J. van LOTtENSTETNS
UYTSPANNINGEN.
|
||||
INHOUD
|
||||||
DER
TITEL-PLAAT.
zit de UiTsPANNiNGE der Digtkonst gelaurierd;
Een Beillg-vuur heeft haargevleugelt hert ontfteken 5 Den Bybel fchraagt de hand die haare Pen beftiert; Terwyl de ontrukte-ziel door 't Stargewelf kan breken: Dies word door haar gezang, de Aandachtige gefticht. Deez' ftar-oogt op het*Cr»«; zy voeld haar borft beftralen J Zy weegt, in de te-venaar des Tyds, haar doen en plicht, Om fteeds befpiegeling uit Bybelstoff te halen. Die pronkt met kroon enjlafvm 't Aldoorzienende oog, En doet, als Priejteres, den Heiligen Wierook branden : Terwyl Boet v aerdigheid haar nederig vertoog, Al zuchtende opwaards zend met zaamgevouwde Hande#l Zy krygt haar' trooft weerom van 't Chembynen koort Die zich in 't Maatgezang der Godgezinde menglen i Den Stervling ftaat verrukt; gelokt door dit gehoor; VJyilfcbyn en waereldzf; en volgt de taal der Englen! pe Stad ?an Utrecht, die de konft ons toond in 't klein, Waar 't dat een Zalems koor verftrekte aan Lodensteyn. |
||||||
JACOB gULK.'
|
||||||
!' AMSTERDAM by JOANNES TC ANNE WE T.
|
|||
ƒ, van LÖÏÏENSTETNS
ÜYTSPANNINGEN,
STIGTELYKE LIEDEREN
EN ANDERE
GEDIGTEN.
$et&eel& ta ®itt herten.
MET EEN
AANHANGZEL.
®en ©etttenbe ©?uSracrfieïgfiUec6etefb
ALS MEDE
Tot gemak der Zang-meefteren hierby gevoegt
een onderregting, tot gebruyk der geener die
de op gemelde Liederen, op de
Injlrutnente willen leeren Speelen.
|
||||||
ByJOANNES KANNEW Eï,
goskverkooper in de Nes, in de Gekroond*:
Jugte Bybel. 175a,
Met Privilegie,
|
||||||
****************
* *
* Biblioth. Rhen.-Traj. •&
* , , *
* d- d- *
f Vir. Cl. G. Mo 11. *
* *
********'i********
|
||||
CO PT E van de P RIVILEGIE
|
|||||
DE Staaten van Holland en Weft-vriefland,
DOEN TE WEETEN. Alzo ons te kennen is gegeven, by Joannes K^arme-uirtt, Borger, en Boekverkooper te Amftetdam', dat hy Suppl. op den 16 May 1735. op da Verkoopinj ran Wylen Evert Viflcr, gekogt hebbende met regt van Copie en Privilegie't Boek genaamr J. van Lodenßcyns Ifytfpanningen , behelzende eenige Stigtelijke Liederen , en anderen Gedigten in 8. en dewijl de Suppl. genegen zijnde om't zelve Boek te herdrukken meteeni- ge Vermeerderinge van Nooten op eenige Onbekende Voyzen, dog bedugt zijnde dat eenige baatzoekende Menfchen , hem op de eene of andere wijze mogte zoeken te benadeele, zo keerde den Suppl. hem ootmoediglijk te ons met verzoek om 't zelve Boek ]. van Lo- denfteyns Gezangen en Geeftelijke Liederen Sec. te mogen Drukken , doen Drukken, Uytgeven en Verkoopen, met of zonder Nooten, er» in Formaate als den zelve 't befte oirbaar mogte vinden. Dus bidden- de van ons gunftige vernieuwinge van rriTiiegie in Comnumi forme, en diervoecen en poene als wy daar op zouden gelieven teftellen. ZO IS 'T, Dat wy de zaak en 't verzoek voorlz. overgemerkt hebbende, ende genegen wezende rer bede van den Suppl. uyt Onze regte Weoten- iclian, Souveraine Magt, en Authoriteyt, den zelven Suppl gecon- zenteert, geaccordeert, en Geoäroyeeit hebben, conzenteeren, ac- cordeeren et> Oftroyecren hem b> dezen ; in dier voegen, dat hyge- duurendedetijd van Vijfden eerft agter-eenvolgende Jaaren , het voor- fchreve Boek zo als hy't zelve heeft gekogt, op de Verkooping van Wylen Evert VilTer, binnen den voorfciireven Onzen Lande, alleen zal moren Drukken , doen Drukken, uytgeven en Verkoopen : ver- biedende daarom alle, eneen jegelijk, het zelve Boek , in t geheel, ofte ten dcele te drukken, naar te Drukken, te doen naar Drukken, te Verhandelen en Verkoopen; op verbeurte van alle de Na-gedrukte, In-gebragte, Verhandelde, ofte Verkogte Exemplaaren, ende een Boete van Drie-duyzend Guldensdaar en bovm te verbeuren, te ap- pHccren een Derde-part voor den Officier, die de Calange doen zal, een Derde part voor den Armen ter Plaatze daar het Cafus voorvallen zal, eo h-t refterev.de Derde-part voor den Suppliant, en ditt'elkeiis zo menigmaal, a's dezelve zullen worden agterhaald ; Alles in dien verftaande, dar wy den Suppliant met dezen onzen Odtroye alleen willende g'ratificeren , tot verhoeding van zijne Schade , door het Na-drukken van het voorfchrere Hoek , daar door in gcenigen deele verltaan, den inhoud van dien te authorifcren , ofte te advoueëreu, ende veel min het zelve onder Onze Froteöie ende Udchemünge eenig meerder credit , aanzien , ofte reputatie te geven, nemaar , den Suppliant, in cas daar inne iers onbehoor- lijks zoude innueëeren, alle hetzelve tot zijnen lafte zal gehouden wezen te verantwoorden; tot dien eynde wel exprelTelijk begeben- de , dat, by aldicn hy dezen Onzen Qftroye vooi liet zelve Boek * 4 zal |
|||||
ral willen Hellen, daar van geene geabbrevïeé'rde ofte ge^cmffa.«
heerde mentic zal mogen maaken , nemaar gehouden we?en het ie!ve Oäroy in 't geheel, en zonder eenige omiffie daar voor te Drukken, of té doen Drukken , ende dat hy gehouden zal zijn, een Exemplaar van het voorlz. Boek, op groot Papier, Gebonden en wel gecondlrioneert, te brengen in de Bibliotheek van Onze Univeriïteyt te Leyden , binnen den tijd van zes Weeken , na dat hy Suppliant het zelve Boek zal hebben beginnen uyt te ge- Ven , op een Boete van Zes-honderd Guldens, na expiratie der vooifz. zes Weeken , by den Suppliant te Verbeuren ten behoeve van de Nederduytze Armen van de Plaats alwaar den Suppliant woond, en voorts op poene van met der daad verfteeken te zijn, van het effect van dezen O&ioye, dat ook den Suppliant fchoon by het ingaan van liitO&roy een Exemplaar gelevert hebbende , aan de voorfz. Onze libliotheecq by zo verre hy geduurende den tijd van dit Qftroy het zelve Koek zouden wilie herdrukken, gehouden zal-zijn wederom een ander Exemplaar van het zelve Boek geconditoneert als vooren , te brengen in de voorf'. Bibliotheecq binnen den zei ven tijd, en op de Boeten en pcenaliteyt als vootfz. Ende ten eynde den Suppliant dezen Onzen Confente ende Oftroye moge genieten , als naar be- hooren , laften Wy allen ende eenen ygelijken dien het aangaan mag dat zy den Suppliant van den inhoude van dezen , doen laaten ende gedongen, ruftelijk, vredelijk ende volkomentlijk genieten ende gebiuykenj cefferende alle belet ter contrarie. Gegeven in den Hage, onder Onzen Grooten Segele, hier aandoen hangen, op den Drie-en-twintigftc Oftober , in het Jaar Onzes Heeren eu Saligmaakers Duyzend ZcVen-honderdAgt-en-dertig. Ottdtrflond,
J. M. v. WASSENAAR. Vs.
'Vit Oydo»»a»iis -vmn ds Stsattxt
|
|||||
WJLiSM 3.VTS.
|
|||||
VOORREDEN.
Chrißen Zangers,
(fiïftfl$Et is zeldzaam te bemerken, wat op des
1 ÜH ^enfchen Herte in't gemeen vermag fj$Sfft deDigt-en Zang-konfi. Het maakt de bewegingen wonderlijk gaande , en voerd door 4at middel de zaake zelve diep in 't Herte. 't Schijnd dat 't Redelijk Schepzel uyt der aard in maat en ordre een genoegen heeft. , Het heeft de H. Godlfjke Majefieyt behaagt
dikwils haare, geheymeniflen op zo een wijs aan 't Schepzel voor te dragen: inzonderheyd om't zelve, van zijn pligt, (op een ongemeene wijze) te vermaanen, en 't, Godlik regt te verde- digen , ofte ook om des Heeren ondoorgronde» lijke Grootheyd^de Heerlij kheyd der Eere zij- uer Majefteyt, ende zijne wonderlijke Daaden, te vermelden, ende het volgende Geflagte in ge- heug'eniiTe te doen houden. Dit middelbehaag- de die H. Wïpheydte gebruyken (die aller Her- ten in zijn Hand heeft) om met den Menfch na zijnen aard te handelen.' Begaafde ook enge- bruykte daartoe zijne Dienaarén: zomtijds ge- ringen onder de Menfchen, ook wel groote en aanzienclijke, ja Koningen zelve, die haare Digten dan aan and're over gaven, en zelve wel onder en met de geringfte des Volks al Sprin- gende en S peelende op zongen. Dit weet den, Vyand van 't Menfcheli jk Heyl ook wel: ende daarom (gelijk hy veeltijds deH. Godtheydm.-, aapt,) vervattede van ouds zijne Afgod-fpraken» * f ' 'm. |
||||
VOORREDEN.
in 't gemeen mede in Verzen, gelijk hy ook zij-
ne Propheeten zo doen fpreeken en Schryven heeft. Hier door heeft hy groot veld gewonnen in de Waereld. 't Was zo wonder niet in de duyflere Teyden en plaatzen der onweetend- heyd. Maar dat het hem nu gelukt Menfchen van groote bekwaamheyd deze maniere van Schrijven t'zijnendienfte, tot opwekkinge van Onkuyfche beweegingen , en and're begeer- lijkheden te doen aan leggen, zoud meer won- derlijk zijn, had niet de Heere Jefus zulks van onze tijden voorzegt: N u is het wel zeer be- klagelijk, maaronsminaanftootelijk. Ikmoet bekennen, dat gelijk mijne genegentheyd tot hetDigten, mym\)neruß-ofUytfpan-tijdd.ik- wils daar in heeft doen hefteden , en zulks voortgebragt heeft als gy hier ziet ; alzo de voorige aanmerkinge ditmy aan UL. heeft doen gemeen maaken, om UL. hetydeleuytde hand te doen vallen, vertrouwende dat deze Stoffe by UL. de kunfi van d'and'ren op wegen zal. Tot de Zang-konfibehoef ik UL. niet aan te
maanen , laat ik u maar cenig onderrigt doen Dit is Gode te Zingen in den Geefi, en derhalven. I. 't Herte diend tot den Zang opgeligt door
eenige Zugtingen of Gebeden tot den Heere, 't ?ydan eenzame of gezellige, geftelde ofuyt- gefchootene, II. Daar moet groote Aandagt^Opmerkingetrv
Eerbied'tot d it werk toe-gebragt werden, bene« f ens eene geftadigeopgetogenheyd des Herten- niet |
||||
VOORREDEN.
niet te onderlaaten door voor oftuflchen-vallen
van Burgerlijke beleefdheden of diergelijke. III. Dat men verftadat zulkeby-een-komften der Chriftenen allenthalve tot ftigtinge van ei- kanderen beley d moeten werden: ende derhal- ven diend na yder Gezang yder der leden vry- heyd en tijd te hebben vrymoedig voort te bren- gen 't geen de H. Godheyd in 't Zingen hem dooi- den Geeft geopenbaard of doen gevoelen heeft, op dat dit een vrugtbaare oeffeninge zy, IV. Dit moet zonder aanzien van Perfoonen
gefchieden, gemerkt de vrye Godt wel dik- wils dekleynfie het nuttigfi openbaaret. Weshal- ven de kleyne niet fchroomig zijn en moeren voor te ftellen 't geen de Heere haar geeft, want zulks al veeltijds uyteergierigheyd, offchan- den-vrees voortkomt. Endeenmoetenook de meerdere, inkenmfle, ordinaire openbaringe, welfpreekendheyd &c. die kleyne niet.kleyn of veragten, ofte haar fpreekcn na de regulen vaneenigekonfteziftert, en haar zo eeni'gzins te fchande maaken : eene booze greep van de; Nijdigheyd, daar den waaien Geeft geenluft toe. en heeft, Jac. 4: f. V. Zo in 't Zingen als in't Spreeken moet
men zeer agte geven dat alles ordentelijk gefchic- de. Den Zang, geüjk zyjuyft niet en behoeft al de künftige zwieren vandeZang-konft, zo moet dezelve evenwel Toon en Maat houden, op dat het geen ongefchikt geroep en zy. Een moet denf^oor-zanghebben, en (is deftem daar na) zo den jBoveK->zangy alle zig daar na, en |
||||
VOORREDEN.
©ndervoegen, opdatmen niet alleen gelijk be«
ginne en uy t kome, maar ook men *n yder ZyMa* be gelij ke Toon en Maat houde. Men moet wel vryuytdeborft(alsmenzegt) Zingen, dat is, de Woorden niet binnens-monds mompelen, maar in 't Zingen klaar uyt-fpreeken ; dog 't hardfte fchreeuwen en is het bette Zingen niet. Dit al zegge ik (ook wel op dat de Zang- konfi ordentlikgaande,haar kragt en hulp tot derZie* len opgetogenheyd geve, daar vanboven zeyde,, maar) inzonderheyd, opdat 't waarlijk een daad der Chrifien-propheteeringe zij n zoude , in welke men tot elkanders fiigtinge moeftefpreeken, en geen onverftanelij k geluyd maaken, of in de Lugt [preeken, gelijk d'Jpoflelvzn de vreemde Taaien zegt ïCor. 14:9. welkegantfche verhandelinge vers f,6,7,8 , &c, op deze zaake zeer toepaffe- lijk is: Die daar by zijn, ende of geen gelegent- heyden hebben om in een Boek in tezien , ofte iiietLezen en konnen,die moeften alle de Woor- den duy delijk können verftaan (gelijk ik dat in deBurgerlijkcGezangen wel zomtijds heb hoo- ren toegaan) op dat zyl. ook haareftig.tinge daarvan krijgenmogten; ende die ons beluyite» ren, ( dat wy in dezen zeer wel lij den mogen) al waaren het onregtzinnige , Waereldfche, ea VleefchelijkeMenfchen., desgelijks; op dat zy nvertuygt mogtenzijn > wanneer zy onze by-een- ];omftenlafterenj ja (deHeere het zo beftellen- dey het verborgene van haar i/er ƒ e aan haar eens. cpenbaar mögt e werden, en zy op haar Aangezigte vallende, Godt aanbidden en verkondigen dat Godt |
|||||
waar-.
|
|||||
VOORREDEN.
Waarlijk onder ons is. Ik en kan niet ontveyn*
zen dat ik nog iet anders hier in voor hebbe. Te weetende Grond-deugd van Nederigheydwzs een Chriften teleeren in den klaaren onder-zang te houden. De Hoofd'deugd van Verloochening ia den buygzamen Maat- en Na-zang. De Band-deugd van Eendragt in de voeglijke Stem- me-menginge van de Mede-zang. Ende de He- mel-deugdvan Halle-lujah, of 's Heeren-loffi, in het duydelijk Zingen van wel-verftaanelijke Woorden. VI. Noopende de ordre in 't fpreeken over het
Gezongene, den dpoßelgeeft ons daar ontrent zeer klaar berigt i Cor. 14. Dat het gefebie- de van die, dien de Heere thans iet tot fligtinge geeft fs. 2.6. dat het maar door eenegelijkgefchiede, fs. zo. en derhalven dat niet in een Gezelfchap, verfcheydene t'zamen-voegingen zijn, daar uyt een onordentelijk gemurmel en onaange- naam en onverftaanelijk geraas ontftaat, veel min,dat verfcheydene gelijkelijk elkander over roepen, fnaar dat de eerßezivijge als den tweeden fpreeken zal, ibid. het zy dan dat hy wat nieuws op te heffen j oftot beveiliging of beproeving Van 't gezegde iet by te brengen heeft. Endè dit alles zo in den Zang als in't fpreeken moe» ften ilzo in ordre gefchieden ,- juyft niet altijd! door eenen Voorganger of Beleyder van't Ge- Vriendlijkheyd, êcc. daar voorgaande, moefte en Zelfchap, maar 'j- Heeren Geeß van Nedrigheyd, Goedgunßigheyd,Leerzaamheyd,Zagtmoedigheyd9 Zoude dat alles leeren. *c Welke dan een naam '- " kun- |
||||
VOORREDEN.
kundige vervulling van degoedefo/ö//?, en een
Heerlijk bewijs van de magtige Heerfchap- jpye onzes Konings Jefus zoude zijn , z\g ver- toonende w/ons, Matth. 28: 20. ondèf ons, Matth. 18:20,?'» ons, Eph. 3: 17. Gal. 2 vzo. in de regeeringe van al onze be weegingep^Woor- den en Zangen na de Wijze en Maate/die in den Hemel gehouden werd, dat is in>2r*Vomoem- óe Deugden. Ik zoud u te lang ophouden, Chrißen-zanger,
woud ik my in dezen na den eyfch uyt laaten: 'kgedrage my tot 'tgeene zomtijds in 't Pu- blycq daartoegezegtis, en word. Laat ik U nog maar over twee dingen onderrigt geven. 't Eerite is, Dat ik met mijn Gezangen te voer •
fchijn kome^als de tijden treurigheyd fchijnen te ver- eyfehen om des Heeren roeden, die niet alleen ons Vaderland t'hans zo harde treffen , maar Ziondev Maaten raaken, dat des Heeren Geeft als van ons geweeken zijnde, al deszelfs gieraad (in welken het behoord uyt te fteekenjbyna ver- gaan is, en zy door 't drinken van den Zwymel- wi jn in zo eenDood-flaap geraakt, dat zy haars Bruydegoms gertalte nauwlijks meer kennet. Dog weet, als de Heere in zo een geval vreugde inhet Volk wraakt, verü^LtHy de Fleefehelijke of J^/(?,alsJef.22:12,13. DeuytterlijkeKa- ftijdingen en raaken de Verligteden (wiens deel op Aarde niet en is ) zo niet 5 of zy können en moeten, ook als de Kudde uyt de koye afgefchemd werd &cc. In den Heere (die haar genoegzaams^/ is j) van vreugde opfpringen, en haar verheugen in |
||||
VOORREDEN.
den Godt haars Heyls, als Hab. 3 : 17,18. En de
breuke van Zion fmertet haar wel zeer, en doet haarTreur-zangen zingen. Evenwel, zy erken- nen dat de H. Godlijke Hoogheyd altijd weerdig is en blijft (hoe het ook met ons en Zion ftaat) om met Gezangen verheerlijkt te worden. Zy aanbidden het Godlijk H. Regt in dezen , en prijzen het. Zy gelaaten de kom&e van jefus . Koninkrijk aan de Wijsheyd'van zijnen H. Wille onbepaaldelijk j ende het dunkt haar genoeg Wagt er s op zo een Heere, en Liefhebbers vanzijne Verfchyninge te ztjn. Ondertuiïchen Zingen zy een Lied in die Nagt om waakende te blyven , en gaan haaren Bruydegom alzo te gemoete, wel droevig zijnde , dog ook altijd blijde, zCor.ö:io. Phil.4: 4. iTkeff.j-: i<5. 't Ander is , dat ik zommige mijner Liederen
Gedigtet heb, en laate voorkomen op Zang- wijzendie de Wereldfche VlcefchelijkeMen- fchen op haare ydele Liederen gebruykea. Maar ftoot u daar niet aan, De Voys en Tveegt Godt niet of die is
zfpaar of ligt. ZegtD°. Bushof'; Zommige die zowatdeaan-
ftootelijkfte fcheenen, heb ik andere Voyzen op-eu by-i"äten {tellen, daar menze op Zingen kan, lult het ymand zo. Myaangaande, ik houde het daar in met mijn voorfchreven/'W- zaat, en meene zo een argernis is enkel geno- men. Gelijk alle dingen, zo is dezoetigheyd van de Maat-trantdenChrifteneneygen. Heeft de
|
||||
VOORREDEN.
de Waereld iets zoets gevondenen gebruyktj
zy bezitten het onregtveerdig > wy nemen het onze. De zwakke (hoop ik) zullen dit verftaan , of wy (als wy't weeten) haar op-en aannemen en verfchoonen. Dielalteren, hebben wat na by te komen, en de Woorden van onzen Zang ver- ïlaande, zullen zy Gode de eere geven; of (gaan zy voort) onsgelegentheyd van dulden, medely- denmet haar te hebben,en den Heere biddende haar te zegenen, gelijkzyhoorenzullen, ver- driet het haar maar niet onze By-een-komften ten eynde toe te beluyfteren. Dit zal al onze wraak zij n j want als wy onder 't beleyd van ons aller-zagtmoedigfi Hoofd, de Zang-konft oeffe- nen, worden daar door onze gemoederen ver- zagtet: en gelijk wy lceren moeten onze Her- ten gelijk onze Stemmen onder een te mengelen, zo en moet 'er ook geen bitterheyd over bly- ven, zelf tegen onzen lafterende Naaften. Zangers ik wenfche UL. de Harmonye vari
<&e Eeuwige JVaarheyd^ 't Heyl van de Zalige Engelen en Zielen, te weeten GodtAl en V Schep' zei Niet, dat gyl. die hiermoögt léeren, orri zonder Eynde te Zingen, en daar in u zelveii alle Eygen eeuwiglijk te verliezen. UL. Dienflw. tot dis
Zaligheyd: tTtrécht dm 7 J<i-
l van LODENSTEYN.
|
||||
Aa»-
|
||||
Anagrammatifiiius.
JODOCUS A LODENSTEIN«
l/nde, literarum ordine tranfpdfito, refultat. [
I:
iSOLIUS DEI DONO CANET; Duke me los dulcis pet o, quod promifit, amici%
SOLlUSDONO*w*CANET/7&DEf. SOLIUS CANET UleDElperamabileDÖNQ Carmen. Adulanteni non ifa dono placent.
i i.
CONDOLEAT DEUS SIONL QU am nomen placidum tiium dat omeny
.Prodens, CONDOLEAT DEUS SIÖNI! Cuni. threnos, canis, & tuum recufas jluthor terrigenis rejerre nomen, Subfcribe appofitum rei & diei, Sparfis Uterulis quod inde manat, fotum; CONDOLEAT DEUS SIONÏ; III.
DEO CUSTODE, NON ALIIS.
Servamur CUSTÖD E DEO, qui cünBagübernat.
NON ALIIS. Sine contivigilareju-oat, In mutuse <piXxkMp)st« fignuru,
dabam tibergis, 18. Kal. Septemb, cla Ia c lxvi. W. SLUYTER. /
|
||||
O P D E
UYTSPANNINGEÏSI
VANDEN
Hf. JODOCUS van LODENSTEYN. WV At liefelijk geluyd kernt daar mijn Oorenfireelen,
Dat door een zoete kragt mijn logge Geeflen wekt, En dat bekoorlijk dringt door al d'ondeylbre deelen Van mijne Ziel; die zy ten Hemel voert en trekt. $.iy dunkt het is 't Gezang van Schaaren zalige Engelen ,
Gedaald op Aarden nier, uyt 't Heylrijk Hemel-hof, Die op een mondre Wtjz' hun Stemmen t'zamen mengelen. 2ot ßigting van én Menfcb, en Godes hoogfie Lof v Neen ik mis, het zijn Geheyll'gde Wederkomen,
<[lk oordeel na de Liefd', zo Schijn niet gaat voor 't zijn: Godt kend de Keften van Geveynsde en Vytverkoornen, Bezonder in deze Eeitnr, daar Wezen wijkt voor Schijn.) Die hoor ik onder een* en by 'er zelfs, uyt galmen,
Gedigte Liederen op Maat en Maat-gezang; En Ondermengt met Wel-gedigte Gode Pjatmm, Dmr lx.'re!s Digter opgezongen over lang. Het zijn de fragten van d'Heer Loodensteyns demhalmg >'
Én zoete Uytsp'annïngen ; o Geeflig Tijd-verdrijf!
4 Bezig lldig zijn, en Ipeelen gaans bepaling'.
Wat doet de Man al dienfl 'm zijn Niet-doens bedrijf.
Dar. als zijn Geeft vermoeyd door 't Leerzaam overdenken',
Pan iet haoipeigtigs, dat Godt, of Godts zaak betreft, Om 'f zwakke en 't moede breyn niet al te zeer te krenken, In 't rußen van dat werk , hy een zoet Lied op-heft. Of als hy afgefiooft doof 't •moelende bezoeken
Pan Chr'fii Leden in {ja buyten zelf) zijn Wijk; { Zo die hem fmeeken of die hem des niet verzoeken ) Dan ruß hy wirkend' m dt D'gt-kmß op Muxyk. |
||||
tte daar het Zitl-banht dat ons de ledige Utirev',
Van deze Waarde Man, verfchaft, vol lekkerny;
Waar van het Zap, het Merg, du kragt en f maak zaldituren
Tot in der Eeuwigheyd. Godts Kindren hom, fia by.
Sta by, en luyfler toe, hoor hoe Godts lievelingen,
Kun Zielen, op 'er Stem geleund, doen Hemelwaard Qp vliegen, vol van vreugd; en faß u me'e ie Zingen, Vervoeg u by haar , in hunn' Hemel-vreugd of tsfard'. Maar gy onhandig Volk, baldaadig' Wereld-wigters,
Met enkel dertelheyd gevoed en vet gerneß,
Loop tot de Werken van onkuyfch' en gtyle Digters:
Raak aan dit Heyl'ge niet, maar vlied dat, 't is u 't beß.
Want zo 't geviel dat gy 't gehoor maar kwaamt te kenen
Na dit zoet Zie'.-vermaak, en Digt-werk, och! gy merd Qnfeylbaarlyk verrukt! uw Geeß vloog ligt daar heenen ■, boor heel een ander Geeß gedreven, en beßierd* Maaryd'le Wereldling wat zon 't u können fchaden
Dat eens een ander zwier en vlugt Ktp Geeß nam ? Och! 'k Herroep myn leggen; neen, 'k ml u wat beters raden, Verwerp deez Lied'ren niet: maar Ließ en Zingt ze tog. 'i. Zeg, Leeß en Zingtze tog met aandagt en opmerking;
I Zal wonder zijn zo niet uv Ziel word aangeraakt, ■E» lieffeltjk geßreeld, door een verborge werking-, En proeft een zoeter zoet als zy oyt heeft gejmaakt Die finaak zal u vry meer behagen en gevallen,
-dis 't fchijti-zoct dat men in de wulpfche Digt-kunß proeft: Dat vuyl en vuns Gedigt zal u uyt d'Handen vallen, ■dis iet af-kcerigs, dat de Ziel ter Dood bedroeft. Dank heb, Godzal'ge Man, die in deez' naare Tijden,
En fchuym der Eeuwe, ach', ja Zonde en Gruw'len vol > O"* leerd gemat igt zijn, en ons in Godt verblyden-, Terwijl cfeä Wereldling raafi zinneloos en dol. En zoekt het naar gewroeg, zijn [nood Gewis te ßillen,
Met derf ie Zangen, in 't Gezelschap , by de Wijn: Wy wraaken dat vermaak Heer Lodensteyn , en willen Dat uwe Uytspanningen ook zullen d'onze zijn. |
||||||
A. GODART.
|
||||||
AA
|
||||||
AANSPRAAK
VAN DEN
RUKKE R.
ÏT"; Aarde en beminde Lezers, en Lief hebbers der Zang-konfi; ovet
Vi/ wieniku enlche, dat degenade Godts door J efum Chriftum on- zen Heere, en door de werkinge des H. Geefts rykeiijk toe-ge- deeld , of vermenigvuldigt mag werden. Nademaal de Luderea vais J. van Lodi'nstïvn , van veele Godlievende 'iele zeer gewild zijn, zo «lat ik genoodzaakt was, door het goed genoege dat dezelvein dcTwttlf- <Aen Drakhadde gevonde , nu weder dooi een Dertiende te vervolgen, na dati1' dezelve nauw keurig heb laate nazien door een voornaam Lief-' hebber der Mu/hcq als mede van ajidere Drukfouten, (te weeten) die hier en daar door miöcllinge van een Syllabe te veel of te weynigin voongé Drukken waaren in gefioo.pen j het welk zeer veel ftuyting aan de Zan- gers oi Lezeren zomtijds verwekte, daar en boven dat dezelve Liederen door verfcheydenheyd der Sleutelen, zeer moeyelijk waaren om te leeren. Behalvei; nog dat de Voyzen hier in vervat, door ouderdom zo eerbafterd zijnde, dezelve by na niet meet bekend waaien: derhalve daardoor een groore onordre in 't Zingengefchiede. Te meer zo waaten de Voyz.cn zo gefteld dat men dezelve met geen lnflrum?nten kon gebruyken, om de. Summ*-* ordentlijk daar mede té paaren; nagte niet heel vloeybaar om op de Maat zang gezongen te können worden- Om deze en meer andere leden te lang om hierte melden heb ik goed gedagt tot gemak en aan- moediging-der'£tt/&?Wew» van dit Geeßeljjk. Gez,ang-bot\, toen ik den Twaalfden Dra/^zoude opleggen; met vee] beter Voyzen als in de voorige geweeft waaren te voorzien , en dewijl mijn oogmerk daar zeer wel in be- ïijkt hebbende , zo heb ik in deze Dertiende Drukken verandering ge- jnaakt als alleen een aangenamer Voys op pag. 447 laate (tellen , voorts dat al de V°yx.en van ditBoek op een Sleutel ztjrt; te weeten de C Sleutel op de ïerfte Linie-, als zijnde debekwaamftc om-voor de Zang gebruykrre wor- den, enoo'- voor de Infimmentcn, als daar zijn de Viool, Fluyt, Hohei , <£rc. pog zo 'ei eenige Voyzen gevonden werden te laag om op zorumi- ge dezer Inftrumente» te fpeelen, zo kund gy ia 't volgende BE1UGT jzien hoe men daar in handelen moet. Ook zuilen de Liefhebbers van <le Zang-konä gelieve te weeten, dat de vier eerfte Regelen ran Fag. 444 moet gezongen »orden gelijk de Pfalmen in B-Dunr ;• te weeten, Ut op de middelfte Linie, Voorts is'calles wat de Woorden betreft) zo geble- ven als't door den Zal. Heer J. vah LODENSTEYN is opgefteld : Du* zal ikm. met ditgezegdevergenoegen, orndenLeezer niet langer op te ïioudens enbeveeïe UL. Waarde en beminde Leezers, ZangersenZan- gereflèn, aan de bicheraiinge des Alderhoogften , en wenfche dat de 7.e Dert'iade Drak^, dewelke niet nodig heeft eenige verdere aanpry- zinge met Zegeninge en Vmgt rot Heerlikheyd van Godt, en U L. ailer stigtingemag gelezen en gezongen worden. En verblyve waarde lief- Seöbers. ... - j^--------■-
D. W. DitMtri
|
||||
Berigt tot gcbruyk der Nooteo.
C A N T U S. E5E3E;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
cöefgaöcöefu
Ut re mi fa tol la ei ut re mi fa fol.
Hier mede komt over een de Te»or-ße«tel, om een Toon hoogarte
rianïponecren. Als mede de Viooi-fleittd , gelijk de Franle die, plegen'té ftellen op de Onderfte Linie, Om een Q«>ni'of Vijfde- 'o«k hoger te tranfponeeren, ronder eenige veranderinge, als in de Letteren te maaken : gelijk inde navolgende Exempelen te zien is. TENOR.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
•£:-*---:-----
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ö
Ut
|
bebt f
la ei ut re mi
SLEUTEL. |
||||||||||||||||||||||||||||||
a
fol. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
f
mi
|
8 a
fa fol
|
||||||||||||||||||||||||||||||
fa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
VI0 0 L
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
gabt b e f g a beb
Ut re mi fa fol la ei ut re mi fa fol
C A NTU S met B. Mol. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
S^^ESE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
:=^=_-3^=è:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
c ö e f g^s^ bebe f
Sol la ei ut re mi fa fol la ei ur. Oj? dezelfde manier kan men' te werk gaan, met de Tenor en
' Vtaol-fietttcl, als in 't voorige : By Voorbeeld. TENOR.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
i> e f g a b c b e f g
Sol la ei ut re mi fa fol la ei ut.
FIOOL-SLEUTEL. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
8 a b c b e f g a b c
Sol la ei ut re mi fa fol la ei ut.
teTSi d'AiJnmeikingen die men op dit Berigt maaken kasg
iaat men voor de liefhebberen overig. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Aanwyzinge der LIE D E R E N,
ïtëeïfteopeen Wü$/ fionncn 0e3on0en toojbem Als daar is.
Fol. 12 — 429
22 — 135 27 — 446 29 — 76
30 — 35-105-234-276-298-299-353-398
36 — 355
43 — 93 - 356
49 — 357
50 — 56 - 288 - 296 - 425
54 — 184 - 286 - 343 - 354 58 — 67 - 128 - 270 - 272 70 — 122 - 238 - 246 - 330 - 338
So — 84 - 137 - 444 - S2 102 — 161 tl
I20 — 212
224, — 432 " 371
343 — l68 - 277 - 28a - 4l6
290 — 291
357 — 385
401 — 403 435 — 453
|
||||
J. -van
|
||||
J. van LO'DENSTETNS
UYTSPANNINGEN,
I. Deel.
Behekeode ecnige
BYBEL-STOFF
O F
Bedenkingen over, en Uytèreydingen
van eenige Tlaatzen der H,
Schriftuure ofpfalmen*
|
||||
ÈPHES. j: f. i9:
Spreekende onder malkander met Tfalmen i
ende Lofzangen , ende Geeflelijke Lie- dekens: Zingende, ende ¥>filmende den Heere met uw Herte, |
|||||
MORGEN-LIGT,
OFTE
JESUS ónzen MORGEN-ZO N,
öatijj/
Aandagt of i Sam. aj.' 4.
Kan ook gezongen worden: Op de iVljt van
Pi. XI7. Gy Heydenen Looft fzaam,
Of j&tZVXX Brandende Mufquetier.
1.
|
||||||||||||||||||
giU
|
||||||||||||||||||
2tt UoeriJ itz iizbz Mamtn-fitmö
|
||||||||||||||||||
sfc=
|
||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||
$tm iefifiÉrnpen nt oen dfêon&l
|
||||||||||||||||||
Mt scmtfEr Injfc tot Icnaecnn/
|
||||||||||||||||||
«En 3tmbec 3UQt na «Staat of €it/
|
||||||||||||||||||
€n 3ontiEE 3030 boa? attijb meer/
|
||||||||||||||||||
?F
|
||||||||||||||||||
Steffc aïtijtr aller 30jnen tyn,
35
|
||||||||||||||||||
IL
|
||||||||||||||||||
<$t
|
||||||||||||||||||
S UYT SPA NNIK G E N;
ÏI.
Qlt Sagt fiebeïiten Bern getafê Wc Ulecïtcn ban fce 3Jugjternf g / *Ên 6?aften 3|jn bcnnoenbftenb af: ©etatjl be ï|enïfg' €eutoigfienb Wt $leug'ien ban boo?3ieniggejia C SBn 't fcjjut ber Cng'ien } om jjem gaf, ^tjn ICetren beo? 3ijn ar&epb moeö
CjPicn fin getaiHig3o?gïoog boet) ©eJ&agt/ te tuft/ beslaap betHtaffttï ^eroijl Been ^?oom ban ^efTel-fcga / <©f b?eeg boa? grooter ongena ^ijn bunne fïaap jteurb / ofberfrij?rfir. 9^9 b?eejl niet bat fietn 't SCmpt inetfmect
^ntfiuupt/ ofonberKtoopentoctb/ g^fe't Silmpt niet/ maar bien 't 98mpt befioefb* ^u b?eeft niet bat 30« Saam of €ec 3È>ao2 ïtlappetg tokb ontroafb / bien mees Jgetfmaab'Ip/ banbefmaab &eb?oefb, J|pb?cejl nogfcfijiftt boo? Sobern/
^DO? aCiiten nog %eb?f egcro / j&ogboo? een bub&ei-biepen treft 3£an®ierigaarb#/ enJ©oefteraar|; J5ag boo? 3ijn Aanbel bol gebaars?: Wtm Schac en Goud niet i§ ban Drek, VI. (©nttaaaftenb' eer be ^onne röft
n©ant Ijem nog Jipooö nog buüftec enjt) ïïÖH-fiaïjt fin na be$ i©ereIb£-oag; ®at fiem in 't on6ebhjeïmtge3igt 3&fet $ ban boo?-en meer boo? Xigt €n rij3enb 3Cijjt3ün 8«t om ftoog.
I. rust.
yil. &t |
|||
1. DëeC.' ó
vu. 3
^ouiceritbo0?almijn®uufrern$/
C ®aar tn ift '£ ^emel^ ounfte mig / €n af-bfaaaï ban bep ïebeniö-ujon ) ®oo? al mijn Jjer3entoa3e reen / Sa ö>efit bao? al mijn btoaa?liEH& Been Mijn/cfus, benftt&p/ algbie^on. VI11. Mijn Jefus afé be Son ontbeRt
ï?et bunle bat mijn %)ttt fieblefit; €n boet mn 3ten beg J|eme$ gunft: €n bat mijn ifêrtëljenb / büraapljenb toW «En 't geen mu btoaa^ fcgeen ï©ijf9epbi|; 3Ca toonb mp al mijnp ©nanbp nunjt. IX. 3£ie 4JSo?gen-3on te fcg aoner frfjfjnb /
G>m bat op 3gne lromft Her Öbjijnd «Pe logge flaap/ bèloffe^aom: Mijn j dus mr13ijn opgang fi?eent ïpen fulpmer baar be Ziei in frceftt/ Cn mefit gaar ïeben laf en loom. ji..
®e ftapenb' ongeboelpgenb /
$>etreéb'laogb?oflmenb'onüefc8ep&/ 5©eerb Jefus niet 3ijn Sganne-fcfjijn; €n toonb ang bat argitëerelbSfrijaon/ ©anïuft/ Mm*/ .^agt/jaooninftjMfroon/ «Scfioura-fpeelen flegtg ban Zoomen 3ijn. .X. I.
$n 3iet in 't Ifgt ten J380?gen-frnnb
get ^eerlijf? bat gp nergens bonb/ *?et ©og be?! ïfêerelb g open gaan: «nbattnjefubolqena «*n ftDóbngénb 3onber toebetga / ««arluft/ en ruft/ geruft op ftaan: «Ü a XII. 4%
|
||||
U Y T S P A N N I N G E Ni
XII. €en Schepper ban ai 't ^eerelp /
Cen Koning ban der €ng'ien rijn / ilpt liefb en neb?iggEnb / een Menfch; jget üitföaatn ban all 't fioog^e fcljoon / ©an ^tcftet^-€pI)oQ / tóonhiftfi-firoon; ©eaifêerEtd|JEenig^eriï/ entoenfeö. Xi II. gjjt taelfiom ïiefïö ft jfêojgcn-ïigt
C 2euü Qn 5 in 't nieuta-onttoaaftt gejigt; ga 31E in (al^tie fcDaab'toEn bü'en) Mijn Heer niEt ntEubJE ftragtEn ban 'tHlerftgauEnoog/ bat altijd nan Sn Jefu nieutae fcftaon{jEn& 3iEn. II. RUST.
XIV. ^aatftCEfttbfEnHeld, öenBruydegom,
S2tin fioofb tEii 35eb uut! taEllEftom! fiaewalltiat3tg opStarbEngoub; Wen nugt'ren iifêenfclj gein bannöaar groet/ %et ^TelgjE rent gein in 't gemoed / 't (öEbogelt ftfjettEtb 0003 get JEouü. Sottragten'taï/ ttoe't Hemelfch Lam
l^an't^iui'gebat/ terï©erelbntaam/ (Dien oygang uut oer hoogte 3eeg; g^cn iftemet fcfieurbE / en 't ^epltg $o1? Sking '£ §tmzi# i©rjó-En tëoebgtnbö loff / Cn b'Süarb' in b^eunb tsn ï|emel-jteeg, XVI. 't <0c3igt ban gifl'ren SCbonb Iaat
jltonb treurig; baar be ® ageraaö SCan alïe# olijber aanjien toonb / Wen ^auta-bjop glinfrerb aan get tëjag / !^ct $?oen ftaat groener alfl get toajl / $|etJ£o?gen-fcDbanSetaiIeiftgoonb. XVII, MP
|
||||
t Deel:. . &
XVII.
Mqn fdjannen Jefus geeft pet aï /
i©at fctjoonen oii-fd&aou / i§ een Paït <®n$ boa;zfpoeb maant pp tot een ölpli ©ati '$ ^emel-gunft / ong eenig goeb; <©n£ on-fpoeb maaftt Jjn ennel fpoeb; Selffcgoon/ iJESchopnheydtae;enülp. XVIII. tyt$ WtttVa§ ïigt eh ïigt 3gn ïiBt
59auVn nopen anjenfiim/ of't3tatgt/ 3Hn ïjaoIenbJatPerfïtnben& Uiajh 95u|tnatnnjn^ieIlieEp.iarïüftfcr)gnb/ <©p iefusfjclö'tenomftuectitaijnö/ «En Dïöïtt tpast tanbefoog geöag. XIX. l^et bjengen fcïjecn mp fcQ?f fifteïijft /
Wz U^eceib / en 't jaicefcp aan-Ioulielp / ©eunjl f ft in pet btpiftet lag: aaaar öp bit 3Eigt $ aï bat beerb / <iPn'3oet$/ meteen ^oonebJeetb/ 215p bat iB in nnjn Jefu *tg. X X- ©at rij3enb lOgt i§ enftel 3oet;
Itëet feilen jtraal / nog ïjecten gloeö <£n beerb pet / aïg be^tbbag-3au; i©aac t$ bat enfteïb?eugbe geeft/ ®at niet een ypn'lpB angel geeft &an al Dat out ije.t ||ette Jpon ? ■ïfèaat Jefusniaant ïjet $ecteïp /
<©n^boo2cnboo?genaegeïöft/' SW^ b'eeuüji jje üegtPeecbinpcpb (*?oetoel bao?2anben opgerupb) ^aa? Dembet3Qenb/ ïjaar Ujcöec-ftayt ï^an tojaaft / niet ober on? en feepö- «■»■ ' JCXtT. éa
|
||||
<$ üytspannlngen;
XXII.
(ütaat batb u ban met b?af en ftauft
(©ielM) op SCarb'uta letten larift/ €n fp nt me t mijn ïjoop (;egt liu) lijn. i»alift/ bee^moetmymeberftaan; <tEn moet ift in Ijet bupftet gaan; ^0ijn Jefus i^ een ïigt om mn, III. RUST.
XXIII. Mw Zk\ I taaafit op / bit Ligt en 3tet
©en üaenfcfj met flapenb' oogen niet. We i©erelbfcj)-taij3e Jfêenfclje ronfit gnjoete «??oomen! bietf anttaaaftt! ifeaafttop! beeé Jll§o?gen-fionbgenaaHt €«3iet ijoes' in <©marantien pjonlit. <Pie Zon i$ in 't gemafi uan rujl /
5Bn 't nutten ban beS ©ïeefcfietf luft / Sin 't 3agte25ebbe niet tesien. ï©el op bie nog in toeelbe taeyb! §©atlt3iet! bejS Heeren Heerlykheyd
31n grooter tyft stg aan fiomtfii'eiu
Ï©erptafbatu»acmebefi3el/ baat
<!5pmeeliomtingbIaagt/ in'tgebaac &m taat u naat fret l|arte mitit: i©0Etït(eeb'tcti en boet I©aap'ncn aan/ <$p 3Ult na 't fiiftenb SCtgt tne gaan/ q£n plieben al hjat 'S 53a*jtg uerfcljjilït. XXVI. 2Seft3fetmeH/ uupten^taojkgerugt/ $et iiEo?gen-f oob in b'open jCugr. i^t^niJ&eB Ireb üupten meelijn pijn: ?2BeIeefbneyb flapt/ en eer/ heruy/ ï©ant/ Üuaten^tab f infpottemgL T, t^^SaEtJefusfwaabgeöjaflenajjn. xxvii. üto
|
||||
I. Debü
XXVIL
^aarbuntentoanbelbnietantoig/ U&aarlet't optoatinjefusig! •Itëetaaubagt/ cnopubet3aafi; 't 'iJBe^og i$ in \yti \a$ gemeen / ffliet toe3en jteefit in een boo? een / 3jn a'aanüagt teben en bettriaan. XXVIII.
<®nf engen i|ert en Stuften boet: ©ns" engen ai&onb en Ifêaagomj boete* (©n3' engen 25ïoeb in b'aiöct $ tooelb; o3n3' engen boeten ftaau en gaan ; ©113' engen ïtetffenen betftaan; <#n3'engen SÈongnng forten fioeïb. JSËgnZiel, 'tgeloobinegetfgt/
atlleenuntcygenïjert/ öttaCiot jlegt3iet/ eneugenmaafiennan: Elk leefd van zijn geloov': $£tUgt ^at ong in anb'rer beo?Seetb fttgt ©aatleerb men maar/ euleefbracn/ ban* XXX. Bu bie^on op gaat juygiu Mn
Cn 3egg' nog; itëerelb betuigd u b?u Slnubi^EUÏ/ enüeftiott'öetraijn': <©it^enImnop-Ijeïut/ afêtftbaï/ Cn/ sttiBtanetöunftec/ 3aï 5©it Ligt möu 3Cigt booj €eutoig3Sn* Spiokkel-maaad
|
|||||
M'ê
|
|||||
UYTSPANNINGEN.
DE ALGENOEGZAAMHEYD |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Aandagt op Pf. 73: 2f. en Lue. 10.> 4a.
I. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
u
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
BililüSlilïli^ii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
H
|
^EöcyotraijngiElam-EcBttB uiOEb! ©an
lIliaiiliiiii^lilSÊiai
|
||||||||||||||||||||||||||||||
't Eünb-cn li?u0t-loo£ jaeHcn / ©00? at öegltemelff
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|^i^=^i:^^p^lilgëf-pf=^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
tyttzlw büéö / ^00,2 b'SUarb en al ïjaat Ijoeficn /
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Mq 't 0OEÖ bat mijn üe3topenö \}tit ^Cen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
iiaften 311$ sauli tiOEgen/ 5ga 't ©eeï bat/ afê
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
é
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ÉglÉililIlllllIipÉiP
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ïjtt ai 0ei!umen ïucrb/ Mijn zlti 1103 Fian
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
0EnoE0EU $©eeH mftw&ttl/ <©©ce(/ mijn"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
'®etl/ taaac3Dt0ubo0> ^abSSïfapö/ cn-iaSatn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
?ïiu niet gtitEtb/ tfi 3>st öct nofl.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
II, ©■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel. &
II.
<©e .^cBcpselï? ïjabben bf eggEïijg «BnJtmamen 'tpaarmpaanïii'En/ ©og 't mag maar bieggeïp / en flp / €nftof/ §oefcQoanin'faan5teri. ^eel P^f enben bagten mp een totg / Wtot 3' in ben noob öegaPen: ©p IJjfeerfcpapppEn lnag ift moebig tcotjS / <©og ^eerfcljEt$3ijn maar fïaben/ €n taaaclp niet / ban öjeumïg tiet/ be .^rijeptecl aï/ S£en 0203e gunjt/een 0003e ftutjjt/mn fyzlm b^agt tEa in. . (Pal 3fêat lagten mp be Jüpbara toel
■Üfènbagt/ baat 3oub'in ruften; Cerft inaafite mp pet 3oefien moe/ €n jrtintte fcljier mijn ïuften; SCüanggE30Bt/ en «reeg in nfet <©aar toe mijn ernft öefteeb luagi; €nalgeftregen/ taapöetbaetaeliet/ <&aar in mijn Zieï tebjeeb toag ? 2tarb mag maatSiparb/ en niet meer toaarb/ mnz m'ttaift
©loog b'SEarben peen / en Het m'aïleen/ ben na-toep/ toaar! maat ijl f
IV.
*%§niet ban enfi'fe buïïigpepö ©e lufr 3ijn üeel te noemen: ®ie troonb metfcöjjn Pan 3oettgpepb / ■*ü&aar loonb met eeuraig ooemen. ©e ^cponnpEpb i$ een liefïijfi gïag/ 3L<©ntu?eent an$ in 't genieten ®E3onbEfierHt7 eenmeelberiggetoag/ fgat ftan onJSeer ontfdpeten! t^atbiimttijaajtöinKc/ mat gaat paaftpmfit/ iuat fipaafitpaaftftinfit:
<0n tüïpbetop; inünïigtjaamilerft/ ro^fefftêtöl «nt3ferttt. $ 5 y« &ora |
||||
* UYTSPANNINGEN.
V.
fèom2Cfap8! «gtnnitoatutagteï
üanü' al§i uta ©cel bernoegen! Mazial taatujofiebiel/ ©at op u fteebg üiouö boegen 3Can fefug ©oeten / en geljeeï ©at een alleen toou leeten ? ©at ig on£ ©eel / on jl segentüRe ©eeï / ©at memana amj ftan meeren, 't $nennbtg onbegreeuen «5oeb/ bat eenfg' %i/ Wat/ matter ötnfit/ enjinnt/ enfbnftt/ onjleeu»» imgttoofiensal* VI.
Ons Godt ons Goed is, bieaï'tgoeb ©an b'SGatben in 3gn inagt Ijeeft; ©ie/ matljnlnüV ong geeft/ en boet ©at / mat ï^n geeft / 3tjn ftragt geeft; tet meunig bat j|n geeft ig beel /
if e 't bernoegen ineea' ujengt; Weet mnanb rijner ©eeïe ban get ©ceï ©at aller tuften b?eeb bjengt ? 3Sa ö'üiigcfcöayen bolgenbgeeft/ 3»fl5Cïffn 't soet 3£an 't^cÖEP3eï/ taelfter liefüjftyeab l|« emib'toa£rg« vu. Csrabaet. Ons Godt ons Goed is, afê ÖE fdjtjn
^an alle $oebigljeben ©p 3üarben ong ontgaan sal 3tjn; J|n$ongruft/ nnsSb?eeoe: ©n£ l£>?ienb / om aller ©jienben fcgut «tëemaHlielgïf te berfaaten: ©n^oogfienb on^ontaannelbaareftut/ ©err'baben öroon en Jitaaten: <®n$ JSijubom/ baar nog.iU3oo?benaar/ nog©ief/ nngjüot (genof. ®ao^eeficn/ nog fin nomen fian/ encobenon^'t
VIII. Ons
|
|||
r. Deel; H
VIII.
Ons Godt ons Goed is, En ÖE ruft / ©ie &tfye U3'ien omj aanfiaoben: ©ngtfoötungluftbj/engst bijt ©n£ ö'SBarüfcjje-ïHjt te öooben; t®n$ Jofus i§ ring fcftaon genoeg; <©! ^cljoonöepti! <©©olmaaHtljeü&! 95u5cieEnfdf)aan/ bataïïeönberbiaeg/ 9$ allefcftoon mijS-maantljenb. ^uself/ l^psclf/ ^y3Elf/ %3Eïftëaï8etgoeb i£at ont onp^iel begeewn fian/bf on^ bernoEgen beet ,§uot niet / bfetit ©eElniet En 3f et
#fêat toniniE SigJjaam^sinnEn;
JUSEn3iet/ menijao?b/ menbaElaljEtnfet/
Jflfêen 3iet öet maar ban Binnen:
4>tEpftt eené 't <£og bat u ergecö unt/
f©lt '$ tfgtnaat beo? bE 2B(inöen;
©tE&'9CatöE80Df3ijn/ fiaarenftetgeltnjb;
©ie 't al berliesen / bin&En
©ttCJenï/ berE'üobEnaIlEi|Etiïaan3fEnEhjft/
<©n3tendgfi nogtang/en boa? 'beloof maat fitijgclgïu
©! ftofteltjft geloof! tiatta
©ituanö on? geeft genoEgsn % ^aat b?n be ï©erEÏb lagÖEn f a ©eïujt/ oiena3alto?negen. 3©n gingen onöeHommeth heen 3in 't taanfteifong bemaubjan / €n b?EE3en boo? geen na-fïag ban gemeen; ©ie op Een fioté-fteeu fiautaen. ©ffitatg! (©jüüjtJ boet^ett/ enïujt/ en^anb/ _. enUSann/ 8?«n0gbec3atitgb/ utenbjenfijtaan/ <£eumigta't
©Ec&antJ. ïoHerfft-maami 16C3» SY-
|
||||
is UYTSPANNINGEN.
SIMEONS LOFGANG, Uytgebreydei
Kan gezongen worden, op de Wijs:
va» R e p i c A y A K.
I.
|
||||||||||||
U ïaat gp ^eer ïlta önEgt in bjeebe g*an /
|
||||||||||||
^entaegüanalftetftecfFelDftefêteefcIj/ ©entaeg
|
||||||||||||
'nanaïöetflEïfferpe^IeefcB/ ^ieaïmgn^enrge
|
||||||||||||
i^aüecen ttaben: SP Ben bees'SCacben en bees*
|
||||||||||||
pÊër^iiiÉli^ËgpÊ|Ê|iË{Ê|ËÊgEgf
|
||||||||||||
maeute 3at/ 3Bft Ben ,bee3' Süarben/ in Ben oee3*
|
||||||||||||
SHatüen/ en bee3' moente sof,
fSa ga iü ban
.Ba 't J©no?b aan mn scfcgfet/
Wmt ift uta ^aligïjeub nu JjcB ge3ien:
IPant in uta (Je. 't Heul/ 30 tenïig / 30^alig/ 30 öelbct
Wat 3ig Bertnnnberb aï &et SSemelMj üep?. SN$ 31c UKtoanöeïö (|c. .HL <0oöt
|
||||||||||||
I Dbeö 13
III.
gobtjcïflitrtoonh
^ujtn'tijecante^Ieefcft/
«n öEftt sou «leeïluïtftenb met 3a een ÏJMft t
<gnbe&t3tjn(|c.
® ui ^eetlnmjenb / en leliën te gebeit
SCan alle ©olnen baar te %anne cijjt
55analïe©olBengc,
IV.
4lu ft aat benSSerg Midu ©an't genlis öeetlp^uné/ 4: 1.
üta^tonfcüoon/ op alle bergen tops
ïttn^tonfcljoon/ @c. €en ougefteeïf en banier om fiooge / «Daar al 't ncnaube fieenen Wnenen jal, <©aatartöenauüe(ic. V,
SCatt't^enbenbom
€en 5Etgt uol u?alpïjenb /
<Cn bat jjaat lenb2 boo? öeeg ^aab|-baïïep %
€nbatyaar(enbe(|c.
SCan urn uet&ooten 9!fra2l een oïanfcft
©oi^eerltjftfieben. ^alleïtHaö,
©oi$eerïpfieben. (|t.
I. Lou-maand
1666. |
||||
*4 U Y T S PA NNÏNGENi
A A N D A G T Op Hoog!. 5:2,3,4 &rV. Kan geionge worden als: Dovene vay &c. I. |
|||||||||||||||||||||
Cg! ï|eEtebaIöenautatgeyti! ©at'gle»
|
|||||||||||||||||||||
gteiifl^üi^i^gite^i
|
|||||||||||||||||||||
benbftetben! ©at'glebenöftetben! ©at'gïebenb
|
|||||||||||||||||||||
pf^3s^ëp^=^^=g==f^^=j
|
|||||||||||||||||||||
ïebenb jtertoen! «tjn^QErtcngtonö-fïao/ ©ie't
|
|||||||||||||||||||||
=fcï
|
|||||||||||||||||||||
Kjjr
|
|||||||||||||||||||||
gp^jÊpgsiËpÊi^gj^
|
|||||||||||||||||||||
T|ect ten gronb jag / jBinig lebenp 3Ceben ÏJeeft mg
|
|||||||||||||||||||||
/~\
|
|||||||||||||||||||||
begeben: ©at geerlpsi!an3jgt/ CenSganbn't
|
|||||||||||||||||||||
o
|
|||||||||||||||||||||
jiBaan-ïigt/ ©ug geen! bug geen te gaan! ©u£
|
|||||||||||||||||||||
|rg|˧ii|igËiÊp:p^^^i|^{g
|
|||||||||||||||||||||
geen! bug geen tegaan! ©uggeen! bug geen te
|
|||||||||||||||||||||
gaan/ ©at 'g ïcbenb jlet-ben.
|
|||||||||||||||||||||
IL 3»
|
|||||||||||||||||||||
■ I. Der e«
IL SR raag tont aan [jet fhinm'rEB /
•HM üiereflaap-sugt!
<&\ tiiereflaap-3ugt!
<®\ niere/ öierefïaap-3ugt!
^nfiloptV En riep nog:
3ififiua?&7 enfftepnog:
52tjn ï©oo?ben fcfieenen
<Eaa? öaray en Reenen /
<©oo? öamp ban litften
<£n302g-ïoog ruften.
$n tróft 3tjn ^anü te rug!
J|p troft 3ijn $ano te rug! $n troft de.
<®\ oierb'refïaap-3ugtt
lil;
<®\ arger ruft ban nnruftl
«tëemaHteöicrfiaac!
Gemaft te bieröaat!
'öemaft/ gemaft te bferfiaatj
$jn^oniSge3egen
Xagift/ aïgf regen
€n nautn i|em aeftten /
Crtl&mngroeftte.
Centaepnigreftfteniél
C ® agt ift ) en ftreftften#.
€nlaa£! *&n troft te rug!
J|n troft 3Ön^anb te rug I %r troft (|c,
eetnafitebitroaar.
IV:
3|!cft! 'gtëfctfcïjpebjfegerötn/
^cpl toberpenl
%W\ toberpenJ
wil *$ï©e«lbgtoUerpenïj
|
||||
UYTSP.ANNINGEN*
(SnÖeBtmetfagEn.
.SiByn ^ieï öeöjogein
#u rroonb ong fyeeöfijR /
,*13aar loDiiö an$ h^eeöElijFf:
PonjtoatgEbaelemj/
Cnybeï taoEien^.
3$ nu mtjn 'ïeUen freen!
30 nu mijn ïeben geen! 3$ nu mijn de
5Cc8! tolictnen,
V,
$ao?b nas Een ï©aa?b mijn HUeuen/
jtl§yn£?Efiï! enïifiiatniet!
«JiErjnlfeuU en buigt niet!
€n buigt/ Mijnden!! en buigt niet!
itëatgumnraoet
^euiuberfmaöct
'tWtaaai; maattynagöet
Mü/ enfilaagget: €p/ jiEtmijnoagEn ©ie't^ertutaagen: Cnfteec! enfteertueecmn!
CnREEC! EgREEElnEECamt HEUfiEECS (JC.
jKfêijnüenl! EirüIugtniEL
VI.
tfcat geeb' f ft u mijn Qegtaüti
$at on£ fietyced'gf ng 5
(Cot om) fietyeeb'ging ?
$Tat cmg / tot tm$ Deb^eeo'gfagS
Sföfubergramttmr
Met öuu3enb rammen /
|
||||
I. Deel;; ". t ' ' ■
jaaftoïn-fttoomen
ïPeï in te toümen?
Sfiametmijnleuen?
3fil»taoub'tugenen.
ÏIro eugen bier&aar %latb tttta eggen de
2$ mijn bedoening.
VIL
Ui 25c3tap öan lange raagtenS
Cnfian niet langer/
CnFian niet langer/
Cnftari/ en Ban niet langer?
.Jüüijn <©ngen tapen /
3!tëijn ïe'en OejtoijHcn /
3ICÏÏjn ©oeten moe naan ;
^aflijn ïfeel miitoe gasiit'5
€n'ttao?bncigöanger!
'ft iEnftan niet langer!
9tn mp! baatstip ift fimi!
SCumn! baar3ijgift8cen! SCgmg! G&
'ïfCnftan niet langer*
VIII.'
Sjft po? u toef mijn ïeuen /
M3aar3iett"fct: maar? 3J9aar3ieuniet: maar? 3iaaar3ieumet: toaarjijtgpf «BcbuufterDcben ©iinïufr/ en reben «©iefieerlpfcfiijnen/ ^aenuberbtójnen/ f n mg alleen ftaan! , wat moet ift geen gaan f |
||||
I8 U Y T S P A N N I N G E N.
€p l bat mijn öanb eeng aan /
€p! bat nujn§anb eengaan/ €nl bat de
Mw l|epl ajaac 3ijt op ?
IX.
'n 2Setupg en jbieec u/
'f$2&etupgeii3t»cetu/
'ftU&etung/ 'R6ctupgen3taeet»
üaatnipSSermnben
gtg banu binben;
€p! 3eg/ ep3egbat»
«©atift ijler leg ban
étjnlfêmnipijne/
Cubajtberbbnjne;
'fi25enftcanft/ 'SBcnRtanfibanïfefö'!
'ft 2&en ft ranft/'ft oen nranö banSf efbei'fi25en (ft.
Sfctupgt en sïuegrt bat.
X.
mm ffi ïgcm ban nog berben 5
SScïj! pijnlp berben!
SSch! pnnïp berben!
SS&! Sig! 9C&! pplp berben?
^abfnbnujtt^erte/
32ermaaftlnfraerte/
SEn traan genugtenj
Cnsatmetjugten
^olangiftlebe/
ï$egtaan©cmriïebe:
Cnfterfifi/ flerflftban/
SSóftecfiS/ frerfffeban/
«ttjterfffi/ fterff&ban
€eo $trael fö Xtefb'-taHtr.
|
|||
I. D E E L.' 19
XI.
3So0 toeet ift raab t£« kien:
a&saUn'tpepnsen:
3ift^aIin'tpEpn3cn/
C ö ïfer agtig ftr agtig pEnn3En!
©oï SjETOEl-ujEtigben )
©tnaïsgnteugben/
dEnfcQoonlgöEöen
alfêönSielfiettEbEn;
€n/ toH'tmpïtifiBEn:
©fEinmptijuBREn:
^ulft pEynjcn i^ myn i^Epï/
Stoïft pEpn3En fê mijn i|epl / ^uÏÏJ pEünjen ijf»
(©flragtigpEpnsen!
XII,
|
||||||
jsfêaar magtEtoo3E ^iEjey
BPagtapben^EniEl/ 5©agtnpbEnï|EmtI/ i©agtop/ toagtopbEn^emel/ iCatötcsiJnftraaïen SinubOEt baaien/ <enöDo?3f)nIU0ftEt/ Klu^Ertont-budflEc; Cnbao?uta'bEnfie/ Sijn25èEliiufcfiEnfiE. ©atS&EElb/ bat^emefë-ïieeïb/ 5t»aar <£obt mig $ert meetf ftttW ^n3iguttlEbEÖEElb.
*aïu genoeg 3ijfl.
-j.Herfft.maand l66^
% 3 't Gr
|
||||||
ia UYTSPANNINGEN.
't Gebed des HEER E N.
OfMatth. 6: f.% 10, n, iz, 13. uytgebreydet
Kan ook gezongen worden,
OpdeWys: Uytmijnes Herten gronde, &cl
ï.
|
|||||||||||||||||||||
lÉ|$f:j-ap^l{ïi':jSEË^Ëg^
|
|||||||||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||||||||
■&$ $aöer! öie öegoogte <&er hemelen
|
|||||||||||||||||||||
||spiS=$Ë^iE|ÊfÈ^Ê^Êi^SËEE^p
netooonb l iï Jföaot fa öient' en ö?oogte @Ter
|
|||||||||||||||||||||
? gulp nan ö'tttae toontr; Uta' ïïtaö'ren ljoo?ö
|
|||||||||||||||||||||
*=J:
|
|||||||||||||||||||||
*&=
|
llSË
|
||||||||||||||||||||
:S£4
|
:1ëêÏê|=~
|
||||||||||||||||||||
bie nu/ Il Al, Baar Niet oneffen; €n
|
|||||||||||||||||||||
§ê=lfelilï
|
|||||||||||||||||||||
(iemefê^aber!) Ijeffen 9oacl|trt en UMI tot M*
<© ïleerïrjft! ^eulfg Wtt^tnl
Stilten SCMnréröig $eee €n aller Jifêenfcgen t»ee;en/ €n aller ^cïjeu.VIen eer! <©nö ^ert/ nng @£ong/ mi# pa'etï BMbleeren/ lenben/ mennen/ ©at tan uta ^oogïjenb ftennm/ €n antfren U&m üerftaan, irt. *
|
|||||||||||||||||||||
1. D E E LI 31
III-
&38&agiig/ CtntaigïJoninsï
3£ie nu goeb-baabiglijft
® en Mznfcï} maafit tot uta ÏPoonüig /
3tn 'tnieuta «tëcnabeu-rtjft.
Dat/ honing/ amïutaEeei:1,
Dat on# uta ^eeft gelepbe;
ilta Bïüft aï om betbjepbe /
Cn ^atangtoerp ter neer.
IV.
<0nta?aaftelpe 8£tjsïjen&. JDaïj^aebigÖEtreii / We ®ng otoa3e ilMle ïmjg leaö/ Itta ï©iU' aïïeen gefcöie. illta WiiV in tegenCpotb SCeerb t>n$ getnilbf o blagen / «Ênp?tJ3enutaüEf|agen/ U^atSCarb' ofl^einel boet. V.
ófêabet! en!35eöoeber t^an toattip SCarbe leeft! €ta geeft Det ©ee sön ©oebet / <©ng <&ptjg en &ïeebing geeft. u£$/ %ienben/ ftuft/ en^ejeö
e3onbïjenb/ fpoeb'geïfêegen/
Cnobecalutaèegen €n bergenotgfng meea, vr.
SSarmgertig en tanftmoebig ó©abet! i£uta4Saam; <©m Cfjjtfti ïtjbEii S&toebtg ^eemaï ong JSrïjulbEn t'3aani/ HeroeEfts'on^ goEbiglp / Dte/ na uta ©il/ bErflEbcn/ ^^EnfcöEnon^mip'bjEben/ ^Itoartüaogbaabiaiiif. 55 "3 m. 5T«S
|
||||
UYTSPANNINGEN,
VII. SCcgBabet! J^oebec/ ^o?se/ ©ie sonber fïunmct tnaaïtt/ 3'« 3toauljenö/ faoa? angl 30?ge HMb/ aljSben^nanbnaant: Sierra on$ jgn ponen 3ien/ fltat tnat onyenïigfjeben/ ©Bnübigt^ielenlCeben/ Én aï 3nn jrtiftSen bïfeii. vnr. !©ant/ ©abet/ gn hiaatagtig/ #n£ honing 30t en i^eec: ©ie/ aller bingen magtig/ <©ng ïjnly tigtt0t «ta *&*• SCfó gy ban goebig 3ijt/ €n Jifêagtig 30 een yoog toetft/ €n i£ uta €er uta oogtnetH? J|eer 3a gefaauen ton 't. |
||||||||||||||
't GEBED des HEEREN,
Of Uytbreydinge van Luc. 11; z, 3, 4,
Kan ook gedongen worden,
Op de Wys: M.ofemond waar gy vlied.
I.
liüi?=lüiiiiliiiii^iil
|
||||||||||||||
H
|
Cmelfitfj ©eet! öie 't gtuaatb/ ©anben
J^emrï en Uan b'SCatb/ JEagtig FjeBt gemsant/ |
|||||||||||||
anbtrïjoub/ enFjaeb: aflSaaratteenaniSal^ ntn'
|
||||||||||||||
i^i^ii;:ïS=ili=II=i=£
|
||||||||||||||
Siinü'wiboitfj; (©nseïPaber! Fjcoab! ©aber!
|
||||||||||||||
goQib
|
||||||||||||||
-------------— —.
6oo?ü w§ nu! C^n tan Betrautaen'til)ï|e
|
|||||||||||
P=§i^^ülüiïülllillil
|
|||||||||||
ttieï{$ ©Boet gong! treftt ons* Hjett ten i^emel/
|
|||||||||||
R ^eec/ £11 senb uta §ulue tot oü$ neet.
II.
lenïig «farbt! bien be Jjcüaar SSflet€ng'ïen/ nbec-Hlaar/ ^iet en fiunnen jten/ m &et öeerlijFt lïigt/ ©an met oberbefttenaangetfgt: ffl-aon n/ toon u ang in 't <tëenaben-u'gt/ *©n 3ulten in nn# uïigt dingen met iaien Sey / ^enïig! ^enlig! ^eyïig^err J
€n geben ïl alleen aïï' €er. III.
afèagtig $eet! bien toat leeft <©nbetbanig fiupgt en beeft: *&et ang petten Jjier/ neemtje toiïlfg aan 3in 't $enaben-n}K/ uto <©nberbaan. Jeef! ö öaning leef! (Ztoggt mijn togtcn ftfli) leerftïjt obec SCuft/ en J©«: sCcefj ó Koning leef! neemt be$eu.b'nentatuto<g£f/ €n gatang bunfjter isp betöeef, ff 83e (©abt! uto Wil goeb
^'lltjft maar gefeljieben moet,
!«HBig öet on£/ bat ton onsen !©nT
gingen onbec b'Uta/ eu tftujgen flffl'.
ln ben ^emel f ©eet) boeiö uto 3$ij£ uejïuyt
gnfiteropscarben/ uut.
«elf ui tegenöenb/ ü 't ong toat uto iH>ij$)eubbart
m lobeu met uta €ng"len gaea,
55 4 V. £(!>
|
|||||||||||
.>■ *
|
|||||||||||
«t UYTSPANNJNGEN,
V,
33tjfte@obt! fêaber! bfe't SEllegQefttinutogeüiet. SBrmeüJiiibceen i inljaartaiffe 4Saob 3Sa ten öu uta Srjftbom om gaar 25?at)&. ^o?ge on bof? oniS! o? eju' a»£ ^PÖS en Itïeefe / 3&üP3to8/ <#e;onogep&/ ©jbco: ^ojge gp iioo? en?! aï ong ©erft oeïtlpen bae / €11 ficeft uta gunft / En %ègen toe. VI.
<öfoebigï|eer! bfeyetïeet
ïïlMiibaan' uergeeft/ ütïqtzL ^cljaamroob ftimijen top / afê uta goebiggepti «êtraien geeft op on£ onbanftüaarïiepb jffiin ong lefujj wil / öie ben ï|emel liet / fècnftf on^eJcguïbcn niet/ $m on£ iefu tail: afê tap ooft om 3tjneut tui! ƒ ( J&ijsfouet on? pmanb) statjgen ftiï. VII.
3K>aaftenb'<^O0/ 2oi?wi££8tm/
©iianpFjaebertftorib/ entoilb.
^tct uta 3taaUfte®unf / 3<ct Ijet ïoog getoelb
Wat ;ig tegen on^ uta Üinb'ren ftelb:
^qeti onöUoo; ben Wil/ bal in 't ^onben-net /
©ie q\\§ III S&eelb öefmet;
3t 25eelb 011$ $$m rtfclj ecf; ftecftt ong ^er t maac
bon? 't beloof/ .
€n 't i§ bod? ai 't üeftoatcn Hoof. |
|||||
ZACHA*
|
|||||
i. D e e ï,:
ZAGHARIAS |
|||||||||||||||
*$
|
|||||||||||||||
LOF-ZANG,
Luc. i: 68. tot uiers 79. ingeflooten.
Kan gezongen worden als,
OpdeWys: Komt\vervjonderd tt, &c}
T p
•*—* <©o|'t Den %eet on Cljetuöijnen! Kooft l)cn
|
|||||||||||||||
c %ec gn aCöamsi 2aaö! ©ie jjjn tëoiïi nut
* ^cn!tterfcfiijncn iSoratinQciopeïaosenftaat: |
|||||||||||||||
|HSlfel&^fe^=i=lii^i
|
|||||||||||||||
©abitig l^iinp in tragban Ceten €ecjt gcïeijt /
^|liliB=il-:^^Silili
toag taeereïofl#; ©it ^enï 3a! ïjet ^oojnen
|
|||||||||||||||
ftneeten/ ^aafit3ijn$nanbJjuIycIeo£l Baöe
ÉÉgllllliiii
|
|||||||||||||||
reten/ Cwöeueben/ SCHet^cnroentluijff'eUao^
II. &omt on# rebben uut be ftlautoen ©an bie on# in eeuta'aen ïjaat ©nbett^uHüen en üenautaen: ©m aan ong te lieföe baab $n& ©aften te unltrenBen / |
|||||||||||||||
o$ UYTSPANNINGEN
©enïf enb' aan 3tjn ^euï-berfionb; üStn 3jjn Ceben te uertoefiften / Bic ;i]u onfcylöaare manb <émtegeben// 3fiö.2aingi.J&ctien $|aöge3taoocen/ totljn't3onb.
n i.
ï^arben fianb ban ^laberngen önecpöet^ert/ Emnaanten'tïaf SBn «öobtg-bien jt: tnt bese tn'en §©ierpen 25oen en 25anben af; <©in naboen/ aH'ongbagen/ 3|ett en kanoen eben bjn / 9Ban ben gentel op te blagen / Sonbecb^eeg/ offlabernn; ^oopregtig// Cn^aplegtïg/ ©at get boo? ïjeni ï^enu'g 39« IV.
fgoontje/ ïtebeteere longen/
"h 2te nog ®obeg btetbaar ©oïft; 3Sebel-btft amu geb?ongen / mi bc£ tSibetyaasiten @£olH; ©ie jig booj ben ^eulanö Reenen ©lp/ enfêembenïföcg&eteub/ üCotliec3oenihgljan bteB&eenen / <Ên tot ^enl'gebienpaatöepb: <©m ja'3SJ|cecen// ©olBtcleeren/ ftennig baa tjun %aIWieu&. ©itig't fnneth'jttöebiegen
©an heg ^eeten goebigfjenb;
©it$'t3!tgt/ be^on/ be^egtn
©an bet öoogten tratgefp?enb
©betb'Süarbe; batsalfröünen/
Cnberfthiifttten/ biemimat
3fa ©oob^-biipfternlffenfttognen /
©ec betbareniffen 3at:
gEnmig boeten// ©oen ontmoeten/
?f35i:uïMi2^alfg^2£tje-pabt LOF-
|
||||
I. Dkel. 27
LOF-ZANG
Van de Heylige Maaget Godts Moeder 3 Luc. 1 : ^s.46, tot fs. ff. ingeliooten. Kan gezongen worde, opdeWys: SthoonfieNymfh.
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
ïïolp l|ett maafitVoot ben ï^ec-r/ '«geeft
|
|||||||||||||||||||||||
|g$g£Eg=^||g
|
|||||||||||||||||||||||
3EE
|
:eesee
|
||||||||||||||||||||||
j£z.
|
|||||||||||||||||||||||
$em eer; ^aïlelu-jaft! 2u mijn ftntrant / geng*
bïrjljcrt en ^eeftüetBeuB^f/öltbe©eufl;b/ |
|||||||||||||||||||||||
©an tnön <J5obc/ mrjn+ïïat£/ mijn '#e$antu
11.
SCcra/ betagt/ netfdjopt/ tefmaab/ Waf mijn ftaat;
c0u mn 3ap 8« boo? be Itëaïïten: £5ag/ en fteerben 30 mön b?uü %n geluft/
^at berüaaft [taan ïanb en bouten; ui. «$?aote/ graate bingen Beeft
||n/ bie ïeeft/
SHan mu atme Jfl&aagb betnesen, 30at niet mn/ maac Item ben ruem ^enlig noem;
€euujig 3U sijn Mam gepjejen. 2CcÖ/ taat i$ 3§n goebfjenb groot!
®ien in noob
«eutu! en ^euta na bee# 3a! ujijsea. «t>ant Qii tien nu/ bie &em bneit |
|||||||||||||||||||||||
3Bn ben <6eefiy
|
v. m&
|
||||||||||||||||||||||
Eenbt*: aagten teil betarjseu.
|
|||||||||||||||||||||||
aS UYTSPANNINGEN.
v.
$eeï mn9$ ^emriji toonöetba?en / '/ ©iegebaau gijn/ bou?3tjnS(iïtna0tfoekernen5
31©aar gering ig al bat fterS 3$/ fin'tmetft
3£an bit ennbeloog ontfermen. VI.
Witïï bje Jtëijggenb / *n-.öc Jflaeü
2taeUenboët/
<$oo? gaar SCarbfrij ter jtanb tot gun ïof/ (ètojint nu '«S ^emeljp gram gelaat üBet gaar raab
€ngaaryenn^engeen/ aïgbunfrof. vu.
Piebergeüen jon m€e« 3©erpt guneer;
(Ifêonber <#o6t! ) en bie uerfegouets kijn; ger-fteïb/ enrrgtguop gin ben top:
^aar toe lïomt ijjn ^oon ban üoüen. vin.
%i bie goagerig na 't J|eul/ l|ieropt'3epl
#aat/ h.ietögteraoo?üegenabi0ts SCI bien isp / en tacï ge-eerü «jgietenbetrb/
ï§een geje^ben «nuerjabigt. IX.
2gng fcnegtg Sfraëlg gefïagt /
S)oeteagt:
sneeft gn goebiglp üergeuen : Pennenb' om get ^tul-ner&onb/ ^atjtjnJBonb
§$m Jjooj €eutoig gab uegtüm. |
||||
ï. D Ë E tl Sg
X.
m§ fin im§ aan StB?a&am7 €n 51J11 «gram
©n3cn ©ab'ren ïjttft ge^naaien: <Eien 89 Beeft/ unt Uefbe jïeul/ @Tot bit i|enï
SSoben anb'ren untlierftooten. |
|||||||||
Z I M E O N S
LO F-ZANG
|
|||||||||
:=*=4
|
|||||||||
_ "jf iaat/ bicng»«n&teebc[taan/ ^eet
%?ccbiggaan// Deüjeebe-uaan/ èa'tïPjiojb
S aan fiem gêbaan: #at ïjeu ift Bier ti^t&at/
ë ^ttnagttn/nobcnbat/ ^i^^^
8 SaUgmaafler/ bien %iti «««nün oogeii3«n..
II. ©at ^Epï/ bat gnjjtrenbe gaat/ ©erü/enbe gaat/ €nfojenbegaat/ Sdan *t ©oïn üan alle ftaat: ©en ^enbenen een ïfgt! ©en^eybencneenïigti . ^et ©om bat gn berftooren fieSt l k
€en eenttng Ccr-getaigt, a tV ^ |
|||||||||
ÜYTSPANN1NG.EN.
|
||||||||||||||||
30
|
||||||||||||||||
AANDAGTEN
Op i Joh. 1'. i<5.
Begeerlykheyd des Vleefch. |
||||||||||||||||
€rf-Imagena onbersetltjft .©ngt-gepcnn^/
i©at ftunö gu met een öunfter / öieu gebeung/ |
||||||||||||||||
*=
|
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
4ifên Hangen! baar gn nagtanj? in mu boetr/
|
||||||||||||||||
©ien gujeö.
|
||||||||||||||||
II.
|
||||||||||||||||
a^fe/ 30 ift ïjem met rrjoltfft uut en ölufrij/
.man 301 berraben met een hlep'gen ftufdfj/ SCf? een£ öien ee«Ioo3' *n 't J|of / mei eer / MSyn ©eer:
III. ®ft 'é iioo? mijn 2teïgebaarïp; Daarom blugt/ ©Ittgt 3eg ift/ eer in u te laat &e3ugt/ 3H»eet öat ïft 't J^ect nfet leen tot 3uift geuenng/ 4&og bemis?.
ƒ 7. Begeerlykheyd der O ogen.
I.
]U[ gn ^t'eï al taf jl ift nf et taaar uut urn Öomn XVJ- €nïJerfterüjgemaa8t; W30uöbien8ïomu ^aaft bf noen; mant Dn ttefit «■ boojgaaitf 2Carb-
De-taaarö.
|
||||||||||||||||
I. D E E t'. 31
6ebtnSt mijn 2iele bat be bïugge tfjb
©en barben-romp / en b'SBarae 3élf toerfïgt / «n0p3ult3ini/ bat taat baar BlonJt/ maarten^ Cenülaj?.
UI. €n maar sttït gn mgn naaftte hieltje ban/ *l3tenbc ontbloot/ uta^ertBer3aab'genban> »©at3artuüoen/ 30't3iefttgbierÖaae2&foe& ^ietüoet?
|
||||||||
III. Groot sheyd des Levens.
|
||||||||
I.
WSUar Reen mtfn ^erttgp ftepoccb nf et/maar frtjot/
«En gijat ooft 3anöec trappen optoaarb£: 3(jgt <6emtttlgnraabmu/ mant 50 gp op Itenrop.
II. 53in bollen ren ftomt/ enbaarmecnbteftaan: tSSal tnf Rp tegen utoe metm'ng gaan / want utoen b?ift bjgft n op 't Boogfte meer $er neer.
III. €naïggnbanaatt'troïïen30t: QMj! <®cfit *Unbaarbbergroatnta:©aI: bie^3egifinog «tajtfl/ £nfcÖ0Hb«5clf; <fitaebö'sii3tet. . CenNicr:
|
||||||||
Zege
|
||||||||
5* UYTSP.ANNINGE K.
ZugtomdesH, GEESTS
TREKKINGEN
Aandagt ojp Hoagl. i .* 4.
I. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ÉÖ=i=ÈiIÖè^iÊEÏÊi=
|
|||||||||||||||||||||||||||||
A
|
|||||||||||||||||||||||||||||
£tj! ^eete %t\\x treftt gn't ^erte ©at
l||3lii£|iii!=ïllÊllliiP|ppÊ2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
U genegen ip/ ït genegen ig/ €n oincingela Hgt
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^IlligigëlglIg^^^liÊg
|
|||||||||||||||||||||||||||||
öan fmeite 2liïf? in tl raijri ïïotg-fteen miff';
|
|||||||||||||||||||||||||||||
«E
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|ÉËggiÈp^ÊppiËËigii|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^ÊÏÊÉÏËi
|
|||||||||||||||||||||||||||||
€rteüenüjel! goejeec't genegen 3$/ aÏ3Ün
|
|||||||||||||||||||||||||||||
mm
|
|||||||||||||||||||||||||||||
tooel $ niet/ aï3911 taueï$niet/ «USaacfifnft
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Z^^^^^=20êe£^0.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
=*=f=:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
öcerelijfi beEïegerc üCót H tjanlï jijn ïjuïpe öfet.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
"'t ^ert genengt tot ïoopcn / ïegt aïg aan een fianö/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
€n &?afl nog aï trie ïinoapen . Wan IX ïiene pnii /
|
|||||||||||||||||||||||||||||
r________ r\____.____.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ïtlsara mijn ÏJ ï£oo?q tec oo? / lütoam mn uto
|
|||||||||||||||||||||||||||||
»«'<
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I. D È E £".
|
||||||||||||||
^egen boo?/ léag bjan mijn ^ett niet boo?/
|
||||||||||||||
Moq bjaft mijn ftee- nig l^ert niet boa? / 't ^tee*
|
||||||||||||||
nig ï|ert niet boo?. (^reftt gn mn ^ztt ift 3aï
|
||||||||||||||
loopen/ <ü>p uto' 3aligmaaftenb fpoo?,
ii. «eicrfieftcoren/ ©etten befieereri |ian 't taonberlpen ïigt / 't tfoobeïüue Higt / ©at ben Seniel/ nngteïeeren/ % bet SCarb' öeeft opgerigt. <©og eben afê een35Iinb-geboütttt •StiHöuuftet igmijn<$og/ ©upfteri$mijn<©og>/ <jHn geen SEetter fian fieftooren t ï|ert bat boo? geen reben boog. *i'aat uta Jtëagtig fpjeefien / t ©uectungenb #oo?b ®at fiot3en 3eïfë fian ujeeuen / ^nnont©o?enfioo?b/ ^Ï3up3enbe bien <§cFiat/ «Mrunsenbebien^cfiat/ In't^ertin'tïebig^at/ S^ftojten in bat lebig mt i t%ctbatlebig^at/ ^refttmn3a^eet/ «Mfoapetï ®PubJ3a«gmaafienbfab. |
||||||||||||||
ui.
|
||||||||||||||
Coonb mn bat ï^ert bat gp becbo?gen
^aub/ aï|utaïiinb'renbeel/ %t§tita' ïiinb'f enbeeï/
|
||||||||||||||
§4 ÜYTSPANNIN6EN.
©oïban J9abetfgBe30?gen /
«Een anö^eeH&'re ïiefben-3eeï,
^oetmgnegiel/ mgn^abeï/ gooren
Wat #p mp gefit gebaan / <U5p mp gefit gebaan
«Eer 'tée&ergte taa^gefiooren/
€n be èan 3tjn iooy bing aan:
mat 2&armnertiflljeben
afêgnberiegen^ieï/
3inöaarramp3aïigöEtien/
©anJjet3fofi!enyter.
fitoPaberlyfigebuIb
ontrent mijn bacmü're fcïjalö
€n Fjoe gp bafi berbulb.
3©ijn boobeïijft geB?en berbulb
«©ogen nog berbulb.
STreöt 111930/ t|eer/ ifi3aïïoojien
f©at ïfêeg gn nip bnfoen 3iiït.
IV.
ï©at memgMb'rse ^egen-fïroomen
^tojtö'onuötüutïgSigeya / ban utn b^enb'ipgepb £
jdSaar bf e taeelöe beeb mp nomen
<Cot nog meerber berteï&epb.
#oe nienigbuïbi'g 3fjn öie fïagen
#an ubji rest taijfi öeïeub/ J&iberlijnöeïepb {
maaar 't $ert/ bfe getooon te blagen /
lïmam tot meerber fjarb/gFjepb,
O&eeftmp^egen-btaeben;
dfl&aar urn <$eeft met een:
<£n fïaat gp met uto Soeben ?
2B?P3eïb ooft bien JJteen:
€n boo? urn ^egen 3eg
aiSgn ^ert ïeg boa? u meg
«Eninnm^fagenseg
Jgog i$ mijn $ert ban u niet toeg
y®ü§/ boo?uüt geeft3eg/
^reHtmp30/ ^eer/ i&3«iïïoopctt
3in«in^aHgenbei©e]j, 35 Herf»-tnaand.
|
||||
L D e e l: 35
Noodzaakelijkheyd en Nut der
ZONDEN-BIEGTE,
Of aandagt op Pf. f i: 6.
Kan gezongen worde, op de Wijs :
Hert knagend onver zetlijk Nagt-gepeyns. T\%e <0obt / mijn %\t\ I baat tegen gp bejlonb
Zr @U3anb'gen/ toU aart bat utaengenjiföanti ^ie ^anben (u nog een£ boo; *0og gejtelb) ©ertelb;
&?ptoiïïig / upt een innig fyezm-htb/
©eii)Usntoelboo?bee3'/ gptoeettaeï/ beebV W$ een'ge tamp tot ölagt uta ï|ert en flConn / €en$bniang;
|epï-rooberg/ jeg/ tnfc&iHft'pgieï-fenSn;
%1-jtooftetg/ jeg/ gpmoet/ ( aï \$ 'tu pijn;) ©ooj «5aöt; en ift bertrouöj ( aï i$ 't nip fcB?tfi ) 3Pat m,
IV. £ Sa seïbjaam i# 3?jn gunft / en goebig&epb t ©et6?ij3db §ttt bet ^onbaars toege3epb ) ©etfttpgen 3al boo? 't tel-becbienbe lihiaab ®enaab.
v-
f* Bomt °* fc8anQ / C mijn Zfei) um $obt geeft a'Ces 3!n bat met b?uFf t'ernennen / bat toel eet ^etiujioegaani^; laatutiibjEugbbetaaan ImCraan.
VI. gjt fa« um jiïFniïa-Seer; bat gp op een lijft mi ^cbuiben tal fiuna tellen / en betafljt ^anetr!t3önsunft/ afégpbiesonlïaenb. (Êtftfitb.
€ a VII. ©aat |
||||
36 U Y T SPANNINGEN,
VII.
©aar '# ooft geen Me$ / geen toeïgefcüeïpte M>tztn/
Wit 't Sëiel-bergif 30 6n be ïtëojtel geen üntroenen Ban/ Big bee3' 8eftentem$ Welig.
AFKOMST-SPIEGEL,
Of aandagt op Pf. f 1 vers 7. |
||||||||||||||||||
I=É=g
|
||||||||||||||||||
©uaarbig' ©uermoeb 5 tuat ftaat on 't
|
||||||||||||||||||
^"S O
|
||||||||||||||||||
tete
|
||||||||||||||||||
ftjjg'renb$ert 3Bogboo?gaangljeen te tergen/
|
||||||||||||||||||
S^Ëm
|
||||||||||||||||||
=
|
||||||||||||||||||
^=,
|
||||||||||||||||||
jUSet *t abetbenfoit ban ufn &Mtn / en öjengt te
|
||||||||||||||||||
^^JËËËpËjËJËjËJ
|
||||||||||||||||||
nerb Uta' <©uberg> meenö gn 3a um naafit
|
||||||||||||||||||
<5aat bao?ber Hïtmt al nu/ tot bat gn b'ecrftc raant ?
C Wat inoogt gn u Beroemen ?)
ïlta eerfre Vader geeft u's Duy vels-kind gemaa&t; gtelb &?n u groot «3eff agjt/ 't (fceffagt 3aï u berboemefr Kamt/3oeHt een anb'ren rang/baar f n gn noemt ïtttnö
(öobt^abet/ Cfj?ffruin2&?oeber; J
©at $ mu ï|eul: en 't 2aa& / bat u ïiier metb bergun»
^treftt boo? een ^abet / maar baó>Xeeraar oofi «1» üaeber, DEW
|
||||||||||||||||||
I. Deel.' '57
DEN NAAKTEN JESUS,
|
||||||||||||||||||
o(
|
||||||||||||||||||
Aandagt op Joh. ip: 25.
Aan Do. Samucl Doreflaar, op zijn Beden-
kingen daarover. 19 Maart 16f2.. |
||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||
«Érmogenü Goud, öatom uto slang ge*
|
||||||||||||||||||
ujee- jen Uta ^ienaaeg fiumjtern / en Sao
~i -*-> ^, -»—w ^, ■—
mutael eet/ <£euangen/ ttm 3al na &Ee§8 tijo
|
||||||||||||||||||
beeï meer <Een Naakten Jefus tae3en.
u. ■fèa nat ift uien ftab in mijn nog geïiregen/ §ttaft# toag uen 2CmEtöÊ"ft ue3taaïnt/ en't3onft *Gl wat te üooren p?eutg en pjagtfg filonfi, ©00? 's Naakten Jefus 3egen, 'ft ^Caat fiem / Wen 't ïuft/ na groote ^rfjatten treïüen/
ft €n toenfeïj geen &ceptet nog geen groot geoaac aanjaagt/ geen p?agtigïüleeauan Jefus; maat JÈen Naakten Jefijm jjeUlcn. *£H "!°3t gn / 55aneï / üu# uta fcenï bermfnnjen /
5# W/ En fiujl /een ^oefl / een lEomu / Een £taf / ©»e3le(u|aanöie^cBeïmenfcöann/ engaf %ig 3elben N aakt 3 ijn fótatyen. C 3 JESUS
|
||||||||||||||||||
38 UYTSPANNINGEN^
JESUS VERLAATEND
O!
D°, SAMUEL DORESLAARS
Aandagt op Mattb. 27.- 45-, 46, 47.
Aan my, op mijne bedenkingen daar over, 24 Maart 1652. Langzaam. |
|||||||||||||||||||
'£ïïëSfIpHfiilËïïIiï!rt
|
|||||||||||||||||||
Z
|
Zag in
|
||||||||||||||||||
uw hoos-- - - fte
|
|||||||||||||||||||
Nood geen meed'ly t'u- - vver baaten,
^ligiiipiiiiÉiiipteiiÉ
'k Zag op een yuyk vlugt Uw Jong'ren al te
|
|||||||||||||||||||
maal, En hoorde Pe- trus Vloek by
|
|||||||||||||||||||
----1----iL
|
|||||||||||||||||||
Caja- phas Portaal, En wift wel dat gy waard
|
|||||||||||||||||||
c van yder een ver- laa- - - ten.
Maar nog en wift ik niet, O lijden boven maaten! Datgy verlaaten waard van Godt in 's Hemels-zaal, En van zijn liefde mogt genieten vonk nog ftraal, Ten waar uw eygcn Mond die klagt bad uyt gelaaten. O! Godts
|
|||||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||||
I. D E E t. 3^
't 3de ofSkt-vert.
iiilliftSilli
|
|||||||||||||||||||||||||
O! Godts verlaaten Zoon! die my verkater
|
|||||||||||||||||||||||||
._ȣ
|
|||||||||||||||||||||||||
Z-^t&
|
|||||||||||||||||||||||||
*&=+=
|
|||||||||||||||||||||||||
illlïÉëëliil:
|
|||||||||||||||||||||||||
Godts. Met Godt weer hebt ver-_eend.
|
|||||||||||||||||||||||||
*~ geeft my mijn ruft, mijn rots, Geef my,
om uwentwil, mijn hef- ^_Luft te Iaa- ten. Ah! lieffte Luft mijns Vleefchs, wat vleyd en fmeekt gy my , Wat bedeld g'om een^ Uur my nog te bly^én by? Weg! weg |
|||||||||||||||||||||||||
ÉgiöliiSiSSiKiii^lEi
|
|||||||||||||||||||||||||
Verley- - - der lieve Luft! 'k moet
|
|||||||||||||||||||||||||
ver haa- ten.
^c Hoo-
|
|||||||||||||||||||||||||
Lief om Lie- - -
|
|||||||||||||||||||||||||
« 4
|
|||||||||||||||||||||||||
ÜYTSPANNINGEN.
't Hooge-priefterlijk Gewaad^'
Pp Exod. %9t |
||||||||||||||||||
$9
|
||||||||||||||||||
on,... -Jr. ir* '<■ j"\„«i;.^ r>-;.»rt.„..t.\T. iK«w<nnh
|
||||||||||||||||||
5Car 3ie ift 't Ï£enïi0 Priefterlijk töetaaab
|
||||||||||||||||||
ïË^mm^fmw^^
|
||||||||||||||||||
<Cot l|eerlp&enb en fcljabuta'löft Cieraab
|
||||||||||||||||||
l^i^iiiteEÏSiiil
|
||||||||||||||||||
=2
|
||||||||||||||||||
^o filaar/ en in 30 lebenbige fieelüen/ <®f
|
||||||||||||||||||
^ëüPJilSiÜl
|
||||||||||||||||||
't niet in 't 00? / maar aft lioo? b'oooen fpeelbe,
IL
^aat b'Cppö met jijn p?afltfg toeneljoo;bY
^ijn 26anb'/ 3ijn Kiem Aöri 25o?ft-Iap en 3ijn 25oo?ö* Jiïïaar met f ft baar ban 35o?fMap öaajbermelben / ï|ao?b toat ben 2&0?fr-iap ftammelfng berteïben,. III.
3Daar waar en aï be 3tamen in eeöjaflt; ©an nber £tam in SifraËfê <!3efïa0t; %o roept nn<J fjiejrer all' 3tjn ^cfiapen t'3amen / $n roept3e / maar ïjn roeut3e up Baar karnen: IV. iPaaf
|
||||||||||||||||||
1. Deel. 4?
IV.
|
|||||||||||
paat ftanfcett fïegtg be karnen ban $att£@o!B;
pn taag fleste ïjaat / en niet bet ©geemben (^olS r t%$ Slftaël / te naaren untgeteefcenb / mt 3|n nu bjaagt / en bao ? te 3Ünen reeïtenb, V.
® ie JBamen taaaten in een ïjatbtn ^teen
paa? €eunjig / anunttoiffelp gcfne'en; t %§ (jarb ong f^tefrer sgneliebe fanben <$efclj?ebenm/ tenmfienupt/ 3ijnJ|anben$ VI. %n biere ^teen gcbe jtigb in ïjet ®aub;
%egt cmgïjae uaft'ujftïjn 3ijn ^rfjaapen ïjattb; ©ebanben met bier ïtect'nen / bat 30 ftïelien <©p 't ^ert; bat 3eflt 3P 30n in 't i|ert geftïjjeben, VII.
tëebjagtn up söti „êcïjoubeï?! / aï# met J&agt; ^egtjterne-ül&in/ enminneïgfteHtagt: ^ie beeb' ^9 aan / en ging 3a binnen 't JSJenligen ; Za baet nng fenï om ang ön $obt te benïigen, Louwmaand 1656. |
|||||||||||
Des
|
|||||||||||
€ 5
|
|||||||||||
uytspanningen:
|
||||||||
43
|
||||||||
Des Heercn Ooge op de zijnen 3
o f Aandagt op I Petr. 3 : 12.
RYMELOOS. MYn Ziel bedenkt boe vlytig gy bewaard werd
Als 't oog op u is van die niet dan oog is. 't Was u genoeg, maar voor zijn gunft te weynig Udoor zijn Aardfche en Hemelfche Trawanten Tedragen: neen, zijn oog moeft zelf op u zijn. Gelijk,een Moeder die haar teder Zuygeling Een trouwe Maagd bevolen heeft, en nogtans Zo weynig't oogals't Hert daar af kan houden. Schaad my die wil, nu wil ik 't moedig dragen. Maar, hoord! mijn Ziele, gy pleegt wel te weeten. Dat 't oog van d'een weer't ooge trekt van d'ander Heft dan uw oog op, en uw Hert weer Godtwaards. 'fZydatGodtu, ofgyGodts oog tot u trekt. Altoos uw oog moet ftadig naar om hoog zijn. 't Onnozel oog, die zoete Duy ven oogen, Diezondergal, nogGodt, nog Menfch bedriegen j Het liefden-oog, daar meed gy 't Hert kund deelen Aan hem in welkers liefden uw geluk ftaat; Het ooge van geloof daar meed gy zien kund j Dan anderzins onzigtbaar aan uw oog is: Met dezen ftaat i en ftar-oogrgy ten Hemel Tot die zijn oog ter hulp u meer om laag zend. 30 Jloop-niaanti 1654.
|
||||||||
JESU3
|
||||||||
I. Deel. 43
J E $ U S DORST,
Of aandagt op Joh-io: 28. |
||||||||||||
$dt öcereïijSei: fflagsn 3$ öat 5 ift ftefi
|
||||||||||||
tnijnBaoen C^atcrgen^optgcWeO Sist
tüecgeïpp geïjoajö / en! ïunfter toe mijn ^iei. IL
■®iê ten| feïjiep aï öe ^eeSeh / ^iEfpjingeti upt&OEtö?EEftEn/ ^EftJEEUtut uat EEn ö?nagE 2Ba^tl / 9Ccü! ath! ifilj?anö7iftti?anö/mptro?ft/fteïaag!mgi |
||||||||||||
ww----------: i.
Dojft!
|
||||||||||||
III.
|
||||||||||||
«Hfênn ^teEt i# mn ontöjoopEn /
Wogtëmp'tangEtaanlj/ .(ffiuuitr.
aiaöntóna fttefü aan mgn raap/ en t innig ^Ette
IV.
^ufianiöEEtfigEbinfiEn
5©at is aan 't ^EtnElftö ö?tnfen
©EtloocEnfiEB; tuanneEt (tmttt.
3iftljoci?EEng©jenft-6nEg^fc9ünu'etiiaaKn '#©«*
|
||||||||||||
,f ÜYTSPANNINGEN,
* V. SCd)! ïfeffijKCebjon-ftroompje/
<©at onber menig boompje /
$tè"n ©aïe-üiaatbg u fnoent /
Item met een ö,?upje4lïatg mijn tnaoge$:angefp?ciept< VI.
i^antstetnuöiÉC/ blz&totszn/
men 'ft ï©ater uut bc ïi5ot3en
(©af; Jjeuöen/ afêilïln
JSag ïïapfitbiing gefcïjenft nog maerfBaa'^ uao? mw. V11. aüaat toat uut Mata'$ ©lueben.
©tt onöarmöcrtig tuaeben
,Sogtan£enigljetniet
Wat ftof geeft aan mijn 8lagt/en pit aan mijn uerfof et. VIII.
Maat ïaag! bc ^rtlen-gtoeben
©an '$ $|emefë grimmig tuoeben 2ijn't/ bicmpbc3enD^anb. $eftigtet öeüöen in 't fio?gtogtig Ingetaanb. Itëant 3iet ifi Bab maai; efaeti
iö8ijn fielten 25a?g gegeuen 30ao? ^onbaac^; en ftet ©nee Wtn bouten toegeöoemb / taag baabeïp tot Bier, Wat &?aab mijn 2iel ban öinne/
(Èot bat ift 't ouertaiune;
©at tyongt mn 't ^enïsaam Bat f
Wat mn te traofren p jfag / en maant mn 't inerte mat, XI. Wit a^at'r en uan Bet ïeben /
Wit 'ft anb'ren plag te geuen /
€nifiinuaïgenut
%Wt / 30» nu geheel öao? öjoogten unt-gepwt. Wz
|
|||
I. Deel: » 45
XII.
©e Wammen ban te pellen
grjn 't bie mtjn ^ieïe ntaeflen/ ©ie0ftaatmijnbo?te9&o?ft (bojji! Cnfijanö / aft.' aft! en ö?anb; mnbo?fjt/ Belaag! mg
aÜIi
itëat beereïper fiïagen
3$ bat! iftSeumtjnbagcn
C ï©at ergeng ont getoiel)
3SfetbiergeKjfigsefioo?b/ en! merntetopmgn^ieï! XIV. Cnïeerb met een boojgtonben/
©en angel ban ae Sonben /
©ie $nbe| epgen Zaan
%mb op 3ön 2taanen-3ang / 3a fiïageïijfien toon» xv. $oe oeerip 3a! ban fiïagen
©en 3taafifien Jflfêenfrf) / ta't öjageta
$an 'si peeren nnmmigftxnb /
SCïmert/en^ong,enïang fiem gantgin bïamm* ïcgifs afêaar u Iaat Cfijiftf ftififien
©an bo?ft / mön ^iel betfttaffifien; belooft nat be3ebo?ft Itbjijb ban 't eeubiïgtëner/ban ojoogeflEong en25o?ffc. XVII.
jSfêjjn bojre &ieï gaat fieenen
$Ju naat ubiï£enïanbbïeenen/
Cnfmeefit bat ipn geeft
1SBeïoofbe bat fên bno? sw ©o?ft bertoojben fieeft, XVIII. ©legateren/ bie ©ïoenen;
ï^aar toe fin al be moeben
€nbo?te2ieIennoDb/
Stot 3»Bb?mB ban on| ^ett en rebbmgban be ©aoö. Xix. Mm
|
||||
4«J UYTSEANNINGEN.
XIX. jsBaar fioben aï in bjeesen
f©agtu/ raini^fel/ nabesen/
©at nopt uta bojftig' aatb'
•$a 0003e tuft en bojjt / met Ituyle ïuften paarb. X X.
©a?ft na bte 3ugb?e SSeeften
IBfe uyt 3Ün Jfèonben leeft en /
©ie Bier ban bo?ft ber fmagt /
gijn öo?(I u leffcBen 3a! / 3(ju flauwte geeft u ftragk XXI. €n30ban nogu'toette
HaMoaabbojft: laatinfmerte
C Stfê beeg ) ben ©uben üfêenftö
©erftmuen fn 3yn bo?jl / berfmagten in 3tjn foetifcB. 6 Gras-maand 1653.
JESUS HULPELOOS,
O F
AandagtopMatth. 26: fl, ,fz, f3, f4.
T^g ïfêereïbg gaïp in noob/ omringt ban bat ge*
*-* ^at 5Ccra en J^anö öem Tlnelöe / (fpumj €11 met een fnar Bezaai
3B$ ü£ater oberbieï/ en 3taaarber fïagen fpelbe;
ïtroft 4>>nmon 3ün temeer / en flelbe 3ig te meet
Mttfyafflm/ goufacn/ nerben:
©en ï§enlanb ebenseer
Sagtmoebig/ 3enb/ © ^nmon fïa niet/ lieber jterben.
©at ig (bagt ift) om bat aan ^etni$ b'<®pper-magt
3£an to?aaft niet \$ gegeben
$£erguïp; maarfrataat/ toagt! (ben/
^trais^al öy met een iuenö Bet 3fgtuaare 5CÏ boen bc
|
|||
I.' D e e t. 47
€naoenïtftant3fgtBaaruntl|emeïenunt%ï
C Zijn rappe Visben ) ftomen / €n liaan 3tjn ©nanb' fel / <©n-tocec-op-ftanbeïüft / banjuncöen aï be ©tornen.
Naameen; oeneen.' aljft bat menig SEegfoen ©an®eefteïpe<ïil&agten/ (ten, «Slegjj fraane op 3ijn Jfêooib: en op 3tjn toenïien toag*
«fèag gaf gn toenft nog taoojb% Het eeutaige BsfJugt <En 31J11E .*Êin ueftenbig JSlootaueöurpenuat; €n gafüot aan bat jfent30 JEoojbfg en 30 fcgentiïg,
Wzl aan mij» ^fel balö nu oen $Jemeï met uto üeete 3n nooo hjumoEüig ïaftfg / 3©antuta$02g/ inutajreeb/ (tig. In itjbeu taepgeren Dleefoe^^eniÊÏfiBuIpflanüliai"
3Su3aI^n/ 3öt geruft/ J^eif/ ennuet3rjn<fceeft ïlta stiiaRQt'pö nnoerfteunen; ïèant m 30n ftjOEn meeft €ntoü $y seH'niet/ öatöen i|emEï 3ïjn>§ jaï ficcunen;
ïfêagt nu op afïcr öuïp / taant b'Cngelen om jjoog / ®e ,lkF)ep3den öeneben / «Slaan ffeg£ op u Betoog/ ©ereeb om u ter ïjuïp ïjaar Wenften te fiefieben. ^artnefiHigen/ tft 31e ben SCfgronü ban uta ïaft/ ïltafc0?mnog3oljoogftengeren/ <^at gp U002 eeutatg ijajl In bunftre kanoen uta ontflaföng3elf3Uït taepgeren
fCïtao^ nfet enfcüen i bnct uta oogen op en 3iet «?at oo?beel nu af naaften/ «WcpbeJZonbenniet C me cnfiel $eï en f eïfcüe-Baniïen 3f|n) taila fraaïten.
|fêaar/^E]riIffi©onf/en 5ag uta J|enïaniJ na geen HJegl |n tfóeaïii00?utEtoetben; Sgoeftrboo? uta hielen feyï
©een |tut3ei / geen tier beebiging/ maar ïaarse fteöetï,
20 Sprokkel-maand tS^z.
|
||||
4« ■ UYf SPANNINGEN;
JsÉSUS GEDULDIG,
O F
A^ndagtop Matth. 27: zS, 29, 30.
OBbergeïpeïtjH gebuïb! nieaïbenfjaan
©anjspungen/ ^potten/ plagen/ ©an iïiet / En ©oo?nEn-toon / Pec5totj0enfionti/En3onbEC fc&eïö of béngen b^agEm ï^efttöftt mijn ^iel met ï|Enl3aam %d.l$zm / unt bien ï|oo?n/
©ie ön u sonbEE maaten ©En fteeneHgeu ©oo?n „ètompmaaftten/ en ift 3313e h'EUÉn/ biemnQaaten;
©at 3al ift : taant mijn ^anben / beel boa? obEtmoEb / gin tujaaft üEgaan bEtgeeft gn / ©atmnun'EbEnbaet/ €n a$ gn leben: ja in mn ï^eee gjefu / leeft gu« 26 Sprokkel-maand 1659.
Je/us Koninkrijk be/pot,
OF
-Aandagtopjoh. 12: 2.
YïTSCt segt gn <$obïoo|i fiat« tg 3!efug ïitoan ban w ®no?nen? ^tjn ^cEutEtüanEEnïïiet/ afbannügu?03eraarb?
gijn JputpEt fuottenj? taaatb 5 €n tOEtft gn aan bien g3'ten ïïat# uüi (©lafc^oojncn? <®n btoaalb; ift 31e EEtlang nta trot3e JlBagt in biggen: ©at fóoninfiEpneïjoubu/ ofbEn©aab-flEEftgeeft; ©ie?anberni02pEn/ leefb/ ©föëagt in tegen jïano ben fitaft in pïaatg ban bunnen jfêaar toilb gn tegen jtaan i ïjan? mn in jaï u leeten / ©aac t£ EEn 2onbennjft meec fcïjaab'lp ban ben ©ao?n;
jCöonb öaac uto iütëagt en (8Êoo?n; -v. |
|||
I, D e e i,i '4
J&amtibeïiffc/ tnoeguIigteromtEfieeren:
€en Kp bat sonbEt regt 3»jn ïtegten oa tatl regt en /
«Juanfung / en onbet fcïnjnüan üaoatietïgft fieöaub
^anCer/ ban©?oüm/ en^tout/
€n nogtang pleegb stjn ®nberbaanen te fiebegten.
23 Lente-maand 1659.
|
||||||||||||||||||||||||
Onze plaats in den HEMEL,
In Twee-fpraah tujfchen Jefum en een
GelooTjige* |
||||||||||||||||||||||||
öp Joh. 14: vers 2.
Geloovxge.
|
||||||||||||||||||||||||
lüll^^l^iliilïiÉ
|
||||||||||||||||||||||||
O"!
|
||||||||||||||||||||||||
i|EEre %t\\x! taat bertreftt ®n utóe
|
||||||||||||||||||||||||
1=^111=11110111
|
||||||||||||||||||||||||
B*~~-
|
||||||||||||||||||||||||
biEEr-ftomjt 5 en bErlmiit ^ttïft ongtbulbtg bulben 5
|
||||||||||||||||||||||||
Èi^
|
||||||||||||||||||||||||
5====t=^=z==±-==z :fcfc===c4=£É=fe==
|
||||||||||||||||||||||||
•pi
Jefus. <©m bat bit plaats bie u beeoenb/ <f&og
|
||||||||||||||||||||||||
|^^-:gi|É^sp-f=
|
||||||||||||||||||||||||
ÉE3E3E*
|
||||||||||||||||||||||||
liet ten boïïcn toe fierenö 3$ / om u fa te Imlben.
II. Gel*, a&anittenart/ Ï|eete3efu/ 3(jn> Jef. %\$ utae !©iHe onber mijn' ftn# nantfeö ;aï 3ön neöogen; UtaiCijben/ en uta IgbjaamjjenS Üaarmaat3alïje66en/ na'töeleub |
||||||||||||||||||||||||
®m 't^aóerlpuv -ogen;
|
m
|
|||||||||||||||||||||||
■0 UYTSPANNINGEN;
III.
9H$ 't ®?ati e-torrn ban mn gefterfit %a beet en groot in u getaerfit Jgal fjeööen met bolgeraen / <©at o'on-bertaelHelpe ïiroan ©üutia^oofö/ tot genaoen-Ioon/ <#eftelo 3al Bunnen toer oen, f
29 May-maand 1651J,
|
|||||||||||||
S C H U TL-P LAATS
Of aandagt over Pf. ƒ7: 11.
I. |
|||||||||||||
Mii^i^ri^üüiüli
~ Sn arme Sgfel- 3a Maaaelnö neaamuelt |
|||||||||||||
{CotObEC'töoofö/ inboerab're%onöen-fcöulo/
|
|||||||||||||
$eeft/ l|eer/ ge- tergt uta' ©aberlijft geoulö/
|
|||||||||||||
gCot bat3' in engen nfagt jfg ober-roinnelb
|
|||||||||||||
ïi Deel;. ^
IL
mnn arme Zitl 30 beerelp gefcljonbert / ©an ^aofb tnt 2Sool / in pflp 2anben-bupl / <&ie boo? gaat 8«lp 3innt bieper in ben fóupl / Soept u/ entoonb Baar boobelijfte§©onben/ <En soeftt in u / een plaatse baar tft fcöupl. III.
Sütë in gebaar fiet jlil ontembaar ïfieften / 3£en fcfierpen Canb beg SUrmeïgng ontblugt / Cnouptennoob/öetboobelpgerugt C25elaagt) fielagt/ in '0 jfêoebergbepl'geJtëttfièna S&efnot ift %atBang lagen met een 3ugt. IV.
STtfiefi/ 'tfêtoaar/ utotoojninDianbgejteefien^ aföaar uta Beïoft iier3efter& mp tiet §epl/ <En boet mp 3* en utaliefbe 3onber penl / €n tnn Det Jteenig-uert in taeer-uef b' fi?eefien / <$at iii uto nu bjgtoiflig. mebe-öenï* V.
ïHb Saam/ban mn ten fcBupï-pïaafé uptberfiaöréri/ ^p mp niet fc&?iHlijH / maar een öoog bertreft / ^atmp/ in'tboojgaan/ banbengeeffelben? dEn (gaat get all' in 3o?gloosöepb berïooren> %i$ ober mp Befiommcrb $erte ftreft. VI.
®an 33Ï f fi u eeng onueftommerb 3ingen / €n in be feftabuto ban üta bjienolpöepb Genieten 't goeb ban uto 23acmBertigBen&/ <£n't$ert/ in bat genot ölpmoebig/ fp?ttigeil 3in't^abbatnautaï©iirteuS:cbenïepb, $ £oi>i,er-maand ^59-
|
||||
& UYTSPANNINGEN.
,Vry-gekogte des HEEREN
Op Deuter. ij: 13, 14.
I. |
||||||||||||||||||||
==*====£
|
||||||||||||||||||||
G
|
||||||||||||||||||||
illüiiil^iiiliiililiili
€foftKig bten de ^oon <PEg^eme$unt
|
||||||||||||||||||||
ÜilIÖIlliBÉi!
|
||||||||||||||||||||
38n tlfeoon/ ^angatan^ntannn/ aEntrtere
|
||||||||||||||||||||
<êcöuïoentyn <®etnaafit/ afêiïtiio'rEnljDea/
llIlillifïëiiilippïiEiili
|
||||||||||||||||||||
€11 öooger rrjjen toet 3£an ifónnfnaen en <ïE>?aüen :
|
||||||||||||||||||||
=fppJï=E-jËl|il=i^i^lpli=ipi
|
||||||||||||||||||||
-a 3ena ircn ï|emel geen 3iju tyn sefiogte «glaben.
ir. 3f>f£ QongEtf g en naafit /
a5efi?efi&ig en mtëmaaBt/ <E3£fïali£ctuigetaóan ^ijn; '^emEtgaietfiaargoott 3fhü?«9EUbjlEÏb/ EH30Et
JlaacöittEEc'arraoEn/
Ü©et otierWoEö ban ÏJaben:
SSosena oen i^erael öeeh srjn fyngeïaate^ïabeH'
3|p fcljenftt gaar ^emelfcö-figaob /
«ï?at niet alleen f nnooö Dan Banger / fptjfi en fier fit; Mmt firagt en leben fcjernt |
||||||||||||||||||||
ï. Deel. )|
C$nitiatBtt3e«iEïEEf&0
SiibiEOEEnlEUenÖEEft/ auSaar fttnftEnb ïeat UEntabEti % 3^u? senö öeh ©emEl öeeh 3ijn UjpgcïiostE.iïati^ IV.
Cen %am bat aïtijb feefö /
€n aïttjö ©0E&3EI 0Eeft /
©atEEnggEjïagtetfê/
OEn aïtöü op tEEii g^ifcö
3©eec tiEtfclj gcöjntiEn ftaat;
«©ngboEb/ EtinaptiiEEgaat:
tëm'J&pM ttotg anö'EE 6?aiiEiit
<Ei$3Eti& bm^tmzi ï)een 3ijn bjugEfiogte^ïabË.
€m %am aan 't fcö?tfiïgö J^ee
siMi?ab£n/ üatbanljiec
@tnt in üe ïfytile gloEgte /
oEnon^öaü out sefcgjaeyb/
§©a£bit lam niet oefilaafit/
3gu EEt iiiEn 't toE-oEtnaafit /
<<£e tEU3' mEt^écöOEEn^tabEn.
®u$ 3Enfc OEn^EniEl ftcen 3ün b?ngefiogtE.4i>labE\
VI.
€En 25?on ban ÏEbEtig-boBt 'jifoEngt l|n unt b?aog£ ftragt &h upt EEn ödje' DUoEftgn / l©ant '# ïl^ECElbp 2nnnE-fcD(jtt %n MSiöoag-öitt C bte fcïjjaEnb/) SEtjn Ü£U3igeré bEcmoEjib / <©m öaatsn ö?anb tE ïabEn: <®u§ imü bEnJ|EmEl ïjeen syn bjügeïtogtE^Iabc. 3&og fcösnftt !©u anb'cEn ©janft /
*jEEn©?ugt:ban J©ijngaaEb-ranFf/ men |©gn ban Cana'#-feefl/ Opeen ^uybEn-Wosb: maat ®tt$ W> 3 €n
|
|||
54, UYTSPANNINGEN^
<£xi firagt ban ^emrffcD-ötoetr/
^iE^tuinmen frjgEEft En tioet/ (EnficEup'lB©DEtmo?aUen: (Iieit, ij®u$$zntitenfyzmzliittnmn työgEliogte ^la*
üfêEt ïifeebing 3onöEi: ga
s^EWiEE&öaar sangEtia/ ®aac ^aErfEn nngBmEen / 33aacigilliEE/ ^ucpcc/ &tttn/ ^gmaragu/ en^iamant/ JBaai:4J>toffin.3gn/ ett2!an&/ jaaetantnaajcüeerBjEföabEn/ (ben* ©t$ jEnti öen i|EtnEl öEEnsönbjögcfiogte^la'
DRONKENSCHAP,
O/ £ƒ£. ƒ: 18, ip. e» P/ 36,- p.
Kan ook gezongen worden. |
||||
Op de Wijze: Wiefleet heugelijker Dagen',
|
||||
L Dïetl gg
©?onBen met betftanb/ m$ ton ban ben cï|e*
ineïboï 3ön/ SSIn/ en bjoebig obecBanb.
II. 'Eph. 5: i8;
b%nHantennmEt^un5enbïfcaanen/ Zach.13: t»
beugen ban Det itëonben-ötoeb / Joh. 6 ■. 5 5,5 6-
^Pgefïoju te engen @£raanen / Pf. 42:4.
®ie ong ïtefbe jbjten boet /
^a bit 23laeb en ïtëatet boet/
benfit / ton 3tjn met binnen bjonïïen /
€n ben ®eejt i$ in fiet 2&taeb. Lev. 17:11:
in.
^jonfie ïfeben moeten 3tngen; Eph. 5:18,19. ^ojg en b?ee3e bunten flaan; Phil. 4:6. 1 loh. 4:18, acatnme jonnen ïieben fpjingen; Efai. 35: <j. StnaHKe ®?onntn moebtg gaan; Efai. 40:29 &c. ^5Iobe©?onfien3Önb?nmoebig; Pf.su 14. ^tme jonnen toErben rijft; Apoc. 2: 9.
^reut'ge ®?nnfien 3ijn btpmaebig; Efai. 65:18,19.
ïtëaatam ton niet beg-gebjfi 5 IV;
Spotten aïïe i&ettïblfngen /
SbEt Iaat 3önbjnen (pot:
SCtger 3enb tnen ban onp dingen
^iet ban/©?onBenftÖaa maant 30t» 1 Cor. 1:21,25.
«Spatten aïïe / @c. 1 Cor. 3:18.
Lente-maand i66tl
|
|||||
© 4 Zg
|
|||||
f<? U Y T S P A N N I N G E N..
Zorgeloosheyd van een Chriflen;
Oj aandagt op Phil. 4 vers 6.
Kan gezongen worde
Op de Wijs: Mijn arme Ziel ze klaagelijkgedompeh;
I.
MJgn tëaöcr ïaat uta ïiinb tot / bat OP reeac
3fnutagE!ia3atóenb1tjntjeiitgKE|leïa/ Cn uut öE 3o?g boo? 't ©ocmEnbe getaEib ©ao? 't ifoft'trjti 2&foEb 0Eö?agt öeöt tn öe b?EEbE/ ©atfjetunog/ 'tgeEnïjeinöE3taaarb/ bEttElb, ©at 3taaar getaigt &oo? uta öefoft en «Eeöeh
JMp ban ÖEt J| rt gpnaöig af-geltgt / ïfiamt in öe ptaattf bat / minber ban gEtaigt / «©iet toaarb i$ baat mijn üiEl-30?g te fiefteeöEn / <£n runt mgn ^iel üoo? 3o?gen upt Qaac pltgt. lil.
SEectb mp een? si en fjoe p&EÏ aï mijn 30?g fê;
^eg mp/ bat aï na nto tail 3efter gaat; ^eg mg / nat uta nog aïtijö on nip jtaat; ^E0 / fiat in aü'p üefu^ mtjn troutaEii 23o?g i$ j Cn OEj?/ Uta gantfcïj ueïenti te mijner ïiaat. IV.
Ssg mn / bat (<0p aï^Eii EEn 1|cec htt §mzn ) l©at Mmfcï} op afarb of d&eeff in ï|emel boet/ SCI b'uptftamfï 3*0 na uta toii fdfjiuften moet: ^egt / batgp3o bEii üfêenftfj ïjeöttniUen leeren/ Sjnbïnt/ utDtuil/ tEtaagtenmEtooaraoet. v:
^enr mn / bit a$ ifi mn met 30?gEn fitaEïfE /
S&oben be Wijt / biEii gp mp üebtbcïajl; ©at ifi mp met eeii otmutpaft öclaft: ©at ifi mp trntg in ntaEn 3etel ftEÏIe; Wat aan be Viy t bat ïlurtje fieter paft, VI. U3ö
|
||||
f. D E E L. f7
VI.
M§ imnftt / aïg gn bug met uta <$eeft 3Uït fpjeeften glotimi/ nieboluan30?g/ banb)ij$jepb3ot/ 3n ï£aagmoen b'SCarb regeeren mono / at $ <0obt / %o laat ift mön beftommemiffe fteefien / €n laaU* u ftil boo* 't onbeftainmetb lat* VIL
% &abct / naamt be 30?g ban al mijn 3aaften <©uu/ aujgumptotumïïinöberftooig: ©eEoon bonb mijn 5teuï / alg fin 't 3Ün berïaog: <©en aSeejl bomt mp öe£ goong-geul eggen maaften ï *©at ban ift anbetg 3gn / ban 3o?géloog i VIII.
%a Ift get maar bi'gfte / bat ift gier ftegeeren ïian/ miffenmoet; get Goed bat ift berfioog/ SCeerbmp/ batall'öKt§UaröfcD*0"iet#/ entt?ooft €n aïg ib ö«rê maar b'pbeïfiepb ontbeete / 3©atftanibanöer^yn/ ban30jgeloa^5 IX.
aüSijn ©aöet jojgt / bat mp nf etg taeberbaaren Sal/ banijei©er'lb/ of2atanpftentoQ#/ <©f 't 3al betgift 31 jn aan mijn luften boog €n alg ift upt ben ©loeft San 2egen gaaren; i©atfi«niftanber^3ijn/ ban30?geloo$? la 30 mijn ©abet 't 30ete toit ban b'<®ogen
M£g boo? een tnb berbergöen / en tit poo£ Vrijeen mp te maaften trnojt-engaoiie-ïaog; <^Qfl 3ieift baat 3ijn ©aberïijft mebogen; ^at ftan ift anbèrg 3ijn / ban 30?gefoog i J\. 1.
fjfoet ift bet JüSenfcgen-gun jl of on-gunft b?agen;
«Banu men mp fiertelijft / of gerte-ïoog; mtbimn EEn njTteftajï of fcft?aaïe ®oo£; Kan il. fttet Staat, ftan ift3e niet bejagen : Mizt anberg ftan ift 3ijn / ban 30?gelaa& © 5 XII. Ban
|
||||
5S UYTSPANNINGEN
XII.
©an nog / mienfiet aïttjb taccfisaara Wz&n f (©jj bat ton altijb met $Jem toecfijaara 3ijn / SDI toat fin geeft boo? arfienb geeft / En pijn / €n Wijt / en 30?g om mibb'Ien unt te ïe3en: ï©atRan ift anbetg/ ban jojgbulbig3ijn i XIII.
#u Runb C3cat^p) bao ? fmeeBen uta öegeeten / g^aac utae Eielen meeb tieft ommerb jijn / ©an utn gaf^ obet6?engen op be mijn / 38$ ifi met 3ugten ban mijn 30?g fian taeeten; '<©oe mu ben @eefi baat in 3o;gUuIbig3Ün. XIV.
Wat mn tneerbaatb fie30?gt in '$ ^emeïg bletBen / 3$ mn 7 boo? '$ §zmtl$ 3o?ge 4HSebicijn: jföaat eet bat %enï mn fp?unt unt bat fenijn / l©iH|n / bat 't i|ett in 30?g bat 3al öemetRen; €n bu$ San ifi niet ban 3o?gbuIWg3<jn» XV.
%\f gn ban C ©abet) aïttjb fion?b mijn RIagen / €ngn/ Sneeft! in 3ugten looft mijn 30?g. €ngn/ ö%aon! sötmyri gemifien 25a?g: ©oet/ €enig$obt/ mnnaumtnilmnbjagen ^n?g-ïaog aïttjb / en aïttjb bol ban 3o?g. May-maand i66i. |
|||||||
Vernederde Hcuvele door de Nedrigheyd:
QfMatth. i8: i, 2, 3, 4. |
|||||||
flTnt f ooytitaci?. biel ben üenlanb aan €n
|
|||||||
55>
4 |
|||||||||
b?aagbe ('t geen ?u b?if tig 3ogten ) 25n taf en
|
|||||||||
't tëebieb en b'Cet 3011 ftaan.
II.
't<£otmoebig$:a!n/ 6eb?oefb/ betjtaanbe/ <©eg ^oogmaeb^bDDbeïgftfenön: Zzt baat een ïtinb ban taennig afêaanbe / <En3CUb/ bat3alUtaLeeraar3JJn. ïtom fin bit ïam na itëijggeub [peuren /
€n 3Et u aan 3ön ©aette| neer: ( %q ïage 3ijn be ^aal'ge beuren ©eëfêemelé/ enöte^aal'seaEeer.) IV. gijn ïeffe ïeerb u ftooge Jftaaten /
't (©ebaarïrjfi paft ban laftigc €er / SCan bitje taiï / ulnmoebïg ïaaten / €cn ïÜroDR berftnaab ög üqd? een j^eec. V.
2ijn '£effe ïeerb u 't ïjaof big taoeïen 3£an goog of laag/ beragten/ taant $jp ftenb geen ïjooge af laage Stoelen t ifp ftenb geen regte af flinfter ganb. Sgn SEeffe ïeerb tt 3upbtr 't ooge
3!n al uta boen/ ban eggen €ec . f£efpaanen/ taant3ietaÏ3ijnpaage Sfêbaen/ enpoagen/ en niet meer. VII.
|®ilb gp uta ^aogmoeb 3ien na 't ïeben; ^at ^Jsiaagje / baar ftet &in& mteb' fpeeïb ƒ opaat met ëen <§pcï eên pjtfl je geben / €n 3tst uta taogmaeb af-ge&edö. VIII.
|
|||||||||
#o UYTSPANNINGENi
VIII.
s©f jiet unt <5cïjeïü jEg 't Wi gje teere / <Sj3eiiIeuröe •Muelg in öe ïugt Hutulaajen/ EnufpeelEnbleEtEn %a/ 3anerbtogntutaeerterWugt, i X..
«©ie ÖE3E ïaage Jköooïe ïaafien /
CnagtEn'tiÜinücrïijn: jajiEt «oeenfitinba^iit&inbtoetben/ taanen %n '$ JleniElfcö ^oage-fc&aaïe niet. 16 Wijn-maand 1659.
DEN EERSTEN PSALM,
Uytgebreydet.
|
||||||||||||||||||||
l8$Ëiï=!=!Ü
|
||||||||||||||||||||
SCIig \$ öien Jlfêan in taanbEÏ/ Wit bec
|
||||||||||||||||||||
ËÏEife
|
||||||||||||||||||||
ilïil^iiifjlilii
aSobbelaojcn-raab/ galigijEtiien^Kaninöan»
|
||||||||||||||||||||
bel iïPie ben gang ber
|
||||||||||||||||||||
fonbaargljaat: 2altg
|
||||||||||||||||||||
g^£pp=ÊjË^jp==£
|
||||||||||||||||||||
të bisn jaaan Wit moEbig Ban 't <tëe3elfcïjap
|
||||||||||||||||||||
Ig^i^Ê$ËiË|ÊÊ|Êp^p$Êi=iï=ü^
|
||||||||||||||||||||
ban ^e^nottEi^a^befEftblien/ wie/ na ,
l_^.__t—_—,_,_,„■___o._______.___.^_*4
|
||||||||||||||||||||
'^etnefê-raab/ gnfc&cn ftaat/ ^eHenlge
ftraat
|
||||||||||||||||||||
Deel:
|
|||||
fttaat ^en©emel/ fteerlgti gaat,
II.
töobegi in en upt-gegebEn ^aaï'gclEEere/ bon?benrn g^Et <#Eeft-ti?iftigEn üefrtjjeberi / 31é3ünu!JtEnÏE&fternu: 'g*® aagg ïjn '4 bïijtf g leeft / q3mbat3rjn0&eefï S2igbaasinmeeji ©Etgeugb/ berStoiftt/ betfterKtbinbi
'$ jfèagti fteurb be3e ïuft ^ün^teapEncuft/ I©antaï3ijnruft 3rtï|crtbDlbE3eïufl. ffli\b gn een#bE ^aïigïjeben
©anbfenmaan3!en? 3teteen55a0m/ mt 3|jn ©jugtö're bagtigtjeben ^upgt uut een ^ilb're fttoara t g&aat öp toeelbjig geaenö / €njeugbigfiïaenb/ €n obetblaépb ©an eü'ïe ©?ugten üaatïpsï % ®aat3ön^au6enlijft/ Cn<të?aentE blijft/ 2W3aficftïgft/ SCI iaat bied jBanfiebjöft. IV. *$ ^EEten raab gaat ahbje itëegflï
U^et bE ®obbeïoo3en in; wo?tEï/ <£?anb-fïag/ $epl/ nog^egen/ *fa Baat atbEub geEn gEtoin; fgaatfiaarifeetfteniWBt
SfêfogEttïfgt/ $5ï|iüaf/ batstoiflt |
|||||
fe UYTSPANNINGENj
<jÊnuoo?b£ïfêinbbaar geen fïunft t ^aacencaab-fïagnfct/ Jtaarfiragtigriet/ ©aacJebenun'et éelp een ^noel berfcDf et. V.
SCïïcc-nunb'ïpfl: jal bit öïpen / S8K den Üftgtec ban om goog S2al't regtmatig ©onni| ftnjüten / ©ien nopt jJSenfcg bedroog of loog; S^an 3al 't «öobtooi-gert Sjnfcöuïabertaeto/ 3&enautat/ benerb/ J>taan t'3ibb'cen en betbuUen / Stëantïjetnubenftaat %r©?oomenïjaat/ €ntn {jaar Saab Wf m boo? 't £pee bergaat, VI
'$ ^zmtl§ 3<«S in alle tgben / 'tSCHjelenbenbe&eïenb
%&art ber ©jaomen 3o?gc bfjben/
3£rj&en in ffitegtiiEerW ggepb ;
ïfêant/ ijet^oöd'bjlïregt
aEtBenb3tjnÖnegt/
Cnbatgpregt/
%W baaben na <0ob£-bien jï fteïb-
Maaarbie<tftabbelaag
Stjn baaben 600^
€n nuttelooj?
ManU/ maaftt^pJ|epïefoo&
t% Lente-maand i66$>
|
|||||
ÖE.*J
|
|||||
il Deel: £3
DEN TWEEDEN PSALM
Uytgebreydet,
I. |
||||||||||||||||
W
|
||||||||||||||||
üüiüi
|
||||||||||||||||
iÉi=
|
||||||||||||||||
3dt moeïb be ifêerelb am öen I|einel te
|
||||||||||||||||
öefrojmen €n jiap'ïen Baar gebagt' afê $eu*
|
||||||||||||||||
beien op een/ afëaar meet men niet/ bat al Baat
^Haastigen maar taojmen €n sijn! en Baar |
||||||||||||||||
'mi^mm
|
||||||||||||||||
geöagten niet ban ubeftjwn*
II.
Sn/ WenbenJieereseïfter-fïp-uütBabberBeben/
€n op Bet $oofb ge3et een ïftaninHüjHe-ftroon / 35rjn tegen '# ^emeïg-gonft in tn?ebel aan gebjeben / €n|jtffen BaarenBaatBunn' heffer tot 3Ön toon. lil.
® e ©ojften rotten t'3«fam / en aï be Wg$z <0?ffêBenti / «En ftnuren met üelenb ber öoningen getoelb / 't «5een 3tg be#$eeren faiff 'en ontatau?e PijgBenö ttëatbanben C3eggen3ti )3&KjreIüftboo?-taeben/
go anberfi_2eeeei0B 6oo?naa£b in'Verneig raab / fan SSuba $ «ioningen 30 bigt in een geb?eben f mt BaaïUgfnittignigaH^fijjft te öaben gaat ? |
||||||||||||||||
tf* U Y T S P A N N I N G E N.'
V.
Pat legt ong aan gaat Siofi /en ^labetny te & jagen i 't 4&eb?eegbe JBaoWot tg bet flegten 25nte-bauta; €n 3iuba'g: ïtantng mag gen bic Ijem b^eejen plagen / <©aartoe3i}nbintctEatgf/ temagtig/ eritegauta. VI. (ftaoren/
®ie 'tsigtfiaarïSontigemaaKt/ ben $emel geeft bec
(isten taan ban b'oit3igtbaate ont3aglijiï I|eerIgftgeBb/ €n met een <fê?ung gun pog/en pogen ftan berftoaren/ Zalfpotten (agt 803' taeerb) met 30 een on&efcgegb, €n fpottenb saï $n / in een b?ee3eïpen v^onber/
^gn lang getergbe en apgefttopte gtiinmiggepb Hntlaaten met een ftem ban boben / bie gier anbet $an fcö?in boet (meïten b'opgeruubc ijtëenglgHheub. VIII.
deeggen: Sfarbel toatigalutapbeltaoelen* 3i&/ 3flfo3elf aller peerenI|eere/ bieingnraab 35ejtaan/ enb'2Carbebicbaep?g3en/ ofgeboeïen/ 55n toien ben ap-Qef / en ben bal bet J^inffen ftaat* 3tö 3eïf ge& iuba'g fênjfr tot 30 een ftoogt ge0enïigt /
45af gem be uraan op 'tl^aofö/bé^ceptcr in bet ganb; «Steg aïg Ijn mijnen 3&erg/ mijn i|eplig %ian/ benltgt/ 28ieb' 18 geni fiillp mgn SOmagtig onberftanb. Xi
%a fjaager tft ben <ênaar ban bt$t ®obfpjaa& treftfiefl ïtan/ SCarbfcge koningen/ en meiben u 't ficflunt ®e# $emel£/ ban 3gng$Qm|uegouö: battoi^fg frrefiften
€\\ nnbetbjetHelijK3alftaan/ €eubJin Ceutatmt. «©at i# get 3efter ^ewl ban 'g peeren ICiebelingen /
C^ien^iangI|egrge5Betg ten gelb're bao?beelb jtrefiï «Dai^ 't i^enl / baa? (fltobeg eggen 2aane bao?t te ö jfö' gen)
'Mt auba'é honing 3ig gis* in ten fcgaöuta toeut: |
|||
i; Deel. '65
XII.
§oaj ban/ó Süatbenlgoo? benoemd firagtig fp?eeïien SStotJuda's Koning Uien gu (tnmp'tboojueelb)fmaat/ €n leer öoe 't^Cift en Mm onmoogïp \$ te pelten $et $epl iaat 3» on$ %tm tian mp te toasten ftaar. XIII.
^P 3öt (3C0t ï|P) mtjn ^oon / bien f ft bao? aïïe tijben / 3ta 't otvbeplbaar onepnbi g punt ban Ceubbggepb / $at$ttieii/ bat nopt ttluam/ nopt gaat/ nopt 30] ' ontgïtjben • _ „,„ t ©etaonnen tjeö / ên gaf mijn <$öb-en ^eerïijfiö^
XIV.
afèfin eento'ge%O0n/ öienm/ uto^abernietgnan tncpg'ren ■ ..x
(^ïcalbefcöulbban^tangsonbenbjaagtenöoet)
3©at i$ uui hiil?boet b?p ulu epfco 3eec Boooe tepg ren
ifèiet 30 gcoot/ bat inp u uta epfclj ontgeggen boet. ïfcilB gp öp Sian 't ïïijft ban al öeg ï©creïb# ©oïften /
m ^epb'ncn / tot gaar ï|epl/ u tnaaSen onbetbaan 1 3©ilb gp geuieben ober al biaar 319 be l©olfien ïIpt-ftreltRen / en my n Sigten op en onbe^gaari 3 Xvi.
aft geef't u al/ myn^oon/ fiejftfietriu«i€rjïöft/' (J©antb'$(!arb' i§ uHjn en i& beplïSöften na mijn raab/) <f nofv0mogelnHeen4!iaenfcöe6?oai6cntter|ïöfi/ tl |
|||||
XVÏL
«fcntoillig toonb' omïïanbitïSgft?igt'onbertaerpen/ <£n agtebe 't een Hteuft in ¥ lEerelbg fêeecfcïjappp /
§f &taat fn ^taat^a (tel f fi u mijn 2oo 1 i ten fdjerpen
^o?fcö-fïcE tot bjjaaft ban mgnbetagting/en ban nip*
vuur (Tltpr /
|
|||||
66 UYTSPANNINGEN.
XIX.
(©at '$ boobcn boo? eeii boob en boobeïpe ketter ) €n ban ben Sinneloosen p3eip bermaaïb/ €n fïaat ïjem al$ esn ÏEEniEn £at aan ftuR te pïEttEt / ^ot bat jjp ('t ^eyï beragt) in 't EEUtoig onïjEpI baalb, ©at fê 't fiEflupt/En 't ftaat op ontojaartbare gronbem
OSobtg Saab 3egt; <#obtg ^oon 3elfê sal^obtjSbE^ ftoG^nEnQoE'n/
€n 3aï 3ön uaojöeelb iuba'£ ïtoning met be toanben -3£an 2ion ÖEEÏen/ tegsn al beg ifêerElög töoe'n! XXI.
SBuban/ gp ïü am'ngen! gp©o?jten/ bie öaïbaabfg Mijn ïiïijft bErüiEtpt/ en tojaant tnijnsagtEbienffc' öaatgenb;
®p Silaröfrtje ÖfgtEE^/ bfEnmön^oSaït'ongEnabijï ^c0Epnb / en nip moEbtg toEpgEtb onbEEbanigfiepb. 3©o?btaifê! toojbtarfê: enïEEEbbanmpbE^emtï^
fctegeu
©erjtaan/ en onbectnerptu aan mön 3agte tugt; *©enï|EmEïbogC0P3öt'^ge3inb/ ofongenegen;) <#aat na 't befïupt/ en niaalïtiitotoeer-ftanb3anbei; bjugt:
XXIII.
?£a ïaonb tttn tegen-ftanö met epnbf ïooö liecfi^üfïett. ©2EEft ban Men s^eet / en toecpt u onber ©em / en mp* ï&elpt mp C't moet bog 30 3t|n)met b?eugb ter öoogflc bpfïen/ (pp.
€n mEt bennaaBen Decft uoaj'óIMnefófêEErfcfiap'
XXIV.
©oet 6abE^ ^oon/ in mp/ eerfiiebig Ijuïb' en eet aan/ €n fteöt in mijn Sijft b?eeb' / Ert in ^Etn EEUtoig $Epl * <£>fiuagt3ön "too?n/ biemetEEnfhn&Er-blamtEnicEÉ flaan /
€n pïa$ berberbEn 3aï iita Dfcgen tcoté En (lEpi. M xxv. W#
|
|||
t De E L.
XXV. |
|||||||||||||||||||
67
|
|||||||||||||||||||
6enicttnetmpin'^eniE^ijao?3O?0al(E.4Ben[£ieuift
<©elufi; tot bat Ijn in «jffêeffia 3aïig leeft. 3 Herfft-maand KJ65.
|
|||||||||||||||||||
M E D I T A T I
Ow PSJLMXL11.
Kan gezongen worde, op de Wr s: Hovaardig Menfchen-hert in togteri. |
|||||||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||||||
liiiilÉlËEïiii
|
|||||||||||||||||||
2jn$ett/ geïijft centert/ boo?^0o?<
|
|||||||||||||||||||
I
nen €n Jtounnen uan öe ïJ^ecïtj gejaagt/
|
|||||||||||||||||||
blijft aan öe ^tcunfien met 3ün ^aojnen
Ceftceugelb gangen/ en nertsaagt.
II.
S|n öoben 50 beel feïle fieeteri <|Et ïtëerelb-ftonrjen / fjijgt nip ïnntf. *~a u mijn ïeben f en gereeten |
|||||||||||||||||||
Pan roepen/ Bïeeftmijnöojte^ong»
|
iit #
|
||||||||||||||||||
»Ê 2
|
|||||||||||||||||||
£3 UYTSPANNINGEN.
III.
#®abet/ 't ï^eEüan^up3en& bergen/i ^ttwm^ttmüü/ in'tmubzwoviïi/
§j[b0D?utaoogen/ toatbEtbErgen
«PiE 3ig bug tooo? mijn i^ect bsnaub ? 5üd}! fa.iattijb3aIbieti}bgE6ooEEn
gjjn/ öatmuimjnïStatg/ mijnSuit/ ©ie mijn 2iel ödueii all' berftaaren. i|EEft / 3al gentEten na mijn lujt 3&ogb?aagïijH/ bim&tmn/ raag bit totagtEn/
^epbnfetbentrot3'infpQt/ tadaan/ 3©aac 'é nu utn <0obt / en tornar sgn' nragtEn! Wit bost my öjnbEii in mijn traan- 'tïfcantnnnebjoEtoen/ EHbEtBIijbtn/
Wat ifi ben boorgen ttjb IjErfjaat: 3&Eb?0EbEn/ algiftmu/ in'tlijbEn/ 't ©ertaoren a5öEb boo? b'aogen maal t VII.
^Ernhjben / afê &e ïiebe finen /
©iEmEtmnopBEtffeEjïy ubJEet ^en tempel fijaoten / tnn mijn fctj?He» ^pfiroppen batn; ban benfit in toJEEr / VIII.
J©atbJ«bgu7 btaaa3E Zitï/ uönngen «En üoop'taog fmEltcn in ubj traan / Wit 30 bEEl goebigfjEnbg getungen ï|ebt / in bat <$ubt u fjeeft geöaan. 3ifi 33Ï in bE3E bunftEWiffe /
Sfifê mijn^iEl3onbEr fioop bergaan 2oub/ opumijn<!5obt/ bieniftmifie/ €n op utoi ffioaibm Binben ftaan, |
||||
I. Deel, $$.
X.
%ta ift aïg b?ecmb ban u berfrooten / 3HSoet ober mn ben SCf-gronb jtaan/ 't <0ea?ung ban aï u ïfêatcrgooten / €n utaen too jn afê halben gaan ? 3&ienjlfêQ?Ben-ftonb3aïnageenpbagen/
ï£an 'p peeren goeber tierentfieyb / q£n ift ^em een aiof-offer bjagen / $an'tfêert/ bptnuberfïagen ïenb; XII.
€n 3eggcn / ütaafit / taaafit op mijn ïüot^freen t Verlaat gn mn / bergeet mn met: Mijn ©wanb / bie elft een te tratg frijeen / goubmnbersaab'genmetbertoiet. XIII.
U^atit aïttjö ignog Qoop tot Halmen; jiBaatnnge3ienjt/ al^jnmetfnot/ <$p mijne @Traanen toeber-gaunen; ^aarignogtrooft nogïlenlDp^aW» XIV.
"©aar om mijn SM 30 <@obt£ gen aöe ^ertreftt/ bettrefituraulijbfcöapniet; Maat benfit / $n fiomt ooft bie ftomt fpaöe / €n biagt ftem met een bjoujft SOeb. XV.
JSietbjoItjft/ afêbie2S?uuïafê-gaften/ ©ie öaaten ^unbegom nu 3ien / aa&aar bie ïjaar boo? 't a&elooïi' ontladen / ^n / met Daar §oop / ^em fiulbe Bien, s8 Herfft-maand 1659»
|
|||||||||
i
|
|||||||||
DEN
|
|||||||||
€ 3
|
|||||||||
f O UYTSPANNINGENJ
DEN CXIV. Psalm uytgebreydct,
Kan ook gezongen worde, op de Wys : 0 Krttysnagtjchoonder dan de Dagen! &c. |
|||||||||||||||||||
Dg-;ngi§§giS^jiië^?
|
|||||||||||||||||||
raé'I 3ön naate 3ug- ten
|
|||||||||||||||||||
«©eff-
|
|||||||||||||||||||
Met^öaco'jE^lalietnn ontWug- ten/ €n
|
|||||||||||||||||||
ii|i{ii=iililiiigi=igil
|
|||||||||||||||||||
==^
|
|||||||||||||||||||
Sfaeofig- Ijung lian 't ©aln nntfttuam/ ®at/
|
|||||||||||||||||||
afê 30 '# peeren HEof nerftanöen/ ï|aar Jtaal
|
|||||||||||||||||||
lilliii^liÉTiiiiiSl^SÉ
|
|||||||||||||||||||
en Benbe nog ïjaar Stnn- öen; 'ttfeffagt
|
|||||||||||||||||||
ban tien ^etutoen- ten Cïjam.
II.
»©ae toa£ be ®uïbe-tp geöonren «©at 3iuöa / <£nbeg untbetnonren / 3©ierb '^ ^emeï^ engen ^enïigöom; <£n na Beloften 30 langtagïig/ ïtëiecbSIJtaëlteiiuofle/ ennlfg/ O&itité onbetöanfg fóaningbam. |
|||||||||||||||||||
III. mi
|
|||||||||||||||||||
I. Deel: ji
III.
3&i$ Verneig ïftminsbom! bttïtëtmber. ,
gpe^EE beraam/ EtiftagEen^nnbEi;
(©at b'SCarbe t'sibbetben) en Wtaob ©Eroaaft/ ViErfcö?i8topb'agtl6?E ftanbfeïjau !0an 30 BEn ongeljoü?bE oonbfcïjap / d£n uoob 3ijn gconb Ijfraél uloat. IV.
©e ^traamen bit ban mtbg in 't Boajben / ©an lo? en^an af't ïanb boo?-öao?ben / ©ergaaptEn 3! g / eh nïEbcn ftaan; !0BtgaatEnOaare;:trön/ eii ïteten Ijaat ^unblp ,®at na ^nbom bïiEtEtt/ €n ifr'ël bjoogg-bOEtg boo?3«g 9*an. V.
3!?E$oa0ten/ fiteufenbanbe«©etsen; tDe Meubelt jeng/ öer 55EcgEii ©mergelt / (^legtg boo? 't geïonf Mtreegeïp /) TBcn 8femel &oo2ben bit öetonbEit / «Énb'&latbE 3«gÈn bit gEloobEn / a£n fp?engE ï5am$-En ICamg-gelP, VI.
<£n fttiute Dtaf ten bie na Slagen 33og bjengEn 3öt gEtnoon te bjagEn; i©at fijagt u 'tblieben inbEn 3in 5 Ö5u aïtgb Wietenbë 3Be?bane / i©at maaSte uln oronb bit ©oïft tsn Baane / l©at fionb uto fnelle ^troamen in ? VII,
<Sta ftiï toat bergen / affp?f ng trager / €n ^eubïEn $oo?b eBng na uto bjages:; ^at maafitEn u be 3taaatE boet WSten/ a^bEligtElEammEn/ «£e öunrien al$ bE üert'ïc £amtnen > ®ro tïfcanbecbatbEnï&emeJöoet* € 4 vin. $nt
|
||||
7* UYTSPANNINGEN.
VIII. <®m'tWanbzz/ baton^obtbeebbagenl C €n bug fieanttoooojb in mijn bjagen) %$ 'ttoqnöec/ öatï|Et^cBep3El6eEft/ SBfc! ji0 bEn ^cIjEppEC 3Elf 0aat bOE0Eii In ^aal'BE SSonbfcljap / tEn genoEQEn ©an't^onïbat^nberftaorenöEeft? IX.
3Dan't^onbi0©oIft! Sa/ ganfcgePmuV «EtaïSJemElcicrlyff/ biEüEperelb mtt ®t!H3enb PEanRcc-ïiorcn ftaat / «fcnSCarbe/ öeeft! üEEft! beeft baa?'t $Can3i0t/ <Paac «öoEb-en J|eerlpöenb in aan-li0t <©ie Jacobs Qodt ;ig noemen ïaat. X.
«gtaat/ fp^tngt/ gaatuuntenutooetooonljenfc! C S9ant ÏJEbEn treeb begfemehj fdjoonjjenb Mtt '# ©Eteïbg jgiEti'gljenb in b'*5gt) ©en ^cöeppEc geeft hiel öojre fiiuen €n iSatsV op bit 0e3t0t aan't fcfepen/ flCot i©atet-b?onnen op-geregt. 29 Lentc-msand 1665. Den CXXVI. Pfalm uytgebreydct,
Kan ook Gezongen worden, op de Wijs: VanP/I 58. IVHdinitvjeutoorngeftadig ^ Of als: Pf. 61, Als ik roef verftaat mijn.
|
|||||||
%i ben l^emeï in eröEtmen/ ©agt aan
|
|||||||
M \
|
't fannRi; $an sön ©oïfi in 't öunfteren/ €n
®8
|
||||||
ï.' D e e t,: 7j
|
||||||||||||
lÖgillÖlil^li^illi^
|
||||||||||||
K&i gunn' <$eban&nig flaa&tE / S2oen gEraafitE /
|
||||||||||||
glon uut öE filupflEtEn.
II.
3©n/ nofljlraBpsaWEpoe3E0En/ BuijEftESEn
$Cot bsn top ban ï^öigBenb / SCï^tie biElbaab 2annE-Blaattoa$/ <©fget hiaat toagl
UCtaijffElöEn ban bjoUjftBenb. Jfêaaten aï bie 'g .©aoté Baar sojaen /
@Êatticn3il3o:gen/
a^iffïen in een ptel IBcEïti / 3Pat Ijaac bjotmmiü bjolp (Eben ®oct/ en Eben
Mtt ben <§laap ig unt-gefpeElb, jgtraftg met fmErten obee-rorapeïb /
Jgugeboinpeïb
S3n esn anbegrppeïrjH B|enï / jEiaafiten in bie Zee / b'ontfpjongen / jEanben fangen/
mtt Bet üjift jg t e«e t'3enï. Mantsnfangen/ öabtnmaaten/
Hnt-gelaaten/
pacten in beg fënanbg beec x aasanben fangen iaf gefpjangER .. ©joïnftsongEn/ fangen aan 3;E&obaB b'€ec* |
||||||||||||
c 5 * yi- te
|
||||||||||||
U Y T S P A N N I N G E N.ï
VI. ï|epb'nen / fcte ong <0obttoel noemen / Maat jig roemen
3fn een 3Cf-goö 3onber <#eeft ? 9Htg30üu£3eÜïibaö3aaen èijn^oitt blagen/
Üïtepen/ feftjeeutabenaïrueb^eeft/ VII.
BusientapSIefioba'gJtëonber/ i ^ieben%mbet
.ïlSstafit/ enajbent©agen,$agt! <$nBegrppelpE baaben/ ©olgenaben/
SPoet ben Jtemeï bit $eflagt l VIII,
©nüegrppeïpe baaben / Polgenaben/
§©aarïtjR ong leijobaft boet! 25tiïft# ben $panb / bie 30 trorgJfcgeen/ <fèn3enï5ot#-fteen/
aeïf üerDaafl: / eruennen moet. IX.
®00 ben Rem ban aï bie 3oetgepb/ 'g peeren goebgenb/
^ien3Bniet/ maat boelen tap: <$ieg top met oertaonberingen: Sluucgcnb dingen/
2&oben par bertoagting BTp. X.
<£3fenobaïj! 'toette Danïi&aar/ (piotu gangbaar/
beffen tap in nieuta behoeft; €n ulo gunften berfty Beugen / ©oenon^ïe3en
g^ootcr in 't «Üeriaöen-fioeft. XI <&%*»
|
||||
ï. D E E C
XI.
qDSienabagl ooetutabaaben/
©pbiepabcn/
a£ot ong botte bjuïjenb gaan: €n aï| ^tromnén op öe ïirugben ©anget^unben/
2aï bat omen bo?fl berfïaan. XII.
't 2al 30 3ön! en al on# fcg?nen ^aajtinfipen
$gneïaog/ bcttoiffeïbftaan: <èben alg bie bjoebig 3aagen / gn|3y^Saaijen/
aQSet ge jttng ten ©ogften gaan. XIII.
55cg! öoctoo?ti9Et^aabmEtfiïfl0e!ï ^een-gebjagen!
Sücg! goetoeenbnummnöefcga . $annetnoit'Igft<l$?aaninü'$llarbe/ €etbe tnaarbe
sftooren-fcgeut ben <£?onb ontga. XIV.
Maat boetenet bolgt öet galmen (©pbejjalmen:
€n bie ^apbe treurig fto'm / föotnt in 't <£ngften (bete' ban Magen /) «écgobenbjagen/
iltomt al juncgcnb taeberom. 2 Lcnte-Maand i<j<Jf.
|
||||
UYTSPANNINGEN.
Den Nederigen Cliriften3
Op PSALM CXXXL
Kan ook gezongen worde, op de Wyss
Gy laat diegy vind rede Jiaatt, &c.
I.
|
|||||||||||||||||
7f
|
|||||||||||||||||
4**
|
|||||||||||||||||
■wmmmmm
|
|||||||||||||||||
Mn ©atret Me mijn ftnette #et/ Miju
|
|||||||||||||||||
tytttztfet/ Mijn%ett$t\tttb/ €nal3tjn
gliÉül=iiillÉÖIligill
|
|||||||||||||||||
gtecptntoeet: Mnbimnt/ haat legt Ijet neet/
|
|||||||||||||||||
<Paat legt &et ne&atg neet / €n / ötnaal ift /
|
|||||||||||||||||
pjoeft Bet StVut toifê/ <©f't nog neigenen i$.
%itt/ ©atiet/ of mijn oogen aan
I|et {jonge fïaan/ Cnljnogeftaan? ^ietmngefiagengaan. ^aaijn Ifett I mijn ftïeun negcfn jtójn oo?Di*cï i£ een flip / 't <£n Bomt aan't gtonöeïnase niet/ <$at pet niet ooo? en 3iet. in. %l$ in n mp genegen 31e/ Ittta toegen 3ie: ©edegen öic IBuinijii&ienft, Cntoic |
|||||||||||||||||
Wit
|
|||||||||||||||||
I. Deel:
3tëiEbEninï)lto?m/ ofjuaaah
(gegifi)tiiEutoenÜïaaD/ 't<$EÖEnm ban uto (©ena-bccBon& / Soub UEpIen tot de granb ? IV.
3|eü ifi mn niEt in uïlt pöcnb
«ÖEtoiüïgüEUb/ €nftflügöents <©ottnoEöig ncEt gElspö i %q iiEbjig afê eeh ïtinb / 2o nEb^ig afê EEn Mnït / 35at3ig tEnboliEn bEcgsnoEgt 9$$ 't maat öe jiBoeoee mina. v.
€tn ïiinbje öat maat stimjen San / CnuungEnftan/ €ntungEnban gijn onluji mEt EEn i^Eraan : Cn treftt men 't ban öe 2Eta?ft / €ntrEtttmEn'tbanöE25o?ft/ 't «ïfêag frB?nen om De $ .ü&oeöer jl taati / IBaar nont ïjct ttoiftEn üojjt VI.
2a mn $EEt uto gEnaöE-fttoom
&EjtaaE&aoin; «©ffiiabEnaam; <©f3iO wan mn UEtttEöt: <©! DjoEbfgEnUEtttEfr! <©'. D?OEWgEnbEttEEHl
Mag 3al mijn gieïE 3tongen jliï/
«©mtjatöet^aoEttail. $i 2iEnbEt|/ f jiEftctg/ StonmgenS
ïf'eïfêaonmgEn: Cnöroontngen %6tbanaftaëI^EEt. ^aBtliEtüEtopsÖngonU/ «3a8tWbEE0p3Önganfl/ •fflv*3ön goEbljepo gronörtaog/ |
||||
?2 UYÏSANNÏNGEN.
UYTBREYDING;
|
||||||||||||||||||||
Van den CXLVI. PSALM.
|
||||||||||||||||||||
=*=?TÈÈÜÏE3EE
|
||||||||||||||||||||
gÜlï:
|
||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||
H
|
||||||||||||||||||||
Sdïïelu-jaö! ^allEÏu-jaïj! jaaijn taaatbfte-
|
||||||||||||||||||||
panbmijn^iElE! $EEnï|Em£ïb2a! i^Enï|Emeï
|
||||||||||||||||||||
ö?a! ^eïfêEtElbagtEt giste! ^nnngin'tïMEEfcIj.
|
||||||||||||||||||||
'uta ptiljen gaan / ilto ©ingtEn Iaat öe 3|ary e fïaan/
|
||||||||||||||||||||
° %vl'$ ^EEtEnlof/ öet taerft öee 3args Zitltn.
Itëat 3ijn bE$ WtizW ^inffsn öog ?
$aatltètj$}enb/ EnÖaartaf$JEnb/
$aat gonfl en .aaaagt i# maar öEö?og/
#at ( ftetmtg'EE op) u mig-ïEnb t
^ijn<#eeftgaatimt/ 3818005 ontjag
©etgaat met taab en SfibEt-jIag /
€n fm. bis ap btEn granö-jïag jtEunbe / tutgf fc9>u&.
©^EmEï! inatma#3öngEluR/
i©at mag sijn luEl-jtanb agtuaat / t©ien 3acob£b2ee# in al3tjn bjuft 3in al 3ön3WaK8eut! Bcagttoaar.' wit I afêïjet ,^cljep3elfiraötïQD|ftoijfit/ €n $n in angft En U2ee$ fiestnijftt/ Siet 3Egt/ ban %\t\ öe ï|eee i$ mijn $Qöt/ teagt maar, ïv. i®t
|
||||||||||||||||||||
J. D É E L.' *2%
m. IV-
f e|eer bie 'jJ^EmefëbafE tfefouto
€uSee/ enSBatbematfKE/
€n bonliEctn^iMfelijïie tcouta /
<gat öie nont€Euto En flaante.
f°*ï 8em öEg mzttm fcSabelinö
^•önregtinregt/ en^oabontjïng;
^n bie in 25anöEn fliep / baan Ing anttoaafite,
V.
©e teers bost een frgpfeaam ICijjt ^Et 55ltnbEu ooQEu op gaan; ^c^EEEEftutt/ enftEuntbiestoigt/ «n IjElpt ben balïenb op flaan; «EE^eEn^eEbEE/ ©abEE/ ©jienb: «Ban bis JjEtn 3onbEE bEpn3En bf Enb: mt ftan be Jjoop (ban op gem) in oen top fraan ? VI.
® En SSunten-ïanbfrtjen JcJjoppeltas /
50e 3üaanneloo3e©j0utoen/
©En ©aber(Q03E a^umlEling/
Snïjaat/ infmaat/ inrnutaen/
©e ^eee Een toiffen toEöIugt i§ x
©en fioo3En EEn bEtbaaren t$:
*©ie 3aubs op juin EEn bajten 2ugï niet fiautoen >
vil.
©<$ peeren ^eEtfcljappp We bajt <§tonb / EEE be JtëetElb baft-fronfr/ SalbuutEn/ aléber^onben-Iaft ^oeE^nfien3al/ bftbajrfionb, Müteobt^f^ionbnlgena!) ganelu-jaft / ^aïïelu-jaö! (ftonfr Wlm goEbijEpb Ceuto bon? €e«to tm&enfljaarbajl
Wintcr-maand x6fo,
froU
|
|||
go U Y T S P A N N ï N G E N.
Volgen eenige AANDAGTEN,
Over zommige van 's Heeren Godts
Eygenfchappcn, &ca Den Autheur voorgekomen geduurende zijn ver-
blijf in Ofiagie in V Land van Cleef. I. Hert-fterkte in JEHOVA.
Op i S A M. 30: vers <J.
Kan ook gezongen worde, op deWts i
Onherroepelijke Jeugd l &c.
I.
|
|||||||||||||||||
rs ./r\
|
|||||||||||||||||
ZiÜiiHÜlglIlIlilSSili
|
|||||||||||||||||
©et 05E3eïfcDap nat met rap 'g l|emel^
|
|||||||||||||||||
öeetfeget typ ett fiïp/ peegt te Ionen met^c
|
|||||||||||||||||
3angen/ 2n 't ge3egenü $a&etlanti; 4£agen
illii:ililiilSiliiiöilill
3törjg' ilt niet töeuangen; '$ ï|emefê sneeft en
|
|||||||||||||||||
fienfc geen 2&an&,
|
|||||||||||||||||
11. W
|
|||||||||||||||||
I.' D E E L» Sj;
Ii.
'§ $emefê <$ti ft te bieren uartb /
'# ï|emefê <& ee jt en fienn geen öanb. ^no? beg peeren liEbelingen/ ïNulug en 3Ön ,ifèet-ge3el/ %n be tajeebe boenen 3ingen i ï ^emefé treeft en fienb geen fitoeL III.
SBfraé'I fn SSaïieïgbtaang ttëepgerbe ('t igtioaar:) ben^ang; H&ant men bergbe 't ï|enïig jingen <©nber 't (HSobbeloog gejupg; ©ieg 3P lïcüer treurig gingen SCanbeïPilgen/ 't©jeugbe-tung« IV.
jfl&aar en i$ niet '# ^emcifinog/ #f tan lang 3ijn elien Ijoog ? bitten tap in treurig bunfter / $og uegoiib bat eeutaig ïigt SCI 3ijn glanftïj / en al 3ön lunftet Jtëeerbig al ong Hof en 3£tgt. V.
3©ifbenï|emeïtéf}etalï- Itëeerbig/ en tap niet met aï. IBag bie maar in dWtarp öiinScn / ©oe^pbanhjpbatïjpbaet/ <©ftapb?pben/ ofiupsmfien/ 3@at fep boet i| ebcn goet. VI.
^n3ön niet ban uno?benï|ect/ «|non^epli^m3Ön€et/ €n 3tjn €er in aï 3ön taerften i SÏIi % tm§ ban 3innen boet/ ïüonnen tap 3ijn £of maar jterften % iPatftptottfebengoet. m |
||||
tz U Y T S P A N N 1■ N G E N.
VII,
i©g$jep&3onber cpnb' afpaal %$\\ 3ijn tegen aïtemaal: ^Ün3U3«uEljenb/ 3ön3E 3oetfi[C&& / gEaatongaItijb3topgen jtil/ • 3©antbcte3entlijue Goedhcya:;;; Mmïit öet geeb /met bat ^p 't toff. VIII.
ïitoaab! 3egt3omtgbeongSgetioeI/ €nb' ong i©ijggepb mijl Daar bacï: SlBaat 30 ton be reben 3agen daarom 't bug ben ^emel haag/ kleeft/ ot«jl©g$}epb taakte traag/ ets %W onzinnen 3mneloo& IX.
©aafi taumeenen '$ peeren €tt 3©ag np anb're inrit beel meer / <Ban op be3e / te nerüjnben: dl tan falen in benbonb / «©mbatanberg/ aujtap3pbeir/ 3Jn 3ön Raad gefdfeeuen jlanïr. x.
4£nboo?gronbeïgTienRaad« «Paar maar tnMWMÏMb ftast ;• «©nnafpeurelgne fëonben! <©nfietf fpenjft Söefïupt! «©nöeröftefijfte ^onben! «©nuptfpjeelfteïgS nebupb! XI.
Raad, maat öoo? ben ^emel froat €n ber barben migt en maat «©berftunbig untgebonben (©uerftQnfrfgujgefrelb/ <Ên berojbenb sgn be ^tonöen / €nöe^tfrsenaJ{'gem&» XII»
|
||||
t ÖeèU
XIÏ. Raad, toaarnaöen^emeï3toeeft/ £ri3fgboebtoatW of leeft: 3&t be öabcrrn en <fineWten $an bit magtigmuc-taetii blijft: €nfiè30?Bt Hat geen geöjéften %%l of iet^ te rugge feïtjft. XIII.
Raad, ongein 30 toeetbig/ fcifg %\$üt tfoebïjenb 3elbtr ij* Ifëiesoub'ont/ omengenuaojbeeï/ ïtëcnfrfjenbat bien ïietett n?aft » ®f bat ^cfiatten in jijn oojbeet / Xigter aan 3ön angeraaö 5 XIV,
aButtet gi ng bit gantfcpe Sonb / t©an een ifcijt baar ban/ tegcontr, ®aat (bunftt nra) uetlieft 3iïa«e S^nïjenb/ ©jienben/ ftgfibom/ £t*at; SCaatfjetgMien/ ïaatïjettoaik Süfê maat be3en Raad bejtaat. XV.
&oet<£e3eIfrfjapS uungtuto&nftrt/ ® at oen gentel 't on»ï öoe 3ien / €n ongBWlle öoe bero?innen; «tot tap met bertoanbctf ng 3n bien #ceaan beginnen / «HnbergeBten aïfröiflg, °„p.>t; fort'Nieüw Rees
JÏIn Winccr-maand 1673; |
|||||||
il
|
|||||||
3F a
|
|||||||
i^ UYTSPANNINGEN
II. Hertfterkte inJEHOVAH»
Op i S A M. 30: 6.
Kan ook gezongen worde, op de W y s:
Zoet Gezelfcbap dat met my, £«fc.
I.
|
|||||||||
toaar filijft Wen 3oeten fianü/ ©aar mijn Ma»
|
|||||||||
gen öaar mijn ©?fnbcn/ <Paar Ijet &?oom <#e*
|
|||||||||
3CÏfc8apttrp Jfêeebtebangen/ meeöteömben
|
|||||||||
Jtëift/ in 3oete Jjlataa?
't Jjcïjeenfaat groots enuan getuigt
U&eerbiger ban 't ^ünne-Iigt: Maar ïjet ^iel üeröeraenb' Eygen Wa$ 'er in / enü' nnge3üib %fg tot 't J|enl3aam Niet te neygen/ ^aar öe ^ieï maar rufte fafntr. Hl.
tën geïp ma öaar ber btotjno 'tïigt öatm bc tyfenbfrjjap frfjönb; %g terötoönö ma al oc öiyöcpö; |
|||||||||
I. D E E Li 85
fBtibz tufte ban mtjn ^uy^;
ga ben öltft ban <&uM ©jnüenb; SSa 't genoEgen ban 't Kung. IV.
Mtt tn mön gEbagten fdjtEt 't «Eeutoig All, en 't Ennoelaog Niet; SCIIe Eygen tE bEt^aaüEn / 90H' öEn $£$&£ tOEtE ftaan / <©ati^numtjnöoogftbEnnaaft/ tn ©at bost alleg rap bEtgaan. 't 5|ao?b ben fytmzl aïïc#tae/
itëatifföEnft/ sn taat in boe/ ïBatifiBeööV ofoptbEEmoog*/ 3®atmnu'Ef$/ taat mn bijt/ SCI 't öegeEtEn ban mgnn' <©oge / jaannbecnoEgen/ en mijn ruft. VI.
ffli$/ biE'taïÏE^cBiEpttiEltoEEtb M/ bataHE^EmbEtBEtti. ï|n i$ b'aanbangïan3En 2CbEt / b'^nbErbJElHElgHE fn?tng / 't ^anbElaojS biEü baar 't aï t'gabEC ïtiomt/ batuntÖEtn'tSCïontfïng. VII.
3©n 3tjn nf Et ban <§tof en €ctö €n Dn *|em geEn ^tofjE toEEtb; ^aopt taat ^Eerlgfi i$ tE bmbEii In bE ItëEtElb al on EEn; t «nfêtnfte Stofje in bE ïtëinben wft gelofte taeer btgïjeen. *r VIIL
S?! ÖElptmnïietgranMoogNiet
~» n / ban al taat <ëcïjEp$El tjiet! iS?,« 3/ JaniEt^EnsüntapiuEErbïg «wnbfcgap/ (öoEb/ ©etmaaft/ of€er/ # 3 (Mte*
|
||||
U UYTSPANNINGEN,
C naecnen top 't i$ onrEgtbEetbig )
AUe Schepzel.hoord zijn Heer.
IX.
SEeenb gp on# opt eeniö^oett /
°t 3$ upt 45oebïjEpb# obEtbloeb; Wt§ top $em te banften ftljuïbig J^ijn/ EnnEEinti|p'tangtoEEEaf/ ,3&tet f te bjapen ongebulbig; ttëant pet gaat tot biepetgafL X.
't 6aat toeer tot hfen <©Éeaan 33aat Bet EErftlijff ftüiam ban baan. 3©$/ mijn ^eplnj niet gelegen 3fn bat mp iet goeög gefc])f et; jmaaat bat ift be $oeDgeub 3epn' Süfê bEn Heer' ïjet aï geniet. XI.
$Efiü' ben ^emel taat ^era luft / 32a i$ al mijn wft gebluft Wat l|p epnbeïoog" geïufinfg g$/ bat igtnp (Iaat/ enb?oeg 3&eniBb?oujö7 üeniftbjuftBfg) SCltijb b?Eugb# e?i §epfê genoeg. 'XII.
SBfi öen maar toe <0oöeg m/
Jttögt^pbie/ toattaenfcljifimeer* en ©p jat biEjonbEr fnlen SWtijb Stijgen/ üiat#pbaEt: SZo saï ift mijn $cuï UEjpïen SBBöEtHmaab/ EninpEtgoEb, XIII.
^it ifi eenjaam 't i$ mijn b#ugö / <©at öe Heerc jf g betljEugb Sin bEn fiep bet Cfjetuöpnen: <©f b* JPeEife nip SPïjem mmW |
||||
I. D E E t.1 ?7
't %itttt jaï mu ïiefjp frijpnen
©?mHtbeni|emeïiemel-bjan!t. 3?oei! batiftüntonbebogt
^©enï in engen baa?beel jagt!
©at be 3©aarïjeüb mn regtbeerbig
sEeerb/ bc <©obtÖEph aïïeé / enö
^Ey te fcgattcn 't minft niet taeeröig /
3fêmijn ^enl/ nfift en «en't. /
UP 't Fort Nieuw Rees den 4 Louw-maand 1664. I 7
't VerHevéj^Herte van een Chriftem
die Gode leeft. Op 2 PAR. 17: 6, Kan gezongen worde, op de Wijs:
NuladtgyHeervwKnegtin vreedegaan , Ss^» QSoatraoeWg $ett/ bat aïu$ oberfcïj?ü& /
>* ©at ban bet SEarben in ben ^emel ftapt / ®at ban bet SEarben in ben ï|emel jtapt / f n trapt np bergen en J>pit$' afê blanten: «tegtfc jjape öett3en / Gember ï|emcï-ttoifl: / «egtfegape JScM3eny ^egt-fcfiape ^epstn/^onber de» JN Verneig 3Cigt leetb u m Hemefê gïanfcö /
^» biat baar i£ ban Binnen boo?te3ien// €n toat (ff. ^c5ien'tgeenï©ij3enl0etft:anb'gen aï£ SSIinb' «n al öaar letter, ©iep berfio?gen Bluft. ^naÏ03ar letter/ In al ftaar letter ©iep (k, %>e J&tj^enb 5Elf/ öat nrontetoose b»Ei* /
aaLW^epb ^anber paal Beminnelijk // ©e (te. ^"^eaanban'tcpnb'loti^enaegsaam f~ 5 ü?1 StqPl«n / ;onbee jfêa^Hcr bon?, ^igaanixtoonen/ &igaan|ittaanen/ Gember dtv 5F 4 <£«n |
|||
38 U Y T S P A N NI N G E N.
IV.
€tn SParbfdj Mtmaztï} te bienen i$ te fc lijn: ©e $ ^emelg $eer/ en iètfyzpiizt luft u maar/ ©e£ (?6 jlïet 'g l^emelfoalige heeften te trienen: ©atfêutatölarp; d5lorteu.?e2teI! ©at ijs uta #Iorg; ©at t# uta (fêlorn; «tëfortet^e 2iel! <£en SCarbfcg jUSonarcg te3Ün öan gantfeg be B5eelb;
$et ftoftelijöfre bat be «SangejS fcgeniuV/ i|et (ïc. 3Eiijlen / bre lage Eieïen tterlenben / ^tjn toeltaatftfjgn3el / Mant uoo? n te ftltjn. Zün tael taat fenijmeï/ ^ijn toelliiat frgijnseï/jEaar vi. «&. i^etWezentlijk, 3a 3CÏfbc Wezenaar
©aar al bat Heerlijli maareen 20een ban ipy/©aar (fc
(€en25eeH.' ïiener/ £enfrijgti3el/ eenfegabuta) ©at Wezentlijke baar/ 3$ zelf uw Deel. ©at Wezentlijke baar/ ©at Wezentlijke baar/ 3fê de.
VII.
<£n ïïenb geen bt'enfS: nog lage «êlafaernp: öUeen luft u rf rigelb in ftaar bunl gefiicb // <$een (ie. «5een jfêenfcgen gonfte/ geen eer'/geen fmaabjjepb/ d5een i©ereïbfcfi Jfêfoe: ifêant ga fraat te y aag. <#een Pereiöfcg ffl>i)'$e; <8ezn ifêerelbfcg Ï0ij3e/I©ant VJII. (de,
©er Seü3en öaaö majl ïïotjen üan 't «5efiergt /
^Tefdjeuren/ en te treffen op een goop// @tz(tt. SKItootf ben l|emel (goog) te üefto^men 3£an -Söane^ Fjaogte. Jguttefaa^ getaael! mn 2Sa&e$gaogte/3©an 25aüel| googte, $ntteïoo£ IX. (&.
jrfêaar gp gefiieb taig] 2Sergen u ter gulp /
©ie op 't gelobig itëoojb u flaan ten bienft// ©ie (fc. <0mben33Sagrig|tetièganb/ Uzdven, ïl t'onbertaerpen/ (Cotuto€eutaig$eöï. ÏJt'on&ertawpen/ JU'on&ertaerpen/ (jCotuta/dr. X. cCgan^
|
|||
" I. Deel: 89
X.
C&atig 3aï uta Wiï Hlnoyt onttuftEn ihêêc / ©eüU3eïb tot be QrjogtE/ban fiaar bJoety/$Ebn3Eïb (|c. Sin 't antojtitft'njft bEflunt tEbEtliE3En. <© ^aïig fterüEn / ©aar 3» Ceutoig leeft! <J^aIigjïeriiEn/ «©^aiigfiEtbEn/ ©aar 30/ de Alt
|&at fê 'er boo? uta goog getnaEb tE flepï!
^0ic niet öpo? u/maar öoo? öeu ï|emel toEEKt//©ie (f c,
^9 laat lagE gemaeöEren fitEunen /
€n grijpt èetjtenïtïE/ ^onbernommeraan. ((ïc.
^nsröytöetftepïfle/ €11 grijpt ïjetftenlfte gember/
x 11,
<©abib tien ï&ug / en ^imfan fïoeg ben SEeEUta: ^Bepb Beelbeti ban uta ongEftrEuftt gemrjEb//2&Enb(2c. ©aar 3jjn geen ©eugüen 30 &ooge / 30 3toaac / ©fE 't ftïaeft «Moobe Mict ter ganb en grijpt. ©ie 'tftloEfi Oeloaüe /,©ie't «toeft^Eïaoiie 3Bf tt/Gfc, XIII.
<©! ^aligNiet! <$! CbElmoEbig Niet! (nfetfe. ©tein uwoogtn, ntet met al etl BÜt. «Öklljftgy waarlijk
^tëbietuaatÖEnb/ bfEtoaarfiEpb/ btEtoaarfiEnb ^aaftt u bEEl IjoogEt / ©an bte ftoogr ftaan ^Saafit u bee! fioogEt/JlSaafitiu Uecï öooOEt/©an (ïc. XIV.
®3oot-öert*g Niet! ©at 3ig bsragtEn ftan. Sft bibb'bEn^eniEl om geen öoagEE gaaf// %ftmw *®ant bat 'ft Niet, en %$ Alles ajlesn i$ / ®at 'i mijn<J3enoegEn / €n ifttaenfcBniEtmEEr. ^a* '$ mijn^EnDEBEn/ ©at 'g tnëntfenaegen / <£n ®» in het Fort Nieuw Rees,
acn'l Louw-tnaand 1674.: |
||||||
't ON,
|
||||||
# 4
|
||||||
UYT SPANNINGEN.
't ONEYNDIG LIGT,
Woonende in de Dohkerheyd.
Opi CHRON. 6: i. Kan ook gezongen worde, op de W v s:
0 Heylig zalig Bethkbetn! |
||||||||||||||||||||
9°
|
||||||||||||||||||||
Hg/ 8|eyïtg ïfgt!
/tv' |
||||||||||||||||||||
üenïig/ i^ep
|
||||||||||||||||||||
!ïiiifc^iifeIpl==Êiïg
|
||||||||||||||||||||
<0 on-nafpeucElijfte ïtëü$jenbJ ©iEonft't^er*
|
||||||||||||||||||||
liüSi^=f^=i=
|
||||||||||||||||||||
jranbigfrege3f0t SSEbtaElmt/ en al uta
|
||||||||||||||||||||
j=ÉE=S^3=^=E=
|
||||||||||||||||||||
s \êcÖcp3'lenl©ö?!ïEnb!
ii.
%\i fiung üotmoebeïijfï mijn ïtnien /
©at 3*8 uta (öaealjEnb t'mfltoaarög fiEECE / <£n geeb' bat fff H jonber 3iEn SUan&ibti': en <6ot$-biEnit-pttgtig eere.
in.
UtaiSnEgtgfnginbeDuyfteroifr' Exod. 20: 21. €n baar alleen maarb <ö5n te Uiijben: Witai Jfêonnulaatg in Bet Ponfiet i§ <9m alïE ^cI)Ep3ElEn te filinben. IV.
03U3ÖtEEnLigt, enwoond'in'cLigt^ iTim.6: 16.
C't l^taaar) maar baar geen jUSenfcïj fian tOE gaan/ €11 baar Ijet fcgerpfr-sf enb' <©og boo? 3tetgt i>ien <#n een ölift ban berr' toilö toe ftaan. V. <@l
|
||||||||||||||||||||
I. DEEt. , $1
V.
<©! ^aaVgeBlindheyd! ©upjternf£!
©oo? 't fioflEïrjflfte lEtgt te ! ï©ie soub niet Oejiö jijn a^aöEii taf g /
$>anftöaatclp baat üoo? bei1ic3cn! ^ijnliefftenï£epïanb! biebaattooub Matth. 5: 19:
atëijn Uïegtet-oog afê 't in be toeeg t# ©et&ïinbetöeuüen/ 't ^Unfiet ftout 3H9et rcgt ooft na bat @o?beri beég if. V11."
© %aal'geDwaashcyd! baatnpCerb xCor; 3 •. x8^
ïtëattarjffg/ 3tginmoetbetliE3en: €n niemanb fé be J©itéÖepb toeetb^ <©an bic / ote ®taaa$jepb ftan Uetftie3Ctt. VIII.
^mpbcg$ectenl©ypöepb geeft
GEe xitn be reebcn tian Ijaar tegen / S&entHÖaatbanft&aat/ enneleefb ^ij^ bie / maat fpjeefee nimmer tegen» IX.
aifêaat afê Set ftaat ooft niet «n luft:
<©an p?jj^ ift ulhtb'ling al Baat baabe / «En Wnb mp (bunftt mp ) meet getuft / *£an atë ift na be ïfïeeben tabe. ^atpcaït een ^cBep3eï'g^tBeppctflpert^
Wt reeblp i$ en 't tuit fian raaften ? jptoül ben ^tljeppei: ï®M en Sterft %t / met3Ön boenftan ïïeeblqft maaften. ® en öemei m^e mat ^p tóil/
©Etagi^ntl'€eutttige^Efïijpten »oeö»: En'tMep3eï5topgeft«/ <£n fïupte iSeebe / en ïEttënepö miptem |
||||||
£eIbopmn©fon'tenö?u/ taatregt
3©atonte0t39/ in'g peeren baaben/ |
||||||
92 UYTSPANNINGEN,
<£n ïupjtert mat bt iScpben seflt: Dit baat de Werld, en dat zal fcbadcn.
XIII.
01 ^uta&nMznftfyl boo?be3Entoai?
Soft ooft 30 Wi$: maar na ben 2Cf-gtnnb Pan bE3E Wijsheyd mp genag / Ifi fiaaft ban aï We ©maagDepb af-ftonb, xiv. ~~
©OEtoag 't mijn ^Emeï C öagt mp) ban
SCï^aöEé baaD en üiE'En te top3en: ^ntë'tinnn^EinEl/batiftftan/ * 2W 31e nVt niet/ biEïfên$jepbp?p3en,
xv.
€p! p?P3En! n?p3enigmijnpligt/ ffizt blagen toat 'ec goEb of ntoaab i's?. 3©at ban bet anberg 3ijn afê 3Cigt / 't ®EEn ö'uptbOEr ban tien EEuta'gEii Saab i& XVI.
Wat boet bEt 3aaï'gEt <£eEftEn-fcïjaat:
Stil jupcljenbe boa? €bEi$-uabEn; f%i$ p^tn 't gEen üoo? ü'uptwomft gaat ©erftanöigt toEtb ban b'CEuta'gE ïïaben, XVII,
•Zo. bEElfteö ifi tE bosnE met
gpc Wijsheyd öïinbeling te p?P3en / ©at t'8 geen tijö en fjta 3a net / !©atgoeöofFitoa3bfcDÜnb/ aantEtop3en. XVIII.
©en Jtemeïfcïrieji mp tot3ÖndEEE/
Mkt tot get <©o?beel ban 31J11 mecBen: SSïptmpgEEnïSEEbEn/ bitgtcmezt/ üan tR mijn Epgen ©taaa$jepb ïnetfiEn. XIX.
$io?t-cim; segt mp bsn Seniel opt
Den waarom, 30 3a! ili $|em zazmtn/ €nï©Etfi/ EnïïEEbEnöEpbboItopt SH{-p?y3enb Gode-weerdig noemen. XX. itëeet
|
|||
I. Deel. 9$
xx.
ïfêeetffibieniet/ mnbatöetunt ®e Goedheyd ftomt / 't ig goeb tc noemen; €n/ VuantöetuntbcWijsheydfp^upt/ SClg onbenbeterlö&te roemen. 3©ie i$ 'er bie niet uiïtfjft f cfjat
^at Reeden gier maar cnHeï maan $3
<Cn 't toer ft te y?n3en / meeft om bat
ï^et van de Wijsheyd zelf rjebaanig.
TotReesden25 Louw-maand 1674. Eynde der Reefcber Liederen. KIN D E R-LE S S E,
Of aandagt op 1 Petr. z: z.
Kan gezongen worde, op de Wijs; Wat deerelijker klagen, 5jf e, I. El', topt mat ï&ooge^cïjaoïen!
fft plagt met u te booïen / €nboïgbenuuigeïenb: ^ulu toeeten C merfi in nu ) i# maar (©ntoeetemjeuö. ïlta bubBeI-3inntg ttaiften
%i tijb en moepte Btaijten:
K>te taerb ber beter ban >
€en iBieuto-gebooren ^ungemujnmïeeren aan.
jammeren bic 3uugtn
M finm mijn ftaogmoeb uuugen /
<£n bon? u neb?ig ftaan:
'ft ï©il niet na Leyden, maar fin u/ ttt ^cftooïe B83«*
Wa8Ben/ enb'umfcftjpèn
4aSDn3Ceffe3on; «tobïnen -,,
|
||||
94 UYTSPANNINGEN.
3i^3Ecetcn3onöerflem:
%}i toelfi öe i©ao?ae-p?oiiFi i$ lecren 3onbEr fefemv
V.
<të! ongEOEpngbEl ^legte!
2Cté 'tljangErig oprsgtE
l&Ert' tot 3Ön &OEb3El ultEgt / (ïf Egt ?
Wit ttoijffElb of gp 't raEEnb i Ibie mEEnb 'Er bat gp t
tfpïtenb gEEH ©ngElufefiEn
<©ie on$1 in 't lEüEn bjufiÖEn:
ï©at ijl 't ban bat gp fcïj?Epb 5
40ftnecti uüj Mtlïi /tnmttbt Mtïïi uta ïujl ontjeöö J
VII.
©aar Bomen foolïE SSojften!
i©at Sappig / gratig bojftEn
9$ bat? utatëogjeulampt/
Wto^EttjE fp?ingt/üto #anbjE fiat/tito$oetje jtampt»
3©at té bat guUig ItMitn i
Wati^imttttmtt-UMeü ? 95u nEEmt Ijst hiel oetatfi xi iltD^onb/ï|anb/©OEt/'ti&Eeï?£öf/'t3upgtaïtDï!t
aantip mtU iaatgplo^? taaarnerttën?
<£n taaarom tatEr aan 't fflmim ?
itëatbEEtb u faErtdïfinb ?
#f ift om bat gn jupft / nf Et 2og#gEiioèg En M nb 5
ttëat ^poaVlJEEft nip uEtauErb ?
3©at 3Cu|l öEEft mp üEtouErb ? <©atiftin't30EnEntian't f trant? SEgt J^0Eb3El uan mijn %it\/ niet Sotto een ttftita:-
€n ban een ïtinb bit leerbE:
éo maaRt'EEn 3upgEnb 3Ea<n /
3ftn neeï «erber ban ifi opt aan Leydcn firoanï.
XII. W»
|
|||
I. D ê t U
|
|||||||||||||||||||||||||
95
|
|||||||||||||||||||||||||
xit
|
|||||||||||||||||||||||||
'81WÏ/ tietje/ mttu^£ö?uen/
fiJMICaggen/ ^uugen/ #ftjEn/
S«utaEanSetlaan/
«wtl'inBtu Niet3ijn/ enmetuten^emBïgaan.
^~Den Befloten HO f^
Op CANT, 4: 12.
Kan ook gezongen worde, op de W y s :
Ik heb u lief, S Jefitzoet! Sjff. h
|
|||||||||||||||||||||||||
E|Eg=|
|
|||||||||||||||||||||||||
EpïïlËiigg^iili
-ir...» I- ..<ri__r ij> .„..;,, <fti<„ir t„ï«1 |
|||||||||||||||||||||||||
«Een Lufthof f^ mtjn gfeïgeïp/ geplant
^iliii^^ÈÉËSiiriiil
|
|||||||||||||||||||||||||
* met DeBl3aara ïücupö/ En ïJ&jtet-rp
|
^en
|
||||||||||||||||||||||||
™sfc
|
|||||||||||||||||||||||||
P=ëi=e=
|
|||||||||||||||||||||||||
leiiiii
|
|||||||||||||||||||||||||
Stoning Uan 't JllBagtfg Al öceft öfen geplant
"Peen jSoUeï Bomt haat in / nog ©ter/ SBefïa*
tEn in een jnfêuuc ban cnftel égfet. 1&at sal |
|||||||||||||||||||||||||
mön^cminöen/ 3^3plIuft8afWnbEn/ ÜRit
Öem Hef-BEtai// gp atëin becnoegen 3*1* |
|||||||||||||||||||||||||
96 UYTSPANNINGEN.
II. Mw 3Etef nam mp upt 't anbct ©cïb /
€n öeeftmp tot een luftig Hof gefteïb:
vPaarift boa? peen
HCagboïSIlffcöe/ $upn/ en^tecn.
35en atüepb in ben Zomer fjeet
«étonb 5Jem niet min ban ou een 25ïoebf g 2taeet/
i©at 3aïmön55eminben// 3)n3ijn3Cufr-&ofbinben/
®at gem lief-getal/ 2ijn JBin bernoegen 3al.
III.
i|p Boube*cn $Tao?n / en ^pit^ baar op/
€n ftelbe troutoe §©agter£ in ben tap /
32iemp/ tenJtëal/
Jfcljutten boa? pet ongebaï.
©en^emeU&pgeuoob/ en3epb'
%an geeft u taarmt / en Jfêolft uta uogtigüep&,
Ï©at3aïmgn55emtuben// (Je
IV.
$I n plante baar beel €beï ütcuub.
<©e Kuysheyd afêeen ^upbje teïp-fpjupt.
<0eNedrigheyd
2Cfê CamiH' langg b'SCarbe ïepb.
©en^alm-uoom ban GeduWigheyd
wie/ poegeb?ulït/ temeer3tjni5an8enfp?tp£r,
S©at3almtjn5£>eminben// de.
V.
J|p pïant baar ben Granaten-ftam /
we $?ugt / baar in l|p opt genoegen nam /
^ie't^ettCberftint
©an ben üEibbag-B^anb) berïitaifit.
©enCb'ïenWijn-ftok, taelftergsap
föem baaglgfi^ bienb tot3aal'ge ^onfienft0ap
mat3«l mijn S&emmben// de.
vi. m
|
|||
f. D è é t:
VI.
tg pïant^et^ert ten Zonne-blom,
'at 3*S aïtöb fieetb na ben Sfoupbesom / ?%irpan&a?gcng3oet t ï|epKg opgaanb ICigt begroet/ m\ bofgt ïjet ban ben ©ageraab / Hpt bat ïjetin 3jjn jflSibbag-toppunt jïaat, ^atsalmrjn^eminben// (te. fenliefïnS/ guïIV en Milde-krayd
4n betten gtonb tipt liefde wonel fp?upt \ [<©ien/ ongemeen/ MHeuta'ge ïief be bjagt öene'en ) ^aac jet Qn Munt, en Gouds-blom bö
^P bat ftet aMbe-fitupb te beter bp% wat3alimjn25efflfnben / de VIII. Gouds-blom bat bojt' en fcgaab'njft ifónipb
9n j 't 3onber Milde-kruyd in i|oben fpjtrat/
<©atgroeijenöoet
giftig ïinrob ui cbctbïoeb;
Ja al get Ï|epl3aam ïitupb berfmoo?b /
get ^erte bo?t't / en tnaar fiet <£og befioojb*
'©atsalinijn^eminben// (ïc.
^ IX.
Setfcgaablp©nfirupb/ batftet&rupb
^n 't gr oeöen beerb /bat belgt J|p ligtig upt /
«nbobenal
tiiy gen-zelf bat gróót getaï
®a"fctupbenfmoo?b: en't Zelf, bat boa?
3»| una? oen memel gtoenb / piant ü|n baar boo?*
w«t3aimgn35eminben// (Je.
©et bop3e Klim vanHovaardy
|
||||
93 UYTSPANNINGENJ
jDBetbuy^enüBconB'ien/ baat*ö"fnoo&
©en beeg mee& fleeïti/ en anoje fótunben öoa&t
ïfêat 3al niön 2f5emfnben // (ïc.
XI.
3|et Nijd-kruyd, bat Ji8 scïf bertcerb / sti$anb?egEoeijEn/ ^nmetubectaEerb. ©EDift'icnmEea/ 't ^teeïj'u'g ifónrab ban K wetze-vreed. 30an Spytigheyd, ban Stuur-gelaat,
$an Toom, en Wraak, ban S'potterny EUSmaad.
Wat&lmijnï&zminben// (Sc
XII.
CenVeyns-kruydl}EEftfcfifErnbEE&run&/ <©at 8em gelftjftt/ in maa^cïopenb'unt.
<^attoaginmn Leugentaal, EnVeynzery,
(Pee*? $n ban arte öefi nntfifaot /
Cu jteEHt ban met3rjn Waarheyd-zonnebOOO.
§©at3aImön2BeminiiEn// de.
XIII.
alSyn Hof r Ettrj&l tm bmttKmb/
Sf^nubErciErtr/ uz$u$ietb/ EnöEjiïant. SCté'tmj ben Heer, Wit &em maa&te tot 3ijn <ëtt / ^aütiften/ batöEninbtoE&ban ^ÖniöeEftöcmRüEflertJ/ eninaafitb^ufltöaar; bari ïPan 3aï mijn föcminöEn // 3|n 3ijn Luft-hofbinoen <Patöem liefgetal// 2ijn ,iH9in genoegen 3al. Eynde des Eerften Deels.
|
|||||
j. va»
|
|||||
J. vm LO'DENSTETNS.
UITSPANNINGEN,
II, DEEL.
Behelzende eenige ' ' AAND AG'TEtï Over byzondere
GEESTELYKE STOFFEN;
|
|||||||
PsalM
|
|||||||
0 3
|
|||||||
Psalm XIX. iS.
Laat de redenen mijnes Monds, ende de over-
denkinge mijns Herten welbehaagelijk zijn voor uw aangezigte , ö HE ER El mijn Rots-iteen en mijn Verlofier. Psalm LXIII: 7.
Als ik uwer gedcnke op mijne Leger-fteede, Zo
peynze ik aan u in der N agt-waaken. PsAi-M CIV: 34.
Mijne overdenkinge van Hem zal zoete zijn. •
Job XXXV: vu
Maar niemand en zeyd. Waar is Godt, mijn
Maaker, die de PFalmen geeft in der N agt ? Je rem. IV: 14.
Hoe lange zult gy de gedagten uwerydelheyd
in 't binnenfte van u laaten vernagten ? Psalm XLV: 2:
Mijn Herte geeft een goede reden op: Ik zegge
K mijne Gedigten uy t van eenen Koning. |
|||||
JESUS
|
|||||
II. Deel:
|
|||||||||||||||||||||
ioi
|
|||||||||||||||||||||
JESUS AANSPRAAKE
AAN
Een Geloovige in Droefheyd.
i. |
|||||||||||||||||||||
Oi
|
|||||||||||||||||||||
Mntxiz\^tit\ <© ©upue sonbet gal I
|
|||||||||||||||||||||
<Biz Ö00? een flag ÖCtoaarÖ tDEïb ilOO? een val,
|
|||||||||||||||||||||
én baat op ö?ingt uta 3ugt bncj ï©o JB en Sugt:
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
!©at Uecfltjt 5P all' C ®unue 3onber gal)
|
|||||||||||||||||||||
1===Ê
|
|||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||
i©at betflijt gp all' uta ©agen
|
|||||||||||||||||||||
If§|=iES§lI=s
|
|||||||||||||||||||||
C<® ©upf! # 3Pete ©upf!) in «lagen?
II. Wtaanfcftnnmaat/ bat 3igu tegen ftelb/
€n tot utn nut taonb uattetïtjft geweld: Mijn hand ffaat (taant ïjet fïaan i$ fêaberlp ) €laar £et Herc të uta; taaarotn 3tjt gp fc&uui * 4fêaaröet^erti0u/ geftabtg/ (<£®upr! <©3om^upf!) genabig. |
|||||||||||||||||||||
Itta
|
|||||||||||||||||||||
ïo£ ÜYTSPANNINGENJ
III.
mto ^Eraanen al bergaber ift öp een/ «aaaaaft l£emel-b?antt ban 't h'effcnjft gefeeen / €n ®?anft ten ©?anft du 't eeutaig l&jnpfoft^-feefr: 3©ant öet $crt fê uta; taaarom sgt gn fcguta ? ifêantïjetïieEt$tt0eftabi0/ (<©©upf! (Je. f ©etu?p3elb $ert bat in uta 2$oe3em lepb /
4KÖünb bno> bc @Traanen Fjeenen bie op fcgjepir / €n treftt mp 't Ifeffrjft %ttt ter S&oesem upt. JEieg öet $Jett $ uta; taaarom 3tjt gp Mjuta 5 9£iegBetJiert$ugejta&.i0/ (é©upf! (ïc. feujoïien ftlanft ban 't ccï ge6?often J|ert l
^njfftangen in uta3oetigïjenb hertoerb / «tëpfteeïbmtjngiei/ gpjreelbmijngunfr/ enaï. ©iEjSFjeti^ert l£uto; taaarom 3tjt gp fetntto ? g^ieg getart ui ugeftabig/ (Wunff Qc. VI
Oom geef mp ban utatanoer ^erte lueer; 3Gft rttta / f ft 3aï ïjet fo?men na mijn leer; Stft 3al 't bcraarben / ftfjififten na mijn bienfi. ^o faut gp intjn i|e« (*t epnbe ban ubi fmert) ^o gefit gn mijn Jfcct te gubien (OTupf! #30Ete©upf!) aan'tufoem 4 Aug. 1653.
JESUS LYDENDE LIEFBëT"
I. |
|||||||||
M
|
|||||||||
a jgn SSielI mönblugge^iel! bie allc^ on»
|
|||||||||
*Ii^iÉ|gi^iÜiei^fü
|
|||||||||
bec3gcUt €n om be <£euta boo^cen öet <#uö en
Sieuta
|
|||||||||
il. D e e t: 103
|
||||||||||
Ï
|
__ —^.j.——
Bieuto boojöoEUt/ ©inb apt Uectaonbcrtiig'3uïft
|
|||||||||
i
|
itQEb3El afê in 't Wztft/ ©an <0obE£ bietöaac
2oon in 't uautaen ban 3ön ©erft.
II.
35t ©efcfiapenS&eeïb becfpila moebtouiig 't^emeïg ïigtt
t SSelfftanbig Beeld ben grammEn ©abctiu'tCESigt
%egt / ©abEc/ ftanben jfil&Enfcïj niet ban bon? mijn liaï
jtaan ? (aan.
vDaar test ban 't ^eeritjfi !Eist;cn bing bat gEootB&rö
t'ï^ang Heeft ben §tmt\ uut / en rpïjaïft na ben J>taï /
<©aat in ïjaat^cïjeppei: lag;niaar mEeft na 't tm'gebaï/ <©at al$ Ijet EEutaig ïïegt sgn trat# beragtEn tojeefit / ^IBet ramp En ©loEKen in 't ge3Egenb J£erte jteeöt. IV.
|®at ift ö m$! en tcotg on6ung3aami®£nfcfiEn-|)ett! f <en bit aï raaftt/ bat gnniEtineeEUetoogcntoetb? «om / 31 et ubi ^cöeppet aan boo? 11 ban fiöbEn af •wEftnotcn/ enboojugebompcItinneftEaf. v.
■^Ön ^ieï/bie op öe biept/ban be^en SCfgronb ftaatt / €n 3un3elenbe jiet geEn eunb ban Ifefbt; paarb y.reuSt,pn verwondering, Cb EOEpt ö ï|eBb'nen-taenfcn!
©lefu! ^cju-Iief! toatbEEbgnboojbEn^Enfclj!
^aaclcrjtmen't^Énïigïijf/boojbaaft/ Enpön/ en
*SJ??DliB,n56EtïiaEDe^ont/ berbïoeftt/ betfoEöt'. <fc4 VII. 'tmt*
|
|||||||||
I04- UYTSPANNINGEN:
VII.
't ©ermoepbeHooft 3oeSt ruft/en <0nbe0 Open ^oan ©inb/ ïepbet! tot3ijn|9euIeenfl:eekeiigenKroon; $m mijn' öoo? mnepte en 3o?g ontjteiöe breyn in 't ton|
?£e ruften, lefrih'ef! taatoeebgpalbnojong? VIII. (ntoari?/
©aarftrefit men 'tïiggaamupt/engaanbe 33ageï|
©no^anb/ en ©neten geen/ metp3elijftgemiar0; gTertoijf mgn Süggaam ruft / se3onb en jonber pijn. Wat bttb u 3fefu! uin ruft mfffen boa? be mijn ? IX.
©aar rfgt men 't ©nut om Jjoog/ en '£ 3Eiggaatn$ gantfcg getuigt
©at sart t/ en ïjangt aan betfrije KPonben en 6eto?f gt: ^CecbJijr mijn ïiggaam ruft / gejonb en 3onöer pijn. Jtëatoeeöu/ Sfefn! uta tuft mfffenboojoe mijn i ©aar Bangtgp nu bekleed met jrgT-geronnenSSïocb/
©at blnept upt J&onfb en Jtoiem / en Itëanb in $anö en ©net.
fltermijl mfjn 3£igy aam toatm en eerïijft të gebcfit. ï^at geeft u/ 3fefuuefi tot3oeenJBinbectaeftt? XI.
©aar lefcht men gem met dPaï/en €bifi/ afê 3ijn25n?fl
©oo^roeet en^Ioeö geb?oogt/baft 3taoegt en fmagt ban©o?ft: (hienfcg. (Eettriiji mijn Stafel ftaat/ boï M»vM en ©janft n*
<©MuI 3Uefu ïief.' taatbtebgpboa?aen4Jfêenfcg5 Xll.
ü9at3afmp/ 3öebe$eer! boa?utemoeijeïijH3ijn? 3©ntlaft0farbeyd3biaac? taatongemak, falatpijn
<®nb?ageïiju ? bit m bno? u niettoiflig ïp/ ©iearuepb/ ïaft/ enmjn/ enane|b?aegtbao?mp» XIII. (45o?bijn/ t'$amj nunfit mp 't 3*gte ©ong/ en 't fcgabuütffl
mn 't garöe ïf rupg maar ©oo?n/en u?f fifieïen te 30" ♦ |
|||
IL D e e l: Ï05
Wt J©ijn maat enïid <#al; at leMf te M>mt Man;
$et Cietenö Öleeb een iualg/bylefugbietöaatS&loeb, XiV.
%\§ mn bier fatten eené 6e3oeaen fionit 6 J|eer! SCegt ban u bietöaat ïitung fleg$ boo? tnö"®ogé neet? U4gag'Ien3©onben'tï!ett: u ©ao?nen4itQonnujn éoofb:
25o Wnb in / boo? uta pijn mijn ïuften aïbetboofb. _ XV. Cm/
B\x saï in 't bietbaar ïttujré boo? eeutainbanSbaat
<Bat boo? 3ijn ©loeft mn b?öbbao?eEUtotgfcljanben Pön/ ,r (fa?9/
Mmt meeft bat ift baat boo?ban 't gfeeftffó ïuften
5Ben aan nefl? eteïö gentunft/beitëeteïb fjet ty aan mg, 20 Lcnfe-maand iójj).
Jefus met zijnBiuydinTwee-fpraak.
Kan gezongen worde, op de Wijs:
Hertknagend onver zetlyk Nagt-gepyns.
I.
Bruyd. AyTln3iefulief/ nnmaïbetttoutoftcn23a?g!
■*-Vl }©at$ bat bug montert ban b'nble30?g
tfefïingett bubt / taat nog tjet ennb met mg. €eng 3U^
Jef. acoopt flegté / mön ïiinb / mönKef / mgn Kun /
mön Suft (mönJEuft/
31 fla boo? 't ennb. Br. jasgn iffocm/ mijn mtU
^önfeett/ mönJ|aqfb/ mfinSulnAmonkel/
mönl|oaa/ nj Siftlaop,
€n taiïhaoi u boen / taat opt jEenfcöe beeb:
^aaaatagi maatalj! mön^ettentailnietmceb': «En immetii aï taat 3onber ^ett gef cljiet W »"«** jef. <^n 3egt mön 25?unb /bat in uta ^ett / uto 25a?g /
ïltaï|oofb/ uhi^eul/ uta Suft ben: 3eg/taat30?g/ ïibjeït ban u %iel! of3oub ift bit in fcfiyn ^aarMn* Sjs 5 LIED
|
||
io5 U Y T S P A N N I N G E N.
<*LIED DER MINNE
Tuffchen
£EMANUEL eii tSÜLAMITH,
Op de maniere van
^HARDERS-ZANG.
I.
SULAMITH. |
|||||||||||||||
leliën! /ïtam3Etu finmnnebertoeï? g «ïfêaar
|
|||||||||||||||
iiüiiiËiiï==ii
|
-----:~ft
|
||||||||||||||
|==J|E=S=Ï=5
|
|||||||||||||||
toat jat tfi u jjeben J -6 3& jat een Mtoon iian Sau
|
|||||||||||||||
B toerterenfcöaan/ Utaöiei;löaaj:^a0fbomtoeijen.
IL Eman.
* Gelijk 't geheele Hooglied, ziet ook JeC f: l.
* Jefut Chriftut, JeC 71 14, Matth. I : 23. Gtdtmeion*.
e. DeGeloovige. Hoogl.6: 13. Vreedzame. d Ais Upogl. 1:7.
t De Bruyd bemind Jefum boven al, als zijnde' haar leve*. Pliil, 1 :
ai: met Joh. 14: 6. ƒ Zoekt zijne gemeynzaamheyd , als Pf. 73 j 2$. aTim. 4: 22.
2C01.6: 16. g En Hem iet goeds te doen , als Pf 116: iï.
b Kan niet vulden als Hem te vtrheerli/kea t» baar Lighaam en Ziel-
lCot,6!20, yx . |
|||||||||||||||
II. D E E L. Ï07
II.
Eman. «<©on6EtiagteJ>uIa.mtD!
* ^ulamitg joet ban taejen!
c 3©aar fionö gn2SloEmEn raob en tuit/
J©aar 30UÖ gn 't fiirunöjE ïesen /
^©atmyöet^Epn/ * (PatutaÊjEinnccBpn
«SteuoEgElp 30U& toE3en ? III.
Sulam. /©E^Iab'rEnfaanmön^Ect/ tenJHSonb ©00? ïtpp'cn^angontfcöootEn/ *' ©e 2&ioemEti /& itat öeii 3eiben grnrib £ JüSEt uta ©auto oöEtgooten; ^©ieongEmEEn « 't Is onbedagt te meenen dat ons goed tot den Heere raakt, ziet
*f. 16: 2. Job35: 7' i ZietHoogl 1: 16. en4: 1-7,
c Niets tet Wereld is weerdig genoeg.
d Om Jefurn na behooren te verheerlijken. Hoogl.5: 10, 11. 8cc.
. e Of om de Liefde Tan eene gelovige Ziel genoegzaam uyt te druk. k.en,HoogL.8:«. Vlammen des Heerea.
- f De'Eruydbied den Bruydegom tot zijne Verheerlykinge, dVyt-
'Pruytzels van haar geheyligd Hert, dat zijn haare Heylige redenen , ^'«Matth. 12: 3? zijnde, benevensde verkondiging van't H. Woord lüj ^W dei LiPPen genaamt , ]ef. 57: 19. ) de vrymoedige be- "Inemffe der H. Waarheyd, Matth. 10: 32. de ftigtelijke t'zamen- 'Ptaaken. Eph 4: 29. Col. +: 6. en de Geeftelijke liefden pligtcn an oiderwyzinge, vertrooftinge, vermaaningen, en beftraffingen aan elkander, Eph. 6: 4. Hebr. 3:13. iThelT^: 14. mitsgaders de t.odsdienftige oeffeninsen van Biegten, Pf 32: 5-Bidden, Pf. 5: * > ï > 4. Zinge, , Ff. 57: 9, io. Eph. f: 19' Col. 5: 16. Sec. 1& ""wkjks de verbreydinge van die H. ledinen door aangename L" "b • uvt d'en zelven grond, dat is van de geheyligder Herten
«nok ?,!?LVande LiPPen <tegs> K 29:13-
rchelykeWilheydtz^ ^.f&f?}^' ** " "<" ^%*&&i&r^$% ■want weynise hebben
|
||||
lo% UYTSPANNINGEN;
a J5chieben bigt in een / b ^eüDcn u nopt berö^ooten, IV. Eman. 13Eaat boo^uto SSIaben SSïaemen Been ©on? Mtüt en geut /ban betren / <£?anaatenl>?tmfn:ot>j/ onöereen/ ^©oa?-jïanfieren asterren; * ^03alfftin fltnïicffcïöftejaSfit $ Jlulamitlj bettoetten. V. , ƒ<©! ^uïamftB! gn gefit mrjnl|crt
©etobetb met ubi ©ogen,
Sulam, £ (gmanuë'I! gp boo? u fmect ©ebt mn mijn 2iel antngen
b ©ugjtolamnlj Cmanuëlfiestt/
*' l|aacepgenStelantbïagen, |
||||||
VI. Eman.
|
||||||
« Met aangeimmheyd, Col. 4: 6. Befclieydcnheyd, Phil. 4: f
ïieflykheyd. Phil. 4 8.
b Ziet Ff. 92: 2, 3. Hoogl. »; 4. en Hebt. 11 s 1?, ifi. de vrugt
der Lippen die zijn Naambelijden, is 't Offec des Lofs > in welke de Hee» ie een behagen heeft. e De Heere zegt dat den glanfeh en den reuk van de Woorden en der
zelver vercieringen niet genoeg en zijn, maar dat de vrugten dei goed* werken daar by moeten komen, zal ons verheeriyken Hem behagen, ziet>Utth. 21: 34. Lue. 13: |6 Joh. i\\ 8. Phil. 1: n: Ja'- 2: 14. Joh 3: 17, X*- . ,. d Dat evenwel gemelde vrugten niet en zjjn te zijnen nutte. Pf i°'
ï maar alleen in zijn kroon, dat is, tot zijne eere. Tit 2: 10. e Ziet Pf. 45: 12. Hoogl. 7 : ?, 6.
ƒ De Bniyd neemt Jefus Herte met haar Ooge, Hoogl. 4; 9. dat is c
Geloove, Joh. 6 : 40. iageweldiglijk, H003I. 6' f. X d'Heere Jelus verkrijgt zig onze Zielen en alles door zijn Lijdefl,
net iCor. 6: 20 metiPetr. 1 : 18, 19. h Ziet Hoogl. 2 : 16
* ZigzclvengeheclhebbendeverlocheodjMatth. 16:24 Gal. 2: *°'
|
||||||
II. D è è t; top
VI.
Eman; «^cg^uïamitöt taattos#uïcft b ©at gn mp liet uao? ©euc jtaan 5
'Mout'/ tftriep/ iftfu?a&nmöEjïj ^ @Tot mu ben ©auto öee öcut gaan % e(©fifiutiaf£9uta/ ©anofiftüEnnputo/
$oo?tiEE3'toijtgn baat ïtEtir aan» •
Vil. • Sulam;/Cu! 3toygtmtjnfcljaamt/ Cmamtëï; g <#n fteerbE u nautoelpé f>EénEn / <fc? 't Etjf 3tö rept iée 25ebb' uut ftttIA
h€n'tl|EttöÉ3taEEftraetEeneii/ ""' •; * CntiEEtiEenuIoEti ©an aiapjröE b?uppen 3ött
<£pd%enüeï/ «èïat/ en^teenetn
VIII. k ©en (©ld &CEÖöet^Iotn«tïujt ©PfP?intjcn/ /enfBtufete
|
||||||
« De Héete wekt haai Op tot yvéï in 't toekomende door fchaamte over 's
»oorledene, als Rom. 6: 19, 20, ai. * Als ik aan uw' Herte klopte met mijn 'Woord, Openb. 3 : ao« Ziet
Moog!. 5: a, 3- 8te. ' Ziet Hoogl. 5: a. Sufter, vriendinne !cc.
B" Tot den Moigcn-ftond toe, heb ik den gantfchenNagtgewagtet, "OogL ^ : a. Mijn Hoofd is vervuld met Dauw , 8cc. • De Heere doet naarder Dagen vanouds gedenken, als Ff. 77 • <>« ert
^joezy voor dezen wel keuze wifttuflchen zijn af-wezen, ofby-zijn. Ziet lr-?7:9.en38: Z2. ƒ "e Bruyd erkend zigte fchamen, als Elr. 9: 6.
S *n verhaald haar berouw, en höeze zig opgemaakt had om Jefum te
rH„.eu', Ho°gl. 5: <;. «> Door droefheyd en leedwezen, Hoogl. 5 : *. ° zlet h808611 «'"<**'. Hoogl. 5=6
«-pcfts in > 0gl- *s J- MirrheOlyebetèekend de Hoffelijke genade des H. ^r!«.thr».i - v*e- De Bruyd wü zeggen : 't Herte zo ontroerd dooi ~"**«» *>***, bragt alle de kragten en genade des H. Geefteste- *TA,' ï „teai?iievi0*W 00't flotVan mijnHeite. ciji i,gj 1 n.?m aile hindetniffe weg, ( gelijk de Olye, »ot3 ca ' n°06*- 5 • & ■ 7> Ik 8'ngovetalzoeksn,
|
||||||
iio UYTSPANNINGEN.
jflfêpjtoaaretuaacb/ <*3fy bat bE ruft M^n tnaaftenö J^crt 30 bjuïitE l £<0fC bastin) baar €manuËInooinaar:
f Mxax ïaag! get my tntflufite, IX. Eman. ^ufr^ulamitïjbÊn^ïaap/ 30 (baat 3JF0 bat 3p mg mao öerben; e-^yflaapEbanu?yuoa?t. Sul./^p; 3331X 25y! ïieUectoouin&fterben/
^©an na of aan/ Wil't ^ertc toafiRer ftaan / b l&at iB uta gunft maar toerucn. X. Eman. i ©ol op f g u mrjn Qttnft öereaö / ®te 't epnoetoirê fiEljaflEn ©au *$ miiztg 2dr0eiiDen3aamöcy b $|Elt aan oen JüScnfcö öoen öagcn, Suiam. kMyn'gklzimtit snigoymybatUEtmElt/
* Hoogl <;! J» Het Hcrte waak voor. Jefus, hoeweïeens verrafclrf
aijnde door den llaap. '■
* Hoogl. 5: 6. Ikzogthem. e Maar ik en vond hem niet.
d De Heere fteld de Bruyd de ongerijmdheyd va»n deze Slaap VOOI O*
gen. « Beftottenswijze , als Matth. 16: 45. .
ƒ Zulk fpreeken fmeit de Bruyd zeer, en doet haar de Dood voor zul*
een Slaap kiezen , ziet Ff. 63 : 4. ,, g De Ziel neemt voor beter wakkeiheyd, als Cf. 5! 4. Dog ondel «
Heeten hulpe. * En verzoekt des Heylands, gunfte en gemeynfcliap weder te ff*°zt
len, Pf. 51: 10, 14. door welke't Hertegefterkt werd, Hebr. I3;' ZietookPf. 119: 32. 1 i De Heerezegt, aanzijngunftenisniettetwijffelen, om't Verbon
der genade; ( dat eeuwig is, J«f. 5? : 10. 2 Tim. a: 13.) fpruyten* uyt hetoncyndig Godlijk behagen en vemiaaken, 't geen de H.Drie-/^ nigheyd heeft in «igzelven, endoor ditVerbond ook inden Menft11 ' zietSpr 8: 30, 31. Luc.it 14» . fl ik. Als de Ziel dieeyndelaze maalBioom vanonverdiende.Ueö«Het
gelooft, danfineltzeweginwedcr-liefde, 1 Job. 4; 19. |
|||
II: D e e l: 'm
/ «üfêijn %m en ftan 't niet blagen.
XI. Eman. «la'g||emefêsïanfcft/ éraijnCcföeel/ * 3|eöiftomu0cïaaren/
fcuiana. «f ®af jjtnanb mp beeg SCarb af geel 15uïï5tjFibom/ ïuftenftaaten; 'HiSuylbe3etoeet ©oo? Sautacen u tec €er e @Te blestcn met 45?anaaten» XII. ƒ Itëaatfiecn/ mijnïïantns/ Süc^enfcBenö/
p g €n ïaatbie hZm niet balen! «.oaan. * %& <©unf k mijn önsün u betlepb / o , <J3BiaatHm<êcDaayjenêötaaIen. *ulam. /<©tnaïen3e* »»Wteb CinaniMöaiiniet: n jBöaaröeïjJtseïftoytaaar^öa^n.
Je:
| ZietHoogl. a: $. en«: 8. a Godtsgeftalreniflè Thil, 2: 6.
* BieikalsZoonehadde, loh. 17 : 5.
-j „cbbe ik v«w>ffeld voorde geftalterriflèeensDienftknegts. Phil. 2:7.
j. * En had ik deze geheele Wereld, met al watter vermaakelijks in is, „^udeze geven voor eenen goeden of grooterfchat des Herten; daar n ik ftigtelijke Woorden en goede Werken mogte voort brengen, om u
c verheerlijken; 1 Cor. 6: 20. Ff. 145: 5. ïf- H9.: °- Matth.
f Nnvoegtze'erde Vrugtenby , alsjac. 1: J2.
j,,J .°e Ziel begind te voelen dat de gevoelige werkzame gemeynzaara- "eyadesH. Zaligmaakersweggaat. Hoogt s : 6: Pf 10: i- ^£ En bid, Jat Hy met zijne verwarmende, verligtende, en levendig- «wakende genade nietweg en ga, Pf 5»: «• |
|||||||
* n.„fSOnzeZon, Mal. 4: *• en ons Ligt, Eph.?: 14.
S Cvl'c. ïsHo°gI 5: 2. en2: 14 en4= '•
alweer w Uvteygen liefde aan mijntiooftelijketegemvoordigheyd wei als Petras: M a'u°ok welz0> dat gy uw tijdlij k beroep zoudvcrzüyrnen 1 ,r____* ™-atth, 17: a..
|
|||||||
w VWijk" |^ïkcnmi'"sberciePs een'gzins;nverlooP'
« Wanf ' a) J. ~ met uw genade dan niet vanmy. «w Sikh v,?" ege"isv^au' rf' »"7f*- Enin'tbyzondermoe |
|||||||
ÜYTSPANNINGEN.
Jefas Min, öf Waare Kuysheyd,
Harders-zang, of Pafioreh
|
||||||||||||||||||||||||||
Ü2
|
||||||||||||||||||||||||||
9
|
Jgno3'lE tEpnE Wizttn/ Wit om mijn
|
|||||||||||||||||||||||||
* lEegE^cnt. 5>?uon6EfiammEEt3toiECEn/ Jfègn
|
||||||||||||||||||||||||||
ftillEn @Ttaan gEtüEnt: Mü jnoogt gn taEElbjf g
|
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
gupp'fen/ CnfiuutElEnEntcupp'ïEn: fltu liebe
|
||||||||||||||||||||||||||
l44-i-4=fe
|
||||||||||||||||||||||||||
SCepbfterg geit/ SCI 3(jn fttifiTiEn i$i onttoEtt.
|
||||||||||||||||||||||||||
jjislS^g=i^ppfÊpgpl
|
||||||||||||||||||||||||||
Su t$ mgn bjufi üErgaan / JUagnli?ugtEÏ0a3En
|
||||||||||||||||||||||||||
5==ïêii
|
||||||||||||||||||||||||||
@£taan €n aï mgn lEEb gsbaan; 'fi 25Efpot
|
||||||||||||||||||||||||||
W
|
mgnb0oriB3ugtEit/ ^USrJn fiïagEn/ tnepm'ren
|
|||||||||||||||||||||||||
ii=iËïiËË^p
|
||||||||||||||||||||||||||
bugtEii/ €n 3a in itt$ uetoEEn/ 't M mijn
|
||||||||||||||||||||||||||
*0
■ > !■■■■■ J. ' ■ m- m 1 —. *
* ¥oarigatoaajfgeflEcn, _ '
II. <**w
|
||||||||||||||||||||||||||
XI, D e e t,:
|
||||||
II.
|
||||||
Mn ïjeü jfi §m oehonbcn /
«Weigl/ enont3al3ijn/ JUSijn ^metten / en mijn itëonben/ €en troume «m&eoinjn; 't ©ol op ban mijn begeercn: aSntoilburo oogjeg fieeren JHatjnïamtn'ren/ toantg'Bemnfet SCIfl mijn' anb?e Minnaai$ 3tet / 38ag &oo?b sön Maige üe'e: ©oo? besen map ift tne'e So üom'afê gn mijn ©ee; aMaar na mfjn ^eet mijn' oogen 3$ boa? 't geloof ontülogen/ Mn agt in bat men siet ^nüatiHgelaatje; Niet. III.'
©aar toaacen tyeembe togten
®ie in mijn longen^Ioeb aa&ijn renne %iel öebogten / 3En 't onueMeftt gemoeb ©e'en butten in genenden / <©e'en 3ugten gaan en benden / &ot bat mijn Jefus utaam / €n mijn J|ettebao? gem nam t aj&ijn Min met ï|em gekruyft,
^ön ^ieï in ^em geïjunft /
^ön^ettboo?ï|emöeHnnji:/ ^b nu geen J&inne-ulagen / »?n?u seen Jfêf nne-*Iagen / ^Ibnugeenaiainne-nijn; „ m* anng j^ert moet taolijB 38H. |
||||||
-m .UYTSPANNINGEN;
IV.
#1 frljatmtofgESBnornpjEg!
©ien itt tnrjn ftïagten üe'e; <©! soetE 2üuje ^traontpjegf! 3Dien ift mijn 3tigten tne'e ©eed liacten na öe ©alen / S5fê!Hfu't3mlaagbmaIen/ Itlian mijn ötoa^E pijn a&eö aaBijn'<©a>gEtungEn3ijm €n! laatufttlgentgt gagt-3up3Enb/ tmojüEÏugt 3Üijn niEUtOE Minne-zugt. HEn ongEtooonE filagsn / ©an jaaanö tsn ^Eiml b?agen; Cn 3Egt öe ^EOtitaftE Mijn / g^at mijn ÏICCt voor Hem 3a! 3ÖU. |
||||||
Jgegöem/ öatdEcutanogCEUtOEn/
S2o lang 't tëejïetnte gïuurt / 52o lang bt Walden fneeuluett / 32o ïang u runfcljEn öuurt / afêgn liefïre 3a! neriioumEri/ JÊijn 3ugtEn 3a! üoen ffoutoen / ?0ao?6o0?-nftegEn|jJEEn/ 3©ant 3p stjn mfin féjolpTf &eeh % 52ijn gunft tnp toE-UECEnö. |0ao? 'p i©tce(ü^ gi'cmo gElepö SSjn jafMntoanCEutaig&Eya/ fccft 3UÏHE ^EctEn-ftcalen /
n't rngnE ïaatEn öaïEn: SPmj 3Egt bE ^EQUto jlE jaagn / ^«t WOn I&ert voor Hem 3^ 3$*. |
||||||
vi. ^a1
|
||||||
II. De e t; 3Eij
VI.
S|QO?! 3upb?B tEErE^ujuntjEiSJ
^neEu-toitgetuoïöe J9ee! ^C0?! tiiecft?' rcynE$frupöje|SÏ W te 'ft met mjjn ©oeten ttEE; <tf>£tuiigEn ban 't gEÏEben / <0eftlaagbE onsupbErijctten/ <$ebagten ongEnaamt / ©tEr jtg nu uitjn ^ieIe fcgaamt: (öaat 3Eg biEn #f nl'gen baar / ïütjn/ ÜobEnö'^EmElEnMaar/ «©aar fft mijn EiEïaan paar/ SCfê hul mijn 3uyb?E EEben (Cesgnentienft bejïEben/ §|a jegt bicn @Erautofle JflSijn/ ©at myn 3|Eït voor Hem 3a! sijti VIL
^tiï-bupftr e EinbE-paatjen jS l
©ie 't onbeftEnbE <§poo? man btWizn mtt urn ^laabjenK / €nmijnft!jaamtfieElben; ^aa}l «Staaft nu uta bEnn3Enb jjEElen / 3fi jtaafi mijn Ijepmlgfi fietfca/ ïBant biE mijn ^réï nu minb / €en on3igtfi'rE tOE-gang binfr. ®ei©inb/ WE'taïbEtfpiEb/ ^öïti?puto^Elg/ nag3iet ïï»*»» itztg mftn Zonne niet. ~£?.c Uegg bao? 't 3ugtEnü runfejjeri / jïïf8« 3ugtEn / tot biEnfiuufdjen/ SSr2?« Hl^coutajicJEijn / «Pas mgn %rt voor Hem 3al3ün, $* yin. üï
|
||||
|i£ UYTSPANNINGEN,
VIII. 3©ijn tco0jl in tmiciggEpb/
jaStjn uaften 2&urgt in b?E3En / hermaan in b'EEnigpEpb / We$ 5&agtg een (&EntE jocïe / ïPeg©aag#Éen HDoïheBoeïe/ €en glantg in ^unftEt jjEpb / ©iera' in '$ 1EebEng-paöEn Ispb : MifraMan/ mgntoEüEdaat/ PErfieffer ban mijn fmaab / $£ot f EErïpütgEpiï En J>taar; ©f e mEt 3ön toiflig bulbEn / ©olbaan geeft al mijn ^tpulbea / Oen mp mEt ©oEö'tEn rijft mmüt Een Utmiingin gelijft, IX.
€df aoetmpïjemnfetïabEn!
aSüiEEt fiegmnog enb/
©p 3taeefb en 3toapt bert' bnben
tflEf en-bnp3enb We gu ftenb;
^rjn $<iof&/' bat m(jn neftaufcfê;
©an bigt gsflagen <#oub i#:
^P3ElbEroDtrenbJitt/
€n 3pn $apj geftnilb aï? gt'ttt
ëijnr«©ogEn in ben fflfyn
CniEEÏftgEmaffcgEn/ 3Ön
Süfó^ixmantenfön:
^ö'nBPangen/ aïpEÖp'en
3£an biere^êpEcetpen:
^ijn3ttppEn1CEïpéu-3oet
a^jpenb' ban Een jap^gen-bfoeb;
x. «SF
|
||||
II. D E E 1,1
X. 2$ B' fanben sön atfïïmgen/
met{€utM$ fcgonngEfierb: 2»jn 25n?ft en SSupïi mp öjingen ï|tt Jfboo? «MapÖietb; «Sn ^c&enRrien en Stenen 2CIg bier e uaarniEr-fleenen / «©Ie na bE Htaenfte bonb 2tjn on 't bfgfte tfnnb gegtonb; SSjn ftel ban ^oofö tot üoet SfêafêbenllEföan/ goeb: ^tjn^yjaafia^JlDniB/ joet. 3a taat j|emom/ afaanfé/ JÜStjn (uft baat in gEfea'en i£. ^uïftEenmbaab/ enfcöÖB/ ^Ulft Een ijl bE Lieffte JOlSljn.
XI.
juaön ^feïtje foflb u boegen
^Etujl/ banlufttnmat; ©tt ftan u 't ^ert bErnaegEn / $}tet binbbElujl3nn3at: IitQ$m/ 0ElEEcbinbEpn3En/ ©EEftciRt boo? ïujt en pspn3En / fyttzin/ 3olangïjEtIeEft/ ïhtpm genoeg te peppen ïjEeft. %IpI|EmEH S6acbe0efp! ïjeïp&W .ïfêaaii/ gttttzn/ ÏJEïpJ ( €er 't mijn fynt nbEt jtelp) %ïp! <0EEftenbanöfEEfiobEn/ ||em (n bertaonb'tf ng tobEn / <|" 3egtbe Lieffte M$n/,. ^« *« Zijn' i^p Mijn' 3al 30«. 26 Zqmer-maand „j^.
|
||||
p$ U Y T S P A N N I N G E N,
Gibeon eenes Chriftens.
T*\3Ctgp/ $ecr/ JiaïomongbergunnmgmH
^ ©ecgunben/ enfituaamttoetsenmijnfiegefreii/ gs 3nub ban u ErnjS &aning£ ^eeefcljappn ©erenfcïjen / En niet minbee ban regecren: Ccn fianingfajoubifijijn/ niet ban een ïanb <©f fóoningtp; (ja of bit gantfclje pïenn taa£ >$an<©oft tsti©cft/ ban b'EEii tot b'anbecBant 3fn mijn getaonb) bat öijfi mp nog te Mep toaj?. 20l't«5oubban<$pl)n?/ SJnbiënmetal gijn ^cljatten; al be ^etfifclje^utoeercn: €n aï bit ©un3enbtnaal berbuööelb / jaï ^og öan mijn $ert metgcêri bernoegtng ftrceïen: ©en iMbften J|? of bartas; / Wen öet i©oub 5©ertoiïberb / En ben Jï&enfdj geeft boen betgeeten / ©en2&ar&aar/ en ben Sjfnbtaansönftout ^nternltjft/ maar Beneben mijn üermeetett. 3ift menfeïjte een iSgft tiienp untgeftreftt begrip / ©en fctfng ban SCatb en $emcf obecfeïhnbet / Cn ©np3enö ï^cmelen a$t a\$ een fM» / Cn taat ontemmelp ip öberffrubct. *pnoemoeïjet/ batiftfjet Ren&eV tnaar b'<©nïiunbe ban bit üïijft/ "maant mn fjet berben / jgograngniètfêmnnaöcr: i^eti^tóaar/ Sl&ficn: en lenen 3al't met nip/ enfletben. ö'<©ntaaarbigé Ik uen 't $ett»e / bic mijn %icï , t£err' fioben '£ *§eine$-ftrfrtg ftr eft / niclfierg maarte
jfênBobenaïïE Coatten toaatbil/ Diel Sfêijn öEgter-oog flegt£ 't regte fpoo? / en ftaarbe <®at altijb meeft op 't mEeft; mfen£ felfe b^ift ©annngetoombeïtift/ en^ertcn-tagteti/ (jasijn Ziel een ©oob en 't tögljaam een ®zt#ift I) @zmmpjwlJ/ banmEtU3a0tenriH0Ebogtenv tf |
|||
II. D E E L. lig
€enbmg/ tym/ epfc^ifi: ïaat ifl flfcst# een Heer
Zijn van mijn welven, Eli Iaat anÖEtE Mtrftljztl f
5Cï# «k üit €en maat ïjeb bat ïit bt$tzz I
('ft 25enn 't gaat niEt) tyn firngen bat 30 tatnfcïjEtt,
|
||||||||||
11 Herfft-maand 1659.
|
||||||||||
T O E-T RED
Tot'sHEEREN
H. SACRAMENT.
Tït bagt jou 't $ert öe3et met 30 heel 2cm&en
■*- <©yb?ingentatöflt^Epï/ Étibaargena SBeEtoagtEn? DEöbtoat! hietsoftaut/ taant b^a ©tmb tft mijn %,{t\ aan 't ^enlig ïïegt üerpanbEn. <&tt 3?e»n3Enb / toajf tstg $eereii infp?aaft beEtbig / mz u^aagbE 't bu&BEnb $ert I toat 30Eftt gn jjf tf ? toedien/ bERtagtberi©aatöEniJ/ biEauJ^pEE ^*B sunber toanb'ïEn maaft / En uta l>ienft-taEetbf g; ^Gmt banton C senb be 45obt^-fu?aaft) taant IJEt ï|ett ^tboD?mi)n J©Etiierftn6tEEtnierbE/ toerbj *®u öaa? gEha gesogt / En 30 eebrmben: Ha Qröp in ( 3Ey be 2ieï) baïmnnbig toe / ^nengenbiEsfcEnasafttagtig; Ö0E «*s t^tEEnig-ïjEEt maac fmelten in uta U&ijto 9 Wijn-maand 1653,
|
||||||||||
Genoc=
|
||||||||||
^4
|
||||||||||
ÜYTSPANNINGENJ
Genoegen in. het Kleyne.
|
|||||||||||||||||||||||
;ï29
|
|||||||||||||||||||||||
s
|
|||||||||||||||||||||||
|g|feÊj|i=^l^|=l^lÊ||
|
|||||||||||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||||||||||
40nti3el ©reetje! fp?aB u <£aaï/ H Heffe*
|
|||||||||||||||||||||||
=rf
|
|||||||||||||||||||||||
Wit ^temme-ftraaï/ ïlta tufoe trefijej? al-te
|
|||||||||||||||||||||||
maai: l$atïll>ij$}enb3011bgnonjö/ UBatitëijP'
|
|||||||||||||||||||||||
Ijeub 3011b on onj al leeren<
|
3©at n&ifëüeHb
|
||||||||||||||||||||||
,c leerö eg ong öog niet? 4gu 't GobHjfi J©oo?b-
|
|||||||||||||||||||||||
Hiï^füiii;ii;gil1iiiSll
|
|||||||||||||||||||||||
H Boen ban uta' 3E(eb / (fêntf toaatlp taijg maant:
|
|||||||||||||||||||||||
i^iilÉïtiiiiËPJiiiil
|
|||||||||||||||||||||||
tn 't Sebieb apcecb ban ufo ïiefn'j» ntuinHeleren.
II. ïifennsegtgn CMznftï}iz$ï ficniTt: ftïenn ^aaijn nnobb?uft tg / en Mt$\t renn / Cn Raag baar lioo^ geen ïüoningg-utepn / ïtëant grooter nan iït niet 3©ant grooter nan in niet Britten, .ïlSöntraïgenoegen/ mijngenugt l^efi t« afêb'onge&onbe Ufngt jRag niesen b'ennbeïoo3e lugt / «f n 't ^annE-Hflt mp f cftcnnt 3jjn' öf tten. „ lil. %^%
|
|||||||||||||||||||||||
II. D e e l: ïai
III.
fCaatb^jetaat/ begtcwte^maan/ t^eeï tifotn fïeepen af enb' aan / 91« sal een lijoïp HEiebjc flaan / Mtyn JScöepper / nnber bie$ / aa&fjn^töepper/ nnbetbteg/ ttEecte»: ttëat Ben f fi tieeler 3o?gen u?n / t©at jingt en fpjingt mijn ^ettje 6(0! üftmetbüenijb/ nogtftöenn/ Cn ntemanb fteurü mijn HtataHefeecen» IV,
Wt soetfgöeöen uanuto 6jepi ©e soetigfjeöcn ban ïjet Kleyn ©ertaaateloosen/ omeenplemt ©eeïgtooter/ bangnfiunb ©eelöroDtet/ fcangpfiunb/ öeMtten: (©aarutaBenoegen/ utagenugt/ ©tnbcunmerligt/ cnrupmerlugt/ ©aar't ^ert om 't emiöeïoo^e 3ugt / €n 6?anöen ftan in Jlerneïfcö' Öitten. Stet f j^enfclj) met goebc oogen aan /
3£at 2otren groote gangen gaan / ai&aar leecb mee mn een Ki eb je fïaan / «©mjJkBeppet/ biengnnenö/ <©n#<§EÏjeppet/ Wengpfienb/ tereeten; l©at taaatb gn beelet 3o?gen b?n; §©at3ong en fp?ong urn #erte öïn ? ^oetöog30/ ofHom(HonoBp)mjr (3iH3aïöEt öoeh) utaU:af-3ang{eEten, ^at3oete 2SceR je/ 't f ïunm-gebiert/
®at tauf ban Cafije op kaftje 3toierb / «E™ liaji mijn ©onm£: bog üeitiecö ***!?" sanaen ooft/ enift «öngangenooH/ eni&M't/ balgen > $15 ^«S
|
||||
:m UYTSPANNINGEN.
i©eg! pöElCec! rmbjaagujHuali!
«fifetnaftttaï lajtig ongemau! S5eg! toigtig^auö! iöfiie^öen^afi ©an'ti|ejiï/ batrapóccftopgestDoïgett» ir Winter-maand 1659.
LUST EN-HU S T.
YdeUjk gezogt, en vi'ugtb aarlij k gevonden ,
|
||||||||||||
ui
|
||||||||||||
HÏB8öll=l3!ï=l
|
||||||||||||
€rmacpiie ^id/ al üat uta rujlen ©er
|
||||||||||||
|i=g^j^^EE^|p^^E|Eg
|
||||||||||||
ftoocen ftamt/ 3gn maac uta luften, <&it in u
ÜüS^^i^iififiliïli
nieutoe luften, tJpE'n; $1 afê een ^üiö/ ©elö-
il^iitinmiiiÈi
|
||||||||||||
*■ biugtigjagcn/ oEnb^pbenbiutenb^iftUErt3agcn
|
||||||||||||
©ug 't i^ert amegttg Ijeugen boen,
n.
9ïi sag&Eit ^agt üan 'p U^ercïöfcft ïngjter/ €n öao?gE3iEn risp; ^ietfran öujiijtEt Üé öeje ^taï-HaacjS iti rmjn <©og: C ïfêantjiEt / eeh S&foEirt Qoeïigt bertre&en) getój / 31'Et 6 ^Eiifcr) uta u&eujetien ginfiEtErgïan„öötEnifïut0og! „ . III. dCDairé
|
||||||||||||
IL D e e t,; 'af
ui.
^öanl jaagbe mn be lu jt na ïiebetj 3©P DnöEtbaniS te gebieden;
€nlaaj?! gethjaÉ»inaarfIabernn:
3©anttnoubiHnirin getaifT öEtaaaren/ i^et mijne moeft tö ïaaten baar en/ $n bat htt ©cïr uegouben 35. IV.
<©oe3ÈHb'in/ groote Schatten suïïen
Hflaijn gaïïe ïufren b?ugtöaat bullen: MSaar bonb/ bat 't i&oeb afê €öu' ent&ïoefe/ SCï^ ftolïe / ronbe / loffe ®oliën / Saauuomt/ uf gaat taeet Reenen rollen/ €n 't ^erte ïebio gengen boet. V.
%n ïujl berb?ong Bet ©leEfrfj De ïSebett
flgot overdaad en feftfierïjeocn/
«Entot/ mQnSieï! en nueint3E niets
SülSujten/ biemnnietbctfcficenen <0f al| een 25Ï!)cem-|'tEaaI bEtbtoeenen /
<®fa$ eenkoel boa? 't J&eö&efCDiei» " VI. '
*®u$ 335 ben %tme\ 't ^erte fïaben /
€n togng na 3ijn HCujien bjaben SCI fjjengenb naat eennbeï Niet: €n nb?enb in SSatmBettigBeben ïïieu/ laatöjasenfcö! uta ^belgeben €n3iet toat u mijn goebyenb biet!' VU.
man Zoon mijn bieruaat $?ar,b tt geben
%ai f ft / tn in ftem 't ^alig SCeben > Wta©o[-ou/ uto®eiioeg3aamgenal •f* bieEt uut ïuften jullen ruften / 2f"%ben nog uto luften ïufren / *^3ï3tjn m ÖE3e ^aifggeyb. Sn#£°?n bic tan nn San b?ogen /
«pat ^cnEU3Eicn tot ruft berinogen / f OEDjanben&öeet/ ^p3fn&enboetJ ü£t |
||||
3^4 U Y T S P A N N I N G E NV
Jlpfiieöu^c&atten/ l|EEEfcljapuBEn/ €nïtëijn/ enMtta/ EnÏElt&Ernnen/ €njet UU) ^iel in 4Uainne-gloeb. IX.
ÜBantoiesaltnutacüucti/ leben/
dEn in uto 2ie( een jtr. aaïe gebm ©anmijn LigtEH Alweerdigheyd:
HEngn3Ult/ taatgnljiErbEtHiE3En
ïiaub/ enusPlbettooU/ berliE3En <$m mijn'te jij;» in iJÊEuajigÖEpb. 3Bgn 2tel! taaatom ban bug amegtf g
«!5f jaagb/ bat u ommojjteïb plegttg/ Cn al$ pp 't ïmjgt u niEt bEtsaab 5 Cn taaaraiti uief in er uft gettebtn (pCen^attbaU Algenoegraamheden; 9?aar uto bet noegin a eeutoig ftaat 5
XL
GMijft EEn dfêaagb gering in bunjlec /'
©oo? troubjgE3ogttEn ïjoogen ïunftEE / ^tguungt/ en blijft in't taEngren niEt: #fèaaE Iaat gaat J»taat en <titaeb en 3P?inöen / <©m bat3p beter jjonpt te binten
3jn DEtn We üaat ^tjn troutac üiEt; XII,
2o miï / en jaï 18 ooft mijn 2*eïe
©oo? ^Etn / mn bungEiib neet boen ftnf cïe
^n3eggen/ Zie my daar, mijn Heer!
<©m u tori ift ïjet afleg betben /
J©ant in u binb ift ©up3Enb toEtbEn
©?ienb / tfunft / KCiijt / ^cgattsn / Öufl en €tt>
XIII.
èCïö 't Jfêo?gEn-ïigt / niEt #ulbE-fttaïen /
©e ^Etgsn obEt-Iigt bE ©afen / Xo fcfjtjnb 3nn gunft in 't öunjtet i^ert; 3flft 3al öat ^ucDlp 3onbEtIingen €eii 2S?uptoft£-ïiEb ter EEtEii3ingEn / 5tijl't aan mn niEEt bEbcftigt taEtö. 19 Sprokkel-maand 16<So. J E* |
||||
II. D s ê t'.
J E S U S L O F.
^^ i. |
|||||||||||||||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||||||||||||||
&=£=:
|
|||||||||||||||||||||||||||
il aan! Jguaan/ ©egïtëErElögfcfioansn
|
|||||||||||||||||||||||||||
"fiH6/ Cn Btanfcöüerbp/ toiïift ^aSöcfumgaan
|
|||||||||||||||||||||||||||
v> W
|
|||||||||||||||||||||||||||
9!&ta«: Sifisal: gfimoEt: ^p^mijnEEirfg^oe^
|
|||||||||||||||||||||||||||
©at on# / <Pat
|
^=aÉüi==i=
|
jatten ratEE
|
|||||||||||||||||||||||||
-#unfS/8nfl/1tu(l/^taattnea/®angefuöra/
|
|||||||||||||||||||||||||||
—££$$$——f't~T •
|
|||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||||||||
w w
|
|||||||||||||||||||||||||||
'tdEnfian/ 't€n3al: 'tCnmoEt: f%rii$tm$itni$
öJlisteiilIilttÉ
|
|||||||||||||||||||||||||||
Jlaat bfEtE ^cöattEn fïgfi; ^aar ïuflEn toalöEÏijft
|
|||||||||||||||||||||||||||
^aar^taatöntJjasdp/ 2Bpaefu#*P ©iefiaa
©iE3aï: <©*e raast «ta^rjn- öet^öos- f%f °&„ |
|||||||||||||||||||||||||||
■12.6 ' UITSPANNINGEN
II.
<&manm ö^ïanfcB! ^Storten amfatöaai:/ <$en heeften ^EmEl-Waat/ 3fê9efui ganfch / gedoog! ^acgril: WföaonJ ü/ SiS '£ 5?emefê öiere ^oon t
©enStraal/ ©en ^tcaaï©an bat onennöm mat / ©ecfjcl&ecö 0n^ «gt; €n 3onöer naai 5 ' a#SooB/3W8en/S»fc|O0ii
Jfêara'gEngEngoon. fc 2onne-Bcan$ %a j&ecrirjfi nietenrilfl; (©eEnfeftoone^ttm-Iijft/ ' ' ©EEnlunftEt/ ctEtnenpjijit
3n üSangifHÏEEnen rgft; Cot besen nïanftfi a ÏSofioog/ «dl/ S2ofeöaan/ "öwn,CÖ3 S^oDr^bEcÖEttEEaan. III.
Sf'f^CIf'108 ^^öiEtaattprlEEft
©eUefflgfiuEbEngeEft; CntatEnü'ïiilt
©all^eugb/ ©aüuft/ ©nïgoeb
3^3!eftiéaUEr30Et.
f ErjtiHt/ ©ecfliftt Sy't^Mtfn«anÖB-fcfi«ïb/
Cn fcee* ban angEtraïb; 't gg ijaaft «taiftc
^anSfefugQber3oet.
vCaan ^cgEysefê all J©at «bEntëemerhet/
(HntaatfiEÜalïpjjJCt/
■JBenfdj/ fCfflt/ 25EEmb/ friffcge^Ifet/
%u^ummntct/ ZaïtEfgetaï
^lefu|iobtt30Et.
IV.
Ceuto'glEpnCeufa'gllEiiïISfEïisfgbEn^EmEïmoÊ/
ftëant b SIlacbE treeb mi tos / Ceh ©emel'ftBnl • OWgunft/-Qtibmm/ «oottf^Beln/ ' ©n^lefugraEbe-bEElb. ' 'tSWfatf/ *3|totë PErgeEflan^iEïgenaaftt.
|
||||||
II: D s e l: jtaj
®&üanb.' tmggetaaUt ïlto toeleg mi#;
©abt? sunft / ^a&tjf ijuip / <©obr? 2&edö / ©abt? «o on ong mebe-bedb. ©et Watnmig ^taeerb ©an €üm$ €ngeï topt; |claje^,ng6e3toöftt; WeUBebfcgfii en't tapt «^waltaatöecrb
"goötggunft/ mm^wV ©ObtgSfelö/ <S»abt^tpgeu2Qoneöeel&. V.
§>et eenig 5HII! ©at ong altene unegö / $M t nng alleen gcnaegb: ©ant in bit ®aï g"?"ïat/ d&ngSoan/ ©ngfCeen IjPlcfugang alleen. ^'«ga'5'n! iÊ>ïugg'3fn! ©tenaltgbangerufl:/
SCeténngenatenïufl:: ^lecftutjito jKtn/ ©upïïaem/ onjïïSatg/ ^n^Suft 3ö3Cefu?on^enifr KratóMnWt^aï ^p'pmSenfcöenfa?fenbIp5euös
^er aCuftai 30BtiflÖEpti;
©et £cgatten tatecbio&enb;
Jet ^taaten ^ecrïpöenb: J©n tatten't aï,
«tltëïuft/ $n£<ötaub/ ^ngftnia»/
-^cbtgüertjeüe^oon.
11 Oogft-mtand 1661.'
|
||||||||
ft?
|
||||||||
H«
|
||||||||
12% uytspanningen:
Het Jonge en Onbekommerd leven. Kan ook gezongen worde, op deWïSi
Van de X. Geboden.
I. |
|||||||||||||
D
|
|||||||||||||
dM nmanb 3o?g of Naaren ueben/ $et*
|
|||||||||||||
i
|
|||||||||||||
^mm
|
|||||||||||||
lüiiüjl
|
|||||||||||||
teerbftcmFf atnmet of berb?fet/ $oetoonber toelltijt
|
|||||||||||||
ma getleben! $an30?gofnammertoeetu1tniet.
«üfêön Sleugbig %ttt tod aan geen &anben /
$et fc&?ifit boo? fiommec en boo? yijn / ®ieg geeb' ili bat in Jefus Fjanben / g^aar 't altg&g b?y en filn 3a! 3gn. 3ijaSn^ettjefgecnJ©ee]g bccïaaten/
<£n/ at^öet3iSban^cöilöont6laat/ g$ onber ^unjenb bf e Fjet Fjaaten / 3tn ^«ffienb nernft'ïen ban üe ®oob. IV.
®eifêereïb3egt/ 9lK3aïuHïeeben
JdSet JKfjti' en Roftelöft aSetoaab / ®at na be «üaoob' uto 3oete ïeeben fl£n Sjonge Naaten boeg'ltjFf ftaat. SBB befi uto ïtëang met toffe bannen;
SJS maaft uto 9lrm ter Ctöoognaaftt i 3jftnoo2b' enöoo?b'uta^gbeJüaJB8en; Cnöerjten'altoatumiiimaaBt; - |
|||||||||||||
IJ: Dèèl: nf
VI.
gfi tgang uta £rfjoubEt£ in galonen /
3n ^OEfien En in Weeë ft ant: <£n bos f n 30Et berfcïjiEt / berfcljgnEB wan J^anb En 35o2ft bsn diamant VII.
Ö&0 nbEl&EbEn! ftrtngE fianbEn! SCanloriREipE flabEtnn! ©n Binb mön Sdtmen En mön I^anbEn / €n ïaat mijn Seugötg %ttt niet b?n. VIII.
Stoitöf&nttjn niEl-gEfcfiapn ÏEben/ €nbiEtgeftogtE SiEltjEmEeb/ <En Songs SaatEn gaan BeftEbEn / %n 't fiooyen ban mijn Ceutaigleeb? IX.
^iegpe^trfftfientotë3ÖnftriHBEn/
<«En pjangEn ban mijn b?ns ^icl; g^aar ranbEi|El mEEHamtbEtjliBficn/ <©n bat in in 3ijn i|anbEn biEï, X.
|fèijn ïiEbE 3lEfu# trouhiEn ©abEE / ©iE^Eugb-cieraab/ boo? giffen fcgön / wnt-bEElö; gn3ultmijngoEb§EBbgabEE €niB3aIaltööb'utaE3ijn. XI.
EEt f £ mn fiEtEr IjiEr met ©eugben
oo? (0nbt En JÜ3Enfcfi / bert* era te ftaan / ipant bat i$ ftiec on# J|emEl-b?EH8&E / Cec ton tEn ^Emel inns-gaan!) K "a een Rfepn bEtmaafi ban b'^ogEn/
SSffiJ811 uta SUanO^igt/
^5?™ï* RnEt3En tE gebogsn 3[n tEEutaia^unjter/ 3onbEtEigt. SS xili. ^aï
|
||||
«o U YTSP ANN IN GEN.
XIII. galifi Een? Haliclu-jah J 3ingen Mtt bic tjier 3fln in fmaaü en pgn / %o moet ili ban be Q^cceiblingen / SClgiefu&^upa/ gefctjcnöensSn, |
|||||||
Vm(C'
|
|||||||
XIV.
T\€ fioose ICuften tnn berleabEn / u ©oo^aberbaabehlefiHmm/ <©tn mn ban Scfug af te (c^enben / ©00? ftegtE longen hcerlchappy. XV.
Mttn @Eange / baar 3ijt ga te liïenn toe / <£>n taerb 3a ligt mijn 4iiaeeftec niet; €n ^ertjè öaar 3tjt gn te reun toe «En onber supberber gebteb. XIV.
MwSltfttg/ afêifisobeel^pnje JKISaatöe&ÜE/ batinlebenfian/ S2o 3al ifi unie tëoEdftenö p?H3en / 1*00? enfiel 2B?oab al£ fmaaBbjfi Mann. XVII.
3fn toaatFjeub bit En i$ mijn <§pi$ niet/ JÊaar 't 0|eineïfch-ö?oab ban boben af/ $Et ©lEgfcö bat feful on ? ten p?ij? bet/ $(Iip öy 't boo? omj tec ïitunffe gaf. xvin.
25coEertrn! öiefHnietEnHenne/ SSIijb' uut mijn onur3oeteïa ^Ett/ ï©at ifi aan Sjefu? ïiefbe bienne / a£>p bat bet niet bebiEfir En toetb. XIX
€n lEfu lief! bEjit mijn <©ogen: €n llefu lief: be3it mijn tfCong: €n fefu liEf Imlb niet «Ebagen ^atontmönï^oettebemlfpjong. -tf |
|||||||
II. Dïs t? 13S
XX.
Cngefuïfef! fie#t mijnheren/ Cp3fcfu! gaubnujn^anbmbajt/ ®at Wc niet oeriEljibnt en gooren/ ^atgeen ban tiejen mijl en tajt, XXI. MefuHef! &e5itgg't$erte/
€n goub bat rrjft boo? eeutaig in / ©ulb baar nog Min / nog «mainne-fraerre / $M$/ JcfuHef! utarenneMin. - XXII.
Mau eendeer 3|efu! mön gebagten (® ie $hiU3enben tot ^triïmen 3ijn ) Geblaard öie / bat 3P maar betragtett «©njtfiEfbEn/ fêEEre/ b'niuEnmön. XXiii.
fCaatbtrtjBen/ buttEningenemi3en/ Staat 3Uöten b?n 30 lang ïjn leeft / SaatanöetgöenBen/ anöergbemise» ^feSlefumiief niet Hef En geeft. XXIV.
3Eaatu?n/ bietoü/ bieöeerftfjannptoe/ €n treurig b?aag dien oberïajt/ aa&ijn jeugbf g ^ert öïöft baar teb?n toe/ aaSijn fongE Naaren bjeugbe aap-. XXV.
ïï 3aï ifi 3oet jte Sfefu 3ingen / <£en b?o!p Siebjen en toeeram fkgn i|ertjen in u tyoïijB fp?ingen / ^a« nu aan tot mijn (©uberöam. _. XXVI. S^saï ban 't Hkildu-jah na-flaan /
IK ??Mn Een rE9n ^«toaab S?» iSfe1 r?9nE ^aagb'HJn na-gaati ipp^iongjjQngtEnjtoaatgugaat, Open. 14-: 4- 3 a 2. Paufe,
|
||||
I'JS U Y T S P A N N I N G E N.
2. Pautë
XXVII. "VT 3Iet Ban mgn Jlerte meer fieberbei» -^ 3C$ 't boïgen ban mijn engen 3i«: <Bieg ïeet&E 3efug mp berfterben / W$ ift Btoam t'3D«et ^ftooïen in. XXVIII.
«Uêijn engen 3fnfg niet ban bjaff: ja jaaijnSiefu^^mijn^Enl: Daarom ü|oe 'ft beroer ban my zei ven af-ga / ifoe 'ft bister 6n mijn Jefusfiom. XXIX.
Cnmeeft/ bemrjlmijn3[onge3Iaaren
©e# ^emefê toegen onoetaenb / Sin 'ji .maenfctjen-3aaften onerbaareti S$n; 3iefujiutagclenbe3enb. X X X.
«0u ftebt mijn $abec mn benomen /
üattaatfutotoiï/ bie# ooft be mijn' «3aiift/ $eer/ alg^aöerfcfijomen/ Cn 30 3Ult «Pp mijn ©aber 3#n.
XXXI.
ZBijn ïfeiie JU9oeber 3aï ift eeren / OEn lieben met een trontae min / Cn in geljoo?3aamfienb gaan (eeren s^aar jüSoeberlp gebob en 3in. XXXII.
jfl&ijn ïiebe JBoeber utn bebeelen
S2al ifi betragten alle-tijb «Die mn / na 't oBobbeltjft bebeelen Mijn ©aber en mijn jfêoeoer 3flt XXXIII.
jaaijn3in/ mijn3oete3fefu! fiungen UMiftomu/ enjfêoebermeeb/ Cn bat in ai mijn boen ftetungen/ «Pagmceft3aiftten<£gt8trecb. a j, |
||||
II. De e l: «3j
3 Paufc
XXXIV.
\JtInsect/ $eet3jefu! fanK&Sertiojmett xyx (£eh Boemel boa? utu i^eeïfcljauun: <©m bte met nbec te öejto?men. ®en fleut-trantban bc Wttlb berBn. XXXV.
töeen fïeut-bienfl ftan mijn 2iel genoegen / JflSn toalgt fiet pab bat b'Cerbe gaat / aJSaar tnil mn met bit Üïne boegen 35ie fteebs op %ton£ Meubel ftaat XXXVI.
i©eg bunïe ïf eb'ren / bert'le SPoefien / i|et B9oa?ö bat '# ^emeïp Hef be gaf/ êal ifi in iiefben onbec3aeïit en: Ztnü/ ©eer/ uta<0eeftban&obenaf,. XXXVII.
mt ©eefteng gno?ten ban be fangen
#eg ifcerelbg if mijn 2f d een laft / jfêijn jeugbig tyoHjfi ^ert 3a! Dangen SCan %ian$ ^HSaat-jang eetitaig baft, XXXVIII.
lïmliebeïeebjeg/ ^eeceftleebe «m 4Msen / mön £pn3e 39; €n bat ift in bien pligt bejteebe MSijn^üb/ mijn^elb/ mijn^o?0/ tnM$> XXXIX.
^oettnp/ %m/ na9Betöïe8emren3cn/
aifêy na be ïage $}\\t]tn$ troont / fniobenboet/ bat bat f atomen ^Sny baatgnnuomigtüaartaaona, XL.
l»bïie f aïiey3en 3a! iftjingcn / ©ei^ecelbïingeufiennen'tnicto
33 XLL i^aat
|
||||
* 3f ÜYTSPANNINGEN;
XLI. $aar b?eugben t§ maat fcgtjn ban bjeugbe; J|et filiHtt'ren ban een © oojne-blam / ©ie maar een fiojten tgb berBeugbe / Cn in ber bjiet een ennbe nam. XLII;
l|et i^ert geeft in bat ïagBen fmerteit
(Za i$ Bet gall met 3oet betmomt > SCfé 't $ert (Boe bjop) toilucBertoi ©en toiffen öeeften-bag / bie ubm t. XLIÏI.
atfèijn b?eugb/3aï bnaj/en faeer boo?/b?eugb 3#n/ €en b?eugb / bien 3[efug 3elbe ftuurt; €n 't Seugbig ^tertban nuberijeitgb 3ijn/ 3|n filtjbfchan bie boa? eeufaig buurt. XLIV.
SEuft rnnanb ©jaf / en ^ïabernye / ©at Bö b2ö om be i&erelb bing'/ €n lep bat ift be Xeftöernue ©an'taeug&iglebenuIuK; Enjing. XLV.
«Poet nmanb 30?g of faaren neuen /
©erteerb Bem fiommet of berojfet: ( éoe lnonbec tael ïuft mp B^ leben ) 3ift toeet ban 3023 nf ftommer niet. XLVI.
DBtjn 3Jeugbig J^crt fail aan geen bantam /
$et fc&jiut boo? Hommer en boa? pijn: ©ué geef ift bat in Sflefug Bmiben/ ©aar 't aïtrjü bjn en filu 3a! 3gn, ij Oogft-maand \66i\
|
||||
Schep'
|
||||
II. D e e t: 135
Schepzelen Niet en Jefus Al.
Vrnlyk -*■ ^
|
|||||||||||||||||||||||||
Cijepsdg fnoob! <Eie mijn $art Ulofifien
«002 betmaafi ten fmart / Itaoj een ïoogQebïca / |
|||||||||||||||||||||||||
4
|
|||||||||||||||||||||||||
©00? een Ualftfj bermaaft/ fflzit öat ifi uta
|
|||||||||||||||||||||||||
■_.___rs
|
|||||||||||||||||||||||||
gamüünpiiigiiig
|
|||||||||||||||||||||||||
È*=
|
|||||||||||||||||||||||||
baï!ct)cp0 3ic/ entt^aaft': 3|eful ^efu soet/
|
|||||||||||||||||||||||||
Ê:^=:ï=3^fe;r: ~ :»$
|
|||||||||||||||||||||||||
êIêIeÏIëI
|
|||||||||||||||||||||||||
^cfu Öaogfte ban 3ïl mat mp iujten Ban:
' ^ w w
arfu! toiïögn mp/ ift fciiï u/ totf u alteen/ €n
|
|||||||||||||||||||||||||
Oi ^> O*
|
|||||||||||||||||||||||||
|s||ÏEEi|ligE=^^=^l=i
|
|||||||||||||||||||||||||
3egg' tot al öe Jicfiep3elg: «©een.
^cnWien-gunft/ JBl&aareen&ïtft/
^uifcöcn.an0l,njl/ mmtenirfom/ ^Efren -r ^me toen; iSag ijl ïjaat nm gtmffc/ SJfiHC «'Jta'1 *** »Pflen tobnc-fianjl. 118«SIW! 3 *' 'r 0009^ ban
^1 tn s t mn tref; ;re,, ijgn j «eer geiden öan niimM Niet. .
gji in. jaseu«
|
|||||||||||||||||||||||||
ï36 UYTSPANNINGENJ
in.
atëenfcüen-fcgnon / 't ^oafö-jlufi ban fflatang Bier begagen fian: 't<Cier3eIban uta 25eelb / ©at mn fifflifitaefet fltotumïof/ mijn ^ertbaaft ban utrefik 3fefn! 3cfu fcöoon! 3|efu 't fcöoonjle ban Itëatmnbe&agenHan! Stefu taiïö gn mu / ïeerb mn bat fieballf göenb 2£>eb?ogig; „êcBoonöenbnbeujenb. iv.
3J§enfcBen-mfn ©ie 't gemoeb 3&oben a! Berleben boet / i'<£Me ,üfêenfrBen-min/ SUbj3e Ifêenfrfjcn bïenb/ Sin onrenne togt mn ligt mipenb'. SBefu! aefuïief! aefu'tminnjHftban 2CI toatifi minnen San! aefumtnbgnmp/ laatriMin/ u$ftun£/ uKroon
Mm Min mn I?epPgen boen / of boon. b'gble^agt/ 'tltofnw&urf
©anmgnMeeb/mönï|off/nujn^ung/ .
©jaagt öe j©aam ban Reyn, g^at Bet <#og berfitof Kt/
9üfê/ öcraa^! Bet^ertm'tbojreftfftt.
3Iefu! giefufrijoon! SJefucieplaSftban
itëat mn her maaft en Ban!
Sfefu! M&gumn/ geeft mnït ban tot Cieraab/
Cn boet mp3ien beg j|emebjfraat.
VI.
't^oetbermaaB ©at't#e&oomt/
©at Bet SSeeftje baar Bet frroomt /
©at jjet JHSo?gen-roob / ©at Bet «3?oene Srunb
<£eben; 3oelit in al§ mijn i^ert ten bunt.
$fefu! Slefulief! 3Iefu't3oetfteban
3&at mn bermaafien fian!
3lefu! tnifbgnmn/ toonbmnuinhiatbaar3torert
In^runb/ inj^unt/ inpumn-gebierr.
VII.
SCefifiere^ong/ <0uÏ3igBenö/
geeft mn biftmaafê jiilmfélEnb \ *$ W
|
|||
Il: 0EEi: tij
'ê fymtif ttiilb ocrf e// 'g m ggaatmi hriffe nooö
ötEEg bc fcguïü ban biat bE acuft gEboofr. 3lEfu! aefu30EtJ lEfu't3oetffEban 5ClinatrtjpfmaafiEnfian! 2efu! taiib gp mp/ fcoEnrttmp'^emEl|lERfiecnp
SntaaatgEïoob'/ 30öEniHb?p. SCB'. 6eboEl! 5Cfi! Gestet"'
SCp! fiEtob'cEnbJcöemec-Iigt/ ©Ebsn op bE panb! ^Eöentano?bfgöepb! 3©at ÖE&t gp mp bEElmaafê 't BjEct berfepö ? 3fefti! lEfnu'Ef! SEfu'ttoaarbigftban Citaat mptrEïtBEnfian! gtefu toiïb gp rap / bost mp boo? 't gefoobe 3*En / 3©at J|Epl b'0n3igtöaarlJEbEnmEn, Slagt-maand 1661.
~JEUGDE-VREU GdT
|
||||||||||||||||
r>
|
||||||||||||||||
Ël^liill^
|
||||||||||||||||
lES
|
||||||||||||||||
JS-ÖEtroEpEïpElEügbJ ^aetoEïyaftu
" 30EtE bjEugb? %\$ nog in mijn Songs 3faawn |
||||||||||||||||
i§HËI!i=ii=ËI
|
||||||||||||||||
'£ ÏEbEnl firagt in 't filoEpenftaat/ ©opgtöct
niEt Qat tmjn ï|anb ^naarsn SCnbEtg ban in |
||||||||||||||||
b2Ki0örn fïaalT-
3! 5 /1. ^JE«S*
|
||||||||||||||||
■«* UYTSPANNrNGEN.
i^eugbenepjtijetüamjeS&faeö/
©at3ipieetftefp?anaenb0et: #fêaac toaac binb men taaare tyeugüen/ <®nittr%an-tn jfêaane-Hrmg / ©aar al taat an$ ont ber fjcugüeti Éol fé ban beranöenng 5 ui.
't J|ertfiebenftt3ig3eïben niet/ tff't heeft ftoffe ban ber b?iet / ©atgetbeeceïijö Ban ftfemmen/ Jftlemtnen met beeï b?oeffen$; ^fftetfrfjooti intyeugb te3taemmett ^dpjnb/ enuptgeïaatenig. IV.
§©aar i$ 30 een fiïpbe jtaat /
©aar geen b^oefljepb na en fïaat/ iJPaaryb^eugbe/ bie be pijnen ©an pet upttcrft' oo?beel boet CJSJetbergeeten/ maar)berbtorjtt«f ©oo? een \ai$ craennbig góeö 5 v.
aj&aat fê b?eug& bie niet bergaat/ m§ be %ieï pet 3£tp$aam laats ©an/ Ijeïaag! saïaïgetrpert
Jfjaafl in ftp?pen ober gaan; ^aaï'getyeugöe/ bie bit frijpeit ^onbttfcöjeuteiuptftanjtaanï VI.
SteaFge b?eugb We nopt berbtagnb!
^aal'ge ^on / bie altijb fdpjnb! «êtraaïen bieboo^ef utaigftraaïen! «êttaaïen/ baar bit 3igtöaar&on& (#p Baat firagtig nefcer-baïeii ) 3fö3ün fcöoanöepö upt antfïonk |
||||
II. Deel, 139
vik:
Canbeïooggenoegen! bat 't SClgEnaEö3aatn goeö öEbat «0oEb / öaar aïlE goEö 3(jn goEÖÏjEnti anerttEnö/ enuntontfangt: %ott/ öaar't 3oetUan alle 3DEtDEpli %n 3ön bjEagöE-tuErö aan ïjangt. vin.
<Öoeö om 3f g fitm inneïp J ©jEugbenenfiel öernelnjft! i©aar 3a! ifi mijn ieugöig ÏElietl aguttigeroEjlEtiEn/ öan Sin öat altp ü^Eugbsn gEben/ €n mp nopt üegebEn ftan 5 IX.
®oeb omsig&emfnncrjjft!
afêaatïjelaag! rtwenelijR; Cn baaeom öEtninö te minöer ©an üiE maat öoo^ b'nogen jfet ©ien Weï %EfcQ En i©EtElö öinbEr / »ar't beloof geen öuüje/ öiet, x.
<©m 3ig 3Elbe minnefojtt %aï mp 3ijn 't amienelp; ö'€eufa'ge ï©p0epb / ö'€eufa'ge $aeMJEpö feennen/ afêinnen/ Ceutoiglp 3$ öaar in mijn eeutafg <£»oeö lepö: Ti ïtëagt gscn anöEr ï&einEi-rüft. XI.
^ieftöan tofjflflB feuabis ^ïoeö /
f£otub?Eugö fiEftenbig^aeö; g« Det gEEr-3iett ^trtiiEEnoegett 5£; ?n afê &*&*»«* saat/
SA?5aft*n3«9l 3*0 boegen
«cai/ En ban boo? €Eutoig ftaat |
|||||||
l7
|
|||||||
°F;4
|
|||||||
14-» ü Y T S P A N N I N G E N;
Opdragt van 't voorgaand?. N. N. 3OCfit0n'ttaC3cntïijft/
i^aïlen Iaat ban Ijet 3igtöaarïóB: IDantahj b'€benaat ttoeejicftaleri juinen meet met i©ï0t belaan/ b'Cenerijjen b'anber balen ü^ïet/ 3amaet8etöictaofi0aan, 2tet op 't €euto!0e <0ehii0t 3
SC0t ban al ïjet 3tenhjK Sliot/ 't 3$ maat ra3ernn / te 3e0oeit Werld en al is ydel, abj
't J|ett na 't 3tenbjft jjunrttenb ïe00en
25hjft/ en maafitnn£3eogenbahj. De Heylige Maagd Maria.
Jefus Moeder Bevrugtet,
|
|||||||||
-^*- fCmaetifl #aber ïief! bfe mg ban ïitabg-
piiili
been aan J|cbt in 3a?0en op-oeboeb/ <ïEn ban
|
|||||||||
p^^n^^is^i^tfl
|
|||||||||
on0ebaï begoeb / €n op H leerbe ftaan. 11 geeft
|
|||||||||
mrjnlc«0bi0j|ert0elfeft/ geöfenb/ se-tyeeft:
|
|||||||||
II. Deel:
|
|||||||||||
______
|
141
|
||||||||||
<£p 3Öt ^eece ban tntjn 3in/ tëpnenboeleban
|
|||||||||||
Wm
|
|||||||||||
mönjaain SCHeenaltgbBetaeeiï, Bopttnïjeeft
|
|||||||||||
tmjnl^jperp/ BoptbernaenfrfjeWpetp/ .fèopt
|
|||||||||||
fcebunlelujt ,UloptoeIupe£ujt/ «iloptbe gabaar*
tip/ a&optoeXeSftetnp/ l!aarï|eetfcïfappp gebijt.
II.
«Ig rap een berteï uaenfcïj ban tornde ^USinne fojafi; ©aöerutnopregte^Sfn Coomben al mijn tasten in gat niemanb nten toom 6?aft. J5? m9 Öet 6003e ^leefrij tot bnple 3Euj*en riet / L®! gebaatlijHen^trijb/ ^ebe Velban binnen lijb!) ***Dn Wil en taoub Ijet niet. *fant uta ^rfjaonftenb boben al/ fjbi taelbaaben 3onbee tal / «toeïfefïjjttïjepa/ Sïl0enoen3aamfiep&/ •g*aa«i a$ «©ju goeö / J©oa?öen $anig-3(iet ■«on tn mijn ^ert pjujepb. Wa$ ifi in een ftanebieeÉ
^atmpbelCuftSfepi |
|||||||||||
142 UYTSPANNINGEN:
jfêijn teer' en fittte feugb gab rijper raab ban boen/
<©m m bee$ fenpnig' Cettm
(Kcgen^pger/ 2&eeren3Ceeuttt
ö'<©iino5eIgepb te goe'n:
Seip ban SGófepfj (mijn genoob )
Musijn fiunfcge HSinne Boob/
öoog ift &em ten l^eec / <©m mgn &»p$jepb tcet
Sn een wpne€gt/ Jga utoiMgeregt/
(Ce goeben boo? on-eer.
mün Sfofepg geeft mp ïief/ 'en IR mgn 3Iofepgtont i
3Ef efbe-Banb ban ifêenfcg en Jltëenfcg /
t'^aam gcboegbehielen/ toenfcg
3h/ en in b'€gt niet meer.
Mui SCïgenoegsaamgepb mp bu$ Begoeöen faiïb.
Sfofepg $ Matia '$ ruft
Cn JUSaria aiofepfijfafr /
<Èn <öh omj Bnber Jkgilb.
SCIber-3oetjien jfèenfcgen-min l
35a be# $emefê repnen 3f n
Uaar BcbalHgöenti / ©aar KeftaïïfBÖepb /
©aargetrcutoiggeub gnbe3Upbergepb.
Wm gronb ban 't ^umigfi fepb. Jfêaar taepnig bagt mgn ^ieï/bat 't ongefcgapenSigt
't^nberifpripfielrpb
^ig in mijne bupftetgepb
Cen itëooning gab geffigt t
^p taoiib tien armen -ïfèenfrij BesoeHen ban om ïjoog/
(fi-nb'om '$ ^emefê tael-gebal/
itnt te boeren in bit ®aï/
tp Sugt en BMft en Boog;
n fttuam bafen in mgnjgdjoot: Sfo ftmam 't 3Ceben in öe ©oob / HEnnamuptmijn©leefrg7 ©at ondier genee;?/ €n nam upt mgn 25ïoeb / ©at on£ 2iele bocb / , 3£tt^Enfc8upt^fnfcgbemefr VI. <0* |
|||
II. D s s t. 143
**, VI.
gl onuegtpneïrjB/ engcanbelo0pefïupt!
®ie beu'tyetnel gieftgeinaafit
f&P (3jjn nebjig ^c!iet>3el) naaRt/
^u üicft mp tot 3öiï ^^upö I
f«P ounfti Di#©aa^üE(i banbien©emeïfc&en«6e3ant
w'iüHEn mp nogtn Ijet #a?/
i*1?' UB mu aegeerbe boa?
^twptliEcftoDccnfana;
^tüEga^octinetgcaa
~Quö uestnangeta 3ön / en 02a
^aarpn ■$ f ernefê «oon / ®iè 3ön?" ©abetji ^9?aon/
E'e3Ün€cutófg©ceU 3Eaaten3auö/ en geel
^«erben tot 3tjn laan.
«nr, VII«
1« BroEt ti / $emeïfag C^pa fip) berBagten jUSaagb!
«Wet ^outacn ^cerfySljepo!
©ie öe b?pe «JEtaeötgfiepb
jDe^emefê gefit öefiaagt.
Jjeejt niet jtearp / die gunft in '§ %tmzl$ ooge binb;
§'« üe #aan jijn auben fteec
pteo|te-maal/ ban Bont ifiroeer/
f«8pgelegtban$itnb.
Jeiusnoemt^ijnjgaam: ©iefê/
ÏÏPap/ enJ©e}en3aïgeumj
?™M8oontae3entlö»: €nVin©abibg-rgB
JFjjaBt 3fraëi b?p Hpt 3ön fïabecnp /
WöaebfiemtfeumigitjB.
& * VIir;
mSïKUB Een ^oette ftefiö tna£ bao? be lage tent i
SSïhï?n1tort/ bat/ 3iöSEp/
*%ü rimmh 'ïï?9 SEtaent.
^oeeenM^CS"^
* Stem
|
|||
144 UYTSPANNINGEN
$t on fiomen ten #e6oo?t!
'£ Verneig tëeeft 3a! ban om goog
C %ena' gq) fïaan 't SGImagtig oog
<©p itüi 4ëeb?tgöepb: €n uta ïïepnigïjepb
©;agen boen ten loon '0^emef$J|epUg' Zoon,
t&etV €eutaen toe-ge3epb.
jDfèijn jtüT geïatenïjenb 3epb' niet ban / Ziet u Maagd!
i^eec: utaitëiïigaltöbgoeb/
Cnb'utaïBoojbmaaragtig: boet
ifèet mp alji 't u beïjaagb.
i©at nan 't getoob' niet aï / afê 't jtiïle Uefbe bjaagt 5
l^epl upt gooueIoo3e noab;
«Hberg'tïebenuptbe^oob;
<En giet een Vrugtbre Maagd.
4&u3alb'on6ebleIite SJeugb
^ig boajtaan in ifèinne-bjetigb
«öaan bermaafien: itëant 't <©berbiere-panb
©at ifi nu bectaatm / ©alb mp Ijaaft in b'SCrm /
€n fteefit mijn J|ert in Djanb.
25 Louw-maand 1669.
|
|||||
NIET en A L.
DAT IS,
Des Werelds ydelheyd, en Godts Al-genoegzaamheyd. |
|||||
m
|
|||||||||
il. D e è l:
|
|||||||||
ti$ 30E&, gjet! 3iet! Wereld en al is niet.
II.
3JM frfjjiftB'ïp i$ bet Grooten haat CntoojnigSenb:
^Saar hie nn Ijong bergeben flaat ©aaftmojgenonbeElepb. %ittl (ïc.
III. ©në ©aber ftuurb be ferten taf g Cnna'ton^bfenö:
®ie geben on£ een ©nanb \$l 3$mo?gEnamieEn©?ienb. %\tX\ Qt,
IV. CnafêmenowJomJefumQaat/ J©at fian 't on£ öoen ?
<©f niet/ of bat maar 't ïigljaam ftijaaö ïietfcg?aap3El ban onfijnen, gfet! Qe,
V. Sü8 Wt'e niEt Ernfl öec afêEnfdjEn frrmd Cnfpotternn:
Cn'gfcElbëftfjtmp/ untgfefmjgaat/ a^cme^loftioojmp. giet! (ïc,
VI. 3fi fdpiH boo? '£ ifêeEeïbgdreygcment $tö,ftftim*9amti-
€n siet ben ^enger Stijgt jrjn enb/ SMeet'tgebjennbeöomt. ^fet! (ie,
®»°f't geb?engta faaatlp fitaam
WSaabv entfoeb/ Enaïbenam/
c Genoeg'$ong genoeg, giet! v- e. VIII.
€nrHaBenta'airjn|iÊ#enb£n fttoöt J
|
|||||||||
14* UYTSPANNINGENj
sebjnbertaijftt/ Denülemeï/ ongtenb?ienb/ en lp jgiet bat ankert bestopt, fSittl CU*
IX. Cn nf men on# bit ïeben al 25enamniet pijn:
Dit ïebenig maar ifêinb: ensal ©n&Mitë'tEebensön. Sfct! @c
I. Rulle,
X. BEloofc beïfêerlbnn£25ergenban
<fcetauterb<#oub; «tëmongtotftbiaabtetergen; ban Jfêp taeng'r en eben ftaut.
JgiCtl 3iet! Wereld en al is niet XI.
De S&erlb fgban beloften rijft Mmt niet ban gift:
Die baar optoagteb' Breeg maar JJïtjtt / Cnöaub'3iöopeenb?ift. &iet! (%. XII. jütëen toagt be# Menfchen-gunftten loon / <Ên Stijgt 3ö» gaat:
©aafi toagt men op een ïtaningf-firoon
€nfin}gteen25eeb'Iaargftaat. giet! &
XIIL
Den armen Wroeter fïaaftensmoegt/
<®mtaejinigb?ea/
€u Reeft Ö9 lang geb?aaft/ gepfoegt/ 3I§rtennbnogtoeïgeb?e». %iet! @c
XIV.
Cn firögt fin bat fin3oefit/ toat fieeft/
i©at geeft 9n ban?
Wat overvioeds, En niemanb leefb / £8Rfcraanöfeeft baat ban, 2fet! (ie. ,
|
||||
ïï. D E E Li tifi
xv.
©eflaaffcOen&InEcftunpt/ EnbtEnö ©mtDEpnfg Staats:
CnEErgp'tüaftöEEft/ flecftsgn^fenö/
g0n©nanbfiamtinplaat£. %\il\ (Je. XVI. CnïjEeftïjn ïang bon? bienjiEii 3U)aat
&ijn^ieH)Er;mo0?b: ^En laatftcn biEnft bunfit onbienjt / baat
SJjl Heffer-vriend ncrftoojb. %IEt! (Je,
XVII. €n fiomt men aï in ^taat En €éc
^Enljoogflentop:
CEMnenft/ EEna^inbtDEcptoniStEEnEEE/ Cenanberftlraipt'erop. Zktl (ïc.
XVIII.
©at «5?oot en ölepn 3t0boo? u fiupgt
3$ïïotgnog^Eltm
^iE i)E3En l>ag gezegend juflgt / fioEut mo^En kruyft Uien Mtfyzlm. 2iEt!(ït,
XIX, €n blijft men aï in 3|EerfijHÏJEna J^atÖEEftmenbau;
<#obt taagt uta dienftin moEn'lpïjenb/ Cnmliening baar. üan, %iEt! ge. 2. Rufte.
XX: "T\E Pragtban ntaa3E CiecïtjfiöE»ï»
-^ anfcMnüanfiup^ 25etoberb ong niEUfc#giEti0ÖEtia ~. ^aetïilEEb'EEn/ J|of/ en$Ui$. ^!£tï 3tEt! Wereld en al is niec.
XXI.
<©! aïtcnb'ijnKleed'renpragt! ^aac'taloppzaalb/ _
|
||||
+8 U Y T S P A N N I N G E N.'
©oo? gonben eee jt tec ffltttlb gEö?agt / ©an55EEftEnEErflgeöaa{b! %iEt! (Je*1
XXII. ©En EEtflEn UjEbEcfpannf0ÖEpö ©ntiiam ong ganjicft
ö'^unooflE bjEEjkn jcl)aatntfoag§En& €ngafangbE3Englanfcö, Ziztl <£e. XXIII. €n bat (ö nb'fen USEnfcft) tito <#EEft 4&u&Eftinp?agt
3$ öct*3Eï ban Een ïam / gttaEEft / ®ffpon£Enïfêo?mbEragt. %\iV. de.
XXIV. ïïhi$an?-6oftïj biEubugbEttfEta leglCigftaamgbjEft;
$i(l niEt taEHlEErlp bat bfEjtaiEEö ^p23ü?flEnobEcSEB? SiEt! <£b
XXV.
^o on uta 25o?fl En rug ontbEfit/ 'tSfêöerteUjeyb.
ïfErtin?mtgn't3(!angE3igt/ gntoEïtt ilto^cöeppEr^too?nigljEnb. %iEt! @t
XXVI.
©En Hof bfE u bEn (©EEjl bEttnaafit
3Ö Ieu bat bïE uta ;a?g toat jlaaft t /
msaac 'ti| ufo ®ttt niEt toaarb. ^i£t! d&
XXVII. ©at 25£aemp] e bat nu cf etftjB gtOEnb €nmo?gEnbaaIb/
3lEErb b'pbElftenb ban altaat öfoEnb €nbaannEnbugopp?aalb. %itt\ (ïc.
XXVIII. ©ien 35oom biE baan bsn öarbffrn <êto?m ©ECbiuirEnfionb/ m ,
|
|||
ir. D e e a: hï
«gtaat nu gEftnaagt ban Sat of Wam /
©EttottotaanbEgranb. %itV. (ft.
XXIX. ^njatrtm^aabban Mzükgn/ éffmaaftigftïftruiia:
€u 3f et bat op Homt i§ jf entjn / €n (©nfiruno battet fpjuyt. %tet l @c,
XXX. €n fp?unt tcc een? öet öefte ïf tuub (èatpmanbtöEEt:
$te ^Eoïle tojoet be Jfêojt'ÏEn uyt / ^eJslEftofitëo^njjEtEEt/ ^iEt.' (ïc
|
||||||||
3. Rufte;
|
||||||||
XXXI.
|
||||||||
Bruint b?n uta Huyfen ^eetelgft
^ig&erlfenijaag: ^og uj Bet maat sebafiHen i&jft / €n niet fran fcJjoon booj 't oog. «lEt! 3ttt! Wereld en al is niet.
XXXII.
I^ErctEEb ttlEtpragt van Scbildery Hhirunmeèaal:
'teniet ban ©erf/ entnaatCopn ©an'tnb'Je^incipaal. «fet! (ft.
XXXIII. Ütogïanfcg ban Glas of Porceleyn €nifmaarglanfclj/
SSep^oeft get ttiEt EEn (lootje ftïenn / <&aarlegt3unfaMftoflanfclj. fefet! (§e,
XXXIV. ®efiop3tIuftban Lekkerny', ^«[ïabenbanbEfmaaft. «iet! (ft.
$f 3 XXXV. tyt |
||||||||
UYTSPANNINGEN.
XXXV. 3£e „êürfêen^anft/ üieinïjaarmaar <©mjntagt30U038ii/
3fêerb öoo? Misbruyk En oberoaab ©eranöer&in jfentjn. giet! (|c.
XXXVI. Cn Iaa£.' taat baat ben bert'ïcn .nfêonb / €enb?oIpuut?
't ©ecmaaft i$ ban een Ff o?ten flonö / «Pen injoeg ban eeuta'genouur. giet! @f»
XXXVII. jfn! Luftenbannogbuuïerftanft SUf-fcDutaelijR!
lltn jEaam i$ 3dbe met Fjaar lifanft ctënggicïenfrtjabefijft. giet! (ïc. XXXVIII. tget ©eerïpe JBenfcFjen-fcljomt 33oo?3oeenb?ift
«Hfêi^imlit/ tao^b 0113e gielC ten loon ) (^otp3eIü&becB<ft. giet! ge. XXXIX. 3HSen noemt öet3üete Menfchen-min;
't^JHSenfcöen-öaat/
l&iz baben aï toen renten #n ^ansuntyen'cfbefcFjaar. giet! ffc.
XL.
lEn! noemt ïjet Heber 4l©enfcSen-fc9?ift / «Pet pellen buur:
UWen? f ujt i$ beo? een oojjcnDïifi / €nto?oeg ban eeuta'gen buur. giet! (#'
Zfctl üu#fr#i©erelö^c9atenf#ai
Cn^gerigfiJjenb
€n b^eugb / en lujlen ar-te-maaï jUSaarejJKelnbel&enö. giet! de. ■
4. Ruftf'
XLII. ©** |
|||
II. DieC *5i
XL II. 4.; Rufte,
T\€ntanbEtt omtrek van de Ziel
^ IjêueeI te stoot; SM öabnen tap bat ongi öEbf eï / 3laB8efifiEntaEbEEïnoob. *!Et! ?tet! Wereld en al is niet.
XLIII. ^e2fEÏ/ batEb'ÏE^cBE^El/ ftan
Sagaïtöomeet.
^EflEEten: toatté'tepnö'seban ©ooj'tepnöEÏaopESEetS %\iW (ft,
XLIV. 25ieö45unft/ en#oeb/ en^eetïpïjevib dEnlEuflEnnofit
Sdan 't ©EttE öat berflaoeti ïepö / 'tlénietöancnfiElraoö. ^ietl (ïc.
X L V. Cnnfetgfian om) verkwikken, baat ^Etï|Ettefiteunb.
©eltëetEibrrfetljEtierte; maat: I|etu|ertbei$eteUijtemib. fcfet! de.
XLVI. ^e ï^etEÏb tnaaftt gesn tegtt bjEtigb J©ü'ti|EttniEtmEE.
Aet^etffianjltn/ en <# liECÖettDh SCI fcöaftOEÏPetlb maat Iuee. Sfet! Qfc.
XLVII. ®flt «Hf bE itëetelö aldaar fitagt (j5ingfpannEnt'3aam/
€n M bc minjtE Koorts He raagt / g&toembe'giPtteïbga&aarrn Jöet! (ïc.
XLVIII.
^«0 EEtig be Ifêetïb met at ïjaar <$oeö
^nflapensagt/
^»8a|mgïujttot^PD3E5nEt: „-,.,-
S5&raembe'#I>etEÏb«agt. 2ttt! ge.
& + XLIX. €11
|
||||
*fï ÜYTSPANNINGEN:
XL IX. Cn geeft ben Wttlb niet 30 beel nut ©DOj'tïigöaambcal/
©oe 3011b Bn öan be ^ieï ten ftut ©ecfcö'affen€eutoi0i|enl? f&ttl <&
L. 05! afêbatCb'ïe JkBep3eï3tarjmt /
C€ntai^Bet3aI)
itëat Beeft be ïfêerelb bog bat rjjmt ^enfteun3eIUoD?bienbaU 2ict! (ïc.
5. Rufte.
LI.
T7 jg 0e66' be ïfêerïb aï «0oeb# genoeg
J-* ©Do?aIon^Iufl? 3|et gocbe maakt zig vleug'len il^OCg /
©f'tleev'tnerb on^ gebluft.
Eïet! 3iet! Wereld en al is niet. LIL
<£en©ief/ een^onfi/ een ïfnjg Berooft ©anHaaven'ïanb.
Cen^rju/ cpn^iefit/ eenb?oefBenbbooft/ fói Deint uln Maan Bant. Saet! (ïc. lul €enpec/ een^ïen/ een StipguïnHoff ^ectaeïften boet.
Cen fcöenb'ge @Tong ufa Eer en ïoff Pertrappelb met beboet. ^tet! (ie.
LIV. €enïtëoo?b/ eenïfêenft/ Een iJ^aanuto Vriend ^Tentënanbmaafit.
£en Spijtige/ 45ijbige/ ^Sf^-gebienb/ ÏUfümm'in Hoogheydftaaftt. ^iet! (&, LV. #naïïc£6ïijb7 nog blijft gn niet/
Maar deze NagC
Werd
|
||||
II. D e e L. 153
\Verd u de Ziel ont-eyfcht, en Mieb
ïlta<6aeb/uta€cr/uta|^agt. gfetl ge.
^ LV1-
©anïeng'be ïtëer'Ib met al gaat u&ieb/
_ ïltoSIeeu'eenmnr.
©an maan' be Jtëer'lb um jtetben joet /
€n geen'beluft'een buur. giet! (ïc.
LVII.
laat ban uta ©jicnb uto tooojfpjaaft $ijn
©Do?'teeutoi0ïïegt/
©aar 9Pan3f en niet en i£ ban frfjijn / ©en^eetigalgbenBinegt: ^iet! ge*
LVI.II. Uta ^aogïjenb taeer bien Kegter aft ïüta^elb/ utti^oeb/
ïXtaïBtuft/ uta Suft üer3a0taefiraf Cnftoei Oer pellengloeb. %\ti\ (Je.
6. Rufte
LIX. 't "Lêïang genoeggE^ong'ban Niet,
x BBaarujljetAi?
©at afê |et gantfege ^c0ep3cl Mieb/ «JBijn ^iel Ijoeb iioo? bien uaï/
't Al! 't Al! bat me genoegen 3aï. LX.
©ie 't ^crjep3eï een£ 3tjn 8&e3en gaf/ ©er Schepi'Ien Heer,
©ie 't ^C0ep3el maaftt ter ^cfieps'len ftaf.
©ie ijSen niemanb meer 't Ai! 't Ai! bat me genoegen 3aï.
©teauet ^cgep^Ien ^eerltjfigenb
«.fcabeuat/ 3,3 «itngn Vreugd mijn zoetigheyd,
^„.ffaïmijnüer, mtjnSchat.
9tv- ?Au bat me genoegen jal. „ _ ït 5 LXii. ©ie |
||||
,y4. UYTSPANNINGEN'
LXII. ©ie 't ^CfiepSEÏ 8Ï 3tjn kragten geeft, «Al, «Al, )
Jfêant bat gn geeft/ $ngooger geeft €n aan mn toetfiEn 3a!.
'i Al i 'é Al! bat me genoegen 3aï. LXIII.
©ie 't J>eneu3eï onderhoud en boeb CSWAl, «Al:)
©fe't^efieuseltoerHt/ enwerkendoet
9Ur^*t ^epï öefcöiftften 3aï/ '*AI, '$Al, batmegEnoegeH3a!(.
Ij A 1 V «
©ie aller Hêenfcgen (laag of goog
3[nJ!fêagtEn<graat)
©ieontbeEioaenfcgen Herten boog Cn nengo' tot gunft of gaat /
'gAi, 'gj Ai, bat mE genoegen 3aï, LXV.
©oo? tuf en be <eprj£ mn ftetfit en boeb/
©en t©?anfi ma Icfcgt /
©ie mn inrjn üleeo^en toarmen öoet/
gfó Honen SM het beft.
'6Al, 'gAl, öatine genoegen 3al. LXVI.
©ie3eïff een Heer i$ van mijn Hert, C30Al, «Al,)
€n btnmgtïjer tot genoeg'of fmett/
Sfnlnenn'g/ inbeel/ inafP/
'*AI, '#A1, bat me genoegen 3af. LXVI1.
©iemu3(jn Zoon ten Jjnfae geeft (3gAl, «Al,)
€n niEt3ijn SStoeb/ batceutafgleeft/
M& eeutaig leffcljen 3a! /
'$Ai, *$Ai, bat me genoegen3aI.VT7TTT _.,„ LXVin. M91*
|
|||
II. D e e L. tyy
LXVIIL
Üfèö« SMe fteït u ban ter neer / $ter$BetAi:
^Snn^tel/ enlaatutaïujrmetmeet oerboeren/ ïjtcr t# 't Al
't Al, 't Al, bat tt genoegen 3?tï. Slagt-maand 1664.
TESUS VOORBEELD.
J 1. |
|||||||||||||||||||||
HiliIÉiiiSiiiliiiiitÉiï
|
|||||||||||||||||||||
3
|
Eyl'geJefu! $emelfcg boojöeelb! ©er€n*
|
||||||||||||||||||||
Sfe
|
|||||||||||||||||||||
l
|
g'len ^enligöenb / ^erb aïgf buujïernfê berao?beeïb
|
||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||
2E>u utoe ^upüetgcnb. Jlefug i$ münon&efmet
|
|||||||||||||||||||||
üi=iii^Ii!l8i=§8ii=
Hoofd, en Hert mrjn Geeft en Wet. ^nltgt mn //
|
|||||||||||||||||||||
ülenïtgt mn: 9P& moet Jefu 3gn atëaSn. ^entfgt
|
|||||||||||||||||||||
W
|
|||||||||||||||||||||
nW/ ^enlfgtmn: gjRmoet^enligsjjnaï^n.
St^ejefu! bfebe Naaten
sfanuwiiopbengronb €njlüboen leggen fionö.
|
|||||||||||||||||||||
UYTSPANNINGEN;
§tëanneet jaï m#n tocïjt en Wil
«Heng in b'um faec3inrien ftil i Hepligtmp// JlepHgtmp: 3ftmoetJefu, 3rjnalj3"$p. HepugtmpA i£eplfgtmp: 3|ft moet ftilie 3rjn afê a5p. III.
Wakk'rejefu! ÜOÏUan30?getI «En arJmia 3anber maat/ S5e3tg üan ben boegen Ma&zn l (Cot aan ben SEuonb iaat: 'l^aagguoo^m'té/ mettoetftfie3et/ '$Mm$/ noo?'t"2&ebbe/ m't^eöeb, fèepligtrapy ^epltgtmp/ 5|ft moet/efu, 3tjna$#n. ï&epligtmp / ï|epHgttnp; 3ft moet wakker 3}jn afê <(5p. IV.
Goede Jefii! aïtrjb mindlijk
anh'effeïiïftodaat;
jgelienjê ^ientr en ©panbtyfenbip/
«Een pbet? fjuïjp en raab:
SCfj! taaaeiftal^gn: een traaft
SWIerinöaarfiuIpetoofl:!
$epHflttnp//$Kp«0tmp/
afttnaetjefu, 3gnafê«&p.
©epugtnip// 3|epHgtmp:
aft moet mindlijk 3jjn al^l <£p,
V.
Zagte Jefu! bfe 3agtmoebfg ©et after-frijarpfte ïeeb 3p?aaftfoog ftonb uergebengoebfg/ aa 3onber too2n en ieeb; aiSaar in pner ftonb uetgaan Wietb um ^aber ftnaab gebaani |
|||||||
ÏJ6
|
|||||||
%tn>
|
|||||||
II.' D e e E1
^eyïfgtmy// $eyïigtmy/ aftmaetjefu, 3tjnaï£<lE>y. l^Ugtmy// ^eyugtmy; 3IB moet zagte 3311 a$ 45p, Nedrig'Heyiand! taeeEbigt'eeren;
<&ien allee Jü9enftBen loff ^eet ootmoebig ftonb ontbeeten: €030 beg gnognioeö^floff ïtëiftte / bat Set oo?beel ftfaaï SCltijb ftonb in b'€benaar. ^eyligtmn// ^enugtma/ 9jftmoetJefu, 3ijnal0<0y. J&eyligtmy// ifeyligtmy: Sdft moet Nedrig 3jjn al# <tëy. VII.
Zuyv're Jefu! Me be b?iften ©an't SCigftaam tomen ftonb/ Cn fiet ftuu frïj ban 't onftuyfcft jifteis Mttfynt/ endoog/ EnJüanb: SWumaüebenötelbgynet/ SCÏl utu bennen nnuefmet. ï|eyïtgtmy// J|eyligtmy/ 3ft moet Jefu, 3tjrtgfë<l&p. ^eyügtmy// ^eyligtmys 3|ft moet Zuy ver 3ön al^ #p» VIII.
Maat'gejefu! bfenoerebe «©e ijnifê en^?anfi toe mat; lettel noyt in leftfierfieben/ a&oytbol/ ofnbet-3at: s Hemels wil te doen gieïb OP
® °o? uta £01$ en ïefiftemy,
IIn^Et,efu' 3flnaïH<«Up.
geyligtmy// ï|eyUgtmy;
|
||||
ij8 UYTSPANNINGEN;
IX. Heyl'gejefu! b?UHt Uttt Xebeil (SCenlebennpbernijn';
«Poet mijn ©oet al| b'utoe tteben/ Mw <00g alg 't tttoe 3tjn / Söoüen aï maant bat mijn §ttt 9C10 Qet uta regt iinetig raerb. I&euïtgtmn// ^euhgtmni Sifi maetJefu! ;tjnalg<tën. ^enligtmn// %e£iligtmn: ïft moet Heylig 3tjn afê $n. HEERLYKHEYDS-LOFF.
i. |
||||||||||||||||
<©og!omöaog!mtjn2ieï/nababen! j§fet
|
||||||||||||||||
|"^Ü^^^=; =^£=1=1= i^Ni^ÉËÊ
|
||||||||||||||||
eneben tg ïjet niet: 'tSegte ïeïien/ ücben/faben/
|
||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||
"■ SBgf maat baat men f efum ytt. SN mat gn jfet np
|
||||||||||||||||
Sflatb/ SCImatgn&onjbopSGarb/ gfêumnoft»
|
||||||||||||||||
lp letten/ lieben/ leben/ mtnatgntoenftop
|
||||||||||||||||
p^Ël=ii=i=i=ËiËi==s
|
||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||
SHarb/ 3$ «to fioflïijft #ect niet toaatb.
U. ^cöaan
|
||||||||||||||||
IL Dei 6. 159
II.
«gcbaattÉnpragtfjtenftelfcMtt/ m
Luften met 't se6?upft becbtotjnt»/
«Etaub En gilüer tg maat flp; ^aat'tBojtelöfteS&Ioeö ïDaac 't BoftEïtiftE 25Ioeö S&aatbio al uto leben/ liEben/ faben/ ®aat 't ftoffceïgfie 2Woeö 't ^Ett babEn allE £ gElbEii boet. III. 't Leven 30nbEt emibE ^EEtlpt /
3£a bit leben utngeip /
M/ mön^icï/ alleen begEErfijBy
Cn ÖEtaEEgt onsiotüaarlijft /
^ïupt maat uta ©leefc&eltjft <#og// ^luntdt,
3©ant bit fieerHjft leben/ leben/ leben/
,§urat maar uin &Iee fcgelijft <©og /
3©ant bit leben ipm goog.
IV.
2anber jter ben bao? <0obt leben / kanoetmoEptE/ 3onbEEpQn/ Saubec^iEfttE/ 3anberbeben/ ^anberHtoel/ En3onbetHimjn: <©! nb'le2ietöebenHt// (©ab'legfel! @C, ^onbecftetbenleben/ leben/ leben/ <©! Bb'le^ielbebenftt/ 3©at u ben i|emel gocöig fcQenBt. Leven in volmaakte deugden J
got öe# Heeren ©eetlljmjepb / l£?H»Jhi beg ^emelgbjeugöen /
Söin3öni|Eali0öcnb: |&0S|ngianfcïjbeceenb// Jtëet3oe*n Qfc» ^onbecgqnbEnfeben/ leben/ leben/ |
||||
'i6o U Y T S P A N N I N G E N.
.ïiaet3neengïanfcBbereenb/ %\tt mat ben J|emel u berleenb. $er3enloo3en/ bfebefnooben
^onbenboet/ en baar in leeft/ 3©eetgnniet/ batube©oob/ en ï^el nog in ben uoe3em itlcef t i BMbgn ten lenen gaan?// iMbgnten (ïc. t&mgtberbetigbenïeben/ leben/ lenen/ 3©iïb gu ten lenen gaan i t^angt Dier &et beugb3stam lenen aan. VIL iuDenfdjenjFf En lievens-weerdig
3$ nujn üefug / baar be Min
SWrjjb tot tuat anberg beerbig
3£inü alleen genoegen in!
MQn %\t\ na nonen ban // M§n fSttl na (fc
©aar üïlefu$ lieven, lieben/ lieben/
jjBgn giel na bonen ban
©aar ift Bet J|enl aanftgoutaen Ran.
VIII.
Stlbetminndrjft fte ^cQoanljenb!
©a?3aaft han taat Ijier fcBnon fcBünb / ©ie oaa? Naaren/ noggetnoongenb jusinberraaafit/ ofontberbtmjnb Hm ^cgoonoejjb / 6ib in aan // tutu (Sc, ïJMiftontJetg lieben/ lieben/ lienen/ mta Jrt#oonf)enb/ fiibifiaan/ ©aar 3al ïjtt ï|ert eerfr Beenen gaam IX»
SCllerlenneballiaBeben
©ie men Bier uebcnFf en fian /
JOaenfcBen-Iicfbe/ USenfcBen-seben/
^Önber maar een fcBabum ban
©it fteelb mijn j|ert en al / ©it fteelb mijn (ie,
Suft inn iet te lieben / lieben / lienen/
©it
|
|||
II. D E E E.1 1^1
©ft fireetb mijn petten al/
©ftbobenaliHltenensal. fffi! bataïïerjil&enfc8en-tonn,en/
SWf et Cnn'ïen tanHfierljenb fEamenfpanben/ trainen sannen/ Jefus-lofFen iEEElpïjEnb! i©aafttoppert/ Mantx/ en^anb/ afêaaïit op mijn Cntet; taant 3fcfu|i i£ te loven, loUen / Ionen: ïEaantatrnpBieEfcjftoff/ ginBt3artöct ebnben Heftig loff. 2 7 Oogft-maand 1665. 5£ Kruyfe van een Chriften.
|
||||||||||||||||||
L
|
||||||||||||||||||
rs
|
||||||||||||||||||
% tg 't ban Kruys, ban ïeeb / ban bjnefIjenb /
|
||||||||||||||||||
ÈiiÊinï
|
||||||||||||||||||
^anbeebjiet/ (PatifibitïiEbopöerV uittfmect
|
||||||||||||||||||
lilliÉgtaiillË
|
||||||||||||||||||
EnJgBet niet: Jtëantjefu, liebe«?eet! bfemn
|
||||||||||||||||||
pi^^i^i^feiili
|
||||||||||||||||||
JJU^etijeuBb/ ©oo? €en fonb ftrung en
teeb/ taeï ^Up3enb fonben b?eu0b! |
||||||||||||||||||
. ®m
|
||||||||||||||||||
i62 UYTSPANNINGEN;
ii.
©atfttgeen$Carofcgen-ftöat/ geen ruft/ nogïufrge'
niet/
jgofl_ oy fee Wtt eïb troojt maar onhtft en berbjiet; ©atfgnmubientbmV <&Jdu, ïiebenJI|eer! JBSgn^cpt/ mijn Suft/ mgnSEuft/ mijni|oon/ mijn troojt/ mgnCer.
ui. $p buïb aï mijn geb?en / mijn noobefa3e 3o?g <gtaafit BB/ afê gp «ftriö boo? al mijn45£ömberr2&o?g: «©ieghiatiKiijbenmoet! ©Jefu, ïieben^etr! ï©üifi tori lijöen / en / alp 't u fictteft/ nog meer, IV.
ï£at iït be| Werelds-fchat toelboenbe miflen ïïlOtt/ aBebtaongëof berfdjaïfit berooft biojb ban mynt&oeb;
<©atif om uwentwil/ #Jefu, Iiebeni|eer! ©atïnififiïijoen/ gn/ afê'tubeüeft/ nog meer. v.
©at ift mgn %ttI met zorg boo? 50 beef fjater^ Ijae'n / Cnmetbeelarbepb/ moet besUiefdens-piigten boen/ ©attéomubienttoüV <©jefu, Hebenï|eer! ©atwilüipen/ en/ alg'tuuebcft/ nogmeer. VI.
©at ift mön Xigljaam lugtnt neerfHgearbeyd bffling/
€n cm utn 3Ceebjeg teer met mijne mjren btng: ©atfênmumenttonV @Jefu, nebeni|eer! ©atintaiüijben/ en/ afê'tubeïieft/ nogmeer. VIL
©at iït in noob of b&&$ ou urn <0euob mp freï
fCot vaften, en ter ^onben boob mijn fOg&aara ntoel i ©atigomutoentfamy <©! Jefu, liebenï£éer! ©atmtaiHijbtn/ en/ ai#'t u belieft/ nogmeer. vin.
©atiftmpfpeenbanluft, enboo;ibe3atgepbrij3' .* JöSet baatte tipt btn «Slaap/met Ijonger ban be &pw' ©atfénmutaenttoüV <fc! Jefu, liebenïleer! ©atmtotfïijben/ *n/ flfê't u belieft/ n°0raeeraaa{ |
|||
II. De?i. itfj
©atffitnfitt &?iEnb£n/ja mijn üierfiaar naafte S&toEb/
W$ ilt u boEtftap bain / ban nip vervreemd 3! en moet; ©atigoinutoenttou/ <©Jefu, Heben^m:! «attStottjpen/ pn/ atftufrtteft/ nogniEEE. ^at f ft ben 6it3en fteek bEt üaonbEn bol femjn
»etb?aag / bettjgï mijn ^anb gaac Zizl toil 2&aïsEm Sat^SmuhJEnttatt/ ©Jefu, HebenJ|eer!
^attBMïijöEn/ En/ alp'tuuEliEft/ nogmECr. JN ift onb?aa0Elp aan 't dftenftgeip 4&Eflagt
2W i©ertt# untbaaB3El ben/ bErfcftopt öEfpot/magti SNt^omubuntM/ <©! Jefu, lieben^EEE! ^atifitaillgbEn/ ta/ afê'tuoelieft/ nog moe. 3£at ift ta gaat oog na mijn eggen $et3eii£ ïeetf
©aat ifi mijn taflf in ö'uto gegelp obergEEb': <®ati#otn ubiEnt rail/ # Jefu, ïieben $Jeec ! ^atiRtoilunlöEiv En/ afê'tuBEUEft/ nogmEEr» XIII
^li ifi in bE$en aïnog m\$ be bjiEnb'IptjEBb
«an utaEp ©abEt^ gunft ter goap-En guIpIoogïjEBb: ^«tigornubjenttofl/ ©Jefu, ItEbEn^eEt! ^atiöiailbulbEn/ êu/ aip'tuDEiieft/ nograees. SabatbEWagterjeif/ &iemg3ptwoftüeïaoft/
2«Et mgriE fiïagtEn fpot / En 313 mijn ft «pee rooft; f/tltjoiftaïomu/ ©! Jefu ueben$eet! WitoflttoEïlgbEn/ En/ aïsrtttöetteft/ nogmEer. 'l^ast iSgfibom En ruft En '# ©lEEfdjEl-luftEn al /
ïttl.i1"» 'S üfcreïögtraofl: / of aaneen sebEnjal; SSSïW^segBMfinoB)^! Jefu, utuen$eer! D ,&%■' tagnïiuft/ mtjnluft/ mgn^aop/ nnjnfftoqft/ mfln€tt.
16 Louw-maand 1659. SC s Wel*
|
|||
z6i UYTSPANKINGEN.
Weldadigheden der Jonkheyd va»
eene Gcloovige. |
|||||||||||||||||||||
L O F - Z A N C.
|
|||||||||||||||||||||
€t aan! mijnZiel/ 't i$ innen trut %\
|
|||||||||||||||||||||
ïang genoeg ge- ïegen; Uta Ligt, uta Luft,
|
|||||||||||||||||||||
=*
|
|||||||||||||||||||||
l|^üSS^?lil:
|
|||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||
iü
|
|||||||||||||||||||||
uta Schud, uta Schut «Dnaanftüaarïp ber3toegetö
|
|||||||||||||||||||||
ëiPiliÜlli
|
|||||||||||||||||||||
rnËssM
|
|||||||||||||||||||||
i|eft eeng u $oof& om goog €n met ir ^oofb
u $ett en J|anben/ @Tatl|em nfe^ert en €>og |
|||||||||||||||||||||
è^^h
|
|||||||||||||||||||||
ïl rjjftt in 30 beel Sieföe-fianoen.
II. ,
Jjaön^cBiïb/ mijn.êtöut/ manSEfgt/ mijn luft/
ilJÜaame toiï ift p?tJ3en / 3in 't ©unjïer ban u toe-geruft <©pb?ee3cïpetaij3en: ©ien romu ö.efit gn fierenb *3een SBeent je boa? uta' óog bet6o?gen; Sftloob'u^oeöigtjeno me eet ift taajS boo? mg tooub 30?gen. |
|||||||||||||||||||||
II. D E E L. 't&ï;
«* III.
m§n voedzel maafite on nut mg
«En warme JiiieEbino3agtE:
(%at fioftElptytzz I paubEntop
IJtotoonöEEBgcöastEn!)
fn naait in't ligt geöjagt/
%tanub'©ncr/ &ou/ mtgt/ i©ater/ IfêmbEn/
LSft ïoab' utó «3oeb' gcöagt!)
3ia't Schepzcl ganfcö aan rau berBinöen.
3* 25ebecï u &timm al (3CBÖ «5p)
^atfembjEniettEbEEten/ jN&aat Bent gp ïitagt of «tfoEb ban mp |
||||||
«öeeb' |K>eIh uta 3oeti0ïjepb;
fn^artautBj0acb3er; ï©ijnuüifiragten: Sfi taob' u (^oEtiigberili ©aar al uta &fytw$x& op toagtEn. £eii Vrouw iipt ®up5enö moEft öet 3#n
jtëiené ICiefbe mu unt noob lang
J|Eb?agEn b?0Eg in taiïl'gE pgn/
®QlmaaKtEE ban upt 3®oob-btaang t
*®ant baar in EEtft gElEpb
**>M I onder 't %ttt baar 8t nopt non öagen;
\m loob' ttbJ (©oEbtgljepb )
^aat toiEEb in boe in't J|ert gEbjagsn.
3[n't^EEtvanTweetOtEen gEÖ?agt/
^ooïongemEEnEÏiEfbE/
®at &eg in bofifi'le ?o?g En fttagt
XöntenserliEpbgEriéfbE!
Jj tonnüerlöntefeptil
«en Qett en rtonb u niet bEtttOEgEn /
?ci?nMbutaa5oeb!g8cnto
ain gttoEE-magt eu %ax$ i'&xam boEgcn. ^r
%r' . ■ vu. mmi
|
||||||
i66 UYTSPANNINGEN
VIL
(Cgang koefterd men b'HEeebjen$3agt MtV®#zt/ metaEinn'enJtëoHen/ gin 30?g boo? 't 3toaftfte 3S?epn men tragt s föet Itëigt in fïaap te fatten: #e 3taafifie Moeder 3eyb Cn! Iaat Det aan mijn hertje 3ungen! gift ïODb' uta 33ocbf oBcnö Poojsobeel^oebigöepb^getuugcn, jaaaat baar toag nog oen googjïen top
jBiet ban uta gtmjt o ©aber! Mtn nam Ijet Kam in l©inbe$ op / <Cn bjagt Bet tot u natter; ginZionsHeyligheyd 35c <êtab beg booten &oning£ iUSagtig/
C Si» loob' uto töoebf güegb )
^ot 30 beel 23nn3enb «Eng'len ftraglig:
*£aar taf erb ïjet obcr-biere Bad
Hnt<$obeji ^oon gebfottn / SSijn ®eeft en ;£Ioeb / in 't 3fgtbaar Mat / ^èm röWijüt obergoten: ï|et Bloed bath?ccbe 3epb / mn Geeft bie a$ een ^p|fng 3a! fp?inr)en; {35ft ïoob' uta «Ctaebigïjenb) ^onbi!tnu303ünbooatgang3ingen l X.
^trar!^toen1fomtmp|jet3oetgeUtnb
Pan ®obt-getaenbe groepen; €n b'Eng'lcn fiirj ten ^emel unt ©ertaonberb 3ien / en roeyen / 9Ep! Itëfgt'jenictenfcöjenb/ tae 3al uta ©aber u bernocgen ?
ooft maar srjn <0oebig9enb 3Pie eeutaig u Bp onp taiï boegen, 31 Hoy-maand 1659. Wel- |
||||
II. D e e l: }h
Wcldadigheyd der Jonklieyd van eene
GELOVIGE. |
|||||||||||||||||
II. L O F - Z A N G.
I.
|
|||||||||||||||||
WW
|
|||||||||||||||||
^
|
=Ef-=3^x::
|
§^liSIIil§ii
|
|||||||||||||||
ïobe ban ben <©ppEt-&EEt ©etraettien 3ijn Barm-
\emgheden tttt. ®* bat ÏJH U 30 «et 8*»«%/
«naf-Betrtnaalb/ 8abfoEEtge3ogt/ «ateerjje^
fijagt/ öooj't 25ab Set Begï3aam bogt.
® at ïtëatet feïjeen be 3Eee«e£ maat
Praatten/ bogbe©loebenfilaat ©anb'omigtfiaaren Geeft üeföjotpben't^ett, iarft„~ j, i„ï_„j»-« '^ j^oim>(v5 tnincn rijft |
|||||||||||||||||
III.
SBoen taa# 't nfet b?EEmb bat $iao?n En ïJ^ö»
^Egn bicrüaat ©0Eb5d moeftEn 3ijn / 35at ©net en ©ogt mn bienben op Ijaat paf/ ^atJ©oebEt-302g/ cn55oben«öt; ,- 3S 4 3TO
|
|||||||||||||||||
i<J8 ÜYTSPANNINGEN,
Mn naaftt' en befiten op be tijb /
iEant '£ Hemeïg ï|eer / mgn f eer en Vader toa£
IV.
fëertoonberb u niet bat ban traan Cn ftem / bte niemanb fionb berfraan / ©e Maebtt junft be mening 30 fionb taan: ïtëant bie Det alïe£ maafit en cterb ©ie mp en öaat Qet ï|erte jtierb / ©egJ|emeiiSi|eer/ mijnreet en ©abertoierb. V.
©at nber met fiet 3©fgtje fpeelb ^tjnteoetjejibat/ 30n#anbfe£ftreeïb/ ©at nberg ^onb ïjem liebe fiu$eg beelb / ©at nber 3tift afó 't Ü3i0t je fcïjjenb / ©atnberlaot/ bat nber Wenb/ 3$30 eens* Boogen ©aber£ öoo0 öeïenfe. VI.
$Tïjan£ riep bet <©nb?en $ert en nfêonb M&Zt b'^Ogen op bat Heyl-verbond
$eer! uto oena öat fiïenne i©iotje jonb!
J>paar hielen ïrjf totutoer eer! Cn 3<et! ben 2egen baaïbe neet / ifêant'g^emel|ï$eer7 rngril&abertaag/ en$eer. VII.
©e teere jonge Wttbjtg ftranfi SSeoonben 3*8 aan .©toefen 25anft $Êe oeffenen in b'ongetaoonen oanft: &n 3onb uto Engel-ban om jjaao / ©ie onbet uto boo?3ienfo #00 ©e onbe3taanbe ïeebjegi b?oeg en Boog. VIII.
■» ©erOuderen3O?0buIbi0&enb/
©ie mn te troutoe bienftfiaaröenb / ©er ttoutoen aanbebolen gab; geïeyix II©H3e}f met petten ©og aïtyb/ " ■ ■ spat
|
|||
II. D E E L.
^attoaarifiïiEuppofïoop/ inWijö* ■
^Êpna-oogt/ enboo?ongewlmenb?ijb. IX. |!>mj Öaeb'he Uta Voorzigdgheyd
©oo? uluec €ng'len öieuftöaaröepb
€n bieruaare ®ub'rcn 30?gbuïoigBenb;
^atifimtjH 3Eeeb jeng 3taaft En teet 3|og ö?Eeft in 't ballen nog Uec3eer: •«ag 't binnig ©per boo? ongebal inn beer, X. ®m .4»pell' tjab mn be fteel bcrflfftt t
^en ^©^ mijn inerte boo?gep?ifit;
UF enijn fiab ift boo? jupfiec ingefïiftt;
-Wijn ICenb'nen taaaren otngem?ifit;
pijn ateben upt öet aCiö oe3toiBt;
©e 3taaftfte Sibben ban ijaar plaats gefcB?tfit;
XI.
€en ftfj?eeuta Bab rtm Bet Ingetoanb / €en bal mijnreen/ ofSCrm/ of#anb ©oen 6?eeften / boo? ber SSoben tniiaberftanb; f en föoub' Bab mn ftet 3taaft ®eta?lgt / *j«nfêneg/ een llBug Bet teer ^igt/ ©efcBonben / en gerooft Bet ^onne-ligt, 2fe «fêaagbiag mn boo? ïujt na ;anb
®f(leen/ 6ebo?ben; 't3Ingetaanb ^oo? taat aï niet! boo? 3oetigBcnb be @Eanb ? ® oo? tautnigBeben 't jonge S&IocO; *|ab Stinber-luft 3ön ïwft geboet/ ^"sntnp niet boo? Ouders-zorgueöoeb. _ . XIII. Si !nAB %ïaa£ mn ftÖCCPEn Steen,
©een étuapen in be 3taaftïfc HCe'en gann teeroefteï ban pijne fcBubben be'en: ga bat met ganfeg mijn MeefrB berbulb Ï5
|
||||
170 UYTSPANNINGEN:
Mtt fmerte taag boo? bc Crf-fcöuïb / ma$/ §zmti$%m/ uto^abcn'uftsebulb, XJV.
©at'gnogaïniEt: EenbEttlEJUata Ü|aö mp tEt ^o? jl QEb?uftt / En in ïf et ©ïcEfcQïgft #ert EEn nog berftEerbEr 3in, 5èu <#0bbeloo3En 25obEn ftab Mw%it\\ntl$atzn trant gEbat/ Me ü&obEg ü^EEgï baat unt gebannen £ab, XV.
€tn fiooje alSonb gab mu öe üBonb ?Cat %aftEE-tuoo?b /En fCeugEn-bonb «©ElöEnb tEt öjEuft ban 't ^EnligE bErbonb. Csn &Dof bi g l§aof b 3tjn EngEii 3in / €en ^onftaatb^agtgEfiIa3Enin Mw ^Ert / EEn löiEttgaatb 3tjn bunlgefoin / XVI.
t©er 2ottEn toojn bE $|etoigïjEpb t 't J©angunfrtg ,I|ert 3y n BpMgQEpb: <©e felle J©jaattïujt Baar l©?aaïfgf eri gïJEpb. €en 55oo3En ïjab mp (fltobneloog Cen ©?EE3Ef Q03E b?EE3elno| (^Emaafit; een i|oopEloa3e ïjoopelaojS» XVII.
tfêaatïjabbiE2ieIe/ öoo?Det25EElb ©an fioo3En bao?-gang 3agt gEflrEElb/ Mtt uptgEfïipt / En bEttEl niEEb gefpeelb ? ©ab gn bat tootnloog ^srt ( ban aarb ^En bal QEnEgEn) niet bEtnaarb/ 5Can ït booj 't J|Eplig 25ab / En ^tmb gepaarb* XVIII.
«©tt 3aï f ft op mfjti CptljEr fïaan. SCaat bien fist ïuft ber i|dbEn-ba'fn 33n DoogEn ^ang tEn ftaogEn pjonft boEn fraan: Ijgingt i^EprEn-baï / m Jtoben-btoang: 0a$t
|
||||
II.' Deel: ijï
Stngt ©ajfteiM&taeb / en ©ab'ren-rang /
«ragt $oog en ïaag / m pag en lagen ^a«g; V IV
Ü&b beerb bat acm betöentitö' <©ag
<gat<©bjaagboo2S£i$/ enlEaagboojïlaog 35e3inb/ bc3ingt/ Ennanttertoaaröeubbltiag. alftmoEteen Kmd ten gentel gaan: Macth. 18: $. ^ragt toat ttluffc/ ift 3aïboojtaan ^jjn Kinder-hêyl op fötobeE-CBtBee fïaan. ïai Hy toiengBoogt ben^einelbjeeft/
*gttn$ ksagtig SCl-fiefcBifi ben tfeejï: ^er fconmgEn afêröUE ©?iraben ïeejt / ™no? luien biat leeft baan trilb en beeft / 3$ M>tof bat aan be Blagen «leeft; ©ie bu| met mg 3Ön 25onb bebeftigt geeft, Sen ïtoning iuieng betljeben (ptö?oon
39eeiacanbenneb?igöulbe üoo'n/
fegte eeng 3<jn <§naar ten ongemeenen tanti /
fCeloben't&eenöntaonber/ 3ag
|l|25een/ ©el/ ©leefcö/ ful^onber/ fïa$
-in b'ongeboimben öfomp baat onber lag.
ar XXII.
^n joub' tfi niet uui d&oebigljepb
^tteïien? ©tein©u»fteröeub
*|*B/ aï|bengEOot(tEnÖoningBeeftöeteBb5
^aatnautoelgH^in't ligt gebjagt/
^•oontiE onberbienb en onbEEtaagt /
Sfe 3o beelgoebg3Ün ©abec-gunjt en jaaagt.
|
|||||
M
|
|||||
iji UYTSPANNINGEN.
Begeerlijkheden des Vleefch 1
door den Geeft t'onder-gebragt.
Twee-fprtak, tujfcheuBernhardus tndc Robertml
Bernhardus.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
Zitll baajo'anruftüaiK^oüté^aan %n
|
|||||||||||||||||||||||||||||
öe 30ete ruft / Zal nu in u nog op tien (Ctjjaon Jjtaan
|
||||||||||||||||||||||||||||||
=i=ilü
|
||||||||||||||||||||||||||||||
"uuibuuleiuft? Sienbutafot! ©annmljaog Kohit
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ÜilllPllIlliBli^Üüi
|
||||||||||||||||||||||||||||||
utoa5oöt/ «jfèetFjetaog $puta/ ©oegngingt
|
||||||||||||||||||||||||||||||
af-fieetigfdjuto. 2ietï|üIaat3tjncufl/ €n3tjn
|
||||||||||||||||||||||||||||||
-ÉEEÏ
|
||||||||||||||||||||||||||||||
iiiü{=£={==rÈEÏË^iÉ^ËÏË^^I
|
||||||||||||||||||||||||||||||
J|eme$-Iuft/ Ceutaig ^emel^ 2onn <êm in
|
||||||||||||||||||||||||||||||
u öiE Inft te öoo'n.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ir.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Rob. 2aïanghjp3ijnin't1C{göaamfituc
gynoentften3oet:
Bernh. oMdk 'tgeftnetter üan öet ©nee 3In een ®0o?nen-gïoeb.
R. 3Pat geeft Hgt Cneengïang; ~B. Mztten&tïjint, SiBettöang tfeöluir/ |
||||||||||||||||||||||||||||||
Cn
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. D E E L. I73
te <Ên een bunïe fmoon boo? ïujt.
R. ^oeenrafcljberöjiet/ ©oïgtbelEujrennfet;
B. ©eelet3jaarenuït&
SB üy 't «Eeutoig maar een fnifi.
III. R. JSogtanjl betmaaBt 315 't HEigljaam ban; B. 'tgfê8etbunïe©Ieefcg. f» 3Citoogïjet3tgbernoegenttan/ B. 3Baarinjragcb?ec# <Patbientop/ ©anbetmaatt
't(©?onbtg3op ©anbeto?aaft 25e3irar,
R. ^atbenftmniet. B. fetftuut ^ ©an 't ^epïig gefiieb €n fïaapt baarom niet, R. <6antggEnabatfraa8t: B. G£ot get bieg te feller raawt. IV.
R. $oe$eerhjKüj8etö?agtig<£tQff SBobenïjet gemeen!
B. ©og 't $ geen bjagt ban 't ^emefê-DOff / jEaar ban jjier Deneen.
R. 9Bg! Öoe3agt Sjten3aet! B- Siabe^agt ^agtjegboeb/ Cnfiïöb/ «üEaar En Jtëanenb niet ten ^trijb
^3n 30 groot gebaat. R. 't3$ooftnetenmaar. B. i©ee! batnerjegulinfit/ 2Cfê be %iel ban grutoïen jltnfit.
V. R- 5©eUiijïingiet mijn ïiggaambjaag/ _ Csfcgt fiet MM I en ©?anft; \^^$»J?betHtoüit/ maar lujrmaafit traag
fnoEtaciaöaamftranS.
gouten^oob/ ïtëagbolon/
foojonsStiDob/ ^abbentop ©an3Ciefb
Rt«ettnmïg8ergeriefb. ■ a ^•^°S 6?unBiHbiegunjt: B. <0pberberftbaa?fiünjc
|
||||
174 UYTSPANNINGEN.
©at uta aCigfiaam boeb
4gu uta Suften ïeben doet
VI. R. Myn Slons ï|er t toiï niet in öfen u?ang / 't &oelb een 3oeter 2Sanb:
B. €en 25anb We u een ^Iaaffc0en btaang Xcgt ombert en ï^anb:
SErm 3Iong-&ert / ©at in 't ©net
ilangtbertaerb! R. aüSaat in 't J£ncc J&mlCujt:
B. Xuft We fleurt uta tuft/ enïuft/ <£n uta gfef/ migleyb ©anljaarsunberBenö/
©iere3uuberïjeuö!
©ie 't Mm o &« boo? @oW gelenb.
Vil. Slong ©eet! en fpaar uta rennen $in
©oo? <#obtg lieben ^oon /
©ie boo? öet &ner ban 3««u:e Min
Siet 3ijn jjongen ^8?oan/
R. (<fcobe£g5oon; B. «Mjjabog R. fijnen (Cfi?oan/ B. 'ii^egïjctnoD) ©muta ©ienoggaatafneerigfcljuta. C ben al.
R.^eaar 't fcfjoonlmaar Wen bal! 13. ^n ö'fc&aanfi &o>
R. JÜSaarbe3CuftHD0 leeft.
B. ÜpöÉJfêagt tot booWng geeft.
VIII.
R. ^nWinfitiït boel een anberi^uut 3In mijn Stoer? leeft.
B. 2Cö! öatl|nöaal/ enWe2S?an&jruur ©ie^ejligten geeft!
^oejttgpftaat? R- ®&! toatraab.'
B. fltotijemgaat. R- tStftelaat. gegaan/ ©ie 30 langljeü ftiïgeftaan.
B.aj 'ternfï/'t i$ niet tïaat R.'t 3$ te baft een fitaaab- B. ^n Beeftmagt genoeg. R. i&ao? W* tijb'üjft soeüt en bjoeg.. IX. B. JStaat
|
|||
II. Deel. 17*
IX.
£■ «Staat gn maar 00 en taon&ujtertë. H. anmntggeenjaaagt. „ _ & fi. IndEtaottaerbmagtfg/ on3nnl©e«i ^ <£n&eftommEEötoagt. ^aiÖEnfian 't©aïbtefiang , B- ©angtnaatan iSietteïang €nftaat/
^.H&etben^emEïuBetaab. «_,..„„ R-%t$ niet te boen. B. JtëenfglCegfoen ©an @aöt£ biccBaar ©olfi
^al uta f cgabuta 3ön en Poïïi.
X.
.. 4®Etboo?gang/ mettfefiebenraab.
H.'t ^ maar ^Senfcljen-inagt.
B. foetfcemelfcftfcepjutenWenjtftaat.
H. 'tagmaar^rfjEPSEfêfitagr.
*• ^c8Ep3E$^maaï Sjnutooog/ M t _^ J
^atfêtoaat afêaaromljaog SBetoeröt/
. «Jcnmetgunjt/enJtëagtgeftecHt. (Eoort
*•'» SScngeen ftrijb geUwonx B. J&aaïtfo&tëil^en
9Huta$|oofbge-eerb/
«te uta ©ingren ftnjöenïecto.
XI.
5"- <Cn ofifi eettf Men ^Ïag-Jaecloo? ?
5' *egofaIutD3a?g.
R- daarom? B. qpieeengbftilaofbbetftoo?
o ^&JBt haften ÜBoffl. „ ,iMJ ».,
R.'ft©?ccéE8ni©onb/ B. 'tgfêgeennaoo/
©itherBonb gnbeltoob ©ertoinb,
R-Jn&E^aonbie'taIBErflinb/ ^IbErnfEïbbecöErft? B. SCIgöet^igBaamfterft
ftEtftjEt|CuftEnmceb
€nbegjEl«röEt€Eutu(gu?eeb.
R? JffiiiS
|
|||
Jj6 UYTSPANN IN G E N.'
XII.
R jfêBbunïiïmgnHEujtnijiüjeebe geeft SCfêfrtbietaatfioet.
B. <©at'$3a: maar 3» bao?utaWugt leeft/ €n firtjgtriieutoe moeb:
^ntiErtainb €ngpbalb/
^jjbErfïinb/ Cnggmalb/ ^eïaag!
€n tDEcb jonbec fïag gaar aa&
R. ïfcat raab i B. 2<jf maar ftaan €n ïjp 3a! uergaati' R. 't<étnjbEnttalbtE3toaar. B. ^anberjrrtjb geen ïfrnonQf er naar. XIII. R. ButtÉHfien ma uta reben 3oet
31n<0oüt0fïabetnjr.
B. <©h?p0ERogteboa?<!5abtp25ïoeb! SutaerbgpeErfrüjp.
C8?iftt^upb! aSobEiïtinb!
B. ïfcagiftupt b'SCarbeönnö 6eruFft! R. JUbe^etnet^Crfeeluflt:
(0obt ufo ©abEc QOEb.' R. <®§! mrjn J^aber/ boet J
^atifibatgElDDff
Sa stjn al mgn Bijten bnoff.
$ Lente-maand. 1659.
|
||||||
P«
|
||||||
lil. Deel:
De Vrolykheyd van \
CHRISTEN LEVEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
»77
|
|||||||||||||||||||||||||
Ziet: f»/:43.'4-
|
|||||||||||||||||||||||||
ïTbeff. y;i6.
I. |
PM. 4: 4.
|
||||||||||||||||||||||||
r\ r\r\
|
|||||||||||||||||||||||||
iig=^^^Ü^l
|
|||||||||||||||||||||||||
Ccfilöb/ berölijö// H auc rjjb/ ^ati^onj'
|
|||||||||||||||||||||||||
*euhjigcerben// €eutafa,eerbEn/ nMraojt/ m
|
|||||||||||||||||||||||||
Sanbee bjeeg te 30a 3|nieben en in ftetben/
|
|||||||||||||||||||||||||
s~s r\ /-N r>
|
|||||||||||||||||||||||||
Saat ong bjolijft 3Dn/ ©jolijB/ b?oltj&/ ICaat
|
|||||||||||||||||||||||||
°néb20ör»3ön/ &t?oiP30n.
11 |
|||||||||||||||||||||||||
jMemeltoff// ©en^emeïtaH
^atüic Bem öienen in beiujben/ ©ienen fn bjcuobcn;
jXftiiBberCnn/Ieneeuta'Be trant/ ,
Z1} 3<0 in beuajj berïjeiigbem
*aatnn|b?nlijfi3ijii/ i^olp/ bjoïtjfi/
*aat ongbjolöft3Ön/ tyoï8S3Ö"-
|
|||||||||||||||||||||||||
in.
|
|||||||||||||||||||||||||
PfrwIfti^È«8l»C®e®*"8&taeetb?euoa) (oir,
£y£°£Wt maaHton^beuQtïin;ll©aafiton^ beug* p ai3nn btrtten taeimMa»
a«on^bia[üft3^n/ $om/ fyoïp/ [3Eaat <|c.
m iv. mn
|
|||||||||||||||||||||||||
i78 UYTSPANNINGEN.
IV.
©En ï^einel naat // ©e SUaröE ftaat
^a baft ntet alg bE3E bjsugöE // 9S(£ bE3E bjeug&e
«Paar '£ ïjenicïg gaan nup Stelen ineEö'
<©ng petten mcc bErpEtigbE.
3Caatanp?aIp3tjn/ ^ohjft/ b?oüjtt/ ICaat(|c-
v.
©eg l|emeïgf §?aon // lftoam uut 3pn (£B?oon ©ten $n ban öc nÉEutoigljeöen // ©e €EUtoigïteb£n 55E3Eteriöaüti7 en6^aotbitï|enï «©tt i^enl ban fioben meöen. 1Caatongb20ïijH3nn/ ^oltjft/ bjolp/ 3Eaat(ft- $et6ïoEDf02toEet// ©atJÉtefbebeeb
't d5E3egena acijfoeeö' antbïteten / ©eebe tmtWtttti/ ©eeü ong bao? ö'ongEmEtEn fntett ©EE^aal'gE &?ettga gEntetEft. 3£aaton^b?aïöH3Ön/ »?auj&/ tyolp/ 3Caat(#' VIL
©c£$cmEJ|<#unft// ©Eg^EmEfêd&unfl: ,
<£m JköartEn ntet op tE fioflpEn//4Btet op te fioopen/
Somt aFg Een $|emel# i©atEE-baI /. <®n$ ^aalig' tcr-gefoopen. 3Caatongb?olp3Ön/ $?oïp/ b?oïijfi/ £aat(*' ©e ^anbEn al // €n jan bet tal
^ijn goEöfnJP aH' bergEbcn // Mt bEtgebèn;
3©p &abOEn ö'€euta'ge ©oab bEt&tenb;
€n HtpgEn 't €Euta'gE ÜEbEn.
3Eaaton|b?0lü83ün/ i^oïp/ b?olp/ Saatd^
_ *x
Wtffltmtli-toziz// «©n^^cQatEnCEt
«5E3onbS}Epb /Öuft EnbE £?eeöe // Suft en&E $?ee&* '
*En öEÖöEn top ïjicr ntet niEt al /
Jl&Et fJEttï 3Ön tap tE b?EEÖE
aCaatangb?a»jft3Dn/ t£?olp/ bjoïp/ lEaatCp
x.
©eSCaröfjIiMté//©En^Etnelong:
3©at3ouöetm$meergelujten// <®ngmeergeluftEn •.
©£@j
|
|||
il Dm: 179
J&eg SCarb ig ong een ftqjt bEt treft /
& %niEl nng Ceuta'ge sufte. ICaaton?b?oip3p/ ©?olp/ bjoip/ taat(ft. €njaaenfcijen©EE// Cnenglenmre/
3n bao?-en in GEegenfpnEben// 3n jCenenfuoE&cn»
?Caat taerfien al30 't taerfiren tofl/
14HaoEttoerften orijS tsn gaeben.
^aatongij?olp3ön/ ©?oip/ bjelp/ 3Caat(ïc.
^en&emeï3elf// ^atftftoantfetoelf/
2?aar Bet mu i$ 30bber,&agten//3fê 3enbcr$agten/
gji 't goog bertreft / baar 't Cng'lEn-Cftoo?
|^3ingenb'an$ibecmagtEn.
*aatangu?n!p3Ön/ ©?oIp/ bjoip/ 3Eaat@c,
. XIII.
©ng ©aber leeft // mt 3*0 on# geeft
€n met tjnn alle fee bingeri // mie be bingen /
€n3egtanslnoobb?uftt0e/ npöat
i©n 3o?g'loo^ 3auben Stagen.
ïaatongb?oIp3fln/ &?olp/ bjoïp/ Eaatg*.
|>e0ï&emefê<0unjr// Xeerbomjbefhmfr;
In 't ïtiepnjten ong tE bEltwn // <©n$ te betnen:
©ug3nnberj&agt/ enobérbaab
5n3onber SjêHfterniien
«onnenta' b?alp 3P/ ^oïp/baoJtjS/föonnento'^^
Jet^enfcfienfiaat// <©fmjb/ offmaab
fn Hunnen ungmet bebjaeben // «n# niet bebaoebent
%bben ton maar öeg ^emeïg gunjr /
^«t anbEró tan öeÖaebEn.
aCaatongv,?olöft3ön/ ©2o!p/ fejolgïi/ 3£aat(|c.
SnlS?!^ «wB4&öto//X$ófl*©?aaft7 nog^pyt
Si55Eiac oeffEnmgtroanEn// ^effenins troonen/ ^et tlraaab met goeb boen loonrn
atëogenta'bjo!p39n/ ï^alp/bjüIp/Jfêönenta' (ff. Ma XVU. j®aat |
||||
i8o UYTSPANNINGÈN'
XVII. i R30
Vf Sdacfioïa! maat! Jtëatfioo?n*ibaar?
-*** Wat i$ fiet5fcft?nen/of Snen//£cfi2uen of Snefl?
35e Wezzlb noemt bet önen: maat
&t$ mtt'iijg JSpen t£fcb?nen.
3EaatongtyolöB3ön/ j©?otijft/ b?oïrjft/ 3Caat(#'
xviïi.
't $t netter-getier // $an 't ©oo?'nen-bfer Wu Bannen tjct maar bcragten// ^etmaacbetagtefl debatten ö'b^olnBe ©agen al ©ao? bunft're bonfi'te Aagten. Saatanp?oïöK3ön/ ©?nhjfi/ teoïp/ 3Eaat(tt' XIX.
ggaïneb?eugt// Cnal'tgeneugt/
<Eeg Wetelbg öeeft op-gefoopen // J|eeft op-geloopert»
Mog tnotiticn ton ban ö'nnsen niet
€en %w naat boo? berfioopen,
3Eaaton#b?abjB3Ön/ ©johjfi/ b?ofij&/ 3Caat(!*'
XX.
©aat^mgenal// ïjjaat^pjmgenaï/
Sw fiupp'ien al na ber pellen / SM na bet pellen /
J|aar glatifcft i$<6>\a$/ baar ruft «f roeft/
«En aï baat fitneeien / fttaellen.
3Caaton^b?olij»3Ün/ t^oïnB/ baobjft/ SEaatgf»
XXI.
!J5egeeri0 i^ert // ©at ma net toert /
©oo? 't gferen na beele Jkftatten//J3abeeïe<3>cfiattÉ/
©ehitjf gu onbeisabf gt $uit
Mn mixiü metsojge batten /
^ulïenta'b?olijH3ijn/©?ortjfi/b?orö»/2unento'(|f'
XXII.
<3Enaï^tita45oea// ©aaraïutomoeb/
<©pftnnb/ ubanjalbegeben// ©anjalfiegelKn/ Wzn Öiet-jtaf 6?eefit /ben Mnt$ &e3topt / J|et üert be ïenb'nen Bebcn / ^u«ento,b?nlöB38n/^?oItj8/b?oIöft/2u«enbJ,(l,r' XXIII.
©at©?onfien!joaf&// ©an3foberoofo/ .
SCaat m sön ^eugb iitt'n en »3en// Sferen en tagn/
|
|||
II. D E E L. l8t
jgetaSïpp3«igt/ cnroïbenbolb/
J&eïfcijspepbnibetölafen;
Süllenta' b?oltjfi 3ijn / ï^oltjfi / fa?oïö&/ «uHenitf de.
XXIV
Jaat bollen &op// ^ijn Dollen &op/
tipt leeb'gen En met bet maaften/, €n met bermaaften/
Sgpöanjonnen/ ronBenbaarfieen:
^fp sullen BugtettoaaBen.
*aatanpjolp3Ön/ J^oïiiH/ tyoïp/ JEaatCïc.
XXV.
^en«§terfien-ti?anfi/ 05eenïiïaofiofftanfi/ Cnen;
«ebtoelmen omj meer be binnen // #mjl meet be 2in* ïï«aat 3»jnta' 3£?onB' ban Water en Bloed $>an eerft ong binnen u'gmnen. *aatomj©?oujB3ön/ ©?oHjB/ b?oIpfi/ SEaatcJc. Xo., XXVI.
©fen armen ïfttoant // ©ien fïegten bant /
<©g: op! tpat3önb*önia3eöai(tien//(©etitaa3e6antien
«fcijn paarom't $ert g'fïagen op! o|j 1
U&el laat3' Blagen en ü?antien.
aCaaton^ii?nIijft3ijn/ ©?elnn/ bjoKjB/ 3Caat(|c.
»^ XXVII.
;fabjeetenfttcr// ©an^uainnog^pet/
Jpalben pet ©pet ban fioben//i|et ©pet ban fioben. sfeUenta'gefitf/ ©plieftomjtaeer/ 5?8uWn/ mpleb'n/ toplotien. *aatongb?oIpft3Ön/ ©?oI8ft/ b?oïtjfi/ SCoatdc Snufje baat// ^oejalbat^ap?/
X®c 3ai ben Bronfiele leggen // Biconfiele leggen *
X?et$alg/ cnöug/ en Sürinen bloot:
slaat: paar bat ober leggen.
*aatongb?0ïp3Ön/ JfcoïS»/ bjolpfi/ Statie.
«"f &"°S<6etaaat// jfaat on3en £taat /
y$ 3ön,?£?" ftjnn' diamanten // jFönn' diamanten, giaar t ®tma§-ttmzi ban be Uetiflb gat ülinfttaan alle «anten. *aaton^b?oIoft3ijn/ mom/ toolöfi/ ïaat(ïc #£3 XXX. 4üet |
|||
i82 UYTSPANNINGEN.
XXX.
«ïflSEtbanttüaaroog// i©p3*en/ bfeljoag
aPejelEn/ toton3enb|EEDen/ $Lattm$mis}tt1itn/
€n aï£ ;n cujlÏDO^ tnaattt boo? unö
I5oo?on3e 30?öeloo^etien /
gullentu' tyoïrjft 3ïjn/ inlijft / b?oIp/ guïïenta' (ft.
XXXI. iRuftC
©cn1C«uto/ öetSCam// ilgt©abib£-jtam/
Jfcgeüper en gorter bsr dUSenfcïjen// tyattttt be* 3fê (top 0'foben 't) alleg en teat (Mzniti}& 3©pRunn'n/ bEnfien/ üftaenfrljim.
aCaaton^b?oïgft3ön/ U^?oï»jlf/ tyoujfi/ fCaatdC XXXII.
3fêet&e3eïuft// jfl&Etbe3eruft7 ■; .
%a bol ban «ÊerEn en <êtaaten // €eren en &taaten /
^arpüeftljat/ 3otoElbecnaegt
^otaeelb'tigupt-nclaaten/
gullenta' b?oïnft 3i}n / mom I bjolp / ^nïïenta' de.
XXXIII.
3fêetbe3e£ptfé// ©olfCeWternpW (»*n/
jOaettiees'^anfijo to£jDefcöanBen//2o tacluefcgan'
JfflÜet bee3' ftoft'lpDEöen betrietb /
Jflêet bee3'$etoaöen monftcn /
guHentf bjoïgfc 3tjn / ©jol ijft / b;olp / ^«Henta' (ft>
SBfêeen#be itëetfb// aigre$öe ü&erïb/
SSgalt'jammerttja öeb?ogen // aammetïtjft ö'bja0efl ^al bfnben / al ïïaat bmift maat tainb; 4En al [jaar 3Tf Eb'tEn logen. SgunEnta'b?olüR3»jn/ ©?oüjft/b?oïrjft/ ^ulïenïn'd'' XXXV.
SMgtëeren^taat// dEngumïbetgaat;
S|aarJ>eSatboo?®febeof4a&ot$//®icbeofjEattë' J|aat jaain met fcljaonoepbgbalbetbalb; h'i©Ö3'nu3let/batgn^otll; tM* ^uIlenta'teolD63Ön/ ^ohjft/bjolp/ Sfoflento <#•
€n aïg bten j&tn?m// mzn feï'ren l$o?m /
|
|||
._ II. Deel. igj
t ©upjlet' naatE ©afen baar if
mt emib 'ee bJEEligE ^agcn; «ato'öanbaoip^jn/ ©joiSft/ bjouW ^aïm'^c. ^n^Ettenift// «tëöSatnóglEujï/
möunjle/opCcr nog.gtaatEn//<©D€et nag^taatë/
wil 't ulgbsn 't ftan / toü 't faliEöEn 't mag/
*P8 Hunnen 't ÖEfifiV en laaten.
*aat omj bjolgfi 3Ün / ©?oïy ft / b?oïöft/ Slaat (Je.
fto onjl bit gaEb // ©eh ^eiheI bOEt /
f£pt onjE gEnot toe-ulfeten'// <8>mat tOE-bïietEn:
*f n OEbEti 't S|em ten b tenft' meer om
Sn 't öem tEE eec' gEnJEtEm
*aaton^b2Dlp3Ön/ ©?oïfjft/ bjonjJï/ 3Eaat(|c.
X X XIX
<|n nEEtnt fin 't toeg// €n neemt Xjv 't u>cg /
■fèog tonöetfteelötilbtöbogen// ïjjeelbulbig bogen;
*fcp ïigten on^bieji t'Iuof gec op /
€n bliEgEn blug om {jooge.
SCaatonpjouj&sijn/ a^oujö/ bjoïp/ 3Eaat3c.
In afêenfcfJEn ftaat// 3n fpot en fmaab /
InSCrmoeb'/ Enfa&EriebEn// CnfoüEtleUEn m Inb'Itju fiEn biE ïtonmg 3tjnb' / iaa c Tuft (bat 3' toill'n) maar gebsn. «Caatonp?alött3ün/ l^olyft/ bjoïp/ 3Caat@c, *|etuangi$emoeb// (Eer^efrEn-gïOEb/
^et ftnagen bat btt «tëetaiffeii // ©«t ber tëefoifien/
**an 't antaEEEöEEtlöft ^o&e bloeö
SSesabia'n/ b^ebtg'n/ fuffen.
*aatonjib?öïp3un/ ©?oïtjft/ b?oP/ «aat(Tc.
aafioombe^oob// S^ftoomtieiPoob!
Cnlaatong/ aimEtbttlEEbEn// «linetWtStetens mt bunftc naar' ^aHejiEn allEEn / fao?Uianb ïen tan en bEben. *aaton|b2aIüft3ön/ il>?oïtjft/ baolp/ ItottGe. ^4 XLIII. ï&mc |
||||
i8i, U Y T S P A N N IN G E N,
XLIII.
WantinbtiBtmb// ©ebeangfteMoob/
<&abz$ 20011 i# au§ fiet lehcn // g j ong ftet ïeben 5 ïtë» fteenen 't i|oofb ten ïterfier upt <©m öoben fc'ifêolHin jtoeUen. &aaton$b2olrj»38n/ ^nlfift/ bjolijft/ SaatG*. 15 Slagt-maand 1662.
Genade en Heerlykheyd,
T W E E-STP R A A K
TuffcJien A. en B, daar over 1. sla
|
||||||||||||||||
3fe fleet Jjengef öficr ©agen / ü^an ïjn / öien
|
||||||||||||||||
üef^etnelininö* B. ©teeenl&emel-li^Eugtibao?
|
||||||||||||||||
Êj^ppIëËiEip^iÈp^^^^l
|
||||||||||||||||
Klagen/ €nboo?©agen€eutoenbmö. A. 9C$
|
||||||||||||||||
l^i^^iP^PP^i^iiiii
|
||||||||||||||||
oen $eer jfg t'on^taaarb boegen ï&omt in liefben /
|
||||||||||||||||
=ïi=ï^fe3üfeI=3iEÜP
|
||||||||||||||||
$ 't bero^iet Cn&'nns'Hïagenmaacgenoegen.
|
||||||||||||||||
B. jfêaar nog f ft 0et €eutoig niet. ^Kaat nog
|
||||||||||||||||
* |f|§ettfeubjiffnfet, il A, %&
|
||||||||||||||||
II: Deel: «85
II.
% EaïfgjglmenbieEingaouen/
l©at men 3f et / of toat men boeïb.
»• <©m 't 6e3it bienb nog met ïoouen / SCtöenb/ mocnt/ en3o?ggetooeib.
A. Maat be Kef be maant rnu 't ploegen
b'Sfaöenb/ moentenenberbiiet/ (<®m mijng peeren toiï) genoegen.
B. 3©aat nog ijl getCeutaig niet. baarde.
A. i&ieruJ'tLigt, onzalig ïetien/
'tïigtbat onf bEHpobljEnb taanb. B. lfêat3aFt3Eigt een leuen genen/
©aac be «tëobgenb ^terïgft tuaonb * A. ii|terberbuibfietï|ertenHragten.
B. ®aarig't8|etteentuBmertino#.
A. jaaaartaat30ubiftgraoter^toagten?
B. gpatïjettoetbetgbetoog, ^at^ctCJc*
A. 3Jefu^eeftmn3iQlJettoo?uein
'8 2Ben be jijn: toat taenfcg i& meer!
B. <^at tftaïleg af-geftojben
lEcefbe maat tot dÊflüeg €er. A. jJSet;ün^oobüeniffüegtaben:
In 3tjri minnelp gefiieb Sift mijn ^enïboo? Bern te bjaben.
B. aflaaacnagiftgetCeutoigniet. gaarde.
A. ^ier$moeen©?eugb/ 'tgenieten
©an be <#ob-betIigte Regaar B. ©aat'tQenotuanbie®abtsiet/ En
. ^onber blèrt i§/ $emeï Waar. j$iEE3önnm/ tot luit/ bei©oo?ben
v> "ïï? ÖEn Ï^EmEï neer-gebaalb. ^•,^a9rifttae3entlpeWoord, en * *'Stbatin be ^iele {traaft* 't ?Eigtbat de ma^ vi. 3|qs
|
||||
UYTSPANNINGENi
VI.
A. ^oger^enïifinietenRemie
33an te üfencn ticjen ï|eer: SClg tft mu aan öem gebienne ©at'gingn^cfjat/ mgnKuft/ mgn€er, B. jaaarofeen^uta^ielgeraaHte
StnberCng'Ienïlïen: en3enb/ Mtt ixe SSieïen ber ©oïmaaft te / ©leRfoog lofftn Ceutaiggepb! WitMooi (ït.
Vil.»
A. j^aarfr'erfeerbbeatefbeftnjben
©00? gem Men be SCtefbe beeb IMoeRenbjagen: SDefbe-Igben 3ia ber *2teïen b?eugb en tyee b. B. ©aarentëgeenXiefbe-lpen/
®at$iuaar/ maarSfofbe-tyeugb. Söenb* $ een; toant ilM-bertnen ja&aaftt ban lujr of ïijben beugb. jöSaaftt (H,
VIII.
A. J|ier bermefb tg '$ ^cöepper^ grootftegb
B. iteartuerbanöergntetgeöaan
A. $fer aan 't i^oift bat öl/nb en boob Ieptr.
B. (©aar aan julfteöie 't ber jtaan.
A. gieren bintenhipmaacfangen.
B. targeeft'tllmelMiopSreb.
A. ©ieron£$|enl$in'tberIangett.
B. daarin't geene men geniet, ©aarfo'tdc.
I .X.
A. $f*r ton boegen J|anb aan $anben/
<Én roy ftutten biebertraagt. B. ©aat$3Jefiijl aller 2£5anb/ en
SWïerfhit/ batnfemanbfiïaagt, A. ©aatbentont^bangenaben.
B. J^ter't begin ban Heerlgftgepb.
A. Üierbroïoben boegenfpaöen,
B. ©aarfn^aUgeCeuïniggenb, ©aarfndf
DWAAi*
|
|||
IT. Deel: 187
D W A AS HEY D
V A K P E
Begeerlykheyd derOogen, of
Geld-liefde. 1. HWWmÈmÊÊmmmmM
B 2l!b op bat Heerlijk'opt geyttt/ <$taaag! |
|||||||||||||
^=^£=l=i=^iiiiÉI=PIë
|
|||||||||||||
öïuaae • aï nta öeGeett ^oiia upt uta ©00 en
» ^ v y "^
|
|||||||||||||
l&erte fatten/ 35a <©og Entert// 3^fe jiriu ont*
|
|||||||||||||
$0 aan ben ©ernel öten.
II. 901 get fieoeerïp / bat uto ©00
^taaap! btoaag! §ier3D6donfit/ HCofittaelbeviel/ maarïaat3e bjaog ünbmjfterntë// €n baat toe i§ UtaCeD'legielteljoag, III. ^tet Ijet al-om sepaejen Goud, ©taaal! btoaag f Set leeeb u seïf, %i 't niet en zwaar, en dorr' en koud! ^nnanöeta^og// HMnaaramïjoag ^00? 't onrdoorfchijnig 0aUÖ 5
, T ' IV.
t Laftige pak üan «t j^jjaa^ betaal /
Wmaél ütnaaé! üjiüïtitbe^id/
mm bit ter ftof en ^elïe baal'/ Cnnoötfjettfcog// €n^ettamÖaO0
^epïsaam ten Hemel öaaï, |
|||||||||||||
toe
|
|||||||||||||
y. %m
|
|||||||||||||
i88 UYTSPANNINGEN.
V.
Wift 'tt f et in 't onvrugtbaar Goud!
©taaag! btaaap! oat roept u toe <®m lïpDom bo0tetoagï en fioub / 35eeft2apnn0^aaö// «aaraojteïaat 5Èe£ peeren SPgnoaarö-gaur. Killig i# al get (0eïü en tëoeb
©toaa^! btaaasï! jtetgnmettoel ©oe ftaaffc ijet toaffenb <0elo ben gfoeb ©an liefde nift// <£nmeer toegift ©an fa'SIrme Snuften lioeö 5 VII.
t©at boet ïjct aï-fieftoojKjK SCujt/ ©toaaj?! ötaaa^I Remden SIM ©erötannen untuln teer ge3f0t ? ffffrnietombat// ©e#i#erelbg-fcljat iljtaanftamtinbeugt? VIII.
Jftuat maar Ijet ©00 een£ boo? uien ftraas
©toaag! ötaaa#! bieuberïepö;
fttnt bat een üüft unt '0 j^emet^aal (SBfêDteinmin// 2igopenb)m ittta öuuft'rc 2iefe baal. IX. ©aar f0 §et aï ban Louter Goud: ©toaais! otnaaé! maar baar fjet<©O0 ©002 ïjeenen a$ ba o? Glas fiefrjjoua ©etècutafoacigt// €nbat0e3fgt Apod, SCHeen^uhiüEöüub. *x: iS.
Springen ban 3|emeïfclj JjeM"3aam nat/
©toaa^I ötaaag! baar 3*0 ufiie'n/ ©ie 't ï|ert berftUiift ften 00^ en mat; €\\ maafien 't frerft // jCnt '£ ^emel£~toerfil ^an^Serflen^etöenb3at. XI. 550'
|
||||
II. Dist: l8y
«* XI.
§w)I HattïEn!|eniEÏEen^ontfïoot/
SKnaag! btaaagl <§ftmfenbanI|Epï/ Cn in uta %iel een o&Qïfie goot! ^ataaatetaig// Uta^tclefril/ €n&'aIlutaUn"tenboab. XII. €>Jonbeïao3E Algenoegzaamheyd! CEUta-€EutD-€EUtatQE ,ép?tag / ©an allee «gcfteps'len liefujftQEgb l <© nolle tëaot!// ïtëpfiomentot iitofiDUetfaebigQepb, Schepzekn jlflat toat upt ÖE HCigt!
©aïfrfjl nafltfj! igalutaglanfrfj/ i©p taetben 3at ban hit gc3fgt: <£n ütrpgen ban // Cen taalge ban 't ©erlEpbEnb^tljEmEE-Itgt, XIV.
H^eerbige Zelf, tatttefinineefc. (©alfclj! balfcft-taEetblge^eïff!) Wit i$ 'et biE 3Ön ^ïeI öEftEeb 3ntiitgE3igt// «Cnli'inöatHCist Zigzclven ntEt bEtgEEt ?
XV. m$ bt$t San in H&ibbag-fteuUi <§taan 3»I/ öobenïjEtSanfb/ i©iE iê 'et öie öe bieptE peplb / «©fgtcmbbinbaan// ©ien<©CEaatï 9Wg$P3igmebE-bEpIb? ^epïE bsn $erael maat Een jttaaï
Ranzig, ^ietigEJ&etlb goi<Scgat/ noIf?agtbaItaeetbEbaal? ©op? tut 8e3f0t // ^erfmaab' iR ligt 'ttfenotuanal-te-tnaal, Blgiei-maand 167$. DES
|
||||
ioo UYTSPANNINGEN.
D E S H E ER E N HEYLIG AVONDMAAL
't T<i> (3epb$obt$2l5abe) een ontaeetbeerlgft e.4?>py3*/
J- ©ie Sefug in 3ön Hcyl-maal aan 3tjn ïiinb'rtfl geeft/
©fe dienen op-ijelpt (bie ooh ©ooben boet bereden «EnSCbem geeft) maat gier berttimftfting aati toat ïeeft- ï|ae aan bat 38n? Oep gTgomag) taant ift rfeft' of p?oebe/
©f0oa?/ of3fe/ ofboel; 3tiï» groots en metïiiï! niet. qj>p 3uf t C jepb tfobe? fönegt; nog ïïeüfi / nog <êmaa8 ncljoeb':
©aarom fê 't aCfjoma) groot om bat gn 't niet en 3ier. 't%$ (3Bub^p) 'tHeylnièt/ maat 't t$ bet genabefl ^egeï. (enltitf*
't 9$ 30: (taag 't antmoo?b) maar bat^egeïtoaac
U£at blinb u b'0ogen boo? ben onfeploaaren ïSegel 3 Daar is de waare zaak, daar 't waare Zegel is.
3 Hooy-maand 1659. ZONDEN-GEWIGTE.
Kan gezongen worde op de Wijs:
Dit iu aar en eertijds brede Wegen &c.
Mgn ^f el taat moeft u bioefljenb naar 3rjn
aif&'oiier utoe ^onben gaat! ©ie magtig beel / en groot en 3taaar 3jjn: itëie boet mijn 3ien getal of maat i €n taie be <S*?aatfjenb ber gefc0onben
^nt3ag[jtfpe Jfêafeftent ? ©ie opgefiraöbe J|eulanb^-taanben l 't Gereten S&eelb ban S| epligfjepb! ©ie agtbaare ongeagte taaarfjepb!
't©er3uum ban ,$<&tzitt$ onberfranb! ©eg UPerJ booj ïuft gebempte RlaarDepb! €n of/ en Boe boa? hooge Hand. io Hooy-maand 1659. „, 1 ™ aan-
|
|||
II. Die l. ïpt
A A N D A G T
Over de
H. DRIE-EENIGHEYD.
r\3êt3agljeïijfte en $enl'ge Ufêajeftepb /
7~ ^ie 't nlepn bernnf t oer lage 4iBenfcöeïöBÏjepö /
%n een on-iegen-fp?eeU6're toaarljepb bangen
fïonb/ enboentuffcjjenfiunb/ en onnunbgangen
get onnegtnpeïDfte Drieberftaan
aln o'Eenheyd fian ift niet / maar bib Bet aan;
"En leerben Vader j^ert en ïtnpen Bupgen/
©on Woord en Geeft mijn bienjtig ^ett betupgen.
©en V ader fuieeft iüam tëena en $|epï /
€n bat fip om ben Zoon 3tjn Geelt mp bepl':
©ug 't toanberenb gemoed f n ïiefb' ontfteeft en /
«eetbmp tot Godt, iraa?Godr, mnGodttefmeefien»
^ueaat Drie in 't onbegreep' onbeplbaar Een
£Te binben / ftan mp 't troojtelp Gemeen
©an Godt, en ^ept'ge Godt verügten tóonen t
3[n tuien be Drieheyd al£ in 3ig mil taoonen.
©! ©n-binbeïü&e <0?atie-banb!
©! ©n-bebenftehjitel|emeMïanb!
©) ©n-nptputtelpen 2S?on ban 't ïeben!
j|f e on-opöonbeïöftsaï !©ater geben.
©en waaren Godt öefcljoa? mp 't €entaig ©"oeb;
©en waaren Godt mp b?pbe met 3Ön 3&lneb ;
©en waaren Godt mijn jterfir in al mijn fmert // maft £
«n op b je b?ie #?anb-beften ftaat mijn ©ert // uaft,
JJrie-eenig Godt! ïaat bat ®?ie ^eelen 3ijn /
^.^ TOmsul&ert gebonben aanïjet JBijn'
|
|||||
ö«.7m na 3is fïeept/ en &et mp boet betten/
3Ba boet met«/ :fo0? u/ tïlm u Sterben, *7 Hoey-maand i%„
CHRÏ*
|
|||||
ï9a UYTSPANNINGËN;
CHRISTUS VERRESEN,
TWEE- SPRAAK
Tuffchen PETRUS ende MARIA.
Efai. 17; 2. Zingt van den zehcnbybturte.
MARIA. |
|||||||||||||||||||||
I.
|
|||||||||||||||||||||
*t
|
|||||||||||||||||||||
" w <£nöet «Itaötl taat ï©onbet-taerft ? $et
|
|||||||||||||||||||||
<ö?af te bfnben janber ^etfil Wa.n golomtn
|
|||||||||||||||||||||
SM betlaaten/ €n on# b?ee3e taeg! 2Bal3emg
|
|||||||||||||||||||||
opset 3anbetb?u0t: &?ienbinnen5 bat'0 uboo?
|
|||||||||||||||||||||
.*.. (^.u*. :«A^ L. ***.-*. ^ . —»- • * ▼ ~^
|
|||||||||||||||||||||
tet buigt JSa be <£tab toe. SCp nip! faTat foe
|
|||||||||||||||||||||
Sang balt be3e ifceg? $oo?/ ïjoa?/ goo?!
|
|||||||||||||||||||||
Öamt ftter boa?! ®aet bet nietnanb open 5 Petr. V&&
|
|||||||||||||||||||||
getto »otnt auf giet £tf)ttp obetlaopeit *
Mar?
|
|||||||||||||||||||||
Mar. ^iman/^unan!gao?bgpniet? Pet. 't^tjn.
|
|||||||||
te^jnutoen/ baar. fê iet; Mar. 4j>imnn! &U
|
|||||||||
_ 'non/. 3tjt gpboab? Petr. &u$l fujS! h}ti\l gp
|
|||||||||
^oo? geen nooQ? Mar. ©aar fff geen reben meet
|
|||||||||
fêan b?ee3en; 'ft i^eeg niet meer.
\- t^outal pe^oomjeï ftaautgnnog*
$*■ <© ^imon! 't $ geen flaap öebjog, (^aajbeelperffcn^
j^anbenbjuft) Berooft* JJ- ^een/ 4Been. P. ^eeft3'een^pooBontfteIti? p1- t €n fê geen 4Bagt-fpaoft öat ox\§ ntuelb ; ■ .©nberteatong ©an/ en3egtong/
> w&at bjecKt gp ong 't K^oofb ! 1V1- tï©a#nog4Sagt/ Cniftbagt jj Hj©iimnfuoe'nten<#?aue, J§ort&epb! ^noefcöepb
A^ou^cn^ootiEnlabe. x>' J1 P?u,° mön ^"" f&tösm gaan»
JiSofepöïjabtójgeüaan.
p * £0°ne" taaub ift 't Itebenb ^ert,
oFS ^jStontfcoulbigttaetb/
<6n Jteio tn 5Q een paos // $et ^erte tyasetoft*.
M ' TIL 't
|
|||||||||
i94 UYTSPANNINGEN:
III.
M. 't 2&anbEiib $EEt boEtb' <©og eii ïijf <0E3toinb ten s^aab' bEpb eueii (lijf:
't'dBgaf t»a# open / €n top loopEn
Jfïingg ÖÊtttiaata^ aan /
ij^anc o«3' ï|eee en tna^ baat ntEt.
P. jGfèarta/ 3E0tgpbat? en3fEt S&lijb'iftfïaaiibE ©?aÏEii/ aanbe
jÉIaatf! ban 't dP^af tE gaan i
©at^EEiiö^aft/ «Cotöet«3?aft/
'fi^alna niEinanö iuagtEn,
M. CnCEpöa ©atguna üief öE maant mp ïiragtr n.
JSimon! toEÏtoatbunfiturai?
P. 3©EU3fèaria/ iuatbunntu? M. „êiraon np i# np-gEftaan. P. MaatMaml taatSomtüaan? M, S&n ï|EtnEl/ fEtrE3Etf/^EEfc mp ölt Bonb g«baai" b'tëngefenlian boben af/
«$JEfp?attEn imtget Iebig<0?af;
€p/ cp! ftEEiibniEt/ l^outöentueenbntet/
b%:ccténp-gEjtaan:
fEttEfcö?<antBt- 3lai|p/ ^p/
p 3Elbe jtonb baat aan mijn 2$ ©EES'tnönaogEn #nbEb?ogen-
%agcn pEin baar ftaan.
P. ZtsMatyi/ itoEiniftgp ©At jjet utoen §ezt tnag ?
M. ^egpoEgp awfl/ batJ|p 25p u op &Et JlfêEp? mag 5
P. ^P3Epb3Erf; IftfiEti't/ Hftfien't. M. €enï©0o?b maant'%mmp8Eïïenb. P. I|0E8Enb'gp3o8aaft3n«@:aar! M. ^EnfitbEntUBnfi in'##?iEftEEjf-3aaL „ ■asatialiBpb sön monb//€n 'tltett öEtftonbbégg^
|
|||
II.' Deel: 195
b v- ■
l- ^aar'gmTttnnbbanaïbeïjaon!
«M&aat 'g nu boa? 't ïfaung een l&Qnfogg-HEOQn J
«namjlifagen/ ®?oebebagen
jj W gaan gelnbenïjeen. , Haar '# nu taaat bat selbjaam ïtëfiojb
(pan on£5oagtelonggeïjao?b)
^tautmijnfpoojna/ 'ft(#aufaooj; na
» tsEanbban&alUeen. \^eggetb?a Cïeopïjai b ©aat bcgfnb uta öuen; •Jpggetbja Cajapïja!
i-^aat ueginb uta fcïpnen. *?■ Zoomen: baat'^utaigotgênaU ^•^oo3en/ baat '# uta fiotg ten bal! ©ie met fiem ben 3Cbem geeft /
©te met jjem taeer rijft en leeft / (leeft.
SCecfö en jterft t'3önenbienft/ ^ieÜOJïJUilBtfte»
Gras-maand 1658.
|
|||||||
je,
|
|||||||
M -A
|
|||||||
i$6 UYTSPANNINGEN,
JESUS VERREZEN,
In fzamenfpraak tuffchen
Petrus, Maria 's Hecren Moeder,
ende 't Gezelfchap. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
't Gezelfchap.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
€ fteene bergen nu auj Sjonge ïialu'ECfl
|
|||||||||||||||||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||||||||||||||||
=^fEf^E-^Êl^p=^EJ-j$=^|5i
|
|||||||||||||||||||||||||||||
fpjingen/ %\$ 3oiige ïEtaïh'ren fp?mgen: <®n
|
S^
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ü^^SïïéS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
petten ooft al£ fteen ban öjoefQeyb/en fiElgeeft/ SP
|
|||||||||||||||||||||||||||||
't 0?aeufgJ9aafcïjen-feeft/©at b?oeüig/bat bjoebig/
^ÊïiiÊ|üii^ig^üi|iiügfi
|
|||||||||||||||||||||||||||||
öatöjoebigfaafïöen-feEfl! «PietcuppElen nu mee'//
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ilililüiÉïi
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^iettuppElen nu mee' fóom laat on$ lyolp
|
|||||||||||||||||||||||||||||
3nigen! €u! Iaat on£ b?olp 3ingen.
P. gouben ton niet maarn! taant al ong o,?uk gebaao v
ifêant af an$ b?uFf gebaan i$.
M. J©n3atEn^onDerijoopen trooftin amegtïaff/ 4JJn£ önjofeljap ftamt upt 't @?aff.
G.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
0 ir. D e e tr 157
^ <©ng 6ï$)bfdjap/ mig finjbfcïjap/ ong mïjtifrfjap
fe*»*^ fiomtujit't^aif. SW trappelen top mee' // ® teg trappelen top mee' / ^ant 31efu£ np-gejiaan ig. 3a 3!efu^ opgrjtaan #. v, _ III. C Vergaan i§/ *>• ^at^ieïboo^toontenö 2toaarübesiïSirupffESinu
b _ 3Be?5ïSimpfFegnubergaanig. • wn aanftoatbiemijn^emratlfcfugïö&enïeeti/ os,; €nlaagl mp ballen öeeb! j^tfaafen! enlaafen! 30 fcïjanbelp ballen becb! •• ^9! «êmumfcljjepnumet// €p! ^unonfcljjcn Ik, nu niet/ .(fé. ^ant gjefug op-gejlaan fj. M. %z %tfuf op-geftaan
^°m ^onoaarg aï / 3f et fif er/ een toeöer epbe 55aan f §.
«. €en toE&ercpbc 2Eaan i $
^&t 6obe? ounft. P- SCa bos/ taant Me on£ 55o?ge W
r, 3Bub?p gelaten i&
& <©ng 55o?gü?p! nng 26o?g b?p! nu n?n gelaten i$!
£K$ trappelen top mee' // ©ie? trappelen tap mee' l
*®ant 3iefi$ op-geftaan fê. P. ia Mug op-gefraan i§,
b1- Suleeft ongïtoningtaeet/en saïboojeeutafglebé,
£ J|u3alboojeeutolgleben/ ^Ubjetg fft geenen fmaab ban ©panb of eïenb / «*., 3jHpufföaarü?epgement s!,, u?eeg niet/ ifi tart gaat / befpotjjaar bjepgemenr. £ i©pö?agennu8et%ert// itëpbjagennnfjet^ert ^ öopg/met fiem bertjeben. M.i©ant gifefu^i^ berge» >, ben. VI. (ben ^at Ween taeï/aïg ^p r ee#/moeftfê?ienb en$panb öe»
u ^ *gpeft©?fenb en ©panb öeben. r • llEtïieEutaen-ger t oer felle ïtëagteten öe$toeeft / t<©etaeiü^ooü-bertaigöïeeft. v». 't <0etaEïü ï©aoi3-tiKCto*ö6ïeeft/ 'tgetoelb^ooa-
bettaigüiEen, |
||||
ij>8 UYTSPANNINGENJ
Wit$ truppEïen tan mee' / / ©ie# trappelen tap mttl iBant aefagfê&Möeben. p- ialefogigberöebd1;
Vil. (ben/ 45a 3aï ift gein boa? nfêenftfjen bjeeg niet meer öeoJJ
©ao? bjeeg niet mEer BsgEbEn: (ftrsp* itëant Ue in 3taamjEpb ftierf/ leeft nu boo? Gnb»
M. JfêplEbEnboojbiEüiaagt. . G. €ntopoaft/Entannofi/tapïEbEnboo2iJieHSa0r;
i©p bjEejen nu nist msEt // Wy bjeesen nu niet mtev itëant 3Wug tfbergeben. M. fa 3&Efu£ f£ berhebeti; VIII. (0EnE3EÖ
P. $EEn©panb3artmpboen/ 'ttaag maar pet ^#
©at3onbig$ErtgenE3EH! (Öegt/
M. ©at 3onbig^Ett met $Ein in liefbe aan 't ïfrup£ 0^
Sf^öoobin't^aföEiEgt.
G. €11 igniEuta/ en i$ nieuta / en i$niEUta op-getE0i' *%a feben tap mst I|Etn // Zo ïeben top raEt §tm / #antlEfu^ipbÉrtE3En. P. 38a fEfugig benden. IX.
M. ©at öpmi jjimanfê/ oat3algpeEutafgtoe3etf/ ©at 3aï Ij» eentaf g taE3En.
p. ^0 3a! aalt tl|err/bernieuUit tot 3ijner eer te ftaaH- Mag,nu/ nogoptbergaan.
G. 3&og nu nog/nog nu nag/nag nu nog opt bergaf ©iegtruppelentopmeeV/ ©ie? trappelen top mee' t^antfefugij berden: M. uaiefugigberrEjEn. ©e ©00b jg nu geen©oob/en 'tligfiaatn sp bttWi^
€n 't Hb'gfjaam 3p brr taesrn.
§£ee barben JjEEntE gaan/ baar 't upt genomen *?♦ ©c©oobberfïonbeni0! ,^
G. ©e ©00b 3Elf/bE ©oob 3elf/be ©00b berfïonben }h
ffln rijden met ong ^aofb// Wp rijden met ong #ooïö' #ant Üefug fê berden. P- Sa gjefu^ ig bettzs&' j Q. £tfj2iïf Jtëerelb / fc&in / én ïeer beo? Cü? W #e£
f0O2C5#ti[|er8eeeben, *?y |
||
■
|
|||||||||
II. D e e £: *99
m oooft instaaWjenb/ en3nnftetftgebuui:fgïg n.
Wmt 't tnnöe ban bten fltfjo: C bien fttnb:
3©ant toast taat/taant toast taat/ toast tEmioeban ÜDgftonnen met ong J|oofb// ïPs tonnen met ong ifcant|°efug ie betöeben. M. gafefu#iiberBeben.
P. 919 Ibatnu'^erneï^ei/ftesön^ebaojtber^ M. ^ftftaatopuentaagt.
G.ö^imn ö^imonbitftaatopuentoagt. (öaob.
P- Ttisèni lanteïntrêenboob// 'ftSSenmanteloogeti
3 Gras-maand 1659. (bett^
|
|||||||||
JESUS ten HEMEL.
I. VfüfiaiüiiÉi^i^sïi
^ ^l ** W uj on? ^Ert deeg SUac- be moe:-. Mn
_ toil ïjet na bc Hoog- te toe. 9£aag' SCarbftöe
<§t&epSElg blfeb! ïlta öoogt' tn luft ong niet; -£-U-l/a01 Patong ïog/ Htaofepeuemi3erp
Cn fian on$ Uuffltm niet/ $u sön toy &?&•, ^ 4 II. «?»
|
|||||||||
aoo UYTSPANNINGEN
II.
3fêp3tjn aan Jefum baft gegegt/ <©nélfert i$ met gem op-geregt 3©ant onlangg tagget laf 3UaetJefusïnï)et#?af: «meet Jefus ftonb get op / €n «reeg meer ïebenj-firagt
SC$ Jcfus tot oen top/ <©ng l^enl uolü^agt III.
JOSaar 't fireeg een googer J|epliggepb/ SCfê 't op 't aMjf-ge&ergt gelepb Jü9et Jefus joete 432onö Sfinfttfle reben ftonb j HEnjefusheenenvoer, <$n3'ooge3aggetaan/
3£ü02 SCugt en Golften geen / €n Met on£ ftaan, IV.
33oe gf eïben top ten ^emer geen a^'nagen met een Bijt getoeen / €n met ons' <&og on# #ert / <tEn metan3'<©ogomjï|ert/ kanoen tap naar om goog; §et toa£ aan Jefu baft / ^o «eten top ueneen <®n$ afaröfcgen lafï, v.
mu t$ on3' Zitit baar gegegt 32aat gaare ^cgat i§ lueg gefegt; (J^aar oberbiere «êcgat! S^aar oberbiere Jcgat!) o£n ftcnö geen ^cgatten meer ^an«5obe^ bfere^oon»
Cn Hcnb geen ï|eerïyftgepb ©an 3tjnen ^tgjoon. VI.
3'€n geeft geen ruft ban be3e ruft j .V€n geeft geen ïuft ban bese luft. me 4@aaïbe trfïb en üeeft / (Cotbat3p'tBoo?benfieeft: ,
Wt Baaïbe ban on3'l|er t €n geeft nog ruft nog ftanb/
(£otbatjp bese Sterr $alb m be gano, VII. 8M
|
|||
II. D E E t"; itOï.
VII.
!©at ïttft onf imnïe ©leefdj angöfeb / enliiftnuonse^ielenlet: #e ïuft Uan Jjpgg en 3^an8 / a^enMgaïenjtanft/ 2Sp 'S teniet Sectar 3oet/©atöiec on^ecte fmaaftt
3^at in 't becHtoiHuen uaeb / €nfi?oef Ijenb fïaafit. VIII.
Mn xnn bt ^tljigten boof en booö / ^©ie ©leeftfielpe jaainne-fcljaot. <©ug3innelgftenjliam/ ©ngminnelpen^in/ Stijgt acugt en Golften boo? / <£u tufit ten ^emel in /
€n neemt muj petten meeb'; 3&iat'gnuongMin, IX.
SEljl b'3Carbe mat en bo?re-b?oog mztteetzn/ fcö?cnbtenï|ernelïja08 ©m 't apgettOHfien nat: Za ijo?ft ong hielen mat Catbie ten $emeï toog qEnsenbZijtgyonbVreeft ,
Ik ga, maar zend mijn Borg, <£n$3eub&ien Geeft. 8 May-maand itfjj.
|
||||||||
*****
|
||||||||
GODTS
|
||||||||
® s
|
||||||||
202 UYTSPANNINGEN.
GODTS ZOON TEN HEMEL;
|
||||||||||||||
Wat gauw.
|
||||||||||||||
Gekomen ijl üeneben / (Pan Of d'Aard gerukt is
|
||||||||||||||
ten hogen Hemel in. fflmt gct Heyl bat met
|
||||||||||||||
=ÜËËll==£=l
|
||||||||||||||
an$/ mïjetMeefcft/ iPEe^Sdaröenïjaüüetreöen/
^illiüiiïllililillillllll
|
||||||||||||||
©aatb ten J|emel op/ tot an^eereüjft getutn.
ïÈlimiliiiHiiiiiiiïIHi
|
||||||||||||||
SCI# tre ïijaeng-iiagr. 9CIIe0 Qhö üOlB^Ot/
|
||||||||||||||
|J=S^iËpïÊlË^iËÊ|^l=iÊ{ËëËp;
|
||||||||||||||
ï|em. tien ï|emel ïn €eutoig üuncfien tuagt»
II. '$ mbttg gunft 30 mWiMW Bebefit / 3tfë onje ^cljulb Bern bjufite /
^fet ten i^emei uut en Qem u?ienbelrjft te moet. '£ ^cmefó' J^en? bat Ceuroen lano in taenfcö 4Sabe3ebkntefiufite (boet*
JSpeeib/ en Sunrjjt/ en 2ingt/ €n l^em $|cme$ D«ïöe
Godes Zoone tuaarb ©p be Jtëolften taaacb / (£n 3t'Ct baat $ ben Hemel op der Aard. . III, t&
|
||||||||||||||
II. D E E't, . *0?
III.
*t9të aïi^IcefcB aan <USotu$ bierbaatgoan
_ ®nftfjepöentIpge&onaen/ -: L.\ '©at % aI?ifiEt3önöoo?beïugtenGolftenbjaagtt
't M oné i^oofb / bat tny boo? uy t oy toinft Mattëabecïanbtoesonben/
ffiot fin on# tcc ïytïp toeet in ?£ugt en WoOtaibgagt. ®eg bet longten oog ^a beu ^emel bioog; ï©ant jict baat baa?b de Aarde naar om hoog. IV.
%ft$ ben ^emeï 'g 3|emefê bietöaat ^oon
3n tiefbe fiomt ontfaugen /
€n fiem op fiet ^aofb 3et een ^eerïpe ^taan. Ztnü fin bat Oen ujeebe met ben jaSenfcy / 4ga't ©abecbjft ücclangcn /
Poïoy i$ gemaaftt/ enfiebejtigt in öien 2aon €n alg$oat t'on^taaarb Zo 3tjn gtrnfl:Uecftïaacö; 3$ bat ban niet ben fjemei op der Aard! V.
^uoniS^oofb/ geftegenboojbeïugt/
®ecaant ten Seniel binnen /
git in 't J|einelg-)|ey? en oincingelb ban ben ïofrV <2etiben ton ooft (|emei-tt»aaE&$ on$ J^ett _„ ©n/^ang/ nngSSugt/ onzinnen/ neggen boa? / of b?ingen tot in yet ^emeifcy ^off, ^ieon^üofboptoog/ ^refit onheet en <©og. ®n 3iet bijg baatb be Aarde naar om hoog. VI.
€>obe^5eeïb in fiobaatby berfooeïb / *uw» °?*tó?iflÖepö ftet-nregen/
mam ong bay ben ^ernêl EcngS neet-ge3on&en sön. (jpobêg
|
||||
jo+ UYTSPANNINGEN.
<t5ooeg 2non ten $emel op gen'gt 't <éto# regenen ban ^egen / 't Sappf g bogt ban #eeft/en öe# i|eme$ rennenlfêtjn. <#obeg 2See!b en 9larö/j]Bet öenjjtëenfcft faeer-paarb, Cn jtet bug öaalb ben Hemel op der Aard. VIL
j&auüJlgug 't ©net / b'onüIuffcBenjfte ©lam
©an onöegonne liefbe /
ïïaaftten aan Ijer ï^ett bat ïjet battet in geïooff' <$f den reulï ban 't banftbaar b?anbenb §ert 3?en ftenfen S^emef Bliefde/
€n riep: JSeemt mrjn Zttl J^eere 3efu tot een rooff' J gefu liefde toog ©aadbjtfI|erten<©og t|eraEÏ-trjaarO^/ bat i$ ö'Aarde naar om hoog. vin.
®n3en©?fenb/ ong25?mjbegom/ enafêan
@Ltt Boogfter €er berljEben
Kan ban Boben neer ooft 3»jnnegte©upbe3ieti/ Jfean3e3ien/ En3iet3emetaebal ém 3fs aan par te geben
<$icn f}n 3ig in ernft en 30 pU'stio aan tïomt Bie'n, Cnbittoel-gebal M on^enl en mi/ 3B^öeni|Eineï: öen Hemel in dit Dal. IX.
3tefi6enfcrotoatH'efg/ taatgrootg/ taattoaatöj?/
i®n 3enDen 't taeer na boben /
•5n3e lufren al in een <25unbeinen Bn een. JBu 3ün al an$ 3Carbfcï)e ïuften booö / €n 't fofr on£ maar te loben
3|em / bit onjen Itift met ©em optreftt ban Benee'n» aBa3Cii|tgabanen! ga^ert/ gabanen! ifamso raaftt b'Aarde vaft ten Hemel in. Wat
|
|||
II. D e é tg aoj
X.
Jtëat ift f n oe ^cfiepsetEn gEni Et /
_ ©fimmergnrorjejegenn/ Stë8et30Et/ nf3uuc/ téöetboo^oftegenföoea; 'ft&oeI0etaluH&enl/ mi|iiiu/ tn&too\l/ ©an91efumnge3egena7 . ©ie fat mn in min / al ten uoojneel Wenen öaet,
€uenof3ü'nljanD «CoteenonocEuana 's Hemels Heyl my hier opder Aarden zand. XI.
©e£ raat f ft f n JScftensefen genist /
<©f immer mp öejegeniJ /
3tënet3oetof3uur/ igöetbao^oftegenfijoea; <JB?eng ifi fora in öanft&aar&Ettö üjeee toe / ©oo? J©oo?o En %u0t gE3e0Ena /
©at in 3Ulft gE&juuïï Ijem tEr setE bienEn moEt €na$ö'@bEUjEUÓ gotian't^c&epselfcöenö/ 3©EtO Bet ijchepzel ten Hemel in geïeno, XII.
Ceutoigïof 3pu berBefaén Heer!
©ie ban een jaaaagt geüooren
aa&et OE tfotnjenn fieöt an3e nietigöenb jOT»«w. ©ie bEn @£ïj?oon ub$ ^aOEE0 &EÖt 8el*rtö'
_ €nnnó30öiEpUEtïooten
^ebEt öeut gefcagt / En ïjtt aï tot Een bctgaatb.
©aalb^eer'tot'on^nECE/ ^aaïöong/ totuta'Cer
^ot ton dingen ïjet Ceutoig Looft den Heer,
Zomer-maand i66i.
|
||||
ZG$ ÜYTSPANNiNGEN.
Op de Zendinge des H. GEESTS.
TWEE-SPRAAK,
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||
.;U
|
||||||||||||||||||||||||||||
DpÜHïi
|
||||||||||||||||||||||||||||
Esrs
|
Ep^Ejfe
|
|||||||||||||||||||||||||||
ö SCac'gnuöE
|
tiottttijtJl ^ecöJdö ïlöie
|
|||||||||||||||||||||||||||
w
|
~ö£g Heeren ïjêenEn gaan fictceura; 't 3$ rang gEnoeg
iilÏÉÜigüïi
|
|||||||||||||||||||||||||||
"fjetoag// <£mfjoag ,nfêet3ttgten/3ietaenuajtErt
|
||||||||||||||||||||||||||||
=gi=
|
§illlSllillPü=§Elll
|
|||||||||||||||||||||||||||
^EttiElfcïjEura; 35e !©aI§Enö2iiripEn®aitfci;
|
||||||||||||||||||||||||||||
©e traaft u^taanEnlauta öomtlefifiEn/ En
|
||||||||||||||||||||||||||||
— _ .- ,—^—j.^, ^—,—w-----------------,—T-------------------,----------*-+~
ttEftREH Uta ^Erte ja JEEC/ ^En vloed van den
|
||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||
Geeft, ïtto^feïegeneeft/ D&ttMögnnagttieei:*
il. B. JUStjn^Ert/rnlJn^EUltoEÏEEC// mijn Heer ,
%tg irat rnfin <©ag geïaajS! liertronlïen geeft. A. J|rjÖEEftf3»tfttl3öEtéog// (©rnïjaog
®y u üfe ïjier oeneen üerlaaten leeft. B. 3iri3femgnHeyiandniett
A. Cnofg'BeraniEtensiEt? B. ïtjtf
|
||||||||||||||||||||||||||||
il. D e e t; 207
B. Unt omogen/ jjelaajU «ntÖEt^Étte/ enbm.
A. 3té't$mjenuftöuta// #et30»$totuta; a©atüiil&gn nog meer.» Jr^'^^ÖEnengbtotmn// ^oubljp
San ban bErlaatsn / En bup QEenen gaan! A' ^uggaatuta^EnlatibgEEn// SHiteen @p bat uto ^Ett na bet$ op y Etn 30U ftaan / ^ Uta J^crtE b00? 't gdoov'.
e- SCtj! maar n mij -. <©or'n ban boob'!
€n blogEn mgn ^ogen nopt nunten'tge&ieb l <€n^oapt\\ 39nont // €n5agen39nont/ ^atanbEtgmnrieö. A. Uta hiernaar ^ert'fietaaarb// «Ênfpaatby
^ ^et i^ semaaïtt bon? 't geen ons*otöaar i|. o. «En! u)i|fiban.^coeP5E^alI/ =©U3al ï^et gaan tot gtm bie *ft unt mijn ® ogen mfê.
A. afêaar baar i£ <$quö nog ®oeö; «• 9iugemiganernïoeb. A. ®anmtttgnbestaat/ enutagunjrenuto€eï. * Jpn<§taat $ mijn loon// ^gn nEer i# mijn ï&roan/
wat tailifi nog meer?
*■ €bh b?ngtbaat fcïjeubEn 't $ «Mof #/
«©aar'tbiEt oeïoof inpïaat£fiomtban'tge3fgt. öJ5eïuHfiigfcöEnbEn'ttaaar// ©oo?taaar/
. mb maar be ^tel gEnoEg ban 't i|enïig.' Ligt
A. 't «Beiooff geeft SögtggenoEg.
a- t€rempEtmi^iBt'b?OEg.
A^^ÖEmbooj'tgeïoobegétaf^ B. ^ijnlta: ^iEbenEnHEEjr. A. ^uboEtöetsünèeEjr, wat taiiaga nog meer? VI *ia»jn^ertEn/ Kiiöet^nerbaa'tPiuxcer-feett^
|
||||
2o8 UYTSPAN NI N.GE N.'
A. ^itftii/ ennengtmaar't<®a?// €npo?
©e ftragt ban 't Woord, bc Wammen iian ben GeeÜ»
ü. I©anneer? A. SMjPtbierq&etoof §1 boo? beJtëetlb maantboof. B. !©atblamme? A. 2{$ïjetfènerbanïfefbe30.tee£
itlta Ilett in een gloeb // itëeer fuKfieten boet; 3©attuilü SU ban meet? VII.
B. <£n! b?aagt bat niet; 'ftmenfcö// ©ienJlfóenfcÖ ® at agtöaat Beeld van Godts zelfftandighcyd.
©olmaafit'en levend'Wet// <^ienet
SJfjn^ tëaöerjStuil unt b;uïit / en on£ baat inïenb.
A. ^iemoonbnuboa?3nn<l5eeft
58n bf e 3#n ©abet bjeejt: ©jcejïöemnu. B.SNt taiïift. A.itëefobe ban meet!
J^et gejtgt fiebjf egt // 't ifceboeïe bat liegt. B. «I&utoenfcïjift niet meer.
VIII.
A. 3gu3aïbanJfêtjne3oet// €enbïneb Joel 3: i8«'
't «Etebergt boen öjunyen / ban 25oter en ïïaom» B. €en£u?ingum:3ïuba3al// ^et^aï
t£an .©ittim b?oog ïiemat'ren met een Stroom.
A. %ier'£<E?anft. B ^ier'0,êpü3'- A. f|iec'gtuji/
B. ©erftmmmng. A.£c$att'n. B.€nïuft.
A. ilier^cftaonöentr. B. fykzWiMt&b. A. $fff
töunjte. B. €n€er.
A.^ictï^ienben en taab//B.^ier^oog9enb en^taat' Beyde; a&attoenftöen top meer* aa May-mayid 1659.
|
||||
jE-
|
||||
■^■■^■■M
|
||||||||||||||||||||||||||||
• II. De e t: 20$
JES U S G E B O O REN.:
* 3lEt baar i$ t Ligt f éaat ig nu 't ïiot /
®aar öerfl; Dctkifit ©oo? 4®o"fT^upftEC0EbEn: |
||||||||||||||||||||||||||||
glüüi^^m^^^li^sï
|
||||||||||||||||||||||||||||
<Cnl|Epl3aain'3i:i0t l|Emüan't<$e3üjt SfEt
|
||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||
£fe=:
|
||||||||||||||||||||||||||||
£fc=
|
Ö3Elbat éön5Can0E3ist6EfilEtiEn. ®ieBEÏo?E
|
|||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||
3 Zon, ©nar 't al ban 3fo0t en toaagt/ <©ng
|
||||||||||||||||||||||||||||
;t
|
||||||||||||||||||||||||||||
nu in 't ©ofte traant. <® èunu?E^?on l ïtëaat
|
||||||||||||||||||||||||||||
pi^^^^g^ft^iilpi
|
||||||||||||||||||||||||||||
" 3aUftuta^p?in0binttEn? «PiÊeEtbE3©mlb&ina
|
||||||||||||||||||||||||||||
^n^zmeli&ang/ In'^cmcïgtrang/ Wai
|
||||||||||||||||||||||||||||
"Wen Hen ©EtnelWn- bEn / Wa$'$ mmt\f €Eutoiö
|
||||||||||||||||||||||||||||
«lebelina, ©allelu-jaö! Haïïe- lu- jaöt
<|ïuntutaCe3tBt//^Utptutofl5E5i0t/ -
<§tuatuto^E3ist/ utubunjt'w^leeitBen^oeen: |
||||||||||||||||||||||||||||
3TO UYTSPANNINGEN:
(featftlepne i©igt// ©at acme IBigt
«Epfcljt iiotisitt iCigt #m 3911 geöemnte tosgm
(JEcn^Einelfctj-ftcaal
^er üodcheyd Ctulaig Slaat/
ÏÉegt in Me l©inbel$ baat.
Cnofgeenpjaal/
«tëeen §>?agt bAnftotringg^oben/
fc&ijub in 5ijn jaefyiggenb:
aar legt/ baar ligt Jfüngtamj/ baat ligt ( €n toie 30ub bat geloben ?; iteat ligt bejè l&emefê ^eerlpgenb! f§allelu-ja#! J^aiïe- lu- lag!
III. ®e ©ereïb bagt // *©e ïtëerclb bagt Wat ftinb beragt 2a Otiaten '0 $uffiS scfloten; SNt i§ een ^pjuat// €en neojf gBitnat/ €en iH>o?rd unt €en bajre <#?ènb öefejbten, ©aarlan^nfjeen/ «©an nietten JKtnft8ge»e6tB/ ©an niet een JHSer.feJj ge-eerb / l|ab<g>otitniet3eIf GCen ^emel uatgefpjoften/ Cn b'arme üBenfri) geieetü / ©at bnt beragt' i©iot/ uunm'f<©'ftë*3t ©en HScnfcÖ 30ïaag gebofien/ 3Pa£ 'é ^emeip taeetbigepöenbom. §aHrtu-ja&! J|aHe- lu-iaij!
IV. S|ier3ietraen$?agt// $ieE3ieimenf&agt . =Üan J^eer ïen-b^apt JJog -iSoub nog SMber &önïfêa /
a3eei Dlnbegeur// «©eenöhjbegeuc ®m «leur op Hleur Jtëen rpsen 3iet en 3tnïïen. €en fïeg' en ©oeft Cm tioöigïtjf-cferaab/ ©eteereïeebjegiöaatï €pl 3oeft/ epl |se» |
|||
II. D S E t,. »l£
® oo# 't oog gEen SpEC JftcaamE i
mnt In onsfgtb'tEn^taat/ «Egt 3onbEt fjagt / mn ölEEb'ren b?agt / ^c|gEmEl^tföEnaamE. 9t& §emEfê EEnig €r fgEtiaam. t|aficiu-jaR! HallE- lu- ja§! *|ubjEugbop b?Eugb// $'ub?Eugb opb?Eugb/
»?Eb?öft bEcfiEugb! ©iEnogin tcaanen uaoen. 8*$eu«W«te// ©E^emefêget. . s&mttototignetc «CetoP3«if fcwnitf flteft SjfatfioogEtCfoEb |
|||||
jEpb*
XöÉptfioogEnttiOEb! gu BEb?igREpb Ramt OaanEtt XjEn taEg Me optaaaroglepO. ^EbjQftgEHEugt/ 5BEb?nftgene«gt!
mt fómbje taaft u traanEn. vit föinbjE taaft u ttaanEti af. üalIelitiaR! HallE-lu-|aR! |°«t3efubaat/ fcom Sefubaall
§2 n8ten ftcaaï »an ^EtnEïfcR' ^EerïfififiEbfii
Si^nftElEnb 3HSEbogEn3Enb/
|J 0eE3' EïEnb / ©ec ^EttEn-bupjierfiebEtn
SEt3al|Sr(Düe-Rrup#5
S*aafitgobiEtatu$upg!
»ton|bEéjgagt^
^KuntbenllEmEUEerEtt
K^^^ocbEtRupfl
SSfe?^ ^00?0 / *** Möaara JEöojb
§*t «lElE-fprt3efteer-n /
0 5<2F W ^ect *n Raat accoojb.
<£) 2 GQDTs
|
|||||
aii U Y T S P A N N I N G E N
GODTS ZOON GEBOORENj
Herders.
Zedig. ,_^_ & ^£71 ^ __ ___'j
- <£ 3ourj men öengen fdjoan bc .tëagt/
|
||||||||||||||||||||||
piilIÉÜÜiüi
|
||||||||||||||||||||||
C^mtuge ban onp troutoe ifêarjt) fooi ftoelt
|
||||||||||||||||||||||
te gonne 30EI0 benagt; ©ug sgn top t'epnben
|
||||||||||||||||||||||
a'em / ®u$ 3Ön ton t'cnnbcn a'em ge-
Violyk
|
||||||||||||||||||||||
pen: ©oo?b uoo?b en
|
||||||||||||||||||||||
Ï0O-
|
||||||||||||||||||||||
3onbef
|
||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||
ruften linojb! J&aojb uoo,:b en! 3onber ruftpn
|
||||||||||||||||||||||
plIilïilÉlïiïïËii^liiitP
|
||||||||||||||||||||||
boojb! @ot bat tojr Beth- Ie- hem ter $ao;t
|
||||||||||||||||||||||
®eg 43agtp 3ijn benïig ta-gefïaapett
ti. & (Matbzt) groeten tan beleeft
(tëmbatuntugeuoorenïcett men/ taac op SüatbflenabenBeefü/ |
||||||||||||||||||||||
II. Die ü
?o lans t«n ^empïflaat
2o lang ben $emel ftaat jal mm**
L?ar~ ®*ttBoetieWBtei/ tafcatuanbaan? F. «2? Bomen uut fiet ©elb gegaan. ii' Ir atÖ^ft50üon?Eenïof-3angaan J ■*• «^uHenubeil&iarljenbbjnsen. ». in, fj* J®at3ietgnï|eerlör^inmön^ugt!
V; ^atfëbettooftuanaltaatöugt. ff- Cenïam/ öat3?lf^ntraanensugt! **• atëaaraueggaatmmagt' IJ&aaraueg gaat in raagt te üoben:
Jfciptaaagniettieel/ ^ta0raetongb?a!
y „«tag inet on$ op Hallelu-jah! (Beyde ) Hallelu-jahHallelu-jah! 3Caat on| ben <$obt be £ fcemefê ïoben.
iv. M. i©at3fetgn^eerigïigintm3n$fm&! H- €en Sterke bie eet largncttainb. SCU nn?i fênanben/ en uer jïinb
<©et2onben-magt/ en al.
<©et 2cmben-niagt/ enalongbgeese.
•i Bey.) ^ing hemelen Hailelurjah! ^tag Golften al Hallelu-jah!
%ing al mat ïecf b Hailelu-jah!
^it $f tobefien jal an$ genc3en,
K» ^at3fet0d^eerïp#inbit3CamJ
**; €en Konink ftetfi UÜt Davids ftam.
M. ^ic3obeEa8tteri©eteïbfitoamj
J®n Vaderifeen ^eet/ /n~9l?Y?der^Benfeeei:bec^tcn.
( ILlKelu jah! jeg: Cng'ïen-fcöaar/
S1 nB,Hallelu-ah J ©emèll Blaat Haucju-jth! jing/ toantöDaiUnac ^eej Komnk ig cen I^ret ber peeren,
«0 3 M
|
||||
jif UYTSPANNINGEN;
TI.
M. Jtëat3fet0np?atïjtf0t#nibit»&igt
©atarm/ infïeBttJtëinbelgligt?
H. <£En Rijkdom baat ljEtaïbooj3tafgtï gjjng Vaders ijg al't #0Ub
%$ï\# Vaders $ al 't <$0Ub bet SCatÖC. (Bcy-) ^tnrj Remden Hallelu-jah! ging C factie > sing / Hallelu-jah! ©itïtinbje: taant fin 3mi8ena Sfê^oub en ^iïtier ban geen toaaröe, VII.
M. itëaar (KiEben ) ftomt u bit ban baan i
H. ©en ^erneï beeb get on£ betftaan.
M. 2enb'bie9oe'tmetbitfóinb3oubgaanf
H. (ffitobtfp^aft/ EnbMÊng'fentungb'
a5obtfp?aft/ enb'€ng'fentungbenban'tS9oo?&. M. Cn! raiöbertelïen3efloniöQp!
USjjn heeften HUinmen in ben tap / Jfètjn ^erte fp?ingt ban b?eurjben op/ JSu b'eene Godt-fpraak b'anb'ren anttooejb. viti.
H. ©ejSagttaa^Dunfteromanfgeen/
tén tap on# p« ot in s*ee-3o?g fce'en / 9Cï^ ong een lunfter fneluefcgeen/ ®eeï frfjaonec ban be 25on ©eElfcfjoanbet ban öe San in 't op-gaan: ©ecöaajï tan fp?migen op in fcg?tft; a£n/ b'eenbe3tapSenbmeteenifniH; éiet b'anbEC in een ogEnbttïi ©En 8Elb'renl|emeï#eerfp op ftaan, IX.
jgtraflgfjaojaen tantenïUemeïunt
Cen$enieIid-baoe/ EenBlngelunb €en Stemme bie on# 't ï^euï ïtzbü#ti / €n bjienbelijfi berbnob Cn bjienbelnB berboab te frtjjififien t SJ&mtriepfty; 3tetbetijdisnu! |
||||
II. Des c.
(@ JUScnfcfien in uta Sanben fcguta) Den Hemel maakt zig op, om u,
En ganfch de WereM te verkwikken» ffant f\tbm u öe (©abtöcpb beettj
®et ©fferljanbeii ^ugenüeeib / |?aaEöonmaenjè?ouöertüanBtaeeïb/ jgaat b'euiiben üan be Wtttü ®aat o'eynben üan be törctb op üiagten. ^aat Ijaajtfggeen naat ® aüiög-ftaö / €n3oefttbien ontaaar.beerü'ren gcljat/ m flegte SComujeg Dp-geaat; *fcn leerb in JJem 't otuigcbaar agten. j&oen meenben toafiet taag geoaan /
€n fteïoen ong om fteeti te oaan; aifèaar. boeiiing «eft ben Xof-3angaaa/ ©an ©upïenü heeften Me ©an ©uy3enb heeften bie 0obt eetben; HÊnjuycFjtetn EenyGodt, diegocd Den armen Menfch den vreede zoet Beftellend' zijn behagen doet, €n ang utaf fótnbg geïjeimmtsï leecbeiu
nL©at laag ben ineetgalm aan ben ($?oet /
<©aat Gabriël mijn (til gemoeh ^ngineeboetoecben/ enjjetboet f«B aan 3tjn bieruaar Jfêaajb f«B aan 3ijn bieïBaacU^oDjb geöenfiea t y^Vruet, êj®aaflet! is uw Kroon
yXepb ïja ) en uw Zoon (3od«s Zoon, Den Hemel zal hem Davids-throoQ &en Heerfchappy voor eeuwig feheaken.; y ijl
$n 3teiïi b'eene Godfpraakflaat
»ccoa?bppQ'anöet/ tnbegaat Ml waatheyd ig/ Wc eeutoig ftaat. 03 4
|
||||
ïit UYTSPANKINGEN:
^aac met mn op bf en Maat $?aat met tnnop bimMmt urn ïïfteïen, (Bey.) Lofzyden Hemel wijd en breed
Die d'armen Menlch den zeeten vreed Beftellend, zijn behagen deed! Cn leerb ons» riallelu-jah Htaeeïeit
XIV.
M. 3Bumerfiffibatbe85aarïjenbb*agt/
©aar ban ben ïëimbev lang getaaagt i^eefts bateenongetaafiteMaagt. Bezwangerd zoud een Kind
Bezwangerd zoud een Kindje baaren.' ( Bey.) Lof zy den Hemel wijd en breed Die d'armen Menfchden zoeten vreed Na zijn behagen fpruy ten deed! ging onje^temm'en fpeel onif ^naaren,
©at Jefles ^oon ten (Eüjoon getaaHt;
©at fterfier JlSagt ongföanben fïaafit; ©at Oavidiioojsijnïtubbetoaafit; ©at b'&evfote taeec ban <tëaub ©at b'€m\nt taeer een «Éotibe €euta fê ?
( Lof zy den Hemel wijd en breed
Die d'armen Menfch den zal'gen vreed Na zijn behagen fpruy ten deed!) ©at nu tm$ $enlanb ƒuda's Leeuw is j xyi/
©at tëabt In .il&enfdjen-uefbe bïaafit 5 3@at acam en ï©olf tenbjeeberaant:, 3jé f n bf t ütinbje maar gemaaSt: Wit jat bit biep geFjcjiin ï$f e?albitbf epgeljenm fiejeffen f •",-■ ( Loff zy den Hemel wijd en breed,
Die d'armen Menfch den zaPgen vreed Na zijn behagen fpruyten deed !) gn Ipf e 3ijn lof na tonaröe tteffen f
|
||||
II. D E É- l2
|
||||||||||||||||||||
ai7
|
||||||||||||||||||||
Godts Zoon in't Vleefeh.
|
||||||||||||||||||||
^—4
|
31e baar / 3ie haat / baar naat ben ^emcï op!
|
|||||||||||||||||||
I^^ÜSüïi
|
||||||||||||||||||||
^aar BrngEnal be^cQabutaen bc fcyop! $jet
|
||||||||||||||||||||
iippp;$^l=piiiifgi|s$^
|
||||||||||||||||||||
baar beitëaarlJEttb! baar ijet gerfg. <©trg ®ee
iiïniiSliSiilS
|
||||||||||||||||||||
©aberen ban <£euta tot o^euta na Woog.
n.
Itnmanuël, bie aï üan €entoigfienb Uter b'SCarben-Bronbin J^nt'rrntaa^ geïEöb / p|en i|cmEl ülonft) ^ijn luft Jjab in B« ftenl ^an'tCeutaig/ €Eumig! €e«tpig<!5obIgfi^e«I/ III.
HjSt baar in pompen armïijft on-gcrolb / !®Ecb atë ren ftnïplaag Jl&enft&En-HfnD ge30ïb. ?Öb gn / ö üfêenfcö! 't gegjepn toer jtaan ? 'ft fiebing <®lunt beogen toe/ Én3fctbantoatift5taS. IV,
gaar ig nfet 3igtuaarg / baar 't Geloov' Iierfdujnb / f do? 30 een Straal ïjet arm ®E3igt tier bluörib; §ier ligt bE Magt <n magt En fiuïp-loo^ö^b / *2lECll0t tn armoe d'Algenoegzaaraheyd. wr J\ |
||||||||||||||||||||
«il U Y T S P A N N I N G E Ng'
V.
$fe£ Kotbt$®tm$$ HeerlijkhcydBetagt. mn lugtftcii ©ag in aller Jïagtcn «JSagt i Wiitigii/ öjaacnfdjl 'tgcöcjimBccitaanï 'BBebtaJ Munt blagen eecft / en 3iet ban laat ia 31115, VI.
JKMesag b'QnrenfiBaare fytmel met be SBatb 2aftonjlelrjft/ 303aiigoutgepaarbI ©etcn&egteejien/ €eutaig Eynd'loos Jet i£ereemgtmetcen®?ag/ tm%ïatm/ eenNiet! VIL
fkg ffl / ben Schepper tof etb ten Scliépzel, of èegiR/ 5et£c&rp3gItofttbten<$tDciipeE; t£tar ÖINêrb nu jijn eugen Jiaaaftec; bMEmjcnaar €n MaaSttt taicrb 3jjn jaaaaff3EÏ; begint i$ toaar, VIII.
S5e-g f ft trcn <$ecft Bie sonbec eunben leeft / i^iero ©letfcft, en fherffelfifi; 3eg fR bit Beeft ©oo? 't minft gertinfeft en 't fïente ©oob£-geBaar. ÜWetb Ban öe ^aoa antaaftBa'ac: fienbe të i»aa». IX.
® te 't aïfe# tneet ftKrjgt een Bcyaaïö Begrip; ©en jlBenfd} Berftaat 't anennöig in een jtip: Sfijeff/ WeoiiecaU^/ ignu daar;
©en JSenfdj ijl oBer at: $n Benöe ift toaar:.
X.
I£an aïïe^anben taaHln $BincHi$oon / mt om Be«gcftulb Berlaat 38» ^emel-ttoon; ttëilBgn/ ÓJHSenfcö! 'tgeljeumUerftaan? 1ifteöni0 „êiunt&'^cigeneerft/ en 3ict ban toat uiting. XI.
©iet $ ftet ennb *an afic gigtfiaarfiem; ©iet i£ 't ötgin Ban ,tCB?iften-ongemeém CnZalfeSp/ BfcBInW/ annenbonf! Hier $ 't Begin Ban 't toonberBaar Geloof. XII. ffltt
|
|||
II: D e e i>: ttf
XII.
mi f $ bEE Zit feit vreugd, in tWUP fóöepb i gaat ïuft in 't tamntn üan Be0eErïöltne»b / »|aac wil uetnoESö in 't toor.pnen üan gaat taf ï; ^n 39 op 't fterJ&jty a!j? 't |ert m «?« jet ft«. J<?f. 30:7. ®«(lecftiS tnilïiö uienö man «©ogen «pt/
Sn 3<e maar boo? 't Geloof: Cn Ma 't oeïunt ©an 't l©i0t /. bat in be fctiöB' mn tauset tafjft; w j©eu8b in't doen, ban öiE3eini©op?tien^tifl:. 5^EU0b! ój@emEl-bet10b! Verloochening!
*©at rEeguta olanfcptEE fteulte 3onbetttn0 J j*të Godes Zoon, omSCbamg boemoaar ^aaö/ ©etïoocBcnb 'g IgcrnEïg ©EEtrpDeöb'en £*»& ^at feiicnb lioo?6eclb 3a* o«g aï ïjet fcijoon /
©E#ï©erEibgïiïöKbam; 9eernj$epti enfgifcflaii; ©Ep^ïEEfcljegïujlEn; enoenilMile; enaïï ©ErloottjnEnboen/ biEnEeÊraar tenoEual. Winter-maand 1661.
JESUS GETROUWE LIEFDE
voorde Wereld verkooreq.
1. |
||||||||||||||||||
Hi
|
||||||||||||||||||
iSl^^tgiigiÜSI
|
||||||||||||||||||
€t üinni0 jlraalen uan bc %m / tümtfcïjunl
|
||||||||||||||||||
'tüf*.' <"^>
|
||||||||||||||||||
^
|
. =£= ...........
iftmbees'HCammer: <0jj! oföttSSogjefilappcn
|
i
|
||||||||||||||||
ï;on/ ïtfat melben't ai een Kommer i
II. 't 23e3
|
||||||||||||||||||
22» UY TSP ANN ING EN.'
II. 't SSefiommerb tytit Bier treuren gaat
SCfë'ttfg/ Belaag! üeb?ogen/ ®e:l©etelb/ baar Beteert op ftaat/ €n3önöeïoft' binö logen. III.
SGïleenmijn berber altQb jtuurö/
39a b'oube lïefb sünjinnen: &f 't taeng'ren lang ijertneftfi ig buure*/ ;gtanbbaftig buurten minnen. IV. i&it$ treftt mijn hertje nu 503eer/
32o3eet/ eniHjarttoagen: §©ant bie mp Baare Min Bfen meer $aar binnen 3tjn maar blagen. V.
^uaaar blagen/ bie tfiangober gaan/
€n met een <ScBtgt berbailen. 3iK3ie alleen mrjn ^etberaan „gtanbbaft ig onbec allen. VI.
jUSaar óf* t u mifte Mlnoe .«©aagt /
Jïïbaft üEElicfi: g'uto luften. 't gfêl jeüer bie geen lujï gewaagt/ Cn binb nog ^ejjl nog ruften. VII. 3£ugmenm'renb treft ift na mijn ^on/
€n toagt Bern in bee3' Sommer. $%\ of bit 2&o#e Klappen fion itëat meiben 't al een Kommer ? 1 May-maand 1659,
|
|||||
y- ***
|
|||||
aar
|
|||||
J.vanLOTfENSTETNS.
ÜYTSPANNINGEN,
III. D E E L.
Behelzende eenigc
STIGTELYKEINVALLEN
.... ■.....i
Op verfcheydene
VOORVALLEN.
|
|||||
32»»
|
||||||
Psalm XXV11I: f.
Om dsttfce niet en letten op de daaden des
Heeren, nog op het werk zijner han- den } 20 zal hyze af-breeken, ende en zalzc niet bouwen. |
||||||
Heer vm Zuylkhems Qoge^tro^i.
|
||||||
-.....Alle Beeften zien,
Maar Godt heeft onze Ziel met beter ligt ver"
zien;
Baar fiaat een andre ftraal na binnen op wat rij- kers: |
||||||
32|
|
||||||
KLAAG-LIED
Voor
JESU CHRISTI GEMËYNTË tot UtRÏCBt,
TE KLAGEN
Over het droevig jff-fterven van den Zeer
Ëervjêerdigen^ Godzaligen, Welgehérden tX JUSTUS vandeïiBQGMRD,
Chriftelijk in den Heere ontflape»d€B
f in Srasmaaad i66$* |
||||||
KLAAG*
|
||||||
224 UYTSPA N N I N G E NJ
K L A A G-L IE D,
Over het Af-fterven van
Do. JÜSTUSvan den BOGAARD:
I. |
|||||||||||||||||||||||||||||
E=ö==3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||
=ii=llgiiil£=ïiii
|
|||||||||||||||||||||||||||||
£raèIgï|eB?! afraéfê^en?! <©ng©abec/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
©aberl agl tnaacgeen;
|
|||||||||||||||||||||||||||||
€n Iaat gu ong/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
uta atme $tubb7 alleen/ «tëmfïegtjSteFtlagen?
|
|||||||||||||||||||||||||||||
~ treurige ^agt! ^tilibunjtceBagt! JiÈenten'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
8
|
u qnbet b'anb?e niet / S8$ 3a een Sigt / jn Blaat
|
||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
R een ligt berftfjfet/ <£n3Wömt in't bagen. SüB!
|
|||||||||||||||||||||||||||||
bat an3'omogen maat &d?ingentaaaten.' om't
|
|||||||||||||||||||||||||||||
SH^lSHiHiEliBil^ii
|
|||||||||||||||||||||||||||||
miguaat 45agt en ©ag// 39agten©ag// aJöjflB^
.iin^^iiiiliii^^üiPfiiis^5
aö! ^tabig in ueRfag 9CB! aB fafi! aB! aB! jgL
|
|||||||||||||||||||||||||||||
tejamm'Kn Aagten ©ag! ^w^qn^^wö^j."^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
in. D e e l;
|
||||||||||||||||||||
225
|
||||||||||||||||||||
itaan / 't %aïrjft f falineti al geöaan: (^iaanen
|
||||||||||||||||||||
=:-2ü/ ^PÖ^enï©öh// CCraanehstjn ö'€enige
|
||||||||||||||||||||
^eneugt ®aatoné^ieInuu?eugö ,#jnö7 en__
"IllifillÉiiÊlllP
|
||||||||||||||||||||
^amptg jig üEcöeugö. D3at fcöooner ^dn toa^ ,
|
||||||||||||||||||||
J^'opb'€eröE. i©atHgtaatibdEeroc! <£nlaag!
"lüifllllïilü
|
||||||||||||||||||||
en laa#! eer 't ,mf!ia&ag toiërö %iti!it al 3jjn
|
||||||||||||||||||||
.Jaecr&e! 4Fepepn3En/ (2te0 om jalfte ligten/
|
||||||||||||||||||||
^ÖnniEutaE ^cöiflten: 2a 3n 't/ 5a 39't
|
||||||||||||||||||||
taant traan op traan (©ngmaaröerlfg- ten.
>> II. Saat ïegt be 5f toon! ©aar ïegt be ïf roöti
|an%iönsi $oof&ö«! ni't^tof: |
||||||||||||||||||||
$ï,fi£*eEnSot^ Bart/ ^,mr^ ^ trot^
gcrmaalEnftonbai^tDf/ tat^enï; |
||||||||||||||||||||
a2<S UYTSPANNINGEN.
Monb/ bieÖEt^EttgEtOEtb
30oo? üe Sal'ge paöen UoEcb' /
SCl^Üy troojt// WmEfê-ttooft// 'g^mEtf-trooP'
myt gEt ^emEïfcö-filoED / 't €nnbEÏQ03E joEt/
a&i-uy tfp?EEHïö& supgen boEt
S8Ig $y öE ©EugbEn p?ijjr/
ïïunütglEEEb; Enftunftfgtoöfï;
j^EtEEtitBoojö/ ^atfiE&oflub// 9Plbie'töt>ojb;
Mfott EEn ftaags trEb / ©EugbE-U)aarbg gs3Et
Wonbtt êEpHo UronbEc nEt.
Manb/ baarbE<flfeefr3ijnbfEEE3ugtEn/
<©n-fp?EEÏtD'rE3ugtEn
npfE'tJ|Ettboo?30Efit/ bEcjlaatbtsin")
ïpoo?/ unt-üinnb-3ugtEn:
3IntDOO?bEnbEft(0/ magti0/ tofgtig/
(©EEft-röft/ boo?3f0tfg/
C9Cö! boabig^Ert! batnfetniEEbging!)
€na(tgbftï0tig.
III.
3Paat ïE0t bc & roan! ©aar legt bs Htzoari
=©anSian/ metnaH|eEt/ öfenjp?ing
©an ïfêifêljEnb/ bat in ruatn EEn omtrEfi Wnjj
^EElQtootcsaalfEH.
©{e ballE ücgjt l ®«e Sion?! tsojjt
3fêEt bup3enb bingen in eeji uur /
3MgnbEE't3önnam/ fionbmftsoet/ en3uur
^aQEpl3aatnftaaRen.
3t ©Etftanbf g öjEpn nö! nfj!
SWtijb 3unbEt ban &Eb?og
®attEï©a0t/ ©agEnJSagt// ©attEï&agt
<©bEE Sion ftmib / €n gsnag ijaaE ï©onb /
jMEt raabflag ban ©uH3Ente-ponb /
©iEybEtEEntebaat
üamen ftonb/ entanub/ metraab
Wltttnftut// ©iEEEnncuft/ (PiE'tgEfaft
|
||||
S35SSSS"/ "«*«*»■
«S^SJ*' """«"""'S»
te»*. Iv-
ag^utnen ftutt/ ©Et !8$eii fefatt/
a&F^EöbEloa3En toEbEElast/ IfeWffW** Öoopeloo3en flaat fe». 3eBl flBn tr0°ft # ®et *«fflTBw» teoojl/
SJt «©obbElaojen ft§?*ft <aV 19aq?ti «in / bat ¥ ©eraeltf XfebeQng fieBonafc)
£EBtnubECfIagen. ' ffonwttctaïtaat leeft!
|RfWLanbhanrittnwiiftttft; &ïïLu^!raaa// ^ESEubJfiaat// Serfitrraatr ^bi!2 KtaPta£S.6/ ^oaHtenutoCieraaö/ feérSSfn&Ecl,/ .ofbergaat. %h*Kctaat lEecö nict meer.
5EK?°*L «Wrt»«ïo«ir / J9oopefoo$7 ^cm! hjant3OEEngti0lberaaat.
3rnL\.eei?en ^eubEt ban EïEHbe W3UömiöÖ93en. Stilte, o?Ru/!.
I? s y. ©aar
|
||||
a*& ÜYTSPANNINGENi
V.
T\SCa£$oejïag// ©ienïangboo&ag -L/ 2a menig HcEtaai: (u geluftt «© Utrecht! til u ö?oebig üieer ontruBt) |tlto2anoE$ti'o023aaH: «En3ogu't#art// «fêunagbetfiatt/ (föaat in utn auoÊ ranften lioo?t! Cni©oo?b/ nog^Eg'nfng/ nog Saebe en Boojo: <©it 'é maar Een boojfmaaB. éict inn baat ten$ öen ölift a£anuu$©aber£too?n/ lEnfcfoüf; «©mubmift/ Cnutamft/ ©iengnbïuft: <®m uta boabigBepb: «©ngeboeBBÏjeBb: JgbErtoojMa tëEejfïoogfiEnö 050 Bent bat i©oo?b (biiEngfiragt 05antfcB bc Wztlb gEboElb) bEtagt; dEnsJJnra'En// jgiEtbErfraan// «fëfctgeoaan/ ^mbatufiEt<©og/ JBabebiftenBoog: €nöoo?'t3ieneHififieb?oog. «£e ^coatten ber <#oöfoo|SïyEub 3oefien / ©ErUaarlyFti&ioeften/ ^e ïfêer !ö in gjacfj t te Boben gaan Sin ©aft/ in©oefien/ ©e Zoomen frtjeibEn mst iiln nafbgaai (<ÈEr ©erb?en na-to?aan) Utrecht! Utrecht! Ubj^pifóebjtag?;
SPft'tfnubena-ftnaaB.
VI. .
(0obl0O3enfltI! £tiï! ^pottergjliU ©ecBttjbunfet/ enfïaafttutalag; 3£ant fcBoon f fi biel / en in Bet öunfter lag ^ot)t3aimijnXigt3tjn. aoEaarul maaru! .ïfêaarugenaafit 3nbt3enbalEEnbal/ Wegert/ Cn ZiVle 3a! ten ennbetaoje fmert/ CHmmbantoifltsfliï» ^ |
|||
III. D fi e t: sa*
J5aarÏEsthiEn2B?an/ bfejtang-'
anbE^oob; // CnbfEitoob/ Sfêuto^oob/
jgantuto uoo3Etreb/ J|EllE-toaarb0gE3Bt. gat nu oertaaarbg onbEriet. 2^e<«fêEbiqjnftoiibap/ t«n utu nljjbfcfiap fltjgt tsn top S
Wtsfiest! $EöUö8Egt! J&eörigïfcgt! ^{i-nafpEurElöfi/ @n-DEfcftuiöiöujft/ p^l tüEröoEinn/ noBp^Efüft! ^aar! maar taat3*E in gmbEt Samen? pn troep ban £?amEti? laar oog tsn ^emeï i #obïèog-rot S«moo8tgpftD?atnEn. *fu 3uIlEii 'f fyzmtii %\mtm fteefieji ^PU3tgtD?Eeftcn: »aar ^eo'nEn 3Elf utn ©IoeReh 3tjn. ^Qojbniat3öfmEeBen. feige^oöt! <0né$ater/a$!
Jf 8 W&Ben tegen u mijbaan/
daarom boEt gn't onpbugïjarbterfcaan:
?röta«rEn'tb?agEH.
©MP&anniEt// <©ng©aber? 3iet
s> "f fcyuUttti in ben ^Ealanb aan /
itt?£öEt fitoaabbatutErgt onbergaan ƒ
&r^t BB otrê ÏEEraar toeg j
Stö"^«5EEft in plaats En3egg* ^«uin^eEr// 3&en/ tnïeer/ Wueeïmeer B5SE f"? enfcften-raonb jfêenfcöen leeren fiontf «ttHSÏSf/ ^nhan'£^,orEnaf
|
||||
23« UYTSPANNINGEN;
mxat on£ taf lb in nta gun jt toeer geben
b'ïeeraar^tenleben;
€n bubbel seg'nen bf e bn on#
Jlog3ijngebïeben;
3|agH3clföhjftbHang/ o©aber!
Cntrelttongnaber:
ifêngabfegaat/ gH3ytenfiJ8fr/
<0n| leben^abec,
VIII.
?©i$bibbennu/ <©f e troepen u/ ïPien go ten leben ïjebt flefc0tftt: <£n bie ban Ijem in b?oefTjenb 3tjn berfitaiBfc ©oo? $pgïfge d3obt$-fp?aaft. €n! 3fe be traan // £te 't ftnf eïen aan 3&r ïamm'ren / taieng eenboubtgöenfc ^nonbertaeeg/ engBDebttoe^geseno üta eeuta'gedPobtg-fmaar». 'toeroep ban rugg'en erm/ 't 252aob en troo jre-ïoog gefierm / 5©fen3ön0anb// l&ufpejanb/ ®izs$nïfznti S2tapgenbbeeö7 ó$eer! J|0t£b/en3enbnn$toee£ 2Suffl een boo?6eeIb ban 3tjn 3Cecr« 3B>n taflïen nfet meer booff SCan u 3ijn boa* ongelaoff: JBogbetoft// (Bie gebluft// ©lenig Bufr) SCnb're foflen b?nen / fflttfcïpg firagten boen / <£n ben «treeft nnt-bïuffcljcn boen. Mu fmaben tan be| Perelb^ boo^beelb 25guberon?beeïb; ?PaarIegt/ baarlegt/ baar legt ben rep
«©f e ntemanb boajbeelb. &enb ong beg ^emefê ftofl'Jpïjeben S^etbeugben-fileeb/ en §©n 3uïïen 3Etjf/ en ^fel/ en SSn ^ooJïlBefleben. E Y N D £.
|
||||
UI. De e i-r 231
Aandigtcn op 't zelve voorwefp,
XfSaagt niet / taaarom bsn ^emEl fïaat mEt30 heel
\. „ pïagEn/
<En Bogaard taEg rufitï 'g 3Eanbgont>2aagïpeöa*
~ uaarbn;
j^Etfteerbe 3ugt totfierfi-of aranben-DEEtf£yappji j *W ö oong ben N A A M bao? ©loeft of lafter toe-gE* >j b?agen: ^ Ruft-tijd ruft-en nut-ïoag 3onbig bao? gefïagen: Set ïftïnb IjatbnelïHigleet-en tugt-toog op-gebaeö t
jj, Jpen öaat/ben ttatft/be tn?aaH3a gtaageuj» gefioet: ^nte@nE franB En fno bookrapte ïïun$jeHög lagen:
©en&ujiK-bfenft/ onerbaaö/ bjfnft-fBoep-enïelt*
„. fternp:
•h^Et ongeboo&c ©ïeefcfi: bE p?agt m (Eeuern: %n toEereïoo3en't3tjneonttuftt/ EnftoutgenotEn: ©oo? leugentaal bet jiiaenfcljen ommegang uec*
nreïö* ^00? luft en engen 3in begJJ&aarfieiiajeXeer ont3fefó *Eftraft/ EnongeöEElb/ öen^EtnElftEEftbEEbjotEn, tT
^^HIobiEeErcö <#Ef|[agt fn boobe ïautafgïjEöb:
^en H&obt^biEnft ruft / nog eee nog aanoagt te öetan* *r«. Jen:
LtBQcn 't ftraff enb l©oo?b ijarbncnnfg op te tU3en t *&*$ taaarfientré firagt niet 3fenbao?ongeuoelDft»
, Üenb:
t aseacbeub maofi / taragt 000? fïapenö' agtfoog*
ffif *?0°?Vanmagti g pïaatf in 't »m te Uierben t
? «?„ imB nfet niEEE) bit bOEn eEnÏEEraar lebEnö
«^ ftEroen/ ®ati#; onnut/en boüb3ön/efr3ön SfcïbwfW*»
|
|||
ap UYTSBANNINGEN.
jüSaac/ Bern in junbec etnftbero?fetf8 tenen fouen f Q&ao} gaat 3jjn ar-nenb Ijem met Boon teboen öefifl' pen:
2Poa? af-gqnft 3önen Jtaara fieBrunpen: fê ge'" fcöt'er
3^e tojeebïlc ttioo^b. 33Sen 3aub Betn al Bet Stoa*11 tod mijten:
(ifêaub 't 00öt) Jlfêen 3aub 3tjn i|er.t met fmert fl ftufiïfen rijten:
jflgenjoub/ 25enb! 3enotien^emeï3enöBemlieö^ öiec.
T)9^p ttaö B9 3Seuomaart#/ afê 't 30 ben ^entf*
•*-* fcBiftte/ €n ^Cüïi0öe 3ijn ïaatjte SSecb' ten J^ebf ft-ftaety
<tëm ftetbcnb/ bon? 3(jn BEELD en Leer 3ijng W ben^-boel
<0pt NETST TE TREFFEN, 6aarB03OMEC^aaf namf&te.
Een Leeraar fterve al ftaande C «entre Bït) en berfiörffite» Wit 't3aatiOW STERK GELOOV' L ANGMOÊ*
DIGHEYD, entit
%jjn# boon? benautatöenb ZIG TE BU YGEN N^ GODTS ZIN. Pchl of Godts Kerk haar trouw ftandvaftig noyt v&f wrikte! Enelkeenleerdelin0?3tjnnntfteïefte/ Hetgoed Te wikken, hoe, ën niet wat oogmerk hy het doet! (SSenö BïO tn / Mede-diénaars J diend Godt als ee" Eenen Zo vreedzaam. Wijs, maar lift verflinde d'een voud nie^ Hebt zout in u, als gy naar eendragts doelwit fchiet. Leer (Utrecht) ftervca tn baar hait <&\iz$ tytnzn* |
||||
QKAp
|
||||
III, Dee t:
|
|||||||||||
*5l
|
|||||||||||
GRAF-SCHRIFT.
|
|||||||||||
V^OOME / «©ntyonme/ ^atEt / ©?f snb / SSïmb* /
* ÏEeriing/iJ^EEiitB/ï©ee3E/Sïrm! Itaffttfojt/ &tijm/ ICiEbEt/ ©?fenb/ Xigt/ ^ ÏEEraar/ ^cfitlb/ £c8«t/ £*am/ ^cgt onbEï be3E ^tcenEn// tfaat BOGAARD fya öEtaEEiiEn. |
|||||||||||
EEN ANDER.
Vraagt g|iC 3CE3er) tateöierKeot? 't 30 BOGAARD, tSèit bogaard ? bjaagt bat niet/ toant bie öfet
onbEt leyb €n toa^ niEt ban't gsmEEn: 5^aar gEen gEiiiEEn En i$ / m i$gEEnonbEcfc&Enb; ^jDaar taag 'êe m'Et ban EEn wat Bogaard? bEjEn fienb msn raaar baatte: BöttWEt
~ %t öu 3ijn 3©aam bErftaan:
«inbgpljemntet'; bEnfitb?n/ toatmoEptennmanb
§aac '§ attn 6Efc8?nbEn aan.
^iEöiEcC€E3EE)lEgt/ sÖnïEbetï
iEeftöErasElbEinaarfiEfcöjEbEn.
5©n föftiïb'cen djeI niEt ^raanEnöEtbEtftf rrf:
*3tótoaat/ gniEt; bog'tigmaarJ©ateE-bErffv
|
|||||||||||
W& 0P
|
|||||||||||
S3f UïTSPANNINGEN;
OP DE DOOD van zekere Bejaarde GODSALIGEDOGTER,
Kan gezongen worde op de Wijs:
Hertknagend onverzettelijk ttagt gepeyas.
I.
T^CSalfge jg. M. fcgoat upt ben ^aom /
■Ly $et i|ect fpong log / be |£ang &?aft upt btn taaw
JSiep Dtierfupö / taaar 3(Jt OP HU ? Mary J Mary l
Mary! 06! niagtiuBe&en met u gaan/
UPaatom gaat gp / en ïaat ong ti-ooflloog ftaan ? €n ïaat/ bat gp te (tutten pleegt/ Bet $ert $ol fmert in.
aifêagtftnictmetugaan! neemtfïeggmfjn 2ieï MBgnKuft/ mfln^ert/ Ct>Ö! of bat 30 gewei!) JBSet u ban &iec / bat Biet bee£ Sornp mijn 3Cöf IV. J8aac6ïöf'
Itëant baar gp gaat Marye 3uit op 3ien
*t<É»n3ieneïöfi/ 'tonseggelijru enui'en mw>®t}afa/mw%zul/mijnreet. <#B! Offfibaat
V. $0 ft maat?
&eg B«n / bat ift Bto op ber SCarbe blijf
©an ïiefbe ucanft / 30n ICatn / 3Ön 35?upb 13Ön ifcijf / «Enbatiftbooj B*tïeft/$em <Pag en JSagt ©ertoagt» JUSag ift u ban niet balgen in 't ge3igt
©awtëlorp/ üjiliftbp'tgenaben-ïfgt
3HSp setteft in uto öoetjtan / en mp fpoe'n &e boen/
©at gp op SParbjo nnbertoiet'Kjft beeb/
<£n/ ijiBettoelboen^emcï/ mijn^felïeeb
,msaat tjjb berleng / w firüa ie öeter ïütoon
öTenfofliï
|
|||
III. D E E L. ajy
EEN ANDER
Kan gezongen worde, op de Wy s:
Daar zie ik't HeyligPriefterlijkgewaad. f)3EatÏEnb IjEÏaag! baarfepb trfe btere .ïfêonb/
_ ^EftEebgafê'gÏEbEngSlIbEropEnfronb jPetbauta ban itëgpljenbgutygobErgotEn! ^aarfegt/ baarlEgtbiËbierE<i!fêonbgEfïatEn f -JSu 33! biEnbauto/ bat pit/ batniEtg/ batjap j®at %mElfcg-bogt ban ütaare JfêEEtenfc&ap / j?at Cg?ifti ftlnbjEn gratig fitoaniEn 3unpra ^Bt bie gEfïotEn ïtppEn niet mEer b^uppen ! J^aar nu 3aï 3p bat ïEbEnbfge3ap/
2*atfcEmeïfdj-ürj0tban toaare UBeEtenfcgap/ ^at y aare Monb in <#?atp ylag te fcöinncn / wan 3!efu 3Elf in boIlE <0forn tyin&En. <©D.' biEn bat EEUtoig itëaojb3elfê nbsrgfEt l
JfepnogötnEnbEn'tu/ Maria, niet Paar filagsn fotE 3a! 't fongs 6n ong ïEeren } *«»te <0?oot En ï^fenn 30 taöflöft fialancEEEEn ? as« *. IJI
j£ * boEt na bEE3' ong op gaan 't ï&EEbE-Hgt i
lg e taHft ntt Elft 30 BEpIiglp 3ijn pïigt 5 ^Salmet mpbe a&obt-berligt'OE JsrljaarEtt ï£?bupjltEMÜbÖEEn/ soEfiEnofbcrgaaren!
a^f e jai rnEt mp gaan baar 't ?o ^EErrjjft ftraalb / *£*« 't 3aïig ïfêoo2b En ©0ED3EÏ bierb erljaaïb ? 25jajwet mp gaan bEÜHEn arpjifti ÏEbEn ? ^0 ^«uftbagèbjnerijbso toEÏpEftcben ? Stff«ï?/ttJ»J ^aarnEEtiJ fófhitmrjnfiragt
fpnh «ff fi^ft 2ut 3° uiri mp baar in gebagt; *v¥ ip maar tufiWjen n en mn toat fpatp.
Aan*
|
||||
*j(J UYTSPANNINGEN;
Aanfpraake aan
Juffiv CL ARA van der BURG; Huysvrouw van den Ed: HE E R
JOIJAN van BLEYSWYCK,
Oud-Burgermeeiter deij Stad Delffj
Over 't Overhjdeti, baars Sufters
Juffir. CATHARINA van der BURG,
Waarde Nigce,
I.
JLjppiSigüülf^üig
|
|||||||||||
SBif-gcfïeeten b?aeföenb ftelpen Met bet>
tcaaftinginöen .ütëiona/ .mSctbcctcaofttiigniben pliiiiiiliiPilllPiil^li^
|
|||||||||||
Maatl 3J^öeitöaïf-0ene3cn0cIiJcn Met ben
pÜ^iSIiSiaiiieiiil
|
|||||||||||
Mautl in be Wanb; ^et oen 4fte0eï in be S0onb j
<©agt n) eerfls ü&aar nu öerïjaaï tfi 't.
a^aarbEtöbbeb^oEföejJöflijt/ 3£aarbeti}b (#• SBnbiegelbbat/ öaaetteuaaïbift't/ <$aac gn / ( Nigc) niet anbet 3Bt. 3Paar 0» (?• I&srjn J|cmeHfgte reben
Üieben ban itiu' aCijbjaamöenb; JSeben uan dc»
€n tiet ^erte 3a te b^eben
JPerö bit nontgenoc0 gejend U&rbbitnont <«•
IV. Ni£tea
|
|||||||||||
III. Deel: 337
v- IV-
&?' toati^psEïuMlig!
Sf.t[E3taaatEi©ecElöfcDen&. ®ieb£3toaare (tx,
**«Db tranig / altijb üjuftKig
^E Wuj&geefr af-gefenb! Cen^gElijfi de.
|jaar bt ©lEugElBn Baar b?oegen
j|a« 'tgeloobig «écöemEt-üöt: tëan 't gEïoobig (£c,
>7?aaBt Baat nu in bol genoegen
1 «Eutoig gïorieug gesigt. 't Ccutoig @cs
v» VL
ï<coEtge3Eïf£Öaö/ bat3EOöS&arben
£n EEn laageï|uttE3ogt/ Snttnïaage (ft.
j^eco Baac nu in grooter taaar&7 en
'sSn.El / J|EerïtjH roe-geüjogt. $}tmz\ ^eerïp <|c.
vil.
jyiEmElfcB-ÖEW ter CBErubnnEn / gferapfiunEn ban om Boog ^Erapganen üait (ft ^pEn gaar nn ben b?uft ner&toHnen / ^EtBaat3iEfu^nBet0Qg. .ül&Ét Baar aEftnjdc. &<*, VIir-
^Efpjj^tnSdarbE-batEn/ ,
^EDaarsünÏEtt'rEnEnJFrancön! «§cBaarg in ëê,
C^artönng'EigïlertöEmaat/ tn
^eN3EiföElEEEraar3ön. 3iEfu^3Elf (|c.
Iicc 5EBunft / en Biee 30 aeêrlö»
I? Een pönlgfi ©letMj EnS&ïoeb/ 3fn een (ïc.
,f«t nu 3onber mttm m ÜEerlp
1 ©ngcbieEfcBije^iEEfcB ts maEt.'ta&ngeuIeejcBtedc
^fenaBEftaart na Boten
iDnffi!!SemE,etEn Klaar • J&* &Et <£♦ ^öESicn En onjigtögar, ©ngs3fen w (fc
IX. Mn»
|
||||
a38 UYTSPANNINGEN.
XI.
jflSaeten gier nog tacunf g ©agen |
|||||||||||||||
Sijn Dcfteeö in @£caan en 3ugt:
3£aat fjet on£ geöuïbig b?agen / ©lugt be $4}& ong moente blugt XII.
tyt er jal 't Kc3en ong becmaaften / <£n öe öaaöen ban öe ©eugö: |
gijnbcfteeb d&
©lU0tÖEtnÖ(|£.
<£nbebaaben ge.
|
||||||||||||||
(Cot ftet WOORD ong 3etf genaaft / en
^n oh$ eanöeloose b?eugö. gy ong ennöefoa3e (|c, a<J Wijn-maand 1658.
Stigcelijke Bedcakingen ,
Op *t zalig Overlijden va» De zeer begaafde en Godzalige, Hoog-cdele Welgeboorene Juffrouw, Mr. ANNA CATHARINA
van LOCHORST, Ontjlapen den 3.9. in Wijn-maand 1669.
^-* <0 gaat bat rfj3enb 3ögt taeer balen!
* go luftt fi*t Anna'g ^etnelg 3aïen d&eapenb |
|||||||||||||||
in een oogenfiliB In toennf g USaanben te üeloo*
iil==iiiif:ciiïiliilliili-
|
|||||||||||||||
pen/ j©et&o?te moente te ncfioopen/ Cnb'fnte^
|
|||||||||||||||
1^3?«
|
|||||||||||||||
fp? togen met t{» fnfft«
|
|||||||||||||||
III. Deel: 23$
|
||||||||
|Q«effElgfi 30 effen moEöi0.
*& meöElnWg/ milbEngoEöig: ^En waten fïraal ban Jefus 3ögt. §;8 ftonb boo? öee^ na b'nb'fe un'nöen
®an •$ ïfcetelb^oet Caféö'anbjeDImiien} ^Baapte/ maargenoegenfao£: S-°t öat gaat Jefus Btuam berfcöönen / ï»i bic Zon bEEb Betaliierötoyncn/ ^at ont 0Et onberjtanb bEtfiaosL 5'e Zon fcöoat30 een fhraal in 't bunfter/
£<i bulben 't £ert met3a een aCunfter / fat al get Sist/ maacöunftecfcüeen, S ïagte met öe# Wzttlti$ b?eugbE / m 'tceutoffl^eni ïjaar ^ielberijeugbe/ ^aaralBaac öïtjofcöapinbetiitoEEn. |ff?agtbanrfoflïöHE^EtaabEn/
2* l*erp ban ïijf-riEtaben/ S£ flespenb Mtèii / ten jFfonfiec-rfna.
» Engel b?eB / tn nitt tt ipen m* f Deugde-kleed, en WE g£fmyö*n
v« Jefus ftaat am b*SCtmen ging. ïfeü ^oaf frö^n jtoiet in p?eut3e Naaren /
3fi»Vj.n Öaatéogopbett'niEtöaarEn/ Sn T ?Ie8n <©E3eIfcfiap ban Godts Zoon: «feH-Kusi«fifi* neen XeMfiatiteti t |
||||||||
6pbEnï©oo?nEn-____.
'jmmtn stenfcö in^etuöaaW
|
||||||||
$et
|
||||||||
Ho UYTSPANN1NGEN.'
^etSSeelbuanJESUSaangejfgt: ©at JESUS leven gaat beeb' erben/ <£nb' al gaat Eygen baabhjft herben, "«©f et €ngeng leef b fin 3ulft een Xigt. vin.
Mtt ujeugbe fait bit Jtëonber jagen; «En biagt' ben aantoag met be ©agcn/ <Cnr8per$?ugt/ in rijpee Jieugb: SClfoigben^emelftfjielijltopboet/ €n jiet /bat b'Cerb ontoeer big op boet Cen niet ban l|emel-üieerbé ©eugb. ix.
Wt$ i©ereft$ ft öeniereribe ïïebejt (2enb J|n) en feljatt' btt$ ^eerlijfiïjeaen ©eg l^emefoj na gaat taeerbe niet: i£e «oftlp / ban bat 'g !©etelbg jotten <®nlf unbig w\\i een glanfrö uefpotten / <$f trot3ig fitaelïen met berbjiet* x.
©eg ï©e«ïb£ öoog-gete3en fcQulben
^taan boo? mn langer niet te bulben / ©ejnaaatujbol/ 'tMimtteneno. 't€nlujtmu3ulHe©eu0ben/ in ben terneenen bal mijn# ©olnjf te binbên / %\% ift mijn laatfte plage 3enb. XI,
<gtraftg 3ag 't beloof beg ^emefê baaien
25igopenen; enb'€ng'Ienbaaien/ €n gaaien 't Lam in 2Cb?am^-fcljoot. ©aar i? nu J ESUS 3elf gaar Xeeraar / Cn't^ert/ bat 3a ïeerjicfi tael eer hiaat/ ©erbulb/ enaIbienleet3ugtboQb. XII.
©aarleeft/ baat3taeeft3uunbeC§aoren
©er €ng'len/ enber Cerjt-geöooren/ Cnbjp/ en3onberfcBepbenmeet; |
||||
III. D B E tl ftft'
gfaarljoojb/ baarsfngtjnaCieb'ren/ #falmen
9nb'€eutaig'ï|alleIu-JaFgaIrnen/
mtt b'aanbaat ban Baar oub Begeer.
Ah . XIII.
^aar?toemt3pnu/ gebompeltmebe/
sS&^fgronb banb'<$nennMgljebe: ?©nennü'gel&n7 't^nennbigbiel: t©nennbig fflaatfi/ b'onepnb'geöeben ƒ k$P %pligöepb ber ©epfigljeben!) ^aat ifon öoob / en sonöêt fflner. XIV»
^aac^ Catharyn aïrjeelberbjonften/
x**fa be dPoötöepö taeg-gesanften. L*n ijab ber Fjier een boogmaan ban ) 2?i '* b?olÖ» 30°<n 'i^emeujbjeugben; %\ OEitgi)3aani jtjn in '# ^emetë beugben: ^efufiWg bf e3e na-3fen Ban! ^fêaar nenb.' baar 3fjn ton f n ben ï&emeï l
Jtnnageniftgeentgb/ ben&emeï ?W non ten SBloera nier unt geuuplb. tSfónujattjb: taant Dier tefrerben/ §n ï fcieefcBe? hifi in 't tëleefcD te herben $ ^ taerb men berlnaarb^ ou-ge3uplb. ïa i. xri. S?»"n# ï^ert te Dong geöeben;
**"9 <©og en ftan geen «Craanen geben gp SO fiefflaagehj& een ©aob y?Broepentaeï: Diedeugdelijke! ■}5;sU-niinners! dielieffèlijke! u'e Hulp der hulpeloos'in Nood! S-e?HYVREbloem, dieGATHARYNE'
üie ANNA vol GENADEN-mijne, jSSSS^^ett/ enöaarfnbeii
SKfiSr"?»ban1 ALGENOEGZAAMbfnben/ ^enfcötnber/ bat Dn baar ooB taai. M r 4S xvni. £taa&t/ |
||||
ft4ï U Y T S P A N NI N G E N.\
XV1IL
J?taa&t / ©toaal! uto taenfctj: taant 3iet be jtroomfl
©an b 'angcno E03aamBegt! 3UJ Bomen Mnnf-op aanDi'enin oen Zoon. 3jn jefu tg ong 't l&enlgegebeh / gtn jefu 3ijn tan tacec ten lenen tfcbjagt/ en ftaantan ^cmel-fcïjoon. Ilta Reden met gaar balfcfie «ïaatSenb/
^ig bompel' in b'<©nennb*ge Waarheyd, «En fcfiatt uta J©ö$jenö btaaag" te sjjn. %a 3ungt bc r eben-Iooje Seben / gig C in bfe Zee ban fcalig&eben / ©etb?onfien ><©|onüen f n bfe J©ijn» ©ecjaafit bc nfetig' Yddheden
$aua&onb/ banene?/ ban$?acBtfo$tfeeben/
€n taat Ijet^cgensel u San Df en:
«Een Jfcijepper jal't uallej»in ben
Maal-ftroom van't ALGENOEGboCnbm&gli/
Cnin Jjet ONZIGTBAAR boen 3ten.
XXI.
ittawil, uta3inlp$epb/ utaXuflen
«PoetftiHe38n/ en jalbj ruften SU» b'<&ceaanbanb'€ent»'ge WIL. fZa bunfit men in be 2alf gijeben / ^0 ftecben alons'rampen mcbe/ ^0 3önta' afê Anna Ceutaig fttl, XXII.
ttënennbfg^enïfgLigt! onj^ogen/
^iebupiana 6'€eb'leSieIbeb?ogen/ J&erlojt een? ban bie {Cobern! ©oetonfmet Anna3ienbetoaaï&enb/ Cn&'obertupgtonltnetbfefilaat&enb/ %B testten tap ban flaben / b?p, E Y N D E,
M
|
|||
Hf. Deel:
|
|||||||||||||||||||||||||||
345
|
|||||||||||||||||||||||||||
Öp de Dood van de Godzalige Juffrouw
HEL E NA van SUYLEN;
Ontjlapen tot Rotterdam den 14 Sept. 1675.
|
|||||||||||||||||||||||||||
I
|
I.
|
||||||||||||||||||||||||||
ÖIÉiil^Ësi^SllÉ
|
|||||||||||||||||||||||||||
& ban ong lot nog onöet 't paft te öygeni
|
|||||||||||||||||||||||||||
§s
|
üstBüiL
^ mag Heleen üan ö'^acö ten fytmzl jtngcn! |
||||||||||||||||||||||||||
4
|
|||||||||||||||||||||||||||
JJi{fe#^ppll^gËl
|
ESÏ!
|
||||||||||||||||||||||||||
t 3$ 0DCO/ om Öat &et 30 ÖC Goedheyd fuft.
|
|||||||||||||||||||||||||||
^Caat ong öie ïfcitfe Wijsheyd met #aat fouen;
|
|||||||||||||||||||||||||||
*% eenen (fCoon: tan giet/ en3nüaat&oben;
|
|||||||||||||||||||||||||||
2n b'arbeyd tap/ 33 ül be ^al'ge ruft,
11.
|
|||||||||||||||||||||||||||
CcbW8" ogn aanoanoloa3en taaa-iïag /
^Xffi!£&aacetoaarÖ^^ tSttfflteS' toöop5Cat&en3inöfn
«« £ «ofteïijri jaaupjft öEEjeetncïinsen |
|||||||||||||||||||||||||||
24* UYTSPANNINGEN.
J|et3e)[ue WOORD, bat boo? ben aanbang was wat is, bat zijn z,al: 't(£eutafg-lebenbSPe3cn: jongen ban't begin/ ennoptboIp?e3en/ ©aar MtnUfy en Cngel $ig nopt jat in ia£. IV. ©ie Heerlij kheyd, bie Hoogheyd, Wijsheyd, Goedhey<k
Wie %et ban Algenoegzaamheyd, en Zoecheyd, Wvtn tf et / en baar betlieft 3p jtg nu in. €n aï ïjaar ^eniel-bjeugb' ij* Die te ïoben / Snbfepbersupmtoatgier beneen/ tctatboben 4^efcgieb/ ja üomu'ien ban gaar epgen 3fn. V.
(Heleen!) 3tofjgt! 3toijgt! 3p mag om ong niet benfien/ Uien b'Eeuwigheyd 3ig i\en boet / en get bjenften ^et$emerb?anH3Q3arig©?nnfieninaaRt; «feat b'€eutofggepb te fto^t fcöönö om te (chotibien «Dat ^eeclijfi sCigt / en om ben Sof t'ontboutaen ©an bepnoeu^oetgepb bien 3p fmaaftt. VI.
SCaat ong genoeg 3ijn / bat $n met be gieren mtitt be ftgabubJ ban on3' SCltaar ïinfelen / ©aar fioofb in ruft fteeft ter becbolging tipt: ®n t'3aam met iiefbe bol bettoonberf ngen / Tereeren, en om d'uytvoer, fmeefienb3ingen ©an 't Heylig, Heylig, Heylig-wijs Uefïupt. VIL 3©p3ijnnogopbentoeg/ enb'/ eertopfcöcpben/ ,
gpao? J©oajb en boo?beelb bertoaarbjSIjren te lenïJttl ° Heiena's Voor- beeld bien' oné tot een baaft. Wit liefde tot b*on3f enelpe faaargepb: Wat oog op d*al-opgehelderende klaarheyd,
ïïetün t geboei/ en 't3ienelp bennaaft.
VIII.
©ie mf nnelfifie Nedrigheyd, ban allen $ettefb/ enb'nbecbiet&aac/ toeg-gebaïfeiiJ 1BtA |
|||
in. D e el: J4j
jj&atopregt Hert: bat vriendelijk gelaat;
me giel geoeffenb in fiét mede-lyden: ^er armen hulp: bet treurigen verblyden:
<3er3taa&&en Zuyi: bet taabeloosen raad;
IX. ®Et Jongen oog: eenfteunzelvoordeGrijsheyd;
geliefde tot be^^emeI^-bietei©ö#8EptiJ •'■ ■
®ie wijsheyd in be?fytmelë-fcïjaal geleerb;
j®antDattoag'tIebenbanHeleen; eneden
go leeft men ïjier /om eeutaig 30 te f eben /
<o tteeb men öej&aam $emel-taaart$/&an ü'tferö,
fugig Heleen be taanBel&aare Naaren /
*>%vi'$metcl1)$%ée/ gelu&öeltj&ontbaaren; 2*» taant boa? 30 teel ^tojmen / en geb?un$i / *f 3ingenb C in 't gebaar, ban Öïip en JStranben ) $&et Quipber i©inben3elf / tenjal'gra 3Canöen/ «o lang beoogb / ftaar Uelien ©a&er; t'fóupi. XI. |
|||||||||
^ati^/ na3efu^effV stoenj'ontfituppenj
£jzt$ b'enge $oa?t bao? ootmoeb in te fluppen/ S0 wecb men Niet &p 't ou-öegreepen Al: £° Stout ong ligt fin b'ennbeloo3e nïaarfiepb'; s2 llerft men om te leven üp bie maatftenb; sw men ban b'on-neoog&aar fioogt' 0et bal. • XII. z£$ %tmtl§ «eer rail toig ftet ïanb betfaten /
!f a«t 3fpt! fin paftt 3ön ftoftehj&fte i^aten / ^.^atfietfitaf/ ben bjoeffem ban begijn. f,,W nng in ben jlanft bet fn'mfte tijben / li^fe/fmertenfmaabfiepöüïrjteruben/ «n»atenban3gn^eerlp&epate3Ön. |
|||||||||
O?
|
|||||||||
<a 3
|
|||||||||
Ztf UYTSPANNINOEN,
Op 4en aanvang des Jaars,
|
|||||||||||||||||||||||
l;
|
|||||||||||||||||||||||
<G*msügt
|
|||||||||||||||||||||||
$
|
|||||||||||||||||||||||
DpiillliililSlÉïiilII
SBar mS net Oude-Taar betbtaeenen/ ®tt |
|||||||||||||||||||||||
Nieuwen in 3tjn pïaatg berfcljeenen/ Cnb'fftnc
ÉïiSliPiiiiiiiiir
|
|||||||||||||||||||||||
jefe te flt taai?: ©aat tiunjenb We 't met ma
|
|||||||||||||||||||||||
fiegannen C®en tyaab gaat'g SEebeng af-ge
|
|||||||||||||||||||||||
|==IÉ===|=Ê|É£
|
|||||||||||||||||||||||
(ponnen ) an'l^afoenwjtitnsöntqtSCfïö.
II. jitèn geeft be#ï^me$J©g5e Keuen/ ©ao? öup3entu3amyEn been boen treben / fltet eeren ban 3ijn S|eerlptjBHb / flTen unttoeo ban jijn tocnö^e Gaarne: ©imn! öuyft! miy\\Z\t\/ gutnflogtufcöaatitë m» bt$t&%üm nataatigöenb, in.'
©e gan ©?ie-5onber!HEJii8 maaien ©en ïtim onttnojjMb geeft jijn ^traaïen #u mn öaen balen / en jijn fitagt / Zw$\mï/ jtinïigt/ 3ijnb?ugtenmebe $te& ift in fhobe onbanB&aatgebe J^nSchepper^eïtaeettoegell^afl^ . |
|||||||||||||||||||||||
III. Deel: 54.7
IV.
©er ©jöïiben-fifoeb / öet flEartoen fileren J Deut. |>#miofïeïanbenl©atet-bieren/ 34.: 14. ©»e geuben mn ben ©ifcg uerenb: *Baatag! be fttagten bte ^ugaben $eö ift ben Gever ban bie gaben tëenbfenjfcniettaeeraangelenfc. V.
itëel fcjjftig+maalen i# geftomen ©en©ag/ batift/ enalleZoomen/ 0©ni?baagïöH$taecB gejtuttet) niet Cnbecöen/ banong&ielbecluaten %i i©ao?b en gang: toaar3fin be £|tigtett w sulH een toelbaab nayg liet 3 VI.
i©at sjjn be Zaligenbe Öeben mttfèett/ en^acenoHöefneben ©iraaatimtyugtfiaarlgfigrgoojDt ©ie'cernen üoben alle saaften ^USijn eygeri wilen luit be^aafien: i©aar ig be Bragt ban 3UIB een l&no^b £ VIL
^attaaawn aï bie 3oetc galmen/ ©au 50 brei ïicb'reiijobeeiffaïraen/ <@an enftel galmen en geiunt ï' «fat 30 beel^eben 30 beel Quoten / <gan 2iele-l'J03e .4>tem-gerugten / ^dn 3ugten 3onbec weöet-ftuBt ? VIII.
&%W mgn %it\ en fiaaa n&töegftft. in h?icefc& hjn V ^emefé mm #a« i
#n hr*^ janberuifr be iftoattn; «n hÏÏn^W-wnaet finaal» genaten / «nöe^8enwen3ont.erHot, - |
||||
948 uytspanningen;
IX.
aiijn^töcppEr! bie mön^feïe-firagten
(fcemaaftt / ben rang ban ©ag en Aagten oPcftEïb gebt i n ïjet tanbe laac; üfêaaftr/ biömu/ mijnSgielbon^igtig/ ©at ifi mön ©ag' en Sflaar en hiigtf g / <tot utaen bienft 3o?gbulDig fjuaar. X. iMb gp ma nog get leben lengen
€n baaglgHg 't joete Eoit-ligt brengen/ «Enbaebenranniet^pijlen^anfi: Kpt uto ganb tuil xft 't at antfangen/ Cu boo? uhj<ï5Eeft aan utu öienft gangen Mm Naaren al/ mgn leben lang. XI.
©at genljaam ï©oo?ü boet mn na bejen IBetaanbagt gooren/ pberugen: ^cjjep / £cgepper / in mp meerber luft SCanZugten/ 2&eben/ en<$e3angen ©net 't fcert al3ugtenb btuben gangen / (tot bat pet ruft in u sgn tuft. XII.
©'. ^emelfcgBrood! en2alfgManna! (©aar outalingjl menig J&eplig DBan na Periangbe j) 3p mijn %kiz ;oet! ©at al üz§ ©erelbfi ïeftfter gcüen ©an^épg?/ ©janft/ meeb/ enbertelgeben ©aar bp maar ftanfi 3tjn / rooft/ en roet. XIII.
Scetbtnp/ $eet'/ nennenmgnbetbuureu/
gin laar/ Maanb/ l@eeben/©agen/^ureD CiiogenMififien: bat in Hen „, l©aar25ïift/ïIIur/©ag/i©eeft/JllSaanben3!anr«/
SV{ ftille 3bjpgen$i geenen baaren: <£ot bat in Met niet mee* en ben. jj „/ XIV, gaar/
|
|||
III. D E E L.
XIV. |
|||||||||||||||
24)
|
|||||||||||||||
laat/ 41fèaanb/ l©eefi/®ag/ lttur/!©genölm&en
*CCtb mp / mijn Vader! 3a te fcgfHTlen
$tot f fiiegjlemefê ïeete leer.
üa leecb rap tnaare zeegatten gaatcn W-entijb/ bat tgbuatiiiaaanb'en Naaren/ 3n 3aïfge Ecuwigheyd hertteer. Louw-maand 1662. Ni E UW-JA AARS GEBED,
Om Lufl tot en in Godts Woord.
1 |
|||||||||||||||
jgcpnbig £igt! bie 't $einel£ l|ep? ge*
liiililigiÜgS^lililili
ftaaftt ^eötin3ijnUaftebjeöen: €nnabientrant
|
|||||||||||||||
-fes------,.
|
|||||||||||||||
£=&^^$=§Z=k=^-=:3ÏEE$l£=£
|
|||||||||||||||
\Ul©oo?bïjeutbaftgemaaïit / 3Dn't45ieutoe-jaac
|
|||||||||||||||
fc&ept mp een nieuwe lufl Vit nopt en taerb geoluft
i^lili^iülilieiïiS
^t©abbelöSet!gtmeti|enie^-lineL-gefcfeEbBn/
^etöeben roem ban •$ ZiM tartmaafite ruft. ® 5 II, 'ttfe*
|
|||||||||||||||
aso UYTSPANNTNGER
II.
't (JPeftcrnt gctoctf octïocoeïgft gepaatb/
$eütg' aan ben mscnfcö gegeoen; M&*t boo; uui ©olft een beter HDgtgefeaarb. 3n 't «JSiemue-jaat fc&ent mn een nieuroe 3Cufr: ©ie nont en taerb gebluft / , 4Sa 't ftoöDelnne ïfgtmetöcmelg-bnergefcöjeben/
©erfjeben roemban'g^telgbalmaanteruft III.
■ ■ ■
ifêaat toe jou 't ligt iiao Zanf en «fêaan / en ^ret
©iigbagelpjïöoenlrben?
ifêoet / ïepüÊC J bit Higt alttjtoftaan ban bete' *
SBn 't 45ieu\ue-jaar frfjept mp ten nieutaeXuft:
©fenont en toerb gebluft/
j©a 't tëobbefpe"ïigt metl|emeï£-bpergeft]tecben/
©erïjebeu roem ban'£ Zizlf bolmaaftte rüjt.
IV.
©aar bangt öien l^eïb #t o?benfng hte'ct aan ƒ
©an u öera bao?gefcö?eben:
«En taaarnm souö utu gunftc ftttle ftaan t
Sun 't j©feuuie-jaar fcjjcpt mp een ntentae £nft 3
©ie nopt en uierb gebluft/
Ba 't ^obbelijfie 3Dgt met i|eniefê4iper geftljjebeh/
tPeeljeben roem ban '$ Ziti? bolmaaftte ruft.
v. .
35etffgt 3ffn gïang bt$ l©erett$ bupflren Bocft*
l©ati#uuiaCigton^eben
Sü$b'nnlujt ban een toe-gefïaten 25oeft ? .
gn 't Mnvfiat -iaat frfieut mp een nieutae SCuffc;
©ienontentaerbgebliift/ .
#a 't èoübeïöfie -Eigt met ^emefê-bper gcfröjeben /
Ifcrijeben roem ban '$ Ziciè baimaabte ruft
VI. laar
|
|||
III. Dspx: ayt
VL
ïaat Ueber 't oog nog $eetl no0 diamant /
f OBtoattEciibErrjEtiin/ ' t^9t3ten / banbHnö ;tjn boa? bft Uernaar panh.
! 14SiEutaE-Jaar fcöEpt mn EEn nteutaE £ujl: «enogtEntoErtiBE&Iuft/ m t (J5otóiElöfiE Xigt niBt $EtnEfê-bper gefcö?eb«v ^«Debeiuoem san'gSgfEfêboImaaHte ruft. VII.
ï^ar M nnjn$ert in 5cBEp3t!en BWfWfit /
ijEcönfterb $ert ge&Ieben ï
|«,aag! boo? üo?re £rijep;Efen berftiftt!
e.» t ©ieutae-jaar fèïjept rap Een nieutae 3Cufl j
^ie notit rn tacrö oeöluft /
£«a 't (©otiiiEirjfte fttgt mer»etneïg-bnEr gÉfcB?Bb*n/
*>erïjeben roem ban 'g ^iefê imlmaafttt ruft.
VIII.
^aaraI|bc^ongeEn«ttunbteboo?fcBtjnu3EnBt |
||||||
s pnaat eeti berfrfjcn tSegen /
2«-o SCarbe-iap en tm$ be ï&?ugtenfcïjenHt/ £? "oer in 't <®feutoe-jaar Een niEUtaEii <#ee|t / ï&etmnle$enöleejr/ ^ »£*%W bat bo?t' en bjoog f $ / Men al# een ^eftens
^^Wjupttnön^eiiï/ mmt^ztt/ vto$Maam€tz |
||||||
AA^
|
||||||
aja UYTSPANNINGEN
AANDAGTEN
Over d* Kiende van Godts-Volk inPiedmont»
in de Jaaren l(Sff. en 166}. INLEYDING tot den TREURZANÖ
|
||||||||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||||||
=£§=Pïl=^=É|IËlii
|
||||||||||||||||||||||
O
|
mb SCïptjtfj taijb-bermaarb il&e&ergt/
©at uüJ^ncEutaigje gappen ten ^etnelftretit
|
|||||||||||||||||||||
€n mecuta ftcuyn be ïBalüen tergt/ Zcq ang op
|
||||||||||||||||||||||
taat u fcljaöuto Uoü? gruta'len btfit? 2eg ey!
|
||||||||||||||||||||||
iBaatom tree regtbeerbfgen jpfaïmen/ 2o bof/
|
||||||||||||||||||||||
30 rrettrfg gaan entroaftelootf? €n faatuMp
|
||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||
pen 30 booftoeet boet galmen? Sijnaïuftrunnen.
|
||||||||||||||||||||||
ÉWPliHüiliïH
|
||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||
nu genewgtelooé ? $»aar ^acou eerrijb^ plag/
|
||||||||||||||||||||||
III. Deel:
|
||||||||||
*'# ÖP 3Ön fiacftci 3ag / gijn -énaaren ter eecen
|
||||||||||
^ter ifcobrfiepb te fïaan/ ©aar öooren top niet
|
||||||||||
atë CtEur-pfalmen gaan.
II. 5i?iuODlitt/ batongfienltestoijgt/ S ? «Jet ^emElfrfj-gefïaore 3tjn iiincljen fraafit/ S»|^ion3ugt/ alggiontingt/ S«n in SJemel nog atar b' ig bat on? bermaafit. ffEEtEn en @Tpger# / berfc6?ififielijfte ïeeutaen / j&Qopen en caoben boo? on|lMen geen/ j£üp tap en gooren ban P3Elijn fcfpeeutaen/ «Etmengt met gion| beErrtijH gEtoeen; Xb'tgroutalgnergEïunb »78« 't al betinoojbenb ïtaipb / JMiuiber ban 't naatE Gefcgut En <£rompEr. "^tt 3Elb3aam iftbat ift mijn «Loon baar na3Et ?* Vr°5cï 3at m8n taEEEEïoo^ ©nïB /
g« »1 fibjeEBtE3E tuffcften mijn ftEpïten in: tèl\P°D?ten niet ban '0 $Emeuf-toIFt SP.ÖEt agtet en 3ogtE maar 3uut getain. |
||||||||||
«,.wmUnE tappen ban ^nEEub) fiobEn grijffben /
«upfefiten be J©inben boo? 't Öoo?n in Det ©al/ ^n ftVo, 2!b ter ©?upben toag ©?anft non? gen aï;
ILmLiEsnn^manbitoenf£h:
nSSSS^B ö29t ?Elben / Wen eere nog go£b
wWafenbeeh$aami/ bfraer&e'tgEnioeb. iv. #oöt$
|
||||||||||
ajf ÜYTSPANNINGEN;
IV. aSobtg JZaon ta#nattbdfjB$ op-gejiaan /
«En fjet SdartmjH öeineldaaömet 3a een Sfgt;
3&e25nben nautolflHgupt gegaan/
«Pf 't %tgx taietb in mijne ©aüuen geftigt.
3©onberettefibanbe®ab!pegoeb|teBb/
Öamenïjabb'SlIatbcfietobetb: entljamj
^eHteöen^merboojfiomentfbertarjebljenti
Sn ma üe waarheyd en {jaar. igenPge glang;
©rt onberbf enö öefïupt
$tno| mijn ©allaen unt /
#£m baat te Bemaar en / be a&aatDepfr fiupf /
Ven toeviugt bet Zoomen / bet n&oöf ojen krays.
V.
Der Vroomen toeverlaat: Üfe*t3CtSt
©an be n&tartjenü öoo? 't nebeiig lïomen geen jOSet bjeugde ütegen in 't ge3igt/ of n 3fg boegben met mu bao? oe Waarheydaan een ©^ebige toeblugt alg o'rjiifjtjc Wau\am »an 't ^etten&ODfOf ge 25cefl gelfcö üettooeb / f£ragtebe yt ^tineïfclje 3aab te fienautoen / gn uojfl na 't ftafteirjK onnosel 2&foeb t ©00? 2ion$atmen gaop/ S^ie gettnaarbfi ?ig tet loon/ ©nbetmijnfcöatftaenbegaben/ en (til/ Sfrleefben met on j '$ §im\$ Waarheyd en WH DerBo2en*kruys, taantafêöetïigf. (sraaïftt/
©oaj be dampen ban jaaenfcöen-ö?ean uiietn fifi'
€n€ö^fli25?tmb<0ntmaagb/ qpntftigt/ b'aEenbouöfge Zoomen bertoonne / betfrijalttt; fdjoten bie Jitrafen in 't bunjtre gemeeten
ettowfïetttngen/ ennntöeSten'tRtaaab/ |
|||
*. III. Deel: ajj
|Jt3Bweltofften/ maar niet toouben toeeten/
^ e öeg unt6o?ften in on3oen&'wn fiaat; fern0to^etpöetbulb SS» taligenefculb/ SJf t magtige v2>aM 3*g bjonfien fo 25foe& *oub bannen/ en ttanpenGoduBruyd met beboet. _ j VIL Sf^aïl be bunfrere ontaeetenBenb
S"3e .^tcaafen 3ag fcöitrren ban J^ennb'cn beet/
£'eP3ig bc jgijb te uecfte/ en3enü;
«£e3eftcaalö)ag oen baal uan on! noten eer:
get bit be D^ereïb 30 ftaan ton bcrlegen:
2Je-5bgc ben ©ag/ en blijft fteeof in öeti ^agt ?
Setljeï/ en3tatbelaato.i£b?pnetaegen/
«*£« Wjfie tugt / en al be#l©erelb$-magt:
w taf ib ben ^emel niet/
Sr3ujiot Bet SBatbftD-gefiieb/
2 moet 8« be $el boen! nait öer jte baar uut /
^«oab/«oof/^|anb/enlaftermetftö?ifiiÖ»8eïuïit
|
|||||
y
|
|||||
TREURT
|
|||||
ajfi UYTSPANNINGE N.'
TREUR- GE ZANG,
Over cTElende der Piedmontoyfcen,
i. * €mfa <tëe3elfcljap! bat ben <ö>?ij3en-top
|
||||||||||||||||||
^
|
*i£an b'aüipeg pïeegt te fcQutoen; öïimt bet nu
* op / HEn jiet in Me i^alïpen ftof ban gtu- toen: ^ |
|||||||||||||||||
=^>
|
||||||||||||||||||
giet baat/ 8« '$ ï|emebj-magt/ <Efe25fon?i .
|
||||||||||||||||||
fcfiut bon? be3en peegtetae- 3en/ JSuïjaat
|
||||||||||||||||||
f~~T----3~ .jffi" "^1' —'
|
||||||||||||||||||
fltan^betaollttöeeft: rêneenbunft'rejgagt fte
|
||||||||||||||||||
J©erlb-beEHgtenb' ^eetlgfiïjenb Daar ftraa-ïe»1
|
||||||||||||||||||
|ii5iiigfl!3=gii=:i=g
|
||||||||||||||||||
'(©oetbafen/ <Cn3n/ bie baat baaft 3at#emel-D°0*
|
||||||||||||||||||
Mmtin^ltn// Söetgenöotf/ elenbigbo- ftjjjj
|
||||||||||||||||||
III. D E E L." 3$7
jBl naarcflem! ban'^eWï$btEre2&UHb/
»enö aan üïnbE f faltiiEn. ^^iöCcöö/ maatafj! aft! norttoeber-galmen,
&E0mijnftEmDpbEUta/
|« ton mEt u in filagsn ïXta leen bjagsn!
SJöpumnnEEcfiaan/
£&? «esElfcüap fcöuta. (^jjn fmerte
jpl mag nu 't l&oofb maar J©ater / En Rntib 't ^ehe
«^«oos'untEen^lHOSEn/ alj! alj! alj!
^aat nu B?anbEn//an 't becöjf et mijnlngctaanben,
ö^Kgöeflunt/ natïanssönöüibct^buïb/
g£»uaan't nfïrjn naaten;
^ÖEtöbbEcbHlö/
gNat t üiEc ©eiïast be jitüli^ng moEt Etuaaren:
2?&ar blatnt nu 't b?EC|lrjft oog
gtoen üièfcïlEöliftften 2fou jfcfcffiften/
»ïö(laag! tenbaeitait
S«n3ofdEEn&aog: (t'agtEn/
Öï&ÖnbbEnl|EniEltao?nfgaï8aatftïagten 4Öfet
W• ie aï Öaat ttooft taa£ / «eeuw of25eee ;
*,e Oaac in oen // Koop tEn ï|emel ftomt berflinben,
tïjN* gejung in &'<©ogft ban Stoo^n en JPijn/
«&£.?" h?euübE bno? be ©aïsn /
ffi?tnuaanbenntaijn/
ï&iV^anb ©juaf-gEluag tsn ^cguEt öecft gaaien.
SSS^taWe^aHpKn> Sietbanfcgjnen/
«Sbhlf^Efcöaï (ten/ «m«n(}anaEn//^an^u0^i|afbErtooEftbEa:anbÊ.
« V.'tIBscr» |
|||
258 ' UYTSPA'NN.INGE N.'
V.
't ïfêeetbige SStoeb ban '$ ï&emefê ïStnegten ïaag t «Paar ö?i«Ff 13ig ü'SCacöe 3at aan; CnöEcUoftlüftSEaS ©aarfiaatbenS&eul/ cnruittöct^tec3iijmat aafl'
giet baat! üaac Bïinfit get ^taeerti: . ©aar ftïinftt ftet boa? be Öeelen / <©ao? 23eBu'neeletf'
©aar! (olj! 'ftfumtmijnoogen „ ©oo? nien Rag betbeerb ) (9CÏ bo?ftefl5:
©aar ruïtt men-'t ttinen&^ung'migbanbeSSa?^
3|oub$?ienb! €n! maarkeen? eu! fïanfettae! M ©at '# gebaan: ligt 95?ean en 2$Ioeb be Mot't y VI. ('tWanjiJJ1, 3fêat 31e ifi gf nber tttntn'Ien in 't berfcFjf et 5
%a flopten baat bie ttatjen (ï©ee.' mijn oog bie'tjiet!) 't (©tu!03eï ©om te pletter op be lSot3en: ©ie tunm'Ien ban ben top / Cn fincujen op be ^teenen/ 2&ejm en Reenen/ 6Eot bat b Wren ttiUenb / , 't ïeben geben op. (€n lam
©aar fpeet men t leüenb .ïlfêengfc&ap aan be taat3'
^ot'3eet/ enbergaan/ fieftaan/ betgaan; , i©ant bat buiicen '$ pjn ban ©umenb boo'n W VII. (watt* i3eïöfiftenb! tm#3*et be 2on3ig ölinb/
2Can 't groumïijH bat ift baar 3ie; ^te baat rufit men 't Öinb J®iet nu uut 'j> naoeber^ liefben SCrmen: maar bfc ©te fcljenb be pfaat3e baar 't ©eg^emefê3o?g ftet ïeben J|ab gegeben / ftEn/ eer'tontbe^on3ag/ Jt ^enmelöfiftabBetoaarb. (Ron,&
U&at SCngec 30ub 3ig/aan bat ©at/niet fcïjjomen *
6Wet] 't<©ogbe3tayfttbanfiïagt/ öïtëee! a €n met 't ftmftenb fCam / 3toögt ooft mgn <£o% |
||
III. D e e Lï s?9
_ VIII.
R ïtjte mtjn gTong / nog rufle b'fl^eEbgenb niet
»*«* 'fi^fèoetmeer/ aliueEraan'tWagen; t^in5ulHberb?iet *>an2fon/ 'tminftmetgaar/ gaarfmerttefyagetf.
|»aar fcgenb men l^outae en Maant. C baar! ^at ttinö touag nautalgfig Ijouta&aar/^iet gaar roiibj
>n nog al gaar routa niet: |go?b Doe meer neplaagt / ('t <£efc Qonbett
^nbulb met Reenen (tajeebgcnb nont gebonben!)
5n °?Öft b'arme itëlateria geen ter been / w-ot ijEn 't ïeben <Pug am>f g moeft üEgeben, aa IX. JjNr rooft men een bE ïiïeeb'ren tot op 't naafit/
^n fntjb gem ronb om fieenen/ ^.Ot gy ganfcg mi^-maaftt *-'et t^ öan i©anü en ^ïaeij ban $oofb ten Reenen J
^Öans b?gf t be JBjzeebljenb 't ^out / Ju23ü#-poE'r / in öeSe&en %o gEfneben/ |ntaÉrptDe:nEEnïfilecbom ^6ar mgettig ftout / C &an fmerte £EnjRieeb in ®EEft banïtëgngEboopt/ fcat'H|Erte
^Et«rimpt / ban men jtEetit get &mt in 't ïüteeb / wtotbeberfcgEn^nEEbV enTclfeoén bE^iEl uptper* tX. (fcgen.
°J ^&iggjenb gEfpaarb fê ban 't gebaar /
jS« Pierre s;imon tupgen. Xf/ ban^onberb-laar/
t§*n 't Haafb met ft ragt ten2Senemaarbg beeö buagf
^ctSünft0ö.Oub'€fla/
*wen betb te öErflen plotjen &an be Uatjen.
Sfilm» niet na 't ÏJinbfcijap;
C??^^*"* (^pferm
|:Sn'at|ifttbjEe^t5eïmengoo?bel5iEren/ ©e
ifó?»** nbje (battrab elft een^een) (Ben. *»#« Wgfi rwfiften €n t'3aam fegermen met be fïHft-
m 3 ■ XI. ^au* |
||||
jtfo UYTSPANNINGENJ
XI.
<£?outneIijtnjepb fïaat bog üe Maat in 't Xf rt / ©at tap nu treurig 3ugten / dEnonpfiaagöerbzfet Jicftept m§ en groep upt b'nflpe ger ugten.
Söolt öan u jp 'tfcftjifilijft' upt: iCtoeefiaöben 't ramptg leuen $Eten gegeüen / 0Enmet3O?ggefitaee8t: ©ie juaoozb-men uooj gaar oog l (©an fcfi?iftfien« JÉtjn ©igt ig <©n-bigt/ toant ift Han'tnietmiftHt»>
©aar ift nog ttoee^cfteïmenjieliertooeb / 9Wji tien bollen Ifónber-fioof ben fpeeïgf-toö# roïiefr XII.
©ien nu be itë?eebe goebfiepb uan 't gefpup# ©et ïetien ftab gefdjonnen / <©fbie$|aan'enéupg ontgingen troo? ben Hfïoa?b-p?iem in JipefonBen t
©ee|ftonb een J©?e&erö?uft/ <£en waob ban bunjenb Huren @£t 6e3uuten: €n fcfieen anb'rer ^taeerb-moo?b ^ïeg^enHeÏBEluft/ 2 (# SO£ sp «töejonb of ^iefi / en long of <©ube t^an W
gnJ^o?ft/ fê$/ ^neeuta/ erfiermltjn naafit Soaö-6eb?ie3en / $f gaar SCè'en met pijn öerIie3C^ XIII.
êïtëeemijnnag! iftttoöffelofgpraeet ©ermoepb 3tjt üan uto jicfijpen/ <èfbanalbenbeer <£e 3fen / bien »£?eeüBepb toonb in bfe ©aflfpen»
ïft2iealom2&2anb/ pfam'n Hooft; 'ft Zk niet ban 2&ïoeb fóeuieren <#m mp 3toieren i &Wzt\ toeemijn<©ogen! „ft{ §©te! mijn «©oren ooft! Cöjaapfti*;:
f&an«eenftuplen/ gillen/ Bermen ftlaaglp ^n
SBljUsotg/ Enftlfptoeber-üflutar, entyengt „ t *&ap$ aan 't mm/'t %m aan 't fmeïten/ in *» ffis XIV. ol^**
|
|||
III.' Deel: 261
i^eemtjn»ect! taatpettenmo?flenpïag
3»ointmpQefnfttcüo0ccn:
*«ungEltngfElag
S* fpeettie boen men 't fttoatn aan ^egenl Soaren :.; •
U?B ÖEErb öien aong-filocften ^elb :
^teeb^emetgaac oagen &ttzltxmebogtn:
^aac 31e baar bie ^toangre:
Wn3toaatErnoob. CWtficn
Zl ™ap "og Inb'ïött / nmat bat al bic b^tiSfien <$>&
^P^ton; batüoftdöft^emdfcö-3aab
^°«ong Bngcn// 4fêaar te ftojt/buji Iaat ang stouge\
XV. 2. Rufte,
A ^ n« 6e MSoo?b en't pjelöK fiejag
cw*- ^tjn3atöabb'aan't0elebm/ ^agtb'tiErbErEiPag lEn fcööii ban caimr en fcïjafte Sion bjeebea
?£en ïiect enb?EEb-Iao3E\J^eEb / ^inboo^Ebjiegernen 't5Bno#fe'en £ang3aatntaetEbtenetï/ ^ctaEïEljeni©?EEb. C^ecïanben/
JJfen fieutab' esn etsene ftEcftt'inb'angetaanbEn
|«UuibbiEmEtto?EEbefcro0Er#/ tea^! Cïooföett. *»ci8et^ $Qj3f&en/<Hl3!ao,?b getooou/maar^EcböEnö fo> XVI.
2*tt| taagbc ^?EEb rnaac jtabfgen aïatra
sP Waatse ban betHtatëfien/
Sï> W/ oöarml cmmtm/
j?«t 'g^aaggbanteee3'en'fi JSagtgniaarfcJjjifi op
I?5ajWetaEEEloo3't>unU'
^a"Oaatb?u9Eben/
^JtEEntcotlgEfnunb'. fftifc
ïh!&!J?n* alWcn oaibaabtojebeïmoe&ig €n bfoe*
(|J » untgelaatEii aJa^og^-bolft Mntttcïiciicn// ^Jeö^gefmeeb) teregtbetteïïEn* «3 xvii. 'ti©aar* |
|||
%6i UYTSPANNINGENJ
XVII.
't Jtëaarbige panb / beg ^cmel^ 3uyü're bienft iBierb in een ©al bien ï^oomen / ©ply:tonb0Oj3ienft/ Mtt al net Cljjiften onbettaijgl / uenomen. 4£enon-nerb?aagïp(#'uob! (3$ ï©aar 3ag men '$ ïtëaarljcybg glansen Zq öefcjjatt'
©at 3p netgeng uut oer ft! Ligten is haar Lot. ( %n 't leetett /
©ieg Ijoub men aan (taien 30ub be3!eugb ntet beeren?)
32aarti'aaRiuöe©?y[jeyb; enb'enleeb (ten-
©at be- betten // ©ienft/ gemfê/ nog g^öom ft piel'
XVIII.
©aar raag be frfjulb üan Ongehooriaamheyd
©erpbetigfte bannen /
SHnbebieniruaarljcyb
©eg $emeïg onuertojtfiH'Ip ingefpannen.
©aar balb men oy gaar aan:
«En eyfcïjt deg 3eg-maal dienen / ©Ie in 't bienen
jBetraaö/ tmarj/ enï©g$jenb
tlegen tjegt te ftaan. (aptel
at i$ i men epfcfit ber 3taa6fte HCieben ftragten / ©f*
%iU in 3ulïïüEtlïfg ten gconö ontbloot: ©feg 3*S '* fWen piesen ban ïjaar leer aarj beriitff' XIX.
©aarnu/ 3iebaar! befdjuIbbanganfcljbenöoopJ ©aar nlegt men nu be r oeben / ©aar men meeb goeb aooy ©o al 't elenbnj $olii ueginb te moebett. 3ftSen 3enb l&rjjag-ïieben toe / (Vf ©ie 't gatifcye ICanb boo^tuanb'Ien i €n mig-Jjanö
©er gesinben ü0Qj-*aab: ©y 't ©elb ^cïjaay en &oe; (€n ruW
©en rijpen #?ugt bE£ï©öngaatbgöenontplunftefl/
©en iSanfi met be i©o?teï£ b'2Carben uyt: CjïBtt&janöen f er^enJfuypmetbertel'^anbeiij |
|||
III. Deel: 26%
XX.
t ^cBoohe <ï5Etoa§ öeïoof ben op [jet ©Eïb
mn ifêintEr-troo|i te 3Öne/ PaarfJElaag! 'tgetoelb Septetten 't al/ en beeb 3gn gïanfcïjberbhirjne. |* Pijn bie nog in't ©at £etaaatb mag 30 berfcyonnen / €n berbjonfieu / |nfitoiftenüetob'rio *£££ 3Car b' unt-BEfpatt. C *Nt Jfêanben /
Sr&ang bieï men aan ben ïterftroof en 'tberbjanben
Sjte 't j|enï 30 baan fiabben toeer-gegaïmt / ^bi tije treuren ®obt$ bien jïtoog ban baar te frfieu* XXI. (ren. |
|||||
-<r nu ben armen fioop 313 ganfrij ontbloot
§an alledag/ erï'tleben 0* gebaar en nooo ^«8 boa? ben toiffen fïasgebuutfg ueben;
®etat)i3n^®aag'EnEn^IOEb/ (nEnt m boo? ïjaar baob-maarö^ yEenen tëaanöetaee*
Sfanfiaop jeeftEenraab-flag ^niEanb/ ^un£/ entfoeb §:*■ ïaaten / om get leben op be Jeroen <$t fiergEU <§ü K ar ( aI 0En üoo?-raab boo? ben 25oef) 4n b'fjarb' en ïüoube I3tot3en 't uut te öarben. . XXII. 3. Rufte,
D^oebiQE toeberlaat ban 'g^emeïfcïj ^m*/
tei jmnb ban 30 rijft een #aber!
% Paarnaaftt/ enunt
SJ' 5>enl|j8 / fttEfit ten ÏEbsng EEnig SCber.
r aSti»«-» n / Baar met ^teenen-gaïerneu &t b?netï
©aS? E £*" HK-WtiBt!) boo? Jtëinb / én £to?m: mi oe berje ©o?jr en ^nee met fianb* 8en perse. Ü4 XXIII. èWu |
|||||
a<?4 UYTSPANNINGEN.
XXIII. èWtil oWttl mijnJ^ertrasptbtmueïbïtëeei
^iftaenaafiteaCeöen
^ieinb'SCipeg-fnee
^0 menig suure narre ©oet-jtaptreben.
5Cï^ ift ïjct fcïjonn ^cmeïfc&-3aaö .
JEig »# Bagtg in aoub 51e ftreftHen kanoer befifietf /
WdX. Baar ruft en fïaap tupt:
giaafê'tBoogergaat/
Cn ift Ben 3<e be mibb'f en ban Bet ïeben S&egeben /
( ©en boo?raab te BuujS berbioejïet / 3CB •')
€n oen feilen jonger nog öenojuftn'iing Htaeüeu.
XXIV.
óWttl öifêee! mrjn^ertfc8?enbbuu6elbï©ee! SCI# ift baar sie^toft-ouben ©0D?Bet®ien^nee/ ©aar30ö?elnannt/ bieobjigtoag/ berfiouben:
^ntyjageiijH eenïafr , ©oojJicBouberg/ bfenbeNaaren Jgoue5feiaareiJ'
2Bn mergeloo3' <©uü& epb / (©iên maar nienfr en paft) (bef'
®at Ben be^o?ftöe ïeben boet (in't ïeben) %t$'
ga'tftöerp ongemaft/ en,ï|anger#-nooo Igenïjetilcben gelf/ te Bang/ boetobergeben. XXV. ,
mn fiïoeb ïjüt %rt / en fcBjeeufot 3pn buböelb W*'
M\$ bieper in be fóunïen SBnBetasl: enjmee Jgiet aller jföenfcBen ramp gemaft ft'Ioo^fcBunïen.
©aar legt 't üong toeerloog Xam: Cn3iet! öetroumemgoeber ^eeftgeen©oebec» «ÊeenlComptotberfcBoning/ <!5eenI|out/ ©uur/ nog ©lam. (\#% ©aar boet be feïle &oo?tg of fcBerpe pijnen €en ftWÖ
«Enlaa?! hiat8ent3mafit/ hiat pijn Bern beerb/ f tik fïaag' 3?n ftoub in jonger moet Bn tea0£?' , XX VI. W®
|
|||
III. Deel. 16?
XXVI.
«gaar ïegt een fytxt bat u?anb / en laaf-nitf fterft. jEaar öepgt Een nabeEber3tng ©an gemaft/ en flecft SElaag • en berft ueraa'mingm 'g <£aobg pet3tag.
2faatto?ftftEt3toaftftei&u *?aat ©?ugt / nog toepnig®agen Jl®aacteb?agen/ «ngaattienft-EnftuIu-ïonsl tSCneröfttEtjt'pab (b'Hure j©aat gaat EEn 't fcfterpEi^ouhic-taEe &E3untE/i©ant
S*aati£: ïaag! nietg/ enriiEtgtEtïjanb (ten. ®at tic firagten Stijft / of't JttaamfiEö ftan ber3ag» XXVII.
^og foag %tt aï te bjagen Doe &enauint/ $& ogt ^ton baar nog tuiten: ^SaarÖEïaag! nogbaumt €n galmt öen fiot? maat<fcojfog/ en be ïuften «Staan nog 'n ïnanö <©ag op <Pag <©m b'arme^unbV tnVtlEÜEn USaatmetfiEnen/ ^og fïautaljertfg na fleept / *|>oftben(aatftenjïag §£e gcUen/ en be^pgEtg bo?ft te ÏEffen/ U9Et jflEffen
®an 't ftojtïiJftftE 2&foeb lian £fi?ifït-b?upb! ^'Egaïl'IHuten Zabenaanbalmoetbesuuren. XXVIII.
VOO?» ©jfenbengoo?! bfeb^eebigopbenlEea «f?9n ICanb / en fmEtt ber&p-gaat/ ;fEtenofcEriegg' 3[mtn$ fmer 130 gront 30 We öier öp-ftaat * 8$£Kn $E111El u ®?Eeb' (ocnJ
g"« Settaaatbgaanuta2&ooö/en ligtmgnMa*
SftobEn Seniel mEeb/ (jïinben:
S" o?öb mp ban bie^pgEté bfe<0oötö $;fnben ©et*
^,i.aI^cbErIano! taaafitop! toaafitop! want mnn flagcn ^gn be fcftet# ban utoE plagEn. 15 5 ' Befluyt
|
|||
z6$ UYTSPANNINGEN;
Befluyt van 't Voorgaande.
i.
•*•■*- 3Emacitirr föeec! nebnntesöoht! Wit'üfflt*
|
|||||||||||||||||||||
rclbji ïïanb'/ en 'g jBenfcgen ^ert geplant geut /
|
|||||||||||||||||||||
E&
|
|||||||||||||||||||||
€n al uta planten in utn $anb gefit / €n geeft u
|
|||||||||||||||||||||
3Eïb'utn üitnb'ren tot gaat ïot. (£ot u oiijS 25o?gt/
|
|||||||||||||||||||||
on^enl/ ongSotg/ 3©n namen alfSong^yanö
|
|||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||
*=
|
|||||||||||||||||||||
lügiiiiïifiiiiliigi
|
|||||||||||||||||||||
tajeeb en tcotjï dDngtoefnunft/ fioojbomjuntuto
|
|||||||||||||||||||||
:Épipj:|^iÊËgs!^piïË{=|=¥i=gg
|
|||||||||||||||||||||
»afteï©aamng/ €n3ietnao?i©oïfi/ €nj5amp/
|
|||||||||||||||||||||
Koning! 't SÖÖen ban uw Volk.
U |
|||||||||||||||||||||
^Sfct Roe men 't fiojtelflfte 2&loen
©an 't btergefiogte ©oïk tet aarben tipt giet / <£n goe uta S&ujjtö gaar ttaanen unt ftöf et/ fe... |
|||||||||||||||||||||
-^ III. D e el: i6j
|öngl men 't ïanbban ïafien ftinBen boet.
«fet of een fmert' afê beje 30;
^ 9tong'ling balt / be 4fêaagt berfiragt baat fin j
*|et ^nng'üng fmelt aan '£jBoEberg ïeege ff eep'len
gan (Craanen nat / ©ie Baar ont3eep'len
%30'tüinbjebat.
III.
lf ? toegen naat Bet Hey ligdom *3n taoeft; afê B£oo?b en &vW en 2ugt/en dingen 3H)uub in Zions <#aber,ingcn. *£n laag! benfiitt'ren ©nanb lagt 'er om! ^1 fc&impt C 30 fmaab'ltjB bat ili gruta ) l^aarisuwhulp! waar is uw Koning nu!
°Zion ? daar uw reukeloos vertrouwen ~°vaftopftond? Laat af te bouwen ^P Zo los een grond 1 IV.
^aati^geEn Ditter'Erberb?fet/
©EEn^uiEerb batfcberpcr moo?b/geen tojeeber pijnf/
^aatSot^en^nEeuto/ gemaSönfcBijnen:
S> Qnojb gn bat (Regtveerdig Godt!) nog nfet i
ȣeKt op u .43Sagt/ nomt ban om goog';
Xenb tot on3' ifaterg een befiEEEEnb oog'/
<£! ftclti3e tot een baeltoit ban uto ftBigtEn.
a??EErit all' Baat Saab. €n boet Bern stoigten
^«utoZionBaat.
v.
"S^aaftt eeng een ennb ban Zions traan t «r,^ t eeng bEn bloEb ban 30 bEEl 3&loeb~ribfer en: a^" J'^bEit al bk ^Hger-bieren: «Sm ?at »bJ ©olfi tóeer in Bun rufte gaan / lw *bE Wiabuta ban ben ranfi Sïl™15 C bie nu ten fdjuptylaatsl biEnb ) uto banlï / sÏ'm >}y}n b?euobE toebrr te boen galmen; SSL £^Ert,er^Wnb gin %ffi en ffabnen ^"fieneugtebmb, VI. «erf
|
|||
a«8 UYTSPANNINGEN,
VI.
4&eefonbertofjï/ batugenaab ©ta bier berftreege lang Dehiaarbe Waarheyd ©oo? 30 beeï batnujSin3unb're Maatfjenb / ©oo? 3a beeï «êtojmg ontaanfteïöaar / beftaat Uta Zion rennigt ban Ijaat £rjjutti gnJefus=35ïoeb/ entaapenbmetgebulb/ ©at 3p 3tg onber u tail toiüïg nengen; <£nboo? bie boog/ ^aat flaan en brengen / 4§meeItenta?aHCfoo£. VI r.
©att3aïutoÏ0f/ Lof-weerdigGodt!
Sin 3uIh een toerft / en in uta ïiinb'ren oïtaften / ga^emeltaaarbg uta troutae ftïinfien / flten fpot ban bie met ong bertroutoen fuot. ©an3aIutoJ©erft/ utaïuft/ uta Beeld; (©at in uta liebe Éiong totz$tn fpeeïb) fZig au boen meet bol J£eerlijHljeub / en H|enïig { tënb'utagerugt gjnPfalmentoeylig JScJjett'ren bao? be Xugt. _. 1, ... ■■ ■ -------------------—_____ -~*
REY S-G E Z A N G.
. yoor Godes Kinderen op occazie
van eeniger Reyze. Kan gezongen worde op de Wys:
Is dan ons lot nog onder *t pak u hygen. I. T^ïlgftceftentonban'tbaftelanb/ óVader!
J-' öWoord! öGeeft! ö€en'geGoedheydsAder!
0Mj! taaarenonje trage ©ertenbfottl <&mu te roemen/ atëtaptCrjfenXeben ©e ontoanftel&are Naaren ober geben (^UUtojena/ Drie-cenigMagtigGodt. -„ II. 9rr
|
|||
III. Die l? a^
II.
©P uta gena top op bc biEptE b?ubsn / «nbEnftEn/ Vader, bostorréü'eKlpbEn ^e öieptE ban uta (J&oEbEttiErEntBepb! *o ftaat3En ong be 25aatEtt op En miset l * ^03' scnöEr in ben boi^Bang boEt on?" tefrEE
^moEbbajtftaan/ inutafcBootnEErselEpb. Se JfcmbEn biE fto?mb?iftiB op tm$ b^upfrfjen /
xW bEnüEn bazn/tn 3UfltEn om $et rupsen i Kon: 2?an Horeb, En 't BElUflb ban 't Pink'fter-feeft: 19:12,; jffeg in gaat3ugtEn/ (3UBten tap baaronber)
5n3UBtEnb3inBen: Vader! 3Enbong'ti©anbEE ^n PinnjlEt in IjEt 3enbsn ban uta <#eejt! IV.
%>BbfepEbieptV noBftetfteifêituV nofl Naaren ^n 3u«en niEt Baat fd)?ift8Bn ong üEtbaaren; wij' acot i^onbEt tyttg tz 3ijn in noob ^ant3iEt/ Sctigong©aaEEbiEbEitëinbeti jgnanteugcEft; Enafê$ptm$ontuinbEti ""u / balb on3' ^f el in jtjn ï|epl3aaine fcBoüt. l&ffl&etlBatEE* 'tfiefton^raEEbV enVader
jK^ «JEnflt on3' bisten tot uta ^oosftepb nabEt: Ste dieper nat, hoe verder van de grond.
SHi1 batong SSiel maarbEtr' genoegban b'ïEecbe
SEslebEn taiEtb / en ftet-oogbe op We taeEtbe
*a*i 't <6oEb/ taieng plaats i§ noben 't 3i8töaac fianfr,
§Sll[en onbEttoöI on| 25aar' en Winbm
^nmi^ ^oebiBficnb bosn onbetbinbEn / vSaSP1*1StaalpEn/ En Bun feï8Eb?upfcB m7l?a.0en taaar tap tailfen; (taant 35 masten arLrabEr/ bitntapm!<fcabt£-biEnftfggcoEtEtt/ ™=n wenfttffcian) m on# taerc pensen t'©up£ vu. Mm
|
|||
sjo UYTSPANNINGENJ
VII.
.aféaar $aber onbcr bieg uta i^embeHngen dSebenfit / bie gier in fianingfcpjiöen 3tngen / 3Hn 't mibben ban ber itëateren gebjunfclj: Ctl 3enb be 30ete Beekjens der Rivieren, dEn ïaat Ijaar ï©fnb en halben 3agjeg tieren / q£ri Brengen ong/ ununng©abert'ï!umj. De Winden zien op Goed, op Adel, Jonk nog Schooti'
heyd,
Der Winden Heer alleen ziet in wiens Hert zijn Zooö leyd.
M E D I T A T I E^
Op de Engte van zeker Pad.
i. DlBiSiii^gilll^iStó
3ttaaareneectöbgü?eebeUwegen/ €n$tttl ïligliliPi§illlifiËiiiIi=lil
|
||||||
nu 3ijn Set fmalle JSa'en / i©at i$ bet mn ooft aan
|
||||||
gelegen 5 't Is my maar om de Weg te gaan.
3|ft Öefi ou 6?ecb nog eng te letten /
3©at ftan een fmaïle ïfêeg mn fclja'cn / J^anifiber maar mtjn ©oeten 3etten / 't Is my maar om de Weg te gaan.
III. #nof 'er nogbeeïfcljoane^traaten/
©oï rierlnnljenb / 6e3pben aan
«Bit $aabje taaaren / ftonb 't nrn öaaten *
't Is my maar om de Weg te gaan. ^ ,
|
||||||
III. D E E l; 2ji
IV.
25c0eEdg^Brttoatftan't«5riiEH <©f u een Itoüe kaffer boft ? <©f 30ü're naoba?uft toel bazt ÏEben ? ©00?rap/ 't is my maar om de Koft. V.
<6een boïïE Ma$ Ban mp bErnoegEn /
©een &vM öte oberfcgiet rap bo'en/ i©at poeb' ift om te beel te ploegen I 't Is my maar om de Koft te doen.
VI. ©enoegnjEEï/ of'tu?EEboffmalüj/
(©enoEg/ bat fianmp effen boen/ <$enoeg mp in bc pïaatg ban all' i§f 't Is my maar om de Koft te doen.
VII.
€en anb're fcfiat ban ïjaoget faeerbe 3?ft oaar f ft met mijn luft naar fijg. <En mp genoEg aïjö ifi on €ecöe ^c Koft maar boo? bit lEben firng, VIII.
€n of't EEn fmalte ï©eg moet taE3Ett ^ie mp gElEpb ten ^emel aan. «SeennngEmaftenbJilirt b?E3en, 13$ mp maat om ben J©eg te gaan. €n 38l 'ft mijnp ©aberg i©g$jepb ïaaBenj
mz 't 30 ftefteïoen na 3ön 3in; 19$ mn genoEg ftan ift maat raafien ^oo? 'tffmalle $ab ten ï|emEl in. 1? kat pEt rupiHE / boa? toisn^Erte
^E3imren 3al ben 2iElEn-ta?0Eg; S°°?nip; mp3önbEfto?tEfmErte ^an 't fmaïie ^ab al rupm genoEg. 23 Wijn.maand l6^
Hl Inval-
|
||||
UYTSPANNINGEN.;
Invallen op eene Reyze.
ai Wijn-maand 1655.
I. |
|||||||||||||
»7*
|
|||||||||||||
D
|
|||||||||||||
SHar fïaat be $f Ion al b?ie / Uier fïagen / maat
|
|||||||||||||
oföet4itëo?gen-if0tbetliepb* <tëf fnilget0^aft3a
|
|||||||||||||
ËSz^t
|
|||||||||||||
bjaeg niet bag«i / <ê m bat be^on öet^up&cn Wepb?
II.
$p taeet niet ban mön b?iftig fpoebe / <Ee fcljf gten Die mön ^erte M&iet: i©ijt§nbie/ jjpnam C30'Hbermoebe) 2a iang 3ijn #gtcnb-rnfte niet. III.
UeJUScieberrujt! maaentetparso^ge/ <£n 3egt / <£eeft bat 3#n Siggaam jtetftt: «En taonb / tnat $p boo? mp beröojge $Qiib bie in gaar bie ïiefbe meent. Cp3iet! begaan en Ban fiaar' oagen
jöiet b?ingcn boo? ben binnen ©amp / %l$ 't ICigt ban 't dEtobbeltjn mebaogen ^maartijn fcgtjnb bao? b'SCatfrfjen ramp, V.
Qoe fiotibe balt bien bogten MtM 1 md}l af maar lefugminnentoam! jflSijn l^ert toa£ $out / mijn pepnjen %uttbeï / Cnpling^iHinlugteö»lam. „. j VI. SW^
|
|||||||||||||
III. Deel: 273
** VL
mzz Blijft bs foojt-fitofi * Ijaub btMown
^Eni©afltEtap3tjn25EtJö> taelaan ?aat fiEEn flegtg/ taant bEgpeeren 30?gEn wft u bc f ao?t al ap-gEbaan. VII. ^ön^oEt/ bunfitmn/ EnraafitgEEnCErbe/ Ï2!&toin3 <0fEngaiftniEt? S%ngiEl! 3ta0tnu/ bat<l5obtuïEEEbe/ ^EtEEiinf'tanbEr Nablijft ©Eb. oir VIIL
g£E,l HCieb; ban 't ftil onweerbaar kieken,
^at hi gebaar En fiuntEn raati
£>.c9unïb hi &e£ jBoEöEr^ bEjri'gE tof Eftsn ;
<lnQHt/ En'ttaanb'fenfinuböemaat,
^Uö r aaft f B öjnbEnb' op &e èterBEn
fwtfttigEpEnn^; EnonbErtaagt/ ^etani «Mooff En 3CiEf&' mpftetHEn / **» ö'CecjleïinöEn ban mfjn firagt. I)! S? faa£ mÖn ojEugb ban bJEunf g Huren/
£«toagrjEr/ Enb'ifitaagbErniEt;
^F"a gEltjfi ang ipagEn butitEn /
^'a»? EEn i©EbEtj[-fpnEl bEEfc&ict.
ïte XI.
rX^t baar mfjn ïfIeppee ftonb / taf Eng rugge
qAr tn^E ©oEten taaarEn mn tE traag /
^Lc öetf 3 © ert itta^ al tE touggE:)
"*B. «i&EEfrEElEUbatfóub?aag!
Kf51,tni«toEÏ ? batftErBbegeeren
teiW tEr ülugt bsn loffcn toom: KW 1£ We te5e» mnb ïabEEtrn /
ö«cDöttaElftaaftbaa? ©fnb cn^troora. 4> XIII.
|
||||
S7* UYTSPANNINGEN.'
XIII. ©aar baaïb begon: 9Cpma.' ben^unfter!
jfêaat si et in 't ©often uomt de üfêaan: S2oüaaHijyï©EEelö; algöeiimftet ©an trooft Bomt in u plaatje jtaan, XIV.
3üaön2&eejtfftnenbat fcgigtfgbjaben/ 't 1^ om bat gnben JStal gcnaafir; OEnleerbmtjn^iel/ Ijoena'erbeïjabett l|ae mztt gejujaegt oienb / en getaaaftt, XV.
©aar tiaaftt tngn ruft / bat tupgt gel inoefen €n<§tab£ getunmel bat ift goo?: ©ien'tïlemelfajöenïBaaftfoilberHoeïen/ SKrjgt iaat baar om gaat in get (©o?, XVI.
S2o raafi* fff 'g SUbonbg nog te ruften /
SDanengenI|aart/ aaneugen©ffcg/ tëa taagttfir ©aöer^'i^emelfcB ïuften/ SPJtf '$ IfcereKtf ïïemj bof transen i$. Op een APPEL aan my gezonden.
|
||||||
beelbjabm gRnffabernn,
|
||||||
II.
|
||||||
Deel, 37?
VII.
g^atCEnfg'AU,
ïfcarjanaeEtaï
CnjontiEnnaat/
Cn3anöEEfin0opEn/
CntiouEnfioopEn .
^ehiagtehfiaat.
VIII.
©EE3'gunftbECUUrb jSogaaaro/ inaacauuca
©oï^oEttgftEpa;
€nn'aïttjagtaEpü3p/
Cnü'aïtJjaïilOEjiösp/
IntfEutaigfieaD,
mat&djoan$/tioat ÜSnïW
J©atttafteïpg
fóan(3Elfinfcöijn)
^oljaoggEcaaften/
«0m3uIfte3aaftEn
<#eIpte3ijnJ
95Efti#8etban
<Pat/ aluinen ban
^oftoogEngunft
^alEEbEugeben/
«ïfêenüaarfalebeiï
SCaat/ föojl/ nog Ufimfö
<£uöatgEEn25taem
l^an't.écftEpsel/ wem
€n*t€EnigElet ©aï #eecIijftïjebEn UntaiinFftüEnEDEiT
!n'£J©erElt$Niec. 9 Grasmaand i<tó*»
|
|||||||||||
III.
II. fanflS>oo?bEti-fpEl
WtaaaEinoEniwoti) gSUMt't/EllBOEtÖÊt
SnP Leydsman ÖOEt hEt ^oo?EnfiEï25?ooö.
&0BÏEPÖ
£eRoEftfiEtino9
2M?agtigfiEüen gftoftipftEöEn «•«JtöaarEntop: JJaattajenfet;
Sfanttaatüeoieo gO^EErElJjB
S?uptoElaatEit/
SfieEEn'gErmaatot ^ÖÖEES'öElpS
SjggunftBeêftto
gJttCfi'teMin
i»s Hemels Zoon I»?ta38qï©onaEti/ «g/öJiWi'aflconöei!; ^n&taltpfcftoan. ne/g^ftbErfiina
|
|||||||||||
He^JWtGoed
WiWd> d«Godcis, |
|||||||||||
45 s
|
Op
|
||||||||||
■*j6 ÜYTSPANNING EN.
Op een Verfch HOEN DER-E Y^
gefchonk.cn tot vcrkwikkinge.
Kan gezongen worde op de W r s:
hertknageni onverzettelijk Nagtgepeyns.
r^ 2üat 3egt opt toeec / bat bfe ben l^emel bienb
^ ©en§emelin3ön30^0Entetteb?ienb OEnbiub; nogtaerbafêUpinlaftberjïiHt/ ©aar toaé/ een trouta <6rtuuge / bie ben $oan /
©an %z\ui fêpanb in Ijct i£on ontbooft/ Cn &aö üan enftel ftonger in 3tjn graait ui ©ergaafl'
$ab niet ben $emeï goeöfg 8em berntoiHt/
«En een geplunmbe Hialielerjbefcljiftt / ©ie tjem ban ©ag tot ©ag be3ogr / en ïen iv. €tn0'
©ntoeetenb beeb bat IJSeeéje ;uin een goeb.
Jfêaar €ö?ifti liebEÏing fjet Ctj?ifrip boet / Cn bienb/ uptiefugltefüe/ gefugraaö v. jfêetbaa»'
l^oe tijbig fitoaiii bat 4üc&ep3eï baar te pas/ 5
't ma# of m'et Ctpiftf ïeben-liefb in ïag / ©ie (fiupten ijatt) ben jlfêerg ban binnen geeft / a VI. GngeeP'
't €n ÏPEft niet maat 't té bigt öp 't leben: San ©u$ haaft 3ijn «ragt untieberen / en ban
^ijn i^oeb3el 't 3aidHfte SCijfhan fïautoten fjoe'n '
VII. Cnboe'f'
Jfêaar ïjaager! 't €pt je toonb mp in 3ijn Jkljaaf i^et3ab'releben/ battonaltmiaal ifier lebEn / of niet leben / 'H meet ïjaa ft niet
vin J J&oe'ttjfe1'
<<Eot bat ben <©eeft (afê 't Snater in 't begin)
j^et met 3ijn toarmt' untö?oeb' / en SleftiS/ m
fSijnïaatt'tettoroflgeeü*/ batfietneelbolmaaW ,
AMEN. ©ntfciafl^
y o O\*
|
||
III. Deel: 27;
VOOR- ZANG
Vanden Godvrugtigen Leer aar
GERARDUS HOLKENBORG,
En zijn Huysvroww
Maria van waalre,
Te zingen op haat Reyzen na
OOST-INDIEN. Kan gezongen worde op de Wys :
Is dan ons lot nog onder V pak te bygen. Qfëtitogena/ genabigHcer, ontfifoben/
„» ï©p 't blugtig ©o ft / en geben 't aan be itëmben/
5« fiteüen 't polle £cöip öe traite %tt:
rt> uta gena tan tabüen ap öe 25aacen;
Sw Uüo gena raat on# gelufiff tg ©aacen /
^Qq 1 uto gena toijft ong een bepl'ge Hee,
§fet baat betbtotjnb {jet Vaderland, be SSetgen /
•p googe .^teben en be (£aa?nen Reegen 3 agter Ijet ga?btjn ban on3en Iftim. gntöoonöecóaft! 3aagtgn't/ ljae3oubgp3ugten& &™ ftetfie^te'en (öb?oebigboa?fpoaït.) blugtem w« Sten ui» Hoogheyd al ift maat een fcljim, ^.«atbicl! tot nog boo2fpoebig Land! bjybjagen
S„?n5en 6oe3cm 't Land bat b J0iibe3agen/ a&j öaarom lieten I^upö en ©^ienben boo^t: as fQ^tab taieng Btonfienaar en Routeer uSabt// fg; j£ *l *at fioftelijfle baar ong lot// WI ttC u^agen ton na 't ïanb ban ong d5eboo?t i tep^enifef5 bfenta' onbec't^etteïagen/
^u„ï£T.t,,,tJ*BCtKferaen; blagen J«n ankert/ en top in 't uto'geïegen: £ 3 6 Va-
|
|||
378 UYTSPANNINGEN;
o Vaderslief, 6 Moederslief! Uta3eSCn mt top op 't fcïjepbcn Stegen / Blijft mf öp.
V.
Itto 30?ge 3eïf fieeft onje teeb'te gjaaten gin ïünbfcïj-uetfranb / nog ruta en onetuaaren <#eleetb/ nng VADER in oen Hemel fê; «©at ï§ taaatagtig / aki tan flaan onp oagen jtëafiouen/ enljetuPoböelrjümeöoogen afêaalü ö<c Beloft on? boa? 't <#efaabe taig. VI.
3©p 3UïIen ong bao? Itefben tot eïfianb'ten / Wad? iteföe öte geen «Eeutae 3a! uetanb't en / <©n3' <#ub'ten af-3011 bulbfg b?agen boen. 6 Vader! Bomt en uinb onjS §ezt te gaber <©no? Sfefum aan u üaft / en ttefit on$ naoer %n bao?fpoeb ftfi / en Itjb3aam in uto ïSoe'n. VIL
<Paat ïaaten tan / nu toöfienb ou be 25aaren 3Ufen oberuloeb bet God-verligte .4=>cfiaaren: aiöaat alleg ig anp J efus in den Geef l.
^p i$ ïjet Woord des Vaders, i|n onj? Tempel,
JJU onji Gezelfchap, ong bal maant Exempel,
't <#efïagtp 3£am on£ eenig Paafchen-feeft.
VIII.
ttën giffen taeï bat aï iaat Hef en tebet %$/ toept; ïieerHolkenborg! Maryfieerfaebet! iCfêaat toat baat lieffijB toept tan ijooten 't niet: j©iet bat be ÜWnb / niet bat be felle tëolben <®n§ ooten tunten boen: of tap fiebolben (©etfip 't gelinelen) jrcefien in *t betb^iet; IX.
jQog bat ben Ganges met nog n'ebet ^djatten / Sin Goud of Steen ang petten 30 Ban batten / ©at tap afjS Goud en Steen ontaafiöaat 3ön: Rijneen», tap ïaaten diamant en Wm$tn/ ? |
||||
j. III. D E E L. 275
*N8aarmferojaeelnpSl!arbenuj/ enfioo3en
WK Goud nog Steen, ben Ganges bOO? ben Rhijn.
^aarfêeenfrerfi geroep/ batong'tgeïooff/ maafit
Jjb »ooj 't geroep ban taatong ïief ujbooff // maant; jj*n Macedonifch Man ift / Formofaan,
Ï^Amboyneez.', Arouwaaa, ofChineze: Lf ou bit toeï b'aanbang ban ong Pinkfter fac3e i)
^toog sön fpjaaft ton bupbeïijft berjraan. te XL
f fe Beeft ben Berg van 's Heeren Huys gelegen
JrP aller 25ergen-top in 't oog geftregen /
£nofaeutmet3(jn<£e3eIftoapbertoaarb£aan. nflEfcfi?eeutoen/ tWt^a! t'samennaoenïleere! l£Jl Holken borg! ttom nng 30n Wege ïttte: m& toillen en top 3tiHen met u gaan. . XII. P«e3oubeb'onopfioubeïrjfie blagen
*an3ulfien fc&?eeuto ontbemi3enb Hunnen bjagen? a*l f Hef octoep nog gooren baar boo? öeen ? S|Jtaouben ton: fjn treft on? ön be flippen / S|j3egt/ gnftunb/ gnsuïtnng niet ontglippen/ *ü0? ton ben ^o?peï ban Godts ï|uBg fietre'en. & XIIL
*S£ 3»en tap Zion fjeerelijfi berfieben
«£*Et Moor en Indiaan, bie opgefc[j?eben
gan in 't getal ber S&urg'cen ban bie ^tab.
^«m Noorden-toinb / Bom Weftcn-moufon fcïjigtfo
S ,?Öft <>n# Baaft: fiam Ooft en Zuyden pligrjg
^Etl3 ^aonen #abtg / en ® ogt'ren a$ een £ cljat.
VTTf
&fen* on3' ^ett / en nieten 3aï 't fiestoaltem
^Lcaanberü u niet Stuurman, 3obe25aïfien ïlffiïPtaEI ü^ueu/ f«doergaanafê ont;
""«nt nopt en trofi be Noord-fter 30 uto ^aaïbe / £4 m
|
||||
s8o UYTSPANNINGEN.
SCI i nu bie Ooft-Zuyd-Ooft-ftcr (bie nopt baalbe) <©ngï|eEt en Jk&ip trefit / en ong Sepjsl boltont. XV. ^ertoonberbuniet/ batuto^eylenronb// ftaan J
t'&ijn niet/ ban 3tigten bie uut J|ert en Manb// gaaf t£an ©?oomen / bie bon? ong ben Opper-Heer (©ie ï©inb en Stroomen magtig ftan gefiieben) SC! fmee&enb' tobben / en bon? upt bebieben ©ng Voor-de-wind, in 't fligten iian 3ön €er. XVI.
©ie 2cn in 't ^uuben 3iet on# tot ïiem fiemen SCI bept'Ienb' op be toannelbaare Jjtromen / ï|p toagt nng niet maat loopt on? te gemoet / €n tragt on# boo? ben Cbenaar te flrggen: ©ug 3ien ton ong ïjct 30 gt ban Gratie flijgen: €n Itefben-toatmt beranb'ren in een gloet. XVII.
Cn of/ toanneer gp Java mecnb te binben / 05ja bonb uta reeft'ning boo? b'onjeeHre i©inben Mi$-maaïit / cn u berbpfterb op get lep:: ^gt niet berbaafl on3'J|erte 3aï taei pepïen ïf|oe na top 3ijn / en ïjoe bert' nog te Jseplen / 31a giffen op een Hurtjen Ooft en Weft. XVIII.
€n of ben bjoeben Gentel ban 3fjn «eterren MttïAMten/ enubeebop^eebertaerren: 25?up8 maat 't Compag ban ong $ert tot geiepb ? €n lunftet maat aanbagtig / gp 3Ult Booten <£en ïanb-geroep ban ©up3enb Uptberuooren / ©ie op ong ftamft on? Vader geeft uerepb. XIX.
SCcgl Vaderlief! betagltoptoöuenb'bjpben ©p 't toanfiïe ©ogt / toilb immer bp ongblpben/ q5n 't $ert op u ontaannelbaar boen ftaan. mutiw ton in be Uiteen «tol Ponö'rjn >„ |
|||
«■■■■^■MBW
|
|||||
!III. D E E £.". ftlt
€n gooren 't onber nn3e ©oeten ©onb'r en /
^etotji top b'2üfgronb bjoogg-boerg ober-gaan» X X
gaar rp>n fan fn jlepïten totbe ©eigen; füp of uto panb ong upt De lage fëaliien *®oub nemen in urn €eutaig ftoningrtjft: <|aar balen fan toeer; <©l berbaarlijn balen/ •an ongeloof! tuiJ nn|Heer toeberljalen ^fêet Petro, bat onó ^tele niet üe3U»öft. XXI.
igaar 31 en tan niet ban üEugt en ifêater / Heere j©at ong be Fjoogte ban uta gocbïjepb leere !~al / en ben 5Cf-gronb ban uta too?nigFjepb % s*cFj! öat fjet ftabigsjen bau ^ee en Golften ©n^on-ouïjoub'Ign biettaee bizpe Btoïften *Öebenuen öe'en / en fp jeeften met fcetepb J XXII.
«tee ganfcöe ©erït frïjgnb in bit <&djfu te faoonen /
•En ufaen ïtnegt Fjaar ïeeraar: laat Fjem tooneti iHen ongemeene nber-geeft / en firagt. !©n$ Vade- ( taant gp ftunb Fjet met een toenften ) *©aub gp ftem al toevielen goebig fcïjenlien / ^at gp bie u in Chrifto toebet-6?agt. XXIII.
lp» uta gena en on# geloof tap bipben: &aat uta gena on£ «êcfpp en jBaften ftpben; ;£at uto gena onji jiiir öc taoefte ^ee; ^aatuto gena boo? jmaon|l:er|ï/^ta^men / SSaaren/ ^aat uta gena boo? Jtoanben nn£ üetaaaren / ^oj uto gena toijfl on? een bept'ge ï5ce. ** X1V-
;Paar alïermeeft laat ong geloof ong Fjoeben
^Qo? uta gena in boo?fpoeb / en uto iSoeben; «a^tuto gena on^boo? ber jUïenftFjen fcFjjiff g°eicljutteu / en bao? onset tëogen-ïuften: *wat uta gena in onruft tm£ boen ruften: ^n m genaab neem nnjen laatften fiprh »3 Slagt-maand 1659. g, 5 TOE-
|
|||||
*Si UYTSPANNINGENi
T O E - Z A N G. Der Gelovigen in het Vaderland ,
Op den Voorzang van den voorgem. GERARDUS HULKENBORG* E KDE
MARIA van WAALRE.
Egtc-lieden:
Op haar e Reyze naar Ooft'Indien. Kan ook gezongen worde op de Wys :
Is da» ons lot nog onder 't pak te hygen. I. LSCat uta gena genaWg j^eet! ontfiinben
: <&nf trage Ziel' en d?nben met be fflinbzn Gerardusen Maria na ttt 2ee.
3@u ftfr ji on$ gielboo? ruft met gen be25aaren/
«tnüiö/ ICaat^eer/ öat^aatgeïuftfiigbaaren! <£n ö^engt muj %\z\ met fieri ter benJ'ge Üee. <©n3' $aberlanb / geïaaj.! berömgnb: be bergen
^au $eyl / de ftraalenban um goebfieuo fiergen ^Fgagteronser^onaen smarten fiim: OEnnogen?ienb'SIntaaanberg/ nngen3ugten/ Èa niet / dat uta «5ce|ï en tmg taelbaarb blugten / €n al on£ föofjgöenb niet té ban een fc&irm III.
©aar mei gelufifif g f aar / fip tQb$ ontjagen ^et0ngeluftdatn£ö3enlanguoo?3agen/ 25efc|jaoEen ober ong ban nu en bao?t. ^tjtgnin ongemafi/ on^dMitum&obtfë/ Zijn ton in ongeïufi / uta SCot ong Slot i$ 0\in ofüupten 't Sand ban oiuj ^efioo^t, « |
||||
III. De ei,: 2S3
IV.
|>tfl$abei#/ jfèoebergftfl uta ftfob?en lagen
*«opt mm öetoaatb in uta fcpoot; buïbig bjagcn ^aatangljunaf-3öti/ taaat3prep3en: 3» ^n Bomen nopt in 3Canb 30 net gelegen / ®fong®e&eb/ *n(<©uberg)utoen^egen/ ^«©abt^enlBïgftöEn (toaar39iSeu3en) 6ff. fM ïiebe tëaber! ïepb on# ötnbfc&e Naaren
Lln 'td&atie-fcöool nog ruta en onerbaarcn ) êg't$ab bat optaaarbi na ben Seniel i£. ^öjlaanopu/ l|eer/ ongüetïegenoogen/ ^aaaftt uta Deloft / boo? ©aberïrjft mebdgen / ^«i öunn' en ong 2ieï boo? 't «Selooüe taif. a» VI.
^aat gen een reune ïiefoe tot elfianb?en /
^en ïtefbe bte geen «Eeutae Ban beranb jen
<©np aïier aflijn buïbig bjagen boen. "
gaat nogtang omj en gen een tëeeft te gabet
^ecninöen / en 3a tcefit on£ t^amen naber
intuinfpoeb/ of©abecïijfietoe'n.
a& vil.
Jf US sullen 3p aï tofiBenb op be Naaren /
qpptojö metutae ruft fiebautabe spaaren /
qr?1 «ugfiaam tnaafien eenig boo? uta tëegft:
m$n tëong i©oo?b / ongïeeraac / een on£^empet/
i«u png (0e3elfcpap / on# uolmaaftt Cjcempel/
^en ȣonga^ff'tanb/ een ong^afcpen-feeft,
& VIIL
H2S ^"epton^ertucrtUHtinïiefbetebet
SfW-fetiagt/ 3egt; Gerard Beer niet toeber?
Wcr^Öao?b net fiïagen ban öien Formofaan.
©n Jra2^a t fcöijnb/peeft 'g peeren-Berg Cgeïegen
Cn Sr* ^^scn-top) in 't oog geBregen /
^noaatomufoepbppfcoigtigljettoaatbjiaan.
IX. %ü
|
|||
384 UYTSPANNINGEN.
IX. ^o gaat f n nï bet SSlinben 005 bcrKgten /
^0 on^en rfep met beele bieten ftigten / %a 't atme ©oift bou? ftelftlje putten Ijoe'n/ §2o niet getnelb bet fterften baten roben / ^0 ftlim bna? u be gaarne Jefus üobeu/ SCïf I bat uin bat ooft met u mogten boen ( X. SSepaïet ban bat ©iep / bfe met bc fpanne
©an'tbtautodSetaeffbemaatfiunbnemen: fpanne ©en ftteng ban 't «Stobben laffer banuon^ ïjeen: én Iaat be fpoeb ig' un tgelaaten l©iiiben / Sin fiaaft gen bf tbiaarbg blagen: en boen binben Joh.' litn^ctjaapjengi Ut Ijen berbjaarbgrenjé be'en. to: 16. XI.
ütaat gen be fcljabuta ban uta Ijanb fiebefifien / Wa magtig *|e»? ten iKiuut ront3am Qen (trennen / (!En Ijaeb gen boo? bet ©uanben geteelb: ©Do^ felïe ftïippen / afberöurgen ^anben / ©aa?bjaeb'gebaar ban anbaa?3fene^tranben: 't ©er Ijeüen Men} / en ifêinö ter neber-jrelö. XII,
SCuj 't Jücïjip bc tnnefte 2ee met fpoeb ontfp?f ngen
gal / en 3fl u op 't bafte 3Canb toeer 3ingen: i|oa?bban/ ófëaber.' untuta&oogen$nj?aon! €n 3enb ubj l -igr en Waarheyd, bic öen lepben / 3JnbieIöebagtenpber; enfietenben <©n? longft' en tebje Jiuftet boo^« ^aan. XIII.
©oet öen bic nn-nafpenrelpe Itëegen / ©an 't l$£Bï3aam Bond 30 't fngetaanb betacgen/ <Pat<$ag/ enjifêanb/ en I^anb bat filpen boen: Staat b'^oge C al£ be Manb bat nf euta nntbouttien Stamt) tcanig 3Jefn$ l©onben teer fieboubjen / €11 blammig wagen 't tuaarofg Menfchen-zoen. |
|||
III. Deel; aff'
XIV.
1? ^BBt 59 $tW ban Bobsn; toon u Rragtcn
w e ut ©oobEn op; bEritgt ösr SBIinbEn 4^agtEn; «n lettb uta ïeee / afê utaEn ©isnaac fp^Epftt / ®oo? ö'^ocEn aanREt^Ett/ EnöoEtbEröaajïftaan *f«n «gatljang lift tot nog tos öêeo bErbtaaaft gaan; *» t ^tEEnig-fiert boo? ftEcRer ïEaatfienb BjEE&t. XV.
%to!toat geb?unfcfi Romt naar bet ^enï'gEr Jicfiaati
Jtt Zions f oo?tEn in / met J|enl gebaatEn! 3*unmt! runtnt bsn aanftoot upt öep^EErEn-fiaan J *j0jfe ftcEft on? al bet$ öinöErEn ^Bonten ? ' 3ff?4&obt Die troo? Gerard 3jjne MurbccftoorEn «en tEERen rfgt / En 't 3ifi gaar öertaaaröj? aan. XVI.
Jn|Vader! tofïbbattoaarbigioofbnEtaaaran
yn Rem Mary tEt fiulp t Iaat Beeïe laaren *l«nJ? 'l O^oou' En uta gunft taojt'fen boEn. soeb REn boo? «ö&EnfcfiEn-bjEEg/ En @ogEn-foftem **at uta gsna in onruft fiEn boEn ruftEn; vn Den En nng uta Zoon gEEf en uta Zoen. 20 Slagt-maand 1659. |
|||||
IN-
|
|||||
a&* UYTSPANNINGEN.
I N - V A L.
Op occazie, dat my ymand de verzogte
aanfpraake tot Stigting weygcrdc. I.
|
||||||||||||||||||
|yi=ËËüiiliÉU;
|
||||||||||||||||||
N. 9Cfê ben Bruyd'gom in ben Maatt
^ ----- - - - - •-------4 |
||||||||||||||||||
Mast sön Itebe Bruyd Mtt bernoeging bagt
|
||||||||||||||||||
pÊp^^|^Ê{Ë^ülËÉ{Êi^g|g
|
||||||||||||||||||
te binben Snöaatfóamerofbaanmi:; ffla$$$
|
||||||||||||||||||
ilililii
|
||||||||||||||||||
junft in <Pan£ gedegen/ €11 berïjalben/ iaat
|
||||||||||||||||||
X|p fp?afi/ ^enb 3P maat t Ik ben gelegen
ilÜiÜÜfiiiiï
|
||||||||||||||||||
Vergt my nu geen ongemak.
n.
SEtebe! jerjböu/ b'ongenugten
©ieiftljjb'/ 3ijn maar om uta. ^al ïfi om ubi Jfenl ber3ugten 9 €n gn ölnben enen fclju tn! 3Eaat gn in ben i©inb mn leggen ? üüiibenïïegen/ in ben pag! Jfèiet en toifoe 'tt on te 3eggen / ?Pan/ 't en komt my niet te pas. |
||||||||||||||||||
III.
|
||||||||||||||||||
III. D e e fi. aS
III.
SWgbEgJfeeteïbflEeuwig Leven; |Ba 30 beeler €eutaen-taenfcö / Ssfg Ut SGarben Ijab begeben / ©m Bei leben ban ben jfêenfcB: «En 3(jn Volk 3ön Heyl Btaam biebtn ©aar }jg otn genomen biag: pag Bet anttaoo?b ban be 3Cieben: Heer! 't en komt ons niet cc pas.
IV. %a mijn Meefter! 30 mijn %zm /
QS5iE3Elfê SCarb en I&emElfcBieB ) <§maab ban af-fïag fireEg boo? tttt/ mi ön '$ jUaenfcöEn ^epl beliep: WWt b?EEtnb /bat 3ön geringe Dienaar, enfflelfrofenafcB/ S5nttaoo?b op 3ön taaag nnt ffnge I Vriend! het komt my niet te pas. V.
ïigt @ bit ben Knegt tE buIbEn
©ie met lijben Beeft gebaan; gfèaatöemfmert/ batume^cöuï&ER Sin be£ $em eig Keen 'ning {taan 5f n bE Meefter na 't bEtlOOUEn
©an uro 3Eebeng-uurE-gïa# /
JgpUtaroepEn Doet ons open!
*kggenmO0t/ 't Komt niet tepas.1 |
||||||
fff?
|
||||||
9?
|
||||||
a88 UYTSPANNINGEN.
AF-ZYNS-SMERTE, Op de gelegenthcyd van 't fcheyden eens Vriends.'
Geroaiigt. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||
r\ r>
|
|||||||||||||||||||||||||||
igil=ïi!I=Eïilïil
|
|||||||||||||||||||||||||||
M
|
|||||||||||||||||||||||||||
£=**=
|
|||||||||||||||||||||||||||
||n©?tenb/ of gn gefcljenben bun3enö
|
|||||||||||||||||||||||||||
inüiiÉiBi^ftfÉi^
|
|||||||||||||||||||||||||||
m$tn %$t I of een Mijl ttaee öjte / berfcöttö
|
|||||||||||||||||||||||||||
A
|
|||||||||||||||||||||||||||
lIlllIi=iliiiliiliP
|
|||||||||||||||||||||||||||
i=
|
mnniet: ^ijt/ of een MvJS ttaee t}it/ berfcpö
|
||||||||||||||||||||||||||
m^Mkd
|
|||||||||||||||||||||||||||
|E:||=§^p
|
|||||||||||||||||||||||||||
■—~1 ■ ■ 'T— ■--------------------■-------------------------------------r---------■■ — T
nip niet: %\i ift berïangenb ban u onbertan
|
|||||||||||||||||||||||||||
len «©ag letter-taal/ nog teeflen en geniet.
IL SCf-3tjni^aHönmei:rtifitaeI/ befmerte .. aCegtinöetSlif nietinBet©erte-3ön/ SCegt in <y
€n 't tniffen ban be ^aafman^ ban uta ï|erte %%/ ofgnbigtofberr3Dt/ eenepijn. 3@ii merlt iït eerft ben gronq ban Jif on| toeenen / M
«Êntoaatljet&apett/ a^bieïiebeJJSaagt <£rt<3\ Ofcaat maar gaar' ^npbegom een ftap-ber geen*1" %aat HCiefé bertreft 30 fmert geboelig tyaagt: IV. M,
tfeen eenmaal geeft ^y gaar met biere «Eeben (fy
03e3taooren fin b'ontaanftelöaare trouta / <!5E3toaoP $frt 3oub 3tjn aange3igt fiergen / maar 3ijn trebe» ^n ban öaar nopt te berr'boen tapen 30uta. $$ |
|||||||||||||||||||||||||||
Hl.' Deel! 289
|i$39 ban fyttt ensnjgefooVgaat btóaÏEn/
vn 3ig bsrgaapt aan '£ ifcerelbg ficaniEtn/ €113ig (ft*
r4at 09 ö* fttaalen ban 3|jn ooge balen
^ wt 39 ^em mift} maar blijft Daar egtet 69»
ü* VI.
^aat fraelt ban t ©ert in traanen / afê biE ^ter gaat
^n bttnnt öEne'en be fiim; 3H roEpt flaat! flaat! €n (ïc.
Hfön lief taat baat 't of 09 niet« beet gaat/
*"? ift u niet en3ie mijn traoft bergaat;
|JC teefteng ban ufa toegenegen I^èttè
^bergen 3*g / ift 3* e u SÜamf gt niet: ©eruetgeti (ge» rBipjeeftt niet tnt miju2iel/ enfótoatfmerteO v9 ftuut be pijlen taEbEC bien in fcfiiet ttw. VIU-
S"0 poften bfe bon? bee^ mn ftonbfcJjap öjagten
f$n u ftanbbafttg l|ett mn toegEbaan / ® an tl dfc
LmiDffnenlafljI bEtffoutaen enberfmaijten)
^nfiamenttiet/ of Bomen an&e&un.
* IX.
z^n 2&?ieaen ban urn J^anb! geelt ^egel-teEÖEn!
S^njÈaam baat in/en tip mijni|Ert gEbjufitl^EeniÉ
Kfpi ^up3enb on£ gEtaoone liEf be-tr eenen I
m*m mijnSüefigbanmptaeg-gECUfit!
SJJS fiïaagt bE ©ogter ^f anjei / en ift inonber i
qs,?nt a* 3tjnl©oo?bË 3tjn ïjaar maar gelupb/i©ant (j& èl, aJ3ön2&?iEbEn3onber JSaam baaronber/ |
||||||
AM8tBaarbat39eemjüetftan&/ temiffert
KIÏÏL1 u tet niet onbjaagelijfie pijn ? <©unBt $b «KiPW maat betbergt il Btoaaö te giffen / •^aartaegresnn/ öimRt&aar igtoegtesgn* *8 VVintar-masnd i6f9* |
||||||
250 U Y T S P A N N I N G E N.
OP DE AAN-KOMST MTKS
VADERS en SUSTERS,
Ah ik de Wagen te gemoet wandelde.
Zedig. I.
MlIëlIliïiÖiilSIïiïl
tt Jgntëaber! Babgpüaojuanü^eftinb'te^ |
|||||||||
I^SfËStfp^ÉlÊf^siili
|
|||||||||
$£ë laaten / en met een tot een te gaan ? 3ft ufo «,
|
|||||||||
laat u Wttt nog Jfêinb beröinb'ten: «öSaar
|
|||||||||
benfit oen Seniel öiaaft u Qertaaatbg aan.
IBn sullen toeï met u on^ugten fruuren
j©auolien/ B3eeftniet'rll!»eeri0m<£oDtjS|ftnb: €n tuilen't 30/ 'tfgmennig/ teöe3uuten €en 5Bup liooj üf è in Cijjifti liefbe bjanb. 30eï©lnöen üiê-béri Süuonb 'fioutu uettaeBBen
©?eejtfïegg/ en baaEommaaftm»ïfïepgtnatb?o# Cn of 5et #aaraoiiliiflüg laagte treftften %tit niet ue30?gt/ mQn ^erte trefit genoeg, IV.
^nf mijmer ifi / en 3<et baat fiomt ïjn rpben s#u 3ijn beloft / en op 3nn liefbe: Jfèagt 3©at tmjmrenb ©oïft / gp suït n Ijaaft bernïnben / 't%$ afoonb/ en trtn %ni ftomtboa?be ^agt, 13 Gras-maand 1659. q\ |
|||||||||
III. Deel: 2^r
Op de Verjaaringe van mijn Vader
d'Hr. JOOST C. van LODENSTEYN,
Gehoor e» dérijinzLoww-maand 1/84. N.St*
G««aügC- I. |
||||||||||||||||||
Ei
|
||||||||||||||||||
Cn 45au&e ïütaan om 't meecötg ^anfb te
|
||||||||||||||||||
liiiil^iSi^feliiliiS
|
||||||||||||||||||
R
|
||||||||||||||||||
bfuen 3$ 't Jffcpttg 2&?eöïi EEngCD?fftEng te ge»
|
||||||||||||||||||
llliis^lüig
|
||||||||||||||||||
IÜIeeI!^^
|
||||||||||||||||||
" ttag/ ©feh'#$emc$ïteuIigBenöbaI$eerfr9aö'
putn 3W ober. 't ©acfo ban langen Haaren ging,
IL i^EïoDf IjEm ïeerhbegCeuto'gen Öanfoggïfefbe/ *|et iMEécbig 3oen ban '# ütonmgg Ceuta'gen 2oonï SJi ( aig tnm <öreft 3#n sugten maar ger fefDe ) "^Öt met gEbulb ïjet epnbeïoo3E taan. |
||||||||||||||||||
PV; "aBt / mijn ®abec / taenfcljt' f ft U trëcï Jaarea
L^ta Naaren bao?nns?toenfc^ajft;) ofbEélcer,
ot»EJLAa^fchen fliiki iftOaf«aanbeNaaren/
^n ©loEb/ ban 't noel iJ?e;eIb^ Op en Neer. J^tafttE tonnan uren Nebo jtreftfien /
e,BA ^enliB SCanb ban uraemfl te3<en/ a&ail Jan!^" ta9 ö« Sfaaren nog toat rennen.) ^«St s&ang 25erg 3ig u Eerft aan Htoam fifen. «2 V. Jgfec
|
||||||||||||||||||
202 UYTSPANNINGEN.
V.
^ier op uta ï|ert te trotg gemoebigt fïcpger'/ m b'Sliarbfcljen fyaf/ en pbelljepb betbp / <£n c 't lult 5ifl bieb' in bolle itëinben ) toepger ^etftlupjteraanteboen/ mi3onab?n. 'td&etoenn'fn Jtanaang-taaïmet^iong lfêao?ben
%\% ocff 'nen om in 's ffytmtl? JSep te gaan / €n 'g ©emeïji töeejt/ bie taat^p mout beftoojben/ %nt u beg J|eme$ ïtëaarïjepb cegt berftaan, ©ie 3egg' n / bat boo? tien-maaï3eben gaaten
Cn ti^iE / en tyie be$ ^oogjten oog en 30?g %i§ gp nog niet en 3a?gben / op u taaaren / €ri jïelbert 't 25ab ten taiffen panb en bo?g. vin.
€n ïjuïbebe u ten föoning / al u boojtaab flTot oberbloeb berftfjaftebe u 3ijn $anb / Hn ftelöen 't Xanb baar 3#ne ifeaarpepb boo? gaat Sin $ou>pb / uto getoenfcfite ©abetlanb. ©te3egg'u/ oat$p't©ettgemaaHt/ ueu?ijbett
^erfctjapeiifteeft met bteröaar 25ïnen en «Seeft ®p bat uto i©oo?bxn baab 3tjn JBaam belgben / €n gouben 'tongcbeeffemt jpaafc{jen-feeft SCÏjl bien bittëeeftleerb b'onuptftneenb?eteben/
©e ïtëaarljepD al&'inCS?ijio self beftaat/ ©at i$ be baab ban ©upsenb 3upbergeben / Cn bat '$ ben top / taaar. geen mijn tocnfcgen gaat' Dit wenfcht die van u 't leven heeft gekregen,
En daag'lijks wagt uw Vaderlijken Zegen. 28 Winter-maand 1661.
7 in Louwmaand 1669, |
||||
III. Deel: 293
Op de Vcrjaaringe van mijn W. Moeder,
Mr. MARIA van VOORBURG.,
Gebooren den 10. in Slagt-maand 1 ƒ87,
1 |
|||||||||||||||||||||
VpüiöÉllliililÉii
|
|||||||||||||||||||||
V e 3
|
SEugtige Naaren! ®ie baat Beenen glrjöen
|
||||||||||||||||||||
l^i^^pÜilBiiüiïISI
|
|||||||||||||||||||||
SKfê een ItëetorgKpoel; l©at tnebErtiaaren
|
|||||||||||||||||||||
IliiiiliiSlill
|
|||||||||||||||||||||
®att 09 onj aï Iijten SJn öeg D&ercltrg taoeï ?
|
|||||||||||||||||||||
;igs^iii^iiügiin=iii
|
|||||||||||||||||||||
^otDpnfetmHitennabe?ï|eniefê» boel. ïPoo?
|
|||||||||||||||||||||
feae&en3DOfcos 3&tetbangbel|jeben; <&[$&>
NfiSliifli^iiiiBiilliii
Qenfiiaeben ïtëaarcnïjaaft ge- fee- ben: <®%\
iiiiiiSliÉiiiÉ
|
|||||||||||||||||||||
.. i>at€eutafg9M; <©B» bat Cetttafg 3M! g$
|
|||||||||||||||||||||
Bet Een öat i& &e-oogen jaï.
«3' |
|||||||||||||||||||||
II. SM
|
|||||||||||||||||||||
2J+ ÜYTSPANN1NGEN.
II.
SMÖtöermaaftcn
3©iebeJ©etEÏbaanüooii
ïintftaarbunleiiBOEl/
aaSoetifinulaafien/
ï Petr. 2: iumtbttfZitknaanftoot SEebEnbfggebori: t
Mn ifi montert ftri na btf®zmt\$ bfl&'
Phtl. 3:7,8, «Vinnig üöcnfcïj! fioojö! 9- 3©antuftftöntieènïunjlec ^ictEen^nafinücn/
MlEétaEtbubuHjtEr.
<tëft! bat€eutoig'2CI!
<ph! bat<££utaïg*2tn
;9$ftet Eenöat ifi tajogen saï
ui. Joh. <J: 37. gift troutocnllcnïanb! _ ^ienoptftonolJpcfniabEtt if. 23:1, 2. i©iE3tot'utoaarb|üopgff;
Pi. 36: 9. en^aErtmnop'tïJ&Epïanb p:5- $anutabEttE45Enaben/ ££ 42: 2, ?©aarmijn.25irina3ta0EBti Pf. 73 :aj j^.go^mtjn^iclmuEEutaigbcrnenoEjjf' SW '§Wttt\b§lu\t gaat
3Cor. 7: 31. .jöaEtbEtljbUEEbtaDnEn!
Rom. 12:2. Cu!'g^EtnEl^HErlaat
Gal, 5:2+. gn üe plaatóbErfrfjijnEn 5
Eph.4:ao,2i,©fi! tintdEElimigai!
22,23,24. 4$j! batCEtttaigSCl!
3i|gE£ Een bat ifi UEOOSE»! 3BÏ.
IV.
1. „ 31nbEEpmijn^agEn/
Pf. 71: 9, i8u5aarlpfcüen^j|saoteny
SCï^bEnttjö ontgaat/
Pf. 19: 15. aCaatuficfiagEn ^Uemijngebagten: .,
|
|||
III. Deel: 295
ï©oo?bett/ ÏM/ en^aab; (jaabMatt. 13: 3,
€ntam8ngr0ejÉött§©aaibbatfebwib4-&c. en fs. «to battft nogta 19,20. &c. S&eegcmUjugtfi&eSPage pc^i::?,!*.
g3Btenbfenjt/en
gcpl'ge fusten b?age f&t batCeutomjSÜU fü! batCeutarfgSM! af öet Een bat tft beoogen 3*1. JNmibfgWig! Jef.6:?;
®noegreepen &eerïp! 1 Tim. <ï: 16.
©ntoeganlielö&Xfgt! Pt 16:5. <J.en
fotïtmenbenlig *«• «•
®aat/taantartbegeerlp ^ Coi. 3:9,1©.
Minuüj0E3tflt. (geftifltl Pf. 33; 5- »&ag maar on£ 8|ert na utn ebenbeelb Gen. 47; 9 en. ©5"! bat öe JtenïioÖenb / Hebr. 11:13,
Ciet3elbanutu^&?oone/ 14,15, 16.
Snbeegmi)n$?eemöenngfcljati a^or. nr. 2.
^ö mijn föoofö ten iütoone! 1 Tim.2:9,10,
fótöet€eutaiB'ai/ 1 Pet. 3:3,4..
fot fiet Ceuüiig' SCï Hebr. 11:28.
*«y om 5Wu£ toil boïmaafien 3aL |
|||||||
^f^
|
|||||||
Ge-
|
|||||||
rlP *
|
|||||||
*$« UYTSPANNINGEN.
Geboorte-dag van CATHARINA van LODENSTEyN*
Op den 28 Augt$y.
Zijnde dezelve Dag van de Beveftiging in mijn
Dienft tot Soetermeer. |
|||||||||||||||||||
Gematigr,
*t t—j sÖ
|
|||||||||||||||||||
>J
|
|||||||||||||||||||
£~4 Jgn l£ier-en-beertig Naaten ban u ïeben
|
|||||||||||||||||||
©erftreefien/ ^uftcr/ batrnnfrtjielD&bit Sn*
|
|||||||||||||||||||
iSlil^iS^lliaBI^
iiaït (befenjï ift om u uepsenb 3it) <&n u bat
|
|||||||||||||||||||
=*==
|
|||||||||||||||||||
tot <tëe&oo?tiHiennaan te geben: !P oog
|
|||||||||||||||||||
5=«==^
|
|||||||||||||||||||
SEÉ=
|
|||||||||||||||||||
ilBIliliiteiüiliS
|
|||||||||||||||||||
(nitffdifen jft tref) een itigtlaft tuit.
|
|||||||||||||||||||
afêtjn Jujler. j aïg in b'^enjt [ a ] ïjet Wette 8Mtftf11
^on-ligt ong *ti m berlofïe ban be «fêagt/ <£n 't fteugeïijfie Sügt aan b'€erbe ö?agt / ï©jaafttgntenbuuftenigt/ entoonb'uIebcHb/ $Pan bie y 3b bcel l^aanben Bab berrrjagt, [aj Gebooren den *8 Augufty Anrio \6%1%
|
|||||||||||||||||||
III. D e el; a$;
* I I I
|*të 't bierbe 2ebEnb'<©£gjwigt[b]b0o? utaam djeeïjê
^agt mp oDfi'g l&emetë ©itéöenb (9°* onjlerft/ goe onetbaaren in biEn ©icnil) aan 't taetö. fW beeb bc3EÏt)e gon-fioogt 't Ijoaft op-ftEEfien *» in bEE3' Ceiioj / en my in CB?ifti ïiErfi. & IV. ' *\.
Spe taepnig taifl gp üiat eeh Mcnfch fietEEÏienb /
£*oe gp tEn HfêEnfcu gebooren toierb! bpna £o taepnig bJiftmiJn^iEÏE/ tot Baar. ftlja/ ■«pat (in OEg ï^emEfê J©i£lf unjt regt gEmftenb) *ztn Leeraar 35 / öJE ftonbf gt ®abtg gEna, % 3#t hOO? '£ ^ftnefê SM-u'efttlUt in 't leven
f&E&jagt/ op bao?taaaro ban bei%tmtl§ttt Pt in den Dienft. ©an öepnen hiagt on3' l^eec ®at bip aan i^em getailiig o tier geben ©nSXeben/ ©fenjl/ ong3Elbent'sjinemt.
_ vi. . - ^ttf <Eag bEwiaanb an| fiepbE 't ^cplig oogtai t /
©anbiEongfdjiep/ enrtEp/ tE treffen in ®n$ QeêI aan ësm op t'offren; aïg 't gE3in *>an't$epug&al&/ En'tCngelbom omgoogbit/ «n jaligip f oertagt €euta «pt Ceuto in. sa- VII«
**»et ong tEn goEbc / maar boo? $Em tt lEbEn /
§*»tt on3sn UMI / maar 3(jn ïP>E&ob tE boEti:
S)n biijg öEÏEpb in 3eg£n En in roe'n
££e b?ü3En: #em tan ®ng ^epl b'eer te gebEtt;
^nöp3ftn$fêagttEtoagten/ in ontboen.
s>,si vui.
SQ £>nbEn um bEn ï|EmEl ïjf ér op €erbe;
JS* «angen top ben loop ban 't «ïlietitoE-faat
Sot'iö^emE^-biEnjtbjEEraan; en/ mEtbe^aat
^iE Ecrü* en ï|emel fcpatten na &aar toeerbE /
*E0innEnbJpö?teEubJin^engbE-a!aar.
^ 6' ®P
^bl Tot Soetermeer in mijn Dienft beveftigt dea
*9 Augufty 1644, |
||||
?58 UYTSPANNINGEN:
Op de Geboorte-dag van N. N.
Den i van Sprokkel-maand
Kan gezongen worden , op de Wys :
Hertknagend onverzettelyk Nagt-gepgyxt.
T^nEïage^on/ mö>©?fenb/ ontrefittnp.2fflfoem
1-J €n laaf ter ïitanffen; toengerbnm ben roem $an 't maatbtg 3|oafb te tieren met het fp?unt- II. tenb'«irup&;
mei ^yi B.B bteaïïegfioub/ enderb/
Cn bjaagt fn 't §ett in fijeribelïjoub/ en Werb/ jÉêaan 't $eplig üjenn ban ongemeene glan£ lil. €en$iran£
Cett ïtrang; baar on tod biep geftljjebEn ftaan /
SBe SBaaren bie tjjan^ön bao?-fin gegaan / ©ie Dti-öerraep'IijHplben en geïtoinb; iv. %imw>
45efneben3önmetb'antoeer5ourj'rE<ï5gtff/
©e ü&aojben taelSet^ onge3ielbe tiff 0Mjaa?b$/ entofeng&eeftu^ugtfoag/ 30'tftïjeeii! v. ©eratoeen!
^ep?entet3ön be fdj?fFfften uan öien ©ag /
tfêanneet ben ülegtet met een ftreng gejag ^alreEft'ntngEpfcöenban ontboen en tyb VI. $erfïyt!
<©Emaalb3ijn/ en na 'tïtbenaf-geöeeïb
©ie emibeloose^aïiglje'en/ cni©eeïb ©ie 'trjonfitenb ï|ett fjiet 3aent met aïle lift Vil. Maatmip
öMcïjiïberb (laat / en ÏEbenbigbertoonb /
't <®nenntrig jammer bat baat onber tooonb / ©aar'tgroatft getal oer neenfcgen boetioojf3iigt/ , Vin. €nbi\Qt'
$etcefienb gangt bien tëobt-jaaenfdj toelfter^ %law
€n ^Traan / en Itëonb / baat ftFj?üf t en roep 13tjn gloe" ©an %izio'.; tot jjem ïjet $ert ( bat aamloog Dflgt ),
<^nt3ngf;
• IX. 0i
|
|||
III. Dl e l: 299
** ~ IX.
W*ftim.mti& DttbEt jaatbE betiflb;
t^erciErséïiirjEr; b'omïonptaaarebjeugb; ^n^jnnbbien toiJsen raab We f£abtg3©oo;b geeft / sby^« Xl €n geeft.
«iraöjE <©obt! .^tE 3Elf bE iSaam ban raad
^etninb/ enrebbErraabefajEnftaat: ^«•ugtedBobt! jjeeft m.&. aïtptaab Cnbaab.
———_■----------------.
QpmijnVerjaaring in Sprokkel-maand 1670.
End' op dat Sayfoett des Jaars.
Kan gezongen worden op de Wïs :
Nabotjier Echo.
I.
T\%at ftonb bE Zon, En maafttÊ bEjEn 3£ag
2r ^oEniruenbunfterimt/ bit ligt eer jtsjaj; ^n/ afê ift riep/ mijn Schepper maar/ wijn gtontr w II. #erftonb. !*fat feïjaone logt reeg baag'ïgïfê b?oegEt op /
^V tnoeb'bani©intEE-nijï/ ftEcgnanentop/ ^moptEtocMcn/ 2E>oom/ ta&&$/ En&tuub/ - . III. Cn^tiyt. V}S*% bat ÖinbjE toe innigtEn taaï;
^OtniEtutotübinruft/ Enfïaap. iJStjnftraaï ^iet)gaatubo0j! tailop! itöWt(4titm92 ,M iv. -&& traag: 1 f\9tgb bat 8P u fpoESö ten top-punt: taant
toL*?.fatoo$jeiib op€erbneemt tos/ bEnu?anb ^3" liefde flaü'tat / bie 513 (baar 't al üetyiEft) h».,-. V. ■"«Etllejl:. 4SJSttn'taUepbo?ftaat/ batTjEtïJrupb
S2L" f Hcrnek-hofüiEEr ïeben fi rfjöt / tn Mmt / ^fioperib/ gtoeno/ enfiloenb/ En#?ugtenï)ceft/ Cngpcff.
yi. ^Eaar |
||||
soa ÜYTSPANNINGEN.
VI. jöSaac 3uït gn 't ïclien boen / leeft gn eerft 3eïf.
SStet baar becfcQijnb cen Ligt aan utti getaelf / ©attaarmtenftcagtengceft; utoüJaareZon,1 VII. qgnBroD.
^5|atindicndu-yfter, daarGodtis; ïjnfojfl
ülCnfetbanSinaï, tnaatSion)jtü"
Sn liebe <jfaatn-&etM'gbntnmen boen vin. «#eboefl.
i©atGy3(jt/ entoatHyig, ©at gn niet
©an45tofen3Bfc&/ enjanbigjiit: 'tgeuieb f^an tailen {uften aïttjb Benletaag IX. Cnöoag*
©at Hy b'onennbfg' Onbegrypelijkheyd,
Cn allet $|enltgïjeben Heyligheyd,
Cn alle? ï$ö3en Wysheyd ijl / een J£aIB /
X. <£eHfcoI8/
Cen g£onbeloe3e bieute ban ben Raad, ©aat ^aicnfcB en Cngel eeutoig ftoni boo? jtaat /
Cen Billikheyd, een Goedheyd 3ailbCC fepl /
XI. ^npenï.
Cen onfenïBaate Waarheyd, Menogftan 4Sogtailöcb?fesen/ eenfgOorfpronk, ban ©atfg/ battoag/ battoe^enuan/ nf3al/ XII. QetAL
©ie al taat ^eerïpöenb {jet ..gcïjeu3eï geeft ün 3ig öebat / om bat ÖP 't 3elbe geeft:
Cen Wil, bfe'talonennbigtotüj/ engoeb XIU. geïfboet»
©u bat gn in Wen gronbeloo3en ïtoïn
©an Ceutaigöenb berb?anflen / 't ^etnefê i^oïfi ©at 3aHg Ai-genoegboo: 't ïtëeeeïbi Niet XIV. 2Can.6ief'
Cn '# Hemels Heerfchappy b« S^ecelb bflO?
ftanb grgu' / aïg 3*3 giet reeb'löft 4»cljeu3el bon?
ieWijsfceyd, Algenoegzaamheyd, enMagt ©etfl?.^
XV. jBBÖ»1 |
|||
III. Deel. 301
3fêrjn 2iel! 0oebifimaaïgliep bcg Werclds-ligt
C 2Clgnu)tentou/ enfpelbennutauligt? <cn nautoiijng / 't mm upt bc B£intet-r ujt .'.lp uUnftt mn aïrijb Bontermet u: taant
jMettigafêeenftöf^eb^enXanb/
**tojêjuuutenb02t': öoe 3oub gn anbje<0?oeti~
w, 'XVII. «En boen?
ÏÏrHop! tafïou! baat gaat begonuboo?.
Spftupt uta ÖPintet-Euft/ en B?ceftt eeng boo?;
^P u (3iet baar) jïaat '$ $emel£ gunft en kragc
*,.. X.VIH. «En taant,
sin epgen 2oon ?enb §yt u in 't gemocb /
geniet uta ï^ieefcö gepaacb/ utn ^cljulben Doet/
«®tilb 'é $emel£ too^n / en noob u toe- (in b?e'en)
,* Xix. (jËetre'en.
^aat ban! gaat ban! iet Onbegrijplikheyd
Jee jmibel003en Slajlftlj / tCC Heerlikheyd,
^ecAlgenpegxaamheyd, ttt «Eeum'grt Min
v XX. . Ontffo.
aterJ«aktal wat gy kendetön bit Ligt:
oft1 «enb maar Dees m Jefusaangezigt. ^Beetbnfetanberg/ taant gierig uta ïuft
ïiu, XXI. Gebluft
SÏÏLe Bnbeïoose luft binb &ier een / paal:
^n Öltfcgoan / i#'t begeerlijk'al-tt-nu»! S
^dt u Seen 3fgt&aat&eBb im beeg 6eb?ieg /
xj xxii. #fïie08 sj^jttrt» toilfen taat öectf wille tailb;
»t«i^n al biefro?men een$ in ftiltV ^«wijs, taatöptoü; entoatBnooet/
^üenhrtu. XXIII. $jÜgoed: ®u zBVt%?$ m#n onametft beel bao? geen!
*Wfönon? *,Hceren^lory3Önalleen; '«««B «et/ nog gunft/ nog taat men agt/
©ertaagfc
XXIV. Wm |
|||
302 UYTSPANNIiNGEN
XXIV. '
Q&m 3aï ifi ooft ijet ïlptbcrfiaoren ©olft / Ter duyfternis daar Godc is, tot ÖtEH Wdlli /
5©icn Aanban ErjntiEfoo3E ^aïigöc'En
xxv. ©oentre'i
?Eat 3aï mp 3ün eeü tëoblp 3Ju&El-3iaar /
<®m a5otiE EEn ruftEuü 3Canö tE fojaficn/ öaar $gn ^EErïÖfiïjculï / en 't J^jri üec 3»JnEn npt XXVI. <£ntj&u
®an 3al mp 't Siaar 30 fcftf Qtiö niEt niEEt blien:
jUSaar bit ontaiffElfiaar eeh Mihct§ öoeii 31E11 l^an d'Ecuwigheyd, tOt f ft hl 't 3onDÈC Etltl ^Elei |
|||||
De Verloffinge des Heeren van de Ver*
eenigde Nederlanden 's Jaars 1619
|
|||||
11,
5 aa*3aagt gn 't^'anben op utae titer/
€n öoo?üen 't ©qïh üafr «trincn / «n fpelben in gaar mi utaen iftaf/ 3a uoeïben 'jö in 't etöer men. »|et Jlfêeg u op get §it te g^et/ <©pgeti|ertege3et/
€ngeen ont3et// €ngeenoritiEt/ €n gn jaagt geen ontjet, HL
q&aaf ^enb?ü"i taouö in toojne trotjS /
ifijet SStaffcge Xeger ojeenen; 3a&aarfiiet3ig b?iemaal aan öien JSotgi/ €n ïietbat taerfi baar fteeften. $et flaap-Ioogl oog bat get al öoo?3tet / a^atgetalgefiieö «
Cn ïeeb bat niet // €n leeb bat niet / Cn leeb bien ^oogmoeü niet. IV.
%en/ 3e|i't5obaarbigi|ert/ enftah
Sin't ^axö-öoofö niet boen tapen/ %a 3al in op be^Tee treden ban / ^at^oofb en eert Be3tonften: Ifentf tenbiin 3a! in 't 3£eget öa^fi _ an&etlCegeröaap:/ ®atnubu{iraaft// ®atnubugraaft/ %-öjeenen boen beroaajt: v.
JNtCanro/ 3enb9pbaabeïp8«n/
S1 openb mn een toe-gang «f^&'Sffel; batbe©eïutaefaeen/ ff« 3p 'g f?inffen toegang / ai» ^ebb'T)p6?eeftt 3ijn ïeger log / «^J^neïegertog/ SJs«n.DEo5Bof£8// €nnanüen25ofc§ «n8ntre&tban&en2Nifr
IV. #fian|
|
||||
U Y T S P AN NINGEN;
VI.
$njamjHicfifiet$ep?be ©elutoe3n/
S^aar 3a «B^aaf ^enD?ift toasten / gpaat boegbe 4ÜSontecu£uU &p / €nd5?aaü'3Jan/ 'gï$ep3erg Aagten; ©ie£ menig ©up3cnb Bïnjgeling 'tïiebelEanbamüing
€n in ben ring // €n in ben ring SCan Saou' en jpunbeting. VII.
€en ^egen üan papier fieuïab
jGfèet fel-geb?epöbe «êcfiigten / «©e buö&elbe 2&emuutbe ^tab Wan SCmergfojt bttii 3toigten. ©aar ft reeg ben ©uanb oberbïoeb ©an 3&?oabe en moeb /
2ijnBaapgeüoeb// ©an2&janben2&Ioeb/ £n op on3'43eu beboet.
vin. ,,
J&etfcQeen ben J|emei riep/ 3<e bc ïfifoeb /
l^aar 4Be'cr!anb 3ijn öe flagen / $an't<tftobbelöftgebuïb/ nu moeb ïttafrtjbe3êefiteb?agen! Snoeft nu en bjinftt {jet bitter Jjop ^etgronbige^op
©an 'i peeren Rap // #an 'g peeren Bop! ©an 'peeren gramfcftapp Hop! 't SSelimfte J|ert erfienbe be ^clptlb
©au 3ulfte Jjerten-ffegen: t üangmoebig ïang getergbe gebulb / l©ag nog niet moeb ban blagen: <t?ic£;agapan£/ maarXf33agan^aan ifêaarftp3agon^aan/
^gjfrël ftaan// SlnDeete^caan Cnnamongelenbaan. X.
€5aat25obcM/ 3eubfip/ ftrarilcngeïepö
Van DiedensJiep? 30?nbul&ig:
|
||||
III. Deel?
|
3©J
|
||||||
Ba Wezel, na&at©0lFföatfcfj?eg&/
Cnlöbiietgpoftgebulbig: ©etlofl: bat ©olfi / geeft fien mijn ïigt / w «EatJjetafêeen^cfttgt ^aar2ieïberügt// CHtaCan&batjnMgfc GCcwnb mgnlieb' aange3igt XI.
<Sta! Diedeti, Huygens, $JtiJ£Jercnfta!
©en ©ag ütoint u berraben:
«$a! Dieden, toepenb'€ngelen/ ga!
©ac? @obtigniettefpaben.
Zitt baat tec £tab in opene Baan /
2iebaar open paam
©aïaan/ ©alaan// ©alaan/ #alaan! 'TOetiJ3e3eUflgebaan! xiu «êtrafil ging be jpaam öet fiïnbe gerugt ^oo? 3Canb en ^tebenfpjepben. ©en ^panjaatb met een 3ugt tEt Ülugt/ lipt sumergfojt moeftfcöenben. ïtënöagten/ igbit<©2aoinofhiaai:3 3iÖet©?oomoftaaar?
13$ ttoijffeluaat / 't 3tf ttaijffel&aar / CCot ben «Pag 3eü J 't %t hiaan minf $enb?f ft greep een nf eutaë mocö /
«^©jnringbe «étab te buiingen /
*©fe biel eerlang ben <étaat te boet/
SÉen nietitae ftof tat3ingen:
©e Bierfteri bjeunöen ban ben ftlanft
L ©anftetaüf-gesanft/
®an ïofen ©an&7/ l&an £of en^attè
®n3' #ect ban Söf en ©anft.
XIV
£K C rtópén ten) 39 <£a&' bie be 33a»
il.lVéctaagtBanbHeecenl ©eeIbef/elöHei©onninae maaft ® l ac Mittjö i öem tet emtu » mi
|
|||||||
j0g UYTSPANNINGE^
mtZiü/ öatfCöf! bati|u0g£nl|of
Utaeflleetenlof!
©e^eeren-fof/ be#$ee«n-ïof ©ecïionbig 'g peeren-lof xv. Eof! C riepen ton ) 30 $ob' bte be saafi ^o onüertnagt ftonü fteeten I ©cd lieffelijne HE>oontnge maaft t^eel Ufff eïpe Itënaninge maaft <©! JJe'ecianb! gemteceeten. Mmïï%ii\ enïyf/ bat üJBörib en baab ©at uuj JüSonb en baab
«©at jQSonö en baab %ing; en be JJSaat 3in bejen 3Cof-3ang fïaat. 14 Oogft-rnaand 1659.
., É I I I III...... W
MAYTYDS MORGEN-LOR
|
||||
IIE Dïel; 307
» IJt«
t ïautoe SBeb Iaat boa? bit 3agt
«Dn ^epl boa? 't SJarbfcfj geman beragt/ gijn (ft, «QmaationgfcEp// SSa3UlIentop gn'toperifcelö gooren toat gct rS3enb SCfgt bertelb/
ï|QQrenhiatöetrD3cnb/ gooren toat get tijitnti' 3ügt bertelb. «^ I1Ic
«iet een Öleeb ban enfi el <£anb /
Mn bup3enö Steuren ober't itëauö/ fnbtimenö (ft,
m'tJ^einelfcö-rtst// &and3abtgge3fgt
|togtelöeftraalb/
g|nben tap 3pn SSeelb baar f n gebaalb /
Jr'nben top 3tjn25eelb baar/
^Uiben top3ön 2Seelö baar fn gebaalb.
tiy.
eerlp Öleeb ban 't nieutoe <0?oen! 'at na be ©a?jt 3fg op Bomt boen / ©at na fce (ft, gtëongom-artnt// ©eEtefbetaarrat «an'^cniEl^oon «eben top öem 't SeugWg ï^ert ten laan. ï£bcn top öem 't Seugbig / w*«cn top gera 't aeugbig ^Ert ten loon, S^tgaeiupgt enlagtbenroem
«Natte bloemen/ b'aippel-üfoein/ £an alle (ft.
^ciecbon^anb// Sfemptarftant/
i?öEHtonö©oofö/
S f 5p na ben 3Maem on$©?ugt öeïaaft/
SgöpnabenSStoemang/
|
|||||
•jgaep3fl/ (c&?fjten)f/tnaar2SIaetn/
^Baar jlEun3elbaneen pb'lenroem / ÜÖaat (ft» © 3 »eüe:
|
|||||
3o8 UYTSPANNINGENj
©eele Bomen 30 fietsen upt
©eeïenamen3a30/
©eele Bomen 3a öeb^ogen tipt.
VII.
3Eaat Bet cierltffi 35loep3el-blab
©?pbalïenen beftronen 't $ab: ©2pballen ($c«
9li$maatbeïinop// 2&e3mangerbop
«Engrober3toeIb.
©ugutotbel&?ugto! Cfijfftenjteïb/
©ugutatbe©?ugtö!
©ug u tot öc &?ugt ö! Cfi?f ftcn ftelb,
VIII.
%tyhl faatöoo?ifibaatboo?taal?
©etijlben trot3e Bagtegaaï/ $tti$ ben ge,
ï©ieng filepne jFIunt // JiEet Bel geluut
SBPt itëoubberbooft/
©at op eenen trant 31'ln 4ÊcRepper (ooft/
©at op eenen trant 3(jn/ .
©at op eenen trant 3jjn J>tftepper looft.
iBfeeblgTt «gcfiepsel maar filgft gu ?
©ie be angemeeten Heerfchappy ©ie be (Ie.
ïltop 45cfiepperg Benb; // itëaar Been öelenö
Hmfie3igftepb5
©at gp niet alleen zijn Lof berb?epb /
©at gp niet alleen zijn,
©at gn niet alleen zijn Lof uerfijenb.
©P alleen i$ d'Eeuwig' Spring,
«En 't epnbeïoo3'Eynd ban alle bfng/tën 't epnoetoos'l?
©ie't aangeeft// Sdanaltnatleeft/
Sdanaltaati^:
!2elf enbe alleen Bet toaare Wis,
JSelfenbe alleen Bet/
J&lf enbe alleen pet maare Wis:
XI.
€pnbelao3Ebmarrel-lttooni! M
gaatje»» on^Wheenjonöjr taum/©aar seplög
|
||||
é
|
||||
III. D E E t. \mj
^nsonber^tunt// €n&tetnfmut/
«EhS&aanof^qn/
want bE£ niEt En il ban ÖE3E Zon,
wantbernfEt Enig ban/
*©ant bcc met in i$ ban be3E Zon.
XII.
Ptébft i$ btt «EnglenSSaafi/
$?er 3al.ge hielen al 't iiermaaft; ©er 3aïige (ïc,
§n bE3Enfc0.fi// ©at3al.0E#oHt
<ig%onfiEnb?inHt/
%n tot Ceutofa *|enl tE gconbe 3fnï.t/
^ntot<£EutaigJ|EBltE/
*n tot CEuraig ï|Enl tE gtonbe 3infit.
Ean i g 't «êrfjE^El ganfeö niEt mser /
S'9" Om En tot ÖEÖ Scheppers eer, SCfê Om En (ÏC,
ySargE^onb! «Wjöatongooot/
^ierJcgfp-fi^EuftïEE!
^n ïup 3onrtEn al ui toge Zee,
jfnmp3onHenal.n/
^n tan 3onfien al in bE3E Zee.
^ XIV. .
£«e baatm' altgb bf Euer 3öOt /
in baat nrcn nopt bEn SSobetn ficijgt / €n baat (IC.
^ie Waarheyd rónb// 3fê 3onbEt gronb /
|n3onbEctaaï?
S^pEtibE bE ^eee if 't EEnig Al,
S0^fnbebEl?EErirt/
w°EUEnbE U fyizt fê 't EEnig AU
•> xv.
*£e van Waarheyd, aanbangïOOg/
SüJ^ntaig/ CEUtaig / EpnbEïoog! £n €tvM%/(&
O^lntai^ €en»fernrtitf l^ctalbarjjöanlb/ K25 8e5a!toat webip fê in btoaaïb/
EWaltaatEEEb'ïgH/
^aac net ai mat WEb'ip i$ in btoaalb.
©3 XVI. Dwaaïd:
|
||||
*io UYTSPANNINGEN:
XVI.
Dwaald: maatbanxigxeifallEEn/
tffcOt Ö'Ceutaio' Waarheyd b'CEUbïig' ttttl / $01 !|C'
Stil)! toaatEntonV/ 3a&aarallEgHtoijt/
€nntetban {long/
a^ie ban besefi&aarftenbCEutoigsDng/
©fe ban tieje ï©aar jrjepö /
<^ie ban bE3e fl^aartjenb <£eutof g 3ong.
XVII.
ïïtjsenö 3Ö gt fisïp met nto glang!
a^elp €ng'len eter ban 'g ^EmElg-tran^! $eïp (fo
ifelp juncgenb itèaub! $elp bloepenb {|out!
3|cHïJ^o0Eltjen#!
^ulie bE gEöjEftEn ban bEn Mtnfcïj /
!2ulïebEgcu?efiEn/
30iiIIe bE ge&?Eften ban ben Mtnfcü.
XVIII.
«©bjajen MSenfcg / bfe altrjb bfaaaïb /
%a lang gn nfet f n bteptEn baalb / ^a lang (£c,
^fligmEton^Op// d'Onreykbretop
Van d'Eeuwigheyd
Slinde my en u ter Zaligheyd,
Slindemy enucer,
Slinde my en u ter Zaligheyd.
|
|||||||||||
Zegenzang van 't GELOOF in de Zwarigheden
|
V
|
||||||||||
Op voorval van den OorlogmetEngeland'in'tJaar i66f'
Aandagt op Habak. 3 vers »7,-18.
■Qppppl^ltllill
|
|||||||||||
Cn Hemel is ons vreugd, QDeii J|EniEl anjS
|
|||||||||||
bECgEugb JüetAI-genoegzaamhee- denJ ^snO
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||
«|e«etaat op tailt / ®n$ l|ett Beeft altrja ftüt' /
|
|||||||||||||||
<©ng Zitl eeutaige bjeeöen. %tt tang geb?engoe
|
|||||||||||||||
fcunftet ©an rampen fiauit baft aan: <@e lang
|
|||||||||||||||
gÊJHJEEEEpJËËlEE
|
|||||||||||||||
©anfpneti ton" onbet gaan. ©en
IlÉlïilillllli
|
|||||||||||||||
Senaten lunftet
m
|
|||||||||||||||
gentel i$ get Ligt ©aat aïle glang ban? jtaigt /
|
|||||||||||||||
l^et SEigt ban eeuwig wel- zijn. §az pub een
|
|||||||||||||||
ï©uflteen©anip &ant»jbenjfien ramp/ <©ng
|
|||||||||||||||
tampjalige fitoeï jtjn.
^|n Hemel is ons vreugd, ©en l|emeï ong berïjeugDs |Pet Aleenoeezaamheeden!
«enbïlcerebiatgnbjilt/ a&n^ertöeeftaïtgbftiïtY
^tt^feleeunrigeb?ecben. r>^vrand geef* &e itëonbeu
^^aöiöbeljjfterleeb)
faaar 't ©om aan ong verbonden
fo a»heyd' Tr°uw, en Eed. (routo/
^e? J?emeut bfere trouw fêeeft nimmermeer oe*
^taatop onfeplBaac' Ceben: |
|||||||||||||||
§1* UITSPANNINGEN.
(®n$ bnanbfcfiap in 't Bloed ©an Godes Zoon o*' Sfoengt ong öonbige ^eeben. ( 60e» Mi.
©en Hemel is ons vreugd, ©en Jfttttltl 0n# berfjeugÖ
JflSet SUïgenoegsaatnljEEben!
Jgenb ^eere toat gu toiït / <®r$ ï|crt ÖEeft altgb flflt'/
®n^fereeutaige ü^eeöen.
fflp iitn gaar ^anben gcrjue n
JBaat al on|l Have en G6cd;
Cu on^benarmoebngpn/
3Sa3oeEnoberbtoeb.
§©n miffen 't a\lt$ jïout / ©en Hemel is ons Goud,
©aatsgïiongbietejtfuatten: (25?oo&
(§kt i| onjï boo? on# Boab genoeg Belooft 3 bat
3&al nicmanö nn| ontbatten,
'..... IV.
©en Hemel is ons vreugd, ©en $eroeï ong berijeugb
3!fêet3lIgenoeg5aamFieeben!
^enb l&eere tóat gg taitt/ <©n^ert Deeft attijb fliïtV
<©ng 2fel eeutolge fa^eeben.
iiaoet onsen Akker bo? fraan;
«En Boomgaard aan ben Rtoijn:
^al 't Schaap nfet taeec tecfcgo?r gaan /
#nt6?eeRton?Moften Wijn, (suriert/.
©en Schepper öi'e 't <$cbiert / ©at boo? be ©alert.
©ie üfêoft en W$n gemaaïrt geeft/
3f# Spijs' 'en Medicijn, 3$ Koorn en Moft en Wijn,
©oo? frie 3ijn gunft gefinaant ïjeeft.
©en Hemelisons vreugd, ©enJ$emelon$bcröeugb
JUSetSBIgenoegjaamgeeöen! ^enb^eere toatgptaiït/ <®n$Qzzt geeft aïtijb ftfltv/ ®n# %ttl ceuhiige b^eeben.' &II / tüattagdierbaar binbEtt/
<$n£ al genjftontgaat/
ptigfydhz/ ®oeö! gnü^fnöEB/ F ■■ ■ — -■■ -■ f ■ ©aaf
|
||||
■
|
||||
III. D E E t. 915
® aat '# ifêetEïbg fcert op ftaat:
©tig Herte-maaker ftenb 2#n jUSaaftsCÏg/ Etï §H JElltl
Genoegen in fJEt I^EttE; €n bug $ü magtig inaafit <Pat laat onj Lighaam
©ng Zielen niet En fmEttE. (caafit j
VI.
^Ett Hemel is ons vreugd, ©en^EmeïOngÜErijettgtl
Jtëet SClgEnciEg3aamIjeebEn!
^Enn ©eece toat gn milt/ <£n# ^ert Beeft altgb {lilt* /
1®tt£ %\t\ EEumige b?EEDEn.
W$ on#bE toJEEÜE Krygers
©niringEn/ Etioenmm
^an jjalf ontmenfcljtE <üTögEE#
*mi fmEltEn bost ban fcfojift / C ^o?tt [
®an 33l bE0 Heeren 2,org <&n$ $\n$$ï)ÉVb# tuiffen
tGeloovigOogonjUtlaaren/
€n om nmj al#eetmfêuuc ©afflafanterg/ia üantëuuc.
i&OEn 3ten ^eniElfcBE ^r-Daawn.
VII.
^EttHemelis ons vreugd, ®En$EraElangÜerÖeugb $Bet 2CïgEnoEg3aanifjieEben.' |Enb ^EEEEmatgn milt/ <©ng ©Ett IjEEftaïttjb jïüT/ ^n|»2iElEEumige c?EEbEii. f® ant a$ bE fclïe"roeden «ariaïlErlH'EiEnb/ Wp on3Eii ruggEn moebEtn ^en I^EmEl bie oni§ fiEnb §3ftijd on^ ï^abEtlgft/ <©m ongbEc gonbèn fïtjft
3-fcDutoeIptEtnaaften; (ujEugfe ^n DEffEnb on3E ©Eugb <&m boo? be ®eugb/ ttt
™ ^EEcIpJjenb te raaften. ^|n Hemel is ons vreugd, <PEn ©EHIEÏOng BEtlJ£U0b
§^.Et 5CiBEnoEg3aamtjEEbEn! 2ört> ©ore mat gn milt / «©lieert Beeft altijb flilt' / ^ng^iEieEuroige^EEbEn. '■<■■■- '%> 5 ifêant
|
||||
3i4 UYTSPANNINGEN;
5£ant alji an$ fmercen hoog gaan
tën groote maaten bult /
©an ooft Otljf Deugden hoog ftaan,
üBn onbermoenb geduld.
©en J|emeï ;al be maat ©an ^eerïpJjepb enfraat
JSamoent'en ©eugb gelpen; (fmaat»
Sa 3al öec jBenfcïjen gaat ®n$ Heerlpen ün&
IPer armenö ong ©eer pen,
IX.
©en Hemel is ons vreugd, ©en tytmzl ang bertjeugb
aiaet 2üï-0enoegjaamBeeben!
!2enb^eeretaatgntoilt/ (©ng^ettljeeftaltöbftUtV
<&n$ ^tel eeutof ge b?eetoen.
§©ant afé be Heylige Bladen,
l^et ^epbg Brood en Wijn,
<Èn die ons Heylzaam raden
<®n$ all ontnomen 3fln:
©au 3aïget Eeuwig Woord tömigteïaoggeïjoojb
<©n$ Leeraar 3tjn/ engaeben: (on^gacb
Cn't Hemelfch Vlcefch en Bloed gal (3C«lber 5&J00b)
fctt <&PÖ3e3Ün/ tnbaeben.
X.
©en Hemel is ons vreugd, ©en J^emel on0 berïjeugb
SlSet2CÏ-genoeg3aamrjeeben!
Senb «Jeere toat gn toilt / <©ng ^ert fieef t aïttjb ftflt'/
<®n$%itl eeutofrje bjeeben.
2M$ 2iong juBcgenb zingen,
SCl^t0nPede-z.ugt,
SCÏ|2ion#Gadering, en
SCïpZion zelve blugt; (onpaniJ
©an 3aï ber €ng'Ien-3ang / ©eg Hemeis-trooft >
tffcmoeb tot b?eunbe toewften; . ©en ï|emeï in een f tt$ ©ergab'ren met tmf d^eefl /
€n 't Lam ten Tempel ftnBBatt XL W»
|
|||
III. D E E Lï 3If
XI.
©en Hemel isons vreugd, ©en gentel onf? berfjeugö *Ket 2tlgenoeg3aamneeben! Zmh %eretaat np brilt/ mi ^ertïjeeft aïttjöfttff/ ©ng 2iel eeubrige b^eeben. 3a rooft berasernnen ©ngieventabfenoob/ ©atfêonglaaftely'en,
^n aller tampen öootr. ©en Vader Dan on£ ruft: ©en Zoon \$ rmtt ïu|t:
C ©en ^emel onsen toe-gang) ©en Geeft met ontf gemeen: (O Hcyl'ge Drie-in Een!) ©er €ng'ïen <£0oo? onjf toe-3ang. XII. | Hey l'gc Drie in Een! SEB bat Ong ttïl$ betfcfteen
ÏJ Alvernoegend' aanzigt! jEn bat owj oog on San ©etfieerlrjHt aan-Jfett Solt
©at ton nu 3!en ün Mam-ÜQt J
©itigongalïerbede
©og maaftt nto wil geen nl/
aSog3tjntontaeIteb?eben/
<En3tngenonbertoijl/
©en Hemel is ons vreugd, <Dtn i|emeï nn# bergeugb
fSÊiet AlgenoegMamheden!
«enb^eerctoatgntottt/ «tën^ert Beeft in ufitftV ©ng %itl eeubrige ujeeben. 29 Louw-maand i6<Jy.
|
||||||
WW
|
||||||
ZEGE-
|
||||||
Ïi6 UYTSPANNINGEN.'
ZEGEZANG
Over d'Overwjnninge in 't Gevegt tegen de
Engelfche, opdeni,.?., 3, 4, Junyi6(J6. |
||||||||||||||||
<©mt al taat leeft Cn looft 'er Hemelen
|
||||||||||||||||
=^^gpËÉ=Ë|^^iiH=ÉpÉjjg
|
||||||||||||||||
Heer! ©ie met een blainmfg oog tec to?aafie
|
||||||||||||||||
pil^Blliüitl^^iiiSlÉli
|
||||||||||||||||
baalb i €n boet 25ergen en ï|eu- Ue- fen fie*
^ r\ ^-> r\ •—
|
||||||||||||||||
ben/ m$m «r &ul»e ban een©alöberfcfiD«&»
©en Batavier
itëeeft boo? ben Britt fn %tt X
€n 't toonber taajf een jrraff ban fjooget öanb / ©ie langer niet en bulbe befcgulben ©an BCer lanbg toeelben ober 30 beel $enï& ui.
# Nederland 1
fCrotg/ bertel/ taeelb'rfg/ jat/
€n oie uta luften boeb pp '$ Verneig goeb l
<ÜF»flt lna£ be Wraak der Waarheyd 30 onteetfe/
©e üitt're bjugten ban uta soete toeelb.
IV.
't Vernederd oog ^an 't fr8?nenö Nederland;
|
||||||||||||||||
£»fi 20arbetaaarög Godts medelydig oog;
|
'&t
|
|||||||||||||||
III. Deel: 317
Bfe aanbe boac'ge firanten gcbagte /
€n boo? toat ïtëanb'ten** Kano 3a googe fteeg, v.
tHoveerdigoog 3^erBritten, apfiaarfpflet/
^ aan ben ^tmeï onber;b?aageïp i
3©ant ( al# bie ijem ten roeb'e beeö nertooeben )
^nbaa&üerjtfeten/ Liefd, enNedrigheyd.
^etSBcmeboiïi
gehangen in ben ^tcgb / 25e3uuröe 't 3uut ban 3a een Broederhaat; €n bien trots' op oen 2ege berftregen / ^agt 3fg autoinöaar / in betmetelfjenb» ©lenHoogheydsLofF
«filleenetoe-fiÉfionjö -
^agunt3Ön^Ö?son/ aïfpottenb/ 30éèntoaan;
€n3epb; J©at89o?m'n/ toat üfèf eten bug tieren!
€n 3onö 3»jn 45to?men ban ben iemel neet,
». vin.
©enttOijenBritt
®agt 30 een ^tojraban pag /
SöeKtoaam ten ,©to?m in 30tten Booge-taaan ï
fjBgt ai tie Batavieren al$ Milten /
€n toeno 3ön Stielen ootlingg op gaat aam
^en Batavier
pin fclpoomfgbDQ? bien twtg /
ganmoébig op ber Engelen geieyd';
«aPt al3(jn ^outoen / beetbigt 3ön tenten/
^n t«8t be Britten fneïïp te genwet,
fiïSpfaifil»
fInJ°pnianen£oIbaat
L*? «fjjgelfcö ©olö •' fiebieb ) «'$ Hemefê toojti
«nai aat g^onb'renb firaauen / en taaften /
^Wogmoeb$to?aafigbi*utreffen3a$. V1
XI. ?vgl
|
|||
3i8 V YTS'P ANNIN.GEN.
XI.
SSÏj! Engelfch^olft
'tSfêl albejgeefê getaoeb!
<&en ^enitl grijpt ben ^rfjttb boo? Nederland.
S2iet baar tito ïjooge üir aaften liaft ulaanen!
Sla sittyt 3taËen afê een <&reen te gconb.
XII.
Waaz bepnft ben Britt,
€n tapt bejl peeren too?n:
mtn p?iftfiEitoa^3rjn^ bcr3engal te frljarp.
J©ag balt $n op nieutag inaebtg aan 't taaeben;
Ma&z op ben ^etnel toaeö men b?ugtelao&
XIII,
J&tagRobbregtfcïjfet
j^etttofntfg «telen toe/ a&m 't tapenb J|ep? ben laatften fteun te öf e'n: €ntiep; ifêaacljeenen! Sta Mannen, fta! fta! Der Britten Koning vegt met Nederland i XIV. 9taar ft#gt ben moeb
35er Britten taeer in top /
€n 't ï|en? fpat op ben Batavieren aan:
Xa tratp al£ ant be Setzen ben Boemel
jJBet&tojmenoeben/ of3tgballenöe'en*
XV.]
f£ïtan$gfng't<£ebegt
Op nieutag en nflp aan;
Wt ïugt toag niet ban enftel ©ner en &|am.
Cn ben tnonberen «Ponber ban onber
jCrotfte&en^onber/ biebanuoben nomt,
XVI.
^en©onber-moat/
$?et eene ^cjjip ontgaan/
55oo?b 3tg boo? 't 38ngetaanfa ban 't anber Been:
©erb?D3elb^oofben/ SBrmen/ enSSeenen/
<€a bertat be bennen roet öet Sfeepn en SSioeb.
|
||||
III. Dsu, 319
ZVU
«totnb niemanö ü'obetöanb /
3go fïaat He Britz* hardnekkigheyd be JÊaat J SCot bat üen ^emel 3ün grimmig ©lammen / SHan 't J|ep? becfrfjijnen / en bat fc&ji&ïKn öoet, $>en Batavier
2©ag bat een ©jeugae-ïfgt.
Sïfej baft öet Engeifch Heyr btcfrijjiSt/ bertaafï.
Sliepen; Wijkt Mannen, den Hemel! ah! ah!
Ah' ah! den Hemel ftrijd voor Nederlaad!
XIX.
^aarftooföentrotl
»anöoogeïiteIenfieen!
'En ftieft Bet ^en? onojbentïp be blust 5
QEubenBrittieecDe/ taat Batavieren
«q}u/ aï# ben ïifemelftrgb bob? Nederland, ^ XX,
«fceZee-voogdtUnt
^tcaH#aÏ3önJHSaDtrjneen/
fn bolgt be ©lugtelinge op be giet:
yCot ben J|emel bao? Beb'ïen 3enb houd op!)
want3tet! ben ^emel jtrgb bbo? Nederland,
«&! Nederland!
^tnenb beg peeren M&agt /
mt in uto stoaïrtjenb n be 3ege cöfit t
fatt ntae ©erten en jongen fteeb# jtracöat /
A11een den Hemel ftrijd voor Nederland!
lo Zomer-maand. 1666.
|
|||||
EEN I-
|
|||||
32Q UYTSPANNINGEN.
EENIGE AANDAGTEN
over de Kerkelijke Voorvallen
des Jaars 1660. TREUïULÏED.
Kan gezongen worde op de W y s:
Reyzig Gc&elfthap! dat den Gryzen tof. I.
hf* leutige iaanben ban mijn J^crt ont jtelt/
J- ilfóijnïlerrebatöe^agen
©atbeïlurentelt/
oHn bjnebig fmeït aï#ö5afcö f n 5t fitónnenb' Magen,
Jgoentljulp/ nogb?eugb/ nog traaft;
389aar Iaat be Stel in 3ugten // Sig berlugten /
Cn treurig3itten neer// treurig 3itten neer:
föant baar utnïü toon uta blijöfcDap plag boo? tienen /
^elnejen/
mnu/ jaujnu/ ujnu/ oïtëee' inoernl// &enbüo?nenpDÏ/ ©an't ^ert berujéjert. 't ^eerftjfte #icöt öB ^ogtèc^ian^at
©e i©er'iti en af te [jaoge:
Jfêaarljelaag! ïjoefjab
€en aogenfilift bie JfrïjaanBenb beer gebogen \
©aar giang / gaar taem in b'SCfcg!
lEn 3p met naare fmaoen // ©berlaoen /
Matt bunnen/ b?oebigftiI// SEbjfietifciïbgebierti
ü&aar J©ijnberg-trceb/ en3n moet bWIe ©jugten//
S&esugten;
Cn3ien/ jamoet3b*n/ moetjfen/ ömti'- ftaarèïtëagt// ©an#agen^agt/ tfebtaongenWugtcnJ nt fe^ |
|||
III. D E e l: 3ii
III.
ö'^ogBnfietraanb in ttoijffd of't 30 toag /
^iE3agen 3ig antb?agEn
<Die't<$EnabEn-ugt
<©P 't ^EEdijnfl in &aar ^iEÏ booj bEE3' bE'En bagsn:
^«3'fc8?EEtttabE gion na /
''En riEü bat i$ gcEn tCEurEn// ©at i$fcïJEurEnl
"En 3onft in amEtljt laf / ^onft in aniEtfjt ïaf /
^aat ïegt 3n nu bE 25?u»b ban 'g^EttiEbj^aane//
§aarglang! alftaargïang! fiaarglang!
Haar glanjS! i$ bergaan // €n met Baar traan / ^ejtaalHtparferoone. IV.
3&ien nu bc B&agt op 't obEcigE 3^nïft
©anbobEnté&ebolen/
©aanljElaa?! berfmagt
Sin b?ugtEloo3En arbtyb 3ugtenb öoïen.
^Eiaa|! bergjiejfrcn-tong/
won0na'gJ|Eerenï©ettEn // 8Êijtte3etten/
Hopt na bE 2iene-Iong // (jCEEring3iefte-fong;
wn 't b?EEmbE ©nsr omcingElb tyEpgt te grijpen//
_ üEeinjpEn/
fotbat3'atnEc9rigfl:inE
gmögEt/ of&eiaan// Cnonberjtaan/
•^ai b jugtloo^ pijpen.
l^tttaanömnnag/ &Zhml 't^Emelftfj-goeö
®«ub3EgiElbEröe«8be/ SfttaobErbloeb xtu ?°i u*» 25?upöEgmn bercfEra'm ©eunöen:
SS * )°*# We Item maar ftem! £W>iel©oo?ben3onbEE// ïlragt/ bat'gtoonbcri ^« maarïiEnb 3onbEE hIeui// itëaarDenb 3onber ft lem! vat bug»t rsgtbaarbig <©og in taojnfiomt baten// Cttöalsn $ %ijn
|
|||
322 UYTSPANNINGEN,
gtjn üfEtfiaacE ïtëoojbent'lluHg/ üWtzl Enbu#troet// ^tjntaajntnstoeb// ^ijn frcagt jjerljaaleii, VI.
$ag©aniel tenJB|Eineïüpt/ jjnriep/ DenProph» fl&m 't ï^aom $EtnoEö tE uenPgen t %ie/ öaaci?/ baat'# nu g^cn ïang gEb?Engb'n grtmtoel in gct ^cpïfscn! ©En ta^EEö'n ïïoujEnn üEttaoEb/ a^eeft^aïetngÈ f npn gEtaaffEn // Mzt be pïaffsn / ©an 't terg bEtgootÊ 33toeö//'t&er# bergootëS&tae&j Mn geïb jjEt ^ElEn-uloeb aan C0?ifti leben // S&ejtrEbEn/
«©EttEÜEn/ getrapt/ gerufit// 3^Eti3?uHt/ jabEcbaan// f|abbat Baat traan/ €n3ugtgelEöEm VII,
mufafbUaf/ o%ianl inbenbju» C €n b?uft fist unt tn 3ugtEn ) SClutaBttnuh-enHef tetwEtgeuuV üan'tttiagtfgtooojbontUïugttnt
èJlurBEbanBaar^iel/ <©ie al öaar «ragt ten leben // Ipag te gewen / $u£plfng$5aat ontbiel// iHnggljaarantbfeï; €n nu Jjr laag"! $ie in op &traat öaar ficagten // ©EtfmagtEn. taatftcagtEti/ öaarntagt/ Baacfitagt/
Ecfmagt! Etiöaacoog// <$ejtaaganigaoff/ *tl|Eyï uaeMnagtEn. VIII.
%atbèttebaat/ batï&rjnenjEfêeügtraant 9Can 't önng'rig #e« berftréftte / •tJ&rtttfjfieftïaat ©ataangEiiaam/ gaat ^Ebenboegïgfi beate/
©an jaSontTEn %$ gefdjeutb/ ^ati§ Bet öat&e£$aone.// @BBtfcftaane $# |
|||
Hl. p e e l: 323
%n uittEtSenn öetreura // SBittEtlp Üetteurfc/
ï^annEEr §p 3!et öat al gaar tmttigöEOEn // ©ooglEoen/
©Etoaan / ïiaft toegaan / UEtgaan / ó ï©ee ! En öE J^agt // ©an 'g j©erEÜ$-b?agt / 3|aarö?EpflttEHlEEtiEn. IX.
^aar %iEtge nu / baar siEtge mi / Belaag! ^e ^CangE ban &En ^ung'iinu SUantiEfiaaHggEfelEeft/ . , , €n üan 0E11 öojft &E3tói)&En 't arme 2Su|0'u'ns; «piunjlEt! öatfi?EERt'H|Ert/ ^aacc£iEptEEn1Camomtj?ugtEn// €nmEt3ugt£n ^OEt .4Ê0EbEr JEgg'n mijn ICam! 'ft ^b& ÖEt niet mrjfi waac 3gn 3u nu btE ïEHHErnnEti aten // C Skm 5 _, Cinaten/ „
Snpjagrig^Ianfietjrittaïfcft . r
feeÉcfettt» acfttnatimattv/ ©aaclegttnenjniacti
löEruKiritou^traatra. -': X.
Ier ti3aïEm afê 'ft oen êonöefoosè %n? fiïapiiEn in 3ön öanüEn/ Jj&iljet^oofbomgaog: ^nfpöt/ alfuwtEnö/ ftiwrffen op octanten/
^n roEp'rt ïajlcenti' Qa: 0a1 ©aar 3iEn tan 't b^oljjft bageti // €n&E oê lagBn fan ^enl'gen fcfjtjn antbe&t//Ba ong ïam$üMM0 'Sn ift 31E u QEEn trooft in al u ^InüEn // ^ tfCeüinöen: ®an roEp in / ban frtj?eeutti fö 3©ce i "wee! magtig^EEc! .$t«n/ Bom nu ring/ ÈiffiMótai tEgtiiEEtbigCEuiafe^igt
gKjonbgptatfutB'lCaram'ten
^3«EEnöacti0E3t0t
is Uïti
|
|||
324 UYTSPANNINGEN:
ïïta ftuur$ gelaat in traanen lita Ocjamm'ren l
©etaijInbi©panb'feH
ilinumStinb'renfmaben// ©iefielaben
a|aar fpot 3tjn/en gaar fpeï//^rjn Qaar^naaren-fueR
daarom i|eer.' ftomt gaar niet bien nop oer f cjjanöefl
^Terfjanben*
©at '# all' in ïjet bjinften iioï/ «Ênöol/ niet meer ftaan// «JgfetmeerfieftaatT/ Haanteranöen. XII.
SEerujalein! SEerujalem! timmert S$ ban oen B|eer getoeeften / ©atboettibefmert; 25efrfj?en urn' fcöuïb met af ere traanen-fieeReti,
«©e JBagterg ban uiue Z\t{ HEn Jjeböen een uut Ijonberb // Mitt gebonberb / 3®abatutaglatigbi>rbiel// SCfêutagfanjBberbiel: ©etoijignlaa#/ niet min ban ^maartjenb ftragten// SSetragten/
©ie firagt / %nrge firagt / bie firagt // ©iefiragt/ bicberagt// €non6etragt/ ïïöaarbber>eii, XIII.
$enïige<§tab! fft3ieu/ moebbanfioon/
ma 'temib onlenbjaam fjaafien;
an mijn ©aber^ögoon /
( ^egt gn) mn sal geen Sttafter-pijlgenaaften
Utog ©aberg (3tfj?oon '£ op SCarb /'
©aar boo? %# 't al regerren // ütan en ficeren;
3Cegt u baar 3agt op neer // ©at u nie$ en beer»
€na$'tgeïoofinnoob/ genaben jtraalen//
ICaat balen
Sin't^ett/ en't gemoeb genoeg Cnboet; bejengiang// ^al {Croonen Bron* / ïlto'$#abergt galen. |
|||
III. Deel. 325
WEEMOEDIGE ZUGTEN
GELOVIGE GEBEDEN,
Vah de Bedroefde Gemeynte Jesü Chbisti tot baaren Heere,
Op voorval des zelven Jaars 1660. |
|||||||||||||||||
~3ugten ©anjïïonb/ tenl|eme{gaan/ enftaaftt
j3n>8 öugten ©antJ|art3o?gbuitrig/ Dat baae_ |
|||||||||||||||||
Si
|
|||||||||||||||||
f ttajjffelmoetitfj é?H_?eHÜt;—
|
3^Ü
|
E-—e—^
|
|||||||||||||||
« ïia^ti Viippi* / np Hpprf mppi
|
|||||||||||||||||
33an taeet/ öe Heere meet <0nsi lijden goebig.
3©rjfit / toaatom laftetb gn $obïoo3e S&enben 5
^n segt: €en bunjt'te i^alft Detgt urn elenbén/ ©an b'oogen / baat uta oogen ïjuly ban taagten! <©aar bag u oogen (Heer) ^teebji &>ngenopon£ ïlta^ee-gebagten. (neet ««Baat nu mocteenguta t5aiïtb?nmocbigfp?eeHen:
J&i met een $ett getnonb / u 't #er te u^eeften; |©aatoui? toaatom? toaatom/ Heer, 3a uta oogen »an Gratie op ong (ttaalb // J5etgaat ong gianfcü / tn ^onibetmogen? (baalt Sa.n'^nnb/ cnüett'mcnjagon^aan/ tneetbe
** /. "ie m 3ulnen maat uta Heul om? leetbe; £tn m uectaonb'ctng dep men / suïftc gauen ^ sa! ge Gratie boen / Het ^ett amecDtf 0 uoe n «nbo^gïaben» f 3 ' V- a®M
|
|||||||||||||||||
32<J U Y T S P A N N IN G E N.'
v.
jUSen bjagt ban<©ojt en Jfêeft be Jkgat / en b'<©ubetg ^aat taaattrjten ^CDatfiaatJfinb'ten op bedrijn».' Ütaenjeub'/ 3fcru3aiemrupmtuta<S5o?bynen (ber£ Wie moEten baat nog In // €n gp met bat geVain Moq l|Eetïp ftfjgnen. v'r.
gj?tré hjfecb Utn| Heerlijkheyds Huys QbetyCCEUjlï /
«è-n ö5n (ons leven) jjem bie 'tjag öegeetlijft / 3£etoijl be bupftetöeub be 0ollïsn beftte. <©ie£ ï^inffcu in geöieb // ^p meenb' / of meenbEn 't IJto^OEtEnlEHtE. (niet/ vil
339aac nu jfen top Ijeïaag! ne ÜMbe Zwynen
lltu WijnbergtojoEtEn/ en 33 ii ^tamboer fitopneft; %i§ 3p betbulb met b:af ban ' j? B^Ereïbgf genugten / ï|iet eeten,êp?upt Ên25Iab// CnJi&Jjt'Ienopgaag CnonjIboEnsugtEn. (3at; VIII.
Cengiftig-bladfpjoot/ Heer! UBt^egïfgeCcrfcen/ <©atbo0?EEntjjbonff©abEr^EcnfttgtoeErben/
.^TlSct raab en gulp ban anb're aCanaen ï^aber^: araaar nu if laaf / in fcjjjjn // mm Si ttfenp / 't jFentjrt töetulrtboojö'apberg: .' '■;".. IX.
<©itfelVergiffüiig^rïjflben obetfttecfien /
<®oet giftig ©ogt Dp .§tam en Reigen ïeeften / €\\ b'€bcïft Ijaat ten betten gronb uptrulmch; €nïaatenö?agcti/ ocfj!// ®aat ban tóy aagten nas ©ee! 8?ugt# te pluftficn. <&n#©0getupt om ïjoogna '^ I|emel#-regen/
<Én upt bie J|emeRraum na ©?ug't en ^egen. .ütaaat laa$! ben baubj ban uta «Seeft niet en baalbe t ^teitfjaten bo?c'en b?oog ©njS^p;uptje£/baat uto .SJietnafïsesnaaïfce. ' * to' (o»0 *• *-■•■ ••►'«•- xi. $&
|
|||
III. Deel. 327
XI.
©ft Heer! JjEöt ga ong ban 50 gaar betgeetèn i
m\b ga uta gunft naar on$ uerbtenjten tneetèn ? gal baar uta 3ugt/baar on3e3ugten/enben -. 3fê 't tetnel-rgH-metaa!// «£mbat otujï|erte«-ftaaï ^ignietentaenben? XII,
<®it Vyanden bie U En Ol1g 5EEr fiaatEtl /
^ijnmftunfpatteöertÉïuptgElaaten:
, Cn^eggenna! 30 moet Bet haar geuittflen/ . êiEnéüntEnbéoo?boi^J|Ert ^ict op en ïjfcïb met ^QÖarbtEb?ünHen. "• (ïmere ^iEns Godt haarBuyk, toiemjtöobt ber ®abEii gunft
9©ien ÉuffawtauerH gEtaaons fiunft uj («j ®ie 3taEt?En fin jjun ïtëijn en EEfifiernnen /
Üunbtaaagöeybinett. vtw (€st/
©föeer! ueftee£bbte<#obbeloo3e rotten,
©f jraafttm ftun berber f ftun bitter (potten; &ie i©ö53 ajnben 't toafilïer #og untfleeften / , «En boen/ berölinb/öaarftna'en ^itfSertKrpiBtt* Uta 2ion tojeefien. C Un; a«U XV.
^nbieon!SinbenttOobaïp0?ienbenpïa0ten f
tëeftutteri/ en met troop: ongutaeIte3agten/ «Staan nu ban beer' en fMïen 't op een 3tougen / «^ao^ ïagen-taal berlepb: <©f boo? b?eegajjttnljeu,« ©n^ö.uIpont3rJ0en. xyL <§taat an f Heer!) op en toonb u in mi beeren /
fen©5«ibain {uie#?i<mbenboo? t'ontöecren. • ^fflaat on# &nanb / bat ^u nfet toeer op-ftaat. ff toontj uta FiefinWcn// *®mt ban 01$ heette ^•t^iintopliat. xvii Q?m' laat ötton# Heer! uta magtig Woord beefiïuben; •
«Stiboo? uta Geeft aan 01136« ^ecftBeftteben & 'f4 : %*
|
|||
328 UYTSPANNINGEN.
25rijoeb bedammen/ biEnogSeugbfgSStoeuen «SelobEnb on? gaat ©?ugt; <©atgeenfenan'ge lugt «PiEUHUnroEnEn? XVIII.
?©e!|anbolE'tbDEntoiï/HeerfiefiEÈrb. ©f/3cnbon?
ïllta gunft ban on öcCherabim, En taenb ong SCan u / boa? 't30Et ban feïjigtige ®eüeben: öam $eejl bet #eerlpöeyb// JJPoanb Du an#/ en ue' <©n3' l^cct en 3EbEn. (lept» t xix.
l©at 3011b' 't 3fjn ban utoen grooten Baame / %o du# be ©uanb bonjt gaat; en öe uiaaine / ©an n op uta'e biere fiiinb'ren balen 5 €n ga bEn getjtanb t'3aara ©an lang gefeïjonbeti ^iettaEesftomtjjalen? (4Saam/ X X*
gou ban bat 3Cfgt/ biefttagt/ bienaanbaïbatïen/
€n b,?ugt'taa$ st)n ? baac gp bE bupft're ö9aUen ©an ^atgang figfi 3a öeitig meeb bermhibecb ■ ©ent / en ben 3eeïi'ren bal// ©an ^ion£3toauften l#a» ï>ug ïang betftinbetb. 3®p bagten: bat toa£ ecrfl Qct regte begten /
(©in 9!fr'efê Suft/ en Öegt en op te regt en / 3Su fiomt be ïangberöjnftte l&aarljepb uoben / ©Eï©aar&EUbbiEbEcagt// JJMIeefDE/ maatlat 4Haoefl3tenbEj:f£&obEn. (^fttm XXII. ,
Mu 3al een .Jtam (bagt on£) bEEl £p?upt3Efê teelen/
€11 boojt gEpiant in beef e ULanben beclen; go maar 3(jn Voet geb.io;teIb üïtjft in b'Cerbe: ©ug bagten tap/ arfj! acD! ^atbaton3'<#o0e3a»> ^atcn'tselb'tBEetbe. XXIII.
lïanu/ (©Heer! ban 30 beei hielen 't Magen
5Bn3«gtna't^eriï/ nng baï niet boen bettraöen* <©f ig gei ennbban «ta Gena genaberb 5 , <©fi#Öettai#gEta«// ©an&'Jlptuerfiooten'nf
^ereeb^bergabetb* XXIV. m |
|||
III. De e l: 329
yyjV,
toe3uu"etttop/ ofiatm! betlaatenfilfnben/
en ^trengel-meg na ' ji üjemeuj uleftBen binben i itëie 3al 3tg niet aan 2&etg en Meubel jtooten ? ^agnongt'eene-maal// J&anutogenaben-jttaaï ^ugtailbont&tooten. xxv.
S&agtanimoet bit/ ensaïbitbtuj/ H|eet/ taejenJ
3Sag moeten top/ nog3UIIenton nfetb2ce3en. Roeloof ber J©oo2ben bte u unt ben 4ft£anb gaan ^oenonginbafrenunjn// CnonuettojifiFtelijB •©öugegtonbftaan. xx vi.
^eEf gn ong U in pïaatg ban taat ton betben:
ïeeft Gy in on#/ en Iaat b&i aüeg fterben: ^taat b?n Ijet Ligt van Woord en Leeraar uyt gaan t
Wy houden aan u vait // €n 3uïïen aüen ïajt:
Cnftojmöuguptjtaan. XXVII.
ï©p öouben aan u bajt / en in be fcÖJinBen
«an bat Ijet $ert boen jtout jlaan / en berfitoififien t *©p öouben aan u bajt; bat ong ban benbji ftan ©erabemiug in pijn // €n in öet bnpjter sijn ^entoiffen3£epbg-man. X X V I i I.
|©9 öouben aan u bajt in moeulijfi fteben;
©9 Öouben aan u baft in tegemjeben;
fj&9 öouben aan u bajt in er gerniffen;
ffu öouben aan ubajt// iPp öouben aan u baft
^u^upftenuffen.
Tp Öouben aan u bajt / bat 3aï ong ruft 3(to;
r|9üoubenaanubaft; bat3alon£ïujt3ijn; ï£9 öouben aan u baft / bit ban Detftigt 3!Jn; *f 9 Öouben aau u bajt // ïtëy öouben aau u bajt / ®93uUon^t3t3ün. vvv f 5 xxx. <6e*
|
||||
UYTSPANNINGENJ
|
||||||||||||||||||||||||||||
330
|
||||||||||||||||||||||||||||
XXX.
|
||||||||||||||||||||||||||||
03etenRt © Heer! ilta'g Zoons geregtigheden,
cEn toat ^y geeft gedaan / en toat geleben; a&eöentttHeer! 3tjner onderbanigijcaen: ©eg 2&(oeag bat ijaïf gejtolb // 3n 't3taeet ter ^ar&flj €n ong roept b^ecbeu. C tP'B XXXI.
€a! 3tet stjn staaïtFien SC'em om fiuïyE öijgen /
maat ban uta ïürgterFiana geen jjulp betferijgen;
©mbatuta ïSegterljanbufinftandfpaarbe/
c£n / abj 3p $|em bertfnot // .©oo? onp ter Snip in noü»
^eerfiragtbergaarbe.
KR U Y S-S. CHOOLe"
Van Jesü Christi GEMEYNTE, . Op de voorvallen des zelven Jaars. |
||||||||||||||||||||||||||||
(Benuttigt
|
I=ifeÉÉÉÉ^^ei£3ri
|
|||||||||||||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||||||||||||||
Kruys-nagt fcljoanbcc ban be ©agen!
|
||||||||||||||||||||||||||||
lj=Hjl^i=i|Ë^I={=l=iil:
|
||||||||||||||||||||||||||||
$oe fian be ïPerela 't ligt bérb^agen ©at fn uta
|
||||||||||||||||||||||||||||
l
|
w
|
iii|iiiiiigiiiiiilllgiï||
|
||||||||||||||||||||||||||
©unfterniffefrijpu! ©e KruyfelingenBunnen
|
||||||||||||||||||||||||||||
liig=ill|lllË-i|i|^iï|i=ijg
|
||||||||||||||||||||||||||||
* 3eïbeu (^en gronbe ban bat Heyi niet belben/
|
||||||||||||||||||||||||||||
lllüiSüSïliSil
|
||||||||||||||||||||||||||||
©aar al uta bjaeffjenb jn berbtaijnb.
'......"■ ■■■"- ii. '- ''
©e Kruyfelingen ftonben beerïljT! /
€n 3agen <k Ijet $irun£berbcernj& / jiaalftanb'rcn aan; en Ijteben 't ©og' Cn Kiert / en $anb te jaam ito fioben: .ü&aar riepen Csoljet fcijeen ) ten örjben t $ot 3'ig. ö£ii iemeï tot ijaar boog. |
||||||||||||||||||||||||||||
III. mn
|
||||||||||||||||||||||||||||
UI, Deel.
_ ui. ^en^etnel ging sgnfiuïp üefteïlen /
<©ti3fgtüaar' Ijnlp / en ftraftj? bc ^cljelïen &an beogen bielen/ en'ttuasrcigt. 3&oe 3agen ton be sttztz i^?ugten 5©an al ong nermen / al ong 3ugten / %ü 't Kruyfe 3cïf ong toe-gerigt. , iv. tfönUaarbf g tyzttz foietb geboge:
w laage Stelen blogcn ïjamjt: <&e Siceup'Ien liepen ai$ een $inb: ^e staaHften bjoegen 3t»aare lafïe: %t Kooren bleef ten ^oïfcö-bloec bafïe / 3l!l 't Kaf berftoof uoo?3ufn een »Ê>inb. <$! Hcyl'geWind! toatBaaebgpBeplenl
% u ong ttage 25oot fian f eplen / <% maaiit ban 0113e ©onfi een <£ïoeb: % repnigt on3e fCugt ban bampen: €n nn3e 3telie ^ieï ban rampen *. ©etaijl gn'tïiaf berftupben boet, rts VI.
®n boet ong .êpeterpen bloepen t
"En nn£ met fëleug'len opbjaatbg fpoepen: 'm maant ontf ©?ugt ben ^emeï3oet: %i maalb Ijet ^teenig-gert aan b?mïf en; fn boet be fteutoe 2iel betntainnen; s3etugï gp't Bfaf berftupben boet, Vxi
|£e booten fn owj oogen fcljeenere ^CttaerpelgRe ilegte Steenen
S>? onüefttaaam ten & erften-Bouta / 'T»in °En ^trijb in éto?tn en Naaten £5"w «nbKfcfeaaflben afê fpïaaren / ^n Itonben op bm ^oefi-ftee» trom», SS.n?^nooStEntop8etujaaren
gntn^Hfieï.jfteKerk-pylaaren,
ö« faajï! 30 gaaft be ftïjubbtaö RioanV
^ttaKg toanbenb'ongesonbr gtonbcn
|
||||
2?i UYTSPANNINGEN,
gn£ajtet-ft8?ift/ oflEaftet-monben/ ®P b'onmeetöaate ©uyb' / öat 3Eatn. IX.
©! Heyl'geSmelt-kroes! mat al geniën
SSaatbgn'. We30 getï|ettöunbpenlen/ «En tDtjft ong taat baat öinnen tg. <&i leerb om) 'g 45eejteg Cetftelingen / ©en bonfi'ten ©ag oec ftfenne bingen / Biet fraaöen afê een ©unftetnig. X.
€n leetb on# 3ien öoe .«fèenfdjen liegen
©ie 3uïlen cmg niet meet fiebjiegen / ^oefcgoon en fcgijn gaat fioogöenb bent. ©ie Wolven ftenb men aan Baat @Tanben / 3C$ 't Vuur gaat ,gcgaapen-bagt betfijanben &omt; enong3oten2&aftenftteHt. XI.
31a 't ©uut aan 't fiianben / niet te b?eeben /
©en ftfjoonen fcljijn ban lEammet-nleeben fCe teeten/ grijpt gaat 3elben aan/ €n3engtgaatbagt/ en tenftt gaat ïupjtet/ %\ 3engt 3$n fitagt / en b?f ngt3ijn ftuyftcc / ©00? t ©el/ om 't ©leefco met pijn te öja'en* XII.
■Htëijn ICunt! gfct bienen gaoger ^naaren,
©aat 3ie ift 't ©net boo?'t ©el biep baaten / «En tooften 't ©leefcg / en tcoiten 't 23een: 3j« u:eeg men taant boo? pijn aan 't ta3en. ^0 maat ben <éto:m niet boojb gaat ula3en ©en ©lam boo? b'lngetaanben heen. xi u.
Raad-rijke Godc! toat3ijnurob)etnen
jfèet aanbagt toeetbig aan te metfien! jfêen gab bien tooft geö?agt ten ©lam. 33Sen tóoub / men 30ub uta bieten Stelen jJSet©up3enb/ ineen<l&toebbetntelett ©ie Reigen belgen met be <£>tam. XI v.
#fêaat 't ©tuit tuag ban urn rngen ganbrn /
(Alftuurend Godc) setaaftt aan 't &2anben / |
||||
III. D E e L.' 333
^sjtooeft't uwen tnüïe boen;
^egban/ ennaumï©ö$}enDrjïaafi£n/ €n geen ban urn <#e3alfben raafien / föen taaat om gaat ban filuaab te &ae'n. _ XV.
<®m ©lam om ^iel en 30jf te teeren
€n nonb nog ^ieï nog ïügïjaam beeren; 3Haar ö?agr Ijet ^epl in groote maat: €en toet3e ber «©pregrigtjeöen/ ©er tijanben 't fc&unm ban 6003e ^eben / ©00? ï|elfdï-bergiff / boo? ^iel-becraab. ^fian^ ruBten 't ©net op 't felfï aan 't tooeben
(J&etoijl bat fcljunm be ©lamme boeben) «gnoogmerft/ ensrjnpaalberup; J|n bat Ijet naaft / en balt aan 't fc&ooBen / <©te 3clfben «Moeö üoo? ana'rerrftoofien / €n taaab zijn Stookers op een rn. xvn.
^aat teerb pet Scepters, Kroonen, Ampten» Spaar b'nbeïljr B.Ö 30 lang om fiampten / %n eenen ®ag. €n al? een Mat ©erteetb Ijet p?agt ban Jpur p're Jiïeeben / ®e bangjien ban ^taat3ugtigQcben/ ^n maaftt gaar banger tot een (pot, ^nbunfit/ fR 31e be Drie Ijer-Ieben/
*©te fijanbenb' ongeftfjonben fileben /
SEn Viere toierben in Ijet ©per. Dan. 3 »
U&pbunBt/ iR3iebatïïotöerjrerben/ »3. &c,j
^te3igberbo?ben/ in't berberben/
*» ^ ©perig tooeben op bfe Vier.
Jen ©Obt ban Abednego, Mcfah
ïlii a^as» bic nng rampen meejag tttep Mrjn Magt eynd in Babel niet.
©ïam! bie't©perfiefitmetutai©nnben/
^atufierfHnbentooub/ berfïnnben/
»«fWnfe ben ©loeft ban on$ berfcfet, S T A N D.
|
||||
334- UYTSPANNi-NGEN.
STANDVASTIGE ÖNSTANDVASTLGHEY0
der Onder-hemelfclie dingen. Op de voorgenoemde gdegentbeyd.
Pred. i: #8. 3, 4, f, (5,7. &c.
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ypliliiSllÊiïH
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-fc—J
|
<0 öaalb men jjïotpbanfiolienneec! €en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
:e#e
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|EESEjEEE^EJE^EEfeÈE|E^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fcöaone^ugtljanröpfiendteec <fêug3ö0t
|
^*£
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
—r-9-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iEiiiiiiE^iiiiiiiê
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3aritenbalbeen55oombie30- - - langgroen&e:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i©el©up3enö <0?a£jegmet eenfïag; J©el JPup* ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:ÊS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3enö Reigen oy een $>ag; In 't ftojt Qcïaag!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pijgÊËÊ¥Êps=Ë$pfeiiijiÈiii:{iifgg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelaat! een 2&tocmt»e geer-------ïfjü öïocpbe; ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Èfg^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^uiS! fu$! ©at^Set&cfttmren/ 'tfiefhiutt"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
msmË
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m*m.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0 J|et fieftuureii/ Betnejluttten/ getfiefhiucen/
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ILP
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^at tre 2&aa3en fie3UurÉn,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JU. D e % h» 335
II.
&Ie ïjooge Wt\u in 't ronbe Wiel /
SBEejömnu^cogljEnb/ ïjaogEEiEl;
^ietöaa«:3nbaalü/ 3PbaaIb/ subaal&biEbaab'Ip
. ïjoogtoag;
fat ^un£ en al 3Ün ^eéeïPöehÖ
%Ef t EEhe ©onft fn b'aifclj gcleyö /
^n siet baat baalb bat ftra&g un JtëonbEt in nn£ 003
SNgaat/ buggaatöEtfieftuurEn/ 'tjEftuunm/
SEtOEjtuuEEn/ tjEtöEftiutrEn/ IjetueftiiiirEn/ ^at bE 25003EH BEttuuten. III.
Se ^EE bfe na 3Qn tuiffEtt trant /
il ©loepEnb 3taelü en fïrjgt op ^tconb;
^l CöbEiiö öalen/ öalEti gaat en gtanb'toaarbg flfn*
®at^cBiubataube<0oIbmuaar&/
©aati met een <©olff taaftt ^Emeï-taaarb; ^&aac inEt blEn ®olff toeec balen maEt Enieïï-taaarbg 3infiEn. wggaat/ buggaatöEtfiefruuren/ 'tuEjluutEit |
|||||||
s*t&éfruuren/ BetbEftuurEn/ ïjEt&efhuiCEn/
^atöE©3amnEnbErbuuEEn. ^M^^ IV.
Jk-fcon bfE 4 Hao?g?n| b?aïp suft /
£Dttat^n't25u0bEn4HSib-punHtüiöft/c> ^ m t^ettbaim/ baïEit/ bahm gaat in't b?0Ebig Bijleg,
?e Ijeetlijfi fiianb / En blaaftt tie Mam / 'Efiïom3oïangfiniJOEb3Elnani; *®aa* 3taömEnb balEnmoEtinfinonenöSCfcpocrt ïBt^ leften-
t.A8lat/ bu^gaatfiEtbEftuutEn/ 'tfiEftuuteit
"TOuten/ BEtöEjruuten/ ïjEtBEjtmtceii/ '«tbE^oosEnbEsuucen. „ _>, ■y. wt
|
|||||||
33« UYTSPANNÏNGEN.'
'V.
©e !©inb berjtunft X}tt b?f ftig ^anb €n maant een 25erg; nog otiet jjanb ©atjjtof betfJScrg toeec balé boet en maafit ten batë« Wit ^taö bic ftcaf$ / fanl toeeifcen 3at; %l$ (€|itug goog ten toone 3at; jaaoejï nhngg balen en gaat nuerbaab fietaïen. Vulgaat/ bug gaat öetnejluaren/ 'tbeftuuren/ j|etüeftuuren/ fretöeftuucen/ ïjetueftuuren/ ©at be 2$oo3en nettuucen. VI.
I|ae tnoenïp fttjgt een jfl&enfcQ ten tap
©anftaat! en laag! eentao?nen-b?op ©aet balen iCIjjaon en fócaon/ en tong/en (01an$ e11 ^eetljjft.
Regnabü flapt ten Ijaogen &g?aan; HEn Regno 3it f n 't pjagtig frïjaon; Regnavi baaïb ; Sum fine regno jfet Üaft beeriijff .
©uégaat/ binjgaatljetbefiuuEen/ 'töeftuuten
tetueftuuren/ ïjetöejtuucen/ 0etfieftuuten/
>at be Zoomen bcrbuuren. VII. 3Ht3agC3ongDavid^BoaggetneIb Pfal. 37: 38* têtg ü?eube alg een %aam op 't ©elb / 'ft 2ag/tneet en $n en aï stjn ftragt aï# föaff uerftobefl' 'ft ^ag 25aoelg ïüonf ng gtaat uan Magt <0abtg#olft uerbjuftfien f 113fjn $?agt; Dan. +• ia&aat baabïjjft baten gaan/en öu 6et ©ee \jttft§aWii>
«Enbagt; bug gaat QetueUeuen/ 'toettenen/ ^etfieUcuen/ {jet oenenen/ Bct&elfcüen, ©at be Zoomen 30 lieüen. |
|||||
III. Deel: 337
GESCHREVEN
Vm 't Bsek van eene in de zelf-verlochening zig
•effenende, tot baar en and"rer verder
opwekking.
Kan gezongen worde op de W r s;
Gelukkig die de Zoon, ÖV. I. T>3t i$ 't ü&oeft ban Margriet
Zr OEcnfchoonezuyv'reNiet. %baftöaatWilberfpttrj Jn toat ücn ^emel toilü.
®iC3ioöaartuftont3epti/ ^tn d' Algenoegzaamheyd.
J|nrju^^in0<tlcben/
3BnLuften, enmWil, DanacenNiet0e6Iclien«!
II.
^ott^ Wijsheyd t'ofacröanü
sabobetijaarVerftand.
J5* «Scöepperg Boog QtUtb/
Sfaaftt al ftaac Hoogt te niet.
Jö'SJIernelgoiretbloeti
aSgaat Schat arremnEb.
gN#3Pinöu:Ieben/
<3(n Wijsheyd, Hoogten Schatren tttfttl Niet sefiïetrew,
S$3Buen$eere3iet ,
£$ al öaat Schoonheyd met.
S"»Bt3p zijn Eer enllOf/ »cMn*3fgenM£tof.
&jMem*të©eusöen3fln §«gtë3PmWtleben/
^wichooaheydjEerjenDeugd.een enfteïNietjeöïeben.
£ IV. €tn |
||||
$3* ÜYTSPANNlNGElt
IV. • -
«Een&tofjenignosfet/
!ÖP't ^eEtlpft bat men 3iet. 4fl&aat UB 't LIGT is Margriet, CntamalctiMNier, 't %$ toaat 5'ifi Deugden rijk, €n baar ban? ®ab rjeïtjft; £n30ube bat niet Jet 3tin? Qjjfr
SI 39 ban nnfltang Niet 3a moetj' Ml! SchooneNièf
Louw-maand 1674. |
|||||
O P MERK 1 N G
Over 't Zalig af-ftervenvan den Eerw: Godzalige^
D.LAMBERTUSSANDERUSi
Leeraar in J C. Gweyntetot Utrechtt
In den Heere ontwapenden 24Febr. 1672.
Kan gezongen worde op de Wys j
&KrHyi-nagtf(kaQtiderd<m ie Dagen, I.
ö! OBBc3onnenLand! oefenbet
*-* jfêaarbau?utob?iften/ notnt/ Êtiöjeöbef
flto palmen nu ten ï|emel; taant Nagt-duyftre Dagen u flenaafitn f&oo?fmaaften ban beg l|em*fê-tó?aafien f
Wz fiaebebansön JBagt'fle^anb, ontelbaar 3ijnbana bfe 'SSaobtn /
^(eu ben Reinet/ omte^aoben SCltafltinunnrjEygens leeft/ ■ €nb'II/ booj't^eplig^elf-beQaafiai/
^e§i Hemels Eygendom te maafien/ ■Pantöfctat tp sejonben geeft* |
|||||
ui. deéc:
Hl
l&aarïaa^! uwïuft/ uwüWï) uwSetieti/
«lUJtngcfiEEltie ^aitgtJEbEn/ Uwï©EEltr/ uwj&agt/ uwAlfiïcef(taant ^a ïist bEn ^Etnel al öfc SEigtEn ^|ognautatEn«Cappunt0pgEÏt0t/ en ©ntpig biHtajjtë anbec gaan* IV.
Sanderus! t^aagtnttJiifigeEnitèöfjjbEn/ w (0nrEn HEt'lEn / hielen moojbEii (<Doo? opgspjonfttE 2&taEtnp jBp ) 3oet t ^9aat nasen WEÏfiEÜagtE ÖEOEn / "keu boED3eï / bat bEn<fceEft C geöeben ^m gulp ) ben Zitlt bpen bast. v.
Sanderus! bjaagt rttptf a gsén tfftfg €nfc8erp Vernuft/ öatmEEt in ttofftfg 3&an nuttig 3Eeetm/ siöfiejtceti: Sföaar na EEn SSlEÏ bicn 's Hemels Wijsheyd (®ieftmbErtJeg3eïfn#/ enJtëjtéiEHb) %ar 3aiifl' ^EnmnfgtoEBten oeeö» ' VL
tandems! biEniEtd'onzigtbaarert •|n 't oog / fiet 3igtüaar tneoEEbaatÉn ®p SCaröEn flil üeragten ftnnö: ®ie boa? 't (fcElaof tE lEUEn Xtzxtit f ^n 's Hemels-vrees niEt b?EE3en EEtbe/ ^? 't ftrjoaab naoa ®oeb ie toagten ftonfc VIL
Sanderus! biEniEtUgtrijneygen %t <©0Eb tE loüEn / 't ïJtaaab te öjengeri
©etooon taag / maat uyt 's Hemels-laft i ©fe'talleJtoEtjten in Öefmiffe/ Han't<ir^?iftEnnngeftrEuftt0ÈtBiffÉ/ «3at niet ban op bc ^obtfp?aa8 pait. u a yin
|
||||
3+o UYTSPAXNINGENJ
VIII.
Sanderus! bfeafê '£$emelé-&abe/ ^et koftelijke van het fnoode
Uyttrekken0tog: en3agtelaf
Wz bo^re IUo?fr niet boo? fjet pit aan/ jSog benbe gïefug bierbaar JLiö / aan Wm tyüfitelw&n Eetter-b?af. IX.
Sanderus! bie met beogen open / S2ag 't arme &qUï ten onpab loopen; 05obr# b?ee$ en waar Jjcnb aan tic blijft: <&e ï©er'ïü / en 't fjenlloctf ©leefcQ 3*5 in öt dPetagtie pïaat#/ een plaatje binb*/ Des Sathans-throon in Jofus Rijk. X.
Sanderus.' MtftteH©gseWaa^bt ïlut flegte jfêonbe Kundig &ao?be / Cn nam boa: Seer of taaarfdjubjaan, ©Ie neberig ben ï^emrï eerbe / 3|n OngeleErbe Godts-geleerde.
(^oejelben taerb'tnugebaanO
XI.
Sanderus! Webeïfêoo?denfcgaSacn
€n 9opr a$ 't gemeen boen b?aben/ SCfêtmiobtaag/ ftonö; enb'opfietfpel ©an giong ^arpen (bie nu Jjangtn) %'t pit Uan iieffelijke Zangen Mo nb paaren / boo? Codes Ifraé'I. XII.
Sanderus! 3egiFi; (enfiftjftftreben Sn b'oberbenfiing ban jijn leben ®en Cfi?i|ten Jfêerlb 30 frigteïp I <©m niet aan 't bitter §®oo?b te bomen i©at bog baar urn raoet) laag! ben ponten Sa,aderu», 3egift/ tftaïï&Hl V¥rT |
||||
III. D E E t'. 34.I
XIII.
f aar naat gn / big aijji 't acist na-bn fttoam /
ptf unt ben tanel gein aan b'ccn 39 natn /
5kgbaarta3elb3aanujeben; 3ag
Sf *n «gleur-blenft bert' üan 't nogtuf t tniffen /
3§n Zion toat al^unjtetnlffen i
*n bat Bet on 3ön bjoeffem lag.
I&mtnu/ bfe^emmeronbcrftanb/ en
ïptneBBigïjebÉn geut boen bjanben / ^3iet3gn <Congefp?aaBeloo$/ W u tot '0 ^etneïg ©ij^&enn fteeren L®at öp u lettenb niet ftonb leeten) ^otn leer nu ban ftera lebenïoog. xv.
^benfit Sanderus naat na bolien / *£in o'Ceutof nfieuö In 't €ng'Ien-ïnben «oefcfteno te b?engen /ban 3tjn bienft; ^titaat gem baar i§ taeberbaaren! Snuften ifêenfcïj bal aan 't bebaaren l etl laacften Dag kotntonverzienft.
aft XVI-
z*1 5iet gn 25Itnben niet be Roeden
•*£*£'t IJJeyKg ïïcgt meeb b?engt te tooeben
^PJanh/ ïferfi/ $aarb/ ïtinb/ l&of/ en#ugg> •
S? San Qet nog uta tyttt niet fijeeften /
5" 900?b gp d'Eeuw'ge Wijsheyd jjj|eeBen
^0 haal ik eerft de mijaen t'Huys ?
S3 XVII. «a
& .£»> Ij gekomen als de Troepen van den Koning van Frankrijk in
£ ""> desxJlven Jaars 't Land in trokken, het Landfehap en Stad jf" Wrecht in namen, de Hoofd-kerk alles uyt wierpen, en tot den Lx"!]3"* Cocl3dienJ} eygendm j gruwzame Fenvoefiingen van etern' Hu^ en Hoven; mitsgaders fmertelijke onderdrukkmge Huysgexinden aanrigteden , ontrent 17 Maanden lang : Ende herJ/"S ?m Vrankrijk zelve met nijn Heyr tot Zeyft gekam- ***» . ■^*» de Stad aü Overwinnaar in getrokken» en dar ge' |
||||
34* UYTSPANNINGEN.
XVIL
^oVjaaUftt'mntoaatbpiebesotten $u aiatbesoutcïoojé fiefyotten / <©m bat m'er nog taat 5Putg inbtnb: {tot bat men f maaneïoo3e yoeïen / giet tyugtïoog boo? elftanb'ren tooelen / Wao} Jjöoge-toerelb-rU»j3e toinb. XVIII.
SJÏj Oordeel! b^oebfgfioben maaien! ( %\$ 't Zout werd Geefteloos geïaaten /
€n toeet Ijet 3elf ïaatbunufg niet)
Wat toigiuU groenen in be booten/ <0aar 't Hcy lig Regt 3tjn Waarheyd hoorm J €tn ttotseïp veragten 3ief XIX;
<$%! wanneer 3aï bfe tijb gefioorei?
&$n / afê be Waarheyd 3elf 3fg gooren ^alboen in jletmneloog gerugt 5 Cn b'Onzigtbaare $f g bértoonèn
3Ön't<©ngefcöaBenKCi0t/ entooonctï
%n Herten baar be fegabnto toïugt 5 XX.
S©n toiilen ïgbsaam baar op toagten:
t©antafêbe Wefcentlijke Magt, en
Wt toaarc Wijze Wil bat maafit / 33an 3infit ong &teï in b'CcittoigQeben Sataeg/ bat rebeïoa^e Reden, Cn Wille, taiing3igbersaaltt. XXL «Pan ïïenbmen Eygen goeb nogboojbeeï:
€n totfiten 't SCï na '#$eraef? oo?beel:
jfèagtatïbmen/ banbatPiegebieb:
H?an Heft men niet ban d'Eeuw^ge Goedheyd.
QEnWnbmenflïIefairib6?e Stottfjcnb
S|n't€eutafgHaUelu-jah-liedo ' .
v. I
|
||||
III. Dui: 34$
EENIGEINVALLEN,
Voorgekomen op een Reyze van Sluys in Vlaan*
deren na Holland en wederom in 't Jaar 16 f u Kan gezongen worde (met 8 Regelen voor
een Vers te nemen) op de Wys: Wie fleet beugelijker Dage*, &e;
'tVergroot-glas.
H©el mijnVerre-zigtbergeeten!
ï©atifi50Cft/ 't ignogtang toast, 'ft Mttnbt haat meeb' af te meeren / SBfê top Hepen trno^ liet jfcfiaat / toe be £tab on£ soub' nnt3Öösn: " '
lat'gnuunt. 9Cft! toaar $ een <8ïa# / W aat ii 30 een SSjil te ftnjgen mt nip toijje fioe 't eettpöó tnag! Sluys, gp3ultnuöaaftnetflautocn/
$atüVt<$iag/ tftöjagtutaeer. i©attoilbgpu3a öenaubien i öjaaön^ieï/ ,tnetmtai3ürrftee?rPf.77° t£ Sluys verflauwt,
c Luys ïjae bat ift betbet ^epfe /
^ $oe DPKlennbet üp m ptaetb/ <©aat üeginb mp 't <©og te fenfe / aj&aat gp gaat niet upt mijn $etr, 't %tütt tóe! bat be Zaligheden,
^oo? een nïaaglp tuffcöen-ftaaq
©an be| ï©er elb^ €pbelöeöen/ ^rtjijnen berber af te gaan; €n bat b'epnbeloaje bjragtien/ ^cöier betbtotjnen ngt Ö^t <©ag ? Jlpgtani &«* nng eeng berljetigaers Ww; tnQcwböet^ertoraöoog» ® 4 Pf
|
||||
344 UYTSPANNINGEN.
Op de Paardc-markt op een Droogte. W€I! toatfiotftbaar? 't^cöfprenerjren?
JSeen; oneen! fjetfêgeennoob/ 't j&tunt maar / en tan sün oy 't berr'ite / %d tie ©loefj 0een üulu en uoob: 't €&Denb ifêater fdji et baft geenen / i©eec en ïfêf nb i$ Halm en ftfï/ ^ierenuaatnogjugt/ nogfteenen/ 95IÖU7 btetatf/ ennfetento». SliïjS be ïiebe Ifêater-jrrnomcn
$an bc# peeren <&eeft ontgaan/ Jgtef/ gn mma niet berber Bomen/ googt b,m / maar 't f £ al gebaan. Klaagtb?n/ fleenbb?n/ open&aareii 3fttmbgntae[/ taatuberb?fet/ Maat CgcftjH bon? bejen ) baaren Stonber itëater fiirnb gn niet. $aat een^raanen-bfoebbertoefiïfen/
S&Iaafi uta jugten naar om-ljoog. Water moet het Water trekken, jWind de Wind, Of gp Öhjft b^oog. De oorzaak van 't vaft-zitten,
Ctffippttl toatujtttre3eggen/ .
° gneentaeï-6ebaaren<!&afr/ %a een Man om önog te leggen ? ^raan uta (Eeeften^ nu niet baft * ©f top ©ijnsenb (Ceeff en£ jagen gigfietl©e'er30friHe/ (2S?ocr!) 3©at be ^euïen niet en b?agen / "t^cöip en luyflerb na geen iüoer. a&atbejfitojmen/ fterfte©lagen/ afeaauen bat geen ïïoer en gelb; gn te fialme ftille ©agen i^ceft 0et $eer ottö geen getoelb, - |
||||
III. Deel: 34?
%\$ om? %\t\ mEt ftEtfie fp?ongen
©an fjet tèlEEfcïj taetb aangstaft / U0erb üe reebe ligt betöjongen / <©berrompElb of bertafcöt: %$ öe ^tel een^ Balin En ftflïc / 't SSeurt ooft ban biEl öat 3P balt. 2tel! Iaat geen gelnrtötitaifêiite SBupgen; nog3O?gloo0enmalt. Dewijl wy om hoog zaten.
't "TêfiieraleentöbgEïegen/
A CnnBggoubiftSluystn'taog/
&\\m een 25al3Etn / Mw&$ tta Ztg.m / üEegEn bit bcrö^etig ï^oog. 't g$ nog 3oet in 't oog te Ijouben 3£at on# #erte gaarne vet / jennen tan niet öat top tacmben / kanoet ttooft en 3jjn top niet. Ziefie hielen / moEt gn berben
SCI lm traaft ban bie gp minb i ^nnftt u 't ^ert en al te ftetben l©ant gp 3|Efum niEt En binü ? MSoet gn baarom ftille bly ven i ^ouö(iHbiöu)goebenmoet/ SClttjö 3aï nog taat öeMpben Wat uto %iel betbtaififien boet ©netuto ^cuiP30 bjeeniöe fteereu/
Wit gp 't jElbE niet en 3iet ? ®?aagtmaar; ®ieuta%ieleleeten ^95en'tu/al3fEn3P'tniet. Op 't los werden.
IW W! maat toat bit b?apen
»r. ««^toEE of bjie-maal ronb en om i B Zfe t i oeStroom ïjet©oo?-fcfiip 3toapEtt mzti l EEr't55gteE-fcöipn003toom: 1 5 (£ocn
|
||||
U$ UYTSPANNINGEN,
tfCocn ïjet Io£ tm'erb moefr get menbeu/
ifêat men bee 't moeft ober ftiair / 'ft J>r.ietmet2&orjmenniatinftcnbe/ 't #!Efp niet meiontrent een ïlur: g&iarnanam'tsnn&oerg/ 'tgingQeenen flTcgen itëinb en tegen Jitroom; "t#!ng/ maar'tgingmetftreupeïebeenen 't<#mg/ maar 't ging unttermaaten loom» gal'ge hielen/ aipïjetbloeuen
©an<0ootp<ï&ecftul$atcr geeft; (iSaat u ftraftié tot tuer ften fpoepeu / (itoonb batCD?fftu?in n ïeeft. ^tjtgn nog niet fteeïaan 't öjnben ? Staat niet ruften 't roeru?ebeeI/ 5Bog 't begonnen merB baar blnben / ^on? gn roerb uln ^fel gefjeeï. ®oer be Motb u ban nog^Uianen/
't JitQfjnb gn gaat een antyen gang / Wtttitt Wiab tniltegenrtaanen/ SEHeg balt u eben bang! I©erb nietffautn boa? 'tïjebfgfitaeïïen/ Süï# gn maar stjt ban be gronb; JtJUaar gaat«ten arbepb ftelfen / (Crouta in Me <#enaben-ftonb. 't 2al noB3efter/ 't 3a!eemjReereiï/
$aat ïjet ooff boo? eerft taat loom i 3S lijft una bermogen meeren: Bid om Wind, en wagt uw Stroom.' Vernagten ontrent 't Sloiu
Vtf%t een tooeïen boo? effianber 1
w €lft een 3oeHt3tjn beft gemaft. £98 aar in 't «êcljip f # 't ruften ftfoanbes- JSogramf; b'eenfagop3rjn^aft/ b'2Cnber3en'ft3anpIaatgberfen«ts
%o ffi niet öfe goEbe J^outu |
||||
IIÏ. D E E JU
©ie Raar ïEtoft-nlaatg aan mijn Reenen
ï|eeft genomen/ fiiubjensauto. t>'€ene frijtftt 31'jn ï|oofö: 3jjn ©celen n'SCnbet; maar ftoe bat men 't 3.et / I|oe 5p boo? elftanorr to?octen / 't g$ en ölftft een panfie-ueo ? Émmer^ leerb' ift öoe genegen
Ibcru? tot 50ö?e ruft. " Stenoën/ XaatongbaÊuetoegEït <©nse herten C 3° uetouft q&at 3« toaarb 3ön 't €eutaig stoeruiÉn: kanoer ennö en 3onöer maar) t^n te maafien ban ttat Bennen Cn te 3ïen na üetren ftaat 'tapfttertaeiJniB tijbé teïöben/
't W &*« oni een jgagt of twee. aiSaarö<eeutoig! Ccuto'getgben! (©nueüenïmjït ^feïen-toee l 'tlgmaar 't ligftaam bat ongtarcf/ 't lEigfiaam f g üog gaaft te lt?e'en: iBÊaar fielaag üe Zit\ lietseetet ^aagt öat ruftsn twaeft be ineen, Op den Rook des Nagts.
Hier en i§ Jjet niet te ruften!
'mertmpfierft/ tieïteeïtoiïtoej 3©ien 3011b 3uffli een Slaapen ïuftcn l 't ïüooHen maafit mn 't .^ïaapen moe» ïugt! enlugt! nf3tettonfmooten! ©p! np! maaftt fiet ©pr een (Sïoeö; 3Caat get nu omj J&ïaapen ftooren *&* fluifê toat erger boet. «aap t h,at 3gn ong ïiofiaamiS ïuften l
aeuifttaat/ eqftraftpgecnüeeg: ma ueeï moentcn? 3011 't toat ruften #9 tu^ojïuftgecn omuft lirceg." |
||||
3+8 UYTSPANNINGENi
ÖM/ mijn ^tel en 3oeftt geen bjeeben J|tec op 2Uarb in 't 3Éeinen-ljuu£/ §©ant«en fóaolïjen giet beneben ïfean in 't ruften 3ftn urn fctuug. %azïtt be tufte ban giet boben!
't ^enl bat nimmetmeet bergaat / a^aat geen ffltooFf ftan b^eugb bet&oben / ©aar be ®}tz boa? €eutaf g fraat. Op de goede Voor-wind des Morgens.
Vf 2Cat! matteer ijl? 'iU§eö in't ruften
■LV-L 't89aterenbefterfteï©inb gooren runfcijen/ enbat3uften 4U|ninfIaap. 1£aat3fen! iftbfnb/ apunntmn/ nu een frane noutoe
f©anenb uut be ^ujiaer^&anb / ©ieongf/ mttöit^n/ boo?'t^(outae ©oet paffeten 't «SoefcFje-Sanb. ^ktb be ^chaoten loft be {f aftelg/ 5000? be Itëmb en boo? {jet ijCn / Jipoeb bolnt nu ben fpoeb al£ fcFjaft eï£/ •t&oerregtunt/ 't^enlrunminaip. <Ö>ifter abonb moe ft men 3iigten;
Senb in niet 't 30U nog biel gaan ? <®iï 3ijn nu be goeöe ï^ugten ©an on£ toagtenbftflle-ftaan, „ hielen bie baat rjulp-loog leggen/ 't DDagten i$ u groote pijn / 3Eeerb bog tnat Ijet fé te 3eggen / Stil zijn zal u fterkce zijn, E&i. 30:18.]
aCeerb in all uta Zitl Öetoegen
(©oelbgnbatuta ftragten blie'n) itëagten op beg peeren ^egen. Exod. 14:14. ^êtaat: gn3ult3ijn^enlnog3fen, 2Chr.2o:i7; Op 't Scheeps-wandelen.
CCftippec! na tan baat taat aten a ©u;j8fmptoa#Detaan0eiiaam JEat |
||||
III. D E E Lr J4.9
Ifcattetaanb'len; baartap3aten
%$ pet <0ang-boo?b nu befttaaam. 4ÜSaat 4aaatroop7 afêiftöaartaanbeï
3^oe ftunia gp öaar ban ooft gaan ? 36a/ nu leer in ^cpeepjenpanael/ (©atftan t'sainraiüEi ücftaan. %l$ öe ^ee ffegtg nietbcrboïgetï SCI te 3eer bepnjr op en neer; <$P3uItboo?gaan/ ift3al buigen/ ©anga'ftboo?/ engpbolgttaeer. ^eö?ig©ert; öatgptoaaröeeren
SCnti?er<#abenfiunb/ nfetb'uta/ ® oet bat gp gaar gulp ontbeeren 3aaoet/ Enf£fojpfen^n3aflm/ fcöuto, ^aet3oniet/ maar b?pu boegen SBan öaac Hebe fipen oaat: «h toert SSojgeboo?'t genoegen/ Wat u bepa te binben (laat. <0aan 3p beeltijbg u te booren /
€n gnpaar maar bolgen moet; ^gttebjeeben/ taant fiet gooren ïÈtoet u bifitaplg 't meefte goeö. Refter/ ®at3aInQgeengfteeren/ dEn (poe taepnig gp «jet 3f et) <g>p 3uït leeten / bie u leeren 3Ja gp leerb V en taeet pet hier. (0p Somt Bitten aan paar boeten
«En 3P leeren u pet Goed 5©ie banbifttogfé taeöer moeten ©au u leeren hoe gy do«. Op een Stilte.
|
||||||
\ï7"€lbatmiftmp; taant tëöagte/
JT ^aoeöeréïieurienDebiftbaft; ft Zal nog eer ift taeer bernagtc gÖnmtm$a&ergtaifie#afr, |
||||||
35o UYTSPANNINGEN.
^at^nnuyt: CnbesEftlagten gijn onnobig tijb ber/fttaijt, 'ftï©ifgaantai33er3rjn/ mtaagten 't Vaderland dat noy t en ■mift.
Op de Mift tuflchen Dordrecht en Rotterdam» DSCt gaat taamïgït/ batgaat blugge/
go 4liaatroD^&atgaat aFftjn. ^o?b?tc8t moeft on£ agter nigge / Jgoub 't Öotteröam ont 3tjn. <©at gaat &wi ijEEnen-fcgampEn /
SBEter ban get ©ifl'ren bEE. afêaartoat'fttrit! foatbinftEt dampen ^tijgEn lipt öE 5Soa?bEr gEE ! ïtëaar of iSattEtöarn magfiinben * 918 en 3icticn ^ToorEii niEt / ©ie men nogtan^ alft tE b?nbEn J£oo?Bn$irjnnuEtiRatnt/ \ntl$iztt ©a?ö?E£|t! batigffiEEbbErbfaiEEnEn/
Ti gis baat ooh gEen#ooren ftaan: ©atlgb?EEmb! 'H3teniettnaarIjBEnEn Watiftte$$/ nog toaar ban baan. „ 't 25Ettr;b toEl©?ienbEn/ öat ga nwebf j|anbcn na üen^emeï flrcftt! €n ïiamt gp tEn Seniel fpoeöe/ gig ben ïfcemeï noo? itöEfit: ÖEEtb gn u ban tnecc tE ruggs /
Om na^obomatEjiEn; $EtnEl0-Htnb! oat'güaabnjHMugge <©m bEn ^EmEliingt'ontbHEn. ©i$/ gnfiunbgEEnSSaUgljEbEn giEii taatmoEntEbat gn bieb./ €n urn lufl in b'SCarb UEjïEbEtt (fónnb gpfcfjoon) En fcrilb gn niet: J^iibpóftnoyt; maaEUiijftbecbragtett
gunbE ïtëinbenban $obtg <&&$/ ©iebeltatnpEn/bieuftiagten %../^egb?tjft/ Enit^iElgenEEjï, |
||||
III. D E E X£ 353
In de weder-komftc op 'tUytponjpenvan':Water,_
cCfj?iB30niet/ taantaï battieren
^ €n bat raa3enig geen noao. D£ant Matvnag/ (om 't .Jicïjip te Weren) ^omptQet Ifêaterboo? begoot. itëattt bingen! 'tttangebeuren
<$at alp fet $ onji toebcrbaarb / 't^cöynbtapöeubenre'en te treuren fltot ong $ett 3<ö maat be&aarb: !©an beoinnen tan te merïien ^atöet 3elfbe bat mentaeejt / (ïfêanC3otaonberHan@abttaerlten) «Jto^aafi ifl ban b?eugb getoeeft $&/ imjnfiHell jütaugbfkme/
Steeryittjeif/ en3o?gop<©obt/ mat De3aaften ballen huilen 't SCrgft Ban 3ön ttto befte lot. §K»ant tap 3f en maar in 3811 taegen 't ïlatter jt en öetmfnfte öeeïi 2jjt ban nergensin verlegen/ ©003 gn 3iet3(jn toerFi ge^eeï. Op de Vloed ontrent Stryen.'
't ^Xoepen&n&ater Bomt ongtf gen/
V Tegenwind ging't nagtanéboojt/ aföaat de Vloed maaltt oiuj berlegen, 3Su öet SBnfiet fiupten Boojb. Mm taat 31e ifi ginbet fteeBen Scheen UKjgfioofb in be plag; |
|||||||
a&ei&ati$a!toelgefieefien/
«Si Bet ^trijfcïje $aofö «»4fef/ «tonbsn tap bic ïlee nog ntögen «er get ïfcater meer belet/ |
|||||||
3J2 UYTSPANNLNGE N;
„ ïtëaarujft afê 't fieginb te Vloeyen,
Wan en ift niet altijb tuel/ %[$ u (laat en töaeb'ren groenen / ©an ift geen getucmnenfpel. ^egen-tainoen Hunnen beereu/
JCegen-mfnb ban Tegen-fpoed, jcfêaar al moub gn 't met ïabeeren ©an / stet! fcftaab u 3elfê be Vloed. ©oljjenb ft an u niet fietypben / SBu fiet treffen ban beel fibia'en / jlSaar fioe öifituilg oitnten 't Igben J|eeft 3elf bolgenn fitaaaö geöaan ? BMmatraaö'5 J£et3nbe itëinben
©aneen3luaaren Tegen-fpoed, Hm 2iel treffen: 'tsngubinben ïtunb bert Voor-fpoed, aljS een IMoeb ; ^traftg begeeft u tot fjet Stry'en j SMttjö paft um &nanb op / ©fin bno^fpoeb of in In'en/ J^aalb ïjztZzul nont in ben top. Met Hpog Water door Nieuwer-haven.
pvSCatig 'tltëarer op 38" öoogjte/
-L' ©aar i$ 't bloeuen al gebaan / Zit 18 naat Ijet bf epft' op 't b?oogfte SCl-om 3<e ift J©ater flaan. "mt'f gebaarlijft! jaaaat/ ïaatbM&ogen ©ao?gaan# na be %ti\tn$ gaan. Ifêant/ raafttljieruto^cftfpomïjaoge/ ©eerlp tuil fiet met ong ftaan. ©at öet Snater taajé aan 't maffen
Stunten't eemj/ matïtnmmertaagPtJ Maat bat 3ouö oroj nu niet paffen / 't Argft is met Hoog-water vaft.
„$oo?beeng/ £rijfpper/ ooeoetëfoEben/
^loeben ban tëobti fl&oojb en <fi>eeft / |
||||
■HL D e ë l:
®ng 30 bol op nfEt en baeb'a / %jjn top boe Eeng b?oag getoecft / 'ti©ag öEfflaaglijtt • maar $obt§i 3Egen
^eïfien^i in een nteutae pligt ^ogtnn^toEEc/ Enaoa?Dietoegerj J©a^ 't berüaüEn fiaaft fjErftfgt. 4ilSaatoiE©Ioeo lian aPaütff genaüBH/ Mott Eemj op srjn jjaogjtE ftaan / (Ba ftan 't minfie fttoaaö 3eEt fcljaben) 4Siet lf gt jal 3U 0aoBM gaan. ^OEb u Zitie tiaoj EEn tjoogte /
$asb uta 2iel 3o?gbuIijig («SKan ) §©ant nu 't i£ater BEeft 3?jn Ijoogte / JftamjEtop/ FjoEKomjetban? ^©aac 3ÖH / HEn ut / 3omttjö# fp?ingen 't !©atEr nEpmt taeï öoooee loop / 4iBaac bat 3Ö«'al toanb^e bingsn / 2Sonen&aop/ jatEgEnQoop. |
||||||
Op de onverzettelijke Catliarren-pija na
veele gebruykte Genees-middelen.
Kan gezongen worde op de W y s:
Hertknagend onverzettelyk Nagt-gefsynt: ^ L
Y\%t •# nu gEbaan! nu tof I ift uoo?t$ gaan ïjttxi
*~ (tëEbulbfg/ fn<#abtpSgargeJ©EgEntr.Een/ "«n 3iEn toat UBtKOmft Hy die eeuwig leeft 11. .mapoceftï
ft ^HfiïOEH3ijn om / nfEt tEgEnftaang mijn pijn/
«oïbEEEbig in mijn pligtig uiEtft tE 3Ön / ^oe 'ft niet mön toüV tfi ui» boen bat ifi ban _. III a&ogto ^0t<6aöHeer! mEt|tufi-toij^J©EtftgEbtenb/
Mtngn/ mijn schaar, bEtfcfioonb gn baat uw Vnead woojum/ 'ttëtoeümglijbsaamfnbepgn/ ^ ^ Inval-
|
||||||
3^4 ÜYT SP ANNINGEN;
Invallen op een and're Keyze en Weder- reyzc tuiichen Siuyscu tioikud.
Voorby Rammckens.
Kan gezongen worde op de Wï s; Dronken zijn in fterke Dranken, CCÏjtyper! jtetgu Daartoe! leugen
*5 S*Öf/ je^cljeepen/ bfgtaanetn 2(1$gejukt? taattoiïbatSEgycn> ©enftin: of taaar toü Ijet Been SCaat eenden; 't3tjn öie^oïöatEit ©ie gelaft 30n Ijiet liati oaan «®p patente ban öe ,4£taaten / 5@a beu Briei te moéten gaan. jlautifó to ag aen 25?ief geBomen/
©f'ttaajsijaaftu! fpoebu! ra#! ISuft-bag! bit bfenb taaar genomen/ Sïfê 't een£ Beter Bomt te uajjf. *$ Suft-bagg moeft men 't t&atbjt pafiftett mit bfng tnoeft öuft-bag^eljgep/ 't ^cfieeu öet öeeïe %mb taottb jaftBen / ^n öe nooö Uieï bapper neep: Jjtgaon baar toajï geen igtn om uaa«rj
3t Itëagten ïeeö geen rlfico / Jtfet en fion 't geloop uebaaren/ J^oger 4USagt uerftonb get 30. aft nu nfettaeIboo?tgeftraopett! m nggbaagg taagt'ben tap oug ^p/ flEir( .vet goe gemafiïijrO foapen ^aar ön Rammekens ber&n. ^DD?r>een0^cijfppct! alï'omj^ageti
Moet men na der Winden Heer, >*
En zijn fterkte pïigtig vragen Pf. 105 • &
Cnb' Hem zoeken ehen jeer.
Jfêaar ben ®ag ber gaberfnge/
$anberj&oo&-of~lCi£fbe-&taamj |
||||
III. Deel. ' $jf
JBietfaet?upmEn; bogcng dingen
4JcftiiiBfH tot benruft zolang. 3?aar ftao^b frer-ben tot ong ïebEtt» 511)6 ben Zegenaar 't 8BÖJEÖ /
Kan ooft ftiï-iraan ^EgEii gEben,
Ruft-iig woelen vorderd niet.
„. ©aar fioojb fterben (Je.
Als S^uys weder in het oog kwank
Kan gedongen wórde op de Wïs:
Hovaardig overmoed, watftaatgy, &V.
I.
Jtfliop! rnijn^EEft/ ïpagEgBeEmjjtoniu/ tm$
^ traag/ EEn$b?oog.
*_ 3Bu most gu ©Etfen ©igtEn. Sfant 3>Et r jjet liést ban u %it\ ftamt u fn 't oog; *©aar 'p siuys bte u bEcÜEugb' / tn SB toel jjfag te ftigten, IL
* «enalten ban bat ïielje baar ong %$fet'iiafrefit/ „^ tyatt on# be (ÖEEjJen ton ; ^entoeetniet/ banbfe'tüaElb/ üoEflet&'tuemm* o- bEbjEftt/ *nHaji ben Minnaar, t'Bang bersmaïU/ toeerfirag*
tengEben. - .. ««ntattnietttoöfïen/ Heer, gfjou maar mijn %\%\
** ~ &°nb na bEn Enfcfi ÜEminnen / ^M nbE tnet bixmmtov aan 't fcwpfefifeï; mt "ragt gaf ma OQliftragtom'tstoaarfteteöegmè nen, IV»
^?"»otnmbanbfgtuuu/ Énbuub?cngtbfBt6arön. ©nJ&MKumagboplen; ffiÏÏ.TO?<en/ EuiobEEtoaftfiErbtoErbct ïa ^Watift banu top/ or'eeufg3.nsbErftoElEn. 9$ s y. ©ï
|
||||
*d uytspanningen;
V.
€n aïgopban bat Goed, Betepnbbanmönifceliotitf/
fóorat ©igtec fin mp fijengen /
jaaaafit mn baat tegen Deel boo? '§ Wittig xinQ^ boöu'/
8cn ïeerb mn Hemelfch-zang, met Aardfcbc-Digt^ mengen.
|
|||||
Op de Stilte in't ZWIN.
Kan gezongen worde op de Wys;
Wat deerelijker klagen* I. f/9Pg pmanb jtiïlet i©ebet *
*-* 53e ©laggeng gangen neber/
^et^epl en boet geenüoet/
€n al ben boo?tgang ftamt omj ban ben ttagen $fo*»'
^at oaat 50 3agjen^ bjnben /
't ^cBünb bat top jtee-baft ölpuen/
't ©ertniffelb nautalp^ ftanb:
JÏU§IÜiaftCaflarrdria, EnnogfftalCachanaj
't £cBSnb bat Bet £tBfn om Boog ïfgt /
gupfi nu nip Sluys in 't oog Hgt J
CnminBoonbmjBang/
1 M lang/ maar nu 'n berfang/sa i$ Setseng 30 ïa#
XV*
't Hfêag tael berïangen Beeten/
i©ant aï£i an^tel be oeeten
©an'tZai, ennogNietlöb „ft
^an nwtbetïangen/ fcBönb/ öMïangentonwnWu'
|
|||||
III. DEEL: 357
BRUYLOFS-GEZANG,
Om op voorval van een Chriften Huwlijk
Gezongen te worden. Kan gezongen worde opdeWit:
OHecreJefft! wat vertrekt, &c. I. "P EN LIED; te3higettcpeett3feeffc "*-J ©aat Heyrj»en zingen in den Geeft, €n 3uigen met gaar Zit\m. 90aac 4®CijfcgenJefus Beelden jïjn: iDaarlefiFire^épög/ nogbertlefl&jit «De hielen überbielen. II. 55aaC üKcnftBen waar' Koningen 3<jn/
SEn fteerfcRen ober <êptj£ en BBijn /
Cn feunn / en ^Tong / en ïujten: $EngEbEnb'nberniettebeeI/ «©BbatïJEtRDJlelpjlEÖEEl
%a 'g JjebieII jain3outi tuften.
3$e 't ©ïeeftfj en sQne tuften Boet
Cn'tSltgbaam 3onber b?EE3Eboeb/ Sïqeu üüo?öEn^ano3Üö camp niet. t Al- weetend ©ag 3iet aïÏE)S boa? ^JSiMt C bampf g ö?enn!) 't gEnaben-üoj €n öaq?b boo^ 3«ïfi Een bamp niet. ^%B°o?bbDO?3«ff«dampen/ maaE
Jen Vinger t$ Een SCafletaac Sn sulfe 3unbece <®oren. ^njjcobenGeeftban^anfi/ en^pijg «enb/baar Godcs Geeft 3fast/*»8at/wi»PS$/ WffEutt bet Jieyi'gen Cöaoren, , % $ ' Pp'
|
||||
3fJ ÜYTSPANUINGEN.
Op'ttelve.
OliSifiiiilliiliiiill^
Heyüg! Heyhg ! Heylig Heer! ®:e DO' lliÉillHi^IliiilïI^IÖi
|
||||||||||||||||||||||||
** Ucn alleJCoff unö*Cec / <©tiEtinbig5ytlieEÏjeuen:/
|
||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||
=*^ËÉËSÈÏiÊliilliÉ^£
|
||||||||||||||||||||||||
hergeeft ongl öat ton Ctoatgeiöft 3Jn fcöttïö / ,
|
||||||||||||||||||||||||
3$S!
|
||||||||||||||||||||||||
ligiigiiiiiiii
|
||||||||||||||||||||||||
^nogtanfOtynmrjebigujft ftigttfttKB3Cöft"fiegeU^
I ...... . t. 1________________________a_____■_______--*
|
||||||||||||||||||||||||
s ©atjêtoff// WtoStöff ia@etuüJCngïen//
|
||||||||||||||||||||||||
giiiÊ^l^fei
|
||||||||||||||||||||||||
ïïoeueti/ ,
|
||||||||||||||||||||||||
<©erticn ménglen/ €n biifi üeylig
ÉIlÉfiiüIll!!
|
||||||||||||||||||||||||
Heylig! Heylig! Hèylig!
Sï. d5p3tjt/ Heö-SelfuwHeérlijkheyd, €n bièö en firtjijt geen taeetbf g&enb 3£an{£ongen / bfe u dingen. J^et i^öe ïfeeriSBÏjertt! ban 't ^tof / ©aar SCarbfdje herten met ui» Sof gten föcinel «i te béngen. gcof3p// mm
'Ulemetëftaaren// WatibbeYtmtm
€nb'bee3'9ïatbe Met beu ^emeï^euïsaam uaatbe!
nt- €n! toa>Son3'i|erten^on0i[iercBb/ ö0m ö'anö^reepe Majeïieyd |
||||||||||||||||||||||||
III. Deel: 3JS
Mtt b'«f ngïen unt tefcDatren I
l©n Bennen nu geen Hehcon, ^QSaac fnaftuen na te ^al'ge Bron ©an 't i^enlig Bloed en Watren. ©at^ïaeb// ©n|uoeb/ €n biedingen// 2Mt8b6?nigen ^BieUtocGeeften,
<<£at Genaad'-enGbry-feeften.
IV.
&omt/ Heere, ttietUÜlGlorybja*
^!Ec fiouben ton Qet in Gena, ^Duh Giory nog tenjoeg jgn «©atbannosfetft/ nogzang/ tH0%?eu0& ©n£ anbet| oanm u Berfjeugb/ <©at ja! ong friet genoeg 3»jn. ©Zon! // ©ienBaon
C g^ie on# tn ben // SCanbang mfnbe«/
Cntoeerü?anben
©oet) bten ^enrgen tap ©franben.
©iet fêfecen tau fict ©^«gbe-fee(t
©anTWEE, bietigöaam/ 8iel/<tnft«ft 3in Echtte3amen mengen. «Cteftt on3' fett tot ïl on / figotgfe ©tn al on3' untgclatentjenb fCnt m alleen te ïuengen, ©nbrilb// $|eerhiïlb $oluan<Peugbtn// Zönonz.* Vreugdes^ €nbanfmaben iöy all '| Jfêeselb? bettïe paöem <© Heylig Vader t bie'ben €t\)t
«5eftcibfie6t/ afêben^enfrfjaptegt
fnbie&neuraglteerbe. wtottoutaegoebfienbïoüentón/ yebe3erb?oef5eybin30üln scen Huwiijks-bond ber&eetbe. Kt//3rtSoeis %t $at»
|
||||
'%6q UYTSPANNINGEN.
©anttoeepetten// ^ieRaacfmetten
t'^aniEnbjagen;
€nb' U totRaar ^EUïfiefiagen!
VII.
ï§aat petten öonb $p t'saam in d'Echt:
S?o tuiïo DDlï öepbEt Stel optEgt 3|n Jefu trainen boEgsn. gijt<$nöaarHeyi, fiaarTrooft, Raat Goed; Cn ban gaar hielen magtig boet . bigbaat in uergenoegen. ItttlHeyl// ^p'tgepi/
(©mu Hoogte// ïlptbEej'bjoogtc
fltEÖEbaaren/
ïCot ben $eoep öee €ngïen-jc0aaren.
Xaat Hy uta ©oïu bE iEpl'ge pa'sn
9E>eg itëaatfiEnbgÏEerEn in tE gaan / (Én fligtEn tnEtjön boo^ gaan Zy ïigte niEt Raac troop: bE 3taaart i^an'ttoetK/ entnEtbeni^ïOEpgepaarti/ «Ca ontier b'anbje booj-aan. «PatHy// ^atZy, sci#tbiEELigten,// t'^amenjligtsn/
(Énb'in'tttïoepeiï
f^an uta R'ebe Zion groenEn.
PAU'S E.
I X
fEfop/ mtf^iEi/fiefQoagEtop!
C^ef all uta <&et\len in ben top / $TceH Raogfc op uta ^naaren. aEnftuuruhjPfaim, utaPjeugbe-jtEm/ "®an Cana na Jemfalem,
S^aar <0obej5 Zoon gaatpaatEn.
^aac'^^tof// <®m^of
peeren )$30ö*gt>// ®iEoniSto!J0ïeö&/
g£ae-te-3ingen
^et bedaar öEï^emclinoem
|
||||
III; Deel: 361
x„
©et Cnsïcn 45cïjaat (30 3an&etïing gin Jtëpïjenb) met bettannberins jga3OEenöao0cntoy3feti. iPetr. 1: 12. €n30ubentanuanb'Echt, ( gclp
©E^emelfoaug ^utaeujliO Eph. 5:3», 52. 3Ba bit geïjeym niEt op 3ten * giet baat// ©at f aat I©a?liaa?qe3en// £i»eeintoe3cn/ €enift&EbEn S^q i^Jefusajetzijn Leden. XI.
ê! ^nnegttjpeïnft^eflupt!
!©ie b^uftt öe biEpt' en Baagten ttttt / ©an 3ume3EÏö3aamBcben ? 33obt$Eeuwig, Eenig, HeyligZoon
ïfc>ecfaat3ijn a^Eutnig €rref-tö?oon/
Cn paarb 3fg met 3tjn ÏEbEn. ïjtetpaarb// ^ietgaatb WolkcnLuyfter// Ligt en Duyftcr
Dood en Leven: 't ,étof taEtb ï|emeï-ïjoog iierfjEUEtt»
XII.
mtt agt te regt b^n^arge ramp
©au 0113e bieten / aï£ ben bamp
©an ^onb' on£ Ijab beneuelö ?
©En ïimjïer ban Godts Beeld betboofb;
©an't Canbeloo^ Vol-op üeroofb;
Sjn^latonugeftnEüelb:
üffecluft// ©aarRuft,
Goed En naaten// Ampten^taaten/
©e'ennnp!b?aBen/
<§naber ban Stengen ^laüen.
.* vin.
<©eEn boEgïijn Deugden-kleed (ben riet
©an 't ceeb'iijn ,.&rijep3el) maat ben 3^1«
^no'naEujeybon^ beste. _
|
||||
%6z UYTSPANNINGEN.
<0een Hemelfch Manna, maarbEn b^af ©au leftftte éyijp en ©janft / tot jtraf Mttt! ban tot ï^oeb^el jtcelite, jlKaaroö! üfêaarofj! O&nsE^cfjurbEn// C^fctiErtiuttneti 'trëetitmg^oubEEl/)
SföufcBteu ban nog 't C^ErElbfclj naojbecl, • xiv. <3£it3agbEf?$cme$Goedigheyd
CEüEcmEnb'aan/ EnjEpb; baarïEpti
JBBijn Heerlijkheyd, mtjn aanjiEil: 't ©EEbtintïEc al mtjn 3LupftEt / enb' jBEEmt 't Beeld aan uan bie 't mijne fcgeno'/ #n taii fjEtn't Mijn taEer aan-bisn, ^U&uibV/IJnj'fcljtinV CuboEtbaoEn// 'tlEdÖEöagen ©at 0113'fianbEn «èlaaftt/ Eiib' omj in Min boet BjanbEn. XV,
$p taonb on $ in zijn Beeld, fjEtHÖEEïb
©aat^EmeigOEuoauounaaHtmfpeeuV 9in Nedrigheyd, in Ootmoed, Sltt Matigheyd, ïilReynigheyd, ©ieGodeswil, uiatt'ficrepb/ d^Egooj^aam tot bc ©aob bOEt: ©ie 't330t// ©ie^agt/ SCinpt e» ^taaten // #oeb *n öaatc» ütonobEtimabEn/ 3JI130 ^Epl'ge Deugd gewaden. XVI. $ö maafit Otlg mee zijn Rijkdom Rijk,;
(CotlfóinbjEn Uan 3tin Koninkrijk; Cn zig tot on^E Spijze. <©p bat 0113' %it\ in IjoonEn mort / <£n bao? 30 Staï'oeii JSuM gEuaea/ J&JUb wand'len nazijn wijze
J&et Deugd// jfifêetBJCUgH |
||||
III. Deel.
ï&t» onj' Naaktheyd// <£n mismaaktheyd ÖpbeuetEÏb; {EcotgbE fjagt bant'pMEÏfêetEttr, XVII.
U&aatigbie^id/ uietaelfiesinti
J&iEt nbeip gdoofö l inaat mind, j03aatHercenWütEn€ri)tB?engt? me Werld enb' all om J efum gaat/ ^ieLuii, tn Zin om J efum laat/ ©icn JefustEgttctegtBjengtS Hyïjaajb// «öteén&oojbs jüfêaat 3ön flapyEn // «®a te trappta ^onuerimt-faat/ 3$ in ÖE3en Eek te firuyd-fdut» xviu. ^e;S Heylgen Jefus xalig Beeld ,
b'^nsaf ge Stelen meefe-gebeeïb/ 3$ afvaar ttaeeb'/ gaatleben. ftéatjal/ Co-^nfc&)biEnnWenrfi«m ©an b?nï}Enb ban bén ©oob en 3&aera / ïl/ binnen bit Beeld, geben? SCÏ^gn// On-vry
^oo?bEftIunftre// ©anutobmjifïte
Üujt/ nitt&;eefien
ll£ilb / en in bie Dood blijft flceften*
XiX.
<®Jefu! Heylig' Heyligheyd
Der Heyligheden! z.uy vêrheyd 1 Cn ta£3entIpE Goedheyd i l©n jagten haat uUi Bloed; om bat Mta Geeft (m»3' eetfge SSSfelen-fd^at 3 Om' leven in uw Bloed leyd. J©at^oub// (©ul'tftóut «£otïlHomen// föwnmnbjooractt/
*©a£bitleven,
<$ng niet öao? u\a Btocd gegeben ?
|
||||
%6+ UY.TSPANNINGBN.
|
||||||||||||||||||||
XX.
|
||||||||||||||||||||
© Heylige Jefu! biEtl bE luft
j£nt onscru^uta eu0eh tuft/ Cn i^Ecrïöiïficpt! bEEb öEtöEn: (fitenuiftnnlïuft/ öanuweiuft di? £f eet noyt ban in 't ütUE ruft, <©OEton3Eli vVillcfterven. «03BÏ// ©itfAl; =uMen2mnEn/ <£tEliEn3ll3fonen/
J|oop/ En^EE3cn/
«fëtet / .of enBel) E S U S, toE3En.
|
||||||||||||||||||||
Kinder-Lijk van
HENDRICUS SALDENUS, Zoontjt van
DvGUILJELMUS SALDENUS, ANNA BAERLE.
Overleden den 14 Af«j» 1 666. Oud 8 Maanden. |
||||||||||||||||||||
IliiiilBiiiiiiiiiiiiiili
|
||||||||||||||||||||
Hi
|
||||||||||||||||||||
Cntierföjèj? SaetefiUBJeg/ ©wtt-jltfBic*
|
||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||
"i|aöbEn't!|Ett ©an bE Vader, nEnCfion^tnabEO
|
||||||||||||||||||||
üigipiiiÉii
|
||||||||||||||||||||
©an bE Moeder, 30 ttEtlBEtt.
1^at3»ftonbEn// ©aftSBonnbEn
Süan tK bonöEn |£an 31'jn <0og,
^ftontgliütEn/ JBitontfltotien
|
||||||||||||||||||||
III. 0m
|
||||||||||||||||||||
III. Dek l.'
in. <©nbet fijne
Sjuftetronb/ |
|||||||||||||||||||
3*5
|
|||||||||||||||||||
©mtefcftönen//
Cherubijnen
|
|||||||||||||||||||
©aar&et<tëeê$e//
Mitt en ig ban (€ong en Manin, IV.
©m be flnen // $Ce geinen
©ieftem'rfcftjnen ©anbitbal
^aajtantleeren// Cnbereeren
Mzt Bern 3UlIen 't «Eeutoig Ai.
giet baar fneeïb fin// ifêu baar ïïtaeeïb fin/
©aarÜcrfieElbfiü b'Heyligheyd.
giet baar S&Itnfttlju// Mu; baar^inütöss
's Hemels Drank in €eutöf Bïjepb, -. vi. Sflnbenïjoogen// ^ïaatfiub'^ügcn
<©nbeb?orjim SSaöene'en/
€nboItnouöec// ^fetonoiirjer
SBl bit @Traanen-baïg geineen.
vu.
^ie 3Ön Hoeder // <én 3Ïjn Moeder ïfêaaren/ boeber 9Cberflag
<Cn3tjn©ïee$e// ffl&$ en 't teefje
3Sog in'tïigöaamé-grafje lag»
Kan mede gezongen worde op de volgende Wïj;
VIII.
|
|||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||
e$y||i^f=3= = =i;=Ël;
|
|||||||||||||||||||
ÊiïÊi
|
|||||||||||||||||||
■ Rouwe 1 3EÏ>t»9y// Man! toatfcfkenb gnl
|
|||||||||||||||||||
o^>
|
|||||||||||||||||||
^aaram fienb gn ^ietbetijb/ ©atgnnabe
Cbnftendadc, hierin rwfts narn0 3ijt!_
IX. 4$ïaaj
|
|||||||||||||||||||
$66 UYTSPANNINCEN.
^ïaatutn'(pogen// jaaaacnmljipogen/
l>aar ^a Woogen ©oa? 't Cieioov'.
Cnutafcgoen// S&pöeegt^eugöen .
Sggil niet inttt band'eefftefchooff. Kom. 8:23.;
x.
$fËtenJ>dj?e£it!men; giet! gier Sepb men ^iecbeEöiepöttieB 4aSEt<©e3atia
's Hemels daden // Eb genaden ,
bonter ennoenCeuiaen lang.
XI.
tykt beriuft wen // ^ig / en tuft men
©ïen&men/ ftuftmen/ €eitmtglp;Ome, 1:2.3:1.
SJungtmen/ ^ingtmen ©anjtinen/ «êpjingtmen Davids £>an§b.oimaaFuelp. a Sam. $; I4" XII.
<Pe#bet3agtgB/ surutafilagtbifil/
3upgt en ïagt bjn/ %n fjet Heyl ,
®atÖ002hoopen// <ö»pbeloopen «ÉKioet/ jeniftjoJj^Degbeaeyii
XIII.
^aafit ata i|antreii // ï&erte ban ben
ïfêcrefb^ kanoen ©jpcnrafrtj gtiltgninüe// ^ujjepö binüj
^ie toeï eet uw Kindje \aaf.
XIV.
Jla&ëuaben// ©etgenaben
^D02tebJaöen ^otljetgoeb/
fCot be Waarbeyd // ® e be Hlaatüenö
§£an uta ïigt mn fe&eem'ren boet,
xv.
afêaacmfjn<®ogen// «fêfenu'tïjaagttt
%\m/ gebaogett 'rïaag niet meer.
SegtbantotmnV S&lgftbaar/ tottoö
Stomen/ maaeftomtegniabwr.
|
|||
III. D E i t. 367
Op eenen dien te gelijk twee Drink-
bekers in't Sacrament aange- boden wierden. P €n ^f el upt ^u&enb bftterïp 6eb?oe ft /
** juatnst 's heeren-brood met $traïuiea ujjt Baac
<®0Qtn/
€h 3iet! tetftonb 3jjn C meer ban 39 Brijaeft) ^ietoeber3tjbgï)aac Drank te gEbenpoogen. 3&at i§ niet bjeeinb / taant 't b^anbenb Vyer van Min,* 5&atd'A!embijkvand'Oogen30boetb?UUpcn; ^etteerbe't%ert/ 30geenbetHtomïiiiigm
fitn #lam gefto^t/ be ftragten t'3aam bttii ftruppen:
^nalgbiettaecUutBietergaï&et.lSat/
^at't föertbeboonijen 3011b/ untboenbloepen;
3l|tbjeembbat Die het Al behoud, bataat/
€et 't b^oog berftaaft /niet Hemel-vogt bril fp?oenen l
$»ie jfêenfclj (ift 31e 't) geeft / tnat ga &eeft/boo? <#obt
gijn Z\t\ /3ön lijf/3tjn $ogt / tenïaatjten b?op toe;
gOUb nfft ben Bron des Goeds 3tjn Gratie-lot.
sSn bubbel-maat / toeer tfoen öoen ten top toe ï ffêaat Hemel! matig't Wezen obetnjft mt WienïjetSfiH/ enDiealïcenuan't3önfóeftJ
2|n tnat bte Goedheyd onnafpeuEEÏijfi /
wz boo? een enftel ïE>atet bubb'fe IPijn geeft I
Hooy-maand 1660,
GELOOF.
QErardus gfog op betre &en3en / en 3090
3ift miï be Brieven aan mijn 30?g üeboïen
S?iMtc wgt «Efteüen; mant Uerfieab' Gein P5«^ijncnmfnbc'3uHen balen. *>im öse gu nu gaat Brieyen blaast 1 bte Kitten
|
|||
3(58 WYTSPANNINGEN.
€n 3uït gn (beel ligt) nimmermeer 't BelenB
Pan uwer Brieven oberb,jagt geBieben. €n al ge&oob ga 't / beel-ïtgt 3tilïen 39 Niet weeten, of 30 lange niet gedenken,
35at ften ban n tien bien ft Betae3en 39 /
<èm toeber-bienft boo? utuen Bi enft te fdjenfién.
4En fcljaan ftetmierb gebagt/ meenb gn bie Deugd
Van dankbaarheyd in flber 30 te binben /
^atg' u baat op 3o?gïoo^ berïaaten meugt 5
<jBu booïb Gerard, en Boutat oy nble ïfêf nben. 'ft €11 bool 3enb Gerard, taant aïg in mijn 30?g «EnmoentBcfrebe/ in'tb?agenbeeIer2B?ieben/ gjnttoutn/ taerö EEN(ifttaect)boo?alIen55o?g/ 3Pie na 3ijn ï©il tnp kan, en zal gerieben. Dees boet Ret SPI boo? 3ljn Voorzienige-band. 3h 3K oy 3toaftften ifóenfcft /nog nbel leben / Cn af be ganfcRe i©ereïb tritjn bienft in 't ^anb „gdpeeb' / Dee> 3a! 3tjn gegeugemsi niet Begeben, %a Hem ïigt ban mtjn goet-öoen 't taiffe loon. <®at ftangt aan geen dankbaare of ondankbaaren,
^f e mn be Trouwe-liefde Reeft geÖOon: ^aube bie 3ijn Lievc-trouw nip niet Bemaaren i
35aar oy flaay' ifi getuft; *t i$ maar mijn ®ng €n 3iet Rem niet maar fian Rem taf gBctroutuen t ^ni^nn^ tijbelift<©e3igtteöoog; <©at i|$den onzigtbaarenaan te fchouwen.
3&at Rulyelp <#e3igt en rupïbe i& niet
JÉflOJ alle biete tegenwoordigheden -y Cn3aImijnfteun3eÏ3tjn/ nl£gnmp3tet C^'
Mm ©ienft C30 't frRijnb) onbjugtBaarlijfi Beftf'
<©y bit Geiooffrup laten ïanb en «usagen / #p bit Geloofftop alïcg bulbig b?agen. |
||||||
Eynde van bet Derde Deel
|
||||||
J.**
|
||||||
J. van L0T>ENSTE7N$
ÜYTSPANNINGEN,
IV. D E E Lc
Behelzende eenigè
BOET-DIGTEN.
|
||||
&*
|
|||||
MICBljfcS
Bóoret» gy Bergen, denPwtfl desHHfr
REN, mitsgaders $f fierh $<md&, inenten der Aarde* |
|||||
treur-lied'"
Over den HoÜandfchen Inbreuk der
W A T e re N in den Dortfche-Weerd. Gefcbied den 31 December 16 f 8.
Kan gezongen worde opdeWTs:
Ifrdels Heyr! Ifraèh Heyr! Ofts Vader £jrV.
1.
T geut Nederland! ^ttEUt Nederland!
©aar 'g mi bc lang-geb^ngbe to?aaft / ^EfoE'Enban'tuatEnbeuEflunt/ öcfmaaft 3©an 't Naakend Oordeel:
© toeeïig 3Canb! ö a©eelb?ig 3Eanü!
Sin Suft en ©EEtélöeriö üetfmnojb.
©! Land ! Land! Land! (laat ftü EH hoord Godts Woord
3§o0tatutaboo?öeEl.
GockfiJ?eEftt3tjn Wijngaard aan: fèoift tuat ijeö ift niet gebaan
gCottU^ul// @.atü%tn\// ^otu^Eöï? ^i©ag&EtbfEulDü^eör «n ulu ijoD?frjocb tncEb' «onbet maat tintfpjtinten btzb% Mijn Woord flft tot u b?QEg ©oo? mijn JtnEgten fpaab En IijoEg/ Jf ot bis jtroam// ^otbiEfttoata// ^etöfefftaom tftunbigegEUioEb ^EfitEmEtEenfaloEri SM ÖEt bogt ben 2Cf-gronb boet. '7&b°?CE iMbEcnig moÉft fiebeti **©atEttenleven:
©aarfP?ong/ baar f&ang een ^nl-fantEgn
fW^^fïojtEb'u in'tragen
gieï-SoctEtjiagen: «EEn^ugtgEbjagEn!
»a s JI. ^ao?
|
||||
37* UYTSPANNINGEN:
II.
$002Hemel! §00?!// ^00?Hemel! gCW?! gin ijeböen 't 2foligenbe bogt S2a bietbaat / met mijn? ^erten-ölaeb geftojjt ƒ Der Zielen-balzem,
©00?Aarden! jjoo?! // ^002 Aarden! bOOj!
^en toajcm ban haar ïuft gebjeetb;
3ia öoo? 't betgif ban 't JÊleefcptp J^ctt betfteert
3Un bitt'ren Alzem •
t$af in haat 3oete vreed%
8|eb mïjaat in Goud geftleeb;
SCI mijn goeb// SCI mijn goeö// SBImijngoeö
SCtbienobetbloeb/
SClbfenobetbloeb
jétaofiten maat ïjaar'et Tuften glaeö,
<©uj 't oog betbiinb en 3iet
Waarheyds Heyl'ge kragten niet.
gamijnHuys// OamöndEer// } ©at toeïeet
i©ag9aatbajten3upl
{Eegen Sonben-bunl/
3të ïjaat nu een iifêaojöerg-Tiirat.
<Pïeg tuil in Aard en Lugt betungen
«Uantotgeturigen;
üfiön©oiri/ mijnl^olntoilnoorjaatjgecf
flTotmnnietfiungen!
3ia tof l oen Hemel Jjoaten ïaaten
©anbiemnöaateu;
Mijn Volk, mijn Volknietmcerenis!
3H«3artbetIaaten.
III.
flTteUt Nederland! // (jCttUtNederland!
SCnmn! toatönojifibao?gejaIp?
Vat $anbccb baat ? toat nrafdjt baat ? aï$ ben 3tnw
©an groote Wareren
«©aar'^nu3Ön^anb! 'tH&ep?u?eeft: 3Önöanb/
^enSCf-ötonö&etfltet^luufenuut/ M
|
|||
IV. D e e 't} >7S
€n btitt eng 't pfïtjft fcgaterenö gEUtpo
3nb'(©arenfiIatEren. ^atb^eE5ElöftgefieEm «OEpttOt^OÖt! ECÖECtn! ttbtttttl
«om/ nam/ Bom! Mafttn^tam// ^mt'ttamf
gifeftffaroa/
Spopman/ 25utoct/ 25oer;
f©ant öEn Stroom // ©efit ï|uh# En 25aom
®c Xugt fpltjt ban 't Qtlatn /
S§n'tgE&laarban$ialfenfcoEp/ .
«te! 3tEbaat// %iti jiEöaac// 0e! sfe&aaï
jftEEftt 'Et EEnÖEnÖOÖ
]%bE<fltolbEnop;
S^ntJEt fmao?inn'tuoobftjfi ^op.
^atBOftElijftE Hollandfch Luft-hof
l^alöEntuftof;
2&aat onlang^ 't ©« nogtaepben ging /
^Ec^iffceenïuft-öaf.
^aar ©oiibEtb nu be ftem des Hecren
PpgrootEmaeetEn
®aac'#NoachsEeuw! 2iEtuta2$oogaan
"! HecrderHcerenJ
IV,
^ÏClir Nederland! // (SCtEUt Nederland ?
S&te i©at'tEn 5gn met ban öeii b?op t**9t b'SQtelII&if lt ban Godes toorn: ÖEn top
taatnogtEtoagtEn. ^inftt bJEElig ïanb // ^infit toecïöjfg 3Can& S*e fêtoebpn ban sgn Waafr En «fceeft -NberbtoEb: ©aft/ 56it>/ Bekeerd, enfê?eefk ^ogb?aebetJ©agtEn. g*n fterften &raanEn-bfo*b ïïwchinubHcluftcn gloed. JnöEt^Eït// v©oobigJ|Ert// ^ogtfg^ett ^aarBEtboosE leeft/ ^nniEianöEréiEEft/ 25 a 3 yer«
|
||||
3,74 UYTSPANNINGEN.
Verftik al toat abem ÖEcft.
Cen STROOM KOMT VAN OM HOOG
i©cerap/ toan'tflerunfcS! Mijn<®ag.
©mtjn^oo! // <©mün<©o0! <0uifln<©0g
©aalb ban-ljeeten (Eraan!
®aalb ban ïjttttn tfCraan!
$|fetmoet Leegten Hoogten aan;
't^EöuïbEc salbe uaajleSEanben/
CnuEcce^anbEn
«EEti galm boen fioorcn; niaarbenfïag
(©üan^öoenjlranbEn.
30an jal bEll hoogen CederÏEErea
?Pcn Ceder lEEEEn
SUan onji/ taatbttVUü^üngmoEö$/
Cn3JflöEftEErEn, v.
MagtigeGodt! ó! Rijke Godt?
S2tE c aan bat atm gEplunbcrb ©oïB / dl Iaat ntU Geeftes rjt0nbEÏ003E ftOÏB/
ï^aar ^itl uefu^OEneni
$EEf ftaar EEnïot // €en fiEtEt Kat:
€en èurrêbat fonbamEntEn öceft/
Ccn 3Üatib bat öaac 't boa? geen gjn-ïnat'ren ïsttft
€eutni03aiBIoenEn.
CnaïflubanoEöaagö
Dat dien DagdesHeeren baa0b/
Duyftre^ag! // Donkre ®a0.' // Bitt-re^agï;
^agbalninjebal!
2Pa0balDti0rbaI!
Witn 't 25Eflunt EEngöaarenjaï;
<&tl\ Vyge-boom nfEt filrjEUb/
CnbEnWijn-ftokntEt enoroEUÖ/
€n't0efcöa[// Rundenai// ïlntbe£taï Waa? oer ÖnjgEtg Ijanb/ Wjt ebeiijft bEcmanb |
|||||
%ai oewofb 3ün of $etf?anl);
|
|||||
*&*
|
|||||
IV. D p. E ti |7I
ïaat bat! bt Beekjens der Rivieren,
©e£ »èBCEit-ltabt t, tyt$JJeeten-fiiab
gaEtujeuguEtuiEim >■■ \
staat banna nieuto#èen .MStoflitn bagen
©onfeutnfeengbafleri/
«ïgi 2onb'en 2anöaat| 3Öti!iEtfloimb,
^Qo?3uIRe blagen.
TRAJECTlNA STRAG£S>
Ö F TE D B
Nieuwe-gragfc Ontboomt.
C i~>
|
|||||||||||||||||||||||||||||
"*—" '
|
fè ttjb ban ^ebEntig of Tagcig Jaar J©ab
|
||||||||||||||||||||||||||||
^iSiëiilÖ^ilü!lliiS
on|lbE Nieuwe-gragt in't ^.«engEp:Eïö! ÜEiijiei
|
|||||||||||||||||||||||||||||
liSlIilIililïi
|
|||||||||||||||||||||||||||||
bE tjjb ban zeven Dagen maar $|EEft31£oomen
|
|||||||||||||||||||||||||||||
S
|
lllliliilïlï
|
||||||||||||||||||||||||||||
1111=1
|
|||||||||||||||||||||||||||||
«êttugft en alleg neet jjcüelti; 't <$eeu lange Saa*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
s-\
|
|||||||||||||||||||||||||||||
-JÜIIÏïiiii
|
|||||||||||||||||||||||||||||
mi gtOEji- ben / Sa fio?tE usagen caepben.
^a4 IM ^a(
|
|||||||||||||||||||||||||||||
37<$ U Y T S P A N "N I NGENI
II. 3©at C Mtnfö ) ifï batum öcuft bu^raeïïen boet * SKjtl 't lang-vergaarde Schatten ? ijt be ftoet
llanma0t<gMaagfchap? p^tfigelti u 't oetmoEti
«i'Aaioude-ftarn, en ©bergroot-baarg-bfaeb* ©f e lange SBaaren njaalbcn / i©el in een ,©agt je baaiben. Hl.
Cengoedbefluytnarijuetobttïeg/ «»««»
S&ebQlfcierltt met een ©abetltjlf e frraf/ w?nm"
©atnmmbenalletegenftattbentaeg/ *'
€n «anten 't aï ahf met een ^enjen / af:
't ©ee diftHe2E>oomenbeben/ Cn ftoften beel'sr lenen. IV.
<Dat i$ ben fcfietg ban Goddelijke Ma«:
SUoo? l|aager-fjanb in '#J©ereIb0 fteerfcyanpn <©eb?uHt / bte 't aï ont maatig t'onber b?aet / ©f e met een üëoojii IipeI Stammen cp een rn ©anflEelgenïaof ontbjeemöen/ €n J&iben maaftt tot ^eemben.. v.
Steenvoren/ gn©eragterjfbandienglan»
^ertneftftigV ongefioo?3aam7 ftarbe/ bjagt ütD ftaïtfi taantüie tjet aan be 28öamen thanjl 25e3oefit/ toonb mei aan u C bt$ noob ) 3(jn magt ó ^enfrijen ftend utt) Goden! €a amigt boo? öaai- <#efioben. VI.
3fêaar fian die Hooghey d bit / bie in bit tëïeej»
flfti 3taafigenb reeft in on3e .mSenfcöIijftgenb <©ie tot ftaar J|enl erftenb een fiooger b?ee3' «En baar op fleunb: tot mien be Godfpraak 3enö Als Goden zultgy leven, AlsMenfchen d'Adem geven, .yiLUPat
|
|||
IV. D e e ii 377
VII.
Wit toonbet bat be$ Heei en Overmoed, SMggpinuragt3ön|temmegooren Iaat/ %ttooefte Bofch van Kadefch 6eüen oóet/ €n luat baar leeft met naare fcö jiftfien flaat * EnBeekenzetmetBoomen,
Èn Boffchen maakt tot Stroomen ? VIII.
. Vreeft dien: gftn geeffel ftomt en trefit faaft ilOOjt/ $.et saaf <tf>eOocrmt toerb tiafl aan 't ïjerte uranfi/ €n uuuflt 3Ön ^elfj / fiet Songe-rijg bajt fmoojb / €n 't ftcunjel $ niet ban een baltaard-drank. Jer. 2: ai, ^enfreun3eIbatflegrJ'toagbaeb/ €enftcim3eIbananggoogmoeb. A mn bUnBt W ÏJ0O? 't befluyt des WagtersfiOOmt /
^Hnftafet/ ennerft/ bat'tftnerftboo?©lee0en2&een,
^e Lieden <#?ag / be Goden 3fjn 't töebaamt. fioetvaardig-i5iti ? ofanbergonbereen ^o raaftt ben fjaogften Ceder $&tt'tla-ageBoompje, neber.
; <©Goden! toagtmiH&aig! urn$aofb!ntoïitaon:
j-Gemeen beflüyt en fpaarb de Grootften niet/
steaar treft toef meeft bat 't «tëpperfr fraat ten taan, jf ie ftomen C <fcoben ) Romen om 't €»eöiet. *"n dieze zend verheven, Wil Boomcn leeren beven, XI.
~ maat 't Heylig Zaad; fiet £p?unt3eï 3onber arjt
S?tmaarloojr / 3al boa? aller S&oamen ba! jSin fcBo?| en bo? J|out fttorjt oaan; maar in fitagt ^etoaarb/ onttao?telb'enberplanttf3al «nHeerelDHer&ioepen,
13 Louw<na>nd 1659;
SCa 5 P«
|
||||
37» UYTSBANNJNGEN;
Den Medigijn-meefter D U C d'A L B A,
O B T E
Den Geejfel der Nederlanden ter genezinge.
Joh.vandenSandeNederl. Hiftor. Lib.I. Dun Raadsh. Francifcus Franek verhaald , hoe hy itt;
zijn Kindsheyd in den Jaare1^64. of I j6f. en zo lanjf voor de aankotnjle des Hertogen van Alba. op de Merkt had hooren zingen een Liedeken van-veele Verzen, ver' haaiende de weelde die doek in Nederland was , en de everdaad gepleegd in alle wclluften van Dronkenfchapi Kledjnge . en anderztns , daar vanhetflot of kt^eer" Vers van eik Versken was altijd. t Ons Patroon van Alven
Zal u met zijner Zalven
Beftrijken alïo wek
Cnbaacna
Duc d'Aha, als eeifreg^DoHor, heeft de Kederlan"
der-s met fcherpe MeJicyni» genezen van baar e brood- dronkenfchap» dog haarg.egeeJJ'eld met eeneTzereRoede, daar mede hy het B,loe.d van ontrent iSooo Menfchc» door Bculs hapde» Vefgoofen heeft.. I.
|
||||||
$C 't Land in Dertelheden ©aft fpCElöetl
|
||||||
jaflöEc fttneï / <©oe wm men Ijaar, fn iijecbm
|
||||||
®ft fflttt-*zt$ Ojp Jjaac [pel; Ons gqe Patroon
|
||||||
IV. /D E E %.
|
||||||||
=lfJ^^|Ëp^|^SÊls
|
||||||||
van Alven Van Alven, van Alven, Zal u mét
|
||||||||
zijner Zalven Bellrijken al-, zo wel.
ii. %a lang frtjecn 't ©oo?f{roo6 logen / fltot bat be Wetla 3Ün 3»t/ (Én't^obtrelp gebogen €en taaïg t>an bulben Qab ■: Wat fttoam Patroon Duc d'Alve, Mtt%uf/ met^oog/ en^aïbe/
3Ne fttaam Patroon Ditcd'Alve,
3H&et2taaatb/ ©neé/d&ilgenlfïab.
in.
3Bu xit 'H ben <©uben doorgang VanWeeideniJMlujtaan; ; mt# Iaat (ft op bien $oo>3ang/ ©ien 3elben J©eec-3an0 gaan. Een andere Duc d'Alve,
Ducd'Alve, Ducd'Alve, • *
Moet u met zijner zalve Bellrijken, zal't wel gaan. IV.
Wat 3ag men ban get <0oeben
33aautolp£ een 2&eelije gaan; 53aac nu be bolle Vloeden Van Godts weldaaden Haan, Een andere Duc d'Alve, Ducd'Alve, Duc d'Alve,
Moet u met zijner zal ve Beftrijken, zal't wel gaan. foub/ «met/ fco*ftïp?jeben/
|un|/ afiner#taeïgela3n |
||||||||
mt
|
||||||||
s8o UYTSPANNINGE Ni;
ïegtgntertoeUuftaam Jen andere Ducd'Alve,
Ducd'Alve, Ducd'Alve»
Moet u met zijner zal ve Beftrijken, zal't wel gaan. ©0C3at men fo ïjet duyfter
&f ng onöeftenbe pa'en; J9u leetb beg vVaarheyds luy fte» J
m in <#obt$ pabcn gaan. Een andere Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve,
Moet u met zijner zal vc Beftrijken, zal't welgaan, vu.' ♦Den luyfter dergënaden, 92te 't 2CI betöaajt boet ftaan <|n ftragt tot JlepTge baben/ aCegt gp totontugr aan. Een andere DuC d'Alve,
Ducd'Alve, Ducd'Alve,
Moet u met zijne zalve Beftnjken, zal't wel gaan: VUL
&\i fiUUb gp 's Heeren reden,
gjn oberUlo'eb bcrftaan: Maat ytt.' in betteltjebett Jkeent u be roalg baac aan» £en andere Duc d'Alye,
Ducd'Alve, Ducd'Alve»
Moet u met zijner zalve Beftrijken, zal't wel gaan. XI. 3üu Ban « b'onïujl (ïunten
$et ^cct met bet öeïaan/ <||n Waarheyds kragt daar buy ten ~ H&aetlaajM baat öunten {taan J
■
|
||||
IV. D E E U
Een andere Duc d'Alve,
Ducd'Alve, Ducd'Alve,
Jüdaet u met 3ijner jalbe Genezen, jal'ttnelgaan» E.
Uet zoete Juk te bjagen
C Wet anb?et onüelaan ) 5£aat gu u niet öeïjagen / jÉaat tnilö in vryheyd ftaan. Cen anbece Duc ei'Al ve, Ducd'Alve, Ducd'Alve, H&oetumet3ijnet3albe
Patleeren, 3a! 't mei gaflU.
XI- ®n toiïbuSCaebfcgeXeoen
3&ietboenna'tIeuenftaan/ joaaac groeub in VieefchlijkhederiJ g^oo? 't «Peeftelrjft bermaan, Cen anbere Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve,;
Htë aet tt roet 3D«er 3altie Verfterven, jalt tael gaan. XIX
$ïebannen en be Vloeken,
'$ ïanbg bnobelijft jpengn / éuüJübgnnuniet3oefienï i|oe3ig Det Xanb tiecfttogn, Cen anbete Duc d* Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve; 3H9aeturaet3Öner3auie
g&iewyzen, salttttlgilk XIII.
Ittn nmebe Spottemyen,
^'tujrienbeitfltbertnaan/ Roeten 3nbttlbfglp'en/ mt in ®abt$ b?tt& (taait. .SSen anbete Du? d* Alve, |
||||
'3te ÜYTSPANNINGE Nj
Ducd'Alve, Ducd'Alve, USaet u tnet 3tjnec 3aïbe ©oenzwygen, 3al'tmelgaan. Wie taeet toat tiettelgetien
(iSigt ga een JS&aaltijb aan) ©an Pragt en Lekkerheden <®p gtafel moeten fiaan.
Cen anbete Duc d'Alve, Duc d'Alve, Duc d'Alve,
ïBoct u met 3Önec 3aibe yermag'ren, 3artÜMgaan. IV.
Ilta 3ugt na Seftnecnnen /
jfïa vreemde Spijs en Wijn /
©en fytmti nf et te tn'n /
€nfc&t bjeembe «iMetjfctjm Cen anbete Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alvei
SS&att u met 3Ü nee jaltie Genezen, 3arth)ei$tjn. X VL
©at raaten-ïao3e truppeien
<ëf 't magtfg ^naren-gaan / ©at C9?i|te-Ioo3e (junueren Cafcljt ano^e JUSaat-f e-fïaan. Cen anbece Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve,
Moet u mjet 3ünér 3albe Beftrijken, 3art!iaeïgaan, XVII,
©e Pragt m um geteatren
©antëoub/ ^ijb'eTti^atön/ ©aat meeb ga gaat fieïaben iRoetaf-geligtetsgn. OEen anbete Ducd'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve, |
||||
IV. Dn x., U
Matt u met gnner saï be
©ntlaften, 3afttael3Ön. XV Ut
©taaajSsijtgp in't ontblote»
©anbatenfdjaaintenpfja Uraben/ bat gefloten €n toe! öeöuntf: moet 3tjn, Cen anbete Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve,
aiaoetumet3Ön«3al.be Bezinnen, 3aI'ttael3Ön.
XIX. 3t8n beer ö nat 30 beet 3eereg
Ht'taansigtal-te-maal Met Piaatt'rcn boen onteereni Cen goeben Jfêeeftetöa&l/ fl»nVaat Patroon , Duc d'AJve»
Ducd'Alve, Ducd'Alvej J2aïumet3ïïner3albè
99el heipen ban üie mnaai 4$U kneveld u in Boeyen,
©au ICinnen en ban ïfcint/ ïtëte if omnierïntt bermoepen mr» armen en uto^anb. QEtnanbere Ducd'Alve, Ducd'Alve; Ducd'Alve, Ducd'Alve, dptumet3öner3aï0E
bt b'cen in ö'anber Bind. XXI.
%&e vnlfche Lok uta fangen
35cbefit; bomfrijen^töff/ «erntopu ^öjftenfiangtit ^an^a^en^cSouoetgof ©n3'goe Patroon Ducd'Alve»
Duc d'Alve, Duc d'Alve,
^Iumet3öner3albe $>Hgtcaitpr.bit»ftoff. |
||||
384 U Y T S P A N N I N G E N.
XXII.
©anwijsheyd, bunfitmn/ 3Uflten
WtKizbtn/ bfebelaan Mitt 3ien of goede tugten ©oen 't %anü te gronde gaan. Cen andere Ducd'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve,
gaIumet<$ogeH-3aIbe ©it zien doen, enberfraan. XXIII.'
5©at bab'ren anje ïicrften ?
25eh! 3egtflP/ onzen Throon
En lijd geen Schotie Klerken Mqq juïöe <ö>obeif 2&ooU fl^jy'gaePatroon Ducd'Alve," Ducd'Alve, Ducd'Alve
gal u met ^Toltec-^albe t^aajl kook'len van dien Throon,
XXIV.' 55a! nusaïunfetbtttingen
fterft-bfenfr nog ïierfien-raab / Bog ïtroon nag $Efaoan ontb^fogen ©at9Cntt-Cr)?jftffc& Zanb 1 «Een andere Ducd'Alve, Üucd'Alve, Ducd'Alve,
£aïumet3tjnerjalbe. ÏJaaft vryden aan bat filnaab* XXV.
25o gn de tijd tnflb taeeten!
g&benj&opjjeet/ nogSoon ©an eenen der J&onljeeten / SWfeen3eg/ bat Patroon ©at 011$ / Patroon Duc d'Alve ; Ducd'Alve, Ducd'Alve, .maoetmaaSen met3ijn'3alhe
l£an üeejl Melaatshey d fcBaan. XXVI.
|
||||
I¥. D E E L, fi%
XX VI1
' ©f't.^paanfCÖeofFranfchen^aï^Clft <©f 't 2tneeöfcjj C met ©eenfcDen @ttaan)
<0f 't ^r&atfrij' of ©untfcBen $M3em ^al 3tjn / fian iït nfet ra'en.. Sfltaog Patroon Duc d'Alve, Ducd'Alve, Ducd'Alve, * JllSaetan$lmet3giier3alUB
BeftrijkensarttaElgaan. Oogft-maand 1659. NB. De Heere Godt heeft ons door d'uytkomft ge- werd dat 't Jaar 1672. daar toe beftemd en de Fran$oy~ fen daar toe verkooren vvaaren, die 't op die tijd tot 20 "Verre hebben uygevoerd. Dog nog en is de waare ge- ringe van Zion niet gerezen. Jer. 8 . 22. 't Heylige Sacrament Oncheyligt.
I. |
||||||||||||
D
|
||||||||||||
<£$ Heeren Dood taetö jtattg oberoagt
|
||||||||||||
Mli§^lÊiïi=liiÉg^l=iïÉ
|
||||||||||||
3jn 't i|Enïtö-maaï / en ner ® ifcfpElert-fdjaat gLoanli
WiWmmwmmmWm
Wee gaat Kleed vol y-del-heyd en Pragt (©at
|
||||||||||||
lililliglffeiïl
|
||||||||||||
^etiÈieni^uubelinQaatletJEn. ïtëaar ^ünonbec
|
||||||||||||
*fce3' senoaiïEn <Pe rEnt-getaEiien Dooden.
25 & il, Mm
|
||||||||||||
}tS ÜYTSPANN1NGEN.'
JÜHCn benfit om 't Hayr mee Bloed en Zweet gaklirt
€n laat ben $£oIft in pjagt b«m Soutien 25a?ft ©ieuefbelaagöetyfeft' Uerüiecmen. I&ib 3^P o* 3Ön $oïïenaar# / 't BJepj met gen fiojjt £al 't3onbtg l^ert Bettefificn/ €n boa? uta flagen befiftrn. in.
Jflfèen benfit om Band en Touw die Arm en Hand
Gekneveld hadden: en fict pjagtfg (^tct Mm nog in toeelb ïjaat SCnn in ©oen en ïtant ©nroetïp fineto'ïen: %$ bat niet bie fmert C ® 43obbeïoo3e rotten J) §C Ijl magtelooê üefpatten i IV.
Jjfêen benfit aan 't Lighaam naakt aan 't Kruys gehegt j
«En 3iet bfe onüefcfiaambe bert'Iebaar ontbloot gaac 9Crm rer dHïeüoog / en 3cgt/ De Naaktheyd ban benl|eplanb finertet Daar. aCufl u bat te gelooben ? Mn 3*8t gp 't aan een boobem v
mt Lokken fê,nenben / troet'fen u ben Borft;
® it gu met bupften flaan moe ft: en fiet Oor #erftoppen3pubeecïgfi: meteenftajfl S&ebeftften uw Hert en maaftensefaoa? «öobti Woo^ben an6efioo2!tjft / ®obt£ frftigten onboo?öna;lö8. VI.
©et Harnas en be Boeyen biCUÜlArm?
^emunfrerb fjouben ( fètaaas?! en mecfit gp 't niet? J
S&ebbringen utae ^anb / bar gp oft arm! Des Heercn Brood niet nemen ftunb; en 3iet Zn roepen u/ sotaeere itën 't ^aïig ürood den Heerc.
vit 35'e naafiten SCrm toonb rap nra naakte Ziel, m* sonber ^ualoffMüfleo ter Sftupioft tyingt / A |
|||
iv. DEEt; %%j
^njonber fcjjaamt *n fdjanb'eii ^anben Mtl/
€n sonöet boogmaan Miferere3ingt/
€n bzg l 3aï naaftt be blagen *>an 'g l|eeren toajne b?agcn. vin. „
f 25enb toatt Wen Tuy t mogt toéi éeclarig met 25iöefc
©eMittV tenbcerirjö j§cüautaf»elftrenften; ttran wn fitctjgec öie in ï|anben nrijgt/ en boet petSigjjaam balgen: ofben%nieIbaii |l ïeerben in uta jierben $et lot ban 5BB3'ion erben ? IX.
Cu! ftaafttbie knevelende Boeyeri; tot
fzt rauto i0efïagt met beel öefttaamer tung ma Arm en Schoudersp?ang/ en tot Jjaatfpot ïïtnlCtjf in bienfo?m/ irfenrjomttoflb/ öupg* S*f toilb 09 met uta Bf ïeercn ^at pronken nu aï leeten ? gjftbugt/ 6é Heer ontbloot zijn Arm aïbaft/
€n naafc tljeub mogt tod ijaajt ong fat3tjn: 't $act Pnbfaot/ enDïaatitaan/ a$benroutaeno3ajt **tofdjaamte3ien/ enjaffiefpotten. ^art gjemnietbieb^eijgbutofcöoot/ en «^atfcöaamtbebent/ fbnt&lootett* 2 Wijn-maand kJjjj.
• Dit en 't volgende heeft de HeereGodtdoenköiiiëËu als
üjne H.Majeftcyt dat naare Schouw-toneel, van Brandl en Moord, en Vrouwen-kragt in 't midden van 't Landt ende de Dorpen van Bodegraven en Swadenburgcrdartt ge- field heeft, op dat het van 't gantfche Land gezien j ge- dord , en met deernis bejamttierd zoude worden i Die; H. Goedheyd öf Verdraagzaamhcyd zig nog vernoegehde jnet een ftaaltje van geltrengheyd in 't rhidden en tot waar- fcliouwing van allen, ende kerende wat het H. Regtd'on-. bekeerlijken dreygd, zo het de H. Wijsheyd niet en bef toaagd dezelve door vöorfpoed te laaten verlooren gaanj |
|||
$88 ÜYTSPANNINGEN,
|
|||||||||||||||||||
TREU R-Z ANG
yan een Weder-gebooren over de Zonde? als de Heere henderz,elver bitterheyd doet fma-
ken, ook in en door *t vertoog van zijn genade in den H E E R E J E S U. |
|||||||||||||||||||
Aimm
|
|||||||||||||||||||
JLX.
|
ü| bat mijn Herc ( öoo? Usagen %q liQt
|
||||||||||||||||||
fei=Ü£ÉÏ=Ég
|
|||||||||||||||||||
inftfjulögEtogEtO
|
Jtuiunerjyjï öEluooen
|
||||||||||||||||||
tteurenöeöfe(©o0e n itëettfpaingEnEnalJinjtngefl
|
|||||||||||||||||||
I^Sl^giiSeiii^Sii
|
|||||||||||||||||||
aee/en maafit' een %tt ©an jHtfg^caanen-uogt /
|
|||||||||||||||||||
i|:-pl^^i:=:^Ê|fpl=Êi|E:-|E|Ê::pS^i
|
|||||||||||||||||||
€n öul&e öe Eogt jifêet een naas wee! wee •
II ®at ftaab'ge ^Ttaanen-bloe&en ©on? &pM En ^anfi mn UoEbEti ï <$at(£raauEn'#®aag0mijnlufr;;tjn/ «©at ^raanen 'g .JSastg mijn rufotjn! ï©ant 3iEt! mijn ruft en luftloosheyd ijl nu mfjnlafi» S2toom maar mijn SSsbb' in ^raan ! ïBant fïaapEïoo^ gaaiï ©atilalmgntufi, u,
lil. Mp
|
|||||||||||||||||||
IV. D e E l\ %%?
III.
aa&gn ^?ien&Ên bfein Pfalmen,
6etooon 3tjn fêjeugbe-gaïmeu
fean Davidsïoff / Enftneeften
a»&etmn ingang te fpjeeften! „_«,,
(^egöeeren ^eeripljepa altenen Lof-3ati0paf|/
5CI taaat'9et €eutoen lang /)
aa&aar Vreugde-ge3ang
Sfêmnmteenlajï:.
IV.
^ijn ^ienoen We be ceben
^e|^oogflen fiunb uejreben /
<©m treurige gebagten/
<PEetrooftenente3a0tent
•% l feiina niet aan om mp met ttoojten bit feeefajfet
t'<©ntnemen/ taant mijn ^ert
Verlangt nu na fmert/
aaaaarnaujeugnenfet.
^f e fiunfr geut uan Bet kermen*
^at ^teenen sig etfiermen;
wn bergen fiunb boen fcB?epn/
f n^raanenpetftuutïtepen: (treuEfe
gomtïeerbmufcB?enen/ offcB?eubpuoo?tnu/ eij
^unb ga maar maaaen bat
■Mn^ïelbatoofibattj
^nmijn Jlertefc&Eurb,
* VL
*f tifl Luyt, ftfll Cyterfnaaren
*Lmetmijn^temm'te naaren/ faö" ^temm'i^ baar te grof toe/ fwiftBettuoIöfiiofmoe: (0En1&s/
gangbaar/ Bang baar/ aan'tïofüanJE>abenï©ifc>
gnroerubieuhinb/
^tatyeugbigmptainb/
^feeulaftigpa»;
m a yiL ÖZori
|
|||
35® UYTSPANNINGEN;
' VIL ê Zon gp laat utofttalen
Ce Ijelöeroymp balen;
üom Golften beftt3ijn 2Can3fgt/
Cn maaftt mp treurig Jfêaan-ligt«
<$n ©ogrft je§ öfe met it *5eft jeng fpeeïb gn fitoceïö/
©ie'toette 30 ligt frreelb/
Cnjreeibbietottoeelb/
38Sp u ^ternra* becbeelb.
VIH. t PAUSÉ
00 ^cöcp3tip bie benebeu /
Stta ^rijepper met gebeben / d&ji .èrljepsefê bie Ijierboben jtóetbanft/ ïltaJjdïepperMicn/ fictapljim/ Cfierubïm/ prftelbenSCbamlimj/
etfiefuta^tljepperbjp 3Jntyeusb'-lof/ maat lp Itatt&nietmee'smg. IX:
^iet bat Qet Heerlijk Wezen «©ntoaarbig 3P gep?e3en/
®y iftbielïJeplig&Eben
#ntoaarbfg aotbeleben:
J5pan al mat ^eplig # urn nragten t'3araen aa&v
w ift 't ontaaarbfg ben»
(3Htafllig beften)
l^antiftijebmtëbaan,
-X.'
jUfCt bat ift C min genegen
gin lof betf peeren ^egen Mtt fangen tebennelbcn} $ntaiïïfgbiebertelben; a^ mm f mWngt moOf m; maar bat ifi m tawtf
^elaajSentoaasbigben * ( Ik toilïtg beften/)
U2anUfi8ebnusbaa& XL Mi*
|
|||
IV. Deel: Ijg
XI.
3Bf et meen tl bat He naben ©at? Ö'CeutDioe genaden,
taar beuren taillen fuipten/
n alle gaebfjepb öuptch: min neen/ biegoedhcyd$alatt8ben€Mttoisftaait po0 at 't ontaaarbfg Ben (€n'ttotHfgÜeften) wantiftftebraté&aan, xn.
gtmb die Hand tfobtg HEoffpeeïc»
gouti die Keel«3abt$lof btoeelen?
«auü dat Hert 3ig betmaaften l
ö'e Ziel ten b^eugbe raaften i (fraai».
®te al baar ftragt ter ^anben-bfenfc sa lang beefe
$%gfftoHtaaarbigben
(JtittiiHitg fieften)
ï©antiftöe6wii|öaam
^ XIII^V II. PAUSE.:
^e^ Hebren gunft mn 't leben
üfnalleg heeft gegelien/
gtin j^enb'lijftftenb on SCarbe
~°?gbuïbig tnp öeluaarbe/
^tfet!Uoa?aibat«5oeb/b2gonbentoafbenbani/
^'e|tfi «ntaaarbig ben
DOS taf Ilfg beften)
^ötsijn^eten^anfi.
XIV.
S^^atfian^ Hft eeluftt taa#/ 5W ift ter neer gerufit toag; ©otjt# («Eben-beelo gefcftonben / ^nbMft in ©oemb?e «onben ^etïjao?bcbanftet^eifcfigefitijfc&b0oamng««^ göbt^egterfianö tot ftsaf/ |
|||||
Meteen Ceabrtsteb.
99» 4 XV itëaufc
|
|||||
ÜYTSPANNINGEN;
ttëOUb ï|p 3ig inrjnl erbermen,
«En b?itnöEïöft befcgmnen / 3!a liEbet unt 3tjn ftraïEn Ten lagen Mensheyd dalen, <©aniBberging. €n3tEtbaar! 2onbetoa|bEnbati8
JEieginontaaaEbigbEn
CSift'tbJffliofiEfiEn)
Ötot3Ün€ctEn-3anff.
XVI;
Ï^En Bron van Heylen^EgEn <0tU0 3ig \R$ Heyls omlegen, <èn om mp tueet tz spzïtzn Bloed xweeten in mijn ©ÏOEMCnt
€h 3ict! ber mazfan fêtoEft bE ^onben toag ben banB»
SPieg ift ontoaai'bis ben
Olft'tttiiütBöErien)
^at3önCerEn-3anB.
XVIL:
Wz ftrik 3fjn SCrmen ftneloe / *©E fchrik 3tjn 2tElE ftïöElbe/
ïPeÖegtEtlöem/ inb?eè3ett
=©an Godts Gerigt, UEtött3en;
H*ï Jïaat en trflb boa? 't regt/ en onbann fê sün bant,
mz$ ift oninaacbig ben
(aft'ttailltgbEften)
f£ot3i'jn€ECEn-3anft,
XVIIL1
't Hert in 't gerot» berljf ttet / ï)et Hayr ban S&Ioeb geïtlfttet / ï©en Rug met ïïae'n booj-booret/ i|et Hoofd met 33ao?n boo?-boor.et/ 't gevlekt gezigt fiteeg niet ban onbanfi tot 3ijn bang, ©te^iHontaaarbigben (^ft'ttoflïfgbefien} jCot3ön«ewn-3anB, , ^ . |
|||
IV. D E 'e ■'£!' ; '-' '3S*.
XIX.
©00?-fiOO?bC Voeten Handen, Stan 't öruu? in Vloek cn fcftanbEn <tëEl)Egt/ befpot/ tertoaatEn/ Van Godt en Menfch verlaaten, *„«.*«,. h««»
ferègt^önbEntot3Ditlaon/ enonbanfi tot3gn Danft.
3Negtft niet toaarbig oen
Caft'ttaflligfiEfiEn)
fftttfnCm»*»* ^ nL PAUSE/
ïtëatfiabfft grootst benftEti
<©f <$obt mp ftunnen fcïienftEn/ |Wg upt 3ön ^EinEl-tg?oonE ^nn Eeuwige Hemel-Zoone
Cen 25020 te 3enöen boo? mp gantjl af-aarbfg $tfnb 5r
€»3tEt! mönHertefiranft KiEfcöenftentEnbanS i©agiftniEtge3tnü. XXI:
Jtoo? spi^aonibiEEè j©anbEn Vergeving van mijn Zonden,
<£nbjpyepbban minibanbEn/
^heeke bon? mijn fcfianbErt/ •- '•■■- («toto
«ïEft $p öie 't 3taaatE paft uan ntgn fcesfoaatb ee*
©PU'gt; Enlaajï! mijn^ett
In'tfttaabEbermerti
^eebe nog geen <$oeo.
XXII.
^npt Ijabben stjn ftebEElen £*n «Beeft nip ftunnEn besten; »3epbl|p/ tft3alfeabe *tïtEftfien mEt genade. _ ,,
^aat ïaa?! mijn bupïe 2iEÏ geeft bit <$enaöen-!ee$
^rEt gonben-y euï getnaaftt / fntfiapegEtaaftt 7?*ö'lJetfttoaabtEmeet. vttt ■
VS>ü $ XIII. €en
|
|||
§94. UYTSPANNINCEN.
XXIII.
gen fóonfnfimet ©omenne i$a£ boa? mini «Staat te ftlenne; 'ft maft ban $obt jeïf uemluö 3jbi / gn boo? jon ^oonzijn Kind 3ljn; gen Xübelnig / een 43unir-genuot ban allee %tm éeeft'pJtëeretti^af/ Belaag! ©ertoeHujtenSBag üBugeno3entaeer, XXIV,
jfêtjn £tel ban oub^gefcljonben/ Wut 3Unb?e ïlefb' verbonden
Aan 's Hemels dierbaar Heere, «En 30 geb?agt ter eete / (fionb/
«Cen ton ban eet 000? 30 een Igeerlp ^routa-bec»
©?onft toeer bie ir^elfcge itëjjn ©atoubetfemjn/ ©at be SKel ru?" fdjonb. XXV.
©e Scagt ban '# Hemek-woord© Mm Zitlt niet öcno o^be:
©C Danben ban Verbonden
üiaijn ^icle niet en Bonnen;
gCjn troep van Heylig Volk ging ttlö ttXX $tmd bOOj/
Mtt ï©oo?b en ïfêetïï; bog 3iet
Sft bolQöe3e niet
®p Bet $emelf$ fpoo?.
XXVfc
©en ^emelln mebogen Den Geeft 3anb ban om {jongen/ ©en $eefr om mn te ligten gn tot 3ün %up§ te ftigten / f gtBïufr)
jEBaar laag! ilt Beü gemaaftt (afê t «0t tuat toap
©epl|emel^-üioonmg fiung/ <Cet eereloog l|ung/ ^aneen^aröfcöe-lujro VV„IT ~„
xxvii. sa
|
|||
IV. D e e $u |5f
XXVII.
3Fp! ©ati&ChriftiLede, Sten ©unbel-bfEnft fiefreebe! JFn l bat itt öeD gefcljonben <60btiECif)jl/ enCö?ijiiJ©onüÉn,J dFni fc» Vp' fpi fB' JÊJjn%ct5EBK00ecnSftt! (ft 'ft^etfo.ên mijn tpgtn %iel/ ©ie 30 ligt meer biel Slnbe^ïabernp. XXVIIL
^tq?t !|oofb en ©ogEn 55ecfic« ©m t Betbe Hert te weeken, ©m b'aangEöaftfien fioogjjEpb / ©en ftanïï ban 3o?geioo^Öepb Te loffen, bon? een ftagen b?on bön^ïaanen-bïatOï Te ruy men uut Bet ^Ctt Ünmiïïigefmert
^ao2 öEt iEniElfcB-fiïocb j
XXIXi'
^Et25ïaEbbat^HEmElé-Hefbe
©mjtuygbEn/ Engeriefbe an'tBulpEloo^erigte. D&ijn %\i\ f Boe bug! 't öESigte ©an dat Heyl, batl dien OndankSXEtïtóffPlttlg/ b&&
(©nmagtignog een B^ooab
§E3ingeii3a't8oo?b) sEnnbigmEtEEnfniB.
Qras-maand 1.661. |
|||||
'Mm
|
|||||
0 ÜYTSPANNINGEN:
AANHANGSEL yan eenige GEZ ANGEN die in dé
ordre overgeflagen waarenjr ~^_—_--------------------------X_
EENZAAMHEYD met GODT.
i. |
|||||||||||||||||||
r\
|
|||||||||||||||||||
iipl^SppE
|
|||||||||||||||||||
JL. JL
|
EmelfchOogcn! ffltib gn bOQtn v^atfftu
|
||||||||||||||||||
fiom fnjeeften aan ? lEaat &an alle // ^cftepSEÏgE
|
|||||||||||||||||||
lialïe itöt mijn fyttt en fiunten ftaan. ö Hey-
|
|||||||||||||||||||
ïUli
|
|||||||||||||||||||
=ïil^i
|
|||||||||||||||||||
lig eenzaam! Met Gortc gemeenzaam, Slltgb
|
|||||||||||||||||||
ïiiiiiÊiiïiïïigïigii^i=iij^
|
|||||||||||||||||||
Ecnig om te gaan/ 9Citij& eenig om te gaan»
II. SCïmgntragten// majjnbertoagten 30 na El / Mijn Godt alleen: ï©anttieft!aare// ^egen-a'cen ^djenaen 3tg uut u ban een. ói Hey lig eenzaam l Met Godt gemeenzaam! Pafifftmaannetu gemeen! itëajMftmaac (ï*.
Ju. i
|
|||||||||||||||||||
Aa n h a tf ö $ e j;; 397
III.
^ r©ocjlöne! //«Paar bErbtoijnc
mazt mat in te Wettïiy blinlit. ^aatmginöotEn: Mttiznfyaaten/ ®aac mijn <0og Bet aï ant3tn&t. ó Zaüg eenzaam! Mee Godt gemeenzaam!
^aac öEt al ban Godtheyd fiiinfit! ©aac Bet de,
IV. 'ji©EEÉÏtjgagten// 3HbEEa0tEn
fean / in bz$e tenl-moEjtnn.
Schatten, Staaten// Jtëilnglaatfll/
fïl mijn luften 3onöEr pijn.
ó Zalig eenzaam! Met Godt gemeenzaam J
^aac ifi Ieeq' on %tmti§ m&n l ©aar ttU^
V.
SCcïj! &oe nietig// J|0EberoaiEti8 3i0 öejS Werelds ommegank! ^te met t©oo?öEn // $ng bEtowojtiEn /
€n bErfiifinen mEt ïjaar flanft. o Zalig eenzaam! Met Godt gemeenzaam!
^uur e öat bjn CEUtaen ïanft! <©uur e öat bjn de,
VI.
^ïïjEt Heerlijk// S^bErBEEriijft fn be Sniffen gunften tainb. gftettoantaipfter// 9CIoen lunjïec yvit men in öe V&eztlb binb. S^alig eenzaam! Met Godt gemeenzaam!
^aac iftfiEnbE^EmElf-b^inb! ^aatfltmmdc»
VII. W*t En finmEn // «JPsen @nb?nonwn
^Et en Bomt QEEn ©?nnme fip. ^?ootnog6lEEnE: ifêaaraïïEEne f» - EnHeereJefu, <#n.
^ahgeenzaam! Met Godt gemeenzaam! «awtfihjoïflftBttt/ EnbjJ. ÜDaarfBdt,
yill. Ms%
|
|||
3?8 UYTSPANNINGEN^
VIII.
mctnittVtït// 5HSetll3toeeU'i8/ Jefu noo? %tt goeb* en fftaaaö: jBISetlllfrecftft// ^EtüEtfift g^at bn u te laagten ftaat. o Zalig eenzaam • Met Godr gemeenzaam! ^aarmtbijefusmetmugaat. ©aar tngn (
3nïjetoo?bêeï// ® aar geen boo?beeï
g$/ bon? umanb groot of fileen/
<® aar geen ©?inben // ©?ienbenbinben
Sü^jetaiefu^mu alteen!
ö Zalig eenzaam! Met Godt gemeenzaam!
Sin bat <©o?beel in tetre'en! SJn bat $o?beeï (f c
J E S ü S MIN.
£ G//0
Gematigt. I.
SC-botfter Echo l Wit bt fiffle aEm
|
||||||
©an menig i&arbcr/ menig ^arberin &er*
SllÜüiilliÜÖgi^
|
||||||
fuieb/ 3Öt gn gejtojben/ nu ffi ïeeb'?
Echo! ^Meeb'*
II.
jaaijn Leven nu eet(i toaareh'jft beginö JBu't^ert/ in't minnen nnerbaaren/ mina. ICeefö gn nog Echo, fp?ceït on mijn $?aag b?n. Echo. « ©?angb#
III. fl^c
|
||||||
AaMBAH6S1|| 592
III.
ffcat 3oub' fft b230cn i 't ^ert i§ ray bEtbuïö
»att30«nïicfJtJÖÖEpD. 41iaaac/ Echo, 3UÏt ©ü nopt«tjt blagen/ taat ma beerbï ^optiet* Echo. Jêogtfet
IV.
Jj^ogtang bfe mfnb / hifi 3cïfeetfl 3?jn gEbjaagb. 3r> ttiin €en Die ma üobcn ali' beljaagb. Ca/ Echo, bjaagbgpmpnietEEng/ toiEfft* Echo. ifêfeijt$
V.
Weerkaatfter, bit nont Mctif b?aagb/ b^aagb 00 mp ï ©ar'j^e'ösaam. 3Èigtambatimjn©?aerB *©at jEiïuaanré tè / hiat Godiijks c öenB iB) ooft. Echo. SSBaoft.
VL
9!a (fcobltjft / toant Hy f g bet ^eeceh Heer. €eu Koning aIlECÏSonin0en/ bol Eer,
©Olrieerlijkheyd, bol Glans, bol Schat En Goed; Echo. €nGoe<i
at VIL
Xpeb S 30a 3ijn onbetbiEnbE Goedigheyd
i*fag ma boo? alk @Etjben toE-berEab i
^nb' oy 30 onbeatöpElp en toog l Echo. n£nhjtj&
^ VUL
r ^ $emefê Wijshcyd Enb' fiaat <Sr.Ratt.En al
SittSÖnnV bfE tap hiel raan'En hoeden 3a!/
^fotagEn ma bzz l|Ellen-magtEn fcfioou.
Echo. CnftÖOOtt,
5§ Öecft alben bE^cfioonfeab ban toat beft
ïSpar/ Echo, jjjaagt niet mPEc/bog(ln1Ibgp) geEft. *«9 öuBb'lijfi anttooo?b op Bet 0cen 16 toö Echo. SJfthstf.
|
||||
te» U YTS P A N NI N -G E N.
X.
SlftjtabEtïEgen/ toatu"!beegmön1£?tEnb gaiboEii. ^eg/ Echo, tnatfjEmiJEetö/ nfbienb/ i©at©etn mEE|i b^icnöfcftap bDEt / of't raeEfle tart? ..... Echo. ÜEtHart-
XI.
3&at i$ bE fp?ing ban aflE <$0Eb Eti üitaaab j|oeö?eng ift Hem öatfiEjttOE/ batmön baab 4H8tt3eïbeniEten bu ten tamy'gE tyaoü i Echo. $ebQCi&*
XII.
SHI 't ï|Ett Hem Hef f ti 't lïEfbE-bpEt bEtbjanb; ÏZa $|i>Blg' ift Hem öat tEn <®ff Erganb; Cn^cÖJöb'ifimEtmtjn^ErtblOEb/ Echo, fa. Echo. (©lal
XIII.
3ü9aar laag! ift boEl mön ttage 3o?gefoo$jena ©an 30 Een ap3Et öifttaijl^ af-gcïepö. JSeg/ Echo, taatmnmeeji ten fttaabe toog! Echo. fóEt^flS'
XIV.
©etleubEnb <®ng! ift jIeeB u tatïïf g upt SER ftefi u niEt ioeee ban öoen En Hupt Sïl mijn ÖEgEEEtEll in fiEt Onzigtbaar Echo. Zigtbaaf*
XV.
^igtöaat/ bat'gtoaat/ maat baaj't Geloov'alteen* 't Geloov', öat Dn3igtbaat' öat <©ngeniEen! Wit ftenb 't Geloov', taiE IJEnb bE fttagt bis 't geeft. Echo. ^ie'tftEeft'
XVI.
Ccn 39aam banjtoaat b'ontfanget maat öeBEnb.
jaaaar/ «Etfto/ 'ft ga na Uiting/ EnmaaftEEnEnb. ^e^onne baaibin't ï©eft/ Oen ®ag gaat fieen. Echo. <C>aatB«fl'
Hoy-naaand, 1668.
JESUS
|
|||||
«
|
|||||
AashahoskÜ
JESUS LIEF DE;
i. |
|||||||||||||
i*%
|
|||||||||||||
31ele öfe genengt tot ïteben / SMtijb lieber Heft
|
|||||||||||||
ban leeft, ^eg toat u öetaberb Reeft; Piemel
|
|||||||||||||
yïeegt een ï|an? te ftïieben ®oo? een berteï on*
|
|||||||||||||
ÉlÉiifeii^^ï^È^i
|
|||||||||||||
öerfcRenb. %itll toat Reeft u ba$betïenb?
ill. Jefus i£ fiet boel bet JMinnen / 33aat öe .JSaalbe ban nnj' l|ett 2&ilïgft au gebejrfgttuera. "3$ niet Jefus 't tuit bet 3innen. v^aar 39 MItjft Reenen gaan i SSieïe/ inaaramfilgftgpftaartï tleötgn't minnen ban bergeeten?
2$ in 'tföer t üit 3oere «ragt ^iefietaWotiber6?agt/ 2eIf|nut'onbec? ofbecjleetcn? 3*bemin/ afêoberal/ 28n u niet meer lief getal i IV.
*W bat niet mgn Zitl/ fitt ïebm ©aauMientébeMin, Cnutastnnelaosesfn |
|||||||||||||
4»i UYTSPANNINCEN:
^eeftubiftbm"$30 gebjcbett ^tot een Itëcrelbfcp nietig bing/ ©f um leben baat aan ging. V.
'tornaar/ 2fele/ natnn'oogett ©f boa? nlinbe ontoeetenfiepb ©f boa? btoaling jgn miistepü: ©f 5Ön ban fiaar tuit berblogen / ©oo? ftet fcöiclÖK tuffcfjen ftaan IDaneentoalmt/ temjtaaa^/ entoaan. VI. 'tgfêbeeïeer/ omöatöfetaaar.ïjep&
©ie in Sefu't goeb belooft/ $an mp niet en taecb gelooft. ©ie nogtang 50 baft 30 Maac Iepb: SZieie/ jegtoat neemt gn aan/ ïtunb gp op Godts Eed niet ftaan * VIL Snode Schepsels, IjCCte-öf eben J
©ie betoijï gnjagtjegfirEelb/ Myi ba jt ban mgn jefus fteela / SJft toil u niet meer geïieben / Sla niet lieten: Cnuteftut S5p mp fïegtji boo? noott en nut VIII.
Sknb / O Heer uta Ligt ban öoben / ©at be bf cpe ontoeetemjeuö ©an mijn bup jtce Stele fcfjepb: Jgenb um waarheyd, $ttib geloben / oEn met een gebaelrffi taaoio ( Weet ifi) $ mijn Sëiel tieftoeeb, IX.
©an gal ja mijn S2f el geloben ©at öe JEerelb agt aïjS Mitt/ ^at3P3cibeni«en3t«; |
||||
A A N H A N & S E Lr iJQf
Cn bat nïïeg agtsn öoben
©atspjfEt/ Enfmaafit/ EnbOElfe/ «Paar öe S^ecelb 30 om iaoelb, X.
33an saï |a mgn 2iete ïieüen Jefum, öaacbatgrootEgoeb f ©at gp ang gEloben boet) SlnoEtoaarbHgtt €nbiE©fEben/ ©febEn boo? m(jn ongEloof / förggen 't J|ert niet meet tsn roof, GENADEN AF-GROND.
"*-^ 3feye ïüoïïien/ naatc<$?onben SCbJboo? |
||||||
êmmmwm^m^miÊm
|
||||||
inpuwSCf-gronbfpEElb/ 2icfft/ brnmtmp/ f 11
EEtl fiEEÏb d'Ondoorgrondelijke gronden Van
Qodts liefde 3onbEt pEgl / $an ïjEt onbegrEEpEn ï|egk
II.
CetoeSSErgen/ EEtbEÜMÉrt KesEn/ oaalbEti/ goog en leeg/ €er baat bamp ban b'aarbeftèeg/ gerbc2on / of ji&aan tjaar ftraaïett 5;onb En / 't B^atEt totft3ijn (Cp. «aaalue Godes gunit oy mp. Ces III. liUNS
|
||||||
4»4 uytspanningen:
III.
*fi W&$ nog niet / tn 'H b)a£ verkooren
'fi itëift Bet 3rif niet / en Ijet <tëoeb Patong eeutoig3aï'genmoet ïtëa g C al eer ift ttwg gebooren ) €eriH'ttaenfc!jte/ toe-gebagt/ ©atmpnutoerbtoe-ge&?agt. Wotiït eerft hit ligt aanftBoufabe
%ag ifi bat mijn oogen boog bonter I|epï/ engoapetaoff. 't Eerfte digtiel bat tft botlblbe
ttëag/ ban mijn l&epl af te gaan/
€n niet ban in my te ftaan. V.
€er mp ®obt taoub 3f en öeberben
«©aar ili ter betberbe liep ©p mp futftg te rugge riep: SBepb! mijn Zoon 3a! ïieber jterben ^epb'ï|n/ een©erbïoefite^oati ©an gn fterben in bie Saob! VI.
3a dien Zoon tal ik u geve
©at pp met ii boo? ben 43eeft
Cen3p/ enubJ^ieïgeneeft/ Inuwoone, inttïcbe/
tfCot bat tm$ boïmaalite (Pctirjfe
SBjeng uto 2iel tot boïïe bjeugb. VIL
Dfepe ïüoïüen/ naare<6?onben/ Wtoen SUfgronb i? nu $ie t U3p be Diepten bie men 3iet %tl beCfl grondclooze gronden1,
l^anjjet onbegteepen S|epl /
y an Godts liefde JonbEE pepfc |
||||
A A ïf H A' N G S E L. ^©J
AANGENOMENE ZIELE,
i. |
||||||||||||
iiÉI=BÉ=i^Éiyg=il
|
||||||||||||
Oi
|
||||||||||||
jgnos'lE ZielüieilEgtE.nlSaaga/ Mt
|
||||||||||||
glï^illÈïliiilSlillililil
|
||||||||||||
ïtEföE tteftt/ nagïtEföE ojaagt/ ©Etraitg ïjaac
|
||||||||||||
,__r\
|
||||||||||||
"bunlEtoaïg'njHDÊnö/ f nöoohig' ongeüaelölujEnö,
oEn 505 ö nog ïjaat Min uEJleöE /
3StEt p ogec in Ijaat lief be meet Ce gaan; aan om een minï öejag / ^otaoEtenUanöEseïbBfïag.
I© ecö in Ijaat 2Moeb itan fiouen neer /
SCI btoalenb ban ben Opper-heer, 3^eii Godtdes Hemels aange3ien/ Cnbie nam bqaj Baar gunft te m'en. IV. .jnaijnEöeï^cBepseïsepbHy, toat
§9erbtaaaftu üanfjEt^EüensHpabS OEn öeeft u joeten glan § uerbnoft / IPan cietlpgenb / en a)$ üerooft 1 3ifi fCÏjIEO U Dm by my te tijn:
Mijn Beeld toaguta©Ercier3eï/ mijti
Getneenfchap toag utn 2aligïjenb / Mijn gunft utog lebend tyolf BBepb* VI.
€n tfet nu 3ijt gn 't aïleg ntogt /
©m bat ga af-gétaeeften 3jjt.
Kam ta e'Er mijn =Cam / ïtam ©unfje teet
SpUEll GodtsZoon, ifisaïUtUCEE,
cc 3 . y«»
|
||||||||||||
ÜYTSPANNINGEN,
VII. Mtt mijnen Vader hiel toen fiaan / 3ft treft u 's Vaders Beeld toe'er aan / Wat fioftelijfte £ iet lijft baar; Geloofd mijn Hef o' en trouwe maar. VIII.
üm JSc&uIben fjea fft tot mijn ^cFjuïb «Semaaftt/ en't lijben uut gebuib/ «En met een Bloed'ge Zweete-drop
fèebjonften 'tgronbig(|£oo?ne-3ou.
Mijn Huys, liet ik, En aan mijn 33 ©erfalOJf iff plaats vooru by my,
3ift leub af 't fileeb ban Heerlij khey d «En fireeg u bat ban Heyügheyd.
Mijn Lam, tnat but gn / baar '0 mijn fltrouta /
3Bft3aï3jjnb'nto/ en gu mijnbouw; Cn toagt baar op mijn ^egen-frroom. JPaarfcFjietbe Ziel op uut ben 3J^oom/ JL X.
Cnrtaijffclbeerjrof 'tjefusmeenb!
Ï0ant nog të 't fljert berfiarb / berfteenb, gijn woord ftenegt Ijet en 3ü« G^ft g^an fmelt beZiel/ ensinlït begeeft/ XII.
Cn roept bet&aajl / mijn Bruydegom [ JvlijnlieveJefu! bijeltaaaroin .Slaat 09 't bOflban Uta Goedigheyd, ®U WOU geringe Dienflbaarheyd, XIII.
ïlbj Jüöaagb en i$ niet toaarb be «êeFjoen i£an urne önegteu lo£ te boen; ^ietgnopmn/ ö^eet! uta^HSaagb «JMc&ieb ban afêutti ïBocubgetoaagt. XIV.
füa 3al ifi ban mijn I^eite gaan |
||||
A A N H A N G S E 1. 407
Sa menig %at\ boa? tsze$' beruligt/
Zn nu op u mijn ünt$ gcfrigt. XV.
Bu tail / nu 3a! mijng lebeng-trant Söctaam'lpsnn' bienftaat/ bienftanb/ d5Eli?agt upt b'Hel tot '$ Hemels Throon, Godcs Kind, en Bruyd van Godes Zoon. 10 Gras-maand 1659. Aandagten op het Zalig bterven
X>. JOHANNES THEODORIUS
van der WENDEN, Overleden in V Jaar 1664.
x. EnEnlongman/ biefn'tbunfter enfienigttoag:
4£en Mm / 30 betiQbsaam / of öu maat ban beugbtaag/
€en 45San / bien taf e maar ïjoo ?b' af jag geftigt taaiS / €en Mm/ bic b?o,ebig fcfieEii en ba! ban b?eugb taaji/ «Eenmêan/ bie<$EEJtElp/ abjoffm^eeftbjaji/ €en .jaaan / bie aan 3<g 3Elben alg gantfeïj baob Xa$#f' €eii Mm I bie in gebaaten onöeb?eeft taa# / €enMm / biE onbetb^ififtelijft in noob üiapi/ €en Min / bie aller, ÜBer elblingen fmert toag / €en 43Ban / bie aller Wemelingen oog taa^ / ^en Mm / bie in ben l^emel met fjet JJJert raag/ "Een maan/ bie ïjierinbjerft/ in ruft om goog was/ «Hen .aaan/bie 'g {femefêï^ijialjeub 3eer geluenb Wal/ <Een Bian / bleus? caab ban Zoomen nogt gebtjaaftt toa#/
€en mm / bie meeft 3911 fiennerg onueftenb raag / gen maan / bie 3bjeeg / en 3toijgenbe fiefpraaBt toag / 3fenu belaag! b'onbanïiöjel©erlb ontogen / waar ög$$lang ïjeen ging; been neWogen. Cc 4 lï. ï©aa$>
|
|||
'4oS UYTSPANNINGEN.
II.
iJ^aaromofvan der Wenden, fipjtjneVan
©en Menfcften niet Mmiü iua£! <$m bat 0p van oen $emeï maai; een fyan SÜf-toag/ £3 bat be Ö^ereïö ongemenb ma$ ©e Goedheyd gab unt ongemeene gunft
Cen Keuriteen gemnegeben
©aar oy met on-naboïgenjff e fiiunfr / q£en nieuwe Naam boo? (Éentaig ftonb gefdfêeben, Cen Naam ban 30 een öup&sef / 30 een firagt
©atnbereenberlegen/
©f fWfeiHt; of bien oiiKunbig niet en agt gTensn öpjeif öiEn gunfïig Öeeft berfiregen. ©ie Steen, bfe Naam taag jjem 30 toeerbig bat
$f n aiïejr ftonb beragten /
Cn 'p i©erelb£ kondfchap van zijn Naam ( een ftÖ^t ©er nbefljenb } groatmoebigïyn fieïagten.
©en $emel feb bf en Keur-fteen tot een J>teen
^Cen'ro8t3'op Cerb gegeben /
<<Ee toet3en bifejohan maar ban 't gemeen ^onb' agten / toie 0em J|emrt-öoog berjjeben/ <£n be£ brie be3e Naam ooft geeft. €a 3f et
©e l&eere mogt typ 3oeften /
jüen Benöe ƒ ohan nog zijn Naam fdjier nf et 35p 30 beeï Wijim / 30 bee{ i^erelb-Fitornen; tfCütbatfin ©ooö ma^.4 boefiegnnb men meer
©anJohansNaam tcijnnren.
Mettoaïibtt/ taantgemeenïüöDeugdesEer JSn agting word met 's Deugdzaams Dood gefaooren.
JII, Vrage
|
|||
Aanhangsel? 409
III.
Vrage
Maat toaarom fier ft €en 3a met ^ewjb Beptrdü ï
I. Antw.
't <©een aan ?en bunftEE 000 ïjet ^onne-ïf 0t i£ /
't (ÖEEn aan Een tebEE'J|anb EEn 3tnaat 45Etai0t i?l / 't «tëEen aan een bunïe JSleft Bet 3upb^e 2out i£/ 't (öeeii aan EEn ^00 ben ©iaman t / of 't 45onö i§ / 't «5EEn aan een ^ot Een taan ïjeulteaatn en top i£7 't u3een aan Een ^tefiE-inaao0e3onde <épijgi§ / 't <0een aan een 25anbeïoo3e eeu (rijerye ï©Et i$/ 't ©een aan een prjneltjfie Jtëonb 't Stancet i§ / *t ®een aan een i©aïge-5iefit be JUSebicnn tg / 't <#een aan een ©Etfcfje i©onb de ©eeft uan Wgn \f t 't a&EEn aan EEn Wotbtnb-ptetb ben engen (Coom tg/ 'tdSEEn aan een ©?eE3e-bo0t bEtifrfffcfjEn JStraont i§/ ^at tua£ 3a üeu0ö3aain eenen aan be itëereld. II, Antw.
3ig 't tacmber bat ben genl-jteew naat ïjet iSoojben
nlt?
3$ 't toonber bat ÖEt bolle ©O0t ten fioo?ben nït ? 3$ 't toonber bat bekteen in 't «©at te oronde oaat? 3të 't toonber bat ben $emel in get conbc ftaat ? 3$ 't toonber bat 't botteen lam te boojfdjgn Somt?
3$ 't hianbet bat be Jgo?gen-gon ten boo^fcBött fiomt?
3$ 't toonber bat men baar Kottt baar men Deeneu Öaaftt?
9të 't taonber bat men te emtbe ban 3$n toeenen raafit?
Si? 't taonber bat ben ©lam ban't©nernaöobett fnEl&>
3të 't toonoer bat een ^anEt e eng 3tjn^cyoben ïeïü? M 't taonber bat be $>tjl Wiegt 3a ben 5Boo0e ftaat? *»o i^ÖEt bjeemb' bat' johan naar omfjaoge 0aat. "~€ts PUNT-
|
|||
4ïo UYTSPANNINGEN;
PUNT-DIGTEN. Op cene Wedcrhoorige Schoon van Lighaans.
T TJ0 kanoen 5fln taei 3agt;sagt 3tjn u teere hangen
^ Uta SCrmen 3ijn tael 3agt; 3agt 3tjn uta ujeut* ftfie-gangen;
Uta Öeeï en <§tem i$ 3agt; 3agt i$ ben gantfcfien trefi Htog SCanfcöijng; 't <$ al ?agt; ft jrb i# alleen uta 4Seft, Op deu Vctiadcr Judas.
V/f €n 3egt bat Judas bon? 3un Mzt\tet öecft berra' '
-1*1 ben; SSjn regten jOaeefter fieeftfiet aan fiem 3elf gebaan.
i©ant siet be^tiubei toag 3ijn jaaeeftenbie met rabcn/ 33c43eIb-3U0t/Hfiag»jB ftem Deruan fteeft en berra'en. Op een die Godcs Wooid lief heeft.
/ WSCt i$ Bitlüü$ üat u met IkfOen tjeef r ueïaben ?
" Uattëufiaajtgeseub/ fietipeen eenig Woord. &om 3eg fietmp / bceMigt3a!ifi u taei beraben ? Slft ftéö 't u baar ge;rnb; neut on ftet «iet gefiuojb. Op ecu die Godts Wooid niet lief en heeft.
flj§ 3CQt Lo-niciaph, 'fitjebgeentijbtöabtg Itëoajö
*-* tele3cnt «En aïg men u be tijb beeÏ3ing berfitaiften 3iet:
4Sogbinbgn toeiferxunji/ en fiunb toaaragtigtaeïen •fi$e&/(3egt gp) tijbs gencnerj/ma.i r tot getijen niet. De Waarheyd veidraayd.
u $n 3Eeetaar 3egt aitflb / ftet 3toaar jï moet 't mee>
*VA fte toegen/ 2iet baarom agt ifi ooft fiet fijne dfaub beeï meer
©an ai 3ijn maaiben, ©taaa#iö bjees' bat gp beclegeV jJSetsulft een 3taaart'ter $eleerlang3Uït3mftë neer, Op een gwir.ame Confcientie-verwoeöing.
OSeb-ja, bat $ een gebai ban uta Con fcien tit /
ZtQt gp/ en 3aefit baat au öeg öerften-raaw Sententie: jflSaat 't ijl aoung/ mijn ï&?ienb;3eg mn/ $oe f # bit een Geval van uw gewis? taant gp en Ije&t 'er geen. <jEn 1 toilb fiet geen gebai ban uta Gewis meer fieeten ƒ Ü&fó; tajemt Set een gewis verval van uw Geweeien. |
|||
Aanhangsel, 41Ï
Op cene Godzalige Zwak van Lighaam.
tE taEEtEH/ D°. JOHANNES van der WENDEN,
J$Uanne#toenfte bat 3tjn ïigljaain fciftD toaar.
<©eïnijl 3Ü« ^iel be£ if emelg $epl gEinet: 3Gli3Epb/ bEnHemelgiEcopaÓarbUJEli^/ maar d'Opftanding En ÖEtEpHt bEn üfêenfcl} ftitttlitt.
Ongelijks Kwytfchelding.
M@n $?ienb Uan mp metfjutpuetaElbaab/ geeft
Ijem ©etgreepen / En aan anb?e 't 3(jnn' vergeven, %a %k\ en KL'ijf met g>\iM en i^anS vergeven, <DiEjnft/ HU't al vergeven^/ vergeev'^ïjein. Op eenen Leugenaar.
DE Waarheyd, ©jienb $i}t DP getttoün f E fpaaren ;
ja&aar biE3<gin-&EElb / bat gy mEt'er tijb €engroaten ^c&atban ïtëaarljepb3ultbErgaaren/ <&ie mijt; Jtëant bug raafttg' alle lEaaröcnb Hunjo* 3>ft taaatfcöouöJ u / 30 gy getaoon te liegen %a boojt gaat / En uöj €ben-mEnfrfj fiebjiegf/ <©y 3iilt eerlang u 3Elben ooa liebjiegen / £n meenen bat gy öf»aar 3egt a$ gp &iegt. Een trouw Dienaar.
rio&btsonber trouta te btenen i$$a gaeb
VJ SCl^emintEoutatEbienen: bie^iftpnaet 3ift in bit ïeben met of 3onbec ©?outa // 3ö" ) wil^Eiugetrautat/ ofongetroutatfletrauü)// 3ön. Eeuen Voprgangcr.
Ql 3egt bat gy Voorganger op ben teeg 3ijt /
>* ®ie bqo? beeé üMbernig ten leven lepb / ^Ecraac: en gy öeö?ientu3eïf: taant (365 my) lept* ©« mei ben fmaab bet £fj?ift'ncn i €n berbjeyb |IbJïebEa'gï|EEren^aam? öaegaatnpbao? *fê" %tt af ^tem ? €a laat u niet balfcy bna? ftaan J wanttnijft uw ftem ftegtjS nier uwgangjjetfpoa;;
^S gaat icly'niet i 8ae3PU&Bpanb$r:e voor gaan? Nood-
|
|||
*ia UYTSPANNINGEN.
Kood-fpiaik.
\K§B. 0E3onti taagen 3tjn 10oI8 jjesanb niag /
-£** ïianb|jn&EfnattEn/ DtEdSobtinbEn^EEft Ce Runnen bienEti 3EybEn 3onöEt ƒ eefl / (toap\ 't^ijniUEttEtg/ fetterfi3ün't! ttEEti^in3Dniaaonö Bu ïjeeft öE f»E|l 't Dnno3Eï JMR ontftEEftEn / ©e ailSan mét Jfeeft En al-tiju ou öee loop / €n 30Eftt Bh suIRe ^tbOEEg traaft eh ftoou / %a bEEÏfdjttb in, of buyten nood te füJEERen.
Dwaling-looze Dwaal-fteiien, of de XU- Apoftelen^
ZgJ trüJaalOEii öoaj bit QcaotE Üianö
SBlgXiflttti/ Me<0abt£Zaa(ge3eere ©erfianbioben/ en't$ubi0Etfianb Sïn'tBiEuta/ boo?fpocöi0orabE'EnfiEECEn« 3In 't btaafen jjet gelenbe ban «Jöobt^ «5cefl uaar ftoeb'be boo? bE faÏEn / %m 't ütigtEii! bJEl ift noEm' Jjaat ban Dwaal-fterren DIE niet kunnen dwalen.
Beweeginge.
MJgn Eeeraar ïjEEf t mn 't ^EttE boa* SeüiagEn /
ém on&EtoEEgujFf/ in «&abt|! toEg tE gaan: ^atigniEtujEEtnb/ toant3ünftanbbaftigpogEn/ ^aubonüetneegelijR/ uetUEEglijfi aan: §fi taap UEtoeegchjfo boo? anDEtaEEgïijR aan flaan/ <gn onüEtDEEglijubaft boo.? 3tjn öetoeeoIijR aan taatSo Op des Heeren Godts Boek.
ofdeH. SCHRIFTUURE.
G<0ubi£7 bao?beI©Ereïb/ ueoeErlrjR/
lEatib sn 2anb mEt luft bEtniEEr uj&/ P;agt En l^oagE-ftaaten ^éeeïöR; bramanten on-bEttEEEÏijB; ïfaft En ütlEEb ?tjn an-onöEErlijR / SM-geftElbE 2Eben EEthjfi / PeeIec ï©03En ^C0?iftEii IeecRjR; ^Baac die Bock i| cmtaewömHJR» 't Groot
|
|||
rA A N H A N G S E Lj 4.IJ
't Gioorfte Verlies.
"tr Waad-aard ïjab öoo?4JSEnnEEü bErtnoo2b sgn2ieï/
^ €n nuöEftlaagtiÖn'tl6töatÖEm6EfcöoorEn^/ ©mbat niEt 3jjn actnïgi 2.ijn ftaat bEïiïieï. ^fêaac bat '$ ttn RlEgn ÜerïiCp &l$ 't al verlooren is. Hoofd-en Leden Muyteiye, en Tiianyen.
f\ JF IK tlê leden zonder Hoofd tfe golfen /
^ ^atl Of ift 't Hoofd 3tE zonder leden roïïetl/
9$ BEpa 69 inu ban taEpnig onbEtfcgcnb.
3^'tt i$ 't bErfcgf l: €en ïomp Htïjf3onbec ï|oof b rolb;
aiSaat 't i| Een goof big goIïEn al? ïjEt ^oof b golb;
ft (©Ebaarlgfljl bul / té hollen met beleyd.
Béfchuldigde Onfchtild. JAn ljiEf3gngatlb En dreygd mEt boïfe SCeoenPefer
$Ce fïaan. USaat ;(Mee toïfê ontweek die flag.En 3epö «5EEnb?EpgEiriEntcnfitaEJl; uenb$?ienb/ getigmp bEtec
Wat ift boo? EEti| patser / ban óp uta ©ttpfïEn fiEpb. ■*13it ffoeg Jan toE/ En mis, En rolbEii inget ©OEt-sanb / *&at JSeh| En $ïtnnE-uaK gem fpfEEt/boE risp gn/Pier! Hm fcguib i-i bat iftmpbnpmet3'enftabQl;èfoeb/ mant
«lab gp niet &oo3tïgft onttoEEHtn / 'ft ftonb nog Bier. Fluywn.
'M" B.gHÏEEgtbEEÏgrooteFluytenbaft/ Z"^ • €n gEEft aan SSieï En ïgf ben toiffen ®oob-fïas;
®aat ban 30 feï EEn JiBoojb / En obErtaft f* 3Pïf tE bosn / gesn MznHfy ttt Wtttlb noob sag. ft25En/ 3Egtgp/ 3EÏfbErtoonbEtb/ goe beïïug ■K*an JBEnfcïjen-gtraft En $?ienbfr.gap mg bErobEte» ?fcn goE bE naam ban Land of Prins mg bug ^003 uigEbeEioE melbaatb fian üetobeun. |
|||
414- UÏTSPANNINGEN.
't é$ af een 3oet gefpeel mp troft / en fiunbb* / <£n öüaong / en iff geen magt pab nip te frupten; v&aaz i ft mijn ( goeb Rtoanjunp ban elft Deminb / ) «Dentyeemben aan mijn epgen®ifc[j3ie öunten / (€ot bat Kt '£ Eaberg «Erf (af-aarbig ÜJinb) ©erteerbsie / en 3tjn $onben al te bunten; ©?ienb / toilb gp toeeteu baat u bug ont3inb i ©c^upbeï fpeelbu^taaa^/ op zulkeFl»yten. Verkeerde Voorzigtigheyd.
N^epb $p taag op elfie ^lag verdagt,
• <£n baarom taoub 3»jn ©panb nf et veripreeken; Verfprak 3ig met 3ijn ©?ï enb om 30 te ö^eeften Kijngi $ater£ caab / 30 maaltt fjp 3fg verdagt ©00?opt/ enQeeftmaar eeng ben Jjlag gebjoftem <©Ug met verdagt 3Jjn geeft ÖP BIS verdagt
Cn met verfpreeken, geeft fjp 513 verfproken. I
Slaaffche Vryheyd.
f^S 3*0* Biüm$ mijn aarb i$ b;p/ en ffi ftan nfet
^*3 3Ht! een'gen toom 3ön/ maar iïi moet mijn toilte boen.
Ikkanniet, 3cgtgp/ enikmoet: en merfit gp ban niet ®at gp m fcfjijn ban tep u bao? geen btoang ftunb Öoe'cn ?
Uyt-gelezen Boeken.'
ANdriesgp floft Op uyt-gelezen 25oefien/
HE» 3egt gp peöt uta ïtaS en ïiamet baï. Sta 31J11 uta $ïa§/ uta föamer en alle poeften ©al fi^üapepb / maat uta ^arffen^ blpben pof, i©at tisat 't u Andries of gp met pijn Cngtootefioft'beelS&cieHen t'3aambergaberb / HEn 5ct3C baar en ftoft baar op. 3£an 3ijn Cn i'taan 30 toel beftoft j maar nfet boa?-6Iaber& / Cu niet boó?-6Iabetb / 3jjn 3p tael gepjB3en / 3ÖM uytgelezen, maar niet uytgelezen, Hoog-
|
|||
Aanhangsel. 41;
H«ojh«ugh«yd,
.tl Qoghert jiaat op de wagc tian fjogEE Sümpt enCere/
^©elbangtljpaan at b?0EgbEt ïjoge" trant Enïeere €n Aaint Ijem eeuöer RlEunen f rt 't aemaet; tjp 3! et %ijn groet/ maar meerbigt ïjem3ön öiere bJeergroet ntEt. Cflaan? ^oub 30 EEn Ijoagljenb op 30 ïaag eenlaagïJEyb agt
^EEn/nEEn/^oIbatEn groeti nf Et We op de w agt {taan. Vetdjaagraamheyd.
VErdraagiaamheyd(rfEp Diotreeph ) verdragen
«HBoEtb'een oenanb'ren/ En fjp Ijaö ïjec noejt/ ^laet^ooniEaceEraar^üanljaarplaatsl te jagen. Milsit'H/ &n inEEnb verdragen naar he: woelt.
Ydele Menfchen-vieeze. Htët ©OÏft fiEginb 'et tttiee toat vreezelijk te agten.
Gauw i# SBoQannE g / maar eenvoudig en opregr* Boos i$ M. M. maar bot en tjeel on-afgeregt. SG& 3eg/ 't gemeen en tjeeft banbeeggeenfttaaabte mag ten/ !©an t bf e f $ arg genoeg / maat f $ nf et erg genot-g / Cn beEjï f $ erg genoeg / maar ijl niet arg genoeg. Zoa-Yocrïgheyd.
Qöauta tafl 't gemaft in 't 3EttEn ban 3»jn ©octen /
^1 <Eïaar aan beeg 3p be Weg geen rupmte meer ^nïjeeft; enbu|ibe36agEn3uIft^3aImoEten ^eftoopen /met ten dijk van boven neer. mtt Ludowy k te regt getOEnaamb Treed ragr
<oub ïanb en ©olftgebfebEn tot fjaarljepl/ ~S ÖU 5Ön «gt«n aar(i niet al-om meeb ujagt, *"&aar nu f $ fiem een Meubelt je te ftepl. *?P ?iet toef fjoe men 't regtregt-upt öetragten ^«oejl/ maar baar tegen 30 beel meber-franb / £jn 30 beel nn&eboeglpfjepb£ 3ijn 3agten wif-treb/ bat Jjpöet alï' paat ban be fjanb. «en tuilnbeeltteber 'g&olaji onregte fclj?ecbe »wi enfiepf / ban gp mtfre ruft en b^eeöE. M E D f
|
|||
^itf UYTSPANNINGEN
MEDITAT IE.
|
|||||||||||||||||||||||||||
O P 'T
|
|||||||||||||||||||||||||||
Sacrament des H. Avondmaals.
|
|||||||||||||||||||||||||||
l
|
|||||||||||||||||||||||||||
J^p^iip^üSp
|
|||||||||||||||||||||||||||
5È
|
|||||||||||||||||||||||||||
CpKgE 2tan J fiomt latien en eeeeh Uw
|
|||||||||||||||||||||||||||
ü^SiSiggiiSi
|
|||||||||||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||||||||||
JIeeoec; uta^enl/ en urn ïepöersn^EerE/ JQSet
|
|||||||||||||||||||||||||||
3CtEbEren/ $famiEn En allEdPSEsanft: ©oEttyp
|
|||||||||||||||||||||||||||
ffiÉ
|
|||||||||||||||||||||||||||
|^^iï=Êi=ippiiipiïiëpi;
|
|||||||||||||||||||||||||||
iaat gp fiunb mEt jijn JJaame tE loten / ^ijn
|
|||||||||||||||||||||||||||
£
|
|||||||||||||||||||||||||||
.©aam gaat öog al toat gp ftunb tE 6a - ben:
|
|||||||||||||||||||||||||||
ilIïliüilÜlïgïSili^li
|
|||||||||||||||||||||||||||
ïlta ïoffelpfte tof #.geen taaacbigE banfi.
il. ©aac jie! baat Ff omen op nieutof boo? ubi aagra Wit ?igtDaate panben anjigtbaat u taogen / Wit f ebenö' en lebenöigmaaöEnbe 25t2oab / ©at PECttja^ öE J^culige Ijeöüen gegeEten / ttëanneet ju met fefu tEn 3We gejEEten / , $et StiUanbmaal jjielben wn Mant baaj 3ijn ®ao&< n I, $e#
|
|||||||||||||||||||||||||||
'A A NHÏSO'iEÜ 4I7
III.
©enïf ge %ion uto ïofsp bolgamen /
3Caat3ingen/laatfp?fngEn/iaatjuMcBenbe©?oottien/ €n fpan baar toe in uto ï|ert en at uto ftcagt /
5©aar 3tet gn bie ttebe / We taaarbtge panben / (Ken gift ban We Kebe bit toaarbigE ïjanben / €sn b?ugt ban bit ^attg' en bjoebtge Bagt,
IV. Sf et gn baar tael op be3e ^Tafcï becfcöönen / ^at jpafega / bat ICam bat Bet <£ube berbtognen / i|et <®uüz berötoimen afê fcïjabulnen boet ?
^et Bteutae bat boet trnp Bet #ube bet3uaraen / 't itëaaragtige %i gBaam be fcBabutoe runmen / ©ebunjtece Bagt boo? ben «Pag topen moet.
V. ^aton3eliebE/ enlfebenbe/ 25o?ge ^eeb om 0113e Ziei 30 tael te Be3o?ge / _ g^at bootsen ton fjem tat gebagtenip na: !&aar ïeerbe fin ntijê om 3tjn lief be te toogen <wit 25^oob / en bten BWjn fioben 310 te bergoogen/ Cot #cpltge p anben ban J^eul en gena.
paat Bet uto 3ten en Begrijpen/ teBoben/
*ttergulönogge3tgt/ nog Begrip/ maargefoben/" 't %$ ber boben al öat men 3iet en ombat:
^Qbtg ©leefcBig&ier^ptjfï/ en3ön2&Iaebttanmen ■fc b?inften/ % blijft bie ön toa£ Boben Bjeeften en fctjinïten 3jftherjg bat ifiïjtïi/ en tebaoren Bejar.
VIL 2N*mtmE" Mt ©Icefcg / Bet taetb niet gefiiEbeu/ ^2» taerbnietge8?oBen/ gebenlbtn3tjnICeben: g.^en gEeft Bet eti ftrijgt F|et geBeel onberscerb; ïjftt EEiiEn biefirrjgt Bet/ en bup3snb baat nebetï vat b'eene baar ftrijgt Beeft / ben anberen ehen ««a groot/ en genomen Bern nfcmanbberteer&.
® b yin. <fac* |
||||
«4* UYTSPANNINGEK
VIII.
d?oeben en ïitoaoen üfe nemen gier £>pij}t I j&aar dBoeben En ï&uiaben on anbere toij^E / ©erfcljenbene taiJ3E faan ÏEUEn en <©oaö:
<©aar est men öe ® onb / 3ie l baar eet men fier ïefaen / ö Itënnber! get eene 2S?oob fienfcc gegefaeu 2^engt b'EEJiE in fajeugbe / en ö'anbEt in nooö.
IX. DBerb nog ïjet 2ö?oob boo? uta oogtn geö^anen ^ebenfitbat^EfuénogtaniSongEajoHEn/ ïüan nlnüen gegeEl; enb' en ttotjff de niet!
Wt saafie bit taerb nog gefcreuïtt / nog gefneben / H|et teeftcn geeft 't fnf)ben en ü?eenen geleoen / 't ©aatagoge 25?oob bat baar neben gaat / niet,
39aat taerb be ^pijje bet ^emeïfcge <0oben
^cn reP3enbcn jfèenfcljen op SCarbe gebaben / ® e JSpSje ber öinb'ren ( tjoub ï|anben baar faan:)
55ebunbet met Sffaac ten ©ffer faertt>e$en / €m "Cain upt be ïiuöbe ten #aft0a gele3en / 3fc &aber$ gefpgft metfiet Jlemelfc&e Man.
|
||||||||||||
pSiïii
|
||||||||||||
3£tef-- Iijnei|erberl toaaragtige^pijsen
|
||||||||||||
Sjelu! inii omjutoge
|
||||||||||||
nabebetoÜ3en/
|
||||||||||||
Êi
|
||||||||||||
Stom lenb nn# en tncpb-
|
||||||||||||
- - ong/ Iaat onp
|
||||||||||||
öecrö3cn ^e %m faan uta gunfi/ en ton3ulïeii,
|
||||||||||||
'Aanhangsel.'
|
||||||||||||||||||||
4**
|
||||||||||||||||||||
« P?Ü3sn ^rtmjl top on- tiet &e Icbentie 3pn:
|
||||||||||||||||||||
* <£p ïftmb pet bog - - alleg «n^toee-^ ten Eit
|
||||||||||||||||||||
püüillpllSBiiiSill^
" taetften/ ©e jïecf- - tpfte üoe^ - - ben/
|
||||||||||||||||||||
bE3taarmenücrftecftcn; ©rij!- - fi^engang
}<$cp! - ujeng angta - b'eeutoige perfien/ ®aas |
||||||||||||||||||||
top ban uta gunft 30*1- - bet epnbi-j^ge
|
||||||||||||||||||||
tnetfien; Htngunft3nnbetono«nft/ uta$eal
|
||||||||||||||||||||
l&~
|
||||||||||||||||||||
==»;
|
||||||||||||||||||||
san&et pijn.
|
||||||||||||||||||||
1>& * Te
|
||||||||||||||||||||
*20 ÜYTSPANNINGEN,
Te Zingen op de BRL/TLOFT Hr. DIRCKvanLcTdENSTEYN,
Scheepen en Raad, als mede Bewind-hebber yan
de üoft-lnüii'che Maati'chappy tot DELF, JufFr. AMELIA de BERG.
In den Etbt tezamen komende op den
28 van Slagt-maand 166a.
Kan gezongen worde opdeWïs: 'k Twyffel of den Hemel op der Aard. I. XTÏt toer aan! fiet ©ao?ftaofb reng ontfronft!
-L>l €n top meer upt-gelaaten! ifëant ben Reinet ü?unyt ban oen Ï|emeï3egen neer: 3ihibjpb,€r.ftf (fipttanginbepbeïfienb ^anhift/ ban fcfiat ban Staaren
SEupft etloop) ïjerfreïb binben in fiaar buorf ge eer: ©atbeifêerelbga// ^Tot fiaar €c|jt/ tot fiaar ftlja/ aaaaarnu^routotDib-DüRiCK, AMELIA. DIEDERICK, AMELIA; bfetëjDUta
©an ©un3enb untgelf ?en /
Wt be ifèereïb jfet / maar en fienb fiaartaaarbe niet; J$ant fin ftcnb par ^cer/ nog@eefr/ nogglanfcö #ie fioogrr niet geré3en
^an fiet tfgtuaar JStanb / al 't onjigtnaar niet en.3iet< Sdfébit ueurïpe oog/ 't 2igtbaar al ontbfoag / ïïtoam 'tonjïgtnaar genoegen ban om Ijocg* m
g^oen fin mag in 't Stoepen ban jijn tyb/ In 't groepen ban jijn bagen /
^tanb ber ^telen-peft fiem in ®o?ïoge te trot§i; s&mnjngmaar/ tagtopren$met0e3tnö/ gjettgö»
|
|||
A A N H A M G S E t. 421
getigb-ftrastigbieniierjagen (ROTS
(l>agt Bern) boegben bien/ tuEgEftreiigeïbaanöen
©nüeftommerb ïceft il ï£oo? geen l&panb ÖEeft/ i©aüt Bet l|Egl öoo? üeïoftcn magten geeft. t Jfêg$ ttEttiuft bes ïtoninggi ftab een ©?ouui
<©y'téeerUjfiftOEf£ö?ebEn Spr. 31.
^ie na 30 een jtttjb / 30 een (©uetminnaat paft:
©ten be gunft bEp j|emefê 3etf ten loon
^En gegEn-nroon 3011b gebEn ? Spr. r9:14,2
©ogben3oe83ijribferfiaaEE3EoonoenaotUEïaft;
©at'pbEninEg bat'penlRaab ®ien ben i|Etnel gaat/
<En gEen JÜSenfcfj / ban ben Wemeling uerftaat.
*>. v*
•©u fjab toté bat fitoninftltjh mee nuft
((©nfenlfiaatlütt gEü^Eüen)
©E3en 30e» öeiaft met EEn #abt-fp jaaft ttan getoigt ï ©at in tien-tnaal-Banberb<ü5aben een Mzn nautoclpg te lenen
finben 3nube / en bat nog alleen ön 't ^cmeïfcB-ïjgt/ ê$ Bet tannberuaae / bat öan DIE D'RLC K baat Sin \iEc3aeJit meer ban ö^f e-maal leliën 9!aac ? «^pOEbrpfaat! IfêiengotJetbier-gewïf
« <©aat baUEn o n$ Oneffen /
^QEen^enï/ enbanb/ jupcBentaHttbjieno'lDHtoe
^n ben gunft be£ ï|einelg Itiilkn to»
^ IfèetuinbanuuerBeffen/
©at 30 ^ert en ^iel / bat 30 jüSonb en @Eonge nae!
ffant bie in bit bal// ©inb esn ®aab onber al /
^inbbEg^emefêbeg Verneig wel-geual. Spr. 18: 22?
^aat ong toe / ben ^egen iièi om Boog
Ce taenfcöen op um ^oof ben /
*j£t tap btaalen in utaec ^altgljeben ftcoom % *^antaIreEbben%mel3tg ontflunt (<©cB! battap'tmaatgEÏoofben
«tn ongsugten baar BeenEn 3ugt'ben sonber taam!) ^b 3 $tn |
||||
4ï2 ü Y T S P A N N I N G E N.
|
|||||||
<®m ong ftil begeer // 3$et een ^aïige Beet
3|n een ^egen te laaten op u neer. VIM.
*i i^emel^ 30?8 3Pont boo? u fie30?gt/
|
|||||||
flCen 30.?g bao? $ur$en ï$abe /
©ie al£ $n3e ïag Iaat berbïiegen al£ bc itëinb: '^erael#^gu^eg'ne/ bat Ijet ufai JU©eftfte/ u;§uij3e/ u^abe
't <6een gp jonber Qem in §et unie niet en bïnb. 3£og 3jjn ïSegter-ljanb // $ebe Ijet aï / aI0 ban 't i|enligïrjben/ eentörergunftiguanb. 3&eem t Ijet uut bf e JPonbrn aï 25eBfoeü
(©ooj bien töeeft fiegerrabigt;
€n bit ïief be-gronb boet u meer goeb ban Set goeb: «Pitberbjijft ben buïlen oberbaab/ €n dPiec-3ugtonbec3abigt/
mt Ijet ^ettin ïiefb tot3tjn SCeben fmelten boet: . 9?ieü J©g^ftejjb geeft// Die meer geeft, die meer heeft» Daar men 't wis heeft, en eeuwig Zalig leeft. x.
3£ugont30.?gb; ben $etneïu fietsen! ^Jnbjeeafgegebagten
(Ütebtoebifffmflalien en raaaen gunfïfg boe ; ïBat öet ïjert / 't nu fdjulbefaois getuig / <®v grooter b^engbe toagten
€n 3f g ïjeffen in 30 een Jitaat ten B|emeï toe: 5Uüèrgunften fujing// '$^emefë gunjteling/ gïat 3Ön #ert tot gaar innigïjeben b?ing. XI.
©002 't (JMoof/ bugfteetlpöegonjt/ , „
^er.ftelfebie<£enaben (Gttfr
JSieutoe ftragt een nieuba S^ert/ en nfentocnbaitefl
Die aanfcljoutat / en (b?uuftenb ïebenb upt
<£oöt$ Saïigenbe baaben/) ^ojgeïoo#/ enb2ee(Too?7 alleen ben ^emeïbaeeft;
©ie3igljierirt't waf// ©aïöerenbtenlof.
«etbe^eranBtjnilfnöet^cmeïfcD-öof- n mt
|
|||||||
Aa k h ï m, o m'; 423
XIL
©at ïjet Hgtban 't onnafpeurïp 3Eigt
9ln 't $Epl3aam i©ao?b nntjteefien /
aitttjb u 6ejlraaï in Een Eufttoo$ onber3oen t
©at ben sneeft fiEt ^aïigEnbe ï©no?b
31nlE3En/ ftooren/ fp?EEïien/ «gp?enbe boa? uïo EieI atg esn biel-geapenb S5oeft 1
tier/ eenbiitë&eïepb// ©aar! be^aüöüegö
i ten loon ban bit onberjoett üerenö. XIII.
©atntoüCong/ in&fefbenin-gebopt
©ooj't ï|emelfclj-buiir aan 't üjanben
Muntere iita €gaab ban bet 2iEïen l^Eïfcö-fengtti ©at uto (31-ono / met ïtëjfêïjepb biel terjtaaïb / ©2pmoebtg fiap be üanben
^oiibe-banbcn af en 33 Siele-meöitgn: %i$ Het t^erte b?oeb // ^atErg blnern inoeb* UI be^lEief-fjeuterjï ï^onöen Heten boet. XIV.
©at be U&in / geSepfl gt in Het SStoeb
•©an iSefujj bicrc ïtëanben
SBenber ^Etten-fcftafie^ anbEplfiaar;Bneebe aan een/ €n be ©?Eeb' / bat oter-btetuaar panb Stg neet-ïaate op bi e gronben/
^f e baar ban be ©?eeb / bie ftet föeul on£ liet öene'en. ©atbanDIEDRICKbja/ ©atAMELIA Ctnen tneg / naar ïjet %enl in öjeebe ga. xv.
$onb toat ftil! Ijoub ftil gsnEgen $er t / §©aar fjcenen met u toenfdjen l
^ang genoeg pt ïtëater geöjagt ten bolle ^ee l ©eet gp niEt bat bien on bug begroet ©En pogen toenfrfj oer ifêenfcljEn
8?oub in eene$alige/ en3alig'nbe bjes3 €pl bjati^uhJöroEt// SWflbenfcenterttëoefc au een regen ban Boten baiEnöoet. ©04 xvi.'t mm'
|
|||
4*4 UYTSPANNINGEN:
xvi,
'tMa}Bm~liQt/ bat fnIjetboftenbaagb 3# bunfiet 6u bit i&ecrïp/
Wat be giel in ontaiffelfiaare b?eugb fiefrraalö; <öang$ fcgat ban ©iamatu en $oub 3$ fïijft en onfiegeerlgft /
25n ïjet bier Slubjeel baar be lunfter noot ban baaïb: ^oogljenb / €er / en Jjtaat // IHinfit ins neertoaarb^ <®&ijit%e&lal$ffBtin*$n Ijaogtefraat. (gaat/ XVIL
Wat on# ont fn g>tïjep}ikn öebaïö /
fèan 't ïfyzztt niet genoegen /
9^at3tg altyb berber / en berber fjeenen flrent/ jïfêaar bit goeb Ran buiïen nt^cn toenftg / <®f firagt- en bjtenbujft boegen
39a b'bjil bie b'onje in bernoeg/ng nbcrbeöt: UTot bat #ert en tunV/ gig in b?eebe fliï ^aIig3etop b'nntoanHeïfiaarebJiL XVJII.
Wat on# out in Jkfjeu3elen bebaïb
3$inbit^enltebmben/ (enftatt.
^djatten/ 3Cuft/ ©erRtoiR&ing/ @unft%eripgen&
3Ja bit al / i$ Ounten 't ^epf maat frof / €n bliegt met alle tuinben
^elbetoeg/ of'ti|ertfn3rjnboïfieable&igraatt ©aar&ee|Jlenïj?ontjnet// Maatïjet#ertgeöiefe Cnöetftaat.bag'ujftftilinlET, ofNI£T. XIX.
3Sog een i$oo?b: öe 30?gen Die on$ S|ert
Met ©un3enb ine^en fitaeflen /
Jjïjjt bit J^enl/ en maaRt on£ en alïe^o^geïoog/ So^geïoo^! behiijftnpon^inbïijt $Ter neerfti'ge aröeno fteïfcn /
©OQ^ 3ij!i toe3cg aïtrjö jgeö|e- Ren tyeese-fóo^: Cnon^ertojjbiedteen// ©ajl/ i^onDertne'en Met genoeg (i|ljer O^eeb offmai; tebje'en. XX. 'tmepn
|
|||
A A N H A N G S S t.: 4-ï?
XX.
*t üïepn Begrip in bug een <$anï-ïjof boolö /
€n ftaat En bubb berfegEn;
itëatbft/ toaar/ enïjoesaEEn^EnlteïfdjgensMÏ SCaat ïjet ong een J>im3oii]a-raab3El jijn <®m b?oïijft t'obErtoegen
C ©at ïjet on£ ten meng3El ban nut / en bjeugbc bn. t) €ni{t3Egbie'tUEtftaat// ©iemijnïïaab3Elraa& ^Eïbe toi£ in bit fêenl / en galig ftaat. XXI.
Hber pïocge niEt 3Ön ePBen ïtaïf
€n Qaal ïjet ï©oo?b ban binnen
t ï^ert/ bE jaain/*t ®etoof/eu be baab bEn uytleg geef j €n Ijem ftaat/ EEn lllMffel-Hleeb (getoit 9In (S5abEfi-fiIoeb ) te bunnen /
't MQan / 't berfiojgen Mm bat g» EEutoig eet en ïcef/ <Sn een toitten ^teen // €n een «©aam ongeuiEEn 4Siemanb fiEiib3E /ban biE3e «tijgt allesn. U Y T-L E G,
Kan gezongen worde op de W" y s:
't Zij» Fier- en-vtertig "Jaaren vanu &c. ufCï op! ong *|er t bDEt op uto Qooge.iieuren!
*v ^Eft op uta «gtem / uto Ctjter/ ïunt/ en W&til *efngtalbiatHan / Enaïinb?eugbefpeel» staat b'€euto 3ig bjp bermaaöen in Ijaar leuren: 3©n 3ingen 't «Èeutaig aller beeïen ©eet. , ii. t<®n-ennbig/ J&eerïp/ ©nBegteepen/ atöSagtig/
^n3igtuaar SCI / rn algenoEgsaam neet; ©ieï©ïj?Öenb/ löoeöftEUb/ lebenfëgEÏjEel/ €n niet ban rtjfibam / maafit3Öner ong öedagtfg; €n bat 'ji oiuj «Eeutoig aller beeïen ©eel. »5 £?af e£n ber ©ab'ren bie nien salig noemben /
t i$ag Eeng Een Maning jasagttg gp / en €el / |
||||
42<ï U Y T S P A N N I N G E N.
SSepboberftoïptmetJitaaten/ fraog/ enbeeï/ ©ieopbitbeei/ aï^ 't i^eerltjftfl ecfüceïraemöen/ Cn bat y$ oni Ceumig aïïec be-eïen ®eeï. IV.
2a ong ïjet J^crt genegen # tot SCHATTEN,
(n'€ento 3ig baar in beftommerb ïaat entyoeg) Jgegenb ben ^emeion3e ftab'ge ploeg üng35oeti'ren boen ton 3?jn le'en taeee befpatten/ ^y ü mi SCHAT, en bat 'i ong^cljati genoeg. v.
Zo anf &et ï|ert genegen t$ tot EEREN, (Witii menig joeg/ en nimmermeer bejoeg) mm aftobt iiit ongter lf)eerlpljebenb?aeg/ 3tï£ Bp amj tot ïtinbfcgap meer ijttix fieeren / ® ie i$ ong EER, en bat 'g tm$ €tt$ genoeg. 22a mitjet ï|ert genegen t$ tot VREUGDE,
^en<éo&tban3oeenblpfdjap; biegenoeg SCi '$ ©erelbgf ueff pijeben obertnoeg; C 9ÊUS°C' ©aar 't SCanfcFjijn 03obt£ 3tjn J»cljep3elen meeb ber> %i ar\$z VREüüD, en bat 'i ong ï^eugbg genoeg. VIL
%a ongfiet $ert genegen i$ tot STILHE YD
(Wzz$ €euto in fcfjuïb ban 3p getniffe 3tDoeg:) ïjn bfe oni fcjjulb op 3ig nam en 3elf bjoeg / €n bril bat 't $crt in 3öne 3©onbcn ftil lepb / M on3e RUST, en bat '# oni Suft genoeg. VIII.
%ü ofi£ Ijet $ert genegen igtot LUSTEN,
fyitt '# Jfemelfti; Mm/ en lefiRernp genoeg/ €n^onBenfcgapbetaamïpIaatenb?oeg; 3!n 3<jne 3Cicfb' boet $?p on£ mmlp ruften; m i$ onf lust, en bat 'i mi ïuft genoeg. i x.
2o mi Ijet »ert genegen if tot ZINGEN; %i 't SBr bepog-ljupj bz$ JtëerelbjS fip ben ploeg / 3£eeren fera 't lof/ en fïaan be Maat al bjoeg / ^ , |
|||
Aanrangs-b t. 437
£ot ton nut b'Cng'len in 't ^aïfel'-jaïj fpifhgen.
%i$ on? PSALM, eïiöat'0 ong %ans£ genoeg. 96 ong Fjet $ert gEnegEii tot GEBIEDEN,
<®ng ïuflcn jtjn ong ©nberbaang gEnoeg / €n nopt Een Kroon of Jtfenter ^ïoaarbEr taoeg / SCÏ# 'g l^emelé ï^eet $i g ong aan ïf om t te ïiieöen / ^te i$ ong KROON, en bat '$ ong ^romig gtnosg» XL
3©u lachen om Tjet ïatljen ban be Wtttlb /
<©f ftfjjnen mebeïQbf g om 't öeb?og; €n3Eagen: btaa3e4lBenfcïj! toatmaafitgnbüs 31n 't giftig ïileeb met Xoberen beuEtelb i 3©ant aller ennb satijn octj! odj! otg! ocgï XII.
3©n ïacïjen om ïjet guïsig ïeöiier €ttm
€n finnen / alg om ftinbetlp fiebjog / <Der geener bie be 3oetig,ïjeben nog t£an matigÖ20b / en b'intoom niet en toeeten; €n fc5?pen om gaar HEeutoig-biuirenb ocï} 1 XIII.
3®nïat1jen om albe untgelaaten-rjeben
<©eg Itëerelög en Baar 30iiteIoo5en lag;
€n $tcnbe bet getoiffen taf £ geïfiag /
©en %tElen-tao?m bie b?eugbe al bigt na treben /
«fk0?nentopaüer't€Eutatg9Cïj! aïj! afil
w 'Xlv-
Wn ïarfjen om Fjet Bc3ig ®oeo bermeeren /
^oojjoSat/ of^ief/ of€rb'; öaatbooj'tgeWag:
<®et Sürmen niet of meynig af en mag ?
€n sien Ijaar b?eugö en ïeben3o berteeren
^n'fcgjnenom§aar€ei!taig^ö! »05 afj!
jtv.
^nlarijen (niet om bie nin neb?ig eeEen /
£fèaar) om bEn ©toaaé / bit met een groot fiefïag
Sti'röenb fiaeïra ten (ünfoaoneraafen mag/
©m baar ben so?g boo? anberé ruft te leer en:
€n fclj^en ober 't Ceutoig 9C& l alj! aïj!
XVI, $t$
|
||||
428 UY T S P A N N I N G E N.
XVI.
^upïatgen tap om 'g Wettiag 3ottt8geben /
®m af Ijaar fpel op 't öinberlgn toneel/ Cn fcgjpen om {jaar rampen 3taaar en beel/ ö'8WjJ tan geruft en ober tael te b?ecben gingen get €eutaig aller beelen ®eel. XVII.
<©cg/ Sarong €rfbeel! boet maar op on^ligten
ïltadpag/ utagun|r/ en(graQt3p'£l©erelüg beel SSn€ec/ in©?eugö/ inHoo^n/ in Maft en beel) ©n£ 3aï boa? l|epl geen ^?ingl nog fóaniug 3taigten / ■èp 3Öt an$ Ceuuria aller 'beelen ©eel. xvm.
alftaeten ton '0 ®aber£ 30aöerlpe fïagen '■©uïsen in Jjmaaagepb / 3P: oef gepb / Zrefite of $gn/ Sn ^pottérnp ban eenig ï©erelüfcg3tagn ? Wn uo.elen 't niet / of taillig top 't berajagen / Mm maat öit ^eel ot$ eeutaig €rfbeef 3ijn. XIX.
Wn boelen 't tael C en an3e :2f el ten gaeae)
jEaar ongebulbfg of in m?aane niet / J^et 3igtoaar nu tierup onü omogen fcgiet / Mn 't OH3igt&aat ong a$ een fcyilb !ïa tnt gae&en / Cn 't ^alig ©ecl ig öat men niet en 3iet. XX,
^toggt ï^erela l goub uta reaenïao3eftaa8en /
©at &puta©eelon$©eeligïb?eugbela0£; ( %& 3tjn öe fpieren up oen ïtaol-ftronft boog; ^o, tart be #eï ben $emeO öat onö maaften ïEïan ftnert- en moeb- en b?eeg- en 3o?ge-Iaog. X X Z
<®tt i^öet/ l£epï-en ©jeugbenrijft$>aar JBenfcgen/
C<ffiteluftfttg bat gp3ijt elftanbergi ©èel) Wit tap (bit gier op SCatb nog groot nog beel beunen te toenfcgen) uta&lpinoebfgtoenfcgen/ mtifn GENOEG, en aller beelen Deel. J. a Lodensteyn.
Sfagt-maand 166%: |
|||
Aanhangsel, 42^
Uytbreydinge van den CX1II. Psalm.
Toeo;epaft op het Houwelijk van
D\ ADRIANUS GENTMAN,
E N
JufiFr. CLEMENTIA PLOOS van AMSTEL;
I. |
|||||||||||||||||||||||||||
Vtolijk
H
|
|||||||||||||||||||||||||||
r\ ,-v
|
|||||||||||||||||||||||||||
S^liÉïSlllliilliÉll
|
|||||||||||||||||||||||||||
Al- k- lu- jah ! 2a roepen bie ittn
|
|||||||||||||||||||||||||||
iliilIiiiilliËiiïlll
|
|||||||||||||||||||||||||||
£fc
|
|||||||||||||||||||||||||||
©teni? ^tg ï^emcïia %alig onbecbamg ïeeft /
|
|||||||||||||||||||||||||||
^llliöllllïillïliliilill
|
|||||||||||||||||||||||||||
<©ê# ^tmt\i 3alfg anberbanig ïccft/
|
|||||||||||||||||||||||||||
iijii=m^^gifeiïiiii^
|
|||||||||||||||||||||||||||
t=aa
|
|||||||||||||||||||||||||||
C omt geïunfiig $aar / bh ble gaar jfcefi Wetb;
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ëk=
|
illIiilPlïlIilÉlÉiiïlllï
|
||||||||||||||||||||||||||
^ingrop/ en b?oïp roembbE^EEEEn^aara;
f&feiiïjgliiSiËIÜiëÜ
^ingt op En üjn - ïp / 2tngt op en ujoïgft
|
|||||||||||||||||||||||||||
wem beg peeren Jlaam,
II; Aaiï'
|
|||||||||||||||||||||||||||
43© UYTSPANNINGEN.
II.
Aanbangeïoog 3Bö o'anbolp?C3en Baam! Witn$ ïof üan €euln tot Ceutoe buuren moet. 5©ien^ofüan(ïc. LofaanbfenjSaam/ 3H'tfp?eeHen/ 3M'tgaïmen Pan bEEg gebaegbs tot in €eubjigïjenb; PanbeeiSgeboegfle Pen bee g geboegbe tot in Ceutoigöeutr,
IIL Daar'gltëerelbgoog (Ce ban jfcfitjn fromt en baalö SS? aller i©e3enfp?fng/ en€nnbgerocmb! S2p allee J©E3en(|c. E n't ^eït ban ttoee gefmolten tot eene ^Toon bu&UelE litcagten tot 30 fiaag een toetft
i^oan buQ&elE HtagtEn ^toonbu&öEl&HragtEntot3o9oogeentDetR,, IV. Raemb^embfe^oog 8Ket *# S&erelbg mm afê ftof; -^er ^tm'len ^eeclijHtjenb / i| fin Ijem niet. <Eet hemelen (|c. M erfit uïn «Slorp geiitüHig ^aat^enfefien 45e3alft ten bienjïe ban 30 een i|ect! <É5e3EifttcnbfeHfte ^esaïf t ten bienftc ban 30 een Heer, V. 2&n 't ^cljeppenb Wt^tn out /
®at ïjoger ban ben ftoogften ï|emeï ïnoonb ? ^atoogetbandc. Extern! laat alle ^tftep3elen balen/ . €n Ijoub ftct ïf Ert fteebp ftoog / en ^emeltaaarb?
Cn ftoub Het %ert fteeb£ €n 0oub fiet *|er t \tzzï}# ftoag/ en J|eraeltaaarb& '. V*» **
|
|||
Aahhanssel, 43j
VI.
Aïtanonb ingang/ Hogig/ En3iEt&nlEEg ®efc&outot ben ifEniEl / En3tetb'&EtbE boo? . SBEfctjotttotbendc. N Ebrig ftenb ben onjigtöaarE SUï-ji'ehöe gjn alï' uta ©ecflEn / itëoojben en geöagl 3InaiTutaï©er&en/ Sin alï' uto ïPerften / B00o?ben En gEbagt.
Vil. Nasigomboog. (Crrftt ^n oie ïjitt in 't jlof ©anfmaablegt/ EnlJEtigtjemftofbanEer. ©anfmaabïegt/ (ïc. T rot£ b:n '^ IPerrlög toerfmaabSenb nm 3!efu0/ ^tenöaonig^oogöenb/ saeenflaff^ïof ©tcnljoanté ^oogifieab/ mm ïjaon té lS|oog§enb / 30 een ftaf $ lof. ÜMtftofbanftnaab/
^CcEfit ^n3é niet alteen ; 3$ïaat maafttet $f anfngen En ^taffen ba» jlfêaat maafitEt Qt. ( * ö fmaab boo? Mug taojb gp betïjebEn <&nöec De Sniffen ban flet i^etneï^ ïf|of ©nbertJEP?inffcn ^nbEC bE ^inffen banfiEt fytmzlg l|af. SijnmSagtb?agt6aar
jnaaafit / biE 't niEt taa#boo?ïjE£n / €n boet jfjet i£tip£ ban ïütab?en b?euncn big. €nöoEtgEtl|un^(5c. M uta fpjunten toeer offcrb ben ^Etneï / €nÏEetb3cjuycl)En/ HaUelu-jah; «ÊnlEErbjEjupctjen/ €uleetb3E junc&en/ HJleU-jab! |
||||
433 UYTSPANNINGEN.'
K L A G T E Van een Gelovige Ziele over het Af-fterven
van haaren Heere; ende de werkinge
des Geloofs daar ontrent.
Kan gezongen worden opdeWrs;
Ifrails Heyr! IfraïlsHeyrl &t.
L
^T&urJge ïupt // treurige üunt /
■* 3^ienignonna3eïcgeneugt ^oo? be3Eii taag / 't üj nu geen tgö üan ©jsugö. ^rfnltu tot treuren: ^aat uta' gehint // lEaat uta' geïunt #f 3toggen en gefieel bergaan/ (©f nat gemaafttboo? 't öigg'lenban mün @Traan J>Ieg£Cteuc-3ang neuren. jÊÖn öcoon ig af-geligt 't Wzïqti ban mtjn aangejf gt! Wetmyimil Jfêeemnnu! i©eemnnu! 31!>anttftfieöinujaaan/ Thren. 6: 61 <©ftja! 'ft fieö mtgnaan /
3£ie£ i# al mijn glanf cfi bergaan! 9£ie?iig aïmtjnruft te niet/ Cn bettatffdö in bccö?iet! 3©eempnul ïtëeemnnu! Jtëeemnnu! SBlmijnsoetgenugt f'2amenoptiebïugt. 0\ ber.^antJenuitt'teb?ugt! .ïEtjne gïanfcft uestaeeft met bat ïeben 't^ejbjpeniileben: fCÜmn! Stift mu! öie laatjlen fuift ^eeb' mn 't i|ett ueben. jifêftanifitbec&taeen/ acft met bat ruften/ ®atö?arbfg ruften! Stfl mu! SSfi mp l bic ïaatften fnift ^Pi^ieligb^ugben&ïujten.. |
|||
Aanhan»»bëJ 435(*
ii.
%atïcUenïieen// ©atïebengeen!
^at 't leben ban mgn leben fcgeen /
met eene jugt / berblogen in be lugt
Cnü'iftberlaaten.
STOeleftüV Slg^ieïftajiil/
tfêaacof uüi toemfong jJJErtgEEn M/
ï©atfiinbu't$og/ öatgn'tnietnaacomgoog
^jgujjitHonb laaten*
*«oiringg 23?upö bof glang
geerlgTt met een i|eaiel-ftran{jl
J§obe#2oon// 3tëuta3Coon/ 3fêuto&toon/
gguta€erum1Caf/
pgubjCetutaEof/
J J©eteib£ glang maat fcBijnenö ftof,
mt i$ öjefc öat men giec 3iet
*5p öat ong gef aof geniet /
©efget^og// üfêaacoingaog// ^efgeti©0fl
®ao?üetraanEngeeii/
®ao?betraanengeen/
f£ot b^eugö^ ennöeïaoje^een.
«Pat baat get <Pog in etnft na fioben
t^oggeriijtnaDOben!
Waag! atëïaag! mgnoooöig^ert
WtlegtbEEfcBobeni
2«aar get geloobig <tëog moet boo? gaan
2*t «®og moet boo? gaan
®ai»5a(/ öansalgetbtecigl&ert
^P'tseIbefpoo?gaan.
IIU
Ijaat gaat get ®og // ^aar ojingt ban 't $og
Stoet* boo? 't gehietf ban '$ Verneig boog; c" Kgoutat en bat / b'on3ieneIgfte fcgat / ifönö ban mijn meenen. g^fgfieïupt/ ©joIijHcïmjt! ^w^naatBeef^emelfcgecgelupt; € t mee
|
||||
Atf ÖTTSPANNINGEN;
mittsic ifi t)oo?// *©atgoeb batiitberloo?
©unsenö beo? eenen.
Cgnptengi £ cepter-regt
i©ag bao? ran nu bete' te flest.
$entig<$obt! $enug<$obt! iteyïfg<#abfi
iEatuj bit een lat l
Sefugfmaabenfpot
SBefug fmaab // #aat öobcn ftaat.
25eb?iegt Fret <£og mn niet i
't ^tDönö fjet niet ban ^coatten 3fet /
Miti bhi ®aub/ £imher#aub/ Sönmttnb $oub
vëijn tre &t raaïen baat >
€nban.faerlenïilaar
SCt be J£'oo?ten taonberuaar.
jfèaar taat 3ie fit baat berber geenen
<®m3Iefumiieenenl
6J|emelfcij4>cDaar! ö Zalig Öütl
5©aacb '§ i&erelfcïj toeenen.
üBaar ftrafter gf el! taal t$ baar b'tëerjani
3©at i$ ba ar b'Cerjanlt!
»allelu-jaïjl J|aHeiu-jaö!
Sfêaïbentaeer-öïanft,
IV.
fCmirf ge ïupt / treurige ftunt/
^teï toeer uïu <$naat ten b?oeber (Üaoti
Wztm$i bati&3aIangin3©efetf|taaon/
€n baar moet fiïnben!
<$obtg ïiebe 55?uub / #abt0 Hebe 5Bjupb /
3fn «iebarg süiart üeroofite (Cent i
€n met bat bupï geaelftgap 3anöex enb
Sliïtöbaan'tfipen:
#eeï öatnranag becg SCarb
Ml te smaaren <§icljat nejbiaarb!
«fciat tttfag// ifcaarifiktf// iBaariRlrf!
Tt *©Icag met eene blugt
ft Ploog met eene blugt
'^aniMw 18 nu mm feitje ysgfc -
|
||||
Aanhangsel» ^jj
Ccc/ tëoeb/ Suft/ 3aetbetmaaa/
Cen öing ifi meeft in u laan / ^atg'utagang// ^oberlang// ^atg'utogang Cnumtraagetreb/ €numttaagetxeoy Zo fdjaojboetenb rugtoaatbg jet. Sefultef; moet iKftiet nog Bigben/ £19oet in friet uujben/ ©unban/ gun ban bfe friet mfln boet anubjpabjtgben. 3efu lief; moet ir ïjitt nog ïeben «Enéoebberleben/ ©unn' san mijn Sieï aan €ec nog ®«b /
-üEaarut'aanftteben. ƒ. van LodemstbyN;
J. van LODENSTEYNS
Z W A N E N-G EZANGj Of het laatfte by hem in zijn Ziekte, korts
voor zijn Zalig ai-iterven gemaakt}
cn Zions Kinderen na-gtlaaten.
Kan gezongen worde op de Wys •
O Htylig! Htjligi Heylig Hur!
I.
A SCn&.bbeïöfieant3agg'rijftr)eö&!
-*•*• i©u öungen boo? uni M ijefteab <©n£ ftnnen en on£ herten:
€nmet en boo? utn dienaar/ trien <®n$ (©ogen nu ontaetlftaam $im €n ftïagen utn on^ fmetten /
Xaatuto// <©ognu
<©nonö baten/ tfnftomtftalen <©n3e3ugten/
fftt ben f£&?oon ban ubj genugfên. €t 3 ii, <§\
|
||||
ft* UYTSPANNINCENj
ii.
$ i tnonber «Pobbeïijfi fielepb! <^tm ïjittc 3 ig öoo? 't U£fIoeü berfp?epb / dÜECti $too?t g fttoelb $art of Seben;
(öeengroatepijn en pijnigb yem / lÊeen fcfto^rigpeub öelEt jijn ^tem / <£>een bamp bertaarb be reben;
Samaar// ^egtbaat
ÜCegtuncber/ fCotifttaeaer ïïgeBjutiften
fflü/ ban3ultgptoeerontïup&en. in.
't %$ maar / ufo dienaar na «ta raab afêoetjtilsifn/ enber&oojen^aab Jgtjn maarfröou to niet ftan gooren;
31&aar 30 een ftiït geeft fterfter (tem ©anutotong/ aïpropbanijcm <©pt fioo?ben ban te booten/
©at pp// 4£ugp
^pjeeftt/ bogpooren/ nEngpbM&artn €enémoiibmeftften;
fl&të/ ®p3aubong^artbantreftften, IV.
«Eerft sniften mpban fcpaamtemeg/
©at top in ong een oberleg ©an utoe ©aaben maafien;
©e^ouberepnen £cgepper$ mfï l^egtmaar/ merfitnu/ enftaatnuftiï/ €n niemanb nan pet laaften;
ilmdEer// Biet meer
©anöetfpjeBFien/ ©ao?3aIujeeften ©anban3toijgen/
ÏJta 3Eof 3ult gp al om ftrögen. v.
ft ^temme roept ten *|emeïupt/ %totjgtLodenfteyn, taant um geïupt 0an Waa& öeeft raaargefifonfien}
/
|
||||
AANHAK O S E Lr
Wit ©flob' i£ iiptsön ©oob geftaan i
Wat WtttMing, te rug gegaan ? 3@at ^lajienb' unt 3ijn ronfien ?
SCI'tfiBt// 'teerst
©an mijn faunen / SC! mijn b^en / g$getoeeften;
i$aat toe ban «ta noob-loog ffóee&en J 'ta^ogpseBt: ^jie«BW! t
Jgtet ban eeng op urn Cg?f Henljeub: Mtt regt meeb'itjbig' drogen
©at 3ig in '£ tuaarijenbg fcjjoonen gfantfcg ©oo? engcn lufl berboerb binb / gantfcö ©erbijfïerb en 6eb?ogen.
<®%anl// <&3&an!
&an be roaaröenb / ©oet uta ftlaar jjeyb Cn b?n alle ligt betbtaijncn.
VII.
^et atm betbnfterb Cljjiftenbom /
meift #obt / en meet3elfê niet toaarom / 2CIg om gaar engen boojbeel:
t|et3oefttben^euïanb/ maarenbtnb $emniet/ ombatgetnietöemmb/ ©an b?nfteub in het oojbeel:
©aar't Wam// JBtëeeftntaam
<©mbeï©onben/ ©anbe^onben 31n3tjntae3en/
©00? berfoog'mng te genejen, VIII.
t ©et3aaRen féljaar öittetfienb /
^y bïoamenban een ^aligïjenb ©oo? f efum gaar berftregen:
^Saarutatelieben/ batgemig inboeten ïirumjöaarïlemeltë/ ©eé3tjn39niet genegen;
^fftöaon/ Jttta^oon
€e a |
||||
«8 UYTSPANNINGEN;
Slenüg^eete/ %nstyn%tttt 't%W iMRaan p?ee£/ €n bolmaaftt ta buo?öédö aan tozt$. IX.
^at'|JBenf(&en)|epI^/ rpgenM/
<£n ïuft en ;in te gouben ftil; €n all' betaeeging effen;
®at engen $enl in epgen gaat/ Ên in eeng anbetg min beftaat! Öan nicmanb nu be3effen.
^aattaoelb// ^aarboeïö
fgber na ben ©?f ft Jjem raab / en Cbenmdcn
töobtg-bienjt/ meenbBP3fgtebfn&en.
x.
5©aar Éjp 3fg jrff beriie3en moet/ (£nat3gnj|enl/ stingoogftegoeb JSoet binbet! in 't betlfejen t
'tl&erlie3enban3ig3elf^/ indfabt/ a^at i?E on^ beeï onófioogile ïot/ ®W nng on 't ïjoogjt te fiie3en.
g^atfleyï// Sfê'tM
©atgefiomen/ #oo?be gnomen 5$fieneben/
Cn <£obrg &fnb'ren fMb in b?eeöem Zo langen tijd heb ik gekeft,
Gezwoegt, gcploegt, gedraaft, gevlogenl Omiettezijn; en ziet nu heeft
Dat iet en zig, en my bedrogen. Zo my den Hemel langer tijd
Gund, om my tot zijn dienft te gorden j My dun kt ik wil met grooter vlijt
Dat ik geworden ben, ont worden. Zoud"tgtootemaakzel, in mijn Zie!
Ter eeren van den Maaker op gaan, 't Is billik dat daar ganfch verviel
All's datik zelfdaar hadd' doen op ftaan. . ECH1 ^
|
|||
A 4. N H A H « < £ C?
ECHTS-LOF.
I.
|
*i
|
|||||||||||
imfmÊÊmm
|
||||||||||||
gn fleurig- fte ne-penn- - jen/ ©oen
mn ban 't ^uto'ïp öenfien ten Doogfren lof/ €n eeben mijn <#ebigten firof/ <©m In «Sesang |
||||||||||||
+.*.
|
||||||||||||
te toe- - - - men 'g peeren lof/ $mki$e
|
||||||||||||
i^ü^SiiÖililÜiiïii
3angteroe- - - - men'# l|eecen tof.
II. "Segronb toa<?nnutoïöïi0 b'SCarbe
©f b'Ccïjt toag 30 nber toeetga ban tfobt gcr oemö /
^e ©?outoe toag Mannin genaemb /
gen ^dienber op net fröen&ElrjFtjï geboemb /
^cn^rfjenbEt op fjetftöeubEbjftft geboemb,
III.
H^tfoEEbetga&'cen t'jamen %ie ftan bat 3«ibec MaaFf en in renne Min ©efcïjiEn ? alg b'eEn bEg anb'ten sin Jtn 2iElüE3it fn ï^eerlp getatii / m%k] en ïjjf to #ee*elü& gEioin, Ce 4 IV. &6
|
||||||||||||
%& UYTSPANNINGEN;
IV.
£o b'een fiegf nb te tnaïien; Wen anbje boet öem baft jtaan in Wijffitnb groot/ (©en beften ©?ftnb i§ 't in ben noob) Cnreb3ön^ielbanaal/ enï&onb/ en©oob/ Cnrebspn^iel banaal/ enïtëonb/ en^oob. V.
©aar b'eene soub uegeben ©aar gullen tbtee toel beter bebeftigt ftaan.' Cn 3onb ben eene ban ïi outa bergaan; ©en anb'ee brengt fiem ^lele-iuarmten aan / ©en anb'ee brengt tjem Siefe-toannten aan» VI.
gijnttoee/ abjeenbjafltig/ 5HSn bunfit/ in 31e een filaarefcBetgban b'eengepb/ ©en uebelf ngen tfobtg berepb / 9Bn Raar e gloriere Zaltgljepb/ |fn y aate gforieuje ^ahgïjepb, VII.
©ie ttoutaïoogïjepb berïaattn ©nen mp Bet %tüi'fijB p^foen: ten fioogften iuant 3l#^uto'fijft#-u?euK/ 3O3onbfgenft0anb/ S!o i§ Ijet toet een obet-Ijeafgen-banö. ^a ig be {Crouüi een obèr-öeprgen-banb. VIII.
©eel&foib'ten Jluta'ïijftg-bjirgten/ ©oen b'<©uber£ Depm'föft 3upgen be 2egen-uacn i SGfê of met gaat ben 2egen-3on / 3in ttegra-Itgt 3Ön ^egen-loop begon / j$5et ^egen-ïigt3ön ^egen-toop begon* IX.
'ttëetfenbetebefteïïen $f an 't llfert gebuurf g fitoeeBen in 3o?ge 3oet / ©ie 't %ttt beminb en tuiltig boeb/ fltot noob / en öinbien-nobf g-oberhloeb / $ot noob / m ftinb,?cn-nobfg-Qberbfoeb, x. wt
|
|||
A A N H A N O S E LI 441
X.
|
|||||||||||
m ïtinb?en in 't &eb?sfoen
©an 't litoabe ftaag te ftigten büo? ?£ugt en %m / ©oo?^ttafcnï©oo?b: taattë'teen€et {Ce fiuygen teeb^e ,&o?u?itjEjp ban ben I^eee i flte fittngen 'g peeren liebe «spjuntjEg teer. XL
©cr ^rïjEpseïen ïjnïp i# nietig /
€n b'een3aaml)enbtarb?öft We tiErb?feteïpïj? pii / SI^boajbEC.itóenfcïiEn metisfrepb/ 9Gn fttlt 3ig op boet b'2lIïgEnaeg3aamnEna. <©e| ^e-raelg/ '$ ISfEtnrifcöSClgenaEgjaatnljEnb, XII. 3&og 3ing iüt een# eii fitrteïp /
«©e Een3aatnBepb balt fmaafthjft boe? bic ben geeft
25ebalb / en baar ïjet i|Emeig-boEfi /
€n öobEii '$ i©Ereïbg getaaab eeh flegtsn botft /
€n boo?3ön (&raanen een af-oejïeten troeft.
Xlil.
t&oa? 't laaft mijn rufteng luft 3enb / ®en €c&t i£ bol getuijftö ban bet fitinbjen bjoeï/ ©i bupsenbEt onruften üoeI ; ©e regte ttift i§ in btt ©jnsn-ftOEl! %tuftuegb / ruft ftil tg in bet ©jnEn-ftoeï 1 Sinter-maand 1661.
|
|||||||||||
yRY2
|
|||||||||||
€t §
|
|||||||||||
44« UYTSPANNINCEN.
VRYHEYDS-LOF.
Tegen-xang op Pag. 439.
I. |
||||||||||||||||||||||
/*"\ f\ - <-»
|
||||||||||||||||||||||
3tt 3etraen ii ftai
|
||||||||||||||||||||||
at 3eggcn i$ fkmttajUg / Xm *W -
3Öni|- bermaaHÏpüaaj'tjcugWo^eït ®at |
||||||||||||||||||||||
<ntiEnöaHtr&D0?30?genfm«ct tfeBneujl/ tter-
|
||||||||||||||||||||||
pli=ièlïli|ïiiifii
|
||||||||||||||||||||||
lOEïöt/ teii2oc0 - - - anrjeu0tit0ttaer;ö/
|
||||||||||||||||||||||
<$enneufr/ tertotlfit/ te Ii^oe0
|
||||||||||||||||||||||
f\
|
||||||||||||||||||||||
ÜlS
|
||||||||||||||||||||||
ontjeii0bf0t inerb.
|
||||||||||||||||||||||
u.
|
||||||||||||||||||||||
jfêt'jn #!i0EfioultibE ^aoEii
'^tTen mg 30 bifimaafê Blaar 3! en &e 3flEtf09erjib/ 3^an ii'fln0EüontiEn ©jyleÖErjö; Cnfmaaften 'fï^ooojten ooebettferenljeub/ <Ên fmaaften '$ ï|oo0fren goebertierEnöeyb. 111.
©e Jd9o?0Eii-jianlr genieten gaMiaafi ben JifêenfcD tobben 3fjn ^o?0Cti groot fn'tlijueöeft/ jnDuptennoob: ©e
|
||||||||||||||||||||||
AANHANGSEL. 44J
©eu?ne3|eugb fg 'gïeuen?Lïfèci?gen-taab.
©e b?ne 3!eugb tui 'g leuenp JEajgen raob. IV.
©er ^oglenfitoinfielecren:
ïtan ^aofb en ^erfeng beeglijfi berfitoffiReH: taant
^u moet 3tjn boo? een 2ang gefpan:
©e bjuen fgang öe 3eugb fcetmaaRen Ran t
©e faunen ^ang öe 3jeugb liermaaRen Ran.
JBant dingen/ speciën/palmen/
31? Songer ICieben taaie ban '§ Verneig $af/ ©at ftaar öoo? 30 beel taElbaan (lof *5eeft/ cm3o?geloag tangen '$ï£ecten-ïojL ©m 3onber Rommet tangen 'g peeren-lof. VI,
#eelbfngen tefiefcfliRRen /
Sin b'€cljt / 't ï|er t bcrRtoijnen / en berbto jjtien boet /
©at baalb en rijft boo? tamp *n fpoeb /
Sfifê b?nöenb 3toemb in g'noEg en oberbloeb /
Sflfê o?noenb 3toemb in g'naeg en aberblaeö,
_ va
©ie 3ig tof ïsojglaogfiou toen
©et 0obt0-bienft / laat bie (Ctoutaen nfet al tebja;
fteantb^djteüngöef)aagt3ijn<S5a /
©etëjyesoeftt/ 3egtJ&aumJ/ töobtggena/
©e^pe3oeRt/ segtjpaulutf/ «ötobtggena.
~ vin",
Guagt gn na ïfèijéöenb uoben
©e Sdatb; ben dEcftt toiib loser ban anb?e bïf e'n |
f©antb'v©ngetroutnbe ©agen fiie'n
*t ruft en luft na Ifêitéüepb uut te 3<en /
*ttuft en lijft na Wöenb unt te sien.
^ehinbingsegt/ cnreebe
©en €cftt ia bol ban bieeje beo? ©no3cnb fttoa'et?.
set^inbenRieftgeeri©eugb£-pa'en;
<©en eenen u?engt mn ramp ben anbjen aan /
m$ Romen öaar rerft bwuuïe rampen aan.
& ©mingi
|
||||
444 UYTSPANNI M O E Nj
x.
©tuf ngt i^yanb ong te blugten; ©en ©auen ?al ïjaaft jttïfi ï|eyl 3ien te gemnet / ©at in ben ftag 3tjn fmert beboet; ©etogiöem Kinb nog «E»abe 3ugten boet / a^etoöl Öcm ïimb nog $abe 3ugten boet. 'ft %aï gier bc 3aaft &elio?ten /
!©ant opt 3al nog taat fcöooner tesmgen 3tjn;
i^et J|uto'I jjft 39 een b?up 9C3#n /
3!Eaar ©uy3enb J>toop ban b'alberfiefte i©tjn.
fc* J^yljeyb; 'fi 3eg ban be aïberöefle Itëön.
xu
i©at fiaat mn bat f ft 't ficelbe / ©en €cftt Baarb niemanb toeenen /maar eygen fcBufot ©an't$|OOfbig wil, ik zal, g'enzult,
ï|eeft on£ be J©erlb met €c6te-ftlagt gebuïb /
J|eeft on# be ïtëerlb met €£Bte-ft Jagt gebulb. 3M gn ©ienaar^ be# peeren
t©ilb bog ftet ^ute'hjtt toeerbig agten / en fioub
©enCcftt ge3egenb inenf aboub /
Mat 3ribe/ naar 't uto ©ienjt ftan lijben / ^Trouwt/
j|np?öfttoeïgroot/ öic3eïfgeenïanben öautat.
19 Lente-maand 1660,
MORGEN-ZANG.
|
||||||||||||
___■
|
||||||||||||
IppillülïeüilLüBiii
|
||||||||||||
A
|
||||||||||||
aEberfitoiftfienbJHao?gen-Iigt/ SM ben
PpiiïiiPi=iiitaiieiPi
|
||||||||||||
®amp ban gfffren stofgt/ mo} u ödber 8on.
boa?
|
||||||||||||
Aanhangsel- 445
|
|||||
öiert roept toeïIeJiom.
|
|||||
Sfï^top re3en tot üermaafi /
%z#bbttt^tmtl/ Walfitnftaaft S(JIutab?uppen/ batongU?EiigbEn g^an maar boo? ben $Etneï 3p / gpie ong bug bao? 3iQ bErïjEugbe %$/ Étibao?/ enmEtïjemöïp, Door de lijne ®flg. En $agt
Éa bie üEpb'Bern toE-BEfijagr. Rebben tap bon? öem geïégEn / <0nbEt 'g JfEttiElg tOE-boo?3<gt ©00? jjEtn 3tjn tap op-rjEftcgen / 3jn bit al-faErfitaiftfiEHbïigt. IV.
$epïig $EEr! jp on# gsbagt Waofi en baab u toe-gefijagt; !©p jon bog aïïern u ep gsn / <Dt$toatgpta>o?BngbErEpb €n grgEbEn öEfit / top mpgEn 't 3CI tflEEÏ bOO? Uta ^aJEftEpt.
V.
't ^EHïig aanfrijön onfiEbeftt/ <©ng Een ^BojgEn-roob iiEtffrEftt: 3Iaat ban 't &igt ban utaE jlraaïEH <#p on| bupftrE toefen heee C SCfê bf e 4HSo?gEn-^onnE) balen / IPat top u maar Rennen $eer, VE €n |
|||||
44« ÜYTSPANNINOEN;
VI.
€n op gefit ong baab'lrjfi geel SKfêutaeiigeii/ filgutadeef; OPp 3u(t oog onglpogt ie tai^en / «©nsetyeunben/ onselujt/ <£er/ en^üftbom: ennabe3eu b^nueril&orefperuft. Vil. flToonb ong maar uta aangejfgt / SSfê tap 3te» öit %onne ligt: © We goebfienb! <© bie nlaarfienb! © bfe J©g$jepb ennbetoog! ^eplig/ ^epügenbefaaaröepbl Stee ban gaebljenb gr onbeïoo?! Vin.
Xaat onpaar in sinften jtf ï / €n uerlf B3en taenfcfi en teil / €n be ï^ereïa al ftaar lunfrer $f tarjt-gaan: afê ftet gohne-3fen ©00? 3ön %i gt on$ ©ogen bun jïec ■Jifêaaftr/ enalftetfcfioonbaetuli'en. De L cTF-Z A N G
DER ENGELEN.
Kan gezongen worde op de W Y s :•
Vrolijk Hert maakt £sV, I. T ©fen #?iW en€eufa{g€ec
*-* glnben^eer/ €enfg oo^finonn aller bfngen/ ©te upt enft'ïe goebigftenb ©Itnerenb/
Hiaat ber hemelen ï|emeJ3fonm |
||||
Aanhangsel»
II. geulen tuft/ enti?eebefilp b'SCatbesp/
Mu ben ^emel öte namtojtagen / 3Su 't üeöagen in ben JSenfrö / ®aatnatoenfdj/
Xaat bet hemelen ^eraeï3insetj. |
|||||||||||||||||||
4W
|
|||||||||||||||||||
GEBEDS-NUT.
Op Catech. Afdeyl. 45.
i. |
|||||||||||||||||||
leuoflen/ Wit
|
|||||||||||||||||||
________€6e- ben fneï
|
|||||||||||||||||||
boo? be I©oI- fien btfngt/ 'tfieïaeegeïp Be*
|
|||||||||||||||||||
toeen! <©B bat 00bertaaatbg Been! M^n
|
|||||||||||||||||||
3agte sunten 6?agt een tnoeb/ <£emoeb/
|
|||||||||||||||||||
Efc
|
|||||||||||||||||||
mtu$m
|
|||||||||||||||||||
Jij »Jfe
|
|||||||||||||||||||
448 UYTSPANNINGEM;
II.
«Fetoaanbe toffe reben /
m&t fmceb gn Dtoeperp ia 't gaaft berlepbe 2S?epn /
ïlto fïrifttten ^nn te ftleyn /
pLt jiutten 't bierig ^art / te fcgojten bit «tëebeben.
III.
Paar '£<$obe nf et£ betfiojgen / oEn zllz§ jrapt a( bajt: nog Blaag i» fiem min noab/ $mbatfip't3agebaob/ SBFi30?S nfetbao?bereft/ maattofaï30tmjn3O?gem |
|||||
GEBOO R T E N-D A G,
Van N. N. opden28 Auguftus 1572.'
/^SCat SSjieffe / na mijn If ebe <£u$eg fieen /
^-» mt laatft ban 3effen aan be I©er'Ib berfcljeen / €n ulaagt gaat bat Ijet ongemaft bet tijben aaap in utn plaat^ te rep3en niet en Iijben. ïtëenfcljt Ijaar geïuft met bat #e3elfcljap / baac 33« öaac meeb' fttoam be3f en 't boo?lebe 31aar / SÜIfi öesen ©ag in <©ogft-inaanö on£ ontmoeten / €n 3egt Jjaar bat 3P3' unt mijn Saam begroeten, 2 egt gaar ooft/ bat ai Ijeef t ben tëpanö mp / <éa ai 8et niguen in 3ijn Ijeerfcljapyp/ Pat ijn mijn l|ert niet onber 3ijn tëoogbpfteeft/ €n bat mijn 2iele boo? ben ^eete b?p leeft. <0aar brengt öaar in gebagt / Fjoe toel3P 't weet/ Pat bug be tijb ftonb boe 353' eerft beftreet/ €n boe 3p ober bijf-maal ilegen laaren / %ig eerft begaf op beeg ontaiffe Naaren; Pat 3epben top öaar ooft 't bao?Ieben SUaar; C't 3$ of jjet maar een Paggeleben toaar/ 2o fdjf eïjjft blugten on3e blugge tuben / Cn 3iên top all on3' Naaren fieenen gïööen.) |
|||||
A A K H A N 'G S E Lï 44.5
^tgt gaar bat gn gep?opt bol taenftften fiomt/
èiiSaartoenfcfien/ bfeopregt/ énb'on-gemomt: taat toenfcften bats' op aiarben on&ebjeefr leeft s
n bat bao j al beu ilemeï gaar 3ijn <ü*eejt geeft; ^atb'ónbegreepelMeftenbinftaartaoon'/ €n rigte baat 3iJn ïleetlpfiepb een ^ö?aon / . €n boesgn glanfcft 303onbertaeer-gafcftönen/ «©at in {jaar #og be ï©erlb en all berbtóijnen. <£oön'jjaar beg-^l-uefcftifigsa graatemagt/ ï©at 3p geen USenfcft op $Carbc bjees' óf agr / Cn ja een fp?ing ban aïgenoEg3aamljcben 3fcii 3P in noob bertrouta / ien 30 te bjèeben: Cntoatalniet? bat 3011b in beïéBagt 39an onfpoeb't ïigt 3ftn baar 't «tëeloob' ap toast ,» JGfêaar tóaarfcftouüir §aar/at# 30 be <£obtftE»b taaans Öomt in ftaar / bat 3p 't ober-al moet toonen t 3&at3al3 ooft/ taant baar 't ©uut i$/ i^iinnragt; SSegt ftaar maar / bat 3p bulbig baar op toagt ©oiï batiBftaarge3anbïjenb/ enïjaaE ^pjupteti ffcenfcfty maar boa? ®obt'. €n bergt 3pu te upteri a|ae'tmstmpi?5 3egtftaar/ batiftge3onb ©an fterten / b?n raat pnn üjb' in be 4üBonb / ^e .ïfëanb tot '0 ^emeï|é öEECïgfttng gefcbaperi; €n bic nont fpjeeften moejte / ja nopt gapen *©an tot 3ijnlof; bic nogtang anberg beeb "|ae üillijft i$ 't bat bie lijb / en meer leeb ? |
||||||
Segen?
S|n op ftaar 2aab öc| «Jeefles ©auto en Öegen /
^oo? Hefum on3en Öoning bier lierSregen: ®n 3egt / bat ift ftaar uen en ölp b' genegen, |
||||||
ff ■ QN'tfs
|
||||||
4Jo ÜYTSPANNINGER
ONTWORSTELDE WANHOOP. MplUiiiilièlgi^lii
ö gn treurig ï^ect/ batmibbeningenaben/, |
|||||||||||||||||||||
S&ebtaeftnt uerfrerb/ niet taeet of <#obt# taelbaben /
|
|||||||||||||||||||||
pS
|
|||||||||||||||||||||
^ftoo^nuboet! bit in 't Deraerbe/tne3en/ Ulo
|
|||||||||||||||||||||
p^\m=ë^^^mï\w^^=^^
|
|||||||||||||||||||||
engen jtaat niet tnagtfg jijt te Ie3en: Stom / nom
|
|||||||||||||||||||||
ntaaliteenpefïunt/ Mam/ tailiftelbufiierunt/
______+__^kJ.
|
|||||||||||||||||||||
=#:
|
|||||||||||||||||||||
fflüxz toe 't nnü?ugtbaar btoalen? ï^iefitaam
liiBliilllillliii^i^illlig
|
|||||||||||||||||||||
out taeï gelaan / Mt 't üeffeitjne ®?aan U9oub
|
|||||||||||||||||||||
li^=ÜÉi
|
|||||||||||||||||||||
uut ^Tempeeflen galen?
n-
Xtgt u ban neer / ga toinben ban mijn Btttt f <öplJ|elfcl)getoael/ gptajen/ batmetfmerte
JflÜrjn ^iel boo?-fntjb: bat ftabig ongeitabig
«JSfênjujnigt to?eeb / en öanbElb ongenabig
©9jefu! biebe^ee
Cenpjtifleleggenbee/
2W&'in gebaar ufiaben;
«fil fiwnl uiiJn3to«fi8eöo«
|
|||||||||||||||||||||
U
|
|||||||||||||||||||||
Aanhangsel^ 4jj
%é nu in 3f nfieiig noot:
ïtam/ namnumetgenafteu!
in. Ceng mag mijn %ït\ ( nog taennfg tfjftl geïeben) ©etblinb ban b'SHarbftfje 03obt met b?af tebjebett/ €n 'ft raag geruft / unt '$ ÏPabeitf %w$ te bnfen / paften/ öSiefu! 'tï|ertmnnietgeftoïen. <$n grecptmnftnbetBanb/
©aar Bteïp geen tegen-jtanb
©en 25juabegom fiinam ftcagtfg!
<0n oseey iita ^djaapften üiaarb /
€n3efultef! gntoaatb
9Pe jfèagtigfien te magtf g.
. IV.
SC§ t öab ift boe bie ontaaarbeeröje fcgatten /
<&it't <©O0 niet3ien / Bet J|ecte niet ftan batten 3fêet 30?b fiehiaatb / en in 't <0eïaob' befïaten! SSn toaaren mn 30 ftfjieip niet ontfehoten, SBft 3ag mijn 3|efum aan/
3Jft Bielb Jjem fin mn jtaan /
Mp bagt Bet ftan niet enben;
„m&aatïaa^! nuitföpBeenl
€n in jta tuffcQen ttaeen /
i©aar saï ift mg nu toenben ?
^at3oetge3iatban 3efïi#toiIberboben!
gi in 't becfcBietberfïautat Bet biet tifefoten / |®aar fflp' ift ban > ó toanftoopg bittre bjugten: *©at boet gn 't ï^ert met Sefug fyiylm / 3ugten 1 SMj! 3ugten'tjïegtg! ftetraajr:
'tCaopt Been en toeer berbaaft:
itëag'tfïegtgbetbaaft! maac'traoeïen
©nïongeftabigBepb
öan geen ramp3a'ttgBenb
anb'ongeftalte boeien.
*g8n fóotg i$ tneg! mat ftan ift boen abj btotten ?
^ön^uni&^bigfit itaatftannu uoo^mijnlot/en |
||||
'4?4 UYfSPANNINGÊN; ,
JÖagn toeWtist3ijn/ aïgjelbe te^tfiajcn ■ t Itëanljopig J|crt met ongEöulbigta3En 3 4§ui£ïjetlUEg/ iftjoER
Mijn %ert met ^loen op $faefi /
InlajtErEntEüoEbEn:
€nb?aagtmpniet/ taaarom?
<®f 3EQt mp eeïft 't baarom /
ï&aarom ramp3aï'0En taoEben.
VII.
©aar fcïjfjnb mtjn 2tei f n onruft ruft tE lifnöcn
JÉont ftEtftEt fto?m / ban al£ JjEt J|ert 3*0 bf nbsn Wil aan ben iSotg: ®an jcljgnb bé ï|el 3tjn Itaaften ^EfpatEEn/ en/ taattaamjonpbEn&t/ tE6?aaRE^ %iy. Jjabi&EEmjbEntop!
€n toagljEt ornnbio fop
©EE SÖEEHEEjé EEH0 0eb?Onften 3
H&W^tzt/ mgri treurig J§ert/
J^OE Öïijft 0tt faU? llEttDEtb /
Sin tuanfioop neer gesonften.
VIII.
jflSoEtgp ufo ïot nopt binben/ alnjb 30EBen ?
3©at fiaat ïjet u / bat op ban nogniEt itëtoEften il3EÏbEnfttDEÏb/ 3abatuto2iEl0EfcBonbEn. Mag. ïlamp op ïïanip/ En Ifêonben Hrjjgt in fflmtiitw ©uniït inp 't ouRnJofiaar J|Epi/
CEnfrepitenalteftenil
Cn ftö?ifi ifi boo? fjEt pEpn3cn l
daarom 't tE ru00E gaan è
t&it tapen ban bE baan J
t©it on0EloW0 bepn3tn i
"fi i©EEt fctöt mp fcfrojt / 't'ö'e3i0t l§ mp berbtopn/
«En taat in 3iE / 31E boo? taanïjaopig' (©ogen 't (ènrEpnbaar gosb: 30 Ban intjn ^sr t mp Negen / Cn booj EEn 3inïoo3E epgEn' 3inbEb?iE0EH. jBt3tjn %\t\ ban toanfioop öiinb
oBaatftElb u afê eeh «inb/
€n iaat n filinb'ling ÏEiibsn i „_ ^
^a&Itob'lingïEpbEïu tem «""
|
||||
'A A N H A N G 5 E Ö 5f J
mtm bit niet fenlen Ban/
©i üieb U3gn gelenben. ©fer moet gn aan; 't geboeien moet berbtarjncn /
't (ötejigtueÈgaan / en (tatl 't onmoogeïp fcbönen 3£at tiiaoglijft x# ?) tjet ongezien geïoben / mi 30 geraant <#obt£ ?aï'ge WiM^ natiën, SiFföen/ bao?al'tgeraak
©anölna3el©rj|genb/ SMnaag/
®ieï©ij$jeub moet miblngteu;
Cnoneentaonbjetoijs*
$an (Ptaaa^geub toerben Wij$ (
<©f ift moet eentoig 3U0ten?
Gras-maand 1657. Pfalm CXXXVI. uytgebreydet.
Kan gedongen worde, op de W y s .•
dWmioojle Ziel, dieJlegte Maagd 7 &c«
I.
TUT €t lof uetfieft ben ïjoogften <£obt!
1Y1 2Stjngena3onberennbeni^/ ©ie btoingt bee SCarbfcijen <$aben tot / tyü$ 3onber ennbe sön gena.
n. anaetlafbetfjeftber peeren $eeE! §5ijn gena 3onbec ennben ijl.
I|etn ftomt alleen bet i^onb'ten eet. <®v4 3Qnbet ennbe 31'jn gena.
ui. S|n maaftte toijfïp 't i|emel#-ronb/ Sijn gena 3onbet ennben ig.
Sneeft b'SCarbe op een ®olf gegronb / vPugsanbet ennbe snn gena*
IV.
©e taonb'ce Xigten fr&ien 3ijn Jfêagt /
Srjn gena jnnber cunben i§.
^e San en Jifêaanbno? 3Pag en Jfèagt/ ^"Isonter ennbe 3|jn gena, ir f 3 V. mt
|
||||
%n UYTSPANNINGENJ
v.
me b'eerfte ftragtEn Cöamg faerffaeg / %Qn gena 3onber ennben if.
q£n 3ö" ©olü uut ïjaar mibben bjoeg / ©ufoonber Egmöc3ön gena. $pftttefbiie2ee temibWnbeur/
^gn gEna 3onber Ennben i$.
gijn &oïtï geïenbeïjn baar tour/ ©ug 3onbEC ennbe stjn gena.
VII.
©aar $garo met 3ijn lEeger $> jonft /
^tjri gena 3onöcc ennben f f.
SCfê «SteetiEn log te gronbe 3onft / ©ufoonber ennbe 3ijn gena.
VIII.
©oo? 't feroefre ïenbeb' gn 3ön ©ollil /
2ijn gena 3onber ennben i§
©e£ &agt£ een ©uur / En '$ ©aagf een Wam, ©ug 3onbEr ennbe 3fjn grna.
$nflaeg!jetal/ Qoemagtig groot!
ggngena 3onbEr ennben f $.
j^etti.eef/ öoe^eerfp/ aUE^oofc ©ug 3onöer ennbe stjn gena.
©aar fneubcïbe ben SBmorgt;
2.nn gena jonber epben if>
«Enég/ benjSeu^/ ningaHe^fttaiJt/ ©u| 3onbEr ennbe 3ijn gena»
XI.
ga ïjaar SE3EgEub ^ugtöaar ICanb /
%üü gena 3onber ennben ii.
©ieï in 3#n fèncgtg 3jjraéfê-ganb. ©u^onber ennbe 3ijn gena.
XII.
i|n gebagt aan nng Bebjigïjenb:
gijn gena 3onber ennben i#.
Cnftaantenon3e©tenft6aatljeub/ ©u$3cinber ennbe 3fjn gena, DE
|
|||
Aanhangsel:
|
Vf
|
||||||||||||||||||||||
D E
AIIeen-AIIes-weerdige Hoogheyd,
VERTALINGE
Uyt Ia Confolation de Ia Theologie door
REN^des CERESIERS.
Liv. II. I. Poefie.
|
|||||||||||||||||||||||
Hi
|
Oor Volken al van d'een en d'andre Werld
|
||||||||||||||||||||||
hoor even , Al die by Water, Vyer, en Lugt
|
|||||||||||||||||||||||
il^lg^^l^gliilüüi
|
|||||||||||||||||||||||
en Aarde leven ! Loop haaftig toe en buygt uw
|
|||||||||||||||||||||||
^Ü^iiiilSiiiïiiliiSiïHi
|
|||||||||||||||||||||||
Herten onderdaan Voor hem die ons zijn Maje-
|
|||||||||||||||||||||||
fteyd maakt zo eerbiedelijk , Hy is alleen aan-
|
|||||||||||||||||||||||
É|
|
|||||||||||||||||||||||
biddeüjk , Komt dan en bid hem aan,
fff 4 |
|||||||||||||||||||||||
II. Hos
|
|||||||||||||||||||||||
$6 UYTSPANNINGE N.'
II.
Hoe zoud gy Hem die huid' en eerbied konnep weys,
gten ?
Die u in aanzien 't hoogft van al zijn werk deed ftey- g'ren,
Uyt zijn Hand krijgt gy 't ligt dat u befch i jnd. Geeft eet Aan Hem eerbjediglijk. Uw pligt is het al te geven j Die u gafhet Ligt en Leven,
Geeft Hem uw Hert maar weer.
III.
Noy t kwam 'er Iet van Niet dan door zijn magtig fpree-
ken;
Wat is, erkend zijn Zijft uyt die Fonteyn teleeken. 6 Schaduwe van Niet! ö zwakken Men{chelijn! Geef U (uw fchuld) aan Hem: kcnd dac uwe Grooten Starken, Prins, Koning, endeMonarken Niet dan zijn Slaven zijn. IV. Zijn overmagtig' Hand beleyd de Donder-flage:
Zijn overmagtig' Hand wikt d'Aarde met een Wage ^ Hyfteldwatisofroerd, in plaats, in beurt, in lot. iiy is niet dan Goedheyd, Hy is niet dan Almagtigheyd-j Hy is die't Schepzel magtig leyd.
In een wpprd Hy 15 Godt.
V.
,Voor wien dog hebt gy (Menfch) die diere Dienflbaarhe-;
den,
Maarpaflelijk aan Godts oneyndig' Heerlijkheden ?• Zy, dien gy dus aan-bid zijnonder'rMenfchlijklot.' ^Dwaas verkwiften! laerd uwe waare Meefter kennenj Ende u aan die gewennen.
Maar zijt niet meer zo zot.
|
||||
y£ Den.
|
||||
'A A N H A N •. S. E tJ 4f7
VI.
E?en fchoonen Dager, die de lafuyre Gewelven (Die deze Majefteyc ten Throon houd voor zigzelven) Verguld, krijgtlopens-magr, omdatHy'twilgcbien3 Den Hemel zo veele Oogen heeft als lugteSterren Die flonkerende van verren
Alleen om Hem te zien.
VII. Zyd'Aarde vry een grove, groote, zwaare, lompe Vergadering van ftof, een onbeweegbre Klompe; Ak dezen Koning woud zy roerd zig ras en wel. Hy fpreeke maar een woord zy zal haare lompe lendeB Straks wentelen ende wenden,
Alleen op zijn bevel.
VIII.
De Zee verheft by wijl de trotsheyd van zijn Golven Zofchrikkelijk, dat Leeuwen, Tygerenen Wolven Van Menfchen, ftaan verbaaft, en.trillen van 't gevaar» Maar nauw geraaken zy derj Oever, of in het ternme Vernemende zy Godts ftemme.
L'tzt my uw Golven daar.
IX. De Vogelen in't Woud te zijner eere kweelen. Een koftclijk Mufijk, en fbyten met haar Keelen^ Al zijn zy Ziele-loos nog wee ten zy 't gebod. GeeneReede, maar die kennis, hebben zy om even Gehoorzaamheyd hem te geven
Haar Koning, enhaarGodt.
De felle Tygers, en de Beeren zijn den andren
Beleeft, en't Wild Gediert (hoe wreed) verftaanelkan».
dren.
Haar dulheyd (die ons fchri-kt) heeft haaft een eynd era,. zija
Haar Ingewanden; om't erbarmelijke, bewogen Ende haaren aard gebogen Moet Hy gehoorzaamd zijn. |
||||
45? UYTSPANNINGEN.
XI. De Viffchen 't Vrugtbaar Volk (dien 't wilde Meyr tó&
wooning.
En voedzel ftrekt) hoe ruw, erkennen dezen Koning; En doen Hem nedrig huid', al flaan zy geen geluyt. Al zijn zy ftom en doof; zy hebben Tong ende Ooren Zijne Wonderen tehóoren, En die te roepen uy t. XII.
Wat zijn, omhoog, derHeyl'gerGeeftenlekkcrnyen?
Als 't zoet genoegen van haar ftaage fla vernyen Aan dees haarSchepper? Dan is al haar luft gedrenkt, (ken, Heett niet dit trouwe Volk tot Zijnen dicnft hunnen vler- Om ras en tot zijne werken
Te vliegen als Hy wenkt ?
XIII.
Loopt toe dan Volken al! doet huid' aan dezen Heere:
Die door zijn Magt u fchiep tot Beelden t'zij ner £erc. Zijn vreez' en liefdedoe uw leven uw beftaan. Of weygerd gy hem het regt van uw gehoorzaamhedcn. vreeftdan de Almogentheden
Van die u kan verflaan.
|
||||
Zin-
|
||||
Aanhangsel, 459
Zingers. Dewijl ik bezig was UL. mijne Gezangen
gemeen te manken, kwam my dit volgende ter handen > van een Dogtertje onlangs in Holland Overleden t wevnig voor haar Dood gemaakt : Dat ik UL. heb willen mede-deelen tot een na-laatinge van haar, wiens gedagtenis ( hoe Jong zy ook was ) by ons in een Ze- gen ts. Om nedrig alle goed te verwagten van Hem die dikwils ( dewijlVerfiandigen met al haar geleerd' heyd hol en ydel blyven ) zijn Hooge Wijsheyd den Kinderen openbaard, volgens Matth. 11; 2 j". 1 Cor. 1: 26, 27, 28. Op dat geen Vleefch en zoude roe- men voor hem. Ibid. vers 29. |
|||||||||||||||||||||
's Heeren HeerlijkJieyds Lof.
I. |
|||||||||||||||||||||
Hui
|
|||||||||||||||||||||
n <êpptt-'.
|
|||||||||||||||||||||
ÈÈÊêWm^^WBmmmi
|
|||||||||||||||||||||
*berficcte Mztuin'föemelföof; ^oefcQoon
if uta oc3<0te / m\ i&emefê ^anne-u'gte! |
|||||||||||||||||||||
Sllëililill
|
|||||||||||||||||||||
i£ae taeeroig 3#t on laf!
ö $oaguer]jeüen ïtannigl
ö ïiots-fteen tot mijn taoniugt ?®ti lleiijfdjaaren l$tit.
ó Wz$tn aüer l©c3en! $oe 3EEC sjjt gn te bjejenl %eer graat ig ufo'? 43aamp eer.
|
|||||||||||||||||||||
III. Sc-
|
|||||||||||||||||||||
4fo UYTSPANNINGEN;
III. feïjobaïjifgtenïeben/
eöobafi Jjong-berïjeben/ SjegobaTj Vielen-ruft/
ê ^oe onegnbig öeeclgft / j^oefcgann en öoe fiegeerïgfi ^ÜtSEWUJnrujcenlujk
IV. «©ntunbig 8oeo berïjeben / $nennbig3aligieben/ <©Eufrefoa3eBhi|t/
ga baar uta glan£ ftamt fdjijnen/ ©aar moet be^telberbtoijnen/ " Sïnuatëgnöaarlhijr. v, $ï|eeriftfraberïegen U^at 3Eof bat ifi ;al geben ïlfaj gtoote Ma jejtenb;
<©ra ecntgj in^ met ftuftften ^ go iet hjat unt te biufifien / ©annmetoeerbigöeniu
VI. ©fionb' ifi m\§ untgaïmett Hm Eof boa? 3Cieb af galmen @£ot gr ootfjeub ban urn eer;
jaaaaratf)! mijn^tgt! mijnlEelttii.* Pat3Cof3aIifiugebenï <® graat onennbig $eec!
VII. &tt\ naarber ftaat mijn 31'nfif n/ <ïnb'@reaan berb?inften / ©audSobtgrberluonbering;
©an bat in urnen Baame ^du fionnen 3Eof ueraame faogöobjenailebing.
|
||||
'Aanhang se t;
VIII.
6 $CïflEtiOE03aam ^eerlftö! ^ne fcfjoan / Hef en&egcetlgft/ ©eföeben afèajeftEpb l
üft tof nb' üegtn nog enbe i©aar bat mijn èi£Ï3tg toEnbé / 't 25lijf t al onEpnbigljEpb, IX. 6 J©EEtbiS fcftOOnE l&EEtE!
SltoEöomtgEOotijEpb/ €EtB/
9Cof/ apïotp/ HEfb'EiuaEm* 5Cctj i^ter! gn ttEfit mön 3fnnEa %te\/ Xio&asunttiii&tatutt 3in 't <ffi>obIp ^Eptigbom. X. ffêat öoEt gp baat al balEtt
Itel ^EEtlgft' fcljoone ftraale» ©an uta aangEjigt fcljüonl
3|nag ^cetElöH ber|eben / fëteiïhtbaar/ mijnleuEn/ #ö u HfêajEjÏEptg (^öjoon.
XI. llta fcïjoonijÊnb bOEt tnp jinfiem SG$ oftfe 30H berb?mfiEti 3in bat 5|EEtïijH gsjigt:
®Saïig! 2aIig3inftEn! «©^augtEtoEtbjinfiEn 3jn't€EUtaig^aïtga!igt!
XIL ^OEüEpïigi^batruflErt
SÈnuboo?2iE^hiElInfiEn ? ^>oe f maaftlp ig u BSijn ?
#p maaRt mijn Zitlt b?onBEB ^oo? ïtefUe 30 fiEfrtjonftEn Sin 't i^ön-8wp#-liEf öE-toijïï
|
||||
46a ü Y T S P A N N I N G E N.
XIII. 6 ï^enïig b?oïgïf b?onften! %a benlfg in-oefcïjonrtEn (Pet 3afigfteben 2ee!
3Cfef ïiEfftjft fterliEn ïefaen! %\t\/ lEtgrjaam 3a te geben %n b'ongegranbe ^ee.
XIV. %tz\t/ leeft ban Iftoningïebet! Cn in en buo? mn 3toebet/ €n boob al faat mn fmert:
3£ao£ Slefiuj ©ffecjjanbe ©ao? %tw Hefbe-fianbe / ö Éette ban mgn Jlect!
XV. © ïaoft Ijem aefug Naaren.» «©nennbig bJilb betfilaaren gijn grootc jfêajejtent.
Cn gn mijn %\t\z b?inget Én Bem/ en met fiaac 3fnget $em 3Cof in «Eeutoigljenb.
KLAAG-LIED,
OVER DE DOOD VAN
D°. J. van LODENSTEYN.
Overleden den f Augufty 1677.
*J Cö?ep / aö fcljjen •' nu Clj?f ften-fcljaar / MmU'
|
|||||||
tm ongemeen misbaar/ ^möet^üEWg^UEr»
lijbrn
|
|||||||
^
|
|||||||
Aanhangsel. 463
|
|||||||
ban m$ lanb.
i&emeïacB batgroote3Dgt/
®at 30 tint utonfi in &et ^ti gt / €n al-om 3?jn 3unb2eJ>tcaaïen /
Za bal fiïaar$)e»ü Mtalten list/ tëaat baat boa? on$ <®cgen balen /
Sïc&! batöElbEtïtotberfcöiet. |
|||||||
3|et betfcïjf et en 't ftMnb niet meer;
3©ati|biteen$o?beEl/ $eet!
39aar ton ïE00En in Fjet bunflec / €n in Een ftfft banft're Jgagt/
Jfcemtgn'tSigttoeg/ taelltet^Iupfler/ <®n$ nog eenig Xigt toe-fijagt.
IV- W 't berlfegi nf et ongEinenn! 't 3$ bien taaacbe LODENSTEYN,
LODENSTEYN! arijtëabec/#a&eE 3ifca'Efê en 3ön JüuptEtn!
<$n berïaat on£ aïïEgaber ^nbennoobeninbeln.
V- *W 30 groot een ïigt bergaat /
3©at af ui» te taagten jlaat /
3n bit naat' En tajtElfl» bonner / 9Bfê EEn* untetft' onbErgang.
9tm nutronr&fctfcgftn-BepoiiRtt/ ©atangobecWijft/ niet lang,
yt Mvt
|
|||||||
ÜYTSPANNlNGËNi
VI. Üu fiomt nog be B!t3E $y b / a^p-gestoonen/ bttëbanfptjt/
®ie tierlji nb'rén tuil 't oefilagen / ©an 30 staaac' EEn ongEbal;
©ngjebal/ batmccrfeerpïagm <tëroj nog ligt toE-62EngEti 3al,
Vit. 't ^cfjijnb bat aïget 3toart #Efpuu$/ Mzt ttn p3eujh gEb?upfi /
ïtnt bE i^El igi loö gE&?0o!iEn / <©p 't gEgÖoj ban on| gEtraan;
#m baar tsgEngaan tE fpoüHEn / lEngEtaEüöigaaii tEgaan.
viii.
HlSaar fnfpijt ban Bun gEtaEïb/ €n mat tEgeng on# 3ig flElb/ IMïEn tflu &ct ÖEttlp bJEEnEb / «©nberonf/ 3ü<fc?ootalgï&lEmt/
Sist op fcgo?tEn: maar üEtoEEtien 't^tEtbEb/ banon^LODENSTEYN, IX. J>£{j?Ed/ nrtj! fc|j?EpbanC9?fftEn-fcïjaaj
■üBaaS EEH ongEmEEn migbaar: ©in fjet bjoEbig «©berlijbEn /
$an um Bjaaf (Ie ^?Eb<ftant t 't $?anH-ciÉraab ban bE3E (£tjb.en;
€n bE ^aEtl-firoon ban on# Xanfr E Y N D È.
|
||||
BLAD-W Y ZE R
VAN DE
LIEDEREN.
A.;
AandagtopHoogl. ƒ: 2, 3, 4. &c
Acft^erteboIBenautartjenti! Pag. 14-
Zugt om des H. Geefts Trekkingen
o/ Aandagt op Hoogl. 1 vers 4.
%ljï!eerefefu! treïïtgn'tïlerte 3a
De 116 Pfalm Uytgebreydet.
3W$ Hen ü^emel in «bermen. 72
De Heylige Maagt Maria Jefus Moeder
Bevrugtet.
9(!ïmagtigi©a&erïief! tnemnban(ï£. 140
't Kruyfe van een Chriften.
1 *l ift ban Kruys, ban ieeö / ban ö?flef0enö / (f c 161
't Befluy t van de Aandagten, over de Elen-
den van Godts Volk.
*Wtnan.ti0^m! geöugtedSont. 266
Treur-zang, van een Weder-gebooien
«_ over de Zonde, &c. **5 bat mrjn Hert c frao? ü'^ogen.} jSS
®0 Nood-
|
|||
B L AD-W Y Z ER:
Nood-fpraak.
$E$$.0e3onbtoagen3gn£oIft(!c. 41a Uy t- gelezen Boeken*
Andries gjl flaft oy uyt-gelez,en SBoefittl. 414 J. van Lodenfleyns Zwaancn-gezang.
S5an6töüElDfie ant3ag8'Iörtïjenö. 435 Morgen-zang.
SMüeïBtotëöenb^aiöcH-aCfjït. 444 D.
Noodzaakelijkheyd en nut der Zonden-
Biegte, ofAandagt op Pf. 5*1 : 16. |
|||||||
n
|
'%t®abt/ mfjn^id/ oaarteBcn(ïc. 35
, 'tHooge-priefterlijkGewaad, op Exod.^p.
Éaat3ieiB't^cpli0Priefterlijk(^EtDaab. 4° Jefus hulpeloos , of Aandagt op Mattb.
zó*: fi, fz, f3, f4- ,
<®t$fflm\b$%ülpinnQQb/ amtingtQt. 4°
Dronkenfchap, e/> Eph. f, 18, lp. en
Pfal. 30": p.
^onfiensSnfnjterlienl^anfien. 54
Den 114 Pfalm Uytgebreydet.
©oeaf- ra^ ë"3»jn naarstig- ten. 1° Gibeon eenes Chriftens.
#at0p/ %m/ ^alomon^iicrgunninsrap. u8 Het Jonge en onbekommerd Leven.
©oet ymano 3025 of Naaren ueben. 138
Jefus Verrezen, 'mfzamen-fpraak
tuflchen Petr. Maria &c ,
m «Steene. S&rsen nu al** "Ion-je $talü'ï«ii / @f. iF
t-'F
|
||||||
BLA D-W Y Z E R.
|
|||||
Op de Zendinge des H. Geefts.
Twee-fpraak.
©aar'sfntii)E30EtetölJj ©erülrjtr. 206
Aandagt.
5Pie# trab §p jBcBalaaarö^/ afê'tjo&eudc, 232
Op de Dood van zekere Bejaarde
Godzalige Dogrer.
©E.gaïigE M. M. fcfiaut unt öEii^aom / 234
Een Ander.
®antïenb IjElaag/ baackpbtiieWerejilSonti/ 235 Op den Aanvang des Jaars.
^aar 1 $ ÏJEt Oude-jaar berötoeenen / 246 Reys-Gezang voor Godes Kinderen &C.
Wu$ fïEEfien tap tan 't bafïE ïanö / de. 26S Meditatie, op de h ngte van zeker Pad.
jPf t taaaren ecrtgöê öjeeöe Wzutn / 270 Invallen op eene Reyze.
<EaarfïaatöEï&taftali#e/ bterflagen/ 27a Op de Geboorte-dag van N.N.
^EÏageSon/ mtjn©?iEnb/ nntrEfittlc. 298 Op mijn Verjaaring in Sprokkel-
maand 1673. ©aacjlonbbEZon, EnmaalfteöEjE^ag/ 293 Zegen-Zang van 't Geloof in de Zwarig- heden, Aandagt op Hab. 3: 17, 18. ©En Hemel is ons vreugd, &c. 310 Gefchreven voor in 't Boek van eenc Zelf-
verlochening zig ocffenende. &e.
^ t 'f 't ^oefi ban Margariet 337.
Op de onverzettelijke Catharren-pijn 6cc.
©at^migeDaan! nuta«ifiboo^<ic, 353 2 Tra- ■
|
|||||
B L AD-W YZER,
|
|||||||||||
VrajeSiind Strages, ofte de Nieuwe-
gragt Omboomd.
^e (ïCp ban 2ebenti g of Tagcig J aar. 3 7 ƒ
Den Medigijn-Meefter Duc d'Alba, ofte
Je Geerfel der Nederlanden Sec.
©OE't Land in Dertelheden 378
't Heylige Sacrament ontheyligt.
$)eg Heeren Dood tuerö ftatig oueroagt. 385 G enaden- A fgrond.
©iepefóolficn/ naace «tëjonben 403 Op eenen Leugenaar.
De Waarheyd ©?(enÖ3»Jt gp BetoonntE fpaaren, 411 Vryheyds Lof.
^itSEFjgenigjtanbbafrig/ (£c, 44a E.
|
|||||||||||
Kinder-lefle, of'Acmdagt op 1 Petr. 2: 2.
|
|||||||||||
E,
|
|||||||||||
-Ifcööttoar^oageJMjaoïen! 93
Den befloten Hof, op Cant, 4: 1 z.
€en Luft-hof ig mijn ^icl gehjft 95
Op de Verjaaringe van mijn Vader de
H1 J. C. van Lodenfteyn.
€en $oube ïiEoati om 't biEerbig (ïc, 291
Bruylofts-Gezang.
EEN LIED te stagen op een ffeeft 357
Op eenen dien te gelijk Twee Drink-bekcrs
in 't Sacrament aangeboden wierden.
Ceii %i El upt oup3Eno bitterïp fieöjoeft / 367
Aandagte op het Zalig Sterven van D°.
Joh. Theodorius van der Wenden.
Cenjongman/ öiEm'ttnmjteïdc 407
|
|||||||||||
BLAD-WYZER.
|
||||||||||
-
|
||||||||||
Zirneons Lof-zang.
|
||||||||||
G,
|
||||||||||
ïaat/ Wengnbm&reebeftaan/
|
||||||||||
Vry-gekogten des Heeren, op
Deut. tf: 13, 14«
<5ewftfifgöten bekomt 52
't Verheven Hertc van een Chriften die
Gode leeft, op z Par. 17: 6.
<të?oormoeb!g$ert/ batatfe^oberfcftjfjb/ 87
Op een verfch Hoender-Ey, gefchonken
tot verkwikkingc.
^aatsegtonttoeer/ bat Me ben (|c. 276
GeloofF.
GerardusgfngnpbcrrESc^E/ ert3enti 367 Op een die Godts Woord niet lief en heeft.
(©ysegtLo-nicfaph, iït fieü geen ttjb de. 410 Een trouw Dienaar.
<fcobt 3onöer taroto te bienen ij 30 goEö 411
Eenen Voorganger.
©g^egt bat gp Voorganger op ben taegsrjt / -----
Op des Hcere Godts Boek Uc.
<$aub i$I boa? be ïfêereï&/ BegEernjfi/ 412 Slaafiche Vryheyd.
®V 3egt Mitlm$ mijn aacb $ b?p / 414 Zoetvoerigheyd.
^auta tniï 't gemaft in 't 3etten (ft. 415 Gebeds-nut op Catech. Afdeyl. 45.
(fcefiebenfnelle poften/ 447 Geboorten-dag, aan N. N.
€aat ajfcfefie na mijn ïf ebe <ëu?jen Deen 448 3 H. De.
|
||||||||||
BLA D-W Y Z E R?
H. De Algenoegzaamheyd, of\4andagt
op Pf 73: af. en Luc. 10:42. |
|||||||||
E
|
|||||||||
>e.ïjepgt mgn 2itf am-Edjtf g mocb! 8
|
|||||||||
't Gebed des HEEREN, of Uytbreydinge
van Luc. 11: 2,, 3, 4.
^etnriftg^EcV! öfe'tgebaarö/ 22
Begeerlijkheyd des Vleefchs ofAandagt
op i Joh. z: 16.
t^Ett-ftnagctib onbctjetlijfi jgagt-gEpEpttg / 30
Afkomft-fpiegei, of Aanctagt op Pf. f lij.
^nbaarbig'^bErmoEti? 36
Vernederde Heuvelen door de Nedrigheyd.
op Matth. 18: 1, 2, ;, 4.
Sjt ï|obaarbf g Mwitfym-l)ett ta togtcn 58
Uytbreyding van den 146 Pfalm.
Staueüt-jaö! ^aïldu-jag! Jefus Voorbeeld.
Hcyl'gejefu! ^ÊtneïfC&boa?Ö££tti! 78 Heérlijkheyds Lof.
$aog! omboog! mtniSHel/ nafialicn! 158
Dwaasheyd van de begeerlijkheyd
der Oögcn, ofGeld-liefd'.
^aö gg bat Heerlijk' opt Qt$izn I 187
Jefus getrouwe Liefde, voor de
Wereld verkooren.
JletWmtfgftraaïenbanbeéon/ d& 219
Aanfpraake aan) uffr. Clara van der Burg, &c.
i|alf-ge(ÏEEtenti?ocfgentiflE{pEn 236*
Eenige Invallen, V oorgekomen op een
Reyze van Sluys in V laanderen 3 na
Holland en wederom &c.
jgcE mSn Verre-zigt bergseten ï 343
Kin*
|
|||||||||
BLAD-WYZER.
Kinder-Lijk van Höndricus Saldenus &c.
^EnüEtffijE^ SgaEtefiltöjeg/ «jEttE-ftriFfjeg 354 Eenzaamheyd met Godt.
HemelfchOogen! fflïlb gn bogEti 396 Hooghcrtigheyd.
Hopghert jtaat op de Wagt ban Saoget (fc, 415 Ydéle Menfchen-vreeze.
^Et$alfi6Egfnb'£i:ttoeetaat(!c. «—. Meditatie op 't Sacrament des
H. Avondmaals.
^EpHgE^lon! SomtloUEnEnEEtEn 416
Uytbreydingc van den 113 Pfalm , Toe*
gepaft op het Houwelijk van
Do. Adr. Gentman.
Hallelu-jah! 429
De Alleen-alles-weerdige Hoogheyd Sec,
ï|oo? Golften aï ban b'esn Ert b'anber. fflnlb (&♦ 455 I.
Toe-ftred tot 'sHeerenH. Sacrament,
Aj{tiagtsmrtï|ect/ Be3etmEt3olieeï2iïrtbett 119
Des Heeren H. Avondmaal.
ït%$ (3Eob<H5obtg;J5abE) een onlnec^bEErEïgfiè (£t ipo
•Klaag-Lied, voorjefu Chrifti Gemeynte
tot Utregt ovet de Dood van
D°. J. van den Bogaard.
l(taëïg]|E0?/ 5ffraH09etKl 224
Op de Dood van de Godzalige JufR
Helena van Suylert.
2U ban ong lat nog on&et 't paft te SöSê« ! s43
$g 4 9?
|
||
B L A D-W.Y Z ER.
Op ecne Godzalige zwak van Lighaam,
te weeten D°. Joh. van der Wenden. S$anne$taenftebat3önï»0liaam/ (ïc. 411
Befchuldigde Onfchuld.
Jan gief 3tjn^anti eii drcygd met balie (ie. 413 K.
Zege-zang, over d'Overwinninge in't
Gevegt tegen de Engelfche op den
*> *> 35 4-Juny 1666.
|
||||||||||||||||||
K
|
MÜïmtaïfoatïeEfb ^16
't Grootfte-verlies.
Kwaad-aard §ab boo? mSepneeb bermoojb (¥c. 413 L.
Zacharias Lot-zang, Luc. 1: 68.
tot vers 79. ingefloten.
|
|||||||||||||||||
JLrfi
|
||||||||||||||||||
©0ftbenï$EEEgriC5eru6tjtiEn! 25
Aandagt.
't 3Caob iccEfcg 4&Efïagt f n booöc ïautnf gljerib (ït. 231
Toe-zang der Gelovigen in het Vaderland,
op de Voorzang van de voorgem.
Ger. Holkenborg, 8cc.
1EaatutogenagEnabigl|Eet! ontfiinbEn 28»
De Lof-zang der Engelen,
ïofen^lfê/ endEEtitoigCer/ (je. 446 M.
11. Begeerlijkheyd der Oogen. |
||||||||||||||||||
M,
|
||||||||||||||||||
n Sfteï al itiifi: f ft nf Et toaar tipt (fc. 30
|
||||||||||||||||||
Des Heeren Ooge op de zijnen,
of Aandagt op 1 Petr. 3: iz. Mijn Ziel bedenkt hoe vlytiggy&c. 41 Schuyl-
|
||||||||||||||||||
BLA D-W YZE R:
|
|||||
Schuyl-plaats, o f Jandagt over Pf.f 7: 21."
«©ÖnannE^id- 3oiHaagElöUgEb0mpElt 50
Zorgeloosheyd van een Chriften,
of Aandagt op Phil. 4:. 6.
3USön^atErlaatutnïtintitOE/ batgydc. 56
Meditatie over Pfalm 41.
3ifêgn $Etf / gEïijft EEn ^Ett / boo? <©oo?nEn 67 Den Nederigen Chriften, op Pfalm 151.
4aSsjn©atiEr tic mijn fttiErtEjlEt/ 76 jefus lijdende Liefde.
Mw%it\l inijnbniggE^iEl! tiEallE^c. 102 Jefus met zijn Bruyd in Tkvee-fpraak.
3U&jjnÉEfulfef/ mjjnaï&ÉrtroirtrjjtenG&c, 105 Zonden Gewigte.
Mijn %\t\ taat moEft u bjoef ïjEnb / (ïc. 190
Af-zijns fmerte, op de gelegentheyd
van 't fcheyden eens Vriend.
M&\\ ©?ienb / of gn gEfcIJEribEn (ie. 288
Op de Aankomll mijns Vaders en
Zufters.
$fêijn©abEt! ïjabgriboo?uanb?E(ïc. 290
Weemoedige Zugten, ende Gelovigen
Gebeden &c.
^aSEtoaatbigHemels-Heer, au! (fc. 325
Op de Verrader Judas.
MtXl 3C0t bat Judas Ö0t$ 3JJtl USeEJlEE (ft. 410 De Waarheyd verdrayt.
^ön3CÊEraar3Egtaïtrjb/ ÖEtstaaarftdc. — Ongelijks Kwijtfchelding.
^Ön l^fenb ban mn niEt ïftilu (ïc. 4"
Beweeginge
^ön ïeeraar ïjeeft mn 't ^Ette boo? <S, 4^
dpg 5 Echss-
|
|||||
BLA D-W YZER,
|
|||||||||||
Echts-Lof.
Sfêtjnfteurigltese- perin- $tn/ (ït. 439 Ontworftelde Wanhoop.
aS&ijn treurig $Ett/ bat mibbcn de. 450 Pfalro 136 Uytgebreydet.
afêet Sof ber&Èft ben grootten <$obt / 453 |
|||||||||||
N.
Zimeons Lof-zang, Uytgebreydet. |
|||||||||||
N,
|
|||||||||||
nfiatrteetuttifcneetHidt. ia
|
|||||||||||
Jefus Lof.
SSuaan! nuaan! tiz$ffltzz\ii$<$c. 125 Jcfus ten Hemel.
a@ui£on£$crtbce£3ear- bemoe: 199
Inval, op occazic dat my ymand de verzog-
te Aanfpraake tot Stigting weygerde.
N. N. SClfi ben Bmyd'gom in ben 286
Als Sluys weder in 't oog kwam.
Jgu op! mijn #eeft / toaarb gn eeng (lomp / (ft. 855 Jcfus Min. ECHO.
MotfreeEcho! <Piebeflitteja(n 39S Fluyten.
Jg. M. <0H reeflb faeeï groate Fluyten ba ji / 413 Verkeerde Voorzigtigheyd,
$. genb $n toa£ op eifie fïag verdagt, 414
Te Zingen op dé Bruylöft van d'Hl
Do. van Lodenfteyn.
$uöjelaan! Set^ao^üoof&eenffontfronfr 42°
O. 't (ie-!
|
|||||||||||
■HHWiHB
|
|||||||||
B L A D-W YZER.
O.
't Gebed desHEEREN, of
Matth. 6: 9', 10,11, il, 13. Uyrgebreydet. |
|||||||||
O
|
M3#©abEt! bfebc^ooBte o»
Jefus geduldig, of Jandagt op Matth.
27: 28, 29, 30.
<©n-bÊrDcïpEïp0eöuïb! Wealöenöoon. 4S
Onze plaats in den Hemel, in ïivce-fpraak tus-
fchenJefumeneenGelovigeopJoh. 14: 2.
©^EErEiefu! toattoerttEfit 49
't Oneyndig Ligt woonende in de Don-
kerheyd. opzChron. 6: 1.
Jefus Aanfpraake, aan eene Gelovige in
Droefheyd.
<©nno5El^Ett! <©35uytiE3onbEEoa!! iox
Lied der Minne, tuflehen Emamiè'1
en Sulamith.
©JHainnEÏtjfi{l'€manuëI! Cmanutï/ 106
Jefus Min of waare Kuysheyd,
(©n-noflEEfpnE^iEEEii/ in Genoegen in het Kleyne,
<©nno3El®!£EtjEt fp?afiu^CaaI/ 120 Jeugde^Vreugd.
©n-öeErDEpElpE3!Eugt! i3f
■Begeerlijkheden des Vleefch door den
Geeft t'onder gebragt.
<®%izl\ bonjb'onruftüatKtëoöt^oon 1?»
Aandagt over de H. Drié-eenigheyd.
©ntjaööElpE En Wbe Jföaieft Egö» 191 Nici»3
|
||||||||
BLA D-W Y Z ER.
|
||||
Nieuw-jaars Gebed &c.
©tiEnnbtg HCiot ï öie 't %tmz\$ ^eu?/ de 249 Aandagtcn over de Elendèn van Godts volk in Piedmont. $ub SMptfcïj toijh liermaarö <#efiergt/ 252 Op een Appel aan my gezonden.
©^{ecEgunft! ®te3igb0o?fiunjt/ 274
Voor-zang van den Godvrugtigen Leeraar
Gerardus Holkenburg, &c.
^autagEtia/ gEtiabfgHeer, 0iuDinbcn/ 277
De Verloffingc des Heeren van de Ver-
eenigdeNederlandeinden Jaarei6i9.
©HtCEcQt! öoEgu't2$uudgE-3[anb 302
Kruys-Schoole van Jefu Chrifti
Gemeynte &c.
<© Kruys-nagtfrfjoon&Er banbE <55agen! 330
Opmerking over 't Zalig af- fterven van
denEcrw. Godz. D0. L. Sanderus.
4^i©nfiE3onnEnLand! gefenbet 338
Bruylofts-gezang op 't zelve.
OHeylig! Heylig! HeyligHeer! 358 Aangenomene Ziele.
fe'tënnofÏEZiclj blEflEgtEJltëaagb/ 405
Op eene grouwzaameConfcientie Ver-
woefting.
Ofeb-ja bat i$ ttn gebal ban uta (ïc. 410
Hoofd-en Leden Muytery. Sec.
<©f ift bt Leden zonder Hoofd jf E JoHeh. 413 's Heeren Heerlijkheyds-Loff.
©©pBEttae3igi^EEi;E. 459 R. Treur-
|
||||
B L A D-W Y Z E R.
|
|||||||||||||||||
R.
Tréur-gezang, over d'Elende der
Piedmontoyzen. |
|||||||||||||||||
R
|
|||||||||||||||||
€p3is^3tïf£Bapi öat ben ^?iJ3en-tapt 256
|
|||||||||||||||||
S.
Schepzelen Niet, en JefusAl. OC8ep3dgfnoofc! ©iermjn^art/ 135
May-ti jds Morgen-lof.
't^IapenigitiaarboojtieBagt 306
Invallen op een and'ie Reyze en Weder-
reyze tuflchcn Sluysen Holland.
«gcïjfnpei:! 3fet SP öaar toelïEggen. 354
Klaag-lied over de Dood van D0. J. van
Lodenfteyn.
4s>r9?eu / a&! fcïjjen nu Cöjijtcn-fcDaar. 46a
T.
|
|||||||||||||||||
Godts Zoon ten Hemel.
|
|||||||||||||||||
VT.
|
|||||||||||||||||
ïtërjfftf/ Ofbcn Hemel op der Aard. aoa
Treur-Lied.
treurige toantÊnlianmön^ÊEtDutfldö/ 32©
Treur-Lied over den HoUandfchen Inbreuk
der Wateren in den Dortfche Weerd.
fCteucNederland! ^tEUtNederland! 371
Klagte van een Gelovige Ziele over het
af-fierven van haaren Heere, 8cc.
«CrEutigeHCupt// CrcuriöeSugt/ ge 432
|
|||||||||||||||||
V. Lof-
|
|||||||||||||||||
BLA D-W Y Z E R.
V.
Lof-zang van de H. Maaget Godts Moeder,
Luc. t: 4<S. tot vers ff. ingelloten. |
|||||||||
Vi
|
|||||||||
oïtjfiï|ertmaafit groot ben $eer/ a?
|
|||||||||
Den Naakten Jefus, of Aandagt op
Joh. iq: 13.
©ermagenhGoud, Datomutiigfan^dc. 37
Luiten-Ruil ydelijk gezogt, en vrugt-
baarlijk gevonden.
$?£rmoepbeZiel/ al bat uüj ruften 122
De vrolijkheyd van 't Chriften leven,
©erfilijb/ foer-ölrjb/ ualletijb/ 177 Aandagt.
©jaagt nfet/ taaaramöen^ernelflaat(fr;. 231 Graf-fchrift.
930011»/ <©nü?oame/ @c ags Een Ander.
®?aagt gn C S«3er ) toie gier legt i -----
Op de Verjaaringe van mijne Waarde Moe-
der, Juffr. Maria van Voorburg, ©ïuotfgelaaren! ^iebaarf»enen(ïc. 293 PÜJST-DIGTEN op een Wederhorige,
fchoon van Lighaam. UtaJ|a:iben3ijntari3agt; 3agt3önuteere(|c. 410 Verdraagzaamheyd.
VerJraagzaamheyd (riep Diotreeph ; @C, 415 W.
Morgen-ligt, ofte Jefus onzen Morgen-zon,
dat is Aandagt op z Sam. z: 34. ' W scjiioerü be Het» .*fêo?gen-itana *
III. Groots-
|
|||||||||
BLA D-W YZER,
III. Grootsheyd des Levens.
^aatBecntntjn^ert? gnitEngeraniEt/ de 34 Jefus Dorft, ofjandagt op Joh. lp: 28.
l^atöEEreïtjfierfiïagen 43
Jefus Koninkrijk befpot, ofjatidagtop
Joh. iz: Z:
matitntm^bïaa^fiat/ i# 35efuji $froon (Je. 48
Den tweeden Pfalm, Uytgebreydet.
Wat faoeïbbe Wztelb om aen l^emel te @c. 63 II. Herfteikte in Jehova, opiSam. 30: 6.
Waat filijft Daar get &aoerlann! 84 Weldadigheden der Jonk heyd, van eenGelovige.
I. Lofzang.
fflzï aan mijn 2ieï/ 't $ in oen out 164
Weldadigheden als boven
II. Lofzang.
f©aaftoum(jn^ieI/ nnmoEtgumeec 167
Genude en Heerlijkheyd, ofte tfwee-fpraak
tuffchen A. en B. daar over.
i©fefleetöeu0El8fier®aaEn/ 184
Chriftus Verrezen, fivec-fpraak tuflchen
Petr. ende Maria.
i©anaErd5nat! mat taonöEt Wztk ? 192
Opeen dieGodts Woord liefheeft.
Sfcat i$ Midaag nat u mEt ItefOEn ÖECftgc, 410 Uyt-leg.
«©eloni on^i|ErtboEtouutoB0OBC(ïc. 425 Jefus verlaaten, ofV0. Samuel D'orefïaara
|
|||||||
z
|
«»^ag/op Matth. 17: 45, 46', 47.
|
||||||
Ag in uw hoogfte Nood geen njcd'ly pzc; 3 8
Den
|
|||||||
B L A D-W YZER:
|
|||||
Den cerften Pfalm, Uytgebreydet.
jSaflgigbfenJISanüifcaanbEl/ ($c. 60 Hert-fterkte in Jehova, op 1 Sam. 30: 6-
^aet^esElfcgaubatmetinp/ 80
Nieten Aldatis des Werelds Ydelheyd
en Godts Algenoegzaamheyd.
%\tt afê m 't alleg tael boo?-3f e 144
Jefus Gebooren.
%iEt baar i$ 't Licht! baar ig nu 't ïf cïjt! ge. 209 Godts Zoon Gebooren.
^03aubmEnooDEnfcoaanbEBaot/ 212 Godts Zoon in 't V leefch.
SiEöaar/ 3tebaac/ baar gaat bEn^emEl op! 217 Stigtelijke Bedenkingen.
%ü gaat bat rtj3enb Xtgt ineer baïen! 238
Geboorte-dag van Catharinavan
Lodenfteyn.
't gijn i^iec-En-beetttn; Naaren ban u (ïc. 296
Standvaftige Onftandvaftigheyd der
Onderhemelfche dingen.
Sa baalb mEn pïotg ban bobsn nEEt! 334
Op de ftilte in *t Zwin.
2ag ptianir ftf Her üMiee ? 356 Jefus Liefde.
SielebfEgcneuQttotüEbEn/ 401 Dwaling-loozeDwaal-ftarren. Sec.
%# btaaalben boa? bit groate ïtanb / 412 E Y ND E.
£f$9
|
|||||