Y -
¦«pc- -quot;-
f
^ _ 'r .
quot;f
DOOR
vervattende eene naauwiteurige befchryving zoo van het land zelve, desfelfs zeden ennbsp;gebruiken, regeerings-wyze, handel, huis-houdelyk wezen, oudheden, enz, als by-zonder van den tegenwoordigen ftaat
DER
weetenschappen
Voornamentlyk
DER
¦Uit de niou-ivfte Reis-Befchryvingen en eigene aanraerkingen t'zameng^eld
DO O R
Nu ten dienfte der Hollander en uit het Hoogduitfeb vertaald.
VIERDE DEEL.
Te UTRECHT,
By J. VAN SCHOONHOVEN, amp; Comp. MDCCLXXIV.
-ocr page 8-1
V * nbsp;nbsp;nbsp;i', rt
' nbsp;nbsp;nbsp;Wv 4i
.5T O
DES
Negende Wyk van Romen. Rione DELLA PlGNiV.
Bladz. I
13
20
21 3Ö
54
Tem-
S. Ignazio. Collegia Romano. Maria Sopra Minerva. Tempel van Minerva.nbsp;Palazzo Strozzi. S. Fremcejco dellenbsp;Stimate
II Gefu. Palazzo Jitteri. S. Marco Tiende Wyk van Romen. Rione di
Campitelli
Oude Kapitool. Het niewwe. Palazzo de' Confervatori
Verzameling van Jiandbeelden en Jchil-deryen op 't Kapitool S. Maria Ara Coeli. Palazzo Caffarelli.nbsp;Maria in Campitelli. Piazza Mon-tanara. Kolommen op 't Campo Vac.nbsp;cino. Pietro in carcere. Forumnbsp;faris Éf Augufti. S. Martina. Aca^nbsp;demia di S. Luca. Campo Faccino
2
-ocr page 10-IV
Tempel van Vejla. Boog van Severu;. Meer van Ciirtius, S. Jdrlano innbsp;Campo Viccino.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. Lorenzo in Mi.
randa. S. Cojinio e Damiano. Tem-pel der Vrede. Via Sacra
Elfde ¦ JVyk van Romen. Rione di S. Angelo.
Renbaan vein Flaminius. Columm litaris. Catarina de' Funari. Palazzo Mattel, en Codaguti. S. Am-hrogio della MaJJima. Fefcaria. Unbsp;Ghetto. Maria in Publicolis._ S. Va.nbsp;Icntiiis. Palazzo Boccapaduli
Ttxaalfde (p’yk van Romen. Rione Dl RiPA,
S. Bartolomeo. S. Giovanni ColabUa. Ara maxima. Forum Boarium. Ponte rotto. Maria Egiziaca. Madonnanbsp;del Sole. Maria in Cosmedin. Boccanbsp;della Verita. Tempel van Juno, ennbsp;andere oudheden
Aventynfche Berg. S. Sabina. S, Aks-Jio. Priorato. Monte Tefiaccio, Piramide van Ceftius
Porta S. Paolo. S. Paolo fuor dtlle Mura. S. Paolo alle tre fontane.
6a.
79
8?
Scala
I N H O U D,r
94-
Scala del Cielo. S. Ssbafiiano die Ca-, tacomhe. Da Katakomben, Circusnbsp;CaracallcE. Capo di hove. S- Urbanonbsp;alia Cafferella. Maria deile Palme.nbsp;Porta S. Sebafiiano
loS
Berg Celio. Poria^Latina. S. Giovanni a Porta Latitia. Ss. Cefarto. S. Nereonbsp;£ƒ Achilko, Teme Antoniane. S.nbsp;Gregorio Magno
Ii6
134
135
Piazza
Palatynfche Berg. Paleis der Keizers. Villa Farnefe. Villa Spada. S. Ma-ria Liberatrice.. Tempel van Jiip;»nbsp;ter Stator. Zuilen voor den zelven,nbsp;en op V Campo Vaccina. S. Teodoro.nbsp;S. yinaftajia. Circus Maximus. Pk-.nbsp;labrum. Boog van J'anus. Boognbsp;der Goudfmeden. S. Georgia iu Ve-labro. Fonteinen, Cloaca maxima.nbsp;S. Giovanni Battijla decollato. S.nbsp;Galla. S. Nicolo in car cere. TheU’nbsp;ter van Marcellus, Palazzo Orjininbsp;Dertiende PVyk van Romen. Rioinenbsp;DI TkasteveEE
Porta di S.Spinto. S. Onofr.io. Palazzo Salviati. La Farnefina. Palazzo Corfini. Ponte Sijlo
-ocr page 12-149
149
VI
Piazza delle Fornaci. Bofeo Parrafio. S. Pietro in Montorio, De Verheer-lyking Raphael. Ac^m Paola.nbsp;Kruidtuin. S. Pancrazionbsp;S: Cecilia in Trajievere. S. Maria delnbsp;Orto. S. Michele a Ripa grande.nbsp;Porta Portefe, S. Francefco a Ripa.nbsp;S. Maria in Trajievere. Maria dellanbsp;Scala
Veertiende Wyk van Romen. Rione Dl Borgo
Pons triumphalis. Ponte S. Angelo.
Engelenburgt. Maria Tranfportiria Prata QiiinÜia. Maria della Piëta.nbsp;Paleis der Inquijitie. Giardino Bar-herino. Ofpizio di S. Spirito. S. Anna in Borgo pio. La Zeccanbsp;Het Mozaiefch en Stukadoorwerknbsp;De Paus, de Kardinaalen, enz.nbsp;Kongregaties. Conjijlorium. Advokaa-ten. La Confulta. Inquijitienbsp;Ceregtshoven cn Apojiolifche Kamer.nbsp;Ruota. Segnatura. Governatore.nbsp;Senatore. Confervatori di Roma.nbsp;Pauslyke troepen
154
161
162
184
m
200
Pleg-
Plegtigheden van V Conclave ^ ’ï oef-kiezen en kroonen van den Paus Andere Kerkgebruiken te Romen. Sa-kramentsdag. De Telle. Stille ’week,nbsp;Afchdag. Witte donderdag. Goedenbsp;vrydag. Paafchen. enz.
Zeeden en gebruiken der Romeinen. Lee-vensivys des adels. Cicisbei. Confer, vazioni. Romeinfche vrouwen- Lee-venswys van ’t gemeen. Traftevery-nen. Wandelingen. Fooitjesnbsp;Scbouwfpelen, Carneval^ en . Paardenrennen
Inkomften van den Paus. Luoghi de' Monti. Koornhandel. -Aanmerkingen over eenige laatjie Pauzennbsp;Handel van Romen. Gebrek aan geld.nbsp;Handel in oudheden en fchilderyen.nbsp;Maaten en gewigten. Muntfpecien.nbsp;Soorten van marmer-, en bouwjieenen.nbsp;Puzzolana
Weetenfchappen en Konjlen te Romen Landfireek en lugtgefleldbeid te Rmnennbsp;^illa Pamfili. Corfini. Giraud. Villanbsp;Madonna. Mellini
^ilLa Guijiiniani. Mwo torto. Villa
208
227
234
253
2C3
280
29Ö
314
331
di
di Papa GiüUo. Jcqtm acetofa. S. drea della ViaFlamMA. Pdntt MoUe ¦'nbsp;Villa Borghefe. .Villa Jibdni. jlldo-hrandini, Saccèeftinbsp;Solfatara. ¦ Villa Jdriananbsp;Tivoli. Tempel derSyMUo. JVatèrml.nbsp;Villa van Mcscenas. Villa Éjienfe.nbsp;Landftramp;ek om Tivoli. Palèftrinanbsp;Frascati,- Villa Jldobrandini. Lu-dovifi. Taverna. Mondtagone. Lanbsp;Rtifina. Villa Bracciam. Montenbsp;Porzio. Grotta Ferraia '
Marino. CaJlelGondolfo. Alhano. Graf '¦ der Hordtii. .Monte Cavonbsp;Genfano. Atkcia, Laniitium. Ardea.nbsp;Lavinhnn. Laitrentium. Oftia. Pop.^iCnbsp;to. Fmnkintf. Gvita Voichia. Aiuin-veerken :
348
‘355
SH
'\or'
DOOR
DE NEGENDE WYK DÉR STAD ROMEN.
Rione della Pigna.
E negeride wyii de* fiad Romen ftrekt zig uit D M de Piazsa Cefarini en San Marco tot aannbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ Au Rotenda. Zy heeft den naam df/ZaPz^g-na
JJ33]. gejj pynappel, dien zy in haar wapen voert. De meikwaardtgfte gebouwen van deeze wyk zynnbsp;het Collegia Romano, eenprofefliehuis der JeCuieten, Pa-lazzo di Fenezia, en de kerk alia Minerva.
De kerk van Sant Ignazio behoort aan het Jefuieteri 5. Ignaziéi kollegie, Collegia Romano, ’t welk hetfehoonfteengroot-fte in heel Romen, en misfehien in de wereld is. Denbsp;Kardinaal Ludovifi, neef van Gregorius XV. leide dennbsp;grond van deeze pragtige kerk, detvyl zyn oom den h.
Ignatius onder de heiligen geplaatst had, en maakte by quot;yn overlyden een toereikende fomme ter voltooying desnbsp;bouws,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i68s, geëindigd was. Domeni-
IV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^hi-
-ocr page 16-fïgna.
IX.' Wyk chino had ’er twee beflekken toe gemaakt, waaruit Pa-ter Graffi het tegenwoordige gebouw te zamenftelde. Algardi had ook zyn deel aan de voor/yde, die uit tweenbsp;orders boven malkander, de korinthifche en roomfche,nbsp;beflaat. Deeze voorzyde maakt wel een zwaar ftuk uit,nbsp;dog zy heeft te veel kleine rifalieten. Het middelfle metnbsp;zuilen vcrflerde fluk, ’t welk vooruitfpringt, doet geennbsp;goede werking, dewyl het de geheele hoogte van ’t portaal breekt. Het bovenlle venfler Haat kwalyk, daartegen zyn de drie deuren des te beter aangebragt.
De inwendige kerk is van de architektuur van Pater Ciraffi en van Algardi. Het fchip heeft een goede evenredigheid , dog de koepel is wat te klein, en de pilaarsnbsp;onder dezelve te digt by een. De kapellen zyn fchoon ennbsp;groot. De kerk is met gekanneleerde korinthifche pilasters voorzien, welker wel getekendekapiteelen en hoofd,nbsp;geilellen wel uitkomen. Aan de kornisfen ziet men ietsnbsp;nieuws, naamlyk gekoppelde krollen, die niet kwalyknbsp;flaan. De voet op ’t hoofdgeftel en het begin dernbsp;boogeii is te hoog. De kleine ionifche zuilen aan de kapellen zyn tegen de groote pilafters te laag; in plaats datnbsp;zy die als in twee deelen verdeden, hadden zy wat hoo-ger moeten wezen, de arcades zouden daardoor aanzien-'nbsp;lyker geworden zyn. De masfieve pilaars zyn met denbsp;openingen der arcades wel geëvenredigd.
Het fchilderwerk aan het fchip, de tribune, en het hoofdaltaar heeft de bekende Jefuiet, Pater Pozzo, gefchil*nbsp;derd. De koepel fielt eenlge zinspeelingen op de fterktenbsp;en den heldenmoed voor, als b. v. Judith met het hoofdnbsp;van Holofernes, David met dat van Goliath, enz. Zynbsp;is eigenlyk plat, en op linnen met olieverw zo konllignbsp;befcliilderd, datjjienwezenlyk meent een hoog gewelf met
lantaarn te zien (*). Aan het gewelf zyn valfchejx. Wyk Openingen, door middel van de welken men de drie per- dellanbsp;foonen der Godheid ziet. Van ’t kruis van .Chriftus valt'^*'^’’^'nbsp;een heldere ftraal op den h. Ignatius, en kaatst het ligtnbsp;uit de vier op dieren rydende amazonen terug. Deezenbsp;figuuren verbeelden de vier wereiddeelen , en finyten denbsp;kettery en bygeloof van boven neder; Door deeze zin*nbsp;fpeeling heeft de fchilder den yver zyns heiligs voor denbsp;uitbreiding van den godsdienft willen aanduiden.
In de andere kapel ter regterhand heeft Trevifani den dood van Jofef gefchilderd. De figuur van Chriftus isnbsp;ftyf, en die van Jofef niet wel verkort, dog de glorie isnbsp;wel uitgevoerd. De fchilder had egter niet noodig gehad , de groef van God den Vader zo donker te fchilderen,nbsp;om de glorie beter te doen uitkomen; De heerlyke kapelnbsp;Van den h. Lodewyk van Gonzaga is met de kostbaarflenbsp;oude en nieuwe marmers overtrokken, en met verguldnbsp;brons verfierd. Pozzo ts ’er de uitvinder en fchilder van.
Tuffchen vier gedraaide zuilen van verde antico rust bet lyk des heiligs, en het basreliëf op ’t altaar van Le Gros 'nbsp;vertoont, hoe hy van de engelen in den hemel gedragennbsp;wordt. In de zamenllelling heerfcht een goed verband.
De figuur van den heilig is edel, en ’t hoofd vol uitdruk*
V nbsp;nbsp;nbsp;king
(*) Het is Jarntncr dat de kleuren zwart geworden zyn, en daardoor in lang die werking niet doen als vooniraals; Men kan hierover ïien de r}- nbsp;nbsp;nbsp;werk van Pozzo over
de Pcrfpektief, te Romen in twee foliobanden in 1723. en i737.-fairgekomen. Op de vloer is de plaats, waar men de perfpektieffchil-dery uit het regte oogpunt ziet, door de volgende vaatzen aanga; Wezen:
In medio ¦virtits fua fic tniraCHla fandit,
jirt mtditif mtdiam ft te,.et HU fiim\ nbsp;nbsp;nbsp;•
A 2
-ocr page 18-IX. Wyk king; het gevVaad is cenvouwdig, en laat het nakends door-(Mjci fchynen. De glorie is byna te vol van engelen, die in» zonderheid welke de kroon draagt is los en lugtig getekend. De twee marmeren engelen aan de.baluftradezynnbsp;van Ludovifi, en hebben wel veel bekoorlyks, dog ver»nbsp;liezen by de vergelyking met het werk van Le Gros.
Tegen over deeze kapel ligt^die van den h. Stanislaus, welke van dezelve architektuur is. Het basreliëf des altaars is van Filip della Valle, en de twee engelen van denbsp;baluitrads van Petrus Bracci. De altaarbladen der drienbsp;kapellen,' die op deeze zyde volgen, heeft de Jefuiecnbsp;Latri gefehilderd. Gregorius XV., een dervoornaamftenbsp;weldoenders deezer kerke, heeft in dezelve een pragtignbsp;grafteken, van le Gros vinding,bekomen. ’T is jammernbsp;dat een werk waaraan geen koften gefpaard zyn nietnbsp;edeler is uitgevallen. De figuuren van den Paus, dennbsp;Overvloed, en den Godsdienft zyn van hem zelven, dognbsp;het overige beeldwerk naar zyne tekeningen gemaakt.nbsp;De beide figuuren der Faam zyn van Monot.
Collegto
jRmane.
liet met deeze kerk verbonden gebouw, ’t tvelk Gregorius XIII. naar de fchoone architektuur van Bartolomeo Ammanati van Florencen, heeft doen bouwen, is zeernbsp;uitgeilrekt. Gelegenheid daartoe gaf de verbetering desnbsp;almanaks, waaraan Pater Clavius arbeidede. Alzo ditnbsp;werk den Paus zeer aan ’t hart ging, en hy, by de me-nigvuldige bezoeken die de Pater van hem ontving,nbsp;zag, dat de wooning zeer liegt gefield was, befloothy,nbsp;dit pragtige bouwiluk by de hand te neemen. De plaatsnbsp;is met een dubbelde gallery, de eene boven de andere,nbsp;omgeeven, De gehoorzaalen liggen rondom de plaats,nbsp;waarin de godgeleerdheid, het hebreeuwfeh, het griekfeh,nbsp;4e wiskunde, wysgeerte, en andere weetenfehappen met
groo-
-ocr page 19-jroote goedkeuring geleerd worden. De toeloop derjx. quot;Wylz leerlingen is zeer groot, wyl de Jefuieten voor niet on- dfWanbsp;derwyzen. De bibliotheek is eene der voimaaktften van ^
Romen, en wel niet piibliefc, men kan dog egter gemak-lyk verlof krygen om ze te zien.
Het merkwaardigfte in dit gebouw is de verzameling Mufeum van allerlei merkwaardigheden van natuur en konft, tvaar-toe de grond met het aanmerkelyke Mtifeum van Pater ^nbsp;Kircher is gelegd geworden (*). Naderhand heeft mennbsp;ze met het kabinet van den Marquis Capponi, en op veelenbsp;andere wyzen vergroot, en is nog geftadig op nieuwe aan-winften bedagt. Men ziet hier een verbaazenden voorraadnbsp;van allerlei huisraaden, afgodsbeelden, kleine bronzennbsp;ftatues enz. Onder de laatften is de kleine figuur eensnbsp;zangers, citbaresdus, door wiens mannelyk lid een naarnbsp;evenredigheid groote ring gedoken is, ’t welk plegt tonbsp;gefchieden op dat de zangers door ongebondenheden himnbsp;{tem niet mogten bederven, verders veele vaten vannbsp;achaat, fchoon gefneden camées, waaronder eenigen vannbsp;vier veifeheiden kleuren, en het hoofd van Savanorola;nbsp;een reeks van gouden antieke medailles, waarondernbsp;Pertinax, Matidia, Plautina, de Burgemeefler Claudiusnbsp;Albinus, antieke oorringen, waaraan kleine cupidoos, ennbsp;en andere diergelyke dingen hangen, veele marmerennbsp;builen. Onder de naturalia ziet men een verzameling vannbsp;Saxifche mineralia, welken Koning Augnilus hier tenge-fchenke gezonden heeft, allerlei Indifche kleedingen en
wa-
naderhand b.-i
(*) Füip Bonanni heeft daarvan in •’t jaar 1709. eene beichry-'‘quot;g, onderden titel M«pum Kjrcherianwn, uitgegeven, eh federtee-. n'ge jasten arbeidt Pater Ambrogi aan eene voortietciug van de
‘gevoegde dingen.
-ocr page 20-IX. Wyk
della
Pigna.
Mitria
fopra
Minerva-
LULitr
wapenen, verCcheiden modeHen van werktuigen, die door Pater Kircher uitgevonden zyn. Een antieke zonwyzer,nbsp;door Pater Boscovich in ’t jaar 1742. te Tusculum gevonden (?)) waaruit blykt, dat de Romeinen onder de twaalfnbsp;uuren die hunnen dag uitmaakten een uur van ’t fcliemer-ligt rekenden.
Maria fopra Minerva, ook wel geheel koïtlaMmrva, behoort den Dominikaaneu, en heeft dien naam van eenennbsp;tempel van Minerva gekregen, dien Poinpejus hier gebouwd heeft, waarvan men nog eenige overblyffels ziet.nbsp;Het gebouw deezer kerk is van de fyden van Gregoriusnbsp;XL en in gothifchen fmaak, dog heeft egter zo wel alsnbsp;het kloofter een aanmerklyke grootte. In de eerfte kapelnbsp;ter regter zyde heeft Baciccio den h. Lodewyk, eenDo-minikaan, gefchilderd, die een krucifix in de hand heeft,nbsp;in welks lange zyde een piftool verborgen is. De fchil-dery doet een goede uitwerking, dog het beeld van dennbsp;heilig is buitenfpoorig, en hier en daar, vooral aan denbsp;handen, kwalyk getekend. In de derde ziet men den h.nbsp;Petrus den Martelaar, die vermoord wordt, van Venturanbsp;Lamberti. Het ftuk heeft veel handeling, dog wat ftyfsnbsp;en eenonrigte tekening, In de vyfde, het heilige Avond-inaal van Baroccio, ’t welk zeer zwart geworden is.
In den regter kruisgang onder ’t orgel ziet men in een kapel, die ’er door het menigvuldige marmer zeer bontnbsp;uitziet, een aartige architektuur van korinthifche order.nbsp;Op het'altaar heeft Karei Maratti verfeheiden heiligen,nbsp;waaronder ook den bovengemelden met het piflool in ’tnbsp;kruicifix, gefchilderd. In de koppen heerftht veel ver-
fchei-
Hy heeft denxeiven iti ’t Glotnalc de letteratt dt R-cyaa 1746. itor een figum bekend gemaakt.
-ocr page 21-fchcidenheid, en een fchoone uitdrukking, dog het HukWyk is met beelden overladen. De volgende kapel onder hndellsnbsp;Wgel ftelt in vyftien fchilderyen de verborgenheid dernbsp;zenkrans voor. De krooning met doornen is van Carlonbsp;Veneziano, de overige veertien zyn in Raphaels fmaaknbsp;van Marcello Venufti,
Op de eene zyde van ’t hoofdaltaar ziet men het beroemde beeld van Chriftus door Michael Angelo, dat dikwyls gekopieerd is. De Heiland wordt flaande vertoond , houdende zyn kruis en de lydenswerktuigen. Denbsp;figuur en Helling zyn edel en eenvouwdig. Het beeld isnbsp;van anderen reeds genoeg geprezen; egter kan men nietnbsp;loochenen,’ dat het karakter in ’t hoofd een weinig hard,nbsp;en de fpieren in de handen wat te fterk aangewezen fchy-nen. De konftenaar heeft by ’t maaken van dit beeld de*nbsp;fchoone natuur voor oogen gehad; dog alzo het geheelnbsp;naakt was, heeft men het een kleedtje van brons om ’tnbsp;lyf gegeven. De eene voet ïs door hot godvrugtig zoenen van ’t gemeen wat uitgefleten, waarom men dien eennbsp;muil heeft aangetrokken. Aan de andere zyde van ’tnbsp;hoofdaltaar Haat een fchoone groep van Francesco Sici-liano, verbeeldende de h. Magdalena qn Joannes dennbsp;Dooper.
Op het door Pirro Ligorio ontworpen graf van Paulus IV. ziet men het ftandbeeld van dien Paus, zjmde eenenbsp;navolging van eene fchildery met verfcheiden kl euren.
De uitvinding komt van Jakob en Thomas Caflgnola, D6 fchoone tombes van Leo X. en Clemens VIL op ’t koor,nbsp;zyn vanBaccioBandinelli, uitgenomen de ftatues, komende van de hand van Raphael di Monte Lupo, en Jan dinbsp;®accioBigio, De tombe des Kardinaals Alexander, een neefnbsp;Plus V. is van de uitvinding van Giacomo della Pot*
ta,
-ocr page 22-11
IX. Wyk nbsp;nbsp;nbsp;de daartegen over ftaande des Kardinaals Pimen-
ïigna.
deila telli, van Bernini. De chriftelyke liefde op dezelve is van Antonio Raggi gt; en het krytende beeld van Mariola.nbsp;Deeze twee leerlingen van Bernini hebben wel de jge-breken van hun meeftcr, dog nietzyn bevalligheid bereikt-
De kapel met de tombe van Bcnedictiis Xlll.praaltmet Jjeerlyk marmer, en aan ’t monument zelf zyn geen kosten gefpaard. Dog men heeft het door njiddelmaatigenbsp;kondenaars doen bewerken, en derhalven is ’er, nog tennbsp;aanzien der architektuur, nog van ’t beeldwerk, iets by-zonders aan. Op de tombe van Ubaldini heeft Calandronbsp;het portrait van denzelven in mozaïek gebragt. Daarnbsp;tegen over Is het graf van Maria Raggi, zynde een vrugtnbsp;yan de uitvinding van Bernini. Wy gaan de andere monumenten voorby, waarmede deeze uitgeftrekte kerk ver-yuld is, en haaien alleen de twee vaarzen van het graf vannbsp;Nerus aan, wyl hy een geluk genoten heeft, dat, als’tnbsp;anders eene mooglykheid is gt; weinigen msnfcheu ten deels valt.
Qui mmqmm in ctirh comfumfit inanibus cevum, Franciscus Nerus clauditur boe titulo.
De fakrifty is zeer verfierd; op ’t altaar is het krucifix, nevens vier Dominikaanen, die’t aanzien, van Andreanbsp;Sacchi. Het koloriet is kragtig, dog wat hard. Bovennbsp;de deur ziet men een ponclave yan Speranza gefchil.nbsp;derd.
Van binnen is het klooRer fchoon en merkwaardig. Alle woensdagen vergadert hier het verfcbriklykegeregts-Jiof, of de kongregatic der heilige InquiBtie. Inditkloos-ter woont ook de groot Inquifiteur van Romen, welk
amp
-ocr page 23-™Pt aityd door den Generaal der Dominikaanen bekleed ix, Wyk wordt '*). Deeze Generaal heeft den rang boven dcGe-^j^^nbsp;^letaals van alle de andere orders. Op de order der Do-ininiliaanen komt te Romen in opzigt van den ftaatderge-leerdheld en baar uitbreiding veel aan, ten deele, ver.nbsp;mits zonder verlof van dm Maèjlro del Sagro Palazzo,nbsp;die aityd een Dominikaan is, niets mag gedrukt worden, .nbsp;ten deele omdat een lid deezer order Sekretaris is der Con-gregazione dell' Indice, van dewelke het lot eens boeksnbsp;afhangt, of het gelezen, dan verboden zal worden.
De bibliotheek alia Minerva is eene der beroemdRen in geheel Italien, en praalt met een groot aantal van zeld-zaame en koftbaare boeken. Haar tegenwoordige opzig-ter. Vader Audiffredi, heeft zig, door verfcheiden ftar-renkundige fchriften, als een goeden wiskundigen, bekendnbsp;gemaakt. Zy ftaat dagelyksten algeineenen gebruikeopen.
Het iiieeft tot deezen fchat van boeken, niet alleen ten opzigte der boeken zeiven, maar ook van het daartoe gemaakte fonds, heeft de Kardinaal Cafanatta toegebragt ,nbsp;waarom ook zyn marmeren ftandbeeld door de hand vannbsp;Ie Gros in de zaal is opgerigt. Het behoort onder zynnbsp;middelmaatige Rukken. Tegen de zoldering leeft men;
Mille liiros, hospes, quid quarts'? Cernere Tbomam Sujcipe, major enim bibliotheca fuit.
Men vertoont een handfchrift van vier dikke banden in quarto, onder den titel, Poliandri Poliantbea Technica,,nbsp;waarin alle werktuigen van konften en handwerken naauw-keurig, dog zonder niaatftok, en piet e^n flegie verklaa-
ring,
1*1 Van ’t Paleis der Inquifitle fpreeken \vy op een andere, plaats,
A 5
-ocr page 24-So
JX. Wyk ring, zyn afgetekend. Dit werk was voorheen van groo. della {g ^yaa{-(jg^ pog federt dat wy de voortrefiyke befehry»nbsp;ving der konften en handwerken van de Paryfehe Akade-jnie hebben, is deeze verzameling byna zonder nut.
Van den bovengewaagden Tempel van Minerva, dien poinpejus op deeze plaats bouwde, zag men voor tweenbsp;eeuwen nog veel muarwerks in den tuin van’t kloofter,nbsp;gelyk Fulvius en Marlianus berigten. De laatfie brengtnbsp;het opfehrift by, dat men daar vindt.
!gt;
Cn. Pompejus M. Imperator, hello XXX. annorum con-feamp;o,fufis,ftigstis, oceijis, in deditionem acceptis homi-num vides femel centenis LXXXIII. niillibus, deprejjis aut captis navibus DCCCXLFL oppidis caftellis MDXXFIII.nbsp;in fidem receptis, terris a Mosotis Lacu ad Rubrtim Marenbsp;JubaSiS) votum inerito Minerves.
In de nabuurfcbap van deezen Tempel lag eenandere, die aan Ills gewyd was, en vermoedelyk wel op de plaatsnbsp;van ’t kloofter, ’t welk tegen het Collegio Romano aanpaalt, wyl men daar niet alleen een ftandbeeld van Se-lapis uit F,giptifch marmer, maar ook niet ver van daarnbsp;verfcheiden kleine obelisken, die denzelven tot fieraadnbsp;gediend hebben, gelyk ook de twee leeuwen by de fontein de Termini opgegraven, ziet. Jofephus, dejood-fche hifloriefchryvcr, verhaalt, dat de priefters van Illsnbsp;eene Romeinfche Dame, Paulina,onder voorwendfeldatnbsp;de God Anubis haar beflaapen wilde, tot allerlei grovenbsp;ongebondenheden verleid hadden, en dat Tiberius, zulksnbsp;Vernomen hebbende, de priefters krulflen, en den tempel omverhaalen deed. Hy werd in volgende tyden wë-,nbsp;der opgebouwd.
De Obelisk op de Plaats voor la Minerva was. een van die geenen welken in den tuin van ’t kloofter gevonden
-ocr page 25--II
den zyn. Hy is met hieroglyphen verfierd, die wel uit-JX, Wyk gehouwen, dog door den ouderdom ten deele verfleten^*^^^'quot;*nbsp;zyn. Hy is i6j voet hoog, en heeft beneden 26. duim'^^'^^’**nbsp;in’t vierkant. Alexander VIL deed hemj door Bernini innbsp;’t jaar 1667. op eenen van Hercules Ferrata vervaardig,nbsp;den marmeren elefant oprigten, om daardoor aantedui-den, dat de wysheid der Egiptenaars naar de Plaats vannbsp;Minerva vervoerd was. De elefant heeft een foort varinbsp;zadel op den rug, die den obelisk ten grondflage dient.
Het piedeftal, waarop de elefant Baat, heeft twee tree-den, welken op een breeden voet aangelegd zyn. De elefant heeft wel zyn natuurlyke grootte niet, dog eennbsp;goede evenredigheid met ren obelisk, en is wel gewerkt.
Veterem Obeliscum PMadisMg’jptismonumentum,eteU hire erutum, in Minervte olim,nunc Deiparoe Genitricisnbsp;foro ereüum, Divince Sapuntia ullexander VIL dedicavit
A. 1667.
Sapientia Mgypti insculptas Opelisco figuras ab Elephants belluanm fortijjima gejlari, quisquis iic vides, doen-ineruum intsllige ,robuJle mentis effejolidam fapientiamfus-tinere
Palazzo Strozzi, eertyds Olgiali, ligt fegen over de Palazzo
^ert^trozzi.
De verklaaring van deeien obelisk heeft Pater Kircher, gdyk ®ok van dien op Piazza Navona, in een byzonder werk gegeven,nbsp;dat ook even zo is van ongegronde invallennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Alexatidrnm VIT,
ertset tt^gyptiat! nafer tater Iftsi Romani ritdtrt a eforft interpretatie bieregiypi,i^^ ilum* I6S6. in folio.
-ocr page 26-13
IX. Wyk kerk van de lidtekens des h. Franciscus, en is van de della architektmir v.an Carlo Maderno. Het Paleis is een zeernbsp;uitgellrekt gebouw, en voor de liefhebbers van penningen van wegen een door den Prelaat Leone Strozzi verzameld kabinet zeer merkwaardig. Men vindt ’er twaalfnbsp;penningen van de eerde Romeinfebe Keizers, een menigte treflyke gefneden edele gefteentens, en afdrukfels innbsp;zwavel. Onder de fchiideiyen is een jong meisje vannbsp;Titiaan vermaard. Verder ziet men een jongeling vannbsp;Leonard da Vind. De h. Laurentius op den roofter,nbsp;door Bernini, was een zwaar voorwerp voor den kon-ftenaar, vvyl hy de natuur daarby niet kon raadpleegen,nbsp;Millchien moest men liever dicrgelyke onderwerpen nietnbsp;kiezen. De eigenaar deezer verzameling is overleden.nbsp;Sagrt De kerk delle Sagre Stimate di San Francesco heeft goe-%^S^%an f'^kilderyen. In de eerdé kapel ter regterhand zietnbsp;€esco,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geefleling van Chridus van Marcus Benefial,
waarin het koloriet bevallig, en naar de natuur is, [dog de zaal waar het geval gebeurt heeft geen verdieping genoeg. Op het hoofdaltaar ziet men den h. Franciscus,nbsp;het heilige kruis aanziende, door den Ridder Trevifani.nbsp;Van verre vertoont zig een monnik, en boven eenglorie.nbsp;De zamenftelling heeft geen wild vuur, en in ’t kolorietnbsp;heerfcht veel harmonie. De figuur van Franciscus isnbsp;fchoon en juid getekend; de groep der kindertjes en dcnbsp;glorie is fraai, fchoon zy wat in ’t roode valt. In danbsp;eerde kapel ter llinkcrhand heeft Hiacynthus Brandi denbsp;vier duizend martelaars, aan de welken d? kerk gewydnbsp;is, verbeeld ; dog men ziet ’er maar twee of drie van,nbsp;de overigen moet men ’er zig by verbeelden. Het duknbsp;zou voortreflykzyn, als de fchilder niet veel buitenfpoo-rigs ’er ingebragt had,
E
-ocr page 27-II- Gefu, een voortreflyke keïk, behoort tot het pro- Wyk ftsfiehuis der Jefuieten. De Kardinaal Farnefe, een na-delltinbsp;^ftaande van Paul III. die de order beveftigd had, deednbsp;ze, volgens ’t ontwerp van Vignola, bouwen, Jakobnbsp;della Porta, zyn leerling, voer daarin voort, en trok,nbsp;volgens zyn eigen bellek, de heerlyke uit travertynileennbsp;bellaande voorzyde op. De Kardinaal Odoardo Farnefenbsp;nam in ’t jaar 1623. de kollen van het klooller op zig.
In het zelve woont de Generaal dier Sociëteit, welke federc twintig jaar zo veel opziens in de wereld gemaaktnbsp;heeft {*), De Jefuieten hebben agt kloofters te Romen,
be-
Daar is zo veel vtin de vernietlglngdeezerordergefproken, dat wy hier het Volgende zonderlinge klinkdlgt plaacfen zullen,
*t welk te Romen veel goedkeuring gevonden heeft, fchoon het als een.woordfpeeling op de woorden aut fint ut fant ant nonnbsp;pnt aancezten is, van welken zig Clcmens XÏIl. in zyn breve aaanbsp;MwU Koning van Frankryk, wegens de Jefuieten bediend heeft.
S O N E T T O.
Amh ia natal la frafe, aut ünc ut funC,
Ja Gallia j al che fogj^lnnfc, aut non flut,
E vale a dire , nel rmdo onde ora fuirt Stano, o altrlmenti tefio non fint.
Dicea tl Senate, independenti funt È ben d^mpo, che tali pm non fint;
-D* Regij autoritate nemid funt,
Meglto t, che i lor fiatuti pin non fint.
II Rc vulea chefijfe detto fint,
Eoiche ƒ» chl afferi fedeli funC,
Ma feppe ii ‘vero e disfe anchquot; ei non fint.
¦Abandonati al Parlaviento funt,
•E fe or fi vml che rlformati fiat,
^ troppo tétrdl penhe pia non funt.
-ocr page 28-iX. Wyk behalven de vier kollegies, die onder hun opzigt ftaan;
Pigna.
dog dit is het voornaamfte van allen. De kerk heeft der geheele Sociëteit haaren naam gegeven, en ’t lichaamnbsp;haars lligtotS ruil in de zelve,
XI Gefu verdient met regt onder Ichoonfte geeftelyke gebouwen van Romen geteld te worden; egter heeft hetnbsp;zyn gebreken, waaronder men inzonderheid rekent datnbsp;het fchip wat te kort, en de koepel nevens de pilaarennbsp;te klein fchynt, dat de uitftekken der roomfehe order,nbsp;waarmede zy verfierd iSj te zwaar zyn, en dat de voetnbsp;boven de order, waarop het gewelf ruft, te hoog is gemaakt, waardoor de order laager fchynt dan zy is. Denbsp;architektuur van ’t hoofdaltaar is van Jakob della Porta.nbsp;Het pronkt met zes kolommen van giallo antico, en eennbsp;fchildery verbeeldende de befnydenis, door Hieronymusnbsp;Muziano. De tribune en de fchilderyen aan ’t gewelfnbsp;komen van de hand van Gauli of Baciccio. In ’t fchipnbsp;ziet men den h. Franciscus Xaverius-, gelyk bem de engelen naar den hemel draagen. Door de ftraalen, welken uitnbsp;den naam Jefusuitgaan, worden de ondeugden ter aardenbsp;geworpen. In de fchoone groep der ondeugden heerfchtnbsp;een wanorder, waardoor zy des te fchoonder wordt. ’Tnbsp;is jammer dat ’ér zo veel onnaauwkeurigheden in de tekening aan tetreffen zyn, en dat de glorie zo zeer in ’tgeelsnbsp;valt, anders is het koloriet zeer leevendig,-De koepel heeft den zelven Baciccio tot meefter. Mennbsp;ziet Chriftus, die zynen Vader de werktuigen van hetnbsp;lyden toont, een voorwerp , 'twelk dikwyls in de Room-fche kerken herhaald is. De fchildering doet in ’tgehee-]e geen zo goede werking als de bovengedagte ftukken,nbsp;gezwegen dat de beelden van Chriftus en van Maria te langnbsp;en niet juist gefchiklerd zyn. De profeeten- asn dc pilaaren
-ocr page 29-15
ren onder dezelvezyn van een kragtig koloriet. Deteke-jx. Wyk tot de vergulde ftukadoorfels is ook van Baciccio.del-anbsp;De kapel ter regterzyde den kruisgang, aan den h. Fran-'^1^'1^1nbsp;Ciscus Xaverius gewyd, is van de architektiiur van Pie-ter van Cortona, en de ftervende heilig op het altaar vannbsp;Karei Maratti. De zaïnenftelling van ’t ftuk fchynt on1nbsp;regelinaatig, en het ligt niet wel te pas gebragt; egternbsp;heeft het zyn fchoonheden.
De kapel van den h. Ignatius Lojola, die in ’t]a-aTKapel des 1699. tot ftand gekomen is, is, na de begraafnis kapelnbsp;van de Medicis, wel de pragtigfte der wereld. . De bekende Vader Pozzo heeft ze, volgens roomfche order,nbsp;aangelegd, dog te veel met fleraaden overladen, fchoonnbsp;men hem te gelyk het regt moet doen, dat hy daarin eennbsp;goeden fmaak getoond heeft. Men ftaat verfteld overnbsp;den rykdom deezer kapel; waar men het oog heen wendt,nbsp;ziet men niet anders dan verguldfels , marmer, en lapisnbsp;lazuli {1}. De kolommen befl:a.an uit verguld brons, cnnbsp;de grond der kanneleeringen uit lapis lazuli. Van den.nbsp;zelven kostbaaren fteen is ook de nis op het altaar, ennbsp;eenige groote kogels, In de nis ftaat de groep van dennbsp;9gt; voet hoogen Ignatius met drie engelen van masfief zilver, welke over de 700. pond weegt, en naar de tekening van Ie Gros door Ludovifi gegoten is. Hetkruis op
het
De koftbaaiheid van deezen fteen, en hoe moellyk het Is hem ia groote brokken te bekomen, is bekend. Dat de Jefuietennbsp;hem hebben weeten opteloopen, is iets daar men zig, aangeziennbsp;hun gtooten handel door de geheele wereld, niet over te verwon •
^eren hCeft. De befte komt uit groot Tartaryen. Van deeze kapel r1ndt men een grondtekenlng in ’t boven aangehaalde werk vannbsp;Tosz» Over de Perfpekticf, tsm, 2. ta»- 60.
-ocr page 30-IX, Wylt ¦ tiellanbsp;Tigfia.
het miskleed des heiligs is zeer ryk met parelen efl j'if-weelen bezet. nbsp;nbsp;nbsp;meeften tyd ftaat het beeld ondeif
een fchildery van Pozzo, welke alleen by groote feest-tyden weggenomen wordt. Onder het altaar ligt de in 'C jaar i556. overledene, en in ’tjaar 1622. onder de heiligen geplaatfte Ignatius, in een graf van verguld brons ,nbsp;’t welk met basreliëfs, en koftbaare fteenen verfierd is.nbsp;Voor hetzelve ziet men dennaam Jefusuit kryftal’t zamennbsp;gefteld, welke door middel van'de daar agter brandende lampen een helderen fchyn van ziggeeft. Op feeftdagen is denbsp;bekleeding van ’t altaar van louter zilver. Boven hetnbsp;zelve houden twee vergulde engelen de met lapis lazulinbsp;ingelegde fpreuk van Ignatius, ad majorem Dei gloriam.nbsp;De vloer voer het altaar is met allerlei figuuren van mar-nier ingelegd. Dertien basreliëfs van brons, die het lee-ven van Ignatius voorftellen, gee ven der kapelle een fchoonnbsp;lieraad.
Op elke zyde van ’t altaar flaat een gyoep van marmer ;¦ die overeenkomt met de grondftellingen der Jefuieten.nbsp;De befte, zynde van Ie Gros. verbeeldt de Kettery, alsnbsp;een man met een Hang in de hand, nevens cene oudenbsp;vrouw; beiden vallen zy op ’t gezigt van ’t kruis neder,nbsp;en de Godsdienft werpt ze verder ter aarde, waarnbsp;de werken van Calvin, Zwinglius, en Luther liggen,nbsp;De handeling is in deeze groep jiiifl: uitgedrukt, de tekening zuiver, en de kleederen hebben een goeden val,nbsp;alleen fchynt de Godsdienst ’er wat koel uittezien. Danbsp;andere groep verbeeldt de Godsdienst de afgodery vernielende, en een boek met voeten treedende; op haar zydenbsp;heeft zy den Koning van Bungo in Japan, die’t Chriften-dom aanneemt. De konftenaar, een Franfchman, ennbsp;Theodon genaamd, heeft de Afgodery als eciie van den
blixenr
-ocr page 31-17
ilixem neergeflagen flang afgebecld. Op beide zyden des ix. Wyfe altaars zyn deuren van breccia , een'fcOit van marmer, atfWfinbsp;en boven die twee tribunen , die tot kooren voor ae mu- “nbsp;t2iek dienen.
In de derde kapel ter ilinkerfiadd heeft Basfano het parades gcfcbilderd, daar fchoöne kóppen in zyn, dog ’t welk in ’t perfircktief gebrekkig is. In de andere kapelnbsp;op deeze zr^de ziet men drie Bukken van Romanelli; datnbsp;op het altaar verbeeldt den h. Karei, die hét kind Jefu*nbsp;aanbidt, 'en heeft een fcboon koloriet. In dé Maria isnbsp;veel bevalligs. De twee anderen zyn de aanbidding dernbsp;herders en der drie koningcn. Hét ligt is zonderling verdeeld , en valt blootelyk op het vleefch.
Op den SI. Juli, den dag van den h. Ignatius, is de kerk ongemeen pragtig opgefchikt, en inzonderheid denbsp;kapel van den hei'ig zo ryk in zilver, dat men ’er overnbsp;verbaasd Haat. Daarby wordt de heerlykfte muziek ge-geven, welke uit drie kooren bertaat, van dewelkenelk eeiinbsp;Iryzonder orgel heeft. De gemeene man wordt door dee«nbsp;ze prngt zo verblind, dat hy de kerk op dien dag de voorkamer van ’t Paradys, l'Anticamera tlel Paradifo, noemt.
Niet ver van ’t hoofdaltaar heeft de Kardinaal Odoardo I'amefe den bekenden Kardinaal Bellarmin een pragtignbsp;gedenkteken, van dc uitvinding van Hieronymus Rainaldi,nbsp;doen oprigten. D2 daar ftaande beelden van de Schranderheid en de Godsdienst zyn van Bernini. De fakrifty,nbsp;die een onmeetbaaren fchat van zilverwerk bezit, is vannbsp;Ciarnpelli befchilderd. Men ziet ’er in, eene voorflet-van Chriftus door Guido, en den hr Franciscus Xa-^mius van Hannibal Caracci. In ’t klooster is een heer-ïyhe bibliotheek.
, ^0 Witter! is eengrootrcgelmaatiggebouw, welks Ps/m*
-ocr page 32-de jonge, heeft ’er, voor den Kardinaal Jan Baptist Ai-tieri, dc architektiiur van opgegeven. Het is van oads af de woonplaats der prinfen en kardinaaien uit dat huisnbsp;geweest, 2yn ineeile fchoonheid heeft het den Kardi-riaai Paoiuzzo Aitieri, onder Cieraens X. die uit dat ge-flagt was, te danken. Het gebouw ftaat van aiie kantennbsp;op zig zelf, en neemt een plaats van 120. voet in ’t vier.nbsp;kant in. Binnen zyn twee plaatfen, waarvan de eennbsp;volgens Italiaanfch gebruik, met galleryen omgeeven is.nbsp;Men gaat langs een pragtigen, met llandbeciden verfier-den trap», naar de eerde verdieping. Eenige kamers zynnbsp;met fchildcryen, en anderen met vergulde ftukadoorfelsnbsp;in eenen fchooncn fmaak voorzien. Onder de voornaam,nbsp;de dukken behooren in de benedende verdieping, eennbsp;bataiiie door Bourguignon, Chriftus in’t graf, een tref-]yk gekleurd , dog middelraaatiglyk getekend duk vannbsp;Van Dyk. In Titiaans portrait, doorhem zei ven gefchil-derd, is bet hoofd meeflcrlyk.
IX. Wyk voorzyde op de Plaats del Gefu is. Jan Antoni Rosfi,
della
ïigna
r'*'
In cen fli apkamer boven hangen twee grootc dukken van Claude Lorrain, dat mcederdukken zyn. Plet eenenbsp;is een zeelluk, het andere,een landfchap, met den Tempel derSybille te Tivoli aan den oever tens meers. Op denbsp;kornis van deeze kamer ziet men aartige akademiefchenbsp;liguuren uit gips vanBernini. Buiten deeze dukken, daannbsp;in ’t Paleis cen Pescennius Niger of Severus, een paarnbsp;beelden van Venus, een geheel met hair bewaflen Si*nbsp;leen, cen gevangen barbaar, die by’t theater van Poin-pejas gevonden is, het triomfeerend Romen uit verdenbsp;antico, twee tafels van lapis lazuli, een lykbus vannbsp;Ooderfch alebader, twee zuilen van porfier, enz. Eenenbsp;kapel heeft Bourguignon, en Karei Maratti eene zaal
op
-ocr page 33-19
op natten kalk gefchilderd. Onder de fchilderyen zyn jx. Wyk nog optemerken , de vier jaargetyden van Guido,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
Venus van Paul Veronefe, de h. Gaëtanus van Karei¦^*'^***' Iviaratti, een kindermoord van Pousun,ecn Lucretiavannbsp;Guido, eene Madonna van Correggio, en eene anderenbsp;Van Parmegiano, het portrait van Pvaphaël, eene Venusnbsp;van Fiiip Laiiri, een Avondmaal van Muziano, Cimon,nbsp;die van zyn dogter gezoogd wordt, door Guercino, denbsp;prediking van Chriftus door denzelven, het oordeel vannbsp;Paris door Albani. (*) De bibliotheek van ’t Paleis isnbsp;pragtig, en met zeldzaamc handfchriften voorzien. Ooknbsp;bewaart men bier een aanmerklyke verzameling van oudenbsp;penningen en gefteden gcmmEe,
De h. Paus Marcus, v.il men, heeft reeds in ’t jaarna,, MaU 336. den euangelift Marcus de kerk naar hem genoemd^^®-gewyd. De kapel van ’t h. Sakrament is van de architek-tuur van Pïetcr van Cortona, en Perugino heeft op ’t altaar den h. Marcus gefchtlderd. Ee laatlt overleden Pausnbsp;deed voor zyu familie, die van Rczzonico naamlyk, eenenbsp;fchooae, met marmer verflerde kapel aanleggen. In denbsp;zelve ziet men de kanonizatie door hem van Gregoriusnbsp;Earbarigo, een Kardinaal en Bisfehop van Padua. Denbsp;geleerde Kardinaal Quirini deed het hoofdaltaar vernieuwen,
(*) La Lande fpreckt 'm zyn 4. deel p. 230. van een kind doot Tltiaan gefchilderd, 't welk in ’t jaar 1729- door Domenico Mi-chclinl van het eene doek op een ander werd overgedragen, en dacnbsp;20 zuiver, dat mm van dit overbrengm geen de minfte blyken bewerken kon. Eenige jaaren geleden is Ivlontamy met een Huk vannbsp;den Koning uit het Paleis van Luxemburg even zo gelukkig ge-*'^agd. De'gchceie handgreep heeft hy in zyn Traité fw ia fthittsrtnbsp;ém.!i befchreven.
B a
-ocr page 34-20
IX. Wyk wen, en met fchoon marmer en vier porfieren zuilen ver* fleren.
Het by ‘-^seze kerk gelegene Paleis van St. Marcus be-S^Marco nbsp;nbsp;nbsp;gebouwen van Romen, eü
l-onit met zyne beide zyden aan twee groote Plaatfeu. paulus II. bouwde het, en nam, gelyk men gelooft, Giu-liano da Majano tot bouwmeefteraSn. Paus Clemens VIII.nbsp;fchonk dit Paleis aan de Republiek van Venetian, totnbsp;een w'oonplaats voor haar gezanten en de Venetiaanfehenbsp;Kardinaalen, en verwierf daarvoor een ander te Vend-tien, waarin de Pauslyke Nuncius zig altyd ophoudt. Denbsp;tegerrwoordige Venetiaanfehe gezant, de Heer Ascanionbsp;Giuftiniani is een man van nitgebreide kundigheden ennbsp;veel geleerdheids, die ’er zig een genoegen van maakt,nbsp;gezelfchappen uit de geleerdfte mannen van Romen tenbsp;fonneeren, en allen die de weetenfehappen beminnennbsp;den vryen toegang te verfchalFen.
DE TIENDE WYK DER STAD ROMEN.
Ritme di Campitellij
Ritme di Campifelli begrypt in zig de plaats daar ’t Cs* pitolium ligt, of het zuidlyke deel der ftad, van de Plaatsnbsp;San Marco af tot de Porta Latina, en van Colifeo tocnbsp;den Tiber, Deeze Wyk voert een draakenkop in baarnbsp;wapen, omdat, gelyk men vertelt, ’er eenby’t Kapitoolnbsp;gevonden is, ’t welk als een voorfpelling van Romensnbsp;grootheid werd aangezien. Het Capitolium is nog hedendaags de voornaamfte plaats der ftad, en het verblyf dernbsp;jrjagiflraatsperfooncn. Oudtyds was hier de agtfte Wyk,
' nbsp;nbsp;nbsp;cf
-ocr page 35-SI
Campitelli.
of het Forum Romanum. De hoogte waarop het Capito- x. Wyk hum ftaat heeft van ’t noorden tegen ’t zuiden ongeveer di
300. fchreeden, en van ’t ooften tegen ’t weden eens zo
'^Uel, waaronder de voet van den heuvel en de fcbuinte mede begrepen is. (1) De Kapitolynfche heuvel heeftnbsp;twee fpitfen, en tuflchen de zei ven een diepte, die Internnbsp;tnontitm genoemd wordt. Men onderfcheidt de Citadellenbsp;en den Tempel, yirx et Capitolium. Het is niet wel tanbsp;bepaalen, of de Tempel van Jupiter Capitolinus op donbsp;ooftelyke fpits, waar de kerk Ara cceli ftaat, of,op denbsp;andere, by den Tarpejaanfchen rots, lag. Het eerde isnbsp;het ivaarfchynlykft, en op de andere ftond een tempelnbsp;Van Juno, waar, volgens Plutarchus, de ganzen, welker gefchreeuw het Kapitool by de overrompeling dernbsp;Galliërs reddede, gehouden werden.
Volgens het plan dat Nardini van den Tempel van Ju-Tempel _ piter Capitolinus in.sakt, had die 200 voet in ’t vierkant, V‘1unbsp;waaronder de bedekte gangen, Ponicus, mede begrepen ‘nbsp;waren. Sylla plaatfte hier de zuilen uit den vermaardennbsp;Tempel van deezen Jupiter in Griekenland. De Tempelnbsp;brandde onder Viteliius af, Vefpafiaan bouwde hem wcrnbsp;der op, en Domitiaan voor de derde reis nog veel prag-tiger. De laatfte deed ten dien einde zuilen van Atheneanbsp;komen, die vermoedelyk de zelven zyn welken nog innbsp;de kerk Ara ctEli ftaan. Waarfchynlyk is het, dat ditnbsp;heerlyke gebouw door de Gothen veiwoeft is. Voor-
tydï
Toen Romulus het Kapitool en daarby een vtyftad aaniaj,
V/as de heuvel met zwaare boomen bedekt, gelyic Ovidius zegt.
Pfgt;mtüus nt faxt lucnm circimdcét aha ,
Ahc, irx^it j ctafu^e, tftiiis cris1
13 3
-ocr page 36-X. Wyk di
C^mpilsili.
tyds zag men in deezen Tempel het ftandbeeld van Jupi* ter met den büxein in de cena, cn een fpeer in de anderenbsp;hand. Het was van enkeld goud, in plaats dat het -in denbsp;oudde tyden der Republiek uit klei beftond. Voor Sci-pio Africanus werd, als een byzondcr ceiteken , eennbsp;ftandbeeld nevens dat van Jupiter gefield.
In deezen Tempel was oudtyds een ontzaglyke fchat vantrefeen, wapenen en gefchenken, die hier door bur.nbsp;gemeefters, keizers, en vreemde koningen gedaan wa-ren. Hiero, honing van Syrakuzen, fchonk b. v. eennbsp;gouden fiandbeeld der Overwinning, dat 320. Roomfchenbsp;ponden woog. Hier werden by de duizend tafels vannbsp;brons bewaard, rvaarop de wetten cn gefchiedenisfendernbsp;Itad gefchreven waren.. De deuren waren van brons metnbsp;goud overtogen. Het kleed van Jupiter werd uit deezennbsp;Tempel genomen, en daarmede bekleed reeden de ze-gonpraalende veldhceren tot beneden aan ’t Kapitool,nbsp;en gingen dan te voet tot in den Tempel,’om daar open*nbsp;lyk hunne dankbaarheid te betuigen. Onder den Tempeinbsp;werden de boeken der Kameifche Sybelledoor de Decen-'nbsp;viri facris faciundis zorgvuldiglyk bewaard , tot dat die innbsp;’t jaar 1(58. voor de geboorte van Cliriftus te gclyk metnbsp;den Tempel verbrandden.
Op den heuvel ftond ook de Tempel van Vejoyis, da triomfboog van Scipio Africanus, en van Nero, het Ta-hularium of de archief, cn het Jtbenmm, waar een bibliotheek aangelegd was, en waar de fchryvers fointydsnbsp;hunne (lukken in digtmaat of profa gingen voorleezen. Afi.nbsp;nlus Pollio lag onder Auguftus het eerft een openlyke bi-bliotheek aan. Alle deeze gebouwen Honden in dennbsp;oord van het tegenwoordige Paleis van den Senatare di Roma en van het gevangenhnis. De geheele plaats was zo
vol
-ocr page 37-vol met ftandbeelden , dat Aagnftus ’er een gedeelte van x. Wyk naar ’t Campus Martius moeft doen brengen, waar nader- dinbsp;hand Caligula’s dolheid ze deed omwerpen en aan ftuk-ken breeken.
Den Tarpeifchen rots, die bekend is omdat de misdaa-digen in de oude tyden van denzelven werden afgefmeten, ziet men aan ’t einde der flraat, agter het Paleis der Con-fervatori. Om van zyn hoogte te oordeelen moet mennbsp;door het daar ilaande huis, over lange zolders tot aannbsp;een foort van terras gaan, dat op Fiazza della Cmfolazia»
7ie uitkomt. Hier ziet men over de hoogfte daken heen , en kan zig ligt voorllellen, dat de van den rots afgefmetennbsp;hoosdoenders den hals raoeften breeken. Ook kan mennbsp;van de hoogte eenigüns van Piazza della Confolazionsnbsp;oordeelen. (*_) By den rots, en wel agter het tegenv/oor-dige Paleis der Confervatori, lag het huis waar Manliusnbsp;en Romulus zouden gewoond hebben. Ct) Hier was ooknbsp;de Curia Calabra, waar de prleRers, ais zy de maanbe-fchouwd hadden, het volk te zanien riepen, om het aan-tezeggen, hoe veel dagen ’er nog van de Kalends tot denbsp;Nona over waren, wyi men nog niets van een eigenlykennbsp;almanak will. Verders was hier het altaar van Jupiternbsp;Piilor, dat ter gedagtenifle der lift door 'de Romeinen ge.
, nbsp;nbsp;nbsp;bruikt
(*) yermoedelyk is Madame du Bocage tot hier toe nlc: geko* hieti, anders zou zy in haar aangenaame, dog niet aityd voldoendenbsp;en grondig gefchrevene brieven, niet gezegd hebben, dat de rots ztjnbsp;laag is, dat men zonder gevaar ’er van af zou kunnen fpiingen, :
Cf) lo fnmmci cttjlos Tr^pdiS Jvïfjnltui arits
Stabat pro templo , ct CapUelui ceïfa tenchat j ^omnleoqne recens horrehatnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cnlmo,
Ani. 1. S.
X. Wyk bruil’.t, van brooJ i'i ’t leger der Galliërs te werpen,
di
_ nbsp;nbsp;nbsp;die daardoor te doen gelooven, dat zy overvloed aan
Campuslit. nbsp;nbsp;nbsp;, i
mondvoorraad hadden , opgengt was, en veel andere tempel'^ en alcaaren meer.
Te gei-
V}i»)ruig
Cajiito-
lium.
0et hedendaagrche Capitoliura is van liet oude zeer vprfchillende. De hoofdzyds, tegen over den hoofd,nbsp;trap. ligt tegens het noorden, daar de oude tegens’tzuiden lag. De van Michael Angelo ontworpen trap valtnbsp;pragtig in het oog, op beide zyden is de weg voor denbsp;Icoetfen naar boven met geheel vlakke treeden; dog by,nbsp;groote feefttyden, b. v. vvanneer de Paus bezitting van,nbsp;’t Lateraal! neemt, of de Senatore di Roma zy.n intreedenbsp;op ’t Kapitool doet, worden de treeden van den tniddel-fton trap dik met zand beftrooid, op dat de koetfen regênbsp;op naar boven konneii ryden. De trap heeft ter weder-zyde een leuning. Beneden aan denzelyeii liggen tweenbsp;leeuwen van bafalt, in eenen fchoonen Egiptifchen ftylnbsp;gehouwen, die by Sm Stefano del CaccOf waar eertydsnbsp;een tempel van ifis ftond, opgegraven zyn. Het waternbsp;uit hunne muilen valt in een paar fchaalen, die egternbsp;lang zo mooi niet gewerkt zyn. Daarby ftaat het porfiernbsp;ren beeld van Romen zonder kop,, dog met, een fchoonenbsp;drapery. Boven aa»n het andere einde der. leuning ftaaanbsp;de reusagtige beelden van Callor en Pollux, die elk eennbsp;paard by den toom houden. Zy werden onder Plus IV.nbsp;omtrent het Ghetto gevonden, en herwaards gebragt.nbsp;na door Valfoldo herfteld te zyn. Nog de beelden, nognbsp;de paarden zyn fchoon.
Boven is de leuning van dceze beelden af tot aan de
gebouwen van de vleugels, van ’t Capitoliura vooitgetrok-ken. Op de twee piedeBals, digi; by Caltor en Pollux, ftaan de twee antieke trofeep, welken men voor die van Marius
-ocr page 39-rius uitgeeft (*). Het zyn de fchoonde zegenteltenen^jj^ Wyk 'i't de oudheid, zo wel ten aanzien van het werk als de dinbsp;W’ys waarop de Avapenen gefchikt zyn. Op de tv/eenbsp;S^nde pie^’ellals ftaan de beide zoor.en van Konftaniyn,nbsp;wier marmeren beelden der Plaatfe een goed aanzien gee.nbsp;ven, en aan de beide uiterflens van de leuning een paar ^nbsp;mylpaalen, waarvan de eene antiek, en de eerde op denbsp;Via Appia ge (laan heeft, dog de andere, om der fymmetrienbsp;wil, nagemaakt, en met een bronzen kogel voorzien is,nbsp;waarin, gelyk het kinderagtige opfchrift zegt, de afchnbsp;van Trajaan bewaard wordt. Venuti beweert, dat die afchnbsp;in de reusagtige hand, die in ’t Paleis der Confervatoiinbsp;vertoond wordt, bewaard pleegt te worden.
De Plaats van ’t Kapitool is byna vierkant, en heeft een goede evenredigheid. Op drie zyden is zy met dsnbsp;iwiddeifte gehouwen en de twee vleugels, die egter vannbsp;’t middelfte afgezonderd zyn, omgeeven, en de vierdenbsp;tnaakt de zo befchrevene leuning uit, netmiddeigebouw,nbsp;waarin de Senatore di Roma woont, heeft een anderenbsp;architektuur als de vleugels, en is met korinthifche pilaa-xen, die op een onder het gantfehe gebouw doorgaandennbsp;voet ruften, verfierd. Men komt ’er in langs een aan-zienlyken trap van twee armen, voor den welken het beeldnbsp;van Romen met een fontein, en op beide de zyden denbsp;liggende beelden van den Tiber en den Nyl te zien zyn*'
De rivieren -verdienen niet geprezen te worden, dog het beeld van Romen is tot aan hef aangemaakte hoofd, de
han-
(.*) Venuti, Bellorl, en Winkelman beüuiten uit de gclykheidvan ftyi ^ dat deeze trofeen voor Trajaan , wegens zyn overwin-P'^gen op de Daders , zyn belleind geweefl. Men vond zeby St.
^ufclVio, Sixtus V. deed ze herwaards brengen.
B S
-ocr page 40-sl6
X. Wyk handen, en voeten, fchoon. Het mogt voor de Plaats . wel wat grooter zyn; nog beter ware het, als uit de nisnbsp;CampiteULnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftroom van water kwam.
De architektuur der voorzyde doet over ’t geheel een goede werking, dog de verdeeling fchynt niet wel ge-jxiaakt, en de evenredigheid der leden niet fchoon te zyn,nbsp;jahob della Porta heeft het werk, volgens Michael Angelo’s beftek, volvoerd. Van de twee vleugels dient denbsp;cene tot het Paleis der Confervatori, en in de andere isnbsp;de heerlyke verzameling van antieke ftatues en basreliëfsnbsp;geplaatft, Michael Angelo heeft ze gebouwd. De korin-thifche pilafters aan de zelvcn liaan te ver uit malkander*nbsp;De kleine order beneden, welke de venders der eerftonbsp;\’erdieping draagt, heeft geen goede evenredigheid. Overnbsp;’t algemeen hebben alle de drie deelcn van ’t Capitoliungt;nbsp;niet genoeg van het edele en pragtige aanzien, ’t welknbsp;het onderfcheidend karakter van zodanig eeh openbaarnbsp;gebouv/ zyn moeft.
Op het midden der Plaats voor ’t Kapitool liaat de beroemde bronzen llatue van Marcus Aurelius te paard, Zy liond voonnaals voor ’t Latcraan, daar zy gevondennbsp;is, en waar de Keizer gewoond had (*), Paulus III.nbsp;deed ze van daar herwaards brengen, en op een piedeftalnbsp;van marmer, waartoe men by gebrek eensgrooterenbloksnbsp;een fluk van den architraaf der baden van Trajanus nam,nbsp;door Michael Angelo flelien. Onder alle uit de Oudheidnbsp;overgebleven ftatues te paard is deeze onbetwiftbaar da
kerk op k beeld van Marcus Aurelius.
(¦*) De Raad te Romen geeft alle jaaren aen bloemruiker aan 'j pornkapittcl van ’t Lateraan, als een teken van ’t oude regt deczcï
-ocr page 41-37
ai
Campüelli^
fclioonfle. Montfaucon (*) dwaalt, als hy meent, dat zyx. Wyk niet gegoten, maar met hamers geflagen is. Het paardnbsp;heeft fchoone evenredigheden, cu een natuurlyke beweging, fchoon' de hals wat te kort fchynt. De uitdrukkingnbsp;is zo gelukkig getroiTcn, dat het fchynt te gaan. Kareinbsp;Maratti zeide daarom allacchende, voort^ denkt gy nistnbsp;dat gy Uefi? De Keizer zit wel te paard. Met de eenenbsp;hand houdt hy den toom, en met de andere fchynt hynbsp;bevelen uittedeeien. Ky heeft een grooten mantel om.
Men ontdekt hier en daar tekens, dat het beeld verguld is geweeft. Op fommige plaatfen is het een weinig be-fchadigd, ’t welk aan’t omvallen vandeftatue, of hetnbsp;opgraaven , moet worden toegefchreven. Op de eenQnbsp;zyde van ’t voetgeilel leeft men een oud opfchiifc,nbsp;en op de andere dat van Paulus III. TuiTchen de oorennbsp;Van ’t paard ziet men een nagtuil, waarover veel getwiftnbsp;jSjdewyl eenigen dat voor iets anders willen hebben aangezien. Vermoedelyk is het een zinbeeld der waakzaamheid en fchranderheid, in welk opzigt men diennbsp;Vogel ook aan Minerva toeeigent (f).
Ee-
Viar, JtaU p. i69»
^ quot;(1quot;) Winkelman verhaalt In zyne Jilficrle der kanji S. 414* dat openbaare bediening, federt den tyd dat dit beeld inerllaac,
IS ingefleld. Die hec opzjgc over beert heet Cujiode del Cnvallo • cn krygt *er maandelvks 10 Icudi voor. Een andere, nuct^erc, ennbsp;even zo zwaarc, dog egtei oudere bediening, is de Lettura dl Tlt$
Livióy welke jaarlyks fcudi, uit den impoll op het zout, op-lirengt. De Paus vergeeft be'-dc de ampten, cn zy zyn altyd ia *-ekere huizen uit den oudften adel, De iaacfte bediening is ia ’cnbsp;van Conti, hoewel mlfTchien niemant daaruit 00^ het boeknbsp;Livius mee oogen gezien hebbe,
-ocr page 42-X- Wyk Befchouwen wy eerft het Paleis van AcnSemtore, of 'ï*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ het middclgeboinv. Bonifacius IX heeft het uit de rui-
Campitelh. nbsp;nbsp;nbsp;veimoedeiyk het Tj.
Fclazzo j nbsp;nbsp;nbsp;of archief v/as, doen bouwen (*). Men treedt
del oenato- ¦ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. r j . .
re.
in een groote gehoorzaal van t geregtshoi, dat h:er ver-
gadert, en uit den Senatore en vyf andere perfoonen be-fcaat. In de zelve ziet men de ftatues van Paulus II!. Gregorius XIII. en Karei van Anjoii, dien Clemens IV.nbsp;in 't jaar 1268. tot Ssiiature dl Rotynx^ en oen jaar daarnanbsp;tot Koning van Napels verklaarde. Vier fchoone zuilennbsp;van porta fanta verfieren decze zaal. Boven dezelve woontnbsp;ds Senator; dog in de vertrekken is niets te zien, en on'nbsp;der het gebouw zyn de gev.angenisfen, waaruit de voor-bygaanden op een onaangenaame wys door de gevange-r.en om byftand worden gebeden. De plaats van Senato»nbsp;re di Roma is een dor aanzienlykPen. Tot in’t jaar 1765.nbsp;werd zy door eenen 2'.veed, Bielkc genaamd, bekleed,nbsp;een man van waare verdienften. Na zyn ovcrlyden benoemde ’er dc Paus zynen neet Rezzonico toe, die in 'tnbsp;lt;’olgende jaar zyn iiitreede deed. Dit is een der gvootftgnbsp;plegtigheden van Romen.
Het
Tot een bcwys, hoe grootfjiieckcnd en weinig waamgtigdik^ wy'is tic opfchnlten zyn., waarvan te i^omen alles vol is, kan dat't,nbsp;welk boven den ingang van dit gebouw is, vcrltrekkcn. Clt^mcntinbsp;VIIL P» M» GdliU regnttm reeoïicUhto Rcge Ilenrico IV, conditie,*nbsp;tnniy Pannoniam ausniarihns armis fcrviitam, Strigonutm a TnYcarnmnbsp;tyraritiide rindk.iUim ^ Kuthemt et Aegy^ths ilow. Ecckf^A rtjittntos^nbsp;Vacem, cotnpoptls Rcgtitn maximar, Dtfeordus,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rcip)^ reddi^
tciPi-i Fcrrar'iLtm Petrï Aldchrajidi Cardin, dti^tt ferro hicrnento recep^^ fanf , fahóHsf^vhifjiu prxfcniia confiabilita^^ ¦gt; optato rcdltu in urUriinbsp;hl, hiliir'nailsnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rednidort, A, IJP?*
-ocr page 43-Hst Paleis der ConfirvaUri wordt zo geooemd, 0111 datx. Wyk
^2 drie maeiftraatsperfoonen Confenatori geheten, daar „nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ u ¦ Czmpitellt.
'ergaderen. Het gebouw is 160. voetlang, en in t jaar
1566 gebouwd, gelyk uit het volgende opfchrift blykt
Capitolium rejiituit. Anno Urb. rond, 2320.
Hier woonde de ia de hillorie van Romen zo benigte Hfeolaas Gabrini, of Cola van Rienzo, die zig, geduu.nbsp;rende ’t verblyf der pauzen te Avignon, tot Tribunus pk’^nbsp;his opwierp, en Romen omtrent het jaar 1247.defpotieknbsp;regeerde. Hy werd in ’t jaar 1354. in ’t Kapitool oinge-bragt. In den gang beneden ftaan twee ftatues op piede-'Hals, de eene verbeeldende Julius Csfar in krygsgewaad,nbsp;en met een Idoot in de hand, ten teken van de hecrfchap-py, de andere Auguftu met een Icheepsdeven aannbsp;7,yne voeten, ’t welk op den vermaarden flag van Aftiuinnbsp;doelt. Zy zyn in een grooten fiyi gearbeid, dog zo verin inkt, dat ’er veel aan te herftellen is.
Op de plaats van ’t Paleis ftaan vcrfcheiden antieke en nieuwe ftatues van brons en marmer, de voornaamftennbsp;zyn vyf ftukken, die Clemens heeft doen by een zetten,nbsp;fchoon zy niet bymalkander hooren, naamlyk, het over denbsp;Haciers tviomfeerende Romen. De ftatueheeftnietszon.nbsp;derlings, dog een goede evenredigheid tot het wc] ge-flaagde piedeftal, waarop men een overwonnen provincienbsp;ziet. Zy is herwaards gebragt uit den tuin van Cefi, Daar
'pti-
aan ftaan twee Daciefche koningen, en twee Eg
fche afgoden, w'aaronder eene Ills van ztvart marmer, zonder handen , maat met fchoone koppen en drapee-rmgei], Eene hand en de voeten van den rcusagtigen
Apol-
-ocr page 44-X. Wyk ApoIIo, C1) waaraan de groote toon byna zo groot is ai3 _ het lyfvan een volwasfcn man. De andere hand, welkenbsp;Ca.Hjjitelli.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nabuurichap van ’tKapitoolgevon1
den heeft, wordt op de Villa Strozzi vertoond. De voeten zyn van een fchoone gedaante, en hebben niets ilyfs, dog de hand is hun niet volkomen gclyk. De leeuw dienbsp;een paard verfcheurt wordt gehouden van een Grickfchenbsp;hand te zyn. (j) In den leeuw is veel handeling, dognbsp;geen tekening naar de natuur. Het lyf van ’t paard isnbsp;oud, dog het hoofd en de beenen zyn niet wel vernieuwd.nbsp;Ook ziet men hier een piedeflal, waarop -een rcusagtigenbsp;kop en een hand van brons flaan, dien eenigen voor ee-lien Nero, anderen voor eenen Commodus houden. Eennbsp;oud grafteken van Agrippina, gemaalin van Germar.Icus;nbsp;verfcheiden foorten van maaten der Ouden. Een grootenbsp;kop van Domitiaan, die wel gewerkt, en zeer gelykendnbsp;is, Een piedeftal, dat by den portiek van ’t Pantheonnbsp;gevonden is.
Cnlumna
rojerata.
Aan den voet des grooten traps ziet men dc Columna rojlrata, die eertyds op ’t Forum ftond. Ey werd ter eerenbsp;van Gajus Duiüus opgerigt, na zjm bevogten overwinning by Meyle, nu Melazzo , over de Karthagers, ennbsp;verwierf haaren naain van de fchecpsftcvens , waarmedenbsp;zy verfierd was. Zy is van marmer, cn de fcheepsllQvensnbsp;hebben een goed beeldwerk. Op het bordes van den
trap
Volgens riinlus /. 54. c. 7. was liy ;o. ellen hoog. Liicu!-]us c]ted hem van Apollonia, cen Had in Pontos , nariT Romen voeren, cn in \ Kaplcool oprigcen.
(-j1 ) Cavaiieri heeft deeze groep in zyn verzameling vnn Staties, eer zy van Michal'l Angelo herlteld was, bekend gemankt.
-ocr page 45-in niflen, door Michael Angelo getekend, de heel X. Wylc
«ien van Urania cn Thalia. De armen van Urania zyn
geheel nieuw aangemaakt, dog de drapery de om-
trekken van het lichaam wel aan. Men heeft verfcheiden hasreliefs van den boog van Marcus Aurelius (f) her.nbsp;waards gebragt, in een van welken de overwinning desnbsp;Keizers ter zee en te land, door de figuuren van de Aardenbsp;en van Neptunns, die zynen zegenwagen begeleiden,nbsp;wordt aangeduid, in het andere offert hy den Kapito-lynfchen Jupiter. In het derde zit hy met den PrEtor tenbsp;paard, die voor de knielende Duitfehers omvrecdefch.yntnbsp;te fmteken. In het vierde geeft Romen hem een kogelnbsp;over, als een zinbeeld van de opperhoofdige raagt. Zynbsp;zyn wel geordonneerd, cn in een goeden ftyl gewerkt.
Twee andere basreliëfs van deezenboog zyn'op, den trap van den anderen vleugel van ’tKapitool, waar het Mu-fcum is, in den muur gemctfeld. Boven op den trapnbsp;ziet men in een basreliëf Marcus Curtius, die zig in dennbsp;algrond nederilort. ïer flinkerhand zyn de Fafti Conju-la'es in een oud foort van marmer, tot op de tyden vannbsp;Pertiuax, gegraveerd, gelyk ook de naamen van alle denbsp;Confervatori des lloomfcben volks van niewer tyden.
In de eerfte groote zaal heeft de Cavalier d’Arpino de eerfte Romeinfche hiftorien gefchilderd , naamlyk betnbsp;vindon van Romulus en Reinus nevens de wolvin ondernbsp;den vygenboom; Romulus die den omtrek der ftad metnbsp;een ploeg aftekent; Numa die met deVeflales offert;hetnbsp;gevegt van Tullus Hoftilius met Metius Suffetius, dennbsp;aanvoerder der Albaners; het gevegt der Iloratü met denbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cu
ff') Oudtyds IkcTc liv Arco dl Tcrta^allo, velyk wy hebben
-ocr page 46-X. Wyk Curiatii. Het fchilder^erk is doorgaans hard, de tekfU’ irnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchaduwing flegt in agt genomer?,
am^i e t. nbsp;nbsp;nbsp;onder deezc zes ftukken, zo wel in opzigt der
tekening als der uitdrnkking, is de veldflag, waarin di fchilder den aanval der beide heiren zo gelukkig heeftnbsp;weeten uittedrukken, dat men niet weet welke party zalnbsp;zegenpraalen. De groepen hebben verfcheidenheid innbsp;7,ig, en zyn wel geordonneerd, en zo wel de paardennbsp;als de menfchen rigtig getekend en natuurlyk gefield. Ianbsp;de zaal flaan de beelden van Leo X. in marmer, vannbsp;Sixtus V. in brons, van Urbaan den Vlli- in marmernbsp;van Bernini, het borflbeeld van Koningin ChrifFina, (*)nbsp;en dat van Koningin Maria Cafimira, gemaalin van Joannes III. Koning van Polen, die eenigen tyd tc Romennbsp;woonde. De deuren der zaal maaken een fchoon werknbsp;uit van Fiamingo.
De volgende zaal heeft Toinafo Laiireti gefchüderd , en ingelyks de oiidfle Romeinfche hiftorien, van Muthiinbsp;Scasvola, Brutus die zyn zoon veroordeelt, enz. afge-beeld. Hier flaan wederom eenige flatues, als Marcnsnbsp;Antonius Colonna, een der bevelhebbers in den zeellagnbsp;by Lepanto tegen de Turken; Karei Barberini, broedernbsp;van Urbaan VlII, en Generaal der Pauslyke troepen jnbsp;Alexander Farnefe, Hertog van Parma ;verfcheiden busten van Julius Cvfar, Hadrianus, Caraccalla, enz. eennbsp;fchoonc buil van brons, verbeeldende Michael Angeb
BuO-
{¦*) In het daaronder geplaatfte opfchtift leeft men, dat de Koningin, over zig zelve zcgcnpraalend, in 't Capitolium ingetrokken was, en om de voortreflykheid des Roomfciien Raads aantewy-r.en , werd 'er behendiglyk bygevoegd, dat de Raad in haar tegvn-woordigheid met gedekten hoofde gezeten iseeft.
-ocr page 47-fiuonaroti, een baft van den treflyken digter VirginioX. Wyk
Ccfarini, twee koftbaare'zuilen van verde antico, waarop _ nbsp;nbsp;nbsp;.
, nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Compitellh
bet hoofd van Septimuis Severus, en dat vaneenen onbekenden ftaan.
De wolvin van brons, die Romaliis en Remus zoogt, is de zelve, die, gelyk de hiftorien melden, op den dagnbsp;toen Cxfar vermoord werd, van den blixem werd getroffen, ten niinften men wyft nog aan den agtervoet de plaatsnbsp;waar zy zou befchadigd zyn. Zy is wel gewerkt, enftaatnbsp;in de kamer, waar Daniel van Voltêrra den triomf op denbsp;Cimbriers en -Tcutoonen gefchilderd heeft.. Het ftand-becld van een jongen herder, dien fommigen Martins,nbsp;anderen Cnejus Pecorarius noemen. Hy haalt een doornnbsp;uit zyn voet, en men wil dat hem dit beeld uit dankbaarheid gcfteld is, om dat hy, met brieven van veel gewigtsnbsp;aan don raad afgezonden zyndc, zig onder weg den tydnbsp;niet gunde, van den doorn uitzyn voet te trekken ,’t welknbsp;hem 't loeven koftte. Een borftbeeld van Lucius Juniusnbsp;Brutus, den vader der Roomfehe vryheid. De oogennbsp;hebben de natuurlyke kleur, en beftaan uit een oude za-nicngeftelde ftof. Het karakter is in deezen kop voor-treflyk.
Het ftandbeeld van eenen der twaalf Camilli is een fchoon ftuk , dat het naakte onder de drapery mees-terlyk aanwyft. Eenigen hebben uit de kleedirgbefloten,nbsp;dat het een der llaaven verbeeldt, die Robien, ten tydenbsp;der Republiek, by een brand reddeden; nog anderen houden hem voor Vindex, die van wegen de ontdekte ver-taadery van Brutus zoonen de vryheid verkreeg. De ftel-is natuurlyk, en het karakter in den kop wel uitgedrukt. jvj; opggjj 2yn van zilver. De ftatue behoordenbsp;een betere plaats, niet in een hoek te hebben. Hetnbsp;IV. Deeu.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftuk
-ocr page 48-34
X. Wyk ftuk van de h. Francefca Romana door Romanelli van Vi-, nbsp;nbsp;nbsp;terbo is in een treflyke manier gefchilderd.
Campiteln. nbsp;nbsp;nbsp;Loggia ziet men fragmenten van do
Fafli Conjulares, een kap van Koning Mithridates, een kleine Veftale, die fommigen voor Rhea Sylvia houden.nbsp;]7en driehoofdige Diana, naamlyk te gelyk Luna ennbsp;Rroferpina verbeeld, In een kleine kamer Haan tweenbsp;termes, (*) met de naamen ’er op van Socrates en Sap.nbsp;pho. Een Apol tot aan ’t halve lyf. Een fchoone kopnbsp;van Scipio Africanus, die, gelyk uit het werk is opte-jnaaken, veel nieuwer zyn moet dan zyn leeftyd. Tweenbsp;ganzen van brons, met een gat in ’t midden, ais haddennbsp;zy tot een fontein gediend. Zy zyn op den berg Coeliusnbsp;opgegraven. Een bronzen vaas met het hoofd van Ifis,nbsp;uit de tuinen van Salluftius,
In de vierde kamer is een kop 'van Ptolematus, den twaalfden koning van Egipten; een jonge Hercules vannbsp;rood marmer, met oogen van antiek email; een vaas metnbsp;de vier jaargetyen. Een fchoone Hercules van verguldnbsp;brons, twee burgemeefterlyke ftatues, die men Virgiliusnbsp;en Cicero gedoopt heeft. Drie lykhusfen met gothifchenbsp;opfchriften, die zeggen dat zy tot wyn- en oliemaaten gediend hebben.
In de gehoorzaal zyn de Olympifche fpelen op natten kalk gefchilderd. Een der buiten wordt voor een Sappho
uit-
(*) Termes, Hermes, Ermt, zyn een fooit van becWen zonder armen en voeten, die alleen een menfchenhoofd hebben, en vannbsp;onder cnkeld gladde ftcen zyn, waarop de naam ftaat. De Romeinen plaattten op de wegen dlergelyke beelden , welken La Landsnbsp;Termes noemt, waaruit men de afftanden der plaatfeu leerde,
Aant. van den Vettaaldeu.
-ocr page 49-3S
uitgegeven. Een kop van Medufa, gelyk dien de Ro-x. Wyk uieinen op hunne fchilden plegten te hebben. Ifis, So
Ariadne, die Thefeus het kluwen geeft. ApoIIo,^ nbsp;nbsp;nbsp;**
sis een jonge Griek van marmer, met een hoofd van brons, wordt voor een werk van Michael Angelo uitge.nbsp;geven. Het hoofd van dien meefter is door hem zelvennbsp;gemaakt. Het is van brons, op een zwart marmeren buit,nbsp;cn wordt gehouden zeer wel te gelyken. Sabina Popp$a,nbsp;gemaalin van Nero. Scipio. -Een heilige familie van Julius Romanus.
Aan de andere zyde van ’t gebouw ligt de zaal van Hercules, zo genaamd naar het ftandbeeld diens heidsnbsp;van verguld brons. Het werd onder Sixtus IV op hetnbsp;Forum Soarn/-,B, waar de Ara maxima geftaan heeft, opgegraven. Aan de friezen heeft Hanmbal Caracci de daa-den van Hercules gefchilderd. Men treft hier verfchei-den buften aan, b. v. den Burgemeefler Appius Claudius
C^CUS, uit pietra Egizia, Sergius Gaiba, Virgilius, Cicero , Philippus Arabs, Alexander den Grooten. Een paar anderen worden voor Mesfalina, de gemaalin vannbsp;Claudius, en voor Lucretia gehouden. Men ziet hiefnbsp;ook allerlei maaten der Ouden, voor koorn, olie en wyn.
In de andere kamer heeft Pietro Penigino de volgende Voorwerpen gefchilderd. De overgang van Hannibal overnbsp;de Aipes, de krygsraad door hem by zyn intreede in Rallen gehouden, de zeeflag van Lutatius Catulus tegen denbsp;Karthaagfche vloot, en zyn triomf wegens Sicilisn, ’Cnbsp;welk de Karthagers nevens Sardinien verlaaten hadden.
H de nisien (laan vyf ftatues van jongelingen, en in de banier buiten de nisfen een bnfl: van den Prtetor Luciusnbsp;, de Godin der Stilzwygendbeid zittend , Cy‘‘nbsp;torens gekroond, ecne Ceres, en een buft vani
-ocr page 50-X. Wyk Hadriaan. De kapel der Confcrvatori is ook met goede cJpitelU. ^‘¦'^i'deryen voorzien.
verzameling van standbeelden en*
SCHILDERYEN IN ’T CAPITOLIUM.
Deeze verzameling van ftandbeelden is de grootfte van Romen , en, fchoon verfcheiden ftukken niet van denbsp;grootfte fchoonheid 7,yn,kan men ze nergens zodikwyls,nbsp;cn zo op zyn gemak bezien. Die zyn ftudie zo wel vannbsp;de kennis der antieken in ’t algemeen, als inzonderheidnbsp;van de koppen van keizers, keizerinnen, en andere groo.nbsp;te mannen, inaaken wil, moet zig hier dikwyls doen vin*nbsp;den, en dat wel voor hy andere paleizen ziet. Als hynbsp;eens regt kennis heeft gemaakt met het geen hier te ziennbsp;is, zal hy de overige verzamelingen en paleizen naderhandnbsp;met des te grooter nut bezoeken. Men laat zig eens rondnbsp;leiden, en naderhand geeft men den opziender elke reisnbsp;drie paoli; of men akkordeert eens vooral met hem, ennbsp;dan kan men zo dikwyls komen als men wil, en, naarnbsp;goedvinden, hier eenige uuren blyven. Om die redennbsp;zullen wy deeze verzameling een weinig naauwkeuriger ennbsp;zorgvuldiger, dan de ffatues der andere paleizen, aantekenen.
II Mtifeo Capitolina. of de koftbaare verzameling van antieken in ’t Kapitool, neemt den anderen vleugel in, die tegens over het Paleis der Confervatori ligt. Romen moet Clemens XII. voor deezen heerlyken aanleg danken, waardoor een menigte der fchoonfte oudheden voor altyd in denbsp;Stad blyven, die anders veelligt allcngskens in Vreemdenbsp;handen, vooral van ryke Engelfchen , die geen kofteri
ontzien, om de fchatteu van Romen naar Engeland over-
te-
-ocr page 51-*
tebrengen, zouden geraakt zyn. Men leefl op de plaats onder het wapen van den Paus:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;di
Clemens XII. P. M. illatis in has cedes Jlatuis wentisiiue ad bonarim artium incrementum, fonteif te exor^nbsp;nato , prijlinam Capitolio magnificentiam rejinuendam cura.
•uk. A. 1734-
Paus Benediftus XIV. heeft, op aanraden des Kardinaals Valenti, deeze verzameling merkelyk vergroot, en Clemens XIII, heeft ’er niet minder nieuwe Hukken by-gevoegd. De geleerde Prelaat Joannes Bottari (*) heeftnbsp;van deezen fchateen wydloopigebefchryving, in driedee-len in folio, uitgegeven, onder den titel van Mujio Co.pl-toUno. Het eerfte deel verfcheen in ’t jaar 1747. en bevat 98. builen van beroemde helden en groote mannennbsp;uit de oudheid, op 98. plaaten; het andere kwam uitnbsp;in 17SO. en beftaat uit 89. plaaten met builen van keizersnbsp;en keizerinnen ; en het derde vau ’t jaar 1755. uit 90.nbsp;geheele Ilatues. Ct)nbsp;' {*) Hy is federt lange jaaren met de familie van Corfinl in vet*nbsp;fcindtenis, en heeft het opzigt over de pragtlge bibliotheek van liasrnbsp;Paleis. Wy zyn hem ook de nieuwe uitgaaf van de leèvens'iefchi j--vingen der fchildcrs door Vafari fchuldig. Hy heeft ze door zynnbsp;Aanmerkingen veel bruikbaarder gemaakt.
(t) Het vierde deel zou de basreliëfs en overige merkwaardigheden behelzen , dog het Is tot nog toe niet uitgekomen. Een bloote lyft der antieken, volgens de order waarin zy ftaan , vetrnbsp;fclieen in 1750, op eenige vellen in gr, quarto , insgelyks ondernbsp;den titel vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Capitdina. Verfcheidcnen van deeze ft^acs
worden in 't werk van de la Chausfe verklaard, waarvan lyd-S-een vermeerderde uitgaaf in twee foliodeelcn onder den titel van R'vnaaiim Afa/tam fivi Thefturtis emdit mtijttitatis, opera et JlaMnbsp;piinhaitunbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Caufjei, verichenen is.
%. Wyk
4%
Tegen over' Je yzeren traliedeur van den ingang ziet men op de plaats het ftandbeeld van Marforio, van wiennbsp;vvy by Pasquin gehandeld hebben. Het werd niet ver vannbsp;hier op het voormaalige Fonm Martas gevonden, en heeftnbsp;daardoor den naain van Marforio gekregen. Eigenlyk isnbsp;het een liggend reusagtig beeld van gen watergod, die innbsp;de regterhand een fchelp houdt. De flinkerhand heeftnbsp;Michael Angelo geheel vernieuwd. Het beeld, dat nietnbsp;fchoon is, ligt over een fontein, die in een nis tusfchennbsp;twee zuilen van Egiptifchen graniet ftaat. Boven de nisnbsp;zyn op een leuning vier llandbeelden van Veftaalfchenbsp;maagden, en op de zyden een paar nisfen met twee facts in de gedaante van kariatiden, met een korf volnbsp;duiven.
Onder de gallery der plaats Haan een menigte van llandbeelden, graftekens, en oude opfchriften. Een Egiptï-fche godheid van bafalt, met een foort van muurkroon op het hoofd, en een dadeltak in de hand. Agter en ter zynbsp;de ziet men hieroglyphen. Een Ifis van rood Ooftcrfch-graniet, die wel niet in een grootc manier getekend is,nbsp;dog der natuur zeer naby komt. Zy heeft een lotusbloemnbsp;op ’t hoofd, die de Nympbcea der hedendaagfche kruid-kenders, en in onze moerasfen zeer gemeen is, en aartnbsp;welke Theophraftus zonder grond wonderbaare eigen-chappen toefchryft. Beide deeze Hatties zyn aan de Vianbsp;Salara op de Vdla Verospi gevonden.
Ter flinkerhand aan de deur flaat eene Minerva met een. Griekfch fchild en de Aegis op de borft, ter regterhand eene Diana, die een pyl afgefchoten heeft. Op hetnbsp;grafteken van Alexander Severus en zyn moeder MammiEanbsp;zyn hun beider beelden liggend, dog in een kwaaden ftylnbsp;Yprbeeld. De basreliëfs daaraan zyn wel'niet geheel tenbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ver-
-ocr page 53-39
veragten, fchoon verward geordonneerd. Een altaar met x. Wyk ^tie basreliëfs; het eene vertoont Rhea, die Saturnus,nbsp;in plaats van haar kind, eenen fteen te veröinden geeft;nbsp;de tweede de Korybanten, die op hun fchilden (laan, opnbsp;dat Saturnns het fchreyen van Jupiter niet hoore; het der.nbsp;de Saturnus, van eenige andere beelden omringd. Het laat-fle is befchadigd. Op de twee eerften zyn de beeldennbsp;fchoon getekend, inzonderheid is die van Rhea edel. Opnbsp;een ander altaar aan de flinker zyde der deur zyn drienbsp;kleine meefi; bedorven basreliëfs, die egter van den beftennbsp;tyd fchynen geweeft te zyn. Een foort van driepoot metnbsp;een fchaal, die in plaats van een fontein gediend heeft.
Tegen over den trap ftaat een reusagtige ftatue van Pyr' rhus, met een v/el uitgewerkt harnas. Het overige isnbsp;nieuw tot aan den kop, die egter geen hlyken draagt vannbsp;gvoote konft.
Beneden heeft Benediftus XIV. een byzonder vertrek Egiptifche voor Egiptifche ftatues gefchikt. De minften zyn mis-./?'S):tE'«l-fchien in Egipten gemaakt, maar in laatertyden in Ita-''quot;”’nbsp;lien, gelyk zy ook meefl: op de Villa Hadriini gevondennbsp;zyn. Het is bekend, dat de Romeinen ook den Egipti-fchen afgodsdienft onder zig duldedcn, en dat men dennbsp;Egiptifchen ftyl niet alleen in ’t maaken van de afgodsbeelden, maar ook van andere werken, behield. De tref-lyke Antinous, dien men hier vindt, bewyft dit, nevensnbsp;andere ftatues. Vermoedeiyk werd hy onder die geftaltenbsp;in de,hem ter eere, van Hadrianns gebouwde Egiptifchenbsp;fladAntinoea gediend.(*) Ter regterhand ftaat een krokodil
van
1*1 Om deeze verzameling met nut te bezien, moet men het »•
Voftliluk van Winkdraans Hülorie der konli, dat van den Egi0'
X. Wyk van wit marmer. Een tweehoofdig afgodsbeeld op een , piedeftal, verbeeldende op de eene zyde Ifis met de lo-tusbloem, en op de andere Apis met den offenkop. Eennbsp;Egiptifche tafel met hierogiyphen. Een Canopus, die opnbsp;een gekaneleerde zuil van bafalt ruft. Aan de muurennbsp;des vertreks ftaan veele kleine afgodsbeelden van de Egip-tenaars in niflen, en tegen over de venfteis de buft vannbsp;Keizer Hadriaan.
Op de muuren van den trap zyn ter tvederzyde ftukken van een oud plan van Romen ingémetfeid, die men in denbsp;kerk van S. Cosmo e Damiano in Campo Vaccina , dennbsp;.voormaaligcn tempel van Romulus en Remus, gevondennbsp;heeft. Op het eerfte bordes ziet men de twee overigenbsp;basreliëfs van den boog van Marcus Aurelius, tvaarvannbsp;Vi'Y ’er drie in den eerften vleugel hebben aangewezen.nbsp;Het eene vertoont een aanfpraak, en het andere een Offerande, en da vergooding van t'auftina. De gewaadennbsp;vallen niet ktvalyk, dog zyn in een drooge manier getekend.
De eerfte verdieping bevat zeven met merkwaardigheden vervulde vertrekken. Het eerfte is de gallery, dan volgt een kamer met allerlei dingen door malkander, dannbsp;de grpote zaal, de vierde kamer bevat de filofoofen, danbsp;yyfde de keizers, de zesde wordt de kamer van Hercii.nbsp;les, de zevende die der vaazen genaamd. Deeze ligt tegen over den trap, dog wy fpaaren ze tot op ’tlaatft,nbsp;en beginnen met de gallery, die ter regter hand ligt, eernbsp;men in de andere vertrekken komt.
• tifthen ftyl handelt, leezen. Men za! dan dadingen met veel klaarde! oogen befchouwen.
-ocr page 55-Onder de groote menigte van ftatues en buflen in Wytr
•Kapitool hebben veelen oogappelen, veclenniet. De ^5- di^
^artbelemy, C*) die ’er naauwkeurig agt op gegeven heefc gevonden, dat men byna als een regel zonder uitzondering ban aanneemen, dat de beeldhouwersnbsp;eerft omtrent Hadrianus tyden begonnen hebben de oogappelen uittedrukken^ fchoon men ze lang voor dien tydnbsp;op de munten uitgedrukt vindt.
In de gallery ziet men twee ftukken van eenen reusag-gallery, tigen voet, die fraai gewerkt is, en daarboven eennbsp;liegt mozaïek van kinderen die met leeuwen fpeelen.
Men ziet daaruit,hoe zeer de konft federt dien tyd verbeterd is. De bult van eene gekleede Mufa met een fchoon hoofd. Een agtkantige lykbus» op welker hoekennbsp;faterskoppen, met wyngaard- laurier- en olyvenbladen, eennbsp;aartig invatfel maaken. Een vaas met een bacchusfeeftnbsp;in basreliëf. Een rond altaar van Hercules, met kransfennbsp;fin knodfen verfierd. De vertiering is wel van een man-lyken foftak, dog niet wel uitgevoerd. Een reusagtigenbsp;buil van ïrajaan, met eene wel gewerkte kroon op ’tnbsp;hoofd, welke in ’t midden een adelaar heeft in plaats van ’nbsp;een haak. Op de voorzyde van een groot grafteken zietnbsp;men Tritons en Nereiden, waaronder eenige beeldennbsp;fchoon zyn uitgevoerd, hoewel de ordonnantie wat on-regelraaatig fchynt. Onder een ftatue van. Ceres Haat eennbsp;altaar met kransfen van vrugten en linten, in een fchoo-nen ftyl gewerkt.
„Lvisd.
De kamer met allerlei dingen, Stmëa deile MifceUanes, bevat, een Faun van rood marmer met vrug.ten en een Is Mifcd-geitenhuid, aan zyn regtethand hangt de fluit aan eqn^
ilroijk
(*) ^Ur,»,;r,s ie l'Mad, des Lifiripiiors. Tom. j.. j-oj.
42
fti'onk van een boom, en ter flinkerzyde zet een bok zyti een borf. De vindin
X. Wyk
ö IS goed, de uitdrukking
- nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, r-
in ’t hoofd hee.t veel bevalligs, hel lyf is fchoon, de handen en voeten zyn nietkwalyk van Bracci vernieuwd; de bok is uit de oudheid. Een kleine ftatue van wit marmernbsp;van eenen gaanden Sater met een fluit in de eene, en eennbsp;kleinen mantel in de andere hand, een klugtig beeld,nbsp;dat niet kv/alyk gedaagd is. Een bronzen vaas met ka-neleerfels; haar vorm is fchoon, dog de handvatten ennbsp;voeten zyn aangemaakt. Verfcheiden builen , waarondernbsp;de merkwaardigften zyn, Gabriel Faernus, die inde vyf-de eeuw leefde, Domitius Aenobarbus, vader van Nero,nbsp;de kop van Sylvaan, en in den hoek by de deur die vannbsp;een onbekenden jongeling, welke zeer fchoon is. Hetnbsp;vleefch is verbaazend natuurlyk, en het hair in een goedenbsp;manier gewerkt. De kop van Jupiter Ammon in een vernbsp;heven üyl. Op de benedénfte ry in den hoek naar denbsp;venders toe, een onbekend manshoofd van buitengemeennbsp;ne fchoonhcid. Een Bacchuskop van een groote manier.nbsp;Een vrouwenhoofd, welks hair met een band gebondennbsp;is, die over ’t voorhoofd heen gaat.
quot;De groots de groote zaal, Sala grande, ftaat een reusagtigc Zaal. ftatue van Innocent X, uit brons, vanAIgardi, waaraannbsp;het hoofd en de handen zeer fchoon, en de plooyen welnbsp;gevouwen zyn. De andere ftatues zyn allen van marmer.nbsp;Hygiea, of de godin der Gezondheid, met eene flangnbsp;om den arm, en een fchotel in de andere hand. Hetnbsp;bovenfte deel van ’t gewaad is maar goed, het benedenftenbsp;is te ftyf. Eene Praefica, of huilfter, hebbende een dub-beld kleed, en een traanenvat in de hand. In ’t geheelnbsp;heerfcht de natuur fterk, dog het hoofd is niet edel.
Keizer Iladriaari ftaande, en gantfch UéiaJU, den h?lm
ojt
-ocr page 57-43
I T A L I E N.
pp ’t hoofd, en den degen in de eenc, het fchild in de^. Wyk andere hand. Het beeld heeft veel goeds, dog ook iets dinbsp;lomps. Het eene been is flegt vernieuwd en kwalyk
en de andere voet is niet veel beter. Het beeld van Marius is niet fchoon, dog fchynt zeer gelykend te zyn.
De godin der Genade, Clemenza, die in de eene hand een fchaal, en in de andere een by! houdt. Het beeld isnbsp;Wel gedrapeerd , en de gordel, die ’t gewaad oin de middel vaftmaakt, doet een goede werking. De aangelaptenbsp;armen zyn flegt. Eene priefleres houdt met twee in ’tnbsp;gewaad gewikkelde handen een vat. Haar ftand-en hetnbsp;gantfche beeld is eenvouwdig, het karakter edel en gc-¦'’’allig, de Ideeding valt xvel. De fchouders fchynen watnbsp;te breed, en de bovendeden der armen te kort. Eenenbsp;Juno van een edele ftelling en majeftueufo iniene, denbsp;eene voet en de armen zyn kwalyk aangemaakt.
Een Faun met een jongen leeuwenhuid, houdende de eene hand in de zyde, en met de andere een fluit. Denbsp;omtrek is eenvouwdig, dog het hoofd heeft niet veel bevalligs. Een vallende fchermer, xvaaraan het lyf en denbsp;kop oud, het overige door den Franfchen beeldhouwernbsp;Monot aangemaakt is. Het lyf is voortreflyk, en naarnbsp;de fchoone natuur gekozen. Antinous, een nakend beeld,nbsp;dat een kleinen ftaf in de hand heeft. Hy wordt omtrentnbsp;in den ouderdom van twee en twintig j’aaren verbeeld,nbsp;en zyn kop is de fchoonfte van alle de koppen van deezennbsp;jongen lieveling vanHadriaan. liet lyf komt ’er niet by,nbsp;is wat ftyf. De arm met de open hand eu de beenennbsp;Zyn flegt vernieuwd. Zyn hoofd is wel fchoonder als datnbsp;¦Van den Antinous in ’t Belvedere, dog over ’t geheelnbsp;wordt de laattle hoogcr gefehat. Een Egiptilche pricflcr
yan wit marms
X. De kop 13 fchoon, de ftelling
-ocr page 58-di
QampitelH,
X. Wyk en gelyk aan de befte Egiptifche figuuren. De armen zyn wat mager getekend.
De ftervende fchermer , (*) een tvelgefteld beeld jn ’t hoofd heerfcht veel uitdrukking. De van Michaelnbsp;Angelo aangemaakte arm is beter geflaagd dan de oude.nbsp;Het lyf is naar de natuur. Egter beweeren eenigen, datnbsp;dit beeld niet van den beften tyd der Grieken is, alzonbsp;’er in kleinigheden veel arbeids, en het geheel niet edel
genoeg is.
Twee antieke Centauren Cf) uit zwart marmer. De jongde heeft onder den eenen arm een huid, en de andere hand in de lugt. Het beeld is wel getekend, dog nietnbsp;wel met het paard verbonden. De kop is bekoorlyk, ennbsp;de uitdrukking in denzelven met de natuur overeenkom-ftig. De oude is dien van de Villa Borghefe van witnbsp;marmer gelyk, fchoon die eerder voor ’t origineel, ennbsp;deeze in ’t Kapitool voor de kopy zou kunnen gehoudennbsp;worden.
Men ziet in deeze zaal nog twee mozaïeken uit de Oudheid, waarvan te Romen veel ophcfs gemaakt wordt.
Hét
. (*) Men noemt hem gemeenlyk Mlrmlllmt. Hy was eertyds een der voorHaamftc fieraaden van de Villa LudoviC.
(¦)¦) Zy waren eertyds onder den naam van Centauren di Ctifa FmUtti bekend, omdat zy den Prelaat Furietti toekwamen. Denbsp;voorgaande Paus koft ze nevens de twee mozaïeken den overledenen Kardinaal Furietti af, en deed ze in lyfij. in ’t Kapitool plaai-fen. Zy behooren onder de belle Hukken, die federt dertig jaarnbsp;ontdekt zyn. Men vond ze op de Villa Hadrian! by Tivoli, ncj-vens de zo aanftonds te bcfchry vene fchaal, die voor een der feboon-fte mozaïeken der Oudheid gehouden wordt, en aan Furietti aanleiding gegeven heeft, ze, in een werk denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-jeternm , in
quarto, naauwkeurig te befchryven. Hy heeft ook de Centauren op twee bladen in plaat doen brengen.
-ocr page 59-4S
Het eene vertoont een krans van vrugten en bloemen met x, Wyk twee kleine vogeltjes en twee kapellen. De kleuren zynnbsp;leevendi^, de fteentjes kleinder dan in de rneeflenbsp;ffiozaieken , en op de uitvoering valt niets te berispen.
Het andere vertoont vier tortelduiven op’ den rand van een gouden fchaal, waaronder eene is die drinkt. Denbsp;¦fchaal is fchoon van gedaante, de tortelduiven zyn watnbsp;ftyf getekend, dog baar beweeging is natuurlyk. Defiee-ncn zyn nog kleiner dan de voorigen. De kleur der fchaalnbsp;is beter dan die der duiven.
De kamer der filofoofen, Stanza de' Fflofofi , bevat Stanza- de' meerendeels builen van filofoofen, egter ook van andcre^**®/®^-geleerde mannen en digters. Het flandbeeld van Zenonbsp;rntig zeer natuurlyk zyn, het is van een onedele natuur.
Boven ziet men vier Hukken van een antieke fries met fcheepsftevens, en offerfieraaden van een fchoone uitvoering , zonder te veel verheven te zyn. Men heeft zenbsp;uit de ruinen van een tempel van Neptunus te voorfchynnbsp;gcbragt. Boven eene deur Haat een klein basreliëf, datnbsp;den dood van Meleager verbeeldt, en wel middelmaatignbsp;gewerkt, dog fchoon geordonneerd is. (*) ' Een kleinnbsp;basreliëf met een begraafnis, heeft geen andere verdien-fie als fchoone Hellingen. Een doode,die naarden hout-flapel gedragen wordt, vol van uitdrukking. In het bas-relief van den zittenden Eskulaap, en de flaande Hygieanbsp;zyn de beelden meeHerlyk gedrapeerd en eenvouwdigge-fteld. Een basreliëf van rood marmer met eene vrouw,nbsp;die derGodinne der Gezondheid offert. De uitvoering ennbsp;2anienflel!ing zyn fchoon, de gewaaden vallen wel, en
de
1*1 Pouffln heeft het in 7.yn laatile oüefel, 't welk rot de leyen S.rktamenten bekoort, gelukkig te pas weeten tc brengen.
-ocr page 60-X. Wyk ftelüng der offerende vrouw is eenvouwdig en beval-Een klein Etruriefch basreliëf met een Faun, die Campitelli.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vooruitgaat, een fraai fttik.
De borftbeeldea ftaan in twee ryen. Boven aan ftaan Apulejus en Virgilius, dan Pittacus, Ariftoteles, Pofi.nbsp;donius, Heraclitus, en Democritus , elk twee maaien,nbsp;Socrates driemaal, Carneades, Ariftides, Hippocrates,nbsp;Plato vyfmaal, Pythagoras tweemaal, Aiillophanes, Te-rentius. Pindarus, Perfius, Anacreon enz. Op de onder-ffe ry liaan onder anderen Homerus viermaal, Afpafia,nbsp;Cleopatra, Sappho tweemaal, Euripides, Lyilas, Ifo-erates, Thucydides, Mafiniffa tweemaal, Cicero, Archimedes, en veele onbekenden. Men ziet hier ooknbsp;twee kinderen van Niobe , een zoon , en eene dogter.
lu de kamers van de keizers is een fchoon geordon-Kamsr det ,
Keizers, neci'de zwynenjagt tn basreliëf. Perfeus, die Andromeda vcrloli. Dc kop van de laatlie is ichoon , en Perfeusnbsp;heeft veel van den Antinous. In het basreliëf van Endi-mion is het hoofdbeeld goed tot aan den kop, die te veelnbsp;vooroverhangt. Diie flatues verficren deeze kamer; eennbsp;jonge Hercules van bafait, een vooitreflyke Flora uit denbsp;Villa Hadrianl; het gewaad van deeze iswatllyf, dognbsp;het hoofd en kapfel zyn fchoon. De armen heeft eennbsp;nieuwe nicefler aangemaakt. Een groote llaande Venus,nbsp;gclyk zy uit het bad komt, in de ftelling van die van Me-dicis; dog zy heeft, in plaats van een do!fyn,een vat metnbsp;haar kleed ter zyde van haar. Het beeld is fchoon, rig.nbsp;tig, en met een zagten omtrek getekend, de beweegingnbsp;vaardig,cn het vlecfch zeer natuuiiyk,dogzo treflyknietnbsp;als in de Mcdiccïfche. De regterhand en twee vingersnbsp;aan de flinker zyn aangemaakt.
Dc reeks der keizers treft men nergens zo volkomen
aan.
-ocr page 61-47
aan. Dc nierkwaardigften daaronder zyn Caligula, Mes-jj. Wyk lalina, met een zeer zonderling, dog niet bewecgbaarkap-
gelyk by de Julia Pia, gemaalin van Septimius ^^CainpLelii, verus, welke op de onderfte ry ftaat, en een foort var»nbsp;beweegbaare pruik op beeft. Nero, Julia,dogter vanTi-tus.een zeer zeldzaame kop van Nerva.(*) Twee fchoo.
Be koppen van Hadnanus, Sabina, zyne gemaalin, als eene Ceres verbeeld. Lucius Verus, Commodus, Fau-ftina van een zeer bevallig karakter, een der bekoorlykltenbsp;builen in de Oudheid. Het kapfel is van goeden fmaak.
Twee borilbeelden van Caracalla, en een zeer zeldzaam Van zyn broeder Geta. Aan de volgenden ziet men, hoenbsp;de goede %1 met fterke fchreeden zyn ondergang nadert.
Hercules.
Oe zogenaamde kamer van Hercules heeft aan demun Kawer'uaK ren veele opfchriften, waaronder inzonderheid de vermaarde Lex Regia, waarover zo veel gefchreven is, opmerking verdient. De voortreflykften onder de ftatuesnbsp;zyn de volgenden: Een groote Apollo, die met de eenenbsp;hand de lier op een griffioen laat ruften, en de andere opnbsp;het hoofd legt. Hy heeft goede evenredigheden en vloei-jende omtrekken. Jupiter, een momaangezigt afneemen-de, wordt voor een Griekfch ftuk gehouden, flet lichaamnbsp;is fchoon; de beenen en een deel der armen zyn aange-lapt. Pfyche met kapellenvleugels, een vlugtig getekendnbsp;beeld. Agrippina in een leunftoel. De Helling isnbsp;edel, eenvouwdig en natuurlyk. Eene dronkene Bacchante
met
(¦*) In ’t Muf. Cafit. Tom. 2. p. 51. wordt hy verkeerd voor een werk van Algardi uitgegever.; dog Winkelman toont aan, datnbsp;deeae zeldzaame kop tot op de door gezegden konRenaat aange-ïctte fpitj yjjjnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ antiek ir. GefchUhtt Aer JfjinJi S. 399’
-ocr page 62-X. Wyk met een fles in de hand. Een Jonge niet een zwaan, op „nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. een merkwaardig piedeftal. Het beeld van den vrygela.
tenen nbsp;nbsp;nbsp;, als Jaager, met een konyn in de hand.
De Helling is 'goed, dog de kop, die een portrait fchynt te zyn ) niet edel. Amorjen Pfyche, die malkander lief-jioozen, een kleine groep van zeer naive uitdrukking.nbsp;De omtrekken zyn fierlyk en vloeyend, en de Hellingennbsp;vallen van alle kanten fraai in ’t oog. ,’t Is jammer, datnbsp;de uitvoering niet zo volmaakt gedaagd is als het denkbeeld fraai fchynt, waarom de konftenaars deeze groepnbsp;niet zo hoog fchatten als de liefhebbers. Zy Haat opnbsp;een fooit van drievoet, die door drie griffioenen wordtnbsp;gedragen.
Op een altaar, dat aan een ftandbeeld tot piededaï dient, is het volgende, van weinigen opgemerkte, op-febrift te leezen, ’t welk als een zeer teder gefprek tus.nbsp;fchen een paar egte lieden, in.zeer vloeijende Latynfchenbsp;vaarzen, is opgefteld. (*)
Atimetus Pamphili Ti. Ccefaris Aug. LL.
Anterotiams Jibi et Claudice Plomonoea
Conlibertx et contiibanali.
Til ^ui fecum procedis mente panimqus Sijts gradutn qusfo, verbaaue pauca lege.
Ille ego, ques claris fuerom pralata puellis, liomonoca brevi condita fmntumulo.
Cui
{^) Deeie aartige poefie verdient hier des te meer plaats, omdat, xo veel wy weeten, ;zy nergens, dii» in een Engclfdv maandelyklclinbsp;werkje, gedrukt is.
-ocr page 63-X. Wyk ai
Campitelli.
Ctn fcnnam Papbie, Cbarites tribuere decorem,
Quam Pallas cunSis artibus erudiit.
^ondum bis denos cetas mea videraC annos^
Injecere manus invida fata mibi,
Nsc pro me queror boe, morte ejl mibi triflior ipfa, Moeror Jsimeti conjugis Uk mei.
SU tibi terra levis, muller dignijfma vi(a,
Qttaque tuis olim perfruerere bonts.
Si penfare animas Jinerent crudelia fata.
Et pojfet redimi morte aliena falus,
Qtiantulaeunque mece debentur tempora'vitae,
PenfaJJem pro te, cara Homonma libens.
Atnunc, quad pojfum, fugiam, lucemque Deosque,
Ut te matura per Styga morte Jequar.
Paree tuam conjux fietu quajjare juventam,
Fataque moersndo follicitare mea.
NU profunt lacrymce, nee pofjunt fata moveri.
Fiximus; bic omnis exitus unus bahet.
Paree ita, non umquam ftmilem experiare dolorem.
Et faveant votis numina cunüa tuis.
Quodque mibi eripuit mors immatura juventce, ld tibi viÜuro proroget ulterius.
De kamer der Vaas is aan de muuren met meer amp;ax\Kamer der honderden twintig opfchriften, volgens tydkundigenbsp;der, gefierd. Zy voert den naam naar een antieke vaasnbsp;'^an wit marmer, die in ’t midden Haat, en met fchoon,
'3og vlak gewerkte bloemen verfierdis, waardoor de ede-^ gedaante der vaas des te minder lydt. De voet is nieuw, ei4 ruft op een rond altaar, in plaats van een
D nbsp;nbsp;nbsp;Pgt;«-
-ocr page 64-X. Wyk piedeflal. Het basreliëf op het altaar is van Etruriefchea ftyl, en verto nt Jupiter, Vulkaan, Merkuur, twee on-bekende yrouwlyke beelden, Mars, Diana, Apollo,nbsp;Hercules, Minerva, en Juno; het eene beeld volgt hetnbsp;andere, en allenzyn zy, (taande, in een edelen ftylafge-beeld. Een masqué verbeeldende een faterskop. Eennbsp;klein grafteken, waarop de konftenaar vermoedelyk denbsp;kortheid en de toevallen van ’t incnfchèlyke leeven doornbsp;den op en ondergang der zonne heeft willen voordellen.nbsp;Men ziet Diapa op haaren wagen, waardoor de nagt,
. als een zinbeeld des doods, wordt aangeduid; Prometheus fonijeert een menfch uit aarde, met behulp van Minerva, onder het beeld der Wysheid. Zy geeft hem een kapel, die de ziel vei beeldt ,en zet die hem op ’t hoofd.nbsp;Op de andere zyde ligt onder den wagen van Diana eennbsp;dood lichaam, van het welke de kapel wegvliegt, zin.nbsp;fpeelende op de fcheiding van ziel en lichaam. Op hetnbsp;dekfel vertoont zig een jongeling met twee llaapbloemennbsp;in de hand, insgelyks zinbeelden des doods, een hondnbsp;bewaakt hem. Ecnigen meenen dat dit beeld Diadume-nianus, een zoon van Keizer Macrinus, voorftelt, die innbsp;zyn twaalfde jaar, nevens zyneii vader, van Heliogaba-lus vermoord werd. Het is niet onmooglyk dat dit graf.nbsp;teken voor zyn gebeente bellemd geweeft is, vooral daarnbsp;de ftyl van ’t beeldwerk van dien tyd fchynt te zyn.nbsp;Schillernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchildergallery ligt niet in den vleugel waar de
gallery, ftatues ftaan, maar in het agtergebouw van het Paleis der Confervatori. Deezen fchoonen aanleg heeft Romennbsp;aan Paus Benediftus XIV. te danken, die, op aanraadennbsp;yan den Kardinaul Valenti, de verzamelingen'uit het Paleis Sacchetti en Pio de’ Carpi koft, ze hier openlyk innbsp;twee zaaien plaatfen deed, en ’er een tekenakadeinie by
aanlag. T^ry nbsp;nbsp;nbsp;^jg voornaamfts ftukken aanwy- x. Wyk
zen {*•), nbsp;nbsp;nbsp;di
1^2 eerfle zaal is bov’en de archievenkamer, en is ®et een borftbeetd van Benediftus XIV. verfierd.nbsp;roof der Sabynfche vrouwen door Pieter van Corto.
Ka , fchoon geordonneerd en vol uitdrukking, dog over ’t geheel niet goed, en in een roodagtig koloriet. Ro-taulus en Remus, die van de wolvin by den Tiber gezoogd w'orden, van Rubens. De groep der kinderen ennbsp;der Vmlvin heeft een fchoon koloriet. De rivier is tenbsp;Soel. De nynif fchynt een portrait te zyn. De Viaam-fche boer, die dwars door ’t riet ze komt betrappen, isnbsp;tegen ’t koftuuru , en een belachlyk bywerk. Eene Mag-delena met een kruis, b'an Guido. Het hoofd is bekoor-lyk, dog ’t koloriet over ’t algemeen te graauw. Eenenbsp;heilige, met hemeUvaards geflagen oogen, en eene handnbsp;op de borft, van Doincnichino, vol uitdrukking?, en vannbsp;een trefiyk koloriet. De avondmaaihouding van den h.nbsp;Hieronymus, een uitvoerige fchets van Lodewyk Carac-ci, waarvan het origineel te Bologne is. Domenichinonbsp;kende ditftukeer hy zyn treflykc fchildery aliaCaritafchiUnbsp;derde, en ontleende het beeld der heilige daaruit. Denbsp;koppen deezer fchets zyn fchoon, dog de fchilder heeftnbsp;de houding van ’t ftuk en de lugtperfpeflief niet genoegnbsp;in agt genomen. Een groot miniatuurftuk van da vrouwnbsp;Van Subleyras, volgens eene van haaren man gefchilder»nbsp;de Magdalena, die de voeten van Chriftus zalft. Het koloriet
(*} Een niiuwkeuiige lyft van alle Hukken, nevens den naan» fchildcrs, of in welks manier zy g-fchilderd zyn, als mennbsp;den mcefter niet valt weet, geeft Veimtl in zyne befchrjving vannbsp;Romen.
E 2
-ocr page 66-52
X. Wyk loriet is frifch, en de behandeling toont een vafte hand,' fchoon alles gepunkteerd is. De heilige Helena, vol aan-amptts h. by ’tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ïoor Paul Veronefe, i„ haar hoofd
heerfchtveel uitdrukking, anders ontbreekt het dit ftuk aan werking.
Eene Perfifche Sybille van Gucrcino in een violetten toon, dog van een bevallige uitdrukking. Maria met hetnbsp;kind, de heilige Cecilia, en den heiligen Antonius vannbsp;Padua, door Caracci. De Ydelheid door Tiüaan, als eennbsp;liggende naakte vrouw, meteen ligt ideedtje, kroon ennbsp;fcepter aan haar voeten; boven aan leeft men, Omnia va-nitas. Het koloriet is fyn,,en kon niet fcboonder zyn;nbsp;dog de tekening heeft gebreken, b. v. de eene armnbsp;fchynt uit het gewrigt te zyn. Judith, God voor’tdoo-den van Holofernes dankende, van Guido. Pyrrhus, dienbsp;Polyxene op het graf van Achilles opofFert, van Pieternbsp;van Cortona. De beelden zyn wei gekleed, en kragtignbsp;gekleurd; dog het geheeie fl:uk is door den tyd zwartge-worden. Twee kleine , met veel vuurs gefchilderdeftuk-ken, van Bourguignon. Een feeft van Flora doorPous-fin. Ariadne aan den oever, zo als Venus Bacchus bynbsp;haar brengt, een groot ftuk van Guido (1}. Een fchoonnbsp;portrait van eene dame door Bronzino,
De tweede In de andere zaal ziet men een heerlyk landfehap met Zaal. tvpee bruggen van Pieter van Cortona. Het Geluk doornbsp;Guido zeer fyn getekend; het is als een fchoone nakende
vrouw
Giiido moet dit ftuk vermoedelyk tweemaal gefchilderd, en de bvwcrken met bebouding der ftelling der dtic hoofdbeeldcn veranderd hebben i ten minften komt de fchoone groote plaat vannbsp;Jtey van dit voorwerp in de hoofdbee'den, dog niet in de bywet»nbsp;ItcH) met de fchildery van ’t Capitoliiiiu oveereen.
-ocr page 67-53
trouw Voorgefteld, die op een hal ftaat, en op den x. Wyk top der vingers eene kroon omdraait- De agtergrond dinbsp;is zeer veranderd. Een ruftende Hercules en een fchoonnbsp;landfchap van Domenichino. De ontvoering van Europanbsp;door Paul Veronefe. Het koloriet is voortreflyk, dog opnbsp;Werking en tekening is veel te zeggen. De groep dernbsp;fpeelmeisjes, die Europa en den ftier omringen, heeftnbsp;een fchoone ordonnantie. In de verte ziet men den ftiernbsp;met Europa vlugten, waardoor de handeling vati ’t ftuknbsp;dubbeld en gevolglyk gebrekig fchynt, geztvegen dat hetnbsp;beeld te klein, en over ’t geheel flegt geflaagd is. Denbsp;flag tuifchen Darius en Alexander, door Pietervan Cortona. Men moet dit ftuk als eene met veel vuurs ennbsp;losheids, gefchildeide fchets, die werking ontbreekt, aanzien (*).
Maria met het kind , ’t welk door den h. Franciscus wordt aangebeden, een zeer fraai ftuk van Hannibal Caracciadcnbsp;Samaritaan fche vrouw, zeer kragti;» gefchilderd door dennbsp;zelven. Een ruftende foldaat, en een toverheks, eennbsp;paar aartige ftukken van Salvator Roia Eene door Pie-ter van Cortona gemaakte kopy van de vermaarde Gala-tea van Raphael. Eene fchoone Sybüle van Domenichi-no. Cleopatra voor Auguftus van Guercino. Eene gees-feling van Chriftus door Tintoret.
Onder deeze zaal ligt ’ereene even zo groot, waarde leerlingen naar het naakte tekenen. Behalven de lamp,nbsp;waardoor het model verligt wordt, heeft elke leerlingnbsp;2yn eigene gt; k welk in andere tekenakademien niet gebruik*
i*) Die de vermaalde batalUes van Alesander door Le Bruti te Parys kent, zal vinden, dat die meeiter zig van deeze fchets betnbsp;éiend heeft.
D 3
-ocr page 68-54
%. Wyk bruiklyk, en ook ter oorzaake van het dubbelde ligt en . den wederfchyn niet natevolgen is, Benediaus XIV ftig-ampue *• gelyk gedagtis, deeze Akademie, op dat de jongenbsp;fchilders hier natuur en konft. en alles wat tot het for-ineeren van groote meefters gevorderd wordt, by eeanbsp;nipgten vinden. Men neemt altyd tot model een fchoonnbsp;manlyk lichaam; een der akademiften geeftopde leerlingen agt, en verklaart het model. Die eene maatid hetnbsp;opzigt heeft gehad krygt ten einde der zelve een zilveren medaille. Dus worden zy alle maanden verwis-feld.
S. Maria De kerk van Santa Maria Ara Coeli ligt op den hoog-Ara Codi.Q^^ nbsp;nbsp;nbsp;den berg des Kapitools, op de plaats daar
voorheen de tempel van Jtlpiter Capitolinas ftond. De voor dezelve aangelegde kollbaare trap heeft ji 24. marmeren treeden, van de welken elke ongeveer 20. voetnbsp;l^ng is, en uit een ftuk beftaat. Zy zyn uit den voor-maaligen tempel van Quirinus of Romulus op den Quiri»nbsp;naalfchen berg herwaards gebragt. Volgens het oud»nbsp;zeggen voert de kerk den bynaam van het oude altaar, ’cnbsp;welk Auguftus, toen hy van ’t orakel ten antwoorde hadnbsp;gekregen, dat het door een nieuwgeboren Hebreeuwfehnbsp;kind tot zwygcn gebragt was, den Heiland ter eere, on«nbsp;derden titel van Ara primogeniti Dei, oprigtede. Mennbsp;toont dat altaar nog in de kerk, tuffehen het hoofdaltaarnbsp;en de fakristy. Het flaat op zig zelf, tuffehen kostbaarsnbsp;zuilen van alabafter met voeten en kapiteelen van verguld brons. Onder het zelve ligt de heilige Helena,nbsp;Konftantyns moeder, in een fchoone porfieren lykbufchnbsp;begraven.
een
SS
een der kardinaalpriefters den naam. Z7 beftaat uit drie yr fchepeii, dje ^oor tvi-eeentwintig trefiyke antieke mar dinbsp;meren zuilen, op eene der welken men lücst a cubiculonbsp;¦^^guflorum, van malkander afgezonderd zyn. Het ge-welf deed de ftad Romen, ten blyke haarer dankbaarheidnbsp;jegens Maria, uit hoofde van den zegen op ds Turken by Lepanto in ’t jaar 1571. bevogten, met verguld-fels verfieren. Het fchilderftuk agter het tabernakel vannbsp;T koor ftelt eene heilige Maria voor, en ivordt voor ’cnbsp;werk van Raphael gehouden. De kerk heeft in de overige kapellen veele goede fchilderyen van Mactei, Ron-calli, Nikolaas van Pefaro, Franciscus van Siena, Mu-,nbsp;ziano, en anderenjgelyk ook aartige gedenktekens, welken allen aantewyzen te wydloopig zyn zoude. Wy gedenken alleen het grafteken van den vermaarden Reisbe-fchryver Pietro della Valle, ’t welk men iu de kapel vannbsp;Christus hemelvaart aantreft.
In het klooster by deeze kerk 2yn beide de plaatfen met zuilen van granidt of marmer omgeeven. De bibliotheek is aanzienlyk cn uitgelezen. Van het terras op hetnbsp;klooftcr heeft men een der fchoonfte gezigten van de ge-heele ftad.
Het Paleis CaffarelH is het eenigebyzondere gebouw in Paleis ’t Kapitool dat aanmerking verdient. Gregorius Canoni. CaffarelH.nbsp;ca was ’er de architekt van, dog de beide Loggie zynnbsp;van Vignola. De architektuur aan dit Paleis bewyd eennbsp;fchoonen en grootfehen fmaak, dog het is niet vol.nbsp;bouwd.
Nu gaan wy van de hovende deelen van ’t Kapitool benedenwaards naar de omliggende flraaten. Tegens’t westen lag eertyds de Petticus OÜaviis, (*) buiten de Porta
Carmen-
I*) Tuflcheji de tegenwoordige ilandplsats van S* Kiah itt CoY-^ere , en Maria in Campitelii,
D 4
-ocr page 70-X. Wyk di
Campüelli.
Carnientalis, die by de Plaats Montanara gezogt moet worden. Auguftus bouwde dien, volgens Suetonius, in-zyn zusters naam. Binnen deezen Portions lag een ande*nbsp;re van Metellus Macedonicus, en twee van den zelvennbsp;Metellus gebouwde tempels, waarvan de eene de eerftenbsp;marmeren tempel was, dien men nog te Romen geziennbsp;had. By den Porticus Oélavis lag een Curia, waarin,'nbsp;volgens Plinius, de vermaarde Venus van Phidias Rond.
Maria in Portico.
De eerfte kerk van naam aan de wcstzyde van ’t Ka-pitool is 5. Maria in Portico , of in Campitelli. Men vertelt, dat eene zekere gekanonizeerdeRoomfchedame,nbsp;San Galla, ten tyde der oneenigheden tuflchen Keizernbsp;Juftinus en den Gothifghen Koning Theodoricus over ’tnbsp;bezit van Italien, een Marienbeeld verfcheen, waaromnbsp;jnen haar huis tot eene kerk gemaakt heeft. Dit beeld isnbsp;in eenen 8. duim grooten fafier met gouddraad ingelegd,nbsp;cn wordt by gemeene rampen in omgang rondgedragen,nbsp;waar tegen het een beproefd middel wordt gehouden tenbsp;zyn. Na de peil: van 1656. deed de ftad Romen deezenbsp;kerk als een gelofte door Carlo Rainaldi bouwen.
In de pragtige kapel der h. Anna hangt een fchoon altaarftuk van Luca Giordano, in een liegt ligt. Denbsp;kapel Altieri wykt niet voor dezelve, en praait inzonder*nbsp;heid met twee zuilen van verde antico, die twaalf ellennbsp;hoog, en in den omtrek zes ellen zyn. Op den eenennbsp;zark van de daar by liggende kleinekapel 'Alieri ftaat hetnbsp;borftbeeld eener dame, met het woord Umbra, op dennbsp;anderen, dat van een man, met het woord Nihil- Bovennbsp;de tribune ziet men een kruis van zeldzaam alabaflro Coto-gnino, dat uit een in den Porticus Oitavia:’gevonden zuilnbsp;gefneden , en zo doorzigtig is, dat het fcbynt als of ’ernbsp;lampon agter ftonden.
pist Forum OHtorium, of de Groentemarkt, lagtulTchen
-ocr page 71-57
Maria in Portico, debrug Quattro Capi en Palazzo Savel-j^, Wyk
li- Degeregtlyke verkoopingen werden daar gehouden , en de kinderen, welken men niet opbiengen tvilde, bynbsp;®en zekere zuil ten vondeling gelegd, die deswege Co-lumna laüaria. genoemd werd. De Duumvir Attilius Gla-brio bouwde hier ook een tempel voor de Pietar, en plaat*nbsp;fte daarin, ter ecre zyns vaders, omdat hy Antiochus bynbsp;de engte der Thermopile geflagen had, het eerfle vergulde ftandbeeld, diergelyk men nog niet te Romen gehad heeft.
De Piazza Montanara is een kleine plaats onder nsnPlazza den voet van den Tarpejifchen rots, by de overblyffels^^'®*'*®*nbsp;van ’t Theater van Marcellus, in welks nabuurfchap denbsp;Porta Carmentalis, volgensdenouden van Romulus getrekkenen omtrek der Idad lag. De vier faüiones, of par-tyen van de renbaan, hadden daar haare ftallen, jlabulanbsp;quatuor faüionum. Haare kleuren waren groen, rood,nbsp;blaauw, en wit. Caligula had cene zo zotte liefde voornbsp;de groene party, dat hy, gelyk Suetonius verhaalt, zignbsp;gantfche dagen in haar huizen en ftallen ophield,en daarnbsp;zelfs fpysde.
of d„ fchryn^P'^tsl
Met de kerk Maria della Confolazione, van de architek-Pa Confo-tuur des ouden Martin Lunghi, is een hospitaal voor^®^*°”^* beide de fexen verbonden. Daar worden openbaare ontleedkundige leffen gehouden. 2y heeft goede fchildery-en van Roncalli, Zucchero, enz.
De kerk 5. Giujepfe de' Falegnami vterkers, ligt ter flinkerhand des traps, dien men van \namunbsp;Kapitool naar Campo Vaccino af komt. Zy is van de ar-chitektuur van Jakob della Porta, en met een geboortenbsp;van Chriflus door Carlo Maratti voorzien.
T'^Sen over deeze kerk ziet men onder het vender van ’t Drie ko’ j)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lommen.
-ocr page 72-S8
X. Wyk Paleis van den Senator van Romen drie zuilen, die êgtcf di _ half onder het puin ftaan. Men houdt ze gemeenlyk.nbsp;CampiteUi.een overblyffel van den tempel van Jupiter Tonans,nbsp;en zo worden zy ook in Nolli’s groote plan van Romennbsp;genoemd.
5 Fietro Onder gedagte kerk van S. Giufeppe ligt aan den voet in Carcere.iQs Kapitolynfchen bergs de kerk S. Pietro in Careers.
Hier was eertyds het oude Career TuUianus of Mamerti-ms, waarin de Apoftelen Petrus en Paulus ten tyde van Nero gevangen zaten. Men vertoont eene van Petrusnbsp;voortgebragte wel, ten einde de h. Proceffus en Martinianus, die’t gevangenhuis bewaakten, te doopen. Hetnbsp;gevangenhuis heette eertyds het Tulliaanfche, omdat denbsp;Koning Tullus Hoftüius het had aangelegd. Het wasnbsp;voor de ter dood veroordeelden beftemd. De medeplig.nbsp;tigen van Catalina ontvingen hier hun verdiende ftraf. Innbsp;den omvang van het zelve was een diepte, Robur genaamd , in welke de iiiisdaadigers fomtyds werden neergeworpen (1). De Scales Gemonianis, waardoor men in donbsp;gevangenis kwam, en waarop de lichaamen der geftraf-ten geworpen werden, lagen aan den kant van ’t Capito-liiim. By 't Kapitool tegen het Campo Vaccino ziet men
eeii
Livius zegt van Gracchus; Ut in tarccie injiar fmis éf latra-. nis vir cl.nlsfmtHs cmcltsHatsn',nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ in robore ac in tenehrU expiret,
deinde aisle carcerem nndus frejidatssr. Een ander gcvangeilliuïs la^ by ’t Theater van Matcellus, waat de kerk van S. Nieoio la ear,nbsp;cere, die daarvan nog'den naam heeft, ftaat. Het werd egter vee!nbsp;laatcr aangelegd, toen het getal der inwoonders, cn daatnaede datnbsp;der euveidaaden aangrooide:
Viderunt nne eententam (arcere Remam.
fsii Reiihis at^ne Trihmis,
-ocr page 73-door ITALIË N.
een dorifche architraaf, met de kapiteelen der zuilen, en X. Wylc
op de plaats van den muur daarby gelooft men, dat ^
Atheneum van Hadriaan geftaan heeft, waarvan een gewelf, dat tot een, üal dient, overig is.
Tegen over de kerk van 5. Pietro in careers is deftraat Van Marforio, omdat het by ’tKapitooI aangewezen beeldnbsp;Van hem aan ’t einde deezer ftraat ftaat, Deeze ftraatnbsp;of de daarby liggende was vermoedelyk. de P'ia Mamertinanbsp;Van den ouden tyd.
Het Forum Csjaris lag vlak aan de groo.te Plaats tus- Form» fchen S. Lorenzo en den Tempel der Vreeda. Caifarnbsp;ho.uwde daar een tempel voor Venus, enplaatftedaareennbsp;lieeld van dii? Godin j d^t lay van Cleopatra ten gefchen-ïto gekregen had, nevens het beeld dier'beroemde Koningin. tiet portaal voor den tempel was tegelyk eennbsp;bafilica, waar een geregtsbank was. Het Forum Augujlinbsp;lag agter S. Martina, ter zyde van S. Adrians, zo dat denbsp;ftraat tnsfehen deeze twee kerken, die naar de Plaats vannbsp;Nerva gaat, vermoeddyk Aezeive is j .dlo certyds van ’tnbsp;groote Fonm Ronanum naar T Fontm Augufli liep.
De Kerk 5, Martina e Luca behoort aan, de fchüder-s.Martin», akademie, welker befchermheüig de te Romen zo beroemde Madonneqfchilder de h, Euangelist Lukas is. Sixtusnbsp;V. ruimde ze den fchilderen iu, en het huis van Barberini deed ze dpor Pieter van Cortona nieuw opbouwen,
Zy behoort onder de oudften van Romen, en deswegens Voerde zy eertyds, zo wel als de kerk van S. Adriana tnbsp;den bynaam in tribus foris, omdat zy ttisfchen het Forumnbsp;®^OIIla^um en dat van Csfar en Auguftus lagen. De fchoo-Jie voorzyde is een bewys van den goeden finaak in denbsp;bonwkonft van gezegden meefter. Op het hoofdaltaarnbsp;hangt een voortreflyk ftuk van Raphael, verbeeldende
Lu-
-ocr page 74-X. Wyk Lukas, Maria fthilderende. (*) Onder dit Huk ligt bo-^ C 11'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftatue der h. Martina van Nikolaas
^ nbsp;nbsp;nbsp;' Menghino. De 'Hemelvaart is van Conca. De martel
dood van den h. Lazarus in de kapel van dien heilig is van Lazarus Raldi. Van hem is dearchitektuurderzelve,nbsp;en hy ligt hier zelf, nevens zynzufter, begraven, gelyknbsp;de twee graffchriften uitwyzen, Defchildery verbeeldt,nbsp;hoe deezen heilig, die een (childer was, en ten tyde vannbsp;Keizer Theophilus, een vyand van den beeldendienst,nbsp;Marians fchilderde, de handen verbrand werden.
By den ingang der kerk vertoont zig het gedenkteken van de in ’t jaar 1670. overledene miniatuiirfchilderesnbsp;Giovanna Garzoni da AJcoli. Als men naar beneden gaat,nbsp;in de onderaardfche kapel, ziet men het pragtige marmerennbsp;gedenkteken van Pieter van Cortona met zyn borftbeetd.nbsp;Hy verdiende dit te meer, om dat de kerk van hem omtrent 100000. daalders erfde. Deeze geheele kapel ennbsp;alle de fieraaden en basreliëfs zyn van hem. Zy pronktnbsp;met veertien fchoone marmeren zuilen, die meeft in dennbsp;hier gelegenen tempel van Mars geftaan hebben, en eennbsp;altaar ryk in brons, onder het welk de h. Martina in eennbsp;zark van diaspro fanguineoligt. De vier marmeren ftatuesnbsp;aan den ingang der kapalle van Dorothea, Euphemia,nbsp;Sabina en Theodora, gelyk ook de beide basreliëfs vannbsp;alabafter aan den tabernakel des altaars, komen van Cofi-moJFancelli. Het fchilderwerk ter fiinkerhand aan dennbsp;ingang is van Lazaro -Baldi, en ter regterhand van Gui-lielmo Cortefe. Ey der deur de fakrifty is een klein altaar
{*) Pieter van Cortona gaf I,et hier tea gefchenke, cn Bloetnart heeft het zuiver in plaat gebragt.
-ocr page 75-lt;5f
faar met een fchildery van Ciroferri. De drie aarden X. Wyk f^eelden in dekleine kapel ter flinkerhandzyn van Algardi.
üy deeze kerk liggen de vertrekken waar de fchilder- ...
-i , nbsp;nbsp;nbsp;, ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Scliuder-
^-tademie van St. Lukas vergadert. Drie daarvan zyn vol
met fchilderyen, nindellen van aarde, en basreliëfs,mie van door de medeleden vervaardigd. Als een foort van^^‘nbsp;heiligdom wordt hier een bekkeneel van Raphael, waaronder de by de befehryving der Rotonda opgegeven vaarzen, lik bic ejl Rapbaè'l, te leezenzyn, bewaard. Uitnbsp;deeze akadetnie zyn federt driehonderd jaarengrootemee-fters voortgekomen. LeBrunhadde eer, dathy in’t jaarnbsp;1676 tot haar hoofd verklaard werd, waaruit een goedenbsp;verftandhouding tuflehen de Parysfche en Roomfche aka-demie ontilond De Koning van Frankryk fchonk dennbsp;medeleden te Romen dezelve voorregten als die te Parysnbsp;genieten, en beval, dat ’er eene beftendige verftand.nbsp;houding tusfehen beiden wezen zou. De fchilder-beeldhouw - en bouwkonil maaken hier maar eene akade-mieuit, ’t welk veel beter is dan te Parys, waar denbsp;architekten een byzondcre akademie hebben. Daaruitnbsp;ontilaat een foort van twist, alzo de laatilen zig zei vennbsp;hooger agten dan de fchilders en beeldhouwers. Te Ro-men wordt de bouwkonstdikwylstegelyk inetdefchilder-cnbeeldhouwkonst geoelfend, waarvan Michael Angelo ^
Berninï, Pieter van Cortona, en vele anderen, fchilders en beeldhouwers, tot bewys verilrekken.
Aan de Plaats der kerk van St. Martina lag een gebouw,
’t welk diende tot een vergaderplaats van gevolinagtigden wit den Raad, om in ’t gelieim over halszaaken te von-hisfen. Het heette Secretar’um Senatus. Toen men hiernbsp;•nder Urbaan VllI. het lichaam der h. Martina ontdekte,
Cdmpo
Vaccina.
X. Wylt te, vond men ook een opfchrift op den muur, waaruit _ bleek,dat ketSocretariumfenatus hier geftaan heeft,nbsp;Campztelli. plaats, of liever het veld, waarop de thans be-fchrevene kerk ligt, heet Campo Vaccino, om dat ’er denbsp;osfenmarkt gehouden wordt. Tot zo een laag gebruiknbsp;dient tegenwoordig de plaats, waar certyds het beroemdenbsp;Forum Romanum was, ’t welk voor zo veel groote mannen tot een verzamelplaats gediend heeft, en waar Ciceronbsp;en andere redenaars zig door hunne voortreflyke reden,nbsp;roeringen vereeuwigd hebben. Het Forum Romanum lagnbsp;vcrmoedelylc tuslchen S. Adriano en Maria delle Gra-zie , zo dat Maria Liberatrice in ’t midden daarvan, naarnbsp;de langte gerekend, Haat. De breedte was eennbsp;derde minder, volgens de evenredigheid die Vitruvius van de plaatfen te Romen opgeefc. Dus behoor-de nog de tempel der Vreede, nog die van Fauftina, dienbsp;aan de Via Sacra lag, tot het Forum. De oude Tarqui-niiis omringde reeds deeze plaats met een bedekten gang,nbsp;waar zig de Roomfciie dames en de voornaamfte mannen, geduLirende de verzameling van ’t volk, dat in’tnbsp;midden, on'der den blooten hemel fiond, ophielden.nbsp;Men rigtte hier dikwyls fchouwfpelen aan, en dan werden ’er tenten opgeflagen.
Op het zelve Hon
Het Forum was met ftatues omgee
den de Ro/rfl, of het geftoelte der redenaars, welken met eenige, op den vyand veroverde, fcheepsftevens verfierdnbsp;waren. Vermoedelyk Hond dit geHoeltc by St. Maria Liberatrice in de nabuurfchap van ’t Lacus Curtii- Niet vernbsp;van daar Hond de van den Koning Hoftihus gebouwdenbsp;Curia Hoftilia, waar zig de Raad gemeenlyk plegt te verzamelen. Zy brandde by gelegenheid der lykHaatfle van
F.
-ocr page 77-P. Qodius af, dog werd ouder Auguftus weder opge-x. Wyk bouwd. Hst Comitium, een gebouw waar de ridders ennbsp;’t volk vergaderden, waar geregtszaaken afgedaan,
Waar de misdaadigen gegeesfeid werden, is hier ook te zoeken. Het dak rustte op zuilen, waarom veelen denken , dat de drie by Maria Liberatrice ftaande zuilen totnbsp;dit gebouw behoord hebben. Anderen houden ze voornbsp;overblyffels des tempels van Jupiter Stator, nog anderennbsp;denken, dat zyvandebrug van Caligula zyn. Hier vondnbsp;men, volgens Panvinius, de beroemde Cen/Miarw,nbsp;die in ’t Kapitool Haan, en zonder twyffel op de plaatsnbsp;daar de Comitia gehouden werden, of misfehien op dennbsp;muur der Curia Hoftilia, waren ten toon gefteld.
De plaats waar zig de vreemde gezanten onthielden eer zy voor den Raad gebragt werden, en waar zy op antwoord wagteden, Gractjlajis, lag tusfehen S. Lorenzonbsp;en S. Cofimo. Jiy (jg plaats der Comitia Rond de vygen-booin. Ficus Ruininalisy onder welken Romulus en ïte-
mus gevonden werden. PlyRierf, volgens Tacitus, eerst 740. jaar na ’t bouwen der Stad, ’twelkalseen flegtvoorteken werd aangezien. De Bafilica Portia paalde aannbsp;het Raadhuis. De Tribuni plebis beflisten daar de ver-fchillen.
bs.
Als men van de weRzyde des Forums naar den Tiber en den Circus maximus ging, kwam men aan den Ficusnbsp;Tufeus, waar veel kruideniers en ligtekooyen vroon,nbsp;den. (*) Aan den Palatynfdien berg lagen, in dc lang-*2. merkwaardige gebouwen, b. v. de tempel van Romu-van de DU penates, van Julius Ctefar, van de O ver
D»
Winning, en Jupiter van Stator.
’X«tnterius Ttifd turba ini^U via. Hotst. nbsp;nbsp;nbsp;3’
-ocr page 78-X. Wyk di
De tempel van Vefla, nevens het haar gewyde borchje7 lag tegen over den tempel der Overwinning, aan denbsp;Cmnpitdli. ^^p-^yde van ’t Forum. In den zelven werd het heiligenbsp;vuur zorgvuldig bewaard, en in verfcheiden vaten onderhouden. Het allerheiligfte van deezen tempel heettenbsp;Fenus Vefla, en daar ftond het vermaarde beeld van Minerva, Palladium genaamd, dat, volgens het zeggen,nbsp;mede van Trojen gekomen was, en alleen maar van denbsp;voornaamfte der Veftaalfche maagden mogt gezien worden.
De triomfboog van Keizer Septimius Sevems, die op denoordzyde van ’t Forum, niet ver van het Capitoliumnbsp;ftond, is geheel gebleven. Hy beftaat uit wit marmer ,nbsp;en heeft drie doorgangen. Aan het masfieve muurwerknbsp;liaan vier gekanneleerde roomfche zuilen, dienevens hunnbsp;hoofdgeftel het geheel een goed uitkomengeeven. Bovennbsp;op de attiek leest men een zeer lang opfchrift ter eerenbsp;van Septimius, en zyn opvolger Antoninus Caracalla.nbsp;Voorheen Hond ’er ook de naam van Geta in, dog denbsp;godlooze Caracalla deed zyn broeders naam , na dat hynbsp;hem vermoord had, uitwilTchen. Nardini en anderen willen de fpooren daarvan nog in de woorden, ophnis for'nbsp;tifllmkque Frmcipibus vinden. De boog is tot onder hetnbsp;piedeftal der zuilen, de middelfle doorgang tot aan de halve hoogte, en de kleine doorgang twee derde dcelennbsp;verftopt. Aan de zyden bemerkt men geene zuilen. Denbsp;boog is te veel met puin en aarde omgeeven, dan datnbsp;men van 'de werking van ’t geheel wel konne oordeelen.nbsp;De attiek, die nu een goede hoogte heeft, zou müTchien,nbsp;als de geheele boog vry gezien kon worden, telaagfchy-nen. De plaats voor het opfchrift is voor de andere afdelingen te groot. De uitfprongen vaii ’t hoofdgeftel
heb-
-ocr page 79-hebben geen fdioone evenredigheid, De groote basre - X. WylI . liefs boven de kleine doorgangen beklappen den flerknbsp;lt;le overhand neeinende gotbifchen fmaak. De beeldennbsp;Van de Faam boven den grooten boog zyn wel beter gedaagd , dog kunnen met die aan den boog van TilUS nietnbsp;Vergeleken worden.
• Niet ver van dezen boog ftond de tempel der Een-dragt, (*) waarvan benéden meer zal gezegd worden.
Op de treeden van denzelven plcgten zig de Romeinen te verzamelen, om te praaten. By deezen tempel lagnbsp;die van Saturnus, en het gebouw der gemeene fchatka-mer, Aerarium, ’t welk Publicola had aangelegd.
Volgens fommigen ftond voor de kerk S. Adriano, dog volgens anderen, wier meening geloofbaarder is, by denbsp;kerk S. Nicolo in carcere,een mylpaal van verguld brons,nbsp;dien Auguftus had doen zetten, toen hy ’t opzigt over denbsp;groote wegen had. Van deezen paal af werden de inylennbsp;van alle de groote wegen gerekend, en met fteenen getekend, ’t welk men hedendaags in den Kerkeiyken Staat,nbsp;in Saxen, in Engeland, en federt 1763. in de Generaliteit van Parys, tot gemak der reizenden, op eenloflykenbsp;V’ys, heeft nagevolgd.
De boog van Tiberius, die aan de weftzyde van den opgang van ’t Forum naar ’t Kapitoollag, werd hem op-Sorigt, toen Drufus de van Varus verloren Roineinfchanbsp;adelaars weder op de Duitfehers veroverd had. Die vannbsp;Septimius Seyerus lag daartegen, aan den opgang van ’tnbsp;¦“often.
Janus
(*) Eqmtes Rumam qm frtqnenttsfml lii gr^tdiius Concord!* Jiahant,
Tiul, lo.
IV. Deei,, nbsp;nbsp;nbsp;-p
-ocr page 80-X. Wyk Janus had verfcheiden tempels, waarvan de vermaard-, nbsp;nbsp;nbsp;, fte aan de ooftzyde van ’t Forum lag, en wel op de plaats
Campitelli. nbsp;nbsp;nbsp;'p.ortajanualis geftaan heeft. In denzelven plaat-
'^'^^ften Roniulus en Tatius een beeld van deae Godheid, ter gedagtenis der verceniging der Romeinen met de Sa-bynen. Op dezelve zyde, dog verder weg, waarde Vianbsp;facra op het Forum kwam, werd Fabius een eerboog op*nbsp;gerigt. Hier ftond in de vroegfte tyden der Republiek denbsp;Venus Cloacina, by de welke de Decemvir Appius regt-bankhield, toen Virginius zyne dogter, die hy had willen onteeren, in tegenwoordigheid van hem en het volknbsp;doorftak. By de kerk van S. Adriano ftond de Bafilicanbsp;des Burgemeefters Lucius Aemilius Paulus, een dernbsp;fchoonfte gebouwen van Romen, dat met veele zuilennbsp;van Griekfch marmer verfierdwas. Hy befteedde daaraannbsp;de 1500 talenten, die hem Ctefar uitGallien toezond, omnbsp;hem tot zyn party overtehaalen. Op ’t Forum lag ooknbsp;het gerigtshof van Aurelius, waar het volk de regtshan-dcling kon bywoonen, op welke plaats naderhand de Ba-Clica Julia gebouwd werd.
Curtius,
Meer van. v/y hebben de vier zyden van’t Forum bezien, en gaan nu tot de merkwaardigheden van ’t midden deszelven over.nbsp;Inde aüeroudfte tyden was hier een moeras ofkleinmeer,nbsp;naar Curtius genaamd, om dathy zig,volgens hetgemee.nbsp;ne zeggen, ten einde zyn vaderland van de peft te bevry*nbsp;den, ’er in geworpen had. Naderhand werd het droog,nbsp;en Julius Cffifar deed een daarop ftaand altaar, ter gelegenheid zyner fchermersfchouwfpelen , wegneemen (*).nbsp;Na dien tyd werd hier het ftandbeeld van Domitiaan op-
ge*
Curtins llïe Lacus , ficcas qm fnjiinet arns ,
Niitic fulida cji tellus, fed full ante Uciis.
O',id
-ocr page 81-67
gerigt. Verders ftonden op’t Forum de Pila Iloratk,x. Wyk waaraan Horatius de wapenen op jde Curiatii veroverdnbsp;ophing, de zuil van Masnius, by dewelke de dieven ennbsp;flaaven getugtigd werden , cn een andere zuil , met dennbsp;oeriten zonnewyzcr , door den Burgemecfter Valeriusnbsp;Meffala uit Sicilian overgebragt. Van ’t Forum liepennbsp;drie wegen naar ’tKapitool, de eene by den Tarpejifchennbsp;rots, de andere over den Clivus Capitolinus, en de derdenbsp;was de geene, welken de overwinnaars in hunne zegen»nbsp;praal doortrokken.
Het tegenwoordige Campo Vaccino is veelgrooter dan het oude Forum, dewyl het tot aan den Tempel der Vrede gaat, en een aanmerklyk deel der Via facra in zignbsp;begrypt. Het geiykt tegenwoordig meer naar een veld.
Op welks midden eenige onregelmaatig geplante hoornen een foort van laan maaken. Op het zelve Haat een fontein met een fchoone fchaal van graniet, w'aaruit het veenbsp;op de marktdagen gedrenkt wordt, JVlen ziet eenige moderne kerken ter zyde; voor ’t overige is de plaats woeftnbsp;en vol ruinen. De zuilen en andere overblyffelszynbewy-zen van de oude heerlykheid van Romen, Den liefhebbernbsp;der oudheden is een eenzaame wandeling op deeze plaatsnbsp;Van veel nut; hykan zig de ligging der oude gebouwennbsp;Volgens onze befchryving naauwkeurig voorftcllen , en tenbsp;gelyk aanmerkingen over de groote omwentelingen vannbsp;Romen , en de vergankelykheid der aardfche dingen maaiden. lemant, die teder gevoelend is, zal voorzeker dee-2e plaatfen nooit betreeden, zonder door een foort vannbsp;2agte droeflieid te worden weggerukt, en een heiligennbsp;Rhrik te ondervinden (*).nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5.
(*) igt;c Overige ruinen komen beneden voor by de befchryving Vi» den Pftlatynfchcn berg.
E a
-ocr page 82-X. Wyk S. Adriano in Campo Vaccino , een oude kerk by S.
di _ Martina , is, volgens het gemeene gevoelen , op den Campitelli. -pg^pgj y^n Saturnus gebouwd, fchoon ’er niets meer vannbsp;S. Adrianonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voorzyde van gebakken fteen, zonder zui
len, pilafters, en hoofdgeftellen. Veelen twyfFelen, dat zy van een tempel zyn, om dat men den zodanigen altyd vannbsp;buitenjieenige lieraaden plegt te'geeven. De kerk had oud-tyds den bynaam van in Pn/aM , naar de drie ftra. In’tnbsp;jaar I(5s6 deeden de monniken van de oidex del Riscatto,nbsp;of van de vrykooping der Chriften flaaven , dit oude gebouw in een nieuwer fmaak herftellen. Het groote altaar heeft twee fchoone zuilen van porfier, en een fchil-dery van Ccfare Torelli. Op het altaar by de fakriilynbsp;ziet men een van de kenders hoog gefchat fchüderftuk,nbsp;verbeeldende den h. Nolasco, ftigter der order del Riscatto, door engelen gedragen, ’t welk fommigenGuercino,nbsp;anderen Carlo Veneziano toefchryven. Een zonderbaarenbsp;reliquie beroemt zig de order in deeze kerk te bezitten,nbsp;naamlyk de beenderen der drie mannen, die in den vuu-rigen oven te Babylon geworpen werden.
S Lorenzo De oude kerk S. Lorenzo in Miranda voert dien by-inJAiran- nbsp;nbsp;nbsp;yeg[e bewonderenswaardige Roomfche ge-
denkftukken, die haar voorheen omgaven. Voor dezelve zag men voorheen oude ruinen van cenen Tempel van Pallas , dog zy werden onder Paulus III. afgebroken.nbsp;Deeze kerk ftaat op de plaats, waar de Tempel van Keizer Antoninus en van Fauftina ftond ,• van den welken tiennbsp;zuilen van Oofterfch marmer , welken de voorzyde uit-maaken, overig gebleven zyn. De kornis op de hoofdzydenbsp;tegen het Campo Vaccino is verloren geraakt, dog aan denbsp;fries leeft men nog met duidelyke letters ;
Divo Antonino et Divx Faufiince ex S. C.
Dö
-ocr page 83-09
De zuilen ftaan omtrent tot [op een der Je in’t puin. De X. Wyk verdeelingen van ’t hoofdgeftel hebben een goede evén-redigheid , en verdienen lof, al zyn zy zo fchoon niet ^ ^
3ls die by deKotonda. Binnen deeze zuilen deed het gilde der apothekers, in ’t begin der zeventiende eeuw, onder opzigt van den architekt Torriani, de tegenwoordige kerk bouwen. De marteldood van den heiligen Lau-lentius op het hoofdalcaar heeft Pieter van Coitona , ennbsp;de Maria met de apoftelen Andreas en Jacobus, in de kapel ter (linkerhand, Domenichino gefchilderd. Het (luknbsp;heeft veel geleden.
Ten halven wege van S. Lorenzo tot aan den Tem- 5 pel der Vrede ligt de kerk van 5. Cofimo e [Damiano, e Damiano.nbsp;Van dewelke wy nog handelen moeten ; het overige vannbsp;’t Campo Vaccino, w'at op de weftzyde ligt, nevens dennbsp;Palatynfchen berg , befpaaren wy tot dc twaalfde wyk.
S. Cofimo wordt van fommigen voor den tempel van Remus , door anderen voor dien van Romulus gehouden.
Eigenlyk fchynt alleen het voorde deel der kerk, die uit een kwalyk geëvenredigde zogenaamde Rotonda beftaat,nbsp;regt oud te zyn , het agterfte vierkante deel is, gelyknbsp;men meent, van Konftantyns tyden. De hoofddeur isnbsp;van brons , en op elke zyde Haat een korinthifche zuilnbsp;van fiegte architektuur. Tegen het agterfte dee! der kerknbsp;is een groote muur van gehouwen (leenen met boerfchnbsp;werk, ’t welk eer van den tempel van Reinus zou kunnen zyn, als de Rotonda. Op de zyde der Rotonda zietnbsp;Uien twee half begraven korinthifche zuilen , eene vannbsp;dewelken aan drie kanten een hoofdgeltel heeft, waaruitnbsp;het geloofbaar is, dat zy niet tot een tempel behoord,nbsp;dng veeleer ter verfiering van een gang of eene deur gediend hebben. Het beelilwerk en de uitfprongen zynnbsp;E 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van
-ocr page 84-X. Wyk flegten fmaak, In de zesde eeuw werd deeze tern-pel in een kerk veranderd. Paus Hadriaan I. fchonk de
Campitelli. nbsp;nbsp;nbsp;deuren en de twee porfieren zuilen, en Urbaan
Vin. deed de vloer op de tegenwoordige hoogte brengen. Het hoofdaltaar van de arehitektuur van Caftelli beftaatnbsp;uit fchoon marmer, en heeft een tribune van oud mozaïek. Aan den eenen muur des Tempels was het oudanbsp;plan der Stad Romen, ’t welk men thans op den trap vannbsp;’t Mufeo Capitolino ingemetfeld ziet.
Tempel der He Tempel der Vrede, welks ruinen aan ’t einde van ’t Campo Vaccino liggen, was ten tyde van Vespafiaan danbsp;grootfte en pragtigfie van geheel Romen , en zyne over-blylfels beflaan nog een groot Ruk van ’t Campo Vaccino.nbsp;Vespafiaan bouwde hem ten deelc in de plaats van ’t Paleis van Nero , en Relde ’er de van Jerufalem medege-bragte kostbaarheden in ten toon , die Koning Genferiknbsp;naderhand roofde , en naar Afrika Reepte. Egter lietnbsp;hy, gelyk men verhaalt, de arke des verbonds terug,nbsp;wyl zy alleen van hout was, en men vertoont ze nog bynbsp;’t Lateraan. Wy leeren uitGellius en Plinius, datin dennbsp;Tempel een aanzienlyke bibliotheek was , insgelyks eennbsp;beeld van den Nyl uit bafalt, waarop zestien kindertjesnbsp;gebragt waren, om te beduiden, dat het water dier riviernbsp;by de overftroomingen in Egipten omtrent de löellen hoognbsp;plegt te Reigen. Plinius berigt, dat men deezen Tempelnbsp;onder de wonderen van Romen telde. Uit de eene 44nbsp;voet hooge marmeren zuil, die onder agt geheel gebleven, en door Paulus V. voor de kerk van Maria Mag-giore opgerigt is geworden, kan men eenigermaate vannbsp;de pragt des gebouws oordeelen.
De overblyffels van den Tempel der Vrede beRaan uit drie groote nisfen of gewelven , die in vakken afec-
deeid
-ocr page 85-deetd zyn. Ook ftaat nog hier en daar eenig nnuirwerk, Wyk £ welk Nolli in zyn plan van Romen wel aangewezen, en dinbsp;daaruit de geheele oude gedaante des Tempels te bepaa- Campuelli.nbsp;len gezogt heeft. Alzo de bouwtrant deezer overblyffelsnbsp;Van dien der overige tempels zeer verfchillend is , hebben vcele oudheidkundigen ze eer voor brokken van eennbsp;oude jbadzaal willen houden. De geheele aanleg vannbsp;deezen lempei fchynt meer groot, dan fchoon geweefltenbsp;zyn. Boven de gewelven van denzelven ligt een tuin,nbsp;waarin men egter voorzigtig gaan moet, dewyl in de gewelven hier en daar gaten zyn, en zy dagelyks meer eiinbsp;meer vervallen.
Om in deezen tuin te komen moet men door het armenhuis delle Mendicanti gaan, waarin honderd en twintig weesmeisjes allerlei wollengoed vervaardigen. Zy verwerken in een jaar omtrent voor 12000 daalders aan waaien , w.aar voor zy zig en het huis onderhouden.
De Via facra, welke aan de vierde Wyk van Romen Viajacm, oiidtyds haar naam gaf, liep voorby den gemelden Tempel van Antoninus en Fauftina , van Iret Forum naar ’tnbsp;Colifeum , ’t welk aan het einde dier ftraat lag. Varronbsp;leert ons, dat zy, omdat ’er de Augures doorgingen, ennbsp;men ’er alle maanden in ftaatOe naar het Capitolium eennbsp;omgang hield, de Heilige genoemd werd. Aan haar bc-gin Rond op de eene zyde de Meta fudans, waarvan mennbsp;nog de overblyffels ziet.
In deeze ftraat tvas het huis der Veilaalfche maagden, cn van den Pontifex Maxnnus, ’t wela Csfir entAugtis-Tus bewoonden, zo lang zy die waardigheid bekleedden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Hadrianiis bouwde hier een pragtigen tempel voor Venus' cn Romen. In dcc tuin der kerk van S. Maria nuovanbsp;Baar; twee gewelven , tvelken Nardini voor overblyffels
E 4 nbsp;nbsp;nbsp;daar
X. Wyk van'houdt. Aan het eene einde der ftraat, ’t welk Summa via facra heet, hg hetSacellumLarium, inwelksnbsp;CampiteUi.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;allerlei ooft te koop was (*).
Nero deed voor zyn verguld huis een reuzenbeeld jder Zonne, I20 Rooinfche voeten hoog , welks hoofd zynnbsp;beeldtenis was, oprigten. Dog als dit huis afgebrand,nbsp;en alles met den grond gelyk gemaakt was, zo verplaatllenbsp;Vespafiaan bet reuzenbeeld in de nabuurfchap zyns amphitheaters, ’t welk daarvan den naam van Coiifeum kreeg.nbsp;Op de Via facra Hond ook het bronzen beeld te paardnbsp;van de jonge Clcelia, die uit het leger van Porfenna ont-fnapt, en den Tiber over gezwommen was.
DE ELFDE WYK DER STAD KOMEET.
Rione di S, Angelo,
De elfde Wyk van Romen Is de kleinile van allen. 2y draagt den naam naar de kerk van 5. Angelo, ennbsp;ftrekt zig van de brug Quattro capi naar Piazza Montana-ra, en dePescaria, tot aan de ftraat die naar’t Kapitcolnbsp;loojrt, uit. Zy beilaat omtrent de derde wyk van den Cigt;-cus Fianinius.
Circus nbsp;nbsp;nbsp;Deeze renbaan, welke het voornaamftegebouw in dee-
Flaminius. zen omtrek was, en op de plaats ftond , welke reeds voorheen Praia Flaminia heette, werd van Flaminius,nbsp;die, 2i8 jaar voor Chriftus geboorte , in den flag by ’gnbsp;Thrafymeenfche meer fneuvelde , gebouwd. Men zag
Rure ftiburhano poteris t\bi dictre wijfst lila, vel in facra fint licet erapta via,
Ovld. de Arte Aitü
-ocr page 87-7Z
'er voor twee eeuwen 'nog overblyffels van by ’t Paleis XI. Wyk Mattel, ’t welk’er een deel van beflaat. De kerk vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Catarina de’ Funari lag in 't midden daarvan , en eindigde by S. Angelo in Pefcaria , gelyk Ligorius',nbsp;in zyn werk over de renbaanen en amphitheaters , be-rigt. By den Circus Flaminius begon de optogt by denbsp;triomfen. Niet ver van hier, en den Tempel van Bello-na, vermoedelyk by 2or de’ Speccbil, lag de Senattdus,nbsp;waar de Raad den Biirgemeefteren, die een triomf kwamen verzoeken, en den vyandlyken gezanten, gehoor gaf.
By de renbaan van Flaminius, omtrent de Plaats Mattel, ftond de Columna Militaris, van dewelke een pyl, toenbsp;een teken van oorlogsverkiaaring, naar den kant, waarnbsp;de vyandlyke landen lagen, werd afgefchoten (*).
De kerk van S. Catarina de' Funari is ^met een wecs-S. Cntarma huis, waarin arme meisjes opgevoed, en in allerlei hand-buuari.nbsp;werken onderwezen worden , verknogt. De kerk heeftnbsp;een fchoone voorzyde van de architektuur van Jakobnbsp;della Porta , en goede fchilderyen van Frederik Zucche-ro, Miiziano en Livio Agrefti. In de eerfte kapel, ternbsp;regterhand, ziet men de h. Margaretha , een kopy vannbsp;een ftuk van Hannibal Caracci, waaraan hy zelf de laat-fte hand gelegd heeft. Flet is het eerfte ftuk , waardoornbsp;- men de groote talenten van dien meefter te Romen leerde kennen. De krooning van Maria, daarboven, is ooknbsp;van zyn hand.
liet
(*) Tnffidt a Urge frrmum hrevU ana cireum,
EJl nil non farva parva tolumna nota.
Hie foUt hajla mana ielH franmtia mittl, ts regm ir gentis turn placet arms capi,
Ov-id. Fail. VI.
E 5
-ocr page 88-74
Paleis
Mattei.
X. Wyk Het Paleis Mattei is een wyd uitgeftrekt gebouw , dat verfcheiden zyden en binnenplaatfen heeft Dehoofdzyde,nbsp;Carlo Maderni’s architektuur , ligt op de renbaan vannbsp;Flaininius, waarvan een ftuk werd afgebroken , om dennbsp;grondflag voor dit gebouw te leggen. Van buiten beftaacnbsp;de geheele verliering alleen in venfters , gelyk by denbsp;meefte Roomiche paleizen. De architektuur is over ’tnbsp;geheel zuiver, en komt veel beter uit dan de binnenftenbsp;plaats, waar een menigte van antieke fragmenten , zon*nbsp;der keus en fmaak, in de muuren zyn ingemetfeld.
Boven een kleine deur op de plaats ziet men op een wel gewerkt basreliëf eenige mannen, die eenen os tennbsp;offer voeren. Boven een paar venfters van die plaatsnbsp;vertoonen zig twee bacchusfeeften ; op het eerftenbsp;leidt een man een os aan een touw , en wordt van cenenbsp;Bacchante en een Faun begeleid, en op het andere vervolgt een Sater eenen Centaurus. Verders vindt mennbsp;hier een fecft van Ifis, een nieuw gekoren Keizer , dienbsp;door de foldaaten in ’t Kapitool gedragen wordt; viernbsp;Egiptifche beelden, die offeren ; Keizer Commodus opnbsp;een leeuwen- en beerenjagt; van flandbeelden eene Pallas, de Godin des overvloeds, en Jupiter; op den trapnbsp;vier oude zetels, gevonden in de ruinen by S. Giovanninbsp;e P3olo\ welke kerk eenigen voor de Curia Hoftilia uit'nbsp;geeven. De eene is van bafait, en drie zynvanParischnbsp;marmer. In de Loggia der eerfte verdieping , tegens dsnbsp;plaats, een Burgemeefter , die eenmisdaadigerdoet ftraf-fen, in een groote manier gewerkt , hoewel de tekeningnbsp;hier en daar onnaauwkeurig is. De vier jaargetyden innbsp;basreliëf. Op een kleine lykbufch eene aan Priapus geofferde geit. Eenige fchoone ftatucs van een Grickfche band,nbsp;gelyk de rythiichc Apol, eene Mufa, een buft van A-
lexan-
-ocr page 89-75
lexanderden Grootcn, boven de deur. Twee basreliëfs, XI. Wyk jagt van Adeleager, en de fchaaking van Proferpina.nbsp;borftbeelden vanHadrianus, Antoninus Piiis, Marcusnbsp;Aurelius, Commodus, Severus, Hercules. De drie Bevalligheden in basreliëf, Mars by Venus, en een offer vannbsp;Eskulaap. Onder de busten in de kamers is die van Cicero vooral vermaard, wyl men den daaronder gehouwennbsp;naam voor antiek, en het portrait dus voor egt en gely-Jiend houdt.
Het ontbreekt dit Paleis ook niet aan fchoone frescoos vanAlbani, Lanfranco , Domenichino , en anderen uitnbsp;de fchool van Caracci, inzonderheid maakt men veelnbsp;ophefs van eene Rachel van Domenichino. Onder denbsp;fchilderyen is een hemelvaart van Raphaels eerfte manier,nbsp;de gevangenneeming van Chriftus in den Olyvenhof, vannbsp;Caravagio , de geboorte van Chriftus door Basfano, denbsp;h. Petrus van Guido, een tafelgezelfchap van Basfano,nbsp;enz.
het
De andere zyde van ’t Paleis ligt tegen de Piazza Mat-Fontein. tel aan. Op dezelve deed de Roomfche Raad de fchild-padden fontein , delle Tartarmgbe, door Jakcb dellanbsp;Porta,aanleggen. De vier bronzen ftatues zyn van dennbsp;vermaarden Taddeo Landini, een Florentyn. Zy verbeelden vier mannen, die den eenen voet op vier dolfy-nen liggen, en elk eene fchildpadde in de bovenfte komnbsp;zetten. Daar heerfcht te veel eenvormigheids in de ftel-lingen en beweegingen. Op den muur van ’t Paleis Mat-die tegen deezi^ Plaats komt, heeft Taddeo Zuc-Hiero de daaden van Furius Camillus gefchilderd , dog
De derde zyde ligt tegen de kerk
IS mceft uitgegaan.
S. Valentino , en is v.in Vignola’s architektuur. - ^ vierde zyde is van de vinding van BrcccioU , en e
76
XI. Wyk di
St. .Angelo.
Paleis
Coflaguti.
lyk de vyfde, tegen S. Lucia , van die van Arnma* iiati.
Het Paleis Cojlagmi, eertyds Patrizi , is van debouw-konft van Carlo Lombardi, en met fchoone fchilderyen op natten kalk, van Albani, Doraenichino , Guercino ,nbsp;Lanfranco, Romanelli, en den Cavalier d’Arpinoj, ver-cierd. Voor het befte ftuk wordtgehouden de Waarheidnbsp;door den tyd ontdekt van Domenichino,
St. .Amlro gio.
De kerk S. Ambrogio della Majfma heeft dien by naam van de Cloaca maxima, by dewelke zy lag , gekregen. Zy is met aartige fchilderyen voorzien, waarondernbsp;de marteldood van Stephanus , in de eerfte kapel ternbsp;regterhand, door Pieter van Cortona, en de afneemingnbsp;van ’t kruis, door Romanelli, in de volgende , de voor-treflykften zyn.
Pefcdria,
Op de vifchmarkt, Pefcaria, die by S. Angelo ligt, ziet men eenige zuilen (*) , welken de meeften voor o-verblyffels van den Portfcar OSfaoi®, de zufter van Au-guftus, houden. Hy wierd naderhand naar Severus genaamd , omdat die Keizer ’er groote verbeteringen aannbsp;maakte. Deeze Poiticus is een langwerpig vierkant,nbsp;welks zyden op {eenerlei wys verlierd zyn. De beidenbsp;hoofdzydenjhebben elk eenen gevel, vier korinchifchenbsp;zuilen , en twee pilafters , met een wel geëvenredigdnbsp;hoofdgellel, dog zonder krollen. De beide fmalle zyden hebben een arcade , die ten ing.ing in kleindere ennbsp;met den eerden verbondene gangen diende , van welkenbsp;kleindere gangen nog drie zuilen in een nabuurig huis zyn
in-
In het plan van NolU zyn zy 'n^. 1023, alleen als zuilen aangewezen, zonder dat ’cr iets van de waaxe begemming gezegdnbsp;worde •
-ocr page 91-17
ingemetfeld. Dk gebouw had over ’t geheel een goede XI. Wyk gedaante en evenredigheid. De zuilen zyn niet mindernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Van eei^edele bouwkonft , inzonderheid pryft men het ' ligte en fchoone werk aan de kapiteelen, en de afdeelin-gen en uitftekken der deelen aan ’t hoofdgeftel.
Il Ghetto , of de befloten plaats, welke Paulus IV. li Ghetto. den Jooden tot een verblyf, om ze van de Chrifteneiinbsp;aftezonderen , aangewezen heeft, is de zetel der armoe*nbsp;de en morsfigheid. Zy mogen weinig handels dryven,nbsp;en brengen dus hun leeven zeer kommerlyk door. Eg-ter rekent men hun getal op loooo. De mans moeten eennbsp;koord, als een teken van veragting, op den hoed draagen.
De kerk van Maria in PühlkoUs zou haaren naam heb-Maria in ben van den vermaarden Valerius Publicola , die , nanbsp;viermaal burgemeefter geweeft te zyn , en driemaal ge-tnomfeerd te hebben , zo arm ftierf, dat men , om hemnbsp;te begraaven, cpenlyk geld verzamelen moefl.
De (kleine kerk 5. Valentino ligt by ’c Paleis Pagani-^- Valenti-
ca. De familie van Paganica brengt een zekere fom tot”“‘ onderhoud van deeze kerk op, en behangt op’t feefl vannbsp;Maria’s reiniging een lieve vrouwenbeeld met een koft-baare juweelen halsketting, welke een zekere Fabio Mattel, die als Lieutenant Generaal onder Poccolomininbsp;diende, in den flag by Lutzen tegen Koning Guftaaf A-dolf, tot buit gemaakt heeft. Het hoofJaltaarftuk is vannbsp;den Cavalier d’Arpino.
Het Paleis BoccapaduU ligt aan het eene einde deezer Paleis
'vyk, en is inzonderheid wegens de zeven fakramenten-®’^^quot;^quot;^**'
li»
Van Pouffin bezienswaardig. Poufiln heeft die ftukken tweemaal gefchilderd; zy zyn ook in de verzameling desnbsp;Hertogs van Orleans, in ’t Palais Royal ; veel kendersnbsp;geeven den voorrang aan die, welken hier zyn.
De
-ocr page 92-/S
XI- Wyk De Doop wordt verbeeld door den doop van Chriftus* De beelden van Joannes en Chriftus zyn niet de fchoon*nbsp;St. Jngelo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Over ’t geheel ziet men in de zamen-
flelüng niets byzonders, dog de beelden Jhebben een tref-lyke tekening en goede kleederen. In het tweede ftnk van den Doop, vertoonende Joannes het volk in deWoe*nbsp;ftyndoopende, is de ordonnantie beter. Het koloriet,nbsp;zo wel als de toon van ’t landfchap op den agtergrond,nbsp;verdient geprezen te worden. Het Vormfel kan, zo welnbsp;ten aanzien der ordonnantie als der uitdrukking , der tekening als van ’t koloriet, een heerlyk ftuk genoemdnbsp;worden. De handel valt voor in een fchoone kerk. Denbsp;buil vertoont de boetvaardige Magdalena aan Chriiliisnbsp;voeten in ’t huis des tollenaars. De ordonnantie is goed,nbsp;dog de beelden zyn wat droog gefchilderd. De architektuurnbsp;en ’t landfchap op den agtergrond doen een fchoone werking. Het Avondmaal is een middelmaatig ftuk. In hetnbsp;laatfte Üliefel is de ordonnantie en het koloriet voor-treflyk. De kamer des zieken ftelt een fchoonen agtergrond voor. De fchilder heeft het voorwerp eenvouw-dig, zonder in ’t laage te vallen, uitgevoerd. De droef,nbsp;heid op de aangezigten der omftanders is meefterlyk, ennbsp;niet verfcheidenheid uitgedrukt. De priefterlyke Ordening heeft de fchilder onder de gedaante van den Apoftelnbsp;Petrus, die de fteutels ontvangt, voorgefteld. De afbeelding van Chriftus is onverbeterlyk; verders fchynennbsp;de karakters wat eenvormig, en de toon van ’t ftuk valtnbsp;in ’t bruinroode. Het Huwelyk wordt aangeduid doornbsp;de inzegening van Maria en Jofef. De architektuur opnbsp;den agtergrond is fchoon, en de beelden zyn wel geordonneerd. Het koloriet valt in ’t graauwe.
Onder de overige goede fchilderyen van ’t Paleis letten
wy
-ocr page 93-79
ten wy nog op d/e Prediking van Joannes indeTVoeRyn, -yyyjj eene met vuur uitgevoerde fchets van Salvator Rofa, een iinbsp;landfchap van Pouilin, en een landfchap met ruinen vannbsp;^-•tcchelini.
DE twaalfde WYK DER STAD ROMEN,
Rione di Ripa.
De twaalfde Wyk wordt Rione di Ripa genoemd, omdat zy van de brug Ponte Rotto tot aan de ftadsmiuuen, langs den oever des Tibers, gaat. Van hét begin desnbsp;niuurs aan den oever des Tibers ftrekt zy zig uit tot aannbsp;de poort van S. Sebaftiano, van daar voorby de grootenbsp;renbaan 'naar S. Nicolo in carcere , en begrypt dennbsp;geheelen berg Aventino en ’t eiland van S. Bartolomeonbsp;in zig.
Quattro
Cdpi,
Op dat eiland komt men langs de brug Qtiattro Capi, Brug
lt;lus genaamd naar eene oude flatue van J.anus met vier
koppen, die op een nabuurige plaats Haat. Zy heette eertyds Pons Fabricius , en werd kort na de-zamenzwec-¦ring van Catilina gebouwd. Het opfchrift op eenen boognbsp;zegt, dat Cenfor Fabricius het gedaan heeft. De bouw-kimft is eenvouwdig. en fchoon.
.. Het eiland S. Bartolomeo heeft de gedaante van een Het eiland.
fchip, en omtrent 300. fchreeden in de lan, de breedte. Het heette eertyds Infula Tiberina-, en bc-hoorde tot de veertiende wyk. Het wies na ’t verjaagennbsp;''an Tarquinius , door het aanfpoelen van ’t flyk, totnbsp;zulk een grootte aan, dat het bewoond kon woorden (*).
Het
-ocr page 94-di Ripa.
XII-Wyk Het vermaardfte op dit eiland was de tempel van Esku-R’one Jaap. Het is bekend, dat deRomeinfdie gezanten,wanneer zy ten tyde van een zwaare peil: naar den tempel van 7Esculapius te Epidaurus gezonden werden , eenenbsp;flans in ’t fchip terug bragten , die men voor Eskulaapnbsp;hield, en dat men hem een tempel op de plaats, waarnbsp;nu S. Bartolomeo ftaat, bouwde, De priefters hieldennbsp;den gemeenen man esnige eeuwen in den waan , dat dionbsp;flang nog leefde. Aan dén muur deezes tempels kan mennbsp;een middel tegens ’t vergift leezen C^).
S Barto-Uimo.
De kerk van S. Bartolomeo al Ifola is de merkwaar* digfle van ’t eiland , ’t welk naar haar genoemd wordt.nbsp;Men meent hier de beenderen van den Apoflcl Bartho-lomeus te bezitten. De met vier granieten zuilen ver-fierde voorzyde is van Martin Lunghi den ouden. Hetnbsp;niiduelfte fchip rust op vierentwintig zullen , waarondernbsp;zestien van graniet, vyf van Paiifch, en drie van Afri-kaanfeh marmer zyn.' Het hoofdaltaar heeft vier fehoo-ne porfieren zuilen, en een pragtigen tabernakel van denbsp;architektuiir van gedagten Lunghi ; onder het zelve ftaatnbsp;een porfieren vat, met de beenderen des Apoftels. Dqnbsp;oude vloer was met figuuren van marmer en porfier ingelegd , waarvan men nog eenige gedenktekens voor dcnbsp;tribune, en in de kapel van den h. Paulinus ziet,
Infala Komen hahet, latcrumqite a parte dmram torrigh aquales meaia tellure lacerios.
Ovid. Metam. XV. 739,
Plln. Hifi. iTat. 1. zo. c. uit. Hec eiland heet in de volgende tyden . naar den voormaals hier gedaan hebbende tempel van Jupiter Lycaon’ws, fomtyds Infula Lycaonia, Z\t de A3a Marty-
-ocr page 95-8i
De brug Van S. Bartholemeus, naamlyk die welke van XII. Wj’k bet eiland naar Rione di Traftevere gaat, heette eertydsnbsp;Pons Ceftius, en men denkt dat zy van den Burgemeea-ter Ceftius Gallus, onder de regeerirtg van Tiberius, ge.nbsp;bouwd is. Nardini houdt ze te zyn van de tyden der Republiek, en meent dat de 300. Fabii over deeze brug dennbsp;vyand te gemoet trokken. Een oud opfchrift op dezelve zegt, dat Valentinianus, Valen.s, en Gratianus, ze,nbsp;om het jaar 375. deeden berftellen, De achitehtuur toontnbsp;een goeden aan.
•S'. Giovanni Cehbita behoort den BarmhartigenBroe-'^- Giovati' deren, (*) en ftaat op de plaats waar eertyds denbsp;dier order woonde. In het hospitaal daarby worden oa-trent zeftig bedden voor zieken gehouden, welker bezorging de vierde gelofte der order is. In een byzondernbsp;gebouw worden iiienfchen van beter ftaat verzorgd. Denbsp;kerk is wel klein, dog zeer aartig, en met marmer,ver.nbsp;guldfcls, en fchilderwerk ryklyk voorzien. Aan ’t mid-tlelfte gewelf heeft Corrado een dubbelde handeling voor.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
gefteld, naamlyk hoe de h, Joannes Colabita van Maria en den Euangelift Joannes gekroond wordt, en hoe hy op de aarde, begeleid door den engel Raphadl, denbsp;kranken byftaat. Behalven deezen misflag heeft het nognbsp;een anderen, het is niet higtig genoeg gefchilderd, ennbsp;doet de werking niet van een zolderftuk. Desnietteminnbsp;behoort het onder de befte ftukken van dien meefter;nbsp;het koloriet is piquant, en de zamenftelling van’t onderzie deel goed. Van den zelven meefter zyn ook de twee
ftulc-
(*) Zy heeten in Ftankryk Prèrej de la Chartté, en in Italieil f •‘teken FratelS, omdat de ftigter hunner order, S, Giovanni dinbsp;Igt;‘0, met deez# woorden aalmoezen ging inzame'eq.
IV^. Deei.. nbsp;nbsp;nbsp;F
-ocr page 96-XIT. Wykftukkenby ’t hoofdaltaar, naamlyk de marteldood vandö Rione di Martha, en de engelen die den h. Hippolytus en A-R ip‘*’ crius palmtakken uitdeejen. Op het hoofdaltaar zelf heeftnbsp;Andrea Generelli den h. Joannes di Dio afgebeeld, ge-lyk hy het kindjefus uitMaria’s handen ontvangt. De uitdrukking in de hooiden is nog edel nog fpreekend genoeg; dog innbsp;’t ftuk heerfcht een goede zamenftelling en houding. Opnbsp;het eerfte altaar ter regterhand bemerkt men een zonderlingen inval van den fchilder Lenardi, Hy Helt eenennbsp;engel voor, die de zielen in ’t vagevuur, ter haarer ver-friflching, met water befprengt.
Wy keeren langs de bnig Qiiattro Capi te rug, en gaan den Tiber langs. Be kleine ftraat van deze brug naar S-Maria Egiziaca heette eertyds Argiletum , naar Argus,nbsp;die by E vander kwam, en hier gedood werd. Hier woonden de boekverkoopers (*). Op de plaats voor de gemelde kerk lag de Osfenmarkt, Forum Boarium, van denbsp;welke by S. Georgio meer zal voorkomen.
Ponte
Rotto.
^ra maxi- Op ’t Forum boarium ftond de jira Maxima, die Her-ma. cLiles zig zelven zou opgerigt; hebben. Deeze plaats was eene der merkwaardigften van Romen , alzo by datnbsp;altaar de gewigtiglle verbonden gefloten, en bezworen werden ; de bekende Latynfche eed me Flercule komt daarvan daau. Somwylen offerde men ook by dit altaar, uitnbsp;byzondere godsdienftigheid, het tiende zyner goederen,nbsp;De brug van 5. Maria of Ponte Rotto heeft haaren naamnbsp;van de naby gelegene Maria Egiziaca. Zy heette voornbsp;deezen Pons Palatinus, fchoon anderen, dog zonder ge*
noeg-
(*) Argiletanas waits hahcre tahcrnas,
Cum Übi f ^arve liber , [eritiia Ko^ra vactnt,
Mardal Ep, i, j.
83
noegzaamen grond, beweeren, dat zyPonj lyffnaJonaj ge-jifir. \Yy^ noemd was. Dit was de tweede brug over den Tiber, Rinne dinbsp;en ten tyde van Livius nog de eenige van Heen, waaromnbsp;ze, zonder anderen naam, blootlyk de brug noemt.
De Cenfor Marcus Fulvius begon ze te bouwen, enSci-pio Africanus, nevens Livius Mummius, voltrokken ’t Werk. Gregorius XIII, deed deeze byna vervallen brugnbsp;in 1575* weder herllellen; dog by de groote overftroo-ming van ’t jaar 1598. rukte de ftroom twee boogen weg,nbsp;en federt is de brug maar ten halve meer in wezen. Denbsp;architektuur heeft het een en ander dat goed is, dog ooknbsp;veel dat niet aaneen brug te pas komt. Aan den oever desnbsp;Tibers Haat by haar een oud muurwerk, ’t welk het ge-meen, zonder dat men weet van waar de benaaming komt.
Voor het huis van Pontius Pilatus uitgeeft. Anderen zeggen , dat de by de befchryving van ’t Kapitool gemelde Cola di Rienzo hier gewoond heeft.
S Maria Egiziaca behoort den Armeniërs, die zig Maria den Roomfehen ftoel geheel onderworpen hebben. Deeze Egiziaca,nbsp;Armeniërs, zo wel als de te Romen woonende Grieken,nbsp;worden van hun geloofsgenooten als fcheurmaakers aangemerkt. De meeften houden deeze kerk voorden voor-maaligen Tempel der Fortuna virilis (*). Daar ftaannognbsp;vier gckanneleerde ionifche zuilen van aan devoorzyde,nbsp;en zeven opjeen andere zyde, die 8ï maal haar middel-lyn hoog zyn , en de tuffchenwydtens der zuilen zyn 2 i
haar
{*) Anderen denken dat die aan Jnpitel en de Zon gewyd was, en beroepen zig op een oud opfchrift, dat de Kardinaal SantOfienbsp;doen vernieuwen.
Hm dtidttm fucrat fanum ftr temfera prifié Ctrijirittum Phxbo, mortlferoqM Jrvi,
F a
Xn. Wyl' niiddellyn. De muuren der fchcpen raaken aan de Rionedi zuilen. In deezen zyn twee arcades, die tot kapellennbsp;dienen, en aan ’t einde vertoont zig het altaar met dennbsp;marteldood van de h. Maria Egiziaca, door FrederikZuc-chero gefchilderd. De Tempel is tweemaal zo lang alsnbsp;breed. Het gebouw ligt tot over het voetgeftel der zuilen begraven. Om de kerk te vergrooten heeft men dennbsp;muur, die het fchip van ’t voorportaal affcheidde, afgebroken , en tot aan de zuilen uitgezet, en alleen die aannbsp;de hoeken en de voorzyde laaten fbaan. Aan de noord-zyde zyn venfters tuffchen de zuilen.
De ooft. en weftzyde van deezen ouden Tempel zyn meihuizen bebouwd. Eertyds lag voor denzelven eennbsp;trap, zo breed als de Tempel zelf, en zo hoog als denbsp;gemetfelde voet was, die rondom den geheelen Tempelnbsp;liep. Op deezen nu begravenen voet ftaan de boven ge-dagte ionifche zuilen. Dit gedenkftuk is in een zeer ouden fmaak gebouwd, egter verdient de ordonnantiegroo-ten lof. De eene zuil aan den hoek tegen ’t noordennbsp;ftaat byna geheel vry, waaruit men van haar fchoone ennbsp;manlyke evenredigheid oordeelen kan. Maar het hoofd-geftel heeft flegte verdeeüngen, dewyl de kornis alleennbsp;zo zwaar is als de fries en de architraaf te zamen, en denbsp;leden onder malkander zyn even zo weinig van een fchoone evenredigheid. Dit belet egter niet dat het hoofdge-ftel/er van verre edel uitziet. De kapiteelen aan de zuilen zyn zeer manlyk. Het beeldwerk aan ’t geheele gebouw is lomp en zonder fmaak. In de kerk ftaat eennbsp;model van het heilige graf van Jerufalera, en by denbsp;zelve is een hospitaal voor Armenifche pelgrims ge*nbsp;ftigt.
Medoma De kerk van Madonna del Sole, die eertyds 5. Stefan»
del jele. nbsp;nbsp;nbsp;^^//e
-ocr page 99-S5r
iellt Carozze heette , ligt op de plaats Bocca della Ferita, Wylc niet ver van de boven befchreven kerk. Zyis, gelyk Rionedinbsp;de voorgaande, van een ouden tempel in een kerk ver-anderd. Van buiten liaan nog twintig gekanneleerde zuilen, en van binnen een muur van wit marmer. Denbsp;meeften houden ze voor een tempel van Vella (*). Bufa-lini geeft dit gebouw, in zyn plan, voor een tempel vannbsp;Hercules, en Nardini voor dien der Volupia of de Wellust op, waarin het beeld van Angeronia Hond, ’t welknbsp;beduidde, dat deeze Godin den kommer en ’t verdrietnbsp;verdreef.
De ttvintig zuilen rond om den Tempel, nevens deka-piteelen en de halve muur van ’t fchip, zyn overgebleven; dog van het oude hoofdgellel en ’t gewelfde dak is niets meer over. Voor dat hy vervallen was moet zignbsp;de Tempel wel opgedaan hebben, fchoon de order naarnbsp;evenredigheid van ’t gebouw wat te hoog fchynt. In ’tnbsp;algemeen is dit gebouw niet van den goeden tyd dernbsp;bouwkonst.
S. Maria in Cosmedin wordt zo genaamd naar een s. Maria in priekfch woord, dathaare verlierfels aanduidde. Zy heetnbsp;ook Scuola Greca, naar een fchool, dat hier eertydswas,nbsp;waarin men wil dat St. Auguflyn het Griekfch en de Rhe-torica zou hebben onderwezen; ook wel Bocca della ve-rita, waarvan wy de reden zo aanftonds zien zullen. Denbsp;kerk werd ten tyde der eerfte Chrillenen op de puinhoo-
pen
(?) Vertnoedlyk fpreekt ’er Horatius van:
yidimus fiavnm T'ihtrim , retertU Littore Etrefco vtolenter «ndis ,
In dejectnm mmumenta Rfgfs Tentplat^ue Vefix,
F 3
$6
%ll. Wykpen eens Tempels van de Eerbaarheid gebouwd. In ’C Rhne di portaal flaan nog tien oude korinthifche zuilen vannbsp;Griekfch marmer, die gekanneleerd zyn, en 27, duimnbsp;in de middellyn hebben. Vier andere zuilen van graniet,nbsp;en eene van Afrikaanfch marmer wyzenaan, dat heteeivnbsp;tyds een kostbaar gebouw moet geweest zyn. Agt zuilen Haan half in den muur; dog het is niet wel te be'nbsp;paaien, tot welk een gedeelte des Tempels zy behoordnbsp;hebben. Het werk der kapiteelen is in geen fchoonennbsp;ftyl.
Bocca della Op den eenen muur van ’t portaal deezer kerke is een Rerita. zeer liegt gewerkte kop met ópen mond gemetfeld, diennbsp;het gemeen Bocca della Verita noemt. Een nieuw op-fchrift, daarby te vinden, zegt, datdeeze kop van Jupiter Ammon is, en in den Tempel van Hercules gellaannbsp;heeft. Het is egter te gelooven, dat hy tot een fontein,nbsp;of op een put, of veelligt tot het geeven van orakels,nbsp;gediend hebbe. In de middeleeuwon gebruikte het ge-meene volk deezen kop tot iets anders. Als de een dennbsp;ander iets onder eede verzekeren wilde , Hak hy zynnbsp;hand in dien geopenden mond, alzo men geloofde , datnbsp;die, als men een valfchen eed deed, zig toelloot, en danbsp;hand geklemd hield. De kerk heeft een fchoon inge-legden vloer, en onder het altaar ftaat een treflyke por.nbsp;lieren arm met reliquien (*).
De plaats voor de kerk wordt genoemd Piazza della, Bocca della Verita. Clemens XI. deed zein ’t jaar iTiS.nbsp;afgraaven, om de zuilen der kerk, die 6. voet diep in ’tnbsp;puin ftond, vry te maaken; ter zelve tyd lei hy.’er een
aaitige
(») Crefcimkani heeft een geleerde befchryving van d.ccze keik liitgegeven,
-ocr page 101-aartige fontein aan. Als men van hier naar den Aven- XII. Wyk
Ritme di Ripa.
tynfchen berg gaat, komt men voorby den Circus maximus, waarvan zo aanftonds meer. Eertyds lag daar de CHvusnbsp;Publicius, van den welken Ovidius, by gelegenheid eensnbsp;Tempels van Flora, gewaagt (*). Op deezen heuvelnbsp;ftonden twee tempels; de een was aan de Maan geheiligd C**),de andere was die van Juno Regina, door Ca-millus gebouwd, om een den Vejeren ontnomen ftand*nbsp;beeld daarin te plaatfen. Hy lag omtrent S. Sabina,nbsp;of veelligt wel op deeze plaats; ten minilen is het te ge-looven, dat de pragtige zuilen deezerkerk uit een nabuu-rigen tempel afkomftig zyn.
Op den berg Aventinus, wil men, is het vermaarde hol van Cacus, die de osfen van Hercules ftal, geweeil,nbsp;’twelk, volgens Virgilius verhaal, tweeopeningen, eenenbsp;tegcns den Palatynfche berg, en de andere , tegens S,nbsp;J rifca, moet gehad hebben. Ter gedagtenis hiervan heeftnbsp;men aan Cacajeene Uapel opgerigt, Sacellum Cocas, omdat zy aan Hercules haar broeders diefftal beklapte. Denbsp;Vellales offerden daar fomwylen. Hier ftond ook hetnbsp;altaar van Evander, niet ver van de Porto Trigemina;nbsp;Verder het grafteken ,van Koning Tatius,’t welk hem Romulus Hellen deed, en dat van Aventinus, Koningder Al-haners,die lang voorheen overleden was, en den bergnbsp;^yncn naam gegeven heeft.
Varte lotont CUvi, ^ui tune erat ardtta rupfs ,
Utlle ««n’- ‘fi ’ ^«tliciumijiic meant,
(**) Van deezen Tempel gewaagt Ovidlusook in ’t 3.boek der
Ltma rcgit mitipo; htijtte ^mqHc tempera menjis F'init A-centUionbsp;nbsp;nbsp;nbsp;colcndo ptgo,
F 4
-ocr page 102-XIX. \Vylc Op nbsp;nbsp;nbsp;Tempel der Vryheid, door Grac-
Rioneéi chus gebouwd. In den zelven bewaarde men een ge» deelte der Roomfche archieven, inzonderheid die dernbsp;Cenfores. De Tempel brandde af, Afinius Pollio bouwde hem weder op, en leide daar de befte bibliotheek vannbsp;Eomen a^n (*). In de nabuurfchap van S. Prisca ftondnbsp;een tempel van Minerva, die den fpouwfpeeleren oin«nbsp;trent op de zelve wys toekwam, als de kapellen en de kerken aan zekere broederfchappen te Romen. Livius An.nbsp;dronicus, een digter en fchonwfpeder, bekwam verlof,nbsp;'zig djar optehouden, en fchouwfpelen te geeven. 3nnbsp;Juni tvcrd hier het feest van Minerva gevierd. De kerknbsp;van S. Maria Aventina zal op de plaats van den Tempelnbsp;der Godin Fauna ftaan, waar Reinus de wicchelaars wegt;nbsp;gens het bouwen van Romen raad vroeg. De Veltaal-iche maagd Claudia wyde hem in.
S.SaUna. S. Sabina, eene oude vermaarde kerk, die bereids, ge-lykeenoud, daar te vinden, mozaïek opfchrift zegt, om het jaar 425, gebouwd is. Zy ftaat op het hoogst vannbsp;den Aventynfchen berg, en wel op de plaats waar Sabina’s vader zou gewoond hebben, en eertyds een tempelnbsp;vafi Diana ftond. De h. Gregorius Magnus heeft hiernbsp;VQor het volk gepreekt, en men wyst nog de plaats, nunbsp;tot een kapel gemaakt, aan , waar hy zig dikwyls picgtnbsp;te kaftyden, gelyk. ook een doorhem geplanten oranjeboom.
De kerk zelve, van de welke altyd een Kardinaal den titel voert, heeft haare fchoonheid veel aan Paus Siitiis
V.
(•f) P’inius' fpreekt 'et van /. jj. c. z. en Ovidius, Ttifi. UI, l, JJeC me qux deals fattieremt prima liielUs ,
4tria lihertas Un^cre paffa fiia eji.
-ocr page 103-Sr. te danken, 2y wordt, door vierentwintig groote ge-xn. \yy\ Canneleerde zuilen van Parifch marmer, in drie fchepen Rionedinbsp;afgedeeld. Dé voetftellen, zo wel als de korintfcheka*nbsp;piteelen, zyn antiek. Het portaal tegen ’t weften rust opnbsp;agt granieten zuilen, en dat tegen ’t zuiden op twee vannbsp;fien byzonder foort, van zwartagtig graniet, met witte aderen, die 21. voet hoog zyn. In den ouden Porticus zietnbsp;men nog een oude deurlyst, vier gewonden zuilen, ennbsp;twee, gelyk aan die in da kerk. Op de plaats in ’t daar-by gelegen Dominikaaner klooller ftaan veelc klcinderenbsp;zuilen, ten getale van 139. Zyzyn meerendcels uitdennbsp;boven gewaagden Tempel van Juno Regina herwaardsge-bragt.
In de kapel van den h. Dominicus zyn twee treflyke kolommen van alabafter, en in den muur vertoont mennbsp;een fteen, dien de JDuivel deezen Heilig naar ’t hoofdnbsp;zou gefineeten hebben, om hem in zyn gebed te floeren. De tribune en kapel van den h. Hiacynthus heeftnbsp;Zucchero gefchilderd, dog het altaarftuk van dien heilignbsp;in dezelve is van Lavania Fontana. Onder de menigtenbsp;gedenkflukken deezer kerk zyn ’er twee aartigen van dennbsp;Kardinaal en den Prelaat Bichi. Op het graf van een zekeren Valentini leest men deeze weinige woorden: Uinbsp;tnoriens viveTit ^ vixit ut tnorüufus.
De Kardinaal Bemerio heeft, als Prior, hetklooiler zeer vergroot, en kamers voor den Paus aangelegd.
Hier zyn verfcheiden conclaves gehouden. Een kapel in het zelve heeft Borromini zeer fierlyk aangelegd, ennbsp;Rusconi in een andere veel goede ftukadoorfels gemaakt.
-^lesjto komt der Hieronymieter order toe, dieF.u-5. Jksfio. febius van Cremona het eerst in ’t Milaneefche gefligtnbsp;E 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heeft
-ocr page 104-XII. Wyk De monniken hebben zo wel hun kerk als het kloó-Rionedi fter in ’t jaar 1750. op kollen van den geleerden Kardi-naai Quirini, meeft nieuw opgebouwd. Het hoofdaltaar heeft pr^gdge zuilen van verde antico, en een kostbaa-ren tabernakel van de fchoonlle fteenen. Een marmerennbsp;trap daarby voert naar epn onderaardfche kapel, waarinnbsp;eenige heiligen rusten. In de kapel Saveili ftaat een oude houten trap, op den welken de h. Ale.Kisjveele jaarcnnbsp;als bedelaar heeft doorgebragt; zo men een langopfchrift,nbsp;daarby geplaatst, gelooven zamp;l (?). Hét klooster zo welnbsp;als het daarby liggende Prioraat heeft een heerlyk uitzigtnbsp;Men kan de ligging der vooriiaarafte oudheden van Romen van deeze hoogte best ontdekken.
T, . II Priorato is een kommandery van de Malteefchc or-II Pnora- nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
tQ, der, met den titel van;Groot Prior van Romen, die icooo.
daalders opbrengt. De tegenwoordige Groot Prior, Rez-zonico, een neef des voorgaanden. Pauzen, heeft de kerk doen verfraayen. By den ingang ter regterhand ontdektnbsp;men een zonderling grafteken van een zekeren BilTchopnbsp;uit den huize,Spinelli, dat met heidenfche basreliëfs vernbsp;fierd is. Men ziet ’er Minerva op met de negen Mufen,nbsp;nevens een Romein, die een rol in de hand heeft; op denbsp;eene zyde ftaat Pythagoras, die, gelyk als op de penningen van Saraos, een hemelkloot befchouwt, op denbsp;andere Homerus, met zyn werken. Miffchien was dit denbsp;grafzark eens digters; uit den ftyl maakt men op , dat hetnbsp;in Trajaans tyden gemaakt is (**), Tegen over ftaat een
(* ) De hiftorie deezer kerk heeft Vader Felix Nerinl in ’t jarr 175'2, breedvodrig befchreven.
Men vindt veele diergelyilt;e voorbeelden van Heidenrche graf-^arken in Cjiriltelyke kerken» Mabillon yvert in *t! 12 hoofjlk va»
zyn
-ocr page 105-91-
gedenkteken metChristelykebeelden, die ookcenige merking verdienen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rione di
Aan den voet des Aventynfchen bergs op de vlakte nbsp;nbsp;nbsp;^
waar Meute Tejlaccio ligt, waren voorheen de Navalia, of de plaats waar de fchepen , die van Ostia den Tibernbsp;opkwamen, en de brug niet door konden, lagen. Toennbsp;'er meer bruggen te Romen werden aangelegd, konden denbsp;fchepen, die van Sabina afzakten, niet meer aan Ponr Su-lliciusr als de eenige die in oude tyden te Romen was,nbsp;komen, maar landeden by ’t Campus Martius. In datnbsp;oord lagen ook de timmerwerven met den voorraad vannbsp;hout, gelyk ook de magazynen van het koorn, dat uit Sici-lien cn Afrika kwam. De pottenbakkers woonden hiernbsp;horeids ten tyde van Tarquinius den ouden, en zynnbsp;Oorzaak van ’t ontftaan van den Mens Tejlaceus. De ge1nbsp;heele (treek, waarvan hier gefproken wordt, lag eertydsnbsp;buiten de (tad. Keizer Aurelius trok ze ’er het eerstnbsp;binnen, wyl hy de muuren tot aau de piramide van Ces-tius, en de Porla di S, Paolo uitzettede,
Monte Testaccio, Mons Tejlaceus of Diliolim, is uit Monte oen menigte potfeherven, van de nabuurige pottenbakke Tejlaccio.nbsp;^yon 5 uit puin van de ftad, en leeg gemaakte graven, ontftaan. De heuvel heeft eene hoogte van 150. voet. Hetnbsp;fchynt by den eerden opllag van ’toog niet mooglyk, datnbsp;hy daardoor tot zulk eep hoogte konne aangewasfen zyn;
dog
waiirdighcid der plaats
yn DUrifim Itallmm ’er zeer tegen; dog Maragoni hl. 317. delk Zfntfiffihc, zoet dit gebruik te verdedigen. Inderdaad is het welnbsp;geen groot kwaad, dar een feUoone Heidcnfche zark dient ctn denbsp;beenderen van een rhrijica te dekken, ais maar de beelden nietsnbsp;otiyks tegen de goede zeeden en denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1
Waar zy geaie,, worden, behelzen.
-ocr page 106-di Ripa.
XJI.Wyk dog als men de verbaazende menigte van aarden vaten,' Riow welken de Romeinen om water en wyn te bewaaren,nbsp;tot de baden, tot begraafbusfen, enz. gebruikten, denbsp;menigvuidige ftatues van Goden, de menigte van uit andere plaatfen aangebragte vaten, in aanmerking neemt,nbsp;en daarby aan’t ontzaglyke getal van menfchen te Romennbsp;denkt, zal men het niet lang meer voor onmooglyk houden, dat uit alle de fcherven, die uit de geheele ftadnbsp;aangebragt werden, allengskens zulk een Jheiivel konnönbsp;ontftaan zyn. Zyn hoogtewas voorheen nog iets aanmer-kelyker, dog men heeft verfcheiden duizenden van wagens ’er afgereden, om den grond rondom gelyk te maa-ken.
Onder Monte Tejlaccio heeft men veel kelders aangelegd, welken den wynkooperen tot magazynen dienen, waaruit zy dagelyks haaien het geen zy noodig hebben.nbsp;Men houdt ze voor buitengemeen koel (*), Deeze hen-vel is met veel kleine huizen omgeeven, waar wyn ge*nbsp;fchonken wordt, welken de Roomfche bergers veel bezoeken , om in de hette zig met een frisfehen teug tenbsp;verkoelen, en zig op de groene met boomen beplantenbsp;plaats daarby met wandelen te verlulïigen. Men noemtnbsp;deeze plaats Prati del Popolo Romano. Van den heuvelnbsp;heeft men een treflyk uitzigt, ten deele over de ftad, tennbsp;deele over ’t omliggende land. Poufllü heeft verfcheide*nbsp;nen van die gezigten getekend, en bragtze in veelenvannbsp;zyn ftukken te pas.
Dfl
(*) De Abbii Nollet vond den Thermometer hier op 9 i graad, daar die in de vtye lugt op is. en in de Catacombes te St. Seba-llïaan op 13 j gr. ftond. Hy meent, dat de fcherven van gebrandenbsp;klei, waaruit de heuvel beftaat, gefchikter, dan eenige andere aarde jnbsp;is, om de lugt zo buitengemeen koel te houdeu.
-ocr page 107-93
De Piramide van Ceftiiis is het eenige grafteken van een xil. Wyt pai tikulier, dat te Romen ongefchonden is overgebleven. Rione dinbsp;Zy ftaat op een voet van 86. voeten in ’t vierkant, en isnbsp;zonder dien II3. voet hoog. Haar evenredigheid is welnbsp;gekozen, zodat het geheele ftuk zo wel van naby als van Ceftius.nbsp;verre een goede uitwerking doet, en een fchilderagtigenbsp;vertooning maakt. De eene hetft ligt binnen, en de andere buiten de ftadsmuuren. Op de zyde naar buiten ieesfnbsp;men; C. Cejliiis L. F. Pob. Epulo Pr. Trib. PI, VII. virnbsp;Epulmum. Op de zyde naar de ftad toe ftaat, met kleiner letters ;
Opus ahfolutum ex tejlamento diebus 330. arlitram Pantii Publü Filii ClaudiiMele Hmdis amp;Putbi Lihcrtl.
Uit het eerfte opfchrift blykt, dat Ceftius het amptvan Septemvir, of van een der zevenmannen, welken de zorgnbsp;voor de feeften der Goden was aanbevolen, bekleednbsp;heeft, eengewigtig ampt,dat de aanzienlykfte perfoonennbsp;vervulden; en uit het andere, dat zyn erfgenaam Luciusnbsp;Pontius, en zyn vrygelaten llaafPothus, hem dit gedenkteken hebben doen oprigten. Wanneer Ceftius geleefdnbsp;hebbe, is onzeker, de meeften gelooven dat hy vyfennbsp;dertig ]aar na Chriftus geboorte Burgemeefter geweest is.nbsp;Anderen ftellen aynen dood in ’t midden van Auguftusnbsp;regeering.
Deeze piramide was half begraven, en dreigde in ftuk-ken te vallen, toen Alexander VIL dat fchoone monu-tttent zoekende te behouden, het fterk herftellen, en van de puin bevryden deed, by welke gelegenheid zig ftukkennbsp;Van zuilen, ftatues, en piedeftals opdeeden, waaruit mennbsp;beftoot, dat het voorheen op de zyden met diergelyke
fie-
-ocr page 108-Xn nbsp;nbsp;nbsp;voorzien geweest. Men ontdekte ook twea
Rlonedi opfchriften '’^n den zelven inhoud, die op twee piede-Rtpa. ftaij waren uitgehoiiwen, eene gewoonte die de Romei-r.en fomtyds in agt namen. Van buiten is de piramide i:net marmeren plaaten overtrolden, dog van binnen maarnbsp;van gebakken (leen.
In den voet van ’t muurwerk is naar de zyde der flad een kleine laage deur gebragt, waardoor men in een kamer komt, die i8. voet lang, n. breed, en de eenigenbsp;ledige plaats van 't geheele gebouw is. Zy ligt middennbsp;onder de piramide, en is met harden gips ofjiucco, die,nbsp;volgens Vitruvius befchiyving, uit kalk met geftampt marmer beftond, overtogen. De beelden op de vakken zyn vannbsp;verfcheiden kleuren, dog meest verfchoten. Eeiiigen zyilnbsp;zittende, andere (laande, en in de lugt verbeeld, en heb-ben, zo veel men ’er nog van oordeelen, kan, goede (tellingen . en juiite omtrekken (*), Veelen van die beelden zinfpeelen op het ampt van Ceflius; b. v. men zietnbsp;een perfoon die gebakken klaar maakt, en eenige beeldennbsp;met muziekinftrumenten, die by groote feftynen gebruiktnbsp;werden. Op de vlakte by deeze piramide worden denbsp;ketters, die te Romen derven, als op een onheilige plaats,nbsp;begraven.
Pd,tri di S. nbsp;nbsp;nbsp;befchouwen nu de dingen die in deeze wyk be-
Faolo. zienswaardig zyn, en buiten de (lad voor de Porta di S. Paolo liggen. Deeze poort wordt zo genaamd naar denbsp;voor de (lad liggende Bafidca di S. Paolo. Zy ligt eennbsp;weinig verder naar buiten als ds oude PortaTrigemina, die
naar
(#) Barcoli kejfc ze zuiver in plaat gebragt. Falconieri heeft z« ook in 't jaar ilt;S6i. voor de befchryvlng der piramide, welke bynbsp;‘t wcik van Narüini gevorgd is , doen graveeren.
-ocr page 109-73
naar de drie Ploratii, welken door de zelve regende drleXH. Wyk Curiatii uittrokken, genoemd werd. Zy heette ook Por'
OJiienfis, omdat de groote weg naar Oftia van daar De poort is maar eenige fchreeden van de pira-inide af. Hier omtrent ftond ook het altaar van Jupiternbsp;¦Inventor, welken Hercules h^m wyde, toen hy zyn osgt;nbsp;fen had weder gevonden.
Uit Procopius blykt, dat voortyds van de poort tot aan de kerk van S. Paolo een bedekte; gang met marmerennbsp;zuilen liep, die van de Pauzen op ’t laatst der zevendenbsp;eeuw verbeterd werd: egter vindt men ’er niet hetmin-fte blyk meer van, maar de geheele weg is met ftruwel-len, ofmuuren van tuinen en kleine kapellen bezet. Opnbsp;de plaats, daar eene van dezelven ftaat, verzogtdeh.Pau*nbsp;lus eens eene Romeinfche Dame, Plautilla, om haar voor-hoofdband, met belofte haar dien weder te geeven. Donbsp;goede Apoftel kon egter geduurende zyn leeven zynnbsp;woord niet houden, om welke reden hy haar na zynnbsp;dood verfcheen, en haar het geleende ftuk weder-gaf.
S. Paolo fuor delle mura is een groot vermaarde Bene-5, Paok. diktyneikerk, en een van de vier bafilic», die in hetnbsp;heilige jaar moeten bezogt worden, zal de godsdienftig-heid van dat jaar eenig nut aanbrengen, waarom zy ooknbsp;eene Porta Santa heeft. Konftantyn de Groote bouwdenbsp;ze op de _plaats waar Paulus het eerfl: van zynen leerling Timotheus, die egter dezelve niet is aan wien denbsp;Brieven gefchreven zyn, begraven is. Theodofius cnnbsp;Honorius bragten ze totftand, waarom men boven een
grooten boog leeft:
Tbeo-
XII. Wyk Rione dinbsp;Rilgt;a.
Tbeodolius coepit, perfecit Honorius anlaitk Dgüoris mundi Jacratam corpore Paulh
In de negende eeuw werd zy, na een aardbeeving, van Leo III. byna geheel nieuw opgebouwd. Zy is na dienbsp;van St. Pieter de grootlle van Romen, dog anders vannbsp;een gothifche architektuur. Haar langte bedraagt behal-ven de tribune 244. en de breedte 140. voet.' Sixtus V.nbsp;deed haar vanboven een plat houten befchot geeven;dog,nbsp;alzo men tegenwoordig zo zeer aan gewelven is gewend,nbsp;zo heeft dit, ongeagt de fchoonheid van het werk, eennbsp;liegt aanzien. De vyf fchepcn der kerk worden door tag-tig pragtige antieke zuilen van Parifch marmer gedragen.nbsp;Eenigen zyn glad, anderen geftreept. De veertig korin*nbsp;thifche zuilen in den middelften gang hebben een hoogtenbsp;van 34. voet uit een ftuk, en zyn tot op het derde deelnbsp;in de kanneleeringen verfierd, ’t welk men by oude zuilen zelden vindt. Onder Benedictus XIV. zyn zy op-gepolyst, ’t welk haar een treflyk aanzien geeft (*). Denbsp;overige groote zuilen beftaan uit graniet, pavonazzettOnbsp;en cipollino. Behalven deezen zyn ’er nog zeftig kleineren , en dertig van porfier aan de verfcheiden altaareiinbsp;der kerk. De voorfte muuren der altaaren, Palliotti, beftaan elk uit een enkeld ftuk porfier. Die van het hoofdaltaar is over de 8, voet lang, en byna 2* voethoog. Denbsp;vier zuilen van ’t zelve foort van marmer, die 't verhemelte boven ’t zelve draagen, zyn 20. voet hoog. Mennbsp;klimt ’er langs twee marmeren treeden op, die in de zy-
de
(#) Deere ruilen ryn van 't graf van Keizer Hadriaan hcrwaard» gebrjgt.
Ripat
ie fchepen liu fpringen. De boogen darvan ruften op XII. Wyk tien buitengemeen groote zuilen van graniet. De archi- R^^.^nbsp;tektuur van ’t altaar is van Honorius Lunglii.
Boven de tribune is een oud mozaïek van Pietro Caval*
Bui, ’c welk Benediflus XIV. weder heeft doen her-ftellen, en de vloer daarvan beftaat uit ingelegd marmer, met veele oude opfchriften, die de geleerde Benedikty-her Cornelius Magarini in een geleerd werk befchrevennbsp;heeft. Het overige van de vloer is in flegten toeftand.nbsp;en paft zeer kwalyk by de pragtige zuilen en den rykdoinnbsp;der monniken van dit klooster. De kapel der h. Brigitta ^nbsp;ter flinkerhand by den ingang heeft veel marmer, en eennbsp;Beeld van decze heilige door Carlo Maderno gemaakt,nbsp;in dezelve ftaat het vermaarde krucifix, ’t welk, zo mennbsp;t'ul, met de heilige drukke zamenfpraaken gehad heeft.
Het mozaïek aan dengrooten boog van ’t fchipis zeer oud en voor eenige jaaren heifteld. Het verbeeldt Christusnbsp;niet de vier en twintig ouderlingen uit de Opsnbaating ,nbsp;en wordt van kenners hoog gefchat. Men belluit, uitnbsp;deze vaarzen,
datPlacidia, een zufter der Keizers Arcadiiis en Hono*' rius, het ten tyde van Paus Leo den Grooten heeft doennbsp;maaken.
De kerk ligt in een moerasligen gi’ond, die wegens de ’’abyheid des Tibers zo vogtig is, dat ’er zig geen fchil-herwerk lang goed houdt. Om die reden vindt men innbsp;de vyf fchepen nog altaaren nog fchilderyen, ’t welk ditnbsp;groote gebouw een woest en akelig aanzien geeft. Bovpn
IV. Deel, nbsp;nbsp;nbsp;Qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ai@e
-ocr page 112-III nbsp;nbsp;nbsp;alleen Jè beeldtenisfen van alle de Pauzen .wef-
Rione di ken Benediclus XIV. van de vyfde eeuw af tot zynen tyd Ri^a. Beeft doen vervolgen, zo dat ’er hier in ’t geheel 249.nbsp;geteld worden. De drie deuren der kerk zyn van brons)\nbsp;en in ’t j'aar 1070 op korten van Burgemeester Pantaleonbsp;Cartelli gegoten, waarom men ook voor een beeldnbsp;knielende heeft afgebeeld. De voorzyde en ’t portaalnbsp;heeft Benedifirus XIII. doen aanloggen, en tegelyk dennbsp;grond rondom de kerk verhagen. In ’t portaal zyn veelnbsp;oude opfchriften, welken Pater Galictti verzameld heeft.nbsp;De mozaïeken aan de voorzyJe zyn van gemelden Caval-lini, die ook in de kerk begraven ligt.
Plet kloorter by de kerk is ruim en gothifch gebouwd. Op de plaats in het zelve ftaan en liggen nog een menigte kostbaare antieke zuilen. In de bibliotheek zyn veelnbsp;handfchriften, met fraaye miniatuuren. Delugtishiernbsp;zo ongezond, dat de monniken het klooster in de heetonbsp;Inaanden ledig laaten rtaan, en zig in dat van S. Califtonbsp;in de ftad begeeven. Alleen eenige weinigen blyven ’ernbsp;te rug, die den godsdienst verrigten, en het kloosterbe-waaken.
S. Paolo alle tre
S. Paclo fl//étre/onts«8 ligt een myl van de voorgaande kerk af, aan dén weg naar Ortia, en droeg voorheen fentane. Jen bynaam ai aquas Salvias. Hier werd de Apostel Pau.
lus onthoofd. Zyn hoofd deed drie fpröngen , en' waar het elke reis neder viel ontrtond een woiiderdaadige fon-t-iu, waarvan deeze door den Kardinaal Aldobratrdinlnbsp;in ’t jaar 1590. riie'uw opgeboüwde kérk haar naam gekregen heeft. By de eerrte fontein ftaat de zuil waaraannbsp;'de Apostelnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\verd. Jakob della Porta is de ar-
chitékt geweest van de voorzyde, die uit ionifche pilas-'*ers en twee atliéken boven nlalkènder b'eftaat, en opdff
99
ïaatfte rust een cirkelagtige gevel. De arcbifektuur is Wyk van fchoone evenredigheden, en heeft een manlyk aan- - Rione dinbsp;zien. Van binnen is de kerk zèereenvouwdie Zy heeftnbsp;maar twee altaaren en drie fonteinen, die byna gélyknbsp;altaaren geinaaktzyn, iedermet een tabernakel en ee'nkfuisnbsp;Voorzien. Op het eens altaar liangt de kruiffiging vannbsp;jPetnis, ten aanzien der tekening en ordonnaritïé eennbsp;treflyk ftuk van Guido Rehi, 'dbg ’t welk zeer geledennbsp;heeft, en zwart geworden is. De altaaren hebben fchoo-«e zuilen van porfier. Inzonderheid ziet men ’eraan datnbsp;Van ’t onthoofden van Paulus, door PafTerotti, een paarnbsp;Van zwart porfier, die baars gelyk hiethebben. Men kannbsp;niet zeggen waar zy gehouwen zyn, vermoedelyk innbsp;Ethiopien, waar het bafalt gevonden werd. De drie
fonteinen hebben marmeren niifen, en zuilen vanver-lt;3e antico.
Scaladel Oie/owordt dus genaarnd omdat de ïi,Scdl(i dst^ Bernhard, als liy eens een zielrin's deed, een ladder zag,nbsp;waarlangs de zielen uit het vagevuur haar den hemel klom-men. De Kardinaal Alexander Farnefe deed ze, volgensnbsp;’t plan van den vermaarden Vipola, optrekken, en Jannbsp;Baptist della Porta bragt het werk in order. De archi-tektuur is aartig, het plan regelfflaatig en natuurlyk, ennbsp;öe veifieringen zyn in eenen manlykcn en edelen finaak.
De deur is in het vooruitfpringend deel der voorzyde, de welke met dorifche pilasters verfietd is, waar bovennbsp;Cen welgeêvenredigde attiek is gebragt. De koepel heeftnbsp;lantaarn, die v/at te zwaar fchynt.nbsp;öe vorm der kerk is vierkant, de muuren zyn in vak-afgedeeld, en volgens korinthifche order verfierd.
De evenredigheden fchynen doorgaans van goeden fmaak, inzonderheid valt het hoofdiluk met zyn dselen wel in ’tnbsp;C anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oog.
-ocr page 114-loo
ZII. WykO°S' nbsp;nbsp;nbsp;tribune des altaars ziet men, in een goed
Rione di mozaïek. Paus Clemens VIII. en den Kardinaal Aldo-brandini. De meester is een Florentyn, FranciscusZucca; die het naar de tekening van Giovanni de’ Vecchi delnbsp;Borgo gedaan heeft. Men houdt het voor het eerlle ftufcnbsp;van goeden fmaak, dat in laater tyden gemaakt is. In denbsp;onderaardfche gewelven deezer kerk is het kerkhof vannbsp;den h. Zeno, waar o.ver de loooo. martelaars zoudennbsp;begraven liggen, die aan de Diokletiaanfche baden gearbeid hadden, en naderhand op bevel des Keizers vermoordnbsp;werden.
S’. Sehas-tiarnt.
S. Sebajiiano alle Catacombe, eene den Ciftenfienferen gehoorige kerk aan deVia Appia, en eene van de zeven voor-naamften van Romen. Konftantyn de Groote ftigtede zenbsp;ter eere van den h. Sebaftiaan, die de plaats bekleeddenbsp;vau keizerlyken PriefeBus cobortum, en onder Diokleti-aan de marteldood geleden heeft. Flaminius Ponzio ontwierp de voorzyde, het portaal, en’t vergulde gewelffel.nbsp;Het hoofdaltaar is van de uitvinding van Giovanni Fia-mingo. De architektuur der kapelle des h. SebaRiaans isnbsp;van Ciroferri. De in ’t graf liggende en met pylen door-fchoten ftatiie des heiligs is van Giorgetti, die de misila-gen van zyn meefler Berninij navolgt, zonder zyn bekwaamheid in ’t overige te hebben. Egter is het vleefchnbsp;aan het beeld zees natuurlyk gewerkt. De kapel van dennbsp;h. Fabianus is van Carlo Maratti, en het beeld des heiligs van Papaleo. Het portaal voor de kerk rust op zetnbsp;antieke kolommen, twee zyn van wit, en twee vangroen-agl'o gevlakt graniet. Oudtyds was hier een oud Christennbsp;grafteken met beelden, dat in ’t Mufco Criftiano van ’£nbsp;Vatikaan gebragt is. Men vertoont hier een fteen,wa3r:nbsp;jji Chriftus het afdrukfel zyner voeten met alle de too'
Vatif
-ocr page 115-quot;'ffl
quot;'ffl
door ITALIË n. ror
i
Ben heeft nagelaten, toen hy den Apoftel Petrus ver-xil. Wyk
Rione di Ripa.
Katakom'
le?i.
fcheen.
|;,fl
Boven de deur die naar de Katakombcn gaat heeft At* tonio Caracci, een neef van -Hannibal, eenige beeldennbsp;op natten kalk gefchilderd. Deeze Katakomben zyn denbsp;vermaardften en grootften te Romen. Zy beftaan uiton-deraardfche gangen, drie of vier voetbreed, zeer diep onderdo aarde, die vermoedelyk in ’t begin gediend hebbennbsp;om ’er zand uittehaalen, en naderhand voor begraafplaat.nbsp;fen van llaaven en arme menfchen, die de kosten van tnbsp;verbranden niet konden goedmaaken. In fommigen de'e-2er gangen moet men gebukt gaan, do meeften egter zynnbsp;*es of zeven voet hoog. Men noemde ze Tombe, Catacombe, Are, en Arenarie. Bolius en Arringius hebbennbsp;2e breedvoerig befchreven, en, behalvendie, zyn’ertenbsp;Romen in ’t jaariyao. twee folianten uitgekomen, dienbsp;ten titel hebben, Offervazioni fopra i Cimeteri de’ Santi Martin üuticbi Crijliani di Roma, Die Tchryvers zoekennbsp;allen waarfchynlyk te maaken, dat de Chriftenen zighiernbsp;ler tyde der groote vervolgingen des nagts opgehouien,nbsp;daar hun godsdienst verrigt, en hun dooden begravennbsp;hebben. Men gelooft dat hier 13. pauzen, en 74000.nbsp;niartelaars liggen.
Aan beide zyden ziet men nisfen van gebakken (leen, eok eenigen van marmeren plaaten, waarin men de martelaars, zo als de Roomfche fchryvers willen, nevensnbsp;de zwaarden, mesfen, of andere moordgeweeren, waarnbsp;roede zy zyn orogebragt, en palmtakken, kruis-, en glazen waarin hun bloed was, plegt tenbsp;hegraaven. Dit is tegenwoordig de onuitputbaarenbsp;bronwel, waaruit alle de reliquien gehaald worden, Welken de pauzen aan de kerken en by andere
G 3 nbsp;nbsp;nbsp;„ ê^s
-ocr page 116-102'
XII- Wykgelegenhe^eH gewoon zyn te fchenken; en deswegea.
Rionedi jjigjj ly den ingang deezer holen den pauslykea vjoekofban. o vet allen die onderftaan, iets het ininftenbsp;daaruit £lt;5 neemen. Men wordt ’er van de geeftelykennbsp;met fakkels omgeleid; veele gangen zyn toegemetfeld,nbsp;op dat men niet verdwaale, dcwyl zy kruislings en dwaranbsp;loopen, en, gelyk men zegt, wel 20. Italiaanfche my»nbsp;len lang zyn. Men vindt verfcheidene zulke Katakominbsp;ben te Romen, b. v. by St, Agnefe; dog deezen zynnbsp;de uitgeftrektften. Wy zullen breedvoeriger over de Ka-takomben handelen, wanneer wy tot die van Napels zul-,nbsp;len gevorderd zyn.
Ghcus De Renbaan van Caracalla ligt tiiflchen de Porta S. Ss-Caracalls. ij^stiano en Capo di Bove tuffchen de via Appia en den weg naar Albano. Fabretti oordeelt dat het de Renbaannbsp;van Gallienus is, dog de meelle oudheidkundigen fchry-ven ze Caracalla toe, en beweeren, dat het dezelve is dienbsp;men op de penningen van dien Keizer ziet (?). Ondernbsp;alle renbaanen kan men uit deeze zig het best een begripnbsp;maaken van de gebouwen, die dienden tot wedloopen opnbsp;wagens of te paard, waarom zy ook HippoUromi heeten.nbsp;Men onderkent het muurwerk waarop het volk zat zeernbsp;duidelyk, zo wel als de fpooren der plaatfen waar denbsp;Spina en te Metce waren.
De niiddellle muur, Spina, die den Circus als in twee Rukken deelde, ligt omtrent 38. voet meer ter flinker,nbsp;hand, alzo aan de regterhand waar de wagens reedennbsp;meer plaats moest zyn. Eer de wagens tot aan den eer-flen eindpaal kwamen, bleeven ’er reeds eenigen te rug,nbsp;bygevolg behoefde de andere zyde, die weer naar de af-
ryd-
f*) Het plan vindt men by Panvliiiiis, de Litdh Circtnpus.
-ocr page 117-103
rydplaats, of de careers;, te rug voerde, niet zo breedte x[[. Wyk zyn* Het oosteinde was op de vyys van een halven cir- dinbsp;kei gebouwd, wellts middelpuiit de eene eindpaal,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ripa.
fcheen te zyn. Men ziet in den zei ven de grc.ote poort, door der welke de overwinnaar in triomf op de Via Ap-pia kwam, en daar tegen over twee kleine torens met gewelfde kamers. De wester eindpaal is van de afiydplaatsnbsp;verder af, op dat de paarden met gelyk voordeel mogtennbsp;beginnen te rennen. De rcgterzyde is omtrent 34. voetnbsp;langer dan de flinker, en de afrydplaatfen zyn niet in eennbsp;legte linie, maar met een bogt, aangelegd. De middel-ftemuur, Spina, was taamlyk boven de Renbaan verheven, op dat de wagens niet aan de op den zelven (taande altaaren, beelden, en obelisken ftooten mogten. Uitnbsp;deeze Renbaan is de obelisk der Piazza Navora geko-inen.
De loge des Keizers, Podium, fchynt ter flinkerzyde tegen over den eerden eindpaal geweest te zyn. Aan alle de kanten des Circus waren drie ryen zitplaatfen voornbsp;de aanfehouwers, en daaronder lag een galleiy, waarinnbsp;zy zig,als ’t begon te regenen, begaven. In het muurwerk ziet men veel holle aarden vaten, ten deele tot be-fpaaring der ticchels, ten deele om’t gewelf ligter te maa-ken, ingemetfeld. Digt by de Renbaan vertoont zig eennbsp;rond, ftevig, en wel onderhouden gebouw, met een vierkanten rand rondom tegen de noordzyde der Renbaan,nbsp;welks gebruik men niet kan bepaalen.
Omtrent de Renbaan lag de Tempel van den God Re-Siculus (*). De Romeinen rigteden dien Tempel op uit daokbaatheid', toen Hannibal zyn op die plaats neJerge-
fla-
Maantrlyk a rldlta, alzo Hannibal te reg trok.
G 4
-ocr page 118-104
R E I S - B O EK
XII. nbsp;nbsp;nbsp;opbrak, en te rug trok, zig verbeeldende,’
Rionedi ongelukkige voortekens befpeurd te hebben. Coriolanus Was een weinig verder van deeze plaats af, aan den La-tynfcheii weg, met het heir der Volfcen, toen hem zynnbsp;moeder en zyn vrouw bewoogen, van zyne wraakzngtigenbsp;oogmerken tegen Romen aftezien. Ter gedagtenis daarvan rigteden ’er de Romeinen een Tempel op voor denbsp;Foi'ttina muliehris.
Capo di ëove.
Capo di Bove beftaat eigenlyk uit een grooten toren, en is een der gedenktekens der oudeRoomfche heerlykheid ,nbsp;die zig het best gehouden hebben. De toren is rond, ennbsp;heeft zo ontzaglyke dikke muuren van groote gehouwennbsp;travertynfieenen, dat ’cr van binnen niets is dannbsp;een foort van een put, waarin de urne, die by ’t Paleis Farriefe aangewezen is, gevonden werd. De torennbsp;rust op een vierkanten voet,insgelyks van travertynfteen;nbsp;boven loopt een kornis rondom, die met wml gewerktenbsp;kransfen en osfenkoppen, waarvan dit graf den naam gekregen heeft, voorzien is. Het daarop flaande gothifchenbsp;muurwerk is modern. De ronde binnenfte ruimte is vannbsp;kegelagtige gedaante, boven was zy gewelfd, en met eennbsp;ftatue verfierd. De fieraaden des torens zyn van goe-den fmaak, en toen alles geheel was, moet het zeernbsp;fchoon geweest zyn. Op de zyde des torens lees^
ineiD
CascilicE O, Cretici
‘quot;V»
Metellae Crasjt.
Het is dan het grafteken van Ca:cilia, eene dogter vaij Metellus Creticus, en gemaalin van CrafTus den Triumvir. in de aliddeleeuwen werd ’er een citadelle van ge-
ïo5r
maakt, en ter zyde een flot met een kerk gebouwd. JVlen XII. Wyk ontdekt ’er nog den omtrek van, waar de weg door he- Ainbsp;nen loopt. Boven den ingang ftond het wapen van Gaë- ”nbsp;tani, en een osfenkop, die, naar gedagte van fommi-gen, dit graf zyn naam gegeven heeft. Toen Romen innbsp;«ie middeleeuwen door borgerlyke oneenigheden gefchudnbsp;Verd, zogten zig de magtigfte families op haar landgoe-«leren binnen oude floten te beveiligen. Op die wys be-magtigde de familie van Corfi om het jaar iioo. de kerknbsp;vanSt, Paulus, en het daarby liggende flot, en deed daarnbsp;uitvallen uit, waardoor de borgers geduurig ontrustnbsp;Werden,
Als men van hier weder naar de poort van St. Sebas-^^ Uriano. tiaan te rug keert, ligt ter regterhand een fchoon dal,nbsp;meer dan een Italiaanfche myl lang, CafFarella genaamd.
Ey dezelve loopt tot aan den Latynfchen weg de kleine rivier Ahno, die naderhand in den Tiber valt. Aan haarnbsp;oorfprong, die jiqiia Santa genoemd wordt, fchryft mennbsp;haar een mineraalifche kragt toe, die de fchurft der beesten geneezen zou, In dezelve plegten de priellers vannbsp;Cybele het beeld hunner Godin alle jaaren eens te was-fchen (*).
S. Urbano wordt, naar een nabuurige hofflede der familie CafFarella, alia Caffarella bygenaamd, en ligtnbsp;niet ver van S. Sebastiano. Men denkt dat dit oudenbsp;bakfteenen gebouw eertyds een tempel van Bacchus geweest is. Het heeft geen andere fieraaden, dan dat hetnbsp;portaal met gekanneleerde korinthifche zuilen voorzien
is.
Van deeze gewoonte vindt men verfcheiden fpoorea by de P®isn. Lucanus ï-egt L, I VS, COq,
St lotétm ^itrvo revocant AlmoTit CjfheUnt^
G 5
-ocr page 120-JIL Wykis. Onder den heuvel waarop deeze kleine kerk fiaatlsj Rionenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bofchje en de fontein van Egeria en der Mufen;
waarin Numa ging, en, gelyk hy ’t volk wys maakte, van de Nymf onderrigtingen kreeg , hoe den nieu.nbsp;wen Roomfchen ftaat goede inzettingen te geeven. (*).nbsp;Men ziet nog tegenwoordig die fontein. Juvenalis klaagtnbsp;reeds, dat men ze te veel opgefchikt, en haar het oudenbsp;eerwaardige aanzien daardoor benomen had (**). Vannbsp;deeze marmeren Ceraaden zyn nog eenige weinige over-blyffels voor handen, naamlyk eene verminkte kwalyknbsp;gewerkte ftatue der Nymf, die deezen oord bewoonde,nbsp;en de nisfen waarin de negen Zanggodinnen ftonden.nbsp;Dit monument maakt een aartig fchilderagtig gezigt, ennbsp;is om die reden door verfcheiden konilenaars afgetekendnbsp;geworden. Het water der fontein werd voor zeer fchooanbsp;gehouden.
Digter by de ftad ligt de kleine kerk van Maria dellt Palme, die, men wil, gebouwd is op de ruineneens tempels van Mars, die vanpalmboomen omringd was. Deeze Tempel lag buiten de fladaan de Via Appia, enwasnbsp;zeer vermaard. Hy ruftede op honderd zuilen, en denbsp;foldaaten plegten hier, als zy in ’t veld een groot gevaarnbsp;oncfiiapt waren, by hunne terugkomst te Romen, hunne
(*) Hlc «hi no6iurnét llmia cmjiituehat anncA,
Nunc facri fontis ucmui ^ ddubra locantur,
In valUm E^frta defcendlmus ^ fpeluncas DijJimiUs veris, ^anto frejlantins ejfe^
Nuraen aqua , viridi fi nbsp;nbsp;nbsp;claf*defet umbrAi
Hcrha * nee in^enunm vUlarint
Juvenalis Sac. II. vs. ly
-ocr page 121-ne T^apenen optehangen, en Marsite \v'yen (1)• Wat dig ju. ter by Romen lag de fontein van Mercurius, uit de wel-, 1nbsp;ks de winkeliers dén 15. Mai water kwamen haaien, onlnbsp;er hunne waaren mede te befprengen. Zy fchreeven hetnbsp;een wonderbaare kragt toe (2gt; Hier omftreeks is ooknbsp;het graf van Horatia te zoeken, die door haar broedernbsp;doorü,aken. werd, als zy hem om het ombrengen haarsnbsp;bruidegoms, die een der Curiatü was, fchamperlyk bejegende. De eigenlyke plaats is egter even weinigte be-paaien, wat daarvan.de Antiquarü zeggen moogen, alsnbsp;de begraafplaatfen van Scrviliusen van de Scipioos, die hiernbsp;t^itrent de Porta Capena lagennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Men ziet voor de
poort, van St. Sebastiaan eenig oud muurwerk, dog waaraan niets kenbaar i$.
D,e Forta di S. Sehastiam ligt omtrent op de zelve Porta .9. plaats, waar eertyds de Porta Capena was, die ook yjppranbsp;genoemd werd,naar dcVia Appia, die hier begon. Dee-ze poort ga.at men uit naar Genfano, een kleine plaats,nbsp;vermaard om haar goeden wyn, By de poort was eennbsp;bron van Keizer Vespaüaan , Lam Fespaftani, waar.nbsp;om zy Madida Coifena genaamd werd. De tegenwcordige
poort
Armat^ue ctim tnlero fort^ •VQÜ-va Catena i
Sxhfiriham falvo grata vmlla viro. Pïopert. IV. 3-
£ƒ aqna Mtrcurti forta vidna Cafenie ,
Si jnvai nbsp;nbsp;nbsp;credere, turnen hahet
UtiC venit tndnltus tunica mtreator, amp; »rna turnt
Ovid. Fsft. V. eyf.
Cicero fpreek 'et van Tusc. Qu. I. ai» f1 egrefut prta Ca-ftna turn CaUtird. Sdficntm , SlJvUilirum, Msfcllorum Ffulra -Me t, rtü^eret futatnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
-ocr page 122-4oR
poort is een oude! boog, dien Nolli, in 2yn plan, den boog van Nero Claudius Drufus noemt. Op elke zydanbsp;Haat een roomfche zuil van marmo cipollino. Boven hetnbsp;hoofdgeftel, waaraan de kornis geheel te niet gegaan is,gt;nbsp;ontdekt men de overblyffels van een gevel. Uit de on-gclykheid der architektuur van den boog maakt men nietnbsp;onwaarfchynlyk op, dat op verfcheiden tyden, vooralnbsp;toen de goede fmaak in verval geraakt was, ’er veranderingen aan gemaakt zyn. Aan de dekftukken bemerktnbsp;men, dat hy eertydsmet marmer is bekleed geweest.
7)e herg Celio,
De PortaLatjna,die omtrent maar 500. of 6oo.fchree-den van Porta di S. Sebastiano af ligt, wordt zo genaamd naar den weg die naar Latium liep, en een van die wasnbsp;welken het meest gebruikt werden. Vlak aan de poort,nbsp;voor dat men ’er uitgaat, ligt ter flinkerhand eenekerk,nbsp;door Borromini op de ruinen eens tempels van Diana ge*nbsp;S.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Giovanni a Porta Latina genaamd. Zy
ni. heeft tien pragtige zullen van graniet, waaronder twee violetkleurig zyn, van een fteen pavonazzetto genaamd.nbsp;In eene kapel, daar vlak aan, zou de h. Joannes in eennbsp;ketel met kokende olie den marteldood geleden hebben.nbsp;Als men van hier naar de baden van Caracaliagaan wil,nbsp;komt men eerst aan eene der oudfte kerken van Romen,nbsp;S Qy^^^j.naamlyk 5. Cefaree, die op het altaar vier fchoone zuilen, twee van wit, en twee van zwart marmer heeft.nbsp;By deeze kerk werd de vermaarde Toro Farnefe gevon«nbsp;den, die in ’t nabuurige Paleis van Caracalia geftaan had.nbsp;Naar dit Paleis droeg de kerk oudtyds den bynaam innbsp;Palatio.
S Nereo nbsp;nbsp;nbsp;muuren dier baden zelven Bgt de kerk S. Nersf
^chilkté « Acbilho, welke de kardinaal Baronius, zo vermaard in de kerklyke gefchiedenis, in ’tjaar 1597. heeft doen bou*
we»
-ocr page 123-wen. Men vertoont in deeze kerk een paar preekftoe-XII. Wyfe ) gelyk men ze in de eerfte Chriften eeuwen plegt tenbsp;gebruiken; een marmeren ftoel, waarop de h. Gregoriusnbsp;IMagnus voor het volk gepredikt heeft: aan den rug desnbsp;ftoels is een ftuk van Z5?n agtentwintigfte Homilia gegra»nbsp;veerd. Vier engelen van zeerifchoon, rood en witnbsp;Afrikaanfch marmer, draagen den tabernakel van’t grootsnbsp;altaar. Belialven verfcheiden andere fchoone zuilen zietnbsp;men nog twee groote porfieren vaten, die 14. voet in dennbsp;omtrek hebben, waarvan het eene voor de kerk, en hetnbsp;andere daarin ftaat.
Van de Terme Antoniane of van Caracalla ziet men Baden mn ter debefchrevene kerk, aan den voet des AventynfchenGaracalia.nbsp;bergs, aanzienlyke overblyffels liggen. Het uitgeftrektenbsp;gebouw dier baden was een der pragtigften van Romen,nbsp;en lag in de twaalfde wyk, Pifcina publica genoemd.
Het had byna 600. fchreeden in den om trek van bin. nennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Men onderfcheidt zeer duidelyk verfcheiden
deelen van ’t gebouw, eene groote plaats, eenige’ zaa-lenomtebaaden, degalleryen, waar de filofoofen en geleerden byeen kwamen, vertrekken daar men watervallen en fonteinen had; in ’tmidden', hooger plaatfen voor denbsp;aanfehouwers der hier gebruiklyke lichaamsoefFeningennbsp;en kleine fchouwfpelsn. Spartiauus verhaalt in ’t leevennbsp;van Caracalla, dat alle toenmaalige bouwmeefters toe-ftaan moesten, niets diergelyks in pragt gezien te hebben , en dat de bekwaamde werktuigkundigen hier dingen zagen uitgevoerd, die men tot dien tyd voor onmoog-
lyfc
(*) Een fchoone grondtekening met naauwkeurige afmeetingen treft ine„ j,ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OtHvris 4'^rihittS»u Plt;r. 175/. op lt;J*
lp- plaat.
-ocr page 124-Xn. nbsp;nbsp;nbsp;gehouden had. .Dff baden waren beter ingerigt dan
Rione di die van Diohletiaan en eenige anderen te Romen. 2y hadden 6co- marmeren zetels , en 3000 menfchen kondennbsp;te gelyk'baaden. Men vond hier eene heerlyke verzame-ling van fbutes, Waarvan de zogenaamde Toro entler-cules ink Paleis van Farnefe tot onzen tyd zyn overig gebleven. De porfieren Itoeleii, waar van wyby’tLateraannbsp;fpraken, zyn hier ook gevonden. De opvolgers van Ca-racalla» Hehogabalus en Alexander leiden nog meer gal-ieryen, en anoere gemakken aan. Nog geen twee een-aven geleden trok men uit deeze baden de pragtigfte mar-, meren-zuilen van ongemeene grootte.
Tegenwoordig is ’er van dit heerlyke gebouw niets meer geheel over. Eenige muuren zyn nog 'taamlyknbsp;hoog, dog zakken allengskeas in. Dit elendig geraamtenbsp;van een eertyds fchoon lichaam is een droevig bewys vannbsp;de verganglykheid der menfchlyke dingen, en dient totnbsp;«iets anders, dan dat ’er de leerlingen van ’t Séminario Romano zlg op heilige dagen met allerlei lichaamsoefFenin-gen. gaan . verlustigen. De afdeelingen en het plan, overnbsp;’t geheel befchouwd, zyn van een goeden fmaak, dog denbsp;•rlfalieten en kleiner deelen beklappen het verval van denbsp;bouwkonst dier tyden. Het Paleis van Caracalla lag ne-yens die baden aan de Fla no^a, eene der beste ftraateanbsp;van oud Romen, welke naar de Via Appia liep. Mennbsp;ziet ’er niet het gei'ingfte fpoor meer van.
S. Grego- ^ftgorid Magno, eene fchoone kerk der Kamaldo-rkMagno-leakts, pp dat gedeelte; van Monte. Celio,'dateertydf Cllvus Scauri heette. Eenigen zyn van gedagte dat hiernbsp;een-tempel .van Bacchus gelegen, heeft- Dog’er is vannbsp;alle de oudheden, federt de kerk- in 1734. vergroot.werdjnbsp;Biets meer over, dan een ftuk van een met verfebéidon
öoor ITALIEN. ïiir
Ripsh
föortcn vr.n marmer ihgélegden vloer. Gemeenlyk geeft^ii. Wyè inénvoor, dat hier ook het huis, waar de b Gregorius Rionedinbsp;Magnus, een beroemde Paus en leeraar der Latynfchenbsp;i^erk geboren en opgevoed' is, geftaan heeft.
De Kardinaal Scipio Bórghefe deed in ’t jaar 1633. do VDorr/de, den trap , en een dubbelden gang, voordeezennbsp;Tempel, door den Roomfchen archifekc Tan Baptid So-rvo, aanleggen. Het portaal heeft beneden iojiifche ennbsp;boven korinthifche pilasters. Alzo het hoog en. op eennbsp;aanzienlyken trap ligt, komt het in ’t geheel wel uit, dognbsp;als het haaiiwkeuriger on derzogt wordt, zyn de pilasters watnbsp;te kort en de gevel te fpits. Eet men in de kerk komt,nbsp;gaat men over een met galleryen omgéeven, en volgensnbsp;ionifche order aangelegde plaats, waarop mén vier tref-lyke zuilen, twee van porta farita, en twee van breccianbsp;ziet. De binnenfte architektuur is afkomftig van een.nbsp;monnik Serratini. Het fchip is wel geëvenredigd, enmetnbsp;èêh fóórt roomfchè züilên voorzien, tütrcbé'n'de welitennbsp;kleine ionifchen voor de fcliepen op zyJe geplaatst zyn.
Ih de vêrliering deezéf quot;kerk' heérfcht géén e'dele fmaak.
De boogen van ’t middellle fchip zyn te laag, en to klein.
In de kapel ten einde der fchepén op zyde, aan de regterhand, is êéiï'’ftük, vê'rbecldénde dén h. Gregorius,nbsp;van Andrea Sacchi; het heeft wel een goed koloriet, dognbsp;niet den aangenaamen toon, die anders iti dè ftiikkennbsp;van dien meester heerfcht. Op hét hoofdaltaar heeftnbsp;Palestra, een fchilder van Veroiia, dén h. .^ndrles, dienbsp;zyn kruis rust, en beneden den h. Gregorius, die ianbsp;éen boek, door engelen gedragen, fchryft, géfchilderd. Dcnbsp;inanier komt eeniglihs by’die van Carlo'Maratti, dog isnbsp;fcet hét Werk vSh dién nleeller op ver eh na niet te ver»
go*
-ocr page 126-112 R E I S' - B O E
Xn. Wyk ge!yken. Op het andere altaar van het fchip op zyde teï
Rionedi
Ripa.
llinkerhand heeft Poinpeo Battoni eenige heiligen ge-fchüderd.dic een Marienbeeld, op een piedcflal ftaande, aanbidden. De karakters in de heiligen zyn fchoon, dognbsp;Maria met het kind is niet edel. Ter zyde vau’t hoofdaltaar brengt eene deur in de van den Kardinaal Salviatinbsp;aangelegde kapel eens wonderdaadigen Marienbeelds. Denbsp;architektiiur is van Franciscus van Volterra begonnen,nbsp;en van Maderno voltooid. Hetilukyan den h. Gregorius,nbsp;die tuflehen twee engelen bezig is . met biefden, is vannbsp;Hannibal Caracd. De zamenftelling is wel van geen by-zondere uitvinding, dog het koloriet zo fchoon, nis ianbsp;weinig ilukken van dien meefter.
Drie In den omtrek van dit klooster liggen drie. op kosten lapelkn. jgj Kardinaals Baronius vernieuwde kapellen, of ideinenbsp;kerken, in dewelken men van eene binnenplaats komt. Denbsp;eerste is aan de h. Silvia, de moeder des h. Gregoriusnbsp;gewyd. In de agterfte ronding heeft Guido een concertnbsp;van engelen gefchllderd, waarin hy, tenaanzienderza-menilelling, niet gelukkig geweest is. De beelden ftaannbsp;legc, zonder verband , en de engelen hebben vioolennbsp;in de hand; egter is het ftuk in groote agting te Romen,nbsp;Het altaar is mettw;ee treflyke zuilen van groen porfier,nbsp;en een van Cordieii vervaardigde ftatue van de h. Silvia verlierd.
Kapel van De tweede kapel is die van den h. Andreas, waarin ‘!^nilrissnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^7*^ homilien zou voorgelezen
hebben. . Zy is de merkwaardigfte van allen, en wegens de treflyke ftukken in frefco van Guido en Domenichinonbsp;vermaard. Zy ftaan tegen malkander over, en dcezenbsp;twee groote konftenaars hebben, als om ftryd,.getragt,nbsp;malkander de loef aftewinnen. Ter flinkerhand ziet mea
deij
-ocr page 127-Ripa.
den h. Andreas, wordende ter dood geleid, van Guido,XII. Wyk De ordonnantie is trcflyk. De heilige werpt zig, zonbsp;dra hy- ’t kruis van verre in ’t oog krygt, op de knien, omnbsp;het aantebidden; de beulen dwingen hem weder opte-Ilaan,-waardoor de fchilder de handeling in’t ftuk ver.nbsp;meerderd heeft. Het geheel zoude misfchien meer be«nbsp;haagen, als het koloriet minder in ’t roode viel.
Op het andere ftuk heeft Domenichino de geesfeling van den h. Andreas verbeeld. De beelden op den tweeden grond fchynen te klein, en de voorwerpen in ’t algemeen wat verftrooid; dog de tekening en uitdrukkingnbsp;niaaken een mecftcrftuk uit. Het kind, ’t welk.ultfchriknbsp;voor het geesfelen zig in de armen zyner moeder verbergt,nbsp;is een aar tig by werk. Den regter, die de ftraf doet uit-Voeren, ontbreekt een edele houding, dog het hoofd desnbsp;Apoftels is fcboon. Het beft van ’t ftuk zyn de beulen,nbsp;waarvan de een den Apoftel geesfclc, en de ander zynenbsp;voeten bindt. De ftellingen van de beelden zyn fcboon,nbsp;alleen hebben zy te vee! van een akademifche tekening.
Domeniehino en Guido fchilderden deeze Hukken om malkander voorby te ftreeven. ¦ Eet werk van beidennbsp;heeft zo veel byzondere fchoonheden, dat men niet ligtnbsp;tusfchen hen vonnisfen kan. Het bywerk, v/aardoor Guido de handeling in zyn ftuk vérmeerdert, is geeftiger dannbsp;dat van ’t kleine kind in ’t ftuk van Domenichino. Guido heeft zyn werk een natuurlyke zamenftelling weetennbsp;te geeven, in die van Domenichino fchynt het verbandnbsp;te ontbreeken, Guido heeft misfchien te veel kiefchheidnbsp;tti de tekening willen brengen, en Domenichino veelligtnbsp;3lleen op de juiftheid gezien, In ’t koloriet zyn zy malkander gelyk. Als men deeze ftukken met opmerkzaamheid befcbouwt, en t’zamen vergelykt, zal men zig mis'
hV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Ij‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchien
-ocr page 128-114
XII. Wvklaatften voor Guido verklaaren. Dewyl deezc Rione ai ftukken onder de meeftorflukken van Romen behoofen,nbsp;doen zig de jonge fchilders vlytig vinden, om ze tenbsp;JtopieereD.
Pe architektuurverfierfels en fchilderyen van eenerlei kleur, die men in deeze kapel aantreft, zyn insgelyks vannbsp;van de uitvinding vanDomenichino. Op het hoofdaitaarnbsp;heeft Roncalli Maria en de h. Andreas en Gregorius ge-fchiiderd. In de Maria heerfcht een aartig karakter, dognbsp;het kind Jefus ontbreekt een edele uitdrukking. Het ftuknbsp;is in ’t algemeen zeer bedorven. Het altaar heeft een paarnbsp;fohoone zuilen van verde antico.
S.Barbara. De derde kapel, aan de h. Barbara gewyd, pronkt met een paar treflyke zuilen van breccia, cn een zitteadnbsp;marmeren beeld van den h. Gregorius-, dat Michaël Angelo heeft begonnen, en Cofdieri voltooid. Het is eennbsp;middelmaatig werk. Onder de flegte ftukken in frefco,nbsp;van Viviani van Utbino, is een beroemd wonder, datnbsp;hier zou voorgevallen zyn. De h. Gregorius had de gewoonte, aan een groote marmeren tafel, die nog in deeze kleine kerk ftaat, dagelyks twaalf arme menfehen tcnbsp;fpyzigen, dog eer.s gebeurde het, dat ’er een dertiendenbsp;by was, naamlyk een engel. Na dien tyd aten ’er altydnbsp;dertien menfehen, en de pauzen, die deeze ceremonie behouden hebben, neemen nog dat getal in agt.(’'‘) By’t uitgaan
uit
(*j Men leeft op gedaf^te marmefcn tafel;
quot;Bis feMS hk Gregerias fafiihnt egenos,
Ayigüsis ^ decirftMS iertim acciih*if» rkan een diergelyke hiftoi'ie van engelen, welke deezen heiligenPauJnbsp;zou wedervaaren zyn, Ichryft men tie verandering in de Pauslykenbsp;mis toe. Want wanneer de Paus zelf de mis leeft, en gezegd heeft»nbsp;Pag! Vtmitii Jit fimper wftftm», zo zwygt bet koorftil, ter ged»?'
-ocr page 129-uit deeze kapel komt men aan eene kleine, waarin ds h. XII. Wyk Gregorius zou geflapen hebben, Wy fpreeken ’er alleennbsp;van, om dat hier een oude zonderling© ftoel bewaard ‘nbsp;wordt, waarop men een hoofd, een kroon, en een vleugel ziet.
De graftekens die eertyds in de oude kerk geweeftzyii Haan nu in goede order op een plaats in ’t kloofter. Datnbsp;van iemant uit den huize Crefcenzi, ter flinker hand, isnbsp;van de aichitektuur van Martin Lunghi , en aan de regeernbsp;zyde ftaat ’er een van Riparoli, waaraan het bronzen basreliëf, met de intreedc van Chriftus in Jerufalem, van Logt;nbsp;renzetto gemaakt is. C')
By S, Gregorio ligt op de andere zyde der flraat, die *iaar della Navicella loopt, de kerk 5. Gmanni e Paelo,nbsp;en wel, gelyk men voorgeeft, op de plaats waar deezönbsp;twee onder Juliaan den afvalligen onthoofde broeders gelt;nbsp;woond hebben. Zy wordt door dertig pragtige zuilen innbsp;drie fchepen verdeeld, waarvan zeftien van zwart graniet,nbsp;twee aan de deur met fchoone aderen, en zes van roodnbsp;graniet zyti: inzonderheid vallen die over het orgel treflyknbsp;in de oogen. By de deur ftaan twee leeuwen van poivnbsp;fler; de vloer is met porder ingelegd, en onder het altaatnbsp;Van denh,Satufninus ftaat een fchoone urne, ook van porfier. Over ’t geheel looort dit altaaj; onder de fchoonen
die
ttnls, dat een* «en engd tlw h. Gtegodus M^nus antwoordde, lt;5* turn ffiritu tm.
(*) In de bibliotheek van 't kloofter worden eenige opfchriften die twee monniken van dit kloofter. Blaft en Sandti, metnbsp;Seleetde aanaierkingen opgebeldetd hebben. Men vindt ze in eennbsp;''quot;^«tk, 't «reik in 175J. te Romen in gr. quarto is uitgegeven, on»
^ dea nbsp;nbsp;nbsp;Odirid S- J. di^ertathties équot;
ar, ri/fgwot intdltas nbsp;nbsp;nbsp;jflk'
Ha
-ocr page 130-XII. Wyk te Romen zyn. De fchllderyen in de kerk zyn van Rione ii Circignano, Triga, en andere, meeft nieuwe meefters.nbsp;Op de muuren van den tuin ziet men eenige zonderlingenbsp;verlteende aanzetfels, die zig in de waterleidingen van ’tnbsp;Aqna Claudia geformeerd hebben.
Op den weg van den deeze kerk naar S. StefanoRoton-do ftaat een oude boog , de boog der burgemeefters genoemd. Men leeft ’er nog den naam van Dolabella op. Niet ver van daar vertoonen zig eenige arcades met do-rifche pilkflers en een hoofdgeftel, welken eenigen voornbsp;overblyffels der Curia Hoftilia, waar zig de Raad by ge-wigtige gelegenheden verzamelde, houden. Dog de ar-chitekunir is 20 liegt, dat men ze naauwlyks voor overblyffels van een openbaar gebouw kan aanzien.
Mons De ber^ Falatinus, liggende tusfchen den Tiber en Cam-Talatims Vaccino, maakt tegenwoordig een deel uit van de
6tl ^
Circus itfa- twaalfde wyk. Voorheen behoorde hy tot de tiende «:imus. wyk. Wy zullen het merkwaardiglle, dat hier om heennbsp;gelegen is, aanwyzen. Onder den berg was een foortnbsp;van grot, Lupercal genaamd , ’t welk Evander omtrentnbsp;1250. jaar voor Chriftus aan Pan heiligde, en te gelyknbsp;de dien God in arkadien ter eere gehouden fpelen invoer-de. Volgens ’t verhaal van Ovidius hield zig de wolvinnbsp;die Romulus en Remus gevoed' had, daarin op; ennbsp;daarom flond zo wel de Ficus ruminalis, als de by ’t Ka-pitool aangewezene groep der wolvin uit brons in de na-buurfchap van dit hol. (*)
Eenigen zyn van meening, dat de Tempel van Jupiter Stator op ’t Forum heeft geftaan; Nardini plaatft hem
wat
¦ (*) Nardini meent, dat het digt by de drie gekann»kerde zullsa van CampoVaccing byitaria Liberatrisi gewteft'is.
-ocr page 131-•wat verder op den weg naar de groote renbaan. Romu-xil. Wylc lus v/oonde op de zyde des bergs, die tegens den Circusnbsp;aanlag, by de trappen, die men Pulcbri littoris gradusnbsp;^fiette. De hut, waarin hy zig als herder had opgehou-^en , bleef veele jaaren ter gedagtenis ftaan. Dionyfiusnbsp;Halicarnaffenfis getuigt, dat hy ze nog gezien heeft, ennbsp;dat zy altyd met dezelve bouwfloffen, als hout en riet,nbsp;herfteld werd. Eindelyk bouwde men op deeze plaats, dienbsp;de zelve was waar de beide tweelingen gevonden waren , een tempel voor Romulus, die nu de kerk van S.
Theodorus geheten wordt,
I;] 1 '!¦
De plaarfen, waar de oude helden der ftad Romen liegt en eenvouwdig gewoond hadden, werden naderhandnbsp;tot pragtige paleizen voor haare tyrannen veranderd. Au-giiftus bezat op denPalatynfchen berg twee huizen, inhetnbsp;eene, tegens hetForumBoarium, was hy geboren, in hetnbsp;andere woonde hy meer dan veertig jaar, zo weinignbsp;pragtig, dat hy zig des zomers en des winters met dezelve kamers behielp. De rcgte plaats is niet bekend; mennbsp;ging ’er egter over den Clivus facer of ViUorics naar toe,nbsp;die ten weften van deezen berg lag.
Tiberius vergrootte het huis van Auguftus, en gaf hetP aids der van buiten een fchoondere architektuur. (f) Toen weel-
de
(*) De geleerde Bianchini heeft in ’t Jaar 1738. t- Verona een byzonder werk met plaaten in folio uitgegeven, II PMax.zo de' Cfnbsp;fari, waarin hy tragt, u't de oude overblyffels die men ’er ziet,nbsp;plan van ’c zeive te geeven. Zyn yver is te pryzcn, dog, aannbsp;den anderen kant, kan men niet ontkennen, dat hy zyner inbeel-^'ngskragt dikwyls den teugef gevierd heeft. De oudebouwmeetlersnbsp;8'Ouden reden hebben, met zyn plan in vecle opz’gten te onvrede tenbsp;zyn,
H 3
118=
Ripa.
XII. Wyk overdaad onder Caligula tot een buitenfpoorigen Jiinne dl graad fleegen, trok hy het Paleis uit tot aan ’t Forum,nbsp;lag trappen en groote galleryen aan, en rigtede zig in dennbsp;omtrek van het zelveeenen tempel op, waarin zyn ftand-beeld van goud ftond, en lag een brug van gemeenfchapnbsp;van daar met het Capitoliujn. Na zyn ombrengen deednbsp;Claudius deéze werken grootendeels weder afbreeken.nbsp;De dwaaze Nero ging met het bouwen tegen ’t zuidennbsp;jiog verder dan Caligula tegen ’t noorden gedaan had, ennbsp;nam niet alleen het gantfche ftuk des bergs tegen depnbsp;Circus maximus, maar ook nog een deel van den Esqui-lynfchen berg in. Toen het groote gebouw, Darnwr rran-fttoria genaamd, afbrandde, deed hy het, onder dennbsp;naam van Domis aurea, veel koftbaarder weder ophouwen, welks pragt Suetonius en Tacitus niet genoeg be-fchryveii konden. Waar zig maar het oog heen wenddenbsp;zag men niets dan goud, zilver, edele gefteentens, elpenbeen, en kollbaarheden, welken de dwingeland mee-rendecls van anderen geroofd had. Allerlei verbaazendcnbsp;foorten van verkwifting waren hier gebezigd. Rondomnbsp;de eetzaalen liepen galleryen, van waar men de gallennbsp;met bloemen en andere welriekende dingen beftrooide.nbsp;Domitiaan vergrootte het Keizerlyke Paleis nog meer,nbsp;cn zogt op veele piaatfen nieuwe fieraaden te brengen, (?)nbsp;Onder Commodus ontflond een zwaare brand in ’tPaleis;nbsp;de fchade daardoor veroorzaakt tragtedenHeliogabalus en
Ale-
(•*) Martialis vleit deezCll oowaardigen Keizer deswegees ©p «cq laage wyze. z,;*. s. tf. je.
Regia fyramdHm, C^far, mlracula yldti ïïae y ^ugujie y tomen y qm yjeriice Jidera petipai ynbsp;Far Amui ufhijed minor efi Ueraine,
-ocr page 133-Alexander weder te herftellen. Het tverd gemeenlyk Se- ju. Wyjf des Imperii Romani genoemd. Dit hecrlyke gebouw werd Rione dinbsp;cindlyk by de plondering der Wandaalen, toen Alarik innbsp;’I: jaar 409. Romen veroverd had , vcrwoeft; alleen blee.
'’Cn ’er eenige overblyffels in de Farnefifche tuinen ftaan.
De Orti Farnefiani, of de Villa Farnefe, behoort den Koning van Napels, als erfgenaam van ’t Farnefifchenbsp;huis, en beflaat byna den geheelen Palatynl'chen berg.
De hoofdingang van ’t Campo Vaccino heeft een portaal vanVignola’s architektuur; het welk, met dorifche zuilen ennbsp;niflen verfierd, maar voor ’t overige van boeiTch werk is. Denbsp;bouwkonft daarvan kan dienen tot een model van een wel-aangelegde poort. By den ingang ziet men onder een verdeknbsp;de bouwftoiFen tot een triomfboog liggen, die zo dikwylsnbsp;een nieuwe paus bezit van ’t Lateraan neemt, wordt op*nbsp;gerigt. Het huis van Farnefe Iiceft den paus, alzo dienbsp;’er een foort van leenregt op beweert te hebben, telkens die eer bewezen. By de Jaatfte bezitneeming in ’tnbsp;jaariyöp- maakte men, ter gelegenheid der oneenighedennbsp;met het huis van Bourbon, zwaarigheid; men ftond eg-ter de oprigting toe, dog het opfchrift werd veranderd.
Ey dit verdek ziet men eenige ftandbeelden, die Pau-lus III. uit het niet ver van hier liggend Amphitheater of ’t Colifeo herwaards brengen deed.
Verder in den tuin is een rondte met haagen omgeeven, in welker niflen middelmaatige ftatues ftaan. Een plattenbsp;trap leidt naar een aartige grot, welker portaal drie arka-des en twee kleine deuren heeft. In dit portaal ftaat eennbsp;heeld van de jonge Agrippina, gekapt als eene Ceres, ennbsp;twee halve beelden van gevangenen, die in de ruinen vannbsp;’t theater van Pompejus gevonden werden. Een Torfonbsp;hgt daar, zonder banden en voeten, geheel ongeagt,
H 4 nbsp;nbsp;nbsp;fghoon
-ocr page 134-12d
Xn. Wykfchoon Winkelman dit beeld voor een der fraaiile lyven Rionetii (jg Oudheid hield. Tivee ideaale koppen, een vannbsp;eene Godin, en een van een inanlyke hull, zyn insge-gelyks ten aanzien der konfl; niet v'oorby te zien. Agrippina is zittend, met over maliianderge-dagenbeenen, verbeeld. Haar mienen en houding bewyzen alle treurigheidnbsp;en zorg. Alzo het hoofd een portrait is, komt het nietnbsp;by de fchoonheden van een ideaal; anders is hetgeheelonbsp;beeld ichoon, het geivaad natuuriyk geplooid, en wegensnbsp;de doorfchynende omtrekkeo van het naakte mecfterlyknbsp;gewerkt. In aanzien der uitdrukking behoort deeze fta-tue onder de beften. De handen zyn aangeniaakt.
Van dit portaal komt men in een vieikante zaal met eene grot in een nis. Het ligt valt ’er van boven in,nbsp;welk eerie goede werking doet; en in ’t algemeen is denbsp;aanlegging van deeze paify vol van fmaak. In de zaalnbsp;niet de fontein Haan verfciieiden ftatues, als eeneGriekinnbsp;met gekruld hair, een Esku!.aap zonder oogappelen , dienbsp;vermoedclyk van een andere ftof geweeft zyn. Dit beeldnbsp;werd op het eiland in den Tiber, waar deeze God eennbsp;tempel had , gevonden , en het piedeftal met het op-fchrift is daar gebleeven. Verder ziet men hier eenenbsp;Venus Callipyge, eene Venus Marina, en de borrtbeel-den van Marcus Aurelius en Commodus.
Op een open terras ziet men een fontein van Michael Angelo, de ftatues van Apoilo, Bacchus, en P’aunus.nbsp;Op den tweearmigen trap, die insgelyks van Michaelnbsp;Angelo is, ftaan twee ftatues van wit marmer, die egternbsp;antiek zyn. Op het bovenfte' terras liggen by de vogel'nbsp;hokken veiTcheiden ftukken van oude hoofgeftellen, ka-piteelen, en zuilen, die meerendeels uiteen tempel vannbsp;Neptunus herkomltig zyn, en toonen van eenen tyd te
W'C-
-ocr page 135-lai
vgt;'ezen, toen men nogbekwaame beeldhouwers had, dogxn. iVyk de goede ünaak in de architektuur reeds in verval was.
Dc fieraaden aan de verdeelingen zyn te veel opgeboopt,
CU bederven het geheele werk.
De tuin is, gelyk de meeften te Romen, naar geen re* geimaatig beftck aangelegd, maar het bovenfte deel daarvan beftaat uit laanen, en kleine bofcbjes, waarin fonteinen liggen. Hy vervalt geheel, en wordt, fedeft hynbsp;aan den Koning van Napels is gekomen, bedroefd onderhouden, Van de hoogte heeft men een fchoon gezigtnbsp;over ’t met oude monumenten vervulde Campo Vaccino,nbsp;naar de overblyffels van den Tempel der Vrede, en ’t
Colifeo, ’t welk hier vandaan een majeftueus aanzien heeft.
in ’t jaar 1720. werd in deezen tuin het bad van ha-Ruinen van guftus, nevens verfcheiden zaaien, ontdekt. Mennbsp;de het navorsfchen verfcheide jaaren voort, en van denbsp;ftatues, basreliëfs, en andere dingen, die men ’er vond,
¦werd een gedeelte naar Parma gezonden , cn de Kardinaal de Polignac kotc ’er een gedeelte van gedtiurend zyn gezantfchap te Romen. (*) Het opzigt over deeze na-vorfchingen tvas den geleerden Bianchini, wiens boek
wy
(*) Deeze Kardinaal heeft zo -veel hierdoor als door andere ftuk* ken, in ’t Paleis van Marius tusfehen Romen en Frafcata opgegra-ven . een treflyke verzameling aangelegd, en die naar Parys gezonden. Een gedeelte van dezelve heeft de thans regeerende Koningnbsp;Van Prulfien voor 90000. llvres. na den dood des Kardinaals, gekeft, en te Charlottcnburg en Sans Souci doen olaacfen. Het ovc-^'¦ge verkreeg de bekende Eranfche beeldhouvrer Adam, en na zynnbsp;W-'Erlyden in ’r jaarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ket te Parys verkoft. Daar onder
Was een fchoone Perfeus, en eene treflyke Venus. Alle de Fran-fchen van fmaak klaagden, dar men zulk een veizame'ing uit het knd gaan liet.
H 5
-ocr page 136-XII. W’yk^'^y aangewezen hebben, opgedraagen, Eens dat hy met Rionedi zyne bedienden in de ruinen bezig was, viel een gewelfnbsp;in, en hy ftortte vyftien ellen diep ter neder. Alzo hynbsp;geen groot leed ontvangen had, eifchte iiy een flambouw,nbsp;en befchouwde het vertrek, dat met fchilderyen in frefconbsp;verfierd was. Hy had eene ligte wonde bekomen, die innbsp;’t begin niet gevaarlyk fcheen, dog egter oorzaak was,nbsp;dat hy twee jaaren daarna, als een martelaar der oudheden, overleed.
Men gaat naar beneden in drie zaaien, welker muuren op fommige plaatfen vyf ellen hoog zyn, en hooger opnbsp;anderen. De midddeifte. zaal is zeer groot, en fcbynttotnbsp;cen voorplaats gediend te hebben. Die ter zyde tegennbsp;’t zuiden heeft aan ’t einde een zwaar metfelwerk, ^n,nbsp;gclyk men meent, heeft zy tot een gerigtshof, of gehoorzaal gediend. De derde ligt geheel vol van puin.
' 'I
Agter deeze drie zaaien liggen in een kleinen moestuin lie zogenaamde baden van Livia, waarin men, dwars doornbsp;cen deel ftruwellen, op eene zeer ongemakkelyke wysnbsp;komt. Zy beftaan uit kleine onderaardfche kamers. Hetnbsp;gewelf der eerde is met loofwerk en verguldfels verfierd.nbsp;De tweede is in vakken met arabesques verdeeld, waaronder drie langwerpige (lukken op natten kalk zyn. Aannbsp;het gewelf ziet men eenige welgetekende beelden, dienbsp;ten deele goud op een blaauwen grond, ten deele blaauwnbsp;op eenen gouden grond zyn. Alzo men met flambouwennbsp;in deeze kamers gaan moet, zo heeft de damp, die ’er doornbsp;de menigte van nieuwsgierigen overvloedig in veroorzaaktnbsp;wordt, gemaakt, dat men weinig meer onderfcheidenkan,nbsp;en binnen weinig jaaren in ’t geheel niets meer zal kunnen zien. Deeze fchilderyen liaan in raamen vannbsp;jafpis, lapislazuli, agaat, en andere kollbaare (leenen,
waar.
-ocr page 137-123
OOR I T A L I E N.
daaruit men van de verbaazende pvagt in ’t f'^CTige^n. Wylc' eenigfins oordeelen kan.
Aan den kant des bergs, die tegens de groote renbaan: ‘i' * aan komt^ üiet men nog twee ryen arcades boven malkan-en gangen, die den berg fchynen omvat te hebben.
Daarboven op liggen de brokken van ’tPaleis, vermengd ®ec allerlei laag bout, dpreden, on taxusboomcn, ’twelknbsp;alles t’zamen genomen een fchiideragtig gezigt maakt, ’Cnbsp;2y men het van den berg zelven, of van den kant dernbsp;renbaan beziet, Men kan zig ^daar de beweegende tuinennbsp;'^an Semiramis verbeelden. De verwiffeling van hoog9nbsp;laage boomen, en gantfche hoopen van brokken,nbsp;blaakt de fchoonfte liggingen, die een landfchapfchildcrnbsp;zyn flukken zou kunnen brengen, De ftraat, dienbsp;langs den muur der Villa door den triomfboog van Titusnbsp;Haar ’t CoUfeo liep, heette oudtyds, naar meening dernbsp;Antiquarii, Vicus Sandalarius,
De Villa Spaday die nu der familie van Magnani hoort, beflaat ook een deel van ’t voormaaligePaleis der'l^-Keizers op den berg. Men vertoont hier een antieke,nbsp;dog geheel vernieuwde balkon, van de welke, zo mennbsp;bieent, de keizers het teken tot het aanvangen der fii.elennbsp;Ib den Circus plegten te geeven. In ’t buis zyn fchoonenbsp;^eskoos, onder anderen eene Venus met twee Cupidoos,nbsp;die uit de fchool van Raphaël £chynen te zyn.
S. MariaLiberatrice is eene kerk, flaande aan den voet^ Maria des Palatynfchen bergs in ’t Caropo Vaccino. Zy wordt LiberaPri-genoemd naar een vermeend wonderwerk, doer Paus‘d®'nbsp;Sylvefter, onder aanroeping van Maria, verrigt. fh eennbsp;l^ol ter deezer plaatfe onthield zig een verfchrikkelykenbsp;draak, die veele menfehen ombragt; de Paus begaf’ernbsp;Signaar toe, en floot met zyn zegel, waarop een kruis
ftond,
-ocr page 138-124
Xll. Wykflond, niet alleen den muil van ’tgedrogt, maar zelfs het Rione dinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pg aartige architektuur deezer kerk is van Ho-
noi^us Lunghi. Het groote altaarftuk en de fchilderyen in de fakriliy zyn van den Franfchen fchilderParocel. Alsnbsp;tnen van hier langs ’t Campo Vaccino gaat, ontmoetmennbsp;op drie plaatfên verfcheiden oude zuilen, van de welkennbsp;boven reeds gewag is gemaakt.
Zuilen uit Vs drie fchoonften ftaan niet ver van de reeds gemel'
den Tempel^Q kerk, en worden door de meeften voor overblyffels
VUJl jU'i'i' nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_
ter Stator. «en Icmpel van Jupuer Stator gehouden, fchoon Nardini zoekt te bewyzen, dat zy van ’t Comitium zyn.nbsp;Zy zyn gedreept, van korinthifche order, (*) en vannbsp;een treflyke evenredigheid. De kapiteelen zyn in eennbsp;groote manier gewerkt, het hoofdgeftel doet van nabynbsp;een goede werking, dog ziet ’er van verre wat lomp uit.nbsp;De grootfle bewonderaars der Oudheid, die alle kleinigheden verheffen, willen hieruit befluiten, dat de Tempelnbsp;opeen naauwe plaats moet geftaan hebben, alzo anders denbsp;de archvtekten zulk een hoofdgeftel niet zouden gekozennbsp;hebben. De- fteraaden kunnen niet volmaakter gewerktnbsp;worden. Men ontdekt ’er ten naaften by den zelven ftylnbsp;in, als aan de overblyffels van ’t Forum Nervx, en denbsp;ionifche zuilen van ’t theater van Marcellus. Deeze drienbsp;zuilen worden n\et regtvoor een der volkomenfte modellen der oude bouwkonft gehouden, en deswegens ook vaonbsp;de goede bouwmeefters voor modellen in aanzien der evenredigheden en fieraaden aangenomen. (?*)
m
(*) In ’t groote plan van NoUi zyn ze No. pz8. aangewezen.
I**) De vcrm.arde Pallado heeft ze nevens andere in ’t Cixnf Vsccino ftaande zuilen in zyn werk over de bouwkonft juiftnbsp;keiid, en wet alle haare evenredigheden befehreven.
-ocr page 139-125
By Bet Tolhuis, tusfclien de befcbreven zuilen'en den XII. Wyfc Tempel der Eendragt, ftaat nog een enkelde gellreeptenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;di
zuil Van korinthifche order, welker kapiteel in lange na zo fchoon niet is als die der reeds befchrevenen. Mennbsp;Weet niet tot welk een gebouw zy behoord hebbe, waarom NoIIi ze ook blootlyk met No. 925. aanwyft, zondernbsp;haar een naam te geeven. Sommigen houden ze voornbsp;eene kolom uit den Tempel der Eendragt, dog het isnbsp;veel waarfchyniyker, dat de agt volgenden daar toe behoord hebben.
De Diftator Furius Camillus, die leefde in den tyd dat de Galliërs Romen belegerden, bouwde reeds eenen Tempel voor de Eendragt, en Konftantyn vernieuwde dennbsp;zelvcn. Hy lag wat hooger dan de grond der Plaats,
Waarop hy Hond, en diende fomtyds den Raad tot vergaderplaats. Men ziet ’er agt zuilen van, zes van de welken de voorzyde uitniaaken, waarop nog een ftuk van den gevel over is. De twee anderen veitoonen ’t beginnbsp;der zuilenry ter wederzyde. De kapiteelen zyn uit dori-fche en ionifche order te zamengefteld, en op alle viernbsp;de zyden zyn llaklynen. Aan de architraaf leeft men,
Senatus Populusque incendio corruptum rejiiluit. De kapiteelen en zuilen zyn van verfcbillende grootte. Het beeldwerk verdient over ’t geheel niet veel lofs.
Verder tegen ’t noorden van den Tempel der Eendragt ftkan drie gckanneleeide korinthifche zuilen met een deelnbsp;Van ’t hoofdgeftel.(*} Zy maaken eenen hoek uit, zodatnbsp;de middelfte een huekzuil fchynt geweeft te zyn. Op denbsp;eene zyde der fries -ftaat reliituit, en op de andere zynnbsp;•flenkoppen en allerlei offergereedfchap uitgehouwen,
die
(¦*) Iso. S2J, In ’£ pjjn van NoIli.
-ocr page 140-12Ó
XII. Wyk‘'i6 effii bawys van de bekwaamheid des meefters geö-Rkne di yen. Men houdt deeze zuilen voor overblyffels eens Tenipds van Jupiter Tonans, in den tyd van Augulliisnbsp;gemaakt, ieboon de architektuur te konllig wil wezennbsp;voor dien tyd, toen men den eenvouwdigen ftyl, en ver-deelingen zonder beeldwerk verkoos.
5. Tsodoro. jtrardini houdt de kerk van S. Teodoro of 5. Toto voor den Tempel van Jupiters Tonans, dog Venuti en anderen , met meerder gronds, voor den ouden Tempel vannbsp;Romulus en Reiniis, waarin de bronzen wolvin ftond,nbsp;die wy in ’t Paleis der Confervatori aanweezen. Men zietnbsp;aan deezen ronden Tempel de oude eenvouwdigheid innbsp;den hoogden graad, alzo hy byna geene bouwkonftigenbsp;ficraaden heeft. Hy was door’t van den Palatynfchen bergnbsp;afloopende met fteenen en aarde vermengde water bynanbsp;vernield, en de kerk laggantfeh woeft, toen Clemens XLnbsp;ze deed herftelien. Aan de tribune ziet men oude mozaïeken, en op het met marmer voorziene hoofdaltaardennbsp;h. Theodorus in ’t vuur door Zucchero.
S. Anojla- Van de by de kerk 5. ^na/ïo/ïa gelegen Plaats, het A'a. Forum boarium genaamd, hebben wy reeds gehandeld.
De kerk is zeer oud van oorfprong, dog onder Urbaan VUL door Arigucci, een Florentyn, nieuw opgebouwd.nbsp;Michael Angelo Cerruti heeft den marteldood der h.Ana-ftafia aan ’t gewelf gefchilderd, en haar ftandbeeld is vannbsp;Hercules Ferrata. Men ziet hier agt oude geftreepte zuilen van pavonazzetto. De eerlle groote boog der kerknbsp;ruft op twee zuilen van rood graniet, en aan den anderennbsp;boog boven het hoofdaltaar liaan twee fchoone zuilen van
Afrikaanfch marmer.
Circus De Plaats der groote Renbaan, Circus Maximus, ligt Maximus, hy S. Anaftafta, en maakt «en dal uit tusfehen den Tiber
en
-ocr page 141-12^
en de Paktynfche en Avent^nfche bergen, dat voorheen XII. Wyk f'allis Martia heette. Tarquinius daed ’er reeds wedloo-pen met wagens en paarden houden, en zitplaatfeh voor denbsp;aanfchouv/ers maaken. De lengte was s.ftadien, of omtrent 825- fchreeden, en de breedte i. ftadie, of 285*nbsp;fchreedcn , behalven de plaats der zitbanken, waarnbsp;300000. menfchen tuimte hadden. Men kent ’er de gedaante van, uit de ligging der tuinen tusfchen S. Anaftalianbsp;en ’t einde van den tuin Orto de' cercbi genaamd,nbsp;en uit eenig oud nog ftaand muurwerk, ’t welk vermoe»nbsp;delyk voer de zitplaatfen gediend heeft.
Auguftus rigtte in deezeBenbaan een obelisk op, Claudius maakte marmeren ftandplaatfen voor de paarden, en deed de eindpaalen vergulden. By den brand der ftad onder Nero leed dit gebouw zeer veel, weshalven Trajaannbsp;bet nog pragtiger berftelien deed; en toen het weder begon te vervallen, moeft Marcus Aurelius het op nieuwnbsp;doen herflellen. Julius Cccfar deed voor de zitplaatfen innbsp;M rond een graft 5. ellen breed graaven, om de aanfehou-wers voor alle gevaar te beveiligen. De plaatfen daar denbsp;paarden Itonden, waren gewelfd, en tvefden op een gegeven teken op eenmaal geopend; daarop begonnen denbsp;'Wagens, waarvan ’er telkens vier waren, te rennen, ennbsp;joegen zeven maal de Renbaan cmi,
quot;Van buiten was de Circus met allerlei gewelfde winkels omgeeven. In dezelven bego^n de pntzaglyke brand dernbsp;ftad onder Nero, die zes dagen duurde, en een grootnbsp;deel van Romen in de afch leide. Eenigen fchryven ’ernbsp;de Oorzaak van aan deezen dwingland toe; ten mindennbsp;^Oonde hy zig zeer wel te vreede by die gelegenheid,nbsp;zeide vaarzen over den brand van Trojen op, en svas ver-fcgugd eene nieuw? ftad te zielen kunnen bouwen, en naar
zyneo
-ocr page 142-XII. Wykzynen naam noemen. Hy zond menfchen met fiambou-Rione di wen, die den brand nog meer vergrootten, wierp ’er naderhand de fchuld van op de Chriftenen, en deed ’ernbsp;eenige duizenden van ombrengen.
De Renbaan was door een langen muur, S/)ina genaamd, die met de twee eindpaalen, Meiae, eindigde, in twee deeleh afgedeeld. Op de €pina Ronden tweenbsp;obelisken. Auguftus deed een paar obelisken, 125.nbsp;Roomfche voeten hoog, uit Egipten komen, en plaat*nbsp;fte den eenen in ’t Campus Martius, en den anderennbsp;in de groote Renbaan. De laatfte brak naderhand, ennbsp;Keizer Conftans rigtede eenen nog grooteren op. Hynbsp;ftaat thans by ’t Lateraan , en die van Auguftus voornbsp;Porta del Popolo. Deeze is hedendaags hooger dan denbsp;ander, beiden hebben zy die hoogte niet, waarvan denbsp;Ouden fpreeken. Vermoedelyk is een ftuk van de on-derftè breedte van beiden verloren gegaan. De Spina wasnbsp;verder met ftandbeelden, altaaren, kleine kapellen, ennbsp;onder anderen ook met het altaar van Confus of den Godnbsp;der raadflagen, bezet. Dit altaar ftond onder den grondnbsp;by den eindpaal, en werd ontdekt, wanneer de fpelen ternbsp;gedagtenis van den roof der Sabynfche vrouwen gehoudennbsp;zouden worden.
In deezen Circus werden niet alleen wedloopen van paarden, maar ook jagten van wdlde dieren, als elefan-ten, tygers, en diergelyken, gehouden. Men telde binnen Romen vyftien renbaanen, waaronder nog het meeftnbsp;die van Caracalla in wezen is; dog deeze overtrof-zenbsp;JTelahrum, allen in den omtrek.
Het Velahnm lag tegens ’t noorden voor de groote Renbaan. Het was in ’t begin een klein meer, dat denbsp;oude Tarqiiinius deed droog maaken, Een deel daarvan
LS'
-ocr page 143-behield den ouden neam, en is dezelve plaats waarop XII tVpk S. Giorgio in Velabro ftaat. Bv de plegtige fpelennbsp;in de groote Renbaan vrerden van t 1'orum over tnbsp;Velabrmn en ’t Forum Boarium tot in de F..enbaan om-S^hgen gehouden.'
De Boog van Janus, Cf de Tempel van dien God, lag De Bco^ by gemelde kerk van.S. Giorgio. Hy beftaat uit vierƒ*”*'¦**•nbsp;boogen en even zo veel zyden; vermoedlyk diende hynbsp;tot verzamelplaats van kooplieden en andere perfoonen,nbsp;die malkander ergens vinden wilden. Eenigen meenen,nbsp;dat het dezelve geweeft is, welken Livius aan Stertiniusnbsp;toefchryft. De architektuur fchikt zig gedeeitelyk totnbsp;een begraafplaats; ten deele beter tot een triomfboog.
Aan de hoeken ftaan vier fterke pilaars, en tusfehen eb be twee altyd een boog, zo dat men in ’t midden van ’tnbsp;gebouw naar de vier wercldgedeeltens zien kan. De ge-hcele hoogte van onderen tot aan het bovenfle muurwerknbsp;boven de kornis; dat van laater tyd fchynt te zyn, heeftnbsp;twee ryen niilen boven malkander, die door een kornis;
Van malkanderd afgezonderd zyn. De ordonnantie van dit monument is goed; de evenredigheden tusfehen denbsp;'inuuren en bOogen, tusfehen de hoogte en breedte, verdienen goedkeuring; Dog uit de ficraadcn ontdekt mennbsp;het afneemen van den goeden fmaak en de bouwkonft;
De Boog der Goudfineden ftaat naby den voorgaanden,
wel by de kerk van S- Giorgio. Deeze kleine triomf-Gead,''”** die eene vierkante opefiing heeft, werd voor Sep-'*^quot;'
^‘*niu3 Severus en zynen zoon Caracalla door dat gild op-^'^’'igt. De architektuur en het beeldwerk beklappen oe-hen flegten fmaak. Het epfchrift zegt, dat hy aan ’t einde van 't Forum Boaijum geftaan heeft,
ly. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Men
-ocr page 144-XII. Wyk, Men denkt gcmeenlyk, dat de kerk van S. Giorgio in Riono p’elahro in de zesde eeuw op de ruinen van de Bafilicanbsp;Sernpi'onius gebouwd is. Van ’t oude muurwerk zietnbsp;f j VülbroP-'^'^^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ronden toren. De kerk werd in
’t begin deezer eeuw vernieuwd. Zy praalt met twintig trcflyke zuilen, waaronder twaalf van Egiptifch graniet,nbsp;vier gekanneleerden van Parifch marmer, en vier kleinderennbsp;by ’t groot altaar van zwart graniet zyn. Ter zyde ftaatnbsp;nog een vierkant ftuk cens muurs, ’t welk de Antiqua-rii, die alles willen verklaaren, voor een ftuk van’tnbsp;huis van Numa uitgeeven.
Foriteinvan De Fontein, die naar de nabuuïige kerk den bynaam S. Gto?ge.^.^y^ g_ Giorgio bekomen heeft, tvas de eertyds beroemde bron van Juturna. Men heeft ’er thans een fabrieknbsp;van bordpapier aangelegd. Het water loopt naderhandnbsp;onder de aarde heen in den Tiber. Dionyfius Halicar-naffenfis fchryft in zyn 6. boek, dat het Lacus Juturnrenbsp;aan den voet des Palatynfchen bergs lag; egter willennbsp;cenigen deeze fontein voor iets anders houden.
Cloaca IS iet ver van S. Giorgio by den boog van Janus ziet maxiriM. jjjgp jjgn ingang van een gewelf, dat 375. fchreeden on-der de aarde voortloopt, en in den Tiber uitkomt. Ditnbsp;is de Cloaca maxima van ’t oude Romen. De kanaalennbsp;of rioolen ter afvoering der onreinigheden uit de ftad,nbsp;tegenwoordig Cbiaviche genaamd, behooren onder denbsp;fchoonfte borgerlyke fchikkingen der Romeinen. AÜ^nbsp;kenders moeten het werk der gewelven bewonderen/nbsp;want die zyn uit groote ftiikken van gehouwen fteenennbsp;t' zamen geftcld, zonder door kalk te zyn verbonden-Voor dat deeze gewelven te veel met puin toegeftop*'nbsp;waren, zou ’er plaats voor een wagen, om ’er doornbsp;ivden, in geweeft zyn. Meer diergelyke rioolen
iw de laage gedeeltens der ftad tiisfchen de Palatyirfche, XU. Wyk, Kapitolynfche, en Quirinaalfche bergen, geleid. 2y Rimie dinbsp;vereenigden zig allen ten laatllen in de Cloaca maxima,nbsp;die daarom van zo grooten omtrelc zyn moeft. De oudenbsp;Tarquinius was de eerfte aanlegger daarvan. Naderhandnbsp;¦werden ’er meer bygevoegd, en de ouden vergroot.
Agrippa vermeerderde ze zodanig, dat Plinius zegt, dat hy onder Romen byna vaarbaare rivieren heeft aangelegd, die alles wegvoerden wat haar in den wegkwam. (*)
Men fchryft hem het kanaal toe, dat het water van de Pontein di Trevi by Ripetta in den Tiber voert.
De kerk S. Gircanni Battijla dscollato behoort aan de s. Giovanni hroederfchap della Miferkerdia, die uit Florentynen be-ftaat; en wyl zy op zig genomen hebben alle misdaadi-Sers ter dood te begeleiden, is daaruit het Roomfchenbsp;fpreekwoord geboren, dat het niet goed is de Florenty-ïiers voor en agter zig te hebben. De altaaren der kerknbsp;hebben fchoone zuilen van bniin marmer, en goedenbsp;fchilderftukken van Salviati en andere meefters. Denbsp;liefhebbers van fchilderyen kunnen ook de digt daarbynbsp;Selegene kerk van S. Eligio, die op de plaats der oudenbsp;Vifchmarkt, Forum pifcatorium, ligt, bezigtigen.
S. Galla heette eertyds Maria in Portico, wyl zy een S. Galla', deel beflaat van den ouden door Auguftus voor zyn zullernbsp;Schouwden Porticus OBavite. De voorzyde is van Mat-drias de Roffi. Men zi^t ’er twee engelen van gips.
van Bernini, die tot model gediend hebben aan die,
'^'elken, van brons gegoten, in de kapel van ’t h. Sa-^tainent der Pieterskerk zyn. By de kerk ligt een groot *'°fpitaal voor armen, die geen heenkomen weeten.
5. Nic'
Uljit ZZrtt, l, ^5, (, !ƒ,
I 2
-ocr page 146-Xir. Wyk, S. Niceolo in careers heeft dien bynaam van de oude
Rione di gevangenis des Decemvirs Claüdiiis g’ekreegen, waarin Ripa.
S. Niccolo, in cm cere.
eene dogter haar moeder een tyd lang met melk uit haar boiften onderhield, alzo zy haar geene fpyzen brengennbsp;dorft. (*) ¦ De kerk heeft Takob deila Porta met eennbsp;goede voorzyde voorzien. Zy rufl op vier fchoone zuilen van wit marmerj en vier van Afrikaanfch, die uit eennbsp;tempel van Juno herwaards gebragtzyn. Onderbet hoofdaltaar is een zeldzaame zark van zwart porfier, met tweenbsp;Egyptifche koppen. I-Ict altaar van 'th. Sakrament is va»nbsp;Baglioni; ook komt het fchilderftuk van hem.
Tijeater Van Mar-eclius.
De ruinen van ’t Theater van Marcellus liggen meeren-deels op den grond van ’t Paleis van Orfini en de daarby behoorende gebouwen , tegen Piazza Montanara. Innbsp;oude tyden ftond daar de van Numa gebouwde Tempelnbsp;van Janus. Augullus trok het gebouw, ’t welk 378.nbsp;voet in de middellyn had, op den naam van den jongennbsp;Marcellus op. Een deel der gangen, die rondom denbsp;zitplaatfen liepen, beftaat nog; bet overige, en ’t toneel, zyn weg. Balthafar van Perugia, een tydgenootnbsp;van Raphael, leide het Paleis Savelli op de ruinen aan.nbsp;Aan het overgebleven ftuk ziet men twee ryen arcadesnbsp;boven malkander, die bèneden van ionifche, en boven
van
(*) PUnius /. 7. c. 35. voegt ’er by, dat men ter gedagtenis dee-zer daad op de plaats der gevangenis eon tempel aan de Pktxs ge' boinvd heeft, waar, in zyn tyd, het theater van Marcellus ftond-Anderen verhaalen, dat dê dogter op die wys haafen vader innbsp;leeven behield, en verwarren het geval veelllgt met dat van Cimot'nbsp;tC Athenen. Ondertusfehen kan bet zyn, dat.uit dat verwarren ^nbsp;benaaming, van Canta Komana ontftaan is, welke men in Icalien et*nbsp;Fxankryk aan alle die ftukken geeft, welken eenen ouden mannbsp;’«gevangenhuis, wienzyne dogtcide borft toereikt, verbeelden-
-ocr page 147-133
doïifche order zyn. De benedenfte arcades liggen XII-Wyk, nevens de dorifche zuilen half in de puin begraven. Dc
1 nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ivipa-
KOrnis en de kapiteelen der laatften zyn byna te niet gc-dog de ionifche kornis heeft zig beter gehouden.
In de benedenfte arcades zyn meeft winkels aangelegd.
Uit de weinige overblyffels kan men wel opmaaken, daC het gebouw van den tyd is toen de fmaak der architek-tuur te Romen het zuiverfte was; dog zy zyn niet voldoende om daaruit een naauwkeurig plan te ontwerpen.
Het moet egter een pragtig werk geweefl: zyn, als men zig óp de daarvan door Serlio en] Desgodets gegevennbsp;grondtekening verlaaten kan. (*) De zullen hebben fier-lyke eu edele evenredigheden, wel gefchikte uitfpron-gen en fchoone kapiteelen. De nieuwe bouwmeeftersnbsp;kiezen de by dit Theather aangebragte evenredighedennbsp;mcerendeels tot hun rigtfnoer, als zy gebruik maakennbsp;van dorifche cn ionifche zuilen, inzonderheid wanneernbsp;zy ze boven malkander plaatfen.
Hét Paleis Orfini behoorde eertyds aan de familie van Paleis Or-Savelli. Eenigen meenen dat het Theater van Marcellus-/*’”’ by de borgelyke oneenigheden der middeleeuwen in eennbsp;foort van flot, om zig te kunnen verdedigen, veranderdnbsp;is geworden, en dat daaruit dit Paleis ontftaan is. Opnbsp;de plaats in het zelve ziet men twee groote zarken met
bas-
(¦^1 Hun ontworpen grondtekening is rond, daarentegen is die,
'’•'elke Nolli in zyn groote plan van Romen geeft, ovaal. Als laatfto juifl: was tou men veeleer kunnen opmaaken, dat hiernbsp;amphitheater geftaan heeft , alzo de amphitheaters eene lang-¦''’erpige, en de theaters eene ronde gedaante hadden. Dog ditnbsp;ftrvdt regen de pliatfcr. der Ouden, volgens de welken het hier ge«nbsp;legen heeft.
I 3
-ocr page 148-XII. nbsp;nbsp;nbsp;Wyk, basreliëfs, en een over .,den' ingang, waarop fchermers,,nbsp;Rione di jjet wilde heeften vegtcnde, zyn uitgehouwen. Boven de
deur der zaal is een basreliëf van den boog van Marcus Aurelius geplaatft, waarop men dien Keizer verbeeldnbsp;ziet. In de kamers is, behalven verfcheiden buften, eennbsp;merkwaardige ftatue van Cajus Popilius. Het Paleisnbsp;praalde eertyds met heerlykc fchilderyen, waarvan egternbsp;niet veel meer voorhanden is. Ondertusfehen treft mennbsp;nog onder anderen volgende goede ftukken aan; eenennbsp;h. Hieronymus van Domcnichino; twee koppen vannbsp;Hannibal Caracci; de intreede van den Prins Savelli,nbsp;buitengewoonen Gezant des Keizers aan Paus Paulus V.nbsp;van Tempefta; zyn gehoorkryging by denzelven, vannbsp;Pieter van Cortona ; het gaftmaal dat de Paus hemnbsp;gaf, van Domenichino; een h. Hieronymus, en eennbsp;Alexander de Groote, van Caravagio.
DE DERTIENDE WYK DER STAD ROMEN.
gt;
Rione di Traflevere.
XIII. nbsp;nbsp;nbsp;Wyk De twee laatfte wyken van Romen liggen ten weftennbsp;Rione di Jgj Tibers, en daarom draagt de dertiende byzonderlyk
’ den naam van Jraftevers. Zy ftrekt zig uit van Porta di S. Spirito, welke tegen ’t noorden, als men van Pontenbsp;S. Angelo komt, ligt, tot aan de haven Ripa grande,nbsp;of de Poita Porto fe.
Het grootfte deel deezer wyk ligt op en aan den berg Janiculus, waarvan Ancus Martius bereids eennbsp;deel binnen de ftad trok. Het werd in oude tyden,nbsp;gelyk nog hedendaags , meeft van flegte lieden bewoond. Daar woonden veel ftoddraagers, Le3icariigt;
-ocr page 149-135
vlsfchers, looyers, en andere ambagtslieden; 00k wer-Xlll.Wyk den hier de llaavei vcrkoft. Men houdt tegenwoordignbsp;de Trafteverynen voor booze, ruwe, liftige hnaapen;
andere Romeinen zien hen met veragting at.n, en neemen het byna als een fchimp op als men hun disnnbsp;naam geeft. Zy maaken, oin zo te fpteeken, eennbsp;byzonder volk uit, en zyn van ouds af rufteloozenbsp;koppen geweeil,
Aan ’t noorder eind der wyk Traftevere ligt de Porta pgfta diS, di S. Spirito, anders del Borga genaamd, welke XJx-Spirito.nbsp;baan VIII. door Sangallo deed aanleggen, toen hy ditnbsp;deel mede tot de ftad trok. Van deeze poort gaat eennbsp;fchoone lynregte ftraat byna 1800. fchreeden lang totnbsp;aan de van Julius II. aangelegde Porta Settimiana.
5. Onofrio behoort den Hieronymieten, en is eenc^_ Onofrio, merkwaardige kerk. Buiten boven de deur ziet men een ^nbsp;Marienbeeld, ’t welk voor een ftuk van Domenichino.nbsp;gehouden wordt. In de .andere kapel ter regterhand, dienbsp;aan Maria van Loretto geheiligd' is, heeft Plannibalnbsp;Caracd het altaarftuk gefchilderd. Behalven dit heeftnbsp;de kerk nog andere merkwaardige Hukken. Buiten dennbsp;bekenden Engelfchen fchryver Bardai liggen hier tweenbsp;der grootfte Italiaanfche digters , naamlyk Torquatonbsp;Taffo en Alellkndro Guidi begraven. In plaats dat mennbsp;deezen grooten digter heerlyke gedenktekenen heeftnbsp;opgerigt, leeft men alleen op eenen fteen, op den grond,
de woorden:
Torquati 'fajft oja htc jacent ; boe ne nefcius effer Mpes ^ fratres bujus Ecolefice P. P. lóoi. Ol mnbsp;1595-
Es-
-ocr page 150-XtIT. Wrk Egter heeft men op den wand een lang opfchrift ter Rins dl xyjier eerc uitgehouwen. Digt daarby ligt, overeenkom-'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' fbg zyner begeerte , Guidi, even zo gemeen, dog
jnet een niet minder lang opfchrift begraven.
In de bibliotheek van ’t kloofter vertoonen de monniken niet alleen het borftbeeld van Taffo, maar ook zyn fchryfgereedfchap, en, een kleinen aarden pot. Op denbsp;plaats van binnen treft men fchoone fehilderftukken aan.nbsp;De vier eeiflen verbeelden het leeven van den h. Onu-phrius, er zyn van don Ridder d’Arpino, de overigennbsp;van Slrada en andere meefters. Men ziet hier ook eeiinbsp;Maricnbecld van Leonard da Vinei. Onder de buitenftenbsp;gallery heeft Doinenichino drie ftiikkcn, verbeeldendenbsp;den h. Hieronymus, gefchilderd, cn in cene met marmernbsp;fraai verfierde kapel ziet men eene geboorte van Chriftusnbsp;door Frandfeus Rdffano.
riooger op den Taniculus ligt een landhuis van den Hertog l.enti, van de architektuur van Julius Ronianus,nbsp;van wien. of ten minften uit wiens fchool veele fres-,nbsp;koos in dat gebouw zyn, Ook zyn ’er eenige basreliëfs,nbsp;waaronder inzonderheid een treflyk gewerkte urne.
Paleis Sal-
riet Paleis Salviati ligt aan de ftraat della Lv.n^ara, en jj, volgens de prehitebtuur van Nanni di Baccio Bigio,nbsp;pen riorcntyn, gebouwd. Het behoort, ten aanziennbsp;yan de fchoone plaats en do vertrekken, onder de tref-lykile paleizen der Bad, cn verdient uit hoofde derheer-lyke fchilderyen bezien tc worden. De yoornaamftennbsp;ftarvan zyn de Zangberg en de negen Zanggodinnen van
Tin-
(*5 In het opfchrift (Iaat: Ut, rjmd ille t'tth haluerat, popi v-tigmt Torpati ctneres conyihfceret. Guidi overleed in ’t .jaarnbsp;ip zyn «3. jaar.
13?
Tintoret: een groot fluk, verbeeldende de twee ge-xt!I.Wyk zufters Maria en Francifca Salviati, door Francifcus Fu-
^ nbsp;nbsp;nbsp;Trs/ffyere.
rini, Waarvan de eerde de moeder was van Cosmus, eer- •' den Groothertog van Toskanen, en de andere van Pansnbsp;Eco Xl. De opwekking van Lazarus, door Tintorct.
Eene Magdalena, van Hannibal Caracci, en een andere van Gnido. Chrillus met de drie Mariaas van Paul Ve^nbsp;ronefe, eene Maria van Sebaftiaan del Pioinbo , eenenbsp;diergelykc van Leonard da Vind, JoanJres in de woeftynnbsp;van Bronzino, vier hiftorien uit het oudeTeftamentvannbsp;Andrea del Sarto, Chrillus gaande naar Golgatha doornbsp;Sodoma, Chrillus aan 't kruis van Bronzino, Gregorius XIII. nevens zyn neef, twee hooggefchatte Hukkennbsp;van Domenichiuo. In de gehoorzaal heeft Morandi Ce-phalus met Aurora, cn Thefeas met Ariadne, aan de zoldering gefdiildcrd. In de kapel is het gewelf van Sal-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;x
viati, en ’t altaarftuk nevens de wanden van Santi di Tito.
Het Palds praalt ook met een aanmerkclyke menigte van Itandbeeldcn en marmeren bullen. De laatllcn be.» •nbsp;loopen een getal van zes en twintig. Onder de ecrllennbsp;zyn voornaainlyk goed, eene Venus, een fdroone fater,
Bacchus, Jupiter, Apollo, cenige Mufen, Nymfen cn Vellales. Als eene zeldzaamheid ziet men een antiekenbsp;kraan van brons, die in den tuin van ’t Paleis is op-gegraven.
Ld Farnefina, of Piccolo Farnefs, of Palazzo Farncfe Hot Jtleint *lla Lungara, tot onderfcheiding van ’t grootc Farnefi-fche Paleis, was eertyds een foort van landhuis der prinsen van Farnefe. Het is iiit hoofde der Hukken van Raphael byna het vermaardlle van alle de Roomfche paleizen, ten minHen zal ’er niet ligt een boek over defchil-
I 5
-ocr page 152-158
REIS-BO EK
XIIJ. Wyki^crkonft, of de andere konften, zyn, waarin dit Paleis
Rione di niet gedagt worde. In de oude boeken wordt het Palaz-•Ira teveve, nbsp;nbsp;nbsp;j i
zo Cbigi genaamd, om dat het een ryke bankier onder
Leo X. door Balthafar Peruzzi heeft doen bouwen. Het
behoort thans den Koning van Napels, en ligt in de na-
buurfchap der voonnaalige tuinen van Keizer Geta. Het
gebouw beftaat uit een middeliluk met twee vleugels, en
is van goede architektuur.
Door den hoofdingang komt men eensklaps in de zaal, waar zig de groote Raphael door do Vergadering der Goden en de vermaarde bruiloft van Pfyche heeft vereeuwigd. Zyne leerlingen Julius Romanus, Raphael dalnbsp;Colle, Gaudentius I’errari, Penni of il Fattore, hebbennbsp;hem’er de behulpzaame hand in geboden. De zoldering isnbsp;verwulfd, waaruit hoeken en vakken ontdaan, welkernbsp;ribben met bloemkransfen op een blaauwen grond befchil-derd zyn. In deeze driehoekige vakken ziet men vier ennbsp;twintig fchilderyen, of groepen van beelden en kinderen,nbsp;en het groote middelvak befiaat uittwec vierkante hoofd-fchilderyen.
Over ’t geheel moet men van deeze geheele gallery zeggen, dat de zamenftelling voortreflyk en in den antieken fmaak is. De tekening kan niet naauwkeurigernbsp;zyn, dog het koloriet valt een weinig in ’t roode. Denbsp;gallery heefc veèl geleden, eer men glazen in de ope-ningen Relde. Men droeg Karei Maratti het herftellennbsp;der fchade op; dog hy heeft de agtergronden doorgaansnbsp;te blaaiiw gefchilderd, waardoor zy te veel van de beelden affieeken.
Van gemelde vier en twintig driekantige Rukken Haan ’er veertien in de hoeken van ’t gewelf, en verbeeldennbsp;Cupidoos, die vcrfcheidcn eigenfehappen van Goden
draa-
-ocr page 153-139
draagen. 2y bewyzen de viugtbaarheid van ’s meeftcrs XIII-Wyk geeft in de afwifteling der ftellingen, dog zyn voor kin-deren te gefpierd getekend. By hen ziet men vogels en ,nbsp;dieren, als zinbeelden der Goden, welker eigenfchaprnbsp;pen zy draagen. De dieren zyn van Jan van Udine.
Wy beginnen de befchryving met het cerfte ftuk ter fiinkerhand by dén ingang. Een Cupido voelt met zynnbsp;vinger of zyn pyl wel fcherp genoeg is. Op de eenenbsp;zyde ziet men een Cupido in de wolken, en op de andere een paar vogels die trekkebekken. 2. Een Cupido,nbsp;van fchoone uitdrukking, met den blixem van Jupiternbsp;Cn den adelaar. 3. Een andere met den drietand vannbsp;^'eptuun en watervogelen. 4. Twee Cupidoos, waar-,
Van de een Pluto’s gaffel, en de andere den Helhond houdt; als tot Pluto’s eigenfehappen behoorende zietnbsp;men vledermuizcn. 5. Een Genius, draagende den degen en het fchild van Mars, nevens roofvogelen. ö.Eennbsp;kind, draagende den boog cn pylkoker van Apol; op dcnbsp;cene zyde is een zwaltnv, en op de andere een grypvo-gel. 7. Een Cupido met den vreedeftaf van Mercurius,nbsp;drie ekfters, als zinbeelden van de dievery en fnapagtig-heid. 8. Een Cupido met een wynftok en ranken, begeleid van een panther, eigenfehappen van Bacchus.
S- Een Genius met de fluit van Pan; een uil door andere vogels aangetaft. ro- Een kind, dat een fchild en een helm draagt, ter zyde een roofvogel, en twee vogels vegtende om een kapelletje. II. Een ander kind,
^‘Et een helm en fchild. 12- Twee Cupidoos, lleepen-den knods van Hercules; beneden een Harpy met vifchftaait. 13. Een kind met de tangen den hamernbsp;van Vulkaan, een zwaluw, een falamander, en drie
kleine
Xlir. TVyk kleine vogels die een krekel opeeten. 14'. Een Cupido^ Rione di genen leeuw en een zeepaard geleidende.nbsp;raj ever .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;andere driehoekige ftukken Haan boven de pi-
kfters, en verbeelden,
1. nbsp;nbsp;nbsp;Venus, die Pfyche aan Cupido wyft, op dewelkenbsp;hy aanlegt; dog men moet de Pfyche ’er by denken, wantnbsp;zy is niet in ’t fluk. De zamenftelling is zwak, dog donbsp;tekening fchoon.
2. nbsp;nbsp;nbsp;Cupido, die in weerwil zyner moeder, op Pfychenbsp;verheft, wyft haar aan de Bevalligheden, op dat zy zynenbsp;keus bewonderen mogen. Pfyche is weder niet in ’tftuk.nbsp;De Bevalligheden zyn fehoon gegroepeerd, en van tref-lyke omtrekken, dog Cupido fcbynt ’er niet wel medenbsp;verbonden, en maar ’er in te zyn, om eene plaats tenbsp;vullen. Eene der Bevalligheden is blond; de anderenbsp;eene bruine, en de derde tusfehen beiden. De toonnbsp;in de vleefchkleurcn is zeer aartig verwÜTeld, en by denbsp;eene meer bloedryk dan by de andere. Inzonderheid bewondert men den rug der eene. In ’t koloriet van Cupido is niet zo veel konft; hy fchynt zo rood als eennbsp;kreeft, en ftyf in de tekening.
3. nbsp;nbsp;nbsp;Venus, die zig by Juno en Ceres beklaagt, dat zynbsp;haar Pfyche verbergen. Het beeld van Venus is fchoon,nbsp;gelyk de Godin der liefde zyn moet. Het karakter innbsp;haar boofd is groot en vol van uitdrukking. Mennbsp;ziet dat Juno haar aantwoordt, en Ceres alleen aan-dagtig luifteit. Het kapfel der drie Godinnen kon nietnbsp;fchooner zyn.
4. nbsp;nbsp;nbsp;Venus gaat naar Jupiter, om hem te bidden datnbsp;hy Pfyche ftrafte. Zy zit op eenen wagen met viernbsp;duiven befpannen , die maar aan een draad trekken,
Vc-*
-ocr page 155-141
Venus is fraai getekend. De wagen heeft wel een an-XIII. Wylc tieke gedaante , dog valt niet behoorlyk in de oogen. Rione dinbsp;kapfel der Godin ftaat wel, en gelykt naar dmnbsp;«Ier hedendaagfche Napolitaanfche vrouwen omftreeksnbsp;ilola en Gaeta.
5. nbsp;nbsp;nbsp;Venus bidt Jupiter Pfyche te ftraifen, met de houding van een menfeh, dat ergens met yver om verzoekt. Het is niet de Jupiter van Homerus , métnbsp;zwarte hairen, maar hy heeft wit hair en een groenennbsp;baard. Hy zit op den adelaar, met den blixem ondernbsp;den arm, en fchynt over haar klagten aangedaan £enbsp;zyn.
6. nbsp;nbsp;nbsp;Mereurius, met een. trompet in de hand, begeeftnbsp;2ig op weg, om de bevelen van Jupiter te volvoeren.
Zyn beeld heeft eene treflyke ligte beweeging, dog fchynt .niet jeugdig ger.oeg. De uitdrukking van het hoofdnbsp;heeft veel van haare fchoonheid door ’t ophaaien verloren.
7. nbsp;nbsp;nbsp;Pfyche, door twee mingodtjes gedragen, brengt denbsp;op bevel van,Venus gehaalde doos van Proferpina. Zynbsp;is in alle opzigten fchoon, en met de mingodtjes wel gegroepeerd. De gioote meefter, zeker van zyn konli,nbsp;heeft ze vlak van vooren, met haar volle aangezigt, vertoont. Zy flaat de oogen neder. Haar trekken zyn teder, dc bekoorlykheid der jeugd is met een houding Vannbsp;verhand en onnozelheid verbonden. De géwaaden zynnbsp;ligt en eenvouwdig.
8. nbsp;nbsp;nbsp;Pfyche Teikt Venus de doos toe, en deeze flaaü.
Vol verbaasdheid over haare terugkoinft, de handen oiu hoog. Haar houding toont vrees aan. Het hoofd ont-'steekt het' wel niet aan bevalligheid, dog het komt
wet
-ocr page 156-142
Xni.Wykniet by het voorgaande in fchoonheid. Het hoofd Rione di Venus heeft geen edele uitdrukking genoeg.
g. Cupido verwerft van Jupiter verlof, pfyche haare fchoonheid weder te geeven. Jupiter vat hem met denbsp;eene hand by de kin en kuil hem. De zamenftelling isnbsp;een regt meeilerltuk. De handeling kan niet juiller uitgC'nbsp;drukt 2yn. Jupiter ziet ’er uit als een teder gevoelendnbsp;oud man, zonder zyne deftigheid daardoor te verliezen,nbsp;en maakt een aartige overftelling met de onnozele jeugdnbsp;van Cupido.
10. Mercurltis bréngt Pfyche naar den hemel. Beide beelden Haan naall malkander. Mercurltis leidt ze’metnbsp;èene hand, haar onder den arm vattende, ’t welk metnbsp;zyne ftelling niet wel ftrookt. Het hoofd van Mercu-.riiis heeft veel fchoonheids, en zyn lyf is treflyk getekend. Pfyche is ligt gekleed , eh heeft haar onfchuhnbsp;digè bëkoorlyke miene , die haSr op elk’ Huk 'kenbaarnbsp;maakt. Venus heeft altyd groote regelmaatige trekken,nbsp;dog niet het inneemelrde en bevallige van de andere.
'De eerfle van de twee groote fchilderyen in het mid-. den verveelde Venus en Cupido, die haaren twifl in denbsp;vergadering der Goden voordraagen. Mercurius twyffeltnbsp;niet aan den goéden uitflag der zaak, en reikt Pfyche denbsp;fchaal met den godendrank over, die haar onflerfiyk maatnbsp;ken zou. Elke godheid is juill gekarakterizeerd, zowelnbsp;wat de tekening als’de eigen fchappen belangt. Vcntls,nbsp;haar zoon, en Jupiter vallen, als de hoofdbeelden, tennbsp;eerften in het oog. In dé hoofden der drie broedérs gt;nbsp;Jupiter, Neptunus en Pluto, is iets gelykends, dog denbsp;uitdrukking verfchilt een weinig. In die van Juno ennbsp;Diana heerfdit het zelve wezen'. Mihérva is aartig, dógquot;
te
-ocr page 157-143
te jong, maar anders in antieken fmaak gekleed. Her-iXII. Wyk cules heeft een trotfe houding, en Bacchus-, in ’t pro- dinbsp;finl gezien, veel bekoorlyks. De miene vanApol iswat^**quot;'nbsp;koel. De beide beelden der rivieren zyn in een grootennbsp;getekend , en die van Mercurius en Pfyche kuU-iien niet fierlyker en aangenaamer zyn uitgevoerd.
Het tweede groote ftuk verbeeldt het Godenmaal, waarby Cupido en Pfyche aan tafel zitten. De Bevalligheden begieten ze met balfein,en de Uurenftrooyen bloemen overnbsp;de tafel. Venus maakt het feed: vrolyk door dedansfen-de Zanggodinnen intebrengen. Op de zamenftelling valtnbsp;niets te berifpen; de groepen zyn fchoon en gelukkignbsp;Ptet malkander verbonden, de hoofden van Pfyche en Cupido vol van bekoorlykheid, deftellingen der Bevallighedennbsp;en üuren verfcheiden en bevallig, en de groep van Venusnbsp;met de Zanggodinnen is inzonderheid inneemend. (*)
phael. Het gewelf heeft fchilderyen , en valfche oft
Op deeze galleiy volgt een tweede, insgelyks van Ra
f*) Behalvcn verfcheiden byzondere plaateir van enkelde voor-Vrerpen uit deete gallery . dooi de oudlle en vermaardUe m’efters,--ais Mare Antonio en anderen, vervaardigd, vinden de liefhebbers de gantiche gallery in eeti byzondcr werk voortreflyk in koper ge»-bragt : Le noxne di Pfidie t d'Amort lt;irc. dipinte da RafaïlU ntlta'nbsp;Lc^gla del SigKor Dtua di Parma,. nel glardiuo alia Lttngara , in-tagliato in ac^ua forte di Niaolo Dorigny, libro in XlI. figU imferiali,nbsp;•gliantavi l’immagine della fantvfa Galatea del meaef.rm Rafaélle, di-penta nella Loggia contigtta delPljieJfo Palazzo* Bef.ori heeft deezttnbsp;fiukken in een byzondei vverk, nevens dat van den zelven meeftetnbsp;•n t Vatikaan, befchreven, by welke gelegenheid het reeds is aangewezen.
-ocr page 158-Xni. Wykkomt derbalven het reeds befchrevene op ver na niet
Rione di [j„_ nbsp;nbsp;nbsp;zullen maar het voornaamftc aanroeren. Aan
i rajtevere. nbsp;nbsp;nbsp;.
den muur ziet men een groot ftuk , verbeeldende Ga-lathea op de zee. Zy ftaat in een fchelp, en wordamp; van dolfynen getrokken. Eene Nereide gaat voor haarnbsp;uit, en eene volgt haar, zittende beiden op zeepaarden.nbsp;Een Triton blaaft, en drie Cupidoos fchieten pyiennbsp;op deeze beelden. De manier van Raphaël is hiernbsp;nog zo groot niet als in zyn laater werken, egternbsp;heerfcht ’er veel uitdrukking in de koppen. Die vannbsp;Galathea is niet zo fchoon als die van de volgendenbsp;Nereide, die, gelyk ook de Triton by haar, onverbe-terlyk getekend is.
Aan den wand by de deur vertoont zig een reusag-tige kop, dien Michael Angelo daar met houtskool getekend heeft. Uit agting voor dien vermaarden mee-fter heeft men hem laaten liaan, en verhaalt de redennbsp;waarom hy dien gemaakt heeft, op tweederlei wyze.nbsp;Eenigeh zeggen, dat hy gekomen zynde om Danielnbsp;van Volterra, die toen aan ’t fchilderen van ’t gewelfnbsp;bezig was, te bezoeken, en hem niet vindende, diennbsp;kop getekend had, op dat men daaruit zou kunnennbsp;öpmaaken, wie ’er geweell was. Anderen willen, datnbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hy, by afwezigheid van Raphaël ééns hier gekomen
zynde, om zyn werk van de Galathea te bezien, dien reusagtigen kop op den muur getekend heeft, om dennbsp;ander te doen begrypen, dat hy zig aan een grootcnbsp;manier gewennen, en dié kleine, welke men in denbsp;Galathea ziet, verlaaten moell. Zy doen ’er by, datnbsp;Raphael het gemaakt, en zig federt aan een groofer llylnbsp;gewend heeft. Veelen trekken de geheele zaak innbsp;twyffel, en zien den kop voor te flegt getekend aan,
145
lt;3an flat hy vah dè hand ecns 7.0 grooten meefters als XfIJ. Wyk Michael Angelo zyn zoude.
Midden aan het gewelf ziet men de Nagt dp eenen ¦'^agen met twee ftieren, een witten en een geelcn, bespannen. Haar hoofd is treflyk. In een zeshoekig vaknbsp;Hercules, die met den leeuw vegt. Hy is wat jong, dognbsp;jsnders een fchoon beeld. In een ander vak Europa,nbsp;die den os een krans van violetten aandoct. Haar beeldnbsp;is in den antieken fniaak, rank en zagt getekend.
In een ander vertrek heeft men een gezigt van de drie gïoote niffen van den Tempel derVreede, en van denbsp;pragtige zuilen van dien Tempel, die toen nog Hond.
Sebaftiaan del Piombo fchilderde daar een Polyphemus in, die veel geleden heeft; Balthafar Peruzzi dehiftorienbsp;vanMedufa, en de valfche ftukadoorfels. Zy waren innbsp;'t begin zo natuurlyk, dat Titiaan zelf ’er door bedroo-gen werd, en ze in 't ecift voor waar ftukadoorfcl aanzeg. In een bovenvertrek heeft Raphael de fmeedcry vannbsp;Vulkaan boven een fchoorlleen gefchilderd. In een andere kamer ziet men de familie van Darius, en Roxanenbsp;voor Alexander den Grooten, door Julius Romanus, ennbsp;verfcheiden andere fchilderyen van Hannibal Caraccinbsp;en Sebaftiaan del Piombo, die Karei Maratti opgehaaldnbsp;heeft.
In dit Paleis zyn ook verfcheiden goede ftatues; een Venus Callipygis, die zeer hoog gewaardeerd wordt, waaraan egter de handen en voeten aangemaakt zyn; eennbsp;bufb van Homerus, en een reusagtige kop van Cajfar. Pnlsis Cor-Het Paleis Corfmi ligt tegens over het nu befchrevene,i*«*-cn is onder Clemens XII. volgens de grondtekening vannbsp;gebouwd. Het is een der fchooniften en ruimftennbsp;van geheel Romen; de tuin ftrekt zig boven tot op dennbsp;JV. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Knbsp;nbsp;nbsp;nbsp;berg
-ocr page 160-XHT. Wflc berg Janiculus. Het heette eertyds Riavi, en heeft aan Rione di (j,. Koningin Chriftina tot wooning gediend. Men ziet
^i'QliCVCTB
'in het Paleis den nieuwen finaak der bouwkunde. Da binnenfte inrigting is goed, dog de bovenfte architektuurnbsp;•ivordt van de kenders niet gepreezen. De hoofdtrap valtnbsp;pfagtig in ’t oog, de kamers zyn groot, en met een hcer-iyke verzameling van fchilderyen verfierd, (*) waaron-de volgenden verdienen aangemerkt te worden.
Eenejagt van den fluweelen Breughel. Hetlandfchapis heerlyk. Eene verlooving van de Ii.Catharina van SalTo Fer-ratOjof volgens anderen van PaulVcronefe. De hoofden zynnbsp;vol bevalligheids, en in de tekening ontdekt men veel vlyt.nbsp;Vier kleine, landfchappcn van Kafpar Pousfin, v/aarin denbsp;natuur wel zeer fcboon, dog niet van een zo interedan-te zyde, als in de ftnkken van Nikolaas Pousfin voorge-fteld is. Een vleefchbank van Teniers. Jakob, metnbsp;zyne kudde naar Mefopotamien trekkende, van Cafti-glione, vooitrelïyk uitgevoerd. De h. Andreas van Ca-kbrefe. De h. Bartholomsus, die gevild rvordt, vannbsp;Eanfranco, kragtig gefchilderd, dog het voorwierp isnbsp;TValglyk. Eén jaa^er te paard met een handpaard, eennbsp;Jfchoon lïuk van V/ouwerman. Een man met een pyp ennbsp;een bierkan, van Teniers. Een kragtig en los gefchilderdnbsp;flagveld van Dourguignon. Een groot, trcfiyk uitgevoerdnbsp;iaiid'fchbp met eéh tvaterval, het loof der hoornen zeer
fchoon^
(*) Men «aft hict racer Hukken uit deNederlandfche fchool aan. dan in eenig ander Palcij van Rcanen. Z.jr zyn door de tweenbsp;prinsfen van Corfini, die in hun jeugd door de voornaamfte deelc®nbsp;van Europa ger^sd hebben, .opgekofc. By deeze gelegenheid is ooknbsp;de heerlyke veaameling vaa printen aangelegd, waarvan ao aanenbsp;ft'ondt rtift.
-ocr page 161-fchoon^ van Kafpar Pousfin. Een kind met eene hand xill. Wyk in den boezem van zyne moeder, van Caravagio. Een Rur.e dinbsp;heilige familie van Baroccio, waarin de Maria zeer aan-loklyk gefchüderd is.
Een treflyke oude kop in profiel van Raphael. Het hoofd van Paul III. voor zyn verkiezing tot Paus, vannbsp;Raphaël, niet een Titiaanfch koloriet. Herodias metnbsp;het hoofd van Joannes in den fchotel, een fchoon gekleurd en juiil getekend ftuk van Guido. Noach, Godenbsp;na den zondvloed zyn dankoffer toebrengende, door Pousfin. De h. Francifcus, die op een krucifix wyft, eeanbsp;fchoon uitgevoerd ffuk van Hannibal Caracci. Een paarnbsp;ftukken van Rubens, in den fmaak van Teniers, waaf-van het eene een zittende vrouw met een beurs in de band,
Cn het andere eenige verkeerfpeèlders verbeeldt. De h. Auguftjrn, die over de verborgenheid der Drieëenheidnbsp;.peinft, een ftuk van Garofaio, wat droog, ^.og andersnbsp;fchoon uitgevoerd. Een fchoon hoofd van Chriilusnbsp;inet de doornenkroon, van Guidb. Het Campo Vaccino,nbsp;ca de overblyffels der Diokletiaa'nfche baden, een paarnbsp;voortreflyke ftukken van Jan Paul Pannini.
Een fchoon mozaïek volgens Gufdo, verbeeldend® eene vrouw, die op de ellebóogen leunt. Het portraitnbsp;Van Paus Clemens XII. en zyn neef den Kardinaal Cor-fini, belden ftaande. Men kan niets natuurlykers ziénnbsp;dan dit mozaïek ftuk» en moet daarover verbaasd ftaan,
So konftig is het kantwerk uitgedrukt. Vier fchoone freskoos, van de welken het eerië eeh waterval, en hét
d*
andere den VefuVius vodrftëlt, van den nog leevenden Eranfchen fchildér Lallemartd, dat veel goedkeuring tsnbsp;Romen gevonden heeft. Meil ziet in dit Paleis eennbsp;fjeflyke antieke ftatne van een geklëëdé! vrouw, die mef
-ocr page 162-XIII, W^k dc eenc hand haai' kleed opligt. Zy is in een fdio®-Rions di fl-yi gewerkt. irajtevsrc.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
Men vindt verner in dit Paleis cenen h. Hieronymus-, het portrait van Koning Pilip II. en van den Kardinaslnbsp;Alexander Farnefe door Titiaan. Rembrand, door hemnbsp;zelven gefchilderd. De geboorte van Maria door Ca»nbsp;racci, een heilige familie door Schidone, het kind, Jefusnbsp;met den kleinen Joannes van .Cignani, eene Maria vannbsp;Del Sarto. De verlooving van Maria , gelyk ook haarenbsp;geboorte, van Pieter van Cortona; een heilige familie vannbsp;van Pannegiano. Plet portrait van den Kardinaal Ban-dini, nevens eenige andere Hukken vanDomenichino ennbsp;anderen meer-
De bibliotheek van dit Paleis is pragtig, talryk, eti iiitgezogt. Zy Haat elk ten gebruike open; de Prinsfeunbsp;onderhouden ten dien einde een bibliothecarius; dog hetnbsp;hoofdopzigt is den geleerden Prelaat Bottari, van wieanbsp;wy.by ’t Mufeo Capitolino gefproken hebben, aanvertrouwd. De boeken zyn in zeven kamers, volgens denbsp;byzondere ftofFen, geplaatft. De daarmede verbonden veJ*nbsp;zameling van printen is onbetwiftbaar de gewigtigftenbsp;van geheel Italien. Schoon zy met die van den Koningnbsp;van P’rankryk niet te vergelyken is , vindt men dognbsp;hier me.nig ftuk, dat te vergeefs in de eerlle gezogt
-wordt.
De tuin, by het Paleis liggende, ftaat, gelyk de bibliotheek, tot ieders gebruik open. Hy is groot, e*’ met aangenaame partyen, haagen, laanen, en bofchj®*nbsp;voorzien; boven op den heuvel Haat een fchoone tent*nbsp;In een bofchje, dat in de gedaante van een amphitheaternbsp;aangelegd is, vergaderen fomtyds de leden van de Ak®'nbsp;demie d?r Quirini openlyk, die zig bezig houden met
OKj
-ocr page 163-¦onderzoek der oudheden van Romen, en wier opzigter de XIII. Wyb Kardinaal Neii Corfini is.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R^one di
Tusfcben het Paleis Corfini en Spada ligt Ponti Sijlo, die uit vier boogcn beflaat, en in den ouden finaak, ^nbsp;fchoon niet eenvouwdig genoeg voor eene brug, ge-boim^d is. De brag heette eertyds Pms Janicttlus. Sixtus IV. bouwde ze op, en zy wordt naar hem genoemd.
Aan ’t einde van de ftraat della Lungara ligt ter regter Piazza del* hand een andere zeer breede, Piazza delle Fornaci gehe-^* iw¬unbsp;ten, aan den opgang van den berg Janiculiis. Op denbsp;Zelve liggen twaalf koornmoolens, de groote van Bene-diftus XIV. opgerigte tab'akfabriek , een yzerwerk, eennbsp;papier- en een oliemolen, en andere fabrieken, die alien van ’t ^ci{ua Paola, dat van de groote fonteinnbsp;Van S. Pietro in Montorio afkomt, omgedreven worden. (*)
II Büjco Parrajlo, of de tuin quot;waarin de bekende Aka-demie der Arkadiers haar vergaderingen houdt, ligt op de zelve hoogte, en formeert als een veldtheater. Eennbsp;Roomfehe architekt, met naame Canevari, heeft ’er d»nbsp;ordonnantie van gehad; Koning Joannes V. van Portugalnbsp;fchoot ’er de penningen toe, en de thans regeerende Ko-,nbsp;fiing Jofef deed hem in ’t jaar 1760. nog meerve^
¦fraayen.
De kerk van S. Piti^a in Montorio heette eertyds in S. p;«*ro jjj Monte aureo, om dat de kleur van ’t zand des bergs Janicu-Mstltow.
lus,
^*) Men heeft in Italien geen windraoolcni, klio dair, gelyk in *lle warme landen, geen aanhoudende winden waayen , daarenti'nbsp;gecven de in groote menigte van de bergen afkomendenbsp;rsn geltjtr.KeiiJ genoeg om watermooiens a.anteleggea,
K 3
-ocr page 164-XÖI.Wykl“* 5 op welks top zy , geel is, of naar het goud Rione di trekt. Ferdinand de Katholyke en Ifabella, hebben zsnbsp;Trajievere.^^^^ den architekt pintelli doen bouwen, en Filip IILnbsp;Koning van Spanjen, deed de Plaats voor dezelve met;nbsp;de fontein aanleggen. ,
Raphael.
DeVerbeer^ Het geen deezer kerke ten aanzien der fchilderyen dea vaSyoorrang boven alle de anderen te Romen geeft, is/d®nbsp;Verheerlyking van Raphael, die voor het voornaamftenbsp;fiuK der wereld gehouden wordt. (*) Het voorwerp is denbsp;Verheerlyking van Chriflus op Th.ibor. Men ziet hemnbsp;in de lugt, en ter wederzyde Mofes en Elias; onder,nbsp;flaan verfcheidcn apoftelen rondom eenen bezetenen, dianbsp;wenfcht door hun herfteld te Moorden. De zamenftel-litjg van het ftuk is fchoon; twee zo vcrfchillende handelingen konden niet beter verbonden worden. De af-wifleling in de hoofden en de ftellingen bewyft des mee-fters vrugtbaar genie. De karakters zyn vol van uitdruk-jting, en de kleederen eenvouwdig en wel geplooid. Denbsp;tekening is juift, het ligtdonkcre naauwkeurig betragt,nbsp;het koloriet overeenftcmmend, en zo naar de natuur ge*nbsp;fchikt, als men ’t in de minite Rukken vanRaphnël aantreft, dog niet zeer kragtig. In den eenen hoek zietnbsp;pien twee heiligen, waaronder Stcphanus, zonder datnbsp;men de reden ziet, waarom zy daar flaan, indien hetnbsp;niet misfchien de befchermheiligen waren van den ge^nbsp;nen, dip ’t ftuk heeft doen maaken. ,
Veelei!
(*) De by 't Pileis Barberi*! aangehaaUe kopy heeft hletin eeU yoordeel boven 't origineel. Men heeft van dit vermaardenbsp;plaaten van oude en nieuwe mcellers, waaronder dat van Dori^nïnbsp;den voorrang verdient. Andran heeft bet ook goed in koper g.'K
-ocr page 165-Veelen hebben in dit meefterftuk, niet zonder grond, XIII. Wyk
eene dubbelde handeling berifpt; en dceze berilpipg Rione di blyft altyd plaats houden, al zoeken anderen Raphaelnbsp;daardoor te verdedigen, dat de voorftelling met de fchriftnbsp;Overeen komt. ToenChriftus op den berg was, cn hem denbsp;apoftelen daar afwagteden, bragt men eenen bezetenen totnbsp;hun. Zy wyzon naar de hoogte, om aantediiiden, dat hy, dienbsp;hem helpen kon, op den berg was. Indien dit al een misflagnbsp;is, benadeelt het de grootte der konfl: niet, die anders, innbsp;dit ftuk heerfcht. Deeze Verheerlyking was het laatftenbsp;werk van deezen voortreflyken meefter; men droeg hetnbsp;hy zyn begraafnis als in triomf, en als het belle bc*
^7s zyner onllerflykheid, om.
Be eerfte, kapel ter regterhand is 'met fchoone fchilde-, rj'en voorzien, waarvan Michael Angelo de tekening gemaakt, en die hy ook zelf verbeterd heeft, na dat Se-bsftiaan del Piombo zes jaaren daaraan gearbeid had.
Men zegt, dat hy t deed om iets te hebben, dat den te zeer fteigenden roem van Raphael, op wien hy nydignbsp;was, een weinig verduifteren mogt. Het ftuk verbeeldtnbsp;de geeffeling van Chriftus, nevens veeie anderen beelden, In de vierde kapel heeft Vafari, op het fchoongnbsp;marineren altaar, Ananias, die den jongen Paulus zienrnbsp;den maakt, en zig zelVen daarby gcfchilderd. De te.nbsp;kening is het beft van ’t ftuk. De beelden der Gods-dienll en der Geregtigbeid, en dis aan ’t graf van denbsp;familie Del Monte, nevens het andere beeldwerk, komen van den vermaarden Aminanati, van wien by Flo?nbsp;lencen zo dikwyls gewaagd is.
In de kapel van Joannes den Dooper ter flinkerhand Zyn de fchildeiyen van Salviati. De twee ftatues van.
Petrus en Paulus bewyzen de konft van Daniel van Vol-K 4 nbsp;nbsp;nbsp;terra.
-ocr page 166-XIIT. Wyk tena. De kapcl van den h. Francifcus van Afllli iSi
Rions'ii Bernini’s architcktiuir. Het marnicrèn basreliëf, IraJUvere.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„
. en de beelaen der twee tombes, zyfi van Francifcus
Baratta. De h. Francifcus, die de wonden ontvangt,
in de laatfte kapel, is van Michael Angelo opgegeven,
en door Jan de Vechi ui'gcvoevd.
Op de plaats binnen ’t klooftcr ilaat een kleine ronde tempel, op zeftien dorifchc zuilen, van zwart graniet,nbsp;met een koepel en llatucs. De architektuur is van Era-rnantc, en van zo edelen fmaak, dat vcelen ’t niet innbsp;bedenken neemcn, ze met de befte werken der Oudennbsp;te vprgelyken. In de onderaardfche kapel hangt eennbsp;fclroon ftuk van Guido , de kruisfiging van Petrusnbsp;voorftellcnde. Men toont hier de plaats aan, waarnbsp;hy den marteldood geleden heeft, ter gedagtenis waarvan Ferdinand de Katholyke deeze kapel heeft doen.nbsp;bouwen. /
'Jcqm De Fontein van Ac^uaPaola is de laatfte der drie hoofd-Faola. ¦ fonteinen van Romen, waarvan bereids twee befchre-ven zyn. Paiihis V. deed ze van de bouwftoffen van ’C Forum Nervee door Jan Fontana opbouwen, en ten diennbsp;einde de waterleiding van Bracciano, die 35. Italiaanfchenbsp;mylen van de ftad ligt, weder herftcllen, waardoor denbsp;oord van den berg Janiculus, van ’t Vatikaan, en eennbsp;deel der ftad aan geene zyde de bruggen, met waternbsp;voorzien werd, De meeften houden deeze waterleiding voor ’t Aqua Trnjana, of het naderhand zo genaamde Aqua Aurelia, fchoon anderen meenen, dat hetnbsp;’t Aqua Augujlt gewccft is.
Het gebouw beftaat uit drie groote cn twee kleine arcades. Dit de giootcn vallen drie ftroomen in de on-/ flergeftelde ruime'kom, die men eerder een vyver zo‘'
kiin-
-ocr page 167-153
kunnen noemen. Op de twee kleinen heeft men tweexill. Wyfe uit het Paiislyke wapen ontleende dieren, een draak en ^Rione dinbsp;een arend, gezet, die water fpuwen. Tusfehen de ar-^**J ivets,nbsp;cades (laan vyf zuilen van graniet, daarboven volgt eennbsp;‘ attiek met het opfchrift, en eindlyk een kap, waarinnbsp;trvee engelen het Pauslyke wapen houden. De architek-tuur komt niet by die van de Fontana di Trevi; egternbsp;baart haar grootte en de menigte waters verbaazing..
Men hoort niet alleen haar geraas van verre, maar ziet ze ook door haare hoogte op eenen grooten af-fland, en het is als of men drie boeken van den bergnbsp;ziet ftroomen. Zy, heeft in deeze ftukken nergensnbsp;haars gelyk. Van de menigvuldige molens, die dit water omdryft, is reeds gefproken.
Agter de fontein ligt de van Paus Alexander Vll.Botanifclf» aangelegde kruidkundige tuin, Giardino de’Semplici.nbsp;het huis daaiby geeft een ProfelTor der Sapidnza , ge-duurende het goede jaargety , leflèn over de kruidkunde.
Digt daarby is de Porta di S Pancrazio, die naar Ci-Porta diS, vita Vecchia op de voormaalige Via Jurelia leidt. Zy Pdnerazie.nbsp;ligt aan ’t w'cfteinde der ftad, en van de Poort vannbsp;S. Laurens aan ’t oolleinde derzelver omtrent 6500.nbsp;fchreeden af , waaruit men een begrip van de groottenbsp;van Romen maaken kan.
S. Pancrazio fuor dolle mura ligt buiten de Póórt 5. Panera van dien naam, ter regteihand op den Rraatweg, die^i®*nbsp;eertyds Via Vitellia heette. De zuilen van het hoofd-ultaar zyn van porfier. In den middelgang Haan tweenbsp;pteekftoclen, insgelyks van porfier, die eertyds gebruiktnbsp;verden , om de Euangclien en Zendbi'ieven aan ’tnbsp;volk voorteleezen, cn Jmbones heetten. ]3y den eenen
K 5
XTII. Wyk Rione dinbsp;Trajieveri.
S, Matghe ritba.
S. Grifogo-
m.
S. Cecilia in Tiafl-’nbsp;vere.
ziet men een groote antieke zuil van een byzonder gc-ftippeld manner. Vier fchoone zuilen van graniet ftaan buiten de kerk. Innocentjns lil. kroonde in dezelve petrus, Koning van Arragon, en Joannes XXII.nbsp;ontving hier Lodewyk, Koning van Napels.
Wy keeren weder in de ftad terug, om eenige minder aanmerkelyke kerken aan den voet van den Janiculus tenbsp;bezien. Niet ver van de fchoone kerk van S. Cecilianbsp;ligt S. Margherita, die van Carlo Fontana gebouwd, ennbsp;met goede fchilderyen voorzien is.
Het dorifche portaal der kerk van 5. Grijogone is van een manlyke architektuur. In ’t fchip ziet men tweenbsp;ryen van pragtige granieten zuilen, die in de Naumachianbsp;van Auguftus, of in de baden van Scverus, welken niet vernbsp;van bier lagen, geftaan hebben. Aan de fchoone zoldering heeft Guercino de hemelvaart des h. Grifogono’s metnbsp;een zeer kragtig koloriet gefchilderd.
Langs den Tiber ligt een tuin van de familie vanPam-fili, nevens eeii aartig huis, waarvan wy alleen gewaa-gcn, om dat het hy de Romeinen in een kwaaden reuk vermits de heerfchzugtige Popna Olimpia, ondernbsp;Paus Innocent X., daar gewoond beeft. Wat meer omlaag ziet men by laag water het muurwerk van de pilaa-ren der voonnaalige brug, Pons Sublicius genoemd, dienbsp;door de dapperheid 'van Horatius Codes in de Ro-meinfche hiflorisn is bekend geworden.
De fchoone kerk der Ecirediftyner nonnen S. Cecilia in Trajïevere, wil men, is op de plaats waar de h. Cecilianbsp;eertyds woonde, gebouwd. Zy hoort, uit hoofde haa-rer fchilderyen en monumenten, onder de voornaarr.flennbsp;van Romen. Het hoofdaltaar is van Parifch marmer,nbsp;en met vier antieke zwarte en witte zuilen van marmer
ver*
verfierd. Het beeld der h. Cecilia is van Carlo Mader- XIII.Wyk no liggend, en in dezelve ftelling als men ze in ’t grafnbsp;gevonden heeft, voorgefteld. Het is derhalven wel na-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’’ *
tuurlyk, dog in een kleine manier gewerkt. Haar graf beftaat uit alaballer, jafpis, en agaat; de vloer is metnbsp;dezelve, en andere Oollerfche gefteentens ingelegd. Uitnbsp;de eerfte kapel ter regterhand gaat men in een kamer,nbsp;die der h. Cecilia tot een bad zou gediend hebben, ennbsp;Waarin zy onthoofd zyn zou. Men ziet daarin, behal-ven eenige landfchappen van Paul Bril, de onthoofdingnbsp;cn krooning der heilige, door een onbekenden meefter,nbsp;die Guido gezogt heeft nateaapen. Daar vertoonen zignbsp;overblyffels van een fchoon koloriet. Het hoofdnbsp;der heilige is trefiyk , cn ve.elligt naar Raphael geko'
Pieerd. nbsp;nbsp;nbsp;'
Het graf van den Kardinaal Sfondrato, w'ien dsczQ kerk haar meefte fieraaden te danken heeft, is metnbsp;trefilyke beelden van Carlo iVIaderno verfierd. Denbsp;naafte kapel daaraan is van de architektuur van Van-vitelli. Het lichaam der h. Cecilia ruft onder ’t altaar van de kapel della Cor,fesftone in een zilveren zatk,nbsp;een gefchenk van Clemens VllI. na dat hy van de jigtnbsp;bevryd geworden w'as. De vier altaaren deezer ka-pelle heeft Baglioni gefchilderd : zy zyn met trefiykenbsp;xeliquiekaffen van Oollerfche ftcenen verfierd. Hiernbsp;branden altyd negentig lampen ter eere der heilige.
Wy gaan de menigvuldige andere fchilderyen en fieraaden der kerk voorby, en tekenen nog maar een groot antiek grafteken aan van zonderlinge gedaante, ’t welknbsp;de plaats voor de kerk ftaat.
In de nabuurfchap der kerke S. Maria dell’ Orto, wil S. Maria »en, is eertyds de legerplaats van Porfenna geweeft,*^®^^
ten
-ocr page 170-Xin. Wykten minfcen lagen hier Prnta Mucii, welken de Ro-
R^one di seinen aan Mucius Scavola, ter belooning zvner hel-Aidlts^CVC nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘
' dendaad omtrent Porfenna gepleegd, gefchonken hebben.
De kerk is naar ’t plan van Julius Romanus, dog do voorzyde van Martin t.unghi gebouwd. Aan ’t hoofdaltaar, dat van de architektuur is van della Porta, heeftnbsp;Frederik Zucchero de Verloving en Bezoeking van Maria, cn zyn broeder Thaddeiis de geboorto van Chri-ftus gefchilderd. Op het zeh'e flaat een Mraienbeeld,nbsp;dat uit een tuin herwaards gebragt is, en der kerk haaien naam gegeven heeft. Aan ’t gewelf heeft Eaglioninbsp;cenige hiftotien van Maria afgebeeld. In de eerfte kapelnbsp;ter regterhand is eene fchoone Verkoirdiging van Tad-deus Zucchero op den muur gefchilderd. De andere kapel is van Frederik Zucchero, de derde van Baglioni,nbsp;de vierde, en die van den h. Francifcus, van Nikolaasnbsp;van Pefaro : in de andere kapellen ontbreekt het ooknbsp;niet aan goede Bukken.
a Ripa grande.
S. lilichele s Michele a Ripa grande is een 'aan'.ncrhiyk hofpitaal voor weeskinderen, ’t welk ook Ofptzio yipoflolico genaamd wordt, by ’t rvelk Clemens XI. eon huis van ver-betering voor losbandige jonge lieden, cn ander liegtnbsp;volkje, en een gevangenis voor ontugtige vrouwlieden,nbsp;aangelegd heeft. Het gebouw is zeer a'anzienlyk, meernbsp;dan 500. fchreeden lang , vier verdiepingen hoog , ennbsp;het nieuwe Buk is van Carlo Fontana gebouwd. De in-^nbsp;fiellingen van dit huis zyn treflyk; de kinderen w’ordennbsp;tot het ambagt opgebragt, waartoe zy luB toonen. A'snbsp;zy dat kennen, krygen zy op hun twintigBe jaar hunn®nbsp;vryhsld, nevens een nieuw kleed en twaalfdukaaten. D*nbsp;jongens, die zin in ’t tekenen hebben, ’.' orden in de biernbsp;gangdegde groote tapytfabriek gebruikt., De in dif
gc-
-ocr page 171-gebouvv’ geffigtc lakerafabriek is niet minder aanmcrklyk. xiIT.'VVylc Ook vindt men hier een boekdmkkery. De tugtelingennbsp;worden aan ander werk gezet. Men neemt in’t hofpi.nbsp;taal ook oude lietien, en dienftboden aan, die niet ir.eernbsp;in ftaat zyn hun koft te winnen. Dit gebouw ligt langsnbsp;de kaai van den Tiber, die met boomen beplant is, eianbsp;ecu aangenaame rvandelplaats maakt. Deeze kaai wordtnbsp;liipa grande genoemd , en is de haven waar de fche-pen van Oftia komende aanlanden , in plaats dat denbsp;fchepen der oude Romeinen hunne waaren aan de andere zyde by den Aventynfchen berg, in de nabaurfehap ¦
Van Monte Teftaccio, ontlaadden. Innocent XII. deed h^t tolhuis, de inagazyncn, en de hal, waar men denbsp;V’aaren bergt, bouwen.
By dit hofpitaal ligt Porta Portefe, by de welke dcPorta Prr-‘ groote weg begen, die Via Portuenfis hy Publius Viftor*quot;^/^'nbsp;heet. Als men dcczè poort inkomt, ligt niet ver daarvan daar, ter fankeihand,
S. Fraiicefco a Ripa, cn wel, gelyk de oudheidkiindi-.S'. Fravcef‘ gen meenen , Uisfchen de baden van Severus en de'^® aRipa.nbsp;tuinen van Catfar. In ’t kloofter vertoont men denbsp;vertrekken , daar de h. Frandfeus geflapen heeft, dienbsp;in eene Rhoon verfierde kapel veranderd zyn, en innbsp;de fakrifty het krucifix , dat fomtyds met den heilignbsp;fprak. In de kerk zyn goede fchilderyen en beeldwerk.
Op ’t koor heeft D’Arpino den h. Frandfeus in verrukking gefthilderd. Verder ziet men hier de geboorte van Maria, door Simon Vovet; Maria , het lyk vannbsp;Chriftus vafthoudendc, wordt vhor een Ruk van Hanni-tial Caracci uitgegeven. Op het graf van Laura Mat-ziet men een fdioon antiek basreliëf.
de met marmer fchoou veifierde kapel van den
fliukeï.
-ocr page 172-XIII. Wyk flinker kruisgang vertoont ztg het beeld van de ftetquot; Rione di ygnde h. Ludovica Albertoni door Bernini. In den kop
U.TO’ltS^STB nbsp;nbsp;nbsp;^
'heerfcht een goed karakter, dog de handen zyn niet fchoon. De drapery is zeer gezogt, en gelykt veeleernbsp;een zyden kleed, dan een wollen nonnengewaad. Hetnbsp;altaarftuk boven dit bééld is Van Baciccio. Het verbeeldt Maria, die der h. Anna het kind Jefus overgeeft.nbsp;Het profiel van Maria is .fchoon, en de uitdrukking óvernbsp;’t geheel gelukkig getroffen, dog in de tekening zynnbsp;hier en daar misflagen.
Numachia Op de plaats, waar de kerk van S. Cojimato ftaat, ¦^ugufli. jggnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nttmachia Jugtifli, waar tot een fpel zeegeveg-
teir vertoond werden. By dezelve lagen de tuinen van Cffifar, die hy tot een openbaars wandelplaats fchikte,nbsp;en in zyn’ uiterllcn v/il aan ’t lloomfche volk maak-S.CoJlt:iato.x.Q. De nonnen van gedagte kerk van S. Cofiinatónbsp;zyn vermaard van wegen de fraaye zyden bloemen,nbsp;die zy maaken. Men kan de natuur niet gelukkigernbsp;cvenaarcn. Zy werken tot een billyken prys. Eennbsp;fchoone roos kofl: drie paoli , en een kleine ruiker ^nbsp;van dertig of veertig kleine bloemen, omtrent tweenbsp;guldens.
Maria in Maria in Trafïevere is de oudftc van alle de kerken Iraflcvere.g^^ij^ Maria gewyd, en reeds in ’t jaar 224. geftigt; omnbsp;dis reden voert zy ook den titel van Bafilica. In oude tyden ftond hier de Taherr.a msritoria, waar de invalides onderhouden werden. Clemens XI. deed in ’cnbsp;begin deezer eeuw de kerk verfraayen, lag een portieknbsp;jnet zuilen van graniet voor dezelve aan, en verfierdenbsp;zc met de vier beelden van den h. Cornelius, Calik-tus, Julius, en Calepodius, waarvan de twee eerft^*^nbsp;van Franfche, en de laatften van Roomfche beeldhoiv
-ocr page 173-\ver5 gemaakt zyn. Onder den portiek is een marme-lXII. Wyk ren vaas, ten deele met chrtftelyke, ten deele met hei-aeufche opfehriften, te zien. Het fchip ruft op elfnbsp;zuilen van rood en zwart graniet, die van verfchillen-^•e dikte, hoogte, en kapiteelen zyn. De druitêls zynnbsp;°ok brokken van oude kórnilTeh. Ongeagt deezc on-'‘’^gelinaatigheid heeft de kerk een manlyk en eerwaar-'^ig aanzien. Op het groote altaar ziet men viêr zuilennbsp;Van porFiér, én het mozaïek aan de tribune heeft zignbsp;¦Wel gehouden, fchoon het reeds in ’t jaaf 1143. gé-’naakt is. Hét vertoont Chriftus, Maria, dé vier geknelde heiligen, en eenige anderén. Uit de twéé Redennbsp;J^nifalem en Bethlehem komerr dé twaalf apoftelen.
^0 mozaïekén beneden zyn van laater tydeii. Tot de ^nhilderyen aan h gewelf van 't fchip heeft Domeni-chino alle de tekeningen gemaakt , dog alleen de Hemelvaart van Maria met de engelen zelf gefchilderd.
Dit ftuk doet een' treflyke uitwerking. De zesde kapel ter regterhand is van de vinding Van dieiizelvén meefter, en alleen het fchooné kind in dSn eénénnbsp;^oek, dat bloemen ftrooit, van hem gefchilderd. Denbsp;hog leevende Kardinaal van York hééft een koftbaarnbsp;®ltaar en treflyk traliewerk daarin doen aaniëggen.
Op 'de andere zyde der kerk ligt de van Onorio Lunghi ontworpene kapel des h. fakraments, waarin Pafqualenbsp;Cati het Koncilie van Ttenten,, en andere hiftorlen vannbsp;^ius IV. gefchilderd heefi. De kapel van den h. Hieró-*’ymus heeft Gherardi in een byzonderen fraaak geordon- ,nbsp;en het altaarftuk heeft hy vervaardigd. In deka-P2I van den h. Joannes is het hoofdaltaarftuk van Anto-Vüo Caracci, en het gewelf van Nikolaas van Pefaro.
De liefhebbers der beeldhouwkonft vinden in decze kork 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vee Ie
-ocr page 174-XIII. Wykveele aanige gcdcnkftukken. Onder anderen liggen
o!} nbsp;nbsp;nbsp;vermaarde fchilders , Jan Lanfranco en Ciroferri
^*^'hier begraven. In de fakrifty heeft Hiacynthus Brarnli den marteldood des h. Bisfchops Frederik gefchilderd)nbsp;waarin , men het ligt gelukkig gebruikt heeft. De- fontein op de plaats voor de kerk, die een grooten voor-raad aa.n water geeft, is van de architektuur van Carlonbsp;Fontana.
Maria dtl- Do kerk van Maria della Scala is van de architek-la Scala, tuur van Francifcus van Volcerra , en haare vocrzyde van die van Mafcherino. Men vond op een trap ecfinbsp;, rvonderdaadig Marienbeeld, waarvan de kerk den naainnbsp;heeft. Boven de kerkdeur ziet men deswegens eennbsp;beeld van Maria op trappeir zittende, door Valloni.nbsp;De eerfle kapel aan de regterhand is door een Hollander, Gerard Plondhorll, te Romen Gherardo dellanbsp;Notte genaamd, gefchilderd. In de vierde kapel zilt;;Enbsp;men twee basreliëfs, een van Slodtz, en ’t ander vaOnbsp;Filippo Valle. De fchoone tabernakel van koftbaar«nbsp;Reenen , en zeftien kleine zuilen van Ooilerfch jafpis*nbsp;zyn van de ordonnantie van Rainaldi. De kleinenbsp;tues van den h. Jofephus en Thereha zyn uit de fchoolnbsp;van Bemini. D’Arplno heeft de freskoos op het .koolnbsp;gemaakt. In de kapel , waar ’t gemelde Marienbeel‘'nbsp;Raat, treft men een vanAIgardi vervaardigd grafteken aï^’nbsp;van iemant uit het huis van S.. .C.roce. De fchildeiyc*’nbsp;aan de muuren der kerk en van ’t koor komen vannbsp;hand van Broeder Lukas, ecu Nederlander, van de Ka-.melictcrorder, welker de kerk toekorot»
-ocr page 175-XIV. Wyk
veertiende en IAATSTE WYK der 5TAD AioM di
ROAIEN.
RioJie di Borgo.
Rione di Borgo begrj^pt in zig den omtrek van het Va-tikaan, en voert dien naam, om dat deeze Wyk eertyds de voorftai was van Romen, en eerft doorSixtns V. totnbsp;de ftad getrokken werd, op dat het nieuwe Romen, zonbsp;wel als het oude, veertien wyken hebben zonde. Hy gafnbsp;haar ten wapen een leeuw zittenden op een yzeren kift,nbsp;roet het omfchrift: Figilat facri Tbefauri cuftos. Denbsp;leeuw is een zinfpeeling op den voormaaligen naam dernbsp;Voorftad Cüta Leonina, en hy bewaart den fchat van vyfnbsp;inillioenen, die deeze Paus in’tkafteel S. Angelo deed ternbsp;bewaaring brengen.
Van het Vatikaanfche Paleis en de Pieterskerk is reeds gehandeld. De Vatikaanfche berg kreeg , volgens getuigenis van Gellius, dien naam naar de godfpraaken,nbsp;Faticinia, die hier gegeven werden. Het Campus Fati-canus was de vlakte, welke deeze Wyk beflaat, of denbsp;weg van de brug van S. Angelo tot de Pieterskerk. Mennbsp;heeft dit oord eertyds voor ongezond gehouden , gelyknbsp;het nog hedendaags is. Hier lagen de tuinen van Neronbsp;en zyn renbaan, waarin de obelisk ftond, die nu voornbsp;quot;Ie Pieterskerk ftaat. By de grondlegging van die kerknbsp;Onder Pauliis V. vond men duidelyke fpooren van 't ou-'1*^ muurwerk; de langte der renbaan bedroeg 495. en denbsp;breedte 275. Franfche voeten. Deeze renbaan was denbsp;fchouwpiaats, waar deeze wreedaard de grootfte gruwzaamheden aan de Chriftenen oeffende, en ze Kn deelenbsp;IV. Dee;^,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L
X ¦
-ocr page 176-XlV. nbsp;nbsp;nbsp;de honden verfcheuren, ten deele verbrandeiij ten
Rione di dcele op een andere wys, gelyk Tacitus verhaalt, mar-(-gjejj jeed- Zyne tuinen paalden tegen de renbaan, en lagen tiisfchcn den Tiber en de Pieterskerk. Zynbsp;hadden te vooren Caligula, en Nero’s moeder toebehoord.
Fo7is Tegenswoordig leidt alleen Ponte S. Angelo naar ’t Trimnpba- Vatikaan ; voorheen lag by S. Spirito de Pons Tritm-pbalis, die van de vlakte voor ’t Vatikaan, Campusnbsp;Trknnpbalis f den naain gekregen heeft. Men ziet 'ernbsp;nog, omtrent 300. fchreeden van Ponte S.Argeh, eeni-ge ruinen van.
Ponte S. De vermaarde Ponte S. Angelo is 300. voet langv Aagcio. j)e oude naam was Pons Aelius, om dat Keizer Ae-lius Hadrianus die briig vlak over zyn pragtig grafteken aanleide. Toen dat monument in de zesdenbsp;eeuw den naam van den Engelenburgt, Caftell» di S.nbsp;Angelo, kreeg, werd de brug de Engelenbrug, Pontenbsp;S. Angelo, genaamd. Zy beftaat uit vyf boogen, en isnbsp;van eene manlykc ftevige architektuur. Ue fieraadetjnbsp;zyn van Bernini’s vinding, ten tyde van Clemens IX.nbsp;In ’t jubeljaar van 1450. viel ’er een ftukvanin, op eennbsp;dag dat het gedrang der menfehen, die uit de Pieterskerk kwamen, te groot was, en omtrent 200. perfoo-ncn verlooren ’t leeven. De yzeren leuning met denbsp;op zekere afftanden geftelde piedeftals, waarop beeknbsp;den Haan, doet, als men op de brug is, eene aartigenbsp;uitwerking, fchoon men zou kunnen tegenwerpen, delnbsp;deeze fieraaden, voor het eenvouwdige karakter, d^tnbsp;aan een brug eigen is, te veel gezogt zyn. Aan ’tnbsp;begin der brugge (laan de Apoftelen Petrus en PatihB'nbsp;De twee groote marmeren engelen, van de welken
163
een werktuig van ’t lyden houdt, zyn door de leerlin- xiV. Wyk gen van Bernini naar de tekening van hunnen meefter Rione dinbsp;gemaakt, dog niet wel uitgevallen. Men ontdekt ’ernbsp;‘ie groote gewaaden en de , overige gebreken van denbsp;Berninifcha fchool aan:
De Engelenburgt, Cajiello éi S. Angelo, in ’t hat^nEngekri’ ^oles Hadriani genaamd, werd van Keizer Hadriaan^*^’quot;^^quot;nbsp;ïot een begraafplaats voor zig, tegen over die vannbsp;Auguftus, aan gindszyde den Tiber, gebouwd. Ditnbsp;praalgraf was, gelyk het andere, van onderen vierkant,nbsp;tiaarop ftond een ronde met marmer bekleedc toren,
'iie met ftatues, paarden, wagens , en den bronzen Pynappel ( ) verfierd was. Rondom ging een colon-’’2de, waarvan de zuilen naar de Pauluskerk gebragtnbsp;^yn. Van binnen was een wenteltrap, die zo vlaknbsp;tvas, dat men met een rytuig kon naar boven ryden.
Van wegen de .ongemeene fterkte der muuren is dit gebouw ten tyde van Belifarius en van den kryg metnbsp;de Gotben, gelyk ook by de burgerlyke onluften dernbsp;middeleeuwen, tot eene citadel gebruikt, en verfchei-denmaalen belegerd geweeft. (**)
De b. Gregorius, die veele dingen in zyn fchriften ’’Pgeeft, welken ieder juill zo blindlings niet zal aan-Sternen, verhaalt, dat hem, geduurende de peft, wanneer ^
{*) Wy hebben 'et al van gehandeld by de befchryving van den h*'n des Vatikaans.
^**) Dit is de reden, dat men den Engelenburgt fomwylen oois dl Crefcenxlo genoemd vindt, alzo een zekere Crefcentius No-’’‘^ntanus in 'c jaar 98y. dan zelven bemagtigde, en 'er zig eeni-?en tyd binnen verdedigde, tot dat Keizer Otto UI, hem daatui?
Verjoeg,
L 2
-ocr page 178-XIV. Wykneer hy in procesfie over de Engelenbrug ging, een efl* Rime di ggjnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;graf van Hadriaan verfcheen, die een zwaard,
° ' ten blyke dat Gods toorn bevreedigd was, in de fchede ftak, waarom hy dat gebouw den naam van den Engelen-burgt gaf. Om die reden heeft men op de fpits daarvannbsp;eenen bronzen engel gezet. Paus Urbaan VIII. gaf ’ernbsp;het krygzugtig aanzien aan, dat het nu heeft, deednbsp;baftions opwerpen, grafton graavcn, gefchut gieten,nbsp;en op de wallen planten , en een tuighuis aanleggen.
In de groote zaal heeft Pierln del Vaga verfcheidcn hiftorien gefchilderd. In andere vertrekken ziet mennbsp;eenige ftukken van Julius Romanus en andere goedenbsp;meefters. In het zogenaamde Belvedere, waaruit hetnbsp;gezigt verruklyk is , heeft Rafaëllo di Monte Luponbsp;aartige ftukadoorfels vervaardigd, en Sicciolante de fchil-deryen gemaakt. Men ziet ook eenige antieke ftatuesnbsp;en bullen. In de geweerkamer zyn, zo men wil, voornbsp;6000, mannen wapenen, dog, buiten eenig verboden geweer, is ’er niets byzonders te zien. Plet gew^elf,nbsp;waarin de Kardinaal CarafFa, die zig te veel magts aan-.nbsp;gemaatigd had, onder Piiis IV. geworgd werd, is daarom merkwaardig, dat de Kardinaalen het federt dien tydnbsp;zo ver gebragt hebben, dat de Paus geenen Kardinaal»nbsp;zonder over de zaak van te vooren met het geheelsnbsp;kollegie te hebben geraadpleegd, aan ’t leeven komS’’nbsp;kan.
Sixtus V. leide hier vyf millioenen als eenen fcha*-ïer neder, die alleen in den iiiterften nood aangetaft» en zodra mooglyk weder op zyn plaats gebragt mee*-worden. Het gemeen verbeeldt zig, dat dat geit nOonbsp;voorhanden is, dog de andere Romeinen twyffelcnnbsp;hartig aan. Egter zal ’er nog een aanzienlyke
?yo,
-ocr page 179-zyti, wylmenin’133311764.by den grooteti hongersnoodXIV.quot;Wyls zyne toevlugt tot dezelve nam. De Pauslyke kleinodiën, Rj^ne dinbsp;als de driedubbelde kroon en diergelyken, de gewigtigftenbsp;dokiimenten, als de origineele bullen , de aktens vannbsp;¦verfcheiden koncilien, worden hier ook bewaard. Denbsp;Engelenburgt is het verblyf der Pauslyke ftaatsgevange-nen, en als de Paus op ’t uiterfte ligt, worden ’er allenbsp;de gevangenen naartoe gefaragt, op dat het volk by denbsp;Tenvarringen, die ter gelegenheid van ’s Pauzen overly-den ontdaan mogten, niet tragte, hen in vryheid te dellen.
Op den toren van den Engelenburgt wordt iaarlyks, op het feed van den Apodel Petrus en 'van de krooningnbsp;des Pauzen, een vuurwerk afgedoken, waartoe geen be •nbsp;kwaainer plaats kan worden uitgedagt, alzo deeze vannbsp;alle kanten in ’t oog valt. Inzonderheid vertoont zigdenbsp;zogenaamde Girandola, of paauwenftaait, die ten befluitenbsp;dientj zeer hecrlyk. Vierduizend vuurj^ylen'vliegen tenbsp;gelyk in de lugt, en vervullen ze, tervvyl zyzignaarnbsp;-alle kanten verfpreiden, met eenen vuuiigen regen, dienbsp;met een geweldig geratel ophoudt.
Van ’t Vatikaan gaat een bedekte gang, 1500. fchree-den lang, met kleine venderen voorzien , najir den En-gclenburgt, welken Alexander VI., die zig inisfehien niet veel goeds bewud was, omtrent het jaar-isco. totnbsp;zyne veiligheid deed aanleggen. De Pauzen kunnen daardoor van ’t Vatikaan, zonder gezien te worden', hun toevlugt naarden Engelenburgtneemen, ’t welk Clémens VII.
Sclukkig te pas kwam, toen de Keizerlyke troepen in ’k jaar 1527. Romen overrompelden en plunderden. Mennbsp;heeft van den Engelenburgt een aangenaam ultzigt overnbsp;.de ftad en landflreek van Romen,
L 3 nbsp;nbsp;nbsp;Het
-ocr page 180-XIV. Wyk Het graf van den jongen Scipio Africanus beftond uit Rione di een piramide. gelyJf die vanCefliiis by MonteTeftacdo,nbsp;(Jog van grooteren omtrek, en lag by Maria TranJpoi)fimnbsp;wn amp;ipfo°Pnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Engclcnburgt naar ’t Vatikaan,
Mfricanus. Het graf van ’t geflagt der Scipioos aan de Via Appia, waarvan Cicero fpreckt, werd vermoedelyk cciit lang nanbsp;den dood der beide Scipiones Africani, door hun nakomc-lingfcbap, gebouwd. Dit, waarvan wy fpreeken, zietanennbsp;op de bronzen deuren der Pieterskerk afgebecld. Alexan^nbsp;der VI. deed deeze piramide afbreeken, en niet bet marmernbsp;eene plaats in een gebouw plaveyen. Deeze Paus had, bynbsp;zyne overige kwaade eigenlchappen, nog die van geenennbsp;fmaak te hebben , en zig weinig te bekommeren overnbsp;’t behoud der oude gedenkftukken, Alexander VII.nbsp;die 150. jaaren laater regeerde, dagt in deeze opzigtennbsp;veel edelmoediger.
Maria
Tranfpon
tina.
De kerk van Maria Tranfpontina ligt op de ftraat Bor-go nuovo, ten halven wegc den Engelenburgt en dePie^ terskerk. Zy is het meeft voor haare fchoonheid aannbsp;Paus Sixtus V. verfchuldigd. De voorzyde is van de ar-chitektuur van Salluftius Pciuzzi, een zoon vanEalthafarnbsp;van Siena. Het hoofdaltaar is van Carlo Fontana, ennbsp;ryk aan marmer en brons. De tabernakel pronkt metnbsp;agaat en kornalyn. Men vindtin dekerkgoede fchilderyennbsp;van den Ridder d’Arpino, Rosfetti, Puccini, en Ricci. Denbsp;marmeren zuilen, waaraan Petrus en Paulus gegeesfeld werden, liaan in deeze kerk. Het ontbreekt hier ook niet aannbsp;merkwaardige gedenkftukken. Onder anderen ligt hier dcnbsp;vermaarde Roomfche werktuigkundige Nikolaas Zabaglia,nbsp;yan wien wy by de Pieterskerk ge fproken hebben, begraven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het
(*) Hy heef: den lof verdiend dien hem bet graffdirift gccCr'
pi:-
Uet Colkgio de’ Penitenziere di S. Pktro wordt vanxiV.Wyk yyftien Jcfuieten bewoond, die in even zo veel taaiennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dt
de blegt in de Pieterskerk van de pilgrims afnceinen moeten. Men ziet de biegtftoelen in den flinker krnis-gang dier kerk, met een opfchrift, voor welke taal denbsp;Aoel gefchikt is. Vader Honorius Fabri, een vermaardnbsp;wiskundige, beeft dit huis een aanzienlyke bibliotheeknbsp;.nagelaten.
Het Ofpizio degli eretici convertiti noemen nbsp;nbsp;nbsp;alleen
deswegens, om dat in dit huis voormaals de beroemde Raphael, die ’er in ’t jaar 1520. overleed, en de Koningin van Cyprus, Charlotte, gewoond hebben.
¦ De Pieterskerk is boven befchreven, alleen moeten Wy opmerken het weinige dat ’er omflreeks ligt. Iii' dce-ze nabuurfchap zyn vyf poorten, drie tegen ’t noorden,
Porta di Cajiello, Porta Angelica, en dc kleine poort in den Vatikaanfehen tuin, en twee tegen ’t zuiden, naam-lyk Porta Fabrica en de Cavalleggieri. (*)
De voorheen vermaarde Prata QiiïnBia zyn op de Pratu vlakte te zoeken, die buiten dc Forta Caftello voor dennbsp;Engelenburgt ligt. Hier was het, dat de Ronieinfebcnbsp;¦held Lucius Quinflius bezig was, zyn land zelf te ploegen, toen hy tot Dictator van Romen werd verkorejr,
en
lAtteranon plane rndU gt; fid tngeidi aciamne adeo pr.ijlans , «f om-9iei artis architcGomCA peritos machhiationim in'^cntlone ac facilU^it.e» inagna mbïs enm admiratiof^^ ? fnpeyavlt. Vir fnit enm arttlcjm worif,
Ut7n a pecmiU avldiute nbsp;nbsp;nbsp;Hy overleed 'm 1750. in
zyn 8 6. jaar.
C’f) Zy heeft den uaam naar het digt by liggende gei ?onw der fauslyke lyfwagt te paard, a!s dc Fans ztg 'm ’tVatikaanoiuhoudt.
'^^ttyds heette 7,y Pofftridity misfi.'ircn oib dat zy de uiierfte van .X.omcn was, of wel van 't ver'j-aftrrje Vosid Portioclla.
L 4
-ocr page 182-XIV. Wyk Rime dinbsp;Borgo.
Baleis der
InjifiJicie.
Giardino
Barberini-
Spedaledi S. SpiritO'
en waar naar toe hy ook terng keerde tot het waarnee-men van dezelve bezigheid, na dat hy den vyand overwonnen , en de vryheid zyns vaderlands in zekerheid gefield bad.
De kleine kerk van Maria in Campo Santo heeft niet veel merkwaardigs. In dezelve ligt Jakob vanHaafe, eennbsp;Antwerpfch fchilder, die door zyn werk te Romen zeernbsp;geagt geworden was, begraven. Men ziet op zyn grafnbsp;een marmeren weenend kind van Frans Qiiesnoy,’t welknbsp;niet fchoonder zou kunnen zyn.
Flet Paleis der Inquifitie ligt by de Plaats van S. Pieter, Men houdt deeze regtbank te Romen niet voor zo ver-fchriklyk als daarbuiten, wyl zy in de flad niet veel beduiden wil. Paulus III. rigtte ze op in.’t jaar 1536. ennbsp;Fills V. bragt ze in dit gebouw over, waarin de Paternbsp;Inquifitor, of de Kommiffaris der Inquifitie, met cenigenbsp;Dominikaners, en een Prelaat als byzitter, woonen.
Giardino, of Villa Barberini, ligt agter dc colonnade der S. Pietersplaats, en bellaat een groote ruimte, waarnbsp;eertyds het Palatiolum of kleine Paleis lag, uit het welknbsp;de wreedaard Nero zyn gezigt met het lyden der Chrifte-nen in de renbaan verzadigde. Men ziet hier nog eeni-ge overblyffels van baden, en in het gebouw goede fchil-deryen, nevens allerlei door Raphaels leerlingen befchil-derde vaten van fayence en fchoone vaazen. , De tuin isnbsp;aartig aangelegd, en valt door zyn hooge boomen, alsnbsp;men naar de Pieterskerk gaat, in 't oog.
Van hethofpitaal desIL Geclls, Jrcbiofpedale genaamd, heeft de gantfche nabuurfchap den naam van Borgo di S-Spiriio gckicegen. Het is zeer lyk, en van 20 grooteunbsp;omtrek, dat ’er gelladig over de duizendmenfehenin onderhouden worden. De daarby hooiende kerk heet S.
SpP
-ocr page 183- -ocr page 184-!V. W.vk heeft de inkomften van ’t hofpitaal nog meer vergroot,
P-iane di door den Ridder Fuga ’er nog een groot ftuk doen Borgo.
De boven gewaagde kerk van 't hofpitaal verdient bezigtigd te.' worden. Het hoofdaltaar is ryk aan fyiinbsp;gefteente, en de tabernakel daarop van Palladio’s vinding, De'-tribune is van Jakob del Zucca gefchilderd,nbsp;en aan dezelve eenige fchilders en geleerden, die zynnbsp;vrienden waren, afgebecld. Het eerfte altaar ter reg-.terhand heeft treflyke zuilen van alabafter, dat ’er alsnbsp;agaat uitziet, en een febildsry, verbeeldende de h. Barbara i wellte, fomrnigen voor het meefierftuk van D’Arpinonbsp;houden. Het altaar en de groote ziekenzaal zyn doornbsp;Palladio ontworpen, en het ftuk van Job is door CarlQnbsp;Maratti gefchilderd.
^nna. S. Anna in Borgo pk is uit hoofde van de door Vignola ontworpen architektuur merkwaardig. Zy behoort aan de broederfchap der Pauslyke livrybedien-den, die jaarlyks op het feeft van deeze haare bc-fcherm patroones met veel omllags een proceflic houden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
VeMunt. He Pauslyke Mu?a ligt aan den voet van 't Vati-kaan. Het geld wordt door middel van rollen, di« door ’t w'ater worden omgedreven, gemaklyk geflagen.nbsp;Dp Pauslyke bakovens liggen een weinig hooger op-Men houdt het hier gebakken brocxi voor het befte va^nbsp;Romen. Ter zyde de fakrifty ligt het hofpitaal votgt;rnbsp;de oude bedienden van den Paus, en daarby de fo’nbsp;briek der mozaïeken; de wys, van vvelken te maalteU»
dook nbsp;nbsp;nbsp;#71
' Moznijci.
VAN HET mozaïsch EN STUKADOORWERK. ««
¦¦¦¦¦¦ nbsp;nbsp;nbsp;doov-’iOemi
Roinen heeft ten aa-n^ien der • Mozaïeken den voor-boven alle de {leden der wereld. Buiten haare ffiuuren kent men dat foört van • werk naanwlj^-ks, veelnbsp;ffihider weet men het nstemaaken'. . Te-Florencen wordtnbsp;het zogenaamde Flörentynfcb tverk, dat uit waare kleinenbsp;fteentjes beftaat, (*)..vervaardigd, dog het is veel koftrnbsp;baarder, ei; kpmt op ver en na niet bydeRoomAhe mornbsp;zaïeken in fchoonheid en, juifte gelykehis der natuur,nbsp;peeze konft is zeer oud, en was by de Romeinen een grootenbsp;ptagt; dog het geen 'er van overgebleven is bewyft, datnbsp;hunne Opera musjiva tejjellata vemiculata feBüia , of Li- ^nbsp;^^iflrata , w^elker maskers Mufivarii heetten, maar denbsp;eerfte beginfgis eener konft, waaren, die eeift fedeit oinrnbsp;treint zeventig jaaren tof een zo lioogcn graad van vol-nraaktlreid gebragt is, , Zy namen ’er meerendeels ftceiicnnbsp;toe, die ten degle te groot, ten deele te vierkantig zyn,nbsp;en konden het n'atuuiiyke koloriet niet-zo naauwkeurignbsp;txelFen. ¦ Ook blyft de overgang van de, eene kleur totnbsp;de aiidere, of de mjddeltint, in hunne werken altydfcheipnbsp;Onaangenaam voor ’t oog. Men moet ze niet vannbsp;huby befchouwen, als zy eenige werking doen zullen.
Dcege konft bleef eenigermaate te Konftantinopelen in ftand, en werd door de Grieken geoeffend. Een ze-.ketV' Apollonins bragt ze naar Venetien over, en'werktenbsp;ib de Markuskerk aldaar; van dcezen leerde Andrea Talfinbsp;’t Ipatfte der dertiende eeuw deeze konft, byna ternbsp;-zelvQr tyd, dat zyn landsman Cimague begon.de fchilder-
konft
(*) zie de befchryving van FlorcncAl. II. Deel. bl. i.
-ocr page 186-Mozaifch konfi: weer op de beenen te helpen. De toen leevend®
en ftuka- Griekfcbe inecfters maakten eene menigte van dingen, door werk. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ,
die men nier en daar in de oude kerken aantreft, dog
hun ontbreekt fmaak en tekening; het koloriet is in ver-
gelyking van het geen thans-'gemaakt wordt'fcherp, en
, nbsp;nbsp;nbsp;onaangenaam. In ’t begin der voorige eeuw vond Ca-
, nbsp;nbsp;nbsp;landra een nieuw foort van'fteenlyin uit, die dé'ftukjes
veel vader hield, en harder'wierd ; dog in deeze eeuw
is deeze kond eerfl tot die volmaaktheid gebragt, welke
men tegenwoordig op de meefterftukken der Pieterskerk
met verwondering befchoiiwt.
De Ouden zogten tot de kleuren, die zy gebruikten, natuurlyke fteenen; dog men vindt die veélerlei fchadu-wcn, welken tot een fchildery gevorderd worden, nietnbsp;altyd zo naauwkeurig in de natuur, als men die door ’tnbsp;glasgieten voortbrengen kan. Men weet door vermenging der kleuren het glas alle bedenklyke nuances tegee-ven. Van dit foort van email of verglaasde koropofitie,nbsp;.wprdt een goede - voorraad platte fchyven van- allerleinbsp;kleuren en nuances g'cgotcii ,¦ deeze fnydtmen, eer zfnbsp;hard worden.,, met groote naauwkëurigheid in- kleinenbsp;ftukjes, die ongeveer drie lynén van een duim in’tvierkant hebben, en twee duim lang of diep zyn. Dannbsp;forteert men alle de kleuren elke in een byzonder bakje,nbsp;welke bakjes de zetter voor zig.neemt, gelyk de zettennbsp;in de boekdrukkery zyn bakje met letters.
De agtergrond van.’t ftuk, dat gemaakt moet worden, beftaat, volgens zyn grootte, uit verfcheiden aan mal'nbsp;kander vaftgemaakte dikke fteenen plaaten, die met ec'’nbsp;andere,nog.dikkere fteenen lyft omgeeven worden, bif'nbsp;nen de welke men de lym legt. In elke plaat zyn in '¦nbsp;kruis voegen-gehouwen, op dat de lym’er des te hctegt;^
'' ' nbsp;nbsp;nbsp;ih;
-ocr page 187-iiiJringen en des te vafter op houden moge. Dc lym he-Mozaifch ftaat uit kalk en gepulverizeerden travertyiiHeen, ’twelk^w ftuka-met lynoiie door malkander gemengd wordt.
Als de agtergrond op deeze wys dik met lym be-frreeken is, ’t welk egter maar ftuksgewyze gefchiedt, op dat zy niet te hard worde, zo vangt de zetter, dienbsp;het origineel, 't welk hy kopieert, altyd voor oogennbsp;heeft, aan, die glazen ftukjes uit zyn zetbakje te nee-men, en ze, gelyk by ’t letterzetten, naait malkandernbsp;te plaatfen, en in de lym in te drukken. Daar medenbsp;gaat hy voort tot dat de gcheele agtergrond met glazennbsp;ftllkjes bezet, en de fdhldcry klaar is. (*) Men kan hetnbsp;Werk dan het belt met de Turkfche tapyten, die te Pa-rys gemaakt worden, en ook als uit vierkante aan malkander gezette flippen beflaan j vergelyken. De zettersnbsp;der mozaïeken verftaan al zo w'einig als de Paryfche fabrikanten iets van de tekenkonft, en hunne wys vannbsp;werken heeft hierin veel overeenkomft. ÏVIen moet verbaasd Haan, dat zy de grootfte ftukken zo getrouw ennbsp;naaiiwkeurig kopieeren, zo dat ze de befte kender opnbsp;cenigeii afftand door niets anders, dan dat de glans watnbsp;fterker is, van de origineelen onderfcheiden kan; ja,nbsp;veelcn W'Ceten zelfs hun een grooteren of kleinerennbsp;vorm, dan de origineelen hebben, te geeven.
Als
(*) Die werk vordert tyd en geduld, alio de minfte Itreek en elk hairtje uitgediukt wordt , xo dat by zeer fyne ftukken op denbsp;oppervlakte eens vierkanten voets van rooooo. tot 200000. ftuk-jes aan malkander gezet worden. Naar de grootte van ’t origineelnbsp;brengen een of twee konllenaars twee of drie jaaren over een Heknbsp;door. De dikte van een mozaïek met den agtergrond bedr.aa,tc, alsnbsp;wat groot is, van agt tot tien d“im, waarsit men over denbsp;ïwaatte ooideelen kan.
-ocr page 188-Mozaifcb Als het ftuk op deeze wys zamengezet is, cn de lyni
en jiuka- fig elazen-brokjes genoeg vaftgemaakt heeft, wordt het, door ’werk.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i r ,
op de zelve wys als de fpiegelglazen, gepolyll, en hn-gt
daardoor éene gladheid en eenen glans als een fpiegel. Dog deeze glans is, vöornaamlyk in koepels, oorzaak,nbsp;dat men eerft een plaats zoeken moet om het ftuk wel tenbsp;bezien, zonder dat het oog verblind worde. Calandranbsp;gaf bereids in ’t jaar 1630. het ftuk van h. Michaelnbsp;in de Pieterskerk zulken glans, door het al te fterknbsp;polyffien, dat Paus Urbaan VUL het ontwerp om allenbsp;de ftiikken der kerk in mozaïek te brengen, vaarennbsp;liet, Om dit gebrek te vermyden, polyft men tegens-woordig groote ftukken , die van verre' moeten geziennbsp;¦worden, als aan koepels en diergelyken, niet meer, ennbsp;zy doen een betere werking. Op den verren .-ifftandnbsp;kan men de ongelykheid der oppervlakte, en de kleine voegen tusfehen de brokjes, die nooit zo juift aannbsp;malkander fluiten kunnen, niet onderfcheiden.
Hoe uitmuntend ook deeze uitvinding is, .en hoe gelukkig 'zig daardoor groote hieftorieftukken en altaarbladen kopieeren laaten, kan men ze egter by portraiten en andere ftukken, die gemaakt zyn om van naby beziennbsp;te w'orden, niet wel gebruiken. ¦ Men heeft wel gezogt,-fmalle brokjes, die niet breeder waren dan zyden draa-den, tc maaken, dog het heeft die uitwerking nog niet gedaan als de origineelen, Des te meer te fchatten is hetnbsp;oude mozaïek met de duif, dat in ’t Mufeo Capitolinonbsp;ftaat, en door den Kardinaal Furietti befchreeven is, alzo daar de natuur in kleine beelden zo gelukkig ge-ti'offen is.
Het groote nut deczer uitvinding is, dat de fchoon-Jieid van ’t koloriet eens fluks daardoor vereeuwigd
en
-ocr page 189-en voor alle toevallen vanlugt, weder, en vogtlgheid^ beveiligd wordt. Wordt het na langen tyd befchadigd, en jhika-men kan ’tj door ’t optepolyflen, de oude fchoonheidnbsp;wedergeeven, alzo elk ftukje glas, zo dik het is, dezelvenbsp;kleur heeft, engevolglyk, zo dikwyls men wil, opge-Polyft kan worden. Op deeze wys zyn nu de fchoonftenbsp;en grootfte altaarllnkken der Pieterskerk, als de h. Sc-balliaan en het Avondmaal van den h. Hieronymus vannbsp;Oomenichino, de h. Petronella van Güercino, Petrusnbsp;op de zee wandelende van Lanfranco, de Verheerlykingnbsp;van Raphael, in mozaïek gebragt, waartoe egter zeernbsp;zwaare kollen vereifcht worden, alzo elk van die ftuk-ken op 8000. of löooo. daalders te ftaah komt.
Niet alleen de fchüderyen met olieverw in de Pieterskerk, maar ook de freskoos brengt men in mozaïek.
Ten dien einde wordt een geheel vak van het gewelf afgezaagd en afgebciteld, na dat het van te vooren in yze-ren llaaven ingev^at, en met zo veel klampen vaitgemaakt is, dr.t ’er geen Reen affpringen, en ’er geen fcheur innbsp;komen tan. Dan brengt men het door middel van werktuig,.;! beneden. Men Haat verfteld over de grootte vannbsp;Zulk een vak, dat egter aan ’t gewelf der kerk nietgroo-ter dan een andere fchiidery fcheen te zyn, waaruit mennbsp;Over de hoogte en de evenredigheden van dat gebouwnbsp;oordeelen kan.
Het is te vreezen, dat deeze heerlyke konil in verval ïa! geraaken, als de Pieterskerk geheel van mozaïekennbsp;voorzien zyn, alzo andere kerken daar misfehien zonbsp;''eel geids nig,. 33,5 gullen willen vexfpillen, en nog geennbsp;groot monarch goed gevonden heeft, de fchüderyen zy-ner hoofdftadïn mozr.’ick te doen brengen. Men zoudenbsp;Riisichien dat werk fpoedig tot volmaaktheid brengen, en
de
-ocr page 190-I/’Ó
Mozaifch kofkn zouden zo zwaar niet zyn, alzo weinig fchil-en fluka- deryen zo groot zyn als die van de Pieterskerk. Hoe door iXierk. heerlyke Hukken zouden op die wys bewaard worden, dienu, hoe zorgvuldig men ’er omtrent is, ongemerkt hunnen ondergang naderen, om van anderen nietnbsp;tc fpreeken, die door verzuim, aan hoven daar goedenbsp;fmaak ontbreekt, bederven.
Kenners moeten belyden, dat goede mozaïeken de ori-gineclen in veele ftukken overtreffen. De kopiften in mozaïek weeten alle de feboonheden van ’t origineel,nbsp;zelfs de kragtigfte uitdrukking, met eene wonderlykenbsp;naauwkeurigheid over te brengen. Men vergelyke denbsp;vermaarde Petronella van Guercino met het daarvan gemaakte mozaïek, gelyk ook het Avondmaal van den h.nbsp;Hieronymus van Domenichino, en men zal vinden, datnbsp;de kopyen den origineelen in niets wyken, maar op ’tnbsp;volkomenfte gemaakt zyn. Wy haaien deeze ftukken totnbsp;voorbeelden aan, om dat het twee van de vier fchoon-ften in Romen zyn. Zyn de kopiften in die twee zonbsp;gelukkig geflaagd , waarom zouden zy met anderenbsp;groote Hukken niet even zo gelukkig zyn, en hoe veelnbsp;gemaklyker zouden zy middelmaatige ftukken getrouwnbsp;kopieeren kunnen ? Het zyn geen moeilyke handgreepen,nbsp;waardoor zy de tekening en omtrekken zeer juift behouden hebben, daar zy geen hand, ik laat ftaan een beeld,nbsp;willen te tekenen. Het eenige dat zy misfehien nietnbsp;kunnen bereiken , is een zeker vuur in de behandeling , dat van de hand des meefters komt, wanneer b/
I de eerfte denkbeelden als met het pinfeel op ’t doek werpt, zonder zig den tyd te laaten, gelyk de kopiften.nbsp;over eiken trek te denken, en, daardoor zyn pinfeelnbsp;onzeker en vreesagtig te maaken,
Dog, cle ttitvinding, zamenfleliing, fchikking, on deMozaïfcï'
uitdrukking dev karakters j zyn de vöornaain.fte eigen-e» Jlvka-y 1 nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, -1 ¦ floor TOêrs;
icnappen eens ftiiks, en deezen zyn ’t die Raphael zo
ter boven andere nrecllers verheffen. Daar nu de ItOnft tan ’t mozaifch werk dat alles kan bereiken, zo was dit allesnbsp;leeds een genoegzaame oorzaak om het in hooge waardenbsp;te houden. Behalven dat, het bewaart ons het kolorietnbsp;in zyn gantfche Volkomenheid, en is dikwyls veelbeteralsnbsp;het origineel, vooral wanneer dat door de langheid des tydsnbsp;van zyn eerfte fchoonheid verlooren heeft. Het kolorietnbsp;der Petronella heeft van de vogtigh'eïd geleden. Alennbsp;tergelyke het met het mozaïek, en men zal dat laatfte zonder bedenkefi boven ’t origineel Hellen. Het kolorietnbsp;der ftukkon van Raphael in ’t Vatikaan is zeer verfcho-tCHj en mis fchien nooit ongemeen fraai ge weeft. Egteris’tnbsp;hot koloriet dat de meefte menfchen reeds by ’t eerftege-2igt inneemt, en ook de oogen der kenders tot zig trekt,nbsp;fchoon zy ’t niet töor de eerfte verdienfte vair een ftuknbsp;houden. Hoe groot is niet dooi^aans het getal der liefhebbers , Qie veel werks maaken van de ftukken der Ne-deilandfche meefters, om dat zy fchoon gekleurd, ennbsp;%n gefchilderd zyn! Hoe veelen‘geeven den voorrangnbsp;iiiet aan de laage voorwerpen van Teniers en Oftade, boten het edelfte hiftorieftuk eens Italiaans!
fehiidenverk, IV. Deel.
Misfchien zouden de meefterftukken van Raphael in ’t' Vatikaan oneindig beter uitkomen , indien men,nbsp;dóór ze in mozaïek te brengen, hun een beter kolo-het eenige dat hun ontbreekt, gaf, vooral indiennbsp;dan een betere plaats bekwamen, dan in de laagenbsp;donkere zaaien van ’t Vatikaan, waar zy zig onder denbsp;menigte van fchilderfieraaden, en het rondom geplaatfte
On-
niet genoeg vertoonen.
M
-ocr page 192-Moznifcb Onder de pragtige fieraaden der Pieterskerk behoort ef3 liuka- ]^g(. (tukadoorwerk. Alzo dat zo menigvuldig in denbsp;' kerken te Romen voorkomt, zal het niet ondienftig zyn,nbsp;wrt de wys, waarop het gemaakt wordt, kortlyk aantewy-zen. Het geheele gewelf der Pieterskerk is met verguldnbsp;ftukadoorwerk voorzien. Het nieuwfte is boven dennbsp;hoofdingang, onder ’t opzigt vanVanvitelli(1) gemaakt.nbsp;Ook vindt men ’er veel ftukadoorwerk, ’t welk zo na-tuLirlyk het marmer gelykt, dat men naauwlyks eenig on-derfcheid bemerkt.
Dit foort van werk is zeer gemeen in Italien, de oude Romeinen kenden het reeds, gelyk ons Vitruvius leert. Ook begint men het in andere landen in te voeren ; en het is onbetwiftbaar de fchoonfte verfieringnbsp;voor kerken en groote zaaien.
Het ftukadoorfel. Stucco, beftaat flegts uit gips en vifchlym, ’t welk men met zandfteen, puimfteen, groenen wetftcen, toctsfteen, flypfteen, bloedfteen, ennbsp;wortels van ciTenboomen , glanzig maakt. Het wittenbsp;ftukadoorfel wordt alleen met vifchlym gemaakt, en,nbsp;alzo het weeker is, wordt het met kattenftaart , ee»nbsp;foort van riet, equifetum, dat men in de moeraffen vindt,nbsp;gepolyft. De manneraderen ontftaan daaruit, dat mennbsp;rtukken van wat harder ftukadoorfel, en van de kleurnbsp;des gronds welke gemarmerd worden zal, neemt, di1nbsp;in gekleurd dun ftukadoorfel doopt, en ze dan op
den
Vanvuelli is de grootfte der bouwmeefters van Ttalien nog leefden, toen de Heer Volkman fchreef. Hy bekleedde h®'nbsp;anipt van architek.: der Pier rskerk, eerhy naar Napels geroepennbsp;om het luftilot Calerta te bouwsn. Hy overleed te Napels deanbsp;JMaart 177 31
-ocr page 193-179
den grond legt. Waar deeze ftukken malkander aan- ][jozaifch raakên , krygt het flukadoorfel de aderen die menen fluka-verlangt. Men hooft daardoor de natuur na , want'^®'”'nbsp;de waare marmeraderen outftaan daar door , dat ze-kere metaalagtige ontbindingen tusfchen de hardenbsp;deelen van ’t marmer indringen , en zig daar op ’tnbsp;Haauvvfte mede verbinden. Als het deeg van ’t ftuka-doorfel nog week is, wordt het opgelegd, en wel ge-lyk , als aan andere gipfen zolderingen , op yzerennbsp;draaden en pinnen. Als het droog is, wordt het bewerkt en gepolyft.
De grootfte zwaarigheid is de regte evenredigheid te ^^^waaren tusfchen den gips en de vifchlym. Neemtnbsp;^neii te veel lyms, zo krygt het flukadoorfel, als het 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
^toogt, fcheuren, en neemt men te weinig, zo laat Iret 2ig niet wel polyften. Een andere zwaarigheid is hetnbsp;kootten van het deeg , ’t welk goede ftukadoordersnbsp;daarom altyd zelven doen. Het derde ftuk , waaropnbsp;veel aankomt, is de keus der kleuren, waarvan ’ernbsp;verfcheidenen zyn, die in de lugt geen (tand houden,nbsp;tgt;- V. het violette marmer. Breccia genaamd, en hetnbsp;^^egroene, zyn wegens de tedere verwen, die men ’ernbsp;toeneemen moet, en die in de lugt niet wel ftandnbsp;houden, veel bezwaarlyker nateraaaken, als het antieksnbsp;geele en bonte van Aleppo, Gialio antico en Breed»nbsp;d’/lleppo. (*)
(*) Wie een grondig berlgt van 't ftukadoorwerk verlangt, kaa daarover eene verhandeiing vinden in de Verhandelingen van dennbsp;Montamjr, over de kleuren voor de porcdeinfchilders «anbsp;9m»iUccii,rs.
VAN
-ocr page 194-iSo
De Pavsly-
enz.
Na van de Roomfche merkwaardigheden gehandeld te hebben, willen wy nu de flaatkundige gefteldheid vannbsp;llomen een weinig naauwkeuriger leeren kennen. Denbsp;Paus, het opperhoofd de Roomfche kerk, is met redennbsp;het eerfte en voornaamfte voorwerp. Schoon hy nietnbsp;meer de magt heeft, die hy in de tyden der blindheid,nbsp;nu 2es en meer eeuwen geleden, oefFende, fpeelt hy cg-ter een aanzienlyke rol. De invloed van ’t Roomfchenbsp;hof is nog aan fommige hoven fterk genoeg, fehoon hetnbsp;fchynt, dat de meeften zig met fteike fchreeden naar denbsp;onafhanglykheid van ’t zelve fpoeden. Ten minflennbsp;hebben de vorften uit het huis van Bourbon en de Koningnbsp;¦van Portugal een goed begin gemaakt, cn als zy op dienbsp;wys voortgaan, zal de Paus in ’t toekomende maar alsnbsp;een wereldfch vorft worden aangezien , wiens magt naa/nbsp;de maatige uitgeftrektheid zyner ftaaten zal worden afgemeten. De magt des heiligen Vaders is zelfs te Romen bepaald, dewyl de Kardinaalen zig aüengskens een merk-iyk aanzien hebben weeten te verkrygen. De meeft®nbsp;Pauzen befteigen den troon op eenen ouderdoni, wafl'nbsp;neer zy geen werkzaamheid genoeg meer bezitten,-20 dat ze in hun uitgebreide bezigheden gedwongennbsp;zyn, zig veel op anderen te verlaaten.
DePausly- PausJyke kroon heeft, zo men wil, haar gedaante ke kroon, van de miitfen der Chaldeën of Perzen, De Koning^”nbsp;dier volken droegen op de mutfen een enkelvouwdig®
kroon; dog Bonifacius VIIL voegde ’er een tweede hf*
i8i
om de geefteiyke en wereldlyke magt van den Paus aan Di Pausjy-te duiden, en Beflediftus XIII. vermeerderde ze, omtrent fioffiaat het jaar 1334. met eene derde, ’t zy om op de drieërlei magt, de wcreidlyke, de geefteiyke, en vadeilyke,
’t zy om op ’t gelreimzinnige getal van drie, en de Drie-eenheid, te zinfpeelen. De Paus draagt die kroon, of het zogenaamde Tritegm, niet dan op den dag zynernbsp;krooning. Men plaatft ze egter, tot een fieraad, op’t altaar der Pieterskerk by groote plegtigheden. By anderenbsp;plegtigheden heeft hy alleen de bisfcboplyke muts op,nbsp;en anders en rooden met goud geborduurden hoed.nbsp;Daarentegen draagen de Kardinaalen den rooden hoednbsp;niet dan by hunne intreede, en wanneer de nieuwe Pausnbsp;bezit neemt van ’t Lateraan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
De ftoet, die den Paus begeleidt, heeft iets byzonders cn ftaatelyks. Men ontdekt ’er eene zekere deftigheidnbsp;in, die zig voor ’t opperhoofd der Roomfclie kerk welnbsp;fehikt, De twee groote waayers van paauwenvede-ren, Flsbelii, die by zekere gelegenheden op zyde varinbsp;den Paus gedraagen worden, hebben vermoedlyk in ’tnbsp;begin gediend, om den heiligen Vader te verfrifchen, ennbsp;de vliegen van hem aftejaagen. Men zegt gemecnlyk,nbsp;dat de oogen van de paauwenvederen eene beftendigeer-innering voor hem zyn zouden, om waakzaam te zyn voor
I*) Eeriige Proteaahtfcl'® fchryvers fpreeken ’er al te reragtelyk raQ, ’t welk hiin nog eerder te vergeeven is, als den onder dennbsp;naam van twee Zweeden vermomden Abt Grosley, itv zyne bcrlg-ten over Italkn. 'Hy houdt zig lang omtrent de tweenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op, die
voor den Paus gedraagen worden, en zegt, dat de optogt van den Paus boven dien eens gemeenen bUCAops vooruit heeft, dienbsp;T.tn zyne Domheeren vergezeld wordt.
M 3
-ocr page 196-PtPausly~de kerk. De Paus eet altyd geheel alleen, en zeer zei-
h» Hofjlaatin ’t openbaar. Toen het by deinwyingvan den Kardinaal van York,- Bisfchop van Frafcati, ecns ge-fchiedde, had men die plegtigheid in geen zellig jaarennbsp;gezien. De tafel van den Paus ftond verheven, en die dernbsp;Kardinaalen aan beide zyden der zaal laageu Het ce emo-nieel dwingt het opperhoofd der kerk over’t algemeen totnbsp;een gedwongen, ingetoogen, en ongezellige leevenswys.nbsp;Elk, die hem nadert, zoekt zyn eigen belang, en zonbsp;veel te verkrygen als hy. kan, alzo hy ni^-t weet, hoenbsp;lang de Paus leeven zal, en by elke verandering nieuwenbsp;perfoonen in de bedieningen gefield worden. De Pausnbsp;gaat nooit ter jagt, nog in de komedie, ook fpeelt hynbsp;niet. Toen Benediftus XIV. een? een niemv geboinvdnbsp;theater ging bezien, vond men den volgenden dag daarnbsp;boven den ingang gelchreven, Indulgenza plenaria. Hynbsp;was een liefhebber van wandelen, (*) en kreeg het daarom in ’t hoofd, des avonds, om 't veertiguurige gebednbsp;bytewoonen, te kerk te gaan. De Paus komt nooit innbsp;cenig vermaaklyk gezelfchap, veel minder inoogen ’ernbsp;Dames in zyn Paleis komen. In een -woord, indien denbsp;Pauzen niet meellen tyd aan de regeering kwamen opnbsp;jaaren, dat zy aan de veroorloofde vermaaklykheden desnbsp;jeevens niet veel deels meer neemen kunnen, zo waren zy de ongelukkigllen onder alle de grooten dernbsp;wereld.
Als dg Paus naar ’t veertiguurige gebed gaat, knielt
Pit was iets ongewoons voor de Romeinen, waarom Ipotsgewyze zeiden, e «» hïrhante qnejï» Papa, en toen Clemensnbsp;:^UI. by den aanvang 7.yner regeering dat voorbeeld yolgde, zei^®nbsp;jgjen, fara ilriantsnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Papa nmc l'altn.
-ocr page 197-183
iiy midden in de kerk op een flirreelen tapyt neder, ^^Di'Pausl'j-op eenigen afftand ftaan veertien Zwitfers met hm'ine ke Hofftaat helbaarden agter hem. Hy draagt een foort van een‘”'“'nbsp;rood kort manteltje of Camail, met goud geborduurd.
Na ’t eindigen van ’t gebed begeeft hy zig door de ry der ^'vitfers, onder vooruitdiaaging van ’t kruis, te rug. Alsnbsp;hy in ’t zogenaamde kleine geleide uitrydt, gefchiedt denbsp;opiogt aldus: een paar kurasfiers te paard, om plaats tenbsp;maaken. Zes livrybedienden met ontblootte hoofden,en eennbsp;geelllyke met het kruis, op een witten muilezel. De koetsnbsp;van den Paus met zes paarden befpannen. Dekoetfier ennbsp;voorryder hebben mantels en beffen om, gelyk de Pro-teftantfehe geeftlyken. De Paus heeft gemeenlyk drienbsp;geeftelyken by zig. Ter zyde de koets ryden de tweenbsp;oudfte kamerdienaars van den Paus, in violette priefter-rokken , met purperen mouwen en koorhembden , ennbsp;twaalf Zwitfers, m hun ouderwetfeh bont pak, dat ’ernbsp;vry wat hansworftagtig uitziet , gaan naaft hen. Dannbsp;komt nog een koets met zes paarden voor ’t gevolg vannbsp;den Paus, en twaalf lyfwagten te paard, nevens evenzonbsp;veel kurasfiers, fluiten den trein. De klokken van allenbsp;de kerken, die de Paus voorby komt, worden geluid,nbsp;en al, wie den Paus ontmoet, valt op de knien, omnbsp;zynen zegen te ontvangen. Als men in een koets zit,nbsp;komt men ’er uit. Dog men pleegt hem niet aftewag-ten, en gemeenlyk een dwarsftraat Inteflaan, om datnbsp;laftige ceremonieel te ontgaan. Als de Paus de mis doennbsp;of kapel houden wil, laat hy zig op zyii’ pragtigennbsp;armftoel door twaalf bedienden te voet, Palafrenieri,nbsp;tlraagen.
De gewoonte van den Paus de voeten te zoenen, Het zoenen ^11 men, is zeer oud; ten minften beweeren de Room-M 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fche
-ocr page 198-enz
De Pausly- fche fdiiyvers, dat Konftantyn de Grqote die eet reed! ¦ke Hof/iaat Paus Sylvefter bewezen hebbe, en dat zy den ftad;
houder van Chriftus toekomt, alzo reeds Magdalena dat eerbewys aan den Heiland bewezen heeft. Keizer Karei V. volbragt deeze ceremonie, en ’t laatile voorbeeldnbsp;van een gekroond hoofd, dat het zekc gedaan heeft,nbsp;is dat van den tegenwoordigen Koning. van Spanjen, dienbsp;' Benediftus XIV. de muil zqende, toen hy in ’t jaari744..nbsp;met zyn heir voor de poorten van Romen ftond. Denbsp;jiaaftc bloedverwanten zyn daarvan niet iiitgefloten; danbsp;Marchefe Corfini deed het in ’t jaar 1730. aan zynennbsp;broeder Clemensnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De Kardinaalen doen het maar
den dag der verkiezing en krooning desk Pauzen, insge^ lyks wanneer zy hem dp eerile reis als nieuwe Kardinaalen aangeboden worden, of eenig nieuw ainpt verkregennbsp;hebben. De Kardinaalen zitten, gelyk de gevolmagtig;nbsp;de gezanten der Koningen by den Paus, op houten lloe-len zonder ruggen; alleen de prinsfesfen yan koningly-ken bloede bekomen een kuffen.
Geboorgee- Die gehoor by den Paus verzoekt, wordt, door eeneil ving- der Prelaaten, of den Monjignore Maejira di Camwa, aaiirnbsp;geboden. Men legt alvoorens hoed, ftok, en degen af,nbsp;cn maakt by ’t inkomen in de kamer de eerfle kniebuiging, op de helft der kamer de tweede, cn de derde alsnbsp;de Paus het kruis zyncr regter muil te kullen aanbiedt.nbsp;Ter zelver tyd reikt de Paus den knielenden de handnbsp;toe, om hem op te heffen. De Maeftro di Camera laatnbsp;den vreemdeling alleen met den Paus, en als de Paus denbsp;gehoorgeeving wil eindigen, zo fchelt hy, cn de Maeftronbsp;leidt een ander ten gehoor, terwyl men met Cicn zoveelnbsp;kniebuigii^gcn, na ’t ontvangen van den zegen, heennbsp;gaat. Als Eilgelfchcn, of andere Proteftanten, gehoor
-ocr page 199-.verzoeken, zyn de buigingen even de zsl^eir, dog deBePausly Paus biedt hun de muil niet ^an. Wanneer ieroant den^®nbsp;paus een verzoekichrift overgeeft, en het komt metnbsp;jvoord kümi terug, zo beduidt dat een weigerend antwoord.
De Kardinaalen zyn de voornaainfte perfongdien van ’tKardima-Pauslyke hof, die de gewigtiglle ainpten bckleeden, en^‘'’n-altyd de Pauzen uit bun midden kiezen. Over hunnen naam en oorfptong is veel getwift., dog niets beflift. De priefters van Romen maakten verkjoed-Jyk in de oudlle tyden dep raad w»nbsp;uit: dit deed ailengskens bun gezag fteigen, cn zyn kapittel werd het voornaarafte in de geheele kfirk. Voor denbsp;elfde eeuw hadden de ftisfehoppen nog de-p rang bovennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
de Kardinaalen. In ’t begin verkoor dc gezamentlykc geeüelykheid neveirs het volk de bisfchoppelr, welkennbsp;yan den Keizer beyefljgd werden. Alexander IJL gaf innbsp;’t jaar 1*79' het eerft den Kardinaaien het regt den F.an.snbsp;kiezen, cn dat wel zo, dat altyd drie derden der llem-men voor eepen perfoon zyii moellen, anders, v/lerd denbsp;yerMeziüg niet kragtig geagt. Innocent IV. gaf hun innbsp;’tjaar 1244. den rooden hoed, ten teken, dat zy bereidnbsp;tuoeften zyn, hun bloed voor de kerk te vergieten, ennbsp;ter zelve tyd verkreegen zy den rang boven alle deaarts-bisichoppen. Den rooden pricfteiTok verwierven zynbsp;reeds voor den tyd van Paulus III. dog ,dc jullie tyd isnbsp;onbekend. Hn^ getal was certyds onbepaald. Om hetnbsp;.laar 1277. telde men ’er maar zeven, hat.koncilic vannbsp;öafel bragt ze op vierenttivintig, dog zy werden allengs-kcns vermeerderd, tot dat Sixttis V. vaftlielde, dat hennbsp;feetal aan dat van de oiidflen in Ifraël en van dc leerlingennbsp;van Chriftxjj zou
-ocr page 200-ens.
De Pmisly- onveranderd gebleven. Het is bekend, dat de buiten1 keHofJlaat landfche Room ^'chge^inde mogendheden het regt hebben,nbsp;by de kardinaalsbevordevingen ’er eenen te benoemen ofnbsp;voortellaan. De Koning van Saidinien heeft zig eerft innbsp;deeze eeuw onder Benediélus XIII. in ’t bezit van ditnbsp;regt geüeld.
Onder dc zeventig Kardinaalen voeren ’er zes den titel van Kardinaal Bisfchoppen, vyftig van Kardinaal Priefters,nbsp;en veertien van Kardinaal Diakenen. De zes Bisfchoppennbsp;zyn de Bisfchoppen van Porto, Albano, Sabina, Frafca-ti, Paieftrina, en Ollia. De Kardinaal Priefters heetennbsp;naar de vyftig voornaamfte kerken van Romen, en denbsp;veertien Kardinaal Diakenen naar veertien kapellen ofnbsp;hofpitaalen, waarover de Diakenen cerlyds het opzigtnbsp;hadden.
De gewigtigfte poften van ’t Roomfche hof zyn in de handen der Kardinaalen ; zy worden naar die amptennbsp;Camerlingn, (1) Segretario di Jlato, Datario, Vicario , Vice-Cancelliere, Auditore, en Segretario dilirem genaamd. Alsnbsp;de Paus csnenJMepote (2) heeft, is die gemeeniyk eerfte
ftaatS'
Dat woord zal zekerlyk van het Duitfehe }{ammirltng afko-incn, alzo hy over de Pauslyke Kamer geftcld is.
Men hoort te B-omen altyd veel van ’t Nepotismns fpreekeS' Het eigenlyke Nepotismus geldt niet meer, ’t welk eeityds daarinnbsp;beftond, dat de P.auzen hunnen naaften bloedverwanten of neeveOnbsp;goederen of leenen van den Pauslyken ftoel fchonken. Dit isnbsp;genwoordig niet meer geoorloofd, fchoon het goed ware, indiend®nbsp;Pauzen hunnen neeven de onbebouwde landeryen en de Pomtynfeb®nbsp;plaffen droog te maaken gaven. Tegenwoordig bellaat het Nepo'nbsp;fismus daarin, dat de Pauzen hunnen naaften bloedverwanten d®nbsp;bette ampten geeven, gelyk dat van Camerlingo, waardoor zy g='nbsp;legenheid hebben zig te verryken. Zenige Paqzen zyn zo ver g®quot;
gaan!
-ocr page 201-187
llaatsdienaar, gelyk de Kardinaal Rezzonico onder den De Pausly-voorigen Paus Clemens XIII. Hy bekleedt dan de plaats Hofflaat van den Kamerling, en ondertekent alles; de gezantennbsp;vervoegen zig tot hem; in een woord, alle bezigheden ennbsp;iiinften gaan door zyne handen. Voor deezen ging hetnbsp;Nepotismus nog veel verder. Innocent XII. fchafte welnbsp;dit misbruik af, en beval, dat geenNepote zig tenkoftenbsp;der kerke verryken zou; dog weinig Pauzen handelennbsp;in dit ftuk gelyk Benediélus XIV. by wiens regeering hetnbsp;huis van Lambertini geen groote rykdommen overgewon-nen heeft,
De Kardinaal Camerlingo is gemeenlyk de opzigter over£)« KardU de Pauslyke Kamer, heeft alle Snantiezaaken onder zig, '^aai Corner-en vergeeft de daartoe behoorende poften. Als de Paus-lyke ftoel ledig is, geniet hy een groot aanzien. Hynbsp;neemt in naam der Kamer bezit van het Paleis, doet geldnbsp;liaan met zyn naam en wapen, neemt het Pauslyke zegel, den visfcherring, tot zig, en wordt, tot dat hynbsp;in ’t Conclave gaat, van de Zwitferfche lyftvagt begeleid. Dit is de eerfte poft na den Paus.
De Kardinaal Staatsfekretaris voert de briefwifleling niet de NmcU en Legaaten, cn draagt den Paus zo wel^®nbsp;de geeftlyke als wereldlyke zaaken voor. Onder dc voorgaande regeering bekleedde de Kardinaal Torregiani deezen poft, een man ongewoon toetegeeven, waardoor hy het Pauslyke hof veele moeilykheden , ennbsp;het verfchil met het Bourbonfche huis op den halsnbsp;haalde.
. dat ïy hunne nwen op ds onregwaariligfte wys millioenea hebbennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;byeen fchraapen. Men noemt de groote paleizen der
weven fchettsgewys gt; mitakele» van S. Pieter.
-ocr page 202-enz. Prodatano.
A-
i)ï Piiusly- De Kardinaal Prodatario vaardigt refcripten over lt;^5 yej.geYene beneficiën, ofgeeftlyke ampten, af, en zynnbsp;komptoir noemt men Dataris. De naam is, zo mennbsp;wil, hiervan afkomftig, dat certyds zyn voornaamftenbsp;bezigheid daarin beitond, het datum Romce apud JanBimnbsp;Petru’-n, of den dag der afvaardiging, tc fchryven. Mennbsp;zegt Prodatarh, Prouditore, om dat dit ampt fomwylen,nbsp;in plaats van de Kardinaalen, door anderen bekleednbsp;is geworden-, en federt dien tyd is de lettergreep pronbsp;daar altyd by gebleevcn. De Kardinaal, die dit amptnbsp;bekleedt, geeft den Paus de verzoekrchtiften over vannbsp;de zodanigen, die om eenig ampt verzoeken, en onderligt Irem van hunne verdienllen en bekwaamheden. Ooknbsp;beflift hy de oneenigheden, die over ’t begeevcn vannbsp;ampten ontffiaan, en vervult fommige plaatfen op eigennbsp;gezag. Tot hem moet men zig om ontllag in huwlyks^nbsp;zaaken wenden, ear hy vonnift over alles wat de inkom-ften van het eei-fte jaar der begevene beneficiën-, of dsnbsp;aniiaten, betreft.
Vicario.
t'
De Kardinaal Ptcario verrigt te Romen het geen Oj» andere plaatfen de Bisfehoppen doen ; by voorbeeld, hynbsp;ordent de geefliyken , onderzoekt de priefters, geeft verlof om boeken-te drukken, vonnift over huw]ykszaakcngt; ’nbsp;-heeft het opzigt over de zeeden, de hoeren, en allesnbsp;¦wat de Jooden betreft. Hy heeft tot medehelper ee-jien Prelaat, Fiee-gerente genoemd, tot wién men ziSnbsp;wenden moet, wanneer men reliquien wil hebbeibnbsp;Als men brief en zegel van he.m daarover toonen kamnbsp;zyn zy egt..
KanfeUer.
Pe Kardinaal KanfeUer, of, gelyk hy federt tje dertiende eeuw genoemd wordt, Vice-Caneehiere, was eer tyds de eerfte perfoon naaft den Paus. Alle brieven»»
189
en alles, wat hctRoomfdie hof van wereldlyke en hm-De Pauslj-nenlandfehe zaakcn afvaardigt, gaat door zyn handen.
Alle de bedienden der kanfelaaiy ftaan onder hem j en hy bewoont het pragtige Paleis der Cancellaria.
De Kardinaal Proudisore is de opperfte ligter in borgerly- ProuditOTti ke zaakcn, geeft ’fer den Paus berigt omtrent, en befiilt innbsp;zynen naam. Men kan tot hem van de laager regtbankennbsp;appelleeren, en hy is de helper van den Paus in de ge-rigtsbank der Segnatma. Hy woont, nevens den Kardinaal Kamerling en Staatsfekretaris, in ’t Pauslyke Paleis.
De Kardinaal Ssgretario di Brevi vaardigt alle Pauslyke 5egretaV:ó breves en ordonnanties van weinig belang af, waartoe Brevisnbsp;bet zegel der kanfelaary en der Dataria niet gevorderdnbsp;Wordt, b. V. ontflag ten aanzien van oudheid en bekwaamheid. Deeze Kardinaal woont in het pragtige Paleis der Segretaria di Breui, liggende tegen over hetnbsp;Pauslyke Paleis op Monte Cavallo. De geleerde Pasfio-nei bekleedde deeze plaats tot in 1761. Onder hemnbsp;ftaan twee Prelaaten, waarvan de een Ssgretario di Brevi a priiicipi, en de ander van de Latynfclre brievennbsp;heet.
In oude tydeii hadden de Kardinaalen veel meer vermogens en invloeds op de wereldlyke magt der Pauzen.
Dog de laatften hebben hunne onfeilbaarheid ailengskens in ’c wereldlyke even zo ver als in ’t geeftlyke weetennbsp;Hittebreiden, en behoeven hen niet raadtepleegen, tennbsp;zy zy willen; dog de ouderdom, op den welken zy ge-mee^nlyk aan de kroon komen, dwingt hen egtermeeren-deels, by gebrek van hun eigen bekwaamheid, veel opnbsp;Kardinaalen te laaten aankomen, en zlg van hunnenbsp;imlp te badienon. De Kardinaalen verkiezen gemeenlyk
eenen
-ocr page 204-i. .1
enz,
DePausly-eenen Paus, die niet veel leevendigheids heeft, en dit maakt, datzyn onbepaalde magt zelden kwaade gevolgennbsp;na zig fleept. De Roomfche ftaatsgefteldbeid is dus ei-genlyk zodanig, dat een ieder bevelen geeft en niemantnbsp;gehoorzaamt. Ondertusfchen fpeelen de Kardinaalen al-tyd een groote rol, en misbruiken dikwyls hun gezag.nbsp;2ygeeven, ten blyke hiervan, hunnen bedienden en aan-hangeren, of wien zy anders willen, patenten of brieven van vryheid, en wie zodanig eenen vertoonen kan,nbsp;raag van niemant in hegtenis gebragt worden, uitgenomen in geheel byzondere gevallen. Men beweert, datnbsp;veele Kardinaalen een^ftuivertje door middel van zulk®nbsp;brieven winnen.
Wanneer de Kardinaalen by dag uitryden , gefchiedt dat gemeenlyk met een zekere ftaatfie, in fioccbi, metnbsp;twee of drie koetfen. In de eerfte zit de Kardinaal, innbsp;een koorherabd, nevens nog vyf perfoonen, een naallnbsp;hem, twee in de portieren, dat de voornaamfte plaat-fen zyn, en twee agter uit. In de twee anderen koetfen zit het gevolg des Kardinaals. De koetfen maakennbsp;een treurige vertooning ; zy zyn van binnen en vannbsp;buiten, tot de raderen toe, geheel zwart, en groote machines zonder glazen, gelyk men nog koetfen op oude printenvan procesfies, honderd jaar geleden gehouden, ziet.nbsp;De nieuwe Kardinaalen neemen ze gemeenlyk uit dennbsp;boedel des overledenen over, of doen nieuwen naarnbsp;het zelve model maaken. De bok is byna zo hoognbsp;als de koets zelf, het agterfte insgelyks. Deeze machines worden door twee paarden zo langzaam getrok*nbsp;ken, dat de lakyen te voet vooruitgaan. De geheelsnbsp;fleep gelykt wel een begraafnis. Des avonds, of wanneer zy niet in ceremonie willen verfchynen, gebrui-
ke»
-ocr page 205-ipï
ken zy gewoone koetfen, fchoon dit zelden, en rmatDePausly~ van jonge Kardinaalen, die van den dwang niet houden,nbsp;gedaan wordt.
De eerbeid, dien men den Kardinaalen toedraagt, is 20 groot, dat de deurwaarder, die hun het confiftoriuinnbsp;aanzegt, zulks knielend doet. Elk volk heeft zynennbsp;Kardinaal tot befchermer , b. v. de Kardinaal Alexander Albani is Froteclor der Duitfehers. Dog zy heb-¦ ben in die hoedanigheid niet veel anders te doen, daanbsp;zulken uit de natie, die eenige prebendes verwerven,nbsp;den Paus aantebieden, en de zaaken van het hof diernbsp;hatie, als het geen gezant te Romen heeft, waartenee-ihen. De vreemdelingen wenden zig gemeenlyk tot dennbsp;Kardinaal Proteftor hunner natie, ’t welk wel niet veelnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
helpt, dog ook geen kwaad kan. De hoop van Kardinaal te worden is de dryfveer van alle de handelingen en de ftaatkunde der Ronieinfche familien, alzo daarmede het uitzigt van met' den tyd den Pauslykennbsp;troon te beklimmen van verre verbonden is. Eenigennbsp;zoeken door een deugdzaam leeveii, anderen door bekwaamheden , en anderen wederom door kuiperyen,nbsp;vleyery, en een laag gedrag, dit doelwit te bereiken. Dewyl onberifpelyke zeeden allefins een nood-zaaklyk vereifchte zyn, ontftaat daaruit ten minften ditnbsp;voordeel, dat de eerzugt by de meeften die een amptnbsp;bekleeden, dat tot de waardigheid van Kardinaal leidt,nbsp;hen van uitfpattingen te rug houdr; zo men al eenigenbsp;Kardinaalen befchuldigt een ongeregeld leeven te lei-gt; ’t welk onder zulk een getal niet anders wezennbsp;kan, gedraagen zig egter de meeften zeer voorbeeldig,nbsp;ïu een plaats daar de grootfte vryheid in 't maakerjnbsp;van pafijujijgu en fatires heerlcht, en men den Kardi-
naa-
-ocr page 206-fle nbsp;nbsp;nbsp;alles verwyt, wat op hun te zeggen is, zou men
enz.
ie Hoffiaat hen voorzeker, in dit opzigt niet fpaaren.
Men zegt met reden, dat de ftaatkunde en dè konft van kuipen nergens zo door en door beftudeerd is alsnbsp;te Romen; egter is het uiterfté doeleinde deezer ftaat-luinde, naamlyk de hoop van Paus te worden ^ zeernbsp;onzeker. Daar fterven gemeenlyfc drie of vier Ifardi-ftaalen in 't jaar, en over ’t algemeen maar om de zeven jaaren een Paus. Bchalven dat, kan ’er uit denbsp;zeventig maar een gekoren worden. Als men uit ditnbsp;getal de vreemdelingen uitzondert, en de zodanigen,nbsp;die zig door een te heftig karakter en lofle zeeden, ofnbsp;door ’t hebben van magtige vyanden, den weg tot dennbsp;troon fluiten, en, gelyk de Romeinen zeggen, fi gna-flano il Papato, of die te zeer van een buitenlandfchnbsp;hof afhangen, en zelvcn uit een te magtig geflagt zyn,nbsp;zo blyven ’er by elk conclave naauwlyks drie of viernbsp;over, die, om zo te zeggen, verkiesbaar zyn; Mennbsp;kieft wel voornaamlyk zulke Kardinaalen, die van goe-don huize zyn ,¦ dog anderen , die blooclyk monnikeilnbsp;getveefl: zyn, bereiken foftityds ook wel hun doelwitnbsp;door vefdienUe en agting.
Men zegt fchertsgewyze , dat drie ftraaten naar S-Pieter loopsn , naamlyk die der Coronari, ArgerAierit en Lunghra, en vergdlykt zé met de drie wegen naafnbsp;den Ptraslyk-Cn troon: de weg der Coronari zyn d®nbsp;roozenkrahSfen of de monnikenordér, de weg der At'nbsp;gentieri zyn de nimciatnureh, wpl die vee! gelds ko'nbsp;fton , cn de weg dér Lunga.ia als de langfte, om datnbsp;men trapsgéwyze door ampten daartoe komen móét;nbsp;De Pvelaaten komen naamlyk eerffi m de regtbankennbsp;van ’t Paleis , op Monte Citbrict, in de Segnatura,
fill
-ocr page 207-fulta, in de koiigregaties, woiden Chierici di Camera /)«Pj«,r,'y enz. tot dat zy eindelyk door hun bekwaamheid,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hoffiaat
kuiperyen den kardinaalshoed verkrygen. De po-^'*^’ ften, die onmiddelyk tot het kardinaalfchap leiden, zynnbsp;Öe nunciatiiren te Wenen, Parys, Madrid, en Lisbon, ¦
^et ftadhouderfchap van Romen, het ampt van Uditoré della Camera, Magiorduemo, Maejlro di Camera, Teforis-''e, en anderen. De Magiorduomo L in zulk een aankien, dat hy gemeenlyk niet zeer haaft om den hoed tenbsp;bekomen, wyl die hem niet ontgaan kan, en hy in zynnbsp;pofl: werklyk meer raagt en invloed in de zaaken heeft.
De Kongregaties zyn zekere, vergaderingen, of kolle-A'cngwga* §ies, die uit eenige Kardinaalen en Prelaaten beftaan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Le laatften zyn na de Kardinaalen de voornaamHe per-fonadien aan ’t Roomfche hof, die zo wel de borgerlyke als gceftlyke ampten bekleeden. Om Prelaat te wordennbsp;tnoet men van goede geboorte zyn, en ten minften 1500.nbsp;daalders inkomen hebben. Dit is de eerfte en noodzaak-lykfte febreede, cm Kardinaal te wordén. Met deezönbsp;eigenfehappen, en ha 't doorftaan van een examen in denbsp;k’eetenfchappen, kan een ieder Prelaat worden; dognbsp;daaruit volgt jv.ift niet, dat men verder komt; van tweenbsp;honderd Prelaaten blyft het de helft al hun leeven lang.
Daar worden bekwaamheden , vermogen , en magtige vrienden toe vereifcht, als men fchielyk ver komen zal.
Zy worden eerft Ponetdi j die van de zaaken in de kon-Stegaties verflag doen, of gouverneurs in kleine Reden, komen voor ’t grootfte gedeelte van hun leeven nietnbsp;¦''¦eel verder. Uit geheel Italieü komen menfehen naarnbsp;^-offien, om Pauslyke Prelaaten te worden, zelfs buitenlanders zyn ’er niet van, uitgefloten. Het getal de Came~
^leri Segreti^ of Pauslyke Kamerheereö, is zeer groot;
ÏV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het
-ocr page 208-De PflUf/y-het zyn Prelaaten Hit voornaame familien, die geen ’lift iezig door andere werkzaame poften te verhefFen»
€tlZ»
Conjïjlo'
rium*
en met dat karakter voorzien op de loer liggen, tot z/ een aanzienlyker poft verwerven.
De Konfiftorien (*) worden door den Paus met eenigfi Kardinaalen gehouden, en zyn of openbaar, of de ge-woontyken en geheim. Tot de laatfien beroept dc Pausnbsp;een klein getal van de Kardinaalen, waarin hy ’t meeftenbsp;vertrouwen ftelt, om met hun over de geivigtigfte in- cOnbsp;buitenlandfcbe zaaken, het benoemen van nieuwe Kat'nbsp;dinaalen en Nuntii, en andere dingen raadtepleegen.nbsp;Openbaare of buitengewoone konfiftorien beroept denbsp;Paus, als hy den Aardsbisfehoppen Pallia zendt, nieuwenbsp;Kardinaalen en Heiligen maakt, of eenige plegtigheid wilnbsp;verrigten. Dus verklaarde Benedidus XIV. den Koningnbsp;van Portugal den 21. April 1740. in een openlyk Confixnbsp;Jïorio voor den yillergetroiiwjlen.
Het openlyke Confiftorio wordt in een zeergroote zaal gehouden, en de Kardinaalen zitten op banken langs d®nbsp;muuren. Voor elk van hun zit, op wat laager plaats»nbsp;zyn Caudatarius, of fteepdraager. Zy draagen boveHnbsp;over het lange violette kleed, dat een foort van koot'nbsp;hemd is, uit eerbied, hun korte hermelynen mantels»nbsp;dlzo hun plegtig violette kleed een foort van gebieds'nbsp;oeffening aanduidt, de welke zy in tegenwoordigheid vs”nbsp;den Paus niet hebben. Wanneer alle de Kardinaalennbsp;het aanneemen van een nieuw medelid vergaderd zy'^’nbsp;verfchynt de Paus met den bisfchoplyken mantel ennbsp;en gaat op een hoogen armftoel zitten. Eenige
daaP
(Sf) De Kardinaal Palleotti heeft ««j opzettelyk C«»0mgt; gefebreven.^.
I: 'lil
195
daarna roept een priefter, extra omnes, en dan moeten Dê Paiw/y-alle vreemden zig uit het vertrek begeeven. Een uur daarna worden zy weder binnen gelaaten, om de*^^*’nbsp;ceremonie mede aantezien. Vooreerft kuflen dandêKar-«^inaalen, by de ry af* den Paus de hand, en daaropnbsp;baaien vier van hun hun nieuwen medebroeder uit de kapel naar binnen. Cïeduurende dien tyd houdtgemeenlyknbsp;een Konfiftoriaal Advokaac een redenvoering ten voor-deele van een te kanonizeeren heilig. De nieuwe Kardinaal knielt by 't inkomen neder, om den Paus de voeten te kuflen. De Paus heft hem op, en omarmt hem,nbsp;t'^aarop de nieuwe Kardinaal by de anderen rond gaat,nbsp;liun den kus van vreede geeft, en van hun een kompli-*nent van gelukwenfching ontvangt. Hy neemt dan plaatsnbsp;nnder hen, dog knielt daarop welhaaft weer neder voornbsp;den Paus, en ontvangt den rooden hoed, als een teken,nbsp;dat hy bereid is, zyn bloed voor de kerk te vergieten.
De ceremonie wordt eindelyk met een Te Deum bcllo-ten. De drie volgende avonden zyh de huizen van de Vrienden des nieutven Kardinaals en der uitheemfche gezanten verligt, De Kardinaal zelf verligt drie dagen langnbsp;Zyn paleis zeer koftbaar, en geeft muziek van het balkon. De geheele ftraat wordt met groote vuurtonnennbsp;t’erUgt. Men noemt dit feeft/ar ia/flfdflta. Alle donbsp;Kardinaalen volgen egter dit voorbeeld niet na; tennbsp;Kvinften zyn ’er zulken van bevryd, die van te voo-zen ampten bekleed hebben, welken met den kaïdi-'
^'aalshoed verbonden zyn.
Konfiftoriaal Sekretaris houdt by de vergaderingen Konfijto-de notulen. De Konfiftoriaal Advokaaten moeten by ® ^^'^Senheden de zaakeü voordraagen, en openbaarenbsp;te envoeringen houden. Zy zyn twaalf in getal, maaken
Di Pausly-een aanzienlyfe lichaam uit, en hebben den rang boven’ de Camerieri'd’onore. Uit hun wordt de Advokaat vart'
enz,
den Fijcus, en van de armen, en de Rector der Univer^ tcit of der Sapienza genomen. Zy maaken de Dofto-ren in de Regten. Daar moet altyd een Napolitaan, eennbsp;Milanees, een Florentyn, eenLiikkees, en een Bolog-nees onder zyn.
Tot de byzondere Kongregaties der Eardinaalen behoort eerlllyk de Konfiftoriaal Kongregatie, die uit een klein aantal van Prelaaten en Kardinaalen beflaat, welken over de in ’t konfiftorle voor te brengen Zaaken vannbsp;te vooren taad flaan. Ry zeer gewigtige gelegenhedennbsp;beroept de Paus nog een geringer getal t’zamen , en datnbsp;heet dan Conp^regazione di Stato. De Kongregatie van denbsp;Immuniteit der kerken houdt zig bezig met de regtsge-dingen der misdaadigers, die in de kerken gevlugt zyn,(*)nbsp;met de klagten der geeftlyken, als hun taxen opgelegdnbsp;worden, of hunne regten inbreuk lyden. Deeze Kon-gregatie heeft verfcheiden Prelaaten Ponenti, die de zaa-
ken moeten voordraagcn.
D8
{*) Wy hebben reeds op een andere plaats onze gedagte over rchaddykheld van dc vryheden der kerken geuit. Niets nadeeliget^nbsp;voor de bo gerlyke geftcldhcid kan bedagt wordent Als men o'*nbsp;»og de veelvuldige brieven van vryhcid, welken de onder befchef'nbsp;ming der Kardinaalen en Gezanten tlaande peifoonen- hebben, daat'nbsp;by rekenty zo moet men zig niet verwonderen, dat te Romennbsp;veel caveldaaden ongellraft blyven, en dat het bezwaarlyk valt, eeP*nbsp;ftrenge geregtigheid en goede politie te bewaaren. En in deez’^*'nbsp;zin is het waar, 't geen men zegt, dat te Romen ’er veeleji *5^’’nbsp;die beveelen, maar niemant die gehoorzaamt. De Abt Rieb®''^nbsp;brengt, lt;n zyn j. deel p. so. voorbeelden by, hoe weinignbsp;te Romen de gioodte boosheden geftraft worden.
-ocr page 211-19?
De Confulta is de gewigtigfte Kongregatie voor den De Pausly-Kerklyken Staat. Sixtus V. rigtteze op, en verwees daarheen alle de k'lagten der onderdaanentegens de beamp- ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;
ten en gouverneurs, der leenmannen tegens den adel,^'* Conful de oneenigheden tusfchen de gouverneurs zelvèn, ’t geennbsp;by ’t vervullen der ampten in de Heden mogt voorvallen,nbsp;en alle kiimineele proceflên in den geheelen Kerklykennbsp;Staat.' Zy zorgt voor ’t gemeene welzyn by peiltyden,nbsp;en voor de openlykc ruft. De Kardinaal Staatsfekretarisnbsp;zit ’er in voor, en van de agt Prelaaten Ponenti heeftnbsp;ieder zyn eigen landftreek om voor te zorgen.
De Kongregatie del buon Governo heeft de hifishoudihgDt/ Ima ten voorwerp®. Zy zorgt voor de verbetering des lands,nbsp;den landbouw, en het droog inaaken van plaften. (*)
Zy onderzoekt den toeftand en de fchulden der. geineen-fchappen, de verpagtingen en vryheden in den handël der fteden, en alle daaruit ontftaande oneenighedeii.
Zy heeft twaalf Advokaaten, om de zaaken voorto-draagen.
De ‘Inquifitie is eene talryke Kongregatie, die liltDe Itqui-twaalf Kardinaalcn, eenen Kardinaal Sekretaris, den quifiteur, en een menigte van Konfulenten , die tennbsp;deele regts- en ten deele godgeleerden zyn, beftaat.nbsp;i'ot decze regtbank behooren alle misdryven van geeft-5yken, ketteryen, dwalleeringen, godslafterin^en, to-veryen, verboden boeken, in een woord , alles wat dennbsp;godsdienft betreft. Wie aangeklaagd wordt, krygt altyd
1*) Hoe nalaatij; ly egt® in dit ftuk cc werk gaat, zal by de moaraffen, op de reis naar Napels, aangewezenwor»
. deezen Ve doen droogmaaken is een byzoadeve kongr?-® PS'tigt, die eg^er eyen weinig uitvóèrt.
N '3
-ocr page 212-ip8
DePausly-eenen Advokaat tot befchuldiger, en eenen tot verdG'»
HofJlaat^laQx. Deeze regtbank is te Romen in ver en na zo
CiiZ
ontzaglyk niet, als men zig daar buiten verbeeldt; men hoort ’er naauwlyks van fpreeken. Paiilus III. gafnbsp;haar de tegenwoordige gefteldlaeid, en te gelyk de magtnbsp;om de Inqiiifiteurs voor de geheele Chriftenheid te kiezen. De leden deezer Kongregatie vergaderen driemaalnbsp;ter week; ’s maandags in ’t Paleis der Inquifitie, waarnbsp;men dan de zaaken in order brengt, om ze des woensdags , a la Minerva , den Kardinaalen voortedraagen;nbsp;cn des donderdags wordt in byzyn van den Paus denbsp;Kongregatie op Monte Cavallo gebonden, waarin denbsp;voorige befluiten worden bekragtigd. De Kongregatienbsp;del hidice is met deeze eenigermaate verbonden , ennbsp;heeft byzonderlyk het opzigt over de nieuw uitgeko-jnene boeken. Zy wordt, zo dra ’er iets gedrukt wordtnbsp;wat den godsdienfl, de wysbegeerte, of de zeedenkun-de betreft, t’zamen geroepen; vindt men ’er iets aan-ftootelyks in , zo wordt het werk op den Index dernbsp;verbodene boeken gezet. Den Sekretaris deezer Kongregatie, die altyd een Dominikaan is, moet men verlof vraagen, om een verboden boek te leezen, waartoe deeze een gezegeld verloffchrift geeft. Men kannbsp;zig egter ligt verbeelden , dat zig de minften om datnbsp;verlof bekommeren.
De Index der verbodene boeken bevat veele duizen-den, waarin men voorgeeft, dat gevaarlyke grondftel' Jingen zyn. Hy werd voor ’t eerfl in 1559. ondernbsp;Clemens VIII., voor de tweede reis by den aanvangnbsp;der voorige eeuw , en naderhand verfcheiden reizen,nbsp;cn zeer vermeerderd, gedrukt. Men Raat verbaasd overnbsp;de flaverny ? waarin zig de geleerdheid te Romen bevindt»
vindt. Men treft op die lyft de fchoonfte werken aan, PavsJy die ter uitbreidinge van 's mcnfchen kundigheden amp;K\.keHofftantnbsp;ken, als die van Boerhave, Copernicus, en anderen,®”*'nbsp;die verboden zyn, om dat men zulk eene gezondenbsp;en vernuftige denkwyze voor gevaarlyk houdt. Ternbsp;naauwer nood hebben ’t de geleerden zo ver gebragt,nbsp;dat by de laatfte uitgaaf van den Index de werken raa-kende hetKopernikaanfche zamenftcl ’er uitgelaaten zyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
De heilige Inquilitie ftaat nu toe te gelooven, dat de aarde om de zon loopt, een Huk van alle ver-ftandige wiskundigen reeds over lang aangenomen ennbsp;bewezen.
De Kongregatie der Sa^ri Riti houdt zig met alles bezig , wat de kerkgebruiken in de geheele Roomfeh-gezinde Chriftenheid aangaat, waartoe procesfies, be-'^*^**nbsp;gtaafmifcn, heilige dagen , en diergelyken behooren.
De kanonizaties woorden hier met byzonderc plegtighe-den onderzogt, en dat wel in buitengewoone Kongre-gaties, die verfcheiden Kardinaalen, Prelaaten, Godgeleerden, drie Auditeurs der Rota, en een Konfillo-riaal Advokaat des Duivels, die de bewyzen voor de heiligheid des nieuwen Heiligs wederleggen , en te-geiiwerpen maaken moet, om daardoor de zaak in desnbsp;te grooter dagligt te ftellen. Ecnige geneesheeren ennbsp;wondheelers zyn insgelyks byzitters, om , als ’er ietsnbsp;hunne konft betreffende voorkomt, te kunnen oordee-len. Als eindelyk de heiligheid in verfchil rigtig bewezen is, 20 houdt de Paus de laatfte hoofdkongregatie,
'*''aarin de heiligverklaaring vaftgefteld wordt. (’gt;’)
Deezen
1*1 Paus Benediöus XIV. heeft een byzonder werk gofditevcn gt;
Strvarmn IJ«j hotifitatiem.
N 4
-ocr page 214-tns.
De Pausly- Deezen zyn de voornaamfte kongregatien; daar is'nog ke- Hofflaat gvoote menigte anderen, die wy voorbygaan, b. v.
die van de uitbreiding des gelogfs, van de aflaaten, van de rcliquien, van de grenzen, de impoften, de lombaar^nbsp;den, de Pieterskerk enz. Dikwyls ftelt de Paus een Kon»nbsp;gregatie in, „om eene byzondete zaak te onderzoeken.
VAN DE GEREGTSHOVEN, EN DE APOSTO-, LISCHE KAMER.
Pottslyke
Geregtsho.-
ven.
De voornaamfte-geregtshoven van Romen zyn de Rota, de Segnatura, dat van den Uditore della Camera,nbsp;dat van den; Governatore, en dat van den. Senatore dinbsp;Roma,
De Sagra Rtwta is het eerfte, geregtsbof, en als een foort van parlement, dat oyer zaaken de waarde vannbsp;500 Scudi te boven gaande oordeelt, ’t zy de procesfennbsp;alleen onder Pauslyke onderdaanen, ’t-zy onder uitheem^nbsp;fchen, die zig in fommige gevallen, als b. v. by zekere beneficien der Order van Malta, _tot het Pauslykenbsp;hof -u'endeii moeten, qntftaan. De Auditeurs der Rota worden zo genaamd, oii) dat zy aan een ronde ta-fel zitten, en by de.ry af verftag moeten doen. Zynbsp;zyn twaalf in getal, waaronder negen vreemdelingen,nbsp;van de welken dp Keizer, den Duitfehen, en de Ko-ning van Frankryk den Franfchen benoemt. Voorheennbsp;was dit te noodzaaklyker, dewyl hier zaaken uit de ver-fdiillende lykcii voorkwamen, en- een ieder de regten vannbsp;zyn land het beft kennen moeft. Het is in Italien overnbsp;’t algemeen zeer gcbruildyk, dat men buitenlanders totnbsp;regters kieft, om dat het waarfchynlyk is, dat zy mindernbsp;ganhangs en verblnteniflen hebben, en des,te onpartydi-
SOI
«er vonnillen. De Auditeurs der Rota zyu in aanzien, Pauslyke '
hebben veele voorregten, en den rang boven' ¦ de Cbierid Geregtsba-,
i-i
idi Cmera, alfchoon deezen Prelaaten. 'zyn. Wanneer
6en buitenlandfch minlfter fterft, neemt de Auditeur
der Rota van zyne natie zyne papieren tot zig , en
geeft ’er, nevens den Sekrëfaris van ’t gezaritfcbap, het
hof kennis van.
De vonniiTen der Rota tvorden byna als rvétten aangezien, en zyn in groote agting by de Ganonici. Men heeft ’er reeds eene verzameling van in verfcheiden banden'in folio. (’*') Men klaagt, gelyk ih-andere landen,nbsp;zo ook hier, over de langwyligheid der procefTen voornbsp;de Rota. By geen re'gtbank-hebben ’t de regtei^ beternbsp;dan hier, want als zy eene zaak gevonnisd hebben, kannbsp;men reville verzoeken, en dan eene tweede en derde rc-vifie, zo langtot dat de partyen eensluidende vonnisfennbsp;genoeg voor zig hebben, en ’t revideeren moede en daardoor arm zyn geworden^ 5'oratyds verwerft de eeneyrartynbsp;eenPauslykbevelfchrift, ge ladende, dat het by twee von-lliffen blyven inoet,.-f6hoon de Sëgnatura zaïlk een bevel niet verpligt is aanteneemen, als zy niet wil, ennbsp;het proces gaat, in dat 'geval, zondér genade voort.
Die een Iluk lands koopt moet den meeften tyd de helft van de waarde in de bank, tot een onderpand,nbsp;brengen, of ’er ooit proces over kwam te ontdaan.
Egter worden niet alle géfclSlt0n''zo op de lange baan gebragt, maar de partyen worden dikwyls met hunnenbsp;tevifien afgewezen.
De Sëgnatura oordeelt of de appellcn en levi s^gnatura.
lies
(*) SnnaRctx Iiaman/t diclftones nnperrJruie. Tom, IX. Rom. lySJ Het behelpt de jaaren lyo;, en lyot,
N 5
-ocr page 216-Pauilyke lies moeten worden aangenomen dan niet, benoemt d«
Gsregtsbo- Revifeurs of geeft anderen, wanneer zulks partyen verlangen, enz. Zy bellaat uit eenen Kardinaal, twaalf Hemmende Prelaaten, en eenigen die verllag doen. Danbsp;Auditeur doet gemeenlyk de zaaken af; dog men kannbsp;van hem aan den Kardinaal en het geheele geregtsbof, ’tnbsp;welk alle v/eeken eens vergadert, appelleeren. Denbsp;Segnatura di Grazia wordt maar eenige maaien in ’t jaarnbsp;'gehouden, door eenige Kardinaalen en Prelaaten, In tegenwoordigheid des Pauzen. Men onderzoekt daar telkensnbsp;twadf verzoekfchriften, die den Paus om eenige gunllnbsp;vraagen.
De Auditeur der Pauslyke Kamer is een der voornaam-fte Prelaaten, en die de naafte verwagting op den kardinaalshoed heeft. Hy bekleedt de plaats van Kardinaal Kamerling, die voorheen de betwifte zaaken geheel alleennbsp;afdeed, dog doet zelf geen uitfpraak, maar heeft drie regtersnbsp;onder hem, welken alle wereldlyke en geeftlyke gefchillennbsp;in de eerfte inftantie beftilTen, en het geregtshof in ’t Paleis van Monte Citorio uitinaaken. Twee van deezenbsp;Prelaaten heeten Luogatenenti , of plaatsvervulders desnbsp;Auditeurs, en de derde verbeeldt den Auditeur zelven.nbsp;Tot kriminccle zaaken is een byzondere regter nevensnbsp;twee Prelaaten, als byzitters, gefteld. De pleitgedingen worden hier niet met zulk een gefchreenw en hevigheid gehouden, als te Napels en Venetien. De advo-kaat des eifchers zit tegen over den regter met een langen mantel om, en lecil zyn eifch en memorie met bctnbsp;daardheid , de regter fpreekt beleefdelyk met hem,nbsp;om de zaak des te beter te vatten. Daarop leeft denbsp;advokaat des gedaagden Zyn antwoord op de zelvenbsp;manier.
203
I5e Governatore di Roma is de voornaamfte Prelaat der Raudyke ftad, die altvd Kardinaal wordt. Hy blyfc zyn ainpt be- Gsregtshtt-houden, zelfs by ’t openvallen van den Pauslyken ftoel.
Als hy uitgaat heeft hy altyd zyne lyfwagten, nbsp;nbsp;nbsp;re di Rme.
koetfen ten gevolge , en de paarden draagen fioccbi.
De ftaf van commando wordt altyd voor hem uitgedraa-gen. In alle krimirteele zaaken, zo binnen als buiten de ftad, is de Gouverneur altyd de eerfte isegter, egtermoetnbsp;hy van te vooren de ftemmen der krimineele Kongregatienbsp;del Governo inneemen, en ’er den Paus van berigt doen.
Hy heeft ook het opzigt over de politie, en geeft daaromtrent ordinanties in ’s Pauzen naam; b. v. in de car-neval moet hy verlof geeven tot bet houden van masquerades. Hy heeft een Auditeur tot medehelper, onder hein ftaan de Barigello, of kapitein der Sbirren, en ee-nige kompagnien daarvan.
De magt en ^oede poogingen der befte Gouverneurs Worden door de boven gemelde brieven van vrylieid,nbsp;en door de vryplaatfcn in de paleizen der Kardinaa-len en Gezanten , en in de kerken, tot groot nadeel der ftad, beperkt. De Prelaat Buondelmonte, dienbsp;rn ’t jaar 1740. deeze plaats bekleedde, zeide, „ w'atnbsp;3gt; k^n ik in myn poft veel goeds verrigten, daar ik zonbsp;gt;, veel heeren heb, als ’er Kardinaalen zyn? ” Hy hadnbsp;gelyk, want de geregtsdienaars moeten een naauwkeuri-ge kennis hebben van de ftraaten en paleizen, om tenbsp;weeten, of zy een booswigt vatten moogen, alzo denbsp;Kardirfaalen en Gezanten zeer y verzugtig zyn omtrent hun-^eregten. Voor eenigejaarcn vervolgden zy een misdaadi-6®r tot aan ’t kwartier van den Franfchen Gezant, wiensnbsp;bedienden den geregtsdienaars op ’t lyf vielen, hen jam-merlyk mishandelden, en de Gezant klaagde nog daar.»
en-
-ocr page 218-104
Pauslyke enboven aan den Paus. Innocent XL wilde de vry-Geregtsbor piaatferi der gezanten in ’t jaar 1687. affchafFen, en was ’er reeds met het Keizerlyke, Spaanfche, en Pörtugee-fche hof eens omtrent, dog, alzo hy te veel naar danbsp;zyde des Keizers overhelde, wilde Lódewyk'XIV.'daarnbsp;niet in bewilligen, maar zond den Marquis de Lavardinnbsp;niet 400. foldaatën, 400. officiers, en 200. livreytre-dienden, allen gewapend, naar Romen, en deed hetnbsp;Paleis , de kerk S. Lulgi, en de ftraaten, bezetten.nbsp;De Paus deed hem -wel in ‘den ban, dog de Koningnbsp;wierp krygsvolk in Avigriori. Innocentius overleednbsp;daarop, en de zaak bleef op den ouden voet.
Semtere di De Semtore di Rma is ook een regter ter eerfte in-Rtttna. ftaritle, en niet het geen by de oude Romeinen een Senator , maar wat by ' him een PrafeÜus was. Hynbsp;woont in ’t Kapitool, waar hy ook zyn geregtshof ennbsp;gevangenis heeft. Voor hem komen kleine gefchillennbsp;tusfehen de burgers, en' hy moet de uitvoering van denbsp;Rads wetten handhaaven. Hy heeft twee helpers. Col'nbsp;latsrali, die dagelyks in de groote zaal van ’t Capifo-linra gehoor geeven , een derde heet Guidice dé’ Ma'nbsp;Ufizi, en de vierde, Capitano delk Jppellazioni, tot dennbsp;welken men zig na de uitfpraak der Collerati wendennbsp;kan. De gewigtigfle zaaken wörden voor den Senatornbsp;ze!ven , in byzyn der vier helpers, afgedaan, en dannbsp;draagt dit geregtshof deii naam vart -i^etamento. 'Voornbsp;het 'jaar '1100. ftond hy nog onder den Keizer,-nognbsp;onder den Paus. Geen geboren Romein' kan deez®nbsp;plaats bekleeden. De tegenwoordige is Rezzonico,nbsp;een Venetiaan, en neef van Clemens XJII, yo^r hemnbsp;'was het de Zweedfehe Graaf Bielke, en man van grou'nbsp;'te verdienfte.
-ocr page 219-20$
D'e Confervatori ,zyn het geen men in Duitfchland Paat/yi* S:adtratb noemt. Zy zyn allen van adel, en de Paus
f nbsp;nbsp;nbsp;rynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VGfl*
ConfervH'
benoemt, of beveiligt ze alle drie maanden. Zy moeten, als voorftanders van ’t Roomfche volk, neveiiSj_^^ den Prefidcnt della Grafda , den piys flellen op hetnbsp;vleefch en andere eetwaaren, op dc politie, en de eer-lykheid in handel en wandel letten, en alle lladsinkom-flen beftieren. Plun .naamen worden op het Kapitool,nbsp;ajs een vervolg der oude Fajii confulares, in Heen uitge-bouwen, en zy verhovaardigen zig ’er niet weinig op,nbsp;zig verbeeldende opvolgers der oude Biirgemeellers tenbsp;zyn. De Priore de' Caporioni, of het hoofd der Kapitei-nen, in de verfcheidene wyhen der fiad , behoort ooknbsp;tot de magiftraatsperfoonen , en gaat gelyk de Confervatori gekleed.
De Apoftoiifche Kamer-, ReverendiJJima Camera, heeft de waarneeming der Pausiyke inkomllen, en befliil allenbsp;daaromtrent voorkomende oncenigheden. De Kardinaalnbsp;Camerlingo is het hoofd ’er van, de Gouverneur vannbsp;Romen Onderkaine-rling, en beeft een Auditeur en fchat-meelter onder zig. De Prelaat, die de aanzienlykc plaatsnbsp;Van fchatmeefter bekleedt, is een der naallen tot het kar-dinaalfchap. Hy maakt de rekeningen op, heeft de fleu-tels der fchatkamer, en onderzoekt alles wat de tollennbsp;en pagten aangaat. Twaalf Prelaaten, Cbierici di Came-*a, zyn byzitters, welken met de bovengemelde ampte-naars tweemaal ter weeke by den Kamerling vergaderen.
De Advokaat van den Fifcus moet de regten derKamer Verdedigen, en de Kommiffaris generaal de rekeningennbsp;Bazien, en zorgen voor de invordering der agteiilallen,
Van deeze twaalf Prelaaten is ’er een Prefetto dell' An-nlt;inagt; die maaken moet, dat ’er te Romen geen gebrek
20(5
ve?u
Pauslyke aan koorn zy, en dat het geen ’er is niet verwaarlöosl Geregtsbo- worde. Voor hem moeten alle zaaken den koornhandelnbsp;betreffende gebragt worden, en hy heeft het opzigt opnbsp;de bakkers en Pauslyke koornmagazynen. Van de fcha-delykheid des Paualyken koornhandels fpreeken wy bc^nbsp;neden.
De Prefidsnta della Grafcia heeft het opzigt over den prys van ’t vleefch, den vifch, de vrugten, de olie, ennbsp;alle eetwaaren. Hy heeft het regt de overtreders te ftraf*nbsp;fen, en zelfs ze naar de gallyen te zenden. Inzonderheid moet hy waaken tegen de opkoopers. Ëgter gaatnbsp;het niet altyd volkomen zo als ’t behoorde, en hetnbsp;volk, ’twclk zonder dat in groote armoede leeft, wordtnbsp;zeer gedrukt. In ’t jaar 1752. rees de olie in dennbsp;winter, fchoon de oogft zeer ryk geweeft was, de helftnbsp;van den prys, ter oorzaake, dat foinmige koopliedennbsp;alles opkoften en niets uitverkoften, tot dat zy ’t op'nbsp;den begeerden prys gebragt hadden. Geheel Romennbsp;morde, dog het hielp niets.
Troepen.
De CemmiJJario delle armi is als de krygsminifter. Hjr heeft het opzigt op alles, wat daartoe behoort, de ve-ftingen, het onderhouden en betaalen der foldaaten. Hynbsp;heeft magt ecnen foldaat ter dood te veroordeelen, dog laatnbsp;gemeenlyk het vonnis te vellen aan andere regters over.nbsp;De Pauslyke troepen beftaan uit 9. kompagnien te voet,nbsp;die Rosf% genoemd worden, en de kommandeerende olS'nbsp;cier voert den titel Tenente Generale; verders uit kuraS'nbsp;fiers, Corazze, en gemeene ruiters,CatJaWrj'gfen,’twelknbsp;t’zamen 2. kompagnien, ieder van lt;Jo. man, uitmaakt.nbsp;De eerften hebben roode, de laatfte blaauwe monteering.nbsp;De lyfwagt van den Paus, Lanzie fpezzate, beftaat uit
edellieden, waarvan altyd twee de wagt by hem hebben#
207
boor it alien.
en hem vergezellen. Zy doen dat met den degen op zyde, Paur/yile het piftool in de band, en in een zwarte kleeding, dienbsp;tot aan de knie reikt, zeer gelykende naar 't Paludame?i.nbsp;turn der Romeinfche foldaaten. De gemeene foldaatennbsp;bezetten de ftadspoorten en eenige wyken der ftad. Mennbsp;noemt ze Korfen, om dat zy voorheen meefl; uit Korfi-kaancn beftonden. De dienfl is zeer gemaklyk, en dusnbsp;kan men ’er ligt volk toe vinden. De kuraffiers en andere ruiters zyn meefl: burgers van Romen, die dat baantje koopen. Zy moeten hun monteering onderhouden,nbsp;én de Paus geeft het paard en ’t voeder. Sommigen koopen zig ook in de Korfifche garde, ten minften zyn denbsp;kompagnien altyd over voltallig. De foldaaten, die buiten Romen liggen, maaken een flegte vertooning, en voornbsp;de officiers is weinig eer in ’s Pauzen dienfl inteleggen.
De Romeinen zeggen fchertsgewyze van hunne foldaaten,
Sei Soldati del Papa per Jkiolgefe una rapa.
De Commijfario del Mare heeft alles onder zyn bewind w^at den zeedienfl betreft, de gallyen, matroozen, havens , enz. De Prefidente deila Zecca doet bet geld munten , en draagt zorg voor de waardeering en den loop dernbsp;Vreemde fpecien. De Prefidente delle Strode moet zorgennbsp;^’Oor de ftraaten, bruggen, en wegen, tot op 30. Italiaan-fche mylen rondom de ftad, en de Prefidente della Ripanbsp;« deii' acqua heeft het opzigt ©verdeftroomen, kanaalen,nbsp;waterleidingen, enz. Over de Pauslyke archieven is ooknbsp;een Prefldent gefteld, gelyk ook over de gevangenhuizen.nbsp;ï)e andere Prelaaten der Apoftolifche Kamer hebben geenenbsp;2o bepaalde bezigheden, als de reeds gemelden. De meeftennbsp;houden een Auditor, of foort van ondergeftelden regter,nbsp;die op MoBte Citorjogehoor verleenden aig de zaaken eerft
doet
-ocr page 222-Fauslyfie doet voordraagen, voor dat zy den Prelaaten worden voor-' ven.
VAN DE PLEGTIGHEDEN VAN ’T CONCLAVE, ’T VERKIEZEN EN KROONEN VAN DENnbsp;PAUS.
HetConela- Öm een nieuwen Paus te kiezen begeeven zig de Kar-*'• nbsp;nbsp;nbsp;dinaalen in ’t 'Conclave, waaruit zy, volgens de inllelling
van Gregorius X. in ’t jaar 1271.. niet komen mogen, voor dat de verkiezing gedaan is. Het Conclave beüaatnbsp;een groote plaats; het begint by de tribune der Pieterskerk, waar de Paus den zegen uitdeelt, en gaat langs denbsp;gcheele eerfte verdieping van ’t Vatikaanfche Paleis. Ieder Kardinaal krygt zyne celle,. en twee kamers voofnbsp;zyn bedienden. Eén Kardinaals celle is omtrent 6. ellennbsp;diep, en 5. breed, met zyden faehangfels voorzien, ennbsp;genommerd. Hy moet zig gevallen laaten, welk nom-mcr hem ’t lot geeft. Al ontbreeken’er vcrfcheiden Kar-dinaalen in ’t Conclave, worden ’er egter 70. cellen, crinbsp;70. nommers gemaakt. De befchotten zyn maar vaiinbsp;planken. Voor zyn huisraad moet elk zorg draagen. Alle de arcades, toegangen en deuren worden toegemer-feld, uitgenomen de deur, welke van den hoofdtrapnbsp;naar de Sa/a Regia gaat, die egter met vierdubbelde floten voorzien wordt.
Het Conclave heeft agt draayen, Ruote, gelyk men in de kloofters vindt, waardoor het eeten en anderenbsp;noodwendige dingen worden ingebragt. De fpyzeOnbsp;worden allen, zo als ’c fchynt, doorzogt, op dat mennbsp;’er geen briefjes in overbrenge. Dit gefebiedt egter genoeg, want de Gezanten en veel andere weeten naaiiV-keurig wat in ’t Conclave omgaat. De draayen worden
' nbsp;nbsp;nbsp;va3
-ocr page 223-209
Van de voorriaamfte Prelaaten , als de Chkrici di Ca^nera UetCoiicla-en de Cojifervatari isr ftad be waakt. Ieder heeft volgens den quot;Vs. ïang zyn beurt, zo dat ’er altyd een by twee draayen denbsp;'quot;'agt heeft, liehalven deeze agt draayen is ’er in denbsp;grootc deur een venfier, rraardoor dé vreeindé Gezantennbsp;gehoor verwerven; dog zy kunnen ’er niet doör naarbin-zien, alzo ’er een kleed vöorhangt;
ê\
Tien dagen na den dood des Pauzen gaan de Kardinaa-len in ’t Conclave. De Magiorduoino des overledenen, die altyd Gouverneur van ’t Conclave tvofdt, neemt dannbsp;bezit van zyn vertrek op den trap, en plaatil ’er zynnbsp;%fwagt. Dé Maarfchalk van ’t Conclave, een ampt aannbsp;geflagt van Chigi verb'onderi, heeft zyn vertrek nietnbsp;''Cl van daar, en opent het Conclave, als. dè nood vordert, ’er iemant in of uittelaaten. Hy heeft zyn lyfwagtnbsp;Onder aan den trap; efi de overige Paiislykc lyfwagtennbsp;bezetten de andere toegangen van ’t Vatikaan.
De Kardinaalen hóuden hunne intfeede in ’t Conclave Intreede in Zeer plegtiglyk, en worden door de koetfen van allenbsp;hunne bekenden begeleid. By die gelegenheid kan mennbsp;Over de ruimte der Pietersplaats dordeelèn, wyl zy on-§eagt de menigte der koetfen cn inenfchen niet vol fchyntnbsp;zyn. By de intreede in ’t Conclave begceven zig denbsp;Kardinaalen eerfl: naar de Pieterskerk, waar de mis vannbsp;den Heiligen Geeft gelezcri wordt, en van daar gaan zy bynbsp;Paaren, gevólgd door de Conclaviften, onder aanheiHng vannbsp;t lied Veni Creator Spiritus, in de Paulynfche kapel vannbsp;t Vatikaan, waar hun de Pauslyke bullen, hoe zy zignbsp;gedraagen hebben, in eerie van de welken zyinfallihi-teteriiiB Japientiee confultores heeten, voorgelezen worden. Zy moeten ze bezwecren, en de Kardinaal De-^an vermaant hen in een korte aanfpraak, den beften,
IV. Deel, nbsp;nbsp;nbsp;qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vol.
I
-ocr page 224-210
DS.
Het CtfMc/a-volgens hun gewiffen, te kiezen, waarna een ieder zig heen begeeft. Daarop ontvangen zy ’t bezoek van dennbsp;adel, de Prelaaten, de Gezanten, en hunne bekenden,nbsp;en tegen den avond, wanneer alles, wat met in Conclave blyft, weg is, wordt met het luiden eencr kloknbsp;het teken gegeven, om het te fluiten, waarop de Kardinaal Kamerling met drie anderen, Capi d'ordine genoemd, alles gaat bezigtigen, dat ’er niets open, ennbsp;niemant vreemds in ’t Conclave blyve.
Elk Kardinaal behoudt een of twee Konclaviflen, en een kamerdienaar by zig. Behalven deezen blyven in ’tnbsp;Conclave, de Ceremoniemeefter, de Sekretaris van ’tnbsp;Conclave, een paar fakriftyns, twee geneesheeren, eennbsp;W'ondheeler, een apotheker, vier barbiers, een metfe-laar, een fchrynwerker, en ruim dertig oppalTers. Vannbsp;alle deeze perfoonen , en de gefleldheid der vier floten , wordt een notarieele akte gemaakt. Van de twe®nbsp;binnenfloten hebben de Kardinaal Kamerling en de C^‘nbsp;remoniemeefter, van de biiitenfloten de Maarfchalknbsp;van ’t Conclave, de lleutels. Van dien dag af wordtnbsp;niemant, ten zy om ziekte, uit het Conclave gelateO»nbsp;en die ’er uit is, komt ’er niet weder in. Sterft eet*nbsp;Kardinaal, zo moeten egter zyn Konklaviflen ’er in blfnbsp;ven, tot dat de verkiezing gedaan is. De drie Kardina^'nbsp;len Capi d’ordine geeven den Gezanten, den Senatornbsp;Gouverneur van Romen, gehoor, in naam van’t gehe®^®nbsp;kollegie, en men doet voor hem drie kniebuigingsit gt;nbsp;gelyk als voor den Paus. Alle dagen wordt hetnbsp;van eiken Kardinaal, ’t welk men eminentisjimaminifi^^nbsp;noemt, door zyn gevolg naar ’t Conclave gebragt, «t*nbsp;van drie koetfen begeleid, en na, gelyk gezegdnbsp;dooïzogt te wezen, door de draayen binnen
-ocr page 225-Wanneer men tot het ftemmen , of het Scruthtium Het Conch' komen zal , worden de Kardinaalen door den Ce-fe.nbsp;lemoniemeefter met de woorden ad Capellam Domininbsp;geroepen. Den eerften dag leeft de Kardinaal Dekan denbsp;tnis van den Heiligen Geeft, dient het avondmaal uit,
*n vermaant ze, met korte woorden, tot -de verkiezing- te gaan, en de daartoe behoorende bullen worden voorgelezen. Dan wordt ’er een tafel met twee bekers en tweenbsp;fchotels gezet, en twee banken voor de Scrutatoren ennbsp;Reviforen. Twee andere tafels dienen den Kardinaalennbsp;om hunne ftemmen te fchryven. De Kardinaalen blyvennbsp;®Uecn in de kapel terug, een ieder krygt een gedruktenbsp;l'tiefje, waarop hy zyn naam en dien van den Kardinaal,
'quot;'eiken hy ftemt, flegts intevullen heeft. Men kiell ’Itie Scrutatoren, en drie anderen, die de briefjes met denbsp;Hemmen van de zieke Kardinaalen gaan haaien. Zy worden by ’t lot getrokken, na dat men de naamen van allenbsp;de aanwezigen op balletjes gefchreven, hard op geteld , in een zak gedaan , en door malkander gefchudnbsp;heeft, ’t welk de jongfte Kardinaal Diaken doen moet.nbsp;ïgt;an gaan de Scrutatoren zitten, openen een bus, die,
Sdyk de armbuflen in de kerken, een kleine opening l'Oeft, om te toonen, dat zy ledig is, fluiten ze toe, ennbsp;§ceven ze den drie anderen , om ’er de ftemmen dernbsp;kranke Kardinaalen in S®an haaien.
Dan neemt de Dekan het eerft een ftembrief uit den Ithotel, gaat aan de andere tafel, fchryft ’er de naamennbsp;doet hem toe, zet ’er zyn zegel op, en toont hemnbsp;allen. Dan gaat hy naar ’t altaar, leeft, na ’t doennbsp;een kort gebed, het eedformulier, dat hy naamlyknbsp;‘lien ftemt, denwelkcn hy in gemoede den beften agt, ennbsp;quot;'Ërpt den brief in den beker. Het zelve doen alle d»
O 2 nbsp;nbsp;nbsp;ove*
-ocr page 226-212 overigen; en eindelyk worden ’er de Hemmen der kfin-1nbsp;ken ook in uit gefchud; Die nicmaiit in gemoede waar--dig oordeelt, behoeft niet te Hemmen, waarvan mennbsp;nog in 't Conclave van 1758. een voorbeeld heeft gehad.nbsp;Daarna wordt de eene Hem na de andere uitgenomen,nbsp;en, na dat zy door de handen der drie Serutatoren gegaan zyn, leeft de laatfte ze overluid, en fchryft ze op.nbsp;Die drie derden der ftemmen heeft wordt Paus. Als denbsp;vreemde Kardinaalen merken, dat iemant, die hun hofnbsp;onaangenaam is, haaft Hemmen genoeg hebben zou,nbsp;moeten zy protefteeren, want als het getal daar is, zonbsp;vindt ’er geene uitlluiting plaats, waartoe de Keizer, Frankryk en Spanjen het regt hebben. Als nie-mant het gcëifchte getal heeft, komt het tot een Ac-ce[]us, of tweede ftemmen; dat op de zelve wys gc-fchiedt, deg gemeenlyk net even eens uitval t, alzo iedernbsp;by zyn gevoelen blyft. Alle morgens wordt het Scniti-niuni op nieuw herhaald, tot dat de partyen eindelyhnbsp;moede worden, opgefloten te blyven, of door kuiperye»nbsp;eenige Kardinaalen op een andere zyfte gebragt worden.
Alles, wat by deeze verkiezing gebeurt, komt vaö den Heiligen Geeft, (’’¦) gelyk de Romeinen zeggen; eg-ter kunnen zy niet ontkennen, dat de-werkingen van dennbsp;Geeft zig op eene zeer menfchlyke wys openbaaren. DOnbsp;I)e Kardinaalen krakeelen dikwyls, en ’t is wel gebeurd»nbsp;dat fommige warme hoofden malkanderen de inktkoker^
dreig'
De Kardinaal ftmchierl zeide tot den Abt Richard; „AlstV)!
-ocr page 227-book iTALÏEN. , 2i j
dreigden nanr de ooren te gooycn. Ongéagt den eed die HetConcU-gedian wordt, gebruikt men zo veel llaatkundige ftree-'^^-ke'i) ftemt met zo partydige inzigten, onthoudt deezen en geenen zo dikwyls zyne ftem uit haat, dat ’er een aller fterkft geloof vereifcht wordt, om de verkiezing voornbsp;«ene werking van den Heiligen Geeft te honden. Denbsp;hiftorien van elk Conclave zyn hier vol van. De Kardi-haal Pasfionei maakte op zyn medebroeders, by dat van’tnbsp;Jaar I758.) een fcherpe fatire, waarin hy hun veele dier-gclyke partydigheden verweet. In ’t algemeen ontbreektnbsp;het by geen Conclave aan hekelfchriften, en te Romennbsp;Scniet men zo groote vryheid, dat men die zonder fchroomnbsp;leeft, en de maakers daarvan zelfs noemt.
De volgende byzonderheden kunnen tot een bewys hier- Covclnve '''andienen. By ’t Conclave van 1724. viel de verkiezing®'®'* ^4*nbsp;op Orfini, onder den naam van Benediftus XIII. fchoonnbsp;in t begin niemant aan hem gedagt had. Dit kwam doornbsp;den Kardinaal Olivieri. 'VVant ais Orfini eens zyn ampt-genooten emftlyk vermaande, door hunne kuiperyen verder geen ergernis te geeven, zei Olivieri tot die by hemnbsp;ftonden, op Orfini wyzende: „ Laat ons deezen eerly-» ken paap, ” Orfini was een Dominikaan gewceft,
3gt; neemen, hy is uit een groot huis, dog zal nooit iemant benadeelen. ” Een tvierp 'ertegen, „maarnbsp;„ wat zat 'er van Coscia worden, die hem by den neusnbsp;,, leidt? ’ Coscia,” antwoordde Olivieri, ,, is eennbsp;n Ah,xtucde, die God danken zal, als hy’er eene proevenbsp;igt; Vaaisoo,fcudi uit haalt.” (quot;') Orfini werd verkoren;
hy
1*) Kardinaal Cosci* wrad niettemin dc gunödlng van Be* ntdiflus xni, en regeerde hem geheel en al, tot groot nadeel dernbsp;Komeinen. Hy was ten hooglten gehaat; het yolk wilde zelfs na
O .B
-ocr page 228-IletCencIa- hy kende zyn zwak, en weigerde de kroon in ’t eeriï langen tyd, zo_ dat de Generaal zyner Orde, om zo tenbsp;fpreeken, hem door ’Wotum obedisntice daartoe dwingennbsp;moeft.
Conclave Het Conclave waarby Clemens XII. verkoren wierd
vami^o, was een der aller langduurigllen, en duurde van den s* Maait tot den ii. Juli 1730. In ’t begin fprak men vannbsp;den Kardinaal Corfini, dog hy werd vertvorpen. Daarop ontbraken maar vier ftemraen aan Corradini, fchoonnbsp;hy in zyne jeugd niets anders dan een muzikant, en naderhand een advocaat geweeft was. Frankryk en veelenbsp;Italiaanen waren voor, hem, dog de .Keizer, en Spanjennbsp;fielden ’er zig tegen. Hy kreeg niet meer dan dertignbsp;ftemmen, en zesendertig moeften ’er zyn tot cene verkiezing die gelden zou. Op ’t laatft meende men, datnbsp;de Kardinaaien genoodzaakt zoujden zyn, eenen Pausnbsp;buiten hun Kollegie te kiezen. (”¦) Eindelyk op den 9.nbsp;Juli draaiden de Kardinaal Hannibal Albani, toen Ca-merlingo, en anderen van zyne party , weder op denbsp;zyde van- Corfini. Geduurende dien tyd was de Keizer op andere gedagten gebragt. Corfini zelf had fierk
gekuipt, om zig eenen Herken aanhang te maaken, en geheel Romen verheugde zig hy voorraad over de verkiezing. Ook hadden ’er de Franfche Kardinaaien niets
, nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te-
’s Pauzen dood oenlge huizen plonderen, waarin men vermoeddcj dat de Kardinaal zig bevond. Beneden zullen wy nog eens gelegenenbsp;heid hebben van hem te fpreeken.
(*) Het dekreet van't Koncilie te Romen inh: jaarySj. gehouden beveelt wel ultdruklyk eenen Kardinaal te verkiezen, dog ’er zyönbsp;verfcheiden voorbeelden, dat dat niet is In agt genomen, en mei»nbsp;?iet het derhalvcn niet als noodaaaklyk aan , al is bet dat denbsp;dinaaleit ‘n laater tyden 'et niet van afgegaan zyn.
-ocr page 229-tegen, en hy werd op eenmaal den ii. Juli verkoren,HsjCorzcli* fchoon hy agtenzeventig jaaren oud, jigtig, uu byna®®*nbsp;blind was. Egter regeerde hy nog tien jaaren.
In ’t Conclave waarby Benediftus XIV. werd gekorcn, CoueJatze fpeelde de KardinalTencin eene groote rol, en deFran-quot;ua» 1740.nbsp;Iche party was de fterkfte. Tencin had groot vermogennbsp;op de Kardinaalen Corfini en Aquaviva. Het volk weesnbsp;hem met vingeren, en zeide,hy zou een Paus tnaaken. Dcnbsp;Kardinaalen Pozzia en Aldrovandi hadden de grootftenbsp;kans, en niemant dagt aan Lambertini. In ’t begin gebeurde ’er niets byzonders, dan dat verfcheiden Kardinaalen malkandercn hunne Hemmen gaven, ’t welk, totnbsp;dat de buitenlandfche Kardinaalen aankomen, een foortnbsp;van kompliment is, waardoor men zig tot niets mindernbsp;denkt te verbinden, dat tot het verkiezen vair zulk eenennbsp;wien men zyn fbem gegeven heeft. De cerfte Kardinaal,nbsp;dre voorgeflagen werd, was Aldrovandi. Gemeenlyknbsp;neemt men in t begin dien niet, op wien men wezeniyknbsp;het oog heeft, om de groote hevigheid der partyen eerftnbsp;wat te laaten bekoelen, en elk zyn eigenzin een weinignbsp;te laaten uittuilen. Als de eerfte yver vohrhy is, ennbsp;men zig in ’t Conclave begint te verveelen, brengtnbsp;men hem op ’t tapyt, met wien men 't in ernil: meent.
Na Aldrovandi vielen veelen op den Kardinaal Ruffo, die oud, van famiHu en verdienden was, dog hem ontbraken twee fteramen, die hy niet winnen ken. Daarnanbsp;had Rezzonico groote hoop, alzo hem maar eenè'fteranbsp;ontbrak. De reden hiervan rvas, dat men door hem denbsp;tegenparty in evenwigt wilde houden, zonder werklyknbsp;op hem te denken. Toen kreeg de Kardinaal Pozzia zynnbsp;beurt; hy bezat veel treflyke eigenfehappen, dog eennbsp;pasquil, door de tegenparty uitgeftrooid, onttrok hemnbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;veele
-ocr page 230-Het Concin-vtele ftcmmen, fchoon hy zjg zeer wql tegen dei] aan-gewreven lak verdedigde. Firrao had toen byna de kroon verworven, en Hannibal Albani, een broeder vannbsp;den nog leevenden Kardinaal Alexander Albani, dienbsp;veel gezags in ’t Conclave had, fcheen ’er, ten ininftcnnbsp;voor ’t uiterlyke, wel mede te vrede. Veelcn wenfeh-ten hem reeds geluk, en wilden hem als in triomf in dcnbsp;5'ixtynfche kapel brengen, dog de Keizerlyke Miniftcrnbsp;verklaarde , dat zyn hof geenen Napolitaan begeerde,nbsp;jiien nam de toevlugt weder tot Aldrovandi, hy kreegnbsp;drieëndertig Hemmen, dog kon de vierendertigfte nietnbsp;winnen, alzo niemant wilde toegeeven, fchoon het Conclave reeds vyf maanden geduurd had.
De Kardinaal Hannibal Albani vreezende, dat fommi-gen van zyne party ten laatften verdrietig worden en afvallen mogten, befloot eindeiyk, de laatftc myn te doen fpeelen, en bediende zig daartoe van Pater Ravali, omnbsp;den Kardinaal Aldrovandi op ’t ernlligfte te vermaanen,nbsp;zig met den Kardinaal Albani te verzoenen. Deczedecdnbsp;het, in hoop daardoor de hem ontbecrende Remmen tenbsp;bekomen, en beloofde zyne dankbaarheid te zullen too-
iicn, in geval hy verkoren werd. Deeze belofte Riet veelen, zyne party verzwakte, en, toen hy zag, dat ’ernbsp;niets verder te doen was, lloeg hy zynen landsman, dennbsp;Kardinaal Lambcrtini, voor. De Kardinaal Aquavivanbsp;begafzig toen naar Albani, en vertoonde hem, dat het nietnbsp;lang meer uit te houden was, cn dat men op de eene of andere wys uit het Conclave inoeR manken te komen. Deeze bleef ftaan op den Kardinaal Mosca, 't welk den ander inpeil}rk maakte, en zeggen deed; ,, Wat helpt hetnbsp;„ van den Kardinaal Mosca te fprecken ? wy bcgccicanbsp;„ geen Paus van uwe keus, maar we.1 eenen met tnve
,, toe-
-ocr page 231-loeftemming. Gy wilt geenen van onze Kardinaalen ,
,, wy ook niet van de uwen. Daar blyft dan nieta'^'^-)• over, dan’er eenen te kiezen, die aan beide partyen igt; onverfchillig is, en onder die zie ik ’er geenen, dienbsp;gt;) alle gevorderde eigenfchappcn heeft, dan Lambcrtini
of Lescari. Wien van de twee wilt gy nu ? Zal het I, Lambertini zyn ? Hy is uit den Kerkelyken Staat gc-„ boren, gelyk het de Romeinen gaarn zien. ” De Kardinaal Albani, die liever een Turk Paus gemaakt had dannbsp;Aldrovandi , liet zig gezeggen. Dus werden de hoofdennbsp;der beiden partyen eens; men bragt Lambertini in denbsp;kapel, en verkoos hem den i6. Aiigiiftus met eenpaarigcnbsp;ftemmen, daar hy 'er den dag te vooren niefeene cenigc;nbsp;gehad had.
In ’t Conclave van 1758. fprak men in 't begin flcrkCajic’aM, Van Crefcenzi. Dog die men in 't begin Paus maakt blyft’J»™nbsp;op t laatft gemeenlyk Kardinaal. Den grootllen aanhangnbsp;hadden de Albanies, en alzo zy Paolucci do kroon toe-dagten, floegen zy kwanfwys Cavalchini voor, om dc
partyen wat moede, te maaken.- De Kardinaal Porto-carrero liet zig daar door misleiden, trok de party van Cavalchini met allen yver, tot dat hem het Franfche hofnbsp;tlitfloot. Deeze droeg zyn ongeluk met dc groótfte ftand-’faftigheid, en ging gelaten voort zyn poll als Dekan tenbsp;te vervullen. Anderen, die ook groote kans gehad hadden om verkoren te worden, heeft zulk een ongeluknbsp;tvel den dood gedaan. De Kardinaal Sacchetti was ooknbsp;quot;tis, uit hoofde, dat hy een gefchenk van den Ambaffa-'^^tir. van Frankryk aangenomen had. Paolucci wierdnbsp;'^oor ’t Weener hof uitgefldten, gediiurehde dat men be-
len. Den
5 was de Remmen, die voor hem waren, te tel-
voorgaanden avond hadden bereids ceni-
gen
-ocr page 232-ve-
HetConcla-gsn den Kardinaal Piaz2a, als toekomenden Paus, dt hand gekuft. Hannibal Albani (*) wilt hem nognbsp;dien zelven nagt te doen uitfluiten. Weinig fcheeldenbsp;het, of de vermaarde Portocarrero was Paus geworden.nbsp;Hy was flim, en vereenigde de Spaanfche bedaardheidnbsp;met de' Italiaanfche liftigheid. Hy had by zyn leevennbsp;zyne goederen verdeeld, en die aan anderen gegeven,nbsp;had alle verbindtenis inet Spanjen afgebroken, en wasnbsp;als een Romein te befchouwen. Toen hem de Fran-fche Kardinaalen, die de kuiperyen van ’t Conclavenbsp;niet genoeg kenden, en over de uitfluiting van Caval-chini geheel verlleld waren, vroegen, op wien mennbsp;nu ’t oog liet vallen, floeg hy de oogen zeer befchei-den neder, en zeide, het] was nu de tyd van den Heiligen
Geeft. Zy bemerkten zyn inzigt niet, of wilden het misfchien niet bemerken.
De Kardinaal Spinelli had ook een aanzienlyken aan-hang , dog de Koning van Napels deed hem weeten , dat hy hem door Spanjen de uitfluiting geeven zoude.nbsp;Deeze zogt derhalven ’er eenen op den troon te bren-
gen.
(*] Deeze deed eens eenen vreemdeling, die zig over de lang-daurigheid vin ’t Conclave verwonderde, een opregte bekentenis, zeggende: „ De vreemde Kardinaalen zyn altyd zeer yverig, ennbsp;wenfehen fpoedig gedaan te hebben. Na de verkiezing blyven aynbsp;eenige weaken te Romen, om zig te vermaaken, en worden vannbsp;ieder, ook van den nieuwen Paus, met beleefdheden overladen. Daat'nbsp;na vertrekken zy, en hebben van hun leeven niets meer met dennbsp;Paus te doen. Dog ik blyf onder den tugt, en hy kan my by dennbsp;kop doen vatten, als het hem lull. Gevolglyk moeten het ook denbsp;vreemde Kardinaalen niet kwaalyk neemen, als ik ray tyd gunne lt;nbsp;en zoeke, zo veel mooglyk, eenen Paus te kiezen, die met mï'nbsp;se belangen overeenkomt.
-ocr page 233-gen, onder wien hy ten- minflen veel deels aan de EetConclir geering hebben zou, en daartoe hield hy den Kardi-w.nbsp;naai Rezzonico voor den beften. In ’t eerft bood hynbsp;kwanswys aan, voor Cavalchini te wezen, alzo hy welnbsp;Wift, dat Frankryk dien niet zou laaten verkiezen, omnbsp;dan, wanneer hem die kroon uitfloot, de andere partynbsp;Op de zyde van Rezzonico te brengen. Ook haalde hynbsp;den Kardinaal Corlini, en alle de Icreatuuren-v^an Clemens XI!. over. Te vergeefs tragtte de Kardinaal Sciar-ra Colonna de Franfche Kardinaalen hem aftctroggelen.
Rezzonico werd des avonds den 6. Juli verkoren, in plaats dat de verkiezing eerft den 7. des morgens vroeg, gefchiednbsp;zou zyn. Had Spinelli zo niet geiiaaft, - Rezzonico wasnbsp;geen Paus geworden. Ondertusfchen -bekwam hy zo veelnbsp;deels niet. aan de regeering-, als• hy zig. verheeld, had. Zy-ne vyanden deeden hem zo veel verdriets aan, dat hy.nbsp;het hof verliet, en in ’t jaar 1763.' overleed. Alzonbsp;Frankryk zo veel deels in.-de--verkiezing van Clemensnbsp;XIII. gehad had, verzogt het den Pans, den Kardinaalnbsp;Archinto tot Sekretaris van ftaat aanteftelleii, het welknbsp;ook gefchiedde. Dog deeze overleed binnen kort, ennbsp;de Kardinaal Torregiani, die den Boiirbonfche hoven,nbsp;door zyn halsftarrigheid, zo veel werks maakte, kwamnbsp;in zyn plaats.
, Paar.
Zo dra de verkiezing van een Paus gedaan is, Verkiezing is te zeggen, zo dra een Kardinaal twee derden der®«» dennbsp;Hemmen heeft, luidt men , en de jongfte Kardinaal^nbsp;tüaken laat den Ceremoniemeefter en den 5ekietarisnbsp;van ’t Conclave binnen. De kapel wordt gefloten. Denbsp;i^^rdinaal Dekan , nevens eenige anderen, treedt toenbsp;tot den nieuw verkoren Paus, en vraagt hem, of hy
de
VS.
UetCcnda-dc regelmaatige verkiezing wil aanncemen. (?) Heeff hy ’er niets tegen intebrengen, zo moet hy vcrklaaren,nbsp;welken naam hy denkt aanteneemen, en de Ceremonre-mecfter maakt ’er een akte van. (**) Als dit gedaan is,nbsp;treedt de Paus, begeleid door de twee oiidfte Kardinaa-len Diakens, naar ’t altaar, en gaat, na ’t doen van eennbsp;kort gebed-, agter het zelve, om de kardinaalskleedercnnbsp;voor dePauslyken te verwilTelen. Dan zet hy zig op eennbsp;foort van troon, en geeft der geheele vergadering vannbsp;Kardinaalen den eerften zegen. Deezen kuilen hem denbsp;hand, en hy omhelfl: ze weder; de Gamerlingo fteektnbsp;hem den visfcherring aan den vinger, en de Paus geeftnbsp;dien aan den Cercmoniemeefter, om ’er zyn nieuwennbsp;aangcnoraenen naam op te laaten graveercn.
Kort voor de verklaaiing wordt reeds eene menigte mcnfchen in ’t Conclave gelaaten. Ondertusfchen begeeftnbsp;zig de oudfte Kardinaal Diaken, begeleid door een Cc-rcmoniemeefter , op de groote tribune boven dennbsp;hoofdingang der Pieterskerk, die, toen 't Conclave begon , tocgemetfcld is geworden, doet ze openen, kori-
digi
jicceft/isne eleBhntm dt te camnUe faBam ia fuawitim Fonti-
ficem .t
(**) Wy vinden in de hiftorien der P3uz.en voorbeelden van Kardinaalen , die de verkiezing niet aangenomen hebben, of zig!
' ten minden lang bedagten. De nieuwer hiftorie lévert van het cer-fte geval geen voorbeeld op ; maar Clemens X., uit het huls van Albani, bleef drie dagen lang zonder zig te verklapten, en Bene'nbsp;diAus XITT. moeft men ‘er als met geweld toe dwingen. Plus V-*nbsp;zelde, in ’t' jtar ij66. ais Monnik hoopte ik zalig xe worden, alsnbsp;Kardinaal begon ik ’er asn te twyffelen. en als Paus geloof ik be-fnbsp;byna in 't geheel niet.
-ocr page 235-ègt;oOr ITALIË N; 221
üigt den naam des nieuwen Pauzen openiyk af; en JlttConcW werpt met een een papier naar beneden, waarop ’s Pau-W^*nbsp;zen haam ftaat, ’t welk door het volk gretig opgevangennbsp;wordt. Ter zelver tyd wordt het gefchut van denEnge-lenburgt geloft, de foldaaten; die op de Pietersplaatsnbsp;onder de wapenen liaan, doen een falvo, en alle denbsp;klokken worden geluid.
Na de afkondiging mag ieder in ’t Conclave gaan. De Paus gaat naar zyn celle, tot na den maaltyd, wanneernbsp;hy, in een langen rok gekleed, en met de bisfchoplykenbsp;muts op ’t hoofd, op’t altaar derSextynfche kapel gedra- •nbsp;gen, en van de Kardinaalen, gelyk men ’t noemt, aangebeden wórdt. Zy kuffen hem den voet, de hand, denbsp;borll, en ’t aangezigt. Dan wordt hy op een met goudnbsp;geborduurden armlloel, door den welken lange ftokken ^nbsp;geftoken worden, Sedia geflatoria, van twintig bedienden , Palafrenieri, op de fchouders in de St. Pieterskerknbsp;gedragen; (**) met muziek vooruit; welke den hyinmis;
Ecce Jacerdos novus i fpeelt; ter zyde de Zwitferfchc lyl-wagt, en agter aan de Kardinaalen. Wanneer hy in de kapel van ’t heilige fakrament, en by het graf van Petrus zyn gebed gedaan heeft, zet men hem op het hooge altaar, waar de Kardinaalen de aanbidding weder verrigten.-J)an draagt men henr weder naar ’t Vatikaan, en de illu-
mi-
jimmdo vMs nbsp;nbsp;nbsp;magndm, Papam habimnt eniinetitlsfi-
»gt;um ac reverend!Jf. Vom!»«r» N. N. qai féi mpofsit nomen U,
Toen de draagers Cksiens XII. voor de eerlle maal ophic-vea begon hy te fchreyen gt; mufehien , om dat zy hem feheef op-l'curden, of om dat hy deeze wonderlyke machine, die den nieu-' Wen Pauzen ahyd zonderbaar moet voorkomen , nog niet gewoon'nbsp;was.
222
JÏ«fCfl«f/a-minaties en vuurwerken duuren twee avonden agter inal-kander door de ftad.
In de eerfte agt dagen, tot aan de inwying en krooning, verrigt de nieuwe Paus geen openbaare plegtigheden, ennbsp;fchoon hy werklyk regeert, vaardigt hy nog geene bullen met liet looden zegel af, maar llegts breves met dennbsp;visfeherring bezegeld. Den dag daaran begeeft zig denbsp;Paus, met een zeer pragtig gevolg, van ’t Vatikaan naarnbsp;het Paleis op Monte Cavallo.
Krooning. De krooning des Pauzen is een merkwaardige en voor eenen vreemdeling zeer gewigtige ceremonie. De Pausnbsp;begeeft zig, met een talryk gevolg, in begeleiding vannbsp;alle de Kardinaalen, van de welken de Bisfehoppen innbsp;bisfchoplyk gewaad, en de anderen in koftbaare inisklee-deren zyn, naar de S. Pieterskerk. In ’t voorportaalnbsp;gaat hy op een troon zitten, om de domheeren dier kerknbsp;ter voetkus toetelaaten. Daarop draagt men hem, gelyknbsp;de eerfte maal, in de kapel van ’t heilige fakramentnbsp;en de Gregoriaanfche, en ten laatften op het hooge altaar. Om den Paus by decze groote piegtigheid het ver-ganglyke der wereld te erinneren , gaat een ceremonie-jneefter vooruit, die op een zilveren ftok een weinignbsp;werks draagt, driemaal voor den Paus knielt, en, ter-wyl een priefter het werk met een kaars aanfteekt, denbsp;zedenkundige fpreuk, Jic tranjit gloria mundi, opzegt.nbsp;De oude Romeinen hadden een diergelyk inzigt, alsnbsp;zy agter den triomfeerenden Burgemeefter eenen flaafnbsp;plaatften.
De oudfte Kardinaal Diaken hangt den Paus het Pallium om, dat met zes kruisfen van zwart taf verfierd is, ennbsp;een zinbeeld is van het apoftelampt, en de volkomensnbsp;pauslyke raagt. De Kardinaalen en Bisfehoppen kuflen
hem
-ocr page 237-223
hem weder den voet. Daarop doet de Paus de mis op HetCmcla-het hooge altaar, op het welk dat niemant buiten hera^** doen mag. Als de mis begint verrigten de Kardinaalennbsp;op nieuws de aanbidding. Men zingt de Euangelien ennbsp;Zendbrieven in ’t Griekfch eoLatyn, om de vereenigingnbsp;der twee kerken te betekenen. De Paus gebruikt hetnbsp;avondmaal, dat hem op den troon gebragt wordt. (*)
Na de mis brengt men hem naar de groote loge boven den hoofdingang der S. Pieterskerk, waarvan de zegennbsp;op witten donderdag gegeven wordt; hy klimt ten aan-iien van al het volk op den troon, en de eerfte Kardinaal Diaken zet hem de dricdubbelde kroon op, met danbsp;Woorden: Accipe Tiaram tribus coronis ornatam, ö* fciasnbsp;fatrem te ejje principun ac regum, reÜorem orbis, in terranbsp;P'icariumSalvatorisnoJlri JeJ'uCbrifli,ctii bonos ^gloria innbsp;Jaecula Jaeculorum. Amen. De plegtigheid eindigt met ee-nen dubbelden zegen van den Paus, den eerften deeltnbsp;hy uit ftaande op den troon, den tweeden voor aan opnbsp;de tribune, en tegelyk wordt aan allen, die hem ontvangen , eene volkomen’ vergiffenis van zonden verkondigd. Eindelyk wordt hy naar ’t Vatikaan te rug gedragen , waar hy zyne| gewoone kleederen weder aandoet,nbsp;en hem de Dekan van ’t kollegie der Kardinaalen in allernbsp;naam een kompliment maakt, en eene lange regeeringnbsp;toewenfcht.
Op den dag der krooning verligten alle de Kardinaalen, Illuminih
tten en
vuur^wer^
ken.
Ge-
{*) Deeze ceremonie wordt herhaald zo dikwyl* de Paus de mis Plegtig doet. Onderrosfchen fchynt het altyd ergerlyk te zyn, datnbsp;de Paus in het heiligfte ftuk, waarin alle menfchen gelyk zyn, daarinnbsp;een voorzegt loekt, dat hy het avondmaal op den troon zittatHl
-ocr page 238-w.
fïetCcncla-GczmtGn, eu v/at tot het hof behoort, of met den nieuwen Paus cenige vefbindtenis heeft, des Svonds hunne liiiizen. Dog het fraaifte is de illuminatie van devoorzgt;-dc en de koepel van.de S. Pieterskerk. Men kan zig nietsnbsp;pragtigers verbeelden, dan het fchoonfte gebouw der wereld met eenige duizenden van lampen, en dat wel zcgt;nbsp;verligt te zien, dat men uit de fchikking der lampen denbsp;architektuur onderkennen kan. De koepel kykt, gelyknbsp;een vuurigc piramide, over allé de gebouwen van Ro'-men heen, en vertoont zig in de verte, b. v. op denbsp;hoogte voor dc Villa van Medicis, voortreflyk. Dec-ze illuminatie gefchiedt jaarlyks op dén feéüdag vannbsp;S. Pietér.
Dien zclvcn avond wórdt ’er ook van den Engelen-burgt een vuurwerk in den Italiaanfchen fmaak afgefló-kcn. De hoogte dier plaats geeft daar cenc vertooning aan, diergclykc men nergens vinden kan, fchoon eennbsp;der voornaame ftukken van een vuurwerk, naamlyk denbsp;watenverken , ontbreekt. Inzonderheid kan men zignbsp;niets heerlykers voorftellcn, dan wanneer op ’t laatfl: ceiinbsp;paauwenftaart, Girandola, van 450Ó pylen in de lugtnbsp;ftcigt. DètVyl dc plaats zélve hoog is, en zig de vuur-pylcn, gelyk een waayer, uitbreiden, zo wordt de gc-heelc horizont verligt, en dc hemel fchynt in vuur tcnbsp;Paan. Het overige beftaat uit enkelde vuurpylen, zonnen, raden, cascades; enz. Een diergelyk vuurwerknbsp;met den paauwenilaart wordt jaarlyks tweemaal, naamlyknbsp;op den verjaardag van ’s Pauzen krooning, en op ’tfeefi:nbsp;van S. Pieter, van den Engcleaburgt afgeftoken. Pletkoftnbsp;elke reis niet meer dan 500. fcudi.
fl Pospip.
Eene merkwaardige plegtigheid na de verkiezing van den Paus is het Posjesp, wanneer de nieuwe Heilige V^-
225
der bezit neemt van de kerk van S. Giovanni di Latera-//etCofic/a-KO. Alzo deeze de bisfchoplyke kerk van Romen Van dewelke de Paus, als het ware het, den titel voert,nbsp;cn waar de Pauzen ia ’t eerfl hun verbiyf hielden, moetnbsp;in de eerfte maanden zyner regeering daar bezit vannbsp;ïieeruen. De optogt begint van ’t Vatikaan, fchoon denbsp;tegenwoordige Paus van Monte Cavallo afree'd, over denbsp;de Engelenbrug , voorby S. Andrea della Valle cn alnbsp;Gefu, over het Kapitool, onder den boog van Ticusnbsp;door, en voorby het Colifeo. Langs den weg zyn denbsp;meefte huizen en alle dc kerken met tapyten behangen,nbsp;de trappen van ’t Kapitool worden met zand beflrooid,nbsp;dat de paarden op en af kunnen gaan. (*) Voor dénbsp;quot;^illa Farnefe doet de Koning van Napels een eerboognbsp;•^prigten, (**) en de Raad van Romen eenen anderen op ^nbsp;t Kapitool, als de nieuwe Paus een geboren Romein is.
De optogt wordt begonnen door eenige ruitery, om ruimbaan te maaken. De ruiters zyn in rood fluweel met goud, en hebben groote pluimen op het hoofd. Dannbsp;Volgen de ftalmeefters des Pauzen en der Kardinaalen,
Elevens alle de laage bedienden, de KonfilloriaarAdvo-haaten, de Prelaaten di Mantellone, of titulaire Kamer-heeren, de geheime Camerieri, de Roomfche Baronnen ^nPrinsfen, vergezeld van hun pages en bedienden tenbsp;te voet; de Prelaaten Chierici di Camera, de Maggiof-duomo, de Auditeurs der Rota, de Gezanten van Bo-
(*) Als Clemens XJV. in bezit nam. Viel hy in ’t afryden *t Kapitool van ’t paard) dog zonder zig te bezeeren. Hjnbsp;'“'bte 'er mede.
(**) De oneenigheden daarover in 176s. omltaan hebben wy b^!
^nby debefchryvingderVilIaBwneftgomeld, bl. nbsp;nbsp;nbsp;,
IV. Dbel. nbsp;nbsp;nbsp;P
-ocr page 240-S2Ó
ƒ/«Canc/a-logne, de Confervatori van Romen, de Gouverueiiï.
w.
Dc jpngfte Auditeur der Rota draagt het kruis, en daarop komt dc Paus in ’t midden zyner Zrvitfers en Palefre-nicri. Hy zit op een rvit paard, welks toom eerft van oenen der Prinsfen van den troon, en naderhand van donbsp;Confervatori gehouden wordt. Benediélus XIII. werdnbsp;uit hoofde zyns hoogen ouderdöms, en de invallendenbsp;zwaare koude, gedragen, het welk iets ongewoons was.nbsp;Agter den Paus volgen vyfentwintig kollbaar gekleedsnbsp;pages , en de garde te voet. Dan komen een groot getal loopers, die het tweede gedeelte van den trein openen. De Cereinonieineeller, op een muilezel gezeten,nbsp;voert dien aan. Verfcheiden’ huisbedienden gaan voornbsp;dep draagöocl, en den annftoel des Pauzen, Sedi i PH'nbsp;pak, vooruit. Daarop volgen de Kardinaalen insgelykSnbsp;op muilezels, die elk van twee ftalbediendenj hebbendenbsp;ftokken in de hand met ’s Kardinaals wapen j geleid wor-den. Dan komen de Aardsbisfehoppen, Bisfehoppen/nbsp;êiiQ Jsfifienti al Soglio zyn, de Auditeur der Pauslyke Ka'nbsp;mer, de Sehatmeefter, en de overige Bisfehoppen, di®nbsp;niet Asfiflonti al Soglio zyn. De koets van’ den Paus mS^nbsp;zes witte paarden, en eindelyk maakt de overige cavahnbsp;lerie en infanterie een belluit.
Op het Kapitool houdt de Pausftil, om de huldigiul van den Roomfehen Raad te ontvangen. Het Kapitt^nbsp;van ’t Lateraan komt hem te gemoet, en reikt hemnbsp;fleutels over. Dan klimt de Paus op eenen by denbsp;opgerigten troon, en de Domheeren kusfen hem devo®'nbsp;ten. In dc kerk deelt hy den zegen uit van het hoO^
altaar, en dan nog eens van de gallery aan de voorzyd®
der kerk. Eindelyk begeeft hy zig in zyn gewoone kl®^ ding weder naar ’t Quirinaal terug,
Soiö'
-ocr page 241-Soiraiip
“ige fchryvcrs fpreekcn van ccn.e zekei'C ceremo-jjjffe,3^/3, l);e, dat naainlyk de Paus, federt de hiftorie van Pau2in‘’“f-Joanna, op een zekeren ftoel zou moeten gaan zitten.
IVy hebben by de geiegenheid, dat wy van den ftoel Spraken, die in cenen gang van ’t kloofter van 't Latc-ftaat, reeds gezegd, dat deeze gehcele zaak ondernbsp;fabelen behoort.
eenige andere kerkgebruiken te
ROMEN.
i)e Procesfic op Sakramentsdag, welken Urbaan IV.Kerkge-
het iaar 12Ö1. tot een feeftdag maakte, is eene der^'^“*^^”
Komen.
Pragtigften van dien aait. De trein begint met alle de be-'dienden der kanfelary, en de overige leden der geregts-,„e„{jtia^, fiOven, prokurenrs, notariflen, metwafchkaarsfen,daaï-Op volgen dePrelaaten der Kamer, Auditeurs der Rota,
Abten, Bisfehoppen cnKardinaalen. De Paus wordt op ten ftoel gedraagen, eeii boven zyn hoofd een pragtig,nbsp;öiet goud geborduurd, verhemelte, ’t welk de voornaam-ften van denRoomfehen adel vafthóuden. De Paus heeftnbsp;^tt Sakrament in de hand. Twee Kardinaalen ftaan naaftnbsp;^ein. Ee bisfchoplyke muts wordt hem nagedraagen, ennbsp;daarop volgen weder eeh menigte van Prelaaten, de Generaals der orders, on een groot getal prieflers in hu»nbsp;niegtig gewaad. De gebeele vertooning behoort ondernbsp;fraaiften die ’er in ItaÜen te zien zyn, en verdientnbsp;^Khouw'd te worden.
Gp dien dag worden de hcerlykfle tapyten van ’t Va-’•'^aan, die volgens de tekeningen van Raphael gemaakt ^Vn, onder de Coloupade der S. Pieterskerk ojaenlyktcnnbsp;*oon gefteld. Zy verbeelden lüftorien uit liet Oude Te-P znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fta*
228
Kerkire- ftament, en verdienen wegens de treflykc tekening hS' bmikente -wonderiJ te worden. Gediiurcnde de act dacen vaU
Ü-Oiticfi nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°
het feeft houden ook de andere kerken haare proces-lies f zo dat men zig in dien tyd quot;er zat genoeg aao zien kan. Dog die van den Paus verdient alleen vafnbsp;vreemdelingen gezien te worden,
De Telle. Een andere merkwaardige plegtigheid te Romen is de overgaaf der witte Telle, delta Chinea, nevens eennbsp;beurs met diikaaten. De Napolitaanfche Gezant geeftnbsp;die alle jaaren den Paus over op den zg. Juni, op de»nbsp;feelldag van S. Picter, tot een teken van zekere rcg'nbsp;ten, welken de Paus op dat Koningryk heeft.
Ie week.
d®
palmtakken over, die zy naderhand aan hunne tarii geeven. Agter de Kardinaalen zitten denbsp;tiarii en Generaals der orders, aan welken eennbsp;dinaal de palmtakken brengt, alzo zy het regtnbsp;hebben, in de geftoltcns der Kardinaalen te komen. P''nbsp;Caudatarii en eenige vreemden van aanzien krygennbsp;takken, waaraan een blad als een kruis gebonden
wel'
Plegtighs- Als men de reis zo fchikken kan , dat men de ftd' dender^eek ts Romen doorbrengt, is het niet kwaad, teHnbsp;minften veelc vreemden doen het zo, ten einde dannbsp;de ceremoniën te zien. Op palmzondag deelt de Pau^nbsp;de palmtakken uit in de kapel van ’t Paleis op Mont®nbsp;Cavallo. De Kardinaalen Priefters zitten ter regtstnbsp;hand van ’t altaar, de Diakens te flinkerhand, en huP'nbsp;ne fleepdraagers, Caudatarii, zitten aan hunne voetcP'nbsp;De Kardinaalen zyn in hunne lange violette rokkeP’nbsp;korte hermelynenmantels, en daar over hunne langenbsp;tels met fleepen, gedofcht. Dog als de ceremonie begü’*''nbsp;trekken zy hunne ryke miskleederen aan, en zett'^’’
fnutfen van zilvermoor op. De Paus reikt hun
£29
DOOR ITALIË N.
¦svelken daarom Crocette genoemd worden. Met deezeKerige-palmtakken gaat de geheele menigte de groote zaal van nbsp;nbsp;nbsp;te
’t Paleis in procesfie rond , daar de Kardinaalcn de iraskleederen afleggen, de voorige gewaaden weder aan.
«^oen en de mis bywoonen. Ondertusfchen bewierookt een geeftelyke den Dekan der Kardinaalen driemaalen,nbsp;en ieder der anderen tweemaal. Na de mis omhelzennbsp;de Kardinaalen malkander, als of zy de befte vriendennbsp;waren , geeven zig de kus van vreede, ’t welk ge-ineenlyk elke reis gefchiedt als de Paus de mis doet.
Op Afchdag worden d.e donkere nietten gezongen. Jfchdag, Het begin heeft niets byzonders, dog het Miferere vannbsp;Corelli is een trcflyk ftuk, dat zeer zielroerend is.
He muziek is wel oud , dog zo beweeglyk als men zig iets kan voorftellen. Zy beftaat alleen uit men-fchen ftemmen, zonder eenig inftrument, ’t welk eenenbsp;heerlyke werking doet , en fomwylen zo klinkt als ofnbsp;’er een orgel by was.
Op Witten Donderdag doet de Paus, of, by gebrek Witte Don-
derdag.
van denzelven, de Kardinaal Diaken, een piegtige mis in“ de Pieterskerk. Alle de Kardinaalen woonen ze by , ennbsp;zitten even als by ’t uitdeden der palmtakken. DePrinsfennbsp;ftaaii ter zyde van den troon.' By deeze, gdyk als by allenbsp;iniffen, die de Paus zelfs viert, komt geen inftrumentaalnbsp;muziek. Na de mis gaat de geheele procesfie in de Pau-lynfche kapel van t \atikaan, wa.ar het heilige Sakra*nbsp;ment door den Kardinaal Diaken ten toon wordt gcfteld.nbsp;He Paus gaat dan in de loge boven den ingang dernbsp;imrk, een Kardinaal leeft de bulle in coena Domini, (*)nbsp;''Crfcheurt ze , cn werpt ze met de uitgedaane ivafch-
kaars'
(*) m t;a»ri77o. fch.Tfte de Paus het Iceaen dccier buUe af.
P 3
S50
K^rkge-Iruiken te Romen.
kaarsfen van tgt;ovcn neder, te gclyk doet de Paus allc ketters, cn die zig tegen de Kathoiyke Kerk en haarcnbsp;geeftelyken vergrj’pen, in den ban. Daarop geeft hynbsp;der gehcele Katholykc Chridenhcid den zegen, urlinbsp;£ƒ orhi. Ieder valt dan op de knie, bet gefchut wordtnbsp;geloft, de trommen der onder ’t geweeV ftaande foldaa,nbsp;ten geroerd, en een falvo gefchoten, alle de klokkennbsp;der ilad luiden, ’t welk ook op die van anderegodsdien-Ilsn, die zig aan den vioek en den zegen even weinignbsp;kreunen, een giooten indtuk maakt.
Daarop walcht dc Paus of de Dekan in een zaal van ’t Vatikaan de voeten van twaalf aruic priefters, die alsnbsp;vreemde pelgrims te Romen komen, cn daartoe doornbsp;dc Gezanten en Auditeurs der Rota worden aangeboden. Ieder krygt ten dien einde een priefterlyk kleed,nbsp;een koorhembd, en een gouden cn zilveren penning, ’tnbsp;welk t’zamen omtrent de waarde bedraagt van 24 daalders. (*) Daarna worden zy ter tafel onthaald, cn dc
Kar-
{*) Dceze Ceremoniën kunnen door alle vreemdelingen vrj’Iyk gez-ien worden. Eens, dat Benedidtus XIV. het voetwasfclien vei'nbsp;rigtte, en hy eenige vreemdelingen zag liaan, vroeg hy den Kaïdi'nbsp;naai Pasfionei, wie dat waren. Deeze antwoordde met zyne gc'nbsp;woone vtymoedigheid, „ Heilige Vader, het ayn Hollanders, di®nbsp;tegenwoordig te Romen zyn, om heden de e,xcommuD!catic dt*nbsp;fculle in taena datnini uit de eerlle hand te haaien, en daarna hynbsp;Bibliothecatius van den heiligen ftoel, dat washy zelf, het middag'nbsp;maal te gaan neetnen. Wy hebben reeds een reis of twee gelcll^'P'nbsp;heid gehad van deczen Kardinaal te Ipreekcn- Hy was vol verdand?*nbsp;en een vertrouwde van Benediaus XIV., dog kon egter nietnbsp;ten, dikwyls zeer fiefcelagtlg te zyn, of met hem over de wceten'nbsp;fchappen té zintwitten. De Paus werd dan wel inoeilyk, dog alz”nbsp;hy hem cm zyne kundigheden zeer agttc, verzoenden zy zig aiiy‘^nbsp;wederom zeer fchielyk. Pasfiond hield vcele gebruiken der
-ocr page 245-«Sr
Kardinaalen brengen het eeten op, en ’t welk niet ge-bniikt wordt neemen zy mede. Als dat gedaan is j nbsp;nbsp;nbsp;¦
gaan de Kardinaalen zelven in armfioelen aan de tafel zitten, waarop dan een deffert van fuikcrwerk en kon-fituuren is. De warme fpyzen Iaat elk door zyn bedienden van een andere tafel haaien, en zont en peper brengen zy in kleine zilveren busjes mede. Opnbsp;dien dag worden de donkere metten , en een andernbsp;treflyk Mifertre in de Syxtynfche kapel gezongen.
Op Goeden Vrydag wordt, gelyk den voorigen 6sg, Goede Fry-rn byzyn van alle de Kardinaalen, in de Syxtynfche kapel de mis gelezen, en daarna eeten de Kardinaalennbsp;Weder in 't openbaar. Zy zitten in rang langs denbsp;inuuren, gelyk de monniken in de eetzaalen der kloo-fters, daarna worden de donkere metten en het M^fe-tere door vier fteinmen gezongen. Uit de Sixtynfchenbsp;kapel gaan de Kardinaalen in de Pieterskerk, en knielen in een cirkel voor eene van de vier tribunen innbsp;de pilaars der koepel, van de wélke een Dornheernbsp;fien met de drie daar bewaard wordende reliq'nien, de
fpecr.
Voor dingen van gcene waarde, gelyk gemeld antwoord te kennen geeft. Inzonderheid was hy geen patroon der monniken. Eennbsp;paat Kapucynen maakten eens cene diepe buiging voor zyne paarden, en, de reden van die beleefdheid gevraagd zynde, gaven zynbsp;ten antwoord, „ om dat zyn Eminentie, by gebrek van paarden,nbsp;geene Zwaarigbeid maaken zon, ons voor zyn koets te fpannen,
Door zyn lange nanciatunr buiten s lands had hy genegenheid voor de vreemdelingen gekregen, èn hy agtte zyne landsgenooten nietnbsp;veel. Den Sekretaris van Staat, den Kardinaal Valenti, die by rJe-cediflais XIV. veel te zcggsn had, kon hy niet veclen, en noemdenbsp;hem altyd den 'Bacha. Eens zeltls hy in de kerk openlyk, in plaatsnbsp;van Fax Umm, ^alamaltc, by ’r gceven van de kns van vrcedc.
Ksrkgt- - fpecr, den zweetdoek, en een ftuk van ’t knus, den zegen geeft. Dan komen de proceslles van boetvaardige zondaars, die insgelyks met deeze reliquien ingezegend worden.
Van vyf uuren des namiddags tot den avond zitdeKardinaal P««wfet!tMr/:u op eenendrouten troon, vyf trappen hoog, die met een leuning orageeven is, op dat het volk nietnbsp;tefterkaapdringe. Dit heet de regtbank der boete. De Kardinaal hoort den biegt, en roert ondcrwylen allen, die zignbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aanbieden, met een langen ftok aan, waardoor zy afiaat voor
honderd dagen ontvangen, daar de,andere Poenitentiarii door het aanroeren alleen maar voor veertig dagen aflaatnbsp;geeven kunnen, liet krielt in dien ty d in deFieterskerk, en opnbsp;de ilraaten van pelgrims, die ineeft in een kiel, met een korten mantel daarover, die tot aan de elboogen reikt, gekleednbsp;zyn, en een hoed op hebben, alles van zwart gewafchtnbsp;linnen, Over de fchouders hangt hun een kleine almoes-bus, een ileenen kruik, en in de hand hebben zy eennbsp;langen flaf. Dus zien zy ’er wonderlyk uit. By zulkenbsp;plegtigheden kan men een begrip maaken van dc grootténbsp;der Pieterskerk, want, fchoon ’er eenige duizenden vannbsp;menfehen in verzameld zyn, is ’er dog altyd ruimte genoeg, zonder dat men gedrongen worde. De honderdnbsp;zilveren lampen, die anders altyd by 't graf van Petrusnbsp;branden, zyn in dien tyd uitgedaan, in haare plaats wordtnbsp;voor het verhemelte des altaars een kruis twintig voetnbsp;hoog in de lugt gehangen, en met veele lampen verligt,nbsp;’t welk der kerke een majellueus aanzien geeft.nbsp;fhtVaaJcb-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eerften dag van paasfehen deelt de Paus ten twee-
fseji, de maal, onder ’t paradeeren der troepen, en in bywe-zen van alle de Kardinaalen het volk van de tribune der Pieterskerk den zegen uit. Hy heeft de Pauslyke kroon
ppj
-ocr page 247-233
Op, en zit op eenen in de loge ftaanden troon. Na ’tKeri^e-leezen van een gebed, ftaat de Paus op, en geeft eenen driedubbelden zegen, waarby het gefchut weder, gelyknbsp;op witten donderdag, gcloft wordt; ter zelver tyd werptnbsp;«^en Kardinaal de papieren, waarop de aflaatcn gefchre-quot;Ven liaan, welken aan zekere kerken worden vergundnbsp;Onder ’t volk, en de Paus gaat heenen.
Aartig is de proceslic der uitgchuwlyktemelsjes, welke jaailyks op den dag van Maria’s Verkondiging doornbsp;Dominikaanen alia Minerva gehouden wordt. Daar zynmeisje:.nbsp;’er gemeen'yk tweehonderd, die ecrll de mis bywoonen,nbsp;het heilige avondmaal gebruiken, en dan briefjes ontvangen, waarop haar uitzet gcfchreeven Haat, die van 25.nbsp;tot 100. fcudi beloopt, dog niet dan kort voor de bruiloft uitgedeeld wordt. Deeze briefjes Heeken zy voornbsp;de'borft. Zy zyn in ’t witgekleed, het aangezigt is halfnbsp;Biet een fluyer bedekt, en de roozenkrans hangt op zyde.
Zy gaan twee aan twee, en tusfehen ieder vyfde paar gaan altyd trvee Doarinikaanen met wafchkaarsfen. Zeiken dis non worden zullen, komen agter aan, met eennbsp;kroon op ’t hoofd. Alzo de uitzetten gering zyn. Haatnbsp;öicn fommigen meisjes, die vrienden hebben, toe, meernbsp;dan eens de .procesfie bytewoonen, tot dat zy zo veelnbsp;als haar noodig is byeen hebben. Daar zyn ’er, die ’crnbsp;niet voor bekend willen zyn, en anderen meisjes eennbsp;fooitje geeven, om in haare plaats te gaan.
Tot de openbaare plcgtigheden behooren ook de llaatige intreeden der uithesmfehe Gezanten, en nieu-quot;’e Kardinaalen , waanneer die te Romen komen , omnbsp;*^611 kardinaalshoed te haaien.
VAN
Zieden en
ROMEINEN.
Onder den Roomfchen adel zyn vier zeer oude huizen, die zig beroemen kunnen, federt veele eeuwen aan denbsp;regeering en gewigtigfte gebeurteniffen aandeel gehad tenbsp;hebben, naamlyk dje van Savelli, Colonna, Orfini, ennbsp;Conti. Het huis van Savelli is tegensvfoordig uitgeftor-ven, en door den laatllen vrouwiyken erfgenaam met datnbsp;van Urfini verbonden. Tot de groote huizen der tweedenbsp;klaffe behooren die van Santa Croce, dat van Valeriusnbsp;Publicola meent afteftammen. Barberini, Urfini, Horg-hefc, Doria, Chigi, Rofpigliofi, Crescenzi, Giuftiniani,nbsp;Altieri, Albani, Bracciano, Buoncompagni, enz. welken meefl: opgekornen zyn, door dat zy ’t geluk gehadnbsp;hebben, van een of meerder Pauzen uit zig verkorennbsp;te zien. Om die reden heeten zy Cafe Papali. Hunnbsp;grootfte \mrteering beRaat in ’t bezitten van ruime gebouwen , veele bedienden, loopers, paarden, koetièn.nbsp;en de pragt in fchilderyen en ftandbeelden. Hun tafelnbsp;en kleeding is iiiaatig. Zeiden, en alleen by plegtigcnbsp;gelegenheden, gcevcn zy gaftmaalen. Dog hiervanmoe^nbsp;men den tyd der Filleggiatura, of dat zy zig op huUnbsp;landhuizen onthouden, wanneer zy gaftvryer zyn, uif'nbsp;zonderen.
Onder deezen adel zyn iveinig r/kc huizen. Zy hebben een taamlyk inkomen, dog zouden zig döor koftbaare leeven^^s fchielyk in fchulden dompels^’nbsp;Een huwlyk, dat in eene familie voorvalt, bezwaart haa^nbsp;zozeer,dat de overige uitgaaven voor eenigejaaren moeten worden befnoeid. Men weet hier niet, gelyk als
pa-
-ocr page 249-'235
Paiys, van openlyk ondcrbóudene maltiefTen; dog 'cxZesden zyn adelyke familien genoeg, waar de mans niet yvex-gebruiker.^nbsp;zi’Stig zyn, als hunne vrouwen met eenen jongen Romeinnbsp;of vermogenden Prelaat in goede verftandhouding leevej),nbsp;op dat de huislyke zaaken daardoor op wat beteren voetnbsp;komen, en het hun niet voor de uiterlyke figuur aannbsp;equipages en bedienden ontbreeke. De politie duldt tennbsp;minften geen opcnbaare maitreffen; (*) dog het is eennbsp;te vei getrokkcne voorzigtighed, dat men geene vrouwnbsp;pp het theater toclaat, ’t welk, vooral by het dansfen,nbsp;eene flegte werking doet.
De Roomfche adel leeft vry eenvormig, en kent het gewoel van veele hoofdfteden niet, waar men naauwlyksnbsp;tyd heeft, om aan zig zelven te denken. Het gaat hiernbsp;niet gelyk te Parys, waar zig de een niet met den andernbsp;bemoeit, maar hier kennen de huizen allen malkander,nbsp;of leeven , gelyk men te Parys zeggen zou, op een bur-gerlyken voet. Een vreemdeling, die fmaak heeft in eennbsp;gerufte leevcnswys, en te gelyk een vcrftandigen omgangnbsp;zoekt, zal zig veelligt beter te Romeii dan te Parys naarnbsp;zyn genoegen bevinden, fchoon in Duitfchland het vooroordeel heerfcht, dat men alleen te Parys een galantenbsp;opvoeding en fchrandetheid haaien moet. De Romeinen
gee-
(*3 Even Zo weinig worden tegenwoordig gdieele beveorregte flraaten, waar hoeren woon^n mogen, toegelaaten. Zo ’er nog innbsp;Keyzlers tyd zodanigen waren, zyn zy ’et nu niet meer. Het isnbsp;onbefchaamd gehandeld van Grosley, die, onder den naam van tweenbsp;tweeden, in zyne Reizen, met voordagt de wereld wil wys maa-ktn, dat zig diergelykc vrouwlieden maar by den Kardinaal Vica-lius aantegeeven hebben, onder het fchoone voorwendlcl, ‘ktnbsp;fKglimo f^r kivorar il texrtno , om daartoe van hem verlof te vet-;nbsp;werven.
Zesden en geeven wel eenen vreemdeling niet te eeten , en ds gebruiken Kardinaalen niet dan zelden, waartoe men dan alvoo-vooraf verzogt wordt. Dog de Converfazioninbsp;vergoeden dat gebrek ryklyk, waardoor men fpoedigernbsp;kenniffen maakt dan te Parys , waar men een vreemdeling bczwaarlyk den toegang in kleine gezelfchappennbsp;toeftaat, om zig de vryheid niet te beneemcn,nbsp;Maaltyden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;groote konverfaties worden konfitmiren aange
boden, en als men des morgens iemant bezoekt krygt men gemeenlyk een kop chokolade. (*) De Franfchenbsp;koks zyn te Romen nog niet ingeflopen, dog men eetnbsp;’er aan de groote huizen niet mm goed, wel nietzofterknbsp;aangezet, maar gezonder. Daar zyn huizen van aanzien die in ’t geheel geen keuken houden , en waarnbsp;men het eeten uit een gaarkeuken , volgens een bepaald akkoord , laat haaien. Veeleii geeven hunnennbsp;koks voor den perfoon elke maaltyd twee of drie pao-li, waaruit men een begrip maaken kan van de maa-tigheid der Italiaanen. De gemeene man maakt nognbsp;minder omflags , en gaat dikwyls niet eens aan tafelnbsp;zitten. Hy koopt zyn middagmaal by een gaarkok,nbsp;die op alle de hoeken der llraatcn in menigte zitten,nbsp;en onder den biooten hemel vleefch kooken en braa-den , of op vaftendagen flegten vifch in olie bakken.nbsp;Met harde c.yercn of macaroni voor een wisjewasj’enbsp;Rillen veelen hun honger, en eeten ’er een fluks broodsnbsp;uit den zak toe.
i
{*) Men ïegt fcliertsgewyze van zekere atme Abten en ^iVifen, dat zy van chokolade leeven ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zy des morgens dóe
of vier bezoeken gaan afleggen, om daardoor het middagmaal uire tewinnen.
-ocr page 251-237
Een vreemdeling, die cenigevertceringtnaaken kan, (f) Zesden en'\ doet beft, een weinigkeukengereedfchap te Itoopen, en
der Komsi-
voor
nen.
met een kok, diergelyken men ’er genoeg vindt, vier paoü of iets meer te akkordeeren, waarvoor hy allenbsp;dagen den pot komt kooken, mits men voor hout, wyn,nbsp;en brood zorge; of men moet het eeten voor drie palojnbsp;uit de herberg laaten komen, dog dan doet men flegte maal-tyden. liet beft is, zig in een Italiaanfcb huis indenkoftnbsp;te befteeden, waardoor men nog het voordeel heeft, denbsp;taal fpoediger te leeren.
De Franfchen befchuldigcn de Romeinen van karig te leeven, en nooit een fchotel eetens voor iemant over tcnbsp;hebben, en de laatften lacchen met de ecrften, dat zy zonbsp;veel voor den opfchik, en vooral voor eeten en drinkennbsp;noodig hebben. (??) De fmaak deezer volken is zeernbsp;verfcheiden, cn ten deele in hunne geaartheid te zoeken.nbsp;De Romein denkt meer om de nakomelingfchap, hy verzamelt fraaye dingen, bouwt, en leeft flil in zyn huis.nbsp;De Franfchman verlangt op een grooten voet te leeven,nbsp;cn zoekt door maaltyden, en alles wat pragtig is, zig tenbsp;doen aanzien. Over 't algemeen houdt geen van beidennbsp;den middelweg; egter leeft misfehien de Romein gerufter
cn 1
Daartoe fchikken zig ook de kamers, waarvan ’er veel zyn in de nabuurfchap der piazza dl Spagna. Men kan zeer goede kamers voor 3. of 4. zechinen ter maand hebben. Ook zyn ’er beteren van 6. tot 10. en meer zechinen in de maand. Die op eennbsp;Zekeren voet leeven , en de gezelfchappcn bezoeken wil, moet eennbsp;koets houden, ’t welk ter maand IJ. zechinen, en 2. zechinepnbsp;Voor den koetfier koft.
2,y zeggen daarom vaj) de pranfehen, dat alles wat zj wiDr ron{, „tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fMnurh,
-ocr page 252-Éseden en en vergenöcgder dau de ryke Frailfche pagter, die, oin
gebruiken 20 te fpreeken, voor half Parys leeft, om maar zyneri fmaak en zyne pragtige tafel tè doen bewonderen. Denbsp;Romein kan zig zo fpoedig niet ten kofte van ’t gemeennbsp;verreiken i als de pagter in Frankryk, én kan het by gevolg niet tegen llem uithouden. En als men Op het genoegen let, dat elk van beiden uit zyn leevenswys trekt,nbsp;zo is dat van den Italiaan, die door zynen fmaak dennbsp;konftenaar iets verdienen laat, eh veel menfchen onderhoudt, wel zo redelyk, als met denFranfchmanhetgroot-fte vermaak in gafteryen te zoeken. Dog dit oordeel isnbsp;aan zo veel bepaalingen onderhevig, dat het niet algemeen zyn kan.
È’eigin^tot De Romeinen hebben een fyn vernuft en veel gene-
.Jjjottetn^. genheid tot fpotten. De invallen van Marforio en Pas-quin zyn bekend genoeg. Nieinant, hyzyPaus, Kardinaal, of Prins j is, als hy iets deet, dat buiten den haak is, zeker voor de fcherpfte verwytingen, fchoon mennbsp;niet ontkennen kan , dat menig een onfchuldig lydt,-als hy zig den haat van een ander op den hals gebaaldnbsp;heeft, al is het door het braaffte gedrag. Daar komtnbsp;een gefchreven nieuwspapier uit, dat zeer duur en verboden is , ’t welk egter in ieders handen is , die zignbsp;aan de geheimen der ftad laat gelegen zyn. Men vindtnbsp;’er de fcherpfte aanmerldngen in over de perfoonen dienbsp;ampten bekleeden, de geheimfte narigten omtrent denbsp;kuiperyen, galanterien, en intrigues, zo dat hetnaauw-lyks te begrypen is, hoe ’er de fchryver aan komt. Mennbsp;kan het niet de Nouvelles Ecelejjajli^ui^^ Parys vergc-lyken^ welker fchryver onbekend is, en die, om dat zynbsp;verboden zyn, altyd in ’t geheim vexkoft, en met dennbsp;grooeften yver gelezen worden.
,D3
-ocr page 253-239
De liiflorien van de jaloersheid der Italiaanen hoorcn Xeeden ên in de-voorgaande eeuw t’huis, en dit geldt ook vannbsp;E-oomfchen adel. De gezelfchapp.en beftian openlyknbsp;mans en vrouwen, en zyn zeer viy. Daardoor '‘'^^^^^XuerzugUnbsp;de gelegenheid tot jaloersheid zeer vermyd, en federtnbsp;dien tyd zyn de fpraakvertrekken der nonnen veel minder bczogt, en de hiftorien van kloofterminnarycn veelnbsp;zeldzamer geworden.
De Roomfche Dames hebben haare Cicisbeèn, met dèCicisbeèrn welken zy op alle gezelfchappen vexfchynen. Zulk eennbsp;Cdvalkre ftrvmte wagt zyne Dame ’s morgens aan haarnbsp;kaptafel op, en geleidt ze naar de mis. Na ’t middagmaalnbsp;begeleidt hy ze weder op de wandeling, en op de gezelfchappen, en brengt ze des avonds weder naar huis.
Lceze verbindteniflen, die door de gewoonte ingevoerd “Sn als gewettigd zyn, duuren dikwyls veele jaaren; mennbsp;maakt ’er een punt van eer van ftandvafiig te zyn, zelfsnbsp;wanneer men zig van wederzyde verveelt. De Romeinennbsp;houden deeze gewoonte voor zeer voegzaam en hoflyk jnbsp;zy betveeren, dat de denkwyze door de vrye manier vannbsp;ieeven, en de buitenfpoorigheden in Frahkryk, bedorven moet wezen, als men in deezen omgang iets onge-Oprlofs agt te zyn. Daartegen zoude men het eener Ro-meinfehe vrouw zeer kwalyk neemen, als zy, gelyknbsp;eene coquette van Pary’s, eenen hoop aanbidders omnbsp;Z'ig heen houden wilde. Een reiziger, aan andere zee-den gewoon, is altyd verwonderd, en hy kan zig nietnbsp;verbeelden, dat het, daar men zo dagelyks gelegenlieidnbsp;teeft malkander alleen te zien en te fprecken , altydnbsp;20 onfchuldig roegaan zoude. Men maakt egter eennbsp;ojiderfitheid tu.sfchen eenen Gcish.eo, welken cejie Da-weiftaansliaiven beeft, en eenen die de rol van
ver-
-ocr page 254-240
nen.
Zesden en verliefden 'fpeelt. De laatften zyn gevaarlyk, de CCf-gebruiken ften veelmeer wagters voor de kuifchbeid, die eertyds van jaloerfe mans werden aangefteld. Voor ’cnbsp;overige is de galanterie onder de eerfle lieden nog zonbsp;ver niet gekomen, dat de man en de vrouw elk eenenbsp;byzondere kamer heeft, gelyk te Parys. De Prinsfennbsp;leeven in dit opzigt, om met de Paryfenaars te fpree-ken, op een’ borgerlyken voet, en hebben met hunnenbsp;vrouwen dezelve flaapkamer.
Het karakter der Romeinen is in ’t algemeen zagt cn gcvallig. De gewoonte van geduurig met grooternbsp;lieden onitegaan, om door hun zekere inzigten te bereiken , en de gelegenheid van vreemdelingen te zien,nbsp;heeft vermoedlyk dit uitgewerkt. Zy zyn beleefder,nbsp;en vergunnen ligter ingang in hunne huizen dan denbsp;andere Italiaanen. Zy bezoeken dikv7ls vreemdelingen, die addres hebben, het eerft.
Kovxerfa
tiei\
De Converfazioni of gczelfchappen maaken het voor-naamfte tydverdryf uit, zo wel voor de vreemden ais voor de Romeinen zelven, alzo* maar een kortennbsp;tyd in ’t jaar openbaare fchouwfpelen gehouden worden. De zogenaamde Converfazioni di prima Jera beginnen na het ^ve Maria, of zonsondergang, en worden door de Kardinaalen en Dames van den lagerennbsp;adel, mezze Dame, gegeven. Ten huize deezer vrouwen komen fomtyds ook lieden van den hoogften rang»nbsp;zelfs Kardinaalen. Twee uuren laater beginnen de groö-te konverfaties, cn duuren omtrent drie uuren, of tocnbsp;vyf uuren na zonsondergang. Zy zyn het talrykfl: by d®nbsp;Prinsfesfen van Borghefe en Paleftrina of Barberini, eUnbsp;by de Graavin van Bolognetti. Daar zyn ’er nog veel^
anderen, welken niet zo flerk bezogt worden, b. v. ®
i9
-ocr page 255-de huizen van Bracciano, (*) Chigi, en Altieri, enz. Zes Je» es De vreemden krygen ’er zeet ligt den toegang toe; heigebndken^nbsp;^l^aat hun vry te fpeelen of niet, gelyk zy willen,
^2t geen ’t beft is, men heeft ’er de fchoonfte gelegenheid veelerlei kenniffen te maaken, waardoor het verblyf hier aangenaamer wordt gemaakt, dan wanneer men opnbsp;andere plaatfen buiten 1 taliën eene reis of twee in eennbsp;huis te eeten wordt verzogt. Op deeze vvys leert mennbsp;binnen veertien dagen het aanzienlykfte gedeelte vannbsp;Romen kennen, en weet altyd waar den av'ond door tenbsp;brengen. Des zomers worden de konverfaties ten deele,nbsp;gelyk in het Borghefifche paleis, in beneden kamers gehouden, waar men kleine fonteintjes heeft, die de lugtnbsp;zeer verfrisfehen, en het oog, wanneer de kaarsfen branden, zeer fraai voorkomen. De konverfaties der Kar-dinaalen zyn 20 talryk niet, indien zy geen groote amp-ten bekleeden , waarom zy hun het hof komen inaakertnbsp;die bevordering zoeken. In alle de konverfaties heeftnbsp;men volkomen vryheid van te komen en te gaan, alleen maakt men by ’t inkomen het eerfte komplimentnbsp;aan de vrouw of den heer van den huize. Het onderhoudnbsp;Valt hier gemeenlyk, gelyk op andere plaatfen, heteerftnbsp;op ’t weder, en buiten den Scirocco en de Tramontananbsp;zouden veelen niet weeten, waarvan zy fpreeken zouden.
Het buitenlandfche nieuws is dehoofdftof dergefprek. ken, alzo de verfchlllende belangen en de verbindtenis-
fen
{*) De Prinles van Bracclano, uit den huize van Coifini, is eene ame van de grootfte verdienfte , die de kennis van vreemde taa-, van de wysbegcerte en wiskunde bezit, zonder dat zy h®nbsp;ïan haar gezielfchap merken doet*
IV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;O
-ocr page 256-242
li :
Znden en fen der fatailien niet toelaaten, iii ’t openbaar vafi de gebridken^ zaiken der ftad te fprecken. De Romeinen worden vannbsp;nen. de jeugd af, uit hoofde van ’s lands gefteldhcid, tot denbsp;fynfte ftaatkunde gewend; zy verbeelden zig, dat de Paiisnbsp;invloed heeft op alle uitlieemfthe zaaken, en meenelinbsp;daarom des te meer belang te hebben by de zaaken deinbsp;andere natiën. Als Frankryk en Engeland in oorlogzyn,nbsp;kunnen de Londenaars of de Paryfenaars zig niet meetnbsp;aan het nieuws laaten gelegen liggen dan de Romeinen.nbsp;De Koning van Pruiifdn vond 'er in den laatften oorlog,nbsp;het geen men kvi^aalyk zig verbeelden kan, een menigtenbsp;van de yverigfte aanhangers, die zyne zaak, hoe zeefnbsp;zy tegen de belangen van 't Roomfche hof ftreed, zeefnbsp;ftoutmoedig voorftonden. Men beoordeelt dedaadeneOnbsp;gebreken der generaals even zo fcherp, als de Inquifiti®nbsp;de verbodene boeken. Men berifpt de befluiten der ka-^ binctten, als of men nog in de eeuwen was toen dePaii'nbsp;zen de algcmecne fdieidsmannen derzelven waren, ofnbsp;ten minflen zyn wilden. Elk hof heeft zyn’ aanhang.nbsp;De Jcfuieten hebben even zo veel vyanden als begunfti'nbsp;gers, cn, als het volgens het grooter getal gaan zoude»nbsp;was het met hun te Romen gedaan. Alzo men vangeeunbsp;openbaarc zaaken durft te fprecken, verhaalt men zig'nbsp;als de ftaatkiinde uitgeput is, van die fchade op de amp'nbsp;tenaars. ’T is verbaazend, met welk eene floutmoS'nbsp;digheid de Romeinen hunne neiging tot hekolaarynbsp;lyb botvieren. Wat op andere plaatfen als eenenbsp;diging zou worden aangezien, laat men hier metnbsp;latenheid van zig zeggen. Die den minften buitenft®?nbsp;in zyn gedrag , ’t zy in een ampt, of in zyn hiiis'nbsp;iyk leeven , begaat, hy.zy man of vrouw , kan ’e*
op rekenen , dat hy op alle konvetfaties tot het oo-
Verhoud vertrekken zal. De gew'oöiue maakt dat men Z^fden eH hst t^-einig teil.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebruiken^
De takykfte gezelfchapps.n ziet men by gelegenheid Van een huwlyk. Het nieuw getrouwde paar fielt eenennbsp;ten RicevitmrJio ^ of ter aanneeming der gelukwen-fchingen, en dan vindt ’er zig des avonds de geheelsnbsp;adel. Een vreemdeling lian hier op eens geheel Romen,
«n de Dames in Iraar grootften opfehik, en met balynen* tokken, die zy anders niet draagen, zien. Ey efen fterf-gcval onthoudt zig ieder, die maar eeinigfins van de ver-V'antfchap is, eene week lang, van openbsare gezel-flappen. Dit neemt men zelfs in agt by ’t afftervennbsp;Van een goed vriend. Maar krygt men bedoek van eennbsp;'^veemdeling van aanzien, zo wordt ’er een konverfa- ^nbsp;aangelegd, by welke gelegenheid die zeer talryk zyn.
Dames van eenen zekeren ouderdom komen niet op de 'honverfaties, ’t welk dezelven des te aangenaamer maakt.
Deezen komen onder malkander t’zamen, om een partytje te fpeelen. Als een Heer in de kamer komt Haan dsnbsp;Vrouwen niet op, .alleen gaan zy eene Dame te gemoet,nbsp;om ze te ontvangen.
Zelden manken de Italiaanen malkander eene buiging Om zig te verwelkomen, dog wel tegen vreemden. Alsnbsp;¦toen een Kardinaal ontmoet buigt men zig, en zy buigennbsp;weerom; voor den Pan® moet men uit de koets konieonbsp;«n'knielen, waarvoor hy zynen ^gen geeft. Dog denbsp;Wtfiers weeten dat behendig te vermyden, met zyd-fttaaten inteflaan.
Als men de Romeinen een kleine gunfl: verzoekt, antwoorden zy, in plaats van ja, op een aangenaame wys,
^adrone, dat omtrent zo veel wil z%;en, als tot uw or-^re. De Italiaanen zyn over ’t/algetneen in iuin fpree»
Zeeden en ken groote pantomimes, ook fchieten hierin de Romei-gebruiken^ nen niet te kort. Als zy iemant groeten, maaken zy om-^ trent dezelve beweeging met de hand als of zy 'er mede wenken. Het toeftemmen eener zaak beftaat in ’t knikken met het hoofd, het afkciiren in eene beweeging metnbsp;de regter hand onder de kin, waarvan tvy in de befchry-ving van Napels meer zeggen zullen, dewyl daar die gewoonte nog gemeener is. Een ander teken van afkeuring is, wanneer zy met twee uitgeftrekte vingers de handnbsp;tweemaal heen en weder van de regter naar de llinkefnbsp;zyde beweegen. Hoe dieper men ook in Italien komtnbsp;des te grootfcher worden de titels. InLombardyen ant'nbsp;woordt de gemeene man , Signor Ji, of Padron Ji, tSnbsp;¦ Romen is het reeds Illujlrisjimo Ji, en deNapolitaan doetnbsp;het niet minder dan met een Eccellenza Ji, vooral als hynbsp;met een vreemdeling fpreekt. In goede gezelfchappe”nbsp;te Romen krygt niemant den titel van Excellentie daonbsp;dePrinsfen, Hertogen, Prelaaten, enheeren, die groo-te ampten bekleeden’, en hunne vrouwen. Kortheidsnbsp;halven gebruikt men het woord Ella, ieder mag daaromnbsp;der verAaan wat hy wil, Signoria, of Eccellenza.
quot;Veelen verbeelden zig te Romen met het Franfch t« kunnen te regt komen, en des noods kan het ooknbsp;fchieden, dog men verheft het aangenaamfte van de g^'nbsp;zelfchappen, alzo lieden van aanzien wel Franfch vet'nbsp;ftaan en fpreeken, maar alleen tegen vreemdelingen f'tnbsp;beleefdheid. Onder malkander fpreeken zy altyd 1^2'nbsp;liaanfch.
In deeze konverfaties wordt fomwylen Quadrille, Reverjis, dog meer Trefet, en ’t meeft Mencbiate gefpeel^'nbsp;Dat laatfte fpel is een foort van het Duitfche Taroc;nbsp;kaarten zyn zeer bont en met veele figuuren voorzien» ^
-ocr page 259-245
in plaats van harten, klaveren, enz. noemen zy ze cupi, Zeeden en
fpadi, denari en lalloni, om dat’er bekers, zwaziden ,g^briüken^
, der Romein
en diergelykcn opftaan. In plaats van ’t Taroc zyn zeer wonderlyke beelden; de zon, de maan , de duivel,nbsp;de dood, de paus, het laatfle oordeel, enz. en in plaatsnbsp;Van twintigften, van zeftienden, noemen zy dc beelden,nbsp;b. V. den duivel, of den paus. Sommigen geeven dennbsp;Vermaarden Michael Angelo op als den uitvinder van hetnbsp;Menchiate, en meenen, dat Iret oitder Innocent X. innbsp;de mode gekomen is, alzo het beeld van den Paus op denbsp;kaart veel naar ’t portrait van Innocent X. gelyken zoude. Men laat geen kaartgeld liggen,, alzo het deltaliaa-hen voor ongevoeglyk houden, de winfl: met de dienft-boden te deelen, gelyk in verfcheiden aanzienlyke huizen te Parys gefchiedt. Daar wordt veel, dog niet hoognbsp;gefpeeld, zo dat ieder mede kan fpeelen.
Men vindt te Romen, vooral onder lieden van aan-Roomfcbe zien, weinig fchoone vrouwen; te Venetien en .Napelsnbsp;zyn ’er meer. De Italiaanen hebben zelfs een fprcek-wwrd, dat de Romeinfche vrouwen niet fchoon zyn.
Zy kleeden zig op zyn Franfch, en gaan altyd ftyf geregen , ’t geen haar een gedwongen houding geeft. Tot hog toe heeft de dwaasheid der Franfche Dames, van'nbsp;zig de wangen rood te fchilderen , hier niet konnennbsp;doordringen, en ’er is hoop, dat zy in dit ftuk verftan-dig blyven,en dat aan de prinfesfen van het theater over-iaaten zullen. Men verwyt haar, dat zy niet zorgvuldignbsp;genoeg op haar toilet, £« over ’t algemeen niet zeer zin-delyk zyn. Zonderling is het, dat zy geene pomades ennbsp;'velruikende eiïences, hoe treflyk die ook te Romen worden toebereid, lyden kunnen, en voorgeeven, ’er vannbsp;flaauw te worden. Daar is zckerlyk veel gemaaktheidnbsp;Q 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by,
-ocr page 260-Zesden en by, egter moeten ’.er zig die geenen, die haar ’t hof gebruiken^ maaken, naar rigten. Hoe veel,zouden veelen onzer be*nbsp;valiige heeren,die men op den affland van eeuige fchree-den ruiken kan, en aapen der Franichen zyn, van hunne vcrdienfte verliezen, als men hun de flacons ontnam lnbsp;Verfcheiden Dames dryven de aandoenlykheid zo ver,nbsp;dat zy zig in de kerk, zo ver het mooglyk is, van ’tnbsp;niisaitaar verwyderd houden, cm dat zy zig verbeeldennbsp;het wierook niet te kunnen verdraagen.
Schoon men te Romen zeer op de etiquette, of ge-lyk zy ’t noemen, ladignita, ziet, is het dog niet ongewoon, lieden van aanzien des morgens te voet langs ftraat te zien gaan; dog ’er zou van gefproken worden ,nbsp;als het na den middag, of ten tyde van de wandeling opnbsp;’t Corfo gefchiedde. De Dames gaan nooit alleen uit.nbsp;Als zy de miffe bezoeken, gaan haare bedienden vooruit,nbsp;en zy hebben ’t aangezigt half met cenen fluyer bedekt.nbsp;Verfcheidenen, die geen knegts kunnen houden, huurennbsp;’cr eeneii voor een paoio, die ze in de kerk brengt, ennbsp;’er weder uithaalt, en dan het zelve by nog een paar anderen gaat verrigten. Een ongetrouwd meisje vertoontnbsp;zig nooit alleen op ftraat, maar altyd in begeleiding haa-ler moeder, of eener nabeftaande; even zo weinig gaatnbsp;zy met eenen mansperfoon, ten zy ’t haar vader of broeder is. De armoede en luiheid is te Romen zo groot,nbsp;dat de ouders dikwyls van dc bekoorlykheden hunnernbsp;dogters Iceven, en als de moeder zelve de dogterergen*nbsp;naar toe brengt, is de zaak buiten verdenking.
Leevens- nbsp;nbsp;nbsp;gemeene wyven zyn lui, en egter vol hoogmoeds
v)ys van ’ten inbceldings. Des morgens ziet men ze in papillotten» gemeen. zy vraagen malkander fomtyds, hoe haar de chokolad^^nbsp;gefmaakt heeft, om anderen hooge gedagten van haat^
lee-
-ocr page 261-leevenswys te doen kr^-gen. Menig eene loopt de ge-Zeeden en
hccle week zonder hcmbd, om des zondags maar
. nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/!• (kr Kornet-
Icnikt in oe kerk te verfchyncn. De menigvuldige
tingen ter uithuwlyking van meisjes zyn een waar nadeel Voor de Romeinen. De meisjes verlaaten zig daarop ennbsp;leeren niets, dewyl zy weeten, dat het geld haar eeiinbsp;man verfchafl'en zal. Zo kunnen de befte inrigtingen innbsp;gebreken veranderen. Men behoorde omtrent de uit-huwlykingen eene geheel andere fchikking te maaken,nbsp;want thans zyn zy ’t verderf van Romen. Dedogtervannbsp;den laagften ftalknegt eens Kardinaals, al was zy zelfsnbsp;nog maar zyn baftaard, kan verzekerd zyn, dat haar vader haar een half douzain uitzetten in verfcheiden kerkennbsp;bezorgen zal. Daarby komt de menigte van gallhuizen,nbsp;die dagelyks ieder, welke zig aanmeldt, foep geeven. *
’ r luye arme volk verlaat zig daarop; en als zy ouder Worden krygen zy een plaats in ’t gafihuis. Deeze uit-zigten maaken, dat zy zorgeloos voortleeven, en datnbsp;vooral de W7ven niets doen. Zo lang het geld van ’tnbsp;uitzet duurt, verteeren zy dat met eeten en opfebikken,nbsp;zonder te werken. Is het op, zo mag de man zien hosnbsp;hy aan den koft kome, en moet hooien , dat hy'er nietsnbsp;ingebragt, en alles te verteeren geiiolpen heeft. Dcnbsp;öans doen den marktgang, terwyl het wyf uit het ven-fter ligt te gaapen, of met de buurwyven fnapt, zondernbsp;zig in ’t minft om het huishouden te bekommeren. Alsnbsp;men nu hegrypt, dat de mans ook niet gaarn veel werden , is bet geen wonder, dat het te Romen in alle ftraa-tmi en voor de kerkdeuren van bedelaars grimmelt, Denbsp;menigvuldige ftigtingen voor armen, en de flcgte beftie-•¦mg van de zelven, zyn oorzaak van deezen flegten toe-ftand, die tot laft en fchande ftrekt, Veele Romeinen
Q 4 nbsp;nbsp;nbsp;ti'fïS-
tf
,'y-
Zeeden en tragten deeze geneigdheid tot lediggaan met de lugtftreek
gebruiken te verontfchuldigen, en veel ligt heeft zy ook wel eeni-der Romet- . nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. j •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
gen invloed op de inwoonders, en maakt ze traag; dog
dat is de waare reden niet. Als men het kwaad maar icgt aantaftte, zou het wel te vermeefleren zyn. Waarom kan het gemeenebeft van Lucca zyn ingezetenen onderhouden? Waarom is daar alles leeven, alles vlyt,nbsp;en te Romen piets dan luye werkeloosheid? De lugt*nbsp;ftreek van Romen en Lucca verfcheelen weinig.
Moet men verwonderd zyn, als by deeze omftandig-heden de geneigdheid tot weelde, en om een uiterly-ke vertooning te maaken, de zeeden ten hoogllen bederft, en oorzaak is, dat de man zyne vrouw, en de moeder haare dogter dikwyls tot oneerlykhcid leent?nbsp;Menig borger van den middelftand komt op die wysnbsp;aan den koil. Men vindt altyd medelydende vreemdelingen, die kamers in zulk een huis neemen, of on-gehmvde Romeinen , die gaarn iets tot onderftand ee-ner arme noodlydcnde familie, waar een aartige vrouw ofnbsp;dogter is, bybrengen.
Traflevery- P® Trafteveryners, naainlyk het gemeen, dat aan pers, gindszyde den Tiber woont, zyn in veele Hukken van denbsp;andere Romeinen onderfcheiden, fchoon zy in de zelvenbsp;ftad woonen. Zy hebben nog veel over van de grove,nbsp;ruwe zeeden der voorige eeuw, waarom de Romeinennbsp;een onbefchaafd menfch een Traflcveryner noemen. Alsnbsp;toorheen oploopen ontftonden, waren de inwoondersnbsp;van dat kwartier gemeenlyk de eerften. Dog zy kryg'^t'nbsp;allengkens zagter en zagter zeeden, en de geeft van miii-tery neemt af; ondertusfchen zyn zy in eenen kwaadennbsp;reuk, fchoon het meeft een vooroordeel is. Nog tegenwoordig brengt men, nis de Paus op ’t ftcrven ligt, de
-ocr page 263-?ten,
gevangenen uit de gevangenhiiizen in die wyk naar den^e^rf^jj en Eiigelenburgt, om een oproer te vermyden, fchoon mengebruikennbsp;fedcrt twee honderd jaaren niets van dien aart Ie vreezennbsp;gehad heeft.
Dieveryen zyn te Romen en in Italien over’t geheel veel Blinder gemeen dan in Engeland. Het volk heeft weinignbsp;van doen, en is met weinig te vreede. Dog de wraak-zugt maakt de moorden des te menigvuldiger, fchoon ditnbsp;in byna alle reisbefchryvingen veel erger gemaakt wordtnbsp;dan het in de daad is. Een vreemdeling, vooral als hynbsp;zig buiten minnehandelingen houdt, heeft ’er niets vannbsp;tevreezen. De moorden zouden nog veel zeldzaamer zyn,
*ls men de onverantwoordlyke vryheden der kerken en ^'an zekere kwartieren, welke geen redeJylt menfeh voor-%gt;reeken kan, wegnam. Het is iets zeldzaams, dat’er eennbsp;Biisdaadige gehangen of gerabraakt wordt; eenigen worden naar de gallyen gezonden, dog de ineeften komen vrynbsp;inet de ftraf /o Corda genoemd , welke elders befchre-ven is.
Des nagts ontbreekt het te Romen aan patrouilles en Lantaarns. De ftraaten worden nooit fchoon gemaakt,nbsp;dan wanneer de Paus ’er moet door komen. Egter zynnbsp;zy niet zeer morsfig, zelfs niet by regenagtig weder, de-V’yl de fynheid der lugt en de hette alle de vuiligheden,nbsp;welken in groote menigte op de ftraaten gefmeten worden , VErteeren. Verfcheiden ftraaten kunnen door middel van fonteinen gezuiverd worden; zy zyn meeft breed,
BQ zo geplaveid, dat het water gemaklyk ’er afloopen
Romen is een gceftelyke ftaat, en daarom zoekt een Rgelyk zig het aanzien van een geeftelyken te geeven,
Bn kleedt zig met een kort zwart manteltje, en de witte
Q S nbsp;nbsp;nbsp;bef
-ocr page 264-zSo
Zeeden en bef der abten. Alie advokaaten, kanfelaarybediendeö» ge'jruiken artfen, wyk- en gildenineefters, gaan byna op die wys
d€T AÖftlfiï- nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
gekleed, ten minlfen des zondags, als zy eenigfins deftig willen voor den dag komen. Dceze kleeding.is, niet alleen voor de Romeinen, maar ook voor Roomfchgezin-de vreemdelingen, gemaklyk en goedkoop,, alzo men ’ernbsp;overal mede kan komen. Veele losbandige jonge lieden,nbsp;bedienden van de Kardinaalcn, ziet men als abten gekleed ioopen ; zo dat men niet zeer verwonderd zynnbsp;moet, wanneer zodanig een gewaande abt openlyk opnbsp;ftraat om een almoes vraagt, of zig aanbiedt, omiemantnbsp;by een gerieflyk juffertje te brengen. Maar men moetnbsp;den waaren gceftlyken van zyn kleediug weeten te on-derfcheiden.
Wandelin- Openbaare wandelplaatfen zyn’er te Romen niet, be-S®'®* halven op de Villa Medicis, die eerft voor v^einig jaaren daartoe gemaakt is, dog flegts van lieden uit den middel-ftand bezogt wordt. Om in de tuinen der andere Prins-fen of van den Paus te komen, moet men den deiirwagternbsp;een fooitje geeven, ’t welk veelen te rug houdt, tennbsp;minften omtmoet men ’er byna nooit een menfeh. Ooknbsp;fchynt de adel geenen fmaak te hebben, om zig met wandelen in ’t befchouwen der fchoone natuur te verluftigen.nbsp;Komt dit voort uit eene tedere gemaklykheid, of uit denbsp;begeerte van gezien te worden ? Ten minften zou mennbsp;denken, dat de aanzienlyke lieden het gebruik hunnernbsp;beenen verlooren hebben. Zy ryden alle avonden tus-fchen de huizen op ’t Corfo, of by Porta del Popolo tot.nbsp;aan PontoMolle tusfehen de muuren der wynbergen, bynbsp;‘t feboonfte weder heen en weer, en laaten de hecrlykcnbsp;tuinen, die zy bezitten, aan hunne hoveniers over. Kaf
men zig een meer zonderlinge genegenheid om de mo-i'-’
te
25 ï
te volgen voorfiellen? Tegen zonsondergang houdtZM.*» «s ,; men by ’t Venetiaanfche koffyhuys ftil, om de koele lug^gebrmkeri^nbsp;te genieten, en wat ys te gebruiken. De Heeren komen^^’j^nbsp;dan aan de koetfen der Dames, en onderhouden ze, totnbsp;dat het tyd is naarde konverfaties te gaan. Dit is de da^nbsp;gelykfche bezigheid van veelen uit den Rooinfchen adel.
!J
In de warme zomernagten gaan de aanzienlyke lieden Ook dikwyls op ftraat wandelen, en rigten kleine avond-maaltyden in herbergen aan. Voorheen had men ook-vcele zodanige byeenkomften des nagts, toen men op donbsp;onder water gezette Piazza Navona 'ging' wandelen,nbsp;dog de vporige Paus heeft dit verboden, alzo ’er veel on-Seregeldheden by gepleegd werden. Borgerlieden gaannbsp;5 nagts zeer veel op Piazza di Spagna, en voor de kerknbsp;Trinita di Monte wandelen, om zig te verfrifchen, fom-^yds ook buiten de ftad, zig met zingen en dansfen ver-hiftigende. Om dien tyd hoort men dikwyls op ftraat dcnbsp;aartigfte ftemmen, kleine concerten , van cithers, man-delyns, enz. w'elken een bewys geeven van het den Ita-liaanen aangeboren talent voor de muziek, en het wandelen des nagts zeer aangenaam maaken,
lis
Deeze nagtwandelingen, waarby niemant bekend wil 2yn, is vermoedelyk eene der redenen, waarom de Ro-Jheinen geene lantaarnen op ftraat hebben willen. Indien,nbsp;niet eenige godvriigtige zielen op de hoeken der ftraatennbsp;lampen voor de Madonne brandden, zoude het ’er pek-donkerzyn. Naauwlykswilmenlyden, dat vreemdelingennbsp;“let flambouwen op de koetfen ryden. DePrinsfen zelfsnbsp;gebruiken maar zeer kleine handlantaarns, die. alleennbsp;'^an vooren ligt geeven, en van een knegt agter op denbsp;koets gehouden worden. Als iemant, die niet bekendnbsp;'''ü zyn, opiftraat gaat, heeft hy de vryheid te roepen,
volti
'i N
*¦1
252
Zeeden en volti la lantema, en de knegt draait ze naar een anderen gebruiken jjant. Flambouwen gebruikt men alleen maar om dc
d^T R-OTtlGiquot;
Kardinaalen en de Dames de trappen der paleizen af-teligten. Als de Heeren , het zy een prins of een vreemdeling, uit de konverfaties komen, roept de kamerdienaar welflaanshalven ook, torce, dog het gebruiknbsp;is, dat men ’er voor bedankt.
Voor ’t overige is het onaangenaam des zomers te Romen zyn, ten deele uit hoofde der zwaare hette, wanneer men niet veel kan gaan zien, ten deele, om dat byna ieder na de maaltyd een uur of twee gaat liggen omnbsp;te flaapen, of, zo als zy ’t noemen, per ripofare. Ooknbsp;zyn de meefte lieden van aanzien gewoon, gantfch naaktnbsp;in’t bed te gaan. Om dien tyd is het iets zo ongewoons,nbsp;een perfoon van aanzien op llraat te zien, dat zy vannbsp;iemaiit, die dan uitgaat, zeggen, „ het moet een hond,nbsp;„ een gek, of een Franfchman zyn. ” De ï'ranfchcnnbsp;ftaan over t algemeen te Romen in geen goed blaadtje,nbsp;ten deele, om dat zy niet veel reizen en niet veel vertee-ren, ten deele, om dat de jonge Franfchen den ernfthaf-ten Italiaanen te wild zyn. Daartegen zyn de Engelfchennbsp;om hun geld^ en dc Duitfehers om hunne redelykheidnbsp;cn deftigheid, in des te beter aanzien.
Fooitjes,
Wanneer men zig in een huis, of by eenen Kardinaal, doet aanbieden, of het eerfte bezoek aflegt, komt dennbsp;volgenden dag een der bedienden, in naam van alle denbsp;overigen, di tutta la famiglia, eenkompliment maaken,nbsp;waarvoor mqn een fooitje van 3. paoli, of een halvenbsp;guide geeft, ’t welk niet zo laftig en koflbaar is alsnbsp;Engeland, waar zig de knegts, na het eeten, wanneernbsp;men heenen gaat, op een ly plaatfen, en elk zo veelnbsp;verwagt. Als men by den Paus gehoor gehad heeft»
ko-
353
komen ’er meer bedienden, die omtrent een dukaat krygen. Op nieuwjaar en in ’t begin van Auguftus, ’taebruikennbsp;welk de ongezonde tyd is , wenfchen de bediendennbsp;uit de huizen, waar men bekend is, geluk, insgelyksnbsp;ais men vertrekt, waarvoor zy ook even zo veel krygen, als wanneer men ’t eerft in zulk een huis komt.
Te Romen is alles goed koop , alzo ’er geen geld rondloopt; en men leeft ’er pragtig voor het geen datnbsp;te I.onden een borgerlyke verteering vordert.
De gemeene man loopt vlytig naar de mis, maar datGodsdien-is ook zyn geheele godsdienft ; als hy die gehoord-^*^^^*'*^' heeft, denkt hy zynen geheelen pligt volbragt te hebben.
’T is wonderhoe men nog in alle die tot verbaazing toe menigvuldige kerken menfehen vinden kan. Ooknbsp;ontbreekt het niet aan predikers , die op openbaarenbsp;plaatfen ftaan te preeken. Des zondags vindt mennbsp;dikwyls jonge Jefuieten, die met eene geheele broe-derfchap optrekken , en op eene groote plaats haltenbsp;houden. Zy preeken'daar met groot gefchreeuw, ennbsp;tragten de toehoorders door allerlei gebaarden, ooknbsp;wel door fpreukjes, tot zig te lokken. 5omtyds Haatnbsp;’er ook aan de andere zyde der plaats een marionet-fpeelder, en dan is de vraag, wie van beiden de toehoorders het aandagtigft houden kan.
VAN DE SCHOUWSPELEN, HET CARNEVAL,
De fchoLiwfpelen duuren te Romen maar van den 7. Sciouiv-
on-
Sdmw- ondergang, en dauren vier of vyf uuren. De aéleurs
/}iien, nbsp;nbsp;nbsp;opera zyn, als men cenen enkelden tenorif; uitzon
dert, doorgaans Jtsamp;aateni ’T is bekend, dat het te Romen aan goene vroatvsperfoon vryftaat het toneelnbsp;t2 bttreedenffiisfehien om dat men denkt, daardoornbsp;veele ongei'ege!dhelt;Jen te zullen voorkomen. Of ditnbsp;middel het ’regte is, en ’er het oogmerk door bereiktnbsp;wordt, is zeer twydFelagtig. Onderttisfchen maakt denbsp;ftem en de frguiir van menigen kaftraat, dien men daarnbsp;met zorgvuldj^eid toe uitzoekt, dat. men inde operanbsp;hen, in vrouwen gewaad gekleed, voor vrouwen nee-men zou. In de. komedies maakt het een wonderlykenbsp;vertooning, als de tederen-ollen, b. v. die eener Pamela, door een gebaard menfeh worden gefpeeld., In hetnbsp;dansfen is dat nog aanfloóüyker, ja onveidraaglyk. Denbsp;bevalligheden eener vrouw in de paffen, fprongen, ennbsp;hortdingen, zymvan oene geheel andere natuur; hoeveelnbsp;moeite ook een man in vrouwen Weeding zig geeft, zynenbsp;beweeging, zyn gang., en zyn wezen, zullen altyd ietsnbsp;hards, beklappen , ’t welk eene dansferes veel zagternbsp;en bevallige» -uitdrokt. ’T is wel waar, dat de Italiaan-fche dansfen dat bevallige niet hebben, ’t welk den ballets der Franiche operaas eigen is, maar voarnaamlyk ianbsp;pantomimes en fprongen beftaaii; dog daarin onderfcheidtnbsp;zig ook het manlyke karakter van het vrouwlyke, fchoonnbsp;zo ftefk niet. Een Itaüaanfche opera beftaat utfnbsp;drie bedrjven, tusfehen de welken, in plaats dereer-tyds gebruiklyke/flfemffzzi, of opera comiques, vantftosnbsp;of drie afteurs, een diérgelyk pantomime ballet gegevennbsp;wordt.
Schoon de fchouwfpelen maar eenen zo korten tyd dujien, zyn ’er egter te Romen agt groote en klei*^
Üjeaters, iiaamlyk lt;ïie van nbsp;nbsp;nbsp;Aiiherti, Terdim-Schuuna^
Ke, Capraiiica, Ic Volle, Gr-auari, Palacorda, amp;ïi laP^e^fpekn,enz, lt;iie ten deele voor komedies gefclukt zyn.
diet theater van ^rg;e!ia'«a worden operaas gefpeeld,
^ ’{ is een der fchoouften van Italien. Het is eivor-«lig, aan ’t eene einde vierkant, en aan ’t andere rond.
Schoon het iets kteinder is dan dat van Aliberti, heeft het eene betere evenredigheid, en bevat omtrent evennbsp;Zo veel aanfdrQuwers. Op elke der zes ryen zyn tweenbsp;en dertig loges, waar akyd drie menfclien naaft malkander zitten kunnen. Da grootte maakt dat men de ftem-^iten in de verfte loges niet wel kan hoonen, fchoon hetnbsp;Ler veel fiiller dan op andere theaters t-ös.cpat, en indenbsp;^oges niet met de kaart gefpceld wordt. De loges .zyn doornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
RiüDren vaamalkanderen afgezonderd, zodatmenmalkan-uit de eene in de andere niet zien kan. Een enkelde ¦haarskroon verligt bet geheele gebouw, en in de loges isnbsp;het niet gebruiklyk.jigt te branden. In ’t parterre zynnbsp;banken, waar de twee fesen door malkander zitten, ennbsp;-wagten zyn, om .goede torder te houden. D.e cieraadennbsp;«yn middeimaatig,.gelyk lin de jneefte Italiaaiifchefchouw-hurgen. Sedert eenige jaaren hebben de hier Ingevoerdenbsp;Operaas van de zamtanftelHng van Oaluppi te Venetien,nbsp;en dte van oenen Ouitlcher, GHkk .genaamd, dengroot-fien toeloop gehad.
Het theater van Mhetd heeft een Graaf van dien.
^taatn, die in dienfl: van itoniaqgim Giiriftina was, geluwd. Men neemt bet het tÉaeater der Dames. Het ‘^eft even zo veel rycn, elke van zesendertg loges,nbsp;het voorige, en is bygevolg greoter. De bonwor-,nbsp;is de belle niet., en de ftem verlieft zig te zeer,
^ welk inisfchien door de driehoekige gedaante ver-
OQX-
-ocr page 270-Schouw- oorzaakt wordt. Het komt vier edellieden toe, die hëi ffclen, ^«2. ggjj^ggj^jyjj. aan eenen entrepreneur voor zeven of agtnbsp;honderd fcudi geduurende een carneval verliuiuen. Zulknbsp;een directeur moet fointyds den eerften zanger voornbsp;dien korten tyd ruim aooo. daalders, en aan de anderen naar evenredigheid, geeven. Als men nu de kortennbsp;der ballets, der muziek, der kaarsfen, en andere uit-gaaven daarby doet, kan men denken, hoe veel geldsnbsp;het moet opbrengen, eer men ’er eenig voordeel vannbsp;heeft. ’T is egter ook ongelooflyk, met wat een driftnbsp;de Romeinen in de carneval de fchouwfpelen bezoeken. Al moerten zy het geld leenen, of hun goed innbsp;de lombaard brengen, zo moet de man zyn vroutvnbsp;voor eenige reizen geduurende de carnaval in de operanbsp;brengen. . Die voor eene borgervrouw eenige reizennbsp;de entrée in de opera betaalt, kan zig daardoor vee-le gunrtbewyzen verwerven. Het moet den heden-daagfehen Romeinen, zo weinig als den ouden, aannbsp;brood en fchouwfpelen ontbreeken. (1) Het is nietnbsp;ongewoon, Prelaaten en jonge Kardinaalen in de opera te zien, fchoon dit van de laatften, en zeldzaam, ennbsp;met behoedzaamheid gefchiedt.
Een opera heeft omtrent dertig vertooningen, na dat de carneval langer of korter duurt, beginnende den 7. Januari, en wordende alle dagen, behalven op vrydag en dennbsp;dagvanMariazuivering, gefpeeld. Eene goede loge in dee1nbsp;zen fchouwburg kan men gemeenlyk voor dien gehec'nbsp;Icn tyd voor tusfehen de 50. en 70. fcudi huuren.
eeii
Een aaitige geeft te Parys zeide niet ongepaft op dit ftok-Mals aa Francois, flus qtu Fmaln, ie fifBacil faffi fans flt;wn.
-ocr page 271-257
ten opera opgang maakt, moet men dikwyls vooi cenen
, nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ¦ j , fpekn,en7l,
avond, vooral in het begin, voor eene plaats in oe lo--'quot;
ges 12. paoli betaalen, dog als zy niet fterlc opneemt,
kan men ’cr dikwyls voor een paoli te regt komen. De
middelmaatige prys is 3. paoli, ’t welk iets boven de
halve guide beloopt.
Het theater van Tordinone is in grootte enfehoonheid het derde, en deswegens merkwaardig, dat het de Pau«
Uit hoofde eens verfchils tusfehen de Keizerlyke en Pranfclre Gezanten bouwen deed. De zaak droeg zig aldus toe. De Keizerlyke Gezant had twee loges, eenenbsp;Diet het Keizerlyke, en de andere met het Spaanfche wa.nbsp;pen veriierd, voor zig genomen, en de Kardinaal de Po-hgnac, toen Gezant van Frankryk, begeerde .’er ook gt;nbsp;twee te hebben. Bcnediclus XIII. bevredigde hem, on-®er voorwendfel, dat hy, Kardinaal zynde, weinig innbsp;de opera ging, cn dus genoeg aan eene loge had. Dognbsp;de na hem komende Gezant maakte den twift weder lec-vendig, en deed op de eene loge het wapen van Frank-lyk, op de andere dat van Navarre Hellen. Om eennbsp;einde aan ’t verfehil te maaken, verbood de Paus denbsp;epera geduurende den geheelen winter. Dog alzo denbsp;geheele ftad hierover klaagde, deed hy binnen den tyd
^an twintig dagen het theater van Tordinone bouwen, (*)
en
(#) Ako Romen van de menigte der vreemdejlngen, die ’cr ge-‘ teed geld brengen, beilaan moet , handelde hy daarin vee] ftaat-^ntvdiget dan Clemens XHI* die 'n t jaar 1767. alle fchon«rJpe-verbood, en daatdoot veroorzaakte, dat de vreemdelingenRo-*nen verlieten. Hy deed dit, ten deele ter oorzaake des hongers*
kof
*°eds, en nog meer uit hoofde van 'c gevaar, ’t weik het Pauslyke
van alle kanten dreigde , de verfchillen tnet de hoven van ’t '^'«bonfehe huis, cn de eigenzinnigheid d»s Kardinaals Torregiani,
IV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;R
-ocr page 272-258
Schouw- nbsp;nbsp;nbsp;en gaf eiken Gezant eene loge, mits geen van hun ’st
Jpelen. nbsp;nbsp;nbsp;^yn wapen op fleide. De Kardinaal, die ’t opzigt ov’et
de fchouwfpelen heeft, zendt thans eiken Gezant jaar-lyks den fleutel eener loge toe. In de overige fchouW-burgen kiezen zy ’er zig zelven eene. Tegenwoordig dient dit theater alleen voor treur- en blyfpelen, fchoon denbsp;eerften zelden gefpeeld worden. (*)
Het theater van Capranka dient ook voor komedie? en intennezzi. Op die van la Falie en la Pace ver*nbsp;maakt Arleqnin het volk met zyn poetfen. Een byzon-der klein theater is voor de marionetten gefchikt.
De fleutels der niet verhuurde loges en de lootjes vart ’t parterre worden ’s morgens aan menfehen verkoft, dienbsp;’er handel mede dryven, en ze op openbaare plaat-fen te koop roepen. Somtyds verliezen, dog meeft winnen zy ’er op, en de entrepreneur krygt op die wys zynnbsp;geld zeker, al verliefl: by anders een weinig. De psf'
foon,
wlen het behoud der Jeluieten, do yverige fteunpikaren der Paus-lyke hoogheid , even zo fterk als zyner Heiligheid ter harte g’hg’* (*) De Italiaanen zyn niet voor treurfpelm. Zy willen lacchen»nbsp;en daarom moeten zy zelfs in de trenrfpeien iets boertigs, en ietlt;nbsp;voor het oog hebben. Men fpeelt, b. v., fomtyds Rhadamiftus «nnbsp;Zenobia. Dat liuk begint met een gevegt van meer dan honderdnbsp;menfehen. in het midden wordt eene Ilad belegerd en ftormender'nbsp;hand veroverd. By deeze verfehriklyke vertooning maakt Policbvnbsp;nel uit bangheid eene menigte van grappige gebaarden, en do®'nbsp;de gebaarden der hoofdadieurs en van anderen na. De oude voeiquot;nbsp;fier van Zenobia wordt, om de contralt nog belachlyker te maake®'nbsp;door eenen aéteur met eenen awarten baard , en die, in plaats vS**nbsp;gryze hairen , een ftuk wit fehapenvel om *t hoofil gebonden heefstnbsp;verbeeld; '^y is in gelbidige vrees, dat haarc bekoorlykhedennbsp;de vyanden op den hals haaien zullen, en ziet elk aan als gcred^nbsp;Siaare- eer te fchcoden, en diergelyke poetfetyen meer.
-ocr page 273-foon-, die de lootjes aanneemt, is altyd gemaskeerd, omScbau’to-onbekend meer viyheid te hebben, in den aanfchouweienTP^^^^» hunne plaatfeu aantewyzen. Ten einde des carnevalsnbsp;moogen ariequin en de marionetten de operaas en komé-dies parodieeren, en ’er allerlei grappige invallen by~nbsp;brengen, ’t weik hun veel aanfehouwers trekt.
Schoon de Romeinen maar een vierde deel jaars fchouw-fpelenhebben, ontbreekt het hun niet aan concerts. De aanzienlykfte lieden geeven ’er veel ; ieder virtuofo vannbsp;naam geeft van tyd tot tyd eene zo genaamde Academia,nbsp;op koften van hun die hy daarop verzoekt. Over ’t gebed koll de muziek, aangezien de menigte van lieden,nbsp;die ’er van leeven, niet veel. In de kerken worden oöknbsp;Op de dagen van haare heiligen heerlyke concerts gege- *nbsp;'¦ren, die niets minder dan ernflig, en dikwyls zo lee-Vendig zyn, als zy ooit op het theater zyn kunnen.
ft
De gewenfchte tyd des carnevals wordt den Romeinen door ’t luiden der klokken van ’t Kapitool, welken mennbsp;flegts by zeer buitengemeenegel^enheden, als by’tover-lyden en de verkiezing eens Pauzen luidt, aangekondigd.
Hy begint den dag na drie koningen. Als iemant het lee-Ven verbeurd heeft wordt de ftrafoeirening tot dien tyd uitgefteld, om 't volk door dat voorbeeld te waar-fchouwen, geene buitenfpoorigheden in den carneval tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
pleegen. De ftraf wordt aan ’t einde der Engelenbrug Volbrtgt. en den gelieelen moigen loopen een menigtenbsp;boetvaardige zondaars met veelerlei korte bonte manteJt-Rsrohd, en bedelen geld tot zielmiffen voor den mis-'^aadigen.
Men kan wel den geheelen tyd des carnavals gemaskeerd gaan, dog men doet het byzohderlyk op de laatlte ^agen, wanneer de tyd is van het paardenrennen. Dannbsp;R anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nias-
'sóo
Scbomv- maskeert zig alles, en loopt naar ’t Corfo, Men ziet Jpeltn, enz, (-g,;, rninften eenige duizenden van masques, die ten deelsnbsp;zeer net en aartig gekleed zyn; eenige honderden koet'nbsp;fen ryden op en neer, zonder dat ’er de geringfte verwarring voorvalt, fchoon evenwel deBarigelIo met zynsnbsp;dienaaren by de hand is. Het komt eenen vreemdelingnbsp;zonderling voor, de heeren in de koetfen, de koetfiers,nbsp;pages, lakyen, allen gemaskeerd te zien. Veele knegts zyiinbsp;als arlequins gekleed, en de paarden met linten en bellen behangen. De koetfen zyn zo gemaakt, dat de ver-hemeltens van vooren, en van agteren kunnen nederge-llagen worden, zo dat de menfehen daarin te vryer uit-kyken en gezien worden. De kleeding van Polichinelnbsp;is de gemeenfte. Dikwyls zit een Roineinfche vorft alsnbsp;Polichinel gekleed in de koets, en zyne gemaalin als eeflnbsp;herderin, men een ontblooten boezem, naaft hem. Vee-len ryden zelven. Als goede kennilTen malkanderen ontmoeten, werpen zy malkanderen een hand vol kleinsnbsp;boonen van meel, ftyffel, of fynen gips, voor een kom-pliment, naar de ooren, waarvan ieder een klein mandt-je vol in de hand heeft. Op die wys worden de voorbynbsp;rydenden van' de maéqiies op de balkons der paleizen begroet , en men ftrooit eenige duizenden ponden van dief'nbsp;gelyke boonen, zo dat het na ’t eindigen der wandelingnbsp;op ’t Corfo ’er uitziet, als of’tgefneeuwd had.nbsp;laaten, dames van jaaren, en veele vreemdelingen t/'nbsp;den zonder masques. Veele Polichinels loopen vannbsp;eene koets naar de andere, plaagen de dames wat,nbsp;vertellen haar wat fraayigheden. Eener masque neei®*^nbsp;men niets kv/alyk. Voorheen zag men dikwyls gebee'®nbsp;triomfwagens, de knegts als Afiatifche llaaven, ofnbsp;Bacchanten gekleed, dog alzo zulke vertoonipgen
261
gelds koften, raaken zy allcngskens buiten gebruik. ScfeoMW-Op elke zyde van ’t Corfo zyn twee ryen hooge han Jpeien, enz. ken, waarop masques zitten, die geen koetfen hebben,:nbsp;of betaalen kannen. Op die wys ziet men beter overnbsp;alles heen , als wanneer men zelf rydt. Zelfs by re-genagtig weder gaat deeze begunliigde vermaaklykheid:nbsp;der Romeinen haaren gang, fchoon dan de menigte van-menfehen en koetfen zo groot niet is, nog zo fraaye:nbsp;vertooning maakt.
Zo lang de carneval duurt gaan Veele broederfchap-. pen in procesfie de Rad rond, om van den hemel denbsp;vei^ifFenis der menigvuldige in- dien tyd voorvallendenbsp;buitenfpoorigheden aftefmeeken. (*) Men ftoort ’er-zig niet aan , wanneer men aan de eene zyde dernbsp;ftraat eene zingende procesfie, en aan de andere eenenbsp;party masques ziet, die allerlei poetfeiyen aanrigten. ¦
Het rennen van paarden, op de twee laatfte dagen van ’t carneval, is voor eenen vreemdeling opmerkingnbsp;waardig. (**) Als de wandeling een paar uuren heeftnbsp;geduurd, wordt het teken met een paar febooten ge.’nbsp;geeven, de koetfen blyven op beide zyden van ’t Corfo Ril Raan , en de aanfehouwers gaan insgelyks ternbsp;zyde , om den paarden eenen vryen loop te laaten.
Dee-
{*) Daar is nog een andere tj'd v/anneer het gemeen even zo uitgelaten is in zyne vennaaken, en misfehien nog meer bui ten-fpooiigbedcn begaat, naamlyk die der wynieezing, ren minflennbsp;ontdekken ’er zig de gevolgen van negen maanden daaraan. Hetnbsp;l^lykt uit de doopboeken, dat de nieeften kinderen in Juni en Julinbsp;**0160 worden , en dan hebben de vondelinghuizen de meelle nee-ring.
(**) Het gefchiedt ook wel op de andere dagen van ’t carneval, iog deeicn zyn de plegtlgften.
ZÓS.
Schouw- Deezen flaan vol ongedulds agter een gefpannerr toinV, /pelen, enz.Qn ^yn naauwlyks te bedwingen, tot de tiompet gebla-zen, en het touw nedergelaten wordt. Dan rennen zynbsp;met groote gezwindheid, zonder dat ’er iemant op zit,nbsp;en zonder voor de menigte der menfchen en koetfen bangnbsp;te worden, of fchynen veeleer te vliegen. Op zyde ennbsp;onder den ftaart hebben zy kleine ballen met ftekels, dienbsp;hen onophondlyk aanfpooren. Volgens de waarneemin-gen van den Heer de la Condamine, doorioopen :zy eensnbsp;langte van 865. toifes in 2. minmiten en 21. fekon-den. (*) By ’t begin en eindigen van ’t rennen wordtnbsp;een teken met hel gefchut gegeven. Ten einde van ’tnbsp;Corfo is een doek gefpannen, om de paarden optehou-den. Die dan een paard gr/pt, bekomt een teftone,nbsp;’t welk eene geringe belooning is, aangemerkt hetnbsp;daarmede verbonden gevaar,
De prys voor het paard dat overwint is een ryk ftuk ftofs van 20. tot 30. didcaaten, het rvelk dejooden moeten opbrengen. Men draagt het aan een ftok onder troin-pettengefchal langs ’t Corfo, en dan krygen het de ftal-bedienden van den prins, wiens paard den prys gewonnennbsp;heeft. ’T is waar, elk kan wel een paard geeven om tanbsp;rennen, dog gemeenlyk doen het eenigeRoomfcbeprins-fen, die liefhebbers van paarden zyn, en ze ’er toehouden. Tot iets anders worden zy nooit gebruikt, maarnbsp;altyd op het loopen afgeregt. Zodra een paard den prys
ge-
Dat maakt 37. voet in eene fekonde. De Engelfche Wtd loopers te Newmarket doorioopen J4. voet in i. fekonde, eu df*^'nbsp;gen dan nog hunnen ruiter. Zie Mémdres de VAtad. det Sc}egt;icegt; gt;nbsp;i’an»ée T-TST- p. 3S . Te Romen gebruikt men 'cr gcmeenh^nbsp;paarden toe uit Baibarycn.
-ocr page 277-26s
gewonnen heeft, hoort men den naam des prinsfen met Schouw-een blyd Fiva over het Corfo klinken. (?) nbsp;nbsp;nbsp;fpden, enz.
Voorheen had men te Romen in ’t carneval cenige openbaare bals, Fejlini genaamd, in een byzonder daartoe door den entrepreneur gehuurd paleis. Men danftenbsp;in drie groote zaaien, de entrée kortte een fcudo, allesnbsp;ging ordentelyk toe; dog de laatft overleden Paus heeftnbsp;dit uit onmaatige heiligheid verboden. De raeefte men-feben waren gemaskeerd, en in de zaaien ftonden banken rondom , waar die niet dansfen wilden kondennbsp;gaan zitten.
VAN ’S PAUZEN INKOMSTEN, NEVENS
EENIGE AANMERKINGEN OVER DE nbsp;nbsp;nbsp;'
LAATSTE PAUZEN.
De inkomften van den Paus moeten zeer aanmerkelyk Inkomllen zyn, als men tedenkt, wat zwaare fommen door middel wu Ucilnbsp;van de pallia, difpenfaties, en veel andere konftgree-pen, welken de ftaatkunde des Roomfehen hofs allengs-kens heeft weeten intevoeren, naar Romen getrokkennbsp;worden. Zy zyn egter in lange dat niet wat zy voornbsp;eene eeuw of twee, en in nog vroeger tyden waren, (¦*‘*)
ten
(?) Volgens den hiftotiefchryver platina heeft Paus Paulus 11. in t jaai I4yr. het paardenrennen het eerft weder ingevoerd. om dennbsp;Romein, n hunne oude openbaare vermaakJykheden weder te gee-Ven. Toen moeften ’er ook menfehen, kinderen, en Jooden, omnbsp;ècn prys loopen , en dc Paus was alcyd aanfciiouwer.
(**) Wat de Pauzen voorbeen vermogten bewyzen de buizen ven Rorghefe, Cbigi, Pamh'i gt; Alóeu, die daarom Cafe Paf ale genoemdnbsp;Worden. Z.y hebben ai hunnen rykdom genoegza.ata aan eenen ec*
Bigen Paus ulf bun gcüagt te danken. Urbaan VIII. fchraapte voer
R 4
-ocr page 278-Inkemjlm ten deele alzo hei aanzien en de invloed der Pauzen is
Can den afgenomen, ten deele alzo veele inkoraften vervreemd traus.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. j 1 1
zyn, en eindelyk, ’t welk het meeft doet, om dat den Roomfchgezlnden vorflen in veele flukken de oogennbsp;open gaan , en over ’t algemeen de yver voor dennbsp;Pauslyken Stoel keer afgenomen is. Egter zouden dee-ze inkomllen nog zeer aanzienlyk zyh , indien hetnbsp;-finantiewezen beter geregeld was, en niet zo veel aannbsp;de handen der geenen , die ontvangen en uitgecven,nbsp;bleef vaftkleeven. Dog het ongeluk is, dat ieder Pausnbsp;de mecfle poften op nieuws vervult, ’t welk maakt,nbsp;dat zy, welken die bekomen, altyd vreezen ,¦ die nietnbsp;lang te zullen behouden , waarom een ieder in zynennbsp;tyd zo veel zoekt te fchraapen ah hy kan. De ge-woone tiitgaaven van het Pauslyke hof zyn zo zwaarnbsp;niet, als men overweegt , dat het hof zelf niet prag-tig is, dat weinig troepen en veftingwerken onderhouden worden, en dat de gefchenkeij, welken het doet,nbsp;niets kpften. Waar andere voriten veel geld aannbsp;moeten vcrfpillen , dat doet de Paus met gewyde dingen, als luyers, degens, vaandels, pallia, agnus Dei,
roo'
zyn familie byna io.oooooo fciidi byeen, waaronder voor zeker veel onrcgtvaardlg goed vras. Innocent XII. voerde drie potten innbsp;zyn wapen, dog keerde die het ondeitle boven toen hy Paus was,nbsp;®m aantewyzen, dat zyn oogmerk was anderen goed te doen,nbsp;zetlede daarboven, AliU, nm fibi. Dog hy hield zyn woord nic^’nbsp;waarom Pasquin zeide, dat het comma kwalyk gcplaatft was, enn*nbsp;'t woord nmi komen moed, -4lni nm ,fibi,
(¦*) De Agnus Dei hebben de grootte eens daalders. Op de ecfl® zyde ftaat het lam met het vaandel, en de woorden, Ecceagnus Di‘’
• gid toUtt feccata mundi, de naam van den Paus, en het jaartal, wah' jicet zy gewyd zyn. Op de andere ziet men het beeld eens heli's^
n
-ocr page 279-z6s
toozenkransfen, oude knokken uit de catacomben, re-Inkom,ffen liquien , en dieq^e'yken , die geene innerlyke waarde fan'nbsp;hebben.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Paus.
Bo inkomften zyn zeer ongelyk : zy worden ten deele met zo vee! geheimhouding behandeld, datnbsp;®en ’e: over ’t geheel niets zekers van bcpaalen kan;nbsp;cgter meent men tC Romen dat zy ongeveer een paarnbsp;millioenen Roomfebe fcudi beloopen, waarvan de helftnbsp;ter betaaling der fchulden van den Raat en de rentennbsp;daarvan gebruikt wordt. Dit geld komt van de iinpoftennbsp;Op het koorn, het zout, de landeryen, en van de tollen. De uitgaaven zyn allen in vergelyking met dienbsp;Van andere landen zeer gering, en moeten het ooknbsp;naar evenredlglreid van de armoede des Kerklykcnnbsp;Staats wezen. Als men b. v. wyn inlegt, geeft mennbsp;Voor de ton, die omtrent 72. kan houdt, een halvcnnbsp;daalder, en een berbergier omtrent eens zo veel. Denbsp;inkomften der kansfelaaryen en geregtsbanken, zo welnbsp;als van de difpenfaties, 25m zekeren hofpitaalen toegewezen, waardoor de Paus een aanmcrklyk- deel zynernbsp;inkomften verlieft , fchoon zy aan den anderen kantnbsp;misfehien niet half tot de goede inzigtenhaarerbepaalingnbsp;aangewend worden.
On-
Zy worden op den eerften Vitten donderdag en goeden vtydag van den nieuwen Paus, en daarna alle zeven jaaren, zeer plegtlglyk gedoopt en gewyd. Men gebruikt daartoe Hukken van gewyde wafcli-kaarsfen, en mengt *ei' eenige duizenden ponden van ander wafchnbsp;®nder. Zy zyn goed, zegt men , tegen vuur en watersnood, moei-lyke verlosfingen, enz, en worden den pelgrimmen, en wieze verders verlangt, uitgedeeld..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bet eenige dat men voor niets van
den Paus krygen kan, alzo, volgens een, Pauslyk dekreet, verboden 15, geld ’er voor te ncemen.
Jnimjlen Onder de ftaatsfchulden moet men hoofdzaaklyk d@ mn den Luoghi de' Monti verftaan , naamlyk groote kapitaalennbsp;door byzondere lieden aan de bank van S. Spiri-fieta,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;daarmede verknogten Mmae di piëta, of
bank van leening, gefchoten. Deeze Luoghi de Monti zyn niets anders dan adtien of bankbriefjes, vanioo van looo of meer fcudi, door de Pauzen gemaakt,nbsp;wanneer zy om geld verlegen waren, en voor welkernbsp;voldoening en renten de bank moet inftaan. Ondernbsp;Innocent XI. die in ’t Jaar i68g. overleed, waren denbsp;fchulden deezer bank zodanig aangewasfen , dat alleennbsp;voor de renten eenige millioenen fcudi gevorderd werden. Alzo de Paus toen aanzienlyke fommen in gereed geld bezat, en daarboven van de Gentieezen eennbsp;groot kapitaal tot zeer laage renten opgenomen had,nbsp;deedhy den bouderen der aclien eenen voorllag, van hunnbsp;kapitaal terug te ontvangen, of in plaats van vier tennbsp;honderd in ’t vervolg met drie te vrede te zyn, zonbsp;egter, dat men de vier ten honderd zou kunnen bly-ven behouden , mits men dertig ten honderd van ’tnbsp;kapitaal vallen liet, ’t welk nog minder voordeeiignbsp;was. Gelyk te Romen weinig handel en gelegenheidnbsp;is geld uittezetten, en de landerycn niet veel opbrengen , lieten zig dit de houders der aclien gevallen,nbsp;xvaardoor de Patislyke kamer eenige millioenen woult;nbsp;Die den voorflag niet aannamen kroegen hunnbsp;Sedèit dien tyd zyn de actiën zeer gerezen, want, fclioonnbsp;zy maar drie ten honderd renten, doen zy vylentwin-tig ten honderd opgeld.
Bullen» Een aanmerklyk inkomen voor den Paus zyn de bid' len en annaaten , die by uit de inkomffen der led'è'nbsp;ftaando proeven in de Rooinfchgczinde Chiiftenb^d'
267
heeft. Men rekent, dat de annaatgelden van FiankiykInktmI}en alleen 130000. daalders opbrengen. Het Spaanfche hof®'*'*nbsp;bragt Benediclus XIV. het vuur zo digt aan de fcheenen,nbsp;dat hy de inkomften der annaaten van Spanjen voornbsp;•dtyd voor eene zekere fomine verkoopen nroeft. Ditnbsp;den grondflag tot den haat, welken de Romeinennbsp;tcgens dien braaven Paus. opvatteden, en wel inzonderheid tegens den Kardinaal Valenti, wien zy befchuldig-den, het grootfte gedeelte daarvan voor zig behouden,nbsp;en ter verryking zynei familie te gebruiken. Het rois-hoegen der Romeinen was niet zonder grond, wantnbsp;daar de ftad van den toeloop der vreemdelingen beftaannbsp;*boet, verloor zy door deeze verandering zo veel dui •nbsp;benden piafters, die jaarlyks van Spaanfche Bisfehoppennbsp;andere ryke lieden, die iets kwamen folliciteeren,nbsp;te Romen verteerd werden , waarvan de werklieden,nbsp;de burgers , en veele anderen die de korrefpondentienbsp;tUsfcbcn Romen en Span jen hadden , het nieefte bekwamen. Men rekende toen, dat 10000. menfehen tsnbsp;Romen van Spanjen geleefd hadden. Anderen, die on-,nbsp;partydiger, en beter onderrigt zyn wilden, beweerden,nbsp;dat het Pauslyke hof had moeten toegeeven, om nognbsp;niet meer te verliezen.
Het poftkomptoir is voor 45000. fcudi verpagt. Bene-diftus XIV. voerde het gezegeld papier, carta bollata, in, dog zettede het eenigc jaaren laater weder af. Ooknbsp;Rhafte hy den itnpoft cip dc tabak af, en ftelde ’er eennbsp;op het zout. Schoon het zout op tweedeiiei wys bezwaard is, komt egter het pond maar op den halven prysnbsp;dien ’t in Frankryk koft, dat wederom een bew7s is vannbsp;de geringe uitgaaven in den Kerklykeu Staat, in vergely-king met andere landen. Uit deeze inkomften moet de
Paus
Inkomjlen Paus de renten van de fchulden zyner voorzaaten betaa-van den icn, en by llegte oogften nog groote fommen voor graa-nen naar buiten het land zenden. Van de vyf millioe-ncn, die Sixtus V. in den Engelenburgt ais een fchat voor tyden van nood opleide, werd by den hongersnood vannbsp;’C j’aar’ 1764- een halve millioen tot inkoop van koornnbsp;gebruikt. Dewyl de Paus dat jaar zekere allodiaale goederen in ’t hertogdom Ürbino van den laatft overledenennbsp;Keizer, als Groothertog van Toskanen aankoft, waardoor veel gereed geld uit het land raakte, en het toen-roaalige misgewas van ’t jaar 1765. nog het overige deednbsp;verzenden, wierd het geld zo zeldzaam, dat de men-fchen dagelyks verlegen waren, om van malkander afte-komen. De vreemdelingen hadden moeite zo veel baarnbsp;geld te krygen als zy noodig hadden om te leeven.nbsp;Graanbati- P*® verbaazende fommen, welken het Pauslyke hof ennbsp;dd. het land in ’t algemeen den iiitlanderen voor graanennbsp;moet betaalen, zyn natnurlyk de gevolgen van ’t vervalnbsp;waarin de landbouw in de nabuurfchap van Romen gekomen is, en dat verval is, gelyk de verftandige Romeinen zelven moeten bekennen, aan geen andere oorzaak toetefchryven, dan aan den rampzaligen graanhandel , welken de Apoftolifche Kamer dryft.
Deeze bederdyke uitvinding is een meefterftuk der hcerfchzugtige en gierige Donna Olympia, van de welk^nbsp;wy reeds elders gewaagd hebben. Alzo zy onder de re-geering van haaren zwager, Paus Innocent X. alles vcrlt;nbsp;niogt, lelde zy belaftingen op het koorn, maakte zekei'Unbsp;fchikkingen, waardoor de bezitters der landeiyen, di®nbsp;ggen andere goederen hadden, allen bedorven werden-De navolgers van deezen bevinden zig daar zo wel by»nbsp;dat zy tot hiertoe nog niet goed gevonden hebben,
tfl
-ocr page 283-2(5p
te veranderen, fchoon de ondergang van hun nbsp;nbsp;nbsp;Inkomjlen
aan hangt. Men rekent dat Don Livio Odefchalchi,'^'*” cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r, Faus»
lieer van Innocent XI. die *t opzigt over de ontvangfl:
van den impoft had, geduurende de dertienjaarige regee-ling van dien Paus voor zig alleen twee millioenen fcudï daaruit gefchraapt heeft. Volgens deeze inftelling magnbsp;niemant eenen vreemdeling graanen verkoopen , maarnbsp;men moet ze voor eenen gcftelden prys aan de Pauslykenbsp;Kamer laaten. Deeze prys wordt gemeenlyk zo gefield,nbsp;dat ’er de Kamer de helft of een derde op wint. Niemant mag te Romen, of daaromtrent, zelf zyn broodnbsp;hakken, maar het moet by de bakkers der Kamer gehaaldnbsp;'verden, en die zyn genoodzaakt, het meel van de Kamer te neemen, en volgens eenen geflelden prys en ge-Vfigt te verkoopen. Ieder van deeze bakkers is verdernbsp;genoodzaakt by den aanvang van het jaar zynen voorwad voor ’t ganfche jaar, en zelfs meer, op te doen;nbsp;blyft hun iets overig, zo geeven zy het ten einde van ’tnbsp;jaar niet naar den prys, dien zy betaald hebben, maarnbsp;volgens den laagen prys, waarvoor de Kamer inkoopt,nbsp;te rug, en dan verkoopt het hun de Kamer nog eens tennbsp;duurften. De maat met dewelke de Kamer het koornnbsp;verkoopt is een vyfde kleiner dan die, naar welke zy inkoopt , en haare bedienden dryven ’er daarenboven nognbsp;een monopolie mede, en laaten hen, die zig tegensnbsp;hun niet dankbaar betoonen, met hun koorn zitten, dusnbsp;veelen gedwongen worden, nog betey koop te verkoopen. Hierin is de regte grond van ’t verval des land-houws in den Kerklyken Staat gelegen, gclyk ook vannbsp;de onbevolktlieid. Elk wordt de lufl benomen totnbsp;Werken, alzo hy weet, dat hy zyn koorn half voornbsp;biet moet geeven, en de gedaape kollen bezwaarlyh
vry
270
l'Aomflen vry hebben kan, wat dan iets oveiwinnen. De land-v^n den nbsp;nbsp;nbsp;bouwt flegts 20 veel als hy, om bekommerlyk ’ei‘
van te leeven, van doen heeft, en laat de fchoonftd landen liever onbebouwd liggen, dan ten voordeelenbsp;der Pauslyke Kamer te arbeiden. Als men nu dé na-tuurlyke traagheid der Romeinen daarby doet, zo moetnbsp;men zig over de armoede, en den ontftaanden hongersnood by flegte, ja zelfs maar by middelmaatige oogften,nbsp;niet verwonderen. Een fchriklyk bewys hiervan hebbennbsp;wy voor weinig jaaren gehad. In ’t jaar 1764. ftiervennbsp;veele menfehen van honger en elende, alzo men tweenbsp;jaaren van te vooren maar middelmaatige oogften gehadnbsp;had. In 't jaar 1765. was de oogft insgelyks flegt, en denbsp;elende niet minder. Men moeft dus in een land van denbsp;grootftc vriigtbaarheid, als ’er maar landbouwers waren , byna van honger fterven , en zo veel geids buiten het land zenden , dat ’er genoegzaam niets meernbsp;over bleef.
In den Kerklyken Staat is uit de opgegevene oorzaa-ken de akkerbouw de ongelukkigfte en flegtfte koftwin-ning van allen. Waar het land niet ongemeen vnigtbaar is, en, OKI zo te fpreeken, zig zelven bebouv/t, ligtnbsp;het byna woeft. Een zeker reiziger kwam op zyn terugreis van Napels door de landeiyen eens Roomfchcnnbsp;prinsfen , en lloeg dcnzclven voor, hem alleen maatnbsp;¦werklieden te geeven, en hy zou rvelhaaft zynenbsp;nigvuldige onbebouwd liggende landeryen bebouweH'nbsp;De prins trok de fchouders op, en zeide, het oCt'
¦ breekt niet aan handen, dog ’t is de moeite niet waai'^ zig ’er van te bedienen, alzo men het koorn voornbsp;halve waarde aan de Pauslyke Kamer verkoopennbsp;Men moeft den landman, die buiten'dat in de warme
landen
-ocr page 285-landen traag van aart is, op allerlei wyzen aanmoedigen; maar juift het tegendeel gefchiedt, men beneemtnbsp;den moed, en onderdrukt hem geheel. De Roomfehe'^^*^^*nbsp;boer is even zo lui als de Spaanfehe. 1'oen de tegenwoordige Koning vanSpanjen kort na zyne aankomft vannbsp;Napels na den oogft op de jagt was, trof hy een ftuknbsp;lands aan waar het koorn nog Hond, en toen hy den eigenaar naar de reden vroeg, gaf die met groote gelatenheid ten aantwoord, dat hy zo veel maar ingeoogft had,nbsp;ais hy voor zyn huisgezin noodig had, en de moeite vannbsp;’t overige intehaalen niet neeincn wilde. Op zulk eenenbsp;'vys denken ook de Roomfche landlieden.
In Holland ligt een verbaazende belafting op het meel, die byna den prys van het koorn evenaart; dog in eennbsp;land waar de handel bloeit, en een gedmirige omloopnbsp;Van geld is, en waar ieder een menigte van wegen heeftnbsp;Om den koft te winnen, kan men eerder zulk eenen im-poft Rellen dan te Romen, waar dat alles ontbreekt, ennbsp;¦waar de inwooners buiten dat nog lui en zorgloosnbsp;zyn.
Na deeze aanmerkingen over de valfche ftaatkundevan Paus Innocent X gemaakt te hebben, willen wy ’er nognbsp;lenigen over zyne opvolgers gceven, alzo het, als mennbsp;zig te Romen ophoudt, aangenaam en nuttig is, omnbsp;kennis te krygen van den tegenwoordigen ftaat, de Pauzen der laatere tyden uit de vermogendfte huizen watnbsp;haauwkeutiger te kennen. Pgt;y elke verandering van re-geering verandert de gehcele gedaante der zaaken, alzonbsp;geduurig naar andere grondbeginfeien gehandeld wordt.
^eele Pauzen willen de misflagen hunner voorgangeren Verbeteren, dog vallen in nieuwen, die even zo grootnbsp;, en de ftaat van ’t land wordt over ’t algemeen niet
Inkom/ien verbeterd, alzo het ftaatkundig zamenftel op verkeerde van den jri-onden gebouwd is.
^LlUS» ^
Clemens IX. Rofpigliofi vangeflagt, regeerde maar iets hingennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tweejaaren,dogputtede door zyne liefde totdepragt
de Pauzen.en verkwiftingdekasfenuit, en dompeldeden Haat .in fchui* Clem/'ns den. By’t ingaan van 't conclave na den doodvanAlexandernbsp;Vil. vroeg de Kardinaal Sforzaeenen anderen, opwienhynbsp;geloofdedatdekeus vallen zoude, waarop die al lacchendenbsp;antwoordde, „ als de Franfchen een Paus maak en, zal het denbsp;„ Kardinaal Farnefe zyn, maaken hem de Spanjaards,nbsp;„ Rofpigliofi, maakt hem hetRoomfchevolk. Barberini,nbsp;„ maakt hem de Heilige Geefi, Odefchalchi, maar maaktnbsp;„ hem de duivel, zo wordt het uwe Eminentie of ik. ”nbsp;Sforza lachte ’er om, en zeide, „ dan wordt het Ro-„ fpigliofi, ” ’t welk ook gebeurde. Clemens X. uit denbsp;familie van Altieri, was den Roomfehen Stoel naadeelignbsp;door zynen ouderdom en onvermogen. Hy kon zig metnbsp;niets meer bemoeijen, en zyn neeven deeden alles watnbsp;hun beliefde, zonder het den Paus eens te vraagen.nbsp;Toen zy 't paleis, ’t w'elk thans de Prins van Altierinbsp;bewoont, gebouwd, en daartoe ontzaglyke fommen ver-fpild hadden, verzogten zy hunnen oom dit heerlykenbsp;werk eens te komen bezigtigen. Zo dra had de oudenbsp;Paus dit uitgeftrekte gebouw niet gezien, of hy ftondnbsp;verzet, de traanen kwamen hem over de dwaasheid zy'nbsp;ner neeven, die een misbruik van zyne magt hadden gC'nbsp;maakt, in de oogen, hy keerde zig om, en was nietnbsp;heweegen, om ’er weder naar te gaan zien.
Innocent Innocent XI. een Odefchalchi, volgde hem op. peS' Xf. ze Paus dagt aan niets dan aan fpaaren en verzamelen*nbsp;rvaarvan nog zyn familie, nog het volk eenig voorde®^nbsp;hadden. Hy verteerde in gebouwen nog ergens and®''*
273
in eenig geld , liet de Kardinaalsplaatfen onbegeven, Aanmer-om de inkomften zelf te trekken, en dreef de fpaarzaam -^i^g^”®®®*' beid voor zig zelven zo ver, dat by naauvdyks een daal-lt;Jer voor zyn tafel verfpilde. (?) Op de politie was hynbsp;baauwziende, duldde in anderen nog openbaare ondeug-'ien, nog groote verkwiftingen, en fchafte veele amptennbsp;welken derKamer koftbaar vielen. Door deeze in-ïigtingen Itremde hy den omloop van ’t geld dermaate,nbsp;dat het volk naauwlyks bellaan, en in ’t geheel niet denbsp;importen opbrengen kon, zo dat het met geheele hooien het land uit liep. Men zeide openlyk, dat de Paus-^yke regeering harder en flaafagtiger was dandeTiirkfche.
behoefde maar een gering gedeelte zyner fchatten te S'^bruiken, om Keizer Leopold en de Republiek van Ve-betien met aanzienlyke onderftandgelden in den kryg te-ê^n de Turken byteftaan.
In ’t jaar 1721. befteeg Innocent XIII. den troon, een Innoceni bian die uit een der vier oudfte huizen van Romen, naam-Jyk dat van Conti gefproten, nog in goede gedagtenis bynbsp;de Romeinen rtaat, en voor den herten Paus van laaterenbsp;tyden gehouden wordt. Men zegt, dat geduurende zynenbsp;-^orte regeering, van vierendertig maanden, het land eennbsp;bieiuv leeven bekomen, en de overvloed geregeerd heeft,
'iat de politie wel is waargenomen geworden, en dat Irooten en kleinen vergenoegd geweeft zyn. Hy heeftnbsp;gt;öaar twee Kardinaalshoeden vergeven, eenen aan dennbsp;Wdinaal Albani, den anderen aan den Kardinaal Du-Toen hy vernam van welk een karakter de laatfte
was,
-ocr page 288-274
Aa.nmer- was, trok hy zig dat zo aan, dat, gelyk men wil, het kin^n over 2yxi dagen verkortte. Ten minften vervulde hy de ande-’ re opene plaatfen niet, maar zeide altyd, dat hy genoegnbsp;vergeven had. Een andere verdienfte van deezen Pausnbsp;is, dat hy zyn familie niet ten kofte van den Staat ver'nbsp;rykt heeft. In den Kardinaal de S. Agnes had hy eeonbsp;bekwaainen ftaatsdienaar.
BsnediBus Benediftus XIII. uit den huize van Orfini, volgde heiu XllT
op in ’t jaar 1724. Geduurende ’t conclave maakte PaS' quin de volgende aanmerkingen op de mededingers ua«tnbsp;de Pauslyke waardigheid:
II Cielo vuol Orjinif II Pof oio Corjini,
Le Dome Ottoboni, II Diavolo Alberoni.
Het eerfte deel deezer voorzegging werd vervuld. Hjl was een regte paap, en vermoedelyk laaten hem de Do1nbsp;minikaanen, als een lid van hunne order, met den tyd gt;nbsp;voor geld en goede woorden, tot een heilig maaken. (1)nbsp;2yn gedagtenis is ondertusfchen te Romen ten hoogftePnbsp;gehaat. Hy bekommerde zig nergens over dan overnbsp;wyen van altaaren, en diergelyken, terwyl de heerfch'nbsp;zugtige Kardinaal Coscia den Romeinen duizend onaa^'nbsp;genaamheden veroorzaakte, alle ampten en gunftbewyz®’’nbsp;verkoopende. Als men dit den Paus onder ’t oog brag^'
be1
Pattr Eremont, ook een Domlnlkaan , die zyn lecve» fchrccven heeft, is onbefthaamd genoeg, om de wereld te 'Vnbsp;doen geloovcn , dat hy roet zyn oogeji den heiligen Vader innbsp;keven wonderen heeft zien doen.
-ocr page 289-275
gaf hy onverfchillig ten antwoord, quejlo e niente, enjanmer-nam en fnuifje, waarvan hy zo veel hield, dat hy ban affchafte, dien Innocent XIII. op allen gelegd had,nbsp;welken in de S. Pieterskerk fnuiven zouden. Toen ’snbsp;jPauzen dood in de opera verteld werd, riep het volk vannbsp;blydfchap uit, ,j goed, nu kunnen wy den Kardinaalnbsp;„ Coscia verbranden,” rottede t’zamen, en plunderdenbsp;oenige huizen, waar het vermoedde, dat hy zig mogtnbsp;verlloken hebben. (*) Wy hebben boven al gezegd,nbsp;dat men Benediétus XIII. byna dwingen moeft tot hetnbsp;öanneemen der Pauslyke waardigheid. De Generaal dernbsp;Ilominikaanen zeide van hem, II Cardinale Orjini e comenbsp;corno da cacch, e duro torto e veto, alzo hy, naatn-^yk, hard en eigenzinnig was, voor ’t uiterlyke ’er flegtnbsp;^'itzag, en weinig verftands had. Hy bezat zo weinignbsp;finaaks, dat hy de fchilderyen van Raphaël in ’tVatikaannbsp;wilde doen overpleifteren, en van een bedroefden broddelaar daar het leeven van Maria opfehilderen. By geluk voorkwamen het lieden van meer vernufts. Hynbsp;leefde zeer gemeen; in zyn kamer (tonden een paar tafels en houten Itoelen. Zynen tyd bragt hy door metnbsp;allerlei goedsdienftoeffeningen. Sointyds liet hy zig in
zyn
1*) Om den Paus het vermoeden te bencemen, dat by een liefhebber van de fex was, wa.arvan men hem befchuldigde, deed hy «tns den Paus door iemant voor een geheim vertellen, dat Coscianbsp;®en paar meisjes in zyn kamer had. De Paus dat hoorende liepnbsp;yliugs naar toe, alzo die man, die t hem aannbragt, beloofdnbsp;k»d, hem 't met zyn oogen te laaten zien. De Paus keek doornbsp;fleutclgat, en zag den Kardinaal vol yvers in *c gebed op zynnbsp;knien voot ’t krucihx. Benediaus XIII, ging weenende weg overnbsp;•ie godvrngtigheid zyns gunftelings, en hield in 't gevolg alle* voornbsp;'afterlng, en Coscia deed wat hem lullte.
AanmtT- zyn Dominikaaner kloofter van cenen zekeren broeder hingen over tugtigen, en hy zong daar boetpfalinen by. Hy had eene
tf 0 P fi'lL'7
ZO zotte liefde voor Benevcnto, zyn oud bisdom, dat hy een paar uuren voor zynen dood den zoon van eeanbsp;geregtsdienaar uit die ftad, die Prelaat gctvorden was,nbsp;Kardinaal maaken wilde.
Clemens
KIL
Clmens XII., uit den huize van Corfini, kwam aan de regeering |n eenen hoogen ouderdom en byna blind.nbsp;In zyn jonger jaaren was hy in groote agting geweell uitnbsp;hoofde van zyn verftand en treflyk gedrag. Geen Kardinaal leefde zo pragtig als hy. Hy bedroefde zig dik-wyls over zyn onmagt, om den Pauslyken Stoel naarnbsp;waarde voortellaan, en de zaaken op eenen beteren voetnbsp;te brengen. Hyzeide, dat hoe hooger hy geklommen was,nbsp;des te nadeeliger zyn toeftand was geworden ; Son fiat»nbsp;Uti ficct Aibate, un commedo Frelato, un pover» Cardi'nbsp;nale, e un Papa fpientato. Egter deed hy met zyn zwak-lyk lichaam zo veel als hy kon, en arbeidde nog in zynnbsp;zevenentagtigfte jaar. Eenige dagen ter week Helde hynbsp;vaft, om ’s morgens, tusfehen 6. en. 7 uur, de zaaken, disnbsp;op ’t tapyt waren te onderzoeken; als hy zyne toefteill-
ming gaf, fchreef men op de papieren Jnnuit SanSisJi-mus, en hield hem de hand, als hy ondertekende. Reeds in ’t conclave was hy zo blind, dat hy eens, in plaatsnbsp;van by ’t ondertekenen zynen naam onder ’t fchriftnbsp;zetten, dien op de letters fchreef. Zyn conclavift, die rl®nbsp;zwakheid van zyn meefter gaarne verbergen wilde,nbsp;zig als of hy uit ongeluk den inktkoker over ’t fchriftnbsp;geftort had, zo dat het papierherfchrevenmoell wordefl'nbsp;In zodanige omftandigbeden van den Paus regeerden 2)quot;nbsp;nc neeven alleen. Eens zonden zy den Kardinaal
fionei, Sekretaris der breves, eene zaak om aftevaaiquot;'^^'
Door ITALIË N. 2^7
gen, die zyne goedkeuring niet had. In ’t eerft wilde de /ianmer-Kardinaal’er niet aan, dog eindlyk zeide hy, „ zy knn-i^ingenoveT jgt; nendoen, wat zy willen, zy zyn dogregeerendehee-^®
gt;, ren. ” In het laatfte jaar zyner regeering had men op ^gt;et geld tot een omfchrift geflagen, (’•’) Non e[t fax,nbsp;bóllende daarmede te kennen geeven, dat onder zyne regeering geen vrede voor de onregtvaardigbeden zyn zou.nbsp;de, maar Pasquin zeide, het moeft zyn, Non efi pori'nbsp;tificatus, anno x,
Eenediftus XIV. kwam in gunftiger jaaren op ^en genediamp;us troon, een bekleedde dien ook eenen geruimen tyd. Hy XIF,nbsp;lieeft by zyne regeering nog zyn or.derdaanen onderdrukt,nbsp;tgt;og gezogt zyne familie te verryken, aan de welke hynbsp;zig by'na niets liet gelegen liggen. Eens, dat men hemnbsp;’t in de kraam komen zyner nigte bekend maakte, zeidenbsp;, lo credevo cbe la razza de’ Coglioni fojje finita.
Zyn gebrek was zyne ongeneigdheid tot 't waarneemen der ftaatszaaken; als hem zyne minifters daar wat lang medenbsp;hezig hielden, zeide hy, mi faranno morire. Daartegennbsp;hield hy veel van fchertfen, en zyn fatirifchen geeft onder eenige goede vrienden den teugel te vieren. Hyhadnbsp;geene gedagte om Paus te worden, en zei derhalven innbsp;’t begin van ’t conclave al lacchende met zyn vrienden,
/e valste un buon Coglione, pigUate mi. Geheel Romen gewaagt nog van zyn luftige invallen. Hy had in dennbsp;tuin van 't Quirinaal, gelyk in de befchryving van dennbsp;Wulven aangetekend is, een kleine zaal doen aanleggen,nbsp;t^’aar hy na de maaltyd altyd een kop koffy ging drinken,nbsp;zig in gczelfchap van eenige goede vrienden met lac-
chen
(*) Men plegt die omfchrifttn dikv/yls naar willekeur te veranderen.
Aanmer- then en praaten verluftigen. Dit was meer zyn zaak, hingen over 2ig met ftaatkundige bezigheden te bemoeyen, enzignbsp;ie Pauzen. gewoone kuiperyen van ’tRoomfchehofintelaaten.
Wilde hy eens ernftig bezig zyn, zo viel zyn verkiezing eerder op zaaken van geleerdheid, gelyk hy ook ver-fcheiden geleerde werken heeft uitgegeven, waartoe eg-ter anderen de flofFen voor hem byeen zogten. Om dienbsp;reden hield hy veel van den geleerden Kardinaal Pasfio-nei, hoewel zy dikwyls over het eene of andere ftuk innbsp;twill geraakten, dog de Paus was altyd de eerlle om zignbsp;weder te verzoenen. Zyn andere gunfteling was de Kardinaal Valenti, een man van geen geringere kundigheid.nbsp;Wy hebben reeds gezegd, dat hem het verknopen dernbsp;Spaanfche annaaten geweten werd. Schoon diteenfeha-de voor Romen is, welke de Paus misfehien niet voorkomen kon, had egter Benediftus XIV. zo veele goedenbsp;eigenfehappen, dat hy met regt onder de befte Pauzennbsp;gerekend mag worden.
Clmens
XIII.
Clemens XIII. wiens gellagt Rezzonico was, was een man van onbefproken zeeden, en een zeer zagt karakter. Het ontbrak hem aan werkzaamheid, zo dat hynbsp;de meefte zaaken op anderen liet aankomen. Ey ongeluknbsp;viel hy in de handen des eigenzinnigen Kardinaals Tor-regiani, waardoor het Pauslyke hof in die verdrietige on-eenigheden met het huis van Bourbon geraakte.nbsp;ander gebrek van hem was, dat hy te veel op dcnbsp;zyde der Jefuieten was, daar hy door eene order r®nbsp;vernietigen, welke nadeelig is voor de geheele Roonrf®^'nbsp;gezinde Chriftenheid, en den vorften, gelyk de hift°'nbsp;rien van Portugal, Spanjen , en .Fran.kryk, leeren gt;nbsp;vreeslyk geworden is, de eenigheid weder had kunnefnbsp;herftellen, en den Pauslyken Stoel eenen grooten dieod:
279
doen. Daardoor zou meer uitgevoerd zyn geworden, Aanmtr-dan door alle de ingevoerde vaft- en bededagen, ’t ver-bieden der gewoonlyke bals, en van ’t vieren des carne-^^ Pauzen, vals van ’t jaar'_i767. Dit waren de regte middelen nietnbsp;om het onheil, waarmede de Paus de kerk van alle kan-ten omringd zag, aftewenden; het verbieden der ver.nbsp;maaklykbeden dreef veeleer de vreemdelingen, van wel-ken Romen beftaan moeit, der Had uit, en bragt de in-woondcrs in de elendiglte omftandigheden.' In ’t conclave van 1758. bejegende de Kardinaal Pasfionei dennbsp;Kardinaal Rezzonico zeer onvriendlyk, en gaf hem dik-wyls, volgens zyne gewoonte, waarvan niemant uitgezonderd was, fchcrpe antwoorden. Pasfionei was hemnbsp;met zynen gantfchen aanhang tegen, egter werd hyPaus.
r lt;
f i.i
2o dra de verkiezing gedaan was, en Pasfionei de ge-woone aanbidding verrigt had, reikte die hem de bullen der aanftelling tot beide de gewigtige ampten, die hy bekleedde, over, daaitiy voegende, dat hy hem de eer-ampten terug gaf, waarmede de twee voorgaande Pauzennbsp;hem begunftigd hadden, en dat de Paus hem niets fchul-dig was, en zyn ampten aan waardiger peifoonen geevennbsp;kon. Clemens XIII. nam de bullen aan, dog gaf zenbsp;hem terftond weder terug, hem op eene edelmoedigenbsp;wyze zeggende, „ Misfehien ben ik u meer fchuldig dannbsp;„ gy meent. Maar al was dat zo niet, is u de kerk dognbsp;„ veel verpligt. Neem de beveiliging van den wil my-,, ner voorgangeren van haar hand aan, indien gy zenbsp;„ van de myne niet wilt aanneemen. Gaa voort, ”nbsp;voegde hy ’er al lacchende by, „ iny uwen raad, evennbsp;„ zo vrymoedig als gy tot nog toe dikwyls gedaan hebt,
„ medetedeelen. ” Na verloop van eenigen tyd begeerde Clemens XIII. iets van Pasfionei, ’t welk deezen S 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;niet
: i,
-ocr page 294-'Aaimir- niet aanftond, en deed hem met een merken, dat hy, in hin^a over ggyai yan weigering, hem wel van zyn ampt ontzetten
dê P{ïiL¿i ^
’ konde. Pasfionei begaf zig daarop naar zyn beminde ver-blyfplaats by de Camaldolenfers, digt by Frafcati, waar hy zig een hermitage had aangelegd, en overleed kortnbsp;daarna aldaar aan een galkoorts.
Handel Naar het geen wy tot hiertoe van de werkloosheid der vanRomen. Romeinen gezegd hebben, kan men zig geen groot denkbeeld van hunnen koophandel maaken. Ook is die in ’tnbsp;geheel van geen aanzien, en men kan veel eer zeggen,nbsp;dat de Romeinen in ’t geheel geene denkbeelden van ee-nigen handel in ’t groot hebben. Waar geen handel,nbsp;geene ambagten zyn, daar ontbreekt ook de omloop vannbsp;het geld, waarin egter de bloei van een land beftaat.nbsp;De rykdom van byzondcre perfoonen alleen maakt geennbsp;land gelukkig, indien niet, door ‘t gaan der muntfpeciennbsp;uit de eene in de andere hand, alle de rangen der ingezetenen daar deel aan krygen. Dit alleen maakt welvaa-rende borgers, daar zy integedeel, als het geld in ’snbsp;vorilen fchatkift ligt, of wanneer eenige grooten hun vermogens by gantfche tonnen rekenen, verarmen.
Dit is in tveinig woorden de fchildery van Romen. De noering ontbreekt ’er gedeeltelyk door de gebrekkig®nbsp;Inrigtingen van het land, waartoe hoofdzaaklyk dekoorn-handel der Apoftolifche Kamer, als de eerlle grond vannbsp;de armoede der Romeinen, moet gebragt worden.nbsp;elendige regeering der geeftelyken, naamlyk de aanzien ‘nbsp;Jyke landeryen the zy bezitten, waarvan de inkoinft®^'
een*
-ocr page 295-eene doode hoofdfom worden, vermindert niet minder Handel den omloop van het geld. Wat al middelen wenden ^^vanRomen.nbsp;liftige bezitters der kloofters, en vooral dejefuicten, nietnbsp;aan om geld t’zamen te fchraapen ! 2y knevelen hetnbsp;dik wyls den anderen op hun fterfbed af, en niaakeanbsp;hun de hel te heet, zo dat de vader het aan zyne nooddruftige kinderen ontneemt, die ’er zig als eerlyke burgers van zouden kunnen gedraagen, om maar zielmilTennbsp;te laaten doen. Zo lang de Pauzen deeze hinderniffennbsp;niet uit den weg ruimen, en den rykdom der klooftersnbsp;als een ftuk van den godsdienft , of iets wezenlyksnbsp;aan de gefteldheid van den Roomfehen Staat aanzien,nbsp;zo lang zal Romen zonder leeven, zonder handel, ”nbsp;en arm blyven, de landftreeken rondom de ftad zullennbsp;de zetel der elende, en de vrugtbaarfte landen woeftc-nyen wezen.
1 .1
Als men by deeze misllagen nog het gebrek aan k'oorn voegt, dat, gelyk boven gezegd is, daar een gevolg vannbsp;is, en in jaaren van misgewas ontzaglykc fommen gereed geld uit het land helpt, die, by mangel van inland-fche voortbrengfels en handel, nooit weder terug komen,nbsp;is het natiiurlyk, dat het gcreede geld verminderen moet.
Daaruit ontftaan ontelbaare hinderniffen, die in de am-bagten eenen ftilftand veroorzaaken; wanneer' het geree-de geld ontbreekt, kunnen de menfehen in den dagelyk-fchen omgang niet van malkander afkomen, de ambagts-man moet kleinigheden borgen, alzo men ze hem niet betaalenkan, en heeft ondertusfehen geen brood. Zynnbsp;de fommen wat grooter, als ter tvaarde van 3. 4. of 5.nbsp;daalders, zo betaalt men malkander dikwyls met bank-briefjes, die ligt verloren raaken. Een reiziger mag blydenbsp;zyn, als hy by zyn bankier van de 100. guldens lo. of
S s nbsp;nbsp;nbsp;20,
-ocr page 296-Handel 20. in gereed geld ontvangt, en zien hoe hy verders met tan Romen,hst papier te regt komen konne. In den hongersnoodnbsp;van ’t jaar 1767. ging het zo ver, dat de vreemdelingen by gebrek van gereed geld, ’t wglk men op reis vol-ftrekt noodig heeft, niet altyd konden voortkomen, wanneer zy wilden, fchoon zy by hunne bankiers opene kas-fen hadden. Niets is onaangenaamer dan op zulk eenenbsp;wys te reizen, en ’er de kollen van te betaal en. Mennbsp;geeft aan het eerfle pofthuis b.v. een dukaat, en houdt,nbsp;wat ’er te veel is, by het volgende te goed, geeft daarnbsp;weder een dukaat, en rekent ’er het drinkgeld derpollil-lons onder, en op die wys raakt men, niet zonder moeite en onaangenaamheden , wegens de overfchotten en denbsp;drinkgelden , van ’t eene pofthuis tot aan het andere.nbsp;Men moet geduurig opfchryven , en de pollmeeftersnbsp;moeten altyd zig het overfchot, en wat ’er te kort is,nbsp;toe of afrekenen.
feeder en pomade.
De artikelen, die eenig geld nog al naar Romen brengen, zyn effences, pomades, verlierde bloemen, cho-kolaad, boeken, fchilderyen, oude penningen, lleenen, en diergelyke dingen voor de liefhebbers. De Roomfchenbsp;poeder is vermaard. Men noemt ze Ciprio, alzo de manier om ze te bereiden uit Cyprus zou gekomen zyn.nbsp;Zy weeten ze met een foort van gemeen boonimos, Lichen, dat in water ontbonden wordt, eenen ongemeennbsp;aangenaamen reuktegeeven, dien men nergens naarmaakt,nbsp;Welruikende pomades worden te Romen in groote menigtenbsp;bereid, fchoon de Roomfche dames zo zwak van neus zyn,nbsp;dat zy ze niet verdraagen kunnen. Zy worden voor dcnbsp;bellen van Italien gehouden, en llerk verzonden. Men verkoopt ze in kleine kasjes, waarin aityd potjes zyn, Vafettinbsp;di Manteca, die 55. paoli, of oiritrent 3. dukaaten kollen.
pe
-ocr page 297-283
De Italiaanfche verfierde bloemen zyn buitenlands zeer Handel Vei'inaard; dog zy worden nergens fchoonder dan te Ro- vanRomen,nbsp;men gemaakt, en boven die van Genua, Pifa, en Yicen- Terfierdenbsp;za gefteld. Men maakt ze ten deele van de huisjes de^^loemen.nbsp;zydewormen, welken fiori di bocdo genoemd worden, tennbsp;deele van vederen van oude duiven, die in allerlei verwen gekookt, dan gekamd, en ongemeen fierlyk t’zamennbsp;gefield worden. De meeflen komen uit de kloofters, dognbsp;’er zyn ook veel andere menfchen die ’er den koll medenbsp;winnen. Onder anderen is eene zekere vrouw, Virginia Mafïï genaamd, zeer ver in de konfl. Zy komt zonbsp;na by de natuur, dat men op eenigen aflland zweerennbsp;Zou, leevendige bloemen te zien. Naar de moeite wel-Ite ’er aan gedaan wordt is de prys ordentelyk. De aftrek deczer bloemen is in Italien zelf zeer groot, en ee-ne groote menigte gaat naar Spanjen en Portugal. Alzonbsp;de Roomfchgezinden gewoon zyn hunne altaaren metnbsp;bloempotten te verfieren, zo moet ’er noodwendig, aangezien de menigvuldige altaaren in elke kerk, en de menigte der kerken zelven, jaarlyks een ontzaglyke voor.nbsp;raad van bloemen gebruikt worden.
Te Romen vindt men veele verzamelaars en verkoo-OaiJeien. per» van oudheden in allerlei foorten, als penningen, ge-fneeden lleenen, kleine bronzen beeldtjes, en diergely-ken. Wy hebben reeds in de algemeene Inleiding vannbsp;het eerlle Deel erinnerd, dat vreemdelingen hieromtrentnbsp;zeer op hun hoeden moeten zyn. De fyne Italiaanennbsp;weeten zig zeer wel van de drift der jonge verzamelaars,
Vooral als zy een Engelfche beurs hebben, te bedienen.
Men moet groote kennis van de antieken hebben, en de origineelen van de kopyen weeten te onderfcheiden, ofnbsp;men wordt voor vaft bedroogen. Somtyds gelukt het eg-
ter
Handel ter d: beerlykfte {tukken voor eenen maatigen prys te be-vanRomen. komea, als men maar niet te driftig is, en zig weet te houden, als was men niet zeer op dit of dat {tuk gelteld.nbsp;Somtyds weeten de verkoopers zelven niet wat zy bezitten ; zy houden een middelraaatig ftuk hoog in waarde,nbsp;alzo het hun als iets zeldzaams aangeprezen is, en veelnbsp;gekoft heeft, en cifchen veel minder voor een ander,nbsp;dat waarlyk veel meer waard is. (*) Ten opzigt vannbsp;groote antieke {tatues is ’er een Pauslyk bevel, datnbsp;zy niet buiten de ftad verkoft mogen worden, fchoonnbsp;dit bevel in ’t geheim dikwyls genoeg overtreden wordt;nbsp;dog kleine marmeren en bronzen beeldtjes zyn daarnbsp;niet onder begrepen. Een zekere Belloti, by ’t Borg-hefifche Paleis, dryft ’et handel in, en men vindt zeernbsp;aartige dingen by hem. In de werkhuizen der beeldhouwers moeten de liefhebbers ook rond zien, en zullennbsp;’er veel vinden, waarvoor zy geld belteeden kunnen.nbsp;Inzonderheid is het der moeite waard by Cavacepi tenbsp;gaan, van wiens werk by de Inleiding van de befchry-
Romen gewag is gemaakt. (*i‘)
Op
ving van
(#] Op die wys is de voor eenige jaaren overledene Baron van Stofch aan de heerlyke verzameling van gefnedene fteenen gekomen , van dewelke Winkelman eene geleerde iyft gemaakt heeft.nbsp;Hy was een der grootfte kenners, en had geduurende zyn veeljaarignbsp;vcrblyf te Romen, waar hy van het Engelfche hof een aanzienlyknbsp;penfioen genoor, ren einde daar op het gedrag des Pretendents estinbsp;waakzaam oog te houden, tyd en gelegenheid, de uiigezogtfte ftuk-ken det oude kontl te verzamelen, zonder dat hy ’er zeer grootenbsp;fommen aan had behoeven te verfpillen. Men zal zeiden zulk eenenbsp;verzameling by een byzonder menleh vinden. De Koning van Pruis-fsn heeft ze Ê^koft.
Men vindt onder de opkoopers ’er veelen, die in nïcujre
paus-
-ocr page 299-DOOR
Op den handel in fchilderyen kan men het zchc jjanid toepasfen , en een liefliebber heeft byna daarinnbsp;sieer dezelve omzigngheid noodig. Ieder heeft fchil-ScWWï-deryen , en wil een kenner zyn, alzo het de mode^^^”‘nbsp;is. Dit maakt , dat ’er ook veel meerder menfchennbsp;zyn , die zig op dien handel toeleggen. Wy wyzennbsp;naar het geen wy in ’t eerfte Deel by gelegenheid vannbsp;de kennis der fchilderyen gezegd hebben. Daar zynnbsp;verfcbeiden lieden van adel, die in fchilderyen, munten, en fleenen, handel doen, waartoe de naam vannbsp;hun kamerdienaar gebruikt wordt. Veele huizen vannbsp;aanzien laaten , als zy geld van doen hebben , eennbsp;fchoon Huk uit hunne verzameling kopieeren, alzo zignbsp;ook het Pauslyke verbod op de verzamelingen, dienbsp;erflylc in de familien, en als een fidcicoinmis, zyn,nbsp;uitftrckt : het origineel gaat buitenlands, en de kopynbsp;blyft terug,’,op dat men niet bemerken zoude, dat denbsp;verzaméUiig. verminderd is , en te vergeefs naar vermaarde! iitjkkcn zoeken, waarvan fedeit honderd jaa-ren, of meer, in de befchryvingen gefproken wordt.
De veele foorten van antieke, Oofterfche en mo-Soorten van derne marmers, geeven ook gelegenheid tot een {ooxtiaarmer.nbsp;van handel. De fteenhouwers maaken kleine kaflènnbsp;met allerlei foorten van marmer, die Studioli bceten.
Zulk een Studiolo, uit honderd en vyftig ftukken be-ftaande, die ongeveer zo groot' in ’t vierkant zyn als de vakjes op een dambord , kolf vier dukaaten. Zy
zyn
ïauslykc munten handel dryven. Ook hieromtrent moet men voor-zigtig zyn. De regte Pauslyke penn'mge beginnen eerft met klartinus V. uit het huis van Colonna; de ouden zyn naar bceldte-n’dTen geOagen, die mm in «sn wd paleis gevonden heeft.
-ocr page 300-2SÓ
Handel 2yn volgens een iyft, die men ’er by heeft, gcnoiiv sa/» iJoraen. merd , zo dat men ’er de verfchillende foorten vannbsp;marmer uit kan leeren kennen. (*) Een zekere Mi*nbsp;nellimaaktfchoonetafelbladen, op dewelken honderd ennbsp;zeventig foorten van zulke vierkante ftukken ingelegdnbsp;zyn , waarom een aartige lyll heen loopt. Zulk eennbsp;ftuk koft vyf en twintig dukaaten.
Maaten en Het Roomfche pond weegt naar Paryfch gewigt ii|. gewigten,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en 14. grein, of 6638. grein, volgens het naauw-
keurige gewigt der Dogana di Terra, die tot een maatftaf dient, om alle anderen daarna te regelen. Een pondnbsp;by de oude Romeinen woeg naar hedendaagfch Paryfchnbsp;gewigt 6144. grein. (**)
n Palmo. De gewoone RoomRhe voet, il Palmo Romano, dien men ook den bouwkundigen voet noemt, Palmo da mu-ratore, hoüdt 8. Franfche duimen en 3,4. lyn. (|) Hynbsp;wordt in 12. deelen, oncie, en elke oncia innbsp;5. minuuten verdeeld. Als van den Roomfchennbsp;voet gefproken wordt, verftaat men ’ergemeenlyk dee-zen palmo onder; dog men gebruikt fomtyds een Roomfchen voet, die i\. palmo is, en waarvan 5. een gemee-ne fchreede, uitmaaken. Een Pallo houdt byge-volg 6y. palmi. Als men het woord Rrardo, een elle,
ge-
(*) Dit is van groot nut, alzo die in de befchryvingen en by de ï, jnerkwaardigliedcn gelladig voorkomen. De meeften zyn in d'tnbsp;werk genoemd, dog beneden zullen wy ’er nog eenig berigt aan*nbsp;gaande geeven.
(**) Zie, Nauzd, in de Memoires de V Aersdemie des nbsp;nbsp;nbsp;gt;
Tom. 30.
(¦j-) Vader Bofcovich heeft hem, in zyn geleerd werk, de litter*' ria exfedttliine , ef in de afmeeting der aaide in den Kerklykeftnbsp;Staat gedaan, naauwkeuiig bepaald.
-ocr page 301-287
gebruikt, verftaat men ’er eene lengte van 3. paltni on.Handel der. De tegenwoordige Roomfche myl, volgens v/éWQt^anRomen,nbsp;de mylpaalen op de groote wegen rondom Romen gefieldnbsp;zyn, houdt 1000. fchreeden, fajji, of 764. Franfchenbsp;toifes: gevolglyk gaan ’er 741- myl in eenen graad vannbsp;den omtrek der aarde, die in Italien 57000* toifes bevat.
quot;f)' *1
mimen.
De voet der oude Romeinen was iets kleiner dan deVoet der hedendaagfche. Men heeft ’er eenige modellen van innbsp;Kapitool, die egter niet naauwkeurig met malkander over-”nbsp;eenftemmen. Het zekerfie zal zyn als men den middelweg kiefi, en, met den Heer de la Condamine, (?)nbsp;dien voet op 10. Franfche duimen en ii. linien fielt.
Gevolglyk bedraagt het Roomfche yïadïuw, dat, volgens Plinius, (**) 625* voet hield, 95. toifes. Agt ftadianbsp;maakten eene Roomfche myl, welke dus 758. toifes be-vattede, en van zulke mylen gingen ’er 75. in een graad.
Een Jugenim hield 240. oude voeten, (f) of 36. toifes, waarfchynlyk in ’t vierkant, het welk omtrent zo veelnbsp;uitmaakt als men op eenen dag beploegen kan.
v'quot;i rv
De Palmo is by de winkeliers grooter dan by de ar-chitekten, gelyk die boven is opgegeven; hy houdt by de cerfien 9. duimen, 3^J. lyn, wordt in derdens en vier-dens afgedeeld. Een Staiola bedraagt 5’-. palmi, de vadem der architekten, Canm, 10. palmi, en de ketting,
Catena, waarvan zig de landmeeters bedienen , 10. ftaioli, of 57ï palmi. Eene Roomfche myl houdt 116.nbsp;catene.
Eene
(¦*) Mémoires de l'Altiémit des Sciences voor het jaar 17sy- f*
410. Pater Bofcovieb . Blanch'im, en Foetus de Menfurif amp; {•»-teribxs ItemmeD taiimlyk wel daarmede overeen.
(**) I. 2. c. 23. Ct)
-ocr page 302-Handel Eene vierkante Catena bedraagt ongeveer 34.Franfchs vierkante vademen. Drie en halve catena maaken eennbsp;Qitanuccio, 7. catene een Scorzo, sS.een (gt;rart3, 112. eennbsp;Riibbio. Een vierkante inyl houdt 120. Rubbi, 't welknbsp;zes akkers, of zes dagen ploegens bevat. Op de fchoo-ne kaart van Romen, door Cingolani in ’t jaar 1692. al,nbsp;daar uitgegeven, (?) vindt men alle deeze maaten zeernbsp;naauwkeurig, en de goederen zyn ’er naar gewaardeerd.
Het koorn wordt volgens denRubbio verkoft, ’twelk 640. Roomfche ponden weegt. Een Rubbio houdt 12.nbsp;Stari, of 22. Scorzi, oï6\.Dkcine. De Scorzo gebruiktnbsp;rnen egter maar by ’t verkoopen van boonen en anderenbsp;peulvrugten. De halve Rubbio wordt RubMatella genoemd. De Rubbio geldt ongeveer 4. fcudi, dog lyftnbsp;by een misgewas, gelyk als in ’t Jaar 1765. wel eens zonbsp;hoog, waarby nog een daalder aan impolt, Macimtura,nbsp;komt.
Een Barile tvyns houdt 2976. teerlingfche duimen, of volgens Paryzer maat 62. pinten. Zellien Barili maaken een Botta. Men verdeelt een Barile in 32. Becali,nbsp;waarvan elfe 4. fogliette, volgens Saxifche maat omtrentnbsp;zo veele kannen, houdt. De gemeene wyn geldt denbsp;Foglietta of kan omtrent ^en Duitfehen grofcb, en denbsp;lekkere wyn van Orvietto , welken de vreemdelingennbsp;ryklyk aan tafel drinken, 2. of 3.grosfchen. Een Barilenbsp;olie houdt 3472. teerlingduimen, en 28. Bocali.
By de waterleidingen wordt het rvater bj Qncied’acqua gemeten. Eene Oncia is zo veel als uit een rond gat
van
(#) To^ografia Ccomtrica dcll' agro Komaao, ovsyo ta rmfurj, fiaa-tt, e quantita di tutte k tenute e cafali della Campagna di Roma gt; ep i bladen, welken in de Pauslyke Calcografij i;, paoU kollen-
-ocr page 303-a8sgt;
’lil
van 12. vierkante Minuti, of 5^. lyn in de middellyn//««(ff/ loopt, mits men veronderftelle, dat het water i|.nbsp;boven het gat flaat, en dat de pyp waardoor het looptnbsp;Ook die langte heeft. Maakt men de opening cens zonbsp;groot, en houdt het water zyn hoogte, zo zyn ’er 2-tgt;ncie. By ’t Acqua Pslice en t Acqua Püoln is de door-fnede in de opening, gelyk gezegd is, 5i lyn, dog bynbsp;’t Acqua Ferginë 7. lyneu. Als iemant water in zynnbsp;huis wil leiden, moet hy zig by de Pauslyke Kamer aan-mclden, en opgeeven, hoe veel oncie hy uit de geinee-11e waterleiding in zyn huis begeert. De oncia van beidenbsp;de eerftgenoemde wateren werd voorheen met 40. fcudi,nbsp;cn die van ’t Acqua Vergine wel met 600. betaald; dognbsp;de P17S is zeer gedaald, nu de meefte huizen ryklyk vannbsp;Water voorzien zyn. (*) Om de proef te neemen of ee-nc oncie uit de opening loopt, zet men een kasje voornbsp;dezelve, dat een gat van 5I. lyn in de doorfnede heeft,nbsp;en Iet op, of het altyd tot aan het gat vol blyft, 20 ja,nbsp;is het een bewys, dat de opening uit de waterleiding zonbsp;veel waters geeft als uit het gat uitloopt.
Eene Pagnotta, of een gemeen brood, weegt 8. oneen, en koft in goede tyden een Baiocco, ’t welk een tiende is van een Paolo. De prys blyft altyd de zelve,nbsp;inaar in duure tyden maakt men het brood kleinder. Dik.nbsp;wyls heeft het volk den Paus , zelfs den laatften, innbsp;duure tyden, nagefchreeuwd, niet om zynen zegen,maarnbsp;om groote brooden, pagnoue grande.
De
29©
Handel Be rekening van het geld te Romen is zeer gemahlyfe» dewyl alles in tiendeelige getallen gaat, en dus weinignbsp;Muntfpe- breuken maakt. Alles wordt by Scudi en Ba'mcbi gere1nbsp;kend. Een Scudo houdt lo. Paoli, en een Paolo lo-Baiecchi. Een Baiocco houdt 5.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een koperen
munt, die alleen onder arme lieden in gebruik is. Dc tiendeelige getallen zyn ongemeen gefchikt voor de rekening, als men, b. v. 13,77. fchryft, wil het zeggen,nbsp;fcudi, of, het welk het zelve is, 77. baiocchi lt;nbsp;of ook 7. paoh en 7. baiocchi, naar dat men verkieft tsnbsp;zeggen. Twee fcudi en 5. baiocchi maaken een Room-fchen Zeebino of dukaat. De Florentyner en Venetiaan-fche dukaaten gelden iets meer. Over ’t algemeen is hetnbsp;voorzigtig als men van Romen vertrekt, geene Pauslykenbsp;dukaaten mede te neemen, alzo zy wegens hunne geringe innerlyke waarde buiten den Kerklyken Staat verliezen, en niet gretig aangenomen worden. Met denbsp;Florentynfchc dukaaten , welken ook Gigliati heeten,nbsp;kan men integendeel door geheel -Lombardyen te regtnbsp;komen. Een Tejione geldt 3. paoli. (1)
Soorten van fti de befchryving van Romen zyn ons zeer ver-marmers, fcheiden foorten van marmer voorgekomen , dus het niet ondienftig zyn zal, bier een kort berigt van denbsp;voortreflykftcn, die men het meeft aantreft, te geeven,nbsp;en ’er de kleuren ten minften van , ten dienfte dernbsp;zodanigen aantetekenen, die geene gelegenheid hebbennbsp;ze zeiven te zien.
Het
Wi.; van den prys van 't zilver gt; nbsp;nbsp;nbsp;™ de waarde van r
zelve tegen t goud te Romen naauwkeurigc berigten verlangt, kan te regt raaken in Tiandii, in cui fi jrefrivi U ionta e il prezzo d‘i^nbsp;«r» ei argent» irt, Rpma 17 jj. jn d« Paudyks drukkgry.
-ocr page 305-291
Het uitmuntende marmer, dat tegenwoordig onder den Hattdal haam van Ferde antico-, het oude groene, bekend ^vanRomertknbsp;Werd , volgens Strabo, in den berg Taygeta, in het Ferde anivnbsp;Hndfchap van Lakonien, en, volgens Paufanias, by het*^®'nbsp;dorp Crocei gevonden. Het 1 hesfalifehe manner kwamnbsp;dit zeer naby. (*) Schoon dit foort van marmer zeernbsp;Zeldzaam is, kan men egter tafelbladen, vaazen, ennbsp;diefgelyken , ’er van te Romen koopen, die uit ver-fcheiden oude hoofdgeftellen en gebrokene zuilen, dier-gelyken men nog geduurig in den grond vindt, gezaagdnbsp;¦wordeOi Eene tafel van 6. palmi lang en 3. breed,nbsp;kofl: 25. fcudi, en zo naar evenredigheid der grootte.
JVIen vindt ook by de beenhouwers tafelbladen van allerlei grootte en gedaante van porfier en graniet^ ge-Jyk men tvih Zy worden ook uit oude brokken gemaakt;
Het Marmo Cipollino is wit met bonte vlakken. listCipollino, .laat zig laagswyze fpouwen, omtrent gelyk een uyen,nbsp;waarnaar het ook den naam draagt.
Het Porta -Santa heeft witte en roode vlakken. HetPorfa San* wordt dus genaamd naar de Porta Santa der Pieterskerk,
Welker poften en lyften van dit marmer zyn.
Het Marmo Bigio is loodkleurig met witte aderen, Bigiolt; en het Bigio Morato heeft een nog donkerder grond. Hetnbsp;Marmo Pidocebiojo beeft eenen afchverwigen grond, metnbsp;kleine wntagtige vlakken, die naar luizen gelyken, waarom het ook deezen naam draagt. Het Pavonazzetto isnbsp;wit met violette vlakken. Het Marmo Salino heeft ee-he witte kleur met heldere glanzige flippen, als zout-
kor-
Zie het werk van Mercati over de ol)?lwken, ea Carpophi*
1h« de nbsp;nbsp;nbsp;marmeribui,
¦! -1
-ocr page 306-292
Handel korrels. Het Karrarifch, en nog meer het oude Pa-
Van Romen, marmer, heeft dezelve eigenfchappen. lïzt Peco-reüa heeft witte en roode vlakken, zodanig doormalkan-der vermengd, dat het ’er uitziet als fchaapen wol. Schoon om de gelykheid te vinden ’er veel verbeeldingnbsp;by behoort, heeft zy cgter gelegenheid tot deeze benaa-niing gegeeven.
Graniet. Het graniet is nog harder dan 't marmer, en niet kalk-aartig gelyk dat, maar veeleer tot glas fmeltbaar. Het heeft witte , zwarte , en roode flippen , die digtnbsp;malkander ftaan, en eenen anderen grond, van cenenbsp;minder harde zelfflandigheid, hebben. Het fchoonfl?nbsp;graniet kwam eertyds uit Egipten , in den omtrek vannbsp;Syene. De pragt^ge obelisken, die tot op heden zyPnbsp;overgebleven, zyn allen van Egiptifch graniet, en eennbsp;bewys ynn de hardheid en duurzaamheid van dcezennbsp;fleen. Men vindt hem ook hier en daar in Italienlnbsp;dog hy wordt, uit hoofde zyner ongemeene hardheid»nbsp;niet gebroken nog., bewerkt.
¦ Porfier. Het porfier i's nog harder en koflbaarder dan het graniet, en als een groote keizelfteen aantezien. Het meE' llc porfier is rood met witte Hippen; egter vindt memnbsp;hoewel zelden , . ook groen en zwart porfier met witte Hippen , waarvan men op twee plaatfen te Romennbsp;voorbeelden heeft. Het regte porfier vond men eernbsp;tyds' in Egipten, Numidien, en Arabicn; (*) dog mequot;nbsp;weet tegenwoordig de plaats niet meer waar de gros*nbsp;ven geweeH zyn. Het porfier heeft fynder ennbsp;verbonden korrels dan het gemeene graniet, en fchyn^’
daarom van 't zelve foort, dog beter en harder te zy«-
(*1 Pli«. L. S. c. t*.
-ocr page 307-293
Het Bafalt is ook een zeldzaame fteen uit de Oudheid, Handel die zeer hoog gefchat wordt. Men vindt een taamlyk^^wRowstt-getal ftandbeelden, vooral Egiptifchen, te Romen vanSafali,nbsp;deezen fteen. De kleur is zeer donker, en valt bynanbsp;geheel in ’t zwarte. De korrels zyn fyn. Somtydsnbsp;treft^ men ’er ftukken van aan, die op de eene zydenbsp;Van graniet, op de andere van bafalt zyn , waaruitnbsp;optemaaken is, dat beide de foovten eenen gemeenennbsp;oorfprocg hebben, of van eenerlei zelfftandighcid zyn.
Volgens Plinius kwam hetbafalt uit de nabuurfchap van Theben in Opper Egipten. Eenigen zyn van ineening,nbsp;dat het bafalt door het vermengen van verfchillendcnbsp;ftoffen in brandende bergen ontftsan is. (1)
*¦. -I
De Traveitynfteen, Lapis Tiburtinus, is kalkaaitig, wit, naar ’t geele hellende, zeer hard, en bevat fchel-Trawrtyn1nbsp;pen. Sommigen denken, dat hy uit zwavelagtige ftoffen/^^^^1quot;nbsp;ontftaan is, alzo hy bewerkt wordende dikwyls eenennbsp;reuk van zwavel geeft. De groeven zyn aan den voetnbsp;des bergs waarop de ftad Tivoli ligt. In ’t begin is denbsp;fteen weeker, dog hoe langer hy in 'de lugt ligt, hoenbsp;harder hy wordt. Men heeft geen fchoonder fteen rondom Romen, om mede te bouwen, dan deezen. Plet
Co-
Dc Heer Desraarets heeft, volgens eene 'm de Paryfche Aka-demie voorgelezen verhandeling, in Auvergne eenen Heen het bafalt volkomen gelyk gevonden, en oordeelt, dat hy door 't vuur geformeerd is. Alzo het bafalt ligt in eene prismatifche figuurnbsp;kreekt, zo houdt die natuurkundige de groote prismatifche rot-fen op denzo genaamden B-euzen\vcg, rfe Gianti.Cam-xay, in ’tnbsp;lerfche Graaffdiap Antrim gt; niet voor een werk van mcnfchcnnbsp;handen, maar vermoedt, dat zy door do werking van cenen brandenden berg ontitaan zyn.
T 3
-ocr page 308-294-
Ilmdel Colifeo, het theater van Marcellus, de triomfboogen, vanRomen. alle oude tempels en nieuwe kerken, zyn ’er van gebouwd. Alzo hy in ’t begin week is, laat hy zig ge-maklyk bewerken, en vermits hy in groote ftukkennbsp;breekt, gaat het bouwen fchielyk voort, behalven nognbsp;dat hy de gebouwen ongemeen fterk maakt.nbsp;feperino.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Peperino is graauw of afchkleurig, niet fchoon, en
ook niet zo hard als de travertynfteen, alzo hy meer pooren heeft. Hy bezit dezelve eigenfchap als de travertynfteen, van naamlyk eerft gegraven zynde weekernbsp;te zyn, en door de lugt harder te worden. Hy heeftnbsp;bruine vlakken, en kleine glinfterende talkaartige deeltjes, geeft vuur tegens het ftaal, en heeft veel overeen-komft met de Lava der brandende bergen. (*) Men gebruikt hem te Romen aan veele aanzienlyke huizen, omnbsp;dat hy minder koftbaar is dan de travertynfteen.
Met een fooit van Lava, 't welk uit de groeven te S, Marino en Frafcati komt, bcftraat men de ftad Romen.nbsp;Egter haalt men ook veel fteenen van de Via Appia,, ennbsp;uit den omtrek van Capo di Bove, ’t welk maar tweonbsp;Italiaanfche mylen van de ftad af ligt.
De afchgraauwe fteen van Marino is gladder, en fyner van, korrel dan de witagtige. Men gebruikt hem veelnbsp;voor trappen en fchoorfteenmantels, en wwdt niet vernbsp;van de kleine rivier, die Marino van Monte Albanonbsp;fcheidt, boven Grotta Ferrata, gebroken.
Het groote riool, ter afvoering van de vuilniflen der ftad. Cloaca maxima, is van eenen witten fteen, metnbsp;fyne korrels gebouwd, die byPaleftrina gevonden wordt,
dog
{*) Deeze aanmerking maakt de Heer de la Cocdamire in do ^emuires de f Académie Roiale des Sdemes , armee lyj?.
-ocr page 309-295
{lt;
!1i
dog in fchoonheid niet komt by den Travertynfteen, en fJandel zig ook zo gemaklyk niet bewerken Iaat. Men wil, dmvanB-omen.nbsp;liy duurzaainer is, en daarom gebruikt men hem tot fondamenten van zwaare gebouwen. De Romeinen haddennbsp;het geluk in hunne nabuurfchap voonrefiyke Reenen tenbsp;Vinden, zo dat zy die niet met groote kollen van verrenbsp;behoefden te haaien. Hunne fteenen zyn hard, zo datnbsp;hunne gebouwen zeer lang in wezen konden blyven,
Tvaarby men de zorgvuldige bewerking van den kaik, en cene zagte lugtftreek doen moet. Ais men deeze voor^nbsp;deelen t’zamenvoegt, behoeft men zig niet te verwonde-len, dat, in weerwil van veele oorlogen en ovcrRroonbsp;iningen van vyandon, verfcheidenen van hunne geboii-v?en veel meer dan vyftienhonderd jaaren zyn in Handnbsp;gebleven. Egter moet men ook veel aan de zagtheid dernbsp;'ugtftreek toefchryven. Indien wy al de zelve fteenrfnnbsp;hadden, en wy den kalk even zo zorgvuldig toem.aakten,
gt;elyk Vitruvius wil dat men doen zal, hebben dog de langduurige winters, de fneeuw, deafwiiTelingvanflren-ge hette en koude, door de langte des tyds, hunnen invloed zelfs op de llevigfte gebouwen, ’t weik die dernbsp;Romeinen, of in ’t geheel niet, of maar in eenen ge-tingeren graad hebben te verduuren.
Om dien duurzaamen kalk te vervaardigen wordt de Puzzolam^ Piizzolana gebruikt, van de welke Vitruvius niet zondernbsp;grond zo veel ophefs maakt. Zy is een foorp van fyke keizels of van zand, dat niet ver van Romen ge-''onden wordt, en even zo goed is, als die men bynbsp;fuzzuolo digt by Napels heeft, naar tvelke plaats zynbsp;genoemd w’ordt. Als deeze Rof met kalk vermengd,nbsp;cn naar behooren door gearbeid wordt, ontflaat ’ernbsp;een ciment uit, dat zig ZQ vafl met de fleenen ver-
T 4 nbsp;nbsp;nbsp;bindt.
-ocr page 310-Ilardel bindt, dat het geheele gebouw een rots fchynt te zyn, ysn Rumen, gjj afbreeken verfchrikkelyke moeite koft. Mennbsp;bedient zig nog te Romen van ’t met Puzzolana vermengde ciment; dog alzo men zo veel werk niet maaktnbsp;van ’t bewerken deszelven, en kollen zoekt te fpaarcn,nbsp;wordt het ook zo duurzaam niet, als dat ’t welk mennbsp;aan de gebouwen der Ouden aantreft.
Eene byzondere aanmerking voor de lieflrebbers der natuui'lyke hiftorie is , dat men op eene diepte van 6o.nbsp;tot 8o- voet, waar de Puzzolana ophoudt, overblyffelsnbsp;van dieren in de aarde vindt, gelyk men op Monte Mario fchelpen aantreft, en anders nergens omftreeks Romen. Veelligt is deeze berg ontftaan, of door het vuurnbsp;pm hoog geheven, na dat alle de anderen uitgebrandnbsp;waren; Wat hier van zy, de Puzzolana vertoont nognbsp;blyken, dat ’er vuurbraakende bergen in deeze llreek ge-'weefl: zyn, en inisfchien zyn het de uitgebrande deelen,nbsp;welken het ciment die ongemeene hardheid geeven. (?)
VAN DEN STAAT DER WEETENSCIIAPPEN, EN KONSTEN TE ROMEN.
Weden- Romen is in de meeftc opzigten de voornaamfte Rad fri'appen ett.yjjj italien ; ook verdient zy in aanzien der weeten-RmJn. 1^fehappen en het aantal van geleerden, die daar woo-nen, den voorrang boven alle anderen. Daar zyn ’ernbsp;wel veelen onder, die zig op de kerklyke hiRorie hebben
toe-
Doélor Sarpi heeft den heet La Lande puimfteenen getoond, die in de nabuurfchap van St. Paulus buiten de ftad gevonden worden, waaruit ook waarfchynlyk wordt, dat eertyds in den omtreknbsp;van Romen vuurbraakende bergen geweeft zyn.
-ocr page 311-297
toegelegd, of alleen godgeleerden zyn, welke weeten Westen-fchappen in Italien en in de Roomfche kerk van grooter febapl'cn en nut zyn dan by ons. Daar zyn ’er cgter ook, die eenenbsp;tiitgebrQide kennis, zo wel in de hooge, als in defchoo-«e weetenfchappen bezitten. Wy zullen die geenen,
'velken nog tc Romen woonagtig en de bekendilen zyn , naar order van het a. ‘ b. c. opgeeven, en eeni-gen van hunne fchriften aanwyzen.
De Graaf Jakob Acami is een geleerd oudheidkenner.
De Jefuiet Alticozzi heeft een tiittrekfel uit de werken van i\uguftinus gegeven. Schoon de Kardinaal Alexander Albani niets heeft doen drukken, hoort hy cgter onder de grootfte kenders der oudheden, waarvan zynenbsp;teet veel verftands aangelegde gallery van oudhedennbsp;een bewys is. De befcherming en vriendfehap, welkenbsp;hy den te vroeg der geleerde wereld afgellorvciicnnbsp;Winkelman verleend heeft, ftrekt hem ter cere, ennbsp;toont dat hy de waare geleerdheid te fchatten weet.
De Jefuiet Antonius Maria'Aiiibrogi heeft verfcheiden dingen, tot de fchoone weetenfchappen betveklyk, uitgegeven , en eene gelukkige vertaaling van Virgilius gemaakt. Van den Kardinaal Nikoiaas Antonelii hebbennbsp;Wy eene uitgaaf van de werken des h. Jacobus vannbsp;Nifibis in Mefopotamien. De Jefuiet Jofef Afelcpi,nbsp;een bekwaam ftarrenkundige, is de opvolger van dennbsp;vermaarden Pater Bascovich als Profeflbr in deMatheflsnbsp;in ’t Collegio Roinano. Daar zyn te Romen drie Pre-laaten, allen Affemanni genoemd, en zig in de Oofter-fche taaien en kerklykc oudheden bekend gemaakt hebben. De eene , Jofef Evodius , welke de Oojlerfcbenbsp;bibliotheek heeft uitgegeven, is voor cenigen tyd overleden. Dc twee anderen heeten Jofef Lodcwyk, en Jofefnbsp;T Snbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Simon.
-ocr page 312-KonfieH Rmn^n,
Weeten- Simon. De bibliothecarius van het kloofter alia Minerquot; Jcbnppm en va, Joannes Baptifta Auditredi, bezit veele tot zyn poftnbsp;^gevorderde kund:gheden, en is buiten dat een goed ftar-renkundige.
Antonio Benedetti, een Jefuiet, heeft aanmerkingen over Plautus , Latynfche vaarzen , en ook iets overnbsp;de oudheden uitgegeven. Hy be/.it een kabinet vannbsp;penningen. De Prelaat Joannes Bottari heeft zig aan denbsp;fchoone konften verdiend gemaakt. Wy hebben vannbsp;hem de befchryving der antieken in de verzamelingnbsp;van ’t Kapitool in drie folianten , onder den titel ilnbsp;Mufeo Capitolina; eene nieuwe uitgaaf van de leevens-befchryvingen der fchilders van Vafari in drie grootenbsp;deelen in quarto met aanmerkingen, waarin Vafari opnbsp;veele plaatfen verbeterd wordt; zamenfpraaken over denbsp;fchilderkonft, in oftavo, en een werk over de werktuigen en uitvindingen van Zabaglia. Philippus Buonamicinbsp;heeft eenige hiftoriefche fchriften in den fchoonften La-tynfchen ftyl uitgegeven, gelyk zyn, voor eenige jaarennbsp;geftorven broeder, Caftruccio Buonamici , de hiftorionbsp;van den oorlog by Velletri in eenen even fraayen ftylnbsp;befchreven heeft,
Jofef Catalan!, yan de order dell Oratorio, heeft over de liturgie en keiklyke oudheden gefchreven. Van denbsp;twee Jefuieten Julius Ctel'ar Cordara, die even zo welnbsp;in ’t Latyn ais in ’t Italiaanfch fchryft, en Raimundnbsp;Cunich, heeft men aartige gedigten, fatires, en kleinenbsp;werkjes tot de fraaye weetenfehappen betreklyk. Eennbsp;paar anderen van dezelve order zyn ook fchryvers ge*nbsp;ivorden , naamiyk Fabius Danzella over de kerklykenbsp;oudheden, en jan Baptift Le Fevre over de elektriciteit,
' nbsp;nbsp;nbsp;D?
-ocr page 313-299
De Abc Petrus Francifcus Foggini, de Benediktyner^ï^^ff^;,, Petrus Ludovicus Galletti, en de Prelaat Jofephus Qa-fchappen ennbsp;rampi, zyn drie geleerde oudheidkundigen. Denbsp;laat Michael Angelo Giacomelli wordt voor den kun-digften in ’t Griekfch gehouden, en bezit eene uitgebreide oudheidkundige -geleerdheid, zonder veel ge-fchreeven te hebben. Egter heeft hy een paar treur*nbsp;fpeelen van Sophocles , en de Griekfche roman glinbsp;Anori di Cberea e di CaUirrboe, zonder zyn naara ’crnbsp;voortezetten, zeer gelukkig en fierlyk in ’t,Italiaanfchnbsp;vertaald. Vader Francifcus Jacquier is wel een Franfch-nian van geboorte, dog wegens zyn lapg veiblyf te Romen als een inboorling aantezien. Hy behoort ondernbsp;de befte wiskundigen van onzen tyd, en heeft zig inzonderheid door een voortreflyken en diepzinnigennbsp;Commentarius over Newtons PrincipiaMatbeniaUca, diannbsp;hy met den even zo geleerden Le Sueur heeft ge-fchrev'en , en door andere werken, in do wereld fae-,nbsp;kend gemaakt.
Hieronymus Lagomarfini, een Jefuiet, is zeer ver ia de oude klasfifche literatuur, en wordt voor den beften Latinift van Romen gehouden. Hy arbeidt federtnbsp;Verfcheiden jaaren aan eene volledige uitgaaf van dcnbsp;Werken van Cicero, met oordeelkundige aanmerkingen,nbsp;en heeft reeds verfcheiden ftukken door den druk gemeen gemaakt. Doflor Lapi heeit over de vuurbraa-kende bergen, en de lugtftieek van Romen gefchreven.
Van den Dominikaan Thomas Mamachi heeft men een geleerd werk over de Chriftelyke oudheden, onderdennbsp;titel van Otigines Cbtifiinne.
Jofef Mazzolari, een Jefuiet, gaf in ’t jaar 1169, een voortreflyk Latynfch leerftellig gedigt over de elekr
tri-
-ocr page 314-Westen- triniteit uit, onder den titel van Jofephi Mariani ParthS' Jchappen ennii Eleüricorum libri VII. Romce, in oftavo. Ook heeft
Konflen te^ einiee ftukken tot de Latynfche letterkunde betrek-Romen. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
lyk doen druirken. Een ander van dezelve order, genaamd Noceti, heeft insgelyks de digtkonft op de natuurkunde toegepaft , en twee digtftukken, het eene over ’t noorderligt, en het ander over den regenboognbsp;gemaakt, waarby Vader Boscovich nooten gevoegd heeft.nbsp;Nog een andere Jefuiet, met naame Oderico, is een geleerd oudheidkundige.
De Abt Michael Jofef Morei is een digter, en fe-kretaris der Arkadifche herders. Men heeft van hem de hiftorie dier Akadeinie, Memorie iftoricbe deli'Adu-nanza degli -^rcadi 1761. in duodecimo.
Piraneli is ook aan geene zyde de Alpes vermaard. Wy ftellen hem in aanzien zyner fchriften onder denbsp;geleerden, fchoon hy eigenlyk een architekt, en vooral een groot plaatfnyder is. Hy laat wel gemeenlyk dennbsp;text tot zyne plaaten behoorende door anderen, dognbsp;heeft 'er zo veel deel aan, dat hy, ais een man vannbsp;eene ryke verbeelding, zyne gedagten en ftoute vermoe-
dens opgeeft, en die anderen laat bearbeiden. Alle zyne fchriften hebben het gebrek, dat ’er te veel ver-onderftellingen in heerfchen. Hy ziet dikwyls dingennbsp;in de ruinen, welken anders geen menfeh ’er in ziet.nbsp;Zyn grootlle en befte werk is Le.Anticbiuï diRoma, viernbsp;deelen in folio. In de anderen, als dat over ’t CampOnbsp;Marzo, en dat over de oudheden te Cora, Albano, enz-zyn al te veel gisfingen, en met veele woorden wordtnbsp;weinig gezegd. Zyne meefterlyke gezigten zyn in ’t begin van het voorige Deel, en zyn andere werken opnbsp;hunne regte plaatfcn aangeweezen.
pizzi
Pizzi en Lodewyk Prcti, twee Abten, goede ^iS'lVeeten-ters. Vader Pozzi is ver in de letterkunde, die hem als /chippen en opzigter der Keizerlyke bibliotheek wei te pas komt.
Hy heeft de italiaanfehe letterkunde tegens de aanvallen des Heeren de Laire verdedigd. De Jefuiet Rezzoniconbsp;is thans de vermaardfte prediker te Rpmen. Behalvennbsp;hem zyn ’er nog eenige voornaame predikers, b. v. denbsp;Vaders Venini, Scafa, en Vannini; dog zy hebben gee-ne vafte Randplaats, maar houden zig nu hier dannbsp;daar op.
De Prelaat Benediclus Stay, Sekretaris van de Latyn-fche brieven des Rooinfchen hofs, heeft een voortreflyfc Latynfch leerftellig gedigt over de Newtonaanfche Filo-fofie, in verfcheiden boeken, gefchreven, ’t welk tennbsp;tweedenmaalc, met fchoone aanmerkingen van Vadernbsp;Boscovieb, in ’t ligt gekomen is. Van den geleerdennbsp;wiskundigen, Vader Le Sueur, is reeds boven, toMinbsp;wy van de met nooien-voorziene uitgaaf van Vader,nbsp;Jacquier's wiskundige werken van Newton fpraken, gewag gemaakt.
, De Commandeur Vettori is een geleerd oudheidkenner. De Jefuiet Gregorius Land! Vittorio heeft in ’t jaar 1769. in twee deelen in octavo een werk uitgegeven , getiteld, Injlitutiones pMloJopbka carminibut explicate, ^ anmtadonibus illuftratis, Ubri XIL Dit wys-geerige gedigt wordt voor de gegrondheid en den zuiveren ftyl het gemelde werk van den Abt Stay gelyk gefield. Een andere Jefuiet, genaamd Zamagna, heeftnbsp;insgelyks zeer fierlyko Latynfche digtftukken in ’t ligtnbsp;:gebragt.
De bekwaamde thans Icsvende geneesbeeren te Romen zyn Salicetti, Baffani, Genanefchi, Tonchi, Bonelli,
Za.
f.
ioi
IVeetsn-fcbappen en Konflen tenbsp;Romen.
Zanettini, en anderen. De meeft geliefde digters zyfl de bovengedagte Abt Pizzi, fekretaris van den Kardinaalnbsp;Colonna, Golte, die in dienfl: is van den KardinaalRez-zonico, Gavazzi, fekretaris des Kardinaals Galli, ennbsp;Petrofelini, die ’t ampt van Buzzolante van ’t Pauslykonbsp;Paleis bekleedt, en ook tot de Improvifatori, of digtersnbsp;voor de viiiil, behoort. De Romeinen rekenen den beroemden Metafiafio ook onder hunne digters, dog hy isnbsp;eigenlyk eenigc mylen van de ftad * en wel te Frafcatinbsp;geboren, en houdt zig federt cenige jaaren aan ’t Weenernbsp;hof op,
Akade7nien te Romen.
Wy hebben in de befchryving van Florenzen aangemerkt, dat de Italiaanfche digtkunft inXoskanen opgekomen is, en het eerft Dante, Patrarca, en Bocacio voortge*nbsp;bragt heeft. Zy verhuisde welhaaft naar Romen. waarnbsp;haar ter eere naderhand vermaarde akademien werden op-gcrigt.
llumori/li. De Akademie der Humorijli ontftond by geval ter gelegenheid der bruiloft eens Romeinfchen edelmans, met naame Mancini, wanneer eenige lieden van geeft over
tafel kleine vaarzen en klinkdigten maakten. Dat tyd-
verdryf geviel hun, en zy bellooten dikwyls op dis V7S by malkandei te komen , en met digten den tydnbsp;te korten. Daaruit ontftond een gezelfchap van digters, die zig, overeenkomftig met hun oogmerk,nbsp;fjumori, en naderhand Humorijli noemden. Hun deviesnbsp;quot;was eene uit zout zeewater ontftaane wolk, die in ee-nen fynen en zagten regen nederftort, met de fpreuk uitnbsp;¦ Lucretius , Redit agmine duld.
Imperfetti.
De Akademie der Infecondi werd in ’t jaar i6i3. Romen, onder den mamdeï [mperfetti, opgerigt. Zyhiel^^nbsp;zig bezig met geelilyke vaarzen te maaken, en was
veel-
-ocr page 317-3C3
veeleer eene mie.
geefliykc broederfchap dan eene akade-fFi-efen-iiv. nbsp;nbsp;nbsp;J'cbnppen en
Dc akadeinie der Arkadiers is eene van,devennaardften^gj,^^[* van Italien, en de befte van allen, die de digtkunde tennbsp;oogmerk hebben. Zy heeft veel toegebragt tot de ziii*
Verheid der zelve, en is tot heden toe ftaande gebleven,
JVIen heeft zo veel over de Arkadifche herders gefchre-ven, dat het der moeite waard is, zig daar een weinig langer by optebouden.
De naam deezer inaatfchappyenhaaroorfprongisuitde ¦rvcreld der herders ontleend. Het Griekfche iandfchapnbsp;Van Arkadien was ecrtyds wegens zyne fchocne landsdouwen, onder de zagtfte iugtftreek gelegen, en de tal-•fykheid zyner kudden beroemd. Men verbeeldde zig hetnbsp;Leven dier inenfchen als zeer gelukkig, piifchuldig, ennbsp;Vergenoegd; hunne liederen en muziek waren natuurlyknbsp;on teder. De oude digters in.aaken ’er de bekooriykilenbsp;befchryvingen van. De nieuwe digters, die het Arkadifchnbsp;genootfehap fligteden, namen de Arkadiers tot een voorbeeld , ’t welk des te meer noodzaaklyk 'was, om dat denbsp;eenvouwdige en natuurlyke digtkonft van 5annazarius,
TalTo, en Bembo, uit de mode raakte, en de digters van dien tyd, begeerende iets nieuws te geeven, begonnen totnbsp;Opgeblazenheid en fpitsvindige tegenftellingen te vervallen , waartoe Marino gelegenheid gegeven had.
Toen Koningin Chriftina om het jaar 1058. te Romen ^wam, verzamelden zig rondom haar de fraaye geeften,
'''aaronder de bekende digters Alexander Guidi en Berngard Menzini waren. Deeze bleef by eenen natuurlyken te gelyk aangenaainen ftyl, de ander liet zig door zyiinbsp;^^evendig genie, en door de mode van opgeblazen tenbsp;^yn, wegrukken, dog keurde naderhand zyn gedrag zelf
af-
-ocr page 318-Weeten- af- In opzigt tot de Lat7nfche digtkonft had de Koningin Jchnppen e?Jden Abt Capellani en den Jefuiet Carrara, die een hehnbsp;^imen^ ^'^dendigt, Cohmhus genaamd, in ttvaalf boeken gefebre-ven had, tot haar gezelfchap verkoren. Om den zelvennbsp;tyd formeerde een zekere Regtsgoleerde, Leonio, dienbsp;een vriend van eene zuivere en natuuriyke digtkonft was,nbsp;en zynen fmaak naar Iret voorbeeld der ouden geformeerdnbsp;had, een gezelfchap van jonge lieden van genie, die desnbsp;avonds in afgelegen oorden te Romen t’zamenkwamen *nbsp;of in ’t veld wandelen gingen. De Koningin wilde datnbsp;gezelfchap gaarn met hethaare vereenigen, dog overleednbsp;gedunrende de onderhandeling, welke Guidi op zig genomen had. Ondertusfehen gingen de byeenkomften vannbsp;Leonio voort , zy werden taliyker, en bekwaamennbsp;ftceds meerder aanziens. Men zag, dat de goede fmaaknbsp;daardoor onderhonden en bevorderd zou worden.
Eenen dag dat’dit gezelfchap in ’t jaar 1690. agter den Engelenburgt. aan den Tiber Vergaderd was, werd een te^nbsp;der herdersgedigt voorgeleezen, en een der medeledennbsp;riep uit, dat hy meende in ’t oude Arkadien overgebragtnbsp;te zyn. Dit denkbeeld trof Cresciinbeni, (*) en hcinnbsp;viel in, het gezelfchap in eene akademie, onder den naainnbsp;van de Aikadifche herders, Pafiori Jrcadi, te veranderen. Leonio vond den voorflag goed; zy ontwierpei^nbsp;cenige wetten, en droegen aan hetgezelfchap den 5. ofto-ber 1690. .het geheele ontwerp voor. 'De leden, wi^Inbsp;getal toen veertien was, betuigden ’er hun genoegennbsp;over, en ieder naam een herders naam aan. Crefdinhej
S05
ui werd de opperfte herder van dit gezclfchap, ond^cx Weelenden titel van Culiode dell’ Arcadia. De plaats waar zy t'fibappen en ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r. T, /-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Konjlen ti
zaïnen kwamen noemden zy Bosco Parrajio, naar
plaats uit het oude Griekenland. Sedert hebben zy dia naar verfcheiden plaatfen verlegd, tot dat Koning Joan--nes V. van Portugal voor hun de tegenwoordige verga^nbsp;derplaats op Monte Gianiculo koft, welke wy by de dertiende wyk hebben aangewezen.
i\
De hoofdregel deezer Arkadifche herders was, altyd by de natuur te blyven, en den eenv^ouwdigen ftyl, waarin de oude 20 mecfterlyke modellen uitleveren, te behouden. Alleng?kens werden de wetten in order gebragt,nbsp;cn op de wys van de Wet der twaalf tafelen gefchikt.
In ’t jaar 169Ö. werden zy in den Farncfifchcn tuin, in tegenwoordigheid des flertogs van Parma, die den her-derlyken naam van Carijie voerde, gepubliceerd, en innbsp;fflarmer gehouwen. (*) Het wapen der Akademie is eennbsp;fluit met zeven pypen, Siringua, naar de fabel v-an denbsp;Syrinx, genaamd. Gelyk de Sekretaris van de herdersnbsp;Cujlode genoemd werd, zo wnerd de archievenkamer dernbsp;Akademie Serbatoio genoemd. Crefcimbeni was Sekretaris of Cuftodc van 't genootfehap tot in ’t jaar 1728. ennbsp;in 1743- werd het Morei, onder den herderlyken naamnbsp;van Mireo, en hy is'het die de hiftorie der Arkadiersnbsp;heeft in het ligt gegeven.
De roem der Akademie nam geftadigtoe, en men vond Gene menigte menfehen die wenfchten ’er leden van tenbsp;Worden. Daar wierden zo veel uitgezogte ftukken in
haare
(#) Men vindc de wetten gt; en een breedvoerig berigc van dc Ar-kadifche Akademie in Mottl Memorie jjiorishe dell* nbsp;nbsp;nbsp;de^fi
Arcadi ^ Roma 1761,
IV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;V
-ocr page 320-Weetsn- haare vergaderingen gelezen, dat Manfredi, die even ztgt; fcbappsnnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eg]] digter als ftarrenkiindige v/as, befloot, de be-
Romen. nbsp;nbsp;nbsp;uittegeeven. Het eerfte deel ver-
fcheen in 1708. en federt zyn van tyd tot tyd nog over de twintig deelcn van digtftukken iiitgekomcn. Verfchei-den verzamelingen zyh'afzonderlyk gedrukt, en fommigenbsp;leden hebben hunne digtftukken onder hunne herder-lyke naamen uitgegeven. De leevcnsbefchryvingcnnbsp;der voornaamfte medeleden zyn op zig zelven uit-gekomen , en op meer dan zeventig van hun vindtnbsp;men in ’t Bosco Parrafio graffchriften, in den ftyl dernbsp;opfchriften. De jaargctallen zyn daar by Olympiades-gerekend. DcArkadiers hebben omtrent zedig koloniënnbsp;of kleine akademien in andere fteden van Italien aangelegd.
De voormaaüge roem der Arkadiers is thans zeer gedaald. Zy komen niet mCer t’zamen dan om nieuwe leden aanteneemen. Hoe het daar toegaat is in dc Inleiding van het eerfte Deel gezegd. De menigte der leden maakt, dat het niet veel eer is een lid te zyn. Iedernbsp;kan tegenwoordig lid worden, als hy eenige diikaaten
wil fpendeeren, Mên befchuldigt den Cuftode, dat hy handel met de aanftellingsbrieven.dryft. Inzonderheidnbsp;is hy omtrent vreemdelingen, welken die eer begeeren,nbsp;zeer gedienftig, al verdaan zy zelfs geen Italiaanfch klink-digc, gezwegen, dat zy ’er zouden weeten te maaken,nbsp;gelyk het oogmerk by de oprigting was.
Lincei. nbsp;nbsp;nbsp;begin der zeventiende eeuw wmrd, onder de
befcherming van den Prins Frederik Cefi, dc Akademie der Lincei opgerigt, welke dien naam van den lofch ontleende, alzo Zy met fcherpe oogen de natuurlyke hiftO'nbsp;rie wilde onderzoèken. Zy was in zulk een aanzien»
dat de beroemde Galilei zig altyd als een lid derzelvé ondertekende. Schoon de oudheden, de digtkunft,nbsp;de kerklyke gefchiedenis van oudslier de hoofdftudien^””|^^”nbsp;der Romeinen zyn geweeft, hebben zy egter in anderenbsp;Weetenfchappcn, vooral in de gefchiedkunde, de rratuur-lyke hiftorie, en wiskonlt, mannen van den eerften rangnbsp;kunnen aanwyzen i waarvan wy maar alleen Paulus Jo-vius, Donati, Lancifi , Baglivi, Bianchini, Clavius,nbsp;enz. willen noemen.
Een groot genie in zyn foort heeft Romen in deeze èeuw in Nikolaas Zabaglia, eenen der eeifte werktuigkundigen die ooit geleefd hebben, voortgebraagt. Hynbsp;had nog gefludeerd, nog eenige beginfek der wiskundenbsp;gelegd, en kon naauwlyks fchryven; des niettemin hielpnbsp;hem zyn beoeifenend vernuft werktuigen van eene ve§Inbsp;ligtere en eenvouwdiger zamenftelling, dan die tot diennbsp;tyd toe gebruikt waren, uitdenken, waarop debekwaamftenbsp;tverktuigkundigen, met hunne geheele theorie niet gevallen waren. Zyn graffchrift hebben wy by de kerk vannbsp;Maria Tranfpontina in ,de veertiende wyk van Romennbsp;aangewezen, en van zyne uitvindingen reeds iets by denbsp;Pieterskerk gewaagd. (*) Zabaglia kon, gelyk gezegd
is.
De Graaf dc C.aylus zegt met reden van hem in de MémeU Yes de VAcadémie desnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, dar geen der werktuigkundigen en
bouwmeeftcis den ouden, ten aantjen der eenvouwdigheid der werktuigen, zo naby gekomen is ais Zabaglia. Het volgende voorbeeld kan een bewys zyn, boe ligt zyne invallen ter uitvoering te ftellennbsp;'Varen, hoewel men ’er ook te gelyk uit zien zal, dat veele dingen,nbsp;door gemaklyke middelen zyn uittevoeren, v.'aar men zig grootcnbsp;Zwaarigheden vootftelt. Mcn had vooi eene zekere kerk een marmeren .ftandbeeld gemaakt, dat te hoog was om door de deur inge-ktagt te worden. Verfebeiden bouwmeeiters wilden een groot gatnbsp;V 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;boven
-ocr page 322-Konden te Romen.
Wieten- is, zelf niet fchryven, waarom de Prelaat Bottari der fc appen ew^yereld den dienft gedaan heeft, van zyne uitvindingen in
een werk in folio uittegeeven, (?) waarin men treflyke uitvindingen, niet zo zeer ten opzigte van konftrykenbsp;zamenftelling, als van eenvouwdigheid aantreft. Ee-nige in dat werk opgegevene en Zabaglia toegefchrevenenbsp;uitvindingen, b. v. de fteliadien die Vanvitelli voor denbsp;tribune der Pieterskerk inaaken deed, hebben de uitvinders niet voor ’t werk van Zabaglia willen laaten doorgaan, maar door wederleggingsfchriften zig toegeëigend.
Men heeft verfcheiden ligte werktuigen, die raeeft van Zabaglia’s vinding, of ten minlten doorhem verbeterd zyn; b. v. ladders , welken men naar gevallennbsp;lang en kort kan maaken, eene gemaklyke wys om tabaknbsp;te rafpen, een werktuig om de plaats te vinden waar denbsp;pypen in de pompen befchadigd zyn, insgelyks een ander, om iets ’t welk in een put of rivier gevallen is ’ernbsp;uittehaalen , werktuigen om knoopen te maaken, omnbsp;ovaale dingen te draaijen; een korf om vifch te vangen,
een
boven de deur maaken, waardoor bet beeldwerk en de gewelfde boog veel zou geleden hebben, gezwegen dat het veel zou hebbennbsp;gekoft. Men vroeg Zabaglia om raad, en hy nam aan, het beeldnbsp;voor het vierde gedeelte der koften binnen te brengen. De anderennbsp;lachten hem uit. Dog hy hield zyn woord, en floot ’er een over-eenkomft omtrent met de opzigters der kerk. Wat deed hy nu ?nbsp;Het eenvouwdigfte dat hy doen konde, maar waarom niemant ge-dagt had. Hy deed den drempel en een paar treeden wegneemen;nbsp;daardoor kreeg de deur de bekwaame hoogte, het beeld werd ge-maklyk binnen gebragt, en de anderen ftonden belchaamd, dat zynbsp;zelven nier zo vsrftandig geweeft waren.
NicoUi Zabaglia Contlgnationes Pontes^ Ront/t 1743* nlCt plaaten, in ’t Latyn en italiaanfeh.
-ocr page 323-309
een kar om door middel van osfen aarde en zand te \er-Weeten-
voeren, en in de keuken der Ausuftynen een fpitdraa-/'^*’quot;?;,’''”
, nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kf'ften ts
yer, die door het water gedreven wordt, nevens
ketel, die aanwyft wanneer het water te fterk kookt, of
Wanneer hy te vol is.
Het is zonderling, dat de Romeinen, die anders kon-ftenaars in allerlei dingen hebben, in ’t maaken van uur-wyzers gantfeh niet gelukkig zyn. De goede horlogies in de paleizen zyn byna allen Franfchen , en als zynbsp;wat zamengefteld zyn, vindt men zelfs niemant die zenbsp;herftellen konne. Naauwlyks is ’er ieinant die bekwaamnbsp;is voor de zakhorlogies , uitgenomen eenigen die vannbsp;Geneve komen.
Ten opzigte der fchoone konften is Romen altyd als het middelpunt derzelven aantezien. Raphael, de fljg-,nbsp;ter der Roomfche fchool, is wel van Urbino afkomftig,nbsp;maar genoeg andere meelfers, als Julio Romano, Andrea Sacchi, Domenico Feti, Giro Ferri, Brandi, Lau.nbsp;ri, en anderen zyn te Romen geboren. En hoe veelnbsp;groote meefters, als Michael Angelo, Guido, Domeni-chino, Guercino, Caracci, hebben zig hier geformeerd,nbsp;en eenen onfterflyken naam door hunne werken gemaakt.
De fchilderkonft is na ’t affterven van Karei Maratti zeer vervallen. Wy hebben onze gedagten daarover in denbsp;Inleiding des eerften Deels gezegd. De eenigeRomein,nbsp;die tegenwoordig buiten de ftad eeu grooten naam beeftnbsp;is Pompeo Battoni, (*) fchoon hy niet komt by dennbsp;Saxifchen meefter Raphael Mengs. Hy doet zig zeernbsp;duur betaalen. Na kem volgen in vermaardheid Collan-
zi,
{*) Hy neemt voor een portrait 50. en aU het leevensgroottC; van
hoofd tot dc voeten is gt; 100, dukaaten.
V 3
-ocr page 324-310
Konjien te Romen.
Weeten- zï, Corbi, Puzzi, en Monaldini, een fchilder van ^¦S«.”quot;!l'agt;nbochades. (*)
De beeldhouwkonfl is byna in nog grooter verval. Ca-vacepi is zeer bekwaam in ’t herftellen van antieken; wy hebben reeds tweemaal van hem gewag gemaakt. Bracdnbsp;en Valle worden voor de befte tegenwoordige meeftersnbsp;gehouden. Het gebrek van eigen konftenaars dwingt denbsp;Romeinen toevlugt tot vreemden teneemen. Een zekerenbsp;Franfchman, Guiard, die byna twintig jaar te Romennbsp;gewoond heeft, ftaat in groot aanzien.
De graaveerkonft kan, na den dood des voortreflyken Freys, ook geenen grooten meefter toonen. De zoonnbsp;van den ouden Frey heeft de konft, waarin hy een gelukkig begin gemaakt had, geheel laaten vaaren, en leeftnbsp;van ’t verknopen van de plaaten zyns vaders, die ge-deeltelyk zeer afgedrukt beginnen te worden. Piraneflnbsp;is eigenlyk een architekt; wy hebben boven zyne trefly-ke manier van etfcn meermaalen geJagt, en van hemnbsp;inzonderheid by de lyft der geleerden gefproken. Denbsp;manier van deezen konftenaar is zo v'oortreflyk en fchil-deragtig, dat men hem voor de gezigten altyd als eennbsp;grooten meefter moet aanzien. Clerisfeau is eigenlyk oo.knbsp;een architekt; hy onthoudt zigfedert twintig jaarcn te Romen ; en wy hebben zyne fchoone reeks van Roomfche oudheden inetgezigten in de Inleiding van Romen aangewezen.
Sedert Vanvitelli, een inderdaad grootman, die zig door de kleinigheden der laateren niet verblinden liet,nbsp;maar den edelen fmaak der ouden volgde, als architekt
des
(*) Zie bl. 49. van de Inleiding dc5 eerden Deels. Daar zyn zelis eenige goede Franfcbe fchllders, die thans te Romen woonen,nbsp;opgegeven, waatby me» nog Volaire, eenen leerling van Vernet,nbsp;voegen kan.
-ocr page 325-311
(ics Konings liaarNapels vertrokken is, vindt men teRo-iVeeten. jnen niet een bouwmeefter van naam. Het eenige gebouw ƒlt;¦nbsp;van gewigt, dat federtveclejaaren is gebouwd, is denbsp;Albani. De groofe familien hebben aanzienlyke palei,nbsp;zen, de lyke kerken zyn meeft al reeds volbouwd, ennbsp;de armen hebben geen geld pm te bouwen, of zy wag-ten tot dat ’er, milde harten zig openen, die denken zignbsp;daardoor een trap naar den hemel te bouwen. Het fcbyntnbsp;dat die yver hedendaags zeer afneemt, ten miuften fe-dert dertig jaaren en meer zyn geene nieuwe kerken vannbsp;cenig aanzien gebouwd. Ondertusfehen vindt men tenbsp;Romen zo fchoone en zo goedkoops bouwfioifen, dafnbsp;men voor de helft van de kollen als op andere plaatlennbsp;bouwen kan. Wy hebben reeds op een andere plaatsnbsp;gezegd, dat de Italiaanen in hun bouwen racer op denbsp;uiterlyke grootte en pragt zien dan op eene goede ver-deeling. Dit ontdekt men vooral aan de Roomfche paleizen. Men ziet dikwyls tien, twaalf, of meer vertrekken, of liever zaaleq op eene ry, dog het ontbreektnbsp;egter aan kamers, deuren van gemeenfehap, gangen, kabinetten , al ’t welk zo veel tot het gemak van een huisnbsp;toebrengt. De Italiaanen fchynen evenwel in dit opzigtnbsp;een weinig van hunne oude manier van bouwen aftegaan, •nbsp;want het Paleis Corfini, een der laatfle gebouwen vannbsp;gewigt, heeft daarin veel boven de ouden vooruit.
Te Romen vindt men eenige goede graveerdets in Heen. Graveer-De voornaamften zyn Scarletto enPichler, eenDuitfeher.^^*^ *'* •De gefneden lleenen inaaken een foort van kleinen han-^^^**’nbsp;del te Romen uit. Menige nieuw gefneeden fteen wordtnbsp;door de antiquarii en opkoojrers, aan aailken die geenenbsp;regte kenners zyn, voor antiek verkoft, De Engelfchennbsp;laaten yeele oude fteenen kopieerenj en alzo het demo-
V 4 nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 326-312
fFeeten-
Jchappen
Kmjlen
Jiomsn.
de is, een antiek op den ring te draagen, 20 verfchaft
hun dit werk eenigen aftrek. te
grootllen meefter in deeze konft gehouden. (*)
Pichler wordt voor den
kopieert niet alleen camées , of verheven gefneden fteenen , maar ook holgefneedenen. Ook fnydt hynbsp;poitraiten, als men het begeert, en neemt 13. of 20.nbsp;dukaaten voor het ftuk.
Een Duitfeher, Chriftiano genoemd, maakt afdrukken van oude fleenen in gips en zwavel. Zyne geheelenbsp;verzameling bedraagt omtrent vyftienhonderd Hukken,nbsp;die door malkander gerekend elk een paolo koften. Ditnbsp;maakt de duizend omtrent 50. dukaaten, gevo'glyk zynnbsp;zy nog eens zo duur ais de fchoone afdrukken vannbsp;Lippert te Dresden , welken die konftenaar met zonbsp;veel vlyt en order verzameld heeft, gezwegen dat denbsp;Hof der Lippertfchen van betere zamenftelling en langer duurzaamheid is dan de zwavelkoeken, welken mennbsp;te Romen zo duur betaalen moet.
§tempel-
Jnyders,
De familie van Hamerani heeft gedinirende eene geheele eeuw voortreflyke llempelfnyders aan Romen geleverd. De penningen van hun en van den vermaarden
{*) Hy werkt, gelyk Natter, wien hy egtcr riet ten vollen even* aart, en alle groote mcefters, aan het rad, of ,2» toaret, gelyk hetnbsp;de rranfehen noemen, met juweelpoeder, in plaats van amaril.nbsp;Heer Lippert heeft die methode zeer juift, in de voorreden zyn^*^nbsp;Ha^tyllotheek, belchreeven. Zo werkten ook de Ouden , fchoonnbsp;fommigen eene zekere plaats van Plinius anders willen uitleggen-Pie zelf heeft zien flypen, en juiile denkbeelden van deeze moei*nbsp;lyke konft bezit, zal ligt hegrypen, dat het onmogelyk is met eennbsp;wezenlyk ftuk van een juweelfpits te fnydcn, gelyk zig eenigennbsp;verkeerd voorgefteld hebben. Pe juweelfpits behoott tot het gl*quot;nbsp;zenpjaakers werk.
-ocr page 327-313
den Hedlinger, die thans zyn leeven geruft in Zwit- Weeten- ' ferland bezig is te beiluiten , zyn onder de ftukkeni'^^^®/'/’^®nbsp;van lasteren tyd zonder twyffel de beften. Mennbsp;’er op eene edele en juifte tekening, zagte omtrekken,
Veel uitdrukking , en eene fchoone ordonnantie. De Hamerani hebben inzonderheid een vernis uitgevonden,
Waardoor de koperen penningen niet alleen zeer wel, cn langer dan voorheen , onderhouden worden , maarnbsp;ook eenen heerlyken glans bekomen. Hoe donkerdernbsp;bruin dit vernis is , des te beter is ’t, alzo dat eennbsp;bewys is , dat het koper het regt aangenomen heeft.
Egter kan het koper , fchoon het ’er mede overtrok- nbsp;nbsp;nbsp;1
ken is, geen vogt lyden. Otto Hamerani (*) was de laatfte van deeze familie, en is voor twee jaaren overleden. (**) Zyn zoons verkiezen op hun gemak tenbsp;leeven, boven het oelFenen van de konft hunner familie, cn diyven eenigen handel met de medailles hunnernbsp;voorouders, (f) De Paus doet gemeenlyk ieder jaar
eene
(*) De eerfte van deeze familie was Albert Hamerani van Her-manskirchen. Hy werkte lang onder Alexander VII. Z.yn zoon Joannes volgde hem op, als Pauslyke Medailleur, en overleed innbsp;1705. Zynen vader had hy reeds in 1670. verloren. Joannes lietnbsp;ï\vee zoonen na, HermenegUd, geboren in 1683, die zyn vadersnbsp;ampt na dcszelfs dood verkreeg, en Otto, dielS5 . geboren werd.
Hy was de opvolger van zyn broeder, en bereikte een hoogen ou • derdom. Hy heeft tot op het laath van zyn leeven gewerkt, ennbsp;eene menigte van medailles gemaakt.
(**) Dit werk is in i770- ’t Hoogduitfeh uitgekomen, zo dat hy dan in ’t jaar 1768. geftorven zyn,
(f) Men kan by hen het geheele vervolg van Pauslyke medailles vinden. Dog de ftempels zyn ten deele zeer verüeeten. Een koperen afdrukfel van middelbaare grootte koft 4. paoli , anderen naitnbsp;evenredigceid der grootte van 6. of 10. paoli.
TVeetin- een-e. medaille fnyden , die op eene of andere dan go zaak zinfpeelt, om ze pp ’t feeft van S. Pie-ifoKifn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onder de Kardinaalen en anderen uittedeelen.
VAN DE LANDSTREEK EN DE LUGTGE-STELDHEID VAN ROMEN.
Lugt en nbsp;nbsp;nbsp;hebben wy de merkrvaardigheden vanRo-
Lcindfireek xnen, haare ftaatkundige gcfteldheid, den handel, de weetenfehappen en konllen , befchouwd , nu wendennbsp;wy ons naar de landftreek rondom die ftad, waar wynbsp;meer dan een merkwaardig gebouw, en inzonderheid veelenbsp;overblyffels der oudheid ontmoeten, welken de opmerkzaamheid eens reizigers verdienen. In de befchryvingnbsp;der ftad zelve zyn ons reeds veele heerlyke landhuizennbsp;of Fille voorgekomen, als de Villa Ludovifi, Mattei,nbsp;Farnefe, Medicis, Negroni, enz. dog buiten de poorten liggen even zo aanzienlyken, b. v. de Villa Borg-hefe, Pamfili, en Albani. Na een kort berigt aangaande de merkwaardigheden buiten de poorten van Romennbsp;zyu nog de omliggende, en uiet landhuizen voorzienenbsp;fteden, Frafcati, Tivoli, Marino, enz. overig, en moeten in dit Deel befloten worden. Dog eer wy beginnennbsp;die te befchryven, zullen v/y nog eenige aanmerkingennbsp;maaken over de lugt van Romen, en de omliggende land-ftreeken.
Onhe- nbsp;nbsp;nbsp;^quot;'‘^ede Deel hebben wy reeds
npomdland,gezegd, dat de landftreek rondom Romen van menfehen ontbloot is. De oorzaaken van die fchaarschbeid aannbsp;volk zyn daar ook aangewezen, en vooral den fchadely-ken koornhandsl van de Pausiyke kamer, en het daaruitnbsp;yoortfpruitende verval yan den landbouw, toegefchis'
ven.
-ocr page 329-VcD. De fchoonftc uitgellrekte vlaktens, die voorheen L^gf . met menfehen bezaaid waren, en waar verfebeiden fteedt- Latid/lreeknbsp;jes lagen, zyn thans w'oeft en verlaten. Naauwlyksnbsp;dwaalen ’er eenige kudden fchaapen, welken de tot heiden gewordene akkers afvreeten. Eevtyds was op denbsp;eene zyde de landftreek van Romen naar Frafcati ennbsp;Tivoli, en aan de andere tot aan Oftia, ten fterkftennbsp;bebouwd. Omtrent Frafcati en Tivoli hadden de Romeinen hunne landgoederen, en Oftia bloeide door dennbsp;handel aan den mond des Tibers. Rondom de eerftennbsp;deezer plaatfen treft men nog landhuizen van aanzienlykenbsp;lieden aan , maar de fteden zyn ten hoogden arm ennbsp;elendig. Oftia is de toevlugt der Roomfche bannelingen, en by gevolg de zitplaats van allerlei godloos volk.
De vlakte van Romen tot aan Frafcati is droog land, maar die tot aan Tivoli vol moerasfen. Om op die plaat^nbsp;fen te komen waar de Romeinen hun genoegen in hetnbsp;landleeven zogten, moet men dus oenen zeer onaange-naamen weg, zonder menfehen en huizen te zien, af.nbsp;leggen. Men ontmoet geeneu fchaduwryken boom,geenenbsp;werkzaame hand, geene natuurlyke of konftweide. Denbsp;natuur is hier de oorzaak niet van, dewyl zy den fchoon-ften grond aanbiedt, maar wel de gebreklyke ftaatkundi-•gt;6 inrigting. De onbebouwde velden veroorzaaken ge-meenlyk cene ongezonde lugt, alzo het water niet naarnbsp;behooren wordt afgeleid, en ftaande plasfen agterlaat.
Dit is de waare oorzaak van de ongezonde.lugt v.an Romen. (*)
Deeze
(*) Venuti heeft in’t jaar *75°. cene grondige verhir,deling over de noocUaaklykheid yan den landbouw rondom RoBiea te bcrftel-len gefchreeyen-
3i6 R E I S - B o E K.
Land en Deeze onzuivere liigt brengt in den zomer veele rot'
Lvgt^teek qj, heete afgaande koortfen voort. Na den oogfl wordt quot;'haare zwaarte inzonderheid vermeerderd, indien ’er nietnbsp;een fchielyke regen tusfchen beiden komt, die ze zuive-re. Men is gewoon het koorn met fikkelen te maayen,nbsp;en ten deele om ’t gemak, ten deele uit hoofde van denbsp;menigte van ’t kruipend ongedierte, lange ftoppels tenbsp;laaten ftaan. Als dan het koorn van ’t veld is fteektnbsp;men die ftoppels in brand, waardoor men wel veel ongedierte verdelgt, en het land door de afch een foort vannbsp;mifting geeft, dog de lugt wordt, in het buiten datnbsp;reeds heete jaargetyde, nog meer verhit, en met dampen, welken de winden, om dien tyd zeer zeldzaamnbsp;waayende, niet zo ras verdryven kunnen, vervuld.nbsp;Om die reden verlangen de Romeinen naar fterke regens kort na den oogft, die egter voor het laatft van September zelden komen. In de heete maanden heeft mennbsp;in ’t geheel geen regen; de lugt betrekt dikwyls, daarnbsp;ontftaan onweders, die twee of drie uuren geweldignbsp;aanhouden, en dan weder wegdryven, zonder, gclyknbsp;by ons, met regen te eindigen. Egter komen er nu en
dan heftige ftormwinden, plasregens, en hagelbuyen.(*)
Te
(*) Volgens 4e waarneemingen van 4cn boven aangehaalden Pater Jacquier, viel den 4. Juli ’7*4. een llerke regen, en op het Sabynfche gebergte een dikke fneeuw, waardoor de lugt 10 ver-fr'ifrht werd, dat de thermometer van Fahrenheit tot op Sr.graa*nbsp;den daalde. Den 11. Angultus ftond hy op *4- graaden, en hoo'nbsp;get is hy, volgens deeze waatneemingen, nooit geklommen. Zienbsp;la Gazette Litteraire de Parli, Tm, 3. p. 13 a. Deeze 84. graaddinbsp;maaken, volgens den Heer La Lande, maat 23. graaden op dennbsp;thermometer van Reaumur uit, daarmenteParysfomty^seenebet**nbsp;van 2». tot 30. graaden heeft.
-ocr page 331-317
Te Romen js het juift zo zeer de zwaare graad dsx i^^nd en hette niet die verveelt, als de duurzaamheid van de Lugtftreeknbsp;zelv^e, waardoor het lichaam wordt afgemat. Zy is Qg^van Romen.nbsp;Ier nog lydelyk , vooral dewyl gemeenlyk tegens dennbsp;middag een klein koeltje ontilaat, tvaardoor zig denbsp;natuur vcrfrifcht, en als nieuwe kragten bekomt. Alsnbsp;de hette het geweldigft: is flaapen de meefte menfchen,nbsp;en eenc aangenaame avondlugt houdt hen, voor hetnbsp;geen zy des daags geleden hebben, fchadeloos. Nanbsp;den ondergang der zon valt een daauw, dien men nietnbsp;gezond houdt; hy duurt omtrent twee uuren, en daar.nbsp;na gaat zig een ieder met w^andelen verluftigen en verkwikken.
De zogenaamde Mai’ aria, of kwaade lugt, üiektMal’ aria. zig over de geheele landftreek van ^.omen uit, dog maarnbsp;Over de laage landen, de hoogen houdt men voor gezond. De monniken buiten de fta'd, b. v. te S. Paulnbsp;fiior delJe Mura , verlaaten dan hunne kjooftèrs, ennbsp;brengen de heete maanden in de ftad door. De Romeinen dryven dit zo ver, dat zy geduurende dien tyd nimmer buiten Romen, zelfs niet by dag, zullen flaapen:nbsp;zelfs waagenzy het niet dan van het eene kwartier naar hetnbsp;andere te verhuizen. Lappi heeft dit vooroordeel grondig wederlegd, CO en de vermaarde Pauslyke lyfarts,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Lancifi, is ’er ook tegen. (*?) Hy wyftaan, dat de lugt te Romen in haar zelve gezond is, fchoon zy
fom-
(») Ragimmento cmtu nbsp;nbsp;nbsp;«'«
Aoma «£//’
{**) Johannis Marie Lanclfit differtata, de nathh deijnt adrienti-tiis Regard eoeli nbsp;nbsp;nbsp;kijlma Epidemie rheumathe,
i»e per lymem mm 17°?. nbsp;nbsp;nbsp;m quWtO'
Èjigt en fonityds by toeval, naamlyk door de ftilftaande plasfen ^ Landjlreek door de menigte van fneeuw op ’t gebergte, en door denbsp;*''*”^'’”**”'fcherpe noorden winden, ongezond worden kan. Hy ontkent niet, dat de SaVarco, welken de Ondon Euronotus,nbsp;en Vitlturnus noemden , en die uit het zuidweften blaaft,nbsp;zeer fchadelyk is, alzo hy de kwaade dampen uit denbsp;Pomptynfche moerasfen naar Romen voert. Hierin isnbsp;onbetwiftbaar de fchadelykheid der zogenaamde ^ria cat-tiua voórnaamlyk te zoeken, vooral als hy eenige dagennbsp;aanhoudt. Ten mtnften willen zwaklyke menfchen be-weeren, dat zy by ’t aanhouden van den Scirocco eenenbsp;matheid in de ledemaaten, vooral in de beenen, eenenbsp;verllapping van ’t lichaam, en trekkingen in de zenuwen,nbsp;befpeuren, ’t welk gedaan is, wanneer de wind gaatnbsp;liggen of verandert. Veel'en willen, dat de menfchennbsp;voornaamlyk by ’t waayen van den Scirocco gek worden, en de paarden nooit zo ligt als dan aan ’t kolderennbsp;geraaken. Voor ’t overige meent men, dat de Mal’arianbsp;by den ingang der zonne in het teken van den Leeuw»nbsp;of om den tyd der hondsdagen begint, en met den eer-llen regen, die gemeenlyk met de maand van Oftober invalt, ophoudt, alzo die de lugf verdikt, en den dampkring van zyne onzuivere en kwaadaartige dampen zuivert.
De maanden ¦ van November en December zyn de re-gcntyd, wanneer het byna alle dagen zonder uitzondering regent. Als die tyd voorby is, heeft men het gS' hecle jaar, meeftzagt, -helder en-gezond weder, uitgenomen als de Scirocco waait. Tot een geluk voor Romen houdt die' wind byna nooit meer dan twee, tennbsp;hoogften drie dagen aan. De lugtftreek aldaar brengt dcnbsp;tuinvrugten veel vroeger dan by ons voort; van den '-
April
-ocr page 333-1' ¦
1' ¦
Sip
April af heeft men reeds erwten en andere moeskruiden. en Daartegen krygen de boomen maar drie wecken omtrentnbsp;éérder hun blad dan by ons. Hun groen is niet zo zagf^nbsp;maar wat donkerder. Ecnigen fchiyven dit toe aan denbsp;zonneftraalen, die reeds by ’t uitkotiren der bladen zonbsp;fterk zyn, anderen aan de roodagtige kleur der aarde,nbsp;die, zo zy nreeiien, het loof een donkerder weerfchynnbsp;geeft.
Men ziet te Romen fraaye paarden, die meell uit hetpaar^B, Napclfche komen, fehoon het daar fcherpclyk verbodennbsp;is, ze uittevocren. De honden en katten (*) zyn te Ro*-men , gelyk in gantfeh Italien, zeer mak. Het rundveenbsp;is fierk en groot, en hoeft ontzaglyke hoornen. Allenbsp;Vragten op liet land, en wat naar de ftad gebragt wordt,
Wordt door osfen en buffels getrokken. De buffels,,
¦Bit/al:, zyn grooter, zwaarder, en zwarter dan de os-enBvffels, feil. Zy hebben kromme, digt aan den kop liggende hoornen, en meer kragt dan de osfen, ’t welknbsp;Uit' hoofde hunner grootere zwaarte niet anders kan .nbsp;zyn , aangezien^ elk dier naar maate zyher zwaarte ^
(*) i)e Eomeinen houden uitondaheid veel vanUanen. Zywor-«len bier op eene byzondere 'wys gei-ped diergdykc' men niet ligt «Iders in gehiidk vinden zak De vilders, of menfehen, die voornbsp;haar het.vlecfch van doodc paarden en andere dieren koopen, draa-gen dat aan ftokken, waaraan het aan beide de einden hangt, langsnbsp;de tltaaten. Zy hebben een zeker gefchreeuw, 't welk de kattennbsp;*eer naauwkeurig kennen- dra laat zig niet zodanig een karefnbsp;hnoicn, of de katten komen uit alle de huizen t’zanien, en gaannbsp;?3n de deur zitten, waar. dan haar weldaader haar ftukjten toewerpt.
zyn fgter zo gewend, daf ly hem niet op 't lyf fpjingen- Wia ^yn‘ katten, op die wyf laat voeden, betaalt daar- maandlyks eCüQnbsp;kleinigheid voor.
-ocr page 334-310
Land en wanneer hy die in ’t trekken doet werken, kragte.n
LtistlifCsli i'jgpri-
van Romen. nbsp;nbsp;nbsp;i j r
De bullels zyn beter koop dan de osfen , vooreerft
om dat hun vleeich niet gegeten w'ordt, ten minften
gebruiken het gcene bemiddelde lieden , ter oorzaake
van deszelfs droogheid en taaiheid, en ten tweeden om
dat zy langzaamcr gaan , en daardoor zo veel op eenen
dag niet afploegen als de osfen. Een buffel kan men
krygen voor tusfehen de 15. en 20. daalders, en een
goede os koft byna eens zo veel. De buffelmelk Is ligt,
cn, volgens gedagte van demeeften, aangenaamer van
fmaak dan de koemelk, dog is zo goed niet om boter en
kaas te maaken. De bufl'els houden zeer veel van
moerasflge plaacfen, en wentelen zig gaarn daarin om,
gelyk de varkens in de modder. Men ziet’er gantfche
troepen van in de Pomptynfche moerasfen, waar zy
in hun element zyn, en wel vaaren. Die landftreek
verzorgt Romen dan buffels.
Haagdis.
Jen.
Men treft rondom Romen eene veibaazende menigte
van groene haagdisfen aan, en doet byna geen flap op
het veld zonder ’er te zien loopen. Zy zyn ongö-
meen gezwind, en fchieten, vooral by zonnefchyn, waarvan zy veel houden, langs de hoornen, en de bui-tenmuuren op en af. De meefte menfehen zyn ’er zeernbsp;bang voor, fchoon zy nog gevaarlyk, nog vergiftig zyn-Dit is een ingeworteld vooroordeel; zy zyn inderdaadnbsp;zo weinig fchadclyk als de fpinnen en padden, vpornbsp;de welken veele menfehen even zo bevreesd zyn.
Wy beginnen de befchryving van de landftreek oni Romen aan de weftzyde, waar de Villa Pamfili ligt»nbsp;en gaan dan naar ’t noorden, of de Porta del Popolö,nbsp;vervolgens ooftwaards , waar men Tivoli en Erafc^itt
yindt*
-ocr page 335-“'’indt, cn eindigen tegens het zuiden by den mond des Lngi en .
Tibers, Oftia, en den weg naar Napels i dien wy vooi Landjlreek ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, j ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Romen
net volgende deel fpaaren.
WESTLYKE LANDSTREEK ÖM ROMEN.
De Villa PamfUi, ook Belrefpiro genaamd, is een fchoon Land,^reefe landhuis, ’t weik thans den Prins van Doria toekomt,nbsp;en buiten Porta di S. Pancrazio .aan de Via Aurelia ligt.
Zy is eene der grootfte en befte Ville rondom Romen, en kan alleen met de Borghefifche vergeleken worden. (*)
Men geeft haar, nevens het park, 6. Italiaanfche mylen in den omtrek, en meent dat hier de tuinen gelegennbsp;hebben, die Galba aan de Via Aurelia had., De eerftenbsp;aanleg is van Jan Baptift Falda ontworpen, dog het huis 'nbsp;zelf, nevens de andere architektuur, in den tuin, vannbsp;Alexander Algardi. Op de plaats voor het Paleis zynnbsp;de antieke buften der tvvaajf eerfte Roomfche Keizers.
Het huis heeft twee ryen korintliifche pilafters boven malkander. De geheele voorzyde is met ingemetfeldenbsp;basreliëfs, medaillons, en ftatues in niffen verfierd.
Voor het huis ligt een voorportaal, uit het welk men iij Scne zaal komt. tiet gebouw behoorde uit aanmerkingnbsp;zpner hoogte breeder te zyn. Op het dak heeft meneeninbsp;ioge, Loggia, in de gedaante van eenen vierkanten to-ïen gebragt, waarvan men een heerlyk uitzigt heeft. Opr
de
1^1 Men heeft ’er eene breedvoerige befchryving van: Villa Pami
di
ejf,sq„e Falatiam , cara fuh fmfpeélilms , fiatiia , fintes, viva-“ thiatra, arcola flantamm, vlarnmqtie ordines. Roma af- Jo- Jad
Pjibcis. Of. Le fiatue e vedate delta Villa Pamfilia, intagliaU da ¦Barrhrai 84. bladenV
ÏV. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;, X
32Z
Landflreek voorzydc ftaan dc bitften van Caracalla, SeverUs, eSl Cl» üaine». anderen, in ’t portaal die van Claudius en Vitellius. Dcnbsp;twee befte basreliëfs zyn Venus , Mars zynen dolk ont-neemendc, enPapiriiis, die zyner moeder de geheimennbsp;van den Raad niet wil ontdekken. Op de regter zydenbsp;des gebouws ftaat een basreliëf van twee menfehen, dienbsp;malkanderen de hand geeven, waarfchynlyk eeneverloo-ving. De ftelling van den man is niet wel gellaagd, dognbsp;de geheele figuur der vrouw is des te beter, men ontdekt in baare houding zeediglreid en befcheidenheid.
In de eerfte kamer by den ingang ftaan de buften vao ' Don Pamfili, den broeder van Paus Innocent X. en zyncnbsp;gemaalin,'door Algardi. In de hoofden heerfeht eennbsp;regte uitdrukking. Dat van den Prins is zeer fyn, eUnbsp;dat van zyne gemaalin, welke de hcerfchiugtige Donn»nbsp;Olympia was, aan de welke het huis van Pamfili zjmeOnbsp;rykdom te danken heeft, bekomt door den fliiyer eet'nbsp;aartig aanzien. In de andere kamer ziet men een fchoonnbsp;gedrapeerde vroiwlyke ftatue; in de derde die vannbsp;berugten Publius Clodiiis, in een wel gedrapeerd vrouwenkleed, waarin hy zig geflokenhad, om de facra h0‘nbsp;n« Des heimlyk bytewoonen. De kop heeft eene goedenbsp;uitdrukking, dog de uitgefteken arm is kwalyk vernieuwd-In de vierde kamer is cene naakte Venus met den fleï'nbsp;penden Cupido, van Titiaan op hout gefchilderd.nbsp;ftuk is door het fchoonmaaken geheel bedorven. Egt®*nbsp;vertoonen zig nog de fpooren van het fchoone koloriet'nbsp;. In de vyfde kamer hangen een paartreflyke vruglftukkcit'nbsp;De cirkelvormige zaal van dit gebouw is in ftegten fma^^nbsp;verlierd. Op de tweede verdieping hangt een eenigfit^^nbsp;aanftootlyk ftuk van Guido, verbeeldende Pfyche,nbsp;Cupido met de lamp ligtdog het koloriet is
-ocr page 337-323
gaan vecle andere merkwaardigheden in dit gebouw l^ndflreéi Voorby j als den (taanden hermafrodiet, eene Prefi-om RmsUinbsp;^a, enz.
De vier kamers tegen het zuiden liggende maaken aan de tuinzyde de vertrekken gelykvloers uit, maar moetennbsp;diet opzigt der voorzydé als de keldervertrekken wordennbsp;?angezien. De verfierfels van arabefques zyn in een lug-dgen fmaak door Algardi geordonneerd, fchoon zy wat tenbsp;Veel op een gehoopt zyn. De befte van alle de zolde-fingen is in de kleine gallery ter regterhand; in haarenbsp;öeraaden vertoont zig afwilTeling en antieke fmaak.
De tegenwoordige inrigting des tuins is van den in die ^onft bekenden Franfehman Le Nótre, die zig van denbsp;°figelykheid des gronds wel heeft weeten te bedienen,nbsp;daardoor veel verfcheidenheid in zyn plan te brengen* ^
“.iï
Langs het eene terras heeft men waterfprongen in de ge-'^^ante van gueridons. Het onderfte muurwerk van het '^Srras is met Toskaanfehe pilalters, en ingemctfelde bas-teliefs voorzien. Het eene verbeeldt Apol met de lier,
«n een paar zittende vrouwen, welken zeer welgeflaagd *yn. Het basreliëf van ïrimalcion, die in de eetzaalnbsp;'¦itreedt, is byna op dezelve wys voorgefteld, als denbsp;^'Vee in het Paleis Farnefe en de Villa Albani.
Alzo de meefte boomen en haagen van deezen tuin ^Ityd groen blyven , is het hier altyd aangenaam tenbsp;'Vandelen* Onder de boomen zelven heerfcht eenenbsp;^^’^genaame verfcheidenheid. CyprelTen, Leccini, Pigni,
d'5 .
-7|:)
’
j'
^^^ipresfi, vervangen malkander : vooral hebben de ^^bi een grootfeh aanzien. Een fiuk van den tuinnbsp;'Vordt de geheime tuin genoemd, en ieder mag daarnbsp;''Lt, gelyk in ’t overige, gaan wandelen. In denzel-bevinden zig eenige merkwaardige ftandbeelden^
X 2 nbsp;nbsp;nbsp;Alexan-
-ocr page 338-324
Landflreek Alexander de Groote, Hercules, Antoninus Pius, eert Egiptifch afgodsbeeld, verbeeldende den overvloed,nbsp;twee marmeren grafzarken met basreliëfs, een fchoonSnbsp;tafel van lumachella ^ een waterorgel, enz.
In hetperk houdt men veel reen en herten. Digt by dd Villa komt men onder eenen boog van de waterleidinSnbsp;der Acqna Paola door,, waar boven ftaat: Paulus V-/IquaduElus ab Auguflo Cesfare exftruUos —— rejlituitnbsp;A. 1609.
Filla Car-Jini,
Dc Villa Corfini ligt tegen over de poort van S. Pan-crazio. Siiilon Salvi was ’er de architekt van. Zy heeft een zonderlingen portiek met vier groote boogen, gelyknbsp;die van Janus by S. Georgio. Van het terras ophethuftnbsp;heeft men een fchoon uitzigt. In de hoofdzaal, welk^nbsp;twaalf deuren en twaalf venfters heeft, ftaan agt middei'nbsp;maatige bullen van Ferrata. Aurora met den zonnew^'nbsp;gen aan de zoldering is van Pasferi gefchilderd.nbsp;tuin is klein, dog fierlyk, en ryk in bloemen. Innbsp;huis heeft men eene oude begraafplaats of Calumbaria^ ’nbsp;tot een wynkelder gemaakt. (*)
Villa Giraud.
De Villa, Giraud, eertyds Benedetti, hier omfireek’
ook gelegen, gewaagen wy alleenlyk om haare zonder' lingheid, alzo het huis de gedaante heeft van een groo^nbsp;fchip, ’t welk maften en zeilen ontbreeken. De ben^'nbsp;den verdieping verbeeldt rotfen, waarop het fchipnbsp;ftaat. Deezen wonderlyken inval heeft Bafilius Briclt;2gt;nbsp;een Roomfche fchilder gehad. Men ontmoet hier opnbsp;mnuren eene verbaazende menigte van fpreuken, en ai'nbsp;Icrlei zedenkundige gedagten , waarmede men den
ISOP
{*) Men vindt het in plaat In de verzameiing van Bartoff,
-ocr page 339-325
ierten kan. In eciie gallery zyn zy allen tegens Lanilflreek fchoone fex gerigt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;om Romen.
De Villa Maiama ligt op den Monte Mark, (*) en ^3. behoort den Koning van Napels, die ze geheel verval-dama.nbsp;len laat. Men heeft hier het heerlykfte uitzigt over geheel Romen, en de omliggende ftreek, Zy heeft haarennbsp;Haam naar Margareta van Ooftenryk, eene dogter vannbsp;Karei V. en gemaalin, eerft van den Hertog Alexandernbsp;de Medicis, en naderhand van den Hertog Oftavius Far-nefe van Panna, die ze koft van het kapittel van S. Eu-ftachio. De Kardinaal Julius de Medicis, naderhandnbsp;fans Clemens VII. heeft het gebouw volgpns het plannbsp;''an Raphael doen optrekken, en door Julius Romannsnbsp;Pn Joanna van Udina I^efchilderen, en ftukadooren,
quot;aarvan men egtcr weinig meer ziet.
De Filla Msllini is, door gemeldcn Mellini, op hetFilla Mek hoogften van den naar hem genoemden berg gebouwd.Kb®-De weg derwaards is eenigflns moeilyk cn fteil, dog mennbsp;Wordt voor de moeite ryklyk beloond, alzo het gezigtnbsp;van de hoogte, en vooral van het Dominikaanerklooflev,nbsp;dat aan de Villa paalt, onvergelyklyk is. Men overzietnbsp;Romen in haaren geheelen omtrek, de omliggende ftreek,
Of Campngna di Roma, en alle de bogten des Tibers, die 2ig op vyf onderfcheiden plaatfen aan ’t oog vertoont, ennbsp;Pven zo veelmaalen weder verbergt. Van deeze Villa.
die
(*) De Monfe Mario ligt floordweflwaards van Itomsn, en Is verianging van de Janiculus en Vacicanus. Deeze gehcele Ifrecknbsp;^tette eertyds Janiculus: den naam Monte Mario.bekwam dit ge-^eelte eetft van eenen zekeren Mario Mellini, welke haar een fchoonnbsp;'**'Jis en eene kerk, ten lyile van Paus Sixtus IV. in de vyfnendcnbsp;bouwen deed.
'VI
-ocr page 340-320
landrtreik die nu niet veel wil zeggen, zoude men eene der bekoor-'m nbsp;nbsp;nbsp;landftreeken van den omtrek van Romen en gantfch
Italien maaken kunnen.
De liefhebbers der natuurlyke hiftorie bezoeken den berg Mario voornaamlyk, om dat men op den zSivcnnbsp;zeer merkwaardige verlleeningen vindt. By Villa Melli'nbsp;ni zyn inzonderheid veelen van de door de Engelfchennbsp;zp genaamde Puddingjlones te vinden. (*)
NOORDLYKE LANDSTREEK VAN ROMEN.
Onder de noordlyke landftreek is alles begrepen wat van Romen af tot aan Ponte Molle, cp de oude Vianbsp;Flaminia, of tusfchen den Monte Mario en den MontSnbsp;Pincio ligt.
Villit Gitt- nbsp;nbsp;nbsp;Giajiiniani ligt buiten de Porta del Popol®
Jiiniani- op eenen zagt ryzenden heuvel, en is met fchoone laa-nen, bofchjes van laurier, en fonteinen, die een theate* maaken, dat zeer aangenaam is , verfierd. Eertyd^nbsp;waren hier veele antieken , maar de Prins GiuftiniaU*nbsp;deed ze in 't jaar 1715. in zyne andere Villa by S. Jalquot;
van ’t Lateraaii brengen,
Muro torto. Als men de Pprta del Popolo uitkamt, treft men ee3 ftuk van den ftadsmuur aan, dat fcheef ftaat, gelyk d^nbsp;toren te Pifa, en daarom Muro torto genoemd word^’nbsp;Toen Belifarius in ’t jaar 538. Romen tegens de Goth^^nbsp;verdedigde, deed hy dit ftuk, volgens Procopius,nbsp;weder herftellen, alzo men hem verzekerde, dat hetdoO^nbsp;fen wonderwerk die fchuinfche ftelling had bekomen,
dat
M. Mazeas heeft cene verhandeling daarover in de df l'Acadóms des Siierm de farii gegeven,
-ocr page 341-337
Vd:'
dat de h. Petrus de ftad wel verdedigen zoude. Wy Landjlaeek laaten deeze vertelling voor het geen zy is, en merken»»» Rome?},nbsp;alleen aan, dat men hier de oudfte manier van metfe.nbsp;len der Romeinen ziet, waarby de bakfteenen niet ho-ïizontaal, maar ruitsgewyze gelegd zyn, of veeleer denbsp;gedaante van een verfchoven vierkant hebben , welknbsp;foort van metfelwerk Opus reliculotmn genoemd werd.
Op den weg van Porta del Popolo tot aan Ponte Molle, welke den adel des zomers tot een wandelplaats dient, dog tot dat einde zeer kwaalyk gekozen is, alzo men niets anders ter wederzyde dan witte muu-ren ziet, zyn eenige dingen voor de liefitebbers dernbsp;bouwkonft opmerking waardig. Aan den tuin des Her-togs van Odefcalchi is het fchoone portaal door Hono-ïius Lunghi, en dat aan het huis der Sanefi door Map-conio, met niet minder vernuft, ontworpen.
De Villa di Papa Giulio heeft dien naam naar hai-diPq. ren ftigter , Paus Julius III. , die ze door «aithazarpfl Oiulio. •nbsp;Ppruzzi van Siena heeft doen aanleggen. Zy behoortnbsp;aan de Pauslyke Kamer. Als de Kardinaalen of Gezanten hunne openbaare intrede doen, begint hier de op-togt. Tegen over het huis ligt eene van Ammanatinbsp;vervaardigde fontein. Vignola heeft de ordonnantienbsp;gehad van het gebouw. De vorm is fchoon, en hetnbsp;geheel heeft eene goede evenredigheid met de deelen.
De verdeeiing der verdiepingen is goed , de orders hebben eene edele grootte, en ’t middelfte rifaliet dernbsp;voorzyde verheft het gantfche gebouw. De voorftenbsp;gallery is met aartige grotesques, die men wil dat vannbsp;meeiiers uit Raphaels fchooi gemaakt zyn, vsrfierd.
Ook ontbreekt het ’er niet aan roarmerwerk. Vooityds Rond hier de groote kom van porfier, die men nu op de
X 4 nbsp;nbsp;nbsp;plaats
-ocr page 342-l^andHreek plaats in ’t Belvedere van ’t Vatikaan ziet, insgelyltJ om Romen, verfcheiden zuilen van verd.e antico , die op anderenbsp;plaatfen gebrast zyn.
AciuaacetO' Niet ver van gedagte Villa ligt, tvat op zyde, het
Ja
Atiua acetoja, een mineraal water. Alexander VIL heeft de bron met een aartig gebouw door Bernini doen voor»nbsp;zien. Het water, zo wel als het geen ’er na de overhaa-ling over blyft, heeft eene buikzuiverende eigenfehap,nbsp;welke het ontvangt van de puzzolana , een kalkaartignbsp;zand , waarvan zig eenige deelcn in ’t water oplos»nbsp;fen. (*)
Op eenen heuvel ongeveer looo. fchreeden van de Porta del Popolo, by een klein huis, behoorende aannbsp;de familie van Colonna, treft men veel verlleend houtnbsp;pan. De boven aangehaalde Heer Mazeas vond onder anderen een ftuk dat 3. voet lang was. Op de vlakte, dienbsp;zig van hier tot aan Ponte Molle uitftrekt, Hondennbsp;eertyds ontugtige huizen, waarin Nero de laagfte bui-tenfpoorigheden beging, (f) Thans Haan hier kroegen , waar zig de gemeene man op heilige dagen gaatnbsp;yerluftigeri.
S. Andrea
De kleine kerk van 5. Andrea della Via Flaminia werd
della Via door Paus Julius III., nog Kardinaal zynde, tot gedag-Flaminia. nbsp;nbsp;nbsp;geftigt, dat hy op S. Andriesdag den vyanden by
de verovering van Romen in ’t jaar 1527. ontfnapt was. Vignola was architekt van het gebouw, ’twelk, in op'nbsp;zigt der bouworder, verdient onder de fraaiften van denbsp;nieuwe kerken van Romen gerekend te worden. 'Het
is
{*') jf». Hierpnjntut Lnpi, de tiqua addt'.Ia ad rifam Tyheris eiijiola.
Rma 1749. in quarto.
(-)¦) Tac. Ann. l. ij.
-ocr page 343-329
ii -vierkant, en heeft een aartige koepel, nbsp;nbsp;nbsp;heek landUreeh
de voorzyde bouwkonftige fieraaden , en beftaat uitoiB Rumeu. vier korinthifche pilafters met een gevel. De binnen-fte fchikking is eenvouwdig, edel, en in antieken finaak.
Alle de deelen op hun zelven , met hunne leden en uitfprongen, hebben de fchoonfte evenredigheden. Innbsp;een woord , deeze kerk is een model ter navolgingnbsp;voor alle jonge avehitekten.
Van den Ponte Molk, eertyds Pons Milvius, die vzu Fonts Mol-Aemilius Scaurus aangelegd, en van Nikolaas V. in ’t^^' jaar 1450. herbouwd werd, is bereids op ’t einde vannbsp;het tweede deel gefproken,
0'
i'iii
De Villa Borgbefe is de grootfte en fchoonfte van al-Villa Berg-len binnen en buiten Romen, en te gelyk en der groot Ge merkwaardigheden van Italicn voor een lieflrebbernbsp;der kond. Zy bevat zo veel fchoonheden, dat men zenbsp;niet te dikwyls bezoeken kan. (*) Haar omtrek is zeer •nbsp;groot, en gaat van de Porta Piucia naar Miiro torto ennbsp;Porta del popolo. De Kardinaal Scipio Borghefe, neefnbsp;van Paulus V. lag ze aan, en dat wel op de plaats dienbsp;de ongelukkige familie van Genei toekwam, en, gelyk
men
(•a) In 't jaar nbsp;nbsp;nbsp;gaf Mpntelatid eene bcfcliryving van de
zelve uit, onder den titel: Filla quot;Borghefs fuuri M Porta Pia, coii Pornamento nel dl lel Palazzo, e con Ie figure deUe fiatue pu ftngoLm-Men heeft eene oudere in t jaar i6jo. gedrukte , van Manilli,nbsp;welke Burman in zyn Thefaiirus ingevoegd heeft. Men vindt daar 'nbsp;den Schermer, den Hermafrodiet, den Seneca, en andere vermsar-de ftukken der Villa in plaat.
X 5
-ocr page 344-Lmdjlreek zegt, ook met haar geld. Een vader in deeze facts Romen, milie wilde verfcheiden maaien zyne dogter veikragten, waarom zy een paar moordenaars beitelde, en als dienbsp;reeds in de kamer verborgen waren, dog de daad weigerden te begaan, greep zy zelve eenen dolk, en door-ftak haaren vader in den flaap. De moeder en de broeder, die een afgryzen van den vader hadden, alzo hynbsp;zig ook aan onnatuurlyke zonde fchuldlg gemaakt had,nbsp;werden om dit geval, zo wel als de dogter, op den En-gelenburgt onthoofd, en hunne aanzienlyke goederennbsp;door de Pauslyke Kamer verbeurd verklaard.
De hoofdingang is van de architektiiur van den ouden Martin Lunghi, en verheid met een basreliëf, welk denbsp;offerande van eenen Hier, en aan de binnen zyde metnbsp;een ander, ’t welk de vergoding eens keilers verbeidt.nbsp;Een paar thermes met vrugten heeft Petrus Bernini, volgens de tekening zyns vaders, vervaardigd. Eene lange,nbsp;met beelden cn fonteinen bezette laan loopt op het hoofdgebouw aan, voor bet welke een groot plein ligt, om-geeven met een colonnade van travertynfteen, waaropnbsp;vaazen ftaan. De voorzyde, die 172. voet breed is,nbsp;heeft twee vleugels en een raiddelgebouw. De architektnbsp;Giovanni Veianzio flamingo heeft over ’t algemeen hiernbsp;geen groote bekwaamheid getoond; de buitenlle muurennbsp;zyn met zo veelc antieke basreliëfs, bullen, en vaazennbsp;vcrfierd, dat het oog daardoor in verwarring gebragt, ennbsp;overladen wordt. Het fchynt, dat men maar gezogt heeft,nbsp;’er veel intebrengen, zonder zig te bekommeren, of’ernbsp;ook de fmaak door benadeeld werd. De meefte basreliëfs zyn van oude graffleden genomen, en ten diennbsp;einde uit malkander gezaagd. De fchoonlle zyn de
volgenden :
33*
Aan den flinker vleugel een Eskulaap met de Go-Landflreek din der Gezondheid tusfchen twee groote flangen.®* Romen»nbsp;Beide de beelden zyn edel gefield en wel gekleed,nbsp;en fchooii de flangen naar evenredigheid der beeldennbsp;te groot fchynen, doen zy dog eene goede werking. Aan den regeer vleugel ziet men, op een bas-relief van drie beelden, een zittenden man en tweenbsp;ftaande vrouv,^en. Eene van dc laatllen is voortrefiyknbsp;fchoon.
De agterzyde is even op de zelve wys verfierd. Op een basreliëf ziet men de lïarufpices het ingewand eensnbsp;ftieis onderzoekende. Het is in eenen grooten flyl gewerkt, vooral in de drapeering. Het andere fluk metnbsp;bet offer is van gelyke fchoonheid. Het middelfle bas-relief verbeeldt eene procesfie van offeraars, en is zeernbsp;verheven uitgewerkt. Boven het zelve is een maske vannbsp;Bacchus van een fchoon karakter. Op een ander zietnbsp;men twee.menfchen, ruftende onder een verhemelte doornbsp;thermen gehouden; flegts de helft van ’t basreliëf is oud,nbsp;dog van goeden flyl. Op deeze zyde van het huis Haannbsp;ook tien beelden, welken, behalven eene vrouw, dienbsp;druiven in haar kleed draagt, middelmaatig zyn. Eennbsp;dansfende Faun van goede uitdrukking, fchoon 't beeldnbsp;wat zwaar fchynt.
Aan do zuidzyde van het huis ziet men Curtius te paard, die zig in den afgrond fmyt, in eene gelukkigenbsp;ffelling, vol van uitdrukking. Een wilde zwyncnjagt.
De vrede tusfchen de Romeinen en Sabynen. Verfchet-den bacchusfeeften. Het flandbeeld van Robert Malate-fta, een Generaal van Paus Sixtus IV., en boven het terras dc bull van Geta. De noordzyde is ook met bac-ChiKfeeften en offeranden voorzien. Als men in ’t huis
gaan
Landflreek gaan wil, vertoonen zig op het terras de beelden vafl mlRmen.een fater, eene Mufa, Jnpiter, Venus, Keizer Galba,nbsp;en een gevangenen Parthifchen koning van porfier.
De benedenfte groote zaal is 6o. voet lang, 40. breed, met zes deuren, en boven elke met een basreliëf voorzien. De zuilen , die ’er in ftaan , zyn voortreflyk.nbsp;Twee, gekanneleerden van porfier, 8. voet hoog, zynnbsp;de eenigen van dat foort te Romen, vier anderen vannbsp;de zelve Hof 10. voet hoog , twee van lumachella,nbsp;een foort van graauw marmer met fchelpen daar in,nbsp;II. voet hoog, vier van breccia, nevens anderen vannbsp;verde antico, graniet, en giallo antico; veele vaazennbsp;van porfier en Oofterfch alabafter ; eene ronde, door donbsp;Bevalligheden gedragene, fchaal. De biiften der twaalfnbsp;cerfte Keizers zyn nieuw. Een liggende Bacchus opnbsp;een oude grafftede, waarop de dood van Meleager verbeeld wordt. De hoofden van Hannibal en ScipLonbsp;Africanus.
Seneca,
De in het bad ftervende Seneca, in de eerfte kamer, van zv/art marmer, met oogen van email, en eenen gordel van giallo antico, behoort .onder de vermaarde ftandbeelden van Romen. Het beeld heeft veelnbsp;uitdrukking; de fpieren fcbyncn by ’t aannaderen desnbsp;doods flap en mat te worden. Men kan den fler-venden wysgeer niet befchouwen dan met aandoening,nbsp;cn zonder den dwingland, die in koelen bloede zynennbsp;dood beval, te verfoeyen. De baadkuip van graauwnbsp;marmer , waarin het beeld ftaat , is nieuw , en liegtnbsp;van gedaante; de bodem is van porfier, om het bloednbsp;te verbeelden. Boven de deuren ziet men twee bas-reliefs, op het eene zyn drie meisjes, die een kransnbsp;om een kandelaar winden ; zy zyn fcho.on getekend,
en
-ocr page 347-333
eii wel gedrapeerd. (*) Op het andere dansfen \yfLmdflreek vrouwen hand aan hand: zy zyn ongemeen bekoorlyk,nbsp;en de ftellingen bevallig; de kleederen laaten de fchoon-fte omtrekken vermoeden. Twee beelden gaan al dans-fende weg. Een paar groote fchilderyen Rellen den optost eens Turkfchen Keizers, en eens Pauzen voor: in
¦ji'
beiden zyn de paarden fchoon getekend. Een leeuw uit •Cotognino. Een porfieren wolvin, met Romulus ennbsp;Remus van wit marmer. De wolvin is flegt uitgevallen.
David, in de flelling als of hy eenen Reen wegflinge-ffen wilde, van Bernini. Eenigen meenen, dat de mee-DawW, fier in David zyn eigen portrait afgebeeld heeft. De Helling maakt eene goede akademie. David byt op de lip.nbsp;pen, ’t welk een laag denkbeeld is, dat de uitdrukkingnbsp;van het geheele benadeelt. Twee daarby ftaande rondenbsp;V'aazen zyn eenvouwdig en fchoon van vorm. Eentref-lyke vrouwlyke ftatue van porfier, met een witten marmeren kop en handen. Zy heeft eene kroon op ’t hoofd,nbsp;en fchynt zig over iets te verwonderen. Het gewaad isnbsp;fchoon, en vertoont het naakte; dog de aangemaaktenbsp;banden deugen niets. Een rond altaar, welks in goeden ftyl uitgevoerd basreliëf een bacchusfeefl verbeeldt. Tiet eene beeld heeft kaftagnetten in de hand.
Een voortreflyk basreliëf van Venus en Cupido , 't welk, om de konll, voor ’t werk van Praxiteles wordtnbsp;uitgegen. Twee vaazen van doorfchynend alabafter,nbsp;door Silvio van Velletri gemaakt. Een buil van Macri-nus, drie fchoone Ratiies van Apollo, NareiiTus en Icarus, of een genius; de Toro Farnefe, van brons in ’tnbsp;klein nagemaakt, op een fchoone tafel van Pietra Para-
{*) BattoU heeft het gegraveerd.
Landftreek gone. Een kop van Alexander den Groeten in basre* «;«nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lief. Eenige fchoone zuilen.
In de volgende kamer ftaat de groep van Apollo en ‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Daphne, een der fchoonfte moderne ftukken, dat Ber
nini op zyn agttiende jaar gemaakt heeft, waarin hy een groot genie en eene gelukkige navolging der Ouden betoonde. ’T was te wenfchen, dat hy zig altydnbsp;aan dien juiften ilyl gehouden, en niet eenen hem eigenen en Ilyven ftyi aangenomen hadde, die by zynenbsp;leerlingen geheel verbafterd is. Hy heeft het oogenblifcnbsp;gekozen waarop de gedaanteverandering begint. Denbsp;teenen veranderen in wortelen, de vingers en hairen innbsp;lauriertakken. (*) Zo dra het ftuk vaardig was, verwierfnbsp;’er Bernini een groot aanzien door, De Paus kwam,nbsp;toen de Kardinaal het had doen Hellen, om het te zien,nbsp;en vond ’er niets anders aan te berifpen, dan dat het watnbsp;viy voor het huis eens geeflelyken was. De Kardinaalnbsp;Barberini, naderhand Paus Urbanus VIII. bevond zignbsp;onder ’s Pauzen gevolg, en maakte dit zeedenkundigcnbsp;diftichcn daarop, ’t welke op het piedeftal werd uitgehouwen :
Quis-
(¦*) In de aartlge digtkundlge befchryving deezer Villa, die Bri-gcntius van Padua in ’t jaar 1716. te Romen in o£tavo uitgaf , drukt hy ’er zig dus over uit:
£c« Atfret («rg» (Apollo) dam pallida Nympha Diarnt Implorat dein pairts opem, rmrabile vifu,
En radix remorata pedes, en ehtegit artas Jlicet arboreus cortex, en èrachia ramosnbsp;Trondibas extendant patulis, en foemtna latuns,nbsp;jtrtifici vel cede novo , vet fafptce miramnbsp;Saltern optts, » soelo qnondam gralitfima Stlltte,
Crétin,
-ocr page 349-Landflreek
Otiisquis amant fequitur fugUiv(S gaudia formce, «w Romen-, Frmde manus implet, haccas vel carpit amaras,
De ftelling van Apollo is fchoon, dog de miene wat koel, daar zy de verwondering over de gedaanteverwis-feling moeft uitdrukken. Over ’t geheel geeft de al tenbsp;zorgvuldige polyfting van ’t vleefch der geheele groepenbsp;een wat koel en mat aanzien. Men moet verbaasd ftaannbsp;over ’t werk dat aan kleinigheden belleed is, als aan denbsp;wortelen en laurierbladen; de laatften fchynen zo ligt,nbsp;dat de minfte wind ze zou doen beweegen. Men heeftnbsp;hier nog eene andere groep van den zelven meeller, naam-lyk die van Aeneas met Anchifes enAscanius, Nog, eennbsp;Meleager met den zwynskop en eenen hond; een borft-beeld van Augullus, en een van den h. Carolus Borro-meus; een paar fchoone tafeb van Oollerfch alabafternbsp;en toetsfteen.
Van hier komt men in eene gallery van go. Roomfche palmen lang, boven welker deuren de vier jaargetydennbsp;in basreliëf zyn voorgefteld. In de hoeken ftaan viernbsp;koftbaare zuilen van porfier. Op de twee groote porfieren tafels flaan de borftbeelden van Paus Paulus V. ennbsp;van den Kardinaal Scipio Borghefe, beiden van Bernini.
De laatfte kop is een der beften die hy ooit gemaakt heeft, en zo fraai als een fchildery van Van Dyk. Denbsp;kop is niet gepolyft, en maakt met de muts eene aartigenbsp;overftelling. (?) Alzo ’er op het voorhoofd een fout
was,
(•») Bernini maakte dit ftuk in lyn jeugd. Toen hy het veertig jaaren daarna weder zag, zeide hy, met een treurig gelaat, dat hynbsp;fedeit dien tyd niet verder in de konft gekomen was.
Jjmd/lrcel'^vas, maakte Bernini een ander beeld, ’t welk in eeii diomeut hovemertisk Haat, dog op ver en na zo wel niet uitviel. Een fchoone kop van Lucius Verus. Twee moderne vaazen van porfier , door Silvio van Veletri.nbsp;Twee antieke urnes van alabafter; agt groote antiekenbsp;koperen, waaronder die van Plato en Pertinax de fchoon-fte zyn.
In de vyfde kamer, een basreliëf van Frans Qiiesnoy. De beelden zyn van toetsfteen op een agterrond van lapis lazuli; Het verbeeldt een bacchusfeeft van aartigönbsp;kinderen. Eeene Diana met een kleed van agaat, eennbsp;zogenaamde heidinne of Zingara, Caftor en Pollux,nbsp;een buil: van Hannibal. Hercules Aventinus met eennbsp;olTenkop onder den knods, een heeriyke, dikwyls gekopieerde ftatue. Een groep van Faullina, met haarennbsp;beminden fchermer Carinus. Een bull van Lucius Veras , de fchoonfte die van hem te Romen is, en nanbsp;den Schermer cn den Hermafrodiet het befte ftuk dernbsp;Villa;
tie Scher- De vermaarde Borghefifche Schermer, nevens den wer.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Apollo op ’t Belvedere, werd te Antiuin, nu Nettuno,
de geboorteplaats van Nero, gevonden, en is onbetwift-baar een der heerlykfte meefterftukkeh der oudheid, ’« wmlk dikwyls gekopieerd, en dikwyls in plaat gebragt is.nbsp;Men vindt ’er de naam des konftenaars Agalias van Efe-fen op. Winkelman (*) zegt, „ dit ftandbeeid fchyntnbsp;volgens de gedaante der letteren het oudfte te wezen vannbsp;die tegenwoordig te Romen zyn. Wy hebben geen na-ïigcen aangaande deszelfs meefter , Agalias, maar zynnbsp;werk verkondigt zyne verdieufte. Gelyk in den Apollo
{¦^ Hiltorie der Kunft bl. 3 94»
-ocr page 351-DOOS.
!o en het Torto een hoog ideaal alleen* en in den hao- J.^ndllreek coon de natuur met het ideaal en met de uitdrukking ver-Romen.nbsp;hoogd en verfraaid worden, zo is in dit flandbeeld eenenbsp;verzameling van de fchoonheden der natuur in jaarennbsp;van volkomenheid, zonder byvoegfels van d? verbeel-dingskragt. Die beelden zyn gelyk aan een verhevennbsp;heldendigt, van de waarfchynlykheid boven de v/aar-heid heen tot het wonderbaare gebragt; dog dit isnbsp;gelyk aan de hiftorie, -waarin egter de waarheid in denbsp;Ditgezogtfte gedagten en bewoordingen voorgefteld wordt.
Het gezigt toont oogfchynlyk dat het naar de waarheid der natuur genomen is, want het vertoont een menfch,nbsp;niet langer in den bloei zyner jaaren, maar die dennbsp;nianlyken ouderdom bereikt heeft, en men ontdekt ’er'nbsp;de blyken in van een leeven, dat geftadig in bezigheidnbsp;geweefl:, en door den arbeid verhard is. ”
Sommigen houden dit beeld voor eener Discobulus,
’t welk egter, aangezien de ftelling, niet geloofbaar is.
ïit
De Schermer fcbynt ouder dan het gebruik der fcher.mers in Griekenland; behalven dat men niet weet, dat ooitnbsp;een fcheimer in Griekenland een flandbeeld verv/orvennbsp;heeft ; 't welk Winkelman doet vermoeden , dat hetnbsp;Hlisfchien een Griekfch foldaat is, die zig in de ftellingnbsp;'fan dit beeld beroemd gemaakt heeft. De regter arm isnbsp;hieuw.
In de zesde kamer ftaat het beeld des Heilands in porfier van Michael Angelo. Een Moor van toetsft^en, in ^en gewaad van alabafter. Het flandbeeld van Agrippi-^2. De kop van Hadriaan. Silenus, den jongen Bac-*^hus draagende. Veele kenners houden zyne beenennbsp;''Oor de fchoonften van allen die te Romen zyn. Denbsp;^de Bevalligheden, een vaas draagende. Zy ftaan op eennbsp;^V. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;drie-
-ocr page 352-338
Lnndilreeh driehoekig altaar, dat met aartige beelden in basreliet em diomeii'is.
In de zevende kamer een klein basreliëf, verbeeb dende Venus, die haaren zoon zyn kleed wil afnee-men. De befchryvingen geeven het, zonder eenig be*nbsp;wys , voor een werk van Praxiteles op ; ook is hetnbsp;dien grooten konftenaar onwaardig , hoewel het zy-De Faun. ne fchoonheden heeft. De vermaarde Faun, die Bac»nbsp;chus op den arm draagt, en tegens eenen boom, waaraan een huid hangt, leunt. Het hoofd en de ftelüng vannbsp;het beeld zyn goed, dog het kind fchynt niet zeer na-tuurlyk- De hand op den rug van ’t kind is nieuw-Agrippina ilaande, gelyk eene Ceres, met een fchoonnbsp;gewaad. De kop is niet fchoon , ’t welk egter eennbsp;gebrek is van het voorwerp , en niet een misflag vannbsp;den beeldhouwer.
Op de eerfte verdieping zyn niet minder veele fchoo-ne marmeren zuilen en tafels. In den eerften vleugel is een kleine groep uit brons van Neffiis, die Dejanir^nbsp;fchaakt. In de volgende kamer eene andere van een ft'nbsp;ter, die eenen faun eenen doorn uit den voet haalt.
Een ftoel rvaaruit men niet weer kan opftaan als men op gaat zitten, alzo ’er yzeren veeren uitfpringen, waat'nbsp;door men vafigehouden wordt. Een antieke fJmtfpeelennbsp;of een faun van omtrent twaalf jaaren, aan den welke”nbsp;de handen, fluit, en voeten vernieuwd zyn. De ftelü”^nbsp;is fcho^, de tekening juift, en de uitdrukking bevalhS'nbsp;In de derde kamer eene maske met het aangezigt va”nbsp;Alexander. Een kleine Morpheus van Algardi in toetS'nbsp;fteen. Hy ligt op zyn rug te llaapen, met llaapblo”'nbsp;men in de hand. De ruft en het zagte vleefchnbsp;t-reflyk uitgedrukt,
-ocr page 353-339
Üit deeze kamer komt men door ecne opene gallery in Lankftreek den tweeden vleugel,- en ziet iir de eerde kamer een®® Romen.nbsp;fchoonen Centaiirus, hebbende een Cupido op den ïug.Centaurus,nbsp;Wat het bovenfte gedeelte aangaat j is hy voortreflyknbsp;uitgevoerd; de kop en hairen zyn bewyzen van de be-ikwaainheid des konllenaarss; Het ftuk van ’t paard is zonbsp;wel niet uitgevallen, de Cupido nog flegter. Het isnbsp;de fchoonfte der oude Centauren , dog de voeten zynnbsp;nieuw.
In de tweede kamer, eene Venus met de fchelp; eene andere Venus, fchreyende over ’t verlies van Cupido’snbsp;vleugels, die zy afgefneden heeft. De vermaarde Her-luafrodiet is een der koftlykfte Hukken uit de Oudheid. (?) diet.
Het beeld Helt eigenlyk eehe naar alle evenredigheden fchoone naakte vrouw van eene Griekfche hand voor.
Zy ruft op een matras, die Bernini zo konftig gemaakt heeft, dat men ze wezenlyk voor een matras houdennbsp;zoude. Zy ligt, een weinig zydwaards , zo dat mennbsp;haaren fchoonen boezem zien kan. De omtrekken zynnbsp;zagt, het vleefch is week, en het gezigt inzonderheidnbsp;fchoon. Een buft der oude Fauftina, gemaalin van Aigt;
toninus Pius , met een diadema.
In de derde kamer is de Centaur Chiron, met eene flang in de hand van brons. Julia, gemaalin van Au-guftus, als eene Ceres; het hoofd is edel, en de klee-deren wel geplooid. Van hier komt men in een openenbsp;gallery, waaarin Lanfranco eene vergadering van Goden
ge-
(#) Men vond hem in *1^ ruinen derDiokledaanfche baden, toen de fondamenten der kerk van Madonna della Vidoria gelegd werden. De Kardinaal betaalde het ftuk zeer diuir , doende daarvoornbsp;de gebeele voorzyde der kerk bouwen.
Y 2
34°
Lviiflreek gcfchilderd heeft. Het koloriet heeft zeer geleden, eg-oiii Romen, ter ziet men ’er nog eenige fehoone overblyffels van.
Een groote marmeren vaas met een bacchusfeeft in bas-relief. De ftyl is fchoon, en de kleederen vallen na-tuurlyk. Van de fchilderyen, die men hier eertyds aantrof, zyn ’er veele kopyen. Daartegen worden de fta-tues en beeldhouwftukken als heiligdommen bewaard, en hebben hunne plaats, welke hun de gedrukte befehryvin-gen geeven, nog niet veranderd.
/ \Vy garjl veele waterwerken, fonteinen, en andere dingen in den tuin voorby, die veel van hunne waardynbsp;verloren hebben, door dat de fmaak in deezen tyd zonbsp;veranderd is. Egter vindt men ’er nog veele partyen,nbsp;rvelken decze plaats tot een zeer aangenaam verblyfmaa-ken. By den ingang in den tuin vertonnen zig een paarnbsp;Sphynxen van middelbaare grootte , en wel gewerkt.nbsp;Twee diergelyken van bafalt, 8. voet lang, liggen opnbsp;een andere plaats. Men ontdekt ’er eene groote maniernbsp;s in, maar de hoofden zyn flegt vernieuwd. Ten eindenbsp;eener graslaan vertoont zig een driekantig altaar, dienende tot piedeftal voor cenen llegten kop. Hy is van Etru-
lifchen ftyl, en ftelt verfcheiden godheden en dansfende vrouwen voor.
De tuin zelf is een der grootften van Romen, en be-ftaat als uit drie deelen. Het eerfte, digtft by den hoofdingang, beftaat uit een klein luilbofchje, van verfchei-dene foorten van hout, met kruislaanen, en kleine fonteinen , en valt droevig in ’t oog uit hoofde van de don-, kerheid van zyn groen. Het tweede ligt agter het huis, en is van wegen de grooterc breedte der laanen, en datnbsp;de hoornen niet zo hoog zyn, aangenaamer, en in ditnbsp;warme land lugtiger. Ook vertoonen zig hier de ftatues
vee^
-ocr page 355-ii
jli
reel beter, en fehynen grooter. Tusfehen beide de dee- Landflreek Ifiu ligt een bloemtuin, beftaande uit eene lange laan»'» Romsa,nbsp;met vyf ryen bloempotten aan elke zyde. Des wintersnbsp;worden zy in eene lange laage gallery gezet, of, gelyknbsp;wy zeggen zouden, in eene orangerie, die van hout is,nbsp;en des zomers weggenomen wordt. Dit doet men veelnbsp;in Italien; maar in andere landen, waar men fteviger ennbsp;warmer gebouwen noodig heeft, kan het niet wel nagevolgd worden. Het derde deel des tuins is eigenlyk hetnbsp;park, waar de tuinier en opzigter woonen, en veclcnbsp;herten gehouden worden. Het is beplant met hoo-ge boomen, mcerendeels pigni, door de welken fchoonenbsp;laanen gehouwen zyn. Ook zyn ’er groote vyvers. Mennbsp;vindt ’er aartigc gezigten , en aangenaame veranderingen. (*)
De Villa Alaani is, in veele opzigten, de fchoonüeVilla Alba-, rondom Romen, alzo de geleerde Kardinaal Albaninbsp;llcgts federt eenigen tyd aangelegd, en den nieuwennbsp;fmaak gelukkiglyk met den ouden gepaard heeft. Mennbsp;vindt ’er dus in de oude befchryvingen van Romen geennbsp;narigt van. Het is verbaazend, dat de bezitter in zqnbsp;korten tyd zulke fchatten heeft kunnen verzamelen, alzonbsp;de mcefte antieken erflyk in de ryke families, die ze be.
zit-
(*) Men leeft in deexen tiün htj volgende aartige plakaat van ds tuinier of opzigter ;
yi/U quot;Bïirgheftanfi nbsp;nbsp;nbsp;Cttjfos hoe edico;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;es, Jï Uher,
legnm cesipedes ne hic timeasi ito qua voles, carplta qux voles, ahito quando voles, Exterts ujtfgis parantstr qnatn hero, in aareo fecula,nbsp;ubi cunéia aurea temporsftn fecuritas fecit, ferreas leges prafgere herusnbsp;vetat. Sit hic amico pro lege honejla volnntas. Verum fi qtds lt;iotonbsp;Utah, Uthens fclens, aureas urbanitatis leges fregirtt, cavtat,nbsp;fihi tesferam amkitist fnhiratas villicus advorfnm frsingat,
342
Landllreek zitten, blyven , en het des bezwaarlyk valt nieuwen *m Romen, te vergaderen: en men moet zig nog meer verwonderen,nbsp;als men overweegt, dat men hier geene t’zamenge'nbsp;raapte middelmaatige dingen vindt, maar uitgezogtenbsp;ftukken, die, of voor de fchoonheid der konft, of omnbsp;dat zy byzondere dingen uit de Oudheid ophelderen,nbsp;merkwaardig zyn. De Kardinaal is de grootfte liefhebber , tot wien zig allen , die oudheden of ftatuesnbsp;ontdekken , het eerft wenden ; en, daar hy te gelyknbsp;een grondig kenner en geleerde is, neemt hy niets aannbsp;dat middelmaatig , of geene byzondere agting waardignbsp;is. (*) De aanleg van het huis en den tuin is groo-tendeels door den Kardinaal zelven ontworpen. Zynnbsp;vermogen en leevendige yver, met den welken hy hetnbsp;houwen en ’t maaken der verzamelingen heeft voortgezet , hebben hem in ftaat gefield, in v/einig jaarennbsp;alles tot volkomenheid te brengen, en der laate nako-melingfchap een bewys zyns edelen fmaaks natelaaten.nbsp;Voorheen lag op de plaats een elendige boerdcry, waarnbsp;nu alles gelyk gemaakt is , en een fchoon paleis metnbsp;eenen even zo fchoonen tuin flaat.
De portiek gelykvioers mfl op kolommen van Egip-tifchen graniet, en is verCerd met fiandbeelden van Keizers , aan welker piedeftals niets dan merkwaardigsnbsp;basreliëfs gebragt zyn. De flatue van Domitianus is
da
{*) A.an den overledenen Winkeimsn heeft de Kardinaal ee» gcooten vriend . en den beften raadsman verloren. Zelden pleg‘nbsp;hy iets tc koopen zonder eerft dien fcherpzinnigen tender om raadnbsp;te vraagen. Uit de Hiftorie deiKunft en de Monnmentt ineditt fp‘'nbsp;^ati kan men opmaaken, hoe vcele raerkwaïrdige ftukken denbsp;^Ibani bevat.
-ocr page 357-343
de eenige in geheel Romen, cn eene groote zeldzaam-Lswrf/ïwciè heid , alzo de Raad alle de gedenktekens van dien Romen.nbsp;vorft heeft doen vernielen. By den portiek ftaan tweenbsp;heerlyke alabafteren vaazen, welke 7. voet in de mid-dellyn hebben. Uit den portiek komt men in een groote voorzaal, die met ftatnes, basreliëfs, en opfchriftennbsp;vervuld is, en uit die in de met heerlyk marmer praaiende kapelle, welke in plaats van een altaar een antieke tombe van rood graniet heeft, waarin een zekere heilig begraven ligt,
Aan beide zyden zyn colonnades van granieten zuilen. Onder de eene liaan bulten van de vermaardlle helden der Oudheid, en onder de anderen (!e filoofo-fen, redenaars en digters. Op een marmeren grafftedenbsp;ziet men eenige beelden , die eenen held en zynernbsp;Vrouw wapenen en gefchenken brengen ; de beeldennbsp;Zyn ,wat kort, dog wel uitgevoerd. Een vierkant Etru-rifch altaar van eene fchoone gedaante heeft drie bas-reliefs. Op het eene gaat Bacchus vooruit, en Mer-'kuur geleidt eene vrouw aster hem ; op het anderenbsp;ziet men Ceres, Neptunus, en Juno ; op het derdenbsp;eene godheid , die met een Haf in de hand vooruitnbsp;gaat, en haar volgen twee vrouwen insgelyks met Haven. Ds beelden zyn van een fierlyk karakter, ennbsp;zo wel als de klecdercn in eenen fchoonen ftyl uitgevoerd.
In een laager plaats van deezen portiek, die op vier zuilen van graniet ruil, bemerkt men een voortrefiykenbsp;fchaal van geel Oofterfch alabafter. Boven de twee deuren Haan tw'ee antieke basreliëfs, van welken het eenenbsp;Trimalcion verbeeldt, die met een troep tooneclfpee-iers in een eetkamer intreedt. Een basreliëf van drienbsp;y 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vrou-
-ocr page 358-Ln-rtAHmek vrouwen, de eene heeft een thyrfus, de andere een fak-m Romen, jjel in de hand, en de derde geeft aan de Faam, die by ’t altaar ftaat, een fchaal over. Op den agtergrond ontdekt men eenen tempel; dit is een fthoon bewaard, ennbsp;voor de konft merkwaardig basreliëf. Eene vrouw, disnbsp;men voor Agrippina houdt, heeft den kleinen Nero opnbsp;den arm. Het hoofd is fchoon, en de drapery in goedennbsp;{jnaak. Voor ’t overige is ’t beeld eenigfins zwaar getekend; zy heeft een oflervat in de hand.
In de bovenzaal liaan twee voortreflyke zuilen van giallo antico. De gallery bevat eene uitgelczene verzameling van ftandbeelden, basreliëfs, zuilen, en mozaïeken. Men ziet hier onder anderen twee llatues meernbsp;dan leevensgrootte, waarvan de eene Pallas, en de an.nbsp;dere Ino, die Bacchus ^op den arm heeft, verbeeldt. Eennbsp;fchoone Antinous in basreliëf wordt voor een der heer-T-ail vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftukken deezer Villa gehouden. In de zaal is het
Meiigi. meefterftuk, waardoor deSaxifche fchilder Mengs zig on-fterflyk gemaakt heeft. Men ziet Apollo op den Parnas-fus omringd van de Zanggodinnen. Tekening, zamen-llelling, en koloriet zyn voortreflyk. Hier vertoont zig een nieuw mecller, die de navolging der antieken en dennbsp;edelen ftyl van Raphael met een kragtig koloriet heeftnbsp;weeten te paaren. Geen italiaanfeh fchilder van deezenbsp;eeuw heeft een werk ’t welk met dit kan vergelekennbsp;worden gemaakt. Men ziet in hem den herfteller dernbsp;Roomfche fchool, die lang op ’t uiterfte gelegen heeft,nbsp;en het verftrekt Duitfchland tot eer, dat dit door eenen Sax gefchied is. In deeze zaaien zyn verfcheidennbsp;mozaïeken in ouden fmaak, naamlyk uit wezeidyke mar-merbrokken t’zamengelleld.
D? vertrekken tej- wederzyde der gallery zyn niet minder
-ocr page 359-345
der fchoon verfierd. Op de flinkerzyde is ’er een, dat Landflmek met allerlei antieken, ftatues van brons en marmer, bu-®”* Romen^nbsp;ften, basreliëfs, waaronder etlyken de eenigen van hunnbsp;foort zyn, vaazen van rood porfier en alabafter, pronkt,nbsp;en met oud mozaïefch werk geplaveid is. Die op de reg-terhand zyn in een modernen, dog te gelyk edelen fmaafcnbsp;aangelegd, en in hun foort pragtig. Verguldfels, fpie-gels, lakwerk, in een woord, alles wat vertrekkennbsp;fchoon en pragtig maaken kan, is niet gefpaard.
Als men in den tuin komt vertoont zig boven de fontein tusfchen den dubbelden trap een kleine antieke geftreep-te vaas van fchoone gedaante, die door drie grypvogelsnbsp;gedragen wordt. Onder aan de terras ziet men eenennbsp;kleinen elefant van zwart bafalt. Onder de terras zynnbsp;drie kamers of grotten, waarin beelden van watergodennbsp;met groote times liggen, en in plaats van fonteinen dienen. Tegen over het Paleis ligt een gallery, die bynanbsp;eenen halven cirkel uitmaakt: zy is insgelyks met deuit-gelezenfte antieken vervuld. In het midden ligt eenenbsp;zaal, waarin zes Egiptifche ftandbeelden van marmer ennbsp;bafalt (laan. Het middelUe uitThebaanfeh alabafter is innbsp;dubbelde leeveusgrootte.
In een aanzienlyke kom van het parterre draagen vier oude Sylvaanen, of beelden van den Atlas, eene grootenbsp;granieten fchaal, ’t welk een aartige uitwerking doet.
2,y zyn in Etririfchen ftyl gewerkt. De parterres en kleine bofchjes zyn wel zo groot niet als op de Villanbsp;Eorghefe; egter flaan ’er omtrent de tweehonderd heel.nbsp;den, verfcheiden groote fchaalen, tenten, de kleinenbsp;tempel van Jupiter, eo een andere, die op tweekoftbaa-re zuilen van alaballer uit een ftuk ruft. De colonnadesnbsp;aan ’t hoofdgebouw, de ronde gallery in gedaante van
y 5 nbsp;nbsp;nbsp;oen
handjlreek em Romen.
eenXyftus der Ouden, de tempels, de menigte der bee!’ den, dit alles t’zamengenomen, voert den liefhebbernbsp;der oudheden als in een pragtig landhuis van eenen ouden Romein, of in het Lmrentimm van Plinius, tennbsp;minften kan men ’er eenigennaate zig een begrip uit for-meeren van den aanleg van ’t zelve. In een woord,nbsp;deeze Villa is do zetel van den goeden fmaak, en donbsp;cenige In haar foort. Alles is het v/erk van den Kardinaal Albani, dien waaien vriend der konft, dog bynanbsp;den eenigen te Romen. Zonder een neef van den Pausnbsp;te zyn, ge'yk de aanlcggers der llorghefifche, Pamfili*nbsp;fche, en andere tuinen, hecit hy alleen meer gedaan, ennbsp;eene meer uitgezogte verzameling byeengebragt, dan innbsp;veele vorftlyke familien te Romen eene reeks van malkander opvolgende prinsfen naauwlyks doen kunnen. (*)
Villa Aldo-brandini.
'Aldohrm-
dynfcbe
bruiloft.
De Villa Aldobrandini, die niet ver van de Albanifche af ligt, kennen alle liefhebbers, ten minften by naame,nbsp;wegens de Aldobrandynfche bruiloft. Aan de muuren vannbsp;het huis ziet men verfcheiden ingemetfelde basreliëfs,nbsp;waaronder het offer van een ftier met treflyke beelden,nbsp;en een paar worftelaars van veel uitdrukking optemer-ken zyn. De Aldobrandynfche bruiloft (**) was voornbsp;de ontdekking van Hercuianum een der beroemdfte antieke tchilderyen. De bruid zit op het bed, en eena
vrouw
(*) Eene poëdfche befchryving deezer Vüla heeft de fekretaris des Kardinaals Albani op eenij,e blaadcn in folio in ’t jaar lyéi.nbsp;te Romen uitgegeven, onder den titel: la cehbre Villa del Cardinalnbsp;uSlcifandro Albani, Ottave dell' Ahbate Prefpero ‘Bettl,
Zy verbeeldt eigenlvk het leiden der bruid in 't bed des bruidegoms. Men vindtze in Misfons Reizen, Ttirnball’s Treatife on dent fainting , en veelo andere boeken ; ook is zy byzonderlyk ianbsp;plaat gebragt.
-ocr page 361-347
Vrouw fchynt met haar te ipreeheö. De ^nMcgom Landjlreek zit aan den voet van ’c bed, en wagt dat het gefprek®?» Roijien.nbsp;geëindigd zy. By de bruid leunt een andere vrouwnbsp;op een altaar, en giet wierook in een vat. Ter reg-ter zyde fpeelt eene vrouw op de lier, en tweenbsp;anderen ftorten wierook uit op een vat; ter flinkernbsp;ftaan drie matroonen om een wafchvat. Het ftuk werdnbsp;in de baden van Titus by S. Pietro in vincoli gevonden; dog het koloriet heeft veel geleden. De za-menftelling fchynt rvat verftrooid. Het beeld van denbsp;bruid is fchoon , en wel gedrapeerd, dog niet jeugdignbsp;genoeg. De bruidegom is wel getekend , maar watnbsp;fteenagtig gekleurd. Pousfin heeft in zyn werken denbsp;aartige figuur van het bed nagevolgd. De drie beelden, waarvan het eene op de lier fpeelt, zyn zo fchoon,nbsp;dat Raphael en andere meefters de Hellingen daarvannbsp;dikrvyls te pas gebragt hebben. , Zo veel men van ’tnbsp;koloriet oordeelen kan, moet het zagt en harmonleCchnbsp;geweeft zyn, Elk beeld heeft zyn clair-obfcur, zonder dat het geheel daar deel aan hebbe, of dat ligt ennbsp;fchaduw regulierlyk in het ftuk verdeeld waren, ennbsp;daardoor eene algemeens werking voortgebragt werde,
Jn ’t Paleis Pamfili ziet men eene kopy van dit ftuk door Pousfin.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^,77^ 5.^^^
De Villa Sacebetti, digt hierby, verdient ook bezogt'^^®^^*-le worden. Plet gebouw is van de architeanur van Pieter van Cortona. Op den heuvel tegen het Jruisnbsp;over ftond voor een paar eeuwen het graf van eennbsp;ezel , ’t welk de Kardinaal Sacchetü voor eenen by-zonderlyk fchranderen , en met andere ongemeene ei-genfehappen begaafden ezel had doen oprigten. Hetnbsp;gebeente deezes gunftelings werd -in eene koftbaare urne
naarTivoii.
Landflrcek^^^ gelegd . en regen over het bad des Kardinaals ge-9W Romen, fteld. Deeze aartigheid kwam hem duur te ftaan, want in het eerfte conclave, waarin by groote kans op denbsp;kroon had, Helde zyn tegenparty dit als een blyk vannbsp;zotheid voor. en Sacchetti mifte dePauslyke waardigheid,nbsp;Solfataraop Op den weg van Romen naar Tivoli pasfeert mennbsp;den weg tweemaal den Teverone of Anio, door middel van dennbsp;'Ponte Mammolo en Lucano. De ecrile ligt vier Italiaan-,nbsp;fche mylen van de ftad , en heeft deezen verbafter-den naam naar de ftigteres deezer brug, Mammea, moeder van Keizer Alexander Severus. Dc andere ligtnbsp;vyftien mylen van Romen , en beet zo om dat zy nanbsp;een merkwaardige overwinning, door de Romeinen opnbsp;de Lukaners behaald, gebouwd werd. Ten opzigte dernbsp;natuurlyke hiftorie heeft de Teverone de byzonderenbsp;eigenfehap , dat zy alles verfteent of met een korftnbsp;omtrekt. Men vertoont op de Villa d’Efte te Tivolinbsp;veele bladeren, die daardoor zo hard als een fteen geworden zyn. Het gras, en alles wat men ’er in legt,nbsp;wordt met een witte huid omtrokken, zo dat het ’ernbsp;uitziet als fuikerbanket, of het geen de Franfchen dragees
noemen. Men noemt daarom deeze verfteeningen ook Confetti di livoU. (*) Veertien mylen van Romennbsp;ftroomt de zogenaamde Solfatara di Tivoli, «cjhs Solfa^nbsp;of .^qtia JlbuliS.
Plet water heeft eene witagtige zwavelkleur, en ruikt gclyk eene ppbrusfing van auripigmentum met kalk. (j)
Het
Ifoc rtnnm .vuÏphhttY tïht miritm, fi nota'vcris , Albulani Óquot; pft fulphuYatOiïi atiuajn urca canalcs fms tuhos^rte durari. Seneca Kat.nbsp;l. 3. c. 20.
(tl MarthUs gowsigt ’et reels van 1. i. Ep. ij.
It»r
-ocr page 363-349
i’il
Ilct moet met Je vermaarde Solfatara by Napels niet ver- Land(lreek ward worden, die een foort van vlammen uitwerpendeB-omen.nbsp;vlakte is. De Solfatara by 'I'ivoli ligt eigenlyk noord-waards van den weg, dog men pasfeert het zogenaamdenbsp;Tüawjas crater, ’t welk een kanaal is 3. ellen breed,nbsp;dat de Kardinaal d’Efte heeft doen graa.vcn, om hetnbsp;moera.sfige water der Solfatara een uitloop te verzorgen. (*) De reuk is zo fterk, dat hy de geheele omlig,nbsp;gende landilreek vervult, en by zekere winden te Romennbsp;befpeurd wordt. De uitdampingen hebben alle dedennbsp;der fteenen, die tusfthen den berg en de beek liggen, zo.nbsp;danig tot kalk gemaakt en opgeloft, dat zy weck zyn,nbsp;en de grond waar men over rydt hol klinkt. Hier ennbsp;daar ziet men de dampen zeer dik uit de aarde opryzen,nbsp;en in de gaten vindt men bloem van zwavel. Het wa-ter heeft geen zonderlinge w'armte; Nollet vond ze maarnbsp;van 4. graaden fterker dan die der vrye lugt, gevolglyknbsp;komen de waterblaazen niet van de kookende bette, maarnbsp;van opklimmende dampen voort, De eigenlyke Solfaca-ra is een klein meer, dat ongeveer 100.ellen in de mid-dellyn heeft, en in ’t midden zeer diep moet zyn, Denbsp;kleine daarop dryvende eilaudtjes fchynea door de mulheid van den grond ontdaan te zyn, hebbende zig al-lengskens van het aardryk los gemaakt. De eilandennbsp;zullen omtrent 50. voet in den ointrek hebben, dog zynnbsp;nu grooter dan kleiner, naar dat ’er zig nieuwe aarde
aanzet
/f«r Hercuïei idida qua Tihtms arcts Canaque ful^hittch Alhtda fumat aquïs,
(¦ïf) De Abten NoIIec en Mazeas- hebben verfcheiden aanmerkingen over de Solfatara gemaakt , die van den eerlien vindt men in ‘t jr deeJ van de d^démolfcsnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a l*A^4démf4 4(s^ihi^ces»
350
Landfireik aanzet of ’er afvalt. Aan de eene zyde plegt men zig te m .^otsftï'baaden, alzo het water voor de fchurft, pyn in de leden,nbsp;en teering, heilzaam werd gehouden. (*)
Niet ver van hier ligt eenig oud muurwerk, ’t welk èe Anti^uarii voor de baden vanAgrippa uitgeeven. Mennbsp;noemt het Bagni di Regina, om dat zy onder anderennbsp;ook der vermaarde Zenobia zouden hebben toebehoord.nbsp;Het water bevat niet alleen veel zwavel, maar ook yzer-deeltjes, waaruit vermoedelyk allengskens de groote,nbsp;niet ver van hier liggende, groeve van travertyn- of ti-burtynfleenen, cava di Tiburtino^ waarmede men te Romen bouwt, en die eenen zwavelreuk hebben, ontftaan is.nbsp;In deeze ftreek hadden de Ouden verfcheiden landhuizen,nbsp;onder anderen deRegtsgeleerde Regulus, waarvan Pliniusnbsp;en Martialis gewaagen. (f) De zogenaamde ruinen dernbsp;pllla di Mecenate liggen ter llinkerhand van den Pontenbsp;Lucano, en by de briig Haat een groote oude toren, ge-lyk aan dien van Capo di bove, die een grafflede vannbsp;de Familia Plautia geweeft is. Deeze familie had hiernbsp;• ook een landgoed, waarvan Ovidus dikwyls fpreekt. Hetnbsp;benedenfte deel des torens is maar oud, en het bovenfte
door de Gothefij om ’er zig in te verfterken, ’er opgezet. Aan de voorzyde tegens den rveg ziet men over-blyffels van zes zuilen. Het eene opfchrift is nog zeer leesbaar; dog het andere, aan den kant van Tivoli, geheel uitgegaan. Deeze toren fehynt van eene fraayer at'
chi'
{*) Dat dit water ook reeds door de Ouden met dit inzigt gebruikt werd, getuigen Gallienus, Strabo, en Plinius.
(-f) Men kan over deeie ftreek het Laünm van Volpi en Corra' dini, welk laatfte werk in 170^.. in twee deelen In o£t. is uitge-*nbsp;komen, en de DefmzUne del agn Rtmane, del Padre Efthinar^*nbsp;furefcmta dall Vcnuti, irso, nazien,
351
chitcktuur geweefl: te zyn dan Capo di bove. Van den Lu^tfli-eek Ponte Liicano neemt men eencn omweg ter regtero*» Romen,nbsp;hand, om de ruinen der Villa Adriana, die twee niy-len van de brug, en even zo ver van Tivoli liggen,nbsp;te bezigtigen.
De FiUa Jdriana moet van eeneh zeef aanmerklyken XirT omtrek geweeft zyn, gelyk men uit de verbaazende rui-“”“*nbsp;nen der gebouwen zien kan. Zy ligt aan den voet vannbsp;den heuvel van Tivoli, de grond behoort meerendeelsnbsp;den Graave van Fede en den Jefuieten, die hier eennbsp;landhuis, Roccabruna genaamd, bezitten. Men vindtnbsp;nog gediiurig oudheden, welken bewyzen, wat onbefchryf-lyke fommen de Keizer op dit landgoed verfpild moetnbsp;hebben. De Centauren van Furietti, verfcheiden ftancf-beelden in ’t Kapitool, by den Graaf van Fede, in ’tnbsp;Paleis Masfiini, en op de Villa Albani zyn, federt wei*nbsp;nig jaaren, uit het puin deezer Villa voor den dag gehaald,nbsp;om niet te fpreeken van ontelbaare oudheden , alsnbsp;marmeren friezen, tafels en zuilen. Ligorius heeft bynbsp;zyn werk over deeze Villa een byzonder plan van dezelve gevoegd; maar het is ten deele gebreklyk, en tennbsp;deele heeft hy zyne inbeelding by ’t maaken van hetzelve te veel ingevolgd. De Franfchc architektPeyre, wiensnbsp;werken wy meer dan eens hebben aangehaald, heeft zignbsp;veel moeite gegeven, om een naauwkeurig plan ’er vannbsp;optemaaken, dog alles is te veel vervallen, dan dat mennbsp;’er iets dat zamenhangt uit maaken kan, en de bellem-tning van elk gebouw opgeeven. Volgens zyne afineo-lingen bevattede de breedte omtrent igoo. en de diepte rooo. ellen.
Aan de twee uiterfte einden lagen twee theaters, die cenen halven cirkel uitmaakten, waarvan het een roz.
ellen
5lt;2
Landfireel ellen in de middcllyn had. Niet ver van dat, ’t Tvellt cm Romen, j^gt verft van Romen ligt, ziet men eene groote plaats,nbsp;die omtrent 350. ellen lang, en 160. breed is, en ver-moedlyk tot een inonfterplaats der foldaaten gediend heeft.nbsp;Aan het eene theater ziet men nog zes trappen, de vertrekken voor de fpeelders, het Projcennium, het orkeft,nbsp;en verfcheiden andere ftukken. Ten minften is van ditnbsp;theater uit alle de ouden nog het meeft overgebleven.nbsp;Rondom de groote inonfterplaats gaan bedekte beogen, en in de groote nis zal waarfchynlyk ’s Keizersnbsp;plaats geweeft zyn. Een groote waterkom lag in hetnbsp;midden. Aan twee zyden was de plaats als een terrasnbsp;gebouwd, waaronder men gewelfde kamers van bakftee-nen gebragt had. Men noemt ze Ie cento camerelle, ennbsp;meent dat zy tot een verblyfplaats derKeizerlyke lyfwagtnbsp;gediend hebben.
Iets verder van daar ftaat nog een taamlyk in wezen gebleven gebouw met kleine kamertjes, die alien vannbsp;boven hun ligt ontvangen, en vermoedelyk baden geweeft zyn. Een rond muurwerk, 66- ellen in de mid-dellyn, was veelligt eene menagerie. De Naumachia is
250. ellen breed; zy kreeg haar water uit den Anio; aan haar eind lag een tempel. Eene plaats van 190. ellen innbsp;’t vierkant was rondom met eene colonnade omgeeven,nbsp;en had aan den eenen kant eenen langen muur, aannbsp;wiens eene eind een ronde tempel ligt, die 27. ellennbsp;in de middellyn heeft.
Een ander weinig befchadigd muurwerk heeft groote wel geëvenredigde kamers. Aan de eene zyde liggennbsp;kleine vertrekken om te woonen, en voor allerlei gebruik, en aan de andere fchynen de pronkkamers geweeft te zyn. Aan het gewelf der eene kamer ziet men
aiquot;
353
allerlei kleine arabefques en Ilukadoorfels, welke hat-Landflreeh ften zo plat zyn als men ze tegenwoordig aan de zólders Romen»nbsp;pleegt te maaken. In twee andere kamers ontdekt mennbsp;insgelyks nog diergelyke fchilderyen en fieraaden. Denbsp;kleuren in de eerfte kamer zyn hard, maar in de anderenbsp;zagter. Men befpeurt, dat de arabesques in het Vati-kaan hieruit ten deele ontleend zym
Vooral valt een huis van Canopus, of den Egiptifchen Neptunus, gelyk men ’t noemt, op eene kleine hoogtenbsp;gelegen, in ’t oog. De voorzyde is geheel ingevallen,nbsp;zo dat het een tempel van een halven cirkel meet ge-weeft zyn. Men heeft hier een zeepaard, ’t welk aannbsp;Neptuun geheiligd was, allerlei Egiptifche beelden, eennbsp;Ills, Ofiris, Oriis, en Ibis gevonden; Agter is eennbsp;groote nis, waarin kleinderen zyn, aan de welken
gewelfde kamers paaien. Door eene opening ziet men nbsp;nbsp;nbsp;H
in eene kamer, die waarfchynlyk tot een waterbak gediend heeft. Ter zyde liggen vertrekken, die van boven hun ligt bekomen, en in groote befchilderde vakken afgedeeld zyn. Deeze zaal fchynt een groote grot gcv/eeft te zyn, en in de nisfen had men watervallen gebragt.
Op de plaats daar nu het huis Roccabruna ftaat vond men eene afbeelding van de Elizeefche velden en hetnbsp;ryk van Pliito. Eenige kanaalen verbeelden de Cocytus,
Rtanza d’Airiano genoemd wordt, ftukken van groote nbsp;nbsp;nbsp;|
trappen, binnenplaatfen, colonnades, tempels, water- nbsp;nbsp;nbsp;|
IV. DkEt. nbsp;nbsp;nbsp;Znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tianuïnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'I
-ocr page 368-354
Laidltreek tianns zegt, datHadiinan hier eenige vermaarde plaatfen vafl t;n R:msn. Griekenland heeft willen navolgen, als het Lyceum, denbsp;Akademie, het Piytancuiii, ecnen tempel van Theflalien.nbsp;In eene der zaaien rigtte hy eene pragtige bibliotheek op,nbsp;en verzamelde alles wat maar in Aficn en Griekenlandnbsp;fchoons in de konft kan gevonden worden, en deed hetnbsp;op dceze Villa plaatfen.
Uit den aanleg der kameren en het geheel blykt, dat de grootte bouwmeeters ’er aan gewerkt hebben, ennbsp;dat men toen veel beter de gemakken binnenshuis wiftnbsp;in agt te noemen, dan in de laatfte tyden der Republiek,nbsp;De kamers volgen malkander regulier, zyn naar behoo-len verligt, en in aanzien der korniffeii, en andere bouw ¦nbsp;konftige fieraaden, van een treflyken fmaak. Hetfchynt,nbsp;dat het gebouw vertrekken gelykvloers, en geen dak vannbsp;hout, maar boven de gewelfde zaaien en kamers Ilcgtsnbsp;eenigfins afhellende efterikken gehad heeft. Eenige muii-ren zyn vermoedelyk met voordagt omgehaald, wyl dcnbsp;anderen nog zo ftevig ftaan. De ticchels zyn ruitsgewy-ze gezet, opus reticulatum, en van binnen is de dikkenbsp;mnur met kalk en andere Recnen, om de ticchels te be-
fpaaren, gevuld, gelyk Winkelman in zyn aanmerkingen over de bouwkunfl: der Ouden aangemerkt heeft. Van binnen zyn de miuiren metftuk overtrokken. Het fchynt,nbsp;dat men by zulk een uitgeftrekt gebouw niet zeer op dsnbsp;legelmaatigheid der voorzyde gezien hebbe, want eenig®nbsp;deelen ftaan verder vooruit, anderen wyken terug: veel'nbsp;ligt deed men ’t om de eenvormigheid te vermyden, eOnbsp;daardoor in de verte een fchilderagtig gezigt te inaaken-Dit hcerlyke gebouw had naauwlyks tagtig jaaren geftaan»nbsp;toen Caracalia begon ’er veele koftbaare ftukken uit t®
Deernen; die na hem kwamen volgden zyn voorbeeld’
Iquot;
Iquot;
3r5
cn het geboa',v verviel, tot dat het geheel door de Go.Landjlreek then vervvoefi: werd,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;em Rumen.
TIVOLI.
Tivoli, het van de Ouden zo geroemde Tibur, maakt Tivoli. tegenwoordig, zo wel als zyne inwoonders, een elen-dige figuur, fchoon de Ssnatus Populii que Tilurtir.us innbsp;de opfchriften, die men hier en daar vindt, zig veel vannbsp;Jiunne ftad fchynen intebeelden. Men fchat het getalnbsp;der inwoonders op 18000. zielen. De ftad ligt opnbsp;een aangenaame hoogte, van de welke men de bekoor-lykfte gezigten van moderne gebouwen, ruinen, boo-jnep, gewasfen, en wat het oog ftreelen kan, heeft.
De omliggende landftreek is, gelyk eertyds, (*) met landhuizen vervuld , fchoon de tegenwoordige Romeinen het verblyf van Frafcati fchynen den voorrang tenbsp;geeven, t’zy dan om dat het digtcr by Romen, Albano,
en
(*) De Ouden waren zeer voor Tibur 'mgenomen i Horadw
SVenfchc 'er zyn Jeeven te beQuiten:
Tibitr, .Argeo pofittim colont Sit mihï fedes ntinam feneiüx gt;
Sit rtjodns lajfo marts ^ vtarum MilitUqne.
Ode 4. lib. 2,.
MirtiaVis houdt ’er de lugt voor lo getond, dat hy zig vetwondert, hoe Curiadus daar heeft kunnen fterven.
Cum Tihurnas damnat Cunatius auras, later laadatas ad Styga mijjus aquas,
IStdh fata lou excludere, cum mors Yentrit in medio Tihitre Sardinia ejl,
if
'ft
fLir-ik
¦-'1'
% 2
Tivili. en Cartel Gandolfo ligt, waarheen zig de Paus dihvy^S begeeft, of om dat men het van wegen de fcherpe noorden winden , die borrtziektens veroorzaaken, niet zonbsp;gezond agt. De rtad is flegt gebouwd, en gelykt welnbsp;een elendig vlek. De rtraaten zyn naauw, krom ennbsp;kwalyk geplaveide De merkwaardigheid der landfireek isnbsp;dc eenige oorzaak waarom Tivoli bezogt wordt.
Strabo, Horatius, en anderen, geeven Tivoli op voor eene Griekfche volkplanting, en ftellen den oorfprongnbsp;der rtad op vyftienhonderd jaaren voor Q^rirtus geboorte.nbsp;Volgens de Aeneïs kwamen de inwoonders Turnus tenbsp;hulp, en Virgilius noemt Tibur reeds toen Superbum,nbsp;fchoon dat anders eene poëtifche uitdrukking is,- welkenbsp;de digter van zyne tyden ontleend heeft. De inwoonders hebben dit devies boven het wapen hunner ftad be-houden, dog het paft zeer kwalyk op den tegenwoordi-gen toeftand. De Tiburtynfche Sibylle maakte het oordnbsp;beroemd. De Ouden hielden de lugt voor zeer gezond,nbsp;cn zo zuiver dat het ivoor hier nooit geel werd. (*}nbsp;Auguftus begaf zig dikwyïs naar Tivoli, en fpande denbsp;ligtbank in den tempel van Hercules, waar een aanzien-
lyke bibliotheek was- Propertius, Quinétilianus, en andere digters en geleerden hadden hier hun landgoede,nbsp;ren; (f) dog geen roemt Tivoli zo als Horatius. Nietsnbsp;was hem liever dan de oever van den Anio:
Qum
(*) nbsp;nbsp;nbsp;meat femptrqai novum efi q«oi TibmU attfa
Pafcit thm, nbsp;nbsp;nbsp;Silius Ital. I. Ii.
(¦f) Tivoli had den bynaam van het Heikullfche, en heette ook CatlllHS,
fjjtosqxe fm Herculeis tacitmno fiamine mxris -Pimlfem arva ortant Amatltqoc CatilH,
Sik Ital. 1, IS.
IfiJquot;
-ocr page 371-Tivoli. ¦
' Quam demus Albune(B refonantü.
Et prtBceps Anio, Tiburni lucus Éf Mobilibus pomaria tivis.
Na dat Attila Romen geplonderd had, behandelde hy Tivoli op de zelve wys, en een groot gedeelte dei in-woonders moeft, volgens Procopius , over den klingnbsp;fpringen. Keizer Frederik de Rosfe herftelde de ftad ee-nigfins, en deed de muuren herbouwen.
De ftad heeft tegenwoordig eenen bisfchop, en ver-fcheiden kerken en kloofters. De kathedraalkerk (laat op de plaats van den gemelden tempel van Hercules.nbsp;Op de markt ziet men een paar Egiptifche ftatues vannbsp;¦rood graniet, 5. ellen hoog, die fchoone koppen hebben,nbsp;en voor ’t geheel wel zyn uitgevoerd. Die by de deurnbsp;is de befte , aan de andere zyn het hoofd en de bee-nen niet 'wel vernieuwd. Men vondz? op de Fillanbsp;Adriana.
Het merkwaardigfte overblyffel uit de oudheid te Tivoli is de tempel der Sibylle, die van de befte tyden der
bouvvkunft fchynt te zyn. Men fchryft hem der Sibylle toe, zonder het te kunnen bewyzen. Anderen meenen dat hy Vefta gewyd is geweeft, alzo de tempelsnbsp;dier Godin, volgens Plutarchus, rond waren, om de
g«-
-ocr page 372-Tivoli. gedaante der wereld aftebeelden. Hy ftaat op den top van eenen heuvel of róts; op de eene ^yde liggen denbsp;huieen der (ïad, en voor denzelven een pragtige waterval. Eaar liaan nog agttien gekannelecrde korinthifchenbsp;zuilen, ’t i/elk omtrent de helft is van de geenen die ’ernbsp;voorheen geliaan hebben. De zuilen zyn zo hoog als denbsp;midt.ellyri van 't Ichip des tempels , en ftaan op eennbsp;voei, die onder het gebouw heengaat. . In de fries dernbsp;kornis ziet men bloemkransfen en osfenkoppen. Doornbsp;eene gi'octe deur, die ter wederzyde een venftcr heeft,nbsp;treedt men in den tempel. Alle zyne deelen hebben eene fchoone evenredigheid, en de verfieifelen zyn bewy-zen van een goeden fmaak. Het gewelf van binnen isnbsp;met ftukadoorwerk, in vakken verdeeld, veifierd. Overnbsp;’t geheel heeft het gebouw een manlyk' en te gelyk fier-lyk aanzien. De bladeren der kapiteelen hebben de gedaante van artisjokbladeren. (*) De tempel is van tra-vertynfteenen, die door de langte des tyds een aartigenbsp;kleur gekregen hebben. Alle architekten en liêfhebbersnbsp;van oudheden bezoeken dit merkwaardige en fchoone over-blyffel, fchoon ’er geen zorg yoor deszelfs onderhoud ge-
draagen wordt, en alles vervalt. Het dient den bewoonder des tuin waaj-in het ftaat tot een houtfehuur, en in’t middennbsp;ftaat eep gioote amandelboom te wasfen. Zydwaards vannbsp;deezen kleinen tenjpel ziet men overblyffels van zuilen metnbsp;haaren voet, die vermoedlyk'voorheen tot cenen vierkanten tempel behoord hebben.
Waterval nbsp;nbsp;nbsp;vermaarde waterval ligt voor den thans befchreve.
te TivoU. nen tempel, en omftaat van de rivier Teverone, die op
den
{*) PaUadio heeft de architekmer- des tempels in zyne werken jiaauwkeiirig befchreven.
-ocr page 373-Z59
den berg Trevi aan de grenzen van Abruzzo ontfpringt, Tivoli, en het land der Sabynen, van het eigenlyke Latiuin, ofnbsp;de Campagm di Roma fcheidt. • Boven Tivoli wordt zynnbsp;loop door twee heuvels verfoeid, en daarop ftort hy zignbsp;by deezen tempel over eenen rots, 30. ellen hoog, in het.nbsp;daaronder liggend dal, met zulk een gedruifch neder,nbsp;dat men het zeer verre hoort. De fyne, door het afvallen van ’t water voortgebragte ftofregen, maakt, als ’ernbsp;de zon op fcbynt, eenen aartigen regenboog. Sixtus V.nbsp;deed, met groote kollen, eenen muur trekken, ten dee-le om den loop der rivier zekere paaien te geeven, tennbsp;deele om den val nog grootfcher te maaken. Ter regter-hand zyn vier kleinere watervallen, die zig, onder eennbsp;zwaar geruifch, met den draaiftroom, door den hoofdval geformeerd, vereenigen, onder de rotfen voortrut-fchen, en op eenigen affland op nieuws, kleine watervallen , of de zogenaamde Cajcatelle, maaken, tvaardoor papier- zaagmolens en werktuigen voor andere fabriekennbsp;omgedreven worden.
i'l
Men kan zig geen fchilderagtiger gezigt verbeelden; de val zelf, met de wilde boven malkander opgella-pelde bemofte rotfen, de daar boven liggende eerbiednbsp;verwekkende tempel, de ftad, de fchoone landsdouwe,nbsp;het geboomte, de rivier, de aan dezelve om te drinken gedrevene kudden, in een woord, alles wat een,nbsp;landfehap in verfcheidenheid van voorwerpen ryk maakt,nbsp;vindt men hier by malkander. (*) Om doezen waterval
regt
Men behseft lig dus niet te verwonderen, dat de fchilders deezen tempel en de landsdouw dikwyls natdeenen. Pousfin. Vernet, en anderen hebben zig ’er dikwyls in hunne Hukken van bediend, cn verfcheiden meekers, die landfehappen in plaat hebben
TivoU. rfigt zien , behoeft men maar de ftad uit te gaan, den heuvel om , en eenen bekwaainen ftand daartegennbsp;over te kiezen, waar men zig met het heerlyke gezigtnbsp;verzadigen, en met het geruifch verliiftigen kan.
QuintUiolo. Voor dat men aan den waterval komt, vertoont zig in de vlakte het zogenaamde Qttmtiliolo, een naam,nbsp;welke het eertyds hier gelegen huis van Qiiintiiius Varus,nbsp;van wien Auguftus zyne in Duitfchland verflagene legioenen terug vorderde, fchynt aan te duiden. Het isnbsp;een overblyffel van een Trizonium, of een rond gebouw , dat met elke zyner drie verdiepingen in dcnbsp;middellyn afneemt. Op de zelve vlakte liggen ooknbsp;eenige ruinen van het landhuis van Mecenas. Hetnbsp;ftrekte zig uit tot aan de ftadspoort, en de hoofd-ftraat liep onder de boogen van het zelve door. Denbsp;meefte overblyffeis moet men hier op eenen wyngaardnbsp;zoeken. Men ziet nog iets van een vierkant gebouwnbsp;met dorifche zuilen, eene gallery, en verfcheiden kamers , welken boven een onderaardfche zaal, Saianbsp;terrena, aangelegd zyn. Gemeenlyk noemt men ze denbsp;ftallen van Maecenas ; dog zy fcbikken zig niet totnbsp;eene flailing, maar wel tot baden. Sommigen denken,nbsp;dat alle deeze overblyffeis niets anders dan eene groo-te waterkom gewecft zyn , waaruit het water naar denbsp;landhuizen geleid werd. In kater tyden heeft mennbsp;door de ruinen een fnel loopend kanaal getrokken,nbsp;'t welk door eene arcade van dezelven den heuvel af,nbsp;ftort, en eenen aartigen waterval maakt.
Van
uitgegeven, ais Dietrich en anderen, die \vy voorhygaan , hebben aan hunne plaaten hierdoor zeer fchiideragtigc liggingen wceten bcnbsp;gceven.
-ocr page 375-361
Tivoli.
Van hier gaat men den heuvel af, en klimt den tegen over liggenden weder op. Eerft ziet men drie kleine watervallen , waarvan de eene de reeds aangewezene is, de twee andere vindt men beneden de arcade. Zy vallen, byna loodregt, meer dan 100. voeten diep, en gelyken naar zilveren beeken, die tus-fchen de groene oevers voortfehieten, en nevens denbsp;ruinen een fchoon gezigt opleveren. Ten einde vannbsp;het dal ziet men eindelyk de groote Cascatella , dienbsp;tusfehen het geboomte doordringt, en in eene taamly-ke breedte, ointremt 50. voet diep, nederftort. Drienbsp;kleiiideren voegen zig by haar, en maaken eenen nieuwen val , die nog eens zo hoog is, en, alzo hy opnbsp;de rotfen zig breekt, een heerlyke vertooning maakt.nbsp;De groote Cascatella maakt fraayer gezigt dan de groote waterval, alzo hier het toneel door de menigvuldige kleindere vallen nog meer verfcheiden wordt gemaakt, en een fchilderagtiger landfchap oplevert. Opnbsp;eene plaats ontdekt men zelfs by helder weder de zeenbsp;op eenigen afftand.
Van hier kan men langs een fmal en fteil voetpad terug keeren, ’t welk tegen over de groote Cascatellanbsp;ligt. Deeze berg is, zo wel als de omliggende land-ftreek, met olyfboomen beplant, welken een van denbsp;befte foorten van olie in den Kerklykcn Staat vóórtbrengen , en grootendeels den Jefuieten toebehooren.nbsp;Boven op den berg loopt een weg lynregt op de poortnbsp;aan, die tegen over die is, welke men is uitgekomen.nbsp;Op deezen zeer hoog liggenden berg heeft men hetnbsp;heerlykfte gezigt over de daalen tot aan Roiiien,, datnbsp;omtrent ‘18. mylen van daar ligt, waar zig de koepelnbsp;der Pieterskerk boven alle anderen zeer grootfeh ver-Z 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heft.
.362
Tivoli, heft. Voor zig ziet men Tivoli in de gedaante van een amphitheater , ’t welk eefie aartige -verwisfelingnbsp;maakt van moderne gebouwen en ruinen, inzonderheidnbsp;verheft zig boven alle anderen de tempel der Sibylle,^nbsp;die alleen op den top eens bergs ftaat.
Villa nbsp;nbsp;nbsp;Ds voormaals zo beroemde Villa Eftsnfe , een beer-
EJlenfe. jyk landgoed, is van den Kardinaal Hippolytus d’Elle, eenen zoon des Ilertogs Alphonfus en van Liicretianbsp;Borgia, in het jaar 1542. met koninglyke kollen, aan.nbsp;gelegd , hebbende hy en zyne navolgers daar omtrentnbsp;drie millioenen fcudi aan verfpild. Haare holt;^c ennbsp;treflyke ligging , de menigte van tcrrasfen, fonteinen,nbsp;parterres, doolhoven, bofchjes, orangerien en fta-tuen maaken dit oord tot een betoverend verblyf; dognbsp;men ontdekt 'er aan, dat ’er de eigenaar niet op is, al»nbsp;zo alles vervalt.
Het gebouw heeft in aanzien der architektuur nieta byzonders. Verfcheiden kamers zyn van de twee Zuc-cheri met arabesques en fchilderyen vcrlierd, dog verdienen niet veel agting: zy hebben Raphael willen na,nbsp;volgen, dog zyn daar niet gelukkig in geweeft. Hetnbsp;huis Haat op terrasfen, die met haagen omgeeven zyn.nbsp;Naar den kant van Tivoli is een aartige waterval, ennbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;boven den zelven cene grot, gemaakt volgens het
plan van Willem della Porta. Het waterorgel, dat men hier eertyds had , is , gelyk vcele andere water.nbsp;' werken, vervallen. Egter ontbreekt het den tcrrasfennbsp;niet aan dat foort van fieraaden, waaronder de Giran-dola, tegen over het huis, die in ’t fpringen een Kerknbsp;geraas, omtrent als het klappen van vuurpylen, maakt,nbsp;eene goede tverking doet. De inerkwaardigfte fonteinen zyn die van den Eenhoorn, vah Thetis, Pando-
rSj
-ocr page 377-3^3
ra, Flora, Diana, Pallas, Venus, enz. Eene laan, Tmli. eenige honderd fchreedej). lang, is op beide zydcn metnbsp;rneer dan drie honderd adelaars, bloempotten, en au-dere fteenen figuuren bezet, die allen dunne water-ftraaien ultgeeven , en eene aartige vertooning maa-ken.
j(ii' '
Aan het eene einde deezer laan ziet men een waterval, (*) in de gedaante van een halven cirkel. Boven denzelven zit tusfchen de rotfen een groot vrouwenbeeld , waarom de waterval den naam voert yan denbsp;grot der Sibylle, en daarboven zyii doorgebrokene rotfen met het beeld van den Pegafus; al het welk, nevens bet zwaare geboomte rondom, eene goede werking doet. Aan het andere einde is de fontein dernbsp;Had Romen. Men ziet daar als ware het een modelnbsp;van ’t oude Romen, naamlyk verfcheiden baden, ren-baanen , tempels, amphitheaters, in ’t klein verbeeld;nbsp;dog alzo alles maar van bakfteen is, is het zeer vervallen. Aan eene menigte van verborgene fonteintjes, ’tnbsp;welk de liefhebbery was der voorige eeuw, ontbreektnbsp;het niet. Voor het geheel overtreft deeze Villa alle anderen omftreeks Romen in waterwerken , alzo het hier,nbsp;zo digt by den Teverone, niet aan water mangele, ennbsp;de aanleg derhalven maar de helft gekoft heeft. Be tuinnbsp;heeft over ’t geheel befchouwd iets groots, ’t welk egternbsp;meer van de gelukkige ligging, dan van de ichoonheid
van
(*) De befte fonteinen en waterwerken deezei Villa, tnee haare gezlgten, heeft Venmrini op 29. bladen In plaat gehragt: Fmta/itnbsp;Ael Giardlm Efiotfi i» Tivoli ca laro frofpetti, e calla tascacs delnbsp;Fimie Anitne. De fonteinen te Tlvoli en Fralcati heeft Domeniconbsp;Barriera op 2 . bladen uitgegeven; Fantant dherfe di Fma, dl Ti-voli, t dl Frpifcatt,
Tivüi. van hct ontwerp voortkomt. Onder de ftatuen zyn goede ftukkcn, dog de beften heeft Benediftiis XIV. voor ’t Capitohum gekoft. Zy behoort den Hertog van Modena , die 'er niets aan te kofte legt. Zyn gezant to Romen onthoudt 'er zig fomtyds in de Villeggiatura; dognbsp;egter vervalt zy van jaar tot jaar, zo dat de fchoonenbsp;poëtifche befchryving, die ’er Hubert Foglietta van gemaakt heeft, in de meefte ftukken zeer boven het we-zenlyke gaat. Boven de Villa liggen nog drie hoogerenbsp;bergen, welken den Jefuieten toekomen, en eene nognbsp;veel fchoondeie ligging hebben.
Laüdjlreek Boven op den berg, ter regter zydevan denTeveronc,
Tivoli.
7ondom in eene ftreek Arci geheten, ontdekt men fpooren van de waterleidingen van ’t Jpia Claudia en Murcia. Dcnbsp;eerfte was 46. inylen lang, en de boogen hadden hiernbsp;en daar in de diepte eene hoogte van 100. voet. In ditnbsp;oord bezat Nero ook een landhuis, waar de Teveronenbsp;eerft een meer gelyk by Subiaco, en naderhand fchoononbsp;watervallen maakte. Het befloeg een groot deel dernbsp;ruimte ter w'cderzyde der rivier de Mandra, tot aan denbsp;brug van S. Francifcus, en beftond uit de drie deelen,
welken, volgens Columella, tot een landhuis behooren, naamlyk de ürbana, Rujiica, en FruUifera. Daar lagen veele gebouwen in ; uit de puinhoopen van eennbsp;derzelven is het kloofter van den h. Clemens gebouwd.nbsp;By de kerk der h. Scolaftica, waarin een paar treflykenbsp;hier opgegravene zuilen ftaan, liggen insgelyks nog oudenbsp;overblyffels daarvan. Van het landhuis van Nervanbsp;ziet men veel oud muurwerk op den berg Arzinazzo.
De zogenaamde Morde Spaccato heeft zyne groote fcheur vermoedlyk door eene zeer natuurlykeaardbcevingnbsp;gekregen, fchoon het gemeen zig verbeeldt, d?,t het tS-O
tvde
-ocr page 379- -ocr page 380-TioolL ty vanTibur in zyns vaarzen fpreekt, daaronder de Vil' Ia van Maecenas moet verftaan worden.
Palejirina. Palefirina , eertyds Prxnelle, ligt half weg tusfehen Tivoli en Frafcati.. Het is eene zeer oude plaats, dienbsp;door natuur en konft fterk was, (*) en waar Marius, nanbsp;door Sylla geflagen te zyn, belegerd werd. Sylla namnbsp;de plaats in, na dat zyn vyand zig alvoorens had om ’tnbsp;leeven gebragt, en deed alle de inwoonders nederfabe-len. De Had werd onder Bonifacius VIII. en onder Eu-genius IV., in de onruflen dier tyden. tot op den grondnbsp;verwoed, dog heeft zig naderhand weder opgebeurd.
Vermaard
Mozaïek.
De Tempel der Fortuin te Prtenede was eertyds zeer vermaard. Men ziet van dit gebouw, ’t welk Sylla zeernbsp;pragtig optrok, nog eenige fpooren. Het beeld dernbsp;Godin was zo konftig verguld, dat men, volgens PH-nins, het fchoonfte verguldfel den naam van Prtenedynfchnbsp;gaf. Sylla deed den vloer met mozaïfch werk verlieren,nbsp;waarvan nog een aanzienlyk ftuk in ’t Paleis Barberini tenbsp;Romen, ’t welk als het Praeneftynfche mozaïek genoegnbsp;bekend is, vertoond wordt. Het is iS. voet lang en
14.
Mandela hihit, rngtij'iis frigate pagas, fentire patas ? gaid credis, amice, precari ?
Slt vtïhl qmd mine cjl, ^ tam minus , ^ mïhi vh'am ^Jtod faperejï avi,
L. I. Ep. I*. V. 104.
Herwaards verplaatft ook de AbtDominicus de fandtis in zyne Dis-ftrtazione fopra la Villa di Orazlo in Roma 17G1. het landhuis, en bewyft het met veel waarrchynlykheids, na dat hy de meeningennbsp;van anderen grondig wederlegd heeft.
(*} Horatius noemt het frlgldmi Prauefte om de hooge ligging, en Virgilius alttm Prxnefte. De laatfte geeft Catculus, een zoonnbsp;van Vulkaan, voor den ftlgter van het zelve op. Men zie Saarefiinbsp;Pra/itjle antiqua. Rom. 16
-ocr page 381-3lt;^7
*4. breed. Men heeft ’er verfcheidene befchryvingen en TivoH. plaaten van. (*) De fteencn, waar het nit beftaat, zynnbsp;3. of 4. lyncD in ’t vierkant groot, en verbeelden dierennbsp;en planten, nevens eene tent met foldaaten, een fchip,nbsp;priefters, tempels, torens, obelisken, enz. Men weet'nbsp;niet wat men uit die verwarde voorftelling maaken zal.
Elke geleerde heeft ’er genoegzaam eene byzondere uitlegging van gegeven. De waarfchynlykfte en fcherpzin-Jiigfte fclrynt die van den Abt Barthelemy te zyn, die gelooft, dat men ’er de aankomfl van Keizer Hadriaannbsp;in Egipten verbeeld ziet. De llaande vrouw, die dennbsp;Keizer het diadema toereikt, fielt de ftad Elephantinanbsp;voor, en het geval gebeurt op het eiland van dien naamnbsp;in den Nyl, waar een tempel van Cnuphis ftond. Barthelemy verklaart alle de foorten van dieren en planten ,nbsp;die men ’er opziet, zeer vernuftig, en overeenkomflignbsp;jnet de plaats d.aar de zaak is voorgevallen.
Tusfehen Paleflrina en Frafcati ligt Co/onna, waar het Colonna. Acqua Vergine van de Fontana di Trevi begint. Nietnbsp;ver van daar moet de oude ftad Collatia gelegen hebben,nbsp;fchoon men de juifte plaats niet bepaalenkan. Vermoed,nbsp;lyk lag zy op eenen berg, en niet, gelyk veelen willen,nbsp;in de vlakte by OJleria dell’ Ofa. (j)
(*) Kircher heeft het ia zyn Latixm vetiis. en Ciampini in zyne Monumenten, en de Abt Barthelemy In het 30. deel aer Mén:mesnbsp;de l'Academie des Infcriptious, het beft befchreeven. De Kardinaalnbsp;Barberini deed het in ’r jaar ryai. in groot formaat graveeren,. .
(t) Dat zy op een berg gelegen 'hebbe, blykt uit Virgiüus:
Hi Ccllati/iai impends: mer.tibns area.
3^8
Frafcatii
FRASCATI;
Frafcati ligt twaalf Italiaanfche mylen van Romen, iri öc zo genaamde Campagna di Roma, aan eenen berg, nietnbsp;ver van de oude ftad Alba. De weg derwaards is, gegt;nbsp;lyk het gantfche oord, zonder dorpen en menfchen; ennbsp;indien in den zaaityd geene boeren van Viterbo en denbsp;bergagtige ftreeken des Kerklyken Staats kwamen, zounbsp;het land niet kunnen bezaaid worden* Hier lag het oude Tusculum , k welk Cicero cluvisfïmnm R^unicipiumnbsp;noemt, en waar de Romeinen verfcheiden landgoederennbsp;hadden. Tusculum was de geboorteplaats van Cato dennbsp;Cenfor, beroemd wegens zyne geftrengheid. Ciceronbsp;maakt van dit oord zeer dikwyls gewag, alzo hy ’er zelfnbsp;een landhuis had, waar hy, onder anderen, zyne Quce~nbsp;fliones Tusculanx fchreef. (|) In de middeieeuwennbsp;leefden de inwoonders in een geduurigen oorlog met dienbsp;van Romen, en floegen die eens, ten tyde van Keizernbsp;Frederik den Roffen, zodanig, dat men den flag met denbsp;nederlaag van Canns vergeleek. Dog onder Coelefti-nus III. wérd deezc vlek uitgev/ifcht, en Tusculum totnbsp;op den grond vèrwoeft. De arme inwoonders maaktennbsp;zig hutten van takken , waarvan de nieuw aangelegdenbsp;ftad den naam van Frafcati kreeg. Nog ten tyde vannbsp;Leandro Alberti, in ’t jaar 1550. was het een flegt en
woeft
(¦|) C‘c(i Idy ^ne ce Römaift ¦¦
des foins ^nbltcs j qni Ig fdtfoient nvety Sa main dn Confulat laisfoit Jlotier Us rtnetfnbsp;St courant d Tufcnle, il alhit cnltlvernbsp;Les fruits dg l'Ecole cCAthhies.
Rousrea»,-
wbefl oord. Sedert een paar eeuwen hebben verfcheiden FrajcatL Romeinfche farailien hier eenige landgoederen aangelegd,nbsp;én daardoor herwaards meer inwoonders getrokken.
De ftad heeft cene aangenaamË ligging, en vertoont iig, vooral .ils men haar van beneden naar boven be-fchouwt, wegens de vcifcheidenheid der gezigten vaft denbsp;aan den heuvel liggende huizen en tuinen, waarmede dienbsp;als bezaaid is, zeer aartig. De ftad heeft oude muultnnbsp;cn bolwerkc'n. Niet ver van de pooft ligt de kathedraalenbsp;kerk op eène gl'oote plaats, die met eene üegie fonteinnbsp;voorzien is. I'rafcati is het vaderland van den nog lee-venden vermaarden digter Metaftafio. De bekende Abt De Digternbsp;Oravina nam hem tot zig, eh vónd dat hy zó veel talen-ten liad, dat hy hem ceiie bekwaame opvoeding geeven,nbsp;en in alle noodige weetenfehappen onderwyzen deed.nbsp;lly heeft daar door de eer gehad, in Metaftafio aan Ica-lien den grootften lierdigter te verfchaffen.
De FillaPamfili, of tl Belvedere, heette eenyds ^Ido- Pilia^ido’, irandini, naar haaren ftigter den Kardinaal Aldobrandi-lii, een neef vaii Clemens VIII. Zy heeft een fchootinbsp;aankomen, aan ’t einde van 't welk eene fontein ftaat.
Van de welke een dubbelde trap naar eene tweede fontein löopt op het eerffe terras, en van daar komt men op hetnbsp;terras waarop het buis ftaat.
Het gébo'inv is -bet laatfte dat Jakob dclla Porfa gebouwd heeft, dog heeft vóór de architektuur niets by-Zonders. De middelfte zaal en de beide zykamers zyn ttiet treflyke marmers en fchoone fchilderyen verfierd. Innbsp;de flaapkamer ter regter hand van de groote zaal vertoontnbsp;zig een zoldering, waaraan Jofef van Arpinó David metnbsp;¦ftbiga'il beeft veibeelft. De ftelling van David Is nietnbsp;goed, eri Abigail ontbreekt een edel karakter, dog denbsp;IV. D£ei„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beel*
-ocr page 384-Frajcaii. beelden agter David verdienen geprezen te worden. Het ftuk heeft veel van Raphaels manier, dog is droog gefchil-derd. Aan de zoldering der kleine gallery ziet men drianbsp;Rukken van den zelven meefter, naamiyk God den Vader, die Adam verbiedt van den boom des leevens tenbsp;eeten. Eva, Adam ve^deidende, en de uitdryving uitnbsp;het paradys. Dit laatfte fchynt het befte te zyn. Davidnbsp;Goliath vellende, in eene flaapkamer, is een zeer mid-delmaatig ftuk van den zelven meefter. In een andernbsp;vertrek ziet men Judith met den kop van Holofernes;nbsp;bet beeld van haar is fchoon gefchilderd , cn het beftenbsp;van allen van dien meefter in ’t geheele Falcis.
Het plan van den tuin, dat insgelyks van gemelden bouwmeefter is, doet zig wel op, Men vindt ’er zonbsp;veele donkergroene boomen en haagen niet als in de andere Italiaanfche tuinen j cn dit maakt dat hy’er frifdinbsp;en leevendig uitziet.- Inzonderheid geeven de platanus-laaiien eene treflyke fchaduw.- De fonteinen cn watervallen zyn met fmaak te pas gebragt. Het water daartoenbsp;wordt een paar mylen ver van Monte Mgido herwaardsnbsp;geleid, cn vertoont zig hier onder verreheidene gedaan-tens. In de benedenvertrekken ziet men hier en daarnbsp;buizen, door de welken het onder door loopende rvaternbsp;een frifche lugt inbrengt. In eene kamer dringt de windnbsp;met zulk eene hevigheid door de buis, dat hygeftadignbsp;een ligten kogel omtrent een voet hoog in de lugt dry*nbsp;vende houdt-
Van de terraflen heeft men een heerlyk uitzigt over de laage vlaaktens tot aan de Middellandfche Zee, waaropnbsp;men by helder weder de fchepen ziet zeilen. Onder eennbsp;van deeze terraflen ligt een aartige grotte, met veelenbsp;driiipfteenen verfierd, die jnet mos bewasfen zyn, ’tweik
ïhct het daarin fpringende water eene goede uitwerking doet. Agter het huis ligt aan den berg een waterval,nbsp;voor2ien met korinthifche zuilen. In de nilTen ftaat eennbsp;Centaurus, die met zynen hoorn een verfchrü: lyk geluidnbsp;Van zig geeft. Pan fpeelt op zyn zevenpypige fluit, welker muziek door een waterorgel wordt voortgebragt. Vannbsp;den daarboven liggenden met boomen bewaffenen bergnbsp;valt het water, Jcjua Mgida genaamd, in de gedaantenbsp;eener beek, met een geruifch dat men reeds van verrenbsp;hoort, af, in de grot van het reeds gemelde gebouw^nbsp;en loopt onder den Hercules en Atlas met den hemelkloot door. De waterval maakt, met den berg en dcnbsp;daarop ftaande boomen, een zeer fchilderagtig gezigt^nbsp;als men in de hoofdzaal van het huis is. De plaats ennbsp;de trap, tusfehen het huis en den waterval, is met verborgen fonteintjes voorzien. In eene zaal niet ver vannbsp;deezen waterval ziet men eenen Zangberg, met llegtenbsp;beelden, op een rots die water iiitwerpt. (?) Op,denbsp;muuren heeft Domenichino verfcheiden daaden van Apol-lo in fchoone hindfchappen gefchilderd. Het ftuk vannbsp;Marfyas moet fchoon gekleurd, en vol uitdrukking ge-weeft zyn. In de negen anderen is het landfchap al-ryd het beft. (f)
' *) Men heeft ’er het volgende kwalyk gefneden werk, Villa -gt;^idohrandma a Frafcati, colic fltturc dlflntc a frefco nella Stanzdnbsp;^cl montt Parnafo, Intagllata da Domenno ‘Barrière, I4. bladen innbsp;fol.
it) Vin binnen leeft men boven de deur ditaattige diftieboa;
Hwe ego Ttugravi Majti contitatus jipollo, ffk Delphi, hU Hclkotit hic mihi Dehs erit,
Frafcati. De Villa Ludovifi ligt naby de flad, en heeft haa? Villa Lu- fchoonheid voornaamlyk aan Paus Gregorius XV. te dan-doviji.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Thans behoort zy den huize van Conti. De tuin
¦. Is zeer groot j en heeft de befte waterwerken van allen. De Girandola doet eene fchoone uitwerking, gelyk ooknbsp;de pragtige waterval. Men treft hier eenige oude ruinennbsp;aan, die men voor de tuinen van Lucullus houdt.
Villa Tra- nbsp;nbsp;nbsp;Taverna is het eerfte der twee landhuizen die
Mondrago-
verna. de tyke familie van Borghefe te Frafcati bezit. De Kardinaal Scipio Borghefe, welke die pragtige Villa by Romen aanleide, bouwde dit huis voor zync zufter Horten-lia, en fpaarde niets om het verblyf alhier aangenaam tc maaken. Paulus V.-, zyn oom, bezogthetdikwyls. Hetge-bouw heeft van binnen of van buiten niets byzonders. Denbsp;tuin is ruim en aangen3amgt; dog volgens geen byzonder plannbsp;aangelegd. Het zonderlingfte is dat men uit de laanen lynregtnbsp;op die der tweede verre van daar gelegene Borghelifche Villa komen kan, welke Mondragone heet, en noghoogerdannbsp;Frafcati ligt. In de maand vanMay en in September, alsnbsp;het de tyd der Villeggiatura is, onthoudt zig de familienbsp;van Borghefe op deeze landhuizen, en zy zynde verzamelplaats van alle de vooinaamfte Meden uit Romen.nbsp;De Kardinaal Marco Sitico , uit deli huize van AI-
ne.
temps, leide de Villa Mondragone aan; na zynen dood trok de Kardinaal Scipio Borghefe ze nog veel pragti-gcr op. Het gebouw heeft driehonderd vier en zeftignbsp;venfters, v/aarüit men eenigermaate over zyne groottenbsp;kan oordeelen , dog anders weinig architektuur. Opnbsp;het eene einde van ’t parterre heeft Vignola een aar*nbsp;tige gallery van vyf boogen met ionifche zuilen ge*nbsp;bragt. Zy is van eenen geelagtigen fteen, Per one ge'
Aan het an*
naamd , geboutyd , ’t welk zeer wel ftaat.
-ocr page 387-373
andere einde ftaat op een groote plaats een rond ge- Frafcati. boinv in antieken fmaak , met zes niflen tusfehen denbsp;zuilen. In de middelfte ziet men eenen draak op eennbsp;¦rots, die uit het lïorghefifche wapen genomen is,
In het Paleis van Mondragone ziet men in eene gal-lery twee reusagtige koppen van Antinous en deFauflina van Marcus Aurelius, welken te Tjvoli gevonden zyn.
Aan het einde derzelve hangt een fchoon gekleurd ftuk van Paul Veronefe, verbeeldende de afgodeiy van Salomon. De twaalf eerlle Keizers, van Bernini. Een hoofdnbsp;van Cicero, op Monte Porcio gevonden. Men ziet hiernbsp;ook de beeldteniflen der ongelukkige familie van Cenci,nbsp;welker gefchiedenis by de Villa Borghele verhaald ^'s. Innbsp;een zaal ftaan twee fonteinen van porfierkleurig ftuka-doorwerk, en in haare niffen een aantieke Venus, ennbsp;een flegte Bacchus, met een hoofd van Bernini. Mennbsp;brengt de vreemdelingen gemeenlyk aan een venfter,nbsp;uit het welk men zo veele landeiyen der familie vannbsp;Ilorghefe toebehoorende overzien kan , dat de inkom-llen daarvan 60000. daalders bedraagen , een uitzigtnbsp;het welk voor den eigenaar zeer bekoorlyk zyn moet.
Paulus V. bezogt Mondragone zeer vlytig, waarom men aan den ingang deeze door hem gemaakte regels leeft 3
Ilac fuMt impofiti ponit cum pondera wundi Paulus, db accejju fubtrabe cura pedem.
Het terras van den tuin is van Vignola geordonneerd.
Het ligt uitmuntend wel; men overziet de geheele vlakte rondom Romen , welke zig ter llinkerhand toenbsp;aan de zee , en ter regterhand tot aan Montc Porcionbsp;pitftrekt. Verder ligt Colonna, waarvan reeds gefpro-
Aa 3 nbsp;nbsp;nbsp;keq
frafcati. ken is , en het meer van Caftiglione naar den kanS van Gavino. De tuinen van Mondragone hebben zonbsp;veel bekooorlyks, dat men niet zonder reden aan dennbsp;ingang der fchoone laanen deeze vaarzen gezet heeft:
Thtsfala quid Tempe quads Adonidis hortos,
. \ Hae tibi pro cunBis FiUa Draconis erit.
l,a Rufma. Rufina is een landhuis in het jaar 1714- door de familie van Falconieri aangelegd, waarin men goede fchil-deryen vindt; b. v. Acleon en Diana van Albani, Kain en Abel vanGuerdno, nevens yerfcheidenen vanTitiaan,nbsp;Karei Maratti, en andere meeilers. Een groen gefchil-derd kabinet heeft eene fchoone tafel van verde anti-cp. De kapelle is aartig.
Filla Brac- nbsp;nbsp;nbsp;Bracciano, eertyds Montalto, ligt verder zuid-
(iano. waards. Men vertoont eenige fchilderftukken, en inzonderheid eene zoldering, waaraan de leerlingen van Do-menichino den loop der zonne voorgeftcld hebben, en eene geheele door Jan Paul Pannini gefchilderde gallery. Van het balkon van ’t huis heeft men een voor-treflyk uitzigt. De tuin is groot, dog heeft niets byzon-ders. Nog hooger ligt de Filla Scarcelli, wier uitzigtnbsp;daardoor alle de anderen overtreft. Een weinig benedennbsp;vindt men de Fiiia Conti en Rofpigliofi. Aan deeze landgoederen doen de eigenaars weinig koflen, zo dat zy ’ernbsp;vervallen uitzien, ’t welk een algemeen gebrek is van denbsp;grooten in Italien.
Op de hoogte tegen het ooften ligt eenkapucynerkloo' lier, waarin een treflyk (luk van Guido te.zien is, ennbsp;hooger op hebben de Jcfuieten een landgoed la Rnffi-ndla, waar bet landhuis van Gabinus zou gedaan hebben.
-ocr page 389-375
ben. Uit een tent of het Belvedere aldaar overziet Romen, Ollia, de zee, Marino, Albano, Tivoli, dennbsp;tempel van Jupiter Latialis , welke den zendelingen,
Fasjionari g^nzmnd, toebehooit. Sommigen meenen dat Cicero in de nabuurfchap van Ruffinella zyn landhuis gehad heeft. Op deezen heuvel liggen ook de ruinen vannbsp;het oude ’Tusculuin , de welken het gemeen Grotte dinbsp;Cicerone noemt. Men ziet nog de overblyffels van eennbsp;amphitheater , ’t welk hoog ligt. De hemiitagie dernbsp;Kamaldolenfers noordtvaards van Frafcati verdient ooknbsp;gezien te worden. De beroemde en geleerde Kardinaalnbsp;Pasflonei had hier eene zeer aartige wooning voor zignbsp;aangelegd, (*) dog na zynen dood haalden de monniken , die dit hermitagie met fcheele oogen aanzagen,nbsp;alles omver.
De vrouwen bezitten te Frafcati even zo weinig he-Monte Por-koorlykheden als te Tivoli, fchoon zy den naam hebben 2*'®-van fchoon te weezen, en men ten minften, aangezien de zuivere lugt w'elke men hier inademt, vermoedennbsp;zoude, dat zy eene frifche kleur hebben moeften. Zynbsp;draagen een witten doek op het hoofd, van vooren vierkantig , van agteren afhangende , die niet wel Raat,
Rondom Frafcati wordt veel wyns gemaakt, die te Ror men fterk gedronken wordt, alzo men hem voor gezondnbsp;houdt. Hy is niet fterk, en niet zoet.
Een paar mylen van Frafcati naar den kant van Pale-; ftrina ligt Monte Porzio, eene heerlykheid van de Bor-ghefifche familie, die ook de kerk heeft doen bouwen,
(*1 Hy had hier inzonderheid veele Latynfche en Grlekfchc op., fchriften by malkander gebragt , welken zyn neef, de Prelaatnbsp;pedlAus Pasflonei in ’t jaar jyój. te Lucca heeft uitgegeven,
A a 4
Frafcati. De gantTche landftreek is vol van «quot;ynbergen. Dc crn* flireeks liggende weiden heetcn nog Prati Porzti, ennbsp;hebben dien naam vennoedlyk uit de Oudheid, aizqnbsp;de Catoos hier aanzienlyke landeryen bezeten hebben.nbsp;Eenigen ineenen datLucullus hieromtrent een groot land^nbsp;goed gehad heeft, (*) ’t welk zig van MontePorzio totnbsp;Marino, omtrent vier Italiaanfche mylen , zou hebbennbsp;uitgeftrekt. Op de vlakte boven Frafcati ziet men hetnbsp;meer Regillus, dat merkwaardig is uit hoofde der overwinning, door welke de Romeinen de heerfchappy overnbsp;de Latynen verwierven , en waarvan Caitor en Pollux denbsp;eerfte tyding te Romen bragten.
protfa Esr- Grotta Ferrata is een oude Benediktyncf abdy, die veertien duizend daalders opbrengt. Zy ligt een uur vannbsp;Frafcati, en wordt van de liefhebbers der fchilderkonffinbsp;wegens de treflyke Rukken van Doraenichino bezogt. (f)nbsp;Zy beftaan uit zqs groote Rukken op natten kalk in eennbsp;2ydwaards voor de kerk liggende kapel, en verbeeldennbsp;het leeven van den h. Nilus. Deeze heilig begaf zig omnbsp;het jaar looo. herwaards, om voor de Saraceenen, dienbsp;eenen inval in Kalabrien gedaan hadden, veilig te zyn.
Het vierde is het merkwaardigftc van allen. Deh. Ni-
lus dryft een duivel uit een kind, door het een druppel olie, uit de lamp die voor een Marienbeeld Raat, in dennbsp;mond te laaten vallen. Dit Ruk is wegens de groote uitdrukking, zo wel in de monniken als in het kind, vermaard.
(¦*) Plinius fpreekt van haaren verbaalenden omtrek, en voegt vCr bygt; Vilfa carebat agra, I. c» 6»
(f) Zy zyn in jaar 1762. te Romen, van prandfeo Bartolozzo op-2x. bladen zeer fchoon in plaat gebrast; de titel is , VminUinbsp;Zampierii ZUïnrét in facello fatro /tdi CrjptofeYrAtenft adjmSftt,
-ocr page 391-Ol i
maard. Het beeld van de moeder des kinds is fchoon, Fm^cat. cje tekening rigtig , en de zamenftelling van eene gelukkige verbindtenis. Op het vyfde ,ftuk ziet men Kei.nbsp;zer Otto III. als hy den opperilen dcs kloofters oinhclft,nbsp;die hem, vergezeld van de qv^erigc mpnniken, komt ontvangen ; een llpk van eene trefij'ke uitvoering. Opnbsp;het zesde wordt de biddende Nilus voor een innbsp;de woeftyn ftaand krudfix verbeeld. Boven het altaarnbsp;ziet men God den Vader, nevens drie pvaalen vannbsp;dien zelven meefler. In deeze ovaalen heeft hy vrouw-lyke allegorifche beelden gefchilderd, waaronder ccnnbsp;byzonderlyk fcboon is, bekend in de Italiaanfche fchil-derboeken onder den naam van La Frafcatana.
Onder de abdy loopt de beek Marana, welke Cicc-, lO Atiua Crabra noemt. Zy firoomt by den Circusnbsp;maximus door Romen , en dryft niet ver van Grottanbsp;Rerrata een yzerwerk om. liet yzer komt ter zee vannbsp;Porto Ferrajo, wordt met wagens naar Romen gebragt,nbsp;en, als het gefmeed is, weder terug in een yzerdraad,nbsp;fabriek op den Monte Gianiculo geleverd.
MARINO , ALBANO , en CASTEL GAxN POLFO,
Marino ligt twee mylen vanFrafcati, ten halvcn wege ^.farina. van die plaats en Caflel Gandolfo, cn behoort den huize van Colonna. Men meent, dat de naam van eennbsp;landgoed alkomflig is , dat Marius hier bezeten heeft.
Toen de Pauzen met het huis van Coionna oneenig waren, werd Marino eenige reizen verwoed:, en nognbsp;onder Clemens VII. afgebrand. Tegenwoordig brengennbsp;yeele Romeinen den tyd der Villeggiatura te Maripo
A a 5 nbsp;nbsp;nbsp;dooi;
-ocr page 392-Mitrinp. cloor. De plaats maakt, wegens de lange rei van hu'i-r zen, welken nevens den hoogen heuvel liggen, eennbsp;aartige vertooning.
In de kerk van S. Barnabas heeft Guercino den marteldood van dien heilig op het hoofdaltaar, ennbsp;ter linkerhand in den kruisgang dien van S. Bartholo-mteus afgebeeld. Het beeld des laatflen, wanneer hynbsp;gevild werd, is niet edel, dog het geheele ftuk treflyknbsp;gekleurd. In de kerk van Smita Trinita ziet men denbsp;Drieëenheid van Guido. De zelve fchildeiy ziet mennbsp;ook te Bologne , dog deeze wordt voor fchooner, ennbsp;beiden voor egte origineelen gehouden. De waterleidingen op de vlakte tusfchen Romen en Marino zyn vannbsp;het oude Aqua Claudia en Martia. Ten halven wegonbsp;verbergen zy zig onder den grond,
dolfo.
Caflel Gan- De kleine ftad Cajiel Qandolfo ligt op den oever van
’t Logo Caftello, en heeft een luftflot van den Paus, waar hy zig in den herfll pleegt te onthouden. Benediclus XIV.nbsp;hield zeer veel van dit oord, en het verdient het ook,nbsp;wegens de gezondheid der lugt; vooral dewyl de Pauzen geen ander landhuis hebben, By het inkomen innbsp;de ftad ligt és VUUBarberini, in welker tuinen men nognbsp;aanmerldyke overblyffels van Domitiaans landhuis ziet,nbsp;waaruit men kan opmaaken , dat het een regelmaatignbsp;gebouw geweeft is. Hier en daar ftaan nog overwelfdenbsp;kamers, en een lange muur met niflen, die vermoedlyknbsp;tot eene gallery gediend heeft. De tuin is in eenengroot-fchen fmaak aangelegd, en heeft fchoorie laanen van L:c-cini, en haagen. Hy beftaat uit drie lange hoofdlaanen,nbsp;welken door anderen doorfneeden worden. Die ter reg-ter zyde van den ingang is op een lang terras geplant,nbsp;yan waar men een fchoon uitzigt over het land tot aan
379
de zee heeft , fchoon het landfehap juift niet ryk is inQ/^g; verfcheidenheid van voorwerpen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dolfo.
Het Paiislyke luftflot heeft niets byzonders. MenPawf/v'e zoude het eer voor het huis eens ainptcloozen heers fian-zien, dan voor de vcrbiyfplaats van den- eerften dernbsp;geeftlyke vorften. Het ontbreekt ’er wel nier aan kamers,nbsp;dog zy zyn zeer kaal gcmeublcerd. De kamer van derjnbsp;Paus heeft een eenvouwdig damallen ledikant, en houten geverwde lloelen. Men ziet hier zeftien kartons vannbsp;Ycrfchillende meefters, twee ftukken met dieren van Rq-fa, en vier met bloemen van Chrifliani,
De kerk van Caftcl Gandolfo is van Bcrmini gebouwd,-heeft eene koepel, dorifche pilafters vanbinnen, en ee-nc zo goede architektuur, als weinigen van de gebouwen van Bernini. Het hoofdaltaar is ook van zyn ordonnantie. Eenige engelen van Ilukadoorfel draagen de fchildery, door Pieter van Cortona gefchilderd, In denbsp;kapelle ter flinker hand heeft Karei Maratti een hemelvaart van eens goede zaïnenftelling, en een aangenaamnbsp;koloriet gefchilderd.
De Villa Cih» is met een ruimen tuin voorzien, die ver-fierd is met veele goede ftatuen.
Van Cartel Gandolfo loopt een fchoone hooge laan, Aliani. langs den oever van ’tmeer, naar Albano, ’t welk ’ernbsp;maar een Italiaanfche inyl van daan ligt. Zy dient dennbsp;Paus, als hy.zig daar ophoudt, gemeenlyk*tot een wandelplaats. Gemcenlyk zyn de hier liggende vlekken doornbsp;Hanen verbonden, en de voorwierpen zo verfcheiden,nbsp;dat de jonge Romeinfche fchiklers hier gewoon zyn zignbsp;ts komen oeffenen. De kleine ftadnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ligt aan,het
meer van dien zelvcn naain; dog het oude Alba Longa lag tusfehen den berg en de zee op de plaats die nu Palat-
-ocr page 394-380
Aloano.
lazzuolo heet. In de volgende tyden gaven de hier ge-plaatfte kafernen, of het Cajlrum Pretorium, gelegenheid tot het boinven van een ander AIba, ’t welk het tegenwoordige Albano is, trekkende de inarketenters en andere ambagtslieden hun onderhoud van de foldaaten. Ditnbsp;gebeurde omtrent den tyd van Nero. Onder Urbaan VIII.nbsp;vingen de Romeinen aan hieromtrent landhuizen aante-leggen , waarvan men thans een taamlyk getal aantreft.
Grnf der Jioratii.
By ’t inkomen van Albano Kgt ter flinkerhand een oude grafftede zonder eenige fieraaden, welke het gemeen voor het graf van Afcanius, Aeneas’ zoon, dog zonder de minfte waarfchynlykheid, houdt. Aan de andere zyde van ’t fteedtje , naar den kant van Lariccia.nbsp;ftaat voor de poort een groot monument van 45, voetnbsp;in ’t vierkant met vyf piramiden, die 10. voet in denbsp;middellyn houden. Men noemt het gemeenlyk hetnbsp;graf der Horatii en Guriatii ; dog het is veel waar-fchynlyker, dat het aan de familie der Pompeji behoort.nbsp;Blutarchus fchryft , dat de weduwe van den grootennbsp;Pompejus, de asfche haars mans , uit Egipten overge-bragt, op een landgoed by Albano bygezet heeft, ai-zo daar de familie haar begraafplaats had , waarin oofcnbsp;Julia, Caifars dogters, begraven werd, Ligoriusmeent,nbsp;dat Keizer Hadriaan dit gedenkteken ter eere vannbsp;Pompejus heeft opgerigt, en dat de vyf piramides opnbsp;vyf merkwaardige overrvinningen, voor zyn eerde bor-gemeefterfchap verworven, doelen. Twee van de zalven zyn nog geheel , van de overigen ziet men nognbsp;maar een ftuk. Het monument moet eertyds eene goedenbsp;vertooning gemaakt hebben. Depuinhoopen, met heeder?nbsp;en mos bewasfen, geevpn tegenwoordig een zeerfchildgt^
Da
agtig gezigt.
-ocr page 395-Öe Villa Panifili en de Villa Lercari zyn wel gebouwd,- AlhanOi dog hebben geene fchoone tuinen, ’t welk een wezenlyknbsp;ftuk is van een landhuis: Domitiaan bezat te Alba een prag-tig luftüot, ’t welk uit twee anderen, naamlyk uit dienbsp;van Clodios en Poinpejus den Grooten, ontftaan was.
Hy deed daar fcherm- en andere fpelen houden. Men ¦ziet ’er neg de puinhoopen van, zo wel als van eennbsp;amphitheater, en een waterbak in den tuin van de abdynbsp;van S. Paulus. In den tuin der Kapucynen op een fchoonnbsp;terras heeft Bernini het kind Jefus op een bed, nevensnbsp;de krib, verbeeld. De fchildery in fresco vertoont denbsp;herders naar de krib gaande. Men heeft van dat terrasnbsp;een heerlyk gezigt over het meer, dat omtrent agt mylennbsp;in den omtrek heeft. Piranefi heeft aan den oever vannbsp;’t zelve een paar grotten ontdekt, die hy voor Nym-^nbsp;phea uitgeeft, een foort van gebouwen, die met ftand-beelden verfierd waren, en in de hitte tot verfrisfehingnbsp;dienden. (1) Zy zyn in eenen berg gegraven. Deecne
is
Kranefi heeft met dé hetn eigene treflyke fchllderagtige mauler vtrlcbeiJen oudheden rondom Itomen en ook te Albano in koper gebragt, en met verkiaaringen uitgegeven. Zy zyn voor denbsp;konll fchoon , dog de inbeelding heeft 'er veel by gedaan, en innbsp;de bercKryviiigen r.yn veele onderftellingcn. Het werk over Albanonbsp;heet Antichlta d’Albano e dl Cajlel Gandolfi , la Rcma lySz. groo'-ful. iS- bladen.- üattrby behoort een byzonder werk, VefirUknenbsp;c dlfegm deU’ Emisfan'o del L.iga dl Albam. Op dezelve wys heeftnbsp;fiy ook de AntUhlta dl Cara , en de Rovlne dü‘ Cajiclla dell'Aicjuanbsp;CittlU op 19. bladen uitgegeven. Zyn werk over 't Camyo Marx.anbsp;is volkomen een harsfenlthim. dat alleen om de aartigheid dcrplaa-ten agting ve. dient. Dc Aatlckha dl Rama, in 4, deden in folionbsp;zyn voorzeker zyn befte werk, fchoon men 'er ook veel ovenoliig1.nbsp;«¦n menig byvoegfel zyner vcrbeelding.tkragt ia a.antrcfr.
-ocr page 396-Jlbano. is regelmaatig uitgchoiiwen , en heeft eenige architek-tiiur. Men oncleifcheidt ’er niet alleen de niffen voor de ftatues , maar ook de zitbanken zeer dmdelyk, in.
Het kanaal van het Albanifch meer, Emisfario, is een oiid en zeer merkwaardig werk der Romeinen, en dientnbsp;tot eene afleiding van het v/ater, als het al te hoognbsp;aanwafl. (*) Het werd omtrent het jaar 3p8. voornbsp;Chriftus- geboorte aangelegd, toen de Romeinen bezignbsp;waren Veji te belegeren. Het water rees zo hoog, datnbsp;men zelfs te Romen voor een ov^eritroonring vreesde.nbsp;Men bragt dit kanaal, dat omtrent 3700. fchreeden lang,nbsp;6. voet diep, en 3'. breed was, binnen een jaar totnbsp;Hand, fchoon men den berg aan 't meer en verfcheidennbsp;rotfen doorbooren moed. Het werd zo ftcvig gemaakt,nbsp;’ dat het nog tot het zelve oogmerk dient. Piranefi brengt,-in bet aangehaalde rverk, allerlei gisfingen by, hoe hynbsp;meent dat men te-werk gegaan zy, alzo toen de konftnbsp;van ’t watorpasfen nog niet tot volkomenheid gekomen,,nbsp;of verraoedelyk geheel onbekend was. Dit geeft hemnbsp;gelegenheid te betvyzen, dat de Romeinen reeds zeernbsp;wel bou-B^déii eer zy Griekenland leerden kennen, ciinbsp;dat zy veeleer die konft van de Etruriers geleerd hebben^nbsp;die ze tot eenen hoogen trap van volmaaktheid gebragtnbsp;hadden. Een nog merkwaardiger kanaal vindt men aannbsp;de ooftzyde van Romen aan ’t Laga di Celano.
Monte Ca-” De Msnte Cavo heette voorheen Mons Albanus, aizO Alba Longa aan den voet diens bergs lag. Den tegen-woordigen naam heeft hy van zync holle gedaante aannbsp;den kant van Romen gekregen. Op zyn top lag de ver-
maar-
Cicero zegt *cr bereids van om Wa admirahilts a TïJfiprf* hus jiUiifutnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;faéJAnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eji.
-ocr page 397-inaarde tempel van Japffer LnJiaiïV, welken Tarquinius Albanië. Superbus bouwen deed, dog daar men niet het geringftenbsp;overblyffel meer van befpeurt. De Romeinen vierdennbsp;daar, nevens de inw'oönders van Latium, de Latynfchenbsp;feeften, en alle de veldheeren, die getriomfeerd haddenjnbsp;moeften eenige dagen daarna hier een offer verrigten»
Men ziet hier fpooren eener ouden heirbaan, en veel ovcrbijdfels van kornis fen en kapiteelen, die bewyzennbsp;geeven van eenen goeden fmaak in de bouwkunft.
Deeze berg ligt .van de anderen afgezonderd. De vec-le verglaasde, en eene Lava gelykende ftoffen en puim-fteenen, fchynen aanteduiden, dat hier voortyds een vuurbraakende berg geweell zy^ De meeren van Albanonbsp;en Nemi zyn met hooge. rotfen omgeeven, en hebben denbsp;gedaante een ketels. Dit komt met het berigt van Liviusnbsp;overeen, dat zig, naamlyk de aarde by Monte Albanonbsp;geopend heeft, en *er een zo ontzaglyke afgrond overgebleven is, dat de zee ten tyde van de belegering van Vejinbsp;dermaate gezwollen was, dat het gantfche land tot aannbsp;de zee toe onder water gezet werd. De oevers der beidenbsp;meeren zyn met even zodanige glasaartige deelen voorzien, en de beddingen der aarde gaan van dezelven buitenwaards afhellende. Dit alles maakt het zeer geloof,nbsp;baar, dat voorheen onderaardfche vuuren in deeze ftree-ken gewoed hebben, fchoon men den juiften tyd daarvan niet bepaalen kan. In dit opzigt heeft deeze land^nbsp;llreek veel overeenkomfl: met die van Radicofani, welkenbsp;in ’t tweede deel befchreven is.
In den omtrek van Albano waft een foort van padden-ftoeien, die foinwylen een voet in de middellyn hebben, en van zo keurlyken fmaak zyn, dat zy als een lekkernbsp;beetje voor de tafels der grooten bewaard worden. Het
be»
Mbano. fiehooi't tot de regteii der heeren die hier góederen bezit-* ten, dat de landlieden zodanig een paddenftoel dag ennbsp;nagt bewaaken moeten tot dat hy ryp is. Om dceze reden pleegen zy ze, zo dra zy ’er eenigen vinden, in ’tnbsp;geheim te vernielen, om van zo laftigen dienft ontflagennbsp;te zyn, ’t welk de hoofdoorzaak is van de zeldzaamheidnbsp;van dit gewas.
LANDSTREEK VAN GENSANO TOT AAN eiVITA VECCIiia.
Genfano. Genfano is een vlek , twee mylen van Albano, en even zo ver van Larizzia. Op den weg van Romen totnbsp;daar toe ziet men veele ruinen van oude graffteden, dienbsp;ten deelc rond, ten deeie vierkant, geiyk kleine tempels,-zyn, Zy beftaan uit bakfteerreri, dog zyn allen zo vervallen, dat men niets meer van de architektuur onderkennen kan. Het gebruik der ouden, van op de gro'ote \vS-gen graflieden te zetten', heeft wel iets treurigs, dognbsp;ook te geiyk iets eerbied verwekkends en' majeftueus.nbsp;Het werd verinoedlyk gedaan op dat de graven des tenbsp;meer van de voorbygangers zouden gezien worden. Mennbsp;ziet te Genfano op den oever des meers tegens ’t ooftennbsp;veele oude ruinen, en het huis van den vermaarden Ka-rul Maratti, waarin hy verfeheiden goede tekeningen aftinbsp;de muuren heeft nagelaten. By hét vlek liggen viernbsp;fchoone laane'n, die malkander kruisfen, en waarvan denbsp;eene naar Monte Giove loopt, eene plaats bekend vannbsp;wegen haaren goeden wyn.
Het Lago di Memi by Genfano, naar het welk het aan geene zyde des oevers llaande fiot den naam draagt,nbsp;heette eertyds Lams 7'nvice, aan Iret- tve'k ces vermaarde
1^5
lie tempel ftond, waarin groote feeftcn ter eere na gevierd werden. Het oord rondom is zeer aangenaam,nbsp;en heette deswegen Cyntbiarium, waaruit de thans ver-bafterde naam Cincbiano ontftaan is. Dit meer heeft ooknbsp;een afleidingskanaal, of EmilTario, dog het is zo aanzien.nbsp;lyk niet als dat van ’t meer Albano.
Tusfchen Larizzia en Cincbiano was de plaats waar Numa Pompilius voorgaf, met de nymf Egeria mondge-fprekken te houden, en werwaards Hippolytus, na datnbsp;hy van den dood was opgewekt, gebragt, en Firbiusnbsp;genoemd werd, dat is te zeggen, die tweemaal een mannbsp;geweefl: was, of geleefd had. (?)
Larizzia, een groot vlek, digt by Albano, heeft zy-Larissia. nen naam uit de Oudheid overgehouden. (|) lïoratiusnbsp;maakt ’er gewag van in zyne 5. fatire van ’t i. boek. Opnbsp;de markt ftaat een ronde kerk van zeer aartige architek-tuur, vooral van binnen. Bernini was ’er de vinder van.
Op den weg van hier naar Citta Lavinia liggen de ruinen des tempels van Juno Sofpita, of Lavinia, tvelker fta-tue men in ’t kapitool ziet. Daar werden ook zekerenbsp;feeften gevierd op de wys als de Elenfynifchen, en denbsp;nieuwe burgermeefters kwamen hier by ’t aanvaardennbsp;hunner regeering offeren.
La-
(?) Virgilios fpreekt van deeze plaats in dc Vier volgende re« gels, welken men veel beter verftaat, als men te zig daai zeÏMnbsp;eimnert:
That ér Hlpfuljti freUs, fnkhtrrirna iello,
Yirhius, infigotm ijucra mater Antta rmfit,
EduOmn E^eri* huis humentia lirtttm Littora, pngtÜ! équot; ^UcabUts ara Diana,
Aen. Lib. 7. v. rSV
[¦[') Arkcia,
Lanuvium. Lamivium, ccne tan ouds beroemde tod, die tegenwoordig een elendige plaats is, Civita LMixinia genoemd, ligt twee niylen van Genfano. Op den heuvel ziet mennbsp;de oude tervallen tniuiren der tod, en ruinen van tempels Dog men kan niets meer onderfcheiden.
Jrdsa. Ardea, een klein vlek, zes fflylen verdet naar zeo toe, is , lüt hoofde der ongezonde lugt, byna geheelnbsp;onbewoond. Het was eertyds de lioofdftad van Tur-nils, welke Danaë, de moeder van Pcrféus, zou gebouwd hebben.
Qnm ditltur Mrhetn jdcrifioneis Danaë fundajfi colonis,
Friücipiti delata noto, locüs Ardta quondaiil Diamp;us avis, £ƒ nunc magnum rndfies Ardea nomen,nbsp;Vil'g. Jen. VII. 409.
Lavlnium. Hét oude Lamp;vinium lag, volgens getlagte van Venuti en anderen, op de plaats waar nu de familie van Borg-hefe éen boerdery, PraQica genaamd, bezit. De kleinenbsp;rivier -Nuniens, van de welke by Virgtliüs dlkwyls genbsp;fproken wordt, loopt ’er langs. -Hier landde Aeneaïnbsp;aan, in ’t jaar jiSÜ.'Voof Cllïiflus gebööKe:
Italmn fato profugus, Lavinaque venic Littor-a,
Aeneas bouwde de ftad, en noemde ze naar zyne geniaa-lin Lavinia, Ladniis dogter. Sommigen meenen dat de plaats voor dien tyd Lawemum geheten wèfd; dog Lau-rentum was eene onderfcheiden plaats.
Lauren-
tum.
LaureHtum lag waat nu Torre patérnó flaat, een paar mylcn van Pradtica, digt aan zee. Latinus wyde Apollo
eenen
-ocr page 401-\
iaurierboom, waarvan de oord zynen naam kreeg. (*) Lauren-Dc meeften zoeken het landhuis van Plinius Laiirenti ***'”-num ill deeze llreek, anderen eenige mylen verder by-Torre di S. Lorenzo. Plinius befchryft het, in den 17, brief van zyn 2. boek, even zo naauwkeurig, als zynnbsp;tweede landhuis, gelegen in’t Toskaanfche, in den 6.nbsp;brief des 5. boeks. (j) Van Nettuno , hef oude Aii-tium, ’t wel.k eenige inyleii agter Albano zeewaards !igt,nbsp;I'preeken wy op de reis naar Napels, by gelegenheid dernbsp;Pomptynfche inoerafien.
Alle deeze plaatfen maaken tegenw'oordig eene flegte vertooning, en wapren veelligt oudtyds in niet veel beteren ftaat. Dog ais men met de fchriften dcr Ouden,nbsp;welken men niet genoeg leczen kan, bekend is, en hr-zonderheid met het 7. boek der Aeneis, wordt deezenbsp;landftleek van groot gewigt, en men leert ’er veelenbsp;plaatfen. veel duldiyker door verftaan. Men erinnert zignbsp;de fehoone fchilderyen welken ’er ons de Digter van
maakt, ,
(*) nbsp;nbsp;nbsp;ffrchntar Fhoeie fur^jje LatJum
Z-atirentis^ue ah ea mmen ^ofnïjj^s colaais,
Aen. vri. rs.
Pe plaats komt zeer dikwyls in de Aeneis voer.
(fquot;! Felibien heeft getragt vo'gens die befchryvingen gvondteke-ningen te maaken. Men zie llt;s plans i/- hs dcfirlptimis de deux maljcns de campagne de?line Ie jemie. Parts 1659. Dog eenige jaa-ron geleden heeft de Heer Krubfacius veel betere cii waailgiiynljt^nbsp;ke.-e plans gegeven, e.n te gelyk Feliblcn wederiegd. Mea zlcitynnbsp;ontwerp van het landhuis van Plinius dcy /ongen. Een koilbaapnbsp;werk over de hndhuiien der Ouden in’ ’t algenicen heeft een En-gclfchrnan, Ca'tcl genoemd, in folio uitgegeven, onder den tiiel,nbsp;the Vtilas ef the Judeuts illiif.'rated; dog hy hckieic Plinius zo ge,nbsp;iukkig niet op als as Heer Ktubfsciits.
B b 2
388
Lauren-
turn.
Ojiia.
maakt, en de karakters der helden die hy fchildert. Men befchouwt de plaatfen et campos ubi Troja fuit met vergenoegen , al zyn ze ons flegts door de fabelen bekend.nbsp;Men paft ’er de aartige gedagten van Salluftius op toe:nbsp;Minores fuerunt quam fama fermtur; fed qnia prov^nerenbsp;ihi Jcriptorum magjia ingenia, ita eorum virtus tanta babe-tur quantum verbis ea potuere extollere preeclafa ingenia.
Ojiia ligt twaalf inylen van Romen aan den mond des Tibers, en is, uit hoofde van de ongezondheid der lugt,nbsp;een gevaarlyke plaats. De weg gaat door een aanzienlyknbsp;bofch, het welk Romen van hout en kooien voorziet,nbsp;en waarin men veele kudden van buffels onderhoudt.nbsp;Naderhand rydt men langs een ouden Romeinfchen wegnbsp;door enkeld moerasfige oorden tot aan het Pauslykenbsp;zoutwerk, ’t welk Ancus Martius, zo wel als de ftadnbsp;Oftia, reeds voor derde half duizend jaaren, heeftnbsp;aangelegd. Alle gefchiedfchryvers (laan toe, dat denbsp;ftreek reeds toen moeraslig, ongezond,, en de Tiber zonbsp;ondiep was, dat men de goederen overfcheepen, en opnbsp;ligte vaartuigen naar Romen brengen moeft. Toen Ro-jnen toenam , groeiden ook de inwooners van Oftianbsp;aan, en de handel bragt de ftad in bloei; zelfs werdnbsp;de geheele landftreek tot aan Romeu toe zo bevolk^,nbsp;dat zy als een enkelde ftad fcheen te zyn. Kejzernbsp;Claudius lei by de ftad een haven aan. Met Romennbsp;viel Oftia te gelyk. In de middeleeuwen werd hetnbsp;van de Saraceenen verwoed; en de Pauzen hebben,nbsp;ongeagt alle aangewende moeite , het niet weder innbsp;bloei kunnen brengen. Men vindt nog eenige brokken, zonder te kunnen ontdekken waartoe die gediendnbsp;hebben. De haven is vol puin, en de veftingwerkennbsp;zyn meeft yeryallen. Qndertysfehen toonen de menig-
vul
-ocr page 403-3^9
vuldige ftukken van koftbaar marmer, die hier en daar OJiia, verftrooid liggen, den ouden rykdom en de voorniaaligenbsp;heerlykheid der plaats aan. Oftia is thans de zamel-plaats der fpitsboeven en deugnieten van Romen,nbsp;wyl alle de Roomfche bandieten hier , oin zo te zeggen, een vryplaats vinden. Zy arbeiden meerendeelsnbsp;in de zogemelde zoutwerken.
Pitte is een kleine plaats, aan geene zyde des Tibers, Porto, oiet den wel!;en men zig zetten laat, om deoverblylfelsnbsp;ecner aanzienlyke ftad te bezigtigen, welke daar doornbsp;Claudius en Trajaan gebouwd werd. Dit oord is evennbsp;zo ongezojrd en moerasfig als te Ollia. By de kom dernbsp;haven, v/elke de laatfte deezer twee Keizers tot veiligheid der fchepen deed aanleggen, worden eenige zuilennbsp;vertoond , die vermoedlyk gediend hebben om ’er denbsp;fchepen aan vafl; te binden. Eene myl van daar is eerftnbsp;de mond des Tibers, die van Forto tot aan zee maarnbsp;als een kanaal maakt, alzo het water zo zeer door dcnbsp;modder belemmerd geworden en teruggeweken is.
Fiimicino is een groot welvaarend vlek aan den mond Fiumkinoi des Tibers, ’t welk de ftapelplaats is van dg leevens-middelen en andere behoeftens, die van daar naar Romen gezonden worden. Het ligt naby de verftopte haven van Trajaan, aan den noordlyken mond des Tibers,nbsp;den eenigen die tegenwoordig vaarbaar is. By Fiumicinonbsp;ziet men eenen ouden toren, Torre Alejjandrina gsmaxni,nbsp;diergelyken ’er van hier tot by Nettuno, op de Napoli-taanfche grenzen, nog elf liggen, welken vermoedelyknbsp;eertyds tot dekking der kuil: gediend hebben.
Tot flot voegen wy hier nog iets van Civita recebiaCivita Fee-by, ’t welk zelden van de reizigers bezogt wordt. is de eenige haven van den Paus op deeze kuil. Bene-
Cn;t#a nbsp;nbsp;nbsp;XIV. maakte het tot eene vrye haven, teneinde
cbia. (Jen handel op te beuren. Tot nog toe is zyn oogmerk niet vervuld geworden, alzo de Iiigt en het water bietnbsp;niets deugen, en, zo lang de handel te Livorno blyftnbsp;bloeyen, zal hy hier veelligt nooit opneemen. De haven ligt op do breedte van 42. gr. 5. min. omtrent veertig Italiaanfche mylen van Romen, en heette voormaalsnbsp;Centum celllt;B , naar honderd boogen, gelyk fommigennbsp;meenen, waaronder de fchepeii bedekt lagen. De jongenbsp;Plinius befchryft de fchoone haven die Xrajaan daar deednbsp;aanleggen. Toen de Saraceenen de ftad verwoeft hadden , bouwde Paus Leo IV. op eene zekere plaats eenenbsp;nieuwe ftad, Cincells genaamd; dog de inwoonders keerden allengskens naar de oude terug, die daardoor dennbsp;naam van Civita Vecchia bekwam. By de ftad ligt eenenbsp;vermaarde grotte, die, van wegen haare zwavelagtigenbsp;uitwaasfemingen, als een geneesmiddel voor verfcheidenenbsp;toevallen gebruikt wordt, en den naam voert van denbsp;llangengrot. De ligtgeloovige Vader Labat had zig laa-ten wysmaaken, dat de Hangen in deeze grotte de ziekennbsp;komen likken en dus geneczen. Hy verhaalt dit metnbsp;eene eenvouwdige oveituigingin zyne Italiaanfche Reizen.nbsp;Jluinvoer- Zes mylen van Civita Vecchia ligt het ryke aluinwerknbsp;della Toïfa, waar de Roomfche aluin, die zeer in naamnbsp;is, vervaardigd wordt. (*) Als de erts gehouwen is,nbsp;zet men de ftukken in ovens, die 6. voet in de middel-lyn, en even zo veel in de hoogte hebben, en dat welnbsp;zo, dat ’cr de vlam doorfpeelcn, en door de hette ze
regt tot kalk maaken kan
Dan worden de ftukken o» Iwo-
(¦*1 Men vindt daar eene fdrpone verhandeling over in het vyfd? Deel van de Mcniohcs prefentes li CAc^idémtc des SdcncM*
-ocr page 405-591
hoopcn gelegd, en veertig dagen lang, eiken dag drie ofCivita l'ec-viermaal met het zelve water, begoten. Als de ftiikkcn'^^-'*'*-genoegzaam opgeloft en rood aangezet zyn, kookt men men ze in ketels, en laat daarna het water zagtjes afioo-pen. Dan wordt het voor de tweede maal gekookt, ennbsp;blyft liaan, wanneer binnen agt dagen de kriftallen zignbsp;aan de randen der ketels zetten. Op deeze wyze maaktnbsp;men de Roomfclie aluin, waarmede buitenlands een aan-zienlyke handel gedreven wordt.
Wy befluiten hier onze befchryving van de landftreek rondom Romen. Veelen fchynt zy misfchien ten aanziennbsp;dor Oiiuliedcii te ¦rt^dloOpig.' Die fmafek heeften-de obdenbsp;letterkunde, en wie zoude dien niet hebben als hy Ro-men met hut bezoeken wil?- zal deeze ruinen met genoegen en een foort van eerbied befchonwen. Dog die zenbsp;als kleinigheiden aakaiet, en zig buiten dielt; te kernennbsp;Airy's gefloêg oordeSlt, dien 'neémCn' Vyjle vfyheid dè-,nbsp;volgende voortreflyke plaats uit Pünius tot eene lesnbsp;voortellellen; (*)
Revèrerëgïmam-^èterém,
in bomine venerabilis, in urbibus facra ejl. Sit apud ts bonor antiquitati, fit ingentibus faBis, Jit fabulis quoque.nbsp;Habe ante oculos banc efifie terram, quee nobis mifierit jwa,nbsp;jqüce leges non victa acceperit, fied potius dederit.
(*) Lib. «. Ep. 24.