyster-barbier hem latens (aderlaten. S.), tande uut te trecke noch chirurgie onderwijn-den en sail, hij en sij dairynne besocht ende geoefent endenbsp;bij den oudermans van der wantsnijdersgilde van onser stad,nbsp;die wij dair bevelinge van doen, elke in synre tijd ende bijnbsp;meysteren van denampte voirscreven, die dairtoe gesworennbsp;sellen wesen, die nu sijnn off namels wesen sellen, geprueftnbsp;ende geapprobeert, weerdich te wezen die kunst ende datnbsp;ambocht te handtieren.quot; En onmiddellijk volgt hierop: ,,Be-houdelike dat een ygelick barbier, die hair ghilde gewonnennbsp;heeft off winnen sal, wael haer scheren mach (wel hoofdnbsp;of baards haar scheren mag) ende den luden dairynne dienen.quot;

-ocr page 22-

Hieruit zien wij, dat in 1434 in Utrecht de Chirurgijns nog onder het Wantsnijdersgilde ressorteerden, eerst in 1607 vormden de chirurgijns hier een eigen gilde. En verder kunnen wijnbsp;uit deze ordonnantie opmaken, dat er ook reeds een verschilnbsp;gemaakt werd tusschen ,,latens, tande uut trecke en chirurgienbsp;onderwijndenquot; en ,,haer scheren.quot; Voor het eerste moest denbsp;meyster-barbier namelijk ,,geprueft ende geapprobeert worden, voor het laatste alleen ,,hair ghilde gewonnenquot; hebben.

Leiden Kort daarop maakte Leiden haar eerste bepalingen, namelijk in 1441. ,,Soe en sel nyement hoick binnen Leyden setten, hy en can een punt van eenen vlijm maken ende sijn messennbsp;havenen (in orde brengen) gelijc dat behoort ende hij salnbsp;weten, in wat teyken dat die maen ys, want er sonderling veelnbsp;gebrecx in valt ende dat kenlic bewijsen bij drie surgyne ofnbsp;berbiers die( zij (de overheid) dair toe ordineeren ende settennbsp;sellen, dies bequaems toe sijn bij der boete van XII St.quot; Ofnbsp;dit weinige nu beteekent, dat men niet meer vragen zou ennbsp;van de andere zijde niet meer weten hoefde dan hier vereischtnbsp;wordt is onwaarschijnlijk. Immers de opmerking omtrent hetnbsp;teeken, waarin de maan staat, schijnt er op te wijzen, dat mennbsp;zich niet al te veel beperkt, maar ook over den toestand vannbsp;het verwonde of zieke deel en zelfsi over dien van het geheelenbsp;lichaam ondervraagd zal hebben. Wat betreft de theorin overnbsp;in wat teyken dat die maen ysquot; ontleen ik aan Van Andelnbsp;het volgende:

De geneeskunde had een belangrijke plaats ingeruimd aan de astrologie. Men nam de aarde als middelpunt aan met eennbsp;omgeving van vaste sterren. Hieromheen bewogen zich dannbsp;een zevental planeten.

Deze vaste sterren zouden den geregelden gang der natuurverschijnselen beheerschen en de loop der planeten zou verantwoordelijk zijn voor alle onverwachte gebeurtenissen.

Ieder der vaste sterren had zijn invloed op een deel van het menschelijk lichaam, zoo heerschte de ram over het hoofdnbsp;en aangezicht, de tweelingen over de schouders en armen,nbsp;de overigen weer over andere lichaamsdeelen.

De zeven planeten nu hadden elk specifieke eigenschappen

-ocr page 23-

en een temperament. Evenals de humores van het menschelijk lichaam hadden zij hoedanigheden als warmte, koude, vochtnbsp;en droogte. Deze planeten heerschten ook over orgaangroe-pen. Deze heerschappij was echter afhankelijk van de verhouding tot de vaste sterren.

Wanneer de chirurgijn nu zijn ingrepen in overeenstemming wilde brengen met de zeer ingewikkelde voorschriften die hieruit voortvloeiden, moest hij ook nog rekening houdennbsp;met het temperament, de sexe en den ouderdom van den lijder,nbsp;het seizoen, het begin en den duur der ziekte, den aard dernbsp;kwade stoffen en het tijdstip, waarop de behandeling plaatsnbsp;vond. Dit was hem nu over het algemeen wel te geleerd en hijnbsp;hield dan maar voornamelijk rekening met den stand dernbsp;maan en de schijngestalten.

Deze vier schijngestalten komen overeen met de vier leeftijden, waarvoor hij het volgende toepasselijke gedichtje moest kennen:

Als die mane ionck is, dats voor den jongen goet.

Als si van hen willen laeten haer bloet,

Maer wanneer si sijn tot haren ouden comen.

Sullen si laten, als die mane is afghenomen.quot;

?

Ook was er zulk een overeenkomst tusschen de kwartieren der maan en de vier temperamenten. Men nam aan, dat hetnbsp;eerste kwartier het geschiktste tijdperk was om een sanguini-cus ader te laten, het tweede een cholericus, het derde eennbsp;phlegmaticus en het vierde een melancholicus.

Bij een ziekte van eenig lichaamsdeel was de aderlating verboden, wanneer de maan zich bevond in het teeken, datnbsp;dit deel beheerscht:

,,In welck lidt de Maene is 't waer U doot, bloed te laten, 't en zij in grooten noot,

Als peste, pleuris ende sulcx quaet,

ende dat ook niet sonder des Meesters raet.quot;

In de practijk bleken echter deze voorschriften zoo ingewikkeld, dat er almanakken en prognostica verschenen, waar-

-ocr page 24-

in de beginselen dier kunst, benevens de voor lating gunstige en ongunstige dagen, waren opgeteekend.quot;

In een Leidsche ordonnantie van 1466 wordt ook gesproken van in wat teykene die mane isquot;. Overigens is zij veel uitvoeriger dan de eerste keur en is zij ook nauwkeuriger in het aanwijzen der examinatoren, voor wier gehalte zij betere waarborgen vereischt. Bovendien wordt thans het verschil tusschennbsp;barbiers en chirurgijns ingevoerd, dat in de keur van 1441nbsp;nog gemist werd. Zoo heet het:

,,Soe en sel voirtain bynnen der stede van Leyden nyement winckel noch meesterie van den voirsz. ambochte setten, hijnbsp;en sel eerst beproeft en besocht wesen, eer hij hoinck of winckel settet, bij den gesworen meester van medecyne ende bynbsp;den twee gezworenen meesteren van cuurigien van der stedenbsp;ende bij den gezworenen van den voirsz. ambochte, of hijnbsp;bekennende is, in wat teykene die mane is ende of hij oick dienbsp;kennisse ende onderscheidinge van de aderen, zeenen endenbsp;arterin weet en die aderen ende zenen den enen voir dennbsp;anderen weet te onderscheiden ende of hij oick vlymen cannbsp;(maken) ende die punten daer of maken als dat behoirt.quot; Wienbsp;niet aan de vereischten voldoet, wordt beboet, indien hij hetnbsp;vak toch tracht uit te oefenen. ,,Soe en sel oick nyement vannbsp;den voirsz. ambochte, die voirtain Cuurgien hantieren wil alsnbsp;van snijden, hamen, corrosive enden (messen of tangen, in hetnbsp;oorspronkelijk onleesbaar wegens olievlekken) hantieren ennbsp;der menschen leden, tenzij dat sy eerst besocht sijn bij dennbsp;voirsz. meesteren van der stede en bij den gezworen van dennbsp;ambochte (op?) alle die t samensettinge der leden van bynnennbsp;en buyten na uutwysinge der anathomen en van de voirsz.nbsp;personen die (bequame daer toe synt?).quot; Voor de lieden dienbsp;van buiten komen en daar reeds gepractiseerd hebben, zijnnbsp;bijzondere bepalingen gemaakt, terwijl ieder, die niet aan denbsp;exameneischen voldaan heeft en toch zou willen praktiseerennbsp;met boete bedreigd wordt.

Rotterdam

In Rotterdam treffen wij in het oudste Keurboek de ordonnantie op het barbiersgildequot; aan, dateerende 1 Sept. 1467.

,,Upten eersten dach van September Anno (XIVC) LXVII.

-ocr page 25-

Dit is alsuke kueren ende ordormancie als den baliu, schout uutten gemeenen gerecht gekuert ende geordineert hebbennbsp;ten versueke ende begheerte van den barbiers ende ter eerennbsp;goids ende der liever heyligen Sinte Cosmas ende Damianus.quot;

Eerst wordt besproken dat iemand die in het gilde wilde komen poorter moest zijn en het noodige (een halven nobel)nbsp;betaald hebben en dan: Ende nyemant en moet pannen uut4nbsp;setten of ter ader laten, hij en sal eerst een punt van een vliem'nbsp;maken konnen dat zij recht ende reinlic door een (n) erf gaat.nbsp;Ende voert te bekennen alle die aderen die men gemeenlicnbsp;latende is. Ende dat sullen die hooftmans van den voirseg-den ambachte besoeken eer zij meesterie setten sullen, be-houdelic dat een wel meesterie setten mach van scheren.quot;

Het vreemde is echter, dat aan het einde volgt:

Item alle dese voirsegde kueren sijn by consente van den baeliu uutgescrapt upter XIi maech-den-dach int jaer LXXI.quot;

Gaarne namen de gilden in de verschillende steden bepalingen van elkaar over. Zij zonden zelfs hun hoofdlieden uit om bij de naburige gilden na te gaan hoe daar alles geregeldnbsp;was. Zoo zien wij aldus in vele steden ongeveer dezelfde bepalingen verschijnen de n na de ander, waarschijnlijk afhankelijk van de grootte en het belang van de stad en het desbetreffende gilde.

P Zoom

Geheel gelijkluidend zijn deze keuren echter niet en daarom zal ik U nu een voorbeeld geven van een keur waarin reeds in de 15e eeuw op meer uitvoerige wijze de proevenbsp;wordt besproken.

In het ,,Register van de Keuren der Gilden en Ambachten Sedert 13561618quot; vonden wij namelijk in het gemeente archief van Bergen op Zoom, de volgende duidelijke beschrijving van den loop van het examen gedagteekend 9 Nov. 1471.

,,Wij rechters, burgemeesters, scepenen ende raide der stadt van Berghen op ten Zoom doen cond ende kennelic allen dennbsp;ghenen, die dese onse openen letteren sullen sien oft horennbsp;lesen, dat wy om sonderlinge gemeynen profyte ende nut-scap gegeven ende verleent hebben, ende met desen onsennbsp;openen brieven geven ende verleenen den goeden luyden van

-ocr page 26-

den barbiers ambachte binnen Berghen, dese nagescreven pointen ende koren, om metten selven haer ambacht dooch-delic ende minnelic te regerenne.

1. nbsp;nbsp;nbsp;in den eersten soe wat man in tvorscreven ambachtnbsp;commen wille ende hem daer mede gemerren sel eerst poorter te Berghen moeten wesen.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat niemandt in tvorscreven ambacht niet wesendenbsp;en sal moghen binnen mercten, noch buyten tvorscreven ambacht roeren, binnen den vryen mercte van der stad Berghen,nbsp;van scherenne in winckelen, cramen oft in de herberghe nochnbsp;van latenen ter aderen, ende oft hier af yement bevondennbsp;worde de contrarie te hebbenne sonde telken verboren 20nbsp;scell swarten.

3. nbsp;nbsp;nbsp;Item, oft yement in tvorscreven ambacht comen willenbsp;sel gehouden syn te passerenne, de proeve hier na bescrevennbsp;te wetene, dat hy sel moeten gaen toter dekenen ende ge-swoornen ende hem presenteeren ende geven drie rauwenbsp;ysernen vliemen, daer af de deken de punten breken sel endenbsp;dan die wedernemen ende binnen verthiene daghen, die vliemen maken een in des dekens huys ende dander twe in tweenbsp;van den geswoornen huysen des en sel hy die vliemen nietnbsp;moghen draghen noch vervreemden in eniger manieren uytennbsp;huyse voirgenoemd daer hy die maken sel moeten op ver-boerte van binnen eener jare daer naer niet te moghen comennbsp;in tselve ambacht, des sel die alsoe in de proeve gestelt wordt,nbsp;binnen de 14 daghen moeten doen alle tghene, dat binnen denbsp;huyse te doen sel vallen, aengaende den selven ambachte alsnbsp;van scherenne, latenne, tanttreckene, alsoe verre hy dat ge-doen can.

4. nbsp;nbsp;nbsp;Item, soe wanneer die in de proeve gestelt is geweest,nbsp;sine drie vliemen gemaect sel hebben, soe sel hy begeren aennbsp;den deken de gemene gesellen te gaderen te hebbenne, omnbsp;te thoonen weder sine vliemen, doochdelyc (deugdelijk) sullen wesen gemaect oft niet, dwe(l)ck de deken gehouden synnbsp;sel te doene ende hy alsoe dan bevonden woordt, dat dienbsp;vliemen doochdelyc ende meesterlic gemaect zyn, soe sel dannbsp;ten versoeke van den selven gestelden in de proeve de deken

-ocr page 27-

gehouden syn de selven te doen drie personen om te latenne, te drien aderen, die een die heet die branctader op den voet,nbsp;die ander die men heet die leverader opten te hant, die derdenbsp;opten arm die men heet mediane.

5. nbsp;nbsp;nbsp;Item, oft yement dese voorscreven proeven gesedt, binnen 14 daghen, sinen vliemen niet soe doochdelic noch conste-lic gemaect en hadde, alsoe dat den deken ende geswoornenbsp;dochte by haren eeden, dat hy daer mede niet gestaen ennbsp;mochte, oft dat hy de vliemen doochdelyc gemaect synde tennbsp;drie aderen bovengenoemd niet doochdelyc ende constelicnbsp;ende liete alsoe dat se spronghen oft doochdelic bloeden, alsoenbsp;dat de deken ende geswoorne by haren eede namen, soudenbsp;verboren binnen een jaer daer naer in tvorscreven ambachtnbsp;niet te moghen comen noch in de proeve te worden gestelt.

6. nbsp;nbsp;nbsp;Item, oft yement de vorscreven proeve voldaen hebbende geen barbiers zoone wesende int vorscreven ambachtnbsp;comen wilde sal gehouden syn te gevenne voer sine in-compst .... 3 pond swarten.

7. nbsp;nbsp;nbsp;Item, oft enich barbiers sone de vorscreven proevennbsp;volbracht hebbende intselven ambacht comen wilde, sel ghe-ven .... IY2 pond swarten.quot;

Waarschijnlijk hebben de examinandi wel eens de hand gelicht met het maken van hun ,,vliemenquot;, want in vrijwel alle keuren leest men, dat zij gemaakt moesten worden in desnbsp;dekens huysquot; n, en de anderen ten huize van de anderenbsp;examinatoren. Daarbij mochten zij zich niet laten helpen.

Een zeer belangrijke uitbreiding ondergaat hier in Bergen op Zoom het examen, daar er een practisch, wij zouden haastnbsp;kunnen zeggen in onze tegenwoordige bewoordingen, clinischnbsp;gedeelte aan is toegevoegd, namelijk des sel die alsoe in denbsp;proeve gestelt wordt, binnen de 14 daghen moeten doen allenbsp;tghene, dat binnen de huyse te doen sel vallen, aengaendenbsp;denselven ambachte als van scherenne, latenne, tanttrecken-ne alsoe verre hy dat gedoen canquot;. Het controleeren of denbsp;,,vliemen doochdelyc ende meesterlic gemaect synquot; geschiedde op de volgende wijze. Ze werden ,.gestoken door het proef-leer, zijnde een cuticula of epidermis van een lamsvelquot;, zon-

-ocr page 28-

10

der dat men 't zal mogen hooren doorgaan of kraakenquot;. In Leiden voegt men hieraan toe: Ende zal by een van dennbsp;Proufmeesteren mit elcke lancette gesteken werden twee steken, eene plat, ende de ander scheefs om zulx verzekert tenbsp;zijn of zy ooc poinct ende snede hebben, als behoorlicken is.quot;

Zeer tegemoet komend voor den candidaat waren de heeren niet, want wanneer hij ,,sinen vliemen niet soe doochdelicnbsp;noch constelic gemaect en hadde, oft dat hy ten drie aderennbsp;bovengenoemd niet doochdelic ende constelic ende liete, alsoenbsp;dat se spronghen oft doochdelic bloedenquot; werd hij meteennbsp;voor een heel jaar afgewezen.

Amsterdam Hoewel in Amsterdam in later jaren, zooals wij verder zullen zien, de proef zeer uitgebreid was, is het in 1497, als wij den eersten keer op den 27en April over de gildeproef dernbsp;Barbiers iets vinden, nog maar een zeer eenvoudige gebeurtenis, bestaande uit het maken van twee ,,vlimenquot; uit eennbsp;stuk ruw ijzer en het ,,connen steken van de drie principale aderen.

Wij vinden hier echter wel iets vermeld over de verplichtingen der Proefmeesters. Deze moesten er voor zorg dragen, dat alles wat de Proefknecht voor het doen der proef noodignbsp;had aanwezig was, te weten; ,,Lancetten, een slypsteen,nbsp;schuersteen, schuerloot, watersteen, bruyneersteen, een proef-leer ende een blockquot;.

De Proeveling, die een van deze instrumenten brak of bedierf ,,sal gehouden wesen wederomme een ander in de plaetse te koopenquot;. De lancetten, door de Proevelingen gemaakt, werden het eigendom van den meester ten wiens huize zij vervaardigd werden.

Deventer In de 16de eeuw komen meer steden ertoe duidelijk omschreven eischen te gaan stellen bij de proef en hier en daar treffen we weer een toevoeging of iets bijzonders aan, bijvoorbeeld in Deventer in 1513. In een toevoeging op den gilde-brief van het ,,barbiersgildquot;, gedagteekend 1513 (,,op Sintenbsp;Cosmus en Damianus dachquot;) wordt vermeld, dat de gildebroe-der ook zijn eigen zalven en dranken zal moeten kunnen

-ocr page 29-

11

klaarmaken. Het is gesteld in de volgende bewoordingen: Item roere et oick dat emans unse broder werden wolde, dernbsp;sail he maken konnen syne ongwenten ende drencken, gelycknbsp;eynem jegelicken gueden meester tobehoert. Denselven sullennbsp;vier van den oldesten provieren; weert dan sake he des sonbsp;nyeth en konde, mach he alsdan trecken by eynen guedennbsp;meester umme syn ambacht te leren ende de konsten soekennbsp;daer eine beste ende profytlicke is, up dat nemant synentnbsp;halven versumet en werde; off he dan weder qweme en synnbsp;hantwerck offte ampt voerder to brueken, sail men yn alsdannbsp;up dat nye versoeken gelyck vors. Weert sake he dan nochnbsp;gebrecklick als vors. gefunden werden, sail he weder ummenbsp;trecken ter tyt to he syn ampt kan, ende des amptes bynnennbsp;Deventer meesterschap halven nyet gebruyken, so lange alsnbsp;he van den vier oldesten vors. meisters onbeqweme gefunden wert.quot;

^^iterdam In 1519 (23 Juli) vraagt men in Rotterdam ook nu eenige astrologische kennis want:

,,Item, soo sullen alle diegenen, die laten ter ader weten, waer die maen, in wat teycken ende oft guet laten isnbsp;dan niet.quot;

Were Van de Zeeuwsche steden komt Veere na Middelburg aan de beurt in 1520, met de omschrijving van de exameneischen.nbsp;Hier valt het meest op, dat de examinandus zijn vlyemen zalnbsp;moeten maken in de huizen van den deken en de beide andere ,,geswoorrenequot;. ,,Dies en sal hij die vlyemen niet mogennbsp;dragen, noch in eenige manieren vervreemden uyt den voorschreven huysen, daer hy die zal moeten maken, op te verbeurte binnen een jaar daarna 't selve ambacht niet te mogen kommenquot;.

Hieruit blijkt, dat ook in oude tijden het ,,spiekenquot; niet onbekend was en streng werd gestraft. Wie zich had laten helpen, dus gesmokkeld had, ,,Zal verbeuren al zijn lancetten, gemaaktnbsp;of ongemaakt en binnen het jaar geen preuve moogen versoeken te doenquot;. ,,Wie hem geholpen hadde, zal den gilde 5 ponden als boete betalen, zijn winkel gesloten houden en geennbsp;chirurgie mogen doen binnen een jaar en ses wekenquot;. Dit was

-ocr page 30-

12

zeker geen halve maatregel en de omstandigheden zullen wel hiertoe gevoerd hebben.

Leeuwarden Wanneer wij nu met het chirurgijnsgilde van Leeuwarden in aanraking komen, zien wij, dat voor 1550 de bijdrage die bij denbsp;aanneming als gildebroeder betaald moesten worden en hetnbsp;nakomen van allerlei finantiele bepalingen wel een overwegend groote rol speelden.

In de Chirurgijns-gilderolle van 1550 vinden wij over de examens o.a.

,,4e. Ten eijnde dan inden voorscreven stadt goede bequaeme meesters om den voorscreven ambachte van Barbiers texer-ceren bevonden mogen worden, zoe sal nijemandt in tvoor-screven gilde geadmitteert ofte toegelaeten moegen worden tennbsp;zij saecke hij eerst de naebescreven proeve in presentie endenbsp;aenschouw van den gecommitteerden van den Raide endenbsp;proeffmeesteren dwelcke proefmeesteren daertoe bij dennbsp;gemeenen gildebroeders ordonneert zullen worden, behoorlij-cken gedaen ende vollenbracht zal hebben.

5. nbsp;nbsp;nbsp;Ten eersten den gheenen die de proeff versoeckt te doennbsp;zal den ontfangers van dien tot een honorarium ende voir hunnbsp;vacatin gehouden wesen te gheven ende betaelen twintichnbsp;stuvers.

6. nbsp;nbsp;nbsp;Ende omdan den voet van den proeff te verthoenen nbsp;zoe is geordineert dat die gheene die de proeve zal willen doennbsp;zal gehouden wesen eerst ende vooral te bereijden in eennbsp;meestershuys drije vlijmmen datse sonder craecken duer eennbsp;proeffleer ghaen ende die daer blijve laeten tot die bereijt zijnnbsp;ende daer mede te laeten drie aderen te weeten die hooftaernbsp;op te handt die leveraer ofte mediane in den arm ende brandtnbsp;ofte moeraer opten voet alles datze springhen ofte ten minstennbsp;wel bloeden, tot welcke latinghe hij zal moghen bewillighennbsp;ofte kiesen den gheenen die hem gelieven zal Ende ofte hijnbsp;nijemandt ende conde om tselve te doen bewillighen zal tgildenbsp;gehouden zijn hem daertoe luyden te leveren ende te bestellen.

7. nbsp;nbsp;nbsp;Sal voorts gehouden zijn behoerlijcken te weten zijn anatomy der aderen diemen gewoontlijcken laeten ende eennbsp;scheermes wel te slijpen.

-ocr page 31-

13

8. nbsp;nbsp;nbsp;Sal insgelijcx gehouden sijn te maecken deese emplaste-ren ende unguenten te weten een basilicum, een griseum, eennbsp;egijptiacum ende een apicum sender fault.

9. nbsp;nbsp;nbsp;Ende zoe verre den ghenen die zijn proeve zal willennbsp;doen deselve zijne proeffinijet oprecht en dede zulcx dat dienbsp;nijet voer ghoet worde aengesien zal alsulcken geholden zijnnbsp;een Jaer daer nae te wachten eer hij tgilde zal moghen winnennbsp;ofte de proeve weder beghinnen te doen.quot;

Naar aanleiding van de opmerking hierboven gemaakt, omtrent de finantiele verplichtingen van den candidaat, kan ik hier wel even aanhalen wat over de onkosten van het examen-doen in Leeuwarden bekend is. Oorspronkelijk waren deze kosten niet zoo hoog. In den gildebrief van het jaar 1550 was bepaald, dat ,,den gheenen die de proeff versoeckt te doen zalnbsp;den ontvangers van die tot een Honorarium ende voir hun vacatin gehouden wesen te geven ende betaelen twintich stu-verenquot;. Maar reeds spoedig moest hij, stilzwijgend, ook eennbsp;maaltijd geven, ,,tot groete onnutte costen en laste van denbsp;nieuwe meesterquot;, waartegen toen de bepaling werd gemaakt,nbsp;dat ,,voortaen geduyrende de proeff bij iemant te doen niemantnbsp;sal moegen coemen dan de ouderman, keurmrs., ende boodenbsp;van de Gilde voorsz. dewelcke oeck op te maeltyt sullen moegen verschijnen sonder dat de nieuwe mr. gehouden sal wesennbsp;iemant meer van de Gilde te noedigenquot;.

Echter zoodra waren de ,,benaude tydenquot; niet voorbij, of er werd een nieuw besluit genomen, waarbij bepaald was, dat denbsp;jonge barbier behalve 50 Car. gis. ook de heeren politiennbsp;sampt olderman amp; keurmeesters met hen vrouwen een eerlijken proefmaeltijdquot; moest geven, ,,voer en aleer hij den kunstnbsp;van chirurgie sal mogen exercerenquot;. Waren de kosten, welkenbsp;hiermee gemoeid waren, nog te dragen, erger werd het, toennbsp;reeds tijdens het examen het feest werd ingezet en de Oldermannbsp;en bij sitters daarover een klachtj indienen bij den Magistraat;nbsp;dat deze kosten buitengewoon werden opgedreven blijkt uit denbsp;genoemde klacht, waarin wij lezen, hoe, dat voor een ge-bruyck is ingeslopen, als iemant binnen dese stadt in het Chirurgijns Gilde begeert ingelaten te worden ende de proeff te

-ocr page 32-

14

doen, dat eerst een proeve van verteringe wort gemaeckt ende dan een maeltijt gegeven om de Leerbrieff te vertoonen, opdatnbsp;die werde geexamineert, hetwelck omtrent cost hondert endenbsp;het negentich Car. gis, daer nae ister drie dagen langh een vrijnbsp;acces van alle Gildebroederen 's morgens ende des naemid-dachs om te drinken, terwijl den Proeffdoender besich is metnbsp;slijpen salve te koocken, laeten en om geexamineert te worden,nbsp;dat ongeveerlijck cost twee hondert car. gis.quot;.

Maatregelen werden daarna genomen tegen al deze ,,onnutte ende ongeregelde maeltijden ende drinckerijen en vastgesteld dat voor het tentamen 15 car. gis., voor het examen 300 car. gis. moest worden betaald, welke som aldus werd verdeeld:

,,24 car. nbsp;nbsp;nbsp;gis.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E. Policie.

24 car. nbsp;nbsp;nbsp;gis.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Overluyden.

2 car. nbsp;nbsp;nbsp;gis.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;st.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Stadsbode.

2 car. nbsp;nbsp;nbsp;gis.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;st.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dienstmaecht ten huyse daer

de proeft gehouden wordt

en de resteerende 247 Car. gis. voor het gildequot;, waarmee alle verdere onkosten van eten en drinken werden bekostigd. Deze,nbsp;toch werkelijk zeer hooge som werd later tot de helft verminderd.

Alkmaar In Alkmaar wordt in 1552 een behoorlijke kennis van ,,die complectienquot; en die anathomia, ende gesteltenisse des men-sche lichaemsquot; vereischt.

In de ,,Ordonnantie van Alkmaar van 12 Mei 1552quot; met de Approbatie des Keizers (Karei V), gegeven te Brussel 20 Febr.nbsp;1553quot; vinden wij de gewone bepalingen over de lancetten ennbsp;het aderlaten en dan: ,,In den eersten, dat hij oft zij zullennbsp;moeten weten ende connen die complectien van de menschen,nbsp;want dit het fondament es van alle medicijns ende chirurgijns.nbsp;Ten anderen, dat hij of sij sullen moeten weten ende kennennbsp;die anathomia ende gesteltenisse des mensche lichaemsquot;.

Amsterdam Ongeveer terzelfder tijd verschijnen in Amsterdam uitgebreide bepalingen, waarop ik iets uitvoeriger in zou willen gaan. Al is onze groote handelsstad niet de eerste in den landenbsp;met haar omschrijving van de exameneischen, wel doet men ditnbsp;hier het eerst op zeer uitgebreide wijze. De ontwikkeling van

-ocr page 33-

15

het chirurgijnsgilde is waarschijnlijk zeer groot geweest in deze stad die wel het centrum van Europaquot; genoemd werd. Amsterdam had vele jaren lang de roep een der beste opleidingscentranbsp;voor jonge chirurgijns te zijn. Men maakte hier een duidelijknbsp;onderscheid tusschen Barbiers en Chirurgijns. Het 7e artikelnbsp;van den Gildebrief van den 4 en 5 Mei 1552 verbiedt, op verbeurte van het Gilde of een boete van vier Carolus guldens,nbsp;aan hen, die de Barbiersproef gedaan hadden ,,eenig chirur-gynlick werckquot; te doen ,,sonder op de chirurgynlicke vragennbsp;ende punten gepasseerd te sijn.

Uit deze woorden blijkt reeds, dat er twee examina bestonden, het eene om Mr. Barbier, het ander om Mr. Chirurgijn te worden en voor het laatste werd oneindig veel meer kundenbsp;vereischt dan voor het eerste. Een ordonnantie voor de Barbiersnbsp;van den 27en April 1497 bepaalt, dat hij die ,,meesterie zalnbsp;willen zettenquot;, zal moeten kunnen steken de drie principalenbsp;aderen, en daarvan proef afleggen voor de Overlieden, In dennbsp;Gildebrief van 1552 wordt die proef eenigszins uitgebreidernbsp;behandeld en leest men daar dat de ,,Proef-knechtquot; (Examinandus) verklaring zal moeten geven van de ,,questien van denbsp;Phlebotominquot;, wat men daaronder te verstaan heeft, hoeveelnbsp;aderen men gewoonlijk laat over het geheele menschelijkenbsp;lichaam, waar zij gelegen en hoe zij genaamd zijn en in welke gevallen men de eene of de andere opent. Had de Candidaat hierop voldoende geantwoord, dan werd zijne vaardigheid in hetnbsp;aderlaten op de proef gesteld en moest hij laten ,,de mediaennbsp;in den arm, daer nae de hooftader op de hand, en ten derdennbsp;de lever-ader oock op de hand; dan sal hij op elcke ader maernbsp;eenen steeck doen, sulcx dat sy rustig springen van der handquot;.

De wetenschap van den Barbier bepaalde zich dus uitsluitend tot de kunst van het aderlaten, doch werd bovendien van hem gevorderd bedrevenheid in het maken en slijpen van lancetten. Daarvan moest hij, voor hij tot de beantwoording der bovengenoemde vragen werd toegelaten, bewijs geleverd hebben.

Gaan wij thans eens na hoe in dienzelfden Gildebrief het examen der chirurgijns omschreven wordt, dan vinden wij ditnbsp;in negen artikelen verdeeld en wel als volgt:

-ocr page 34-

16

1. nbsp;nbsp;nbsp;moest de candidaat weten hoeveel onnatuurlicke geswellen aen des menschen lichaem verheffen mogen, niet alleennbsp;in 't generaal (soo men van dien gemeenlick ses vind) bijnbsp;namen ende onderscheyd ut wat humeuren die gesproten sijn,nbsp;hoe menigvuldelicken die onder malkanderen gemengt syn,nbsp;maer oock in 't speciael bij namen, aerd ende humeuren daernbsp;se uyt geoorsaekt sijn, en onder de welcke van de ses gene-ralen sij naest begrepen sijn.quot;

2. nbsp;nbsp;nbsp;De menigte des onderscheyds der wonden, die men in dennbsp;eersten vind uyt de nature en gelegentheyd der plaetsen vannbsp;de leden, die gewond sijn, of die simpel ofte tsamen gevoegtnbsp;sijn, weeck, hard ofte middelbaer, principael ofte den principalen dienende ofte niet dienende, of se hoog, laeg, diep ennbsp;anders gelegen zijn: ten andere uyt de natuere des wondsnbsp;of se enkel, gevoegt ofte gemengt is, ende dat met ander siekte,nbsp;te weten, met ongetempertheyd van een ofte meer van de viernbsp;qualiteiten, ende dat sonder toewellinge ofte met toewellingenbsp;van eenige humoren, oft met een accident, te weten, met pijn,nbsp;jeuchte, vervremdinge des verstands, onmachtigheyd des lids,nbsp;hartvang ofte uytstortinge des bloeds.quot;

3. nbsp;nbsp;nbsp;,,Aengaende open seeren, hoewel die in der selvernbsp;manieie onderscheyden worden als de wonden, soo vind mennbsp;nochtans, dickwils een varice daeromtrent, ende mede vannbsp;sonderlingen aerd, die daer spruyt uyt hare oorsaeck, te wetennbsp;uyt boose humoren; waardoor de sommige genoemt wordennbsp;Mlaigna, Virulente, Sordida, Putrida, Coorosiva, Sinuosa Can-cerosa, Estiomenosa, Gangrenosa, Sphatelosa etc. Van alle de-welcke de Proefknecht sal moeten weten verklaringei te doennbsp;en de kennisse te hebben.quot;

4. ,,Ende van gelycken oock van den onderscheyd dernbsp;broocken; eerst van de enckelen, of se divers, langwerpt, oftenbsp;schibs-gewys, ofte anders zijn ende van de gemengde broocken, waer mede die gemengt sijn, 't sij met een wond, inflam-matie, pijne, jeuchte met uytstekinge van gebeente, blutsnegenbsp;oft anders. Oock mede, of een broock qualick gesondeert sij,nbsp;ofde sondeersele te seer uyt wast, te droog, te hard of te

-ocr page 35-

17

vochtig sy: in wat gebeente dat se sy, beginnende van 't hoofd tottet uyterste toe van de voeten.

5. nbsp;nbsp;nbsp;Van uytledinge, of 't lid geheel uyt is ofte nyet, ofnbsp;'t geswicht is dan of die bande te lange of te slap is. Ende alsnbsp;'t lid geheel uyt is ofte 't selve achterwaarts, voorwaarts, ins-waerts ofte uytwaerts is geweken, simpel is ofte gemengt metnbsp;broocken, wonden, inflammatin, pyne, hardigheid, etc.quot;

6. nbsp;nbsp;nbsp;Om te onderzoeken of de examinandus ,,hem der Chirurgie, wel verstaat soo sal de proefmeester den Proefknechtnbsp;verscheyde gebreken ofte gevallen stellen op verscheydenbsp;plaatsen en hem vragen, de ordinaris cure van een igelijck nanbsp;syn vier tyden, hoe dickwils die ordinaris cure belet word nanbsp;eisch van de plaatsen, humoren ende gesteltenisse des gan-schen lichaems.

7. nbsp;nbsp;nbsp;Voorts werd hem gevraagd de behandeling van een gezwel in een arm of been, in het midden van een spier of op hetnbsp;einde, ,,om tot resolutie te brengen; ende soo verre 't selvenbsp;niet doenlij eken sy, ende dat het geswel te hooft wil, hoe mennbsp;'t selve als dan geringste en sekerlickste tot maturatie brengen, ende daemae snijden sal, na de streckinge der spieren,nbsp;ende waer op t bequaemste, ende hoe men voorts de cuer tot-ten eynde brengen sal.

,,8. Item, sal den Proefknecht gevraegt werden van alle materie medicinaal van Repercussive, Resolutiven, Maturativen, Abstersiven, Incarnativen, Consolidativen, elx syn aerd, eygen-schap ende graed, daarop hy gehouden sal wesen solutie tenbsp;geven. Ende dit sal men mede doen in wonden, seeren, broocken ende uytledingen.

9. En ten slotte ,,sal noch den Proefknecht voorgehouden ofte gewesen worden een broock in 't Cranio daarop men hemnbsp;sal doen stellen een trappaen op een doodshooft, ende voortsnbsp;sien naer sijn handelinge, ende hem vragen de teyckenen, waernbsp;bij men sal mogen weten, dat de dura mater van de pan ge-scheyden is; opdat men kennen mag, dat de Proefknecht welnbsp;verstaet den rechten tijd om een trappaen te stellen. Daartoenbsp;men hem oock vragen sal van alle instrumenten met haren

2

-ocr page 36-

18

gebruyck, die men in alle gebreken des geheelen menschen lichaem behoeft: daeraf hij sal moeten weten redenen te geven,nbsp;ende te oordeelen, wat gebreken na de gelegentheyd van denbsp;plaetse ofte lid doodelick en periculeus sijn ofte niet.

Men ziet uit dit programma, dat van een chirurgijn nog al vrij veel kund vereischt werd. Den 30en Mei 1597 werd eennbsp;andere ordonnantie op de proef uitgevaardigd, die, schoonnbsp;korter van bewoordingen, veel omvattender van inhoud was.nbsp;Zij bepaalde namelijk, dat allen die proef oegeerden te doen, opnbsp;alle vragen de heelkonst betreffende, die hen zouden gesteldnbsp;worden, naar behooren hadden te antwoorden, en wel voornamelijk op die vragen, die tot dien eynde in een tafel op denbsp;kamer van de Gilde sullen werden gehangen ende uytgetey-kendquot;. Toch was het zulk een meester-chirurgijn niet geoorloofd ader te laten zonder ook het hierboven vermelde Barbiersexamen te hebben afgelegd.

De opleiding was in Amsterdam zeer goed geregeld. Hierover ontleen ik het volgende aan een beschrijving van Brouwer Ancher.

In den jare 1555, den 13 Maart, had Amsterdam van Philips II het privilegie ontvangen, om jaarlijks n, door Beuls hand van het leven beroofde, tot nut der wetenschap te mogennbsp;anatomiseeren.

Reeds 5 jaar eerder was er de eerste sectie gehouden door de Overlieden van het gild op het cadaver van ,,een berugtenbsp;Dief, in de wandeling Suster Luyt genaamd. Wiens Huyd zijnbsp;afgeschild hebbende deeden beryden en ter gedachten van datnbsp;haar aangevangen werk nog langen tijd daarna bewaarden;nbsp;waar door als een ter dien tijd vreemd bedrijf in deeze Landen,nbsp;zy doe by hunne nageburen den naam van Menschevildersnbsp;volgens dit bekende spotdicht verkregen:

,,De naam van koek-eeters zijn zij kwijt,

Menschen villen geeft beter profijt.quot;

De ontleding geschiedde in 't St. Urzele of Elfduizend Maagden Klooster.

Door deze vrijheid om een sectie te kunnen verrichten ging

-ocr page 37-

19

het onderwijs in de Genees- en Heelkunde een enorme schrede vooruit. Men moest zich vr dien behelpen met boecken metnbsp;figueren daerinne gestelt, door vele verscheyde meestersnbsp;excellentelick ende diligentelick geschreven, en waaruit menigeen die conste van chirurgie ende anathomiequot; wel konnbsp;leeren; maar men vond er toch velen, die die werken niet konden begrijpen, zonder oogheneminge ende, inspectie van dennbsp;materiale lichaemquot;, gelijk de Overlieden van het Chirurgijns-en Barbiersgilde in hun request om vergunning tot het ontledennbsp;van menschelijke lichamen schreven: ,,Behalve dat daarenboven vervolgen zij de compositie, juncturen, conduictennbsp;ende voirts den geheele ende particuliere dispositie van dennbsp;lichaeme veel bat ende volcommelycker gesien, geexamineertnbsp;ende verstaan mach worden vuyt de jegenwoirdige snydingenbsp;ende subjecte anathomisatie, dan scriftelyck ende by geconter-feyte figuren, gelyck men zulcx tot veele plaatsen ziet prac-tiseren, niet alleene tot voordeel ende Leeringe van de medi-cijns, maer bysonder oick tot instructie van den chirurgijns,nbsp;barbiers ende anderen die in den menschen lichaems hande-linck wercken, alzoe by onkennisse ende ignorancie van dien,nbsp;zyluyden dickwils periculoeselicken zouden dooien ende aede-ren voor zenuwen, zeenuwen voor aederen snijden oft branden,nbsp;ende anderssins als Galenus zegt gelyck de blynden int houtnbsp;werckenquot;. Zoo wendden zij zich tot koning Philips met gunstignbsp;gevolg. Binnen niet zeer langen tijd schijnt de beperkende bepaling van n lijk 's jaars opgeheven te zijn, te oordeelennbsp;naar een ordonnantie op 't stuk der anatomie van den Hennbsp;Januari 1606, waarin gesproken wordt van ontleedkundige lessen die des Dinsdags en Vrijdags gegeven werden. Dat men hetnbsp;groote nut dier lessen inzag, bewijst de verplichting alle chirurgijns opgelegd, om deze bij te wonen, op een boete vannbsp;3 stuivers voor hen, die ze verzuimden. Echter was er ook eennbsp;bepaling, dat de banken, die het dichtst bij de snijtafel stondennbsp;steeds gereserveerd waren voor de Overheid, de Doctoren innbsp;de medicijnen en de meesters chirurgijns.

Behalve deze demonstraties werd er dagelijks les in de anatomie gegeven en was het een ieder ten strengste verboden

-ocr page 38-

20

gedurende dezen te spreken, te lachen of op eenige andere wijze stoornis te veroorzaken. Aan hem, die omtrent het eennbsp;of ander door den docent medegedeelde in twijfel verkeerde,nbsp;of voor wien iets niet duidelijk was, was het geoorloofd daaromtrent inlichting of opheldering te vragen en was die docentnbsp;alsdan gehouden op het volgende college de verlangde verklaringen te geven. En bij dat vragen en antwoorden moest ,,allenbsp;smadelickheit ende belacheyt vermijdt, daertegen alle beleeft-heyt ende soeticheyt onderlinge bewesen wordenquot;.

In het ordonnantie en aanteekenboek van het chirurgijnsgild vindt men een lijst der op de ,,Ontleeburgh berustende gereedschappen, die bij het onderwijs gebruikt werden. Zij vermeldt:

Een Hooftboor ofte Trepaan

Een neerdrucker ofte Lenti-culatorium

Drie beytels, twee met ghee-le Hechten

Een met swarte Hecht

Een Hamer van yser met een houten steel

Twee houten Hamers van Palmenhout

Twee gemeene afbijters ofte nyptangen.

Een blaesbalck

Vier sponssen die groot sijn

Twee tobbens

Een vis-bort

Een groote Houte Passer

Twee trechters

Een wateremmer

Een pints Tinnekan

Een kleyne Hooftzaagh

Een groote Beenzaagh

Drie gemeene schaarmessen

Drie kleyne sny-meskens

Ses yvoore meskens

Twee penne messen

Een groote afbreecker ofte nyptangh

Twee kooren-tangen van ijzer

Twee kooren-tangen van zilver

Twee olysteenen

Twaelff Droog-doecken

Een swart laecken doot-kleed

Twee swarte linne doot-kleeden

Twee proefysers

Twee naalden om te proeven


-ocr page 39-

21

Vier houte backen soo groot als cleyn

Een groot Harsen mes

Twee Haacken om te vatten

Vier schaaren yeder wat cleynder

Een krom mes nbsp;nbsp;nbsp;Een cleyn vinger Saaghie.quot;

Bij het inrichten van de instrumentenkast in 1676 werd tevens de bepaling gemaakt, dat de zich daarin bevindendenbsp;voorwerpen wel hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend ten dienstenbsp;van het onderwijs zouden zijn. De chirurgijns konden ze innbsp;bruikleen bekomen, onder verplichting dat zij ze goed gereinigd terug bezorgden en zich aansprakelijk stelden voor allenbsp;mogelijke schade, die er aan zou kunnen komen.

In hoofdzaak werd echter ook hier de chirurgijn, wat zijn practische kennis betrof, gevormd door den Meester bij wiennbsp;hij zich in de leer begaf.

Leiden In 1553 maakt ook Leiden een duidelijke scheiding tusschen Losch

S'Hertn

bo^h' Esi'bier en Chirurgijn en vinden wij in Den Bosch een chirur-gijnsgildebrief, uitgebreid opgesteld, maar zonder afwijkende bepalingen van de steden die wij reeds eerder bespraken.

Gouda Door een gelukkige vondst van het echtpaar BuwaldaPrey in het gemeentearchief van Gouda, ben ik ook in staat hiernbsp;iets mede te deelen over plannen, die aldaar gemaakt werdennbsp;om tot een uitgebreid examen te komen.

Boudewijn Ronsse ,,de stadsmedecijnquot;, die waarschijnlijk, zooals we uit de beschrijving van Hunger kunnen lezen,nbsp;een actief en werkzaam man was, vond, ongeveer in denzelfdennbsp;tijd, dat in vele steden verbeteringen in de opleiding en examens werden gemaakt, dat ook Gouda in deze niet achter konnbsp;blijven. Hij maakte hiertoe een ontwerp. In dit stuk, niet gedateerd, verzocht hij den magistraat een ordonnantie op de opleiding der chirurgijns uit te vaardigen en hij gaf daarbij denbsp;eischen aan, waaraan de candidaat op theoretisch gebied zounbsp;moeten voldoen.

Het echtpaar BuwaldaPrey zou deze stukken willen datee-ren na 1551, het jaar, dat Ronsse zijn ambt in Gouda aanvaardde, en vr 1572, het jaar, dat Gouda de zijde van Prins Willem van Oranje koos. Artikel 9 van het concept luidt n.1.:

-ocr page 40-

22

Item niemant en zal het bleet voer zyn dore laten staen, als die processie daer met dat eerweerdyghe heylyghe sacrament voerbygaet.quot;

Hoewel men in Gouda steeds uiterst verdraagzaam was op godsdienstig gebied, is toch niet aan te nemen, dat na 1572nbsp;nog openbare processies gehouden zijn.

Na den algemeenen gebruikelijken aanhef over de noodzakelijkheid van verbetering van de opleiding komt Ronsse tot de eigenlijke punten. Deze luiden:

1. nbsp;nbsp;nbsp;,,In den yersten, dat een yghelic chyrurgijn behoort ken-nisse te hebben van materia chirurgica, dat is van de drooghennbsp;die se useerende sijn, van hun cracht ende operacien, wantnbsp;andersins dat ignorerende souden se heet op heet moghennbsp;leghen.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat de selfde behorien te weten van der anatomianbsp;zo ver alst angaet het movement der musculen ende articulen.

3. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat de selfde sullen weten te discerneren oft onder-sceyden mijnkende, dootelick ende simpel wonden. Nota, hoenbsp;dat dese twee articulen d'een uyt d'ander dependeren, wantnbsp;niemant een leimpte oft mijnckende wond ondersceyen can,nbsp;hij en is yerst in der anatomie gheexerceert, insghelix 't en sijnnbsp;niet al dootelicke wonden, die men dootelio prononceert, seg-ghende waer de man niet ghequest, hij en waer niet ghestorven.

4. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat de selfde sullen weten te onderscheyen apos-temacien van simpel gheswellen endel die te weten definirennbsp;ende divideren.

5. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat se alle fracturen, rupturen, dislocatien, contu-sien simpel oft met vulneracien behoiren te ondersceyen endenbsp;daer op methoidice te antwoirden ende procederen.

6. nbsp;nbsp;nbsp;Insghelix anghesien hier groot ghebreck valt int laetennbsp;van de brand ende moederader (De welcke sommighe so dic-mael laeten alst hen ghevercht word) d'welc nochtans niet ennbsp;behoirt te wesen ende misschiedenisse van kinde dier naernbsp;volghen magh, dat se de selfde niet openen sullen dan in presentie van den medicijn oft hebbende speciaal bevel van dennbsp;selfden.

7. nbsp;nbsp;nbsp;Item, dat se behoiren alle aderen, die men latende is te

-ocr page 41-

23

weten te ondersceyen ende die te steecken, als onder de tonghe, sciatica, saphena, mediana, cephalica, jecoraria intnbsp;voirhoift ende niet stout ende temerair int laeten te wesen, alsnbsp;sij tot den daghe van Hudent gheweest sijn, laetende in oppo-sitien, achtermiddaegs, quaede teekenen.

Alle welcke articulen de voirs. supplt. verclaerd den selfen nootelic te wesen ende sonder de selfde niet wel te moghennbsp;practiseren, nemaer seght, dat se andersins procederende sijnnbsp;als empiryque ende als den blenden, naer 't hiet.quot;

Baulduin Ronsse.

De


Venter In Deventer verscheen in 1574 de Ordinancy op die Apo-theikers, Chirurgien und Barbeerenquot; met den gebruikelijken aanhef en bepalingen.

So'ejje Hoewel in 1527 in Brielle een ordonnantie op de chirurgijns aanwezig was, welke opnieuw gepubliceerd werd in 1553, 1571,nbsp;1576 en 1580, werd de eigenlijke gildebrief in, 1579 opgesteld.nbsp;Hierin vinden wij in uitgebreide bewoordingen, dezelfde bepalingen.

Dei/j Ook de stad Delft maakte uitgebreide verordeningen, waarschijnlijk in 1584. Naast de gewone verplichtingen vinden wij een artikel, het vijfde, dat verbiedt om op het examen een almanak te gebruiken.

,,Item, niemandt en sal mogen eenige Almanacken gebruy-ken ofte nawerken dan die hem bij den Deeken ende voorgaande Raden van de outste medicynen deeser Stad, met de cnaepe (de jongste meester) van 't Gilde gesonden sal wordennbsp;op de boete van een Carolus gulden.

Men had hier een aardige uitdrukking voor het falen bij een examen namelijk ,,de proeve in de assche zijnde.

Herhaaldelijk vinden wij in Delft opmerkingen over de exa-minateurs. In de meeste steden waren dat de deken en zijn be-leeders of overlieden en eventueel nog een enkele gewone gil-debroeder hiertoe door algemeene stemmen of het lot verkozen. In Delft werden echter examinateurs gekozen, die dit dan ge-ruimen tijd, soms levenslang, bleven. Zij moesten dan dennbsp;hier volgenden eed afleggen.

-ocr page 42-

24

Eedt van de examinateurs.

Ik beloove en sweere dat ik bij alle voorvallende geleegent-heeden in de functie als Examinateur van het Chirurgijns Gilde binnen deese Stad sal handelen ende procedeeren in alle ge-regtigheijdt ende sulks buijten alle toegeneegentheijdt oftenbsp;partijschap, Item dat ik in geenderleij manieren nog direktelijknbsp;nog indirektelijk 't zij dan bij monde, ofte bij geschrifte eenigenbsp;de minste kennisse sal laten toecomen aan de Personen dienbsp;mijn Examen staan subject te werden van het Gilde waar opnbsp;deselve namaals in mijn te doen Examen zouden voorneemensnbsp;weesen te ondervragen, Ende dat ik daar beneevens meede innbsp;consideratie van eenig te doen examen noijt eenige de minstenbsp;giften ofte gaven, ofte ook eenigerhande beloften 't zij direktelijk ofte indirektelijk sal aannemen, maar mijn selven des-weegens alleen sal laten vergenoegen met het ordinaris Regtnbsp;ofte Salaris daar toe alreeds gestelt ofte nog te stellen, soonbsp;waarlijk helpe mij God Almagtigh.quot;

Middelburg Niet alleen uit de Keuren en Ordonnantin kunnen wij onze gegevens putten. Ook de verschillende rekeningenboeken bevatten zeer waardevolle gegevens. Dank zij het werk vannbsp;Schouteiser van het zeer belangrijke archiefmateriaal datnbsp;te Middelburg tijdens de oorlogsdagen in Mei 1940 verloren isnbsp;gegaan een en ander overgebleven over het chirurgijnsgildenbsp;aldaar, en dit, in den vorm van lantaarnplaatjes van de origi-neele stukken. Zoo kunnen wij in deze rekeningenboeken lezen,nbsp;dat er in Middelburg in 1587 ,,eenighe experte medicijnsquot; eennbsp;soort examencommissie vormden om gesamentlijck een formulier van examen te stellen opdat men ten principale wistenbsp;wat men den respondent soude voorhouden in het examinee-ren. Jammer genoeg is dit examenformulier niet bewaard gebleven. Alexander de Zanger die in 1638 alles verzamelde watnbsp;hij nog omtrent het gilde kon vinden en dit in het tweedenbsp;rekeningenboek heeft neergeschreven onder den titel ,,Ge-deynckwaerdige saecken in ons gilde voorgevallen en soonbsp;veele als wy uyt de oude monumenten hebben connen haelennbsp;'t sedert den jaere 1501 ende soo vorrts vervolgens, zegt hier-

-ocr page 43- -ocr page 44-

1^5 nbsp;nbsp;nbsp;(WWqSkW^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

' i^', ,.2^ nbsp;nbsp;nbsp;

Fig. 2. Den eet van den barbiersghilde. 1587quot;.

-ocr page 45-

25

van welck formulier ick meyne onder myn vaders saliger papieren noch gevonden te hebben, die dat hadde laten copie-ren uyt de out geschreven praevilegie dat hem Mr. Ysaac vannbsp;Schyns hadde ter hant gestelt. Ende ware voorwaer wel waer-digh om syn aerdigheyt en cortheyt hier mede bygestelt, wantnbsp;daer in sich verthoont een uytnemende methodike ordere, be-neffens een seer facile styl vergeselschapt met een claere cor-tigheyt, doch de weynighe resterende bladeren en laeten sulcxnbsp;niet toe. Jammer.

Tusschen deze gegevens uit de Rekeningenboeken vinden wij in dichtvorm, den eed die de jonge meester af moest leggen,nbsp;alvorens hij in het Gilde werd toegelaten.

Het oorspronkelijke stuk vindt U hiernaast afgebeeld. De text luidt;

1587

Den eet van den barbiers ghilde.

Naer Cosmus en Damianus oorbaren

I ck my nu voortaen altyt wil paren

Clappen haet driven belove ic te versmoren

Ofte eenighe ondercruypinghe van pacienten of aeren

Loosheyt blasfemye belove ic te verhoren nbsp;nbsp;nbsp;,

Alle twist onder confreren zal ic voorby wysen

Voort belove ic deken beleders altyt te prisen

So van wets weghe my is ghespelt

Myn previlegyen nemmermeer te verlaten

Alle boeten te gheven en ooc jaerghelt

Tot eerbaerheyt van confreren en staten

1 nsgelycx alle articulen houden met goeder maten

I ck beloeve dit al te volbringen ut der liefden keest

So helpt my god vader god suene god heilich gheest.

1587

De eerste letters vormen den naaim van dezen dichterlijken barbier: Nicolaus Matiis, die zich elders echter schreef Nicolaus Mathissen.

* , *

*

In 1589 komt er een geheel nieuwe verschijning in de exa-

-ocr page 46-

26

meneischen te voorschijn en wel de thesesquot;. In een apart hoofdstukje wil ik U enkele afschriften van deze theses latennbsp;zien en zal daarbij hierop iets nader ingaan.

Leiden Ik vond deze theses voor de eerste maal als onderdeel van het examen vermeld in den Gildebrief, dienende tot onderhoutnbsp;van de conste, handelinge ende oeffeninge van de Chirurgienbsp;enz. van Leyden van den 28 Dec. 1589quot;. Hierin lezen wij overnbsp;de Proufquot;, of onderzoeckinge van de Chirurgijns het volgende: Die zullen begeeren te practizeren inde conste van Chirurgie, zal men ten overstaen van eenen Professor der medicijnen uyt der Universiteyt alhier, mitsgaders van den Dekennbsp;ende twee Proufmeesters, in nederduytsche tale, voor zo velenbsp;doenlicken is, ondervragen op alzulcke Theses als hem by denbsp;voorschreven Professor, Deken ende Proufmeesteren zullennbsp;worden gegeven, bestaende van zestien propositien, voorstellingen, of artikelen, te weten, twee uyt de Chirurgie, ofte Exnbsp;capitulo singulari Guidonis, of andere Authoren die van denbsp;Chirurgie geschreven hebben: twee uyt de Anathomie: tweenbsp;ex apostematum definitionibus: twee ex vulneribus: twee exnbsp;ulceribus: twee de fracturis: twee de dislocationibus ende tweenbsp;van de Aderlatinge. Welcke Theses ontfangen hebbende zal denbsp;Proufdoender tijt van beraet mogen hebben een maent, of minder tijt, tzijnen believen.quot;

Dan volgen de gewone eischen betreffende het maken van de lancetten en de aderlatingen. Het was een openbaar examen ennbsp;iedere gildebroeder, die daar prijs op stelde kon zich laten waarschuwen wanneer het begon. Dit heeft toch waarschijnlijk welnbsp;eens tot moeilijkheden of wanordelijkheden geleid, want innbsp;rekeningenboeken van Middelburg vinden wij in 1597 opge-teekend: ,,Item is geordoneert dat niemant over de proeve salnbsp;mogen comen dan die van deken en beleders geropen werde.nbsp;Item een eyder als het Gilde vergadert is sal hem stille en ge-maniert hebben te gedragen. Blijkbaar kwam men maar eensnbsp;oploopen bij de examens en maakte dan te veel lawaai.

's Heitogen- In 1593 verschijnt in Den Bosch een barbiersgildebrief, naast bosch jg chirurgijnsgildebrief van 1553, die echter geen nieuwe gezichtspunten oplevert.

-ocr page 47-

27

Een merkwaardig stuk (in boek-vorm) vinden wij in het gemeentearchief te Rotterdam. Hoofdzakelijk komt er in voor de van 28 April 1593 dateerende Keure ende ordonnancie ghe-maeckt bij de heeren Bailluw, Schout, Burghemeesteren endenbsp;Gerechte der stede van Rotterdam, opt versoecke van de hoofdmans, proufmeester ende ghemene gildebroeders van de chirurgijns ende Barbiersgilde binnen deselver stedequot;.

Het grootste deel van dit boekje ,,Het Examen Chirurgicum te Rotterdam de Anno 1595 wil ik verderop met U bespreken.nbsp;Er blijkt echter ook nog uit dat het onderwijs, voorheen nognbsp;zonder orde of regel, nu pas goed ter hand werd genomen. Mennbsp;leest dan zeer uitvoerig wat de proefknecht moest doen, maarnbsp;vindt hierin niet veel uitbreiding van de vroegere bepalingen.nbsp;De eischen zijn zeer wel te vergelijken met het vereischte innbsp;Amsterdam in 1552, meer dan 40 jaren eerder dus. Om niet tenbsp;veel in herhaling te vervallen zal ik hier niet alle eischennbsp;opsommen en alleen vaststellen dat dit examen vrijwel overeenkomt met de bepalingen hiervr beschreven. Het eenigenbsp;wat meer uitgebreid is, is de vraag naar eenige kennis van denbsp;geneesmiddelen namelijk: ,,Van ghelijcken oock noopende allenbsp;materin medicinaal als van repercussiven, resolutiven, matu-rativen, absterciven, incarnativen, consolidativen, elcs na ^ijnnbsp;aert, eij genschap ende graet distingueerende ende pertinente-lick verklaerende; van alle twelcke de proufknecht insghelijcknbsp;volcomen kennisse hebben ende genoechsame redene gevennbsp;sal moeten voor ende alleer hij tot de chirurgie gheadmitteertnbsp;off opghenomen werden sail.quot; Wij lezen hierin ook de bepaling,nbsp;dat het den chirurgijns verboden was ,,binnen deser stede offnbsp;Vrijheit van dien eenighe jonge dochter de moederader (venanbsp;saphena) te laeten, tenzij dat hij daervan sal hebben ontfanghennbsp;pertinent biliet van enig Doctor inde Medicinen onderteijckent,nbsp;inhoudende dach ende datum van de onderteykeninghe endenbsp;den naem van de Jonghe dochter die als boven sal worden ghe-laeten, op de boete van achtien gulden tot behouve van dennbsp;officier, weeshuis deser stede, ende 't voorss. gilde elck voornbsp;een derde paert te appliceeren; ende bovendien noch ghecor-rigeert te werden tot discretie van schepenen.

-ocr page 48-

28

Dit merkwaardig handschrift bevat naast andere afschriften en uittreksels uit de Stads Resolutin ook nog een aantal gedichten, ontboezemingen van vreugde en andere aandoeningennbsp;teweeggebracht door verschillende voor het Rotterdamschenbsp;Chirurgijnsgilde belangrijke gebeurtenissen. En ervan wil iknbsp;hier aanhalen, het Acristichon, dat getiteld is: Ter Ere van ditnbsp;Examen, waarin Jaques van de Vivere zijn blijdschap erovernbsp;uitspreekt, dat er een einde is gekomen aan de teugelloosheid,nbsp;waarmede de chirurgie te Rotterdam beoefend en onderwezennbsp;werd:

,,J ck heb dicmaal bedacht der chirurgieen standt A Is ickse desolaat van igelick sach betredennbsp;Q uellende in mijn gemoet, ik seidten is geen reden

V nbsp;nbsp;nbsp;erwoest te sijn also der medicinen handt

E llendigh desolaat, misbruickt aan eelken kant,

S onder regel oft wet een igelick toegelaeten,

V nbsp;nbsp;nbsp;er laet men dan also een const ons naergelaten,

A Is een costelick juweel tot des menschen bistandt?

N eempt men dan geen regaert opt welvaert van een landt? D oen ick dit overdocht, soo was mijn hart heel drouve,

E n nu ick sie dit werck, dese excellente prouve,

N eem ick weer even moet, als door der liefden brandt.

V nbsp;nbsp;nbsp;reest niet, o chirurgijns, deeze prouve, hoech geprezen,

I s uut jonst tot de const en niet uut nijt gerezen

V nbsp;nbsp;nbsp;ersoeckt nu wat ghy cont, want tis seer grote scandtnbsp;E en meester sijn genaemt end'een leerkint te wesennbsp;R ecompenseert met danck de beginders van desen,

E n siet dat ghij altijt practiseert met verstandt.

s-Giaven- In de Haagsche notulen van de chirurgijns vergaderingen hoge 'wordt het eerst melding gemaakt van een examen in 1595.nbsp;Harmen was het slachtoffer, deken en hoofdman namen ditnbsp;examen af. Het bestond in het doen van een aderlating, het leggen van een paar verbanden en het beantwoorden van eenigenbsp;theoretische vragen. Het examengeld bedroeg Fl. 10. en denbsp;geslaagde moest Fl. 8. storten, als intreegeld in het gilde.

Groningen In Groningen werd in 1597 gevraagd:

-ocr page 49-

29

In den eersten sail hij maken een ghoet steeckplaster noch een Emplastenim Gratia dei genoemt. Item dat unguentum ful-cum, een goede leede stempinge. Item dat roede defensijff un-gentum nutritum. Ende een ghoede populeum.quot;

Bij de examens was naast een rade voerwanter, der Stadt Doctorquot; ook een Apotheker, bij den Erb. Raedt daertho ver-ordineerttquot; aanwezig, die dus bij het pharmaceutisch gedeeltenbsp;van het examen een oogje in het zeil kon houden.

Breda

24 Juni 1599 gaf Ferdinand de Bernuy, Drossaard van Stadt en Lande van Breda een Ordonnantie voor de Chirurgijnsquot;nbsp;uit, waarin wij geen opzienbarende bepalingen aantreffen.

-ocr page 50-

HOOFDSTUK II.

De zeventiende en achttiende Eeuw.

Zoo komen wij in de 17e eeuw. Steeds uitgebreider worden de examens en strenger de eischen die gesteld worden.

Oost

Indische

Compagnie

Maar alvorens hier nader op in te gaan dienen wij eerst onze aandacht te schenken aan de examens, die bij de Oost-Indischenbsp;Compagnie waren ingesteld voor de chirurgijns, die op de schepen van deze Compagnie voeren, en die voor de Compagnie innbsp;Indi werkten.

Zeer veel gegevens zijn er van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie overgebleven en men kan hierin op duidelijke wijzenbsp;het leven en werken in de Compagnie terug vinden. Vooral denbsp;Kamer Amsterdam en de Kamer Zeeland gaven uitvoerig verslag van hun handelingen. Zelfs over de examens van de chirurgijns vinden wij aanteekeningen en wel in de notulen van denbsp;vergaderingen van de bewindhebbers der Kamer Zeeland. Denbsp;examens werden afgenomen door doctoren en chirurgijns uitnbsp;de Stad (Middelburg), ten overstaan van enkele bewindhebbers.nbsp;De eerste mededeeling die wij er over tegenkomen is in November 1610 ,,aengenomen Pieter Wytens van Berghen op dennbsp;Soom die met het schip der Vere sal varen en sal naerdat hynbsp;ge-examineeit sal wesen aangenomen zyn. Krygt 20 gulden ternbsp;maent en wert voor 4 jaar aangenomen. Zone van Pr. Wytens,nbsp;Chirurgyn.quot; In de volgende jaren wordt er meermalen over ditnbsp;examen gesproken, en dat was begrijpelijk, want alleen reedsnbsp;het aannemen van zoo menigen chirurgijn uit het buitenland,nbsp;van wien men niets wist, maakte een examen gewenscht. Maarnbsp;ook voor land- en zelfs voor stadgenooten, bleek het menigmaal lang niet overbodig. Dit zien wij, in de notulen lezende:nbsp;,,October 1617. Jan Cornells van Berghen in Noorweghen aangenomen tot opperchyrigyn als syn examen goet is van denbsp;medecijns ende de churigyns.'Twee dagen later werd hij aff-gedanekt.

-ocr page 51-

31

Op dit raport van de doctor Pelletier en de churigyns de Bruyne en Herrels is Jan Comelissen voorsz. bedanckt, nade-maal hij het examen niet conde utstaen.quot;

Ook werd wel eens iemand door den uitslag van zijn examen in een lageren rang aangenomen, dan oorspronkelijk overeengekomen was. Dit gebeurde namelijk in Februari 1615 metnbsp;Andries Seys, ,,sone van Andries, die in gheselschap quam metnbsp;Joos Seys, welke voor opperchirurgijn was aangenomen ennbsp;zou krijgen ,,30 gulden ter maentquot;, mits hem het examennbsp;onderwerpende off hy daertoe bequaem is. Hij werd in Maartnbsp;daarop aangenomen als onderchirurgijn voor 23 gulden ternbsp;maent. Blijkbaar had hij dus niet al te goed voldaan bij zijnnbsp;examen. Met buitenlanders, die zichzelf met veel lof aankon-digden kon men zich ook nog wel eens vergissen, want in Jan,nbsp;1614 was ,,Heyndrick Teeler, (waarschijnlijk Taylor) opper-barbier van Londen aengenomen, zal winnen 32 gulden ternbsp;maent. Reeds 14 dagen daarna werd hij weer afgedankt endenbsp;dat om redenen dat gheen goet raport van hem wordt ghedaennbsp;deur de doctoren, chirurgijns ende onse ghedeputeerden.

Zoo lezen wij de lotgevallen van diegenen, die zich voor het examen aanmeldden, maar de eigenlijke exameneischen wordennbsp;niet genoemd.

De heeren weten het werk van de doctoren en chirurgijns van Middelburg wel te waardeeren want de 15e Febr. 1616nbsp;wordt besloten om de medecynen ende chirurgyns tot danck-baerheyt te versorghen van specerye als anders naer oudenbsp;costume plachte te doen zynde de selve voor haren arbeyt intnbsp;visiteren van de churigynskisten ende het examineren van denbsp;churigyns en de onderchurigyns die met den Schepe ,,Het wapen van Zeeland varen, terwijl op 27 April 1615 al was ,,ge-ordonneert aen de medecynen en churigyns te gheven totnbsp;danckbaerheyt van veele jaren de kisten te visiteren ende denbsp;churigyns die in den dienst op Oost-India varen te gevennbsp;tachentig gulden, elcken doctor 23 gulden ende eiken churigynnbsp;seventien gulden. De hier genoemde kisten waren de medicijnkisten met instrumenten, verband en medicijnen, die elknbsp;schip meenam.

-ocr page 52-

32

27 July 1620 wordt er gesproken over het jaarlijks pencionquot; met de doctoren Pelletier en Peuterman en de chirurgijns denbsp;Bruyne en Cornelis Herrels. Elk der heeren ontving toegezegdnbsp;een hondert gulden tjaers. Hun werkzaamheden waren in-tusschen uitgebreid en omvatten o.a. ook het onderzoek vannbsp;hen, die in Compagnie's dienst verminkt waren geworden,nbsp;om te komen tot ,,accoorden van verlemptheyt waarbij denbsp;Compagnie den gewonde met een zeker bedrag schadeloosnbsp;stelde, maar dan ook verder van iedere verantwoordelijkheidnbsp;ontslagen was; ook controleerden zij de behandeling van gewonde compagnie's dienaren, door geneeskundigen, die tot denbsp;Compagnie in geen enkel verband stonden.

Batavia Enkele van deze varende chirurgijns hebben ook tot de ontwikkeling van de geneeskunde in ons Indi in belangrijke mate bijgedragen. Wij zien daar dat er zich in Batavia zelfs een opleiding tot chirurgijn heeft ontwikkeld. In het ,,Casteelquot; te Batavia zetelde een opperchirurgijn, bij wien alle jonge chirurgijnsnbsp;terecht kwamen. Het werk, dat door den opperchirurgijn vannbsp;het Casteel te Batavia werd verricht, kunnen wij het best aanduiden met het woord poliklinisch. In den chirurgijnswinkelnbsp;van het Casteel werden behandeld, van geneesmiddelen voorzien en verbonden, de tallooze loopende zieken en gewonden,nbsp;die het Compagnies bedrijf opleverde. Aan deze poliklinieknbsp;werden de jonge, pas uit Nederland aangekomen chirurgijnsnbsp;te werk gesteld en zij bleven daar tot hun een nadere bestemming was aangewezen. Het spreekt bijna vanzelf, dat de opperchirurgijn, die al die chirurgijns zag komen en zag werken,nbsp;weldra een vraagbaak werd omtrent de bekwaamheid dier men-schen; en zoo is het niet te verwonderen, dat hij van zijn kantnbsp;ging beproeven zijn oordeel zoo gegrond mogelijk te doennbsp;zijn. Op die wijze ontwikkelde zich, als van zelf, een eenvoudig examen.

De opperchirurgijn, onder wiens beleid dit tot ontwikkeling kwam, was Hendrik Horst? en de eerste maal, dat hij rapportnbsp;uitbracht over zijn bevinding omtrent de bekwaamheid vannbsp;jonge chirurgijns was in Juli 1638, bij gelegenheid dat tweenbsp;,,provisioneele barbiers te scheepquot;, Johannes Oosterman en

-ocr page 53-

33

Jessebert Lauwe, tot onderbarbiers werden aangenomen. Sindsdien kwamen dergelijke mededeelingen regelmatig terug, en, wat ook geen wonder was, er ontwikkelde zich nu ook in dennbsp;chirurgijnswinkel van het Casteel een chirurgijnsopleiding. Nanbsp;enkele jaren was de duur dezer opleiding tot drie jaar uitgegroeid. Weldra bepaalde deze opleiding zich niet tot het bekwamen van uit Europa gekomen leerlingen, maar werden ooknbsp;jongelui opgeleid, die in Indi waren geboren. Voor zoover denbsp;loopbaan dezer laatst genoemde jongelui is te vervolgen, bijnbsp;latere hernieuwde aanstellingen met verhooging van tracte-ment, heeft de Compagnie van hen veel nut gehad.

Deze ontwikkeling nu komt op een gegeven moment tot uiting in het verschijnen van een ordonnantie. In 1669 vindennbsp;wij namelijk de ,,Ordonnantie voor de Chirurgyns tot Batavia.nbsp;,,Om verscheyde ongeregeltheden en misbruycken omtrent denbsp;Chirurgie ingeslopen, soo veel mogelyck in toekomende voornbsp;te komen en te beletten is goet gevonden en besloten eenigenbsp;poincten en articulen te beramen en bijeen te stellen in manieren als volgt:

^esf.

!nd.

I. En eerstelyck, dat van nu voortaen niemant van de Neder-lantsche off ander Europische natie vermogen de chirurgijns-winckel als borger op te setten ofte ander sints hem als chirurgijn te laeten gebruycken, ten sy alvoren daer toe sal hebben becomen wettelyck verloff en bescheyt van soodanige persoenen als daertoe reets bij de regeringe syn ofte na desenbsp;sullen werden gestelt, wel verdacht en by desen als gewaer-schout wesende sulcx niet te sullen vercrijgen, als na behoor-lijck uytgestane examen by 't welck genoegsaem blyck en be-v/ijs van syn bequaemheyt sal hebben gegeven.quot;

Bij de West-Indische Compagnie hadden de Chirurgijns voor-^^Pagnie ^^^irnelijk de plicht de ingekochte slaven te keuren en om deze te verzorgen, wanneer ze bij de overtocht ziek werden, ,,'t welknbsp;de meesten doet creveeren.

Het was de Compagnie lang niet onverschillig wien ze in dienst nam. Het groote financiele belang, dat hier op het spelnbsp;stond ging haar zeer wel ter harte.

Het moesten bekwame geneeskundigen zijn, geen ,,verckens-

3

-ocr page 54-

34

lubbers of kattensnyders met een Harderwijksche Kackbullequot;.

Daarom werd dan ook door de sollicitanten naar deze betrekking een examen af gelegd voor de examinateurs van de Scheeps Chirurgijns, waar meestal n der Heeren Bewindhebbers bij tegenwoordig was. Hoewel de examens vrij strengnbsp;waren en men reeds veel theoretische kennis van den candidaatnbsp;vorderde viel er echter soms wel met de examinatoren tenbsp;praten. Wel is waar werden herhaaldelijk onkundigen afgewezen, doch het kwam ook voor, dat de examen-commissie hetnbsp;slachtoffer er door heen sleepte. Het is zelfs voorgekomen, datnbsp;een jongmensch werd aangenomen als onderchirurgijn ,,voornbsp;niet, alleen om zijn moeder van hem te ontlastenquot;, zooals wijnbsp;in de notulen van de Kamer van Zeeland van 8 Aug. 1675 vinden. Vermoedelijk heeft de moeder meer van de beslissing vannbsp;de Heeren Bewindhebbers geprofiteerd dan de zieken.

Over de examens van de chirurgijns in het leger in ons land, is niet zoo erg veel bekend. Over het algemeen werd hier geheel het voorbeeld van Frankrijk, dat in alles wat het legernbsp;betrof, den toon aangaf, gevolgd. Vermoedelijk werd op hetnbsp;chirurgisch doen en laten geen deskundig toezicht gehouden ennbsp;waren de chirurgijns alleen aan hunne compagniechefs verantwoording schuldig. Er bestonden evenwel reeds vr 1673nbsp;verschillende rangen, namelijk chirurgijn-major bij een regiment, en chirurgijn-generaal, bij den bevelhebber. Zeer waarschijnlijk zijn deze aan het gevolg van den Prins van Oranjenbsp;en van Prins Maurits verbonden geweest. In 1673 werd eenigenbsp;orde op zaken gesteld door het verschijnen van een ,,Reglementnbsp;ende Ordre van de Hoogh Mogende Heeren Staten-Generaalnbsp;der Vereenighde Nederlanden tot Voorkominge ende redresnbsp;van Sieckten, onder 's Landts Militie, in het Leger ende eldersquot;,nbsp;maar pas een jaar later v/ordt er over het examen gesproken,nbsp;toen er bepaald werd, dat de chirurgijn-majors voortaan nietnbsp;meer eenvoudig op de praesentatie van de Collonels geadmitteerd worden, sonder alvorens geexamineerd en van behoorlijke attestatie voorzien te weezenquot;.

Toen de Generaliteit in het midden der 18e eeuw besloot de

-ocr page 55-

35

Koningin van Hongarije, Maria Theresia, met hulptroepen in de Zuidelijke Nederlanden bij te staan, had dat heel wat militaire bedrijvigheid tengevolge en werden er ook ten opzichtenbsp;van den Militair-Geneeskundigen Dienst tal van nieuwe voorschriften gegeven o.a. werden de bepalingen omtrent de examens verbeterd en de tractementen van de chirurgijn-majorsnbsp;verhoogd tot Fl. 40. per maand ,,dewijl voor de helft geennbsp;goed Chirurgijn-major op verre na te bekomen isquot;.

De examencommissie bestond uit 's Lands Doctoren en Mr. Chirurgijn, ten overstaan van H.H. Commissarissen door dennbsp;Raad van State te benoemen. Dit examen liep over de Ontleed-,nbsp;Genees- en Heelkunde. Ze moesten zich op eigen kosten in hetnbsp;bezit stellen van de noodzakelijke instrumenten en deze opnbsp;het examen laten zien. Wij vinden dit toegelicht in de ,,Lystenbsp;van de noodzakelijkste instrumenten, waarvan de chirurgijnsnbsp;der Regimenten, Cavallerie, Dragonders en Infanterie suilennbsp;moeten voorsien zijn, en aan 's Lands Doctooren en Mr. Chirurgijn vertonnen, bij haar examen, volgens Resolutie van den 11nbsp;Juny 1743 bij haar Edele Mog. de Raade van Staate der Ver-eenigde Nederlanden gestatueert en genoomen.

Een rechte en een kromme schaar.

Twee spatels.

Een Mirterfeuillie. Scheermes.

Twee Sondes.

Twee holle of gegroefde Sondes.

Twee pincetten of koore-tangen.

Een Siringe of Spuit.

Een kromme Bistouri.

Een regte Bitouri.

Twee holle Buisen.

Een trois quarts.

?

Een apostematie Lancet.

Een Lapidil.

Ses regte en kromme Naal-der Vaaten dienstig, dens tot onderschepping

Een kogelschroef met drie takken.

Een Ravensbek Tange.

Een bedekte Bistouri, Bistouri cach.

Een Cathter.

Twee haakjes.

Een lange Sonde uit twee stukken voor de Borst.


-ocr page 56-

36


Twee Schalpellen.

Lancetten.

Drie Cauteria, diversche soort.

Een Trepan, met all zijn toe-behooren, als: Drie Kroo-nen, Boor, Beugel.

Twee elevatoria en al wat daartoe dient.

Verder sonder onderscheid alles.

Twee Tourniquets met zijn toebehooren.

Een Pharingotomus of Keel-snijder.

Een krom, een regt Mes met de amputatie, saag.

Een arterie Tang.

Een snijtand.

Een Laade voor een gecomponeerde Fractuur.

Een Bijtel en Hamer.

Een Klisteerspuit.

En verdere mindere Instrumentjes die tot een verband dienen.


Het is jammer, dat de exameneischen voor de adspirant chi-rurgijn-majors niet eenigszins gespecificeerd bekend zijn, maar toch is het wel zeer waarschijnlijk dat, daar wij bijvoorbeeldnbsp;deze examens ook in het examenboek van Nijmegen vonden op-geteekend, zij niet al te zeer zullen hebben afgeweken vannbsp;de eischen die door de Chirurgijnsgilden in de steden aan denbsp;aanstaande Mr. Chirurgijns gesteld werden.

In de 17e eeuw is zoo langzaam aan al heel wat over de examens van de chirurgijns bekend en wij vinden ook uit andere bronnen dan de keuren en ordonnantin nu verscheidenenbsp;gegevens.

Middelburg^ Hier volgen enkele verslagen over de examens in Middelburg, die ik hier uit de eerste helft der 17e eeuw bij elkaar plaats en welke voornamelijk gevonden werden in hetnbsp;memorieboek der chirurgijns (begonnen 1596). Allereerst wildenbsp;ik kiezen het examen, den 5en Juli 1602 afgelegd door Cornells Herls, den later zoo bekend geworden chirurgijn van het

-ocr page 57-

37

Middelburgsche gasthuis. Hij heeft een zeer bekend boekje geschreven Examen der Chirurgiequot;, een handleiding voor velenbsp;jonge chirurgijns, dat ik later nog zal bespreken.

Het verslag van dat examen luidt aldus: ,,Den 5d. July heeft Cornells Herles, present den overdeken, doctor Tobias Roel-sius deeken en beleeders, Mr. Jaques Tammenan ende Knapenbsp;Mr. Gilles Jasperse de Bruyn, gepresenteerd synne lancetten,nbsp;de welcke bevonden waren naar het behooren, dan wat voysnbsp;van snede, waer over hem gelast wert voort te varen met dienbsp;proeve van het ader steeken in 't welck hy hem wel gequetennbsp;met eenighe fauten int leggen van de ligituren, soo is overgedragen dat hy soude comen ter examen d'welcke hy heeft innbsp;alle deelen naer behooren beantwoort, soe is hy van de voor-schreve fauten gecondemneert te betalen voor het gilde der-tich schell. ende voor die busse thien schellingen ende overnbsp;sulckx ontfanghen ende aengenomen voor onsen confrere.nbsp;Daar Herls fouten maakte in het leggen der laatbanden, werdnbsp;hij beboet. Dit was wel de ernstigste misstand die het examennbsp;te Middelburg zoo lang heeft aangekleefd; het herstellen vannbsp;fouten met geld. De gildekas was altijd leeg, van daar het gebruik. Aan den candidaat werd de keuze gelaten; herhalen ofnbsp;betalen; en hij koos bijna altijd het laatste. Eensdeels leidde ditnbsp;gebruik tot het toelaten onder zware boeten van onvoldoeidenbsp;candidaten, aan de andere zijde tot het zoeken naar foutennbsp;bij voldoende examens.

Zeer uitvoerig lezen wij nu hoe ,,Doctor Schoutensquot;, die blijkbaar ook de chirurgie uit wilde gaan oefenen, verzocht om examen te mogen doen hoewel hij niet het voldoende aantal leerjaren achter den rug had. Wederom door de bereidwilligheid van Schoute ben ik in staat hierbij copien van de oorspronkelijke stukken (die verbrand zijn) af te drukken. De text luidt:nbsp;Op den 30e July 1612 heeft Doctor Schoutens zyn isers doennbsp;teckenen met de letter J. ende hoe wel hy zyn leer jaerennbsp;niet voldoen en hadde zoo heeft hy het selfde versocht metnbsp;requeste die hier volcht

Edelwaerdige wyse seer voorsienige heeren burgemrs schepenen en raet deser stadt middelb.

-ocr page 58-

38

Verthoont reventelick pieter Schoutens ingeboren deser stadt hoe dat hy om verscheyden consideratie in de medicina dage-licks voorvallende sich duer het examen en doen van de chi-rurginen prouve wel begeerde te laten vry macken inde chirurgie om zyn huishouden eerlick voor te stane ende alsoo hynbsp;den tyt van twee volcomen jaeren by zyn meester niet en heeftnbsp;geleert volgens de chyrurinen leges weet wel dat zy hem totnbsp;het ampt niet sullen willen admitteeren ten zy dat U Ed. hemnbsp;daer toe octroyere en gunne duer privilegie tgene de andere genieten duer dien zy twee jaeren geleert hebben waeromme hynbsp;wel bidt gemerckt datter gelicke exempel is gepasseert aennbsp;mr. cornelis Herls ende dat hy zynen meester in dienste welnbsp;heeft gecontenteert als blycken mach by dit bescheet hier medenbsp;U Ed. dienaer tot U. Ed. dienste sich recommandeerende desen

28 July, pieter Schoutens

burgemeesters schepenen en raedt gesien hebbende 't versouck in desen gedaen hebben den suppliant geadmitteert tot syn ge-daen versouck te weeten dat hy sal moogen vry werden innbsp;chirurgins gilde niet tegenstaende hy den tyt van twee jaerennbsp;niet en heeft geleert actum desen Ie augustus 1612

my present Huyge Veth.

Op den 14e augustus 1612 heeft mr. pieter Schoutens zyn lancetten gepresenteert aen dheer overdecken decken en be-leeders met eenige van de gildebroeders, present doctor Johannes en doctor Carel gevysyteert hebbende de lancetten ennbsp;bevonden goet van punt en redelicke sneede maer quaelicknbsp;gedunt, nochtans is hem vergunt de aderen te stecken, de-welcke wel hebben gebloet maer int op stoppen vande aderennbsp;en int leggen vande banden ende schron en was maer reedelicknbsp;zoo wert hem gevracht ofte hy die fouten wilde verbeteren oftenbsp;met boete wilde reemedieeren en zoo wert hy gecondemneertnbsp;inde boete van vyf pondt voor het gilde en een pondt voor onsenbsp;armbusse, daerop heeft Schoutens versocht dat men hetselfdenbsp;souden stellen in zyn dyscretie maer het wert hem afgeslagen,

-ocr page 59-

\ J^^S C^SQ

6Ej^*^ -{ISiSir

^ nbsp;nbsp;nbsp;Xp-Jv^^-r^^' /u*JP4^ -irlt;?lt;;^MJ^-C^

'i-ir *^ 'V(^fi^lt;^ -r*-/^Al^tL^ '

^v-irvWTJ-vvfc*^ y*WTPw-wJ?*' - '\^J?' nbsp;nbsp;nbsp;4gt;5^ t-f^^-Xsirw ^%4-fclt;MH5?C

AAF a/^o 'XS, -(^i- VxM, -^^JI5- \*^o.^ nbsp;nbsp;nbsp;^*1

-^Qfft^ nbsp;nbsp;nbsp;'A -(j'JSfy-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J-* T^i^v~irj-vui, fJ^.Sf

'VA quot;^.t- nbsp;nbsp;nbsp;f^^CSj Alt;,%ili^

a.'gt;.^tfAV^^ -fSj nbsp;nbsp;nbsp;. quot;V, . ^0.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;trwv%^A*~

^^...^^v.O nbsp;nbsp;nbsp;quot;is- 0^x-

-X '

tt- nbsp;nbsp;nbsp;j]p5'6U^gt;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^^Si^4gt;.4f$s,(- tuS^

nbsp;nbsp;nbsp;-pM .ix- vi- ^1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w^lt;i- ^'34a

'\A^ʒ nbsp;nbsp;nbsp;iif-inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(''aT^ ^*'^.1' SFf^SS^

^A-.-rV- '^e^ 'S*.XA- 4lt;-f Aj. lt;S

--,,0- ^/.c _'^f',c

nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; (^. 'Lx:.S

Fig. 3. Verzoek tot en verslag over het examen van Pieter Schoutens.

-ocr page 60-

-Is^'lLsPS, Vt

^ nbsp;nbsp;nbsp;-r^^/ir^iiy^^^ ^jpi'^ (yifir' Cs^gt;*/'J^S ' ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.^

^v^ A*wlt;^ ^ nbsp;nbsp;nbsp;jep5=fiRSv4- wV^i^ 'S^*/^

a*^lt;P'-Viilt; xCi-z ~ nbsp;nbsp;nbsp;^^-.S^ZSr

5^-'-ir

(%MSir SSUiejS*^ \?AA*^^ nbsp;nbsp;nbsp;'V.aAAn^y i^W?j^4.-'

i*ir nbsp;nbsp;nbsp;'^aT'kv T^W^ / jamp;t*^^S^gt;ri-~ ^^-iS^iS- 'igt;S^

^^f^^l, nbsp;nbsp;nbsp;-fS^-i^A, ^Jgt;^ \iAj ;^gt;K.t,f Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w^e^^-

'Mva.Sr nbsp;nbsp;nbsp;,-^r^ArJuf^ ,vi* ^Aj')^-^(r-'^S

*JA-^ f- nbsp;nbsp;nbsp;gt;?- Ms.f'g^f^- i\V^ -^Si-^Sj jSamp;ei:- ruAtJi- A^-tquot;

Y '^a^pyfSvj nbsp;nbsp;nbsp;jiiAS^ fgt;~.4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iJ^Sj Auli^~

(^vK-^ .Si '('M' (w*A- '-,5;^6^ S^e,Ci^Ski-

CA,^S- -CviVifeW^ nbsp;nbsp;nbsp;^^off /U.^5

^ nbsp;nbsp;nbsp;U.Jvtnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iPtSir^

Agt;*M '\.Mp'Ylt;Olt-'Vmk-

' ^^**^^*^

lt;\^ a**4

K^awM-r- jpf- lt;\\,^*.i^lt;- nbsp;nbsp;nbsp;(M*^ ,A igt; 7*^

Fig, 4. Vervolg verzoek tot en verslag over het examen van Pieter Schoutens.

-ocr page 61-

39

nu zoo mosste hy comen ter examen het welcke hy volwerdich was naer te comen.

Hierop volgen nu nog verscheidene, over het algemeen veel op elkaar lijkende, verslagen totdat wij in 1628 het examennbsp;van Pieter Boomgaert tegenkomen, dat belangrijk moeilijkernbsp;was dan de voorgaanden.

,,Den 16den July na de middach naer de predicatie is de heer overdeken met d'heeren Doctoren, deken en beleeders vergadert int Gasthuys opde capellecamer ende hebben daer laetennbsp;brengen een doot lichaem dat daechs te voeren gestorven wasnbsp;om een dissectie te doen welcke gedaen is door den proefmees-ter Pieter Boomgaert hetwelcke hy redelycken wel heeft begonnen aen den epigastrium eerst het cutis gepraepareert endenbsp;daer naer het panniculum carnosum ende de musculen vertoont behalven een van de musculen transversi die hadde hynbsp;dwers afgesneden int separeeren, commende tot de inwendigenbsp;partien die heeft hy redelyck wel vertoont maer overmits denbsp;groote putrefactie soo is hy door last van de heeren Doctorennbsp;en de deken en beleeders daer ten lichtsten afgescheen.

Den 17 dito syn d'heeren wederom vergadert ten een ure naer middach op de capelle earner ende hebben den proefmr.nbsp;de borst doen openen het welcke hy niet wel naer de constenbsp;heeft gedaen maer overmits de groote putrefactie soo en issernbsp;niet bysonders vertoont geweest ende is voort gegaen tot hetnbsp;hooft ende heeft aldaer de musculeuse huyt met het precra-nium gesepareert ende de temporale musculen vertoont endenbsp;een trepane geset alsoo hem dat by ons collegia geor-donneert was hetwelcke hy gedaen heeft naer behoorennbsp;ende heeft het cranium afgenomen om de inwendighe partien vant hooft te vertoonen, de dura mater gesepareertnbsp;synde commende tot de pia mater die is extraordinarisnbsp;dick bevonden en hy heeft soo voort vertoont de ventriculennbsp;der hersenen, het rete admirabile, de seven paer senuwen, hetnbsp;cerebellum met het nuca.Den 28 dito heeft Pieter Boomgaertnbsp;syn lancetten gepresenteert voor d'heer Overdeken, deken ennbsp;beleeders ende eenige andere van de houtste vant gilde present dheer Doctor Caspar Pelletier ende Doctor Mr. Joris de

-ocr page 62-

40

Brune, de welcke heel sober waren doch met seeker conside-ratien werden onder protestatie gepasseert ende hem aenge-seyt dat hyt int andere sonde verbeteren en commende tot de phlebotomie die en heeft hy niet wel gedaen naer de constenbsp;want in den arm heeft hy een verkeerde ader geopent nament-lyck de cephalica ende heeft groote fauten begaen int leggennbsp;van de ligaturen ende schroen niettegenstaende om reden willenbsp;ist hem toegelaeten te commen tot het examen op hoope endenbsp;conditie dat hyt daer in sonde verbeteren het welcke hy welnbsp;beantwoordt heeft naer behooren.

Ende is hy voort gebracht beneden int Gasthuys by de patinten die als doen ter tyt daer waren ende hy heeft die redelyck wel verbonden naer de conste ende is met gemene stemmen aen-genomen voor vrymeester in het chirurgijnsgilde mits betalende voor de voorgaende fauten tot boete drye ponden ses schellingen en acht groeten voort gilde ende een pont tot stoffationbsp;van de chirurgiens earner ende derthien schellingen en viernbsp;grooten voor onse armbusse.

Een pond vlaams was 6 gulden, of 20 schellingen; een schelling was 12 grooten.

Soms ging een examen wel eens met horten en stooten, zoo-als wij bijvoorbeeld zien bij Joos Seys, die er ongeveer anderhalf jaar over deed alvorens te slagen. Zijn wederwaardigheden worden uitvoerig vermeld.

Den 20 February 1641 heeft hem Joos Seys zijn lancet-ysers laetende teeckenen ter proeve gestelt en is voorts vrijmeester geworden op de maniere als volgt:

Den 18 Marty 1641 beginnende syn manuale operaties heeft een verbant gedaen aen een gangrene 't welck by pluralitytnbsp;van stemmen is toegestaen. Den selven dyto heeft een extirpatie gedaen onder de knie die mede is aengenomen.

Den 19 dyto heeft hy gerestaureert en verbonden een fracture met solutie doch is daervoor uytgestelt 6 maenden.

Den 17 Octobris 1641 heeft hy deselve operatie van een fracture met solutie hervat en is alsdan aengenomen.

Den 18 dyto heeft hy een trepean gestelt doch is niet aengenomen.

-ocr page 63-

41

Den 25 dyto heeft hy het trepaneeren hervat doch is daarvoor by lotinghe( alsoo de stemmen gelyck waeren) uytgestelt voor den tyt van dry maanden.

Den 18 February 1642 heeft wederom aengevangen te trepaneren doch van wege syn groote perplexiteyt en ontsteltenisse is op syn versoeck het selve uytgestelt tot een ander dagh.nbsp;Den 19 dyto heeft hy de trepaan voors. gestelt.

Den 25 February syn syn lancet-ysers geproeft en aangenomen en heeft begonnen te phlebothomeren stekende de ader in den arm doch op de voet heeft hy gemist waarover hy isnbsp;uytgestelt voor den tyt van 3 maanden.

Den 20 Juny des selven jaers heeft hy de aders soo op de hant als in de voet getreft en is alsoo gecomen tot syn verbaalnbsp;examen alwaar hy sich soo eerlyck en loffelyck in heeft ge-queten, soo dat hy met eenparighe stemmen is voor vrymeesternbsp;chirurgyn verclaert.

Eind goed al goed, kunnen wij bij dezen Joos Seys gerust zeggen, want ook hij levert het bewijs, dat eenige academische strubbelingen volstrekt geen beletsel hoeven te zijn omnbsp;maatschappelijk voortreffelijk te slagen. Seys werd een mannbsp;van grooten invloed in het gilde, was acht maal beleeder ennbsp;drie maal deken. Wij vinden zijn naam bij alle belangrijkenbsp;gilde-gebeurtenissen dier tijden, evenals op de in 1661 geslagen gilde-penning.

In 1642 werd aan den misstand van het verbeteren van fouten met geld een einde gemaakt en een soort tentamen ingesteld. ,,Alsoo in het doen van de proeve door meer als te veele beclagelycke experienten ondervonden is hoe pernitieusen ennbsp;schadelycken maxime het sy eenighe pacynten en wel voorna-melycke eenighe operatien van de proeve voomemt (ondernbsp;protestatie ende op hope van dat de volgende daeden oftenbsp;pacyenten de voorgaende sullen verbeteren en recompencere)nbsp;te laeten passeren en aentenemen; door welck middel dennbsp;proefdoender soo onbequaem hy oock bynae sy, hebbendenbsp;maer het faveure van dezen ofte genen, by lanckheyt van tydsnbsp;can doorgedrongen en vrymeester gemaeckt worden.

Het is tegen de conscintie die weerde en dierbaere lighae-

-ocr page 64-

42

men, die leden Christi en tempelen des Heyligen Geestes syn van onsen menschen selfs oock van dese aensienlycke en nietnbsp;min liberale gemeynte over te geven in handen van eenighenbsp;onwetende en plompte menschen die menighmael door haerenbsp;onbequaemheyt haeren naesten camen te verderven jae omnbsp;te brengen, waerdoor sy haere eygene sielen jammerlyck co-men te besmetten en onse conscintie te beswaeren.

Daerom werd besloten dat men van nu voortaen niet meer op de twee, dry ofte meer eerste paecynten en operatien vannbsp;de proeve definitivelyck en sal resolveren, maer dat men dennbsp;proefdoender twee, dry ofte meer (naer exigentie van saeken)nbsp;operatien sal laeten doen en haer in het rouwe wat examinerennbsp;sonder eenighe derselver aentenemen voor en aleer men cannbsp;sien of het de pyne weert is dat men hem ter proeve admit-teere. Hier zien wij dus, dat er een tentamen, vr het echtenbsp;examen, ingesteld wordt.

,,Soo niet dat men hem teffens afwyst en ordonere uyt te studeren, by soo verre het hem maer en schort aen het verbaelnbsp;examen; doch soo de gebrecken waeren in het manuale ennbsp;practycke, by eenighen vrymeester te moeten beter leerennbsp;voor n ofte meer jaeren naer de gebreken.

Onder invloed van Cornells Herls werd het Middelburgsche Gasthuis het middelpunt voor de opleiding der chirurgijns, dienbsp;daarin als leerlingen met de meesters meekwamen, om tenbsp;leeren de gewonden te behandelen, de secties te zien verrichten en hun examens af te leggen, op den grondslag van de instructies van 1604 en 1681 1).

Aan Schoute ontleen ik een aardige bespreking, wat er zoo al op een dag in het gasthuis gebeurde ternauwernood

1

Dit St. Barbara gasthuis bestond waarschijnlijk al voor 1308 want reeds uit dien tijd is er een testamentaire beschikking bekend van Mathilda,nbsp;Bartolomeus weduwe, aan onser vrouwenhuis in Middelburchquot; en eennbsp;schenkingsbrief van Graaf Willem III van het jaar 1323 aan onsen vrouwennbsp;hospitale van Middelburchquot;. Met zekerheid is na te gaan dat het Gestichtnbsp;in 1429 reeds op de plaats stond waar het in 1866 werd gesloopt, namelijknbsp;op den hoek gevormd door de Lange Delft en de Nieuwstraat, met de zwarenbsp;boogvormige hoofdpoort uitkomende op de Lange Delft, met de kleinenbsp;achterpoort, de doodspoortequot; op de Nieuwstraat.

-ocr page 65-

43

waren de bedden opgemaakt of de groote voordeur moest worden geopend voor de chirurgijns, die, gevolgd door hunnbsp;leerlingen, kwamen aangestapt om de gewonden te verbinden.nbsp;Zij spreken over simpele en gecomponeerde wonden en overnbsp;de accidenten, welke zij daarbij vreezen; over de cacochymie,nbsp;de menging der slechte lichaamsvochten, welke met purgativanbsp;en clisterien moet worden verbeterd-, over gangrena, of sphacelus als het ernstiger wordt; zij bespreken de causae primi-tivae, antecedentes en conjunctae, om ten slotte uit te makennbsp;of de zieke zal behoeven repelleerende, resolveerende of ma-tureerende geneesmiddelen, dan wel zalven en olin met plattenbsp;of stekende plumaceolen hier meer op haar plaats zijn. Niemand behoeft te betwijfelen of de jonge knechten zagen metnbsp;dezelfde bewondering het werk hunner leermeesters als denbsp;hedendaagsche studenten thans het werk der ervaren klinici innbsp;de collegezaal aanschouwen.

Om acht uur kwamen dan de medecynsquot; met hun purgantia, vomitoria en opiata, in pillen, poeders, koekjes, likkepotten,nbsp;dranken en stroopen.

Een enkele maal hebben de leerlingen waarschijnlijk wel eens misbruik gemaakt van de gastvrijheid van het gasthuis, wantnbsp;we vinden in de ,,Reglementen waernaer de meesters chyrur-ghyns van desen gasthuyse hun moeten reguleerenquot; o.a. denbsp;volgende bepaling: De chyrurghijns en sullen niet vermogennbsp;meerder getal van knechten in het Gasthuys te breingen dannbsp;sy naer gelegentheid van saeken noodich hebben; oock en sullen deselve knechten buytten den tijd en uren van haerennbsp;dienst uyt en in het Gasthuys niet en sullen mogen loopenquot;.

,,Oock sullen de chyrurghijns moeten goede sorge en opsicht houden op haere knechten, ten einde dat deselve omtrent denbsp;geaffligeerde persoenen met behoorlijcke compassie en be-scheidentheid omgaen, sonder deselvige oock met spotredenennbsp;ofte schimperie te bejegenen.quot;

Wij gaan nu nog eens terug naar het begin van de 17e eeuw

-ocr page 66-

44

om na te gaan, welke ontwikkeling zich in de overige steden van ons land voltrok.

Rotterdam In 1603 komen wij in Rotterdam voor het eerst,.theses tegen, hetgeen een belangrijke uitbreiding van het examen beteeken-de. Er werd bepaald, dat voortaen niemant en sal mogen sijnnbsp;prouff doen voor en alleer hij ontfanghen sal hebben een thesisnbsp;van seventien behoorlicke vraghen nopende de chirurgie, bijnbsp;de doctoren, prouff^mr. ende hooftmans gheconcipieert, vier-entwintich uren voor zijne examinatie omme deselve naar denbsp;voorssegden tijt datelicken te beantwoorden.

viissingen In de bepalingen gemaakt te Vlissingen in 1606 wordt er nog eens duidelijk de nadruk op gelegd, dat de candidaat zich nietnbsp;mag laten helpen. Hij krijgt ,,ses rauwe vlymen, moet daarmee naar den smid gaan om er ,,het stempel van de Flessche,nbsp;het stadswapen, op te laten zetten ,,met den oudsten deken.nbsp;Uit deze 6 rauwe vlijmen moesten ,,drie loffelyke lancetten,nbsp;sender brasem of watervlecken gemaeckt worden.

Utrecht In Utrecht scheidden in 1607 de chirurgijns zich af van het wantsnijdersgilde en stelden hierbij een nieuwe proef op, waarin werd bepaald, dat de candidaat bij het examen een leer-brief moest overleggen, inhoudende, dat hij twee achtereenvolgende jaren bij n en dezelfden chirurgijn had gewoond.nbsp;In Utrecht vinden wij, weliswaar waarschijnlijk van iets laterennbsp;datum, het volgende stuk, dat hierop betrekking heeft:

,Concept van de bul voor Leerknegtquot;

Wij ondergeschreeven Deekens en Overluyden van 't Chirurgijns gilde binnen de Stadt Utrecht door de Weledele Achtb-Heere borgemeesteren en Vroedschap der Zelve Stadt daar toe gecommiteert verclaaren voor de Waarheijdt 't Zijn dat ons isnbsp;gebleken van onse Confr. N.N. als ook uijt Aenteekening vannbsp;ons gildeboek dat N.N. zijn achter Een Volgende Leer Jaarennbsp;heeft voldaen in de kunst der Chirurgie bij ons gemelde Collega welke zijn aenvang heeft genoomen .... Maaij en ge-Eyndigt .... Ultimo April En Alsoo den voor Schroeven N.N.nbsp;Hier van een behoorlijke Attestatie van ons was versoekende

-ocr page 67-

45

Zoo hebben Ampt of Plicht halven zulks niet kunnen of willen wijgeren versoekende derhalven aen Allen Meede broederennbsp;der Chirurgie die deesen mogten vertoont worden deit selvennbsp;N.N. daar voor 't Erkennen en in Alle gerechtige saaken denbsp;behulpsaame handt bieden het welk wij ook berijdt sijn tennbsp;Allen tijden des versogt zijnde te doen tot bevestiging dernbsp;Waarheijd hebben wij deesen met ons Eygen handt ondertee-kent en ons ordinair gilde Zeegel daar aengehangen.

Aldus gedaen binnen Utrecht op den ........

'Alkmaar In Alkmaar vinden wij in het Boek voor d'antekeningen van de Leerlingen en Leerknegts van het Chirurgijnsgilt van Cos-mas en Damianis binne Alkmaar de volgende formuleeringnbsp;voor een bewijsstuk, dat een jongeling tot Leerknegt was aangenomen om hem op te leiden:

Ik Ondergeschreve hebbe tot Leerknegt aangenomen.... om de selve in de konst der Chirurgie te onderwijsen voor dennbsp;tyd van twee agtereenvolgende Jaaren beginnende met dennbsp;......en eyndigende met den......

In Kennisse van my als Deken


(Handteekening) met toestemminge


(bijv. vader)


vani my als


Sch,


'edam De ,,Gildebrief van 't Chirurgijns Gilde der Stad Schiedamquot; van 1609 leert ons niets nieuws. Ook de hernieuwde uitgavenbsp;van 1710 wijdt niet over de examens uit.nbsp;en In Nijmegen bevindt zich een Examenboek, waariil opge-teekend is dat in Nov. 1611 het examen van het chirurgijns-gilde, aldaar werd ingesteld. Wij lezen hierin, dat men hier ooknbsp;sparte examens afnam voor chirurgijns die in het leger moesten dienen.

^nhem Te Arnhem wordt 22 April 1620 in de Gildebrieff van 't Chi-rurgijnsgilde het examen zeer uitgebreid omschreven, maar het wijkt te weinig van het examen van Amsterdam van 1552nbsp;af om het hier in extenso weer te geven.

Was men eenmaal meester dan mochten toch de allergrootste

-ocr page 68-

46

ingrepen niet geheel zelfstandig gedaan worden, want art. 9 luidt:

,,Geen meester sal te eeniger tijd eenige Extirpatie eener voornemen laten doen, of trepanatie of diergelijke groote operatie, dan in het bijweesen der Medici en der twee Gardianennbsp;op poene van ses Goltgulden den Gilde verbeuren.quot;

Gouda Wij zagen reeds eerder, dat Ronsse te Gouda tusschen 1551 en 1572 een ontwerp voor een examen aldaar maakte. Omstreeks 1624 nu bevat de keur van Gouda bepalingen over hetnbsp;chirurgijnsexamen, waarbij ook al sprake is van de ,,theses:

Art. 5 Theses, examen ende prouve in Chyrurgye. De prouve der Lancetten gepasseert sijnde, sal den (ten overstaen van dennbsp;ordinaris doctor der medicine alhier) deken ende prouffmeeste-ren in nederduytsche tale voor soe veel doenlijck is, den prouf-doender ondervraegen op alsulcke theses, als hem bij den doctor, deken ende prouffmeesteren sullen worden gegeven, be-staende in achtien proposytien ofte artikelen, te weten tweenbsp;uyt de anathomie, twee uyt de chyrurgye, twee ex Apostema-tum, twee ex Vulneribus, twee ex Ulceribus, twee de fracturis,nbsp;twee de dislocationibus, twee ex phlebotomia, twee de materia chyrurgica; welcke thesis ontfangen hebbende sal dennbsp;proufdoender tijt mogen hebben veertien dagen.

In verscheidene plaatsen worden nu ,,de theses in het examen gevoegd, in Den Briel b.v. in 1626, ,,die hy naenbsp;twee mael vijerentwintich uuren behoorlijck sal moeten beantwoorden.

Roiteidam In het begin van de 17e eeuw was in Rotterdam de opleiding op uitstekende wijze geregeld. Er werd door het gilde zorgnbsp;gedragen voor het onderwijs, voornamelijk in de anatomie, vannbsp;de teerknechten, en deze mochten zich pas aanmelden voor hetnbsp;examen, wanneer ze gedurende zes jaren als teerknecht ditnbsp;onderwijs hadden genoten, burger van Rotterdam waren en aannbsp;hun financiele verplichtingen hadden voldaan.

Het examen werd in vier gedeelten afgenomen. Het eerste examen bestond ,,in de ondervraginge (mitsgaders manuael)nbsp;van het aderlaten, leggen van bandages. Fracturen, Dislocatien,nbsp;Trepaneren en plaetsen der Fontanellen. Vervolgens moest de

-ocr page 69-

47

examinandus weten waar de aders dienden te worden gelaten en hij was verplicht een of meer venae secties te doen, moestnbsp;enkelvoudige en samengestelde beenbreuken kunnen behandelen en ,,Extirpatien, so van armen als beenen.

,,En sal ook het manuael Extirpation en trepaneren moeten doen aen een dood Lichaem (als daertoe in het gasthuys ofnbsp;elders occasie gevonden werd).quot;

In het gasthuys had dus het practische gedeelte van het examen plaats; hierover lezen wij herhaaldelijk in het gasthuisarchief uit de verslagen der regentenvergaderingen. Het blijkt uit een gedichtje, dat reeds in 1627 in het gasthuis aan hetnbsp;ziekbed en door oefeningen op het cadaver examen werd afgenomen:

,,.... nadat het souw ghebeuren.

Dat imant hier versocht te practyseeren mee Die eerst most dan vooral, eer hy zijn prove deenbsp;Met medecijns, hoofmans, proefmeester 't sijnder erennbsp;In d'hospitalen gaen en geven daer alreenbsp;Rapport van ider seer, die men hem sal monstrerennbsp;'t Gheen 't manuael aengaet....

En sal voorts op dit alles soodanig werden geexamineert em ondervraegt als genoeg sal sijn om zijne kennisse en ervaren-heyt daer omtrent te konnen afnemen.quot;

,,Het tweede examen sal op een andere dag ten overstaen van deselve ter selver plaetse en op deselve wijse geschieden.nbsp;En sal gaen over de Theorie en Kennisse van de geheele Chirurgie bijsonderlijk van de gestalte van het Lichaem van dennbsp;Menschen van den loop der Vatenquot; (bij welk examen vaak eennbsp;geraamte werd gebruikt).

,,Wijders mede van de Gezwellen van Wonden, van openen seeren, van Breuken en van Dislocatien. Gelijk ook nog van denbsp;genesinge van dit alles, en specialijk van de medicinale stoffennbsp;(soo gecomponeerde als simplicia in de Chirurgie te passenbsp;komende).quot;

irHet derde examen sal nogmaels op eenen anderen dag ge-

-ocr page 70-

48

schieden in 't Gasthuys door de Doctor in de Medicyne wiens beurte het is (met assumptie van de Stads Chirurgijns) En salnbsp;dit Examen gaen over soodanig werk rakende de Patintennbsp;aldaer zijnde als de gemelte Examinatoren sullen goetvindennbsp;voorstellen.quot;

Het vierde en laatste examen sal geschieden ten overstaen van de Heeren van de Wet op soodanige dag en uuren alsnbsp;deselve sullen stellen.

En sal dit Examen geschieden door de Stads Doctoren, Lector Anatomicus, Hooftluyden en oude Hooftluyden. Het subject sal bestaen in seventien substantile vragen door de Stads Doctoren en Hooftluyden vier en twintig uuren te voren aennbsp;de Candidaet gecommuniceert.quot;

Delit Ook in Delft werd in 1632 reeds examen in het gasthuis afgenomen welken tijd de Medicijns, Hooftmans en de Exam-ninateurs den proufknegt altemet sullen brengen in 't gasthuis omme aldaar sijn manuale operatien te sien ende hem also bij gelegentheijdt privative te examineerenquot;.

Groningen In de verbeterde Gilderol van het Groninger chirurgijns-gilde ,,Liber legum Collegy Chirurgiae Groningensisquot; datee-rend van 1633 of 1638 wordt weer meer geeischt op het gebied der pharmacie. Artikel III luidt namelijk: ,,Ende sal voorts tot een Meister-Stuck ofte Proeve maecken 't ghene volgt:

I. Drie Plaesters ende drie Unguenten (dewelcke hem schrif-telijcken ordonneert sullen worden uyt de volgende soorten):

Dialthea

Fuscum

Apostolorum


Paracelsi Gratia Deinbsp;Dia Palma


die Unguenta


die Emplastris


Diaponpholigos

Argiptiacum

Aureum

Diachylon Contra Fracturasnbsp;Contra Rupturas

en verder

II. Sal slijpen een scheermesz ende hayr-scheer uyt den bran-de (insgelijcken een goed lanset ofte een slach-vlijm) goet van pointe ende snede.quot;

-ocr page 71-

49

uizen In Enkhuizen had men twee proeven. Wij vinden hier namelijk een onderscheid gemaakt tusschen de Huysproevequot; en de Zeeproeve.

In het Vle artikel van de Ordonnantie van 't Collegie der Doctoren ende Chirurgijns der Stede Enchuysen, Anno 1636nbsp;den 7 December, vinden wij daarover het volgende:

,,Item, daer sullen hier ter Kamere werden beraemt twee verscheyden proeven, de eene voor de Zee-varende Chirurgijns, ende de andere voor de gheene die haer Handt-wercknbsp;by buys sullen willen doen, ende sal de geenen die haer Huysproeve hebben gedaen, vrij staen overal ter Zee te varennbsp;sender eenighe Zeeproeve te doen; maer die maer alleenlijcknbsp;haer Zee-proeven hebben gedaen, en sullen geen Winckelnbsp;mogen opstellen ofte Beckens uythangen, sender in de anderenbsp;proeve mede goet gekent te zijn.quot;

Het blijkt dan verder dat de kosten voor de zeeproef geringer zijn dan voor de huisproef. Ook is de leertijd voor de zeeproef korter namelijk 3 jaren als jongen en een jaar alsnbsp;knecht, terwijl deze voor de huisproef is 3 jaren als jongennbsp;en 2 jaren als knecht. Iemand, die 3 jaar als jongen had gediend mocht wel als Onder-barbier gaan varen en dan teldenbsp;deze vaartijd als de tijd aan den wal voor een knecht.

In een apart stuk worden de proeven uitvoerig geregeld.

Provisionele oidre van de proeven der Chirurgijns behorende tot dese Kamer.

In den eersten, soo wie sijn Proeve begeert te doen, het zij dan dat het een Huys-proeve ofte Zee-proeve zij, die sal hemnbsp;hebben te addresseren aen de Regenten deser Kamere; endenbsp;hem sullen ter eersten instantie werden bestelt drie onbereydenbsp;Lancetten, de welcke hij ter Gilde-kamere schuldigh sal sijnnbsp;selfs ende alleen te hereyden, in praesentie ende contente-nient der voorsz. Regenten; wel verstaende dat soo 't selvigenbsp;eenmael in de Zeeproeve is gedaen geweest, soo sal hij sulcksnbsp;namaels in de Huysproeve niet behoeven te doen.quot;

Hierop volgen de gebruikelijke aderlatingen en dan;

4

-ocr page 72-

50

De Proeve van het Ader-laten goet gekeurt zijnde, soo sal hij gaen bij een van de Praesidenten der Kamere, ende die salnbsp;hem bij geschrifte overleveren sekere Vraeghstucken ofte Ar-ticulen, na de gelegentheyt van de Proeve, die hij sal willennbsp;doen, te weten, soo het is een Zeeproeve, soo sullen die Vraeg-stucken concern eren soodanige accidenten als ter Zee meestendeel voorvallen, als van alderhand fracturen, dislocatien, ge-schooten wonden, contusien, verbrandtheydt, gangrenatiennbsp;ende diergelijcke; maer bij aldien het een Hnys-proeve is, soonbsp;sullen de selfde Vraeghstucken lopen door het geheele stucknbsp;der Chirurgie, soo wel in theorie als in practijcke. Desenbsp;Vraegh-stucken ofte Articulen ontfangen hebbende, sal dennbsp;Proefknecht seker tijdt werden vergunt om hem daer op tenbsp;praepareren, eer hij tot Examen van dien is ghehouden tenbsp;komen, namelijck in de Zee-proeve acht daghen, ende in denbsp;Huys-proeve ses weken; doch soo yemandt eerder dan dennbsp;voorsz. tijdt tot het voorsz. Examen hem soude willen praesen-teren sal hem sulcks vrij staen, maer sal niet langher mogennbsp;vertoeven, ten ware bij speciael consent.

Ende wie buyten vermoeden, contrairie de voorgaende Articulen bevonden mochte werden met eenighe Capiteynen binnen dese! Stadt sich verhuert te hebben, sonder ten minsten de voorsz. Zee-proeve alhier te hebben gedaen, sal verbeurennbsp;twaelf guldens, bij den Capiteyn met welcke hij is verhuert,nbsp;te betalen, ende terstond uyt te schieten, die 't selve aen sijnnbsp;Mandtgelden sal moghen korten, een derde voor den Armennbsp;ende 't resteerende voor 't Gilde.quot;

Hoorn De Keure ende Ordonnantie der Stede Hoornquot; beschrijft het examen op de gewone wijze. De bepalingen dateeren van 1648nbsp;en zijn een hernieuwing van de keur van 1558.

Goes In Goes moest in 1650 een uitgebreid examen worden gedaan, verdeeld in een practisch deel verbinden alle de patinten die dan sullen gevonden werden in het gasthuys, oudtman-huys, weeshuijs ende in de arme huysen deser stede, ende hem over allen desen accidenten examineren, en een theoretischnbsp;deel waarbij hij o.a. een obductie moest doen en dan telkensnbsp;over het geobduceerde ondervraagd werd.

-ocr page 73-

51

Ma,


ostTicht In het reglement van het chirurgijnsgilde te Maastricht van 1651 wordt er wel melding van gemaakt, dat de candidatennbsp;voor een college van Medici examen af moesten leggen, alvorens ze tot het, nogal kleine gilde toegelaten konden worden,nbsp;maar verder gaat men hierop niet in.

Msward In den Gildebrief van de Stad Bolsward van 1662, een renovatie van de eerste gildebrief die van 1613 dateert, vinden wij geen afwijkende bepalingen van de overige steden. De candi-daati mag alleen zijn twee lancetten, die hij moet maken, zelfnbsp;behouden, wanneer hij daarvoor echter drie Caroli guldensquot;nbsp;betaalt.

In Hulst wordt in 1665 een ,,Ordonnantie voor de Chirurgijns ende apothekers der Stede Hulst en jurisdictie van dierequot; opgesteld, zonder nieuwigheden op het gebied van de examens. Iets, wat tot nu toe steeds voorkwam bij alle examens,nbsp;was de eisch over het slijpen van de lancetten. Deze eisch begint men nu los te laten, want wij vinden in 1666 dat men tenbsp;Delft het slijpen van de Lancetten kon afkoopen.

Indien een candidatus begeeren zal bevrijdt te weesen van het slijpen van de Lancetten, sal daar voor ende alle de com-paritin die daar aan vast sijn indien het een gildebroedersnbsp;soone is eens betaalen tien Gulden indien een ingeboren poorter ofte poorters Zoone achtier gulden ende indien een vreemdeling vijf en twintigh.quot;

In Zierikzee zijn de gegevens voornamelijk bewaard gebleven in de notulen- en rekeningenboeken. Omstreeks 1675 wordt hier ook melding gemaakt van de gang van zaken bijnbsp;het examen. Na het mondeling gedeelte over de ,,Chirurgia-Anatomia-en theoriaquot; kwam het manuaal gedeelte de prac-tijkquot; in twee gedeelten. Dit hing namelijk samen met de aanwezigheid van weer eenf dood subjectquot;, waarop de operatiesnbsp;werden uitgevoerd.

Waarschijnlijk verschilde het examen te Zierikzee aanmerkelijk van het examen te Amsterdam want toen eenigen tijd later iemand, die ,,reeds zijn proeve te Amsterdam gedaannbsp;hadquot; verzocht om zonder examen in Zierikzee een winkelnbsp;te mogen houden ende chirurgie exercerenquot; viel dit verzoek

-ocr page 74-

52

niet in goede aarde. Het Zierikzeesche Gilde vond het examen in Amsterdam waarschijnlijk maar matig goed, want in de notulen wordt over deze zaak vermeld: dat de proeve te am-sterdam, of die te Zierikzee groot differeerde alzoo men tenbsp;Amsterdam genoegen nam met een Exame en zomtijds nognbsp;een patient in 't gasthuys quame te visenteren en te zeggennbsp;voor wat geval men het aanslag, en hoe men het behandelennbsp;zou, en dan als vrij Chirurgijn wierde geadmitteert. Mennbsp;vond dus blijkbaar in Zierikzee, dat er in Amsterdam nietnbsp;voldoende aandacht aan de practijk, het manuaal der chirurgie, werd besteed.

Zaltbommel In de kleinere steden waren de eischen minder en de omschrijving zeer eenvoudig. Als voorbeeld wordt hier in zijn geheel aangehaald, wat er dienaangaande te lezen is in denbsp;,,Gildekaart van het Chirurginsgild te Zaltbommelquot;, van 14nbsp;November 1675, Artikel 3.

dat denselve van een stadsdoctor en de deekene van voor-segd gild in presentie van het collegia sal geexamineert en enige proeven, dewelke van haar voorgestel! worden, doen,nbsp;om also bequaam geoordeelt siinde, de practycq der chirurgie te mogen execeeren, nogtans een ider van de leeden vry-staande by pausen enige vragen, chirurgie rakende, voor tenbsp;stellen.quot;

Haarlem Bij de Vereeniging van het chirurgijnsgilde met het Collegium Medicum en de Apothekers in Haarlem in 1693 vinden wij eischen voor het examen die zeker niet uitgebreider ofnbsp;moeilijker zijn dan in de meeste andere plaatsen. Het begonnbsp;met een tentamen in de algemeene chirurgie. In 1694 werd ernbsp;over het examen geklaagd en besloten de hand iets strengernbsp;aan de eischen te houden. Enkele doctoren wilden iets meernbsp;invloed op het examen hebben* daar ze vonden dat 't er nietnbsp;erg best toeging ,,er werd in 't gasthuis een of ander verbandnbsp;los of vast gelegd op welk verbonden ongemak men heeft gevraagd wat hij verbonden heeft etc.quot;

Ook de stadsdoctor, die mede examen afnam, komt er hierbij niet goed af, evenals de deken en vinderen, die hierbij een veeg uit de pan kregen.

-ocr page 75-

W,

eesp

Gr,

QVen-

hage

53

Er wordt dan een examen beschreven, dat op de meer uitgebreide wijze (in 5 sessien) wordt gedaan.

,,Prsent alle de leden van 't collegium medicum, den stadsdoctor Van Dalen (voordien n der felste critici) en den oudsten vinder Zweerts.

In de eerste sessie is de proeveling naar zijn burgerschap en zijn leertijd gevraagd.

In de tweede sessie is den proeveling ondervraagd wegens de cheirurgije, des zelvs .... gemein van geswellen, wonden,nbsp;ulceratien, fracturen en dislocatien, daarna in 't bisonder vannbsp;elck slach van siektens en eindelijk overigens de bandage vannbsp;een gecomposeerde fracture 't zij met wonde, dislocatie etc.nbsp;so voorts de bindinge des hoofds, der benen etc.

In de derde sessie heeft de stadsdoctor, de dr. Van Dalen den proeveling ondervraagd in de anatomie, beginnende metnbsp;de algemeine afdelinge des menschen lichaams van hoofd,nbsp;borst, buyk en eindigende met de extremiteiten. Verder in denbsp;osteologie. En ten laatsten over de natuur, tekenen, onderscheid, voorsegging en genesing van de blaasgeswellen, ate-roma, steatoma en meliceris.

In de vierde sessie heeft den proeveling naar het overleveren van, de lancetten gedaen drie aderlatingen als namelijk op hand, voet en arm.

In de vijide of laatste sessie is hij dan gepromoveerd na eerst de verschuldigde leges betaald te hebben.quot;

In Haarlem was het bijwonen van de lessen in de anatomie voor de leerknegtenquot; verplicht gesteld, maar voor de bestennbsp;en ijverigsten werden prijzen, in den vorm van boeken, meestal over de anatomie, beschikbaar gesteld.

Te Weesp wordt in de ,,Ordonnantie en Instructie voor het Chirurgijnsgilde van 2 Februari 1700 wel over een examen,nbsp;in het geheel echter niet over de eischen hiervan gesproken.

Hiermede kom ik aan het einde van de 17e eeuw en tref dan in het begin van, de 18e eeuw het eerst de verbeterde gilde-brief van 's-Gravenhage in 1701 aan. Hierin is sprake van eennbsp;Promotie-brief, die de geslaagde aan den magistraat moet

-ocr page 76-

54

toonen, alvorens hij de practijk uit mag oefenen. Uitvoerig wordt dan den gang van het examen beschreven. Nog steedsnbsp;bestonden hier boeten voor mislukte aderlatingen en voor hetnbsp;verkeerd aanwijzen van de plaatsen waar men de Fontanellen steldquot;.

De tijd, die ieder der examinatoren krijgt om den candidaat aan den tand te voelen wordt hierbij vastgelegd ,,yder eennbsp;half-uurs glas op sijn beurt, sonder eenige interruptie.

Het lancetten slijpen vervalt ook in Den Haag en de candidaat behoeft na afloop geen feest meer te geven.

Leiden Ook Leiden breidt haar eischen belangrijk uit, wat neergelegd wordt in de Gildebrief van 1703. Voor het voorbereiden van z'n thesesquot; krijgt de candidaat een maand den tijd ofnbsp;minder tijt t'sijnen believe, en sal niettemin de Proefdoendernbsp;buiten de voorsz. Theses generalijk geexamineert mogen werden op 't gehele stuk van de Chirurgie en Anatomiequot;.

Wanneer hij niet slaagde was men niet meer zoo streng om hem voor een heel jaar af te wijzen, maar hij kreegquot; een aantal maanden.

Indien de Proeven voor quaad werden geoordeelt, sal de Proefdoender eenige Maanden, of ook wel een geheel Jaar,nbsp;naar gelegentheid van saaken, wagten, eer hy tot het Examennbsp;toegelaten sal mogen werden.quot;

Ook hier spreekt men van eenen open Brief, ofte verkla-ringe met der selver Ondergeteykeningen, ende opgedrukte Signetten, mitsgaders het Zegel van het Chirurgijns-Gilde bevestigtquot;, die de Proefdoender na geslaagd examen eerst zal moeten toonen, alvorens hij aan het werk kan gaan, op poenenbsp;van sijn Winkel verboden te werden, soo lange hy daer innbsp;nalatig bevonden sal werden, en daar over, dubbeld regt tenbsp;moeten betalen.quot;

Utrecht In Utrecht bevindt zich een stuk, dat hiermede te vergelijken is en daar heet: Mr. Chirurgijns Buil.

Het Collegium Medico Chirurgicum der Stadt Utrecht wenscht den Leeser Heijl.

Het is billijk dat een Iegelijk zijn Lof gegeven wordt, en Niemandt werd meer misdaen als Wanneer desselfs Lof stil-

-ocr page 77-

55

swijgende voor bij werd gegaen, Waar door Aengeset konnen wij niet laaten van N.N. met Eereletteren te begunstigen, die,nbsp;nai dat hij gedurende eenige Jaaren naarstiglijk de Heelkunstnbsp;heeft bevlijtigt, en nu gereed was, om een blijk van sijn be-quaamheijd in die Const te Vertonnen ons versogt heeft, datnbsp;wij hem in den rang van de Utrechtsche heelmeesteren wilden inschrijven. Wij aen sijne seer billijke begeerte wel willende voldoen hebben deselve over de Ontleedkunde ende gan-sche heelkunst ondervraagt en gehoord op alles behoorelijknbsp;en vast Antwoordende de samenvoeginge der beenderen versteende, ende ingestelde Aderlatingen na de konst doende,nbsp;in Alle het welke na dien hij zijne bijsondere Ervarentheijdnbsp;in de Heelkunst vertoont heeft, neemen Wij hem N.N. aen innbsp;het getal der Utrechtsche Heelmeesteren en achten hem aen-prijsenswaardig, Ten blijke van welke hebben Wij desen metnbsp;onsen Eijgen handen onderteekent en met het gewoone Zeegel

bekragtigd, op den...... Anno........

'Zoonhoven In 1730 werd er in Schoonhoven een Chirurgijnsgilde gesticht. In den Gildebrief wordt wel gewag gemaakt vannbsp;een examen, maar er worden hier verder geen eischen genoemd.

%megen In Nijmegen vinden wij in de loop van de 18e eeuw verscheidene uitvoerige beschijvingen van examens van bepaalde personen b.v. van Johannis Schelcus wordt precies verteld, wie er de examinatoren waren en hoe het examen verliep. 'Dit wasi in 1749.

Den 26 August Collegialiter vergadert geweest wegens den boven staande Candidaat Johannis Hendricus Schelcus, ennbsp;heeft sijn drie gewonelijke Aderlatingen gedaan op dennbsp;arm, hand en voet, met een behoorlijke Examen over de symp-tomata of toevallen, die op het Aderlaten konnen volgen, innbsp;het bijwesen van de Heer Burgemeester C. W. van Benthemnbsp;en de Heer I. H. Degner, stads-med. Doet. ord. en het geheelenbsp;Collegium Chirurgicum behalve Confr. Vos, Absent, hier opnbsp;is den voomoemde Candidaat geadmiteert tot het twede Examen aanstaande Diensdagh 2 sept. als het de twee Wel Edelenbsp;en achtb. Heere Burgemeesters sal gelegen komen of toe staan

-ocr page 78-

56

en de Heer I. H. Degner, stads med. Doet. ord. en de Heer F. W. Fischer, Examinator.

Den 2 septemb. Collegialiter vergadert geweest met de Heer I. H. Degner, stadsmed. Doet. ord. en de Heer F. W. Fischer,nbsp;Examinator en het geheele Collegium Chirurgicum, behalvenbsp;Confr. Vos, Absent, wegens den Candidaat Johannis Hendri-cus Schelcus en is in die tweede Examen behoorlijk geexami-neert in de Anatomia over de osteologia en Neurologia, daarna is de bovenstaande Candidaat geadmiteert tot het derdenbsp;Examen aanstaande Vrijdagh over acht dagen den 12 dito alsnbsp;het de twee Wel. Edele en Achtb. voornoemde Heere Borge-meesters sal gelegen komen of toe staan en de Heer I. H.nbsp;Degner stad. med. Doet. ord. en de Heer F. W. Fischer, examinator.

Den 12 septemb. Collegialiter vergadert geweest met den Heer I. H. Degner, stad. med. Doet. ord. en de Heer F. W.nbsp;Fischer, examinator en het geheele Collegium Chirurgicumnbsp;behalve Confr. Renner, Absent, wegens den Candidaat Johannis Hendricus Schelcus en is in die derde examen over denbsp;praxis of practijk behoorlijk geexamineert over de Vulneranbsp;en Fractura Capitis gelijk ook alle Fractura in genere hier opnbsp;is den voornoemde candidaat met genoegen tot Meester Chirurgijn aan genoemen en de geregtigheyt betaalt met denbsp;somma van 39 gl., 6 gl., en 3 gl. voor boekhouder en meesters

in den tijt nbsp;nbsp;nbsp;Adam Greup, als boekhouder.

Gedurende het examen moest de candidaat eerbiedshalve 's-Graven- staan. Vrijdag den 3 Juni 1757 hadden te 's-Gravenhage dien-ttage aangaande besprekingen plaats, waarop dingsdag 19 Julynbsp;met eenparigheid van stemmen is geresolveert, dat den tegen-woordigen Candidaat als ook de andere Candidaten, dienbsp;voortaan zullen worden geexamineert onder het Examen opnbsp;een stoel zullen zitten. Leendert Flok heeft het eerste gezeten.

Om candidaten voor het examen klaar te maken schijnen er ook toen ter tijd reeds eenige chirurgijns als repetitor opnbsp;te zijn getreden.

-ocr page 79- -ocr page 80- -ocr page 81-

57

40l;


Sterdam In de geneeskundige plaatsbeschrijving van Amsterdam vindt men namelijk, dat enkele heelmeesters (zonder lijken ennbsp;lijders) onderwijs in de ontleed- en heelkunde gaven. Denbsp;,,proeflingquot; leert dan zijn taak van buiten, zoodat eenigen znbsp;wel gedresseerd zijn, dat zij de spieren, aderen en zenuwennbsp;kunnen beschrijven zonder ze te kennen en zonder ze ooitnbsp;anders dan misschien in platen gezien te hebben. Sommigennbsp;doen dit zoo knap, dat zij de licentiam chirurgiae exercendinbsp;ontvangen moeten, niettegenstaande de examinatoren overtuigd zijn, dat zij niets kennen.

Wanneer de Candidaat nu eindelijk geslaagd is, moet hij den eed van een chirurgijn afleggen voor dat hij in het gildenbsp;opgenomen kan worden.

Reeds eerder haalde ik zoo'n eed en wel in dichtvorm aan ^iden (bladzy 25). In Leiden vinden wij de volgende plechtige formule, waaraan de jonge meester zich bond:

Eed van een Chirurgijn, voor het verkrijgen van zijn Promotie, te doen in het Collegium Chirurgicum aan handen van den Praeses.

Dat Zweert en belooft gy.

Dat gy) U in het oeffenen der konste van de Chirurgie eerbaar en eerlyk gedraagen zult, en in 't geneezen en cureeren van alle persoenen ter goeder conscintie kwyten, draagennbsp;en haar gezondheyd naar U beste verstand, konst en ervaa-renheyd op 't spoedigste en beste benaarstigen, en vorderennbsp;zult, gelyk gy 't zelve in goede conscintie voor God Almachtig wilt verantwoorden. Ende dat gij in het oeffenen uwenbsp;konste wel verre zult zyn van met voorweeten iets te raa-den, of te doen, dat schadelyk konde zyn.

Ende zoo ter gelegenheyd, dat gy eenige persoenen cureert, iets tot uwe kennisse mogte komen, 't welk niet oir-baar zy dat bekend werde; dat gy alzulks zorgvuldelyk zult verzwygen. Onverminderd wat betreft de aanbrenging vannbsp;de gekwetsten aan den Officier, in gevolge van het 26. Artikel van de Gildebriev. Dat gij voorts alles zult doen, 't welk

-ocr page 82-

58

een goed, eerlyk en getrouw Chirurgyn schuldig is, en behoord te doen.

Ende biddet God Almagtig, zoo waarlijk als gy het zelve van harten meend, dat hy uwe Zielen Zaaligheyd verleene.

Aldus gedaan by die van den Geregte der Stad Leyden, op den 9 Nov. 1741.

My Jegenwoordig D; V; Royen.quot;

Met overslaan van nog vele, maar vrijwel allen gelijkluidende examenverslagen of exameneischen kom ik hiermede aan het einde van den gildentijd.

Thans volgt een bespreking van de halfvoldoende examens en de voorwaardelijke bevoegdheid. Dat er een officieele beperking van de bevoegdheid kon worden voorgeschreven, nanbsp;een niet geheel voldoend examen, blijkt uit eigenaardige beslissingen der examencommissie die soms ineens, tusschen denbsp;examenverslagen door, vermeld worden. Over het algemeennbsp;werd omtrent het afgelegd examen weinig vermeld, zoodatnbsp;Amsterdam men in het Groot Meesterboek van Amsterdam niet meer dannbsp;een opsomming van namen aantreft, totdat wij op fol. 63 vinden,nbsp;dat eenen jongen Chirurg het meesterschap verleend werdnbsp;op sulcke conditie als volcht, dat hij geen sware patintennbsp;sal mogen onder handen neemen off cureren sender ten over-staen ofte ter raade te gaan van een off twee chirurgijns vannbsp;de outste vant gilde ende bij al dien contrarie bevonden werden sal verbeuren een amende tot discretie van de overluydennbsp;inder tijt soo menich maal als hij contrarie bevonden werdenbsp;ende onderwarpe dit accoort strictelyck te onderhouden. Innbsp;kennisse der waerheyt onderteykent Actum ut supra 12 Januari 1649 in Amsterdam. Hem werd dus het uitoefenen vannbsp;de heelkunst in den omvang, zooals dit gewoonlijk aan dennbsp;meester was vergund, niet toegestaan, doch hem werden beperkingen opgelegd. Als wij nog even verder kijken op fol. 71,nbsp;dan kunnen wij iets dergelijks vinden. ,,Ik ondergeschreevenbsp;bekenne, volgens mijn ghemoet niet op de behoorlycke vrae-

-ocr page 83-

59

ge, my van de proefmr. voorgestelt geantwoort te hebben, derhalve my gunst ende gratie van de proefmr. en de over-luyden is geschiedt, en op de naevolgende conditie ben gepasseerd, dat ick geen swaere accidenten en zal zoeke te cureren dan ten overstaen van een van den outste, ofte van diernbsp;tijt de vermaerste ofte een van de overluyden van 't Chirur-gijnsgilde, dit soo vermeenende ende te sullen doen, ter waer-heyt, alsi ick dat hebbe ondertekent A 1653quot;.

Dit was dus uit clementie der Overlieden tegenover zulk een candidaat, die, schoon niet in alle opzichten voldaan hebbende, toch bekwaajn genoeg gerekend werd eenvoudige gevallen te behandelen. Door deze beperkende bepaling werdnbsp;zijn goede naam tegenover de buitenwereld opgehouden, terwijl zij hem bovendien nog den roep van een voorzichtig ennbsp;nederig man kon bezorgen. Dergelijke praktijken waren ooknbsp;aan de academie niet geheel vreemd want ook daar heeft mennbsp;wel een enkele maal een candidaat tot doctor gepromoveerdnbsp;met de onderhandsche afspraak, dat de eenmaal gepromoveerde nimmer van zijn bevoegdheid gebruik zou maken.

Zoo vertelt Abrah. Titsingh in zijn Cypria, p. 49, dat hij in tegenwoordigheid van den met hem bevrienden prof. Gaubius,nbsp;aan den bekenden prof. Joh. Gorter vroeg, hoe hij er toe ge-^nbsp;komen was ,,om de domste jongeling uit alle discipelen, dienbsp;ik (Titsingh) oit hadde, tot medecinae Doctor te promoveren,nbsp;zijnde zijn disputatie ,,de tumoribus, door een mijner geleerdenbsp;vrienden kort en net opgesteld, maar dat hem bij het tentamen wel moeste gebleken zijn, dat het een weetniet was, dienbsp;nu ook al in Amsterdam diend onder de halsbrekende infanterie, ja zelfs al bekruipt de huizen van onze grootenquot;. Gorternbsp;antwoordde in presentie van den doctor Gaubius, dat dienbsp;jongman bij hem incognito gezegd had, noit geen professienbsp;van de medicijnen te zullen maaken, maar dat zijne promotienbsp;alleen zoude dienen als dat van de meeste advocaten diend,nbsp;fatsoenshalve om de naam van Mr. en opdat hij daardoor eennbsp;rijcke juffrouw zoude ten vrouwe krijgen, die hem niet andersnbsp;als doctor zijnde, geliefde te trouwenquot;.

De doctoren probeerden nu om aan deze afspraken de hand

-ocr page 84-

60

te houden, maar of dat steeds lukte is nog maar de vraag. De chirurgijns waren op dit punt practischer en stipter. Zijnbsp;zorgden ervoor, dat de afspraken behoorlijk werden nagekomen. Ter illustratie geef ik U enkele voorbeelden: Volgensnbsp;Nijmegen de notulen van het Nijmeegsche chirurgijnsgilde werd in 1691,nbsp;den 27sten Mey ,,de proeff en het examen van Frans van Bie-leveldtquot; afgenomen en ,,door ons ondergeschrevene Mrs. vannbsp;het Chirurgijns Collegie in bijweesen van Heeren gecommitteerden uyt den Eerb. Raedt en de Heeren Stadts Doctoren,nbsp;gesien, gehoord ende goetgevonden sijnde, verstaen, dat denbsp;vursz. Frans van Bieleveldt wel becken sal mogen uythangennbsp;ende scheerclanten raseren; maar geen patinten van eenigenbsp;consideratie onder handen nemen, als ten overstaen van eennbsp;Mr. Chirurgijn uyt het College, off een Medicin-Doctor, datnbsp;daarenboven niet sal vermogen een anderen nieuwen aenco-menden Chirurgijn examineeren, vr en aleer nog naardernbsp;(hier in de beteekenis van ,,nader) examen van 't Collegienbsp;sal hebben uytgestaen, waer toe ten allen tijde cost- en schadeloos sal geadmitteert worden.

Onderti. Reynders,

Gecommitt. Pels, med. doet. v. Trier, boekholder. Elders, meester indertyt.quot;

Frans van Bieleveldt was een ruwe en onbeschaafde klant, maar heeft zich toch blijkbaar later aan dat nadere examennbsp;onderworpen. 5 Jan. 1703 werd hem namelijk toegestaan eennbsp;leerling aan te nemen, ,,om de cunst der chirurgie bij hem tenbsp;leerenquot;.

utiechi Het examen van P. Baillet, vastgesteld op 6 Maart 1766 en begonnen door het Coll. Chirurg, te Utrecht werd uitgesteldnbsp;tot 3 en 4 April om hem in de gelegenheid te stellen zich innbsp;dien tusschentijd ,,nog meer te appliceeren. Hij kwam op dennbsp;bepaalden dag terug en werd met een tamelijk examen doornbsp;het geheele Collegie tot meester in de Chirurgie toegelatennbsp;om redenen, dat hij ten Ie geen ander bestaan had en dus totnbsp;armoede zoude moeten vervallen, 2e. omdat hij meermalen opnbsp;het beunhazen geattrapeert en daarover beboet was, dus zulks

-ocr page 85-

teid,

en

61

toch weder zoude doen, 't geen echter meest in aderlaten, een lichte ulceratie en contusie te verbinden en baartscherennbsp;bestond en nu dit vrij mogt exerceren,- egter onder de beloften, van zig weder te oeffenen, nooit geene zaken van belangnbsp;te ondernemen en andere beunhazen, hem allerbest bekent,nbsp;te zullen ontdekkenquot;.

Praktische heeren, die zelfs van de eigenaardige kennis van den minderen broeder, die niet voor de groote chirurgie innbsp;de wieg was gelegd, wisten te profiteeren. Dat zij echter ooknbsp;het oog hielden op de verrichtingen van zoon minderwaardigen collega, blijkt uit een brief van den bekenden Utrecht-schen Chirurg G. Greeven, opgenomen in de Acta van denbsp;examinateurs voor de chirurgijns ten platten lande. Den 3ennbsp;Januari 1774 had de commissie, bestaande uit de Heerennbsp;H. Schulz, I. V. Loeven en G. Greeven, Johan Baars, wonendenbsp;aan de Vaart geexamineerd en conditionneel als chirurgijnnbsp;ten platten lande toegelaten; hij mocht geen gewichtige operatie ondernemen ,,tenzij alvorens daarover met deskundigennbsp;geraadpleegd te hebben. Maar geinformeert sijnde, dat deze dadelijk een uithangbord heeft uitgehangen, waarop hij zichzelfnbsp;veele eeretitels geeftquot;, geven de genoemde heeren hem te kennen, dat het publiek daardoor een verkeerd denkbeeld omtrentnbsp;zijn bekwaamheden zou kunnen krijgen en hieruit verscheidnbsp;inconvenientenquot; zouden kunnen voortvloeien. ,,Wij verzoekennbsp;UEd. alle deze eeretitels in te trekken en nog (noch) voornbsp;operateur of vroedmeester te fungeeren en Ued. alleen te bedienen van die van Chirurgijn, gelijk het gewoon gebruik isnbsp;te platten lande in deeze provintin. Op het vriendelikstenbsp;hebben wij dit UEd. willen recommanderen, om ons de gelegenheid te benemen daar anders Ued. daer toe nader tenbsp;verpligtenquot;.

Te Leiden was men ten opzichte van een zekeren Gerrit Mouqu gedwongen tot daden over te gaan. Deze werd herhaalde malen afgewezen, opnieuw geexamineerd en geattrapeerd op het verboden uitoefenen van de practijk. Eindelijknbsp;,,hebben wij, denselven Gerrit Mouqu gunstelijk willen admitteren, tot het exerceren van de konst der Chirurgie, als mede

-ocr page 86-

62

openbare winkel te mogen houden; met deze restrictie nog-tans, dat hij Gerrit Mouqu, sal gehouden sijn, in alle chirur-gicale curatien van belang en aengele(ge)ntheit, raad te plegen met Doctoren en Chirurgijns; en alvorens hiertoe wert geadmitteert daervan beloften te doen in handen van praesesnbsp;etc. 2 April 16S8. Hij hield zich waarschijnlijk niet aan zijnnbsp;belofte, want reeds 4 July 1698 vernemen wij, dat het Collegenbsp;eenparig besloten heeft ,,door de gildeknegt, geassisteert metnbsp;eerste boode, Gerrit Mouqu aenteseggen, dat hij sijn horretjenbsp;binnen de tijt van 24 uuren soude hebben in te halen.

Dit gebeurde niet en het Collegie klaagde bij de Burgemees-teren welke ,,hem dan daegs daer aen hebben ontboden bij haer boven en gelast, dat hij sulks soude hebben te doen, dognbsp;evenwel daer in blijvende nalatig, sijn deken en hoofdlieden,nbsp;door ordre vna 't Collegie, den 12 July daer aen volgende, omnbsp;redenen als voren, andermaal geweest voor haar E.E.A.A.,nbsp;die daer op aenstonts hebben geordonneert, dat de gildeknegt,nbsp;gesterkt door een stebode, het horretje metten eersten soudennbsp;afslaen; welk vonnis dan door hulp van een goede bijtel ennbsp;hamer ook aenstonts is geexecuteert.

Hij schreef nu een zeer insinueerende en beleedigende brochure, heftig en boosaardig ten opzichte van het Collegium medicum. Hij beschuldigde zijn vroegere examinatoren, datnbsp;zij hem voor zijn proef hebben afgewezen, omdat hij hen denbsp;handen niet met geld stoppen kon en dat zij bovendien hetnbsp;door hem goed aangelegde ,,verbant in een onbewaakt oogen-blik van zijn zijde ,,verknoeid hebben. Het eindigde ermee,nbsp;dat het gilde er een rechtzaak van maakte, waarna het betreffende geschrift in beslag werd genomen.

Er bestond nog een andere vorm van voorwaardelijke bevoegdheid. Wanneer namelijk een van de gildebroeders overleden was, mocht zijn vrouw de zaak voortzetten, als ze een zoon had van minstens 20 jaar, die minstens 2 jaar bij eennbsp;meester had geleerd of een knecht, die aan deze voorwaardennbsp;voldeed. Wel moest deze dan een examentje doen, maar ditnbsp;was belangrijk minder zwaar dan de echte proef. Het onthief

-ocr page 87-

63

hem er ook niet van, wanneer hij terzijnertijd zelf meester wilde worden, het normale examen te moeten ondergaan. belden In de Ampliatie van het XVIIle Artijckel van de Gildebriefnbsp;van de Chirurgijns der Stadt Leyden van 1656 vinden wij ditnbsp;duidelijk omschreven:

De Weduwen van de overledene Chirurgijns zullen naer het overlijden van haere Mans, haer Weduwelijcken staet geduy-rende haer winckel mogen ophouden door haer Soon soo synbsp;eenich heeft, of eenen vreemden knecht, soo vry als haernbsp;za;Man ghedaen heeft, mits dat de selve Soon ofte knecht tennbsp;minsten twintich Jaeren out sal moeten wesen, ende suffisantenbsp;brieven vertoonen van dat hy ten minsten twee Jaeren by eennbsp;vry meester alhier ter stede op het hantwerck is geweest endenbsp;in plaetse van preparatorie geexamineert te werden, voortaennbsp;by den Preses, Assosores, ende Deecken en Proefmeesters on-dervraeght werden aengaende verbanden op versche wonden,nbsp;op bloet stempen, op hechten, aderlaeten, ende andere generalenbsp;vragen en gevallen der Chirurgie de welcke geen uytstelnbsp;mogen lijden, ende uyt sijne antwoorden by den Preses, As-sessores, Deecken en Proefmeesters tot het gene voorsz. is, be-quaem gheoordeelt en toeghelaeten, zijnde daer en bovensnbsp;noch ghehouden aen handen van den Burghemeesters epde Re-gierders deser Stede by eede te belooven in sware voorvallennbsp;te zullen gebruycken het advijs van een ander ervaren chirurgijn. Ende sal soodanigh een willende Meester worden, nietnbsp;tegenstaende het voorsz. Examen, sich evenwel moeten reguleren naer den Inhouden van het derde ende tiende Artijckelnbsp;van dese Gildebrief (de normale examen eischen o.a. de theses)nbsp;op peyne van ter contrarie doende de winckel niet te mogennbsp;ophouden, nochte Chirurgie te exerceren, ende bevondennbsp;zijnde daer inne voorts te gaen, arbitralick by die van de Gerechte deser Stede te werden gecorrigeert.

Aldus gedaen ende gearresteert, ende naer voorgaende Klockegeslach ter poye van het Raethuys der Stadtnbsp;Leyden voor den volcke afghelesen op den XXVInbsp;August! van den Jaere 1656.

By my

G. van Hoogheveen.

-ocr page 88-

64

Hoewel de chirurgie in den gildentijd zich slechts langzaam heeft ontwikkeld, zien wij toch uit dit overzicht der examens,nbsp;dat er een duidelijk merkbaar streven bij de gildebroeders aanwezig was om wetenschappelijk vooruit te komen,

De belangrijke ontwikkelingsgang der anatomie in deze eeuwen werd door de meesters met veel aandacht gevolgd ennbsp;bestudeerd.

De wijde vlucht der chirurgie zou pas in later eeuwen komen.

Wanneer Johannes Mulder in een redevoering ,,over de redenen waarom de Nederlanders in het algemeen zeer weinignbsp;tot verbetering en uitbreiding van de Heel- en Verloskundenbsp;hebben toegebragtquot; uitgesproken te Franeker in 1797, zijn meaning zegt, legt hij er den nadruk op, dat dit niet zoozeer komtnbsp;omdat de Nederlanders hiertoe de eigenschappen zouden missen, maar wel doordat het onderwijs niet voldoende was.nbsp;Immers Daar de Verbandhuizen met de Scheerwinkels ver-eenigd zijn, en de Leerling der Heelkunde den meesten tijd innbsp;het uitoeffenen van dit, zijns geheel onwaardig werk verspillennbsp;moet; daar hij in het algemeen bijna geene beschouwendenbsp;kennis op doet, maar alleen gelegenheid heeft, om zommigenbsp;Lijders met zijnen Meester te bezoeken, derzelver gebrekennbsp;oppervlakkig waar te nemen, en zelden of nooit eenige redennbsp;hoort geven, waarom de behandeling zoo en niet anders, wordtnbsp;ingerigt, daar nergens gelegenheid is, om in een kort tijdbesteknbsp;reeds verkregen kundigheden door ondervinding te bevestigen en uit te breiden; daar kan men, over het geheel genomennbsp;weinig bekwaamheid, veel min iets tot verbetering of opluistering verwagten.

Nog staan wij verbaasd hoe onze oude chirurgijns als echte autodidacten zoo'n duidelijke vooruitgang van hun kennis hebben kunnen bewerken. Hoewel Mulder met deze uitspraaknbsp;voornamelijk de heel- en vroedmeesters bedoelde en hoewelnbsp;over het algemeen de doctoren op de chirurgijns neerkeken,nbsp;was toch ook het studeeren, in het bijzonder het promoveeren,nbsp;aan een universiteit niet altijd een bewijs van groote kennisnbsp;en kunde.

Verschillende spotrijmpjes hierover waren er in omloop, bijv:

-ocr page 89-

65

Harderwijk is een stad, van negotie,

Men verkoopt er bokking, blaauwbessen en bullen

van promotiequot;.

en in een klucht van Bernagie Het Franeker Studentenleven (editie 1744) is te lezen:

Hij heeft een bul uit Duitschland gehaelt.

Of voor een Harderwijksche honderd ronde

scheiven betaelt.

en ten aanzien van het uitoefenen van de practijk laat S. Coster in ,,Tusken van der Schildequot;, Jan Rap zeggen;

Doctoren binnen maer bloets; brengt se 'reys bij

een gebroocken bien

Daer staen s'en kijcken; dat moet een barbier doen,

sei hebben der niemant gesien.quot;

* * *

Door het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek werden de gilden opgeheven. Het 53ste artikel der Constitutie van 1798 was aldus geredigeerd: ,,Bij de aanneming der Staatsregeling worden vervallen verklaard alle Gilden, Corporatinnbsp;of Broederschappen van Kringen, Ambachten of Fabrieken.nbsp;Ook heeft ieder Burger, in welke plaats woonachtig, het regt,nbsp;om zoodanige Fabriek of Trafiek op te richten of zoodanig eerlijk bedrijf aan te vangen, als hij verkiezen zal.

Het vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de goede orde, het gemak en gerief der ingezetenen te dezen opzigte, wordennbsp;verzekerd.

23 April door het Bataafsche Volk goedgekeurd en bekrachtigd, 1 Mei in de Constitueerende Vergadering geproclameerd.

Omtrent de gevolgen van de opheffing der gilden nog enkele Woorden.

De geneeskunde werd, in haar geheelen omvang, ondergebracht bij het departement van den Agent van Nationale Opvoedingquot;. Hij droeg aan Dr. J. v. Heekeren op een ont-

5

-ocr page 90-

66

werp te maken voor het geneeskundig Bestuur in de Bataaf-sche Republiek.

'Deze maakte een uitgebreid plan, waarin ook vele bepalingen over de examens voorkomen.

Hiermede was echter lang nog niet alles in kannen en kruiken. Veel werd er gepraat en op een gegeven moment komen wij het ,,Extract uit het verbaal van het verhandelde bij dennbsp;Minister van Binnenlandsche Zaken Zijner Majesteit, den Ko-ning van Holland, tegen, waarbij op Vrijdag 12 September 1806nbsp;een plan en regelmaat van examen voor een Heelmeesterquot;nbsp;wordt opgesteld.

Op uitgebreide wijze worden hier de vragen aangegeven, die op een examen gesteld zouden kunnen worden, en wordtnbsp;er ook een verschil gemaakt tusschen het examen van eennbsp;Heelmeester in een stad en dien ten platten lande. Ook denbsp;examengelden werden nauwkeurig vastgesteld.

In een wijdloopig maar scherpzinnig ,,Adres en Vertoog ter verbeetering van het Genees- en Heelkundig Onderwijs enz.nbsp;in ons Gemeene Best in 1796 aangeboden aan de Nationalenbsp;Vergadering, had de Haagsche geneesheer Dr. Heilbron reedsnbsp;met klem betoogd, dat de verbetering van de chirurgie vooralnbsp;zou moeten komen van de grondige verandering der opleiding.nbsp;Hij pleitte voor onderwijs der chirurgijns aan de Academies;nbsp;en indien dat niet ging, ried hij in iedere stad van beteekenisnbsp;een gelegenheid te scheppen om de aanstaande chirurgijns innbsp;een ziekenhuis te doen opleiden. Had men dezen raad opgevolgd, dan zou de geneeskundige ontwikkeling in de eerstenbsp;komende jaren niet zoo'n donkeren tijd doorgemaakt hebbennbsp;als nu het geval is geweest. De eerste groote schrede op dennbsp;weg naar beter toekomst werd in 1823 gedaan met de oprichting der Geneeskundige Scholen. Wel was het maar een noodmaatregel, maar toch had zij groote beteekenis. Amsterdam,nbsp;Rotterdam, Haarlem, Middelburg, Maastricht, Alkmaar ennbsp;Hoorn kregen ieder zoo'n school, omdat gebleken was, dat denbsp;examens en het toezicht der Departementale Commissies welnbsp;in staat waren de onvoldoende candidaten te weren, maar nietnbsp;om het peil van de kennis der anderen te verhoogen. Geheel

-ocr page 91-

67

zooals Heilbron en anderen dit hadden voorspeld. Met die oprichting werd een einde gemaakt aan de onvoldoende opleiding voor de chirurgijns.

*... *

Tot het einde der 18e eeuw werd ons leger geneeskundig verzorgd door de leger-chirurgijns, welke een zelfde opleidingnbsp;als de stads-chirurgijns, een gildeopleiding dus, hadden genoten.

Onder invloed van Brugman s, die voor de militair geneeskundige Dienst in Nederland van zoo groote beteekenis is geweest, werd het onderwijs voor deze chirurgijns, die nunbsp;den titel van Officier van Gezondheid kregen, op voortreffelijke wijze geregeld. Er kwam namelijk onder toezicht en metnbsp;medewerking van Brugmans een opleiding voor de jongenbsp;militaire geneeskundigen tot stand, die ver uitstak boven dienbsp;der vroegere chirurgijns. Het Groot-Koninklijk Militair-Hospi-taal te Leiden, werd bestemd tot Instructie hospitaal voor denbsp;a.s. militaire geneeskundigen.

Tevens zorgde Brugmans er voor, dat hun tractementen werden verhoogd, zij werden opgenomen onder de officierennbsp;en kregen een daarbij passend uniform.

Naast de lessen, die zij van hun militaire docenten ontvingen, mochten zij ook de Colleges van de Hoogeschool volgerf. Denbsp;Staf van docenten bestond aanvankelijk uit:

Dr. J. C. Reich, bijzonder belast met den chirurgicalen dienst en het onderwijs in de heelkunde, de bandaginleer, opera-tin enz.

Dr. Pflug, eerste-chirurgijn bij de Arme, speciaal belast met den geneeskundigen dienst en het onderwijs in de ziektekunde,nbsp;geneeskundigen practijk en materies medicaj

Dr. J. F. C. Sebastian, eerste-chirurgijn bij de Arme, mede belast met den geneeskundigen dienst en bestemd om de ontleed- en natuurkunde van het menschelijk lichaam en diaete-tica te doceeren;

Dr. A. Luhrmann, Officier van Gezondheid 2e KI. met rang van Chirurgijn-Major, Prosector.

-ocr page 92-

68

De leerlingen van deze in Nov. 1814 gestichte Kweekschool van Militaire Geneeskunde, opgericht voor kweekelingen voornbsp;den Mil. Gen. Dienst van de Land- en Zeemagtquot; bestonden uitnbsp;25 bezoldigde (4/5 voor de Land- en 1/5 voor de Zeemagt) ennbsp;een, naar de behoefte zich regelend aantal onbezoldigde kweekelingen. Bij hun aanstelling moesten allen zich verbinden omnbsp;bij hun benoeming tot Officier van Gezondheid het Rijk zooveel malen drie jaren te dienen, als zij enkele jaren onderrichtnbsp;bij de school hadden ontvangen.

In 1817 kwam hier nog bij het Rijks-Hospitaal voor Instructie te Leuven. Beide werden in 1822 opgeheven.

De opleiding der militaire geneeskundigen verhuisde nu naar Utrecht en kreeg daar in 1823 een vasteren vorm in denbsp;Kweekschool voor Militaire Geneeskundigenquot;, welke schoolnbsp;daar tot haar verplaatsing, in 1868 naar Amsterdam, bleef ennbsp;tal van bekwame mannen heeft afgeleverd, zoowel aan hetnbsp;Nederlandsche als aan het Indische leger.

-ocr page 93-

HOOFDSTUK III Examenlijsten en theses.

In het eerste hoofdstuk (bladzij 26) heb ik vermeld, dat in 1589 voor de eerste maal sprake is van het beantwoordennbsp;van ,,Theses bij de examens en in latere jaren komen wij dezenbsp;eisch herhaaldelijk tegen. Deze theses nu vinden wij terug innbsp;den vorm van geschreven of gedrukte lijsten met vragen. Nognbsp;vrij veel van deze theses zijn bewaard gebleven.

^^oriem De oudste, die ik heb kunnen vinden, bevinden zich in Haarlem en dit zijn geschreven lijsten.

Allereerst wilde ik U daarom een overzicht geven van wat aldaar te vinden was. Het zijn 14 lijsten, waarvan ik U enkelenbsp;reproducties hierbij laat zien. De oudste lijst dateert van 9nbsp;Augustus 1590 en bevat Questien geproponeert Mr. Jan denbsp;Vrundtquot;. Daar deze lijsten zeer veel overeenkomst vertoonennbsp;in het aantal en de aard der vragen druk ik hier de duidelijk-sten af| U kunt aannemen, dat de anderen vrijwel gelijkluidend zijn.

Questien chyrurgicale geproponeert den 6 Decembrig anno 1606 an Christiaen Goosensz. ende ten selffden dagenbsp;gesolveert.

Wat is de chyrurgie ende waerin bestaet sijn principale handelinge, eer een chyrurgyn sijn operatie doet, wat staetnbsp;hem an te mercken.

Waerin behoort een chyrurgyn principalijck geouffent te wesen.

Waerin bestaet het ondersceyt der wonden.

Wat is de anatomie ende wat profijt brengt die kennisse vandien.

Hoe ende wat deelen wert 's,menschen lichaem gedeelt.

Wat sijn de principaelste deelen des lichaems ende welck sijn de principaelste sijn notelijck dienende tot conservatienbsp;van 't geheel.

Wat is 't offitie des hersenen, harte ende des levers.

Wat ondersceyt isser tuschen senuwe, muscule, tendonen ende ligament, oock tuschen adere en arterie.

-ocr page 94-

70

Wat wert verstaan doer een gecomponeert deel ende wat door simpele delen.

Waerin bestaet de differentie oft ondersceyt der onna-tuerlijcke geswellen.

Wat is een phlegmon, hoeveelderley is 't ofte wat sijn spetien.

Wat geslachten der tumoeren werden onder phlegmon gerekent.

Wat is gangrena ende hoeveelderley ist 't ende wat is carbonculus.

Wat ondersceyt isser tusschen phlegmon ende erysipelas.

Wat is een oedema ende waeruut wert die gecauseert ende hoeveelderley.

Wat is een scirrhus ende hoeveelderley sijn sijn spetien.

Wat is een cancer ende hoeveelderley is 't die ende waeraen mach die bekent werden.

Wat oordeel mach men van een caneker geven aengaen-de sijnder genesinge.

Uut wat humoeren wort een polypus gecauseert ende wat is 't oordeel vandien.

Over hoeveel middelen ofte wegen werden alle tumeu-ren tegens natuer genesen ende wat sijn de beste.

Mogen alle geswellen tegens natuere wel gerepercuteert werden off niet.

Hoeveelderley spetien sijnder van quinantie ende wel(ke) sijn de periculoose.

Wat is een harnia ende hoeveel spetien sijnder vandien.

Wat is een atheroma, steatoma ende melliceris.

Wat is een wonde, waeruut rijst 't ondersceyt ende 't oordeel vandien.

Wat wonden sijn dotelijck nootsakelijk, wat niet noot-saekelijk, maar meestendeel, wat periculoos ende wat sender pericel.

Waerom wert trepaen gebruict ende mach 't op alle plaetsen wel gebruict werden oft niet.

Wat is een ulceratie ende waerin versceelt het van een wonde.

Wat ondersceyt isser tuschen een sinuose ulceratie ende fistulatie.

Wat orden behoort men te houden in 't genesen der ulceratie.

Wat orden sal een chyrurgijn houden in 't genesen der fractuur ende de selven met wonde ofte dislocatie ge-mengt, hoe sal die gehandelt.

-ocr page 95-

rv:2^..

W-*- -*gt; '-'jfgt;^-fl'lt; hf nbsp;nbsp;nbsp;//iV ^

I ^ M I ii I nbsp;nbsp;nbsp;Zihrvy^^t.'^iU '\^4-iKfgt;^

5t''''|'^ ''f.!?* 4r;^* ^.^.3.^/ ,,;^,V. quot;iSi-fc*

X-Sp^^ 2gt;-. nbsp;nbsp;nbsp;/.\

^'^ . ^s '^v-r.-C ^/!t*e-K t4iUww'Tu-.. T?'

^.v.^

f nbsp;nbsp;nbsp;Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp; -nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I i quot;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. 't ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

l^i i'^:

.. i-^!-^:; f-:~p % 'gt; i-

/f r' Ver4quot;i**^ nbsp;nbsp;nbsp;^ Cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ^

~YL..V- r,4-V.-e. nbsp;nbsp;nbsp;^'^quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^'''--N .-^/^lt;^s.i!-,'^S..,iy^

(L nbsp;nbsp;nbsp;4?i-2.V4-i { , pFS.-lt;4~

j/^ nbsp;nbsp;nbsp;f^JUr^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;St.*^ .

^ *''' nbsp;nbsp;nbsp;-i- r.uwjnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w,-: ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

..-. nbsp;nbsp;nbsp;.*'.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I ^ Inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. ..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y J,

p) nbsp;nbsp;nbsp;/ ,.^ /'lt;-'^lt;.Hjlt;s-A'inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.i??i'.-c/^r-^.Wri.,i.

w' nbsp;nbsp;nbsp;tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7 'quot;'-r*-7'''

^ quot;gt; nbsp;nbsp;nbsp;-.rXS^V

' quot;**' nbsp;nbsp;nbsp;^'.v-N,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vi-iL^A

1 W-. '

/, ,.- nbsp;nbsp;nbsp;^ ,mirf 4,rCnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4'quot;'-

. nbsp;nbsp;nbsp;it..^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^*7 ***t-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jy

Fig, 6. Haarlem. Examenvragenlijst.
-ocr page 96- -ocr page 97-

71

Wat is een aderlatinge ende om hoeveel oorsaecken mach die werden gebruyct ende wat aderen mach mennbsp;ordinaris openen ende om wat reden.

Wat evacuatie is veiliger ofte bequamer doer die aderlatinge ofte doer medicine. Mach oock een arterie wel geopent werden off niet, ende om wat oorsaeck.

(in margine staat):

Sijn dese bijgeschreven vragen op huyden den 23en Maert 1629 affgevordert ende beantwoort bij Symonnbsp;Reyersz., sodat hij met haer aller advys voor gildebroedernbsp;is angenomen.

Sijn dese vragen op huyden den 20en Juny (jaartal niet ingevuld) voorgehouden aen Jaspar Jasparsz. van Heems-kerck ende is hij op sijne beantwoording bij meerderheytnbsp;van stemmen voor gildebroeder aangenomen.

Op huyden den 8 September 1656 sijn dese en daeruut-volgende vragen geproponeert aen Ecbert Gerrits Hogenboom en is met alle de stemmen tot gildebroeder aangenomen.

Den len January 1666 sijn dese en andere vraeghen geproponeert aen Wouter Abramsz. Schouten en sijn bij hem treffelijck beantwoort en is dienvolgens met gemeene stemmen voor gildebroeder aengenomen. (Schouten werd laternbsp;de bekende chirurgijn, die een verhaal schreef over eennbsp;Oost-Indische voyagie: vervattende veel voorname voorvallen en ongemeene vreemde geschiedenissen mitsgadersnbsp;een curieuse beschrijving der voornaamste landen in OOst-Indien, haar wetten, zeden, godtsdiensten, costuymen,nbsp;drachten, dieren, vruchten en planten enz. met pl. Amsterdam by Jac. Meurs en Joh. v. Someren 1676quot;, waarin hijnbsp;het met de waarheid niet zoo erg nauw nam, maar zeernbsp;smakelijke geschiedenissen aan zijn thuisgebleven land-genooten opdischte).

Den 4 Juny 1666 sijn dese en andere vraghen ghepro-poneert aan Abram Jansse Temme en sijn bij hem soo beantwoort, dat hij met ghemene stemmen tot gildebroeder is aengenomen.

Van de veertien lijsten zijn er twaalf gedateerd en deze data vallen tusschen 1590 en 1610. Uit de aanteekeningen, dienbsp;aan de zijkanten gemaakt zijn blijkt echter, dat deze zelfdenbsp;vragen nog gebruikt werden in het jaar 1668.

Questien chyrurgicale geproponeert an Jacob Dirksz.

-ocr page 98-

72

Bont den tienden July anno sestienhondert ende seven ende denselffden daghe gesolveert.

Wat is chyrurgie ende waerin, bestaet sijn principale handelinge.

Wat staet een chyrurgijn an te mercken eer hij sijn handelinge doet.

Waerin behoort een chyrurgijn principalyck geouffent te wesen.

Wat is de anathomie ende wat profijt geft die kennisse vandien.

Hoe ende wat deelen wert 's menschen lichaem gedeelt.

Wat sijn die principaelste deelen des lichaems ende welck sijn die de principaelste sijn notelijck dienende totnbsp;conservatie des gehe(e)ls.

Wat ondersceyt isser tuschen senuwe, muscule, tendon ende ligament, oock tuschen adere en arterie.

Wat is 't offitie der hersenen, harte ende des levers.

Wat verstaet ghij doer een gecomponeert deel ende wat doer een simpel deel.

Wat is een phlegmon, hoeveelderley is 't ende wat sijn sijn spetien.

Waerin bestaet het ondersceyt der onnatuuerlijcke geswellen.

Wat geslachten der tumoeren werden onder phlegmon gerekent.

Wat ondersceyt isser tuschen een phlegmon ende erysipelas.

Wat is oedema, waeruut wort die gecauseert ende hoeveelderley is 't.

Wat is scirhus ende hoeveelderley sijn sijn spetien.

Wat is gangrena ende hoeveelderley is 't ende wat is carbonculus.

Wat is een cancer ende hoeveelderley is 't die ende waeraen sal men die kenne.

Wat oordeel mach men van een cancer geven aengaende sijnder genesinge.

Doer hoeveel middelen werden alle onnatuerlijcke geswellen genesen, en wat sijn die beste.

Mogen alle geswellen tegens natuere wel gerepercu-teert werden oft niet.

Uut wat humeur wert polypus gecauseert ende hoeveelderley is 't ende wat is het oordeel van dien .

Hoeveelderley spetien sijnder van quinantie ende welck sijn die swaerste.

-ocr page 99-

73

Wat is een atheroma, steatoma ende melliceris.

Wat is een harnia ende hoeveel spetien sijnder vandien.

Wat is een wonde, waeruut rijst het ondersceyt ende oordel vandien.

Wat wonden sijn nootsakelijck dootlijck, wat niet noot-sakelijck, maer meestendeel, wat periculoos ende wat sender pericel.

Mogen de nieren, die blase, gedarmte, mage, gequest sijnde, genesen worden.

Waerom wert het trepaen gebruict ende mach 't trepaen op alle plaetsen des hoofts wel gebruict werden ofte niet.

Wat ondersceyt isser tuschen een wonde ende ulceratie.

Wat ondersceyt isser tuschen een sinuose ulceratie ende een fistel.

Wat ordre behoort men te houden in 't genesen der ulceratie.

Wat ordre sal een chyrurgijn hauden in 't genesen der fracturen ende die selffde met wonden ende dislocatie ge-mengt ende hoe sal die gehandelt werden.

Wat is de aderlatinge ende om hoeveel oorsaken mach die geschieden ende wat aderen mach men ordinaris openen ende om wat redenen.

Wat evacuatie is veiliger, doer die aderlatinge oft die doer medicine gesciet.

(in margine staat:)

Item deesse propositien zijn den 6 Novembris anno 16,08 voor ghehouden an Mr. Daniel ende bij denselffden gesolveer! ten selffden dage.

Item noch deese voorszegde propositien voorgehouden an Mr. Dirck Waert den 29 Septembris anno 1615, zijn bijnbsp;denselffden gesolveer! tot goede contentement der doctoren ende vinders der voorszegde gilde.

Deze propositien sijn mede voorgehouden ende gesolveer! den 15en May 1620 by Symon Jacobsz. van Dijck, sodat hij op veeldoeninge vandien als gildebroeder an-genomen is.

Sijn dese vragen op den 5en Augusti 1631 voorgehouden aen Dirck Jacobsz. Bout ende bij hem beantwoort, dat hijnbsp;eenstemmich voor gilde-broeder is aengenoomen.

Deese vraegen sijn voorgehouden aen Dieryk Danielsz. Naegel van Haarlem ende bij hem beantwoort 24 November anno 1644, derhalven hij als gildebroeder is aengenoomen.

-ocr page 100-

74

De twee niet gedateerde lijsten zijn zeer duidelijk geschreven, zoodat ik er hier een voor U afdruk.

Ongedateerd.

Wat is cirurgia.

Wat is anathomia.

Wat is dat hooft ende sijn substantie.

Wat sin die houdende deelen.

Wat is dat becken ofte craneum.

Wat sin die gehoudende deelen.

Wat sin die hersenen.

Wat sin die borst en haer substantie.

Wat sin die houdende leden.

Wat sin die gehoudene leden.

Wat is dat harte ende sin substantie.

Wat is die longe ende haer substantie.

Wat is diafragma ende die ander panniculen.

Wat is den buyck.

Wat sin die houdende leeden.

Wat sind die gehouden leeden.

Wat is dat ghebeente ende sin substantie.

Wat is een cartilagie.

Wat sin die zenuwe.

Wat sin die ligamenten.

Wat sin die coorden.

Wat sin die musculen ende haer substantie.

Wat is apostema.

Waeruut spruten die apostemen.

Hoveel apostemen worden uut dat goede bloet gege-nerert.

Wat apostemen comen uut dat onnatuerael bloet.

Wat apostemen comen daer uut flegma.

Wat apostemen comen uut rau muscilaginose flegma. Wat apostemen comen uut dat glaesachtige flegma.nbsp;Wat kennis hebben wij van die gerechte undimia.

Wat is die windachtige apostema.

Wat is die waeterachtige apostemen.

Hoeveel apostemen woerden uut colera gegenerert. Welcke apostemen comen daer uut die onpriselickenbsp;colera.

-ocr page 101-

I'!'# gt;

* .f

W*-'/ .,-*# nbsp;nbsp;nbsp;.-4^ r

\,lt;r,ir jn


-f-^ nbsp;nbsp;nbsp;r.v~h.-

WV'f * .''^ gt;rWf

W'*- . nbsp;nbsp;nbsp;.

Wv* *P .-1

.fr ^YK~*rt

W-gt;lt;n *i#y pe-rM*t ^* .nib-/)vTi


V'-^*- nbsp;nbsp;nbsp;1^- r*' .XV-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; %

lt(*th nbsp;nbsp;nbsp;----f--T'rn-fj *

v#lt;t- nbsp;nbsp;nbsp;ymJ' rf^p, aL,^^p.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--,1,

lt;^.^4^4** nbsp;nbsp;nbsp;r*^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rry?^

wlt;/t*****~ frtrt^ nbsp;nbsp;nbsp;VxV-'i'O' 4iiiap

i _. ' A nbsp;nbsp;nbsp;i /lt;

lt;/# 4 nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ,-__-*V,-rXVwi^j,f

%W nbsp;nbsp;nbsp;Ay*.v%^ ^rr^-r#t

v^rtf-lt;vr*rty*4^ -*.~.

w/1^4

^a*-4 **quot;^**!^ nbsp;nbsp;nbsp;~nbsp;w*^4 ?vn kA-W

4*....'^ fV*^ gt;lt;-..-r.~%-

;* nbsp;nbsp;nbsp;fh^-^ vlt;'f**w

4 gt;^ nbsp;nbsp;nbsp;^ .--'gt;i^ Wivv4igt;

vrf- 4 e4^ nbsp;nbsp;nbsp;/-*rlt;^

lt;,- rtjts- nbsp;nbsp;nbsp;*7 gt;*7nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;k*,^

4' *V^ %6-.r/i** %**^ nbsp;nbsp;nbsp;^Wiy

v#rt-4

Vin*- 4 nbsp;nbsp;nbsp;t / /*

wygiijiy nbsp;nbsp;nbsp;py C3if*f-^**w~

'^1- nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*-f*^]^-py-Gy *i\^'

lt;x-rAf- nbsp;nbsp;nbsp;.y -5*

nbsp;nbsp;nbsp;?* L-.-.^*|I^*V-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

4 nbsp;nbsp;nbsp;vs- quot;^V^ j*rtVir

gt;{w^ nbsp;nbsp;nbsp;c:'wg''y*4^ jr.'VSwlt;^ii*yy

4 af-^ Sltquot;' nbsp;nbsp;nbsp;-/nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*-\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;__,

* nbsp;nbsp;nbsp; ^*r j/4-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*^1t._.

/ vt'-pf-i ^^~' ______ r

------ .

lt;.4vlt;r 74 gt;rOK-f(^ v^.-v yt.^:^ nbsp;nbsp;nbsp;o^gt;y

Fig. 8. Haarlem. Examenvragenlijst.

-ocr page 102- -ocr page 103-

75

Welcke apo sternen, comen daer uut die quade colera deur die verbrantheyt.

Wat is herispilla.

Hoeveel apostemen woerden uut die melancholie gege-nerert.

Wat apostemen woerden gegenerert uut die onnatuerale melancholie.

Wat apostemen comen uut die verbrande melancholie. Wat (is) sephiris of slirosys.

Wat is cancer.

Wat is carbunculus.

Wat is antrox.

Wat is estiomenis.

Ongedateeid.

Wat is ulceratie.

In hoe wel spetien woerden die ulceratien genoemen. Wat is viruleuse ofte corrosive ulceratie.

Wat is een vuyl stincke ulceratie.

Wat is een holachtige ende diepe ulceratie.

Wat is een gheulcererde cancer.

Wat teykenen hebben wij an een quade gecomplexio-neerde ulceratie.

Wat is een ulceratie met gecorrumperde been.

Wat is een aderlicke ulceratie.

Wat is een wonde. nbsp;nbsp;nbsp;,

Welcke wonde sin dootlick ofte nyet.

Wat is een fractura ende hoemenigherley isser.

Wat is dislocatie en hoevelderhande isser.

Wat is contusie.

Wat ondersceyt is tusschen een ader en artery.

Hoe veel ader woerden daegelix gelaeten.

Wat is die hooft ader. Wat is die mediaen ader.

Wat is die lever ader.

Wat is die mediaan ader.

Wat is die brandt ader.

Deze en andere vraeghen sijn geproponeert den 17 September 1664 aen Pieter van Eyndhoven en bij hem soo be-antwoort, dat hij naedat het manuael bij het examen was vergeleken, door gratie tot meester en chirurgijn is aen-genomen.

-ocr page 104-

76

Leiden Te Leiden moet een groot aantal, grootendeels gedrukte, stukken met theses aanwezig zijn, maar in verband met denbsp;voorzorgen, genomen tegen het oorlogsgevaar, was het mij nietnbsp;mogelijk deze te bewerken.

In later tijd werden deze lijsten meestal gedrukt en konden hierdoor niet alleen aan den examinandus, doch ook aan allen,nbsp;die, volgens de geldende bepalingen, het examen moesten afnemen of bijwonen, van te voren worden toegezonden.

's-Graven- In Den Haag trof ik een groot aantal van deze gedrukte lijs-tioffe ten aan.

De Haagsche Gildebrief van 1701 maakt ook over deze theses een duidelijke bepaling, namelijk: ,,Het eerste en manuaal Examen wel uytgevoerd sijnde, sal den Candidatus tot het doennbsp;van sijn groote of proef Examen toegelaten werden, dog nietnbsp;eerder als na verloop van veertien dagen, in welke tijd hemnbsp;eenige vragen, opgesteld by den outsten van de Stads Doctorennbsp;met den Deecken in der tijd sullen ter hand gesteld werden,nbsp;om deselve te laten drucken, ende aan een yder van het Colle-gie soodra hem dat doenlijk sal sijn, een Exemplaar ter handnbsp;stellen, om op sijn groot Examen daar over geexamineerd tenbsp;werden, ende sal den Doctor ende Deecken voor hunne moeytenbsp;door den Candidatus werden betaald yeder dertig stuyversquot;.

Direct bij de oudste ontmoet men een aardige bijzonderheid. Deze theses werden namelijk voorgelegd aan Pierre Barr, eennbsp;Franschman, en daarvoor hadden de examinatoren de vragen innbsp;het Fransch zoowel als in het Hollandsch doen drukken. Denbsp;tekst kan men nagaan bij de hiernaast afgedrukte oorspronkelijke stukken.

Hoewel deze theses in 1707 zijn gedateerd had het examen van Pieter Barre in 1728 plaats. Het hoffelijke gebaar van denbsp;examinatoren tegenover den vreemdeling was hij echter nietnbsp;wel waard. Daar hij namelijk ook verlossingen deed en zeernbsp;ruw te werk ging, werd hij drie jaar later ontboden en hemnbsp;aanbevolen om het verloskundig examen af te leggen; ,,waernbsp;hy met een groote trotsheyt antwoorde, hy was al Chirurgynnbsp;eer die ampliatie (dat namelijk een chirurgijn ook een opleidingnbsp;als vroedmeester moest hebben en als zoodanig geexamineerd

-ocr page 105-

CHIRURGICALE VRAGEN

WELKE AEN

PIETER BARRE

Zullen werden voorgcfteltj om te beantwoorden in zyn

GROTE EXAMEN.

QUESTIONS CHIRURGICALES

Leftjuclles feront faites k

PIERRE BARR,

Pour y rtfpondre dans fon

GRAND EXAMEN,


Ar is een Seinbus, zyn oorfaak , begin , en hoe werd dte ondericheyden ?

Uefl'Ce qu'un nbsp;nbsp;nbsp;facaufe, fon origine , Sc comgt;

ment Ic di(Iingue-('on?


1 I.


I I.

I I I.

in wat deelen openbaart ligh die gemeenlyk ; wat voorfeg. ging kan men daat an maeken ; hoe die onderfcheydcn'lvknbsp;te behandelen;

Wat is een Casseer, en hoe veelerley opcnbacrt (ighdie.of met wat diftinftie, hoe te pallicren , en wanneer curabel, ennbsp;hoe Joor de Chirurgie?

I V.

Wat opmerkinge heeft een Chirurgyn tan noden van de wonden des Buiks i hoe die gedillingueert, behandelt en gc-nclcn. inlonderhcyd mett^uetlingc derpartyen inwendig;

V.

Wanneer zyn de wonden der Blaes curabel, hoe die te be- . handelen; welke zyn incurabel of doodelyk;

V I.

Wat is een FraBuur\ hoe ondcrfcheyd men diet haar voorafging , en hoe te genefen;

V I I.

Wat is een Breuiew, wat ondcrfcheyd , en hofc te behandelen i voornamentlyk die men toegellroptc-Brcuk noemt 1

Fig. 9. Examenvragen voor Pieter Barr. 's Gravenhage.

Dans quetle partie Cc naanifc(le-t'it ordinairement , quel ju* gcmcot lt;;n pcuc on porter, amp; quelles font les ditferenics ma-nires de Ie traicer?

III.

Qu'cft-ce qu'un Cancer; en comblen de manicres fc mani-fcflc-t'il, OU avec quellc diilintion i comment Ie faut-i( pa* lier, Sc quand Sc comment cft-il curable par la Chirurgie?

I V.

Qucllc attention un Chirurgien doit-ii avoir pour les playes du Vcotre; comment les faut-il diftinguer, traitcr fltgurir,nbsp;Sc en particulier quaod les parties incerieures font attaqudes f

V.

Quand les playes de laVcilie font-cllcscurables ; comment les trailer, amp; quand fonc-cllcs incurables ou mortelles.'

VI.

Qucft-cc quune Fraamp;ure\ comment ladiftinguc-t on jqucl jugement cn faut-il faire, Sc comment la gucrir i

VII.

Qucft-cc que hiernte ; quctic diflindEon cn faut-il faire ; comment les traitcr , Sc particulicrcmcnt celles quonnommenbsp;Memie avec ^cranglement ?

Fig. 10. Examenvragen voor Pieter Barr. 's Gravenhage.


-ocr page 106-

■ nbsp;nbsp;nbsp;' -^»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■« JS. r !nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* quot;ir ~ ' ' ' ' ^ ft - *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 'V^' I ' ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■It. 1

i-: -r ■• nbsp;nbsp;nbsp;-'■ ■ •, ■ ■-'... -.. ••,-.?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ••nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■

-.....,‘%'-.v' nbsp;nbsp;nbsp;.lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, gt;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'j'-.-'sv^

V'., ^ c. nbsp;nbsp;nbsp;'-'S ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-'''.•gt;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V

^*-» nbsp;nbsp;nbsp;ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i#*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ftj\j fc.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'.re

'V‘t-„’'S^’'- t-. itVï* ’lt;■ lt; V- *^vH. i

•* - v ■ ' ft - r ^-lt; nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* '.‘ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c ~nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' f

. nbsp;nbsp;nbsp;quot; V’-; ' , “ -“ -V'^•- *■' ’V ^'4

■',-, nbsp;nbsp;nbsp;,lt; ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■''nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..V'ï.S@i^^ïi^- «a

u«slt;i.i-rf-'' 'ftitJ ■_ '•-,■'^4. -.„ft •*gt; ^ nbsp;nbsp;nbsp;” -Ïnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ft»-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;%

*/ ' i


-' nbsp;nbsp;nbsp;'.....-I

■V'-’f nbsp;nbsp;nbsp;,-


'fttit?;';(.^-.v-Keïji--,-.“•.-ft’quot;, nbsp;nbsp;nbsp;♦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-ft-r^

%,■«:'., ft i, gt;' ■■ - ;■• i..- • ■■;' .ftv * ,;i nbsp;nbsp;nbsp;■* .;t.5-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;|

X-


. ft,' nbsp;nbsp;nbsp;TXv'jM.-*'sfV-ft.

‘vx.

■•' nbsp;nbsp;nbsp;ft.','nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft'-'ï*.'!5?'‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ -gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''

ft- -•»',■'■ nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-ft. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ *•

'ft nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' * -ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^^■4 -•'»,- ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•,1'- ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' J-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;' ••‘quot;I ‘-ft -i '

ft.-:;- nbsp;nbsp;nbsp;ft--:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ ^

' nbsp;nbsp;nbsp;•■ ft-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.? ft..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ï

' nbsp;nbsp;nbsp;. i,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- ft-' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:

,.*1 nbsp;nbsp;nbsp;••■'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■’•«■*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*“■• ** ■’JTV ♦* *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;i ’

* nbsp;nbsp;nbsp;^ft'’'~é«^--*»ft3.vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■S'f'.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' 'quot;Xs,''^-quot;^-^.' ?1

J»'*'’ - nbsp;nbsp;nbsp;-ft.—WKnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--■ **ftiafrfcj?w«giftiffi!S^.tg»ft^''**^ K^;K»cft«lt;ftWjr®ftquot;«cï^wlrr™'''’ï'»fttïl'

-ïj;--,.' nbsp;nbsp;nbsp;-quot;ft.„ft,ït,■;-■-/

,. . V ft^-:'•-■,■.--;■ nbsp;nbsp;nbsp;-. , -v- .J-/ - ;,--Sft'gt;:-

'**^ nbsp;nbsp;nbsp;*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;»ft_S^f^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fc**quot;

' nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.y ft ftï'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■gt;.gt;.^^-quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' i-ft '-’Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ K

ft. nbsp;nbsp;nbsp;■'-'*«♦■ ' i* *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft* .- ft -■* -'^■*'4.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-. 'K

''\tft--'ftft. - nbsp;nbsp;nbsp;quot; 1-'■,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'■-■ quot;/nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

■lt; V .'“ lt;- nbsp;nbsp;nbsp;'fti. ’ ■■quot;.ft'.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•'‘‘ ü

, nbsp;nbsp;nbsp;-J.^ ft ' quot;ft'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' “quot;ft ',.ft -Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.ft,?quot;*?-^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;H.^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f

ft -V nbsp;nbsp;nbsp;quot;ft'i ft’.s’*^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''-'fts-Jftgt;;»^:*«.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’■^'4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, »K.»,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' u-

. .' nbsp;nbsp;nbsp;• 'ft , ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- .'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft.i.'^'-'ft SftS - rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft .’•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ,Kquot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•

ft*ft.' nbsp;nbsp;nbsp;'',nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘lt;J\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■

- .te nbsp;nbsp;nbsp;ft '.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- •'■J'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I ftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

-ocr page 107-

77

zijn) in de werelt quam, en was niet gesint sig op onse ordre daer naer te gedraegen, als men wat te segge hat soo kondenbsp;men hem voor Burgos. Dagvaerdequot;.

Den 9 Juli gingen wy gesamentlyk naar het stathuys, ende vonden den Chirur; Barre al sitten. De gansche wet (het complete stel Burgemeesteren, Schout, Schepenen en Baljuw) wasnbsp;vergadert. Swenke vertoonde aen haer Ed.Agtbaerhede de ordonnantie gemaekt in den jare 1727 ende de ampliatie in dennbsp;jaere 1731 en Barre is int jaer 1728 Mr. gewordenquot;. Artikel XIInbsp;van deze Ampliatie hield het volgende in: ,,En sal een chirurgijn expresselijk over dit vak een derde examen chirurgicumnbsp;over de Embruilicie moeten ondergaan en daarin van het Collegium bestaande uit Stads Doctoren, Professor, Deken ennbsp;Hooftluyden van 't Gilde gevraagd worden twee uuren langh,nbsp;eerst over de natuurlijke en voornamentlijk over het tegennatuurlijke, het handelen van Instrumenten en de Operatiennbsp;daartoe staande en daarvoor betalen aan elk Drie Gulden ennbsp;aan de knegt van de Kamer een Daelder.

Een aanklacht, en nog niet eens de zwaarste tegen hem was, dat hij een pasgeboren kind opnam ,,ende inde caemer ter neernbsp;smeet seggende het kint is doot, ende in het opstaen op hetnbsp;kint syn arm trapte ende het brak, waer op het kint sig be-weegde, ende sy bevonde het te leven, hy de arm genesen hebbende moest 25 gl. voor het genesen hebben en 25 gl. voor hetnbsp;verlossen van de vrouwquot;. Barr werd binnen geroepen, ,,denbsp;heer baljuw van Boetselaer antwoorde hy was heer in den haaghnbsp;en naer die wetten moest hij sich gedraegen waar op hy vannbsp;(aan het) soeken van Chicanes, en dat het de proffr. Swenkenbsp;syn opstel voortquam. waer naer syn hoogh Edelh. hem vroegh,nbsp;of hy wel swygen konde anders soude hy het hem leeren, en datnbsp;hy maer te seggen hat of hy de Ars obstetricia wilde blyvenbsp;Exercere of niet soo jaa syn Examen te doen, soo neen synnbsp;bort aanstonts in te trekken, waer op hy antwoorde het nietnbsp;te sullen doen, waer op wy gesamentlyk versogt wierde alsmede den chirurg Barree een weynig buijten te staen, waernbsp;naer wy weder binnen geroepen wierden, soo seyde sijn Hoog.nbsp;Edelh. den heer vanden Boetselaer sig tot Barr kerende dat

-ocr page 108-

78

haer Ed. agtbaerheden met den anderen over die saek hadden gesproken, en dat sy hem ordonneerde de ars obstetricia nietnbsp;meer te Exerceeren nog par charite (gelyk hy geseydt Hadt)nbsp;nog om geit, ende dat hy syn bort sonde hebben in te trekken,nbsp;of dat haar Ed.agtbaerheden, daar anders ordre op stellennbsp;sonde, het geene wy bevonden hebben dat daegs daer naernbsp;ingetrokke was.

De Heeren maakten toen korte metten en lieten zich niet aan de praat honden. ,,den 25. Septemb. heeft confr. Barree syn Examen over de ars obstetricia gedaen ende is geexamineert vannbsp;de Heere Stadsdoctore Winthnyse ende proffr. Swenke, alsnbsp;wesende het meest de franse tael magtig over de anderhalf nnr,nbsp;maar wiert bevonden inde theorie slegt, maar inde practijknbsp;Eenigsints beeter, dog is, naer hy bnyten stont, met meerder-heyt van stemmen geconclndeert om een attest ten synen behoeve te verleenen, om admissie te versoeke. Present de heernbsp;Bnrg. te hove (Ten Hove) alle de heere stadsdoctore, deken ennbsp;hooftmannen. Ook zijn vronw, Marie Frangoise Dnval, was eennbsp;lastige dame. Zij had den 3 December 1728 hier examen af gelegd als verlosknndige en deed brutaalweg aderlatingen bijnbsp;zwangeren en barenden ,,buyten kennisse zelfsquot;.

Daarover door Swenke in Juni 1731 gekapitteld nam zij aen het selve niet te suilen weer doenquot;.

De overige Haagsche theses dateeren voornamelijk uit de 2e helft van de 18e eeuw. De hier gestelde vragen, ademen eennbsp;geheel anderen geest dan de Haarlemsche. De leer der humeuren is geheel van het tooneel verdwenen.

Uit de vragen alleen kunnen wij wel niet de geheele opvatting uit dezen tijd aflezen, maar wel zien wij hierin een verandering en waarschijnlijk ook een vrstrekkende uitbreiding van de kennis die van de candidaten werd geischt.

De 26 lijsten die ik vond vertoonen betrekkelijk veel gelijkenis en daarom zal ik U er slechts enkele uitlichten en U er den inhoud van memoreeren. Daar zijn dan bijvoorbeeld denbsp;theses voor Johannes van den Berg, die omstreeks 1760 examennbsp;deed.

-ocr page 109-

79

Chimrgicale viaagen om op het gioot examen beantwoord te worden, door den candidatus Johannes van den Berg.

1. nbsp;nbsp;nbsp;Wat zijn Wonden, hoe worden dezelve verdeeld, ten opzigtenbsp;van Deelen grootte, haar gevaar, ende hoe behandeld en genezen, inzonderheyd die van den Buyk?

2. nbsp;nbsp;nbsp;Wat is een Fractuur, wat zyn enkele en gecomponeerdenbsp;Fractuuren, hoe werden zy behandeld en geneezen, inzonderheyd die met dislocatie verzeld zyn?

3. nbsp;nbsp;nbsp;Wat zyn Abscessen, wat zyn de gevolgen en waar in gaannbsp;zy over, als zy niet geheelt kunnen worden?

4. nbsp;nbsp;nbsp;Wat is een Bubo, hoe onderscheyd men dezelve in haarnbsp;soorten en hoe moet elk na zyn aard gekend, behandeld ennbsp;geneezen worden?

5. nbsp;nbsp;nbsp;Wat is een Schirrhus, in wat deelen openbaard hy zig hetnbsp;meest, wat gevolgen zijn 'er van te wagten, welk zyn de oorzaken, welke zyn door de Kunst te genezen, en welke moetnbsp;men onaangetast laaten en alleen maar Pallieeren?

6. nbsp;nbsp;nbsp;Welke Symptomata moeten 'er zyn, als een Heelmeesternbsp;niet kan ontgaan een Amputatie te doen, van een been onder de knie, en welke, om die boven de knie te doen?

7. nbsp;nbsp;nbsp;Wat is een Hazemondt, hoe onderscheyd men dezelve, ennbsp;welke is door de operatie en op wat wyze te geneezen, zonder wegneeminge of met wegneeminge van uytsteekendenbsp;deelen van de kaak.

In de Acta Collegy Medicorum Hagae-Batavorum vinden wij interessante gegevens over de examens genotuleerd. Zoonbsp;kunnen wij daarin bijvoorbeeld nagaan hoe een examen verliep, waarvan wij elders de theses hebben gevonden. Wanneernbsp;wij bijvoorbeeld G. A. Cappel als voorbeeld nemen, dan lezennbsp;wij over hem:

1786. 26 April is den Candidaat G. A. Cappel, met Eenparig-heit van Stemmen, tot zijn groot Examen toegelaten, na alvorens met veel loff blijken van kundigheid, gegeven te hebben. Sijnde geexamineert door de Heer Huibers over de Bloedvaten,

-ocr page 110-

80

door de Heer van Laar over de Senuwen, door de heer Hofman over de structuur van de Maag en chylificatie, door de Heernbsp;Lhijer over het Scheleton absent de Heer Praesis van Hoeij ennbsp;Sandifort.

23 Augustus heeft met alle Loff den Candidaat G. A. Cappel sijn groot Examen gedaan, en is met Eenparigheit van Stemmennbsp;tot Mr. Chirurgijn verklaard sijnde geexamineerd door de Hee-ren Huibers, over de Resolveerende en Suppureerende middelen. Door de Heer van de Casteele over de opstopping vannbsp;water in de Blaas, door de Heer Damen over de Hydrocele,nbsp;door de Heer Hofman over de wonden. Den candidaat in beydenbsp;zijne Examina een voldoende bewijse zijner Kundigheidt gegeven hebbende is met allen Lof tot Mr. Chirurgijn verklaart.

Bij het doorlezen van al deze lijsten treffen wij soms belangrijke vragen aan. Aan Joseph Philip werd in 1772 bij zijn theses de volgende vraag voorgelegd; ,,II. Wat is een Angina?nbsp;Wat onderscheid is in deselve, en in welke keelontstekingnbsp;word de Operatio Bronchotomiae gedaan en hoe werd dezelvenbsp;verrigt?

Cornells Pieter Scholten moest in 1777 o.a. de volgende vraag beantwoorden: VIL Wat is een Nodus, Tophus, Caries Ossis,nbsp;Anchylosis? Wat onderscheid is er tusschen de zelven en hoenbsp;werd ieder in zijn soort Gekent en Geneezen?

En in het examen van Frederik Andres fn 1786 vindt men: 2. Wat moet er in een Wonde bevonden worden, zoo dezelvenbsp;by het opneemen eener schouwe zal mogen waarlyk doodelyknbsp;verklaart worden? en

4. Hoe kent men het Panaritium? Hoeveel zoorten zyn er van? Hoe word het kwaataartig? Hoe word het kwaat voorgekomen?

7. Welke is de reeden, dat, na de geneezing van de fractuur der knieschyve, dezelve zoo zelden aaneen kleeft en vereenigtnbsp;blyvt? Deze rij van vragen zou men nog zeer kunnen uitbreiden, maar ik meen U hiermee een overzicht gegeven te hebbennbsp;van de soort van vragen, die de Haagsche candidaten moestennbsp;beantwoorden in de 2e helft van de 18e eeuw, om tot het meesterschap toegelaten te worden.

In de Acta Collegy Medicorum Hagae Batavorum komt o.a.

-ocr page 111-

CHIRURGISCHE VRAAGEN

WELKE AAN DEN

CANDIDATUS CHIRURGIE

GERRIT ALBERT CAPPEL,

TER BEANTWOORDING GEGEEVEN ZYN,

OP ZYN GROOT

EXAMEN.

Ho

loe worde de uiterlyke Wonde gekent, behandelt en Ge neezen ?

I L

Hoe de Penttreerende Wonden?

I I I.

Wat is een Incarnatie, zyne oorzaaken, onderfcheidingen, voorfpelliogen uitkomflen en Geneezing ?

I V.

Wat middelen zyn 'er om de Opftoppig van het Water in de Blaas als Chirurgyn te remedieeren?

V.

In welke gevallen is de Trepaan noodig, en hoe word die geadminiftrecrt ?

V L

Wat is een Contufie? Wat zyn de gevolgen 'er van, en hoe moet dezelve na de Konft behandelt worden.^

VII. nbsp;nbsp;nbsp;/.

In welke gevallen moet een Chirureus zig bedienen van Re- ^'7 foheerende, Conftipeerende of Suppurerende Middelen?

V I I i.

Wat verftaat men door een Hydrocele, hoe behandeld men die, welke foort van Operatien koomt by dezelve te pas, hetnbsp;zy ter Vcrlignng of ter volkoome Geneezing?

1 X.

Wat is een Hernia, hoe werden deeze ondcrfcheide en gekent, in welke is een Palliative behandeling nootzaakelyk, en in welke word de Operatie onvermydelyk

X.

Wat is een Fiftula Ani, hoe kent men dezelve; hoe veele manieren zyn er niet ter Geneezing, welke is de gemakkelyk-fte en de befte?

Fig. 11. Examenvragen voor G. A. Cappel.

's Gravenhage.

-ocr page 112-

CHIRURGICALE VRAAGEN,

OM OP HET GROOT

EXAMEN

BEAKTWOORD TE WORDEN DOOR DEN CANDIDATUS

FREDERK WILHELM WEYMAR.

Wi.

at verftaat men door eene Inflammatie der uiterlyke deelen van het Menfchelyke Lighasra, hoe veel uytgangen heeft dezelve, en hoe werdnbsp;2y geneezen?

I I.

Hoe werden de Borst en Biiyk wonden van elksr.deren gekent, onder-fchyden, en elk in het byzonder genezen?

I I I.

Wat zyn Fracturen, welke zyn de moeyelyklte, en in welke werd de Amputatie onvermeidelyk geeifcht!

I V.

Hoe werd een Amputatie van een der Ledemaaten gedaan , welke ver-fchydentheeden en veranderingen hebben er plaats in het amputeeren der bovenite met die der onderfle Ledemaaten ?

V.

Wat zyn Herniae, waar kunnen deze al ontdaan , hoe onderlcheydt men dezelve, en hoe werden zy ieder in hun fcort behandelt?

V 1.

Wat is een Tumor Cyfticus, hoe werden zy gekent en behandelt?

V I I.

Wat is een Scirrhus, in welke deelen heeft dezelve het meed zyn Zetel, en welke behandeling eist dezelve met zyne gevolgen ?

VIII.

Hoe kend en herdelt men de Dislocatie van den Schouder ?

I X.

Welke Heelkundige Operatien komen er te pas by een ophouding der Urine in de Blaas by Mannen?

Fig. 12. Examenvragen voor Fr. W. Weymar, 's Gravenhage.

-ocr page 113-

81

nog voor een bespreking over het examen van Fr. W. Weimar waarvan ik U hierbij ook de theses afdruk.

22 Maart 1786, heeft Candidaat Fr. W. Weimar het groot Examen in presentie van den Weled.Agtb.Heer Burgmr. Van der Goes gedaan, alle Heeren Stads Doctoren, behalven den oudennbsp;Heer Praesis van Hoeij door Siekte absent sijnde, waren tegenwoordig, tot Examinatoren sijn gekozen de Heeren Professornbsp;Huiberts en de Heer Van Hoeij junior, den Chirurgijns Damennbsp;en Lhijer. De Heer Huibers heeft vraagt over de tumorennbsp;cistici, de Heer Van Hoeij over de Inflammatie, de Heer Damennbsp;over de Amputatie, de Heer Lhijer over de Ischurie. De candidaat heeft redelijk genoegen gegeven en is met Eenparigheitnbsp;van stemmen tot meester Chirurgijn verklaard.quot;

In d^n Haag vond ik tenslotte nog uitgebreide, geschreven lijsten, met eischen over de verbanden, die bij het verband-examen voorgelegd werden.

Als voorbeeld laat ik hier volgen de:

,,Lijst van verbanden, welke gerequireerd worden op het Verband-Examen van den Candidaat W. van Asselt.quot;

Aug. 1793.

Voor het Hoofd

1. nbsp;nbsp;nbsp;Het groote Hoofddeksel, Capitium magnum.

2. nbsp;nbsp;nbsp;De Mutz van Hippocrates, Fascia Hippocratis.

3. nbsp;nbsp;nbsp;De Zonne-hoed, Fascia Capitalis of La Capaline.

4. nbsp;nbsp;nbsp;Het Zongelyke verband, Frascia Solaris.

5. nbsp;nbsp;nbsp;Het schuitvormige verband, Kaptia, eerste manier.

6. nbsp;nbsp;nbsp;Het vereenigend verband voor de wond in de lengte.

Voor de Oogen

7. nbsp;nbsp;nbsp;Het noogig verband. Monoculus.

8. nbsp;nbsp;nbsp;Het dubbeld oogverband. Oculus duplex.

9. nbsp;nbsp;nbsp;Het windzel voor de traanpijpzweer. Fascia pro Fistulanbsp;Lachrymalis.

Voor de Neus

10. nbsp;nbsp;nbsp;Het Sperwerverband. Accipiter.

11. nbsp;nbsp;nbsp;De vasthoudende Neusband, Fascia Continens Nasalis.

-ocr page 114-

82

Voor de Lippen

12. nbsp;nbsp;nbsp;De slingerband voor een Hazemond, Funda pro Labionbsp;Leporino.

13. nbsp;nbsp;nbsp;De vereenigende band voor de Hazemond, Fascia Senestra-ta pro Labio Leporino.

Voor de Onderkaak

14. nbsp;nbsp;nbsp;De enkele muilband, Capistrum Simplex.

15. nbsp;nbsp;nbsp;De dubbelde muilband, Capistrium duplex.

Tot den Hals

16. nbsp;nbsp;nbsp;Het Hoofd regthoudend verband. Fascia Caput Sulciens.

17. nbsp;nbsp;nbsp;Het verband voor de Aderlating aan den Hals, Fasciationbsp;Colli.

Tot de Borst

18. nbsp;nbsp;nbsp;Het Kringswyze Borstwindzel, Fascia circularis pectoris.nbsp;Tot den Buik

19. nbsp;nbsp;nbsp;Het dubbeld Lieszverband, Fascia Inguinalis duplex.

Tot de bovenste Ledematen

20. nbsp;nbsp;nbsp;Het Sterverband. Stella.

21. nbsp;nbsp;nbsp;Het Staartsterverband. Cometa.

22. nbsp;nbsp;nbsp;Het Koorn-air verband. Spica Simplex.

23. nbsp;nbsp;nbsp;Het dubbeld Koorn-air verband. Spica Duplex.

24. nbsp;nbsp;nbsp;Het verband voor de Fractuur van 't sleutelbeen.

25. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; den opper-arm.

26. nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den onder-arm.

27. nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, de amputatie van den arm.

Tot de onderste Ledematen

28. nbsp;nbsp;nbsp;De spica voor de Deij.

29. nbsp;nbsp;nbsp;Verband voor de Fractuur van de patella.

30. nbsp;nbsp;nbsp;Het expulzive Ligatuur.

31. nbsp;nbsp;nbsp;Hetnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verband voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fractuurnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van de Tendo van Achilles.

32. nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, ,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, ,, Deij.

33. nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, ,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, het Scheen- en Kuitbeen.

34. nbsp;nbsp;nbsp;Het Boekligatuur.

-ocr page 115- -ocr page 116-

VOOIGESTBLD AAN

IZAAC UDING*

OM TE BEANTWOORDEN AAN

PRESES. ASSESSOREN. DEKEN^

E N

PROEFMEESTEREN

VAN B B T

COLLEGIUM CHIRURGICUM

BINNEN LEYDEN.

Op Zaturdai den ii. Mey 179J. V Nantddags ten dne Utirett.

elke Ontleed - cn Heelkundige kennis heeft men noodig by ver-woodiogeD van bec Bekkeneel ?

I r. .

^e!ke Ontleed - of Heelkundige kennis heeft men noodig by de Ver* duyftcfing van het Tweede onzer Oogvogten ?

MI.

Wat moet een Heelraeeftcr oytde Ontleedkunde weeteogt;

I V.

Wat keDoilTe moet hy van de Genees - Middelen hebben ?

Wat b de Prolapfus Ani?

V r.

Wat en hoedanig eene Kunst* Bewerking u de Paraceoihelis, en op welke plaatzen en io welke gevallen word die werkftcllig gemaakt^nbsp;V M.

Welke toevallen kunnen op eene Aderlating volgen, cn op welke eenc wyze kunnen dezelve plaats hebbende, geoeezen wordennbsp;VIM.

Welke ongemakken koomen aan de Traanweegen, en hoe wordende* zelve geneezeo ?

1 X.

Wat b eene Phlegmone ; welke zyn derzelver oorzaakcji, teekenen, en Geneezing f

X,

Waar meedeen hoedanig zal de Heelmeefter rragten de beginnende en volkoomen Verfterving te weeren?

Welke zyn de Ziektens die in en omtrent de Articulatie van de Knie kunnen voonkoomen ?

X I 1.

Hoe worden dezelve ondcrfcbeideo en geoeezen?

Fig. 13. Examenvragen voor I. Uding, Leiden.

T H E S E S.

t TY7**f 't i* Mcnfchcn Ligchaao te fiamgcfteld, hoe VV gcftblcd dc Voeding cn Onderhouding van bet zelve?

a Wat is de C/rur^ie^ boe word dezelve verdeeld, cn Iwe veel zyn de Hoofdgebreken ?

3 nbsp;nbsp;nbsp;Op hoe veelcrlcije wyze kan hetCramum gekwetst worden,nbsp;cn boe moet een lufuur^ ter genezing behandeld worden?

4 nbsp;nbsp;nbsp;Hoe moet een doorgaande Borstwonde, met uitftordog vannbsp;bloed in dezelve behandeld worden?

5 nbsp;nbsp;nbsp;Hoe veele foorten van Hechtingen zyn er, cn hoe gcfchiednbsp;de Darmbechting?

6 nbsp;nbsp;nbsp;Welke wonden zyn nbfolut doodclyk, en welken kunnen bynbsp;toeval doodclyk worden ?

7 nbsp;nbsp;nbsp;Wat u een Phlegmone i cn op hoe veclfleye wyze kan dienbsp;eindigen?

8 nbsp;nbsp;nbsp;Op welk eene wys word de Refolutie, beat bevorderd?

9 nbsp;nbsp;nbsp;Hoe moet een lfut^ met htrac randen ter genezinge ge*nbsp;bragt worden ?

10 nbsp;nbsp;nbsp;Het Periofimm, aanmcrkclyk gekneust tynde, welke toevallen kunnen hier op volgen, cn boe neemt men dic weg?

11 nbsp;nbsp;nbsp;Waarom zyn de gdchotcnc wonden meer aan toevallen onderhevig dan de gehouwenen of gcfacdcnca, cn hoe geneestnbsp;men de eerfte ?

la Wat b cen Herma^ hoe worden ze ondcrfchelden, cn waar uit word den Breukzak gevormd V

IJ Wat is de TVarw, cn hoe word die verricht?

14 nbsp;nbsp;nbsp;Welk jyn de gewisfe teekenen, dat een Breuk verilmpt b.nbsp;en hoe behandeld men een verflropte Breuk?

15 nbsp;nbsp;nbsp;In welke gevallen, komt de aUxtting van een verilorvennbsp;Lidtcpaif

16 nbsp;nbsp;nbsp;Hoe vcele'gndco neemt men in eene gebraodbeid waar, ennbsp;hoe geneest men die van de derde graad?

17 nbsp;nbsp;nbsp;Hoe moet een Meoschj voor dood uit het Water gebaald

zynden, wedoom te regt g^ragt worden? nbsp;nbsp;nbsp;^

Door Wa DONKERSLOOT,alastlt;rtfMr^ voorgefteld.ttndcnCjiff^^^/inde Chimrgknbsp;JAN VAN N$,

Rotterdam

den 3 December

MDCCLXXXXIU.

Fig. 14. Examenvragen voor J. van Nes, Rotterdam.


-ocr page 117-

83

35. nbsp;nbsp;nbsp;Het verband voor de Fractuur van het Scheen- en Kuitbeen,nbsp;in eene schuinsche ligging, volgens Pott.

36. nbsp;nbsp;nbsp;Het veelhoofdig verband voor de Fractuur van den Deijnbsp;volgens denzelven.

37. nbsp;nbsp;nbsp;Voorts onderscheide soorten avieken, bourdonnetten, com-pressen en spalken.

Afgegeven den Aug. 1793.

W. Leurs,

Scriba Coll. Chir.

Ook in andere steden zijn nog theses te vinden. Waar het mij ieiden niet gelukte de lijsten uit de 2e helft der 17e eeuw uit Leidennbsp;te bewerken, kan ik U toch wel een voorbeeld geven van denbsp;vragen, die ongeveer een eeuw later aldaar gesteld werden.nbsp;Het betreft hier de theses van Isaac Uding, die U hiernaastnbsp;vindt afgedrukt.

'^quot;erdam Voor Rotterdam was bepaald, dat er steeds 17 vragen gesteld moesten worden. Ik vond in Rotterdam nog drie gedruktenbsp;lijsten. De meest uitvoerige betreffende een examen af genomennbsp;door Wm. Donkersloot aan Jan van Nes, druk ik U hiernaast af.

De andere nog overgebleven lijsten betreffen de examens van Pierre Galup af genomen door Cornelis Imschoor, 11 Augustus 1789, en van

Jacobus Rembertus Hoykaes afgenomen door Abraham Schoonen in 1791.

-ocr page 118-

HOOFDSTUK IV.

DE EXAMENVERSLAGEN EN -BOEKEN.

Buiten het kader van de Keuren en Ordonnantin en de gegevens over de examens in de resolutie- en rekeningenboeken der Gilden vallen enkele Examina Chirurgica, die zeer uitgebreid zijn en waarschijnlijk eensdeels op te vatten zijn alsnbsp;verslagen van een gehouden examen en andersdeels als eennbsp;leidraad of ook wel een leerboekje voor het examen. Dezenbsp;examina zijn gesteld in vraag en antwoord. Er zijn er verscheidene bewaard gebleven.

Hierna verschenen er ook leerboeken, die meestal als titel droegen Examen der Chirurgiequot; of ,,Heelkonstig Examenquot;.

Het ligt niet in mijn bedoeling U een critische vergelijking van deze boekjes te geven, daar ik mij dan al te zeer zounbsp;moeten begeven op het terrein van de ontwikkeling der anatomische denkbeelden in de 17e en 18e eeuw, iets wat de opzetnbsp;van dit overzicht verre te buiten gaat.

Ik heb allereerst het oog op drie examens en wel:

1 e. Examen Chirurgicum te Rotterdam de Anno MDLXXXXV

2e. Proeve van de Chirurgie te Amsterdam Anno 1597.

3e. Examen Chirurgicum te Gorcum in 1636.

Rotterdam No. 1 begint met een bespreking van de Phlebotomia, waarbij de candidaat, naar Galenus, moet antwoorden, dat de phlebotomia een ,,universale evacuatie der humoren, een evacuatie van alle bloedachtige siecktenquot; is, en er volgt dan een overzichtnbsp;van de 33 aderen, die voor de verschillende kwalen gelatennbsp;moeten worden. Dit werd als fundamenteele kennis voor hetnbsp;examen beschouwd.

Nu komt de hoofdschotel en wel de anatomie, met de opmerking, dat alle oude authoren, als Galenus, Avicenna, Guido enz. ,,alle eendrachtelicken getuigen hoe hoech nodich, dat dennbsp;chirurgijn kennisse beboert te hebben van het subjectum ofte

-ocr page 119-

85

menschelicken lichgaem daer in sij sijn werckendequot;. Bij het nagaan van de vragen en de daarop gegeven antwoorden bemerken wij wel, dat dit geheele examen nog onder den invloednbsp;staat van de gedachtengang van Galenus en herhaaldelijk wordtnbsp;er dan ook naar hem verwezen. Na dit zeer uitgebreide hoofdstuk komt de eigenlijke ,,Chirurgia aan de beurt ,,een const dienbsp;daer principalicken door des handt hulpe der menschen sieck-ten ende gebrecken cureert ende geneestquot;.

Er volgt dan een bespreking van de tumoren, waarbij de menging der humeuren een groote rol speelt, de Vulnera, de Ul-cera, de Fracturen en de Luxationes met de erbij beboerende therapie, besloten door een hoofdstuk over medicamenten,nbsp;kortom het is te beschouwen als een leerboekje en is misschiennbsp;wel een van de voorloopers van de bekende werkjes vannbsp;Herls en Verbrugge enz. Het wordt niet aan een bepaald per-^^sterdam soon toegeschreven, evenmin als het volgend examen van Amsterdam A 1597, dat opgeteekend werd in het Willekeurennbsp;Boekquot; en als een toevoeging op een der ,,Brieven van dennbsp;Gilde der Chirurgijns is te beschouwen. Dit stuk is geheel innbsp;vragenden vorm gesteld en dient dus als examenvoorbeeld ennbsp;niet als leerboekje.

In 155 vragen wordt de geheele stof behandeld en de indee-ling wijkt in belangrijke mate af van de gebruikelijke. Er wordt namelijk niet in de allereerste plaats de aandacht besteed aan de Anatomie, maar de vragen zijn verdeeld over denbsp;volgende hoofdstukken:

I. Physiologice.

II. Pathologia.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Therapeutice.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Prognostice.

V. Exercitatio Universalis Doctrinae.

Uit al deze vragen werden er enkele gekozen en van te voren ,,op een kaart op de kamer van de Gildequot; opgehangen en zoodoende kreeg de candidaat nog even den tijd om zich op dienbsp;vragen in het bijzonder nog eens voor te bereiden.

Er werd dienaangaande bepaald: Degene, die voortaan in de Chirurgie proef begeeren te doen, sullen gehouden zijn alle de

-ocr page 120-

86

vragen tot de selve konst behoorende (dus al deze 155 vragen), dog voornamentlijk diegene, die ten dien eynde in een taafelnbsp;op de kamer van de Gilde sullen gehangen werden, en uytge-tekent, tot redelijke genoegen van de Proefmeester te beantwoordenquot;.

Bij het nagaan van de vragen van het eerste hoofdstuk zien we dat deze verdeeld zijn over 4 deelen.

Het eerste deel behandelt de eigenlijke anatomie en er wordt naast de ,,geschapenheitquot; van de deelen ook gesproken overnbsp;de gematigtheitquot; dezer deelen.

Daarop volgen vragen als: 21. Van hoedaniger gematigtheit en aart is het bloed; de slymerige vogtigheit der swarte en denbsp;geele galle?quot;, waaruit, zooals ook niet anders te verwachtennbsp;was, de leer der humeuren om den hoek komt kijken. En dannbsp;bespreekt men de Signa Salubria in de vraag; ,,30. Wat teyke-nen hebt gy om de gematigheden van 't een of 't ander lichaamnbsp;te onderscheyden, of het gematigt, oft te hetere, coudere, vog-tere, droogere, tekenende zy?quot;

Bij het hoofdstuk over de Pathologie begint men met te vragen ,,wat de ongezondheid is, en hoe menigerhandequot; zij is, en wederom draait het om de leer der humeuren bij de vraag: ,,47.nbsp;Door wat oorsaken veranderen de hoedanighede of de gema-tigtheyt van de vogtighedenquot;. En bij de behandeling van denbsp;Therapie wordt den Candidaat duidelijk gevraagd naar het hoenbsp;en waarom van zijn verschillende maatregelen in de volgendenbsp;vragen:

,,54. Tot wat eynde wordt den Chirurgyn gebruykt?

En waartoe strekken hem alle zijn werkingen?quot;

,,56. Hoeveel wegen zyn er omme te verstaan wat middelen by de hand genomen moeten worden, om ten voorge-nome eynde te komen?quot;

63. Wat staat den Chirurgijn te doen, als vele verscheyden, of de eene tegen de andere strydende aanwysinge, tenbsp;gelyk gedaan werden? Welke van dien sal hy het gelyknbsp;pogen te voldoen, welke de eene na de andere, welkenbsp;meer of minder ofte ook in 't geheel niet?quot;

-ocr page 121-

87

Na de prognose komen de ingrepen aan de beurt, de aderlating allereerst. En dan moet de candidaat weten te vertellen, welke de middelen zijn ,,die 't geene dat overtollig is verteren,nbsp;ofte als wegbrandende Catheretica en Exarotica genaamt?quot; Ofnbsp;de ,,pijnstillende, Anodina geheten en verdovende 't gevoelennbsp;Narcotica?quot; en de verdunnende en de verdwynende, ofte Atte-nuantia, en Discutientia?quot;, de vermurwende, of Mollentia?quot;, denbsp;rypmakende, maturantia?, de ,,afvagende, suyverende, of De-tergentia?, de bloetstempende, of Isoaema?, de heelende, ofte Glutinantia?, de ,,sluytende of Epulotica?quot; en de ,,Sarcotica?quot;

Daarbij werd dan ook de pharmaceutische kennis op den proef gesteld, want vraag 94 luidt: ,,In hoe veelerleye formennbsp;maakt de Chirurgyn de medicynen die hy gebruyckt? en ditnbsp;hoofdstuk besloten met de vraag naar de instrumenten, die zoonbsp;in het algemeen gebruikt worden. In het Ve hoofdstuk vindennbsp;wij de eigenlijke Chirurgie, de gezwellen, de wonden, de ulcera,nbsp;de fracturen en de luxaties. De ,,swerenquot; bijvoorbeeld moestennbsp;zeer nauwkeurig omschreven worden ,,met of sonder toewel-linge van vogtigheden, of swollen der omleggende stede? Metnbsp;weelderig, of ook vuyl vleysch? met harde kanten? met ver-durve gebeente?quot; En het blijkt nu dat ook de ,,Cancerquot; ondernbsp;dit hoofdstuk wordt gevat.

De candidaat moest de geheele fracturenleer onder de knie hebben, want nadat hij heeft moeten vertellen hoe veel 'soortennbsp;breuken er zijn, welke oorzaak en welke prognose men gewoonnbsp;is aan te nemen, moet hij de volgende vragen beantwoorden:

,,145. Hoe wert het gebroke gebeente weder 't zamen ge-bragt?

146. nbsp;nbsp;nbsp;Hoe wert het 't zamen gehouden?

147. nbsp;nbsp;nbsp;Wat heeft de Chirurgyn te doen dat de breuk voortsnbsp;begroeyen, 't sy dat een wonde daar by is, of niet?

148. nbsp;nbsp;nbsp;Hoe handelt men met de beenbreuken, die kwalyk gesetnbsp;en begroeyt zyn geweest?

149. nbsp;nbsp;nbsp;Hoe sal men voor mogen koomen of helpen, de toe-valle, jeukte, rauwigheyt of excoriatie en de verdor-ringe der deelen, Atrophie geheten?

-ocr page 122-

88

150. In hoedanige hooftbreuke is 't van noden de panne te openen? Hoe, ende wanneer doet men deselve openingenbsp;met het saagboor, Trepane geheten of anders.quot;

Met enkele vragen over de luxaties wordt dan dit uitgebreide en naar ik meen nog nergens beschreven examen besloten.

Gorcum De gegevens over het examen chirurgicum te Gorcum in 1636 ontleen ik aan Van Andel:

Dit Examen chirurgicumquot; komt voor in het Gildeboek, waarin het aannemen van teerknechts, de afgenomen examens en de met het gilde gesloten contracten werden aangeteekend innbsp;het jaar 1636. De wijze waarop het examen werd afgenomen,nbsp;wordt omschreven in de Comparitin, Welke Gehouden moeten werden Bij het doen van Een Examenquot;, tezamen acht in getal. Deze punten kwamen vrijwel overeen met de toentertijdnbsp;algemeen gebruikelijke, n.1.:

Ie. Het aangeven van de Proeff.

2e. Het vertonnen van den Leerbrieff.

3e. Het vaststellen van den dag voor de aderlatingen.

4e. Het doen der aderlatingen.

5e. Het examen over de toevallen op een aderlatinge.

6e. Het vaststellen van een dag voor het leggen der verbanden.

7e. Het ,,doenquot; der verbanden.

8e. Het publiek examen, handelende over anatomie en chirurgie.

Bij de 5e comparitie werd er over het doel der aderlating het volgende besproken; ,,Vraag; Om hoeveel oorsaecken geschieden die aderlatingen? Antwoord: De Phlebotomia geschiedt omnbsp;ses principale oorsaecken.

Ten eersten om te evacueeren van eenige passin ofte van wegen eenige inflammatie, gelijck in vollyvige lude.

Ten tweede om te diverteeren, ofte vertrecken, gelyck alsser eenig overvloedig bloeden is uit het slincker neusgadt, dat mennbsp;dan aen de regtersyde den ader openen moet.

Ten derden om te attrahegren, gelyck als men der vrouwen maentstonden trecken wil, so opent men die saphena.

-ocr page 123-

89

Ten vierden om te altereeren, gelyck als men in eenige scherper kortsen bloet laet, om het heete, siedende bloet uyt te laeten en recht te vercoelen.

Ten vijfden om te preserveeren, als in de voorsomer ofte September gelaeten tegen toecomende accidenten.

Ten sesden om te verlichten.

Vraag; In welcke wordt die Flebotomia verboden? Antwoord: In alle dingen, die de cracht verbreucken, gelyck in den loopnbsp;des buycks, ende in alle purgatie, in te veel sweetens, in datnbsp;colicompas, in de cramp, in bevinge des herten ,in langdurigenbsp;sieckten, in benautheyt, in sorchvoldicheyt, in waeckinge, innbsp;groote aerbeyt ende diergelycke.quot;

Bij een hierop volgende bespreking over het verschil tus-schen een ader en een arterie wordt het antwoord als volgt geformuleerd:

Antwoord: ,,De ader is een vadt des voedenden bloets ende een arterie des geestelycken bloets, een ader heeft haeren oor-spronck van de lever, een arterie van der herten. Haer officienbsp;is, dat die aderen het Lichaem syn voedsel geven, die arterin,nbsp;dat sy het lichaem die levende geesten ende natuerlycke hittenbsp;geven.

Het blijkt, dat de nieuwe theorin over den bloedsomloop bij het vaststellen der vragen onder de Gorcumsche chirurgijnsnbsp;nog geen meerderheid hadden gevonden; het onderscheid tus-schen de aderen, hun oorsprong nemende in de lever en dienende tot kanaal van het voedende bloed, waartegenover denbsp;arterie, uit het hart ontspringende het lichaam spiritus en warmte toevoert is nog zuiver Galenisch. Het zou echter nog welnbsp;eenigen tijd duren, voordat de ontdekking van Harvey doornbsp;de dei minores der geneeskundige wetenschap werd aanvaard;nbsp;in den tijd, waarin deze examenvragen werden opgesteld, verhieven zich nog maar enkele stemmen ten voordeele van dezenbsp;geniale ontdekking en geen wonder, want voor 1637, het jaar,nbsp;waarin Descartes en Johan van Beverwijck openlijk verklaarden deze circulatieleer aan te hangen, had nog niemand zichnbsp;openlijk er vr verklaard. Integendeel, nog velen, onder wienbsp;twee Leidsche hoogleeraren, Otto Heurnius en Adrianus van

-ocr page 124-

90

Valkenburg waren gekant tegen de nieuwe theorie. Zelfs twaalf jaar later, toen H e r 1 s zijn Examen der Chirurgie publiceerde,nbsp;beschrijft hij de functin van aderen en slagaderen nog ongeveer op dezelfde manier, n.1.;

,,Een ader heeft het voedende bloet in haer, dat grof en dick is, ende een arterie heeft seer subtyl en geestelick bloedt endenbsp;voert den levenden geest tot andere partyen .... Sy (de arterin) voeren wermte van 't herte tot alle deelen des Lighaems:nbsp;sy behouden ende distribueeren het geestelycke bloet overal:nbsp;sy syn ghelyck de blaesbalchen om door de continuele beroe-ringe de aangeboren wermte aen te blasen ende van heete dampen te suyveren.quot;

In het Rotterdamsche Examen (1595) wordt dit vrijwel op dezelfde wijze omschreven, toen Harvey zijn ontdekking nog niet gedaan had.

Ten opzichte van de 7e Comparitie is er opgeteekend: Nae dat het aderlaeten gedaen en goetgevonden is, sullen hem denbsp;dekenen, als haer belieft by eenige patinten brengen en hetnbsp;verbant laten doen en over de accidenten hooren spreken, omnbsp;te hooren off hy de practycke verstaat.quot;

Hierop volgt dan in vraag en antwoord een overzicht over de anatomie. Het treft ons dat wij in eens na de besprekingnbsp;der osteologie waarover verscheidene vragen worden gesteldnbsp;de volgende vraag vinden;

,,Hoeveel geestelycke leden synder ende waer hebben sy haere plaetsen?quot;, waarop het antwoord luidt: Daer syndernbsp;seven te weten: Het herte ende heeft syne plaetse boven hetnbsp;diaphragma in den Thorax meer nae die slincke als naer dienbsp;rechte syde ende is met die Longe omvangen.

Die hersenen hebben haer plaetse int opperste des hoofts onder het cranion.

Die lever heeft haer plaats beneden het diaphragma leggende inde rechte zijde op die maege.

Die galle heeft haere plaetse onder die hollicheyt der lever. Die milte heeft haer plaetse beneden het diaphragma indenbsp;slincke syde ende is hangende bey de mage.

-ocr page 125-

91

Die nieren hebben haere plaetse beneden die lever van binnen tegen die lendenen.

Van een gedetailleerde beschrijving van eenig orgaan is geen sprake en vooral de inwendige organen worden op een zeernbsp;oppervlakkige manier met een paar woorden afgehandeld.

Ook de gegevens die het hierop volgende chirurgisch examen omvat, kunnen maar matige voldoening geven. Hetnbsp;eenige onderwerp, dat eenigszins uitvoeriger is behandeld, isnbsp;de aetiologie en de behandeling der apostemata. Er wordt hiernbsp;een onderscheiding gemaakt in vier soorten, al naarmate zijnbsp;van een der vier humores afkomstig zijn. Ook de behandelingnbsp;wordt nu vrij uitvoerig vermeld.

Wij zien dus nu, dat dit examen wel aanmerkelijk minder zwaar is dan dat van Amsterdam van een 40 jaar vroeger, janbsp;zelfs van het examen in Amsterdam in 1552, dat ik in hetnbsp;eerste Hoofdstuk vermeldde. Er werd hier (in Gorcum) geennbsp;amputatie vereischt, noch het behandelen van een beenbreuknbsp;of een trepanatie.

Ook over de geneesmiddelen wordt met geen enkel woord gesproken.

De belangrijkheid van de plaats kwam dus wel in vrij groote mate overeen met de zwaarte van het examen.

Wij zien hier echter ook uit, dat wij de exameneischen van de groote steden niet als maatstaf mogen nemen voor de kennis van de chirurgijns in heel ons land.

De kosten voor het examen waren echter hier wel hoog, zoo .zelfs, dat Petrus Baardt in 1645 tot het gilde het verwijt richtnbsp;,,dat se hare schatkisten en Gildtresoren, hare bijeencomstennbsp;en Banquetten, Slempen en Vergaderingen niet uyt vereringennbsp;van eerlijcke Luyden, niet uyt redelycke Gildconsequesten genieten, maar uyt de afpersingen van de arme ende soberenbsp;Proevelingen, die dickwijls eer halff den Proef is aengestelt,nbsp;meer aen den Disch van dese Bals-Priesteren hebben opgedragen, als niet alleen sij selfs, jae meer als Vader en Moeder,nbsp;Suster en Broeder met alle de Vrienden connen uytreyckenquot;.

*

-ocr page 126-

92

Leerboekjes, waaruit de proevelingen hun theoretische kennis putten, bestaan er vrij veel.

Zeer vaak dragen deze boekjes de titel ,,Examen der Chirurgie of Heelkonstig Examenquot;.

Men zou deze kunnen verdeelen in drie groepen en wel:

Ie. Boekjes, die in vraag en antwoord precies den gang van een examen weergeven.

2e. Boekjes, waarbij aan een algemeen onderwerp een Examen der Chirurgiequot; is toegevoegd.

3e. Boekjes, die (meestal in vraag en antwoord) de geheele stof behandelen.

Als voorbeeld van de eerste groep zou ik aan kunnen halen een boekje, dat in 1632 verschijnt, namelijk het Nederlantschenbsp;Examen ofte Proeve der Chirurgijns ende Barbieren, Somen dienbsp;gewoon is te observeeren, int Examineeren ende Probeeren vannbsp;Chirurgijns ende Barbieren, Beschreven door B. I. Rhijnenburgh,nbsp;Chirurgus ende Geometricus, by den E. Hove van Hollantnbsp;gheadmitteert.

In zijn opdracht aan ,,mijne E. Heeren den Baliou, Burgemees-teren ende Vroetschap der Stede Gouda, waar hij toen blijkbaar woonde, beschrijft hij, dat het noodig is om de jonge chirurgijns een leidraad te geven bij hun studie. De vragen, die hij hier beschrijft komen overeen met het examen, dat hij zelfnbsp;in 1607 in Alkmaar af heeft moeten leggen. Hij vindt, dat denbsp;proef de eenige behoorlijke waarborg geeft, dat het groote publiek niet bedrogen wordt door iemand, die zich zoo maar voor^nbsp;chirurgijn uitgeeft. ,,Jae, dat voor eenen swijnen cot, met oor-love geseyt Beckens uythingen, wie soude niet meenen daernbsp;woont een meester waer aen selment beter moghen weten alsnbsp;aen Proeve ende Exame.

Het boekje beschrijft dan op aardige wijze, en zoo, dat wij ons het tooneeltje haast wel voor kunnen stellen, het begin vannbsp;het examen.

,,De Proefmeester par admisse vanden Deecken ende Raet, seyt tot den ghenen die sijn Proef doen wil en ghe-examineertnbsp;te werden

-ocr page 127-

93

Versouckt

Ghy N.N. Dewijle ghy ons nu alhier hebt ghevordert ende U presenteert te worden gheproeft ende gheexamineert, ende tenbsp;beantwoorden alsulcke Intarogatien, als den noot enden ge-legentheyt eysschen ende verdraghen sal.

Zijt ghy N.N. dan tot het selve bereyt, gesint ende begeert sulcx van herten.

De Proefdoender antwoort met reverentie: Jae.

Daertoe dat Godt Almachtich onse hulpe sy, so wei in dese onse Examen ende Proeve, als int ghebruyck ende uytvoeren,nbsp;U en onses hantwercx.

Vrage:

Ghy N.N. Waeromme ist den Chirurgijn nodich te werden geproeft ende ghe-examineert.

Antwoord.

In desen Ampte noodigh boven alle andere Ampten, want desselven subjects geen geringe materie, maer des E. mensche-lycken lichaems gesontheyts ende levens betreffende, om alsonbsp;te ondersoecken oft zijn saecke oock op fondament stae endenbsp;niet so Guido ende andere segghen, die als een blinde nae hetnbsp;Ey slaet.

In het zesde hoofdstuk wordt de phlebotomie uitvoerig besproken, haar doel, haar toepassing, de contra-indicaties en de plaats.

Vrage:

,,Wat aderen is men ghewoonlijck te laten ofte te openen.

Antwoord.

De hooftader op de hant,

De mediane in den rechter arm,

De lever ader in deselve zijde,

De miltader in de slincker zijde,

De ader onder de tonge en in de lippe,

De ader des voorhoofts.

-ocr page 128-

94

De Saphena aen den voet oft ancle,

De brant-ader op den grooten teen.

Ende andere na den noot des incovenients uytwijsende is, ende door ervarentheyt bekent wort, waer tot en de waermennbsp;de selve laten sal.

Vrage.

Werden geen arterin gheopent?

Antwoord:

De Artheriothomie oft arterie latinghe geschiet met voorsich-tichheyt in den uytersten noot, in langhe en overgroote pyne des hoofts ende sommighe andere ghebreecken als flerezijn dernbsp;handen ende voeten enz.

Met den raad ,,Beraet voor daetquot; wordt dit boekje besloten.

Als voorbeeld van de tweede groep noemen wij de Phai-macia Galenica en Chymicaquot;, hoofdzakelijk voor de apothekers bestemd, waar wij een appendix aantreffen onder den naamnbsp;,,Kort Examen der Chirurgiequot;. Er is van dit boekje geen schrijver bekend. Zeer uitvoerig wordt hierin het stellen van een indicatie voor de therapie behandeld.

Voor iederen leeftijd, elk geslacht, elk deel van het jaar en elke ,,complexie behoort men eigenlijk weer op andere wijzenbsp;bij n en dezelfde ziekte, de therapie in te stellen. De instrumenten worden hier verdeeld in noodzakelijke en bijzondere.nbsp;De noodzakelijke zijn ,,scheerkens, pincetten, scheermes, eprou-vetten, lancetten of vliemen ende naelden, de bijzondere ,,Tre-pane, tot het hooft, Falix ofte speculum ani tot het fondament,nbsp;speculum oris en speculum matricis.

Hierbij zou ik U een indeeling willen aanhalen, die onze voorouders hebben moeten leeren, maar waarvan de gedachtennbsp;voor ons toch eigenlijk niet meer geheel invoelbaar zijn.

Vraag:

Welcke zijnde natuerlijcke saecken waer van ons lichaem gemaeckt wort?

-ocr page 129-

95

Antwoord.

Daer zijnder seven in't getal: Ten eersten de vier elementen, te weten het vuur, de locht, het water, de aarde:

Ten tweeden de temperamenten als heet, koudt, vochtigh, drooge.

Ten derden de humeuren als bloedt, phlegma, cholera ende melancholia.

Ten vierden zijn de vier principale leden te weten, de hersenen, 't herte, lever ende de testes, die hunne krachten ende faculteyten hebben van de principale afkomende, als de loose,nbsp;mage en de nieren, die in de principale dienende zijn, als denbsp;arterin, zenuwen, aderen ende vasa spermatica, die geregeertnbsp;worden van de faculteyten, die hun van de nature ingeplantnbsp;worden, als beenen, cartilagen ende ligamenten.

Ten vijfden: de krachten.

Ten sesten: de werckingen.

Ten sevensten: de animale, vitale ende naturale geesten.

Vraag:

Welcke zijn de dingen, die niet natuerlijck en zijn?

Antwoord.

Zijn sesse in 't getal, die het lichaem gesont houden, als sy te recht geappliceert zijn, maar niet wel geappliceert bedervennbsp;het selve als zijn:

I. De locht die ons omvanght.

II. Het eten en drincken ofte nootdruft.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Het roeren ende rusten; soo wel des geheelen lichaemsnbsp;als van elck deel bysonder.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Slapen en waken.

V. De Excrementen ende het gene dat men in houdt.

VI. De beroerten des geests.

Hoe men over het vraagstuk der Herniae dacht, wordt hierin duidelijk weergegeven. Aan het einde van het boekjenbsp;vinden wij namelijk de vraag: Een saecke soude ick geernenbsp;nochtans vragen, want wy en hebben daer niet van gesproken.

-ocr page 130-

96

te weten, van de gescheurtheyt, hoe veelderleye dat sy is, ende hoe de eene uyt de ander onderkent wort.

Antwoord.

lek vinder seven verscheyden soorten te weten:

I. Epiplocele, wanneer het Omentum in 't scrotum, dat isnbsp;in het sacksken gesoneken is.

II. Exterocele, soo wanneer het Intestinum nedersinekt, ge-meynelijck Hernia intestinales genaemt.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Entero-epiplocele soo wanneer het Omentum ende Intesti-mum t'samen in den Scrotum nedersineken.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Encocele gemeynelijck Hernia varicosa genaemt, endenbsp;wordt gegenereert soo wanneer de Hernia in de testiculennbsp;komt, de tunycken nochtans heel blijvende.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Bubonocele.

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Sarcocele.

VIL Hydrocele enz.

Voor het laetste moet hier bygevoeght worden, de navel-breucke, hetwelcke is een onbetamelijeke uytgepuyltheydt des navels. Hiermede zijt ghy soo ick hope, ten vollen voldaenquot;.

Vervolgens wil ik U noemen het werkje van Cornelis Herls ,,Examen der Chirurgiequot;, als voorbeeld van de 3e groep.

,,Seer nut ende dienstelijck alle jonge Chirurgijns ende in-sonderheyt die haer begeven na Oost ofte West-Indien.quot;

Herls overleed in Maart 1625, maar zijn boekje werd om den luyster van den maker, en deftigheyt van stoffe gedrucktnbsp;en herdrucktquot;.

In zijn voorrede klaagt hij er over dat de chirurgijns zich nog zoo weinig met de theorie van hun vak bezig houden en schrijftnbsp;daarover o.a. het volgende: Derhalven ist wel te beklaghen,nbsp;dat veele Chyrurgijns die haer met de Chyrurgie langhen tijtnbsp;hebben bemoeyt ende van den ghemeenen man voor treffe-lijcke Chyrurgijns worden ghehouden, noch soo weynigh in denbsp;Theorie sijn ervaren, hebbende noch kennisse van de constitutie van des menschen Lichaems, noch van de gebreken dienbsp;het selfde toe vallen, ick late staen dat sij soude kennisse

-ocr page 131-

97

hebben van de oorsaken, teeckenen, voorsegginghen ende cure der gebreken. Voorwaer sy slachten de Apen, de welcke soe-cken nae te bootsen, al wat sy sien, soo oock dese, sy makennbsp;gelijck men seyt manneken nae manneken, nae bootsende harenbsp;Meesters, ende applicerende soodanighe Medicamenten als zynbsp;haer Meesters voortijts hebben sien gebruycken, sonder tenbsp;weten wanneer ofte waerom sy soodanighe Medicamenten moeten ghebruycken ofte veranderen, ende spelen alsoonbsp;met des Menschen ghesontheydt, evenals de Katte met denbsp;Muys.

Het eerste deel is gewijd aan de Anatomie en hierbij werden de nieuwste vondsten der bekende anatomen weergegeven:nbsp;Spigelius, Laurentius en Bartholinus waren zijn leidsmannen.nbsp;Hoewel hij natuurlijk nog niet van de moderne theorie dernbsp;bloedsomloop op de hoogte was stond dit boekje ver boven denbsp;chirurgijnsboeken van den kort voorafgeganen tijd.

In Middelburg verscheen in 1664 ,,De Lichtende Fakkel der Cheirurgia, ontsteken Ten profeijte van alle die genen welkenbsp;genegen zijn de Heelkonst, zo Theoretice als Practice; in haarnbsp;volkomen perfectie te leeren, door Cornelis van de Voorde.

Meermalen is er door de doktoren over geklaagd, dat de chirurgijns wel eens t ver gingen met hun bemoeienissen bijnbsp;een patint en zich begaven op het terrein van de interne geneeskunde. Na een algemeene beschouwing over de chirurgienbsp;houdt V. d. Voorde zich ook met dit vraagstuk bezig en zegtnbsp;er over:

Vraag:

Gij zegt, dat zy weert en cureert alle ziekten van 's menschen lichaam, die dat Handwerk noodig hebben, en begrijpt ondernbsp;het woordeken alle ook de inwendige ziekten, die nochtans dennbsp;medicijn te cureren, alleen toe behooren, en werd van anderenbsp;geleerde Autheuren wel duidelijk gezegt, dat de Cheirurgianbsp;maar bezorgd de Ziekten die van buiten het lichaam bekommeren. En wat zegt gy hier toe?

Antwoord.

Dat wel de Cheirurgia heeft bezorgd de uitwendige gebreken

-ocr page 132-

98

van 's menschen lichaam zal ik geern bekennen, maar dat zy ook haar hulpe tot de inwendige ziekten brengt, blijkt zo helder als den dag in het stellen van een Parakentesis, inde Borstnbsp;tot genezinge van een verzworen Longe, zo mede in 't stellennbsp;van een Parakentesis in de Buik om de Hydrops Ascites te genezen, en is dat snijden van de Steen en het ontleden en uithalen van een doode Vrugt uit 's Moeders lichaam niet ooknbsp;genezinge toebrengen aan inwendige Ziekten? Ik vertrouwe ja.nbsp;Evenwel om de Cheirurgia met de Medicina niet te vermenge-len, heb ik tot onderscheid deze expressie van woorden daarnbsp;by gedaan, dat sy wel cureert alle Ziekten, doch die het Hant-werk noodigh hebben.

Het is een uitgebreid boekje, met een zeer uitvoerige bespreking van de anatomie beginnend. Op de, in deze werkjes gebruikelijke wijze wordt hierop de theorie als 2e deel en worden daarna de practische ingrepen en klinische chirurgie, behandeld.

Middelburg is rijk geweest aan begaafde en ernstig werkende chirurgijns. Een van hen is Johannis Verbrugge, die geschreven heeft het Heelkundige Examen ofte Instructie der Chirurgie. De tweede druk geheel vermeerdert door den Autheur verscheen in 1677 in Amsterdam ,,by Jan Claesz. tennbsp;Hoorn, Boeckverkooper over 't Oude-Heeren Logement. Tiennbsp;jaar later verschijnt er van denzelfden autheur het bekendenbsp;,,Examen van Land- en Zeechirurgie, dat, wat den inhoud betreft, veel gelijkenis vertoont met het voorgaande werkje.

In het gedeelte waarin hij de eigenlijke Chirurgie behandelt komt een aardige definitie van pijn voor. Op de vraag: Watnbsp;is pijne?, antwoordt de candidaat namelijk; Pijne is eygentlijcknbsp;droevigh gevoelen in de ziel: komende van eenige deeltjes, dienbsp;de senuen, vliesen, tendonen etc., prickelen, waerdoor de Animale Geesten een al te groeten beweginge maken, welck mennbsp;pijn noemt.

Aan het einde vindt men een uitgebreide behandeling van de ,.inwendige gebreken die veel te Scheep, te Velde, en innbsp;andere vreemde Landen voorvallen als roode loop (dysenterie), de Spruw. Zeer gevreesd waren ook de Pocken ofte Lues

-ocr page 133-

99

Veneraquot;, waaraan een heel hoofdstuk is gewijd. Ten slotte worden alle medicamenten en instrumenten opgesomd, die innbsp;de zgn. Scheepskist aanwezig behoorden te zijn.

Wanneer een schip met 100 of meer koppen bemand was, behoorde deze kist aanwezig te zijn. Hierbij waren dan nog enkele hyginische leefregels voor het scheepsvolk gevoegd.

Een geheel ander werk is het boekje van Cornelis Solingen, dat in 1684 verschijnt onder den titel: Manuale Operatin dernbsp;Chirurgie.

Het is ons bekend, dat Solingen in belangrijke mate heeft bijgedragen tot de verbetering en vereenvoudiging van het ge-heele chirurgisch instrumentarimn.

Hij pleit voor de opvatting, dat de chirurgijn zelf verstand moet hebben van het materiaal, waarvan zijn instrumenten gemaakt zijn en van de wijze, waarop deze vervaardigd worden.

De eisch van Solingen, alle overdaad te vermijden en in de eerste plaats op een bruikbaren en eenvoudigen vorm te letten, ,,de onnutte vercierselen, roestnesten, mijdende en hatende als de pest, moet niet alleen het behoorlijk hanteeren vannbsp;het werktuig hebben bevorderd, maar buiten zijn weten ook denbsp;besmettingskansen hebben verminderd, die in zijn tijd iederennbsp;ingreep bedreigden, maar bij het oudere instrumentarium stegen, naarmate de lust tot versiering zich in kunstig gesnedennbsp;hout en gedreven metaal uitbundiger had botgevierd.

Het was derhalven pryselijk, dat men voormaels de Chirurgijns Proeflingen, haer Lancetten liet smeden, en verder perfectioneren, dewijle sulcx een beginsel en trap was, om hondert andre dingen te bereijcken die een Proeflinck in sijn examennbsp;behoorden te doen sien, dat hyse, indien niet geheel, ten minstenbsp;ten deelen verstond. Maer alle die noodige requisieten leggennbsp;nu agter de banck.

Hij is het dus blijkbaar heelemaal niet eens met het feit, dat men het slijpen der lancetten op de examens heeft latennbsp;vervallen, daar nu de mogelijkheid bestond het af te koopen,nbsp;zooals we reeds vroeger zagen (bladz. 51).

Hij adviseert zijn leerlingen dan om de anatomie goed te leeren en de techniek te beoefenen op dieren en haer die konst

-ocr page 134-

100

soo gemeen maeken dat sy in tijd, van nood, die aan een Mensch perfect en stoutelijk dorsten oeffenen; dewyle eennbsp;operatie noitten halven moet blijven steken, maer sijn voort-gangh hebben, en kort agter een met een aerdige behendigheydnbsp;en ordre afgedaen werden

Op uitgebreide wijze vertelt hij dan in dit boekje, dat voor een groot deel voor de Vroedvrouwen bestemd is, zijn eigennbsp;ervaringen uit de praktijk.

Een aardig boekje verschijnt in 1694 van de hand van Barnardus de Bout onder den titel; ,,'t Nieuwe Examen der Chirurgie, na de hedendaagsche Praktijk, 't samengestelt voor die gene, welke hare Promotie moeten doen vry Meester te werden,nbsp;ofte om te Lande of te water in den Oorlog te dienenquot;.

De leer der humeuren en elementen is nu verlaten en men leert de moderne opvatting over den bloedsomloop kennen. Opnbsp;een gegeven oogenblik vraagt de Meester: ,,Hebt gy onderscheid wat ader gy opent?quot; en de Leerling antwoordt hierop:nbsp;,,Geensints, want die den omloop des bloets verstaat weet welnbsp;dat het takken sijn van eene ader en bygevolg of men dan eennbsp;opening in d'eene of in dandere doet, het is hetzelfdequot;.

Deze, wel zeer sobere reeks van leerboekjes, typisch voor hun tijd, wil ik besluiten met een boekje van Abraham Titsingh,nbsp;de groote voorvechter voor een verbeterde opleiding van denbsp;Chirurgijnsleerlingen te Amsterdam in het begin van de 18enbsp;eeuw: De Verdonkerde Heelkonst der Amsterdammers, uitnbsp;hunne eigen Handvesten, tot Nut van de Proeve- en Leerlingen,nbsp;door Redelijke Oeffeningen opgehelderdquot;. Gedrukt t Alkmaarnbsp;1730quot;.

De vurige strijder tegen het verval, het bedrog en de omkoopbaarheid bij de examens in het Chirurgijnsgilde van Amsterdam in het begin van de 18e eeuw, trekt op felle wijze van leer tegen zijn tegenstanders. Hij herinnert er aan dat denbsp;Overlieden onder eede beloofd hebben de Proeven van Iedernbsp;oprecht te ontfangen, en op het Werk van de geene die Proevnbsp;doen zullen. Scherpe Toezicht te dragen, zonder met Iemand tenbsp;simuleerenquot;. Ook krijgen de Anatomicus en de Praelector Chi-rurgiee de opmerking, dat zij bij het examen tegenwoordig be-

-ocr page 135-

101

hoorden te zijn, zoowel bij het eerste tentamen als bij de daarop volgende deelen. Hij haalt dan ongeveer alle eischen van hetnbsp;examen van 1552 aan en wendt zich tot de Overlieden met denbsp;opmerking, dat zij van al deze wetten toch ook wel op denbsp;hoogte zullen zijn, want wanneer ze een meester in het gildenbsp;aannemen, onderteekenen ze een Briev, waar o.a. in voorkomt, dat de candidaat al, wat tot de Proeve behoord, heeftnbsp;Uitgewerkt. Waar op gevolgd is, dat Hy de vyvtien Dagen afgewacht hebbende, syn Groot Theorie Examen heeft Voltrokkenquot;nbsp;enz. ,,In Teeken der Waarheid etc.quot; Hij neemt deze overliedennbsp;terecht zeer kwalijk, dat zij zoo luchthartig met de Waarheidnbsp;omsprongen, want daar uit gesproten is de verdonkeringe dernbsp;Heelkonst, en onze Kinderen na Parys gezonden, om de Heel-konst te zoeken, daar ze voor geene Amsterdammers te vindennbsp;isquot;. Hij spoort zijn collega's aan zich ernstig in de grondbeginselen der Kunst te verdiepen en vraagt aan den Magistraatnbsp;te Ordonneren, dat de geene, die Voortaan in de Chirurgienbsp;Proev Begeren te doen, zullen gehouden zijn Alle de Vragen,nbsp;tot Dezelve Konst behoorende, te Beantwoordenquot;.

Na de nalatige Overlieden veroordeeld te hebben spoort hij zijn medechirurgijns aan de eervolle plaats, die Amsterdamnbsp;had op het gebied van de opleiding der Chirurgijns, te heroveren.

In vertellenden trant, met veel anecdoten, wordt dan de ge-heele chirurgie behandeld.

-ocr page 136-

HOOFDSTUK V.

Examens in Frankrijk en Vlaanderen.

Ter vergelijking met ons eigen land wilde ik U enkele voorbeelden geven van examens in Frankrijk en Vlaanderen.

In Duitschland treffen wij, ongeveer in den zelfden tijd als in Nederland overeenkomstige bepalingen over de gilden aan.nbsp;Hoewel eenige invloed van het Duitsche gildewezen in ons landnbsp;is te bespeuren in het Noorden van het land, bijv. in Groningen,nbsp;kwam verreweg de meeste en goed aantoonbare invloed uit hetnbsp;Zuiden, uit Frankrijk, via de Zuidelijke Nederlanden, naar Zeeland en Brabant.

De invloed van Engeland op de examens in de Nederland-sche gilden is, indien deze werkelijk ook maar eenigszins zou bestaan hebben, zeer moeilijk aan te toonen.

Parijs Hoewel in de eerste statuten der Confrrie des chirurgiens de St. Cosme et St. Damienquot; te Parijs, hoogstwaarschijnlijknbsp;gesticht in 1260, behalve van de bepalingen omtrent het hoorennbsp;der Mis in de kerk van St. Cosmas en Damianus en het gratisnbsp;verstrekken (eenmaal 's maands) van ,,idonea remediaquot; aannbsp;arme patinten, reeds sprake is van examens voor het baccalaureaat, licentiaat en meesterschap in de chirurgie, schijntnbsp;het zeker te zijn, dat deze graden eerst omstreeks 1370 werdennbsp;verstrekt.

De eerste bepalingen over de examens voor de chirurgijns vinden wij in het edict van Philips de Schoone van 1301, waarbijnbsp;aan de barbiers de uitoefening der chirurgie werd verboden,nbsp;tenzij deze door het Chirurgijnsgilde waren gexamineerd.

In 1311 nam Philips de Schoone een tweede, soortgelijk besluit aangaande de chirurgen. In de Considerans wordt opgemerkt, dat ,,alii murtrarii, alii latrones, non nulli falsatores de chirurgie uitoefenen. Om aan dien toestand een einde tenbsp;maken werd bepaald, dat de licentia practicandi eerst werd

-ocr page 137-

103

verkregen, na een examen afgelegd voor het Collegium Chirur-gicum St. Cosmi.

Omstreeks 1370 bestond de confrrie uit een prvt, meesters, baccalaurei, en licentiati. Zoodra een leerling met goed gevolg het examen voor het baccalaureaat had afgelegd, betaaldenbsp;hij ongeveer n franc, en was dan lid van het gilde. De venianbsp;practicandi verkreeg hij door het examen voor het licentiaatnbsp;en nadat hij vier jaren dezen graad had bezeten werd hijnbsp;,,maitre de chirurgie en had dan eo ipso ,,le droit de juridic-tionquot; i.e. het recht om leerlingen te vormen. Tevens werd bijnbsp;het verleenen van het meesterschap het ceremoniel nagevolgd der verschillende faculteiten; zoo o.a. het geschenknbsp;van een scharlaken baret aan eiken meester, van n of tweenbsp;paar violette handschoenen aan eiken baccalaureus en het aanbieden van een solomne prandium ut in talibus fieri ex lau-dabilli consuetudine solet (in de verschillende faculteitennbsp;namelijk) aan alle leden der confrrie.

De opleidingsschool voor de chirurgijns te Parijs was een van de beste van Europa.

Het oudste, mij bekende, Fransche examen is gevonden aan de achterzijde van de laatste bladzijde van een anonym chirurgisch tractaat.

Uit de omschrijving blijkt, dat dit de vragen waren, welke in het midden van de 15e eeuw aan de barbiers bij hun meesterproef werden voorgelegd. Tegelijkertijd worden er ook nog denbsp;antwoorden bij gegeven. Wanneer wij deze vragen vergelijkennbsp;met de eischen die men omtrent dien tijd in ons vaderlandnbsp;stelde, blijkt er vrij veel overeenkomst te zijn. Ik laat U hiernbsp;het geheele examen volgen:

Questions pour examiner vng. barbier

Du foye.

Du coste destre. Du cuer.

Du cervel.

Dont naissen les veines? Duquel coste est Ie foye?nbsp;Dont naissent les arteres?nbsp;Dont naissent les nerfs?

-ocr page 138-

104

A Quoy congnoist on artere? A ce que le sang qui en yst sau-telle, et est plus subtil et plus cler, et tantost ce doit estaucher, et veine na pas ceste condicion, car des arteres vient le bongnbsp;sang, qui tient la personne en sant et des veines vient le grosnbsp;sang du foye.

Comment doit on faire saignee es parties du col et du chief? On doit estraindre le col du pacient dune tenaille et ouvrir lanbsp;veine a la lancette, et puis lascher la tenaille quant la saigneenbsp;est faite. Quant on ne peut trouver la veine du foye ou(au)nbsp;bras, OU ladoit on prendre? On la droit prendre en la mainnbsp;destre, entre le petit doy et son prochain. Quest veine? Veinenbsp;e{s)t membre semblable simple, spermatique, moyenne entrenbsp;duresse et molesse, nerveuse, cotanee, naissant du foye, por-tant dicelliu membre a autre le sang nutritif, de compleccionnbsp;froide et| seiche en substance chaude et moistre au Regart denbsp;cequelle contient.

Quest artere? Artere est membre consemblable simple, spermatique, moyenne entre duresse et molesse, nerveuse, cuo-tanee, naissant ducuer, portant le sang nutritif et chalens a lesprit de vie.

Quels sont les membres principaulx? Le cuer, le foye, le cervel, les conillons, quant a la generacion .... (een volgende regel is uitgekrast).

Hieraan vooraf gaat iets hieraan verwand:

,,En ce chapitre cy est contenu le nombre des veines saigna-bles et pour quelles maladies elles se doivent saignier. Et tout barbier expert du mestier le doit savoir.quot;

Premierement sont quarante et deux veines saingnables, eest assavoir ou front ou milieu et a nue. Et se saigne et voultnbsp;aux anciennes maladies du chief, et pour Reume et pour le malnbsp;des yeulx, et pour la memoire du chief alegier....

Item es temples dessus les yeulx en a deux......

Item en chacun bras......

Item en chascun main......

Item escostez en a deux saingnables......

Item ou plat des cuisses......

Item en chascun pie en a trois qui valen VI......

-ocr page 139-

105

Et par especial en temps depidimie, quant la saignee est faire bien apoint.

Hoewel men dikwijls zegt, dat Parijs, Frankrijk is, en Frankrijk Parijs, vond ik toch ook in andere steden aardige gegevens over de examens. De tijd, waarin deze bepalingen verschijnen komt vrijwel overeen met die in Holland, is misschien iets eerder te stellen.

fiouaan Wanneer we de geschiedenis lezen van ,,La Communaut des Chirurgiens de Rouenquot; (14071791) dan zien we daarin, datnbsp;de candidaat op vrijwel dezelfde wijze, maar uitgebreider dannbsp;in Holland, werd geexamineerd. Hij moest ook lancetten makennbsp;bij de proefmeesters (gardes) thuis en daarmee enkele aderlatingen verrichten, om gezel of knecht te kunnen worden. Hetnbsp;oorspronkelijke stuk (1459) zegt het in de volgende bewoordingen:

,,Que nul ne puisse louer ni tenir ouvreur du dit mtier en la dite ville et banlieuse si premirement avant toute oeuvrenbsp;il n'a t examin par les gardes jurs du dit metier, lequelnbsp;examen doit tre fait chez les dits gardes et que par iceuxnbsp;il soit par devant justice rapport et tmoignage suffisant. Etnbsp;aussi portent par les dites ordonnances que cil quil voudranbsp;ouvrer et tre maitre du dit mtier sera tenu faire une lancettenbsp;en l'hotel de chacun des gardes qui sont trois et y pourra trenbsp;en ce faissant en l'hotel de chacun huit jours. Et quand il auranbsp;fait les dites trois lancettes et que les dits gardes l'auront vunbsp;oprer et besogner de la science du dit metier ainsi qu'il appar-tient a operer et ouvrer sur corps humain les dits gardes as-sembls appeleront des autres maitres et ouvriers du dit mtiernbsp;justqu'au nombre de 12 des plus suffisants auxquiceux iceuxnbsp;gardes montreront les fers d'icelles lancettes. Lesquels gardesnbsp;jureront aux dits maitres et ouvriers que les dites lancettesnbsp;nont point t transportes hors de leurs hotels et qu'ils nenbsp;lui ont aucunement aid et si ils sont trouves suffisantes etnbsp;aussi que celui qui voudra ainsi tre pass maitre du dit mtiernbsp;soit trouv par les dits gardes et par les dits ouvriers et maitres du dit mtier tre suffisant pour tre pass maitre du dit

-ocr page 140-

106

mtier tant pour raison de ce que les dites trois lancettes auront t trouves suffisantes que paree que les dits gardes aurontnbsp;tmoign lavoir vu oprer et besogner bien et suffisammantnbsp;et aussi que par autre examen qui lui aura t semblablementnbsp;fait des veines tantes sur corps humain et autres choses denbsp;ce dependantes, il sera amen devant justice et tmoignerontnbsp;les dits gardes tre suffisant. Et si par les dits gardes et maitresnbsp;du dit mtier il est trouv que les dits lancettes ne soient pasnbsp;suffisantes ou qu'il n'ait suffisamment opr il sera refus parnbsp;les dits gardes et renvoy pour aller encore apprendre Ie ditnbsp;mtier sans tre men justice.quot;

Om hierna tot de groote Meesterproef, Ie grand Chef-d'oeuvre toegelaten te worden moest hij tot de katholieke kerk behoorennbsp;en, wanneer hij de zoon van een meester was twintig, andersnbsp;twee en twintig jaar oud zijn. Hij moest vijf leerjaren achternbsp;den rug hebben, 2 als leerling en 3 als knecht, of in het geheelnbsp;6 jaar in een ziekenhuis gewerkt hebben. De examens werdennbsp;alleen in de maand Maart afgenomen. Iedere candidaat moestnbsp;begeleid worden door een conducteurquot;, een meester, dienbsp;reeds minstens 6 jaar in het gilde was opgenomen. Deze conducteur moest hem steeds vergezellen, hem aan alle anderenbsp;gildebroeders voorstellen en bij alle onderdeelen van hetnbsp;examen aanwezig zijn, maar hij had geen stem bij de beslissingnbsp;over den uitslag van het examen. Wanneer aan den candidaatnbsp;een ingreep, tijdens het examen mislukte, moest de conducteurnbsp;dezen ingreep afmaken en als het hem ook niet lukte, nam denbsp;voorzitter van de examencommissie, de Lieutenantquot; het over.nbsp;Buitengewoon uitgebreid wordt het examen behandeld in 120nbsp;artikelen, gedateerd 1752, en in het 50ste artikel komen wenbsp;dan eindelijk tegen, waaruit het eigenlijk zal bestaan:

,,Le grand Chef-d'oeuvre sera compos d'une Immatricule ou Tentative du premier Examen, des Actes des trois semaines, dunbsp;dernier Examen et de la prestation de Serment, sans que l'ordrenbsp;en puisse tre chang. Chaque semaine conservera la dnomi-nation des Matires qui y seront traites, c'est-a-dire que lanbsp;premire, suivant l'usage, sera appelle Semaine d'ostologienbsp;et de maladie des Os, la seconde d'Anatomie et d'Oprationnbsp;de Chirurgie et la troisime, des Saignes et Mdicamens.quot;

-ocr page 141-

107

Om te beginnen moet hij een klein tentamen doorstaan. Het 53ste artikel schrijft daarover het volgende voor:

LUI

,,Aprs que la supplication de 1'Aspirant aura t admise dans l'assemble, il sera dabord sommairement interrog parnbsp;Ie Lieutenant et les Prvts sur les Principes de la Chirurgie; etnbsp;s'il est jug suffisant et capable dans eet Examen, Ie Lieutenantnbsp;ordonnera qu'il soit Immatricul sur les Registres et renvoynbsp;a un mois pour son premier Examen, lequel ne pourra tre dif-fr tout au plus que de deux mois a compter du jour de l'Imma-tricule, a peine de nullit.quot;

Dan komt het eerste examen;

LV

,,Pour Ie premier Examen, Ie Lieutenant du Premier Chirur-gien du Roi fera tirer au sort quatre Matres, pour, avec les Prvts et lui, interroger 1'Aspirant; sqavoir, sur les Principesnbsp;de la Chirurgie, sur Ie Chapitre Singulier, sur Ie gnral desnbsp;Playes, des Ulcres et Apostumes. Chacun d'eux, a leur choix,nbsp;en commenqant par Ie Lieutenant du Premier Chirurgien et lesnbsp;Prvts en charge, interrogera au moins une demie heure.

LVI

L'Acte fini, l'Aspirant se retira, ensuite Ie Lieutenant du Premier Chirurgien recueillera les voix sur la capacit ounbsp;incapacit de lAspirant; sil est jug incapable, il sera renvoy a trois mois pour recommencer Ie mme examen; si aunbsp;contraire il est trouv capable, il sera admis a faire, im moisnbsp;aprs, les deux Actes par semaine dOstologie ou de Maladiesnbsp;des Os, entre lesquels deux Actes, il y aura deux jours din-tervalle.quot;

Op zeer uitvoerige wijze wordt nu verteld hoe in deze week van de Osteologie het examen verloopt, vervolgens in de weeknbsp;van de Anatomie en de eigenlijke operaties en ik meen U ernbsp;geen beter beeld van te kunnen geven, dan door de hierop betrekking hebbende artikelen in zijn geheel te laten volgen.

-ocr page 142-

108

Semaine d'OsteoIogie LVII

Le premier jour, l'Aspirant sera interrog par Ie Lieutenant du Premier Chirurgien du Poi, les Prevts et deux Maitres ti-rs au sort, sur le gnral dOstologie, sur toute la Tte, surnbsp;la Poitrine et l'Epine et sur les Extrmits, tant suprieures;nbsp;le dit Acte fini, l'Aspirant se retira et il en sera us sur sanbsp;capacit ou incapacit, ainsi quau prcdent Article.

LVIII

Le second jour l'Aspirant sera interrog par les mmes Exa-minateurs sur les maladies des Os, sur les Bandages et Appa-reils. L'Acte fini, l'Aspirant se retira et il en sera us ainsi que dessus, tant sur sa capacit que sur son incapacit et au casnbsp;qu'ill soit admis a faire son Anatomie et ses Oprations, il nenbsp;pourra les commencer que depuis la Toussaint jusqu'au derniernbsp;jour d'Avril suivant et a la fin de eet Acte, le Lieutenant dunbsp;Premier Chirurgien tirera au sort quatre Maitres dont deuxnbsp;interrogeront le matin sur les Oprations et les deux autresnbsp;1'aprs-midi sur l'Anatomie.

Semaine d' Anatomie amp; d'Opeiations LIX

La semaine d'Anatomie et d'Oprations ne pourra se faire que sur un Cadavre humain, lequel sera pralablement visit parnbsp;le Lieutenant du Premier Chirurgien et les Prvts en charge et sera ledit Cadavre dlivr Gratis et sans frais par Or-donnance des Juges, lorsqu'ils en seront requis.

LX

Pendant cette semaine qui sera compose de huit Actes en quatre jours conscutifs; s^iavoir, le matin pour les Operationsnbsp;et l'aprs-midi pour les Dmonstrations Anatomiques; le Lieutenant du Premier Chirurgien et les Prvts feront faire alter-

-ocr page 143-

109

nativement Ie matin et lAspirant chacun deux Oprations; s(;avoir Ie Lieutenant fera oprer seul Ie premier jour, Ie Premier Prvt fera oprer seul Ie second jour, Ie second Prvtnbsp;Ie troisime jour, les deux Examinateurs feront faire Ie qua-trime jour chacun une Opration et interrogeront chaque jour,nbsp;conjointement avec Ie Lieutenant et les Prvts sur les Oprations qui auront t faites; 1'aprs-midi, Ie Lieutenant, les Prvts et les deux Examinateurs interrogeront l'Aspirant et luinbsp;feront faire la dmonstration des Parties principales du Corpsnbsp;humain, en commen^iant Ie premier jour par celle du bas-Ven-tre, continuant Ie deuxime jour sur la Poitrine, Ie troisimenbsp;sur la Tte et Ie quatrime sur les Extrmits.

LXI

Au dernier Acte de cette semaine, l'Aspirant se retira pour tre dlibr sur sa capacit ou incapacit ainsi que au prcdent Acte et en cas qu'il soit admis, il se disposera pour lanbsp;semaine des Saignes amp; Mdicamens, sur lesquels il subiranbsp;deux Examens entre lesquels il y aura deux jours d' intervalle.

Semaine des saignees et medicamens LXII

Le premier jour l'Aspirant sera interrog par Ie Lieutenant du Premier Chirurgien, les Prvts en charge et deux Maitresnbsp;tirs au sort sur la Thorie et la pratique de la Saigne, qu'onnbsp;lui fera excuter en diffrentes parties sur Ie Corps humainnbsp;vivant avec leurs bandages et appareils, sur les maladies Chi-rurgicales qui xigent la Saigne comme aussi sur l'Applicationnbsp;des Ventouses, Cautres amp; Vsicatoires.

LXIII

Le deuxime jour l'Aspirant sera interrog par le Lieutenant, les Prvts et les mmes Examinateurs, sur les Mdicamensnbsp;simples, comme Emoliens, Carminatifs, Aperatifs, Caustiquesnbsp;et sur les Vulnraires, comme aussi sur les Mdicamens com-

-ocr page 144-

110

poses, Emplatre de diffrentes natures, Cataplasmes, Fomentations dhuiles, Baumes simples et composs, sur leurs vertus et effets. II en sera us a la fin de eet Acte sur la capacit ounbsp;Tincapacit des Aspirants, ainsi et de la mme manire quenbsp;pour les Actes prcdents; il se prparera ensuite a faire sonnbsp;dernier examen appel de rigueur.

Deinier examen LXIV

Au dernier Examen Ie Lieutenant du Premier Chirurgien, les Prvts et six Maitres tirs au sort, interrogeront lAspirantnbsp;chacun suivant leur rang, en commangant par Ie Lieutenant,nbsp;sur toute la pratique de la Chirurgie et principalement sur lanbsp;Thorie et la pratique des rapports en Chirurgie, lacte fininbsp;lAspirant sera renvoy au lendemain pour sa rception en pr-sence de toute la Communaut assemble pour eet effet.

Reception

LXV

Dans Ie dernier Acte, appel de Rception ou de Presentation de Serment, Ie Lieutenant du Premier Chirurgien et les Prvts feront a lAspirant tel nombre de questions qu'ils jugerontnbsp;a propos sur Ie fait et la matire des rapports et lui sera prpos par Ie Lieutenant une maladie, sur laquelle lAspirantnbsp;fera sur Ie champ Ie rapport par crit et qu'il lira ensuitenbsp;dans l'assemble. Si l'Aspirant est jug capable a la pluralitnbsp;des voix il sera regu Maitre en prtant serment entre les mainsnbsp;du Lieutenant du Premier Chirurgien du Roi, ou de celui quinbsp;prsidera en son absence.

LXVI

Aprs que l'Aspirant aura prt Serment, 1'Acte de sa rception sera dress, redig et transcrit par Ie Greffier sur Ie Registre des rceptions, dans lequel seront viss les Extraits

-ocr page 145-

Ill

Baptistaires, Certificats de vie et moeurs, Rligion Catholique, Apostholique et Romaine, le Brevet d'apprentissage et son en-registrement, les Attestations soit des Maitres sous lesquelsnbsp;I'Aspirant aura travaill, soit des Administrateurs des Hpitauxnbsp;o il aura servi, ou des Chirurgiens Majors des Armes dansnbsp;lesquelles il aura exerc sa Profession pendant le temps pres-crit et la lgalisation desdites Attestations ensemble le nombrenbsp;et la qualit des Examens par lui subis et autres Actes pro-batoires. Ledit Acte de rception sera ensuite sign, tant parnbsp;le Lieutenant du Premier Chirurgien et les Prvts, que parnbsp;tous les Maitres qui auront recpu des droits comme presensnbsp;aux Actes de I'Aspirant.

LXVIII

Aprs que I'Aspirant aura t ainsi admis a la Maitrise, le Lieutenant du Premier Chirurgien lui fera dlivrer par lenbsp;Greffier, Copie en parchemin de son Acte de rception pournbsp;lui servir de lettres de Maitrise, lesquelles seront signes dunbsp;Lieutenant seulement et contresignes par le greffier; il seranbsp;fait mention dans lesdites Lettres de Maitrises gnralementnbsp;de tous les Certificats, Examens, Actes approbatoires et signatures portes dans l'Acte de rception en la manire qu'il a tquot;nbsp;dit a 1'article soixante-quatre ci-dessus.

LXIX

Lorsque le nouveau Maitre sera pourv de ses Lettres de Maitrise, il ne pourra encore exercer la Chirurgie qu'il n'aitnbsp;pralablement fait enregistrer lesdites Lettres au Greffe dunbsp;Baillage de Roun et ce en vertu d'ordonnance du Juge sur lesnbsp;conclusions du Procureur du Roi, dans lesquelles seront visesnbsp;les Pices mentioimes en l'Acte de rception dudit Maitre,nbsp;ce qui sera fait sans aucuns frais et sans prter de nouveaunbsp;Serment; pourra ensuite ledit nouveau Maitre requrir l'enre-gistrement de ses Lettres au Greffe de la Police pour y donnernbsp;connoissance de sa qualit, sans que cependant pour raison

-ocr page 146-

112

de ce, il soit oblig de prter aucun Serment, ni de payer plus grands droits que la somme de trois livres pour tout frais.quot;

Al deze beplaingen spreken zoo duidelijk voor zich zelf, dat ik hieraan niets behoef toe te voegen.

De heele gang van zaken komt vrijwel overeen met die in Holland, maar wordt iets uitgebreider omschreven.

Er bestond nu ook nog een eenvoudiger examen voor de chirurgijns, die zich in de kleine steden of dorpen gingen vestigen. Het heette de ,,Lgre Experiencequot; en bestond uit denbsp;volgende bepalingen:

LXXIII

Les Aspirants qui voudront se faire recevoir pour les peti-tes Villes, Bourgs ou Villages dpendans du Baillage de Roun seront admis a la Maitrise en subissant seulement une lgrenbsp;Exprience, laquelle sera compose de deux Examens de troisnbsp;heures chacun, a deux jours diffrensj ils rapporteront pournbsp;cette effet des Certificats de bonnes vie et moeurs, de Rligionnbsp;Catholique, Apostolique et Romaine et de deux annes d'appren-tissage chez un Maitre Chirurgien de Communaut ou de servicenbsp;dans les Hpitaux ou chez leur Pre s'ils sont Fils de Maitre et denbsp;trois annes d'exercice chez les Maitres ou dans les Hpitaux,nbsp;ensuite ils prsenteront au Lieutenant du Premier Chirurgiennbsp;une Requte suivant toutes formalits. Si la Requte est admisenbsp;par les Prvts ils se retireront pardevant Ie Lieutenant dunbsp;Premier Chirurgien pour obtenir jour et porteront leurs Billetsnbsp;la veille du jour indiqu pour les Examens, accompagns denbsp;leur Conducteur chez les Maitres qui auront droit dy assisternbsp;et chez Ie Mdecin.

LXXIV

Les Aspirans pour la lgre Exprience seront interrogs en prsence du Mdecin, du Greffier et des Maitres de la Communaut qui jugeront a propos de se trouver a leurs Actes, parnbsp;Ie Lieutenant, les Prvts, Ie Doyen et deux autres Maitres,

-ocr page 147-

113

l'un du nombre des anciens et l'autre du nombre des modemes, pris a tour de rle pour chacune des rceptions suivant l'ordrenbsp;du Tableau.

LXXV

Le premier jour, l'Aspirant sera interrog sur les Principes rOstologie, l'Anatomie, les Fractures, Luxations et les Bandages, le second jour, sur les Aposthmes, Playes, Ulceres,nbsp;Saignes, les Appareils et les Bandages et s'il est jug suffisantnbsp;et capable a la pluralit des voix, il prtera Serment et seranbsp;re(;u en payant les droits qui seront ci-aprs marqus, l'Actenbsp;de la rception sera dress et transcrit par le Greffier sur lenbsp;Registre des rceptions de la Campagne; duquel Acte le Greffier lui dlivrera une expdition en forme, signe du Lieutenant.

LXXVI

Les mmes formalits prescrites par les articles 65, 66 en 68, pour les Chirurgiens qui se feront recevoir par le grand Chef-d'oeuvre seront galement observs pour ceux que l'on ad-mettra a la Maitrise par la legre Exprience; c'est-a-dire, quenbsp;leurs Certificats et Examens seront viss, tant dans leurs Actes-de rception que dans leurs Lettres de Maitrise et qu'ils serontnbsp;tenus de faire enregistrer leurs dites Lettres au Greffe du Bail-lage et de la Police des lieux de leur rsidence.

LXXVII

Ne pourront lesdits Chirurgiens relt;;us par la lgre Exprience faire aucune Opration dcisive, comme la Taille, la Fistule, le Trpan et autres, ni lever aucune appareil en occasion grave et importante, sans appeler un des Maitres, relt;punbsp;par le grand Chef-d'oeuvre. Ne pourront non plus lesdits Chirurgiens avoir aucun Apprentif ou Allo, ni s'tablir dans unnbsp;endroit diffrent de celui pour lequel ils auront t regs, sansnbsp;un consentement par crit du Lieutenant et des Prvts de lanbsp;Communaut.

6

-ocr page 148-

114

Poitiers Ook over de examens in Poitiers kan ik U enkele mededee-lingen doen. Het examen werd hier in twee deelen afgenomen, nl. een practisch en een theoretisch gedeelte.

Hier was het examen zeer zwaar en er is een mededeeling bekend uit 1603, waarin reeds wordt gezegd, dat de examensnbsp;in Poitiers lang niet meevielen.

Elles comportent la connaissance du corps humain, la division des parties, leur situation, connexion, forme, action, usage et tempramments et des maladies, la nature et essence d'icel-les, les signes et la curation par les mdicamens et oprations.nbsp;Sur les mdicamens, on demande la qualit, la quantit, l'oc-casion d'en user et la manire et sur les oprations, quellesnbsp;qu'elles sont, ce quil faut considrer avant de procder a icel-les en l'acte d'opration, et aprs, ensuite, aux particularitsnbsp;requises, sans aller chercher des circonstances par argumensnbsp;contraires, comme on fait en autres sciences. Le candidat nenbsp;doit point hsiter dans ses rponses. L'examen na pas lieu parnbsp;crit, car, autrement, on pourrait faire recevoir un cordonniernbsp;qui apprendroit par coeur les rgies tires d'un bon auteur.

Wij treffen dan een beschrijving aan van een examen, afgenomen aan Pierre Demayr, in 1595, waarbij hem als practische ingreep werd opgedragen een hond op verscheidene plaatsennbsp;in de keel te snijden en verder moest hij aderlatingen doen,nbsp;ligaturen leggen en andere ingrepen verrichten bij twee personen, die in de zaal geleid werden.

En de beschrijving gaat dan verder;

,,Pour rOral, on l'interroge sur les coustures des plaies et sur toutes les diffrences d'icelles. Aussitt la rponse faite, ilnbsp;lui est present de couper les nerfs rcurrents et d'excuter unenbsp;suture simple, selon la forme des pelletiers. Le candidat estnbsp;ensuite tenu de rpondre aux interrogations sur les fractures-simples, sur les moyens de les remettre, puis sur les dislocations et fractures compliques avec plaies. On lui pose aussinbsp;des questions concernant les plaies, leur dfinition, leur causes,nbsp;leur diffrentes espces, ,,avec leurs pronostics et leur curationquot;; les abcs ou aposthmes, leurs causes et curations;nbsp;les tumeurs, bosses, tant pestilentes que vnriennes, leur

-ocr page 149-

115

nature et diffrences avec leurs remdes spciaux, Ie prurit, les pustules, les asprits, les galles, Ie psora, la lpre des Grecsnbsp;et de plus, Ie traitement de toutes ces affections. Enfin, onnbsp;Ie questionne sur la sixime partie d la chirurgie du Guidonnbsp;de Chauliac. Pour terminer, il lui est demand les diverses fractures du crane.quot;

Geleidelijk aan komen ook hierin veranderingen en nemen de eischen toe. In 1723 en 1730 vinden wij dan statuten, die denbsp;examens nog eens nauwkeurig omschrijven. Wij lezen hierover: ,,Les status de 1723 et 1730 dclarant que Ie premier examen, dit de trois semaines, se passera en interrogations sur lesnbsp;principes de la chirurgie, ,,sur Ie chapitre singulier et sur Ienbsp;gnral des tumeurs des plaies ainsi que les ulcresquot;. Chacunnbsp;des 7 examinateurs questionnera pendant une demie heure. Lenbsp;second examen comprendra, le premier jour, ,,le gnral denbsp;l'ostologie sur toute la tte; sur la poitrine, l'pine et sur lesnbsp;extrmits suprieures et infrieuresquot;. Le second jour, ,,lesnbsp;fractures, dislocations et maladies qui en surviennent, sur lesnbsp;bandages et appareilsquot;.

Les preuves d'anatomie qui suivent ne peuvent avoir lieu quentre la Toussaint et le Ier avril. Tout dabord, elles con-cernent l'anatomie des parties principales, en commenqant parnbsp;le bas-ventre, la poitrine, la tte et ensuite les extrmits. Desnbsp;oprations se font sur un sujet humain et, a son dfaut, sur desnbsp;parties d'animaux convenables.

Le second jour est pris par des oprations de chirurgie con-cernant la tte, la curation des tumeurs et? des plaies, l'ampu-tation, la taille, le trpan, le cancer, l'empyme, les hernies, les ponctions, les fistules, les ouvertures des abcs, et, enfin toutesnbsp;les principales oprations.

La semaine des saignes qui vient ensuite, comporte d'abord, la pratique des oprations de ce genre, la manire d'ouvrirnbsp;les veines, de les ligaturer et de poser des bandages. Elle com-prend, en outre, 1tude des anurismes, des accidents, de lanbsp;saigne et des moyens d'y remdier. Le second jour, terme denbsp;ce genre dpreuves, est consarcr aus interrogations sur les m-dicamens simples et composs, les mollients, adoucissants,

-ocr page 150-

116

rsolutifs ou autre, employs dans diverses maladies; enfin sur les emplatres, cataplasmes, fomentations d'huiles, baumes simples OU composs, leurs vertus et leurs proprits.

Le dernier examen, dit de rigueurquot;, auquel assistent six maitres tirs au sort, avec le lieutenant et les prvts, comportenbsp;des interrogations gnrales sur les faits de la pratique chi-rurgicale.

Aprs la fin de chaque preuve, le candidat est avis de la dcision du jury. En cas de refus, on le renvoie a trois moisnbsp;pour se reprsenter. S'il est admis, le lieutenant lui fait prternbsp;serment et Ie greffier lui remet ses lettres de maitrise qu'il doitnbsp;signer avec les examinateurs.quot;

Wanneer wij de eischen van deze examens, vooral uit de 18e eeuw onder de oogen krijgen, begrijpen wij, dat de Fran-sche chirurgijns een uitstekenden naam hadden en wordt hetnbsp;ons duidelijk, waarom het Amsterdamsche Chirurgijnsgilde,nbsp;hoewel dat toch ook een zeer goeden naam had, zooveel waarde hechtte aan een opleiding van haar jonge chirurgijns innbsp;Frankrijk.

De onkosten voor den proefdoender waren ook hier zeer hoog en liepen van 200 tot 700 livres.

Cambrai In Cambrai wordt het examen ook op uitvoerige wijze beschreven. De candidaat moet allereerst de gebruikelijke drie lancetten maken en dan in aanwezigheid van het geheele gildenbsp;,,souffrir l'examen sur les faits de l'anatomie, des aposteumes,nbsp;des ulcres, des plaies, des fractures et dislocations, pour ennbsp;cas quy fut les trouv capable et ydoine et que les dits lan-cettes ayant par luy estes deument accommodes estre recheunbsp;a maistre, sinon renvoi sans aulcuns autres frais et estantnbsp;ainsy recheu maistre, sera tenu de a I'instant prester le sermentnbsp;de fidlit sur le tablet de ladite confraerie, et dentretenir etnbsp;accomplir tous les articles quy sont ici contenus, at auparavantnbsp;quil puist aulcunement travailler ny tenir ouvroir.

Er komen regelmatig veranderingen in de bepalingen en wij zien dan in 1632 een einde wordt gemaakt aan den misstand

-ocr page 151-

117

van het afdwingen van groote feesten en extra fooien bij de examens.

Tot nu toe was een leerjongen 2 jaar bij een meester en kon dan examen doen. Dit wordt te kort geoordeeld en na dezennbsp;leertijd moet de candidaat dan ook nog een jaar in een ziekenhuis werken, waar hij 't recht krijgt allerlei kleinighedennbsp;zelf te doen.

Et comme il est venu a nostre cognoissance que la pluspart des maistres chirurgiens de ceste dite ville, quoy qu'expertsnbsp;en leur art, aiant des jeunes apprentifs chex eulx manquentnbsp;demploy en sorte que les deux annes d'apprentissage vien-nent a s'couler, sans par les dits apprentifs en avoir eu peunbsp;OU point de besogne pour en apprendre l'opration manuellenbsp;en pratique, qui cause quils nacquirent pas lexprience ncessaire a leur rception a maistrise. Nous ordonnons quenbsp;dsormais les dits apprentifs, par dessus et aprs les deux annes d'apprentissage ordonns chez l'un ou lautre des maistresnbsp;de la dite confrrie, debvront avant se prsenter a passernbsp;maistre, travailler un an aux hospitaux de ceste ville, ou autre,nbsp;en la prsence du mdecin et du chirurgien des dits lieux; ordonnons a ceux de ceste ville de leur permettre de faire toutnbsp;bandages que saignes et autres oprations de la chirurgie,nbsp;afin dapprendre a les praticquer bien et utilement, et que lesnbsp;dits mdecins et maistres chirurgiens puissent leur monster etnbsp;enseingner leurs deffaults selon que l'arts, la charit et la raison Ie requerera en quoy les pauvres blesss et incommodsnbsp;des dits hospitaux recevront quelque soulagement.

Ill

Et comme les despens superfleus, que lon exige des dits apprentifs se prsenteront a maistre au dela du prescript dudit rglement de l'an 1632 et contre Ie bien publicque et nostrenbsp;intention pouront estre cause que des gens jeunes experts ennbsp;la dite arte seraient cy aprs enpeschs d'arriver a la ditenbsp;maitrise, faulte de commoditez. Nous ordonnons trs express-ment que dsormais Ie banquet de la prsentation des fers.

-ocr page 152-

118

introduict pass quelques annes, sera absolument interdict aussy bien que les beuvettes qui se souloient (plachten) fairenbsp;en la maison des mayeurs, lorsque les apprentifs y travaillaientnbsp;pour preuve de leur exprience et capacit, ordonnons auxnbsp;dits mayeurs de contenter des lancettes quils leur prsenterontnbsp;belles et bonnes, ainsy que du pass, sans les obliger nant-moins a les esquiser, ntoier ou accommoder pour estre ennbsp;estat de service, suffisant qu'elles soient telles que fabricquesnbsp;et accommodes par les mains de l'ouvrier.

VI

Que les dits candidats seront obligs de travailler et faire la besogne qui se prsentera en bouticques des mayeurs etnbsp;parmy la ville concernant la dite arte de chirurgie, les troisnbsp;sepmaines quils sont accoustums de sy rendre avant leurnbsp;rception a l'examen, sans aucun frais de boisson, comme anbsp;est diet cy dessus.

VII

Qu'au dit examen dsormais, il ny aura que les cincq anciens maistres avec les mayeurs qui proposeront audit candidat cha-cun trois questions sur les cincq parties de la chirurgie pournbsp;recognoistre s'il s'y est exerc, et ce en prsence des dits deuxnbsp;docteurs, qui dcideront avant tout si les dites questions sontnbsp;proposables et ncessaires d'estre scenes et solues (rsolvs)nbsp;par Ie candidat; sans que les autres maistres chirurgiens (quoynbsp;que prsent au dit examen) puissent en proposer aucunesnbsp;autres, ny agiter les proposes.

VIII

Que moiennant ce, Ie candidat debvra estre receu ou reject selon la capacit ou incapacit en raison et selon l'quit etnbsp;sans aucune passion.

Lille

Over het examen in Lille lezen wij in een reglement van 1632, dat dit afgelegd moest worden bij den deken en de meesters

-ocr page 153-

119

van het gilde en 4 suppoosten en dat het uit 4 zittingen zou moeten bestaan, die als onderwerp hadden:

Voor de Ie zitting: over de grondbeginselen van de chirurgie en de osteologie.

Voor de 2e zitting: over de algemeene kennis van de anatomie.

Voor de 3e zitting: over de ziekten en de genezing daarvan.

Voor de 4e zitting: over de operaties en de verbanden.

In 1749 vonden de gildebroeders het nog niet mooi genoeg en vroegen een verandering in het reglement, waarbij zij denbsp;magistraat verzochten het aantal zittingen van 4 op 6 te brengen en dan de stof op de volgende manier te verdeelen:

Ie examen de grondbeginselen van de kunst.

2e examen de kennis van de osteologie.

3e examen de kennis van de myelogie.

4e examen de kennis van de splanchnologie of te wel der ingewanden.

5e examen de chirurgische ziekten en hun genezing.

6e examen de operaties.

Deze bepalingen bewijzen het belang, dat de chirurgijns hechtten aan de kennis van de anatomie. De magistraat keurde de' 16en Augustus 1749 deze uitbreiding goed, alleen werd het examengeld verminderd. Het examen in de osteologie en de myelogie moest op een skelet gedaan worden. Bij 't Koninklijk Besluit van 1772 werden tenslotte alle voorgaande reglementennbsp;samengevat en vastgesteld in het ontwerp betreffende: Lesnbsp;qualits requises pour parvenir a la maitrise et la forme desnbsp;rception.

Om examen af te kunnen leggen moest men 24 jaar zijn, (20 jaar voor kinderen van een meester), katholiek, gedurendenbsp;een jaar de lessen aan de Ecole Royale gevolgd hebben ennbsp;4 jaar leerjongen geweest zijn bij een chirurgijn, in een burger- of militair hospitaal, of het leger in 4 veldtochten gevolgdnbsp;zijn als hulp van een chirurgijn-majoor. Al deze voorwaardennbsp;moesten bewezen worden door gelegaliseerde certificaten.

Deze vorm van een examen kunnen wij als voorbeeld nemen

-ocr page 154-

120

van vrijwel alle Vlaamsche chimrgijnsgilden. Iedere candidaat moest uit de gildemeesters een conducteur kiezen om hemnbsp;bij al zijn bemoeiingen te helpen en hem bij het examen tenbsp;assisteeren. Wanneer de Lieutenant van de eerste chirurgijnnbsp;van den Koning zijn papieren had geverifieerd en hem toegestaan had zich aan te melden, onderging de candidaat een oppervlakkig eerste examen, tentamen genaamd. Wanneer hetnbsp;goed ging mocht de aspirant een maand of twee later terug komen voor het eerste examen, dat over de algemeene grondbeginselen van de chirurgie, de physiologie, de pathologie en denbsp;chirurgische therapie ging. Bij dit examen, evenals bij de volgende, werd de candidaat in aanwezigheid van het heele gilde ondervraagd door den Lieutenant, de prevoosten, den ,,Rece-veurquot;, den deken, een professor en drie meesters, die door hetnbsp;lot aangewezen werden; ieder van hen kon gedurende een halfnbsp;uur ondervragen. Alle meesters hadden het recht om over hetnbsp;slagen mee te stemmen en de meerderheid van stemmen besliste. De volgende examens, 4 in getal droegen den naam vannbsp;de examens der 4 weken, en vonden plaats om de twee maanden.nbsp;Ze waren zoowel theoretisch als practisch en bestonden iedernbsp;uit twee zittingen. Het eerste ging over de osteologie, de aandoeningen van het skelet en de middelen om deze te genezen,nbsp;het tweede over de anatomie en de physiologie, met ontledingen erbij; het derde over de diverse operaties en de bevallingen, met handgrepen op het cadaver en het fantoom. En watnbsp;het vierde betrof, daarbij werd in de eerste zitting gesprokennbsp;over de indicaties en de practijk van de aderlating en in denbsp;tweede over de verschillende medicamenten, welke de chirurgijns de gelegenheid hebben te gebruiken.

Een laatste examen, dat het strengequot; genoemd werd, stelde alle leden van het gilde in staat zich er van te verzekeren,nbsp;dat de candidaat in staat was zelf een rapport op te stellennbsp;in de daarvoor vereischte vormen; na deze proef wees denbsp;Lieutenant hem een onderwerp toe (sujet de thse), dat hij innbsp;het Fransch of in 't Latijn, naar zijn keuze, moest verdedigennbsp;voor de openbare zitting van de plechtige opneming. Zes opponenten, aangewezen door het lot gedurende n van de regel-

-ocr page 155-

121

matige Maandagsche zittingen voelden hem aan den tand, of hij het aangewezen onderwerp goed beheerschte.

De openbare zitting duurde 3 uur en vond plaats, met open deuren in het gemeentehuis, in tegenwoordigheid van afgevaardigden van den magistraat, van den stadsdokter en van hetnbsp;geheele chirurgijnsgilde. Wanneer hij slaagde, legde de gelukkige direct den eed af in handen van den Lieutenant.

Maar het Koninklijk Besluit kende, evenals in Frankrijk, ook nog andere examens, die veel minder zwaar waren, voor eennbsp;tweede categorie van chirurgijns, die, minder ontwikkeld innbsp;hun vooropleiding, minder begunstigd door de fortuin, nietnbsp;zulke uitgebreide studies hadden kunnen doen en niet vannbsp;plan waren in zulke groote steden als Lille, Duinkerken ennbsp;Douai te practizeeren; dat waren de chirurgijns van mindernbsp;ervaringquot;. Zij hadden noch het recht om de groote operatiesnbsp;te doen zooals trepaneeren, fistels insnijden enz., noch om groote apparaten te gebruiken, wat alleen aan de echte meester-chirurgijns was toegestaan. Het was hen verboden zich in eennbsp;andere plaats te vestigen dan waarvoor zij zich opgegevennbsp;hadden, zonder de toestemming van het gilde, waaronder zijnbsp;zouden gaan resorteeren, gekregen te hebben en^ zoo noodignbsp;een nieuw examen afgelegd te hebben.

Voor hen die zich in de kleine steden wilden vestigen, waren er slechts drie examens, over de grondbeginselen der chirurgie, de aandoeningen der beenderen, de tumoren, de wonden ennbsp;ulcera, de operaties, de eenvoudige en samengestelde medicamenten en de practijk der bevallingen.

Wat betreft diegenen, die zich op het platte land wilden vestigen, voor hen bestond de proef slechts uit twee zittingen over dezelfde stof. Allen moesten echter een leertijd van viernbsp;jaar doormaken, alvorens zich bij de examinateurs aan te mogen melden. Deze bijzonderheden dienen er toe om te bewijzen, dat het verkrijgen van den titel van chirurgijn een zuiverenbsp;locale aangelegenheid was. Door Paus Pius IV zou een pogingnbsp;aangewend zijn om eenige uniformiteit te verkrijgen. Hij trachtte, door een bul over de chirurgie op te stellen, haar als eennbsp;eigen en aparte kunst te beschouwen met de graden van gezel

-ocr page 156-

122

(student), candidaat en docteur, als bij de geneeskunde. Deze bul die de 19e November 1561 door het parlement te Parijsnbsp;genregistreerd werd schijnt nooit tot een begin van uitvoeringnbsp;gekomen te zijn.

De eed bestond uit de belofte een goed, eerlijk en loyaal meester te zijn, de privilegin en de gewoonten van het gildenbsp;te respecteeren en te doen respecteeren, den katholieken godsdienst te bevorderen, den vorst te gehoorzamen en de wet tenbsp;verdedigen, zooals een goed meester gehouden is dit te doen.nbsp;(almanack de Commerce 1788).

Meerdere malen wordt hier de Lieutenant genoemd. Over de plaats, die deze bij de gilden bekleedde, het volgende: Hetnbsp;gilde der chirurgijns te Lille leverde steeds den eersten chirurgnbsp;voor den koning. Deze benoemde in het gilde van Lille, Douainbsp;en Duinkerken een Lieutenant, die onafzetbaar was en gekozen werd uit de drie meesters die de stadsbestuurderen hemnbsp;voorstelden. De Lieutenant had het recht om den eersten chirurgijn van den koning te vertegenwoordigen en leidde in zijnnbsp;naam en zijn plaats het geheele gilde. Hij stond direct ondernbsp;het parlement van Douai. De provoosten hadden het recht omnbsp;in alle huizen, waarin zij, wilden, binnen te gaan om eens tenbsp;kijken en zich ervan te overtuigen of er niets gedaan werdnbsp;in strijd met de privilegin van de chirurgijns. Ze moestennbsp;echter zich doen vergezellen door een politie-officier.

Volgens het Koninklijk Besluit van 1 Juni 1772 werden de kosten van het examen en de opneming in het gilde van Lille,nbsp;Douai en Duinkerken op de volgende wijze vastgelgd:

Voor de aspiranten voor het meesterschap in die steden, waar een chirurgijnsgilde gezeteld is, voor iedere zitting (8 zittingen).

aan den lieutenant, voor het recht van 't verzoekschrift en het teekenen van de convoca-

tiebiljetten 3 ponden.........24. ponden

aan den griffier voor dezelfde redenen 3 pond nbsp;nbsp;nbsp;24.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

(griffier was chirurgijn of administrateur) aan den lieutenant voor het presideeren dernbsp;zittingen.............108. nbsp;nbsp;nbsp;,,

-ocr page 157-

123

aan den griffier, prevoosten, de professor en de

meesters voor hun aanwezigheid..... 304-

voor de stadskas (dit vr 't examen te storten) 300-voor den stadsdokter, voor zijn aanwezigheid

bij 4 zittingen 3 pond per keer.....12.-

Tezamen minstens 772. ponden

Voor de aspirant voor het meesterschap in de kleinere steden.

aan den lieutenant voor nbsp;nbsp;nbsp;allenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rechten ....nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;36.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ponden

aan den griffier voor nbsp;nbsp;nbsp;allenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rechten.....20. nbsp;nbsp;nbsp;,,

aan de prevoosten, den deken, den professor en

de meesters ...........63. nbsp;nbsp;nbsp;

aan den stadsdokter......... 6. nbsp;nbsp;nbsp;

aan de stadskas...........100. nbsp;nbsp;nbsp;,,

Bij elkaar minstens 225. ponden plus 1 pond voor elk der aanwezige oude meesters.

Voor de chirurgijns met de lichte proeve voor het platte land.

aan den lieutenant..........24. ponden

aan den griffier...........12. nbsp;nbsp;nbsp;

aan de prevoosten, nbsp;nbsp;nbsp;deken en professor .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;30.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,

aan den stadsdokter......... 5. nbsp;nbsp;nbsp;,,

aan de stadskas...........50. nbsp;nbsp;nbsp;

Tezamen minstens 121. ponden

In Gent bestond halverwege de 17e eeuw een cole de chirurgie, die zeer veel tot de ontwikkeling van de chirurgie en de chirurgijns in Gent heeft bijgedragen. De bekende chirurgijn uit Kortrijk Palfijn vervolgde daar zijn opleiding, die hijnbsp;zonder meester in Courtrai begonnen was.

Deze school stond onder leiding van het college der medici en het chirurgijnsgilde, terwijl de magistraat toezicht hieldnbsp;en de onkosten droeg. Verschillende colleges en allerlei de-

-ocr page 158-

124

monstraties werden er gegeven. De professoren en lectoren werden na een examen benoemd. Later kwam hier ook hetnbsp;onderwijs in de verloskunde bij.

-ocr page 159-

SLOTSOM.

Aan het einde van dit onderzoek komen wij tot de slotsom, dat:

Ie. de scheiding van het barbiers- en chirurgijnswerk, begonnen te Utrecht in 1434, er toe heeft bijgedragen, dat de examens van de chirurgijns steeds uitgebreider werden ennbsp;de theorie van de chirurgie een belangrijker plaats in gingnbsp;nemen dan de praktijk van het aderlaten.

2e. de ontwikkeling der diagnostiek niet duidelijk uit de eischen voor deze examens valt op te maken.

3e. de ontwikkeling der therapie, welke therapie aanvankelijk vrijwel alleen uit het doen van aderlatingen bestond, welnbsp;uit deze examens is af te leiden.

De voornamelijk op de dagelijksche practijk ingestelde opleiding van de chirurgijns heeft hier in belangrijkenbsp;mate toe bijgedragen.

Zoo bestonden bijvoorbeeld in 1471 de eischen te Bergen op Zoom op het gebied van het therapeutisch kunnen in het aderlaten van drie personen te drien aderen, die een die heet dienbsp;branctader op den voet, die ander die men heet die leveradernbsp;opten te haut, die derde op ten arm, die men heet medianequot;nbsp;en verder in het ,,binnen de 14 daghen moeten doen alle thgene,nbsp;dat binnen de huyse te doen sel vallen, aengaende den selvennbsp;ambachte als van scherenne, latenne, tandtreckene, alsoe verrenbsp;hy dat gedoen kanquot;. In 1513 moest de proeveling in Deventernbsp;zijn eigen zalven en dranken klaar kunnen maken. In 1552 werdnbsp;te Amsterdam de geheele fractuurbehandeling en het trepanee-ren geischt. In 1607 moest Jacob Dircksz. Bont in Haarlemnbsp;vertellen doer hoeveel middelen alle onnatuerlyche gezwellennbsp;genezen wordenquot; en welke de beste waren.

Omstreeks 1627 werd in Rotterdam het doen van extirpatien, so van armen als beenenquot; vereischt.

-ocr page 160-

126

In Den Haag werd in 1731 ook een examen af genomen in de kennis der verloskunde om deze uit te mogen oefenen.

In 1760 werd in Den Haag aan Johannes van den Berg gevraagd de operatie van een Hazemondt, zonder wegneeminge of met wegneeminge van uytsteekende deelen van de kaakquot;,nbsp;terwijl in 1772 Joseph Philip moest weten in welke keelontsteking de operatie Bronchotomiae gedaan wordt en hoe dezelve vericht werdquot;.

En in Rotterdam vroeg men in 1793 aan Jan van Nes hoeveel soorten hechtingen er zijn en, hoe geschied de Darmhechting.

Zoo kan men dus uit deze opsomming wel een ontwikkeling van de eischen op therapeutisch gebied afleiden.

4e. de invloed van de klassieken (Galenus, Guido, Avicenna e.a.) langen tijd in de examens merkbaar is geweest, zeernbsp;waarschijnlijk tot ongeveer het einde van de zeventiendenbsp;eeuw.

5e. de invloed van Harvey's leer over de bloedsomloop nog tientallen jaren na de publicatie (1628) vrijwel niet in denbsp;examens tot uiting kwam.

6e. de invloed der geneesheeren op de examens, waarbij zij meestal als examinateurs, zooals bijvoorbeeld te Middelburg, Delft, Groningen, Rotterdam, Zaltbommel, Haarlemnbsp;enz., of ook als voorzitter van de examencommissie, zooalsnbsp;bijvoorbeeld te Leiden, Maastricht, Den Haag enz., aanwezig waren, in het begin der zeventiende eeuw belang-rijker begon te worden;

In dezen tijd begonnen de gilden in verschillende plaatsen de chirurgijnsleerlingen ook te verplichten de lessen, welke door een daartoe uitgenoodigd geneesheer werden gegeven (meestal in de anatomie) te volgen.

Op het samenstellen van de eischen, die in de keuren werden opgenomen oefenden zij soms invloed uit, zooalsnbsp;wij bijvoorbeeld zien uit het optreden van Boudewijnnbsp;Ronsse in Gouda.

7e. de invloed van de overheid op de examens zeer aanzienlijk is geweest. In de meeste plaatsen zagen wij de exa-meneischen opgenomen in de keuren en ordonnantin, die door de overheid aan de gilden gegeven werden.

-ocr page 161-

127

8e. de examens over zee en wel voornamelijk in Nederlandsch Oost-Indi ontstaan zijn te Batavia, naar Hollands' voorbeeld, evenwel niet als voorwaarde om tot een gilde toegelaten te worden, maar wel om aangenomen te wordennbsp;bij de V.O.C., en dat er te Batavia een opleiding ontstondnbsp;onder invloed van de Oost-Indische Compagnie, van lieden,nbsp;die in Nederland nog niet in eenig chirurgijnsgilde opgenomen waren geweest.

Wat het buitenland betreft weten wij dat het onderwijs aan de Universiteiten en medische scholen eerder aanvangt dan innbsp;ons land.

Wij ontleenen aan Pagel hieromtrent de volgende opgaven:

Frankrijk;

Itali:

Parijs

1180

Bologna

12e eeuw

Montpellier

1289

Padua

1222

Duitschland:

Pavia

1250

Heidelberg

1386

Spanje:

Keulen

1388

Valencia

1199

Erfurt

1392

Salamanca ^

1243

Leipzig

1409

Portugal:

Greifswald

1465

Lissabon

1287

Tbingen

1477

Coimbra

1290

Engeland:

Oxford

11e

eeuw

Weenen

1365

Cambridge

12e

eeuw

Praag

1348

In Nederland

dateeren de

oudste universiteiten

van 1575

(Leiden), 1614 (Groningen) en 1636 (Utrecht).

In ons land kwam de opleiding der chirurgijns daardoor later odner den geneeskundigen invloed van de hoogescho-len dan in het buitenland.

Wij vonden, dat de examens in Frankrijk en Vlaanderen bijvoorbeeld te Rouaan, Poitiers, Lille, Douai en Duinkerken,nbsp;over het algemeen in de keuren en reglementen der gilden uit-gebreider werden vastgelegd dan in Nederland.

-ocr page 162-

BIJLAGEN.

Als bijlagen geef ik U hier nog enkele gegevens, die niet in den tekst werden verwerkt en (naar ik meen), ook nog nietnbsp;eerder ergens werden gepubliceerd.

Chirurgijns Giide-Boeck.

Dein Deiit. (1584 ?)

Wij Burgemeesteren, Schepenen, en de Raeden der stad Delft doen cond allen luyden dat wij deur ootmoedig vervolgnbsp;en de begeeren van den gemene ambachte van den Chirur-gynen ende Barbiers binnen den voorsz. stad Delft den zelvennbsp;Ambachte gegunt ende gegeeven hebben gunnen ende geevennbsp;mits deesen onsejegenwoordige Brieven zelcke poincten vannbsp;rechten ende ordonnantie als hier na verklaert staan.

Alzo de Hooftmans van de Chirurgijns Gilde mijnen Heeren van de Geregte te kennen gegeeven hadde die Disordre endenbsp;Confusie die daar vallende was deur dien alle Chirurgijnsnbsp;die 't belieft heeft mogen komen ende comen op het doen vannbsp;de prove soo is bij den Geregte omme daarjeegens te voorsten geordonneert, dat van nu voortaan niemandt over denbsp;prove die daar vallen zullen sal mogen geroupen werden,nbsp;staan ofte komen, dan alleenlijken de Hooftmans van 't Gilde,nbsp;de Examinateurs ende een Stads-Medicijn, Actum bij het Col-legie van mijnen Heeren van den Geregten den 21 en February 1600.

My Jegenwoordig was get.

I. Groenhoudt.

1600.

-ocr page 163-

129

Het doen van de prouve ge-leguleeit. Item zo wie prouve zal begeeren te doen die salnbsp;moeten comen bij de Hooft-mans ende 't zelve aan haarnbsp;versoucken voor dewelcken hynbsp;sal moeten zeeker bescheyt too-nen, als dat hij een vrijknegtnbsp;is te weeten dat hij bij eenennbsp;Meester in eenige beslootennbsp;Stad twee jaeren continuelijkennbsp;gestaan ende geleert heeft ende dat hij sijn Meester eerlijken voldaan ende sijne Jaarennbsp;voldient heeft, ende zal dannbsp;mogen doen tijkenen soo veelnbsp;Lancetijsers als 't hem belieftnbsp;op provisie van gescheurt oftenbsp;anders gebreekelijk te zijn ende dat in presentie van dennbsp;Hooftmans met het merk oftenbsp;teyken van 't Gilde betaelendenbsp;voor elke Lancette teijkenen totnbsp;behouft van 't Gilde eene Stuij-ver, Ende zal dan alle de getey-kende Lancetijsers laten in handen van den Hooftman die, datnbsp;lopende jaar dient, in wiensnbsp;Huys hij zijn werk ende prouvenbsp;zal moeten doen, die hem daarnbsp;eene te maken afleeveren zalnbsp;om aan te wercken soo dienbsp;eenig gebrek heeft, ofte dat volmaakt is, soo sal hem dennbsp;Hooftman een ander doen, Ende daar na meer, soo lange totnbsp;datter genoug gemaakt zal zijn

9

-ocr page 164-

130

Dat yder proefknegt voortaan naer het teykenen van' zijn Lancetijsers gehoudennbsp;zal zijn in plaats van 15 Dagen, den tijd van ses -weekennbsp;onder zijn prouve ,binnennbsp;welken tijd de Medicijns,nbsp;Hooftmans ende Examina-teurs den proufknegt altemetnbsp;sullen brengen in 't gasthuis,nbsp;omme daar sijn manuale ope-ratien te sien, ende hem also bij geleegentheijdt privative te examineeren; Alsdusnbsp;gemuteert ende geaugeert bijnbsp;de Weth den 5 July 1632.

(was geteekent)

I. V. Ophoven

(1632.)

om zijn prouve meede te doen, altijds leverende de voorgaen-de, 't zij volmaakte ofte gecasseerde Lancetten in handen vannbsp;den Hooftman diese hem ge-leevert zal hebben ende zal dernbsp;volniaaken drie in 't getal, Ende dat binnen den tijd van vijftien Daegen. De Vijftien dae-gen gepasseert zijnde, ende 'tnbsp;werk volmaakt weesende, zoonbsp;zal de voorsz. Hooftman de ge-meene gesellen doen vergaderen bij den cnaepe van den gilde om te compareeren ter plaatsnbsp;ende tijde die daar bestemt salnbsp;weesen om de prouve te siennbsp;doen als die nu present sijn.nbsp;soosal de voorsz. Hooftman denbsp;Lancetten thoonen, dewelkenbsp;dan besien ende geproeft sullen worden van de anderennbsp;Hooftmans die lestmael gedientnbsp;hebben, Ende sullende voorsz.nbsp;drie Lancetten moeten hebbennbsp;goed fatsoen, een goede snee-de sonder Braeme, ende eenennbsp;vasten punt soo dat de selvenbsp;door 't nerf ofte proefleedersnbsp;sullen moeten gaan sonder crae-ken ofte eenige faulte, welkenbsp;Lancetten also bevonden endenbsp;voor opregt gepasseert zijndenbsp;zoo zal men den proefknegtnbsp;examineeren ten overstaan vannbsp;twee uijttet collegien van mijnen Heeren Schepenen op te


-ocr page 165-

131

Een vreemdeling sal in plaatse van ses gulden voortaan betaelen tien gulden.

Aderen te weeten van den oor-spronk van Vena Cava, van haar tacken ende principalykennbsp;van den geenen die haar uitwendig buijten den Vleijschenbsp;openbaeren, ende hoe sy ge-naamt worden, welke een Ar-tei-ye onder haar leggende hebben, welken niet, ende hoe mennbsp;die ader uijte zenuwe ofte ten-done onder kenne ende tastennbsp;zal. Dit gevraegt sijnde, endenbsp;bij de gemeene stemmen bevonden weesende daar wel ende tenbsp;regt opgeantwoord te zijn, sonbsp;sal men den proufknegt doennbsp;steeken drie diversche aderen,nbsp;aan sulken personen als 't hemnbsp;believen zal te weeten die Basilica ofte Mediana in den reg-ten Arm, de twede de Horaria (?) op de hant, de derde denbsp;Saphena opte voet, des en salnbsp;hij op elke adere maar eenennbsp;steek doen, ende sulks dat sijnbsp;rustigh springen also 't behoort,nbsp;ende dat zo gedaan ende voornbsp;goed gepasseert sijnde so sullennbsp;de Hooftmans de Lancetten behouden ende onder haar dee-len, daar na sal men hem Exa-mineeren ende bevraegen op tenbsp;Chirurgie namentlijck op tenbsp;principale wonden fracturen,nbsp;Dislocatien ende van den teij-kenen ende accidenten van diennbsp;ende zo daar wel op geant-


-ocr page 166-

132

Een Poorterszoon in plaats van drie gulden sal betaelennbsp;vijff gulden.

Een gildebroederszoon in plaats van Dertig Stuijvers,nbsp;twee gulden tien stuijvers.

Aldus gemuteert bij de Heeren van de Weth der Stadnbsp;Delft den 5 Julij Ao. 1632.

(was getekent)

I. V. Ophoven

1632.

woordt wordt, zo zal men hem voor Meester ontfangen, mitsnbsp;den Gilde betaelende, indiennbsp;hij een vreemdeling is ses gulden, indien hij een Poorterssoonnbsp;is drie Carolus guldens ende indien hij een gildebroederszoonnbsp;is dertig stuijvers, ende zal nognbsp;gehouden weesen te zijn Cnae-pe van 't Gilde tot datter eennbsp;ander incompt. ende nog schuldig zijn te betaelen alle Jaar totnbsp;onderhoudt van 't Gilde viernbsp;stuijvers, maar indien dezelvenbsp;gebreekelijk bevonden werdennbsp;in de voorsz. poincten ofte eeni-ge van dien, soo en sal men hemnbsp;niet aen mogen neemen voornbsp;Meester maar hij zal gehoudennbsp;weesen wederom een geheelnbsp;Jaar lang te leeren 't voorsz.nbsp;Ambagt bij eenen vrijen Meester ende daar na mag hij we-deromme commen om zijn prou-ve te doen die hij gehouden salnbsp;weesen van den nieuwen tenbsp;doen sulks als vooren staat.


Schiedam

GILDEBRIEFF VAN T CHIRURGIJNS GILDE DER STAD SCHIEDAM. 1609.

Waarin over de examens;

Art. 2.

Imand Geneegen zijnde zijn Proeff te doen om tot de Chirurgie en Phlebotomia Geadmiteerd te worden zal Gehouden zijn zig van den Proeffmeester oft Hoofdman in bijzijn van

-ocr page 167-

133

Den doctor en alzulke Gedeputeerden als zullen Gelieven te Committeeren, zig te laten Examineeren en ondervraagen ennbsp;de dieselven op deselfs vragen antwoorden. Zoo op alle denbsp;Aderen, die men gewoon is te Laten, hoe ze genaamd worden.nbsp;Waar dezelve gelegen zijn en waarom Die Gelaaten worden.nbsp;Als ook de geheele Anatomia zoo in 't Gemeen of ook als Particulier, Wijders van de Apostumatien, Vulnera, Ulceratien,nbsp;Fractuuren en Dislocatien. Inzonderheid meeden over de Sim-plicien en Kruyden en haar Eyge Kragten, Faculteiten onderscheiden.

GOES. 1650.

Goes Ordonnantieboek beginnende 1590. (fol. 296).

Roerende het chirurgijnsgilde binnen deser stede Goes, (volgen 11 artikelen betreffende het ambt, en de uitoefeningnbsp;daarvan).

Volcht nu het examen ende proeve in de chirurgia, 't welck sal wesen tweederleij, te weten theoreticum et practicum. Hetnbsp;examen theoreticum sal geschieden, soowel in de anatomia alsnbsp;in de universele ofte geheele chirurgie. Het examen practicumnbsp;ofte manuael sal bestaen hierinne.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

1)

2)

3)

4)

5)

6)

Dat de dekens sullen moeten (die de preuve is doende) laten verbinden alle de patinten die dan sullen gevondennbsp;werden in het gasthuys, oudtmanhuys, weeshuys ende innbsp;de arme huysen deser stede, ende hem over allen desennbsp;accidenten examineren.

Dat hij sal drie aderen openen, eene ader in den arm, eene ader in de hant, eene ader in de voet, soo dat het bloetnbsp;bequaemelijck daer uyt sprinct.

Dat hij een trepane sal stellen op het cranium, dat is, dat hij het cranium sal trepaneren.

Dat hij een fracture in den arm ofte been sal verbinden.

Dat hij sal een extirpatie in den arm ofte been doen.

Dat hij het cranium met een sage sal openen en op het gene, dat darein besloten is, gexamineert werden.

-ocr page 168-

134

7) nbsp;nbsp;nbsp;Dat hij sal de borst openen ende op het gene, dat daerinnbsp;besloten is, gexamineert werden.

8) nbsp;nbsp;nbsp;Dat hij sal den buijck openen ende van hetgene dat daerin

besloten is, gexamineert werden.

Ende alsoo dese operatin in de ses voorgaende articulen begrepen, meest aen doode lichamen (insonderheyt jemantnbsp;doende) werden gepleeght, dat hare Eerw. oversulcx gelievennbsp;te consenteren, als een preuve in de chirurgia gedaen wert,nbsp;ende in het gasthuys een doot menschenlichaem sijnde, datnbsp;aen dat voors. doot subiectum dese bovenstaende operatinnbsp;sullen gedaen werden.

Versouckende sij supplianten, dat haere Eerw. 't gunt voors. staet, gelieven te approberen ende aucthoriseren; 't welcknbsp;doende etc. ende was onderteyckent Antoni Dignis, Cornelisnbsp;Boudewijns, Carel Tulck, Abram Ratel, Quirijn Hoochcamer,nbsp;Lucas van Schaghen, Jacob Hoochcamer, A. Mispelblom, Andr.nbsp;van Campen ende Pyeter Harrensen.

Burgemeesters ende Schepenen der Stadt Goes naer voorgaende lecture, hebben de bovengemelte articulen gelaudeert ende geapprobeert, gelijck sij de selffde lauderen ende approberen met desen. Actum ter vergaderinge van de heeren voorn,nbsp;op den 5 January 1650.

Hulst REGISTER VAN PRIVILEGIN DER GILDEN 16461792.

Ordonnantie voor de Chirurgijns ende Apothekers der stede Hulst en jurisdictie van diere. (fol. 80 en vgl.) 1665.

Alle de jegenwoordige Chirurgijns met namen Mrs. Hard-wijck van Anden, Albert Minau, Johannes Dambrinus, .... van Kessel ende Jakob de Kever zullen zijn ende blijven in denbsp;exercitie van de chirurgie als voor desen; Maar zoo eenig ander chirurgijn van intentie ware, zig alhiec ter stede neder tenbsp;stellen, omme de chirurgie onder de borgerije te exerceerennbsp;ofte een openbaren scheerwinkel wilde opstellen en zal het-

-ocr page 169-

135

selve niet vermogen te doen, zonder bevorens gexamineerd te wesen bij de Heeren doctoren ten bijwesen van de chirurgijns, die elk een vrage of drie zullen mogen doen, mitsgadersnbsp;zijn proeve gedaan hebbende, bestaande in drie latingen in denbsp;hand, arm ende voet of zoo hem andersins voorgehouden zalnbsp;werden, ten ware hij konde bewijsen zijn examen ende proevenbsp;volkomentlijk op andere plaatse hadde voldaan, op de verbeurte van tien schellingen en voorts ieder reise te verbeurennbsp;Illdobbel voor den Heer en d'ander helft voor de chirurgijns.

De chirurgijns met Compagnien alhier ter stede in garni-soen komende, en vermogen 't zelve ampt niet te exerceeren, nog bekkens uit te hangen dan ieder in zijn quartier op denbsp;boete als voren; ten ware hun proeven ende examen als vorennbsp;hadden uitgestaan ende bevorens zulks geverifieerd hebbendenbsp;en borgers werdende.

Niemand zal 't zelve ampt mogen exerceeren onder wat pretext het zoude mogen wesen, ten zij onder voorgaande restric-tin, op de boete alsvoren exempt geswoorene vroedvrouwen.

Aldus provisionnelijk gearresteerd in 't collegia binnen Hulst den XX November 1665, mij 't oirconde onderteekent,

Jean Hoiel, 1665.

-ocr page 170-

Alexander,

Fred. Sigismund

A n d e I, M. A. van A n d e 1, M. A. van

A n d e 1, M. A. van A n d e I, M. A. vannbsp;B a n g a, J.

Baumann, E. D.

B o e r m a, N. J. A. F. Bout,

Bernardus de Broeckaert, A.nbsp;Brouwer

Anchor, A. J. M. Brouwer

A n c h e r, A. J. M.

Bruinvis, C. W.

Bruner,

Walter von

B r u y n,

Mej. J. A. de

LITERATUURLIJST

Inwijdingsrede over de verbinding van de studie der vroegere geneeskunde met die van lateren tijd.nbsp;Gehouden den zestienden October 1843, Amsterdam 1843.

De Chirurgijn Cornelis Solingen en zijn instrumentarium. Ned. T. V. G. 1936, Blz. 47.

Chirurgijns, Vrije Meesters, Beunhazen en Kwakzalvers. (De chirurgijnsgilden en de praktijk der heelkunde 14001800). Patriareeks.

Een Examen Chirurgicum in 1636. Ned. Tijdschr. V. Geneesk. 1916 II p. 346.

Tweerlei opvatting over de Geschiedenis der Geneeskunde. Ned. Tijds. v. Gen. 1918, IB blz. 1520. Geschiedenis van de Geneeskunde en van harenbsp;Beoefenaren in Nederland, voor en na de stichting der Hoogeschool te Leiden tot aan den doodnbsp;van Boerhaave. 2 dln. Leeuwarden 1868.

De dokter en de geneeskunde. Nederlandsche kul-tuurgeschiedkundige monographien.

1. nbsp;nbsp;nbsp;De Wetenschap.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Maatschappelijk Leven.

Liber legum Collegi Chirurgiae Groningensis. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1916 II Blz. 1593.

'T Nieuwe Examen der Chirurgie 't Amsterdam 1694.

Jan Palfijn Brugge.

De Gilden, 's-Gravenhage 1895.

Oude Ordonnanntien, betreffende genees-, heel- en verloskundigen, apothekers, kwakzalvers enz.nbsp;Ned. Tijdschr. v. Gen. 1899.

Gildebrief der Chirurgijns te Alkmaar. Navorscher 1906. Bladz. 345.

Von den Gilden der Barbiere und Chirurgen in den Hansestadten. Leipzig. Verlag von Johannnbsp;Ambrosius Barth 1921.

Brief van Schout en Schepenen der Stad Schoonhoven, waarbij het Chirurgijnsgilde gesticht werd. Anno 1730. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1931 No. 6.

-ocr page 171-

137


Buwalda-Prey Bijl, W. F. Th. V. d.nbsp;B ij 1 s m a, R.

C o u 1 o n, H.


Boudewijn Ronsse en de opleiding van de chirurgijns. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1942. 2 Mei.

Chirurgijnsgilden in Zeeland. Ned. Tijdschr. v. Gen. 6 Mei 1933.

Examen Chirurgicum te Rotterdam de Anno MDLXXXXV. Geneesk. courant van 9 en 16 Juninbsp;1906.


La Communaut des Chirurgiens-barbiers de Cam-brai. (13661795). Contribution l'histoire de la mdicine en France du XIV au XVIII me sicle.nbsp;Cambrai 1908.

Mitteilungen ber die Medicinal Verhaltnisse Alt-Revals (nach Vertragen in der Estlandischer Lite-rarischen Gesellschaft) Reval Juli 1890.

De wording en de geschiedenis van het Genootschap ter bevordering van Natuur, Genees- en Heelkunde te Amsterdam. Rede ter herdenkingnbsp;van het 125-jarig bestaan van het genootschap.nbsp;Ned. Tijdschr. v. Gen. 1916 I No. 1. (10 Nov. 1915).nbsp;Geneeskunde in oud-Zwolle. Verslagen en Mede-A. t e n deelingen van de Vereeniging tot Beoefeningnbsp;van het Overijselsch Regt en Geschiedenis. 45stenbsp;stuk 2e reeks 21ste stuk.

*

Donkersloot, H. Willem Donkersloot, Stads-Chirurgijn, Operateur en Heelmeester te Rotterdam 17581824. Eennbsp;levensschets. 1933.

Gilde Brieff van 't Cherugijnsgilde te Arnhem. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1936. BI. 991992.nbsp;Overzicht van de geschiedenis der Geneeskundenbsp;in Rotterdam. Voordracht geneeskundige Kringnbsp;24-1-1912. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1911 II blz. 117.nbsp;Beoefenaars der Genees- en Heelkunde te Zalt-bommel in de zeventiende en achttiende eeuw.nbsp;Gelre bijdragen en mededeelingen Deel XII 1909nbsp;p. 163.

van het verbaal van het verhandelde bij den Minister van Binnenlandsche Zaken van zijne Majesteit, den Koning van Holland. 12 September 1806. Faidherbe, A.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Les mdicins et les chirurgiens de Flandre avant

1789. Liile 1892.


D e h i o, J. W.


D e 1 p r a t, C. C.


Doesschate,


D o o r e n, L.


Elias, J. P h.


E p k e m a, E.


Extract


F e i t h, H. O.


De Gildis Groninganis. Dissertatie. Historica-Juri-dica inauguralis. Groningen 1839.


-ocr page 172-

G e Y li A.

G e y I, A.

HaverDroeze, J. J. H e r I s,

Mr. C o r n e 1 i s Hoeven, J. v. d.

Hol lander, Eugen Hue, Francois

H u n g e r, F. W. T.

Hunger, F. W. T.

I s e n s e e, E.

Jager, H. de

Jonkman, J. J. Kroon, J. E.

Krul, R.

Loon, L. van

138

Over half-voldoende examens en voorwaardelijke bevoegdheid in vroeger dagen. Ned. Tijdschr. v.nbsp;Gen. 1911, IA Bldz. 642.

Bijdrage tot de geschiedenis van het Geneeskundig Onderwijs in de 2e helft der 16e eeuw. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1911. II BI. 824.

Het Collegium Medicum. Amstelaedamense 1637 1798.

Examen der Chirurgie, bijn vergadert door.... zali t'Amsterdam 1645.

Een en ander over de examens bij de chirurgijns-gilden en over het vroedkundig examenquot;. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1934. Blz. 1547, 7 April No. 14.

Die Medizin in der klassischen Malerei. Stuttgart 1903.

La Communaut des chirurgiens de Rouen. Chi-rurgien, Barbiers-Chirurgiens. Collge de Chirurgie 14071791. Rouen 1913.

Over een gildebrief van de stad Bolsward voor de medicijn-meesters, chirurgijns en apothekers uitnbsp;het jaar 1662, met twee supplementen van 1665nbsp;en 1675. De vrije Fries, deel XXX (1930).nbsp;Boudewijn Ronsse. Ned, Tijdschr. v. Gen. 1930 No.nbsp;23. Blz. 2887.

Oude en middelgeschiedenis van de geneeskunde en haar hulpwetenschappen, vertaald, bewerkt ennbsp;vermeerderd door Dr. L. A. Cohen, Groningennbsp;1847.

Bijdrage tot eene geschiedenis van de Nederland-sche medicine, chirurgie en de apothekeriequot;. De Navorscher 1880.

De chirurgijns-gildekamer te Enkhuizen. Pharma-ceutisch weekblad 1913. No. 14.

Bijdragen tot de geschiedenis van het geneeskundig onderwijs aan de Leidsche Universiteit 1575 1625. Dissertatie 1911.

Haagsche Doctoren, chirurgen en apothekers in den ouden Tijd 1891. 's-Gravenhage, W. P.nbsp;Stockum amp; Zn.

Het Rotterdamsche Chirurgijnsgilde S. Cosmos et Damiacnus van 14671798. Ned. Tijdschr. v.nbsp;Gen. 1939. Blz. 1485 en 3911.

-ocr page 173-

Mulder, Joh.


Nieuwenhuys,

Cs. Js.

N u y e n s, B. W. Th.


Overvoorde J. C. amp; J. C. C. J o o s t i n gnbsp;Overysselsche


P a g e 1, J. L.

Parker, G.

P e r r e a u, A. Pharmacia,

R a m b a u d, P.

R h ij n e n b u r g h, B. I. R i b b i u s, P.

R o m e y n, D. Rondonneau, L.

Rotterdam.


S c h o u t e, D. S c h o u t e, D.


139


Redevoering over de redenen, waarom de Nederlanders in het algemeen zeer weinig tot verbetering en uitbreiding van de heel- en verloskunde hebben bijgebracht. Leiden 1797.

Proeve eener Geneeskundige Plaatsbeschrijving der stad Amsterdam. Deel I 1816.

Het ontleedkundig onderwijs en de geschilderde anatomische lessen van het chirurgijnsgilde tenbsp;Amsterdam in de jaren 1550 tot 1798.

Verzameling van Rechtsbronnen. De Gilden van Utrecht, 2e deel 1896.

Almanak voor Oudheid en Letteren 18501851. Heel- en Geneeskundige verordeningen van vroeger tijd.

Einfhrung in die Geschichte der Medizin.

The early history of Surgery in Great Britain, its organisation and development. London 1920. 16e.nbsp;Recherches sur les Corporations des Mtiers de lanbsp;Ville de Maestricht. Bruxelles 1848.

Galenica en Chymica, verrijckt met een kort Examen der Chirurgie. Den vierden Druck, 't Amstel-redam 1662.

La Communaut des Maitres-chirurgiens de Poitiers {14101792) Paris 1919.

Nederlantsche Examen of te Proeve, der Chirurgijns ende Barbieren. Leyden 1632.

Medici en medische toestanden te Arnhem door alle Tijden. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1927.

Onze Militair-Geneeskundige dienst voor honderd Jaren en daaromtrent. Haarlem 1913.

Wetboek voor Geneesheeren, Heel- en Vroed-meesters. Apothekers etc. Brussel 1810. Uit het Fransch vertaald.

Een en ander uit het Rotterdamsche Gildewezen. Het chirurgijnsbedrijf. Artikel uit het weekbladnbsp;Winkeliers en Handelsbelangen, 5e Jaargang No.nbsp;9. Donderdag 2 Juni 1910. Off. Orgaan van Be-stuursgenootschap van Rotterdamsche Middenstands Vereenigingen.

Schets van het Middelburgsche Chirurgijnsgilde. 1913.

De Levensloop van een Ziekenhuis. Geschiedenis van het Gasthuis te Middelburg. 1916.


-ocr page 174-

S c h o u t e, D.

S c h o u t e, D.

S c h o u t e, D.

S o 1 i n g e n, C.

S t o e d e r, W.

Straat, H. L.

Straat, H. L.

T i t s i n g h.

Abraham

Unger, W. S.

Verbrugge,

J ohannes Verbrugge,

Johannes V r ij m a n, L. C.nbsp;Voorde,

Corn. V. d.

W e y d e, A. J. V. d.

W e y d e, A. J. v. d.

W e y d e, A. J. V. d. Wildeman, M. G.

W ij n d e 11 s, J. W. Zeeman, D. H.

140

Het geneeskundig Nederland voor de Stichting der Maatschappij. Uit; Gedenkboek der Ned. Ver.nbsp;t. Bev. der Gen. Uitgegeven ter gelegenheid vannbsp;haar 75-jarig bestaan.

De geneeskunde in den dienst der Oost-Indische Compagnie in Nederlandsch-Indi.

De Geneeskunde in Nederlandsch-Indi gedurende de 19e eeuw.

Manuale Operatin 1684.

Geschiedenis der Pharmacie in Nederland. Amsterdam 1891.

Het Chirurgijnsgilde te Leeuwarden. De vrije Fries. 1932.

De kosten van het Barbiersexamen te Leeuwarden. Ned. Tijdschrift, v. Gen. 1923, IB. BIz. 1637.

De verdonkerde Heelkonst der Amsterdammers uit hunne eigen Handvesten opgehelderd. 't Alkmaar 1730.

Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landheerlijken Tijd. Deel III. (1931).

Examen van Land- en Zeechirurgie. 1687.

Heel-konstige Examen of te Instructie der Chirurgie 1677. 2e Druk.

Slavenhalers en Slavenhandel. Patriareeks.

De nieuwlichtende Fakkel der Chirurgie of heden-daagsche Heelkonst, 1664.

De Uitoefening der Geneeskunde in vroeger Tijd te Utrecht. Jaarboekje van Oud Utrechtquot;, 1926.nbsp;Collegium medicum Ultrajectum. Ned, Tijdschr. v.nbsp;Gen. 1922.

Een Examen voor Chirurgijn in 1766. Ned. Tijdschr. V. Gen. 1923, II 904.

In en om Haarlem's Collegium Medico-pharma-ceuticum. Haarlemsch Advertentieblad 1899. Betreffende de Leertijd. Hoorn Nieuwe Niedorp.nbsp;Ned. Tijdschr. v. Gen. 1923.

Bijdragen tot de geschiedenis der Chirurgie in Frankrijk. Dissertatie Leiden. 1878.

-ocr page 175-

LIJST VAN PLAATSEN EN EIGENNAMEN.

Aardenburg 2.

Alkmaar 2. 14. 45. 66.

Amsterdam 2. 10. 14. 57. 58. 66. 85. Andel, Van 4. 88.

Anden, Hardwyck v. 134.

Andres, Frederik 80.

Arnhem 45.

Asselt, W. van 81.

B.

Baars, Johan 61.

Baardt, Petrus 91.

Baillet, P. 60.

Barre, Pierre 76.

Bataafsche Republiek 65.

Batavia 32.

Benthem, C. W. van 55.

Berg, Johannes v. d. 78.

Bergen op Zoom 2. 7.

Berghen, Comelis van 30.

Bernuy, Ferdinand de 29. Beverwyck, Johan v. 89.nbsp;Bieleveldt, Frans van 59.nbsp;Boetselaer, Baljuw v. 77.

Bologna 127.

Bolsward 51.

Bont, Jacob Dircksz. 72. Boomgaert, Pieter 39.

Boudewijns, Cornelis 134.

Bout, Bernerdus de 100.

Bout, Dirck Jacobsz. 73.

Breda 2. 29.

Brielle 2. 23. 46.

Brouwer Ancher 18.

Brugmans 67.

Bruyn Gilles Jasperse, de 37. Bruyne, De 31. 40.

Buwalda-Prey 21.

C.

Cambrai 116.

Cambridge 127.

Campen, Andr. v. 134.

Cappel, G. A. 79.

Casteele, Van de 80.

Coimbra 127.

Comelis, Jan 31.

D.

Dambrinus, Johannes 134. Damen 80. 81.

Dalen, Van 53.

Degener, I. H. 55.

Demayr, Pierre 114.

Delft 2. 23. 48. 51.

Descartes 89.

Deventer 2. 10. 23.

Dignis Antoni 134.

Donkersloot, W. 83.

Dordrecht 2.

Douai 122.

Duinkerken 122.

Duitschland 102. nbsp;nbsp;nbsp;*

Duval, Marie Frangoise 78, Dijck, Symon Jacobsz. van 73.nbsp;B.

Eindhoven 2.

Elders 60.

Engeland 102.

Enkhuizen 2. 49.

Erfurt 127.

Eyndhoven, Pieter van 75.

F.

Fischer, F. W. 56.

Flok, Leendert 56.

Frankrijk 102, 104.

G.

Galup, Pierre 83.

Gaubius, Prof. 59.

Gent 123.

Goes 2. 50. 133.


-ocr page 176-

142

Goes V. d. Burg 81.

Goosensz. Christiaen 69.

Gorcum 88.

Gorter, Prof. Job. 59.

Gouda 2. 21. 46. 126.

's-Gravenhage 2. 28. 53. 56. 76. 81. 126.

Greeven, G. 61.

Greifswald 127.

Greup. Adam. 56.

Groningen 2. 28. 48. 126. 127. Groenhoudt, I. 128.

H.

Haarlem 2. 52. 66. 69. 125. 126. Harvey 89. 126.

Harrensen, Pyeter 134.

Heekeren, J. v. 65.

Heemskerck, Jaspar v. 71.

Heerlen 2.

Heidelberg 127.

Heilbron 66.

Helmond 2.

Herls 31. 32. 36. 42. 90. 96. 's-Hertogenboscb 2. 21. 26.nbsp;Heurnius, Otto 89.

Hoeij, Van 80. 81.

Hogenboom, Ecbert Gerrits 71. Hoochcamere, Jacob en, Quirijn 134.nbsp;Hoiel Jean 135.

Hoogbeveen, G. v. 63.

Hoorn 50. 66.

Hofman 80.

Horst, Hendrik 32.

Hove, Ten 78.

Huibers 79. 81.

Hulst 2. 51. 134.

Hoykaes, Jacobus, Rembertus 83. Hunger 21.

I.

Imscboor, Cornells 83.

K.

Keulen 127.

Kortrijk 123.

Kessel, v. 134.

Kever, Jacob de 134.

I.

Laar, van 80.

Lauwe, Jessebert 33.

Leeuwarden 2. 12.

Leiden 2. 4. 6. 26. 54. 57. 61. 76.

83. 126. 127.

Leipzig 127.

Leurs, w. 83.

Lbijer 80. 81.

Lille 118.

Lissabon 127.

Loeven, 1. v. 61.

Lubrmann, Dr. A. 67.

M.

Maastricht 2. 51. 66. 125.

Matiis, Nicolaus 25.

Middelburg 2. 3. 24. 26. 36. 42. 66. 126.

MilitairGeneeskundige Dienst 35.

Mispelblom, A. 134.

Mouqu, Gerrit 61.

Mulder, Job. 64.

Montpellier 127.

Minau, Albert 134.

N.

Naegel, Dieryk Danielsz. 73.

Nes, Jan van 83.

Nijmegen 2. 36. 45. 55. 60.

O.

Oost-Indiscbe Compagnie 30. 127. Oosterman, Jobannes 32.

Opboven, 1. V. 130. 132. Oudewater 2.

Oxford 127.

Padua 127.

Pagel 127.

Palfijn, Jan 123. Parijs 102, 127.


-ocr page 177-

143

Paus Pius IV 121.

Pavia 127.

Pelletier, Dr. Caspar 31. 32. 39. Pels 60.

Peuterman 32.

Pflug, Dr. 67.

Philip, Joseph 80.

Philips II 18.

Philips De Schoone 102.

Poitiers 114.

Praag 127.

R.

Ratel, Abram 134.

Reich, Dr. J. C. 67.

Renner 56.

Reyersz., Simon 71.

Reynders 60.

Rhijnenburgh, B. I. 92.

Roelsius, Tobias 37.

Ronsse 21. 126.

Rotterdam 2. 6. 11. 27. 44. 46. 66.

83. 84. 125. 126.

Rovaan 104.

Royen, D.v. 58.

S.

Salamanca 127.

Sandifort 80.

Schaghen, Lucas v. 134.

Schelcus, Johannes, Hendricus 55. Schiedam 2. 45. 132.

Scholten, Cornells Pieter 80. Schoenen, Abraham 83.nbsp;Schoonhoven 2. 55.

Schoute, Dr. D. 3. 24. 37. 42. Schouten, Wouter 71.

Schulz, H. 61.

Schoutens, Doctor Pieter 37. Schyns, Isaac v. 25.

Sebastian, Dr. J. F. C. 67.

Seys, Andries 31.

Seys, Joos 31. 40.

Sittard 2.

Solingen, C. 99.

Swenke, Prof. 77. 78.

T.

Tammenan, Jacques 37.

Teeler, Heyndrick 31.

Temme, Abram Jansse 71. Tilburg 2.

Titsingh 59. 100.

Trier, v. 60.

Tiibingen 127.

Tulck, Carel 134.

U.

Tiding, Isaac 83.

Utrecht 2. 3. 44. 54. 60. 125. 127.

Valencia 127.

Valkenburg, Adrianus van 90. Veere 2. 11.

Verbrugge, J. 98.

Veth, Huyge 38. nbsp;nbsp;nbsp;*

Vivere, Jaques v. d. 28. Vlaanderen 102. 120.nbsp;Vlaardingen 2.

Vlissingen 44.

Voorde, C. v. d. 97.

Vos 55.

Vrundt, Jan de 69.

Z.

Zaltbommel 52. 126.

Zanger, A. de 24.

Zeeland, Kamer 30.

Zierikzee 2. 51.

Zutphen 2.

Zweerts 53.

Zwolle 2.


-ocr page 178-

-ocr page 179-

STELLINGEN,

1.

Bij de beoefening van de geschiedenis der geneeskunde nemen de zuiver wetenschappelijke en de cultuur-historischenbsp;opvatting gelijkwaardige plaatsen naast elkaar in.

II.

Goed steriliseeren van de talk, die voor operatiehandschoe-nen wordt gebruikt, kan waarschijnlijk de frequentie van de thrombose na gynaecologische operaties doen dalen.

III.

In het ontsluitingstijdperk verdient toepassing van Ermetrine Compositum overweging.

IV.

Bij hartlijden, in het bijzonder bij angina pectoris en bepaalde gedecompenseerde rheumatische klepgebreken, die op geennbsp;enkele interne therapie reageeren, kan men totale tyreoidec-tomie overwegen.

V.

Onder de plastische operaties aan het gelaat wegens paralyse van de N. Facialis verdient die van Marx, een modificatie op de operatie volgens Lexer, aanbeveling.

VI.

De opvatting, dat de behandeling met Rntgenstralen het leven van de lijders aan chronische myelode leucaemie welnbsp;veraangenaamt maar niet verlengt, is onhoudbaar.

-ocr page 180-

VIL

Een afwachtende houding bij observatie en behandeling van een lijder aan epilepsie is als een kunstfout te beschouwen.

VIII.

Stoornissen in de mictie van mannen op en boven den middelbaren leeftijd met tabes dorsalis kunnen soms met goed gevolg door endoresectie worden bestreden.

IX.

Het glaucoma in aansluiting aan uvetis tuberculosa behan-dele men met kortegolfbestraling.

X.

Ten aanzien van modelmelk dient de eisch gesteld te worden dat de afwezigheid van sterk haemolytische streptococcennbsp;blijkt door cultureel onderzoek.

XI.

Wanneer de operatie van Jacobaeus technisch onuitvoerbaar is moet de open strengdoorbranding overwogen worden.

-ocr page 181- -ocr page 182- -ocr page 183- -ocr page 184-


i