Geographi et Iclneratoréi
i
1 nbsp;
-ocr page 4- -ocr page 5- -ocr page 6-jÊÊÊm
-ocr page 7-i) o o R
vemttende eene naauwkeurige befchryvin® zoo van het land zelve, deszelfs zeden ennbsp;gebruiken, regeerings-wyze, handel, huis-lioiidelyk wezen, oudheden, enz.alsby-zonder van den tegenwoórdigen ftaat
£» E R
l^oornamefitlyk
DER
Uit de fueuwfle Reis-Befchryvingen en eigene aanmerkingen dzamengefield
DOOR
A/; ten dienfie der. .Hollandereei uit het Hoogduitfeh vertaald.
Te UTRECHT^
DES
Bladz.
I
Republiek van San Marino.
De Rubicon, Cefenatico. Cervia. Zout-Vjerken. La Clasfe.
Ravenna. Domkerk. S. Vitalis. Graf van Placidia. Rotonda. Graf van Koningnbsp;Theodorik en van Dante.
Weg van Rimini tiaar Bologna. Cefena, Forli. Faënza. Imola,
sa
Ferrara. Cento. Guercino. Domkerk. Andere kerken. Graf van Ariofio. Geleerden. Moerasfen, Ontwerpen van droog-maaking. Vaïle di Comachio.
Weg naar Fenetien. , Dyken van den Po.
Chiozza. Malamocco.
Venetien. Hiftorie. Getal der eilanden. Kanaalen. Bouwwyze. RerkvanS. Marco.nbsp;Antieke paarden. Hertoglyk Paleis. De
35
-ocr page 10-VI
S. Marcusplaats, Zuilen. Broglio. Bi-hliotheek. Antieken. Munten. S, Ge-miniano. Toren. nbsp;nbsp;nbsp;Bladz.
rs
Wyk van S. Marcus^ 6’, Zaccaria. La piëta. S. Sepolcro. Baleis Cornaro. S.nbsp;^tefano. Baleis Bifani, S. Fantino. S.nbsp;Luca. iS. Salvadore. Bonte Rialto.nbsp;Oofielyk gedeelte der fiad. 1 Miracoli. S,nbsp;Giovanni e Baolo. Scuola di S. Marco.nbsp;S. Francefco della Vigna. Baleis Grasfi.nbsp;liet Arfenaal en de nabuurfchap. De Bu-centoro^ S. Bietro. S. Giufeppe,nbsp;fPyk van S. Paulus. gt;S, Casfano. I Tolen-tini. S. Polo. Scuola di S, Rocco. I
Pfqordelyk gedeelte van Venetkn. S. Sofia, S. Catarina. / Gefuiti. I Mendicanti.nbsp;Madonna deW Orto. S. Q^iobbe^ I Scalzi,nbsp;Maria Mater Domim. La Carita.nbsp;Zuidelyk gedeelte van Venetkn. La Salute,nbsp;DU milt a. La Dogana. S. Giorgio. 11nbsp;Rcdemtore. S. Bafliano. S, Maria Mag-giore. Eilanderi om Venetkn.nbsp;Regeeringsform. Gran Configlio, Pregadinbsp;Qonfiiglio de' Died. Pkno Colkgio. Doge^
-ocr page 11-Savii. Procuratori di S. Marco. Ge-regtshovcn. Inkomfleti en krygsmagt. Bladz. 107 Zeeden en gebruiken. De adel. Gezelfchap-pen, Peevenswys. Cafini. Courtifanes.nbsp;Kleeding. Gondels. Taal. Borger s.nbsp;Veiligheid. Godsdienfl. Klooft ers.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;119
Karneval. Masques, Ridoiti, Bals. Trouwen der zee. Peotten. Schoiiwfpelen. Muziek in de hospitctalen. Theater. 134nbsp;Weetenfohappen, Schilderkonfl. Gewigt,nbsp;Munten, Maat. Handel. Spiegels.nbsp;Koraalen. Lettergieteryen. Lugt. Vifcb.nbsp;Gebrek aannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;water.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;145»
Reis langs de Brenta. Lagune. Padüa. i ILiftorie. Ligging. Domkerk. S. Antonio. S. Giuftma. Annunziata. S. Benedetto. Cafa di Diq. S. Filippo e Gia-como. Andere kerken. Raadhuis. Palazzo del Podefta. La Loggia. Univer-.nbsp;fiteit. Geleerden. Theater. Tartini.nbsp;Handel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1^8
Landftreek om Padua. Landhuis Farfetti.
Abano. nbsp;nbsp;nbsp;Catajo. Arqua. Basfano.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;186
.Vicenza. Teatro Qlimpico. Raadhuis. Lombaard, Paleizen. Domkerk. S. Co-
VI
Tona. Handel, Regeering. Landsdouvse. Merkwaardigheden. La Rutonda. Ma^nbsp;donna del Monte. Het hul Covoli.
Bolco. nbsp;nbsp;nbsp;Bladz. 190
^Verona. Rivier de Adige. Amfitheater, JRlaats Bra. Mufeum. Theater. Triomf-hoogen. Domkerk en andere kerken. Lanbsp;Fiera. Palei-een. Weetenfehappen. Handel. Zeeden, Groene aarde. Ferfieendenbsp;visfehen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;203
Mantua. Kerken. Paleis T. Julius Ro-manus. nbsp;nbsp;nbsp;VirgiUui vaderland.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;221
Weg naar Brefcia. Pefchiera. Lago di Garda.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cajliglione.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;23 a
Brescia. Het Slot. Domkerk. Raadhuis. Kerken en paleizen. Regeering. Inwoon-ders. Weetenfehappen. Munten. Handel, Olie. Grondgebied. Zyde. Vinonbsp;Santo. Jagt met den flinger, Visfehe-ry. Veetugt. Kaas. Weg naar Bcr-gamo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;235
Bergamo. Hfiorie. La Fiera. Domkerk. Maria Maggiore en andere kerken. Paleis Terft en Sanchi. H'indel. Ingezetenen. Geleerden. Weg naar Milaan. Cas-
VU
fano, Agnadel. Canonka. Gorgonzola. nbsp;nbsp;nbsp;Bladz, 255
Pavia. Rarthuizcr kerk. Domkerk. Uni-verfiteit. Paleizen. fVeetenfchappen.
Brug. Handel. nbsp;nbsp;nbsp;264
Reis van Pavia naar Genua. Tortona.
,Novi. Bochetta. Rivier Pclcevera.
Genua. PPflorie. Oorfprong des adeh. Andrics Dor ia. Heerjc happy der zee. Ligging der pad. Grootte. Haven. Domkerk. Annunziata. Maria di Carignanonbsp;nevens de brug. S. Siro. S. Ainhrogio.nbsp;iS. Luca. S. Domenico.
^efuietenkollegie. Paleis van den Doge. Paleis Dor ia, Brigmle, Balbi, Giacomim Balbiy Marcellone en Marcellino Duraz-zo , Carega, Dor ia ^ Turft ^ mee paleizen Pallavicini.
311
Stigtingen. HAlhergo^ groot en klein hospitaal. Schoone fraaten. Lantaarns.
Re geer in gsform. Kleine en groote Raad. Doge. IVetten. Inquiftie. Karakternbsp;der invjooners. Cicisbei. Spel. Klee-ding. Schoimfpelen. 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gig
Magt der Republiek, Inkomfen, Bank van
OUD.
Handel.
S. Giorgio. Politie. Handel. Olié. Scheepsboiiiü. Maaten j gewigten, nmn-^nbsp;zen. Lotery. Beroemde majinen. IVee^nbsp;tenfchappeni Grond van Genua. Land-flreek om de flad.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bladz. 328
Reis van Genua naar Antibes, Savona. Finalei Monaco NizzUi
V E R V o,L G
De druk van dit werk loopt ten einde en de aflevering van het laatfte Deel genaakt.nbsp;Myne Voorrede is ten halven blyven fteken.
Het Publiek - over ’t geheel genomen,
is wellicht zeer onverfchillig of ik ze vervolge: doch, myne vrienden verlangen het, de Boekverkoper dringt my, het welftaan van de zaaknbsp;vordert het, myn gegeven woord verplicht my;nbsp;en doch! Hoe vele veranderingen brengen niet
twee jaren —-- wel niet in iemands wyze van
denken : op ’t zelfde ftuk: als men eerft gewoon is na te denken, eer men ene denkens-wyze aanneemt; doch - in duizend din
gen ! In zyne omftandigheden die op deze duizend dingen hunnen invloed hebben, en die men niet altoos voor het Publiek kan openleg-gen.
II
VOORREDE
Zoo oit een ftuk con amove gefchreven is, hec is de verdediging geweefl van eennbsp;land waar ik velen zeer goede vrienden heb,nbsp;die het eerfte deel myner Voorrede uitmaakt.nbsp;Ik fchikte het vervolg om de noodzakelykheidnbsp;van een goed Reisboek door Italien , gelyk ditnbsp;van Volkman, te betogen ; dat is, niet enenbsp;Hiftoria Critica-, philologico-, polemico-, literarianbsp;te leveren van alles wat oit over Italien gefehre-ven is, van Antonini Itinerariiim af tot de Promenade de deux Qbadauds} Parijicns (1771. Svo.nbsp;2 voU.^ ingefloten; die te recenfeeren, compa-reeren, cridfeeren, chicaneeren, en dan ein-dclyk een eerzuil te ftichten voor Volkman opnbsp;de puinhopen van alle zyne voorgangeren.nbsp;Neen : maar om by deze gelegenheid , evennbsp;gelyk ik te voren over de wanllakigen ennbsp;belagchelyke vooroordelen van velen mynernbsp;landgenoten aangaande Italien en de Italianennbsp;myn moed gekoeld heb; zoo ook over het gewone reizen zoo van myne landsgenoten als anderen eveneens myn hart te luchten : en metnbsp;een klein getal dier lezers, voor wien ik byzon-der fchryve, op den trant van Montaigne ^ ofnbsp;liever op myn trant gelyk Montaigne op den Zy-nen , te praten over de wyze vvaarop men reift,nbsp;en over de wyze waarop men niet reifl, dat is
Ill
over de wyze waarop men behoorde te reizen , en zyne kinderen en aanbevolenen trachten tenbsp;doen reizen.
Die het eerfte deel myner Voorrede met aandacht hebben gelezen, zullen genoeg bedenkingen over dit ftuk zyn gerezen , om tenbsp;kunnen afnemen hoe velen er my te dier tydnbsp;door het hoofd zyn gevlogen. En in de daadnbsp;. de overmate van ftof was de grote rede die mynbsp;deed afbreken , en het fchikken van alle dienbsp;bouwftoflfen tot een gelegener tyd verfchuiven.nbsp;Had ik er toen terflond kunnen aangaan om al-tans voor myzelven de fchets te ontwerpen,nbsp;het eerfte deel myner Voorrede was met minder anime noch gefchreven geweefl dan hetnbsp;twede. Ik heb vroeg reeds gelegenheid gehadnbsp;om voor my zelven veel te denken over hetnbsp;reizen; velen zien uitgaan om te reizen, ziennbsp;reizen, en t’huis komen van ’t reizen. Daarbynbsp;leidt my myn ganfch nochmalig beftaan in denbsp;wereld tot gedurige aanmerkingen over de opvoeding met alles wat daartoe zyne betrekkingnbsp;heeft. Zoo ik in myne omflandigheden, daarnbsp;ze my dagelyks hier op weder brengen, nietnbsp;elk ogenblik aanleiding vondt om nieuwe opmerkingen over dit aJlerwichtigfl onderwerp tenbsp;niaken , waarlyk ik ware -- een onnutte
zoo iemand veel by
dienftknecht! In één woord,
t »
-ocr page 18-IV
VOORREDE
by deze gelegenheid aan het |genieen kon te zeggen hebben, ik was het. Doch myn noodlot wilde ’t niet, toen ter tyd; en noch mindernbsp;gedurende de volgende twee jaren: allerminfbnbsp;nu tegenwoordig , nu ’t er op aan komt, datnbsp;ik, het kofte wat hetkofte, altans myn Boekverkoper myn woord houde.
Waren drie, tot vier dagen genoegzaam, ik zette ze in weerwil van myne bezigheden, vannbsp;myn veelvuldig verdriet en onaangenaamheden,nbsp;van de ganfche vervreemding aller myner tegenwoordige gedachten van zulk een onderwerp en in de daad van het behandelen vannbsp;enig onderwerp hoe genaamd. Doch, hoe kannbsp;ik in vier dagen rekenen er mede klaar te raken ! Myne gedachten van over twee jarennbsp;mogen veelal vervlogen zyn: als ik de ilolFenbsp;Hechts een ogenblik bedaard overdenke, fchietnbsp;my genoeg in te zeggen. Myne ondervindingen zyn my genoeg tegenwoordig; de gevolgtrekkingen, die ik er uit maakte, licht te herroepen ; vele oude gedachten herinner ik my:nbsp;vele nieuwen ryzen by my op. Had ik den tydnbsp;Hechts om het alles te fchikken, den Lezernbsp;recht met my bekend te maken, dan my bynbsp;hem neder te zetten, en zoo ordentlyk over hetnbsp;fluk te fpreken. Doch , myn haafl: belemmert my: de menigte myner gedachten ver-
dringt
-ocr page 19-VAN DEN HEER ***.
dringt zich : mens agitat molem --
Hoe het zy, ik doe liever myzelven dan myn woord te kort. Men verwachte geen Ge-fchrift, maar Fragmenten : gene Verhandeling,nbsp;maar vliegende , afgebrokene , ongeëindigdenbsp;en ongerchikie gedachten en invallen.
EERSTE FRAGMENT.
Myn Vriend Sterne verdeelde de reizigers in
Idle travellers Inquijitive travellersnbsp;Lying travellersnbsp;Splenetic travellersnbsp;Travellers from necefjity, ennbsp;Sentimental travellers. (*}
Ik zal ze tot myn oogmerk verdeden in i) Koopluiden. 2) Geleerden van zekere jaren,nbsp;kundigheid , en nadenken. 3) Reizigers omnbsp;gezondheid en Idle travellers. 4) Jonge luidennbsp;van fatfoen, die uit reizen worden gezonden,nbsp;om — de laatjle hand aan hunne opvoeding tenbsp;leggen.
Met de drie eerften denk ik my weinig op
te
(*) Sentimental Journey.
VI
VOORREDE
te houden. Koopluiden hebben hun hoofd-oogmeric , en voor 't geen zy er by willen zien en opmerken van het land dat zy doorreizen,nbsp;zoo ’t Italien is, kan hen dit Reisboek vannbsp;Volkman van meer nut zyn dan enig ander.nbsp;Geleerden gaan of om de Natuurlyke Hiftorienbsp;van een land op te nemen: of om ontdekkingennbsp;van Oudheden te doen; of om de Boekeryennbsp;zich ten nutte te maken, en de handfchriftennbsp;te gebruiken, geleerden te bezoeken, enz. Ledigen en zieke reizigers gaan om de baden te gebruiken , met artzen raad te plegen, een gezonder lucht te fcheppen, zich te verflrojen,nbsp;bezig te houden, beweging te nemen, of dennbsp;koftelyken tyd te flycen, en zich aan zichzel-ven te ontrekken: Et l’ennui monte en croupe ^nbsp;galoppe avec eux. Zoo hen niet te veel is eennbsp;boek in de hand te nemen , om zich al was ’tnbsp;maar te orienteeren , denk ik dat Volkman zoonbsp;goed zal zyn en beter dan eenig ander. Alleen-]yk dat hy minder gefchikt is om enen milt-zuchtigen te vermaken dan Sharp’s of Smollet’snbsp;reizen, die ik den zulken dan liever aanrade,nbsp;vooronderfteld dat zy zich voorflellen het volk,nbsp;’t welk zy gaan bezoeken, te detefieeren en daarvan gedetefieerd te worden.
Zoo veel met opzicht tot myne drie eerfle foorten van reizigers. Ik flap te gereeder van
VII
hen af, wyl onze natie er weiniger van ople-verc dan enige andere, altans na Italian. Onze zieken gaan na Aken, na Cleef, of na ’t zuiden van Vrankryk. Onze leeglopers en ver-kwijiers na Bruffel of na Parys. Onze Geleerdennbsp;nergens. En onze Kooplieden , de gehele wereld door - met brieven; en in perfoon,
na den Overtoom, na BuikOoot, na Sardam en na Loenen: alle reizen, waarop hen Volkman noch myne Voorrede van geen het minitenbsp;nut kan zyn.
Doch, daar blyft myne vierde ClaJJe van reizigers : ene dierbare en wichtige clafTe : de fpruiten onzer aanzienlyklle huizen de waardenbsp;panden onzer belle burgers: jongelingen, wiennbsp;thans dit eenig middel van volmaking overig isnbsp;te ontfangcn, om de Beunen van hun vaderland en voorbeelden der natie te worden.nbsp;Voor hen werkte ik, toen ik dit Reisboek deednbsp;vertalen. Zy leggen my te na aan het harte,nbsp;dan dat ik my niet breder met hen zoude ophouden.
Ik heb my in het eerfte gedeelte myner Voorrede rondborflig voor het reizen, als een wichtig deel van fatfoenlyke opvoeding, verklaard: en dat Ituk eerder als afgedaan aangeroerd,nbsp;dan op nieuws my voorgefteld hetzelve te betogen. Wezentlyk is het by befchaafde, fat-t 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;foen-
-ocr page 22-VIII
foenlyke lieden, vooral die zelven gereisd hebben, uitgemaakt: zoo dat daar geen twee gevoelens meer over blyven. Wat in andere clalTen der natie by myne Voorrede gedacht is,nbsp;is my onverfchillig: en ik ken de wyze van denken van vele luiden te wel om my aan hunnenbsp;toeftemming te laten gelegen leggen, of enig-fints my te bemoejen om die te winnen. Elknbsp;ziet door zyne eige brillen: en veel goed mogenbsp;het hen doen , al zyn de glazen fomtyds watnbsp;ruw geflepen ; zoo de vryheid alleenlyk maarnbsp;over en weder blyve, en niemand zich een uitfluitend recht aanmatige om de menigte metnbsp;brillen van zyn maakfel te voorzien : en dienbsp;zyne eige durfde behouden, als een gevaarlyknbsp;bu^er te verklagen of wel heimelyk te bena-deelen.
Het heeft my derhalven geenfints verwonderd te horen, wat by gelegenheid myner Voorrede gezegd is. Dat het verfchil over denbsp;voordeligheid van het reizen, altans door Europa, geenfints was uitgemaakt: dat integendeel de vrugt er van meeftal deze was, dat eennbsp;jongman leerde Opera’s en Bals bywonen, (*)
ene
(*) Twee toverwoorden in vele plaatfen van Nederland, die na de onderfcheide wyze waarop zy worden uit-gefproken, terftond de begrippen ouitrend iemands deugd gn Ir^rakter beflisfen,
-ocr page 23-IX
ene AStrice onderhouden, en de gedenktekenen dezer verbintenis in zyn Vaderland en huisgezinnbsp;te rugbragte. In een woord, dat de goeden doornbsp;’t reizen niet beter en de kwaden Hechts erger
wierden, Wantdoch,ziet!-die in zyn Vader-
land een ezel geweeji was , dat die te Parys geen
peerd zou worden--een wonderfpreuk uit het
bathes , (*) die ik grimlagchende toe zal Item* men, met deze bepaling, dat hy echter op zynnbsp;reis zal gewennen, zyne oren zoo veel inogelyk tenbsp;verbergen, althans er niet mede te protiken; 'tnbsp;geen in ftuk van ezels, als men van e^els Ipre-ken moet, na myn gedachten al veel gevorderd is.
Doch de ezels daargelaten - Ik ver
zoek myne lezers om verfchoning dat ik eens in myn leren dit onbefchofte woord heb moeten ter nederllellen ! -- Wat zeggen
doch alle deze manken , kortzichtigen , duizend en duizendmaal opgewarmde tegenrede-nen, anders dan ’t geen elk weet, dat veeltyds kwalyk gereisd wordt, (f) Hiervan moeit men
de
(?) Mogelyk herinneren zich niet alle xnyrte lezers Pope’s ¦rirt of Bathos, or finking in Poetry ochier Martinus Scri-b Ier us,
(t) Ik vleide rny ze allen in eens te zyn vóórgekomen, door te zeggen : dat het reizen byzondet in dezen tyd,
5 nbsp;nbsp;nbsp;voar~
-ocr page 24-dê oorzaken nafporen , en dan middelen tot verbetering aan de hand geven, zoo men kon-de. Ten minften men moeft wel onderzoeken,nbsp;of’t onmgelyk ware dat een jongman met vruchtnbsp;zou reizen : en eer men dat had uitgemaakt,nbsp;niet in den blinde tegen een meulen fcher-men.
Zoo ik het reizen myner natie aanpryze, ’t is voorzeker niet om ons geld in andere landen tenbsp;doen brengen: of de Plollanders te leren Macaroni eten en Cresfendo fpelen. Geef my enennbsp;jongeling van wien gy zeker zyt, vooraf te kunnen bewyzen, dat hy meer nadeel dan vruchtnbsp;van zyn reizen zal hebben ; ik zal hemel en aarde met u bewegen, dat hy niet reize. Dochnbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.— zal deze jongeling , met de hoedanig
heden die hem zoo ongefchikt tot het reizen maakten, t’huis blyvende, wel een lofFelyk ennbsp;dienftig burger worden ? Als wy uitdrukkelyknbsp;overeen waren gekomen, wat men vooronder-
ftelde
voordelig mocht gehouden worden: daar onze jonge luiden weinige fautcn en dwaasheden den vreemdeling kunnen afzien, waarvan zy, des gezind, gene voorbeelden ter navolging 't buis zouden vinden; en integendeel in andere landen , voernamentlyk in Italien, noch oneindig veel goedsnbsp;voor ben te leren is, waarvan zy buiten de mogelykbeid zynnbsp;om in hun Vaderland eenig begrip tekrygen, I. Deel, Voorrede vaa den Heer *** bl. V.
-ocr page 25-XI
Relde aan iemand wien het reizen niet dan na-deelig kon gehouden worden, de vraag was met eenen beantwoord. Wat volgt hier uit?nbsp;Dat alles op dc voorafgegane opvoeding aankomt. En hier moeft ik de zaak hebben!nbsp;Elet reizen blyft altoos voordeelig voor onzenbsp;natie in ’t afgetrokkene ; en zoo , denk ik,nbsp;verftaat men ene zaak als men ze op haar zelve en in ’t algemeen befchonwt. Alleenlyk hetnbsp;moet niet in de plaats van opvoeding komen:nbsp;niet dienen om de misllagen ener verkeerde, denbsp;gebreken ener nalatige opvoeding te verhelpen. De opvoeding moet geëindigd, afgedaannbsp;zyn: dat is, zy moet wel gedaagd hebben, alsnbsp;men ze door dit laatfte toegift zal bekronen; ennbsp;zy moet gedeeltelyk onder de hand ook zyn ingericht , om door dit toegift met den meeflennbsp;vrugt te kunnen bekroond worden.
Ik heb over de Opvoeding , ik durf bykans zeggen alles gelezen, van Plato af tot Dr. Williams's EJJay (Lond. 1774.) toe: alle de Emi-len , Anti-Emilen , Nieuvie Emilen , Chrijielyke
Emi-
Maak, dat uwe reiziger gefchikt zy om goed by den vreemdeling te leren , zoo zal by ook geen kwaad leren.nbsp;Wifien de menfcben, hoe veel goeds er voor ben in de wereld te doen ware, zy zonden weinig kwaad doen! I.Deel,nbsp;Voorrede van den Heer *** bl. XXIII. XXIV,
-ocr page 26-XII
Emilen, enz. enz. enz. ingefloten. En zoo ik oit dien ballafl; met ene nieuwe Ferhanielingnbsp;over de Opvoeding vermeerderde, ’t zou zyn omnbsp;te betogen , dat men -- noit over de op
voeding had behoren te fchryven (*). Ik fpreek van de byzondere en huislyke opvoeding: niet
van
(*) ’T geen gy daar zegt, is of ene tournure, en by-gevolg ene trivialiteit, of het is valfch gedagt.
De Heer *** Mevrouw , ik heb U het volgende niet gelezen!
Mevr. N. Noem my vooruit een derde.
De Heer *** Tiisfchen beiden, Mevrouw/ hoe flaat het met de denkbeelden, die Gy my laatft klaagde, datnbsp;de Kinder-meid, die gy hebt laten gaan , aan uwe tweenbsp;oudfte kinderen had bygebracht, rakende -
Mevr. N. Apropos ja! Ik heb alles bedacht om er den indnik van uittewisfchen, doch ik vind geen middel. Iknbsp;bid U, hebt gy iets uitgevonden?
De Heer *** Wat zeggen er uwe boeken van?
Mevr. N. ’T geen ik ondervonden heb, dat men gene kinderen onder dienllboden moet vertrouwen.
De Heer *** Ik weet. Mevrouw, dat zy van U geheel anders zouden geleerd hebben!
Mevr. N. Dit gelykt veel na een verwyt, dat ik een maand lang aan myn Moeders ziekbed heb moeten doorbrengen ?
De Heer *** Vergeef my. Mevrouw, het is maar ene tournure.
Mevr. N. Pourfuis, traitrel
-ocr page 27-XIII
van de algemene of publike , die uit haren aart niet anders dan algemene beginfels ennbsp;ene evenredige uitvoering kan hebben, en dusnbsp;wetenfchappelyk behandeld worden. Al hetnbsp;overige wat voor de byzondere opvoeding algemeen kan gerekend worden, fchikt zich totnbsp;zoo weinige, baarblykelyke beginfels, dat mennbsp;waarlyk zoo veel papier niet zou vermorftnbsp;hebben, had men die alleen zich voorgeftelt tenbsp;fcharen en iri het regte licht te ftellen. Dannbsp;blyfc Rousfeau ten .miniten noch beftaanbaarnbsp;met zich zelven. Hy verdicht zich enen voed-fterling , en hy verdicht zich enen leidsman.nbsp;Met deze poppen van zyn brein fpéelt hy zynenbsp;lezers voor ; en , poppen voor poppen genomen , moet men allerwege voldaan zyn en dik-wils zich verwonderen over zyne kun ft. Dochnbsp;geef hem in plaats van Emile den een of anderen Hoogwelgeborenen jongenheer met zynennbsp;Mentor , den nieuw aangelandenen Mirlifontnbsp;of Jolicwur, en laat hem aan deze weerbarftige
poppen diezelfde kunftèn ondernemen --
’t is de dobbelftenen van enen valfchen fpeler verruilen. Zoo zou men , eer men iets hadnbsp;uitgericht ten voordele der Opvoeding , zoonbsp;vele Verhandelingen van Opvoeding moetennbsp;fchryven, als er kinderen in een land geborennbsp;worden; dat is, wy zyn den kring rondgelopen
en
-ocr page 28-XIV
en komen weer tot de tyden der Patriarchen, wanneer elk zyne eige kinderen opvoedde , ennbsp;niet over die van enen anderen fchreef of zichnbsp;daarmede bemoeide.
Zyt gy in de noodzakelykheid, om over de
Opvoeding te fchryven: dat is - hoe
weet ik het? —- heeft veellicht een Vorfl
het u opgelegd : of hebt gy u onbedachtelyk verhuurd om een Boekdeel daar over te leveren ; alles wat voor u overig is, dat gy u
voorftellen kunt te doen , is - het ge-
wigt van uw onderwerp te betogen. Preek den adel de welflaanlykheid, en den burger denbsp;voordeligheid der Opvoeding. Houd de Overheid ftil by het belang dat de Staat heeft, daarin dat zyne burgers van alle rangen, die ge-fchiktheid hebben om hunne kinderen tot men-fchen en tot burgers te vormen, tyd en lullnbsp;mogen vinden om hunne voornaarafle zorgnbsp;daaraan te leggen. En die er gene gefchiktheidnbsp;toe hebben , dat ene wel ingerichte publikenbsp;Opvoeding hen te hulpe kome. Zy kan noitnbsp;ergens toe dienen dan om het gebrek der by-zondere huisfelyke te vervullen , en kinderennbsp;die door hunne ouders zouden verwaarlooft ofnbsp;bedorven zyn, te redden. Dit alleen kan dennbsp;inhoud uitmaken ener Verhandeling over denbsp;Opvoeding. En byaldien die menigte van werken.
-ocr page 29-XV
ken, die de befaamdheid van Emile in de laa£-fte jaren heeft voortgebrachc, enig nut gerekend kan worden te hebben gedaan, het be-ftaat daarin dat zy den aandacht van het Gemeen op dit gewichtig onderwerp hebben te rug gebragt,en de overdenking en betrachtingnbsp;der Opvoeding altans voor een tyd , tot enenbsp;bezigheid van de mode gemaakt.
Maar ene fchets van individuele Opvoeding te willen ontwerpen; algemene regelen te maken 5 die op aile mogelyke voorvallen in zoonbsp;vele onderfcheide omftandigheden zullen pas-fen: middelen aan de hand te geven, die doornbsp;zoo vele verfchillende onderwerpen in ’f werknbsp;gefield en aan zoo vele verfchillende onderwerpen zullen moeten uitgeoefFend worden : dagnbsp;aan dag ouders voor te fchryven , nu moetnbsp;gy dit met uwe kinderen, dan dat doen: zoonbsp;oud moet een kind zyn, als gy hem hiervannbsp;zoo oud als gy hem daarvan onderricht, enz.nbsp;Hoe is ’t mogelyk, dat de konfligfte opfmuk-king van dusdanig een ontwerp oit verfcho-ning voor het plan heeft kunnen verwerven,nbsp;of maken dat men dat voorby zag. Zoo mogtnbsp;Taliacotius ondernemen ener gehele Stad voornbsp;te fchryven wat in alle huizen middag en avondnbsp;mpefl worden gegeten, en zich vleien van voornbsp;de gezondheid zyner medeburgeren te hebben
-ocr page 30-XVI
ben gearbeid , en zyn voorfchrift te zien nakomen. (1)
,, Zal men dan geenfints befchouwelyk (theoretifcb') aan de Opvoeding werken : noitnbsp;iemand zyn meerder doorzicht ten nutte vannbsp;anderen aanleggen ; en flechts elk in zyn huisnbsp;aan het vormen zyner voedllerlingen arbeiden?” Ik antwoorde. Of er wel veel tyd innbsp;’t geheel,voor de grootfte menigte, tot boekennbsp;te fchryven en Verhandelingen uittegeven zounbsp;overblyven, indien elk zich met al zyn vermogen beyverde om zoo veel mogelyk eerll zelvenbsp;een goed burger te zyn , dat is al dat nut tenbsp;doen wat hy in den ganfchen kring zyner na-tuurlyke en burgerlyke betrekkingen in ftaat isnbsp;te doen: en dan noch goede burgers te vormen - Ik weet het niet: doch dit weet
ik , Ariflides en Socrates hebben er noit tyd toe gevonden. En onze hedendaagfche alge-meene geleerdheid, na de uitvinding der Druk-
kunft,
De vray Ie plus fouvent ik femblent efire ravalez, mesmes du fens commun. II leur efctappe de belles paroles,nbsp;mats qu'un avtre les accommode: ik cognoijfent bien Ca-Hen, mats nullement Ie malade: ik vous ont desjk retnplynbsp;la tefte de loix, S’ p nont encore confèitle nceud de la eau-fe; ik ffavent la tbeorique de toutes chofes, cberchez quinbsp;la mette en pratique. Montaigne,.
-ocr page 31-XVII
kunft, doedt, denk ik , meer eer aan de be-fchaving van het verftand dan aan de verbetering van het karakter en de zeden der laatfte tyden, in vergelyking by voorbeeld van de be-fchaafde volkeren onder de ouden. (*3nbsp;Doch, het zy zoo! Men moge zich kunnennbsp;verledigen om aan de befchouwing (theorie') dernbsp;Opvoeding te arbeiden: dan Haat alvorens nochnbsp;alles te doen, (f} hchalven leerhandelingen overnbsp;de Opvoeding te fchryven en die flelfels - wyzenbsp;als ene wetenfehap te verhandelen. Dag-regi-Jlers van Opvoeding^ en Gefchiedenisfen^- karakters van kinderen-lange, woordelyke ,
dood-onnozele, maar voor den Wysgeer oneindig fchatbare zamenfpraken van en met kinderen:
---befchryvingen vati zedelyke toevallen van
kinderen, met alle hunne tekenen (fymptomata): de wyze hoe menze behandeld , de middelennbsp;die men aangeu^end heeft, met alle de gevolgen daarvan, genen de geringlte omflandighe-
den overgeflagen -- enz. Dit aan den
enen kant, onder den algemenen titel van Ge-
denk-
(*) Ik vertrouw dat niemand hier denken zal aan Rousfeau’s Difcours fur les Arts ê? les Sciences.
(t) Ik vooronderllel dat niemand ondernerae over de Opvoeding te Ichryven, die niet zelve kinderen gehad,nbsp;of ten minften eens anders kinderen heeft opgevoed.
XVIII
denkfêhriften om te dienen mor de Opvoeding der kinderen, door ouders enmeejlers. (1) Aan dennbsp;anderen , nauwkeurigen , wysgerigen , dochnbsp;vooral naïve aantekeningen van zyne eige herinneringen omtrend zyne kindsheid en lydelykenbsp;op^'oeding; - de gefchiedenis zyner denk
beelden — de voortgangen van zyn redens-
vei mogen : - en vooral (wyl doch den
Burgerftaat meer gelegen legt, dat goeden dan dat fcherpzinnigen of geleerde menfchen gevormd worden) de ontwikkeling zyner harts-tochten: de gelegenheden en oorzaken derzel-ver verkeerde of goede wending; het karakternbsp;zyner Ouderen , Opzienders en Meefters : innbsp;zoo verre het op hunne wyze van opvoeding ennbsp;de behandeling die men van hen ondergaannbsp;heeft, invloed heeft gehad. Deindruk, diennbsp;men zich herinnert daarvan te zyn gewaar geworden : de fauten die men denkt omtrendnbsp;zich te zyn begaan: de middelen die men oordeelt dat gefchikter zouden geweeft zyn voornbsp;het beoogde goede einde , enz. enz. enz.nbsp;Tivede Deel, of gedenkfchriften voor de Opvoeding der kinderen: door kinderen, (f)
Tn Emik vindt men er hier en daar voorbeelden van, doch niet volkomen na myn ideaal.
(f) By Montaigne zyn duizenden, en fommige voltnatk»
te
-ocr page 33-VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;XIX
Ik beken, er zou tot deze gedenkfchriften geen gering doorzicht, een allergeoeffendfte
geeft
te vorbeelden er van. Hoe fchatbaar is zyn verhaal by voorbeeld van den Marefchal de Montluc ,’t geen ik hierna
bl. 26. in ene noot aanhale!-Ineige Ievensbefchryvingen
van velen ouden en nieuwen: (by voorbeeld,om er ene flechts le noemen, die van Th. Agrippa d’Aubigné) in gemeenzame brieven : in alle naïve fchryvers, Plutarchus aan hernbsp;hoofd: vind: men modellen van zulke aantekeningen ver-fprcidt. Waarom dezen in voorraad niet lang reeds by eennbsp;gebragt, en onder hoofden gefchaardZoo kon iemand,nbsp;die den tyd had , al had hy gene kinderen, al had hy noitnbsp;aan enige opvoeding deel gehad, voor de befchouwingnbsp;der opvoeding werken,en zoo niet zich enennaammaken,nbsp;ten mintien nuttig zyn , nuttiger dan velen die zich enen
naam hebben gemaakt. Elendige loonfchryvers!-laat
my liever zeggen- Gy gehele talloze menigte van ledi
ge herfenen door ganfeh Europa, die om dat elk boeker), fchryft, na de uitvinding der Drukkuntt, ook wik eennbsp;boek fchryven of mogelyk rekent uit hoofde uwer omtlan-digheden en plaats in deburgerlykemaatfchappy,weltlaans*nbsp;halve gehouden te zyn om dien brandtlapel van boeken,nbsp;waaronder wy zuchten en die,zoo lang er de vlam niet isnbsp;in getloken, ons zoo veel koftelyken tyd beneemt, te vermeerderen - Wat klaagt gy dat voor u niets overblyfe
te doen: dat de vorige euwen het gras voor uwe voeten hebben weggemaeid , en enkel de lloppelar overgelaten,nbsp;waar op gy ons vergall ? Noemt my ene enkele wetenfehap,nbsp;één deel of tak ener wetenfehap, waar niet oneindig veelnbsp;noch in is te doen: en hoe velen, daar men genoeg aan
doen
XX
VOORREDE
geefl; van opmerking, en dan ene bekwaamheid van uitdrukking en mededeling van gedachtennbsp;vereifcht worden , die fomtyds alle talen gebrekkig, ja het fchrift zelve niet toereikende zounbsp;vinden, en de tekenkunfl; en levendige fpraaknbsp;daarmede moeten verenigen, om zich verdaan»nbsp;baar te maken en anderen zyne ervaringen me-
detedelen. Doch - zoo ’t onmogelyk is
ene wetenfchap van de opvoeding te maken , voor dat men, mogelyk euwen lang, niet dannbsp;zulke bouwdofFen geleverd heeft; (*) dat
is,
doen zoude, a!s men recht onderzocht of niet alles wat ec aan gedaan ware, eerft behoorde om ver te worden geworpen. Hadden Ramus en Bacon den Ariftotelifchen Molochnbsp;zoo niet aangetaft, hoe flond bet noch met de Wysbegeer-te , en-wezentlyk met alles?
f*) Daar zich in onze dagen Vorflen beginnen aan de opvoeding te laten gelegen leggen, waarom de Mee'ders ennbsp;Meefteresfen op alle (cholen niet opgelegd als een voorname plicht, by hun overig werk, jaarlyks aantekeningen ennbsp;dagregirters over te leveren i) van opm'.Tkingen omirendnbsp;kinderen gemaakt e) van hunne bebandeling van dezelvennbsp;by voorvallende byzondere gelegenheden. Zoo zou mennbsp;bouwftoffen krygen voor de befchouwing der opvoeding.nbsp;En men zou weten , in welke handen men het ganfchenbsp;volgende gedacht had betrouwd.
Men is dikwils in de gelegenheid, dat men de bekwaamheid van een Meefter in een Kolf fchool , van enen huisfelyken Leidsman of Gouverneur , die zich
voor-
-ocr page 35-XXI
is, --- zoo men noit een Relfel van natuur
kunde kon vervaardigen, zonder eerfl tyden lang
voordoedt, zou willen afmeeten, Hoe doedt men dit ? Men toetft zyne ervarenheid inde talen, in de gefehie.nbsp;denisfen, in de aardryksbefchryving, in de wiskunde; ennbsp;op zyn beft dat men er op fta, dat hy getuigrchrifien van
zyn eige karakter en goed gedrag vertone. Doch-
niet déne vraag over zyne kennis van kinderen, over zyne bedrevenheid in het behandelen derzelven, in het vormennbsp;beiden van hun verftand en hart: of ten minften over zynenbsp;denkenswyze en lange befchouwelyke aanmerkingen overnbsp;dit alles. Verftaat men,dat ik van genen leermeefter,maarnbsp;van enen opvoeder, van enen leidsman fpreke! Of beftaat daarnbsp;de opvoeding in , dat een kind lere lezen , rekenen en fchry-ven , danfen en zingen, fchilderen , fchermen ,te paard rydennbsp;en zwemmen, en dat zyn geheugen voor ’t overige metnbsp;enige onoverdachten, onbegrepenen en dus onnutte kundigheden vervuld worde; of wel zyn dit alles maar denbsp;naakte muren van het gebouw, dat om door een menfchnbsp;bewoond te worden, heel anders noch moet voorzien,op-gecierd en ten gebruike toegericht worden ? En beftaatnbsp;het wezen van alles niet daarin veelliever, dat het kindnbsp;zyn hart geleid, en zyn verftand, niet met kundighedennbsp;overladen worde, maar gewend zyne verkregene kundigheden te kauwen, te vergelyken , ’t zaam te trekken, in-tezien in hare gevolgen , en op zyne beftemming te rugnbsp;le brengen, dat is zich ten nutte te maken?
Had ik den Leidsman, dien ik wilde toetfen, by voorbeeld in de Gefchiedkunde ondervraagd en daarin bedreven gevonden, ik zou hem zekerlyk op zyne weienfchap nier
XXII
alle de data te hebben verzameld, waaruit men tot de eerfte natuur-wetten kon opklimmen;
-— zoo men noit de Geneeskunde tot ene
wetenfchap had kunnen maken, zoo men niet duizenden van ziekten alvorens waargenomen
en befchreven had; In een woord - Zoo
men ene wetenfchap, die alleen op dadelykhe-den gegrond is, en omtrend dadelykheden verkeert, noit befchouwelyk fcheppenkan: maar allengskens uit de byzondere dadelykhedennbsp;t’zaamgeflelde gevolgtrekkingen en algemenenbsp;regelen moet afleiden , en zoo langzaam ennbsp;met den tyd zyn gebouw optimmeren en ene af-getrokkene kunfl of wetenfchap vervaardigen.
-- Kan ik er tegen , dat een eindig ver-
ftand''geen andere loop kon gefield worden: en dat onze minfle afgetrokkene denkbeeldennbsp;voortbrengfelen zyn van enkele gewaarwordingen !
Enige algemene aanmerkingen over de Opvoeding kan men maken, die uit den aart en bcflemming {defiinatie) der menfchen, en de
we-
aannemen. Verre van zyn proef voor my te hebben gedaan, zou die eerft beginnen. En zoo hy myn kind dat gedeelte van de Gefchiedenisfen, waar na ik hem gevraagdnbsp;had, even zoo leerde als hy’t wift voor icti zelven ennbsp;5ian iny herhaald had, op eens was -zyn lot hy my beflilf.
-ocr page 37-XXIII
VAN DEN HEER ***.
wederzydfche betrekking van ouders en kinde-ren, met het einde ’i welk de natuur kan voor-onderfteld worden beoogd te hebben in het ordineren dezer betrekking, onmiddelyk voort-vloeijen.
By voorbeeld : met opzicht tot het onderricht der kinderen (of de zorge over hen als re-
delyke wezens) -- Dat, wyl der menfchen
redelyk vermogen enkel door gewaarwordingen of ondervindingen gevormd wordt, dit onder-richt daarin beftaan moet, dat de ouders hecnbsp;getal van ondervindingen voor de kinderennbsp;zoeken te vermeerderen, en daartoe byzondernbsp;ook hunne eigen aan hen mededelen: op enenbsp;wyze waarvan de indrtik zoo na mogelyk komenbsp;aan dien die ene eige gedane ondervinding gewoon is op het verftand en op het harte te
doen. (*) -- Dat de ouders, verre van
(*) La fapn de leur difcipline (de qwelqiies anciens peuples) cejla/f leur faire de% queflions fur Ie jugement desnbsp;hommes Gf de lettrs aüions ; Gf sils condamnoient ounbsp;louoient ou ce perfonage ou ce faiPltl falloit raifonnernbsp;leur dire, G? par ce moyen ils aiguifoyetit enfemble leur entendement G? apprenoyent Ie droit, /tftyages en Xenophon,nbsp;deinande a Cyrus compte de fa derniere lepou. C efl, dit-il, qu'en noftre efcole un grand gargon ayant un petit faye,nbsp;Ie donna d l'un de fes compagnons de petite taille , Gf luynbsp;fjla fon faye qtti efleit plus grand; noftre precepteur m'a-
XXIV
zich roorteflellen in die betrekking tot hunne kinderen, waarin zy zich bevinden, van de natuur gefteld te zyn en door de inrichting dernbsp;burgerlyke maatfchappy daar by bewaard tenbsp;worden, om deze weerloze fchepfelen tot hun
ver-
Ijant fait juge de ce diferend, je jugeay qii'H falloit laifer les chofes en cefl eftat ^ amp; que l'un amp; Vautre fembloyentnbsp;eftre rnieux accommodé en cc poin£t ; fur quoy il me re-monflra que favoys mal fait, car je tnejlois arrcfténbsp;h confiderer la hienféance , Ë? il falloit premierementnbsp;avoir pourveu d la juftice, qui vouloit que nul ne fujl fordnbsp;en ce qui Itiy apartenoit. Et dit qu'il en fuft fottetté, toutnbsp;ainfi que mus fommes en nos villages, pour avoir oublié Ienbsp;premier Aoripe de TÓrrla. Mon regent me feroit unenbsp;helle harangue in genere demonfirativo , avant qu'il menbsp;perfuadat que fnn efc»k vaut cellc let. Ik ont voulu coup-per chemin : amp; puis qu'il efi ainfi que les fciences , lorsnbsp;¦mefme qiion les prend de droit fil, ne pcuvclit que nous cn-feigner la prudence, la prudbonmie amp; la refolutien : ils ontnbsp;voulu d'arrivée mettre leurs enfans au propre des effeüs,nbsp;Éf les inftrtiire , non par ouy dhe , mais par l'ejfay denbsp;l'action, en les formant amp; snoulant vivement, non feule-fnent de preceptes amp; paroles, mais principalement d'exem-ples amp; d'ceuvres: afin que ce ne fuji pas une fcience en leurnbsp;ame ¦ mais fa complexion amp; habitude: que ce ne fuji pasnbsp;un acqueft, mais une naturelle pojfefiion. A ce propos onnbsp;demaudoit d Agefilaus, ce qu'il feroit d'advis que les enfans apprinffent ; ce qu ils doivent faire, efiant hommes,nbsp;refpondit ¦ il. Ce tl efi pas mervsille fi une telle infiitu-tion a produit des effcHs fi admirables, Montaigne,
-ocr page 39-XXV
vermaak te genieten, en hunne hartstochten, byzonder eigenliefde en heerfchzugt, met hen
te voldoen, - een wanbegrip dat noic
ontwikkeld, doch by de meefle ouders diep geworteld is - maar eniglyk daarom , wyl
deze kinderen nodig hadden door volwasfene menfchen gevormd te worden tot leden dernbsp;Menfchheid en Biirgerlyke maatfchappy : ennbsp;dat, zoo iemand het geboren kind moefl'vormen , geen nader daartoe was dan zy die hemnbsp;het aanwezen hadden gegeven. Dat by gevolgnbsp;de kinderen ^ na mate zy in befchaafdheid toenamen, aan het gezag der ouderen ontrokkennbsp;wierden, ’t geen meer en meer door liefde ennbsp;toegenegenheid verplaatft en eindelyk in denbsp;nauwite vriendfchap en vertrouwen verwisfeldnbsp;moeft worden. (*)
C*) TeJJ'ayerd’y par une douce converfation de nourrir en mes enfa7is mie vive amitié ö? bienveuillance non feinte ennbsp;mon endroiSt. Ce qu'on gaigne aifément envers des naturesnbsp;tien tiées. Je veux mal a cette c on ft urne, cTinterdire aux^nbsp;enfans Vappellation paternelle , ö? lètir en enjoindre unenbsp;eflrangere , comme plus reverentiale: nature n'ayant voton~nbsp;tiers pas fufifamment pourveu a mftre authorité. Nousnbsp;apellons Dicu tout paijjant, pere, amp; didaigmns que nosnbsp;enfans nous en appelknt. J'ay refarmé cette erreiir en manbsp;familie. C'eft aujfi folie Gf injuftice de priver les enfans quinbsp;font en aage de la fainiliarité des peres, amp; vouloir main^nbsp;t t 5
-ocr page 40-XXVI
Verder, dat het wel fjezegd is, wyl de bur-gerlyke maatfchappy eens in rangen verdeeld
tenir en leur endroiSt une morgue auflere S’ dedaigneufe, efperant parlè les tenir en crainte amp; oheiffance. Car c'eflnbsp;line force trés inutile , qui rend les pet ei ennuycux atixnbsp;enfans, amp;“ qui plus efl ridicules, Ils out la jeunefle amp; lesnbsp;forces en la main , S’ par confequent Ie vent ^ la faveur du monde ; S’ refoivent avec mocquerie ces minesnbsp;flsres amp; tyranniques dun homme qui na plus de fang,nbsp;my au cceur , ny aux veines : vrais épouventails de cIh-«eviere. Quand je pourroy me faire craindre, faymeray
encore mieux me faire aymer. - Feu Monfieur Ie
Marefchal de Monluc , ayant perdu fon fih , qui mourufl en t'Ifle de Maderes , brave gentilhomme d la verité ^nbsp;de grande ejpcrance , me faifnit fort valoir entre fes au-tres regrets, Ie defplaiflr , S’ creve ctmr qdil fentoit d»nbsp;ne s'eflre jamais communiqué a luy ; S’ fur cefle humeurnbsp;d'une gravité amp; grimace parternelle, avoir perdu la com-wodité de goufler S’ bien cognoitre fon fik ; amp; aufli denbsp;lui declarer textreme amitié qu il luy portoit , S’ Ienbsp;digne jugement quil faifoit de fa vertu. F,! ce pauvrenbsp;ga’con , difoit il, na rien veu de moy qu'une contenancsnbsp;refroignée S pleine de mespris : amp; a emporté cefle cri-ance , que je nay fleu ny l aimer ny l'efiimer felon fonnbsp;merite, A qui gardoy je d defcouvrir cefle fiinguliere afnbsp;feêtion que je luy portoy dans m»n ame ? efloit ce pas luynbsp;qui en devoit avoir tout te plaifir S toute Pobligation ?nbsp;ye me fuis contrainS S gehenné pour maintenir ce vainnbsp;ynafque: S ay perdu Ie plaifir de fa converfation S fa volon-té quant S quant , quil ne me peut avoir portée autrenbsp;que bien froide, riayant jamais recen de moy que rudejfe.
-ocr page 41-XXVII
is , dat elk zyne kinderen behore optevoeden na zyn fiaat: doch, dat behalven dezen onder-gefchikten burgerlyken Jtaat, dien het kind nietnbsp;verfchuldigd is dan daar aan, dat hyyan dezennbsp;en niet van anderen ouders geboren is, er eènnbsp;algemene eerjie [iaat is , waarin het kind on-middelyk door zyne geboorte gefteld wordt,nbsp;en die noit behoort uit het oog te worden verloren : te weten die van menfch, dat is lid dernbsp;gehele burgerlyke ?naatfchappy. Dat by gevolg het kind wel mag overeenkomltig zynennbsp;burgerlyken Haat en rang of geboorte wordennbsp;opgevoed, doch dat deze opvoeding tegen zynen ftaat en betrekking als menfch niet moetnbsp;aanlopen noch dien enigfints voor hem verdui-fteren: zoo dat hem denkbeelden w’ierden by-
ge.
ny feniy tyi^me fagon tyrannique. Je trotive que cefle plainte eftoit Men prife ^ raijonnable. Car comme jenbsp;fgay par me trap certaine experience , il neft aucune finbsp;douce confolation en la perte de nos amh , que celle quenbsp;nous aporie la fcience de riavoir rien oublié a leur dire inbsp;Ê? dl avoir eu avec eux une parfaite amp; entiere communi~
cation. - Je niouvre aux miens tant quejepuis:
amp; leur jlgnifie trés volontiers Heflat de ma volonté df de tnon jugement envers eux , comme envers un chacun : jenbsp;me bafle de me produire, df de me prefenter: car je nenbsp;veux pas qu'on s'y mefcompte, d quelque part que ce foit,
xxvni
VOORREDE
gebragt, flrydig met die welken hem met opzicht tot deze eerfte en voorname betrekking behoren eigen te zyn : maar dat men veel meernbsp;zich beneerftigen moet , om hern in fhaat tenbsp;Rellen van , buiten dezen rang verftoten ennbsp;midden onder zyne medemenfchen gefteldnbsp;zynde, dan noch een nuttig wezen in de fchep-ping te zyn , en der maatfchappy het voordeel,nbsp;*t geen hy van haar trok, voor zyn deel goed tenbsp;doen.
Wat
(‘) Van welk eengewigt is deze grote en zekerlyk
mene vvaarheid -voor kinderen van alle daten boven de
alleflaagfte: doch byzonder voorkinderen-vanVorden!
Kinderen, gelyk de onzen; toekomende menfchen, gelyk wy; doc‘, menfchen , wier kring van werkzaamheid en betrekkingen , niet meer als leden maar hoofden der maatfchappy, leidsmannen en voorgangeren der natie, esns ene gaofch anderenbsp;nitgeftrektheid zal hebben, dan die van één onzer allen.nbsp;Hoe zal men hen voeren uit den doet die hen omringt,nbsp;en hen plaatfen in het midden hunner broederen? En hoenbsp;zal men hen menfchen van gelyker beweging vertonen innbsp;de menigte die voor hen neder knielt: en haren fchuldt-gen eerbied en hulde doen ontfangen, zonder het pak uitnbsp;het oog te verliezen ’t geen hun daardoor word opgelegd;nbsp;zonder te vergeten dat het deze onderdanige menigte is,nbsp;om wier wille zy in zulk ene hoogte boven dezelve gefteld zyn ? Zoo oit het reizen voor een roenfch kan voordelig zyn, ’t is voor jonge Vorflen, Hoe vreemd zou dit
XXIX
Wat ik voorllelle, zyn gene nieuwigheden: gene ontdekkingen , waarop ik my enigfintsnbsp;konde beroemen. Het zyn de eenvoudigiten ennbsp;gemeende waarheden: de eerde gevolgen enernbsp;oppervlakkige befchouwing van den mendh alsnbsp;een lid der menfchelyke maatfchappy. Doch,nbsp;wie maaktze tot de algemene fpringvederennbsp;ener gandhe evenredige opvoeding? By wien.nbsp;is het denkbeeld er van zodanig verwikkeldnbsp;met het denkbeeld van Opvoeding , dat hemnbsp;geen kind onder de ogen komt, zonder dat lynbsp;zich met alle hunne gevolgen ogenblikkelyknbsp;aan zyn redens-vermogen allerlevendigd voordoen? - Maar, wat ik voordelle , zyn
ook gene harsfenfchimmen , gene UtopiTche dromen of kondig verdichte fabelen. Weinige Ouders, ik beken het, zyn volkomen doornbsp;zulke beginfelen bezield , zoo datze er ftand-vaftig en evenredig na handelen. Er zyn er,nbsp;by wien mogelyk zelfs geen duidelyk inzicht mnbsp;dezelven oit onftaan is, en die nimmer bedaardnbsp;over de oorfprongelyke voorfchikking hunnernbsp;kinderen als leden der menfchheid hebben gedacht. ]a, wie weet of er niet velen zyn zouden ,
voormaals hebben geblonken ! Doch vraag het te Wenen, en vraag het te Stokholm. Ook hierin moeit myne wy*-gerige euw het voorbeeld geven!
-ocr page 44-XXX
den, die deze beginfelen, altans in verfchei-den daarvan afteleidene gevolgen, zouden be-
twiften. Doch -- Ik getuige het ter eere
van het menfchelyk geflagt! Ik getuige het ter eere van onze zekerlyk verlichte tyden! En iknbsp;getuige het ter eere ook van myne natie ! Iknbsp;heb niet alleen buiten myn land, maar byzon-der in hetzelve , Ouders gezien die in de Opvoeding hunner kinderen zoo na aan myn ideaalnbsp;kwamen, als der menfchelyke onvolmaaktheidnbsp;kan worden toebetrouwd. En ik kan er ter eerenbsp;van myn ideaal by getuigen, dat ik hunne pogingen met den beften uitflag heb zien vervolgen : (*) Ik herinnere my het hemelfch genoegen van zulke ondervindingen. Na de uiterftenbsp;einden der aarde mocht een menfchen-vriendnbsp;reizen , om een vader zyn kind tot menfch tenbsp;zien vormen, zoo hy ongelukkig genoeg ge-weeft was van er genen in den kring zyner ver-keering aan te treffen! Dit mag by uit-ftek, zoo oit iets , heten: Spedtaculum dignumnbsp;in qiiod refpiciat intentus operi fuo Deus ! En
ftond
(*} Zal ik myn pen vereeren door hen te noemen?-
'Anderen ten voorbedde? Het nut dat hunne kinderen aan hun vaderland doen zullen, zal hen der natie aanwyzen.
- Hen ter beloning ? Zy hebben er ene, daar geen roem
by kan halen.
-ocr page 45-XXXI
Aond my te kiezen tusfchen de vleiende verrukking van enen Newton by de befchouwelyke overtuiging van zyn ftelfel van de grote algemene natuurwet, en -het ftil genoegen ’t welknbsp;myne weinige ontmoetingen van dezen aart mynbsp;hebben gegeven, ik bedacht my geen ogenbliknbsp;om den ruil te weigeren.
Zal men de vervoering, waarin my ’t herdenken brengt, voor dwepery houden ? Zoa myne gevoeligheid in myne verbeeldingskracht,nbsp;en niet in een diep doch juift inzien in het wezen der zaak kunnen gegrond zyn ? Ik geloofnbsp;het niet, hoe ik my onderzoeke. En die mynbsp;beoordeelt , iaat hem wel doordenken of hynbsp;krachtig begrype wat het zy een kind te vormen , met een evenredig , onafgebroken , al-lerlevendigfl inzicht in zyne betrekking en,nbsp;voorbeftemming ais lid der gehele menfchelykenbsp;maatfchappy.
Wichtige , uitgeftrekte , diere betrekking, van een redelyk wezen tot zyne broederen, janbsp;tot de gehele fchepping ! Hoe zyn uwe palennbsp;omvergelloten, of dwaasfelyk verplaatft ! Hoenbsp;zyn uwe banden verbroken, door blinden dienbsp;u voorby zagen , door ongelukkigen dien gynbsp;tot een laft waart 1 Hoe vele inftellingen, dienbsp;u belemmeren ; hoe vele overeenkomllen ennbsp;gewoonten die u verflikken ; hoe vele vooroor-
-ocr page 46-XXXII
oordelen, meningen en dwaalleeren die u'met wortel en al uicroejen !
En gy , aanlokkelyk beeld van myne verbeeldingskracht ! Gelukkig voedflerling, dien deze beginfelen met den melk zyn ingegeven:nbsp;die van uwe geboorte aan de menfchheid zycnbsp;toegewyd , en in de rechten derzelver opge-kvveekt! Hoe onfchatbaar , hoe menigvuldignbsp;zyn uwe voorrechten ! Hoe vele onheilen zynnbsp;van uw hoofd afgewend : hoe vele fcherpe py-len zullen op uwen borft aflluiten ! Vermaken,nbsp;die van duizenden niet een fmaakt, zyn voornbsp;u opgelegd als een fchat; en de gehele fchep-ping zwanger van de zuiverften, redelykfte genoegens ! Hoe zal het gevoel uwer verbintenis met de ganfche natuur den band tusfchen unbsp;en uwen Schepper toehalen; en hoe veel waardor zal u. de redelykfte , verhevenfte, zaligftenbsp;van alle Godsdienften, de Chriftelyke Gods-dienft, zyn , na mate gy meer zult gefchiktzynnbsp;om dien recht te fchatten, en in zyne oorfpron-gelvke eenvoudigheid te overzien ! Alle uwenbsp;plichten zyn voor u vermaken ; alle de opofferingen , die gy aan de deugd en aan uwennbsp;Godsdienft doen zult, loutere genietingen.nbsp;Zelfs de bittere druppen die het noodlot innbsp;uwen kelk mag Horten, verre van u te onvre-den te maken over uwen plaats in het Heel-al»
iullen enkel dienen om uwe gevoeligheid in gelukkiger ogenblikken te wetten ; gy zultzanbsp;aanmerken als het zout in uwe fpyzen, als dennbsp;edik en alfem waar gy uwe dranken mede fma-kelyk maakt (*). Gene wisfelvailigheden vannbsp;het leven zullen u het gevoel uwer waardigheidnbsp;als menfch benemen ; gene verzoekingen unbsp;brengen om die te verzaken of ftrydig te hande«nbsp;len mee het befef van de onllerfelykheid uwernbsp;ziele ! Voor den onderdrukker zult gy niet buigen , maar de rechten der menfchheid tegennbsp;zyn geweld verdedigen ; en uwe Rand vuiligheidnbsp;zal den dwingeland doen wankelen ! Verre vannbsp;de inrichting der burgerlyke maatfehappy ofnbsp;het onderfcheid van rang en Raten te berispen,nbsp;zult gy die helpen handhaven en onderfchragen»nbsp;Welk een genoegen zal u de befchouwing diernbsp;verfcheidenheid van raderen en dryfveren innbsp;een en hetzelfde werktuig geven ! Hoe zult gynbsp;ene inrichting hoogfehatten , volgens welkenbsp;zoo vele ondeelbare leden, elk in zynen Randnbsp;en na de mate zyner vermogens, het hunne toenbsp;kunnen brengen en medewerken tot welzyn vannbsp;het geheel. Eindelyk, voelt gy u met de ge*nbsp;hele fchepping verbonden, ziet gy in uwe mede-
C*) '-Tabletten van Pfammh in JVieland's Gulden fpiegeL
' demenfchen allen uwe broeders: hoedanig zal uw verband zyn met de zulken die in noch veelnbsp;nauwer betrekking met u ftaan, uwegodsdienft-en land genoten , uwe medeburgers , uwenbsp;vrienden , uwe naaflbeftaanden, uwe echtgenoot en uwe kinderen ! En hoe zal de ganfchenbsp;hebbelyke wending uwer gedachten , met denbsp;vergenoegdheid en kalmte die , onmiddelyknbsp;daaruit onftaande, onafgebroken by u zal moeten plaats hebben , op het geluk van allen denbsp;genen die u omringen , niet moeten invloe-jen !
Is dit beeld ene harsfenfehim ? Is de recht* veerdige man een verdichtfel ? God verhoedenbsp;het! Ik ken de origineelen, wier karakter ennbsp;beflaan my de trekken opleverden, waaruit ditnbsp;tafereel is t’zaamgelleld. Ik heb hen —-—.nbsp;niet, horen fpreken ; maar - zien han
delen: in beflisfenden , onverwachte gevallen handelen : hebbelyk handelen , eerder uit denbsp;onmogelykheid van anders te doen, dan metnbsp;enig fchynbaar terugzicht op aangenomene be-ginfels. En de ontmoeting van één dezer cie-
raden der fchepping, --- had ik er enen
hechts gevonden--zou my myn leven lang
krachtig en overvloedig hebben getrooft over de gehele talloze menigte van kortzichtigen,nbsp;eng-gevoeligen, lagen en verachtelyke geeften,
VAN DEN HEER ***. XXXV
die ik overal op mynen weg in het llyk zie kruipen en wentelen.
Hoe is hun getal zoo menigvuldig ! Zoo ve-len verhevene fchepfelen , gemaakt om het hoofd in edele onfchuld te verheffen, waaromnbsp;bukken zy neder in het flof, en verbergen hunnbsp;aangezicht, daar de laagheid hunner ziele opnbsp;Raat afgemaaid ! Niet dan de almachtige heer-fchappy van het eigebelang , is het die hen zoonbsp;diep vernederde. Konden op eens hun hart ennbsp;harsferien veranderd worden, welk een ver-fchillend aanzien kreeg niet eensklaps allesnbsp;voor hunne ogen! Hoe zouden zy, als redely-ke wezens , hun geluk als eniglyk in henzelvennbsp;beruftend en onafhangelyk van alle uitwendigenbsp;omflandigheden befchouwcn ; doch hoe nauwnbsp;Zouden zy het verbonden zien met het geluknbsp;van hunne evenmenfchen, zoo ras zy zich als leden der burgerlyke maatfchappy aanmerkten !nbsp;Hoe onbegrypelyk zouden die enge harfenennbsp;zich uitzetten : hoe zouden die ingekrompene ,nbsp;verfchroeide harten zwellen ! Hoe velen, wan-Itakigen , onvergeeflyke vooroordeelen zoudennbsp;zy links en-'rechts zien vervallen I Hoe velennbsp;konllig gefmeedden, door het eigebelang ganfchnbsp;en gaar gebouwde flelfels vielen op eens ianbsp;duigen !
Geef my enen Burgerflaat, t’zaamgcfleld uit ttt anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zviR
-ocr page 50-3CXXVI V O O R R E D E
zulken,omtrent hunne wezentlyke belangen eii onderlinge betrekking verlichte raenfchen; daarnbsp;zal men de ware liefde voor het vaderland ziennbsp;herleven, die in onze dagen een klank is geworden. Daar zal men juifte begrippen vannbsp;burgerlyke vryheid hebben, en voor derzelvernbsp;betvaring goed en bloed opzetten. Daar zullennbsp;de byzondere belangen van elk ondeelbaar lidnbsp;niet meer onderfeheiden of onbellaanbaar zynnbsp;met die van het gemeen. Integendeel elk zal ge-redelyk een gedeelte zyner byzondere belangennbsp;voor het welzyn van het gemeen ten befte geven. En een ygelyk zal zynen broeder zulkenbsp;verhevene gevoelens toetrouwen , en niet bedrogen worden.
Het tegendeel van dit alles neemt meer en meer, de overhand. De kinderen worden op-gevoed, elk voor zich zelven: als of zy alleennbsp;in de wereld waren, en voorgefchikt om buitennbsp;enige betrekking tot iets buiten hen te leven.nbsp;Zyn hunne Ouders van fatfoen, zy worden gerekend in hunne plaatfen te moeten treden;nietnbsp;uit hoofde van enige verdienflen, maar om datnbsp;het geluk hen van dezen en niet van geringerennbsp;Ouderen deed geboren worden ; en als de Vorflnbsp;hen voorbyging, en enen waardigen vreemdeling voor het land wilde winnen , zou men over
Zyn de Ouders ryk : waarlyk Ouders en kinderen beiden rekenen het , als of God tweeërlei foorcen van menfchen had voor^efchikt, de enen om geld' te verteren en zich te vermaken , en dë anderen om door hen ten dienllenbsp;te Haan y- zoo in het zweet huns arbëid enennbsp;fchralen koft te verdienen. Wat is hier het gevolg van ? Dat de ryken en aanzienlyken, 'dienbsp;in gene ampten komen , een ballaft wordennbsp;van de aarde. En die er toe geraken, dat zy
¦- of ze als een laft befchouwen, waaraan
hunne geboorte hen bloot fielt: wyl doch ’t gemeen ,’t geen zy zoo verre beneden zich ziennbsp;om dat zy ’t niet kennen , aan het roer der regering niet kan gefield worden ; en gesvolgelyk
---dat zyze zeer nalatig waarnemen. Of,
zoo de heerfchzugt hen aanzet om er zich meer mede te bemoejen, dat zy, ’t geen onvermy-delyk is , in het waarnemen er van allen dienbsp;vooroordelen en wanbegrippen brengen, waarmede zy bezet zyn; zoo dat alle hunne bellui-ten , maatregelen en ondernemingen , de in-drukfelen dragen van den geefl die hen bezielt,nbsp;en gedenktekenen blyven van hunne lage, enge, en ganfch wanflaltige hebbelyke wyze vannbsp;denken.
Zoo verfpreidt zich de befmetting van de ui-terfle delen door het gehele lighaam ,¦ en one*
ttt 3 nbsp;nbsp;nbsp;i^eeki;
-ocr page 52-Ileékt zelfs de edelfle partyen, die het ganfche zamenftel de beiv^ging en het leven moetennbsp;geven. Het eigebelang,- diepgeworteld in dennbsp;boezem van elk ondeelbaar lid der maatfchap-py, woedde eerft in de huisgezinnen, en verbrak daar den band, lusfchen man en vrouw,nbsp;ouders en kinderen, broeders en zufters; elknbsp;had zyne belangens onderfcheiden en ftrydignbsp;met die van zyne waardlte panden: en noit wiltnbsp;hy was het ware een gedeelte er van met blyd-fchap op te offeren; wat zeg ik, elk wilde datnbsp;de overigen allen hunne belangen aan het zyne zouden opofferen. Van de huisgezinnennbsp;verfpreidde zich deze geeft, en verdorf de natie te zamen genomen als een volk. Daar vielen voor hem alle de bqlwerken der vryhcid :nbsp;liefde voor het vaderland , public fpirit, ene
denkenswyze -- niet als van een hoop te
zamen gebragte vreemdelingen: maar-als
van ene menigte leden van éénlighaam,éénen bur-
gerflaat, één gemcenebefl, wier belangen allen aan den anderen onaffeheidelyk verbonden waren. Hoe konden,;in zulk een algemeen
ver.
To ie a good member of Parliament is, let me tell you , no eafy task; efpecially at this time..when there isfofirongnbsp;a difpofition to run into perilous extremes of fervile com-pUdtice, or ‘Wild popularity. To unite circumfpe£lian veitb
vi-
-ocr page 53-VAN DEN HEER ***. XXXIX
verval , de fieelen der ere volkomen onbefraet blyven ! Dezelfde geeft, die in de huisgezinnen geregeerd, die het volk bemachtigd had,nbsp;nioeft zich ook daar indringen. Zoo kreegnbsp;men nayver en twiften tusfchen ftad en ftad,nbsp;tusfchen Provintie en Provincie : in een land,nbsp;dac niet beftaan kan , zoo haaft de band vannbsp;eendracht, die hetzelve vryheid , voorfpoed,nbsp;alle burgerlyke voorrechten verfchafte , eens
verzwakt , veel min verbroken was---
„ Wat anders maakt Philippus zooftout, be-fluit Demofthenes, dat hy onderneme Griekenland te overheren: dan dac hy weet, dat thans
elke
vigour h abfolutely necesfary; but it is extremely difficult. We arc now members for a rich cmnmercial city; this citynbsp;however is but a part of a rich commercial nation, thenbsp;interefls of which are various, multiform Sf intricate. TVenbsp;are members for that great nation, which hoimever is butnbsp;a part of a great Empireextended by our virtue amp; ournbsp;fortune to the farthefl limits of the Eafl G? of the Weft.nbsp;All thefe wide fpread interefs mufl be reconciled, if posfible.nbsp;We are members for a free Country , Gf furely we allnbsp;know that the machine of a free coenfiitution is no fimplenbsp;thing, but as intricate G? delicate as it is valuable. Edm.nbsp;Burke’s Efq. Speech to the Eleftors of Briltol, on hisnbsp;I’filng elefted one of the Reprefentatives in Parliament fornbsp;that City, on Thursday the 3^ of November 1774. (ies-don-Newspapersf.
XL
elke ftad , elke Provintie zyne eige belangen heeft, onderfcheiden en Itrydig met die van denbsp;Unie van Griekenland ! ”
God zy dank, dat het met ons land op verre na zoo niet gefield zy ! Doch allen welmenen-den burgeren zy het aanbevolen, toetezien wat denbsp;gevolgen zyn konden van de toenemende engenbsp;wyze van denken (die zoo velen verre in fchynnbsp;vervreemde dryfvederen helpen bevorderen) van de zorgeloosheid'veler onzer ouderen,nbsp;en van het weinig inzicht dat onze jonge luidennbsp;hebben in hunne betrekking en plichten alsnbsp;menfchen en als burgers.
Dagelyks komen er my nieuwen onder de ogen; en ik beken het voor ’t gemeen, mynnbsp;hart bloedt voor myn Vaderland , als ik denbsp;meeflen hoor fpreken. ’T is als of zy uit denbsp;lucht waren komen vallen, om zich hun leven langnbsp;op ene vreemde wereld te vermaken, en datnbsp;het ganfche Heel-al hen daarin moefl ten dien-flè flaan. Non bk juventus orta parentibus In-fecit csquor fanguine Iberice / Velen, ik bekennbsp;het, hoe oneindig zy ook af zyn van myn ideaalnbsp;van een gefchikt jong reiziger, wenfchte ik datnbsp;ten minflen een juar reisden zéker niet omnbsp;ene Adrice te onderhouden of Bals en Opera’snbsp;hy te wonen; mak pour frotterpuijfamment leur
. • nbsp;nbsp;nbsp;. cet\
-ocr page 55-csnelk centre celle d’autrui (*); dat is, om alien de vernedpringen te ondergaan, die een reiziger met zulk ene denkenswyze buiten zyn vaderland by eiken ftap moeu ontmoeten.
Ik fchryf zonder plan, zonder orde, zonder verband : zoo als myne gedachten zich voornbsp;my opftapelen. Had ik meer tyd om aart ditnbsp;opftel te geven, ik maakte ’teen aanmerkelyk'^:nbsp;deel korter. Doch men verfchone de gebre-J- *nbsp;ken van het voorftel, ter liefde van het onderwerp 1
Laat ik kortelyk roy vervatten, om weder op: den weg te raken. Ik wenfchte dat men tochnbsp;in de opvoeding zyner kinderen zich ten voor-naamfte doeleinde ftelde, beiden hun hartennbsp;harfenen zoo veel mogelyk te verwyden , ennbsp;den kring hunner gevoelens na mate van dienbsp;hunner kundigheden uittezetten (f)- Dage-
lyks
(*) Montaigne.
(t) De vray te foin amp; la defpenfe de nos peres, ne vife qu'd, nous meubler la lefte de fci'ences: du jugemeui amp; denbsp;vertu , peu de nouvelies. Criez d'un pajfant è mftrenbsp;peaplc : O Ic fp/tvant homme ! Ét d'un' autfe: O Ie bonnbsp;hommel Ji fie favdra pas-a delïournerdès\jeuxÉ^ fonnbsp;refpeQ ners k preinilV. It y faudroiX ttn tiers cHeur-, Onbsp;its lour des tefles ! Nous enquerons volóntiers ¦ fgaieiinbsp;t t t 5
-ocr page 56-XLII
lyks betnoeje ik er my mede voor my zelven; en ik ben niet voldaan over myn dag, dan voornbsp;zoo veel myne bezigheden my geleid hebbennbsp;om daarin te vorderen.
Hier ook,gelyk in verfcheiden andere gevallen, moet men, om den rechten weg te houden, van den buitenften kring beginnen. Voer uwen voedfterling met zyne gedachten eensklaps wyd in het Heel-al. Laat hem noit eennbsp;ogenblik in zyn leven zich verbeelden, dat denbsp;Zonne voor hem gemaakt zy , en de Sterrennbsp;om hem tè dienen. Toon hem dat ongemeettenbsp;ftelfel van werelden ; en als zyn geeft er opnbsp;zoude beginnen te fchemeren , dan zeg hem
hoe
du Grec amp; du Latin ? efcrit - il en vers ou en profe ? luah s'il eft devemt meilleur ö? plus avifé, c'eftoit Ie principal, amp; ceft ce qui demeure derriere II falloit s’en-querir qui efl mieux fgavant , non qui efl plus fgavant.nbsp;Nous Tie travaiilons qu d rempHr la memoire amp; laljfons
tentendement G? la confcience vuide. -- ƒ/ ne faut pas
attacher Ie fgavoir a l'an.e, r'/ / j faut incorporer ; il ne pen faut ptt^ arroufer, il l'en faut teindre, amp; s'il ne Ienbsp;change amp; ameliore fon efiat imparfait, certainement ¦ il
vaut beaucoup mieux Ie laiffer ld. - Si noflre ame
Ti'en va uti ‘meilleur branie, fi mus nenavons Ie jugement plus fain , faitneroy aufi ober que mon efcolier eufl paffenbsp;Ie temt h jouer d ld paume, au moins Ie corps en feroitnbsp;plus allegre. Momaigne.
-ocr page 57-hoe allen die delen maar één geheel iiitraaken': hoe zy allen van ééne hand daargefteld en totnbsp;één einde dienftbaar gemaakt zyn. Breng hemnbsp;een oppervlakkig en altoos diiifter denkbeeld,nbsp;doch ene allerlevendigfte overtuiging by, vannbsp;de oneindig menigvuldigen en in alle zinnennbsp;zich kruisfende betrekkingen van al het gefcha-pene, met allen derzelver beftemde wisfelval-ligheden , en de volmaakte orde die uit zoo velenbsp;onderfcheiden en in fchyn onvolmaakte delen , (*) zonder twyffel ontftaat. Laat de verwondering, waarin hem die orde gebragt heeft,nbsp;diep in zyne ziele indringen. Hoe kan zy hemnbsp;anders dan een allerlevendigll belang aan den*nbsp;zelven doen nemen! En dan -- Dan herin
ner hem, dat hy met zyn aanwezen ene plaats in deze ongemeette ruimte heeft verkregen:nbsp;en dat de kring beftemd is, waar in hy zyn tydnbsp;uit zal moeten drajen. Hoe gering is hy nunbsp;noch in zyne eige ogen: hoe onzienlyk fchyntnbsp;hem de plaats die voor hem befteld is ! Doch,nbsp;wilde ik wel dat hy zich voor een tyd in hetnbsp;heelal zou verliezen , ’t was om hem daarnanbsp;zich beter te doen wedervinden. Nu moogt
(*) Zie by voorbeeld Lord Kameit Sketches of the bifio-ry of man B. /ƒ. nbsp;nbsp;nbsp;6. of war amp; peace.
-ocr page 58-XLIV
gy hem vrylyk zyne voortreffelykheid voorhouden als menfch: zyne verhevene beftem-ming , menigvuldige betrekkingen , en het ganiche gewigt der vvaardy van de onfterfelyk-
heid zyner ziéle! -- Welke ene edele den-
kenswyze zal by hem moeten ontdaan by dus-danig ene leiding ! Hoe zal hy ene geneigdheid krygen, om het goede te doen, niet om enig voordeel maar om de vergenoeging vannbsp;het gedaan te hebben ! Hoe zal hy dreven,nbsp;om zichzelven te volmaken, en zyne evenmenfchennbsp;nuttig te zyn!
Dit zyn de grote hoekdenen en houvaden van alles. Hierop rud het ganfche gebouw vannbsp;Opvoeding. En zoo AmpHion flechts de harpe
(laat-dat is, zoo de Bouwmeeder het oog
houde over het werk , en met vrolykheid en
gezang den arbeid aanmoedige, - zullen
de denen van ztlven zich op hunne plaats gaan fchikken ! Exègi monmnentum cere pereU'nbsp;nius.
Wat fielt men zich voor, als men enen jongeling van 20, 21 j 22. jaren , wiens opvoeding 'geëindigd is, eer men hem den Burger-ftaat voordelle , noch eên jaar of twee, drie,
Hat reizen? --Ik heb het in het eerfle deel
dezer Voorrede gezegd. Men beoogt daarmede - dat hy dat alles zien en leren
moge, ‘voat by in zyn land niet zien noch leren konde.
Ik vooronderftel dus , dat hy zyn land gezien, en dat hy in hetzelven alles gezien en geleerd hebbe, wathy, voor zyne hyzondere be-ftemming , op zyne jaren , dat is zonder zelve noch een werkzaam lid van het gemene wezen geweeft te zyn , daar konde zien ennbsp;leren.
Deze voorbereiding heeft hy ten hoogden nodig. Om met vrucht te reizen, moet i) zynnbsp;karakter gevormd zyn: en hy moet 2) enen ge-menen merkpaal , maatftaf en toets (a commonnbsp;Jlandard) hebben , waarop hy zyne ervaringennbsp;in vreemde landen te rug moge brengen.
Laat ons beide vereifchten wat nader be-fchouwen. Alleeniyk herinnere zich deLezer, Wat ik van den beginne af beloofde: te wetennbsp;gene Verhandeling, maar losfen, afgebrokenen,nbsp;vliegende gedachten.
Behalven de geweldige floring der gemene ruft en zekerheid en de opentlyke inbreuken innbsp;de burgerlyke rechten der menfchen,' heeft denbsp;verfcheidenheid van aart, denkens wyze en belangen der ondeelbare leden van de maatfchap-
XL VI
py noch een oneindig getal mindere beledigingen van het maatfchappelyk wezen en van de onderlinge verkering der menfchen voortgebracht, die nimmer onder het gebied der wetten kunnen vallen. Over deze mindere beledigingen hebben zich de menfchen zelven hetnbsp;oordeel behouden , beiden als wetgevers ennbsp;uitvoerders der ftraffe. Ik zeg de menfchen,nbsp;dat is eigentlyk niet zoo zeer hoofd voor hoofd:nbsp;noch minder als een burgerlyk verenigd volk:nbsp;maar als ene menigte eenftemmige rechters,nbsp;die de weinigen eigenzinnigèn, die niet geneigdnbsp;mochten zyn zich by hen te voegen , over-fchreuwt of den toon geeft. En de gereedheidnbsp;van hun vonnis vellen is gelyk aan den yl waarmede zy den overtreder ftralFen. Zy hebbennbsp;er twee vreesfelyke geesfel-roeden toe uitgevonden , die den fchuldigen tot in den diepflennbsp;fchuilhoek vervolgen , die den geweldenaar aantallen midden tusfchen zyne lyfwachten , dienbsp;den rykenpynigen by allen zyne genietingen,ennbsp;doornen zajen onder zyne rozen. Ik meennbsp;verachting en belagching.
Schatbare werktuigen , genoegzaam om al het onvermydelyk gebrek der wetten te vervullen ! Zy bedwingen zelfs dien die de wettennbsp;zou weten te ontduiken, of zyn macht misbruiken om ze voor hem te doen zwygen. Doch
ge*
-ocr page 61-gevaarlyken , allergevaarlykfte werktuigen , wyl -zy door een yder behandeld en op allesnbsp;zonder onderfcheid kunnen toegepaü; en gericht worden.
Myn voedfterling kon niet gevormd worden, zonder voor beiden te leren zidderen. Innbsp;zyn eerfte jeugd leerde hy de verachting kennen. Naderhand onderwees men hem van ’tnbsp;geen ook 'wel flaat , van de overeenkomften,nbsp;meningen en gewoonten der menfchen : ennbsp;doen ondervond hy het bittere der belagching.nbsp;Zoo weinig als op het uiterlyk aanzien zynernbsp;gedraging was acht geflagen, zoo lang hy moeitnbsp;leren wat te doen , en uit welk beginfe! het tenbsp;doen, doch niet hoe het te doen: goed en be-minnelyk of achtingswaardig , en niet nochnbsp;behaaglyk te zyn; zoo vele vernederingen hadnbsp;hy moeten ondergaan gedurende zyne leerjarennbsp;in deze noodzakelyke nadere befchaving en op-ciering. Doch was hy aan de verachting bloodnbsp;gefield geweeil, had hy het grievende van denbsp;belagching beproefd , het waren zyne oudefsnbsp;en leidsman geweeil, die de gelegenheden totnbsp;deze ondervindingen hadden befchikt en denbsp;punten van beide priemen op hem gericht; ennbsp;‘l'Js was hy, onder hun opzicht, noit dan omnbsp;ene wezentlyke laagheid veracht, noit om iets
dat
-ocr page 62-dat niet opentlyk de welvoeglykheid kwetfte, belagchen.
Doch de tyd dat hy onder menfchen moet gebragt worden, genaakt: en zal hy daar dezenbsp;wapenen even rechtmatig , even voorzichtignbsp;zien gebruiken ? Dat maar niet meeJlal rechtnbsp;het tegengeftelde plaats had!
Daar zal hy -- fomtyds de ondeugd en
het geweld - en overal de verdienftelo-
ze macht en rykdom zien eren: en den nederi-gen rechtveerdigen verwaarlozen , ja verachten. Maar daar zal hy ook byzonder het wapen van belagching allerfchandelykft zien misbruiken.
Zyne redelyken, juiften, betamelyke begrippen van Godsdienft zullen met de dwepery verward , en voor kleinhartigheid , eng-den-kenheid, lichtgelovigheid worden uitgekreten.
Men zal -- niet hem verwaardigen van
hem te willen overtuigen, maar de fchouders over hem ophalen, en met een grimlach hemnbsp;den rug toe wenden. Of liever, heeft hy zichnbsp;ij^reten een gewichtiger aanzien te geven, zoonbsp;dat men meer oplettenheden Qegards^ voor hemnbsp;hebbe: dan zal men hem de eer doen van zichnbsp;verzekerd te houden, dat hy beter weet voornbsp;zich zelvcn, en te befchaafd is ona zoo nauw te
XL13t
kunnen denken: doch men zal hem onderrich* ten, dat hy niet nodig heeft zyne begrippen tenbsp;verbergen of te ontveinzen: dat het in onze ty-den zelfs niet genoeg meer is een Deift te zynjnbsp;fff que partout alijourdbui on peut inettre les coudesnbsp;fur table.
Heeft hy dezen geweldigen fchok tegen zy-nen godsdienft doorgellaan , zyne zedelyke gevoeligheid zal niet minder worden aangetaft* Elk ogenblik zal hy niet alleen ene denkenswy-ze en handelingen rechtllreeks overgelleld tegen de zynenontmoeten; maar de naïve opwellingen van zyn altoos liefderyk, medelydend,
gloeiend hart--die zynen leidsman zoo
menige vergenoeging hadden verfchaft : zyne ouderen zoo vele tranen van vreugde doen verbergen ; - verre van hem fympathetifche
omhelzingen te verwerven, zullen met enen vernederenden grimlach of ogen van verwondering en llilzwygen beantwoord worden; en zyn yver voor rechtmatigheid zal velen zyner bekenden voor hem fchuw maken.
Laat ik alles zamentrekken : wat hem dier-baarft geweeil was , zal hy zien verfmaden: ¦vvaar hy den lueellen prys op had gefield, zalnbsp;hy horen licht achten. Aan vele dingen , dienbsp;hy voor beuzelingen hield, zal hy het uiterftenbsp;gewigt zien hechten ; velen , die hy verachtnbsp;¦ ttttnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;had.
-ocr page 64-had, najagen met alle krachten. Meningen xal hy tot beflisfingen, vooroordelen tot wettennbsp;gemaakt zien ; en ene willekeurige, zoo nietnbsp;ganfch verkeerde en fchadelyke denkenswyzenbsp;opgericht als de maatftaf en toetfteen van be-fchaafdheid en goede opvoeding.
In zulke kringen van verkering zal hy komen: en wyl het zeker is dat hy er vroeg of laat onder komen moet, zoo laat er hem zynnbsp;leidsman zelve onder brengen. Als hem zulkenbsp;ondervindingen noch te doen Honden , na enennbsp;kring van werkzaamheid in den Burgerllaatnbsp;verkregen te hebben , de indruk er van zou,nbsp;ten minften voor een tyd, op zyne gedragingnbsp;invloejen , en daaraan niet anders dan nadelignbsp;kunnen zyn; behalven dat hy ze alleen doende , het gevaar voor hem dubbel zyn moeft.nbsp;Doch ook -- Hy moet deze ondervindin
gen niet eerft doen op zyn reizen, of zy zullen hem beletten in al het andere nut dat hy er vannbsp;kon trekken.
Hier floten wy weder aan de fchyven, waarover het gefchil rakende het nut of de nadeligheid van het reizen grotendeels loopt. Wierd er een weg gebaand na een Planeet, waar ondeugden plaats hadden die wy niet kenden,nbsp;waar fchepfelen woonden verdörvener dan wy,nbsp;wie zou gaan om er ooggetuige van te zyn?
LI
Doch, myne goede vrienden! gy die van tus-fchen de vier muren, waar gy uw leven hebt ge-fleten , ene wereld overzien wilt, die u in uwe eenzaamheid niet is komen opzoeken: hoe zultnbsp;gy kringen van verkering beoordelen, waarinnbsp;gy u noit bevonden hebt, of befluiten dat nietnbsp;rondom u gebeurt, wat gy met uwe ogen nietnbsp;zaagt gebeuren. Ik heb ene korte fchets gegeven van het verderf dat in de wereld is.nbsp;Doch wat meent gy ? Zal myn voedflerlingnbsp;buiten zyn land behoeven te gaan om er denbsp;voorbeelden van te ontmoeten , om aan denbsp;Iterklle proeven te worden bloot gefield ? (f)
(?) Ik zeg het verderf :—
— niet het verderf van de wereld: maar dat in de wereld is; dat is, het verderfnbsp;van fommigen ondeelbare leden, en van die kringen, waarin zy den toon geven, of die van huns gelyken zyn zaara-gefield: en waarin men zich fomtyds ook al genoodzaaktnbsp;is te bevinden. Hieruit volgt geenfints, dat in ’t geen denbsp;wereld genoemd wordt, niet ook andere kringen zoudennbsp;zyn, waarin weinig van al het genoemde plaats had, ennbsp;waarop men niet dan met de grootfle onbillykheid mynenbsp;fchets zou toepasfcn.
(f) Wie zegt hier: Ja maar ten minflen in ons land Is dit verderf van beginfels en zeden minder opentlyk, minder gemeen, en mogelyk minder in trap , dan wel in anderen , by voorbeeld Italien ? Kan hy zich zelven nietnbsp;antwoorden: dan zal het iemand vervuld met redelykebe-
Lil
Ik heb het meermalen gezegd: Ik fchryf voar deze luiden niet! Ik kan my by geen mogelyk-heid in hun oogpunt verzetten !
Wie is dwaas genoeg, dat hy zich vleije om zyn kind als de zoon van Frere Philippe op tenbsp;voeden ! Sluit hepi dan in een kevie, of zendnbsp;hem na een onbewoond eiland , en laat hemnbsp;daar afgefchLiden van zyne medemenfehen,nbsp;nutteloos zyn leven flyten. Maar is hy beflemdnbsp;om hen zoo veel mogelyk voordelig te zyn, ennbsp;zal hy daartoe met hen allen moeten verkeeren,nbsp;laat hem toe dat hy ze grondig lere kennen,nbsp;in een tyd dat gy noch toe kunt zien dat hy hetnbsp;doe met zyne minde fchade, en het nodige tegengif gedurig hem toedienen. Zou ’t beter,nbsp;zyn hem zoo lang mogelyk, dat is enkel voornbsp;een tyd, maar blind te houdeiv, en dan zynenbsp;verzwakte,ontwende ogen op eens aan de vollenbsp;fchittering bloot te Rellen ?
ginfels en van ene hebbelyke góede denkens- en handel-wyze des te meer (toten en walgen. Menigen Engelfche fchryvers over de opvoeding zyn van bej^rip dat het beftenbsp;middel om een jongman van voor den Tempel van Fénusnbsp;I'andémos voorby te leiden, is hem ooggetuige te makennbsp;van het zedelyk en natiiurlyk nadeel van haren dienft. Ennbsp;dan brengt men hem, niet hy Polly Kennedy, in de kitten van Covent garden en in Lock-Hospital.
I
-ocr page 67-LUI
In één woord zyn karahter moet gevormd zyn , eer hy ga reizen. En het moet niet gevormd zynnbsp;op het land, of tusfehen vier muren, uit boegen en volgens befchouwelyke beginfels en les-fon,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Onder de menichen moet het ge
vormd
(*) / have ibis day been tired, jaded, nay tormented by the company of a tnojl zvortby, j'enfiblc. amp; learned man,nbsp;a near relation of mine , who dined amp; paffed tbe evening zvifbnbsp;me. This feems a paradox , but it is cr plain truths he hasnbsp;r.0 bnozxledge of the zxorld, no manners, no aJdrefs', farnbsp;from talking without hook , as is commonly [aid of peoplenbsp;w'ho talk ftllily, he only talks by hook, ^vhicb in generalnbsp;converfation is ten times worfe. He has formed in his ozvnnbsp;Hofet, from books, certain fyflems of every thing, arguesnbsp;tenacioufly upon tbefe principles, amp;’ is both furprifed G?nbsp;angry at 'whatever deviates from them. His theories arenbsp;good , but , unfortunately , all unpraRicable. IVhylnbsp;Bccaufe he has only read not converfed. He is acquainted with books öf an ahfolute Jtranger to men. Labouringnbsp;with his matter, he is delivered of it with pangs i bebefita-tes, flops in his utterance , G? always expreffes himfelfnbsp;inelegantly. His abtions are all ungraccfull, fo that withnbsp;all bis merit amp; knowledge, / 'would rather converfe fix hoursnbsp;'with the mofl frivolous title-tattle 'woman, who knew fo-¦mething of the 'world, than with him. The pr epofierousnbsp;notions of a fyflematical man, who does not know the -world,nbsp;tire the patience of a man who does. It would be endlefsnbsp;to correli bh mijlakes, nor would he take it kindly; fornbsp;he has confidered every thing deliberatily, cf is very furenbsp;that be is in the right. Impropriety is a cbaraderifiic, amp;
LIV
vormd zyn , en de goede hebbelykheid van zyne denkenswyze niet op haar zelve gelleid, alsnbsp;van enen eenzamen : maar beftaanbaar gemaaktnbsp;met de fauten , zwakheden en dwaasheden zy-ner evenmenfchen ; zoo dat hy aan den enennbsp;kant geen gevaar lope van er door befmet tenbsp;worden, en aan den anderen niet belet wordenbsp;van onder hen te verkeren. (*) Dat is: zyn
deugd
a never failing one, of thefe people. Rcgardkfi , becaufe ignorant of cuftom manners, they violate them everynbsp;moment. They often shock , though they never mean to offend; never attending , either to the general character,nbsp;or the particular diftinguifhing circumflances of the people tonbsp;whom, or before whom they talk t whereas the knowledgenbsp;of the world teaches one, that the very fame things, whichnbsp;are exceedingly right amp; proper in one Company, time S’nbsp;place., are exceedingly abfurd, in others. In short a mannbsp;Who has great knowledge, from experience S’ obfervation,nbsp;of the characters, cttfloms S manners of mankind, is a beingnbsp;as different from S’ as fuperior to a man of mere book S’nbsp;^yftematicalknowledge, as a well managed borfe is toanofs.nbsp;Lord Chederfield.
(*) La fottife eft une mauvaife qualité; snaisne la pou-uoir fuporter amp; s'en dépidcr amp; rogner,comme il inadvient, c'eft une autre forte de maladie, qui tie doit gueres a la fottife en iniportunité. - faccufe mon impatience , S’
tiens qu'ellc eft egalemcnt vicieufe en celui qui a droit, com-
me en celui qui a tort. - ll if eft point de plus grande
fqdaife, ni de plus beteroclite , qtie de iemouvoir S’ pi-
quer
-ocr page 69-LV
deugd en goede gefchiktheid moeten met wellevendheid (*) gepaard zyn. Beiden moeten zy by hem in een vloejen, en de ene de anderenbsp;ondergefchikt en behulpfaam zyn.
Dien
lt;iuer des fadaifes du monde. - Cette videufe apreté efi
pluf au juge qud la faute. - Somme, il faut vivre
avec les vivans , amp; laijjer la riuicre courre fotis Ie pont fans notre foin, oii dumoins fans stotrc alteration. Montaigne.
Door •wellevendbeid verftaac men niet wat men beleefdheid of in ’t Franfch civilité , maar wat men politefe noemt. Elk is in (laat om beleefdheid te leren, die enkelnbsp;beftaat in zekere uitdrukkingen en zekere willekeurigenbsp;plichtplegingen , die even gelyk de taal afhangelyk zynnbsp;van het onderfcheid van land, tyd en tangen offoortcn vannbsp;menfchen. De wellevendheid daarentegen of befchaafdheidnbsp;tnpolitsffe die David Hume a kind of kffer morality, calculated for the eafe of company amp; converfation noemt kan
niet worden verkregen zonder ene natuerlyke gefchiktheid, die nodig heeft opgewekt en volmaakt te worden door dennbsp;ommegang met menfchen en kennis van de wereld. Dezenbsp;wellevendheid is dezelfde in alle tyden en in alle landen;nbsp;De weinige modificatien, die het onderfcheid van gewoonten en overeenkomften haat fomtyds bybrengen, zyn haarnbsp;zoo weinig eigen, dat zy doorflraalc door enen ouden ver-getenen ftyl ^by voorbeeld van Montaigne ,Brantome, enz.)nbsp;dode taal (by voorbeeld van Horatius, Plato, Xenophon,nbsp;Luciauus) en vreemdfte gewoontens. Hiervan de gemenenbsp;aanmerking, dat de hoogde kring of clasfe van menfchennbsp;(even gelyk de laagde) zich gelyk is in alle landen en innbsp;alle tyden.
LVI
VOORREDE
Dien dit brabbeltaal is, hoe kan ik het hem verklaren? Hoe hem beduiden, dat er ene ge-veftigdheid van karakter is, verre onderlchei-den van die welke alle lesfen en befehouwelykenbsp;beginfels geven: die niet dan in den ommegangnbsp;met menfchen wordt verkregen , en wanneernbsp;ze er uit ontftaat een der befte vruchten is vannbsp;denzelvefi. De wellevendheid fchynt voor hetnbsp;iiiterlyk voorkomen enen byzonderen trap vannbsp;onderlinge hoogachting en toegenegenheid, ennbsp;ene volmaakte overeenkomft van beginfels ennbsp;denkenswyze te onderftellen. Doch wie laatnbsp;zich door dezen fchyn misleiden ? Die voor ’tnbsp;eerft het toneel ziet,zonder oit noch achter denbsp;fchermen te zyn geweefl 1 Laat hem in den beginne prys Hellen cm zoo veel gelykvormig tenbsp;zyn, als mogelyk, aan den befchaafden en be-valligen kring waaronder hy gebracht is, en dienbsp;voor hem is als ene nieuwe fchepping. Ja, laatnbsp;die eerzucht hem voor een korten tyd vervoeren om alle de begrippen en vooroordelen daarvan te willen overnemen (*), Wel haalt zalnbsp;hy van zyne dwaling te rug komen, en als hynbsp;eens het blinkend gaas, waarop zyne ogen fche
mer-
Le defir de plaire efl dans la Nature, il feroit plus tiecejfaire de le reprimer qué de 1'exciter; ceux qui le fes-,nbsp;^eilknt, devroient le diriger. Duclos.
-ocr page 71-LVII
VAN DEN FIEER ***
merden, zal hebben afgeligt, en geleerd van deze gehele vertoning die begrippen te vormennbsp;die er de fpelers zelven van hebben, en zoonbsp;alles en een yder geruft op de plaats te ftellennbsp;die zy in zyne ware achting verdienen, zal hynbsp;quot;'velhaaft weder zelve ook op de zyne herfteldnbsp;¦«'orden: en ’t geen ’t voornanmfte is, zich ernbsp;op voelen (f). Dan zal hy weten , dat de wel-
Je-(t) Dat is, niet alleen met opzicht tot zyn eige denk. beeld, maar byzonder ook dat van anderen, omtrend zyn
karakter;en daarom zeg ik: ’t geen '’t voornaainfte is,-
¦Welk karakter men ook moge aangenomen hebben, zoo ras men denkt daar voor bekend te ftaan in den kring waarin men verkeert, zal men er aan vaft bonden en zelfs zichnbsp;geweld doen om het te vertonen, zoo men het naderhandnbsp;ftrydig vond met zyn aart en geneigdheid. Ik weet nietnbsp;of deze aanmerking nieuw, doch ik verbeeld my dat zynbsp;juili' en van groten invloed is. Men kan er op toepasfeu,nbsp;wat Sterne van een ganfch ander onderwerp (van de weldadigheid) zegt: Tou take a ‘withering iwig amp; pul it innbsp;the ground, amp; then •^ou ‘water it, becaufe '^ou have plati-ted it ! Een van de grootfte geheimen van opvoeding, al-tans met een kind dat de minde eerzucht en goede ge-fchiktheid heeft, is hem ahyd te behandelen als of mennbsp;hem voor zodanig kende als men w’enfcht dat hy zynnbsp;mogte. Het tegendeel W'ordt bykans altyd gedaan. Omnbsp;kinderen aan ’t fpreken te krygen, doedt men hen vragen , die zy weten, dat men zich zelven beantwoordennbsp;kan; en ik heb er menigen met duidelykfte verontvv'aardi-
LVin
levendheid niet daarin beftaat , dat men alia de begrippen van enen zekeren kring van men-fchen overneme en in hunne handelingen dele :nbsp;maar dat men , behoudens dezelven, een ge-veftigd karakter en zeden en begrippen kannbsp;hebben, die zonder de menigte tegen zich opnbsp;te maken of enigzints voor ’t uiterlyke zelfs hynbsp;hen afcefteken, wezentlyk echter van hare begrippen en zeden onderfcheide zy. In éénnbsp;woord , dat, om behaaglyk te zyn en in dennbsp;beften ommegang te delen, geenfints vereifchtnbsp;word dat iemand redelyken, gematigden en algemeen nuttige beginfels en denkbeelden vannbsp;menfchen en daden verzake; ja niet eens datnbsp;hy eigenzinnigen , willekeurige, vooroordelennbsp;en meningen opoffere; maar dat veel meer eennbsp;geveftigd , altoos zichzelven gelyk karakter,nbsp;onderfteund door ene , niet trotfe (*} , maar.
groot-
ging met toeleg op zien ftilzwygen. Men zou haalt kunnen zesgen: pour fe metsre ct la portée des enfdm, il faut fe mettre au dejfm de kur portée. Ouder geworden zyii-de, doedt men hen verdienden en onverdiende verwytennbsp;zonder onderfcheid, en preekt hen tydig en ontydig lesfeanbsp;die door hen te vernederen, dikvvyls ene tegengeltelde uitwerking doen, van die men zich voorftelde. Hoe dik-wils moet men het herhalen: II n eJJ pas qaeftion deparler,ilnbsp;faut agir avcc les enfuns.
Trots en trotsheid neem ik niet alleen voor hoogmoed
-ocr page 73-LIX
grootfche , dat is edele en deftige houding, dien die deze voorrechten heeft weten te ver-hrygen, altyd ene aanzienlyke plaats in denbsp;befchaafdfle kringen van verkering zal verwerven ; veel aanzienlyker dan die, van dennbsp;huigzaamften losbol en allen de fchitterenden
elegans, die om hem henen fpringen. Ja--
waarom zoude ik het binnenfte gordyn niet
opfchuiven ! - dat het deze edele ge-
veftigdheid van karakter , dit grootfch gevoelen van zyne wezentlyke waardigheid, deze in fchyn zeer beleefde doch tevens koele houdingnbsp;en llatige behandeling van enen onbekenden ennbsp;van velen bekenden , is, die in de hoogdennbsp;kringen van verkering, aan Hoven en van dennbsp;eerden adel , als het toppunt van wellevend-.
moed mnar ook voor hauteur, ’T geen trou of hoogheid, hoogdj-agendheid, fierheid is in een Vorft, of Miiiifter ofnbsp;Edelman van den hoogften rang , word in enen tvveden
rang fatuiteit, en in enen noch lageren infolentie,----
ha hauteur qif infpireroit Ie merite feroit d'autantplus hla-mable, qu eile devroit eftre corrigée par Ie merite mefme. L’Abbé Tiublet.
Dit zegt met dén, dat ik deze houding beltaanbaar relden zelfs met den uiterlyken fchyn van modefiie. Zy is alleenlyk het tegengeftelde van timiditeit, ene eigenfehapnbsp;die met vele deugden gepaard kan gaan, doch noit zelvenbsp;ene deugd zyn kan.
-ocr page 74-LX
heid met toeleg word aangenomen , en dat alles uitmaakt, wat men Ie grand air de cour noemt.nbsp;En kan het anders zyn daar zich deze gehelenbsp;lering vormt na het beeld van den Vorft, bynbsp;wien het gevoel zyner wezentlyke waardigheid,nbsp;in aanzien van geboorteen macht,noodzakelyknbsp;zich over zyne ganfche uitwendige houding ennbsp;manieren verfpreid: en daar die koele bejegening of wel die vernederende gemeenzaamheidnbsp;voortbrengt, die alles wat hem omringt, opnbsp;enen afftand van hem houden.
Ik beken , het voorkomen en de manieren waarvan ik fpreek, fchikken zich niet volkomen, zoo als ik ze fchilderde, voor dejarennbsp;van myn voedfterling, eer hy gaat reizen. Denbsp;plaats, die ze voor hem zouden eifchen in denbsp;verkering, is voor hem noch niet open. Ennbsp;eerft zal hy ten minften gereisd moeten hebben , eer ene uicgeftrekte ondervinding hemnbsp;wettige om na dezelve te ftaan. Doch iknbsp;beroep my op allen, die de wereld met oplettendheid gezien hebben : zyn er niet neventrekken (nuancen') van dezelfde houding en gedragingen, die zich, onder zekere bedingen,nbsp;voor allerlei ouderdom, zoo wel als voor allerlei rangen, fchikken ? Daarenboven alles watnbsp;ik my voorllelde over ’t geheel te bewyzen, isnbsp;eniglyk dit: dat een man van fatfoen, behoudens
-ocr page 75-LXÏ
VAN DEN HEER ***.
lt;iens zyn karakter en beginfels, midden in de grootfte wereld kan leven , en daar gezien,nbsp;geacht en bemind zyn, ja oneindig veel voordeel zelfs doen, zonder zich enigfints oit tennbsp;toon te ftellen, of zelfs het voorkomen van enennbsp;Zonderling te dragen. (1)
Deze waarheid heeft myn Eugenio fchielyk reeds ontdekt, en de leiding van zyn opziendernbsp;is hem hiertoe byzonder dienflig ge weeft, gedurende de laatfte jaren die hy in zyn eige landnbsp;heeft doorgebracht, om de menfchen en denbsp;avereld enigermate te leren kennen: .Doch hynbsp;heeft deze ontdekking noch meell maar be-fchouwelyk gedaan, en flechts by enkele gelegenheden met zyne gelyken of minderen enenbsp;verre navolging gewaagd. ’T is op zyn reizen,nbsp;dat hy de kunft die hem zoo nodig is volkomennbsp;zal moeten leren, en zyne bedrevenheid er innbsp;zal geen van de geringfle vruchten daarvannbsp;Zyn. Verre van door ene kinderachtige buigzaamheid zich yder ogenblik van zyne beginfels te laten afbrengen en met eiken jongen ofnbsp;ouden losbol mede te lopen , zal hy meer ennbsp;meer leren dezelven gepaft te doen doorfchy-nen, en zich, zoo verre het voor hem fchikt
Licet fapere §ne pampa, fint ittvidia. Seneca,
-ocr page 76-LXU
en hem wel kan liaan, te doen gelden. Eugenio is niet gemaakt, om een onbeduidende toeftemmer te zyn in den ommegang, en altoosnbsp;van anderen den toon te ontfangen. Laatnbsp;hem maar enige jaren ouder zyn, enige ondervindingen meer hebben verkregen, en welhaallnbsp;zal hy in Haat zyn, om zelve dien te geven;zynnbsp;verdiende zal te veel in het oog lopen en tenbsp;algemeen erkend worden, dat niet de kringen,nbsp;waarin hy verfchynt, zich na hem zouden zoeken te vormen of altans te fchikken; en zoo zalnbsp;hy een voorbeeld ter navolging voor de natienbsp;worden.
Zoo hy oit tot deze grote en enige ware verheffing geraakt, ik ben verzekerd dat hy erkennen zal, dat het zyne reifen zyn, waaraan hy dezelve bykans geheel verfchuldigd is. Daarnbsp;heeft hy die oneindige verfcheidenheid vannbsp;willekeurigen en voorbygaande gcwoontens ,nbsp;overeenkomften en meningen, opgemerkt.: ennbsp;in eiken onderfcheiden kring dat alles zien be-lagchen, en onbegrypelyk wanllaitig vinden,nbsp;wat alleenlyk met de byzondere toenmaligenbsp;hebbel ykheid deszelven niet overeenkwam ennbsp;daarriynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o? contrajieerde; en bygevolg zyn
zyne begrippen wegens de welvoeglykheid hoe langer hoe ruimer, en juiller geworden;nbsp;en zyn er eige gevoeligheid aan-de belagching of
het
-ocr page 77-het belagchelyke even die enige wending gegeven , die zy hebben moefl; om in géne gevallen voor hem gevaarlyk te zyn. Daar heeft hy acht geflagen op alle de kunftgrepen en zeernbsp;verfcheiden, niet daar buiten uit tedenkene,nbsp;wyzen en middelen, waarop dezen en die zichnbsp;weten in enen befchaafden kring te doen opmerken , en zoo, ’t geen men noemt, en voguenbsp;te komen en den toon te geven. En heeft zynenbsp;fcherpziendenheid hem de kenmerken van hetnbsp;onderfcheid doen waarnemen tusfchen lighame-lyken en zedelyken, natuurlyken enverkregenenbsp;voorrechten; fchitterende en wezentlyke ei-genfchappen : begaafdheden (of talenten) ennbsp;hoedanigheden : behaaglykheid en verdienfteinbsp;oppervlakkigheid en grondigheid: vertoningennbsp;wezen, befchouwing en oeffening, en allen denbsp;uitvindingen en wendingen der eigenliefde omnbsp;zich op het voordeligft by anderen voor te
doen; -- deze kennis is hem byzonder
dienftig geweeft , om gedurende zyne gehele omwandeling door de wereld , en in alle denbsp;kringenzyner verkering, enigen weinigen waardige modellen van navolging, voor iemand vannbsp;2yn karakter en beginfels, onder den hoop tenbsp;onderkennen en uittekippen; mannen van eennbsp;door velen en lange ondervindingen gevormdnbsp;karakter, en van een evenredig, ftandvaftig,
edel
-ocr page 78-LXIV
VOORREDE
edel gedrag , die zonder luidrufcig de ogen op zich te trekken en zich door fchitterendenbsp;begaafdheden te doen bewonderen, ene houding met zich in den ommegang voeren, dienbsp;van de edelheid hunner ziele getuigt: en hennbsp;ogenblikkelyk niet alleen de achting maar ooknbsp;de toegenegenheid van een ygelyk verwerft;nbsp;en te gelyk daar zy de vrolykheid fchynennbsp;mede te brengen, ook de losbandigheid opnbsp;eens, gedurende hun byzyn, verbannen.
Had ik den tyd om in byzonderheden te treden, ik zou hier tonen, hoe voornamentlyk Ita* lien , boven andere landen, zulke modeleennbsp;oplevert, en noodzakelyk op moet leveren omnbsp;velen verfchillende redenen. Doch ik haafl; mynbsp;ten einde : en vergenoeg my in ééne korte ,nbsp;oppervlakkige, zeer gebrekkige, dat is over-haafte fchets te hebben ingeweven, te gelyknbsp;hoe het karakter voorbereid moell; worden totnbsp;het reizen , en door hetzelve alsdan ook tennbsp;nutte verder, gevormd en volmaakt wierd.nbsp;Anderen veelvuldige voordelen , die uit hetnbsp;rechte zien van de menfchen en verkering innbsp;de wereld ontdaan, zal ik my tans niet medenbsp;ophouden. Zy kunnen gedeeltelyk uit het gezegde worden afgeleid: en wat er ontbreekt,nbsp;moge de plaats van Montaigne vervullen,
-ocr page 79-VAN DEN HEER ***. LXV len , die ik hier onder laat drukken. C*)
Laat ik een ogenblik adem halen!
. Nu mag
C*) II fe tire une merveilleuje clarlé pour Ie jvgement humain de la frequentation du monde. Nous fommes tonsnbsp;conlrainSts ei? auwncellez en nous, £? avons la veue raccour-cie d la longueur de not re nez. On deinandoit a Socrate,nbsp;Sou il effoit, il ne refpondit pas, d'Athenes'. mahdu monde; luy qul avoit 1'imagination plus pleine amp; plus eflen-due, embrafdt l'univ^s, coinmc fa ville, jettoit fes cog-tioijfances, fa fociéte amp; fes affeHions d tout Ie genre humain ; non pas comme nous , qui ne regardons. que fon%nbsp;nous. Ojiand les vignes gelent en won village, mon preflrenbsp;en argumente lire de Dieu fur la race bumaine, ö” ju-ie que la pepie en tienne desjd les cannibaks; a voir nosnbsp;gueires civiles , qni ne crie que ce/le machine fe houle-verfe, £? que le jour du jugement nous prend au collet:nbsp;fans s'avifer que plujieurs pires chafes fe font veues , amp;nbsp;que les dix mille parts du monde ne laiffent pas dc gallernbsp;le bon terns cependant ? Moj felon leur licence amp; impu-nité , admire de les voir ji douces molles. A qui ilnbsp;grefle fur la tejle, tout I'bemifphere fembk eflre en tem-pefte amp; orage ; Et difoit le favoyard , que fi ce fot Roynbsp;de france eufl feeu bien conduite fa fortune, il efoit bom-me pour devenir maiftre Sbotel de fon Due, Son imagination ne concevoit autre plus efevêe grandeur, que cellenbsp;de fon Maiflre. Nous fommes infenjiblement tous en ceftenbsp;erreur de grande faite S' prejudice. Mais qui fe pre-
fente comme dans un tableau, cefle grande image de «»• fire mere nature , en fon entiére majefté : qui Ut en fonnbsp;vifage une fi generale amp; conflante variété: qui fe remar-que lè dedans, amp; non foy, mais tout un ro’^aume, commtnbsp;un train d'une poinQe trés delicate ; celuy feul eftimenbsp;les cbofes felon leur jufle grandeur. Le grand monde,nbsp;que les uns multiplient encore comme efpeces foiis un genre, ceft le miroucr, ou il nous faut regarder, pour nousnbsp;cognoiftre de bon biais, Somtne je veux que ce foit le li--are de mon efcolier. Tant cPhumeurs, de feStes, de juga-mens, d'opinions, de loix, amp; de coujltmes, nous appren-nent d juger fainement des noflres, amp; apprennent noflrenbsp;jugement d recognoifire fon imperfellion amp; fa naturellenbsp;foiblejfe: qui n'eft pas un leger apprentijfage. Tant de re-Viuemens d'efat, ^ clangcmens de fortune publique nousnbsp;injiruifcnt d faire grand miracle de la noflre. Tant denbsp;noms , tant de villoires amp;' conquefies enfevelies flus Tou-bliance, rendent ridicule Tefperance d'eternifer noflre nomnbsp;par la prife de dix argoulets (2f (Tun poullier , qui n'eflnbsp;cogmte que de fa cbeute. Vorgiietl S? la fierté de tantnbsp;de pompes eflrangeres, la majeflé fl enflée de tant de coursnbsp;^ de grandeurs, nous fermit amp; ofeure la veti'é, d foufle-nir Tefclat des noflres, fans filter les yeux. Tant de milli-ofles d'hommes enterrez avant nous, nous encouragent d nenbsp;craindre d'aller trouver fi bonne compagnie en Tautre monde, ainfi du refle. Noflre vie, difoit Pjtbagoras, retire dnbsp;la grande ijf popukufe ajfemblée des ycux Olympiques. Lesnbsp;ms exercent le corps pour en acquerir la gloire des jeux :
d'au-
-ocr page 81-d’auires y portent det matchandifei d vendre, poür Ie gain, li en e/l qui ne font pas les pines') lesqueh ny cherchentnbsp;nutre fruiü, que de regarder comment ^ pourquey chaquenbsp;cbofe fe fait: S* eftre fpeBaieurs de la vie des autres bons'nbsp;ines poür en juger Gf regler la leur. .tiux exemples ftnbsp;paurront proprement affortir tous les plas profitables difcoursnbsp;de la Philofophie, 4 laquelle fé doivent toucher les aamp;iontnbsp;bumaines, comme d leur regie. On luy dira,
quid fas optare, quid afper Utiie nummus habet, patiia; charifque propinquiinbsp;Quantum elargiri deceat, quem té Deus eflenbsp;Juffie, amp; Humana qua pai'te locatus es in re^
Quid fumus, aut quidnam vifturi gignimur:
ique c'ejl que ff avoir amp; igtiorer, qui doit efire Ie hut dé l'ejlude : que c'efl vaillance, temperance, amp; Juf ice:nbsp;Ce qa'il j a d dire entre l'ambition amp; Pauarice; la fervi-tude Gf la fubjePlión , la licence amp; la liherté: a quellésnbsp;marqués on cognoit Ie vray amp; foHde contentement: jusquéSnbsp;tü tl faut craindre la mort, amp; ld doukur amp; la bonte,
Et quo quisque mödo fugiatque feratque laborem:
huels rejforts nous meuvent , Ie moyen de taut de dl-’-'ers branjtes en nous. Car il me femble que lés premiers difcours dequoy Ott luy doit abbreuver 1'entendement , eenbsp;doivent efire ceux, qui regknt fes trtKurs amp; fon fens, quinbsp;luy apprendront d fe cognoiftre, Gf d fpavoir bien mourir
LXVIII VOORREDE
zyne moeder ene te grote mening van zyn vve-zentlyk verdienfle te hebben gehad. Zelfs het
voor-
G? bien vivre. Et entre les arts libcraux , commenfom fart rart qui nous fait libres. EUes fervent toutes voire-inent en quelqiie maniere d rinftrullion de noftre vie, Gf /inbsp;fon ufage: comme toutes autres chofes y fervent en quelquenbsp;maniere aujjt. Mail choififfons celle qui y fert diredtementnbsp;G? profeffoirement.
Sfavoir par coeur ti ejl pas fgavoir: cefl tenir ce qu'on a donné en garde d fa memoire. Ce qu^on f(oit droitement,nbsp;on en difpofe, fans regarder au patron, fans tourner lesnbsp;yeux vers fon livre. Fafcbeiife fuffifance, quune fuffifancenbsp;pure livrefque ! Je mattens qu'elle ferue d'ornement, nonnbsp;de fondement ; fuivant 1'advis de Platon, qui dit, lanbsp;fernieté, la loy , la jlncerité, eftre la vraye Philofopbie :nbsp;les autres fciences , G? qui vifent atlkurs , n eftre quenbsp;fard. Je voudrois que Ie Paluël ou Pompée , ces beauxnbsp;danceurs de mon temps, apprinfent des caprioles d les voirnbsp;feulement faire , fans nous bouger de nos places, commenbsp;ceuxcy veulent inftruire noftre entendement, fansPesbran~nbsp;Ier: ou qu'on nous apprinft d manier un cheval, ou unenbsp;piqtie , OU un Lutb , ou la voix , fans nous y exercer tnbsp;comme ceux cy nous veulent apprendre d bien juger , amp;nbsp;d bien parler , fans nous exercer d parler ny d juger.nbsp;Or d eet apprentiffage tout ce qui fe prejente d nos yeux,nbsp;fert de livre fvffifant: la malice d un page, la fottife d unnbsp;valet, un propos de table , ce font outant de nouvellesnbsp;inatieres, A eefte- caufe Ie commerce des hommes y efl
mer-
-ocr page 83-wencilleufement propre, Ê? la viflte des pays eflrangers: non pour rapporter feulewent , d la mode de nofire no-.nbsp;Mejfe Frangoife , combicn de pas d Santa rotonda , ou lanbsp;nicbejfc des calejjons de la Signora Livia : ou csmme. au-tres combien Ie vifage de Neron, de quelque vieille ruïnenbsp;de ld , eft plus long ou plus large, que celui de quelque pa-rcille medaille. Mais pour en rapporter principalementnbsp;les humeurs de ces nations 6? leurs fagons: amp; pour frot-
ter amp; limer nofire ceruelle contre celle d autruy. - ,
En cefte efcole du commerce des hommes, [ay fouvent re-marqué ce vice , qu au lieu de prendre cognoiffance d'au-truy, nous ne travaillons qu d la donner de nous: £?•’/»/»-mes plus en peine d'emploiter nofire marcbandife, quC 'd'eH acquerir de nouvelle. Le filence amp; la modefiie font qua-litez tres - commodes d la conveifation., Qn.dreffcra.cet enfant d eflre efpargimnt tnefiager de fa fttfpfancc, quanclnbsp;il l'aura, acquife, d ne fe fortfialifer point des fottifes ö*nbsp;fables qui fe diront en fa pre fence: .car c eft line inciviknbsp;importunité de choquer tout cje qui it eft .pas de nofire ap-pelit. Qiiil fe contente de fe corriger foy mefme. Etnbsp;ne femble pas reprocher d autruy, tout ce quil refufe d
faire : ny contraüer aux inceurs publiques. -
On radvertira , eflant en compagnie , d avoir les yeux par tout: car je trouve que les premiers fieges font comntu-niment fai fis par les hommes moins capabks , t? 4’*^ itsnbsp;grandeurs de fortune ne fe trouvent gin:res jointes d lanbsp;fdffifance. J'ay veil cependant quon s'entretenoit au boutnbsp;d une table de la beauté d'une tapifferie, ou du gouft de lanbsp;nialvoifte ,. fg pgrdre beaucoup de beaux Iraiamp;s dj autre
LXX VOORREDE
waarden Laertes (*) ware hier overvloedig, Eugenio drukt ftilzwygend, Harend, zyn vader
de
bout. II fonder a la portee d'un chacun: tin bouvier, un majfon , un paffant , il faut tout mettre en befogne, amp;nbsp;emprunter chacun felon fa marchandife : car tout fert ennbsp;mefnage, la fottife tnefmcs, foiblejfc d'autruy luy [eranbsp;infirültion. A contreroller les graces ê? fagons d un cha-eun. il s'engendrera envie des bonnes, mefpris des mau-vaifes. Q^on luy niette en jantaifie une honnefte curiofiti.nbsp;de s'enquerir de toutes chofes: teut ce quil y aura de fin-gulier outour de luy, il Ie verra: un baftiment, une fon-taine, un homme, Ie lieu dune bataille ancienne, Ie paffd-ge dé Cc far ou Cbarlemaigne. 11 éenquerra des mceurs,nbsp;¦fnoyens, amp; des alliances de ce Prince, amp; de celuy ld. Cenbsp;font chofes tres plaifantes è apprendre tres utiles d fga^nbsp;voir. amp;e. amp;c. amp;c.- Montaigne.
(f) Tet here, Laertes 1 get aboard for fbame,
The wind fits in the [boulder of your [ail.
And you are ftaid for. There—my blefing ‘ooith you. And thefe few precepts in thy memorynbsp;See thou char abler. Give thy thoughts no tongue ,nbsp;Nor any unproportiotid thought bis alt:
Be thou familiar, but by fio means vulgar;
The friends thou baft, and their adoption try’d^ Qrapple them to shy fml with books offeel:
But do not dull thy palm with entertainment Of each netb batch'd, unjledgd comrade. Beware.nbsp;Of entrance to a quarrel; but being in,
Bear't that t'oppofed may beware of thee.
de hand : en deze omhelfl hem en geeft hem den blydften zegen.
Nu gaat het gordyn der wereld geheel voor Eugenio open'. En alle de volken van Europanbsp;Zullen dienllbaar gemaakt worden , tot zynenbsp;volmaking. De veelvormigheid van dit nitge-ftrekt toneel doedt zyne ogen niet fchemeren.nbsp;Zyn plan'is gemaakt, en in zynen gehelen omtrek akyd aan hem tegenwoordig. Hy weetnbsp;het einde waartoe hy moeft reizen: en het dui-delyk begrip daarvan dient hem ten leidraad innbsp;den doolhof dien hy zal doorwandelen , ennbsp;doedt hem by eiken ftap de voorwerpen on-derfcheiden die zyne oplettendheid verdienen.
Eu-
Give every man thine ear •, hut few thy voice.
Take each mans cenfure; hut referve thy judgment, Coftly thy habit as thy purfe can buy,
But not expreji infancy, rich, not gaudy:
For the apparel aft proclaims the man,
Neither a borrower, nor a lender bei This above all; to thine own [elf be true ;
And it mud follow , as the night the day.
Thou canfl not then he falfe to any man.
Farewd; my blejjtng feafon is in thee,
Shakespeare’s Hamlet A. I. Sc. d.
J.XXII VOO R REDE
Eugenio weet, beter dan iemand, dat het voornaamfle, waardigfte voorwerp ter befchou-. wing en door en door ziening voor een menfchnbsp;.^00 befchaafd en zoo wel opgelegd als hy, denbsp;nienfch zelve is. Deze dan blyft het hoofdonderwerp van zynen geftadigen aandacht en al-Jernauwkeurigfte opmerking. Hy heeft de bui-tenfte trekken van zynen aart, béllaan , ennbsp;wezen eerfl bcfchouwelyk leren kennen: en naderhand gedurende zyne korte verkeering onder zyne landsgenoten, zoo veel daar kon ge-fchieden , dadelyk nader in acht genomen ennbsp;onderzocht. Nu ftaat hy hem in alle de grotennbsp;en klejnere onderfcheidenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;volgen ,
die het verfchil of de verandering van tyd, plaats, godsdienft, regeringsvorm, taal cnnbsp;gebruiken onvermydelyk hem moeften bybren-
gen- ' nbsp;nbsp;nbsp;. ¦
Konde Eugenio volkomen zynen brandenden yver ter uitbreiding en volmaking dezer kennisnbsp;den teugel vieren , hy vergenoegde zich nietnbsp;met het waarnemen van dezen op hunzelvennbsp;zeer aanmerkclyken en zeer leesbaren , maarnbsp;echter hauwen en zagtere trekken , in vergely-king van die, welken grote veranderingen , geweldige fchokken en beroeringen van het na-tuudyk en burgerlyk wezen , der menfchheidnbsp;iïidrükken. Elke leeftyd \evert de zynen op;
en die van Eugenio was te rykaanzulken verhe-venen en treffende gebeurtenisfen, om de begeerte van daarvan ooggetuige te zyn, in een opgewekt, onverrchr6kken,en werkzaam, vyerignbsp;hart als het zyne, niet by elke gelegenheid tenbsp;doen ontftaan.
Wierd ene machtige Hoofdftad, te gelyk de •zetel-van het Hof en den ganfchen koophandelnbsp;der natie, op één onverwacht, allerysfelykftnbsp;punt des tyds, als door ene almachtige hand,nbsp;tiit zyne fondamenten gerukt; ylings—ri^:-hietnbsp;meer opgeheven, maar reeds, daar ik’t’^'denknbsp;-——medergeftort in een afgrond van rokendenbsp;fulfer; en tallozen duizenden zielen onder denbsp;kletterenden, ploffenden, rollenden, en brandende brokken en puinhopen van torens, kerken , paleizen , onder en op malkander flor-lenden, ffotenden en zich verdringenden, eensklaps, allen, met éénen ysfelyk opgaanden gil,
verpletterd en -- zoo in ene diepe,, akeli-,
ge, euwige ftilte gefmoord! het hart van Eugenio Verzinkt en flikt van gevoelen by de eerfle overgebrachte mare dezer ontzagchelyke gebeurtenis; doch zyne twede gedachte is ene begeerte om, ware ’t mogelyk, vleugelen te nemen,nbsp;cn zich ogenblikkelyk op dat vreesfelyk toneelnbsp;van verwoefling te verplaatfen: daar de natuurnbsp;in barensnoot, en hare kinderen diep,getroffennbsp;ttttt 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eh
-ocr page 88-LXXIV
en alle de krachten hunner ziele op eens tot den hoogften trap van werkzaamheid gefpannen lenbsp;aanfchouwen.
Hoe vele anderen, min of meer ogenblikke-lyk of duurzaam en evenredig treffenden,-groten en aanmerkelyke voorvallen en wisfelvajlighe,.nbsp;den, die hy.in alle hunne omftandighéden,'invloed en gevolgen, gaarne op de plaats wenich-te te kunnen.bywonen en onderzoeken!
' Scherpt het bygeloof óf de heerfchzugt het verraderlyk Haal, om dat zynen wettigen Heernbsp;in hét hart te drukken: en klinkt op eens ,-.dQOrnbsp;alle de ftraten ener maditige hoofdilad, daarnbsp;yder of druk bezig was of zichvermaakte, en nie1nbsp;mand dacht aan den beminden Vorii, hetitaarnbsp;en verward igeroep: de Koning is vermóórd l
de Koning is vermoord ! - Worftelt ene
oorfprongelyk vrye, doch overheerde, lang gedrukte en getergde natie , eilanders onbe-fchaafd en ruw als hunne rotfen, woell: en ontembaar als de- zee die hen omringt, lange tegen de zware hand des onderdrukkers (1); en
ont-
The elevation offentiment that a f niggle for lihertj infpires, h cenfpicuous in the following incident. A Corji-can being condemned to die for an atrocious a ime, his ne-fbew with deep concern addresfed Paoli in the followingnbsp;terttis, „ Sir, if you pardon my uncle, hh relations will
-ocr page 89-ontftaat uit het midden van hen een held, die voor een tyd de ogen van geheel Europa nanbsp;zich trekt,: en de beroemlte voorvechters dernbsp;vryheid van het. oude Romen of.Griekenlandnbsp;fchynt te zullen doen herleven. - Heeft
een vvanftaltig gedrocht van kerkelyke en bur-gerlyke macht, van bygeloof en gewetensdwang, van bedrog, lift, moord en verrade-ry wezentlyk zaamgefteld , en voor’t uiterlyke ¦ met nedrigheid, nauwgezetheid en letterkundige verdienften bekleed, onder het voorwendfelnbsp;van handhaving van het welzyn van Kerk ennbsp;Godsdienft, lang onvermoeid in het duifter gewerkt aan zyne verhefBng, in de binnenfte geheimen derVorften en Staatsdienaren ingedrongen , daar het lot van ftaten en volkeren naarnbsp;zyne oogmerken beflift, en enen yzeren fcepter
ge-„ give to the State a tboufand Zecchines, hefide furnishing „ fifty fioidiers during the fiege of Furiali. Let him benbsp;banisfied, G? be shall never return S Laoli, knowing thenbsp;virtue of the young man , [aid to him. ,, Ton are ac-,, quainted with the circtmflanees of that cafe : I willnbsp;,) confent to a pardon, if you can fay as an honejl man,nbsp;5, that it will be jufl or honourable for Corfica.quot; Thenbsp;young man , biding bis face, hurfi into tears , fayingnbsp;I Would not have the honour of our country fold fornbsp;«thoufundzechines. Lord Karnes’s Sketches of the HLftorynbsp;of man Voi. i.
-ocr page 90-LXXVI
gezwaaid over allen'die het belemrherden of te-genllonden in zynen loop; en ziet het verbaasde Europa op eens deze machtige engevaarlyke maatfchappy, daar zy tot het hoogde toppuntnbsp;geklommen was , neder ftorten in de laagftenbsp;diepte : en allen hare leden , op énen dag,nbsp;door het beleid en gezag van énen man, metnbsp;één bevel en geheime uitfchryving, door hetnbsp;ganfche koningryk, uit hunne bezittingen uic-ftoten jVerftrojen en wegvoeren .buiten de gren-fen van een land , waar zy den meeften aanhang,nbsp;het grootfte gezag hadden verkregen, en zekernbsp;lyk minll: vain verwagt kon worden, dat daar hetnbsp;eerft de byl aan dezen boom zou worden gelegd , en ene machtige flag hem op zyne wortelen doen fchudden. -- Bard niet min on
voorziens , ene diep in llilzwygen gefmeede ftaatswisfeling uit. Wordt ene Vorflin, de gemalin des Konings en een’s-Konings dochter,nbsp;na het eindigen van een vrolyk feed, in het holle der nacht, onverhoeds overvallen, omcin-geld, opgeligt van hare flaapdede en in ene gevangenis overgebracht; alle hare aanhangerennbsp;uit de hoogte, waartoe zyze verheven had, ne-dergedort en verdoten : ja twee barer byzop-derde gundelingen van den eerden plaats diennbsp;zy bekleedden in hetryk, overgevoerd na eennbsp;fchavot, en daar te recht gedeld, ter aanzien
VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;LXXVII
ener verbaasde en als ’t ware hare ogen mistrouwende , noch over dit alles onzekere en
mymerende menigte.
Of Rookt ene ra
zende, domme Godsdienftyver, aangekweekt en verftout door de zwakheid ener gebrekkigenbsp;regeringsvorm, het vuur van burgerlyken oorlog , in een uitgeftrekt, volkryk en vruchtbaarnbsp;Koningryk; worden grote naburige mogendheden in dezen broedertwift ingewikkeld , ennbsp;door hunnen tiisfchenkomil, de ongelukkigenbsp;burgerftaat meer en meer gefcheurd, geflagen,
en eindelyk verdeeld en overheerd.-Staat
een machtig nageflacht van vrygeborene kinderen , by het enkel vermoeden en twyfFelachtig ver vooruitzicht ener mogelyke inkrimping ofnbsp;bepaling zyner voorrechten, op tegen de moeder die hen gezogen , opgekweekt en be-fchermd, en alle hunne belangen altoos nauw-verbonden gerekend heeft met de hare, en alsnbsp;hare eigene voorgeftaan! (*) --
Wel-
C*} De oorlogen van Frederik den Groten, de Staats-wisfeling in Sweden , de verfchyning ener Rusfifche Vloot in den Archipel, en de voottreiFelyke aanvang der regee-ring van Lodewyk XVI. zyn hier overgeflagen. ’T wasnbsp;ik voor had, hier onder Eugenio wat nader te volgennbsp;op zyne reis door Europa, en hem onder anderen aan denbsp;Hoven van Berlyn, Petersburg, Vetfailles en Stockholm te
ver-
-ocr page 92-Welke toneelen voorenen opmerkzamen,diep-doordenkenden en wydvatbaren geeft, als die van Eugenio ! ¦ Hy herinnert ze zich menigma-len, zoo als zy gedurende zynen korten leeftydnbsp;en jonge jaren ’t een na ft andere op enen af-ftand voor zyne ogen zyn voorby gegaan. Zynnbsp;geeft,op Vv^ien de enkele verbeelding denfterk-ften indruk maakte, behaagt zich met ze allennbsp;in één oogpunt te verenigen, en ware ftnbsp;mogelyk, hy zou ze allen in één tydperknbsp;doen zamenlopen , en by elk tegenwoordig willen zyn. Welk enen fchat van denbsp;wichtigfte ondervindingen en befchouwingennbsp;van menfchen en daden : welk enen voedfel-ryken odgft beloofden zy, beide voor zyn ver-ftand en haft! Als hy ze overpeinft, fchynennbsp;ft bykans de enige voorwerpen te zyn, die verdienen ene verhevene ziel als de zyne bezig te
houden. Doch - welhaaft herroept hy
ene overylde en mogelyk dwaze begeerte. Hy herinnert zich zynen korten, voorbygaanden,nbsp;onzekeren doortocht door de wereld, en de palen en inrichting zyner beftemming in denzel-ven. Dan befluithy, dat zyn leven niet voor-befterad was om een leven van aanfchouwen te
als
vergezellen: daar hem zoo vele aanmerkingen ftaan te maken. Doch dit ganfche volgende deel heb ik door dea kaall moeten verkorten.
-ocr page 93-VAN DEN HEER ***. LXXlX
ïVii: en dat zyn beginfel van werkzaamheid, ils lid van enen enkelen burgerftaat, tot enennbsp;veel nauweren en ftiileren kring bepaald is. Ianbsp;één woord, één ogenblik nadenken brengt hemnbsp;volkomen te rug van ene grootfche doch wildenbsp;begeerte, die kon zy vervuld worden, zyner zielenbsp;enen trap van infpanning en verheding zou govern, die hem geheel ongefchikt maakte tot hecnbsp;volbrengen der flilien, vreedzamen , kleineren ,nbsp;doch niet min door hunnen uitgeftrekcen invloed wichtige plichten der zamenleving en verkering in een geruft en gelukkig land.
Hiertoe dan richt hy eniglyk en alleen het uitzicht van zyn reizen: en legt zich meer toe om den nienfch in zyndagelykfch, hebbelyk wezen,dannbsp;by groten, zeldzamen en treffende indrukfelentenbsp;bcfchouwen. Zyne geboorte , middelen ,
en
(?) Hieruit is tefTens ook de rede afteleiden, waarom men ter volmaking ener befchaafde opvoeding, ene reisnbsp;door Europa, en niet door de drie andere wereld delen,nbsp;a'tans Afia en Africa, aanraadt. Deze kan, met opzichtnbsp;tot het zien en kennis van menfchen, niet dienen dan voornbsp;den fchryver van een Efprit des loix of Sketches of thenbsp;H^flory cf Man: cn niet voor de zamenleving of het waarnemen van burgeiiyke bedieningen. Ene reis door dennbsp;Archipel alleen zou men als een byvoegfel van het letterkundige gedeelte der opvoeding kunnen aanmerken, en dengenen aanpryzen, die de Griekfche fchryvers had lerennbsp;febatten: dat hy het genoegen mogt hebben van ze zelfs, of
met
-ocr page 94-LXXX
en verbintenisfen openen hem in alle grote Heden de deuren der befte huizen , en zyn ver-dienfte doedt hem welhaaft zoeken en verlangen , waar hy eerft Hechts ontfangen en geduld was. Daar hoort hy in den gemeenften ommegang duizende aanmerkingen in ’t voorbygaannbsp;maken over menfchen en daden, over driftennbsp;en geneigdheden , over fpraak en gewoonte,nbsp;¦over groten, over hovelingen, over vrouwen, enz,nbsp;oneindig fyner gedacht en fyner uitgedrukcnbsp;dan hy oit uit boeken of door eige naden-king zou hebben geleerd; en begrypt nu hoenbsp;verre iemand , buiten deze kringen, af moetnbsp;blyven van ene wezendyke, noemenswaardigenbsp;kennis van menfchen: en hoe de nieuwften ennbsp;grondigfte gedachten, die hy in zyne eenzaamheid zich vlejen zou gemaakt te hebben, in deze kringen allerbekendften en oppervlakkige opmerkingen zyn, die men niet eens herhaalt dannbsp;om ze ene nieuwe , befchaafder , geeftigernbsp;wending te geven; (1) Doch ’t is in de grote
fte-
met anderen, na zyn terugkomll met meer vermaak te lezen, en te kunnen zeggen:
Hac that Simoïs, hiec ejï Sigêia tellus,
Hic jleterat Priami regia celfa fenis.
De bewufthcid dezer waarheid heeft my dikwil1
ver-
-ocr page 95-VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;LXXSi
fteden, in de befte huizen, niet alleen dat hy on* derwysgaat halen. Hy weet, dat de gedurigenbsp;zamenleving van allerlei foort en geaarthedènnbsp;van menfchen, in ene grote volkryke ftad, al-tyd de nationale en individuele karakter-trekkennbsp;verduifteren, en velen zelfs uitwisfchen moet:nbsp;even gelyk in re/iifH(ze-plaatfen de invloed vannbsp;het Hof zich tot den laagften rang zelfs uit*nbsp;ftrekt , en allen den inwoonderen een eenvormignbsp;wezen indrukt. Wil hy derhalven de Engelfchenbsp;natie leren kennen , hy beftudeert ze niet alleen in Weftmunfter, maar in de oude ftad: nietnbsp;alleen te London, maar te York, Leverpool,nbsp;enz. De Franfchen beoordeelt hy niet te Pa-y (t) veel min te Verfailles: maar in de
Pro*
verveelt in het fchryvcn dezer Voorrede. Voor wie fchryC ik ze ? Voor luiden van de wereld ? De meeften inynernbsp;aanmerkingen zyn hen gemeender dan my,en zy hebben zenbsp;beter doorgedacht dan ik ze voorftelle. Voor anderen ?nbsp;Dezen zyn zy paradoxen, hersfenfehimmen, praat van de
’node, en mogelyk - ene ergernis! Had ik alleenlyk den
tyd gehad, om heur de enige verdiende te geven waarvoor 2y vatbaar waren, die van ze op ene nieuwer, jüider ehnbsp;behaaglyker wyze te hebben voorgetteld , zoo zoude iknbsp;ffly ten minden noch meer er over trooden! Non alia vel-dicere, fed melius pauciora,
(*} Offehoon hy in deze grote werelddeden , gelyk Parys en London, niet in één gedeelte van de dad blééfnbsp;wonen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;viermaal zyn optrek veranderd had,
om elke keer zich als onder ene andere natie te vinden.
Provintien cn op het land. (*) En komt hy in Spanjen, hy verwondert zich de burgers en ge-«
(*) Ik moet hier noch ene aanmerking maken, die ik denk dat alle reizigers erkennen of bevinden zullen. Innbsp;grote (leden heeft men te veel te zien, en raakt in eennbsp;dwarhvind van indrukken en ervaringen. Daarenboven denbsp;maakyden, gezelfchappen en vermaken, waar men in getrokken wordt, en tot enen zekeren trap zich moet inlaten*nbsp;verftrojen den aandacht, en beletten het bekokenzyneropmerkingen. Het befte middel hier tegen is, denk ik, nietnbsp;op eens noch aan édn zich voorteftellen, Parys, Lyons,nbsp;Bourdeaux, Marfeille, London, Venetien, Florence, Romen, Napels, Madrid, Wenen, Petersburg,enz. te zien,nbsp;maar ze enkel tot het middelpunt en de rendez-vous of te-rugkerings plaats te houden van zyn reis door het land, denbsp;provintie of het koningryk, waarvan zy de hoofdftedennbsp;zyn: telkens er 8, 14 dagen, drie weken te blyven, ennbsp;tusfehen beiden enigen tyd op het land met een geringennbsp;loeftel in ftllte te gaan doorbrengen. Hiertoe kan dienftignbsp;zyn (altans in fommige landen) wat Mylord Chefterfieldnbsp;byzonder zyn zoon aanraadt op zyn reizen. ., Vergenoegnbsp;,, u niet met in de openbare grote gezelfchappen als eennbsp;„ vreemdeling, die doortrekt, te worden ingelaten: maarnbsp;„ dring in enige weinigen van de befte huizen en familiennbsp;„ in, maak u daar eerder bemind dan gezien, en ais dennbsp;„ vriend van het huis enz.” Behalven de voordelen die mennbsp;licht raad dat Lord Chefterfield hiermede beoogde voofnbsp;zyn zoon, kan het ook dienen om in den zomertyd enenbsp;ren-aite op verfcheide landgoederen zich te verwerven,nbsp;daar men in korte dagen bedaard zynen in de ftad gedaneonbsp;opmerkingen fchikken , overdenken, en met den befchaaf-den kleinen kring, die men daar aantreft, belprekcn kan.
goede luiden in Madrid j Toledo j Seville ^ zoo ftatig, achterhoudend en fchuvp-,en het gemeen voor al op het land zoo vrolyk, openhartig, en opgewekt te vinden : tegen het denkbeeld dat hem reisbefchryvers hadden gegeven jnbsp;die meeft ene natie beoordelen na ’t geen dénbsp;hatie niet is; of liever hy verwondert zich nietnbsp;tneer, als hy nadenkt dat de vrees der Inquifi-tie en honderd andere oorzaken zich tot dennbsp;laagften kring van inwoonders niet uitflrekken.nbsp;Alles levert enen nauwkeurigen opmerker ftofnbsp;tot nieuwe ontdekkingen, en hy verzuimt daartoe gene middelen. Zyn varen of ryden van denbsp;ene plaats na de andere is voor hem nietjwatinnbsp;een fchouwfpel de tyd is, wanneer de fchermennbsp;veranderd worden : maar een nieuw byzondetnbsp;veld van ervaringen , ’t geen hy zich ten nuttenbsp;maakt. Hy laat zich niet in een gefloten rytuig,nbsp;dommelende, voortflepen van het ene grote toneel tot het andere : maar vindt onder wegnbsp;overal ftof tot opmerkingen , die hy nergensnbsp;anders doen konde. De invloed der regeerings-vorm op het geluk en de denkenswyze der in-woonderen is daar het zichtbaarft; en fchoonnbsp;by nergens de ftene, net gefchilderden , zindely-be boerenhuizen, van Holland, wedervindt:
lachthartigheid , herbergzaamheid , goedwilligheid, die hy in velen lage hutten aantreft, tttttt anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;trooft
-ocr page 98-troofl; hem over de fporen van onderdrukking en elende die hem elders voorkwamen. Hynbsp;onderricht zich, welken de wyzen van beflaannbsp;voor den burger en boerenfland zyn in de kleine Heden cn op het land, in evenredigheid metnbsp;hunne vertering , benodigdheden en lallen,nbsp;en in de onderfcheide faifoenen des jaars. Ennbsp;leert zoo in welk een verband de koophandelnbsp;en vlyt van een land en provintie Haat met des-zelfs vruchtbaarheid en wyze van regering :nbsp;met den invloed van den Godsdienfl en we-zentlyke of aangewende plichten : dien van hetnbsp;luchtgeflel, enz. enz. enz.
Duizenden onderwerpen van nafporing flap ik voorby, om enkel aantemerken, dat hy omnbsp;ze te kunnen en willen nafporen , voor zynnbsp;reizen vlytig is voorbereid: en dat de grondigenbsp;kennis die men hem heeft bygebracht van zynnbsp;eige land in deszelfs algemene godsdienftige,nbsp;flaatkundige en burgerlyke individuele gefteld-heid , voorrechten , gebreken en wyzingen,nbsp;met de onderlinge betrekkingen en invloed vannbsp;dit alles op elkanderen, hem ten maatllaf ennbsp;leidraad dient in de befchouvving van anderenbsp;Janden en volkeren in dezelfde opzichten ennbsp;oogpunten.
Daarenboven, de grote trekken, die elke natie onderfcheiden, zyn hem tegenwoordig. Hy
is
-ocr page 99-(*} nbsp;nbsp;nbsp;De Gefchiedenisfennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van een Volk, zoonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;als men tot
noch toe dezen tak van wetenfchap behandeld heeft, zyn meefl: de gefchiedenisfen , dat is daden, enz. van zynenbsp;Koningen, Vorften, doorluchtige mannen: en in een Ge-menebeft , van deszelfs ftaatkundig wezen. In plaats datnbsp;het de gefchiedenis der natie zelve zyn zoude, in harennbsp;burgerlyken toedand, hare bevolking, vlyt, koophandel,nbsp;en maatfchappelyken voorfpoed en geluk ? zoo dat denbsp;oorlogen, vredens-tradlaten, en daden barer Vorften, karakter der Staatsdienaars, enz. enkel het écbafaudage vvier-den: en verre van het hoo.fd-onderwerp der gefchiedenisnbsp;uit te maken, niet daarin te pas wierden gebracht, dan innbsp;zoo verre zy de dryfvederen zyn die het burgerlyk wezennbsp;bewegen, en deszelfs wisfelvalligheden bewerken ! Dezenbsp;aanmerking begint in onzen tyd by zekere luiden ene afgedane, bekende zaak te zyn;en zoo ’t waar is,dat wy ditnbsp;aan Voltaire fchuldig zyn, vergeef ik hem gaarne alle zynenbsp;feilen in de Hidorie. Doch hoe velen blyven er over,nbsp;voor wien het een ongehoord paradox zyn zoude, als iknbsp;by voorbeeld zeide, dat ik alle de hiftorien diewy hebbennbsp;van Alexander den Groten, gaarne zou willen geven, om enenbsp;goede gefchiedenis van den flaat en opkomfl van Alexan-
drien te hebben. Daarenboven-het gezigtpunt, waarin
men gewoon is de Gefchiedenisfen te behandelen, geeft niet alleen gebrekkigen, maar ik denk zelfs bedriegelykenbsp;begrippen. By voorbeeld hoe meer ik by de oude Griek-fche en Romeinfche Gefchiedenisfen nadenke, hoe meernbsp;jk geloof, dat de wyze waarop zy gefchreven zyn een in-
tXXXVI VOORREDE
derwezen , en behoeft dus alleenlylc, om zoo te fpreken , de onderdelen aantevullen van denbsp;fchets die hy in zyn hoofd heeft, en hier ennbsp;daar een misflag of vooroordeel te verbeteren.
Hier wordt een goed Reisboek voor hem van het uiterfte gewigt. Was er geen ge weeft,nbsp;voor een land ft geen hy wilde bezichtigen,
hy
druk op ons maakt, waardoor een ganfch doorgaand verkeerd denkbeeld der natiën zelven in ons verwekt wordt. Wy kennen Pifidatus; maar hoe is de hillorie van Thya tenbsp;begrypen? Als men Ariftophanes leeft na Thucydides ofnbsp;Xenophon te hebben gelezen , ’t is als öf men in enenbsp;andere wereld verplaatst wierd.
’T is het onderfcheid yan rang der handelende perfonen: ïiiet die de uitwerking doedt, welke ik bedoel. Maar ’tnbsp;is dat wy niets hebben, ’t geen voor ons de gapende tus-fchenwydte tusfchen Jfpafia en de Eccleftazufa vervulle.nbsp;Dat is, de Hiftorie-fchryvers hebben zich zoo zeer bemoeitnbsp;om ons de hoofden van het volk te doen kennen, dat zynbsp;vergeten hebben ons met het volk zelven bekend te maken. Kortom wy hebben voortreifelyke jlaats bijiorien,nbsp;maar gene volk^ hiflorie: den goeden Ilerodotus mogelyknbsp;alleen uitgezonderd, die toch verre is van een modei tenbsp;kunnen zyn, - En dan blyft noch de vraag, met be
trekking tot het leren der Hiftorie, of men niet beter doen zoude, gelyk d’Alembert wilde, van die van achteren afnbsp;te beginnen. Doch het is de plaats hier niet van my innbsp;dir alles in te laten. Vergelyk myne noot hier voor bl.nbsp;JXS.. XX.
-ocr page 101-hy zou er, eer hy op reis ging, een voor zich zelven hebben moeten vervaardigen : en denbsp;hoofdzaken fcharen die zyne opmerking in datnbsp;land byzonder verdienden; dat is hy zou nietnbsp;alleeja ene geographifche, maar hiflorifche ennbsp;pragmatifche kaart van hetzelven in voorraadnbsp;hebben moeten ontwerpen, om zyn gang na tenbsp;richten. En elk heeft bekend, toen de reis doornbsp;Italien van den Heer la Lande uitkwam, dat hetnbsp;nieuwe plan waarop dezelve gefchreven was,nbsp;beter dan enig ander voldeed aan het ideaalnbsp;en de vereifchten van een nuttig Reisboek.
De Heer Volkman heeft hetzelve met de Befchryving van Italien van den Abt Richardnbsp;ineengefmolten, verkort, verbeterd en met zyne eige aanmerkingen verrykt. En ik beroepnbsp;my op de aanftaanden goede reizigers onder my.nbsp;ne landgenoten , die hetzelve met zich zullennbsp;nemen en bygelegenheid vergelyken met alle denbsp;vorige reisbefchryvingen; of ene derzelvernbsp;(Brevall en Blainville, Misfon, Keysler, Addi-fon en Baretti niet uitgefloten) den naam vannbsp;rZ/oe^verdiene,gelyk ik dit in de Nederduit-fche uitgave gedacht heb te mogen laten noemen. O
C’) In het Hoogduitfch heette het Hijlorifch Critifcb* tfêtbrkbten,
Het behelft voor eerft alles, wat iemand die zich voorftelde Italian met vrucht te bezichtigen , vooraf in ene korte fchets zou willen nagaan en zich in het hoofd brengen: en te ge-lyk vervat het by elke plaats ene korte aanwy-zing van alles wat iemand, die dadelyk er zichnbsp;bevindt, nodig heeft re weten om zyne ervaringen in ene goede orde en zoo volledig mo-gelyk aanteftellen en interichten : tot de munten , maten, enz. ingefloten.
Doch byzonder hebben de drie medewerkers aan hetzelve voor ogen gehad, wat Eugenio’snbsp;vader hem na Turin fchreef: „ Denk dat gynbsp;„ door dat land gaat reizen, waar de befchaafd-„ heid en kunften eerfl; zyn uitgevonden. Eer-,, biedig zyn ouden roem, en die grysheidnbsp;3, welke aan een menfch achtbaar en aan enenbsp;3, flad heilig is. Acht de oudheid, de grotenbsp;„ daden, zelfs de verdichtfelen. Stel u altydnbsp;3, voor ogen, dat dit het land is, waarvan wynbsp;3, zelfs onze wetten en rechten ontleend heb-„ ben. Laat de herdenking wat elke ftad ge-,3 weeft zy, u beletten van haar te verachten 3nbsp;„ dat zy opgehouden heeft het te zyn. Zoonbsp;zult gy beter, befchaafder,ervarener en be-proefdj terug keren I ” (*)
(*) Cogita te peregrinum in earn regionem aèire, ubi hu-
-ocr page 103-Te weten, zoo oit van een land kan gezegd ^vorden, dat men in hetzelve veel kan leren,nbsp;Waarvan men ’t huis blyvende noit enig begripnbsp;zou krygen, (f) het is Italien. Wie verheeltnbsp;zich den grootfchen luifter van het oude Romennbsp;najeflatem antiqid illius Senatus, die de wegen niet betreden heeft die Cato en Ceefar bewandelden ? In Romen is niets klein, niets nederig, zelfs in haar tegenwoordig verval. Allesnbsp;leidt op tot een denkbeeld van wat zy geweellnbsp;is: en dit denkbeeld is niet te vormen andersnbsp;dan op de plaats. Verheft en verwydtdezieldesnbsp;menfchen zich by het zien van een hoog bofch,nbsp;trots gebouw, wyde ruimte, enz. hoedanig zalnbsp;de indruk zyn van zulk een aantal vangrootfchenbsp;voortbrengfelen van natuur, macht en kunft,
als
wanitai amp; litera invents punt - Reverere conditores
Deos, reverere ghriam veterem amp; banc ipfam feneSlutem ^uce in bomine vencrabilh, in urbibus facra. Sit apud tenbsp;bonos antiquitati, fit ingentihus fadis, fit fabulis quoque.nbsp;Habe ante oculas hanc cffe terrain, qute nobis miferit jura ,nbsp;leges non villa acceperit, fed petentibus dederit. Re~nbsp;cordat e quid quaque civitas fuerit , non ut defpiciasnbsp;luod ejfe defierit. Ojto magis nitendum eft, ne rudis amp;nbsp;incognitus, quam exploratus probatusque, hutnanior, me-Hor ^ peritior, fuife videaris. Plin. lib. 8. ep. uit.
Cf) I. Deel , Voorrede van den Heer bl. V. of kier boven bl. x.
xc
VOORREDE
als te Romen voor den aanfchouwer zich verenigen : gevoegd by het herdenken aan de verhevene geeflen, die daar geleefd en dien groten rol gefpeeld hebben, dien wy in de gefchiede-nisfen bewonderen.
Doch ik heb met toeleg in deze ganfche Voorrede vermyd het nut aanteroeren, dat enenbsp;reis door Italien voor de geleerdheid heeft:nbsp;en de rede is, dat dit my oneindig verder zounbsp;vervoeren dan myn bedek toeliet: wyl ik hierover vry wat anders en meer zou te zeggennbsp;hebben. Ik flap dan terflond hiervan af, omnbsp;my aan alle verzoeking te ontrekken. Genoegnbsp;dat ook myn reiziger, voor wien ik byzondernbsp;fchry ve, en die ik vooronderflel dat ene clasfifchenbsp;opvoeding heeft gekregen : (als hy ouder
wierd,
(*) Ten bewys van den (laat onzer opvoeding, hebben wy in onze taal enkel het naakte, onbepaalde, geflacht-woord opvoeding; en daarmede gaan de ouders van aller-leie rangen (die zich enkel niet vergenoegen met hunnenbsp;kinderen in ouderdom optegroejen) aan ’t werk met hunnenbsp;kinderen , om met ben te handelen na de onderfcheidennbsp;CU meer of min wyden, meer of min klaren en juiften begrippen, die zich van dit woord in hun hoofd hebben ge-veftigd. In Engelland, waar zekerlyk beter dan ergens,nbsp;de opvoeding wordt ingericht, heeft men de meer bepaalden en duidelyke namen van liberal en claffical education-En de laatfte wordt, ten minden in Schotland, meefl: onaf-
fcheid-
-ocr page 105-XCI
VAN DEN HEER ***
wierd, zou ’t hem berouiven de Griekfchen en Latynfche goede fchryvers niet even gemakke-lyk als de nieuwen elk in zyne taal te lezen)nbsp;geen gering vermaak zal fcheppen, van by eiken ftap in Italien te rug gebragt te worden opnbsp;het geen hy omtrend de oude Romeinen geleerd heeft: en zich een ganfch ander denkbeeld daarvan te vormen , dan dat welk zichnbsp;prent in het hoofd van den vlytigflien doorzocrnbsp;ker van Livius enDionyfius vanlialicarnasfen ;nbsp;ja noch in den aart der hedendaagfche Romeinen trekken te vinden, die hem meermalen zy-nen Tacitus, Petronius enHoratius zullen herinneren ; even gelyk hy in Griekenland beternbsp;Theocritus, Arillophanes, Homerus en Luciarnbsp;nus zou verftaan, dan met behulp van allen denbsp;Scholiaften en Varianten.
fcheidbaar van de eerfle gehouden. Zoo dat een koopman te Edinburgh, na zich vermoeid te hebben met het opmakennbsp;zyner balans, zich uitfpant met het lezen van Milton ennbsp;Homerus, van Terentius en Shakefpeare. En menig iand-of zee-officier vermaakt zich in zyn kajuit of na het op-brengen der parade, zoo wel met Aefchylus ,als de goedenbsp;Earfon Adams, dat is vry wat beter.
Hier komt men dagelyks my vragen: maar. Mynheer, Ihag ik Weten, van welk nut is het Griekfch in de Rechten? Niets, zoo den rechtsgeleerden Homerus onver-fchillig is l
-ocr page 106-XCII
Doch, ik zeg, in dit wyd-voor my byzon-
der zeer wyd -veld laat ik my niet in. De
Italiaanen hebben niet alleen de verdiende van een land te bewonen, dat eertyds de wet fteldenbsp;aan het gehele bekende aardryk, en de over-blyffelen dezes groten oorfprongs te vereeren ennbsp;gaarne den vreemdeling te vertonen. Zy zynnbsp;zelven de eerden geweed , na de algemenenbsp;verduidering van kimden en wetenfchappen,nbsp;die dezen beoeffend en genen herfchept, janbsp;fommigen zelven gefchapen hebben. Ik ver-dout my het te zeggen, en die my wederleggennbsp;kan , dat hy my tegenfpreke : Het ideaal vannbsp;volmaakte fchoonheid, illa fpe des qua dam pul-critiidmis extrema (*), beek en vedigt zich beter in het hoofd van enen Italiaan, dan in datnbsp;van enige andere natie: en veelvuldige redenennbsp;waren van dit voorrecht te geven. Daarvannbsp;hunne voortgangen in de Bouw-, en Beeldhouw-kund die zy herfchept,en in de Schilder- enTooh-kund die zy gefchapen hebben, (f) Myn Eu-
ge-
Zie I. Deel bl. 69.
(t) Scheppen - zoo verre raenfchen dit groot regaal
van hunnen maker kunnen gezegd worden te delen -
is niet alleen de eerfte ene kunft of wetenfchap uitvinden; maar, ik denk, ook ten twedemaal ze uitvinden, na datnbsp;alle de fporen der eerfte beoelFening door den tyd waren
uit-
XCIII
genio, die te veel inzicht heeft in het nauw verband van de. befchaving en verfyning dernbsp;ftnaakt met de volmaking van den zedelykennbsp;zin, is verre van deze behaaglyke kunftennbsp;Hein te achten. Als hy den Apollo van Belvedere befchouwt, leeft hy hem in het verhevennbsp;aangezicht alle de denkbeelden die zynennbsp;werkmeefter door het hoofd vlogen : en zynnbsp;geeft verheft zich tot den hogen maatftaf, dienbsp;deze verbeeldingskracht vervulde, Is het enkel
plan, van een geheel als de Pieterskerk,-
niet in zyne grootte met vademen of ftappen gemeeten, maar - in de evenredige me
dewerking van alle de delen tot den indruk van het geheel , minder gefchikt om, by de voor-ftelling van zulke ene harmonie in zoo grote enenbsp;verfcheidenheid, degrootfte gevoelens in de zielnbsp;te doen ontftaan ? Welk een gevaarte, zegt denbsp;domme menigte! Welk een genie, zegt de be-fchouwer die alleen verdient hem te beoordelen!
uitgewifcht. Gui d’Arezzo heefc Amphion noch Linus toegeluillerd. Noch Cimabue de Venus van Zeuxis ge«nbsp;zien. Bleef Newton geen fchepperzoo in ’t Herkulanumnbsp;handfchrift van Archimedes gevonden wierd, dat zynnbsp;Helfei bevatte? - Maar de Bouwkunft en Beeldhouw
kunde hebben zich in het hoofd van Michel Angelo na de overblyffeien oudheid gevormd.
C Zie I. Deel bl. lö8.
-ocr page 108-XCIV
voorrede
len ! En wat is in de ziel van enen Pergö-lefe omgegaan, toen hy het Stabat Mater componeerde!
Deze dingen zyn niet dan in Italien te Ie. ren! Wy praten er wat over, maar daar voeltnbsp;men, wat buiten Italien noit in enig menfchennbsp;'hart is opgekomen : enigen zeer zeldzame geniën uitgezonderd , die gene aanleiding nodignbsp;hebben om te zyn wat zy zyn, en hunne kunftnbsp;zouden gefehapen hebben , zoo zy er buiten
hen niet geweeR ware (*). - Caterd
defunt.
NOCH ENIGE FRAGMENTEN
om te dienen tot ene eigentlyke Voorrede of Vervolg der Voorrede van Volkmam
Onder alle de mislyken , wonderbaarïyken j iiooit by mogelykheid door my te voorziene indrukken, die myne Voorrede voor het eerllenbsp;deel van Volkman, op de onderfcheide orgawi-fatien van enigen myner geëerden en min of
meer
By voorbeeld Cotrege, Falconet, die niet in Ita-lien geweeft is, Sbakefpeare die gene opvoeding gehad heeft, Klopflotk, enz.
-ocr page 109-XCV
meer befcheide (*) lezers heeft gemaakt; is my niets vreemder voorgekomen, dan dat mynbsp;de Boekverkoper verzekerd heeft, dat velen tenbsp;nig zyn gebracht van het kopen van Volkman, wyl ik by bl. 197. van het eerfte Deelnbsp;myn opzicht over het werk had geflaakt. Konnbsp;ene belagchelyke eigeliefde my vervoeren, omnbsp;deze uitwerking van een in ’t voorbygaan, daarnbsp;’t nodig was, gegeven bericht, te vermengennbsp;met de vleiende toegenegenheid van enigen weinige vrienden,diemyverwyten hebben gedaennbsp;over het laten varen van dit werk; ik zou nietnbsp;denken om daar van te fpreken. Doch nietnbsp;minder dan dat! Myn bericht ftaat flraks aannbsp;het begin der Voorrede, op de twede of derdenbsp;regel. En het was op het lezen dezer derde regel van het werk, zonder noch het overige dernbsp;Voorrede, noch myne aanmerkingen, nochnbsp;het boek zelve in te zien, dat men zoo terftondnbsp;zich daar over bepaalde: enkel uit de onzekerheid, dat is onvoldane nieuwsgierigheid, wegens de redenen die my bewogen hadden om
my
(*) Zie riuydekopers Proeve van Taal en Dichtkunde 4- aangeiiaald door den Hooggeleerden Heer en Mr.nbsp;M. Tydeman in zyne Voorrede voor de NederduitfcheUit-Éave van Shaw’s Reiïen by T. van Schoonhoven en Comp,nbsp;bl. I.
-ocr page 110-xcvi
my daar aan te ontrekken ! - „ Na bK
„ 197. heeft hy geen deel meer aan het werk genomen ! zeg doch om welke rede?” -Ik weet het niet, zeide de Boekverkoper, ofnbsp;liever ik weet er dit en dat van : doch hetnbsp;rechte zal de Heer *** in het vervolg zynernbsp;voorrede zelve aan het Publiek berichten.—¦—nbsp;,, Wel nu dan zullen wy daarna wagten! ” zeidenbsp;de een koel, de ander deftig en nadenkende,ennbsp;een derde haaftig. En daarmede moellen, iknbsp;weet niet hoe velen Volkmannen weder na ’tnbsp;zolder!
I
Dit zyn voor my onbegrypelyken, ongeloofe-
lyken en onbezefFelyke dingen!- „ En ik
verzeker u evenwel op myn woord van eer, zegt de Boekverkoper,Mynheer, dat het waarnbsp;is ! Met myne eige handen heb ik de Volkmannen
weder weg gedragen! „ -— Wie kan hier
tegen! Erg genoeg, dat ik den man heb ter neder gezet, met hem eveneens op myn woordnbsp;van eer te verzekeren, dat het myn fchuld nietnbsp;was. En nog is hy die droevige derde regel nietnbsp;vergeten!
Waarlyk het is ene bittere gedachte vooreen fchryver,dat het lot zyner werken door dusdanige dryfvederen geregeerd wordt! Ik zeg het,nbsp;befchouwelyk. Dat is, myn ganfche hart deeltnbsp;in de grievende fmert van een waardig, door
en
-ocr page 111-en door geleerd man, die in het zweet zynes aangezichts een dik boek heeft gefchreven, ennbsp;in de eenvoudigheid zynes harte vooruitgerekend , hoe dikwils het herdrukt, in hoe vele talen het overgezet, en van wie het al geciteerd,nbsp;geattaqueerd en gevindiceerd, of gecompileerdnbsp;zal worden. De zuivere vergenoeging, die ditnbsp;vleiend vooruitzicht over zyne ganfcheziel moeftnbsp;veripreiden, vloeide, maanden ja mogelyk jarennbsp;lang, in op het geluk van zyne vrouw en kinderen, van zyne dienftmaagd en onderhorigen;nbsp;en op eens, op één ongelukkig uur des tyds,nbsp;komt de Boekverkoper met een gemelyk wezen gt;nbsp;en zegt: „Ik verkoop geen een van uwe boeken.nbsp;Zy zeggen dat het te dik of te groot, of te langnbsp;of te kort is. In één woord, niemand volllrektnbsp;wil het hebben! En noit in myn leven druk iknbsp;voor u weder boeken! ”
Deze ééne pyniging en broi^ van ongeluk heeft my altans het lot gelpaard! En noit legtnbsp;oen kind zich gerufter, zorgelofer in zyns moeders fchoot te flapen, dan ik tot myne dagelyk-fche bezigheden wederkere , na een opftel,nbsp;dat voor weinigen, bepaalde lezers gefchrevennbsp;, aan al het overige gemeen te hebbennbsp;overgegeven. Wie zou zich vleijen elk en eennbsp;ygelyk te voldoen? Men heeft het gezegd: geen,nbsp;dan die verdiende aan niemand te voldoen 1
Nochtans, als ik my onderzoeke, is het niet zoo zeer deze gedachte, waaraan ik myne gelukkige onverfchilligheid te danken heb. Hetnbsp;is eerder een ruim inzicht in den fchaal van letterkundige verdienften. Wie kan ene rechtnbsp;vaderlyke toegenegenheid voor zyn werk voelen, zoo dit werk geen Telemaque, geen Efpritnbsp;dts Joix, of noch beter is! En wat zyn allennbsp;onze kleinen, vluchtig ontworpenen ennochras-fcher vergetene verhandelingen, aanmerkingen,nbsp;ja zelfs vele grote boeken, die de ziekte ter wereldnbsp;brengen waaraen zy na een kort, zukkelend,nbsp;duider leven een euwige dood derven: dat wynbsp;een ogenblik ons over hun noodlot zouden ontraden ! altans zoo wy niet zoo ongelukkig zynnbsp;dat ons lydelyk welzyn en perfonele achting onder de menfchen ten enenmalen van de hunnenbsp;afhange.
Metzulk enehebbelyke denkenswyze,kan men licht raden, hoe het bericht van J. van Schoonhoven amp; Comp. wegens den aftrek van het eerde deel van dit werk my heeft aangedaen. Al-leenlyk dat de mande zeer getroffen fcheenovernbsp;de fchade die ik hem onfchuldig had toegebracht,nbsp;dan dat ik van my verkrygen kon om by zyn ongeluk te lagchen. En was het deze aanmerkingnbsp;niet die my overhaalde, ik vermaakte my metnbsp;allen die nieuwsgierigen voor altoos onzeker te
laten,
-ocr page 113-wat my toch had kunnen bewegen om itoo fchielyk dit werk te laten varen. Zie daarnbsp;dan kortelyk de gehele geheime gefchiedenisnbsp;Van myn opzicht over dit werk i wat ik er aannbsp;gedaan hebbe, en wat my belet heeft in de volvoering van dit voornemen.
Ik heb gezegd dat het op myn raad is ge-weeft, dat men ondernomen had dit werk té doen vertalen: en de redenen die my daar toenbsp;bewogen, beilaan hét gehele eerfte deel mynernbsp;Voorrede , en een gedeelte vaii dit vervolg.nbsp;Zelve kon ik het niet vertalen. Had ik den tydnbsp;Êr toe gehad , zou ik toch geen liift gehadnbsp;hebben óm dien er aan te geven. 'Doch roertnbsp;vond hier toe twee luiden: eeril den enen diénbsp;het eerfte Deel vertaald heeft, en doen belecnbsp;wierd té vervolgen; en naderhand énen anderen , die al het overige heeft ten einde gebracht.nbsp;Beiden zyn zy my bekend, en beiden mynegoede vrienden. Van den enen leeft men in onzenbsp;taal met genoegen verfcheiden zeer goeden,nbsp;Uaamlozé fchriften. En de ander zou het gemeen niet minder goeds van zyn eige opftelnbsp;hunnen te lezen geven. Geen van beiden beoogde met dezen laftigen arbeid enig gewin,nbsp;Hoch , beiden hadden genoeg kundigheid ennbsp;zucht voor de kunften, die een der voornaamftenbsp;onderwerpen van dit Reisboek door Italien uit-ttttttt anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;itia-
-ocr page 114-maken, om zich der moeite te getrooflen, die de vertaling daarvan hen zou geven. Zulke luidennbsp;waren de enigflen, aan wien men die kon betrouwen ; en het werk, dat in Duitfchland metnbsp;ene algemene toejuiching was ontfangen, en ter-ftond zelfs in Vrankryk bekend geworden ennbsp;geprefen (*), kon gerekend worden gene nadere zorg te verdienen. Doch ik had de uitgave er van aan den Boekverkoper geraden: ennbsp;deze ftond er op, dat ik de vertaling nazien,nbsp;ene Voorrede er voor fchryven , en hier ennbsp;daar enige aanmerkingen of veranderingen, dienbsp;ik goed dacht, zou maken. Ik voorzag hier innbsp;minder enen lafligen dan aangenamen arbeid,nbsp;en belloot dan denzelven te ondernemen.
Myn plan, zoo als ik het zelve tot bl. 197. van het I. Deel gedeeltelyk volvoerd heb, belfond kortelyk in het volgende. Eerft nam ik denbsp;overzetting en vergeleek die met het hoog-duitfch van Volkman. Dan zocht ik in la Lande en Richard^ wat Volkman uit elk had overgenomen. En behield my de vryheid , vannbsp;hier en daar, iets ’t geen hy daar gelaten hadnbsp;en my van belang fcheen, in onze uitgave tenbsp;herllellen. Scheen my Volkman, of zyne voor-gangeren ergens te hebben gedwaald, ik had
vet'
' (*) Journal En^clopediqut.
-ocr page 115-Cl
voorgenomen den lezer in ene noot er van te verwittigen: en hier toe zou ik, buiten ’t geennbsp;niy zelven was voorgekomen, ook de aanmerkingen die in Duitfchland op dit Reisboek zynnbsp;gemaakt, by voorbeeld van den Heer Heine-ke (*), getoetft,en gebruikt hebben. En dachtnbsp;ik, dat iets was overgellagen, en beter of breder moeit worden verklaard, ik Helde my voornbsp;het te verhelpen. Zoo heb ik den Naamlyjlnbsp;der Schilders, die uit Richard genomen was ennbsp;krielde van fauten, van voren tot achteren her-fteld en vermeerderd: gelyk yder die onze uitgave met de hoogduitfche of franfche vergely-ken wil, terflond zal ontdekken. In één woord,nbsp;ik had my over het werk van Volkman,in onzenbsp;uitgave, byna hetzelfde recht behouden, datnbsp;hy aan den Heer la Lande en den Abt Richardnbsp;heeft geoeffend. Hiertoe had ik velen en on-derfcheide hulpmiddelen: zekeren en onzekeren.nbsp;Voor eerll allen de bekende Befchryvingen ennbsp;Reifen door Italien in alle talen (f): velen
Ita-
(•) In een ftukje genaamt : Scbreihen an Herrn J. P. Kraufe Buchbandlern in fHen, über die beurtheilung dernbsp;Nacbrichte von Künfllern und Kttnftfachen Leipz. 1771»
(t) Dat is , behalven verfcheide reizen door Europa, en die van Italien, welken de Heer Volkman in zyne Voorrede optelt (JLe Delices d'Italië, P. Lahat, Cochin, Grofey,nbsp;Mad, du Bocage, de Marquis d'OrbeJjfan •, /iddifon, ,Rur~
CU
vet, Brevall, Richardfon, Blainville, ff^right, SmoUet, Sharp, Baretti, Keysler en Itlisfoit') verfcheiden zoo goeden als flechten, ouden en nieuwen, by voorbeeld A'y-riaci Anconiiani Itinerarinm Florent. 1742. 8. Epijlreinbsp;de Maijlre Fr. Rabelais efcrites pendant fon veia^e d'Italiënbsp;Paris 1Ö51. 8. JVegb'Voyzer door It alien door L. v. Bosnbsp;Dord. 1657. *2. Memoires Curieust amp; galans d'un Foiagenbsp;muveau d' Italië par Mad de Rocheguilhen. la Haie 1713.12.nbsp;Voiage hiflorique d'Italië Ouvrage femé eTanecdotes , denbsp;pieces fugitives, amp;c. la Haye 1729. 3. 2 voll. Beknoptenbsp;befcbryving van It alien Araft. 1704. 8. y. Cbr, Nemeitznbsp;riechlefe befonderer nacbricbte vnn Ilalien, als ein fupple.nbsp;ment von Miffon, Burnet , Addifon und. andern. Leipz.nbsp;3725. 8. 2 voll. Letters from a young Painter to his friendsnbsp;in England Lond. 1750. 8. 2 veil.' Antiquités Romaincsnbsp;eu Memoires du Comte de Mg**, la Haie 1750. 4. Fr,nbsp;Ant. Zacharia Iter literarium per Italiam ah A. 1753—nbsp;Ï757- Venet. 1762. 4. Heerlens NotabiSia Groning. 1760.nbsp;$. la Promenade de deux Parijkns Paris 1768, 2 voll,nbsp;Fiaggi diPargioniTozzetti 1758—1772. 8.5 voll. enz. enz..nbsp;tot een zeer zeldzaam en by weinigen bekend Dagregiflernbsp;van de reize van den Landgraaf Karei van Ileflen in löpp.nbsp;door Italien gedaan toe. fiit dagregiller, dat in ’t Hoog-duitfeh te Caflel 172a. Fol. gedrukt, en ria ik gis, nietnbsp;openbaar verkogtis, kan in zyn foort niet beter vergelekennbsp;worden dan by de Promenade de deux Pari fens. Het isnbsp;opgelleld en uitgegeven door zyner Hoch - Horftel. Dut ch-lauebts onderdanigflen, plicbtfchuldigften, en irauwgeboer-^mjlen Dienaar en Knecht, Jo. Balthazar Riante, Com.
P»T
-ocr page 117-cut
falat. Caf. die de eer had gehad een roedgefel van de reis te zyn, en tot Hiftorie - fchryver derzelve was aangeöeld.nbsp;Hiet heeft men dan een relaas van de reis van enen Vorff;nbsp;het enige ftuk van deze foort dat ik my hetinnere ! Welknbsp;een allerwichtigftê , onfchatbare vond 1 Als maar zytienbsp;Keizerl. PalzgraaHche Genade, Johann Bakhafar Ivlaute,nbsp;niet van Papefiguierc geweeft ware ! De twee Paryfolie;nbsp;wandelaars, zyn minder onnozel, dom., plat en belagche-lyk ; en noch kan men het hem niet kwalyk nemen, zoonbsp;zeer is hy dat alles in de eenvoudigheid en uit den overvloed,nbsp;zyns harten. Hoe wel zyn boek in ’t hoogduitfch gefchre-vcn is, heet het echter Diarium Italicum: en der Herenbsp;von Klaute geeft in zyn Voorbericht aan den nacb Standes/^nbsp;gebühr geebrten Lezer, er de volgende rekenfehap van:nbsp;£en Diarium , zegt hy, heeft hy dit Scriptum genaamd,nbsp;om de rede die men raden kan: en Italicum, wyl het ei-gentlyk dejfdn op de peiiujl.ration van Italien gericht was,nbsp;niet tegenftaande een gedeelte van de reis door Duitfchlandnbsp;et) Switzerland is gegaan: te weten om ene zeer natuurlykenbsp;rede, welke is, dat Z. Hoog Vorftel. Doorl. niet van CalTeinbsp;“nTurinkon komen zouderaan het noodlot van alle de ave-^nbsp;%e menfehen - kinderen onderworpen te zyn, dat van denbsp;plaats die lusfchen beiden legt, te moeten raken. Dochnbsp;laten wy tot het Diarium zelfs komen. Ik zou my verge-*‘oegen kunnen met één ftaaltje alleen er van te geven,te weteanbsp;^at op den altoos merkweerdigen dag van a5- Jao. 1700,nbsp;Sereniffimi Hoogvorftel. Dnrcb'laucht te Péfaro in denbsp;Herberg,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;efen, in der eil, zyn geldenei mit Dia»
nanten befetztet KÖcberlein met Curedenf vergeten had: e»
CIV
dat men terftond wel een nbsp;nbsp;nbsp;terug gezonden heeft,
doch dat dezelve, helaas 1 onverrichter zake, met het beticht, de waard had niets gevonden, wiAexom revertirt M'as. Ik haal de woorden aan, zonder er iets by te doen,nbsp;uit bl. 84. En op dezelfde bladzyde begint een noch veelnbsp;interesfanter verhaal, dat de ganfche volgende bl. 85; innbsp;Folio beflaat, van enen posfirlicher ftreicb, die denzelfdennbsp;avond te Ancona met Serenijjimi Mundkoch M. Manuelnbsp;paffirte: doch dien ik niet uitfchryven kan, wyl het op'nbsp;ene dubbelzinnigheid aankomt van een der onvoeglykftenbsp;woorden der Italiaanfche taal, en buiten dezelve niet welnbsp;kan herhaald worden : hoe onbetaalbaar ook de zamen-fpraak van zyne Genade von Klaute, die zelfs in de keuken gegaan was om te zien wat er te doen ware, met denbsp;waardin en hare drey grojfe magden , verhaald zy; metnbsp;Ego en lila of ///lt;e aan malkander geknoopt, in plaats van denbsp;ftreepjes waarmede Marmontel zyne zamenfprekendeperfo-
nen onderfcheidt. -Van dezelfde foort zyn verfcheide
voorvallen met Sereniftmi fromnte dicke Lyf-Medicus: di# dan eens door zyne mafa uit de fedie valt (bl. 187.215.) dannbsp;eens door te veel gedronken te hebben in de dagen verwart, ennbsp;er op blyft ftaan dat het de zyn moed, daar hetnbsp;noch de 26. hujus was: (bl. 223.) en te Venetien in dienbsp;dujferfi^ grfübr feiner keufchbeit geraakt, met twee zivarnbsp;nicht puttane, aber nur donne d' amor, die den vromennbsp;Falflaff in ’t voorbygaan elk onder een arm nemen en zoonbsp;wegflepen, xoorüber Ihro Hocb Fürjil. Durchlaucbt felbflen
nicht -wenig lachte, (bl. 39)-Na welke proeven ik
oiet denk, dat iemand zich verwonderen zal, den Graaf von
Klaute
-ocr page 119-CV.
Klaute overal van Asdrubal in plaats van Hannibal Opreken (bl. 84.) noch dat hy in Palazzo Barberini Itemnbsp;C6n Schildery van Latona gezien heeft, hoe zy in een kik-'nbsp;vorfch veranderde, (bl. 107). Om van écplaifantefle avan-ture in der welt met den Curb van Procyta (bl. 220), ennbsp;vele andere fchone zaken niet te fpreken.
Dit wegens deze Hoogvorftelyke reis, tot vermaak my-ner Lezers, en om dat het boek, gelyk ik zeg, zeer zeldzaam is. -Voor ’t overige zyn, na het uirgeven my-
ner Voorrede voor het I. Deel, noch twee Reifen door Italien uitgekomen, waarvan ik een woord moet zeggen.nbsp;De ene het bekende, lang verloren handfclirift vannbsp;taigne ,Aoox M. du ¦Querlon in dit lopende jaar te Parys uit-glt;ïgeven:een Huk dat, even als de Reis van CyüacusAnco~-uit anus en de Brieven van Rabelais, voor de kennis vannbsp;Italien, zelfs in dien tyd (1580.) weinig merkwaardigs bevat, en over ’t geheel niet aan de verwachting heeft beantwoord : doch echter voor enigen weinige luiden , dieynbsp;gelyk ik, perfoneel veel werks van Montaigne maken, al-tyd fchatbaar blyft; byzonder het gedeelte dat in’t Ita-liaanfch gefchreven is, en waar men zich vermaakt met te-zien, hoe een origineel genie den toon van zyn karakter
aan ene vreemde taal indriikt. - De andere reis zyn de
Utieven door wylen Lord Orrery in 1754. en 1755. uit Ita-lien gefchreven, en te London 1773. in het Engelfch door zyn Kapellaan Mr. J. Duncombe uitgegeven, met ene Le-vensbefchryving van den waardigen rdziger. Ik heb dezenbsp;brieven met veel genoegen gelezen. Zy bevatten, hoenbsp;kort ook, verfcheiden aanmerkelyke zaken, byzonderFIo-
CVI
den , waaruit ik het werk )coft verryken,;- Da Heer Volkman had mymt Nurriberg in’t beginnbsp;van hetjaar 1772. gefchreven, dat hy zynwerk
ftraks
rence rakende; en overal heerfchc een rechte geeft van opmerking over menfchen en gebruiken, vergezeld mee enen levendigen, vrolyken en leetzamen ftyl, die te meer genoegen doedt, als men zich herinnert dat Lord Orrery otnnbsp;zyne gezondheid reisde, doch door zynepodagra, en ongemakken niet in zyne hebbelyke vergenoegdheid geftoord
wierd. - Te Parma ontmoette by een Franfchmaa, die
Imm veel beleefdheid deed. Na ene openhartige zamenfpraak yan een paar uren zeide deze tegen liem : ./l voui dir»nbsp;vrat, Mylord, nout fommes tous de trés bons Catboliques:nbsp;luais pour de la religion , nous n'en avons point. „ Nanbsp;„ welk een land, zegt Lord Orrery, is de Godsdienft ge-„ trokken ?. Zekerlyk zy heeft in Engelland haren optreknbsp;„ niet genomenl” (bl. di.) En van de vrugtbaarheid vannbsp;het Bolonneefche fprekende: „ Overal, zegt hy , vindtnbsp;,, men fporen van arbeid. Er ontbreekt enkel maar volk!nbsp;„ Waar zyn zy? In fiaap in de klooftets; pf, zoo zy wa-„ ken , b^zig met kralen te t,ellen ; beteuden ledigheid,nbsp;„.godsdienft: luiheid, godsvrucht: en nalatigheid, hetnbsp;„ gebod Gods!” (bl. 61.) Hoe waar, en hoe juift zyn
deze aanmerkingen ! - Byzonder is zyne befebryving
van bet dier, dat' ik, zegt hy y.npdi afduiden noch fpel-len kan , een Cicisp^g , de moeite waardig te lezen bl.
Zyne gedachten er over zyn niet anders, dan het refultaai van :de aanmerkingen, welken men vindennbsp;kan in myne eerfte Voorrede bl. XLUL XLlV, —¦nbsp;En met myne noot I. Deel,bl. 73. kan men zyne Brievêtinbsp;vergelyken bl. 133. enz.
-ocr page 121-evil
ftraks na de uitgave aan twee luiden van kundigheid , die na Italien vertrokken, had medegegeven, en verzocht nochmaals hetzelve te toetsen , en hunne aanmerkingen van tyd tot tyd ^an hem medetedelen: 'en |hy beloofde dezel-ven terftond aan my te zullen zenden.
Daarby herinnerde ik my twee onzer eigen befte reizigers door Italien ; en vleide mynbsp;hunne toegenegenheid jegens my ten nutte tenbsp;maken, en hen overtehalen dat zy de voortref-felyke aanmerkingen, die ik zeker was dat zy opnbsp;hunne reis hadden gemaakt, aan my mededeel-den, om ons werk daarmede den grootften luider by te zetten. Eindelyk myne eige verbin-teni^fcn, in de meefte fteden van Italien, met ver-fcheide luiden van den éerftenrang of bekendftenbsp;letterkundige verdienfte, en met de aanzienlylc-fte genoodfchappen van Italien , waarin mennbsp;my wel heeft Willen als medelid aannemen, ga-''¦en my enen open weg óm alle twyffelachtigenbsp;punten van enig belang voldoendend te verfftee-: ja zelfs van fommige ftukken onderrichcnbsp;te worden, die niet dan van Staatsdienaars ennbsp;luiden die in ampten van Finantie en Pditienbsp;geweeR zyn, kunnen geweten worden.
zodanige hulp-middelen voorzien, vleide ik my in ftaat te zullen zyn om een aanmer-Itelyk voorrecht aan onzeNederduitfche uitgave
bo-
-ocr page 122-CVilI
VOORREDE
boven het oorfprongelyke te kunnen geven, en dit Reisboek voor myne landgenoten meer ennbsp;meer bruikbaar te maken. Daarenboven wasnbsp;myn voornemen tusfchen beiden wichtige in-voegfelen te brengen, rakende den tegenwoordi-gen Haat der Toonkimft in de voornaamfte fte-den van Italien : ten dele uit de toonkundigenbsp;Reis van den geefligen Ch. Burney (*), en tennbsp;dele uit myne eige aantekeningen : en aan 'tnbsp;einde mogelyk een half boekdeel meer te geven, dan beloofd was, over Sicilien en Malta,nbsp;uit d'Orville y Riedefel, Brydone , Hamilton y ennbsp;enigen Siciliaanfchen en Malteefchen oorfprongelyke Schryvers, als Agius de Soldanis en anderen.
Zie daar het ontwerp myner zorge en opzicht over dit werk. De rede, die my bewoog gm terftond aan het begin hetzelve te laten varen, is grotendeels in myn karakter gegrond , en eenvoudig deze. Zoo menigmalen iknbsp;ene onderneming doe van enig belang, vormnbsp;ik my van de uitvoering daarvan een ideaalnbsp;voor'myzelven; en als dit ideaal zich eens in mynnbsp;hoofd heeft gezet, moet ik kans zien om altansnbsp;myzelven te kunnen voldoen in de volbrenging
daar-
(*') Prefent State of Mufic in Italy Lond. 1772. S,
-ocr page 123-CIX
daarvan, of ik laat de onderneming zoo rafch mogelyk varen. Dit nu gelukte my niet metnbsp;opzicht tot dit Reisboek, en velen zaken liepen te zamen om myn ideaal in duigen te helpen.
Voor eerll, de Heer Volkman hield my zyn woord niet, 'en ik hoorde verder van hemnbsp;niets, hoewel hy my enige eige verbeteringennbsp;beloofd had. En van mynen twee Nederland-fche reizigers, wierd de een, wien ik in mynenbsp;eerfte Voorrede bl. IX. een gedenkteken op-richte, kort daarop door enen alleronvoor-zienften, ontydigen dood, aan myn Vaderland, dat alles van hem verwachte, ontrukt.nbsp;De ander, die zoo vele hoedanigheden met hemnbsp;gemeen heeft, en een voorbeeld blyft in onsnbsp;land van enen goeden reiziger, ik meen dennbsp;Heer J. H—pe, heeft het ongeluk gehad,nbsp;dat het fchip vergaen is, waerop hy zyne papieren en veel andere Hukken te Livorno, zoonbsp;meen, had ingefcheept. Een verlies voornbsp;hemzelven gering, daar hy te wel heeft gereisd dan dat hetzelve enigszins zou kunnen in-vloejen op het nut ’t welk hy van zyn reizennbsp;heeft getrokken; en met te veel oplettendheid al-gezien, dan dat hy zyn Journael zou nodig hebben om zyne ondervindingen zich te erinneren;
cx
Doch voor hei: gemeen oiifchatbaer, terwyl hy anders hetzelve my wel zou hebben willen me*nbsp;dedeelen.
Die ondei^tuflchen waren de hulpmiddelen j waarop ik het meeft had gebouwd; en de ter-leurftelling myner hoop gaf my een tegenzin innbsp;het werk, die alleen genoeg had kunnen zyn ^nbsp;om my van hetzelve te doen afzien. Doch ditnbsp;was het niet al. De uitvoering van myn plannbsp;nam rriy voor eerll veel meer tyd, en was ook lastiger, dan ik my verbeeld had, in vergelykingnbsp;met het nut van den arbeid; en myne bezigheden vermeerderden , in plaats dat zy zoudennbsp;verminderd zyn^ En aan den anderen kantnbsp;had ik veel kollen aan het werk, ten dele reedsnbsp;gedaan, en noch meer te doent met het ontbieden van boeken die my konden dienllig zyn;nbsp;waarin de Boekverkoper weigerde, toen ’t werknbsp;aan den gang was, my te gemoed komen; ennbsp;van te voren geen den minften affpraak metnbsp;hem hebbende gemaakt, kon ik niets eilTchen;nbsp;Eindelyk, hem lag byzonder gelegen, dat hetnbsp;werk zoo fpoedig mogelyk geheel voor den dagnbsp;kwam ; en op een taak mogen loonfchryversnbsp;arbeiden , my is ’t onmogelyk! Ik zeg dit laat-fte, zonder anders enige aanmerking op de behandeling van J. van Schoonhoven te makenf-
Elk
-ocr page 125-Elk moet zyne rekening maken en zyne eige belangen overwegen. Ik heb niets hier op te zeggen; alleenlyk van myn kant kon ik hetnbsp;werk niet vervolgen. En dit neme het Gemeennbsp;my ten bellen!
Wezeptlyk-- met of zonder eigeliefdö
¦—-— men verheft zeer weinig! Nu treedt het werk in zyne oorfprongelyke eenvoudigheidnbsp;Voor: wel overgezet, zoo vee] ik in ’t doorbladeren gezien heb : en wel gedrukt; in één woordnbsp;zoo als het in Duitfchland algemeen gelezen,nbsp;en met de ’grootfte toejuigching ontfangen is.nbsp;Wat ik er by zou gedaan hebben,had zekerlyknbsp;een indrukfel van myne byzondere wyze van denken en fchryven gedragen: en die is verre vannbsp;een ygelykaan te liaan, om vele redenen die zichnbsp;licht laten raden, doch my noch niet hebbennbsp;kunnen bewegen om ene andere aantenemen.nbsp;Alleenlyk moet ik voor verfcheide gedeeltennbsp;dezer twede Voorrede vcrfchoning verzoeken : daar my de draad - of het gekwek van draad - myner gedachten toC
uitweidingen gebracht heeft, die zich eigent-lyk in ene Voorrede voor een Reisboek door Ralien niet volkomen fchikken. Dien zy ver-ueelen^ w’eet ik genen beteren raad te geven,nbsp;dan het een met het ander uit hun exemplaar
uit'
-ocr page 126-uittefnyden. En myne omftandigheden zyn voor het toekomende zoo duifter en onzeker, dacnbsp;zy mogelyk het genoegen zouden kunnen hebben, dat dit het laatfte gefchrift ware, althansnbsp;in dit land en in onze taal, ’t geen van my hetnbsp;licht zag ! Utrecht 27. December 1774.
BI. LXXXVI. noot, regel 3. Thya] lees: Phya
Bladz. X
DOOR
BLIEK DE RE SAN |
P u VAN MARINO* |
XïS\;®gt;(einige reizigers zullen luli krygeh dit kleine ge-meenebeft te bezoeken , alzo het inderdaad der moeite niet waard is ,’er eenen omweg oranbsp;te neemen. Men laat het ter flinkerhand lig-66n eer men te Rimini komt* Evenwel * alzo in Italiën ,nbsp;en vooral te Rimini, dikwyls van deeze kleine Republiek,nbsp;tVelke haarc vryheid meer aan haaren armoedigen toeftand ,nbsp;dan aan de wysheid haarer regeerders, te danken heeft,nbsp;gefproken wordt, zullen wy *er een kort berigt van gee-ven. (*)
San Marino ligt agt myleri zuidooflwtiards van Rimini, op een’ hoogen berg, welke byna het gehee'le regtsgebiednbsp;der Republiek uitmaakt. Men geeft haar omtrent vyf duizend inwoonders. Deh. Marlnus week, als een heremiet,nbsp;°P deezen berg , na dat hy dertig jaaren te Rimini ge-quot;'oond had. Hy deed, volgens de bygeloovigheden diernbsp;lyden, zoo veele wonderen, dat de eigenaars hem deezen
berg
' nbsp;nbsp;nbsp;uit Addifon 's Rei» genomen,
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;A
-ocr page 128-he berg fclionken. Eene menigte van menfchen voegden zig Republiek deezen man, en hy ftigtede de Republiek, die naarnbsp;S. Marino genoemd is geworden, én nu meer dan dertienhonderd jaaren geftaan heeft, een’ ouderdom van welken zignbsp;weinig ftaaten beroemen kunnen. Alle de overige ftaatennbsp;van Italien zyn geduurende dien tyd aan groote wiffelval-ligheden onderworpen geweeft.
In de gifte van Pipin aan Paus Steven III. van ’t jaat 755. wordt der Stad San Marino gedagt. Zy fchynt egternbsp;haare vryheid behouden te hebben. Zy ftond Paus Piusnbsp;II. tegens Malatefta van Rimini by, waarvoor de Pausnbsp;haar vier floten fchonk, en die tyd was haar bloeyendftnbsp;tydperk. Haare heerfchappy ftrekte zig toen uit tot op denbsp;helft des nabuurigen bergs; maar tegenwoordig is zy weder binnen de paaien haarer oude grenzen befloien, ennbsp;heeft drie kafteelen, drie kloofters en vyf kerken.
De berg, waarop de ftad ligt, is hoog en fteil, en zyn top is dikwyls met wolken en fneeuw bedekt. Het mangelt hier aan bronnen, weshalven men het fneeuw- en regenwater in regenbakken verzamelen moet. De berg brengtnbsp;goeden wyn voctft. De kelders zyn in den berg uitgehouwen , en ongemeen koel. Daar loopt maar een eenige wegnbsp;op den berg en naar de flad. Het is onder zwaare ftraffennbsp;verboden eenen anderen te zoeken of te baanen. Schoonnbsp;San Marino geenett oorlog te dugten heeft, oeflènen zignbsp;egter de borgers van de jeugd af in den wapenhandel. Zynbsp;zyn trots op hunne oude vryheid, en zouden die, als zynbsp;‘wierden aangetafl, zo duur als mooglyk was verkoopen.^*)
(*) Egter waren zy ten tydc dat de Kardinaal Alberoni Gouvei' ncur van Romagna was byna hunne vryheid kwyt geraakt. Grofle/ -iiï zyne Mcmairei [ut Cltalie y zegt, dat de wys waarop dc ondcrnc®*nbsp;miug aangelegd wieid dar Kardinaal tot eer vetfttekt zou hebben,
in-
-ocr page 129-De Öpperfte magt ftaat by deii geheelen Raad, ^rengó Sé . genaamd , waarin elk huis eenen gevolmagtigden heeft.
Deezen verkiezeii veertig perfoonen uit zig, die egter de ^ j^Jarinti Zeftigen genoemd worden, en deezen doen alle vöorvallen-zaaken af, eh roepen alleen by gewigtige omftandighe-den den Arengo t’zamen. De helft der veertig perfooneiinbsp;zyn van adel, en de andere helft borgers. Töt een befluicnbsp;in elke zaak worden ten minften twee derden der ftemmennbsp;gevórderd. De leden des Raads moeten boven de vyf ennbsp;twintig jaaren, en nooit twee uit ene familie wézen. Uitnbsp;den Raad worden alle twee maanden twee Borgémeefters,
Cafitanei, gekoren. De Kommiffaris is de derde perfooa der Republiek, en beflift, jflet behulp der Capitanel,bor-gerlyke en ftrafbaare zaaken. Hy moet Dodor der regtednbsp;en een vreemdeling zyn. De vierde perfopn is de Geneesheer, waartoe men een’ buitenlander neemt; hy wordtvadnbsp;de Republiek onderhouden, en moet ten minften vyf ednbsp;dertig jaaren oud zyn, en een rypaard houden, om denbsp;zieken te kunnen bezoeken. Alle drie jaaren kan ’er eeanbsp;nieuwe gekoren worden, als men van heid niet voldaan isinbsp;De Schoblmeefter is ook een man van aanzien te San Marino. Addifon zegt, dat de menfchen hem daar voorkwamen wel onderwezen te zyn.
De wetten deezer gèringe Republiek maaken egter nog ten deel in folio uit, en voeren den hoogdravenden titel,nbsp;van Statuta illuflrijjim* Reipublicie San£li Marini. In ’c
hoofd-
^ndienzy geiigt gcwecft was Kgens lieden, welken de eerbied voor Ket Roomfche purper toegelaten had zig te vctdeiligen. De Paus keurdenbsp;dsn aatiflag af, maat de oorlpronglyke bcwyzcn van,de vtyheid detnbsp;Republiek, welken de Kardinaal ondertuflehen had weggepakt, werden in de atchtcvcnkamCt ran ’t Vatikaan gelegd.
A 2
-ocr page 130-hoofdruk vaTi de Gezanten flaat, dat als de Republiek'ef eenenaan een’ buitenlandfche mogendheid zendt, hy daag-tS.ilfar/^O.lyks eene halve guide tot onderhoud genieten zal.
De iinvoonders leeven ingetogen, en beoeffenen de ge-regtigheid, Zy zyn deugdzaam, en op hunnen berg, volgens Addifon’s aanmerkingen, veelligt gelukkiger dannbsp;de andere Italiaanen in de vrugtbaarfle vlaktens. Men kentnbsp;hier ook de waarde der vryheid, daaruit dat de berg metnbsp;menfchen als bezaaid is, daar de landftreeken om Romennbsp;in eene onbewoonde woefteny veranderd worden.
Op den weg van Rimini naar Ravenna komt men over de Marcccbia, en eene myl verder heeft men twee wegennbsp;voor 2ig, waarvan de flinker over Cefena naar Bolognenbsp;gaat, die in ’t vervolg zal voorkomen, en de andere langsnbsp;de kuft naar Venetien, over Cervia, Ravenna, en Coraachio.
De Ruhi-
Eenige mylen van Ravenna komt men over de Lufa, welke door fommigen verkeerdlyk voor de Rubicon der Ouden gehouden wordt. Twee mylen van Cefenatico paffeertnbsp;men den Fiumefino, en twee honderd fchreeden verdernbsp;over den Pifatello, die in den Fiumefino valt. De Pifa-tello behoort by droog weder onder de geringe rivierennbsp;van Italien, maar is des niettemin waarlyk Rubiconnbsp;die eertyds de grenzen tuflchen Gallia Cifalpina en het ei-genlyke Italien maakte. (?*} Tot hier toe flrekte zig •
het
(•) De boeren daaromftrceks noemen hem ook by vetballetiog Rhfori, ’t welk zckerlyk van Rubicon afkomt.
' ( nbsp;nbsp;nbsp;) Lucanub bel'chryft hem dus in ’t I. boek zyns heldendigts,
Fonts cadit motiUo, farvisrjuc IrKpslIitif' tmdis,
Ftittusus Rnblton, tttm fervida candult ajiat,
Fergus unas fsrpit valtss, ^ Gallica csrtsif Litiist ui Anfoniii dijterminttt «tv» lolo/iü-
-ocr page 131-het wingeweft van Cxfar uit, en zodra hy den vloed met zyn gewapend heir overtrok, verklaarde hy zig daardoornbsp;een vyand van Jiomen. lly was itj ’t eerft onzeker, ennbsp;wiö niet wat by doen zoude;
- Ut ventum eft parvl Rubiconis ad undai
Ingens vifa duet patria trepidanth imago. nbsp;nbsp;nbsp;;
Ten laatrten trok hy den ftroom met zyn heir oyer, en d* eerzugt maakte hem tot een’ vyand des vaderlands.
Ctefar ut adverfam fuperato gurgite ripam Attigit, Hesperia vetitis amp; conftitit arvis,
Hic ait, bic pacem temerataque jura relinquq ,•
Te, Fortuna, fequor ; procul hing jam fmdera funto. Credidimus fatis, utendum eji judice bello.
Alle de Romeinfche foldaaten, die uit den oorlog te rug kwamen, moeiten hier hunne wapenen afleggen, andersnbsp;mogten zy niet te Romen of in de drie Pro‘üincia fuburbi^nbsp;caria komen. Men heeft een’ ouden (leen gevonden,nbsp;waarop dit bevel, in den n«am des Roomfehen volks, uic-gehouwen was. Men treft dien op den weg van Rimininbsp;naar Cefena, niet ver vaji de laatlle Had, aan, welke Qt-ionia di Rubicone genoemd wordt. Op den voet leeftnbsp;men: Ultra hos fines arma proferre liceat nemini. Nietnbsp;ver van daar ftaat ook een nieuwer opfchrift, raakende denbsp;brug,in ’t jaar 1654. over de rivier gebouwd.
Cefenatico, een klein fteedje aan de zee, heeft een aar-»‘ge haven en een wel aangelegd kanaal. Aan de brug over over hetzelve liaan, op de zyde van Rimini, een paarnbsp;fchoone marmeren zuilen van korinthifche order.
Van hier rydt men door de biflchoplyke Stad Cerviajh'jLervia.
As nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 132-Ravenna, de welke als iets zonderlings aantemerken is , dat zy in deeze eeuw nader aan zee verzet is, ftaande voorheen eennbsp;vierde van een uur daar verder van daan. Dit vindt mennbsp;In een wydloopig opfchrift boven de ftadspoort na^r dei?nbsp;kant van Ravenna, ’t welk onder een lang gebouw heenennbsp;gaat. De lugt was op de plaats daar de ftad lag zo ongezond , dat men zig gedwongen vond, ze te verplaatfen.nbsp;Het fchynt n}et dat de geringe afftand van een kwartier eenenbsp;voldoende verandering zou hebben kunnen te wege brengen, indien de lugt waarlyk zo flegte eigenfchappen gehadnbsp;had; egter heeft men meet voorbeelden in Italien, dat eenenbsp;kleine ftreek in djt opzigt aan groo;e yerfchillendheden onderworpen is.
Zoifiwer-
ieii.
Niet ver van Cervia komt mqn over een breed kanaal, door het welk in de heete maanden het water op een’ laa-gen grond, waar anders flegt gras wall, gelaten wordt.nbsp;De vlakte bedraagt omtrent een half uur in ’t vierkant. Hetnbsp;water daarop ftaande vervliegt door de hitte der zonne,ennbsp;het zout, ’t welk naderhand geraffineerd wordt, blyft ag-ter. Delandftreek van Bologna, Urbino, Ferrara,tot aannbsp;Ancona, wordt van dit zout voorzien, waaruit de Paus-lyke Kamer een aanmerklyk voordeel trekt. Tuflchen Cervia en Ravenna is hét land ten uiterften flegt en onvrugt-baar, zo dat men byna niets dan zand en moeraflen aantreft. Vier mylen van Ravenna komt men door een grootnbsp;bofch van Pigni (f). Wy hebben boven reeds van deezennbsp;boom en zyne vrugten gefprokennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De inwoonders
leg-
(») Boccacio maakt dit bofth, ‘t welk hy ta tl^neta noemt, tot een toneel van zeldzaaroe vcifchyningen, in de 8, Nov. des j. boeksnbsp;van ’t Decamerme. Hy doet ’et by, dat de vrouwen van Ravennanbsp;daaidooi zeer befchroonjd geworden zyn, en zig fedeu dien tyd aannbsp;tt vermaak dei mans te zeet overgegeven hebben.
II. Deel bl, 134.
-ocr page 133-leggen de appelen, Pigne, op kooien, waardoor de kor» RjzvemA, reis gemaklyk uitteneemen zyn. De ballen geeven een fchoonnbsp;helder vuur, en worden aan den haard gebrand.
Het Kamaldolenfer kloofter la Clajje, waarvan de mon-ir? Clajfst nllcen Mgnachi Clafenfes genoemd worden, nevens de kerknbsp;van den h. 4pollinaris, ligt nog twee mylen van Ravenna,
Het werd reeds in ’t jaar 534. ten tyde van Keizer Julli-niaan of van Koning Theodorik aangelegd, en in 1721. vernieuwd. Het is het eenlge overblyffel eener oudtyds’nbsp;aanzienlyke ftad, die nog ten tyd van Karei den Grootennbsp;aanmerklyk was, en nu als eene vootfflad van Ravenna kannbsp;worden aangezien. De kerk pronkt met vier en twintignbsp;zuilen van een fchoon gtaauw geaderd marmer, dat vannbsp;Konftantinopolen gekomen is. De kapiteelen zyn van gee-ne bepaalde order, maar gelyken naar de bladen van distels. Rondom de kerk Haan tien marmeren praalgravennbsp;van Ravenneefche biffchoppen , met Gothifche fieraaden.
Des zomers verlaaten de monniken de kerk en het klooster , uit hoofde der ongezonde lugt, zo dat ’er geene lee-vendige ziel in blyft. Eene plaats met een hek omgeeven vertoont een’ voetftap des h. Gregorius den Grooten, innbsp;Heen ingedrukt, op een tyd dat hy in verrukking raakte;nbsp;ten minden dit zegt het opfchrift, Het hoofdaltaar, zonbsp;wel als zyne zuilen, is van marmer. Uit een ander opfchrift leert men, dat Keizer Otto hier veertig dagen langnbsp;zyn lichaam gekadyd, en voor zyne zonden boete gedaannbsp;beeft.
De dad Ravenna was niet alleen by de Romeinen, we- „
. , nbsp;nbsp;nbsp;, ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ Ravenna»
gens de daar aangelegde bergplaats der vloot, maar naderhand ook wegens het Exarchaat beroemd. Zy is de zetel der Kardinaalen Legaaten van de provincie Rpmagna, en heeft omtrent 14000. inwoonders, en vier en twintignbsp;klooders. Haare ligging is ongezond; egter heeft men
A 4 nbsp;nbsp;nbsp;het
-ocr page 134-Ravenna, het kwaad grootendeels verholpen, door de rivieren Mon-tone en Ronco naar de ftad te leiden, in de welke het vuile water uit de poelen afgetapt, en de kwaade uitdam-pingen dus verminderd worden.
Volgens Strabo is Ravenna door Theflalifche volkplanters aangelegd geworden. De Galliërs bezaten het eenen geruimen tyd. Onder de Romeinen was het bekend, omnbsp;dat de vloot der Adriatifclie zee daar haare vergaderplaatsnbsp;had. De fteden Csfarea en Claffis lagen ’er niet ver vannbsp;daan: vermoedlyk wyft het boven gedagte klooller la Glas-fe de plaats aan waar eertyds het fcheepsvolk, Claftarii,nbsp;zyn leger, of kwartieren had. Na dat de haven vol flyknbsp;geraakt was, is de grond allengskens hard en vaft gewordennbsp;en tot tuinen gemaakt. Van de gebouwen, die aan danbsp;haven gedaan hebben, vindt men by’t graaven nog dik-¦wyls overblyffels. Aan den (ladsmuur zeewaards, dienbsp;nu drie mylen van zee af is, -ziet men nog yzeren ringen,nbsp;•waaraan eertyds de fchepen valt gemaakt werden. Strabanbsp;befchryft Ravenna als eene ftad, welke alleen op paaiennbsp;in het moeras gebouwd was, en zegt, dat men ’er veelenbsp;bruggen had, en veelf fchuitpn gebruikte om van de eenenbsp;plaats op de andere te komen, het welk zeer veranderd is,nbsp;Deeze verandering is egter niet van laate tyden, alzo Jor-pandes reeds in de zesde eeuwfchryft, dat ter zyner tydnbsp;de haven in tuinen veranderd was, en men’er, in plaatsnbsp;van zeilen, appelen aan de hoornen zag hangen,
De oude Phams, ligt anderhalve myl van de ftad, dog is meeft vervallen (*), en moet van den vuurbaak, waarnbsp;van den vaartuigen een teken met vuur gegeven wordt,nbsp;wanneef zig zeefchuiraers opdoen, onderfchgiden worden.
D?
^f) Plinins maakt *er gewag van l,ib. 36. c. ia.
-ocr page 135-De Keizers zogten Ravenna, uit aanmerking der vloot, ïUyd meer en meer te verbeteren. Trajaan leide koftbaarenbsp;Waterleidingen aan. By de verhuizingen der volken leednbsp;Ravenna minder dan vqele andere plaatfen. Theodorik,
Koning der Gothen, beminde de ftad zeer, en herftelde Trajaans waterleiding. Men ziet het grafteken nog dat hemnbsp;?yne dogter Amalafunta geftigt heeft. Belifarius, veld.nbsp;heer van Keizer Juftiniaan, nam in ’t jaar 539. Ravennanbsp;in, dog zonder de'ftad te befchadigen, en dertig jaarennbsp;daarna rigtede Longinus het in de hiftorien bekende E.xar-chaat op. Onder Karei den Grodten nam het Exarchaat//?ƒ Exar-een einde, dewyl die de ftad met haar gebied aan den hei- cbaat, ^nbsp;ligen Stoel fchonk. Ten tyde dat alle de Lombardifclienbsp;fteden zig in onafhanglykbeld ftelden , genoot Ravennanbsp;ook de vryheid. Daarop kwam zy onder de heerfchappynbsp;der Bologneezen; naderhand wierpen zig de familien vannbsp;Traverfara en Polenta tot heeren op. In ’t jaar 1440. be-inagtigden de Venetiaanen de ftad , tot dat zy eindelyk,nbsp;na den flag ,dien Lodewyk XII, in ’t jaar 1509. by Agna-del, eenige mylen van Milaan, won, weder aan den Pausnbsp;kwam (*gt;
Ravenna kan nog eenige overblyffels van haare Qudhcien^ heerlykheid toonen. Zonder van het menigvuldige wittenbsp;en zwarte marmer uit de oudheid, dat men ryklyk aantreft , te fpreeken, zo ziet men nog de Porta d'oro vannbsp;Claudius, met een leesbaar opfehrifc, en het muurwerk,nbsp;in nog taamlyken ftaat,van Koning Theodoriks paleis. Beneis) Ravenna heeft veticheiden goede hiftoticfchryvets; WUr. Rvbei-,nbsp;Ravennattum lib'.t X. Girtlamo Fabric Mtmaric /kgre di Ra~nbsp;venna. Pafilin! Ln/Iri Ra-uennatl. Tejla dal Cornt, Rav'nnJ domi-Tiante, Over de oude gebomveii handelt adnt. Zlrardtm, dcgli anti-(hi ^dijix.: prefari! di Ravenna, in Faenaa, I76Z. duod,
A 5
-ocr page 136-la
ftavema.
Jitmkerk.
neden is een groote vaas van porfier ingemetfeld, waarin voorheen de afch diens Konings bewaard werd, hebbendenbsp;op de Rotonda alhier geftaan. Zy bedaar uit een (luk, isnbsp;agc voet lang, vier breed, en heeft aan de zyden ringen ennbsp;leeuwenkoppen. Vermoedlyk diende zy voorheen, gelyknbsp;andere in de befchryving van Romen aangewezen vaazen ,nbsp;om te baaden. De muur waarzy ingemetfeld is behoor^nbsp;tot het klooflec van den h. Apollinaris.
De Domkerk is wel een oud gebouw, maar heeft egter vier reyen, t’zamen van twee en vyftig zuilen van het fchoon1nbsp;fte Griekfche marmer. Men ziet hier een’ ouden elpen-beenen (loei, en een Paafchalmanak, waarover de Kardinaal Norris een breedvoerige verhandeling gefchreven heeft,nbsp;Het geen de kerk voor de liefhebbers der kond het aan-merkelykd maakt, is een treflyk duk van Guido, verbeelde den regen van ’t manna. De zamenftelling is gelukkig,nbsp;het beeld van Mofes fchoon, en wel gedrapeerd, en hetnbsp;hoofd vol uitdrukking. Over ’t algemeen zyn ’er fchoonenbsp;hoppen in het (luk en veel verandering. Het koloriet isnbsp;kragtig en valt niet in ’t graauwe, gelyk veele dukken vannbsp;deezen meeder. De koepel komt van de zelve hand, ennbsp;fteltChridus in eene glorie van aartige kleine engelen voor,nbsp;maar het altaarduk verdient zeer den voorrang. De deuren der Domkerk zyn wel flegt, maar hebben dit byzon-dere, dat zy van wynrankenhout gemaakt zyn. Verfchei-den’ planken hebben de langte van 12. voet en de breedtenbsp;van 2. fpannen (1).
Het aardsbisdom van Ravenna is een der voornaamden Van Italien, en was eertyds in groot aanzien. In ’t jaarnbsp;666. wilde de Aardsbilfchop den Paus Vitalianus niet voor
zyn'
De Ouden gebruikten dat hout reeds, fthoon het ook ais een1 zeldzaamheid weid aangezien, PJ!». /, xiy. (¦ i-
-ocr page 137-I?.
zyn’overften, erkennen, en verwierf by den Keizer een idiploma, dat de ftoel van Ravenna niemant, zelfs nietnbsp;den Patriarch van Romen , boven zig hebben zou. Maarnbsp;jn de kerkvergadering van 679. moeft hy dit voprregt we-;nbsp;der afftaan.
De markt te Ravenna is een langwerpig vierkant, en met twee Pauslyke beeldep verfierd. Pietro Bracci heeftnbsp;Clemens XII. in marmer gehouwen. Het beeld heeft veelnbsp;goeds, inzonderheid moet het hoofd ongemeen gelyken,nbsp;maar de handen deugen niets. Het andere beeld fielt Ale«nbsp;xander VII. in brons voor, en is flegt uitgevallen.
De kerk van S. Vitalis behoort tot een ryk Benediktyner S. Vitaüi, kloofter, is op ’t laaft der vyfde eeuw gebouwd, en eennbsp;bewys van de oude welvaart van Ravenna. Haare gedaante is agthoekig, en zy ruft op fchoone zuilen vanGriekfchnbsp;marmer, die onder de regeering der Exarchen van Kon,,nbsp;ftantinopolen gekomen zyn. De voet deezer zuilen flaatnbsp;^ikwyls in ’t water, waarom men over de oude vloer heennbsp;«en nieuwe, door middel vau een gewelf, gemaakt heeft.
Om die reden fehynen de zuilen boven de opperlle vloer zeer kort. De kapiteelen behooren eigenlyk tot geene dernbsp;prders,en over’t geheel is de gantfche gedaante misvormd.
De hemel boven het hoofdaltaar rullede voorheen op zon^ derlinge kolommen , die nog in den nabuurigen muurnbsp;Haan. Zy fehynen uit koflbaare fteenen t’zamengelleld tenbsp;zyn. Dit marmer wordt Plasma te Ravenna genoemd.
De beneden vloer deezer kerk beflaat uit een oud mozaïek C*), ’c welk de inwying der kerk fchynt te verbeelden, waarby men Keizer Juftiniaan met den Aardobiflehop
en
{*) Het is ijj gt;£ van Ciamfini, de eier^us mufvist in plaat te vinden.
-ocr page 138-J*
ICavenna, en veele bedienden op de eene zyde, en Keizerin Theodora met haar gevolg op de andere zyde ziet.
De kerk heeft over het geheel zeer veele merkwaardige oudheden, Waartoe ook twee basreliëfs behooren (?), Zynbsp;zyn van eenerlei grootte, 4. voet lang, en wat meer dannbsp;2. hoog, en fchynen van vroeger tyd als het gebouw zelfnbsp;te zyn. De beelden en de architektuur beklappen een’nbsp;beter’ fmaak. Veelligt zyn zy van de tyden der eerfte keizers. Zy verbeelden een’ troon, die met een voorhangfe!nbsp;bedekt is. Een genius ter regter zyde draagt den drietand van Neptuun, én twee anderen ter flinker hand eennbsp;groote fchelp. De troon beftaat uit een’ grooten armftoelnbsp;zonder voetbank. Het fchrikdier daarboven dient, naarnbsp;gedagte, om den, troon te bewaaren. Het voorhangfelnbsp;fchynt iets verhevens en geheims te beduiden: men vindtnbsp;diergelyken op veele oude gedenkftukken. Homerus gewaagt van dat gebruik (1) Jupiter had de Goden t’za-jnen geroepen; die van den tweeden rang waren, nevensnbsp;Keptuun , reeds gekomen. Zodra deeze Jupiter ziet aankomen, fpant hy zyn’ paarden af, neemt het kuflén vannbsp;Jupiter, legt het op een altaar, en dekt ’er een fraai'kleednbsp;over. Dit is, volgens meeniög van Belgrado, het zelvenbsp;dat op het marmer voorgefteld wordt. Aan ’t hoofdgeftelnbsp;der pilafters ziet men dolfynen, drietanden, en andere ei-genfchappen des Zeegods.
' Een’ groote fchildery in de fakrifty verbeeldt den marteldood des h. Vitalis. De zaraenftelling is een weinig on-regelmaatig, maar in het hoofd des regters heerfcht een’
tref-
( •) Patet Belgrado van Parma heeft ’er over in het jaar i y66-eene geleerde verhandeling gefchteven, oodci den titel, 11 Trmn di
lUad* e. vf. 440.
-ocr page 139-13
tJ^eflyke uittlrukkicg. De vrouw met het kind op den voor- Raventi», grond is een meefterftuk.
Het ontbreekt der kerke niet aan fraaye marmeren altaa-ren, en by den ingang ziet men een oud basreliëf yan vier perfoonen in Romeinfche kleeding, die een’ os ten offernbsp;leiden. De agterfte kop is, tegens de regels der gezigt-kunde, de grootfte.
Op de plaats binnen ’t klootler ziet men een’ kapeHe(J,.^ƒ¦^,^^ met marmer bekleed, welke de Keizerin Galla Placidh,P/actdiatnbsp;eene dogter van Theodofius den Grooten, tot een’ begraafplaats haarer familie, heeft doen bouwen. Men-heeftnbsp;’er ook werklyk drie graven in, dar van de Keizerin zelve , van haar’ broeder Keizer Ilonorius, en haar’ zoon Va-leiuiniaan II. Vermoedlyk ligt haar gemaal Conftantius hiernbsp;ook begraven. Zy was eene verftandige vorllin , maarnbsp;moert egter geduurende de minderjaarigheid van haar’ zoon,nbsp;en by den inval van Alarik in ’c jaar 4.09. veel uitrtaan.
Het graf der Keizerin is het grootfte: voorheen zat haar ' lyk daarin gekleed met alle de eertekenen, maar alles isnbsp;verbrand, ter gelegenheid dat men met een’ lamp, om alles wel te befchouwen, de kleederen by ongeluk iu brandnbsp;geftoken had. Het gewelf beftaat uit een elendig mozaïek,nbsp;cn de graffteden beklappen het verval des fmaaks in die ty-den.
De apotheek des kloofters is merkwaardig. Men ziet ’el een werktuig om den zieken bevveeging te geeven, waardoor het lichaam gefchud wordt. Een Benediktyn is ’ernbsp;de uitvinder van. Verders eene verzameiragnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van
heelkundige werktuigen, een grooten voorraad van hetgeen
( * ) Aan de befchryving deezet werktuigen, voorzien van ver-cheiden koperen pla-iten, in folio, was men, volgens den Heet Ea Eande, in ’t jaat 175^. bezig uiet drukke*.
-ocr page 140-Ravenna, een veldwondheëler in‘ een hospitaal lidodig heeft , al^ wieken, zwagtels, en diergelyken, vèele ontleedkundigenbsp;ftukken in wafch, onder anderen een Vronwlyk lichaamnbsp;^at aan ’t rotten is. Een hagedifch zuigt aan den mond^nbsp;een worm komt uit de kaaken voort, een muis vreet aannbsp;het oor, en een’ padde aan het oog. Dit yslyke voorwerpnbsp;moet de Heffte eens jöngelings verbeelden, die geduuren-de zyne afwezigheid voor weinige dagen geftorven was.
•' By zyü’ lerugkomtl wilde hy ze nog eens zien, en vOnd by ’t openen van het graf dit akelige gezigt.
De kerk van S. Jndries pradlt met fchooiie zuilen vairi wit en rood marmer.
S.Romoal- Rtmoaldo behoort den Kafflaldolenfen. ïn de twee-
do.
S. Maria di Porto.
de kapel ter regterhand ziet men S. Nikolaas, iflet twéé kinderen aan zyn’ voeten, van Carlo Cignani. Het hoofdnbsp;des heiligs is fchoon,maar da fchildery zelve zeer zwartnbsp;geworden. De verkondiging in de derde kapel wordt voofnbsp;eeii Huk van Guidö uitgegeven, maar de zamenftelling etinbsp;de uitdrukking is niet wel uitgevallen; In de eetzaal desnbsp;kloofters heeft Vafari het in ’t graf leggen van ChriftuSnbsp;verbeeld. De hoofden zyn voortreflyk, maar de werkingnbsp;van het geheel is gebrekkig. De bibliotheek is aartig,nbsp;maar de dubbelde trap meer van een’ byzonderen dan goeden fraaak.
In de kerk van S. Maria di Porto ziet men in de vierde kapel ter flinker zyde den marteldood van den h. Marcus, die met touwen voortgetrokken wordt,door den ouden Palma. De koppen zyn fchoon, maar de fchaduvr \vat te hard, fchoon anders het koloriet kragtig is.
La Roton-da.
La Rotonda ligt buiten de Had digt aan den muur, vertoont zig van verre als een’ ronde kapel. De vloer ftaatnbsp;des winters gemeenlyk onder water. Dit is het merkwaar-digfte gedenkfluk van Ravenna , ’t welk voor Koning
ts
Theodorik door zyn’ dogter Amalafunta is opgerigc (*). Jiaventl/t» ^'n graf heeft twee verdiepingen, de benedenfte is gemeenlek vol waters. De bovenfte is met een eenig ftuk vannbsp;fteen bedekt, dat vierendertig voet in de doorfnede heeft,nbsp;van binnen koepelsgewyze uitgehold is, en in de hoogtenbsp;boven de vier voet heeft (*•}. De fteen is uit Iftrien gekomen , en men ftaat verbaasd hoe een zo fchriklyke zwaarte veertig voet hoog op den muur gebragt heeft kunnennbsp;worden (*?•). Op deezen fteen ftond de gemelde porfieren kift van Theodorik, die In den muur van ’t kloofternbsp;van S. Apollinaris ingemetfeld is. Het bronzen dekfel daarvan zouden de Franfche foldaaten in de belegering van 1512,nbsp;onder Lodewyk XII, aan ftukken gellagen hebben. Anderen zeggen dat het toen door eene bombe verbreizeldnbsp;is, ’t welk nogthans valfch is, alzo de bombes het eerft:nbsp;in ’t 1588. by het beleg van Wachtendonk gebruikt zyn,
De bronzen ftandbeelden, die ’er-op geftaan hebben, zyn, door de Venetiaanen weggevoerd, en in de kerk van $,
Marcus te Venetien te zien.
Voorheen trof men nog een paar ftandbeelden van Theodorik te Ravenna aan, waarvan Karei de Groots het eene,
dat (•) Zy wctd oy »en «iland by Bolfena vcnnuoid. Zie 11, Deal,
(**} Miflbn geeft de dikte des fteens zeer onrigtig op, als zynda 15. voet. In La Lande moet ook een drukfout zyn, alwaar denbsp;hoogte op 9. voet gefteld wordt. Daar is geen rond gat in dennbsp;fteen, gelyk in de Rotonda te Romen, zo als eenigen vetkécrdlyknbsp;getnelij hebben.
(***) De Graaf Gaylus meent, in eene veihandding over fommi-ge piaatfen vau Herodoot, dat de zwaarte des fteens ten minften 940000. pond bedraagt. Dit is het iaatfte voorbeeld van de be-kwaamheid der Ouden in de Mechanica, Oin vetbaazende laftc*nbsp;te veivoetsn en optciigten,
-ocr page 142-itavetsna, nbsp;nbsp;nbsp;brons was, naar Aken deed brengen. Koningf
Theodorik was een vorfl: van lofiyke eigenfchappen, die! het beft zyner onderdaanen zogt te bevorderen, en nietsnbsp;barbaarfch aan zig had. Hy kon, ’t is waar, zelf nietnbsp;fehryven, maar had den vermaarden Caffiodorus tot kan-felier. Verana, Ravenna, en Pavia zyn hem veel fchul-*nbsp;dig. Men zag uit zyn geheele gedrag, dat zyn verblyfnbsp;te Konftantinopolen, waar toen het hof was, zynezeedennbsp;befchaafd had.
Craf van Dame.
Van de Rotonda kan men langs den wal te rug keeren, die een’ aangenaame wandeling, met boomen bezet, rondom de gantfche ftadt maakt. De voornaamfte gebouwennbsp;van Ravenna zyn ten aanzien der bouwkunde de Paleizennbsp;Rafponi en Spreti.
De inwooners van Ravenna hebben ’er veel mede op j dat zy ’t gebeente bezitten van een’ der eeifte Italiaanfchenbsp;digters. Dante Alighieri werd in ’t jaar 1255. te Florence geboren, maar moeft uit zyn’ vaderlyke flad wyken,nbsp;omdat hy de party der Gibellynen omhelsde, en ftierf alsnbsp;een verdrevene te Ravenna in t32i. Hy verdient meetnbsp;om zyne fchriften, dan om zyne zeeden geprezen te woc-dep. In zyn’ gedigten van den Hemel, de Hel en ’t Vi~nbsp;gevuur, heerfcht veel verbeeldingskragt. Zy werden zonbsp;beroemd , dat men byzondere leeraars aanftelde om zenbsp;uitteleggen , en hem den bynaam van il Divino gafinbsp;Zyn praalgraf is met yzeren traliën omgeeven, en ftaatnbsp;bp de opene de ftraat op den hoek van een Franciskaanetnbsp;kloofter. Onder zyn borftbeeld ftaat,in een lauwerkrans,nbsp;Virtuti amp; bonori. Ter regterhand leeft men deeze vaarzen.nbsp;die hy zelf gemaakt heeft, en daarby de letters S. V. F-dat is: fihi vivensfecit.
-ocr page 143-17
Ravennéi
^ura Monarchia, Superos, Phkgetbonta, Laeusque,
Lujirando cecini, voluerunt fata quousque.
Sed quia pars cejjit melioribus hofpita caftriSf ^aSloremque fuum petiit feiicior aftris,
Hic claudor Dantes patrUs extorris ab oris,
Quem genuit parvi Florentia mater amoris.
Ter (linkerhand is een lang opfchrift in marmer gehouwen, waaruit blykt, dat Guido Polentanus, Heer van Ravenna^nbsp;tot wien Dante zyn’ toevlugt nam, het gedenkteken opga*nbsp;rigt heeft, en dat Bernhardus Bembus het in ’t jaar 1483»nbsp;vernieuwen deed. De laatfte zettede de volgende regelsnbsp;’er op;
Exigua tumuli, Dantes, bic forte jacebas i Squallenti nulli cognite poene fitu.nbsp;nunc marmoreo fubnixus conteris arcu jnbsp;Omnibus amp; cultu fplendidiore nites.
Nimirum Bembus, Mufis incenfus Hetrufcis,
Hoe tibi, quem inprimis bte coluere, dedit.
Deeze Bernhard Bembus was de vader van den Kardinaal I’etrus Bembus. Eenigen hebben de vernieuwing van ’tnbsp;gedenkteken den Kardinaal toegefchreven, ’t welk egteSnbsp;'*it hoofde van ’t jaartal niet zyn kan, gezwegen dat denbsp;^oopnaamen niet overeenftemmen. De regte naam deSnbsp;^'gters wais Durantes, waaruit in zyn’ jeugd Dantes ge-®gt;aakt werd j en dien naam heeft hy ook behouden. Wylnbsp;hy in zyti vverk de Monarchia, de Keizerlyke niagt tegensnbsp;den Paus verdedigd had, telt herajhet hof van Romen onder de Ketters.
W{f
VI. Df-ELj nbsp;nbsp;nbsp;Bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;had ¦'
-ocr page 144-teenna. eertyds de akademie der Infonni. (*) Eeii' van de bekèndfte geleerden deezer eeuw is de Graaf Franciscusnbsp;Ginanni, die in ’t jaar 1766. negen en veertig jaaren oud,nbsp;overleed. Hy heeft in ’t jaar 1759. een verhandeling overnbsp;de ziektens van ’t koorn, vyftien plaaten voor de natuur-lyke hiflorie, behelzende merkwaardige (lukken uit zynnbsp;kabinet, nevens de verklaaringen, en nog eenige anderenbsp;dingen, gelyk ook het werk zyns ooms Jofef Ginanni overnbsp;de zeeplanten en fchelpdieren , uitgegeven. In ’t jaarnbsp;1752. rigtede hy een akademie op, welker doel zo wel denbsp;llaatkundige, als hoofdzaaklyk de natuurlyke hiftorie vannbsp;Ravenna zyn zoude. In ’t jaar 1765. verfcheen het eer-fle deel der werken van dit nieuwe gezelfchap, waarinnbsp;eene verhandeling van den Graaf over den fcirpus, een watergewas van omftreeks Ravenna, te vinden is. Zyn broeder, de Domheer ProsperoGinanni,heeft zyne handfchrif-ten geërfd, en is zelf een geleerd man, die zyns broedersnbsp;overige nagelaten werken vermoedelyk der wereld zal me-dedeelen.
De Ridder Buonamici, een bouwmeefter, eigenlyk te Rimini woonagtig, heeft een fchoon werk in twee folilt;snbsp;deelen uitgegeven , allerlei bouwkundige tekeningen, oud*nbsp;'heden, en opfchriften van Ravenna, voordellende. D®nbsp;titel is: Metropolitana di Ravenna, In Bologna 1748.
'Tpnoveld nbsp;nbsp;nbsp;Icaliaanfche mylen van Ravenna, op den weg naar
f/v;? nbsp;nbsp;nbsp;, aan de rivier Ronco, is het flagveld, dat uit hoof'
de Feix, de der overwinning door de Franfchen op de Spaanfehe e’’ Pauslyke troepen, in ’t jaar 1512., behaald, vermaard iJ’nbsp;De Franfchen verloeren daar den dapperen veldheerlGaftoi^nbsp;de Foix, Hertog van Nemours, die flegts vier en twintig
jasrci'
(») Men kan daarover nazien den brief des Abts Ginanni, Lltliratura Ai Raverma, in ’t jaar «749. uitgekomen.
-ocr page 145-jaaren oud was. Petrus Donatus Csfius, Biflchop van^^jij^gg^ Narni en Gouverneur deezer Provincie, heeft, onder Pau-lus III., ter gedagtenis deezer gebeurtenis een’ zuil op denbsp;plaats doen bprigten. Zy is met partydige opfchriften vervuld , waaruit bézwaarlyk is op te maakeii, dat de Paus-lyke party de nederlaag gekregen heeft. Zeer weinignbsp;ichikt zig de tweede regel van het tegen ’t Oöfieh ondernbsp;aan flaaiide diftichon op de overwinhing der Franfcheninbsp;gezwegen dat ’er een elendige woordenlpeeling in fteekti.
Hac petra PetrUs Donatus donat ïèerói Callosqüe bic cafos Cafius enumerat.
Van Ravenna kan men met den poft, die egtet in ’t Vê-tietiaanfche ontzaglyk duur is, naar Venetieri gaan. Da Weg Over Magria Vacca, Goro, Cavanella, Gozzo en Chib-2a, waar men zig te fcheep begeeft, heeft niets byzon-lt;^ers. Van Ravenna op Bologna zyn vyf poften over Faën-za en Imola. Te Faënza komt men weder op den groö*nbsp;ten poftweg van Rimini naaf Bologna, dien wy nu gaannbsp;befchryveri.
t)E WEG VAN RIMINI OVER FORLI, FAENZA,
EN IMOLA NAAR BOLOGNA.
Boven hebben wy reeds gezégd, dat eene myl van Ri mini zig de weg fplitft, en dat men regts af naar Ravenna , en flinks af naar Bologna reift. Op den laatften wegnbsp;¦komt men eerft over de rivier Lufo, dan aan Savignano,nbsp;teil vlek, eertyds Compita geheten. Daar ziet men eenenbsp;Rhoone nieuw gebouwde brug. Van hier tot Cefena zyrinbsp;drie rivieren te palTeeren, de Fiumefino, de Rigofa ,en denbsp;Pifacello of Rubicon.
CO
Ce/em.
Cefetia, een’ aartige ftad, ligt op een’ ongelyken grond aan den voet cens bergs, en zou door de Galli Senonesnbsp;aangelegd zyn. Strabo en Plinius fpreekeii van haar. Zynbsp;had, gelyk veele kleine fteden, in de dertiende en veertiende eeuwen haar' byzondere heeren, waarvan de laat-fte, Malatefta NoveJlo, ze den Rooinfchen ftoel nalief,nbsp;aan den welken zy gebleven is. Paus Alexander VI. fchonknbsp;Cefena zyneu zoon Cffifar Borgia, na wiens dood zy eg-ter weder aan den heiligen ftoel verviel. De wyn van denbsp;landftreek van Cefena was by de Ouden in naam. (?).nbsp;Nog hedendaags heeft de flad een goeden wynbouw, etinbsp;een’ overvloed van tuingewaffen. Men houdt de inwoon-tiers voor zeer gaauw en aartig, ’t welk veelligt van denbsp;heldere lugftreek deezes oords komt, of om dat zy afko-jnelingen der oude Galliërs zyn.
De weg van Cefena naar Forli loopt door vrugtbaare velden en een’ aangenaame landftreek. Men komt doornbsp;ForliinpopoH, het oude Forum Populi, een vervallene ftad,nbsp;waarvan nog eenige buizen en een Hot van laater’ bouwtrant te zien zyn. Men bouwt in deeze ftreek veel meekrap en vlas.
Fdrlit
De ftad For/i, in ’t Latyn Forum Livii, heeft haar’ oor-fprong aan Livius Salinator te danken, die ze, na de nederlaag van Asdrubal by Caftelluzzo.eene myl van Forli, aanleide. De inwoonders hebben de krygszugtige gevoelens hunner voorouderen lang behouden, en hunne vry-heid bewaard. In ’t jaar 1248. viel de ftad den Bolognee-zen in handen, en ftond vervolgens onder de gehoorzaamheid van verfcheidenen, die zig tot Heeren opwierpen, totnbsp;dat Paus Julius II. ze in ’t jaar 1513. met geweld wegnam. Forli is de geboorteplaats des digters Cornelius Gallus , des vermaarden Italiaanfchen gefcbiedfchryvers Plavio
Bioa-
^•) Plinius Hift. Nat. 1. 50. c. f,
-ocr page 147-21
Biondo, die in 1463. flierf, en van Morgagni, een’ ForS, bekend’ hoogleeraar in de ontleedkunde te Padua, In dee-ze ftreek tot aan Bologne toe, gelyk ook te Ravenna,nbsp;fpreeken de menfchen de f. als een fch uit, by voorbeeldnbsp;fchnhitö in plaats van fuUto.
Van Forli tot Faênza, in ’t Latyn Faventia, tien mylen Faënza. ver, is de weg zeer aangenaam. Faënza is een’ grootenbsp;Wel gebouwde dad aan den Lnmone. De Had is zeer oud,nbsp;dog men weet haar’ oorrprong niet, Zy komt by PlUnbsp;nius (t) voor, en Silius Italicus maakt ook gewag vannbsp;haarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De ftad is uit hoofde der menige aarden, ge-
fchilderde en verglaasde vaazen beroemd, welken de Ita-liaanen naar haaren uitvinder Majolica noemen, en die gelegenheid gegeven hebben,om inFrankryk,en elders,dier-gelyk foort van aarden werk den algemeeneu naam van fayance te geeven, De Domkerk-heeft in de kapel vannbsp;S. Pieter zes marmeren ftandbeelden, cn veifcheiden’marmoren graflieden met basreliëfs verlierd. Op de marktnbsp;ftaat een’ groote fontein.
Mola, in ’t Latyn Forum Cornelii, ligt op den oever van den Santerno, in eene bekoorlyke vlakte , waar denbsp;groote vally, welke door geheel Lombardyen loopt, eennbsp;begin neemt. Vermoedlyk heeft zy haaren ouden naamnbsp;van iemant uit het gedagt der Cornelii bekomen. Biondonbsp;meent, dat Clefi , die na Alboin’s tyden Koning der Lom-barden was, Imola op de plaats van ’t oude Forum Cor-aelii gebouwd hebbe. De oude ftad werd door het krygs-volk van Narfes vernield, Zy had een’ geruimen tyd haa-
byzondere Heeren , tot dat Ctefar Borgia zig ’er van meefter maakte, en Julius II. ze aan den Roomfchen Stoelnbsp;begtte. In ’c jaar lÓ5d. werd te Imoia de akademie der
h
(t) 1- 19. C. I.
(*J Arva ctrenatum nairire Faventia plmim,
B 3
-ocr page 148-Iniufirioji opgerigt, welke een’ groot’ Italiaan^h’ digter^ Giambattifta Felice Zappi, (Jie in 1719. te Romen over*nbsp;leed, voortgebragt heeft, (f) Tegenwoordig woont hiernbsp;de Graaf Camillo Zaropieri,die doorzyne Latynfche enlta-liaanfche vaarzen bekend is. Te Imola is , buiten danbsp;Domkerk, waarin een fchopn marmeren graf van den Kardinaal Gozzadini (laat, niets te zien.
Van Imola tot Bologna heeft men nog zeftien mylen in een’ zeer vrugtbaare en vlakke landsdouwe, waar de ge«nbsp;zigten wel aangenaam, maar eenvormig zyn.
FERRARA.
(ferrara.
Men kan op drie manieren van Bologna te Ferrara komen. Eerftelyk langs de vaart, gegraven om gemeenfchap metnbsp;Ferrara te hebben, ten tweeden langs den gewooneitnbsp;pollweg , en ten derden langs een’ omweg over Cento.nbsp;De naafte weg te lande bedraagt vier porten, of dertignbsp;mylen. Egter zal het een’ liefhebber der fchilderkonftnbsp;niet berouwen, over Cento, zes Italiaanfche mylen om,nbsp;te ryden, als de weg, wegens de overftroomingen, dienbsp;ijn deeze landftreek zeer menigvuldig zyn, te gebruiken is.
Mea
(t) Zyne gedigten, gelyk ook die zyoer huisvrouw, zyn in 1751. volkomen uitgegeven, onder den titel. Kimt dtll ^vvtcatt Gitvantfinbsp;Felice Zappi, t di Faujlina Maratti, fua Corifirte.
(•1 Die het befte koop van Bologna tiaac Venetien reizen wil, ak-Itordeert met den bode of Prccaccie, die alle week van Veijetien over Ferrara te water naar Bologna gaat, en wederkeert. Voor de ge-heele reis betaalt de peifoon met vragt en koft, die egtei flegt is,nbsp;twee zeehinen, en een bediende de helft. Maar do reis heeft haat’nbsp;ongemakken, omdat de fchuiten in den zomer zeer heet zyn, eonbsp;des winters de kajuit vol rook is. De bode houdt altyd ccnigenbsp;^uicn te Fettata ftil, dat men dan kan gaan bezien.
-ocr page 149-23
Wen paffeert dan den Reno te Lapiere, en dan is men nog eene myl van Cento.
Cento is een’ kleine ftad van omtrent 4000. zielen, en den liefhebberen der konfl, als de geboorteplaats des beroemden fchilders Giovanni Francisco Barbieri, gemeenlyk j)g fdll-Guercino da Cento (f) genoemd, bekend. Hy werd \nder Guer-1590. geboren, en behield ahyd eene groote liefde voorf*'quot;’-zyne geboorteplaats. Hy leide daar in ’t jaar 1616. eennbsp;fchilderakademie aan, die van alle kanten een fterken toeloop kreeg. Op zyn zesentvvintrgfte jaar kon hy reeds,nbsp;drie kardinaalen, die hy ter tafel ontving, door twaalf vol-waffene en wel gemaakte leerlingen van hem doen oppas*nbsp;fen. Hy wees alle buicenlandfche bedieningen van denbsp;hand, ftierf eindelyk in hoogen ouderdom in ’t jaar 1666.nbsp;te Bologna, en liet een aanzienlyk vermogen na. Weinig’ fchilders hebben zo vlytig gearbeid, zo dat zyne ge-boorteftad veele gedenkftukken van zyn penfeel kan aan-wyzen ,die wy meelt, en wel in die order als men ze beftnbsp;bezien kan, zullen aanwyzen.
In ’t Jefuieten koHegie, waarby een aartlge nieuwe kerk gebouwd wordt, treft men een S. Hieronymus' en tm'jiukken,nbsp;Maria, met het kind aan de borft, aan. Guercino hadnbsp;zynen erfgenaamen bevolen , deeze Hukken nooit te ver-koopen nog te laaten kopieeren. De h. Hieronymus heeftnbsp;een’ engel, die door hem befchaduwd wordt, agter zig.
De fchaduw is zeer konftiglyk geworpen. De jefuieten hebben ook nog een’ gryzaard van hem, en vérfcheidefl'’nbsp;flukken van Gennari, een’ neef en geduurigen medehelpernbsp;^an Guercino aan zyn’ meefte werken, die dus veel vannbsp;*yn meefters manier aannam. Inzonderheid verdient onder
de
(iquot;) Den bynaam Guercino bekwana hy, om dat hy met het cene ®og niet Wel aag of wat fcheel was
B 4
-ocr page 150-ffrrara. de laatfte (lukken de Elifa, die den zoon der Sunamitifche vrouw uit den dood opwekt, bezien te worden. Denbsp;droefheid der moeder en het edele aanzien des profeets zynnbsp;meefterlyk uitgedrukt.
In de kerk del Rojario wordt een Chridus, een S. Hieronymus , een Joannes de Dooper, en een S. Thomas vaii hem getoond. Te Magdalena is een (luk van die heilige, ’t welk dopr de te groote gezetheid eens aardsbis*nbsp;fchops van Bologna wat bedorven is. Hy ergde zig aannbsp;den bekoQrlyken boezem der zondaareflTe, en deed dieiinbsp;met haare hairlokken bedekken.
De kerk del Nome dl D.io praalt met hgt bede duk dat Cento van Guercino bezit. Het verbeeldt Chridus zynernbsp;moeder na zyne opdanding verfchynende.
In de Domkerk, aan S. Fiagio, gewyd, vertoont men de verheerlyking van Chridus door Gennari, en Chridusnbsp;de (leutels a^n Petrus geevende. DeApodel is wat zwart.nbsp;Ouder liet portaal ftaat het ledige praalgraf yan deezennbsp;grooten mee(ler,met het o^khMi,^enotaphiumJo.Franc^nbsp;Marbieri, vulgo il Guerc^m da Cent», PiSloris eximii, 0-iiit d. 24. Dec. 1666.
In de kerk van S. Pieter, is een link yan S, Benedi-ftus , en Petrus in de boeyen. In dia van S. Salvator pen’ fchildery van alle de heiligen; by de Servieten eennbsp;engel die S. Carolus een’ roos pverreikt; by de Kapucy-jien buiten de dad dh Emausgangers en eene Madonna,nbsp;welke het portrait is van Cuercino’s meederes.
Cento, daat voor het wereldlyke onder den Begaat van Ferrara, en voor het geedelyke onder den Aardbis-fchop yan Bologna. Paus Betjedidlus XIV. hield zig alsnbsp;AardsbilTchop van Bologna dikwyls hier op , alzo denbsp;plaats hem wel geviel, en verhief de dad in ’t jaar I755quot;nbsp;jot een bisdom. Doftor Monforti werkt aan haare hi-
do-
-ocr page 151-iS
ftorie. Haare wetten zyn reeds in J607. in folio drukt (?),
Dy goed weder en droogs wegen komt men met een vettnrino in zes uuren van Cento tot Fewara. Men rydtnbsp;gedeeltelyk langs den ouden dyk van denReno, ten deelsnbsp;over het gewezen bed zelf dier rivier. De wegen zyn ianbsp;deeze landllreek flegt; dikwyls heeft men een’ geheelennbsp;dag van doen om een’ poft afteleggen , en is foratyds,nbsp;als eensklaps een zwaare regen tusfchen beiden komt, ge»nbsp;dwongen, een paar dagen ftil te blyven, tot dat het waternbsp;weggelopen is.
De ftad Ferrara ligt op den oever van den Po, Befcbrj-en is haaren oorfprong aan eenige inwooners van fchuldig, die, na het verwoeften der ftad AquHeja door^^^^^nbsp;Attila, den Po afv.oeren, en in ’t midden van bosfchen ennbsp;moerasfen een’ fchuilplaats zogten. Dit was het begin vaanbsp;Ferrara in ’t laatft der zesde eeuw. De Exarch Smaragdusnbsp;voorzag de ftad van muuren, en Paus Vitalianus verlei hetnbsp;lgt;isdom van Voghenza derwaards. Zykwam, of door Karei den Grooten, of door de Graavin Maihildis, aan dennbsp;Paus. Paus Jan XII. gaf ze aan Tedaldo, Markgraaf vannbsp;Efte, die het kafteel Tedaldo bouwde. Ng den dood vannbsp;Aiphonfus II. dien de Pauzen voor den laatften Hertog vannbsp;het huis van Efte doen doorgaan, deed ClemensVIII. zyn
vet-
(l*) Statuta ttrr* Centi ntiper. reforntata. Ao. l507. in TerrAf**
(••) Men heeft een fchoon plan van Perrara op zes bladen. Baru* fildi heeft de hiftorie dier ftad , en Prifcieno AntiMta dt Fcrmranbsp;'quot;'gegeven. Batufaldi heeft ook het leeven der fchllders van Fetraranbsp;byzonderljk befchteven. Cefaro Sarotti Pittnre e fiftlture, the fi «rt»nbsp;vann nette chUfe e Imghi pnhtki e fobberghi della Citta dl Fetrara, 1770quot;nbsp;in Oft. Vooraan ftaat ecu lyft van alle de fchildets van Keirara,nbsp;waaruit de fchryver befluit, dat de Feuatafchc fchool een vooinagmenbsp;plaats in de hiftoiie det konft verdient.
^5
-ocr page 152-vermeend regt gelden, en nam in 1598. bezit van Ferrara, fchoon de Hertog van Modena, als een telg van ’t huiinbsp;van Efte, fterke aanfpraak ’er op maakte, welke de Keizernbsp;toen ook voor tvettig verklaarde.
Ferrara is eigenlyk een aanzienlyke ftad, maar, alzo zy liegts eenige duizenden inwooners heeft, kan men zigver-beelden, dat zy zeer woeft zyn, eh oneindig veel van haar’nbsp;(öude welvaart onder de Hertogen uit het huis van Efte moetnbsp;verloren hebben. Artofto verheft Ferrara zeer, om te ge-lyk den Herrog Hercules , die in ’t begin der zeftiendenbsp;eeuw regeerde, te kunnen vleijen. C*}
, nbsp;nbsp;nbsp;Ch'anc» la gloria tua falira tanto
Ch'avroi di tutta lialta il prcgio dl vanto.
Havria fi ancor la fua citta munita,
Che contro tut to il mondo fiar ficura,
Potria fenza chiamar di fuori aita,
E che d Er col figUoml, d'Er col fa rebbe Padre il Signor, che quefio e quel far debbe.
Maar deeze digterlyke droomen zyn kwaalyk getroffen. Als men van Bologna door de poort van S. Benediftus bin-iien komt, krygt men een gimftig denkbeeld van de ftad,nbsp;'al^o de ftraat van S. Benediflus tot aan de andere poortnbsp;3000. fchreeden lang lynregt voortloopt. Dit is een deelnbsp;der nieuwe ftad, dat Hercules, tweede Hertog van Ferrara,nbsp;die als een vriend der weetenfehappen en een befchermernbsp;^er geleerdheid bekend is , aangelegd heeft. Die ftraatnbsp;'Wordt door een’ andere insgelyks zeer lange by de Paleizen
(»} Canto 43, Ott. 55. 5ce.
-ocr page 153-sen Villa eh Pallavicini regthoekig doorgefneden. De ci-tadelle ligt tegen ’t weften, en heeft een’ Paiislyke bezetting van 300. man, nevens een arfenaal voor 14000. man» en veel gefchut.
De zaal. in het flot , waar de Raad vergadert , heeft veel fchilderwerk op natten kalk. De voorige Hertogennbsp;hebben het flot gebouwd, en gemeenlyk wordt het doornbsp;den Pauslyken Legaat bewoond, wien deeze poft omtren?nbsp;10000. fcudi opbrengt,
De Domkerk ligt aan de groote markt, en heeft niets byzondecs als den h. Laurentius vanGuercino , en het praalgraf van Lelio Gregorio Giraldi , van wien Thuanus alsnbsp;van een’ der geleerdfte mannen zyns tyds gewaagt. Denbsp;verbetering des Gregoriaanfchen almanaks werd in ’t jaarnbsp;1582. naar aanleiding van deezen Geraldi en zyn’ broedernbsp;Antonio Giraldi ondernomen.
Tegen over de Domkerk ligt een oud paleis, eertyds door de Hertogen van Ferrara bezeten , en thans nevens andere vryeigene goederen van dat huis der Keizerin Marianbsp;Therefia behoorende. De Marquis Pallavicini, die lang innbsp;Keizerlyken dienft geweeft is, heeft zig te Ferrara nedergezet , en veelen van deeze vryeigene goederen aan zignbsp;gebragt.
By de Jefuieten ziet men Staniflaus, die het avondmaal Van de engelen ontvangt, en S. Franciscus Xaverius, dienbsp;een’ dooden opwekt, door Spagnolet; te S. Maria in Vad»nbsp;een fchoon ftuk van PaulVeronefe; by de Kanhuizers denbsp;hemelvaart en het laatfte oordeel door Badiano Filippi, ennbsp;hun’ eetzaal de bruiloft te Kanaan door Bononi, eennbsp;fehiider van Ferrara,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ongemeen hoog ge-
fchat
(i) Bononi Was een leeiling van ScatfelUno van Fertara , die eg-
-ocr page 154-ftrrara. fchat wordt. Van den zelven meefter is ook de S. Bruno in ’t kapittel van ’t kloofler. Op de binnenplaats van ’tnbsp;zelve ftaat het praalgraf des eerflen Hertogs van Ferrara,nbsp;wiens gedagtcnis den inwoonderen zeer lief is.
In de Auguftynerkerk ligt Laura Euftochia , meefterei des laatften Hertogs van Ferrara, Alphonfus II., gemeen-lyk la Berettara genaamd, begraven. Clemens VHI. verklaarde haare kinderen onbekwaam ter opvolging. Hetnbsp;portrait van deezen Hertog en zyne meefteres ziet men innbsp;de kerk van S. Benediftus, en wel in de eerde kapel ternbsp;regterhand, als Herodes en Herodias, door Bononi gefcbil-derd. In de zelve kerk is het graf van den beroemdennbsp;Atiofto te zien. Op het aanzienlyke gedenkteken vannbsp;marmer ter regterhand van ’t groote altaar leeft men;
D. O. M. Ludovico Aréoflo, ter illi max. atque ore omnium cekberr. vati, a Carolo V. Clt;ef. coronato, nohilitate generis ac animi claro, in Reb, publ. adminiflran., in regen. populis, in gravijf. ad funm. Pont. legationibus, pru-deniia, confilio, eloquentia praflatitijf. Ludovicus Areoflusnbsp;ptonepos. ne quid domefticx piet at i ad tanti viri gloriamnbsp;eumuland. defuijfe vidert poffit, magno patruo, cujus ofj'nnbsp;hic vere pofita futtt ,P. C. A. 1612. vixit an. S9‘gt;biit an,nbsp;1533- 8. ld. Junii.
Notus ö” Hefperiis facet hic Areoflus ö? Indis, Cui Mufa aternum nomen Etrufca debet.
Seu fatyram in vitio exacuit, feu comica lufit, Sea cecinit, grandi, bella ducefque, tuba,
Ter
ter ook de Ichool van Caracci te Bologna bezogt, en zig daardoor tot een’ bekwaam' meefter , wiens werk zeet gejtogt wordt» gemaakt heeft.
-ocr page 155-Ter fummus vates, cui futnmi in vertke Pindi nbsp;nbsp;nbsp;Ftrrarêm
Tergemini licuit cingere fronde cma%.
Op de voorplaats van de eetzaal der Benediktynen ziet men het Paradys door Benedetto Garofalo gefchllderd. Deezenbsp;®eefter was een goed vriend van Ariofto, waarom hy hem,nbsp;®et een’ grooten zwarten baard, op het ftuk, aan de reg-ter hand , tusfchen S. Sebaltiaan en S. Catharina bragr.nbsp;Ariofto had ’er om verzogt. Breng «y, zeide hy, in walnbsp;faradys, wie weet of ik in bet andere korae ? By Doélornbsp;Barotti te Ferrara kan men een’ ouden floel van Ariofto eanbsp;£yn handfchtift van de hekeldigten zien, gelyk te S. Onu-frio te Romen eenig oud huisraad vanTairo,als een heilig*nbsp;dom, getoond wordt.
'Taft.
In ’t hospitaal van S. Anna wyft men nog de plaats aan. Waar de beroemde Taffo, onder voorwendfel dat het hemnbsp;® ’t hoofd fclieelde, zeven jaaren lang in bewaating ge-Weeft is. De digter had misfchien met Eleonora, Hertognbsp;Alphonfus’ zufter, eene meer dan digterlyke kennis gehad.nbsp;Waarom deeze hem van de hand hielp, fchoon hy doornbsp;hem in de plaats van ’t verloft Jerufalem, die begint 7anbsp;magnanimo Alfanfo, vereeuwigd geworden was, De ge*nbsp;kondheid van Taflb leed door die lange gevangenis, zo dacnbsp;hy kort na zyn ontllag in 1595. ftierf, zjnde even te Ro-®en aangekomen , en ftaande, op bevel van Clemens VUL,nbsp;tgt;i enlyk op het Kapitool gekroond te worden.
In het huis Gualenzo te Ferrara, dat voorheen der fa-®iHe van Guarini toebehoorde, is het bekende herders* gedigt^ tl Paflor fido, het eerft gefpeeld. Dat huis wasnbsp;zanggodinnen en weetenfehappen geheel en al ge-, Waarom men ook aan den hoek leeft, Herculh £?nbsp;Mufarunt commercia -favete Unguii animis.
De Dnivetfueit heeft haar’ zetel in het zogenaamde Pa-
lazsa
-ocr page 156-ferrftrs. lazzo del haradifo, Zy is oud, en was voorheen ^eer beroemd. De akademie der Intrepidi houdt jaarlyks nog eenige t’zamenkomften, die weinig om ’t lyf hebben.
Geleerden, perrara was de geboorteplaats van den ongelukkigen eil onrchulciig verbranden Savanerola , dert vermaarden ftar-renkundigen Riccioli,en den Kardinaal Bentivoglio,wiensnbsp;brieven als een model van fraai italiaanfeh aangeprezeiinbsp;worden, tiet paleis waarin hy woonde voert nog zyn’nbsp;naam. Daar zyn verfcheiden’ geleerden te Ferrara. Andreas Ëarotti heeft zig door verfcheiden digtftukken ennbsp;Verhandelingen over de hiflorie der weetenfehappea , ennbsp;Hieronymus Barufaldi door fehriften over de kerklyke oudheden , bekend gemaakt. Vincentius Bellini is een bekwaam oudheidkundige; de Abt Joannes Baptifta Paifarinbsp;heeft zig in verfcheiden takken doen kennen; de Marquisnbsp;' Alfonfo Varano heeft twee der befte Italiaanfche treurfpe-len, Demetrius en Semiramis, gemaakt.
Het hof te Ferrara was tegens het einde der zeftiende eeuw een der geeffigften en befchaafdften, waar fmaak ennbsp;Weetenfehappen hoog gefchat werden en te vinden waren;nbsp;Schoon de Hertogen flegts een klein deel van Italien bezaten, bekleedden zy egter een’ aanzienlyken rang ondernbsp;de vorflen van dat gewelf. Het land was bevolkt en bebouwd, de inkomften aanzienlyk, en fielden de landshee-ren in fiaat onkofien te doen. Zodra het onder den Paus-lyken rykfiaf kwaqi, geraakte het aan ’t vervallen, alzonbsp;piemant ’er agt op gaf. De Paus trekt ’er geen voordeelnbsp;van,de inwooners neemen handover hand af,'naauwlyks isnbsp;.*er het vierde deel vande honderdduizend menfehen, die teünbsp;tyde der Hertogen in de hoofdftad woonden, meer overig»nbsp;-Waar onder nog een paar duizend Jooden zyn. Veele hut'nbsp;zen liaan ledig, en veelligtzal Ferrara, als het Zo voortgaar*
binnen honderd jaareu maar een dorp zyn, De graften zy“
al*
-ocr page 157-ttllengskens verftopt, het water is overgevloeid, en heeft tnoerasfen veroorzaakt. Men heeft geen’ handen genoegnbsp;om dit kwaad te verhelpen, en dit maakt de lugt ongezond, en ontvolkt het land.
Even eens is het met het landfchap Fiumeflm gefield« dat een’ treflyken grond heeft. Het gedeelte dat den Ve-Jietiaanen toekomt is bevolkt en wel bebouwd ; zodranbsp;men te Lagofcuro den arm van den Po pasfeert gt; en innbsp;het Pauslyke gedeelte van Polefino komt, vindt men eea’nbsp;merklyke vermindering in de bevolking en de bebouwingnbsp;des lands. De velden liggen woeft, en de dorpen ftaannbsp;ledig.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;
Men hoort in deeze landftreeken zo veel van de Motrajiit, flroomingen des Po’s, van de moerasfen van Ferrara ennbsp;in het landfchap Romagna Ipreeken, dat wy dit onderwerp , voor de inwooners even zo gewigtig als het droog-maaken der Pomptynfche plasfen, niet geheel met ftilzvvy»nbsp;gen kunnen voorbygaan. Tuslchen Bologna, Ferrara egtnbsp;Ravenna ligt een (Ireek van omtrent 320. Italiaanfche vierkante mylen , die door de overftroomingen byna geheelnbsp;onbruikbaar geworden is, en de verfchillende belangend®nbsp;nabuuren is oorzaak, dat men niet met ernft denkt om dienbsp;kwaad te verhelpen.
De Po, die altyd verfchriklyke ovetflroomingen veroorzaakt heeft, liep voor de twaalfde eeuw digt by Ferrara,
Maar om het jaar 1155. baande hy zig een’ nieuwen weg noordwaards van de Had, waardoor de oude arm geduu-rig verminderde. De inwoonders van Ferrara vreesden,
«lat de Panaro en Reno, die in het oude bed der rivier,
Po di Primaro genoemd, hun uitloop hadden, verftopt raaken, en een overftrooming in het landfchap Fiumefinonbsp;en de vallyen van Comachio veroorzaaken mogten. Zynbsp;verzogten dethalven om het jaar léoo. verlof om den Reno
firrars, «it den Pb aftéleidenj De Panaro had reeds zig door eeni ander oud kanaal een’ weg gemaakt om zig met den Po tenbsp;' vereénigeh. Zy booden aan, het eerfte bed van den Ponbsp;zelven opteruimen. Ten dien einde moeften alle de onzuivere ftroomeri, die van den Reno af tot aan zee toe ianbsp;den Po di Primaro vallen, voor een’ tyd afgeleid en in denbsp;Vallyen gevoerd worden; De Paus gaf’er verlof toe ,fchoonnbsp;maar voor zekeren tyd om het werk te verligten, hoewelnbsp;men voorzag dat de korten voor de inwooners van Ferraranbsp;te zwaar waren*
In ’t eerft wierd de Reno in de vally Santa Martina geleid, welke, niet diep genoeg zynde, ras vol werd. Toen *•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;die van Ferrara merkten dat hun land daardoor beter werd j
leidden zy het water van den Reno al meer en meer af, die van Bologna moeften hunne dyken verhoogen, welken egter fomwylen doorbraken. De Reno Hortte zig ge-duiirig meer in de vallyen, Zonder dat het kwaad te ver*nbsp;helpen ware. De laatfte doorbraak gefehiedde in ’t jaatnbsp;1740. en wordt Rotta Panfilia genoemd ; door deezenbsp;komt al het water in de vallyen van Poggio en Malal-bergo. De andere uit den Primaro in ’t jaar 1604. afgeleide fttoomen zogten allengskens hun’ ouden loop weder.
De Bologheezeh, die Zageti W'at fchade zy by ’t gemelde Pauslyke verlof lydeu zouden, bezwaarden zig ’erover, waarom ’er bevel kwam, den Reno in den Po van Lom-bardyen te brengen. De volgende Pauzen herhaalden hetnbsp;bevel, dog het hielp niet, en de Bologneezen zyn bynanbsp;alle hoop kvvyt van de zaaken op den ouden voet herfteldnbsp;te zien. Sedert zyn ’er veeie nafpeuringen gedaan en ontwerpen gemaakt, maar alles zonder gevolg.-
Het zekerfte middel zou onbetwiftbaar wezen, den Rs* ao boven Ferrara in den Po te leiden. De Bologneezeo
droa-
-ocr page 159-33
«Jrongen nog ten einde der voorige eeuw daarop aan, dog Ferrari», die van Ferrara en de Venetiaanen fielden ’er zig zeer tegen. Benediaus XIV. wilde zyne Bologneezen gaarnenbsp;helpen , en deed de grift, Cavo Bencdettino genaamd, graa.nbsp;ven, die het water der Idice, welke de Hertogen van Ferrara van den Primaro af en in de vally Marmorto haddennbsp;doen brengen , afleiden , te gelyk al het water van dennbsp;Reno en de Savena medeneemen , en dan , door middel van den Primaro, in zee brengen moed. De griftnbsp;koftte veel gelds , maar het gevolg voldeed aan de verwag-ting niet. De Idice had een Herken val, was zeer troebel, en verdopte gevolglylc ’s Pauzen grift, en de Renonbsp;zogt een’ nieuwen weg. Benediftus XIV. wierd daardoornbsp;afgefchriki: ondertusfchen houdt men nog alcyd hoop,hetnbsp;Ontwerp uittevoeren.
De invvoonders van Ferrara hebben zig altyd tegens de de afleiding van den Reno in den Po verzet, en om dienbsp;reden zes of zeven plaatfen voorgefla^en, daar men eennbsp;kanaal graaven zou kunnen. Pater Ximenes, wiens grootenbsp;uitzigten in zaaken van deezen aart wy in een onzer eerdenbsp;deelen geroemd hebben, is van meening, dat de uitdagnbsp;van ’t graaven aller dier kanaalen onzeker is, en dat denbsp;zaak ’er door misfchien nog zou verergerd worden. Be-kalven dit zou het omtrent de 4000000. fcudi koden; ennbsp;Om die reden was het niet wel doenlyk. Zyne meeningnbsp;loopt daarheen, van den Reno te laaten zo als hy is, ennbsp;t Water uit het Bologneesfche in den Primaro door hetnbsp;Cavo Benedettino , of een ander kanaal, te leiden : denbsp;kleine rivieren in *t Bologneesfche en in Romagna zoudennbsp;dan de vallyen en raoerasfen met haar Oyk allengskens aanvullen , en jjgj klaare water zou in den Primaro kunnennbsp;afloopen. Volgens bem is het zekerde, het water in denbsp;VI. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v»Ir
-ocr page 160-Ferraro, vallyen van Comachio noodwaards van Ravenna afteleiden, alzo die gemeenfchap met de zee hebben. Dit kon voornbsp;looooo. fcudi gefchieden.
Dejefiiiet Savieri, een bekwaam ingenieur te Ferrara,is ook voor het afleiden in de vallyen van Comachio, doornbsp;middel van een kanaal, van Argenta door het moeras vannbsp;Comachio tot aan den mond van den Primaro. De Paus-lyke Kamer zou daar door een’ ftreek van zeftien inylennbsp;lang en eene myl breed winnen, fchoon de kollen eenmilrnbsp;Hoen fcudi zouden beloopen.
Alle deeze onwerpen zullen bezwaarlyk ter uitvoering gebragt worden, alzo de Pauslyke Kamer uit de visfcherynbsp;in de moerasfen van Comachio over de 30000. fcudi in-koraften trekt. De ontzaglyke moerasfen rondom Comachio eindigen tegen de kuil; met zwaare dyken, die drienbsp;uitwateringen in zee hebben. Deezen worden met het begin van February geopend, de vifch komt ’er dan in menigte binnen, en brengt een ontelbaaren overvloed vannbsp;jonge visfchen voort, die terug blyven wanneer de dykennbsp;in Maart weder geflopt worden. By maaanfchyn, in September , Oetober , en November, als de vifch de koelenbsp;zee zoekt , opent men de uitgangen weder , en zet ’ernbsp;groote biezen korven voor, waarin binnen korten tyd eennbsp;verbaazende menigte visfchen gevangen wordt. Dit voordeel is redens genoeg voor het Roomfche hof om alle ontwerpen , waarby de toeftand der vallyen van Comachionbsp;veranderd zou worden, te verwerpen.
In ’t jaar 1767. wierd Vader Lecchi de zaak op nieuws opgedragen , alzo hy een’ voorflag gedaan had , om denbsp;overflrooraingen tusfchen Ferrara en Bologna te voorkomen , en de moerasfen by Comachio in hun’ toeflandnbsp;laaten. Ook hebben ’er in den zomer van 1767. en 1708-
al
-ocr page 161-35
Bltyd 2400. man aan gewerkt. De tyd zal ieeren of voorflag, als hy geheel zal uitgevoerd zyn gt; de be-hoorlyke uitwerking doen zal. Zyne meening ftrekt daar-dat men den Reno van de Rotta 1’anfilia af tot aannbsp;Poggio, en van daar door het Cavo Benedettino, in dennbsp;Primaro by Morgone beneden den Traghetto leiden, en innbsp;de valJy Gandazolo dyken aanleggen moet, om het waternbsp;des te beter te beteugelen. Hy houdt den Po di Primaronbsp;tot dit einde beter dan den Po grande. Verfcheiden zeernbsp;troebele beeken , als de Zena, de Fiumicello , en anderen,nbsp;moeten niet regt toe in ’t Cavo Benedettino, maar doornbsp;byzondere van den Reno afgefcheideii kanaalen afgevoerdnbsp;Worden. Ten dien einde flaat hy een nieuw met het eer-fte evenwydig loopend kanaal voor, in bet welk de Scor-furo twee mylen van Cento vallen, en dan in het kanaalnbsp;della Beccara boven Argenta, en in de vally van Marmor-to geleid worden zou.
De weg van Ferrara naar Venetian te lande gaat over Padua; maar alzo de pollen in het Venetiaanfche zeer ómt Ferraranbsp;zyn, en de wegen voor de vetturini liegt, is het beternbsp;Water te gaan. Men huurt, als men niet met den bodenbsp;gaan wil, een vaartuig, en komt in anderhalf uur te Pontenbsp;di Lago Euro. Hier neemt men eene van de fchuiten dienbsp;den Po vaaren tot aan Cavanella.
De reis is uit hoofde der heerlyke gezigten op den Po aangenaam. De rivier is met zeilen bedekt, een’ me-^'Ste kleine llroomen Porten zig in dezelve, en de oeversnbsp;2yn verrukkend. Maar als de rivier aan ’t zwellen is, isnbsp;zy des te verfchriklyker, waarom de bewooners der oeveren
{ *) Hy heeft dien doer den druk gemeen gemaakt. 'Rela^Unt '^Ua vijlta faiia del F. Aid. Leaht 6ec^ Utnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tyd/* in fnt.
C 3
-ocr page 162-ren naauwkenn’g op haaren coeftand letten. Zy voert zo veel zands, fteenen, en fiyks met zig, dat zy reeds overlang haar bedverlaaten, haar loop veranderd,en alles over*nbsp;ftroomd hebben zou, indien men niet aan weerskanten dy-ken gelegd had. Naar maate dat het bed der rivier hoo-ger wordt, verhoogt men ook de dyken. Op fomraigenbsp;plaatfen is het byna 30. voet hooger dan het land agter denbsp;dyken. By de overllrooming van het jaar 1755* moeftnbsp;men de dyken in het geheele Ferrareefche nog eenige duimen verhoogen. De nabuuren der rivier leeven in een ge-duurige vrees voor overftrooraingen. Zodra zy meer dannbsp;anderhalve elle boven haare gewoone hoogte klimt ,nbsp;houdt men dag en nagt de wagt op de dyken, om by denbsp;hand te zyn op de plaatfen daar gevaar is. Somwylen gebeurt dit meer dan eens in een jaar, fomwylen in twee ofnbsp;drie jaaren niet eens. Het plotslings ftygen der rivier hangtnbsp;af van de gebergtens in Piemont en Lombardyen, als denbsp;fneeuvv daar eensklaps lineit.
De Heer La Lande deed deeze reis in Oétober 1765. zynde de Po 5. voet boven de hoogte waarop men begintnbsp;te waaken. De dyken, Argini, waren met 3000. boerennbsp;in het Ferrareefche bezeti die zig in hutten, drie of vierhonderd fchreeden van malkander , ophielden. In elkenbsp;hut zyn ’er altyd drie in gereedheid, om de plaatfen daatnbsp;de dyken befchadigd worden, met paaien, takkenbosfen»nbsp;en aarde, te herftellen. Eenige foldaaten patrouilleeren»nbsp;en pasfen op, dat de boeren hunne poften niet verlaaten»nbsp;en dat geen fchip tegens de dyken ftoote. Op dien ty'^nbsp;mag niemant, buiten den bode van Venetien, op dennbsp;vaaren. Alzo het bed des Po’s weinig vals heeft, loop^’nbsp;het water niet fpoedig weder af, zo dat men dikwyls ve^'’'nbsp;tien dagen waaken moet. Men fchat zyn val een voet op
ge-
-ocr page 163-37
genoegzaam is. Dewyl men de Rotta Panfilia of den door- Perrara. braak des Reno’s niet heeft kunnen (toppen, zoude een’nbsp;doorbraak van den Po nog veel minder te herftellen zyn.
MisCchien weet men nogthans in Italien de dyken niet zo Wel aanteleggen als in Holland, waar men federt eeuwennbsp;genoodzaakt is, alles te verzinnen wat ’er op te bedenken is.
Uit den Po komt men in de Cavanella, en vyf mylen verder by het vlek Laureo in een ander kanaal, waar nanbsp;men nog een paar mylen op de ^dige vaart. Eindelyknbsp;bereikt men Porto di Brondolo, waar de Huizen in de Lagune,
Van Venetien uiikomen. De Lagune zyn eigenlykeen gedeelte Van de zee,maar dat niet diep genoeg is,en te weinigge-Weenfchap met het overige der zee heeft, dan dat men ’er
beweeging der baaren befpeuren zoude. Men kan de •diepte der Lagune met (tokken peilen, en de Raad draagtnbsp;^org dat zy niet geheel verflyken, alzo de veiligheid vannbsp;Venetien daarin gelegen is, dat ’er geen vaft land ontltaa,nbsp;cn ’er ook geene groote fchepen by de (tad komen kunnen, By de invaart der Lagune vertoonen zig de Vene-tiaanfche tolbedienden : fomtyds wordt men van verfchei-dene zulke onderzoekers bezogt , wien het maar om eennbsp;drinkpenning te doen is. Zulken die met den bode reizennbsp;bebben zo veel overvallen niet te dugten, en komen ge-Oieenlyk met eens vry,
In een uur vaart men van Brondolo naar Chiozza, een’ Wozza» aartige (tad, die nog vyf en twintig mylen van Venetiennbsp;bgt. Zy heeft een’ fchoone domkerk, breede (Iraaten metnbsp;bedekte gangen ter wederzyde, op de wys van verfchei-den Lombardifche (teden. Van hier ziet men de Alpesnbsp;naar den kant van Padua. Men vervolgt daarop de vaartnbsp;tusfchen het vaüe land en het Lido di Paleflrina,-een'nbsp;fmalle landtong, welke de Lagune van het land affcheidt.
38
Ferrara.
Zes rayien van Chiozza ligt Pakjlrina, een groot dorp aan het ftrand, dat hier ter langte van zeven mylen metnbsp;huizen bezet is. Het gezigt van het bebouwde ftrand isnbsp;zeer fraai voor ’t oog.
Einuelyk bereikt men Malamocco, waar het firand even bebouwd is. Hier vertoont zig de toren van S. Marcusnbsp;ea eenige anderen , fchoon men 'er nog vyf mylen vannbsp;daan is. By ’c klooBer S. Sprrito , drie mylen van denbsp;ftad , ziet men ten laarften het Ichoone Venetien voornbsp;zig, ’t welk door zyne zonderlinge ligging eiken reizigernbsp;op het eerde gezigt in verwondering brengt. (*}. Mennbsp;vaart langs het kanaal la Giudecca tegens over de plaatsnbsp;van St. Marcus, en komt in het grooie kanaal, het welknbsp;in zyn foort , en wegens zyn heerlyk voorkomen, betnbsp;eenige in de wereld is.
Venetien is na Romen en Napels de derde ftad van Tta-lien. Zy ligt onder de breedte van 45. graaden 25. minuu-ten, en heeft omtrent honderd duizend inwooners, behal* ven die welken op de fchepen huishouden en te Muranonbsp;woonen. Men rekent haare grootfte langte, van de patri-
(*) Sannazarius maakte op de ligging dér ftad de zes vclgccde regels , waarvoor hem de Republiek met 100. dukaaten voor elkeönbsp;befchoiik.
Vtderat Adriacis Venetam i^fptuntn ïn undis Stare Urbem^ amp; toti ponere jrra mart,
Ü^tme mihi Tarpejas q^antnmvis J.tippiter arces 0amp;j7ce, ér illa tni mania Martïs ^ alt.
Si Pelago Tlberlm prafers, urhem afpice Ktramqm^
Jllam komines dices, harte pofnijje Dm»
-ocr page 165-S9
triarchaale kerk van S. Pieter to: aan het fpits van’t ^^ fenetien. nareggio tegens’t znidweften, tweeduizend vademen, ennbsp;de breedte, het kanaal della Guidecca , dat honderd ennbsp;zedig vademen breed is, mede gerekend, op duizend ennbsp;''yfhonderd vademen.
Men vindt geen fpoor dat de eilanden die het tegenwoordige Venetien uitmaaken voor de vyfde eeuw bewoond geweed zyn. Om het jaar 421. bevolkten die van Padua het eiland Rialto. Het voornaame tyddip van dennbsp;oorfprong der dad was de inval van Alboin, Koning dernbsp;Lombarden , in ’t jaar 568. De Patriarch van Aquilejanbsp;nam toen, met zyn geedelyken en veele borgers dier dad,nbsp;de vlugt herwaards. Eene menigte uit andere gewedennbsp;Van opper Italien voegde zig by hun, en daaruit ontdondnbsp;eene dad, uit verfcheiden kleine eilanden bedaande, dienbsp;naderhand den naam van Venetien bekwam. De reeks dernbsp;I^oges , waarvan ’er honderd en agttien geteld worden,nbsp;vangt met het jaar 697. aan, wanneer Paolo Lucio Ana-fedo door de twee en zeventig eilanden, die tegenwoordig de twee en zeventig kerspels der dad uitmaaken, totnbsp;die waardigheid verkoren werd. Pipin, Koning van Frank-ryk, door Pairs Steven naar Italien geroepen, om de Lombarden te verjaagen, gaf der nieuwe dad eene zekere gedaante en betere inrigtingen. Hy vereenigde het eilandnbsp;Ilialto nader met de overigen, en gaf der dad den naamnbsp;Van Venetice, omdreeks het jaar 760.
Ten tyde der verfchillen over de grenzen van’tOoderfch en Wederfch Keizerryk tusfchen Karei den Grooten en Ni-'^sphorus, vifchten de Venetiaanen in troebel water, zet-teden hunne grenzen uit, en maakten zig onaflianglyker.
bgging van Venetien , zo bekwaam tot den handel, verrykte ze welhaad. Het is bekend, wat fchatten dienbsp;ftad ten tyde der kruistogten, en voor dat de weg om danbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kaap
-ocr page 166-Fenètien.
Kaap de Goede Hoop naar de Indien ontdekt was, verzamelde, en hoe hoog de raagt der Republiek fteeg. De Venetiaanen bezaten een’ geruiraen tyd het Koniugryk Cyprus , Morea , en ’t eiland Candia ; zy waren in ’t jaarnbsp;120Ö. een tyd lang meefters van Konftantinopolen , Napelsnbsp;en Sicilien. Zy zegenpraalden verfcheiden maaien over denbsp;Saraceenen, de Grieken, hunne nabuuren,de Genueezen,nbsp;en de Pifaanen,
Met het verval van den koophandel nam hun’ magt af. De Turken ontnamen hun allengskens byna alles, op eeni-ge eilanden na. Candia verloren zy in i6dp. Morea innbsp;1715. Zo nadeelig ook de vrede van Pasfarowitz van’tnbsp;jaar 1718. tusfchen hen, den Keizer, en de Porte was,nbsp;verkreegen zy ’er nogthans dit voordeel door, dat zy fe-dert in ’t gerufte bezit van Corfu en andere eilanden gebleven zyn. De hiftorie der Republiek is te wydloo-pig; (1) alleen zullen wy nog drie merkwaardige tydftip»nbsp;pen, naamlyk van de jaaren 1247. 1508. en 1618. aanroeren,
In ’t jaar 1247. werd de tot nog toe fland houdende ariftokratifche regeeting ingevoerd, de magt van den Dogenbsp;opgeheven, en het Gran Conjiglio, uit een zeker getal fa-
mi-
De hiftorie der Republiek is door goede fchryvers, als Label-lico , Bembo , Parata , Naai , Morofini, Fofcarini, Garzoni, by ftukken, en wel onder gcedkeuiing van ’t Conjiglio dc’ Pieci, belchre-ven. Het uittrekfel uit die allen heeft ten titel Storia delU RipitblUdnbsp;di Venezia delta faa fondasiione Jim all1 anno t747» da Giacono Diedenbsp;Senatore, in Venecia 1751. vier deelen in quatto Onder de nieuwenbsp;buitenlandlche fchryvers is de hiftorie van den Abt Laugier onbe1nbsp;twiftbaar dè befte. Het negende deel gaat tot het jaar 1540. en i®nbsp;in 1767. in ’t ligt gekomen. Het werk zal dertien deden in du®1nbsp;decimo bcflaan,
-ocr page 167-41
milien, voor hun en hunne nakomelingen, met uitfluiting van alle anderen, opgerigt.
Het verbond van Kameryk in ’t jaar 1508. fcheen der I^epubliek haaren geheelen ondergang te dreigen. Juliusnbsp;H. die Ravenna en andere plaatfen aan het Pauslyk gebiednbsp;Zogt te trekken , hitfte Keizer Maximiliaan, die gaarnenbsp;Frioul en Padna, den Koning van Frankryk, die Brefcianbsp;en Cremona, den Koning van Napels, die Brindifi,Otranto, en andere deden van Apulien begeerde, den Hertognbsp;van Savoyen, die aanfpraak op Cyprus maakte, en einde-lyk den Hertog van Ferrara , die regt op Mantua voorwendde, tegens de Republiek op. Zulk eene magtkondenbsp;zy niet wedetflaan, en verloor, na twee zwaare nederlaa-ge by Agnadcl en Vicenza, byna alles wat zyop het vattenbsp;land had. Alleen haare zeemagt, haarrykdom, eneenigenbsp;gelukkige omttandigbeden,reddeden haar van den gedreig-•^en ondergang.
He zamenzweeting van ’t jaar i6i8. zou der Republiek «iet minder gevaarlyk geweeft zyn, als zy ten uitvoer gefield geworden was. De Spanjaards waren kwalyk te vrede over een vergelyk door de Venetiaanen met Paus Pau-!us V. gefloten. Hun gezant, de Marquis van Bedemar,nbsp;fmeedde derhalve in den jaare 161/, den aanflag, om denbsp;flad met behulp der Spaanfche vloot, te overrompelen,nbsp;de voornaamfte plaatfen te bezetten , en, om des te meernbsp;Wanorder aanterigten, op verfcheiden’ oorden brand te fiig-ten. Dog een .zekere Jaffier had berouw over zyn vooc-neemen, en ontdekte alles aan den Raad. Men beloofdenbsp;kern vvel het leeven, dog hy werd naderhand, nevens denbsp;*«®eften der zsmengezworenen, in zee geworpen. Veelennbsp;hebben deeze zamenzweering willen lochenen , en beweerd , dat de Raad die maat tot een voorwendfel hadnbsp;willen doen dienen, om zig van den Marquis van Bede-C 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;matj
-ocr page 168-mar, dien hy gaarne van de hand hebben wilde, te ont-flaan. (*)
In het Biario di Venezia , of in den ftaatsalmanak , vindt men den ilaat van Venetien, en de reeks der honderd en agttien Doges. De Doges van deeze eeuw zynnbsp;geweeÜ; Mocenigo, die in ’t jaar 1700. gekoren werd,nbsp;Giovanni Cornaro, in ’t jaar 1709. Sebaftiano Mocenigonbsp;1723. Carlo Ruzini 173a. Aloifo Pifani 1735. Pietronbsp;Grimani 1741. Francefco Lorredano 1752. Maria Fofca-rini 1762. en Aloifo Mocenigo 1763.
Het gebied der Republiek (trekt zig van ’t Ooften naar her Weden over de 200. Italiaanfche mylen, van ’t Mila-neefche af gerekend tot aan de grenzen van Iftria,uit. Denbsp;middelde breedte bedraagt egter naauwlyks 50. mylen.nbsp;Men rekent het geheele beloop der inwoonders op tweenbsp;miltioenen. Behalven dat , bezit zy wat in Dalmatien ,nbsp;een paar deden in Griekenland, als Butrinto, Larta, enz.nbsp;eenige eilanden op de Griekfche kuden , als Corfu, Cefa-lonia, Zante, en anderen. Corfu is als de deutel der A-driatifche zee, waarover de Republiek zig de heerfchappynbsp;aanmaatigt , en ten bewyze daarvan jaarlyks het huwlyknbsp;van den Doge met de zee viert. Geene mogendheid heeftnbsp;haar tot nog toe dit regt betwid, alzo het weinig zeggennbsp;wil, dewyl de magt der Republiek zo zeer verminderdnbsp;is. Ten minden hebben de Venetiaanen tot hun nadeelnbsp;toegedaan, dat te Triede een aanzienlyke koophandel aangelegd is geworden, waardoor die dad de voortbrengfelsnbsp;van Oodenryk, die voorheen over Venetien gingen, niet
al'
{*) Dit betigt heeft de nog leevcnde Marquis de Paulmy in eeo bandrchrift van ietnant zyner voorouderen, die toen Franlche gezantnbsp;te Venetien was, gevonden, gelyk de Heer La Lande p. 7. van zy”nbsp;8.' deel aantekent.
-ocr page 169-43
alleen naar Ancona, maar ook naar andere plaatfen ver•ƒ^^^^ƒ^^ Zendt. Ancona is ook federt dien tyd door den handelnbsp;ter zee, dien Venetien alleen plegt te dryven, zeer toe-
Men heeft verfcheiden grondtekeningen van Venetien Voor een’ reiziger is die van Ughedelini , op een blad ,fiingen ennbsp;goed voor’t gebruik, en zuiver gefneden. (^')nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gezigten.
der Had zgt;'n ’er niet minder, (t) üe menigte der fchilde-ryen heeft tot verfcheiden’ befchryvingen der (lad in dat opzigt aanleiding gegeven; maar wy wyzen alleen de De-fcrizione di tutte Ie puhliche pitture di t-^enezia 1733 bynbsp;Paflaglia, aan, en de Pitture di P'enezia door Bofchini,
Waarvan de laaifte uiigaaf de befte is. Een ander boek goe ! voor het gebruik is, II Forefiiere illuminato intornonbsp;Ie cofe piu rare antiche e moderne della citta di P'enezianbsp;amp; delle Ifole circonvicine 1765. Ook heeft men een’nbsp;digtkundigc befchryving van de Venetiaanfche fchilderyen,nbsp;onder den titel, II Navigarpittorefco, w'aarin aartige aanmerkingen zyn, niet onaangenaam voor een liefhebber dernbsp;Italiaanfche digtkunde.
De fchilderftukken zelven zyn meed in plaat gebragt, hoewel niet allen op de befte manier. Wy gaan, kort-heidshalven, losfe bladen voorby, en gewaagen alleen tweenbsp;lt;ler aanzienlyklle werken. II gran Teatra delle profpettive
(•) Men heeft nog een grootcr plan op dertien bladen van Ughi, het is zo fraai niet gelneden.
(quot;t*) Magnific^ntiores feleóiiorrfijufl Urhis Vfnetiarttm profpeélus * qmi •hr»!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ariefi,hi Vtnetus pWor ^ m pleriftjne tabb. depinxit y ntmc
ab ipforret accurate deltHeante y iaciderite y nbsp;nbsp;nbsp;mmdantCy tte-
*7. tabb. a»cis m lucem edmttur 1741- 2^7 zyn tekenagtig en geëtft, maap worden van de volgenden op 40. bladen in fjl. bynbsp;Paiquali, die 6 zcchini kollen , overtroffen: Urhis Vemtiarum pros-tx jSat. Can^lis taèalis 38. expreffi ab Anton, Vifentim^
-ocr page 170-Feneiien.
di Fenezia , van Domenico Lovifa , bevat, in ’t eerfte deel, op 62. bladen, wel alleen maar gezigten, dog hetnbsp;tweede deel, van 68. bladen ,beftaat uit fchilderyen,doornbsp;Tintoretto en andere meefters in de Sala del gran Confi-glio, en de overige zaaien van ’t Palazzo Ducale, gefchil-derd. Zy zyn meeft van Zucchi, en zeer middelmaatignbsp;gefneden, dog men heeft beteren. Het tweede heet, Rac-colta di 112. Jiampe di Storia facra, incife per la primanbsp;¦volta in Kami fedclmente copiati dagli originali di celebrinbsp;Autori in Venezia, da Pietro Monaco. Het graveerfel isnbsp;onderfcheiden , eenigen zyn zeer goed, anderen middel-inaatig. Alzo de bladen ook afzonderlyk verkoft worden,nbsp;krygt men dikwyls van fommigen zeer flegte afdrukken.nbsp;Een’ andere fchoone verzameling, door Zanetti uitgegeven, voert ten titel, Varie Pitture a frefco de' principalinbsp;¦maejlri Veneziani, ora la prima volta publicate, in Venezia 1760. 22. bladen.
Getal der eilanden.
Het getal der eilanden, waaruit Venetien beftaat, wordt zeer verfchillend opgegeven. Sommigen tellen ’er zeftig,nbsp;anderen twee en zeventig, naar het getal der kerfpels, anderen weder, die elk byzonder deel der ftad, van kanaa-len omgeeven , voor een eiland houden , over de honderdnbsp;en vyftig. Deeze eilanden zyn door meer dan vierhonderdnbsp;bruggen, over de kanaalen liggende, met malkander verbonden, langs de welken men in het gtootfte gedeelte dernbsp;ftad, hoewel door groote omwegen en naauwe fteegen,nbsp;komen kan, terwyl de weg met een gondel zeer kort is.nbsp;De minfte bruggen hebben leuningen , waarom men,nbsp;vooral des winters wanneer het glad is , zeer voorzigtignbsp;zyn moet.
Craften,
Deeze kanaalen zyn zeer gemaklyk voor de kooplieden en ryken, die gondels houden kunnen. De Venetiaaneönbsp;zyn aan dat zagte vaartuig zo gewend, dat hun de koet-
fen
-ocr page 171-45
fen ongemaklyk fchynen. Voor vreemdelingen hebben deeze gondels iets treurigs en onaangenaams, vooral desnbsp;'sinters, als het vogtig is. Een groot ongemak der graf-is, dat zy des zomers Hinken : ’t is wonder dat ’ernbsp;geene kwaade ziektens uit ontflaan. Om dit ongemaknbsp;voortekomen , worden zy dikwyls fchoon gemaakt. Hetnbsp;Werktuig daartoe gebruiklyk noemt men Cavafango. Mennbsp;zendt de flyk zeven mylen ver van de ftad af naar Bon-dante, op dat de lugt te Venetien niet met kwaade dampen vervuld worde. Zonder deeze voorzorg zouden denbsp;graften allengskens verftopt geraaken, en uitdroogen, gelyknbsp;men by droog weder reeds aan fommigen kan merken, dienbsp;by de ebbe geheel ledig loopen. De Lagune zwellen fom-wylen, hoewel zelden, ongemeen op, en doen te Venetien groote fchade. De inwooners hadden in de jaarennbsp;^444- 1517. en 1535. daar droevige voorbeelden van.
Het verfchil van eb en vloed bedraagt te Venetien een’ el. De vloed rigt zig volgens den doorgang der maan doornbsp;de middaglyn, en komt tweemaal ’s daags; maar niet al-tyd in de eerfte drie uuren na den middag, gelyk de Abc 'nbsp;Richard, vermoedlyk by gebrek eener genoegzaame kennis van de theorie des vloeds en der ebbe, beweert. Denbsp;fteegen te Venetien zyn bellraat met ongepolyfte manner-fieenen; maar, gelyk gezegd is, die fteegen zyn naauw,nbsp;en weinig in getal. Het befte aanzien der ftad komtnbsp;Van de graften , inzonderheid il Canal grande , welkennbsp;de plaats vervullen van fchoone ftraaten in andere fte-den.
Venetien beftaat byna geheel uit marmer, of fteenen 't't Iftrien. Men vindt ’er weinig huizen van gebakken Heen. Zelfs de grondflagen zyn van marmer, denbsp;trappen insgeiyks die daarom zeer glad zyn, vooral aannbsp;de graften en de bruggen, fchoon men ze uitholt. Langs
Bouw
order,
Veneticn. de huizen ftaan paaien om de gondels aan vaft te binden.
Men treft te Venetien kerken en paleizen aan, die van eene fchoone bouworder zyn, egter loopen ’er veelen onder die ’er gothiCch uitzien. Vooral is de kleur van buiten zeer donker en fmeerig. De paleizen te Romen vallennbsp;veel edeler en pragtiger in ’t oog. De laatften zyn veelnbsp;eenvouwdiger, hebben alleen deuren en venders, daar denbsp;Venetiaanlchen dikwyls op elke verdieping kleine zuilennbsp;hebben. Deezen zyn te klein, fchoon zelfs de bouwordernbsp;fierlyker en pragtiger fchynt. In de meefte paleizen looptnbsp;een gang of eene gallery dwars in de langte, waaruit mennbsp;in de kamers komt. Misfchien heeft men dit gedaannbsp;om het gebrek aan wandelingen te vergoeden , welken tenbsp;Venetien zo fchaarfch zyn , dat men om in ’: groen tenbsp;komen eerft naar ’t vafte land gaan moet.
De vloer in de Ichoonffe kamers bedaat uit een foort van efterikken met ingelegde figuuren op de wys van marmer , zeer hard en glinfterend. Te Venetien noemt mennbsp;dit Teffaro of Terrajjo. De planken, waarop men de efte-rikken vad maakt, moeten zeer ftevig zyn, en de plaatsnbsp;niet vogtig , anders bederft het fpoedig. Het b-ft blyftnbsp;het in de bovenvertrekken , al/.o die gcmeenlyk onder-wulfd zyn.
Wy beginnen met reden de befchryving van Venetien met de kerk, het paleis, en de plaats van S. Marcus, ’tnbsp;welk de voornaamfle plaats is, waar de Doge zelf woont,nbsp;en van tie welke men eldcis zo veel hoort fpreeken, datnbsp;de nieuwsgierigheid des reizigers daar meeft naar trekt.
DE KERK, HET PALEIS, EN DE PLAATS
VAN
S. M A R C ü S.
De kerk van S. Marcus was voorheen alleen de kerk van t hertoglyke paleis, maar is, ongeagt de patriarchaalenbsp;kerk , die aan ’t einde der ftad by ’t arfenaal ftaat, denbsp;voornaamfte van allen geworden. Zy behoort liog tot denbsp;grootften nog tot de fchoonderi van Venetien,; integendeelnbsp;heerfcht ’er veeleer een llegte gothifche fmaak in: egter isnbsp;2y de rykfte en beroemdlte. Zy voert dén naam van dennbsp;Euangelift; wiens zinbeeld een leeuw is, waarom men datnbsp;beeft overal in de kerk aantreft, te meer daar de leeuw ooknbsp;bet z.inbeeld is der Republiek.
Het lichaam van den Euangelift Marcus werd in de negende eeuw, volgens Het gemeene zeggen, van Alesanr drien naar Venetien gebragt. Men bouwde hem ter eerenbsp;eene kerk, die egter afbrandde, en in haare plaats werdnbsp;ten einde der tiende eeuw het tegenwoordige gebouw opgetrokken. Men volgde eenigerniaate de gedaante der kerknbsp;'’®n S. Sophia te Konftantinopolen, egter met groot onder-Etheid, en met verbeteringen. In’t jaar 1071. deednbsp;de Doge Selvo ze met Griekfch uit de Levant gehaald marnier en mozaïeken verfieren. Van dat tydftip zouden denbsp;'^enetiaanen gaarne de herftelling der fehilderkonft in Ita-afleiden, (t)
( ) Zie (Je verhandeling van Le Rol over de gedaante der eerfte Chnften- kerken.
(t) Men heeft van deeze kerk een pragtig werk onder den titel,
VAn*
-ocr page 174-enz. te Venetien.
Kerk van De kerk is naar de oude wyze gebouwd. Men gaat 5'. Mïrcasjoof een van de kerk afgezonderd portaal, dat 200. voetnbsp;lang is, naar binnen. De plaats voor de vrouwen is hoogernbsp;als het overige; men gaat ’er door twee kleine binnendeuren naar toe. Op elke zyde des fchips is een vleugel. Hetnbsp;middelfte der kerk is eenige treeden hooger, en heeft opnbsp;elke zyde een predikfioel. Die op de eene zyde is agt-hoekig, en ruft op vyftien zuilen, die 6^. voet hoog zyn.nbsp;Hy heeft als een paar verdiepingen, op- de onderfte wordtnbsp;gepredikt, en boven het euangelie gelezen. De predik-floel of tribune op de andere zyde ruft maar opnegen marmeren zuilen, en wordt Bigonzo genaamd. Van den zel-ven vertoont zig de nieuw verkolen Doge aan het volk.nbsp;Voorheen werd hier gemufizeerd.
Het middelpunt der kerke was eertyds de heiligfte plaats, en werd Sanüa SanCiorum genaamd. Daar ftaat het altaarnbsp;met een verhemelte van groenagtig marmer, ruftende opnbsp;vier witte marmeren met bybelfche hiftorien voorziene zuilen. De fieraaden op het altaar beftaan uit basreliëfs metnbsp;gouden plaaten, bezet met diamanten, parelen en andere gefteentens. Het werk werd in ’t jaar 976. te Kon-ftaniinopolen vervaardigd , en in ’t jaar 1345. aanmerk-lyk verbeterd.
Agter het altaar ziet men een ander, insgelyks met zuilen, waarvan vier van het fchoonfte doorzigtige Oofterfch alabafter zyn, over de 8. voet hoog, en zeer zeldzaain-Twee andere zuilen zyn van ftangenfteen, en de leuning
vaO
L'AngtiJia HaJiUca di S. Manc, cclle mtizie del fito inalzamenU, S** archïtettjtra, mufaicay ére. can vatte tavole in rame dijje^nate gt; dnnbsp;lebre ArMtetta ed incife da ferito Artefice. Venez. 1761. groot fol'®nbsp;jne: n. plaaten.
-ocr page 175-49
porfier,
fovino.
Het bronzen werk aan de deuren is van %m Kerk van
S. Marcui
De Hertoglyke kapel heeft een colonnade, die op zuilen ruft. Alles is van porfier en ander koftbaar marmer.
Daarop ftaat een groot kruis van masfief zilver, en veertien ïearmeren beelden van de apoftelen, nevens Maria en Markus. Dit is de plaats van den Doge, den Raad, en denbsp;gezanten, by piegtige gelegenheden.
De deur der fakrifty is van brons, en insgelyks het werk van Sanfovino. Hy heeft niet alleen zig zelven, maar ooknbsp;zyne twee vrienden, Titiaan en Pietro Aretino, ’er op ge-tragt. Op 'een altaar van den flinker kruisgang hangt eennbsp;^arienbeeld, door den Euangelift Lukas gefchilderd, ’tnbsp;Welk eertyds de Oofterfche Keizers op alle hunne krygs-*ogten zouden hebben mede gevoerd, en door de Vene-^iaanen by ’t veroveren van Konftantinopolen zoude buitnbsp;gemaakt zyn. Op de andere zyde tegen het Paleis zietnbsp;een marmeren kop op een pilafter, ter eere van dennbsp;Welken altyd eene lamp brandt, alzo, volgens de vertelling, S, Marcus alhier in ’t jaar 1094. verfchenen is.
Het gewelf der kerk, de nisfen, het portaal, alles is vol Van mozaïeken, en opfchriften welken die uitleggen. Bo-Ivhini en anderen hebben ze in ’t breede befchreven. Zynbsp;^yn over ’t algemeen (legt uitgevoerd, fchoon fommigennbsp;^aar goede fchilderftukken gemaakt mogen zyn. ’T isnbsp;Jammer dat alles op een vergulden grond is, zo dat denbsp;koepel’er uitziet als een omgekeerde ketel van geel koper.
vloer is ingelegd, en verbeeldt dieren, boomen, en hiëroglyfen , uit verfcheiden’ fteenen , die ze naar eeiinbsp;foort van mozaïek doen gelyken.
Deeze kejij. jj ^eer ryk aan goud - zilverwerk en juwee-len. Wy gaan de reliquien vocrby, waar onder een vin-Ser van de h. Magdalena, een barsfenpan van Joannes den Vl, Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Doo-
-ocr page 176-k ene tien.
Kerk van loopse, hec bloed, dat uit een houten Chriftus, dien de S. Marcus Jooden gekniift zouden hebben, gelopen is, en diergelynbsp;ewo. te jjgn, Eene merkwaardigheid is een zeer oud handfchrift
van ’t Euangelie van Marcus. Zonder te geiooven dat hy het zelf gefchreven heeft , houden het de geleerden tennbsp;minften voor zeer oud, fchoon men byna niets meer’etnbsp;aan onderkennen kan. De vogtigheid heeft het zo bedorven , dat men tvvift, of het Griekfch dan Latyn is. Ma-billon en Montfaucon willen dat het papier is van Egipti-fche boomfehorsfen; daarentegen beweert Maffei, in zynenbsp;Storia diplomatica, dat het papier van katoen is. Uit ditnbsp;alles blykt, dat het der moeite niet waard is over deezcnbsp;reliqnie te tvvillen. Veel fraayer voor een liefhebber is eennbsp;misboek met Ichilderwerk in miniatuur van Clovio, eennbsp;leerling van Julius Romanus, van wiens werk wy te Napelsnbsp;gefproken hebben.
’ï ware nutteloos alle de kandelaars, kroonen en vaa-zen , aantehaalen. Onder anderen vertoont men twaalf bleeke robynen, elke van 7. oneen, die Keizer Joannesnbsp;Cantacuzenus in ’t jaar 1343. der Republiek gefchonkennbsp;heeft, en een’ falier van p. oneen. De kroonen van C'j'nbsp;prus .en Caiulia. De Hertoglyke muts, die op den da^nbsp;der krooning des nieuwen Doge gebruikt wordt. Zynbsp;met parelen en diamanten omvat, en op het voorhooft^nbsp;met een’ groote robyn en diamant verfierd. De feb*^nbsp;wordt niet ligt vertoond, indion men het niet door de®nbsp;Procurator, die ’er ’t opzigt over heeft, verwerven kan*
De kerk van S. Marcus verdient van buiten ook een’ê^
f
opmerking., De voorzyde is wel gothifch, maar heeften® ontzaglyken arbeid gekofl. Vyf groote boogen in een bs*'nbsp;ven cirkel ruften op twee honderd twee en negentignbsp;len, waaronder agt van porfier en de overigen van
zyn. Daar boven loopt een’ gallery aan de driezyde»
kerk
-ocr page 177-51
kerk om, die uit drie honderd vier en zedig zuilen be-
ftaat. Daar boven komen weder vyf boogen, die op por- S. Marcut
fleren zuilen ruften. De boogen zyn mee fieraaden van mo‘^”quot;‘
. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Venetien.
tiieit en beeldwerk voorzien.
Op eiken boog ftaat een groot marmeren beeld, en op den middelften, als den hoogden, de h. Marcus, en pgarden»nbsp;Onder een leeuw van brons, 8. voet lang. Boven denbsp;hoofddeur ziet men antieke paarden van brons. Schoonnbsp;zy niet , gelyk men voorgeeft, van den vermaardennbsp;Lyfippus zyn , houdt Winkelman , in zyne Hiftorie dernbsp;konft, (*) ze dog voor de fchoonften uit de oudheid.
Men meent dat zy op den boog van Auguftus gedaan hebben. Sebaftiano Erizzo verbeeldt zig, ze op een’ penning Van Nero te vinden , wiens verkeerde zyde een triomfboog en daarop vier paarden vertoont. Naderhand fton-den zy op den boog van Domhiaan, Trajaan, en Kon-ftantyn. De laatfte deed ze nevens den zonnewagen naarnbsp;Konftantinopolen voeren , en in zync renbaan plaatfen.
Na ’t veroveren der ftad in ’t jaar 12.06. bragten de Vene-tiaanen ze voor de tweede maal weder in Italien. Devvyl zy zo hoog ftaan, fchynen zy maar eene natuurlyke groottenbsp;te hebben. Petrarca roemt ze in een’ zyner brieven, bynbsp;gelegenheid van een’ plegtigheid op de plaats van S. Marcus , als de koftbaarfte overblyffels der oudheid. Anderennbsp;Vinden iets ftyfs in hunne ftelling.
Als men in de kerk komt ziet men een’ kleinen fteen in de vloer der kerk, die het volk met veel eerbieds kuft.
Op dien fteen zou Alexander III. Keizer Frederik den ^oodbaard, toen hy hem in’t jaar 1177. van den ban ont-, op eene veragtfyke wyze op den nek getreden heb-k’cn, Wanneer de Keizer voor hem geknield lag. Deeze
ge-
O BI. ,88.
52
enz, te Fienetien.
Het Her-
ioglyke
Paleis,
Kerk van geheele liiftorie wordt nogtlians met reden voor een uit-S. Marcus v'mdiwg der Pauslyke fchryvers gehouden. De Keiler had een veldflag tegens de Italiaanen verloren, en zyn zoonnbsp;was by de Veiletiaanen gevangen geraakt, om welke redennbsp;hy gedwongen was, omtezien ten einde zig met den Pausnbsp;te verzoenen, en hem daarby de vryeigene goederen detnbsp;Graavinne Mathilde afteflaan. In de groote zaal van hetnbsp;Hertoglyke Paleis is dit voorval nog eens afgebeeld.
liet Hertoglyke Paleis is de wooning van den Doge, en te gelyk de plaats waar alle de vergaderingen van dennbsp;Raad gehouden worden. Het is een ruim gothifch gebouw, dat vier uitgangen naar den kant van het kanaal,nbsp;twee naar dien van de plaats van S. Marcus, en twee innbsp;de kerk heeft. De hoofdingang, in ’t jaar 1439. gebouwd^nbsp;leidt naar een’ groote plaats, waar verfcheiden’ antieken,nbsp;onder anderen Cicero en Marcus Aurelius, insgelyksnbsp;Adam en Eva door Antonio Riccio van Padua, flaan. Alsnbsp;men den hoofdtrap, dienaar twee groote llandbeelden vannbsp;Mars en Neptunus den Reuzen trap genoemd wordt, afgeklommen is, komt men eerft aan de gaten , waarin denbsp;waarfchuwingen van het geen den Staat te wagten Haat ge-ftoken worden. Wy fpreeken van deeze Denunzie fegretenbsp;beneden. Een wydloopig opfchrift by den trap zegt, datnbsp;Koning Henrik III. van Frankryk, na dat hy de Poolfchenbsp;kroon verlaten had, door Venetien gereisd is, en van dennbsp;Raad den titel van Nobile di Fenezia ontvangen heeft.nbsp;Daarop komt men in de voorzaal van de zaal met viernbsp;deuren, aan welker zolder Tituoret de Geregtigheid, dennbsp;Doge Priuli den degen overgeevende , afgebeeld heeft1
Aan
Zy komen af van Fiéderik Conftantini , die der RepubUei' in ’c jaar 1603. ook de antieken op de bibliotheek van S. Mat^a1nbsp;maakte.
-ocr page 179-53
Aan de muuren zyn vier fchilderyen, waaronder de voor-A'^;.^ naamften zyn, Chriftus in den olyfhof van Paul Veronefe,Marcusnbsp;een ftuk vol uitdrukking, maar niet zo Tchoonnbsp;als andere ftukken van dien ineefter; Joannes de Euange-» door Francesco Basfano , zwart geworden ; de verkondiging der herders van Leandro Basfano , zwart vannbsp;koloriet.
In de Zogenaamde zaal der vier deuren heeft Contarini eenen Doge, die, van heiligen omringd, Maria aanroept,nbsp;gefchilderd. De intrede van Koning Henrik III. te Vene-lien, een groot ftuk van Andrea Vhiccmino, waarin hetnbsp;koloriet en de zamenftelling lof verdienen. Daar tegennbsp;over heeft Titiaan het Geloof afgebeeld ; S. Marcus be-¦'vondert het, en de Doge Antonio Grimani roept het aan.
koloriet is wel gekozen, en agter den Doge ziet men oene voortreflyke groep van foldaaten. Marcus Titiaan heeft zyn vaders fluk willen vergrooten, en ten diennbsp;oinde op beide zyden een beeld ’er bygezet, die egter nietsnbsp;deugen.
Aan de zolder heeft Tintoret Jupiter verbeeld, de ftad Venetien, onder geleide van verfcheiden’ Godheden, innbsp;de Adriatifche zee inleidende. Het ftuk doet geen’ goedenbsp;¦Werking aan de zolder, fchoon het koloriet anders goednbsp;is. De Jupiter is niet edel genoeg, en heeft een fchynfelnbsp;oki het hoofd, als een heilig, ’t welk nog volgens het ge-k’tuik , nog behoorlyk is. Ter zyde zyn nog twee zin-beeldige ftukken van Tintoret, naamlyk Juno, haar’ paauvvnbsp;aan de ftad 'Venetien fchenkende, en die ftad, ketenen innbsp;in de hand hebbende, en de ondeugden ter aarde werpen-In het eerfte is de Juno wat lomp , in het andere hetnbsp;beeld der ftad voortreflyk uitgevallen,
de zaal van het Anticollegia heeft Paul Veronefe de ftad Venetien op den troon zittende afgebeeld. Het hoofd
D 3 nbsp;nbsp;nbsp;van * ’
-ocr page 180-Kerk van nbsp;nbsp;nbsp;beeld heeft veel inneemends, fchoon hetftuk over
yenetien.
(T. Marcus'i geheel geen’ zonderlinge werking doet. Aan vier ftuk-enz. te ken. Vulkaan met de Cyklopen,Merkuur die den Bevalligheden een’ appel braigt, Venus, welke Ariadne in byzyn van Bacchus met flarren kroont, en Pallas, Mars uit denbsp;handen der Wellufl ruk) ende , heeft Tintoret zyn kondnbsp;getoond. De vrouwlyke hoofden hebben in deeze fruk'nbsp;ken veel behoorlykheids ; voor ’t overige kent men ’ernbsp;Tintoret niet zeer in, alzo de manier veel heeft van dienbsp;van Palma.
De fchaaking van Europa wordt voor een der bede Hukken van Paul Veroncfe te Veneiien gehouden. Men zier het met eenige geringe veranderingen nog eens in eenenbsp;der kamers van de fchilderakademie te Romen. Een gebrek in beiden is, dat’er een drieërlei handeling in is,nbsp;want men ziet Europa, daar zy gefehaakt wordt, daar zynbsp;op zee is, en aan geene zyde der zee. Het koloriet isnbsp;voortreflyk, maar de Europa zou edeler kunnen zyn. Ternbsp;zyde hangt een heeriyk Ihik van Jakob Basfano, verbeeldende den optogt van een boer, op zyn hofdede met alles wat tot den landbouw behoort ftaande. liet kolorietnbsp;is fchoon, en naar de waare natuur. By den fchoorfleennbsp;hangt de redding van Mofes, een klein, maar in alle op-zigten een treflyk (luk.
Zaal del Collegia.
In de zaal Collcgi», waar de drie on twintig raads-heeren, die de zorg der buitenlandfche zaaken hebben, vergaderen, is het fchoordeenftuk van Paul Veronefe. Zonbsp;veel men ’er van zien kan, fchynen de beelden veel be-hoorlyks te hebben. Aan den agiermuur (laat een troonnbsp;zonder hemel, op elke zyde tien doelen, die door leuningen van turkfch leer van malkander gefcheiden zyn. B®'nbsp;ven den troon ziet men den Veneiiaanfchen Veldheer Se'nbsp;l)g(lianoVeniero, beroemd .om zyne overwinningen over de
55
Turken , voor Chriftus knielende , door Paul Veronefe. tgt;e zolder deezer zaal is door Paul Veronefe mee verfchei S. Marcusnbsp;den treflyke (lukken verfierd, waaronder de drie middel-^”--(len byzonderlyk uitfteeken. Het naafte aan den troon ^nbsp;verbeeldt de (lad Venetien tusfehen de Geregtigheid en denbsp;^rede, met een treflyk koloriet, liet andere het Geloof innbsp;den hemel, en beneden eene offerande. Het derde is Marsnbsp;met de eigenfehappen van den oorlog, en omringd doornbsp;mingodtjes , die fchelpen draagen. Agt andere (lukkennbsp;van deezen meefler vertoonen zeedelyke deugden met haarnbsp;eigenfehappen , en zyn rondom de drie middelde fcliilde-ryen verdeeld. Alle deeze beelden hebben fchoone (lel-lingen, ligte gewaaden, en een lieflyk koloriet.
De zaal der Pregadi, waar de Raad, uit honderd en Zaal der twintig perfoonen beftaande , die de Republiek segsm^Pi'cgadi.nbsp;oorlog en vrede maakt, vergadert, heeft insgelylts fchoo.nbsp;tie fchilderyen. Op de eerffe, ter (linkerhand van de deurnbsp;ziet men Maria, die een’ knielenden Doge door een’ engelnbsp;een olyftak doet overgceven, dooy Tiinoret, De glorienbsp;fchynt onregelmaatig ontworpen te zyn. De tweede (leltnbsp;een zinfpeeling op het voor de Venctiaanen zo ontzaglykenbsp;verbond van Karaeryk voor, door Jakob Palma. De fladnbsp;Venetien onderfteunt den Doge Loredano met den degennbsp;' in de hand. De leeuw van S. Marcus, voor haar ftaande,nbsp;is voorneemens Europa, door een foldaat op een’ (lier ry-dende verbeeld, aantevallen. Europa weert den (lag afnbsp;dien Venetien wil toebrengen; op het fchild zyn de wapens der tegens de Republiek verbondene mogendheden.
Ile zinfpeeling is zinryk , de zamenftelling fchoon, inzonderheid heerfcht veel bekoorlyks in het beeld der flad Venetien.
Het derde (luk van den zelven Palma, is de h. Marcus, die een’ knielenden Doge aan Chridus vertoont. Onder
D 4 nbsp;nbsp;nbsp;aan
-ocr page 182-enz, te
Fenetien.
Kerk van aan zyn de Godsdienft , de Geregtigheid en de Vrede» S. •d'^'Srcasinalkanderen omhelzende. Op den voorgrond ziet men ’cnbsp;eiland Candia, als een’ vronvv voorgefleld. Het vierde isnbsp;de Doge Francesco Veniero der flad Venetien verfcheiden’nbsp;lieden vertoonende, die haar fchatting brengen. Het vyf-de, door Tintoret, verbeeldt een paar Doges, Chriftus,nbsp;door engelen en heiligen begeleid, aamoepende. Het isnbsp;hard en zonder werking, maar heeft fchoone koppen. Hetnbsp;zesde boven de deur, door Palma , vertoont wederomnbsp;Chriftus in een’ glorie , nevens Maria en Marcus; tweenbsp;Doges roepen hem aan, en hebben hunne patroonen, S.nbsp;Hieronymus en S. Laurentius ter zyde. Het middeldenbsp;zolderlluk is van Titiaan. De ftad Venetien wordt daatnbsp;op als een’ moeder der zee voorgefleld, is met verfchei-den’ godheden van hemel en aarde omgeeven. Het geheel is onregelmaatig , maar de beelden op hun zelvennbsp;zyn l'choon.
De kapel. In de kapel ziet men Chriftus met de Emausgangeren door Titiaan , een (luk dat veel overeenkomft heeft metnbsp;dat van de kapel te Verfailles, ’t welk Masfon zo treflyknbsp;in ’t koper gebragt heeft. Op een’ kleinen trap, derwaardsnbsp;loopende , heeft dê zelve meefter S. ChriftofFel met eennbsp;treflyk koloriet gefchilderd. De tekening is niet zondernbsp;eenige kleine misflagen, maar het hoofd van ’t kind Jeftisnbsp;voortreflyk.
Zaal van nbsp;nbsp;nbsp;Dieci, of des Raads der
’/ CoKy?g//aTienen , heeft Antonio Aiienfe of Vasfilachi boven de de' Dieci, vierfchaar de aanbidding der wyzen zeer middelmaatig g^'nbsp;fchilderd. Op een groot fluk van Leandro Basfano ziernbsp;men den triomf des Doge Ziani over Keizer Frederik dennbsp;Roodbaard. De fchilder heeft daarop zig zelven, met eennbsp;kraag om, onder een’ der perfoonen, die een verhemeh®nbsp;hoven een’ in rood gekleed’ magiftraatsper.rbon draaged»
ver*
-ocr page 183-S?
verbeeld. Het koloriet is kragtig, en de zamenftelling wel^^^^ geregeld. Op de andere zyde ziet raen de'vergadering van S. Marcusnbsp;Keizer Karei V. Paus Clemens VII. en vetfcheiden’ kardi-
r CilCtiCtl
naaien, by gelegenheid van ’t fluiten des vredens te Bologna, door den zoon van den vermaarden Titiaan. Het ftuk is over ’t geheel koel, maar heeft fchoone gekarakte-rizeerde hoofden.
Het middelde ftuk aan de zolder van Paul Veronefe verbeeld: Jupiter, den büxeni op de ondeugden werpende, en is een zinryke fpeeling op de magt vau’t Configlio,nbsp;om alle misdaaden te ftralfen. Twee langwerpige ftukkennbsp;van deezen meefter, het eene Juno, die fchatten over Ve-netien uitftort , verbeeldende. De Juno is inzonderheidnbsp;fchoon uitgevallen. De drie ftukken boven de vierfchaar,nbsp;die Venetien met de eigenfchappen der vryheid in de vergadering der Goden voorftellen, zyn van Zelotti in de manier van Paul Veronefe. Een ovaal ftuk van Paul Veronefenbsp;ftelt een gryzaard voor, zyn hoofd ophoudende, met een’nbsp;jonge vrouw nevens hem. Beide hoofden zyn van een’nbsp;treflyke uitdrukking.
De zaal dtl Gran Configlio of des groeten Raads is de Zaal del plaats waar de algemeene vergaderingen des adels gehou-Gra«nbsp;den worden, die dikwyls uit meer dan duizend perfoonen Gonfiglü.nbsp;beftaan. By deezen alleen is de magt van wetten te gee-ven, den vorm der regeering te veranderen, en de dertignbsp;Patrien te benoemen, die de verkiezing des Doge doen,
De zaal is i6p. voet lang en 7p, breed. Zy behelft de voornaamfte ftukken der Venetiaanfehe hiftorie, waaraannbsp;de befte meefters als om den prys gearbeid hebben.
Het eerfte ftuk ter regterhand op de zyde des troons verbeeldt den Doge Ziani nevens den adel , die, in ’tnbsp;kloofter della Carita , Alexander III. voor regtmaatigennbsp;Paus erkennen. Op het tweede beraadflagen zy over hetnbsp;D 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zen-
-ocr page 184-58
Kerk van zenden van gezanten aan Keizer Frederik den Roodbaard. S. -d/arcaiBeiden zyu van Carlctto Cagliari gefchilderd. Op het der-enz. te jg ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Leandro Basfano, geeft de Paus den Doge en
Fènetkn. nbsp;nbsp;nbsp;^jg ^vafchkaars. Het vierde, door Tinto-
ret, vertoont de Venetiaanfche gezanten, die den vrede van Keizer Ficderik den Roodbaard voor Alexander III.nbsp;verzoeken. Het vyfde, van Francesco Basfano. De Doge gaat by de Plaats van S. Mraxus te fcheep, en ontvangt den degen van den Paus. Het koloriet en de za-menftelling zyn fchoon. Boven het volgende vender heeftnbsp;Paolo Fiamingo het vertrek van den Doge met de vlootnbsp;gefchilderd. De zeedag by Pirano en by Capo d’Irtria,nbsp;van ’t jaar 117Ö. , dien de Doge won , en de gevangen zoon des Keizers, Otto III. voor den Doge gebragt,nbsp;door Tintoret.
Zaal del Boven de deur der zaal del Scrutinio (lelt de Doge den Scrutini». gevangenen Prins aan den Paus voor, en ontvangt ter be-looning den ring, waarmede hy zig jaarlyks aan de Adria-tifche zee uitinuvlykt, door Andries Vicentiiio. De Pausnbsp;ftaat den Prins toe naar den Keizer te gaan , en over dennbsp;vrede met hem te handelen: door Palma. Keizer Frederiknbsp;de Roodbaard knielt voor den Paus, en kuft hem de voeten , by de kerk van S. Marcus , door Frederik Zuc-chero.
Boven de deur in de zaal der Quarantia civil nuova heeft Girolamo Gambarato de aankomft des Keizers, desnbsp;Pauzen, en des Dogen, te Ancona, gefchilderd. De in-wooiiders brengen den twee eerften twee embrelle , of
waayers 1
De zclïe hiftotie is byna op dezelve manier, maar veel gcoo-tcr, in ’t Vatikaan te Romen gefchilderd. Dat decze onderwcrpii'é des Keizers zeer twyffelagtig is, hebben wy reeds boven by een diet'nbsp;gelyk ftuk in dc kerk van S. Marcus gezegd.
-ocr page 185-59
waayers van paauwenvederen. De Paus geeft den nbsp;nbsp;nbsp;van
den Doge. Om die reden wordt by plegtige gelegenhedengt;y- Marcus Voor den Doge zulk een waayer gedragen. Aan hetnbsp;der zaal ziet men den Paus, geevende den Doge in denbsp;kerk by Lateraan gewyde vaandels, trompetten, en een’nbsp;vergulden armftoel, om zig daarin by plegtige gelegenheden te laaten draagen, door Aiiiio del Moro.
Op de flinkerzyde verbinden zig de Doge en de Vene-tiaanen by eede tot de verovering van Konftantinopolen en Zara. Daarop volgt de belegering der ftad Zara , doornbsp;Andries Vicemino. Boven het andere venfler brengen denbsp;belegerden de fleutels aan den Doge. Dit is eenderfchoon-fte (lukken van den zoon des beroemden Tintorets. A-ii^xius, na’t ve;moorden zyns vaders, Ifaak AngelusCom-henus, de Venetiaanen om byftand ftneekende, door Vi-ventino. Het beftormen en veroveren van Kondantinopo-door Palma. De tweede verovering van Konftantino.nbsp;polen , nadat de dwingeland Alexius Diicas den jongennbsp;Alexius Hl. had laaten ombrengen, door Dominicus Tin-toret. De Venetiaanen en hunne bondgenooten hieldennbsp;daar verfchriklyk huis, plonderden alle de kerken, roofdennbsp;en vermoordden alles wat hun voorkwam, ’t welk allesnbsp;egier de fchilder, ter eere der Venetiaanen, uit zyn (luknbsp;keeft gelaten.
In den hoek ziet men de krooning van Keizer Eoude-'Vyn te Konflantinopolen, door Francesco Basfano, Dit Huk is egter (lerk opgehaald. Tegen over de vierlchaarnbsp;*gt;et men den zegen des Doge Contarini over de Genuee-, en boven den troon een verbaazend groot (Ink vannbsp;Jakob Tintoret , verbeeldende het paradys. My was oudnbsp;toen hy ’t fchilderde, dog bet blyft, voor de kond, ennbsp;den arbeid aan de menigte der voorwerpen, een zynerbeflenbsp;nukken.
Kerk van Aan de zolder zyn drie reyen fchilderyen. Op de eer-S. Marcus^Q^ tegen over de kleine plaats van S. Marcus, ziet men Venetiennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Scutari , welke Skandetbeg zo dapper tegen de
Turken verdedigde, door Paul Veronefe. Het voordeel van Domiano Moro op den Hertog van Ferrara behaald,nbsp;van wien hy veele (loten verbrandde, door Francesco Bas-fano. De overwinning het zelve jaar door Soranzo opnbsp;dien zelven Hertog behaald, van Jakob Tintorer. De zegen van Marcello over de Arragoniers, van den zelven.nbsp;Daarop volgt een’ overwinning op de Duitfchers, doornbsp;Francesco Basfano, en de overrompeling der ftad Padua»nbsp;door middel van een hooiwagen, door Palma.
Op de derde rei ter regterhand van den troon vertoont zig, eerft de verovering der ftad Smyrna door Mocenigo,nbsp;van Paul Veronefe. De overwinning der Venetiaanen overnbsp;Philippus Maria Vifcoini , door Francesco Basfano. Denbsp;zegen van Contarini op Lago della Gardia, door Tinto-ret. De verdediging der ftad Brescia door Barbaro. Denbsp;overwinning van den zelven Barbaro over den Flertog vannbsp;Milaan, door Francesco Basfano. Het inzeilen van Bera-bo in den Po , en de verovering van Cremona , doornbsp;Palma.
Op de middelfte rei, die wy tot het laatft gefpaardhebben , vertoont zig Venetien op een’ pragtigen troon, met de fnep eener gaily aan de voeten. Zy wordt van de overwinning gekroond, en is met trofeen,' gevangenen , en denbsp;zinbeelden der veroverde fteden omgeeven. Dit fchoonenbsp;ftuk is van Palma. Op het groote ftuk in het midden zietnbsp;men de Godin der Adriatifche zee tusfchen Cybele ennbsp;Thetis, om de heerfchappy der zee aanteduiden. Beneden zyn de Raad en de Doge, die een’ kroon van olyf'nbsp;takken van een gevleugelden leeuw ontvangt. Te gely^^nbsp;geeven de veroverde fteden haare fleutels over.
Daar-
-ocr page 187-€i
Daarop volgt een der beroemdfte (lukken van Paul Vero* öefe; de Had Venetian, in een edele houding, wordt door 5. Marcutnbsp;de Faam in de wolken gekroond. De Faam, de Eer,nbsp;vrede, de Overvloed , begeleiden ze, de volken zien zenbsp;met verwondering aan, en de foldaaten brengen haar zegentekenen. De vinding, de uitvoering, het koloriet,al-ies is voortreflyk, en doet eer aan den ineefter. Bovennbsp;aan de muuren zyn de portraiten der Doges in een foottnbsp;van fries gebragt. De meetten komen van Tintoret. Denbsp;plaats van Martfno Faüeri, die in 1355. gevaarlyke aan-flagen tegen de vryheid der Republiek gefmeed had , ennbsp;deswegens onthoofd werd , is open gelaten. De overige portraiten der volgende Doges zyn ia de naafte kamer.
In de Sala delh Scrutinio vergadert de kleine nbsp;nbsp;nbsp;Zaaldeir
geduujeude den tyd dat de groote Raad gehouden wordt, Scrutinio. om Zekere ledige ampten te vervullen. Men telt ’er elfnbsp;I'-hilderyen, waaronder de volgenden de voornaamften zyn.
Het verlle ter (linkerhand , by de groote deur, is een zee-g®vegt by de Dardanellen, in ’t jaar 1656., door den Ridder Libeti. Het (luk heeft veel'fchoonheden, inzonderheid heeft men veel op met eenen naakten (laaf, die eenen ’I’urk doodt, bekend onder den naam van lo Schiavo delnbsp;Liberi. Het vierde is van Tintoret, en verbeeldt een ge-''®ët en de verovering van Zara.
Op het eetlle (luk ter regterhand ziet men de belegering (lad Venetien door Pipin, zoon van I^arel den Grooten.
He fchiJder is Vicentino. Op het vierde de verovering (lad Tyrus, door Antonio Alliena. Boven de vier-Ihhaat heeft Palma het laatlle oordeel, vol van beelden ennbsp;gt; gefchilderd. Het ovaal aan de zolder daar bovennbsp;verbeeldt de verovering van Padua by nagt, en is vannbsp;Francesco Basfauo. De werking van het ligt in ’t donker
enz. te Venetien.
Kerk van is gelukkig uitgedrukt. In ’t middelde ovaal heeft Ballini S. Marcusoverwinning van Gradenigo in de haven van Trapaninbsp;in Sicilien, en in het laatfte Vicentino den zegen over denbsp;Pifaanen in de haven van Rhodus, gefchilderd.
In de fala della Busfola ziet men de godgeleerde deugden, door S. Marcus gekroond wordende, van Paulnbsp;Veronele.
Sak ar-mate del Configlio,
Het zolderftuk in de zaal Capi del ConfigUo is raid-delmaatig. De deurllukken zyn van Francesco Basfano.
Het Arfenaal bellaat uit verfcheiden kameren, Sak ar-mate del ConfigUo. In de eene Haan altyd 1500. geladene geweeren met zes patroonen, gereed ten diende van dennbsp;Raad, om zig daarmede in geval van nood te verweeren.nbsp;Drie anderen zyn vol van fabels , harnasfen, en dierge-lyken. In de derde zaal is boven de deur eene Marianbsp;met het kind en verfcheiden heiligen , door Palma. Mennbsp;vertoont hier verder eene tekening, 6. duim hoog, verbeeldende den Euangelid Marcus. Zyn beeld beftaat uitnbsp;kleine letters, en beheld zyn geheel euangelie. Een oudnbsp;ftiik fluweel , waarop menfchen te zien zyn die fluweelnbsp;maaken, is een gefchenk van de Perfiaanen aan de Repd'nbsp;bliek. Een klein kabinet van ebbenhout met antieke gS'nbsp;fneden edelgedeentens bezet , waaronder goede camées gt;nbsp;onder anderen een fchoon gewerkte Apollo en Daphne.
Ten einde der zaal ftaat de volle wapenruding van Ko' ning Henrik IV. welke hy der Republiek, tot een betvy1nbsp;zyner genegenheid , gefchonken heeft. Het kabinetnbsp;oude penningen alhier is der Republiek door Pietronbsp;rofini gemaakt. ( )
Eeo
De befchryving daaivSn heeft Karei Patin in ’t jaar i68p Venetien uitgegeven.
-ocr page 189-Een 'gedeelte van dit ruime gebouw is met koper, een iierji ander met lood gedekt. Tusfchen het gewelf der beden-'S'. Marcusnbsp;zaaien en het looden dak zyn de ftaatsgevangenisfen , waar-in veelen door de onuitfpreeklyke hette des zomers ftervennbsp;of dol worden. Men zegt daarom te Veuetien, dat nietsnbsp;fthriklyker is dan /cSU i piombi gebragt te worden. Denbsp;gevangenisfen onder het Paleis zyn wegens de vogdgheidnbsp;en gebrek van lugt even zo erg. De laatften dienen totnbsp;draf, maar de bovenden alleen om in zekere gevallen denbsp;gevangenen te bewaaren. De Prigioni nuove zyn van hetnbsp;Paleis door een kleine graft afgezonderd. De brug overnbsp;die graft heet Ponte de' fofpiri , vermoedlyk omdat denbsp;misdadigers , wanneer zy daarover geleid worden , nietnbsp;'vel te vrede zyn.
De beroemde Plaats van S. Marcus te Venetien is byna De Plaats de eenige, ten minden van die grootte, indegeheeledad.®'*»
is te gelyk het middelpunt der karnevalsvermaaklykhe-’^''^^'*^^^^' '^sn, de wandeling, de plaats der kofFyhuizeii, de zamel-plaats der vaeemdelingen, der nieuwsvertellers, der kwakzalvers , des adels, in een woord, byiia van geheel Vene-tien. Rondom loopen overdekte gallerycn met arcadesnbsp;naar den kant der Plaats. Zy beflant eigenlyk uit tweenbsp;plaatfen , die als een winkelhaak maaken , waarvan hetnbsp;eene been , dat tegen het Hertoglyke Paleis floot, korter is , en Piazzetta heet. De groote Plaats wordt hetnbsp;tneefl: bezogt, en flrekt zig uit van de kerk van S. Martins af tot aan S. Gemiuiano, ter langte van meer dan 300.nbsp;fchreeden.
Pgt;e twee zuilen van graniet, die ten einde der Plaats, haar de zee aan, liaan, werden in ’t jaar 1174. uit Griekenland herwaards gebragt. De kapiteelen zyn welgothifch,nbsp;egter geeven zy een edel aanzien aan de Plaats. Op denbsp;'Cene ftaat een leeuw, en op de andere het beeld van S.
enz. te Venetien.
Kerk van Theodorus, eertyds de patroon der Republiek, maar na-S. Marcmderhand door S. Marcus uk zyn waardigheid verfioten.
Tusfchen dêeze twee zuilen worden alle halsvonnisfen uitgevoerd , waarom men te Venetien tot een fpreekwoord zegt , Guardati deW Intercolonnio , dat is zo veel als,nbsp;wagt u, uw kop is ’er mede gemoeid. Sedert dat hier denbsp;Doge Talieri onthoofd is, houden het de Nobili voornbsp;fchandelyk tusfchen deeze zuilen doortegaan. Als men uitnbsp;zee of te water van Ferrara komt, geeven deeze zuilen dernbsp;Plaatfe een heerlyk aanzien.
Onder de arcades van het Hertoglyke Paleis, die op dit gedeelte der Plaats zyn, en op de Plaats zelve, vergaderen de Nobili alle ogtenden, om over hunne zaaken tenbsp;fpreeken. Des namiddags gaan zy aan de andere zyde,nbsp;omdat dan de zon tegen het Hertoglyke Paleis fchynt.nbsp;Deeze verzamelplaats wordt//genoemd, en, ge*nbsp;duurend den tyd dat zig de adel daar ophoudt, gaan allenbsp;borgers en vreemdelingen heen. Men verzendt wel denbsp;laatften niet, maar ieder is van zelven zo wys, van nietnbsp;te blyven op een’ plaats daar hy niets te doen heeft. Denbsp;Nobili zyn voor het uiterlyke beleefd omtrent vreemdelin-lingen, en in ’t algemeen gewoon veel komplimenten tenbsp;maakcn, alzo dat de weg is om zig te doen beminnen ennbsp;¦om vüorttekomen. Van iemant die minder beleefd is zeggen zy, è duro di [china, by heeft een ftyven rug, ennbsp;zulk een menfch doet zig zelven daardoor gemeenlyk hetnbsp;meefle nadeel. Alzo de Nobili op il Broglio komen ouJnbsp;zig vrienden te maaken, zo wil far broglio zo veel zegget*nbsp;als om ampten kuipen. (*}
(*) Vermoedlyk komen ook de woorden imbroglio , ïmbrogtl^''^ ’ verwarring, zig ergens in verwarren, van de kuipcryen vannbsp;glio, en zyn naderhand tot algeniecne woorden geworden, dienbsp;ook by andere gelegenheden gebruikt.
-ocr page 191-Ö5
Aan den zuidlyken hoek der kleine Plaats, Piazzetta,^i,y^ yan Zyn de reeds gemelde nieuwe gevangcnisfen, waartoe San .S'. Marcusnbsp;fovino de architektiiur ontworpen heeft, welke op zignbsp;^ fchoon en zuiver is , en aartig zig vootdoet , maarnbsp;daarin gebreklyk, dat men nooit’er uit opmaaken zoude , waartoe het gebouw beftemd ware.
De andere zyde der kleine Plaats, tegen over hetPaleis*
Wordt door een fchoon lang gebouw beflagen, van Sanfo-vino’s architektuur. De benedenfle arcades hebben dorb fche , die daarboven ionifche zuilen. Over liet geheel heerfcht een manlyke en edele fmaak. In dit gebouwnbsp;zyn de Pmurative move en de bibliotheek. De beroemde Peirarca heeft den grondflag tot de bibliotheek gelegd.
De Kardinaal Besfarion maakte haar een’aanzienlyken voor* raad van Griekfclie handfchtiften, die hy in Griekenlandnbsp;te Konflantinopolen verzameld had. Dit voorbeeld hebben nog eenige Kardinaaleu gevolgd. Van alle de boekennbsp;die te Venetien gedrukt worden moet men hier een exemplaar leveren. Zy ftaat op zekere uuren open, en heeftnbsp;twee opzigters.
De fchoone trap aldaar loopt te gelyk naar de Procurati-ve nuove. Eer men in de bibliotheek komt gaat men door eene met fmaak verfierde voorzaal, waar een’ verzamelingnbsp;i'an antieke ftandbeelden bewaard wordt, Zy zyn meeltnbsp;door twee perfoonen uit de familie van Griraani, waarvannbsp;de een Patriarch van Aquileja, de andere Kardinaal was,
San de Republiek gemaakt. Geen van hun is leevens-Sfootte, de meeflen zyn dtie of vier voet hoog, ofklei-’T meelt fchat men eenen Ganymedes en eehe Leda. Eetjg Agrippina, een Siteen , een paar fraai gewerkte driekantige altaaren , en een basreliëf boven denbsp;deur , verbeeldende de Suovetaurilia , verdienen opmer-VI, Df.eunbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;king-
-ocr page 192-Kerk van king. (1) Titiaan heeft de zolder gefchilderd. De bi-S. ilferfws nbsp;nbsp;nbsp;jieeft ook een goed zolderftuk.
CftZ ts
Vtnetkn. nbsp;nbsp;nbsp;bibliotheek is de Munt, la Zecca, een ftevig
n i\T ^ gebouw, waar alles verwulfd en voor vuur en dieven be-veiligd IS. De deuren zyn van yzer. De inngting is ge-maklyk, en verdient bezien te worden. Alles wat eigen. ]yk tot het munten behoort is beneden in de gewelvennbsp;der vier zyden van de plaats verdeeld, en boven zyn denbsp;kamers en vertrekken voor het geen tot het muntw'ezennbsp;behoort. Van het woord Zecca heeft de gouden fpecie Zec-cbino, eigenlyk zo veel waard als een dukaat, maar dienbsp;te Verfetien meer dan de Hollandfche en Hongaarfchenbsp;geldt, (t) haar’ naam. Voor ’t overige heeft de muntnbsp;van buiten, wegens de drie boven malkander gellelde zui-leuotders,een goed aanzien naar het kanaal toe. Sanfovinonbsp;was ’er de bouwmeefter van.
Het grootlie (luk der Plaats van S. Marcus wordt op de zuidzyde heilagen door een’ vleugel der Procurative nuo-ve , w'elken tot aan de kerk van S. Geminiano loopen.nbsp;De andere zyde neemen 'de Procurative vecchie tot aannbsp;het groote uurwerk , Orologio , in. Van vooren ligt denbsp;kerk van S. Marcus.
Schoon decze verzameling niet van vee! belang in vergelykin? van die te Romen en Florence is, kan men egter van gecne een 1-°nbsp;pragtig werk toonen als van deeze. Het is met fchoon randwerk o'quot;’nbsp;den text en fraaye vignetten vetfierd. De titel is ; Statae che 0‘fnbsp;jlntifala delta Llbraria di S. Marco fi t-.ovana i in 2. deeleo “1nbsp;folio.
-ocr page 193-lt;57
De Procurative vecchie zyn een gothifch gebouw, en Kerk van Zien 'er tegen Sanfovino’s nieuwen flegt uit, Scafflozzi^, Ma: cutnbsp;heeft by de laaiden nog een’ derde order, naamlyk denbsp;rinthifche, gebragt, waardoor ’t eeti der fchoonfte ftukkennbsp;«^sr bouwkunde geworden is die men zien kan. Onder denbsp;arcades is bet eene koffihuis naad het andere. Hun getalnbsp;is zeer groot, en zy zyn des avonds allen vol, alzo denbsp;Venetiaanen alle avonden op de Plaats van S. Marcus komen , en den tyd zeer ledig doorbrengen. Agter de meeftenbsp;kofFyhuizen zyn kleine kabinetten , voor zulken dieniet bynbsp;’t overige gezelfchap willen zyn. In de karnaval wagtnbsp;men hier op het uur dat de fchouwfpelen beginnen. Goldoni heeft deeze gewoonte der Italiaanen in zyn blyfpelnbsp;ia Bottiga di Café afgefchilderd. In de Procuraiive zynnbsp;eenige goede fcbilderyen , inzonderheid portraiten, vannbsp;Titiaan, Tintoret, en andere meefters uit die fchool.
Over de kerk van S. Marcus ligt die van S. Geminiano , S. Gemi-die van een’ goede bouworder is. Zy heeft, om de Plaats^riane. regeliuaatiger te maaken, veel van haar’ grootte verloren.
De Doge komt jaarlyks in.omgang in deeze kerk, en belooft telkens een nieuwe kerk, uit hoofde der gedaane fchade, te doen bouwen; maar alzo ’er hooit een tyd bepaald wordt, blyft het altyd agter.
De groote klokkentoren op de Plaats van S. Marcas is De ióreii^ 3i8. voet hoog, en heeft een gemaklyken trap, dien zelfsnbsp;muilezels beklimmen kunnen. Men geeft den torenwagternbsp;beneden een’ kleinigheid, maar vindt zig ryklyk doorbetnbsp;beerlyke uitzigt beloond. Men ziet naar de laagte op dénbsp;^®d, die als op het water dry ft, erl over die heen naarnbsp;den eenen kant in de ruime zee, en naar den anderen opnbsp;het vafte land. De houten vergulde engel op den toren,nbsp;die tot een windwyzer dient, is 14. voet hoog. Op dénbsp;failery deezer torens heeft de beroemde Galilei in tegen-E 9nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;woof-
-ocr page 194-6B
fVyk van woordigheid van den Doge en veelen van den adel ftarren-S. nbsp;nbsp;nbsp;kundige waarneemingen gedaan,
lien.
te Vene- Qp jg Plaats voor de drie groote boogen der kerk van S. Marcus ftaaii drie bronzen voetflukken , waarin drienbsp;llokken of1 maflboomen zyn. Op feelfdagen worden daarnbsp;vaandels met goud geborduurd op gedoken , waarop denbsp;wapens der drie koningrykcn , Cyprus, Candia, en Ne-groponto , welken de Venetiaanen eertyds bezeten hebben, gedikt zyn.
DE WYK VAN S, MARCUS.
Zonder ons aan de gewoone verdeeling der dad in zes wyken (1) te binden, zullen wy de merkwaardigheden innbsp;die order,in welke’t den vreemdeling het gemaklykd is zenbsp;te bezien, zonder veele omwegen te behoeven te doen,nbsp;befchouwen. Na de Plaats van S. Marcus en de daaropnbsp;flaande gebouwen, die het middelpunt, en te gelyk hetnbsp;voornaamfte der dad zyn, volgt de Wyk van ’t Marcusnbsp;volgens haare ligging bet eerd. Zy is als een half eiland,nbsp;op drie zyden door het groote kanaal omgeeven, en be-grypt omtrent het eigenlyk Seflier di S. Marco.
S. Zac-earia.
Agter de kerk van S. Marcus treft men die van S, Za' charias aan. (f) Het klooder daarby is reeds in de negende eeuw gedigt, en de Benediktyner nonnen moetennbsp;haar adeldom bewyzen. De Doge gaat alle paafchen if
OIU'
Zy worden geraamd , Sejiier di S. Marco, Sejiier di Ca/Id^’’ Sejiier di Canarei^io , Seftier di S, Faoio , Se/iier di S, Croce, ennbsp;J^ler di doffo duro,
(t) Niet ver van daar ligt aityd eenc gaüy zeilrede, bemand ms' honderd loeiflaaven , en la Frufa genoemd. Zy is als het ksvesi^nbsp;fchool der gallyflaaven.
-ocr page 195-omgang naar deeze kerk, en maakt der Abdesfe een nbsp;nbsp;nbsp;van
püment. De voOrzyde is van marmer , en in antieken^-fmaak. Het ftaudbeeld van S. Zacharias is van Alexan der Vittoria, die in de kerk zelf een aartig, en mei. denbsp;beelden der fcliilder- beeldhouw en bon’vkonft verfierdnbsp;gedenkteken bekomen heeft. Onder zyn beeldcenis ftaatnbsp;2yn naain, en,
Qui vivus vivos duxit e marmore vuUus.
Op het andere altaar ter flinkerband ziet men eene Maria , met het kind in een’ arraftoel, en aan haar voeten een’engel met een viool en eenige heiligen. Dit is het befte ftuknbsp;dat van de hand van Giovanni Bellini, den vader der goC'nbsp;de koloriften, is overgebleven, en in ’t jaar 1505. gefchil-derd. Het koloriet ziet ’er frifch uit, en in de koppennbsp;heerfebt veel verfcheidenbeid. In de fakiifty is een beroemd ftuk van Paul Veronefe. Het verbeeldt Maria metnbsp;het kind en Jofef, de kleine Joannes vat S. Fianciscus,nbsp;die zyne wonden toont, by de hand; boven dat ziet mennbsp;ook s. Catharina en S. Hieronymus, ilet koloriet eii hetnbsp;karakter in de hoofden zyn meefterlyk, en de kleederennbsp;wel geworpen. Het benedendeel des fluks is over ’t algemeen fchoon, alleen fchynt de Maria wat te hoog ge- '
2et te zyn. Het profiel van S. Catharina heeft veel be-kootlyUs, en het kapfel in den italiaanfehen fmgak ftaat haar voortrefiyk.
La Piëta ligt aan de Riva degli Sebiavoni, en is een PUta. hospitaal voor vondelingen, dat door eenige edellieden ennbsp;koopiiejjgjj beftierd wordt. Het hoofdaltaar praalt metnbsp;marmer en ander hard gefteente. De Befnydenis is vannbsp;de hand van Palma. De meisjes uit dit hospitaal vror-' inzonderheid voor de muziek opgebragt. Men kaanbsp;E 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hier
-ocr page 196-BOEK
fFyk aan nbsp;nbsp;nbsp;zaterdagen en zondagen voor niets de fchoonfte
S. A/«rc«s muziek komen hooren , die door deeze meisjes, op al-te Vene- jg^ig, inftrumenten , zonder hulp van eenig’ mansperlbon, ' gefpeeid wordt,
S.Scpokro. In de kerk .S'. Sepolcro ziet men een foort van marmeren hemel, in de gedaante van ’t heilige graf. De biegtvadernbsp;der nonnen woont niet ver van daar, en wel in het huisnbsp;waar Petrarca woonde, toen hy zig te Venetien als gezantnbsp;van Milaan onthield.
falen ' Cornare.
Palazzo Cornaro della Cdfa grande ligt aan ’t groote kanaal , en is van de bouwkonft van Palladio. Beneden heeft het gantlche gebouw in de langte een’ voet van boeren werk, waarop ionifche en korinthife ziiilenorders boven malkander ftaan. De zuilen zyn niet zeer hoog, wes-halvcn de bovenfle kornis onder het dak naar evenredigheid veel te groot fchynt. Het Paleis Mocenlgo ligt aannbsp;het einde van ’t kanaal, waar de wedvaarten der gondels gemeenlyk eindigen , en niet ver van daar het theater S. Samuel, ’t welk, gelyk de overige Venetiaanfchenbsp;theaters, dien naam heeft naar de digft bygelegene kerk.
S Stefano nbsp;nbsp;nbsp;verdient om haare fchoone graf
tekens bezogt te worden. Boven de deur ziet men dat van Domenico Contarini. Een ander van den Doge Andreas Contarini, onder wiens regeering de Venetiaanen innbsp;’t jaar 1380. het eerft gebruik van grof gefchut maakten.nbsp;Midden in de kerk ziet men de zegentekens van Francesco Morofini, die den Turken Morea afnam. Bovennbsp;de deur gaande naar S. Vitale Baat het beeld van Alviano»nbsp;een’ Venetiaaiifch’ held, die om zyn braaf gedrag tegennbsp;bondgenooten van Kameryk tot den adeiftand verhevennbsp;werd. Op de binnenplaats des kloofters ziet men goedenbsp;fchilderyen op natten kalk van Pordenone. Het grafte'
ken van den geneesheer Viviano Viviani, van den fchil-
71
Ridolfi, die de leevens der Venetiaanfche fchilders in t jaar 1648. uitgegeven heeft, dat van Novelle da Car-.?. Marcuinbsp;rata, en van anderen. Deeze Novello was de laatftenbsp;van Padua, en op zyn graf ftaan maar de letters N. P.nbsp;en T.
By deeze kerk ligt het Paleis Pifani, waarin de PrO'/)^/(./j Curator Almoro Pifani een’ bibliotheek geftigt heeft, Pifani.nbsp;Weeklyks driemaal voor ieder open ftaat. De Doge Pifani, die in 1740. regeerde, was het hoofd van dit huis,nbsp;dat onder de rykften van Venetien behoort. Daar is een’nbsp;fchoone verzameling van fchiideryen. De familie van Darius op de knien voor Alexander, door Paul Veronefe. Denbsp;Bieefter had dit Puk, gelyk men verhaalt, opgerold ondetnbsp;*yn bed gelaten, nadat hy in ’t Paleis der familie van Pifani, die hy veel verpligting had, zyn verblyf gehoudennbsp;had. Het (luk is voortreflyk, al is het koPuum niet juiPnbsp;in agt genomen. De handeling gefchiedt buiten de teutnbsp;voor eene gallery, welker bouwkonft op haar zelve goedkeuring verdient. Alexander is te jong, en heeft wel fy-ne, maar geene edele trekken. Het ftuk beflaat uit tweenbsp;groepen, die gelukkig t’zaïnen verbonden zyn. De eenenbsp;is Alexander met zyn gevolg, en de andere de familie vannbsp;Datius, die den eerften door een’ treflyk gefchilderd’ oud’nbsp;man wordt aangeboden. Statira en haar dogter, die veelnbsp;bevalligheden bezit, hebben het hair op de Italiaanfchenbsp;fflanier opgebonden. Het koloriet is gemeenlyk fchoon ennbsp;*'atuurlyk. Allenthalven toont de konftenaar veel kennisnbsp;Van de bonding en het helder donkere: het behoort metnbsp;¦^cgt onder zyn’ befte ftukken. In een andere kamer vindtnbsp;men een groot ftuk van Piazzetta, ’t welk tot een weer-gade Van ’t voorige dienen zou. liet vertoont Alexan-*^cr , dien het gezigt van den vermoorden Datius fmert.
Ia eeniga koppen heerfcht veel uitdrukking , maar die
E, 4 nbsp;nbsp;nbsp;vaij
-ocr page 198-JVyk van Alexander is niet wei uitgevallen. Het koloriet is S. il'/«m«iriet natuurlyk , en ’t koftuum niet in ’t oog gehoord Fene- den.
tien. nbsp;nbsp;nbsp;j)e architektuur van de kerk van S. Fantino wordt ge-
S, Fantino.TaowèsTx van Saiuovino te zyn. Zy heeft fchoon marmer .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en ingelegd werk. Een (luk boven de deur, en de doode
Chriftus op een altaar, zyn van Palma.
Scuola di De Sctiola di S. Fantino behoort aan een’ broederfchap, S.Fantitw.AXn den ter dood veroordeelden moet byllaan. (1), Zy-hebben een’ fraaye kerk, welker altaar van toetsfteen, ennbsp;met bronzen ftandbeelden van Alesfandro Vittoria verfierdnbsp;is. Op het altaar der bovenfle kapel is eene Maria metnbsp;Hieronymus, van Tintoret. (f) De zolder behoort tot denbsp;bede werken van Palraa, en dek een’ hemelvaart van Maria voor, waarin de becldtenisfen van Titiaan, Vittoria,nbsp;Palma, en zyne vrouw, gebragt zyn. Van de zelve handnbsp;zyn de agt dukken aan den wand uit bet leeven van S.nbsp;Hieronysnus.
S. Luca. S. Luca ligt in ’t middelpunt van Venetien. Het al-taarduk getuigt van de kond van Paul Veronefe. Lukas, na dat hy ’t in den hoek daande portrait van Maria ge-fchilderd had, befchouwt haar met bewondering in eenenbsp;glorie, en rud op zynen os. De twee dukken ter zydenbsp;zyn van Benefatto, een neef van Paul Veronefe. Op hetnbsp;eene, verbeeldende het heilige avondmaal, is de bekendenbsp;Pietro AretinO, daande, met een baard, afgebeeld. Hynbsp;ligt in deeze kerk begraven; maar men heeft zyn gedenk-.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te-
ScaiU wil te Venetien zo veel zeggen als eene broedeiIck^F gt; diergelyken ’er veclen zjn. Zy komen op zekere dagen om dennbsp;godsdienft te verrigten hy malkander , ca hebben gedeelteiyknbsp;inzigten by hunne ftigtingen gehad.
(t) Auguftus Caracci heefi dit ftnk in plaat gebrag;,
-ocr page 199-73
teken by het herbouwen weggenomen, fchoon ande-^/^j^ ten beweeren, dathy, als een godloos menfch, in’t ge-^. Marcusnbsp;heel niet in de kerk begraven is. Men kan dit ftuknbsp;beflisreii, alzo geen van de oude graven by ’i verhoogennbsp;van de vloer der kerk overgebleven is. Daar onder wasnbsp;Ook dat van drie geleerden , da Cagli, Lodewyk Dolce,nbsp;een treurfpeldigter, en Ulloa , die ’t leeven van Keizernbsp;Karei V. befchrcven heeft. Zy konden by hun leevennbsp;malkander nooit verdraagen , maar (Kerven zo arm, dat zynbsp;in een het zelve graf gelegd werden. Hier ligt ook denbsp;fchilder Karei Loth begraven. Qnder zyn borflbeeld, vannbsp;Witmarmer, leeft men:
Joh. Carl Loth Bavarus, fuonim tmporum Apelles, oh 'oirtutem penicilli, ab Imp. Leopoldo nobilium ordtni ag-êregat. umbram mortis depingere capit. d. 6. OU. 1698.
Het Paleis Grimani by deeze kerk ftaande is van de bouworder van San Michele. Het heeft drie korinthifchenbsp;Zuilenorders boven malkander, maar byna al te veel ope-ningen.
De kerk van S. Salvatore, door een beroemd bouwmee- S. Salvu-fter Tiillio Lombardi (*) ontworpen , behoort onder de^®^^* tterkwaardigften der ftad. Het hoofdaltaarftuk is van Ti-tiaan , en de Verkondiging op een ander altaar wordt voornbsp;een zyner befte Hukken gehouden. Hy was zelf zo welnbsp;Over zyn werk voldaan, dat hy , regens zyne gewoonte,
quot;Litiams fecit ’er onder zettede. Kornelis Cort heeft het fluk in plaat gebragt. De kerk heeft in haare gedenkftuk-
kea
(*) Zyn gtaffcijtift is boren onder ’c artikel van Arezzo gedagt.
(t) Zyn bceldtenis ftaat binnen op de plaats des klooftcis,
fie».
W'^k van goede (latidbeelden van Sanfovino, Victoria en Cam-iSquot;, MörcKspagna. Voor de fakrifly ziet men het praalgraf van Catha-te Pene- fina Cornaro, Koningin van Cyprus. Dat van den Doge Veniero, in 1556 overleden, heefteen paar ftandbeeldennbsp;van Sanfovino. De twee gedenktekens der beide Dogesnbsp;uit den huize Priuli zyn niet min pragtig. De meeltenbsp;vreemdelingen woonen in de nabuurfchap deezer kerk ennbsp;van Ponte Rialto.
Ponte
Rialto.
De Ponte Rialto U een der merkwmardigfte fttikken der
bouwkunde te Venetien , en ook buitenslands bekend.
Deeze brug beftaat uit een enkelden boog, die 89. voeten wyd is, en is uit groote gehouwen fteenen van Illria gebouwd. Zy is zo breed, dat de winkelkraamen aan beidé zyden üaande den doorgang niet verhinderen. De middelde ftraat is de breedfle, en agter die is ter wederzydenbsp;nog een andere tiisfclien de kraamen. Men komt aan denbsp;ftraaten langs fchoone trappen aan de eindens der brugge.nbsp;De kraamen bederven de fchoonheid van deeze andersnbsp;pragtige brug, fchoon zy ook van den zelven Iftrifchennbsp;fteen zyn. Midden op de brug ftaac een groote boognbsp;met vier beelden, door Campagna vervaardigd, naamlyknbsp;van Maria, den Engel Gabriel, S. Marcus, en S. Theodoras , die patroonen der Republiek zyn. De brug is opnbsp;’t einde der zetHende eeuw gebouwd.
Het Duit- Niet ver van Pontc Rialto ligt het Duitfche Huis» jcbe huis. Fondaco dé' Tcdefchi, dat, in den tyd toen de Republieknbsp;nog den handel der fpeceryen had , het magazyn der Duit'nbsp;fche kooplieden was , van waar zy hunne waaren dootnbsp;Daitfchland vertierden. Tegenwoordig dient het voofnbsp;winkelkraamen aan eenige kooplieden , en is de betitsnbsp;waar zy daaglyks vergaderen, om over hunne zaalten tenbsp;fpreeken. De fehilderyen, die van Titiaan, Tintoret eu
anderen waren , hebben zeer geleden. Het gebouw is
fchoon
-ocr page 201-75
Iclioon en ruim. Ook is ’er een regtbank in voor koop-fflanszaaken, die uit drie Nobili beftaat.
het oostelyke gedeelte der stad,
TUSSCHEN PONTE RIALTO
EN HET
ARSENAAL.
De kerk de' MiracoU is van binnen en buiten inet mar-.?. Mira-aer bekleed. Onder het orgel zyn twee marmeren kinde-*^?*'» ren, die' van Ravenna naar Venetien gebragt zyn, en voornbsp;ket werk van Praxiteles uitgegeven worden.
By de kerk wordt het huis van Titiaan, den grootften ®ee(ler der Venetiaanfche fchool, vertoond.
Op de plaats voor de kerk .S'. Giovanni e Paolo ziet men ket eenige ftandbeeld te paard dat in de ftad is. Het isnbsp;door Andries Verrochio in brons gegoten, en verbeeldtnbsp;den Generaal Colleone van Bergamo. Onder het beeld zietnbsp;men het fpreekende wapen, dat uit drienbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beftaat,
tegens alle eerbaarheid,afgebeeld. Het piedeftal is met zeS kolommen verfierd. Over ’t geheel is het gantfche gedenk-^luk middelmaatig uitgevoerd.
De kerk S. Giovanni e Paolo behoort onder de merk-_y_ ^Vaardigden der ftad. Het hoofdaltaar inzonderheid is ovavanni enbsp;^yn fchoon marmer bezienswaard. Het tabernakel rudnbsp;Ben zuilen , en twee engelen draagen ieder een reliquie-kaftje. In de tweede kapel ter llinkerhand hangt het bedenbsp;Buk Van Titiaan te Venetien, dat eenige maaien in plaatnbsp;g^Bragt is. Het verbeeldt den marteldood van Petrus Marty, een Dominikaan, en is vol uitdrukking en een lee-vcndig koloriet, dat egter w^at geieden heeft. Boven de
fa-
-ocr page 202-Bet ooft-tyke gedeelte van Bene tien.
fakrifty is het gedenkteken van Titiaan, dat uit zyn borft-beeld en die der twee Palmaas beftaat, die flegt gewerkt zyn, waarboven Palina twee faamen op trompetten blaa-zende gefchilderd heeft.
De kapel der Roozenkrans heeft een fchoon altaar, om-geeven met de vyftien geheimenisfen der Roozenkrans in basreliëf. De beelden komen van de hand van Vittoria ennbsp;Campagna. Tegen over het altaar ziet men een grootenbsp;kruisfiging van Tintoret. Van den zelven meefter is ooknbsp;het zolderftiik , verbeeldende Maria in' den hemel ondernbsp;verfcheiden’ heiligen. De andere zolderilukken , en denbsp;vyf Pukken op de flinker zyde in de andere rei, zyn vannbsp;Palma, die voor een’ der befte meefters uit de Venetiaau-fche fchool na Titiaan verdient gehouden te worden.
Als men uit deeze kapel weder in de kerk komt, vindt •men in de tweede kapel des kruisgangs Maria, S. Domi-nicus en andere heiligen, aan de voeten der heilige Drie-eenheid. Leandro Basfano heeft in dit Huk een beter ot'nbsp;donnantie, maar niet zo goed een koloriet gebruikt, alsnbsp;Jakob Basfano gewoon was. In de eerfte kapel naar dennbsp;kruisgang ter regterhand heeft Piazzetta aan de zolder hetnbsp;opneemen van S. Dominicus in den hemel gefchilderd. Mennbsp;ziet, dat de raeefter tot zulk een uitvoerig werk niet ge-fchikt was; het ligt is te verftrooid, het koloriet niet na-tuurlyk, en bet geheel kwaalyk geordonneerd. Benedennbsp;ziet men egter eene fchoone groep van Dominikaana'i.
In de vierde kapel ter regterhand ziet men van Leandro Basfano een mirakel van twee Dominikaanen, die op dnnbsp;zee wandelen. Hy heeft zig zelven daarby in een wittennbsp;mantel gefchilderd. In de derde is een krucifix, roet S.nbsp;Magdalena en S. Lodewyk , een van de befte ftiikkennbsp;des Ridders Liberi. In de eerfte , Maria omringd vaUnbsp;heiligen, door JanBellino. Men ziet daar de eerfte fpoo'
-ocr page 203-77
len vau bet door dien meefter tot volmaaktbeid gebragte Ugf ggfl.
koloriet. nbsp;nbsp;nbsp;uquot; an
Zeventien Doges en veele andere beroemde lieden zyn 20 wel in de kerk als in het kloorter begraven. Aan viernbsp;heeft de Republiek llandbeelden op hunne grafdeden doennbsp;oprigten, alleen is het jammer dat zy maar van hout zyn.
Het gedenkteken van Loredano is van een’ fchoone archi-tektuur. Zyn ftandbeeld is van Campagna. Twee andere beelden {lellen de krysmagt van Venetien en het verbondnbsp;van Kameryk, en nog twee anderen de Overvloed en denbsp;Vrede, voor. Loredano verfchoonde zyn’ eigene zoonennbsp;niet, toen het vaderland door ’t gemelde bondgenoot-fchap tot het uiterfte gebragt was. Het gedenkteken vannbsp;den Doge Valieri is ook fchoon. Elf dagen na zyn’ verkiezing behaalden de Venetiaanen in ’t jaar 1656. eennbsp;aanzienlyke overwinning op de Turken by de Darda-nellen.
Een byzonder gedenkteken is’er voor de huid van den ongelukkigen Marco Antonio Bragadeni , die zig binnennbsp;Famagufta in Cyprus, in het jaar 1571. lang op het dap-perft tegens de Turken verdedigde, en na ’t veroveren dernbsp;fiad op lall van Muftafa, tegens zyn gegeven woord, lee-vendig gevild werd. Muftafa deed de huid met flroo vullen , door de Had op een koe omryden, en naar Konftan-litiopolen brengen, waar de broeder des ongelukkigen zenbsp;Voor een groote fomme koft. Boven de deur der fa-krilly ziet men het beeldtenis van Titiaan en de beidenbsp;I's! maas.
In de eetzaal van het daartoe behoorende Dominikaaner klooiier bewondert men een vermaard ftuk van Panl Vero-nefe. jjg|. ygfbeeldt de maaltyd van Chriftus by den Fa-rifeer, en beflaat een geheelen muur. Het koloriet is ongemeen frifch gebleven. De zamenftelling , de architek-
tuur.
-ocr page 204-78
Het eefl. tuur, de werking van het geheel, in een woord alle goC'
lyke ge- jg eigenfchappen van een fchildery, zyn daarin opeengfi' iieelte van : .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r o
Venetien. nbsp;nbsp;nbsp;^ verbonden.
D6 kerk der Scuol^ di S» Maveo ligt zeer naby de voo* Scuola di rige kerk, en is wegens de fchilderyen van Tintoret be-S. ¦^'*^‘^^'2ienswaardig. De voorzyde was reeds in ’t jaar 14.90. gebouwd. Zy heeft goede beelden van Bartolomeo Berga-mafco en Tullio Lombardo. Het duk van ’t hoofdaltaar gt;nbsp;door Palma , vertoont Chriftus in een glorie, zendendenbsp;den h. Marcus, die tusfehen de Apoftelen Petrus en PaU-lus (laat, door een’ engel palmtakken toe. Het fluk isnbsp;beter voor het koloriet dan voor de zamenftelling. Tefnbsp;flinkerzyde des altaars wordt S. Marcus heimelyk uit zyonbsp;graf genomen , een kragtig ftuk van Tintoret. Op eennbsp;ander ftuk van den zelven wordt bet lyk in ’t geheimnbsp;vervoerd. De werking van het ligt is zonderling , anders is het ftuk zeer Zwart geworden. Het fchip, waarop het lichaam gebragt is, moet een geweldigen ftormnbsp;verduuren.
Agtet in de kapel ziet men een der befte flukken van Tintoret, zo voor het koloriet, als de tekening en zamen-ftelling. Het verbeeldt het lyden eens flaafs onder de Tuf'nbsp;ken, tot wiens verlosfing S. Marcus uit den hemel komt'nbsp;De hoofden zyn in Titiaans fmaak, maar kragtiger gefchü'nbsp;derd.
In het hufs daarby , of het zogenaamde Albergo de^ Broederfchap ,. ziet men een fchoonen ftorm van Gio'^'nbsp;gione : het ligt komt wel van een blixemftraal voort,nbsp;maar het koloriet is egtet te rood , en de agtergromlnbsp;te zwart. In de zelve zaal heeft Gentilis Bellini , Ti'nbsp;tiaans meefter , S. Marcus , te Alexandrien predikeft'nbsp;de , afgebeeld. De zamenftelling is goed , dog drooSnbsp;gefchilderd.
-ocr page 205-79
I^e kleine kapel in den tuin des kloofters van S. Fran- ooft-lt;^efco della Vigna ligt, zo men wil, op de plaats, waar deW ge-h. Marcus, op zyn’ reis van Aquileja naar Romen, eun engel de woorden , Pax tihi , Marce Euangelifta ^ ^nbsp;neus, hoorde, welken hedendaags het devies Vencciaa-^Jy^^nbsp;ï^en uitmaaken. De grootfche voorzyde is van Palladio/^^^^j^^nbsp;Ontworpen. Zy is van roomfche bouworder, geheel vannbsp;fflarmer, en met twee groote bronzen beelden van Aspetti,nbsp;een Paduaan, verfierd. Van binnen ontbreekt het niet aannbsp;beelden en basreliëfs van Victoria, en aan fchilderyeu vannbsp;Paul Veronefe, Titiaan en Palma.
In de vyfde kapel ter (linkerhand ziet men een heilige familie met S. Catharina en S. Antonie, van Paul Verone-f'-- Het fchoone koloriet wordt door de vogtige zeelugt,
^ie den fcbilderyen te Venetien zo fchadelyk is, zeer be-•korven. Onder den predikftoel ziet men een miniatuur-ftukje van Santa Croce, verbeeldende het martelaarfchap S. Laurentius, me,t beelden in Raphaels fmaak. Denbsp;Opflanding in de vyfde kapel ter regterhand is van Paulnbsp;Veronefe. Onder de graflieden van eenige Doges en anderen is ook dat van Mattheus Basfi, ftigter der Kapucy-nerorder, die in 1552. overleed.
Het Paleis Grasfi heeft een aanzienlyke verzameling vanp^;^/j fchilderyeu. Eene Venus van Titiaan, in de (telling derGtws/.nbsp;Plorentynfche, maar beter bewaard. Het zou een’ roeefte-''cs eens Hertogs van Ferrara zyn. De fchaaking van Euro-Pa in een lieflyk koloriet van Paul Veronefe; het hoofd-f’celd is bekoorlyk. Diana en Afteon, van don zelven.nbsp;ffct bad van Bethesda, van den zelven. De handeling isnbsp;alleen maat aan eene zyde, anders heeft het (tuk grootenbsp;fchoonheden. De gelykenis van den balk en de fplintersnbsp;lu s broeders oog, een bevallig gekleurd (luk van Domenico Feti. Twee oude koppen van Van Dyk , in zyn’
eerfte
-ocr page 206-So
eerfte manier. De Schilderkonft , Delila met Simfon, eri Cecilia, drie kragtig gefchilderde ftukken, met wat ftyvdnbsp;gewaaden, door Guercino. ‘ Eene vrouw met een vrug^'nbsp;mand, uit de fcbool van Raphael. De maaltyd by de Fa-rizeer, van Rubens, waarin de Magdalena wel goed gC'nbsp;kleurd, maar van geen edel karakter is. Een klein cupFnbsp;dootje van Guido. David met het hoofd van Goliath»nbsp;kragtig gefchilderd van Guercino. De triomf van Gala-thea , een langwerpig fluk in den ftyl der oude baste1nbsp;liefs , van Schiavone. De naakte vrouwenbeelden zyHnbsp;zeer wel gekleurd.
Het Arfe-naai enz. te Fene-tien.
HetArfenaal teVenetien maakt een byzpnder, met hoO1 ge inuuren en torens omgeeven eiland uit , dat omcrerttnbsp;300. vademen in 't vierkant heeft. Hier worden de oor-logfchepen, de gallyen, het gefchut, en alles wat tot deftnbsp;kryg en de zeemagt behoort, bewaard. De Haat onderhoudt hier geHadig omtrent 2000. menfchen, die bezignbsp;zyn met het geen tot de zeemagt betrekking heeft, e’’nbsp;deels het oude herftellen , deels nieuwe dingen maakeOnbsp;moeten. Het behoort onder de voornaamlle merkwaardig'nbsp;heden van Venetien, en is met des te grooter opmerk'nbsp;zaamheid te bezigtigen , omdat men hier alles by ee»nbsp;vindt, het geen tot de zeemagt behoort, vooral als meftnbsp;geene gelegenheid gehad heeft om andere groote arfena1'nbsp;len, als te Toulon, Breid, of Portsmouth te zien.nbsp;ligt aan het ooldlyke einde der ftad , en werd in ’tnbsp;1312. zeer vergroot.
De
Galclei, de beroemde wiskundige, (preekt ’er reeds in ’t 1688. in zyne gelptekken over de btweeging met Uewondctii'g ''2'’’
Eco
-ocr page 207-8i
De Venetiaanen verbeelden zig veel van hun arfenaal;^/^; ^rfi-^•y hebben ’er egter te groote gedagten van, als zy het als««i*/ enz. ^en voormuur voor Italien, ja zelfs voor de geheelenbsp;Renhfid tegens de Turken houden. De torens wordennbsp;t'ewaakc, en hebben klokken, die malkander alle uurendesnbsp;^'sgts tekens , en den patrouilles berigt geeven, wat ’etnbsp;'Voorvalt, om brand, overrompelingen, öf verloop van’tnbsp;hrygsvolk , voortekomeui 'Van den hoogen toren in ’tnbsp;midden des arfenaals moet de wagt den anderen alle uurennbsp;toeroepen , om te zien of zy wakker zyn. Het is eennbsp;Vreemdeling geoorloofd het arfenaal te bezien; indien hynbsp;egter al te dikwyls komen, en alles te naauwkeurig onderzoeken wilde , zou hy ligt agterdogt vér wekken, ennbsp;hem de intrede ontzegd worden kunnen.
Het atfehaal heeft twee ingangen, een’ van den land* hant, van wien zig allen, welken’er iets in te verrigtennbsp;hebben, bedienen, en den anderen van den zeekant voornbsp;de fchepen. De laatfte wordt door twee torens verdedigd , tusfchen de welken een ophaalbrug is. Onder denbsp;hrug zyn zwaare getraliede deuren van eikenhout , dienbsp;niet eerder geopend kunnen worden dan na dat de brugnbsp;opgehaald is. Zy wordt des nagts fterk bewaakt.
Van den landkant komt men in’t arfenaal over een brug^ die met agt marmeren ftandbeeiden verfierd is. Het por-is in ’t jaar 1475 door Hieronymus Campagna, een’nbsp;houwmeefter van Verona, oncworpeu. Men ziet ’er denl
ge-
^¦en vetftand dat de bcfchoawing bemint , zegt tiy, vindt vee! gele-E^Dhcid , by het vcrfchilleDdc weik dat hier verrigt worde , zyné te oefFeneo, eri op nieuwe uitvindingen le komen'.
Veelligt deed hy hier ïyne proeven over de fferkte en den Wedetlt; fiand van het hout, welken voot hem nog niemand gedaan of be-'
^«kend had
VI, DeeJ« nbsp;nbsp;nbsp;F
-ocr page 208-te f^ene
tien.
Bêt arfe- gevleugelden leeuw van S. Marcus, en een paar antieken» naai enz, welken, volgens het opfchrift, de Venetiaanen uit de hS'nbsp;vant gebragc hebben.
Het eerde dat een’ vreemdeling in’t arfenaal vertooni wordt,is de fabriek van anker- en andere touwen,4anbsp;dié van ’t overige arfenaal afgezonderd ligt. Daarop volgtnbsp;de zeilfabriek, waar veel’ wyven, die daaglyks 14. Veiie-tiaanfche foldi bekomen, aan ’t werk zyn. In de zaaiennbsp;daar zy arbeiden zyn geeiie mans, buiten denopzigter. D®nbsp;gefchutgietery is aanzienlyk. Zy is federt veele jaaren aUnbsp;erflyk onder het opzigt der familie van Alberghetti, waat'nbsp;uit verfcheiden bekwaame ingenieurs voortgekomen zyu»nbsp;die de Republiek gediend hebben. Zy hebben een werk*nbsp;tuig ontworpen om de loopen der kanonnen te booreUjnbsp;waarvan het rad 20. voet in de middellyn heeft, de booCnbsp;dryft, en te gelyk den loop, naar maate de boor diep^fnbsp;kpmt, voortfchuift. Veel’ fniids zyn geftadig bezig, on»nbsp;het noodige werk , waartoe het yzet van Brefcia komt,nbsp;voor ’t arfenaal in gereedheid te brengen. Daar zyn vet'nbsp;füheiden’ magazynen vol van kanonnen, mortieren, bom*nbsp;bes en kogels. Eenigen der oude kanonnen zyn zo wyd»nbsp;dat ’er een paar jongens in kruipen kunnen, maar, alztgt;nbsp;zy tot niets dienen, worden zy van tyd tot tyd vergotef'nbsp;Men zegt dat ’er 6000. kanonnen zyn, waaronder 200. va»nbsp;brons, die van 20. tot 30. pond fchieten.
Boven het magazyn zyn zaaien , waar de RepubÜ®^ groote heeren , als zy het arfenaal bezigtigen, onthaalt'nbsp;Toen Koning Henrik III. van Frankryk hier was, bouWtl®nbsp;men geduurende dien tyd eene gaily, en liet ze van llapeJnbsp;Joopen. De Hertog van York werd bier in’t jaarnbsp;het laatft onthaald. De Republiek had voor hem veel to®'nbsp;ftels gemaakt, de Bucentoro werd in ’r water gelaten, aa»
alle de fabrieken waren meerder meufchen, die netjes
kleed
-ocr page 209-Meed waren, en alles was zo Ingerigt; dat de Hertog van Het drp!‘ elk werk het voornaamfte bezien konde. Hy was ’ernbsp;voldaan over, dat hy over de 200; dukaaten aan drink-gelden uitdeelde. Het arfenaal te zien koft gemeenlyk eennbsp;of twee dukaaten, fchoon men maar eene kleinigheid geeft,nbsp;aangezien men op zo veel’ plaatfen gebragt wordt, ennbsp;bveral iets geeven moet.
i)e zaaien waar de fnaphaanen, piftooleu, degens, eit harnasfen bewaard worden , zyn wel onderhouden , ennbsp;genoegzaam voorzien om een taamlyk heir daarmede fefnbsp;Wapenen. Men ziet ’er de wapenen van den ongelnkki'»nbsp;gen Bvagadinö, en de beeldtenisfen van andere krygshel-lt;llen, wier gedenktekens men ook hier en daar op de torens van ’t arfenaal aantreft. De Republiek heeft ze detlnbsp;Graave van Konigsmark , den Maarfchalk van Schulen-^nrg j en anderen veldheeren, ter gedagtenisfe doen oprig-ten, De Venetiaanfche adel dient liever ter zee, waaroninbsp;Republiek haare landmagt meeft den adel van het vaftenbsp;land , Terra firma , of vreemdelingen, moet aanvertrouwen. In een’ byzondere zaal ftaan verfcheiden’ modellennbsp;van veilingen , onder anderen dat van ’c eiland Corfu,
’t welk als de fleutel der Adriatifche zee te befchou-wen is.
deel
De fchepen en gallyen worden onder verdekken ge-lgt;ouWd, die in ’t Venetiaaiifch Squeri heeten, Eenigen kunnen, naar dat men in’t bouwen vordert, hooger ge-rhaakt worden. Daar zyn altyd fchepen , die men aaa-kouwt,op de werven , welken, door dit middel, eenige jaa-kunnen blyven liggen, zonder door zon of regen na
te lyden. In ’t jaar 176Ó. telde men omtrent der
tig fchepen in ’t arfenaal, die ten deele klaar, ten deele hcgönnen waren, ten deeleherlleld werden. Eenige fche-pea en gaiiyea zyn gemeenlyk ten diende der Republiek
8
tien.
De Bucen-toro.
liet arfe in zee. (1)• Drie Peottoni of vergulde (loepen worden op naai enz. feeftdagen gebruikt, om den Doge en zyn gevolg met flaat-fis naar de kerken te brengen.
Het vennaardfte van alle deeze fcliepen is de Bucento-ro, ’t welk de nieuwsgierigheid der reizenden vooral op zig trekt. Het is een bark, 107. voet lang en 22. breed, en wordt by het trouwen der Adriatifche zee ge2nbsp;bruikt. De tegenwoordige Biicentoro is in 1728. gebouwd , en kan misfchien een’ eeuw duuren. In het on-derde verdek zyn op elke zyde zes en twintig riemen, ennbsp;op het tweede is een groote kamer, zeer met fnywerk gt;nbsp;verguldfels, en fpiegels verfierd, en met donkerrood fluweel bekleed. Het beeldwerk verbeeldt de eigenfchappennbsp;der deugden en jaargetyden. (3) Ten einde der kamernbsp;ftaat de ftoel of troon des Doge, rondom zitten deRaads1nbsp;heeren en vreemde flaatsdlenaars. De Bucentoro wordtnbsp;den avond van hemelvaartsdag uit het arfenaal gebaald ennbsp;naar de Plaats van S. Marcus gebragt, en blyft daar nognbsp;eenige dagen na de plegtigheid ten anker liggen.
Voor de maften is een byzonder werktuig in het arfer naai. Het timmerhout ligt onder verfcheiden’ verdekken,
maar
De laatftc hachlyke omftandisheid der zaaken, uit hoofde van den 00;log met Rusland en de Porte, zal hier vetmoedlyk eenigenbsp;veranderingen in gemaakt hebben.
(•1J Sanfovino zegt, dat dit vcrbaftetdc woord van DKcentorum a^ . komt , om dat het bevel luidde, dat ’er een fchip voor 200. mannen, navillum ductalommnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebouwd moeft worden.
Men ve. koopt den vreemdelingen een klein gedrukt betigt van eenige vellen , dat niet alleen het beeldwerk, maar ook de hi'nbsp;llorie des Bucentoto’s bclchryft met de plegtigheid van het trouwe2nbsp;der ZCC , alles in den opgeblazenen en wydioopigen ftyl der lialia1quot;nbsp;ncn Het heeft tea titel , ia uiicva RegU full’ acqat nelnbsp;eealori.
-ocr page 211-85
in het water, waardoor veel plaats uitgewonnen jjgf arfe* 'Vordt. Voor alle andere dingen, als falpeter, buskruid,«««/ enz.nbsp;Zeilen, ankers, touwen, pek, en zo voorts, zyn grootenbsp;magazynen.
Pietro, de kerk van ’t Patriarchaat, heeft een’ aarti- S. Pietro. E® gedaante, en een’ fchoone marmeren vloer. Het hoofdaltaar deed de Raad, als een’ gelofte wegens den Turk»
^chen oorlog op het eiland Candia, in het jaar 1649. bou»
¦quot;'en. Het is geheel van marmer en met ftandbeelden ver-fierd, waarvan eenigen de reliquien van S. Laurentius Giu-ftiniani , eerden Patriarch van Venetien , draagen. Het ftnk van Joannes den Euangelid is uit den laatden tyd vannbsp;I’aus Veronefe. In de kapel des flinker kruisgangs heeftnbsp;Giordano de zielen in ’t vagevuur gefchilderd, die Marianbsp;®anroepen. Het koloriet valt in het violette; anders zynnbsp;cr fchoone koppen in.
In de doopkapel heeft Guldo de boetvaardige Magdalena verbeeld, fchoon in een’ wat groenen toon. Op het *ltaar van alle de heiligen is een mozaïek van Erminionbsp;Znccato, naar een karton van Tintoret. De Patriarch vannbsp;Venetien heeft het regt, by plegtige verrigtingen in dee-ze kerk een’ roode muts te draagen, al is hy geen Kardinaal.
S. Ciufeppe, een’ oude en ruime kerk, waarin het praal-graf is van den Doge Grimani enzynegeinaalin. Hetbeeld-pe.
^’erk is in ’t jaar 1597. door Campagna gemaakt. Het Iioofdaltaar pronkt met een treflyke aanbidding der herdersnbsp;van S. Hieronymns, door Paul Veronefe. De agter-êrond is der werking van het geheel nadeelig. De Ver-^'^^tlyking op Thabor van den zelven meefter komt op ver-niet by het eerfte ftuk. Tintoret heeft in deeze kerknbsp;ook een ftuk van S. Michael gefchilderd,.
DE
-ocr page 212-SVy hebben het ooftlyke gedeelte van Venetien bezig” tigd, en keeren nu naar ’t wellen over Ponte Rialto terug , om het Seflier di S. Paolo en het Seftier della Crocfnbsp;•S'. Clt;ïsy^«ö. doortegaan. De eerde merkwaardige Verk is S. Casfano tnbsp;waarin buiten eenige Hukken van Tintoret, een van Palma»nbsp;verbeeldende Joannes den Dooper , en andere heiligen inbsp;van kenders zeer hoog gefchat tvordt.
S. Gia- nbsp;nbsp;nbsp;kerk van S. Giacomo daïï Orio pronkt met goede
few?. nbsp;nbsp;nbsp;fchiideryen van Paul VeronePe , Tintoret, Basfano, eti
Palma. De laatde heeft de geheele fakridy gefchilderd. De marmeren predikftoel is agthoekig, en ftaat op een en-kelden voet. Eene zuil van verde antieo is, na de zuilen van het zelve marmer in de kerk van S. Sophia, denbsp;fchoonlle, M'elke men venoonen kan. De zuilen in dee-ze mosquee te Konllantinopolen zyn zo hoog en aanzien-lyk, dat men ze met geene anderen uit de oudheid ver-gelyken kan.
llQlentini.
ƒ Tolmtini, eene nieuwe kerk der Theatynen, met een portaal en gevel, die op zes korinthifche zuilen ruft. Hetnbsp;portaal is wel ontworpen, maar (legt uitgevoerd. De kerknbsp;heeft een aanzienlyk fchip, een’ koepel, en onder dezelvenbsp;een koor. Alle haare inwendige deeien zyn in een goedenbsp;evenredigheid tot malkanderen.
S. Pob. S. Polo heeft goede fchiideryen van Tintoret, Palma» en Paul Piazza, die op ’t laatft in de Kapucyner ordernbsp;trad. Boven de deur des torens liaan een paar marmerennbsp;leeuwen , die een zonderlinge inval van den konftenaarnbsp;zyn. De eene houdt eene Hang, die hem byt ennbsp;veel pyn veroorzaakt, en de andere vertoont een menfchennbsp;hoofd, en fchynt over zynen buit zeer verheugd te zyn.
S?
t)e Scuöla di S, Rocco is onder alle de broederfcliappen,^,^ den naara van Scuola draagen, de aanzienlykfte. Het gt;9. Pautuinbsp;gezelfchap beHaat uit de eerde kooplieden en burgers, en^^ l^ene-over de 40000. daalders aan inkomften uit fligtin-die tot aalmoezen en iiithuwelykingen van arme meis-^ Roca,nbsp;gebruikt worden. In dringende gevallen beeft het dennbsp;^®at dikwyls groote fommen gefclioten. De ftigting namnbsp;haar begin , wanneer het lichaam van S. Rochus uitnbsp;Duitfchland in de nabuurige kerk gebragt werd, en de peilnbsp;jn t jaar 1570. ophield. Het gebouw der broederfchapnbsp;heeft goede zuilen en basreliëfs; maar het befte zyn denbsp;drie kamers waarin zig Tintoret onfterflyk gemaakt heeft.
Zy vertoonen het leeven van Chri.ftiis,beginnende van Maria’s boodfchap tot aan de hemelvaart. De meefter maak-*2 in ’t jaar 1560. een begin met het fchoone beeld van S.
Rochus aan ’t gewelf vaii’t Albergo, en verwierf daardoor lt;3en voorrang boven de anderen, met de welken hy omnbsp;den prys ftryden moeft. (?)
In de onderfte zaal zyn agt ftukken van hem. Slinks aan den ingang is de Verkondiging , van een’ piquantenbsp;werking. De Vlugt naar Egipten doet ook een goedenbsp;werking, en heeft inzonderheid een goed landfchap. Innbsp;den Kindermoord is de zamenllelling gedwongen. Denbsp;Befnydenis Is fchoon en beter geordonneerd dan de voo-rigen. De Hemelvaart van Maria heeft veel vuurs.
Op den trap naar de eerfte verdieping heeft Titiaan eene
(*) By dit gebouw worden op den dag van S. Rochus alle de fchildjfgn der VenetiaaDlclic mceftcis , die ze van jaar tot jaarnbsp;Rhildjfygjj openlyk ten toon gcfteld , zo dat een ieder ze op z^nnbsp;S'Wak bezien kan. Maat dewyl 'et tegcuwoorlig te Veuetien geen
groot meefter is. wiiien deeze vettoonia^ea niet veel zeggen.
88
fVyk van Verkondiging met fchoone koppen gefchilderd. Op de aO' § Paulus dere zyde ziet men de Bezoeking des tempels.
bovenknpel pronkt met tien gtoote ftukken van Tin-toret. I. Pe Geboorte van Chrifius is wonderlyk geordon^ neerd, en gelykt eene bambochade. 2. In den Doop vannbsp;Joannes ontbreekt iets aan de perfpektief, 3. In de Op-Handing van Chridus is het hoofdbeeld fchoon, maar denbsp;zamenllelling niet gelukkig. 4. Chriftus in den olyfhof isnbsp;zeer zwart geworden, 5, Het heilige Avondmaal is gantfchnbsp;niet edel geordonneerd. Het altaarftuk is iniddelmaatig,nbsp;en verbeeldt S. Rochus, biddende voor met de peft be-zogte inenfchen. 6. De Vermeerdering der brooden. Denbsp;agtergrond is wel geordonneerd; de benedenfle beelden zynnbsp;te reusagtig. 7. De Blindgeborene. 8. Chridus op denbsp;ruggen der Engelen ten hemel gedragen. Hunne vleugelsnbsp;doen eene llegte werking. 9. Het bad van Bethesda.nbsp;Pier heeft de meefter een buitenfpoorige verbeeldingskragtnbsp;getoond, en alie welvoeglykheid ter zyde gezet. Eenenbsp;vrouw ligt het hembd van eene andere op, om Chridusnbsp;een wonde aan haar been te wyzen. 19. De duivel Chri-flus verzoekende ; een ander bewys van Tintorets won-derlyke invallen , want Chridus zit in een’ boom. Aatlnbsp;de zolder zyn twaalf dukken uit het oude Tedament, waarin veel genie ep veel misflageii, gelyk in Tiniorets meeftenbsp;Hukken, zyn.
In de groote zaal , waar de broederfchap vergadert, neemt de kruisliging van Chridus en de twee moordenaa-ren den geheelen agtermuur in. Hier heeft zig Tintoretnbsp;een meeder in de zamendelling, en in de kond van denbsp;handelingen der beelden natuurlyk voortedellen, betoond.nbsp;De groepen zyn wel geordonneerd en verbonden: de houding verdient niet minder Igf, in een woord, het is een
det
-ocr page 215-SP
fclioonfte flukkea van hem. (?) De drie andere ftuk-aan de wanden, naamlyk Cliriftus voor Pilatus, naar .S’. Paulm
ï^ajafas geleid wordende, en naar Calvaria gaande, doen^^ Vens-
utm insgelyks eer.
Aan de zolder deezer zaal zyn zeventien fchilderyen. middelde verbeeldt God den Vader , S. Rochus innbsp;hemel opneemende. Toen de opzigters verfcheiden’
Eieefters opgedragen hadden van om ftryd voor hun te fchilde-ten, bragt Tintoret hyn dit geheele ftuk, voor dat de anderen met hunne tekeningen gedaan hadden. De opzigters wilden het in ’t eerft niet aanneemen, maar de fchilder gafnbsp;het hun tot een gefchenk , en verwierf daardoor het ge-beele werk voor zig. De afbeelding der peil van 1630.
•^oor Antonio Zanchi behoort onder de fchriklyke fraaye flukken. Het is overal vol dooden en ftervenden, zo datnbsp;Wen het niet zonder yzen befchoiiwen kan. Op den trapnbsp;heeft Petrus Negri de geneezing van de peil verbeeld.
Men ziet een paar deuren van brons, die 12000. daal-ders gekort hebben , fchoone basreliëfs van hout door Francefco Pianta gt; ongemeen natuurlyk een’ bibliotheeknbsp;Voorrtellende.
I Frart, eene der grootHe kerken der (lad, welke den/^j-g„-Franciskaanen toekoint, en, onder andere reliquicn, voorgeeft, een droppel van Chrillus bloed, cn een voet van den profeet Daniel te bezitten. Zy werd om het jaar 1400,nbsp;door Nicolao Pifano , een bekwaam architekt, naar hetnbsp;gebruik des tyds, gebouwd. De zertien altaaren hebbennbsp;Weeft goede fchilderyen en beeldwerk. In de kapel van
^ *) Auguftyn Caracci heeft het dcrhalven ook der moeite waard gtoote plaat , die zeer hoog gcfchat wordt, ’et van te
? 5
-ocr page 216-50
te Vene-tkn.
^yk van S. Hieronymus is het altaarfluk van Alexander Vittoria, etl S. Paului dat in de naafte kapel van Salviati. Op het altaar der Flo-rentynen is S. Jan van Donatello. Titiaan heeft de hemelvaart van Maria op het hoofdaltaar gefchilderd. Boven opnbsp;de flinkerzyde van ’t koor heeft Benedetto Cagliari, eennbsp;broeder van Paul Veronefe, een goed (luk geleverd. Vannbsp;de zelve hand is ook Chriftus voor Pilatus, boven het tweede altaar ter regterzyde het fchip. Aan de zolder van ’tnbsp;fchip heeft Paul Veronefe de aanbidding der drie Kouingertnbsp;gefchilderd.
Het ontbreekt der kerke ook niet aan praalgraven van beroemde lieden. De groote Titiaan ligt voor het altaarnbsp;van ’t Krucifix begraven. Het overleed in 1576. aan denbsp;peft, en werd met de zelve eerbewyzingen als de adel ternbsp;aarde befteld, fchoon alle lykliaatfien, uit aanmerking dernbsp;peft, verboden waren.
Het graf van den Doge Francefco Fofcari ligt by het hoofdaltaar. Hy werd in ’t jaar 1423. verkoren, en denbsp;vier en dertig jaaren zyner regeering waren de gelukkigftenbsp;tyd der Republiek. Ply bekwam Brefcia, Bergamo, eennbsp;gedeelte van ’t gebied van Cremona en Mantua, Ravenna, en verfcheiden’ plaatfen in Albanien en Morea. Nognbsp;andere helden , die in den dienft des Staats hebben uitgemunt , als Nikolaas Tron , KriftolFel Moro, en Jakobnbsp;Pefaro, een Bisfchop en Admiraal van twintig gallyen tegen de Turken , hebben iiisgelyks hier een’ begraafplaatsnbsp;gevonden. Verders , eene geleerde vrouw, Modefla delnbsp;Pozzo , die verfcheiden’ fchriften in profa en digt heeftnbsp;uitgegeven; de geneesheer Petrus Scivos, die in I5p4‘nbsp;geftorven is , en volgens het graffcbrift het eerft geleerdnbsp;Zou hebben, dat de Caruncula aan den hals der blaaze tenbsp;geneezen zyn; de aardrykskundige kloofterbroeder Coro*
nelli,
-ocr page 217-9«
aelli, en anderen. (*) De nog niet lang aangeleide bliotheek is zeer aanzienlyk.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. Paulus
Het Paleis Barbarigo behoort aan een der oudfte ge-^f Fens-^agten van Venetien , die hun’ oorfprong en naam van^*^”‘ ®2nen Arrigo afleiden, die in ’t jaar 880. Trieflenbsp;^2, den vyanden den baard affnyden, en dien in triomfnbsp;de ftad ronddraagen deed, by welke gelegenheid het volknbsp;liep, Jo! Barba Arrigii. Ook voert het zes baarden innbsp;zyn wapen. Dit Paleis ligt aan het groote kanaal. Titiaatinbsp;zou er een tyd lang in hebben gewoond, waarom mennbsp;het huis Scuola di Tiziano noemt. Men vertoont hier eennbsp;S. Hieronymus als zyn eerfte ftuk, dat hard is, en een S.nbsp;Sebaftiaan, die zeer in ’t roode vak, en zyn laatfte ftuk,
’t welk hyop zyn negentigfte jaar fchilderde, wezen zou, ï*e Vermeerdering der brooden, een treflyk ftuk van Ja-inbsp;^ob Basfano. Eene vrouw met een mand met tuinvtug-*en, van Prete Genovefe. Eene Befnydeuis van Giovanninbsp;®ellino.
In de zaal daar Titiaan arbeidde hangen elf ftukken van Zyn hand. 1. Een middelmaatig portrait van den Dogenbsp;Auguftyn Barbarigo , van het jaar 1486. c. Eene bacchante , die een’ fater de hairen uittrekt. Haar kop isnbsp;treflyk gefchilderd. 3. Prometheus met den gier aan denbsp;Igt;orft. 4. Een befchermengel, een’ jongeling geleidende.
5. Chrii
(*) Coronelli heeft zig inzonderheid door groote aatdklootea be-gemaakt , diergelykeii niemant voor hem beter en grootet ge-^^vetd heeft . fchoon zy nog fouten genoeg hebben. Ook had hy wydioopig Lexicon tmiverfale begonnen , waarvan agt deelen innbsp;folio gedrukt zyn , de overige zeven en dertig dcclen zyn, ten ge--'kke (jjj tvereld , na dat ’er het kloofter cenige duizend dukaatennbsp;f ^*d ijjtcn zitten , blyven liggen, Hy gaf gelegenheid tot hetnbsp;der jicadtmla Cof»ugraJtc-a dedi Argenami, die wclhaaft
tetvtei.
-ocr page 218-fa
tien.
fTyt van 5. Chriftiis zyn kruis draagende. Het is wat zwart ge-£. Paulus worden. Het karakter van Chriftus is hard, anders is ’er koppen een’ fchoone behandeling. lt;J. Eene voor1nbsp;treflyke Venus aan haar toilet, van Titiaan. Een cupidonbsp;brengt haar eene kroon, en een tweede houdt haar fpie-gel. Zy is half naakt, eii houdt de eene hand voor dennbsp;boezem. Haar beeld kan men in alle opzigten een mee1nbsp;llerftuk noemen : het karakter is fchoon, en het vleefchnbsp;20 nacnurlyk, als men’t zig verbeelden kan. 7. ClirilluJnbsp;jnet de doornenkroon hoort niet onder zyne befte ftukken.nbsp;8. Venus, Adonis, die ter jagt wil gaan,terug houdende.nbsp;Een heerlyk ftuk , maar haar regter been is valfch gefield. 9. Maria met het kind, aan ’t welk Magdalena eennbsp;vaas met wierook aanbiedt, een niet minder fchoon, ennbsp;naar het leeven gefchilderd ftuk. Het profiel der Magdalena is fchoon, maar Maria niet edel genoeg. 10. Eenenbsp;fchoone boetvaardige Magdalena , voortreflyk uitgevoerd,nbsp;ïi. Chriftus den wereldkloot met een kruis in de handnbsp;houdende.
De verfcheidene uit dit geflagt gefprokene Doges en an« dere groote mannen hebben den Kardinaai Giovanni Fran-cefco Barbarigo aanleiding tot een der pragtigfte werkennbsp;gegeven, die ooit in ’t ligt gekomen zyn. (1) Hy heeftnbsp;naamlyk, om zyne neeven aantemoedigen en ter navolgingnbsp;aan te prikkelen, de daaden hunner voorvaderen in me-
dail1
De ti^el is , KumifmAt/t mrorttm illxjiriam ex gente 'Bartadicitt tatavli 1732.. in giooc folio. De vinding der allegorien tot de penningen behoorende is treflyk , en in haat foort een meefterftuk. Z/nbsp;Zyn even zo fraai door den konftetiaat R. V. A. Gmi gefneden, dienbsp;Robert Van Audenaert van Gent is, ccn leerling van Krey. Men kaonbsp;weinig werken van een zo regten fraaak aauwyzen. Het wordt in’1nbsp;Paleis Baibatigo voor iz. zechini veikoft.
-ocr page 219-daillons doeo brengen, die niet geflagen, maar alleen gs-J^yk van tekend zyn , en met voortreflyke op de medaillons be «S'. Paalusnbsp;treklyke allegorifche figuuren vergezeld. Op elknbsp;ftaat een medaillon, en daar onder eene korte hiftorifchenbsp;''erkiaaring in een fchoonen Latynfchen ftyl, door den Je-^uiet Valcavius. Alle de eerfle letters zyn bekoorlyke vignetten. De verkeerde zyde vertoont altyd het beeldtenis.nbsp;van hem waarover de medaillon handelt, en de regte zydenbsp;de handeling zelve. Het beftaat uit vier en dertig vellen.
De Kardinaal deelde reeds eenigen ’er van by zyn leeven uit, maat llierf voor dat het werk geëindigd was, toennbsp;het liggen bleef, en veele exemplaaren door de vogtigheidnbsp;bedorven werden. In ’t jaar 1761. deed de familie denbsp;^yf nog ontbreekende plaaten fnyden, en op negen vel-eene verklaaring der zinryke vignetten ’er byvoegen,nbsp;en federt dien tyd zyn de weinige nog overige exemplaa-voor de liefhebbers der kond te krygen.
HET NOORDELYKE GEDEELTE VAN VENETIEN.
Dit gedeelte bevat meerendeels het Seflier di Canareg-gio, ’c welk na het Canal grande de grootfte graft is. Wy gaan van Ponte Rialto af, en beginnen met de kerk van
Sofia, die verfcheiden goede fchilderyen van Tintpret,^_ Sofia, ^asfano, en Paul Veronefe heeft.
«S'. Catarina, eene oude kerk der Auguftyner nonnen,^ _ insgelyks fchoone ftukken van Tintoret en Palroa.^^^^nbsp;het hoofdaltaar heeft men de verlooving van S. Catha-fma, eg,j treflyk geordonneerd Huk van Paul Veronefe.nbsp;hoofd der heilige heeft groote fchoonheden , maarnbsp;gewaad is niet volgens het koduum. De engel, die
het
-ocr page 220-vanVene^
Hen.
ffsordeljk het boek houdt, is ook fchoon, en de glorie om hoog gedeelte ongemeen ligt en los gefchilderd.
I Gefuiti. De Jefuieten hebben hier , gelyk overal» een fchoone verblyfplaats uitgekozen , en een pragtigenbsp;kerk gebouwd. De kolommen van het koor en de tus'nbsp;Ichenruimtens der pilafters van ’t fchip zyn van ftukadoot*nbsp;werk met groene bloemen , ’t welk der kerk een vrolyknbsp;aanzien geeft, dog naar een eetzaal gelyken doet.
in de kapel des flinker kruisgangs is eene kragtiggefchil' derde Hemelvaart van Tintöret, die egter door bet veranderen der kleuren van den agtergrond veel verloren heeft.nbsp;In de eerfte kapel ter (linkerhand hangt het martelaarfchapnbsp;van S. Laurencins, een vermaard (luk van Titiaan, doornbsp;Kornelis Kort in plaat gebragt. Het hoofdaltaar heeft fchoo*nbsp;ne zuilen, en de vloer van ’t zelve is zo ingelegd, dat hetnbsp;«en geel en groen tapyt gelykt.
De kerk heeft verfcheiden praalgraven, als dat van den Doge Pasquale Cicogna, in ’t jaar 1595. overleden, onder wiens regeering Ponte Rialto en andere aanzienlykdnbsp;gebouwen werden gebouwd. Hy was een vriend der kon-flen; onder hem kwamen de antieke ftatues op de bibliO'nbsp;theek van S. Marcus, het Paleis wicrd met fchilderyennbsp;verfierd. Hy werd voor een’ halven heilig gehouden, tettnbsp;minfien Vertelt men, dat, hy eens op het eilandCandia it*nbsp;de mis zynde, de hoftie uit' dè hand des priefters ont-fnapte, en zig in de zyne begaf. Men leeft derhalven aai*nbsp;de eene zyde des grafs, Velut alter Simeon manibm Cbf*'nbsp;ftum excepit,
In de fakrifty ziet meö de Aanbidding der herders doot Paul Veronefe, en de Voorftelling in den tempel doofnbsp;Tintöret. In eene kamer daar naaft, Herodias ,die ’t hoofdnbsp;van Joannes ontvangt , een vuurig gefchilderd (luk vat*
Palma. In het kloofter by deeze kerk is het eenige ob-
95
^ervatorium van Venetian, waar de ftarrenkunde byna in 'tJVoardel^lt geheel niet beoeffend wordt. Vader Panigai heeft het zia-gedeeltenbsp;gelegd, en een kabinet van penningen verzameld.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yenegt;
I Mendi* catiti.
I Mendicanti is een hospitaal voor oude menfchen en .
srtne meisjes. ’T is een der vier huizen, waar men op 2on- en feeddagen voor niet het heerlykfte kerkmuziek kan'nbsp;gaan hooren. ’T zyn alleen daartoe afgerigte meisjes dienbsp;het uitvoeren. Eenigen zyn groote konftenaaresfen, zonbsp;wel in ’t zingen als in ’t ipeelen. De voorzyde des gamp;«nbsp;bouws is van buiten van een goede arcliitektuur en geheelnbsp;Van marmer. Op de plaats voor de kerk liggen een paarnbsp;marmeren grafdeden. Het eene is van Lodewyk Moce-oigo , Admiraal der Venetiaanen by het beleg van Can-, en is met de dandbeelden der Voorzigtigheid en dernbsp;Sterkte verfierd. Het dandbeeld des heids zelven daat innbsp;kerk.
de kapel van zyn familie, en is van Vittoria.
In de kerk van Madonna dell' Orto ziet men op 'aiXMadonnn *6rfte altaar ter flinkerhand S. Laurentius, S. Gregorius,«!?//’Ort#,nbsp;S. Helena, en anderen, een kragtig fluk van den oudennbsp;Palma. Op het vierde S. Agnefe, die voor den zoon desnbsp;regters bidt, die haar ter mishandelinge aan de foldaatennbsp;had overgegeven , van Tintoret, De heilige is niet edelnbsp;genoeg. Op het vyfde S. Laurentius Giudiniani en auderenbsp;heiligen , een kragtig , maar in ’t geele vallend duk vannbsp;Pordenone. Ter regiethand van ’t koor hangt het laaidenbsp;Oordeel, waarin Tintoret blyken van zyn’ buitenlpoorigenbsp;'Verbeelding gegeven heeft. Boven het hoofdaltaar daatnbsp;Oen reusagtig beeld van S. Kridoffel, ’t welk Maranzonenbsp;’t jaar 1470. volgens de evenredigheid van een reuzennbsp;j dat voor van den heilig te zyn uitgegeven, en hiernbsp;bewaard wordt, gemaakt heeft. Het dandbeeld van dennbsp;VenetiaanCchea hidoriefehryver Kaspar Contatini daat in
ifoOrdel^k gedeelvenbsp;'óttn VcTte-tkn.
Scttola de' Mercanti.
M Servi,
J*. Cioihe,
UGbetto.
/ Scalzi.
S. Maria
Mat-r
Domini.
In de Scuola de' Mercanti tfeft men ook verfcfiei' den fchilderyen van Tintoret, Paul Veronefe en Palmanbsp;aan.
Öe kerk der Servietén heefc goede fchilderyen van Tin* toret, en een paar praalgraven van Doges.- Hier ligt dsnbsp;beroemde Fra Paolo Sarpi by het altaar , zonder eenigCnbsp;pragt, begraven. De Republiek , welker regten hy 20nbsp;tvel regens het Pauslyke hof verdedigd had, wilde hem,nbsp;na zyn’ dood in ’t jaar 1623. een gedenkteken doen op-ligten. Maar het bleef agter, vermoedlyk om het hof vannbsp;Romen niet te 2eer te flooten. De Raad kieft altyd denbsp;godgeleerden der Republiek uit dit kloofter.
¦ De aardsvadcrs hebben te Venetien hunne kerken zo wel als. de nieuwer heiligen, onder anderen ook Job. Denbsp;kerk , die hem gewyd is , beroemt zig het lichaam vailnbsp;den Eiiangelift Lukas te bezitten. Men ziet ’er het grafnbsp;van den Doge Mauro, in 1740. overleden, en dat van dennbsp;in’t jaar lósi. te Venetien gellorvenen Franfehen gezantnbsp;d’Argenfon.
11 Ghetto of het kwartier der Jöoden ligt iiisgelyks id bet noordelyke gedeelte der ftad. Zy zyn zeer talryk tönbsp;Venetien, hebben zeven Synagogen, en draageu om gekend te Zyn een’ rooden hoed.
De Karmelieter kerk I Scalzi is voor het marmer en de ftandbeelden eene der pragtigfte kerken van Venetien. D®nbsp;Graaf Covazza heeft de geheela voorzyde van Karrariftbnbsp;Jnarraet doen bouwen, en met (latues, zuilen, en baste*nbsp;liefs, ten overvloede , voorzien. Ook mangelt hetnbsp;niet aan goede fchilderyen van Giorgione, Palma, en P*quot;-dovanino.
S. Maria Matet Domini is in ’t jaar 1520. naar ’t oflt' werp van Sanfovino gebouwd. Op het hoofdaltaar
men het Lyden in basreliëf, en de twaalf apoftele” vatt
ailver. Ten einde des flinker kruisgangs heeft de o^^^Zuidel^k ï’alma het heilige Avondmaal met fchoone koppen gtïckAVgodeehenbsp;, en Tintoret daar regens over de vinding van het^f”
“ruis. De S. Helena is fchoon, en de vrouwen zyn ten-ger gefchilderd.
f)e kerk van la Carita behoort den regulieren Domhee-^'* CanV*. r^n van de kongregaiie van Lateraan te Romen. Alexan-111. hield zig hier eenigen tyd als Paus op, toen hynbsp;¦i^oor Keizer Frederik vlugtig was. Het aliaarvan S. Georgius heeft fchoone marmeren zuilen , en de kapel vannbsp;S. Salvator is ryk in porfier en groen marmer, dat ’et aisnbsp;flangenfteen uitziet. De Doge Auguflyn Barbarigo, dienbsp;iu ’t jaar i486, verkoren werd, ligt hier begraven.
De Scuola grande della Carita verdient wegens een 'ttï-Scuola ®aard link van Tiiiaan bezien te worden. Het vsibee:\d\graa3e del-reiniging van Maria; verfcheiden’hoofden zyn beeldnbsp;tenisfen van toen leevende perfoonen. Het beeld cenernbsp;i’uetin met eijeren en hoenders is treflyk uitgevallen.
ZUIDELYK GEDEELTE VAN VENETIEN.
DE EILANDEN S. GIORGIO EN LA ZUECCA.
Salute ligt aan ’t einde des grooten kanaals; ’t is/la Salute^ pragtige kerk der Padri Somafchi, welke de Raad alsnbsp;cene gelofte na de pelt van 1630. bouwen deed. Denbsp;^erfte (teen werd den 25. Maart, als den dag waarop ooknbsp;begin met het bouwen der ftad gemaakt zou zyn j ge-Isgd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;derhalven op de vloer der kerke, die
konftig marmer ingelegd is , Unde origo inde Salus 1631. In gevolge deezer gelofte doet de Doge met dennbsp;Raad, alle Je geeftlyke orders en broederfchappen, jaaf-VI. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lyks
-ocr page 224-gedeelte van Vene-tien.
Ztildelyke den 21. November een plegtigen omgang naar deeze kerk.
Het gebouw is door Longhena in eenen edelen fmaak ontworpen. De zuilen, die binnen en buiten gebragt zyn gt;nbsp;doen eene goede werking. Op het eerde altaar ter regtetnbsp;hand is de Voorftelling in den tempel van LucaGiordano»nbsp;in een bevallige manier, maar wat rood gefchilderd. Alleen ziet men te veel koppen in ’t profiel. Op het anderenbsp;altaar is de Hemelvaart van den zelven. De fchaduwe'’nbsp;zyn wat hard, en het ftuk komt over ’t geheel niet by denbsp;voorigen. Op het derde de geboorte van Maria, insge-lyks van hem, met bevallige koppen.
In de fakrifly heeft Tintoret de bruiloft te Kanaan ge* fchilderd, en daarin het ligt gelukkig verdeeld. Onder denbsp;vrouwen hoofden zyn verfcheidene zeer bevalligen; alleennbsp;is ’t jammer dat de agtergrond zo zwart geworden is. AaOnbsp;de zolder heeft Titiaan den dood van Abel, de offerandenbsp;van Abraham, en David, Code, om het vellen van Goliath een dankoffer brengende, gefchilderd, en het koloriet heeft zig doorgaans voortreflyk gehouden. Een aodefnbsp;goed ftuk van dien meefter , maar in zyn eerfte manief»nbsp;verbeeldt S. Marcus , Sebaftianus , en eenige andereO'nbsp;Het Marienbeeld op ’t altaar is van het bevallige pe”'nbsp;feel van Alexander Barotari , gemeenlyk Padovanino g®‘nbsp;noemd.
Boven den ingang der pragtige bibliotheek van ’t kloo' fter ftaan de zonderbaare woorden : Ingeniorum exuvt^nbsp;immortalitatem adeptee Pofteritati legata. Zy is metnbsp;ke dertig ftatues van kerkvaders en laater’ geleerden,nbsp;Baronius, Albertus Magnus enz. verfierd. Zy heeftnbsp;grootften aanwas aan Nikolaas Bergonzi en Vadernbsp;no Zeno, een broeder van den bekenden digter Apoff^^**nbsp;Zeno, te danken.
-ocr page 225-Sgt;9
L'UmUta werd den Benediktyner nonnen ingeruiind,^^;^^/^^
toen in ’t jaar 1606. de Jefuieten uit Venetien verdreven^e(fc^//é '*''erden,alzo zy’t met den Paus,PaulusV.,tegens deRe*J^^”nbsp;Publiek hielden, De kerk heeft goede fchilderyen van ‘
Paul Veronefe, Tintoret en Palma. Inzonderheid bemerkt töen een ftuk mee de apoftelen Petrus en Paulus, ’t wélknbsp;^asfano opzetlyk fchilderde, om te toonen dat hy ook voeten wift te fchilderen. Dewyl hy gemeenlyk, om tyd tenbsp;Winnen, de voeten onder de kleederen verborg, zo gaf mennbsp;^em na, dat hy het deed, om dat hy zig niet betrouwdenbsp;bi het tekenen van voeten. Maar hier heeft hy getoond ,nbsp;deeze befchuldiging niet te verdienen.
Kiet ver van de kerk la Salute ligt aan de punt-van ’t Dog/s-eiland het tolhuis, la Dogana di mare, dat in ’t jaar 1682. na» ëebouwd werd. Wy merken by deeze gelegenheid aan,nbsp;dat het woord Dogana, zo wel als het Franfche Douanne,
’t oude Italiaanfche woord Doga afkomftig is, ’t welk tojj betekent, alzo de meefte waaren in tonnen ge.nbsp;pakt Worden, Het gebouw is van een aartige architek-'•aur, en beftaat ttit eene kolonnade, waarop een toren,nbsp;op dien eenige beelden ruften, die een’ grooten vergulden kogel van brons draagen. Op den kogel ftaat hetnbsp;^e'uk , dat zig naar den wind , gelyk een windwyzer,nbsp;dfaait. De vinding is aartig, ftellende de ongeftadige ver-a*’detingen des geluks in den koophandel zinnebeeldignbsp;waardoor, ongeagt alle mooglyke menfchlyke voor-^'Stigheid, veele onderneemingen zeer ongelukkig flaagen,nbsp;anderen daartegen buiten alle verwagting zeer gelukkig
^«Vallen.
P'® voortreflyke Benediktyner kerk van S, Giorgio Mag-ligt byna regt tegen de Plaats van S, Marcus een eiland honderd vyf en zeventig vademen lang, ”nbsp;'daarop niets ftaat buiten de kerk, het kloofter, en de daar-
100
ZuUle^k behoorende gebouwen. De Doge Memmo fchonk dit gedeelte eiland reeds in ’t jaar 982. aan de Benediktynen van Montcnbsp;van /^««-Casfino. Het werdt, nevens het groote eiland la GiudeC'nbsp;ca, in ’t Venetiaanfche la Zuecca, van het eigenlyke Ve'nbsp;netien door het kanaal la Giudecca afgefneden.
De beroemde Palladio heeft de kerk en de geheel va® marmer opgetrokken voorzyde in ’c jaar 1556. ontworpe®'nbsp;Zy is eene der fchoonften, zo niet de voornaainfte ker'^nbsp;van Venetien , en haare heeriyke ligging geeft der flad e®’*nbsp;groot fieraad. Het portaal is aanzienlyk, en verfierd i®^'nbsp;een groote en een kleine korintifche order. Daarop ruftnbsp;pragtige gevel, die met drie üatnes bezet is. ’T isjamm®''»nbsp;dat het hoofdgeftel der groote order zig niet beter bove®nbsp;dat der kleine verheft. Ook ftaat het kwalyk, dat de g^'nbsp;vel der kleiner order aan de zydgebouwen als door de kO'nbsp;lommen, die den hoofdgevel draagen , gebroken wordt»nbsp;en op dezelven -leunt. Ook is de hoofddeur te hoog en t®nbsp;final; des ongeagt blyft het altyd eene fchoone voorzyd®-De zeven ftandbeelden derzelve zyn van Albanefe van Vi'nbsp;cenza. In de tusfchenruimtens der zydgebouwen tusfcW'*nbsp;de pilafters zyn twee praalgraven van een paar Doges,nbsp;wel hadden mogen weg blyven , alzo zy ’er niet te P***nbsp;komen.
ne'*
ve®
Van binnen is de kerk groot en van een edele gedaant® ’
pe
fchoon het fchip en de koepel wat grooter zouden ku®' zyn. Het koor is aartig verfierd, de ftandbeelden ge®nbsp;het een fchoon aanzien. Het zou zeer wel geftaanhebb^®nbsp;indien de geheele kerk van dezelve ligt geele kleur was, alsnbsp;groote architektuurftukken , die uit een gefpikkeldnbsp;mer, Marino Rosfo genoemd, dat fraai in ’t oog valt»
ftaan; nu vertoonen zy zig op het witte zo wel niet. ordonnantie van ’t hoofdaltaar verdient goedkeuring-vier Euangeliften draagen een kogel, het zinnebeeld
-ocr page 227-'''ereld, waarop God de Vader zit. Het geheele werk is Zuideljk ''’au brons en door Campagna ontworpen. De kerk hetiigedeeUenbsp;Ook goede fchilderftukken en eenige graftekens, waaron-‘^er dat van den Doge Michiele, die in ’t jaar 1117. ver-^'oren werd, en zig door zyne veroveringen bekend gehaakt heeft.
De eetzaal door Palladio ontworpen is groot en fchoon; maar wat ze inzonderheid beziens waardig maakt, is denbsp;beroemde bruiloft te Kanaau, een der bede (lukken vannbsp;Paul Veronefe, ’t welk over de honderd en twintig, grootenbsp;beelden bevat , en den geheelen agtecwand det zaal in-’’eemt. (*) Dit was het eerfte ftuk dat hy te Venetiennbsp;Pohiiderde , en waardoor hy een groot aanzien verwierf.
^0 muziekani die op de viool de gambe fpeelt is zyn ei-Sen portrait, de andere met de viool is Ticiaan, de derde lusgelyks met de viool is Tintoret, en de vierde met denbsp;^uit in de hand is Basfano. Chriflus en Maria zyn denbsp;^^gtfte beelden , maar de bruid is zeer bekootlyk. Denbsp;Satten zitten rondom aan de muuren , en in \ midden (laatnbsp;een tafeltje voor de muziek. Boven loopt een gallerynbsp;rondom, van waar de toekykers de plegtigheid aanfchou-'ven. De archicektuur op den agtergrond is niet mindernbsp;fchoon, en doet geen fchande aan dit meefterlluk. Denbsp;blaauwe Itigt heeft niets geleden, dat iets zeldzaams is innbsp;'^2 flükken van deezen meeller. Men ziet overal eenenbsp;bienigte van fchoone koppen ,. waarvan veelen zynnbsp;toen in ’t klooller woonende monniken. Op de za-“’endelling zou men over ’t geheet dat kunnen te zeggen
vin-
V ) ]an Baplift Vanni hecfr dit heerlykc ftuk op twee vellen in plaat gebtagt. Paul Veronefe kreeg ’et maar 5OO. Veneiiaanfche du-aaten cn een vac wvBS voor , fchooii hy ‘er eeu geheel iaat aan
kid bedeed.
G 3
-ocr page 228-102
Zufdelyk gedeeltenbsp;van Vent-fisn.
vinden, dat zy wat onregelmatig is. De groep der muziekanten is niet genoeg afgezonderd, en maakt wat verwarring.
Het kloofter van binnen heeft twee plaatfen, de eene is door Sanfovino , de andere door Palladio ontworpen»nbsp;De laatfte is met gekoppelde ionifche zuilen verfierd gt;nbsp;en van een’ edelen finaak. De dubbelde trap is zeernbsp;aartig en van Longhena’s vinding. Boven heeft mennbsp;een heerlyk uitzigt. Het borftbeeld des architekts flaacnbsp;’er by , en men leeft op den wand deeze fpreuk: Fa-cilem babes hofpes afcenfum, ut difcas ad arduos cctli api'nbsp;(es modica labore pervenire. De bibliotheek is de aanzien-lykfte van Venetien. Veele boeken zyn van Cosinus denbsp;Medicis afkomftig, die in zyn ballingfchap zig naar Venetien begeven had. De zaal waarin zy ftaat is wel niet zeetnbsp;groot, maar wel geëvenredigd; de kaften zyn met ionifche zuilen verfierd, die haar een aartig aanzien geeven,nbsp;gelyk ook de allegorifche beelden daar boven, die op dennbsp;inhoud der onderftaande boeken doelen. Het gewelf heeftnbsp;vyf fchildetftukken van de broeders Ducchefi , leerlingennbsp;van Pieter van Cortona. Aan de eene zyde van ’t kloo-fter heeft men van een balkon een treflyk uitzigt over denbsp;Lagune. De tuin is groot, en ftaat voor ieder, behalvennbsp;voor vrouwen, open.
II Reden-fare.
Het eiland Zuecca of Giudecca wordt door het kanaal S. Giorgio van de voorigen afgefcheiden, en heeft buiten denbsp;kerk del Redentore niets merkwaardigs. Zy behoort dennbsp;Kapucynen, en de Republyk deed ze, als eene gelofte o®nbsp;de peft van 1576., volgens het plan van Palladio, bouwen»nbsp;De voorzyde is geheel van marmer en van fchoone evenredigheden. Zy heeft een gevel, en daarboven eennbsp;dek. Voor het portaal is een trap van zeventien treeden»
103
^ie zo hoog als de voetftukken der zuilen gaan, van Zuidelyk *fap komt men in ’t portaal, boven ’t welk de op kolom gedeeltenbsp;men ruftende gevel weggaat, ’c welk der kerke hetnbsp;zien van een Roomfchen tempel geeft. Het inwendige dernbsp;i^erk toont den edelen fmaak des bouwmeefters; alles heeftnbsp;®en fchoone evenredigheid, zo wel het geheel t’zamen ge-tornen, als de deelen onder malkander. Palina, Tintoretnbsp;en Basfano hebben verfcheiden’ gedenkftukken van de bekwaamheid huns penfeels in deeze kerk nagelaten. Allenbsp;jaaren den 3. July komt de Doge nevens den geheelennbsp;Raad in een’ plegtigen omgang in deeze kerk , ter ge-dagtenis der peft.
Op den terugweg van deeze kerk kan men eene andere aan geene zyde het kanaal, fchuins over deeze liggende,nbsp;fiaan zien. Zy behoort federt het jaar 1621. den Domini-i^aanen , maar heet / Gefuati, om dat zy den Jefuieten/ Gefuati,nbsp;^Qor hunne uitdryving in ’t 1669. toekwara. Zy is prag-dg en ryk. Veele altaaren zyn met het fchoonfte marmernbsp;jaspis belegd. Ook heeft zy goede fchilderyen. Opnbsp;ket eerde altaar ter regteihand heeft Tiepolo Maria, doornbsp;drie mannen omgeeven, waarvan eene het kind Jefus lief-kooft , met een lieflyk koloriet gefchilderd. De bibliotheek van ’t klpofter is zeer aanzienlyk, vooral nu de verzameling des bekenden digters Apoftolo Zeno, voor eeni-Ss jaaren overleden, daarmede vereenigd is.
¦S'. Bafliano ligt wat meer noordwaards als de voorige^y^^^yy;^. itetk. Zy behoort den Hieronymieten, en verdient wegensMO.nbsp;de fchilderyen, en het graf van den onder ’t artikel vannbsp;Venetien zo dikwyls genoemden Paul Veronefe, bezogt tenbsp;Worden. Hy fchilderde de fakrifty op zyn vyf en twintig-jaar, gti vervaardigde in ’t vervolg ook het gewelf, hetnbsp;orgËl, den predikftoel, en verfcheiden’altaarftukken. Nanbsp;iig hier dus onfterflyk gemaakt te hebben, vond hy biernbsp;G 4
-ocr page 230-Zuidelyk ook in ’t jaar 1588, zyne begraafplaats. Op zyn graf flaat gedeelte niets anders dansnbsp;van Verte-
Paulk Calliari Veronenjt Piélori,
Natura amulo arth miraculo Superftiti fath Fama viamp;uro.
Maar niet ver van bet orgel flaat zyn beeld van de hand van Carneri, met een wydioopig opfchrift tot zyn’ lof.
Op ’t koor ziet men van de hand deezes konftenaars een ftuk, verbeeldende S. Marcus en Marcellinus ter dood veroordeeld. Hun’ moeder wil ze tot afval van ’t geloofnbsp;beweegen, maar S. Sebafliaan vermaant ze tot ftandvaftig'nbsp;heid. Het koloriet heeft zig wel gehouden. Tegen overnbsp;ziet men ook van hem het inartelaarfchap van S. Seba*nbsp;lliaan, en nog eens dien zelven heilig, met pylen door-fchooten, en aan een zuil gebonden, beiden van een tref-lyk koloriet. Op de deuren van ’t orgel is het bad vannbsp;Bethesda. In de eerfle kapel ter regterhand is S. Nikolaasnbsp;van Titiaan; in de vierde Chriftus aan ’t kruis, en Marianbsp;in onmagt gevallen, van Paul Veronefe. Het hoofd vannbsp;Chriftus is niet edel genoeg, maar dat van Magdalena r.onbsp;veel te fchooner. Op de tribune van ’t koor is S. Seba'nbsp;ftiaan met (lokken geflagen, op natten kalk, van Paul Veronefe. Het (luk is zo frifch niet als de voorigen van hem»nbsp;en heeft veel geleden.
S. Maria vtaggiore.
In de eetzaal is een groot (luk van hem, vertoonende Chriflus by Simon en Magdalena aan zyne voeten. Het tsnbsp;zeer zwart geworden. God de Vader en de Zoon, wel'nbsp;ken Maria kroonen, aan de zolder der fakrifty j is een vaunbsp;de eerfte werken deezes meefters.
S. Maria maggiore, in ’t Seflier di dorfo duro, héaoo^’’-
den Franciskaanen, en is wegens de ark van Noach, die
veel
-ocr page 231-105
veel gekopieerd is, beroemd. Het ftuk hangt op het eer- Zuidelyk fte altaar ter regter hand. Het is van eene wydloopigenbsp;zamenftelling, en vertoont eene menigte van dieren, die ” f^ene-ongemeen natuurlyk en zeer naarftig gefchilderd zyn; hetnbsp;liair , de vederen , alles is op het gelukkigft uitgedrukt.
Men vindt ’er wat wanorder in , dog die kan door de Voorwerpen ontfchuldigd worden, lu het Ichip ziet mennbsp;nog vier fchoone fchilderyen , naamlyk de jaargetyden,nbsp;van de zelve hand.
De hemelvaart van Maria op het hoofdaltaar is van Paul Veronefe, en heeft veel geleden, maar anders fchoone koppen. Op de regter zyde bemerkt men in de zydgangennbsp;^en s. Jan van Titiaan, fchoon gefchilderd, en een vannbsp;zyne flukken wmlken men als voortreflyk goed roemt. Mennbsp;ziet te Venetien veele beelden van Madonne,, heiligen,nbsp;honnen, en diergelyken in leevensgrootte, ordentelyk geldleed , en met gefchilderde aangezigten , die voor eennbsp;liefhebber der konfl: een (legt aanzien hebben, als men zenbsp;niet ter zyne ftigting befchouwt.
He kerk van S. Marciis en eenige anderen hebben het regt van den Paus gekregen, om de groote mis op kersavond twee uuren na zonsondergang te zingen. In dienbsp;van S. Marcus zingen de zangers der groote opera, ennbsp;Idrygen ’er elk 4, zechini voor. De kerk is dan pragiignbsp;Verligt, en verfcheidene honderden van kaarsfen , waarnbsp;TOede haar kornis bezet is, worden door een loopend vuurnbsp;van zwaveldraaden in een paar minuuten ontdoken. Denbsp;Hoge en alle de gezanten woonen de plegtigheid by, uit-ëeiiomen de Spaanfehe, die zig by geene openlyke vertoo-”''’een laat zien, om dat de Keizerlyke gezant den rang bo-ven hem heeft, vrelke aan des Doge (linkerhand, en denbsp;Pauslyke Nuncius aan zyn’ regterhand zit. By ’t aanvangen der mis gaat de Nuncius op het altaar, begint de mis,
io5
E'fmdsn Ên de Doge, op zyii knien liggende , antwoordt hem, vagt; Vene- waarna zy weder naar hunne plaatfen keeren. De Dog®nbsp;tun.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heeft veele andere niisfea, uit hoofde van geloftens, byte-
woonen, ’t welk hem veel tyds wegneemt.
EILANDEN VAN VENETIEN.
^ Tot nog toe hebben wy het eigenlyke Venetian be-fchouwd. Daar zyn nog meer eilanden, waarvan fommi-gen ook tot de ftad gerekend, anderen alsbyzonderefteden aangemerkt worden. Tot de eerden behoort het eilandnbsp;LüCertefanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, waarop la Certofa of het Karthuizer kloofter
ligt. De Karthuizers beroemen zig, het lichaam van S. Helena , de moeder van Konftantyn den Grooten, te bezitten. De tuinen der Karthuizers zyn ruim. De voornaam-de familien hebben hier kleine kamers doen maaken, waar zy fomtyds in de ftilte hun godsdienft komen verrigten.nbsp;Op dit eiiand zyn zeer veele ovens, waarin befchuit voornbsp;de koopvaardy- en oorlogfchepen gebakken wordt. Opnbsp;het eiland S. Michele woonen de Kamaldolenfers, die eennbsp;voortreflyk koor in hunne kerk hebben. Op het eiland S»nbsp;Nicolo del Lido ligt een Benediktyner kloofter, waarin denbsp;Doge, na het trouwen der zee, elke reis met zyn gevolgnbsp;de mis hoort. Niet ver van daar ziet men kafernen voofnbsp;4000. man. Van het eiland Malamocco heeft de haven ooknbsp;dien naam. Twee eilanden zyn met het oude en nieuwenbsp;lazaret bezet, die in pefttyden, en ook anders, om bui-tenlandfche fchepen quarantaine te laaten houden, gebruiktnbsp;worden.
Torcello ¦, Murano, Mazorho , en Burano, zyn vier eilanden, en even zo veele kleine fteedtjes, gebouwd door de gevlugte inwooners der oude fteden Altino en Concordia, wanneer zy zig voor de uit het Noorden komende
107
barbaaren zogten te beveiligen. Van de fpiegelfabriek ^^Regee-Murano (preeken wy beneden onder het artikel van den ban-“c* van Venetien.
REGEERINGSVORM VAN VENETIEN.
De Regeeringsvorm van Venetien is federt een geruimen tyd wegens haare fchrandere inrigting vermaard, Wy hebben verfcheiden’ boeken die deuzelven befchryven, en ’ernbsp;flaatkundige aanmerkingen over maaken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Eenigen
Ipreeken ’er met een foort van verrukking van, zo wel als van de flaatkiinde der Venetiaanen; dog zy gaan te ver.
Abt Richard behoort ook in zyne Reizen onder deeze bewonderaars van’t Venetiaanfche zamenflel. Zonder onsnbsp;wydloopige navorsfchingen daaromtrent in te laaten,
'villen wy den reizenden een kort begrip van den regee-quot;fgsvorm,zo veel als men te Venetien zynde daarvan noo-dig heeft te weeten, geeven.
Onder alle de ftaaten van Europa is ’er geen die zo volkomen ariflokratifch is als die van Venetien. De opperfte magt is in handen van twee honderd en zes families, dienbsp;zig in vyf honderd en drie en twintig takken verdeelen,nbsp;en omtrent uit vyftien honderd Nibili beftaan, die mondignbsp;zyn. (I) Deezen formeeren den groot Raad, tl Gran ConfigUo,
be-
(*) Een del belle werken is onbetwiftbaar dat van Amelot de la Dousfaye, mjloirs dn Bmvernemmt de Venife, Paris 1676. in otiavo.
Een lyft van alien die *er over gelchreven hebben vindt men in *t ^^^nerario vaii Vadcr Coronelli.
(t) Men vindt hunne naamen by malkandeten in het Froteghrnale i^nno, cen foort van ftaatsalmanak, genomen uit het zogenaamde Libro ii‘ero, in het welk elke Nobile zyn‘ zoon na deszelfs ge-
ootte moet laaten infchryven, indien hem anders zync geboorte en *yn adeldom niet betwift zal worden.
io8
Rtgerings. vorm vannbsp;Venctien,
I Pregadi.
begeeven de voornaamfle ampten, maakeii wetten, eu veranderen ze als’t noodig is.
T Pregadi, of de gevvoone Raad, welke de regredng 'waarneemt, befiaat uit zedig Raadsheeren, uit de Procu-ratores en andere magiftraatsperfooncn, die ongevaar ooknbsp;een getal van zefiig uitmaaken. Voor deezeu komt allesnbsp;wat voorvalt, zy befluiten oorlog en vrede. Zy vergaderen driemaal in de week , en worden in den grootennbsp;Raad gekoren. Geen mag ’er beneden de vyf en twintignbsp;jaaren zyn.
Conftgli» de' Died.
II Cotijiglio de' Died of de Pvaad van Tienen is een ont-zaglyk en gelieim gerigtshof, dat voor de veiligheid des Staats zorgt, alle mifbruiken fpoedig ftiaft, en de raisdry-ven van Staat onderzoekt, zonder dat zy iemant, wie ook,nbsp;rekenfehap van hun gedrag behoeven te geeven. Deezenbsp;Raad verkiefl: drie Inquifiteurs van Staat, welke de geheelenbsp;magt van den zei ven oeffenen. Toen zy in ’t jaar 1761.nbsp;een Avogador of Voorlfander dés volks, met naame Qui-rini, in hegtenis deeden neemen , onftonden ’er over ditnbsp;geregtshof en de drie Inquifiteurs groote oneenigheden ,nbsp;men wilde hun gezag binnen naauwer paaien brengen ;nbsp;maar op den 16. Maart 1762. wierd op nieuws bedoten,nbsp;dat zy hun’ voorige raagt behouden, en zig maar niet innbsp;borgerlyke of flrafbaare zaaken, die voor andere magiftraatsquot;nbsp;perfoonen behooren, mengen,en den Avogadori,in ’toef-fenen hunner magt tot handhaaving der wetten, niet hin-derlyk zyn zouden.
Het ontzag en de vrees voor deezeu Raad is door dit beduit zeer verminderd. Ook hebben de fekretarisfen desnbsp;Raads in lang na zo veel invloeds niet meer. Hunne porten waren voorheen van zeer veel gewigts, maar vicle'^nbsp;in ’t jaar 1761. eensklaps, toen bedooten werd, dat denbsp;fekretarisfen der andere kollegien by de ty af die pofte’’
be-
-ocr page 235-109
bekomen zouden. Tot Inquifiteurs van Staat neemt men Regering^-sbyd fchrandere lieden van zekere jaaren, wanneer hun’ geiuoedsbeweegingen niet meer zo heftig zyn, en zy zignbsp;'^•et meer zo ligt door vooroordeelen en overyling laatennbsp;wegfleepen. Dus zal men zelden hooren, dat zy een misbruik van hunne groote magt maaken.
pieno Collegia ontvangt de voorllagen der Gezanten en ƒ/ pigno vreemde hoven en de vertoogen der onderdaanen , tuColkgio.nbsp;maakt de zaaken klaar eer zy voor de Pregadi komen. Hetnbsp;bedaat uit den Doge, zes Raaden, Capi di quarantanbsp;Savi del Conjiglio , zes Savi di Terra firma en anderen.
De voorllagen der Gezanten worden daar op een’ zonderlinge manier voorgefield. Als een van hun iets heeft Voorteflaan , komt zyn Sekretaris aan de deur der zaal,
'vaar dit kollegie alle ogtenden vergadert. De Fatite of Dpzigter wyft allen den Raaden hunne plaatfen aan op eenenbsp;zyde, en den Sekretaris de zyne geheel alleen op de andere, en neemt-daarop zyn papier, ’t welk hy aan den Raadnbsp;brengt. Dan gaat hy weder naar den Sekretaris, met antwoord , dat de Raad de zaak in overweeging ncemen zal,nbsp;waarop de Sekretaris vertrekt. Benige dagen daarnanbsp;brengt de Sekretaris van ’t kollegie den Gezant een kortnbsp;mondelyk antwoord, ’t welk die, als hy wil, zo als hetnbsp;Wordt uitgefproken kan doen opfchryven, maar nooit eennbsp;fchrifclyk antwoord.
By byzondere gelegenheden hebben de Gezanten fomwy-len verzogt, dat de Republiek kommisfarisfen benoemen Zoude, om te handelen. By voorbeeld, toen de Koningnbsp;van Frankryk den twift tusfehen de Republiek en dennbsp;ï’aus wilde bemiddelen, had da Gezant drie mondgefprek-ken met de Senatoren, maar egter in het Servieten kloo-Sonuyds hadden de Gezanten iets aan de Inquifiteurs van Staat te berigten , en gaven hun’ gefchriften
aan
-ocr page 236-Regee- aan derzelver Sekretaris, dog die protefteerde altyd gt;
ringswrm dat hy ze in’t vuur werpen, en zyn’ meefters ’er niets
van Fene- nbsp;nbsp;nbsp;t.
tien. nbsp;nbsp;nbsp;zeggen zou. Een geeftelyke, die zig met de Inqui'
fiteurs verftond , bragt him dan het antwoord, op dat het niet fchynen mogte , dat zy zelven ’er een gz*nbsp;ven.
De Doge. De Doge zit voor in de drie kollegies, en is het hoofd der Republiek. Hy heeft de eer van een vorft, zondetnbsp;zyne magt te kunnen oeffenen. De Raad regeert ionbsp;zyn naam. Zyn rang is zeer hoog, dog hy is in de daadnbsp;meer onderworpen dan anderen. Met al zyn’ uiterlykennbsp;glans is hy zeer afhanglyk , moet een ingetogen leevennbsp;leiden , altyd zeer op zyn hoeden zyn, en dulden dat mennbsp;zig geftadig tegen hem kante. De magt van den Doge isnbsp;tegenwoordig een bloote fchaduw. Het eenige voorregtnbsp;dat hy heeft is, dat hy in de drie opgenoemde kollegiennbsp;het geen hy voortedraagen heeft zelf kan voorfteilen , zonder daar van te vooren met deSavii overtefpreeken. Maarnbsp;het geen niet van hem zelven komt, moet eerft den Saviinbsp;bekend gemaakt worden; en fchoon zy den Doge al nietnbsp;beletten kunnen, eene zaak in de kollegies voortedraagen,nbsp;kunnen zy hem egter, als zy daarovSr misnoegd zyn, genoeg plaagen, met te beletten dat ’er over geftemd worde, of wanneer de zaak al doorgegaan is, te maaken datnbsp;zy tot nadere overweeging uitgefteld worde. Het geldnbsp;wordt met den naam van den Doge getekend, maar zonder zyn beeldtenis. Alleen (laat ’er een Doge op, voornbsp;S. Marcus knielende, om aantewyzen, dat de Doge, alsnbsp;de eerde onderdaan der Republiek, die onder het beeldnbsp;van Marcus voorgedeld wordt, aan te zien is.
De
(•} Men zegt daarom van hem; EJl Rex in fHTpnra, Senatcr in lt;»' ria, in Urbe capthas, extrn Urhem private.
-ocr page 237-III
De verkiezing des Doge gefchiedt met veel omftandig-2ïe|-e«. ^eden. De groote Raad vergadert, en’er worden zo'iQt fingsvonKnbsp;Ie kogels als ’er Senatoren tegenwoordig zyn, in eennbsp;Selegd; zy zyn wit, behalven dertig die verguld zyn. Dienbsp;laatften bekomen, gaan in een by zonder vertrek, en verbiezen negen Nobili, welken weder veertig, en deezenbsp;veertig weder twaalf, deeze twaalf weder vyf en twintig,nbsp;deeze vyf en twintig weder negen , deeze negen wedernbsp;vyf en veertig, deeze vyf en veertig weder elf, en einde-iyk deeze elf weder een en veertig Nobili verkiezen, ennbsp;deezen zyn de eigenlyke verkiezers. Alle deeze verkiezingen gefchieden door de Ba[lotazione,amp;nt is met goudennbsp;witte kogels,en zyn zo menigvuldig om alle kuiperyennbsp;Vooitekomen. Egter zyn het in de daad maar plegtighe-want men weet gemeenlyk van te vooren wie Dogenbsp;'vorden zal.
Deeze een en veertig worden in een vertrek van het Pa-leis, gelyk de Kardinaalen in ’t Conclave, opgelloten, en er niet uitgelaten voor dat de verkiezing gedaan is. Ooknbsp;Wogen zy met niemant fpreeken. Dit duurt egter gemeenlyk niet lang, dewyl men meeften tyd reeds van te voorennbsp;met malkander eens is. De verkoren Doge moet van denbsp;een en veertig ten minften vyf en twintig ftemmen hebben.
Daarna wordt hy openlyk op de trappen van ’t Paleis ge-kroond, en door het werkvolk uit het arfenaal op eenraa-'•bine , tl Pozzo genaamd , op de Plaats van S. Marcus rond gedragen, by welke gelegenheid hy geld onder hetnbsp;Volk ürooit.
Niemant van de familie des Doge mag in den Raad zyn, ’^“genomen die hem ’t aller naait is, welke daar ook naadnbsp;hem Zit, maat niet ftemmen mag. Ongeagt alle deezenbsp;ongemakken is nogthans de verblindende fchyn der eerenbsp;i’y de meeften kragtig genoeg, om deezen poft als een
groot
-ocr page 238-112
Regee- groot geluk aantezien, en ’er naar te wenfchen. Eenigerl ringmrm zyn’er egter, vooral in de familie van Cornaro, geweeft»nbsp;die ’er zig gezogt hebben aan te onttrekken, maar niemandnbsp;dien men denkt byzonderlyk tot deeze hooge waardigheidnbsp;gefchikt te zyn, wanneer hy tegen zyn’ wil verkoren is gt;nbsp;mag die van de hand wyzen, onder ftraffe van verbeurd*nbsp;verklaaring zyner goederen. Ook kan men ze niet neder*nbsp;leggen, maar wel afgezet worden.
Savii,
Op de drie kollegies en den Doge beruft de bezorging van alle de zaaken der Republiek, Buiten die zyn’er zeSnbsp;Sav/t, als raadgeevers van den Staat, die de zaaken van tenbsp;vooren in order brengen, en klaar maaken om voorgemeldnbsp;te worden. Ook zitten zy voor, dog hun arapt duurt nietnbsp;langer dan zes maanden. Elk van hun heeft beurteling*nbsp;zyne week, wanneer aan hem alle gefchriften, vertoogen»nbsp;en diergeiyken ter hand gefield worden, en, na ze doOl*nbsp;gelezen te hebben, brengt hy ze in de vergadering der Sa-vii. Als de zaaken twylFelagtig zyii, volgt men gemeen-lyk zyn gevoelen, dewyl hy de zaak als verflag doendenbsp;het beft begrypen moet. Gevolglyk heeft de Savio van denbsp;week den raeeften invloed op de zaaken der flad, gelyl^nbsp;de Raadpenfionaris in Holland. De Raad verkiert de Sa*nbsp;vii, en deeze befchryven wederom de vergaderingen desnbsp;Raads,
De regeeringsvorm van Venetien is de oudfto, die lang onveranderd de zelve gebleven is, Somiyds zynnbsp;partyfchappen ontftaan, dog, ten deele de verftandige •'''nbsp;rigting , wyl de eene hand altyd door de andere als g®'nbsp;bonden wordt , en ten deele het karakter der Venetis*'
nen, dat zo heftig niet is als dat der andere ItaliaaneO»
heeft gemaakt , dat die aanhangen altyd op niet uith® pen. Venetien heeft zyne vryheid behouden , daarnbsp;zig fchrander denkende Florentynen, die op de in hunne g®'
dagte
-ocr page 239-lig
^*gte koelzinnige Venetiaanen met veragtiug af zagen, dcRegee-^ünne verloren hebben. Amelot de la Housfaie heeft '^ver het beft gefchreven, en de Venetiaanen zelvennbsp;’'®r' hem maar van weinige misflagen befchuldigen. On-^srtitsfchen vindt Montesquiou veel op de Veneüaanfchenbsp;ftaatsgefteldheid te berispen. Zy zyn, by voorbeeld, veelnbsp;Veel voor hunne inrigtingen ingeaomen, en hebben nognbsp;^e zelve grondregelen welken zy aankleefden, toen zy nognbsp;door den bloeycndften handel ryk en magtig waren, daarnbsp;®6ter hun toeftand, federt het voeren van den handel opnbsp;^Ddien door andere volken, en ’t verlies van Candia ennbsp;^lorea, zeer veranderd is, TeVenetien kan niemant door,nbsp;^ïkdom of fchranderheid groot worden } als hy niet vannbsp;^del is , waardoor de moed en de nayver worden uitge-|^¦u^cht. Alleen kan men, als de Staat in zwaare oorlogennbsp;‘ögewihkeid is , den adelftand voor groote fommen koo-verdienften doen niets hierby.
^2 beroemde Maffei, die zyner geboorteplaats Verona groote dienften gedaan heeft, en een man was van zanbsp;groote verdienfte, werd flegts voor een Nobile 4i Terranbsp;4»;i:a gehouden, dat is voor een’ edelman uit het gebiednbsp;der Republiek. De Venetiaanfche Nobili doen altyd dennbsp;'^irdedellieden hunne meerderheid gevoelen; iudiendelaac-niet ryk zyn, en gevolglyk de eerften hen niet vannbsp;’^oeti hebben, moeten zy zig zeer onderdaanig betoonen,nbsp;f*' hyna voor hun kruipen. De magt des adels heeft ooknbsp;^kvloed op de borgetlyke vetfchilleii, ten miuften valt hecnbsp;borger altyd bezwaarlyk,eene zaak regens een edelmannbsp;doortezetten, Ondertusfchen is egter de borger aan dennbsp;sdei verbonden, alzo ieder gemeenlyk een of twee patroo-heeft, wier hulp hem noodig is, en welken hy ge-'^'glyk ontzien moet.
Zelfs onder den adel Biangek het aan nayver. De ge-
Vl. DEEt. nbsp;nbsp;nbsp;Hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lylfe
-ocr page 240-Rs^ee- lykheid van (land is wel de grondpilaar des RepubliekyH' ringsvorm fchen regeeriiigsvorms , maar zy vindt te Venetien (leg^®nbsp;•van Fene- ji, kleinigheden , niet in hoofdzaaken plaats. By voof*nbsp;beeld, een nieuw edelman verwerft nooit een gezantfchap»nbsp;hoe veel’ verdienden hy ook hebbe, en iemant uit den ouden adel zelfs niet ten zy hy zeer ryk zy. Om Procuratornbsp;te worden moet men ryk zyn, en ’t begint moeilyk te vallen , diergelyken altyd onder den ouden adel te vinden»nbsp;' waarom men fomtyds genoodzaakt is,’er uit den nieuweirnbsp;te neemen. Deeze inrigting was goed, zo lang Venetië’’nbsp;nog buitenlandfche bezittingen had, waar zig de gouverneurs eerll verryken, en dan terug gekeerd groote verktvi'nbsp;dingen by het bekleeden der eerde poden raaaken konden*nbsp;Maar nu, daar men zulke bezittingen niet meer heeft,nbsp;de ampten te Venetien ook naauwlyks zo veel opbrengen»nbsp;dat een edelman zonder middelen, gelyk de meeften tegenwoordig zyn, met gevoeglyklieid daarvan leeven konne»nbsp;moeden’er andere fchikkingen gemaakt, en de zulkennie'nbsp;gedwongen worden ,om den magtigen familientebehaagen gt;nbsp;door welker toedoen zy de eerampten verkrygen, veel®nbsp;onkoden te maaken. Voorheen had de adel belang innbsp;fchepen welken de kooplieden naar de Levant zonden»nbsp;fomtyds zelfs in hunne kommisfies of andetfins, en ver-kreegen daardoor groote rykdommen; maar tegenwoordignbsp;wil de handel der Venetiaanen weinig meer zeggen,nbsp;het kleine getal edellieden, die nog onder de hand in compagnie met de kooplieden doen, winnen ’er weinig med^nbsp;Procura- Zulken die ryk zyn hebben hoop met den tyd Gezanr»nbsp;iori. en eindelyk Procurator di S. Marco te worden. De pla*^nbsp;van Procurator is voor her uitedyke aanzienlyk, niettemn*nbsp;geeft zy weinig invloeds, en zelfs geen’ (lem in dennbsp;ten Raad. Veelen beflniten bun gezantfchap met hetarnP*’
van Bailo of gezant aan het Turkfche hof, en daarna b®
ko'
-ocr page 241-komen veelen, als zy uic een oud huis eri rykzyn, l^fJlegeé-^efie di Procuratoren gelyk men ’t noemt. Maar devvyl««gsüOfÜ de poft van Procurator niets opbrengt, en veiele onkoftennbsp;ter oorzaake van de menigvuldige feeften j die men by hetnbsp;Aankomen geeven moet, vordert, onttrekken ’er zig denbsp;Oude familien dikwyls aan, en men moet ’er veeltyds ry-ken van nieuwen adel toe neemeu , al hebben zy geenènbsp;Verdiende.
Een andere misflag in de Venetiaanfche fladtkuride is, dat men de gezanten alle vier jaaren verandert j in plaatsnbsp;Van dikwyls met onderfcheid daar in te handelen. De Procurator Emo, een man van groote eigenfcbappen, was irtnbsp;een’ tyd van onruft, toen de beroemde Kupergli Groot Vi-fir te Konftantinopolen was, gezant of Bailo aldaar, dönbsp;^ifir beminde hem zeer, en zeide ten einde zyner vier jaa-tcn tot hem, „ de Raad moeft bedenken dat ik u bemin-*nbsp;fc, en dat uw’ tegenwoordigheid hier veel nuttiger is dannbsp;tc Venetien of ergens anders ; hy moeft u hier laaten.
Maar Emo moeft vertrekken, dewyl het de oude wetten zo beveelen. Wat gebeurde ’er ? Emo was niet lang tenbsp;Venetien geweeft, of ’er ontftond een oploop in ’t arfe-naai, waarby verfcheiden Turken omkwamen, en de Republiek w'as genoodzaakt, den Procurator Emo als buitengewoon’ Gezant naar Konftantinopolen te zenden,nbsp;tcaar hy door zyne tegenwoordigheid , en zonder grootenbsp;gefchenken te doen , ecne zaak byleide, die den Staatnbsp;ten uiterften onaangenaam en gevaarlyk had kunnen worden,
De titel van Ridder der gouden ftar is blootlyk pjjden Welke niets opbrengt, en ook nergens eenigen \nv\otè der goudeanbsp;®P heeft. Daar zyn ’er twintig» en vier plaatfen zyn alnbsp;tyd in de vier families van Morofiiii, Contarini, Rezzonj-Co, en Querini erflyk.
Regee- De groote menigte van edellieden, die allen deel aan de rittgsvoi'm regeering hebben willen, maakt dat men dikwyls verande-ring in de beampten maakt, dat ’er altyd veelen zyndie’ecnbsp;naar ftaan, en dat telkens veele kuiperyen in ’t werk ge*nbsp;fteld worden. De follicitanten moeten zig door hun ge*nbsp;d.rag by de meeften bemind weeten te maaken, en de ry*nbsp;ken zorg draagen, van de armen, wier getal het grootftenbsp;is, niet voor het hoofd te ftooten. Zelden vraagen tweenbsp;uit de zelve familie het zelve ampt, maar gebeurt dat, zonbsp;bejegenen zy zig altyd met alle beleefdheid, en zyn dennbsp;volgenden dag, als de verkiezing gedaan is, weder goedenbsp;vrienden, ten minden voor het uiterlyke, alzo de familiesnbsp;malkander beftendig en by alle gelegenheden noodig hebben.
Wanneer men op een Gezant of Nobile, die een voornaam ampt bekleedt, misnoegd is, wagt men, totdatzytl tyd om is, en zendt hem dan als gouverneur naar eenenbsp;kleine ftad, ’c welk zy voor een foort van draf en eennbsp;grooten fchimp houden. Het is niet genoeg om zig aanhalig te maaken, dat men eerlyk en volgens de wettennbsp;handelt , men moet zig ook naar de oude gewoon-tens tigten. Een zeker opzigter der wegen en bruggennbsp;wilde zyne eerlykheid toonen , en bragt meer dan ge-woonlyk in ontvangft, maar werd daarvoor tot amptmannbsp;van een kleine plaats aangefteld , omdat hy iets byzondersnbsp;daarin gezogt, en der Republiek een klein inkomen ver-fchaft had, ’t welk zyne voorgangers altyd voor zig be*nbsp;houden hadden.
Een der bede middelen om gezag in den Raad te kry* gen, is de welfpreekendheid. Daar zyn ’er altyd eenigennbsp;in, die zig daardoor eenen aanhang maaken, en dus hetnbsp;meed te zeggen hebben. Als icmant by eene zekere gel®*nbsp;genheid zyne flerkte in de welfpreekendheid getoond en
-ocr page 243-i%7
2ig doen onderfcheiden heeft, word’er dien tivond en
dag of twee daarna in alle gezelfchappen van gefproken.f/ffgswr;»
Andtea Tton wordt tegenwoordig voor den fterkften
¦naar van Venetien gehouden. In de groote vergaderingen
van den Raad zoeken zy inzonderheid hunne gaaven te
toonen. Sommigen mengen Griekfch en allerlei geleerd-
Iieid in hunne ledenvoeringen , en neemen daarby een’
byzondcren nadruklyken toon aan, die van de fpaaak in
’t gemeene leeven zeer onderfcheiden is. Anderen fpree»-
rator Morofini een reden voering van agt uuren zonder op-
tehouden.
De pleidooyen der Advokaaten te Venetien zyn fomtyds met groote vlyt uitgewerkt, maar veeien hebben’er won-ren.nbsp;derlyke gebaarden by. Zo lang zy de zaaken .zelven voor-draagen fpreeken zy ordentelyk , maar als het aankomtnbsp;party te wederleggen , geraaken zy in vuur, fchreeu-Wen, maaken heftige beweegingen naar alle kanten, ftam-P6n met de voeten, flaan zig op de borft, en doen zulke oMzaglyke uitroepingen , dat een vreemdeling hennbsp;niet zonder lacchen kan aanzien. Egier zyn ’er ook veernbsp;ien die zig binnen de paaien van welvoeglykheid houden ,, fchoon de meeflen zig als pantomimes of ailequinênbsp;«anftellen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
De Avogadoïi zyn als de voorflanders des volks ^ Avogaderi, lyk by de Romeinen de Tribuni plcbh. Z'j moeten denbsp;klagten van het volk booten , en zig die aantrekken.
Igt;aar zyn ’et drie , die alle weeleen malkanderen afwis-felen.
^en telt te Venetien vyf gcregtshoven, voor de web Ceregts-ken de regtzaaken gebragt worden, i. De Qiiarantiahoven. crmimle doet regt over moedwillige misdryven , welkennbsp;de Avogadoti moeten aanbrengen. Zy voert den titél van
H 3
-ocr page 244-iiS
VMi yène-fm.
Kegee- Serenisfima Signoria, heeft in de vergadering der Pregaol fingivorm maar een beraadflaagende ftem , en de byzitters daarvan
hebben een plaats in ’t Configlio. Drie zyn ’er die in den naam des Doge voorzitten. 2. De Qgiarantia civilveccbi^nbsp;doet regt over zaaken boven de 800. Venetiaanfche dn'nbsp;kaaten, zy mogen borgerlyk of ftraffelyk zyn; ook ovefnbsp;de beroepen in regtsgedingen komende van het vafte land»nbsp;De Raaden worden alle zes maanden veranderd. 3. DSnbsp;Quarantia civil nuova doet regt in bnitenlandfche regtsgC'nbsp;dingen , beloopende meer dan 800. dukaaten. 4. Vootnbsp;het Cillegio de vinti behooren alle borgerlyke zaaken dienbsp;tusfchen de 400. en 800. dukaaten bedraagen, en de ftraf'nbsp;felyke zaaken , welken de Avogadori ’er voor brengen»nbsp;5. Het Collegia de dodici beoordeelt alle zaaken onder denbsp;400. dukaaten. Wie zig een begrip wil maaken van denbsp;Venetiaanfche wetten, kan de fchriften van den Procura*nbsp;tor Giulio Giulliniani en den Senator Giovanni Bartifïsnbsp;Doiia ,naleezen, die ze op bevel des Raads in order brengen en uitgeeven moeten.
Jnhwflen en krygs-
De Abt Richard- fchat het inkomen der Republiek op twintig millioenen Franfche ponden, anderen maake»nbsp;ze byria eens zo groot. Daar alles te Venetien een g®'nbsp;heim is, kan men ’er bezwaarlyk iets van vaftftellen.nbsp;komen ten deele van de in de ftad en het gebied der R®'nbsp;publiek op uitgaande en inkomende waaren geftelde tol'nbsp;len, ten deele van de tienden en andere Poorten van be*nbsp;laftingen. Op de landetyen op het vafle land, waarvat*nbsp;egter een Nobile di Fenezia niets bezitten mag, zyn M'nbsp;zondere ongelden gelegd. Het verkoopen van ’t zout vaö
Ghiozza en Corfu brengt alleen omtrent de 800000. D®*^'
fcbfl
(t) Omtrent tien millioenen HoUandfche guldens.
IIP
fcbe daalders op. Het verkoopen van de olie te Corfu isRgg^g. ook zeer aanzienlyk. De Republiek kan vyf en iwmügringsvofmnbsp;duizend man onderhouden; egter heeft zy in vredenstyden^'*quot;'^quot;^*nbsp;tiaauH'lyks vyf of zes duizend man,om degrensplaatfen tegen de Turken en naar den kant van Milaan le bezetten^
Het krygswezen is op een’ elcndigen voet. De onderofficiers verdaan den diend volllrekt niet,en krygen de poften door de voorfpraak van ’t eene of andere magtige huis,nbsp;zonder zig verders om den dienft zeer te bekommeren. Danbsp;foldaaten weeten weinig van den wapenhandel, uitgenomen eenige Skiavoniers en overloopers uit vreemde dien»nbsp;ften. Ondertiisfchen zyn de boeren op het vafte land abnbsp;len gewapend. Men ziet dikwyls de herders, bloot voets;
Jnaat met het geweer op den rug, de fchaapen weiden.
Hog dit is veeleer een gebrek in de ftaatknnde, en veroorzaakt veele misbruiken.
Zo lang de Republiek by den grondregel blyft, van de ï^obili van den dienft aftehouden, zal zy ook flegte troepen hebben. Men geeft het bevel over de krygsmagc ge-meenlyk een’ vreemdeling, uit vrees dat een man van eennbsp;tegeerende familie daardoor te magtig worden mogi’.
Maar wat kan een veldheer uitregten, die van de Vene-tiaanfche krygskoramisfarisfen afhangt, welken niets van den dienft weeten , en egter zyne onderneemingen moe-'ten bellieren?
VAN DE ZEEDEN EN GEBRUIKEN TE VENETIEN.
I^e adelyke families zyn gedeeltelyk zeer oud. Daar-^^ onder zyii ’gr voornaamlyk twaalf, die men met de twaajfnbsp;Apoftelen vergelykt, en die van de twaalfof voor-ftandets des volks afftamfflen,welken in ’t jaar 6pp. den eer-H 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hen
-ocr page 246-120
Zeeien Ren Doge verkoozen. Zy zyn , Badoer, Cotitarini ^ Mo' gebruiken rofini, Tiepolo, Michiele, Sanudo, Gradenigo, Memo»nbsp;te yent-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dandolo, Barozzi en Polano, welke laatRe faffli'
’ niilie voor eenige jaaren is uitgeftorveu. (1) Onder dee-zen is de familie van Badoer de oudfte, en die van Conta-rini de uitgebreidde, welke ook van ouds af de meed® hooge poften bekleed heeft.
Buiten deezen zyn ’er nog de Giuftiniani, Cornaro,Ct) Eragadino en Berabo , welken men de vier Euangelifteï1nbsp;noemt. De Venetiaanen verhelfen zeer zelden eene faifli'nbsp;lie tot den adelftand. Hoe hoog zy die eer fchatten, 11nbsp;daaruit afteneemen, datzy lioning Henrik III. toen hy uitnbsp;Poolen naar Frankryk ging, om bezit van de kroon te nee1nbsp;men,. Nobile di Venezia verklaarden. Eenigen buitenlandnbsp;•fchen veldheereu over hunne troepen, en Pauslyken nee-ven, is die eer ook wedervaaren.
Geduurende de oorlogen tegens de Genueezen en Tur1 ken zyn veele ryke familien tot den adelftand verheven,nbsp;¦welken in de Hertoglyken en Nieuwen verdeeld worden.nbsp;De eerflen worden zo genaamd, om dat zy, in de jaarennbsp;1450. tot 1620. toe, een overeenkomft onder malkanderen gS'nbsp;maakt hadden, van nimmer eenen Doge uit de oude g®'nbsp;Aagten te neemen. Zy verkooren liever fomtyds een’ D®'nbsp;ge uit een’ nieuwe familie, om ’er maar geenen uit de oU'nbsp;den te krygen. Eindelyk egter drongen zig in ’t jaar i6iP‘nbsp;de oude familien weder in, en federt dien tyd zyn’erve^'nbsp;Jen uit gekozen geworden.
zaaoi
Over de Venetiaanfche fiimilien handelt Vader Kafimit Pre1
jehotti, ia Pre^i della ^tbilta Veneta^
{ 1) Uit het huis Cornaro was dc beroemde Koningin van na dien naam.
-ocr page 247-121
Zaam met malkanderen. nbsp;nbsp;nbsp;Na den dood der oudersnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ffi
blyven de broeders en zufters by malkander vvoonen, zon-gebruiken der sens het goed te deelen. By voorbeeld, voor eenige^fnbsp;3wen, en diergeiyke gevallen gebeuren dikwyls m veeienbsp;^delyke familien , ftierf de oude Mocenigo, nalaatendenbsp;‘Jrie zoonen en twee dogters. Eene dogter ging in ’cnbsp;kloofter, de andere trouwde in eene uitgebreide familie,nbsp;daardoor haare broeders veeie Itemmen by’t verkiezen vannbsp;amptenaars wonnen zy bekwam een’ zekere fomnbsp;tot een uitzet, en deed van ’t overige der erfenis afftand.
De drie broeders bleeven in ’t zelve paleis woonen, de»
Vyl de paleizen gemeenlyk zo ruim zyn, dat verfcljeiden huisgezinnen , zonder malkanderen te hinderen, t’zamennbsp;¦Woonen kunnen. In zulk een geval worden de goederennbsp;dikwyls door eeii boekhouder beftierd, die hun rekeningnbsp;tioet, en ieder alle maand zo veel als hem toekomt, voornbsp;hem en zyne bedienden, uitdeelt. Maakt iemant fchubnbsp;lt;^un, zo is ’er zyn aandeel aan den gemeenen boedel voornbsp;¦'terbonden, en zyn maandelykfch inkomen, la Merzata,
Wordt ’er door verminderd.
Gemeenlyk trouwt ’er maar een uit de familie, en zyn’ broeders (laan hem een grooter gedeelte der erfenis af. Be-.kleedt een van allen een poft die veel gelds koft,by voorbeeld
(*) Voor omtrent vyfiien jasten Ichrccf een zekere Paslètoni een Eedigt, dat, onder den titel II CUerene, in twee deelen, een’ aartignbsp;hekclfchrift en veel waarheids omtrent de zeeden det Venctiaanchnbsp;'’?helft. Het is aangenaam om te leczen , des het ook met grootnbsp;genoegen ontvangen werd. Een ander in zyn looit treflyk gedigt,nbsp;yoi Van fyne wendingen, heeft de Abt Pairini op de kdigloopehdenbsp;ionkertjes, die hun tyd met oplchikken, lediggaan en kleinichedennbsp;dootbtengen, gemaakt. De titel is. It Mattim, poërnem ia V-nezianbsp;*'63, Het is rymloos, maar, tegen den finaak der nicefte Italiaa-uen, lugiig vloeyend, zonder veei gezogteu geeft, gciclucven. .
H 5
-ocr page 248-Zeeien ««beeld een gezantfchap , zo wordt, het geen hy meer dan gebruiken zyn deel uit de gemeene inkomften van nooden heeft,uitnbsp;gemeene inkomften genomen. Tot deeze eensgezindheid worden zy als gedwongen, om dat zy veele ftemmennbsp;by de verkiezingen, en dus een’ grooten aanhang, noodignbsp;hebben. Zulke begrippen vinden genoegzaam in alle denbsp;families, van de rykften tot de armlten toe, plaats. Vee-len, die vermogen hebben, en zig op een andere wys verheffen willen, onderhouden iemant uit de familie buitenslands met grooie kollen; by voorbeeld, als prelaaten tenbsp;Romen, of in nunciatuuren, op dat hy met de tyd eenSnbsp;Kardinaal worden, en zyn geflagt verheffen moge.
Veele Nobiii zyn zeer arm , en kunnen derhalven om geen trouwen denken. Om die reden ziet de Republieknbsp;niets eens gaarne, dat al te veelen zig in den egt begee-ven, al was het zelfs, dat zy ’er gelegenheid toe hadden,nbsp;alzo de kinderen onmooglyk, als het zamenttel van Staatnbsp;zo blyft, aan den koll komen kunnen. De groote Raadnbsp;keurt zeer zelden een huwlyk goed tusfchen een Nobilenbsp;en eene borger juffrouw, Cittadina, al is zy ryk, en, al®nbsp;dat niet gefchied, kunnen de kinderen uit zulk een huwlyk gefproten ilegts zekere goederen erven, de anderennbsp;vervallen aan de zydlinien. Zelfs zyn de kinderen nietnbsp;van adel, fchoon de Abt Richard het tegendeel, maar ver-keerdelyk, zegt.
Te Venetian zyn veele Nobiii die groote inzigten heb' ben, en bekwaaraer zyn dan zy welken openbaare pollennbsp;bekleeden, dog een flil ampteloos leeveti verkiezen. Overnbsp;’t algemeen verdaan de Nobiii de belangen der vreemd^nbsp;natiën wel. Zy hooren tweemaal ter weeke de berigta**nbsp;der vreemde gezanten, en wat daarop geantwoord wordt»nbsp;leezen, en weeten dus wat ’er omgaat. Een gezantnbsp;altyd by zyne terugkomfl: wydloopig verflag doen, waarin
-ocr page 249-123
ïn by caauwkeurig rekenfchap moet geeven van den lot-Zeeden Ui fland der krygsmagt, de gefteldheid van ’t hof en de gebruikennbsp;ftaatsdienaars, hunne karakters, de ftaatkundige belangennbsp;Van ’t hof dat hy verlaat, hoe daar de zaaken verhandeldnbsp;'vorden , en van alles wat geduurend zyn gezantfchapnbsp;Merkwaardigs is voorgevallen.
De jonge adel krygt meerendeels eene goede opvoeding,
2y worden geineenlyk op de hooge fchool te Padua, fom-tyds ook wel buitenslands, gezonden. Tot hun vyf en ¦Iwintigfte jaar , wanneer zy het Raadsheerlyk kleed aannbsp;krygen, vergaderen zy by den een’of ander’ ouden Raadsrnbsp;heer, waar zy in de wetten van ’t land onderwezen worden, en zig in ’t fpreeken oefFenen. Men doet hen ver»nbsp;handelingen over llaatszaaken opftellen, op de buitenlandfchenbsp;herigten der gezanten antwoorden, en bereidt ze op dienbsp;'vyze voor de bezigheden, op dat zy als bekvvaaine man-in ’t 'kollegie der Pregadi verfcliynen mogen.
Vreemdelingen vinden te Venetien zo.veele gezelfchap-Q^^,^ pen niet als in andere Italiaanfche lieden. De Nobilinbsp;Zeer befchroomd om met de vreemde Gezantenomtegaan. Zynbsp;komen niet by malkander, ja vermyden dikwyls zélfs een’
Gezant op een’ derde plaats te fpreeken, orii alle verdenking voortekomea van met hem in verftandhouding te zyn.
Voor etlyke jaaren had de Napolitaanfche Gezant eene Ve-¦^etiaanfehe vrouw getrouwd, welke veel met haare bloedverwanten verkeerde,' maar hy zelden, en als hy ze ging hezöeken, zo gefebiedde het heimlyk en met groote behoedzaamheid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
Dit vermyden der Gezanten door dé Nobili komt alleen van een oud gebruik, want de tyden dat de Gezanten op-'verwekken kunnen, gelyk de Marqnis de Bedemar innbsp;t iaatnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn voorby. Zy geeven voor, dat het ge-
fchiedt, op dat de Nobili den Gezanten niets ontdekken
zweien zullen van de ftaatsgeheimen; maar, als men de zaak gebruiken Inquifiteurs van Staat uitzondert, worden dog de Gezantennbsp;geheime verklikkers van alle de raadflagen de*nbsp;Raads onderrigt. Veelen zeggen dat het uit beleefdheidnbsp;gefchiedt, op dat niet zo veele hongerige kaale Nobilin®**nbsp;de tafels der Gezanten inkruipen, en hun des tot een’ l^dnbsp;worden ; maar daarvoor zou ligt middel te vinden zy”*nbsp;De waare oorzaak is een oud ongegrond gebruilc, waaf'nbsp;door de zaaken alleen op een’ noodelooze wys vertraagdnbsp;worden. Egter beginnen de Nobili ten minden nie'nbsp;vreemden en inlanders , die veel aan de huizen dernbsp;zanten komen, omtegaan, ’t welk men voorheen ook niei^nbsp;gaarne zag.
De Venetiaanen zyn niet zeer voor de zaraenleeving» ieder leeft op zig zelven. De mans neemen kun komptoirnbsp;waar , en de vrouwen haar huishouden, zo dat men zenbsp;niet veel, dan als zy naar de misfe gaan en in de kerken,
ziet. Een vreemdeling, wordt op’t eerft door het nieuwe
gezigt eener ftad die als in ’t water ftaat getroifen, dog men wordt daar ras aan gewend , en dan fchynen denbsp;naauwe fteegen treurig.- De graften zyn wel van wegel*nbsp;de gondels wat leevendig, maar men ziet anders niet veelnbsp;menfchen, en het minfl voor de venders.. De Venetian*nbsp;nen geeven, uit hoofde van hun’ ingetogen’ leevenswy*»nbsp;zelden maakyden. By pJegiige gelegenheden wordennbsp;kende vreemdelingen ook ter maaltyd verzogt, zo wel al*nbsp;op de bals, waar men wel raec een masqué komt, ma**nbsp;dat niet voor ’t aangezigt heeft.
Maaiige De Venetiaanen leeven byna nog maatiger dan de overig® leevem^s. Italiaanen. Zy drinken weinig wyn en liqueurs, en eetennbsp;zelden ragouts en fterk gekruide fpyzen. Meeft leeven zynbsp;van ryft , meelfpyzen , peulvrugten, gekookt vleefeh e*nbsp;vifch. Zy drinken cbokolaad, en gebruiken veel ys-
Van
-ocr page 251-i?5
Van tyd tot. tyd gaan zy naar ’t vatte land om frisfche Zeedeti |ögt te fcheppen. (•) De ryke families onthouden z\g gebruiken
den herfft op het land , en het menigvuldige gezel-^'“'^’aPjdat zy dan ontvangen,veroorzaakt hun groote on-'‘^den. Die zo ryk niet zyn gaan dog gemeenlyk een’
*^*8 in de week naar ’t vatte land, waar men op de dor-P®quot; koffyhuizen vindt, in de welken zy nevens den adel, in de uabuurfehap zyne landhuizen heeft, by malkander komen.
‘T is niet gebruiklyk te Veneiien, zig door bedien,-den te laaten volgen , en jiJ de gondels is ’er ook geen’
P'aats voor. De gondeliers doen het werk , melden ie-^ant aan , en vetiigien wal men verders le doen heeft,
2elfs hebben de magiftraatsperfoonen geen’ bedienden ag-‘er zig.
^ïen vindt te Venetien veel’ fchoone vrouwen. De nbsp;nbsp;nbsp;¦
P'seften hebben een fyn vel en veel kleur. De blonden 2yn ’er even zo zeldzaam als in geheel Italien. De Damesnbsp;gaan eerft tegens den avond uit, en nooit zonder Cavaliernbsp;P^rvente, die haar in de gondel brengt, en in de fchouw-Ppelen en elders begeleidt. De Dames komen in dC' kofFy-^Wzen, of in de Cafini, t’zamen, en maaken party om tenbsp;^Pselen. De miltzugtige Sharp (f) beweert, dat, denbsp;®'^'isies te Venetien trouwen alleen om des te vtyer metnbsp;Cicisbeo te mogen omgaan , en dat de man nooitnbsp;Verzekerd kan wezen of zyn vtouws kinderen van hem
zyn.
(*) De Venetiaao zegt, fer remmer Caria. De liigt in de flad is des ïomets vogtig, en vol van moctasfige dampen. Ecuigc graften tie-Py “onhoudende hette zeet fterk.
(tl Wy hebben zyne blieven , die vol gal en Tooroordeelen zyn,
'a byna niets nan valfejjln^dcn behelzen , in de vooiieden aange*
-ocr page 252-120
geeden ?»zyn. Tly maakt Venetien tot het middelpunt der grootÖ^ gebruiken buitenfpoorigheden. Dog dit oordeel over ’t geheel genO'nbsp;valfch , hoewel, gelyk in alle groote (leden,nbsp;uitzonderingen zyn, De Cicisbeo is gemeenlyk niets ffl'quot;'nbsp;der dan de minnaar, en veel eer (legts eene figuur, died®nbsp;Dame welllaanshalven overal begeleidt , dog zelden 10®“^nbsp;haar geheel alleen is, indien de man goed vindt dat te be*nbsp;letten. Behalven dat, dit gebruik heeft alleen maar pla»'*nbsp;onder den adel. De Cittadine, en de gemeene vrouW'®’’nbsp;nog meer, leeven zeer huislyk en ingetogen. Van de znbnbsp;ken, die openlyk een liederlyk leeven leiden, fpreekennbsp;hier niet. Even zo weinig men ’er te Parys in vindt, da^nbsp;een man met eene vrouw in een fiacre met opgebaald®nbsp;houten luiken zit, vindt men ’er ook te Venetien in, datnbsp;twee perfoonen t’zamen in een gondel vaaren.
Cd/int. De Cafini zyn kleine vertrekken boven de kofFyhuizeU op de Plaats van S. Marcus. Zy behooren verfcheidene»nbsp;Nobili, die hier de Dames en andere goede vrienden ont'nbsp;haaien. Men leeft daar zeer los, komt ’er zonder zig ve®^nbsp;optefchikken, en zig te doen aandienen, daar men innbsp;eigen huis veel meer omdags maakt. Het gebruik van zn'l^nbsp;een Cafino te hebben is zeer algemeen, zo wel jonge I'®*nbsp;den als oude Senatoren huuren ’er. Daar zyn egternbsp;by de kolFyhuizen om de Plaats van S. Marcus gehei®®nbsp;kamers, waarheen zig de masques mét de op denbsp;omzwervende nimfen begeeven, koffy drinken, en and®^®nbsp;dingen doen, waartoe zy geene getuigen roepen. Ovetnbsp;algemeen heeft ieder te Venetien de grootfte vryheid oquot;'nbsp;te doen wat hy wil, mits hy maar niets regens dennbsp;dienft of den Staat doe of zegge. (J*') Voor ’t ovet’^®
-ocr page 253-127
’’’oet een ieder de voorzigtigheid hebben van deezevry-^^^^^^ heid niet te misbruiken, en zig in gevaarlyke minnenhan.ge3gt;-a;;te8nbsp;delingen of het fpel in te laaten, wyl de gevolgen daarvan^e f'ene-h’gt gevaarlyk zyn kunnen.
Eertyds waren de openlyke ontugtige vrouwsperfoonenCoar/ryi» ^fier menigvuldig en in groot aanzien; tegenwoordig zyn««.
uit het fchuim des graauws 5 de regeering duldt ze, en men kan des avonds niet langs ftraat gaan, zonder dat zynbsp;overvloediglyk haare bekoorlykheden komen aanbieden.
Zy werden veel meer bezogt, toen de omgangmet de vrouwen meer gedwongen was, maar, nu de fatfoenlyke vrouwen zo, veel vryheids hebben als ergens in Italien , is de Jeevenswys verbeterd. De gezelfchappen van mans ennbsp;Vrouwen hebben de Venetiaanen beleefder,en,in een’ ze-herea zin, ook ordentlyker gemaakt. Schoon ’er eenigenbsp;^eefteresfen onderhouden worden, gefchiedt dit heimlyk,nbsp;en niet op den Parysfchen voet. Voormaals moeiten denbsp;^obili van zig laaten zeggen, dat zy, om kollen te fpaa-l^n, met hun tweeën of drieën een’ vrouwmenfch onderhielden , om op gemeene kollen zig te vermaaken, en datnbsp;ieder zyn dag had. Of ’er nog eenigen zyn die zulk eenenbsp;zuinigheid betragten, mogen anderen onderzoeken. Tennbsp;minden veelen zyn niet in daat,veel aan diergelyke galan-teries te fpendeeren. Men behoeft maar op de Plaats vannbsp;Marcus op de Nobili te letten, die naar het Broglionbsp;6aan, zo zal men ’er genoeg zien, die met hunne kaalenbsp;2warte rokken en oude pruiken een armzalig figuur raaa-
ken.
door de vingers , dat de Duitfche Protcflantiche kooplieden te cnetien in gt;[ geheinr by malkander komen, en zelfs een’predikantnbsp;ouden , gt;t anders nergens in Italien geoorlofd is, De Venetiaanen zeggen tot een fpreekwootd: Spreek weinig van God en niet*nbsp;v»n den Staat, cn doe verders wat gy wilt.
-ocr page 254-Zeeden lt;gt;«ken. De dansferesfén zyn meed (legie en liederlyke vro«^' gebruiken lieden, maar de zangeresfen leeven, daar zy een goed in'nbsp;J^nnien hebben , veel ordentlyker en op beteren voet. VeS'nbsp;len zyn ook getrouwd.
Ekeding. De Dames kleeden zig over ’t algemeen op zynFranfcbf dog zy hebben veel dat haar byzonderlyk eigen is. Z/nbsp;draagen , by voorbeeld ,, zeer ftyve ryglyven ; het haifnbsp;wordt by veelen van agteren rond t’zamen gedraaid,ofnbsp;een lint vaft gemaakt. Men ziet ze zelden met mutfen,maaCnbsp;meefl: met bloote hoofden en naakte boezems. Tot nog tosnbsp;zyn zy te verllandig geweeft, om zig de wangen, gelyi^nbsp;de Parifiennes, rood te verwen. Zy worden door de ordonnantie op de kleedy zeer binnen de paaien gehouden. Alleen de vrouwen der gezanten, de vreemdelingen, en di®nbsp;van de familie des Doge zyn, mogen ryke ftolFen draagen , en tivryen met galons geeven.
De borgervrouwen en Cittadine gaan op zyn Franfch gekleed , maar met naauwe mouwen, en een foorc van doek of fluyer op het hoofd , Tabarino genoemd , gelyk dïnbsp;vrouwen te Bologna. De jonge meisjes hebben bet hairnbsp;i’zamengevlogten , of laaten het los afhangen. De boerinnen draagen groote ftroohoeden, en op de ooren roo-zen of andere bloemen , T welk baar zeer aartii»nbsp;Haat.
De mans kleeden zig op zyn Franfch , met een roo-den of graauwen mantel, Taharo, daar over. De mai*' ftraatsperfoonen draagen ontzaglyk groote pruiken ,nbsp;zeer laag op den rug komen. De Nobili gaan meeftnbsp;’c zwart , en in hunne lange ftaatfierokken , die ’er b^'nbsp;na als onze japonnen uitzien. Die der Savii zynnbsp;violette zyde , en die der Raadsheeren van roode.nbsp;hebben een muts van zwarte ftof in de hand, maarnbsp;ten die nooit op,
isp
gondels (*) zyn het eenige vóerwerk te Venetlen.^^^J^» ea 2y hebben de gedaante van lange fflialle fchuiten, die zz^x^ehrmhennbsp;hiel vaaren en ligt te regeeren zyn, en gemeenlyk tweenbsp;Schuitenvoerders op hebben. Elk van hun heeft een’ riem, ennbsp;'veet de gondel met een ongemeene bekwaamheid te be-^‘eren, zo dat de gondels, als zy malkander ontmoeten,
quot;’ct groote fnelheid, zonder ftooten, de eene de andere ^oor by fchiet. In ’t midden der gondel is een kamertje.
Waar vier, of ten hoogften zes menfchen zitten kunnen.
Agter is een planken befchot, op beide zyden zyn venters, die men op en toe kan fchuiven. De banken zyn gelyk een fofa, en de plaats aan de fllnkerhand is denbsp;’'Qornaamfte , om dat de voorfte gondelier op de regteïnbsp;^yde ftaat, en dus het gezigt aan de regterhand beneemt.
aan zyn de gondels met yzerbeflagen, om des te ^ater in evenwigt, en voor ftooten en fchade beveiligd tenbsp;2yn. Volgens de wetten moeten zy allen zwart geverwd ,nbsp;d van binnen met zwart baai bekleed zyn, om eene nut*nbsp;looze pragt voortekomen. De vreemde gezanten kan mennbsp;Wel niet bepaalen, dog zy rigten zig gemeenlyk naar hetnbsp;algemeene gebruik. De gondeliers draagen een foort vannbsp;fchipperskleeding , met lange broeken, korte veften, ennbsp;ronde mutfen van kleur als de livry hunner heeren, maatnbsp;daar mag nog goud nog zilver op zyn.
{*) Éen gondel met twee man kolt daaglyfes 8. lire, met een man y. Ute. Men kan ze ook by ’t uur, of voor eene vragt nee-Een vreemdeling , die te Venetien op een’ grootfehen voetnbsp;1'even wil , moet ’er eene houden. Maat als men kofien ontziennbsp;gt; kan men nogthans alles zien, en door de ftcegen en over denbsp;*^nggcn ^ hoewel met wat om te loopen . overal komen. Aan ’cnbsp;Canal grande zyn verfcheiden’ plaatfen wadr men zig voor eeni-ge penningen kan UateO ovïizcttcn , en dus den weg zeer bekot*
ICO.
VI. Deei,, nbsp;nbsp;nbsp;i
-ocr page 256-130
te Fene-tien.
Zeeden en M'en neemt tot de gondeliers lange fraaye kareis. gebruiken zyn lullig, en zingen veel’ canzonette of liedtjes. Inzonderheid is Tasfo by hun in de mode, uit den welken Z/nbsp;lange brokken recitatief opzingen. ’T is niet veilig, verfchi*nbsp;met hun te hebben, anders zyn zy hun volk getrouw. 2ynbsp;zyn zeer zindelyk op hun lyf, en men ziet ze dikwyls Wnbsp;hunne gondels zig verfchoonen en wasfchen.
Taal.
De Venetiaanfche uitfpraak wykt veel van de Toskaan' fche af, is nogthans, in den mond vooral der VenetiaaO'nbsp;fehe Dames, welluidend, en veel zagter dan die der FlO'nbsp;rentynen. (*) Op den predikltoel en by openbaare redeO'nbsp;voeringen wordt altyd zuiver Italiaanfch gefproken, fchoounbsp;nu en dan fomraigen in den grooten Raad hun’ moedertaalnbsp;gebruiken.
Sorgei's.
: De. borger te Venetien heeft byna het zelve karakter als de edelman. Zy laaten zig niet ligt metiemant, vooralnbsp;een’ vreemdeling , in , als zy ’er geen voordeel in zienlt;nbsp;Zy zyn niet zeer yverzugtig, maar gedoogen, ais zy gt;2'nbsp;mant kennen , dat men hunne vrouwen in den fchoU'V'nbsp;burg, of in de kleine herbergen te Murano en Giudecc*nbsp;brenge. Egter moet een vreemdeling in dit opzigt voof'nbsp;zigtig zyn, en oppasfen niet van ftaatszaaken te fpreekeo gt;nbsp;alzo zy in dat fluk even zo wantrouwend zyn alsnbsp;Nobili.
- De gemeene man is beleefd, en zegt altyd, in van ja, per.fervitla, om u te dienen. Wy hebben reed®nbsp;boven gezegd, dat het volk voormaals in twee patty*^*’’nbsp;de Caflellani mNicolotti verdeeld was; maar federt datb®*'
gevegt op de brug is afgefchaft, is die haat verminderd»
(') !? 't Milaneefche zegt men, Sigmr fi, te Romen Tadnnf” Napels zelfs Eceetlenza _/?, cn {jjtcekt hec zo kort uit» dat meünbsp;of Unza Ji^ hoort. De Venetiaaa zegt, SUr fi*
-ocr page 257-®gter pleegen zy, wanneer zy malkander ontiiioeten, ^^’ê^eedeh éh allerlei fchimpwoorden naar de ooreh te gooijen en mal gebruikennbsp;•'ander al lacchende te befpotten. Het graaiiw iè zonbsp;ruw niet als dat van Napels, maar flil, en ligt in tens'^* te houden. Eens dat de Pregadi tot iri den nagt vergaderd bleeven, hadden zig de gondeliers óndettuslcheiinbsp;••ronken gezopen, en kreegen een hevig gefchil^ waarbynbsp;••e mesfen uit raakten. Maar naauwlyks werd de klok ge*
•üid tot een teken dat de vergadering fcheldde, öf een ieder ging geruft naar zyn’ gondel.
De kleine ftraaten van Venetien worden door drie Am-Opentyke lantaarneh verligt. Ih de ftad zyn geen’ regulierenbsp;troepen, en ook weinig wagten voor de algeraeene vei.
•‘gheid; egter gaat alles ftil toe, en men hoort zelden iets ^ati moord en openbaare boosheden. De magt van dennbsp;^aad van Tienen is ontzaglyk genoeg, om alles in ordernbsp;houden. Zodra de gondel van dat kollegie, die eennbsp;foode vlag voert, te voorfchyri komt, bedaart ten eerftetinbsp;•'st grootfte oproet en gefchteeuW. Daar behoeft zig maarnbsp;der inquifiteuren van Staat in de kerk te vertoonen,nbsp;en alles wyk uit ontzèg, en maakt plaats, om een zo onc-zaglyk perfonaadie niet te na te komen.
De godsdienft beftaat hier ^ gelyk meed overal in Ita Godsdkrtfi. , meeft in uiterlykheden, ert heeft dus geen’ invloednbsp;t'P het gedrag. De biegt maakt alles weder goed, waar-de meeften na den aflaat weder tot hunne voorige lee-''etiswys terug keeren. Inzonderheid agt men de ongete-Ssldheden in de liefde zeer Weinig. Des vrydags vleefchnbsp;'2 eeten is eene zwaare zonde j maar deS avonds in lieder-•yke huizen te gaan, veroorioft men zig veel ligter. Ondernbsp;öe aanzieniyken neemt de godverzaakery zeer de overhand. 7.y zyn te fchrander om alles te gelooven, en val-daardoor in het tegengeftelde van niets te gelooven.
12 nbsp;nbsp;nbsp;De
-ocr page 258-132
te Vene tien.
Zeeden en^'^ agterhondendheid des adels maakt dat zy hunne gedag' gebruiken ten zelden ontdekken, der geeftelykheid voor ’t uitetly'^®nbsp;veel agting bevvyzen, en de kerken bezoeken. Men vef'nbsp;haalt, dat een Venetiaanfche Nobile eenen Engellc''^'’nbsp;Lord, geduarende de mis, etinnerde, dat het ongevoeS'nbsp;lyk was niet te knielen en zig te doen bemerken.
Lord antwoordde , dat hy de overzelfftandiging niet gf loofde , W’aarop de Venetiaan hernam, ik even zonbsp;nig, maar kniel ook, gelyk als ik, of ga heen.
Als men by deeze wys van denken en hunne fyne kunde nog voegt, dat de landen van den Paus aannbsp;Venetiaanfche grenzen, en dat buuren zelden goede vrie”nbsp;den zyn, moet men zig niet verwonderen, dat de VCDS'nbsp;tiaanen geene gehoorzaame kinderen zyn^ van den Paus»nbsp;inaar gemeenlyk met hem in misverftand leeven, Fra PaolDnbsp;vindt veele navolgers, die even zo weinig RoomfchgeziiU^nbsp;zyn, en ook geen’ zwaarigheid maaken, dat openlyk i®nbsp;gefchrift te kennen te geeven.
Dewyl de geeftelyken van alle bedieningen uitgeflots# zyn, zo behoeven de zodanigen, die hun gemak,nbsp;vermaak, of de weetenfchappen liefhebben, diennbsp;llegts te verkiezen, om zeker te zyn van in ’s lands dicD*'nbsp;niet gebruikt te zullen worden, want als iemant totnbsp;poft verkooren wordt, dien hy niet aanneemt, moet Wnbsp;boete betaalen of abt worden. Dit is zeker eennbsp;in de ftaatsgefteldheid, dewyl het aanleiding tot ledig?'^^*’nbsp;en wanorders geeft. De Abt Farfetti is hier eene uitz'’'*'nbsp;dering, Hy heeft dien ftand verkozen om zynennbsp;tot de konften en weetenfchappen te voldoen. Hy weU'*^nbsp;zyn’ grooten rykdom op een roemwaardige wyze aan.nbsp;zyn’ kollen heeft hy de befte antieken van Romeunbsp;f lorence in pleifter doen afdrukken, die der Republ®nbsp;gefchonken , een’ tekenakademie daarby aangelegd ,
oO»
-ocr page 259-Ï33
'ïok een fonds voor ’t onderhoud derzelve voor het toe-en *^omende vaftgefteld,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebruiken
Kkojlers.
vryheid die de nonnen, vooral de adelyken, in ^tloofters te Venetien hebben, is zeer groot. Veelenbe-^
Seeven ’er zig in, niet uit godsvrugt, maar uit dwang, de jongde dogters het huwlyksgoed der oudften tenbsp;^2el zouden verkleinen, en dus het vermogen der familienbsp;''erzwakken. Om die reden zoeken zy zig daarvoor, zonbsp;Veel moogiyk is, fchadeloos te ftellen. In een zekernbsp;kloofter hebben de nonnen eens gedreigd, het huis lievernbsp;brand te zullen fteeken, dan te dulden dat men haarenbsp;^ryheden krenkte. Zy hebben den geheelen dag in haarnbsp;Spreekkamers bezoek, waar het vry vrolyk toe gaat. Mennbsp;geeft ’er maaltyden, en fomcyds danspartytjes, gelyk denbsp;^eer La Lande berigt, en de nonnen zien het door denbsp;iralies aan. Het kleeden eener nonne in haar plegtgewaadnbsp;¦Wordt zeer flaatlyk verrigt, als zy van een aanzienlykenbsp;Samilie is. Men geeft groote maaltyden en bals, waarbynbsp;gezanten en de geheele adel genoodigd worden. Denbsp;kerk wordt met koftbaare tapyten behangen , de Damesnbsp;2yn met alle pragt gedofcht, en het arme meisje wordt alsnbsp;een flagtoffer in triomf naar ’t altaar gevoerd , om een’
Haat te kiezen, dien zy, zodra dit verblindend fpeelwerk voorby is, beweent, vooral als haare jeugd en innerlykenbsp;‘driften zeggen, dat zy tot dien ftand door den Scheppernbsp;riiet gefchikt is. Behalven het geen deeze plegtighedennbsp;Vorderen, koft het geen men medegeeft, of de inkoop innbsp;''^sele kloofters veel geld?.
By eenen zo talryken adel kon het niet mlsfen, of eeni-moeften den kardinaalshoed, ja zelfs de Pauslyke 'kroon , verwerven. (*} De Il,epubliek heeft wel niet,
ge-
{*) Dewyl in igng gjjn Venetiaan Paus geworden was , en ook
I3
-ocr page 260-0eeden ««gelyk eenige mogendheden, het regt,een’ Kardinaal voOf-gebruiken tellaan , egter beveelt zy ’er fomwylen een’ aan. De AU' te yene- ([jtor der Rota te Romen, d|e een Venetiaan is, w£gt;r*5^nbsp;gemeenlyk Kardinaal,
De Karneval te Venetien is zeer beroemd. Men hon^*’ dien voor den leevendigften van Italien, en hy wordt daatoinnbsp;van vreemdelingen menigvuldig bezogt. Egter is het b®'nbsp;ter , als men het zo fchikken kan, het grootfte gedeelt®nbsp;daarvan te Romen te zyn, en liever op hemelvaart lt;5®nbsp;plegtigheid van het trouwen der zee te zien. Te Rom®*'nbsp;heeft men het paardenrennen, de masquerade op ’t CorfOjnbsp;bals, en fchoone operaas. Te Venetien is een elendig©nbsp;ïidotto, waar alleen gefpeeld wordt, en geen bal. Masques, ziet men daar ook op hemelvaart. De karneval e»nbsp;de fchouwfpelen beginnen daar in Oftober, en duuren totnbsp;kersmis, alleen met dat onderfcheid, dat men dan eerftnbsp;den middag gemaskeerd gaat, maar in den regtett karnevalnbsp;den geheelen dag , de zon en feeftdagen uitgenome”»nbsp;wanneer men eerft des namiddags zig maskeert. M®®nbsp;vindt dan op alle uuren van den dag masques op de Plaat*nbsp;van S. Marcus. In den eigenlyken karneval kan men zignbsp;allerlei wyze maskeeren, zo als men wil, maar de meeft®quot; ’nbsp;vooral die van fatfoen zyn , zyn met hun gewoonlyk®®nbsp;piantel, en een bauta.
P®
die ftad niet veel Kardiiiaalen geleverd had, zo zeide iemant by d* verkiezing van Rezzonico in 't 1758. al fchertfende: De hoedennbsp;een tyd lang fchaatfeh by ons gewseft, maat nn hebben wynbsp;jioedenmaaket.
-ocr page 261-13s
De drie eerde dagen van het jaar maskeert men ^igyan den , uk hoofde van het veertigunrige gebed. Den 3. Ja Karnevalnbsp;Onary doet de Doge en de gantfche adel een’ omgang
Plaats van S. Marcus, al Cieeuwt of vried het. Zodra ^'e voorby is neemt een ieder zyn masque. Somtyds heeftnbsp;®en buitengevvoone masqueradedagen, by voorbeeld, alsnbsp;^®njant van den eerden adel trouwt: in zulke gevallen zendtnbsp;de Doge eenige gemaskeerde perfoonen uit, die alshetfynnbsp;geeven.
De Venetiaanfche masqué beftaat in een’mantel, tello, van zwarte zyde, gelyk die der abten, de borgersnbsp;draagen ’er van rood of graauw linnen, omdat die derkernbsp;2yn. Op bet hoofd heeft men eene Bauta of kap, die ’tnbsp;koofd tot aan de kin bedekt, en tot beneden de fchou-ders reikt. Het aangezigc is met een witte masque,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
kedekt, die tot aan den mond gaat, en men zet ’er een hoed met witte pluimen op, om ze vadtehouden. De Ve-neiiaanen drukken den hoed zo diep over de masque, datnbsp;2y maar even zien kunnen, en dewyl de vreemden daarnbsp;niet aan gewoon zyn, kent men ze daaraan. Dit is de al-gemeene dragt der beide fexen ; men onderfcheidt denbsp;vrouwen alleen aan de rokkeu die onder den mantel uk*nbsp;komen.
Het fpel is bet voornaamde tydverdryf in den karneval,
De vertrekken waarin gefpeeld wordt heeten Ridotti. Daar/j/^^//^^ 's nog muziek nog dans, en dus een treurig vermaak, alsnbsp;®en zig niet laat vervoeren door de drift tot fpeelen. ’ïnbsp;Is hier de gewoonte niet, gelyk by andere masquerades,nbsp;onbekende masques aantefpreeken , dewyl de bekendennbsp;zelven uier veel met malkander fpreeken. Men kan zignbsp;niets wondejiykers voordellen, als een zo dom gezelfchap,nbsp;waar alles op het fpel let, en de een op des anders bederfnbsp;uit is. Men ziet eene menigte fpeeltafels, en de blinken-
f'an den karnevalnbsp;fnz, te
yenetien.
de hoopen van Venetiaanfche zechini zyn een lokaas voo de zodanigen, die geen magts genoeg over zig hebbed»nbsp;en zig liever in den grond helpen, dan ’er van daan biy*nbsp;ven. ’T is een geluk voor de Venetiaanfche Nobili, datnbsp;jaarlyks vreemdelingen genoeg komen , die zo zot zy” gt;nbsp;eti hier een gedeelte van hun vermogen zitten laaten.nbsp;mant dan een Nobile mag bank houden; by elke tafel zy’'nbsp;’er eenigen die in gemeenfchap doen. Eenigen bewe®'nbsp;ren , dat de banken ’s jaars wel 50000. zechini metnbsp;fpel winnen , waartoe geen menfchen verftand vereifc^'^nbsp;wordt, naamlyk Basfette. Aan alle deeze tafels wordtnbsp;geen woord gefproken, ten zy de eene of andere ong®'nbsp;lukkige l^eeler heen gaat, en zyn lot met eenige vloekennbsp;verwenfcht,
De Plaats van S. Marcus is in den karnevai het fchoUW' toneel van veele dwaasheden en poetferyen. Hier en daarnbsp;(laan kleine theaters van waarzeggers, die zig door eenigenbsp;oude hemelklooten een foort van aanzien geeven, en oudenbsp;wyven, die in een gek opfchik van haar theater zulkelt;tnbsp;die om raad vraagen hun toekomftig noodlot voorzegge'’’nbsp;Op eene andere plaats flaat een marionettenfpel, in eennbsp;hoek hoort men zangers en zangeresfen kleine Canzonet^^nbsp;Veneziane zingen, en daar tegen over (laat fomwylen eennbsp;Kapucyn, die op een foort van predikftoel de menfche”nbsp;voor de zonden van den karnevai waarfchouwt. De 1®'nbsp;dige Vepetiaan hoort hem een ogenblik aan , en g®^^nbsp;dan weer naar de marionetten. Aan kwakzalvers, golt;’'nbsp;chclaars , eti diergelyk tydverdryf, ontbreekt het ooknbsp;niet.
mh.
In de laatfle week des karnevals, la Settimana grasf^*' Worden fomtyds bals door byzoudere perfoonen gegeveo»nbsp;hoewel zelden. Dikwyls zyn ’er ook openlyke bals.
Verkiezing van een Doge worden drie dagen aan een
ppeiP
-ocr page 263-137
, Fenetkft.
Openlyke bals gegeven. (?) De Raadsheeren dansfen dan in roode ftaatfierokken , en met hunne ontzaglykenbsp;i^nn; de Dames daarentegen zeer ftyf in galakleeden op-^«2-Sefchikt, met alle haare juweelen en parelen behangen. Op^nbsp;*ulke bals komen alle de gezanten en de hun aanbevolenenbsp;Vreemdelingen gemaskeerd. De Nobili en inzonderheidnbsp;•Je Dames leggen dan de gevvoone agterhoudendheid af, ennbsp;fpreeken met de gezanten en de vreemdelingen. Geduu-rende deeze dagen wordt ook uit een venfter van ’t Paleisnbsp;der Republiek geld onder het volk geworpen. By denbsp;plegtigheden van de verkiezing des Doge verfchynen denbsp;Dames in roode, maar anders by bruiloften, en feeften,nbsp;'velken de Procuratori geeven, in zwarte kleederen. Vannbsp;de Dames, die niet aan de ordonnantie op de kleedy gebonden zyn , zegt men , zy waren fuori delle fom-pe ;nbsp;daartoe behooren de gemaalin van den Doge en de vreemde vrouwen.
De Doge onthaalt jaarlyks viermaal den adel, en draagt dan de uniforme van een’ admiraal. Men eet in ’t publiek,nbsp;en de gezanten worden ’er by genoodigd. Vreemdelingennbsp;van aanzien, die de maaltyd komen zien, bezorgt de Doge vervarsfchingen. Het is te Venetien in gebruik, opnbsp;kersmis en paasfchen malkanderen geluk te wenfchen. Denbsp;huitenlandfche ftaatsdienaars neemen dit ook in agt ten op-zigte der Republiek , en vervoegen zig , begeleid doornbsp;verfcheiden’ gondels en een aanzienlyk gevolg, naar ’t Paleis van S. Marcus. Dog de gezant gaat alleen by den Dole om hem ’t kompliment te njaaken.
Het
(*) De Abt Richard, die zig in i ySi. by de verkiezing des Doge Fcscattni bevond, belclivyft de dan gebruiklyke plegtigheden, gelyknbsp;hy die gedaatj had welken by de begraafnis van den overledene»nbsp;Po^e kadden plaats gehad, in het 2, deel zyiict Reizen, p. i?f.
de Het trouwen met de zee is de grootfte plegtigheid kafneval Venetien, en als een tweede karneval. Is het op hemel'nbsp;Venetien vaartsdag liegt weder of ftormt het, zo wordt de plegtig'nbsp;Hemelnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;volgenden zondag, en des noods nog langer
w«r?j(j^g.'’“Sefteld. De reden is, dat de Bucentoro een fchip vau parade is, op ’t welk men zig wel op de Lagune, maatnbsp;niet by een onftuimige zee vertrouwen kan. Het uitftelle®nbsp;des feells hangt meefl: van den loots af, die zyn hoofd i®nbsp;pand moet ftellen, dathy den Doge en de Stgneriahehoüquot;nbsp;óen weder terug zal brengen.
De Bucentoro wordt door kleine vaartuigen met riefflfi'’» door middel van touwen, voortgetrokken. ,De vlag vannbsp;S. Marcus, waarop een leeuw Haat, insgelyks hetzonne*nbsp;fcherm, mbrello, des Doge, en de agt vaandels der Re*nbsp;publiek, worden ’er opgeftoken. Dus vaart de Doge totnbsp;aan ’t Lido , twee mylen van de flad, waar de Lagunenbsp;eindigen, en de zee begint. Hier wordt de plegtigheidnbsp;voltrokken. De Doge naamlyk ryft op van zyn’ (loei, ennbsp;werpt een’ gouden ring, van kleine waardy, in de zee*nbsp;zeggende: Despon/amus te. Mare, in fignum veri amp; pef'nbsp;petui dominiL Daarop keert hy terug, hoort met de g®'nbsp;heele Signoria de mis te S. Nicolo del Lido, en gaat aa»nbsp;de Plaats van S. Marcus met de zelve plegtigheUen vaonbsp;boord, als hy ’er aan gekomen was.
De Bucentoro wordt altyd door twee gallyen begeleiiJ» om in geval van een onverwagten ftorm den adel innbsp;neeraen, alzo dat vaartuig het geweld der baaren niet we*nbsp;derftaan zou. De gezanten, met fchoon opgefchikte peot'nbsp;ten, insgelyks de vreemdelingen, en alles wat maar gort'nbsp;dels heeft,begeleiden den Heep. Men telt drie of vier dui'nbsp;zend vaartuigen, rondom den Bucentoro zwervende, di®nbsp;zeer langzaam onder ’t gefchal der muziek voortvaart; ook
is ’or muziek' op verfcheiden andere peotten. De foldas'
ISP
ten ftaan onder de wapenen op’t Lido, her gefchutwordtJe geloft, de klokken geluid, in een woord alles brengt itukarnevainbsp;tot de plegtigheid van deeze niets beduidendenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
t‘ng , die voor een’ vreemdeling een nieuw en fchoon fchouwfpel is, dat men anders nergens ziet. Ais de fleepnbsp;eiland S. Helena voorby vaart, komt de Patriarch metnbsp;zyn gevolg op den Bucentoro, om het water te wyen,nbsp;het welk voor het frayten des rings in de zee geftortnbsp;wordt.
Geduurende dat de Doge de mis te S. Sebaftiano op de kleine Plaats van S. Marcus hoort, wordt ieder dienbsp;®«n masque en bauta aan heeft, op den Bucentoro toege-ï”en , om dien te bezien. Vreemdelingen worden zeernbsp;beleefd ontvangen. Het is te ^verwonderen , dat bynbsp;die menigte menfehen geen’ foldaaten gebruikt wordennbsp;om order te houden. Twaalf mannen , met groote roo-de Hokken, zyn genoeg om alle wanorder voortekomen.
Als de plegtigheid voorby is, gaat elk op de Plaats van S. Marcus wandelen , alwaar jaarmarkt gehouden wordt^nbsp;en eene menigte van kraamen opgeflagen zyn.
De Doge geeft den geheelen adel en den gezanten op 4ien dag een pragtige maaltyd. Na ’t eindigen daarvatinbsp;begeeft zig ieder naar de kleine bisfchoplyke Had Murano,nbsp;die twee mylen van Venetien in de Lagune ligt. Hier zynnbsp;ter wederzyde het groote kanaal, van de houten brug tennbsp;einde het zelve, tot daar de huizen beginnen, dykert,
Welken de Venetiaanen Fondamenta heeten. De lengte Van ’t kanaal bedraagt ongevaar twee honderd vadem. Opnbsp;eene zyde vaaren de gondels en peotten naar benedennbsp;onder een’ boog der brugge door, zwenken dan, vaarennbsp;t^oor een anderen boog, en langs de andere zyde weder tenbsp;tng- Dit maakt een verrukkelyk gezigt. De gondoliersnbsp;pf Barcaroli weeten hunne gondels met een ongelooflyke
b?'
-ocr page 266-140
f''an de tarnevalnbsp;enz. te
renetten.
bekwaamheid te regeeren, waarom men zegt, dat de gondels te Venetien meer verftands hebben dan de raenfchen. Het water wordt door het flaan der riemen geheel en al innbsp;fchuira veranderd. De menigte der menfchen, het geroepnbsp;en gefchreeuw, de vermenging der groote peotten met denbsp;gondels, maakt een zeer fraaye vertooning. De gondelsnbsp;zoeken malkander voorby te vaaren, en wanneer de roeyefsnbsp;zo moede zyn dat zy niet langer kunnen, vaaren zy opnbsp;zyde, om uitteruften, en zig voor ieders oogen een fchoonnbsp;hembd aantetrekken. (?) De venders aan beide zydennbsp;des kanaals zyn met een ongelooflyke menigte aairfchou-wers van beide fexen en allerlei rang bezet. Men vindtnbsp;’er ook veel van den landadel en andere menfchen vannbsp;Terra firma.
peetm.
De Peotten welken dan gebruikt worden zyn een foort van barken, op de zyden open, met een hemel van da-mad of ander dof. De grond is ook met kleeden bedekt,nbsp;en kan tien of twaalf menfchen bevatten. Sommigen aan-zienlyke lieden fleren hunne peotten aartig op , en gee-ven den roeijeren een livry , anderen geeven hun allerlei masques; maar de heeren zelven draagen nooit andere masques dan den gewoonlyken mantel met de bauta.
Des avonds gaat men deezen dag nog eens op de Plaats van S. Marcus wandelen , waar dan de kraamen verligtnbsp;zyn. Elk koopman zoekt dan zyne waaren op een’ aard-ge wyze ten toon te dellen, ’t welk een aangenaam ge1
De Venetiaanen hebben eene vermaaklykheid, die zy Rtgaii1 hecten, en als ’er groote heeren in de ftad zyn geeven. Het is eeonbsp;eigenlyke wedloop van gondels op Canal grande, van de punt vannbsp;S. Antonio tot aan ’t Paleis Foscarini , waartoe pryzen vannbsp;4.0. dukaaten gefteld worden. Het laatft) wicid dit ter eete de1nbsp;Hertogs van York gedaan.
-ocr page 267-141
*igt maakt. De kraamen ftaan ftraatsgewyze, en zyn meeft/^» de Vol met goudwerk, galanteriewaaren, fchilderyen, en zn^karnevalnbsp;«Jere dingen welken in ’t oog vallen. Boven denbsp;gen zyn zeilen gefpannen voor de zon en den regen, alzonbsp;de jaarmarkt veertien dagen duurt. Dien gantlkhen tydnbsp;gaat men gemaskeerd, alleen den eerden pinxterdag en dennbsp;^vond te vooren uitgenomen.
De fchouwfpelen te Venetien zyn vermaard. Hieronder Schouw-moet men voomaamiyk de operaas verdaan, want in de medie zyn de Italiaanen nog zeer weinig gevorderd. Innbsp;¦de operaas zyn zo zeer niet de pragtige toneelen, de veranderingen der fchermen, en de kodbaarheid der kleede-ren, als de fchoonheid der muziek, en de bekwaamheidnbsp;der adeurs voor de opera comique te bewonderen.
Na Napels is de muziek te Venetien het meed in bloei.
Eer wy van de andere fchouwfpelen fpreeken, moeten wy*'” de heerlyke kerkmuzieken gedenken. Wy hebben in de^^^*^'nbsp;befchryving der ftad reeds in ’t voorbygaan van de zelvennbsp;gewaagd. Daar zyn eigenlyk vier hospitaalen, waar allenbsp;Zon- en feeddagen na de maaltyd de heerlykde kerkduk-ken gefpeeld worden , naamlyk la Piëta, fOfpedaletto,
I Mendicanti, en Gli Incurabili. In de drie laatden worden veel weeskinderen opgenomen, maar in alle vier de meisjes van de jeugd af aan in allerlei vokaal en indrumen»nbsp;taal muziek onderwezen. De Piëta is voor de muzieknbsp;Zelve en de inftrumenten het vermaardd, maat by de Mendicanti beeft men de fchoonde demmen. Daar zong voornbsp;tveinige jaaren de beroemde Paduana, eene der bede dempen van Italien. Zy hebben hun’ eigen’ komponiden, ennbsp;meisjes voeren zonder behulp van eenig’ mansperfoonnbsp;zwaarfte oratorien en andere dukken uit, waatby al-tyd eene 15 die met de hand dirigeert. De dyl dier dukken is afwisfei(.iid, meed vrolyk, en weinig van het theater-
enz. te ytnetien,
fan de termuziek ondèrfcheidén. Èén liefhebber zal niet ligt VÉt' itarncval zuimen gedilurende zyn verblyf té Venetien deeze plaatfe'^nbsp;te bezoeken,
Geduurende de ihuziek gaan een paar weesjongens by de toehoorders rond om geld voor het zetten der ftoele»nbsp;in de kerk , en men betaalt daarvoor een paar foldi. Denbsp;zangeresfen zyn agter de tralies , dog men kan ze zien*nbsp;Als men kennis heeft aan den ogzigter van ’t huis of eetinbsp;Nobile , kan men deeZe hospitaalen van binnen bezien»nbsp;De meisjes worden gedeeltelyk naar andere klooflers ge*nbsp;zonden , om daar op ’t koor te zingen ; maar zy kunnen ook üit het huis trouwen. Dog daar is zelden gelegenheid toe , alzo de man een’ fomme gelds tot pandnbsp;inoet geeven j dat hy de vrouw wel behandelen, en eef-lyk onderhouden zal.
Men heeft ook byzoildere donéerts te Venetien j die op kollen van eenige ryken uit den borgerltand gegeven worden. Somtyds ligt ’er dan eene menigte van adelyke gondels onder de venders de koncertzaal, om de muziek tenbsp;hooren. Men treft byna op alle de theaters van Europa»nbsp;en in de vordlyke kapellen virtuofi aan, die Venetiaanennbsp;zyn. Venetien heeft altyd groote kapelmeeders gehad»nbsp;Cocchi , die nu te Londen’is, was lang komponid varinbsp;gedagte hospitaalen. De liefhebbers kennen Galuppi, of»nbsp;gelyk hy te Venetien heet, Burinello. Hy munt in alldnbsp;foorten uit, byzonderlyk in de opera comique, De Opefdnbsp;'bufj'a is nergens zo goed als te Venetien, voor de aiSleurSnbsp;en de aflrices.
Tbealer, nbsp;nbsp;nbsp;dra de tyd der fchouwfpelen daar is, naamlyk in £
begin \ran November, worden ’er zeven theaters geopend» Schoon zy allen taamlyk groot zyn, en dagelyks, uitgS'nbsp;nomen des vrydags, gebruikt worden, zyn dog de mee*nbsp;den altyd vol j waaruit men afneemeu kan, welke eene
Oö*
-ocr page 269-*43
®ngenieene liefde de Venetiaanen voor de fchouwfpelen/^» de hebben. De theaters worden genoemd naar de heiligen ^karneval
• nbsp;nbsp;nbsp;fff
de nabuurfchap van welker kerken zy zyn. Vier ygnetien voor de emftige en boertende opera, S, Moife, S. Sa-®uele, S. Benedetto, en S. Casfano; (*) drie voor denbsp;komedie, naamlyk S. Luca, S. Crifoftomo, en S. Ange-^0. Een plaats in den bak koft in de opera 2. Venetlaan*
^che Lire, en die zitten wil geeft een lira meer. In de komedie kofl de bak maar een’ halve lira, en als men zie- 'nbsp;ten wil ééns zo veel.
De groote opera is, gelyk door geheel Italien, de verzamelplaats , waar de lieden van aanzien malkander in de *'^ges komen bezoeken, waarom ’er ook het gewooue ge-faas is, het welk de liefhebbers der mnziek zeer ver-'''^«It. In de andere kleine theaters der opera komt denbsp;adel zo veel niet, uitgenomen in de Opera buffa , dienbsp;^erk bezogt wordt, en aan welke door veelen, om de groo-tere verfcheidenheid en het belachlyke, de voorrang gege-''en wordt, (f)
t^e Venetiaanen zyn zeer voor de komedie alleen ware het te wenfehen, dat men hnn’ fmaak in datnbsp;link meer gezuiverd noemen konde. De eerfte lieden
heb-
(*) Dit is het oiidfie van alle de Venetiaanfehe theaters, en werd in *t jaar 16^7 geopend.,
(tl Nergens wordt de onbeleefdheid in een zeker punt verder ge-^quot;=vcn als te Venetien De Nobiü in de loges ontzien zig niet 'tillen van chinaasappelcn, limonade, en andere dingen, op de men.
^ ''n in den bak te fmyten, en zelts te fpuwen. In de groote opera Veel Nobili in den bak , en moeten zig dus dit ook getroo-• Als men in den bak gaat heeft men wel een masqué van
nooaeti nbsp;nbsp;nbsp;i •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t t
gt; cn *c IS raaiszaam met veel om hoog te kyken of te gaa«
gt; geen onaangenaam gefchenk uit dc loges te ontvangen.
-ocr page 270-yau de harnevalnbsp;enz. tenbsp;Venethn.
hebben hier veel met het graauw gemeen in, dat zy o^ef de platfte lafheden en onbetaamlykheden het meeftnbsp;chen, en deswegen de ftukken voor de vuift. Waar Hat'nbsp;lekyn en Brighella daarin uitmunten, ftellen boven de te»nbsp;minften eenigfius regelmaatigere, en van vuiligheid gezu»'nbsp;verde Ilukken van Goldoni en Chiari. Het is bekend»nbsp;hoe vriigbaar de pen dier twee mannen geweeft is,nbsp;dat zy elk voor een theater fchreeven, ’t welk zy alle 2^1nbsp;weeken een nieuw ftuk leveren moeften. Zy werkten o®1nbsp;ftryd, en ieder zogt zyn theater den meeften toeloop t®nbsp;bezorgen. Dé ftukken van Goldoni maaken alleennbsp;kleine bibliotheek uit, zonder nog zyn opera coffliqu®^ gt;nbsp;die eenige deelen bedraagen, mede te rekenen. ’T is hiétnbsp;de plaats niet om oordeelkundig over zyne ftukken te handé'nbsp;len. Goldoni had een vtugtbaar genie, veel waare boert1nbsp;en een ligte zamenfpraak, maar is ook zeer langdraadig eUnbsp;onregelmaatig. Veelen zyner ftukken moeten naar de Ve1nbsp;netiaaiifche zeeden, en den fmaak dier plaats beoordeeldnbsp;worden, als de BoUega di Café en anderen. Hy nioe®nbsp;zig naar de Venetiaanen fchikken.
Baretti (1) verheft een’ zekeren Graaf Carlo Goz2igt; broeder van den bekenden Kaspar Gozzi, ver bovennbsp;len die tot nog toe voor het theater gearbeid hebben.nbsp;heeft meer dan een paar twaalftal ftukken doen fpeel^®’nbsp;maar tot nog toe niet willen dulden dat zy werden uitg®'nbsp;geven. Het ontbreekt niet aan andere fchryvers, die k®'nbsp;medies uitgegeven hebben, (f) De ftukken van Gold®®1
wöf'
Acctmt of the manners and cnftoms of Italy. Tom. I. p.
(¦f) Daaicoe bchooren Lodewyk Alamanni, 13ernardo Accoltigt; riofto, Dolce, Firenzuola, Guidüboni, S'ttozzi, Taslb,
Vaicbi, Giambattifta Salvati, Leonardo Salviati, ca andcrca.
-ocr page 271-DOOR ITALIË N. 145
''’Orden wel gefpeeld, maar de Venetiaanen fcliynen ó^Fande ^'lugten voor de vuift, of het geen de Franfchen Farceskarnevatnbsp;noemen , meer te beminnen. Als ’er ernflige Hukkennbsp;'reiirfpeien gefpeeld worden, zyn de fchouwburgen leeg ;nbsp;om deeze reden ontbreekt het ’er zo' wel aan goede treurspelen als aan bekwaame afteurs daarvoor. De Venetiaa-nen houden van het boertige, eene buitenfpoorige alt;Hie,nbsp;allerlei malle poetfen , grove fchertferyen , en vegte-ryen, al het welk met loutere toejuiching vereerd wordt.
Hunne klugten voor de vuift beftaan altyd uit de zelve Perfoonen. Men heeft altyd Siora Rofaura of Diana,nbsp;fantalon de Bifognofi, Dottor Bolognefe, Arlechin Ber-êamafco, Csnviello Napolitan, Brighella , TartagUa, ennbsp;‘Sergelyken. (*)
J^e oude gedrukte komedies worden in ’t geheel niet Selpeeld. De afteurs weeten het plan van ’t ftukje dat zynbsp;fpeeien moeten , en daarnaar fpreeken zy voor de vuiftnbsp;, gaan heen, komen weder, zo als zy ’t goedvinden-Hit maakt de zamenfpraaken wel natuurlyk, maar te ge-lyk dikwyls flaauw en plat. De aftie is ’er leevendig by,nbsp;alzo de Italiaanen geboren komedianten zyn, en zelfs lieden van fatfoen en opvoeding de gewoonte hebben, in hunnenbsp;gefprekken allerlei theatralifche afties en grimasfen te maa-Dit doet een geheel andere uitwerking op den aan-
fchou-
(*) Taitaglia is een pctfoon die ftottett, en door allerlei grappige ’quot;draayingeo der woorden de toekykets lacchen doet. Brighella eennbsp;Huiuiie knegt v.in Bergamo, in ’c wit gekleed, als Scapin te Parys.nbsp;^“nviello is een knegt in ’t zwart, van Napels, met knevels. Uitnbsp;jl^'ze perfoonen zyn de klugten ’t zamen geweven: maar alzo iedernbsp;“p de tajj zyncr ftad fprcekt, valt het een vreemdeling moeilyfcnbsp;quot;«t tegtenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yeiftaan. Dog hy kan zig trooften met de ge-
“gte » hy -jj jjjjt veel by verlieft.
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;K
-ocr page 272-Van de karnevalnbsp;enz te
fchouwer , als wanneer men op het theater te Parys de afteurs als op de rei gefield ziet, en louter afgemeten g£*nbsp;fprekken hoort. In een zeker opzigt wint het voordel hynbsp;i'cnetien. je Italiaanen , dewyl het natuurlyker is, maar de goedenbsp;zeeden lyden ’er zeer by. Daartegen is het byna niet ud*nbsp;tebouden, als men eeue uitgewerkte komedie te Venetie'^nbsp;ziet, wyi de afteurs, door het gelladig voor de vuift fpee*nbsp;hm, het van buiten ieeren ongewoon, en ’er ook te 1“^*nbsp;toe zyn, en zig zonder ophouden door den fouffleur nio^'nbsp;ten laaten op hun Huk brengen.
De Italif.an houdt van het buitenfpoorige, zo dat het gemeenlyk mat handgeklap toegejuichd wordt, en hunnönbsp;afteurs wennen zig aan de grimasfen. Inzonderheid zi^^nbsp;men gaarne, dat’er de Franfchen wat van krygeii. Dik-wyls komt een Franfche Petit-maltre in het wonderlykftsnbsp;optooifel te voorfchyn, by voorbeeld, met een haitbeursnbsp;die byna den gaiufchen rug bedekt, of die flappen doetnbsp;als of hy op fielten ging. Hoe zonderlinger en onnatnur-lyker zyn opfchik is, des te meer wordt’er gelaccheo-Men bekommert ’er zig niet over , of de zaak met denbsp;waarheid overeenkomt ; genoeg , men wil lacchen,nbsp;daarom maakt de acteur van een Petit maitre een
Treurfpel.
De Italiaanen zyn, gelyk gezegd is, geen liefhebbers van het treurfpel, en zien liever poetfen, dan de groor-moedige daaden der oude helden van Griekenland en B-°'nbsp;men. Egter hebben zy goede gedrukte Hukken, by voorbeeld de Merope van den Marchefe MafFei, de dooinbsp;Cefar door den Abt Conti, de Ulysfes van Lazzarini,nbsp;Verfcheiden’ fchoone Hukken der Franfchen, als de ]\lab'gt;'nbsp;met van Voltaire, Rbadamijie en Zenobie,'xoxdm overg®nbsp;zet gefpeeld. Maar de Venetiaanen zyn te zeer aan h^rnbsp;gerammel op 'net toneel gewend, en geeven dus niet onrnbsp;deeze Hukken, Poetfen, die geene gefladige aandagt vof'
-ocr page 273-147
deren, zyn hun aangenaamer. Tusfchen de bedryven lily- en treurfpelen worden ballets gedanft, die meeftnbsp;bloote fpronecn beftaan.
Fenettetti
De marionetten, goochelaars, waarzeggers en poetlen-fflaakers, zyn op de Plaats van S. Marcus menigvuldiger dan ergens anders in kallen aantetreffen. Als het ave Ma-n'« geluid wordt, knielen zy op hun theater neder, doen.
Zo wel als de aanfchouwers, zeer gezwind een gebed, en gaan dan weer voort met fpeelen.
Te Venetien wordt eene groote menigte van toneelfluk-ken en romans gedrukt , die ten deele uit het Franfch overgezet, ten deele origineclen zyn. Ook komen veelenbsp;vertellingen uit in den fmaak als die van Bocaccio. De Abcnbsp;Chiari heeft veel middelmaatige romans gefchreven. Ovei?
’t algemeen zyn de Italiaanfche romans niet veel. Weet men den tyd niet beter te befteeden, zo leezen zig denbsp;Franfchen veel aangenaamer.
VAN DEN STAAT DER WEETENSCHAPPEN,
DER KONSTEN, EN DES HANDELS TE VENETIEN.
Die zig een begrip wil maaken van den toefland der geleerdheid te Venetien , kan daarover het werk, dellanbsp;Litteratura Veneziam libri Fill, van Marco Fofcarini,nbsp;Procuratore di San Marco, nazien, waarvan egter het eer-fte deel nog maar uit is. (*) De Venetiaanen hebben innbsp;de voorige eeuw de mode van akademien opterigten mede
O) Een lyft der oudere Venctiaanfche fchryvers vindt men in de '''^'rken van Giacomo Albetici en Pietro Angelo Zeno, waarvan 'fnbsp;*etfte ianbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-j jndeie in 1662. uitkwara,
K s
IFeeten-fcbappen enz. tenbsp;Venetien.
de gevolgd, dog de meeften zyn te niet gegaan, of bedoelen niets. Frederico Badoaro üigtte’er eene, die beroemd was, en in 1558. een Catalogo delle epere che in tutte Ie fcienze ed arti piu nobih a mandate in luce l'academia Veneziana, in folio,uitgaf. Wy gaan de naatnen ijernbsp;anderen voorby, als der hiperfetti, Paragonifli, Delfici,nbsp;Jcuti, Unici, enz. De bekende Apoftolo Zeno rigtte betnbsp;gezelfchap der Anitnop, en Coronelli, bekend door zynenbsp;kennis van de aardrykskuiide en zyne liemelsklooten, waarvan in de befchryving van Venetien gewaagd is, in hetnbsp;jaar 1^84. dat der Argonauti op.
Venetien heeft federt het herftel der weetenfchappen geleerde mannen gehad , waarvan wy alleen den Kardinaal Besfarion , Aldus Manutius , Fra Paolo Sarpi , Antonionbsp;France, co Gori , opnoemen zullen. Onder het artikelnbsp;van Padua zal meer van de Venetiaanfche letterkundenbsp;voorkomen. Onder de laater digters heeft zig Apoilolonbsp;Zeno een’ grooten naam gemaakt. Zyn operaas zyn treuriger en verhevener, maar Metailafio overtreft hem in eennbsp;aangenaamen en vloeyenden flyl.
Onder de bekendden der nog leevende geleerden behoort de Raadsheer Flaminio Corner, die de hiflorie der kerken van Venetien gefchreven heeft. De Dominikaannbsp;Bernardo Maria de Rubei heeft godgeleerde, en de Thea-tyn Gaëtano Maria Travafa fchriften tot de kerklyke hillo-rie betreklyk uitgegeven. Van Nicolo Coleti heeft mennbsp;verhandelingen over de kerklyke oudheden, en van Biagionbsp;üghellini over de Ilebreeuwfchen. Een Senator, Andreanbsp;Cornaro, heeft over de digtkunfl: gefchreven.
De Jefuiet Azevedo, die de werken van Benediftus XIV. uitgegeven heeft, arbeidde aan een’ befchryving van denbsp;ilad Venetien, maar moefl de flad ruimC’* Grifellininbsp;febryft een periodiek werk over de nacuurlyke hiilorie;
zyn
-ocr page 275-14P
Zyn voorneemen , om de Memoires de 1'Academie desjfegten-Sciences van Parys in ’t Italiaanfch overtezetten, is hly-fchappen fleeken. De Graaf Cavofo gaf in ’t jaar 1764.
^^rigt omtrent zyne ontdekking van de prikkelbaarheid eeniger bloemen uit. Ortefchi fchryft een geneeskundignbsp;journal, waarvan in ’t jaar 1768. het zesde deel is uitgekomen, Paiton heeft een commentarius over Hippocrates gefchreven.
De Kamaldolenfer Vio te Murano, Pietro Gradenigo te S. Giuilina, en de Jefuiet Panigai , een goed wiskundige, hebben kabinetten van natuurlyke zeldzaamheden. Mennbsp;vindt kabinetten van penningen en antieke gefnedene (lee-nen by Zaïietti , (*_) Tiepolo, en den Marchefe Savor-gnani. (f)
De boekhandel is te Venetien zeer aanzienlyk. Daar Worden veele fchoone, maar ook veele flegte boeken gedrukt. Inzonderheid komen ’er veel romans en Italiaan-fche digters uit. De voornaamfle boekverkoopecs zyn,
Albrizzi , Pasquali , Bettinelli, Remondini, Occhi , en anderen. Het ware maar te wenfchen, dat zy juiller ennbsp;op beter papier drukten , in welk opzigt de Roomfchenbsp;en vooral de Florentynfche boeken veel vooruit hebben.
De
(•) Zanetti is een ryk koopman , die buiten dat ook Ichoone fchildciycn eu tekeningen bezit. De voornaamfte gemmaE zyn, prag-‘ig ia folio gcetfl: , onder den titel Dueiyliothcca Zaactiiana, uitgegeven.
(t) Tot de nog Icevende Venetiaanfclie geleerden behooren ook, fehoon zy niet in de ftad, dog in ’t gebied der Republiek woonen,nbsp;w Ttevifo de Domheer Azzoni , een bekend hiftoriefchryyér , cn
Gtaaf Riccati , een der befte wiskundigen van Itaiien 5 te Udine Doftor Bianchi , die over de elektriciteit en de rivier Tima-
i'as gefchreven heeft, en de Graaf Floiio, een gelukkig digtet.
fVecten-fcbappcn ettz. te
yenetien.
De nabmirfclinp van Dnitfchland fchyin de Venetiaaiien aangezet te hebben om petiodieke werken uittegeeven, tennbsp;minten komt ’er te Venetien alleen zo veel uit als in ge*nbsp;heel Italien , waar deeze fmaak tot nog toe niet zeer isnbsp;doorgegaan. De voornaamften zyn , Ia Minerva, o ftnnbsp;nuovo giornale de' letterati d'Italia, Vader Calogera begon het in ’t jaar 1762. Van de Pazzella Medica komtnbsp;weeklyks een blad in qnarto uit, gelyk ook van den Cor-rier ktterario. Grifellini fchryft een Giornale fpettanttnbsp;alia Jcienza naturale c principalmente all' Agncoltura,nbsp;alk arti cd al commerzio. Aan de Biblioteca modertitt,nbsp;over o ejiralti di libri niiovi, e Memorie jiorico- letterarknbsp;arbeiden verfcheiden lieden. Voorheen kwam’er ook eennbsp;feberp journal van Barctci (*) uit, onder den titel, Innbsp;Frufta letteraria; maar het heeft opgehoiiden, na dat denbsp;fchryver naar Engeland gegaan is.
Sahilder • konfl.
Venetien heeft veel’ beroemde konflenaars , en inzon-heid groote koloriften voortgebragt, die wel niet zo juift tekenen als de Romeinen, maar door de kleuren, de houding, en de natuurlyke verdeeling van ligt en fchaduw,nbsp;hunner fchool een karaktetizeerend voordeel hebben wee-len te geeven. Wat voor een treflyk kolorift is Titiaanniet!nbsp;Hy wordt niet alleen in zyne fchool, maar van alle fchil*nbsp;ders,als de voornaamfte kolorid befchouwd. Hy is welzignbsp;zelveu niet altyd gelyk,en dikwyls droog: meiiBefchouwenbsp;egter zyne voornaamfte ftukken te Venetien, en men zalnbsp;zig verrukt gevoelen. Tintoret moet men te Venetiennbsp;leeren kennen, om zig een regt begrip van het verbaazen-de vuur en de vrugtbaarheid zyner verbeeldiugskragt, en
van
(*) Dit is de zelve Baretti die de Italiaaaen tegens de elendig® Eeizen van Sharp verdedigd heeft, gelyk in de voorreden voor hc-fctlle Deel gezegd is,
-ocr page 277-151
Van zyne zwaare werken te maaken. ’T is byna onge Weettv.-'ooflyk, dat zy het werk van een menfch zyn., Hoe ï'jVfcbappen ®n vernuftig zyn niet de zamenfleilingen van Paul Verone
! Alles is daarin wel geordonneerd en gegroepeerd, het ï'gt wel verdeeld , het koloriet manlyk en egter aangenaam. Wy gaan Giorgione , de beide' Palma, Basfano,nbsp;en anderen meer voorby , en gedenken alleen nog maarnbsp;aan Mejuffrouw Rofalba , die in 't jaar 1761. gellorvennbsp;is, en in haar foort, naanilyk in portraiten van krayon ,nbsp;zeer uitmuntede.
Voorheen was het gebriiiklyk de huizen van buiten te befchilderen, waarvan men nog hier en daar de overblyf-fels ziet. Men wil, dat de fcliilderkonft, federt dat ditnbsp;om de zwaare koften verboden wierd, in verval geraaktnbsp;is -, wyl daardoor veel’ gelegenheden om wat te verdienennbsp;¦Weggenomen zyn. De Republiek zoekt de fchatten dernbsp;konfl: daardoor te behouden, dat de befte ftukken in denbsp;kerken met haar wapen getekend zyn, en gevolglyk nooitnbsp;vervreemd mogen worden. Ondenusfchen dreigt een andere vyand deezen hecrlyken ineefterftukken den ondergang, naamlyk de zoutagtige en vogtige zeelugt, waardoornbsp;het koloriet allengskens bedorven wordt.
Venetien heeft tegenwoordig geen’ buitengemeen groot’ meefter aantewyzen; egter heeft het in deeze eeuw goedenbsp;fchilders gehad, ook ten deele nog, fchoon zy, om lief-lyk te fchilderen , in den misflag vallen van te zwart tenbsp;koloreeren, waardoor hun’ werken minder duurzaam zyn.
Nazari is goed in oude koppen, gelyk ook Piazzetta; hy heeft egter ook hiftorieftukken gefcliilderd. Tiepolo heeftnbsp;2ig aan fommige Duitfche hoven bekend gemaakt, (*).
De
(*) Men heeft veelc geëtfte bladen van liem, die ten deele in den fmaak vun Salvator Rofa en CalligUone zyn. Hy heeft cen zoon,nbsp;met naarue joa nes Damuiieus.
15»
Weeten • fchappennbsp;efiz tenbsp;Fenetien,
De Graaf Rotari , Nogari , Longhi , (*) de landfchap fchilder ^uccarelli , en anderen meer, zyn meefters vannbsp;deeze eeuw , die ook buiten Venetien zig bekend ge-'nbsp;maakt hebben.
In den Engelfchen Conful Smith vond Venetien voorheen een groot’ vriend en befchermer der konden. Hy bezat een’ heerlyke bibliotheek , eene verzameling vannbsp;printen en tekeningen van de grootlle meefters, welke denbsp;tegenwoordige Koniiig van Engeiand gekoft heeft. Hynbsp;heeft op zyne koften niet alleen de by ’t begin van ’t artikel van Venetien aangewezen gezigten van den fchilder Canale, maar ook twee werken, waarvan de oiiginee-len de wanden van de kamers in zyn huis verfieren, (t)nbsp;doen graveeren.
Daar zyn nog eenige uitmuntende plaatfnyders te Venetien. Wy hebben reeds , in ’t begin van ’t artikel van Venetien , aan Monaco gedagt. Wagner is eigenlyk een Duitfcher, maar woont hier federt lange jaaren, en heeft
(*) Zyn zoon AlesfanJro Longhi heeft het portrait van zyn vader , en van vier en twintig der nieuwile , ten dcele nog leevende fchildets, in koper gebragt , en met eene bclchryving uitgegeven:nbsp;Compendia dtlle vite dè’ Pittori Vetteadarti pin rehomati dtl prrfente St~nbsp;eolo , 1762. in folio. Daar zyn vcelc middeUnaarige ichildets in »nbsp;daatregen ontbreekt ’er de Graaf Rorati.
(f J De titel is : Caroli Cignm! Manathrammata J1I. a I. M. Lif tard Gemvcrtd are exprejfa. Venet I745 Zy verbeelden, i. Cupido roet den fakkel. 2. ?ayu triomf 5. Zyn gevegt met Pan. 4. Denbsp;gedaanievetwisfeling van Daphne, y. Het fchaakeu van Europa. 6 Denbsp;triomf van Bacchus. 7. De triomf van Venus. Het andere heet,nbsp;Seb, Ried Opera priefiantiora a I, M Liotard are expresfa, en bevat:nbsp;I. Cbriftus met dc Samaritaar.lche vrouw. 2. De bergpredikinginbsp;3. De vtouw met den bloedvloed. 4. De aanbidding der drie wy-len. y. Her bad van Bethesda. 6. De ovcilpeelfter. 7. Maria, dienbsp;Chliftns zalft j beiden in groot folio.
-ocr page 279-153
goede leerlingen, als Bartolozzi, Giampiccoli en anderen getnaakt. Cattini heeft een’ voortreflyke verzameling vznfchappertnbsp;doppen in groot folio, volgens Piazzetta,uitgegeven.
^er allen egter verdient Marco Pitteri den meeften lof, om ^at hy zig zelven genoegzaam geformeerd, en de konfl;
Van met een flreek te etfen verder dan iemant gebragt hoeft. Men heeft volgens deeze methode de hoofdennbsp;*^or twaalf apoftelen en van verfcheiden heiligen (*) innbsp;groot folio, de zeven fakramenten, jagten volgens Pietronbsp;Longhi, en andere bladen. Van zyne hand zyn ook verfcheiden vignetten in de uitgaaf van Virgiiius , die volgens ’t model van den Horatius van Pine geheel in kopernbsp;Sograveerd is. (t)
Nergens heerfclu zulk eene verwarring in het ’Is te Venetien. Het pond voor het brood houdt om-*rent 9. Franfche oneen, voor ’t goud en zilver over denbsp;7- oneen, voor andere metaalen en eetwaaren over de 15.
®ncen, het ligte pond, Pefo fottik, voor zyde en droge-*^yen, over de 9. oneen.
Men rekent te Venetien by ponden, Lire, waarvan een Zeehinv maaken. De Venetiaanfche Ducato houdtnbsp;6’. Lira; maar als men Ducato d'argento zegt, zo verbaat men 8. Lire. Dit is in den omgang de gebruiklykllenbsp;®unt, en bedraagt ongevaar een Duitfehen daalder. Denbsp;hieine zilvermunten zyn Soldi, waarvan 20. een l.ira maa-
ken.
(*) Op de zelve grootte heeft hy ook eenige ponraiten , als dat zig zclvco, van Piazzetta, van den Matchefe Maffci, van Gol-in zyn muts, en anderen geiheden.
hns
H) yirgiln Of era ex antii^uis mumimentis lUnJlrata , éara ^ famtf ” ^rnrlc! Jupice- Het ceifte -deel is ’et maat van in ’t ligt, al.nbsp;zo het tg koftbaar was , en dog in fmaak niet by dén Hota-tius kwam.
tVeeten-fchappen enz. tenbsp;yenetien.
Maat.
Handel,
ken, De Zechini zyn van fyner goud als de andere It®' liaanfche Zechini, en daarom goed op reis. Zy doennbsp;andere plaatfen van Italian opgeld,
De Venetiaanfche voet houdt i. voet en lo. lynen ryfche maat.
Venetien dryft een’ aanzienlyken handel naar deLevan'-Ter beveiliging van den zelven floot het in ’t jaar een verdrag met de Barbarifche zeeroovers, en behos^^nbsp;derhalven niet meer zo veel’ gewapende vaartuigennbsp;dekking der koopvaarders te onderhouden. Voorbed*nbsp;hadden zy op de koopvaarders altyd eenige foldaateninbsp;waardoor de vragt bezwaard werd, en zy niet zo goe‘^'nbsp;koop vaaren konden als de Hollanders en Engelfcbfi”'nbsp;Had Venetien een genoegzaame vloot tegens de zeefchu'quot;nbsp;mers,zo zouden de fommen, die daar aan te kofte geleglt;^nbsp;werden , veelligc door een leevendigere en fpoediger^nbsp;fcheepvaart, en het geen de onderdaanen by een betelnbsp;koop vragt gewinnen, vergoed worden.
DeVenetiaanen hebben beproefd, een koraalhandel aaO' teleggen, vooral daar men zeer gemaklyk ’er eene groot®nbsp;menigte van in de Adriatifche zee visfchen kan. Dognbsp;zyn zo goed niet als die van Livorno, en konnen derha*nbsp;ven nooit zo wel bewerkt worden. Eenige Joodennbsp;Engelfche kooplieden te Venetien ondernamen voor s®*!'nbsp;ge jaaren, fchepen regelregt naar de Welt Indien te 2®quot;'nbsp;den. Dog de reis is langduurig , gevaarlyk, en hanë'nbsp;van zo veele toevallen af, dat de vviuft altyd zeernbsp;tig blyft.
Het geld is te Venetien niet fchaarfch , en het cr®®‘ is groot. De Republiek betaald 3^. ten honderd; byz®!*^nbsp;dere perfoonen op panden of andere voldoende zekerh®'nbsp;4. tot 4t. Kooplieden moeten , uit hoofde van ’t S®
vaar dat de handel onderworpen is, wel 6. ten ho;.-®®
b®'
-ocr page 281-155
^fitaalen. Een groot voordeel voor den handel is de nbsp;nbsp;nbsp;get en-
baarde bank van Venetien , die op den voet der h^’i^ fchappen van Amfterdam en Hamburg ingerigt is , en geeneena. lenbsp;«bligatien geefr.
fJec eiland Corfu brengt veel korenten voor:, en een’
quot;'y“ 5 die van zwarte karsfen getrokken wordt. Met dee-zo wel als met Cyprifchen wyn en andere waaren uit Levant, dryft men een’ voordeeligen handel, en voertnbsp;‘daarvoor laken en een groote menigte van damasketten,
«en foort van iigte (lof, die in de Levant zeer gezogt '«ordt, terug. De aftrek van rood laken is groot, gelyknbsp;«'ok van ryke doffen van grove zyde, Brocatelle genaamd.
gebied van Verona en Vicenza levert veel_ ryft, wyn ,
^yde, en lynwaad; Brefcia heeft een Herken aftrek in ge-quot;'«er. Het overfchot van ’t graan gaat naar Genua en ’c ^oomfche gebied.
*iertyds waren de Venetiaanfche fpiegels van Murano^^/^^(,/s^ beroemdllen , en werden door gantfch Europa ver-^'oerd, maar federt men een fpiegelfabriek te Parys , (*)nbsp;ook eenigen in Duitfchland, aangelegd heeft, heeft dee-handel een zwaaren flag gekregen, en de fpiegels zynnbsp;^eer in prys gedaald. Egter houdt men het Venetiaanfchenbsp;81as voor zuiverder ais het Franfche. Tegenwoordig isnbsp;maar eene fpiegelfabriek by Jan Mom, waar maar twee-'^^^l in de week gewerkt wordt, en een twaalftal arbei-'^®ts op eenen morgen zedig fpiegels blaazen. De hoofd-gt; welke uit Spaanfche afch cn zandagtige aarde vannbsp;^‘««nza bedaat, wordt binnen zes uureu in den oven ge-
fmol-
f * 1 tgt;e Franfche en Duitfche Ipiegels worden gegoten , en zyn aatom vj-einbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jan de Venetiaanfchen, welken rr.en blaaft, en
^ethalven maat tot een zekere grootte btengen kan. Te Patys woe-ar. de fpiegels alleen gepolyd. maai in Picaidie gegoten.
-ocr page 282-Weeten-fcbappen enz tenbsp;Venetien.
fmolten, en blyft agt dagen in de kroezen ftaan , die ook van klei van Vicenza gemaakt zyn, en ’t agt weekennbsp;houden. Daarop wordt het glas uit de masfa tot P^’nbsp;pen van 3. tot 4|. voet geblazen , opgefneden , ennbsp;platte tafels over een oven gelegd, om allengskensnbsp;te worden. Het blaazen is een zeer zwaar werk, ennbsp;dert goede longen.
Het is der moeite waard de glasblaazcryen te te zien, waartoe wel dertig huizen zyn. Men maaldnbsp;niet alleen allerlei glazen, maar inzonderheid glazen blo^'nbsp;men , die ongemeen natuurlyk zyn. Het werk is desnbsp;konfliger, wyl het geverwde glas in verfcheiden kroe^o*’nbsp;ftaat, en terwyl het vloeibaar en gloeyend is van eenef'nbsp;lei kleur fchynt. Als de konftenaar eene bloem maake'*nbsp;wil , neemt hy nu van deeze dan van geene kleur, naafnbsp;dat hy noodig heeft, en ftelt daaruit de bloemen t’zamen»nbsp;aan de welken men eerll het onderfcheid der kleuren S^'nbsp;waar wordt als het glas koud is.
Glazen koraalen leveren deeze fabrieken in ongeloodf ke menigte. Zy worden uit dunne pypjes gemaakt, di®’nbsp;als zy nog week zyn, tot kleine rolletjes gefneden words”'nbsp;Deezen vermengt men met afch, zet ze in een pan op ’tnbsp;en roert ze met een yzer fterk om, 20 dat de fcherpe ho”'nbsp;ken afgerond worden, en toefraelten, dog zo, dat ’ernbsp;klein gat blyft, waardoor de koraalen op draadennbsp;geregen worden. De meefters der glasblaazeryen te M”''”'nbsp;no geeven zig voor edellieden uit, wylKoningHenriklI^quot;nbsp;op zynen doortogt van Poolen naar Frankryk, hun ko”^nbsp;ftigen arbeid befchouwd hebbende, hen tot den adeld””nbsp;zou verheven hebben.
Briati in Rio del Azelo by S. Maria maggiore te Ve”^
tien heeft een fchoone krytlalfabriek. Men zier hier
fynfte werken in kryüal en onder anderen groote lud^^*
157
lettergieteryen te Venetien zyn aanzienlyk, niet al.
5. tot 7, voet in de middellyn, die Cioccbe heeten. j^’’eeten-fabrieken van cremor tartari en loodwit gaan in 'ijchappen S'Oote. Een man te Murano bezit het geheim, van inerte».nbsp;'^®flyke aventurines, (*) 20 als ’t de Franfchen noemen,nbsp;niaaken, die bruingeel met gouden (lippen zyn
Om dat in de ftad zelve altyd veele drukpersfen aan gang zyn, nmar ook geheel Iialien met Veneüaanfchenbsp;tets voorzien wordt. Een edelman, met naame Baglio-5 bezit een zwaare boekdrukkery. De ambagtsloonennbsp;te Venetien maar half zo duur als te Parys. Domeui*nbsp;Seiva is een bekwaam opticus.
de
Fi/cè.
lugt te Venetien is zagt en groeizaam. Het ligt op zelve breedte als Milaan. Farfetti, aan wien de kon-te Venetien veel fchuldig zyn, heeft wynftokken uitnbsp;¦'Ourgogne, nevens eenige kiften met de aarde waarin zynbsp;hadden, doen komen, om dien wyn ook in deezenbsp;^quot;dftreek te kunnen winnen. In ’t eerfte paar jaaren hadnbsp;Wyn veel van den Bourgognewyn, maar veraartte wel-Dit was natuurlyk; men weet dat eene plant, alsnbsp;ander voedfel krygt, ook haar innerlyk wezen en haarenbsp;Handdeelen verlieft. Zo geeft,by voorbeeld,de bekendenbsp;^‘^htpiant, Souda genaamd , in Frankryk op ver na zonbsp;zouts niet, indien zy diep landwaards in verplantnbsp;als wanneer zy aan het zeeftrand ftaat.nbsp;zee is by Venetien verbaazend vifchryk. Mennbsp;'*’Ht in ’t grooce kanaal en in de kleinen. Elk jaargety-® levert byzondere lootten. Men telt ’er omtrent hon-gt; zo zee- als tiviervifch , die te Venetien gegeten
( ) Zie Valinont de Boraate, hisimnairt d’HiJlniri natarelle, op’t “ord ^vsntnrinc.
-ocr page 284-IS8
ff^'/’etcn fcbctppennbsp;enz. tenbsp;Vcncticn,
Gebrek
worden. Dsar vallen goede oefters, inosfelen, en inzondet* heid ecno groote menigte van kleine zeekrabben, dienbsp;fmaaklyk zyn. Napels is wel vifchryk, egter zegt ’nbsp;dat te Veneticn in eene maand meer vifch gevangen wor^^’nbsp;dan in een geheel jaar te Napels,nbsp;liet gebrek aan goed bronwater om te drinken isnbsp;aan water.ongemak te Wmetien, fchoon het in middennbsp;’t water ligt. Maar ook deeze ligging is het, dienbsp;dat ’er gecne bronnen zyn kunnen. ¦ Men behelpt zignbsp;regenwater, dat in groote bakken (*} verzameldnbsp;Dit water is zeer goed, als het eenige dagen na dequot;nbsp;gen bezonken is. By drooge jaaren wordt het innbsp;tonnen met fchepen uit de Brenta , waarvan aaiido”*^*nbsp;meer, gehaald. Het water uit de bakken moet nietnbsp;delyk zyn , wyl de Venetiaanen meed: gezond zyn ,nbsp;over ’t geheel genomen ouder worden dan de menfchen fnbsp;andere deelen van Italien, De hoofdoorzaak daarva»
zonder twylFel in hunne maatige leevenswys te zoe De laage ligging der ftad, en de kwaade dampen der ^nbsp;naaien in den zomer, kunnen der gezondheid onmooS'^nbsp;zeer voordeelig zyn, Egter is zulk eene ligging altydnbsp;gezonder, en boven die van zulke deden te dellen»nbsp;veele daande moerasfen in de nabuurfchap hebben.
PADUA.
Reis naar Venetian tot Padua rekent men 25. Italias»**^^^ Padua. inylen, die men gemakiyk op eenen dag kan afdoen.
merkwaardigheden op den weg kunnen ondertusfcbeo
P‘
,1«‘'
(•} M«n telt ‘cr 160. die alleen tot gemeen gebruik zyn. nog vccle byzonderen in de paleizen cn kloofters,
ï59
*'en worden. Men neemt of een gondel, en laat zig oppadua. t vafte land brengen, en rydt dan met een vemirino tenbsp;land naar Padua, of men gaat met het gewoone fcbipnbsp;dat wel her beft koop is; of men huurt een fchuit, Bur-(hiello, voor de geheele reis. Deeze fchuiten zien ’er welnbsp;zyn taamlyk groot, en hebben een ruime kamer, metnbsp;glasvenfters, die met fchilderyen of tapyten behangen is.
Be prys voor de vaart is gemeenlyk twee zechini, Zy Worden door twee kleine vaartuigen met vier riemen doornbsp;de Lagune, vyf mylen ver tot aan Fufina, voorrgetrokken.
Be weg dfen zy te neemen hebben is door Hokken afge-Paald, alzo zy anders ligr op de ondieptens in de Lagune houden blyven zitten. Na een’ vaart van een uur nemntnbsp;®en te Fufina twee paarden, die de fchuit door de vaartnbsp;I3 Brenta tot Padua, op de w'ys van de Hollandfche trek-Ickuiten, brengen.
Zo lang men op de Lagune is heeft men een fchoon cn ongewoon iiitzigt. Op de eene zyde vertoont zig Ve-Oetien met haare zonderlinge ligging , en op de anderenbsp;een aangenaame kuft, die met huizen als bezaaid is. Komtnbsp;men in ’t kanaal la Brenta, zo vaan men aan weerskanten door een onafgebrokene rei van dorpen, lufthuizen,nbsp;paleizen , (*) tuinen , en fchoone weilanden. Men
vindt ( * J De bouwmecflcr cn fthilder Cofla heeft de gezigten en land-quot;'Zen der VeEeti.naDen , welken aan deeze vaart liggen , in kopernbsp;Ê^btagt, onder den titel, Ie DelUie delU quot;Brenta. Tamo 1. 1750. Innbsp;^‘’‘ezia. Een uamlyk deel in folio. Zy zyn middelmaacig gefne.
j en het is niet te ontfee.nnen, dat ’et menig jandhuis in wordt '’““'êefield dat het niet verdient , en hier alleen een’ plaats gekte-8«n heeft, om ’ct den bezitter van een koropliraent te maaketi.
zouden twee deelen van komen, dog het weede is nca nier Sïvc.'gd,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
-ocr page 286-Fadua, vindt zelden zo fchoone oevers, en die zo fterk woond zyn.
Twee mylen van den uitloop des kanaals komt men de eerfte Huizen, For/e del Morazano. Daar zyn ’ernbsp;op het kanaal tot gemak der vaart aangelegd. Tweenbsp;len verder komt men aan’t Paleis Foscari, dat wegens zy®nbsp;bouworder en fchilderyen merkwaardig is. Een zaal o?nbsp;natten kalk gefchilderd wordt voor ’t werk van Titiaan è^'nbsp;houden, en zes kamers zouden van Paul Veronefe zyn»nbsp;ten minllen zyn zy allen uit zyne fchool.
Mtra is een groot dorp, veertien mylen van Venetien» w'aar veele fchoone huizen Haan. ’T voornaamfte isnbsp;van Bembo , waar in Paul Veronefe een paar valH^^®nbsp;venders gefchilderd heeft, die van goeden fmaak en welnbsp;onderhouden zyn.
Dalo is een aanzienlyk vlek, zeventien mylen van VC' netien, waar een fluls is. Men komt hier in den Bre»-tone, of de oude Brenta, welke men uit de Lagune afgs'nbsp;leid heeft. De familie van Tron heeft hier een fchoon pZ‘nbsp;leis. Een niet minder is van de familie van Tiepolo, tvve^nbsp;mylen verder.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
In het vlek Stra, vyf mylen van Padiia, ligt het prag' tigfte van alle de Venetiaanfche landhuizen aan de BreO'nbsp;ta, naamlyk dat van de familie van Pifani. Het gebou'*^nbsp;en de tuinen zyn van een aanzienlyken omtrek. De tui^nbsp;is volgens een fchoon plan aangelegd, over ’t geheel fyquot;®'nbsp;metrifch, maar in de pattyen vol verfcheidenheids. I'’quot;nbsp;zonderheid is ’er een fchoon berceau van citroenboom^’’'nbsp;Uit de menigte der terrasfen, der ftandbeelden, der fch’'nbsp;deryen, marmeren zuilen, en andere fieraaden, kannbsp;den rykdom des eigenaars opmaaken.
Noventa ligt twee mylen van Padua, en is
waardig om het fchoone paleis van Cmanelli. De tuquot;*
is
-ocr page 287-i6i
maar naar een eenvouwdig plan aangelegd, egter zeer padus. Schoon,
Padua, in ’t Latyn Patavinmn, ligt aan de Brenta, {Jifioritt een’ ftad van omtrent 40000. inwooners. Als het waarnbsp;» dat Antenor het tegenwoordige Padua reeds aangelegdnbsp;is het eene zeer oude ftad. ([*) Ten minften is hetnbsp;'^an ouds af een’ zeer aanzienlyke ftad geweeft. Strabonbsp;^®gt, dat zy 20000, man in’t veld kon brengen, hetwelknbsp;Sgter vermoedelyk van haar regtsgebied mede te verftaannbsp;Is. Toen geheel Gallia Cifalpina onder de gehoorzaamheid der Romeinen kwam, behield Padua byzondere vry-heden , en haar’ eigene wetten. De inwooners warennbsp;®’eer als bondgenooten, dan als onderdaanen der Romei-aautezien.
Alarik en naderhand Attila plonderden Padua, weswe-gens eenige inwooners naar de Lagune wecken, en gebogenheid tot het bouwen van Venetien gaven, dat lang ender de heerfchappy der Paduaanen bleef, tot dat denbsp;Volkplanting eindelyk de heerfchappy over haar’ vaderftad
Verkreeg.
De ftad is verfcheidén maaien afgebrand, inzonderlfeid
(*) Virgilius zegt nbsp;nbsp;nbsp;!• 245. van Antenor , dat hy Patavium
***' de rivier Timavus ftigtte:
Üïe tarnen file rtrbem Patavi fedef^ae Ucavlt Ttnerorum,
het is een «waar vetfchil onder de geleerden of de Timavu» ''genwoordige Brenta is De Oaden geeven den Timavus negennbsp;zeven monden, welken de Brenta niet heeft. Plinius plaatft Lih.
¦ '• *0?. die rivier in de nabimtfchap van Triefte en Aquileja. en ^“'glyk heeft Antenor zyne ftad daar gebouwd. Hier woonden denbsp;^^ganei,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vooïcu ovetwon, en die Plinius Ltt, Itl, t-
o. deswegens Crajamm Alpo’n imolas noemt.
'I. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;h
-ocr page 288-102
Padua,
by de binnenlandfche onluflen van ’t jaar 1174. en laatften , door een’ onbekende oorzaak, in ’t jaar i420''nbsp;Driemaal is zy door verfchriklyke aardbeevingen bezog'^nbsp;geweeft. By deeze ongelukken behoeft men zig niet i®nbsp;verwonderen, dat Padua allengskens veel van haar’ oude'’nbsp;Juifter verloren heeft.
Ligging.
Keizer Karei de Groote herftelde Padua. De Ottoos» Henrik III. en iV. gaven der Had zo aanzienlyke voorreg'nbsp;ten, dat zy als eene Republiek aantezien was. Frederik I^*nbsp;verplaatfte de univerfiteit van Bologna herwaards, in ’t ja'quot;'nbsp;1252. Vervolgens ging het Padua gelyk anderen Italiaa”'nbsp;fchen lieden ; de magtigfte geflagten raakten over hoop»nbsp;en de Ilad was nu in de magr van deezen dan in die vannbsp;geenen. Ezzelino oelfende daar gruwzaame wreedheden»nbsp;De Carraraas misbruikten hun’ magt niet, maar herfteldequot;nbsp;de veflingwerken , gaven den werkers iii de wol beloOquot;nbsp;ningen, en wakkerden den handel op. Daarop kwam d®nbsp;Had in de raagt der Scaligers, der Visconties, en wed®’nbsp;onder die der Carraraas, tot dat de Paduaanen zlg s*quot;'nbsp;delyk in ’t jaar 1405. der gehoorzaamheid der Venetian'nbsp;nen onderwierpen.
Padua ligt in eene aangenaame vrugtbaare vlakte, is met verfcheidcn landhuizen , vooral aan de Bren'® 'nbsp;omgeeven. De lugt wmrdt voor zeer gezond gehoud®'’’nbsp;De nabuurige heuvels brengen den fchoonllen wyn ennbsp;voort. Keizer Conftantinus Pala;ologus had het nietnbsp;heel mis , als hy zeide, dat men het paradys in de lquot;”nbsp;ftreek van Padua zoeken zou, indien men niet zonbsp;will, dat het in Alia geweell is.
IJOS'
tequot;
De gedaante der Had is driehoekig : zy heeft 2®’ Italiaanfche mylen in den omtrek. Haar verllerkingnbsp;Haat in breede graften en dikke muuren, welken de
raraas begonnen, en de Venetiaanen eerft met groote
163
voltooiden , leggende , in plaats der oude torens, paclui, twintig baftionsmet kazematten en mynen aan. (?) Deftadnbsp;ts van binnen niet fchoon. De flraaten zyn lang en final.
huizen ruften aan de ftraat op dikke pilaaren, ’t welk 6en (legt doorzigt geeft, maar voor de voetgangers dit ge-mak heeft, dat zy, gelyk te Bologna, onder de gangennbsp;*^edekt gaan kunnen.
De ftad heeft drie fchoone poorten, die ’er als triomf-boogen uitzien. Porta S. Giovanni en Savonarola (f)
Zyn van Giovanni Maria Falconetta van Verona ontworpen. Porta di Portel!» is de fchoonfte van allen, en met ®gt roomfche zuilen verfierd. Zy werd in ’t jaar 1518. gebouwd. De drie poorten liggen aan de drie fpitfen vannbsp;^adua. De ftad is geplaveid met donker graauwe fteenen,nbsp;witte ftippen, of kleine gaten, waar eene witte ftof isnbsp;quot;’gedrongen. Zy worden in de nabuurfchap van Pa-gehouwen. Men treft oader de ftraatfteenen, vooralnbsp;quot;nder de gangen voor de huizen , veelen van rood Vero-quot;eefch marmer aan.
De Domkerk is van Keizer Frederik 11. om het jaar „ nbsp;nbsp;nbsp;, ,
........ nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Domkerk.
t232. geftigt. De Bisfcnop en de Domheereii zyn van
(*)'De oorlog der Venetiaanen tegen de Turken gaf gelegenheid het uitvinden der baftions. Men vond ze veel bekwaamev ternbsp;’’^rdediging dan de oude ronde torens. San Micircli, een vermaardnbsp;’Whitekt , vond de lynregte faces uit , cn maakte de flanken dernbsp;baftions ingebogen , gelyk men te Verona zien kan, Hy leide hetnbsp;baftion Santa Croce en Cornaro aan , waarvan Vafari, als de eer-en fchoonften dier werken, veel ophefs maakt. Hy verfteiktenbsp;Candia , ’i welk honderd cn vyftig jaaren daaraan eene merk-Waatdrge belegering tegen de Turken uithield. San Micheli was innbsp;ëeboven,
(t) De Majquis poieni heeft deeze poort als «en regt model der
OttWkunft in ^yn^n Vitmvius geplaatft,
h 8
-ocr page 290-i64
Tadua, rykften in Italien. Men noemt hem den kleinen en zyn’ Domheeren de' Kardinaalen van Lombardyen.nbsp;Clemens XIII., die vyftien jaar Bisfchop van Padua S®nbsp;weeft was, heeft den Domheeren een orderskruis ennbsp;titel van Protonotarii Apoflolici extra muros gefchonks'’'nbsp;S. Prosdocimus', een leerling van den Apoftel Petrus,nbsp;de eerfte Bisfchop van Padua geweeft zyn , en is eennbsp;de vier befchermheiligen der ftad.
De grondflag der kerke werd reeds in de twaalfde eequot;quot;^ gelegd. Toen zy in’t jaar 1524. zeer bouwvallignbsp;bouwde ze de bouwmeefter Sanfovino byna geheel nie'^quot;^nbsp;weder op, en men heeft ’er altyd wat aan gebouwd,nbsp;dat de Kardinaal Rezzonico ze eindelyk in ’t jaarnbsp;inwydde. De koepel is van Jan Gloria begonnen. Zynbsp;op vier fterke boogen, wier drukking tegen een dikke'*nbsp;muur gaat, en die.wordt weder door vier kleiner booge®nbsp;gehouden, waardoor de eerften nog te meer vaftigheid b£'nbsp;komen. Deeze bouwtrant, die zeer gefchikt is, omnbsp;zwaarfte koepels duurzaam te maaken, is door den tege®'nbsp;woordigen architekt Bernardo Squarcia uitgevonden.nbsp;kerk heeft een’ aanzienlyke grootte. De roomfche P'*®'nbsp;fiers, waarmede zy verflerd is, beklappen, dat de bou®quot;nbsp;meefter maar van middelmaatigen fmaak was.
In den regter kruisgang ziet men eene Maria van to , den herfteller der fchilderkonfi, Petrarca, Doml’®^'nbsp;deezer kerke zynde, bezat het fiuk voorheen, en ma®k'®nbsp;het by teftament aan Francefco de Carrara.
In de fakrifty zyn veele goede (lukken te vinden, der anderen eene Maria van Titiaan, een kragtig ennbsp;een mergagtig penfeel gefchilderd fiuk. S. Ilieronjquot;®*'*nbsp;en Franciscus van Jakob Palma , en het beeldtenisnbsp;Petrarca en andere Domheeren. In de bibliotheek va®
kapittel zyn veele goede handfchriften en zeldzaame b®®
l!cH‘
-ocr page 291-Zy is ten deele van Petrarca, ten deele van een ^^vcPadiia. ^isfch ppeii afkomftig.
Jn de kerk ziet men de graftekens van verfcbeiden’ he-foemde mannen. By voorbeeld van den Regcsgeleerdeii ^arcus Antonins Pellegrini, van Jakob Dondi, bygenaamdnbsp;^rologio, om dat hy de uurwerken'(lerk verbeterd heeft,
Iseraar
^an Karei Patin, een’ Franfch’ geneesheer, die als Hoog-
te Padua les gaf. Eenigcn beweeren ook, dat Ber-
gemaalin van Keizer Henrik IV., hier begraven ligt.
'^1
^og dit is Zeer onzeker. De doopkapel is van de kerk afgezonderd, gelyk te Romen by ’t Lateraan, te Florence,nbsp;in andere oude kerken in Italien.
kerk van dquot;. Antoniui van Padua, dien men Vo'i\.'S.Antonio, il Santo, en de kerk del Santo noemt, is de tweedenbsp;rang, maar eene zeer vermaarde kerk. Deeze groocenbsp;'’eilige derRoomfche kerk werd in’tjaar 1195. te Lrsfabonnbsp;Seboren , trad in de Franciskaanerorder , en maakte zignbsp;'^t)or prediken, bekeeren, en wonderen zo beroemd, datnbsp;*’y na zyn’ dood, die in zyn zes en dertigde jaar voorviel, reeds het jaar daaraan gekanonizeerd werd. De kerk isnbsp;de puinhoopen eens ouden tempels gebouwd , eanbsp;r^eds in ’c jaar 1255. door Nikolaas van Pifa begonnen,nbsp;behoort onder de merkwaardigde plaatfen, die vroo-zielen in Italien bezoeken, en waarheen bedevaartennbsp;worden.
^oor de kerk daar het bronzen dandbeeld van den Ge-quot;etaal Gattamelata, een’ vermaard’ held in de Veuetiaan-^*^^2 hiftorie, te paard, door Donatello gegoten. Vafarl Ptyd het buitengemeen; egter ontbreekt in fommige dee-de fyne uitvoering, fchoon het geheel wel getekendnbsp;naar de natuur is.
^ De kerk van S. Antonie is van een oude gothifche ouvvorder, byna gelyk de'kerk van S, Marcus te Vene-L 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tien.
-ocr page 292-* nbsp;nbsp;nbsp;f
tadua. nbsp;nbsp;nbsp;binnen zes koepels, waarvan twee i“
’t fchip zyn. In de kapel van ’t h. Sakrament zyn broO' zen basreliëfs van Donatello , in ’t midden het lichaam”nbsp;van Chriftus met een paar engelen , ter regterhand eeUnbsp;kind, dat op bevel des heiligs twee dagen na zyne geboot'nbsp;te op zyn regten vader wyll, om de eer zyner onfchuldig®nbsp;moeder te redden. Ter flinkerhand is een ezel, die vootnbsp;een hoflie knielt, als hem S. Antonie die laat zien, oC*nbsp;daardoor een’ ketter te bekeeren. Vier andere engelaf’nbsp;half verheven werk, zyn insgelyks van Donatello. Do ta'nbsp;barnakel beeft drie bouworders , ftatues, bronzen fieraa'nbsp;den, en zuilen van verde antico. De meefter heet Hief'’'nbsp;nymus Campagna, een bekwaam beeldhouwer vanVerona?nbsp;en leerling van Sanfovino.
Ageer het koor hangt in een kapel het inartelaatfchap dst h. Agatha; een goed fluk van Tiepolo. (*)
De kapel van S. Antonie is de voornaamfte der kerk-De voorzyde is van de fchoonfte marmers zamengeftelt^ ’ met ftatues verfierd, en ruil op vier roomfche zuilen vaonbsp;Karrarifch marmer, De negen basreliëfs in de zelve vet'nbsp;beelden verfcheiden’ daaden des heiligs. De beelden zy®nbsp;byna leevensgrootte, maar de flyl is niet zonderling.
Het eerfte basreliëf van Minello de’ Bardi. S. nie verruilt het Domheeren kleed voor dat der FranC^'nbsp;kaanen.
eeO
Het tweede, van een onbekende hand, maar met
den in den fmaak van Raphael. De heilige maakt
vrouw, die van haar man het vender uitgeworpen met het teken van ’t kruis gezond,
fJi
(•) Cocbin pryft het zeer, gelyk ook de Graaf Algarofth in zyn Sa^^ia fopra la pitiura, dat men in haar aangezig*: ^ 'nbsp;4e fraert, ?n de hoop der aanftaandc zaligheid leeft.
-ocr page 293-167
Het derde van Hieronymus Campagna, het eenige/)^^„^_ dat Cochin lofwaardig agt, De heilige wekt een doodennbsp;'e Lisfabon op, wiens vader verdagt was, hem vermoord
hebben.
Het vierde van Jakob Sanfovino. De heilige wekt een meisje, by Padua verdronken, op. Yafari pryft hetnbsp;üeer.
Het vyfde van den zelven, of ten minden van een’ zy-iier befte leerlingen. De heilige maakt een kind , dat door den wind van een fchip gerukt was , weder lee-
Het zesde, de heilige vertoont het nog beevende hart eens . gierigaards , die reeds gedorven was , van Tiillionbsp;Lombardi.
Het zevende van den zelven. Hy zet den voet van een hind weder aan , dat zig dien had afgefneden, uit fpytnbsp;dat het zyn moeder gefchopt had.
Het agtfte. Een ketter finyt een glas op den grond, ^^ggende,dat hyS. Antonie voor een’ heilig erkennen zal,
«Is het geheel blyft. Het glas blyfc geheel, en de fteen daar het op valt fpringt aan ftukken.
Het negende van Lombardi. Het nieuwgeboren kind dat op zyn vader wyft, en ook van Donatello, gelyk wynbsp;'to even aantekenden, gefchilderd is. •
Ih ’t midden der kapel ftaat een fchoon altaar van gra-quot;'«t, waaronder S. Antonie in een zilveren kift ligt. Het Scheel ruft op zuilen van verde antico. De drie ftatuesnbsp;brons, S. Antonie, Ptosdqcimus, en Lodewyk, Bis-Lchop van Touloufe, vier engelen, die de kandelaars draa-3 de bronzen deuren onder de kift, en de deuren dienbsp;de trappejj y^n’t altaar affluiten: alle deeze ftukken zynnbsp;door een’ bekwaam’ konftenaar van Padua, Tiziano As-P^tti, ia ’t jaar 1594. gemaakt. Op elke zyde houdt een
L 4 nbsp;nbsp;nbsp;groep
-ocr page 294-Padm. groep van marmeren engelen een zilveren kandelaar, die beiden t zamen over de 3^500, oneen weegen. Het voe1^'nbsp;blad des altaars is van zilver, en op feelMagen wordt ee®nbsp;ander met juweelen bezet ten toon gefield. Allenthal»'^“nbsp;ziet men een menigte van zilver als geloften gefchonke'’»nbsp;waaronder vier en twintig groote lampen, en eene d'®nbsp;van goud is. Men kan daaruit opraaaken, wat fchatten S-Antonie bezit.
Uit de kerk klimt men langs drie treeden naar het De bronzen deuren en de beelden van ’t Geloof, denbsp;de, de Maatigheid, en de Sterkte, op de colonnade voornbsp;het koor, zyn van gedagten Aspetti, en de vier Euang®'nbsp;liften van Donatello. De muziekkapel van S. Antonie trnbsp;eene der fchoonfte van Italien: zy beftaat uit zeftiennbsp;gers en vier en twintig muzikanten, waar onder de violO'nbsp;niften Tartini en Bandini, en de kapelmeefter Vallotti be1nbsp;roemde virtuofi zyn, De vier orgels en het verhemelte vannbsp;*t altaar geeven het geheel een pragtig aanzien.
Agter op ’t koor (laat een fchoon marmeren altaar; vyf bronzen ftatues van Maria, en de vier befchermhe'1’'
gen der ftad Padua, zyn van Donatello , maar die va® fteen zyn van Campagna. Het fchoonè krücifix isnbsp;Donatello , gelyk ook het basreliëf der begraafnis va“nbsp;Chriftus, waarin de fchreyende vrouwen inzonderheidnbsp;prezen worden.
Aan den derden pilaar ter regterhand ziet men het g®1 deckteken van den Kardinaal Benibo, bekend door zy®®nbsp;hiftorie van Venetièn en zyne gedigten. (1) Hy wa^
ïden zegt van hem , dat zy zig veel op zyn Latynfch»'’ inbceldUe , (choon Scaliger cn Lipfius dicii berispt hebben.nbsp;piet gaacn ia den Bybcl en zyn getydenbock . om 1ct geennbsp;Latya uit te Icercn.
-ocr page 295-i6p
een oude Venetiaanfche familie, fekretaris van den ViMspadua, X., en ligt te Romen begraven. Cataneo van Carrara,nbsp;een leerling van Sanfovino, heeft zyn marmeren borllbeeldnbsp;gemaakt. Deeze Cataneo was ook een goed digter, ennbsp;^eeft Qii Amori di Marfifa gefchreven.
In eene nis van geel marmer ziet men het borllbeeld Van Helena Cornara Pifcopia , een’ zeer geleerde Vene-liaanfche Dame, die te Padua den doktoraalen hoed in denbsp;filofofie verkreeg, maar eigenlyk in de kerk van S. Giulli-na begraven ligt. (*)
In de vyfde kapel ter regterhand treft men veele wel on-derhoudene fchilderyen op natten kalk van Giotto aan. Zy zyn droog gefchilderd , maar hebben egter eenige goednbsp;gekarakterizeerde koppen. In de vyfde kapel ter (linkerhand heeft Piazzetta het onthoofden van Joannes met denbsp;grootlle werking gefchilderd. Het koloriet is piquant,nbsp;zonder zeer natuurlyk te zyn. Het karakter in het beeldnbsp;van Joannes is niet fchoon.
Op de eerde plaats in ’t klooder is het graf van den beroemden geneeskundigen Fallopius , van wien denbsp;Tiibis Fallopiame , in de ontleedkunde zo beroemd, haar’nbsp;naam hebben. Men vindt in deeze kerk nog eene me*nbsp;nigte van merkwaardige graftekens, inzonderheid van art-fen, die altyd te Padua in groot aanzien geweefl: zyn. Wy
(*1 Zy zou ook leeraarcs in de godgeleerdheid Worden, dog de hisfehop van Padua wilde het niet dulden , alzo, volgens Pauliis*nbsp;hevel, geene vrouw in de gcmcenie keren mag. Zy deed reeds opnbsp;haat elfde jaat gelofte van een eeuwigduurende kuifchheid, waatomnbsp;tven den aaitigcn inval gehad heeft, op het revers van de medaillenbsp;'vaatop haat borllbeeld ftaat, een laurierboom met dit omfchtift tenbsp;metten; Etiam infoecimdn }ermnat, om daarmede op haat’ vetwotve-hen toetn te ziiifpcelen.
L 5
170
Padua,
gaan ze voorby, (1) en gedenken alleen maar dat vaii Oftavius Ferrarius, ’t welk zo pragtig is, dat weinig ge1nbsp;leerden een diergelyk hebben. Hy is door zyne fchrifcer1nbsp;bekend ; inzonderheid was hy zeer gelukkig in den fty!nbsp;van opfchriften, en heeft niet alleen het zyne, maar ooknbsp;veele anderen in deeze kerk gemaakt, die allen verdienennbsp;geleezen te worden. De bibliotheek van ’t kloofter heeftnbsp;Pellegrini gefchilderd.
La Scuola del Santa is een gebedenbuis van eene broe-derfchap boven de kerk, waar zeftien merkwaardige (lukken te zien zyn. Het vierde op de regterzyde, en ook het zesdé en zevende op de flinkerzyde, is in fresco vannbsp;Titiaan. Zy verbeelden de wonderwerken van S. Antonie , en verwierven Titiaan zulk een’ naam, dat de Raadnbsp;te Venetten bera de zaal van den grooten Raad te fchil-deren opdtoeg , die door een brand vernield is. Daarnbsp;zyn eenige goede koppen in deeze ftukken, anders zynnbsp;zy wat hard.
S. Giujli. va.
De kerk van Santa Giuftina is eene der heerlykften van geheel Italien , (t) en behoort den Benediktynen vannbsp;Monte Casfino, die men zegt dat 100000. dukaaten inkomen hebben. Andreas Riccio begon in ’t jaar 1520. zenbsp;volgens zyn’ plan , op de plaats van den ouden tempelnbsp;der Eendragt, te bouwen. Zy is 485 voet lang, 108.nbsp;hoog, 129. breed, en in den kruisgang 332. Haar aan-zien is pragtig, majeftueus, en de evenredigheid volgens
Men kan daarover naleczen de Relii'tofi MemmU delta Chiff1 del Santo van Vader Polidoro, en Dejenau'om, dells pttture di Pade^^nbsp;van Rofetti.
(¦)¦) Men heeft ze , met het menigvuldige dat ’er toe behoort, oP twee vellen royaal papier geëtft, en ’er ten dienfte der vreemden eenSnbsp;korte belcfityving van gedrukt.
-ocr page 297-de nbsp;nbsp;nbsp;regelen wel gekozen. Zy heeft eene Padua.
ionifche order op een laag voetftuk, waardoor zy een nog edeler aanzien bekomt. Het koor ligt négen treedén hooker als het fchip, ’t welk eene goede uitwerking doet. Denbsp;kerk heeft agt koepels, van w'clken de hoogde tot aan ’tnbsp;gewelf 175. voet, maar van buiten, met het beeld vannbsp;S. Judina daar boven op, 232. voet hoog is. Deeze koepel doet veel om de kerk ligt te geeven.
Het ontbreekt deezer kerke ook niet aan fchoone fchil-deryen, waaronder het martelaarfchap van S. Judina, als een der befte ftubken van Paul Veronefe beroemd is. On-dertusfchen is de glorie wat onregelmaatig, en het bene-denfte gedeelte van ’t ftuk middelmaatig geordonneerd.
^e heilige is niet fchoon , de lokaalvervécn zyn wat fcherp, en, alzo de agtergrond zyn kleur geheel verlorennbsp;heeft, kan men over de werking niet regt oordeelen. (*)
Onder het altaar van ’c koor ligt S. Juftina, een’ befcherm-heilige van Padna, en in den kruisgang de Euangelid Lukas begraven, ten minften als Gregorius Xllt. den twid: tusfchen de Franciskaanen van S. Giobbe te Venetien, dienbsp;ook meenen den Euangelift te bezitten, we! beflift heeft.
Wy gaan een’ menigte van andere fchilderyen voorby, welken Cochin ten deele beoordeeld heeft. Men teltnbsp;over de twintig altaaren in de kerk, allen van de koft-haarfte marmers, zelfs de vloer is met de fchoonfte ftee-’’en ingelegd. In ’t vervolg zullen in alle de kapellennbsp;ftandbeelden komen in plaats der fchilderyen. De hemel-''aart van Maria door Paul Veronefe, die men hier ooknbsp;^srtyds vond , hangt nu , nevens anderen van Titiaan ,
Tin-
t‘) Augudyn Caracci heeft het ftuk door ’t op twee bladen id
°Pcr te bfengen vereeuwigd.
172
Padua, Tintoret, Maratti , Solimene enz. in de vertrekken dêS Abts.
Ii) den kruisgang des kloofters ligt Albert Masfato, dien MafFei voor den herfteller der letterkunde in Italien houdt,nbsp;en die in ’t jaar 1329. flierf, begraven. Verders vindt me®nbsp;hier het graf des Regtsgeleerden Guido Pancirollus, decnbsp;geleerde Cornara Pifcopia, van de welke by de kerk vannbsp;S. Antonie reeds gewag gemaakt is, en anderen.
De bibliotheek is niet alleen jvegens de fchoone zaal en het houten beeldwerk, maar ook wegens de uitgelezenenbsp;boeken beziens waard. Sedert kort heeft het klooller, denbsp;bibliotheek van den beroemden wiskundigen, den Marquisnbsp;Poleni, die een’ fchat van wiskundige en natuurkundigenbsp;werken bevat, aangekoft.
De groote Plaats voor de kerk, Praia della heette voorheen Campus Martius, en men wil dat ’er veel mar-telaarsbloed vergoten is. De Paduaanfche fchryvers zeggen, dat hier ook een theater geftaan heeft, ’t welk toenbsp;de fpelen diende, die Autenor alle dertig jaaren te vierennbsp;bevolen had. Voorheen werden hier, ter gedagtenis dernbsp;verlosfing van den gruwzaamen dwingland Ezzelino, wed-loopen van paarden gehouden, die gelegenheid hebben gegO'nbsp;ven aan andere Italiaanfche fteden, om dat naderhand nate-volgen. Men treft weinig zo groote Plaatfen als deezenbsp;aan , waarom zy voor de groote mis of jaarmarkt, dienbsp;hier jaarlyks den 12. Juny gehouden wordt, zeer gefchiktnbsp;is. De drie voornaarafte kerken van Padua zyn nu aangewezen , de overigen zullen wy volgens het a. b. c. kort-lyk befchouwen.
S.^goflino. In de kerk van S, Auguflyn, den Dominikaanen behoo-rende, ziet men eene Verkondiging door Jakob Palma,eo de begraafnis van twee perfoonen uit den huize van Carrara , die Heeren van Padua geweeft zyn. Voor den eene»
heeft
-ocr page 299-173
iieeft Petrarca een fcboon graffcbrift in Latynfcbe vaarzen gemaakt. Hier, zegt men, beeft eertyds een tempel vannbsp;Juno gedaan, waarin de ftevens van de fchepen, die dennbsp;''^yand in den flag, van welken Livius Ub. 10. gewaagt,
®%enomen zyn , gehangen hebben. Op de Plaats voor deezen tempel werd jaarlyks ter gedagtenisfe deezer overwinning een fcheepllryd gehouden.
De kerk der Annunziata voert den bynaam rteW Arena^ /Jnnun-van het amphitheater, dat voorheen op de groote Phaiszsafa. voor t Paleis Fofcari ftond. Men ziet hier eenige hifto-rien uit het Oude en Nieuwe Teftament, door Giotto innbsp;'t jaar 1306. gefchilderd. (*) Behalven veel andere graftekens is hier ook dat van den beeldhouwer Joannes Hiegt;nbsp;tonymus Grandis, die in 1560. in zyn twee en vyftigftenbsp;Jïar ftierf. Op zyn graf leeft men:
fiic fiius ejl, fufo qui femper praflitit are,
Plncere qui potttit marmore Praxilelem.
Nomine Grandis erat, fed fa£tis grandior ipjis,
£ois fama mtus amp; Hefperiis.
De bibliotheek van ’t Olivetaaner kloofter by de kerk-S'. Bene-van S. Bencdillus is door Tasfo aangelegd. Ily pleegde
zyn
(*) Deeze herfteller der fchüdetkonft heet eigenlyk Angelo diBon-'iotic. Men noemde hem in 't begin Angelotto, waaruit Giotto ontstond. Men meent , dat hy, als een goed vriend van Dante. des ’S'gters ftoute invallen fommylen in zyn Ichildeiyen gebragt heeft,
S'iyk men uit zyn ftuk van de hel ziet. Dante ftcit deezen fchildet hoven Ciraabiie:
Crtdelti Ctmahie nella Pittmv
TcJJer /« Carxpo 5 ed or a ha Giotto il grido
^itcht la fartta 41 tolui ofenra.
-ocr page 300-Padua.
zyn verloft Jerufaletn den Abt Oddi, by ftukken, ZO zls by bet vervaardigde, voorteleezen. Als men van deez^nbsp;kerk de briig overgaat, treft men onder de boogen deroü*nbsp;de muuren bet beeld van Fracaflor, door Cavino van P®'nbsp;dua van brons gemaakt, aan. Hy is den liefhebberen vaonbsp;penningen, wegens bet namaaken van antieke munten,be'nbsp;kend, ’t welk hy zo konfiiglyk deed , dat zelfs een kenne'^nbsp;daar ligt door kon bedrogen worden.
Cafa di Dio.
In de kerk van ’t hospitaal der vondelingen, Cafa Dio, heeft de jonge Palma een’ hemelvaart van Marianbsp;fchilderd. Men ontdekte onder den grond van dit g®quot;nbsp;bouw in ’t jaar 1273. een looden kift, en hield het ge'nbsp;beente, uit hoofde van zekere onverftaanbaare vaarzen opnbsp;een’ daarby liggend zwaard, voor dat van Antenor. Denbsp;beenderen werden in een fteenen kift gelegd, en by dennbsp;buitenften muur der kerk van S. Lorenzo geplaatft. Mennbsp;leeft daaraan eleiidige vaarzen met gothifche letters gehouwen, die zonder eenigen grond verzekeren, dat het An*nbsp;tenor’s beenderen zyn.
De keAScuola del Carmine behoort eener broederfchap» en is wegens eene Maria op het hoofdaltaar, en een Bezoeking van Titiaan, merkwaardig. Niet ver van hier lig^nbsp;een oude toren van den dwingland Ezzelin.
In Santa Croce ziet men op 't hoofdaltaar een hemelvaar'-van Maria door Tintoret.
S. Filippo e nbsp;nbsp;nbsp;der Eremitani of Auguftynen is den Apoftelequot;
fus
Giacomo. Philippus en Jacobus gewyd. Het koor is agter op natteO kalk door Guariento,een vermaard fchilder van Padua,o®nbsp;’t jaar 1360. gefchilderd. Het Huk van ’t hoofdaIdaaquot;nbsp;door Sebaftiano del Piombo, verbeeldt Maria met het kind»nbsp;beneden ziet men S. Antonius van Padua en andere heil*'nbsp;gen. Een Doge houdt het beeld der ftad in de hand, 2“nbsp;beveelt ze in de befcherming van Maria. Het kind Y'
-ocr page 301-175
en Maria zyn fchoon en kragtig gekleurd. Over 'tp^iua. ®'gemeen valt het koloriet zeer in ’t roode, en de zamen.nbsp;helling is zonderbaar.
Oe kapel van den regter kruisgang heeft fchilderyen ’t' fresco van Andreas Mantegna. Zy zyn wel gotbifch ennbsp;ftyf, egter is ’er veel natuurlyks en een goed perfpektiefnbsp;de architekiuiir van den agtergrond. Het grafteken desnbsp;^egtsgeleerden Mantova is van Bartolomeus Ammanati,nbsp;een leerling van Sanfovino, die te gelyk fchilder, beeldhouwer , en bouwmeefter was. Men ziet hier ook hetnbsp;gedenkteken van Valisnieri , een der grootfte artfen ennbsp;natuurkundigen onzer eeuw. Op ’t altaar der fakrifty hangtnbsp;Joannes de Dooper, het eenige ftuk van Guido te Pa-dat zeer hoog gefchat wordt. De ftelling en teke-fling zyti goed, maar het koloriet vak in ’t roode.
S. Gaëtano, een’ aartige met marmo pavonazzo oszt- S.Gaitano. dekte kerk , is door Vincent Scamozzi ontworpen. Mennbsp;heeft ’er eene Reiniging en Verkondiging van Maria doornbsp;den jongen Palma, en een' fchreyende Maria in de kapelnbsp;Van ’t heilige graf door Titiaan. Agter het altaar is eennbsp;afbeelding van ’t heilige graf, en daar boven een Opftan-ding van den jongen Palma. Van,hem zyn ook de A-Poftelen Simon en Judas. Het gewulf is, vermoedlyk vannbsp;Subleyras,over’t geheel middelmaatig gefchilderd,fchoonnbsp;®r eenige goede beelden onder zyn.
In het Hieronyraieten kloofter, behoorende tot de kerk g Madda-fian Santa Maddalena,\s eene Maria,een S. Hieronymus,/«««. een S. Pieter van Pifa, door Paul Veronefe te bemerken,nbsp;hem is ook het fresco van Chridus, die aan Magda-Ifiiia verfchynt, in ’t kloofter op de plaats. In deeze kerknbsp;Joannes Franciscus Musfato, een van de ftigters dernbsp;skademie Delia en der Ricovrati. Hy was een geleerdnbsp;fiian, die veel Griekfche vaarzen gemaakt heeft.
In
-ocr page 302-Padua. In lt;le kerk van S. Mkhele treft men ter tegterhand in
S. Michele Pn^taal der zyddeure de beeldtenisfen van eenige oude Heeren van fadua uit den huize van Carrara aan. In I'®*’nbsp;fiuk van de hegraafnis van Maria bemerkt men vier aaU'nbsp;fchouwers, die de juifte portraiten van Dante, Boccacius»nbsp;Petrarea en Petrus van Abano zyn zouden.
T Thomas nbsp;nbsp;nbsp;graffchriften van 0^^^'
Semina~
fiarium^
vius Ferratius, en die van Maria delle Grazie en de' Setvi verdienen ook gezien te worden. In de laatd®nbsp;is het grafteken van den Regtsgeleerden Paulus de Caftr*’*nbsp;Met Seminarium op de ftraat Fenzo heeft de zaligenbsp;barigo. Kardinaal en Bisfchop van Padua, die in id97*nbsp;ftierf, aangelegd. Hy ftigtede daarby een’ fchoone biblio*nbsp;theek , en een aanzienlyke boekdrukkery , vooral voornbsp;Oofterfche fchriften, welke gewigtige werken geleverdnbsp;heeft. In de kerk hangt een vermaarde afneeming van ’£nbsp;kruis door Basfano.
Raadhuis. nbsp;nbsp;nbsp;gehoorzaal van ’t Raadhuis te Padua, is
veelligt de grootfte zaal der wereld. Zy is 300. voet lang, 100. voet breed, en van binnen even zo hoog.nbsp;ruft van binnen op negentig pilaftors in den muur. Dee^^nbsp;zaal begon men in ’t jaar 1172. te bouwen, maar zy werdnbsp;eerft in ’c jaar 1306. gewuifd. In ’t jaar 1756. Horttenbsp;gewulf by een ftorm in; dog de Raad van Venetien deednbsp;het door een bekwaam meefter, Bartolomeo ForracinOj dlt;^nbsp;ook de middaglyn getrokken heeft, weder herftellen.nbsp;ziet in dceze zaal de twaalf tekens van den dierriem» d®nbsp;Apoftelen, en verfcheiden andere geeftelyke fchilderyerr lt;nbsp;die Giotto gefchilderd, en Zannoni in ’t jaarnbsp;der herfteld heeft, zo dat de oude manier taamlyknbsp;overgebleven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Hier ftaat een gedenkftnk ter eere van Livius, als Paduaan. Het opfchrift daarby hebben fommigen op
vitfS
-ocr page 303-Ï77
vlus toegepaft, dog hét Ziét veel eer óp eert’ vrygelatétienP«it//*fc Li via , de dogter van Livius. De oude kop, wel-men voor dien van Liviüs nitgeeft, is een gefchenknbsp;Van een Padiiaanfchen geleerden atitiquarius, Alexandernbsp;®asfano. De Latynfché vaarzen daarby zyn van Laza-^*^5 Buonamlco , eertyds een Hoogleeraar der univerfiteitnbsp;®lhier.
Daar by ftaat het marnieren borftbeeld van Sperone Spe-roh! , een redenaar, filofoof eft digter. Een ander ge-denkftuk heeft de ftad Padua der kuifche Marquife Obizzi trt i6él. in deeze zaal doen opHgten, omdat zy zig lievernbsp;oinbrengen liet, dan zig een’ verwoeden minnaar, die innbsp;afwezigheid baars mans in haar kamer geflopen was, over-^®'aaten. Een andere Paduaanfche heldin , Bianca denbsp;^osfi, liet zig op het graf haars mans ombrengen, om zignbsp;biet van den dwingland Ezzelino te laaien misbruiken,
Welke gefchiedenis in de raadzaal aan de markt op natten kalk vereeuwigd is;
De fmaadlyke fteen, of, gelyk ’er op ftaat. Lapis v{-^ftperii Ê? cesfionis bonorum, is ook in deeze zaal. Voor-inaals moeften de bankroetiers openlyk met naakte billen daarop gaan zitten, en hunne armoede bezweeren, indiennbsp;*y los komen wilden. Dog dit is in deeze eeuw niet meernbsp;ledaan. Boven de vier ingangen ftaan van buiten de mar-*^eren borftbeelden van Tiius Livius, Albertus Patavinus,nbsp;den Regtsgeleerden -Paulus Patavinus, en Petrus Aponus.
laatfte was in de geneeskunde j wiskunde en wysgeerte *eer ervaren. (*)
t*) Aponiis fchtecf een thans raar boek , Conciliator difcrenuantm Wegens zync kennis in de ftarrènkundcnbsp;Jfétk hy als een toveraar aangeklaagd. Hy kwam te ftetvcn, dog denbsp;Jnquifitie zettcde zyn procés voort , eh deed hem in beeldtenis vet.
«randen. De Graaf MaiweheUi beeft zyn keven befdueven.
yi, deei.. nbsp;nbsp;nbsp;m
-ocr page 304-Padua.
By het Raadhuis ftaat het Paleis del Podefld of des rigters, waarin cenige goede fchilderyen aantetrefFen zyo*nbsp;Palazzo D0 jonge Palma heeft Chriftus tusfchen de Geregtighei*^nbsp;delPodeJïa,de Overvloed afgebeeld , de ftad Padua zegenende?nbsp;de vier patroonen der ftad ftaan ’er by. Een andernbsp;van Barotari verbeeldt het verbond der Republiek van Vc'nbsp;netien met den Paus Pius V. en den Koning van Spanje’’*nbsp;Op de tweede verdieping is een terras van dorifche bou'”'nbsp;order, ’t welk eenigen Palladio, anderen Faiconetto toe*nbsp;fchryven. Daarby ftaat een toren, die federt eenige ee”'nbsp;wen fchuinfch geftaan heeft. Des ongeagt heeft men ,nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een zwaare koepel op gezet.
Palazzo del Capitano is een regelmaatig gebouw, n’®*' twee ryen pilafters boven malkander, in ’t jaar iS99’nbsp;door Faiconetto in geen’ ongemeenen fraaak opgetrokken,nbsp;fchoon Vafari ’er veel ophefs van maakt. Een oud uurwerk boven de deur toont de plaats der zonne, den dagnbsp;der maand, en de gedaante der maan aan, en is in ’t jaarnbsp;1428. door Novello Orivolajo gemaakt. Eenigen hebbennbsp;gedagt, dat de familie van Dondi den bynaam van Orole-gio van dit uurwerk gekregen heeft; anderen fchryven di’nbsp;aan een ouder, reeds in ’t jaar 1344. v”” Jakob Dondi g®'nbsp;maakt uurwerk toe , ’t welk op zyu eigen huis bynbsp;Domkerk gefteid was, gelyk men uit de Latynfche vaarzen op zyu graf by de Domkerk opmaakt- Dondinbsp;een bekwaam wiskundige, die ook een werktuig maak’®nbsp;dat den loop der planeeten aanwees , waardoor hy kig ’nbsp;gelyk Petrarca fchryft, den naam van Orologio verwi®’^'nbsp;Dit werktuig is lang in de bibliotheek der Visconti g®'nbsp;Weeft, tot dat Karei V. het naar Spanjen brengen de6‘^’nbsp;Hy was eerft Prpfesfor te Padua, maar Joannes Galeaz^*^nbsp;Visconti troonde hem naar Pavia. De publieke bibliotheijknbsp;ftaat in de Reuzenzaal, welke dien naam van verfcheid®”
groot®
-ocr page 305-groote beeidtenisfen van eenige Keizers en helden heeft,
^ie Domenico Campagnola op natten kalk gefchilderd J’eeft. Men fcbat ze te Padua zo hoog, als of het ftukkeanbsp;’'^an Titiaan waren.
La Loggia of de zaal waar de Raad der Had vergadert, Zfggf;*. ^'gc op de Piazza de' Signori. De voorzyde beftaat uitnbsp;aiegen boogen, die op zes kolommen en vier pilafters vannbsp;korinthifche order ruften. Zy werd in ’t jaar 1494. volgens ’t bedek van Annibal Basfano, een Paduaaner, opgetrokken. Aan de muuren heeft Antonio Torre , eennbsp;fchilder van Verona , hiftorien van vermaarde perfoonennbsp;Van beide geflagten uit Padua gefchilderd. De boven verhaalde hiftorie van Bianca de Rosfi is 'er onder. Voor 'tnbsp;Overige is deeze Plaats met middelmaatige huizen omgee-ven, die op laage en ongefchikte boogen ruften, ondernbsp;welken men bedekt gaan kan.
Het gebouw der Univerfiteit, il Bo genaamd, is ^mUniver^-oen majeftueuze bouworder, en heeft een voorzyde met^^*^* vier gekanneleerde dorifche zuilen. Dé binnenplaats, vannbsp;de architektuür van Sanfovino , is met een’ gallery vannbsp;twee verdiepingen voorzièn. Padua is eene der oudfte ennbsp;beroemdfte univerfiteitèn. Zy was reeds in wezen voornbsp;dat Frederik II. die van Bologna in het jaar rass. her-vraards verleide. De profesforen waren zeer geagt, en denbsp;sdel rekende 't zig tot eer die plaatfen te bekleeden. Eet-lyds maakten de ftudenten het grootfte gedeelte der in*
'vooners uit. In de eeuwen der onweetendheid kwamen herwaards ftudenten uit alle landen, om iets te leeren, ennbsp;heeft 'er hier voorheen wel agt duizend geteld. (*)
Thans
(*) Men kan over de Uoi»etfiteit de in fraai Latyn gelclitevene Dij^i Gymnajit fatavini van Facciolati, en de Uornmi illnjlri di P**.
'»lt;» van Scanjeone, cn andeie boeken, nazien.
M ft nbsp;nbsp;nbsp;/
-ocr page 306-j8o
Padua. Thans beloopt hun getal geen vyfhonderd. De Univerfi* teit is , inzonderheid wat de geneeskunde betreft , bui*nbsp;tenslands zeer in naam , en men vindt gemeenlyk jongUnbsp;Grieken en Turken , die ’er in die tveetenfchap ftudee-ren. De Profesforen hebben gedeeltelyk goede bezoldin-gen , Van de waarde van omtrent 400. tot 2000. Duit*nbsp;fche daalders. Èenige Venetiaanfche edellieden hebbednbsp;’er ’t opzigt overj eh heeten Riformatori dello ftudio i*nbsp;Padova.
Het ontleedkundige theater werd in ’t jaar 1594. oP' gerigt. De tegenwoordige Profesfor is daar de beroeffldönbsp;Morgagni, die zig ook buiten Italien, als een der beftsnbsp;geneeskundigen, heeft doen kennen. (*) De Marquisnbsp;Polelii heeft een’ verzameling van natuurkundig gereed-fchap ten gemeenen gebruibe vermaakt. Zy beftaat uitnbsp;werktuigen van allerlei foort , vervaardigd door de beftenbsp;konftenaars in Engeland, Holland en Frankryk. Men zalnbsp;niet ligt een fchooner eii volkomener kabinet in dit foorrnbsp;vinden. Verfcheiden Hukken zyn door den Marquis zel-ven uitgevonden of verbeterd. Giovanni Alberto Colombo , een Benediktyn , is tegenwoordig Profesfor in dsnbsp;phyfica. De Raad van Venetien geeft geld tot onderhoud en vergrooting van’t kabinet, en’t ontleedkundig®nbsp;theater.
Het kabinet van naturalia , waar de jonge Valisnier» bpenlyke lesfen over geeft, is in alle ryken der natuurnbsp;Zeer volkomen, en wordt geftadig vergroot. Het koih'^nbsp;van zyn vader, die het met dit inzigt der Univerfiteit gemaakt heeft. Men roemt ’er inzonderheid de fchoon®nbsp;agtervolgingen in van fosfilia, als verlleende visfchen e®nbsp;bladen.
D®
{•) Ia ’c jaar 1764. zyn zyn’wciksn in vyf deelcn in folio gedraK**
-ocr page 307-i8i
De kruidkundige tuin, die ook tot de Univerfiteit be-pad'ua^ hoort, ligt in een ander gedeelte der ftad, tusfchen denbsp;kerken van S. Antonie en S. Juftina, en werd reeds in ’tnbsp;jaar 1545. op kollen der Republiek Venetien aangelegd.
Aan de eene zyde van den ingang woont de Profesror, en aan de andere de tuinier. Op elke zyde liggen de broei-kallen , en een kleine tuin voor uitheeinfche gewasfen,'nbsp;op de andere een bofchje , dat zeer regelmaatig en aar-tig is aangelegd , en allerlei foort van boomen en hee-fters bevat.
De tuin is fchoon, wel ingerigt, en volgens een fraai plan aangelegd. Hy heeft een ronde gedaante, en is metnbsp;een muur en baluftrade ingefloten. Twee hoofdlaaneiinbsp;doorfnyden hem in ’t kruis, en eindigen aan de vier deuren. De daardoor ontflaane vier vakken zyn in vyfhon-derd bedden afgedeeld , die de gedaante van roozen eiinbsp;flarren hebben , en in de buigingen des omtreks zyn ’ernbsp;nog meet gebragt. Alles is met planten bezet, die naarnbsp;het zamenftel van den tegenwoordigen Profesfor Marfilinbsp;gefchikt zyn. Buiten de twee hoofdlaanen, gefchikt omnbsp;te wandelen , gaat een andere rondom. Waar de tweenbsp;hoofdlaanen malkander doorfnyden, ligt eene fontein, ennbsp;hier en daar heeft men water in den tuin, ten deele voor ’tnbsp;gebruik, ten deele voor de fraaiheid.
Op de balullrade om den tuin ftaan de borflbeelden van Salomon , Dioscorides , Fabius Colonna, Prosper Alpi-nus, en Pontedera, waarvan de laatllen profesforen in denbsp;kruidkunde te Padua geweeft zyn. De Profesfor Marfilinbsp;zeer bekwaam , en heeft op zyn reizen in Engelandnbsp;Frankryk zelf planten verzameld. Hy bezit een aan-zienlyke kruidkundige bibliotheek, en een groot her-harium. Zyn voorganger was Pontedera, een der voor-Baamfte kruidkenners deczer eeuw. De Profesfor in denbsp;BT 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;huis-
-ocr page 308-padua.
Geleerden van Pa.nbsp;dua.
huishoudingskonft , Arduini , heefc ook het gebruik vaa deezen tuin.
Padua heeft van ouds af veele beroemde mannen of voortgebragt, of als profesforen gehad, derwaards van el*nbsp;ders door den Raad van Venetien beroepen. Verfcheide-nen van hun, als Dondi, Petrus Aponus, Valisnieri enZgt;nbsp;2yn reeds genoemd. Inzonderheid heeft Padua veel’ oudenbsp;regtsgeleerden en geneeskundigen gehad. De akadeipi®nbsp;der Ricovrati is eene det bekendflen in Italien.
Onder de nog leevende geleerden is Morgagni inzoo' derheid een vermaard ontleedkundige. Marfili en ValiS'nbsp;nieri zyn reeds gemeld. De Abt Brunacci, een antiqua-rius en hiftoricus, heeft een werk over de Abdy van S.nbsp;Jullina gefchreven. Hy bezit een zwaare verzamelingnbsp;van penningen uit de middeleeuwen , handfchriften , ennbsp;fchilderyen.
In ’t kabinet van den Graaf Francesco Leonesfa, by den Dom, treft men allerlei oudheden, penningen, gefnedennbsp;fteenen, en naturalia aan. Vader Stellini, Profesfor in denbsp;metaphyfica , heeft , behalven verfcheiden kleine verhandelingen , een boek de Ortu Ê? progresfu morum gefchre-ven, dat veel opziens gemaakt heeft.
Vader Colombo en Stratico zyn leeraars in de wiskuh' de; in welke weetenfchap de Abt Sozzi en de GraafRinal'nbsp;di ook zeer ver zyn.
Joannes Antonins Volpi en de Abt Melchior Cefarott* zyn twee goede digters. Terzi is in ’t geeftiyke regt zeefnbsp;ervaren. De Jefuiet Daniel Terlatti heeft de Hiftorianbsp;rici Sacri gefchreven , dat uit eenige folianten beflaat.nbsp;der Paruzzi , een Dominikaan , en Vader Lucchi ,nbsp;Fianci'kaan , beiden Profesforen in de godgeleerdbe'f'’nbsp;hebben zig door geleerde werken bekend gemaakt. Vadaf
VaU'ecchi , insgelyks profesfor ia de godgeleerdheid eo
po-
-ocr page 309-Dominikaan, heeft in ’t jaar 1767. Fondamenti della Relt-padua. gione in quarto uitgegeven, een werk dat veel opgangs gemaakt heeft.
Het theater te Padua is aartig en met een fchoonen ^^^’fbealer. Iien trap voorzien. Het is eirond, en loopt aan ’t uiterftenbsp;Wyder. Op elke der vyf ryen zyn negen en twintig loges, die veel beter vertooning maaken zouden, indien denbsp;?ene niet voorby de andere uitftak. In den bak zyn tweenbsp;honderd en vyftig zitplaatfen. De verfieringen zyn vannbsp;Giovanni Gloria ontworpen. Voor den fchouwburg is denbsp;Ridotto , of Ipeelzaal, Des winters fpeelt men te Paduanbsp;operaas en komedien, maar des zomers alleen operaas. Denbsp;kermis, die jaarlyks omtrent S. Antonie in ’t midden vannbsp;Juny gehouden wordt, duurt drie wecken, en is zeer lee-vendig , alzo gt; niet alleen de Venetiaanfche, maar ooknbsp;veel andere adel uit Lombardyen, hier ’t zaraenkomt omnbsp;2ig te vermaaken. Wy hebben reeds op een andere plaatsnbsp;gemeld, dat véele aanzienlyke Italiaanen op de kermisfennbsp;rond reizen, om de fchouwfpelen en andere vermaaklyk-heden bytewoonen , en dat de vreemdeling , als ’t hemnbsp;mooglyk is, zoeken moet, zyne reis zo interigten, da:nbsp;hy op ketmistyd eene ftad bezie.
Wy kunnen Padua niet verlaaten, zonder nog eens op den beroemden Tartini te komen, die voor den grootrtennbsp;violinifl: van Europa gehouden Wordt. Hy verdient nietnbsp;alleen wegens zyn kond, maar ook wegens zyne befchei-denheid en onbefproken’ wandel , geroemd te worden.
De Italiaanen agten hem om zyne zamendellingen en manier van fpeeien zo hoog, dat zy hem il maeflro delle na den leermeefter der volken, noemen. Rousfeau,nbsp;borger van Geneve, ftelt in zyn DiStionnaire de Muftquenbsp;het werk van Tartini over de zamenfteliing boven alle denbsp;fchriften van Rameau over de Saife fondamentale en denbsp;IM 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Qamp;-
-ocr page 310-Padua. Qénération barmonique. Tartini is in ’t jaar 1692. te Pi' rano in Iftrien geboren. Zyn vader deed hem uit hoofd.®nbsp;eener minnaary opfluiten; de jonge Tartini, om den tydnbsp;te verdryven, lef zig op de muziek toe, en leerde dusnbsp;zyn buitengemeen talent kennen. Hy onthield zig vervolgens eenigen tyd te Asfifi en Ancona, deed verfcheideanbsp;reizen naar buitenlandfche hoyen, om zig te doen hoo-ren. Sedert 1722. is hy by de kapel van S. Antonie te Padua aangenomen, en laat zig niet anders dan op de feeft-dagen deezer kerk, met een folo of in een concert hoo;nbsp;ren. Hy heeft gemeenlyk een of twee jonge leerlingen bynbsp;zig, die hy voor tydverdryf onderwyft. Een zyner fterl”nbsp;fle leerlingen is Nardini te Livorno , die zig door zynenbsp;zamenftellingen ook buiten Italien bekend gemaakt heeft-Verracini Een andqr in zyn foort even groot’ konftenaar woont tenbsp;Padua, die een byzonder talent heeft om werktuigen uit-tevinden , naaralyk Bartolomeo Ferracini , die in ’t jaarnbsp;1095. te Solagna by Basfano geboren is. Reeds in zynnbsp;eerde jeugd vertoopde zig zyn getjie, want hy vond eennbsp;werktuig uit, om de moeite niet te behoeven te neemennbsp;van zyn klein broertje te wiegen. Hy is even zo prak-tifch, als Zabagiia, van wien wy onder ’t artikel van Ro-pien gewag maakten, en gaat naar geene gronden of eeni-ge theorie te werk, maar weet zonder die zyn oogmerknbsp;op de zinrykde en eenvouwdigfte wys te bereiken. Hynbsp;heeft het uurwerk van S. Marcus te Venecien, en het ont-zaglyke gewulf van ’t Salojie te Padua gemaakt, de brugnbsp;by Basfano gebouwd, en in ’t jaar 1749. een werktuig uitgevonden, ’t welk het water, door middel van verfchei-den fchroeven van Archimedes, tegen verwagting van all®nbsp;kundigen aan, boven de 35. voet hoog bragt. Men heeftnbsp;deswegens een opfchrift ter gedagtenis van hem opgerigt.nbsp;Het werktuig is ju ’t buis van den Procurator B.elagno op
185
4en Medoaco te zien. Hy woont eigenlyk te Padua ,padttA. ®aar houdt zig nu hier dan daar op, waar men hem noo*
4gt;e heeft. Men heeft era verzameling yan zyne uitvin-in ’t ligt gegeven.
Ten tyde der Romeinen dreef Padua een’ aanzienlyken [Jandel, handel. Men maakte hier veel doffen, allerlei foort en vannbsp;Jtleederen, tapyten, en andere kodbaare waaren. Innbsp;fpreekkamer der Chanoinesfes van S. Pieter is een op»nbsp;fchrift, (t) waaruit blykt, dat het gild der wolhandelaarsnbsp;feeds onder Keizer Augudus in aanzieii geweed is. Toennbsp;I’adua onder het huis van Carrara flond, zogten zy dennbsp;1'S’olhandel weder optehelpen, gaven het gild veele voor-^®gten, en een pveripan, die op alles wat daartoe betrekking had het opzigt hebben zou. De Republiek is nognbsp;?ser opmerkzaam, en heeft den lakenfabriekeur Sbertl,dienbsp;fchoonde lakens maakt, en in menigte buitenlands ver-^öndt, een aanzienlyke belooning gegevep. De Paduaan-i^ha lakens worden voor de beften van Italien gehouden.
Dok worden hier voortreflyke kousfen, van wit en zware bever gemaakt.
Rondom Padua vallen veel adders, die gelegenheid gee-Ven tot een kleinen handel, naardien men ze in de apo-Iheeken gebruikt. Ook maakt men ’er adderpoeder van,
die
f*) Strabo gedenkt 'er ajn in 't j. boek zynet Landbeichtyving, iiij.
Srlyks Pünius i. t. c, 48. Maitiaüs zege ergens £f. t. 14.
yellera turn fumant Patavmd mulpa trilhes JS,t f$tin£ues tunicas ferra Jecare potefi^
digter roemt de Paduaanfehe vrouwen om haat* kuifch' xi, £ƒ). 16. waarmede Plinius /, I ep. 14. oycrcenftemt.nbsp;ft) Vader Salomoni heeft het op de rio. blidz. zyncr Paduaan-opfehoften vciWaatd.
i86
Landftre'ek lt;^'2 naar buiten zeer getrokken wordt. De adders 0tn Pa- den veel in Italien als zuiveringsmiddelen gebruikt.
begint met een skrupel, klimt op tot een drachma, gaat ’er zo lang medp voort, tot dat men denkt dat het^y'nbsp;ne werking naar genoegen gedaan heeft.
LANDSTREEK OM PADUA.
De landftreek om Padua heeft verfcheiden raerkwaatdiï' bedell, waarom een reiziger weldoet, een dag te befleede®nbsp;om die te bezien.
l’etti.
Landhuis Het landhuis van den Abt Farfetti is voor een liefhebbfit van Far- der natuur merkwaardig. De eigenaar doet hier
proeven omtrent de natuurlyke hiftorie en huishouding* Men heeft hier zeer fchoone bedekte gangen van citroen*nbsp;boomen, die des winters gedekt worden. Hy heeft be*nbsp;proefd, hier Bourgogne wyn te planten. Inzonderheid i*nbsp;hy een liefhebber van de boomteelt. Men vindt, by voor*nbsp;bèeld, hier niet alleen jasmynen op branjeboomen gegd^'nbsp;feld, die voortkomen, maar ook perfiken en vygen te g^'nbsp;lyk op oranjeboomen gegriffeld, die meert vrugt draagt'’*nbsp;Farfetti zet dit met den zelven yver voort, als hynbsp;eenige jaaren de tekenfchool te Venetien, waarvan wynbsp;zyn plaats gewaagden, deed.
Jhano,
Het dorp /ihano was reeds by de Ouden uit hoof‘d® der warme baden, Jponi fontes, bekend. (*) Hetnbsp;vier en een halve myl van Padua, en wordt des zomers®”’nbsp;de baden fterk bezogt. Pliulus /. XXXI. c. 6. ontzegt
(*) Suetonius in Tib. c. 14. maakt ’cr gewag van. Maaió®*' l. VI. Ep. 4i.
Font AnUmrsét vitam qui ^orrigis nrbU
-ocr page 313-fofites Patffvifii den reuk, het welk valfch is, ten zy hy, nbsp;nbsp;nbsp;,
•“laeren daaronder verUaat dan die van Abano. Eenigen^j^ p^, hebben veel zwavel by zig. Men baadt in byzondere ka dua.nbsp;**®rs,enkan zo diep in’t waterzictenalsmen wiljdewyl’ernbsp;''erfcheiden trappen boven malkander zyn. In een byzon-huisje is een fudatorio of zweetbad aangelegd. In eennbsp;®hder is het Bagno di fango, waar men lamme leden doornbsp;het opleggen van warm flyk tragt te herftellen. In de houten leiding, waardoor het water loopt, zet zig een wittenbsp;harde fleen aan, die den loop der aderen en de vezelennbsp;'^an ’t hout zo natuurlyk in zig vertoont, dat men het voornbsp;^erfteend hout aanzien zoude. De bronnen zyn kook'endnbsp;heet, en zo ryk aan water, dat zy dertig fchreedeii vannbsp;^^®r, terwyl het nog geheel heet is, een molen omdcy-''en. Dat meer diergelyke baden iu de nabuurfchap zynnbsp;®’°etetj, blykt daaruit, dat men op den weg van hier naarnbsp;Catajo eenige moerasfen bemerkt, wier water fterk rookt.
baden te Abano behooren aan de familie van Morofini, die ze verpagt heeft.
Van Abano tot Catajo zyn yyf Italiaanfche mylen. ^ecaiaj* plaats behoort aan de familie van Obizzi, welker Paleisnbsp;Verdient gezien te worden. In verfcheideu vertrekken ont-hgt;oet men de hirtotie der familie op natten kalk gefebiUnbsp;^®td, met daarboven ftaande berigten wat het verbeeldt,nbsp;fchryft het werk aan Paul Veronefe toe. Op de bo-verdiepingen zyn niet minder goede fchilderyen, ennbsp;'^®der anderen ook het beeldtenis der Marquife Obizzi,nbsp;door haare heldhaftige kuifchheid een gedenkteken opnbsp;het Raadhuis verdiend heeft. De tuin is aanig, en vol
ver-
“ andere om Padua liggende baden handelt joan-Gratianus in zyn Tlarmarnm PaUvinarnV tnamm , in ’t jaac voi. uitgegeven.
-ocr page 314-Z-awc^fje^verandering. Uit de bovenvertrekken des Paleis om Paiua. men een fchoon uitzigt.
^rqua.
Eene myl van Catajo komt men door de kleine ftad taglia, zo genaamd naar ’t geruifch van twee kleine,nbsp;fnelle t’zamenvlietende ftroomen. Van hier zyn nog drgt;®nbsp;mylen tot Arqua of Arquato, een’ plaats den bewoi'd®'nbsp;raaren van Petrarca even zo gewigtig, als Asfifi of Lor^t'nbsp;to den bedevaarderen. De liefde van dien digternbsp;Laura is te bekend, dan dat wy ’er ons by op zoudennbsp;den. Na dat hy ze lange jaaren bemind , en ondertu®'nbsp;fchen dan hier dan daar herom gezworven had , verlo'^^nbsp;hy ze eindelyk door den dood. Frankryk Hond hemnbsp;volftrekt tegen. Hy verkoor den geeftlyken ftaat,nbsp;zettede zig, na eenige prebenden verworven te hebben»nbsp;te Arqua neder, waar hy ook in zyn vier en zeventig*^*nbsp;jaar overleed. Zyn graf vindt men by de kerk, met
Frigida Francifci lapis bic tegit osfa Petracha;
Sufcipe, Virgo parens, animam, fate virgine,
Fesfaque jam terris coeli requiefcat in arce.
Moritur Anno Dom. 1374. i8. Jttl.
Op het grafteken ziet men ook het metaalen hoofd Petrarca, ’t welk hem egter eerft in ’t jaar 1547. doot 2®quot;nbsp;keren Valdezucus is opgerigt geworden, gelyk hetnbsp;fchrift zegt. Een ander lang opfchrifc zegt, dat denbsp;vorlt Ferdinand Maria van Beyeren, nevens zyne ge'”**nbsp;lin, toen zy ’t bad te Abano gebruikten, met opzetnbsp;waards kwamen , om de afch van Petrarca tenbsp;ken.
-ocr page 315-1S9
I Aan een’ bron te Arqua leeft men deeze vaarzen: nbsp;nbsp;nbsp;Landfireek
' nbsp;nbsp;nbsp;om Padua^
Tiumen tnefl, bofpes veneer are liqmrenti ^nde bibem ceeinit digna Petrarcba Deis.
\
i gewezen huis van Petrarca ligt op een’ heuvel; Dé ''eigende eigenaars hebben boven de deur in den tuin ennbsp;den wynberg doen zetten:
hnpiine hinc Cererem fumas, impune Lyaum,
Inladas babeat dum mea Laurus opes.
^een digter zal zig ligt beroemen kunnen, dat men zyn ^«bruikt huisraad als de reliquien eens heiligs bewaart. Ver-^'^heiden ftukken van zyn hier overig gebleven huisraad zynnbsp;Vaarzen van goede digters vereerd , welken men innbsp;°Per gebragt vindt in Jacobi Philippi Tomafini Petrarcbanbsp;In fommige vertrekken heeft men de gedagte-'''s des digters door allerlei mythologifche fchilderyen ge-^Ogt te bewaaren, die men ook in’t aangehaalde werkvat!
^omafinus vindt. Men vertoont den ftoel van Petrarca,
Pignorius bezongen heeft. Op zyn tafel heeft Joan-
Argolus een gedigt van veertien regels, en Joannes odius het volgende diftichon gemaakt;
^itopida fervavi iiienjis crjflalla Petrarcba,
Sinipliciias avi qua fuit inde patet.
Vertoont men ’t geraamte eener kat, die de lieveling digters was, ter welker eere Quercngo eenige vaarzennbsp;heeft.
den terugweg van Arqua naar Padna rydt men een aangenaame landsdouw , en ontmoet vee-
le
-ocr page 316-ipo
Lundllreek^^ villö en landhuizen van ryke Paduaanfche om Padua.iiss,
Basfano, Basfan», een kleine ftad aan de Brenta boven Padu4* is de vaderlyke ftad, van de bekende fchilderfamilie Basft'nbsp;110, van de familie van Carrara, beroemd in de hiftoi'®nbsp;vstn Padua, van den dwingland Ezzelino, en van LazSi*^nbsp;Baonamico, die zig in de vyftiende eeuw zeer heeft doe®nbsp;zien. Hedendaags is zy wegens de zwaare boekdrukkcynbsp;van Remondini , een Venetiaanfch’ boekveikooper, vef'nbsp;maard, die over de vyftienhonderd menfchen aan dennbsp;helpt. Hier zyn altyd vyftig persfen, ten deele oiii bo®'nbsp;ken, ten deele om printen te drukken, aan den gang. ^nbsp;heeft hier papiermaakeryen, lettergieteryen, fabriekennbsp;bont en verguld papier, iii een woord, aileawait tot d®®nbsp;boekhandèl behoort;
Van Padua tot Vizenza rekent men i3. mylen. Öe loopt door een vrugtbaare vally, fchoon Vicenza zelve ofnbsp;een fteenagtigen grond ligt. Men kan ook te water g®’quot;*nbsp;langs den B'achilione; dog dan vordert men langzaam,nbsp;de weg bedraagt ter oorzaake der menigvuldige bogt^*nbsp;meer dan vyftig niylen. Vicenza heeft tegenwoordig o®*'nbsp;trent 30000. inwooiiers. Vermoedlyk werd deezenbsp;zowel als Verona, byna vierhonderd jaaren voor Chrid®*nbsp;geboorte, door de Galli Senones,aangelegd. Zy kwam®®”nbsp;derhand onder de raagt der Romeinen; (•) Attilanbsp;derde en vetwoeftte de ftad, naderhand kwam zy ^
I®'
bock
( •) Cicero maakt ’« gewag van in dia 19. brief van 't 9-aan Biutus.
-ocr page 317-ipi
êebied der Lombarden. In de middeleeuwen was zy een/^2lt;«Stfa •yd lang een Republiek. Keizer Frederik II. verbranddenbsp;2e in ’t jaar 1240. in den oorlog tegen Gregorius IX, Innbsp;^ Vervolg geraakte zy nu onder de gehoorzaainheid detnbsp;^arraraas van Padua, dan onder de Scaligers van Verona,
*^an weder onder anderen, tot dat de inwooners, die on-^utlen ten laatften moede, zig in ’t jaar 1404, den Vene-Üaanen onderwierpen, met beding dat zy hunne wetten i Tegeeringsvorm , en voorregten behouden zouden. Innbsp;dien toefland is de ftad tot op den huidigen dag gebleven. Keizer Maximiliaan ontnam ze den Venetiaanen iunbsp;’t jaar 1509. maar gaf ze hun in ’t jaar I51(S., wedetnbsp;ierug.
Vicenza heeft een onregelmaatige gedaante, en is zeer langwerpig gebouwd. Men rekent haar omtrek op 4. my-Zy heeft een dubbelden muur, maar is daarom niecnbsp;*2 meet in ftaat van verdediging. De Bacbilione en de Re-^gt;'one vlieten door de ftad, en zyn wel maar twee kleinenbsp;rivieren , dog worden by regenagtig weder tot geweldigenbsp;Ihoomen , en doen der ftad dan veel fchade. Vicenzanbsp;Heeft drie bruggen. Palladio heeft die van S. Michiel oni-'vorpen, Zy is merkwaardig uit hoofde van haare groottenbsp;haaren fchoonen cirkelboog ^ in welk opzigt zy veelnbsp;'^veteenkomft met Ponte Rialto te Venetien heeft. Opnbsp;^2t voetpad ter zyde voor de wandelaars is een marmerennbsp;^2uning. De gemeene buizen te Vicenza zyn merkwaardi»nbsp;dan de kerken. Palladio , een Vicentyn, die in ’tnbsp;1580. overleed, heeft hier zyn konft getoond. Mennbsp;‘'2kent, dat ’er meer dan twintig paleizen van zyn vin-Zyn, die jongen bouwmeeftereiJ als modellen eenernbsp;Schrandere bouwkonft kunnen aanbevolen worden. Meiinbsp;hier den meerter, die geruft op zyn’ roem, by denbsp;edele eenvouwdigheid blyfe, en geene nieuwigheden nog
over*
-ocr page 318-19®
f'iceus*. overhoopte fieraaden zoekt, dié ook zéér dikwyls bevvyzen van eeti eigeözinnig genie zyn. (*)
Teatro Wy maaken een begin met het beroemde Teatro Olf^' OHmpico, jiico, het meefterftuk van Palladio, zogenaamd naar dsnbsp;Academia Olympica , eene der oüdften van Italien. Ct)nbsp;Het theater (laat in een groot gebouw, waar men uit vef'nbsp;fcheiden ftraaten in komt, en is naar een plan gebouwd»nbsp;dat van de tegenwoordige bouwmeefters verdiende nag^'nbsp;völgd te worden. Cochin heeft dat gebruikt, dog z)'®nbsp;voorflag is niet ten uitvoer gebragt.
Het proscennium of voortoneel is 83. Voet breed,
BI J. diep. Zeven gangen öf ftraaten komen van het ag' lertoneel daar op uit. De grootfte opening of breedft®nbsp;ftraat is 13. voet ro. duim, en de andere 6; voet 7.dui®*nbsp;In deeze gangen ziet men huizen, tempels, enboome”»
verheven uitgewerkt. Alles is zeer gemaklyk ingerigt voot
het treurfpel. De verfieringen van ’t theater zyn van een ander’ niet min beroemd bouwmeefter, Vincenzio Sca-mozzi, aan de hand gegeven. Het profcennium ftelt eennbsp;triomfboog, aan Hercules gewyd, en tien basreliëfs zy®®nbsp;daaden voor^ De voorzyde des theaters voor het profce'’'
niuitf
(») Voot de liefhebbers der bouwkonft is het volgende boek, wel in flegte zamenfpraaken bevat is, maar egtet op 56.nbsp;gebouwen van Palladio, door een architekt befcUreven, vertoontnbsp;titel is , tl Fbreflïere ïjirnito detU cofe ftu rare di Archïtettura dïnbsp;tettr.a ^ dialogo di Ottavio quot;Bertotti Scdmoz.xi, Vicenza 1761.' inqoar®^nbsp;(¦f) De Graaf Moiitenari heeft een byzondcre bcfchryving vaonbsp;theater in oftavo uitgegeven, waarin het theater, zo wel als denbsp;zigten der toneelen , in plaat te zien zyn Volgens dit plannbsp;Cochin een aattig ontwerp gemaakt, om een nieuwen IchouW®
Ie bouwen , ’t welk voor een jaar of twee in Fraiikryk uitgekonr®^' en alt een aanhangfel gevoegd is by de Aanmoikingcn vao Da**»nbsp;oyu de bouwkuuft.
-ocr page 319-ftium heeft twee ryen korinthifche zuilen boveil
, en daarop nog eeh attiek met vérfcheiden nisfen en ^®’ues. De onderfte zuilen zyn aó. voet, de bbvenHennbsp;en de attiek 9^. voet hoog.
Het parterre heeft dertien bankeii agter malkander, die €elyk een amphitheater rond loopen, en waar de aanfehou-'kers in plaats van in loges zitten. De banken, of ia Sca^nbsp;iinata, zyn zodanig gefchikt; dat zy een ellipfis maaken *nbsp;Welker lange as met het theater evenwydig loopt. Volgensnbsp;Vitruvius waren de zitplaatfen der oude theaters op de zei*nbsp;Ve wys gefchikt. Zy beflaan eene diepte van 23-J. voet*nbsp;He onderfte zitplaatfen hebben in den Omtrek 80. en denbsp;l'ovonfte 1140. voet. Agter de bovenfte verheft zig eennbsp;^lerlyke gallery , welker Zuilen niet de kornis 141. voetnbsp;^oog Zyn. Beneden is de langfte zyde der middellyn 37-^.nbsp;''oet diep , als men het parquet zo hoog maakt als hétnbsp;'keater, om *er bals te gëeven. Het eigenlyke parterrenbsp;S6. voet breed, en 18. diep. De hoogte der zaal bé-draagt 52. voet. Men vindt hier een inenigte van fla-tuen , door Vittoria en Marinali uit een zeer harde ftu-kadoorglps vervaardigd. De voorzyde van ’t theater, eiinbsp;de gedagte bovenfte gallery, is ’er geheel mede bezet.
Het theater werd in ’t jaar 1580. begonnen; dog alzp ^alladio dat zelve jaar nog overleed, zag hy het niet vol-*Ooid, maar het kwam eeeft viet jaarqn daaraan volgensnbsp;^Vn ontwerpen tot ftand. Veele kenners houden het voornbsp;der fchoonfte ftukken der laarere boUwkoflft.
Onder de paleizen der ftad rekent men vooruaatnlyk dë publieke gebouwen, als voor eerft la RagioM,nbsp;'''aar de regtbanken zyn. Het ligt aan de markt, en is eennbsp;Schoon gedenkftuk van Palladio. Het Heeft twee galle-*yen, eene van dorifche, en de andere van ionifche order. De zaal waar dé advokaaten t’zaïtien komen is zeernbsp;VI. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;groot,
-ocr page 320-Vicema. g''Qot» maar doet zig flegt op. Boven de deur der raadkamer vertoont zig een groot Ihik van Jakob Basfano,verbeeldende twee magifltaatsperfoonen voor Maria knielende. Het koloriet is goed, maar in de zamenftelling is veel zonderbaars. In de zaal waar halsflraflyke zaaken behan*nbsp;deld worden is een heerlyk Jaatft oordeel van Titiaan, Tegen over het Raadhuis ligt het Palazzo del Capitano,nbsp;het tweede publieke gebouw van Palladio, naar roomfeh®nbsp;order, gebouwd.
Lombaard. nbsp;nbsp;nbsp;zelve linie ligt de Lombaard,
dl Piëta , waar men op panden leent, en voor derde'* maanden tegen 4-j, ten honderd geld fchiet. Met dat g^'nbsp;bouw ,zyu ook nog veele liefJaadige ftigtingen verknog'*nbsp;tiier (laat ook de publieke bibliotheek. De hoofdtrap
fchoon, . hoewel anders de archirektuur van Jakob Borell^ wat mager uitvak.
De Plaats Ifola genaamd, by de welke zig de twee boven gedagte rivieren vereenigen, is ruim, maar alleen inet gemeene huizen bezet; egter ziet men ’er nog een fchoonnbsp;paleis van Palladio op. De benedenlle order van ’t zelvenbsp;maakt een dorifche colonnade zonder piedeftal uit.nbsp;zuilen (laan alleen op eeu enkelden voet, die onder he'’nbsp;geh^ele gebouw doorgaat. De tweede order bellaatnbsp;half ingemetfelde ionifche zuilen , die alleen in de be''^®nbsp;Iioekloges vry liaan.
Pakhea,
De voornaamlle andere paleizen, die een liefhbbe'' bouvvkonft als goede modellen van Palladio befcbou'Ve’*nbsp;)no6t, zyn de volgenden. 'Dat van den Glraaf Trislquot;’*”nbsp;van .dgn .Graaf VaUnarana , uit hoofde van den da®'*'’*'*nbsp;paalenden fchoonen tuin//genaamd, van Val®®nbsp;rana Trifon, van Tiene Mandalon, van den Graaf Or^Z®nbsp;Trento, Van Trisfiuo BaHoii, dat het pragtigde vannbsp;ü, van den Gtaaf Porto Batbarano. van Tiene More*
-ocr page 321-T7og niet volböuwd is, van den Graaf Chiericati, een verbaazend uitgeftrekt gebouw, van Trisfino di Pontenbsp;van Cnidagno en Orazio Porto. Verders de Cafanbsp;^apeta, en Cafa di Palladio, om van andere huizen j dienbsp;^'’sgelyks fchoon zyn , niet te fpreeken. Palladio bloesnbsp;öen Vieentynen zo veel luft, of liever zulk een ontydigenbsp;begeerte tot bouwen in, dat zig veele familiell daardoornbsp;bedorven. Men zeide ora die reden , dat Palladio zyHnbsp;Vaderland niet beminde , maar zyn’ medeborgers tot dienbsp;gekheid bragt,om zig aan hun te wreeken. EenbevVysvannbsp;®en’ verkeerde drift tot bouwen is het huis Van den Graafnbsp;Julius Porto, waarin de koopman in zyde Trivelli woont.
^ut maakt llegts het vyfde deel uit van een paleis door ^*lIadio ontworpen, alzo de eigenaar by gebrek van geldnbsp;Vier vyfden onvolbouwd laaten moeft. Daar liaan alleennbsp;^ivee venders met drie ingemetfelde roomfche zuilen, dienbsp;°P een’ algemeenen voet ruften.
Men telt over de zedig kerken In Vid^nZa, waarvan Domkerk. l®r de volgenden alleen verdienen bezigtigd te worden. Innbsp;de Domkerk ziet men een’ groote tribune, of de agterftenbsp;'onding van het koor verhoogd, ’t welk eene goede werking doet. Dit gefchiedde uit aanmerking van de Trent*nbsp;kerkvergadering, die hier gehouden wordenzoü. Danbsp;^'ofir Van ’t koor is met figuuren ingelegd. Voor ’t ove*nbsp;heeft de kerk een liegt aanzien, en is van gothifchenbsp;“““Worder.
kerk van Santa Corona behoort den Dominikaanen. j-. Corona. aan het flinker zydfchip ziet men de aanbidding dernbsp;koningen van Paul Veronefe, wel geordonneerd, ennbsp;^ Mfch gefcliiiderd als of het zo eerft gemaakt was. Denbsp;uria is tchoon , maar niet edel genoeg. De beeldert-uan te veel aan den rand van bet ftuk, waardoor het platnbsp;'yptgt; en de houding geena werking doet. Op bet der*
-ocr page 322-igö
f^cenza.
de Huk ter flinkethand deelt S. Antonie , Aardsbisfc'’'^? van Florence , aalmoezen uit. De fchilder was Leandr®nbsp;Basfano. Ily heeft ’er een goede ordonnantie, maarnbsp;zonderlinge werking in getoond. Het gezigtspiint is te hooS»nbsp;en het koloriet te hard.
S. Lorenzo. nbsp;nbsp;nbsp;koor der kerke van S. Lorenzo ziet men het va®
Palladio aan de hand gegeven grafteken van Leonardo to. De ordonnantie is eenvouwdig en fierlyk. Zy ht®^^nbsp;ionifche zuilen.
S. Michele.’ einde van ’t (linker zydfchip in de kerk van S.
chek heeft Tintoret S. Auguftyn gefchilderd, die eeo'ê® menfchen van de peft gezond maakt. Flet behoortnbsp;onder zyne bede werken. Het koloriet is wel taafflly*^nbsp;helder, en de ordonnantie niet kwaad, maar de lugt ko®nbsp;beter zyn.
Oudheden.
Vicenza heefc nog eenige oude overblyffels. In den tui® van Pigatelh ziet men iets van een theater, ’t welk m^®nbsp;. voorgeeft in Auguftus tyden gebouwd te zyn. Verdersnbsp;iets van een keizerlyk paleis, daar in de nabuurfchap.nbsp;fiuk van een waterleiding, die ’t water van Lobia,nbsp;nog drie boogen flaau,bragt. Eene Iphigönia vanGriek^^'*nbsp;marmer in ’t Dominikaaner kloofter. Het kapiteel een^^nbsp;zuil, dat in de kerk van S. Thomas tot een wywatefV®^nbsp;dient, en een ftuk van eene zuil, die op de Plaats G®®*'nbsp;di (laat. (*)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ^
Handel, Sedert eenige jaaren heefc een zekere Francefchini
geil
( *) By Schio ten noorden van Vicenza vindt men by een’ Monte Stirr.mumi genaamd , veel munten en bronzen dingennbsp;tyden der Romeinen, Ecnigen zeggen , dat deeze berg zy®’nbsp;hcefe van zyn hoogte, anderen van een ouden tempel vannbsp;Summanus , waarvan men nog eca^ opfchrift op den zelve®
dca zou.
-ocr page 323-DOOR
aanzietilyke zydefabriek aangelegd, waarin om(lreeks^Vff«2^. de vyfüen honderd menfchen arbeiden. Hy verftaat denbsp;2aak in den grond, en men ziet met vermaak de aartigenbsp;^’’figting, hoe hy zig een klein beekje ten nutte heeft wee-te maaken. De haspels en molens zyn allen zo welnbsp;aangelegd, dat ’er zo weinig handen als mooglyk is toenbsp;Sebruikc worden. Een eenig rad dryft vier duizend haspelsnbsp;oin de zyde te draayen, en twee menfchen zyn genoeg,nbsp;in plaats van de volle haspels, weer nieuwen optezetten,nbsp;en de gebroken draaden afteknippen. Men maakt te Vicenza veel zyden ftolfen , die in Italien en Duicfchlandnbsp;'^ertierd worden. De nonnen in de kloofters maaken ooknbsp;^cer veel konftbloetnen. Den i8. Oftober wordt jaarlyksnbsp;°P de groote Plaats van Vicenza een aanzienlyke jaar-®gt;arkt gehouden.
De Had heeft de vryheid van door haar’eigenen adel Jlegeering. begeerd te worden, die in twee lichaamen, het Collegia de'
^ottori, en ’t Configlio , verdeeld is. Uit deeze worden de dgters en leden van den Raad gekoren, die alles afdoen jnbsp;Zonder dat ’er eenig beroep op valt. Uit hoofde deezernbsp;voorregten • verbeeldt zig de Vicentynfche adel zeer veel.
Alle de inwooners maatigen zig den graaflyken titel by ’t Ondertekenen van verbindtenisfen en dokumenten aan, ennbsp;^it zou van de tyden van Karei V. afkomftig zyn , dieeens,
Wanneer verfcheideti ryke Vicentynfche borgers hem by herhaalde reizen laftig vielen om in den graavenfland verbeven te worden , uit knorrigheid gezegd zou hebben,
^at hy wel lyden mogt, dat alle de Vicentynen- graaven,
'quot;'aren.
Venetien benoemt den Podeda van Vicenza, die in alle ^vergaderingen van den Raad voorzit. De partyen kunnennbsp;bem Ook tot regter verkiezen. Maar het ergtle is, datnbsp;*oen van zyn vonnis zig naar Venetien beroepen kan, waar-N 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dooï
-ocr page 324-Ftcenza.
door de zaaken opgehouden worden. Een doodvonnis t® Vicenza geveld moet eerft door den Raad van Tienen t®nbsp;Venetian bekragtigd worden. De Capitano heeft het fflid'nbsp;taire en borgerlyke onder zig.
Het fpreekwoord zegt, Flcentim aifa^jini, de Viceö' tynen zyn moordenaars, ’t welk het karakter der inwoO'nbsp;ners weinig eer aandoet, Hoe verre dit waar zy, will^®nbsp;wy niet beflisfen. Men befchuldigt hen ten rainften, wraak'nbsp;gierig te zyn, en het oude karakter der ItaJiaanen van ov^^nbsp;eenige eeuwen nog niet volkomen afgelegd te hebbeo*nbsp;Ook hoort men in de nabuurfchap van Vicenza van nrefi^nbsp;geweldenaaryen en moorden, dan in andere ftreeken.nbsp;Veroneezen zeggen, om hun hun twiftgierig onverzoenbaarnbsp;karakter te VGmyiamp;n, ricentini Cant e Gatti, de Vicenty*nbsp;Jien zyn honden en katten, waarop, deezen, ten minfter*nbsp;om de rym, antwoorden, Feronefi mezzi malti, de VerO'nbsp;neezen zyn halve gekken.
De vrouwen zyn te Vicenza fchoon, en hebben voor-al een frisfche roode kleur, waarvan de reden vermoed* Jyk in de zuivere lugt van ’t nabuurige gebergte te zo®'nbsp;ken is. De gemeene wyven zien ’er aartig uit, en draa*nbsp;gen gemeenlyk ftroohoeden. Sommigen vlegten ook linteinbsp;in haar hairen, en zetten een bloem op ’t hoofd, ’t weil^nbsp;haar aartig (laat.
De geleerdheid wordt te Vicenza niet zeer geagt. Ë?' ter is de Graaf Antonio Montanari een goed wiskund*'nbsp;ge. De Graaf Lodewyk Batbieri heeft eenige wysg®®quot;^*nbsp;ge dingen gefchreeven. Giovanni Arduino is ingeni®*^^nbsp;der ftad , en tevens profesfor in de fcheidkunde ,nbsp;zeer bekwaam arbeidzaam man , die Vicenza zeer il’’nbsp;tig is.
Landi^OU'
De landftreek om Vicenza is ongemeen bebouwd 5 “
0**
-ocr page 325-199
men in een jaar zo veel graanen bouwt, dat ’er dé Zoonets drie jaaren mede toe kunnen zouden. Men maaktnbsp;jaarlyks omtrent 200000. Italiaanfche ponden zyde, waar*nbsp;het meefte te Vicenza verwerkt wordt. De groote fa»
'^¦gt;ek te Schio levert alle jaaren dooo. (lukken. De vriigt-kaarheid des lands komt van de menigvuldige beeken die ket doorftroomen. Dit maakt de veeteelt voortreflyk, ennbsp;®en noemt Vicenza gemeenlyk het flagthuis, en, wegensnbsp;den overvloed van moeskruiden, den tuin van Vene-tien. Op het dorp Delle Nove is een fabriek van fchoonnbsp;fayance.'
De liefhebbers der bouwkonft en der natuur vind,en^^^,^_ ’'ondom Vicenza veel dat hun aandagt verdient. Voor Ai-waardig-^ïd ligt CaTnpo Mtïrzo, een groote plaats met gras bewasnbsp;, met boomen bezet, en in graften befloten. Het dientnbsp;den inwooneren des avonds tot een wandeling. Men komtnbsp;Of in door een triomfboog van Palladio, Hy beftaat uitnbsp;Sen grooten gewulfden en twee kleine vierkante doorgangen. De dotifcbe zuilen zyn in den wand ingemetfeld, ennbsp;daarboven is een opfchrift in een attiek. De atiiek wordtnbsp;door een gevel gedekt, aan welks beide hoeken tweekleUnbsp;tie piramides zyn. De boog heeft goede evenredigheden,
Sn vertoont een eenvouwdigen en goeden fmaak.
Tegen over deezen boog ligt de tuin van den Graaf Val lt;
’’’arano, aangenaam door zyne orangerie en haagen; men ^¦et ’er een colonnade van zes donfche zuilen met eennbsp;Ssvel van Palladio. Men komt hier om onder de zelvenbsp;*^f’sfche lugt te fcheppen, en de kleine kamers van het huisnbsp;kotnen ’er tegen aan.
^oor de poort naar Madonna del Monte (laat ter regter-hand een andere boog van Palladio, die uit vier ingemet-korinthifche zuilen en een’ kleine attiek beftaat,
'vaarop zig de ftatuen des Heilands en van S. Vincent,
SCO
yicenza. nbsp;nbsp;nbsp;tnidlt;3en de gevleugelde leeuw van Venetien ver*
toonen. Op deezen aartigen en wel geê'venredigden boo3 valt niets te berispen, behalven de half ingemeifelde zui'nbsp;len. Hy dient tot ingang voor een trap van twee honderlt;inbsp;en negentig treeden,die naar de Madonna del Monte loopt»nbsp;waarvan zo aanftonds meer.
La Rotanda of het landhuis van den Marquis Capra liS^ eene myl voor de ftad, en is insgelyks van Palladio oflt'nbsp;worpen. Elke van de vier zyden des gebouws heeftnbsp;byzonderen trap, en een colonnade van zes ionifche zui*nbsp;len op een voortloopenden voet, die een gevel draagt*nbsp;Het gebouw gelykt van buiten naar een kerk. Op de be-nedenfte verdieping komt men door deuren, die in ’t niid'nbsp;den des traps gebragt zyn. Op de eerfte verdieping isnbsp;ronde zaal, met vier foorten van galleryen, die naar denbsp;colonnade loopen, en mede tot de zaal behooren, alzo zynbsp;geene deuren hebben. De zaal is met dorifche zuilen be-fchilderd, en boven gaat een gallery rond. Het gewelf isnbsp;in geichilderde vakken en nisfen afgeheeld. De fchilderye“nbsp;jn de zelven verbeelden deugden, de benedenfte Godheden. Eiamingo heeft ze op natten kalk gefchilderd. O®nbsp;tekening is juift niet al te naauwkeurig, maar ’t kolorietnbsp;taamlyk kragtig , en heeft veel van Paul Veronefe. D®nbsp;verfieringen vallen wat zwaar en lomp uit.
Madonna nbsp;nbsp;nbsp;^terk Madonna del Monte komt den Servieten toe»
4el Monte.m ligt op een hoogte, waar men door een trap op kofflt» waarover heen arcades, op de wyze der lange gallery v»®nbsp;de kerk van Madonna diS. Lupa te Bologna, loopen. P®nbsp;gallery alhier is reeds eene halve Iialiaanfche myl lang»nbsp;maar zal nog eens zo lang worden, als’er maar nogvroo-me zielen gevonden worden, die zig verbeelden , zignbsp;door een trap naar den hemel te bouwen. De kerk i*nbsp;pieuvv , en naar korinthifche order gebouwd ; dog
beerfchS
-ocr page 327-fiOl
^eerfcht een flegte fmaak in, en hier en daar zyn de Ficenza, J taaden op malkander gehoopt.
In de eetzaal des kloofters hangt een voortreflyk Huk van Paul Veronefe, ’t welkeen avondmaaltyd van S. Grego-*'us voorftelt. De zaïneullelling is zeer eenvouwdig, ennbsp;beeft veel overeenkomll: met de zelve voorftelling vanhem,
•lie men in S. Giovanni e Paolo te Venetien ziet. De ar-Gliitektuur op den agtergrond is ten minften even de zelve , alleen beftaat het onderfgheid in de veranderde Helling der beelden. S. Gregorius geeft vyf armen menfclien tenbsp;eeten, en aan beide de eindens der tafel zyn twee kardi-Haaien. De derde arme ter regter hand is Chtiftus. Denbsp;ordonnantie van ’t geheele Hul{ is meellerlyk, en het koloriet fchoon verkozen. De beelden zyn goed gedrapeerd,nbsp;cn van treflyke karakters. Wat aan de houding ontbreekt,
Vergoedt de waarneeming der lokaalverwen. Op de regter 2yde in den voorgrond is een hond, en ter (linkerhand eennbsp;Sap en een kind met een hond. De lugt is verfchoten.
Van dit kloofter heeft men een heerlyk uitzigt over de Had en de gantfche landdreek, die eene ruiine en welbebouw-de vlakte vertoont.
Vier mylen van Vicenza ligt het landhuis van den Graaf Caldamo , dat fchoone fchilderyen heeft. De Graavennbsp;’Prisfino , Pojano, en Gualdi , bezitten ook fghoouenbsp;landhuizen met opzigt tot de architektuur, van Palladio.
Pleeze groote meeller heeft niet alleen in de Had, maar ®ok daar buiten, veele blyken van zyne bekwaamheidnbsp;^'sgelaten.
Vier mylen van Vicenza, naar den kant van Padua, Wgtllct hel ®en beroemd hol, Covoli genoemd, dat in een’berg uit-Sehou^gg Het beflaat uit verfcheiden’gangen, die alsnbsp;®®n doolhof maaken , uit aangevangen’ boogen, verftee-Hingen, en andere jjatuurlyke merkwaardigheden, en ver-N 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dient
-ocr page 328-20i
ficenzii. dient deswegen bezogt te worden, De gangen worden g®* zegd meer dan een’ myl in den omtrek te hebben, en zy®nbsp;voorzeker niets anders dan oude fteengroeven.
Te Recovaro, eenige mylen van Vicenza, treft menwJ' neraale wateren aan, die veel vitriool in zig hebben, £¦*nbsp;in verfcheiden krankheden gebruikt worden. Te S. Pa»'nbsp;crazio di Barharam zyn warme zwavelbaden. In de n*'nbsp;buurfchap der ftad, inzonderheid op de heuvels \mBref'nbsp;to, vindt men verfcheiden mineralia , waartoe ook eertnbsp;witte kleiaarde behoort, waaruit het Venetiaanfche porcel'nbsp;lein gemaakt wordt.
Op de bergen noordwaards aan naar den kant van Tren* te vinden de liefhebbers der natuurlyke hiftorie zeer veelnbsp;verlleende fchelpen, visfcben, en zeegewasfen van allerleinbsp;foorten, faffieren , hiacinthen, topaazen ,veelerlei fooftennbsp;van aarde, als de groene Veroneefche, waarvan haaft meer»nbsp;zink, arfenicnm, aluin enz, De Heer Tura, een bekwaamnbsp;geneesheer te Vicenza , en de reeds genoemde Arduini,nbsp;Profesfor in de chymie, bezitten eenige ftaaltjes van allsnbsp;deeze mineralia in hunne kabinetten. De laatfte heeft opnbsp;deeze bergen ook puimfteen, en andere foorten, die me®nbsp;anders maar op brandende bergen ontmoet , gevonden»nbsp;waaruit men opmaaken zoude, dat ’er zulke bergen voof'nbsp;heen in de nabuurfchap geweeft zyn.
Eene myl van de ftad, als men de Veroneefchè poof^ uitgaat, ligt het landhuis van den Graaf Arpiero, van lt;1®nbsp;architektuur van Palladio,
Van Vicenza tot Verona zyn dertig Italiaanfche my!*”' De grond is wat fteenagtig, dog brengt egtereen ontelbe®’'®nbsp;menigte van moerbezieboomen voort. Aan deeze booffl^rt
flingeren zig de wynftokken , en loopen boven van den eene®
boom tot den anderen als feftonnen, waardoor de iandS douw eeii fchilderagtig aanzien bekomt.
fUS'
-ocr page 329-S03
*rusfchen Verona en Vicenza in de nabuurfchap 'vamp;nfqcmza. Holco vindt men allerlei zeevisfchen in een witte aarde, nognbsp;2o volkomen , dat men de graaien en fchubben duidelyk^^^'^1’nbsp;onderkennen kan. Ook vindt men ’er verfteende kreeften,nbsp;groote oefterfchaalen, en verlleende bladeren. (2)
Het mangelt deezer flreeke ook niet aan goede marmer-groeven, waarvan vvy maar het Mifchio di Brentoriico en ket Giallo di Torri gewaagen. In ’t volgende artikel vannbsp;V^erona zullen wy nog eens op de petrefafta en marmersnbsp;Van deeze landftreek komen.
Men geeft der ftad Verona gemeenlyk 48000. inwoo-''ers. Zy ligt aan den voet van ’t gebergte, op de breedte 452 graaden en 26. min; en heeft zuidwaards een aan-Esnaame vlakte voor zig.
Eenigen houden de Etruriers voor de ftigters van Vero-
na, (f) anderen de Euganeers,
afftammelingen der Gau2 len.
(1') Men heefe ,vyf Ichoonc gezigren van Verona, ieder van twee Maal vellen , door Valefi en Urban! taamlyk wel gefueden. Denbsp;^vnte del Pozzo , die het keven der Veroneefche fchilders, bceld-kouwers , en architekten , in ’£ jaar 1718. in quarto bcfchrevc»nbsp;heeft, geeft te gelyk een genoegzaam berigt van de fchiideryen dernbsp;üad. p)e in lyjy. uitgekornene Raccalta ielle vane Fabriche antichsnbsp;‘ ’’rodernc behelft cigenlyk niets anders dan de afzonderlyk gedruktenbsp;plcaten uit het Vtrma illujlrata van den Marquis Maft'ei. Dit ge-Mrde Werk kwam in i7i^ in folio uit , en bevat zo veele vlytig-Vk vetzamjijj berigten , dat men v/einig dietgelyke befchryvingennbsp;Tan ftedea vindt. D? Marquis Mufelli atheidt aaa eene nieuwe
door
Een wydloopige lyft der petrcfafta rondom Vicenza eri Verona levert Kcyszlci , in ’t tweede deel zyner Reizen, waarheen wy dennbsp;leezer wyzen.
-ocr page 330-204
Pérana,
len. Zy kwam naderhand onder de Romeinen, dog geene Roomfche kolonie , maar verwierf het borgerreg'-Na den val vaii ’t ryk kwam zy wel in de handen der bat'nbsp;baaren,dog bleef egter in zekere w'elvaart, alzo de Koningeiinbsp;Theodorik en Alboin ’er hun verblyf namen. In de mid'nbsp;deleeuwen genoot zy haare vryheid, en werd daarop daonbsp;van deeze dan van geene magtige familie geregeerd, gelyl^nbsp;het toenmaals in Lombardyen ging. Wy noemen ond^fnbsp;die de Ezzelini en Scaligeri. Na dat die borgerlyke oH'nbsp;lullen van 1140. af over de twee eeuwen geduurd hadden»nbsp;werden de inwooners die eindelyk moede, en onderwiel'nbsp;pen zig in ’t jaar 1405. den Venetiaanen.
Toen de Republiek Venetien uit hoofde van ’t verbond van Kameryk in ’t jaar 1520. haare Heden in den beftennbsp;ftaat van verdediging zogt te ftellen , bekwam Veron®nbsp;baftions, graften, en drie floten. De bekende architekcnbsp;San Michele had het opzigt over deeze werken, die toennbsp;fterk kunnen geweeft zyn, maar tegenwoordig weinig zeg'nbsp;gen zouden, vooral daar deftad, uithoofde der rondomnbsp;liggende hoogtens, nooit houdbaar kan gemaakt worden*nbsp;De floten heeten, Cafiello veccbio, Caflello S. Felice, ennbsp;Caftello S. Pietro. Het eerfte leidden de Scaligers reed*nbsp;in ’t jaar 1354. aan, en bewoonden het. ’Er liggen eengt;'nbsp;ge foldaaten in; maar in oorlogstyden heeft de Had g®'nbsp;meenlyk eene bezetting van 7000. of 8000. man.
Verona heeft zes en een halve myl in den omtrek»
vier poorten, die van goede architektuur zyn. De vyfd®
en
door hem verbeterde uitgaaf. Het vierde deel maakt het werk Maffer over het amphitheater van Verona uit, ’t welk egter ook ^nbsp;zonderlyk , onder den titel, DeiH Anjiteatri e Fngolormentsnbsp;ntfe, libri 1718. tc VetQtia in oiffaYO gedrukt is.
-ocr page 331-205
«n fchoonfte is altyd gefloten, en heet Porta Stupa of deipirona. Pallia. (*) Men houdt ze voor een der fchoonile ftukkennbsp;van San Michele , en van de bouwkonfl; der zeftiende eeuwnbsp;’t geheel. De voornaamfte poort, Porta nuova, leidtnbsp;®aar Mantua, de Porta del Fefcovo naar Vicenza, en denbsp;Porta S. Zetw naar Brefcia. Zy is de flegtile onder denbsp;vier. De laatfte poort ligt op de zyde des bergs. Op eenenbsp;plaats der veflingwerken bemerkt men oinzaglyke onder-aardfche gewelven, en vier breede openingen k Boccarenbsp;genaamd, welker bouwkonfl bewonderd wordt.
Verona heeft een aangenaame ligging; inzonderheid gelt; niet men van den met tuinen bezetten berg een heerlyknbsp;nitzigc over deftad, en de omliggende landsdouwe. Denbsp;nabuurfchap van ’t gebergte maakt de lugt zuiver en zeernbsp;gezond. De plaats in haar zelve valt niet fchoon in ’t oog,nbsp;wyl zy zeer oud is, en dus meert enge en kromme rtraa-len heeft. Zy fehynt derhalven van de hoogte fraayer,nbsp;dan zy inderdaad is. De nieefte huizen hebben geen by-Zonder aanzien; egter zyn hier en daar goede kerken, ennbsp;wel gebouwde paleizen, (f) Eenige ftraaten zyn breed,nbsp;en de meeflen hebben ter zyde, gelyk Bologna, bedektenbsp;gangen voor de voetgangers. Verona heeft ook aanzien*nbsp;lyke pleinen. Van de Plaats Bra, waar het amphitheater
ftaat,
(*) Naat het rennen der paarden , ’t welk daar gefchiedt: dedaatop geftelde prys heet in ’t Ua'iaanlch Pallia.
(f) De vootdeelen van Verona worden in een oud diftichon opge*
®oemd:
UrUbtts Italli prejljtt Vtrma fiipcriU jtedibits, lugewls, fiamine , fante, lacn.
kan egtet met vcele grootc Italiaanfche fteden, 'als Romen, Na-
r® * gt; Ploicnce , Tmin , Genua, enz. gceuiins in vergelyking ko*
Wen.
-ocr page 332-2o6
ytrma, ftaat', loopt een fchoone breede ftraat naar de Mantuaall* fche poort. Het Corfo, waar in May wedloopen vannbsp;paarden gehouden worden , is een niet minder fraay®nbsp;ftraat. De Piazza delle Erbe, en een’ andere, dienbsp;het ftandbeeid der flad Verona verfierd is, zyn ook aard*nbsp;ge pleinen.
De meefte gebouwen , bruggen , en de fteenen ondet de'gaileryen ter zyde de ftraaten, zyn van marmer, wy*nbsp;men dat in de nabuurige groeven overvloedig vindt. Spad*nbsp;telt,in zynlyftder deU'ftoffen rondom Verona, vyf en der*nbsp;tig foorten, die allen in de nabuurfchap der ftad gebroken'nbsp;worden. Men kan de. verzameling daarvan in kleine ftuk*nbsp;ken te Verona koopen. Het zo genaamde Bronzino is bstnbsp;zonderlingfte van allen. Als men tegen de daarvan ge*nbsp;maakte vaazen flaat,klinkt het als brons, waarvan het oofenbsp;zyn’ naam heeft gekregen. Men vindt hier eene menigtenbsp;van witte fteenen zeer bekwaam om te bouwen, en gely*nbsp;kende naar de zogenaamde Pietre ilflria , waarvan wynbsp;te Venetien melding maakten. De Mallone is een no^nbsp;beter fteen om te bewerken. Men vindt ’er veele fchel*nbsp;pen in. Het baftion ' San Michele en de Porta del Pallilt;^nbsp;zyn ’er van gebouwd.
Ve Adige, He Adige,, die van de Tyrolfche Alpes afkomt, en 24. mylen van hier in de Adriatifche zee ftort, deeltnbsp;rona in twee deelen, die langs vier bruggen gemeenfcb^Pnbsp;hebben. De merkwaardigfte daaronder is Ponte delnbsp;iiecehio, waarover maar eens in ’t jaar gereden wordt, t*''quot;nbsp;vreeze dat het dreunen ’er fchade aan doen mogt. Denbsp;heeft eene langte van 359. voet, en beliaat uit drie boog^”’nbsp;Waarvan de eene 72. de andere 85. en de derde 145. voe^nbsp;breed uitgefpannen is. Men maakt ’er veel ofhefsnbsp;omdat de boog veel wyder is als van Ponte Rialtonbsp;netien, welker wydte flegts 89. voet bedraagt. De Adig®
207
fcliynt geen gevaarlyke rivier te zyn; egter wordt zy, fir zwaare regens in ’t Tyrolfche gebergte vallen, tot eennbsp;geweldigen ftroom, die opzwelt, der ftad en den bruggen groote fchade toebrengt, waarvan de inwooners iu’tnbsp;iaar 1756. een ontzaglylce ondervinding hadden.
Het merkwaardigfte gebouw te Verona is het oude Phitheater, (t) ’t welk met dat van Romen veel over-^^^^;^^^nbsp;®enkom(l heeft, maat veel beter onderhouden is, fchoonnbsp;Oien- niet lochenen kan, dat’er in deeze eeuw veel aannbsp;Vernieuwd is, vooral door de zorg van MalFei. Dit eiron-4e gebouw is, de dikte des muurs mede gerekend, 4Ö4.
Voet lang, en 367. breed , en gevolglyk wat kleiner als 4at van Romen, dat 582. in de la'ngte, en 482. voet innbsp;4e breedte heeft. Jgt;e buitenfte omtrek des muurs hadnbsp;*331. voet, en het Roomfche lóiS- De eigenlyke kampplaats, Arena, is 225. voet lang, en 133. breed. Rond-gaan vyf en veertig rycn zitplaatfen, van fchoon marker, die 18. dujm hoog, en 2Ö, breed zyn, Als men nunbsp;Voorleder perfoon l?. voet rekent, zo hebben hier 22184.nbsp;laenfchen kunnen zitten. Het gebouw werd op koften dernbsp;fiad onderhouden. De benedenfte banken waren voorheennbsp;geheel onder ’t puin begraven, maar voor omtrent tiennbsp;laar heeft men het weggenomen, en de kampplaats zo ge-
lyk
-ocr page 334-f'erma.
lyk gemaakt, dat’er fotnwylen gevegten van heeften houden kunnen worden. Dus maakt men nog hetnbsp;gebruik van het amphitheater als men over 1700. jaarennbsp;deed. t)e tyd dat het gebouwd werd is onzeker. Eetquot;'nbsp;gen ftellen dien onder Auguftus: maar het is nietnbsp;fChynlyk, dat Verona reeds een zo pragtig theater op eeonbsp;tyd gehad zou hebben , toen Romen ’er nog geennbsp;fchoon had , als naderhand het Vespafiaanfehe. DaarWnbsp;komt, dat nog de oude Pünius nog de jonge, daar kfnbsp;dog ep, 34. /. 6. vaü de fchouwfpelen zyns vriends Max'quot;nbsp;nius te Verona fpreekt, van het amphitheater geen woordnbsp;gewaagt. Egter moet het niet veel laater, en wel vootnbsp;den val der bouwkonft, die zig hier nog in haar goedequot;nbsp;tyd vertoont, gebouwd zyn. MafFei is van gedagte, datnbsp;het onder Trajaans regeoring gebouwd zy.
Ten einde der lange tniddellyn van de Arena zyn twe® groote poorten, en hoven elke eene tribune van 20. voetnbsp;breed en 10. lang, die met een baluftrade voorzien is,nbsp;vennoedlyk den voorUaamften magiftraatsperfoonen tot zitplaats gediend heeft. In den geheelen omtrek daarvan vet'nbsp;toonen zigfveele uitgangen of Vómitoria. Van binnen zi®tnbsp;inen aan dit gebouw weinig bouwkundige fieraaden. Aan dquot;nbsp;eene zyde vangt wel een muur met drie zuilenordersnbsp;ven malkander aan, die /i/a ddl' A)-ena\\eei-, egter febVquot;'nbsp;het dat die muur nooit verder opgetrokken is. Hetnbsp;bouw heeft by het eerfte inkomen wel een eenvouvvd'.?’nbsp;dog zeer edel en inajeftueus aanzien. De ingang isnbsp;floten.
208
Sra.
De ruime Plaats waarop het amphitheater ligt heet Men heeft begonnen op de Plaats ook een fchoon geboquot;nbsp;voor den Proveditore te bouwen, ’t welk benedennbsp;arcades en boven op de eerfte verdieping volgens don**'nbsp;order gebouwd is. Onder de arcade is de hoofdwagi*
-ocr page 335-209
liet Mufeo Feronefe, of de verzameling van oudheden ^er akademie te Verona, ligt insgelyks op die Plaats,
IS voor de liefhebbers der oudheden niet te veragten^ Eet ygyQfigjg^ ®en daar komt, gaat men eerft over een metgalleryen omge-geven plaats, welker muuren een verzameling van opfchrif-®n en andere gedenkftukken bevatten. Men ziet hier alkaren , basreliëfs , graftekens , tnylpaalen, Oofterfchcinbsp;Giiekfche, en Latynfche opfchriften, op brons, porfier,nbsp;en andere foorteri van marmer. (*) Dit zogenaamde La-pidatio is reeds in 't jaar 1719. aatigelegd, maar federt,nbsp;inzonderheid door de zorg van den Marqnis ScipioneMaf-fei , ongemeen vermeerderd , en na zyn dood door dennbsp;I^Iarquis Mufclli in de fchoonfte order gebragt. Op denbsp;plaats, welke deeze galleryen influiten, zal een kruidkundi-êe tuin worden aangelegd.
Van de galleryen komt men op het theater, welks hui-'^heater, tenfie voorzyde een fchoone colonnade van zes grootenbsp;Jonifche zuilen heeft. Zy is met het beeldienis van deiinbsp;I^Iarquis Maffei, wien zyn vaderland ten opzigte der oudheden zo veel verpligt is, verfierd. Men ftelde hem datnbsp;hier in \ jaar 1727. terwyl hy afwezig was, met het on^nbsp;derfchrift , Marchioni Scipioni Maffeio adbuc viventi A-’^ademia Philarmonka decreto amp; are publico. Hy deednbsp;'’et uit befcheidenheid weder wegneemen , en na zynnbsp;'lood werd het eerfl: weder herfteld , met het byvoegfel,
^Jareb. Sc. Maffei Mufei Feronenjis Condiloris protomen ipfo amotam poft obitum Academia Philarmonka refti-
A. 1755. (t)
In
I*) Een volllandig berigt daarvan geeft het Mnfeam Vtronmfe, htc Inpripi'»quot;’quot;’ “‘I'lenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;calleSio. Kero?(«l749,
'n föUö.
(t} Ter gelyker tyd liet de akademie ook door den bcioemden
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;O
-ocr page 336-In dit gebouw zyn,behalven de vergaderkamers, verfief'^ met de beeldtenisfen der fligters en voornaamfte raedelfi'nbsp;den der akademie der Filarwnnici en Filoti, die de bevordering van ridderlyke oeffeningen bedoelden , ook denbsp;Camere delta Converfazione, of het geen men in de andere lieden van Italien Cafino , of asfembléezaal noemt. ZVnbsp;worden op publieke kollen onderhouden, en de adel de(nbsp;beide fexen komt hier t’zaraen om te fpeelen en te praaien. Door deeze fchrandere inrigting is niemant genoodzaakt, asfemblées aan zyn huis te zien, en onkollennbsp;doen.
Het theater, in ’t jaar 1718. nieuw gebouwd, is ruin’ en fchoon. De zaal is aartig van vorm, en byna rond.nbsp;Elke ry , waarvan ’er vyf zyn , heeft zeven en twinti»nbsp;loges.
hooien.
Men ontmoet nog verfcheiden oude ruinen , die de Ita* liaanen voor triomfboogen uitgeeven; maar zy zyn zo gewoon, alle doorgangen, die vermoedlyk voorheen tot nietsnbsp;anders dan tot een poort gediend hebben, tot triomfboogen te maaken, dat men zig niet verwonderen moet, opnbsp;eens daar van ’er te Verona drie te vinden. De eerft®nbsp;wordt jlrco de' Gavii of Arco di Fitruvio, naar dien b£'nbsp;roemden bouwmeeller , genoemd , zonder dat men da^fnbsp;eene andere reden van geeven kan, dan dat hy te Veron*nbsp;geboren is. Egter doet men hem daar weinig eer med^»nbsp;alzo de nog overige twee gekanneleerde zailen en boo'nbsp;gen een flegten fmaak, die in zyn tyd nog niet ingellop^’’nbsp;was, beklappen. Hy Haat by ’t Callello Vecchio.
Cieneefrchen mcdaiüeur Daslier een penning op hem flaan , de eene zyde zyn bccldtenis en op de andere het gezigt van ’t 1-®^*nbsp;dario cn ’t theater vertoont.
De Porta de' Borfari zou een triomf boog zyn . in ’t jaar yeronii» 250. ter eere van Keizer Galliemis opgerigt. Hy (laat opnbsp;ftuk van den ouden muur der ftad , waarvan meiinbsp;^Pooren onder de nabuurige huizen ontdekt. Hy beflaatnbsp;üit twee arcades met gevels, die op korinthifche zuilennbsp;*'uffen , waarboven twee ziiilenorders zyn, elke met zesnbsp;''enllers. De architektuur is elendig. Men ziet uit dénbsp;Vervallene fondamenten, dat de grond voorheen veel laager geweefl: is.
Van ’t Foró Viiudiziale of de Porta dl Leone ziet men hog eenige fpooren by de Jefuieten op de Via de’ Leoniinbsp;tie architektuur is van getlreepte korinthifche zuilen, ettnbsp;feoven met een attiek, maar in den grond eea aller elen-öigll werk.
Men vertoont irf de flad ook nog oud muurwerk van een paleis van Koning Theodorik, uit de vyfde eeuw, ennbsp;een ander, ’t welk Galeazzo Visconti, nevens het kalTeelnbsp;S. Pietro, in ’t jaar 1387. bouwen deed, na dat hy zignbsp;ïneefter van de Had gemaakt had.
De Domkerk beeft weinig merkwaardigs. Men ziet ’erj^^ boM-het graf van Paus Lucius III.,die in ’t jaar 1185, uk Ro-jteyji:. men gejaagd werd. In de eerde kapel ter fliukerzyde isnbsp;een hemelvaart van Maria door Titiaan. (*) De Marianbsp;is wat hard gekleurd. Het benedende deel van ’t fluknbsp;heeft een fchoone ordonnantie. Aan ’c portaal vertoontnbsp;*ig het beeld van Roland en zyne medgezellen door Oli-''ier. Op den degen van Roland Vtm. DurinJat da. Arioftonbsp;braakt gewag van dien degen op vetfcheiden plaatfen vannbsp;byn gedigtj by voorbeeld XI. 50. XXIIL 78.
Wy
I*) Men noemt te Verona een altaarftuk met een byzondet, enM|-lt;ers niet gcbtuiklyk woord, naamlyk Amma..
O a
-ocr page 338-Ferona.
Wy zullen nu alleen de voornaamfte kerken kortlyk wyzen. Egter doet een liefhebber der fchilderkonft welnbsp;nog meerderen te bezoeken, wyl de meeften ten minfteonbsp;een paar goede ftukken bezitten. De meellers,die men tenbsp;Verona voornaamlyk leert kennen, zyn Felice Brufaforzi»nbsp;Paolo Farinati, en Alesfandro Turehi, ofl’Orbetto, wel'nbsp;ken bynaam hy kreeg, om dat hy in zyn jeugd een blin^nbsp;menfch geleid had. Veelen noemen hem Alesfandro Vero'nbsp;nefe. Deezen voortreflyken fchilder leert men te Veron*nbsp;eerft regt fchatten. Van nieuwer meellets ziet men in denbsp;kerken inzonderheid (lukken van Antonio Baledranbsp;Cignaroli.
S. Giorgio. De kerk van S. Giorgio is door San Michele ontwor-pen. Het (luk op ’t hoofdaltaar is van Paul Veronefe, en verbeeldt S. George, die weigert den afgoden te offeren.nbsp;De groep der heiligen is fchoon. De glorie valt te zeernbsp;in ’t blaauwe. Men ziet ’er eene bekoorlyke Maria in tus-fchen de apodelen Petrus en Paulus, en voor haar hetnbsp;Geloof, de Godsdiend , en de Liefde. De twee eerdenbsp;deugden verdienen goedkeuring, dog de laatde heeft gee-ne goede delling, maar fchynt te vallen. In de vyfde kapel ter dinkerhand ziet men van den zelven meeder S. Bat*nbsp;nabas, die den kranken zynen zegen uitdeelt: een fcboonnbsp;geordonneerd , en kragtig gekleurd duk. De karaktersnbsp;zyn zeer verfcheiden, allenthalven vertoont zig eene kond*nbsp;raaatige houding. Over ’t geheel verdient het den voot*nbsp;rang boven het eerde.
Op de zyden van het hoofdaltaar hangen twee groot* fchilderyen, het wonderwerk der vyf brooden, van Paolonbsp;Farinati , en een kragtig gefchiiderde mannaregennbsp;Brufaforzi. Verfcheiden andere dukken zyn van Monte*nbsp;mezzano, een leerling van Paul Veronefe, die veel beeft
van de manier zyns meefters. By deeze kerk is een watet'
biiH
-ocr page 339-213
fcak ten gemeenen gebruike , welks water door een wa- Verona, terleiding twee mylen ver herwaards geleid wordt.
In de Kapncynerkerk ziet men een S. Antonie van Pa-'Ina, door Guercino, en een dooden ChriHus, fchoonge-lehilderd, door AIcsfandro l’Orbetto. By de ketk S. Ma-Antica zyn de graftekens der Scaligers, van de welken Mallico I. in ’t jaar isöo. voor zyn leeven tot Capi-tano, of opperden bevelhebber der flad, verkoren werd.
De graffteden zyn (legt en van gothifchen fraaak.
De abdy van .S'. Zeno zou reeds van Pipin , den zoon ¦van Karei den Grooten, geftigt zyn. De deuren zyn vannbsp;brons, en worden gewaardeerd. Het wywatervat is vannbsp;porfier, en houdt 9. voet iii de middellyn. Als men vraagtnbsp;van waar het gekomen is, antwoordt men, dat de duivelnbsp;ket op bevel van S. Zeno uit Iftrien hier heeft moetennbsp;krengen. Het hoofdaltaar, waar het gebeente van deezennbsp;keilig ruft, is zeer fchoon.
Santa Maria in Organo heeft goede fchilderyen. fn de Maria kapel della Muleta ftond eertyds een houten ezel, die in/« Organe.nbsp;Vroeger tyden in procesfies plegt omgedragen te worden.
Det gemeen geloofde, dat daarin eenige knokkels van den «ze!, op den welken de Heiland zyne intrede in Jerufalemnbsp;^«ed, bewaard werden. Dog alzo dit gelegenheid gaf totnbsp;Veele fpotternyen, is de ezel federt veele jaaren aan eennbsp;kant gezet. In de fakrifty ziet men een trellyk ftuk vannbsp;^lesfandro l’Orbetto, ’t w'elk beneden S. Fianeiscus en Antonins , maar boven aan een glorie voorftelt.
In de kerk van i'. Preculo is de altaartafel van fchoon ^ Procuh v«tde antico. Men vertoont hier het graf van Pipin,
'viens lichaam in oorlogstyd daar eens uit vermift zou 2yn. -(yg geheele hiftorie is een fpreukje, want Koningnbsp;van Frankryk flierf in zyn ryk, en ligt te S. Denisnbsp;kegraven , en het gebeente van Pipin Koning van Ita-
O 3 nbsp;nbsp;nbsp;lien,
-ocr page 340-«14-
Vtrona. 1'en, die de zoon was van Karei den Grooten, ruft MiJaaneefcbe.
In de kerk van S. Bernardino heeft San Michele de 1'*' pel van de familie Fellegrini, volgens een treflyke arcbi’nbsp;tektuur, gebouwd.
Bella Mi- nbsp;nbsp;nbsp;Mifericordia ziet men op het hooft^'
fericordia. altaar een fchoone afneeming van ’t kruis, door Alesfandr^’ 1’Orbetto. In de kerk dclla Vittoria hangt in de fakrid/nbsp;een afneeming van ’t kruis, door Paul Veronefe gefcb'*'nbsp;derd. Op het hoofdaltaar der kerke van S. Anaflajianbsp;men die heilige van engelen orageeven, en beneden S.nbsp;trus Martyr, van Torelli Veronefe. Op het andere alta^fnbsp;ter regterhand heeft de Graaf Rotari S. Vincent Ferrier g£'nbsp;fchilderd , een dooden opwekkende. Daar zyn eenigsnbsp;goede hoofden van vrouwen in, maar het koloriet en denbsp;manier zyn niet goed. De iakrifty en eetzaal des kloolterSnbsp;hebben insgelyks goede fchilderyen.
in
der
^a^buis. Onder de wereldlyice gebouwen is het Raadhuis, Said del Coréjtglio del Proveditore e della Nobilta, waar de Raadnbsp;der ftad vergadert, optemerken. Het pronkt van buitennbsp;met de ftatues van vier oude fchryvers, van Verona g^'nbsp;boortig, naamlyk Plinins den ouden, Vitruvius, Catulh'*nbsp;en Cornelius Nepos. Men zier verders de ftandbeeld^®nbsp;van Aemilius Macrus, Hieronymus Fracaftor, en dennbsp;quis MafFei, in magiftraatskleeding. (*}
La Fiera. nbsp;nbsp;nbsp;Fera of het gebouw, waar de twee jaarmarkten
May en November gehouden worden , is ook een
(f) De Marquis Dotclli heeft het Iccven van deezen, niet aan de geleerde wereld, maar nog meer aan zyn vaderlylce
dienftelyken man, op bevel der ftad, moeten bcfchiyven.
Wendde zyn vermogen en zyne geleerdheid ten befte der ftad a*®’ sa was in alle opzigteu het model cens tegilchapenen patriots.
-ocr page 341-iiS
fctioonfte werken van den Marquis MafFei, toen hy Pro-veditore der ftad was. [let zyn eigenlyk verfcheidene huizen en winkels, die volgens een regelmaatig beftek zeer geinaklyk ingerigt zyn. De Plaats heette eertyds Campusnbsp;Martius, en was voor allerlei wedloopen gefchikt. Lanbsp;Dogana is insgelyks een groot publiek gebouw, ’t welknbsp;de Marquis MalFei heeft doen bouwen.
Onder de paleizen zyn voor de bouvvkonlï de aanzien-p^/^/^^jj^ lykften, die van Ferzi, Pompei, Pellegrini, en Bevilacqua.
In het laatfte ziet men fchoone amieke ftatues, buflen, en voortrellyke fchilderyen , inzonderheid van Paul Veronefe,nbsp;als een Venus met den krytenden Cupido, eene Venus dienbsp;in ’t fpiegel ziet, eene vrouw welke een’ hond ftreelt, denbsp;fchets van ’t groote link van ’t laatfte oordeel in de grootenbsp;Raadzaal te Venetien. De Conte Pozzo en de Marquisnbsp;Gherardini bezitten insgelyks goede fchilderyen. By dennbsp;laaiden treft men inzonderheid voortredyke ftukken vannbsp;Alesfandro l’Orbetto aan , waaronder de aanbidding dernbsp;koningen een meeflerfluk is. In het huis der familie vannbsp;Rotari worden een menigte fcheifen en begonnen fchilde-ryen van den Graaf Rotari vertoond, die ais fchilder allenbsp;de hoven van Europa omgereisd , en zig op ’t laatft tenbsp;Petersburg opgehouden heeft, waar hy ook in 1762. ge-ftorven is.
By den Graaf Mofcardi treft men een’ fchoone verzameling van allerlei oudheden, inzonderheid van oude medailles aan , gclyk ook van naturalia, door konil gemaakte ftukken, en goede fchilderyen.
De Graaf Jakob Mufelli bezit een verzameling van in-fekten, visfchen, en naturalia,allerlei kleine antieke fiand-^^eelden , lampen, maar voornaamlyk een koftbaar kabinet oude munten. C*) l^y den Abc Dotigni, by Bardo-
ni,
(*J Hy heeft ’er de bcfchryving yan in drie deelcu uitgegeven,
O i. nbsp;nbsp;nbsp;waat-
-ocr page 342-tit)
Verona.
ni,en den Apotheeker Moreni,vindt men goede verzams-lingen van naturalia. De laatfte heeft inzonderheid de delf' ftoffen uit de nabuurfchap van Verona vlytig verzameld-De menigvuldige verzamelingen en liefhebberyen van allerlei foort zyn een bevvys , dat de weetenfchappen ennbsp;konden te Verona meer dan in veele andere Italiaanfchenbsp;deden geagt worden.
De tuin van den Graaf Giudi by Cadel Felice heed een heerlyke ligging op eene hoogte, van de welke mennbsp;de ftad en de gelieele landflreck niet zonder genoegen be-fchouweii kan. Men ziet hier inzonderheid voortrelfelyknnbsp;cypresfen.
fFeeien-
fchappen.
Verona heeft federt de oudde tyden veele geleerde mannen kunnen aanwyzen. Wy hebben reeds, by de datues van ’t Raadhuis, de vier oude Latynfche fchryvers opge-noeind , welken decze ftad onder haare medeborgers telt.nbsp;Onder de laateren gewaagen wy alleenlyk van Fracaftor,nbsp;een digcer en wiskundigen, en van Julius Ca-'far Scaliger,nbsp;die, in ’t jaar 1484. op het (lot Ripa, digt by Verona,nbsp;geboren , en onder de grqotde geleerden der vydiendenbsp;eeuw gerekend is.
De Kardinaal Norris, de darrenkundige Bianchini, zyn ook van Verona geboortig. Het ontbreekt ook hedendaagsnbsp;niet aan mannen , die groote geleerdheid bezitten. Denbsp;Abt Lorenzi wordt voor den beften imprevifatore, of dig-ter voor de vuift, gehouden. De Jefiiiet Xaverius Betti-nelli is wel eigenlyk een Manmaan, maar woont federtnbsp;eenige jaareu te Verona. Men rekent hem onder de beftlt;^nbsp;Italiaanfche digters. Hy heeft een’aartige fatire op dat foof^nbsp;van gedigteji, die in Italjen by alle plegtige gelegenheden
deö
waarvan twee de bcfchryving, en een de plaaten bevat, fntipa o T. Mffellit edita amp;. HUeSa, Veron:^ rfsr- in folio,
aanzienlyken lieden by geheele hoopen worden over-ë^geveii, gemaakt, en is de fchry ver van de in de nieuwe Jtaliaanfcbe letterkunde zeer bekende Lettere agli Arcadinbsp;Rema. Ook bezit hy een kabinet van naturalia.
De Marquis Piedemonti heeft verfcheiden dingen in •^igtinaat en profa gefchreven. Petrus en Hieronymus Bal-^erini zyn de uitgeevers van de werken van S. Zeno ennbsp;Deo. De Domheer en Graaf Jakob Dionifi heeft over denbsp;geefllyke oudheden gefchreven. Van den Graaf Antonionbsp;iVlontinari heeft men filofofifche verhandeiingen. Zevianinbsp;6n Dalla Bona zyn onder de bekwaamde geneeskundigennbsp;te rekenen.
De Jefuiet Toderini bezit eene verzameling van zeldzaa-®e penningen, vooral van de Gothifche koningen. Ook beeft hy met groote vlyt alle de medailles, op beroemde Je-fuieten gellagen, gezogt by een te brengen, welker aantalnbsp;sanzienlyker is, dan men vermoeden zoude.
De Abt Gaëtano Marzaglia is een bekend wiskundige te Verona, In den zelven tak heeft zig ook de Abt JofefTo-relli doen bemerken , en , behalven eenige eigene mathema-,nbsp;tifclie verhandelingen, de wecken van Archimedes uitgegeven. Antonius Maria Lorgna heeft verfcheiden dingennbsp;over de phyfica gefchreven, Hy is Profesfor in de krygs-fchool, in ’t jaar 1760. opgetigt. Hier worden vier ennbsp;twintig jonge edellieden in alle de daartoe behoorendewee-tcnfchappen onderwezen. Men vindt ’er alleen edelliedennbsp;kit het Venetiaanfche gebied in, w'ant de Venetiaanen zel-¦keti houden niet veel van den krygsdiend,
Verona heeft in Paolo Cagliari of Veronefe een der fitootfte fchilders der Venetiaanfche fchool voortgebragt.nbsp;^yne ryke en wel gekozene zamenftellingen, zyne geefiry-*nbsp;be uitvoering, en zyn aangenaam koloriet, deeden Guidonbsp;Zeggen, dat hy liefif Paul Veronefe zou zyn geweeft, in-
218
Verona, nbsp;nbsp;nbsp;onder de fchilders had moeten kiezen. Zyne vS'
derlyke Had heeft lang zo veel Hukken van hem niet aati' tewyzen als Venetien. In laater tyden heeft Verona i'*nbsp;BalcHra, den Graaf Rotari, en de beide Cignaroli góed«nbsp;meeflers voortgebragt. Giovanni Battifla Cignaroli beliooHnbsp;onder de befte Italiaanfche fchilders deezer eeuw, ten min'nbsp;ften uit de Venetiaanfche fchool, Hieronymus Campag’’*nbsp;was een bekwaam beeldhouwer, en San Michele een gfoo^nbsp;bouwmeefter.
Handel,
De handel van Verona beftaat, gelyk als in de andef® fteden van Loinbardyen , hoofdzaaklyk in zyde, dognbsp;wordt ook veel wol verwerkt. De zyden en wollen fa-brieken zullen 20000. menfchen te Verona werk verfchaf'nbsp;fen. De looyeryen van Verona zyn in grooten naain, zonbsp;dat ’er veel vellen en handfchoenen naar buitenslands ver'nbsp;zonden worden. Over ’t geheel bemerkt men veel leeveönbsp;en neering in de ftad. De inwooners zynvlytig, en ovet'nbsp;treffen in dit opzigt die van veele Italiaanfche fteden. Hetnbsp;land rondom brengt veel olie en wyn voort. De veetugtnbsp;is insgelyks aanzienlyk. De velden maaken een aangenaa*nbsp;me vertooning, wyl zy gedeeltelyk met haagen, gedeelte'nbsp;lyk met boomen ingeftoten zyn.
Zeedcn,
De inwooners van Verona zyn van een bevallig en g®' zellig karakter, en leiden meeft een ordentlyk leeven.nbsp;minften men hoort hier niet van zo veele buitenfpoorigh^'nbsp;den als te Venetien. In den karneval volgt men de Ven®'nbsp;•tiaanfche mode, en gaat den gantfchen dag met eennbsp;que en bauta. De Veroneezen zyn van een vrolyken s’*nbsp;leevendigen aart, waartoe de zuivere lugt van ’t gebefgt®nbsp;veelligt het m^eft toebrengt, aan de welke men ook d®
leevendige en frisfche kleur van mans en vrouwen moet to® fchryven. De vrouwen worden alhier voor de fchoonften n®quot;
•bet Venetiaanfche, en misfchien van geheel Italien, geboude®'
219
De landflreek van Verona heeft voor een liefhebber van ycronSt Hatuurlyke zeldzaamheden veel merkwaardigs. Seguier (*)nbsp;heeft de planten uit het gebied der flad befchreven. Denbsp;siineraale wateren van Caldiero worden zeer hoog gefchat.
2y liggen negen mylen van Verona naar den kant van Vicenza. De berg Baldo is den kruidkundigen door de be-fchryving bekend,welke Pona reeds in ’tjaar 1601.teAnt-'verpen daarvan heeft laaten drukken.
De groene Veronefifche aarde is eene donker aangenaame en duurzaame verw, die de oliefchilders garde.nbsp;gebruiken. Het is eigenlyk een zetfel, dat het water, metnbsp;koperdeelijes bezwangerd, in een kleiagtige aarde te rugnbsp;laat. De eigenfchappen deezer aarde zyn nog niet genoegnbsp;onderzogt. De gemelde Seguier zal zyn aanmerkingennbsp;daarover, zo wel als over andere merkwaardigheden vannbsp;de natuurlyke hillorie van Veroiia, der geleerde wereld me-dedeelen.
Deeze aarde wordt by ’t dorp Brentonico, dat in ’t van de Adige doorllroomde dal Val Lagarina , tegens het Tyrol-fche gebergte, ligt, gevonden. Het dorp hangt voor hetnbsp;tydelyke af van ’t fteedtje Roveredo, en is 27. mylen vannbsp;Verona af. Men noemt de aarde daarnaar te Verona ooknbsp;Terra verde di Brentonico. De aderen liggen aan den bergnbsp;Artilon, en zyn met kalkaartige lleenen bedekr. Zy zynnbsp;i'iet breed , maar tusfchen de reeten der rotfen in eenenbsp;grot, die als met verfcheide groene kleuren overtrokken
(*) Seguier. aan wien de geleerde wereld veel verpligting heeft, hield zig lang by den Marquis'Scipio MafFei op, en begaf zig nanbsp;den dood van dien heer naar Nimes, waar hy nog woont, en hetnbsp;fehooirlle kabinet van naiuialia, petiefaAa, en alles wat rondom Vc*nbsp;loaa merkwaardig is, bezit.
-ocr page 346-220
yerotia. is, aantetrefFen. Men werkt hier niet anders, dan waM^er
’er van die aarde gevraagd wordt.
Ferfleende nbsp;nbsp;nbsp;verfleeude visfchen, die een’ andere merkwaardig'
quot;^itfcben. nbsp;nbsp;nbsp;Verona zyii, vindt men op den berg Bolca.
dorp van dien naam ligt i8. mylen ooftwaards van Verona , op de grenzen van ’t gebied deezer flad en van dat van Vicenza, op den rug eens bergs, die blyken draagtnbsp;van eertyds vuur gefpogen te hebben. Eeiie myl van hisfnbsp;is een’ fteengroeve, waar fchoone plaaten gebroken wof'nbsp;den, die men Lajiare di Bolca (1) noemt, en in deezeonbsp;bevinden zig de afdrukken van visfchen. De gantfchenbsp;landftreek behoort den erfgenaamen van den Marquisnbsp;fei, die ze eenige jaaren voor zyn dood gekoft had.
Deeze plaaten hebben veel gelykheid met de witagtigö leyen , maar zyn byna zo hard als rots, en met geelbruinenbsp;aderen voorzien. ‘ Eenigen zyn meer dan een duim, an«nbsp;deren maar eenige linien dik. Men kan ze , gelyk hetnbsp;marienglas , in dunne bladen fplyten. Daar zyn Hukkennbsp;van eenige voeten langte.
De rug des bergs waar de plaaten gebroken worden, is veel langer, dan de ftreek waar de plaaten met de verlleende viS'nbsp;fchen gevonden worden, welke omtrent 600. fchreeden in ’tnbsp;vierkant 'houdt. Men breekt ze op ’t geval af, en fply’-ze naderhand met een beitel, ’t welk weinig moeite kort»nbsp;als zy eerft frifch uit den berg komen. De afdruk der vis1nbsp;fchen vertoont zig dan zo naauwkeurig, naamlyk op elkenbsp;helft der gefpleten plaat eene zyde van den vifch, dat mennbsp;duidelyk zien kan, welke vifch het geweeft is. Men on-derfcheidt zeer klaar den kop, de oogen, de vinnen,
graa-
Lajlata , of, gtlyk men hier zegt, Lada, beduidt een pla2
van fteen.
-ocr page 347-Sraaten, den ftaart en alles, wat elk'foort kafakterizeert. Egter ferona.
de eene afdruk veel fchooner en duidelyker dan de an*
*^ere. Men vindt ’er nooit die verheven zyn, maar de fi-Si'ur is altyd ingedrukt. In alle plaaten zyn geene zodani*
6e afdrukken van visfchen, maar by veelen doet men ver-6eefrche moeite. Daar wordt veel bekwaamheid gevorderd om de plaaten te fplyten, wyl by veelen de ligging der visfchen zig niet naar de fchigten der plaaten rigt. Mennbsp;lieefc de plaats, waar deeze plaaten met verfteeningen gevonden worden, taamlyk naauwkeurig doorzogt, uitgeno-iiïen tegens ’t ooften , waar de berg te fteil is.
Behalven de visfchen treft men hier ook afdrukken van Verfcheiden planten, maar geene fchelpen, aan. Men vindtnbsp;’'*1 groote, dan kleine visfchen, en allerlei foorten doornbsp;«en.
MANTUA.
Van Verona tot Mantua rekent men 24. mylen. Tien hiylen van Verona komt men door Filla Franca, waar denbsp;tnuuren van een oud groot flot te zien zyn. Vyf mylennbsp;Van hier verlaat men het Venetiaanfche gebied, ’t welknbsp;door de grensfteenen aangewezen wordt. Van Verona totnbsp;Rubella is de weg wat fleenagtig; egter liaan overal veelnbsp;^'oerbezieboomen. De laatfte zeven mylen van Rubellanbsp;Mantua tydt men door een landftreek, die ryk is innbsp;quot;'siden: het land wordt door veele kleine beeken en griften
f*) t)e aangehaalde Seguiet bezit over de veertig verfcheiden af-'•fukken van visfchen , in zulke plaaten van Boica. Hy heeft een Volftandige lyft van alle iöortcn van vislchcn, die men *er in vindt»nbsp;Bcmaakt. in *c Mnftnm Mufeardi ^ by VaUfnieti, ea MaSei,zya *esnbsp;«snigen van in pjaat te zien.
-ocr page 348-222
iJat}/ua. ten doorfneden, ’t welfe het zeer vrugtbaar maakt. Eer men in de Itad Mantua komt, rydt men tusfchen twaalfnbsp;watermolens door, die onder een foortvan bedekte gallerynbsp;aangelegd zyn.
Mantua,in ’t Italiaanfch Mantava,heeft omtrentloooo» invvooners. De ftad ligt in een meer, dat door de riviefnbsp;de Minch gemaakt wordt. (^*) Zy is dus door de natuufnbsp;wel verderkt, dog het ftaande water maakt de lugt in dennbsp;zomer en den herfd zeer ongezond. De Mantuaanfchenbsp;fchryvers , by voorbeeld , Platina , Equicola , Agnellonbsp;Maffei, gecvcn de dad voor ouder dan Romen uit, etnbsp;7.yn van meening, dat zy reeds driehonderd jaaren vroegernbsp;door de Etrusken is aangelegd. Zy was wegens haar god-fpraak beroemd , gelyk dan ook haar naam vannbsp;waarzeggerskond, af komen zou.
Na het verval van ’t Roomfche ryk was Mantua een ge-ruimen tyd een Republiek , egter onder de befcherming van den Duitfehen Keizer. Keizer Otto II. fchonk dénbsp;ftad aan Tedaldus, Graaf van Canofa, en ftiefvader varfnbsp;de bekende Graavin Mathildis, die ze van hem erfde. Naderhand ftond zy eenigen tyd onder de familie van Bona-colfi. Na dat Lodewyk Gonzaga den laatften van dat hui*nbsp;van kant geholpen had, nam hy in ’t jaar 1328., egratnbsp;met goedkeuring der inwooners , de regeering aan ,nbsp;zyn nakomelingen hebben ze onder den titel van Hertoge®nbsp;behouden.
De laatde Hertog uit dien (lam, Ferdinand Karei Got' zaga , omhelsde , ter gelegenheid van den oorlog o®
fpaanfehe opvolging, de Franfehe party, dog werd daar
om
(*) Ctaudianus belchryft ze in Sexto Conf. He»- nbsp;nbsp;nbsp;*‘0^8 gt;
eeggens -— tardmque meat»
223
uit zyn land verjaagd, en ftierf in ’t jaar 1708. te Jifaniun, ^ua. Het huis van Gonzaga is tot een natuurlyken zoon,nbsp;die als Prelaat te Romen woont , uitgeftorven, en hetnbsp;Hertogdom Mantua federt dien tyd in Ooftenrykfche han«nbsp;den geweelï.
Mantua is taamlyk wel gebouwd. De veRingwerken en de citadel zyn wel onderhouden, en gemeenlyk met 3000.nbsp;of 4000. man Keizerlyke troepen bezet. Men telt agtiiennbsp;kerspelkerken en veertien kloofters, waaruit men opmaa-ken kan, dat de plaats oiidtyds veel volkryker geweefl: is,nbsp;gelyk zy dan ook op ’t laatft der voorige eeuw 50000.nbsp;bwooners zou gehad hebben. Men moet zig daarovernbsp;verwonderen , wyl de Ingt des zomers zo ongezond is,nbsp;dat veele inwooners zig geduurende dien tyd op anderenbsp;plaatfen of op het land onthouden. Veelen hebben de ftadnbsp;daarom verbaten , vooral nu ’er geen hof meer is, en denbsp;handel weinig zeggen wil. (?)
Het is niet wel te begrypen, waarom men ’er op gevallen is, op eene zo zonderbaare, en in de daad uit hoofde der moerasfen zo nadeelige plaats, eene ftad te bouwen. Naar den kant van Cremona is het meer of moeras aoo. vadem , en naar dien van Verona byna 500. voetnbsp;hteed. Rondom is alles zo moerasfig, dat men maar vannbsp;^Wee kanten langs twee fmalle dyken aan de ftad komennbsp;han. Desongeagt fchynt de plaats bewoond en leeven-dig. Men vindt geen gras op de ftraaten, gelyk te Pifa.
winters is ’er ’t verblyf aangenaam. Men heeft ’er een Schouwburg.
Het
_ (*) Ecnyds was de zydehandel zeer aanzienlyk, en trok veel gelds ^ ‘t land , maar in den opvolgingskryg kreeg die een zwaareanbsp;oor. Virgilins befchryft den bloeycnden ftaat dér ftad lit. 10.
-ocr page 350-Mantua. Hot plan der fchoone Domkerk is van Julius Romanu?-Zy beflaat uit vyf fchepen, die op gekanneleerde koriti' omkerk. ,)jifche zuilen zonder piedettals rullen. De tweede ordetnbsp;in den middelgang beftaat uit roomfehe pilafters, tusfcheiinbsp;de welken venders en nisfen malkander verwisfelen. Hetnbsp;plan is over ’t geheel wat zwaar en plomp, egter heerfchcnbsp;’er een groote fmaak in.
In de eerde kapel ter regterhanJ heeft Guercino eef* wonderwerk van S. Aloifius gefchilderd. De heilig hadnbsp;een paard den voet afgehakt j om dien by een fmid te laa'nbsp;ten bedaan, en zet dien nu door het bloote teken van nnbsp;kruis weder aan. Het hoofd des heiligs is fchoon. Voornbsp;’t overige heeft het ftuk veel van zyn werking verloren,nbsp;wyl het te zwart geworden is. Ter flinkerhand der kapellsnbsp;van’cheilige fakrament, tegen over ’t orgel, hangt een welnbsp;geordonneerd, en in een groote manier getekend ftuk, vannbsp;Julius Romanus. Het ftelt Chridus voor, gelyk hy Petrusnbsp;cn Andreas tot het apodelampt beroept. Het koloriet isnbsp;niet natuurlyk. In de hovende fakridy ziet men eene verzoeking van S. Antonie door Paul Veronefe. De duivelnbsp;grypt hem by de keel, en een fchoon, maar wat dik uitgevallen vrouwmenfch houdt den heilig de hand vad, datnbsp;hy zig niet verweeren kan. Haar hoofd is meellerlyl^’nbsp;Het koloriet valt wat in ’t graauwe , en de tekeningnbsp;hier en daar onrigtig; over ’c geheel heeft het ftuk veelnbsp;geleden.
tf, /igaefe. In de kerk van S, Agnefe ziet men Chridus met de doornenkroon van Carlo Dolci , in de gewoons maniernbsp;van deezen meefter. De toren deezer kerk hangt overnbsp;zyde, ’t welk vermoedlyk den moerasfigen grond, waaropnbsp;Mantua gebouwd is, toegefchreven worden moet.
S.Andreci» S, Andrea is beroemd wegen haare relifttiien. Men be
alle
-ocr page 351-allé goede vrydagen met groote plegtigheid vertoond wordt,Mantutt, rtiaar ook het lichaam van S. Longinus, die het vergaderdnbsp;zou hebben. Veelen willen zelfs twyffelen, of S. Longinusnbsp;doit in de wereld gewèeft is, en gelooven dat deeze naamnbsp;allengskens uit het woordnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de lans, waartriede de
^yde des Heilands geopend is geworden, ontdaan is. Het nu als het wil, zo hééft gedagte reliquie van Cbridusnbsp;bloed den Hertog van Mantua, Vincent 1., gelegenheidnbsp;gegeven,by ’t uithuwlyken van zyn zoon Franciscus, innbsp;’t jaar 1608. de Ridderordet Sanguinis Cbrifli , of Re~nbsp;demtiomsfligten. Zybedaat uit twintig ridders, waarvan twaalf de fleutels, ieder van een byzönder dot aan denbsp;kad, daar de reliquie in bewaard wordt, hebben, zo datnbsp;de kaft niet dan in byzyn van allen kan geopend worden.
In eene kapel ter (linkerhand ziet men het borftbeeld Van Andréas Mantegna. (*) In plaats van de oogappelennbsp;Waren ’er voorheen kleine diamanten in, dog nu zyn zynbsp;’er uit. Het is taamlyk natuutlyk , maar wat droog uitge-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Voerd. Men leeft’er onder:
Esfe parem naris, fi non prapenis /ipelli,
Aenea Mantinia qui Jimulacra siidest
Op de vloer (laat : Osfa Andrea Mantinia famoRsfimi Piiloris cum duobus filiis in fepulcro per Andream Manti-
niani
, (•) Andreas Mantegna wds een leerling van Squatcione, en werd **'tnieeftcr van den grooten Cotregio. Hy werd in 14^1. geboren,nbsp;in 1^17. en fchreef over de bouwkonft. Alzo hy cenigen vannbsp;eigene Ichildciyen in pJaat gebragt heeft , willen de Italiaanconbsp;¦em gaarne tot den uitvinder der graveetkonft maaken, zonder daarnbsp;^'quot;O'gzaameu grond toe te hebben. Ondertusfehen kan men hemnbsp;,' 8®'vco _ (jjt hy Yccl tot verbetering en uiibteiding dier konfltnbsp;oeefi toegébtagt.
yi. Deel.
-ocr page 352-Mantua, tiiam nepotem ex filio conjirudo repo/ita. 1560, De geboorte van Joannes den Dooper op’t altaar deezer kapel is van gedagten Mantegna gefchilderd. Het is een fchoon ftuk,nbsp;maar droog gefchilderd; egter heerfcht in de Elifabeth eennbsp;goede uitdrukking.
By de Dominikaanen ziet men het marmeren gedenkfluk van Petrus Strozzi. Hier ligt ook Joannes de Medicis, denbsp;vader van Cosinus, eerften Groothertog van Florence, be*nbsp;graven, zonder dat men weet op welke plaats.
S. Mauri-tiu%.
In de Theatynerkerk van S, Mauritius ziet men op het altaar ter regterhand eene verkondiging van Maria, doornbsp;Lodewyk Caracci. Het hoofd van Maria heeft veel naifs;nbsp;maar haar beeld en dat van den engel zyn beiden te lang*nbsp;In de derde kapel van ’t regter zydfchip hangt het marte-laarfchap van S. Margaretha, door Hannibal Caracci welnbsp;gefchilderd, Egter berispt men’er aan, en met regt, denbsp;beelden der toekykers, die door de lyft der fchüdery worden doorgefneden. In de andere kapel ter fiinkerzydenbsp;heeft Lodewyk Caracci de twee hoeken van ’t gewulf ionbsp;een goede manier gefchilderd; In den eenen (Iaat S. Jan»nbsp;en in de anderen S. Franciscus in de woellyn. Een enge^nbsp;fpeelt voor den laatften op de viool.
S. Urfula.
Op het hoofdaltaar der kerk van S. Urfula ziet men deit marteldood deezer heilige en haarer gezellinnen, door Bo*nbsp;dewyk Caracci. Het (luk is goed getekend, en de heilig®nbsp;is fchoon ; maar in veele opzigten is de werking gebrek'nbsp;lyk. Het koloriet kan men niet (legt noemen; egternbsp;het niet natuurlyk. De zamenftelling is goed, maar watnbsp;onregelmaatig.
jefuieten
kerk.
By de Jefuieten ziet men op ’t koor eene verheerlykmg van ChriSus door Rubens. De meefter heeft, naar he^nbsp;voorbeeld van Raphaè‘1 , eenen bezetenen in t ftuk g®”nbsp;hragt} maar egter eeoe geheel andere ordonnantie,
-ocr page 353-227
’tellingen, en andere karakters genomen, geene *fdeeling in de zamenrtelling, gelyk Raphael, gemaakt, maar hetnbsp;bywerk met bet hoofdvoorwerp beter verbonden. De ordonnantie is voorireflyk , maar het koloriet wat te hard.
Het middelde (luk op ’’t koor verbeeldt de Hertoglyke familie , die de Drieëenheid aanroept, De ordonnantie is Zo goed als zy heeft kunnen zyn, wyl de meefter portrai.nbsp;ten fchilderen moert, en dus gebonden was. Da kleede*nbsp;ren zyn bard en buitenlpoorig. In de ordonnantie van hetnbsp;ftuk van Chrirtus\doop vertoont zig veel vuurs en eenenbsp;goede houding, fchoon het koloriet wat grof en ruw is.
De beelden van Chtirtus en de engelen vallen te veel in ’t rood , en S. Jan , nevens anderen, die zig willen doeanbsp;doopen, zyn te zwart.
In de fakrirty ziet men S. Franciscns Regis met een kru-cifix in de hand, van Spagnolet piquant gefchilderd, maar niet fraai getekend. In ’t jaar 1758. hebben de Jefuictennbsp;op hun kloofter een ftevigen toren van vetfcheiden verdiepingen doen zetten, die toe een obfecvatorium dient. Hetnbsp;heeft een beweegbaar dak, zo dat men de opening naarnbsp;alle kanten van den kemel draayen kan. Men overzietnbsp;van deeze hoogte den geheelen gezigteinder, en heeftnbsp;een aangenaam uitzigt. Do JeluietMari, Profesfor in denbsp;mathelis by de Univerfiteit, heeft 'er ’t opzigt over,
De kerk van S. Tberepa heeft een altaar met een tamp;hit-S.TbereJia, nakel, dat van agaach en ’t fcltoonfte marmer voortrefiyknbsp;gewerkt is. Op de zyden (laan ftandbqelden.
De kerk van ’t veertiguurige gebed beeft eene fchoo-lie voorzyde, goede fchilderyen, en agt ftandbeelden van gips door Barbarigo , die David , Salomon , en eenigenbsp;profeeten vooiftellen. By den ingang ftaan van buitennbsp;een paar ftatues, cn een basreliëf vao de verkondiging aannbsp;üaria.
Mantua.
Hertoshk
Paleis.
Palazzo
della
Ciuftizia.
Foerjieden,
Het Hertoglyke Paleis te Mantua is een ruim gebouw, maar oud, en zonder den minften fmaak, De voorheennbsp;beroemde fchat- en konfikamer, waaraan de Hertogen eennbsp;millioen vérfpild hadden, werd by de verovering des Kei-zerlyken Generaals Colalto in ’t jaar löso. geplonderd^nbsp;Alle de merkwaardigheden werden een prooi der foldaa-ten, en op een liederlyke vvys verkwifi:. (1} Een deelnbsp;van de pragtige fchildergallery geraakte naar Praag, waarnbsp;de Koningin Chriftina ze koft, en mede naar Romen nam-In die ftad is zy zo lang gebleven, tot dat ze de Hertognbsp;van Orleans , Regent van Frankryk, voor ’t Palais Roialnbsp;te Parys koft. Men ziet van de oude kodbaarheden nognbsp;eenige fehoone kallen en tafels van ingelegd marmer.
De zolderllukken der gallery worden voor werken van 3uVms Romanus uitgegeven, en wel voornaamlyk de vergadering der Goden, de wapenen van Aurora en PhoebuSinbsp;Het (luk van Aurora doet buitengemeen veel werking. Denbsp;paarden zyn vol van beweeging en vuur. In een anderenbsp;zaal ziet men den val der Titans, die den hemel willennbsp;beftormen. De zaraenflelling is zinryk en de tekening innbsp;een groote manier. Zy fcbynt veel van de Vcneiiaanfebenbsp;fcbool te hebben.
Palazzo della Giuflizia heeft een ongemeen groote zaal, en in den muur (laat een middelmaatig beeld van Virgilius^nbsp;Onder de paleizen van byzondere heeren zyn die van Valenti, Sorti, en den Graaf Manzelli de fchoonden.
Mantua heeft aan geene zyde van ’t meer verfcheideti voorlieden. Twee hoofdbruggen. Ponte de MoHni ennbsp;¦S', Giorgio, deelen het meer in het hovende, middelde,
ea
Men VcrKaalf, dal een eenige Ibldaat een buit van 8ogo. dukaa-ten naaakte , en die op ecnen avond weder verrpesllt;l^gt; waarom d1 Cqnciaal Colalto hem den volgenden dag deed ophangen.
-ocr page 355-225).
en benedenfte deel : het meer aan de andere zyde Logo di Painolo. Gedagte bruggen dienen tot gemeenfchapnbsp;met de voorfteden. Tegens ’t noorden \\giBorgoFortezza,nbsp;met een taamlyk wel onderhondene citadel; tegens ’tnbsp;noordooften Borgo di S. Giorgio, en tegens ’t zuiden Barge Cerefe , of il T. Naar de laatfte voordad gaat mennbsp;door de Paria Virgiliana, waarop het borftbeeld van Vir-gilius flaat.
Een half kwartieruurs van daar ligt il Palazzo del T. ^Paleis T, ’t welk dien naam heefc 0111 dat het een Latynfche T. ge-lykt. Julius Roraanus maakte het bedek ’er van. De plaatsnbsp;beftaat uit vier gebouwen van dorifche order. Aan ’t' ein.nbsp;de van de zelve is eene gallery, die ze van den juin afzondert , en ook volgens dorifche order , maar met tanbsp;Veel fieraaden, aangelegd is. Aan ’t gewelf zyn drie fchil-deryen op natten kalk van Julius Romanus,die,zo wel alsnbsp;die in den hoek van den zelven meefter, door de onvoor-Zigtigheid der foldaaten zeer befchadigd zyn geworden. Zynbsp;verbeelden voorwerpen uit de hidorie van David.
In de eerde kamer ter regterhand is het dukadoorwerk aan ’t gewelf en de friezen van Primaticcio, en fraai ontworpen. Het verbeeldt optogten van foldaaten , en allerlei krygsverrigtingen.
liet fchilderwerk op natten kalk van de andere.kamer is Van Julius Romanus. In ’t midden zit een held, die hemnbsp;in een kaft gebragte boeken doet verbranden. Het is ge-lyk een antiek basreliëf geordonneerd, en in een grootenbsp;manier getekend. Het vleefch valt zeer in ’t fteenkleurige,nbsp;het koloriet in de kleederen is te fcherp. Over ’t algemeen is de houding gebrekkig.
In de derde kamer bemerkt men de fchoonfte fchilderyen vandeezeu meefter ,naamlyk den val van Phaëton, de overwinning van Jupiter over de reuzen,die den hemel- beftor-P 3
-ocr page 356-fHantua. ™sn. De muuren en de zolder maaken als maar eene fchildery uit. De ordonnantie is ontzaglyk, en de groepen zyn wel uitgedagt, maar de houding isgebreklyk. Denbsp;tekening is wat gemanierd, het koloriet te rood, en denbsp;uitdrukking wat buitenlpoorig. Jupiter heef: niets edels.nbsp;Desongeagt houdt men het voor ’t meeftertluk van Juliusnbsp;Romanus. Het gevalt niet zo zeer door het aangenaame,nbsp;•als door het groote en kragtige van ’t geheel. Alle de Goden zyn ill beweeging, en de winden woeden van allsnbsp;kanten. De Titans liggen op den grond, en Briareus alleen zit in een hol. Piuto, van de Furiën omgeeven, fiaatnbsp;voor den fchoorlleen.
^ nbsp;nbsp;nbsp;In de vakken der zolder van de eerde kamer ter (linker
hand heeft Julius Romauus allerlei jagtan , visfeheryen, pude offerplegtighaden , en góden gefchilderd. De gevangenis boven ’t vender zou hy, geduurende den tyd dathynbsp;hier op Hertoglyk bevel opgefloten zat, gefchilderd hebben. Vecle beelden zyn in Raphaels manier, en naar antieken fmaak, maar buitenfpoorig, en gedeeltelyk onrigtignbsp;en rood gefchilderd. Egter ontbreekt het niet aan byzon-tdere fchootlheden.
Aan de muuren van de tweede kamer ziet men de brui* loft van Pfyche van den zelven meeder. Op ’t eerde gs*nbsp;zigt zou men het voor een bacchusfeeft houden. De or-
{•) Dit merkwaardige fiuk heeft Pictro Santi Bartoli op agt bladen print gebragt, onder den titel; Clove die fulmtaa i altre Delta , dlplnto ia Maatova nel Palaxtoo Ducale chlaeeiato tl Ttnbsp;Verders heeft men van dit Paleis het volgende vteiU.,
£ttjli Mantuam adcuntls prpfedln at trittmphtes ex archetype Jalll Pe martl ia Palatio qnod dd T. nuncupatar , plajiica fitdptara elahoratM’” gt;.nbsp;tft^ite ex vetert cxtmplari e P- S, quot;BartoU tradaSo’quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;Pelledt
zé. bladen.
-ocr page 357-23t
ionnamie is fchoon , vol vuurs en uitdrukkings, alleen Matilne, is ’t jammer dat her koloriet te rood nitvalt. Voor dennbsp;fchoorfteeu heeft hy Acis en Galathea gefchilderd, voornbsp;l^olyphemus vlugtende. De voorRellingen in de vakkennbsp;der zolder zyn allen betreklyk op de hiftorie van Pfyche.
Zy zyn van Julius Romanits en zyne leerlingen gefchilderd , maar wyken zeer van Raphaels fchoon af. De fchaduvven zyn te bruin , en de ligte partyen vallen tenbsp;veel ill ’t violette. De tekening is ook zo vaftniet, alsnbsp;jnen van deezen meefler verwagten zou.
Op de flinker zyde ligt ten einde des tuins een foorc van ppene zaal, aan welker wanden en zolder Julius Ro-manus de verfchillende toevallen van ’t menfchlyke leevennbsp;gefchilderd heeft. De kamer voor deeze zaal is met aarti-ge grotesques befchilderd.
Julius Romanus , de maaker van alle deeze fchoone konflflukken, flierf in 't jaar 1546. te Mantua, en ligt mR-omanus,nbsp;de Servietenkerk van S. Barnabas begraven , zonder datnbsp;men de regte plaats weete aantewyzen. By deeze kerknbsp;{laat ook zyn gewezen huis, welks architektuurvan boerfchnbsp;werk is. Boven de deur ziet men een fchoon ftandbeeldnbsp;van Mercurius. Tegen over flaat bét uitgeftrekte Paleisnbsp;Gonzaga, dat insgelyks van zyn beftek is. De voorzydenbsp;geeft een bevvys van zyn genie. Gelykvloers is het vannbsp;boerfch werk, daarop volgt een ry van reusagtige grotesque beelden, die dorifche zuilen draagen. Men treft innbsp;dit Paleis veel fchoone fchilderyen aan , onder anderennbsp;eene van Tintoret gefchilderde zolder , die den roof vannbsp;^anymedes voorftelt.
Als men de Porta Virgiliana uit rydt,ligt ter flinker hand *wee mylen van de flad de Hertoglyke menagerie, Firgi-hana genaamd. Daar is niets byzonders te zien; alleen
P 4 nbsp;nbsp;nbsp;fpree •
-ocr page 358-332
iiantua. ^preeken wy ’er van, om dat men voorgeeft, dat Virgillus zig hier dikwyls in eene grot opgehouden hebbe. Digtnbsp;daarby ligt het dorp Pietola, oudtyds Andes, de geboorteplaats van dien beroemden digter. Alzo de minlien toennbsp;ter tyde deeze plaats kenden, heeft Virgüius liever het na-by liggende Mantua als zyne geboorteliad bezongen.
Primus Idtmisas rcfcratn libi, Mantua, pahnas.
jfTfg nbsp;nbsp;nbsp;Om van Mantua naar Brefcia te komen moet men jo*
BreJ'cia, mylen noordwaards terug tot by Pefchiera. In den omtrek van Caftel Nuovo treft men veele moerbezieplaiueryen, tfnbsp;een (leenagtigen grond aan,
Pefchiera. Pefchiera is eene kleine veiling, 15. mylen van Verona, en IJ. van Brefcia, welke men vvil den Venetiaaneti 33000000. gekoll te hebben. Zy ligt aan ’t Lago di Garda, aan het fpits, waar de Mincio uit het zelve naar Mantua vloeit.
Lago di Garda,
Het Lago di Garda, welks oevers men van Pefchiera ter langte van 30. Italiaanfche mylen volgt, heette eertydsnbsp;Benacus. Virgilius gedenkt het te gelyk met het meernbsp;tegenwoordig Lago di Como. Hy befchryft het eerde alsnbsp;ftormagtig; (*) en het is waar, dat de wervelwinden vaOnbsp;’t nabuurige gebergte het plotslings in beweeging breu'nbsp;gen, en golven, gelyk als op zee, veroorzaaken kunnen-Op eenigen afftand ziét men een half eiland, ’t welk Catullus als een verruklyk verblyf onder den, naam van Sif'
trJo
(*)
Tl?, hdirl maxime tec^ue
Fludihu$ fremitn asJitr^enS) quot;Benace manno*
Geor^. II. 159»
-ocr page 359-233
Ci) befchryft, Eenige ruinen, die ’er nog over zyn ^ManUiHr 'Vorden grotten van Catullus genoemd.
De gantfche weltlyke zyde des meers, Riviera di Sah Senaamd , is wegens haar heerlyke ligging, en fchoonenbsp;landsdouwe beroemd. Men ziet hier veel oranje en ci-troenboomen. De gantfche oever is fterk met menfche^inbsp;^2zet, en om zyne vrugtbaarheid vlytig bebouwd. Naarnbsp;den kant van Brefcia treft men koper- en yZermynen, yzer-fmederyen, en veele papiermolens aan, die allen tot hetnbsp;Brefciaanfche gebied behooren. De bewoonders deèzeanbsp;bekoorlyke landüreek leevep hier veilig en gerutl; , ennbsp;Worden door de regeering van Venetien in hunne welvaartnbsp;niet onderdrukt, Men fcheidt ongaarn van deeze heerlykenbsp;Oevers.
De visfchery in dit meer is omtrent vpor 7000. daalders verpagt. De vifch is door geheel Italien om zyn •trefiyken fmaak beroemd, en daarom duur. Het pond fci-tellen van 32. loot geldt te Pefchiera omtrent 17, duiversnbsp;Hollandfch, en de aal ö. of 7. duivers.
De. podweg naar Brefcia gaat over Dizenzano, dat aan den oever des meers 7|-. myl van Brefcja ligt, over Lima,-to en Ponte di S. Mqrco.
Als men met een Vetturino van Verona naar Brefcia cva/rg/i,?. gaat, kan men den weg o\qx Cafliglione, Cajlrum Stiiico-ne.
^is, neemen. Om deeze dad van anderen die den zelven haam draagen te onderfcheiden, noemt men ze delle Sti-’’^iere, Zy heeft omtrent 4000. of 5000. inwooners, ennbsp;J^ehoort aan ’t huis van Ooftenryk , maat was voorheen
de
ft) nbsp;nbsp;nbsp;gt; Sïrmto ^ infularttm^ue
OcelUy quascunfj**^ in li^uentihus ^Arie^tit vajlo fert utet^tte Neptumts,nbsp;te libentcTfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iatMs
P5
-ocr page 360-Bfanltta, hoofdplaats van een klein prinsdom van de familie vaQ Gonzaga. De laaifte Vorft moert ze wegens een’ oploopnbsp;der inwoóners verlaaten ; de Keizer nam ze in bezit,nbsp;bood aan, den Vorft een jaarlykfch inkomen te geeveo,nbsp;’t welk deeze egter nooit aanneemen wilde. De inkom'nbsp;ften werden alle jaaren opgelegd, om ze den Vorft, naafnbsp;welgevallen, te geeven. Dog in den zwaaren oorlog van imfnbsp;huis van Ooftenryk in ’t jaar 1745. werd het geld tot aO'nbsp;dere ei^dens gebruikt, en het land bleef in de handen defnbsp;Keizerinne Maria Therefia.
Cartiglione is, in plaats van muuren, met tuinen offl-geeven. Voorheen had het een ftot op de hoogte, ’twejk de Franfchen in den opvo'gingsoorlog, omdat de Vorft vannbsp;de Ooftenrykfche party was, ftegteden. In dit (lot werdnbsp;S. Lodewyk Gonzaga in ’t jaar 15Ó8. geboren. Hy tradnbsp;zeer jong in de order der Jefuiecen, en werd zulk een heilig , dat hy veertien jaaren na zyn dood, die in 1591*nbsp;voorviel, maar drie en twintig jaaren oud zynde, gekano-nizeerd werd. Zyn broeder was toen Keizerlyke gezanfnbsp;te Romen, en zyn’ moeder had de eer, haar’ zoon alsnbsp;heilig in de kerken te zien hangen en aanbidden.
Op de markt te Cartiglione ziet men een fontein, met het rtandbeeld van een jong meisje verfierd is.nbsp;heette Calubina, en was ongemeen fclioon. Haar bruid*'nbsp;gom , dien zy met goedkeuring haarer ouderen gekozennbsp;had, kon den trouwdag niet afwagten, en verlangde dingen van haar, die zy hem niet dan na den zelven toeftaznnbsp;moert. Zy bood zynen aanvallen den moedigden wedernbsp;fland, zo dat hy, ziende zyn oogmerk niet te bereiken gt;nbsp;in eene heftige woede kwam, en haar doorrtak. De vornbsp;van Gonzaga deed den misdaadigen vlerendeelen ,nbsp;penning ter eere van het meisje (laan, en haar het gem*nbsp;de ftandbeeld oprigtèn , met het onderfcbrift,
é*
-ocr page 361-535
Caluèifiis, quod maluerit mort qumn foederi, De vwec Manfutt^ woorden zyn niet meer leesbaar.
Van Caftiglione tot Brefcia zyn 24. Italiaanfche mylen, men met een voerman gemaklyk in zes uurcn afleggennbsp;De weg is zeer bekoorlyk ter wederzyde ziet mennbsp;^liets dan boomen, weiden, beeken, gelyk in de meeftenbsp;^feeken van Lombardycn. De wynftokken flingeren zignbsp;Om de moerbezieboomen, en maaken, van den eenennaarnbsp;den anderen loopende, een aangenaam lommer. Op dee-. 2e wys trekt men een dubbeld voordeel van den grond,
2onder dat de zaailanden, die onder en tusfchen de boo-toen liggen, daar door benadeeld worden.
Brefcia , (*) in ’t Latyn Brixia, heeft omtrent drie *'’ylen in den omtrek, en tusfchen de 30000. en 35000.nbsp;hielen. Het ligt op de breedte van 45. graaden, 30. mi-buuten en 22. fekonden. De fiad heeft welvaarende, eij
voor
{*) Dit artikel is uit La Lande en andere reizigers en myne ei» 6enc opmerkingen fzameugetrokken , gelvk Bielcia voor het grootftnbsp;tgt;ugeluk van den 18. Auguftus 1769. ’er uiizag. Dien dag flocg denbsp;hu xem in ’t kruidmagazyo van S. Nazaro, waardoor 2.4000. bus.nbsp;Ittnid in de lugt vloogcn. Meer dan vierhonderd gebouwen werdennbsp;'t door veiwoell, en over de twee duizend menfehen kwamen omnbsp;** leeven. Alzo men niet net weet , welken van de aangewezenenbsp;gebouwen en kerken geleden hebben, zo heeft men de befchryvingnbsp;gelaten , gelyk zy op den voormaaligcn toeftand der ftad paft.nbsp;B'n reiziger zal op de plaais zelve beft ondertigting daarvan ktygennbsp;kunnen. Ondertusfehen zullen wy het deel der ftad,dat, volgens dcnbsp;koeranten!, het meeft geleden heeft aanwyzen. Het is de nabumfehapnbsp;Van Santa Croce, S. Domenico, S. Cüfmo, S. Eufamia, S. Carlo, gUnbsp;Angli, S. Lotenzo, by de Benediktynen, en ‘t Spiral Cala di Die.
-ocr page 362-Brifcia. voor een gedeelte ryke ingezetenen. Zy genie: eene gö’ lukkige ligging in eene ongemeen vrugtbaaie landsdouw^nbsp;jPe weg by Brefcia is fchoon, en het binnenfte dernbsp;bevalt niet ipinder. Om deeze voordeelen pleegt me*’nbsp;ze de bruid van Venetien, Ia fpofa di Fenezia , te no?'nbsp;men.
gt; De fchryvers zyn niet eens omtrent haaren oorfprong» en daar zyn zeven verfchillende meeningen omtrent. VeS'nbsp;leii maaken Hercules tot eerden ftigter. Zonder ons ii*nbsp;deezen twill intelaaten, merken wy llcgts uit Livius aai’»nbsp;dat de Gallifche veldheer Brennus ze herbouwd , en Hnbsp;daarvan den naam Brefcia bekomen heeft. In ’t vervolgnbsp;was zy den Romeinen, tot den inval der barbaaren toe»nbsp;zeer getrouw. Uit een paar oude opfchriften , die mequot;nbsp;in de Domkerk en die van S. Nazaro ziet , blykt , datnbsp;zy eene Roomfche kolonie was, en uit verfcheiden’ afl'nbsp;deren, dat zy aanzienlyke vryhcden en voorregten genQ'nbsp;ten heeft.
In den aanvang der vyfde eeuw rverd Brefcia meereO' deels door de Gothen afgebrand , en in ’t midden di^^nbsp;eeuw door Attila veroverd. Daarop bezaten de Lontbai'nbsp;difche koningen de Had. Agiltilf en Theodeliiide bouwde”nbsp;de P.otonda of Maria maggiore, welke de oude Dofflkei^nbsp;genoemd wordt. Karei de Groote bemagtigde ze ,nbsp;bouwde de kerk van S. Dionyfius.
Geduurende de oneenigheden der Keizerlyke en PaiislH' ke aanhangen in de middeleeuwen moell Brefcia veelnbsp;flaan, en had eens binnen agt en twintig jaaren zeven vef^nbsp;fcheiden Heeren. Keizer Henrik VI. plonderde de flad»nbsp;daarop raakte zy in’c jaar 1224. den dwingeland EzzelW^’nbsp;dien wy te Verona en Padua hebben doen kennen,nbsp;handen. In ’t jaar 1337. werd zy door een Hertog vn'’nbsp;Verona uit het gellagt van Scaliger bézeten. Een tyd
ivii
-ocr page 363-zy onder gehoorzaamheid van de Hertogen van Brefci/t» ^an : maar wanneer Hertog Philippus Maria Visconti denbsp;^resciaanen te veel plaagde, zonden zy gezanten aan denbsp;^*^netiaaiien en onderwierpen zig aan hun. In’t jaar 1512.
Gallon de Foix in naam van Lodewyk XII. Koning ^ttn Frankryk, de Had den Venetiaanen af, by welke gele-Ssnhcid zy geplonderd, en op ’t wreedRe verwoed werd.
^ier jaaren lanter hernamen de Venetiaanen ze, en fcderc ïyn zy in ’t gernde bezit daar van gebleven. In ’t jaarnbsp;gt;478. werd de Had door een peil, waaraan 05000. men-^chen dierven, en op nieuws in ’t jaar 1524. bezogt. Innbsp;’t jaar 1550. flecpten de kinderpokken binnen een halfjaarnbsp;*2000. menfchen weg. Het laatde ongeluk der dad overtomen is dat van het fpringen van ’t kruidmagazyn in ’cnbsp;i^ar 17Ó9.
Brefcia (*) is met mnuren , breede graften, en een '*’2!, die tot een aangenaame wandeling dient, omgeeven.
Be (lad heeft vyf poorten , die ten deele we! gebouwd *yn. Men telt in de ftad en de voordeden negentien kers-Pelkcrken, en zeven en dertig klooders. De kleine riviernbsp;Barza droomt door de dad. Eenige draaten zyn fchoonnbsp;lynregt, fchoon ’er weinig aanzienlyke paleizen op liaan,nbsp;dad heeft verfcheiden’ openlyke pleinen , onder danbsp;quot;'^Iken dat voor het Raadhuis het aanzienlykd, en metnbsp;Ballgfygn en koopmansgew'elven omgeeven is.
Bet dot ligt op eene hoogte, Colle Cigneo, of RoccaHetfiot^ ^‘‘cuiea genaamd, en wordt voor eene der fterkde plaat-
fen
^ ^ ) De Graaf Lodewyk Chizzola heeft eene goede befchryving konftwerken doen drukken, die ten ti-ij.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lc pittnre e ftitltors di Tircfcia, 176a, io quarto. Averoi-
«a kquot;” nbsp;nbsp;nbsp;befchryving van uitgegeven, die cgtec zo goed
vtuikbaat niet is.
-ocr page 364-irlfcia, 5 nbsp;nbsp;nbsp;de Venetiaanen hebben, gehouden, waarom’er oo^
a'.tyd eene bezetting van 500, man in ligt* Men noem* het il Falcone di Lombardia. Het is van gehouwen fteS'nbsp;nen gebouwd, en maakt'de geheele fterkte der ftad n'f'nbsp;fchoon het ligt te bedwingen zyn zoude, alzo het van de’’nbsp;berg kan bellreken worden. Van den torgn des flots, 0'nbsp;rabelle genaamd, heeft men een der heerlykfte uitzigr*^**nbsp;over de voortreflyke landsdouwe. Men ziet rondom a^eSnbsp;met Ronchi, zo noemt men de landhuizen op ’t gebergte»nbsp;en met Brede, dat is landhuizen op de vlakte,als bezaaid*nbsp;Alle welvaarende menfchen hebben zodanige landhuizen»nbsp;en men pleegt zig des avonds met wandelen op die plaatfeönbsp;te verluftigen.
Demherk, De Domkerk van Brefcia is een aanzienlyk gebouw, da^ reeds in ’t jaar 1605. begonnen werd. Herbouwen gin^nbsp;zeer langzaam voort, totdat de geleerde Kardinaal Quid'nbsp;i)i Disfchop wierd , en daar aanzienlyke fommen aan be'nbsp;fteedde. Men heeft deswegens uit. dankbaarheid in 'c ja^'nbsp;*737* zyn borflbeeld in de kerk, en in ’t jaar 1752. 00^nbsp;buiten aan de voorzyde , gefielde Het gebouw is vannbsp;fchoonen witten fleen, die te Bottefino Matina, vier «ƒ'nbsp;ien van de ftad, gebroken wordt. Hy is kalkaartig»nbsp;komt naby aan ’t marmer, dog is zo fyn niet, en alsnbsp;onvolmaakt marmer aantezien. De groote zuilennbsp;maar uit drie flukken. Men bemerkt van binnen i”nbsp;kerk eene al te ryke en opgefmukte architektuur naar d^®nbsp;nieuwen fmaak. De order is korinthifch, allenthalvennbsp;men flatues , basreliëfs, en andere fieraaden. Men ka®
ze in dit opzigt onder de vooruaamfle kerken van rekenen.
Itaii®”
*39
, dat het dat zelve kruis is, dat aan Keizer Konftan Brefcia, *yn in den flag tegens Maxeinius verfcbenen is. Anderen,nbsp;meenen wat fchranderer zyn, zeggen, dat het op diennbsp;*yd naar dat kruis is nagemaakt.
De Bisfchop van Brefcia heeft omtrent 9000. Duitfche daalders aan inkomen. De Kardinaal Quirini had bovennbsp;nog aanzienlyke inkomften , die hy , ten voordeelenbsp;Van Brefcia, aan de bibliotheek, en andere goede inrig*nbsp;lingen in de ftad befteedde.
Op de Plaats voor de Domkerk hei Palazzo pu-ilico, of het Raadhuis. Het werd in ’t jaar 1492. op de plaats eens ouden tempels van Vulkaan gebouwd, en isnbsp;'’og een aanzienlyk gebouw, hoewel het in’t jaar 1575.nbsp;®fbrandde. De langte bedraagt byna 150. voet. Op denbsp;2yde naar de Plaats flaan vier korinthifche zuilen uit eennbsp;^uk. Het gebouw is gedeeltelyk van de arcliitektuur vannbsp;^alladio. Hier zyn alle de regtbanken. De Raad der fladlnbsp;Vergadert hier alle dagen, maar de groote Raad alleen illnbsp;blaart en Auguflus. P.Ien vindt hier verfcheiden goedenbsp;^childeryen, onder anderen eene Maria met het flaapendenbsp;'iind , welke Guido wordt toegefchreven, maar geen origineel fchynt te zyn.
Het Bisfchopiyke Paleis is een groot gebouw. In een ^nis niet ver van daar is de publieke bibliotheek, doornbsp;^®n Kardinaal Quirini gelligt , die vier dagen in danbsp;'Veek voor ieders gebruik open (laat, en des zomers wordennbsp;*lle donderdagen natuurkundige proeven gedaan.
Op deeze Plaats ligt ook de Cangrega, welke eene broe-^^'Ichap behoort, die veel inkomen heeft, en datten befte ^6r armen aan wendt.
Carit^ of de kerk delle Convertitf heeft verfcheidea €oede fchiideryen, en onder anderen eeo naauwkeurig mo-
H van ’t heilige huis ts Loreuo.
m
-ocr page 366-Sriteia. nbsp;nbsp;nbsp;kleirie Plaats San Zen gWt »
komt men aan de huizen Martiningo Cefaresco en Gaquot;*' bara , die wegens hun architeluuur en de daarin zyn*^^nbsp;goede fchilderyen verdienen opgemerkt te worden.
•S'. Ciulia is in 1599. op de Plaats eener reeds van Lombarden geftigte kerk van dien haam gebouwd.nbsp;heeft, veel goede fchilderyen, inzonderheid eene verhef'quot;'nbsp;lyking van Cbriftus door Julius Cmfar Procaccini.nbsp;mangelt ’er ook niet aan beroemde reliquien. Van hier ka'^nbsp;men het (lot gaan bezigtigen, zig dan naar de weftzy'^^nbsp;der ftad wenden, om eeriige goede kerken met fchilderyerf»nbsp;als S. Giorgio', S. Ginfeppe, S. Fauflino, en die der Kar-meiietert te gaan zien. In de laatfle heeft Guercino eendnbsp;Maria met het kind, S.^Matthias, en een’ iii ’t wiigeklee*nbsp;den monnik gefchilderd.
Le Grazie of de Jefuietetlkerk Is van eene zónderbaard en floute arcbitcktuur. De gewelven der drie fchepednbsp;ruften op kleine vry ftaande zuilen, en zyn met veel verquot;nbsp;guld ftukadoorfel verfierd. Men bemerkt ook verrcbeidednbsp;goede fchilderyen, by voorbeeld, het martelaarfchap va^nbsp;S. Barbara door Petrus Rofa , een leerling van Titiasd'nbsp;Meretto heeft den h. Abt Antonius, S. Antohius van Prr'nbsp;dua, en S. Nikolaas gefchilderd. Der Madonna delle lt;5^'nbsp;zié ter eère , van de welke de kerk haaren naamnbsp;hangen alle de muuren vol van geloftens. Op het klor’'nbsp;Her hebben de Jefuieten een aartig obfervatoriuninbsp;maakt,
In deezen omtrek ligt ook het huis FenaroU, behalven de fchoone vertrekken veele merkwaardige fch'^'nbsp;deryen bevar. Hec huis Bargnani is van goede archite!^'nbsp;tuur. S, Antonio is met een adellyk koHegtefonder ’t o?nbsp;zigt der Jefuieten, verknogt. In de kerk ziet men een‘^®nbsp;goede Hukken van Gandino , Palma, Basfano, en
-ocr page 367-d4t
^ntagoftini. In het huisC^m’ alia Pace zyn fchoone nbsp;nbsp;nbsp;Brefcié,
öeryen te zien , als eene Opftanding van Raphael, een ^Qortreflyk portrait van Titiaan , en een ander van Paulnbsp;Veronefe, eene Sufanna van Basfano, de Befcheidenheid_
*n de chrilllyke Liefde van Guido enz.
De Filippynerkerk La Pace werd in ’t jaar 1720. begon-i^ pace^ ’’en. Zy heeft een aartig voorkomen van wegen de ko-tinthifche zuilen van ifabelkleurig marmer, en het verdenbsp;antico ¦, dat hier en daar in overvloed is aangebragt. Mennbsp;vindt hier twee ftukken van den beften nog leevendennbsp;Roomfchen fchilder , Pompeo Battoni , naamlyk op hetnbsp;hoofdaltaar de Voorftelling in den tempel, wel geordonneerd , maar onrigiig getekend, gezwegen dat de beeldeiinbsp;®P den voorgrond te lang zyn. De bonding is egter tenbsp;Pryzcn. Óp het andere altaar ziet men S. Joannes Nepo-niucenus aan de voeten van Maria met het kind. Det ftufcnbsp;’s goed geordonneerd, en kragtig gefchilderd. De Marianbsp;’s voortreflyk , maar de engel niet fchoon uitgevallen.
De kerk heeft vericheiden aitaaren, die zeer ryk zyn aan hiarmer. De tusfchenruimtens der zuilen zyn met nisfennbsp;«n ftukadoorwerk verfierd, en de gewelven befchilderd.
S. Giovanni heeft goede fcbilderyen van Moretto, ^O’^nderé ’hanico, Ferramola, en anderen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kerken^
In de kerk van S. A^ata ziet men buiten eenigefchoone fcbilderyen drie wel gellaagde ftatues, S. Agata, Lucid,nbsp;Apollonia, van Antonio Calegari.
De kerk de' Miracoli is op bet laatft der Vyftiende eeuW gebouwd,en beeft eene inet zeer fraai beeldwerk verfierdenbsp;’^oorzyde, waaraan een paar konftehaars uit deezeftad ,nbsp;f’tofpero Btefciano en Rafaëlle di Brefcia, hunne bekwaam-getoond hebben. In ’t poortaal ftaan vier fchoórtenbsp;builen. Agt pilafters en zes kolommen deelen dè kerk idnbsp;^tie fchepen, waaraan bet verguldfel en ftukadqorfel nietnbsp;iVl. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sé*
Srefcia. gefpaarj is. Men ziet hier fchilderyeu van Moretto,Gandi' no , Amiconi en anderen.
^gli Angioli heeft het pragtigfte altaar van de geheels ftad.
In de kerk .S'. Nazaro e Celfo, die beide patroonen def ftad zyn, is op het hoofdaltaar een vermaard (luk van Ti'nbsp;tiaan niet voorbytegaan, ’t welk egter zeer bederft.nbsp;is in vyf deelen verdeeld. In de twee bovenden verken*nbsp;digt de engel Gabriel de geboorte van Chtiftus aan Maria»nbsp;in ’t midden is de Opftanding, fchoon geordonneerd,nbsp;voortrellyk gefchilderd. Ter regterhand vertoont zignbsp;Lazarus en Celfus, en ter flinker S. Sebaftiaan. Dit mse-fterftuk is gemeenlyk met twee deuren, van Moretto be*nbsp;fchilderd , bedekt. Daar zyn in deeze kerk nog anderenbsp;goede fchilderyeu, waarvan wy alleen het in eene grootCnbsp;manier gefchilderde martelaarfchap van S. Bartholomeuïnbsp;door Carlo Lotti, en eene van Chriftus gekroonde Marianbsp;aanhaaien willen. Het laatfte ftuk heeft Moretto met eennbsp;lugtige hand gefchilderd, en den hoofden fchoone karakters gegeven.
Het Paleis Fe is van eene fchoone bouwkonft. daarby is de poort S. Nazaro, die naar Cremona leidt.
Nu wenden wy ons naar het ooftlyke gedeelte der en gaan de Piazza d'erbe, oudtyds Mercalo del Lint,
Op die Plaits ligt eene kleine Marienkerk, die wy aanwy zen, omdat zy van Palladio gebouwd is. Niet ver va®nbsp;daar ziet men bet huis Martinigo delP Aquilone, se®nbsp;aanzienlyk gebouw, waarin eene voorplaats van dor.'nbsp;fche order met een fteenen colonnade is.nbsp;komt men op de vifchmarkt, la Pefcaria. De ftraat °nbsp;ü Corfo de Parolotti is deswegens zonderbaar, dat ’er eegt;*nbsp;eenig fchiider, Lattanzio Gambara, alle de huizen vannbsp;tan befchilderd heeft.
yao
-ocr page 369-43
Van hier koiht men op de Plaats van het theater. 'ïiz^refciH, Schouwburg te Brefcia is zeer groot , en fchoon aange-
De opera begint hier daags na kersmis, en duurt^'^'*^^*'*
'ot het einde des karnevals. Des zomers wordt van July lot het eind van September opera buffa gefpeeld. Eennbsp;Zekere Impresfario draagt alle de korten eri heeft ook alnbsp;het voordeel; alleen geeft hem de akademie der Filar-inonici eene zekere fomme , om zyne korten te ver-ligten.
S. Lorenzo is eene geheel nieuwe kerk, en wei nbsp;nbsp;nbsp;Lorenz9t
klein , dog zeer fierlyk gebouwd. De altaaren zyn van marmer ^ en met agaat en andere fteenen verfierd. Hetnbsp;Verhemelte des altaars van ’t wonderdaadige Marienbeeld ianbsp;geheel met Lapis Lazuli overtrokken.
In ’t Paleis BarUfoni treft mén eené aanzienlyke stm-Bakh ffieling van fchilderyen, en daar onder ftukken van Basfa-Slt;»t'I'^y^^/nbsp;®o, Tintoret, Guercino, Palma, Breugel, Perugino,nevens een hoofd des Heilands van Titiaan, aati. Ook vindtnbsp;men hief een merkwaardig ftuk uit de oudheid, naamlyknbsp;het beroemde Ditticö van Boetius, ’twelk ter gelegenheidnbsp;van zyn burgemeerterfchap op ’t laatft der vyfde eeuwnbsp;gemaakt is. Het is van elpenbeen , lo. duim lang , ennbsp;met figuuren verfierd. Apoftolo Zeno heeft in ’t 28.nbsp;deel van ’t Italiaanlche journal ’er eene befchryving vannbsp;gegeven.
’T Paleis Avogadri bevat de aanzienlykfte verzameling^^^^^j Van fchilderyen in Brefcia. Een Hercules van Rubensnbsp;eene Magdalena van Titiaan, een S. Jan van Guercino,nbsp;eene Maria van Salvator Rolk, een S. Franciscus van An-dfeas Sacchi. Een heerlyk gefchilderde burt van een oudnbsp;man door Titiaan, vyf ftukken van Solimene, vetfcheide-*en van Palma.
Hfefcia. geordonneerd. De Maria is aartig, maar niet edel. Een man , die een’ leeuw doodt , en een tyger met voetennbsp;treedt, van Rubens, met vuur gefchilderd. Eene boetvaardige Magdalena van Guido Reni , vol uitdrukking-Eene vrouw in ’t w'it gekleed wordt voor Titiaans werknbsp;uitgegeven , dog het fchynt twyfFeiagtig. Zy is egtefnbsp;in eene groote manier gefchilderd. Keizer Karei V. dienbsp;by zyne meelleresfe op ’t orgel fpeelt, van Titiaan , eelt;inbsp;fchoon fluk , fchoon het van veelen voor een’ kopy g^'nbsp;houden wordt,
Sufanna met de twee gryzaards van Guido. De gry* zaards zyn wat hard gefchilderd, en de handen niet te jugt;^nbsp;getekend. Men vindt dit onderwerp zelden door Italiaannbsp;fche meefters behandeld. Bacchus die een jongen eennbsp;tros druiven toereikt, van Porapeo Battoni. De jonge isnbsp;niet wel gedaagd, en de agtergrond van ’t (luk te zwart.
Het Paleis Cigola heeft eene voorzyde van fchoone ar-cliitektuur. Die van 't Paleis Durante is nieuw, maar verdient nogthans lof. De kerk van S. Maria de Calcara is met goede fchilderyen verfierd.
Het Paleis Suardi is aanzienlyk, en heeft een’ fchoonen tuin. De bezitter is de Graaf Suardi, die zig door wiS'nbsp;kundige fchrifcen in de wereld bekend gemaakt heeft. Vannbsp;hier kan men de kerken van S. Clemente, S. Eufemia,nbsp;die der Theatynen gaan zien,
S, Afra, De kerk van S. Afra is eene der merkwaardigften van Brefcia. Ey behoort den regulieren Domheeren, RochA'nbsp;tint genaamd. Aan de regterzyde ziet men op het tweedenbsp;altaar een (luk van Leandro Basfano, waarin de nieedefnbsp;het gezigtspunt was te hoog genomen, maar anders voor-iveflyke karakters in gebragt heeft. Het verbeeldt den h-Bisfehop Apollinaris, door de engelen gedragen, by fak'nbsp;kelligt doopend#n , en het avondmaal doende uitdeeleo-
Het
-ocr page 371-M5
Wet koloriet valt in ’t groene en ’t violette. De weder-ftthyn , door de fakkels veroorzaakt , is niet te natuur-lyk.
In de kapel ten einde van ’t regter zydfchip heeft Proca-Cino eene Maria nevens twee Bisfchoppen en engelen ge-Ichilderd. De manier heeft veel van die van Rubens. Bo-''en een kleine deur ter (linkerhand is de overfpeelige vrouw,
*Ioot Titiaan zeer frifch gefchilderd.
Op het tweede altaar ter (linkerhand ziet men het mar* telaarfchap van S. Afra, fchoon gefchilderd en geordon*nbsp;neerd, van Paul Veronefe. De hoofden zyn voortreflyk;
Blaar ’t koloriet valt wat zwakker dan anders van deezen nieefter. Aan den agtermuur der ketk heeft Tintorec denbsp;^erheerlyking van Chriftus gefchilderd.
Niet ver van daar ligt het Paleis Martinigo Colconi,
•lat een trap heeft van een edele vinding, en eene voor-2yde die der geheele Plaats van S. Alesfandro een (ie* raad geeft.
Het muntkabinet van den Graaf Mazuchelli is een de bezienswaardige dingen te Brefcia. Hy verzamelt inzon l^neKnbsp;derheid penningen op geleerde mannen, en bezit in diennbsp;tak eene zo volkomene verzameling, als men bezwaarlyknbsp;firgens vinden zal. (*)
Brefcia heeft eenige oude opfchriften, inzonderheid by opfclrif-
dere»,
(•) MKfenm Mazuchettlarmm , fe» nnmismata vlmum itdrina pre' a Fetro AnUnlo de Coniltlhtfs Gaetanïs, Fresbytcro ó- patrüienbsp;rtoiuaïjo defiripta yenetiis 1761. Twee deelen iu folio bevatten deonbsp;, en een derde de penningen in koper gefneden. De Graafnbsp;“rstleed in 1766. Hy begon ook een alphabetifch werk , dat Ice-Vensbefehtyvingen zou behelzen , onder den titel, Gli ferhtort d*Ita*
Ue, maat bragt alleet? zes deelen in folio , die de kners A. cn B. bevanen, ren einde.
Q 3
-ocr page 372-fr^fcia, Domkerk en de groote markt. Sommigen maaken gS* wag van den Burgemeefter Nonius, die van BreCcia gC'nbsp;boortig was. Hiertegen vraagt men te vergeefs naar over-blyflels van oude gebouwen. Egter weeten de inwooners»nbsp;dat in een’ tuin boven de Plaats Novarino een tempel va»nbsp;Hercules, in de nabuurfchap van S. Clemente een temp*-’^nbsp;van Auguftus, by S. Giulia een tempel van Apollo,
S. Florianus een tempel van Flora, by S. Jofef een tempel van Jupiter, aan den voet van den Colle Cigneo tempel van Minerva geHaan heeft. Van de twee laatllen ftaat
Bog een ftuk muurs. Van den tempel van CaKor en Pollui vertonnen zig nog fpooren by het gevangenhuis van Brescia. Buiten de Bad, in ’t zo genaamde Fai/e d'JrtiO',nbsp;nog een groot Buk van eene waterleiding overig.
fonteinen. De Bad heeft veele fonteinen, zo publieken als parti-kulieren , welker water drie myien ver van MonpianO komt. Men vindt wel geene fonteinen van een fchoo»nbsp;bedek of fchoone uitvoering, maar des te grooter getalnbsp;daarvan.
Hegtering. Brefcia heeft altyd een Nobile di Venezia tot Podefta
Gouverneur. De Bad heeft , buiten dien, haar eigerm'* P.aad, en veele voorregten. De groote Raad beflaat m'nbsp;zes honderd perfoonen. Om daartoe bevoegd te zyn wordsnbsp;gevorderd , dat men dertig jaaren oud zy , uit een oud g®'nbsp;flagt, del tempo delle forghe, dat is, van eenige honJ®''^^nbsp;jaaren, en dat federt honderd jaaren geen ambagt geda»»nbsp;heeft, afBarame, en een zeker kapitaal aan vaBe goederennbsp;bezitte. Alle twee jaaren worden ’er medeleden uit dennbsp;adel gekoren, en de zodanigen die niet bevoegd of on-waardig zyn uitgefloten.
De kleine Raad, of de eigenlyk zo genaamde Raad def ftad, vergadert dagelyks. Hy beflaat uit drie Gedeputeef'
^en , twee Syndici, een Advokaat, een’ AÖt en Sekreta-
air
ris. Zy hebben een waakzaam oog op alles wat in Had voorvalt, en als ’er dingen voorkomen die niet totnbsp;hun behooren , verzoeken zy den Podelia hunne vergaderingen bytewoonen.
De ftad onderhoudt te Venetien altyd een’ afgezondenen, iVaKz/ö, die van alles, wat in de beraadflagingen van den Doge wegens Brefcia of het regelen der impoftennbsp;Voorvalt,naauwkeurig berigt in haaien moet. Ongeagt dee*.nbsp;ze voorzorg zyn de impollen allengskens zwaarder geworden, 20 dat men ’er van omtrent de honderd foorten telt.nbsp;Ondertusfchen moeten zy egter zo zwaar niet zyn als mennbsp;voorgeeft, alzo de menfchen op het land taamlyk vergenoegd en in geen zwaare onderdrukking leeven. Men zegtnbsp;gemeenlyk , Fiva San Marco, om aanteduiden, dat hetnbsp;goed is onder S. Marcus, of de Venetiaanfche regeering,nbsp;te leeven. Tot de nuttige voorregten van Brefcia behoort*nbsp;dat geen Nobile di Venezia vafte goederen in ’t gebied vatinbsp;Brefcia aankoopen of bezitten mag, waardoor de familiesnbsp;in ’t bezit hunner landgoederen gehandhaafd worden, ofnbsp;ten minften verzekerd zyn, dat zy wederom in handen vaiinbsp;andere Brefciaanen komen zullen.
Het gemeene volk te Brefcia is niet zo ruw, maar vly-,
j Karakter
tiger en zeediger dan op veele plaatfen van Italien. nbsp;nbsp;nbsp;invcoth
dertusfchen befchuldigt men ze oploopend te zyn, en nogtiers. veel van de yvèrzugt te hebben, die der gantfche natienbsp;in vroeger tyden eigen was. Dus gefchieden in ’t gebiednbsp;der ftad, vooral in de bergagtige ftreeken, alle jaaren veele moorden. Het Italiaanfch van Brefcia is van de Venetiaanfche uitfpraak zeer onderfcheiden. Men heeft eenigenbsp;Jaaren geleden een byzonder woordenboek daarvan uitgegeven. Sommige uitgangen, of liever geheele woorden,nbsp;als fieuf, coq, feu, oetif, zyn geheel Franfch, hoewel fe-dert lang der taaie deezer landftreek ingelyfd.
Q 4 nbsp;nbsp;nbsp;Brefcia
jSrefcM-
Weet en. fcbappen.
Brefcia heeft van oudsher geleerde manneti voortgebragt^ Nikolaas Tartaglia was de eerfte die in de algebra de fot*nbsp;niule tot het oplosfen der vergelykingen van de derde magtnbsp;aan de hand gaf. Hy vond uit, dat de linie eener boffibenbsp;in haare geheele langte krom is, en dat de rigting van 45*nbsp;graaden ze het verft brengt. (*)
De akademie der Filarmonifi te Brefcia is eene det oudften van Italien. By de zelve zyn profesforen in denbsp;Hiathefis, de fchetmkouft, en zy heeft het opzigt over denbsp;fchouwfpelen.
Onder de nog leevende geleerden behqort de reeds ge*' melde Graaf Suardi , als wiskundige. Cliriftiani, Vene-tiaanfche ingenieur te Brefcia, heeft een fchoon werk overnbsp;de verfcheidene maaten en gewigten in Italien en anderenbsp;landen gefchreven, het welk wy reeds tweemaal hebbennbsp;aangehaald, De Jefuiet Cavalli, eeti goed ftarrenkundige ,nbsp;heeft het obfervatorium by het Jeftiieten kollegie doennbsp;aanleggen. De Thegtyner Scarella heeft in 1759. een werknbsp;in twee deelen over den zeilfteen, een zamenftel over denbsp;phyfiea, en verfcheiden andere fchriften uitgegeven. Joannes Baptifta Gtiadagna is zeer ver in de hooge wiskunde,nbsp;De bouwmeefter Kafpar Turbini houdt zig bezig met denbsp;konften en de huishoudingskonft. Julius Pilati legt zignbsp;met byzondere vlyt pp de natuurlyke hiftorie, en inzon-lieid op de kennis der fteenen, gelyk hy dan ook veelenbsp;jaspis en koftbaare foprien van marmer in het land ontrnbsp;dekt heeft.
Vader Machi, een Filippyn, arbeidt aan een werk pveif de zydewormen. De Graaf Iloucalli Patolini heeft
(•1 Zyn bock, hierover in ’t jaar iy?8. uitgegeven, heeft den weg gec'pend tpt ailc vetdae ontdekkingen ointient het vyetpen der ht»ft*
i43
inenting der kinderziekte gefchreven. Joannes nbsp;nbsp;nbsp;Brefcbtt
Almici heeft een overzetting van ’t Regt der natuur van ïufFendorf gemaakt. De bibliothecarius heet Karei Doiie-^a. Piazzoni is een groot Kenner der oudheden en der on*nbsp;de letterkunde.
De Abt Chiari, bekend door zyne menigvuldige kome-dien en romans,is eigenlyk van Brefcia geboortig, fehoon iiy te Venetien vi-oont. Antonio Brugnoli heeft een ge-d'gt over de vooroordeelen, eu de Cavalier Durante ver-rnbsp;fcheiden andere gedigten gefchreven. Brefcia heeft aaijnbsp;Julia Baitelli niet alleen eene goede digteres, maar zy isnbsp;pok in ’t Griekfch en Latyn zeer ervaren.
Men ziet te Brefcia allerlei munten gelyk als in het Wv Munteti. laneefche. Het vreemde geld is overvloediger als hetnbsp;Venetiaanfche , dat opgeld doet. De Venetiaanfche Ze-chiui gelden omtrent.23. lire, daar zy te Venetien maarnbsp;legen 22. ontvangen worden.
Het gebied van Brefcia wordt door de rivieren Garza Rivierea,
«n Mela doorflroomd,. De laatfte loopt eene njyl van de flad naar den kant van Milaan, en valt omfirccks Cremonanbsp;in de Ogljo. Catullus zegt van hem:
Flavus quam vislli percnrrit flumine Mela Brixia, Ferona mater amata mea.
De Garza maakt dat in de Bad cft haare nabuurfchap
(•) Dc geleerde en eerwaardige Marquis Maffer , die niet lyden kon dat Verona , zyn’ vaJerlj^e ftad, haaren oorfpfong aan de ftadnbsp;Brclcia zou te danken hebben , heeft om dre redcir den bslachlyltcunbsp;inval gehad,van te willen bcwyzen.dat deeze regels niet egt,maarnbsp;ingelafcht zyn, als of ’et de ecue ftad door benadeeld werd, als zynbsp;vaa cciie andere afftaiBue.
Brefcia.
veele molens en fabrieken zyn, die de neering bevorde=’ ren. Eene menigte van raderen , die tot het afhaspeleanbsp;en tweernen der zyde dienen, worden door die rivier om1nbsp;gedreven. De winft die de ftad van den zydehandel trektnbsp;wordt op 200000. Duitfche daalders gerekend. Verder»nbsp;telt men omtrent dertig papiermolens, veele yzer- en ko-perfmederyen, mesfenmaakeryen , zaagraoolens, flampmo-lens voor de ryft, Pefle di rifo, werktuigen om kanonnennbsp;te booreii, Trivelle , enz. De laatften zyn te Gardoue»nbsp;twaalf mylen van Brefcia.
Brefcia is federt lang om zyne geweermaakeryen bekend. (^?) Voorheen was Milaan in den zelven naam gt; dog tegenwoordig is deeze handel daar geheel verlopen, ennbsp;mar Brefcia verleid. De yzerwerken en fmederyen zyn.nbsp;in Fal Camonica en Fal Trompia. Het laatfte levert allenbsp;jaaren omtrent 600000. pond yzers, en vordert ongeveernbsp;300. arbeiders. In de nabnurige vallyen vind men ooknbsp;koper, jaspis, alabafter, en toetsfteenen , die zwart alsnbsp;ebbenhout zyn , eii zig gelylc een fpiegel glad polyftennbsp;haten.
m.
Men treft in deeze ftad ook verfcheiden’ persfea ort lynolie te persfen aan, gelyk ook om de olie uit de korrels der druiven te haaien, Fenasfoli di uva. Dit laatd®nbsp;foort van olie wordt op weinige plaatfen gemaakt, en isnbsp;nogthans een vry aanzieniyk artikel van den handel tenbsp;Brefcia. Als de wyn uit de druiven geperft is,droogt meonbsp;de korrels, en zondert ze. door ze vlytig omteroeren etinbsp;door een zeef te gieten , van de vuiligheid af, keert ze metnbsp;een fchop het onderfte boven, gelyk het koorn, oP
Het Italiaanfche fpreckwoord zegt, ThUo. nbsp;nbsp;nbsp;non armareHf‘
mn Cogitone , dat 20 veel zeggen wil, als dat de Ichponfte wapent® ceneo bloodaard geenen tnoed gceven.
-ocr page 377-25*
liiles behalven de korrels vervliege. Als dit gedaan laat men ze nog vier weeken lang in de lugt regt uitdroo-gen, en verbryzelt ze dan tusfchen twee fteenen. Daaruit ontftaat als een foort van meel, dat over ’t vuur in ke-tels gezet en gebraden wordt, tot dat het regt rookt. Dan ^ Jnbsp;doet men het in een kleed onder de pers, en drukt ’ernbsp;de olie uit.
Het gebied van Brefcia is omtrent 70. ItaliaanCche !en lang en 30. breed. Het getal der ingezetenen belooptnbsp;500000. De grond is zo vrugtbaar, dat men in een jaatnbsp;op het zelve land weit en vlafch of gierft bouwt. Innbsp;plaats van te miften zaait men dikwyls in Auguftus eennbsp;foort van wikken, die men verrotten laat, en dan onder*nbsp;ploegt. Op een Pia lands, dat omtrent 853. halve roedennbsp;oppervlakte heeft, zaait men omtrent 112. pond weit, ennbsp;oogft gemeenlyk agt maal zo veel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
De voornaamfte handel der ftad beftaat in de zyde. Men nbsp;nbsp;nbsp;,-7;^
rekent, dat de Brefcianers, nevens de ingezetenen van ’t ‘‘ gebied der ftad, jaariyks omtrent 500000. Duitfche daalder* in ’c land trekken. De vlafch brengt hun 100000. etjnbsp;het yzer ongeveer 50000. daalders zuivere winft aan, Denbsp;handel in wol en linnen is niet min aanzienlyk. De ove^nbsp;rige Italiaanen zouden ’er zig voor een groot gedeeltenbsp;aan fpiegelen kunnen , en uit het voorbeeld der Brefcia-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\
ners leeren , wat vlyt en een ordeutlyke huishouding doen.
De Fino Santo is een van de voordeelen van ’t \%'!\dgt;-Fino Santo. fchap Brefcia , en ook aan gsene zyde der Alpes ge-2ogt. De wyn heeft eene goudkleur, en een zeer lief:nbsp;ïyken fmaak. Om hem te maaken, bewaart men de drui,nbsp;tot in February , en brengt ze , als het in dit landnbsp;het koudft is , onder de pers. Dan Jaat men hem viernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I
of vyf dagen in de koelte ftaan, om hem een weinig lt;e nbsp;nbsp;nbsp;^
laa*
-ocr page 378-252
Brefeia. laaten giften , en bewaart hem vervolgens drie of vier jaaren op vaten, wanneer het een lieflyke en lekkere vvynnbsp;wordt.
yagt met nbsp;nbsp;nbsp;vangt in deeze landflreek de leeuwerken op een’
denjlinger.h'jzoxiisrs wys, welke men de Jagt met den llinger, Cac' da delk franjine noemt. Agt jaagers, hebbende ieder eennbsp;llinger in de hand , ftaan rondom het net. Als zy eennbsp;troep leeuwerken zien komen, (lingeren zy een fleen doornbsp;•de lugt, en jaagen de leeuwerken door het gefuis, dat denbsp;fleen in ’t vliegen maakt, naar den grond, daar zy zig ihnbsp;*t net verwarren; willen eenigen ontfnappen, zo ftinger'nbsp;men een anderen fleen in de lugt, en dryft ze weder opnbsp;’t net. Op die wyze vangt men ’er fomwylen vyf en twintig of dertig op eenmaal, en meer dan honderd op een’nbsp;dag. Deeze jagt duurt van November tot het eind vannbsp;February.
JPisfchery.
De visfehery is voor het landfchap van Brefcia zeer voordeelig. Van ’t Lago di Garda is reeds boven gehandeld. Het meer Ifco levert insgelyks veel voortreilykennbsp;vifch, als groote forellen, fnoeken, kleine fardynen. Eennbsp;welfmaakende vifch Perfico is , zo men wil, eerft federtnbsp;eenige jaaren by eene overftrooming in dat meer gekomen,nbsp;en van te vooren nooit gevangen. Van de Carpioni maaktnbsp;men niet veel werks. In de Adda vangt men eennbsp;goeden en zeer gezogten vifch, Temel genaamd.
De Adda en de OgUo geeven niet alleen vifch maar ook flofgoud. Zy, die deeze rivieren uitbaggeren, winnen gC'nbsp;meenlyk omtrent 6. van onze ftuivers daags, en fomryds,nbsp;als zy zeer gelukkig zyn, wel een halven daalder, maarnbsp;ook dikwyls niets. In de vally Canionica, boven het meernbsp;Ifeo, waar de Oglio ontfpringt, vindt men topaazen ennbsp;granaaten. In deeze vally maakt men ook potten van z£'
ker foott van fte^nen, die in ’t vuur zeer duurzaam zy”*
EeQ
-ocr page 379-253
Een enkelde klomp levert ’er veelen uit. Uit de groote Srefci4, Potten hakt men van binnen een kleineren, en zo altyd alnbsp;hlciner, tot aan de aller kleinften. In de nabuurfchap vannbsp;Brefcia worden ook zeer veele molenfteenen uit een’graau-gt;ven (leen gemaakt, die eerft zeer week is, maar in denbsp;lugt binnen korten tyd zeer hard wordt.
De weiden om Brefcia zyn zo voortreflyk, dat veels in-jTeetUif, gezetenen uit de nabuurfchap van Lodi en Bergamo innbsp;November hun vee hier naar toe dryven, den winter overnbsp;houden , en kaas maaken. De Brefciaanen hebben tennbsp;dien einde een groote menigte van Ballen , die zy hunnbsp;verhuiiren. Men rekent voor elke koe voor den geheelennbsp;winter drie voeders van ’t hooi daar te lande, elk vannbsp;1500. pond, ’t welk omtrent 4, off. Duitfche daaldersnbsp;koft ; waaruit men opmaaken kan, hoe veel de veetugtnbsp;opbrengen, en hoe veel melk eene koe geeven moer.
De vriigtbaarheid van den grond komt ten deelevan het W'ater van den Ogiio, en van AsFufa, dat zorgviildiglyknbsp;Verdeeld, en tot bewatering der weiden afgeleid wordt.
Men koopt en verpagt het water zeer duur. Nergens, of op weinige plaatfen, heeft men eene zo goede huishouding omtrent de bewatering der weiden en der landen. Denbsp;familie Gambara, eene der magtigften van ’t land, trektnbsp;Omtrent dooo, daalders van het water , dat door haarenbsp;goederen loopt, en van baar aan anderen verpagt wordt.
In den omtrek van Brefcia worden veel kaazen gemaakt, en naar buitenslands , onder den algemeenen naam vannbsp;Barmezaanlche kaas, verzonden. Veertig koejen geevennbsp;dagelyks een vorm vol van 30. pond kaas, welke hetpondnbsp;omtrent Op 4* Duitfche Grosfchen komt. De koejen
(*1 Wie by gevolg 40- koejen houdt , en jaar in jaat uit daags 30. pond kaas maakt , komt elke koe op 45. daalders voordeel,
waat«
-ocr page 380-254
des zomers in de weide, maar’s winters op (lal, sü men geeft haar lynoliekoeken met zout.
^fg tiaar Op den weg naar Bergamo en Milaan bemerkt men de Bergamo, vlytigheid der inwooners in zig het water ten nutte te maa-ken, niet zonder genoegen. De kleine rivieren zyn doornbsp;goede dykeri ingefloten. Uit die zyn griften door kleinenbsp;¦ Huizen naar de landen afgeleid, en deeze griften zyn meernbsp;of min hoog, naar dat het water ver moet afgeleid worden. Somtyds gaan ’er duikers over malkander heen ofnbsp;kruisgewyze, om overal het water heen te brengen. Lig*nbsp;gen eenige weiden hooger als het water, zo maakt metrnbsp;bommen , die door menfchen handen gevuld worden rnbsp;om uit de zelven naderhand het water verder te brengen. Twee mannen kunnen dagelyks daar zo veel water*nbsp;hl brengen, als tot bewatering van vier akkers bouwlandnbsp;noodig is.
IViemant mag zynen buur het water ontneemen, maar ieder is veeleer genoodzaakt, als de nabuuren het vannbsp;doen hebben, het den laagen landen te laaten toekomen*nbsp;Om dit water te gelyk eene bemiftende kragt te geeven,nbsp;pleegt men de mirt van een (luk waarop het vee eenen dagnbsp;geweid heeft, langs het water te brengen, waardoor he^nbsp;ten deele door het zelve weggefpoeld, pf het water tennbsp;niinllen ’er door vet gemaakt wordt.
Men moet de weiden en landeryen alhier in de l^ht* ,¦ zien, om «zig een begrip van haare verbaazende vrUgtbaaf*nbsp;heid te maaken. De weiden worden in goede jaaren viermaal gemaaid , en telkens bewaterd. Dit maakt ook de
lau'
Waarvan egter , gelyk gedagt is, alleen des winters tj. daalder* voor hooi afgaan , gezwegen wat nog verder vetvoedetd wot rgt;nbsp;en wat zy (ies zomers koft. Dcsougcagt blyfc het ïooideel »***nbsp;lUCiklyk.
-ocr page 381-landeryen zo vrugtbaar. Gebeurt het dat de veldvnigten SrefcUu door den hagel vernield worden, zo ploegt men ze om,nbsp;bezaait ze op nieuw, en is nog zeker van eenen goedennbsp;oogft. Indien de boer zyn brood op een betere maniernbsp;bakken wilde, zou hy nog veel meer voordeel hebben.
Thans verbruikt hy eens zo veel meeis als in andere landen. Eerftlyk neemt hy alleen het fyne meel. Ook ge» bruikt hy zelden zuurdeesfem, of maar zeer weinig, zonbsp;dat het brood hard en vaft wordt. Dus heeft hier de boetnbsp;tot een pond broods eens zo veel graans van doen als opnbsp;andere plaatfen. Indien men dit misbruik affchafte, zounbsp;deeze landftreek en Lombardyen veel meer koorn kunnennbsp;Uitvoeren dan gefdiiedt.
De weg naar Bergamo is, uit hoofde der menigte ftee-uen die ’er op liggen, ongemaklyk. Deeze fteenen beflaan uit graniet, kwarts, en fpaath, van verfcheiden’ kleuren.
De ingezetenen zeggen, dat ’er verfcheiden’ wagens van , op verzoek van den direfteur van’tFlorentynfch werk,nbsp;naar Florence gezonden zyn, om ze aan de koftbaare in-gclegde flukken te gebruiken. Men vindt hier ook veelenbsp;Bukken talks, die zig in de hand laat aan Bukken wryven,nbsp;en een glanzend Bof geeft.
Men rekent te Bergamo 30000. invvooners. Het ligt 33-ray1en van Brefcia, en even zoveel van Milaan. De Badnbsp;is zeer oud. Eenigen geeven voor, dat Cyndus, de zoonnbsp;'Van den Etrurifchen Koning Ligur, ze agttienhonderd jaarennbsp;Voor Chriftus gelligt hebbe. Egter zyn de meellen vannbsp;gedagten, dat de Galliërs, die ten tyde des ouden Tarqui-
(*J Zie boven II. Deel bladz. 181.
-ocr page 382-Bergamo. quot;‘I’s in Italien kwamen, ze ongeveer yyfhonderd vier eii tagtig jaar voor Chriftus bouwdeiii
Bijlorie. Bergamo heeft byna een gelyk noodlot als Brefcia ge* had. tiet werd na ’t verval van ’t Roomfche ryk doornbsp;Attila, door de Longobardifehe koningen, en door Keizefnbsp;Karei den Grooteii bezeteni In de volgende tyden maakten zig de ingezetenen, op ’t voorbeeld van andere (ledennbsp;in Lombardyen , onafhanglyk. Ka dat dit een tyd langnbsp;geduurd had , wierpen zig eenige inagtige geflagten bynbsp;beurten op tot beheerfchers der (lad, naamlyk de Turria-ui. Visconti, Suardi, Cogliani, Scaligeri. Daarna maakten zig de Hertogen van Milaan meefler van de (lad. Eirr*nbsp;delyk begaf zy zig in ’t jaar 1447. onder de gehoorzaamheid der Venetiaanen. Toen Lodewyk XII. Kouing vaiinbsp;Frankryk het hertogdom Milaan veroverde, viel dit lot ooknbsp;Bergamo en Brefcia te beurt; dog beide plaatfen werdennbsp;den Venetiaanen, nevens andere (leden, in ’t jaar 15110^nbsp;weder ingeruirad, en federt is de Republiek in het geruftenbsp;bezit daarvan gebleven.
Bergamo is, van ’t Borgo Canale af tót aan ’t Borg® Palazzo gerekend, omtrent twee Italiaanfehe mylcn lang*nbsp;De (lad heeft nog twee andere aanzienlyke voorfteden»nbsp;Borgo i. Antonio, en S. Leonardo, die als een vannbsp;Ilad afgezonderd vlek uitmaaken. Bergamo ligt opnbsp;heuvel als een amfitheater, en is met muuren , baftions»nbsp;en graften omringd, maar kan egter van’t (lot op den bergnbsp;S. Figilio, waarin twee foldaaten liggen, beftreken wor*nbsp;den. Daar zyn nog twee kleine forten, il Fortino ettnbsp;Rocca. In het laatfte is een artilleriefchoohnbsp;iaFiera. Het raerkwaardigfte gebouw is laFiera, waar de jaarmarkt gehouden wordt, dat voor omtrent tw'intig jaareOnbsp;van gehouwen (leenen is opgebouwd. Het bellaat uit
meer dan vyfhonderd kraaraen, voor de welken een rui
nie
-ocr page 383-257
tóe plaats is, en ligt aan den voet des bergs in de voovBergamt, ftad. Als men Bergamo in zyn luifter zien wil, moet mennbsp;dat in ’t laatft van Auguflns,a]s de kermis gehouden wordt»nbsp;doen. ’Er wordt dan een theater in ’t Paleis van den Po-defta, en een op de kermis opgerigt. Buiten dien tyd heeftnbsp;Wen hier geen’ fchouwfpelen.
De ftad heeft vier poorten, naamly.k die van S. Augn-ï^yn, S. Jacobus, S. Alexander, en S. Lauremius. Tus-fchen de twee eerllen is op den wal een aangenaame wandelplaats , van waar men een verruklyk uitzigt heeft. In het hovende gedeelte der flad ligt Palazzo Vecchio, waarnbsp;de regtbank is, en Palazzo Nuovo, waar de Raad dernbsp;ftad vergadert. In ’t laatfte zyn eenige goede fchilde-ryen. Bergamo heeft twaalf mannen- en even zo veelnbsp;Vrouwen kloofters, nevens veertien kerspelkerken in de ftadnbsp;®n in de voorfteden.
Het bisdom van Bergamo brengt omtrent 9000. daaldersDomkerR, Op. In de Domkerk wordt het lichaam van S. Alexander,nbsp;patroon der (lad bewaard, nevens verfcheiden’ heiligen vannbsp;de Thebaanfcbe Legioen. Op ’t koor ziet men zeven ftuk-kcn van nieuwe fchildets , waaronder bet martelaarfchapnbsp;van S. Jan , Bisfchop van Bergamo, het befte, hoewelnbsp;tóaar middelmaatig is. De fchilder was Tiepoletto. Denbsp;ónderen zyn flaaiiw. In eene kapel aan de fakrifty vertoont zig S. Ignatius , een’ ftervenden vermaanende ,nbsp;door Sebafliaan Ricci. De tekening bewyft geen’ grootennbsp;ftnaak, maar de uitdrukking, die in ’t ftuk heerfcht, isnbsp;tóeeflerlyk.
Aan de kerk van S. Maria Maggiore is de kapel van 5. Maria beroemden Venetiaanfchen Generaal Bartolomeo Qo^-MaggiorStnbsp;glione, die het eerft zvvaare artillerie op marfch met zignbsp;voerde, en te Bergamo veele treflyke inrigtingen en ftig-lingen maakte. Zyn monument is zeir groot, maar be-VI. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;klapt
-ocr page 384-Bergamo, nbsp;nbsp;nbsp;dén gothifchen fmaak, dien men toen nog niet vol-
koinenlyk verlaten had. Boven op is het ftandbeeld des Generaals te paard. De zydftiikken en de hoeken ondernbsp;’t gewelf heeft Tiepoletto gefchilderd. De eerden dellennbsp;bybelfche hiftorien, en de andere deGodsdiend, de Voor*nbsp;zigtigheid, de Gcregtigheid, en de Liefde voor. De za-mendelling van deeze frescoos is goed, dog zy zyn meetnbsp;aangenaam gekoleurd , dan juid getekend. Zy beginnennbsp;reeds te bederven. De fchilder heeft Paul Veronefe wil*nbsp;len nabootfen.
In de kerk zelve ziet men by ’t koor vier dukken van een kondig ingelegd werk, en misfchien de beden vannbsp;hun foort, die ooit gemaakt zyn. De verfcheidene kleuren van ’t hout vervullen de plaats der verwen. De tekening is de bede niet, ’t welk egter byna ook niet andersnbsp;wezen kan. Het fchynt, dat men den kleuren van ’t houtnbsp;door zeer ligte tinten is te hulp gekomen , en ten laat-den de geheeie dukken met een zeker vernis overtrokken heeft. Deeze vier dukken verbeelden den doortogtnbsp;door den Jordaan , den zondvloed , het onthoofden vannbsp;Holofernes door Judith , en het gevegt van David nietnbsp;Goliath.
Agter het koor vertoont zig een duk met beelden meer dan leevensgrootte, verbeeldende de apodelen, die in ^nbsp;graf van Maria kyken. Het is in een groote manier gefchd'nbsp;derd, en wordt aan Julius Romanus toegefchreven, maatnbsp;fchynt veeleer van een der Caracci te zyn. Aan het agtct-gewelf heeft Leandro Basfano de hemelvaart van Marianbsp;verbeeld, en, aan het gewelf van ’t koor het bezoek vao
Maria, de Verkondiging, de geboorte van Chridus en de
voordelling in den tempel. Zy zyn doorgaans wel geot donneertl en fchoon gekleurd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
In den regter kruisgang heeft de Ridder Liberi een
zond'
-ocr page 385-259
iondvloed in de manier van Caracci gefchilderd. De ox- Bergamo. donnantie en tekening verdienen lof, maar het koloriet isnbsp;te rood. Tegen over heeft hy,op een even zo groot ftuk,
Mofes, die het water uit den rots flaat, gefchilderd. Het 5s zo goed niet getekend, en valt ook in ’t roode. Aannbsp;de zolder van ’t fchip ziet men een uitvoerig fluk van Farao in de Roode Zee. De fchikking is fchoon, en hetnbsp;ftuk, over ’t geheel befchouwd, behoort onder de beftenbsp;werken van Luca Giordano. Eenigen berifpen ’er aan,nbsp;dat men in de beelden op het ftrand geen verbaasdheid genoeg ontdekr.
De kerk S. Grata is nieuw en zeer pragtig gebouv;d.5' Grata. Verfiering en verguldfelen zyn nergens gefpaard.
S. Alesfandro is een fchoone kerk. Op het derde al-^^ yf/cs-taar ter regter hand ziet men de geboorte van Chriftus tVifandro. het heilige Avondmaal, een paar treflyke ftukken van Leandro Basfano. Men vindt hier veel fchilderyen van laaternbsp;Weefters uit de Venetiaanfche fehool, Tiepoletto, Cigna-roli, en den Graaf Rotati. Deeze kerk is van Akifandrtnbsp;in Croce te onderfcheiden , waarin men een flegt ftuk vannbsp;Sebaftiaan Ricci ziet, ’t welk S. Gregorius verbeeldt, Maria voor de zielen in ’t vagevuur aanroepende.
De Dominikaaner en Hospitaal kerken zyn in nieuwe ftuaak, maar flegt befchilderd. De verfieringen zyn plompnbsp;en gothifch.
In de kerk van S. Aidguflinus ziet men het praalgraf van ^ Agojitno Ambrofius Calepinus , die zig in ’t begin der zeftiendenbsp;*euw door zyn woordenboek bekend maakte, en als denbsp;''oorvader van alle woordenboekmaakers aantezien is.
ftierf te Bergamo in ’t jaar 1510. Zyn boek toont in hem een maa van talenten voor zyne nog niet zeer verligt?nbsp;lydcn, en heeft veel tot uitbreiding der weetenfehappennbsp;loegebragt.
Bergamo. Ten aanzien der architektuur der byzondere gebouwen vinden de liefhebbers niet veel byzonders te Bergamo, ü®nbsp;beften zyn die van de Graaven Terfi, Sanchi, Betammi»nbsp;Sezzi, en Macasfoli.
Paleh nbsp;nbsp;nbsp;Paleis Terfi vindt men goede fchilderyen, die io
vvy
Paleis een treflyk uitzigt over de verruklyke vlakte,
Terfi. wel verfierde kamers ten toon gefteld zyn. Een groot ftu!^ met een concert van Storco is wel geordonneerd,nbsp;zwak gekleurd. Eene doode Lucretia met den dolk in d®nbsp;bord, voortreflyk gefchilderd, hoewel van een onbekendenbsp;hand. Eene kopy van de fchoone Sufanna van Guido»nbsp;van de welke vvy te Brefcia fpraken. Men heeft uit dit
die
zig van de ftad tot aan ’t Apennynfche gebergte uitftrekt r en met de boomen, die de weiden en Janderyen doorlny'nbsp;den , het fchooiifte parterre uitmaakt , dat men bedenken kan.
Pakis
Sancbi.
In het Paleis van den Graaf Jan Baptift Sanchi ziet men een vrouw met een parelfnoer, van een onbekendenbsp;hand. De uitdrukking is bevallig, en haar aanzigt bekoor-lyk. Een hof met pluimgedierte van Jakob Basfano.nbsp;Twee architektuurftukken van Lizandrini , niet fyn g®'nbsp;fchilderd, maar van groote werking. Een heilige fanirli®nbsp;van Simon Cantarini van een treflyk koloriet, in de lU®'nbsp;nier van Titiaan.
Een merkwaardig ftuk, waaraan drie groote meefters g®* werkt hebben, vertoont drie beelden ten halven lyve. D®nbsp;eene vrouw in profiel is van Titiaan, de andere van Pai»*nbsp;Veronefe , en de man op den agtergrond van Giorgione.nbsp;Men erkent eiken meefter aan zyne manier. Daar zyn ver-fcheiden Hukken, waaraan zy genoegen vonden gezament-lyk te werken.
De Veftaalfche maagd, die water in een vat met gate®
draagt, heeft Frauciscus Mazzuoli gefchilderd. De teke
ning
-ocr page 387-’liiig is gemanierd, maar ’t koloriet natmirlyk. nbsp;nbsp;nbsp;Bergatu»,
Zolder heeft Lnca Giordano Atlas, den wereldkloot draa-gende, en Venus op liaaren wagen,gefdiilderd, Zy wyft ®en jongeling, die den wagen fchynt te mennen, dat haa-re heerlchappy zig over de geheele wereld uitftrekt. Denbsp;fceide beelden zyn niet fchoon, en aan het koloriet ontbreekt het natuurlyke.
Bergamo heeft een aanzienlyk hospitaal voor kranken en weezen. Eene zekere broederfchap, Confortio de yri-gionieri genoemd, zgrgt voor het fpyzen en kleeden defnbsp;gevangenen. Daar zyn ’er dikwyls over de honderd, dianbsp;Van hun verzorgd worden. De lombaard of Mante dinbsp;Pieia, leent tot voor de fomme van 500. daalders tegennbsp;3. ten honderd in ’t jaar ; maar men kan de fchuld verhangen. Deeze renten zyn byna te zwaar voor een land,
'vaar de valle goederen maar 2{. ten honderd geeven.
De wol- en zydehandel is te Bergamo zeer aanzienlyk Voorheen was de eerde van nog grooter gewigt. Men teltnbsp;onder de tegenwoordige Nobili di Venezia meer dan vyf-tig familien , die van ryke kooplieden van Bergamo af-dammen. Voorheen waren de tapyten en zekere ftof ofnbsp;foorten van farges van hier, in ’t Italiaanfch Pannine genaamd, zeer gezogt. Men tweernt hier veel zyde, en denbsp;Zyde uit de landdr'eek van Bergamo wordt die van Turinnbsp;gelyk gefchat. Men maakt ook fchoon fchartaken en zy.nbsp;dene doffen , die buitenslands in naam zyn. Alle weeknbsp;vvordt hier een groote koorn- en havermarkt gehouden,nbsp;the derke en gezegende landbouw in deeze dreek maakte,nbsp;men hier in ’t jaar lyöy., toen een groote duurteennbsp;hongersnood in de middelde en benedenfte deelen vannbsp;I'nlien heetfchten, geen merklyk verfchil in den prys be-
Men houdt de inwooners van Bergamo voor nbsp;nbsp;nbsp;der Ingezc-
R 3 nbsp;nbsp;nbsp;ÏK-tenen.
-ocr page 388-Bergamo. Heden, die op hun voordeel bedagt zyn. Men zegt fe-dert lang, Bergamafchi fottili, de fyne Bergameezen. Dis in hun vaderland niet voort kunnen, zoeken hun broodnbsp;buitenslands. Men vindt ’er eenige duizenden te Romennbsp;en te Napels, waar zy ook eene nationaale kerk hebben.nbsp;Alzo zy gezonde en fterke menfehen zyn , fchikken zynbsp;zig zeer goed tot zwaaren arbeid. Te Genua zegt mennbsp;van de daghuurders van Bergamo, dat zy niet te rug w'y*nbsp;ken, ’t W'elk zeggen wil, dat zyn voor geen kleinen l^dnbsp;en zwaar werk bang zyn. Men houdt ze voor goede huishouders en rekenaars, waarom men veele pagters en tollenaars vindt, die uit deeze ftreek afkomftig zyn. Alzonbsp;dit ze niet zeer bemind maakt , zo geeven zy zig veelnbsp;voor Milaneezen uit. De vrouw'en te Bergamo zyn zeernbsp;naarftig, en neemen de huislyke bezigheden trouw wmar,nbsp;daar die van Romen en andere plaatfen ledig gaan. Veeien
V nbsp;nbsp;nbsp;hebben kroppen.
Geleerden. Behalven den reeds genoemden Calepino, die van Ca-lepio, eenige mylen van Bergamo geboortig, enTasfo? die eigenlyk uit de ftad afkomflig was, en maar by toevalnbsp;te Sorrento by Napels in ’t jaar 1544. geboren wierd, erkennen verfcheiden geleerde mannen Bergamo voor hunnenbsp;vaderlyke ftad. C’’’) Tegenw'oordig, woont hier Vadernbsp;Ulysfes di Calepio , een bekwaam wiskundige, die eennbsp;Italiaanfche overzetting van Wolfs beginfelen der wiskundenbsp;te Verona uitgegeven heeft. Serasfl is in de letterkunde»nbsp;en Andreas Pafta in de geneeskunde zeer ervaren. Denbsp;Domheer Lupi heeft verfcheiden fchriften over de diplo*nbsp;matica en andere weecenfehappen doen drukken.
Pe
(*) Men kan daarover nazien Calvt, Scriltori Vierr^rnafchi, en
de
Bfetnerïdt di 'Bergamo, De laatilen zyn in 'r jaar j6/6. in doe deelt** in quaito uitgekomen.
-ocr page 389-263
De taal van den gemeenen man te Bergamo is een Qefgami. derlyk mengelmoes, en wykt zeer veel van 't zuivere Ita-liaanfch af. Wyl zy veel boertigs heeft, fpreeken veel Har-lekyns ze op de Italiaanfche theaters, zelfs zyn de mee*nbsp;flen, die deeze rol fpeelen, Bergapieezen, alzo men hen.
Om hunne grappige en naïve invallen, daar het bekwaamll toe houdt.
Op den weg van Bergamo naar Milaan blyfc men nog^^
9. mylen op het Venetiaanfche gebied. Drie mylen verder komt men by het dorp Camnica aan de Addanbsp;go di Conto ontflaande, by Cremona in den Po valt, Deeze^^^”*nbsp;rivier heeft door middel van ’t kanaal Naviglio della Mar~nbsp;tefana , dat by Canonica begint, gemeenfchap met Mi«nbsp;laan.
By Canonica ligt een pragtig flot van den Marquis van Caravagio, en niet ver daar van daan Caifano, dat doornbsp;een veldflag in ’t jaar 1705. vermaard geworden is. Denbsp;Hertog van Vendome bragt hier Prins Eugenius aan ’t wy-ken , na dat ’er veel bloeds vergoten was. Deeze flag,nbsp;en de volgende van den 19. April 1706. gaf den Franfchennbsp;de overhand in Italien, zo dat hun niets dan Turin bleefnbsp;te veroveren. Maar alzo de Hertog , van Vendome naarnbsp;Vlaanderen ontboden werd, bekwamen de zaaken een an?nbsp;dere gedaante , en de Prins Eugenius won nog dat jaarnbsp;den grooten flag, wa.ardoor Turin ontzet werd, gejyk innbsp;’t eerfte Deel gezegd is. Eenige mylen verder zuidwaardsnbsp;ligt een ander beroemd flagveld, naarnlyk Agnadel^ waarnbsp;Koning Lodewyk XII. van Frankryk, in ’t jaar 1509. eenenbsp;Zo gewigtige overwinning op de Venetiaanen behaalde, datnbsp;hy daardoor meefter werd van geheel Lombardyen tot aannbsp;Venetien toe.
Zes mylen van Canonica en twaalf van Milaan komt oen t« Gorgonzola, een dorp aan ’t kanaal gelegen. ' Vannbsp;R 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;biet
-ocr page 390-264.
iBergamo. nbsp;nbsp;nbsp;aangenaamen weg tot Milaan. Aa”
beide zyden ftaan boomen, en men ziet wyde vrugtbaate vlaktens , die van ontelbaare griften , Ruggie genaamd,nbsp;bewaterd vi'orden, en daardoor eene ongemeene vregibaar-heid verkrygen. Deeze afgeleide wateren worden duurnbsp;betaald , en maaken een aanzientyk inkomen voor dennbsp;landsheer uit. Van hier tot Lodi ziet men byna niets dannbsp;weiden. De Parraazaanlwazen uit deeze landflreek worden voor de beften gehouden. De landhoeven, daar dienbsp;gemaakt worden, noemt men Bergamine. Men neemt ’ernbsp;ineeft koejen toe uit Zwitferland, die tot den 25. November in de weide blyven, en den winter over op ftal ftaan.nbsp;Deeze vlakte van Lombardyen, die zig van Turin tot aannbsp;Rimini , omtrent 250. Italiaanfche roylen ver, uitftrekt,nbsp;is voor zeker eene der grootften, vrugtbaarften, en aan-genaamften van geheel Europa.
Knrtlui-zer kerk.
Vyf mylen eer men te Pavia komt ziet men de beroemde Karthuizer kerk , eene der fchoonfte kerken van Ita-lien , die Giovanni Galeazzo Vifconti , Hertog van Milaan, wiens gebeente ook in deeze kerk ruft , geftigt heeft-Hier onthouden zig ongeveer vyftig monniken, die, '’O1' gens hun eigene bekentenis, over de 100000. daalders m-komen hebben. Eene laan van hooge populieren leidt opnbsp;eene ruime plaats, waarop de kerk ftaat, (1)
De kerk is geheel volgens het plan van Bramante gebouwd. De voor^yde befiaac uit marmer, en veel beeldwerk
Marco Antonio del Re , een Milanceièh plaatfiyder, heeft deeze kerk op verfcheiden bladen gefsieden, die egter nietgeraakbknbsp;Knbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r.’jn-, alzo de monniken de flaaten bezitten.
-ocr page 391-265
¦'''Prk in een’ gothifchen fmaak, waaraan men egter reeds pa’uü ipooren der zig opbeurende kond ontdekt. Het marmer-'verk geeft haar geen gering fieraad. liet binnenfte dernbsp;J*erk is aanig. Het gewelf heeft eenige overeenkomfl meenbsp;de Domkerk te Milaan, die Bramante insgelylts ontworpennbsp;heeft. De grond is hemelsblaauvv met gouden darren, ennbsp;verfcheidene vergulde fieraaden.
Op het byzonder altaar ter regterhand ziet men een zonderbaar fchilderl'uk van Macrino, een’ tydgenoot van Pe-nigino. Het heftaat eigenlyk uit zes ftukken in eene lyft. Maria met S. Hugo, een Karthuizer, eene Opllanding, ennbsp;de vier Euangeliden. Zy zyn volgens de wys van diennbsp;tyd droog, ftyf, en niet juift gefchilderd.
In de vierde kapel ter regter hand ziet men een Clirifttis aan ’t kruis van Ambrofius Fosfani, een oud gothifchnbsp;Huk met vergulde zoomen om de kleederen. Ondertus-fchen zyn de hoofden taamlyk fyn gefchilderd, en de pynnbsp;is wel uitgedrukt.
In de zesde kapel is de Apoftel Petrus, die aan Maria wyflhoe Paulus fchryft, van Guercino, in zyne roode ennbsp;donkere manier. De hoofden der ApoHelen zyn fchoon,nbsp;maar dat van Maria heeft niets edels. Op het altaar in dennbsp;regterkruisgang heeft Cerano S. Carolus Borromxus ennbsp;Bruno, die Maria aanroepen, gefchilderd. Het heeft zonbsp;Veel van zyne verw verloren, dat men niet wel over denbsp;werking oordcelen kan. Het voorblad van ’t altaar is metnbsp;een fchoon basreliëf van Tomafo Orfolino van Genua ver-fierd. Het verbeeldt S. Bruno, die voor een kruis geknield ligt. In het hoo'fdbeeld heerfcht veel uitdrukking,nbsp;alleen is het wat te kort. De kleine beelden der Karthui-zers zyn goed, maar de engel liegt uitgevallen.
By bet altaar ftaat het marmeren gedenkftuk van boven gedagten Hertog van Milaan , die deeze kerk geil 5 nbsp;nbsp;nbsp;fiigt
-ocr page 392-5265
Pavia. ft'Rt heeft. De beelden verdienen geen lof, maar het loofwerk , en de kleine trofeen op de pilafters zyn ni®tnbsp;kwalyk gewerkt.
Het altaarduk der tweede kapel op de llinkerzyde beftaat vit zes fchiideryen in een raam. Vier heeft Perugino gs'nbsp;fchilderd, naamlyk God den Vader, in cene glorie, Marianbsp;en eenen engel, die het kind Jefus heeft, S. Michael, etinbsp;eenen befchermengel. De laatfte is fchoon. Over ’t g®'nbsp;heel befcbouwd is het (luk llyf en droog.
In de derde kapel, is S. Jan die Chriftus aanroept, equot; eenige Karthuizers, van Carlone, een’ Genuees, middel-maatig gefchilderd , egter is ’er taatniyk veel uitdrukking in.
In de vierde kapel, eene aanbidding der koningen, van Pietro Negri. Maria , zo wel als het kind Jefus, hebben geen edel karakter. Het hoofd des knielenden Ko-nings is egter fchoon, maar de groepen op den agtergrondnbsp;zeer zwart.
In de vyfde kapel heeft men een voortreflyk iluk van den Ridder del Cairo. Het kind Jefns op den fchoot zy-ner moeder geeft der h. martelaaresfe Catharina eene lel^®nbsp;te ruiken, en zet der h. Catharina van Siena eene doornenkroon op, terwyl zy hem den voet kuil. Het kolori®^nbsp;is meetlerlyk. De Catharina van Siena heeft eene boetvaardige miene, en de andere eene bekoorlyke raieue mnbsp;’t profiel. In de Maria is fchoonheid en een’ edele uitdrukking vereenigd.
In de zevende kapel is eene Maria met den roozen-krans , van Morazzoni , middelmaatig gefchilderd. Op bet altaar in den flinker kruisgang op ’t koor der monniken heeft Daniel Crefpi Chriftus in de glorie» S. Bru-no nevens andere heiligen , die hem aanroepen , afg®
beeld. Het koloriet is fchoon en ktagtig. Het beeld
267
¦Van Chriftus is onrigtig, maar dat van Bruno juift voor- Pavia, geftt'ld.
In de oude fakrifty ziet men op het altaar vier en zedig kleine elpenheenen basreliëfs. De pilaaren, wil men, zynnbsp;''an den hoorn eens eenhoorns gemaakt. Het \verk is aar-tig, en zo goed als het in zyn foort zyn kan. Het ge-heele werk verdient als iets zonderlings, maar niet ten op-zigte der konll, befchouwd te worden. Het is een ge-fchenk van de Hertogin Catharina, gemaalin van den Ilig-ter deezes gebouws. Men vertoon: hier ook kodbaarenbsp;met juweelen bezette kelken, en andere koftbaarheden,nbsp;¦waaronder verfcheidenen van Hannibal Fontana gefnedenenbsp;fteenen te bemerken zyn. Op den voet van een kruis vannbsp;bergkrydal heeft de, zelve Fontana Chriftus naar Golgothanbsp;gaande, afgebeeld.
De nieuwe fakrifty is met negen middelmaatige fchildelt; ryen van verfcheiden’ meefters verfterd. Het befte daaronder is eenc verkondiging van Procaccino. In een’ by-zondere kaft worden voortreflyke bordnurfels van zydenbsp;van eene in haar foort groote konftenaares, Antonia Peru-gina , bewaard , waaronder byzonderlyk een mannaregennbsp;in de woeftyn zo fcfaoon uitgevallen is , als of het eennbsp;fchildery was.
Het koor is geheel van de hand van Daniel Crefpi. De vier hoofdftukken verbeelden de geboorte van Chriftus, denbsp;aanbidding der koningen, de voorftelling in den tempel,nbsp;en Chriftus onder de leeraars in den témpel. De (lukkennbsp;in frefco aan ’t gewelf zyn uit het leeven van S. Bruno genomen. De manier is taamlyk goed, maar daar heerfchtnbsp;Weinig edels in. Het vleefch is te rood, en de houdingnbsp;Zou beter in agt genomen kunnen zyn. Her hoofdakaarnbsp;verdient voornaamlyk wegens het fchoon ingelegde werknbsp;van agaat, lapis lazuli, en andere koftbaare fteeneu, be-
Pavia,
zigtigd te worden. Dit koftbaare ingelegde werk is door de geheele kerk dermaate verkwirt, dat men het zelfs aannbsp;de baUirtrade in de kapel van ’t Avondmaal vindt. Hetnbsp;kloofter onderhoudt byzondere lieden die dit werk ver-ftaan. Hier en daar is de natuur taamlyk gelukkig nage-bootft.
De bibliotheek beantwoordt niet aan de overige pragc des kloofters. Men vindt zelden Karthuizers die zig oinnbsp;de weetenfchappen bekommeren; en hoe kunnen zy hetnbsp;doen, daar zy van de vierentwintig uuren ’er veertien opnbsp;, het koor doorbrengen moeten ? Men vertoont in deezenbsp;bibliotheek een paar kaften met elpenbeenen basreliëfs, di®nbsp;van gothifch maakfel, en uit hoofde der menigvuldige leliën in Frankryk gemaakt fchynen te zyn.
De gebouwen tot het kloofter behoorende zyn zeer uit-geftrekt. De byzondere cellen of kamers der monniken zyn aan de niuuren van een groote vierkante plaats. Elkenbsp;monnik heeft by zyn kamertje een kleinen tuin. In dennbsp;algemeenen tuin zyn veel verborgen fonteintjes en aartigenbsp;haagen.
Slag hy Pavia.
De nabuurfchap deezes gebouws is merkwaardig van wegen den vermaarden veldllag, dien Franfois I. Koningnbsp;van Frankryk, den 24. February 1525. verloor, en daarinnbsp;zelve door den Connetable de Bourbon, die ’t heir vannbsp;Keizer Karei V. gebood, gevangen werd.
268
Pavia.
Pavia, in ’t Latyn Ticinum, is eenc ftad, gelegen aan de rivier ïicino, van 30000. zielen , die wegens haare
gfOOt'
(•) Ariofto bezingt deezen flag, waarin Francois zo veel moedï bewees, maai ongelukkig was, Canto 35, Ottava 52.
VedcU il nbsp;nbsp;nbsp;della Nobiltade
tfitta Franeta alia c^m^agna eJlUtio*
-ocr page 395-grootte flegt bewoond fchynt. Gebrek aan handel en nee-pa^id» ring maakt ze doodfch. Pavia is eene zeer oude ftad, en,nbsp;volgens Plinius en Strabo , door de Ligurifche volken,nbsp;lang voor Milaan , gebouwd. Toen het Roomfche ryknbsp;aan ’t vervallen kwam, werd zy ten deele vernield, maar,nbsp;door voorzorg van S. Epiphanius, haaren Bisfchop, fpoe-dig weder herfteld, Zy werd daarop de hoofdflad vannbsp;Lombardyen , van den eerden Longobardifchen Koningnbsp;Alboin, tot op den laatden Defiderius toe, die door Karei den Grooten gevangen ‘werd genomen. Keizer danbsp;Roodbaard maakte de ftad op een zekere manier vry, egret zo dat zy onder Keizerlyke befcherming bleef. Denbsp;inwooners konden zig niet wel onder malkander verdaan,nbsp;onderwierpen zig deswegens aan den Pauslyken Stoel, ennbsp;quot;erden door den Aardsbisfchop van Ravenna, als ’s Pauzen Legaat, zo lang geregeerd, tot dat de Visconti, alsnbsp;Hertogen van Milaan, de dad bemagtigdep, en verderk-ten. Sedert is zy aan Milaan gehegt gebleven. (*}
Op de Plaats voor de Domkerk ziet men een bronzen datue te paard op een zuil. Het werk daaraan is middel-maatig. De gcmeene man noemt ze Regifola. Eenigennbsp;mcenen, dat het Keizer Antoninus Pius, en door deLon-gobarden van Ravenna herwaards gebragt is. Men verhaalt, dat de eerde foidaat, die de munren van Pavia beklom , toen ze door de Maarfchalk de Lautrec in ’t jaarnbsp;1527. veroverd werd, een Ravennees was, en van dennbsp;Veldheer tot eene belooning verzogt, dat het beeld weder naar Ravenna gebragt worden mogt; maar de bor-
gers
-ocr page 396-tavia.
Domkerk,
S. Pietro,
gers van Pavia lieten niet af te bidden, dat zy bet houden inogten , en de foldaat ontving ’er eene kroon van goud voor.
De Domkerk wordt herbouwd , dat langzaam voort' gaat, alzo het geld alleen van aalmoezen moet komen»nbsp;en de menfchen niet meer zo mild zvn pm tot het boU'nbsp;wen van kerken te geeven als voor een paar eeuwen,nbsp;koor en de kruisgangen zyn nog maar af Alle reisbefchry'nbsp;vingen fpreeken van de lans des grooten Rolands, die hiotnbsp;bewaard wordt, de welke niets anders dan de maft vannbsp;een fchuit is.
In de Auguftyner kerk van S. Pieter wordt het gebeente van S. Augnftinus bewaard. Zyn lichaam zou in de agtftenbsp;eeuw uit Sardinien herwaards gebragt zyn. Koning Luit-prand bouwde deeze kerk hem ter eere, maar de begraafplaats des heiligs werd zo geheim gehouden, dat zy ein-delyk geheel vergeeten werd. Veele eeuwenlang bleef zynbsp;geheel verborgen, tot dat men eindelyk een’ ouden zarknbsp;vond, dien men egter met voordagt daar had kunnen leg'nbsp;gen, en toen geloofde men werklyk de beenderen des heiligs ontdekt te hebben. Op den muur ftond ten minfteu
mec^ zwarte Gothifche letters, nbsp;nbsp;nbsp;Deeze ontdek
king gefehiedde in ’t jaar 1695. Maar alzo men nog bleef iwillen of het wel de waare begraafplaats was,bekragtig‘J^nbsp;Benediftus XllI. het met een bulle, en nu mag’er nie-mant meer aan twyiTelen. (*_)
Niet
(•) Fontanini heeft dit in een byzonder werk ie Corpore ¦i’-fnftini Ticini reperto in l/zï. breedvoerig belchreven. I” ^
1731. kwam ’lt;:i' te Romen een Icherp gefthrift tegen uit , waasiu bet vootgeeven der monniken voor vallek verklaard , de geheelcnbsp;zaak , in (pyt ()(,£ panslyke butle , vcor verdigt gehouden wordt*nbsp;Metlvl it credere tnïta via afcofo e non èfcopert» l*enno 1659*
a7i
Niet ver van dit gewelf iigt het lichaam van den Chriften Pavia, Wysgeer Boethius, die in zyn ballingfchap te Pavia hetnbsp;bekende boek tie Confolatione Philofophia fchreef, en te-gens het einde der regeering van Koning Theodorik onschuldig werd omgebragt. Men vertoonde voorheen ooknbsp;te Pavia den toren waar hy gevangen gezeten heeft en hetnbsp;hoofd verloor, maar hy is thans afgebroken. By zyn grafnbsp;leeft men aan eene zuil:
I
Hit jacent effa Regis Luitprandi.
In de' overige kerken is niets merkwaardigs te zien; eg-ter kan die van S. Michele , eene oude kerk der Lon-gobardifche Koningen, die der Karmelieternonnen, en de voor de wefterpoort liggende Benediktyner kerk van S.
Salvator bezigtigd worden.
De univerfiteit van Pavia ftond voorheen in grooten (Jniverfi-haam, gelyk dan de vermaarde regisgeleerden Baldus, Ka-teit. dreas Alciatus en anderen hier lesfen gegeven hebben. Karei de Groote heeft ze geftigt, en Karei IV. vernieuwd.
Onder de dertien daartoe behoorende collegii is een van Paus Pins V. en heet daarom Collegia Papak. Zyn bronnen ftandbeeld ftaat voor het zelve in eene goede ftelling,nbsp;cn de gewaaden zyn wel geworpen. Men treft binnen innbsp;het zelve deezen Paus nog fchoonder in marmer gehou-'Wen aan. Ter regterhand in eene hooge zaal hangen groote fchilderyen, waaronder de flag van Lepanto door Gio*
''anni Batftfta delle Sciiole is. Een ander collegio voert tien naam van Borromeo. Het gebouw is aanzienlyk ennbsp;•het fchoone galleryen voorzien. De broeders Zuccherinbsp;hebben zig in eene zaal met op natten kalk te fchilderennbsp;onftetfly^j gemaakt. Frederik heeft de procesfie met eennbsp;hïgel van Chriftus kruis, door S. Borromeus in een peft-
tyd
-ocr page 398-Pavia,
lyd gehouden , en de verheffing des heiligs tot naai gefchilderd. Beide (lukken zyn goed geordonneerd’nbsp;en in een vrye manier uitgevoerd. De beelden zyn r®nbsp;reusagtig.
Daar zyn eenige goede paleizen te Pavia, by voorbeeld dat van de familien Mezzabara, Bellifomi, en Botta.nbsp;en daar (laan nog oude en zeer hooge torens, gelyk di®nbsp;welke tot het Paleis Belcredi behoort. Voorheen floodnbsp;’er nog een nu ingeflorte toren, die, volgens de. uicfpr*®'^nbsp;van 't gemeene volk, Torre del piz in zo heet, dat zo veelnbsp;wil zeggen als het onderfle boven , om dat hy bovennbsp;veel breeder was dan onder. Dtergelyke konftftukjes detnbsp;bouwkunde, waartoe ook de hangende torens behooren»nbsp;waren voor drie honderd jaaren in de mode, wanneer men»nbsp;om zonderling te zyn, het gezonde verfland ter zyde zetlede.
27a
IVeeten-
febappen.
Pavia is van ’t weden tot het ooften , of van Port* Borgorato tot aan de poort van Cremona eene Italiaanfch®nbsp;myl lang, en van ’t noorden naar ’t zuiden niet veel nriO'nbsp;der. De omtrek is voor 30000. inwooners, en eene bezetting van 3000. man te groot, en dit doet de plaats oO'nbsp;bewoond fchynen. De Strada mtova loopt van ’t nootnbsp;den naar ’t zuiden byna lynregc door de ftad. In ’tnbsp;1755. zyn alle de huizen op de zelve wit gemaakt,nbsp;gelegenheid dat de Infante van Spanjen door de flad kWiquot;^’nbsp;om te Infpruk met den Groothertog van Toskanen te troi^nbsp;wen. Men leell nog de opfchriften, die toen boven d®nbsp;fladspoorten gezet werden. Onder de poorten alhier heeftnbsp;men een byzondere manier van aalmoezen te vergaderen»nbsp;met naamlyk den doorgaugeren een fchotel voortehoudeD»nbsp;Waarin een doodshoofd ligt, vermoedlyk om hen daardolt;ftnbsp;tot medelyden te beweegen.
Schoon Pavia eene univerfueit heeft , wordt zy
wet-
-ocr page 399-Weinig bezogt, en de weetenfchappen worden ’er nbsp;nbsp;nbsp;paviti.
Verwaarloosd. Men zoekt te vergeefs naar eene publieke bibliotheek, of de boeken die over de nieuwfle ontdekkingen in de mathefis en phyfica handelen. Even zó wei-’l'g vindt men natuurkundige inftrumenten , globes , een ob-fsrvatotium , een kabinet van naturalia, óf wat in onzenbsp;ve ligte eeuw tot beoeffening deezer weetènfchappen, zÖnbsp;öuttig voor het inenfchdom, gevorderd wordt. Het fchyhcnbsp;als of de regeering daarop uit was, deezé hooge fchool,nbsp;die op ’t uitetfte ligt, weder op de been te helpen, fe»nbsp;dert men een der grootfte wiskundigen, den Vader Bolco-Vtch , als Profesfor in de mathétnaciichè weetenfchappei»nbsp;biet beroepen heeft. (*)
Ónriertusfchen vindt men nog eenige geleerden te Pa-,V'a, waartoe Vader Fontana, een bekwaam wiskundige ell ^fofeslbr in de nietaphyfica behoort. Hy heeft zyne diep-Zintiige kunde in drie kleine werkjes over de integtaalreke-getoond. Doéior Valcarenghi is een bekwaam geneeskundige , Doftor Mofcaii is leeraar der ontleedkunde ,
Vader ividman in dè kruidkunde , en Vader Vai in db phyfica.
De Marquis Gaetaiio Belifotni , die reêds voor m'eér dan twintig jaaren overleden is, hèeft in haar foort eenenbsp;fraaije verzameling van modellen, inftrumenten, en werktuigen voor allerlei kónften en wéetehfchapp'eil agtergeiti-
i*) Viy bekleedde rootheen dien poft in ’t Collégio Roffiano te ^“'hen. Hy heeft zig niet alleen doör diepzinnige algebraifthenbsp;Rhtiftjjj j maai ook döot een gedigt oVet de zon- en maan vetdai-''•ogen, dat in 1761. te Venetien uitkwam, bekendgemaakt. Dcnbsp;ïft ïynet fchtifien is daar by gevoegd. Wy hebben van hem reeds,
gelegenheid van ’t meeten eens graad* op dcn aardbodem in hcE oomfehe gebied, gewag gemaakt.
VI. Deeu nbsp;nbsp;nbsp;S
-ocr page 400-Pavia, ten, die men by zyne weduwe kan gaan bezien. Zy zo't anderen tot een voorbeeld ter navolging dienen kunnen gt;nbsp;die op eene diergelyke wys zig de kennis van ontelbaar®nbsp;dingen in de .wereld verkrygen willen.
B.
gt;-UK.
J3e citadel is een elendig oud vierkant gebouw met torens , ’t welk geheel vervalt, en tot kazernen voor de b®' .zetting dient. Zy is, zo wel als de brug over den Tio‘'nbsp;IK), door Jan. Galeazzo Vifconti, Flertog van Milaan, S®nbsp;\jouwd. De brug behoort onder de aanzienlykrfen vannbsp;Italiea. Zy is van gebakken fteenen opgebouwd, hier ennbsp;jdaar met marmer . ovenrokken, en van boven bedekt, zonbsp;dat de inwooners haar ten allen tyde als een wandelplaatsnbsp;gebyjiken. Zy dient tot gemeenfchap met de voorftad,nbsp;,die op de andere zyde der rivier ligt, waar de kerk vannbsp;.S. Salvator, boven gedagt, door Keizerin Adelheid gebouwd , gelegen is. .
Handel.
Ticino is,hier breed en diep,zo dat de groote fclnii.' ten uit don Po aan de ftad kunnen komen, waar doofnbsp;.eenjge- handel ontfiaat, die voornaaralyk in het afvoerennbsp;van eenigen der voortbrengfels des lands beftaat, welkennbsp;pp. ver na niet,in het land verbruikt worden, als graanen»nbsp;.hennip, kaas en wyn. . Dog deeze geringe neering isnbsp;bekwaam der fiad leeven te geeven, en de inwooners webnbsp;.vaarend te inaaken. , De gezonde landflreek vannbsp;maakt, dat de gemeene' man ’er gezond en leevendignbsp;ziet. Ily kleedt zig hier zindelyker dan op veele and®'nbsp;re plaaifen van ftaliën-, maar leeft voor’t overige ingetn'nbsp;¦gen , zo dat men de vrouwen en meisjes weinig ziet gt;nbsp;beha!ven op zon- en feefldagen, wanneer zy ter misfenbsp;nit wandelen gaan.
Belgioiofo, nbsp;nbsp;nbsp;, een romkgraaffchap, behoorende aan de *
milie van Barbiano , twaalf mylen van Pavia, heeften®
pragtig flot, waarin de oude en nieuwe fmaak der atchi
tektuur t’zamen verbonden zyn. De tuinen zyn uitgeflrektp^^;^, en wel onderhemden, en met veel yzeren traliën voorzien,nbsp;door de welken heen men fchoone waterwerken in ’t oognbsp;krygt. De zyde van ’t gebouw naar den tuin toe is Hieuw,
€!n van een fierlyké bouworder. De laanen, die op het' flor aanloopen, beftaan uit hooge fchoone boomen. Wylnbsp;het in een vlakke landflreek ligt, heeft men wel geen zeernbsp;ver uitzigt, maar vindt zig fchadeioös gefield door het ge-zigt over de vrugtbaare vlakte. Men ziet alle de lande-ryen en weiden door breede flooten in groote vierkanten ¦nbsp;verdeeld , èn met populier- en moerbezieboome'n opnbsp;ryen ingevat. Aan de meefte boomen zyn wynftokkennbsp;geplant. De landsdouw gelykt een ruim en regelmaatignbsp;perk.
Bosfeheri zyn ’er weinig of geen in Lombardyen. Aan de groote wegen ftaan eiken en andere hooge boomen jnbsp;die voor timmerbout dienen kunnen. De zagte lugtftreeknbsp;vordet weinig of geen hout om te branden. De teehennbsp;en ander klein hout is genoeg voor ’t gebruik der keuinbsp;kens. De gemeene man behelpt zig met kleine leisb'ondelSjnbsp;om ’er zig fomtyds by te warmen.
REIS NAAR GENUA, OVER TOR-TONA NOVI, enz.
De landftreek van Milaan tot Pavia, en van daar tot aan den Po, die zeven mylen van de flad af haar dennbsp;kant van Genua, ftroomt, is een vlak land, en ftaat voornbsp;'Ovetftroombtgen bloot. Deezen omftaan by zwaare regen»nbsp;¦''^aagen, wanneer de kleine rivieren door het van de bergen afkomend water opzwellen, en den reiziger dikwylsnbsp;quot;beletten verder te trekken, tot zo lang het water weggelopen is. Somtyds worden de wiegen niet flegts voor eennbsp;S anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;paar
-ocr page 402-TorUtta.
paar dagen , zo lang liet water blyft flaan, onbruikbaar gemaakt, maar de vetheid van den grond is oorzaak,,datnbsp;nog veele dagen daarna het reizen zeer moeilyk en langzaam toegaat.
Be Grave- Eene myl van Pavia komt men over den Gravelone, een kiie. afuj ygjj jjgjj Ticino, op Sardinifchen bodem, of de land-flreek, welke de Koningin van Hungaryen by den laatftennbsp;oorlog in Italien den Koning van Sardinien heeft afgedaan.nbsp;Zeven mylen van Pavia pasfeert men by Porto di Rea dennbsp;Voghera. Po1 Negen mylen verder ligt Foghera , een droevig®nbsp;plaats. Men wint hier veel zyde. Daar is byna geennbsp;boer, die niet 6o. of 8o. pond popjes met zyde ,nbsp;(bette of Galette, aan zekere kooplieden verkoopt, lt;ii®,nbsp;veele duizenden daarvan verzamelen , ze afhaspelen, ennbsp;de« zyde dan , dertig mylen van hier , naar Aletfaii-dria brengen , waar een fterke handel in zyde gedrevennbsp;wordt.
Tirtom.
Van Voghera heeft men nog tien mylen tot Tortona. D® weg is- zeer aangenaam. Tortona, eene flegte Had aan denbsp;Scrivia , heeft omtrent 6000. inwooners, en 2000. mannbsp;tot bezetting. De ftad is zonder verdediging, dog heeltnbsp;een flerk kafteel, dat in de Italiaanfche oorlogen deezernbsp;eeuw verfcheiden belegeringen heeft moeten verduuren. I®nbsp;’t jaar 170Ö. werd het ftormenderhand veroverd, in 17341nbsp;nam het de Koning van Sardinien, en in 1744. Don F‘1nbsp;iippo, na een beleg van twaalf dagen, in. (?)
In de Domkerk is een antiek graf van Aelius Sabinus, dat 5, voet hoog, en met eenige basreliëfs en een Griekfchnbsp;opfchrift voorzien is. Het was voorheen in ’t
Men heeft eene liiftprie van de ftad Toiwaa doot Mont1 Mcllo, dis zeer zeldzaam voorkomt.
-ocr page 403-a?7
In de kerk van S. Franchcut ziet men een raz\msKnTorton0. kapel van de familie Garofali , en een baluftrade voornbsp;het hoofdaltaar, die van een zonderlingen fteen gemaakt is.
Twee mylen van Tortona pasfeert men de Scrivia, een Herken ftroom, die zyn bed dikwyls veranderd. Hy looptnbsp;ook fomtyds plotslings op, en fleept den reiziger,die hemnbsp;doorryden wil, weg.
Agt mylen van Tortona komt men op het GenueefchejfVaw, gebied, en twee mylen verder vindt men de ftad Novi,nbsp;die nog 30. mylen van Genua af ligt. De ryke Genuee-.nbsp;zen hebben in deeze plaats, wegens haare gezonde en aan-genaame ligging , pragtige huizen, waar zy een gedeeltenbsp;van den herffl: doorbrengen. Het Paleis Brignok is hetnbsp;fchoonfte van allen. Het kwam voorheen der familie Lo-mellino toe. Onder de andere paleizen verdienen die vannbsp;de familien Doria, Balbi, Spinola, Negroni, Centurioni,
Cn Durazzo voornaamlyk genoemd te worden. De mee-ften zyn, volgens gebruik alhier, groen en rood geverwd.
Jaarlyks wordt ’er vier maal een jaarmarkt gehouden, die de Genueezen vlytig bezoeken. Novi is het pakhuis vannbsp;veele waaren uit de Levant, die de Genueezen herwaardsnbsp;brengen , en die van hier verder naar Lombardyen vervoerd worden.
Novi ligt aan een hoogen berg, dien men op moetj Zodra men buiten de Pad is. Vyf mylen van Novi rydtnbsp;men het fort Gavi (*) voorby; daarop komt men aan danbsp;rivier Lemo, en aan de dorpen Carogio en Foltaggio, nognbsp;20. mylen van Genua,
( *) De Genueezen hielden het voor onverwinbaar , tot dat in den hatflen ooilog de Ooftcniykets hen van ’t tegendeel overtuigden.
Novi.
Bocbetta,
Zes mylen verder legt de pas Bonhetta, op. het fpits va# ’t Apennynfche gebergte, die in den laatften Italiaanfehennbsp;oorlog, toen de Ooftenrykers in Genua waren, zeer bekend geworden is. De groote weg uit Lombardyen looptnbsp;’er over, en is bier zeer final.. De pas wordt door drienbsp;fchansfen gedekt, en is als de fleutel van Genua. Zodr*nbsp;de Oofienrykers deezen pas vermeeflerd hadden, viel hetnbsp;hun ligt Genua te veroveren.
Niet ver van hier komt men aan het dorp Pietra Lavf fara, nog twaalf mylen van Genua. Vier mylen verdefnbsp;pasfeert men het dorp Campomorone, zo genaamd naar denbsp;menigvuldige moerbezieboomen, die hier wasfen. De vvegnbsp;is in dit oord zeer goed, en met kleine keizelfteenen geplaveid. De huizen zyn allen met leijen gedekt. Meanbsp;heeft hier tafels van lei van een el in ’t vierkant. Zy komen uit de groote leigroeve Lavagna, die hier in de na*nbsp;buurfchap, vyf en twintig mylen van Genua, ligt.
Rivier
De weg van Campomorone naar Genua gaat ten deele quot;polcèveranbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fnelvlietenden en gevaarlyken ftroom Pokevera-
Hy is dikwyls niet ovcrtekomen, verandert geftadig zy*t bed, en maakt het dus onmooglyk een goeden weg langsnbsp;zyn oever aanteleggen. Men moet altyd door de rivietnbsp;heen en weder ryden, om een weg, dien zy vry gelate**nbsp;heeft, te zoeken, waarby het een geluk is, dat denbsp;nigvuldige keizelfteentjes, die de ftroom met zig voert»nbsp;den grond hard en veilig maaken. Sedert veele jaaren hebben de Genueezen een plan gehad, om een’ weg opnbsp;rug des bergs te maaken, maar het zal om de zwaare kosten wel agterblyven.
Het dal waardoor de Polcevera loopt is aan beide zydeö met fchoone landhuiz.;n bezet, waarvan beneden meer z^lnbsp;voorkomen. Het inügt nret de brug van CorniglianOt
^ie uit negen boogeii beftaat, en zo breed is, als de vlakte»
-ocr page 405-279
le, welke de ftroom fomwylen inneemt, wanneer hy (lerk op Gem^r Zwelt. Aan geene zyde der brugge ziet men de zee eiinbsp;het Paleis Durazzo, Egter rydt men niet tot aan denbsp;brug , maar komt flinks af door de pragtige voorftad S.
Pietro d’Arena, die tot aan de flad Genua loopt.
Genua, of gelyk het de Italiaanen fchryven, nbsp;nbsp;nbsp;^jjiflorii,
is eene ftad van omtrent 80000. inwooners, gelegen aan de Middellandfche Zee, op eene breedte van 44. graaden,nbsp;en 25. minuiuen. Sommigen fchryven haare ftigting aan Janus , Koning van Italien toe. Zy willen dat de plaatsnbsp;Jama geheten hebbe, dog de ouden fchryven altyd Genua. Zy was eene der Ligurifche (leden, die zig op ’tnbsp;hardnekkigs, en wel tagtig jaaren lang, tegens de Romeinen verdedigde. De inwooners fchynen lang bondgenoo-len der Romeinen geweell te zyn. .Mago, de Karthagi-nienfcr, verwoeflte Genua, dog de Romeinen herfteldennbsp;de ftad weder. Hoe gewigtig de plaats in oude tyden ge-weeft zy , blykt uit Strabo,die ’er van zegt, dat zy Imperium totius Liguria was.
Toen ’t Roomfche ryk verviel (•) kwam Genua ondet de gehoorzaamheid der Gothen en Longoparden, tot dat
Ka-
(?) Die de hiftorie van Genua, het welk ontclbaare wisfclvallig-heden ondergaan heeft, en welks gefchiedenis zeer verward is, wil leercD kennen, kan Aumelli Compcridio delle Jlorie di Genova 1750. innbsp;twee deelen in o£lavo nazien, gelyk ock Vilijloïre des Kevolnuons denbsp;Gènes. deptds /®” établisfement jnfqtdd ia paix de 1748- d Faris ly.^fx
drie deelen in duod. Men vindt ’er eene goede kaart in van dfti dngeniem Bellin. De kaart van Homan van ’c jaar 1743. is ooknbsp;juift, en goed voor het gebruik.
S 4
-ocr page 406-Karei de Groote dat ryk vernielde, en Genua nevens ajl' dere lieden van Lomhardyen den Duitfchen Keizeren onderwierp. Dit bleef zo eènige eeuwen, dog de Genuee-zen tragtten dit jok aüengskens aftefchudden, tot dat zynbsp;eindelyk een vry volk wierden. Hunne tn^gt nam onder-tusfchen geduurig toe. In de negende eeuw onderwierpennbsp;zy zig reeds het eiland Gorfica. In de elfde en twaalfdenbsp;deeden zy zig niet alleen in de kruisvaarten zien, en maakten zig meeftèr van de Zwarte Zee, maar veroverden ooknbsp;Sardiriien, Majorca, Minorca , en Syracufa , met haar ge-heele gebied, en velligden zig zelfs in de Ktira. In denbsp;dertiende eeuw verwierven zy de heerfchappy over de deden van d» Golf van Genua, als Savona, Vintimiglia, ennbsp;meer anderen, welken tegenwoordig de heerfchappy vannbsp;Genua uitmaaken. In de veertiende eeuw geraakten zynbsp;met de Venetiaanen over de heerfchappy der zee in een’nbsp;Jangduurigen en koftbaaren oorlog , vvaardoor hun’ magtnbsp;zeer gekrenkt, en zy genoodzaakt werden, hunne vaftig-heden in de Krim optegeeven, ’t welk eindelyk in ’t jaatnbsp;1471. volkomenlyk gefchiedde,
In die eeuwen was de ftad ook niet vry van getladige f)orgerlyke onluften. Na den tyd van Karei den Grooteftnbsp;had Genua een tyd lang zyne Graaven, welken het volknbsp;verjoeg , equot; zig vry maakte. Maar de ruft duurde nietnbsp;lang 5 dan had de adel, dan weder het volk de overhand,nbsp;en men koos verfcheiden foorten van magiftraaten. Nnnbsp;had men Burgemeefters, dan eenen Podefta, naar dat mennbsp;met hun bellier wel of kwaalyk te vrede was. In ’t jaarnbsp;1257. behield het volk de overhand, en verkoos Docca-nsgta tpt CapitapQ, maar vier jaaren daarpa kwam de magfnbsp;weder in de handen van den adel.
üorfprong Om dien tyd ontftond de Genueefche adel, die zyn’ fti adels, porfprong niet vroeger dan het jaar 1200. kan doen ftei-
gen.
-ocr page 407-fen. Alzo de oneenigbeden tusfchen de familien om burgermeeflerampt geen einde namen , nam men het be-ljuit een vreemden Podefta te kiezen, en gaf hem agt by-zitters uit de (lad, die Nohili genoemd werden, ’t zy zynbsp;uit een huis van aanzien of niet waren. Op deeze wysnbsp;cmfionden de groote familien van Doria, Spinola, Fefchi,nbsp;Grimaldi. De twee eerften omhelsden de party der Gibel-lynen, en de twee anderen die der Guelfen. Men noemdenbsp;ze magna quaitior prtfapite, en de andere familien vaanbsp;minder aanzien hingen der eene of der andere van dee-zen aan.
Onder de voorregten die zy zig aanmaatigden, was dit, dat zy hunne huizen van zwart of wit marmer mogteanbsp;bouwen. Daar liaan nog verfeheidene diergelyke huizen,nbsp;die aan andere eigenaars gekomen zyii.
Maar het waren niet altyd iunevlyke onlullen tusfchen den adel en het volk , welken den ftaat ontrudeden;nbsp;zy moeilen zig oqk dikwyls getroöllen andere opperheerennbsp;te erkennen, ’t welk zy gemeenlyk aan hunne eigene 011-eenigheden moeften dank weecen, Robert, Koning vannbsp;Kapels, werd meeder van Genua, en na hem de Hertognbsp;van Milaan, Karei VI,, Koning van Frankryk, de Mark.nbsp;graaf van Montferat, en eindelyk een eigen Hertog. In ’tnbsp;)aar 1442. kwam de dad weder aan den Hertog van Milaan, in ’t jaac 1458. aan Karei Vil., Koning van Frank-Tyk; in 1491. weder aan Milaan, daarop aan Spanjen, ernbsp;weder aan Frankryk. De Genueezen widen zig niet naarnbsp;hunne omdandigheden te fchikken; zy waren hunne vry-heid moede , en konden egter geenen heer verdraagen,nbsp;*ot dat zig eindelyk een vriend des vaderlands, eennbsp;held, opdeed, die Genua haare vryheid gaf, en den re-geeringsvorm op e^n’ duurzaamen voet zettede , zo datnbsp;2y fedeit dien 0’*^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by de zelve inrigting. geble-
5 5 nbsp;nbsp;nbsp;ven
-ocr page 408-Cerua.
Andrea
Doria.
dat iazonderheid de gedagtenis dec
voo-
ven is, en hunne republiekeinfche gefteldheid niet wede? verloren heeft.
Deeze bevryder zyns vaderlands was Andries Doria, die eerft, als Admiraal van Koning Francois I., den Genuee-zen veel afbreiiks gedaan had. Maar in het jaar 1528.nbsp;ontwaakte zyn gewisfen ; hy hield het voor ongeoorloofdnbsp;tegens zyn vaderland te dienen ; daarby kwam, dat hynbsp;van het Franfche hof kwalyk voldaan was. Hy nam datinbsp;het befluit, de Genueezen, die veel klagten tegens Francois hadden intebrengen, weder in vryheid te herftellen»nbsp;en in den dienfl van Keizer Karei V. overtegaaii.
De Gouverneur van Genua van ’s Konings wegen,Teo-doro Trivulzio, bemerkte deeze inzigten, en verzaïneldo een gedeelte der inwooners op de Plaats de’ Banchi, omnbsp;hen tot trouw aan den Koning te vermaanen. Maar opnbsp;den II. September 1528. verfcheen Doria met zeven gal-lyen by de Plaats Sarzana, waar zig eene groote menigtenbsp;volks verzameld had , en flapte by S. Marzo aan land. Oii-dertusfchen nam de geheele ftad de tvapenen op; mennbsp;maakte zig meefter van het Raadhuis en de poorten vannbsp;S. Torna en delf Arco. Allenthalven hoorde men het woordnbsp;vryheid en viva S. Giorgio weergalmen.
Daarop deed Doria de voornaamfte borgers op de Plaats S. Matteo t’zaraenkomen, vermaande ze, allen geeft vannbsp;oproerigheid en aanhang te verbannen, en op nietsnbsp;het bewaaren der vryheid bedagt te zyn. Den volgendennbsp;dag verzamelden zig over de vyftienhonderd leden va»nbsp;den grooten Raad op de zaal van ’t Raadhuis, en heüoo'nbsp;ten eenpaarig, de vryheid der Republiek weder op dennbsp;ouden voet te brengen, en in ’t toekomende dien dag allenbsp;jaat onder den naara van het feeft der Vereeniging te vieren. De Gouverneur werd verjaagd, het kafleel afgebroken , eu bevolen
-ocr page 409-483
voorige oneenigheden tusfchen den Raad en het volk heel zou aan een kant gezet worden. Men maakte nieu,nbsp;we wetten , die de wetten van ’t iaar -1528. genaamdnbsp;werden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
De Nobili , die van wegen hunne geboorte , verdienden , en talenten, waardig waren deel aan de regeering hebben, werden in agcentwintig famiüen of Alberghi verdeeld. Zy waren te gelyk de talrykften, en^ hadden he^nbsp;nieede gezag in de nieuwe Republiek. Zy waren de Spi-nola, Fornari, Doria^ Negro, Ufomadire, Vivalda, Cicala, Marini, Grilla, Negroni, Lercari, Lomellini, Cal-,nbsp;vi, Fiefca, Pallavicini, Cibo, Promontoria, Franchi,Pi-neila , -Salvaga , Catanea, Imperiale, Gentile', Interiana,nbsp;Sauli, Giufliniana, Cenmtiona.
Daar waren nog meer oude familien, en van de zelve? voortreflykheid; dog men nam de talrykfien, en die ten;
¦ minden zes huisgezinnen uitmaakten. De benoeming van Populate en Nobile, waarover zo veel onaangenaamhedemnbsp;in de ftad ontdaan waren, werden geheel afgefchaft. Alleen bleef ’er het onderfcheid tusfchen NMli vecchii en'nbsp;movi, of, gelyk men ze ook noemt, Nobili del Vortka,nbsp;di San Pietro en Portico di San Paolo. Dit onderfcb.eidnbsp;is fedett altyd gebleven; en, fchoon beiden, zo wel dsnbsp;Nobili van den ouden gis van den nieuvve Portico een gelyk regt hebben tot de bedieningen, heerfcht’er dog al.nbsp;tyd een foort van nyd en yverzugt onder hen. Ter (linkerhand op de beurs verzamelt zig de nieuwe adel, omnbsp;over zyne zaaken te fpreeken. De oude mag daar ook welnbsp;komen, maar heeft egter eene byzondere vergaderplaats,nbsp;Waar niemant van den nieuwen adel verfchynen mag.
(*) De nieuwe adelyke familien worden op vyfhonderd gelchat. Zjr zyn gezamendyk ia hst sogcaaamdc gouden bock opgetekeod.
S.B4.
Cénua, De borgerlyke kooplieden houden hunne vergadering voor de beurs.
Uit dankbaarheid voor Andreas Doria werd befloten» 4at de wage van het Raadhuis jaarlyks den ii. September des avonds met haare vaandels en klinkend fpeeltuignbsp;naar de Plaats voor het Paleis van de familie Doria mar-cheeren, en daar, ter gedagtenisfe van de bevryding vaiinbsp;Genua, en falvo fchieten zou. De Republiek koft voornbsp;Andreas Doria een paleis op de Plaats , die nog de»nbsp;naam naar deeze familie voert, en deed daar bovennbsp;petten :
Andrea de Auria, patria liberaUri, munus puhlicum.
Ook werd hem een marmeren ftandbeeld op de plaats in het Raadhuis opgerigt.
Cataneo de Lazario werd voor twee jaaren tot Doge verhoren. De groote Raad , U gran Configlio , werd op vierhonderd ieden bepaald, en hem de opperde magt innbsp;’t gemeenebeft in handen gefteld. De beftiering der publieke inkomften droeg men agt Procuratoren op, en gafnbsp;hun den afgaanden Doge en de Senatoren tot helpers»nbsp;Ook ftelde men vyffupremi Fendicatori aan, die, gelyknbsp;ais de oude Roomfche Cenfores, een waakzaam oog op
het
De Genucelche adel i? zo verftandig van het voor geen’ fchande tc houden, handel te dtyven. De Pallavicini zyn de aanzienlykftekooplieden. Alle de overigen , de Dotia en Spinola uitgenomen, doennbsp;handel , hebben aandeel io ichepen, fabrieken, zyn bankiers, enz.nbsp;Men zegt gemeenlyk , dat de Staat van Genua arm is, maar de ingezetenen zeec ryk. Dog de rykdom is zeer verminderd 5 men zalnbsp;naauwlyks agt famiUen vinden die over de looooo. Ure jaarlyks inkomen hebben. De meeften hebben omtrent loooo. Ure te vertee-«n, veelen nog minder, dog csnigen wel zoooo. of 3OCOO.
-ocr page 411-gedrag der magiftraatsperfoonen en ftadsbedienden houden moeften.
Sedert dien tyd is Genua in vryherd gebleven. Lodé-¦vvyk XIV. bombardeerde in ’t jaar 1684. de ftad om een geringe oorzaak , en wel voornaamlyk om zynen ydeleanbsp;hoogmoed te verzadigen , en de eer te hebben, dat denbsp;Doge van Genua te Parys komen , en vergiffenis bid«nbsp;den zou.
In ’t )aar 1746. overrompelden de OoIIenrykers Genuaj Waar de oude geeft van vryheid en dapperheid maakte hetnbsp;volk wakker, zo dat het zig in de maand van Decembernbsp;van dat zelve jaar zyne onafhanglykheid weder verkreeg,nbsp;en de OoIIenrykers der ftad uit joeg. De Raad en de ry-ken vreesden, dat deeze zaak een kwaad einde hebben«nbsp;en hun naderhand veel gelds koüen zou. Om die reden ^nbsp;wilden zy in ’t eerft geen deel in den aanflag neemen, toenbsp;dat het tot een’ opftand kwam,en zy genoodzaakt waren,nbsp;de party des volks te kiezen. Een eenig patriottifclinbsp;burger , Grillo genaamd, befchaamde den Raad, en ga?nbsp;alleen 500000. lire tot goedmaaking der vereifchte koftettnbsp;uit zyn eigen zak. De aanflag werd met de grootfte gezwindheid uicgevoerd, zo dat de Óoftenrykers hals over •'nbsp;kop wyken moeften. Deeze wakkere ohderneeming ftrekcnbsp;den Genueezen des te meer tot eer, alzo zy federt meernbsp;dan tweehonderd jaaren in ruft geleefd hadden, en hedendaags een volk zyn, dat nog in de wapenen, nog in dennbsp;Oorlog geoeffend is, maar zig met fabrieken en den kpop-handel bezig houdt..
De Genueezen hebben lang met de Venetiaanen om de heerfchappy der zee geftreden. In ’t jaar 1258. ftelde Pausnbsp;Alexander IV. vaft, dat de Koningen van Jerufalem zon-der médeweeten der raagtige en onverwinlyke Republie»nbsp;ken van Venetien en Genua niet zouden gekroond worden-
-ocr page 412-Ce«u0.
den. Te gelyTc verwierven zy den titel van beheerfd'1 resfen der zee. Soinwylen hadden de Genueezen der overhand , vooral lil ’t jaar 1379. wanneer de raagt der VeiiC-tlaanen gfehéel vernederd werd, zo dat zy zig gedwongen'nbsp;zagen, den Koning van Hungaryen om zyhe bemiddelinSnbsp;Sé verzoeken.
• Men ziet. aan eenige huizen in de ftad kettingeh-h'angeéi ter gedagtenis eener overwinning op de Pifaauen , (2) dis»nbsp;gelyk men verhaalt, de haveö van Genua met ketting'^2'nbsp;hadden gefloten. 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘
Ligging der ftad.
¦ Öe reeks der Doges begint in’t jaar 1339. met Simon Boccanegra. Hy werd toen tot Hertog of hoofd dér Republiek vetkoreri, zynde de ingezetenen de vreemde hee-K'.i rnóëdé , en wenfchende een hoofd uit hunne ftad tenbsp;hebben. Ih volgende tyden heeft men niet altyd Dogesnbsp;^had. De oiiafgebrokene reeks derzelven begint eerft iiinbsp;’t |aar 152S. met de groote omwenteling, toen Andreasnbsp;Dotia zyn vaderland in vryheid ftelde. Cataneo werd toennbsp;tót zevenènveertigften Doge vérkoren, en men telt tót m2nbsp;toe honderd en zeventig Doges.
Genua (t) ligt tegens eenen berg aan, gelykt als ee»
aoi'
'Ai GimvA,
(t) Van de ichilderyen en merkwaardigheden der ftad Genua viad2^ mch in het volgende kleine boek-in duodcc. goede b^rigten,nbsp;ritlU fit^ arituhlta rtcercata. Dc beroemde Ichilder Rubens heeft bfnbsp;«yn-vetblyf aldaar de tekeningen der befte byzonderc gebouiVeO gt;nbsp;waarvan Genua ryk is , ten deele zelf getekend, ten deele door a®'nbsp;deien doen tekenen. Naderhand, heeft hy ze in plaat brcngcV'nbsp;en zig daardoor by de liefhebbers der bouwkunde verdiend gemaaid'’nbsp;‘Mdn heeft •eritwee uitgaiven van in groot , ontjet den tiiC‘gt;
De boilog tegctis de Piftanen en de' gioote nederlaag, ivaa'l’Jf de magt der laatften geheel vetnieW is gewordea, zyn inhetlI.Dvebnbsp;by 't artikel KauT.hi. gedagt.
-ocr page 413-amphitheater, dat zig naar de kromte der zee rigt. üi^reQgfigg, ligging is heerlyk, en na die van Napels onbetwiftbaar denbsp;fchoonfte van Europa. Als men in Genua van den kantnbsp;der voorftad S. Pietro d’Arend komt, fchynt de ftad alsnbsp;uit de zee te voorfchyn te komen , en zig allengskensnbsp;meer en meer te verheffen naar maate men de haven nadert. ’T is der moeitewaard, om deeze heerlyke liggingnbsp;der flad regt te beoordeelen, ze uit drie verfcheiden ge-zigtspunten te befchouvven, naaralyk eens van de zeezy»nbsp;de, door met een fchuit eene myl of twee in zee te vaa.nbsp;reu , ten .tweede van de hoogte der vuurbaak , en tennbsp;derde van de fpits des bergs, aan welks voet Genua ligt.
Op de plaats waar zig deeze berg, die van de Scrivia tot op twee mylen van zee loopt, als in twee armen verdeelt,nbsp;liggen de fchahsfen, de Diamant, de twee Broeders, ennbsp;de Spoor, welke la'atfte op de fpits ligt ; en van daarnbsp;heeft men over de flad, de fchoone tandllreek , en denbsp;grenZerilooze zee', het vetrukfykfle uitzigt,
Genua draagt met regt den bynaam vah /« nbsp;nbsp;nbsp;Zyt
verdient dien zo wel om haare heerlyke ligging, als de pragtige paleizen , waarmede de ftraaten Baibi en Stradanbsp;uiiova praaien. De' plafte dakeil met galleryen geeven eennbsp;aartig aanzien. De ongelykhei'd des grorids heeft de eigenaars dikwyls genoodzaakt om het verzakken van deanbsp;grond der huizen te beletten , groote boogen te zetten j dis boven voor hunne huizen platte terrasfen maaken,nbsp;welken met oranje en andere bobm'en bezet zyn, en klei-ne tuinen gclyken. ,Op ecnigen afiland uit zee befchouwd,nbsp;geeven zy der flad een, toneelagtig aanzien, en men kaïinbsp;zig als de zweevende tuinen, ixirti penfiles, der Konihgin-ne Semiramis voorflellen.
De buitenfte ointrek der flad, of de Nuove Mura, ^i^Crooite ia ’t jaar 1626, begonnen werden, fchat men op pfoo.
Ftan-
-ocr page 414-Genua. Franfche roeden , of twaalf Italjaanfche mylen. De vesquot; lingwerken zyn met tweehonderd en vyftig ftukken kanon, die van 4. tot 24. pond fchieten, bezet. By deflnbsp;MolO: is een gefchutgietery, voor de welke iemant uit denbsp;familie Giuftiniani een klein kapitaal gemaakt heeft, ondernbsp;voorwaarde gt; dat de Republiek daarvoor jaarlyks tweenbsp;nieuwe kanonnen zou doen gieten.
tlaven. De haven van Genua maakt een haiven cirkel,die 1000.
vademen in de middellyn heeft. De ftad is rondom de zelve gebouwd , ’t welk een kleinen omtrek van 1800.nbsp;vademen maakt. De haven wordt door twee zwaare dammen , Moli , gedekt. De eene ligt oorfwaards, en heetnbsp;Molo vecchio. De andere, Molo nuovo, ftrekt zig uit regens ’t weften, of naar de zyde van S. Pietro d’Arena.nbsp;Schepen van tagtig ftukken kunnen hier inloopen, en ianbsp;den hoek van den Molo gaan liggen. De opening der haven tusfchen de twee dammen bedraagt 350. vademen. Zynbsp;is voor den zuidooftenwind , Libecdo , niet zeker. Bynbsp;zwaare ftorinen uit die ftreek w'orden dièfchepen geweldignbsp;ginds en lierwaards geflingerd, en fomtyds van hunne ankers gerukt, waardoor groote fchade veroorzaakt wordt. (*)nbsp;Dit maakt den handel onveilig, die veelligc veel aanzieii-iyker zyn zoude, indien de haven voor alle winden ge*
dekty
{•) Dan j. Decembervan ’t jaat 1760. ontftondop den middag et® 20 omzaelykc ftorm , dat dc golven over de twee dammen heennbsp;fl'jegen, en, daar zy regens de rotfeu braken, de lugt als roet éennbsp;¦Zomen ftofregen vervulden, 20 dat men dien Zelfs op de Plaats detnbsp;Annunziata, die taamlyk ver van de haven, en byna midden in denbsp;jftad ligt. Voelde. Drie Ichcpen in de haven »elye zonken, eaveeleonbsp;Werden onbiuikbaar gemaakt. Men nam zyn’ toevlugt tot de afthnbsp;van den h. )oannes den Poeper , en bragt z« np Molo veCchiO»nbsp;^liat de flbtm ging van zelf’ binnen een paar iiutc* leggen,
-ocr page 415-289
dekt, en het inloopen niet zo onzeker was. De is wel wyd genoeg maar gevaarlyk, als de ftuurlieden nietnbsp;op hun’ hoede zyn, en niet wel op het ftuuren van’t fchipnbsp;van ’t ooften naar ’c weden pasfen. Men heeft reeds veelanbsp;ontwerpen gemaakt, om ten minden het grootde gedeeltenbsp;van dit ongemak wegteneemen, en den fchepen in de haven zelve veiligheid te bezorgen. Ten dien einde moednbsp;de Molo jiuovo nog omtrent 100. vademen verder in zeenbsp;gebragt worden; dog alzo dit groote koden vorderen zou,nbsp;is het tot nog toe agtergebleven, en zal ook nog zo fchie-lyk niet gefchieden.
Indien de zeemagt der Genueezen aanzienlykerwas,zou zedig mylen meer wedwaards, te Aracd en Lingueglia,nbsp;een Ichoone haven voor oorlogfchepen kunnen gemaaktnbsp;worden. Maar het is der moeite niet waard, om een paarnbsp;galiyen en eenige weinige gewapende barken veele kodennbsp;te doen.
De weg op den wal om de haven maakt een verrnklyke wandelplaats, naaralyk van het aan ’t oodlyke einde liggende Ulooder der nonnen van S. Antonie tot aan de lantaarn of den vuurtoren. Eerd gaat men over de Porta delPnbsp;Jrco, waar men de gantfche voordad, de hoogte bovennbsp;Pifagno, den verruklyken heuvel Albaro op de znidood-iyke zyde der dad, en alle de forten, waardoor het bultende gedeelte der dad verdedigd wordt, overziet. Verder heen vertoont zig de pod by Madonna del Monte^nbsp;dien de Hertog de Bonders in den laatden oorlog tegeusnbsp;®en’ heftigen aanval der Ooftenrykeis , welken van denbsp;*’°ogtens der Kamaldolenfes afkwamen , zeer dapper ver-dedigde.
Verder gaat men op deeze wandeling de Abdy Fiefcbi voorby , waar eertyds het Paleis Fiefchi dond , ’t welknbsp;egter omver gehaald en den grond gelyk gemaakt is, omnbsp;VI. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;das
-ocr page 416-290
Genua,
dat de eigenaar zig mcefter van de regeering gemaal^t had.
Tegens ’t zuiden van Carignano ziet men de ruinen, Cava genaamd, van de boven gemelde onbillyke bombar-deering der ftad, die Lodewyk XIV. veel geidskoftte, ennbsp;weinig eers aandeed. Men heeft hier thans eene batterynbsp;opgerigt, die vyandlyken fchepen in ’t toekomende denbsp;aannadeting moeilyk maaken kan. Toen de Engelfche Ad'nbsp;miraal Matthews de ftad in den laatften oorlog tragtte tenbsp;bombardeeren, gingen de .Genueezen op de nabuurigenbsp;ragliette gerud: wandelen, om het vliegen der bomben tenbsp;zien , terwyl ondertusfchen deeze battery wakker op denbsp;Engelfche fchepcn fpeeldo. Daarop komt men aan danbsp;Sottoriva, als een vervolg van de bedekte gatleryen, dienbsp;binnen de haven in den innur,waarop men wandelen gaat,nbsp;rondom loopt. Men werkt ’er nog aan.
Domketk,
De kerk van 6'. Laurentiui of de Domkerk is, volgens hét voorgeeven, op de plaats gebouwd, waar deeze heilignbsp;op zyne reis uit Spanjen naar Romen gewoond zou hebben, en hem reeds in ’t jaar söo. na Chriftus gevvyd. 2ynbsp;is in de middeleeuwen, volgenk een taamlyken gothifche*'nbsp;bouwtrant opgetrokken , en geheel met marmer bekleed-In de kapel, ter regterhand van ’c koor ziet men eennbsp;van Baroecio, met een lieflyk koloriet. Egter ontbree'^'^nbsp;in de zamcnflellingde verbintenis. Het verbeeldt Chiid^'^nbsp;aan ’t kruis , en beneden Maria, S. Joannes en Magd*^'nbsp;lena. Op her altaar ter flinkerband van ’t koor heeft Catb'nbsp;biafi een aanbidding der koningen gefchilderd.
In de fchatkaraer der fakrilly wordt een vermaarde fma-ragden fchaal, il fagro Catino, die zeshoekig 's, en I4' duim in de middellyn heeft, vertoond- Zy heeftnbsp;voet, maar geene daarin gegravene figuuren, en is na dequot;
grooten fmaragd in ’t Idooller Reichenaii aan ’t Meer van
29 r
Konffants de grootfte dien men in Europa kent. Dat Genua, fchaal by Chriftus laatfte avondmaal gebruikt zou zyn, isnbsp;een legende, die geen’ agting verdient. (’•') Wy merkennbsp;alleen aan, dat de Heer de la Condamine ze naauwkeiuignbsp;onderzogt heeft, en vermoedt dat het een zamenlVellingnbsp;is,,(-[-) In eenc byzondere kapel der kerke wordt de afchnbsp;van Joannes den Dooper bewaard, tot de welke de Ge-nueezen in grooten nood hun toevlugt neemen, en die innbsp;procesfie omdraagen, gelyk de Napolitaanen het bloed vannbsp;S. Januarius.
L'Jnnunziata is eene zeer ruime kerk, en eene nbsp;nbsp;nbsp;L'Annun-
pragtigften van de Had, door eene eenige familie,naamlykawto, die van Lomellini, gebouwd. Het fchip ruft op ionifchenbsp;zuilen van wit marmer, en de kanneleerfels zyn met roodnbsp;marmer ingelegd. De andere muuren der kerk zyn metnbsp;rood en witmarmer overtogen. Carloni, een middelmaa-tig Genuees fehilder , heeft het gewulf gefchilderd. Denbsp;venfters in dit gewulf zyn klein, ’c welk de kerk donkernbsp;maakt. Het middelfchip is naar evenredigheid der breedenbsp;zydfchepen te eng. Over ’t geheel wordt het oog in dee^nbsp;ze kerk door het overhoopen der fieraaden vermoeid. Boven de deur hangt het heilige Avondmaal van Procaccininbsp;in een fchoone manier gedaan. De koepei is door Valerio Caftelli middelmaatig uitgevoerd. De overige fchilde-ryen verdienen allen niet aangewezen te worden.
' nbsp;nbsp;nbsp;S.
(*) Vciftandigc Rooajfthgszinde fchiyveis zelfs gelooven het niet. Pndcrmsfchen heeft een Genuees zig de ydele moeite gegeven, het
een gedrukt bock te willen bewyzen. 1/ Catino di Smcralde •rieritaU, esx.
(h) Memoires de Aead- des Sciences nbsp;nbsp;nbsp;34®*
keu;
{**) Van deeze merkwaardige kerk is op twee bladen de gtondtS-
tng en de fdiets gefuedea.
Genua. Maria di
S. Mafia di Carignano is, zo wel als de brug voor de zelve door de familie van Sauli gebouwd. De brug is sennbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. merkwaardig uuk van bouwkunde. Zy ruft op verbaï'
‘zend hooge boogen, die ui: de diepte ópgetrokken zyn» om twee bergen daardoor te verbinden, en der kerke een’nbsp;gemaklykeu ingang te verfchaffen. Zy beflaat uit een klei'nbsp;nen en drie groote boogen, die boven de 90. voethoognbsp;zyn. De huizen, die in de vally lusfchen beiden ftaan,nbsp;en vier verdiepingen hoog zyn, gaan ’er onder door.nbsp;maakt een aartige werking, wanneer men van de brug naarnbsp;beneden op de huizen, en vooral op de ftraat in de diep'®nbsp;liggende, afziet, en eene menigte menfehen ontdekt,nbsp;hunne zaaken bezig,en heen en weder loopende. Debrugnbsp;is 15. fchreeden breed, en 170. lang. De middelfte boognbsp;is beneden, waar de flraat ’er onder door loopt, over denbsp;30. fchreeden wyd gefpannen, De Republiek heeft dennbsp;bouwer deezer larug in het publieke Paleis een gedenkteken doen oprigten.
De kerk di Carignano zelve is naar het bedek van den Franfchen bouwmeefter Puget gebouwd. (’•') flet plannbsp;aartig ontworpen, de evenredigheden zy fraai, en denbsp;raaden met fmaak verdeeld. In twee nisfen onder de koS'nbsp;pel ziet men een paar ftandbeelden van deezen meeds'quot;'nbsp;dien de Franfchen voor hunnen Michael Angelo houdequot; gt;nbsp;en die hem ook inderdaad tot eer verflrekken. (f)
uit'
(*) Aan de vootzyde houdt een witte manneren adelaar , zyad* het wapen der familie, het oplchrift : liendjnellr.s S^alinbsp;Stephanas nepes Pontsm Icgavlt , Damimcas abnepas perfea'f-'7^4-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. .
(t) Pierre Puget was in 1625. te Marlcille geboren. Hy lei
pie-
cetll: op de fchildcikonft toe, en formeerde zig te Romen naar
ter van Cortona, maar zag ’er var. af na eenc zwaare krankte gt;
¦aam de becldhouwkonft met zulk een gelukkig gevolg by de hand)
-ocr page 419-2P3
Uitdrukking in den S. Sebafliaan is voortreflyk. Men het geduldig verdraagen van ’t martelen, maar ook te ge-lyk de menfcbelyke natuur , die de pyn niet geheel ennbsp;al verlochenen kan. liet marmer fchynt te leeven ; hetnbsp;zagte der fpieten en het veerkragtige der huid is trjflyknbsp;nagedaan.
Het tweede beeld is de zalige Alexander Sauli , een bisfehop uit de familie, de ftigter deezer kerk. De drapery is natiiurlyk, en in een goede manier geplooid, ennbsp;het geen men van het vleefch ziet evenaart het eerlle beeldnbsp;volkomen in fcheonheid.
De merkwaardigde fchilderyen deezer kerk zyn de volgenden; Petrus en Joannes, die den lammen gezond maa-ken, door Domenico Piola, een Genuees. De ordonnantie is goed, alleen ware het te wenfehen, dat de meefter eene ligtere hand in zyne werken vertoonde. Het marte- •nbsp;laarfchap van S. Bafilius door Karei Maratti heeft veelenbsp;byzoudere fchoonheden , fchoon het koloriet in ’t roodenbsp;valt, en de uitdrukking in de hoofden beter zyn konde.nbsp;In den S. Franciscus, die de wonden ontvangt, doorGuer-cino , is de tekening en drapery te pryzen. Het is bekend, dat deeze meefter in zyn leeven drieerlei manier gehad heeft. Dit fluk fchynt gefchilderd te zyn in den tyd,nbsp;dat zy zyne eerde manier met de tweede verruilen wilde.nbsp;Vanni van Siena heeft de S. Maria Egiziaca, het avondmaal uit handen van S, Maximinus ontvangende , in denbsp;manier van Baroccio gefchilderd. De hoofden zyn aartig;nbsp;het landfehap valt wat te klein uit. Een doode' Chridus
van
hy cen Tan dc belle nieuwe meeftcis werd. Hy werd op *t laatft opperopzigter der koninglyke fclieepstimmcrycn , en ftierf te Mai-feihe in ’t jaar 1695.
T 3
-ocr page 420-294-
Genua.
van Cambiafi heeft een te graauw koloriet, maar de klee deren zyn wel uitgevoerd.
)S. Siro.
S. Siro was tot het jaar 985. de Domkerk, maar be-hoort nu den Theaiynen. De kerk is aartig en met marmer bekleed. Het fchip ruft op gekoppelde ionifche zuilen, welken het gebouw een fierlyk aanzien geeven. Car-loni heeft het gewelf gefchilderd, maar zig te veel aan zyn buitenfpoorige verbeeldingskragt overgegeven. Overnbsp;’t geheel lydt de goede fmaak door de overtollige fieraa-den, verguldfelen, en beeldwerk.
S. Ambro
gio.
6quot;. Ambrogio by het profesfiehuis der Jefuieten. In de regter kruisgang hangt een groot ftuk van Guido , ver-toonende de hemelvaart van Maria met zes en twintignbsp;beelden. De uitdrukking in het hoofdbeeld is niet edel,nbsp;anders bemerkt men eene fchoone fchikking , en eenenbsp;zeer konfüge verdeeling van ’t ligt over het geheele (luk.
Deeze kerk is ryk aan fchilderyen , door Rubens ge-duurende zyn verblyf te Genua gefchilderd. Op het hoofdaltaar is eene befnydenis van Chriftus door hem. Ds beelden zyn fchoon gegroept, en men ontdekt byaonder-lyk de uitdrukking van ’t medelydcn in drie vrouwen beel'nbsp;den. Men erkent hier wel den jongen meeder, die naderhand in de verdeeling van ’t ligt én de houding zo grootnbsp;werd. In den flinker kruisgang heeft hy s. Ignatius, dienbsp;den duivel uit een bezetenen uitdryft en kinderen uit dennbsp;dood opwekt , verbeeld. De ordonnantie in dit liuk isnbsp;treflyk, ligt en fchaduw zyn met veel bekwaamheid verdeeld , en in de hoofden bemerkt men fchoone karakters.nbsp;De toon van’t koloriet is beter dan in het eerde duk.
en het koloriet
$. Luca. De geheele kerk van S. Lttca is door den ouden Piola befchilderd. Zyne manier heeft iets van die van Pietefnbsp;van Cortona, en eenige koppen zyn in den fmaak van Rtt'
bens; maar de tekening is niet juift 1
-ocr page 421-395
natuurlyk. In eene kapel op de regterzyde hangt een van Benedetto Caftiglionc. Het is iclioon geordonneerd;nbsp;de hoofden zyn fraai en fyn uitgewerkt , het vee is ongemeen natuurlyk gefchilderd, fchoon de toon te veel innbsp;’r roode valt. Alleiithalven heerfcht het bevallige penfeelnbsp;van Caftiglione.
Het altaar in de kerk van Madonna delle Figtie is van Pagets beftck. Men ziet’er de zinnebeelden der euange-liften, een’ engel, een adelaar, een’ leeuw, en een’ os,nbsp;op. Het werk is den meefter waard.
S. Domenico heeft op het koor frefcoos van Prete Ge S. Dome-novefe , of den zogenaamden Capucino. liet koloriet is”^‘^'^* treflyk, maar het ontbreekt aan eene rigtige tekeningennbsp;wer’King over het geheel. In de eerde kapel op de regterzyde van ’t koor heeft Procaccini een befnydenis gefchilderd, een fchoon duk, wel getekend, kragcig gekleurd,nbsp;fchoon het door den tyd zvrart geworden is. De koppennbsp;verdienen lof, fchoon het hoofd van Maria edeler zou kunnen zyn. Ter flinker hand bemerkt men de onthoofdingnbsp;van Joannes, door éen onbekende hand, maar fchoon uitgevoerd. In de vierde kapel ziet men, insgelyks van een’nbsp;onbekenden, S. Vincentius Ferrier, die een kind uit dennbsp;dood opwekt. In het beeld heerfcht een goed, hoewelnbsp;eenigfins te donker koloriet, en eene rigtige tekening.
Dft kerk van S, Magdalena heeft Parmegianino geheel gefchilderd. De fmaak is niet zonderling , het kolorietnbsp;valfch, en de kleederen vallen kwaalyk.
Wy gaan eene menigte van andere kerken voorby, die een reiziger ten minden met een vlugtig oog bezien kan,nbsp;wyl in allen iets goeds is. Over ’t geheel zyn de kerkennbsp;te Genua pragtig gt; waartoe de fchooiie marmergroeven,nbsp;die in ’t gebied der Republiek zyn, veel toebrengen. Maarnbsp;2y zyn te veel opgefchikt, en met vergnldlels en ftuka-T 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door-
-ocr page 422-296
Genua,
doorwerk overladen. In veelen vindt het oog nergens ruft, maar wordt door de menigte van ’t goiid verblind,nbsp;gezwegen , dat de veelvuldige krullen in de verfietingennbsp;een’ gothifchen fmaak beklappen. In de kerken van Romen heerfcht een min opzigtige pragt, do koflbaare fis-raaden zyn zeldzaamer en doen zig beter voor. Men bemerkt ze veel meerder, daar zig die van Genua veel doornbsp;de menigte verliell, en in ’t geheel niet bemerkt wordt!nbsp;zelfs wordt in foramigen het verguldfel verveelend.
In de niet aangehaalde kerken zyn eenige (lukken voor-naamlyk te bemerken, als de kapel der familie Doria in die van S. Marco, een fchoon (luk van V'an Dyk in dienbsp;van S. Franccfco di Cajleletto. Op het hoofdaltaar der kerke dquot;. Stefuno alle Porte dell' Arco ziet men een merkwaardig (luk van ’t raartelaarfchap van S. Steven op het hoofdaltaar. Het benedenfle gedeelte heeft Raphael, het bo-vende Julius Romanus gefchilderd. Het was voor eennbsp;orgel en eene der kerken te Romen gefchikt , maar Pausnbsp;Leo X. fchonk het der Republiek.
kollegie.
Jefuieten Het Jefuieten kollegie in de Strada Balbi is een fchoon gebouw. By den ingang liggen twee leeuwen van w'tnbsp;marmer, die uit een Huk, en wegens hunne grootte merkwaardig zyn. De binnenplaats valt door haare dubbeldenbsp;galleryen, die op honderd zuilen ven Carrarifch marmernbsp;riiHen, pragtig in ’t oog. De bibliotheek is (legt in evenredigheid van den rykdom deezer order. Boven den ingang (laat een heilige familie door Barotti in marmer gS’nbsp;houwen.
De kerk S. Filippo Neri gedenken wy niet zo zeer wegens haar menigvuldig marmer, inzonderheid van ’t Broca-tello di Spagna , waaraan zy ryk is, als oni de fchoone muziek, die men ’er des winters alle zondagavonden kan
gaan hooren. Het is meeft een fchoon oratorio, daarquot;?
297
volgt een korte preek, en dan weder eene kleine muziek. Genua, Het inzigt is pryswaardig , men zoekt de menige desnbsp;zondags ledig loopende menfchen op een’ aangenaamenbsp;wys bezig te houden , en ze dus van wanorders afie-trekken.
Te Genua heeft men eene groote menigte geeftelyke broederfchappen. Een en twintig zyn de voornaamften Jchappen.nbsp;en worden Cafaffe genoemd, Zy hebben weder minderennbsp;onder zig, en elke heeft haar’ eigene kapel of bedenhuis.
Elke Cafajfa heeft haare Cajja, dat is een groote machine of ftatue, die met het geen ’er toe behoort zo zwaar is,nbsp;dat dertig man ze naauvvlyks verdraagen kunnen. Op witten donderdag houden zy gemeenlyk een’ procesfie , ’tnbsp;welk vooreen vreemdeling een zonderbaaren optogtmaakt.
Men moet agt geeven, dat zy op hunnen togt in order blyven, wyl anders in de naauwe flraaten van Genua ligtnbsp;verwarring ontftaat.
Hst Palei van den Doge of der Republik is zeer ruim, maan heeft van buiten een ilegt aanzien. Op den den Doge.nbsp;op de binnenplaats flaan twee flegte flatuen van marmer,nbsp;meer dan leevensgrootte, welke de Republiek aan tweenbsp;helden uit de familie Doria, als wederherftellers der vry-heid, ter gedagtenis heeft laaten zetten. Zy zyn in har-nasfen , naar de manier der Roomfche helden, verbeeld.
Onder eene der zelven leeft men:
Andrea Doria, quod Rempublicam diutius oppresCatn prijlinam in libertatem vindicaverit. patri proindtnbsp;patria appellato, Senatus Genuenfis immortalis mentor beneficii viventi pof uit.
Zyn aanzien is krygshaftig met zyn grooten baard. Het beeld van zyn neef en erfgenaam ftaat tegens hem over.
T 5 nbsp;nbsp;nbsp;Het
-ocr page 424-Genoa. nbsp;nbsp;nbsp;ziet ’er even zo krygszugtig uit. Onder het zelve zya
nitgehouwen de woorden:
Jehanni Andrea Doria pairia übertath confervatori
S. G, P.
In de eerfte zaal krygen de gezanten gehoor, en wordt de Doge verhoren. Het fchilderwerk in frefco is vannbsp;Francefchini, en verbeeldt' verfcheiden daaden der Genuee*nbsp;zen. Ju ’t eene (luk ziet men den krygmet de Pifaanen;nbsp;in het andere, hoe de Genueezen Jeriifaleni veroveren; innbsp;het derde het verdryven der Mooreii uit Spanjen; in hetnbsp;vierde, hoe de Genueezen den Koning van Atragon, zynenbsp;gemaaiin en zynen zoon, in vryheid Hellen; in het vyfdenbsp;de verovering van de groote finaragden fchaal, waarvannbsp;wy boven gefproken hebben. In ’t midden der zoldernbsp;vertoont zig het triomfeerend Genua, op een wagen metnbsp;grilSoenen befpannen; het geluk wordt door Genua overweldigd. Alle deeze fchilderyen zyn koel, dog de per-Qiektief is ’er wel in betrage, en de laatlle doet als een zol'nbsp;derftuk eene goede werking.
In de nisfen deezer zaal (laan zeven groote marmeren beelden, meer dan leevensgrootte, van zulke mannen,dienbsp;zig aan de Republiek zeer verdiend gemaakt hebben. Eg'nbsp;ter zyn zy ten aanzien der konll geene byzondere agtingnbsp;waardig. Het nieuwfte is ter eere van den Hertog vannbsp;Richelieu opgerigt, na den laatften oorlog, omdat hy denbsp;flad tegens de Ooftenrykers verdedigd , en zig geduu-rend zyn verblyf in de zelve zeer voorzigtig gedragennbsp;had. Hy werd deswegens onder den Genueefchen adelnbsp;aangenomen, en in het zogenaamde gouden boek ingete-kend , en men befloot hem dit ftandbeeld ter gedagtenianbsp;opterigten.
-ocr page 425-299
De tweede zaal is het waar het kollegte der tweehon* Qenug, dera vergadert. Aan den agtermuur is de zetel van dennbsp;Doge eenigfins verheven. Voor hem zitten in de vergadering twee Raadsheeren , en op elke zyde vyf. Hiernbsp;Worden ook de geheime raadsvergaderingen gehouden. Wienbsp;van deNobili eene zaak voortedraagen heeft, klimt op eennbsp;foort van preekftoel.
In deeze zaal zyn drie (lukken van Soliinene. Het eene dient rot een zolderftuk , waarin egter de bouwkundigenbsp;zuilen niet wel te pas gebragt zyn, alzo eene architekuiurnbsp;in de lugt niet zeer voeglyk is. Het verbeeldt de te regt-ftelling van de kinderen van Giufliniani, die Heer van’tnbsp;eiland Cyprus was. Het gefchiedde op bevel van dennbsp;Turkfchen Keizer Soliman.
De twee andere (lukken zyn tegen over malkanderen, en de beden die Solimene ooit gefchilderd heeft. Hetnbsp;eerde verbeeldt KridolFel Colombo, het kruis by zyn aan-komd in Amerika oprigtende. De aanleg van ’t duk isnbsp;fchoon , en de tekening verdient lof, maar wyl de middel-tinten tusfchen ligt en fchaduw ruw en weinig bewerktnbsp;zyn, zo gelykt het duk meer een franije fchets dan eennbsp;geheel voltooid (luk.
Cp het tweede ziet men , hoe de afch van Joannes den Dooper met groote daatfie naar Genua gebragt wordt.
De ordonnantie is zinryk. De verfcheidene gronden zyn wel ingerigt, en de perfpektief zo wel in agt genomen ,nbsp;dat men zig verbeeldt, in het duk te kunnen rond gaan.nbsp;Ondertusfchen mangelt het hier, gelyk in de meede duk-ken van Solimene, aan de vereifchte verdeeling van’tligt.nbsp;kle Voorwerpen fchynen eer van de maan dan van de zonnbsp;vsrligt te worden.
Hfit arfenaal is klein. Men vertoont ’er buiten veele oude wapenen ook verfcheiden harnasfen van Genueefcbe
da«
-ocr page 426-300
Cenua. denies, die, uit eenen verkeerden yver, of veelligt uit liefde tot het zonderbaare , in ’t jaar 1301. onder Pausnbsp;Bonifacius VIII. een kruistogt naar ’t Beloofde Land dee-den. Boven de deur ziet men een ouden yzeren fcheeps1nbsp;voorfteven, Roflrum, die by het zuiveren der haven gevonden is.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Deeze voorfteven is byna drie fpan-
nen lang , en het onderfte vierkante ftuk , voor dat het als een varkensfuuit van vooren fpits wordt, byna eenenbsp;halve el.
Paleizen. Weinige fteden in de wereld hebben zo veel pragtige paleizen aantewyzen als Genua, en zo al eenigen hierinnbsp;met haar gelyk zyn, treft men dog nergens zo veel marmernbsp;als hier aan. De voornaaraften ten aanzien der bouwkunde zyn de volgenden : Het Paleis des Hertogs van Turji,nbsp;de beide Paleizen Brignole, naamlyk Palazzo rojfo en Palazzo bianco in de Strada nnova; bet Paleis Pallavicini dinbsp;Caftellazzo ten einde der Strada nuova; dat van den Hertog Pietro Spimla, de twee Paleizen Balbi, in de ftraatnbsp;van dien zelven naam; dat van Marcellone Durazzoh-^'x.nbsp;Jefuietenkollegie , en daar tegen over dat van Marcellin»nbsp;Durazzo; het Jefuietenkollegie zelf, het. Paleis van Pietronbsp;Certili by de Logia de’ Bianchi, het Paleis Doria by denbsp;S. Thomaspoort, enz.
Veelen van deeze paleizen zyn vorftlyk, en met zulfe een pragt gemeubileerd, dat men weinig zulke byzonderenbsp;gebouwen aantreffen zal. Een liefhebber der fchilderkonftnbsp;vindt in de meeften fchoone ftukken ; maar alzo het tenbsp;wydloopig zyn zoude die allen nategaan, zullen wy alleen
eeni'
Men,leeft daaronder : Vctt'fiioris hoe tv! Romon! rojltum in ex fnr^ando porta A. 15471 crHium ^ unicum hoe upjue vifttm y eteimitrnernbsp;jerttm in ro nautiea plorit dicavere coneives. Vader ^accaria bandeknbsp;'éi van in zyne Sceriee litterarie.
-ocr page 427-301
eenige flukkeii in de voornaamHen aaiuvyzen, die hyzon-Genua. lyk verdienen gezien te worden. Die de andere paleizennbsp;niet bezien wil, kan zig met deeze vyf vergenoegen, dienbsp;op ’t koflbaarft ingerigc zyu: I. Het Paleis van Marcellinonbsp;Durazzo, over het Jefnietenkollegie. II. Het Paleis//e/4»
Rovere by S. Catarina; III. dat van Ridolfo Brignole op de Strada nuova, gemcenlyk Palazzo rosfo genaamd. IV.
Dat van Jakob Willem Conega, op de zelve Ihaat.- V.Dat van Bartolomeo Saluzzo , by de Plaats Giufliniani. Wynbsp;willen de voornaamften aanwyzen.
liet Paleis Doria, van alle reizigers zo geroemd wegens fnkh zyne kollbaare huisfieraadcn, heeft de heerlyklle ligging,Z)ar/«.nbsp;die men bedenken kan. Het flaat niet ver van de lantaarn,nbsp;en had voorheen een’Ueenen brug, van de. welke men on-middelyk aan boord der fchepen (lappen konde. Maar zynbsp;is thans afgebroken. Wanneer Keizer Karei V. hier eensnbsp;aan land geflapt was, deed Doria een bedekte gallery totnbsp;aan het fehip maaken, en onthaalde zynen aanzienJykennbsp;gall op een fehip in zee. Zo verfiandig deeze Doria anders was, gaf hy dog by deeze gelegenheid een belachlyknbsp;voorbeeld van fnorkery. Al het zilverwerk , ’t welk innbsp;eene verbaazende menigte was, werd, zo als men ’tvannbsp;de tafel nam, over boord gefmeten. De Keizer en allennbsp;die tegenwoordig waren (londen verbaasd over de ver-kwiHing, en willen niet, dat op eene zekere diepte netten rondom het fehip gefpannen waren, en dus weinignbsp;verloren gaan konde. Eenige Spanjaards lieten bemerken, dat zy , aangezien de ontzaglyke menigte zilvers,nbsp;vermoedden, dat Doria veel geleend had; waarom deezenbsp;’t Spaanfeh op zyde van zyn Paleis tegens over de lan-taarn egj, opfchrift , dat ’er nog Haat, zetten deed, hetnbsp;welk zeide , door de genade Gods en des Konings is innbsp;dit huis niets geieends.
D?
-ocr page 428-Genua.
De kleine tuin van ’t Paleis komt uit aan den zeeoever» De fontein in denzelven is met het reusagtige ftandbeelinbsp;van Andreas Doria in de geflalte van Neptunus verfierd,nbsp;die drie groote paarden en zyn triomfwagen regeert. Denbsp;beelden hebben niets byzonders voor-de konft. Om ooknbsp;by regen te kunnen wandelen is ’er eene gallery of overdekte colonnade 130. fchreeden lang. Men kan onder ennbsp;op de zelve op een terras gaan, en heeft te gelykhet fraai-fte uitzigt over de ruime zee. Aan de muuren van ’t Pa*nbsp;leis ziet men eenige kinderfpelen, door Pierin del Vag»nbsp;gefchilderd, die egter beginnen te bederven.
Eene kleine brug voert uit de tweede verdieping van dit Paleis in een grooten tuin , die regens den berg aannbsp;ligt. Men ziet daarin een (legt gewerkt (landbeeld vannbsp;Jupiter, meer dan leevensgrootte, die zyn flinker voet opnbsp;een grooten hond zet. Daar onder leeft men een zot graf-fchrift, waaruit blykt dat dit marmeren gedendlluk ter eerenbsp;eens honds gcftigt is.
Paleis
Brignok.
Het Paleis Brignok is met fchoone huisfieraadon voorzien ; maar het welk het voor de liefhebbers nog meer van belang maakt, is de heerlyke verzameling van fchilderyen»nbsp;Tvaarvan tvy de voornaamften aanhaaien willen. Drie Kaande beeldtenisfen van Van Dyk, waaronder twee vrouwen*nbsp;Judith, die het hoofd van Holofernes in een zak (leekt*nbsp;van Paul Véronéfe. De uitdrukking is meefterlyk,nbsp;het gezigt van Judith vertoont zig moed, en een afgry'nbsp;zen van de daad , dat haarèr féx zo wel paft. ’Tnbsp;Jammer dat de zwartin , die haar begeleidt, hpt a*tti-Zien heeft van eene karikatuur, en dat de verkortingnbsp;van den eenen arm gebreklyk is, maar de overige fchoon-heden en het leevendige koloriet vergoeden deeze gebrS'nbsp;ken ryklyk.
S03
nolet. Een groot ftuk met eene Maria, en vier ftukkenGerjutf. met apofteien ten halven lyve , van Prete Genovefe ofnbsp;Capucino.
Twee groote (lukken van Caravagio. Het eene verbeeldt Clorinde, die Sophronia en andefe Chriftenen van den houtftapel verloft, De beelden op den voorgrond zynnbsp;maar tot het halve lyf. De fchiiders neemen dikwyls dee-ze vryheid om ruimte te winnen , dog het is altyd eennbsp;misdag, en kwetft het oog ook in dit ftuk. Het anderenbsp;ftuk ftelt de opwekking van Lazarus voor, en is vol uitdrukking, dog te zwart geworden,
Rubens heeft zig zelven afgefchilderd , leggende de eene hand op den blooten boezem zyner huisvrouw, ennbsp;met de andere haar een wynfles ontneemende, Hy heeftnbsp;de figuur eens heids, dien een fater en een mingodtje ontwapenen, Het ftuk is allegorifch en voortreflyk gefchil-derd , maar het denkbeeld vak wat in ’t laage.
Een heilige familie , leevensgrootte , van Procaccini.
Eene Magdalena en verfcbeiden andere koppen, die van Titiaan fcbynen te zyn, ten minden zyn zy fchoou ge-fchilderd, en hebben veel van zyne manier.
Maria op den troon, nevens den Euangelift Joannes en een Apoftel, kragtig, en in een groote manier uitgevoerd,nbsp;door Guercino, De verdryving der verkoopers uit dennbsp;tempel, van den zelven. Men bemerkt voortreflyke hoofden en een helder, fchoon eenigfins roodagtig koloriet,
’er in. Het is op een geheel andere wys, dan de fchiiders dit voorwerp gemeenlyk voorftellen, verbeeld.
Een voortreflyk ftuk met beelden, 21, duim groot, van Caftigiione, Een S, Sebaftiaan, en een fchoone fchryven-de vrouw , door Guido, Chriftus zyn kruis draagende,nbsp;ten halven lyve, voortreflyk gefchilderd, door Van Dyk.
Een paar groote ftukken , de roof der Sabynfche vrouwen.
-ocr page 430-Cemta.
wen, en Apollo op zyn wagen door de uuren begeleid» fchynen van eenVenetiaan geCchilderd te zyn. Het kolorietnbsp;is gemanierd , maar fchitterend; de tekening heeft veeienbsp;gebreken.
Eene zittende vrouw met een’ palmtak en een’ pyl de hand. De tekening is rigtig, het koloriet leevendig»nbsp;het gewaad wel geplooid; met een woord, het ftuk verdient alle goedkeuring, fchoon men den meefter niet kent.nbsp;Eene zeer fchoone heilige familie boven een deur vannbsp;Andreas del Sarto. Het koloriet is zo leevendig nietnbsp;als in zyne meefteragtige ftukken , die men te Florencenbsp;ziet.
In de eetzaal bemerkt men goede fchilderyen en beeldwerk van Parodi. Het laaide bedaat in een paar kleine cafcades, op welker eene de groep van Romulus en Re-mus ftaat, die uit een ei kruipen, ’t welk een zwaan uit-gebroeid heeft. Op de andere zoogt eene wolvin deezenbsp;tweelingen. De uitdrukking in het laaide dtik is zeernbsp;naïf. Romulus fchynt onder ’t drinken in flaap gevallennbsp;te zyn, en Remits houdt den eenen voet der wolvin vaftgt;nbsp;op dat zy hem daar niet mede aanraake en wakker maake-Aan den muur tusfchen de twee cafcades heeft deeze kon'nbsp;denaar Paris gefchilderd, Venus den appel geevende.nbsp;hy is een beter beeldhouwer dan fchiider. Zyn penfc*^^nbsp;kondigt meer fmaaks aan den juidheid en kond aan.
Paleis
Balbi,
Het Paleis van den Marquis Ftancefeo Maria bi, O*) op de Strada Balbi, is eene der merkwaardigd^^nbsp;van Genua. Het heeft twee ryen pragtige kamers op
tc wenlchen, dat alle eigenaars van fthildcrykabinetten dit voorbee
volgr
-ocr page 431-lt;!e tweede verdieping, met twee opena galleryen van Ao-Cenué* rifche order. ’T is zonderling, dat de bouwmeefter geennbsp;verfcheidenheid in zyh orders gebragt heeft. Deeze tweenbsp;ryen hangen door twee kamers en een gallery, welker zol*
lt;3er Valerio Caftelli, een Genuees, gefchilderdheeft, t’za-men. Het koloriet is kragtig, en heeft veel van Rubena Inanier.
De voortreflykrte fchilderyeii van ’t Paleis zyn: Jofef^ die in de gevangenis den droom van den fchehker en bakker van Farao uitlegt, in een fchoone manier, van Cafli-glióne. Een jaarmarkt van Jakob Basfano , met aartigénbsp;vrouwen hoofden. Het fluk heeft geen verdieping genoeg,nbsp;en de agtergrond is te zwart. Een treflyk portrait van eenenbsp;vrouw uit het huis van Balbi, door Van Dyk. Joannesnbsp;en Hieronymus , een paar groote Hukken yan Guido,nbsp;fchoon getekend, maar zwak van koloriet. Nog een fluknbsp;in de laatfle manier van dien meefter, dat S. Hieronymusnbsp;Verbeeldt, en veel van Caravagio heeft. De vrouw vannbsp;Van Pyk, met haat kind óp den fchoot, door hem zei vennbsp;gefchilderd. De uitdrukking in de moeder en in het vergenoegde gezigt van ’t kind is onvergelyklyk. Het kolo-tiet is fyn , en ongemeen wel onderhouden. Nog tweenbsp;groote en drie kinderportraiten van hem. Andromeda aaiinbsp;öen rots van Guercino. Chriftus op den Olyfberg vannbsp;fidichael Angelo Buonaroti. Maria Magdalena van Au*nbsp;guftyn Caracci. Verfcheidcne (lukken van Caftiglionenbsp;en andere goede meefters, die wy kortheidshalyeh voor-l^ygaan.
Be-
volgden , alzo de grootfte kennet onmooglyk alles kennen kan, en
die hem rond leiden gcmcènlyk 'er geen kennis van hebben , en Om een meeftet optejeeïsn dikwyls den eeiften den beften noemennbsp;die hun ihvsilt.
¥1, Deel. nbsp;nbsp;nbsp;V
-ocr page 432-Cintta.
yinder Pa lehBalbi.
Behalven dit Paleis Balbi ligt ’er nog een ander op dC zelve ftraat, dat met dit niet moet verward worden. Mennbsp;noemt het , onderfcheidshaiven , Palazzo di Qiacontin»nbsp;Balbi. Het verdient insgelyks om zyne fchilderyen geziertnbsp;te worden. De voornaamden zyn:
Een fchoone S. Sebaftiaaa van Van Dyk j in een groeten fmaak gefchiiderd. De halve tinten zyn zo juift niei waargenomen als hy anders pleegt te doen, waarom betnbsp;niet zo goed gerond fchynt als zyne overige flukken.
Twee gryzaards, een kind en eene vrouw, die bezetei fchynt te zyn,van Guercino zeer kragtig gefchiiderd. Eennbsp;zonderling geordonneerde opflanding van Tintoret.
Een triomf, die nier geheel is, het höofddeel, uaani'? lyk Bacchus, ontbreekt. Een vlytig uitgewerkte fcheiïnbsp;van Rubens. Een paar zeer ftout gefchilderde landfchap-peii van den zelven meefter. Zy doen een groote werking,nbsp;en vertonnen eene vlakke landsdouw. Een heilige fhmi-iie, insgeiyks van hem voortreflyk uitgevoerd. Het beeid-tenis eeuer nonne van groote fchoonheid. Zy fchynt ténbsp;leeven, maar de meefter is onbekend.
Drie groote ftukken van Luca GiördanOi Een Sabinifl-nenroof, Perfeus, die de tafel omftoot, en zyne vyandeö door het hoofd van Medufa in fteen verandert. De KO'nbsp;ningin Jefabei, die van de honden gegeten wordt. Hetnbsp;voorwerp is wel üitgevoerd , zo dat het niets walglyk*nbsp;heeft. Men bemerkt een’ ftoute hand en veel vuurs ’etnbsp;in. Nog een groot allegorifch ftuk, waarop men eennbsp;vrouw met haar gevolg, een held, eene furie, een tyger»nbsp;en diergelyken ziet. Diogenes die menfehen zoekt, ins-'gelyks van hem.
Paleis nbsp;nbsp;nbsp;In ’t Paleis Marcellone Durazzo, of Filippo Durazzit
Marcellonomen ook goede fchilderyen, fchoon het hierin niet by Dmazzo. anderen komt. Men vindt ’er verfcheiden portraiten van
Van byk, als, eene moeder, ftaande met haar iodn, ten Qefjai, kind in ’t wit gekleed, en een ftuk met kinderen. Demo-kriet en Herakliec van Spagnolet. De fynspenniiig en David, die Urias een brief geeft, beiden vanGuercino. Denbsp;overfpeelfter van Procaccino, voortreflyk gekleurd. Mar-fias van Paul Veronefe. De fchepping der vogels, eeanbsp;fchoon ftuk , van Caftiglione. S. Cecilia dóór Andreasnbsp;del Sarto.
Het ?i\sis MarcelUn9 Durazxo, tegens over het tenkollegie in de Strada Balbi, heeft eene breede voorzy- D^raziO,nbsp;de, en koftbaar gemeubileerde kamers, waar het nog aannbsp;ftukadoorwerk i nog andere fieraaden van fmaak mangelt.-Inzonderheid zyii de fpiegels fchoon, waarmede een gaDnbsp;lery voorzien is. In dit Huk fpant het de kroon bovennbsp;alle de paleizen van GenUa. Het is eerft na de laaifte 011*nbsp;luften met de Ooftenrykers in deézen koftbaaren ftaat ge-bragt. Ook ontbreekt het niet aan goede ftatues en antie-*nbsp;ke büften. Onder de laatften is het borftbeeld vah Keizefnbsp;Vitellius, als het befte dat uit de oudheid over is, beroemd, Onder de fchilderyen zyn de volgenden de beften rnbsp;Oliiit en Sophronja op den houtftapel. Zy zyn rugwaardinbsp;aan malkander vaftgebonden , gelyk Tasfo dat droevignbsp;voorval affchildeit:
Sono ambo ft ret tl al palo ftafo, e volt»
E il ttrgo al tergOy ii volt o afcofo al volt o,
Cierufal. lih. II. 35,
Zo fchoon als Tasfo de hiftorie hefchryft, zo treffend heeft *e Giordano in dit ftuk uitgedrukt. Het beeld van Sophro-Dia is bekoorlyk} men kan ze niet aanzien zonder ’er vannbsp;ingenomen te worden. Egter kon bet koloriet aangenaamernbsp;styn} het valt te zeer in ’t geele.
V a nbsp;nbsp;nbsp;Het
-ocr page 434-2o8
Ctfiu/f. Het befte ftuk in dit Paleis, en, volgens gedagte van eenige kenners , in Genua, is Magdalena aan ’s Heiland*nbsp;Voeten, een heetlyk ftuk van Paul Veronefe. Haar fchoo-ne boezem is zeer ontbloot. Het kapfel gelykt dat dernbsp;Jtaliaanfche boerinnen, en de kleeding den dragt der aan-zienlyke vrouwen van dien tyd. Da méefter heeft zig dee-ze vryheid, ten kofte van ’tkoftuum, in zyne nieefte ftuk-ken gegeven, en ook in dit zeer gelukkig ten nutte ge’nbsp;maakt. Het koloriet kan niet natuurlyker zyn. Men zietnbsp;zig aan de byzondere fchoonheden van ’t ftuk byna nietnbsp;zat. Wilde men ’er egter iets op te berispen vinden,nbsp;moeft het dit zyn , dat de fchaduw in de beelden vailnbsp;den agtergrond byna even zo fterb is als by de voor-flen. Men zegt, dat de eigenaars van dit Jaleis eenenbsp;zo volkomene kopy van dit ftuk hebben , dat zy het;nbsp;Uog vertoonen nog verkoopen , op dat in het toeko-'
Perfeus, de gezellen van Phiheüs in fteen veranderende , van Luca Giordano , fchoon geordonneerd, en treflyk van werking. Adam en Eva, die uit het pa-radys verdreven Worden, in een aangenaame manier, ennbsp;met een vaft penfeel uitgevoerd , van Julius Csefar Pro*nbsp;caccini.
Maria met het kind en S. Catharina, een heetlyk ftuk van Van Dyk. Een flaand beeldtenis, en nog een vannbsp;een’ bisfchöp, béiden van Van Dyk.
In de fchoone gallery heeft Parodi de zolder met een flegt koloriet gefchilderd. Meü ziet hier, buiten de reed*nbsp;gemelde antieken, het ftandbeeld eens herders door Parodi , den roof van Proferpina , door Schiafino, onrigtignbsp;getekend, gemanierd, en buitenfpoorig. Een paar fchoo-tje flukken van Jakob Basfano, vooral de zondvloed. Twe®
voot-
-ocr page 435-309
voortreflyke fchilderyen van Caftiglione. Eene vrouw metCeajflr. gt; beeften en vogels, van den zelven.
Twee koppen, een man die een ligt aanfteekt, en eene vrouw in den fmaak van Titiaan. Het beeldtenis van Anna Boleyn, gemaalin van Henrik VIII. Koning van Engeland , fchoon gekleurd, maar van eene onbekende hand.
Chriftus aan ’t kruis en Maria , van het zagte en fyne penfeel van Carlino Dolce. Een groot portrait van een’nbsp;vrouw door Van Dyk, waaraan de handen opgefchilderdnbsp;fchynen,
Juno, de oogen van Argus in den Haart van haar paauw zettende, fchoon geordonneerd en van treflyke werking.
De kinderen zyn te rood gefchilderd. De meeller is Rubens. Een kop met een tulband, een meefterlyk Huk van Rembrand, en iets zeldzaams in Italicn, waar deeze mee-fler niet zeer bekend en geagt is.
Maria met het kind, twee herders, en een oud man, van Titiaan. De koppen zyn fchoon, en het koloriet isnbsp;kragtig , fchoon wat droog. Maria met het kind, dennbsp;kleinen Joannes en Elifabeth, rigtig en vaft getekend, vannbsp;Andreas del Sarto, wat graauw en niet zo frifch gefchilderd als de Hukken van hem te Florence. Van het terras van dit Paleis heeft men een tteflyk uitzigt over denbsp;zee.
Het Paleis C(irega in de Strada nuova heeft van buiten ionifche en korinthifche zuilen. De architektuur is v^Carega,nbsp;Michael Angelo. Het is van binnen wel gemeubileerd, ennbsp;om de fchilderyen bezienswaard. Een aanbidding der Ko-ningen, van Paul Veronefe, is fchoon, maar wat zwartnbsp;geworden. Rubens, door hem zelven voortreflyk uitgevoerd. Coriolanus, die zyne moeder ontvangt, fchoonnbsp;gefchilderd. Men fchryft h,et ftuk aan Van, Dyk toe. Ifaak,
Jakob en Efau kragtig gewerkt, van Prete Genovefe. M*'
V 3 nbsp;nbsp;nbsp;ria
-ocr page 436-ria met het kind van het bevallige penfeel van Gign*-ni. Rachel , zittende op de huisgoden van Laban, on? ze te verbergen , in eene goede manier van Caftiglionenbsp;uitgevoerd.
Paleizen Doria ennbsp;Turji.
Judith, ten halven lyve, en Jakob, dien men den rok van Jofef brengt, insgelyks halve beelden, een paar mee-(lerlyke ftukken van Guercino. Herodias met het hoof4nbsp;van Joannes, fchoon uitgevoerd door Titiaan. Maria metnbsp;het kind, een fchoon gekleurd fluk van Julius Ctefar PrO'nbsp;caccini, en anderen meer.
In de zeive ftraat ligt ook een Paleis van de familie ria , dat eenige bezienswaardige fchjlderyen heeft.
Paleis Turfi ftaat leeg, wyl de Hertog van Turfi Kamerheet des Konings van Napels is. De Infante van Parma bewoonde het, toen zy in ’t jaar 1765. te Genua was, ennbsp;de Infame van Spanjen betrok het Paleis Spinola by de
Paleis Pal-lavicinU
Het Paleis Pallavicini al Zerhino, buiten de poort/’zf' qua fela^ niet ver van de voordad Bifagno, is naar’t ontwerp van Michaël Angelo gebouwd, en met ionifche eonbsp;korinthifche zuilen voorzien. De architektuur over ’t gS'nbsp;heel , en de verdeeling, verdienen goedkeuring. Ondefnbsp;de overige fchilderyen zyn ’er twee byzonderlyk vermaard-De verzoeking des eerften menfchen, door Guido. E''*nbsp;geeft een appel aan Adam , waartoe de flang, die eeflnbsp;vrouwen hoofd heeft, haar overreedt. De Eva is bekoor-lyk, en een meefterftuk, maar het beeld van Adam mi*'nbsp;fchien wat te akademifcb. Het gantfche rtuk beeft iets ongemeen bevalligs. Het andere ftuk is van Valentyn, ennbsp;fielt de foldaaten voor, die om den rok van Chrirtus dobbelen. De werking van ’t ligt is piquant, in de karakte*'*nbsp;heerfcht veel veifcheidenheid en een meefteriyke uitdrnk'nbsp;king-
Stt
Een ander Paleis Pallavicini heeft op de binnenplaats een aartigen waterval met eene grot, waarby twee Tritonsnbsp;een terras in de gedaante eener tribune houden,nbsp;beelden zyn in eene goede manier uitgevoerd, en wordennbsp;«an Puget toegefchreven.
Men ziet hier ook eenige goede fchilderyen, als Venus by den dooden Adonis, van Van Dyk voortreflyk uitgevoerd. Een allegorifch fluk verbeeldende de Stilzwygeud-heid, waarin het hoofd der vrouw voortreflyk is uitgevallen. Men houdt het voor ’t werk van Rubens, en hetnbsp;heeft ook veel van zyne manier. Diana en Afteon vannbsp;Albani. Het ftuk is met het hem eigene aangenaame pen-feel gefchilderd, dog heeft dat geelagtige koloriet niet,datnbsp;zyne flukken karakterizeert, maar valt veeleer in ’c graan-we. Eene heilige familie en S. Hieronymus van Titiaan,nbsp;een ftuk van heerlyke werking. Eene aanbidding der ko-ningen van Tintoret, en meer anderen.
De liefhebbers vinden ook eenige goede ftukken in het Paleis van den Duca di S. Piero, by voorbeeld, portrai-ten van Van Dyk. De doop van Joannes door Paul Vero-nefe, een doode S. Sebaftiaan, en de overfpeelfter van Ca-ravagio , enz. Verders ook in de Cafa Ferrari en denbsp;Cafa Senturioni. Op de laatfte plaats ziet men Muciusnbsp;Sca-'vola, die de hand in ’t vuur fteekt, een fchoon ftuknbsp;van Guercino.
L Albergo is een pragtig hospitaal, waarin over-de dui- a. . zend kranke en elendige meiifchen, die onbekwaam zynnbsp;te werken , onderhouden worden. Die eenig vermogennbsp;hebben betaalen eene kleinigheid, dog de meeften niets.nbsp;Liederlyke vrouwlieden, welken de regeering opvattennbsp;doet. Dome bandite, vinden hier insgelyks haar verblyf.
In ’t jaat 1743. zaten hier 4000. Duitfche foldaaten gevangen , alzo het fterk gebouwd, en ligt le bezetten is. Men
V 4 nbsp;nbsp;nbsp;bragc
-ocr page 438-Cinua. bragt ook herwaards het geld uit de bank van S. George, nevens de boeken. Geduurende de borobardeering ondei;nbsp;Lodewyk XIV. hield zig hier de Doge pp.
De ftigter eener zo pryswaardige inrigting was ieraatjt uit het huis van Brignole, en federt hebben veele bemid*,nbsp;delde inwooners aanzienlyke fommen daaraan vermaakt,nbsp;zo dat het thans een ryk armhuis is. Op de trappen ennbsp;in de voorzaaien ziet men de ftatues der voornaamlle wel-doenders in marmer. Die al hun goed ’er aan gegeven hebben zyn zittend verbeeld, die over de looooo. Genuee-fche Lire maaken krygen geheele ftandbeelden , en dienbsp;maar boven de 25000. Lire fchenken, borllbeelden. Ditnbsp;is een aartige manier om het aandenken der weldoeners tenbsp;bewaaren, en hen te gelyk tot ryke giften aantemoedigen.nbsp;Men ftaat verbaasd over de fommeri, welken deeze ftig-ting allengskens verkregen heeft, als men ’er de lyfl: vannbsp;befchonwt.
In de vier zaaien voor de tnansperfoonen Haan zeshonderd bedden. Elk geflagt heeft zyne byzondere eetkamer , en een afgezonderde plaats in de kerk. De jongens leeren een handwerk, ’t zy weeven, fchoenmaaken, ’t zy andere dingen, die by het hospitaal te pas komen,nbsp;en moeten , als zy ouder worden , tragten zig zelvennbsp;voorttehelpen.
Het gebouw is groot en fchoon, en zal nog veel kollen eer het geheel in ftaat is, alzo men den rots, daar hetnbsp;tegen aan ftaat, wegruimen moet. Nog eene geheele zy-de moet gebouwd worden , indien het eerfte beftek totnbsp;volkomenheid komen zal. De kapel tot het huis behoo-rende is zeer aartig. Men ziet ’er een basreliëf in vannbsp;Michaè'i Angelo, verbeeldende Maria, het lyk vannbsp;Chriftus befchouwende. Op het hoofdaltaar heeft Pu-get de hemelvaart van Maria in marmer uitgehoiiwen.
Ilaar
-ocr page 439-3T3
Haar hoofd heeft iets voortreflyks in de uitdrukking, eYtQentiA. de engelen zyn ook niet kvvaalyk gemaakt.
Buiten de ftad, by Bifang, wordt nog een armenhuis of Albergo aangelegd, ’t welk ieinant uit den huize Fiefchinbsp;Voor driehonderd meisjes geftigt heeft.
Het groote Hospitaal is eene andere pryswaardige ftig'Cwf ting , waar alle kranken, zonder oudevfcheid van natie, Hoipitaai,nbsp;Worden opgenomen. Hun aantal is nooit beneden de duizend. Hier worden ook alle vondelingen gevoed. Denbsp;jongens blyven ’er zo lang in, tot dat zy voor zig zelveanbsp;zorgen kunnen, de meisjes altyd,en komen, als zy bovennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’
de twaalf jaar zy» gt; in een Confervacorio, voor haar ge-fghikt. Met getal der vondelingen, die in het huis zelf of op het land worden opgevoed , ftrekt zig geineenlyknbsp;boven de twee duizend uit.
De kranken hebben hunne byzondere zaaien , en die aan ’t herftellen zyn ook dp hunneij. De laaiden onthouden zig in het hovende gedeelte van het huis, waar denbsp;lugt het frifchd is. Tot deeze uitmuntende invigting, dicr-ge'yke men in andere hqspitaalen niet heeft, W'ordt veelnbsp;plaats gevorderd ; dog daar ontbreekt het hier niet aan.
Men heeft federt eenige jaaren nog eene vergrooting van ’t gebouw begonnen, die over de 500000. Genueefche Lirenbsp;gekod heeft, en door vrywillige giften van ryke familietinbsp;is goedgemaakt. Eenigen hebben 10000. anderen zelfsnbsp;20000. Lire gegeven. Al wie dit hospitaal over de iooooq.
Lire vermaakt, bekomt, gelyk in ’t Albergo, een marmeren dandbeeld van leevensgrootte. Het hospitaal is van een’ zwartagtigen deen gebouwd , die veele kalkaartjgenbsp;deelen fchynt te hebben.
ïn het kleine Hospitaal worden alleen Genueezen opt Klein vangen , zy mogen dan met geneeslyke of ongeneeslyku^lt;^lt;’^i’'^^«/-ziektens bezogt zyn.
V 5 nbsp;nbsp;nbsp;By
-ocr page 440-iBema. nbsp;nbsp;nbsp;groote Hospitaal wyzen de Genueezen met ge
noegen een’ vreemdeling de plaats, die in hunne hiftorie altyd merkwaardig blyven zal. Het is in de Sirada Paf'nbsp;Ut ia gt; wanneer men de Strada Julia ingaan wil, en zy i*nbsp;met opzet verfraaid, om de gedagtenis te bewaaren van denbsp;merkwaardige omwenteling , die hier den lo. Decembetnbsp;1746. een aanvang nam. Gelegenheid daartoe gaf een jongeling, die oppasfer in de herberg van ’t witte Kruis was »nbsp;en Carbone heette. Hy overleed in 1763.
Te S. Giorgio ziet men de bank en haare fchatten, de archief, en de ftandbeelden der geenen die geld daartoenbsp;vermaakt hebben. Het is ook der moeite waard, de iiirig-ting der ovens om brood te bakken, die den Staat toekomen, te bezigtigen.
Un,
Schoonheid Genua kan een paar pragtige ftraaten doen zien, die derftraa- weinige haar gelyken hebben , wyl zy uit de fchoonftenbsp;paleizen beftaan. Deeze ftraaten zyn Strada Balbi en Strada nuova. De laatfte zou in een regte lyn tot de eerdenbsp;kunnen voortgetrokken worden, als men de tusfchen ftaan-de huizen afbrak. Indien men dan in de tusfchenruimtenbsp;gebouwen de overigen gelyk aan zettede , zo zoudenbsp;’et geene ftad zyn, die zig over iets diergelyks beroeme»nbsp;konde. Als deeze twee ftraaten wat breeder waren, zouden zy een nog heerlyker aanzien hebben.
Ten einde de Strada Balbi iigt de Plaats vmSanSpirito, zo genaamd naar een kloofter, waar de gevangene Oofts'''nbsp;rykfche officiers in ’t jaar 1746. werden opgelioten. Watnbsp;verder liggen de publieke magazynen , de poort van S.nbsp;Thomas, welke de Ooftenrykers bezet hadden, en het paleis van den beroemden Andreas Doria. Men kont daHnbsp;op de ftraat der lantaarne , of vuurbaak. Hier zou nognbsp;veel veranderd kunnen worden, als men het inkomen in d®
flad zo breed en fchoon wilde maaken als by S. Spirito g®'
fcbied
-ocr page 441-VS
fchied is. Aan dee?en weg vind: men ook de fleengroe Qaijin, ve, waaruit de deenen voor Scoglio genomen zyn. Denbsp;Genueezennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Scoglio de opgehoopte groote ftukken
rots, die langs den wal in zee gefmeten worden, om het geweld der baaren te breeken, op dat zy den wallen ennbsp;het muurwerk geene fchade aanbrengen. Men heeft eennbsp;wel bedagt werktuig, om de groote brokken rots met taam-lyke fnelheid op- en aftelaaden.
De Lantaarn of vuurbaak is een hooge toren , visXkiLantaarn. f(»ndament een oud kafteel is, dat LodewykXII., Koningnbsp;van Frankryk, reeds deed aanleggen. Hy is 366. treedeijnbsp;hoog. Alle nagten branden ’er zes en dertig lampen innbsp;eene groote lantaarn, die van verre zig als een groot ligtnbsp;vertoonen, en den fchepen tot een teken dienen. Als denbsp;wagters by dag van boven den toren een Ichip in zee ontdekken, hangen zy een’ kogel,^en zienzy ’er twee, tweenbsp;kogels uit. Vertoonen zig meer dan vyf fchepen , zonbsp;fteekt men een vlag uit, ten teken dat een eskader na-by is. Op deeze wys weeten de Genueezen altyd , ofnbsp;’er haaft fchepen aankomen zullen dan niet. Zo dranbsp;men narigt krygt, dat ’er een oorlogsvloot in de Middel,nbsp;landfche Zee is , worden alle de batteryen met gefchutnbsp;beplant.
Hier begint de pragtig gebouwde voorftad San Pietro d'Arenay waar voorheen de groote wandelplaats voorlieden van aanzien was, maar thans is zy uit de mode; mennbsp;rydt nu liever verder op het vlakke veld. Ten einde dernbsp;voorftad leidt de brug 'iamp;nCornigliam, waarvan wy bovennbsp;reeds gefproken hebben, over de Polcevera. Deeze brugnbsp;is 'in de vGorige eeuw op koften van een Genueefch edel-man, Benedetto Gentile, gebouwd.
Wat verder ligt de brug di 'Seftri, die Michael Imperiali tlleen voor voetgangers gebouwd heeft. Deeze Imperiali
€enu4.
ff’aterlei-
ciiiig.
Megerings-
t0rm.
füeifie
Raad,
was een ryk en zeer vrolyk man, van wien men nog yeelf grappige en fcherpe invallen verhaalt, die hem egcer dik-Wyls duur te ftaan kwamen.
De bronnen aan de oollzyde der ftad worden door eene waterleiding verzorgd, die van de Scufara, vyf Italiaan-fche mylen ver, afkomc, en door de poort van S. Bartho-lomsus loopt. Het water doet eenige molens gaan, ennbsp;verdeelt zig in verfcheiden armen, die de inwooners vannbsp;’t oollelyk deel van Genua van water voorzien. Op denbsp;weftzyde heeft men fonteinen, en waterbakken. Het re-genwater, en dat van de fnelle kleine riviertjes, die van’cnbsp;gebergte afkomen, valt in zes kanaalen, dia op zekerennbsp;afftand liggen, en in de haven uitwateren.
De Raad, die den (laat van Genua regeert, beftaat uit dertien perfoonen, den Doge, die den titel van Serenisfi-mo Doge voert, en twaalf byzitters of raadsheeren, dienbsp;Eccellentisfimi Governaton genoemd worden. Daarby kotntnbsp;de Kamer , la Camera, die de geldmiddelen der Republiek beftiert. Zy beftaat uit agt perfoonen, en allen, dienbsp;ooit Doge geweeft zyn. Hun getal beftaat fpmwylen uitnbsp;twaalf of meer perfoonen, die men Eccelkntifimi Procura-tori noemt.
Deeze twee kollegies vereenigen zig, wanneer ’er bui-tenlandfclie zaaken op ’t tapyt zyu. Zy geeven den gezanten gehoor, en bezorgen alles wat ’er met vreemd? hoven te doen is. Zwaare misdaaden, als hoog verraadnbsp;cn vadermoord , gelyk ook het krygswezen , behoorennbsp;daar heen, en zy roepen den grooteu Raad t’zamen, alsnbsp;zy het noodig vinden,
De kleine Raad, ConfigUetto of Minor ConfigHot beftaat uit tweehonderd leden, Hy verkiert de magiftraatsperfoP-pen , befluit oorlog en vrede, heeft het regt wetten t®
geeven, mits dieniet aanloopen regens die van jygd-
twee
81?
TWeè derden’er voor zyn. Hy kan ook den groöten RaadC^njaj, nieuwe wetten of impoften voorfiaan, als de zaak in zynenbsp;vergadering maar vier vyfden der ftemmen gehad heeft.
Deeze kleine Raad regeert gemeenlyk den groóten, wyl hy reeds uit tweehonderd leden beftaat, die nevens der-zelver zoonen, neeven, en verderen aanhang, de meefienbsp;flemmen in de grooten uitmaaken. Op deeze wys wordtnbsp;een voorflag, als hy in den kleinen Raad doorgaat, ooknbsp;gemeenlyk in den grooten doorgedrongen.
De groote Raad , il gr an ConjigUo , is de algeroeenè^^.^^^g verzameling der Nobiü, en by hem is de opperfte en 'n^i-Rfutd,nbsp;geevende magt. Hy alleen kan impoften opleggen, cn denbsp;grondwetten des Staats veranderen. Hy benoemt de voor-naamfte bedienden van de Republiek, den Doge, de fe-kretarisfen van Staat, den kapitein der gallyen, en de gouverneurs door het gantfche Genueefche gebied.
Om in den grooten Raad te komen, moet men tweeëntwintig jaar oud, en ten minften drie jaaren borger ge* weeft zyn. Men moet geen’ kwaaden naara hebben. Jaar*nbsp;lyks wordt ’er eene nieuwe verkiezing van gedaan, maatnbsp;de zelven , dat is alle de Nobili, worden weder verkoren. In het zogenaamde gouden boek, of de lyft des|nbsp;grooten en kleinen Raads , die jaarlyks gedrukt wordt.
Waren voor een jaar of twee drie honderd twee en veertig medeleden.
De Doge heeft de voorzitting in alle raadsvergaderin-De Dog/s, geu, en heeft alleen het regt om de 'zaaken, die in be*nbsp;raadflaging zullen genomen worden, voorteftellen. Daarinnbsp;beftaat egter ook zyn grootfle aanzien. Hy regeert tweenbsp;i®3ren, en niets langer, en die waardigheid mag door hemnbsp;nog langer bekleed, nog lemant uit zyil geftagt opgedra*nbsp;gen worden. Na tien jaaren tyds is hy weder verkiesbaar. Egter is het nog niemarit gebeurd, tweemaal die eer
Geuu^f-^
te genieten. Men kaii Doge worden , zonder Senatóre gewceft te zyn, maar men móet over de vyftig jaaren wezen. Hoe gering ook de magt van den Doge is, verlan-gen de Nobili egter genoeg naar dat geluk, en zoeken dik-wyls de (leramen der armen met groote fommen te koo-pen. Zo lang iemant Doge is heeft by den titel van Sere-nitd, naderhand moet hy zig met dien van EcceUenza laa*nbsp;ten te vrede ftellen. (?} De Doge woont in ’t Paleis dernbsp;Republiek, nevens twee raadsheeren of Gevertiatori, die.nbsp;een waakzaam oog op zyn gedrag houden. Hy draagtnbsp;4i:n lang donker rood kleed , dat of van fluweel of vannbsp;zyde is, eeiie roode vierkante muts, die fpits toeloopt,nbsp;en boven aan een zyden kwaft heeft. Zyne lyfwagt be-ftaat uit tweehonderd Zwitfers, die voor zyne kamer ennbsp;op de toegangen de wagt houden. Cf)
De
(*) Keyszier, de Abt Richard en anderen, fchryven zonder grond, dat de frkreraris of kanfelier des Raads den Doge, als zyn tyd omnbsp;is , dit kompliment zon maaken: „ Alzó uwe Sertnita nu tie r*'nbsp;geering afgelegd heeft , zo kan uWe Eccellinxa uit het Paleis d,.rnbsp;„ Republiek naar haar eigen huis tcrugkeeren. „ De Doge wagt dlt;nbsp;onbeleefde Itonapliment niet af, maai gaat van zelf, begeleid door deflnbsp;gantfehen adel , die hem geluk wenfcht met het gelukkig volvoete*!nbsp;iyner tegcering, naar zyn huis.
(-f) Voorheen werd de gekoten Doge gekroond. MeO zetK^* hem, wegens, het koningtyk van Gotfica , eene kroon op, en g*'nbsp;hem een fcepter in de hand. Of men deeze gewoonte na ’t vlt;tlie‘nbsp;van CotCca zal affehafien ( moet de tyd keten. Corfica is den Genbsp;nueezen van ouds af van weinig nuts geweeft, het geen het opbrag*nbsp;Wierd ’er weder bedeed. In de laatfte jaaren koflte het den Sta**nbsp;Veel gelds om de onrudige hoofden te beteugelen , en dit kon nognbsp;thans niet gefthieden. Ondertusfehen hadden de Genueczen dnbsp;veel mede op, dat zy bezitters van een koningryk waren, en levnbsp;verbeeldde zig, een duk van ecu koning te zyn. Men verhaalt,nbsp;zekere dame voet eenige jaaren, op de tyding van een door denbsp;nueezen behaald voordeel , vol vcrgcnocgcns, gezegd zou Uebh^Pnbsp;'SUm* rfxBjwe Metra un fnt Ri^inCt
-ocr page 445-S19
De Doge moet van egten bedde zyii. Dit merken daarom aan , omdat het niet zeldzaam is, dat de Nobilinbsp;hunne onwettige zoonen adopteeren , waartoe de Raadnbsp;tiitdruklyk zyne inwilliging en verlof geeft, zo dat de geadopteerde zoon het volle wapen zyns vaders voeren mag#nbsp;zonder eenig teken zyner onegce geboorte, en zyn naatnnbsp;wordt in het gouden boek gefchreven. De vader maaktnbsp;hem dan eene zekere fom by uiterllen wil. De Staatnbsp;heeft dit tot in ftandhouding der geflagten ingevoerd. Alsnbsp;zulk een geadopteerde zoon eene Genueefche vrouwnbsp;van adel trouwt, zyn zyne zoonen weder tot Doge verkiesbaar.
Na ’t eindigen zyner regeering kan een iegelyk den Doge binnen de eerlle agt dagen by den Sindkato dei Su-premi aanklaagen. De Sindicatori neemen alle de be-zwaaren der borgers tegen hem aan, en onderzoeken in hoe verre die gegrond zyn. Bevindt men dat de Dogenbsp;zig te zeer vergreepen heeft, zo verUeft hy het regt,langer Procuratore te zyn.
Om een Doge te verkiezen worden vyftig perfoonen uit den grooten Raad by ’t lot getrokken, deezen flaan ’ernbsp;twintig voor, die zy deezer eer waardig agten. Van dee*nbsp;ze twintig verkieft ’er de groote Raad vyfeien , en d«nbsp;kleine Raad neemt ’er zes uit deeze vyfiien, en uit deezenbsp;Zes verkieft ’er eindelyk de groote Raad eenen. Als metinbsp;omtrent de keus eens nieuwen Doge niet eens kan worden , w'ordt zy van agt tot agt dagen verfchoven, en on-dertusfehen regeert hy die ’c langft Senatore of Raadsheernbsp;Eeweeft is. Belialven dat de Doge vyftig jaaren oud moetnbsp;*yo, wordt ook gevorderd, dat hy middelen hebbe, omnbsp;zynen ftaat te voeren , alzo de Republiek zo veel nietnbsp;geeft, dat het de korten kan goed raaaken.
Dé Raadsheereu of Gevernatori worden uit een pot#
320
tené'it. nbsp;nbsp;nbsp;genoemd, by ’t Tót getrokken. Men wèrpf ’er
honderd en twintig naamen in , en trekt daar alle ze* maanden ’er zes uit. Zy moeten ten minilen vyftig jaafnbsp;borger geweeft zyn, én zyn eerft na vyf jaarenliiaar dönbsp;Procurator? ua drie jaaren, weder verkiesbaar.
De kleine Raad wordt niet veranderd. ’T is waar, men komt jaarlyks tót eene nieuwe verkiezing, dog dit is maarnbsp;Êene plegtigheid, want de zelve perfoonen worden altydnbsp;wéder verkoren. Dit gefchiedt in het midden van December door dertig perfoonen, dié de Raad zelf verkiert-Als ’er eene opengevallene plaats te vervullen is , gaatnbsp;men op de zelve wys te werk.
Ondèr dé andere magiflraatsperfooneö zyri dé Supreini Sindkatori de voomaamrt'en. Men kan ze rfiet de Ephorinbsp;der Lacedemoniers vergelyken. Zy moeten op het waar-neeffien der wetten agt geeven. Zy zyn vyf in getal, eanbsp;men vreert hunne magt het meert. De zeveft Inquifiteurinbsp;van Staat houden éeii waakzaam oog op de politie, enoUquot;nbsp;derzoeken, of’er in de familièn ook iets voor den Staat na^nbsp;deeligs gebrouwen wordt.
Onder de laagere eerampteri zyn die der drie fekreta-risfen van Staat de voornaamften en voordeeligrten. Elk brengt jaatlyks over de 7000, daalders op, en hy die zenbsp;bekleedt wordt ’er door veradeld, als hy geen edelmartnbsp;is. Kiemant mag dat ampt langer dan tien jaaren be:nbsp;kleeden, en maar zelden wordt het voor drie jaaren verlangd.
Regters. ' Tot regters in pleitgedingen neemt men altyd lieden -uit andere Itafiaanfche ftaaten , en zeer dikwyls i^it hetnbsp;Roomfche gebied. Zy mogen het niet langer dan dri®nbsp;jaaren zyn. Daar zyn ’er drie in borgerlyke, en vier i”nbsp;flcafbaare zaaken. MeU zig kan van hunne uitfpraak i**nbsp;fcorgerlyke zaaken op drie Geoueefche Doftores, of
321
tot twee Doflores eenen Nobile, die zig de partyen kie- Genua, zen, beroepen.
Het Roomfche regc is de grondflag van het Genueefche.^^^^^^ Egter hebben zy ook hunne byzondere ftatuuten, Statutenbsp;civile e criminale, ’t welk een deel in folio uitmaakt.
De wetten in ’c jaar 1576. zyn de grondwetten, waarop de inrigting van den Staat geveftigd is. Zy Hellen vad,nbsp;wat elk magiflraatsperfoon te doen heeft, hoe veelen ’ernbsp;zyn , en hoe lang zy hunne ampten bekleeden moeten.
Die de inrigting des Staats naauwkeurig weeten wil, moet ze uit dat boek leeren kennen. De wetten worden onder publiek gezag in order gebragt en plegtig gepubliceerd. (-t)
De Inquifuie of het geefllyke geregtshof beHaat te Ge. nua uit een’ Dominikaan en twee hem toegevoegde Senatoren , zonder welker raedeweeten hy niets onderneemennbsp;kan. Zy is in ’t geheel niet ftreng; naauwlyks hoort mennbsp;’er van fpreeken. Voor een jaar of twee zat niemant innbsp;haare gevangenis, behalven zekere Riva, een geneeskundige, die een jaar of twintig geleden de godverzakerynbsp;verdedigd had, en al lang weder op vrye voeten gelleldnbsp;zou zyn, indien hy zyn gevoelen openlyk had willen herroepen.
In-
Men heeft een (ctioon, maar zelden voorkomend, commenra-tlum daarover , “Bottim Cfliattones Jurh Cafaret ad fiatutuin civiig, tjcnove , in foHo. Calercggio , Bofco, en Uenielli hebben het ooknbsp;opgehelderd. Behalven dat, heeft men eene menigte van dmjlonesnbsp;Rota.
dquot;) De titel van ’t boek waarin zy bevat zyn, is. Leges nova Aei-p«H!ca Gennenjis , a Lrgatts famml Pontificts, Cafarts, ir Regis Ca,., thohü, !„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rempublicam collata fiierat anSioritaS, condii/i, équot;
Genua d. 17. ^„tii TJ/ö' puilicata. In folio.
VI. Deel.
-ocr page 448-323
Cenua. Indien men de volken volgens oude fpreekwoorden Karakter beoordeelen zoude , zo was het karakter der Onueezennbsp;der «'«wöD-'Zeer (legt. Het fpreekwoord zegt , Monte fenza legno,nbsp;ners, j^iare fenza pefce, gente fenza fede, donne fenza vergogna,nbsp;een berg zonder hout , een zee zonder vifch, een vollenbsp;zonder trouw , vrouwen zonder fchaamte. De Liguriersnbsp;Honden reeds by de ouden ten opzigte der trouw en eer-lykheid in een (legt biaadtje, gelyk uit Silius Italicus,Au-fonius, en inzonderheid uit Virgilins (1} blykt. Indennbsp;tyd van Dante moeten zy by de Italiaanen even zo weinignbsp;in goeden reuk geweeft Zyn, wyl hy het 33. gezang vannbsp;de Hel zeer nadeelig voor hun befluit:
jlhi Genivefi, uomini^diverfi D'ogni coftüme, e piü d'ogni magagna,
Perche non fiete voi del mondo fperfit
Landini doet’er, in zyne uitlegging over deeze plaats, by: Dcgna amp; hen collocata efclamazione per molti rifpet-ti,che fono mti quafi a tutti. Maar wat verftandig menfehnbsp;zal zulke nationeele befchuldigingen voor algemeen aan-neemen? Zy komen gemeenlyk uit byzondere oorzaake»nbsp;voort, die deeze of geene gehad heeft, om een zo on-gunflig oordeel te vellen. Men befchuidigt de Italiaanennbsp;in ’t algemeen, wraakgierig, baatzugtig en yverzugtignbsp;wezen. Het kan zyn, dat dit by den gemeenen mannbsp;plaats vindt, en die ook te Genua diergelyke verwytingn»
ver'
Virgilius zegt van hun , ajfitetttm vido Lignrem, en in 1t boek der rÊneis legt hy Camilla de volgende woorden in d®”nbsp;mond:
Ljgnr, fr»Prgtytig anlmis elatg fitpr^hts ,
NeyBtcqttam patrias tentajli MricHS artis.
-ocr page 449-32^
Verdient. Maar onder lieden van aanzien en in goede ge zelfchappen heeft men geene reden zig daarover te be-klaagen; ten minden reizigers kunnen geduurend een ge-meenlyk kort Verblyf te Genua de inwooners niet genoegnbsp;leeren kennen , om een zo nadeelig oordeel over hun tenbsp;vellen. De goede gezelfchappen zyn hier zo aangenaamnbsp;als ergens in Italien , de vreemdelingen worden beleefdnbsp;ontvangen , en hebben geen reden om zig over de agter-houdendheid der Genueezen te beklaageoi De gemeenenbsp;man leeft geruft, en is met zyne leevenswys te vrede; hynbsp;zou misfchien wreed en wraakzugtig worden , als hy tenbsp;veel 'onderdrukt werd. Van zyn’ moed heeft het graauwnbsp;in 't jaar 1746. een blyk gegeven; anders heeft het in denbsp;vreedzaame tyden, waarin zig de Republiek federt eenigenbsp;eeuwen bevindt, dat wilde en barbaarfche, ’t welk het itlnbsp;de middeleeuwen aanhing, byna geheel afgelegd.
De regeering is zagt ; men ftraft alleen diefftallen eil hoofdmisdaaden ; andere misdryven, die niet tegens dennbsp;Staat en de openbaare zekerheid aanldopen, worden zeernbsp;door de vingeren gezien. De geeft van partyfchap tus-fchen den adel en het volk is byna geheel uitgeblufcht. Denbsp;borgers leeven geruft, ueemen hunne zaaken waar, en laaien aan den adel de regeering van den Staat over.
De adel is gezellig, en ziet, vooral in den herfft, gaarn Vreemdelingen. De ryken leeven dan op hunne landhuizertnbsp;heerlyk, en verlangen hunne pragt te doen zien en pryzen.nbsp;De rainften bezitten weetenfchappen, en worden ook vannbsp;de jeugd aan daar niet toe opgebragt. Een goed natuurlyknbsp;verHand is alles, want voor de befchaaving daarvan wordtnbsp;niet vroegtydig gezorgd, en by rypere jaaren even zo weinig daaraan gedagt. By de weinigen die gereisd hebben ^nbsp;en in de publieke zaaken gebruikt zyn, treft men meernbsp;Hennis van de wereld aan ; de overigen weeten weinignbsp;X SInbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bni'
-ocr page 450-324
Genua.
Cicisiei.
buiten hunnen ftaat, fchoon zy voor groote flaatkundigen willen aangezien te worden, en zig verbeelden , dat hunnenbsp;Republiek met alle buitenlandfche (laaten in een naauvvenbsp;verbindtenis is, en invloed op de hoven van Europaheefr.
Nergens in Italien zyn dc Cicisbei zo in de mode als te Genua. De mans, hoe groot men ook hunne yverzugcnbsp;maake, bekommeren zig niet zeer om hunne vrouwen, eitnbsp;zyn te vrede als die zig met haare Cicisbei bezig houden.nbsp;Zodra een adelyke dame trouwt, wordt met goedkeuringnbsp;van beide de panyen een Cicisbeo gekoren. Men veraU'nbsp;dert niet ligt van Cicisbeo, en zo al beiden, zo wel denbsp;dame als de Cicisbeo, malkanderen in ’t vervolg moedenbsp;worden, blyven zy dog in deeze verbindtenis, die voornbsp;den laatften eene zeer laftige en verveelende bezigheidnbsp;wordt. De dame gaat nooit zonder hem te kerk, wande*nbsp;len, of in gezelfchap. Men ziet te Genua byna geen andere koetfen dan coupés. Zelden treft men ’er twee dames in aan, maar altyd eene met haaren Cicisbeo. Onge-agt alle de Cicisbei zyn de procesfeu over onvermogennbsp;niet zeldzaam. Als een paar niet wel t’zamen leeft, zonbsp;valt de egtfcheiding niet moeilyk te verkrygen, en beidenbsp;partyen kunnen naderhand of weder trouwen, of de ina'^nbsp;moet zyner vrouw een jaarlykfch inkomen geeven , eHnbsp;voor de opvoeding der kinderen zorgen. Veele dame*nbsp;zoeken wel de gelegenheid tot egtfcheiding , om nadet'nbsp;hand des te grootere vryheid te hebben, fchoon zy vannbsp;haar jaarlykfch inkomen op geen’ zo grootfchen voet lee-ven kunnen. Ten minden is het hier niet gebruiUlyk, datnbsp;zy zig, gelyk op veele plaatfen, na de egtfcheiding in ^nbsp;kloofter begeeven, of by haare ouders gaan woonen. Z/nbsp;kunnen leeven waar en zo als zy willen- Wyl men dia*^nbsp;gelyke gevallen niet vooruitzien kan , zo wordt bynbsp;sneefte huwlyksvoorwaarden vaftgefteld, dat de vrouvtt
al'
-ocr page 451-3®S
atles, wat haar na het trouwen by erfenis te beurt valt, voor zig behoudt.
Maat deeze gebruiken zyn onder de borgers niet ingevoerd. De mans dulden geene Cicisbei , en leeveu met hunne vrouwen eensgezind en ordentelyk. Daar zyn eeni-gen uit de aanzienlykfte borgers, die hierin den adel willen navolgen, dog zy zyn ligt te tellen, en de mans hebben veelligt byzondere redenen daartoe.
Alzo de regeering der Republiek den adel niet gmoegSpeh bezig houdt, en de minden werk van de weetenfchappennbsp;maaken, zo is het fpel een heerlyk middel om den tydnbsp;doortebrengen. Zy maaken ’er eene zeer ernftige bezigheid van. By de pharontafel geldt geen aanzien van per-foon, die geld te verfpeelen heeft is welkom, hy magnbsp;een edelman, een borger, een koopman, een geefllyke,nbsp;van het land of uit de ftad zyn. Egter laat de Staat geennbsp;openlyke huizen om te fpeelen toe, op dat geene vreemdenbsp;fpeelers induipen, en het geld ui: het land trekken. Dognbsp;de Genueezen kunnen onder zig fpeelen zo hoog als zynbsp;willen. Men oordeelt dat het geld dog altyd in ’t landnbsp;blyft, en maar uit de eene in de andere hand gaat. Ofnbsp;dit een goede regel in de fiaatkunde is, en of niet veelenbsp;farailien daardoor ongelukkig, en de weelde door hethoo-ge fpel bevorderd wordt, laaten wy aan zyn plaats.
De regeering duldt geene vreemde goochelaars, marionetten , in een woord niets, waardoor het geld uit het land zou kunnen gefleept worden. Uit het zelve beginfelnbsp;maakte de Raad voor eeuige jaaren eene wet, hoe veelnbsp;een ieder aan porcellein bezitten zou, en lei een zwaarennbsp;impoft op den invoer daarvan, alzo het de mode werd,nbsp;eene menigte van porcellein in de kamers te zetten, ennbsp;aan tafel te gebruiken. Daartegen mag een ieder zo veelnbsp;zilverwerk, waarin een waare waardy fteekt, hebben aknbsp;X 3.
-ocr page 452-Qemiii. *’y nbsp;nbsp;nbsp;vindt men ook vverklyk zeel veel zilverwerk
in de Genueefche huizen.
De geelllyke prebenden der bisfchoppen en abten zyn meert zeer voordeelig. Edellieden , die geen lull hebbennbsp;tot werken, en om zig om de publieke bezigheden te bekommeren, zoeken zulk een’ port, in den welken zy hunnbsp;leeven gemaklyk, en zonder van iemant aftehangen doorbrengen kunnen. De wereldlyke priellers daartegen zynnbsp;inisfchien nergens zo weinig geagt en zo armzalig als tenbsp;Genua. Het moet een vreemdeling niet wonderlyk voorkomen, wanneer hy by ’t bezoeken der kerken dikwyls oiHnbsp;een aalmoes van hun wordt aangefproken, en hy zyne lief-hebbery by ’t bezien van ’t een of ander fchilderftuk, dat zynbsp;zeer zorgvuldig toedekken, met eene Mancia of een fooitje betaaleii moet. Voor ’i overige bertaac de godsdienrt:nbsp;hier , gelyk op vcele plaatfen van Italien, veel in uiter-lykheden. Als het Ave Maria geluid wordt , leggen denbsp;dames de kaarten neer , doen fchielyk een gebed , ennbsp;fpeelen voort.
Kkeding. De vrouwen die te voet gaan hangen in de zes maanden, wanneer het weder ’t veranderlykft is, een fluijer, Mezza-ro, van goede of betere zyden ftof, naar dat zy ’t beternbsp;doen kunnen of niet, om. fly bedekt het hoofd , denbsp;fcbouders, en armen. Zy kunnen’er niet wel onder gezien worden, zyn veilig voor het kvvaade weder, en behoeven niet zeer voor haar kapfel te vreezcn. De dames,nbsp;welken zig in de ftad, waar de koetfen wegens de naauwenbsp;llraaten niet in gebruik zyn, in draagftoelen laaten draa-gen, gebruiken deezen fluijer niet.
De edellieden gaan in de ftad, ingevolge der wetten, altyd in ’t zwart gekleed, maar op het land mogen zy gekleurde cn koftbaare kieederen draageii. Nooit g.aan zynbsp;imet een degen. Zy voeren den titel van Hertog, Graa^'»
-ocr page 453-of Marquis, als zy in ’t Napolitaanfche of elders landgoe- Cetwa. deren bezitten, met de welken zulk een titel verknogt is.
De dames kleeden zig in kollbaare flolFen, em zyn inzonderheid zeer koftelyk in juweelen.
De aangenaamfte tyd voor een’ vreemdeling is die van Tydverdry-’t verkiezen eens Doge,als men maaken kan dan te Genua ff», te zyn. By de krooning van den nieuwen Doge ziet mennbsp;de ftad en alle de familien in haar grootlle pragt; en iedernbsp;zoekt den ander by die gelegenheden in ’t geeven vannbsp;feeften en yertqaaklykheden voorbyteftreeven. Over ’t geheel zyn de adellyke gezelfchappen te Genua des wintersnbsp;talryk en luifterryk. Aan ongeveer veertig huizen heeftnbsp;men driemaal ter wceke asfembiée, zo dat elk zyne weeknbsp;heeft, waarom men die Quaranta Figilie noemt. Op dienbsp;gezelfchappen, werden allerlei lekkernyen tot overdaad toenbsp;aangeboden, en de zaaien zyn pragtig en koübaar verligt.
De hoofdzaak is het fpel.
Genua heeft tweederlei fchouwfpelen, een opera en eene Schouw-komedie. De eerfte wordt op ’t theater van S. Agoftiuo of al Falcone in ’t Paleis Marcellino Durazzo, beurtlingsnbsp;vertoond, zo dat ’er twee jaaren op het eene, en tweenbsp;jaaren op het andere gefpeeld wordt. Groote ernftige ope-raas w'orden zeldzaamer gefpeeld, omdat de opera comi-que niet zo koftbaar valt, en meer naar den algemeenennbsp;fmaak is.
Tot de komedie is het kleine theater, Teatrino, voor de beurs gefchikt. De zaal is groot genoeg, dog heeftnbsp;geen goed aanzien. De loges van den eerften rang hebben tralies voor zig, die men li;an open doen als men wil,
Zulken die de loge niet toemaaken, hebben terzyde wafch-kaarsfen, op de zelve wys als de blakers op de fpiegels.
Men fpeeit meeft flegte Hukken, waar men weinig aan veriieft mqt ze niet te zien.
X 4 nbsp;nbsp;nbsp;Men
-ocr page 454-328
Genua. nbsp;nbsp;nbsp;rekent voor de geheele Republiek van Genua
Malt;rt der 4°°°°°* inwooners , waarvan byna het vierde deel in de Republiek, hoofdftad woont, De Staat onderhoudt in vredenstyd oin*nbsp;trent de 3000. man geregeld krygsvolk, en kan des noodsnbsp;eoooo, man op de been brengen. By ongewoone voor*nbsp;vallen , als by de groote omwenteling van ’t jaar 174Ö,nbsp;greep alles de wapenen aan , en het volk dwong tot denbsp;monniken toe op de wagt te trekken. Het volk op hetnbsp;land woonagsig, dat de wapenen des noods moet opvat*nbsp;ten, rekent men op 20000. man. Elke landftreek heeftnbsp;liaare compagnie, en de flad is insgelyks in compagnieunbsp;verdeeld , die alle maanden eens by een komen, en zignbsp;een w'einig in den wapenhandel oeffenen moeten.
De voorheen zo beroemde zeemagt der Genueezen maakt thans eene bedroefde figuur. Zy beftaat uit viernbsp;gallyen, en eenige gewapende barken. De eerflen dienennbsp;tot niets anders dan om eenige graanen ui: Sicilien te haaien , of voor de dames om een klein togije op zee te doen.nbsp;Elke heeft omtrent 300. roeijers, waarvan ’er vier of vyfnbsp;op eene bank zitten. Deezen zyn drieërlei. Eenige armenbsp;menfehen verhuuren zig voor een jaar lang op de gailyen,nbsp;anderen zyn Turkfche (laaven, en de derden zyn misdaa-digers tot de gallyen verwezen. In de Darfena of gaily*nbsp;haven gaan zy vry rond, maar in de Ilad altyd twee aannbsp;twee gekluifterd. Zy dryven meelt een kleinen handel metnbsp;kousfen, die zy gebreid hebben, katoen, kaas, endierge-lyken, waartoe de officiers hun het geld fchieten, en daarvoor ook een weinig van de wind trekken.
hikom^en.
De inkomften der Republiek bedraagen niet veel boven een millioen daalders. De bank van S. George trekt vvelnbsp;derdehalve millioen daalders van de haar-verpande inkoffl'nbsp;ken des Staats, maar heeft weder een groot gedeelte daar*nbsp;yan aan byzoadere perfoonen verzet. De rykdora der «1-
WOO'
-ocr page 455-gap
wooners maakt den beften fcbat van de Republiek muGenua. Genua is de armfte ftaac van Italien, maar heeft de rykftenbsp;burgers. Dit ftrekt tot eer voor haare gefteldheid, en isnbsp;het waare geluk van eiken flaat, fchoon de meefte be-ftierders der geldmiddelen deeze Helling niet begrypen kun--nen, of liever niet begrypen willen.
De fieden aan de kuft van Genua hebben zig ten deele den Genueezen vrywillig onderw'orpen, en betaalen alleennbsp;zeer geringe of byna geene fchattingen aan Genua. Mennbsp;noemt ze gemeenlyk Popoli convenzknati.
De Bank van S. George, gemeenlyk la Caja di S. Gior- Bank van gio genaamd, is een maatfchappy van handel, diergelyke George,nbsp;men geene andere heeft. Zy heeft over de derdehalf mil-lioeii daalders inkomen, maar moet ook zwaare fommennbsp;voor renten betaalen. Een deel van de inkomften desnbsp;Staats is haar by verfcheiden gelegenheden, als de Republiek geld van doen had , verpagt geworden. 'Zy heft zenbsp;zelve. De bank heeft haar eigene wetten, vergaderingen,nbsp;en magiftraateu , of afgezondenen , welken met die dernbsp;Republiek in geen verbindtenis ftaan. Men kan ze alsnbsp;eenen kleinen Staat in een grooten aanzieii, die uit denbsp;geïnteresfeerden in de bank, of uit zulken die ’er aktien,
Luoghi, in bezitten, beftaat,
In ’t jaar 1746. moeft de bank omtrent de vyf millioe-nen daalders betaalen , maar zy heeft reeds de toen op-geuomene hoofdfommen weder afbetaald. De handel met deezë bankbriefjes is aanzienlyk , gelyk ook over ’t geheel de wisfelhandcl te. Genua fterk is., De Nobili laaien .op die wys hun geld in Frankryk, Engeland, teRo»nbsp;men , en elders cirkuleeren. De Raadsheer Marcellonenbsp;Dürazzo is een groot bankier, en zyns twee zoonen zynnbsp;ook reeds bankiers voor hunne eigene rekening. In eennbsp;|and daar zo veel geld is kunnen d? reuten niet hoognbsp;X 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn.,
-ocr page 456-33®
Cetiua.
Politie.
zyn, De aktien der bank, Luoghi, geeven drie ten honderd, maar de varte goederen brengen minder op.
De politie wordt te Genua wel waargenomen, in zo-verre zy ’t verzorgen der ftad van leevensmiddelen betreft. De Magijlrati dcW Abondatiza moeten zorgen , dat de ftad voor een jaar lang van graanen , wyn , ennbsp;olie voorzien zy. In ’t Genueefche waft weinig koorn,nbsp;de vrugtbaare vlaktens van Lombardyen en Sicilien moeten het geen te kort komt vergoeden. De kuft brengtnbsp;in plaats van graan, olie en goeden wyn voort. Gedag-te magiftraaten ftellen de pryzen der leevensmiddelennbsp;vaft, naar dat het een vrugtbaar of fchraal jaar is. Denbsp;borgers die geen vafte goederen bezitten , en dus nognbsp;koorn , nog olie , nog wyn bouwen, of geen byzondernbsp;verlof hebben , moeten deeze drie artikelen uit de publieke magazynen neemen. De Republiek dryft daar eennbsp;aanzienlyken en voordeeligen handel mede. Het broodnbsp;wordt in haare ovens, die een byzonder gebouw uitmaa-ken, gebakken. De bakkers in de ftad zyn niet meer daiinbsp;de verkoopers , en moeten al hun brood vaii de Republiek koopen. Inzonderheid zyn do herbergiers daartoenbsp;verpligt , zelfs mogen zy niet veel wyns op eens inleggen. Dit maakt dat men nergens in hallen (legteren wynnbsp;drinkt dan te Genua in de herbergen. De doorlugtigenbsp;Republiek verkoopt zelve ftegte wynen, om des te meernbsp;te winnen, en de herbergier zoekt ook zyn voordeel, ennbsp;vervalfcht ze op nieuws. (*)
De zeefteden van Italien worden ryklyk van vifch voorzien;
(•) De wynkelders der Republiek zyn met wyn gcladcne fchcpen of groote barken, die in de haven iiggen. De cenc ton wordt na denbsp;andere afgetapt. Hoe frilcb de wyn in den zomer , wanneet d*nbsp;fchepsn in de zon liggen, zyn moet, kan men *‘S vooiftcUctt.
-ocr page 457-331
zien; de arme man kan byna niets beter koop hebben, maar te Genua is dit omgekeerd. Schoon het boven aangehaalde fpreekwoord ten lade van Genua groote uitzonderingen lydt, zo is het dog ten minden waar, als mennbsp;zegt , mare fenza pefce. De kuden der Middellandfchenbsp;Zee zyn anders zo vilchryk, dat het de narpooringen eensnbsp;natuurkundigen verdient , of de gedeldheid der kuden,nbsp;dan de bodem der zee, oorzaak zyn, dat de vifch deezenbsp;dreck vermydt,en niet ver van daar weder in grooterovervloed gevonden wordt. Het weinige dat men vangt is vannbsp;weinig fmaaks, en nog vet nog groot.
Het vlcefch en gevogelte is maatig van prys, maar Ge« nua heeft gebrek aan hout. De bergen zyn daarvan geheelnbsp;ontbloot. Egter is de lugtdreek zeer zagt; de hooge bergen , die op eenigen afdand liggen, weeren de koude af,nbsp;en de ligging der dad op den rug eens bergs maakt, datnbsp;’er de zondraalen des te beter op vallen kunnen. Dus isnbsp;de koude zo maatig, dat men, zelfs in den winter, bynanbsp;geen hout dan in de keuken gebruikt.
Reizigers moeten by hun aankomd hunne uaamen en het getal hunner bedienden opgeeven. Zy vetkrygen dannbsp;uit het Paleis des Doge een verloffchrift om drie dagen innbsp;de dad te mogen blyven. Willen zy ’er zig langer ophouden , zo wordt het verloffchrift vernieuwd , waarvoornbsp;men eene kleinigheid betaalt. Als men den tolbediendennbsp;een drinkgeld geeft , zyn zy niet fcherp in ’t doorzoeken. Eigenlyk moet den vreemdelingen het fchietgeweernbsp;by hun aankomd ontnomen worden , dog als men zegtnbsp;’er geen te hebben , zyn zy daarmede te vrede , en bekommeren ’er zig niet verder om.
Genueezen zyn fyn, en verdaan den handel. Schoon zy anders niet veel talenten bezitten, zyn zy dog fchran-der genoeg, zodra ’er hun belang mede vermengd is, en
33a
Cenui?. laaten geen gelegenheid voorby, als ’er iets te winnen is.
Men vindt kooplieden, d;e by de duurte van ’t jaar 1764. en lyóS- op het koorn vyftig of honderd duizend daaldersnbsp;gewonnen hebben.
Genua wint zelf wel veel zyde, dog die is egter niet voldoende, en men koopt in Lombardyen en Piemontnbsp;veel zyde voor rekening der Genueezen op. Ook krygennbsp;zy zyde uit de Levant door de Engelfchen, die hun ooknbsp;veele nankings en lakens toevoeren. Daar zyn wel lakenfabrieken te Genua, dog niet toereikend. Om die redennbsp;draagt men veel Engelfche lakens. Daartegen wordt desnbsp;te meer zyde verwerkt. Men rekent langs de Genuee-fche kuil over de vyftienhonderd weeveryen , die altydnbsp;aan den gang zyn.
De gewigtiglle fabrieken, waarom de Genueezen ook alómme beroemd zyn, zyn die van fluweel. Vooral wordtnbsp;het zwarte nergens in Europa beter gemaakt. Men weetnbsp;het nergens dat fchoone zwart en die buigzaamheid te gee-ven. Ten aanzien der rooden, houden fomraigen die vannbsp;Lions voor beter. Het fluweel wordt niet alleen in denbsp;flad, maar ook langs de kufl: gemaakt. Het volk is hiernbsp;te, gelyk boer en fabriekant; als het werk op ’t veld voorby is, zitten zy op ’t weeftouw. Komt ’er een flegt jaar,nbsp;ZO beflaau zy van ’t weeven. Het fchoonfte fluweel geldtnbsp;de palmo twee Duitfche guldens, dat de Paryfche el ongeveer vyf daalders is.
Men maakt te Genua ook damaflen en gebloemde ftof-fen , dog het ontbreekt hier aan fmaak. Zy komen by de Lionfche ftoffen nog in aartige patroonen en losfe tekening , nog in fchoone nuances van kleur. Hunne kleuren vallen gemeenlyk hard uit , en komen niet by malkander. Genua levert veel zyden kousfen , linten, pa*
pier en zeep. Men zendt ’er veel van naar Portuga*
Spaiir
-ocr page 459-S33
Spanjen , en krygt fuiker of cacao , of baare te rug.
Uit de Levant trekt Genua veel wol en katoen, uit Si-cilien olie , uit Kalabrien rozynen. De Engelfchen en Plollanders brengen fuiker, cacao, en indigo, gelyk ooknbsp;veel andere waaren, die van hier weder naar Spanjen verzonden worden, waarvoor baar geld naar Genua terug,nbsp;komt. Uit vrees voor de zeeroovers, gebruiken de Genuee-zen gemeenlyk Engelfche en Franfche fregatten van oorlog,nbsp;om zwaare remifes van piafters overtevoeren. De kapiteinsnbsp;zyn zeer gereed oin die moeite te neemen, alzo de koop*nbsp;lieden hun ’er een ten honderd voor geeven.
De fchoone vrugten, als cedraaten , granaaten, enz. die de Genueefche bodem voortbrengt, geeven ook tot eennbsp;zekeren handel aanleiding. De konfituuren van Genua zynnbsp;vermaard, en jaarlyks wordt ’er eene ongelooflyke menigtenbsp;van verzonden. Te Genua zelf zyn zy goed koop, ennbsp;daaf zyn zo veele menfchen die ze maaken, dat men zignbsp;verwondert, hoe die allen beflaan kunnen.
Gelyk Napels een groot vertier heeft van groote macaroni, zo maaken de Genueezen de kleiner foorten des te fyner en fmaaklyker. Zy worden in groote menigte doornbsp;geheel Italieii, naar Spanjen, en Frankryk, als fpys voornbsp;de vallen, verzonden. Men heeft ’er veele foorten van,nbsp;die naar hunne gedaantens Stellini , Fedelini, en anderenbsp;naamen hebben. (*) De aftrek van champignons en truffels naar Spanjen is insgelyks zeer aanmerklyk.
De Genueefche olie is beroemd, en wordt van veelen boven die van Provence gefield. De meelle wordt aan de
baai
(*) Het pond koft te Genua 2. Parpaioli, dat iets meet dan een Puitfche Gtofch uittnaakt. Men neemt ’er’t fynfte meel toe, datnbsp;ten dien einde uit Sicilien gehaald wordt.
-ocr page 460-Centia.
baai van Spezia gewonnen. Hoe witter en doorfchyneti-der de olie is,des te beter; ook moet ’er geen reuk, nog dikke vettigheid aan zyn. De geele kleur is een teken,nbsp;dat de olie uit onrype olyven geperftis, of lang gelegennbsp;heeft en oud geworden is. De Oglio vergineo is de befte,nbsp;en wordt ook duurder betaald.
Meer dan tweehonderd Geimeefche fchepen varen onder Engelfche vlag, waarvan de kapiteins , fchoon geborenenbsp;Genueezen, op Engelfche fchepen gediend, en daardoornbsp;patenten als Engelfche kapiteins verkregen hebben. Op
die
(*) De olyfboom blyft altyd groen , zonder oppasfing noodig te hebben, en gelykt een wilg. Als de vrugten op ’t typen ftaan wordtnbsp;de fchil zwart , maar het fap en vleeich blyft wit. Hoe typer denbsp;vrugt wordt, des te meet olie geeft zy. Om die reden laat men zenbsp;eenigen tyd cen hand dik op den grond in huis liggen , op datnbsp;zy door en door ryp worde. Deeze handgreep geeft meet olie, maarnbsp;die is ook flegter. Zonderbaar is het, dat etne zo bittere vrugt, alsnbsp;de onrype olyven , als zy ryp is een zo zeet fap geeft. De olyvennbsp;van den zelven boom rypen niet te gelyk. Een deel is reeds innbsp;Oftober typ , de anderen eeift in ’t begin van ’t volgende jaar , ofnbsp;wd eerft in April , zo dat men fbmtyds te gelyk den bloeifem ennbsp;de rype vrugten op den zelven boom ziet. De type olyven wordennbsp;afgcfchud, en onder gtoote fteenen, die door 't water of door ezelsnbsp;omgedreven worden, gebragt, en nevens de pitten verpletterd. Dannbsp;brengt men ze in een fooit van manden onder zwaare persfen , ennbsp;begiet ze met heet water j het uitgedrukte fap loopt onder ia eennbsp;gat t’zamen, en de boven op dryvende olie wordt afgcichept.
De befte of maagden olie, OiUo Vergimo, die by de Ouden groene olie heette , wordt of uit rype olyven , of uit groenen en onry-pen geperft, dog onder het persfen giet men ’er geen heet water, of zeer weinig op. Dus woidt *er minder lèherps uitgetrokken, en mennbsp;krygt wel minder olie, dog die heeft een aangenaamen fmaak. Omnbsp;die reden moet zy ook duurder verkoft worden, De uitgedruktenbsp;(chillen gebruikt men om te branden 5 als zy nog niet uitgedioogtinbsp;zyn, geeven zy een fchoon hajder ligt.
-ocr page 461-^ie wys zyn zy voor de Barbaarfche zeeroovers in veilig. Qenm. heid. Egter laaden de kooplieden alhier ook in Holland-fcbe en Zvveedfche fchepen. Zy zenden veele goederennbsp;naar Livorno en Marfeille, om daar anderen inteneemen,nbsp;die zy dan voor hunne rekening weder naar andere havensnbsp;voeren laaten.
De menigvuldige marmergroeven in ’t Genueefche gee-ven ook aanleiding tot een foort van handel, ten minden beftaan veele menfehen van ’t zaagen en polyflen van ’tnbsp;marmer. Deeze koftbaare fteen is byna nergens gemeener,nbsp;dan in de huizen te Genua. De fchoonfte foorten zyn hetnbsp;Mifchio, het Alabaflro di Sejlri, ’t welk zes mylen van denbsp;ftad gebroken wordt, het groene en roode marmer vannbsp;Polcevera, en het Karrarifche.
De lei, Lavagna genaamd, is zeer gemeen te Genua, wyl zy vyf en twintig mylen van de ftad, op eene plaats waarnbsp;naar zy genaamd wordt, in zulke eene menigte te vindertnbsp;is, dat men ze niet verbruiken kan.
Men verlakt ook zeer we! te Genua, en maakt eene menigte doozen. Voor twintig jaareu woonde een verlakker by de kerk van S. Magdalena, wiens werk zo vermaardnbsp;was, dat men nog een zeker foort van verlakfel Femke-della Magdalena noemt.
De fcheepsbouw is op de Genueefche kullen, vooral Scheept-Seflri, taamlyk in bloei. Men timmert niet alleen pinken en barken van i6o. ton en grooter, die dienen voor dennbsp;handel van de eene haven der Middellandfche Zee op denbsp;andere, maar ook oorlogfchepen van 50. of 60. (lukken.
De Genueezen hebben die voor hun zelven niet van noemen , maar bouwen ze voor rekening der Spanjaards ea Portugeezen. In den laatllen oorlóg hebben zy ook fche-pen aan de Franfchen geleverd. Men zegt van hunne
oor-
-ocr page 462-Üenua.
Maat en gewigt^
Munt,
Loterj.
oorlogfchepen, dat zy inoeilyk te regeeren zyn, en niS? ligt zeilen.
De Genueefche voet, il Palmo, houdt byna p. Franfche duimen. De el, Canna, die men by ’t bouwen en af-meeten gebruikt, houdt 10. palmi, maar die voor ftolFennbsp;en lakens maar 9. palmi. Het Franfche pond weegt ietsnbsp;meer dan 18. Genueefche oneen. Een Rubo weegt 25*nbsp;pond, apefo fottile, of het pond op 12. oneen gerekend.nbsp;Het Cantaro houdt 6. Cubi of 300. pond, dat 194. Franfche ponden maakt. De wyn wordt by flesfen gemeten.nbsp;Twee Jmole maaken eenen Fiafco, 45. Fiafchi gaan opnbsp;een Barile, en 2. Barili maaken een Mezzarola.
Eene Genueefche Lira geldt omtrent 4. Duitfche Gros-fchen. Zy houdt 10. Parpaioli. Een Genovina geldt by-na een halven Louis d’or. Men kan ook met Franfche Louis d’or en dukaaten te regt komen , egter zyn de Ve-netiaanfehe zechini, wegens den Levantfclien handel, hetnbsp;gezogtft. Over ’t geheel is Genua eene koopftad, waarnbsp;het geld als eene waar befchouwd wordt , en waar mennbsp;alle geldfpecien regens Genueefche munten wisfelen kan.
De Genueefche Lotery heeft gelegenheid gegeven tot opregting van alle de anderen in Italien, en haare voor-deelige inrigting voor den onderneemer heeft federt eenigenbsp;jaaren in Duitfchland navolgers gevonden, fchoon zy, innbsp;den grond befchouwd, een’ ftaat aityd nadeelig is. Wynbsp;kunnen ze deswegens niet geheel met ftilzwygen voorbynbsp;gaan. Het zo genaamde Lotto di Genova of Seminarianbsp;werd reeds in ’t jaar 1Ö20. opgerigt, en wordt in ’t Paleisnbsp;der Republiek jaarlyks tienmaal getrokken. De pagtersnbsp;daarvan geeven den Staat 306000. Genueefche Lire. Hecnbsp;heet il Seminaria, omdat men voor de 90. nomraers donbsp;naamen van 90. Raadsheeren neemt, die by de naaft aaO'
ftaao-
-ocr page 463-ikdnde verkiezing der Governatori Uitgetrokken zullenQefju^, worden. By de agt trekkingen, wanneet ’er geene verandering in de regeering gefchiedt , neemt men, in plaatsnbsp;daarvan, 90. naamén van vrouwen.
Van de po. noramers worden by elke trekking maar 5. uitgetrókken. Men kan van i.tot 90. vyf getallen kiezen^nbsp;wordt ’er dan een uitgetrokken, zo zegt men een E'Xtraétnbsp;gewonnen te hebben, komen ’et 2. uitzo wint men eennbsp;Ambe , en als ’er 3. uitkomen, dat egter een zonderlingnbsp;geluk is, èene Terne. Naar eene jiiifte evenredigheid zon eennbsp;Extraft den inleg agtiienmaal.een Ambe vierbonderdmaaj,nbsp;en eenè Terne elfduizend zevenhonderd en agt en veertignbsp;jiiaal winnen; egter betaalt het Lotto te Genua het Extraftnbsp;dertien maal, dat te Romen veertien maal. en dat van denbsp;Ecole Militaire te Parys vyftien maal. Eene Terne wordtnbsp;te Genua tweeduizend agthonderd en zeven en vyftigmaal,nbsp;te Romen vyfduizend een honderd en twee en veertig maaljnbsp;en te Parys vyfduizend tweehonderd en agt maal betaald;nbsp;by gevolg is de Genueefche lotery voor de inleggers dcnbsp;minlt voordeelige.
In het geluksrad, waarin de naamen der Raadsheerea zyn, fteekeij omtrent 400. naamen. Men heeft als ietsnbsp;byzonders aangemerkt, dat een naam, die van Benedettonbsp;Gentile i federt 1620. niet eens uitgetrókken is , fchoonnbsp;de trekking alle jaaren twee maal gefchiedt. Dit is denbsp;zelve Gentile , die de lotery het eerft ingevoerd, en denbsp;boven aangeweézene brug van Cornigliano aangelegd heeft..
De gemeene man, die niet begvypen kon, waarom die naam. nooit te voorfchyn kwam, zeide, dat de duivel den uitvinder en zyiien naam gehaald moeft hebben, en had misfchiciinbsp;geen ongelyk, dit van een’ man te gelooven, die eene lotery tot bederf van veele familien ingevoerd had. Dog
VI. Deel, nbsp;nbsp;nbsp;Ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;toea
-ocr page 464-Cenaa.
toen fflen eenige verbeteringen aan bet geluksrad maakei! vvilde, bevond men dat de naam niet weg j maar nooit uit-gekotnen was.
Beroemde
mannen^
Onder de beroemde mannen, die nit den Genueefcben Staat voortgefproten zyn , ftaat Chridophorus Columbusnbsp;met reg: boven aan. Hy was op een klein dorp Cuculet-to, dat vyftien mylen weilwaards van Genua aaiï zee ligt,nbsp;geboren. Hy wendde zig met zyn ontwerp om nieuwenbsp;landen te ontdekken tot de Genueezen; maar alzo die omnbsp;het jaar 1485. met de Turken en Florentynen de handennbsp;vol hadden, vond hy geen gehoor. Even zo werd hy innbsp;Engeland en Portugal afgewezen , tot dat hem eindelytenbsp;Ferdinand , Koning van Arragon, een paarichepen gaf,nbsp;met de welken hy in 1493. den ir. Ofèober in Amerikanbsp;aanlandde.
De Genueezen kunnen ook verfclieiden Pauzen aanwy» zen, van de welken wy alleen Innocent IV. en Nikolaas V.nbsp;noemen. De eerfte wydde het eerft de gouden roozen, ennbsp;gaf den Kardinaalen hunne roode hoeden, ten teken, dalnbsp;zy bereid moeflen zyn, hun bloed voor de ketk te ftorten.nbsp;De ander was wegens zyne geleerdheid in zulk een aanzien, dat hy in 1447'. in een jaar Bisfehop, Kardinaal ennbsp;Paus werd.
Staat der nbsp;nbsp;nbsp;weetenfehappen zyn te Genua niet zeer geagt, dus
•aieeten- nbsp;nbsp;nbsp;lt;3*2 ftad niet veele geleerden aanwyzen. Koophandel
fehappen, en kaartfpeelen , zie daar de hoofdbezigheden der Genueezen , als men den tyd uitzondert, dien zy, welken aan de regeering zyn, daaraan befteeden. Egter zyn ’ernbsp;eenige weinige uitzonderingen van den regel. Daartoe behoort de Marquis Lomellino, die zeer ver is in de hoog®nbsp;wiskunde. Hy is te gelyk een goed digter. Men heeftnbsp;yeertien fonnets van hem op zekere voorwerpen uit
ü»t'
Ilarrenkunde, waarin zig de bekwaame ftarrenkundige lierlyke digter vertootic. (*) Ook heeft hy, onder dennbsp;bedekten naam van Lemillo Caramkio, het fchoone ge-ihgt van Warelet over de fchilderkonft, in’t janr 1765.nbsp;in ’t Italiaanfch vertaald uitgegeven. Hy leeft flil , ennbsp;laat zig in de groene fpeelgezelfchappen in ’t geheetnbsp;Eiet in.
Eertyds heeft de akademic der nbsp;nbsp;nbsp;goede me
deleden gehad. Zy vergaderden in den tuin van Lomeili-ni. Maar tegenwoordig is ’er naauwiyks dé naam van bekend.
De rivieren in ’t Genueefche voeren kleine fleenen van Grond ih graniet, marmer , porfier, en diergelyken met zig, maar^®^nbsp;dé bergen zyn hoofdzaaklyk ieyagtig. Geheel Genuanbsp;van leyagtige fteenen gebouwd, waarin men aderen vannbsp;ipaath en kwarts aantreft. De ry van bergen van Genuanbsp;tot Ouagio beftaat uit diergelyke fteenen, en de huizennbsp;der dorpen in die ftreek zyn met de fchoonfte zwarte lel,nbsp;welke die der ftad Genua ver overtreft, gedekt. De gant-fche grond fchynt alzo Ieyagtig te zyn. Men vindt, ’t isnbsp;waar, wel kalkaartige fteenen, waarvan de fchoone marmergroeven een bewys zyn, maaf in deeze groe'veu zelvennbsp;komt men ten laatften op leyagtige fteenen.
Zes mylen van Genua naar den kant van S. Pietro d’A« rena treft men een zwart inagnetifch zand aan, dat inzonderheid na een ftorm op den oever gevónden wordt. Bnt-
ter-
(») op een® plaats, waar by der zoöne de beweegiog der ftarren in haaie baan toefchryfe, drukt hy zig dus uiunbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
JBd a/le Comete che in remeta parte Sembrano [entta ieige andar vagantinbsp;¦K Inme e rmio t ‘‘ fil eompartej
Ceniv, terfield (f) heeft ’er proeven mede genomen ,¦ en die v»n Doftor Moulen met een diergelyk zand in Virginien herhaald. Men vindt ook diergelyk magnetifch en aantrekkend zand by Livorno. De menigvuldige yzerdeelen, dienbsp;’er in zyn, veroorzaaken zelfs een wanorder in de kora-pasfen der fchepen, waarvan de Admiraal Hawke ondervinding gehad heeft.
In de baai van Spezia treft men midden in zee eene zoete wel aan, die haar water in den omtrek van eenigenbsp;voeten behoudt, zonder zig met het zeewater te vermengen. Men vindt hier en daar zulke verfchynfels in de natuur, gelyk men ook heete bronnen in’t midden van koudnbsp;water ontmoet.
landftreek De landhuizen der ryke Genueezen zyn even zo pragtig •m Genua, gj, bezienswaard als hunne paleizen in de ftad. De voor-naamften zyn die van Marcellone Durazzo in Comi-
, gliano , hnperiali , Spinola , Amhregio Deria , Giovanni Battifla Grimaldi, en GiuKam Pallavicino In de voorftad S. Pietro d’Arena; en die van Giufeppe Brigno-Ie, Saluzzo en Giujliniani te Albaro zm de oollzyde vannbsp;Genua.
ïe Seflri, Zes myleii van Genua, heeft Maria Spinola een landhuis. Agollino Lomellini, Pietro Franeefco Grimaldi, en de Prins Doria hebben de hunnen te PegH, negen mylen ver; Franeefco Maria della Rovere en Marcel-lino Durazzo te Albifola, dertig mylen van Genua, enz.
De oevers der rivier Polcevera, van Campomarone tot aan S. Pietro d’Arena zyn met aartige landhuizen bezet,nbsp;waaronder dat van MarcelliUo Durazzo, negen mylen vannbsp;Genua, het voornaamfte is.
Di^
(t) PhUsfilh, TranfaS- 09. 244, vajl ’t jaai 1734.
-ocr page 467-Die van Genua naar Frankryk terug wilkeeren, beft, de reis te zee te doen, en tot Antibes een feloek,nbsp;waarvoor men 12. zechini betaalt, te neemen. By goed/?mnbsp;weder is de reis zeer aangenaam. Men rekent omtrentnbsp;mylen langs eene bekoorlyke kuil, die met fleden en dornbsp;pen als bezaaid is. Agter deezen verheffen zig vrugtbaarenbsp;bergen, die met oranje en citroenboomen bezet zyn, ennbsp;der kuil het aanzien van een’ onafgebrokenen tuin geeveu.nbsp;Inzonderheid is de iandftreek by S. Remo onvergelyklyk. Remo,nbsp;Deeze plaats dryft een aanzienlylten handel in oranjeappelen en citroenen, die in de nabuurfchap wasfen. De in-wooners klaagen zeer over de onderdrukkingen , dienbsp;van de Genueezen moeten lyden, en hebben die zelfs op\—nbsp;den ryksdag te Regensburg gebragt.
Van Genua komt men eerft aan de flad Savona, daarna zeilt men Noli, Finale, Albenga, Oneglia, S. Remo,nbsp;Vintimiglia voorby.
Savona is na Genua de voornaamlle ftad der Republiek. Savom. Zy is groot en verllerkt, en heeft boven dat een citadellenbsp;op een rots. In ’t jaar 1745. lagen hier veele Franfche ennbsp;Spaanfche vaartuigen met ktygsvoorraad, die door de En-gelfchen in den grond geboord werden.
Finale, een ftad met een markgraaffehap, kwam door-^'^*^* den vrede van Aken in ’t jaar 1748. in het gerude bezitnbsp;der Genueezen. Zy werden deswegens van te vooren innbsp;eenen oorlog ingewikkeld, alzo de Koningin van Hunga-ryen den Koniiig van Sardinien al haar regt daarop afgedaannbsp;had, en deeze zig in ’t bezit van Finale zetten wilde. Denbsp;Genueezen lieten zig, om dit te verhinderen, in een verbond met Frankryk in, dit hun duur te daan kwam, alzonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;
de oorlog hun ontzaglyke fommen kodte.
Monaco is een klein fteedtje, met een kadeel, en eene Franfche bezetting. De vord is onder befcherniing vannbsp;Y 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Frank.
-ocr page 468-Frankryk, en trekt van zyn vprfiendom omtrent looooo^ daalders. De voorbyvaarende fchepen moeten hier eennbsp;geringen tol betaalen, De haven is klein, maar veilig. Hecnbsp;fteedtje, op den berg liggende, heeft eene verruklyke ligging.
Niz
Nizza, dè hoofdftad van ’t graaffchap diens naams, ligt in een heerlyke landsdouwe, die eene menigte van oranjes , citroenen , en alles wat men maar wenfchen kan,nbsp;voortbrengt. Alzo het hier goedkoop en aangenaam tenbsp;leeven is, omhondt zig hier veel van den Piemonteefchennbsp;adel. De Koning van Sardinien heeft de haven tot eenenbsp;vryc haven verklaard, ten deele om der plaats meer wel-vaarts te bezorgen, en ten deele om den handel van Genua afbre^jk te doen. Dog tot nog toe is hy in dit inzigtnbsp;niet gedaagd. De Ingt van Nizza wordt voor ongemeennbsp;gezond gehouden, waarom tceringagtigé en zieklyke men-fchen hier fomtyds hun verblyf kómen neemen, en hunnenbsp;voorige gezondheid niet zelden weder bekomen. De En*nbsp;gelfchman Smollec , die als hiftoriefchryver bekend is,nbsp;hield zig met dat inzigt eenigen tyd te Nizza op, en fclireefnbsp;daar zyne elendige reis door Italien, die wy in de Voor*nbsp;reden aangewezen eu beoordeeld hebben.
BLArgt;*
-ocr page 469-VOOR
DE ZES DEELEN,
jlarde, groene te Verona, VI. 219.
Aardvuur, te Pietra Mala. II. 130.
Abano, warme baden. VI. 186.
Abd^j, beroemde, Monte Casfino. V. 323,
- S. Juftina. VI. 170.
Acheron. V. 235.
Acquapendmte. II, 337.
Adda, de rivier. VI. 252,
Adders, gebruikt in Italien. VI. 185.
Addison, zyne aanmerkingen over Italien. Voorberiebf 6i,
Adige, de rivier de VI. 20Ö.
Afliand \amp;n Koning Viftor Amadeus. I. 230.
Agnadcl, flag van VI. 263.
Agnano, bet meer en de ftad. V, 205.
Agnus Dei, befchreven. IV. 264.
Aiguehelk. I. 211. De meefte menfchen hebben daar krop» pen. I. 212.
Aisc, in Savoyen, en baden aldaar. I. 205.
Akkerbou'w, flegte toeftand daarvan in ’t Roomfche gebied. IV. 270.
.—¦— - in’t Napel fclie. V. 1S8.
Akademien in Italien, menigte en lyft daarvan, I. 110, Te Turin. ï* 272. Milaan. I. 336. Parma. II. 31. Bologna. II. 7®; Academia Clementina. II, 85. Placoni-ca en del Cimento te Florence. II. 220, della Crul’ca.nbsp;II. 222. Te Sien?. II. 329. der Arkadiers. IV. 303,nbsp;Y 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;del?
-ocr page 470-der Humoriflen en Imperfetti. IV. 302- der Lincei. IV, 306. Te Perugia. V. 374- Cortona. V. 328. Verona.'nbsp;VI. 209. Franfche tekenakademie te Romen. III. 252.nbsp;te S. Luca. IV. 61. op ’c Kapitool. IV. 54.
'Jlïbaneta. V. 331.
'Albano, IV. 379,
Alexandria. I. 293,
jdluinwerksn te Civita Vecchia. IV. 390. Roomfche aluin aid; Aluin van de Solfatara. V. 214-Ambroftaanfcbe kerkgebruiken te Milaan behouden. I. 3o5.nbsp;Amfitheater van Vefpafianus te Romen. III. 143. Amphi-theatrura Caftreufe. III. 16^, te Capua. V. 26. te Casli-num. V, 322. te Puzzoli. V. 226. te Verona. VI. 207,nbsp;Anagni, oudtyds een ryke Had. V. 334.
Ancona. De haven. V. 408. Kerken 409. Triomfboog. 4»o. De molo , eri de citadelie. 411. Inwoonders.nbsp;Eallani, of Dattili del Mare. 412. Andere visfcheu.nbsp;4H-
Andes, ziePietola, Virgilius geboorteplaats.
Anecy in Savoycn. I. 205.
Antiekrn S. Schilderkonft, Aanmerkingen daarover. I. 75, Antiquario z. Cicerone.
Antiquiteiten z. Oudheden.
Antium ^ nu Nettuno, V. 15.
Anxur, haven van, by Terracina. V. 5.
Apocynum, gebruik daarvan. V. 194.
Apotheeken, fchoonheid, menigte, en misbruik daarin te Napels. V. 44. noot,
Aquim, geboorteplaats van Thomas Aquinas. V. 333. Arco felice. z. Triomfboog.
¦Ardea. IV. 3'8(5.
Beroemde njanneo.
Aretin’o, Pietro. V. 389.
Arezzo. V. 387. Stigtingen. 3 '389.
Aricia IV 385.
Ariosto, zyn graf. VI, 28.
Arkadiers. IV. 303.
Arpino, vaderland van Cicero, V, 333.
Arqua, eri Arquato, verblyf en graf van Petrarca. VI. iJ ASfift, vaderland vau S. Franciscus. V, 3Ó0.
Ajii- I* 392,
-ocr page 471-'jlftura. V. 14.
jitella. Atellani ludi. V. 27.
Averm, het meer. 233/
Avetfa zie Atglla,
Baccano. II. 345,
Baden. Warme baden te Porretta. IL 133. Baden te Pifa. II. 2(58. te Siena. II. 324. te Abaiio. VI.
*186.
Bagnaia. II. 342.
Baia by Napels. V. 228. Rijnen van tempels aldaar. V. 230.
Ballcti, Italiaanfche. V. 149.
Bank van S. George te Genua. VI. 329.
Daretti, zyn werk over Italien. Voorbericht. lt;54.
Basreliëf, beroemd, de Attila in de Pieterskerk te Romen. III. 68.
Basfano, boekdrukkery aldaar. VI. ipo.
Batlifterio van ’t Lateraan. lil. 152.
Bauli bj Napels. V. 239-
Beeldhouwers, beroemde , Donatello. II, 142. Michael Angelo, zyn huis en graf. IL 207.
Bceldhouwkonji, haar toeftand in Italien. I. 48. te Napels. V. 158.
Bclgioiofo. VI. 274.
Belrefpirq, pf Villa Pamlili. IV. 321.
Bfnedictus XI U. aanmerkingen over hem. IV. 274.
---XIV.--IV. 277.
Benevento,. V. 320.
Bergen , ontdaan van nieuwe. V. 224. Vuurbraakende, zie Etna, Vefuvius. Val eens bergs op een’ Had. II.37,nbsp;Gefpouwen berg by Gaëta. V. 21,
Bergamo. VI. 255. La Fiera. 256. Kerken. 257. Paleizen. 260. Handel. 261. Inwoonders. 261.
Bevolking van Lucca en van Frankryk. 11. 297.
rt'I
Bihliotheeien, Ambrofiaanfche. I. 308. Van Pertufati. I, 322. alia Minerva. IV. 9. te Bologna. II. 8r. in’t Paleis Barberini. III. 232. Mediceo Lanrentiana. II. 200.nbsp;in ’c Paleis Pitti. II. 190. Van Magliabecchi. II. 180.nbsp;Te Modena. II. 56. Te Turin. I. 252. in T Vatikaan.nbsp;III. 121.
Br.AUNviLLE’s werk over Italien. Voorbericht. 63.
Bloemen, vcriierde nergens fchoonder gemaakt als te Romen. IV. 283.
Bloed van S. Januarias vloeyend gemaakt; oorzaaken daarvan. V. loiS.
1500.10010. Zyn huis en geboorteplaats. II. 271.
Bocace, Madame du, haare brieven over Italien. Voor-bcriclit. 60.
Jloccheita, pas in ’t Genueefche gebergte. VI. 278.
Bologna,
Bodem, zonderlinge te Modena. II. 6r.
II. 67. Inflitinir. II. 78. Akademie der wee; tenlchappen. So. Kerken. 90. Paleizen. T07. Kerken in den omtrek. 115. Regeering. 120. Geleerdennbsp;123. Fabrieken enz. 125. Steen. iï6. Muziek. 127,
Bolfena, het meer en de ftad. II. 338.
Borromeifcbc eilanden. I. 343.
Büscovicii, een groot wiskundige. VI. 273.
Bosfcben, weinig in Lombardyen. VI. 275.
Botanifche tuin te Florence. II. 204. te Pifa. II. z6i. ta Romen. IV. 153. te Padua. VI. r8i.
Borivikouil, die van Juvara en Guarini te Turin afgekeura, I. 238. van Borromini. III. 332. Ecrurifche en Toskaan-fche. 11. 195. Haar toelland in Italien. T. 82. te Romen. IV. 310. te Napels. V. 158. Van Palladio te Vicenza. III. 191.
Bouivmeefters, Brunellefchi. II. 142. Vanvltelli. V. I5P* Palladio. VI. 191.
Braccio. Forte Braccio. V. 30(5.
Brenta, vaart van Padua naar Venetien. VI. 159.
Brefcia. VI. 235. Zeeden. 247, Geleerden. 248. Handel, 249. Kerken. 238. Paleizen. 239. 143- Muntkabinet. 245. Regeering.- 24Ö. Gebied vau Brefcia» ^51-
-ocr page 473-15REVAL, zyne reis naar Italien. Voorbericht. 62. Bronnen, zoete in zee. V. 239. In de Golf van SpeziSinbsp;¦ VI, 340.
Brug van Caligula te Pozzoli. V. nsr.
Brunette, Fort la, zeer fterk. I. 227.
Bucentaurus, te Venetien. VI. 84.
Buffels. IV. 319, Buifelkaazen. V. 14. noot. Buonconvento. II. 3S5-
Burnet, zyne reis naar Italien. Voorbericht. 6r.
Buften, merkwaardige in de Gallery te Florence. II. i5lt;li
Cairo, berg by Monte Casfino, V. 333,
Calcio, il, een feell te Florence. II. 217, Camaldoli. V. 392.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Campani, zyne glazen, II. 83.
Campidoglio, z. Kapitool.
Campus Martius te Romen. III. 279.
Canosfa. II. 43*
Capo di Motite. V. 54,
Caprarola. II. 343.
Capera. V. 309.
Capaa. V. 23.
Caracci, Hannibal, zyne gallery. III. 355, Caferta. V. 312. Waterleiding. 317,
Cafcatelk te Tivoli. IV. 358.
Casfinum. V. 321.
Cajlel Candolfo. IV. 378.
Cajlelazzo. I, '343.
Caftiglione in Toskanen, II. 334,
---by Brefcia. VI. 233.
GeenCj
Cajlro Pales. V. 394,
Catacomben te Romen. IV. loi. te Napels. V. (gt;3.
wooningen voor de Chriftenen geweeft. V. 6^,^ Catajo. VI. 187.
Catbarina van Sietld, II. 326.
Catolica. V. 420,
-ocr page 474-'Cement, Laftrica, te Napels. V. 165.
CenU, Senis, Mont Cenis. I. aao.
Ceremoniën, kerklyke te Romen. IV. 227,
Ccrtaldn. 11, 271.
Cervia. VI. 5. Zoutwerken, aid. VI. ó.
Cefcna. VI, sa,
Cefenatko. Vl. 5.
CeR. Windgaten aldaar. V. 341.
Chambery. I. 208.
Chainbre, La. I. 215.
Cbiana, La, een rivier. 11. 336,
Cbkzza. VI. 37.
Chiuji, Clufiuin, 11. 33Ö.
Cicero, zyn vaderland. V. 333.
Ciceroni, of Antiquarii. III. 18.
CicUbei, te Romen, IV. 23p. Vooral te Genua in ’t ge-bruik. VI. 324.
Cimini, het meer Vico. II. 344. noot.
Cinebiana, oudtyds Cynchianufn. IV. 385.
Circello, de berg, waarby de Had Circeum plegt te Haan. 'V. 16.
Circus maximus te Romen. IV. 116. Agonalis. III. 334. Caracall». IV. 102. Flaminii. IV. 72. Florte, lil, ip3,nbsp;ïleliogabali. lil. 168. Aanmerkingen over dp bouwkonftnbsp;der renbaanen. IV. 102,
Cijlerna. V. 4.
Citadellen, de voornaamfle, van Italien, te Sufa. I. 227, te Tuiin I. 234, Milaan, 316. Parma. 11. 12,
Citta Lconina, een deel van Romen. IV, ilt;Si,
Chita Caftellana. V. 335.
Chita Lavinia, IV. 386.
Chita vecebia. IV. 389.
Ciasfe, een fteedje by Ravenna. VL 7.
CuEMEtes IX. X. XII. XIII. Aanmerkingen over hun, IV, 272. 276. 278,
Clitumnus, een rivier , en de tempel van Clitumnus. Clnfium. II. 336.
Cochin; oordeel over zyne reis naar Itajien, Voorberiebt.
ColA
-ocr page 475-Colifeo. III. 143.
Golanna, IV. 367. .
Colorno, het luflflot. II. 30.
Columharia, wat tlat waren. III. 167.
Conca. V. 421.
Conclave, Ceremoniën enz. IV. 208.
Congregaties te Romen, wat het zyn. IV. 193^ Confilioritim, van den Paus. IV. ip4.
Confiiloriaal advokaateii. IV. 195.
Confulta te Romen. IV. 197.
oudheden aldaar. V. 3.
Cornetto, oudheden aldaar. II. 340.
,,de dad. V._377. Kloollers. 379. Kerken. 380. Paleizen. 381. Oudheden. Akaderaie. 382.
CosKA, ütanislaus, zyne kapel. Ill, 142.
Cratere , zeeboezem by Napels. V. 32.
Cremera, eene beroemde beek. V. 335.
Cremona, de flad. 1. 355.
Dadelmosfehn te Ancona. V. 412,
Dampen, gevaarlyke te Laterina. V. 391.
Da.me. de digter. VI. 16,
Darmfnaaren , hoe te Napels gemaakt worden. V. ^174-
Diavolini, wat zy zyn. V. 162.
Digentia, waar iloratius Villa was. IV. 365.
Digters, de voornaamfte van Jtalien. Aretino. V, 389; Ariofto. VI. 28. Bocaccio. II. 271, Dante. VI. id,nbsp;Frugoni. H. 32. Marino. V. iii. Metallalio. IV.nbsp;Petrarca. VI. 188. Sannazario, V, 201. Tasfo. IV. 135.nbsp;yi, 29. Tasfoni. II. 58. Vida, I. 356.
Digters voor de vuift, zie Improvifatari. De Napolitaan-fchen zeer cpgeblazen. V. 155.
-ocr page 476-bmn te Milaan. I. 301* Parma. II. ij. te Florence. IL 142. te Pifa. II. 247. te Siena. II. 309.
Doinimkaanen, hun invloed op de weeienfchappen teRo» men. IV. 9.
Èhbe en vloed in de Adriatifche Zee. V. 414. VI. 45. Echelles, in Savoye. I. 207.
Brio, merkwaardige by Milaan, I. 349.
Eerampten te Romen, byzondere, Cudode del Cavalló en Lettore di Liyio. IV. 27. noot.
Eetwaaren der ouden te Ilercülanum gevonden. V. 26Ö. Egyptifcbe overblyfTels. IV. 39.
Elifeifcbe velden by Napels, V. 235,
Empoli, een vlek. II. 244.
Engelenburg te Romen. IV.
Eolifchc bergen. V. 349. .
Efterikken te Napels. V. 165.
Etna, niet met den Vefuvius verbonden. V. 3Ö3. Etruriers, oude. V. 364.
Faenza. De flad. VI. 21. Het Fayancs. daarnaar e-noemd. aid.
Falerno, Falemér wyn. V. 23,
Fano. Theater, Dom, Triomfboog. V. 416.
Frrnefifch muntkabinet, van Parma naar Napels gebragt. , V. 56.
Ferracini,- een groot vverkcuigknndige te Padira. VI. 184. Ferrara. VI. 22.
Finale. VI, 341.
Fimkino. IV. 389.
-ocr page 477-tlorente. fl. i35. Eene der fchoonfle fieden van IiaUen. ir, 140. Domkerk. II. 142. Gallery. U. 155. Medi-ceefche Venus. II, 167. De Faun. II. 169. De Slynbsp;per. II. 170. Venns van Titiaan. II. 171. Hermafrodiet. II, J79, Paleis Pitti. II. 182. Bibliotheek. II.nbsp;190. Medieed Lanrentiana, II. 200. Jiiftitie. II, 213.nbsp;Schouwburgen. II. 214. Gezelfcbappen. 11. 215, Feeftnbsp;del Calcio.'II. 217. Weetenfchappen, II. 218. Aka.nbsp;demie.'!. II. 220. Spraak. II. 223. Geleerden. II. 227.nbsp;Handel. II, 230. Munten. JI. 234. Omtrek v.in Florence. II. 237.
Florenf^nfch werk, II. iSl^
Foligno. V. 358.
Fondi. V. 16.
Fot'li. VI. 20.
Forte Braccio, V, 366,
For7nia. V. 18. Franeiscus Sc. V. 30». Zyne order. V. 36U
Frafcati, de Had. IV. 368.
Oaêta, de ftad. V. 19. Gefpouwen rots aldaar. V. 21. Ga/kryen, van fdiilderïlukken. De Mediceifche te Florence. II. 155. In ’t Paleis Colonna te Romen. III. 243.nbsp;In ’c Paleis Farnefe. III. 355. Te Modena, il. 54. Innbsp;’t Kapitool. IV. 35.
Cebrutken, kerkgebruiken te Romen. IV, 227.
Geldmangel te Romen. IV. 281.
Genfnno. IV. 384.
Genua. VI. 279. Oorfprong des adels, 280. Andrea Do-ria. 282. Ligging der Had. 2S6. Grootte. 287. Haven. b88. Domkerk. 290. Kerk en brug Carignano. 292. Andere Kerken, 294. Paleis van den Doge. 297.nbsp;P. Doria. 301, P. Brignole. 302. P. Balbi. 304. P.nbsp;Giacomiuo Balbi. 30S. P. Marcellone Durazzo. 308,nbsp;Marcellino Durazzo. 309. p. Carega. 309. Anderepa-letzen. 310, L’Albergo. 311. Hospitaalen. 313. Srraa-314. Kleine Raad. 316. Groote Raad. Doge.
317. Andere magillraaisperfoonen. 320. Wetten. Ia-quifitie. 321. Karakter der Geniieezea. 322. Cicis-bei. 324. Spel. 325* Kleeding. 326. Tydverdryven. 327. Getal der inwooners. Magt der Republiek. 328;nbsp;Bank van S, George. .329. Politie. 33°- Handel. 331.nbsp;Maaten. Munten. Lorory. 33^. Beroemde mauneH.nbsp;Weetenfehappen. 338. Natuurlyke gelteldheid van dennbsp;grond. 339. Landllreek om Genua. 340.
Gerigtsboveri te Romen. IV. 200.
Germano, S. een flad. V. 320. Zweetbaden te S, Gef mam. V. 20Ó.
Glasvettfters der ouden. V. 259.
Gor.zaga Julia. V. 17.
Gragnano. V. 309.
GROiUEY, oordeel Oder zyn werk. I. 8,
Grotia Ferrata. IV. 376. protta del Cane. V. 207,
Grotta Dragonara. V. 238.
Cuaftalla, de flad. II. 43*
liadriaans Villa. IV. 351. Zyn graf. IV. 163;
Haiiterani, een ftempelfnyder. IV. 312. iiarmonielcha zaal in ’t Paleis Verospi. III. 204.
HemcUhol, een oude, met geflarntens. III. 362. Herculanim. Ontdekking. V. 248. Hoe men daar graaftrnbsp;V. 255. Theater, het befte van alle de ouden. V.nbsp;257. Glasventters. V. 259, Kabinet van oudheden tenbsp;Portici. V. 2^0- Eetwaaren. V. eóS. Oude fchriften.nbsp;V. 270. Schilderyen. V. 273.nbsp;ilieroglypheti der Egiptenaars, eenigen verklaard. IIT. 33lt;^»nbsp;IIoP het flangenhol. iV. 390. van Pofilippo. V. 207. dernbsp;Sibylle. V. 234. Grotta Dragonara. V. 238. te Caftronbsp;Pales. 394. Eolifch hol. V. 349,
Jlooge febooien , te Bologna, Florence, Milaan, Padua# Pavia, Pifa, Siena, Turin, worden by die fleden aau'nbsp;gmozea.
/Jat
-ocr page 479-Horatius , zyne Villa. Zie Digentia.
jaarmarkten, liefhebbery der Italiaarieh daarvoót. I. Beroemde zyn te Bergamo, Padua, Senigaglia, Reg*nbsp;gio. Zie de befchryving van die fteden. Elke ftad heeftnbsp;*er eene. I. 44.
jagt, leuwerken jagt. VI. 253. Duwenjagi.ViS^a jatiaarius St. zyn bloed te Napels. V. lod.nbsp;jean de Maurienne.l.nbsp;jefuieten, klinkdigt op hun. IV. 13. nóót.
Index van verbodene boeken. IV. 19S.
Innocent XI. én XIII. IV. 272. 273.
Inquijitie te Romen. IV. 9. Haar paleia. IV. idS. Inrtg* ting. IV. 197.
Jnftituut te Bologna. 11.78.
Injlrumenten voor de inuziek der ouden. V. 258.
Jooden te Livohio. 11. 280. te Venetien. VI. 5gt;5.
Jfchia, het eiland. V. 242;
Jfeo, het meer. VJ. 252.
iftaca menla. I. 245. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
ItttKen, fchoonheid des lands. L t. Zeeden der ItaliaS'' nen. I. ii. Politieke ftaat. I. 30. Smaak in de kon-ften. 1. 48. in de weetenfchappen. I. 107. Akade-mien. I. iio. Theater en muziek. I. na. Karakternbsp;der Italiaanen. I. 124. Münteri. I. 133, Wegen , ry-gt;nbsp;tuigen, enz. I. 135.
Iflri, een ftad. V. i8.
jalius Romanus, de fchilder. VI. 231.
Juman, wat heeften het zyn. I. 2 82. noot. tf. Juflina, een kerk te Padua. VI. 170.
Kaas, Parmezaanfche. I. 340.11, p. noot. van Brefcla.Vl. 253. Soorten. II. 9. noot.
Kamers, hoe in Italien veel verfierd. V. 259.
Kanaal ie Albano. IV. 382. In ’t Milaneefche. I. 33®. •
Rapitool, het oude. IV, 21. Het nieuwe. IV. 24. Stand* beelden en fchilderyen aldaar. IV. 36.
Kardinaakn, Hun oorfprong. IV. 185. getal. 186. foor* ten.. 186. Staatfie. 190.
Karneval te Romen. IV. 259. Te Venetien, VI. 134.
Kaftraaten, bun vaderland is Napels. V, 144.
Katten, te Romen gevoed. IV, 319. noot.
Kerken, voornaamlle, del Sudario,.la Superga te Turin, de Dom te Milaan, te Florencej de kapel del Medi-cis, S. Pieter te Romen, S. Jan van’tLateraan, S.Ma«nbsp;.lia maggiore, S. Maria degli Angioli, S. Andrea dellanbsp;Valle,II Giefu, te MontetCailino,Loretto, S. Vitalis tenbsp;Ravenna, S, Antonio en S. Giuflina te Padua, S. Mar-cua te Venetreii» de Dom te Siena, de Karthuizer tenbsp;Tavia, worden ondet haare artikels, of onder die dernbsp;fleden aangewezen.
Kerken, gedaante der oude. III. 14^.
Kerklyke viryheden, zeer nadeelig. I. 295. IV, ipff. noot.'
Kleinodiën, der ouden, te Ilerculanura gevonden, V. 267.
Keyszusr, zyne reis beoordeeld. Voorb, 65.
Koepel van Sr. Pieter te Romen. 111. 75. Dubbelde koe--pels. III. 138. Koepel van ’t Lateraan te S. Andrew
, della Valle, III. 383.
Komedien, Italiaanfche. I, 112. VI. 143,
Koorn hoe te bewaaren. V. 190.
Koornhandel te Romen. V. 268.
Koraalfabriek te Livorno. IL 283.
Krayon, konfl van bet te fixeeren. V. 17Ó,
Kröppew in Savoye. I. 212.
Kunjlen, in Itaiien. I. 48. te Romen. IV. 291».
-ocr page 481-Labat, zyne Italiaanfche reis beoordeeld. Vöorb. 58; Lagrima Chrffli, een foort vah wyn. V. 163.
Lago di Gdrda. VI. 232.
Lago Maggiore. I. 345.
Lagunen van Venetien. VI. 37.
La Lande, zyne reis, Voorb. 67.
Landbouw. in Piemont. 1. 296. Milaan. I. 339. te Bologna. 11. 12$. Lucca. 11. 299. in Toskanen. II. 133; Om Romen. IV. 314. te Napels. V. 18S.
Lanebourg in Savoye. I. 220.
Lanuviuni. IV. 386.
J.aocoön, een beroemd beeld. III. 114.
Lariccia of Ariccia. IV. 385.
Laflrica te Napels. V. 165.
Laurentum, IV. 386.
Lauwinen , of afrollende fneeuwklompen In dè Alpes« 1. 211,
Lava van den Vefuvius. V. 287. 299.
Lazaroni te Napels. V. 137.
Lebtiflernium der ouden. V. 264.
Lentifco, of inaftixboom. V. 18.
Licenza, het oude Digentia. IV. 365.
Lignum fosfile. V. 355.
Ligorius, Pyrfhus, zyne handfchriften. I. 247.
Ligten der zee. V. 204.
Livorno. II. 272. De haven. 2715. Torens. 278. Slaa.. ven. 279. Olymagazyn. 279. Kerken. 280. Handel.nbsp;282. Koraalfabriek. 283.
Leili, een ftad. 1. 354.
Te Romen, zyne reizen ^ fchafted
Luf
Loyryn te Napels. V. 178.
Lombaarden , oprigting en nut. I. 244,
Monte ,di Piëta. HL 368.
Loretto. V. 369. Het heilige huis, enz. 397.
Loterjen te Genua. VI. 336.
Z a
-ocr page 482-Lucca. II. 285. Regeering. 294. Volkrykheid. 297. Landbouw. 299.
Luccbefi, Padri. V. 4Ö.
Lucullanutn. V. 45.
Ludi Atellani. V. 27.
Lugtsgefteldhiid te Romen. IV. 314. te Pifa. II. 268. w Napels. V. 182.
Maaten, by iedere ftad worden de maaten en gewigtei aangewezen.
Macaroni. V. 1(5/.
Macerata, een ftad. V. 395.
Machines, zeer gemakkelyke in de Pieterskerk. UI. 278^
Malamocca. VI, 38.
Mai.atesta , vaarzen op zyn graf. V. 423.
Manna Kalabrifche. V. 161.
Mantua, befchryving VI. 221. Het Hertoglyk paleis en de l'childeryen. 228. Dom en andere kerken. 224. Paleis T. en fchilderyen van Julius Romanus. 229,
Maremme di Siena. II. 333.
Marforio te Romen. III, 333.
Marino, S. Republiek. VI. i.
- eene ftad. IV. 377.
Marmers, en merkwaardige fteenen. IV. 290. Verde anti-co, Cipollino, Porta fanta, Bigio. 291. Graniet,Porfier, 292. Bafalt, Traventynfteen. 293. Peperino. 294.
_ Marmers te Caferta. V. 315.
Masaniello , zyn oproer. V. 30.
Majlix. V, 18,
Meeren, van Agnano. V. 205. Albano. IV. 382. Aver-no. V. 233. di Fondi. V. 17. di Garda. VI. 232. CeU-no, Cimini, Nemi. IV. 382. 384. Vico. II. 344*
Menfa Ijiaca. I. 246.
Metastasio. IV. 369.
Metauro, een rivier. V, 415»
Mgt;/«an. Volkrykheid, hiftoiie, I. 297. Dom. 301. Art»
bror
-ocr page 483-ibrofiaanfche bibliotheek. 308. Kerk van S. Ambrofius, 313. andere kerken, 314. Lazareth. 320. Kanaalen.nbsp;330. Regeering. 331. Geleerden. 334. Karakter dernbsp;Milaneezen. 337. Beladingen. 338. Handel. 339.nbsp;Mineraal water te Mafino. I. 351. te Pifa. ll. 268. Acquanbsp;acetofa tè Romen. IV. 328. te Viterbo, II. 341.nbsp;Minturnum, overblyffels daarvan, V. 23,
Mifenc, overblyffels dier ftad, en voorgebergte. V.237. IVJisson’s reize beoordeeld. I, 4,
Modena. Hidorie.-Il. 47. 'Hertoglyk Paleis. 50. Kerken, 57. Zonderlinge bodem. 61. Luftflot Sasfuclo. 63,nbsp;Lugtftreek. 64. Weeienfchappen. Ö4.
Moerbezieboamen , 1. 284. II. 133.
Moerasfen, Pomptynfcfae. V. 7.
.Monaco. VI. 341.
.Moncallier. I. 29a. 1 Mont Senis. I, 220. '
.Monte Caijino. V. 323*
Monte Cavo. IV. .382.
Monte di Piëta. Zie Lombaard,
Montefiafcone. Wyn aldaar. II. 339,
.Montmtlian. I. aro. .
Munte Eolo. V. 349* .
_ nuovo by Napels. V. 224.
Pukiano, wya. II. 336.
Monterofi. II, 345.
Monte Rosff. 11. 340.
Munten, by iedere ttad worden op het einde der befchry-ving de gangbaare munten opgegeven.
Muntkabinetten, te Turin, I. 253. te Milaan. I. 313. 317. van den Abt Trivulzi, I. 328. te Modena. II. 55. tenbsp;Florence. II. 179. te Napels. V. 61.
Mufeum Kircherianum. IV. 5. Capiiolinura. 36.
Muziek, toeftand in Italien, I. 112. te Napels. V. 143, M^rtella, of manlyke myttenboom, V. 17,
Naanm, doopnaamen weeft in Itaüen gebruikt. I. 297. Napels, cle grootfte ftad van Italien, hiftorie.-V. 28. Golfnbsp;van Napels. 32. Volkrykheid. 36. Koninglyk Paleis.nbsp;37. Caftello miovo. 39. Haven. 4.1. Caftello deU’nbsp;Uovo. .47. Voorftad Chiaia. 48. .Kaftel S. Elmo. 50.nbsp;Karthuizerkloofter. 50. Capo dl Monte. 54. de Rata-komben. 63. .De Dom, of S.Qennaro. 102. Bloednbsp;van S. Janüarlus. lod,. Regeeringi 126; Krygsmagt énnbsp;adel. 129. Regtsoeffening. 132.... politie. 134. Laza-roni, het graauw. 137. Leevenswys. 138. Pragt. 139*nbsp;ICicisbei. 140. Uitdrukkingen. I4i._ Muziek. 143*nbsp;Kaftraaten. 144. Metaftafio. 147.- Weetenfcliappen.nbsp;150. Bouwkunft. 158. Maaten; röo. Munten. lói*nbsp;Handel. 162. Leevensmiddelen. .165. -Rulchgeel 169.nbsp;Prins S. Severo , zyne uitvindingen.' 1701 Snnaren. 174.nbsp;Looyeryen. 178. Pinna: inarintê. 181/ Lugr. 182. 1^-rantola. 184. Vrugtbaarheid des laiids.cias. ¦ Wyn. 192.nbsp;Zyde. 193. Schapenteelt. 194. Lgnd/lreelt rondomnbsp;Napels. 19Ö.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦' ¦¦¦ '•
Narni, eene ftad, en metktyaardigs.brwg aldaar. ¥.3-391-Naturalia, verzamelingen daarvan te MilaanJI. 310. Pat-quot; ma. II. 15. Bologna. II. 82. Florenca.xII. 228. PU fa, II. jdr.. . Siena. H.: 330., Roiien* JV, 5I Capo dinbsp;Monte. V. 62. te Padua. Vi. i8ó. ' ’ rnbsp;Ndviglio gra-fide, eefi kanaal. I. 297, , .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
iVêw/, het meer. IV. 384.
Nepotismus'. lY. l86, naot. .1 nbsp;nbsp;nbsp;i' • , , ..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;il
¦Nettuno., oudtyds Antium. ¥.'15. ¦ .’;i k: nbsp;nbsp;nbsp;u
Niobe, groep van IV,'295. nbsp;nbsp;nbsp;¦'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot; .1'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''
Nijida, hèt eiiand'. V. 240.
Nizza, (ie Had., VI'. .342. •
JYocchia, een foort vaakreeften. V.4i;^.;...2 nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, i
Novalefe. I. 22Ö.
Novi in ’t Genueefche. VI. 277.
NmUuSi Pauslyke, zyn gebied te Napels. V. 76,
Obelisk de Pietersplaats te Romen. IlI. 4r,'t)y’t Latei raan. III. i6o. by Maria Maggbre; III. i6o. 177-rinnbsp;Campo Marzo. II. a8o. by Porta del Popolo. IIL joo*nbsp;op Piazza navona. III. 335. aila Minerva. IV. 10.. Aan.,nbsp;merkingen over de obelisken, en de groeven in Egipa.nbsp;ten, waaruit zy gehouwen zyn. III. 161..
Og/Zo, de rivier. VI. 252* nbsp;nbsp;nbsp;,1
Olie uit druifkorrels. VI. 250. Maagdon olie, cn baaei* ding des olies in ’t Genueefche. VI. 3'33.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;! -h
Oliemagazyn te Livorno. II. 279. nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'t
Operaas, Italiaanfche. aanmerkingen daarover. V. 147. Opfcbriften , menigvuldig en belacchelyk in Italiën. Hl,nbsp;15.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• •
Orbessan, Marquis d’, zyne brieven beoordeeld. Voorb* 60.
Orders, geeftelyken , Bernhardiner. IIL 203. Fate bea Fratelli. IV. 8i. van S. Hieronymus. IV.-89. Krui^nbsp;draagers. III. 265. Scuole pie. HI.’343. Somafchii.nbsp;III. .314. Theatynen. 381. Lucchefi. V. 46,
0gt;4/?« S. merkwaardige berg. V. 337, nbsp;nbsp;nbsp;.
Orviete, wyn aldaar., II. 338. nbsp;nbsp;nbsp;.72
Ojlia, zoutwerken aldaar. IV. 388.
O/wo/Z, fchoone berg aldaar. V. 338. quot; ' nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'¦'.'l
.... X
283. nbsp;nbsp;nbsp;1
Formie, Hefcula.
Ouden, hunne fchilderkönft. V. 281, hunne huizen. 308.
num, Cora, Cornetto, Romen, Verona, worden onder die artikels beCdireven.
---— kabinetten van , te Turin. I. 253. Parma.TI.
19. Modena. II. 54* te Bologna. II« 84. te Florence. II. 174, te Conona. V. 382. Poriici. V. 260. in ’tnbsp;kapitool. IV. 3(5. Mufeum Chriftianiyn te Romen. HLnbsp;124. te Verona. VL 209.
Oudheden K Romen, een handel. IV te Baja , Capua , Puzzoli
-ocr page 486-fsarden ^ een van Virgilius in brons te Napels. V, 93. Aa* tieke te Venetien. VI. 51.
paardenrennen te Florence. II. 216. te Rqmen. IV. 261. Paddenjieelen, jceurlyke. IV. 383.nbsp;f^dua , hiflorie. VI. idi. Ligging. 162. Dom. 1^3.nbsp;Kerk van S. Antonie. 1(55. S. Giuftiiia. 170. Anderenbsp;kerken. 172. Paleizen. 178. Ilooge l'chool. 179.nbsp;Raadhuis. 176. Theater. 183. Geleerden. 182. Handel. 185. Landftreek. 186.
paleizen, zyn by iedere ftad te zoeken, en als zy in den Bladwyzer niet opgegeven worden, kan men ze vindei^nbsp;. vooraan voor ieder deel.
Paleftrina. IV. 366, Mozaïek aldaar. 366.
PAI.LAD10. VI. rp-i.
Pallia, gewyde. III. 307.
Pandekten te Florence. II. 154.
Pantheon, of de Rotonda te Romep. III. 273. puma. Grootte. II. 10. Hiftorie. 11. Schilders d;iarnbsp;geboren. 13. Kerken, 14. Paleis des Hertogs. 15.nbsp;Theater. 19. Andere kerken. 22, Inkomften des lands,nbsp;29, Zeeden. 30. Weetenfefaappen. 32. Maateqnbsp;enz. 34.
Pasquino. III. 333.
fXssioNEi, Kardinaal. III. 190. noot.
Pauzen, Lyft van Pauzen. III. ii. Pauslyke kroon. IV. quot; 180. zyn gevolg. 181. zyne muil gezoend. 183. Ge-hootgeeving. 184. Verkiezing der Pauzen 208. kroo-ping. 222. bezitneeming van ’t Lateraap. 224. Aanmer*nbsp;kingen over eenigen der laatften. 272. Zyne inkom-fien. 2d3-
Pauzin Joanqa , aanmerkingen over die hitlorie. I. 309. III. 159-
Pavia, yj. 2(58, Geleerden. 272. Hooge fcbool. 271. Karthuizerkloofter. zóq.. Kerken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Paleizen, 1^2,
Handel. 274.
Peperino, fchynt uit brandende bergen ontdaan. IV. 294. Ptr»^i0f de ftad. V. 36^, Citadglle. 367. Dom, en an-
¦ ¦ ¦ ¦ ¦ nbsp;nbsp;nbsp;¦ ¦ / ' ¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ¦ ¦ ¦ dé-
-ocr page 487-^ere kerken. Inwooners. Akademien. 374. Lacr^ Trafymenus. 3/5.nbsp;fefaro, ecu ftad. V. 418.
Pefchiera, een veiling. VI. 232.
Pefi?-, ruinen te, V. 310. merkwaardige tempel. 311, Petrarca, de digter. VI. 188.
Phosphorui of Bologneezer (leen. II. 125.
Piacenza, befcbryving. lï- i. Paleis des Hertogs. 6. Ca-fini. 7. nbsp;nbsp;nbsp;.
Piemont. Handel en fabrieken. I. 2S2.
Pieterskerk te Romen, de fchoonde der wereld. Kiflorie, III. 31. Ligging. 34. De plaats met den obelisk daarvoor. 40. Colonnade. 43. Het Portaal. 47. Het bin-nenfle der kerk. 49. Gropp. 50, Hoofdaltaar, 53^nbsp;De groote koepel en het dak der kerk. 75. Grotten onder de kerk. 80.
Pietola, of Andes. VI, 232,
II. 134.
PietraMala, aardvuur aldajip. II. 130.
Pigni, de vrugt onder’t brood gemengd Piperno, V. 5.
De Dom. 247* 254* Stefanar,
De Beurs. 251. Hooge fchoolnbsp;Baden. 258,
piramide van Cefiius. IV. 93.
Pifa. Hiftorie, II. 244. Befcbryving. i: Batcifterio. 251. Hangende toren.
256, Ridders van S. Stefano. 257.
Bruggen. 26a. Spiegelgeyegten. a53. en geleerden. 264. Staac der Had. 267,
Pifciarelli, Acqua de V. 211.
Pifcina mirahile by Napels. V. 236.
Pifloja. II. 304gt;
Plaatfen, openlyke te Romen, Piazze, de vootnaamfte, zyn die van S. Pieter. III. 4°* Monte Cavallo. 233.nbsp;Piazza Colonna. 255* del Monte citorio.; 269. Piazzanbsp;di Spagna. 288. Piazza Navona. 334.
Plaatfnyderskonft, in Italieq. I. 101. Plaaten van Romen, IR. 2,1- . .V .
igt;tf, overftroomingen van die rivier. VI.. 31. . nbsp;nbsp;nbsp;..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, i
Pfggio a Cajtfno. H.,305. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦. ,i.
Poggie Imperiale. II. 238. nbsp;nbsp;nbsp;¦
Pflgg/flby Napels. V. 124. nbsp;nbsp;nbsp;. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
Polcevera, een dal en rivier by Genua. VI. 278, ruinen dier ftad. V, 305^
tPemptynfcbe plasfen, V. 7.
Pontanus, Joannes Jovianus. V. p4,
Porcellein te Florence. II. 233, •
Porretta, beete baden aldaar. H. 132.
PertM / L'üdÜÓi-, V. 243. Kabinet van' oudheden uitHer* culanum aldaar. 'V. 260.
Portiuncula, vermaarde kerk. V. 364.
Porto. W. 389.
Ptfilippo, vermaard hol aldaar. 'V.. ip/,
PoJfeJJo, iV, des Pauzen. IV. 224.
PozzuoH, V. 2181 Oudheden. 2ip,
Pozzolana, Vf, 2p5i V. 225.' nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
Pratolino. 11. 240. froddai het eiland. V. 242. -
gt;\j nbsp;nbsp;nbsp;.7 .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. : ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
q;
^tntiliak. IV. 3lt;Jo.
fytrinaalf hét. IH. 235.
r;
Radicofani. II. 336.
Ramajfe, aller i la ramafTe. I.' 222.
RAPiiAè'u Zyn grafteken. III. 276. Zyne ftukketi in ’c . Vatikaan. llf. 96. in ’t kleine Paleis vanFarnefe.IV. 138.
Zyne Verbeerlyking. IV. 150. '
Haventia. Illtldrie; VI. 7. Het Esai'chaat en oudheid.
Kerken. 10. Graaf van Dante. 16. Geleerden. 17. Recanati. V.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Regen ^ menigte daarvan jaarlyks-in Italien. 7.183.'te NiH
Reggi». 11. 44. nbsp;nbsp;nbsp;' .
Remo. S. VJ. 341. nbsp;nbsp;nbsp;¦ - •
Rentt de rivier. II. 68* nbsp;nbsp;nbsp;. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
|Us
-ocr page 489-•Richard , Abt, z^n werk. Voorb» 6ó.
Richardson , zyne reis. Voorb. 62.
Rfctm, ruinen daarvan. V. 395.
Ridderorden^ der Annunziata en S. Maurice. I. 2lt;ïö. VaO S. S*tefano. II. 257.
'RimM, V. 421.
¦Ritus Ambrojiams te Milaan. I. 306.
Rivoii by Turin. I. 230.
¦RoebemeJo», een booge berg. I. 22s,
ü O, M E N, '
’Weiding tot de befchryving van'Romen, III. t, ¦Voikrykheid. III. 3. 8. ¦
'Grootte. III. 4.: nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
•Ciceroni. Ifl. t8; nbsp;nbsp;nbsp;quot;
¦Boeken-en printen aangaande Romen. III.. si:'
•Poorten , brnggert. III;'I28;
¦^eeden en gebrultór? IV; 234. nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' '
TYasteveryners, 'éen- ru# ^aauw. IV; gt;4!, nbsp;nbsp;nbsp;•
ÖciiDUwfpelen. nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ''
Canibval. IV. s§pI '
¦fn^milen. IV. 26^.
¦fïandel. IV.. 280.' l^tamen en gewigtM'. lV'.''286.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.1
Wéetenfcbappeb eïi konflen/IV. 205, '
Akidètóien.'IV. 302.'': nbsp;nbsp;nbsp;' ¦
Stempelfcyders. IV, 312. , .
Bugt en iandftreek.'iy.'314.^ nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
Dieren, IV. 31^.; nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘
'kerkén , de Pietertkerk. iin. 31’. Maffa di L'Oretto. rsS. '-Nome di Maria en’-Spirfto Santo. njJ. FrancescaRo-¦quot;¦«lana. I4r. S. - Ciemente', 14Ö. .Marfa én. Dominifca.nbsp;*' 448. Stefano rdton4D,'X5T. ' Bafrifïeriö di S, Giovanninbsp;di Laterano, 152, SIDiovanni di Lateranó'.'
quot; Croce. i64. DöreïiZÖ-fnor della More.' idS*. .BiTfd'na. *70; Enfebio.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Amonior Abbare.'^Mafla- Ma'ggidre.
173. Prasfede. 177* Pi'denziana. 178. Pietro in vJor coU. 179. Catarina di Siena. 184. Silveftro. 186. Andrea. 190. S. Carlo alle quattre fontane. 193. Marianbsp;(degli Angeli- 199* Bernardo alle Terme-Diocleziane.nbsp;«103. Agnefe. 207. Coftanza. 208. Vincenzo ed A-naftafio. 213. Giovanni de’ Maroniti. 213. Conceziq-ne. 214. Maria della Vittoria. 22 r. Sufanna. 223. S.nbsp;ApoHoli. 246. Romualdo. 250. Maria in Via lata. 257.nbsp;Giufeppe. 259. Andrea delle Fratte. 260. Silveftro innbsp;Capite. s6i. Maria Madalena al Corfo. 262. La Ro-tonda of het Pantheon. 273. Maria Madalena de’ Cro-ciferi. 278. Lorenzo, in Lucina. 282. Carlo al Cor-fo. 283. Trinita de’ Monti. 289. Atanafio de’ Greci.nbsp;398. Gefq e Maria al Porfo. 299. Madonna del Po-polo. 301. Maria de’ Miracoli. 304. Maria di Montenbsp;janto. 305. S. Rocco, Girolamo dfegli Schiavoni. 306.nbsp;Giovanni Batifta de’ Fiorentini. 317. La Pace. 320,nbsp;Maria dejl Anima. 321. Niccolo de’ Lorenefi.-323.nbsp;Apollinare, Agollino. 324. Lorenzo in Damafo. 328.nbsp;Chiefa nuova. 330. Agnefe.. 338. Pantaleone. 343-Carlo a Catinari. 344. Trinita de’ Pellegrini. 346. Maria di Monferrato, Girolamo de(la Catita. 349. Eufla*nbsp;chio. 370. Luigi de’ Francep.'375. Giacomo de’nbsp;Spagnoli. 378. Andrea della Vajie. 381. Ignazio. IV. r.nbsp;Maria fopra Minerva. 6. Stimate di, S. Francesco, iz.nbsp;II Gefu. 13. S. Marco. 19. Maria Ara Coeli. 54. Maria in Portico. 56, La Confolaziohe, Giufeppe de Fa,-legnani. 57. Pietro in Carcere» 58. -Martina e Luca.nbsp;59. Adriano. Loreuzo in Miranda. 68. Cofinio enbsp;Damiano. 69. Catarina'de’Furiari. 73. Amhrogio dellanbsp;Masfima. 76. Maria in Publicolis. Valentino. 77. Bar-toleraeo al Ifola. 80. Giovanni Colabita. 81. Marianbsp;Egiziaca. 83. Madonna del Sole. 84. Maria in Cos-medin. 85, Sabina. 88. Alesfio.' 89’. Paolo fuor delJenbsp;mura. 93. Paolo alle tre fontane. 98. Scala del CieJo.nbsp;99. Sebatliano alle Catacombe, ipo. Urbaho. 105.nbsp;Maria delle Palme. 106. Oiovanni a Porta Latina. Ce-fareo. Nereo amp; Achilleo. to8. Gregpció Mag'no. I'lo.nbsp;Giovanni e Paolo. 115. Maria Liberacrice. 123.’^ Teo-doro. Ahaftafia. 126. ¦ Giorgio in Velabro.. 130. ‘ Giovanni Batiida decoUaco. GalW* ipif Niccolo ip Caf'
-ocr page 491-Cere. 132. Onofrio. 135. Pietro in Monton'o. 149. Pancrazio fuor delle mura. 153. Margherita. Grifogo-to. Cedlia. 154. Maria dell Orto. 155. Francesconbsp;a Ripa. 157. Cofimato , Maria in Traftevere. 158.nbsp;Maria della Scala. 160. Maria Tfanspontina. 166. Ail*nbsp;na in Borgo pio. 170.
, ftraaten , plaat fen , poorten, hllegles^ bos~ pitaa/en, fonteinen, baden., tbealers, iernpelSfnbsp;triomfboogen en andere oudheden.
Eerde wyk, Rlone de’ Monti. III. 134. Columna Traja. na. 134. Forum Nervre. 139. Torre de Conti. 141.nbsp;Arco di Tito. 14e. II Colifeo. 143. Meta fudans.nbsp;J45. Boog van Konftantyn. 146. Amphitheattuin Ca-flrenfe. i66. Tempel van Minerva Medica. ifip. Portanbsp;Maggiore. 167. C.-tmpiis Esquilinus. 168. Trofeenvannbsp;‘ Marius. 171. Boog van Gallienus, Tuinen van Mrece-nas. 172. Obelisk. 177. Theater van Flora. 179. Baden van Tims. Sette Sale. 182. Tuinen van Nero. 183.nbsp;Baden van Paulus .ffiroilius. 1S5. Vier Fonteinen. 193.nbsp;Circus Flora:. 193. Baden van Diokletiaan. 197. Fontana di Termine. 204. Koornmagazynen. Campusnbsp;Sceleratus. Porta Pia. 20Ö. Pome Salaro. Mons Sa-cer. 209. Tweede wyk, Rioue di Trevi. Fontana dinbsp;Trevi. 210. Tuinen van Lucullus. 213. Tuinen vannbsp;Salluftius. 220. Piazza Barberini. 224. Piazza delnbsp;Monte Cavallo. 233. Clivus Salutis. 241. II Corfo.nbsp;2^. Academia di Francia, 25a. Derde wyk, Rionenbsp;di Colonna. Porta Pinciana. Tuinen van Lucullus.nbsp;258. La Propaganda. 259. Piazza Colonna. Columna Antonina. 265. Monte Citorio, Curia Iimocenzia-na. 268. Piazza di Pietra. La Dogana. 271. Semina-rio Romano , Piazza Capranica. 272. Vierde wyk,nbsp;Rione di Campo Marzo. Campus Martius. 279. Obe-liscus horarius. 280. Maufoleo d’Augufto. 284. Piazza di Spagna. 288. Teatro Aliberti, Porta del Popo-Jo. 299. Egiptifche obelisk. 300. Graf van Domitiaan,nbsp;3°». Giacomo de gl’lncurabili. 305. Porto di Ripet-307. Collegio Clemeniino. 314. Vyfde wyk, Rio-di Ponte. Banco di S. Spirit©. 315. Bibliotheca
ab-
-ocr page 492-Ailgelica. 32Ö. Zesde wyk, Rione di Parione. Caffi-po di Fiore. Theatier van Pornpejus. 327. Strada degli prefici, 329. Pasquinb. 333. Piazza Navona. 334.nbsp;Fontein van Bernini met den obelisk. 335. Zevendenbsp;'wyk , Rfone della Regola. 344. Fontana di Pontenbsp;Siflo. 347. Carceri nuove. 348. Monte di Piëta. 368^nbsp;Agtfte wyk, Rione di S. Eullachio. 370. La Sapien-ze* - 379. Teatro Argentina , en Valie. 386. Negendenbsp;\vyk , Rioiie della Pigna. IV. i. Collegio Romano. 4^nbsp;Tempel van Ifis. Obelisk. lö. Tiende wyk, Rionenbsp;di Campitelli. 20. Tempel van Jupiter Capitolinus. 21.nbsp;Tarpejifche rots. , 23* • Capitolium. 24. Plaats van 'tnbsp;Kapitool. 25. Columna rbftrata. 30. Verzameling vannbsp;ftandbeelden en fchilderyen op ’t Kapitool. 36. Feruirinbsp;Olitorium. Drie kolommen. 57. Forum Ctefarié. 59-Schilderakademie van S. Lukas. 61. Campo Vaccinoinbsp;62. Tempel van Veda. Triomfboog van Septimiusnbsp;Severus. 64. Tempel der Eendragt. Boog van Tibe*nbsp;iius. 65. Tempel van Janus. Meer van Curtius. 66.nbsp;Tempel der Vrede. 70. Via facra. 71. Eifde wyk,nbsp;Rione di S. Angelo. Circus Flaminius. 72. Fontananbsp;delle Tartaruagbe. 75. Pefcaria, 7(5. II Ghetto. 77.nbsp;Twaalfde wyk , Rione di Ripa. Brug Quattro Capi*nbsp;Eiland S. Bartolomeo. 79. Ara maxima. Ponte Rot-to. 82. Tempel der Fortuna virilis. 83. II Priorato.nbsp;90. Monte Tedaccio. 91. Piramide van Cediiis. 93*nbsp;Éorta di S. Paölo. 94. Katakomben van S. Sebadiaan.nbsp;loi. Circus Caracalltb. 102. Capo di Bove. 104.nbsp;Porta di S. Sebadiano. 107. Monte Celio. 108. Ter-me Antoniane. 109. Mons Palatinus. 116. Paleis dernbsp;Keizers. 117. 121. Zuilen uit een tempel van Jupitefnbsp;Stator. 124. Circus Maximus. 12Ö. Velabrum. 128.nbsp;Boog van Janus. Boog der Goudfmeden. 129. Fontein van S. George. Cloaca Maxima. 130. Theaternbsp;vim Mareellus. 132. Dertiende wyk, Rione di Trade-vere. 134. Porta di S. Spirito. 135., Fontana dell’nbsp;Acqua Paola. 152. Kruidtuin. Porta di S. Panciazio*nbsp;153. S. Michele a Ripa grande, een hospitaal. i5i5.nbsp;Porta Portefe. 157; Naumachia Augudi. 158. Vefif'nbsp;tiende wyk, Rione di Borgo. 161. Pons Triumphalis-Ponte S. Angelo. 162, Cadello di S. Angelo.
-ocr page 493-Graf van Scipio. i65. Prata Quinftia. i6^, Spedale dt S. Spirito. 1Ö8. De Munt. 170.
Paleizen, openèaare en l^yzendere, enFille.
Het Vatikaanfche Paleis. UI. 83* Palazzo Imperlali. rgjf; Villa Mattel. 148. Villa Cafali 151. Villa Altieri.nbsp;166. Villa Pamfili 185. Pal. Rofpigliofi, 187. Pal.nbsp;della Confulta. 189. Pal. Albani. 193. Villa Strozzïnbsp;en Negroni. 195. Pal. Cavalieri. 213. Villa Ludo-vifi. 215. Pal. Barberini. 224. Het Quirinaal. 235.nbsp;Pal. Cólonna. 241. Pal. Muti. 246, Pal. Braciano.nbsp;248. Pal. Pamfili. 254. Pal, Verofpi, 256. Pal. Ber»nbsp;nini. 260. Tweede Pal. Verofpi. 262. Pal. Conti.nbsp;2Ö4. Pal. Chigl. 2lt;ï5. Pal. Ruspoli. 285. Pal. Zuc-cheri. Villa Medicis. epr. Pal. Borgbefe. 307. Pal.nbsp;Cicciaporci. 315. Pal. SacChetti. 318. Pal, Gabrieli,nbsp;Lancelotti. 319. Pal. Altemps. 323. Pal. Pio. 328.nbsp;La Cancellaria. 325). Pal. Pamfili. 340, Pal. Santo-tmono. 342. Pal. Masfini. 343. Pal. Falconieri. 348.nbsp;Pal. Farnefe. 350. Pal. Pichini. 365. Pal. Spada. 365.nbsp;¦ Pal. Cenci, Lante, Ginftiniani. 371. Governo nuovo.nbsp;377. Pal. Valle. 385. Pal. Strozzi. IV. 11. Pal. Altieri. 17. Pal. S. Marco. 20. Pal. del Senatore. 28.nbsp;Pal. dei Confervatori. 29. Pal. Caffarelli, 55. Pal.nbsp;Mariei. 74, Pal, Cofiaguti. f6. Pal. Boccapaduli. 77.nbsp;Paleis der Keizers, 117. 121. Villa Farnefe. 119. Villanbsp;Spada. 123. Pal. Orfini. 133, Pal. Salviati, 136. Pal.nbsp;Farnefe alia Lungara. 137- Pa'- Corfini. 145. Paleisnbsp;der Inquifitie. Villa Barberini. i68.
Konciglione. II. 345,
Rofynen te Napels, 163.
Rubicon, de rivier, VI. 4.
Rubier a. II. 47.
^ufebgeel, hoe te Napels gemaakt. V, löj).
-ocr page 494-Sannazarius graf. V. soi.
Sapiema te R,omen. III. 379. nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Sardinien , Koningryk van , geeft dén Koning weinig voordeels. I. 279.
^a^fuoh. II. 63.
Savanorola, Hieronymus. II. 204.
Savona. VI. 341.
Savoye. I, 206. Zeeden der Savoyards. 1. 21 Scagliola, wat werk dat is. II. 182. noot.
Schriften, oüde te Herculanum. V. 270.
Scirscco, een wind te Romen. IV, 31S.
Scorpioenen 'te Napels. V. 187.
Schilders. Tydkundige lyfl: dér Italiaanfche fcliilders naar de verfcheidene fchoolen. I. 147.
Scbildéryen , de vcrmaardfte , in Italten. Öe nagt vao Corregio. It. 53. noot. Maria met Hieronymus vannbsp;denzelven. II. 16. de Dido van Guercino. lIl. 367.nbsp;Maria van Cavedone. II. 93. S. Cecilia van Raphael.
II. nbsp;nbsp;nbsp;102. Venus van Titiaan. II. 171. Maria van Ra-phaël. II. 19Ö. Madonna del Sacco. II. 205. Laatftenbsp;oordeel van Michael Angelo. III. 88. In \ Vatikaannbsp;van Raphael. III. 9Ö. Slag van Konllantyn. III. 98.nbsp;Zaal van Pieter van Cortona. III. 225. Aurora vannbsp;Guercino. III. 217. Magdalena van Guido. III. 231.nbsp;Aurora van Guido, III. 188. Bruiloft van Pfyche.nbsp;IV. 138. S. Petronella van Guercino. IIL 238. S,nbsp;Romualdo van Sacchi. III. 250. Afneeming van ’«nbsp;Itriiis 111. 289. Diana op de jagt van Doihenichino.
III. nbsp;nbsp;nbsp;309. Dood van S. Anna door Sacchi. III. 345.nbsp;Avondmaal van S. Hieronymus. III. 349. Pousfinsnbsp;kindermoord. III. 373. De Sakramenten van Pousfin*
IV. nbsp;nbsp;nbsp;77. Vethéerlyking van Raphael. IV. 150. Verzameling te Napels. V. 5Ö. Bacchusfeeft van Titiaan.nbsp;III. 255. Miniatuuren van Clovio. V. do. Maria vannbsp;Paul Veronefe. VI. 69. Avondmaal van Vinei. I. 315*nbsp;Gallery van Caracci. III. 355,
-ocr page 495-ScuolS, broederfchappeh te Venetien. Vl. fi. nööt*
Secchia rapita, een gedigt van Tasfoui. II. 5S.
Sellis flevcoraria. III. 159.
Scnigaglia. V. 414.
Senis, Mout. Laad.
Sepi, een vifcli. V. 414.
S. Sevéro , de Prins van; zyne ontdektdngen. V. pOs
Sezza. V. 23. Siniiefla by de ouden.
Sezze , het Sétinum der ouden. Tempel van Saturnust V. 4.
Sharp, zyne elendige reis. Voorb. ¦64.
Siem. Hiltorie. II. 305. Ligging. 30Ö. Dom. 309^ Vermaarde vloer in den Dom. 311. Hospitaal. 315*nbsp;Raadhuis. 317. Theater. 318. Paleizen. Kerken. 320.nbsp;Univerliteit. 324. Catarina di Siena, de kerk. 325lt;nbsp;de heilige. 326. Regeering , inwooners. 328. Wee-tenfchappen. 329. Landftreek. 331.
Smoui.et zyne reis beoordeeld. Voorb. 64.,
Solfatara by Napels. V. 212. by Tivoli. IV, 348,
Somafchi. III. 314.
Sonnet, vaii Petrarca op Romen. III. p.
SoraÜe, de berg S. Orefle. V. 337.
Spaccato, Monte. IV. 364.
Spel, hoofdbezigheid der Genueezen, VI. 325.
Spiegels , Venetiaanfclie en Parysiche. V. 247.
Spoletto. V. 352.
Stabia, een oude (lad, haare ruinen. V. 309.
Standbeelden, 60000. te Romen. 111. 17. De vermaard, ften: de S. Therefia te Turin. !. 242. De Venus van Me-dicis. li. 167. en nog vyf anderen. II. i6p. De Cen-taurus en llermaphrpdiet te Florence. II. 178. Lao.nbsp;coon. HL I14. 11 Torfo. III. 119. Apollo. III. 116.nbsp;S. Bibiana. III. 170. Paarden op Mom« Cavallo. III^nbsp;233. Arria en Ptctüs. III. 217. S. Therefia van Ber-nini. III. 222. Hercules Farnefè. III. 352. Flora ennbsp;Toro Farnefe. III. 353. 362. Pompejus. lil. 367. Chri-flus van Michael Angelo. IV. 7. Seneca, de Ceinau.nbsp;rus , de lletmapbrodiet. IV. 332. 339. Apollo ennbsp;Daphne. IV. 334. De Schermer. iV. 336. De Faun.
338, Nonius Balbus te Napels. V. 244. Mofes van Michael Angelo. HI. 180, De Godsdienft in denbsp;IV. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Pie-
-ocr page 496-Pieterskerk. Ilf, 66. Groep van Papirius. aitS. J'wec der befte nieuwe ftandbeelden. III. 276. noot. 'Nio-ble. III. 2555. Pasquinoi IIL 333. M. Aürelius op’tnbsp;Kapitool. IV. 26.
Stort a. II. 347.
Straatcn, De fchoonfte van ttalien, te Turin. T. 236. If Corfo te Romen. III. 251. Strada di Toledo te Napel»lt;nbsp;V. 70. Strada nuova en Balbi te Genua. VI. 314.nbsp;Stukadoorwerk, hoe gemaakt wordt. IV. 178.
Studioli, van marmer. IV. 2854 Stupinigi, Luftflot. I. 25p.
Subiaco IV. 365.
Superga by Turin. I. 261.
Suza, in Piemont.- L 227*
Tarantota, een fpin in’t Napelfche. V. 184.
Tartini, groot muziekant te Padua. VI. 183.
Tasso, zyn graf. IV. 135.
Tempels, de voornaaraften te Baja. 230. Van Clitumnds. V. 357. de Fortuin te Antiura. V. 15. te Peftum. V.nbsp;311. te Pompeji. V. 306. te Pozzuoli. V. 219. Vannbsp;Antoninus en Fauflina te Romen. IV. ö8. de Vrede.nbsp;IV. 70. van Eskulaap. IV. 80. van Janus. IV. 66. Jnpi»nbsp;ter Capitolinus. IV. 21. van Minerva, en KIs. IV. 10.nbsp;Minerva Medica. III. 1Ö7. De Sibylle te Tivoli. IV.nbsp;357. van Vefta. IV. 64. de Eendragt. IV. 65. van Sa-turnus. V. 4. van Bacchus. III. 208. van Rediculus.nbsp;IV. 103. van Mars. IV. 106. del Gigante. V. 241.nbsp;Term. Waterval. V. 342.
Terracina. V. 5.
Teverone, de, IV. 348.
Theater, het oude te Herculaniim. V. 257.
Theaters. Beroemdfte van Italien , te Turifl. I. 24p. t® Milaan. I. 325. Piacenza. II. 7. Parma. II. ip. Reggio. II. 46. Bologna. II. 127. Florence. II. 214.nbsp;Lucca, II. 2P3. te Romen. IV. 253. Vicenza. VI. ipa,nbsp;Siena. II. 318.
Tbtt'
-ocr page 497-Thermit van Caracalla of Antoninus. IV. 109. Diocletia-nus. III. ip7. Titus. III. i8j. Domitianus. III. 287, Neroniante. 111. 377. Van Paulus .Smilius, 111. 185.
Tiber, de. III. 130,
Titiaan, zyn graf. VI. 90.
Tivoli. Grootte. IV. 355. Hiflorie, het oude Tibur. 35Ö* Tempel der Sibylle. 357. Waterval. 358.
Tolentino. V. 394.
Terre di Patria. V. 242.
Tortona. I. 294. VI. 27Ö.
Toikanen. Gelteldheid des Lands. II. 133.
Trappen, zeer fchoone, by de k?rk S, Trinita di Mont$, HI. 288. in’t Paleis Ruspoli. HI. 285,
Trafymenui Lacus. V. 37Ö.
Travertine of Travertynlleen. IV. 293,
Triclinium van Leo. III. 163.
Tritola, zweetbaden. V. 232.
Triomfhoegen te Suza. 1. 228. te Ancona. V. 410. te Fa» no. V. 415. te Rimini. V, 421. Arco felice. V. 241,nbsp;te Romen. Arco di Tito. HI. 142. Boog van Konftaa-tyn. 146. van Galiienus. 172. van Sepiimius Severus.nbsp;IV. 64. van Tiberius. 65. van Janus, der Goudfmeden.nbsp;129. van Drufus. 108. van Dolabella. ti6. Arco dinbsp;Portogallo. Porticus Gordiani. 111. 287,
Trofeen van Marius. III. 171,
Truffels I. 288.
Turin. Grootte. I. 232. Citadelle. 234. Straaten. 235, Kerken. 238. Hospitalen. 243. Lombarden. 244. Kon.nbsp;paleis. 245. Hertoglyk paleis. 248. Theater. 249.nbsp;Univerliteit. 252. Paleis Carignan. 254. Valentin, luft-flot. 255. La Venerie. 25Ó. Siupinigi. 259. Vignenbsp;de la Reine. 260. La Superga. 261. Ridderorders,nbsp;nöé. Regtbanken. 267. Het bof. 269. Zeeden. 271,nbsp;Weetenfchappen. 273. Inkomften des Konings. 275.nbsp;Troepen. 277. Konllen. 280. Handel. 282. Maatennbsp;en munten. 291.
Tuinen. Te Turin. I. 256. Boboli te Florence. lï. 191, Van ’t Belvedere te Romen, III, lap. op Monte Caval»nbsp;lo. III. 239. Zie Villa.
ü.
PLADWYZE
l/urftt, wyze v?n de uuren le rekenen. I. 35,
Faaxen, worden by Siena nog gemaakt in den ouden (maak. II. 244. Treflyke verzameling daarvan te Napels, 155. Beroemde vaas in de Ville Medicis. III.nbsp;293.
Fal tt Arno. V. 393.
luftdot. 1, 355.
Vatikaan. III. 83. Scala regia. 84, Sixtynfche kapel, Baattle oordeel van Michael Angelo. 8S. Sakridy. 91nbsp;Loges van Raphael. 92. Zaal met fchilderyen van Ranbsp;phaël. pó. Slag van Konftantyn, 98. Zaal van lielionbsp;doar. 100. De mis. Attila. loi. School van Athenennbsp;’jo2. Zangberg. 105, Incendio del Borgo. 106. Belnbsp;vedere. lu. Standbeeldeii aldaar, na. Zie flandbeelnbsp;den. Tuinen. 120. Bibliotheek. 121. Mufeum Chrinbsp;(lianum. 124, Tuighuis. 127,
Veillane. I. 230.
'Felina, waterval in die rivier by Terni. V; 344.
Fclleja. 11. 37.
Felletri. V. i,
, Venafro, V. 333.
Venerie by Turin. I. ssd.
Yfnefien. De derde flad van Italien. VI. 538. Iliflorie. 39. Gebied. 42. Grondtekeningen, 43. Eilanden. 44.nbsp;Eb en vloed. 45. Bouworder. 46. Kerk van S. Marcus. 47. Oude paarden. 51. Hottoglyk Paleis. 52.'nbsp;Plaats van S. Marcus. 65. De Munt. 66. Toren. 67.nbsp;Wyk van S. Marcus. 68.*’ Arfenaal. 80, De Bucenroró.nbsp;84. Wyk van S. Paulus. 86. Scuola di S. Rocco, 87.nbsp;Paleis Barbatigo. 91. Noordelyk deel van Venetien. 93.
Zui-
-ocr page 499-£uidelyk Deel. De eilanden S. Georgio en La Zuecca. P7. De kerk van S. Georgio Maggiore. 99. Eilandennbsp;van Venetien. loö. Regeering. Gran Configlio. 107.nbsp;Pregadi. Configlio de’ Died. InquiCteurs. 108. Pie»nbsp;no Collegio. 109. Doge. iio. Zyne verkiezing, m.nbsp;Savii. 112. Nobili. 113. Procurator di S. Marca. 114,nbsp;Avogadori. Getcgtshoven. 117. Inkomften en krygs-magt. 118. Zeeden en gebruiken. De adel. 119. Ge,nbsp;zelfchappen. 123. Leevenswys. 124. Cafini. I2lt;5.’nbsp;Courtifanes. 127. Kleeding. 128. Gondels. 129. Denbsp;borgers. 130. Stadspolitie. Godsdienli. 131. Karne-val. 134. Trouwen der zee. 138. Schouwfpelen. 141.nbsp;Weetenichappen. 147. Schilderkonft. 150, Gewigcnbsp;enz, 153, Handel. 154. Spiegels. 155. Lugt. 157.nbsp;Vercelli, I. 295.
Verona. Grootte. VI. 203. Hiftorie. 204, Befchryving. 2c6. Het amfitheater. 207. De Plaats Bra. ao8. Hetnbsp;theater, en ’t Mufeo Veronefe. 209. Kerken. 211»nbsp;Raadhuis. La Fiera, 214. Paleizen. Kabinetten. 215.nbsp;Weetenfchappen. 216. Handel. Zeeden,2i8. Groensnbsp;aarde. 219. Verfteende visfchen. 220...
Veronica, Haar flandbeeld. III. 57.
Vefuvius. V. nbsp;nbsp;nbsp;Wegen dervvaards. 289. Hoogte. 291.*
Zyn mond. 293. Rook en nevels, waaruit ontllaan.' 296. Oorzaaken der ontbranding. 297. , De Lava. 299,nbsp;Afch. 302. Heeft geen’ gemeenfchap met den Etna.
303-
Via Appia. III. 129. V. 7. Aurelia. IV. 153, Fla-minia. IV. 326. Vitellia. IV. 153. Portuenfis. IV.
157.
Vicenza. VI. 190 Teatro Olimpico. 192. Raadhuis. 193. Paleizen. 194. Kerken. 195. Oudheden. Handel. 190. Regeering. 197. Inwoonders. 198* Lands-^nbsp;douwe. 198. Merkwaardigheden. 199.
Vico, het meer, 344,
Vigne de la Reine. I, 260.
VUla. Ville te Romen, zie art-ROMEN, Paleizen, en Ville, Villa Pamfili of Belrefpiro, IV. 321. Corfini.
• Gitand. 324. Madama. Mellini. 325; Giiiftiniani, 32Ö. di P. Giulio. 327. Borgbefe. 329. Albani, 341.nbsp;AWobrandini. 346.’ Sacchetti. 347. Adriana. 35»-Aa 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ellen-
-ocr page 500-BLADWYZER.
Eftenfe. 362. Belvedere. 3^9. Ludovifi. Tavern*. Mondragone. 372. La Rufina. Bracciano. 374. Ci-bo. 379. Pamfili en Lercari. 381.
Vino Santo. VI. 251,
ViRGiLius’ vaderland. VI. 231. Zyn graf. V. 199, Fisfchen, der Adriatifche Zee. V. 414.
Viterbo. 11. 341.
Vuur, euwigduurend, door den Prins van S. Severo uitgevonden. V. 93. noot. Vuur uit de aarde voortlto-mende. II. 130. Vuurbergen , zie Vefuvius; fpooreo 4aarvan by Radifocani. II. 337.
Water, belliering daar omtrent in ’t Brefciaanfche. VI. 254-
Waterleidingen. Hoe Viet water gemeten wordt. IV. 288.
Waterleidingen te Romen. UI. 133. te Caferta. V.3i7, Waterval, te Terni. V. 344. te Tivoli. IV. 358,
Wellen, van zoet water in zee. V. 239, In de Golf vao ^pezia. VI. 340.
Wtnd, uit de bergen komende. V. 341. 349.
Winkelman , een der grootfte oudheidkenners. III. 194. WttiGHT, zyne reis beoordeeld. Voorb.63.
Vihergen in Savoyen. I. 204.
Zabaglta, een beroemd werktuigkundige te Romen. IV.
307-
Zandy magneiifcb by Genua. VI. 339.
ZouU
-ocr page 501- -ocr page 502- -ocr page 503- -ocr page 504- -ocr page 505- -ocr page 506- -ocr page 507- -ocr page 508-