nuHH
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
// •/${
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/^—/SU
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A
|
t&nJXsSJ-^^/jfr___, /(/%£,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Q&Tji? «tUS
|
±SJ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r '' ■ 1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' *
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(^&^-£f zs-ÈJ *^* *C 2%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/,\r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.*? j?•.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LIOTiiCCA /UÏ
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■•■■■w
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«T
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
—.....— . c \ "'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*w
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 /y /\
&*~^&<rzz&^, /^j£jj£jr£r' Lv^^S^^-
|
||||
mrm
|
||||||
CJiriitelijke
|
||||||
T A^IS TEI/DAM.,
IV d<> WEDtrwE v«n GYSBERT de GROO T,
<»» A- J\iteu 11 vnayX'
|
||||||
HENDRIK UILENBROEKS
CHRIST E LYK E GEZANGEN,
Wederom overgexien , verbetert,
met verfchcydene Nieuim vermeerdert»
en op Muzyknooten geftelt.
3&en ©ectfenben S^uft.
Met een vervolg, of tweede Deel, 't welk op
nieuws met twee Gezangen is vermeerdert. Col. 5:16. fjtert en ver waant malkandére» met Pjaf~
men, Lofzangen, enGeejlelykeLiedekens, zingen- de den Heer e met aangen&awheyt in uw herte. |
|||||||
AMSTERDAM,
|
|||||||
2£5p öeTDtö.ban Gysbert de Groot, 25oeïtrjPCRoop*
flee/ op Oe jgieutoen-Dph/ tuflcöen bc ttoee ^aac»
ïemmct-llwpjen/ ttibe<0jaote?5pbel/ 1713.
Met Pievilegie vooi ij. Jaien.
|
|||||||
Extract üyt de Privilegie.
BE Staten va* Hollandt en Weft-Vrieflandt, hebbende
aan Job»»nts >*n fomeriii, Boekvef kooper tot Am- m op zyn vereoek gebétroyeert en toegeftaan, gelyk Zy O&royeeren en toeftaan by dezen, dat hy alleen in on- Ze Provintie zal mogen drukken, en doen drukken, uyt- geven en Tcrkoopen, HENDRIK Uilenbroeks Chrifiefjkt GtKangen , met of zonder Muzyk-Nooten, op nieuw zeer veel vermeerdert , en dat voor den tydt va» vyfthicn achter-een-volgende Jaren: Verbiedende datnie- maht de zelfde hier of op andrc plaatzen gedrukt , 't Zy in 't groot ofte kleen zal mogen uytgeven of verkoopen, op verbeurte van de nagedrukte Exemplaren, en een boete van hondert en vyftigh guldens , t'appliceren als by 't Origi- neel is blykende. Gegeven in 's Gravenhagc onder Ons Groot Zegel den 8. April 1669. Vt. JOHAN de WITT.
Ter Oriaorumtk vtu die xjclre Staten,
HERBER.T vatl BeaüMONT.
Het recht van de bovenftaande Privilegie heeft de Wed'.
y. vt» Somtrcit, over getianfporteert aan de Wed. G. dt (Jrwt. ■'t
|
||||
V E R K L A ARINGE
Van de
TIT ELP R INT.
\ Y die uw fnaaten maakt gereedt.
iDieherte, mondt, en tijdt befteedt,
(Van heylge ftofï den Heer te zingen.
' Die dertle Venut Liedren haat.
En dezen drek der werelt laat; Die fpreckt en zingt van hoogre dingen. Komt en befèhouwt eens van naby; Of V hooft -van V Boek, die fchildery; En ziet wat leflèn gy zult vinden. Hier houdt de Eendracht in de handt , Een Zoete Vree- en hiefden-handt, Om zoo de herten zaam te binden. 't Verfiant van 't Hemels-licht beftraah. De wijsheyt die van boven daalt; Geeft een oprecht verftahdig oordeel j De heylge ftoffwel overdacht. En toegepaft, aan 't hert gebracht; Geeft aan de zielen nut en voordeel. De Aandacht houdt de ziel aan 't werk. En bindt de zinnen binnen 't perk Van haren plicht. Zy hecht haar opgen, In haar zoo naarftig onderzoek! Geduurig op het fikhtetijk boek, Met haar gedachten opgetoogen. 'tVerbemelt herte ftreeft om noog; '/ Verheft naa boven handt, en oog; En 't klimt, en vliegt al boven d'aardc. Die ziel die hemels ts gezindt. Vertreedt watz' in de werelt vindt. En acht het aardfe kleyn van waarde». O een verhemelt hoog gëmoedt! Viadt geen vermaak der werelt zoet. *3 Öet
|
||||
Hot heeft zijn (chèt, en vreugde bovca.
Die ziel ten hemel opgelicht,
Geniet het zalige gezicht,
, ' Door d'oogen van 't oprecht gekve, u' Divici Waart! tnnigh'eii, Waar door de geeft is uitgebreidt:
Van 't Liefde-vuur tot Godt ontfteeken.
Die hier het brandend herte biedt.
Waar door de doffe 'lauwheyt vliedt;
En d'yver krachtig door komt breekeii.
Gy Ziet hier een die treurig ziet.
Die zucht en zingt een klagend liedt!
Met £'handen over een geftagen!
Die leggend' op het droevig hert.
Gaat haar bekommernis en fmert!
Oottnoedig aan den Heerc klagen.
Zy offert een gebrooken geeft.
Dien Godt behaagt dien hy geneeft
Die haar Van quaad eens zal bevrijden.
De Bfyfckap op de harpe [peelt
Terwijl het hert van vreugde queelt
Als Godt het zei ven komt verwijde»!
Dit is dan zingen in dtn Geeft]
En 't is een Hemels vreugdenfeeft !
Hier met des Heer en Lievelingen;
Verzelt in liefde eenigheyt,
Tot 'ftichtmgy en Gods heerlijkheyt,
Een heilig Liedt dus op te zingen.
|
||||
O P D RA C H T
Aan de Edele■> zeer Godvruchtige -
M E V R O U W ELIZABETH de VLAMING,
van OU rSHOO RN,
::, \ I ■
Httisvroww van den Groot Achtbare^ Wil* geleerden, Godvruchtige» Heet U\ ELBERT SPIEGEL,
Ontfanger Generaal, van het Cöllègie
der Ed. Mog. Raden ter Admiraliteit toe Amsterdam.
|
||||||
[eene aan 1). E. E. Mevrouw
'met nedrigeEerbiedïngewort Iopgedragen-, zyn eenigeQëe- > ftelyke Xangrymen, die tè vo- ren zonder onder den luyjf er van ietnants aanzienlijke Naam te fchuylen, het licht gezien hebbende , nu hervormt y en met verfcheydene Nieuwe Gezangen ver- meerdert zijnde , my doen ommezien na ïemant die de zelve zoo wel een aange- name luijler zoude mogen beftralen als * 4 moge- |
||||||
mogelijk wet Godvruchtige genegentheit
ontfangen: onder welke wy boven andere 1) E.E.darizienljjk Huis , en daar in 1) E. E./per/don ontmoettede* in welke deze djqgen beyde als iets ongemeens za- mèn kómen , wordende het eene van een ieder metierkiedinge erkent j en het an- dere (Jteunende op de gewiffe kennis van ^ E) E. genegentheit tot alles dat tot •verheerlijkingGods, en opwekkingevan den Geeft onder Gods Lievelingen kan dienen.) van my verwacht. Ontfangt dan Godvruchtige Mevrouw
deztigeringe Zangrymen, volgens v E. E. lieftallige befcheidentheit, en laat de volkomentheit die het aanzien , en den luifter van V E. E. Huis, Ter [don, wel vorderde van een werk dat zich met den name van die beyde ciert r en nochtans door mijn konfi'of arbeydt, niet hebbe kónnen geven , van y E. E. met een ge- heytigt verftand in de ftojfe gezien wor- den. Ik zal my gelukkig achten, zoo dit myti
geringe werk tot ftichtinge gemaakt, maar iets tot'geefte lijk voordeelvan vE. E, en aanzienlijk huis kan toebrengen. Ik
|
||||
Ik verhope ook dat deze mijne Eerbiedi-
ge genegentheit, en mijfchien al te groo- te vrymoedigheit, voor de oogen van de werelt getoont , noch zal ten goeden op- genomen worden. ^De Godt nu alter genade ■> beware, ze-
gene , en heylige, meer en meer V E. E. per Joon neffens den E. E. Heer , mijn HeerV E. E. waarde Echtgenoodt, en gantze aanzienlijk Huis, en Gejachte, in het Lant der levendigen, als zoo veel zuilen, en Cierpy laren in Gods Tempel, (aan welke zoo veele van het zelve als levende Jl eenen reets ge bouwt zij?t, die anderen tot voorbeelden van ware Gods- die'njtigheit , en Godvrucht Jtrekken.) En geeve u zamcn eyndeljjk met Chrifio te zitten y op den Troon der Heerlijke heit, in alle Eeuwigheden. Dit wenft, en bidt,
Met hertelyke toegmegentheyt,
MEVROÜ W,
U E. Dienftbereide
Hendrik Uilenbroek.
|
|||||||
Aan
|
|||||||
Aan de Qhriftelyke
ZANGERS en ZANGERESSEN. Öe menigmaal wort ons het zingen van
Pfalmen , Lofzangen » en Geeftelijke Liederen in Gods Woordt aanbevolen? Dikwils zegt den lieflijken'Zanger If- raëls in zijne Pfalmen : Gy oprechte zingt den Hee* re. PfalmzJHgt Gode. Wederom, zingt den Heere een nieuw Licdt. Een Lofzang onzen Godt, enz. Dit is niet alken een plicht welke in de openbare vergaderinge der Geloovigen moet geschieden, maar kan, en behoort in alle gelegenthedcn, me- de in onze eenzaamheyt betracht te worden, Jac. 5. vers 13. Isiemantgoets moeds, dathy Pftlmzinge. Gelijk den Heiligen fob en den Koning David die zelfs by nacht hier in bezig waren, J0055: 10. Pfalm 4z: 9. In , en met onze Huisgezinnen behoort het te
'gaan als men leeft P/alm 118: 1 y. In de Tenten der Rechtvaardigen is eenftemme des gejuichs en des beyls, door Lofzangen Gode prijzende. En wanneer Chnltenen by rnalkandren komen in
plaats van ydeie zot! e redenen , Achtcrklappery, en van den Naaften, (helaas! nu een gemeene zon- de) en aivire onftiebtige zameftfprckingèn. Of der- tele oneerlijke Gezangen (waar door de kofteiijke tijdt verloren, Godt vertoornt, onze naaften ont- eert , en menige ziel ontllicht en omruil wordt) bchoortn zy met aangename ftichtelijke Godvruch- tige redenen haar herten en monden zamen te voe- gen, |
||||
geïiy th Godt met Pfalmen, Lofzangen,' en Gee*
ttelijke Liederen, te vereeren, en maikanderen te fttóliert. Gelijk den Apoftel leert, i.Corinth 14: Verfl". 2Ó, 27. Wanneer gy Zjetnen kiwtt ten iegelijk^
Van Uw, heeft hy ven F (alm , heeft hy een Leer e, sf Vttlegginge, en** iaat alie dingen tot ftichtin- ge gefchteden, Ephef. 5 :i 9. Spreekiónder malkan* dvren met Pfalmen,. Lofgangen, mCmlielijkeLi&- dekens. Zingende dm He ere met aangenaamheyt in mv her te. fcn op dat dit den Heereaangenaam zy, moet het gefchieden , nkt uit gewoonte, va alleen met de {temme, ömr 1. Met verfiant , aandacht, en dm geeft-des
onderfcheyds, dat ivy de ftofFe van 't gezang op ottjre by-zondere gelegentheyt, of andereroor vollen, wei toepaflèn , i.Cor. 14: 15. Ik zal mWdmgeefie, en fnttdemerfiande zangen. En i.Cor. 2\ 1 y. De ^folijkemenfehe-mdtrfcbeyt alle dingen. 2. Alzoo dat onze gëWêgentheden êil h#m-toch-
ten worden opgewekt m de iloftè, waÉ den Pfaltn of Liedt welke wy zingen, 't Zy ?ot droefheyt, blijfchap ,.geïuftigheit, verlangen, begeerte , liefde na Godt,. na zijn Woordt, na zijne Kinderen , enz.. Deze bewegingen ziet men doorgaans in de Pfal- men Davids. 3. Moeten wy trachten hierin Gode te Vet'heer-
lijken, te loven\ te danken, te bidden, en mai- kanderen te vermanen, te trooften , op te wekken, en zoo te ïtichten , m deugd en Godzaligheyt, Ephef. 5: vers 19. Col. 3. vers 16. Dit is 't zingen van herten met aangenaamheyt
voor Godt 5 (lichtelijk ■> en profijtelijk voor den men-
|
||||
menfchen. Van zoodanig zingen zeyde Augtifti-
nusi Daar is niets of Aarden» dat het Hemels le- ven meerder afbeeld als een gefelfchap van Gsdza- ligen die den Heere Lofgangen zingen. En Chri- foftomus, daar is niet dat de zSele zjio opwekt, zo' van de Aarde los maakt, z.00 van de banden des lichaams ontbindt, de liefde totwijsheyt ontfteekt* de Werelt doet verachten , als een versjen wel ge* Mingen. Ook BernarduSf 'tgebrttik^van't zjngen vertroofi de bedroefde herten, 't verblijdt de gemoe-> deren der Menfchen, 't vermaakt de zjiffende, 't wekt de trage op , 't noodigt de findaars tot tra* tien, enz. tot dezen eynde hebbe ik deze Zang- rijmen op verfcheyden ftofte en gelegentheden ge- maakt. In dezen Druk met eenige Nieuwe ver- rijkt , en tot dienft der Zangers zijnder Muz.ijk? nopten by geftelt. Doch zal de Boek verkooper deze Compleet verkoopen, ookjonder de 2l4ttz.ijknoQten, tot ieders genoegen. Ontfangt onzen arbeyt in lief- de > en gebruikt dien tot uwen nutte. Nu de Heere bereyde onze herten, en opene onze lippen, op dat wy zijnen lof verkondigen. Amen. Doer uwen DienftverpUgten Broeder in Chriftits,
Amft. den 9. Oftobei,
I#7.l.
HENDRIK UILENBROEK,
Krankenbezoeker in de Gereformeerde
Gemeente tot Amfteidam, |
|||||
Bla*
|
|||||
Blad-wijzer van deze Gezangen.
O- Morgen ge\a*g.
Ntwaakt mijn ziel om Godt te prijzen. pae. i arifttlifl Beriep. r 5
Alwijzc Godt die hier beneden, *
*/JVond ge\ang.
O Vadlr van de eeuwigheit! g
Des Heeren dag is weer verfchenen. ït
Ziels-Vorfieiing.
Wie zal derwaardt, wie zal ö Godt! 18
Zmdxari-^achtej Troeft, en\.
Drocfheyt heeft mijne ziel bevangen, tj
lofgang ha 't H *,ivonam<ud.
Weldadig Godt wilt de Lofzangen. v ij
Dan^-liedt na 't H. Avondmaal.
O Heer wie kin u loff naa waard > j j
freugden gehang of de Geboorte Chrifii.
O lang gewenfte dag! ó vreugdenrijke tijde. ïtf
Z°f\«ng 'f d' toftnjlc Chrifti.
U Heer zy lof, en dankbaarheyt! jg
Geeftetijlp HienVe-laari Rpelfening
't Oud' Jaar is heen, en 't nieuwe weer verfchecHcn. 49
Chrifti Imten in 't Hof.
O ziel met 't pak der zonden zwaar belaaa. 4&
Chriftus foor Caiphat.
Ziet nu u Jezus is gevat. 4,5
Petri verloochening , en\,
Jetus van den Raadt verwezen. 48
Chriftui Voer PilatM, en\
Schouwt mijn ziel hoe 't met u Heylaadt ftaar. 5*
Chriftus Verwegen, en\.
't Was nu in 't Richthuis uitgcpleit. ff
Chriftus op Golgata.
Mijn ziel volgt Jezum achter aan. jt
Cwe\*ng over de \tvi» Woorden, en\.
O ziel die Jezum voor uw Heylandt kent. ge
.-t*n tten gel^rmjien le\m.
Gekruide Jezus heylig Ofkrlam. 7t
lof\*ng over Chrifti lijden en opjlAnd'sr.^.
Rijft op mijn ziel gy hebt nu ftof. 7*
Op Chrijii HemeiVMrt..
V«b«ft nu veder «wen Toon. „ 77
Ovtt
|
||||
Qyer ér fymj/e dis H. Geejli.
O groote Godt der Heeren Heer. g» Geejiiij\ Mayliedt,
Ontwaakt mijn trage fluimer-geeft. Jj
0>rifteli,{ H,f-,iedt
Zingt 6 mijn ziel de heerlijkheyt des Heeren. SC
Geeflltj'^ Peltit-lvidt.
Viiendelijke Godtj enz. 90
Hoe wonder fchoon is dit gezicht. 94
f^rnftm\tij 1^ ge\ni)t.
Des Heeren heerlijkheit. 96
Ziels-opveKK'nS.f. _
Rijft weder op mijn ziel, zingt Gode lof, ' 99
In Hegem-lijdt.
O Hecre ziet van boven neder. I»i
In Goeitt Veder,
Al 't fchepfel dat op aarden leeft. 102.
Op 't Ltgen , flff hl» en Volhangen.
Wanneer Godt den menfeh formeerde. ioj
Of 't \tfiiren en fltfan der tanggen.
'kHoor de kleync vlugge dieren. 107
Cbriflel^ ITMcrUsdl.
Zingt ó mijn ziel van s Heeren mogentheden. 109
Of 't annphotïwen des Hemelt.
O aarden-worm verheft u oog. iz«
Op de Mant- en titctre*.
God die den dag en nacht. izi
Geejil^ Winterljtdt.
De groote Godt heeft deze Wet. 114
Treur-liedt , en\.
Treur Zions volk in deze dagen. 117
K,Uil:ten onder'dt Pefiroede.
.Heere Godt u zwaare plagen. IJJ Over den Qirleg met EngeUndt.,
O Heer boe toornig ftaat uw aangezicht. 141
Hetiertiuidti^ocbt, idem.
Treur Nederlandt om dat uw eer en luifter. 14J
ficdertjnili-treugd in citervtwmg-
Van der Heyrfcharen Godt verheffen wy den Toon. 1 $m
Chrijietnke Frede-Vreuit.
Wiens ziele berft niet uit te zingen van Gods lof 1 1 $4
Bmylofts Eer en f^reugda^an^.
Zalig is't in den Heere trouwen. IJ9
Brui.
|
||||
Vrienden op dit Bruilofts-feeft! i4t
Bruyhfts Vreugden-Tuint.
laat de Vreagt het hert ontfliiiten. 1É4
fer)*mi»gS Dan\ en Bede,
Oneyndig Godt fontcvne van het leven. 166
. Chrij}li;\Méittlijd!-gc\a>i^.
O grootc Godt die rijk zijt van vcrmoogch. 167
Lufde»-te\ttni t( de gtmeenjïhép des Htertn.
Wie is en zal gelukkig wezen ? 17»
't Ge bedt de, Betren.
O Vader die in d'Heemlen woont. 177
Eer\mg oyer Godt volmmtyhedtn.
Trekt Heer mijn ziel van't aards gewoel na boven. ï8« Gee^ltj\ freugden-litdt, Bernardi.
Jeztj die u gedachtig is. 1S.4.
Zoekend en Vindend bette
O ïron van't licht, in u licht zien wy 't licht. 197
Kinder Bede.
O heylige drie-eenig Godt. io$
foor de ocjfening y*n Godt Wior<.
O Vader van de lichten. ' ioS
Om vel te bidden.
O heyl'ge Majefteyt. lic»
Om ons \tlyen t( linnen*
Helaas my zelfs zoo onbekent. 115
Oyer 't OngeUoye.
O Godt wie zal tot u komen ? ziy
Over ent b*t Hert: ,
Daar leyt een quaat inwendigh. ai*
Oyer jdcltVfdttcbten.
O Godt ik doe mijn klachten. aio
Qyer 4f l&tvigkeU,
O Godt uw nooge Majefteyt. . ' 111
Verheffing boven 't Airdfib:
W*t groote goedtheyt gunft en zegen. ' 1x4 OpWeMmgc tot yefgenotginge.
Waarom zou ik nu niet geruftig leven ? aitf
Gods Kinderen °"n > Plicht > tn\.
Groote liefd vau mijnen Vader. u*
Trcojl-licd: in geytinn.
Wat is den Menfche vol elenden. 13»
Blj-ge\mg in yerloffing.
Groot zijn Heer uw goedighedc». »34
(hrifit-
|
||||
Chrifltlgkf tttp-tant.
Niet ongelijk is 's Menfchen leven. jjg Zoetigbeyt van de goede We^b*
Hoort yroome ziel het deugden-padt. xjm
Over den r$** PSALM.
De Heer is mijn Herder.
I. Laat hert et\ tong q Hemels Lievelingen. 141,
My \al niets ontbreken.
II. Oneyndig Godt ö hoogfte goedt. 145
Hy doet my neder/eggen in gratige vejdet), emtf
III. O Albezorger Menfchen noeder. zj»
Hy verqmckt mijn \iele,
IV. Opper-Harder trouwe Borge. ijf
Hy leydt myof't ff tot der gereebtigkeyt.
V. O Heere doet uwe Hemels-ftrajen. x6+
^41 ging i{ oo\ in 't dal der fthaduvt des deett t e&l.
VI. Ifraëls Herder zeer te prijzen. %(t
Gy \ijt met my , temen fio\ , M*.
VII. Als een Leeuw noch jonk en moedig. 171
Gy dekf de tafel toe voor mijn *ange\uhi.
VUL O Heere maakt ons hert en tong bercyt. %z»
Immers \utlen my 't goede en Vetdadighejt Wftn,
IX. O volheyt aller goedigheden. %%£
I{ \al in 't Hnys des Heere» blijven,
X. O getrouw weldadig Vader. ayx
Zofyang aan 't lam Gois.
O heylig Lam zoo lang verwacht. ' 301
Verlep* Zondaars {lachte.
Ach mijn ziel beroert, verduyftert. 30J
Een liefde liedt tot den Heerc tt\»t. '
Gy hebt my door uw geeft geraakr. 31a
De {latende Ktrkf.
't Is fteeds mijn lot verdrukkingen te dragejb 31,6
arifielif{e s\ey\e.
't En ffoat niet in des Menisten, wacht, 31*
l-ïsl'Jli
|
||||
H*. UIL ENBR OÉKS
CHRJSTELYKE GEZANGEN. [ief vindt mén %f.
Urn '. Hcéren;^ , in zyne vjtes . te zingen ; T.- I 1 l II' b
Hier kan het hert,
Hoe zeer vtrwert
In onderrftaanfclie dingen, - N Met lult en'Vreugd»
Met 2fefcgeheugt>
Op nieuw weer adam halen» fcn aan xyh Gocf,
Met hoogfte Lot»
Zyn dankbaarheid betalen» Daar ftem en zang,
Als buiten dwang»
Ten boogen Hemel ryzen» Om de Opperheer
Steeds lof en eer
Met blyfchap te bewyfen; Want perk noch tyd
Stuit luft of vlyt
Om God met zang te looven i Geen ftorm, noch vloet
Van tegenfpoedt
Kan 't gew'lyk vuur rerdooven. ** O «!•
|
||||
'Hii-
|
||||||||||||||||||||||||||
Pag: i
MORGE^-GEZANG.-uil
Pfalm $: 4. Des morgens , Heere , z.ult gy myne
fiemme hooren , 's morgens z,al ickjmy tot
ufchikfeen, en wacht houden.
Op deWyïe van' den f\¥$MP;}
|
||||||||||||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||||||||||||
Ntwaakt lïifjn 5ieJ om <0ppt tfpjtjjcn/'
|
||||||||||||||||||||||||||
Ü^iül
|
||||||||||||||||||||||||||
3^oet uku aBtèüest ten ^emêljaa^n/
|
||||||||||||||||||||||||||
=Ö
|
||||||||||||||||||||||||||
Saat 'g luetelt^öggc buiten 'fföait;.
|
||||||||||||||||||||||||||
^at 't öanHliaai* ï)crt itf<£cr -trttuijfen/
|
||||||||||||||||||||||||||
~ VroeghtÖt0ObtlJ|i3C
Jltbi,'-;*;''»?*
<© 5JeI! om op ben heette waehteri
i&en Dfenfte ban gijn jtéajcfïcit/ SEyt 's morgens met den dag btttit. <ü5ecft yem De eerfte sicfê-gcöacyteu/ Mtt aïïe ïuracfjtcii; • |
||||||||||||||||||||||||||
gift banfte uto* genabig ©abtc!
©at 0p 300 «outoflijft öewacht 18
|
||||||||||||||||||||||||||
tficlti»
|
||||||||||||||||||||||||||
% Morgen-gezang.
$fèïb' ofoec mp fa Deje nacht,
Kto' gottljcit Bomt ong bp en naber/ <0 fieffê-fp?tac&-aöer.! |
|||||||||||||||||||
c==s=é
|
|||||||||||||||||||
0oo? ongcïuft en tfocnöeDcn/
^cfit gp mp 0OCDt0lijh bewaart, Wü^untFünnrniüü^^eopntBflö^ |
|||||||||||||||||||
ÜÉ=
|
|||||||||||||||||||
:iS
|
|||||||||||||||||||
:3S=fc:
|
|||||||||||||||||||
83
|
|||||||||||||||||||
Üp3al nu noo? u aan5icï)t twöen/
Bc-----:-r—«
62======
|
|||||||||||||||||||
jfBct mijn 0ci)cDcne
|
|||||||||||||||||||
<©OCt boojtjj / 6 Vader van de Lichten.'
M goebtjjeft ryzen met den dag, U segen Daale alg je plag. ©at nip u tojienb'Itjft tfangesfcöte SSItoog öccHcDte. 6.
O Zonne der gerechtigheden!
O Morgcn-fter! geeft Dat U ftraal, 5ün mijn $ett duifter öette baal! ©at iB/ ö Jezus! üolg' uto treden <£n öeU'gc zeden. |
|||||||||||||||||||
.7- «W
|
|||||||||||||||||||
Morgen-gezang. 3
t.
%\$ utoe Geeft mijn geefl ?a! wekken,
<&an ben tft tot oen dienft beteibt/ ©an u/ 6 Cf cec! mn otigclelbtj ©oet mnn werk tot uto <f£ece flteWttn. 'ft JBaeïjt naa uto tcefi&en. 8.
<©ug opgewekt, ben ift genegen • *•
gin alle ding voor uw opcecïu/ - *•
(E-t toanb'Ien a\$ een tcoutoe ftnecfit/
«!& wachtc boo?tg in mijne toegen/ <@p utoen jegen. 25eïjoeb mu bat ift niet verdwale,
&an U/ toliond' of ydelhcit, 3£en topand bie jijn ftrikken ïeibt, <* <S)m mijne ziel ten buit te Balen/ H eec! set Ijmx palen. «O. '.-'■:;-:.'.•:■.-.-
'RSSebeele mp in utoe hoede,
ma licïjaam / <tf5eeft / en al fiet mijn/ 3©ilt ceutoig mijn betoaecbec jtjn/ jbtUUCt alle "voor- en tegenfpoeden, fÜp doel) ten goebe; - -
|
|||||
% x " .,■ - CHRIS-
|
|||||
4- - .;/i.:.w;-;-nv-
CHRÏSTELYtK BEROEP.
|
|||||||||
Ffalm 50: 5. W$e ty/fiefiiweg wel aanfteMi, dtetiïlS
z>al ik^Gods.bek'.doen tien... u \ji mJt. .'r>,.i.rn', cr;;J' ii ■ J - ;'i.".v njiiij j-j&G Op de Wy.2e>Van de' 10 Gebodc&CI ii |
|||||||||
2Jn 011$ beroep van uw gezet,
«©elepDr. on$ na De öepï'gerechten,;;
W>at ton Doen na utowoordt en wet,-.:.■ .■..,•• -m'-.-..•..•
|
|||||||||
3. ■■• yiwru: -.-:
<0n Dan/ 6 5fel! fïeït Uto gedachten :;ƒ, r, ■ ? «.
(Se toecis in uto beroep en.plicht, ,.„-!•;.-« .xt, „ 39oet toat gp Doet met alle krachten; Sgrjt trouw in aï toat gn berticljt. 4.
^CÖiftt al Uto werk tot Godes eere; «Sn '£ naaften booaDceï/ Dienfl en goeDt/ (Seint jiclen-todjten in 't begeeren $a'Jgcodte wind en overvïoedt» -5. ^oeïn
|
|||||||||
ChriMyk Beroep, 5-
5.
lüoeM eerft en mccfl Gods Koningrijke,
Mtt aïï' De| jelfg gerechtigheit, ^tjn zegen $al |)u ïatcn bhj&en/ i(|p ïjeeft u noDtdruft toegeïepöt. H toariöÉÏ 5P al# voor Gods ogen
Qprechteiijk, na 5ijn geboot/ <©at &ect en Stele opgetogen; ïtaar; luft en ruft, geniet in #oDt! ". '. 7.
(gtaeïjt fïeeDg Ubr herte te bewaren;... . ..;
ï|et too?Dt jeet Ucljt Uan 45oDt getukt,
itaat'g werelds-laft get. nooit bezwaren, 't J©o?Dt anDet$ in ö.e aard' gedrukt. ©ecljeft öe ziele, cijjl lid boven;
Be-oogt Dat in Den ^ejneï ig/ . ©ettoint De toeeeït Doo? 't geloove, Zoekt baat een bctet erftènis. 3B>oet ban U toeg onnutte zorgej
<©le 't öette Bfêefit en tteDetfïaat/ Sjttjt niet beftoinmect boo? Den morgeu • 2|n 't wettig zorgen Ijoubt De maat'. •iê. .. ïöaaeom boel) aUe seet belemmert
gjn 't aards-gewoci Dat fmett berepbt * 3©aatom met 500 beclïaft bcflommcrt? 3lie 5icï gequeit i 't i$ pbeïljept! n. <©aat uwen tijdt 500 nopt befïeDcn/
^at göp>2*bj G'bdt! en ziel becgeet; ,; ,,..,.' Koopz' uirf ban Diugen öiet.beneüen/ ïïto nojte tpt Di«H toélibcflecöt. |
||||
6 Ghriflelyk Beroep.
22>ebèelt Den i^cee §t t eind' Der 3aften/~
IPüüMütü^l^iililsJ
51n al um ooen be-oogt maat:'t goeöt/ |
||||||||
iï.
H&Übt onrecht in at utoen ïjanbet/
Doet wat gy wilt dat uw.gefchied',
*«©ic optecljt i$ in fijnen toanört/ 3&ien toeigett <0oöt gijn 3egen niet, . 14.
H&aaftt <0obt öan utoen toeg voorfpocdig; fgtjt dankbaar! maat verheft u niet;
«j&eeft iju uto goeb'ten otoetbloeblg/ Deelt mee Dien gp Behoeftig 5iet, |
||||||||
ontmoeten Uto OOK tegenfpoeden
gn uto beroep; ftoub nocö be moebt/ >t «jg betet weinig aetbfe goebcn/ 3Dan5ielg-geuaat/ met overvioedt. 16.
Hoe 't ooft be 3|eet belieft te boegen/ <© Siele! tuft in uwen ftaat, <g> laeemt in uto lot een goet genoegen,
lÉaaftt <$obt uto' Deel! en toeUetïaat; 17« Xaat
|
||||||||
Chriftelijk Beroep. f
»7.
ïaat D00?t uw licht Voor andren lichten,
©ie 5ü)an of op een btoaal-toeg tó/ • ïtomt met Uto Woord en wandel ftichtcn, <5een aanftoot geeft ttoéö ergernis. *" 18.
55e Tong een toetelt bol getyefteri/
Houdt in den toom, betoaatbt ben mondt Soojqualijk, los, en ydel fpreken, 't JBelcft <0obt onteert, en gitkn toonbt. »9.
©enïtt op bfen dag! bat <0obt toil rechten, JBat niet, en ai, en hoc, gebaanJ 30an geeft ÖP loon aan trouwe knechten» Cn booze boet Ijg ban öem gaan. , ao. <© 3iel! gaat baagltjfig reek'ning manen/. Beproeft u werk, boojjiet Uto boek,
Eet op uto hert in alle jalten/ 3Póet ö?p een naautoe ziels-doorzoek. GEBED?. ai. O Vader! ooetu aan3ic5tHeften/ <©p oug in goebettieccnöeit/ Slet gunftig aan, 't geen top uftricfiten/ <©m wei te doen, maafit ong beceibt. HJaaftt on# gewillig en blymoedig,
Oprecht, ftantvaftig, in ong werk, Getrouw, in 't goeöt boen overvloedig; Uw eerc! 3p onjj oogcnmecR. Eenb utoen zegen op on$ neöee/
Verquikt on£ onbet rnoept' en ïaft/ 38ïg top betjtoaRften/ fterk ong toeöec/ JUaatiC onö in uwe Wegen yaft. $4 x+. ©ra
|
||||
8 Ghriftelyk ;Beroef>.
<©mCbriflus:utamIteüengone!. ,.;.<
l&ie aan uto/ tooo? ong/, öecfp voldaan, J©iItDocf)<genaöeIjjft verfchopneA, , 3tl fjct gebrek toan ong begaan*
JBptoacötóï'toan öen atBepötcufïe! %l§ 0p UtD knechten 3Ult óntflaan,
H glory! Room-De 3ieï verMen,- a©annccc ong lefcen fê gedaan! - |
||||||
AVOND-GEZANG.
\izür,z: -r: Pfalm 4:5>'
/zé .k<2/ /^ vrede f zamen neder liggen, en jlapen, wanpgy, O Heer e! alleen zulfmjdoen zeker woonen. Op de Wyze van den 91 Pfalm.
i.
tkiDer! ünnöemittJigöept/
©irdag'cn nachTgaSr païën/ ~ Wóo7uöje^^cpTlcT>tliëüëpDtT |
||||||
Avond-gezang. 9
|
||||||
5=S5=ES3$
|
||||||
#c Zon boo? on§S bccöojgen/
P^^iüIIllifJliiiiilïil=^i^
<ü5ecft anö?cn nu tjaar ïjeïöa- ïtcljr/ ~^7rröifÖ£CÏÖ]^Öchnmorgen", ""^
$oe fuei en tontcfttig të bc tijbt!
gp bloeit genjft öc flcomcn/ ÏDU toojöen onje dagen quijt,
©ie noit te tuggc bomen. 3&e bingen op be accb' / ooft top/ Eijn lo# en ongcjïabig; ©en avond ftomt al nabec bp; Blijft by ons, |£ect! genabig. 3.
<©p ftcbt uto' goctljeit dezen dag, üoó cijftïöft gaan betonen/ 45p hoed, en voed ong aïg gp plag/ Uto gunlï bhjft bp ong toonen/ 3©aac onje ooge neemt 5ijn beet/ Uto obetgtoote zegen, gstaat tioo? ong alle3in£/ ó ^ett! 21n aue 0115e toegen. 4.
Itëaat alg ceng bc gebacfiten gaan <©p at ong werk en l)anbcï/ 3©at aï verzuimt i$ / of gedaan, 38 5 %n
|
||||||
ïo Avond-gezang.
Sfn onsen santjen toanöeï/
=goe on5C Reek'ning met Uto fïaat*
J©at binDen top al fchuiden ? Bot toil u goebtbeit in Dien fïaat <&n£ soo ïaHBmoeöia öuïöenS |
|||||||||||||||||||||||||||||
H©n InODcri utuc amnjefttit l
|
|||||||||||||||||||||||||||||
i
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||
' Homt Doet) met on$ nimteüm
|
|||||||||||||||||||||||||||||
In 't Recht, na uto' oercctjtïgijctt:'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
;=
4l©aaK toont Darmöewtgljeüen/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||||||||||||||||
2#^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
"l^cemttocg/ Dtftton3cniifleDaat/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
=3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
g=;3==3E=
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vergeeft al omjC jOltDf n/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
liH
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GeneeftBcgtClpan 't 0tOOtjï1 tjulat/
^rölcp^i'éöêftTlnwomiai'===:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
$OUb Obet ong getrouwe wacht,
ï@annrer. Deg lichaams ogen 35en flaap bebanat in deze nacht, Op Dat ton ruften mogen/ gaat
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Avond-gezang, xi
Haat d'Engelen haar leger-perk,
iSonöora on# nebet jetten/ ©etfloo?töenuoo5cn/ bjeeftt 3ijntoech/ |>cljciu:t 5üu betbo?gen netten. 7.
©00? moord en brand bOOJ dievery €n ramp, toiït on# behoeben/. ©at be verderver ga b00?bp; 3Baaftt obet on# ten goebe. 13efprengt be beuren ban on# ïjert l j©et 't bloet des Lams becgoten: üaatftaafie boobt/ ontufl en fmect/ *gjjn baitzn 't öuig gefloten. 8.
3©anneet ban ^eet ong lichaam ruft, ©oet fleebg be 3ieïe waken, ©at bie betelbt/ en toèï gerufï gn Jetus bp u naafte! mi ban be «Seeft' aan 'g lebeng ent» igich. in uto tjanbt 3al geben/ 3Laat bie in bjnïjeit ban eïenb €n tyeugbe bu u Ubcn. |
||||
■ IN-
|
|||||||||||||||||||||||||||
ZOND AAGS-GEZANG.
Pfalrn 118: 2S. <■. >:wv;>*
2)/V is de dag dien de Heer e gemaakt
beeft, laat ons op den ze hen ver-- heught, en verblydt zyn., ' > -' < •' ! Op de Wyze van den 66 qf 118 Pfalm.
|
|||||||||||||||||||||||||||
<&$ Heeren Dag $ twer bCtflf)Cttm/
|
|||||||||||||||||||||||||||
pi
|
|||||||||||||||||||||||||||
3E=
|
|||||||||||||||||||||||||||
25ege eft u / <3 tttnn pel ! tot ruft,
g=p^£§i^iiÉll^llÉillips
|
|||||||||||||||||||||||||||
<©at 't afco^ getooej nu 3^ berötoenen/
|
|||||||||||||||||||||||||||
jBaacGodt te dienen 3p U iuft
|
|||||||||||||||||||||||||||
<& ï^ccce l geeft öen <©eëfï ban üobeii/
|
|||||||||||||||||||||||||||
jiaant ohjsf ëttutllrs en btqmamf
|
|||||||||||||||||||||||||||
.1«
|
|||||||||||||||||||||||||||
~5sas
|
|||||||||||||||||||||||||||
9Nm jullen top ban bzttm ïoben/
|
|||||||||||||||||||||||||||
€11 f eten inwn grooten l&am.
|
|||||||||||||||||||||||||||
<£i»
|
|||||||||||||||||||||||||||
?..
|
|||||||||||||||||||||||||||
".
|
||||
Zondaags-gezang. ;i"3
2.
€»p 5tft Öe oorfpronck, en ïjet hjejen/
©ie 't al uit niet tot wezen bracht,
©e ^ecö en Hemel 5ijn geecgen Kit ÜtD oneindelijke macht; # Schepper! öic tot allee uuten
m toat'ec f$/ of leeft/ en 3toeeft/
5&oo? utoe ïjanbt 500 gaat beftuuren
%\$ utoen Sïaabt beftoten öeeft. ;.
- 3. * . , ■ •''
We menfeh ban u 500 Boog becöebcn
Met reden, Boben al 't gebiect/
^Befdjapen om met u te lenen/ v
Cn met » evenbeeit öetciect:
g$ jammecujfe ban u getoeften/
^00? 'g ©ulbefê lifl geljfel mi^leiöt/
©an uiüöé fltinfl geljeel berfïeften/
©eïaüen met eïenbigöeit. ;
. ..'s..:: 4.: -..j:.^ . „■; ü5s»
JUaac gp/ 6<©obt! goo nol geriaöen/ - - ïietonje gielcn niet becgaan/ ,
35öe tnp Het fteïlen nabt bettaöen/ ? *
Eaagt gp onp met ontferming aan; -«
Doodt en vervloekt, in onje 3onöèn/:
üeut gpban uto genaöen-tcoon •**"*'-''
«tot 0113' betïoffinge gegonbe n/
^ CCnig alderlietïle Zooriï
ƒ.
O Jezus! We om on$ te bjfjben/
©erïietxbe£ jfcmeïg |)écrïp9eit/; - $oe toiïïig bjöegt gp al Jjet lijdeövrj ït onfc Borge opgéleibt; 3©at ftonb gp meecbet boo? on£ geben* H Ziele (ïelt gp tot Rantzoen! §Eou b'atme 3onbaac eeutofg leben/ U5ocfi gp booj öem <©oög reeïjt voldoen ? 6. ®e
|
||||
14 Zondaags-gezang*
6.
^c Doodc ijaö uvóe 5ic! ontbonden/
~*MiTï UciJaa^üjii^glïc^nltgrarT^ 3 "jllaal^^&^ «ÊnÜjaatttDct hellen poorten hf.
|
|||||||
9?U# 3tJt gp l^eer ; ntüt' macfjt verrezen, r
|
|||||||
Cf tl Hemel jijt gp opgevaren;
©qac Öeecfcfjt SP i" U Koningryk, , -, ?j^ 't hooft ban alle öfpl'ae ^cfjacen/
3^fe 45oö aenfc&outom eemaiglijfc/ ©au baat tjebt op Dom neöcr Dalen! ©e gaten toan öen Heyl'gen Geeft, Wicng oüec-cpe .$emelg~fftalen/. ; . goo btonlie n in ïjet Pingaer-fceft.
-; , Pauze. |
|||||||
■ 'v.-vw..,,,;-■"'/" .
|
|||||
Zondaags-gezang. i?
Pauze. 8.
©ft i£ be dag! bic ban ben Ifeccc/ Gehciligt en gezegcnt ig: Eaat ong Dien nu (tot 5pnet tilt) SÖefieöen tot geheugenis, ©at top aanoacKteïnfi bemerken <©obgltefoe/ tottéöeit/ goetïjeit/ mac&t gn alle jijne gtoote werken, ©ie fty boo? on$ beeft booitgeöjacfjt. WtX aan/ 6 3iel! jijt opgetogen,
Stuurt «oeöacljtcn fjemel-bjaatbg/ £>pant in uto' ïttacöten enbeemogen/ $et&eft u toette boben 't aetbg. Dit is een dag van heil'ge rulle! HSijbt al iaat u beneben treftt/ ftomt U geöeeï in Gpdt vcrluften, $p i$ be fchat baat 't fiett na fltefit. 10. ©etmaaftt u in ot$ Heeren toegen.
Hoort, overdenkt 3tjn f)cilig tooojb/ tïto tnonbt bfe bjenge lof, en zegen (&ot <©obt: en '# naafïen flfdjting boojt. Spreekt ban<0obg tooojöt/ zingt ban sijn babcn: Helpt, trooft, en dient Die met elcnb' 25£5oel)t 5jjn, Leert oocft 'gljemclg naben 2ïan bien bie btoaaït / of <tèobt niet Rent. 11. ©oet on$/ 6 <0obt! ban baetbig nabjeti
(€en Tempel, baat Uto heylig woordt, San uto boïïi bat'ct Itontt betgabjen Sn utoe b?ee$ toctbt aangehoort, ©aat utoe nihbjen öaac gebeden, 38an uto/ boen na ben Hemel gaan/ ï©anneet tou met gaat boo? uto tceben/ ©oet ban be 3fel «iet yver aan. |
|||||
Ï6 Zondaags-gezang.
|
|||||
(©pcrit/'Ö ï^CPC! DCÉ Éeeraafs monden.^
25cgaaft liaac niet «'.Geeft-'en'kracht,, ;i; ! ^at ticle too?Den üan fjaac'iondeii j '••' •--'; • <^p 't paöt öec heyrigheyt gebjacöt; «Pat traage, blinde, droeve hielen, gïn 't biunenfï toojben onderricht, <&o\\ öie 300 Ucïjt in jtoaftljeit ufeïeri. <Pail 3yn verfterkt, getrooft, gefticht. |
|||||
Zondaags-gezang. 17
%&tt d'ofFerhanden, en gebeden
«ÜJebaan aan uVuen ftepl'gen .©aam/ ©an utoe fifnb'wn öiec oeneben/ ©004 nüj o<S5oot! 3ö» aangenaam: 3©ilt üe gebreken bocli becgeben! 3£ie top tautuenötenfï begaan/ 3£>fe 0113e 3<el 300 tiafi aanMeben; giet al 01$ toeeft in Chrifto aan. SDaaït neec/ 6 <j]Sobt! met tttoen 3eflen/
<©ü 't bolft bat roor uw aangezicht
©erfcjjtjnt/ en 3oeftt in u\»e toegen <Ce Uoanb'ien/ geeft be stelen licht, 28p! boeb on$ met be ryke goeden, gin u Huys 6p u meg gelepbt/ 33eêmt 011$ boo? ecutoig in ma ftocöe/ JÜCOOnt Ong met goedertierentheit. 16.
%\$ gp 011& tur ftebt opgenomen/
gin 't eeubJig ïfemefê ©aberlanöt/ «©an \§ be ruft, en dienfï bolHoraen/ %\$ bjp aan Utoe rechterhant
il met be tjemelg-fcfjattn ïoben/ «ffin 3ingen fieeb£ Haieiuja! J3a b'eeutoig=bnuïenb Ruftdag Boben, «Paar/ baat! iiicfjt 0113e 3fele na! |
|||||||
ZIELS»
|
|||||||
25
|
|||||||
ï8
ZIELS-WORSTELING,
In 't naadren tot hetH.Avontmaal,
en de overwinninge des Gcloofs. Matth. ii: i8. Komt herwaarts tot my, alle
die •vermoeit, cnde belafi zyt, ik zal
uw rufle geven.
Op de wyze van den 24. Pfalm.
|
|||||||||||||||||||
1.
|
|||||||||||||||||||
WSiii^iï^^IilüliiEi
<%t 5at Dettuaatt/ toJie 3*1 / 6 »©oöt! iliiiliiifli
|
|||||||||||||||||||
s©p tceDni tot u ödlta flot ?
liïlllliiïlliillï==lll
|
|||||||||||||||||||
<£tn öaac ti aocQtgöEtC te ftriafcen /
|
|||||||||||||||||||
~$~$:
|
|||||||||||||||||||
W\e jal aan uujra ronöen Difcöt.
|
|||||||||||||||||||
HÜÜfÉËÜg
|
|||||||||||||||||||
3@ie bol ban fteil/ en 3egeii $;
|
|||||||||||||||||||
rCot 3pn£C 3ieien troö|l gena&m
2.
gSüiwt/ ó$e«! ötttë beman
<0prcc()t ban öait/ en 3iïibec ban «©ebeinliöeit/ en berfteetbe teegen/ |
|||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||
Voor 't H. Avondmaal.
ïgp ig't/ 6<©obt! en anöerjJ geen/
3£ien gp üeïhieft / Öp i$ 't alleen ^feuto ge3ic{)t 3al 3ien in zegen. *- 3- |]U) €afel ïjoubt een reinen 3©pn / €n gp/ ÏS?eec/ Voilt gegepïigt 3pn gn al nU) l$emelfï# bebeeïeu/ ©et Kot bet goobeloo3cn 3a( IBet 't bolft/ uU) toaatt/ en lief getal ffian uU)e gunfïe ntmmet oeelen. ©etfïout sicb «en bettoaanben Geeft
(Ce naften tot uU) 2&ruplofé*feefï / <©m ongeciett albaat te nomen i ÏUti) «©OODelpfte oog«n-draal.
30oojfïtebenbe be gantfclje Zaal,
ï|eeft 300 een Gaft uiel ïjaafi Uetnomtn. f. ïIUj 25oben fïaan ook 6p bec handt, ©m öem te toij5en aen een feant/ «En bad aan handt en voet gtbonben / (Ce wetjpen in ben jammet-nutl/ 3Baet toee-geWag/ en naat geljuil/ 25e3olbing (ïrehHcn Uoo; be 3onbai • 6. ginbfen gp nu rein oogbe <©obt!
USp tooutot bergelben julfe een lot/ <*MÖ& mijn 3onben toel spn U)aetbig/ 31Kijn loon en 30UU) niet betet 3pn/ <Ên 'ft moefï getoojpen in be pijn J^ocö toepen/ «tëobt gp $0t recntbaetbig. 3©ouö gp mp fïellen tot een baak
j$a uU) gerechtighcic, tet wraak ©an uU) gefcgonöen bond, en panden, <©p ffoêgt mp baat in neDec jat/ 25 z "
|
||||
2 o Ziels-worfteling,
<£n 't b?oob met utue Htnb'ren at/
$oc& niet toetraoyeïty ban mtjn tanden. S.
{|ecft Sao ii Qtiinlïïiaöeïrflèöïaaw7 illlii^iiilfiilis^llli
JËJanneec een man aliecijliju taaftt
Met üanoenonbeüacötgejlagen? |
|||||||||||||||
Ilü§lllllilü=iilli
|
:S~
|
||||||||||||||
^»Li3uon goeöen cenfi / aan d'heyl'ge Kiit,
lilüllillïll
|
|||||||||||||||
jlöf 130Ü11 itifien öan öe ttiJift
|
|||||||||||||||
jitóet mp/ Uiat üoigüm mp geen plagen ?
9-
«Bn modjt mijn Sie! op-epffcfjenbaat/
<Èn 't 3tpf in een gedenk-pilaar, Cen baak öan anb'cen boen betöeerai / <©p, bat Ijet öuicl)elac()fig öaïft / Wit 300 een oiigetooone Tolk, Wui vreeze betet luoc.Dten lecten. Pauze. 1 o.
iBaac ïjoe mt|n Sfeï tentet berorst!
Pioc tffnö' ifi u bnë Decöetüoett * SI" 't oötrUiegen oan <0ob£ rechten? |
|||||||||||||||
©eel
|
|||||||||||||||
voor'tH. Avondtmaal. 21
©cel betet ftof boa? beje ftondt
3©a$ 't met <ö5ob£ tcoofilöft öéll-öetöont/ 't jjgatt neet-gebogen/ op te rechten. 11. 3£at eifcïjt bpsonbet btje tobt/
€n 't jffeefl baat gp gecoepen 3£t/ Het toegeteftenbe bettcoutoen/ gn b'afcfj ban ongelobigtjeit/ a©aaï onbet tyt bebolben leibt/ 3©eee op te bjenaen boo? 't aanfcgoutoen. 12. Cn laat een# toeiben utu ge3ic&t
35e ftamec booj/ t)oe bol tian licht «En fjcll en ttoofl 3ult gp bie binben: Sie baat IjetBroodt, 3ie baat be Wyn, 9©ie enfe'le liefde-panden 3i}n / ©au 0U5CH Jgeec/ aan jijn Demlnben. 13. tSitl elft ig alg een nfeutoe blijft!
3©el jt)|cc en i£ ntetg b?ee3elijft: Hiaat alle^ i.é ijler, bol ban segen/ €n liefb'/ en gunfi/ en breeb'/ en fjeil/ 'Sfll t'samtn 3onbet een'ge peil/ 35ooj 't bloebt üanGodesZoonbetïitegen, 14-
<©een anb'te flem/ geen atibec tooojbt «En toetbt op Dese plaatg ge&oojt/ 2W0 goedertieren, bol genabeil 910 Zions l$eec/ gtoot ban gebult/ Vergevende de zond', en fct)ult 3&e£ 30iiDaar?/ angflig en betfïagen. if- giet/ bat i£ 't oor/ bat eifc&t&pmeeft/ «Een tceuvig / en benautoben geeft , 3&ie jal/ bie nan öem niet mfgöageti/ 3&at i§ be gabe bie öP bjactjr / 25 3 3&tt
|
||||
Zièls-wórfteliflgh,
|
||||||||||||||||
2%
|
||||||||||||||||
©at i£ Set.offcc bat ÖP aerjt:.
Wel aan mijn 3tól toiït niet bectcagen. «Bïi oiiibt qp niet Ijet geen gp tuouDt /
€nö8toeW«afeifcöt/ miitcontot ë!IIIiIi^ïlliiifF
|
||||||||||||||||
=EE2
|
||||||||||||||||
^ccom nocrj nier; ooclt gu uü) jonöen /
iliii=iiillÊililllllPI==i
l^iec i$ een Üoaarbe Medecijh
liifilliiliïlllll
|
||||||||||||||||
iai
|
||||||||||||||||
tëLot lictjteui0 üan utue pijn/
IliilIIlilliiiilI
|
||||||||||||||||
(fiet i$ eei! balïem ÜOüJ UU) wonden.
Cen Beek ban 3uib'cenö &atre Dfoet;
«tSeïooft maat/ en 3»jt toe! gemoeöt/ fêoopt op u <©oöt/ vuaarom te öje3en? 5Dat f£ be ftemme meec gefcfjiet I SB" 't nicnU) verbondt, en vreeft doch niet, 3jn J ez us $ u heil ger?3en. 18.
©inbt gp uüj gaven niet bolmaaftt/
goo toeet bat jtUfi^ met sinai tojaa&t/ 3£aac Oitöt/ en blinr/ en nteupel offer/ |
||||||||||||||||
3»
|
||||||||||||||||
voor't H. Avondmaal. 23
%n <©obeg Cetnjji'l toegeojac&t/
©an 3iae öoogijett tofecc rjecarijt/ 3]n kalf, en weer, en duif, en dofFer. 19. IlÖaat Zion ftent öe fifengïjtif niet/
UtoaaE men setf^ geroepen jfet/ «Ènblinb'/ en lamme bol geb?eften/ ©ettuactjtenü' bat beg l&emelö g&eet/ (Cot 3Ün bacmïjettigtjeöén eer. «gen |)eil-tooojt tot gaat 3tel mocljt fpjeften, 10. 3©eï aan mijn €>oöt! 300 tteeb il> toe/
jplauta in mp 3eïj#/ en 3ucljten£ moe/ $iet btnbenö' toaert ute op te bjagen:: • JlBaat toac&tenb' uit uto rpe Ijant t «Een gtinfi betoijg en liefbe-pant; ■£ ■■
<©cö laat mijn oeeb' u niet ml£&agen.« ? i v . S.^Simonides.
ZONDAARS-KLACHT,
Trooft, Gebedt, en Gelo^ve; te betrachten.
voor 't H. Avondmaal. Rom. 7: 14, 2j\ Ik elendigh menfche! wie zal
my verlo£en<y uit het lichaam dezes doods? Ik danke Godt door Jezum Chriftum onzen Heen. Toon: 6 Kersnacht, &c.
Klaebte.
npilHÉgllllïi^i^liiilI
JL# Roet heit! jjeeft mQne 5iel beoan gen/
|
||||
r -
|
||||||||
24 Zondaars fclaehte 3 enz.
3&mifïentïoof}i£mtjnbetlan 0«i/
3©ie fjeïpt mp Uit bcej' droeve ftaat ?
iliiiiiÜlpiig|=^^=i
* =©Jé3almijnkrankezielBene3enl
|
||||||||
iipIillÉiIiSlf|g=Pi
|
||||||||
3©te bjengt rap tot «n ander we zen ?'
Hoebinb'ifttrooïl? apmp! toatïaaM*
" 2. <&%itU met aètitsm Deïaöen/
KfOttlt Öaaft fen Tïöóne der genade, <ü5p binbt ÜOOJ Uto barmhertigheit, ïltej galigtjma&et 3enDt «in boden, 2Jja zelfs, Bomt Öp U tyieilbltjft noden ,
(Cot 30« maaltydt nu Deteibt. Klachtet <"■■ 3. $oe öetf ifi arme zondaar! uaab'KH ©00? löobt? Die fïeeb$ nocjj toojii bergaab'rc/ 3£fe 3onoen tot mtjn jonöeri boe. ÏÜP mag'mp ban 30" 'Jtartficfjt b$b«i/ <£n laten mp tfeubfgö üiybcn / $p ïjeeft'CC recht til reden tOf. •« -. Troo/l.
|
||||||||
Zondaars klachte, enz. if
Troeft.
4. lloubtmoeb/ ftomt nabet tot öemtreben/
|Btt zuchten, ootmoet etl gebeden,
%tQt boo? tjem open 't 3onöig &ett/ Belydt oprecht uW miflebaben/ Etjt 8P vcrmoeyt en zeer beladen / ^tec ig verlichting bOO? U fltiett. Klacbte. 5. Wh ! Wag mijn harde hert doorfteken ,
ïtonbatdoorfcheuren, fmelten, breek en, <©malftetquaabt/ ban mp begaan/ ©at IR bOOJ Ö003en Godt-verfmader! fCeflen ttipn goeden trouwen Vader! Cn ö«pl'fle wet/ 300 heb mig-baan!
Troqft.
6. ïteijgtlnu UW fteenig Ijeït' gevoelen?
Hecht 0|j baar fn een ftrydig woelen i jDoelt gp een teere zielen fmert ? iSracht gp uto 3onbente bcweenen? <ffip ïjebt in plaatje ban ïjet fteenén, GÊen Weeft gebWeeg en buigzaam ftect. ■ Klacbte.
7. ^ïp mp! m$n fnoobe boezem-zonde,
ï^oubt mijne 3ieï 300 baft gebonben! 't Goedt dat ik wil dat doe ik niet, 't Quaad Welft ift in niQn fjerte haate, Beftryd' en 30efte te verlaaten, Hangt my fteets aan. ó groot berbjfet l 8. "Hicft! hoe bloot binb ift mp ban krachten,
9ïl£ ift ftet goede wil betrachten/ «En eenig leben in nip voel, %\$ 't hert ten goebe $ geneegen-, i£oe ftryd het booze vleefch Baar tegeil?
3©at fg'er in mijn 3iel gewoel:
Troeft.
9. Stryd den geefi tegen 't vlecfch ban bflltten ?
23 f goeftt
|
||||
ï-
j6 Zondaars klachte, enz.
XoeM Qp U lufien t'overwinnen ?
$$ae lief? j)oe aangenaam en 30et! * f ;
(Ctac&t 3p naa 'g l|eeten heyi'ge wette»
In alles, utoen boet te 3etten ?
0aDt toerftt in uto/ ïjeöt goeden moet.
Klachte.
llllill|iiii^lP=ili^-ipiiii
io.3£clj! quant Gods Geeft Unmp ban bo ben/
#pbatifimeteenvaftgeio re, -j A * » - - ■■ ^^ ■ linjr ,11 i ■ 1 ii» fl 1 .ib^^—n.....■ riiii„iii
]e tus! jftreefl tot mijn eygendom!
liiiiiiiiï^iiiiü^=i
* llöaat 't ongeloof, Bomt uip beletten.
ililfll!llililiilïiiii=l=i
* SH nan winneet"ntet balie 3« ten.
$3aar3bJ«b' in twyffel, om en om.
Treoft.
ii- ©?ccfiniet/ Jezus! toiï zwakke fterken,
Zgtie 't willen geeft 3al bOJÖec werken, «Een
|
||||
Zondaars klacht»', enz. 'if
€en kleyn geloof. bwtoerpt ÖP niet.
3Uat Utoe Zitlt Öem aankleven, *i
l&ouböemmaatvaft, bp Ö«öt öet ïeben /
Hy yerbrcekt noyt 't gekrookte riedt.
Gebedt.
i2. Vader! 31& sal mgn fcöulbt oeftlagen/
'ft Heu mp booj uto' niet wcht gebjagen/ €>elp ren landt ban ut» betaamt/ <©en Naame 3elff?! oen f& niet waardig, ©etboet sp rap/ gp 3Öt mgtbaarbig!~ - JJKet reeftt fia ift bOOJ U befchaamt.
13. Jezus! toeeft booj mijn 3feïe borge,
2]ft b?aag3« op in tune 30?ge / <ö3eeft booj mön fchuidt u buut&aat Bïoebt/ 9ïan 't ïtruig betgooten tot voldoening, USaafet tufleften nip/ en <ö5obt verzoening, Spreekt vreed'! in mön onttnfi gemoebt. u. Troofter I ttoofi mijn taetlegen öette/
©erquffttet in beangfï en fmcttr/ JBeett ban mp engelovigheit. Werkt en verfterkt, tjet geeftJpft leben/ ^Ecïj bJiït genaè en krachten geben/ Cot meetÖeCdeughd', en heyligheyt. Galoove.
IS- Waarom buigt gy, 6ziel! 7.00 neder?
En zytontruft? rjjfïop/ fteetttoebet/ , 't Sé noc& ben dag bet 3a!igljeit' 35e üeut i>t$ hemelt flaat nocg opett/ 3©el aan! i& jaï baat Ijeene lopen, 25p jezns! iö genaa öetepbr. 16. 'ft Zal bicn Heyiandt, mijn 5fe^-bftlcngeii/
Aangrypen bOOJ 't geloof omvangen
'ft gal tjem niet ban mp laten gaan/
©0D| f
|
||||
i& Zondaars klaehte, enz.;
®oo; öat ih 30ne gunfï en zegen,
®bet mijn suk fjeü üettegcn/
3jft houd öem bafl en kieev' öem aan.
Zalig maker.' 'A3afmpverza ken,
pgiÉü=rigiölteiii
^atmpontbjreftt/moetgpvoirna ken, ■
|
|||||||||
Want al levolbeytinuw woont,
mwÊmËmmmmmm
fi 3©anftiïiett)eDirioetgpfnpgeücH/
** jjppntrpue ban genaaü'rn Ie oen! |
|||||||||
wmiim^m^mu
|
|||||||||
3©fe tot Uïü komt; Die bjQjöt verfchoont.
18.
Uw' gerechtigheyt! i$ De myne, ©aar mee 3a! ih booj <êBoU berfc&Qnen / «E» bOO) UUJ (Cropll rechtvaardig fraail. 3j©(jrt 3onDen 3ulïrn 3f)ti becgcben: <ü5p top mp toe tjet eeutöig leben: SSi>an 3ai ift f» Öie vreugde gaan! LOF-
|
|||||||||
T">
|
|||||||||||
29
L O F-Z A N G
Voor Gods weldaden} in't H. Avond-
maal verzegelt. Pfalm fö: 13, 14. Ik zal u Dankzegginge vergel-
den $ want gy bekt myne ziele gereddet van den Dood: ook niet myne voeten van aanftoot^ om voor Gods aangezichte te wandelen in het licht der levendige» ? <*'
Toon: Pfalni ioj1. |
|||||||||||
WllËllËllIlliP=3H=?
Cl-DaDi0 €foöt toilc De lofgangen / illlllilïlllilill==ll
©O0j liter gocttjeyt m\ oiufaiigen /
|
|||||||||||
iiïÜËiflUÜII
|
|||||||||||
®nf ïimt njil / en $ öettjeugt;
^PliIlPiiIl^i!^ll?P=P=l
3&z mondt uecftlaatt öctjielen u^etigc /
|
|||||||||||
ïl£?u lomieij öe tuciDac.igtrttt
Üjn uïöen iëoen an$ toe geieic. |
|||||||||||
2. <£u
|
|||||||||||
2o Na 't H. Avondmaal.
<©p ItiaaHfooh ba(ï beliefde-banden
ïlüüii^üp^i
"Ulan OHg: en geeftöeheyl'gepanden,
|
|||||||||
©an uto genaa en faltghept /
|
|||||||||
35ooc Jezus kruysboo?on<3beEeidt.
IIIiülillllilH==lI
C»p boeöt 0110 lf eet aan ubaen dis
IlIIiïillül
|
|||||||||
©aar boineic alles: 3egen ig.
' 3-
3Doe ö'arme ziele 300 bela&eil/ 35ooj beele 3toare itiifleöaöen/ Êag In onmacht tec oooö geloond/ Vervloekt beroojöeelt om de jond/ 3E>a£ 0113e fttacht en hoop ten end / Cot Gy u liefde tot ong baenö. 4-
Jlfêaat 6P / 6 Godt • baoubt niet betbecben 3£>e 3onöaar^/ noch ong laten fïecueii»; &$ 3onöt beel Hebei* uwen Zoon l Op aarden neet ban Utoeil Troon Sn 't bleefch/ en hu bjojbt ons gelyk, ïgn arm, Uip döoj 3'ijn armoe ryk. % O Jezus.'
|
|||||||||
Lof-zang.
s>
O Jezus! toat ïjebt gp grlcben* <©m ong tt ïoffan, 300 geffreben 1 tlttö' 5<eï toaj? droevig tot de doodt, 3Befmer.tenU)aïen toonder groot/ . üto Heiien-angtt en jieïen-fïtöbt leeft ons? ban öooöt/ en hel oeüjtjut. 6.
3©at ïjeöt BP a* öoo? on$ beibjagen» 3500J Banden, geeffels, toteebe (lagen, 3000? nagels, Spies, en doorne-kroon; 'UBat laftering, fmaat, fpot, en hoon? "lan 't kruis öjoegt gp De vloek en öraf, €n legt üqoj onsj uto leeven af. 7-
<© fnoobe jonb! toat bittre vruchten •©jaagt gp ? hoe moet mijn Jezus zuchten! Igoe D?öeuig riep hp in 3Ö11 noobt/ SBanneer hp fïreebt met hel en doodt, Myn Godt! myn Godt! waarom verlaat Gy my? in öe3en Djoeben fiaat Pauze. 8.
giet aan bet kruys uto Jezus hangen,
gijn armen reisen uto t'ombangen; ütomt htct én fchOUtet Uto'Sj levensvorft 3Bie 300 naa uto' üetloffing dorft; flto 3oltghept tg uitgetoiacfrt/ $p riep / het is nu al volbracht! 9.
' giet hier/ <© 3iel! Detoonber-fïralen/ «Die eeuw'ge liefde neberbalen/ 1%n 0H3en Borg' en Middelaar, jèeöönt €foös? genade toonöer Klaar, •gpn recht heeft hp tiOOï onS voldaan, <&qU neemt eng tn genaberi aan.
|
||||
3* Na't H. Avondmaal.
10.
Üëiilllïlillï^iïi?=^E=l
%t 30UÖE» 381 Öp Wig» vergeven,
liyiiiliilliii^^ll
SÜ» &tt$ begint een anüec letten.
UT1 gêeftön^öoop t)ai7'"i:tyïwï$ttff~ ©e 3<et toOJöt B?i» tiatl al't verderf,
<$€>Oüt! óulgenoegtaamüodt! "<iÜ5p 3i)c onjï eeuüJijj deeTen lat.
't Sön nu be aangename tpen/
© 3tel gaat uvu in <SBobt üetulüöen! «Ken bang gemoeöt/ en bjoette geefï/ ©oegt nu niet-op bit BruyJofts-Feeft, 35aac Jezus met Uto' Bruyloft fjOllbt ïiuj tot 3pn Bruydt üoo? eeutoig trouwt. 12..
ï©at suHen top ban taebetgeüen;
'e %$ rectjt bat on£ geljeeïe letten gin u\oen dïenft, 3p toegeujacljt. toant af toat go bau on£ rjettoacfjt/ JÖCD? al iilu goebt f$ dankbaarheit lUaafct on#/ óHeer! baar toe öerepbf.
Dank-
|
||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||
D A N K-L I E D T,
Naa 't H. Avondmaal.
|
||||||||||||||||||||||||
Pfalm. 66: 16. Komt hoort toe, o alle gy die Godt
vreeft, ende ik zal vertellen wat hy aan myne ziele gedaan heeft. |
||||||||||||||||||||||||
Op de Wyze : Jefit dalcis memoria.
Of, Van den ioó. Pfalm, |
||||||||||||||||||||||||
§ifffIiiliIPl=i
|
||||||||||||||||||||||||
o>
|
||||||||||||||||||||||||
igtttl luie ftan uto lof na öjaerü
|
||||||||||||||||||||||||
25etcacöteu / i)iet op 005e aarö'?
|
||||||||||||||||||||||||
iliiiiiilli^ill^
|
||||||||||||||||||||||||
<$ti3' Iject en tong i£ onöeqnaam/
Èmmmmm
|
||||||||||||||||||||||||
#m reent te pjufen utoen «föaam.
|
||||||||||||||||||||||||
2.
|
||||||||||||||||||||||||
Üocïjtan^ be 3f*Te poogt en tracgc
35a uuien lof met allé firacöt; Cot Ulue eet en dankbaarheit, Ifêaafit on| öooj utuen <0eefï Deeeibt! |
||||||||||||||||||||||||
5©an 3uIIen top u goeofgfjeit/
lan on^ontoaaröigtorgeleföt/ «gcftennen met een lof-gezang; Cn dienen u 011$ Wom (ang. •'■' . €
|
||||||||||||||||||||||||
4. 3©j»
|
||||||||||||||||||||||||
Dank-LiedC
|
||||||||||||||||||||||||||
3*
|
||||||||||||||||||||||||||
f v
|
||||||||||||||||||||||||||
* ïÜBp lagen in öec 3önüen doodt,
|
||||||||||||||||||||||||||
4fi
|
||||||||||||||||||||||||||
—r»-*T-
|
||||||||||||||||||||||||||
fl ©an alle gotöt berooft/ en bloot;
|
||||||||||||||||||||||||||
E^5^EEi5Ef=fEE|,Er=|EEiS^E
|
||||||||||||||||||||||||||
23p onptoag geene tjulp noct» taaöt;
|
||||||||||||||||||||||||||
iillll|l3liig=li=:
|
||||||||||||||||||||||||||
?*r"*
|
f$|| ISf elcnöia *u,a£ fcien fïaat
|
|||||||||||||||||||||||||
!
|
||||||||||||||||||||||||||
ïlto tecöt |g*f&! epfïe ong tee ö»£;
3©en vloek fneebt al be ïjouë af; 3©P ïjabbeu/ acj)! 3oo.j\»aat mljSÖaar»/ 3©p fcfjeenen alle te vergaan. . naaatuïue liefde orjerg|öot;
^fe niet beneect beg 3onbaatg Boobt, . "Cn UÜJ genade pleit 0n$ tyP / 3£ug ginft be toornigheit bootbj».
<Ü5p 3epbe tot UÜJ eygen Zoon,
Daal neder uyt des Hemels Troon, liegt af uto glans, en Majefteit, €n bjenflt ben raenfcf) tot 3alig&epc. 8.
3©o?0t Bp booj ïjate ft&tilben Borg, 3D?aagt gp rjooj be atme 3onbflarJ zorg; JBaan gp be vree met mp en fjaac/ %l$ een t>ec3Qenenb Middelaar! |
||||||||||||||||||||||||||
9.0 lieve
|
||||||||||||||||||||||||||
Naa 't H. Avondmaat 35
,' > V. / ':■ T '" - fa* i' ' ' 't • • *» ''<
O lieve Jezus r fjoe fi;erefót/ ;; ,;,,,(
«üuaattn SP op Ö'aarb' iu nebjiggeit/ Cn naamt op u al on3e fcjjult; - ;• <©p geöt boot en$ <©obtg reejjt tiertjult.
<©P gaaft uto buuc&aat öeïten-WotÖt/
3©aac öooj op onie 3anben öoeDt/ i£n leeöt De albecfcojeetlïe Doobt/ <©n$te öeeloffen upt Den noobfc >■■-.. -: -ÏI*7'
O grootftë liefde We mett botlbt! ? ,
<*Sp maant met on$? een trouw-verbondt ;
3©P 3Ön uto tooïfc/ uto öceï/ en lot;
<0p onsen $oninft/ ®eet/ en #o&t! •
<&P geeft aan on£ bit liefde-pandt j
§5e teekens ban- 308 nautoen fcan&t «©nffangen top aan ütoen dis; (Cot Ollfe (CtOOli-gedachtenis. «ëntfatlgt ban toeet tot dankbaarheid
«Een jfel getoflllgö en betdbt/ (€at utoen öienft/ genabig $eec! Il 3P alleen ben lof en eec € i '•• ' VRlifi4
|
|||
1$
VREUGDEN-GEZANG,
Op de Geboorte CHRISTI.
Luc. z: io, ii. De Engel zeyde, ziet, ik ver.
kondige u groote bly/lfchap, die allen volke -we- zen zal, namentlyk, dat « heden geboren is de Zaligmaker Chriftuss, de Heer e, in de fiadt Davids., / TOON. PfalmSp.
OP^giPi^iÉi^lllii
aiang-üeïüenfïe dag! o üjeugüen-ruhe ti)ot! lïIiilllIlilliiÉliillIi
|
||||||||||||||
3©aac in si^'tCöjlftëtiüol&metreöenjeertier&hjöt/
lilillllïllliiiiü
|
||||||||||||||
3©amieer oegtèemeM boob'öietööniaeöeeöootenA
llÉIfI=ÉiiÉÉflF=
|
||||||||||||||
De Zaligmaker is op heden u gebooren!
li^^iiiisüiiüii^ii
TeBeth'Iem fn een ftal,üJOjtuü)enHeergeöonoen!
|||||||^lï|ip||=ii=É|i||||^Ê|
üüaar lepDt 't fticpn groote Üïnöt/ in doeken om»
|
||||||||||||||
getoanDrn.
2.
<© toon&rc €foö$1 o groot geïjeim Der 3aïigljeir / J|ifr
|
||||||||||||||
Vreugden-Gezang. 37
Hfeï 3fet men 3aam armoeb/ootmoebt/ enmajefïeit.
Godt $een menfch! en ROttlt op Qtl£in 't vleefch tiet-
<ü5öbtg een-gcbooren Zoon.' Dien felfê De €tig'fen
eeren/
©emebert fjemtet knecht, en toiïaan't Krnpceflecben/ <©m booj 3onöaat^ genaa op «Boöeteoccbjecben. 3.
ï£oe öeerïp baalt/ enfïtaalt/ beï|epï'ge Hemel s- fchaar!
©ie singt^obt^lof/ en maa&t 3tjntoonb'renopen=
baat/
Godt zy de eer, in d'hoogfte Hemel! toa$ Ijaat tale/ SBatjijne gunfi in vrcé, op aecöen neberöale! ^P neme in ben menfclj/ een gnnfifg welbehagen! <&m De3en Middelaar! öie alle fcönlt fal Djagen. 4.
O Jezus Vrede-Vorft ! DatD0C& UVb vrede baal
#p ong ban <®obberb?e emt / bar3' in on3' öerte ftraal! jfêaaftt met benlöfemel vree, bat bpantfctjap bec» Dbjpe.
SPoet vrede obec al/ en 3aïigbeft betfcöönen! lan on$ ontatfi gemoeöt bjiïtuümi vrede geben; , ©at top ecndrachtelyk alfi Vredens-lnnd'ren iebeili : f-
<© 3icï! beclEjcft utotoon/en3fngtbei:€ng'IenHebt.
^iii0t4Bo&e eer, nu gp ubJ SalfgmaftetSiet/ 3Jn Wien bat ftcaalt«0Obt^ macht j wysheit, genaad' en trouwe, Goetheit, en Lisfde fgin g!e3t$ te befcïjoutoen /
Kechtvaerdigheyt, gepaatt met €>0Dtg bermhertig-
heden, Ïaat3ön De fïoff ban bjeugb / en ban bto lof op öeben.
€ 3 LOF- |
||||
=1 -'.f'.
|
|||||||||||
"5* •'.: ''■'■'- :xjr-ivx.\
L O F-Z A N G,
Over de Komfte C H RIS TI.
Efai. 2f: p. Deze is onze Godt, wy hebben hem,
verwacht, en by zal ons zalig maken: deze is de Heere, wy hebben hem verwacht, wy zul- len ons verheugen f en verblyden in zyne zalig- heid. •'./** ;<■? \\r'. -.■■■'-•.■,..'.: |
|||||||||||
Toon: Hoe fchoon licht ons de Morgen-fter.
i|«ï! 3p lof en Danftoaacljdoc |
|||||||||||
U
|
|||||||||||
iÈ^ÜËlfÉÉItÉÏ______
* 'iéobj uüoe f'cföe oa£ öcceiüt;1
** 3@ieSJM'p bilaal Jïraaieu/ i=iHiiiiliiii^i^i
* <©at gp"upfaüjcu tjoogfini Croon/
* ilta mtujia ren-gcüoaren gfooti > ■';! -
pi=güi^iiüi^i^=i
■" Toe ons laat nederdaalen.
5!=lii^iIl===ïP^I
- (© (©Oöt! OIlgÏG.t,
|
|||||||||||
Inzaag*. ;.r^HboOty
|
||||||||||||||
||=i|gÉfi|E|gg^^|Ë|^i=|
** üoe genaoig/ «i toeïöaóig/ 39» uto toegen*
|
||||||||||||||
i^Sii
|
||||||||||||||
-mr'-tï"nu» ■■■■■n
|
||||||||||||||
x$ioot'lp utoe iiefï»' en jegen
fe v' i i -ri -7 - --
W*t Zoh Befc&önt tren aerbén ftïooi >
tüjii glan£ öfe f^tc tótinbêc groot/ Al wort hy arm gebooren,
^tjt toelfiom/ Aller t}eiden wenfch! > gnijt toelftom/ Gódt geworden menfch!
©oo? utoe uftuerfcown/ ■, (© Zon! <© Bron! " .____......'.
t&et genaöen/ ble &luaöeri/ tófït gêHejeR/
Welkom moet ons Jezus wezen ! \. ; ! ,.': .-'- :lè-z ■■-.-■„:- f.:
<©S*3Ug! .WööTiVj|<§ëh in myn hert,. r.r; --•
beneed öet bau oer 3oiiben fmert/ aft toH 't u obf rgeüen / <: jfïeemt 'et aan §m! JjstHömt U toe/vr •'
't 9$ nü Der vreemden Heeren moe/
$|et 3oefet met u ft leben/ ^ttaaitöan/ Daalt öah/ :„ i?
# mijn ftoning! in utotoootitag/rriet genaöen/
<0p alleen fionöt öat berjaöen. © Öeilig jalfg Heniels Broödt!
I0OÖJ öiip beteiöt ööb| ütoeri ööobt/ ,; ' Óm ónze ziel le-voeëënV Hoe 3uUeir top met öaiiHöaatgéit ?
|t ötiergroote goeöigljeit/ Haar eeiiiÖSin^ tiéÉgöëëcni •SJ Sfeer! 3P €tt •■•••- l,: *'■',•" ; . v
öT 4 ' Ht«
|
||||||||||||||
4o Gceftelyke Nieuwe* JaarsReekeninge.
ïfier. op 3fier(Kn/ maar na waarde U te iofttl/
Sal gffetjien üoirnaalit (jiet botieu. ï |
|||||||||||
Gceftelyke Nieuwe-Jaars Reekcninge
met Godt. ■ -
2C01-. f. ij. Dis Ju Chriflo is, diè is een Nieuw
^chepfel^ 't oude is voorby\ gegaan, ziet het is al nieuw geworden. ... TOON: Pfalm9s.
1. 'tV-/ Ud' Jaar ijS tjcen/ êll 't Nieuwe lueKttec*
|
|||||||||||
febeenen'.
|
|||||||||||
2Bi 300 üwl tptg üan 't leöen1 nu tieröujetnm /
't ï©elS loopt re» epnö'; Dugrpflcfc)enon3e3a&en |
|||||||||||
3&at tiij) boo?<ü5oüt / ooh itaat en Reekning maften:
:liïülll3i|§^^iïlli^^
^!!^olgtn{ji«Dentoö3enïtoopmaiïiiH.
me ODettocrgr 3ÖH8anöei/ ttrtufi/ en fetja.
2. 3Bfê
|
|||||||||||
""1
|
|||||
GceftelykeNicuwe-Jaars Reekeninge. 41
2.
%\$ top eeng 3fen t'ontfangen goeötertsegen / 3©at t>ïucï)t en tofiift 6eeft<ö5oötbanongbetHttgen* Jgoe fïecfjt $ onyn [janbel afgeloopen? ©at öïpft'et al tot oiijen ïafie open ©an 't Oude JaaT? ïjelaag/ tuat groote fcötilDt! Èanfimoebfg <@oDt i ïjebt Docfj met oii# gebult. • ■ 3-
J5out nonnen top bie jtoare fcöuïbt betafen;
<©p Jezus 29o?g/ moet gp uto rectjt btröaien/ 3Pie ïjeeft 3tclj tot bolboenhtge bettionben / gpn tiïoebt en boobt/ belgt upt al 0115e 30110(11. 5E>oct ban be fcljulöt Bleet in uto fjefjnlOtboeK uit. 3ÏÏU Jezus 3elfg bOOJ ong De Reekning fluit. e. Wtjl goebe ((Bobt! bie töbeil boet verjaren,
45eeft utoen 45eefï (bie óng moet tocbet: Daten <£ot ufnb'ren «Bootjj/ Die 't ïeben ban u erben/) 1 35fe d'Oüde Mcnfch/ en 3onben uit boe ftetben; 3@e Nieuwe Menfch, toerbt in on£ boojtgeteeit! Cn opgerecgt De# Sfeecen gie3u beefbt. f-
Vernieuwt be $iel/ be ftracljten/ en be 3fnnrn/
Vernieuwt'et al/ ban.Duiten/ en ban binnen/ ©at tjettey tong/ en al be0 lieljaam^ leeben/ ' 3&OOJ €Ö?i(ïi <©eefi ban bOOjfjllit 3Ön befneeden t gjn 't Nieuwe Jaar ga 't Oude quaat booj&p/ <0p bat in ong Ubj Nieuwe Schcpfel 3p. " 6. " :,;
^00 gp on# 1%tn nocfj langet tofft betbjagen/
ïlto 3egen bnjb' op on$ af on3e bagen/ «EïeleiD/ beraabt/ betoaatt oiijj/ t'ader toegen/ ^tetft' / en beujefR" / ong öerte uu geneegen / Sin 't Nieuwe Jaar, tot levcns-Nieuwighcir. iCot Dienfï en eer ban urne |fêajefïeu\
€ f Gezang,
|
|||||
G E Z A N Gx
Over het Lydcn Jezu Chrifti,, ©olgeng öe &e|c&übtajie öec CnangtfifcR...
Efai. f3:4, f. Waarlyk hy heeft onze krankhedm
op zich genomen, en onze f merten heeft hy ge-
dragen. Hy is om onze overtredinge verwondt; en om onze ongerechtigheden is hy verbryfelt : de ftraffedie
' ons den vrede aanbrengt -was op hem, en door zyn flriemen is ons genezinge geworden.
Johan. 1: 29. Ziet het Lam Gods dat de zonde der wereit weg neemt.
iCor. z: z. Ik hebbe niet'voorgenomen iet te weten onder u, dan Jezum '■ Ghrijtum en dien ge*
kruifi.
■ t. •■■*>•••
ChriftiLydenin'tHof,
TÜ O N: Pfiüms. ■
V_/ gici! mec'tyafcöeejoufcerisüjaatlrelaan-/
IlillEilElililïiiiil
|
|||||
'©eDtniir mer aanüactjt '0 töepïantg Prtdf 1 ?ceu.
|
|||||
Gezang over 't lyden Jezu Chrifti. 43
liiliil^lIililÉiifli
|
|||||||||
25elaft met fmert/ om u ban fcöulttebjuoen.
<©ÜÜeSui?! oirTuüTïydenttcbFFaaiï(^ouicÜ£n/ SlililiüSiöiiin^i
«Beeft utoen «Beeft / 61e mijnen geeft Uecilctjt:;
üiüüi^^i=ii=ii=i
©al iu op u met een nëeo'rig bettromuen /
Slü^EiEHIlllilüili!l=
' # mijn 'gekruide! jjecljt mön 3iel^-ge3ict)r.
'. ,..;. .' ._:_::: : ' - *..
3^aa 't Avondmaal gezongen Godes LofF,
«Baat %ilVi$ met De elf naa Cedrons Beeke, (Cen IljOen/ m Getfematie bat J^Off; ©aar ijp getoent luag beelmetsBoottefpjeuen.
Adam De eerde biel ill 't Hoff\}&\\ Eden, ©oo? 'g gatan£ lift/ met 30« B«Ö«ï gcfïncöt;
Jeius oen tweeden ^£öam/ ïjeeft bettteöen
©et fangen nop in 't Hof, Dooj 3ijneuracl}t. ' 3 ■ v"
giet fjiec uto $epïanöt in öe gtootfie noobr.
ï|ooit tymbeangft, aenaubJt/ 3ooö?oeoiglilagen/
Mftt ziel die is geheel bedroeft ter doodt!
feèïaap! Ijoe 3Vuaarbielöembienlaft teöjagen.
© 3iel öefcljoutot öit obecgcoote Ipen/ ^fet 5!e3U^ $00 beroert t verbaaft, bevreefi,
©er hellen macht ftomt tegen Ijem ten fïttjDc/
«Boö£ toloea en toom berfcö"?iHte3ijnen geeft. 4- <% 3!et &em nu 300 woöt ban bloei bezweet* ©ce
|
|||||||||
: ., ...)
|
|||||||||
44 Gezang over 't Lyden Jezu Chrifti,
350e St» be pet£ Pan <0ob£ gramfe&ap moefï tteöen /
3Boc ÖP öec hellen angit en fnierten leeDt/ gin 3i)ne ziel, en trof ooft 'g Hc&aam£ feeöen. gfe baar u ïjfepianbt »«//«* neer *<?r «r«fe. ©aatftruppt/baat UJjfngt/baat too?fïelt Ijpin 't (ïoff! <©e!p een worm bertteeoen / nfet^banloaetbe/ 3Pieii %et en üsoninn üan ijet Jjemel^öoff! ;&£
PIJEÉiilElUÏEËÏËËpËliëlpEp
{gpttep>»y» *WrH fcan t)et niet Defïaan IillïiiiiËiÊililË^lililïi=i=l
Jföet Utti beflUtt/ en öepltg welbenagen,
ïilliiiïlïiiüiililllll=i=l
|
||||||
Dat dezen beeker my uoorby mag gaan \
2tci3 han {jet 3pn / 't balt tnp 300 3tiJaat te bjagen.
3£)Oi'l) Vader met myn vuil, »/«<«• d'uwgefchiede !
lü§pilüliiüflilliflillll=i
3JBoet&it3oo3pn/ en ftaïïtjet anoera nier.
lillili^iiiiiiil^lï
^ieFtnec ben itt / tltsaUjet niét onrüïieben /
't SföJel ó V«dtr! ai^ uw wil gefcfltebt. Cen £»£«■/ §tm in 3ön &nwutot&f #./?«•&;
(Certoö-
|
||||||
Chriftiis voör'Caiphas. 45
lS«\»öïe» De Difap'U*40}Q\00$ fia/en.
Hig o'gatan tegen gjejum ftrijöteiitoetHt/
3Bail op De Wacht! Oan i$ 'tGebedt on^ttjaueil.
föonDt gp 6 3(el geen. tuit met Sioug waken?
ïtomt üe verzoeker aan u 3*eï te na/
0oeptï^fpIanEit! toiltmp flaper,toaHRetinaRtn;
<0p öat fa toaafi/ en $ijmn fltift ontgaa.
'•' -7.
Jtatf e/), 3ep5t 9e3U^/ /*«# <w »** £/*r £«<*>,
ify *'/ 8««^y <#<? my nu zal verraden, gfet Judas komt öaac met De Bende aan:
My» uur is nu, mfin laft t£ nfet t'orttla&en. <© 3!é3u^! öoo? uU) liefoe aangeojeben/ Cot oti3' öefjQuöett# en saïigOept. <0p Uioubt u luilliBÖ öóo? on^püergebcn, 43p Iaat \\ hinde», eil tUÖJÖt weggeltydt.
|
||||||||||
CHRISTU S voor C AIPHAS.
Toom: Pfalm 3f.
|
||||||||||
*
|
||||||||||
Jut %vl nu utu Jezus i$ geoat
Üiïjof op qitaatlj(röi^tröaöF7~~~
|
||||||||||
^p zochten bem, hP liet jicf) ÖlllDf IJ;
g?p grype» bem, jjp tëat 3ICJ) binden. ~ |
||||||||||
46 Cliriflus vóö* Caipliüg,
|
||||||||||||
J3aa Annas,"eoe~na Cajaphai,
mwÊÈÈËÊÊ^mm
|
||||||||||||
Uie doenmaals Hwge-priejier wat.
mmmmm
|
||||||||||||
3©o?öt ïjp gefleept en heen geleyt,
l=!2|iül^ïllili^i
|
||||||||||||
3£aa>; UJietb terfïonöt 3ön 3aaft bepiept.
2.
IBen onbecSotHt/ men bjaajjt fjem 3eec ^Ïjw sy# Difciplen en zyn Leer.
modi toaai" toe al Dit onbertyagen!
;ï& nan 3epDt Jezus-* mp afjagen lan bie rnijn leering en mgn tooojöt <©ok daaglijis ïjeo&en aange&oojt/ ^jkbfprak vry uyt in 't cptnèaar,
Zelfs in- de». Tempel^ voor de Schaar. 3.'
^fet 33t öec 90ben groot e Raadt, <ö3eb?e&en boos een bittcen gaat/
Die'Zocbten tegen hem gttuygen.
0m 't öecfjt te recöt/ nu ftrom te btipgen ƒ
V Getuygen quam niet over éen.
^p Komen epnöelp met Jjaac ttoeen;
«jEntupgcn tegen Jezum aan/
Iföaac tuat ïjab Ijp öoclj quaatj? gtbaan I
4-
'«Efant£;nfet! 'fttoaf»baaroB toegelepbt/
@m tegen recöt en Müftïjept/ 't-«®nno3ef Lam, rnaae fïectjt^ tebooben/ 1$zt tor t»a£ fc&0n be$ föecëté ban no.oben. |
||||||||||||
ïpii
|
||||||||||||
; Ctóftus, voor.'Caipbas..'
H$n tooojDen öupöenïe betkmi; !©e Hooge-priefter Die begeett
SHnttooojöe/ maat 3let Jeans zweeg, J3it ö'onfcöuït geen geöooj becftteeg. f- 5B>!C bezweert hem by Godt Se leeft,
€n toil Dat to nu ooonfug geeft/
<&f ÖP 3P Gbriftm ex Gods Zone, ... 30lt deint Jezus, en gaat boojt tonen/
3£>9t 3p met fcfjjfft zyn heerlykheit,
Zie» zulk», afê 30« iBajefïept
!£«»# M* </«■ /fo/&» ten ©Eeieöt/ ©oo? <©oööeico5* een naat ge'sfcöt
_..........^ 6.
%&t Hoogepriefter feheurt zyn kleeti
tylg of €>ot$ naam &fet laftet leeot/
3£ie Bepnfert Dfefjet cec&t toil utipgen/ t?epb wy behoeven geen getuygen, 3©p ÖeÖfien 3Ön Gods-lajlerwoordt, (# lafiec.') »« «)'« mondt gehoort, 3©at Dunftt u $ Dit quaatnfetgcoot?
Saa! fïemmen 3p / & « & &«& Ülecop ftomt &rf moettofrïfgtëot
<£n Doet ftem aïïefibimp tnfpot, «©f eJjem ófmaaöt! in't aanzicht/pogen, Cn <£&*» fpottelp *)"* <*»£<?#. «Eïh fïaat vaztvuiften ü»at öp mag/ 3&u£ fitggt- ÖP meenig ünn'éah Jlag, <©an 3cggen 3p nocö profeteert ï Wie u met fïagénJÏjeeft 6e5eect. 8. Onfehuldig Lam .' Öfe Öfttten Öaat
3@at onreefit bonnf£/ aïDiefmaat
25efpottiHS/ tojeeöe fiinn'-Dafig-ffegen/ Sfe&t gp geDuloig[$t Behagen. |
||||
48 Petri Verlochcning en Bckeering.
38(£ tfc ooft (lagen fmaat en fpot J&oet Itjöen om öe 3aaft ban <5oot/ 35U 3P mp tcoofi / @p gaat tnp toooj/ <©ecf oat in It)ö3aam üolg' u fpooj; |
||||||||||||||||||||||||||||||
Petri Verlochcning en Bckeering.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Toon; Pfalm 4i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
J!
|
||||||||||||||||||||||||||||||
IPÜïHÉÉlf
|
£=$£
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Eüis uan Oen Raadt \jecïoe3en/
Éf:ï=|l||l|l|i|^lË
|
||||||||||||||||||||||||||||||
S3
|
||||||||||||||||||||||||||||||
SMoiibt beriacen en aile«n,
mmwêwm
|
||||||||||||||||||||||||||||||
:==*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Epn ©jfciplen öte tioo? üesen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ESEEEiE
|
||||||||||||||||||||||||||||||
mmmÊmm
|
||||||||||||||||||||||||||||||
lifeui uaa tiolflDen/ «/«in» teen.
mmmmmmm
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Petrus vu/ft'ven verr' Ett (iaat
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|=llilÉilililïi=^=i
<©m te 3~ten jjo^'t Jezu> gaat/
:illilli|i|üiip^^i
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Pnejiers zaal in: loffe Otifteil!
lll|^^|lgi||g-:Jl
|
||||||||||||||||||||||||||||||
©aar homt {jem öe zatan zitten
|
||||||||||||||||||||||||||||||
>. PctruJ
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Petri Veflocheriing, en Bekeering. 49
Petras, XH^\ii$ dienftmaagdi ff reken,
g>taattoerlegenenbetbaai:t$ «. ,> < j
Symon! fjoe 50 hcijt bcstocften f
(ép bic ecrtijötg met öet Swaardt
JïlDcn Mttfai boo? joubfïaan/ ', j*. -
^jja met |)Cm woudt fierven gaan? ','..."
a3p/ bicn# pbtc plag te blaften/ v
43aat uto ^eet/ driemaal bec3aften! *,. SSc& / öoe Qtoot is '$ mciifcöcn Bjoogöeit!
©ie 500 Ucbtelrjft bezuipt / lèottoatgrutocl/ 5'onöen/ boordt/ Komt öp rrict i 300 <Öoöt cen£ tuijftt/ teec Beljoebt ón£ boo? ben bal!
{$ ben #>atan 3iftcn jaï. ©at top noit ons feifs bcctcoutëcn/ <Cn fïeeDg quaadt gczeiichap fetjontocn. • ' 4. „ 't Haan-gekray gaat Pctro [ecten :, '*>
■©enfien/aan3ij!i l&ccfïrrg woordt, f?
13$ begint nu Wa te fteccen /
.Éu öem Jezus 't ïject öoo?boo?t/ Eienbe Ijem bu$ ötoaalcn gaan/ Keert zich om\ en ziet hem aan,
tfHact 5jjn &tarlK£-aoo?3ifnbc cogen /
3jn gena tot jjcni betoogen. v v
©SaC OP Petrus bfeOJt na bttyten, '■:..-.
^cöcpöeitb' ban Ijet too5e Hot/
't &ctt geperfi Xxsiï sici) ontflupten 5 §ütO?t 3ljn traanen aWwom <$öDt.
©it gecaaftt' bctb?pfeït Iject/
©oeït iit bitt're 3onöcn-fniect/ Met be migöaat 3toaac"6eIaDen/ £oeftt/ en bfoöt/ bp $oöt gcnaöe. . ' <P - 6."Jezus'.
|
||||
yo Chriftus vócfl?; Pilatus.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
;-,iotj
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
''"■' :U*.Ï-':~ï
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Jezus! toiï ooft aan nip öcnfien!
©ie 300 oicfttoüg ben nctleiöt/ geeft! toiï mpoecgeaina fc&enften: 05?oot i£ uto batmhetttgtfcit: 'ft 25m ooft Üail U afgeraakt, * ;
'ft l?eb u wijnen ï^eec verzaakt, iStefttinp/ fcoilt tnp nafïer manen/ 50 at ift « noit meet verzake. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
1 . HO11 '\
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Chriftus voor Pilatus in 't Richthüis.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
TOON": Pfaïmz2.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
€l)om mijn $icl Ijoe tjet met u i$t plnh&r;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
=ë
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
sn
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
(taat/ Froegmet derf dag, ÜJOelt jCCtDCM-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Grooten Raadt" IBaiK ECU J)CW rufl üWtïG W
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
öat Dejttiangêict gaat <©m te Defctjaöeri."
Jezus, taiin Ijaat^claft met bCÊl migönt^ït/ ' |
||||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
=^^=J^S=^^S=2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzen jp/ sm nu öe^ooDt te Iterbem"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Chriftus'.voörPiiatus; ?r
|
|||||
É^ÉlHülIIÉi§SÉÉ
|
|||||
©OOJtg toieCb Ï)U naftet Richthuis heengeleïdt:
©ie na geen ffecöt meet blagen/ noc| na ï©et/
BJijvenbüyten, om niet te 3ijn befniet: 5; # üeinjet^ {ïteften 1; F*
Ifèaae eec beft Richter botinig tolï uitf&efién/ - ©?aagt ïj'njöaac af/ watfihuldt 30 00 öemïaöen e j§Üp 3eggcny: a»»W}i »«'<?£ vol van misdaden ^ •••"■
#P ^onöt Jjiec niet. ;
:.....: f^jTi!: .;- jj- 3,. - -•: -^ x^djjjp.....r •
©e töécïjtcc/ bie ïjaac fiaat en Böogöêit sfé^,
Ibïaatfiaat ontccötenepg.met reben af/ .■--.■.:' <2>en onrïooflen üecüJijfi öp «iet tot fftaf.. 'tföecöt moet niet bupgen. .<
dOnfihult van Jezus! mtiet ftp jeïfjS Bétupgett/ ïfp fieett/ en toénijt / eft 5oeftt becfteecöe ujegen/
®ot 3"«»j b?pöept fcbèen Sp &et genegen/ , <£n fïaat öerjtelt. ; -,...••,;.. ::/ § :::-j: " l ;-'4„ '\.vy'.;.*" /v W&$ ftomt ?«</*? / bicn 3tjn getoiffe nueït/
Hp 3eiUt (Benautot/ boo? een betoert gemoeüt/) Ach., het rouwt my dat ik V onnozel bloed)
Dus heb verraden! '. ®p gaat/ enmoetsictjtian't Höedt-geit ötttïaben.'
©oei) ftp ftan geeatcooft ban menfeïjenbectoecben. ïfp 3oefit <S5obt niet; maat gaat in wanhoop fïeebcn. # grutóei-aaat 1 . ; «5 vr.
!f??0Pauze. ''?"?? y,,:' : j ;" ' ■'' Bet Soöen Öaabt betftiït iü Bitt'wn gaat/ •«
SMafïcn Jezum Dat &p nao geleett, © » 't <©cen
|
|||||
Cbriftus voor Pilatus.
|
|||||||||||||||||||||||
5?
|
|||||||||||||||||||||||
*t <ö5een tOt Oproer ftreit', OOR &£t volk 'verkeerd',
<ön Daat oenenen/ : ~ . .
ferboodtden Reyzer fchattfage te geve». '" '
©at t)U 5fCÖ noemt Chrijlus, Konink der Joden. <&$ '|Srcïjterg tojaag/ acöt Jezus ï)et.UannoD«V
©at ön nti 3dDt. |
|||||||||||||||||||||||
6.
|
|||||||||||||||||||||||
g^2SS=a=-
|
|||||||||||||||||||||||
Ifc
|
|||||||||||||||||||||||
^ïüi3tjaeKoninkrijks gclegcntï>cir/" ;;
|
|||||||||||||||||||||||
3pat0eefi:hjRij3/ ttt van de wereit niet :
^titl ^CfÜinpUH / in Koninklijk geWcDt/
sg—y?
|
|||||||||||||||||||||||
<S5ant 't narDg te bobcn ï"
|
|||||||||||||||||||||||
25"#n Koninkrijk heeft'bn in Die jjelo&en."
<C0t eelt waarketts getmg was hy geboren.
|
|||||||||||||||||||||||
Jut uit 4e waatheit is 3a! na bem boten
|
|||||||||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||||||||
a
|
|||||||||||||||||||||||
%\$ €>nteüaan.
|
|||||||||||||||||||||||
USaac 5fct De 6ao$e fïoöcn ö?Jnsen aan
€>m toornig: P/'to«/ Die jenDt hem heen $M,Herodes; (aïgSJjnö' *it Gsüleen) '
©ie öém becacbW/ v.
|
|||||||||||||||||||||||
©fe
|
|||||||||||||||||||||||
Chiïftus voor Pilatus. 5-3
©f e fhiaörtöh ?tjn ftoninsöom ïieïacöte /
Uit fpottn ftoon boenb' ijera m 't wit bekleden,: *;,
$P bjagenbe / maat Jezus gaf geen ceben;
$P «et fiern gaan; . ■ rr
,:'v;; i Pauze. 8. :., ^ \
Jezus horat toebec bob? ben slwtó flaan/
<8*ie boo? 5ijn onfihuldt htet be 3Joben pleit / ^pBc5toaactt)cra / tnaat'B3ied'onnofeiheyt, geibtyp/ 6 fjoben! ïkvindgeen fchuidt, Oltl befctl rilfMfCÖ te bOObCtl.
. Ifêaat nu óp b?ingt / eri bjilt bat ftï> 3al lijbcn /
Ik zal hem los laten; <sW> eerjl kaftydat.
CmfnoobebonbU*
WeB Pilatus! u botmt ubi epgen monbt /
Heeft hy geen fchuidt ? toaatOttipem geftafïtjbt J- ©oït uto Huisvrouw tuigt bat &p t'onrecïjt lijbt. oplaat ufpjeeften.
jüaar 't t)ieïp al niet / Jezus Die ÜWjbt geleken MétBarrabas! jegt/ ÖbetyarbeSIaDen! sSal men d'onnooz'ien, of een moord'naar booben} ftfefUenban peibj • $Ct©OÏÏt/ AfcÖjift! bOO?d'Over/leverleidt",''"
<©ie tiepeil (ïeeft/ Jezus die moet aan'tkruisl ?§5ie !jaac toemücu Bouw-heercn van Godts Huis: Bü gantg beefmecten »
<©ien toaten hqck-ftcen, 500 op gem berbeten v_ W$ bJjeebe3©oïtocn / en ca3euöcHonben: Ep cufien niet / bit Lam riioet eetflbecflonbeu ^ijn/enbanftant.
' .•■:.-: n .'Pauze. ; 'm;;-. ,■. ..! .• ':...:" "'-1-''"
38$/ Jfct Jezus wet Rif dmjièa», toat fcuanöt! v
|
|||
£4 Chïiffis voor Biktusi
4Bïl tn zijaèooftgedmht'^mdoorm-KrMn^Ax^ C«'
^n't.Burper-kkedt', ïffl##j tofcfijtttsn ÏJOOif j!©ó£fct}pnurö?agen. v $....
©et 0005e ïSot geöen %tmk?nn%kaks-,ftageii,
«£n groeten hem, Öatt tlOCS) Ö00? ^W*». Koning.
Pilatus bjengt fiem uit tot een toeftoning/
Ziet daar den mmfiM ' ■?.; riJCiï «'M
'\ iiji'ti mr.v*?3&iwi{ •'■•■ ■",«*£!{!£ïCiOui;©» llpifPpgg^jj^jg^É^^fiilii
3T»;/; ziet Jezus 1 'o $Ü<14i8J,1UJfifgESQf^r
|
|||||||||||||
"ziet tiïcn Gpdt menfcrï^WJP ttritoönc jliiat
|
|||||||||||||
Sr===^^^
|
|||||||||||||
~; z)et jjp topp^gen |!
ziet ^roa!£ Borg böo? utp? fcljult/bo^ ^netten.
Zietfdttrnit öjö'cf tjett /tn bctffljeuvtfö l)c«efl/ |
|||||||||||||
SÏSSÉ^pëSS:
|
|||||||||||||
ziet^etgeloofT ......l %nmm i<r ~
ïliecfïont'tLamGodtsr! oenïpaïbentoteenroof/
Pie ioiften no-'sijn Bloei»tnet ^ongrtttiUj^ \il» 3£m
|
|||||||||||||
Chriflus voor Pilatus. ? j*
*®m ÖiCÏJteC jeitl l?OCj) aï/ Ik ytnd geefifchult,
USaat 't magff niet öaten!"
Hp moeH aan 't kmyce nu jijn lenen ïaten/ #%.' w«g.' met hem! fjiec ïjeïpt öoÈl) geen betfc&onen/, ïfP geeft 5iCÖ Uit UQO? Msoning, en Gods Zone %
©ft toag öe doodt. --.----••-• , v
". •' "v- .-. -■ ■ .•'■' .'"v- ;- i' i* " - -•i/ '"4 'v'"'"'
./»;;■■ Pauie."'"J"i4,.' •'";."".. 9fiïg 't getoocï fiö^ï jonjiuïiniigivolk betgtoot/
Pilatus 3octjt nod): jeiutri te ontfïaan. i £iet daar, 5epö' ÖP/: UQCÏ) uwen Kpningh fiaan. " jF/j' wafcht zijn handen, ï-~ . . i? ■**
50OCÖ atbctgeefs } m tóatéc toafe&t |éeh fcftanben
^an'töatecötaf., §18 *><W'geènféMit, .ó^oben! USaaC hu/ gptoiMatiftb'onnopjWDooöe. , __L. Dat gy toeziet.- ' ,•' '.-.•..... ;;
/i-r.-,; !UtJ iT/-'t^:-:.-^i{J»J!..M:--/- <;<;
Stel)! bit berjetljaat fjaat en Boogöeit nittf, , (gp toepen uit met^u.ViectloÏJtgeuioebt Oj? ons, 'ên'onz'ë klnÈfén^ mach zyn bloedt _*",
'||=== ©$cUJtt kom'é'ni ■ S .- ' ,::^:^: \ :: aüaat .«©obt fieeft. #ok 5tjn tojaaïtban u genomen
<© boog gefïacfu | té/'t nocij geen #gbt tt: neecen * ïJDanneet 3ult gp:n«t'jpné öien Chrijlusttten/: ü mm gp bftjïoötf :^C;lv;;r'/;'
<© mijn Hcyian*?\ïöarto£$ iitó%fbé gjoo't *
(£at ong/ bieé ïeeWgp'ï aHe£ niet geduit, "■•/• 45p onfcöuIöig|i;Hfaafe' 't S^Sjwg ditje fcïjuïbt (Coï een bölööening. r0s5wv; •
o Middelaar !»5gpiitfeiiftt tip «©cèfrbetsócning: ' Uw bloedt zy bvier ërtë,1 en onze-TffioYeh1!''
Voor onze zond£n|%ie ben toeganT^ljinb'mi.' "*' „ ltE$bz&Mit®oütï > 'l «$ .-■•.• ..: ,-r. WUï © 4, Ghriflus. |
|||
Ghriftus verwezen y en üitgeleidt.
|
||||
' $11 Jexus #qgj 01$ Borge fïaflt/ *-;;;; *?>
ï)p onje 3pn||{| op Ijcm ïaabt/ = ^ ip-x
;©it toannig $;tot onjen üpo?bec.I/ , v »$>
"Hy was verwezen in Gadts Oordeel, <©n bat a\§ <©obt in 't recfeaï 8£wn/ ;: \-l Ö
3©u ban rechtvaardig voor hqni Ijaan, j y/U
<©ie ban be £ó'nóeii niet gcbenht? , , v.,
ïfè aar on£ ottt Jezus! 't Woen fc^nïit. |
||||
Chriftusverwezen, enuitgeleidt. 57
i-
$p Jltoefï ten „kruis JonDft gena. ■■mïliH''
Jt?«* /«'<$ £«jz j&ê^a na Golgntha. Eoo afgemat/ üettoonbt/ gefïagen/
IBoejl tjp 39" éyg^1 kruycé dragen: <© tojeebtljcit! toan bit bpa$ gcfpufê! 3El£ Jezus tojfïen met jtjn bwi§/ Dwongen zy Symon van Gireett, •,;''. " f'
©at op aan 't kruis $jjii fc&outfcen lee%
• - :-'' 4.' V
O Jezus! Wc UÏD kruice öjoegt /
3©anneet gp tnp oocfc kruis toeooegt/ ©at in om utocnt toiï moet ïpcn/ -; gn ÖE5C ïaatfïe 0005e tijben/
<©eeft rap in alle üjuft en ftncrt/ ; <£en toillifl/ öVueeg/ ccnUjötjaam Bert:
lEïaaftt rap booj't kruis uto hcelöt gelp/*: ©ie kruis-weg ïrib ten fêcmekp. Jezus! öp ctocg na Golgotha;
I|em rjöïgijbtngcrjotejffferwna/ =fv |p
<©oft Wouwen die hem "Zeer, beklagen,
3Elg 5P Ijem onber 't ftrupce jagen /
$tP ueett siclj om / 't toag sijne fïc»i Gy dochters Vanger ufakntl; -■*- .-. SlïlïJI-l»
Weent over u niet over my, \ - 38ant utoe plagen 3gruia-tip. i'^'.t;'.■:■■
'gia dagen ban 500 jtoaten bmïü
ïBannecr, men 't acl)ten%al geluft. Eenzaam ïJl Kinderloos te lerjen. I 3W£,<©oöt ter tojaaït 3icij 3al begebér». • :: r ©ecrauctüty'6 Jezus! oottjmlijn tjett/ r3 W ©at ih Wwisen met bjoetae famt / ;«- ni ©e 5onbe bic ,ten J|cmel ;fcö?eit .: ar;: ' <jÊ>ra toj^ï Mmt toonc;öacmö«tigöeit|tl;
© 5 ' Chri-
|
||||
<
|
||||
Chriftus op Golgotha aan 't Kt ais.,
''c'TOp^::'tóto3J'. -fSIrt i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
gh 5iïïTböJgtle»^cp:Ét aan/"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'Biet t)eïïfm op ïjm kruls-berg gaan;:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
j^oclï met öctsüjörc kruis ödaöcn/,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
sa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ES=SE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
',-r.-y:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
=35=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1
*£
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
aKtamiat men t)^m öaar Iabc«5a|/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
%i$ mm tilii ürttTe'gaI;nifc{)|iitJf j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
;|ss=a=|:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
<© Stele J Danaan^üsBcnftt"
.....I fr,f ?:..>•.. i'tétn mm
lanfcöoutot toafcï&iljfei; becttee ïceött
gijn kruyc;?;toa^ öaas nu geceeöt/ wi jöö£s> .ïlBen gaat öcm eeijjl/ftnaaö'ïó'fi mtkMm, .IBen reftt/ en fpató? met j&racljt 3tjnIeDen. <£n Dfe met ^^'/2»éia^;B«niaaBtvii;S ',;i" <© ftattcüöet ttcöadm fcöeueötla Jateafet/ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
%m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ghriftüs bp GolgotHa) f^
tflan fianben/ böetefrsoö gkgec&t^rra mtftü «u2t
3©ccDt öp met ?*>«jv.'-om-öoóö gèsecöt; **^ yf
' jfoofoac •• ■,:• ^èiu i Tic 13<^
b'(©nnoo5'le 5anbêtJtufli?baabï:.UitkI \ :;<i«n<3>
3©fecb opgehangen (ö tóat fmaaöt!) In 't midden van twee moordenarvn.^l
IgPr't ftooft banjuöje. boebenrftft^rett,— -r-r»
«©aatüonbtbert"Titelboben 't IjaaftV f *- - Jezus van Nazarëthi <ÜS*êlooft ' 'c'1 * ~': -- '39ft ofifcïjjift / Hipcfl getupgelni^ L^ ? 1ÈI tPfltl)P 3ét £fo(lèfy■ Ko'ping is\ ""cj",'.:""- •".■ j-,W?
- -- —...... .••
jj>' *.'-j : .""'■ ' - "".i.'"X_ 4» " ^iv--" " : -- . : £E3
" tS!t|ttJ/<^Vv« deelén:zydöón'i'lot;^^\' •;;.;-—'
©p'toöiöt ban ieafet .een befpot/''" 1' J * . 11 «
$01 Öecbe7; en beifleefl&e petten t- «= 1 I ï j* jiieinaitótJOBtfirsit: ?ieö om^gnïfmêCteH, ° isïaan 5P tot bèmjiaac oogen on; — =» ^ffmaöenb'/ftó^^-dfe» £<#.- •"--~ -.r==Kif
JBaat? jezifs iP'eFiiiètgebult/3 i: - - ., ^ï#fipiböeïdacJipo| oïi5e jttjuïbt. 1 -_~g ©O0?tg jeggen $p / Zyt gy Gods Zoon,. -^S
fgoo fielt utojiracJit nu' eeng ten toon* . ,?v7 Kumt af van 't kruis helft u tut lyden. , ~*L_a
-tPie and'ren eertydü kon bevryde», '. ËT-Jslg
fife gebe nM getópgenig/ *8 t..;.;.:..o'.»1
3&at Öp Ifraëls Koning is,
<Ên fteeft lip .GW* ««» zyne zyd\
Z^at öp bem tw,ban 'tü?uig|eb?öb',, . .„,,,?
■•; rifiébfrï S" 33ï«iJ p lótf» -M>
.$eert gobettlijèzus.moefï! niet gaart nm\ yp
Ban ïtiktuis4 tocübiitrtp.ïjaörijöt&iaan/ • ^<i
|
|||||||||
^Jen kru^doodt moejl öu boo&on^ (ïcsbett/
|
ö*
|
||||||||
^gn
|
|||||||||
6o Chriftus op Golgotha.
gijnttjbai on&Benatofrtoetijétt/ *
Hp gceft.JÖn ziel giec tot rantzocn, ©it offec moeflijp etcft üoiöoen. ©aar Doo? öeeft ftp vwo? ong becep&t <0cnaDc/ ïebm/ saïigbept. ■ Pauze. 7. .. *
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
l^ter ïjangt ui» Jezus noc0 tjëït toon"; .., •/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
fn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©an Elft befafi met fmêiaïcn tjooif/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
i^gg^:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
£Si
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
<&m Moord'naar JClf^ Öeeft Ïjettl^/#Wi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
fiifesl^üi^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
<£én gabïoo? nKrtfct) taet^arbt / bertattétt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
f^l^S=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
jBaat 51« / HU! tent onöcrfcftetöt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
dfèaabt ÏJP / Öic &ertca tttfljft IB ïeiöt/"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ulttï d'eene, tlQ ÖC ïtHfc öanït f
i^ill^ililɧip§|lllllli
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
aaöjt (finder, vutt gma fKffcaalr»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©m eenen bug geraant aan 't fjett/ * "*'"■
9# fpot rn lafïec nu f en finect/ ïfumoetöoo?Jezusonfcfjult fpjeïwn/ :; Vreeftg) Godt nietl ble QUBat JtOtQt tojÈRflt;
Wy lijde»om de wiffedaaty ..;.. ".;>.... ' .,„^:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Chriftus,'op Golgoühai
(Seibt ftp) maar Jezus dee geen quaat;- 0'
j&pot ntet meet/ bibt/ en bjecfi öe bel/
goeftt «Boot/ 'tig tüöt! ómeögeseï' |
||||||
Ijjp dep/ 6 ^tüt/ gedenkt aanmy!
gift ben 't niet toaarö / u gunfl $ b?p /
<0p gaat uto Koninkrijk be-eeben! <©ntfeemt u mtjnec in mijn fierben. jcfus tetfïonöt Dit fmeften |joo?c. Foorwaar, seiot öp gelooft rapn tooojot/ Gy ««/* jwl beden (b?p ban PÖtt/);
/» H Paradijs ook by my zijn!
Pauie. iQ. -
Siet hier / 6 toonber toat gebeuét.
3&enHemel zelfs, (iaat ftiec en treurt/ <©e Zo» becbecgt Jjaar licht, en ïupflct / «ffin Iaat öe toerelt iufjct duyfter, ffiot teelten ban De Dupfict&eit / «3p't Jodendom, nuuitgeb?cit/ " <©iefiatet£banhetHemels-itcht! €»oöt toont haar bier een gram gesicïjc. ©oo?t/ Jefus geeft een naar gelutbt/
J|p roept met luider flemme uit/
§n fïrtjöt beïtndt; mac& 't filagcn baten}
Mün Godtl hoe hebt gy my verlaaten,
mijn Godtl uto tojtenolijft aangejicht/
©at een benautooe 3UI betlfcljt / ©erbcrgt gp nu in mijneii nooDt / 3&it maaïtt mijn fmert eo angfi 50a groot. H&aac 3iet Dat boog betbaffert fiot!
|
||||||
6a GHrifltis op'Gölgötfia.
SSefpottm 5ijn gctoep tot a&tobï/
m$ Jezus fcljiet Vüffl dor^ Uetptiacïjtó/ ^p Öcm Edik {net Mtirrfe ftjacgtêh i Ifêaat ac(j/ ftjf lijbt'ct met geDult! ©Cöaijt öc ^tcöjift moed>5tjn tecüult* <&ll andere ziedden laat om ziekp-'1'
~ ~E lias hemhiïtyfal biert. ..;',*. . :: .? ■.■-•: ' f ïjéjil
|
|||||||||||||||||||||||||||
i=ï=:E5-
|
Éjj=slfp=3~f^ɧ
|
||||||||||||||||||||||||||
©O0?t^ Jezus iiaspnbutiéÉ ftlacfjt.
|
|||||||||||||||||||||||||||
ï'=5?
|
|||||||||||||||||||||||||||
25ctlUgt ## w w# al volbracht!
't^£itrS5^t»óo23Ctöt,t ^ït 1)7d jjcïeöcn/
|
|||||||||||||||||||||||||||
$iBït$me$l§p I rader!'lh üu> handt'
|
|||||||||||||||||||||||||||
Neemt miimm.Geeft, öat ujaarüe panöt/
|
|||||||||||||||||||||||||||
ï^p b'mgt kyn hooft, ÖC&pptftaitttaan*
HygéepJè,^eeJT'^^Ö^m F
|
|||||||||||||||||||||||||||
''«"SP
|
;IU2C
|
14.,
|
|||||||||||||||||||||||||
^cn ^crneï fiomt afê in öe routa/
<Pe aarde beeft, (öat l?a# Ö?bOU\») \ia
|
|||||||||||||||||||||||||||
<©!«.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ghriftus op GolgotÈÉ& 63
#m Jezus boot. Wit moet niet tteuten!
d'Voorhangzels in den Tempel fcheuren:.
©e rotfen berfien zelfs in tween. tcljeutt fjetten! ftatbet al£ een fïeen! =E';
>egraven óop'nén Ijat'CiX fcïjOOC/ .•'•,'-:."■';- jjfj'sjfj Cll »«•/ •verrijzen bail bè DODt. i-O" •" .;.. : ■' ■' ' ' "Y, •■"•■' -- - '■;■ -
<tEcn Öepben^ Hoofimanfiondt bevree[ï\
20ecoett/ en obcttufgt ban geefl/ ~
©P jeibt (ja öeje toonb'cen toonen) vjiT.ï
Waarlijk Die fïictf die was Gods Zone!
Beeï fiaan beibaafi/flaand' op de borfl:
Hfèaai; gp bfe Sent beg Levens-vorft, Sïan 't Ktup£ geboobt/ gu feöoubjt htm aan j Eaat Die tot in uto 3ieïe gaan. ' i<J.« ''■.*■. 5
gijt gp niet ganfé ban Hefb' ontbloot!"-.:-ï.,
<©f ongebóeïfg lebenb-bdot! - • © 5fel(' ont3et u/ nomt aanfcöóutoen/ r
Hto Heyiandt met b'öeplige vrouwen, t.. >-■-,,. ; ïtonit met een bjoebfg btoecg botmótf/ **,' ^cöontot aan u Borge bië boïooet: gijnkruis-doot boet bet $onben fïcaf. .'5;-■*> • SSeMaagt ubj 3onbert/ fcficpt'ec af. Ifèen cufl niet / of men tneet getofê/
©at Jezus nu gejïojben i#/ ■ ; r: "" < ?. 5© en >»0<?/ï *w# hem geen beenen breken : '"
JïlBaat 3fet zijn zijde word doorfteken. - "-• .* ., <©»£ biojbt be saan ban <0oöt bcïept/ ©e Schrift öabbit ooft lang boo?5epbt. >• ^ian Jezus bjag 't nu aï geöaan. - €n becbee nonnen 30 giet s&an.
|
|||
04 Chriltus op Golgotha,
Pauze. 18.'
|
|||||||||||||
üomt üïet ö 5c«öïtcpjlis pet ï
^7cfitai:cn7^^Tö^ ^KU^TRantzoen bOÓ?rt»to£BfltlDétl/; -
Iper; iJScjpciug banütotoöitfti/ ;*""'
f^ÜC vloeytHU) l^^ipi^^» ftUfflf ...... ■ j—'
^^tli^Dc^ëc^aiTTDJoe^seJnóeDt/""
|
|||||||||||||
111111=11=11
|
|||||||||||||
j^wc vipeyc t>ct w^r ban 5ijn <ö5ccfï
|
|||||||||||||
<©at stelen t)fpligt / en scnecjl;
<© Jezus! tteftt mijn 3icïg g?$idjt/
«fl^ijn ftectè 5p tot uto getieftt/ jètajt op mp dien geeft der geuaden! ©at ift geüoel mijn mifTeöaöEn/ 5©ie ooft beklaag met herts-berouw. 3&at ift u öooj 't gelooff befctjoiito! <& ^cpïanDt! Dien ift &eb geanmbt/ Cn 300 doorfteken nitttnijn 30110!» |
|||||||||||||
-(
|
|||||||||||||
Chriftus op Golgotha.
zo.
9!e3Ug! nu bd'obti/- men neemt ötm af @an 't Ktui£ / &P toOjbt geleydt in 't gr «f,
J»feph 3tjn tcoutoe b?tenb in 't leben /
ïiomt na De öooöt Jön graf-fteê geben. «©on Nkodemus quam baacbp/ 3©et aangenaame^^ry. 3B>e teoutoe licf'b' bltjlit in oen noobt; 3©ant bie 1$ (toner al$ be boobt. 21.
2ietj«zus! toietb tengraav'gebjacgt/
Fer zegelt en bewaart met Wacht,
;©ft poel boen 30I <©obt befootten/
3©ant Jezus 3aï in 't gjaf niet totten/ 35ie levens-vorft, bten fiecften gelbt/ 3Die boob en buibel nebeebelt / t&ie 38Ï ten derden daag' opftaan. Het jeep uit ben grabe gaan. zi. &$it\\ bat sp aan Jefum Kleeft/
W 3'elben toeöet aan öem geeft / 3&ie 3icl) uit iiefb' geeft obttgetoen /- Cen kruys-doodt, op bat gp 3oub leuen. Jezus! mijn leben/ ttooft / entufi/ Il Iiefb' 3p in rap nopt gebiuft. ü& gebe mp / ontfangt rap $|eec V gwccö'/ iHlietb'/ rap 3elf niet mm, 13. leg fêeplanbt / booj be 3onb gekruift!
2E>ec 3onoen macgt boeg gant£ bergtuift. 25eb}ijbt on£ arme 3onDen flaben/ 2ücg laat bit Ifêonfleï 3ijn begraven ? <£n boet 011^ boo; uto Rtacgt opftaan. €>p bat top 300 ten hemel gaan: gin toate leben^öeplioöeit- JBaaftt on^ boa? utoen geeft betepot i |
||||
Gezang over de zeven Woorden,
<©f Iaatfte Reden Chrifti, aan'tKruicc.
Spreuk. Cap. 8:6,9. Hoort, want ikzalvorfie-
lyke dingen fpre ken, en de openinge myner lip- pen , zal enkels billykheit zyn. Zy zynallerecht voor dengenen die verfiandig is, enz. TOON: Pfalm jo.
gïelï ofe Jezuiij üeoj u\u i|eplan&t tent/ l^llilïii=§=IiliÜE^iÉ
«s&crjont öem aan'tkruis, öaRtöPSÖnleti.enenöt/
iiIlïüiil=ilêilliilllÉ
§|n fmew/ en fmaat/ üjageiiö, een^Doojnelyoon/
llilil^I^^ililiiiil
©ooinagelt / 2ficD! öaac Ijangt öp öug ten toon.
ililiiiiplliilllllllili
25egeeticj iject; Hom? tot u i|epïanDt tFeDeff/
Hy fpreektjhobrt t$e! (JfttfaiigÜpnlaaifteRedeu. |
||||||
<©aac öp nocö fjangt in p'aïön;gt:ö.citfïe fme#
^iet öaac 3ön IWö'/ en meöeopgwö ^ecc/ gelfê pooi 3ön haters |jp ötn raonbt onrjïuit/ |
||||||
De zeven Woorden: Chrifti èf
't garljtmocöig Eam! flo?tjijn stöeteü «it. $p btbt 6 loeder \ wilt baar dit vergeven !
Zy wijlen niet, wat quaat dat zy bedreeven. 3--
^tetÖl^öjld! Ö8É Jezus liefde leett. g@oet goet / boo? paat. <&em lutafte noit legeert. 25ibt boa? uto Vyandt, a$ tito %p!antbort. fa&mt fyitttm kruis 'óejüjaatöc ban gemoeot / #tn Uïöe JOllöen/ Jezus fïO?t gebeden ©ooj jonbaatg uit/ Öie stoaacföli obettteben.
4-
Ut» geplant 5fet aan ï imi$$n Moeder fïaan.
©oo? fjaar &«3o?gt fbjee&t ïjp fjaat b?ienbïtj& aan. Ziet daar-den liev'iing, Oiepfafêtëfcöepb* Sij« ve&$ü\z°o#, tot utöÉtt Bienfi fcerepbt; gte ftfet Johannes! jte öaaïi£ub3i&fW<?r! Sie Moeder J 3iet &p i# uto 3b?0 en öoeöfE. f» :t
<©oft Je7.ns 3ö?gi# bod? öfe Ö0O| ben öooöt/..
©an menfe'bm ïJiHpe fe$$mrt.8antg onttto gf ƒ
gtetfitesósieU §oe bece* )f)rt Hef&e ftceftt. ©08? 't Dtoeöe jjette fiptoeet ttoofï bertoefit /
^SI^OlljS't verlies van d'oinejarbenotlbJen/ <©P 3ö»e 3o?g San men getuft fcetroutoen.
6. <t£m Moordenaar, ötttonbet! bJOjDtMlCCtt lan'tfeyiffj öpfareeHttotJézam, en fiegeett
<©otmoebig& maat een guiTft#-ge&acï)teu$ ©an ö«n: öpöiesoogoeöettietenfjS/ <©ie gaf ïjem meetal# J)p sau otcöen öenften / 35t$ ötmel^' b?eugb'! 6 (ief b'! Voil ïjp ïjem fcïjm&en. 7-
Voorwtmr 3epÖt Jezus, toant 't JOU 3eftet Jtjn. Gy bte no neffen^ mp fgöfi jbjateptjn / ft» eertpg <©aöïöo0 / m e^n {jeHen-fiiuat! Gy een €>oöt öatet / nu öanöem fcemtrröt> € 2, ZoQ
|
||||
68 De zeven Woorden Chrifti.
Sao ttjweo en looefl tot boo^öeyt obecgeöen S
% Jscljenfj uto gena. Gy3UltoofteeuU)igleben. 8.
|
||||||||||||
Gy os? eerttjög oiaact ülinöt en tyeemöt Dan <©oDt/
|
||||||||||||
l^iËi=i=i^iÉËili^
|
||||||||||||
3[ti '$ óümioel^ macljt üerjelt met 't boetten tot/
©an 'T ergrte flag / een tujeeöe IKoojöenaac! ||||^p|||i=|ï^|||^|||||=|||
Zult zyn met my (bflt 3eg <ft U) voorwaar
/* V paradys] gin J«»s utoen ütomng.'
liiilillilllii^iiiïlïjl
|
||||||||||||
25efptee« aan utu beg igemelg saal'ge ttioning!
" 9-
<© 3aHg tooajöt.' ö toonb'ce goebfgïjeit.' ö'€en Moordenaar! bén itentel toege3eibt! JBaac o'ano'ce ïafïrenb fiecft en baalt tec gel. Eiet öefe twee, en leert Die leflen tori/ jKiftcoutot «tëobg guniï niet om uto' mfffebaöen. €ïi mig&mi&t nopt 30?gloo|ïij& 30« genabe. io. ,.
loe gronöelooë is£ <ö5obté bacmgettiggeibt! 3©ien \$ Die rectjt 30cTjt/ oit gena ont3eibt? 't ©otmoeöig öecte bat tot Jezus gaat Stiet jiefê-öecgutö/ al leiöt ïjn Diep in 't ouaat: 5P®t
|
||||||||||||
De zeven Woorden Chrifti. 69
«©at fclebe aan/ enmtjöetwöffel^uaoeii;
jgfoe gcootec 3011D / te mm btpttt .©oDg genade.
ii.
«© %planDt! treftt ban mijn toeeïfpanniggect/ <©eeft Dat ört ooft öooj'tk ruii> gebogen toetöt / 't gjg Ijatöt al«3 fteen! \neln jonö noctj fttaffen o?eefï/ ^Bctj! maant jjet tueefc / en bjeent'et öboj uVo geeft, «©at in in tgötg mgn ^cpeppet o?£3en Jeete / JPan 't 30Hoen-paöt toeer tot mgu ©aDet neete. IZ.
l|oojt aan mijn 3ieM utög 8|eplanbgtiioeüe klacht
ün 't ipen nu ten upteiflengebjacljt/ Hp ojaagt«tBoDtg toom / en ig metd'hel in ftjööt. (a©ieüatwatangfi? enfmett3ÖU5ieïeipt!) j§p tdtïïtjittyti Godil myn Godt\ ft gaat boüen maten!) WaarvmmywGodt\bel>tgy my dus verlaten7. '3-
Myn GWM.'tbaftbang/numputo toomuetfcötint 3h taocï geen ttooft / noctj tjulu Die mp uetqulnt / ,
5PjoeKoerlicötlng/ maatIhuinoigeen.
gft ben verkleum in ftrijbt alleen,
S& be» otti3et met augft / fmett / en elenöen 1
%\$ gp verlaat} ïoaar 3al men 3icö Dan Vuenöen'.
14.'
<©3i«l! Dfe«35obt/tn» ï|elï-font*in/ verliet,
<©p bjacgt ubj ï|eplanbt in Dit 3üjaa«; betbjiet /
<©p ïjebt tietDientbat«ü5oDt u gants? ontbloot
©an alfe goeöt / en in eïenö betftoot
jjlSaac DauK 3p Jezus! Die Wt geeft geïeben
<Ö*n 300 verlaten, boot on# öeeft gefireben.
if. .
«©Heen mijn 3iel boeg noftgeïjf el verlaat! 51n fhfjöt en angft / of in een DoDen (iaat / ïliu Htacijt / gena / ulo geeft / en aangc3f egt / <$eeb' in mp Jeben/ Ijulpe/ ttooft/ en liegt. C 3 <0p
|
|||
f o De zeven woorden Chrifti.
40p ïxtmtz üetiaten om on^ 30a gefcheydén
3©aji ©oot/ (öoo?3onö) een toegank te öerepöen. 16.
ëïIililII^^Eillli^i
Ö Hdf-fëntiiD ! ö 25o}ge! 2J?et>e-tü)|fï!
Sou uïtgedroogt! üat öp IIU klaagt van dorft\ il=llis|^llliliiiill=il
't ©ittic «au <&oüt$ toojnöaöalu 3apmt7ettt.
ppgpÊpi;IËÉïË|gëp=£ËflpËg
ift» 2or/2 "nW üiaerïöft liefö' en 5iê[g-beseert';
IIililIIPIIliiI=iliiill
©in ödoj öe sonöasrsJ öert nmté-DocDttefïetben;
<£n ong gena en lei>cn te oetvoetöen. <© ïfeï! darft Jezus na uto jaïtföeft! ; :,;■:,
$oeQi3 5oottaaö; W&QQ&/ f» qnöecribt!',','. ,.',■ -*, 9lg u uegecrt en pb« &W# brcftpeït ? ^ », 30flt gp na 't l|emelj> Uifï twcij. Jiéföe boeit'?." ,
%z{i Jtfzus! taiïtmpgraag endorltigmaftéiiV.-' 5B»ati&ulügunfï en(jeilinageentuigfttw&en!Dl / -" 18. m« epriöfsöt nnó3ieï! utoé K|êpïanbf^ ftïaêïjt/
Kip 3eift (ötfOOfi/) het is nu al wlbratrhtl V
ÜP ïjeö öoïöaan'tgeenmptoagougeleiöt/
<£tti te öetBïijgen % mmfctym &U$iit. _;
|
|||
De Zeven Woorden CbrijM* y^
2P ïjeö vohracht, tnat ban mp \$ ge*fcö?eben /
fjpfjeo völeynd ,myn Werk ,mynftfiér£,mynleveii! 19. <© ©aöeï < siet 011$ in genaben aan 1
Wto epgen Eoon bie öeeft ulo tèecljt bolbaan / Ifcebt met oh£ atme ^onbaatg boei) gebult / <£n tefcent utet al 0115e 3bJate fc&ulüt/ $u gant£ betaalt/ booc Jezus bitter ïijben. 2#n boobt moet on$ ban booüt eit fïïafBebjöben. 20. ïlb) $ffetïjano' / ó pieflec / <45oob' behaagt -
Onfchuldig Lam Godts I dat de zonden draagt, Heemt Doet) be sönbé Kötgö ban mijne 3ifl/ « $eemt weg blen ïaft bie mp 300 bange biel / afêijn 3iel 300 naaat; met uuj getecötigtjeben , (©oot ong volbracht jMltWpigtylaxêtMtiimi ï|ebt moebt ö 3ieï; nh *?«//« ö mkachu-
ün stoaftljett Weeft aan Jwus, toant 3fjn macöfc i ^albooït volbrengen boat begonnen i$.( ^oacsönengeed/ '«l^tjftMofiMif*: ©oelt gpjebjeft /..fiarat bJiUn 5«lffbetsalun,/-,.,, jeï.us_xip'ttéft-al^ öp.sflnjeben ftaitX ,
Roept ^ï¥eftÖe met IaÖeWMftHiiêtttt/ iï :L<;. •"-"..
uifadZïi XMbi tf önxoibstfaat $ntnm r{:v."(
<©p J^t-ÖJettlOcè) rAhve.elum^engeefii_ 1.
mtJ$&%m bjp. |lnÖ|ê8êam9ffeöaiii^:;:.
39Fefi(^a^frpe1l6-^*rfe«©'fe»*^'— _ „.IJjl' •' 13-' " ' •
©<£*ötê 3#l! èie^ftmri^6eeït'nfefb?aagt ^ttb'ffatötsrööt ƒ jöffetiafiiêt ^Bbt btfjraagt a©oont öfi/ ï«aaEBöbmtéuto3aïigöeït. JE»an ^teft^epbim&traotnfïeeb^betetbt/ ïteett af ban 't fiöf/ «t *ff«tt fctr bertieï nööet € 4 $oït
|
|||
72 Aan den Gekfuyften JEZUS.
(©JftÜI Oen OOOtlC / beveelt -UÜO aan Of» Vader!
Ik geev' myn ziel 6 Vader in uw handt!
(©Htfang öie in gena SBattoaarDeuanöt Geef ik u Jeïu! öienje engcn $. 3Seemt3' aan enDjengsMn'^öemri^rtffentë/ ■SUtëinöeöooör/ mij» "'el ban fjiec 5al fcijepöen. 3©ilöle/ ó^eec! in •$ ^emefê-glorücpDen. Aan den Gekruyften JEZUS.
iPetri 3: i%. Chriflus heeft ook eens voor de zon-
den geleden, hy rechivacrdig, voor de onrecht- vaerdigei op dat hy ons, tot Gedt zoude bren- TOÖNrPfalrh fiofó?..,, °^
G.s^iiüiiü^iii^i
i^liiiIIliÉIIll=lli
<Ü>m 0ll3enC tul! gevarigefftt! gebonden,
lliiiilpi^lliillliil
Verwo «ft, gegeeffeit, jammerili» géfcboiibeti/
=pÊ|iË=?^ip|ÊËi=^||l^=||
O Zoone Godts! DTfëni üttïoffen qnarii/
^iiïliiillill=pïilül:ll
©ie 580 veracht, verforttt, befpoc, genoom,
Ge-
|
||||
Aan den Gekrayftcn JESUS. ;3
|
|||||
Gcdoemt ter doodt, ue sonoen tjeöt gebjagcn/
©00J0l1#aan'tkruysgeEJect)t/rnet doorn gekroont,
l^orüutëtiött moefTöpy ótieylandt Magen f"
».
Myn iielc is geheel bedroeft ter doodt!
J%\$ gp be pe x$ bt$ gramfctiapg <ffiobt# moefï trebett) fóOE worftelt gp ? met tranen én gebeden! 3jn-'tbloedig xwcet,,6angJH ó ~f})tjtJt~300 gjOOt! 3©ec 30tiben lafi Ijoe tjccfr bte u gepjaamt ? Cotüröenboobt/ ölööenbovenmaten! <ö5u dept (aï# 't licfiaam ijing afê een geraarat') Myn Godt! myn Üodt! hoc hebtgy my'verlatén' f 3- *'v:
<© Heii-fontein! g*3egeno ÏÏ.ebeng-bojfl;
êmaablpft ontkleedt, met nagel en bopjgtabtU,
<©P hangt ten toon afêbebetacöffe ffabén/ - - # goo afgemat en ftautö toept gp my dorit! 4?; /©aajlijfc gp dorfte na be saligtjeit! - * ' ©anb'atme30tiöaat^/ (bupten uto betloten/) - i~ CSp fjebt volbracht 't geen u toag opgeleibt. €n flietft uit Uefbe tot uto WptbéïhqreB} 4.
S^ann3pu Vader! utogenaab\$ groot?
tl eeu'gen 2oon fjeör bp ten ntul^gegeben 3©oo? ong/ op &at top eeutofg 3°ubenieben. aBan&3p njeïus! utobetbloeftte bböbt/ gjn bn3e plaaf£ geüaiflig uitgeftaan» {.%% öP fcp ®oöt u boo? oné 2&o?ge fïelbr) € s H«ft
|
|||||
74 Lofzang ov<?r 4'^j^ading Chrifti.
Heeft on£ berjoent/ en aïïe fïcöulöt üoiöaau.
Hoe 3uHen top/ ö HeyJbm%ïH» becgelöeli! <© fnoooe 3onö bie mijnenJezus fimffl!
40p moet gekruift, gedoödt Jpn/ en begraven <© öoo£ gcojocïjt:! gp inaaftt im$ Satanp■ flaUctt. <©p moet beïöelgt/ ja gantflpfe 39» betgtuift / Ifêaac ó mgiTJezu*! la,mp fê geen ftracïjt/ : ©oet ÖOÓjutiJ öooÖt/ TlTTOp üe zonden fterven. 't (©enaöen-tuecK Ujetot t>oojt£ in mp boïbiac&t. ©at ift uw leve, en ubj j3|eif mag ectten- |
|||||||||||||
• ••J;pgö F-&X N G. ,
Ove'f Chrifti'Lyd^^n Opftanding.
R©m. 4:. Zf. Gfaiftui' Uopergelevert om onze
zondenren opiewtkt /ff» onze rechtvaardïgnia- |
|||||||||||||
TO ON: Hoe fchortf) tïcfifons de Morgen-fter.
|
|||||||||||||
Iv* fëjïófr tnU'ttj3(«j! flP.!pt nu fiof
|
|||||||||||||
:=aé
|
|||||||||||||
* om uit %e 5tagen '$ 4Wtm lof/
|
|||||||||||||
€n iliqie" gcoote"öatwn 7,,
|
|||||||||||||
^tö 0P laagt in uw zanden doodt,
|
|||||||||||||
©au
|
|||||||||||||
Lofzang over d'Opftanding Chrifti. 75
|
||||||||
©an alle heil en tiuip ontbloot,
|
||||||||
3lBet rtraffen 3bjsat belaDen;
|
||||||||
iBaaht Öp/ u vry
|
||||||||
Vaè de zonden, ÖIC tl VuonOett/ Die U knagen/
|
||||||||
Jezus moeft die lallen dragen!
^:" JÉrtt^f JEWtoe Middelaar l ^ -v_" .,:
Hóe bieï u öesen ïajï 300 ^aac J * *>" , ■; Hoe veele moeit gy lyden? #pfiat Spa-ööR getóoriBe 5M/ : jföfet fetttofgin öen ^fgten&t biel/ Hoe vreeflvk moert gy'ftrj'den?
© ïamt bat qttartt- _-
Om te ftevei», ö6r>rtHïö«ï/ ban f}tt feöen.
Jezus moeft zich overgeven >
r. ' i~ ;■ 5j £i I .'^Biï:;.:' v--*^'*' *
<ffiö ijebt ó ^epïail&t fteike Helt'. ju.;} „ •
Doodt, Duivel*, Hel, ter neer gevelt, <©p öeBtje san^öêtfïeïïenf \ ; |!;1
/Cen-derdendage ©pgeftüafl. :-':- ~~:i-
©00? 005e fcjjulot genoeg geöaan. • ~; — -
<©oot f£ met ong te bjeimi. «©Borg! to'enjS jws/ |
||||||||
76 Lofzang over d'Opftanding Chrifti.
<©ug Dort ruften/ en ueriufren/ 3onöet üc«3e/
Jezus is nu weer verrezen! |
||||||||||||||||||||||||
mêmmmmêÊm
|
||||||||||||||||||||||||
fl 3©at Zon iees op Den Cueiiaac i
sl=g=liÉl=lil=ïiii^= |
||||||||||||||||||||||||
" ^gu flr*un agn te lüüiiöer blaat/
r=iiïlfa|igiif===:=
|
||||||||||||||||||||||||
%t\y mocöt oie mu befcogncn'!
liiüllill^IËlE
|
||||||||||||||||||||||||
■* ©QOj öeje Waatgeit 3p tietllcgt/
iiiifaüii^=l
|
||||||||||||||||||||||||
©<3t öulftectjett ticrötogiic/
* Sfictt ödalr / betltaalr |
||||||||||||||||||||||||
—/
|
||||||||||||||||||||||||
f 'ïi$et(t>anDinnen/ en 0e3iim«i7"öie300 3Ujeüen/
|
||||||||||||||||||||||||
iiiü=iPiü
|
||||||||||||||||||||||||
Jezus is, myn licht en leven!
f.
O Jezus', doodt öOOJ Ufcs firacgt
3!»
|
||||||||||||||||||||||||
Lofzang over d'Opftanding Chrifti. 77
3!n mp öec 3onöen grootemac&t/ Op dat ik met u leve,
35elü' al mijn 3onDen in uto graf,
Cn öjeeftt Ijet öp bec boog&eit af/
2fift 3aï mp aan u geütri/
3©ehtban/ ttefct Dan ,
(©nse Ijerten / Die met (metten/ na u fia&en/
Jezus moet het al volmaken!
6. <© gtOOte ïJfeet! der beerlykheit, iBijns» ietoeng ftracljt mpn 3attgbeit! Gy hebt de aardt verlaten, --•• Gy voert ten Hemel in in» tuft/
3£aat f£ De fcijat/ mijn£ öetten Iu|i/ €n tyeugbe öpoen maten. SIMucöt/ iftöiucöt JÉet mpn njac&ten / jn geöacftten / nabte rufie/
Jezus zal myn ziel verlultcu ! |
||||||
GEZANG,
Over C H RIS TI Hemelvaart.
Pfalm 68: ip. Gy zyt opgevaren in de hoogte, en
hebt de gevankenis gevangen gevoert, en hebt gaven onder de menfeben uitgedeelt, enz. Joan. tv. jz. Wannter ik van de eerde zal ver-
hoogt zyn zal ikzealle tot my trekken. TOON: Pfalm 36: of 68.
|
||||||
^8 Gezang over Chrifti Hemelvaart.
IlïllIlilplllillil^I^
JÏU Jelus vaart na 's Hemels-troon;
|
||||||||||||||||||||||||
ïrfesirl—ïfcsrzE
|
||||||||||||||||||||||||
Ulec nieuwe lof-gesangcn.
iïilllii^illliliil
|
||||||||||||||||||||||||
& Eiel 300 traag/ en iaag tiau aait.'
flIflililillI^I^Pli
|
||||||||||||||||||||||||
©olijt Jefum na ten Hemel-waart,
^JlËÜ^Éilïl
|
||||||||||||||||||||||||
blijft ooct) aan 't aarö£ nit* Dangeti.
|
||||||||||||||||||||||||
:===*
|
||||||||||||||||||||||||
lilllllll^illlillil
lïteC tjteC eeil w /^ neemt hem utt 't oog.
jiiüliilI^llPili=ü
3PdrtC gaat uu) siepiant! jjeeu om tjoog/
llllllilillllll
|
||||||||||||||||||||||||
J3a *£ Ba8ei# ïaai'ge wemng. •v •
~isn~€e«/ ÜÏac&t/ eTjEiajefteft"""
pIispfilfgpfgIig=Ë==f
, (aJÉHe öi» üejit in «uiilgljett/)
|
||||||||||||||||||||||||
lÜIlï
|
:$=£«
|
|||||||||||||||||||||||
üeecfctjt ÖP HU/ UÜK Koning.
2.
fyn towft toa£ 09 öe aerd ttoï&jatfjt. |
||||||||||||||||||||||||
.-, x a
©CC |
||||||||||||||||||||||||
Gezang over Chrifti Hemelvaart
ffiei tteben ijab &p 'g gatang macljt
©iejj maeft Öp 3eege pjale n / ©ÊtÖroftÊJl'tttgevangéifi,' '
iBoet lip De Kroon behalen.
$|oe jutc&t > en song bt$ fêei»e$-ï)0f!
SBaat taa$ opt bjeugbetwijto ftof /
©ooj saal'ge ^emellingen ?
36$ öe3en^eplati«€tiumf«m
Cn obet Vyanden regeecty
3©fe moet niét bjolöfc 5i»l8f n-
<©f ÖPfc&OOn nit de werelt gaat,
$£ll na S0n nienfche't dié verlaat, Hp Wpft geönurig bjaonen/ ïfeet caabt en ïjulpe/ «ooft/ en geeft, lan 't boln bat öem beltjbt/ enbjeefï/ Sal ïjp genaade tonen. Jeiüs aan 's Vaders recfiterhandt! ««Beeft on$ 3t)n geeft tot onfctrpanDt/ ^P 3mDt 5fin Gavea neött «©ie voorfpraak boo? €>eot£ aangejfcht Verfchyift voor onsintJIOOg-gertCÖt «ifn maant be Vrede toefcer,
4-
<© 3iCÏ! metJefusopgewekt, $a ruien u Uifi en lief öe fttifet /
3Me Öl« leeft door geloove.
Kijft hoger aan; ban Crap tot iCtag
3MaE l# utü huis en Borgerfchap,
II Wandel 38 öaac ööben:
<© t^eplanbt treftt mijn trage öeit
9ln 't aetbfepoel 300 böbject/
©oett mp boel) meer om öaoue!
SSerefbt baat woninge boa? mp/
<©P bat in eeutofg by u zy!
«©at $ mijn 3uc£)t en pogen.
|
||||
1« n/.;-.v-
G E Z A N G,
Op de komfte des Heyligen Geeft.
Pfalra 145 : 10. Uw' goede Geefi geleide my in
een effen landt. TOON: Hoc fchoon licht ons be morgen-fter.
0piËiIItiiÉIlË!lI^=
V/« «öjoote^oot! oec peeren %erj/
* "igoe 3uilcn top töfutoecTec/ |
|||||||||||||||
ïiiiüiiiiiïiiü
|
|||||||||||||||
Wto 0COOU- öuoen pji)3cn!
^—^=iipiüiiiiiüï
|
|||||||||||||||
jilsïaaiit öQcö mijn titer en tong üequaam/
|
|||||||||||||||
"* <©m lof te 3iugen utoeu JSaam/
itüJniüi!
|
|||||||||||||||
38ct) laat iifiin 3trie xïfteu!
Il^iiiili^^
|
|||||||||||||||
©au *t (lof/ tot lof
|
|||||||||||||||
ïtüjet DaOtn/ en g«naOen/ Die al| fttamen/
Jw ... ®a"
|
|||||||||||||||
PingftëriGezarigJ '$i
l;:;"f' ,2;"" v-1' »«a> "-'■■ .
"HllgSbeZondergerechtigheit, '•-" '/• '■:]• ï-.ï~ (©preeg tot 3öneöeetUhötit/ .-/v:p/;, r Zyn geeft quatn neder dalen, $u 3ittenb oy 3D« ftonüing" Croon/ 2Sereittj»ongeenJgemetgfcroon/ T ; ? ^.rf Cn geeft genaöeu graaien; : ; -: ■' & Zon! t®. Bron!; < ■• • • .. '" Blaat u gavÉi, 'töcctelabcn / enberrpften/ * <
Dat uw macht in Iwakhdt blyke! j --;..,-
■' .■:*: 3,
O Heil'ge Troofter! Hemels Licht,
3Sie aan be bUnDe geeft 't 0t3ic&t/„ * Stomt Itractjtig in my fchynen , ': ..:!:
■SEctj bst boet) maar een öelbje ftraal,;.."." ff ^n mijn üert»Hi(iö| öerte baal! ...•.._-.?■ ■ <©p bat De nactjt rjerbtoöne, Z •- *
JSaafctmp/maahtmp/
Tot een woHing,üooï mgn ftonfng/tiQoj mijn ©aber.' Trekt myn hert tot hem al nader.
. 4-
O Hemels vuur! ontvonkt mQn Qttfi / fp ben tot noclj toe lauw getoeefï/ Doet my in yver branden, Verteert In mp Öet pötl Haf / -. f JJSjeent al bc boose toctjtèn af/
Verwarmt mijn ingetoaiiben / Öntfteekt, en QUteM/ \ $?epl'ne3ucl)ten/ Doetmpüïut&tcn/ 3e«6elaben/ >
Cot ben Croon Dan >&ob£ genaoen. O fterke Geeft! g(e a$ een windt,
# r-JLa
|
|||
,8?t Pingfter Gezang.
Cf c ncebec luacft af tont gp uinör
2fc& reegen u 1'ecljreffeii: Werpt'in my neêr öec JOIIÖOI macöt/ f 3£fe jïeeö# na mijn üttbttüen ttatfjt/ 9fic5 fiomt mpn tjert 300 treffen/ 3©efitöocö/ flerfttnoclj/ gin mp'ffloe&e; enöeöoe&e/ mptioojötoafert Dwaal ik, wilt my weder halen. |
||||||||||||||||
p31lipiiiilɧitllg=
|
||||||||||||||||
-re — ■■—B
|
||||||||||||||||
fl O heilig water! maaRt nip Waac/
lÉl^ÉitaylilA=^
* ~Wafclirafmpnfrnètten^öïöötetr3ï^iflc/"
iËiïiÉfIlgi^P==^
* itomt mpilê 3W verluften;
," Verkoelt öocl) mijnen öianörién üojfi/
|
||||||||||||||||
af
|
||||||||||||||||
lilillllÉiiÊli^
* ~|B0n &7w uèïiangt irTmpnTöojft/
jirifiiliiiiiifiil^
" ©oét mtjn gemoeof een# rur«n;
|
||||||||||||||||
Sproeyc dan . irjoeyf don ,
|
||||||||||||||||
Levens-ftromÊB,Ooet6ocÖfioraen/op myndroogte
't Zaa-
|
||||||||||||||||
* 't Zaaligh ÏM8t« uit öetÖOOfltt.
•■- -*-- — ??_ ■:• j.....::;-:- ■
i mm MUI 6 Trooftcr üi m0n fiftt! : *: • ,
©ecmnrtut öet tenSI tyt t$ 300 Jjacbt/ 3Écïj ftomt öet öeplfg maften: ©eccietr öet met u gaven ftfjoon/ En blyfter eeuwig in ter woon r ,"; '•>'■?■
g>mwct mp in alle iakml . Leidt my, toefötUip/ ;
3jn De paöen / öec genden / öjet öcnebcit- '•»'•-
Voert my in 't paleis der yredea !
GEESTLYK
M A Y-L I E D T. Over de vernicuwinge de$ Jaars. ' >
Pfalra 104. vers.' 14 en 50. Hy doet hetgrasuiU
Jpruyten voor de heeften, en het kruit tot dimft des menfehen, enz. Gy vernieuwt het gelaat des aardryks9 enz.
|
||||
TOON: O Zalig Heylig Bethlehem-
|
||||
$4 Geeftlyk, May-liedt,
* ©ie u geaacttten al leFuieefï,
|
|||||||||
PüSi§lÉÖite
|
|||||||||
©an öoben tceftfeen naa be nëbrn
2.
(0 groote fteH'ge Hgajefïeft:
Staat utoe >©eefi mp onöer\»p3en / 5ÜCÖ maafit mpn fjett en tong beteiöt/ ©m uwe werken ffreiif£ te p$sm. 3*
50e vogeikens tnet Ijaac geftlanft/ töaari oni? in pbet bet' te boben;
^p tonen {jaren ^cftrppet Danfi/ >' Cn pojten o\\$ om €?oöt te ïooen. 55e Boorn?n '£ tointer$ uftgeblufi/
S&etonen op £et nieuto te leben / IBet Biadt en Blpezcm, toegerufl/ 25elouen toeöec tajucfit te geeben. f.
ï|et Velt met Gras, en Kruit geciert/ <5eeft met 3tjn geuc een 3oet' betmaften/ 55aat sbJject tjet wild, en tam gediert; ©in aan 3pn boedel te getafun. ,.. . ......._..';: 6. .
Al wat men ziet fcfitjnt op 3011 \»MI
<5oö^bJonbei;öeDen t'openoaren / Elk ichepzei gaat 4&ott$ lof en p?f$ IBet bollen monot aan on£ berfilacen. iöoe \$ mpn iiü joo febenö' Dooot!
|
|||||||||
©at
|
|||||||||
Geeftlijk May-licdt. 85»
©at bit 30 toepnig Piuggtë tosl öjagen ?
gpt£ban!ufietiMcM3o*bloaj:i/ ;j T 21 >1 I-i 3 <©m 't goeö te boen na <©ob$ befjagen \ |
|||||||
Vernieuwt mp bO0J tl <©eefl / ó %ttï!l
(©p bat mön 3UUn öeugben groeje, OgnöoacuRjacütalmeeïenmeer; l' :-<vfi '' <©p'tpabtöe$leöengtleBbn:fpoe^ê. ^ ■ « -k '-■'■, •, ,; . ■?♦..:. " .... v, iv.
Plantttip/ ó$eec! inuwenHoF, '.'_'„'. v ■
5Jlan Zions zuiv're Water-flromen,' ©at fit baar toafle tot u ïof / - . • *
©at otele vruchten aan mp nomen, v •- J
10,
ïïaat balen in mijn bojre 5ieï/
©eg Hemels Dauw aan u genöben: Cn bJÖft baat upt tjet boo# genriel ' •:. ;*?": t, ©an 3onbeti/ bie mön tjett uefcöaben.* <© fjiejug! bie mijn 3toafi&ept Senir/:;rT~;rf: ■"
«©«ft binnen in mp ficac&t en lenen/ ;•' '; l_.".'. Haat mp U Pafi Jijn in-gevent, r;: r|r: =^.rr
©an 3al in u ueel nmc&ten geneii. " —'
%l$gpmp«anbe fleïb'neïplant/ =~ ,j 53n 't Hemels Paradys baatuOÜeil/ ';'-? ;^'•'"-
gal ift tot utoe recïjtetïjanbt/
ïlto eeutoig / en üolmaantlgft lonen.
|
|||||||
* 3 - £tmi-
|
|||||||
86f ,'jh'jn-'-jijivtl "AyA'iLjAj
CHRISTELYK HOF-LIEDT.
Öp 't Aenfchouwen van de groenende Velden,
bloejende Bomen, grpejende Vruchten. P&Itn pz: ij, 14, if. De Rechtvaerdige zal
groejen als een Palmboom j hy zal waj/èn ah een Cederboom op Libanon. Die in V Huis des Heer en geplant zyn, dien zal gegeven iv or- den te groejen, inde Voorhoven onzes Gods. In den gryzen ouderdom zullen zy noch vruchten dragen: zy zullen vet en groen zyn. • . ,. Toon.- Pfalrn 8.
|
||||||||||
^ilillEiil^iiiiillilll
ii^iilii^liilliiii^ll
%i tuat Qp jtet/ }| üaetöig n te Uttm]
|
||||||||||
4j$0bj{ alle-macht.'en jjroote göedigheidt,
|
||||||||||
:£;2:
|
||||||||||
$16 fctjepfel jirtgt &aii^&cbejpp«£ wys beieidt.
.1. :v-;
SSptl levend*woordt boet aïïe bitlQ herleven,
$|et dorr' gelaat des Winters i$ rjetÖjebeil ; ©e sant3e aetö'e fcfjput a$ to«c verjeugdt,
|
||||||||||
Chriftelyk Hof-LiedtP $f
3|a al Voat leeft i$ op 38» totfê necfieugbt.
3 • ïfoe groent het veldt! 't geboomte (laat tebleejért>,
©ï plant, en kruidt SÖWtollWB^OWtegfoejc», 55e knop onthult De bloem. ©an3et bevrucht, giet ftue't gewas, al^na3önrypheit3ö#:T <= 5Pefchoonebioezem, 't cietaatbanbehoven,
Stomt oaetuïoebigft ftaw v rucht betoüêtti k' ï|ot uecl vergaat bie nimmer ryp ercfcaoïbf l
't <tf5eent}eerU3ft bloeit, ooftlicgtelpftverdort. 5« "-' -v '" ï<
^1Ï|Sïjaaebevruchttotrypentoilgaan3«ttm/ -',
ïtetaag 1 iy at toll haat; wasdom al belettend bevlieg, öerifp, mi ft, droogt', of guure windt, ©oenbatmentoeöuijirypevruchtentotnbt. 6.
<©u moet / 6 menfeft! ïjieï nutte leffen keren,
Cot bit se3irfjt / toecfiatibt en aanbacht Reemi. Eie ftoe natuur, herfchapen weder leeft, q£n gp! b00J30eftt toat vrucht uw ziele geeft? i. Pauze. 7. 3©anneet f & eeng mijn leven ïjao netïbteh /
5©ieïDtlftöauDooenbooj€Sob^«©eeiï herboren,, . -:"' 30enftam, en wynftok Jezus, ingelöft/ 3In toieu mgn stele leeft, en ecutoig blpft. 8. ,,..
^ugroeyiftaan/ en typ; na maat'/ ihttanpen/
©an beugb / tot beugben / 3oeft ift boo?t te (lappen / 'ft gjaag naüolmaafttljett/ totmpnmetftgejet/ lUaaK 'ft öinbt in' t noojtgaan oeel bat mp belet. 9'
©ifttoil^ begint be beugbt al 3eer te bloejen, 3!n 3ucljt / in luft / in op3ct om tegroejen,
<£en goet negin \ maac licfttelpft verdort.
3©at ig eenbioem, toaaï uit geen vrucht en toojht?
jf 4 lo.iPe
|
|||
ïe 2,ata,.| feomt met 3PIJ üecgifren vliegen,,
|
||||||||||||||||
^a^3onöffl Jjett/ Qt}tt pui re liieüiiegen.
|
||||||||||||||||
E3SEg|E=|=ll55Eg
|
||||||||||||||||
£==*=*=S
|
||||||||||||||||
5te
|
||||||||||||||||
30oa? w^relt, vieeich.,, niet haar begeerten? lu(i/
|
||||||||||||||||
3©ojöt fttjjcöt / eu geefï ten.gueüe.uitgeblufï,
3Cf£gpOOBMeet/ betöergtöeZonne-flraalen,
©an uiu ksfua; c» niet Iaat neöerbalen <©u mpnejielutogeefl/ en'£ Hemels dauw. ©au quijiit öe vrucht, ban $ mpn leben fTaauto. •i Pauze. 12.
USpiufeJ! öeftracrjt om beefe vrucht te blagen/ ïtomtniettjaH u. 4E»oöttócrfitria3pn betjagen. n ^iötrjem omgeeft/ öieu ban \vafferi boet/ ■'• Cngp tuerftt, boa met tiïrjf af ruatgp moet. -; ; '.. Eoo üjjeRegeert beelrypev^cht te pïufi&en"/,. s,f
ï|etoi7gédi"eijt tnOÉtfjpintiibt^verdrukktn.,', ',,'"
<£n Inöëjen' af.tüat obettoïïig fpruït, ... r,- t <©olli 'ttjop# öi}kruidt njoft al ter Ijetten uit. <IS0Ö^ VOf t bOO? ploeged'ifrarde woefte herten,
't<i0ma-bft&onöt/ verlicht'bet 3(eïenfmerten ©ie in €tobtö tooojöt en bienfi lijn 3ieie mefï/ Ciroeit rneetöer aan / jpn vruchten rypeu beft. |
||||||||||||||||
- CShriMyk Höf-Iicdc; $9
^ll 's Heeren hof, aari gfong? watefplaflên;
©aac 3al De 3iel/ in Dcugb en gatten; waiTèn; ©aac ftraalt gena/ Öaac fchynt der Vieien^on. 't ^ett toöjöt befproeit öfjoj Jeïus's lévieriS tróri. . 3 Pauze. 16. ...,; Waft Dan / 63iél r irifcennis, en geïootfe,
©oett uto üeefianöt en ö^cté meer na boben. 25eöenW/ omhelfr 't geen in ben gentel ij?. Steunt e» bemomurop «iBoDtjf beloften^. Unat'r mnrderiiefdemeerbec3önont(ieften I ,
©at feotito en fïaubite ban u 3?n getètfteiti.;,. ©at al uböén / beroep / <JEfQbi?-bienfï en plicgt ©002 liefde Godts, en rnenfehen3tjribe«ic|)t. 18.' . ï
Heett al Ijet fegepfeï meer en meet verzaken,
<©aatnitu3e#: enjfouj! salunaftW. ©jaagt ooft 31)11 jok: genoegtu met uto3Lor. <©èeft beter vrucht, tote^tenbanuto<$obt> "v/" 19. ïletöoojebïeefcïj met 3önberfceetae tuften. > rr,nc
lBoetjijngeöooot: iaat nóit öe^onbletfitfïen ^ ^a bat'ee geen'Uruto/ Ö3fel:!'. regeel^ <■ . . Haaat:3uprjjeöeugö én öéipHflEjcIt vefjrh«crï— . 4 Pauze. ïo;: /.< & s ? :'-\
<© LevensBron! Deeltmp.bocgöanute leven,
^oeftaneendoodczieluvruchtengeben?, , '{ ^cfi^eeft riu geeft! 300 tooit mijn geeft verjeugt! Aangroeit, en rypt, inmpgenaenbeugtr . 21'. '■ , ■ '
<© Zon bet lief De! boet u liefde baleril
IBtjn vrucht Die groeit nierjonbecutoeficalew. >.: Verwarmt mringett bat anbec^ij? tefioeU^ *-
©an leeft mDiulelalgi&ultefDrboelJ . ï |
||||
96 Géeftelyki Fèld-Liedt.
22.
# ïftmei fïortöücöneöecuitbeöoogte
3©an utoen geeft, oip rtiönêc 3W*n droogte ï Giet gii niet neeteew groote regenplas; gOO druip'uw dauw .r Op mfillteer deugd gewas. '". ï&
Breekt't&arofc&ieït/totbat&etjpbermojfelt
*f Onkruit ban 't btefcfj I tbeïa tegen 't goeüe bJOjfïeït/ Uoit Uit. ©ecBltjft OOft 't fctjaab'IQIi ongediert, %a at toat boet üat mijn vrucht niet en cfect* ' ■' 24, ©segentüne^aöt.' joomflotengoebfg.
«©ceftmp geria ban greb* in obetbioeöig
Vrucht tot uto eec: %t$Mfc in S'ejujS naam! |Eönteere vrucht böoj ujijn aangenaam. |
|||||||||
GE E STLYK
V ELD T-L I E D T. Pfalm 6f: li, 1 3, 14. <?ƒ ,fr<?ij»/ &<?/ y^r uwer
goedigheït'y en doet uwe voetftappen druipen van vettigheiu Zy bedruypen de mierden der •woe- fiyne, en de heuvelen zyn omgord met verheu- ging. Duvelden &yn bekleedt met kudden ten de dalen zyn bedekt mi koorn, zyjuychent ook zingenztè,,^ Op.de vyyicc,: PTalm 81.
|
|||||||||
V
|
«lleu&tlölwflJoöt!
|
||||||||
Öeéftlyk Veldt-Éieé?;
|
||||||||||||||||||
9 f:
|
||||||||||||||||||
éjfoejat mu looen?
|
||||||||||||||||||
in
|
||||||||||||||||||
:milles"öoóijtte:Eot!
|
||||||||||||||||||
-t
|
||||||||||||||||||
;l&ecÖeft mijne SM /
|
||||||||||||||||||
lillIlP
|
*=§;
|
|||||||||||||||||
imt Heöft neöeïülel/)
|
||||||||||||||||||
©an öe lecö'na öooen.
|
||||||||||||||||||
3©aac ttipil oogekeert,
2&oüen of na onb'ïen / ^tcebt^ mme geleett/ ©an utoe goebtgeit: 3©aatln al'Uöetleibt/ Altoos lietze wond'ren. 3-
'HgieopBergenDtl, 3üllerkU gewaffen; 4Bp geeft Dat Ijet al ^oo tneelbjlg op-groeit, %\$ gp'tmaatöefpjeeit/ 3JBet u cegen-plaffen, 4«
'tWildt, en tamme Vee, 5taat gp baar op weyden, ClKin3pne fïee/ fit» fêauot fcie fcoeotjeƒ |
||||||||||||||||||
^t
|
||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||
^i
|
|||||||||||||||||||||||
3©emenfcöt)ecöoct3e/
?Di£ti 3P3' öeöt fiefcöepKc. |
|||||||||||||||||||||||
IIMIIIsÊIIl
'ft s£'.tt' Oe booinen itaan,
|
|||||||||||||||||||||||
i=lii^^i?l==ig|
|
|||||||||||||||||||||||
•ö^o-vMaüe om pooge/
|
|||||||||||||||||||||||
=3!==*^?™=*=
|
|||||||||||||||||||||||
=£
|
|||||||||||||||||||||||
• . ^ttWaivgtDiene Waan
____ ©mieraTöe Ittetjt / : |
|||||||||||||||||||||||
22>daöetï ïwt: vrucht
g^ifiiiiiili
|
|||||||||||||||||||||||
=*=ï
|
|||||||||||||||||||||||
©QOJ Oe ünaalr y 8H 't ooge.
't Vliegende gediert
fjomt 3pn öul$ Daar befïen/ 't Zingt öaat/'t vliegt En zwiert, 't 3©eEt bati geen oiilttft / 1 ïian rórioegjt niet tuft/ 3©oonert1ntie neften, v,; i " 7-
ö'latöe üjaagt jjaflc kruit, ■Voedtiei. bop? be menfcöen. Schatten We!t5e uft/ «5?oot in ebeïbloéöt.
|
|||||||||||||||||||||||
»lfa>
|
|||||||||||||||||||||||
' Gëeftlijk 'Veldt-Liedt. 93
KMetöanbe goebt '- '"■■' ;f
<<Beeft3e/naougbjcnfeïjen. Pauze. 8r " s
<©p ban mijn gemoebt/ <®m u 4Bobt te ü$3en ©08? ftet ecu wig goebt/ llbuatflpïjtotfet/ 90 baat bpaltf niet/ «&p moet hooger ïp3en. 'ft 25en toooj '$ toereltg gtont
9jn CtjjiftO verkoren.
'lt &ta tnGodt's verbondt, De Heer is mijn Gödt! 3\\ ben ban öem tot ^Qn Hinöt/ nieubijl öecuocen. 'ftfcebörtftykfte'erf.
'ft 25en een Hemels Koning ! 'ft ©?ee3e geen betbetf 3£>ooï 't jBlbbetaorg 25Ioet/ 3£at mijn 3onben boet/ &rpg ift b'tjooflfie bjonina. 11. 'ft j^eö lj£t vrye recht .■
Aan Chrifti weldaden, 'ft 25en Ijem tot een knecht, <GMe 3t)nen Dienfr boe/ ï|p geeft mp ïoon toe/ «Cnftel uit genaöen. ia. 3©at3al IfinuJIeett
©aöet'. ban beliegen/. ©oen totubjetecc? «©\e 't befte öeel geeft/ 3©aat booï öe 3iei leeft/ ©00}
|
|||||
■.■:•.■
|
|||||
94 • 7. Veldt-gezang.
©oo? uto aange3ic|)te.
'3'
HSpn 3fdi# fimiöt ^§>teeot$ voor u te loanö'Ien S!n geöootfaamöett/ J5a't|)riffggcöQ0t/ Jjtetftt mp Docö! 6 «Boot! 3E>at iii troutolp Ijano'le. 14.
<&en$ in 't Hemels hof, ^pnüecpge nomen/ Ea1 m utoen lof ©olmaa&t en bmu'lg/ cBeatoig geöuiitigj i€ot tt laten komen. |
||||||||||||||||
VELD T-G E Z A N G,
Op een vruchtbare plaats.
Pfalm 104; 14. Hoe groot zyn uwe werken,
o Heer! gy hebtze alle met wysbeit gemaakt, het aartryk is vel van uwe goederen. TOON: Pfalm 14.
|
||||||||||||||||
H
|
<0e vuonöec fetjoen i$ Dit gezient!
|
|||||||||||||||
i^üiii=i^giiiïi=l
Want ïll <©ÓÖT^ macht eu wysheu Uctjr/
IPIIiili^lilpïPli
|
||||||||||||||||
't SV ötë Oen ïuit-hof öan ö« £edcir,
|
||||||||||||||||
3aa
|
||||||||||||||||
Veldt-gczangi rj v 95
=liilli^iSiii==ill
3|aa ren toetmiaaftlpH Paiadys, ^__
3©ie is beguaam De toaatD' en pjijg/
|
|||||||||||
iiiiiüiËgi^i
|
|||||||||||
>
|
|||||||||||
©aat Dan te uiteu met 3pn ÉSeöen*
«©eboomen, velden, berg, en dal,
35e kruyden, vruchten 4 'ft 3iC ftet al ©oojmenfefi/ eu&eefien toeöerepDen. 11 toat De aatDe Djaaflt/ t'n geeft/ Hoe beeïe bjut&ten bat 3p Ijtift/ 't 9$ al tot 'gmenfc&en ^fcefcöepöen.
3.
55e oogen zien al bit betttUMH/
3Be tonge proeft öe 3oete fmaaft/ ©au beelöeïöanDe NeflijMjeDen. 4E>p fêeec! ftoub boo? ong open Hof, «En geeft uu£ obetbloeDig flof/ (€e roemen ub)e JjeeclpftljeDen. 4-
Wat eete / ptp£ / en ban&baat'öeft/
ftomt tot uto öepl'gt iKajefieit?" ï|oe nonnen top genoeg3aam liïbeti
Iftto goetheit, wysheit, groote macht, 5©tc 't al booj ou$ heeft tioajt-aetujacïjt? Noch fïtaalt u gunft op onë ban öoben! S-
«Poef) gp mijn 3iele! bïpft niet flaan, <©p Dingen Die bocï) al betgaan: &ttu«t uto' öeöacöten meet om öwge/ |
|||||||||||
«©aas
|
|||||||||||
96 Vermakelyk Gezicht.
35aar i$ tin 'J&etfiel£ Vreugden licht!.
. Wmt fchynt45Qötg ïjettipk aangeöicïjt/ 02n 3a! ücc3aDen hert, en oogen. |
||||||||||||||
Vermakelyk Gezicht.
Plalm8:f. -4/j; z£ uwen Hemel aanzie, het werk
uwer vingeren, de Marie, e» Sterren, <è> ^ bereidt hebt, Wat is de menjche dat gy zyner gedenkt? 'enz, ' ' ■'' TOON: Nadien de Godlykheit.
|
||||||||||||||
JLJ <&$ petten öeetlp&tjelt/
|
||||||||||||||
=t==mmmm
|
||||||||||||||
** ffier3£!t met goeOigörir/
|
||||||||||||||
©IjJlit in alle ï\n werken,
|
||||||||||||||
li§l§!§iilfj§==l==l
|
||||||||||||||
«J&pmoet/ 6 ttaage3i£U
^auöacbtelpUmechen/
|E^ÉÊilË5feÏË5iË=iill~=SË=il
8 3®aföoe? nis oogen löiel. |
||||||||||||||
Vermakelyk Gezicht.
z.
45p 3iet Den Hemel aan,
©aacZon, en Maanc gaan/ ülu (jaac bepaalde kringen; S'p loogen til IjaaK perk; «©elijft alle Dingen/ 3£>oen3' &aac bcftemdcbjetft. 3-
*©aat boven i$ Gods Stad! SBaac ig mpnljoogfie fcöat/ ©aac 3üii De öeertpntjeDen/ ©aar t£ mijn Bruydegom! 3£ie boo? at 30» ïeöcn / SSeteiDt een ütonUig-öem. S^aatfêDecielen Ruft/
©jeDeenljerteniuft, öSmx. i$ al mpn berlangeti 3&aac i£ mijn eeu wig deel «©at 3al il5 ontfangen/ Cn mp vemoegt ge&eel. f-
35aat öeeft öe zond eenenb/ ©?PÖeit ban all' eicnd, gal Daac ooh eeubrig tuejen / 3£aat i$ geen ftryd, noctj val, <!Ên geen quaat te bjesen/ Godt is Daal' al in al! 6.
30*t wolken fchaduw bjeeb/ <Btl\t One al£ met eeiiftïeeDt! ©00? Ijeete Zonne-ftralen, 5E>ail ftomt een regenplas, Uit Dewolken Dalen/ <©ü't groeyend veldt-gcwas. |
||||
Vermskclyk Gezicht,
- 7-
|
|||||||||||
^00 t$ befchermings wolk,
|
|||||||||||
" ©an <©oöt/ |icEö| op 3pn üolU /
|
|||||||||||
©at fctjullt ohöec 3j>n vlerken..
<©o& (iraalt <©oötg qomq^titl p^iïifÜÜÏMi^^
"______2Stimcti 3Öne_K^rk •
|
|||||||||||
3&aat l)p 3pn HmO'ten i»èiÖt.
8.
<ÜSp 3ict bat boom, eilkruidt, (Jroejen ttt aetöetl Uit. <Cot nutbooj 25eeft en' IBenfcöen. <© toat een jjoebfgljeit! Heeft (föoöt öoben Voenfcïjen! gloD? onj> onvu aerb' öeteiDt? Wat is de menfeh, ö Heer!
5Dat 8em trtu' gunft 300 3eec/ <èn rpIijB Komt befcöennen/ jBetaUén overvloet,
3©ie Rau 't aï Bebennen / 't <Soebt öat 0P aan üem öoet ? |
|||||||||||
10« <0gi
|
|||||||||||
^—
|
|||||||||||
Ziels Opwekkingè. 99
ïo.
<©p geeft öem met tito Zoon, <£en 4itmd#Cï0on/ cnïtooon' Genade, 6 Genade!
3©at 3Hllen top ban ^eer/ Wooi bit gcoote twelöaDen/ ©ecgelöentotntoeec? ; •i i .-
3©P3Ön0e&eelbecplic&t/ Heyligh ooo? uto aan3fctjt Ce letten/ na uto teelten. iBaaftt ong/ ó Godt! bequaam/ «©m te 30» uto ftnectjten; 3lan eerea top uto $aam! |
|||||||||||
ZIELS-OPWEKKINGE,
In een vermakdyke plaatze.
Pfalm 105: 2.1. Loovet denHeere, allezynewer-
ken : aan alle plaatzen zyner heerfchappye: Looft den tieere myne Ziele. |
|||||||||||
Toon: Pfalm 104.
|
|||||||||||
R1
|
Iiillilïllliillliiil=l
|
||||||||||
g(itofDfCopniptï3iel/ 3tiiüt«©aoelof/
Itü tuat g» 3!« geeft ouetüloeöig (lof/ Èl^ïiilli^ilïiillIIl
<DQ0fg wysheit, macht, engoedigheit, tepjiJ3fnT
45 x giet |
|||||||||||
ïoo Ziels-Opwekkinge:
üüüüsii^iüiis=I
giet alle Ping u tsa öm schepper bJP3en
iiüüi^lllillilgü^ii
•Jtcö öat ittpn 3ielü'£t haait hiacijtm uloog!
Süiülililllligi^^i
|
||||||||||
|5aa bobni toe / en siiet 300 iacge poog!
iüliiÉiiiliUlÉIïi
J5a 'taecöggetuoel / bol fnurtenpoelüeOen/
illilüiriiüüiüii
|
||||||||||
gp bleef urn ijoog/ en fcgeuDe ban oeneocn.
|
||||||||||
II toatgp/ ómtjiisiele' öoo2ten3ier.
3©a| aan't Gezicht of Oor berluftingöiebt/ 3©at met 3011 gent en Reuke nan betmaUen / 3©at aan 't Gehemelt' lieffelpft nan fmaken. $|ftvluggediert, 't Vee, bomen, 'tvelt, eilkruidt, 3Be water-ftroom, öie alle toepen uit; «föaötëboUjeit/ nietig «ienfc& / geeft öcje bingen/ 45obt ujengt Dieboon booj u 3pu Lievelingen. 3-
<© bolle 25?on ban goeDettietentfjelt! 551e d'aerd' en (jace vol heit tjebt beteiöt 30ao| <m§ l en selfê ooft inöit 3onDig lebeir: ï?oe liffMi't l§! gp 3ult nocfr beter geben / Cen eeuvuis goeO / ban ontuaetöeetb're pjp$/ «Een Stoningrpft/ in't%emel<?-pataoij$/ ©00? Jezus toe beteiöt. 6 2iel! naboben! Ulier alle fitac&t/ tcacïjt ubjen^oDtrelobeu, |
||||||||||
In-
|
||||||||||
IOI
|
||||||||||||||||||||||||||||
In overvlocdigcn, en fchadelyken
Regens tydt. Ezra io: 9. V Volk zat op de firaten van God
huiS) zitterende van wegen den fiagregen, |
||||||||||||||||||||||||||||
enz.
|
||||||||||||||||||||||||||||
TOON: Pfalm 28.
|
||||||||||||||||||||||||||||
OïlïllllËËliÉËÏ=ïli?=˧=i
igeere 51« urin bomi neöet/ - |
||||||||||||||||||||||||||||
rsS'
|
||||||||||||||||||||||||||||
©ECatiüect mig> Oft droevig weder;
|
||||||||||||||||||||||||||||
Eg
|
||||||||||||||||||||||||||||
0
|
lilillli
|
|||||||||||||||||||||||||||
©ecöifnt Dobj 0113e itnffeöaaüen.
|
||||||||||||||||||||||||||||
iEïEE?EEEI
|
wgÊm
|
S-5^3
|
||||||||||||||||||||||||||
<BtiinM in 't feaffen aan gmaoen.
"^^""llliiliiilllllÏE
|
||||||||||||||||||||||||||||
::r:a
|
||||||||||||||||||||||||||||
ÏEeectDocö'tüerDtrf teaniandt, en vrucht.
^^s^=lïiliilliir
|
||||||||||||||||||||||||||||
fêoojt nïenfch, en vee, tn tjaat ge3uctjt!
1.
't ï|eeft 0 ban ong 300 lang begoten/ 3£at gett en boten toegefloten/ <©een ttanen om öe SJonöen gieten, 3&it$ laat Den Hemel toatec uiteten/ ©ecmojfelt fêeet! on# Ijatbt gemoet/ 5©an (iojten top een Kanen vioedt, »63 3. ïüomt
|
||||||||||||||||||||||||||||
102 In goedt en aangenaam weder,
Komt ong üan 0113e sonbeti waflen,
«En droogt bOCf) Op 02 water-plaffen, ^tilt ÖÉje buyjen; en Détl regen! ©ecöetft niet Die öelooföen 3egen/ ©etleent on$ ï|eec een goeden oogft, 0a, öjeeföeit geeft owf teber ttoofi. |
||||||||
«JS3*
|
||||||||
In goedt en aangenaam weder.
Handel. 14: 17. Godt doet ons goedt van den
Hemel, ons reegen > en vruchtbaar e tyden ge vende. TOON: Pfalm24.
AiSI|=illllllllillilIliii§
% 't ^jctjepfel Dat op aecOen leert/ iE^ii=ilIi=illlIlïlIllll|lli
|
||||||||
't Bklft baat 3Ün plaatj? en kuoning jieeft/
®ëtöeuar3<cÖ in De'ljelb'telïcatéii J %l$ 't aangename Zonne-iicht! |llll=lillllllli|Ëiiiiiiii^ii
<$n 'g ïïemel^ klaar en tchoon gezicht,
ilïli§lliïiiiili===
goo ItèffelöH tornt neocïöaFen.
2. 3&anft
|
||||||||
Op het Jagen, Viffchen, enz. roj
.2»
«jank 5p u %êse! tooo? bit goet
©at sip ong ban Oen Hemel boet/ <Ö5p 3ênot ïtb) 3eg«n bjp 'on"# nebet. ï|ët veldtv niet al 3pn vrucht, en kruidt. 3be hoven, bomen niet Öaat fruit, ©etquiïlfeen tjaat in 't groejend weder. 3-
<© bat uto bjienb'ip aanse3icï)t. 31n Üe3u#! 't droevig tjett betlicöt. «©at zielen duifterheit betbttifjne/' SSeüieebfgt on$ beroert gemoebt/ 33a al 't onweder til 011$ / boet ilto gunft / en goetöeit toeec toerfcBöneu.
|
|||||||||
Op het Jagen, Viffchen, en Vogel-
vangen. Pfalffl 8: 7, 8, p. Gy doet hem heerfchen over
de werken uwer handen: gy hebt alles ender zyne voeten gezet: de Dieren des Veldts9 '/ Gevogelte des Hemels en de Fiffchen detr Zee. TOON: Pfalm 6i: of Vrolyck weezen,'
lacchen, zingen. guneer <©oö ben nienfej) fojmeecöe/
ls^|i§iiiii====i
|
|||||||||
€n becêerbe
<© 4 . $B«t
|
|||||||||
104 Op het Jagen, Viffchen, enz.
4lÜer jp» epgeu ü'eeïiöiT Ö«eidt. liillllPiiillll=lll
|
||||||||||
3©ag öem heerfchappy gegeöen.
|
||||||||||
il» wröeom
lÊiiliiËliiËiüËÊi;
|
||||||||||
2£>oüen 't geen öe luecelt teelt.
2.
3BI toat leeft onbeï ben $emeï/
.M't gewemel/ be aerd ofïn De zee, %ïtt 3<cö boo? 3pn fjanbtregeecen;
lan jtjn ïfeew/
€\ïi wan Ijaac 5P» pïscljt boïbee. 3'
Haar be menfcljban ©obtgeVoefien Cotge&?eefien/ 35001 moettoil en hovaerdy. <©ie na SatangiSaeDt ging goten ^eeftbecloten
tJpne ttiacljt/ en heerfchappy. Veeie ïjeBfierf öaac ontfïagen
©an te bjagen/
't «Job ban «iDnbetöanigöeft, ^P ontb(ncl)fen/ en 3P pogen Üa betmogen /
3Beet te ftaan met tojebelöeft. g^ocïj be $j>eere obeïbïoebig
|
||||||||||
25fe
|
||||||||||
Op 't Jagen', Viffchen, enz. 105
©ie 300 goeoig
<©n£ toeer in gena omfïng/ Sneeft on£ in 3pn Zoon gegeben 't Cetnnig leben. , ,;:
d£n ooft recht tot alle bing.
6. %\ biat Lucht, Aerd', Water-vloeden, iCeelen/ boeben/ 911 bie Schepfeis na ïjaar aatt: 45ttft <©obt tot gebjuift beg menfcïjen/ $a onf Voenfcöen *
ilit 3ön gunli/ top 3Ön 't niet toaert».
7«
^fetop^etgen/ 23oflcöen/ «Palen/ Achterhalen, /;; . ,;
©ooj be Honden niet geftiït/
(UJfgericfjt tot lopen, Jagen) (Jgec 3p dragen
(Cot fiaaï ^eèt/ 't gevangen Wildt. 8. :t-..',.'i.:"~"~
Netten, Strikken, OJpgeÖaiïgen/
<©tn te bange» / Ct«©eenin'tVeitofBoirchen3Vufert)': • goü betboigen boo? be oogen/ €n bebjoogen;
©angt be menfctj (jet vlug gebiett! 9-
VifTchen bie in 't water leben/ " Stoemmen/ 3bieben/ x 3©o?ben booj tjet Aas brtïeit. <©fin Fuik, enNetgefcljoten/ ■ ■■ . ©aflbefloten/
<£n 300 tot ben Dis bereibt. v.' : > 10. ï
Eaatjan$ 3onber te bertsagen/
Lopen Jagen.' v -f \ , Ci,
|
||||
£o6 Op het Jagen, Viffchen, criz.
30a be Vree Eli Heyligheidt:
Siel! ftsiït op uut paotin letten/ ,&ti>i&&en/#ettÉn/
gpnöeK in ben aieg seletbr. |
||||||||||||||
ii.
|
||||||||||||||
IIlll^lÉliilllE
Jczin ö-wr 4Deötg ï£oninfcryké',
==^EJE$p=:^::===;
|
||||||||||||||
©etgeipaen
|
||||||||||||||
EEEEEEï?
|
||||||||||||||
iliiillllilliïlpiilll
23p een Net, oaat: goet en giïaat/
iilliiililllllIP^l^i
Samen toetbt bp een getogen;
rt~©Tefrfg^töogen f!" |
||||||||||||||
# mpn gfel! tjoe 't «iet u (iaat?
12.
3Ne Godts Ryke na Van" tcacïjtén /
Höoetgerntoatöten/ ©00? ben Angel, en &et Aas aiDtla be Satan gaat betepben (Ce toetlepben
%&m sojglojen blinben btoaag! 13.
3£an& 3P «Bobt! 000? 3pne jegen/ a^etCöerateBen/ , |
||||||||||||||
mt
|
||||||||||||||
.... «^..v.-vj,^.;.
|
||||||||||||||||||||
Op het zwieren, en fteken, enz. 107
35ie ong wlfcen oüetüloeöt
$an 50« Schepfeicn gaat geben/ <£n Daat neüen;
gn Den ï|em*l ö?«ï Jpebt. |
||||||||||||||||||||
Op het zwieren en fteken der
Muggen, enz. Nehctn. 9: 6. Gy zyt de Heer alleen die-gt-
mankt hebt de Hemel, en al baarbeyr, deaer- de en wat daar op is, de zee en wat daar in is, en gy maakt die alle levendig. |
||||||||||||||||||||
.TOON: Als vooren.
|
||||||||||||||||||||
nmüËiiiii
|
||||||||||||||||||||
ui
|
||||||||||||||||||||
'ft JL J. ©0? Die hieyne vlugge dieren , -
iüiillïiii==l==1
&LV;-stip 3tt)ïëïeu
|
||||||||||||||||||||
Zuyzen met een fcijecp getuit.
Illiiiïlllifïüll^l
|
||||||||||||||||||||
't 3ip(tt 3p üiajen met Ctomuetten ,
|
||||||||||||||||||||
't ,-ètaat it letten/
|
||||||||||||||||||||
'ft naerft 3P4jeuen leffea uit.
ï. $pfefT«i
|
||||||||||||||||||||
lo 8 Op het zwieren, en fteeken, enz.
|
|||||||||||||||
mmmmmmm\
|
|||||||||||||||
Spicffeu/ \aapm$/ niet oiuüjeften
|
|||||||||||||||
38>ant 3p itcken
llllliiliilIIHIlllll
|
|||||||||||||||
, ©ng / en 3upgen Dan tjet bloeDt /
ilHIHiüigüiü
|
|||||||||||||||
/ilDaanè öiig niaac honneh natten
===E»=fEE*=S=======^===Z
|
|||||||||||||||
gp flei i)tS raiwi!
Il^iüügüil
|
|||||||||||||||
rCot 3P hoelen garen moeöt.
3-
Ctflö* meiifcö! om u te ïeeceti/ <0oot te eeren/ SBefcen öe3e Diertjens fiof:' 3£>ie gaar 't Vuesen geeft geojeben/ €n Doet leben;
4Bttft öan ntoen &thtp#tt lof. 4-
Vliegen 3P U Om be OOttn/ €11 berftooren ïltoen fiaap/ en bjelmi tuft/ 3£it moet ubae 3iele bieh&en / Zkh teftreftften
€ot gaar jplicöt met meerDet ïuft |
|||||||||||||||
*. Hiaat
|
|||||||||||||||
Chriftclyk Waterïiedt. 109
s>
2aat on# €>obt In alte# feennen; agn on$ toennen (Cot Dienft jpnet IBajefïeft/ ©an/ en öoo?/ Mm Dat top leven, ï|p toil gerjen /
3-gtjen tot in eeutoigöelt. |
||||||
CHRISTELYK WATERLIEDT,
Op 't aanfchouwcn, of varen in de Zee,
of andere wateren, enz. Pfalm 107: 25, zf. Die met Schepen ter Zee
afvaren, handel doende op groote 'wateren. Die •zien de werken des Heer en, en zyne wonder- werken in de diepte, enz. TOON: Pfalm 78, of 90.
ZgfpëllË||l|Ë|^fp?|||ÏËÊp|?|
3|ngt/ 6 mun 3iel! uau 'g iif ee ren mogmttjeOen / gijn tufrhfii geur» lioffe aan um' leüra /
§81 tuat gu 3iet u3iï utóoöë grootheit totj3e 11 /
Cnlecïeiïïism in 3öuc"fcüepfei^jp3tj5wr~
HHaa&t
|
||||||
,i*o Chriftëlyk Waterliedt.;.
"séaaHtfioci/ óiifeer! mijnöect/ en tongeereïöt/ **™~~i€ot iöëmen eer oan ubae Üajeüeit. 2. •. .
<©fe '$ Stemefê-nrfngen feoo? ut» toooiöt gfng
fïicrjten. 55e 2öu / en ifêaan / met 300 beel ^emelg-lfc&ten.i gpeaetö'tettoüon/ boojmenfclj/ en anb're bleten» ^eZee, öe Waterftroomeii, m Rivieren;
^oo in / 300 öoo? /en om / öe aero' geboert / 3©aet in 3icg meenigö fcöepfel boeöt / en roeit. 3©ien^ baren ölRtotïg rij',cn na öe luoinln /
Soo baft bepaaltin öare ftetne Wallen, <©aar't groot gebjelörgefïut/ HomtneerrebaHeti. Igoe 30u De aetöe booi tjaac vioedt beftaan ? ^oo niet «©oötg macljt öaar flirtte boojt te gaan. ,. 4- . ■
<©aat 3iet men op be grondelooae baren, 3!>e uolReren 30 bersig rjeene varen.
Ceti groot getal Die op öe wat'rentoanö'Ien / 3f$n berre lanöen / om alöaar te {janö'lcn / 3&a<®o|t/ enffleft/ na'tSulb/ ennpube$oo?bt/ ^n 'c dryvend' Huis; en in 300cngeu boordt! -■',■- S- " * ■■' ■-./ -,
«©aarvaaren jp / betoaaetöooj <ö5obe# ïjanöen /
©O0?ftorm,en klip,b00i vyandt, breuck, en ftrandeii. %\$ oor öe oooöt ftaat bo'o? ïjaat aller oogen / <J0een:öulp nocjj raaöt! alleene <©oöt£ bermogetr ^êtilt d'ongeftuyme windr, en 't woedend Meer, <©p öatöetboi»/ Qü<©Qötb«rouUienlt$:.
6, Zp
|
|||
Cferiftelyk; Waterlied %n
6. '
%p zeylen heen, gebjeben ban 6e winden,
<3Totöat3t öaacgeteKnftehaven bitiöen/ a&anjupc&e.n3p: eHbj£beii1|etteb?e3eri/ ©te Ionen fjem / boot't goet aan gaar betoc^n: «©at <H5oöt ïiaer boett ÖOOJ' t woefte £ lement. €u ai 't gebaat / ban ïjare oogm tuenöt. i. Pauze. 7. 't letOttÖCft Bttdett / tnet fchoone water-vlieten,
i©fe met ïjaac vioedt öoo? uecgen öcnefcöteten. 3£e fïetKe ftromeh, poft Öe fclare beeken, <©ie tuften noit/maat loopen jjateftreeke»,- - gji vloejcn Öeen / tot tn Öetgroote Meer, €n fteerenjoo tot ijaren oojfnjonR weer. 8. 3£e bmcj)tb'te 2e«; öe dromen, water-plaffèn,
*©ie Öjeiigeil b00?t 500 veelerley gewaflèn. iloeRrieltöet Meer ban Monfters, Water-dieren f 3£f e öaac in Jeben / toemelen en 3bjf eren* ïgettoatet geeft be Vis inouerbloeöt / 3©aar 000? be menfcö bjojöt rpelp geboeöt.
9-
3Eang$ d'oeveren ban 3oete water-ftromen , S^aatgtoejen jeet/ öecierelyke bomen. «Ên 't veidt oaat up / geeft groene vette weyden, 0oh koorn, en vrucht', üoo? menfcö/ en beefï Be* fctjepben;
Wi$ een betmaanlp b?ue&tbaat Parady s, |Kpn3feïerpfi/ geeft <©obe lofenpjgg. • 1. Pauze. 10. 3©at 3fet men fchepen fjeen / en boebet varen, €Ib gaat 3pn roeg / beladen met 3pn 3©aten. Spzeyienfjeen / of moeten aan't iaveeren> $aa dat Den droom ij? / of De winden fieeteu. <6\k boet 3pn befi tot 3pntt reyzen fpoebt. 5P>P30fte biiinfi maafit al öaac moepten goeör. 11, 3©aü
|
||||
t ti . Chriftelyk Waterlïcdt.
|
|||||||
ii.
|
|||||||
IlI^liüülliÜlüliPl
^©at groot oemuft / en atüeibt ië te methen!
HüÉüii^Hilü!^
|
|||||||
, ^n'ticheeps-g'ebouw, Ijoe tifflöertjauöe wethen i
lllliilll^lliiliiilli
Ma'"' ,iouw , endiep-loodt, ankers, kabels, leylcti
i^iii|Êl^iïiii^ipi|ii
't Koer, ot öEituut / 't C»mpas om niet te feplenT
lEilliiiiiililliÜlïii=ïill
3©nffüaat Den üoeg / en 3et 3pn uunt na 't \ ooi de,
(^ üJonu«x4öoDf#! J 300üaattüenbchipperüoojt. <©aat toepnigfrelpenzeylen Aromen, winden,
•ÜBitt nocij üé menfes] een anöet öuïp te btnoen / t©p öat 3un re$ niet lange 3011 üettragen; jBoet riem, en pam, t)£t fchip of fchuiije j agen, 't UMr met t«ecöluct)t Ijeen boo? fytt water gfpbt/ Ijia üoIR üomtfean / op spn o efiembt tpbt. 13,-
Wi\t gp / 6 rnenfet)! ben ftichter eeng Defcïjoutoeti / ©an3utJténïwnft; 't$>©oöt/ Dte3elf£beê boutijen/ 3F>atgrooteSchip: Öaat Noagsg3nt,éae5»lbe/ Cn 300 tieel ©eeS betjoubeni£ ftan tiinöen / 'iCen tpbt bt$ Vioedts, öeeftöubeArkbereibt/ 3$a 't totjs? ontüjerj» ban <$oöt Jjem tioojsdc ibt. 3 Pauze.
|
|||||||
ChriMyk Watc^liiedt, i ï 5
3. Pauze. 14.
Kplifjoogccop/möne3We! ómtefeecen/
3©atgp ö*ec3ict/ ■'ftorïDtflp te nutte fceecen. Efet gp be zee, ben afgrondt öaat De Irromen j "©ecwat'renuit/ énbjebetöeneKömen/ daarin 300 meeoig fchepzei groeit en leeft / ^ie oaij öeu menfcö 300 beel te nutten geeft. ©enftt toat eenvoiheit, ip 'ec In bendeere!
ï|oe üeel öp geeft / noit nan fiem ietg ontüeeten. ©te.volletërpn; FomelneBanÖetleben/ pil ÜJien ör^cljepfefgieven, zyn etl zwevea, ©oQjuiien'tüeftaat/albJatoeaerbombangt/ 3öan tuien Mtë/ «1 nocögebuutig öangf. —rHrr™ . •' v-r:.; „.;-'.:. 16. .-.--! : -
3©at geeft Öp Oll^Uft 3Ö"e overvloeden ,
#£a 3iel en lichaam / beeler&anbe goeben£' ".*;■ I JjBaatluat opgeeft/ moetüiebet tot tjeïh keerem ! opmoet/ ó3iet!» oen Gever Uieet oewecen, <ö5p öcot ban 4jem u luesen en öeliaau. SU oaiift en lof/ moet lueöet tot öem gaan. 4. Pauze. 17. <ö5eïyft be baren op maï&anb'rai uoïgen /
Het gcoot gebjuté / éii 6?epgen 3eec üeiöofgen; Schip, menfch , en goed'rcnöifttoif^ teoei'Delgeil/ ^ametöaatvloedt, öeaecöetebec3lüeïgeii. - ; goo f£ &et Ijiec vol moeptenen becojiet/ <©p öe3e aecb'/ i$ on3etu(ieniet. , ,.. «v !'t
iir5p3iett)efchepenb0pj3Ó0woeflebaren, ,
IBtt üeei gebaat^ en tegenfpoeben varen, ©an in de windt'j 300 fyeen en tuebetstoaejen; > .' ©anjjelptgeenftuür, 't fcan na geen (heken pja jen: 't ^c&fp Krijgt een ramp/l)et iekt,ljet i'cheurt en kraakt» 't Schijnt anOec^ niet of o'onbergang genaakt. |
||||
114 Chriftelyk Water-liedt.
19. |
||||||||||||
:==S
|
||||||||||||
ïSoo móet oe Kerk Oooj alUtlep geöaren /
©00? öeje woelic wereidt fjeene varea. %t saaöt óët jiüniglöo rajeiiben necüoTgen / 3laariiimmec af ®oötS hUib'cen teoec»olgen / ||||iËigë|^g|ï||g|ï|Êi|||ll
Sao?Iiil7 gètüdöt/ öebumng/111 ifcpwiiin:
|
||||||||||||
©öojüatfcije&eee/ ttuitï/ onmfi/ Uetteru.
|
||||||||||||
20.
<©n ooft mijn 3*eï! tertofjl gn öto moet 3toerben / 3|n '| wereits-zee, am 't ©aöerlahbtte etfcen. Vaart tegen ftroom, üantufEeH3? ge3inben/ <£n tegen jtefet ban alle wervei-winden. ï|oeüaa?ben U)p booimoeute omgevoert ? 25efliten/ ödetyoritruft/ en fieebtg beroert. |
||||||||||||
%IS 't pene / 't anö'ïe ftruig Bomt achterhalen,
gnjulfmiftaut/ Iaat bocöbemoebt niet balen/ 3Bf 3 #eere öeïpt / en saï t>et roepen Jjooten. gin bitt're wac'ren jult gp niet tistftnaoren. 3@fe zee, en windt, t}eeft onösr 3pn gebfeöt: ©ie flilt den ftorm, en öeïpt u nit üetbjiet. 2Ï. 3©p
|
||||||||||||
Chriftelylc Watèr-liedt, li^
22.
3B|i§el$enffi0föt! iiiftroomenbaneïenbe
^jeom ens gam f <ö5oöt! jaïsc mimaaj ïöenbett. ï|p ojeiigt on£ in be haven 3tj»ec tufte. ©aaciaieejidnaOjoeföeit/ tjaatbetiufïen! 3&P 5PH fl?Öf S OP Jezus! Oilje Rots i «0efn Doof/ uoclj öel/ runt on#/ uitbefjant^Efobtgü v .:■-:■:•_ 23.
WS #abBfin 0«»ft /Jaat bafen op ong nebe*
Jjjtl:önjènÜJfg/ eilgeeftvoorfpoedig weder,
5©ail zonnefchyn, @QH$ett bequaoie winden.:: 3Psnfit/ öpe ontmoet be 3|eete 3Ö11 oeminbe* ! flergunrt, en troofi, öelïraaïtftpöaatgemoebt/ 3&an upjö'ïen 3p be reis, met goeotti fpoet. i, f. Fauzei 24. giet gp be (troomeu 300 geblMtig vloejen, Z&ie&mettiiiï/ tjaaszee-waartsheenefpoejen; 3&ug loopt betydt, be dagen, ban on$ Jeven 10a d'eeuwigheit; öiar rufre Uiojt gegetoen In Godtf öeu oojfjpronïj; aan Dfeöeseu tydt (€bt iijm eet/ en Mek nut berjlpt, ïeïof'tfchip gereet ? 3jjn zeylen opgetogen ?
3©a?bt 't los gemaafit ? jal men tettSep3e pogen ? 3Badtgoedewindt? paftmencrOHopgetyeii?'
<©f treftt Céll paerdt ? Doen riemen fchuyteri Qlpen ? 31500? vaart, en ftroomi neemt 300 be rei£ ijaac fpoet i <© 2ie!c!' ttacgt/ bat gp ban ooft 300 boef. .2.6.
JKaaftt los den bandt ban aïïe pbelijeöen. 3&ie't fjett 30.0 bindt, aan bitigen ftier bnieben. ifonbtugereebt/ te varen, t'ailec uuren/ 't Genaden-ty! bat3alllfetaïtpbtÖUreil. Spoeit toat gp mqogt/ en 3irt niet ach terwaart %\$ Roeyers boen: 3ift voor uit, Op tu# vaart. Üj> ï 27. Breidt
|
||||
i rG Cfariftelyk Watcr-Iiedt.
lirci^t'therteuit, me7öuu«s3ie^tietïangen/ '
CcacöiF öat 8P maoat öen w iadt des geeTts onTfangen/ iiïillilllliliili^l^
<®m fnoeöigiijft/ rectjt aan / enjonöecfepleii
^aüoöeiitoe/on^Üaöerlaiiöt! tezcyien. |iïi|||ï|||^|||||||ï|i|l|l^||
|
|||||
©f ftroom en winde, at öifctoi)i£ tfflfii loopt;
^üliöt «WföFeirkoa^'t ffttitt bttgeefjFöe0OO{£
6. Pauze. 28.
%?ittgp ten Schip, Dat menfehen geeft gelaben/ ?PaaC3ame!l tiacen goede onD« quaden;
Soa f£'t.Hiet<ÜSoDri> gemeente tjier, beneden, ©aard'h'uychlaar (CÏJlipIDt/ Dp <£&tf|ïi vrome leden; 3ln waan-geloof, enrchynban%plfgïjeit. ?&ocö 't ephDe toont ban DepDe 't onDetfcïjeibt. Cettoijï top fjfec nocl) Qnöëï'tbooze feben /
Haat' top pif| noit tot {jaren weg begeben: JBaat Ö0O2 Ds deugd', ÏJSattOt De deugd' bertoefiRetl.
Ilsaar met ong t'oorbeeldt tot De tooom|eit ttthhtn. 3B>at ooij De vree, en liefd', en {jërten binDt ©atl Zïons volk 1 en maaift'Die eens-gezindt. |
|||||
Chriftclyk Water-liedt. 117
3°-
^oe lieff ij& i$ 't l toanneer top onjS beWntif n i (Ce3Ön bedelt met Herrielze gezinden ?
3©atglan$! WDaar? ai#300tieelheid'relichten, 3Ê>oo? eenen 4Betfl raalnanöerg 3*elen fïicöten ? «©aar tweeóf'driesïjneert#/ inChJifliNaam. 3ftomt Jcfus3elfj?! enöoegt3icD metöaar saam. 31-
45t\ijli öe Reyfers! op De zee, f 11 ftromen,
3EI nader aan CI1 bp De haven nomen. 3©at men ooft Doet/ goeöt* quaat? of beitel 3afien 1
SSnïeDigöeft/ inPapen/ of met toaften. JlKen vaart al voort! en eet Den Reyzer öacf)t/ 2f# meenfgmaal3Ö» reis ten eind geujacjjt.
3^
3Pn$ haaften top gebuurtg tia Ijet enden, <©n£ letten fïaat niet fiü'l noct) 't 3al opt toeiiDen / 3£aat on$ Dien tydt, Die vliedt, Dan wel belleden, (0p Dat omS uftganli 3P in ruft en öjeDe- 3B>ie l)ier3tjn tydt berliefl in pDeiljept / ïifem i$ ösar ria geen eeuwig goet bcreiöt / 33-
't ^kïjpnt bOO? Oï\0 / of De oevers ï)aar bewegen, JBaiineec top Daar boojbp te baren plegen / 't^of3pvüên :3ofgDltaetb3etoé3eu/ i|oe baft §et fcftjnt 1 ijoe öeerlön uftgetoen I 't S$ Si te loS / 't gaat haaftelyk voorby; 3£aarom/ Ó3W !mpDt'gtoereItg|Tabernp.
7. Pauze. 34. «©e Stuurman flaat Door 't roer een fchfp regeeren/ 't jfêoet na 3Ön toil 3fcö öeen / en toeDer keeren; Bo gaat De Sfeer De toerelt ooft beftuuren! Sln3onDeröeit 3a! 3öne3orge Duuren / JlKeeft oüer 't ttolft / booj §tm ten Dienfl bereiöt % <© W\t\! begeeft u onöer 30« oeleiöt. ï£ 3 3S' £1*
|
||||
tiS Chriftelylc Water?Jie^ö
BM lu 't Gompas, Jdo nouöigtil §tt varen,
ilIÈgi^ïiliiililüül
gJal men Den 'üttg rec&t uinöen / en üeroaitn.
iiiiiiiiiïiiiiiiiiiiü
®ug topft Godts Woordt aart Gïl£ Oerechte ftr. ken,
|
||||||||||
g|n onsen weg/ tjet teont ooft De genjeften/
lllllïiil=liElïI=El^lïllllllïl
"Voigtbjflaroettopiif/ vliedt, DaatljetbileöeiHeett/
|
||||||||||
©luaalt fin ÖadC Oail l 3tet bat gp wederkeert.
36.
<6rïp be Naald met zeiifteen aongefice&eii / 3filg 3P maac Iets? ban 't Noorden fjj getoeften/ 3$ 30tiDfC tuft! 3p reilt / en ftaat teneben; Sooon/ möh|W.' toat hm ubj tufte geben? 9£$gpbari't Woordt, en ban tito Jezus! öbJaait? 3E>aai:i£ geen ruft/ tot Ijp u bjeöet Ijaaïr, 37>
<d5p 3iereen ffehfp, in zee \ op ftwom, en kufteti, PJnftorm , enbuy , 3eetbaftop anker ruften; So moet be 3iel fit 't nru# [jaar toetje30iiöen / ©e hoopop<©oöt! en 3ïjngcttoubjfj;dr gronden, a©atf)puelooft; tétoaae/ en eetibjfg tiaft/ <0P %mn grondt i$ ruft, iij 30^3/ en toft. 38,
|
||||||||||
Chriftclyk Water-liedt. no
38.
ffl$ top ban een£ na lang en etnftig pogen / 3$e ftadt, of piaatze jien boo; on3e oogen / daarom öe reis ban on# toag aangehangen / ©aai ijeue fïtefiten on3e£ 3ielg-betlange n: Ifêen i£ betblgbt j toat i$ 'et vreugd in 't jjett ? 3&an i{$ 3eet yaafï betgeten aile fmett. 39-
3©anneet gp ziet boo? b'ogen ban 'tgefobe; 't Jeruzalem! ban Godtbeteibt/ baatboben/ 3©fen$ poorten fïaan booj Jezus boobt geopent. 3&aacgpnaby komt, fitpot/ en toacht/ al öopenD/ gpt blp / en juic&t! bergeet al öet betbjiet ©an titoe reis, nu gp Üt haven 3iet. G E B E D T.
8. Pauze. 40.
Ö volle zee! 6 <0obt! UbJ QOetgeft^ ftromen,
flto zegen vioedt! laat in / en om ons" / fiotnen / «gcljeniituitubj voiheitaan be3iele't leve», gnubaen Soon! jaftomton^ alles geben rCot3aligl)eit/ enutoe£nainen£ mi ©an&eertutogaaf, totu/ 6 Geven toe«t. . 4*-
23ïpftbp on$S J^eec! in '# toetefê woeftebaren, O Jezus! fiomt in unö geselfcljap varen; git gp aan 't ftuur, en voert onjS attm ffaben ülitartbecbïiet / totinbe^Hemeis-haven.' ■JWgnooot/ en boobt op reis, on^ treffen aan / Behoedt ons Heer! op bat top niet betgaan. 42. Illto goede Geeft! toiï OU3e 3ielen dry ven; <©p bat top niet boog ttaegljett acljtec blyben! Biaaft inon^yett/ batliefb' / enpbec/ ötanDen. ©at wcrelts liefd', nocg fterffelykebanden, |4 * <#n0
|
||||
,.:......
|
||||||||||||||||
i^o Op-'t zien van ^cii.HemoL
'c©n£ op beu tuejiï) niet fïtefiften tot bekt/
Slaat öat öe jiei / 3ic& fieeöjf na boven zet, -. ..'••'".*.*"■*!.''."• '..-43t«'.:"- ■.:.'•
3ïljj SP on$ uit de werelt vol elenden CenfOü'etDori't/ en öoet öit.leven enden. ©oet on$ na al öet pogen / en betfangen / ©anruft, en vreugd', verzadiging Ontfangen ©00? tltq aan3icï]t: in 'tj^iS Vadcrlandt, <©ntfan3töe3fei! ó Jezus! iMUtutjauÖt. |
||||||||||||||||
Op 't Aanfchoiiweri des Hemels,
Coloffl 3: r, z. Zoekt de dingen die boven
zyn, bedenkt de dingeu die boven %yn\ niet die ^op de aerde zyn. |
||||||||||||||||
TQON: Pfilm 68.
|
||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||
w Ultcüen üso^iti! vcrhett uto oog
|
||||||||||||||||
ïèm tmtiit'üof/ «uiètom hoog,
üiliülliiüi^ü^ii^l
©en-Hemel fcomc uefcnoiicoeu!
Èlilfffflilllplfllgi^l
giet UA UVU Huis, «1 Vaderlandt,
|
||||||||||||||||
ai^elft <fi5oör öooj 3911e (lepe nanöt/
|
||||||||||||||||
ypu$
|
||||||||||||||||
Op 't zien van den Hemel. 121
«©lig ciereïyiT ging ÖOtltuen/
|
||||||||||||||||
=2
|
||||||||||||||||
iiiiiiiiiiiiiii^
|
||||||||||||||||
<©aac_bovcn tg <ü5u0tg öeerlpnöett!
iiiiiii^iiiiiiiisii
3£aat \$ De Kurt, en Vreugd üetelDt/
3£aar IS een zalig leven! ügüÉiümif
|
||||||||||||||||
«£en leven, 3ouDcc iioQöt/ en fcooot/
i=lülÜ^^lilill=li
|
||||||||||||||||
iit>aat i£ een jütt/ of goet/ 300 groot \
lllllillilillli
|
||||||||||||||||
5baf €>oöt Daar nut 3«t gene» i
|
||||||||||||||||
3©eac isJöeStadt; 3ofchoongeboutot/
3Bimg ff raten 3ijn ban zuyver goudt, 3Be poorten/ en haar muuren/ Paarlen, ft! Eedel-fteenen 3tjrr. , ^aar hoeft geen Zon, noch Manefchyn, I$aar licht 3a! eeutoig buuren. 35aat i$ geen 3onö' / of elenü mttt / Alles in allen , i$ De $?fec! ©00J 5pne Hemelüngen. 30ie eeiiüJfglpft tioo? 3tjnen Troon; 353rt een boïmaaftten Hemels-toon Halleluja! jtaanJfngell. |
||||||||||||||||
3. SBaar*
|
||||||||||||||||
122 Op'tzienvandeMaane, enz,
3©aarom / 6 menfcö! ban tm$ getotoebt?
3©aarom 30 laege üan aemoebt? S$ utocii fcïjar op aecben? © neen.' tjet alDcctjoogfie goebt/ 5S>aau em$ tttij 3fel in cufipti moet/ ©nelnbffl fltdöt ban toaetbe! %$ in Deil Hemel ïot% Qtitiïtt. '.'■ 5000? Jezus! uooj onS toebereibt.
©el, aart be 31e! cm hooge! ©etgrtt b.u tjicc beneben $/ &aac boven i$ nto erffenis/ ïteect baar uui Ijett/ en Doge! Op 't aanfchouwen van de Mane}
en Sterren. JEzai. 40: zfi. Heft uweoogenopomhooge^enieziet
wie deze dingen gefchapen heeft, dieHn getale baar hek voortbrengt, tlieze alle by name roept) enz. TOON: Pfalm97-
|
||||||||||||
ihisë
|
||||||||||||
G
|
||||||||||||
«dot! Die ben dag en nacht
|
||||||||||||
gn ijare ojoec bjacDt/
|
||||||||||||
I^=
|
<0intt aan ben fêemel fïTcflten-/
^00
|
|||||||||||
Op 't zien van de Maanè, enz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ui
^5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
s=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Eoo ueele supö're lichten.
mmmmm
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©e yelD'te Zon , en Maan,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
EËËg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ESE
|
ËËpËiÊÈÉiËfüii=
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
©ie om öe toetelt gaan /
iliiliïlliiïlifl
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
=*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©e Sterren met tjaar glans,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
iüüiiiïlii^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©te öooj Den Ifemtl / gang
liiiiüii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
«ütecetuB oeripjeU (iaan.
z.
©e Maan in öacen ntfng go uof üetanseting^ ïtomt tjaat geleende ftralen ©au 't Zonnelicht ontfjalen. mol$l 6 3lel uta (laat/ ©te 't oog' op Jezus flaat; «ép öat 3ljn licht, en draal, dBeöuurigtj inu öaol/ COt donkerheit Üetgaat. 3«
3©at flikkert meenig licht, Zo hiaat iu otrê gestcljt /
©e$ nachts in duyfterniflè, 911$ top be sernne mfffen- S$ 't Firmament 300 fCÏJOOll ? ï£qe Ijeetluij \$ Gods Throon! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
©aau
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
H4 Geeftclylc "Winter-liedt.
55aat 's Vaders aanzicht (ïtaaït?
©aai; oiuen Konink pjaalt ? ©aac fu'öjjt mtjn jiel De fttoon. <© bjome! öie t)i« leeft:
€11 önöet boo3e 3tüeefc/ <©'ceft UÏOttl klaren luyfter, , 11$ Sterren in t)et duyfter, Ci» taan u gebe licht, i il» tong, en wandel, filcïjt' «De felinöe kromme fetjaar: 'C.;
3E>an 3tilt sp Zonue Waar
Blinken, ÜOO| <Boöt$ aaH3lc|)t. ' -"
|
|||||||
GEESTELYK WINTER-LIEDT/
Plalm 147: 16, 17. Hy geeft fneeuw als ivolle:
hy flroyt den rym als ajj'che. Hy werpt zyn ys henen els /lukken: wie zoude be/laan voor zyne koude ? |
|||||||
TOON: O Zalig Heylig'Bethlehem,
|
|||||||
Gecftelyk Winter-liedt, 125
|
|||||
©e Zon nu ban 011$ afgegaan,
IBaafet lange nacfjtEU/ korte dagen, - ïget plant-geuja£ moet 'fiilie liaan/ ©00J al De guure 'winter-v lügen. . ' ■-------- . o' 5De koude lucht, en fcherpe windt,
©oen 't viöéyerid water 30 verftyven, ©at men betteben paben'buïöt/ <©p 't dunne vocht, baat fttomen b$ben. :"'"'' 4- "■••" . ... •:
3Be witte fneeuw fsebejtfijet beïbt/
©at groen / en Itefïiife $hq te Mitsm/ 91a menfeö/ en beefïeusjjn beïfteJt/ CÖ ÏU'aéjjten OJJ een ander'; weien. •r. .'•■•••■' loei^'tnietu/ 6 2teï! gefïeït? ©ie booj be liefde pïag te blozen! iföy bunfit bat u öe 'Hctiöe feneït/ lil» kractjt/ en geeft/ fegtjnt ooft öebjosen. 6 <©cïj ja! ift ben ban k'önw 30 ftyf, ï|et innig vuur i$ ui|i üütbjrfte'.l /
©ie koude bnugt Doqj 3ie! m ïpf/
HBijn fecacgtcn sfjn bpnsü L^bJenen. Ifêun 3iele i§ sm dorr' ■ en doodt'
3BCÖ! onbeqitaam tot go-de vruchten! ©an leben/ tuft/ en Kraiïjt/ $0 bloot. ©at boet tnp blftiuihj innig jucgten. • > 8.
O Vader! Die nip fjebt gemaant/
JHomt
|
|||||
12,6 Gflcftdyk Wmrer-liedt»
|
|||||||||
ïtomt boef) mpn frette .toeer verwekken,
3S$ utoe aeeft mpn 3fele raakt, 3&an 3al mijn liefde tot u fïrefcnen. |
|||||||||
O Hemels-licht! pat tiebtt quattl/
i©m in öf 5ieim tjt ontfteken, «gen wederfrraal, feil liefde-vlam, <®m alle Diipftetu^ te ötefcen.
|
|||||||||
11.
•föeeft fitfl en ïrcaic&jt in mijne siel/
ï©at nVueil Geeft, mÖ'1 fjeefï verwerme, -.;'., \< <©ie fchicr. verkleumt, in flauwte biel/ 38c{j/ toiït u ob& .(pp ontfermen. - ïlm fieföe3P ee« Htacïjtfg vuur!
2&flt koudt', én lauw? in mp limeere/ ©an {jeeftmöll wederliefd' tjaci: UMIC/ t€n brandt in yvwy fccoj ü 1%mt I -. » -. 13.. ^att
|
|||||||||
TreuivLiedt. ix;
|
||||||
*3ï,.
®an 3a! ih u met vuurïgheit, ,
©eterren fn mijn sant3é tóJffl'- HSÖii Öect/ en motiOt 3al 30« bcttibt/ 11 eeutoig lof/ en p?p# te geüen. |
||||||
TREÜR-LIEDT.
Ovce den droevigen ftaat van de Chriftenheit, der
Kerke, en des Vadcrlandts. aChron. 7t 14. Ende myn volk, over de welke
mynen Name genoemt word, zich verootmoe- digen , en bidden, ende myn aangezicht e zoeken, ende zich bekeer en van hare boze wegen: zo zal ik uit den Hemel [forenzende hare zonden vergeven, ende haar lant genezen. \ Op de wyze van den 2,8. Pfalm.
JL Reur Zums volk, in ïie$e ieqtn 1 ïllliiiilliiiÉililliÜilllIIIï^I
$u «üJoöt öe3oeüt met 300 üeel plagen.
"'t gjijn Öetten iaroTaeipTiie fteenen; ~~ Üieom D'eleiiDtn nteFen weencn,
|
||||||
iiS Trcur-liedt,
^-^iiiiigiiiiïr
|
|||||||
(0 ÜW! Uiat IJS eeil duylt'ren dag !
2.
35en J|emel bjpftbol gramfchaps wolken, 3E>ie -ffiööt uitfipjt op alle bolften. J i ©e Chrifteri- wereldt i$ in ïOete :
't ©oln öat Godts Name noct) vuil boeten/
fteitganfs" verdeelt bantengefcheurt.
3i5au camp / en fïraf öeeft elft 3#n beurt.
3-
b'<©nt|le&en öjanbt ban d?Oorlogs-vuuren, gailbett' / en t)p beNagebuuren, '. -,r. ..>,. ©etüjoefï / betbetft nulanbt / en fïeoen/ «SJaat lecut / en miïe gantgë betreden. 3©ie roeet toaac öit notf) efnben lal ? 't ïtomt uabet bp / en bjeicjt ben bal. llbj kerk, en volk boeit ooft be töeben /.
<©l|eere! neemt3e in uto jjoeöe. ©en Antichrift, en Babels volken, Verleyders, teeïjte 2atail£ toto - ^taan op / en quellen fleeb£ uto erf, ^p 3peften niet a(£ on$ beröetf. S.
®nj Vaderlandt ftn3gt3t»are flagen
©an ubje öandt.- ö'le beele èagen WbJ gram gezicht ïjün (aten metften; <ü5p jieltiuu wrake bafï te toerfie/ <©ptoo?nt/ enfïraftongbagopöag/ flbj gunfïe fcïjijiu nietal&eplas- |
|||||||
6. 0p
|
|||||||
In Oorlogs-tijden. tx$
6. <0p jpïagt boo? Nederiandt te fttnben/
<& <0oDt! gp Ijieïpt ong uit het ïnben. %l toag ben £>taat noch 300 betlegen/ (J5p fttoonbe Die mét heil, en zegen. ffêaac ach! öe Kaadt, en moedt be5tapt/ W$ 0P met utoe huipe torjïtt. 1. Pauze. , 7. Hen 5iet al uit/ men wacht na vrede,
Ha teobing uit be tcgenheden. jfêaat act)! het gocö' blijft achtct toege. <Pe voorfpoedt bliebt / 't gaat alie£ tegen. 't f$£ aï verlies, en ongcMt. Elk dag brengt anp in nimme öjuït, 8. «SMtboen/ 6 Heer! öe groote zonden,
JBaat in top boo? u jijn bebonben/ 3©p aïïe 5tjn ban 't padt getoeftcn. * : , »©icg fiomt gp 0115e baben tojerten. <&n$ quaat/ en ongecechtfgijeit/ ïf eeft boo? mf befe flcaf beceibt. 9-
fflp ïjebben tegen uw geboden, 25p on|/ 6 (j&obt! beef vreemde Goden. : » > Uto dienft, en Eer bJOJÖt 3eec vertreden. %lto Naam gequetft, niet vloek, en Eeden. üto Woordt, en Ruftdagh klein geacht. <©ng hert aan't fchepzel toegebjacht. 10.
jjgoekoudt, en doodt 3tjn on3e3icïcn gin utoen dienft? maac ach/ hoe heiden 3©an bianen d'ydele gedachten ? <&n booze tochten, 5onben ftcachten/ Traag, Ongeloovig, zorgeloos, Ondankbaar, trots, fg't httt/ en boos. 11. ■' ,' - ■ i kij.
H»t, gtamfchap, nijdt, en bitterheden,
21 Naam-
|
||||
ï3© Treur-Eiedt*
|
|||||||||
Naamfchending, achterklap* qua zeden,
ontrent ben menfclj i$ Basen handel., J®aat i$ ö'optCC&tCIl Ghriften wandel? Voor Godt, Die na Den J|ertiel ïeiDt/ ffiaat liefd*, ootmoedt, en heyljgheit ?.'t >>-.' |
|||||||||
<©ug leggen ton in jtoare fchuiden,
^oe ftonöt jjp on| nocïj ïanget DulöenJ Wt mi^DaatDan Uto bontgenoten, ©eeft u al langen tijDt öecDjotcn: <pm Dat uto gunft, en goedigheit, <0ng noclj tot geen bekeering leiot. M, i - ■ ■)
9ïcö! 't nteetfe quaabt ban al We quaöen/ ï©aac meeb' tm$ herte gaat BelaDen/ > «M Dat top In al 't 5onDig tooelen/
gijn levenloos in ongevoelen. |
|||||||||
In Oorlogs-tijden 131
Hardt aï$ vcrfteentj, en zorgeloos,
«E»atlt5 zonder kracht, ja eben boos. z. Pauze. if.
Waat saan top ban in Deej' rienben* 3Baat sullen top on£ öene wenden ? ©aac tg geen Ijulp afé bp u ^eece l 3©p juUen ón#j toeec tot u keeren, i&têt acïjtec bïpen jonbet moebt/ i©ie tot u fcomt Dien Doet gp goet, 16.
O Vader! bet Batmöertigöebcn / f)0Ö? toieilg Genaden-throou top ttebetl / JÉJetzuchten, klagen, bidden, fineken, SDaact bocï) niet üoojt aan ong te tojehen/ UI't rjuaat ban ang boo? u begaan: Heer! helpt ons noei)/ eet top bctgaan» :. : :.- 17. .
©ntfangt ong arme! in genaden,
UI onje gtootc mifféöabén/ ÏMtbie/ 6ï|CfCe! niet gedenken, Maat on<j uto' gunfte weder fcljcnïien. ©ntfïaat ong ban bc ftrenge draf, UCÖ! keert de plagen ban 0\\$ af. 30at utoe ganbt noeïj cen£ bctfcöoone^
Om Ghriftus, utoen licben ^onc! « <©at ',t öeplig bloeöt uit 3jjne toonben/ AfwaBbbe on3e bwple 3onbcn. ©oo? 5D>i verdiend, en toaetbigïjeit/ èp ong gena, en ïjeil öetefbt. xL' ï 19.
ïaat on# niet löriget van u dwalen; v ;*
Hto Geeft Die Room' ong foebec halen, 31 % Saat
|
|||||
..:
|
|||||
i3i Treur-Liedt,
Eaat bie ong dwalend {ject geïepben/
<Ön tot uto öfcnfi / en ïof becepben. Ueect toeöei; met uto aangezicht, ©an toojben top geljeel verlicht. |
||||||||||||
20.
|
||||||||||||
©act utue gocDtljctt mhtt fcljjjnen/
|
||||||||||||
't Gevoelde quaac ban on£ berDUJijncn.
"^Oftaije plageifölfc ttOCt) dreygen ■:""
|
||||||||||||
............__jt
0£&énftT/ 6^CcFriöy50nü"e"ygênl"
|
||||||||||||
-' r'^^ÉiiilÉPlilIiilË^^ii
|
||||||||||||
1$.tt bolch ban üuï gena-betöonöt *
t^ccDc^st ohsï niet tot iitDé
» - ,\
3. Pauze, ar,
3£aat utoe tucht on£ ncacötfg teren/
©au ongc jonöen tot u necten/ ©at top on£ tot een betec leben Stan u gctoillfg otoetgeben. Vernieuwt ons hert, fchrijf uw gebodt!
In 't binnenfte, 6 goebe <&Obt! «L2r
<B Meetel ftomt be boogfjeit (lillen!
©an bïe geen vree, maat oorlog toilïen.1 <0eeft eenbjacljt onDec Chriften Vorften, .H3«oto(ngt baat Me 300 gfetig öojfien
|
||||||||||||
in Oorlogs-tijden. 133
Ma roof, en bloedt; fcjeefit macht/ en ïift
<©an Den toecbloeltten Antichrift. Ü5ecft aan Uto' Zion ruft, en vrede,
Uto üoïft heeft lans 3°° Uecï geïcöm! 25?eefet Doch De toeDe Dec elenDeh. Uit ö'j^emel toiït betloffïngft 3enDen. ©ethoojt uto Bmidt! Die tot u toïucht/ ^n toeent/ en seeft een mat ge3uchf. 2.4.
3£aat u Dan ïleere! eeng becD?ieten/ Het roven, moorden, bloedtvergieten,
||et vangen, fchenden, en't verjagen. wat D?oebig fchjepen/ toeenen/ Magen/ ©ectoctrjt Doch niet/ toanc 3iet De nooDt ©an D'oojlogg-plage $ jeec groot, 2Bcfiuuct/ 6 45oDt! aü' on?e Goden,
©at ju het volk na uto geooDen Beheerfchen; Die hoog-gaanöe zonden, <6emeen/ enopenbaac/ öeüonDen/ tïitcoejen/ Dfe ong Vaderlandt Uu Dingen in Dien Djoeben fïanDt. «Poet d'onderdaanen Jn uto Djeeje/
©aat buygen, en gehoorzaam toejen, ^at top met vree, en rufte ïeben: gin't goede landt aan ong gegetien. (Cottoaarheit/ IiefD'/ goDtbmchtighcuc/ H&aaut D'gecten Dan het volk DcteiD. Z7.
Trekt met'slands heir, en fterkt de Machten. ïDaafct in 't gcüaac met onje wachten, <0eleiöt/ en helpt/ afê 't volk moet ftrijden, 2S 3 *&wf*
|
||||
134 Treur-Liedt, enz.
|
||||||||
«Beeft overwinning t'onjej: ||jöe,n.
^tcijöt üooj ong met ttto techtet hmW 2ÏC& / ÖEÏPt 't becleam ISlcderlandt!" ' |
||||||||
a2v-., .'. ..-'!
Ontfanflt/ ö Vader! 0H5C bföen. ^iet op utoHfnbcnifyietbenetten/ (Cot on# rjecoeu leent urue ooren. 3ïcl} fiomt ong nu in gurijïe ïjooren! <&aet gulp bah itito (©"cnnöen-tcoon/ Amen, om Chriftus utoen Zoon! |
||||||||
KLACH-
|
||||||||
Ï3?
KLACHTEN, en GEBEDEN
tot Gödt, onder de Peft-Roede.
2»Chron.7:i3ji4.
Zoo ik deTeJl ondqr mijn volk zende, en
myn volk over dewelke mijnen name ge- noemtwordt, zich verootmoedigt, en bidden , en mijn aangezicht zoeken9 en zich bekeer en van hare booze we- gen , zoo zal ik uyt den Hemel hoo- ren , en haar zonden vergeven , en baar landt genezen. ,i{ Toon: Van den 38 Pfalm.
|
||||||||||||
<£<;ïe (jEfoüt \ $ö$iaaaw plagen \
.....^aïöannocö öie felle wêdë'~~~~~T |
||||||||||||
=-*,=
|
||||||||||||
Sangcc toóeöeriT
:3ö^liilllilllllil§ll
|
||||||||||||
€11 óng Djengl u fmert o» fmm*~
|
||||||||||||
i 3 6 Klachten * en Gebeden „
|
|||||||||||||||
a.
|
|||||||||||||||
M&tt iï fCJICCpc toorne-fchchten,
|
|||||||||||||||
<©njc zond, Uiic han Ucfïaan J
|
|||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||
©OOJ U dóodelijke pijlen,
|
|||||||||||||||
#m 500 brie neer te flaan.'
|
|||||||||||||||
Huis! aan huis! toert üafl gefïagen/
3tïle Dagen
45aat Öien flaande Engel boojt. HSlt te quet3en7 tooggen / DooDen/ Hcö/ toatnooDen!
fflaat men jfet/ en toaac men &oo?t |
|||||||||||||||
2©aau ton Beeten/ toaac ton toenöen/
. 't %vs& elenDen. <©t)eC fmcrt, benauwtheit, pijn, ïtoojt men Bermen/ Blagen/ fleenen/
2Sttter toeenen.
ïEfeBanongeuoeligsgn* |
|||||||||||||||
SSangekoortzen, bloeden, braken,
't ^taWgÖ waken, |
|||||||||||||||
%i$m
|
|||||||||||||||
Onder de Peft-roede. 137
%ithm aïïe moebt/ en fttacïjt,
Etteibuykn, Booje xweeren, r ©utïe zeeren,
gijn be floffc ban be ftïacïjt. < . 6. ö'tfUene 3aï ontuftig woelen, 59oo?'t geboelen
©an benauwtheidt om bet hert. 't Ingewandt toojöt Öem DOOjfnebcn/ <Sn be leden
Eijn becbjöffrtt boo? be fmett.
7* I'
Ifèocftt ift eeng be brandt betftoeïen*
©ten iït boele (töoept be fttianïtc) in mijn bojfï. lunöcc nietg mijn ïjetc betquiiineti! *ft H&oetverftikkeu, 'ft HEJoct betfmacfjtcn ban ben dorft!
i 8. b'^lnbec ïeibt gebuutig raïen %\$ be otoajen/ Jiu't verllandt, en reden btoaaït.
<&f ooft 500 in flaap cje5onften/ m$ betbjonftetn
aUojbt be fttanfte toeg geïjaaft; ?• ■■'•'•. i
©e Bekenden, Vrienden, Magen,
^lcn be pïasfn/ f
©ie ban bette bïijbcn (laan. I!
38fê 3icb menfcöen ban ong fteeten/
SSlijft ban fectei ^
55p ong neemt ong irtöcc aan, r ;,. -
10. fPcDJoe toeïe gaanbec fterven J :; ©ie bfïbttbfl» _ S 5 Sn
|
|||
13.8 Klachten, en Gebeden,
^n fiaat Sonoen/ zonder hoet:
^aajiig üoet öe Doodt öaac 't ïeüm i
«©becgeuen/ r
^onoec een breidt gèmoe&k. ;. ;;'i |
|||||||||||||||||||
©cc! Ö^Ofeftfc WeezënftlagéMf / ^
"We öee^agêTF |
|||||||||||||||||||
a^attljaht OudersT^fn ontbloot.
|
|||||||||||||||||||
!©C iti&laat'ne Ö^detUC Weèuwen
lïragctï7"(ÏÖ?Éf uluen /
|
|||||||||||||||||||
HS
|
ppil^lllli
|
||||||||||||||||||
<©m 't Hei'ltc? fjaat? Echtgenoot,
ff, ïïöqjscii rsi : 't *ïtVwi
Mannen! öje afê Ïlemefê-Lichten! . ,
SJno're flfcötcn/
2©o?oen fcftjelp toeg getuïtt. Hcffen#&05cn/ tooien vromen (Ü5n£ ontnomen/ * ;
3Peïftec DoojDf on$ 'ti|e«eö|UBt. : 'kjR. -'"■' * '. „,-.*
<®oöt fcfifet met vdrgiftè pijlen, 3Bch! oe bijlff!1 ?3të tot. Rappen toe gefïeïf/ * < !• '» SSoomen Die geen tyxmm tyagen/ ^ _
«potfj
|
|||||||||||||||||||
Onder de Peft-Roede.
3^00? be plagen,
ï®o?ben ma ten buuc gebeft.,.;
tycttz! bug in too?n ontfïeftcn/
<©m te tojeftcn 2SÏ ftet quaabt ban ong bespan, ^tcö! ton toeuen om genaüe/ aBeert oit ouabe/
gclpt on^/ eet ton gantg bergaan. IBn benenncn/ 't gijn be zonden
©ie on£ toonben/
©ie betbienen befc flcaf/ ©abec! 3©iït ong ÖOC& vergeeven, Eaat ong kben/
Heett boet) utoen toten af. 16.
Ban uto nabt 330 ton getoeïten
(£ot gebjeben*
Zorgeloos 1$ on$ gemoeöt. ' i&ot becheetbc jonben toegen «©ant^ genegen/ ,,
Traag, en laauW töt 't toace QQtfy.
,1%. :' *-'"' -'
d'Aerde tfeelt ong ïjett en 5immi/
3©n beminnen t c 's Werelds-lutt! ^ja 'ydelheit.:., r»v/-
&an ong frette betet fmaben/
fBeec bectnancn/
<&m 't geen' ong hei boben ïeiöt. , , «8. ï ''
ütoen naam, en ruftdag |^eec?i
2©u ontecten. 't Hcylig Woordt toojbt Rïeta geacfitl |
||||
140 Klachteft, en Gebeden,
<®ïl$t rrotze ffijve harten,
©ie u tacten/
aiojöPti Doo? seen fïogeii jacöt. |
|||||||||||||||||||||||||
19.
|
|||||||||||||||||||||||||
Hoog van moed, en hardt Üatl rie&Re/
|
|||||||||||||||||||||||||
=^=ï:=
|
|||||||||||||||||||||||||
HeËË
|
j^iec te ttcftfien/ ~™~
|
||||||||||||||||||||||||
^oa? ui» goettjcit/ noet) Doo? jïjSfT
Boos, ondankbaar, ÖOO? UÖJ jcgen/
|
|||||||||||||||||||||||||
3e
|
|||||||||||||||||||||||||
?£5=
|
|||||||||||||||||||||||||
^reeög genegen
l2tjn wgl om te ujijHetTafT' Geldtzucht, ongerechtigheden,
Qüade zeden. Overdaadt, en dertelheit. Haat, en wijdt, en öittte twiften. 25005e liften, ■ 5Paat men mee verleidt, en vleit.
|
|||||||||||||||||||||||||
41.
Wme uettflö/ en 't öeiïtg ïctim .
Etjn bccöjeöen;
<©aat i$ niet öan woordt, en fchijn, CÖJifï'nen 5ünDec toeeï in name, - USaae 3? fcgamen
%toi öe kracht, en 't*öaee 59'n; _ * |
|||||||||||||||||||||||||
Onder de Peft-Rpede.
J|eet! top üaïlen boo? u nebec/,
üeect boel) toebei: HEec uto Qimjï/ entoeect ïjet wee. <S>at Uto wraak-zwaardt uitgetogen j&let meer moge
Slaan: maat fleent'et in be fcijee. Jezus! maaïtt toooi ong toec5oening/,
H üolüoening/ Ifèaaït' on£ ban <©oot$ toome tojp ; fiomt nu toooj ben Vader tceben Mtt gebeben/
30at öp oiï# genabig 5P« #rj bat top ong tot uReeten;
&to?t/ ó^eete!
Utoen Geeft (in ong gemoebt) Ban genade, en gebeden, <©oet ong tceben
51n ben toeg toantoate boet. a*.
W> an verlaten top be quabe
^onben patsen.
en top sullen t'utoec eer <&n$ getjeeïp overgeven, <©nt te Vetoën/
(ïct uto wil, en dicnft, 6 3üecr! Utoe Leeraars, en Dienaren,
J©lït betoaren/ «©ie nu in be fcheure fiaan: 3£>ie met trooft be Kranken JHc&ten/. |
||||
14^ Nederlandts Gebeden.
€n betichten
55oo? het Umif tot ©oö té gaan. 4 7« . ,:,;.' '
%M\t orig in geua beöocbcu ©00? bie Roede, 3©ccct bfe plage baii on£ Huis. <©f50BPbie/ Ücet! Dort flaken, #ng te raftcn/
Trooft, en helpt on£ In bit ficufg. £aat on# aï in ttjbtgbereydén,
<êëi top fcgepöcri -
üit bic b?Offe aarde-tent, ; v ,' jjécemt bc gfele uit be banden^ In uw handen.
tyecte! geeft een zalig endt. Nederlandts Gebeden totGodt,
Over den Öorlogh met Èngelandt.
Pfalm 122: <5,7. »
Bidt om de vrede van Jerufalem , wel
moeten zy varen dié11 beminnen. Vre- de zy in uwe vejiingen, welvaren in uwe paleyzen. TOON: Van den 74. of iió. Pfalm.
|
|||||||
O
|
|||||||
ïfeerj pi friogmg ftant u aangcgtctit ï
|
|||||||
Nederlandts Gebeden. 143
|
|||||
üoninntöRen/ ©olfttenbangtootemacSt/
<£aan 5icö ten Oorlog tegen ong betoegen: H&lfgunnenbe öien boo?fpoet / cufi/ enjegert/ ©ie utoe goebtjjepbt ong tjeeft toe geb?aci)t. 3' -j-u
belaag! ban Ghriftnen! We 000? een geloof,
Cn Geeft, tot vree, en Eendracht 5ijn bccbonben.
ï@o?t liefbe/ tcouto/boo? ftcijgg-getoclt gefcïjonben.
Jïu bojfïenbe naa Broedren-bloedt, en Roof.
©it boen öe sonöen ban m$ Nedetlandt,
<£n ban ïjet Volk öie utoen Baatn belijben. JBMe toijfet niet af in Dc5e 6005e tijben* ©e öeugb be3totjnt / De 3onö neemt ö'öbecganö. ?. ©en boo?fooet/ föpbotn/ ©?eeb/ en <0berbIoeöt
©an 't aetbje goeöt; én öemelfe genabcn/ ©etepfdhenöartB! maacaclj! alöietoclbaöen 4SS$b?upcïsen top/ enboenjïeebgguaatboo?goet,' 6. © gmtóeï-3onb! 6fnoo onbannbaatljcit!
Is dit vergelding? boo? 50a gtootcn 3egenJ , ©ie Landt, en Kerk, jaa ieder geeft betntegen: Is dit de vrucht bOO? <0Qbt* goé ÜU$ becleptl <© 5|eet! boo? u behennen top be fcöulbt
©an ong gemaaht/ boo? 50a bceï 3toace sonöen/ 3tnat noc& betfoening boo? ang 5ijn gcbonben. ©eïfcljoont/ begeeft/ en Ijcbtmet ong gebult. ' s. <@m |
|||||
144 Nederlandts Gebeden.
8. <®mJezus! utuen em-scöatcn'Zoon f
|
||||||||
W& ttmme bojg/öte ftifp Dao? fijn bolöacmng
3ften 't kot£ betiiïïetf een efutuiöebecfocningT |
||||||||
^te bao? qnjS biot booj ui» géuaOai-ttOonT
9.
3£aac on£ Gebedt u to£3«t aangenaam; 3©lItDoo? uto (J5ee(l on£ tjecte bupgen/ b?efien/ Jfèaaftt ong/ Die betre Dan u jtjn getoeften/ (Cot wederkeering, toiliigï)! en bequaatn. 10.
W$ top ooft ftomen boo? uto Wangesicfit/ <©at 0115e beeti' u tot gena betoege. JÏoojton^; geeft boo?fpoet / vrede, beil/'ensegen! J>cfient uit öee5' öupfïècniffé toeDec licht. 11;
%tit! fïraft ong niet met een beratamt gemoeöt!
JUaec tofl in ïicfö' ong matiglrjft ftaHijDen/ (Cot 5ieïen nut. 35at on£ uto ftanot bcö?tjDe ©an aï Dit quaat/ en Doe ong toeDet goeöt, i».
©oet toeï aan Zion! uto beminDe 2S?uiDt/
25etoaac uto Kerk in Dew ïaatfïe Dagen: <0eeft Dat uto Volk beef$cmefé-b?ucöten D?agen. ©eelt Doo? uto Geeft ong tneecoec gaöen uit. af " '■ •; *a- ©#?
|
||||||||
Nederlandts Gebeden. 145
BetfctjOOn in gunft 't Vereenigt Nederlandt»
$t\>Qt krygs-gexinde herten tot beu vrede, Zoniet; ïjeïpt ong/ al^in ben tijötüoojlcben/ ^tröötvoor, en met ons, öoojuïuitakeösnbt. 14.
HBaant gant? te niet ben trots, en hogemoedt
3&et haters, bie nu Joefien ong toeïbecuen. ïaatd'Antichrift nopt 3Öneii iufl betüjeeüen. «grtiltünantfcöaü/ foerfcBoontljetCötifien bloebt. is.
JPaafit Otiec 't Landt, geiefbtj 0n3' oorlogs-macht,
©ooj urnen Hlnn toilt ong verwinning geuen. <@ö batüj' in ruft, en vrede luebetleöen. liet Broeders, öaugeflacljtefot geflacljt. 16. <£5eefrens>ooft^ecr.! öiecnaöezaai'geruft!
©aar geen betoett / nocl) D;oef tjeit vuojbt geit Den / 2Ë!!üiaar. in bicugö / en tiolieJbeerigMjeben ©ooj ui» ICansicöt; be sieie ijaautaeclufï., |
||||||
Nederlands Klacht , en Plicht,
In hare nederlage en tegenfpoeden, tóóf.
Pfalm. 4.4.: 10, 11, il.Maar nu hebt gy onsver- jlooten en te fchande gemaakt^ deivyle gy met onze krygsheiren niet uit en trekt. Gy doet ons achterwaarts keer en van den vuedtrpartyder: en- de onze haters berooven ons voor zich. Gy geeft ons over als Schapen, enz. Toon: Pfalm 70.
|
||||||
146 . Nederlands klacht,
3&uualtm 'tfiof/ uö!orp-yia»g tuojöt&uiftet.
Öljoofltjdt öaaït / uüouïipoef 10 geujeeheii, iililliiiilllËiïlllïillli
M\x> moQemjestlem mi/ i)el*üsg;! bcstueeüen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
S=====$=:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
<© mee m$ teacnfpoeüg!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
iËÊiÊlËiËÉiüiÊs
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
=*=n=3:3£=±
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
©feïjetten 30a tiof ttioeol
lillililllil
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
2oo ïaeg D«ö nebetjijgen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
:=Z
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
«©m'tnaat/ eiiöjoeü' gecucjjt.'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
afca
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
üülü
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
a©aimcet U fcheeps macht vlucht,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Pi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
==ft
|
IÉ
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
C» gp moed neerlaag krijgen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
föteuï Nederlandt! om bat tlto' dapp're Helden,
3&fe toot ban moebt öaar letten uooj u fïelöen / $ket 3(Jn gettelt / utti' zee- fterkten öootfcöooten / ©et&janbt / gecooft/ en 300 tteel öloebjSoetgooten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Over haar- Nederkge. 14^
ïlba heir-kracht baiett beisaagt/
W$ Schapen baeg gejaagt/ 3©an-ojbec maant' berftoubaen. 3©at jjielp uba' groote macöt? go öaefl: tee blncljt gebracht! 3E>ug balt u log bectroubaen. 3-
S*ie Nederiandt €fob£ gtamfcïjap beïbetcooHen f 3^ic ubae mae[)t al meetÖeÊïjeeft becöjonen. 5BOO? ftorm verftroit, ö 2 Schepen Ijeetl geöjeben gsh'#©panö£&anb/ öaar tot een roof gegeben.
& fmectelpe ftag! jfêocS \a&$ 't een bupfï'ren Dag / 3Se ©pant nomttc lande, (Cenflaaf-baud'Antichrift ♦
©ol bajebel-moebg/ entbalfi) In teken, roben/ ujanben. 4-
O Nederiandt! tenï^emeïïjoogscfiepgstt/
45p hebt aan <85übtgeljoo|3aamöeft gebaepgett. 3©ateec / en öienft öeefthp boojalMenjegen/ ©ooj 3pbcelgoebtg/ totbaiiHbaacöeltberftïegen? Ülbatrotz, en hoogemoedt,
Pracht, weeld', in D'ObetbtoeDt/ 3g>ie 't gant3e lanbt betbulbe. illba„waig;' ban 't ï|emei£ 25?qotI - Uba zorgloosheit 30 g£0Qt!
3©a£ langec niet te öufóen.
ĥ
O Nederiandt! ixooj boojfuoet niet Bebaogeu
i€ot öetctfchap: öoc ÖoogeC opgetogen! " \ dineer/ en macht/{joebetbecafgebaeften- }
©au ubaen <0oDt ƒ tot 3o«ben 7 enjgeBjefien.
1'fê boojfpoet u niet baat/" , Soo öelltt Öeên anbee taabt/ " <©m u ban 't gnaabt te aeecen i * , fi i 3P>an
|
|||
'W"
|
||||||||||||||||||||
148 Nederlands klacht,
5&an öooi öe fcöccpe tuc&t/
3©aac onÓEC gp nu sucEjt/ ia öetec torg te leeten. |
||||||||||||||||||||
(Cituc Nedtriandt! Docö Met 30a 3eeïtim plagen/
*3fll«S om u 3011Q' / Voaatom aptoojüt gejlagen. |
||||||||||||||||||||
öp^eüE misbruikt «©uötp goeDtgöeit en 3egcn.
illillllllliillili^
Cot ydeiheit, en wereits-iuft, genegen.
|
||||||||||||||||||||
pililiÉlil
|
||||||||||||||||||||
Cm gaeöe yverioos,
|
||||||||||||||||||||
iCin quaöe» Deftig/ boos,
mwmwmmm
|
||||||||||||||||||||
45cmnt ban #oöt te ötoalen /
E^Eg£ppg:gSEEï==
|
||||||||||||||||||||
=2
|
||||||||||||||||||||
Jteect tot u ©aDec toeet;
l^imilÉilil
|
||||||||||||||||||||
2&ei»8(ï Öem oftnfï/ en eec/
|
||||||||||||||||||||
Staat
|
||||||||||||||||||||
Over haar Ncdcrlaage. 149
i^iüÜii^iüI^P
3laai ulnen öoogömoebt balen-
7-
igoop Nederiandt, geeft ben moebt niet betïoïen. <©m Jcius biil jal <öobt u f menen fjooten. 23tbt öem / bie Djufc in bjeugöe nan betfceeten. Steunt op geen vlees, maat 3oe»t De gulp be$ peeren- <©OOt plag bit N'ederlandt
Ce nebben booj 3ijn öanöt.
ï£p guam booj öaac te fïnjben:
3Ba$ Staat, or Kerk in noobt/
€11 tiep tot <©obt/ gp booöt
gijnönlp/ bieu bebjtjbe.
G E B E D T.
8.
©etöoojt/ 6Heer! beniacljten/engebeöen/ ©oetgiontöel/ geeft Nederlandtbebjeoe! ïteertbienaroof, en bloedt, ban Cljiifi'nenbojfttn. ©eteertinbjeë/ koningen/ Staten! fojfien. 2Sjeèn boel) be Ooriogs-föee.
Cp ffaat niet toetbet toe!
3©P fmehen om genabe /
<©m Jezus oti3en i^cer.
ontfermt u on3et boeer.
23eb$öt on£ ban bie quaben.
lEaac Vader! i$ 't ubj Ijeplig bjelöe&agen!/
35at top bie fttaf rsoclj langer moeten bjagen: 31a Vuile gp 't nmig op ong uoctj stuaatbec maften / «Ötoft bat top ong ban t'eênemaal be^aftcn ©at 0113e toii / en ïufi /
%n ö'utoe 3p B^ruft.
Cn na uto üanöt on$ boegen/
*t 3 srt
|
||||
ifo Nederlainds-Vréugd.
%$ 't-fitter tegenfpoet?
3©at 3icö öan ön£,gemoebt ^n u/ 6 Godt! twnoege. |
|||||||
Nederlandts Vreugd, en Dankzegginge
aan Godt, over hare gezegende överwinninge,
in den Vierdaagze Bloedige Zee firijdt, tegen de machtige Engelze Vloot, den ii, 12, 43, en 14. Juny, 1666. Pfaim. 18: 47, 48,45, en fo. De Heeteheft,
ende gelooft zy myn Rotzfleen; ende verhoogt zy de Godt myns heyh: De Godt, die my vol- komene wrake geeft, ende de volken onder my hrengt: die my uyt helpt'van myne-vyanden j ja gy verhoogt my boven de gene die tegen my opfiaan'y gy reddet my van den\ Mandes ge- we/dts. Daar om-zal ik u, o Beer e, loven on- der de Heydenen ; ende uwen naam zal ik Pfalrn*zingm. TOON: Pfaim 89.
V %n bet Heirfcharen Godt ,])eifyeffm töp Ben Co on:
|
|||||||
3©p
|
|||||||
Nederlands Vreugd. m
|
|||||||
3©p jitigen tiau igneet/ Dteljeerlcljtin'gJieüseigi-
|
|||||||
=*=»•:
|
|||||||
ttoon
sèfeKonink! üoüenal7 ote Richter taan De aetOc/
^if Ötuote^Bajetleit! Ujiegfeftljeintof na'üJaerae? lillillgiïlliüililllli
5§te tjeeft wondren getujoctjt/ voor ans,ïn Deje oagcu.
P=IË^ËÊÏ|E|ËÉl§l^ïPilS=ÊpË||ÏËp
ÜTen 3ouDeu ï»i> öe Ëer, al£ üera aïïeen op Öjagen J z.
<©.u£ Vaderiandt, gep?angt/ öenautot aan elften
Sant/ «©equelt / betooft / geb?ufet / te Water, en te Land'! 25}acgt fmeefting / engebtén/ om öuïpeoooji©abt$ OöWll/
©ie toan oen J|emel / een^ljetbiböentooubetijooten.
Godt! öjeefit get gtoot getoelbt / üan forfiè Dwinge-
landen, _ .. ,: .,
Üi> temt öaat trotze moedt, en teöt on# uit gaat
tjanöen. „_\-i> ;r:V;.ï'-..J z:::: ,3.'""';. ,'...-,..:„■,...;....'" .. .
©ie tijöt toa£ nu verjaart, ban bien 30 bjoeben
Pag! * 3©anneecmenNeerlaiits Vloot, VietfiïQit/en Wucïj* ten 3ag. & 4 iBaaï
|
|||||||
if i Nederlands Vreugd.
jlBaat öanftjp^obt! öie Beert met 3egen en genaDen
23p Nederlandts heirkracht: Ivat fouiiö' Öoe Vyandt fcöaöen.
5^fC jeft gevreefde macht! verflageu ; vliedt tïiet fc&anöen.
•?p>fe ong berflinoen toou / 6?«Rt <E»obt jij» (ïeifie tanDenl
|
|||||||||||||||||
^Ëüümüüf
|
|||||||||||||||||
^OCtkot^ quam't moedig heir'! ban 't vvrev'llg
|
|||||||||||||||||
^==±zp=^i.
|
|||||||||||||||||
Engelant, .
lllilillPiUlfe^^llll
JlBet ingebeelde waaft, ban yge in (jaat Ijatlöt.'
Iiiiiiiiüüsiiii^ii^
jBaar «EtoöFaan tuien aïlren öcr meafc{jrii 3aiun
|
|||||||||||||||||
E=3S^
|
|||||||||||||||||
Piii^iiilliiïlüsaii
<©af ontgaat Admiraal! met500 bed volksgevangen.
|
|||||||||||||||||
ti--£:
|
|||||||||||||||||
igaat Schepen on# ten buit. o 3egenrpe gloc^ï!
Na een vicrdaagie ftrydt, krygc Nederlandt Vidory?
f. Soa
|
|||||||||||||||||
Nederlands Vreugd. ■, 153
n- gOO <©Obt be| vyandts Macht, niet Öa& feOOJ Ong
Beheert / 3©p toaren tjaac ten roof/ ©p toaren ouerfceert; ï©P toaren onbet'tjok. 31E>p totetbeni)ateflaven. 2p heerfchten op De Zee. gp flooteu 0113e Üatoen: lléaac 4Bobtbieoverkft, en wreveltoübeletten: 25|alt öaren Hein onttoee / en fcöeutt üaac fietöe netten. 6.
<E5eöennt/ óNcderlandt! bat u <©obt^ QOCÖifl&eifc
©etüinöt tot utoen plicht, en tot bekeering leibt. 5500? toelboen toü" u «©obttot [jem al nader tteft&en. Wm aardie trage 3lel tot y ver meeruertoeHHen. liaat ban be ooot'ge tnctjt / en nu öie gtoote 3f gen! Il tot af fianö üan zond, en meerbet deugd betoegen. 7.
'tgis'Nederlandt! toatgrootg/ bat ueeï§eere boet. aBojbt nu niet zorgeloos, weeld'rig, Of trots 08« moebt.,
2jjn need'righeit, dient Godt, 3tjt dankbaar, beet gebeden , *'■ ■ '
55eIftoebe i§ 'et nOCft! -Iel) Dateendracht«I vrede,
3©eeï ban ben Jgemeï quam! bat Broeders, en Ge- buuren, ■.
Haakten een Vreê-verbondt, bat eeutofgïijn mocöt
tuuren i -. • • 8.
©eröeugtu Nederiandtlgp {jebtnub?tugben#fïof/ ({Beeft banft aan utoen Godt! 3ingtljeranueetenIof. l^p ging met u ten ftryd', en bjan tt§ Vyands nractjten/ ^
3Bie tooi hoogmoedt, en "nyd't, u tenernïelen bacöte.
«Bobt gaf Uto Helden mild! hy leert haar handen ftryden; . 59e O verwinning/■ (órjjeiigö!) aan utoe 3gt>e.
M s 9« On*'
|
|||
i f4 Chnftelyke Vrede-Vreugd.
9- Om,' hulp is van den Heer ■ die Aerd', en Hemel
maakt, 3©ie Herder lfraëls! öfe 000? be Jtjnetoaafet/ «©ie ig een fterke Rots'. bos? öaac öie in 't benoultien / <©n 3öne maeöt / en öulu / üafl (leunen / en oectrou* toen.
«JBïBent ban Nederlandt! UÜJ'ïjeil i$ van den Heere! $tet ong / niet on£ / maar tjem beöoort alleen öe eece! |
||||||
Chriftelyke Vrede-Vreugd', en Bede over
'Ijet Verdrag, tuflehen den Koning van Engelant,
en de Vrye VereenigdeNederlanden: Befloo- ten binnen Brede,den 31. Julii, en ver- kondight den 14 Augufti, 1667. Pfalm 147: it, 15,14. O Jerufakm! roemt den
Heer: ê Zion, looft uwen God: Want hy maakt de grendelen uwer poorten flerk. Hy ze- gent uwe kinderen binnen in u: die uwe landt' fiilen in Vrede /lelt. TOON: Van den 89. Pfalm.
|
||||||
Ghriftëlyk Vrede-^rëügcD ïff
PümiüiliïPiiiüll
^r^eusöenToet'etutt/eii'töinnenli'oop'iiiTigHcpöeii.
3Üelèalï fó^ jüftmüoih' ïfaar tjerlm tüirgèn ïtósif lllllilllllllliilïlllilëii^?
'Jbïïigtöp / eetrnieutïJ.geJöng öEiv^ercSecöeic»
|
|||||||
=&=i
|
|||||||
ftptèu!
<©m 't-3onWg toairötöjöf oaM.i|ienbt tot bpanö
- rtiaafct: _ ■ : . $zeftl5ot$ f)eet-,grf mmlgljeit 300 bjeeffeiöft gèölöa'&t. <éu Landt, en Zee, ontfïeït-:öe öerten-50 berffagen / <©tn al fcfe tegehfpoe'n /^q-&ïtt'Ce Oor:legs-pl-agen i ©,an wreedtheit, rovery, bat branden ,'bloetveïgieteri ©aivBroeders 30 geneemt/ toteirmoeU bat niet ber> Djieten? 3-
3©e gant3e 3©erelt öooj nlonft 't nare Krygs ge- rucht, 3Paat 2Sabehj©o[&om ïacöt' / maar Zion Hlaagb'/ en3ncljt.
(31ectotjl bat Engelandt, en NederlandtfiÉafceeïeil / Zo fctjerp en toiebelig; öe toonb fcöeenniet te jjeelen; <©atBuur,enBondtgenoot! mal&anöeteri becnielen/ !©ie Broeders moefïen jijn / beceertt met öert / en 3ieten. . , - - 4- . «ö5obtbiebetëtcöteEfg/ gejeren öpSgnCtdon/ ,
5©eeD' afé eenfèaber boet/ it» ttoifi ban 3öon) en 30011/ ün öaat be tojebeïmoeö / en geeft IjaatTöenbe fïagen. ï|p tuil bat 3P in Vree, en lief De toeer Öéïbjagen. ZOO fïoeg «Bobt Nederlandt, en Engelandt, bil benbe |
|||||||
■
|
|||||||
i^6 Chriftclyke Vrede-Vreugd.
<Ö5cöOcïöen ©aoergöjjaaft/ Me Broed'rca twift toSÏ
fcöepöen. ÜtoDt Die yet al öettïeeflt! ïa ootst eeutotg in öe riiïl,
lïplieft öeFbTëêoiaam rjiëiïs/ ö~ao"£ in tiêërnt §p SÖ§ '"ft- llilillillllïliiliillii
31e3Hg t$ V rede-VorrtJtöOÜtlg.öeGodt der vrede,
ggn^eefFeen WedTGeeit f in alle CöiTfïi ïëÓiênT ^Üi|I=^iÜiliÜÜP?
't gig ooft öen Eng'ien Xam$/ (Die .©oöeeec op öjagen)
|iïlliilüllii=ïiliiliïil'
Op aerden ty de Vree! Oen menfcö «ÖQög tueföeöagen.
6.
$oe 30eti^ SSJOeberfcÖap! Daac Vreed', en Een-
dracht lUOOHt / Sgaac n#öt/ en boo$}eit 4)lfet/ baau 5icö bc ïicföe
toont.
't gté'tmeïHöan&taD'ren €»oot$/ en ^esuSSonot* genooten.
't S$ &\§ een Balzemgeur op 't hooft Aarons gegoten;
Die tot der kleed'ren zoom lieflyk quam nederdalen. 5©at bolft ftcoont <©oot met gunfï/ leben/ ei^egen*
Pralen, ■ ',*" 7. apanftt
|
|||
Chriftelyke Vredc-Vreugd. 157
7-
^anfit^ob/ö'Nederijirxümetïippen/engemoebt/
©oo? nieuVo betoc3engun(i/ 'tiggtootbatöpuboft/ II (laat/ uto eeren-giang/ onlang^ 300 laeg/ tn bupfier!
töpft nu / en Maatttoeee op / tot uboojgaanfeelupjïet. <©oöt 3ett' u op §tt öooft een fttoonebanViaory! Cu rra öe Vredekrans; tot gtoote eet / en glorp. 8. #obtboect uba 3afte uit/ tot öell ban Staat, en Landt,
«©ntmoet &em met ootmoebt/ geeft toeer aan ïjein
beöatiDt.
25ïgft ttouba in sftnverbondt: maant <ü5obtub)toeg bnojfpoeDig/
3©ojt niet (o£ / 3ojgeloo#/ nocö bettel/ of jjoogmoebig. 2Stminbt 30»Poojb/ en «©ienfï/ öoubtijaan3ürw bwgen;
<©an \$ uto Vrede bafï / in 3ön genaeb / en 3egen: 9-
<® itgmt^U 4BqU ' nu 8P be Vrede 3enbt / $eeftrovery, geweldt, en vyandtfchapeenenb'. '
1$tt arm gevangen void;raafttultbettojebenöanbem
ö <£en3al ben anb'ten ntet,befchaden,dooden,branden. 9@e Koopman 3al tec 7.ee 3t)u öanbel tiepligbjpen/ ^Intoeïtiaatt/ (tiïletuft/ 3aïeihbp't3önefjiötien. 10, © Vrede! ütfentoaerb/ eenmotbecbanbetulï. <© Vrede 300 begeert! üetmaan/ en öertenlufi. © Vrede, ïortebanbt! bit boeit be<©o?iQBg-fc{jaren. <3 Verneig Vreê-mujijh! bie i»?eebe han bebaten. <® Vree! biesegen1 baart/enü)eertbeboo3etlui(ien/ <© Vrede, Ijepl'ge banbt! een cietfel taan ben Cljjifïen. 11, <© ©aber! ban be Vree, geeft 3egen ban uto&anbt> «©eeffc
|
||||
4&kft Vrede iii gena. 3£0Et öat hitli vredc-ban't.
Mtt Engeland gemaa&t/«l Neerland,eetiU)ig öuuwii; ©atCöiipiJiaHfiiHröfe tyjwp! Ui öaac üe-pöec munten! qBat,3Peendr3qh?eJyk Öaaj;,3ameil500 verbinden 3@at nö&t/öaat/|{ftypf.tupi (i noit plaatse iweöec öftiöeu. |
||||||||||||||||
12.
|
||||||||||||||||
illliplilllll^il£=::i=iii|
^ftöntnatoaliDe vTèêiTitiö^aüuteWonTnfetöft
- lliiiliiIIlllilIII=ËËl
|
||||||||||||||||
<©p aeröen üjper uit / o^ Dat uto eew ölp •
3©mt valfche Leer, en Schyn,banyd'Temcnichen- |
||||||||||||||||
=3È=*3E
|
||||||||||||||||
vonden.
|
||||||||||||||||
IIIllil^iiilililieiÊiii
Wuj tjoih 3p 0 een hm, eiVitelcsaam geöönDen" ~
!lli^IifiIiliIiIɧ=ip
©at neniiiö/ijeyi.aöÉif/ in um ötoiKrirenBlocpënT
fe^lEil^liilllllliiliiipii
%$t,öjucïjteii öan selp9f/«rfiefüe meecöergcöepen
|
||||||||||||||||
*3-
|
||||||||||||||||
.<©3!C3U^/ Vredevora.' ttiaaïttvredeÖOOlU&ÏOeDf.
<0rtft onj öe 3aal'oe Vreed'.' Die CUf} neeft in 't at*
rnoeöt; |
||||||||||||||||
BmyloftSjVreugdÉ-zang' 159
3M uto rjetoteofï öe ulam öan '$ ©a&et# stam»
fcöapömfle.
3£at öe Gerechtigheit;, eu Vreed' malkanderen kuffenj Dat Goedertierenhëit^eaWaarheit 3amew Weben! Zq 3P 't beginsel öiet:' t toolmaafct' in 't eeutoig lenen.
|
|||||
Bruylofts Eer-en Vreugdezang.
Pfalm n8: 1,3, 4. Uwe Huisvrouwe zal we/èn 9
als een vruchtbaren Wynftok aan de zyden uwes buyzeSy uwe, kinaeren als olyf-planten rontom uwe tafel. Zlet^ alfoo zekerlyk zal die man gezegent worden, die den Heer e vrceft. TOON: ó Kersnacht.
■^^ft"^*^ '""5* Ziiiliiiiililliiiiiiillii
* % Jtg! ^~tfnöeni|èëëë tïoutoen7~ illliliiÈlililIilÉlÜH
@m saam' een öutg.boój fiiem tt~uou~ toen!
IlÉii!iïllliiiiiï==ül
* 435e Se9«nt"3tjnfe"in ijaacftaat/
* ©aac twee beteeiïtlneFöeït en 3iëJen T
<0aan
|
|||||
i6o Bruylofts Vreugde-zang.
pPiiiiiiiïPïliÉigg
w <ü5aan 3amen üoqj öaac iöaüec fttite ten;
* ©len mfft geen goeo/ uqcö fcüaat geeïï~ quaaE
2.
S&aatbebeugben aïg fïeïten ffonft'cen.
Wat nactjt nan öaieii gian.s MoontV ten: 59ie üjanb'leii in ^oöt3aïigljeit; ^#n «erfgenamen fn bit leben/ ©an 3egen; of <0obt 3al Ijaaf geben / ©eel bettt gocöt Ui eaiUifgtjJit. 3-
giet dit Paar, ban <©obt uitgeïe3en/ ®m b'een be# anöetjï beel te boesen; ©eteenigt tot ten bleefcj) / en geeft. 3£(e twee! in Jezus! bafï becbonben : 3©ien«J banbt toeer nimmec too?bt gefepanbrn / fJocg oit gebjo&en i# getueeft. 4-
d'Algenoegzame Godt! uw Vader! 5©e albecbJöfte ^fel-oerabec!
<j5elepö'/ en ftuuc' uto obet al/ $j>p geeb' u caabt in alle jaften/ «én leer: u fioe gp 't toeï 3«ït maften: 31« al toat« ontmoeten 3al- Jezus! uw'Bruid'gom, Vrient, en Broeder!
^p booj ub3 beid' een ^ielen-öoebec! Eim troofl/ 3jjn öeil/ genaden-ujon; 3$il uit be boltjeit bet genaben/ ilto
|
||||
":
|
|||||||||||
Bnülofts Vreugden-Gezang; i6x
Uto Zitl toerqui&fien I en taccsaöen-
JtP3PUU)fcöilDt/ en ujeugöe-3on. ■ 6.
d'HeiHge Troofter ! ftom neöetbalett/
^pboe3t)n gateen meetöec ffrafen (©bet bit nieuw vereenigt Paar! ' , • g?p ïjelp/ en ttfoofi3*in alle quaben/
<£n let&tje in öeg $emel0 paöen. HP tooon' / en bïöta' eetitoig Dn Daat. |
|||||||||||
Brüilofts Vreugden-Gezang.
Toon: G ezwinde Bode van de Min, enz.
* ïüienöeu! opbiFiSruilorts-Feeft, |
|||||||||||
i^siiünilii
|
|||||||||||
ZmQt eeng üjoiyft uit,
lllllïiiïlIlllÊliilllllli
ft i^iec y«fï uu geen ïuoeoe geefi/
ïs||{iiiiüiü'=p|s^
** ©ié De l3?êugoe ftuut,
iiiiiiliiiEiiiiiiiEiiï=
; s»tclt ti Toon, maahtflccoo^öt/
lïëft u (tem; Dat njêö *r^«j|t/ï^jïö©^"""
|
|||||||||||
tGi Bruiiofb Vreugden-Gezang.
|
||||||||||||
BOO? ÖC Brui de gom t\\ tfruidt!
|
||||||||||||
"''»
|
||||||||||||
W>m öe oogïn gaan/
|
||||||||||||
:=E=^
|
||||||||||||
Slen iup ü0o| on0 ftaan /
|
||||||||||||
*5>tuffe Dan De ti?eugö' /
8 ©Ie ö« jjê&/ en 3Ïei tatfieuat. |
||||||||||||
/ . 2.
't Cicrzei ban be ^juploftg-gaaï/
doovers, Palm, en'Kroon ;
fialcïi met gaat glans, en oraal,
He ebén fc&oon. 3©at men hoort, mat men ziet, Vreugde geeft/ bjeugöe biebt met een/ 3üan ée «©éten in 't gemeen. 35e verfcheyden fpijs, JlooDt be fmaak om jp?ffê; <@0& be eêle Wijn, &oepen al tot öjolp 5Ün, 3-
iBaar be geeft in Ujoïfj&Beit tööïebotoen'titof. «Beeft öe hoogte Majeöeit, ©en fle-epfieu lof/ |
||||||||||||
-©oo?
|
||||||||||||
Bruilofts Vreugdeti-Gezahg.
®m 3t)n gtwft I ^°o} ïjet gort /
3E>at bp en£/ rplüi* boet/ om niet; ga ong nocg \ïeeï oeterg biebt! 'tornaar pbeujeft/ 3©aar on# öorc na toeibt: 't lerbje moet toergaan; IBaar «et befie Deel blijft ftaan. 4-
giet HU bit gewenfte Paar!
3inDe Echtcbant; • :. , Cnmtoe minne (kaalt in gaat
I^ette/ jiel/ en.fianöt; ©an te uooren in tween j gijn gebïocfjten in een! wel tiafï. 3500J beliefde t'saam gepaft. 3®aat be minne ruft / 3©o?öt3e nopt gebluft/ Cot bat jp geniet/ 3©aaï 3P Öare ftralen fcgier. ■■'.. -. . j-
3©enfcï)t ben Bruydegom , en Bruidt.
b"Élgenoegjaam <©obt! SPtcje in be Echt oeftuit gp Öaaiöeel/ en lot. gpljaarfcijilt/ en gaat loon. ^p Jjet getl/ en be ïtroon/ öan beid. i£p neemt gaar in JÖ» Belei&t* <üil£ Ijaac leöen enbt/ Ï|P3P baar omtrent: jèeemt gaar beider geeft/ 3ln get iemelg Bruyiofts-Fecft. |
|||||
% *
|
|||||
■1644
Bruyiofts Vreugden-Wenfch.
TOON: Roiemont die lag gedoken.
|g|=ÉÉil=IÉii==f=i
«$oemenoe<©OQ£ ïjeerlQft&eibt/
** Eaat Oe lieinmeti 3amen uptcn |
||||||
•# f etnetf U>£}# / en &oo0 beleibt :
* SSIIec üingrn einb' / en fïanbt / fMmmÊÊÊmmmmm
fl i©o,töt üefïuucc oooj '0 Ijfeeten Danor.
2. <©0bt bie fiomt twee zielen! VtOfgetl 5lnl>eEcht, en maantje een. (Cot ïjaac onöeding genoegen/ , «©eed/ en Ifcijaam toojbt gemeen. ■aillevjoetlle eenig&eit! - , iCot öaar oepöet ttoofl fieceiöt. 3-
Twee in een gebïocïjten ö«tcn! ©afi gemaafstfn d'Echtc-bandt, ©oojfpocbt£-bagen/ tamp/ eiiftWtten/ . eiaiien beyd'gélüfietöanbt: ■■•■-........ " ©;ma« |
||||||
Bruilofts Vreugden-Wenfch.
©Ifugöe/ ejoefbeit/ ium/ofmt/.
©jagen 3p met een gemoèöt. 4-
(£5oöt HOilR 3önen mfïben 3egen / ^tojten ooft julfeen Paar, 3©at sicö tooegt na 3Öne voegen: $?P Doet fcfcijnen oüet baat gpngenaöigö aange3icbt/ «Sn geeft in gaat ïuanoel ïicïjt. f
<©it i$ omeg tjeïten toenfcften/
^an be Bruidegom, en Bruit!
Twee ban <©obt geïiefbe menfcgen/
©ieuin bien banbt öefïuit/ • ép mgtu: enöoeugoet! llgg>3pn&ino'«nboet. 6 <©obt! be aIgewoeg3aarti ©abee/ Jbtut nto fiaat! en boiito uto tjuig! liilet bjeugo' en goèb'cen abet! a®eeï/ of3egen/b?uR/ enatuig/ <©o» al iaat u öiec ontmoet / fteert&ptotu beydergoet. 7-
<*5obt toiï u nu samen btnOen Sin ben bandt ban %m§ (CrouVo ( ©aaï gptroofl/ en öeilmoogt btnöen/ ©lt betbonöt geeft geen oetouVo. <© öoe 3aïig i^ öe Bruidt! ©ie nutSesuf-'thuw'iijkjttitt! |
|||||
% 3
|
|||||
ï66 _■ •:-;■.., ...;,;. ^,-,
Verjarings Dank, en Bede tot Godt,
Pfalm.pi: 16. Ik zal hem met lankheit der da-
gen verzadigen, e ff ik zal hem mijn heil dom zien, TOON: Pfilm i>.
\~r .peinölg <©oöt! 'Fonteine van het leven ! ©ie tjf) ea leert, oau/ en tot ecuvuigljeit.' |
|||||||
IE
|
|||||||
, Slit utüe volncit! neut gu onj! gegeoeu
Cm levens-üroom, bepaalt öooj UW ««lept.
Col dezen dag! berïengt gponje&agen;
«©pfjebtonétoeïbesojgt/ geïeiot / gefpaart/ <©on uto ïariömoieöigljeit! Ijttft on£ bra^agen / oEn 'aooj b«l quaatgS / en onge!uï$ öduaatt
3-
«©pfjebt/ o^eer! uto goetïjdt/ gunft/en segea <©p onf oiitoaaröig.' tpitjft neetgéflojt/ ïïtrj tyenbjpgeit toont gp nu aïlet Uiegen ! 't^cfjijnt öatgp'tbjslboen nfiriftiet: moeöetuojt 3Bp bflnften u! bat gp ben tijdt verjaarde,
IDanöfeon^ijjZoiief, en aangenaam, 39atSP ï)ct leven, tot op heden fpaarde ! pitg«eftQn£(ïQftelQöm ut»eniÉaam.
|
|||||||
Chrifteïijk Mwltijdts-Gezang, 167
f.
©emieetbettïgeet! Den rijdt, en levens-jaaren, Zo 't tot ulM eec / en 3ielen befïe i$ / <©f 30 gp haart on£ tot u totlt tiergaren; 23jengt on$ ban maat In'g ®emelg etffen$! 6.
35oeton# bien korten tijdt, ban bjel bekenen. 5&OOJ ulBCH Geeft on$ Ha Uto woordt geleib'; 9fic&! Heectoi$ ïjett! ban 30no' / enp&eiüeöen/ . <£n tot eetuaiig eind'maa&t on£ beteiot. |
||||||||
Chriftelijk Maaltijdts-Gezang.
Handel, z: 4<f, 47. ^/^« zy tezamen met ver-
heuginge ende eenvoudigheit dei herten, en pre* Zen Godtj enz. ,"■'.,' TOON: Pfalmas.
oliiii^ëiiiilïiiilllll
V-/ (jfooote (jodt! Oir tn!5 3i)f oan urrniourtr.
|
||||||||
il^iiiiiïiilÉgl^lllill
§na goetljeit iiea sop Uwc öooj o»3e oogen,
ilÈlilÉIliiliilüïIll
<0p HfooiK ons fteeöa met urnen muilen iq&n,
iilliiiiïliïiiiilü=llE
ïlixTguiirte ftraalt op alïe on3e üiegen /
i^llllllIill^iliiiillilïlË
<5p fiotnfon^ öajj J op bag / met iüjo' iwelöaöen /
% 4 ' - $aa
|
||||||||
jé8 Chriftelijk Maaltijdts-Gczang*
H" ^1iif^lïiiiiÉlgii=:
|
|||||||||
J5aa ziel en iich«m, ttjsip ooetlaöen.
iillPiPiilliiii^lïilllE
«iöji De&t Oen Dis ÜOOJ on£ met 300 veel gaven,
i^iiüüilli^ll^=
Hll^of top u üecgelDing üueöec gatten/
30e aerdc, lucht, fli 't water moeten geUeil /
lliliil^lïiiiiilMll—É
®n$ onderhoud, en voêdzei oooj tjet letten.
©ofiöatnieti'chaars:maaïmildt, en overvloedig,
|
|||||||||
Verzaad gp'ong alg on3en ©aDergoebïg.
3- (■
3©at 3öntopHeer! bat utoe goetljeit$ dromen/
Hitoeoetom op heden tot oii# nomen i 3®p 3Ön niet toaaEö/ bat gp aan ong 3owb Dennen £ Jl3et3oDeeIg0eö0/ en 3egen# on£ öefcfjennen/ JlSeeca$ aan beeï ttan utoe Lievelingen! ïjttt gunft alleen geeft 011$ af 015e aingeii. 5 4-
45? tïehtonS ftect boOJ joete liefde-koorden, (gil ÜOeObe3iel baaj Utoe levens-woorden. ^fc0en8tuZoon, en met &etn't «Êeutoig Henen-
|
|||||||||
Chriftclijk Maaltijdts-Gezang. 169
3©atfoonbtgpong/ 6Vader! bttetggetien!
Wie Heii-fontein nol 3egeng / en genaöen f ' 3£it J|emel$Broodt, Kan 0n3e3iel verzaden ! s. '■:
©at top on^ljwt gebuutigtoelbetoaren /
<£n noit met zorge, fpijs, Of drank bezwaren,
5@oetb00JUto'fchepzels 0113e $k\m rijzen, <©m n oen oojfyjonft elïefS goeög te ujijsen. , heeftopUtogaren, aanongutoen zegen, ^soo? Jezus buutöaatüloebt/ boo?ongbeïfttegen,
Pauze. 6.
ftaatb'scmeziele! nlmmetjön betgeeten/
«Êenanö'cefpijs öeeftbiettannooöen t'eeten, «Een Hemels broot totftetftlng in genabe/ 3^at ziels-gebrek, en honger ftan 6et3abeii. «©eeftbataltijot/ ban gtoeit ïjet gèeftlfjk leven, <©an leven top Otnu beel vrucht te geven. ïaatutoeüefd', 6Vader! onpetmaften;
O Jeztis! ftomt op tm$ Uto wooning maken, ,
ilftetutoengeeft, en 30» genaden-gaven, ïtomtio onjHjstt/ en 3iel ban binnen laven, 5©atbte metu&aac Avontmaai mag ftontoen. «ÜJn eeutoiglpft uto aangezicht befeïjoutoen. : 8. <0egft onzoon plaatg in 's Hemels Opperzalei|,
3©ilt baat Öe Siel met volle vreugd onthalen, jBet Abraham, haak, Jakob, Qeseten 1 , %an utor tafel, laat on$ baat ban eeteh,
'tVerborge Manna, in Mc ruft, en vrede, ©aat voiheit \$ in alle fteetlpfieöen. 9. -•'.:■'
9@oe obetbloebig! ftomt uto goetfteit balen.
Wit ftan al'tgoeb'/ aanong geöaan/ Uestjalett; Lof, eer endank, jtjn top betplicftt te geeban/ „4 Mtt Lichaam,geeft, in ong geïjeeU leben. % s Ulaöftl.'
|
|||
%fo LiefdeiK-Qe&ng,
SBaaftt on^öequaam Doujutueii Geeft öaa bobrn/
<©an sulfentop ulo Haam/ ó^eetel lonen. |
|||||||
LIEFDEN-GEZANG,
Op degemeenfchapderHeyligen.
ï Johati. i: 3, 4, £W verkondigen uy «, oj> <&/
ookgby met ons■ gemeynfchap foudt hebben, rW* <%/<? onfe gemynfchap ook zy met den Fader^ ende met zynen Zone Jezu Chrijlo. enz. op 4atuwe blijdfchap vervult zy^ Hebr. 10: 24. Ende laat ons opmalkanderen acht
nemen, tot opjcherpinge der liefde ende der goede qoerken. TOON: PCilnisJ,
üe l#/en3ai gelukkig fcoe3en? |
|||||||
3©itH£ Jiei pE3Ït öatgoedt,
|
|||||||
't a©rifttjer«/ enjMteot&t
|
|||||||
Liefden-Gezang. 171
liliiii^illlillill^^il
©anöaaï geöjen/ en-quaüen/
|
||||||||||||
Üi|lÜlï|fe^==2
|
||||||||||||
Sï===»E
|
||||||||||||
$z
|
||||||||||||
4gn eeuttiijjlijft verzadea?
i.
't <3$ÖP öie met ïonben beladen,
tfSeüoeieub'jgnelenö/ giclj jjaafHot )ezu$ÖJenb! <èn fto'mt ten Trooneder Genaden, <©m baat bet 3f?len ftöatten/ IBooj't geloof aan te üatten, 3fian bjfen fee $eec! jfrijtoil verbinden,
<£u ganfctjlijft otietgeeft: Ü&et öat Ijpis, en heeft. <®it jal genaad', engunfte Wn&en/ 23p €5cbc5Ön^eraeï^ ©abec! ©et jtelen tjcifê-fpjinn-aber. gijn zonden tÜOjhen Öem vergeven!
gEn njp ban öct twöetf/ 3©o?btr)p Gqdtskindt, en erf. Sijn 3iel begint itnöSaot te leven; HP Öeeft geen quaat tefcjee3en/ 3©ant Godt! wil met hem wezen. i f>
ï|p Haat met jjemfti gunft, en vrede,
3&00? Jezus öuutrjaac bloedt, 3E>at üoo? be fcijulöt öolöoet. <©obtg Geeft blijft tot in eeutofgfjeöen Sn bem; bet Eng'ien fcgate/ Z&\ Ijcm öeplig öetoaïen. |
||||||||||||
1/2, Liefdérf-Gezang.
|
||||||||||||||||
Hoe zalig! ?£ öaac ftaat~ïieöonöën/
llllliIliF==5
|
||||||||||||||||
Ie:
|
||||||||||||||||
©ie üodj öien nauluen bandt,
! ^E=liËËlË^É=iÊiEiIsË=
|
||||||||||||||||
igian^'^^eectii fterfcejanDt /
!iEEj||EJE|E^EE^|=El|iE!
|
||||||||||||||||
Aan Ghrifto eeuUJtgl) Jtjii öeEöollSen.
||EEE^EE|E|E:|Ep:|=»5E=E=;EE
Mtt al öe Uicverkooren, pEEEESEpJHEpEaSS^
|
||||||||||||||||
©oo? 3Ö»en <©«l* DerJottn*
1-
^PSÖII kind'reii öail eenen Vader!
<5n Moeder! opseborbt. ©an Jezus.' ©leeg ett 2SIoeDr. 3&ie£ ai uit eenen leben^-aOet 333it innig zielen-leven, , 3n Cö)t(lo teioiot gegrtwn. 8.
ï|p \$ fjaat hooft, en 3P be leden, 9in een gfefHgft lichaam, Geroepen al te jaaro; ©ereent in geeft, tot lïefd', en vreede, Cot een geloof en lëere, agenhoop, eenQodt! eenHecre. |
||||||||||||||||
Fauze,
|
||||||||||||||||
liefden^Gezang. 173
Pauw. 9.
3©elaan/ mijtijitl! gpmoetnufcheyden
©an 'swerelts bóoze. Rot, $et toela jfcö aeert ban «Boot. <£n boïgen bie/ Hit fiaac betlepben/ Cot 't pabt ban.pbelfie.Den/ ■ %i\ alle 6003e zedem 10. $oogt fïeebg een metgezel te toejen/
©an bie &emel£-ge3lnbt/ 3M0 een $>l}oo?3aam feinbt / 3M bjanb'len in €Jobt^öepl'se tojese; Vocgtu tot dezer wegen, ' " V: go nrfigt 8p beil/ en 3«0en.
Haat ong maikand'ren gaan aanmeïfienr
&Ot liefd'in nedrighëit,
ÜLot toelboen 30« beteibt. «Ên b'een/Den anbecen verfterken, ®m 't goe.bc na te pogen / Ulet al ons' 3iel£ becmógen. ia. ©at top te 3amen on3entacfiten
€5aan boegen tot ben ftrijdt, g|nbe3e 6003e tfibt/ &ta§n tegen 'sZatans Ml enmacfiten/ JKef's wereits 6005e tteïten/ <£n eygen ziels gebjenen. 13. go b'een/ ofb'anbete taant aan 't wijken,
Sn booj-of tegehfpoebt/ ©ie ItcfitenjEt get gemoebt / <©P't naubjc pabt biel boeu bezwijken, €n eétligèing' vertragen, S^an't goebenatejagen,
; 14. goo
|
||||
Liefden-Gezang.
|
||||||||||||||||||||||
174
|
||||||||||||||||||||||
14.
|
||||||||||||||||||||||
iiiiii^SlIlllÉlÏËEl^
ëoo imianüt onöec üeef timumi
illii=ÊïiiïË*i~ ~
|
||||||||||||||||||||||
32
|
||||||||||||||||||||||
=2
-:2
|
||||||||||||||||||||||
Bedroeft, e» moedeloos,
EEfS=i=EÜSJi:i^5EEEE
|
||||||||||||||||||||||
<C« neet ieiöthuip:ioos:
EESjESE5E|SgE=Sa=^E~;$E;E£Eg |
||||||||||||||||||||||
ilaat oiiéfle «ogen tot pm toenöeu/
|
||||||||||||||||||||||
EEE$EEEt::£EgEf=E|
|
||||||||||||||||||||||
j[U«t teere ingewanden,
|
||||||||||||||||||||||
fÜIÜilÉ^a
|
||||||||||||||||||||||
C» hulp-bereydc ijan&eij.
iH
d'Onwetende, 4BQtit$htmi$ leeren,
©ie op «endwaalweg gaan/
©ooj DjienbetfJB vermaan, Aanporren, 0at3p gaatÖlfieetetï. 35e ïwakke droeve jjetten Vertrooften! in fiaat fttWEtf tl. 16. ' J
Hoe ïiefrp $ bit samen wonen!
3MgtüpÜleenigheit,
tëTüt.vreed', enliefd' oeKibt/
©ng broederfchap 30 gaan bêtfooneit;
2lfê Öerten3amen hletoen/
Sn een Godtsdicnüig lêüen,
|
||||||||||||||||||||||
17. m
|
||||||||||||||||||||||
LidxLen-Gezang» êfó
17.
%\$ Onje gaven ano'wn lichten,,
<ï^at onjet tongen-ipraak,, &Utb$ uitte ban Godtsiaak. Cn bug met on3ereed'nen(lic6ten» ©oh 3elfg met doen, en leven, Cen ö?pHfl voorbeeldt geüen. 18. S&at on£ een innig medelijden,
©m '0 naaften fttuitf/ en fmett/ «Ba tteffen in Ijet |jett: «EtlOng verheugeu met ben blijden r ©on droevig 3p met etne/ gfóet Öjoeöïtj bit öec weenen. 19, ;:
3&aftop getêeöt te huipe nomen/
3©e noobt uanpDet een. €n goet boen in 't gemeen/ 5Bocö alletmeefi ben teelten vromen j 3Bie 300 3ön plicht mtltoonen/ <$obt sal't öêm eeuwig loonen. 20. ®it ü gemeenfeïjaptoan «töobtg ftfnVrai/
3©an €ö?ifti bolft/ mlot/ 3n tiem üeïeentmet<ü5obt! ïiBiE niemant bieciu/ nocg Ranoetöinb'wu Sp (fenoonbe ixrtwït biel») ^Önfieebt^ een hert, en stele. 21. 3©p bitJben Vader van de lichten ï
giet utoehinb'ten aan ( 2©ieinub}ec3e gaan/ Cn 3oehen fleebf ma' aangejicöte. 5Doet UUJ' genaden fftomen-/ «Bn gaven tot gaas nomen.
|
||||
176 »-;Liefden-Gezaög.
|
||||||||
22.
|
||||||||
iiiiillllliilil^§^l=^i
©Jezus! aï£ in uwen name, ,
illililIIiiiPP=^l
firco' fcnapen ji)n by een;
1=== ÉlÊiii=ii==i=É=Ê£i^^i^l
jJIfèaaüFu met tjaat gemeen,
fóouït ia 't gezeilchap met t)aac sausen:
Hiaat ep öaafc netiet öafen /
|
||||||||
Wt#' G«eit met 3öne fitalen.
23- •
«©oetbitt're nijdt, twift, hovaardye '
geer bette ban onfijn/ -'■•-, , <©oft alle valfche fchijn,
Bedekte loosheit, veynferyen, 3®at érgerlyk misnoegen, 3B>te bpgeen Cöjtfi'nen boegen. 2-1-
35oet iito Woordt! rgfelp in onzonen;
<©at be vöorzichtigheit, JBet yver in 't brieibt ©an on3eu branöel/ 3ic&beWonen. €>eeft onö beel vrucht te öjagen / ^eet! naubj'fcel&eöagen. |
||||||||
't Gebedt des Heeren. 177
%\$ gn ong eenmaaï snit vergad'ren,
gin ruft, by u tec üJoon/ ©00? UïD heerlijkheits Troon, «Paac tap met d'Hemel-fcharen nab'rêlt/ gullen BÓp eeutoig 3amcn/ ©ercecen wtom Jjamc 3£aat 3Uït gp al, in alles wtten,
© aïgenocgjaam <J3oüt! «0115' eeutoig öeel en iot. 3&aac i$ öe ?irt tooUnoafti genezen, ïlto lieflijk aangezichtej Eal Oaac in vreugden iidjtm. |
||||||
'tGEBEDT des HEEREN.
|
||||||
Toon: Onze Vader in Üemelrijk.
|
||||||
178 't Gebedt des Heeren.
IpÖÖjTöniJnian U Gênaden^roön""
pgi§sÉg=fÉËÉgÊËÉ=g§=£=p§g=^^
#m Jezus! utocn Itfücn £oon.; . c Verlicht De 3ieï/ maant ong bcqüaam,'
(Cc heyl'gcn uwen grooten naam'. 5!n al uto üJÊdhen oie SP Boet/ ï@aac in ulo öeetlpfttit ontmoet/ 3Doet herte, tong, en wérken $|eet! *'" i' Sin titte$ ffteft&en tot uto-eer. p U Koninkrijcke koorri* ön£ Bp.
jöeemt in öe jiel / uto heerfchappy! 2in vrede, vreugd', gerechtigheit. tëlot 't Rijk der glory ong geieiöt. <25oet 's Zatans-macht, en (CtOOtï tt niét; Sfcjengt 't dwalend volk, tot u geBie&t. +1 >
MSaant Bat Uto wil van ons gefchiet, <©oet on5en boozen wil te niet. '*■ - 9&at top tot onöecöaniflbeit/ ■■■-,<
fin doen, en lijden, 3jjn Bereiö/
Vrywillig, trouw, volftandiglijk, W$ De Zaal'gen in 't gfotpciJR, " f*
3©P utoe fiintfcen! arm / en BïootA * ,".'"
©eC50cRen Vader! daag'lijcks broot. :
%n\ boet ong van den Herael gocdt, na .<-,.■: " . Cl!
|
||||
't Gebedt des Heeren. 179
«2n geeft al vnac bit lenen uoebt
ÜÜ) zegen, bp u\ö gaven boegt/ «Pan 3tjn top in ong lot vemoegt. Vergeeft, 6 3|eet! al ome f chuldt;
(Coontutogenaoe/ l)cbc gcöult/ met «Mig om Chrifli dunrbaar bloedt; ©ergert bit aan ong gemoeöt. Wat quaat ben naaficn on£ oit öee/ Vergeven top ÖOO? liefd' tot vree. % - 7.
ïaat borfl geen qua verzoeking toe! Senb gp on# utoe tuchtings-roe, ©erttoofl ong / boet ong onbec|lanbt/ , «In 't jltgöfn / bieöt uto ftecne fianbt/, . ? -s %OX d'overwinning bp Oüg jp/
16cö! 'ttiaaht ong ban Den boozen b?p. .
U i$/ 6 ©abct! 't Koninkrijk.
H mogentheit fteeft geen geltjlt: ... v -s; M i$ Oült alle beerlijkheit!
Ban nu tot in bet eeuwigheit; Uaaaftt ong beteibt tot utoe eer,' Amen! Ölt5l?aï50/ 6J|eeC! |
||||||
-èv*ö fj
|
||||||
3R * EER-
|
||||||
i8o -_'. ,
E E R-Z A N G.
Over Gods volmaaktheden.
_P r> j f lovende, en Y ...
Vaneen Godt- \verheerUjk£ndef ff.
P/al. 145": 5. De Heereis groot, en zeef te prijz.en,
en zijne grootheit is ondoorgrondelijk^ Ik^ zal uitjpreken de heerlijkheit der eere uwer Maje- fieit, enz. Toon: Pfalm 18. en 144.
|
||||||||
TL
«fep ipcdc l ttirjn_5tcï ban 't aarö£ ge* tuocl na bob en, g&at Humt 'jS ^timif
|
||||||||
ïjetcuto Naam mag lobcn; 45p80ubt.il
Troonln 't ontoeganklijk licht. ©OCcFSïpdtiï"
^tluaanzichtYcbiyiingcnnbcn-fïcalcn!
iïtoGeeftHoojtf «TmBnWïttncDcci^lërrr m
|
||||||||
Van Gods volmaaktheden. 181
|
||||||
a. Jehova! Bron, en aller wezens-wezen.
ült toelftetg voiheit allee 1$ geresen/ b'<öenige oorfpronk! toaat öoo? neDet bing/ 311 toat het fê/ en wezen zal, ontfing. Verheerlijkende.
Drie eenig Godt! We leeft üan eeuwigheden. «Die xtjt, 3Ult zijn, en waart altoos bOOjleben; ï&t eerft', en left', tooo? uto tg geen getoeefï/, €> eeutoir/ Vader, Zoon, en Heyl'ge Geeft! Lovende.
3. O geeftlijk wezen! jclfê het licht, en leven.
Ulan ujlen^voimaaktheit niemant petg han geben! Verheerlijkende.
SlltijÖt be zelfde, onveranderlijk: <©Qlt eeuwig fcaft ii l|eec! u Koninkrijk. Lovende. , „
Hto Raads-befluit 6an niemant oit tocrhinb'cen/
iüoeft utoen wil i?e?ana'teh/ noch becminb'ceni inmeten aatbe jullen eeng becgaan: <Poch utoe woorden binben eeutoig (laan. , Verheerlijkende.
4, Oneindig groot' geec l boben alle machten!
"mie geeft / en neemt/ benfcöepselen haat ftcacöten/ Almogend' Godt! u allee fïerftfle hanbt/ «Poet alle bingen jonüec tegenfïant.
. Lovende.
Alwijze Godt! uto al-boo?5lenbe oogen/
Zim obft al/ 09 aïlej; menfehen pogen» |
||||||
_•■
|
||||||
itz Van Gods volmaaktheden.
<©» weet toat fê/ $al 59« of ïjeeft aetoecfï/
£0p ziet ïjet aïïerbinnenfi' ban Den geefï. |
||||||
<J. O hoogfte goetheit, barmhertig! genadig!
39oI trouw' en waarheit; baat toe $tet toCÏÖaDfg; 43p 3ijt een <©obt ban volle zalighrit, ©ie sy boo? D'acmc iwcnfcöm gebt beceit. Lovende
|
||||||
Van Gods volmaaktheden. 1I3
|
||||||||
Lovende.
O algenoegmm <5obt gp ïaat be fïtomen/
©an utoc boïljftt tot on$ nebetnomen. 3©at boet gp aï uit liefd' aan '$ menfcöen ïtinbt! •t ï©elfc in Mtf Zoon' genaad' en leven binbt, 7, O Hcylig! Heylig 45obt! vol Heyligheden!
©oo? toicng aanzicht, be «Êng'ïen fjaac behïeöen ï©ieng reyne oog, ïjet bupïe sonben quaat/ ©ecfoeit/ befïcaft/ betbloe&t/ met toorn en haat. Verheerlijkende.
HÜJ oordeel ig en bïijft aïttjbt rechtvaerdig,
^e5onöaaci#narecht, iujaaft/ enfltaftoaccbig/, ©lieöt ban/ 6 jfel! tot <©obt# barmhertigheit; ?^oo? Jexus bïoebt tg baas genaad' beceibt. 8.ïDanbeït/öMenfch! ban tooojbeg peeren oogen,1
Oprechtelijk: vertrouwt, vreeft jtjn becmogen/,
Aenbidt, en dient be öepl'gc Jfèajelleiti Looft, eert ben Name jtjnet öeerltjhöeit/ ïaat utoen Toon 3te& met beg Hemels-fcharen, Cn 't Choor der Engelen te samen paren j üg'tölec geb?eWpI ttacfjt/ entoaeljt/ hier na Singt gp toolmaaïtt/ 't eeubJig Haieiuja. |
||||||||
GEE=
|
||||||||
M 4
|
||||||||
.....- .........'
|
||||||||||||
184
GEESTELYK
VREUGD E N-LIEDT, Des Oudt-Vaders BERN4RDI,
Over de» name jfefu.
Als men de twee laatfte Regels van yder vaars af laat,
(dieniet vandenQudt-yader Bemardus zijn,) zinght xasx\,tofdyewenTopnf QfalsdeniQOPjalm, Maer de twee laetfte Regels by yd.er vaars op de wijle van Onze Vader in Hemelrijck. Hoogl. 1: J.
^üwen name is een oly die uytgefiort mort:
daerom hebben u de maagden lief. |
||||||||||||
EZU, UtU£ Naams geDactjtcritg/
|
||||||||||||
€ot '# tjrïten b?rugü' jeer&ractjtig $.
0crc' liöW^omng/ üóticn al" |
||||||||||||
%$ uto üpuiQttt-tirf getal.
|
||||||||||||
Q JEZtl zoet, ö lieffte mijn,
|
||||||||||||
Wanneer zal ifc eeqs by u zijn i
|
||||||||||||
%,
|
||||||||||||
Over <ien Name Jezu. 185:
*• -1/. /
licn stagt 30 3oete geen mu3tjR/ J/êê***™****
Jfêen öoo?t geen ïiet 50 bjcugücntijft:
jÉïen btctjt geen UeffcUjfiet i€oon/
?8Ig ban ong Jezus, <6obe£ ^oon,
JEZU mijn lof, mijns herten-zang,
Ik zing u al mijn leven lang.
Jezu, oesonbaarg gu beteert; ci^U* y*~*
fgeer bjicno'lnK uoo? 'm u begeert/ • Hoe goet 5ijt gu / boo? bie u mint *
JDaae toat öoclj üooj al bic u toim! JEZU mijn hoop, mijn wentch mijn lult,
Wel is de ziel, die in u ruft.
4» '■ • ,Vl]
5ezu öcr ftecten jocte fctjfcfjt/
fontein be| Eebeng / pielen Ifcljt! <©p obertbinbt al 'guxreltg to?eugt/ <Ên al bat pemanbt hjcr bcrjheugt. Beftraalt mijn ziel, doorfchiet mijn borft.
En laaft mijn hert, dat na u dor ft.
<J5een tongc fteeft ftet oit bcctdfcf *"#r** «&#y«ui
<©een letter Ijrcft &et oit gcfpelt/ <©ie 'ttjreft gepjoeft/ bic tijeet getofê/ Jezum te minnen/ tnat bat i$! Die J EZ U M mint (6 hoogfte lot!) . ]
Godt blijft in hem, en hy in Godt.
6. ^Bn 't beha' mijng öerten jttcljt ift fïaag/
JUijn 3iel bcstaacïjt Ijem alle baag/ gin rjufê alleen op 't lanot / en flraat/ goeft Ut mrjn Jeium bjocg/ en laat. JEZUS die mijn beminde is, t, ,; • ..
1b 't hert alleen te vinden is.
3® y 7. 'REftï
|
|||
186 Over den Name Jezu.
|
||||||||||||||
"feEal met Maria b?OC0 OJJ ftMttf
"ëifg nüöJpnjSFtot- itm gsstot #aanr~
$&tt fcjasen/ Wagéiï/^olf gemoeist/" Ipim pochen/ toföar ih ijcm groet. > |
||||||||||||||
Die JESU.M den gekruyften mint,
|
||||||||||||||
Él=gfy=i^^És|Éii^^[=p
|
||||||||||||||
En vreeze niet, want hy hem vindt.
8.
'ftSaï 't acaf met tranen maften nat/,
HÜet 5ucï)ten luanb'Ien öoo? ben paöt/ 3©oo? Jezus boeten toaïïen ne'et/ ?Pic ftuffen/ en omgeven toe'cr. By zijne voeten heel doorwondt,
De Zondares genaden vondt.
|
||||||||||||||
«*&"*
|
||||||||||||||
Jezus een ïtontaft toonbeÈïfjft/
m m*w/ mams/ && m*i
©ed soetec / en bolraaafttet / ban
^en fiecfïDft rnehfeö ultft>?erten ïtan.' Min doch, ó Ziel! dient dezen Heer,
Groot is uw loon, uw vreugd, en eer, |
||||||||||||||
ïo?a©u
|
||||||||||||||
Over den Name Jezu, 187
ÏO.
fflp Heece Jezus bibben Dn/
jüaaht Dat ong öert toersabct 50. <©een Dunflec tiacijt öaar inne buïtt jfêaat met uto ïicjjt / en liefö' occbuït. 't Hert dat God nadert niet en deert.
Die Godt geniet niet meer begeert. ï&etil aïg ong ïjerte u onthaalt/
W$ tiwt hïaacheit on£ befïtaatt: Wan toojöt &e£ tiiecclté Ui ft toetfoeit/. Cn 't buut bet lief beu in m$ gloeit. O liefde Jezu! my verteert,
En al wat tegen u begeert.
Wt liefde Jezu otoetjoet/ '^TP^
Si üJaarïtjït eene Jtaning-üïoebt/ , *(**&**f
©eel joetet önpscntmaaï/ en meet/ j©ant niemant seggcu ftan ijoe teec. Proeft, ziet, en fmaakt dat Godt is zoet,
Geen wacrder fchat, geen hooger goet.
1, Pauze. 13. Zijn ïijben ig 3ön 'g lief Den nanbt/
30eeï Qtootec alg men etgeng banöt/ #y üjeeeft oné met 3ijn bloeöt gehocfjt/ <KN bjee met <©obt tooo? ong getojocöt. Geen meerder liefde iemant heeft,
Als die zijn ziel voor vrienden geeft.
14. Jezum te fiennen / tcacöt / ö menfeö! '.
3|cm te beminnen 551 u üjerifcö: Het tonjt te soeften niet ontbjeeltt/ «3n 't «oerten meet uto' Uefö' ontfleeïtf. Die J E Z U M kent zijn Ziele leeft: -■-':<
Die JEZHM mint, houw, dat hy heeft. ï
> . :>y W ■ iy. me |
||||
% 8 8 Over den Name Jezu.
|
||||||
'0A ' :
Jezus Die 30 genabig ig/ ' r^n** m^é^f'
<D'eeft bujDtfcöap oie gefïaöfg $/
<£)pcec!jte troolï ftp tneDe bjengt/ <gn tojeuga Deg fjecten ohoecmengt. Des werelts vreugd' in-druk vergaat:
Des Heeren blijdfehap eeuwig ftaat. |
||||||
Jezu! tiip Deje gunfïe Doet/ -v*^**
<5eeft mp uto'0 liefüeng obettffoet:
Hiaat bomen Dien getoenfebten Dag/ <Pat tft u 3ini/ en lebcn mag. Zaüg is hy die in uw Hof
Woont, en u zingt een eeuwig lof.. |
||||||
Over den Name Jezu. 189
18.
Wl Jijn mijn tooojben onbeguaam/
jlocijtairê bftbjdu* ift utoen j&aaiii: ®e UefDe mp bjpmoeötg maaftt/ €n bupten u De n?engöe ftaant. O J EZ U ! die gezegettt zi|t,
U liefd', en lof my ftaag verblijdt.
Jezu! u ober joete mimi'/ 'T^J^ **-&*
©etmaaftt De# menfchen ïject en 5in/ s
©fcjaaöt bc 5ieïe jonöer ïafl/ Wl$ geeftclpen ftongec toafl. Dien Godt verzaadt, gants niet ontbreekt, „'
Als men hem fraaakt, den lufl: ontfteekt. UW Die u eten/ ftong'rén ^eer! ■$£*•*&#***f<
fM Die u D?fnften/ bojjïen meet: ^oeft 5p begeecen anöerg geen/ ; «Pan Jézum ö'alDedicfft' aHeen. Eet van dit Broodt, drinkt dezen Wijn ,
't Is zalig, hier in gulzig zijn. IBaar Dien Dccj' ïiefDe f jonften maaftt/
55ie tocet te recht boe Jezus fmaaftt, éoc jalig fê fiy Dienjebuït; ! , afeaitt hp niet anoeri in hem bult.
Wat kan ontbreken in 't gemoet,
Als 't Godt bezit, ons hoogfte goet. Jezu bet €ngeïen cierjel rijft/ • *** ** «?«****
5Jn 't houten joeter a\$ mujp! gn 't p?ocbcn boben alie fmaaft/ gin 'Ujett een $emcï£ blp becmaaft. ' \ 4 Niet is zoo waerdt in 't aerdtze dal f
JESUS alleen is H Al, in Al, |
||||||
*3. 36
|
||||||
ï5>o Over den Name Jezu.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
*?♦
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^\_./ £■*■ f • *-**■
|
|||||||||||||||||||||||||||||
"gjfc rdêp mjel oimsentmaai / en meer:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
" «pïrjn Jezu, (tornt gï> ook mijn ^cer!
|
|||||||||||||||||||||||||||||
mtanncre maaftt gp mijn tien 500 ölpü
|
|||||||||||||||||||||||||||||
<B?at'et tam u ucr^oDtf $p.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Ik cpeel van liefde, (roept uw Bruidt,)
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Voert eens mijn herts-verlangen uit.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
-24.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Jezu, 't gefïabfg minnen ögii/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
<25eeft mp geDuutig qutal/ en pijn
Snoeft boo? öe 51CÏ $ 't öonfg 50«/ Uto uefö' alten mijn leüen tioeöt. < 't Verlangen is iny wel een fmert.
't Omvangen geeft weer vreugd in 't hert.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
2. Pauze. af.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
, erge
|
|||||||||||||||||||||||||||||
./C'i-V^.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Jezus! op 't öoogfïe gaebectiec/
Ü8n# Öfctentojeugljb'/ en leöen öfec:
J©at ïjefjt gp al tioo? 011^ gedaan I u
Eaat öacl uto" liefö' mijn 3<cï amUaan.
O Ziel! die Godes liefd* omvat,
Wat goet hebt gy? ó rijeke Schat!
|
|||||||||||||||||||||||||||||
26. Jezum
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Over den Name Jezii. 191
16. ,, .
Jezum te minnen i$ ain goet/ *' &»*****>•*»**'
Ulan niemant Ijecljt nieec mijn gemocbt/
gift toetp mijn engen toil toau mu j <®p bat Jezus mgn ïeben 30. Het fterven is my groot gewin,
JEZUS mijn leven^ hert, en zin.
O Jezu! aïbec3oet(ïe atfèf/ r* 4».-. s w* «A^***-
Uto tcoojï mijn 3iicBtenb B«t becBicf:
M\$ öittec fcgjeuen u genaaftt. <t£n '$ gecten toep uto oocen caaftt': Ikzucht, ik fchreye dag, en nacht:
Komt Bruydegom! uw Bruidt die wacht. 28. .
J©aac bat ift ga/ of maat ift fïa:
IBijn tject jaagt altijbt Jezum na/ loc ulu ften 16 / a\$ ift Bern toinö! Cn öp jiclj aan mijn 3ieï «etbinbt! J EZ U M te derven is my fmert:
Zijn fchat te erven zoekt mijn hert.
't €*mBeï3en bat ih ban Betioom/ /s**-**- «**vi^e*»^4.-
9$ 3oetec alg een Jif oning-fïcoom: ■ : ^ ^enbanöt/toaactuflcBen ift ban Bang/ V w
g$ Jezus acm: maac 't buuct niet lang. O vreugd! 6 lot! ó zoete baridt!
't Omhelzen van Godts rechter handt. Mu jie ift / bat fft B«& ge5ocfjt/ &**&l ««m^-ö***.''
4£n mijn begeert' too?bhuüolto?ocBt: " Jezus Beeft mp B*t Beet boo?toonbt/
ipoo? ïiefb' ontjleUen in ben gconöt. Wie vat hoe zich de ziel vernoegt ?
Als Godt zich »elven by haar voegt.
31. m
|
|||
ï<?x Over den Name Jezu.
|
|||||||
39e MefOe Jezu immer öjanbt/
€5ti lüotwer 30« i$ linten banbt;
©ec&eug'ïijft i$ ooft ïjacen fmaafi/
<2n 3eer geneuglnft ftaat üetmaaft.
Deez' brandt verteert de booze lun%
En brengt ook aan de ziele ruft.
|
|||||||
55ee5' ïieföe unt ben Üenieï öaaït/
Cn 't metg mijng ïjetten Mep boojtfcaatt: 5'<©ntbonftt mtm 3iel/ en «ouöt gemoet: <©en bjocben <éeefk 3P bjeugo aan boef. ; Die Godt bemint zy vry verheugt, . "■'• •
Gy zijt Godts kindt, ó gtoote vreugt!
34, <©B?anDt!
|
|||||||
Over den Name Jezu. 19$
34*
<© btanbt! 6 fceprge Üémefê-bjanbt t
«©een Utfben-buuc men öeètet toanöt © ttooffc tjiec in öit ttanenbal! >2Babtg goon te minnen bouen al. MindGodesZoon, zovliedtuwpyn;
Zyn liefde doet u zalig zyn. ■
3S-
<& Jezu'. trtoem lian 't maagben-talt/
ïlto minn' met 3óetbeit toöjbt tiettelt: Hof / m 5P u / en Jl&ajeftat / Uvo tëp öuutt tot in eeurriia&eit JEZU, u zingen d'Eng'leh lof;
Want gy den Vorft zyt van haar Hof. 3 :"..
36. ïiomt honing! ïtomt.mön goebe ï|e?c $
ftomt B|eplanbt! u aomt alle eet. $Sefcrji)ritmön:3ttl met trtoeftraal: <®n 30r brttoacgt 30 menigmaal* ,": Myn tranen zyn myn Broodt, tot fpot
Men dikwyls zegt, waar is uw Godt?
3> Pauze. 37. ^1 jezuMaatbeuenaonnefcöön: ■ *"*« **aMs*'
©een bal3emfian 30 rupaenö sijn/ goet! 3oet(ie botoeti alle 3oet: > ï Cn lieffie bouen alle goet.
Die kent wat gy van binnen zyt, ' iv u « ■■,
U mint zo gy te minnen zyt. :
Jezu uto fmaaft be 3UI toettoeat/
ïlto geut ïjet tjette tot &em tteht; jBijn geefi in u getjeel taet3tjat/ 1m\$ 3p u tot Ö8QÏ beel tietfevijgt.
Vreugd, eer, gewin wordt al verfmaat»
Wanneer Godtt mina'het hert verzaak >• '••'- **$ £ ■■-:x lm 39-M*
|
||||
t9b Over den Name fezu.
|
||||||||||||||||
g=é
|
||||||||||||||||
Jezu mönJitctënit|«ogpe lufi"
|
||||||||||||||||
fltu' ïkfD^tJlam toöjöt noit"geülufi /
|
||||||||||||||||
3^00? u rotjn iitle toojöFült&Tööt 7
|
||||||||||||||||
«En eéuiufjj Dan öê Dooöt öenajöt.
gllÉi^ïiiÉll^^lI
O JEZU zoet, 911S toeverlaat,
mmÊÊmÊÊÊÊmÊÊmm
|
||||||||||||||||
tiy geeft al 't gpet,(ejn. weert, al 't quaat.
jr.vJ r :,;'•'. ;,>■•'i"-'.,
«tornt tot mp/ 6 öemiMöefcöaoji/
3&ie 3ft in utoe£©a&Q$ Ctootfc: 3£en ©panöt &eöt flp oüüanogt/ ©Ai ^emtl oooj u to ölaeötaeftoc&t, JEZU; dit is uw Teftamerit;:>
Ik ben met u tot 'swerjeltSiCncjtj,
41.
<p borg al om H aeftttcaan/
3©aar 't .£/ gp 3ult mpnfet ontgaan* 3©ant SP öeöt rap mön 8«t omtuht/i , Ujn utae fiefö' Daarin 8«ö?uBfc Die JEZWMi volgt, ga« wel gewis^ f
Want hy den Weg, en JUidsmait is» 4»- <© fêe*
|
||||||||||||||||
Over den Name Jezu, 19$
41.
<® ^mt\$ 28utget# homt met fpoet /
€n utoe poojten open boet: ïjomt utoen Heyiandt in 't gemoet f Éïoept&oning/ Jezu! toeeft gegroet! Vuur, Lucht, Zee, Aerde, Berg, en Dal,
JEZUS regeert! maakt bly gefchal.
43« '
«©fcönirtg! «ttse&tfg/ Qloeieu^/ ^ <© honing! 3eet bictocteug:
4Bemi>iQ obec onj' mfêbaabt! O Jezu! '$Jferttefêtneefïtieraat. Ryk, en grootdadig, machtig, wys*
Maar niee|t genadig in uw prys* 44»
5Fontcpne bet genaben bïoeöt/- #gon! toicrï^ Uc&t <©oöt^ ^>tabt bcftocöt /
;©r£fr?8t ffieföt^ nebeïban on# jaagt;
met 't Ifc&t uto'^ Wöbfcbap^ on0 bebaagc. Fontein, u kracht Godts ftadt verblydt j
O Zonne! die geen nacht en lydt. Jezu! U-pjP beg ^tVM\f éljOQi/ 7* 94*^.$$****»
«ffin 3iii8t u lof met 3oet geöooj: ,~i*
©e J^etelt ïjebt gn gantj becölgbt/ i
Haet€»outbet30ent/ ban'tauaabt6eb|ö&k
De EW'ien zingen altydt weer* ~ ■>;%": *
O Heilig! Heylig! Heilig! Heer.
46. _* .- ,
Jezu, u tërJR in bje'* beflaat/ ^*«-*— <~ ft***-**
3Pie fjert en 3tn te Doben gaat/ <@cö of mfjtt iitl bie etng besat} $oe 3eet betlangt 3P na bien fegat J Gods Ryk itfpys, noch drank: maar teteft
Recht, vreed', en blydfehap inden Geeft.
$ * 47- J«-
|
|||
1^6 Op den Name Jezit.
V \ j f
|
|||||||||||||||||||
iiiii^iü^
|
|||||||||||||||||||
Jezus i$ nu in 'g %mdg Croon/
|
|||||||||||||||||||
©aac ö|aagt Ijp ö'öooglïe €eren-fecoon.
|
|||||||||||||||||||
SCE==^=^=3C=h^6==X==
|
|||||||||||||||||||
iiliiül
|
|||||||||||||||||||
lIBgn jiel ttiiJ mijn getieel ontgaan;
|
|||||||||||||||||||
3©ant 3p bolgt Jezum aJöret aan.
BUilililH^üS
|
|||||||||||||||||||
si
|
|||||||||||||||||||
iVlyn ziel! tfat" doet gy hier op d'aerd?
lilililil^liüi^
|
|||||||||||||||||||
U bchat is jÜZUS hoog van waard'.
48.
Jezu, met bfbben/ sang en lof/
#p nolgen u in'.,t%rnel#-&óf.- <©eeft oirê tot een genabig loon/ 4©et u te jittên in u Ctoon. Lof JEZÜ i'öin 't verhoogen dyn,
Moet alle knie gebogen zyö.
|
|||||||||||||||||||
Zamen.
|
|||||||||||||||||||
197
Zamen-fpreekinge, tuflchen een Godt-
zoekend', en vindend' herte. Ezai. ff: 6. Zoekt den Heere terwyJe hy te vin-
den is. Mauh. 7: 7. Zoekt, ende gy zult vinden. Toon: Pfalm s°-
ëillliiilïüüilili
|
||||||||||
O1
25jon uan 't lictjt! ulij glau# at stel beciicat.
.^jengtöieuióeKai, öoü}uiuaangesiajt\~ Zoekende. | -.,
"ftc&ï mocö't mtjnlieï/ Die fieeös oegecët' en lul?
Sliili^iiillïiiiiïlii^ll
~Na Godt! ecu£ üinöeu op Dit 3oeüen tuft!
liilllllilïllillllilli
ÏBoctjt tfc maat na al 't 3ucyten m üetlangen /
KitemFot mijn Deel, en mttuig goeüt orrsüangcu! |
||||||||||
Vindende,
z. 3©eï5oefcenb'ft«t! baaïtoei^ïjulp/ enraafct/
%$ 't u maac etnft; gpftouittotDcjni (iaat. ï©|e Godt wil zoeken, Me vindt tjettl geïoip/ $ 3 3^1
|
||||||||||
WfcM W»KÏ«,-i'.——
|
||||||||||
198 Zoekend' hert.
$U ÖP na by, etl nocf) te vinden is :
Spoelt tt maat boo.U / en gaat de iccïjte toegen / <0p binöt gem öan in 3fine flunfi «i 5fB«n.-. Zoekende.
IlilllËgiiiiii^isiiiii^ii
3. lïip mp ! <ft ben 300 bette afgedwaalt',
lililliiilliliillïi^li
36 üen 300 iaeg na d'aerde toe geDaalt!
Hoe \$ mgn fnfF in fttf&Ren 300 tiettoeit
|||l||g||l|||g|l||gl|||s~|
• BanpDeKöeit een tecfjFe ilelcu fmett? "J§ó7taali1s"iog ri)oe jaUjFmp onrujrTiïben"" ~
lïiiiiiiiiiiiiiiiiii^
©au öt$m oanDt r om Oten i& zoelte üuióên.
Vindende.
4. ï|0Q>t na 3ün Uiaojt bolgt noftgeenblfegnocg
öfoet/
*t Vernuft, en epgcn wil, moet onbeeboet. ._.'-».- "H^te Godt zoekt, mcret eetfïuitheinzelvengi»n, Zoekende,
jBaat öoe3aI in 30 3\uaten toetfe Beftaan;
Mp 50$ geöeel in alle£ gaan verzaken % Cec in let Godt! en öp tot mp 3alnaHen? Vindende.
%■ 3a *t P.aöt i$ fmal, giet $ een enge poort. |
||||
Zoekend' hert, 1951
$iet moet geweldt 3ijn af men taant niet boojt;
3©ie<©obt wel xoefet, ötejjeeft beel tesenfïanbt. 35eopanbt nomtlsan ö'rtn entrarifcet nant / 4^p be3eti Voeg bate acbtibt / atulg/ en ïfiöen/ SPoet wapemaan! $m*tioeWg$& tefn-Pen. Zoekende.
6. |BoetWt303ön? «c&toaatlrSglïtöe kracht!
3^e-wii tggoe&t: tnaat 't jï^öKmp aan tracht. •CoefiutoJBwil, toant'tlifïigifjeBtbebjlegt.
't geit toet ik kan niet! toaat in 't üeelttjtg" liegt. 3]ilöit kan niet! ftomtwilniet! jictJbeïbeïgen. Cin tcase"toil3al3tó&«tet#so0tfpanïiÈÊsWi. Zoekende,
7. $?eïaag! *ÏBÜinoeinmp$eIbcnntet.
Vindende,
ïUeettUtotJ^us, bieu&eacötenbiebt.
^kc^i^testoaac^oojbieln^jemgeiQöft^ gijn geeft, totCHtinbeiÉ&enöaflCijP '*hooft ©atl 4j» : Zoekende.
SCcö! Hanb'fttjaftiiljftfeiöv«i!
flfêaat't ongeloof Rèmtmpbe nwcijt besobeH. 5S. ^'tóijffBÏingtttoetwjbetwgtïniiteï.
ï|ööjtap^ en tufioptteoajütuan onsen j^cec: ï|proept/ Komttotmy] 30tgp3toaac belaan? ïióntgp niet loopend ftomt maat ntupuenb' aan! Uto 3ielebuibt in mp gena$en leven; Üp3aï nto Btacïjt/ Ja trooft / «itraftefeben. Zoekende.
9.. 30itzoek in maat / -en 'ti# mënepsen »wtt»
<$ gtoot getuit! §oe taan inttan 't bestt ? , $eerflt aan / 6 jM! toat onsen Jexus 3eibt /
ik ben de weg! bte tot ben I|emel leibt. Ik ben de waarheit,jaa Ooft 3«if$ het leven'. ft 4 Z°e"
|
||||
% oo Zoekend' hert.
Zoekende.
98 3fll mp ban met fpoet tot öem öegeben!
Vindende.
ll=fiiliiillliiilllllii
io. Qlatjaaftumaac: öttigflettecötefpooj/
Volgt jezum na, tjp Qaat u 3elbe« boo?. Zoekende.
ilïlïlilïlllliliiliil^iil
jjEoet üüjemboigen waar. $jp mp geïeiüt ?
Vindende.
|
|||||||
:■=£
|
|||||||
%&: inSmüuegljDanoeugo'/ enheyiighen.
^aagt ooft u Bw$7 gp caait Dan noo?t en naotc / Ötot UÏbeh tosnfcg: 300 tornt gp toe den Vader! Zoekende.
11. (Cot45obt&omt niemant ban boo?heyligh«it.
IBaac ai$ ia meen Ijoe mijnen wandel leiöt i '■ If oe «ocïj öe sonö' in mijne jiele leeft ? i|oe toepnfg vruchten bat mijn leben geeft ? Hoe menigmaal \\\ afdwaal in mijn boegen? <Ö?an balt be moebt/ en in fla gartt£ beclegen! Vindende. ,
p, ©ertegen jieï! gantg Bltfp i£ u ftla(&k
'•'■.;■' ' ' • ' Zie
|
|||||||
Zoekend' hert. io%
gfctoe/ bat gp na meeCvolmaaktheit tracht;
©ecïaat bat achter i$ / en u belet: üaagt na ben prys, o» 't eino'ttto tooo?ge3ett ©alt gp ban neee / itaatop, raast gp aan 't ötaaïen / Keert weeropteieg/ gpjultöeftïoonbeöalen. Zoekende.
13. ^itneemiuüooj/enljiecoplegifttoe:
Hiaat acö / Ijoe öaafi ben 16 wan atbelOt moe / iÊtjn her t iJJOJt x waar met aerdtfe Df3i8Öeit. 3^oo?wereidt, vlees, beni&30öaejl üerleiDt. 50e Zatan! totl mp boen te tugge wyken; Sjflfi fia neïfielt\ en njees' iU 3al be3toij&en! Vindende.
14. 3$etmoebeloog! nreeg niet boo? bit getoelbt!
<!5aatüoo?t/ bjeehtbooï/ betoont nalg een Helöt. Waakt tn't geloof/ firöötmetMoeBmQeDigljeit/ ... jexus tjeeft ober.toïnningtoege3eibt. 't <£inb' 3al ben arbeibt / en u zoeken fitoonen /
Volhardt gp maar: <ï5Qbt$u3elfJtenloone! Zoekende.
1 ƒ• 3©at noot i$ 't nocg! als ik den Heer raaar vond? IBaat 't alberb?oeï>igft' toeln nujn 3ieï boo?toonbt /
2i^batöpfcööntbanmp3a verf en vreemdt, «En 3jjnen trooft en gaven ban mp neemt. %th! gp verlaat my 1 300 taalt tlt te Hallen / 981 toat in boe/ in üojöec niet met allen. Vindende.
i6. <©3iel'. nentgpnocö'g peeren toegen niet?
^p i$ niet verr', feïjoon gp fjem niet en 3iet; CenfeOJtenttJöt / bedekt gp 't aangeï.icht,' ,
35a öjoeffentffe geeft gp trooft en licht:
SoeRt/ Wopt/ en blaf/ gpsultliemtoebecbinben. <©it 3aï be banb / üeel ficthec 3amen binben. "Zoekende.
17. |Btjn 3lele tijifï / mp bnnlu Iftboele moefet l
3£aat Room Voat toil/ 't 3pnoojof tegenfpoebt / \ ,. $ S 't SMfift |
|||||
V-
|
|||||
203 Zoekené* hert.
't 25löft möHfcegeett' en eind', ja öitfrt fïot.
<§i& moetnocft naderzyn byftïjflen Godt! jlSpn 3<H veriiefc, op ixugbmfytpUgfóebm /
^aïmetöltl&eriötalöeraeluiKaitpgaaHtceönn |
||||||||||||||
=$;
|
||||||||||||||
j8. Ï5p üeflt/ Ó3WI ïenèwigitgeen0pzocht.
Zoeketide,.
|
||||||||||||||
miimniifijiiiisig
ifoeïaeetlKöftt? ««ö «f *fe 't uofl£Hmö£#:1
Vinttertêk-
=~2
|
||||||||||||||
~'Zmu <n n ümnenft't geeft jjetüpgentj».
ÏIlllïlIïÜ^^ÉI
|
||||||||||||||
©aturo' begeerte Godt te.Zoe.ken i#.
WMmwmmmmwm
&p Wilt UtU3?ifp/enejjgeil tuft verliezen,
|
||||||||||||||
S« ÖepügDrtt öooj atle goeöt tiet&hgen.
Zoekende.
19. «Baat Wt al bafr* tot <©0&t gevonden $/
$ati Die gera toaaclp «Mtftt bindende. ö&itigfflMf.
3©{C zoekt doch" Godt! al£ "&fen &p heeft gezocht *
Pns zoeken, ficeft «ïBofenS^eèrt in 't ö«tgeto?oc&t/ <©OÖt 30eiitön£eerft, «€In»tlttnzoeken ftottöfH. 5£ockt gy daa Godt, gy hc&t hem al geraide-nl Zanten*
|
||||||||||||||
^oekend' hert. 203
Zamen.
zo. <© ocoot gelnïi! ban bie ben J$«te heeft?
3©ien£ 3i«l in Godt, en |B« gemeenfcöap leeft 2 3©antallegoetbatmentsegeetenRan / §$ al in bem! baat ™ ft üie jiele ban!
lejjp owiö«Itl in lief öe / en genaben. 3$ Godt met ons! ttmt 3ai ong ban befcïjaöen ? Zoekende.
21. Na by den Heer te Jijtl i$ 't befte SOebt !
Wat middel ig 't bat t& Eebjupaen moet ? ©mbufaltydt tebly ven by myrt Godt ? Vindende.
^cl}UUtoteerftbe$ wereltsydel, boozerot. Hoedt 't btoaïenb fiett. ftuit 't stonken ban be 3innen.
't<©een 't öett betleibt/ bat ïtome baat niet binnen. 22. Heeft/ ObetDttlHt/ b00230eftt/ ©8&t£heylig
woort!
ïtomtin Godts Huis, baat gpjgn fïemme fjoojt
3£aat 'ttaeln l}zm aantast / bast öp segen toont/ ^SjnöeGemeente, baat üEÏgtttebJOont. 30oegt tl in lief b' bp Hemeke gezinden! <J5p3UÏt baat Godt, en Jezus met öaat vinden. 23. ^teïtubanGodtgeöuutiaboojaw' oog.
3©oett u gemoebt ban aetör^-getooel om hoog. ïï-eeft bOOJ geloof, toont Dat in heyligheit. J5olgt3Ön beftuur; toaat f]een Öpu geleidt. Jjpieent Deel tot hem! nut sutfjten en gebeben:
Godt blyft by u. En gy by hem , inbjebe. Zoekende. 24. Ay Vrienden Godts! laat mp ban met u gaan è
?W^iBüetttaaa*/Of lüijït/voert my weer aan! , ' 9in 3aï u volgen, met al mijne mactjt. %n be5en toeg: mftn 3lelc Ijoopt / en tcactjt
Sa 'g J|eeten ïjulp: tju .r^mpbo?betfletüen. iBie'ttoilUn geeft/ 3al oajt &et goebewerken. . . V'mf,
|
||||
204. Zoekend' he^t.
[bindende.
2f. goo ööeTDelieêFrDir^iö» epgeinuoojOt;
Illlllilliüïilïlilllfi^ll^l
Jiomt laat ontgaan; en tteöen samen voort.
Zoekende.
illlliilillllllllllïliilllii
<0oDj>ïÖeeft/ engunlï/ bljjo'onsgcOuucfgbp!
jf p neeme tueg al tuat en? tegen 3P ■' Vindende.
|
||||||||
't!3j$3jjnoetüoiiDt/ Daniimmer,3alöc3aj(jöen;
iïilÉllÉililÉlIlIl
|
||||||||
liodzalvanons, en wy nou van hum, wykenj;
Zamen.
OHeil-P'ontein! O algenoegzaamgoedt! €ïenöig \§ &p/ öie u miffen moet. Bot 3alig? ga 3alig in eeufcuigfjept ? %$ Ï)P/ Dien 8P tot u gemeenfcijap ïefot; 3Bf?ii u geniet/ in Jezus on3en i^ztxtl 3©ie 3al? en ftaii? öit heyi genoeg Vwaatoeten! Vindende.
?Pe volle vreugd'bJ03tiqd'HemeIbetUflatt; • 3©<inneet top bo9^ «Boöt$ aansicöt 3Ön vergaart, «Pan öeö&en top üan ftrydt, en zoeken rufl |
||||||||
Kinder-bede. 205
1u <©oöt: toien£ glory ori3e Jicl verluft.
Zamen,
©ati singen top Haleluja! te lamen.
Haleluja! Haleluja! %o, Amen. |
||||||||||
Kinder-bcde tot Godt.
Prediker, Cap. iz: 1, Ende gedenkt aan uwen
Schepper in.de dagen uwer jongeUitg/ckap, eer dat de quade dagen komen, enz. T O O N: O Heylig Zalig Bethlehem.
ütepN ge i Öjle-eentg <ÖSoöt! I^li^lSsII§Ë=l
|
||||||||||
3!ft öen in u wen Naam geteefeent
|
||||||||||
Hl» Kindt! £11 Erve, 3$n ge ïCfient.
|
||||||||||
't Gedichtfel van myn hert is boos!
ÜH iwn in sonDen al geboren,
ftOt
|
||||||||||
zq6 Kmder-bede tot Godt.
|
||||||||
Cot guaat genegen/ so?gt:too£!
fpnDe natuur een kindtüail toorcn. |
||||||||
iBaac tot 0et goefee on ge negen.
|
||||||||
4- .. £.- .■-;;„■........-.
g* geeb' / oriaa^ / «nü» *eere Jeugf >
(Cot beuzeling, etl' quade zeden ,
ï$oe Jtoaflt ! öaft ttlpöe ware deugt. ^K rön geweai tot p&eI3&tit> 30afcÖt ÏTIU'/ 6-Ooö't/ door Jezus Woedt f
Vergeeft DOC§> alfe Ittötte 30«öetl. lUSaafit rein mijn lette/ en getnoeöt/ :: t
3£>ooj <2Tö2ifif 0ecfl/ m buute luoti&en. 3©ie ooft ten $emel fn 3aï gaan/
UBoet door uw Geeft 2yn wederhoren! ftclj! werkt dit in my: Hedmt BIJi »alf" . .j ', Cot eene ban uto' uutbetfcoeen! *
7, (© Zo»
I
|
||||||||
Kinder-bede tot Godt. ïojt
- .., .7-
<ü> Zone Godts! ó menfehen Kindt!
<©et ft aan mp zondig kindt! uto 3egen. ilpteere, xwakke! Docfjöeminöt» gQtraetmp/ leiötmpinmatoKgen-
S. %tttt mp ben Weg-der Zaligheit!
<Ce teeftte/ en ban tjette kennen; (Cot goedt, en deugt, maaftt mp beteft, ©at iïi mp aan uw dienft getoenne. 9-
25etj0ebt mp tJOQ? Öet dwalend' padt.
5&aat Werelt, Z*tS8| 't Vlees mplepbett tlit d'cnge weg, toait's;Hemels Stadt! <®nimpüan'tgoed',enGodt, tefetjepben.
rif» '. *"'
25etoaart mp in mijn-jonge jengil
<© ^eet-.! booi aï bat rap ftan fcljaben. ^eeft bat in in genaa, en deugt, Opwas; en gtuuita- ïjept'ge jiaben. <®f Baalt gp mp pfc vroeg van daan!
aJSHtmp Öe vreugd' D<$:$eitiel£ geöen. ©oet ban mijn 3iel in \Jieüe gaan! 3R>0| dezen doodt, ftt*iCewtotg %t'om- ■' t • ...... -,.. '■'■-■'.
|
|||||
Voor-
|
|||||
jo8
|
||||||||||||||||||||||||||
Voor d'Ocffening van Gods Woort.
Pfalm.86: n. Letrt my^Heere^uiventveg. Ikzal
in.umie waerheit ivandelen; vereenighmynherte Ut de vreeze uives Naams. TOON: Pfalm 130. .
|
||||||||||||||||||||||||||
E$==^
|
||||||||||||||||||||||||||
OÜ=
|
Daöee ban oe Liegeen!
|
|||||||||||||||||||||||||
3==«=
|
||||||||||||||||||||||||||
:«s
|
||||||||||||||||||||||||||
Leert 011$ UttJ tooordt Detliaan;
|
||||||||||||||||||||||||||
öE>at ftau üe jielen ftichten,
|
||||||||||||||||||||||||||
<©oh Die nocö btoaalen gaan/
|
||||||||||||||||||||||||||
25K2
|
||||||||||||||||||||||||||
(Cot 11 öoen- wederkeeren,
illilflIiiPillÉllÉlfil
©an 30ti0en tot öeöeugt.
|
||||||||||||||||||||||||||
==x*s-nx
|
§5$:
|
|||||||||||||||||||||||||
©ie ftan dr flegtne keren.
:;iE5:iE
|
||||||||||||||||||||||||||
't <êeeft toare Troöït, en Vreugd.
|
||||||||||||||||||||||||||
a. Uw?
|
||||||||||||||||||||||||||
Voor d'Oeffeninge van Gods Woort. zo^ ,
Uw woordt \$ tnheï waarheit!
't 3$ zuyver, en volmaakt. •treeftin be jfelen klaarheit, <Ü5een honing joetee fmaaftt. 'tgfë voedzei üoo? be fcljapen. 't 51? o? öen weg een ftaf. 't 31? ong een zwaard en wapen, €n 't ïteect ben topanbt af. 3.
«Seeft boeg uto Geeft ban ïsolmu 't^ecflanbt bat duyfter is
Verlicht. Cn toetïtt 't Gelove Sïan Uto Getuygenis. ©at ö» aan ong betuyge, 30at Tn 't verborgen leidt; «gn 0115e ïjectenbuyge, Cot 's woorts gehoorzaamheit! 4. j-,... x^.-m'M^
Schrijft Heer uw Wet van binnen!
Cn Beilfgt on£ gemoebt. S&etoaart on$ \\ttil en finnen; SSeteugelt vlees, en bloedt. 55e Zatan toil ontrukken Hto woordt in ong geplant: ©e werelt UJil 't verdrukken. Waiiftt tegenflanbt! f. Boit balïe Utoe reden
©ï> een verfteende grondt; &QCÏ} weg, baat 't ÜJ0?bt vertreden, <©f baar men doornen Doubt. <©ie 't goebe zaadt verdikken, - ./■ 38c& maaftt ong 't Öect bereidt!
©etbjeeftt be êonüen (iriRlten. €»l geeft 50Cr vruchtbaarheit! 0 6, Pan
|
||||
aio Om wel te bidden.
6.
<©att 5a! Uto waarheit bloeyen!
Wig SP Den wasdom geeft; <gx\ alle deugden groeyen, Waai Doo? men öeplfg leeft;
<£ot utoen ïof/ en eece. ©an fcïjtjnt öeg Wijsheits licht. d'Een' zal den and'ren leeren, ©en recfiten weg, en plfc&t. |
|||||||
Om wel te bidden.
Of om den Geeft des Gcbedts. , <r ..■
Pfalm 141: 2, 3. * / : 'c;
Jlüjn Gehedt wordt gefielt als ten Reukzverkswtv
uw aangezochte, en de ophejjinge mijner handen. alshetAvont-offer. Zachar. 12: 1 o.
Over het Huis Davids, en de Inwoonders van ft-
rtifalem zal ikjtitftorten den Geeft der Genaden, en der Gebeden. TOON: Pfalm 34.
|
|||||||
.^itW^-^i^"^"'-"'™'"'^*':;.-
|
|||||||
Om wèPte üidden.
|
|||||||||||||||
in
|
|||||||||||||||
'ft Zai maü'utt tioo? ütö iimfgc^ff^r/
|
|||||||||||||||
,H©aat mnDt tbp onbereidt",
FWanraèpen uöeiTlp^am/
jBet mijn gebeden 30a 't Del)ÖO?t;
|
|||||||||||||||
rrrs^:~3Si~
|
|||||||||||||||
4Dm toaojt te ujengm zuchc, of woordt,
|
|||||||||||||||
2&en ik 0ant£ on&erjuaam 1
|
|||||||||||||||
3©el bltttoifê biÖt be mondt; ,
jHaac aefi! toaac vliegt, eri blijft mijn hert?
êoo traag, in b'pöelötit verwert!
't €n toll niet ban be grondt; Dan moedt, en yver bloot/ ttept'et 500 twijffelmoedig neet/ 3§et klimt, en rijft niet tot u$feet! :. ':'.
m if et Biddens-noodt. |
|||||||||||||||
3Cc&/ top maat ftof, en aerd*!
Soo nietig / entte! pbelïjeit/ <te fmeeken boo? uto JÉajefieit! «©at $ijn top gant£ niet toaecbt. 5Ea d'ongerechtigheit!
3&aat gjutoelt Qp/ 6 ^epl'ge af,
© ft |
|||||||||||||||
Bis
|
|||||||||||||||
au, Om wel te bidden.
|
|||||||
W.t öaatt öe bïocft / en b?engt De fïröf/
3^fe <0oDt/ en menfcöenfcöetöt». f~ |
|||||||
f.'
Séefïcaaï/ ó <&oU / mijn 3icl!
1EcÖ / Dat Dpc& UtO Genaden-Geeft, :/ <®it 't 5toaft/ en öooDig öect geneeft, Buinmp neöertoiel! <©m mijn gemoeöt (gejet tJ
Hto jjepïig #oi«! te roepen aan;)
|
|||||||
Om ons zelvén te kennen, ai j
dt Jïuurai/ om öecel&t te'gaan (Cot U fa mgn gebedt. . ?y :»: , ,,;;v
liegt reécl'nên in mijn mondt,
Leert my, gclijft mm kind'ren Üoet/ ©at tft met aandacht, in 't gemoedt, 3&U fmeek uit 's herten grondt i .*;' l\ïn jfetjn 3ieïöanuitgebreid*.■ ■'; ;.j; \%»hïm C
©eclangt / en jucöt / tot 50 ontfangt <: Hto Geeft, toaac aan 't wet bidden langt/ \ * ?8c&! Die maant on# öetêiofc r- |
|||||
Om ons zelven té kennen;;: V
: ii»iu;;i,Cófinchi, 15:5".r 'J^!^':L'h
Onderzoekt u ze hen , ö/^ itt't geïo-
ve zijt, beproeft u ze hen ; of kent gy u zelven #?#;?:;venz.: ' /' '."^.f 5/' |
|||||
xi4 Om ons zeken te kennen.
|
||||||||||
—- -&.-■
|
||||||||||
<g5p Die ons kent! en 't flcct doorziet
3B5oetlicnV *n waarheit in ong ftralen, r 3&at zelfs-bedrog, en Dtoattng blieö'. Wat 3ön toni &fetg,,$|a min Dan niet! ©ug moet De öoogmoeDt rieDecDaïen,, <© 4&ot>t! maaftt « bekent aan mj; „..
3t©iï ttlp booj d'trwe ook erkennen. 3&at ift nu ban my zeiven b?p met u beceent; '■%#*$&& 5P« €n mu semeen3aam aan utoenne! |
||||||||||
ï !
|
||||||||||
•VA. i1 ■ Over
|
||||||||||
Over 't Ongelove, of Klein-
gelovigheit. Mare. 9: 24.
Ik gelove , Heere , jéö^tf mijne ongele- vigheit te hulpe. Liice 17: 5.
*De Jfeoftelen zeyden tot den Heere > ver- meerdert ons het gelove. TOON: Pfalm4z.
|
|||||||||||||||||
O
|
<0oDt! luie 3a! tot uto Komen*
WïtThccljö^üacmïicKttfltjd^ |
||||||||||||||||
Wit toeröt ban u aangenomen!
löfiën VU lpln7l$-U?aigDr OërcTötT""~ |
|||||||||||||||||
Wit Ijecft Jezum! tot gijn #oqft *
T^^öl'T'öfennlhair^eïöölr-
|
|||||||||||||||||
3£te öaac Ö00? Öem aan zal kleven;
|
|||||||||||||||||
==55
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
^eeft genaad, CU MttDt tjet leven.
|
|||||||||||||||||
% 16 Over Ongelovigheit.
|
|||||||||||||||
«f.;
|
|||||||||||||||
jBaarltt moet al öjèbëc Wagen/
|
|||||||||||||||
#ÜeC t ongelovig hert;
|
|||||||||||||||
im
|
|||||||||||||||
Eangc ütnnen mp geöjagen/
"ÜHët hcefonmfffïmWr^Wm^ "MÓëdt, enliopëleggen neeF. 't ï^ect onuafï/ ftiëtt Ijeen/ en mees/
|
|||||||||||||||
3M0 efn fchip tn |ïo?m / en toinöen,:
|
|||||||||||||||
J^oe saï tït nocfj rufte tónöeni
«©ifctoUg ïiomt be Zatan ziften,
IBijn 50 Jtoaft / en teer geloov'! ^©00? beb?ofl/ en btaalfngg-bjtften/ goeht ï)p mu gefteel ten caob'. 9fic[j! mijn jfele 5a onvaft, ©alt fcöiec onöec besen laff. ©00? 't gejfcöt ban al mijn jonbm/ aBajbt mijn hope fcöiec betflonben. |
|||||||||||||||
4. Hoorn
|
|||||||||||||||
Over Ongelovigheit. %??
• ?& ' - i ., ■; /'.:
ïtoom ift tot ti/ 6 45oDt! naöec/ 3ÜÏSS een acm üctïatcn fUnbt; 'ft Stan niet 5eggen/ 6 mijn Vader! Ik ben een, dien gp bemindt. 25upten u bind ift geen tufï. 't g$ aï mijn begeert/ en ïufï/ ; - <©m op U/ 6 <0obt te leunen! ^\ >_. ,
Sïcl)! öJil nip docö onöecjïeunen,
&ttaaït op mp met utoe toaacBeit/
<©eeft mijn dupft're jieïe liegt. «Poet nip 3ien uw woordt dat nlaat leidt; £>telt mp Jezus in 't-ge^icgt. «Poet mp uyt my zelvcn gaan, «Bn nietïangec fltUe fïaan/ ©en Gekruyften te aanfchouwen; ■'- -j Cn dOOJ gent OP 11 vertrouwen. |
|||||||
6.
3üoet mijn 3ielc u aankleven.
Sectnt Öocljtaeg de twijfeling; «©at ift doo? 't geloof mag leven. <Ö5eeft aan mp verzekering, ©an uu) gunfi / en jalfggeit. èo gcttoofl ben in beteiöt/ Sn uto tuegen fïeebg te ïoopen; <ön öan u mijn geil te hoopen, |
|||||||
<© ? Over
|
|||||||
iz8
Over een hardt ongevoelig herte. • Ezaia Ó3: 17. ■.-.-.• '"{■".
Heere waarom doet gy ons van uwe we~
gen dwalen ? waarom verftókt gy ons herte dat wy u niet vreezen?' |
||||||||||||
•(:
|
||||||||||||
TOON: Pfalm 6.
|
||||||||||||
Dl
|
||||||||||||
3&at let&t-eeit quaat itrtöeaöig;
|
||||||||||||
"®at maafct mp jan efènötg/
|
||||||||||||
45en hardt, m fleenig hert!
|
||||||||||||
%n aaröje tyüfteiv uioeltg.
©ati 't 3$emt\5' ongevoelig, w.ïv:: ■ u '...i f
•;&3i.vi ^. - >: <J5oöt# tooo?t)t ftan't nfrt bewegen,
Jfet acljt Op vloek, nocft zegen. 59e hamer ban <£oDtg ï©et; éaï Deje Rotz niet breken. 3£aat fjcïpt dreygen, nocj) fmeeken; 't 25ïöft eüen ontjec5et. |
||||||||||||
3. $ct
|
||||||||||||
Over een hardt ongevoelig herte. x i$
3Ü« toojbt niet licht verflagen, . m
3No? ftrafFen, noch booj nïagen. , ':.. '.'..-".■ T.^
®oet <0otJC 51J11 grimmigheit, j~rv: ;r; "4*''v-~\" «©00? oordcelen ÖetUpgenV :, '-:._..■ "."'„..'.ï ,,'•("■'.'.'"■./■"-■■. ©ttfjettetoil niet buygen, '.', .;.','V'^/ ©oo? 'g fcichtetg ifêajefïcit.. :£'..!;"n^:,y. _.;. ,,; 4. <Ö5i5t3tg vriendelijke tooajöen/
Büiet al Die liefde-koorden, r , gijn goedertierenheit, ..
3©aat boo? hp 't hett toit tteUïteu y -. a
©ie ftan het niet Uettoehnem '■'"L -
't 25Iljft hardt, en onbereidt. Saltft ten (©abfébienfUcéöen/
©it herte wil niet mede;.- , ,- . ,
't %i tojeuelmoebig / boog l
Cen goebe onbewogen, ...... r 3f et leidt in ontomnogen:
0ant5 traag, en levenloos! , ..., O v/>./,-\ ■':
' ui : ^ ■;!l. •/ ,>->v ifr i V: /..v, ;;
© d&obt gn ftebt hefiajjen! 4 . , ,.rh :<•*.
3!n eenen Geeft verflagen, '°
Gevoelig, dweeg, en*teeï. "•', "-V:iv ?',
Gebroken, en gebogen, Oprecht noo? utoe oogen. T $ch/ fchept bit in tnn fèeét! 1
.... . f -,..,.
Jfêie jalbit hett verzachten?
2©ie buigt be jielen-ftjachten * 3ül£ gp boo?utoen Geeft, ©oet ban mijn geeft hetlchen! 2©ilt mp een herte genen/ <Pat U bemint, en vreeft. 8. ©at
|
||||
%%o ^ fUCDÉvërdeydèle
|
|||||||||||||||
:iu rX'
|
|||||||||||||||
<Pat i)00?U Hoogheit \&f$i1!",/',
4£ll aan UtD goetheit kleve. '•"•' : r' f f',:;' j:1 '' Verzacht öoo? Jezu bloedt! """ "- *'<' t "W ^au» <j5i£t d'Olie der Vreugden '■';"''■'•''-, ' ■■-;■■;<; ;p.-«^ ^n 't ïject/ en maaftt tct bétijjöch ƒ rjJi! ■ , S5éceiüt mijn fiacöt Qcmocöt '!'• Over de ydele ohgeregetaeó U{ïh
Gedachten. ;;tó;;'. - ■!*?, :W-'L
Spreuclcen. 23: 16.
Mijn Zone geeftAny uw»herte , en laat uwe oogen mijne wegert bewaren.);-:; i.Chron.,^g.,.,; /f^/JJ?
O Heere Godt, bewaart dit (narnelljfc d'oprechtigheit, en vrywilligheit in 't goede) /» <tfi?r eeuwïjrheit in dëfièrten uwes volks: en rïchthaerhertè tofu. * |
|||||||||||||||
TOON: Pfaïmi30.
|
|||||||||||||||
tllIlöliiÉï
|
|||||||||||||||
<JBoDt! ifc ödc mnu Watten/
|
|||||||||||||||
O1
|
|||||||||||||||
<©na* m§n boo$c'geti!~
|
|||||||||||||||
I^Ol dwalende gedachten, >!
Ver-
|
|||||||||||||||
en ongeregelde gedachtep, enz. xxi
Verftroit, en $ttt verwert,
^iFz^cr«r7^5ëSö«tt/' f$e!en/ ~
i^=HIHI^i=fi^lll^^iH|
3Me JaopEit geen / en toeer:
"" ën «eftfeengeefl/ ën $telej "^an^tör^e~aacDe~nee^ """"" ©ïieaenbe ongebonden! ': • ,
%M$ vogelen na 't aas: - ; ;,.. ^o driftig tot 'Dé jonben. ,; , Zeet pöcï/ 5ot/ en Dtoaa& 3üen toom te los gtfaten/ &Iaan 3p gefteel op 't toilbt; fgp ïjouDen paal/ nocD maten, toe toojbtüaac Djffc jjefïat! W ifc bie M vergaad'ren!
<©m u/ 6 fjepïfg 45obt; IBet hert, en geeft te naab'ren: 35an toil 't toeecfpannig ïtot ©an ftrevige gedachten, ^iet komen tot Raat pHcfit: jftocD blijven in 't bctcacöten/ ^p 5Ön te los, en licht. 4. Wit
|
||||
au Over de laauwheit,
; 4-
fflie 33Ï5C ban betomen ?
Wit bjengtje in ben bandt? <® 4&oöt! uto <©eefl moet Romen/ (£e fiuuten ()et verftandt, <gn wH, en tochten fcjjepben ©an 't poel/ 't quaat/ tot goeöt. <©oR mijn gebactjten lepöen: 05n 5upb'cen mijn gemoedt. , IBtjn jieï! gp moet ooft waken.
JÜcemtOpUto tinnen acht. Zet 't hert op fiepï'ge 3aRen/ Bedenkt öie met aanöacfit. Acht al öet aatög getoemeï j©oo? cnïteï pbelljeit. Verheft De 3iel ten i^emel \ <£Jaac u be Ijope ïeiöt. |
||||||||
Over de laauwheit, of gebrek vanyver.
Rom. 12: 11.
Zyt niet traag in V benaerftigen. Zyt vuurig van Geefte. 'Dient den Heere. TOON: Pfalm 100. ,
|
||||||||
—=-«^=f=
<D(e
|
||||||||
of gebrek van yver. / *.%■$
|
||||
<©en ieplanbt Die sicfi obetgaf
i£en ft?ut£/ en ïceöt Dec jonDen-fïraf. ' ï^eeft tjetn een eygen volk bereidt, 50at yv'rig zy in heiligheit. 3. •-..■•.."
Hto Koninkrijk ftjDt gtOOt geweldt.
39fe 't tDinnen 5al moet aïg een ^elöt/ Loopen, ftrijden, om 'gïtemelg-ït&ion/ 3©ie bectoint/ set gp op ben Troon. 4*
$elaag I ^at loome trage gee(ï 3të al te lang in mp getoeefïi fpatsjjn mijn ft?acï)ten staaft/ en flaauw! ^letkoudt, nocöheet: maactcaag/ eniaauv». s-
2Üp mp; toat laag/ en öof gemoebt!
go ïufteioos in 't geen Set Doet. Heft! 't vuur van yver fcfitjnt gebftlfï/ 42n 't goeöt boen meet een M, al£ luft. \
6.
e 4?oDt! 6 leven! ban toat leeft, HSijn 3iel Die toepnig levens fteeft/ Trekt tot u / en voertz' uit fiet fïof/ Ifêaaftt mp baacDig tot utoen lof. 7»
ïïto 45eefi bectoeftft' een yver-gloet! «5He 30 verwarm' mp laauw gemoeöt/ 3Daoj
|
||||
zx4 Verheffingé boven 't aardze.
©oo? uto $uig/ en utoeg &mm$ eec!
<Pie mp in utioen Dien(l verteer. 8.
3fiïg ban mijn öett in yver öjanöt: «Poet Die üccjelt 3rjn met verftandt. 't Up geen tiJilöt/ maar een heylig vuur; (Noit uitgebiuft,) öat eeutoig Duur. |
||||||
Verheffingé boven 't aardze.
Pfalm 4: 7, S.
^/^ zeggen , w/V zal ons ''t goede doen
zien ? verheft gy over ons het licht ■uws aanfihijns , O He er e ! gy hebt vreugde in mijn hert e gegeven , meer dan ter tijdt als haarkoorn, en haren mojt vermenigvuldigt zijn. TOON: Pfalm 6f.
W Wtfljootcgoetlïeirr^üïvjï/ettjegen!
JlDat Goed'ren overvfoet?
~&ceft op/"öTïodTr^ón^^cHcgënï"
«SBécs/ aig gp fmöWtTDOftr"
©an
|
||||||
. " Verheffinge boven 't aerdze. 215
ï^lÉIiii=IiIfÉilI^Ill
©au 30 üeel tampjS/lijuag/ en clcuDenj
Jgeüïgn ong tang ueunjöt. li!liiilü=liiiEÜ^
|
||||||||||
Uw weldoen uuart noch, 'tljeeft geen einöe.
^Ill|l|ïllllllËl||
|
||||||||||
tlw goethcit litekt 3eet tutjöt.
a.
jBaaï al bte goed'rcn van dit leven,
<&\*\n 't gemeen/ ó^eec!
(©ouaanöenwereiding) üjilt genen; 3Ncg ban hier na niet meet.
(Sezondtheit, leven, vreugd, welloften,
«Staat, rykdom,eer, en fpoedt, 35aac i§ geen granot tn om te rufïen;
3©p 30efien beter goedt. 3-
3©p 3(jn met't aerdze niet tetyeben / ï|oe aangenaam tjet tg ?
<J0eeftnietOll£deel, enfchatbeneden ! IBaaC 's Hemels erftenis.
't 3$ tlÜJ0 liefde, en genade, •gjn Jezus toeg-geleiDt/ ©ie nan onj§ öect alïeen üec3a&en / %n alle eeuujigöejit! 4.
3ge 3fel te eel, te groot ban toaetben/ Cot tjoogec (laat beöoegt;
MM niets in öemel / noc0 op aeïöen/ |
||||||||||
Dan
|
||||||||||
iz6 Opwekkinge tot Vergenoeginge.
Dan Gödt; Die öaat genoegt.
2|n Jezus toifóe u aannleben; Sp joent uU) aau3lcöt ijfecc/
j&crjennt in uw Zoon aan on| öet leven. ©au lufl ons ook niet meer!
f-
©at Bp hier geeft / 3P OUg tot zegen,
€n nfmmer tot een ftrik:
<©eeft öat on£ jjett tot 't-aerds genegen/ 2icö in uti) gun ft Ueroufu';
Verheft het, toU ijet tjoogec treftften. COt U / 6 hoogfte goedt!
<^oet toeïjten / en begeerten Urennen: 3£>aat ruit ban an$ gemoebt! |
||||||
Opwekkinge tot vergenoeginge.
Philip. 4: 11,1 z. /£W # bebbe gehert vergenoegt
te zyn in V gene ik ben. TOON: Pfalm 103.
WllIilllliiiSlIll^l
^arom 3011 tft uu uiet gemftig lenen i Ctt niu 30 )ieeö^ tot zorgen oaecgeuen ?
3©aatom 30U tit 30 3eec bekommert 3pn ?
tóan fa Docö met mQn 5iek OuSte queTien,
't ©es*
|
||||||
Opwekkinge tot Vergenoeginge. 2,27
'TBetÖjjetontg^aii? OfwlneaiiafttberiteTieii""'
3tcjf neen! ii maai veigeefzefmetc/ enpijn.*~
't «Ö5aat na <©0&tg wil, en hey lig welbehagen;
3Bat tjef ft öe menfcji öan ban jgn lot te ftlagen J J|p Ijanfeelt niet na oti3e bjaeröfgöett. % Q^ft aan on£ 30 beelecïep weldaden: "alan stel/ en lichaam y enfiel uit genaöen. *|p neemt, Of geeft, 't i$ 0n£ tot 3alifl|)eft.
3-
^Óeftt 't hoogftegoedt! bat3ielenftaft vernoegen. «Êenzuyver hert, 'tgebjeeteil50nöet wroegen, 't ffltlh ban <©oötö gunfï / enïiefö' verzekert $: Ruft ÖOQ? 't geloof op £f)?ifium tot voldoening, gocfetvreê rriet <Ö5aöt / en in 31J11 bloeöt verzoening. Wacht öan Öiec na nocïj beter erffenis. 4-
3|n Gods beieidt, gaat u gant3 obergeben. 28lQftaan geenfchepzel ïjietop aetöen kleven. %l toat <©oöt ooet i$ boo* 5ijn ftinö'ten goet: ü?p 3al ong &rui£/" en öé elenben weeren, #f aHe qnaat tot onsen goede keeren. SRjt öan geruft, Ö onvernoegt gemoedt! %th! mocïit ift öocï) eenmaal.fjiet toe geraken;
MP 3t\f$l en alle fcljep3el£ te verzaken! Myn wil te buygen na <©0öt# heyl'ge wil! 35an 3011 fit al mijn tegenfpoeöt bertof nnen. 9Ban 30U mön Ijert / tn mijn beroerde 3tnnen/ 2fH<©0Öt! vernoegt 3ljn/ en ban onruiï fiil. $ 2 , Gods
|
||||
**2,8
Godts kinderen roem, plicht, en zucht:
r Joan. 3:1. Ziet hoe groot e liefde ons de Vader ge-
geven heeft , [namelyk] dat wy Kinderen Godts genaamt zoude worden. TOON: ó Kersnacht.
VJC Roo te liefde ban mtjnen ©a&ec! gn €D?i(ia 'g ïjeifê-en k\5tn$- a 0«; piiiligü^liÉii^üii
25en fft üan eeuüJfgïjeft öenifnt.
*~ %l$\haffteecijj\7an~0ëïn öibaa7öt;7~~ piiiiliiliiiiiililigï^i
Stjn gtinfi/ en soefyelt nip öe fïraal De/
£?p maaftt/ en fielt mp tot zyn kindt.
2. <&t*
|
||||
Gods kinderen Roem, enz. &2$
^eM^aliü! i$ Ut verkooren; ,
Wan bQ'ocn öoo? Den <SBeeft herbooren 3$; <©obt tot 3ö«en Vader ïjecft. <©ie Jezus igden oudtftenbroeder! 3Bie Zion geeft tot 3Önen moeder 1 3Men <©oöt beg fêeraefê erfgoedtgeeft. |
||||||||
<© gfeï! gp moet uto Vader eeren,
Hem vreezen. (&ot30n\»egenkeeren, ^H Hefd1 en onderdanigheit, Iftomt in vertrouwen met geöeben/ Vrymoedig booj 3fjn aanjic&t tteben. €Senaaö' / en.tjulp üinöt gp öereibt. 4. .
©abet! uto Geeft baaï in mp neber-
3£an njfl mrjn öert/ ban roep in toebet/ Abba.' mijn Vader! ^Jftuto kindt! ©an mijn kindtfchap 3p jjjp getuyge. |BÖ« Öett öp na uto' V ader! bupge.
^aac ifc mön ttoofi / en tyeugbe öinfe. |
||||||||
# 3 TROOST-
'<
|
||||||||
2'3'Q ■'■""• ; ~'i-<~'.*i tiWÏÜi.t^L i,(.oJ
TROOST-L I E DT,
In byzondere zwarigheden.
Pfalm 41:6. Wat buigt gy u neder, o myne ziele! en-
de wat zyt gy o-arujiig in my? hoopt op Godtl want ik zal hem noxh loven, voor de verlojfingen zyns |
|||||||||||||
aangefichts.
|
|||||||||||||
TOON: Pfalm 61.
|
|||||||||||||
Wl=lliiË#IPliPPi
Ut \$ öe menfcfj Dol eletiDen/ |
|||||||||||||
3©aat top 't üjeaDeii ?
|
|||||||||||||
SÉ^Efe?:
|
|||||||||||||
't Eeöen i$ vol tegenlpoedt.
|:3pË||ï||||^:^||§||^==|
ïBte ftan al öe üjuft/ £» quaöeii/ |
|||||||||||||
Kamp/ en fcjjaDen
©jagen"/ eben üJeTgeraOEöt*
2. Zorgc, vreeze, fiomt QlljJ quelïtn/ Cn ontfieïïeu i
3Mi»
|
|||||||||||||
Trooft-Liedt, 231
3&ifttoöïj? OOR een quaadt gerucht,
't ï§ect betoert/ en maant verflagen, 'tïtannietöiagcH/
3M ben laft baat't onberjncljt. Sjtoe betbtotjnen sieïen-fcracl&tm i
5500J 't verwachten!
'tHebentoojibt boojfmertbetteeït. So ftetKfïj bejS lufts-verlangen, $a'tontfang«n . ..._
©an jjet goebt bat men begeert.
4-
<© jiel! aïg u b'angeluB&en/ Nederdrukken;
3©aarem 3oubt gp 'g lebeng-Iujl/
gn 30 bitt're bjoeföeitg pijnen / 45a&\\ verquyneni «Snbeïpoocen utoeumfï i
s> <©f «ÖSobt tdilbeu begeeren;
©anubjeeren;
%\ neemt öp bOOJ 3$ne &anbt / 't «Been u i$ ban gtoote bjaecbe/ «©pbeaetöe/
$P blöft bocö u befle panbt. - 6. 31rfj / be Hfeete f $ recfitbaetbla!
3©P3Önwaerdig,
Citaat te lij&en om be fchulbt. 3©ojb öet goeb ban ïjem genomen / <©n$ ontnoomen,
%aat 't on| bjagen met gebulbt. benfit ooft eens? ïw beel genaben ?
«Snbjelbaöen? öJobtnocö geeft te be3fï tobt/ |
||||
3,3 * Trooft-Liedt
Wat geniet gp noclj al legen!
3lnuW wegen/ g&enftt een£ Wat gp waetbig 3Öt!
______ ____8.
<©ptSeö7(ó glitifi !) Hemeis-TchattênT""
|
||||||||||||||||||||||
38an te üatten /
lill^llülüie=i^l
|
||||||||||||||||||||||
Jezus.' heeft öie uw oetelot
|
||||||||||||||||||||||
r$
|
||||||||||||||||||||||
E5:5E
|
liilifllli
|
|||||||||||||||||||||
Ifiec mag 't öjoeoe ttertin ruften/
|
||||||||||||||||||||||
mm
|
||||||||||||||||||||||
*gk§ ueclufren /
|
||||||||||||||||||||||
©lt goeDt blyrt tn eeuWigtjeit.
9-
Godt féjelfjf uw öeil fptinït-abei:; Efetie Vader! ©at betnoegt een ang gemoebt/ Ü&oet SP *er0 op ö'aetö' ontbeetèn? gjn ben fijeete /
%$ UW algenoegzaam goebt. io. ^fele! 3tjt geruft en fïille/ 't 9$ Gods wille. 3111 ïjet geen u f)to ontmoet; % 3al goebe redding maften/ ©an uWsaften/
én W fmuwn tot uw goedt. |
||||||||||||||||||||||
«r..ga
|
||||||||||||||||||||||
to-.i.
|
||||||||||||||||||||||
Trooft-Liedt.
ii.
%& toetliefï gp 't aacb3e ïcöen/ 't 3Bag gegeten/ ©08J een tpt / uan tjem 6enaalt. «©eeft De ziele, tnsönöanöen. Uit üe banoen
3©o?btje in bc vreugd gepaalt. 12.
ïleete! geeft bat in mpboege/
31n genoegen,
$a't öelïuut üan utoe ganbt.
l^elpt mp bocö mijn fetuice dragen, jjteet behagen!
€Seeft gebult in be3en ftanbe. *3>
3£at ban 't ijett / en 3tefê betlangeit $5fmmet gangen/ 9San ïjct fchep5d Wepn uan toaetb'/ «Boet mp alle pbel&eben 4Ê>autfeg vertreeden,
$oert mgn 3iele boven b'aecö.
»4-
2Sh jaï mp in öoobt / en leben
Over geven.
3üanu/ bleuaatïecjjt inboet; f ai boat quaat igtooo? uto ftinbjen! EultQptjinbj«n/
<© mijn 3tel! 3pttoelgemoet if. 3|B 3ftl nubOO|taatl vertrouwen f gin'tbenoutoen/
#u «lEfobé ïjulp / en goebiggeit. ϧP 3al goebeuitHomft geuen. gin dit leven!
Inöerg in öet eeuwigheid |
||||
BLY-GEZAN G,
Over byzondere verloiïïngen.
Pfalm. 30:0, 12,, ij.Bh avonts vernacht het ge-
ween : maar des morgens is 'ergejuig. Gy hebt myne -wee-klage verandert in een Reye, gy hebt mynen zak ontbonden, ende my met blyfchqp om- gordet; op dat [myne~] 'tere uw Pfalm zinge, ende niet en zwyge: Heere myn Godt in eeuwigbeit zal ik u loven. |
||||||||||||||||
TOON: Pfalm 61.
|
||||||||||||||||
iüiiiü^fifl
|
||||||||||||||||
a
|
||||||||||||||||
iSoot 3öu i^eec! tuu gue: igijcoen /
|
||||||||||||||||
mmmwËmmï
|
||||||||||||||||
3Bie gji IjeDen.'
ËfglËiifËipilÊgiË
t£n ooft mtijtg iytiftQsröaaii.
liliilIÉIII
|
||||||||||||||||
Nieuwlyks Daec .fl^U'ScnaDen/
|
||||||||||||||||
€ni tuelDaOen
l=IllIÉIlllifll.
3©«Dec üooj 0113' tiügen fïaan
|
||||||||||||||||
z. <&$
|
||||||||||||||||
Bly-Gczang.
2.
«©pnolboetnu %wttotyttm\'.
<&n$ begeeren,
<ü5p verhoort öecjicïcn nlacöt! <©ti5e öjoef tjdt Somt sp twenben; <£n nalenben
't €>een 50 lange ïoa$ verwacht. 3-
Ifébejieielüagrjelaben/ «©nbetquaben/ ïltoe handt bee ong beftaan; Wtuegiuift/ qnamong&efcïjönen/ <©nbet 't qutjnen /
€n öee 't quaatafëtooftbeegaan. fêeeï! gntoilbenocïjtoatfparen,
€11 betoawn 't Leven; ban bit tpttl liep. ©pbertjoojbe 't Wagen/ gucïjten/ ©wiöieulucöten/
Cot UtO / in Ö£t elends-dicp. f.
Ü5p tof ït allee toeoïucïjt totfen /
3&ie u bjesen. 3|nbe 36«: ben auwde tpt. Üj$ llto jflJaam een fterke Toren! b'ïlitbetïtoïen'
©Uebtbaaï&mi/ entoojbt bevrydt. 6. «Etp toont in benautot&eitg tijben / UleDelöben; ginbevreezeüan beboobt/ Stomtgp tocetberiofltnB öcücn/. lanbieïeüm/
gjttbeallerblepftenaobt. |
||||
a?6
|
||||||||||||||||
Bly-Gezang.
iflfilfi§fillli
|
||||||||||||||||
3©ant at liep ong alleg tegen/
|
||||||||||||||||
Wixie toegen/
llililIililüSl
«©aan Setc' boben enfJbectianDt.
lliüIÜIIil
|
||||||||||||||||
<©p nonbt tegen ai't uemioeoen/
|
||||||||||||||||
:==s:
|
||||||||||||||||
*{Dn? betseeöen
|
||||||||||||||||
30QOJ u üJtfóe ftofee Öanot.
<£>p boet De BenaubJtïjdtsS baren,
l$tm baren/
3&fe mg bjefgben groot elmïi. «En toil Die in nooöen zwerven, 0et toerbecben:
3©an£flp öaar «vu gulue3enb. |
||||||||||||||||
<5p geeft lieer! on onze wegen,
$cicö ubJ 3egen / Nagaan öag in oberbtoebt. m\m$ 3<e! »an uto goctljcifjï fdjatten Cïecljt bebatten ?
%& iegp aan uto' fctnb?en D oer. |
||||||||||||||||
jo, Jdoe
|
||||||||||||||||
Bly-gezang.
IO.
$oe gp 't Dan met 0115e zak£n,
©oo?t3ult maften/ <<5eben top in utoe tjahbt. Geeft gp ? of toilfcgp beroven » aBpbeloüfcn/
<&n$ tetooegen na oien fianbt, 11. 3©p üecplicöten on3e bagen / «©pteöjagen/ d'OfFerentaan öannbaaröepb. @ooi30o beele gunfïg öcVoöscii / U te pryzen, ©ïienöeltjHelBajefiept!
ia.
Naaten top on$ nu ten ttjben /
<©an verblyden, Loven <©obt on$ leben lang. Komt dan 's Heeren lievelingen,
Helpt ons zingen,
©JOltJHUit/ bit bly-gezang. <© IBöngiele! rp na öotoen/
(SÖobttelouen gi^Htowerk, inbe3etöt. Komt met alle binnen Rticljten / oEngebactjten/
(Coqnt bat gp ïerfjt dankbaar 3fjt. 14.
45p veriofte! looft ben ïgeeïe/
SBoetlfjemEere, Roemt nu 3Ön toeïbabig&ept. *Baatf)emziele, lijt, ealeven,
Over geven. Looft Jjem in bet erotoiggeit.
|
||||
*9* : -. :-.::,
De Chriftelyke Loop-bane.
Hebr. 12: 1, 2. Ende laat ons met lydtzaamheit
loopen f de loop-baane die ons voor ge fielt is. Zien- de op den overfien JLeids-maa j ende voleinder des geloofs, enz. TOON: vin de Tien Geboden.
X\ 3g« oTigdijü ig '^menfctjerüeöen / ll^lliliiïüiüilililll=Ë
|
|||||||||||||
Ce» ceilüaail/ öf m\ loopers perk,
ïÉIÉIIIlIÉlill
|
|||||||||||||
©aac ougdgk öe menfcycii jiceucn;
|
|||||||||||||
<é\h naa 30» tioojsjëÜelDe nurit
|
|||||||||||||
«KenCfjjffïen flcefit 38n 003e ïeöen/
fflit'g toereït£ füj&poei Üemeltoaett/ Het toeteïté rsint 3iet na beneöen/ Cn3ocBt3ön' Deelöfetopoeaecö'. 3. Cen fchoone prys $ opgehangen/
3&fenoit3albojren of tiergaan/ ©ooj bie na öotoen.fïreftt 3fjn gangen / belooft in't epnöe ban öe baan. Jfêaar btoa3e 3pn 't bie butüen foemèn}
%$tli prys, Die d'aerd' gaat lopers geeft /
|
|||||||||||||
€m
|
|||||||||||||
1 De Chriftelfke Lopp-baHcJ
«&en krans ban fïecgte boter bloemen,
3£ie niet belïenDigg &P 3icö ïjeeft. s> <©gun(Iig€>oDt! toenDtgpmgnoogen/ €n boert mijn logge geeften aan/ 3£a 's Hemels ober5aal'ge Dogen/ <©m na Die tuaerOe #$$ te jïaau. 6.
mgnloopen, üeec! fïaataanu trekken»
3©ant anDerg ift gegeel öestoöfe / <©cg uiilt mp öocjj u ganDt tor jïre&Ren / 3@ati&niet3inftin 'taarD3efïp. 7.
3©llt mpberepfcïjte fcraegten geben /
<$m in ubi wegen boojt te gaan/ aiDam3ict/ deer! goetmjiifcheiikeisDeben/ 3£ie booj get minfïe kluitje (laan. 8. Ifipmp ? 'B 5al nimmer'teinDeKrijgen/
't Sp gp öegunfligt mijnen trede, 3©ant 3iet mp na Den aDem gijgen / <©n elften voetftap boojt gejet. 9-
'ft moet fïojten neer / ter galber Voegen / €n fmooren tri get gulle 3ant / i® en 3p gp i|eec tot mp genegen / flp Putten 3itlt booj utae gant. ia. Sla / toilt gp ^ecr / mfjtt traaggeit merften / <5p mogtmp toerijen uit ïjet pech / JBSaar neen / <©aöt üjilt mp ïieüctfïetïtfn/ Cnbojö'renuüKtganüen toerft. ii. 1e& fiaatbocf) utoen knecht! Deeg Ut toe/ 3©ilt met De Oly öan uto <©ee(ï / ©an Den goof t-fcgcDel tot De tee toe / |
||||
240 De-zoètighdt van dè goede Weg.
gijn leOen 3aloen miiifl cnoieeft
|
|||||||||||||||||
11.
|
|||||||||||||||||
f£o jal ÖP wakkerder voort loopea,
<gn jupct}<m hier hl Uto gena, «2n na 't uit-eind' der bane boopcti/ 3£e licoon Dec gcecIgHfjeit ijiec na. S. SimoniJcs.
|
|||||||||||||||||
De zoetigheit van de goede Weg.
Spreuk. 4: lü.Maarhet padt der reebtvaerdigen is
gelyk een febynendt licht^ voortgaande ^en lichten- de tot den vollen middag toe. |
|||||||||||||||||
Op de wyze van den 9. Pfalm.
|
|||||||||||||||||
gillilllllilillill
|
|||||||||||||||||
H!
|
|||||||||||||||||
#ujt Üjome 3iel! tjet deugden padt,
|
|||||||||||||||||
4%et tuelft öaat feit na D'lgemeie itaöt;
|
|||||||||||||||||
%[ \$ 't gepaft tiotn enye treden,
l^liiPillillilllilÊ
|
|||||||||||||||||
©at raiü ooft met 3Ö» IWfiphöeDen.
2.
©et is" 8«" naat/ endonkerfpooj / «Belijft fcettorrirg Wnt geefttiooj/ iBaat nol pan licht, PanPjeeö' / eii5e0eu/ 2&miinIP fcotoen alle toegen. 3-
|
|||||||||||||||||
De zoetigheit van de goede weg. 241
|
||||||||
^e glang/ bic jelfê <(5oög Bupg Öoo?(icoaU/
<©olt tjicc gantfcö lieffelijHec baalt/ <£n flcebg al wafTend toect öebohben/ m$ 't licht Dcg baagg tot elften fïonöcn. 4.
3CI gaat flet fcljoon gcïtjït niet op/ l?et nïltnt allen^ïteng tot ben top/ <£n cufï niet eet 't tot troofl bec to|omcn/ S» tot Ijet middagpuut genomen. 5-
<0cö! ^emelg teigman! ttect ban aan/
Siet tioo? u oogen 't licht opgaan/ &et toelft u 3onbet lang te belDcn/ r> "Én 'g $emel£ tyengöe in 50! leiben. |
||||||||
g&aat 't ecutofgiijR.jaï fïiïïe flaart 5
i&recbt fêemclg wanbélaac! tcceDt aan/ «5n jnicjt in <J5obcg goebigljeben <®ie u ïjicc tc'gftnoetc tccOen. :.:'„ ':. : . -;, "■■- - - %
'.'.:■:■• ' '7.
Wt dag ftomt aan / en nabett al/ «©ie 't nolle licht cen£ tycngen jaï/ Cn een gcïüenfle kfaarheit gepen/ ©aac nacljt en fcljim aan 3« ije$o#Wit, . ■ . I ,, .':>■..
■ S.i Simonides.
|
||||||||
43 Godts
|
||||||||
%qh i
Godts herderlijke zorge over zijne SCHAPEN,
En Vriendelijk^onlhdal'van zijne *
HUISGENOTEN.
Getoont in den 23. Pfalm. • ,' ;
I. DEEL.
Vers ï. (De Heer e is mijn Hérder.
<£e}Wt fn em gamen-fpiaftjf '}■■{%
(Roemende "y
Tuffchen een^S^Cziel. jaegeerige €.
(jferzekerde ' j ' Op de wijze van den 23. Pfalm.
|
|||||
T fl-
JL^nt 1$ttt en €ong/ 6 ^mtfêïklatlitiQm j
O heil-fontein! Genoegzaam A!, IpSQOSÏiiQl
«5f naDmrijft / ban Jieföè oberbïocbi© i
|
|||||
Gods herderlijke zorge, &c. #43
|
||||||||
tL
|
||||||||
5=5=Ib^sÏ=Ü?=5E:=^=H
|
||||||||
Ent 3p aan on£ / riu en tor alle tijDen.
Ü^ita^iilüiaüii^iüII
3Gct) J Komt ong tjert tot uüjen lof bertoijöcn!
Vertrouwende.
z. JEHOVA ii 1 en blijft/ mijn epgen HERDER ï
©anmijn<ï&eboo?t/ tot aan mijn boot/ enbecbec; Roemende. ..--j
#p fë mijn ©abcc! Eeptgman / en 2Sehóebec
©anïtjfenjiel:
Vertrouwende. g[a hp f$ mp toecï goebec:
SMgrenig menfclj/ ober 5tjn Itetoetiinb'ccn.
Sfft m$ geen goet/ geen quaat hau mp ooft hinb'cen
Roemende.
i. 31& acme SCHAAP liep heen en toeer/afötoalen
«Jlamijntoecbecf: tnie5011 niptoeoechalen* ëiet Jcfus! tcoutoe HERDER ban mtjtt stele! <©ie xiet mijn fpoo? / hp volgt mp au bc hielen / ÜP zoekt, hproept, en boet mp toebctftceccnil ©an 't btoalenb' pabt: tot in bê koy ocg Igcecen; /1 '■> ' ;," Vertrouwende. ', ,
4. 30ie Goede Herder, liettaoo?mpzijn leven,
$f p neemt mp aan / en gaat 3ictj aan mp geben. Roemende.
lElijnmaag'ce ïiel voedt by in vette wcyden, - ;
jiiijn btoalenb pc t hom top inwijsheitïcpben. 'M ben ift 5toaft / in 't gccftclijh betrachten / (ten.1 gijn macht, bccjlecht mijn gcc|ï met nieutoe hcaclj* Vertrouwende.
f. Wll$ CUfi ift Üaft in d'algenoegzaam ^oebec.
€>p Jezus 5ó?g' / mijn ^eplanbt / en mijn 25?oeDct l
Roemende.
Wel 3alig! 3i|n5c Die öp ftomt betgab'cen
<® 1 dot
|
||||||||
Z44 Gods herderlijke 7.orge,
Cot sjjitc Tent, Die öp Doet tot öein nao'ecn! Vertrouwende.
5|a jaïig! $ öpI ote ÖP Sent tooo? zijne, 3&ie Doo? 't geloof ooit 3egc Ijp i$ De mijne! Dtgèer'tge.
|
||||||
7. ©ccj' SCHAPEN 3uïïeit öacen HER-
DER Rennen: SEanbjecmDe/ tof[Jen3P (jaar noit gewennen;
Ifêaat volgen hem: toaac &p öaac Ü002 gaat wten; 2» gaan te saam/ in Eendracht, Liefd', en Vrede, Mn
|
||||||
over zijne Schapen. t^
jjfèet Lijdttaamhek, Goet-aardig, en Zachtmoedig.
ïgaat wol, en Melk, geücnse oüccMoeDig. "Zamen.
8. l£oe groot / en taeeï 5ijn Heer! uto goeoigfteöen/
3&ie BP aan ong onAaaecbtg' gaat oe|ïeöen / «0p hebt on# tot uto S C H A P E N upttoechoatm «En Doo? uto gccfl tot ftinDecen/ hecboocen. <$u jijt ong öeeï/ en toy u boïïi/ 6 Heere! Niet ons, niet ons, maar uwen Naam zyecrc! |
||||||||||
II. DEEL.
My en zal niets ontbreken.
k C Roemende *\
Zamen'fprake, tuflehen «ns^JgiT*' e>Ziel. \J/'ergenoegde ^
Op de wijze van den 24 Pfalm. .
OIlIlllll^lÖilfilllËlliilI
Neyndig Godt, ö hoogfte Goedtl |
||||||||||
<©aau cm$ De 3tel tn vuftm moet:
^ii^É^^Iiiiiüilüüii^
|
||||||||||
3©at öceft ino jBajcftett üctoogen *
l^rön^lFiWaï^WljccijSir/-
<© .3 3Daac
|
||||||||||
z^6 Gods herderlijke zorge,
|
|||||
Roemende. ." >.-v.
■x. <©p geeft u 3elben aan mp Heer *
m$ ih u ïj£ö / toot to« ih meec i Vertrouwende.
IBüii tf el! gp mengt met mfyt nu fpjcften /
gift neb J E H O V A! aan mijn 5jo' / i^p fê/ en tjecft jjet aï tooo? mp. JBBp ftan / en Zal dan niets ontbreken.
Roemende. 3. <©oöt fpaatt spn epgen Eone niet!
Ulacc jen&t Ijcm necc$ en met tjcm bicbt ©p mp genade, ÜOOJ genade ,
Mot Wijslicit, en üerephtigheitj tfEot heytignjaking, zaligheit! 310 W mp ? 6 gtoote toeïbaben! Vertrouwende.
+. mmHERDERS boïï)eft^500flCOOt»
«Jn toat geb?en/ atmoe of noot ilBtjn 5fel of lichaam/ mocfjtcn fleften. ÉP 5o?8t/ &p boebt/ en 3«xl fïeebtg boen/ €n gi'ben toat f ft ïjcb ban Doen/ <PaaC0Hl 300 zal my niets ontWeken. Klagende.
f. Ontbreekt ban noit ben b?omen iets ?
3£fe 300 beel armorb' en becbjfetg/ j£HcE- op oe aeebe moeten bjagen; ©an tegenfpoedt en ongeluk, ©an krankheit, armocd', frnaat en Ö?uft ï|oo?tmen baat' btrctttjbtg bjoebfg Wagen!
Ver-
|
|||||
over zijne Schapen. itf
Vergenoegde. . ,\ :•.--. V
6. goD b'J|eece oit 5jjn fnno'cen ïcibt
gn bccl gebjeftg en tegenzit; 't 3$ ban De uure van beproeven!
3£antoetft ij» ceng toaar 'tftett aanhangt / ©emoutottjemmaat: engpontfangt/ . <©etoi}Iijli toat gp suït betjoebcn. Klagende,
7. ^ft riuelt 5eec bi&toiïgmijn gemoebt /
goo mp De ïfeec afé HERDER öoebt/ ï|oe nan mijn ban 500 üeei ontbreken? 3Ert Denït ban bp bejojgt mp niet! fïn blijf in 't «ruig / en bjaag betbjiet/
s^ijn 5egen fcïjijnt ban mp geweken! Vergenoegde.
8. <©cn Ijanücï <©oot£ ig toonöetlijn!
ïfp maant, öe jtih' boo? armoe rijk, ÜP boet Haat- giet 500 bccl ontbecten /
&m ftaac te geben beter gocdt, ? •■■', 't JBelh hert en ziele eeutoig boebt /
i&\$ bit ontbjecnt/ 3aï bat betmeecen. Vertrouwende.
9. 3&at toepnlg' bat D'autecïjte öeeft/
39ie in üt$ ©eeren bjeeje Heeft / g$ betft, alg bet boo5en fc&atten.
Vergenoegde:" (
«Sobt geeft mp een genoegend' hert! 3&at boo? geen 3o?g gebjonen toect/ «Êïitnan in <©obt! jtjn rufte batten. 'Vertrouwende.
10. Ontbreekt ban iet# in 't ttfbeïijït /
<USobt maant toeer na be ziele rijk. J©ag 't tijö'ïtjn nut/ ÖP $oub' mp eehjn.
Vergenoegde. , •Vrif*
gih ncgg ban boo? mijn Koper, Gout, -<n \
<® ötoaa^öeit I 500 mp bat bccoutot /, - ^ <® 4. Zijn |
||||
'■' " ■■■ .;.■■■■;■-"-"'" '.'
|
||||||||||||
X48 Gods herderlijke zorge,
Zijn ganft is beter dan het leven!
Klagende. |
||||||||||||
'i i. fjH zorg, ênu^eg! ö°c 't nottfja\ gaan!
|
||||||||||||
<E>aat ROttlCH quade tijden aan .
|
||||||||||||
ï&it mp/ en oon De mijne tanen.
|
||||||||||||
®ecd£u&fttug / ft^anntjept / artemoe/
|
||||||||||||
^^==$=^=
|
||||||||||||
©ie Djepgcn nip! Jjft meet niet boe
g|ft 't met de mijne ban 5ai manen i Vertrouwende.
it.' <@ sirtc! auelt.'u jdïtoen niet/,.
jlBct ongeïoottg 3o?g-toecö?fct/ 25eftammernlfle:n voor den morgei. * tfufl in öc totjsSöeft/ gdetfieit/ macht Co ttoutofoeit ban irtn HERDER, bjachtj $u ban en toil u.VüêI bejoegen. Vergenoegde.
\%. <0at ooft geen ingebeelde noodt,
Utojfel betont/ ofnebeefloot/ "311 fjebt gp niet toot tt 5al kiften. ,..," 25u <*5oüe (iaat bc wijV, en maat. ©p heeft genoeg bao? iebcc^ (iaat / ^n 3ijn beöecling moet men cufïe». |
||||||||||||
Ver-
|
||||||||||||
over zijne Schapen. X49
Vertrouwende.
14.. ^ijtgp3gnfttntfmigttoutotoemniet/
*t gg tkydcns, 31CÖ met 511I& beröjiet
<<£e queHen. - Vergenoegde. <©0Ïi teil mag niet baten!
Vertrouwende.
<£obt! en be <©oDtg-öienfï toojöt onteert.
Vergenoegde.
<®n£ epgen Bert ontrui?, ber teert/
3tï£ 5o?S/ er» b?ee£/ gaan buyten mate. Klagende. . , , ,..-
1?. Ifèaac ach! mijn gcefteiijkcftaat, _ ,
<3i£ jcet gebrekkelijck: mat Caaöt \ .ïBijn ftïcin bcr|ïanöt/ mijn jtoah gelobc/ .ïlKijn fïaubJc iiefo' / en toanftel-tjaop / Mijn ballen/ en mijn tragen ïoop/ 3Ê>ocn mijne 3tel baar troofl bcroben! Vertrouwende.
ió. <£u 3icïc ru|l! 3ijt niet beroert I
ï©at <0oDt begint bp ooft baibocet. Vergenoegde.
<©p |)ebt beg Gccftcs Ecrftelingcn ! «|n ïwakheit toetftt bt$ peeren maeftt/ Mat aileg in tt i# boïb?acljt. Vertrouwende.
<©oöt 3aï u met 3811 gunfï omringen.
Klagende.
17. 9Seïj I ftonb' ift mgn beftommett hert!
€>ntïafïen ban Die 5o?g en fmett/ <©at i£ mijnmcnfchl
Vertrouwende. 45p moet ban trachten/
Ce liaan in '£ peeren Heil-verb*ndt!
•t Geloof, 511 op 5ijn woordt gegronbt.
©e hoop, moet beter lot verwachten,
Vergenoegde.
18. SDeDcnïu ceng of De i|ec« oit/
<® 5 */.
|
|||||
. , _ _-r.Ü
|
|||||
z$o Gods herderlijke zorge,
U/ of öe söne / gan# betooft/
*Jn arremoeöe beeft begeven ? goonlrtj legt af &enommctnf& Vertrouwende.
Boekt maat met erufï Dat boven is.
^aac i$ öex3aöiguuj ten leben. -. ? 19. 3£of 5p u/ öfe uto SCHAPEN Jjoebt!
©ie on£ met 3uinc» otferbloeDt ©cmjlu/ 300 fiat top mogen fpjeften/ JSU gp Heer! o.n5e H E R D E R $gt / ^00 3aï on£ öocfj tot geenct tijDt! 3©at 11Ut/ Of noOÖJg lp/ ontbreken.
|
||||||||||
III. DEEL.
. .. Vers 2i
J^ ^^ wy #év/<?r liggen in grajige wey-.
den ; hy voert my fachtkens aan zeer fiille wateren. C'Dankbare "^
Zamen-iprake tuïïchcn eens Gerufte VZiel (^Vergenoegde j |
||||||||||
Op de wijze van den 6j\ Plalm.
IIüiI^iii=üi^=I^i^ii
Al bezorger, Menfchen Hoeder!
|
||||||||||
O
|
||||||||||
over zijne Schapen. %ft
|
||||||
*. .ïlfèijn trouwe Herder! gaat nip ïepben/
gil 't geurig jonge gras,
gjrt groene vette Klaver wcyden
In 't lieflèlijk gewas!
|
||||||
Gerufte.
«Pan üoect fin trrp in 3tjne hutten,
©oo? foeete gouneb?ant/
©oo? J©olf/ en Eeeuto/ ftomt hy befchutteii
«gift Schaapjen, öoo? 3tjn hanDt.
?. 3^aac mag ift oan 500 toeplig ruften,
<©p '# IfetDetg tcoutoe wacht. Dankbare.
31a mp in d'overviocdt üetlufïen
<ö*n weyden öag en nacht; 3©anneer ift Dan in doift ontjïcftcn J©a 't verfche water Ijcpg'/ Eeiöt fop nip aan öe ftiile becken 2&aac Ift öetquiftfifng Rtgtf. Cf-
|
||||||
%<;% Gods herderlijke zoïge,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Gerufte,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4. Zeer zadujens Itbmt t)P mp ban boeren"
|
||||||||||||||||||||||||||||||
fc5§=^==5^Ba
|
||||||||||||||||||||||||||||||
'<©aar 't jactc water, bitnat/
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ü^ls^^ësi
|
53
|
|||||||||||||||||||||||||||||
«©at blocDt / nart) baren niet beroeren l
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||
=si
|
||||||||||||||||||||||||||||||
3&Ï0 't Schaap/en Daar uit 0?ïnht.
Dankbare.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
«Bug bjtenD'lnn hueötöe f$m$$n Schapen,
1$p aöêtjje na^aaFaart~ |
||||||||||||||||||||||||||||||
8=
|
||||||||||||||||||||||||||||||
J^ft keurlijk nutfte voedzel rapen.
Gerufte.
»,—X—■—--*—- Li i mi I ■■.» u . L i^*—
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||
^Bet bjee en rufi gepaart I
, , Dankbare.
y. Ifraëls bergen, Zyons velden!
Sijn ong ter JBeyö' beceiDt; «Baar <Ö5oöt 3'nn wooning neöec jïeïöe/ «Baat ruft 51J11 heyligheyt! '. <©aac flcaalt 50tl vrichd'Iijk aangezichtc! ^mt fïojt Öp zegen met. |
||||||||||||||||||||||||||||||
«©aar
|
||||||||||||||||||||||||||||||
over zijne Schapen. 2.53
©aat fconit öu ftcct / en stelen (lichten;
3Doo? 3UU\)'te Hemels-leer. ' . Gerufle.
6, ©aat tooon ift.fïil Ui vrced' en tufte;
<©f fetjoon De toecelt caajt. ©aar fcomt De ^eec mtjn jieï tocduftcn/ ., ï?P jctDt WGeft niet Verbaaft! .'.' ■': _.; Ik ben u als een teere Moeder!
<©ie£ fcljuil ut tn 3JJ11 fcljoot: J§n t^ mijn 5o?g en tcoutoe ^oeDec l 3|ft tojceg geen fctjjtö of nooDt. Dankbare. .
T. *©C ïteffeïijfie waterftromeu! . H»t:'s Heeren heyligdum , &oct Ijp tot 0115c jielen ftomciH L
Cn toloejen in/ en om. Vergenoegde. --«;
^iec Iian 3tct> 't dorftig fjette laven! ,
Ji&ettcoojl/ en 3telen ficacöt/ Jjaet 3altge genaDen gatoen / - =s Hilé V Schaapje» fc&tec toecftnacSt.
Dankbare.
8. <© 3aïig! jijn top Die notlj toanen! 3
51n 't zegenrijke Landt, -t*
©at toette Ccföeeï / |a Dat feftoone!
©00?''$ lieten acm geplant/ Cen Paradijs toan otoectoïoeOen, Gerufte.
©aat elft 30a veylig leeft; ©nDec De toïeug'len toan <0oDtg fiocDe / Cn Daac 313» tooeDtng Ijceft. Dankbare.
9. Hoe groot ïs'tgoedt? DatoSoöttoügetom!
|
||||
*
i'5"4 Gods herderlijke zorge,
3fian ïfd&aamen aan geefl/ .
«©ah 3cifê in bit bccgannlgft Icbcn/ -
#{«i Die 31J11 jfêame tyeefï. Vergenoegde.
SInöfcn Ijp my nfct otoerbloetrtg / ,• .,, ?-L
Iföaac Spaarzaam fprjft óf DjenRt/ ','■,.'.'>'..''
«Ëftbenvernocgt, en toacgt laii&mocDfg /
f&ot ÖP mp beter fcöenïu. |
||||
uanKoare.
|
||||
over zijne Schapen, > %$$
Dankbare.
n. #SCHAPEN! üan 5a bette toenben;
Becgcct utoHERDER niet! Draagt vruchten, laat U ban l)em leyden, ï©aacljecn öp ugebieut. Vergenoegde.
^Bejegen/ boïn 1 laetft jjette cijjen -,
®ot lofen Dannbaatfjeit / ©attong, mlevep,N4BoDcï>?Ö3en/ ©oo? 5ö«eü?icn&'lij{tbcif. .nï.i,S .£:. f!'.* j '•' wi ■" ■?' \' }
Lamen. yiëÉfil Heer! toont goeüertlecentöebcn ( ■*
?8anutoetKerk, en't Jb,aridt.> ..\ r.;\ \_Js 3fieb geeft Doen aan ubJ Zyon vrede! 2èe%elfggtgatenbanbt.•; , ,,-.-, ■,-■:*■:,^'<■ v--"'1 Sul Schapen! biejö sober: letten/ - mn " ©ecjiet öocft meet en tutte. Wsj gcjeüigfjcit seet milot in 't gebert / «©ntfangt ban jpjö^ ên Eer. |
|||||||
! 8~na"«i»«.
|
|||||||
tX o
|
|||||||
,IV. DEEL.
|
|||||||
>-">x..«.'™
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•2,56 Gods herderlijke zorge,
IV. DEEL. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'fOi..t ' 1, *>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•Verquikte "j
.Verzekerde ~\:"> r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de wijze van den 42. Pfalm.
P/>ct- Herder! trouwe Borge:,': Un ut; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3SSE*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ie uuj sc$,A-Rp:N 5CCE tjcmmiïi/,;;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
~g[h üJ15t^ «iinll OTP nauuic $fl|0
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fi==-rz^plll
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
€0t ban ou0 genoegen UtnDt:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l^üü^g^^i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I—35S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zondaars troott, en Js herten ruft,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:l=E=S=2Ejg|=3|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vreugden bron, ö Zielen luft!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"Sant fcocï) tn on# uange quijnen/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UüJ?n troojt/ en tyeugö' Uctfcöijncn.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
over zijne Schapen.
Verauikte.
a. Zwakke Schapen, teere Lammers! $t?anft/ aamecbtig/ yet benaautot/
f&Öiügft / fc&2ihftig / en bol jammec# ©oo? be nouto of ïjitt' becfïaautot / ■ Söfaemat / na bp be boobt; ïtomt&ier/ totm$ HERDERS fc&ooti 3£aac ÖP u sieïtogenb' fni&nen J]f 00?t / Cn tott U a«/ verqmkke».
Flaauwe. %. Htjne jlel/ ban <8obt getoeften/
<©antg befmet met fonben quaat/ 5$ een woning vol gebreken, Ecec elentjlg tg mijn (iaat! ©joefijcit/ angfl/ oncufl/ en fmett. Bjeej'/ benaunnljelt/ bjceht mp 't Jtjctt /. 3Mt Doet nip ban tcetitig jucljten! Waar 3al in om Ijulpe DUic&ten}...•, : i -. :G,etrooJle, -:- . y ;;< : "..
4... Jezus Herder ban öe pielen / ï^eclt öie 5Cec verwondt van geeft, êdjiec in fïaautot'/ en onmacïjt bleien; Komt tot hem; en ïju geneeft Utoe üjonbrn/ öoo? jijn bloedt! <Ên 3ijn Geeft, jaï in 't gcmocöt ^ieutpe ft?acljt/ en njengöe gcücn* gja De Dooöe boebt öïMcben, Flaauwe.
f. W\) mijn obctgjoote jonben!
Etjlt mp JUlttcn zwaren laft ! 3Ü0CÖ al fejijg ift bicpee fcoonben/ 3lu 't getal noch, groöteï waft! 35ug betteett mijn leeüen^-fijacljt/ J©ant mijn öect met fnïette toactjt; ffiot be l^eec bit moo?t jal getoen / ' * Kindt! uw zonden zijn vergeven! |
||||
^5% Gods herderlijke zorge.
Verquihe.
|
||||||||||
6. %k] I met $onöm $ao ödaDen/
|
||||||||||
<©at uu) ïjmt fmrit m tytektl
|
||||||||||
.______,______E3ES—i
Gaat ten Troone der genaden»
|
||||||||||
J^OO^t töat UUJCn Herder ffoecltf
Komt tot my, ik geev' u ruft!
Zondaars doodt, is my geen luft; "Geeft umy, £11 0U 5ujF¥Üën/~ Wutt) janbrn sijiTvêrgëfen;
Flaamve,
7; 3UcB! Boe b?oeWs moet ift jucBten!
Onder 't jok van d'oude menfeh,
•t &ecte ö?aagt toeel booje tyucBten/ 'ft <©oe niet/ toat ift toil of toenfcB. 'k Wil Bet flocöV maat doe Bet quaat/ gjft Bebjijbe 't geen ift haat, ©ifctoflg val ik neer in't flttjbeni ma W,t saï mu cfjijs Diiijijösn 3
|
||||||||||
over zijne Scheen. x59
Verquikte.
8. 35?oebe 3feïc jijt gebactjtig/
In wat ftaat gp heben 5tjt. 't Vlees, toojbt bael üm geeft te macljttg/
<@ocl) Oen geefl tolnt toeec btxi fïcrjöt. Jezus, maaftt boo? 3ijne boobt/ d'Oude menfch, ban fitachtcn bloot, <©ag/ aan bag/ ?aï Die verdwijnen: JUaat De nieuwe meet betfebjijnen. Flaauwe.
9. %t\y\ mijn sirt të aan 't becfloutoen I
Traag, en laauw, in 's Heeren werk. Itiefb'/ enpbec/ gaan berhoutoen/ 25005e lufl/ toetbtJbeet en fiecfi/ ïïcei* ift mp/ ift btoale toeer.
£>taift op/ ift balie neer. ï®at in boe / of toaat ift 't toenbe/ *t 3të aï Jonö' / 't öeöin/ en 't cnbe, Verquikte.
ie SSange jleïe niet fiïepmuoeöig!
;|>rtjoan be 5onbe raad en vuodt / Jezus bolfteit obetbïoebig! «Jê/ boo? bie 5tjn acntoe boeit/ ©ie in elenb' 5icl) bec3aaftt/ ï©u|ut in Jezus gants volmaakt! Aanklevende.
Jezus! geeft in jtoantjeit ujacljten;
•k Houd' hem vaft, en 5a! hem toacBten. Verquikte.
11. &taat maat op/ en fteect Docö toebeC}
Üntclt boo? c©oöt£ genaben tcoon / '£ ©abecg liefbe 1$ 300 teebec / Hy verfchoont u als een Zoon! ^'Oprechte will* neemt ftp aan ft % Boo?
|
||||
iGo Gods herderlijke zorge:
©oo? be baaöt; nocö niet gebaan.
2ti£ top fïeeör£ na beter fïteFiften/ 2M 't geb?cft 3al Jezus dekken ! |
|||||||||||||||||||
Ook de Zatan, lek zijn ftrikken,
|
|||||||||||||||||||
J2.
|
|||||||||||||||||||
Mm üc rccfjt / m fïinftet: 5£>.
|
|||||||||||||||||||
Zorgloosheid, of zielen fchrikken,
|
|||||||||||||||||||
=2=
|
|||||||||||||||||||
£&crpt |)p mt: en 5riDt tot nip/
Zoude wel een kindc van Godt?
Zoo vertreden zijn Gebodt? |
|||||||||||||||||||
=s!
|
|||||||||||||||||||
Denkt gy noch, Godt is mijn Vader?
Vfrquikte.
13. ^tetict u aan geen üatan£ ïafïec/
Jezus! geeft 51J1I Geelt tot pandt, ©ie maaftt ntoen (Iaat te Imlïec* 3ÏMe b?eeftt be3en baficn banDt* Jezus l)eeft 31)11 eygen beeldt, ©00? 3tjn geefï in « geteelt» |
|||||||||||||||||||
©aac*
|
|||||||||||||||||||
over zijne Schapen. 2-61
«Daacom 3uïïen De gebjeften /
U ban 't Kindtfchap noit becfleïten.
Flaauwe.
14, ©ie mp zachtjcns moefïen boecen /
H&et becflanDt: becmoejcn 't öcct/ Door hart drijven, gp becoeccn iBijn gemoeDt met angfi en ftnett. <©oït Dcc boosen fchimp, en fmaat, ©iBtóifê Dooj mijn öectc gaat Wanneer 3p aï£ tojceöe IjonDen 25affen / met Öaac lafter-monden. Verquikte. if. ^?ÖSt gp toepnig tcoofl ban menfcöcn/
üebt geöuït. en ïecct'ec bp; Wat is van den menfch te wenfchen! Godt alleen/ öeeft tcoofl boo? nip I ©oft öelajlec/ ftnaat/ en fpot: <©m De jafie ban uto <©qDt/ gg geluk, ja Die te ïijDen / <©ecft ong ïoon! en öoet verblijden. Flaauwe.
16. 3êcB <©ïenbe/ Det€lenöen!
Als Godts lieflijk aangezicht, '■
En zijn Geeft, haar van my wenden,
DVÊen'ge tcoofl/ en jielen ucöt!
m$ Ijp nip allcene laat/
^a mp gantg te mojfTêl fïaat!
Het 5t)rt feïie g?amfc&apg ftcaïen/
5£ie öp op mp neec Iaat Dalen.
Verquikte.
17. SBange 5! ele/ Dft verlaten,
<£n 't geboel/ ban toojn en fcö?ifi/ ©eeft jtjn palen / epnD' en maten; «©oDt bectoojnt een oogcnbiik. të ï l&aac
|
||||
vfa Gods herderlijke zorge,
Maat sijn gunfl/ en goeMgjjeftj
©UUCen tacec in eeuwigheit! '£ j^eecen lieflp aangesicöte/ «0Oet öy na de droefheit ïfcDten. |
|||||||||
Aanklevende.
|
|||||||||
Verzekerde.
|
|||||||||
WcpQtn tip: èn ïaat u gaan/
|
|||||||||
jpa ut» bt&Den/ en bertangen/
^lT0ö~ÖciiTÉ*rBö«fl omfangen." 19. Haat de ongerechtigheden,
ï^ebt uw luft in 't heyligdom: <gn bo 't volk Dat bjomfgljeöen atlffö'/ voegt u: gaat Dnac mee om. |
|||||||||
over zijne Schapen. ^63
|
||||||
Aanklevende.
& mijn jteïe/ neemt u tuft!
©att' uto Jezus! Die u ftnji; 1;
Verzekerde.
^a ?ijn ftug ban bjicnö'ïijftDcDcii j
(^eeft mijn 5iele trooft, en vrede. Troofi.
10. Tc Ben (3elöt <0oÖt) uw trouwe Vader!
3&ie ift eeutoig bïijtoen saï. 'k Ben uw heil! en 's Lévens-ader. Eufl u ietg I in mp lg 't al. 'k Ben metu! en bjeeft ban niet; 'k Heipuin/ en uit't becöjiet. 'ft gal u na 't ellenbig ïeben / Volk ruft, en vreugde geven. Zamen.
%t, O verquikker onzer zielen!
W&vfo 3P utoe goeöfgöeiöt. tteeftt öoclj die 50a Hcijtïijlt bleien
*gen toanfcelmoebiggeibt. W& SP 0°# Öet ïject verwijdt, Sullen top beej' lebend trjbt/ tïtoe Bepl'ge paben loopen En noch beter goed'ren hoopen! |
||||||
0 4 V. DEEL,
|
||||||
2,64 Gods herderlijke zorge,
V. DEEL.
Hy leidt my in het fpoor der gerechtig-
heit, omjljns naams wille. U'■■■ • C Dwalende 'T ,.;
Zamcnfprakc tuffchen ^}fj^feImdejZkl
. LJZerlkhte t J |
|||||||
Op de wijze van'dcfl'jpj. Pfalm. -'. -•,.;.;,
|
|||||||
Dwalende.
2. Mijn 5(el aïtyöt geneigt tot dwaicii,
^toecft Jjtet en öaac/ op 2$etg/ en «Palen/ gp ftectc/ en fïuipt fict DooïpaDt in/ 3Ö0I1 't vlees; en 's werelts üitf/ en «in. |
|||||||
over "zijne Schapen, ' %6f
Hoe koom ik op de rechte ftraat? --.,- . - .-.
Waar door men langs ten Hemel gaat,1. Kechtwandelende. %. ©oïgt Jezus! b'<©ppcc-5iclentoepbct/
©00? 't dwalend' Schaap, een ttOUtoc Leyder. Ik ben (jctot Jjp) des weiels licht; ©ie na myn'ujeg/ zijn wegen Richt, ©ie toanöelt nooit in bupftecheibt ; MÜn licht hem tot Ijet leben leibt. Dwalende.
4. <J5ant£ / dom en traag, 31JS1 mijne gangen /
ïfrae blijb' ift op bc toegen gangen! É)aac ift mp ïieec öaac ïciöt een net. ï©at té'ec al bat nip belet! Jltëijn ooge 3toiect: %H blpbc (taan. 3|fc ben 500 traag in voort te gaan. ',,, ( Verlichte, 5% %\§ gp op toeg 5011b achter bïn'ben/
lElet Jezus; 5al u boojt gaan bjijüen. éijn Geeft, 51)11 tóoojbt / Jljn Herders ftaf, ©ie toennen u ban traagheit af.
©00? ftjupg/ becboïging/ fmaat en fpot/
Voert hp u nabec bp uto <0obt.
he erende.
6. ï|oe biutoiïg fïaat mijn 3leï üeeïegen!
5jft ble 300 beel verkeerde wegen, 'ft J©cet nauwlijks waar ik keeren zal.
(©en weg valt my zoo bang en fmal) Zegt my waar is de rechte baan, ©ie ift ttn leven in moet gaan/ Verlichte.
7. ©e Herder Jezus; wil u leyden,
gn 't rechte fpoor, teu pielen toepöen/ ^n waarheit, en gerechtigheit,
g|n deugd', gelQof, en heyligheit. ' ' " ■ ■ *s 5 m
|
||||
%66. Gods herderlijke zorge,
$p boect ong 3elf# op '$ ïebeng paöc/
Recht aan, en to Deg Jgcmelg fïaöt! Rechtwandelende.
|
|||||||||||||||||
8. j^p leidt met Wijsheidt, en XX&t Oordeel,
$a peöet£ aaw/ tot meefie tioo^DecL
Verlichte.
|
|||||||||||||||||
5©e zwakke ÖOCt l)p zachtjens pjaatt/"
|
|||||||||||||||||
"©£ fterkej Ö$ft lm meerder aait.
Rechtwandelende.
|
|||||||||||||||||
iÖI^Iü
|
|||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||
5=3=
|
|||||||||||||||||
i^p fterkt Die moeoe #n/ en mat/
|
|||||||||||||||||
<0p öat'ec geen' fteswijft' op *t paöt.
9. ï$p Ittaaht ong Ooft Öe paden effen,
3&e bergen Die jfcö rjoog betreffen / Vernedert ïjp. en 't rage 39aï Verhoogt f)p toeer: Verlichte.
_ g&ftti bolgeng saï
©fe #ele on 45aö$ tueg ge5rt/
^itttög verder gaan, 000} ai 't Mtt l |
|||||||||||||||||
Reeks*
|
|||||||||||||||||
over lijne Schapen. i6y
Rechtwandelende.
ïo. <®\\§ tot ï)et btoalen gantg genegen /
Koept Öp Dan na/ keert in mijn wegen; Itomt öiec / dit is het padt, bat leibt / (JEot toatC deugd', en heerlijkheid, Verlichte. ©oïgt na tsen cegeï ban |>et tooojt/
Dat is de weg; gaat baat in baojt. Rechtwandelende.
". ÜP Baat ong recht, en zeker leyderi, JlP 3al/ &p tofl nopt ban tm$ fcbepöert. §P jUwtt/ en öeïpt onö in De noobt. Verlichte.
gja voert tn brengt ou£ booj be OOOüt/ Üft aï 't gebaat / in saiigheyt, <©aat tufï en b?ew0be ig becetbt. Leerende. '
i%. Wat maakt den Heere dus genegen, fgtjn oog te fïaan op onse wege» ? J©le jijn top t toat ig on# gepacfjt; . ©at öp op ong toiï nemen acht? Verlichte.
(Een ig / 6 mcnftrj / uto toaarbe niet/
aBaatom bat bp 3ön aaofchijn biebt, if, <©e fèeete toiï jrjn Naam betWaten/
Eijn epgenfc&appen openbacén. Rechtwandeknde.
'tS$ 5tjn genai, en goedigheit, lEijn wijsheit, macht, bie u geïeibt. Verlichte, a ow fcjw naams wil voert u b'JJett/ n't rechte fpoor: tot 3Üne Eer. Rechtwandelende. 14. o SCHAPEN, ban30bette toepbenj
3Bie <0obt 30 bjicnbenjh gaat leydcn. ©etbeft u jicl / en 3ingt Ijem ïof} *
|
||||
^68 Gods herderlijke zorge,
Etj'n goebigöcit Dcfc0ifit u fïof. Verlichte.
©oegt [ject/ en monbt/ 6 ©?ame! saam/
Roemt zo de hoogheit van zijn Naam.
Zanten. if. O HERDER, top 3ön gantg genegen/
K na te volgen, t'aïïcc toegen. Ach was doch onzen weg gericht,
<Bm jjeplfg boo? uto aangcjicljt
(Ce toanö'ïen na uto supü're toet/
©oo? onjen pabt ten licjöt gejet, d : -
16. J©p 3uUcn ong verftandt verzaken, •
4£n uwen wil, den onzen maken: 2©p getien ong geheel, ó ï&eeil /Cot UÜOtn dienft : u feomt De eer. Voert ons in 't padt der heiligheit. IBaaftt ong tot d'eer üws Naams Dereföt. |
|||||||||||||||
VI. DEEJL.
Vers 4.
Al ging ik oök in een dhl der fchaduwe
des doodts , ik en zoude geen quaat vreezen. |
|||||||||||||||
CL V
|
Vjytoenmueaigej
Vreezende SZiel, |
||||||||||||||
(Jferzekerde
Op de wijs van den 7. Pfalm.
|
|||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||
pfsgsgp=sg=f^^É|si=lgs=Sraels Herder', jfitt tt fó$5(tt/
|
■3
Uto
|
||||||||||||||
over zijne Schapen. •; ±69
^|3 voedt, verquikt, £11 leidt UVU ||>c|)aat/
~<©Ö5"öp bwaartzeln"YÖctiaacr_ |
|||||||||||||||||||
=^Cs=
|
|||||||||||||||||||
ti
|
<è»ltjt een Burg, "een Schik, en Wapenv
€arHöedFiTlïan^üTTtcbTs^c1TATEN': |
||||||||||||||||||
SS==^tt--S=xE5=:=|^=
|
|||||||||||||||||||
ïttU liaflUÜJC zorg, en trouwe macht,
|
|||||||||||||||||||
—.5=3=:=:=
|
|||||||||||||||||||
fèouDt oucr; ijnat geouutin; wacht.
Kloekmoedige.
%,' Al ging ik in de du-yjPre dalen, «Pie 3ün / nocïj licfit / noit fiomt befftaUn.
<©OÏt in Öe fchaduw van de doodt!
W. toag 't gevaar nocf) tt\\$ 50 gjOOtj 3J)t gaapten na mu Leeuw, en Wolven: W Djeef ift in ö'onfïupme goïvjen: 'M quamen flcootnen ban bccöjiet i Daar koomt wat wil, ik vreeze niet.
Vreezende. 3. ^eïaag! aïg fit aan 't Kruis gebenfec/
ïE&ie vrceze, han mijn herte krenken:
Wat raadt als 't eens mijn bcurte viel? Kloektnoedige.
=&QCt)tan3 ig 't Oienflis öat De 3ieï/
|
|||||||||||||||||||
(Ce
|
|||||||||||||||||||
xjo Gods herderlijke ïorge,
Me vooren ïkt De quaDe tijden,
gfcö wapene tot fïrijbt/ m ïtjDW. 35ft d?CÊftt Öe trotze zorgelooshcit; «In maaftt oen menfclj tot &?u$ öewiöt. Vreezgufa.
4. tÊijjTl«^altiif^éeiï^eëïd^rd^ën7
|
|||||||||||
<©aar homcn "bifttotljS duyftïe blagen
|
|||||||||||
ï£an tcgcnSjett/ en ongelun/
Wan fcocfOeit/ angfïéinTppt/ er*ïpfc7 Kloekmoedige.
^oDt5cëfttoêr50nitijl>tsS vrêügd^ffËaiënl"
|
|||||||||||
<Ên boert Dan uwc in <%/?>* zwe».
VreeZemle.
|
|||||||||||
Wat zijn de reen dier handeling
|
|||||||||||
Van Godt in die verandering?
Kloehnoedige.
T. 3W£ <0obt na vreugde, fiomt bedroeven,
Bi\ &p De öe«0b' jffn^ fiinöt^ beproeven: 3Uqo?
|
|||||||||||
over Tijne Schapefc. 171
59oo? lijden fyengt öp aan ben Dag/
Wat in be siel üetftojgcn lag. Verzekerde.
5|n zwakheit töfl ïjp krachten toonen. <Üen ftrijdt met meetbet glory ftgooncn. <@it i$ öe handel ijan ben %}ta l (Cot oti3cn nut/ en 3ïjne <Êec. Kloekmoedige.
6. %\$ u be 3@eec In 't ït?ui^ Romt boeren/
Xaat u bat niet te bed beroeren. Vreezeude.
9ücB! ftoe ontfteit? en sonbet moebt;
SBen ift in nleune tegenfuoet!
Hoc word5 ik fterk? hoe krijg ik krachten?
<Bm neet te leggen be gebacBten/
©an ongedult, en wrevdheit,
W$ mijne 3iel 500 neder leidt.
Kloekmoedige.
7. 3©aacotn/ 6 jiel dus neer gebogen?
<©0bt Die U flaat, Beeft mededogen; Eeunt maat 00 Jezus, en 5ijn kracht. 2Hn xwakheit, toojbt 3Jjn toet» volbracht. Verzekerde.
3&enftt aan 5jjn goebettietentBeben/
"2Uaa u getoont ben tijöt voorleden. ïfp Beeft ,u 50 Deel goebtg gedaan. Kloekmoedige.
Z#n trouwe $aï noit ban u gaan.
Vreezende.
8. m^aoï 's doodts gedachten DOttl ttlU bjeejeil;
«P benft / Boe 3al 't dan met mg toejen i %\$ in be nato' en al bertaat i
Ver-
|
||||
ryi Gods herderlijke zorge.
Verzekerde. ■:■
<j5oöt boert u ban tot betet fïaat!
Cen üafle ijoop / ban 't eeufcoig ïeüm! • «Port Dit gcttnllig oüergeüm. Vriezende,.
3Dcö! toa£ öocF) aï£ öe boobt tnu fcöciöt/
Mijn hert getrooft, mijn ziel bereidt. ,.'f ,.-,<.
Kloekmoédige. ' \'
9. IBüt gn ban Dc?c vreeze èiflfii 4
EOO ÖOOÖt Üp ftjöt# Dfe# werejts'idften,
ii^il^l^iëipiiiipiii^ip
jBaanHjcrt/ en jtnrien los ban D'ocnft'.
"^arHernei7ils7TFöuWba?TfBlötpr: ^4»aiF7^ttnbT3aanümlnooöe ZorTdêïiü '~ |
|||||
Verzekerde.
|
|||||
over zijne Schapen. 2.73
Kloehnoedige.
ïo. 55e dood bie jaï geen SCHAPEN fcheyden,
$att Chrifti liefd', maat tlfe geleyden, 5©oo? nooöt en doodt, tec\®erael cufï. <©aac volle vreugd' ïjaat jiel üecïujl! Zamen.
3©at! jOUÖen tog 'sdoodts fèhaduw vreezen? 3Bp gaan baar boo? tot beter toreen, ïïit 't jammcrdal in 't gloryrijk, 15y Godt! in vreugde eeuwiglij k. VII. DEEL. ^
Wantgy zijt met my : uwenftoky ende
wwenjlafs die vertroofien my-.,- |
|||||||||||||||||||
f Zwakke \
Zamenfprake, tuflchcn een{ f^y?/ >Zicl. ^Freezende)
|
|||||||||||||||||||
Op de wijze van den 77. Pfalm.
|
|||||||||||||||||||
A'
|
|||||||||||||||||||
~~fïttTmlcrachten, "oU?rljÏ0CDtgT~
|
|||||||||||||||||||
ZO 3t|tl ÖtC (oprecht ban geeft')
^S^mtoTÏÖenTönïêVrêêftr |
|||||||||||||||||||
9«
|
|||||||||||||||||||
X74 Gods herderlijke zorge,
|
|||||||
Houdt baar ziel -noch goede tnoedr.
|
|||||||
Zwakke.
i. Wat fterkt be #ele ban Binnen i
Wat Doet tjaac De b?eeg bectofntien I ï©at geeft jullten moedt in noodt? ÜfelfjS in vreeze -van de doodt ?
Sterke. rt %$ alleen/ om Dat De ft«w,
Met haar i$/ toat 5al fiaac Deeten I j|u troofi met 3ijn &oi en Staf. 39at tieemt al De vreeze af. 3. Oneindig Godt, goog gep?e5«n/
Stan ban niemant verre toesen. 2öp allen/ en ober al; 25oben / en in 't aecDfé Dal/ Is de Heer: Getroofte.
IBaac öp toil toooneny
^ijn gena en heil, betonnen/ ^n 31)11 liefds-gemeenzaamheit,
3Ban d'oprechte tocgeselöt.
Zwakke.
4>, Maar wat troofi is hier te Icifn ? |
|||||||
i
|
|||||||
over zijne Schapen. 2.75"
Getroojie.
%\$ be Heer met ons gal b)C5cn/ MaaU ong geen gebaat b£tbaa!ï. Üoc3eet ooft De wereit raafl! öodt geeft trooft, en lielen-krachteii, i£egen aïïe bpanbtg machten*
Sterke.
'ftSufl op hem/ in julften fïanbt*
'k Voel hy ondcrfteurit mijn ijanDt.
Getroojie. 5. Al laagt gy in water-üroomen:
5Ja moe(ï in De vlammen komen: Vreeft niet, hp VDÜ U bpflacn. <©cen ban Die 3a! u ocfchaan.
Sterke,
<©oït boa? öupjenDen bpanDen/
akeemt ÖP « in 3ijne ftanDen. Getrwflc. (
'kBea (5eibt fop) uw heil eb kracht *.
§>ch?itt Dan niet/ tuft in mijn macfit. Vreezende.
6. lEaat hoe * %ï\ fla gantfcö betïegmt
<©p De duyft're nare wegen,
311ch De ï|ecce licht my niet!
Hulp, noch trooft, ïjp aan mp biebt:
Zal de Herder my begeven ?
My alleene laten zweven ?
%q Dtoaaï ift ban hut, en koy,
'fc töaaft Den Wolven tot een pjop.
Sterke.
7. 5|p heeft nott / noch, gaï verlaten,
«Die in-3vjne fchabubj 3atcn: ^l verbergt fop "'t lieflijk licht,
©an 5tjn gocDig aangezicht: i^olt 5aï fop ban ©joome wijken, fgnnc 50?g / -jal nfct uesbJijnen, |
||||
xj6 Gods herderlijke zorge,
HPfcfiuBt: Getroofte. Na cea oogenblik,
Komt hy weer; Dan ÖüeDt De fchjift. |
||||||||||||||||||||||
8. ~%H OQft til ijft droevig woefen;
|
||||||||||||||||||||||
sBUCt Ijp tlt De 5iel gevoelen,
|
||||||||||||||||||||||
lllliliflfii
|
||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||
Zijne tegenwoordigheit 3
|
||||||||||||||||||||||
<©or Den geeft Die binnen Jriör/
|
||||||||||||||||||||||
jt^cc homt Die öet Ijettc roeten*"
|
||||||||||||||||||||||
<ên De 5KI tot Jezus boeren I
|
||||||||||||||||||||||
ètl klacht,"
|
||||||||||||||||||||||
Ig^ao? 't gebcdt, gezucht.
|
||||||||||||||||||||||
Ï=s3=^g5ls=!|=i
|
||||||||||||||||||||||
Kleertzé aan: en houdt de wacht.
Sterke; 9. 3£en Stok, en Staffn 5ijn ööHöen/
<j&ceft on£ trooft en flaat bpanDen/ ©ü Dat geen Wolf, Leeuw, of Beer, S C H A P E N fefcute of toectect: Wrevel-bokken, homt {ju fcfjepDen/ <©m jijn rmööe tol te ioepDen. $n voert en drijft, met berffanbt/ feDcc Schaapjen na 30" üatiDt. |
||||||||||||||||||||||
Zwakke,
|
||||||||||||||||||||||
over zijne Schapen. 277
Zwakke.
10. W$ fin nip ban hardt ïtotnt jagen,
3©et5ijn Roe, en Stok,- ('ftboel jïagcn/) Zo dat 't in mijn xiele fmert, ?tch ftoe beeft/ en ttilt mp 't ïjert!
'ft &ta betbaaft / in mijne paöcn. <ï5anti bebtoclmt / met ang|ï bclaöen. 'ft^eb geen mocöt/ 'ft en ban niet boojt/ Als mijn Herder is verftoort. Sterke.
11. Ziele, dit ïijn liefde Hagen :
45» 5oub' in uto weg bcttragen; <©aarom flaat ftp met 3tjn Roe, <©f bjeigt met 3ijn Staf tm$ toe. Getroofie.
üEomtpbtg raaftt fiu maat be vachten,
©an 5D« Schaap, tvkjifft Jjet jacöte. Sterke.
€n 50 fip bat ticaffec boet/
't Is om dat het wezen moqdt. Getroofie.
ix. Eaat bitnoit uto trooft berminb'cen/
<©oi>t ïjanbeït 50 met jijn ftinb'cen/ ©ie hp boo? ben kruys-weg ielot iCot De tojeugö' en saligljelt. ^iltoo^ 5tjn des Heeren oogen Op uw; tjp toil niet geboogen/ <Dat gp ban 5tjn kudde btoaalt; fijnen Stok, uw wederhaalt. Sterke.
13. Godt is met ons, in genaben/ 3©ie i of toat ftan an£ ban fetjaben * £& 3 Zwakke»
|
||||
17 8 Gods herderlijke zorge,
■
ZwaJtke... : , .
Üoe R?rJa ih öatl Godt met my ?
<$>at Kt in zijn gunfte zy ? Getroofte.. ,
jïföaaïi boo? Jezus met l)em vrede: Wijkt üan ongcraljtfsöeötti/ <&ie 0\i$ fcheyden van den Heer, «^toaaïDe öJ?« ft«trt tot fjem toecc. |
|||||
JJSet gelove, tn gebeden,
|
|||||
over zijne Schapen. z7<?
Zamen.
15. lEaïig Stfnje/ öte be ï$mt/
%teb verkieft, om te toecheeren In zijn tegenwoordigheit: O'.
<©fe ïjp tot 5ön bolft bectfbt. - <@nse jonben maanten fchcyding, ^lejug / ÖOO? öc vree-bereyding S5aant ben toeg tot Godt te gaan, IfJu jjp üoa? ong Beeft voldaan. 16, O Herder! bïtjft bp ong wooneri,.
üomt uto gtm|ïc beroer bonen/ jbtaat on# bp in alle noobt/ Trooft ons in de bange doodt:
3fifê gp epnbeïp 5ult fc&epben Schaapi en Bok: homt ong ban ïepben/ (§>taanbe aan uw Reehter handt,). In'het talig Vaderlandt. ' |
||||||
»
|
||||||
g> 4. VIII. DEEL.
|
||||||
x8o Gods vriendelijk onthaal,
VIII. I^EEL. Godts vriendelijk onthaal, van zijne
Huisgènooteri. "-"■'■-. '■ Vers 5. ' ".V-.V
Gy richt de tafel toe voor mijtï aangefich-
te, tegen over mijne tegenpartjjders; gy maekt mijn hooft vet met olie, mijn beker is overvloeijefide. inu'fïvJT; iiiff ~'t")y'ii-""!'i,i,''~' 1.'
V ;*' «'s'.'"- ï-uï. rDankbare <•;•_ 's .;. ■, Zamenfpraakc, tuflèhén een<^&g!^
v vGezalfde )
|
|||||||||||||||
Op de wijze van den 40 Pfalm.
Hecre! mnnhFon? ()crt/"ciuong/bercit/
|
|||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||
——&==■&==$
|
|||||||||||||||
g^te anöer£ 3ijn sanrg onbequaam/
|
|||||||||||||||
Cen p$5e ban uw Jjcplgc $aam/
|
|||||||||||||||
Cc roemen utue goeöertterentfjett.
Zendt doch uw geeft van boven;
|
|||||||||||||||
II
|
|||||||||||||||
2. Gelijk een Herder die zijn fchaperi weidt,
Verquikt, geleidt, en rijklijk voedt, %o i$ te fèeet / tot rap gemoeid
|
|||||
. . ~ Verheugde.
ga nocï) toert Boogec xeiltt 5(jn goebigfjeit:
ï|y ijecft rap met öe njomen/ In ïijn huis opgenomen,
Wel onthaalde.
^aat ïjp ttip ïueï onthaalt, Mtt flccljtg alg een bie Dient i Ifèaat alg een innig vriendt, #p luien 5«n guntfe ftcaaït. 5, Ecu 1 afel, dekt hy voor mijn aangezicht,
Hu jet mu ncec/ aan 5ijnen Dis, <©aat ttoïljeit aïlee bingen i$. Eo oüccüloebig öooj rap tocgecicljt, Cfa Konings lekkernyen, 5Jn Ipijt van tueerpartyen, <j^b't öeetUjftllc beceiöt.
|
|||||
z8x Gods vriendelijk onthaal,
|
||||||||||||||||||||
Verheugde,
3^ati geeft bc «oete fmaak,
^an mp een Wp bctmaaft/ ,„ - 3}n 'giieecen ö?ienD'Igftöeit. #^7 onthaalde.
|
||||||||||||||||||||
4. Hyfchenkt in mijnen beker overvloedt,
ïtanTËëdïc vöchTT öaiFFömBëcöëiufftl
^ïrKtJ3cnT^iöcF in panftb'ciTBjcugtl Dankbare.
|
||||||||||||||||||||
O
|
Heere ! hoe zijt gy aan ons zo goedt?
|
|||||||||||||||||||
<®P toontet aMcut^afttm.
Gezalfde.
|
||||||||||||||||||||
.^fe welmykende zalven,
|
||||||||||||||||||||
Maakt gy mijn hooft ookjvet;
|
||||||||||||||||||||
$u öcn tft aï£ f en irajï/
|
||||||||||||||||||||
(#g toten 0p ^ecw jpnfï/)
|
||||||||||||||||||||
9Carp
|
||||||||||||||||||||
van zijne Hmsgenooten. iS 3
|
|||||
Mm uiucn <©# gejer.
Wel.onthaalde.
f. <0obt ftceft op 5ijnctl Berg der heylighett, Een vette Maeltijdt aangericht, ■ < - $u 3et on# boo? 3tjn oongejteöfM
3Can '£ï$oningg Tafel, rp^fttoèoereit.- Verheugde.
«pa in sijti binnen jakti /
itomt ÖP wijn sicï ontzien. > .". •.'.:.,.; Welontfxaalde. ..... - *
Mijn Jezus 's levens-broodt;
.!©P geeft en ft?acï}ten geeft/ Waac öoo? men jaïig leeft» ^oli eentoig na oen üooot. 6. Hier is 't Lam Godts, alïangboo? on£ gejïacfjt
(Ccnoffct/ Jezus, vlees, en bloedt, ©at $icl en ïeben / ecutolgri boeöt/
3©o?öt 't Ijongcrig ïjett geceiftt / en toegeojacötj
©it ftan Den <©eéfl becjaoen
©ie fjongett na gtnaoen. . ,,-.»
Verheugde.
©en Beker die» hy fihenkt,
Is vol van Vreugde-<wijn, ©ie öeelt mijn fmett en pijn/
°$X§ m »nn oaat uit Djmfet. - Gezalfde.
7. ©e Vreugden-O/y, van den Hcil'gcn Geeft;
(Defioït op ieöec ©$-genoot. 3©iensS geut en ftjacïjt të toonbee gjoot:
<©eeft öa«n ceufe/ op 't DepUg Bruyloös-Feeft, Ver'
|
|||||
z 84' Gods vriendelijk onthaal,
|
||||||||||||||||||||||||
Verheugde.
SP bult Öe 5fel met vreugden,
<©ena&en / gaben / DeugDen.
^P geeft öen moeöen kracht.
Ep tcoofï / in b?oeffenf^; . . ; :
<Ön maaBt öc flfaautae fris,
Sa öooöt öec jpnDcn mac&t.
Gezalfde.
8. 33^e zalving die van Chrifitts neder vliet. |
||||||||||||||||||||||||
ï=:^XS=
|
||||||||||||||||||||||||
#p ong genoemt na 3tjnen j^aatn.
|
||||||||||||||||||||||||
j. — g
T----------—----------;—^^—
|
||||||||||||||||||||||||
=5=
|
||||||||||||||||||||||||
jBaa&t onjS getoilltg / m beqmmt
|
||||||||||||||||||||||||
<tiot #ie Dtenften/ ötc ftironjS getoëtT
|
||||||||||||||||||||||||
23*35=
|
||||||||||||||||||||||||
'ft 25en een Propheet öeg peeren *
|
||||||||||||||||||||||||
-£=&—-^ïSs=:£
|
||||||||||||||||||||||||
<&m $#ncn toeg'te laten.
|
||||||||||||||||||||||||
©an Koninglijk geflacht 1
|
||||||||||||||||||||||||
Dan 't Heylig Priefter-rotj
|
||||||||||||||||||||||||
53>te ütcne fcoo^ mijn «BtoDt,
|
||||||||||||||||||||||||
<zh&
|
||||||||||||||||||||||||
:......■..... ■ : ', i
van zijne Huisgenooten. 285-
€lït na 3tjn ctït tracht. Dankbare. ,,'-."■, ,
9. <®oötg volle Bron uan gocüettiecentgeit/
©loeit obcc ong / in on3en fiaat/ «fficn g?ootc opgeuulöe maat/ g$ mp ooft in dit leven, toeoeteiöt. Perh'eugde.
WÓ& fchepfelg / en toeïtïaöcn/
©etouiftften / en toccsaöen JUp: Dankbare.
ga! noch bas/ aan Dagt/
<©oct hp Dat mijnen Dis, Vol van zijn gaven is. $iet minöec afê hp ïrtag. Jf7?/ onthaalde.
v>f 3£p opent boo? mp srjne miïbe ftanöt/
En doet my van den Hemel goedt; ©eeï meet alg hp aan anö'ten öoet. Voor 't oog' tot fpijc van mijnen doodt-vyandt.
Dankbare.
33aït ooft mijn beeï toat minöec >
't €n öoet aan mp geen hinöcc/ gjft 3et öaarom geen fmect. ©et tijcpnigje met ruft, Verzaadt begeecengS iufl; 't Vernoegt mp ooft mijn ÏJCCt. Wel onthaalde. .
11. 'ft ©etblp mp in a&oötg fehepfeïg/ alg ift Denft/
't Is al door Jezus my bereydt,
<©ehepïigt/ en mp toegelepöt;
3©at ift ontfange/ fê 50» typ gefcfienfc,
' Dank-
|
||||
z86 Gods vriendelijk onthaal,
Dankbare.
't Zaadt öort <0oDt / voor my jae/eit; 5^c bjucïjtni / gjocjcn / macjen. Mijn broodt, wijn, vlees en vis. 9!a i»at iïtöjuift/ of eet, ,, Mijn woónïng, en myjt kleedt, %l ban mijn Vader i$. Zamen.
ii. Dank zy u onzen vriendelijke Godt, IBieng gvmft m goetheft ong befïtaalt/ 3©fcng jcejcntJlocD fïeeös» neoecDaatt/ <Pie ooft u scïfê/ gepft tot ons deel, en lot: ïUoe nonnen top becgoeücnl Wie De obcrbïoeöen/ San u tm$ toebereidt/ '..■.'; 't g$ reeïje: bfen gp ontöaaït/ <©at fip u ©anït betaalt, «Bn coem uto goeöfgljefc. |
||||||||||
IX. DEEL.
Vers 6.
Immers zullen my^t goede ende de welda- digheyt volgen alle de dagen myns levens. . vyertrouvjende~\
Zamen-fprake tuiTchen ctnjp^lL >Zkl CVerzekerde j
|
||||||||||
Op de wijze van den 33. Pfalm.
Volhrit -ailer eoedieheden!
5 - Gocdt
|
||||||||||
O
|
||||||||||
van zijne Huisgenooten. 287
|
||||||
Vertrouwende.
|
||||||
i, 9la De wcidadigheit Deg ï^ectm/
«2n 't goede, Dat öP aan mp Doet/ <©ic 3al ift nimmer tacec ontbeeten/ $P tuag/ Bp të/ en blijft/ nip goeöt! i^iec ig geen verand'ring. €>oft in öjeemDe öanD'iins!
Vel*
|
||||||
x88 Gods Vriendelijk onthaal,
Verzekerde,
Eeuwig blijft zijn trouw! Metè M fean 011$ fcheyden, Üïocö 3ijn ücfd' üecleuoen/ J^p jjceft geen berouw. Roemende.
|
|||||||||||||||||||||||||||
::§B±~:$S=5i^
|
|||||||||||||||||||||||||||
=*=
|
|||||||||||||||||||||||||||
3, Godts goetheits ftroomen, uit ÖC ÏJOO0K
|
|||||||||||||||||||||||||||
=r*^5=
|
|||||||||||||||||||||||||||
3£ic bloejen fteeï$ / en gebcn uit.
|
|||||||||||||||||||||||||||
; ,,i too^öcn nott üoo; yttt' / of Droogte/
|
|||||||||||||||||||||||||||
©002 ^>am/ of ^gu/ uoo^ on# gefluit.
Vertrouwende.
|
|||||||||||||||||||||||||||
(0oeb'ren uit <fl5oöt$ öanöen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
~~$
|
|||||||||||||||||||||||||||
;g
|
|||||||||||||||||||||||||||
^tjn U002 bJOOrtlf panden,
In toekomentheit, |
|||||||||||||||||||||||||||
3J>an tot allo: uuren;
|
|||||||||||||||||||||||||||
e=~Sï
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gódts goetheit 2a] duuren
|
|||||||||||||||||||||||||||
££=
|
|||||||||||||||||||||||||||
'éotin cicuungïjeit.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Wm-
|
|||||||||||||||||||||||||||
van zijne Huisgenooten. ^ty
Wankelende,
+. jkeernt ooft De i^eec niet sijn geitabè/
©n gaben/ ban be menichen af? gfp mifTen goed'ren, en weldaden! ontneemt öP weer? öat l)p c«ft g*f? Verzekerd*.
9a bifttoiïg ban 6003c!
«©nbanhbaar,' gobtIoo5c!
<©fe 45obt£ miiöigljcic/
<Ên 5ijn goeden gaven -
<©aan verdoen, (aïg jïaben/
©an be pbeUjelt.J
Vertrouwende.
$, Godt is een Godt, zo overgoedig! I3Dat öp aan aïïen quaad' en goed',
©an 5Jjne goeö'ten obecbloeöig/ Jèaac een gedeelte obct boet. Verzekerde.
liïèaar Sijn uitverkooren! 3300? ben geeft fierbooren/ Geeft hy beter Lot! 't %$ een goebt intoenbigi «SeubMg/ enbeftenöig. .i 2©eg geïeibt bp <Dobt.
Wankelende.
6. Hoe bifitoiïé tè'ec reen te Magen j
<©m ftet verlies van eer, en goedt. • - ^n pïaatg ban boo?fyoebtg bolle Dagen i
ftoitit obec vromen tegenfooebt. ^cDönt <0oDt niet bctbolgen \ |
||||||
2,90 Gods vriendelijk onthaal,
W$ Bp niet laat volgen,
Zijn weldadigheit f 't Goedt, bat öp te booten <0af / too?Dt ueel üecloocett/ <£naan öaac ontseiöt. Verzekerde.
|
||||||||||||||||||||||||
7-
|
<©ut*ecötc bic ïim ^ttt gaat tojejem
|
|||||||||||||||||||||||
Ifraè'Is Godt is aan uw goedt!
Vertrouwende. ' |
||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||
Zo is hy, en zal, altijdt wezen.
|
||||||||||||||||||||||||
4Mi tn 0CD?èft/ en tegenftjoebt.
|
||||||||||||||||||||||||
ï$ömt ÖP 't aartf$ê mmb'ren/
|
||||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||||
3fian üto saïigöettT
Roemende.
|
||||||||||||||||||||||||
"fep geeft üoö? bie fcfjabe/
|
||||||||||||||||||||||||
t
|
||||||||||||||||||||||||
20eteïe
|
||||||||||||||||||||||||
van zijne Huisgenooten. 291
"^cteregcnitöènT! ~" ~Wöq§ ulo Vucg' getciDt. Verzekerde. - '-,■■■■■
8. Straft <ü>obt ong ban met monfchen toedcn ?
2Se3oefct öp on5e miffébaabt/ ©te flagen 5al öp toeet becgocbrn/
®en bejïen ban bec jieïcn fïaat. " Roemende >
Zijne goedigheden!
<©ng Qetoont boo^ebeiu Staan 30 baft gegjonbt : < ?Pat3e nopt bestoijhen. Verzekerde,
Godt 7.al nimmer wijken,,
©au 3gn tjeli becbonbt! Wankckntle.
9. 'tfêect fë mp boï ban biocffcniftfe j
Als ik gedenk aan d'oude tijdt!
3©at tufl/ en ttaoft/ Ut nu moet miflcnl
S|oe 5oct / en licffelyït / bctbïpt L
fja met <Öob verkeerde,
Üem in vreugd' beccerbe!
jfeaat nu i$ mijn fïaat f
^lnecnanbcc toejen; v * *■■ : ■ t
't %$ niet m\$ boo? be5en/ ;i , 3 r\ -
J5u öp mp bcrlaat* ' » :"?> ?;-»
|
|||
I
|
||||||||
7.<)z Gods vriendelijk onthaal,
|
||||||||
3©o?öcn noit uTërlóotén/
%n Dcc ëeulöigfjett." |
||||||||
IB^Bi^ÉiiIliI§^E^=
45antg ttt neDcc Ictöt. ii. m$'$%ettm Qunfic fcljijnt eetoeficn.
Beproeft fjp onset Jielen fïaat: Hy heelt de wonden; door gebreken!
Rte-
s ' .
|
||||||||
van zijne Huisgenooten. 2.93
Roemende.
5?a nadert, als hy ons verlaat!
giet be£ jfeetzm tocgen/ ^»cï)ijnen ong tocl tegen! jlBaac 3tjn toifóe ijanöt/ 3©onbecltjB in 't toecncn/ ï©iï in ïwakhcit fterken! 25oben ong betftant.
Vertrouwende.
ia. ÜJft 3aï ben ücece ban bemoutoen/
Én ruften in zijn goedt beleidt;
%l$ noobt/ of boot/ mijn 5iel benoutoen/,
iÉIieb' ift tot 3ijn' batmljectigljeit, Verzekerde.
Zfrie ja! mp betfcöoonen/
S5p mp blijven toaonen! Gods weldadigheid ''/-.
Volgt rriy al mijn leven,
«Eeutoig 5al ÖP geben/
i^c bolhomchtüeit, Zameie. <"
13. OHe?re! jijt boefj niet betboïgen iV
<©p ong; bie u goebt boen met quaan = ©ecgcïben; nomt ong achtervolgen; * Met u genaa, of top besgaan; ' In uw lieven Zoone!
Wilt ontfermifig toonen,
Om uw goedighcit! . • *v
Wit top 3uIIen lobent hï -
$ier/ en namaak/ boben/
«ga in eeutoigöeit, : «J.ti■• r *^ «ï x -.
^ £} X. DEEL.
|
||||
&<P4 Gods vriendelijk onthaal,
* X. DEEL.
Ende ik zal in het Huis des&eeren 'blij-
ven in lengte van dagen.: •]..;• i('Roemend? :; P|l ,;l i
yStantvaftige ;*•<" ;
Zair.cn-fprakc, tuficlicn ccn<^.ovende ƒ Ziel.
•;. - .\ Hopende l
"-.fnttfjio; , ,. r, ..\Verheeriijkenè«k) \^
|
||||||||||||||||
...pp.de wijzéva'n deji 14Ö. Pialio'./ ;
Getroiiw weldadig Vader! |
||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
S3E
|
||||||||||||||||
ïiömt on£ Daag'lrjfog%", ^ïftaa^;;
|
||||||||||||||||
Noch!gaht.g,yFiQ;|'wïVioên ,vQQrc.-Va ■' "
Roemende. ■ •.-itr<rJïjt:o 3;:"/r i. <©acn iït aï£ een vreemd'üng dwaalde^ rv
Uit mijns Vaders huis, CH H&tfj:-:}, railfjg ïjtó i:C3 «En ooh na geen Vad<jir,rMWöe:.-..~...;:r,w in \ric-J. Jltaac ïfeti ïjeen na mijn toecbesfi i&Ktfim tü &|? |
||||||||||||||||
van zijne Huisgenooten. %}f
g[n mijn toeDecfoanniflöeit/ ^ ? • ? s
^oo? Den boojen afgclciDt.
Lovende.
3. 35oc zag my mijn Vader Dtoaïen.
^h ÖJa£ een verlooren Zoon, ©ocg öP quam my iueDec öalen/
gjn zijn huis, Daacift nu woon, 3£aac i& sgn genaa bcüinD'. Wg een weer gevonden kindt! Stantvaftige. 4. ÜSijUC goedere» en weldaden \
Blijven my voor eeuwig by : Noit verlies i& <J&oDtg genaöe, Eljnc gunfï Die woont by my; 's Vaders trouw, Daat in aan ïjans/
Duurt mijn gantje leven lang. Roemende.
■■-f, ^tïjuis van levendige fteencn, teeft De 3%etz öoo? jicö geboumt j
tjnen geeft gaat Die vereenen: Liefd', en vree, Die$amenJ&ouDt. ■gn Dit huis, Daar öoont De J^eer! j^r, ~„ 't%$ De Tempel üan.5tju <£et. , ,. - c». '\Lsvende..<t. ■' '■? Hit' ■'■'■'-?'
6. #0Cft ^et ÖOlft dat <J5oDt wil nad'rcu* »
ïüomtfiy Doo? 5ijn Geeft, en taoojt/ Eameittot 3ijn DicnfiVsrgad'ren, 1,: ■, fin 5ijn Tent, Dien heil'gen oort, <©aat &em met aanöacötigöeit/
3©o?Dt ïof/ m/ mviM gejeiDt ; r-h .
Roemende. ' ■:. '•(.']
7. gn Dit öuig öectoont Delfeece J -
Ifian De 5iel gemeenzaamheit. Het genatoH öy toeeïteecen/ ;> .!
«£y 't volk tot zija dienft bereidt:
C 4 ®ot
|
|||
%$6 Gods vriendelijk onthaal,
|
||||||
30at jfjn name ïicft / en b?eefl/
ïDoont oor Jezus, met jrjn Geeft. |
||||||
Roemende. v »13 . '
9. <©aac 5|jh 's Heeren Lievelingen! r' I:| f: •
't Konink-Pricfterlijk geflacht: " -'•' 3ö 41 <©fc Oen ï|eecc / afê omringen/
BOltöenÖ' in zijn dienft De foacöt? > ."
Gczelfchap! Hef/ en ttjaaco'/
W mijn lufl on üese aacö\ •:■' '■ Lovende.
io, d'Huisgenooten öoet <ü5öDt fleben/ ©oeDjd öat becsaöen ftan; 3ta©eïh oe stele üocot ten ïetocn; ©et Verborgen Hemels-Man! ;- * Jgijnen Geeft, en *s lcvens-woort,
®eeït &p aan m$ cpUjft iwoit, ' r «f£ |
||||||
van zijne Huisgenooten. 3,97
Roemende.
11, ï^epï'geklecd'ren Die On$ dekken,
Jezus, zelïs gerechtigheit, gal ong tot verciêring flteftften/ 39ooj <éabt$ Croon ban Heyligheit; Jezus, epgen ftepl'ge.Beeldt, 3$ De 5iele mee geDeelt. Lovende.
rk. 5Jn dit huis, zijn overvloeden, 25etet Dan het befte goubt. Zielen fchatten, Hemels goeden! <©ie 3tjn tjiec 50 mentgbouDt. <&at oe 5iel/ en hacen ïufl/ 3Uaac in 5lcft genoegt, en ruft. Roemende.
13. Daar wort ook mijn ziel, genezca,
W. i$ Die 5cec ftjanfttcc Doobt; ï|iec 6?tjgt 50 een ander wezen,
<!5een gebjeft ooft noch 50 gjoot* jfèeem ift maar De Medicijn, 'ft gal koel ftaafl gene3«i 3Ön, *. ' • ''Hopende.
14. 't H$ mijn hoope,' en bcgcerenyJ -
neb Dit ig mijn 5ielg toetïarig! •;';'; ' - <©m Godsdienftig te verkeeren, In Godts huis, mijn leven lang,
üBunt mp Dit/ ó ïjeecé <©obt\ %mt Dit 5ijn mijns? UMcn$ lot. Stantva/lige.
15. «elft ban 'gfêeeten günfïgenaoten:
<0>ie hp in 5011 huis opneemt; Zal hy noit daer uit verftooten, .r •"*' W6Ü -
^jjUe liefd' üJojDt niet verneemt! |
||||
•2,98 Gods vriendelijk onthaal s
Want öp ïjceft öaat toegefeiöt/ IVoBningen in eeuwigheit. .,'/ ■. ; .' v V-J
|
|||||||||||||
itf. JB0CICI1 ÜJp Go<& j&jwj ontbsereri»
|
|||||||||||||
©00? bcrüaïgiuQfcn / of .Equijgê j
|
|||||||||||||
$Qcbtan£ bUjbcn top beg #«•&«,
Tempel, en $tjn eygen.ïïüis.
|
|||||||||||||
■-33!
|
|||||||||||||
©aar üjoont Je^us, in br^Kt:
|
|||||||||||||
<0f fcbo"ön ïuntertijft teKbtc!;
17. ^aïtg jtjnfe öfe-ttfiMebm!
2gn Öe£ Heer en Huis,: ep TeM,
jlBct ftaac karnen jgn gefchreven: f'rj V
(Süïoft in Jezus, jij'n gecpc. , ,- ; . >, ., ; ï|aac seluft i$ jonöcr jroaa&
«Êeutofg/ öcecïgft i^ jaar (laat! . . Htyettde*,
18. W$ top Uit GodtslMsl beneden v ,
©accn na ïjct glory-rijlqv • • 3©?pban quaabt/ in vreugd'; uit vrede, > ©aat top luooncn «tttoiglp, 's • |
|||||||||||||
3«
|
|||||||||||||
van zijne Huisgènooten. zpp
gjti &at huis öet Beecïijftbeit/ igeeft 00$ Jezus plaan? bereidt.
Roemende. :.ï
19. 't Nieuw Jerufalem, om hooge,
||eeft <0oöt jeïfê uoo? ong gcuóuujt. <©aac3c3icltoo?öt opgetogen: 3 «Paai* tóojöt 't: aanzicht Godts bèfchouwt!
<Paac ticen goet tintöjcfttn jaï, <©OÖt,! .fë.iüaat in allen al. , ;......-;,; Lovende. '
io. <©aat $ vree en joetc ru(te;
25oÜen;in ong Vaders huis, , k' t. J ' Vreugde gal Öe jteï verluiten j ^•OB&et droefheit, fmert, -en kruis: Zonde, doodt, necÖ *et»ig'OUaabt/ '' ' i&mt ongöaat/ 6 saaï'ge ttaati r Jjioefiende. ... :t'j<;i,'
ai. <E>aat ij? Jezusi en tre fchaaren; J^U volmaakt in ÖectJpÖeit! r <©te met d'Engeien öétoaaten. „ , . ,., tr ErjnDe 3amen toéSéifef&H I -'" ■ - i ■-;-' - v~ <©m te singenbooj.Godcs Troon, JBet een blijde Hemels Toon.. v;.,?.-^..'; '.:]• .>:..!i 2i, Heylig! heylig! heylig lijstte* . , :>..,.,rr
Roemende. ■' >J 4^'"*C •r >.■ '-'■'•--' Groot, i<? IUB gcrcchtygbeit.:.'. Lovende.. ,., ,trrjj. i/.;,.r3rii«
Wijdt, flrefttuto genadéh;4Éète*" *• 5 " " " Roemende.
Piep, gaat UÜJ barmhertigheit;,;; in J/.r'? «i/.'^fH Lovende. «:'iibi:,H '. r'!o'.':H Hoog, cijfl Ute goedigheit: Verheerlijkend^.
-UÊjrl'^H, fêufc Majcfteit. |
||||
300 Gods vriendelijk onthaal, &c.
Zatnen.
|
|||||||||||||||||
2$. €tt 3p uü) genabtg Vader f
^i£üële2u71aïuTg;e~zöon, ~ |
|||||||||||||||||
Heyi'ge Geeft, ÖÊK Qtfom~%ütt:
Hof 3» n tn 'g ï^emcil^^raönr
|
|||||||||||||||||
Drie, in een, ö eenig Godt!
|
|||||||||||||||||
if^f^f^i^sf=
|
|||||||||||||||||
S
|
3BÏÏ«r jaal'gen deel, en lot.
Lovende.
44. Haleluja! looft betl'$ttte; Roemende.. Haleluja! igemeï^-Öot. Férbeerlyketidt,
Haleluja! Jtogtïjettl €ttCi hovende.
Haleluja! ïooft tlU <l&ODt. r L „ Zanten. Haleluja boo? cn na;
Halelu! Haleluja. |
||||||||||||||||
Lcfc
|
|||||||||||||||||
iZ.l -''i
|
|||||||||||||||||
301
|
||||||||||||
Lof-zang aan 't Lam Gods.
|
||||||||||||
Joan. i: 19.
Ziet het ham Godts , dat de zonde der
werelt wegneemt. Openb. 5: 13.
"Den Lamme zy de dankzegginge , ende
de eer e, ende de heer lij kheyd, ende de kracht in alle eewwigheit. |
||||||||||||
TOON: Pfalmi38.
■ 1. |
||||||||||||
O'
|
||||||||||||
Heylig Lam! 500 iang bCïUMClJt.
|
||||||||||||
%nn 't ft?u$ geflapt /, t»oo: 0113c zonden.
b Lam i ^iat üooj öe migDaaüt boft f 3Ü>oo? 't toflaröc bloedt, uit utoc tijonöcn» Ö^huldig~LamTlf^™gr^^ftaf.
~^lfnèemröfi^"afrt»e mijptiünT
Zacht-
|
||||||||||||
^oi Lofzang aan 't Lam Godts.
|
|||||
Mtt 0113c fcöuïöt / toaact go Deïaticn.
■ *•
©oïmaaftte Jezus! troutoc 25o?g; 28an utoe gojg/ tuil ift mp genen, ^n <DoDrg gcticljt pleit boef 000? nip: <£n maaïit mp ö?p. J©fj(l mp ten le&n. Mijn 3fcï geblufte met janöenïajï. ©etfïrifet jo bafï. ïfoojt bie boel) Magen! Neemt weg be fcljuïöt/ befïraf/ be fmet. <ön btoinglanbt^ toet/ niet 0111 te bjagen Ü 3-
Ziet hier mijn $ieï! bit ürTer-Lam, 3&at op hem nam, al onje quaöen. Ziet gein öiec üoo? u oogen fïaan. $Jomt neemt hem aan, tjiec flcaalt genabe. èingt een €et-3Liebt / niet hoogen toon; ©ao? jgnen Troon. (Coont banKbaacgcbeit Ziet op dit Lam, toaac 't gene gaat. üoojt na 50« caabt/ m bolgt 3jjn teeben. •»"■•> 4'
Eooft gem/ 6 jaaPge fêemeïMcgaar!
gn 't openoaat. €n gp/ o bjoraen! ©at eere, macht, en heerlijkheit,
In eeuwigheit, het Lam toekomen! ' '.' ÜP 'g toaaröt bat elh Ijem ecce boet. 3Bant boo? 5911 bloed, tot pjijg gegebeit Üceft ï)p on| uit alle gedacht! (tot <0oöt gebjacgtJ in 't ïfemefê-ïeimt.
|
|||||
303
Verlegen Zondaars klacht e, en Bede. Pfalm 130: 3.
Zoo gy, HE ERE, de ongeregtigheden
gade jlaat: Heer e, wie zal beft aan. En Pfalm 143: 2.
Ende en gaat ni et in V gerichte met uwen
knecht: want n-iemant die leeft zal voor uw' aangezigte regtveerdig zijn. TOON; Pfalm 41.
______»•_______''••"
£b mgn 5icl! beroert / beröupftm/
|
||||
304 Verlegen Zondaars-klachte, enz.
|
|||||
Krachteloos, tn 3Cet verlegen ; "
£>taat mijn 3iel! neemt jp Ijaat fteee t'Htuaacög; \Mil5e haac octoegen/ „fèa om boog; Dan jijgtje neec. tfBocï)t ift leven, ïeneng-bjon! 45ecft u glans, ó jtclen 3on! Treckt my Doch / Dan jaï ift loopctt ! Sluit u volheit voor my open. « Hilaetb?ienbcliiftfïe©abet!e
<©p fjouDt tl 30 verr' en vreemt: ft oom ift tot uu) gocbtï)elt naber, i ^o mijn 3ieï De üjpflept neemt/ .ffötjne ftlachten in uto fchoot Uit te gieten; en mijnnoobt ©oa? gefmeeft en 3ucht te upten. *t>cl}ijnt gp deur, en hert, te fluyten. m$ u ftinb'ten tot u nomen.
3©ei'ben 5P 30 toeï ontmoet; Htoe gunfï en liefDc-fïroomen/ <&coojïen ftaec onttoect gemoebt/ .Ttëaat ift koom, en keerc toeec/ 'kVind' üw aanlicht niet, 6 Heer! 'ft^oehe kracht, entrooft; ja leven, 3£och gp fielt mp uit te geUen.
|
|||||
Verlegen Zondaars-klachte, enz. 3o£
© mijn 3tCÏ! keert in u zelven. « >
Zoekt, doorzoekt, gp totabt öc fchuldf. (* IHofi-
ftonöt gp biep in 't ijctte beïben/ giet toat go baat btnben juït. <©o?öeelt ban/ en maaïu u ftaat. r 't Zijn de zonden! ó bat quaat.
toornt uto 'gBabctg goethcit tecgen. <Sn zijn aangezicht verbergen ? =2 6.
3ïc& mijn Haat lg jeet ellendig, _";• 'ft20en verdwaalt ban 't Ijooglïe goeöt:
tebbe ïuft, noeïj kracht intocnöig.
enontruft, verwert gemoedt: -V- ^h ïjeb U verfmaadt, ó Godt!
<fiïn vertreden u gebodt. ©toaaje jiel toaac gaan u oogen? ^' \ fjöel ijett! toaac toebewoogen?'. $P mp! 'ft ben 500 jtoaac beïaöen.
Gants verdorven, en bt$tt/
.ïHSet 500 bccle mifled&den, Onreyn, boos, flögö befmet, 'h©oel een blind,èiT dwaas verftandt; Cegen Godt, en Wét gênant. 'ït©inö mijn wil, en 't ziqls bcgeeren ; g>tccbg ban <£oöt/ m fchepfel fteecen: t
' .nr,iv;§.' ' ■'■■ . ■'. s:.; .. *..:.;«>JJ
Stel! ig bat U; Vader etescff? ' «ïg Dat banft booj al ?tjn gaeöt i'■'■<■'s ïïcmDt gp ban 3tjn gunfl ontbeeten i Waat bè 3iel in tuften moet. © <$obt
|
||||
}o6 Verlegen Zondaars-klachte, enz'.
45oDt beclaat Die ïjem verfmaadt.
J|p üetfloot/ Die lictn verlaat, #öft Die 5ijn banden breken, 3©o?Dt 5[jn g?amfcöap 3eee ontfïe&en. |
||||||||||||
,•-»'?
|
||||||||||||
9-
|
||||||||||||
€> bEïoift D£C fnooóe janDcni
|
||||||||||||
<2£)at bt eed'Ie ziel mismaakt.
#«iac ÖOO? $ Godts beelt gefchonden: |
||||||||||||
Jezus9 aan het kruis geraakt.
aSjecftcn Öfe met 't fteenie hert? '*~Ziêtto«Woift7^arptifT«n pingaT
"jëzusTïööTul^ec^ëèDjagèn. ~" *fi ï©eet mijn ïonden jijn De banden.
Roeden, nagels, doorne-kroon. 3®ie fiem quetfïen/ 6 toat fchande! :■ \ ••... p Lafteringe, fmaat, en hoon, «P?oeg en ïeeDt 't onnoofle aam! 3^at De sonöen op Sem nam. |
||||||||||||
Mijn
|
||||||||||||
Verlegen Zondaars-klachte, enz. 507
Mijn misdaadt heeft hem doorftekcn.
ifol mijn ïject ban conto nfet breken ?
W$ mp OOK irw Geeft wil', racjen; ;V:' ;>'f i;
Cn geleydcn na UÜl toOOJ&t... , „. ■• rioi <85ie mp wijft De rec&te paDen/
3©0?bt ï)p Dtfttofïg niet gehoort. <© mijn toeDctbooitg Ijert! CetgD' u geeft en Doet &em fmerc. W$ ï)p mp Komt overtuygen. ï®ü Bet na jijn ipaaDt niet bupgen, ÏBMU SP mp Ö00? dreygen toeïlHen/
€oont gp roeden, 3enDt gp ftraf. fflüt gp mp Doo? goetheit tceRïten» 'toette totjentban jonö' niet af. .„:. 'tjfeït na 's werelts vleyery,- i; 5&aac Komt öan De Zatan bv; <©fe ïjet vieefch tec 5onD' genegen 5 ©o?t/ enbiöft/ tot boogé toegen. ' - .••■;Ti.'1 :Ji *J'
Schand'iijk quaat, öat otig fian fcïjepDen/
©an öet altefjooglïe goebt I 't Quaadt Dat eeutoig gal betepben ' 't Quaadt bec fmect/ tn D'&cïfe gïoet. . : Gruwelzond', bet hoogde quaadt. .V,". 'tj~
3®aacom <*5obt De 5iel verlaat. <©ie verftoot ban 't saïig ïebcn. 4Sn ten vloek toiï obecgeben. :•■';■.rj-ov Ysn l-»i i;;r; tishf;v'
%tl} toie gal mp b§n bevrijden^ lm; nnm
©an Dit quaat, en ïwaren laft!, :.„ • ;; i-m i; © 2 <00?«
|
||||
3o8 Verlegen Zondaars-klachte, enz,
©ojjaaft tan mijn ftneet en ItjDen.
'treeft aan mijne jieï 30 üafi. Jly te Ijeïuen kan ik niet.
Éo 8P Heer, geen finlpe bfebt. go 'ft ban u geen gunfï bectoecbe/ Moet ik-eeuwiglijk verderven.
|
|||||||
jBtjtlC JlCl gequetft ter doodt,
|
|||||||
©00? U 6?Utg maant ÏWCÏ) voldoening.
^Tbp^ÖDTÖboympT^ërzöaiing. ~~ Vader, wilt het my vergeven;
't <&tm iïi heb aan u misdaan: &rtjenut mu acme 3anöaar 't leven. J&eemt mp in genaden aan, ■ "H ' ■ 3 _ <©at |
|||||||
Verlegen Zondaars-klachte, enz, 309
3üat UU) tJjfcnö'lÜft aangezicht,
IBijnei>?oeüe jiel verlicht. Spreeckt in Jezus my rechtvaardig. •■•;-. Maakt my 's hemels crrTnis waardig. i-T*
38p tnp! öfe nocï) toaft se&onben 2Öen/ aan 't lichaam van de doodt: ,.;,:, 'ftBittb öe kracht en drift der zonden
3fê in mp nocö aï te gjoot. IBaafit boet) boo?t| mijn jleïe vry, Ban bet jonöen flaüetnp, 3fierj boet mp f)Ct quaadt van binnen! lïSeec verzwakken en verwinnen. l8,
Jezus wilt in my regeeren:
SSuijjt gefieel tot u seWebt/ iïf , Wil, gedachten, luft, begeeren, .,?.,.,"'«" "1 |
ffêaant öec zonden macht te niet. <©eeft mijn 5ieïe vrced' en ruft. :-;.™:L••„ 1 <Doo? üto geeft, meet kracht en luft. , ,-.
5&an 3al ift bet deugden trappen Hemelwaarts, al hooger flappen. |
|||||||
&
|
|||||||
' ,.T "=?;- 3 % v4 '"..„ Een
1 •> r.",
|
|||||||
$¥ó
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
. :.-;'ji.T3? ■ i':;ji''r;(ni5f< w/h* *.••••'**»
Een Liefde Liedf, en zucht 'tot den
Hoogliècjt 7: 10.
Zé ^# mijnes Ikffien 1 ende zyne gene- J^V; ktimp;H&r&Jé&itï''<
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
TOON: Van den 36. of 6§. Pfalm.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
: niiaojiïi
|
t virf ni jiiw ?j
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
G
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Ö HeWffiBoMg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sfs^ggfe^s^s^^ïi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
®e kracht ban u gcftometti
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï==£
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3E»te mp aljsg met een gcil-ftccn treckt,
_jBp öooöe $iel ten leücn wekt,___
—'j^êëjOtiptöt ugenomenT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
i^ü
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
afc=S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*—^es5==e==£=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
......_____t..........
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
©oogt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een Liefde-liedt en zucht, enz. 311
^oogtlilïnme^öat fiTbaaij ga/ |
||||||||||||||
JlBag IR Ui» liefde fmakm-:
|
||||||||||||||
^00 gp/ ö vriend',, mijn 5tCÏ£_kLifti
|
||||||||||||||
Mijn liefd' sa! tocöcc Blaften.
|
||||||||||||||
i©anneetiri utoen baifcm geur,
Den A^ëm jftöec ïi£för^ieuc; ?©an metöt mifn'öeelt öntfieften. Uw OJyJjSïtöet ^dfftföetfft/.' |
||||||||||||||
<£rf ft$M .iu, mg eett ^ed,ec-reuk?
|
■Jiiv Wy
|
|||||||||||||
<©ie ïijacïjtig böoj $at bjeltèn.
O ljefftc! fcucnïtt öeinieuwp wijn, : Wit in uto ftoninftïiS jaï 5yn. ' o iÉ^cnftt mg ugt irate vleflèhen: " 3^att tojoijt mijn 5ieL(óaneet gebmftt/) ©etqüpit,/. en ©cntéln&aacö' tJgtcuftt/ ©aat fë öaai: dorftiE$|n ïeflcljen. ; U Gögcft-zalve getie ïfcljt!
€n Blaacljf.it tamifev5fetë-se5tcÖt m 4 <©at tft uicüfi mag Rennen. H aangename HeflijkKeit <©ie 'tfÖCTte trekt, en tot u ïeiöt; ttjtt |
||||||||||||||
?3 ix cEen liiefde-liedt, en zucht
<[gaï mp aan u getoennen.
32enöt neöpF iri mijn ttaag gemoeöt/
<£n meetöec ftjacftt en oüetöloeDt/
3§an utoc lietde-ftralen;
©an rijfï mijn 5ielc tot u §tet/
<©an- fiïeeftj' aan b'aatöe 50 niet meer, .
SSfêgp öteflp 6omt öalen. = -
|
|||||||
"-,r-:rr:. ir '~&- ' -":'ï---"!■:;;
Ó Jezus, a$ gp 't ï)et:t Dpojgjieft,
|
|||||||
<Bp Djtligt ttip tOt Uit» wederliefd*.
|
|||||||
tot den Heere Jezus. 313
|
|||||||||||||
:rff
Il gunft Ên liefds-gemeenzaamheit:,
|
|||||||||||||
\
|
|||||||||||||
3©tlt iïtc geftuurig toatten*
|
|||||||||||||
Klopt aan mijn hert, tot &et ontfïuyt.
Komt gy daar in; Ctl Öjtjft'CjC Uit/ 3M mat u ftan mig&agen. -
aBacljtih (mannecr gy klopt) te lans.
Gaat doch niet weg 5 bat bajtte öang «£n lajïig om te b?agen,„ , _, Jiaijn 5ieïe bie 30 omme Sneeft , ;
Bkmwwtó tudtqtöats' u öeeft. O Jezus mijn oeminbe!_. -_,. ^ jfea ü i| *t bat 16 30?« en toac&t. 38c& bat gy toeöec aanunro öacljt !;;n <«2n lietuban myüinöen! |
|||||||||||||
e bii3(j '• '\ /' .' fc:--ig IS
|
|||||||||||||
9Efê iït U bi« mijn ziele mint, e, r;:>.
3üa ïange 5ocftcn ttjebec Wnbt: ^aï ift u binnen leyden. Mijn jieï Ijangt üte baflec aan; 7- 36 laat tt nott toeéc Van my gaan, <0y sap ooit nimmer fe&eybcn. ; O lïefïle" pu gy zijt mijn/. •;, , ;r,<g; . Eeuwig zal ik de uwe zijn.:
. <© öeil! niet uit te fy?eïten. : <©ecn tegenfyoeöt 5a tïceft of Sïoot, « ■
|
|||||||||||||
314 Een Liefde-liedt, en zucht
ü&eett öupbrf/ öeï/ nocö felle öooöt/
ï$atï onze liefde breken. |
|||||||||||||||||||||||||
p^isi=SÊ=Ë
|
|||||||||||||||||||||||||
=^==ff==g==s::ae==rasr-
O Jieffte, met 111011 JtCÏC eei}.
|
|||||||||||||||||||||||||
ii
|
|||||||||||||||||||||||||
®ie 't uwe £ian my, maaftt gemeen.
|
|||||||||||||||||||||||||
lt===i=^^==^==fe^^s:^^S=:=^=:^:
|
|||||||||||||||||||||||||
gfft feomfe tot^ucïjrtni
jBljll toegeflóteri dof gemoedt,
|
|||||||||||||||||||||||||
■Zo leedig nocïrtjafi öcmri£#«&tf;;
|
|||||||||||||||||||||||||
gSOCRt Op tfftémëls vruchten, Jn: U>H
|
|||||||||||||||||||||||||
Mijn Jezu, Dat llttl heylig beeld,
|
|||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||
©att U ÜKEÖ' ttt mjjtt $tel geteeli;.
|
|||||||||||||||||||||||||
^Sas tft Dïe ötfttfi oMfamjcn«
|
|||||||||||||||||||||||||
II
|
|||||||||||||||||||||||||
3£at gp 5o tot m£n jtéle makt*
|
|||||||||||||||||||||||||
~én Doo| « <j5cefï 50 vmchtbaar ïméu
|
|||||||||||||||||||||||||
3W*
|
|||||||||||||||||||||||||
tot den Heére Jems. $t$
mt i$ wfpijpefe; tterlatigcn. ~ Mijn lieffte, tódat'Wtö bf IfiÈ'f;, V'J ' '!f: °#
©oïgt mg om ouden man, nocfjna. J ".'l <gn joeht mg te beeïegbem " f '• "i K>a L ' fl
Mtt vleycrycn, fctjfjn/ en lift/ J "'/•-• J"';! 3|p fiooftt onruft, beroert' tn trow/1 'J '> J :':- #m on# ban een te fetjepoen, ......._______ _
IBtjn ^eece! bie mijn 5ttiaWjeit bent.
^ft ben ï»t btoalen cjant^ aeujent, rr
IJSijn Leïdtsman, Zielen-hoeder! '/""''
«©ntfïaat mp ban ben ouden man;'^
<Qn 5tjn berjoeb/ öélpt mp baat ban/ iBljnHeylandt, vriend, eit broeder. |
||||||
1 ^eWlïeffie, Tnp'getcbtibieM rk% J
JBanneec tnijn$fcï in twijffel ftaai* '».,> vC. \..
€u in ftaat boen bedegen.
3Elg 5p ooft t'utoettöfenll gaat gUcljt/
<©f ,eenia Öeplia bJec.ft berticöt. r,
©etïerót ban uïotn $cgen. > ö^^va^-v {>.
<®6W^tóten floordtv.of Myien-windt* ivuuv Vt
H>o£T$v't i» toltóMtiïOoöig binbi-.; • v <*
fÖC0 mijnen hofdöor;Waejen :,' , ' "','
an'ttfalt b« aaböcn&me vrachty—-'c/^^ <©an 38Ï bet fpeceryen luft,, . "..Oi\ v.^.l. . > ^.icï) taijDt/ en 5Ööt^ beefpjegen,
•rmlfirl :HOOT
^.-.^-....„._.._.. ,...__. lo, . ,. . --_-,,...-...„
-D-bittTte *t-M tnött ïaatfte ®ee/ 5 f.«
Km 'bfcff lijk tot ing W «« «BV 1 \ T"a"\-i..... gift
|
||||||
3i6 De klagende Kerke, enz,
5fft toacïjte met bedangen/
j&a 't eeuwig zalig Bruylofts-Feeft.
Komt oaac mijn ïfcïjaam 3(èï en gee/ï/ Wt Dejen fïcrjöt ontfangen. Komt Jezus Hemels-Bruydegom! Komt ooect nip in uto Roningöom! Komt haaft om tnp te geüen/ <3tc 3itten op Den Eeren-troon: ©etciert met öeil/ en 's levens-kroon, Sn 't glocpcpe leben. |
|||||||||||
De klagende Kerk , als'■■ een bedroefde
Moeder,. treurende over nare*, :; V** zwarigheden, i} %' 4DÓ3'J3C i" l-nj.'r. .. :--\'.-./i..;i';:-r:.
Pfalm 129: 2.
i^ hebben.m% $AwJf .van wjf&erjettp
af benauwt..,.. ■-;:. ;w itfhi^txïi yïvuiu& ^ weent fteeds des naïhks , ende hare
tranen lobfien over hare kinnebakken, hare vrienden hebbèéfrouwköjlykfnet haar gehandelt, hMi%0, haar tot vjt^ anden geworden. ■■■ ro-fros ,>uf'f'?-T,f:;c TOON: Pfalm 79.
ii=i^^sfjggiBfiipi§g|g
|
|||||||||||
^ fïecöjS mijn lot to'D^tóugen te
|
|||||||||||
rïfc: Wagend
|
|||||||||||
De klagende Kerke, enz. 317
Ü?ngënT 'felsen ïian mtjnTeugd' bejocïjt met ""jcïjctpe plagen/ 'ït3Ë>?aag Ütijt Rouw, lli^0liltelllilülll=lil^
en tteut om aï o'eïenöen / <©te 'r iijöen
moet / toant toaat iüt o'oogcit tuenöc, 3S?en kiiid'ren van mijn huis,
|
||||||||||
<€eeft ramp / en h?u# op r?u#/
"""^êéiTquaaöt D^uhTmjTnileelteT |
||||||||||
't%& Öaag'UjKg fmett/ op fmert.
~1^r50Ü^êlTMÖêderr|(êcTT
~ ^teriïöie^^nTTrciTcctïrmTeTicïï'j""
|
||||||||||
<©en ouden draak, (laag bpant ban mtjn Idnd'ren,
ï.ctot baac op toe / öat bp mijn boojfpoet bmo'te. SSegint mtjn xaadt eeng fjtec en baac te gjoejen/ fêp tooebt en caafl / om öat toect uyt te roejen. ©en Antichrift 3jjn soon! ■_
©ecmeten op $tjn (Croon/
|
||||||||||
$ f 8 De klagende Kerke, enz.
©ecWttett en betMaen/
': 3£ie met lifï en grtoeföt |©u auijbt geeft gequeït/ ©oïtjacDt mp te berUoïgen. |
|||||||||||||||||||||||||||
3-
|
|||||||||||||||||||||||||||
Bp maant flreöt^ "bjj öe fiomn*
|
|||||||||||||||||||||||||||
gen en li^fïen. *©te secr berfjit/ na
|
|||||||||||||||||||||||||||
't blocöt Det mijne öojfïen. <£n 't boos ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||
fpuys, uptü'tjèlfclje pael geiden/ 0oï
|
|||||||||||||||||||||||||||
lift en fefjrjn / ban een 5eeï Ijepltg tue3en ï
|
|||||||||||||||||||||||||||
<êm iJot öat gêeft'Hjk peet/
|
|||||||||||||||||||||||||||
©te onber 't fckpen-kleedt
|
|||||||||||||||||||||||||||
3=E
|
|||||||||||||||||||||||||||
^o beele gaan uerlenöen/
|
|||||||||||||||||||||||||||
gfn 't flucR ban bygciöof,"
|
|||||||||||||||||||||||||||
$a Babd tot een roof l
|
|||||||||||||||||||||||||||
€n öie ban Zyon fctjen&en.
|
|||||||||||||||||||||||||||
4. J^at
|
|||||||||||||||||||||||||||
De klagende Kerke, enz» ,319
|
|||||
4.
HDat kettery en dwaling uit DeC fiellcn
©ec&t mp niet aan \ en ïtom t mijn kindren auelïen \ H9et fcftrjn ban totjgtjeit / bjaacïjelt/ bjoomljeit/, lifïen*
<£n tooojoen-flnjot/ met bpanö'lijfte ttalfïen. 2@aac in De Chriftenheit,
«fèu gantj betballen leiot/
©ol bittere fijafteeïen/
&ot laffer en oneer/
©an Jezus, en 5ijnleer.
Jöte 3aï Die toonoen öcelcn I
Pauze. y.
«©ie in mijn huis gefïelt 5tjn om te toaften/
«En toe te slen/ Boe 't mijne fchapen maften. 3Ble ötoaalt of balt/ te lepoen/ en te fUcötcn. JÉetzuiv're leer, en vroomheit bOOJ telicljten/ SÜjjn biKtÖifê zonder wacht:
€n fïaan te tiJcunfg adjt
<®p '£ peeren liebeïingen.
«Pan ïtomt öet boos gefpuis,
<©oft fïuppen in mijn huis;
<£n aan mtjn tafel dringen.
6.
Üdaa^ ïjoe beeï/ bie mp Ijaar moeder noemen/
<©ie ban geloof, en 'g tf eeren liefde roemen. Cen po'le toaan! jp jijn aï£ Dooöe leöen. Senadenloos, bol loüè booze zeden ©oo? öett/ en oog berlelbt; (3tot werelts ydelheit: ^aac eenigfie betmafting/ %$ pracht, welluft, gewin, ©ie
|
|||||
I zo De klagende Kefke, enz.
3£fe öe&ben 't ïjecte in.
<0ant3 50nüec zelfs verzaking. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
süü
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
JE35ES
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
<£en ontrouw volk, fcfjanDbleR&en ban mijn
^amëT"^^é^"onTali«7l5aWljan_tir~ |
|||||||||||||||||||||||||||||||
~2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
mp maetfehamên. 3&ic onbefetjaamt 31$
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
tot mijn huis üepben / <£n onDcc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
fchijn ban 4&0Dt£-Dfenfï / zondig levend
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
==*=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
€cn bOÏft Dat mijn verbond,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
=a&=
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ïPerft nemen tn Den mondt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
€n Dat Dan fïout'ïrjR beften.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
©Ug ROint tjct huycheis-'rot:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
8s
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
jHet mondt Cll fchijn tot <0ODt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
=3JK
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Cn neemt t)ft heylig teken.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
8. ?8cB
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
De klagende Kerke, enz. 311
8.
%tb%\an$l eeten-gïang/ en heyi'gc luyfter,
ïctbneec ta'tflof/ be5toamttoo?t5P ganf.3 bupflcc.
1$oe plas Godtsvmcht en liefde Dooj te ftcalen!
Itëaat ac&! &oe tg öaac IjeetïijhljeU aan't öaïen ï
ten yver 30 beeftoubt:
e 3onDen menigboubt/ ©an d'eerfte liefd' getoeBcn; <©c kerk too?bt obeeftroomt/ ©Ecbajïcct en ontb?oomt/ Ifèet aïlcdcn gebjeften. z. Pauze. 9.
<ön öoe 30U Doch, mijn fmerte nu betminb'tcnl
©aac m moet 5ien öat ban mijn cygen kind'ren, |£aat uit mijn huis en ban mtju Tafel fcïjcyöcw/ <ön totttcn Ijaat ban vremdc laten lepbcn, Ep Doen mn alle fbijt!
jfep gcbenb'e 't bertoijt/
©at ooit onreyne .Bomen/ ,„ $
gn 't huis; en aan mijn dis,
iCot fmaat rn ctgetni^.
gjn-tegcnbMDcc bjomen,
•' ';>''," 10.
5üee5' o)? Baat bcugb' en ftdligftcit betmeeten/
<6aan my een Hoer, cen Becfl, en Uabei hcetcn! %& Bciial, en becle anb'cc lafc'ren: 30ie langg ïjoe meet berbjeentbcn / rnbetbafi'ten. <öcn3toaac en finectïijh Bjtifg/ „
<©at kind'ren uit mijn huisf
JUp fcljanbelijft verlaten,
«Ên weyg'ren my haar plicht:
't ©etmaan en onbeccictjt/
l©aö m aan öaac niet baten.
% 11, ©00$
|
||||
%%*% De klagende Kerfce, ent»
ii.
335ocr$<©oDt£ genaa&e fïiaaït nocö 's hëjnels waar-
%C!t, -' ' •"■'•' : '"!•! -''-'•"'-
't Volk van mijn hais, tttCt eendeer Jlipb'te M«atf|#C.
<©a<u* roemden jpie 5$n •wxkrgcbooreB,.'■ 3&aar Dce ïjaat «éoötsijngoeöt-licit ïien en hoor'em ©aat aatcn?? aa» Den Dis, <©aac 't Brooétdes levens is, :'»-r ©al h?aet)ten/ en genaèen/ ©aat öebben 5p geiinaakt, ^oe Jezus, 't ï^ecte ta&htl ' 05n stclctt bomt ücrjaDen, |
|||
Be klagende Kerke, enz. 52,3
lilBTi^hëldTrrHenTchëürtT ïtüivlëeic" |
|||||||||
II
|
|||||||||
—
Veroordeelt, Cft krakeelc,
|
|||||||||
4lBm U?eetu öeiiBahdt öec Ugqptón.
ij. gft fmeett tot u mijn Konink, Heer en Hoeder,
©ect)oo?t be Rlacljt/ ban nip 50 bjaebe moeder: ^SBctï! bjengtbottjfcOEet/ mgnatgedwaalde:ïcfiapen.; 3ÊMe buyten 't huys, tjaat bocbtsel tDiUm't&pen. ©ie tégen toiï Dan <0oot/ »t laieutiJ afgefcöepoen rot/ :;;,;„:,ti - <©aan bolgen/ bupteii palen. _<=_ staalt Baat boel) toebcc #eec! :_-:?: ■?"" ) Cn laatje ban niet meec/ -; n " Noch verder, ÜailU bïttalen.
©etlteï^/ ê i^eet t Öaac-fehemcrende oogCBr
©00? vooroordeel mt^leiot/ en- 50 bebjogea^- ©oe? naam batt licht en- geeft inf't net gebangeii/ ^n 't hen verlokt, om tucnfchni aan te gangen, -~ ^uigtfitaac mi#lei&t betjïanbt: 25?eefttlog/ biert fëtlr en faaubt: <0ew«$ ïjie breuk, en wonden, - ©an ergemig en fmett/ .... Mat ti tloWi 2-iel en hert, ~ JKfeerzamen zijn verbonden. ïlS^Jfhü" ■. f'")fi ü ;jn"; - i', .
IJ., <© Jezus, ftomt in beje 6005e tijbetti <j&eeft meerder geeft, aan 't bolft öie u öeujöen. % % (Cot |
|||||||||
3 ^4 De klagende Kerke, eüt.ï
Cot fiepligöeit. Eeno' bed getrouwe Booden; %&le tot uw huis nocï) beei ban buyten nooöen, <Pec Heyd'nen volheit Bom:
't ©et&acDe fJoDenoom/
©oct öocfjeeng tot u neemt, r »
©£tb?cft ub) Koninkrijk:
45eeft ban ttü) ïjooghdt Mijn/
©at il De bolftcn cccen.
|
||||||||||||||||||||
itf.
|
||||||||||||||||||||
huisgenooten, $®Ott)t IK ÖOCtJ jien UUï
yver meer bergboren :25ltjft in innn
|
||||||||||||||||||||
i=3
|
||||||||||||||||||||
S=a>r
|
||||||||||||||||||||
tjuïiS / laatu geenfcimn verleyden, 45mt
met tenn vroom', Sm pe onu^ame (f|enbiïn |
||||||||||||||||||||
'ijt tegen 't, quaadt gekant.
<0ecft mp uta tjért en Öan^f^
' CÏin^oogTmijrThuiriFfïiclFëiTT- |
||||||||||||||||||||
-J-
|
||||||||||||||||||||
%mt jezuöepIfe.UeelDtT 5Sn;
|
||||||||||||||||||||
De klagende Kerke, enz. $*£
rijn uiöciTöcctl geteelt/ |
|||||||||||||||||||||
"®ooTgaiU5 u tttonöel lictitcn^
.;■ :t-I .«Ml
SSemtabt Godtshms,bcrneect&p €ö#lfch«tn,
©ie fl&OÖtg vcrbondt,'3ijn woordt^cndïenftbebiawn/
«Baat u Calent en rjatien hier befleben; gn 't huisgeiindmci!CD?ifïi bjöm'iïeben. go g?ocpenltefb'.enbeugb7 ©at geeft nip tcoojl en b?eugb\ |
|||||||||||||||||||||
©oegt beet en zielen zamen;____..
r <J5eeft ban u ttoufjeit bïpï^ls^*.
^i!j ffioo? Cö?t(li;Voik en Rijk. rif C&
|
'>3x
|
||||||||||||||||||||
üomt ban ^eecJezu.Hroen^,^^
|
|||||||||||||||||||||
nffi
|
|||||||||||||||||||||
ga/ gp witheet / «engbanbej&l|*mdkomeBg
<Kn Tcrtófden^ uit, hiMfatl baabf^ipji;^» s ^
HitMrkerk, boen'/ ecgetrtiflfrti? <H)anbetn ~' 'tOnkruidt, en 't kaf, Dop?'tbuut g«*eetbt*&?aniKn,5t — ©a»? 3iUt gp'tbnbecfcbcM-^^rr™ ö ©athubertdjgen ïeibt/ ü0 3.""°U1____t
©oo? alle raenfc&en toonend f^i^ii
"TtWechmoèt èq.huy^hlaar gaarj.ïffQ ftitf& '.„Jj'öpr&htejïï bïfiaan. —+-—■—:—-^ |
|||||||||||||||||||||
turiftnin nntife
|
|||||||||||||||||||||
rifirjj
|
|||||||||||||||||||||
\ (!■;!£
|
|||||||||||||||||||||
.^S-
|
|||||||||||||||||||||
ji'jjUlti^ijif!
|
^üod öjc^I ©üF
|
||||||||||||||||||||
J2.S
|
[
|
|||||||||||||||||||||||||
TftO
|
||||||||||||||||||||||||||
Ciïfiftê1^é^e3f^;iid<tór de Werelf,
Hebr. 13: 14.
Wanp wy en hebben hier geen blijvende ; rndïfjid iai/1 H3Cfft2 na ;;;i/.0. jj ïfcf.Cu
.fiïÖïrSlööN^Fflflar.JH- ''.'\-v-:::)/i j' isf
Vöginö in 'dt*jjl rijr.nef- i..3!
|
||||||||||||||||||||||||||
JE
|
||||||||||||||||||||||||||
$ fiaar nttt in ïw^-öiöifehÊH-ÉfticHt
|
||||||||||||||||||||||||||
iüi
|
||||||||||||||||||||||||||
iËËliliÊII=
|
||||||||||||||||||||||||||
«Cc Richten ^jnc wegen.
|
||||||||||||||||||||||||||
=m^mm$ÊÊÊs
|
||||||||||||||||||||||||||
<&tm pïihkel / nor!) cïenöc/
Jfóan niemant Doa: zijn zorg ontgaan/ |
||||||||||||||||||||||||||
-iCÜJ^OCÏJ DOOJ 58lti=wijsheit UKHÖeh.
|
||||||||||||||||||||||||||
z. ^00
|
||||||||||||||||||||||||||
Chriftelijke Rey?fê; 32,7
füo niet be tjoogfle M&UMt/
3&p/ en met ong/ fö.tofWM . ?ra;>? sr.f Op omen weg, met '3'pn beU$t, -* ;j rjfrf ;'f{fi rf_j 3Bat moeten top al PÊCjen* , ^ ■ f.V'rr'': j' 'h %\ toaat top spn/ op zee, qf %dt,; urj,,'.' 3Biei of toat/ 5a!on|fcgabcni; / « Is Godt met ons! Jtjn flccltc g^9Pjt/[»■ < . , > J©eett ban ong alle fltiaüen, ,:"' hu ■'■lu'i ar; f- ir.— 'lV$
|j>p Doe 5ijn üabetïpe oog, <©p óng fleeöjS nebecflralen.
ïfp öoe 5pn tng'len pgn'om Ö9PS/, /y, „ . -
€ot onse tjulpe balen! ••,. _, 7 ?u, •';',; - - _
©at5' om mmm^ffèfpm'Z,'■; ■&-
Gcleyden en bewaren. .' ■ l"J ,«" '
<£n öaacöia ong tendjeriae tfaan/;;'"';. 'f;':
3n allcckp gevaren. ;; £. ^jfHc ^-g
<© <®0bt/ Uto U?icnt>'tfjft aangeiidïgflJ;' r*-J*
©ecUcÖte onje wegen. «Pat top botoocten 0113e pïicïjt/ «©00? u bektöt en 5cgen. U gecfl/ en tooo^bt/. ftuur pn| gemoebt. Sn alle onje jaftcn: «Boet Die na moeit' en tegenfpoebt; (Cec goebec uitkomft tafien. 5-
<£>n£ leven ig een wandeling, <öen loopbaan bie top loopen. «Ben vrecmd'lingfthap. fgjg 'g toCteU^-ïijfltg <Ön ig geen ruil te Ijoopcn/ J©p gaan na 't Hemels-vadcrlandt, Ma b'eeutoige Paicyzen; «©aar top ijectoacljten 5aal'gec jïanbt/ <üïu 't eind' van onze Reyzen; 6. ©at
|
|||
3x8 Chriftelijke Reyze.
\.ï -lis.:: -irv-r: r-yut ■,::.
©at Jeius onjC Leidsman 3p/
€>p oat top niet m dwalen: Cec ceeötcc/ of tet fïfnftét 5p/ ©at ï)p ou^ wederhalcj '•'.". SEo top ban 's Hemels-weg afflaan/ Cot 'g tocreltg breede paden, ©en satan / of on£ bïeefel) nagaan * «En loopen 50 ten quaöen. 7."""
iCcctoijï top zwerven jjiec oeneen «In al bet aards getoemel/ ©e 3ieï moet öoo? aï 't tooelen ïjeen/ 4£n wand'len in den Hemel: ©aac 30 beboojt/ en üorser is, ©aat Jezus (jaar jal geberi: ©e jaïiSÖcit/ tec erffenis. ©aac 3P met Godt'jaï leben.
^affru Spero.
E Y N D E |
||||
C'i
|
|||||||||||||||||||||||
Vervolg, of Tweede Deel,
Van
HENDRIK UILENBROEKS
CHRISTEL YKE GEZANGEN»
|
|||||||||||||||||||||||
O/ver
|
|||||||||||||||||||||||
Gods eeuwig Teltamènt en Genaden-
verbont. Chrifti Koninkryke. Klachten, Ge- beden , over. d$; verdrukkingen;.»Zucht .'.:.y. .^'pm Vrede,d^Ketkey En £hri-\ |
|||||||||||||||||||||||
J$f !$!$&;
|
|||||||||||||||||||||||
vsH
|
|||||||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||||||
ir:ï>
|
|||||||||||||||||||||||
j£f» hertgrondig Gebed om-de hpkeerhge der "Jo-
' "*" ^if». DeGeèfteïykè WusdM'%iïftCtirifti •volk. En de Uitbreiding oner '! rif» 8y. P/alm. |
|||||||||||||||||||||||
('AMSTERDAM,
|
|||||||||||||||||||||||
5Sp öe JBeb. ban Gysbert de Groot, 2$ocïtberftOOps
fier/ op be «j&teutoen-bpft/ tujfcfien bc ttoee ï|aac*
Iemniet-jïup5en/ taöe <J5?ootc23pbeI/1713.
|
|||||||||||||||||||||||
Met Ptevilegie voor is, Jaren.
|
|||||||||||||||||||||||
Pfalm 105-: i. Tfatmzingt Góde, /preekt
aandachtelijk van alle zijne wonde- ren. 3. Roemt u in den namezjfner heilig-
heit, V for?* db" ^^»^r die den Hee- re zoeken verblijde zich. f
4. Vraagt na den Heer e en zyne fterk-
te. Zoekt zijn aangezicht gedurig- , tyk.
|
|||||
. ■*
|
|||||
Aan de
Liefhebbende CbrifleKjkè
LEZERS
En
ZANG E R S.
Zeer Waarde en Geliefde !
SPTflll^ Ier worden u weder-opgedra-
1 Ww I gen eenige Chriftelijke Gezan- % JlllL %gen > zynde een vervolg van die, welke Voor dezen van my zyn uitgegeven, naarnlyk: i. Van Gods eeuwig Teftament, en
Genaden-verbond, mitsgaders de uitvoe- ringe, en wedervaren in Gods Kerke. 2. Het Trophetifch Geeft'lyk BruU
lofts-iied, van den Koning Jefus Chri- ftus, begrepen in den 45A» T/alm. 3. Klachten, Gebeden, enTrooJi der
verdrukte Kerke , in deze tyden , uit den 94/k» Tfalm. 4. Vrede en Zeqénzncht, over de Kef*
ke» uit den 133/fc* Tfalm. A 2 5. Ver-
|
||||
5- Verlangen 'ê'n z%cht om de komfie
van Chrifii Km,inkrykeii 6.?jEen,hertgrpndelyk Gebedt ,r om
die beloofde, eiilang Verwachte (kkee- ringe der Joden. . 7. DtevGee/feli/k,e Wasdom van Chrifti,
Volk ,jiïfcrbeeld doof Boomen ,, Plan- ten, enz. 8. uitbreiding over den 85*^5* Tfalm.
Ik hebbe deze texten uit de H. Schrift
<3aar by gevoegt, omtetoonen, na wat Regel^wy gevoelen en fpreken moeten, gelyk den Apoftel dat toont; als hy zegt:, het woort Chrifti woone rykelyk in u in alle fyijsheidt-, en daar op volgt, leert en vermaant matkanderen , met Tfal- men ', Lofzangen , Geeftelyke Liede- ren , enz. Col. 3:16. , :, ■. Vertrouwende of gy zult deze, met
dezelve liefde en genegentheit ontfan- gen , en tot uwe (tichtinge gebruiken, als myne voorgaande, welke door Gods zegen zoo veel ingangs gehad hebben, d^tze yerjfcheidenmaal herdrukt zyn. Ik hebbe derhalven geen reden, dat
~\r\ .1 -. : j. het
|
||||
het my beroüwemffioudet die~ gemaakt $
en uitgegeven tevjaebbetti maar wel,1 zi end e d'on volmaakthekvan mynaverk, wenfche en traciate, t dat de latere^ moehten beter zytó-don: de wrjie \ en meerder tot heerly kaeit Gods', en itich- tinge der vromenc ivbVAVa 'vr, :,v "/ Watóe Stojfe aangaat, die recprriman-
d^rt jiaar zelvén^aaft een rechtChril^'n: 3 o ]^arrt waar mede-zuilen wy meer op-
genomen, zyn ? dan uit Gods -Woórdt W verftaan i en aandabhtelijk m overden- ken , de gelegentheit van Gods èiuwig Tfjiameipt, daaïwy Erfgenamm,;,fCxpds Gympen-verbond^ daar wy^BonqgêpPP-' iëriï^Ötirzfii KohimryÊ, daar w\r'On- derdanen ; en van zyn /Or^, daar wy Lidmaten -van ^ytr^oorts-w^ God in dezen gedaan heeftf ëtï'rïöch doen zal? 's Wat^iërit'mëer-'t'dt'vètttètkinge van
onsg<?/<ww ? -tptbevéfti^gè van onze ha~ f e ? tot bevorderitïge van onze lijdzaam- heit? tot dePraóryke van de ware God- zaligheit? tot ontftekinge van liefde, tegen pnze Mede-Chriilenen ? Ja tot A 3 aan-
|
||||
aanpomngeiiat.wy eraftelyk bidden om
de beloofde bekeerwge.der Joden ? in- j^omite der Heidenen y nederwerpinge des Antkhrijis , om de tijden van de wederoprechtinge aller dingen, die Gadt f ejproken heeft door den mondt zyner
eiliger Trof het e» van alle eeuwe? Hand. 3: z 1, En aanmerkende Gods we- gen , handelingen , deugden en vol- maaktheden , welke ons daardoor be- kent worden, Worden wy aangeport tot onzen pligt, tot Gods lof, liefde, heer* lykheit, en bevordermge van zyiLK©* mnkryM■■' :h , n<> ' f ' > ... v -
■Wjxaftoc u alle , en my, God meer
en; rrieeP izyn Geeft ehGenade vèrleene f JÈNèH?{ 'li"'f ■'-.;' O^- { rJ V'."-' f :.h t",M\\.-\ nV.S f'/V/ '■ v r;'3"Tf'j"}"fO.D
; ui Zite*/: «««!# *9tgen.e^eft en Dïenftbereidm
\ && tó fi £r"^r '?#•#">
£tnft.dem«.May, ,: i>37 3?ni: H^NPRIK UILENBROEK.
. ;* (•... r', ,-., >' ,, -Xwnfcenbezoejter in de Gereformeerde;^.. ,
Gemeente tot Aiufterdam. <-,,
-i' ',:»£.'';•,'...'> ■j\:: . " .' 'f- - ■<"' 30j \'\<~ ~V.">-y-':'. •-?,-.'' --•-■f.: ' - " v -"-1 .VH'*A
|
||||||||
'■',.8 *;,Vv :. t ;: i:W J\,
).." ' ' '"/'■': '■'■jLjL-'
|
||||||||
t
|
||||||||
LOF;
|
||||||||
Pag.?
LOF, PLICHT,
En
TROOST-GEZANG,
Over Gods eeuwig Teftament en ,
Genaden-verbond, enz. ;: Toon: van den 89. P&lrn. :.'..., *.. .
. ■ .$a'" - , • :-?.^z:±. ■•?
Opwekklnge tot Godts Lof.
|
|||||||||||||||
% geeft ÖCC5' droeve tydt óll# $00
|
|||||||||||||||
toeel tteutenff-ftof / jiachtane
|
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
3E=
|
|||||||||||||||
tot Gods Lof: ^c^oon baatbe metbt öe
|
|||||||||||||||
racet/ boa? 500 bccl ramp/ en plagen/
|
|||||||||||||||
«gno'eéneuiro/ enüaarƒ■ beanberenotnt
|
|||||||||||||||
lagen / $ocl} ö|kg een hemeling utt'taacbs-
|
|||||||||||||||
"fieojffna 6oficn /■ <#m «jüoö jnn Heil en
|
|||||||||||||||
Rots met ïjert en monb te loven.
jó>i.*ï. v&imn,ij,it. nib.i.ii.it.ij: ;;
H 4 *©£
|
|||||||||||||||
Lof, Plicht, en
|
|||||||||||||||
8
|
|||||||||||||||
ïdeflieit ek OlJgehfiégenijideJcliepJÈlen. ' 'A. K.J \..L
|
|||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||
üllllll^üg=:i^i^iü^|=|s
|
|||||||||||||||
l^ 1<*!1QCH,|trr l^jie^/^ööa moéyt' {ft ,
ydTileTtTJjÓ^
goebt/ unt stelen tian genoegen f lEaï ooft De
|
|||||||||||||||
3{n't-aatöjsftc^tffïgcjgttGeeft, hoeaarige
|
|||||||||||||||
naam 't magïpcn. pet moet om 't tioo
|
|||||||||||||||
aQVC |p§ C« UOOJ 't oneindig tUöfeai,
K30 II 'i' !> ^ïed- Capp* ï.'z. eh 3. doorgaaiis. oi .ï to -
Ttêk fia *t hoögflë goedt. - •
J©am ftijftöom •/ <fêer / ért&taat / of-toat be toe*
:-~■"■' •«fes •_:---■■;>;■- ■
Isallés<ydjdheit:.,<ött't gfeft geen jielc.rufï. pk «Pócij1)07 ijaii tolen topjnn;": ïjeeft in ott3' gjttt: ge» r: fcj^cbëm , .•-=-.'..-'- =%?== ;
*4£m •■vteéf-,' ^n wil of^neïjt /'! Wa 'èeh^'ïufi^aïfg Ie* >;£•: ,.:toen/: (a) s =v: ~ _; - -f :" £ .... *iïB0aM-vergeefs &an,5ijn: (bjtoanfcöoesou't
,1 iem'betarrienr , §|(e on^ fchiep met Deej'drift, Dfe belöe tebefcfja* men* anertf m 31'jff " ■ : z'asfi (<i)Rom. 1.19,20,, C.ap.2.14,18. (i)Z^fu^S.ls.., Hebt. ir. «.
. «e -C! •• •<■-•'. .;.;' '•■■■" ; " 't Lank-
|
|||||||||||||||
Troóft-gezaiigJ < 9
Aanleidinge en openbaringe daar toe.
,?tlJ3nfc«toedig S&ïbefHUlc / leidt ftjtrbe©roh^6ari
'.'.-■ CM «BOTÖE/ (c): '-'•• ■••'■■ » S'»9J«f.ÖTiCnoJ5Jij. <®aat alïcgon uit fiomt/baar tufi ba*i ïiét getnoef;
Sbicng 3tfl ftie^c aatöê uecacïji/ en 3kf) öeljeeï jaï (iccftlien .■;
J5a d'Algenoegïaamhcit, <&aï\ Jaï bieIjcni cntbcft*
', hm;
't aBefteim bcr jaïigljdt / boo? 'Üirtjt 5ü»ig teqo?ö# • * üethïatnVj .... -_ Jgfjft heerlijkheit en Naam , en deugden onmba*
tui*\ »en, (d)i '.nrj; -■ ' ."; -^ >§; ■ .'0'H3ndel.i4;.:i7..--en Cap.17.27. Rom,2.4
- (d) Exod.3+6,7. Ezai.48.17. .., - , % ;.. v: '
Gods Algenoegzaamheit in dé Scheppinge.
4&a0t ittaaftte,ïjcjt begin, aïg tjp* be wcfelt fchiep,
lCn ÖöW'ttmjé macötfg Ujao?ü / bet al tot ttJejen - •-'■■riep/ (e) •- «Öhd'aarde üoo? ben merifch betriö om te betooos
";> -tmi/ (f)~-•$ ' ' :"....:'. ; ^3; Sn bip, / jon Vader/, gqon, en Geeft, gaat toonb'tcn
. Atoorien; <D'fe£"juicliten 'shemels heir., de Morgen-fterren. zon- k,"'geti, '":',:J-' \: '
«ÖnJpjejen't toccR üan <0obt/ met Ijfemeïg-toon
',; emongen. (g> uhuy \ , .' i kï s (f) Gren,n,enz.. Pfalnv33..s. . (ƒ) Ezajt4S.l*. .;'•)
'•'.",.] ."1 '■" Handelj#7.i«.. , (g) J0D38.7, ,....,..; ,m 6.
"tBeeldt Godts in den Menfche. .iianÜK" !•'.ril . •,'
45aötï/.'t AJgenQeg'«$am.Goedt ,;|feft jeïben «iebe*
öcélt/ , jh-:-.••;. ■ |E|a,afit,óI stjntotcftengoeb/, benmenfcöe na aijn
Beeldt (h) \1Öf»il trffi'-if 2fi ? Jfótt
|
|||
Io Lof, Plicht, én
Uïet Rechtheit in 't tttrfïaaöt / in een toetïfcöte filaat»
beft/
IBer een geljeiï'göe toil / en liefde tot De toaacljeiC U§et atiöeeDanfgtjcfcüan ftjacijten r jinacn, leöcit/ 3fio« öc geljeü'gb* <ï&ecfï, en ongefcfjonöen reuen, tó (Ij) G*iwCt.*«,*7,|i. 0 fred-7-i». Col.». io. Ephef.*.*».
7»
'.tWcfk-perbondt. . . * - • ':> '.', ;,
• <03Otgaf$£in'tüipelfcct)t/ öéfiüuritP"
ÏSi7cÏMppy7 ©nn 50ïkc f)atiDetj tuctffo / (k) en
|
||||||||||||||
(tfiÖf t)Cm öaarÖp ^ïn Werk verbond, lm
|
||||||||||||||
:r^:~^i^: i,Af~£3J5
|
||||||||||||||
ï—SS-Ste::
|
||||||||||||||
wet tua£ til 3tjn tject grfcltfcucn / (fy 'Sn*
|
||||||||||||||
öten öpDaar in ölccf/ ï»anj;cm ïj» eeuteiia i
|
||||||||||||||
■ Jctocn /J^a_ac ftftift Iff t?tt Wfefèfrntfg wJP-
Et5~ ^T^r^TT**"""^
ffctbenö'5oiTi)pReruen/ «Êiiftcm/mall
|
||||||||||||||
S^E
|
||||||||||||||
jijn 3nnö/ her f)cmc^-0ocDt oiittrben.
(4) Gehef. t.,i«, 17,28,19,30..'. en fcap. 1.19,20. Pfititi 8.7,8, j.
(/) Rora. 2.14,15. (m) Genef.z.tf, Rora. j.lz, 19- •*. .....,
Val des Menfchen. IroM «'
Jltoaciiop? öftSlangen raadt-beclaat fipbft ^er-
bondt, " ©crïfefl Godsfieeldt, engunfl/ toaatin &£> eerttjög
flon&t/ ir;/ -: '
is ai 7 £^ j©ant
|
||||||||||||||
JEïantïjp bcranöetïp / ?ocht vele bjee mbe vonden,
^ugbtel&pinöeDoaDt/enfïauecnpüersiinben/ gn gatfjang tjelg-getnelt / Daar bleef geen öa abt/ nojcj) h?act)tcn/
jHoeö&öorj/ tojatBonö&etn'tfïecöt/ alisijnUec* beef Doen töactjteh'. (n) ; ____
/») Genef cap.3. doorgaans. Predik.7.19. &otn,';.ff, *> i*»Cnz.
k l.Ceti*S.n,*2. £gïief.i.*»31.-«ncap.«. ii. Hebi.». 14» !i. : . •■ —- - --' ■-.'"-.- . ~ ....... ,..'_.,-..' V*
Straflcrmlt, en yerdraagzaamrieir Gods.
3&e iBmfelj Die buiten 45aöt / syn gocöt en ïeben
jocht/ « ggtoaatbigafgefnecn/ bedaten en betbloeftt. (o)
©OClX<&o&tb)irt£>tangen5aaö lankmoediglijk ver- "_ ; dragcji, . :•... ' . . .. _ -. -. J' -
Cotjfjopctoan <©ena. Jgön ceutoigtaelbeljagc»! jjfóaetpoft 5ijn uitgeboet! / tot öett öcr uUbcrftocen» W&igtn, öp na oen vloed, verdraagMarnbcit be- „... 7 zworen, (p) /■ " ifi :3«*m-. % « i> J1> U' B.om. i. f, 5,«, i, 9. (p) Gen. *.i*.; i
enqap.9<ii.is,eö*. Ezaus+aj. t.tefjr,|,f, |
||||||
Gods befluit van génaad' en toorn nu bekent,
$u toag De tjjöt bcquaainbatdSobt jij» Raads-
ïi'i*?a*ïdb»«il»iitr * ,: ,j, i-ji.; . . -&$) -mi G Verklaard', baat Bp gena aan ö'atnie S&nbaat twtrtwfa): .'■•• ncVtU ,1 ■;n->;*rDh'b •••';:.
39m tpeg toag nu gebaant. öarmhertigbeit tt iconen/ ^t) 5Üö Reehtvaardigheyt, in jijnen ecn'gep 25onp ; Vaneeuwigh^itgezalft^kbegiiKelzyneEWfgeQ- '"'.• 55e Rotziteen ban ong öeif/ De Bron ban alle & *. Jjett. (r>\''i, S'-oiif?""' :,.J,;bnf'!Tif>Ho_'!v5- (?) ïicd.l.|, ij. Roja,u.,«»^}? {?) Sp««k,S-ï»,ï|[i,eni.
|
||||||
u Lfcrf, Bliek,'en
,..>••••■ '/nfi?nttfr?-.■•;"'' iH:k$ \ f'tiïv4,; 'r.-d-vtltv.sX'^
Eerfte bdofte'gect^abaart. I ï'! f. "'.''■ , i r! , i •..' UU
$500. 5fiö' ik ftdle rfet)](Ofp~vyfri^li^p~^nül
"lEHfct *©mi' Slan^pnTVr'JUwea-M^ÏTlilc"'" lötflipsSltiiliËlÉÉlliÉ
|
||||||||
liilglÉIllirlIËiliS
|
||||||||
~ tienp'ipff^ttimi' ijËgitdt gcnrn en Icoc^7
fldt tot vaten -van ajrn, tpre»,. itj.;5'
(ƒ) Gen.3.15- Gal. s.17. Jacob.4-4- (') E.om.9. II,
21, 22, 23.-"i*Theff. s-9- .-•:■<-V;j(j£?r,ei m ,; ;.B0^ (tf!v)iülb'J»l.cO
•tEeuwfg BftlMtefö' ...i ;i!n>i»p';'-J SöjjJ 3Ö §J*tijf f?Ê|,
ïDaac ïeiöt een Teftament', Daac in^ffbefchocen
.'■;'. '^aadt;.iX-r / o .'.n:;-; i;tj jfjr.d , VéElihsV
(Cot d'Hemels-crffcnisbOOÉJjp gefcfijeben fimt.
'tHMfttfeftf tiert Vader,$ &etfZoon,tmi ettf oeeeben/' jriHit^l^dp?sVadersi*(#iftaaP FJprgciërpBïebpn («> 3£ie beide oanöen Gecftv'teh iictjt? en fjetl oinfr^cn^ -Ja al'oétilö boiM-5ö \lis(j fesi-'j rtftd ti mvioJd aC5 <Cot onderpandt, ban bfe ?p boo? öe ïjötrje Scnben. (v) '• (k) «fe»4'|S*i^ «JEzai. ss4?»t6,n,M< ,:H8br..I3..2b?iS (j>*
(») Joh. i4>i<y>7. Et>hefm*3,n#^«nC»p. 4-3°- _^ 338
|
||||||||
Troöïl-gezang. 13
-Mi*ü m hts: 43«! snryiu. •■<•' '• ■'.>,<.
Viedeïaadt by Godt, den Zone een eifnis bezet. :>}
©e.Viader ÖaÖ Öen Zoon een Koningrijk bezet,
3Jn 't eeuboig Vree'-vetdfag , al£ met bezworen wet. (w) $p moeft een eigen volk, een zaad; booj hem bet*
/-toetben/ • *'■
(H{j jood- en Heidendom) Doel) öoo? 5jjn öïoeDfg jiècben;
j&tfgcbén aan<0oogftecht/ na€igöecï©etboïs ' ba'enïng/
€n maften Vree met Godt, en Eonbaten bec5oes jilng, (x) (v) Pfalm 2. 6, 7, 8, enz. Luce tl. 29. Pfalm iio. 4.
v- .-'(*) Efai. s3• 7,8, io._ Ephef. 1.14.1*. ■ Des Va,deis wil van den Zone.
ïBaxu toie 50U met Jijn heet voor Godt als Borge
liaan? (y) Eoo<©pot na fchuïbenfö cht'/ De ^onaaac moet . becgaan/ 00
Sèfel Wilde Vaderbanbatjljnc Zoon gennkc, «önboo?3tjn eigen bïoebt/bc B?ebe tocbec mafte; (a) v©u Dat 't brianöigbauVbu ©00 in gunjie bJOQiui(b) Jehova, jlcj) een God der Zondaren betoone. (j) Jerem. 30. 21, 22'. (n) Jobi>. z, 3- P&lra'ijc 3. eni43.2.
• • ■ («) Col. 1. 20; (4) PfalmS8.19, 20. Des Zoons gewilligheit aan den Vader.
' %bc$ Vaders hcü'ge toiï bien neemt be Zone aan/
3|u ftan noch toilDe ooft/ bie Borgtocht niet ontgaan/ <©lt ttom»e Vree-verbondL, 300 fteiligïp bcsboas een/ (c)
3©aac in hu „féibbeïaat / en Pricfler fê betfeocert <EË>aac op üalt geen berouw, (m ftan baat noic af* toijften/ : - ; Sa
|
|||
14 Lof, Plicht, en
ga Berg, en heuvel fian en mag tocï eet Bestoft»
ficn. (d) :: ■■- OktnZ-r
(f) Pfahtt i io. 4. Hebr. 5.5, 6. en Cap. 7. ij, ï«, »V» enz,
(d) Elai. 54. Ta. , •; l6.
Gehöoraaamlieit des Zoons, onzen roem. ( .m; ;
Jl0nt Liefd-gehoorzaamheit, tÖtSft gpf 6« "
|
|||||||||||||
ccuto'ge igoon! 43» iDogDt tin arme
|
|||||||||||||
£53£
|
|||||||||||||
^""Ö1 /in Ö^!£ Wfjg^cnidjgtCOOR / Hier
ben ik, (^cgt tjö) Heer! te doen uw welbehagen, |
|||||||||||||
<0ccn<êffet/baam»5cïf^. 3(6neem'op
liÉiiiilÉPillPliiliÊpi—"'
|
|||||||||||||
mp/_teö?agcin tpcffitfrctl Unitfliftttftji/ ö
IDaDet! ffiy gegeven. <&$ gaaft U m Dê
|
|||||||||||||
<©ooö/ op Dat ton eeutotg ïebcn. (e)
(e) Pfalm 40.7, 8. Hebr. 10. s,«» 7, enz. Phil. z. 5, 6, 7, 8.
Job 6. }9,4°. en Cap. lo. I $, Z8, Z9. Mitsgaders zijn waardigheit, bequaamhêit, enz.
«éciltofg God (f) ÖdiigMcnfch, ÖolmaaftteMid-
delaar! (g) fïn toto <©ot>{$ hecriijkhejt mt affïraaït yttmt*
hïaac/(h)
Emmanuel, (i) Bloedvriend, (k)^a Onjet» OUÖfïetl Broeder! ...
©njJmifgHecr, en Hooft, VerlofïërcttBehoeder: Fonteine
|
|||||||||||||
Trooft-gezang. j $•
Fonteineüan gena / tot toien top S^onbaarg fteeceii/
©an alle Ealiööcitftomtuüe Roemcu tere. (i) (n Ezai.9. s. (s) i.Tim.l. s.6. (*) Hebi.i'.j. f»)Ezai.7.14.
(i^)Jobi9.Z5 Hand. i 36. {/). Zach. ij. i. Ezai. 45.. 21.
Matth. ir. 2.8. Ezai. 45 »4. »5- Ephefi.rs, io.zt, ïi,rj.;
l8.
lof over Gods Viode-raadt.
<© jaal'ge Vrede-raadt r 6 f}ciltt}& Tcflament!
J®ie tfTcc öic <Öobg lief ö'/in hoogt5 of diepteftent J(m) 4&n liebt Drie-eenig Godt! een gunfl-bctbjag ges jïootcn/
H©m ott^tnet utoen Eocnte fïeïïtn «Örfgcnocrtcn: © Erfdeeijcgft en g?oot! Joo foeetlp / uitgelèsm! 4&u/ó3Wrtjfte<0oDt! toUtjelfêöeonsetoesen. (n) 1 (ia) E$>he&j. **,1<S, 20, (w) Pfalm 16. s,«. en3i. io.
ïfelmjj.ii. Plalm65.5,6. »?•
Heilige -Vet wanderinge daar over.
gatoonöecïijft geïjeim. 6 Diepten jonbet gjonö I
K&a-oat <©oDt 't Jlfècnfcljcnbom liet ballen in öc , jonb/ f ®oont^otit3i|n wijsheit, Recht, en5un genaden-
wegen, gijn boen i$ heiligheit, toat ttoijï ïjet bleeftfj: ïjiet tegen*
3©iemeeftett<©aöc£tou7 algafljpbetettoifieJ ||et wee fiaat tegen ïjem / bie met 5ün Godt wil twiften. (o) (i)Rom. J*. 34.33,54.35,3«. Deut.3ï.4. Tfalm Hl. *, J. 7» ».
Job iS.io, 23,17. Ezai.4S.9- R.om.9. ïo.enz,
iO.
't Genaden-veibondt wat het is. 'S
ftoom ijiet en ïeec/ 6 Ifêcnfct)! öoe men Gods
gunft verwerft,
$oe men 't taetlocen 4Boeb in Jezus toeöct ecft/
©oe «ï&abt ben Zondaar wil in 5tjn genaad' ontf angen.' ^ijn ïicfd* aan gembetoont/ omfiemtoeitaante gangen; ®* |
|||
ï6 Lof, Plicht, en
CekeeretHn geloof^^ottt"<6obtjbe'öantï, te/SÉÊea/
^ciii Rücht éfl 'hbiitg mMv ofrn'300 met<0öbt!¥clè- <■*■•■■• Yói. (p)■";'-';.'■..^;.,/1 ''*:," '.'•'. ;i .,?;",:''-' !.v (f) 'Pralm3i,,lVï,!8,9.?Pfiilm 34/12,13, 14,15,1.«.; . Eza}.;4«.
16,17ii8,'cnz. "i.Cliion 30. 8, ji. Ezecli. zo. iz. Des zelfs natuur. ..■,.., , . ..-.,.« r»,
<0ÖDt .toont 3911 viy' (Jena, Üp töfgCtt
üatl verbbiidt, <©p Dat Dï# %miH$&fj$ |
||||||
£=£=-!:
|
||||||
l|£Cr Ctl©ooft / Óïé'vyeg, waarheit, èhjeven
' ö^ïfft^cff^öt '^60" sfi^o^^^^^^1
Dceft ooh cc kracht uefiaten Ce gcücn tot
(7) Ezai.js. 1*2,3>4,enz. Jerem. 31.31, enz. (r) joh.14,«.
•"'•{/) i.Cor. 1.20. Col.1.19- en 2.10, («) Ezeitf.sS. '"•2-'-"•" 25,27. PhH. 2.ij'. ! •a"i'._ ',„,•„'■ 1
6ods Eer daar in te merken.
S&efcftoutó Danöicc/ & liJmfcï)! oen Rijkdom
ban Gena, ' / «ElftaebcGodeEer: enömftsyhïöegcnna, •'■' '
©iec'£ wijsheitsonöec gjonöt /Gpdctoef tïjiec koes tetotaom/ <•■ • wm'v.4 ■■■■■'•' A ;■■- u: ■■ |
||||||
v Trooft-gezang. 17
<®m5onbetnjeuft5tjng Rechts, bemtoeocc te ver-
binden jlfêet Zondaars, gantg bectoïueht: 30 gjoot f^30« medogen!
gijn liefd', en goedigheit , Bct3clt met Alvermo- gen (u) (») PfalmHs. doorgaans. Luce 2.13,14. Ezai. j. i«. Hozca*.
18,19,20. Ephef. 1. 4, s>7>8. Rom. u.33» 34,3$>}6. En 's Menlchen nietigheit.
Wat toag'ec Docb in ong: bat <*3obt aan ons ge-
denkt? €n uit 3ijn Bolle bjon 30 gjoote goetljeit fcftenht !(w) 3üe AlgcnoegiaamGodt, ftan Ban oiijS niet£ onts fangen, (x)
'tgfêongtot3aligï)eit; 30a tongeburig Dangen 38anbem/ betboogfle<©ocot: (yObantjem namt alle 3cgen.
W\i tteftt / 6 <©obt! en maaftt ong bert tot u gene? gen. (z) (w)Job7. 17,18. Pfalm8. 5. ■ {*) Job 3 5 • 7. (j)Dcut. 10.10,21»
(=0 Hoogd.1.4. Joh. <s. 44. »+.
Onwaardigheit, onmacht.
Wat 5ag ooit €>oöt in fjctu > trie lag in 50110«!
doodt, (bloot, (a) '
©an alle waardighcidt, bcc&ienfï/ cnÏ5?acbt/ ont-
ï©at tDÜ Dan noclj !}cttoïcefcb3nnfcöenDaangaati bccbïoeumi i
©anBJijlbelt/ kracht, enbcugö/ ofBan^ececbt'* bcit roemen! (b)
Niet onz' (al£ fcijanb / en fmaaD) maat d'Eer jn opgebjagcn/
2lan bie Drie-eenig God! en 3jjn genaads-behagen. (c) {*) Ephef.».i,ï, 3,«,». (*) t.Cot. i. 30,11. (f) Jfalmns.r.
Luceiï.n.
SP . Wm%
|
||||
i§ Lof, Plicht, en
Eb vetdoiventheir.
|
||||||
(</)Job35.io,ii. Pfal.14.enPfaI.53- Rom. 3.9,10, n. iz,tQtio.
|
||||||
16.
* En zoncki hulpe.
3©0 ïiggenö' in ons bloedt geworpen op het veldt,
<©nreIn en jeec mlfmaafit / gantg walgelijk gefïeit/ fênulftt nicmant toictD tot 0115c hulp geuonDen/ <®\e on£ met water wiefch, of wreef, enljaobcwon- r; / derj,
$*eeet <ü5ob gcnaöcïijfi tot ong 5ijn goetljeitg oogen/
;«Ên Jjecftong uit ong bloed, Ja3^ooüen-fiuil/ ge*
.- ■., tOBOl, (e)
|
||||||
Trooit-gezang. 19
»7-
Gods joepende Genade.
ïfg öie booj't machtig toaojbt aan afleg bjejen
geeft/
ïSieu tot De jtele leeft, gja öoobe ?iele leeft! g)ietge5u|met3ijn bloedt, guam'totiKyn^fec befpjengen/
Cn zalven met snn Geeft; ja teinefiïeeb'tenbjen» gen/
J^et aangenaam ciesaat, en fchoonheit, boeft ban binnen/ *
3£>ug tteftt bp beje 3teï/ tot sulb'te fiemeïg minne, (f)
(ƒ) Ezech. 16.«,7,8,9, io, ii,i2, is,enz.
Geeftlijk Huvvlijks verbondt. ^aar coepenbuit'tbetöetf/ bp batsebp behanb/
|£p bieb baat jtjne liefd', en b?en$t5e in De 25anb. Ik 2,al, 5elD hp / met u, in ondertrouwc treden! *
3|nrecht, gerechtigheit, eninbarmhertigheden. Gy, in geloof, en liefd', jult my boo? d'uwe kennen 1 Hietmeet tot vreemde gaan; rnaac u totmn ge» toennen, (g) (g) Hoze»2. 18,19,20. Hoogel. doorgaans. Job 2t. zx, 13,enz;
Pralm73.z4,*S)l5-17»i8.'
29>
Roem nier over!
<©g?00te^aïigï)dt! Jehova, ZondaarsGodt!
gjn Godts gemeenfchap Üaan! toat ifet g?oqtec Iqt i «^EonDaat! Godt, uw Godt! boa? het geloof te noemen;
Sin toaatheit afê lij n kindt, en erfgenaam te toemen; Iföet 4&obt 3|)n in't verbondt; toie ban bie gunfl uitfpjehen* (h)
KBim$ (©abt Jehova i£ / ban nimmec jets ontbre* ken. (i) *t%
{h) Pfalraas.u. eni4f.is. («') Pfalmij.doorgaans.
Kom. t. iij 12,enz. i.Cor.3,21,22,23. 25 x ï®an*
|
||||
zo Lof, Plicht, en
3°.
Openbaring aan Abraham.
|
||||||||||
Godts verbondtT <©Öëtl riep <ü5oÜt Abra-
|
||||||||||
_ham, Die OU (jcm gjlUj^l]ont)t._ Ik ben, JClpt
tjn/ uwGodt! genoegzaam in genape / Ik |
||||||||||
maak nu mijn Verbondt met 11, en uwen za-
|
||||||||||
de: Ik ben uw fchile, en loon! uw zaad zal
|
||||||||||
Canaan"erven, (k) *©en zegen Uail Uti)
ZaldT^rêlFglflacbTljCttoiÊcfiën. "(ïj f^) Genef.ii.i.enz. GeneCi7,i,7- Gencf. 15,1,7, 8,enz,
(i) GeneCn. 18. Galat. 3. 8. 3*.
Verzegelt door befhijdenis.
<©oöt rekent door geloof hem toe gerechtigheit ,(m)
OaföeBefnijdenis, totpanden5eltecl)rit/ ©an all' 't beloofde goeüt / (n) ÖOCl) 't zaad moefi Me Dagen (gen. (o) «Bgppteng fiatbe joft/ enDjuli/ ïaiifttnoeDig ö?a*
Abraliams ware zaadt, 3toecfC'ift bcel' tampfpoeDg toegen/ (p)
4Béc't nomt tec voile ruft, en erft De gjootfïe 3egen. (m) Gen. 15. ff. (n) Gen. r 7.7.9^0,11,11. R.om.4.11,12.
(0) Gcn.JS.IJ>l4, Iff. (/>) Handel.I4«2Z, H«bi.lï.i,x,j,enz. a©an5
|
||||||||||
Trooft-gezang. xi
Aan gants Ifraël.
2©annecc nu Abt'hams fcaadt, boog <0ob aan Ho-
reb fionbt/
«Bgpptenuitgeboert/ fpjceftt d'Engcl van 't Verbont, Ik ben Jehova, Godtvanu. J©il na mp booten: i. <©P5ljtmtjnEigendom, ih hebu*U uitverkoren, «grïtcnt mp Ooo? uw Godt! en hebt geen andre Go- den, J^oubu aan mijn verbondt, betoaattaï mijn Gebo- den, (q) * 1 (9) Exod. i?. SV «. Hand. 7. 3.8. Exod.20.enz.
I (raëls gedrag. • Iir'ciftent bitboo? goet: (0 maac ac&! fjoe Öaafï
toetlaat
©itbolftsijn Eigen <J5obt; afê't tot ben Afgodt gaat/ €n balt tot Kalverdicnft. (f) Ep tJouÜJ'loog afge* teelten/
©etgjamt 3ieh <©obt/ en bjcigt met öaat't©ec= bonb te b?efien/
3Docl) gaat ïjaar met een jok vandienftbaarheit bts jtoaten/
«En onbetwet, endek, innautocTuchtbetoatèn. (t) (r) Exod.19.7,8. (/")Exod.3? i.enz. Ezech.2o.I3,l4>l7>24>%S>lS-
(0 Exod.34-33- 2.Cor. 3-7- Gal.2. 23,24,«. 34"
Aan David en andre Vad'ien. . ii ') \
Boc&tang bit Heil-verbondt, bleef DavidstC00|ï/
en luft, 3a aller Vaad'ren coem. 35ie 't b?atï)t tct hemels ruft; ®it maaftt baat beet bol bjeugb/ 'tftonb'ïjaten
monbt ontfluiten
Mót lof en öanftbaattjeibt: eer 't heil noeft, mram uitfpruiten. > ■>■
-b;>/l 25 3 «£n
|
||||
vb Lof, Plicht, en
4£n fit? bit toag belooft, (ü) 4&oötg Ceö eu baftr
troutoe/
«Bïaat «jp ftönö 't oude volk Ijaat fjope 3cftec 6ou* tpen. (v)
(a) ■i.Üun.'jiii:,jgizi,ziitia. 2.Sam.iM,i, j,4, j,S,*7.
ïfalm8S.4> J.enz. Gen.49,10,18. Jobisi.25. Joh.!. s«.
(*; Lucei.6s,7o,7I,7ï,73,74,7j,enz.
H. ■.!■:. f , 3J-.
Onder fchaduwan.
|
|||||||||||||||||||||||||
JQ *?*? 't {Kloofi)C (jgpCD/ &D0: fchadu-
wen bedekt i£p jagciïWalcÖOO? $XtlJ ttV* |
|||||||||||||||||||||||||
=$=
|
ï=3SS£=~
|
||||||||||||||||||||||||
TjfipgTOtppW/' ^dftüt:w&ty' j&^OftT
|
|||||||||||||||||||||||||
fcfcr*
|
|||||||||||||||||||||||||
Dtetttibaatfocit bebangen / Mm$c tot betre
|
|||||||||||||||||||||||||
mm
|
|||||||||||||||||||||||||
pm / en tbacfrfcn jn^Htongcn "~^>at_
|
|||||||||||||||||||||||||
Ijaren imlanOt quam / in 't^jcefcö op^
|
|||||||||||||||||||||||||
heit./ ban alle vrome Vaadren. (vfr)
(»5 'Jftöogel.xiap;. ï. Sii eni. ■ Efeai; 64.1,4. Handel taSV*, 7.
l.F.etr.i,s>,ip,ii. Luce2,2S. 1' Ti Ojfichting van Dayids Tente.
Jbefjöou j qdaas Scepter tóeï / en Davids Tijk, in
R?oon/ (x) ■ ri')ii il h .' .(.uwn !0«taaftt tn y ©panbg matljt / bocö saïsön Hew
th Zoon, '.;!"-:','ijrfl
f{> c '*'s Davids
|
|||||||||||||||||||||||||
Traoft-gèzatig.i ^l
Davids vervallen hut, töc'fC ftcctïttftetopicïrtttt. (y)
<&en eeutoia ^onirtTtctjït oüet De boÏRcri fticfltcn, ÜP 3ou na'tbaflBetbonb/ op DavidsThroon re* qettm/
Cn't gantfdje Heidendom, Ijem onöetbaan boen ce* ten. (x) .v?
(*) Gen.+9-To, it. rTalm 89.39,4o,enz. B1eeh.i1.x7.
(y) AmosjMi.iz. Handel. 15.16,17,1«. (*) Lucei. 3«. Openb. 12. 5. - MetChriftikomue'tO.Teftaraent afgefchaft. wr>;: ',
©oe nuam De bolle tijdt, bat <£oöt ben güone
,3onbt. .:\;/. .... -, r / —
©gaatbcnliiBetbïeefcï): (a) boe bief Det Oud Ver-
bondt, ... ~|
«gn't Nieuw toierö ttitgebonct. ©oe 't Hchaamtoag
becfebenen/
^ijn fcljaöutoen betgaan: (b) aï 't Oude i$ tjccbtoe* ;-fïitn/; QC ; : '■- l!ov ■ - " ' rn-:'JS
't%$ allcsNieuwgamaakf. (c) 't ifCCft nuWHanbeC , -toefen/ •■.-;"• ■ -1 ■ .f", - -,.- :-cï,.-• s
Bh SJcjug tjeeft boïbaan \ «En Deétïp Ipcftcsen. (*J Galat..4v4, 5, «, 7. (') Hel>r,7.17,18,19. Hebt. ft. 11. " ,'
Hi3^i;.'9.'*8i9,*io, M, iiiwH6br;io,.eHi. (f)IB£Uiis«B7»*J.
• ■■—.- . :i.Cot. 3.17, J8. en 2,Cor. 5.16,17,18, enz. 't Nieuwe ïèffamérit verzegelt'.
?E>it Nieuwe Tcftamcnt ntl bafï in Jetus bloedt, (d)
(©ceft'bete ectffenig/*icn befï boïmaafiïét gcicbt/ Wpt <©nb ©erbonbtY fe) eert trjbtbanzaiigheitülu "■■-'■ tiWl«lfr(f) ; '•.'! M-' >.".-'X:...".:/' -. .:
<©00? Doop, en Avondmaal, verzegelt enbcteekent, jj|u in geen <®ffec-b1ae&t: maat in dit bloedVérgo t» tcn> ;::;;' -;
25 4 5£
|
|||||
X4 Lof, Plicht, en
3$tooïIeb?eu8&/ encoem/ boojaïïeSSonöBenoo*
ten. (g) (d)Zach.p. ii. Matth^S. 28. (e) Hebr. 7. 22. en Hcbr. 8.6.
(ƒ)Pfalm««. 10. i.Petr.i.9,10,11,12. (g)Co\.i. 11,12,13,14,1;.
Lucezi. 19, 20. i.Cot. 11.26.
39.
Roem van 't Nieuwe Verbondt.
|
|||||||||||||||
E5S=|S5|S^
|
|||||||||||||||
mwMm
|
|||||||||||||||
IBnt ton?: 't CCn gnltCJ lUOOjQ! ik maak een
"^ëuw Verbondt"? ^jfn plaatje ümfïjct-
|
|||||||||||||||
Oud' (nocl) ba|ïct op 5911 gjont/ ptc\
filaatöcï toegcDtcnt: üiaatln nu Abr'hams '3 |
|||||||||||||||
zegen, Voor alle volken, !g DOO? %t$tt
|
|||||||||||||||
hpig.ptthXQtiiy ^hgaltenboHcn 5911 ]erj.
|
|||||||||||||||
Volk, «hem &af.tot mijn cetc. (h)
(6) Jcrcm. 31.31, 32,33> 34. Hofca 2, ig, 19, 20, 21, 22.
(",.,5 .. 40. . ,.. , '■" ,
Des zelfs weldaden, vergevinge der zonden, zonder handfcluift,enz.
., gDeheil'ge, nu door't Recht gehciligt, enbolbaail ©anSleju^ onsen 2öo?g: (ijUomt on£ ge&eeloM* fïaan/
$p clfï geen Offer meer, qttïl handtfchrift nocl) ge dacht'nis, ■ -,
|
|||||||||||||||
Trooft-gezang. , i?
$81 aan ï)etfo?Ulg gcfcheurt, nu allen eis volbracht
is, (k)
©te fcljulöen Die 500 lang / tot <3!e5uïafïcn uïeben/ fggn tocg / en afgebaan / ten vollen nu vergeven. (1) (i) Ezai. 5-»«- Ezai. sï. 4,5,6,7,1°."- ik)CololT. 2.13,14,15,
(/) Hebr.9.u,i2, 14,15, 16,17. Hebr. 10.3,4, 10, i4,enis, enz. + 1.
't Recht aangebracht.
O zalig öan IjctboÏK / 'ttocïït <$obt de fchuld ver-
geeft, (m) ©an Zathans macht beti?tji>t / €>obt tot Jijn Vader Ijceft/
©00? 't aangebrachte Recht, m&tl) ölt b?pmoebig tteben/
(3ten ®l)?oone bcc gena: omfangen zijne Beden, (n) Cn met ten blij de ruft: inöejenGoëlcocmen. (o) 't <&n b?eef! geen fcliuïö-bectorjbt / taant wie4kan haar verdoemen? (p) {m) Pfalm 32. I.ït Rom. 5.8,9,10,11. Dan.9.27.
(») Hebr.4,H, IS, '6. ("j Johi9.2S- Hebr.4.S,9.
(/>) Ezai. j.o. 8,9. Joh. 16.23, 24, ênz. Rom. 8.1, n, 34>3S»enz.
4*.
Haat infehtijvinge derWet in 't hert.
gp btoalenbeban <6oöt / afneertg ban 5ön Wet
©oo£ 'tfteenig hert in'tölecfclj/ berbojben en be==
fniet/ <0cnecft tjpban bitquaat: entolï zijn wetten fchrij-
ven In 't binnenfte , en boen / bat5' 'n lUn wegen blij-
ven, (q) i >'{t ©lc kind'ren ban't ©ctbonbt bril 5elfg Jehpva leé-
J£aar trekken boo? 3fjn <J5eefl/ en boette tot ïjern
ueeten, (f) (9) Ezech. 11.19,20. Ezech. 36. 25,26,27. (r) Ezai. 54.13.
Jerem. 24.7. (f) Toh. 6.44,45, +<f. $5 5 go»
|
||||||
zfr Lof, Plicht, én
Gtoote maat" van kennis.
HiiIliliSiiiff!ili!iiii!üi
'Zoo mie ban üiaatfott ip inbt^t gaal ge
95anöt/ #tcl)ceft<0oötpWettcnlicl)tge-" fchreven in 't verftandt, (t) £ jjlTIjCtt ÖCf wijshek
bol / 5aHjp Dte anb'rcu ïcÊWit: (u)'©e
Geeft, Ijaac ingeflojt / Doet Daar öatifsjoplje* ItetèWW^fiP ttliïtt' GpdllïeeHi)idieiTüïrr
|
|||||
kindermonden blijken / (w) (Jgll Geeft en Woordt,
oplaaüy sarnnnaKröaiTöaa^lHciiü (xj~
(rt Hebr. .8.10. a.Cor. 4.3,4. 5. 6. (m) Pfalny 3^30, j«r
(v)Joëli.2J. (w) Pfalni.S. i, 3. (*) Ezai.'s'p.'io'.iïl.."',-y {Jaar yryUeitzijn nu ontvoogde kindeieii. ' ;,<■} f.lf ■ ft'j ;■ |' '/
^00? 5|c5Ug hu beeïoji bah 't jok der Üienftbaar-
i' ' ' heitv ■ ■ r .,-! \ !;;o'? m , L'flfionnid 1' r:ï ©an't cc c(le A. Bc. Ce. jy bjojben niet Bfïf fev i©oo? uicnfc&jclrjït ontj^g • uiaac; aïgijpntvoogde kinderen, (y) ) ,>■..?
3Bie ooft niet fïaanban bete'. J©af 30Ü nu toegank
fttnb'tcn* ,SPn*<}- ®oa} 3c$ü$ booo aan 't $i?i# ƒ lp d'Voorhank
bjcggenonien / t» • M -«o3 ...... <@m
|
|||||
Troofl-gezang.! ï?
<@m nu a\$ Prieftren Gods, in't ï&eiliabam te fcü»
men. (a) 0) Gal.4. i,i, 3,4, $,6,7, enz. Gil. s. i* enz. .;•
(=;) Ej>hef.2.i2,13,14,15,18, is>> enz. («) i.Fetr. 2. s, y. ■■" Mogen vrymoedig naderen, enz. * T' -I;1
3^at 5p bug ulnö'cen gijn / getuigt die» Heii'gea
Geeft,
S&icöaatvrymoedig maaïu/ cnïeiö3eonbetyeefï . (Cot 5c3u$ in ti&cïoou' en ^ope op en naöct/
Cn boet met fïinbet5ucöt tan toepen Abba, Va- der ! (b) Naboen Die Ci^ en vraag, nuvaneengoetgewiflè, (Ï©antgie5u^ ijceft bolöaan) om'gfêeineféctffe* nifle. (c) (t)R.om.8.is, I6,i7,enz. EpheCz. i8. Gal.4-«. (Oi.Petr 3.zi^
Die vryheit geen losheit, enz.
Jgoe gjootec öie aena / öoe tneerbet ^auabaats
■1 öeit/ uü .. ! m iiiii Hoe Maatbet ïicïjt en ttoofï/ Ijoe meetbtt Ijeiligfttlt l
3©ant toie gena mis§ü?uil»t/ geeft geen genabéts fcöooning/ (d)
3&ee3' vryheitneemtnoit tueg/ ben bienfi ban 0115«« . /.toning. .-,.,.» ■ = . • /., ,... ', . . rR J
<©lt fconuiluylte 3aab ftan jicö ooft niet begeberi/ <Ü>m na ÖCt menlchen wil, maat door denGceftte leven, (e) (■.■ :..:. (d) Ram. 6.1, 2. Tit. 2.10, ii, 12,13, 14- Zendbrief Juds^s4::
(e) i.Joh.5.18. i.Cor.7.25. Gal.j.14,1*, I8.en22. r l.Petr.4-1,2,3,4- ' ' >' 'l ' ; '■ '*„■'■ ■<■■■*. ..... ......" 'j
_.■■#!■<' - . -K.-l ~.k - .
Ingank van't Heidendonji; j. if; >.K j ;l'ilti'
#oïi Jezus boo? sou boob/ toctbjattjet middcl-
fcho.t, - - .,.1 ,'>' ,-■ :'■ -,,''• « ;,' '
|
|||
2,8 Lof, Plicht, en
ï|p Bjacöt get Heidendom, vervreemd, Wet na 6p
<©oÖt/ (f)
©p nu ter rcc&tet ftanbt in fieerlpljeit üetfjcben/ èrjn Geeft (n loolïct mart aen iebrc ijeeft gegeucn/(g) <^p bat aan 'gtoereltg cinD/ 3tjn Ifcöt etii)eü"5ou fïcalen
©oo? 't «ffiuangeïig 3©oo?o / in aller Volken ta* Jen. (h)
(ƒ) Ephefi 2.12,13,14. IS. i«,enz. (g) Handel. 2.17,18,19.
enjfsjj. (<>) Pfalra6«. en 96. 10. Plalm98.1, 2,3.
Ezai.9.1,2. Matth, 28.19,20.
4.8.
Verwerpinge der Joden.
iBanaCGt önn Jefchurun, DC Rotz' zijns heils
fis
|
|||||||
verknaad,' (1) <£n 43oDt tjOat Scheid-brief Qtcffl
'^c^aön^l^mt^lïtüaat / (k) Moet
ÖiC onvruchtbaar ÜJOjB/ HU «JBoÏJC kind'ren
baren ^jn menigte/ OOR Die UU alle volken ~~^uaJlJiDirz7ad (na DeTietofFTöir™
^ïjjuju^oïïlïëöwerüen / jflöocft ödöT 't <©eÏ80B' UI ïjeitl / Abrahams zegen erven, (m)
(!) Deut. 32.1 5. (<0 Hofca2. i, 2,5, enz. (/) Ezai. $4.1,2, ét
(m) Genef. 22.18. Galat. 3.7, 8,9, <J£da-
|
|||||||
Trooft-gezang. z<>
49-
Dankxegginge.
i& dagen tiatl <©oDg fjeil / <Ö«iaÖet!tljftc ttjöt!
JÖU Zions Tenten 5{jn/ 500 ruim, 500 breet en wijdt, 3§at Die t)et l^eiöcnöain / en ou£ / tn tjaat bcbatten. <B sjoote Ealigheit / Dat top ban 'g Üüemclg-fcgat* ten
Mced'-erfgcnamcn 51)11; Die nocl) 500 beel' ontbee* ten/ (n)
ïöat Eer ? en Dankbaarheit ? ftomt U niet toe/6 Jfeete l (») Pfalmjs- doorgaans. Pfalmioo. Ezai. 54.1,2, j, enz.
l.Cor. 6.1, 1. Ephef. 3.x, 6, 8, 10,11,12, 50.
Wedervaren der Kerke. 10 Vervolgingen.
m$ nu booj CIjjifd fijacljt De gatftan nam De
totjB/
4Bn 't wederhoorig boïlt b?atï)t tot 5Jjn Honlngctjft/ Wa$ d'oude Slang gecaaftt/ gatu| toojnfg en net» bolgen/
üionit Tienwerf met 50afSot / ïjet Vrouwen-zaad vervolgen;
©OCÏ) 't bloedt der Martelaars, bOCJ CÖJtfïi naam Örcgotra/
Vermeerderde De £»cDaac ban gfóu SSonDgenoten. Alt bleek in de 10 Heidenfche vervolgingen, zie Horni
Kerkelijke Hiftoricn. 51. *
Verval in voorfpoedt. ©oen aïom 't Heidendom toiccD Cpjifla onöec»
Daan/
©e ïttcth t)aD cufï cnfboeDt: maetacfi! mensas betgaan
©en poet tooo? <J5oDg eet. ©e ïieföe tot De toaatfieft. ©e geiUgheit / en DeugD / Die cectijtsg 5ulb'« hiaat* Ödt/
|
||||
3o Lof, Plicht, en
f$tt onkruit wierd gczaait, öorjJ mcnfcfien ÖOribttl/
liften/ (o)
3N gatljan met jijn 3aa0t toont sicf) in fchijn ccn Chriikn, |
||||||||||
[o) Mattli. ij. 24, 25. Teil tijden van de Keyzer Conftantinus
deGroote, zie fcüorniKerkelijke Hiftorie. |
||||||||||
(f) :.Theiï.2.3,4. (q) Openb. 11. 8,9,10, u, 12,13,
* Ten tijde der Reformatie. |
||||||||||
B.efdrmatie.
Die twee getuigen (taan , ïjaat fïettt faWb nu ge-
hoort, |
||||||||||
Tïooft-gezang. 3 ï
^PiCll Engel met 5tjn %\m$ Doo? 't eeuwig blijde
woordt,
Hiep/ en roept nu ter tj)öt/ Dat ieder zich zal keeren Cot ü'00?fp?0Hhöan het Itl: Godt na zijn woordt te Ccrett. (r)
©f e nor!) De 3aligheit Den jonDaar aan ft om t bieDen/ «Jiföaaetofe onachtzaam is, hoe jal toffcaffontülie* ben! (f) .
(r) Openb. 14.S, 7, (f) Hebr, t. 3.
, . *+•
Noodiging tot 't Verbondt.
Ifècn hoojt batto?ienb'Inft tooo|bt / wie dorflig is
die kuom,
<8Ift 3C0ik Hoorn ! drepkt my.! uit utoe Uolfteibtg ffroom/ (t)
ijfoojt He3U# / roept/ wend u totmy, van't eind' deraerden, (u)
Ügeg hier ben tft/ om uto ©erbonbboo? mp t'aans
baatben.
O Vader! toümp trage/ tot Uto Sone trekken! (v) Komt boeft / 6 Heiige Geeft, mijn boobig her te toeft* ften! (w)
(<) Ezai 55.1,2,3,4- Openb.21.6. eni2.i7. («) Ezai. 45.z2.
(y) joh.6.44,45- (■») Pfalm 51.12,14. Joh.6. 63. **'
Beweegreden.
©e^onbaSrkornedan, en toetje langer niet/
üEcrtoijï noch %t$ii$ roept, en 3011 gcnaöe biedt, (x) ga tjaafie jich / en ftoom met etnft en «loer loopen/ ï£p neem jtjn tooo jöen aan / De g joub ban alle hope. il» gebe zijne handt, cngasifagiclbcrbtnöen (y) Mm Jezus, Daar i$ ruft, én 't geen betnocgt/ te blnben. (z) (*) Matth. 11.28,29,3°. Hebr. 3.«» 7,«» 9, *•', n, 12, i3i 14. enz»
Pftlm 11949,5o,74. «1. GO 2.Chton. 30. «. (*) Halm 73. ij; 24) »(,»«,»7,«. '■ ^,
|
|||
3i Lof, Plicht, en
|
|||||||
[a) Spreuk, i. zo,2t,z2, 23,14,28,29, 30,enz. (t)Jerem.i. 12,13.
Matth. 7.1«, 27. 2.CULon. 29.11,12. i.Cor. 3.21,22,23. |
|||||||
57. .
DeplichtenderBondtgenootcn. weerliefde, vreezeGods,gehoor- zaamheit, enz. IBcl aan/toateifchtde Heerbaniebet 25onogenoot *
3&ie oooj't geloof omtjeifï öie gocöecen joogjoot! 2ïï£ mtt Jijn gantfchc hert, hem lieven, en te vreezen, In zijn wegen te gaan, l)em onöetöaan tetoejen/ (c) fCe flennrn op jijn tooojüt / öe grootfte loon te Voacljs ten/ (d)
€11 aïïeg buiten §tm / aïg niets en fchatc acïjten. (e) M Dtut.io.il. MichaS 8. (rf)Gen.i$.i. enl7.i.
(«) ïied.x.i,2,3- thili.7,%,9- Hcbi.n.z5.s«>*7-___ ©ie
|
|||||||
Trooft-gezang. 33
Idfm.
3$&e toemt in Gods Verbond , DWt ^CJW liep»* öoo?g?ieft/ «EHe leeft door zijn Geloof: biett dringt de weder- liefd',
$k> oordeelt 3! cft becplicljt /aan Sfóug nu gettorven, (©ooj toim'tbeloofbe goeöt ten bollen $BerAuos=> . ".-ben) ■ ,. .
^mnu boo?taan niet meet na eigen wil te leven, * IBaacnatijntoH*/ tot<£ec/ ban öem voor ons ge* ,geben. (g) (3) R.om.i.i«ji7i z.Cor.s.i4>t$. Tit.l.14.
Geen gemeenlchap met Goddeloozen, ent. •*
^p 5P geen jok-genoot van 't ongeloovig Rot,
3® rt^rongerechtighdt ïjeb bp geen ocel nacij lot ; |?Ct saltS |f cmefê-licht, blien hclfc duifterniflè; b'<@ptecijté bjome man/ bcbjaact een goet gebaf flé: Up geeft jijn fïetnmeniet/ aan 1005e boo5eftohetj{ ChriftuscnBelial, gicg'nottte jaarnbeclejien. (h) ,,} i.3 i. (iyi;corl«.i4,ij. * • Noch aan haai Zonden. , ,,r, ... % :,•,-• •
M%'t bolft ban €ö?t(ïug bjeemt / Beeft Bp geen
mededeel; f
$aat' «©«oen / baeg/ enelnö / bctbaeept öp in 't ge*
l^p ticöt 3iclj na öat <0oö gebicö / of Beeft betoon
-:;?;ï,'öen/. n _•:.:;•':
$P toert/ Gods Tempel, boegt niet met öe vreemd^
'*.' tGoden. ■• ffftjjï .:.-,'■
©ie'swerelts vriendt wil lijn, $al<0oDttotVyandt
maften/ (0 - , • ,.
;. (»)J»»b.4.4.J. ;»
|
||||
Lof, Pliqht* en
|
||||||||||||||
H
|
||||||||||||||
3Uug fcheidt hy, en gaat ujt, om Qtttl onrein te ra-
Ken. (k) .,,-,! lv, (.\) »-Cor.6.15:,ifi, 17. r.uW'l 'A(&
Beloften aa.11 <|ie hav a/icheiden. w jw)( -,»,■
|
||||||||||||||
«&an JCtÖ De i^ecc ik zal u zijn tot eenen
—........"-------"-----------•*■-------—......---------"s^sgg
|
||||||||||||||
.Godtl. <$tigp5Ult3Üntnijnfp.lk, ^ttrsn
|
||||||||||||||
in mijn lot / Ik neme u dan aan tot Bochreren en
|
||||||||||||||
Zonen, 3Ï& wand'le onder u, ta ik zal in u
|
||||||||||||||
wooneri. %jft de Almachtig Godt! gg|g ÏCbClIjSt
|
||||||||||||||
|
||||||||||||||
genoot / m CCUVOig trouwe Vader! (1)
(/) i.Cot.6. i'f, i»i
<&.
©eloove door liefde werkzaam.
©telUbt i^ban'tVcrbondt, 0oo?ge5U#1:Becc=
lijft ^ooft/ ©ie toane met 5ijn boen / bat fij oprec&t gelooft, «&cen bloot, seen dood Geloof j in feMn alleen Voaaracïjtifj/ ■••" 5,'5« ;'-' jlocö ulteclrjli bectoon / maat bat boojliefde krach-
tig Ö53 - od ,!.•,:.•-• • v .,«-.'.; . gig <©oöc aangenaam: bat ftan betjeeft'cinff aeben/
«ïflt Ö3|i5Ön uitde dood gegaan, m*t bjati febftl. (m> (ui) Kom. i. 1. Galat. 5, f. en «. 15. Jacob. 2.14»
|
||||||||||||||
Trooil-gqzang. $$
MoetenzijnecnKóninklijkPiièfteYdóïB,' een hèiU^Vólfc'10'
l©p ban met ^3u£.egg I Fn ^aö? ipeg'èlifeacBt/,
ggn nu Gods Prïcftc'rdöm, een Koninklijk geflacht,
gijn eigen heilig Volk, öoij ^ejU^ nu verkregen, «Patjijne deugden roemt, ai t)'ouD jijn naam in $e* gen. (n) sêjf!—" ~~'- -"■'-:'
©möatGodt heilig is, in'aijgnbaenenöantieï/
SÖctaamt bng Keiiighcit in öfcte/ tong/'éti %m tirf. (o). v-;*v
■{») I.Jeit.2J4,-j>«,7,8,9, tö« (o) I.Pctt.I.l^IS.i*. i.tf
I.Pett. i. 15, I<5. s
Nieuwe Schepfelen.
<E>ie<éoöt met öcmUfccent/ £n&aac5icïjtttc&e=>
Heelt/;-" . r "*• ■ , i: '■.;.•. ipoct Nieuwe Schepièis ^a, becanbew na God» ;, *, &é\df",/p) -.V77-V , ■
«In Bp 'tGilóflve, öci^4!4!6j4w5drdèkj^Ufc|oes Lijdzaam m matig jgn; Éftt ftan eW beft, tt$tiae>
gen: - Godzaligheit:, eflliefd', tot Broeders, jatotaUéi},
3£it (Staf öe 5icfe bafi üoóf ftruikékn en tjallen.w (f). *-^o?-.i-i?? *§■ (?). ï-Eett'»■»' *> S. i 7» S»-fcï% H* -
■' '"ii'./j'iK?',. ' %f\ ■
Onder*pe^ Jftó zich zelfs- '.^~
ï©e} aanbfe Deftht te fiaan in 't 3aïfge Verbont,
Doorzoek* hém zelvcn nauw ; en peil 3tjng ffitttn gjoribt/<r)
IDant niet elft een bic tocmt/ en 3egt/ 6 Heere, Heere! Gaat in zijn Koninkrijk, höc& 3al bF»<3oDt fcfccftef*; ten. (Q , '. ,,, .. '.-., .". j
€lft 3ie be tec&tepïlcïjt ban toate ^onögenootcn/
|
|||
36 Lof, Plicht, en
«&ioordeel, of jicö ftftfcfci bit^ecöono gfjïo»
xm. (t) .,;:;'
_V'^,.;.'. 'M ,ï.Cor.«.i..;£#«:*.j,4,5.
YdeleioemctvvanGodsVeibcmd., levend'iugeveinfthetr* ; ,,,-y |
|||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||
ppr $ een hufeh^s-vóick, ipöffli
|
|||||||||||||||||
pJOnftt ItlCt Gods Verhoudt, <£tt 'tmtmt ttlCt
EE2
|
|||||||||||||||||
fcjpjaon gclaftt Gods woorden in,den
|
|||||||||||||||||
mondt, <©aar 't ÜOtty <Ö5aÖ0 Wet en
|
|||||||||||||||||
Tucht,, bertoecöt en gaat itrrttcScn /- fflantg
|
|||||||||||||||||
goddeloos, outbloot Ufln DCUgt CU pttigê
|
|||||||||||||||||
jeöen /,étlÜtimiijRjtutpunJoöpt/rtirt ,"
|
|||||||||||||||||
lü
|
öte af jön getoeften / ?$an €tobt en 't öci*
|
||||||||||||||||
lig lïec&t/ tot alle 6005e tfre&en.;(<
(») Pfalmso,is, 17,11. Eiech.33.31»»i.(n'.
iBlróederhaat. ; • ©at ooft <0oq£ 25a»bSÊnoot / tot in ïjtt ïjtm
mv
^S koppelt fteeds bedrog. <tn ban met lafter, fmaat,
|
|||||||||||||||||
Trooft-gezang. 37
:©etbOlgt / én achterklap* van Zonen zij ner Moeder:
fjga fcfieno Dien öy i» fcöyn ernentboo?38iun Broe-
der! JKaac «Bobt We 't 3tet / saï eeng tct ftraf (ó fc&f Ht!)
genaftcn/ €n 't ouaat boa; feöetg 005 / (tot fc&an&e l) fienïtjft
maften, (v) fi t ,- (f) Pfalm $». is. 10» ii»"»iJ- s.TheiTal. t. i,6,f.
lij begeerlijkheden der zonde, enz, M
3tcöJ itijolftna^oötgenoemt/ 30056*1: nu af*
, geïetöt! < € Injaagt ben Wgobt na/ ban sijnbegealgR&eft:
't Sp welluft ban bet blcefeb; begeerlijkhcit der oogeri;
JJooit ban brt aacbgbecsaab: 000? trotsheit opge*
togen ..... Coteecf/ p?acgtenfïaat/ m grqotsheit Van dit la-
ven: <Pie3Qnnu/ ïaa#! bet toftDaat elft toeeö geen gee
bieben! (w) (w) a.Timoth.j.i,2,},4,j. i.Peir,3.3. i.Jolt.i.xs.jff,r7.
,":s 1 !. ! 69. *r. \<W0Cri
Trouwloosheir, ondankbaarheit, zorgloosheir» enKi- :S
't ©eebaflect Chriftendom bug trouweloos aatl
i^ouö nocb Verbondt, nocg plicht, belofte/ nocö
gc&obt.
^at bolh'ttoelB<$ob met ftjacljt uit Babds ftrik- .:f,ken ijaaloe/ ' '■•• <^^m\.
«n met 3ijn tooo?b/en gunfI/300 geerttjft befïraaï&e/
(&OQM<©oDtgecnDankbaarhcit, nocj)vrucht, bQO| alle 3cgen/
't3$ laauw en zorgeloos, 'tbecacgt4&oö# öeil'ge bicgen. (x) ( -ru»-- ¥fe d») Eraj, sp- doorgaan»'. a.Timoth. j. x, 2, a ,4, jliazV- J.
'•' i.i t>ptI*.Ï.I4>lS»i«»I7»W»I^ r!;ï)tó» |
|||
Lof, Plicht, fen
|
|||||||||||||||||||||||
38
|
|||||||||||||||||||||||
VlQÏOf
...';■ Of'Sth:
|
|||||||||||||||||||||||
«eaaW %H èóats Kerk.
|
|||||||||||||||||||||||
tfetahttntt icfót Hm en gjlanff tteg jjffp"
|
|||||||||||||||||||||||
vöiks ter rif êc / 3jn 't flof/ (haar handt vcr-
|
|||||||||||||||||||||||
ftroir)"tn camp en uIöck/ ö ïpeer! (y) ©et*
|
|||||||||||||||||||||||
toocyTmlrtoeDt / üèroett/gcfetjeurt/ bol
|
|||||||||||||||||||||||
mact ftgeebtg njcetrrrt / hlagn^jWimt
|
|||||||||||||||||||||||
3E
|
|||||||||||||||||||||||
|lpl=f=IËtllÉ£i
|
|||||||||||||||||||||||
^^^l&rlté MpIPpg;
|
|||||||||||||||||||||||
ftéljeel fcfjtjnt tè ohrmatftem;
., (ji) Dan. 12.i.S.enz. Matth. i+.«, 7,S,s, 1!^*»%
,' 71. * «c'.ag
Soes d^vjfjifdjft. -m .;?•£,,
Üu 't Gogs en Magogs volk met nsacfit te 3atncn
Cn poost na ö'onöerganft ban'tftonfnfirtjïi ban
<©oot. 5; Je 'tSïomt alg cenwoefte Zee> 'ttoHaHegtrtJttftfao*
men/ (Cen jp Dat gp / 6 Heer! ong 5ult ter ftufpe nomen/
$# të fl» ïjecï aeöaan met ö'toaacl)cit/ü Jpijeit/ïeben;
386*5* gfcQ
|
|||||||||||||||||||||||
Trööft-leïaïig. *3$
Sbö gp ón£itt 't getoettBahftatt 5onoidfoec3«tMi.(i)
(^) Pialm il+.doörgiurts. Ewch.37.38, 3S-
Vaftighett vïh Gèds Verhoudt. U&aat gp ftónb nïtt#érnièct verbreken uwVer-
bondt, ..-■'•, . 1 ^00 onveranderlijk &p Ccö7 op iCcouto gegjont/ (a) jmaac 't i$ uto iieütg teebt / toeï ftctngeujft te to|&=
ft-eh
De Breuk van uwVerbondt: <ön bie 500 tcoirtoïoo^ h ^beften
©an garen ceeïjten plic&t / öic öoo? öe ®ucöt te feeten;
j&fetrneei: Dan u/ fiaac goèb/ tot pöelftflt te fee* ten. (b)
(*)Ö5iHh|&jfJ4jJ. Ezai. $4.10. H0zea2.it. Hebr.«as,i7,it.
(*) Xevi t. 2«. 2 5 > 41 > 42.43»44> 4J- Hoiea 2. s > *>. '7?. '
Ver waétórtgè vah *herftcllinge.
«Dpnomtecng tautogïang/ bantoiniuto&eees
fcljappp/ , ©an toojb uto ïüexft toedo jï ban aile Cpjannp/ (c) 3&an toojö fptujatem tjefielt tot lof opaacöen/ (d) %l$ bïe in ftoosöttt jfin/ ceïlë üw VcAbndt aaiv baacDcn; , "
Cnkuflèn uwen Zoon, ban moet Ijaac ttotgheittoijs
■«.,', &en/ • . ....: • -..• -, », ,-ï ....-, ïlafai: raacöt/ ge&iebt /««glans , nomt in uw Konink- - 'rijke; '"(e) "(V) PfaTmfeo.i,2, 3, 4,e'nz. («I) Èzai. 62.7. 'pTalm I4»4>7.
(«} Flalm7i.o, 11. Ezai.4S.7>*7.enz. en«o. 1,2,3,4, s, 10, enz* 'Verlangin fta Eahdögt, %hz.
3©anncec toojbt 't Chriuendom (nu bu£ flc*
fdöeuct/gebeeït) ' ", ' &ot aw Verbont gebjaebt* Baa« bjeaft*ento*gefteelt/
C 4 Jlen*
|
|||
4.0 Lof, Plicht, en
fflamm jaï Zlons jctt / en fmettdpe toonben/
tëené \oeet qmtyn jgn i €n 3amen 5ön berbonben Juda en Ephraim ? (e) jatóanncrt jaï [jet bwjen %&at Wmm Name Een: ccnb?acljtig jn gcpj^en J (O («} Ezai.ii. 13. Ezech.}7. 22,23,24. (ƒ} Zach.14.9.
• ' ' fj'.''" -
Gebedt voor Joden.
|
|||||||||||||
'tfficrtjayocjodendom, torift faüüjjgünftc
|
|||||||||||||
fionDt / ëcctijö^ Utü eigendom, t)Ct
|
|||||||||||||
ÜOlR Uan UÜ) Verbondt! 't Is wel döpr onge-
|
|||||||||||||
loof van haren ftam gebroken > tfiSjti t)tbt ooh
|
|||||||||||||
na u tcctit /JQaat mocttüi! lang geipjofan: (g)
SE
|
|||||||||||||
«JlBnat ÖHIRt aan uw Verbond, bezworen
|
|||||||||||||
meth.inr'Vaad'ren, (h) <£n ÖOCt franc na be-
F
p,__»^"7 iW'"1* ""qt*"_"~ f .,,,
|
|||||||||||||
loft', toefjami ^ctlanüt naaü'ren! (i)
(|) Deut.29.19, 20,21,22. Ezti.si.t. Rom. 11.20, 21,22,2}.
(t>) Deut.4.?7,ï», 29, 30, 31,.enz. (i) Ezai. 11.7,8,9.
Hozear.10, 11. cap. 3.4, s. R.om. 11. zs,z6,27,1«,29,30.
■, ■' ::':'. ■,' ■ :V #•'.
Voot Heidewen.
SEict nocïj na 't Heidendom, bctbuffïert bange*
mofüt/ , " _ ©aftttnWg ban 't Verbondt,betbjmnt ban 't Ijoog*
frfloeöt/, . ,,,;, -.<■"♦• v* '"■•- Haar
|
|||||||||||||
Troqft-gezang. 41
Haar wijzen zijn doeh dwaas, (i) toHtgpïjaaï nocft
ecng ïeeten
©an pö'Ie «fcobenbfenfi / tot titoe toegen fteetfn. ?ficl)! ftotntbocböaafl uw heil den Volken openba- ■••' ren, (k)
Cn tollt baat volheit meetotato Vcrbondt berga* een. 'i '■ (») Kom. 1. zi, xi, ij. (^) Ezai. 60. doorgaans»
.77«
Grondt van hope. ga gp 3Ult t'5ijnet tijbt uitvoeren al uw Wbort,
«Btoo? utocn «öeeft öooisegt / ban ouds, al lang ge* boo?t/ (0
J©p töfttj in <©eloof beranbedng verwachten, <&n tóaftenbc bcreibt/ al onje pUc&t bet?acl)ten/ (m) Uitziende na uw heil, en fmecncnn|et bt bjio'men/ Uw Koainkrijkc kooin'! ja / Jezus wil haalt ko- men! (n) (/) Hebr. z. 1, 2,3, enz. Ez.1'1.4«. 9,10. Handel, i. zt.
'•■• (mV Mich. 7.7. Matth. zj.u. Marc.t], 33>3S> (»} Ffalm 14.7. Hoogel. 8: 14. Openb. zz. zo. ,78*' . "*".;,-; ■:= •
Klachtc over ftrijdt.
<£n top aléödsenaac^ in'tEanbt berl)?ecmö';
ïlngfcöap/ jkodjftïebcnücaan'tflof: (o)fïaanb'op 500 lagen . ttap , »;.?h M |r M-r/rrs':. • '
Ban Ijciüg&cit en öeugt. (p) Maakt on£ uto Geeft genegen/ ;i: 3
Cen goebe na <©obg J©et / het vlcefch begeertec
rr tegen; (q) ; • ... ..■-.:.
©ug Haan top jonbec rufl / gewapent om te fïtijben/
<gn zuchten onbec'cj0R/^ toon 300 toeelbjuug te ïtje ben. CO («) Pfalm 119.19,15. (p)' i.Cot. 13.9,10,11,enz.
jfl) B.om,7-i4, zi,zi,Z3, Z4, Z5,z«. Galat. s. i«. ir.
(r) z.Gof.j.z,3,4- Epher.6,i<s, iz,.13,enz.
|
|||
4* Lof, Plicht, tti Tröoft, &c.
79- Zucht na verloffinge.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
l^gg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
P
|
iS&fttffcnnaattt gp ofi£ b?n öart j&ntreh
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
=35E
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
f II fIcttÖ * Van 't lichaam dezes doods ? ell
üiccht DiC5TJ005C <Ceht * (f) $ cb.yaftf $icn>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ipfcl
|
^^^1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
baiiöt en (icijöt / eens gantslp 5ün ont*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
toontth ♦ i@an hcelë pTtTterffèlijk, dödt 't leven
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
füü^lpi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
's Vaders huis Dato ÜQöén / (u) %n. ^OMC rtift
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
en vreugd', om uuj walmaant tejoben.
(f) K.om.7.14,15. i.Cot.j,i,2,i,4,j, PhiLi,zi,i2,-zj.
'(/) l.Cdt.ij;'s^5bs«»57* (fc) HMihis.ïi. Jo&H.T.ï,}. 8o.„ . :;•":-;, .
'i»f-unuit. u ■ 'ca ü . ? : fbij i(«i i.'iurnUsJHfiïïsf
©an 3ui!en ton tot lof betljcffen onsen toon:
'«Elitoepen.Ecr'iyGodt! len^l^mop zijnen Throon! uaet al Dicc ^ctjacen-cen / Die 'g öonfngg iCöjoon ömtün^en/ .. -; . i'
ï^aar juïlcn tou niet toieugö / en ïjénteïg tongen
.Stagen leluja • idoft Godt, fooft <&oi$ BetaatnujKöè= oen: LooftdieDrrè-ecnigGod! loofthemnieeuWgSeoen J PfalmioJ.zb.ii,22. PfiliriiSó.i.Tj's. Opijib.,'f• i»io» $et
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
- '. 7*f.? "j HL - - I!
Geeft'lijk Prophetis
BkÜILOPTS-LlËDT,
Van onzen Koning Jezus CMftüs '
en iijh iterke, enz.
. Periiat in de» 'vijf-in-veerfi^ien ÏPfittin. Hét eèrfré Dëèï.
^bjc öc i/ */ m ?de becflen» i. Éen OnderWijzingc, ten Lïêdt der ïïèrBfcn : voor
den Opper- zang-mecfkr : onder detSiïdcren van 'Koran V ©P SchctfchWihï. " ; %J J;; ■ *. Mijn herte geeft cen,goede reden op:,. Reegge mij-
ne Gedichten aft Van Wnen.Kornnr^WrjA Wn|e* «eapetme eens vaardigen Schrijvers., V v,! Ebova! jjcbe ltCt)f / CH 00|)'nc
|
||||||
onjS Cf5tcöt f (a) ^p töAfcfe öAg tift
~qüaHHT K^ngrn penGcdichn^i Ipt (*) Pfilmiis>.i«. Eplitf.l«J^i<!.i7»l*»i9. W Pfslms»-1?-
hert
|
||||||
't Geeft'Hjk Prophetis
|
||||||||||||
44
|
||||||||||||
hertöcr 5aftca bos / tui! plia öen mnmt anu
|
||||||||||||
(JUttm / (c$|*Ct kookt M rijft Öffl Ijdög / ÖÉt
|
||||||||||||
moet een reden uitten, üoöm öiec / ö CjftjleH-
|
||||||||||||
5tel/ mtm Dicht geeft blnbectoaning/ &om
|
||||||||||||
3tnöt Dit Liefde-liedt, bah Jezus onzen Koning.
'(<} P6im57. S. 2.Cor.4,13.
.' ■•■' ! .i ' i i ".
X. <$5c tonge als een pen, Wefl?oote Dfogmfchrijft,
«Dooj 't grmel£-buuc ontbonftt / Dienaar 500 baac* gmgtbaü Gods eenig Zoon, ban eewtoÈgfieft fleöos
tem , ,
;©ie boó? 0$ toerelög fljonöt / ten Koning i$ becnos ten: (e)
4Sn bolgen^'t Vreed-verbdnd, 50M fiem öenSaDet: gebea
<Een uitbetftojen jaabt/ ten ïeben opgefcl>?eben. (f) {d) Pfilm ip. 3. A&or. 1.3. («) Pfalmz.S, 7, ï.enz. Eiai.41. <s.
(ƒ) Ez»i.4».«. 7- Joh.i7.«iS», |
||||||||||||
Hp erfgenaam des Rijks j na 't EtUÜjfg Cefïfls
ment/ (g)
j&oefl op ooft Borge zijn , boo? 't boiït Sem toe- fleftenr;
<&fe$u uffJfioamgsaabt/ beeballen/ moeflhep? aaab'ccn/ ■ ,( »
|
||||||||||||
'• Bruiïofts-liedt.' 7 45-
aUSobtgraijtboojijaac bolöoen/ alg Hoogcprieder
uaab'cen: (h)
ga boo? bit eigcndpm.be boofit aan' t &?uf ce fïetben/ «Poo? d'arbeid van zijn ziel, mocfl Ü|* ditzaadt bettoec *
k «beftii.b \ ,'..-.iM\r * *" swiv ■
(h) Jer. jo. ii, ïi. Hébr. 7.17,11, zz. Hebr. «.6, 7,enz.
(<ƒ Ezai. SJ.+, f,6,7, io.u. Joh.17.19. Ojenb.s.J.io. ,' r;;.iji, nut; - ,=» '^ nooifl
« 4. 3- Gyzijtveelfchoonderdajidemenfchenkinderen; genadcisuit-,
gcitort in uwe lippenjdaarom heeftu God gezegent in eeuwigheit.. Daitu/ 6Koning! nu betreffen top ben toon/
IgOObOlban Majeftcit, uitmuntend', l)eecï0ft/fchoon. Schoon boven b'öng'len <t$Ob£ / en kinderen der Menfchen, (k)
Bol ïiefoc en gena~. ja al bat turn ïtan toenfcöen. €>ccb' / bat uto Jiefbc-gloet / De^ teccelt^-ïisföe .....blufle/O)
©at ong uto'oog'bcfïcaal/ tntouuto lippen ïtuf*
= fen. (m) ,; ,; , ■% (.{) Hoogel.s-9>Jo.ï?.>2i'l.i4.is»iff- HpVr« t. 4VS1 enz.
(i) Tsbog'ei.r.+v •ztettPjYi+.rr. Epjfer.i.té,ij.
(m) Exod.3. 7. T-falin i. H, 12. Hoögel. 1. z.
""'.■' - t ï\ \ '■- f.
Hto lippen jooberbuit met zegen en gena, «©ntfïuit 000? on^ / en gceb' bat eik ban av,$ becfïa ©e wond'ren uwer wet, en utotecuojgsntijeben/ (n) <ü> bolle 25?onöcgljcilg! ftortugeuaenbjebe ©anutoe lippen uit/ op bat bk nefeec bloeienj ©at boa? uto Jjemefé-öauto uto ittecït/ ö«leeb»/ en gjocje! (o) (<0 Pfalmnp. 18. Ffalm49.4. Xuce+.iz. Luce»4.3Z,4s.>
' («; Deut. sa. 1, £n Bialm6S.io. Hozea 14.«, 7, g. |
|||||
, i.\- v : '.- -««• II. Deel.
;,'■■■■ .'U' t;^
|
|||||
'tGeeit'lijk Pj-ophetis
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
tf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deeii?:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
4
|
• uil,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
\uj
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
IbfïJt V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
a\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
4. Gord uw zwaardt aandeheupc, óHeldttl uwMa-
jefleit ea uwe hecrlijkheic. tëoonöe Eofsang iBacpe.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
itan|t10! gordt u^?Wa3rdri MW\t
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
~r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
'iiiii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ü5>_
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
! Ü5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
heit; 4Ên DOEt Ijflnc na U vragen.
MOm'iio.doorgaans. Jfalm 105.1,4'. ,i'' L*'J
<0p mocfl ten ftrijde gaan:
HtotiJcecpartpüecfïaan: ! i k^^» ;' *»
«5n al öet Sellén macïtfcn. i » u; «i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
■»( •'*,.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
<B ji inoed / ó flerkc Heldt! . <?< n
Sïl'öct geb?eefi getoelt/ i , :M iri .
Bep^fix Ö05| Utoe fyacfjtfn. :; * Ezai.«M, 1,3,4,5,«. Openb.19. tl, tl, l|, I4,I5,t«,tll2>
<0n ïjebt gebjacöt te niet/
Zpztd- Doods- en Hels-gebiec,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
,j Bruijofts-liedt. j, 4%
©00? uto 45o5tftett£ bermogen:
Aan 'f kruis getiiumpneert^
De Maclten overhcert^: j' r||
Berooft < e% uj^gctogep.; ;; > )3(i '.«!
Howau.i4>l5. i.Coi.,ij.tf,t<5Ji7>i»,enjE. en^ff.S4.i$»
t^.'i'i '.'t, ' ? *& (i.) , ' ■» < ii'.v v.mn •
i. En lijdt vootfpoedigHjk in uwe heerlijkheit, op 't wsordt det
wraatbicit!;; 4a Sechtvaiudige zachtmoedigheid, j ^j- ,^e techtet lyuitraluvweflijkc dingen icercn. .
& Könink l rijdt ban boojt/
<£$) tttoSwaairachtig Woördt, ' ' F.f.Ui, ,; Rechtvaardig, en zachtmoedig, Rijdt in mY.heerlijkhcit,.'.■'.'■' > .» • .....
©ertoaeftty wnwgèjeit/ " '. l '
Jfê»aïttft$j qto; wo^ Toprf|oedi|/;d^^« (-5 Pf»lm«J.$. enii«.is,i«. Openb.i.», *
f? ^■ga^ijdtn^jipo^ig-'bjfc' \ i N^*^«» ■>
ïtomt met uto <i&ee# ?nr,aJ$pojt/ , ,t, „,,. <0m bolften te befececeh.'! .. " "if**; '-', *»
3&oet Doo? UtO Rechter haïidtj '." 't ©olft nocö in onbet$a,$>t>: *;..', ;!;,ff.!'."; *:J Vreeflijke dingen leeren. ' ;;.... ,'i^ji'^jJ. J^CI Pfalmsj. i,«,9» io> "• pn.7,1. «,s,/ij^a^"' |
|||||||||
«©honing! 3.e eenkom:
|
|||||||||
Scheet t)et Jodendom, t ; 3- , t
't J©elft u öceft gaan tycjbufettu , <® totg-tf een ban tjaac jttll/ |
|||||||||
ÖtobJoojt bat lijbt geen f?H/,
iCoom Ijaac toeec uüj genab?. g ^ ;1, r,",', f; t ■,, Ewi.is.ï». B.om.ii.i5.i«,'*7s 8se«h>S$vl?,9l% fW:
|
|||||||||
4§ 't Geeft'lijk Prophetis
|
||||||||
2&jeen boo? utü rechte?,handt,
Wim tjelfen ^ooö-üpanbt/ 3©il Öem 3ft)ti Öocn vérleereiv:. £>pan utocn boog / en tbctp ato pijlen slab en fctjccp/ ïpat UÜ» vyandcn eeccit. |
||||||||
Pfalm 72.9. Openb. 3.9.
|
||||||||
g|a trefce 500 in 't hert,
©at tjaac öe 3onbe-f«iect/ «2n tot u homen vlieden, <©p toilt/ ó Vrede-vorft! ' -*,:' «JBien na genabe öojfl Wm Bjebe-fcepter bleben! Eui- s5. J> *, 3. Openb.az. 17«
|
||||||||
; Bruilofts-liedt,
|
f
|
||||||||||||||||||||||||||
III. |)eel. ' n"iu&
<®bec öe 7/ 8/\m 9Ïebccjfm.'---^ : 7. UwenThroon, ÓGodt! is eeuwiglijk'en'altoos;
het Scepter uwes Koninkrijks is een Scepter der recht- matigheit. :-'.._._.__.„ Coon: $falm 65.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Het 7.vets,
|
|||||||||||||||||||||||||||
u1
|
|||||||||||||||||||||||||||
"W THroo^,_ö Godt! ö èemcl£
|
|||||||||||||||||||||||||||
i
|
M
|
||||||||||||||||||||||||||
HH
|
|||||||||||||||||||||||||||
liOntng ï Die is in eeuwighek; %&im gjOOtEll
|
|||||||||||||||||||||||||||
H
|
|||||||||||||||||||||||||||
ü^f
|
|||||||||||||||||||||||||||
3T JgUttl / 3£ÓCtt ^lèchtmariglijk >
|
|||||||||||||||||||||||||||
33
|
|||||||||||||||||||||||||||
3ffan 't botë baij 't ïiomn&rijU.
^,, 1 ^ 3f/aljB 71,1, ï,3,-4,enz. .-Hebi..i.6, 7,8,p, .,■•:'<■••. . ■
.tobii.'.,^' '•*« 1
«• Gy hebt gerechtigheit lief, en haat godtloosheit,. daarorn heeft
uw, ó Godt, uwe Godt gezalft met vreugden-olytoyen uwc
medegenooten. \'Jll~.
Gy Heft, 6 Godt! gerechtigheden, " \.*«fto~S
Ifèaat ftebt een eeuto'gé haat > ^ H*
©an Die uto recht en tiKt ïjettccDéh/ 'niI^ ^ %
<®V fitaft Ö« 3onbia «juaat/ -atoü-iiSf
'•'U © ©Ie-
|
|||||||||||||||||||||||||||
^p 't Geefl'lijk Ptophetis
|
|||||
ïzai. ii.it, ijJ. enEzai. 6ifi,2,3,4. Joh. 1.34.«; Hebt.*.?,^
|
|||||
9. Alle uw* Meederen zljnMirrné, Aloë, en Cïffiés'iïit de elpen-
beenen Paleizen, van waarze u verblijden. HtBMefederén $A$ Specéryen, ;;ö f,
©önicffelijRen geut/ „„wi _i ..
gullen/ 6 Koning! « ycrbly'en,• i:.oD è ,ifJ! •*$
^p cuiften öcuc mbmi j -3 jö«! u %l$ Mirrhe, Aloë gefojtofll/ ■.• du :,«
«5n Caffic, na mi <■.... . j*id ft* ■.-
é ^aac
|
|||||
""1
|
||||||
Bi'uilöfts-liedt. .; ft
Haat aangename teuftc geüen/
Hit uw heilig Paleis. ■:,.;..-.■ .«;.'* ■ •-.
Hoogel. 4.1«. Ezai. 49.18. Rom. ji. l. a.CoiM. 14,15.
!i :.'••« jHfi ■»«.}■ • -;èupf' ■ ;: :i
Gezalfde Hcilandt! Wl Oö£ Ittttn/ - r>; '" <© J|emelg-g?oot Propheet! :.. • ■•• >;..-, ,r :
goe «IJJobt te hennen en te eetttu;i 3nri:rj
3©ie iffet bie bit meet ti •
3M ong Den Vader openbaren.
<& J©i$heit / ïeöen#-iuoo?öt!
2@il on£ ben toeg tot 45oot üctMarai/ «©^aligbieu hpójt!.
Deut. 18.17, i8j 19. Handel, ji.zj. JIatth.7. 24,enz. Matth. tt,
2«, Z7> 28. Proveib. 8.1, 6, il, jj, 34, enz. Joh. 1.18. . .f«ïf}35it/ :'?i h'i '>i fai \sï/ ■ Vil iü 11'-- Gy ffoog^jMMer! bec ö«$eetttag j ^ 0i "fêöt'pt/ éh bnucöaae öïoetjt; n> '- ;i
Slan't ïtjuig gegebéttfètlaoi&oenirig?' (jb:i; i .» <ön 500 <©obg «djtigiröoft* £ <© 2So?se! üte üoo? ong toauü naadrcn
<©oo? Offer, en Gebech,
©m *?§ afgefeheideu Mft te gaabjen/ " «^n maften öie tof «a.: - ■. ~.:- - "--/•...: Y 'I
Hebr.5.ii,*4t;i4.is.«nZ.- feÜf. ib. 5>«,7,lo*:4.. M*fth. l£yf
Tj;|igtr,inï4i ijji5,i7jï?,enz. CoUj. J9jrt9iiï,enj., |
||||||
# Koning! nu üóïfjeeclgh^en
Mm ',$ $aüetg tecljtec ïjanöt*
05p |bttö üïo Geeft tP'iijfii Benebeft/ ?'; ^kli flp seri öGgffii Sanbt * 3Ech giet bocö nu Wen |»smeïg-regen£ - <©« urnen Akker neet/ >■ r*
(%m ürfl8>7 500 topeJI/. om <J5eefï wm&Sfr
<©anjKoeit utö 'wjnftcfc weet.
;¥felni wè. 1, i, j. Pfelm SS. 10. %Bi 10. iftradd. 2. Ji.
|
||||||
jv 't Geefflijk Prbphetis
4&p öan/ ó €Ö?ifïf ïalvelingen, h '■•» wi.- jiij
Koninklijk ftïefter-rot. ' '- .?i.,; t.rr. ;: ütonit gc3ti^ uto Altaar ctmtintjen/
25jenn; offer boo? uto <J5oör! / ';ï;? ©an öeilis SeuK-toerft en <0ebeöen; <J f.,
Ctl D?aaat U Koninklijke .; <E5ie overwint, Die 3a! betteDen «0 a^j ai':
<©oögThroon, in gje5U tijft! ■< - f'-■ ü em ïvli J.Petr. 2.5, s. Openb. 1: j, s. JienCap. s. 9,10. ROhjV:iif.|.
Hebr.13. io,T5itip-v,Ofenb. 3.2?.;;-j' Èwjg <«,:•, ! Kor»/! - V'-* ui jfW r>j
<®bet be 10/11/ n/1 j/14/ en if^beclfën.
10. Dochters van. Konjngcpj?ijn onder uwekeflelijke ftaat-dochteren; de. Konjnginne (laat aan U/Werêch- terhandt, in'tjjnftegou^vanöphir. ..-;:'; I<;"s- ®oon: f&fMnrS?. •
|
||||
Bruilofts-liedt. 53
's Konings rechter zijde, ggflO aanftClinattt
I^il^lsillÉig^lliilB
0C3UIK moet nm en oog betuigen.
,Pfalm «4. s> 6, io, 11, ent. Openb. ij».».
11. Hooit, ó Dochter! en ziet, en neigt uw oore: en vergeet uw
volk en uws Vaders huis. ( Hom Sfibj'gamg bienfibaacsaaot/ zie giet/ en
geeü' gehoor;
IBetftttoatöe honing ?egt/ neig'tot gent gett en oor,
goo5ctttot(©ffcr-VaccB/ enföempeï-oienjl gene* gen/
Verlaat Dat Vaders huis, en fcöaouto'Iijftc toegen. (a) ü^iet mcec ten geubel op / (b) joeftt al uto geil en ie» r;i>cn
gngesugnugeboobt/ üetgeecïgftt/ entoetgetien; (<<)Ezai.<J«.i, 2, 3,4,s,'tf,enz'. Hebr.7. 8,9,10,11. (t)Hab. 2.4.
joh. 4. 2.0, 21,12, 23,24. Col. 2. 10, 11,22, 23. Col. J. 1,1, ).
|
||||||
12. Zoo-zal de Koning luft hebben aan 'iwe fchoonheit j dewijle
hy uwe Heere is, zoo buigt u vooi hem neder. -, 38an 'g ©aöecg recgtet ganot / in 'it Hemels hei-
T ligdom, ' '\ " fEenb baat u gette geen; $iet na geen wcrelts om/ (c)
33an geeft De Koning luft aan uto cietlgfte fchoon-
heit, ©an nfeutog geetlgft beMeebt/ (d)gn utotjgnen
i&gjoon ièit/ 9&ïg't oude menfehen-jok, en kleedt i$ uitgeto-
gen/ (e) €n hoogtens tegeng gem / Jijn in get flof gebogen.
i - , (O Col. J, ï..ï. i. S» enz. (d) Ephef. 4. 20, 21, 22, 23, Z4»
Hebi.è'.'i,'ti, 12,enz. («)-2.Cor. is. 16,17,is,enz. enCap. 10.4, 5. Col. 2.18,19, ie, 21, 22, 23, . I' m , 9JJ 3 Buig'
|
||||||
W 'tGeefi'lijkPrbphetis
■'■■:-:?':'.:■'.■'. $. -:,rir:.. i
Buig* u öaii^aoflèm në7TmW&tökï*~~
|
||||||||||||||||||||||
Danigöetöt; (F) ï|p 0eeft u buur schoft / en
I1I11I1IËÉI
|
||||||||||||||||||||||
tot $ijn toolit bftetf / <©p 5tjt y\n cigm
|
||||||||||||||||||||||
§
|
||||||||||||||||||||||
=8=2§É=§|i
|
||||||||||||||||||||||
=ï5=rar£
|
||||||||||||||||||||||
üam /: Bu öss? 3ön bJ#e& üec^e ge n / (g) Buig
|
||||||||||||||||||||||
u vobt êeïèn Heer, ch jijt niet meet genegen
|
||||||||||||||||||||||
CÖt dienftbaarheit ha 't vfeefch, (h) c!ft ban U
|
||||||||||||||||||||||
^ een Kpning: $je-erto' fcet i^eitaëB
|
||||||||||||||||||||||
ibdini/ öe aartr' ts riösijn wmng,, <i)
(f) Eiai. 45. ii.js, 24,'is. ft.om.i4.1i. Fhü.2.10.
it, enz. Jet. 30. 8, 9. (i) Pfalm 24.1, ï. Ezai.,54. j. ..) Miö.??^ -."■ '.•rrnrtf.tjfi ".'„.;:;:;''" "-•-
«i ferlité dfeiJochter van Tyrus, d'eiijke onder den 4oiki;, bullen
uw aangezicht met gefchenk ïmeeken. "■■ 'M Söo fffêfc ban mi ïjoop / boa? u bte tónk&j; Qodt,
3^ie boobt / e? ctöÖtg gem bolfc/ en Jonöcr beel rn lot ^ahH;©oiJïp^tföoetbjaart:(kjjaTxtüs-!'ft3fe J|icc 25oben ' ff« , .
<©pZiöntocgccufi/ omü*eftomenttoobetit -
Verrijkt mttft&acljt M <$èefl / tW.f&tytfölP'g* Pèjjc^fn^;....,-., .-,jrJ ,,;;,;(«D,i3 'S Gm
|
||||||||||||||||||||||
Bruilofts-Kedt.' j' ff
@m bïtjft bat gesu^ nu aan 't $effient>om Bomt
Dcnïte». (1) rrti
(jyEpheCz.i»,i3,i4,iiii«.ir.enz. ?.*etr.i.j,ti>. (OEsai.s.
z, 3, 4. Midi.4.1, i, 3« 1'falm 68. 19, 20.
3fip Ty rus! leen uto oo? / nu ban ïjet Hemefê-ftof/
©tt ftjulg-gejanbfcöapu/ bu#noobtenfraecktont 'tflof s ■■:■.•■■. (len ©aH'taacb£-genot/boa?be#$*meIg-putRjutoees
<fte: toiflTcIen; Iaat noitu tjectban Jcws (leien; «©ntfanarsijn liefde-wet, toaatopbe Heid'nen ho- , pen,
S^engzaadt, bjengfchattenin/ <&ob£gufëfëbooj u open! • r&lm 72. 9, 10, 11, Ezai.41, 4. Ez»i. ï3>I*-
• 7.
14- Bes gonings dochter is geheel verheerlijkt iriwendig > hare Meedïnge is van gouden borduurfel. •
l$. I&geljiktckleederen zal zy tqrdsnKoninkgeleitwoïdens'de jongfe dochteren [die] achter haar zijn, hare mede^geftk linnen, zullen tor u gebracht worden. ®e Koning nu gelijoont / &ccfc tatfjet3S?Uitoft#- '
^^ feefï/ . (©ecfl/ . !E$n ïtctfte gant# vereicrt„ en boo? ?gn bïoebt en
<0anfêi!ettiQemaaBti njelttBaacnott)5uib'tc wit- te kleed ten (m) Des heils aanöoet v ble öaac gelp op goudc vee- d'roi, (n) (bW/ ©an beugöen tncï bootten/ ban toaatbtgüjn tegc*
©oo? n?ufê en ïnüen Ijecn/ al hemelwaarts ten lc= ben. (o) ;& fw) pfalm jio, 2, 3. Ezai. «1.10. (») Pfalm 68.14.
(4 Col. 3,1,2, 3,4- 0p 't fpooj getièïgt ban een bOOJÏUCÏJtC Maag-
den-rei , 3&ieZ.üfters, DU alg Speel-genooten tot Q.M
vu , v ty + - ^£Cs |
||
$6 't Geeft'Iijk Prophetis
©erjteftfiëntooojöe Bruidty öfe aHetecïftp&3itt*
nen . .-raiu'nj
&p Jezus geeft gebefl / (p) en jfcf) ban 't aatbg te
minnen ' • ■-■•-•••.■.-.<■-
45efpecnt &aö: en met öojfï na Jezus toe Komt Ioo= ©jeomöee^'paar'], en fchat, al'toudetoübetftoo*
H'r', pen. (q) J'i^);Hj0ogél:i.5;"eöz. Ezai.2.i,2,3. (?) Matth. 13.+f.
jj;-„'-,f; ■• ! JPhil. 3.7,.*. # toanffecT&omrbcn^DagTöarni;tjet ~
|
||||||||||||||
Heidendom, ft boa; Ijaat Koninjc fcent/ ?n
ycf^^n^^ïïï7^innccF"$af AJTrs""
|
||||||||||||||
rpti fcamïjaar bcrïciöet htètmiiXfa*
|
||||||||||||||
harde ?|ö3endöm, u Öoo?4)aar iprilatf&t
^Ë"Ï^Ë!L^!intrt fflccc 5fn? "pat |
||||||||||||||
alle/volken gattien / 3^00? UÜJCll :öS»fCfi:
|
||||||||||||||
I^lül^lliPiÉiil
vëreehé, aancacpénmsfn itame!
rfalm2z.z8,2s, 30,31,32. Ezai. 11.i°, 11,12,13, i+> 's, :fi.
., „> „■ Zach. J4', j>, 10,14. |
||||||||||||||
bha'ïó;n3*. •fn»-b3q2c,ir,:jft ,a
|
||||||||||||||
V. De#l.
|
||||||||||||||
Bruilofts-liedt. .' 57
«fètoetöe 16/17/en 18. toetflen.
16. Zy rullen geleidt wórden met alle blijdfchap en
verheuginge ; vj iüllen ingaan in 's Konings Pa- leis. ®otm: oen ioj.^faïm. ;! , ,
|
||||||||||
1.
|
||||||||||
Het ït. veis.
|
||||||||||
<£lUKhtg tioUt / t»at tOt^ÖCtl Koning
|
||||||||||
naoctt / Cn tacgetuft booj gijnen
^^ÓÖn"l^Cgaactt7^^tc~«TT"paleis- met~"~
blijdfchap zijn geleidt, 3Mc ttlct gcftlanft 5^lt"* jBajeftctt omringen; 3£ic ban |gtt
|
||||||||||
^ahm'/ cnJectlöHlicöcn_5jngcn; j©K_
iïêfde-licdTboï ljCll£ Cll UefUjKllcït. ïfalm S$. 5,6. Ffalm S4.5,11, iz, 13«; ■•; ,;|*:."?
ï.«. '■-,; ;j«
Veisi7, In plaatze van nwe Vaderen zullen uwe Zonenzijn j) gy
zultzetot Voiften zetten ovet degantfcheaaide. , . .;' ©ee5' $enuK»K&t / bit foelttg 3amcn bjoonm/
©5 <©«#
|
||||||||||
5-8 'tGeefl'IijkProphetis
«Sïu^ber boIb?ac{)t / geeft menigte ban Zonen,
<8Sie UU in plaatze vm haar yaajnjen fïaail. Sgeernabp<©oDt/ In Vorfteiijkeüjaacöe/ gn'tftunkftrijit/ üatnuSegwtièheaarcJ? •gou (-<oo? yaac u)ao?3t) innemen en beflaan, Ezai. 4s, 17,18, ia, 20, zi, 22,23. Matth. 18. '10, 20.
Ephef)4.8, 9, io, 11, iz. ';. -■ -
3.
|
|||||||||
Vers U. Ik zal uws Naams doen gedencken van eiken geflachte tot
geflachte: daar voor aullen u de volken loven eeu-
,wiglijk en altoos.
|
|||||||||
ïólm 72.17,1*. ip,
|
|||||||||
4»
Uftomtöeeèc/ Mtoningarierbóï&eiT!
©an ai Die tooonen onOft '# Hemefë tonlftcn/ fito?t nor 1) uw Geeft op alk vfeefch beneeu/
omt öecft'f b?cïcföe WB bon 't jafc bebjtjöen/ Mtaft/ Dfemi baiiBaööeïaoseinDen/ H&aa&t
|
|||||||||
r-, BrUilöfts-iiedtu' 0
jBmfttawvolkshc«, enuweaNameeen 1 j ;|
J ■ Ezech/li.l?.**»1»'10- Sach.14.?..
:■'•->.' * -;'.ï
Bfcmnee* 311««*» j!Cïóicfïcitbctoi}5m*
Cnöoen eeng Ziüns Tent toeer uit ftofggffi t J©aonc6CÏjecfieUflpe?n^l«tChr.llcndw? ..i ffianrieec P lof ban alle öolftm tongen/ ecnojacötelöft met ü?eugöe?nn flansen* ^ €nSPöeKoning5ijn/ geTgettaiam* r.„- Pfaim74.iz.enz. Pfalm79.i°> «.*•&< Htt»**^ ,A
ï©anneerï«mW/ JB*W2ffiïSÏK !
«In uw Paleis tetcufl/ toöeaWfcWWtt^. i- ■ ^ ®e xfele surtjt / tedangt en taacljt ftiec na* Sïutoaamchti^ volle vreugt tattej*»: ï^anSinsennip'teêttWigHallelajai - -
Klachten, Gebeden, en Vertrooftiri-
gen der Kerke, in deze laatfte dagen* &
Boïgenl oen 9+ften ^aïtn«
|
||||||
iknTo^^dt! öi€5ooufclbaöai/
|
||||||
^^~Êö| mctëlt IS v^dragen, f|^|
|
||||||
Óo Klachten, Gebeden, en
|
||||||||||||||
3&0CJ) woordt, notlj ftraf, jagoèdt i>n »™«vi I
|an^tooefleCö?ifienöomBetofgen/ f"
©m toeet te fteeten tot 5«n alkht/ ■"" J&efcomentotccntecötuecftanöt/ A
mhbfteht Gods en's Gezalfdens banbt/ Cn öorBt5dn toet / ïjem opgeeft' Ver». O Goded* w^c^eGod. der w^cn,^^
daarom Jehova, Godt der wraken
m Iangtoecö?ag boet uicötig na&en ' me öelö'ce oag ban uto (©ecfcfit/ Jehova! utogerechtigheit, <©fe500becttapttccneöecfeit/ -r .rr ;
l®oet Doo? utu atm jtjn opgeef cflt.
ïfalm 50.1,2,3,4, s, «, en*. Ezai. „. enr, Ezai. ff+; r> 2> }> ^
|
||||||||||||||
O Richter! ban öegantfc&e aarde,
|
!
|
|||||||||||||
mt recht doet, en elft geeft na toaatbe/
«Daac Zim$ bolfi met fmect op Stl
/Sint ttatnn trit h^t,[C».U/ r •"*«*,
|
||||||||||||||
\.jf'
|
||||||||||||||
(Cot bat gp uit be buffteenfê/
J&w 't aHe£ in toan-ojber- fê/ |
||||||||||||||
3©«C
|
||||||||||||||
Vertrooftingeri der Kerke. 6t
Wztt licht boet fdjtjncn uit bc googt'. Pfalm 96.97.en 9».enz* rff ',.
Verheft u <tëobt! fltaft hovaardyert , *ï
©etto?eeöen/ enöaatCprannum/ ':•
<&ie5oobctmeten/ fpitg/ en trots, ^ocfïtoemen/ poeljen/ inbaacooen; ©fejoo metmacöttet uoo#t)citfpoeny Sijnö* önbetoeeglnft afê een cots'. • Pfalm 9.19, lo, 2i. "Pfalm 54. $, «.
3. Hoelange zullen de goddelooze, ó Heer! hoe lange zullen de
godtlooze van vieugt opipringcn. Hoe lange zal de Goddelooze -
mc\} Wegert* tjoe lang 5aï be Booje , '"
Opfpringen, in 5Jjn boen met vreugd ?'* ïfoe lange saï lift en getoelt/. 3Baac boa? be ö?ome toojöt geauelt/ %manteU.30n/ met fc&tjn banbeuöb'l >:.9': I ! Zjetpfaim ro.en 11.doorgaans: fiïA't U'1 !Ü
.D.*;- -■,.!': jt^i^iW: • mlu'!
4. Uitgieten; hardfpreken, allé werkers der ongeiechtigheit
zich beroemen.
Eaï 't u Jehova! niet toecbjieten/ .,, • ■,......;
<©at be Gkidloozc uit zal gieten, • '
gjjn tcotje Ijéèt beo? lajïet-taaU, n " x f' •<
SÜtjn tonge harde woorden fpreckt.
En roemt,,ató ftp cee&tl toetten bjeeïiit/ . ;; *
^eeftbans^jn bobgöeit-cinby noeö oajtti
ïfalro iz..»,3.4.5»«»enz. Pfalm s"t. 3, 7,e»?« ' Qpénb.)£'«,t4*
Pfalm 140.12,13, «4. , 'Mwfc sj.g ft» .3^'o;n-bTpWif5V«m 'o y-» jH».T.njA .1 .
5. O Heer! zy veibrijfelen u volk, eri verdrukken uw'erfdeel.
Sietïjoe uw' erfdeel torjjbtbectrebén/-Ca s ~.
^ecooft\&an typfieit/ «cöt/ en öjebei , -.-■ |
||||
6% Klachten, Gebeden, en
ga $kt uw volk,m rtSÉtlÜa^ ::"':';rtf <:K< T-',i
Wo ëion/ 50a öoï fmect caüieèn/ Verbrijfelt, al£ in 't flof yertreen,
't Ziet na u te? üecïoffiiijs prn» ,« , /Pfalm7S.4o0igaaiiSi, «1jlajrn 80.4, s, enz.',,,,7... _■
«. De Weduwe efi vreemdeling dóódenzy, en vermódrlen
de Weeïé».: |
|||||||
^^g^S
|
|||||||
agtantto/ p <&aüti'öieunietb^itifmt
|
|||||||
~? fttyaoïmi Weduwe agcfe Weezeo,~ jggt£> .
v7eëmdeïSg^^Hnlïïï|i jpipToot^^l^jbFen/
nöc]j 30 ööcw fff^w fccöötT^c b?anie m fjnhc. oogën fïcctït/7a©^r5w«j5Sac aM*3]tnt£ gédoodt. Pfalm 10. lo, 14,1 s,,i8, Pfalm «8. *.
■thAhA-av. ®> '• . -i-rW, ■•■: :■ • . ux-jiiij!"' •
' 7. En zeggen'< de Heere en ziet.het niet, de <5o4t Jacobs en t merkt het iiiet. . ©ie ö|iftig ta fjaa? boogt tijetftért ;:; *•
MocityqQm/ Godt i'al; dat "niet diérfoen; " 't ©olmaafttctDesmrii'ct'rJitntiét;'' ; ' c::' J!«!- <©oft Jacobs ,Gqdt, flaat'Öit gee'ti acht, 32' r.1 2©aat 99 ött üctfftferr/ roenit ert tóatgt/ '■'", <5ntcj3ftt^fpnaöutpe3(Ét.' ,■ .•. j; j *"" ^'"lfaim-3. 2,j. rf4Wiö;J*j,6,ir,s,i7o,J4,-i>f.-' ■
II.
S. Aanmerkt gy onvernuftige orider den volke, engydwaze,
./'": ''.^'wahheérzultgyrtrftajjdigwwderjj ,$i'i-sjjfQ 9. Zonde die de eore plant, «iechopren? zoude die de pogen "iöirfitm, nïetaanfèhouweh}"'■ ''•' '■■- . jpaac iw&e* boï öaft ^oÖ6cïao^Be4l/>:
Mm
|
|||||||
Yertrooftingen der Kerke. 6$
$ttjft oi1 u öm^ in utae boog&eit I
3©amieet bomt gp toeér tot verftandt? , jgeeft / Die formeert het oog', en Öót , ^u $een flc^icSte/ nod} getjoojl leeg onvemufte!. fcbie Die plant { . . -. V • Exod.j.7,8. E«ai-57.17,i«,i?,ent. Hebr. 4. is.
..........:: '»i' '
te. Zoude hy diede Heidenen tuchtigbt, «iet ftrafffeh ! hy die
den menich wetenfchap geeft i ^faoooetoic!|ttti/ 3oobetmeten;
gou <éobt niet ban uto toerntn toeten J ïfp Die Sde Heid'nen houdt ratuchti, 1 Jjf3 «Sn Die 3tui wet Den hienfcöen gaf/ r;
^ou 1>P niet «omen tot De jïjafi --1.-1" 3©o &em/ Dle<©oDt/»oiti&iimïfcöe3il3|Ucöt. -i ' Pfahn 9.8,51,10. •B.om.ifc, 7, s,-5,-i*,iir 14,14,15. '1
; , ij,. .■ j Sendtl?iiefj^everir..t+,ï^ ^ , ;-.'<•{
i».
ji. DeHeete weet de gedachtanJdes menfehen datze ydelheit zijn.
Jehova! kent t>E sMf-gedachWrt^00'1''
3|et innig pogen/ enbettactjtett/ïs sm limfi^, j|oe Wfüg ban tien inénfeö betóot*-; \ :> ? ; l ^et wereitsrwij,ïénötoaaf:A)ecfli«it/g;'; I. %aH Eoo tegen 't tooo;beHan <©oöt gebant/ k 5" jlBaaht bp afê 4waasi;tot ydelheit,^ mi ts ïm.Ö PUI. 139.1, 3>4>enz. Eiech.:il.s,tf. jas^if.Oi.Got.t.a^tig.
. . .,-., .rtm!£fj 8.; ,«,.>:.,: • ,: r <ci 'il,.* r'l 't'
il. Welgelukzaligisdproaj»,' öHeewï:diengytugtigt; ende
dien gy leert uit uwe wet.
Wel hem Jehova! diegètucht wordt,
göabat 3ön 3icï aict-Ib&t bebjucïjtboajöt/ - .« <©ie g« toiït leeren uft1 uw wét! 't ©oift bat gp met *fto @éefï befeaatt/ ^1 ön tteiu'et mm '-W *t:ban ü MMaft/ " $ üa baflet in utiHoêöèU gét. , -vtr. * ?'_n■; ïralmns>.«9,7i,75. i.Cor>riiS4. He&.^ï^.^lMtï
i.ïött.i.s, 7,ï,i. \ 2;» 'jmK.»);.. ,'"
-■tV.-, -
|
||||
64 Klachten,'Gebeden, en
13. Om hem ruft te geven van de $a&Ae dagen.
<@m bjn gemankt ban bele plagen / Ge-.
ruft te, zijn in quadfe üagen,,/Cot Dat Ubl
aanjtc^Qao? De bJtflït/ Ztctroo Doe èn #n
bjiflelbêutt ©eïfetjaf/?aart ubje 2£>?utDt Dié |
||||||||||
tccurt €n qmlt, onifreDbing ban uüj bolfe."
Ifalms«.4>S- tfriiti.7,'8. 'Hé>ri;.^7iï'*- i.Theflal. l. 7.
Totdatdekuilvooide,Gpdloozengegrayen,worde.* ; [>vbH'i1 (Certoifl een draf-kuil word< gegraven er gijinj 33fr|
©oojbaac/ öte Docft aïg Eaöjang jïaUen/ü aoèf lïtog Eoorögececbtfgrjeiöt beefmaan;!vw 3-.:> ©ie kuilen* gfcaben ban getoelt/ " i t bs Üaac netten 3tjn becgeefêgefïclt/ ;, ,* üifccttt •Eg julUn ballen en betgaan.- a .-. .,:-, ■;,s.8 u. ta* rfalm7.11,13,14,is. 16.17»is- Pfalm «9.25, enz.
ï-bfie -.; jf; :,j.1 •(.? f!'B.om. II'. 7, 8,ï>)!Iö, II»',:i;-:.:'ylïi;b'ff .Sï
, |D1< . * /♦-•.' . •• ■*•:.• lïi" 13 W
l*. Want de Heeiê zal zijn volk niet cjegeven: noch hy zal zijn ¥;
erve'niet verlaten. . . ."",■ ,,,-, ,,;/;« Jehova jaï'DOCÖ noit begeven! >>>;..■ .ff i*
^et Volk Dat tpt 3ön auriftbecöeben/ 'v .-n u's>
|
||||||||||
>
|
||||||||||
Sn 't HebeHg-boeft getenertt Haat.
©at Jezus eenggegebenfifa r .ï7,..- (,h„tó
SDn (Cefiament/ tec erffenis*.? .< s;^" Ver*
|
||||||||||
Vertrooftingen der Kerke. 65
Verlaat-hy nimmer, in Öet quaat.
i.Sam.i2.z2. R.om.ii.1,2. )oh.6.3S-4<»' =nCap.io. 28,29.
18.
ij. Want 't oordeel zal wederkeeren tot getechtigheit.
<©oög ia?aaft jal uit ben ï|emd nebet- >
Süien op ÖEt quaaD'/ en keeren weder, Het oordeel tot gerechtigheidt, «föu lang in balUngfcöap bet jaagt/ a©ijï't CÖJffïenbombetüJect / geplaagt/ ©etflifttin o'ongececljtigöelDt. rfalmjS.tz. PfalmsS. 13. x.Theflal.r.s.S, 7.
19.
Alle oprechte van herten zullen 't zelve navolgen.
%\$ <J5obt jal tot ïjccfïeïïlng toccfiCH/
^al 't oprecht volk betjiaan en niecften: ©at fip 3Ön bjeeft na oordeel boet/ fgp tjouben bert/ en tongen pil/ fgp boegen 5iclj na ©aöccg toiï/ <2n Itennen Jezus oojöcri goebt. pfalm 107.4^, 43. Jerem. 9.12. H0zea14.ro. Openb. is,
6,20. Cap. 19.1, x. £ ao.
is. Wiezalvoormyftaantegende boosdoe«dersj wie zal zich voot
my ftellen tegen dè werkers der ongerechtigheit i Wie zal zich voor de vrome ftellen? • ' ï©anneec öaat be boosdoenders queïïcn i
Wie maaftt 5ic(j tot Ijaat ftulp beceit J a©ie tceftt 3ictj Ijaat bctojuftfting aan* . ~ 3Bie ftanöcc bafï op menfeïjen fldah.1 ©ie fmeoetg 3ijn ban pöelfjeit. . . Ezai. S9.4, H, 15- Pred.4.1,2. Pralm62.10,11. t.Cor. r.-
19, zo, 21. en Cap. 3.19,20, it. 17. Ten waar de Heeremy eenhulpegeweeft ware: mijnziclehatl.'
de byna in ftilte gewoont. -f* SHtoaat top uitjien/ soeften/ ïteecen/
: ^ 3&aat
|
||||
66 Klachten, Gebeden, en
<gïaac t$ geen hulp öan by den Hcerc!
J^aö öp 5i)n bolft nirt by gedaan. ©et ïag beöaïben in focr, fïof; gijn goetljeit ïjeeft aïïeen öen ïof; 3Pac top niet gantglp jijn bei-gaan. PfalmiH- doorgaans, en 145.5,6, enz. .. ,
I». Als ik zeide mijn voet wankelt, uwe goedertierentheit, d
Heere! onderfteunde rny. |
|||||||||
SÉ.30 Dat ik wankce met mijn voet,
|
|||||||||
Pialm 73.2,17,23^2. Pfalm 138.3,6,s. EpheC3.1«, 17.
19. Als mijne gedachten binnen in my vermenigvuldigt wierden,
hebben uwe vertrooftingen mijn ziel verquikt. |
|||||||||
<©e 5feï onflmfê en jee? beRommett/
<&oo? veiedehkcns, gabté beftommett/ ©iel in een öjoebe mptnerp. 39fe ># Iebèn£ geefïen fcftiec be,tfïiftt7 3JBaac uwen trooft, öie 't hert verquikt, ©ie mga&te rop ban quelling b?p. rfalmis.4. Pfalm88.4,5,6,7,5,enz. Pfilm 116.9,10.
enil9.ï>j4S»5°>P2- eni4«.7>8,*. 2.Cor,t>3,4, 5,6,7»*'
i.Petr. i.e," *«s», lo.- r.,wj zal
|
|||||||||
■':>.-.
|
|||||||
Vertrooffingen der Kerke. 67 -
10. Zoude zich de ftoel der fchadelijkheden met u vergefellchan-
pen, die moeite verdicht by infettinge? ^aï 5icl) be ftoel der fchaadlijkheden?
©ie tecljt en tartten gaat netcceben/ Zal 3icö 't Ijotoaarbig S5abd#-tot * gal d'Antichrift én 't befê-gefticbt i ©at niet oan moeit' en leugeng dicht, Uw metgezel xijti? Ijeiiig <0obt! Ezai. 14. iz, 13,14, is>enz. Pfalm no. j, 6. z.ThefTal.U
4, Si s, 7,8. Openb. 18. i9,ïo,enz: at. Zy rottenzichzamentegen dezieldesrechtvaardigen, en ver-
doemen onfchuldig bloedt. <B neen! 5P bpanöt ban uto name;
©ie rotten in tjaac taaö te zame, €hn ben optecïjtc» öan getnoet Ce quetlen/ 3onber 5tme fctjult/ HBct leugeng/ üoogöett/ opgebuït; Verdoemen zy onfchuldig bloedt. Pfalm s: 7« Pfalm 7.12, i}, 14, i j. en i«. 17. PfalmJkgl«''
en 79. z, 3 > enz. Openb. 16. s. en 17.6. en 18,14. 2i. DogdeHeer is mygèweeft een hoog vertrek: en mijn God'.
tot,eep fteenrots mijner to«vlijch{. . _, W$ 3p ban moebig op ijaar.' ftjacfiten/
jföiet a\$ 't beijesfbet ï*etn bebaebten/ .,•.„„]tv èoo 3ljt gp Heer! in noabt geweeft ©en Rotslteen, ejl uws volks vertrek, taac toebïucbt / en ern obe'tbeU/
>aat 5P ban fcjjniicn oribeto?celï. Pfalm Si. j, 4, 5,enz. Pfalm «1.1,3,4,5,6,7,8, enz. *'&Jn»$i>'
t>i>3»4> en 14,1.5» KS- Ma!;th.i6.i8. R.om.8. si.énz.'- 17.
ï3. En hy zal hare ongerechtigheit op hem doen wederkeeren, en
hy zalze in hare boosneit verdelgen.
Eten top na 't ecduv be ifcee Dcc &eeuen
|
|||||||
68 Klachten, Gebeden, &c.
$fal 't onrecht op den kop doen keeren:
<5n b}thm haar, en 't boos gewelt; Jgaac Scepter tegen 4&oöt gcbocrt/ ©ie €l)?iffi fcijft/ en üécft becoett/ ^al eeng tec öellen 3ijn gcbelt. Plalm59.doorgaans. Pfalm's8.i,2, 3,22, 23,14, jf.
De Heere onze Godt zalze verdelgen. ' |
||||||||||||||||||||
n
|
ïj^&t mocDt uw Godt $al ceng Uerfcijijnen/
|
|||||||||||||||||||
dEn haar vergelden t!l 't gmctjt -,
|
||||||||||||||||||||
l=zi=ü=ii
|
||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||
€n gp bfc Itj&f/ booj €ï)?t(ti $aaft/
|
||||||||||||||||||||
afêatftt met gefruit / t)em i^ öc uwaaft;
|
||||||||||||||||||||
Ü^
|
||||||||||||||||||||
|la tnitlierniffe'y rijfï uürltritt.
Pfalm9. s,, *,9>t°, enz. z.TheiT 1. s,«, 7, 8, j. Jakob.j.j.
ïtoom Heer! (n beje bjaebe tijden/ -<
flebt Die om utoen jéame ujDen;
<éiuöcftt bebjog en 4$obIoo£i)cibt.
Met fc&ijn ban pbec <f&obg bebeftt/
Cn Doch, tot gjooten habeel ficeftt " J'
©an waarheit, tn gerechtigheidt. .-. ^-,
Pfalm4«. ij 2.3,4. enz. veilT.14.15» is, 17.18. 2.Tim.}.j,-
Pfalm79.9,11,enz. Ezai.59 5,6,enz, < 30. ••/';,
O Koning! toil bé ttotje Cced'rcn,
$etoeïbeimat£/ booj u üecneeö'cen/ |
||||||||||||||||||||
Poen
|
||||||||||||||||||||
Vrede-lof en Zegen, &c. 69
©oenBuigen boa? uto Scepter neet; <£n onoectoerpen aan uto Rijk: ©at alle ©oïfttn eeng gelijk, . . ©«5aamt/ u geben lof en eet. «men.
Ïfalm29.5,enz. Zach. H. i, *. 3.4- P&lm7*-«» 9,«».".«««.
Zacli. I4-9- 'i
|
||||||||||||||
Vrede-lof en Zegen over
Gods Kerke. Volgens den 133. Pfalm.
(£oon oen 89. #falm.
1. v«si Eenl/iedtHammaaloth vanDavid. Zicthoegoetenhoe
' lieflijk is':, dat ook Broedeis zamen woonen. SfinBn ï bi&utóïuïïin zionslartfïaqt:
|
||||||||||||||
bïitDt / ©ie ]ezu Koninkrijk beet' boben
|
||||||||||||||
TlitbtfcMieininbt f iBat fomj^ in bc
^^fcF^oot^ïpfapli1öen7^n" |
||||||||||||||
*
|
||||||||||||||
SE*£=:ï-
|
||||||||||||||
€l)?ifïi dècöanr te $ien"in b?ebc zamen lebcn;
^aFUëfbeTaaTgcijlêb^eTraHeltoWn T$i5^1^H7ei^ad^ |
||||||||||||||
f ö Vrede-Iof en "Zegen
|
||||||
ïfalmi22. i,i, 5, 7, 8,9. Gal.3.14,15- i.Theflal. 4.5,10.
|
||||||
Handel. 1.41,44,«!•*• Cap.4.32. i.Cor. 12.13. Phil.2. 1,2,3,4,5.
|
||||||
Vefs 2. Het is gelijk de koft'lijke olie op "t hooft, nederdalehde op
den Baatt, den Baart Aarons, die nederdaalt tot op den zoom zijnet kleederen. abamwet öe vrede Gods, en ïicfö' gaar ftjacgt bt*
toont5 $ttl$ giüii£ ^ucffetfcöap 300 lieflijk ïamen woont; «fëat i$ aïjTt Baltemvocht op Aarons hooft gegoten; >t pelh met 59« ceö'ïc wm quam mtwtoaatté ge*.
|
||||||
over Gods Kerke. ji
4&%'tPriefterlijkgewaad: ja tot Den300tnge5egen/
'treeft al öooj'tkoftiijk vocht, eenljeiï5aammin geftjegen. Exod.29,7. Cap.3°-^S.30. Pfalm 45.8,9. l.Joh. 1.10,17.
4. mi Jcïus 'tljcecïphooft, ten fjeracl toa#becs
Öoogt/
©an baat alg Koning ïjecc|ï/ ïjeeft fin 5tjn &etft ontöoogD'
©an meetfetïgfc ge5ag: Doe ïjeeft &p Semefê-ftroo- men
©an 3ijncn Geeft, op 't dor en dorftig landt, öoen
nomen:
<$n d'Olie der vreugd', gejïOJt Op Stjne leden. <©le 5amcn jijn toeennoebt Doe? €enD?acïjt/ SUefbV |n ©?eöe.
ïfalmiio. i,z, 3. Ezai. 44.3,4. PfalnMs.ï, 9.
Ephcf. 4. 3, 4, 8,10,1 s, IS, enz. 5-
Vers3. Het is gelijk den dauw Hermons, en die nederdaalt
op de Bergen Zions. «©ie ïicne Vreed' i£ / aïg trjanncec oen öemel
dauwt,
€n't^,acb'-gctoa^betquiïtt/öoo?Bitt'enb?oogt'
üetflautot/
^a als dauw op Hermons en Zions Berg nietje- gen:
Eccc njn'Ip neoecbieï / en alg een milde regen; 35fc 300 met ftjaeöt boo?ö?ingt / Dat dorre zielen g?oejen/
3^at vruchten van dén Geeft ! jicïj na bolmaïtfng fpoejen.
|falraS5.i°>", 12,13,14. en Pfalm«8.19,19. Hozeii4.«,7.
l.Coj;. 1,4.20. Bphef.4.iS. Phil.no, II, 12.
en Cap. 1.12,13,14,1«.
$ 4
|
||||
ji Vrede-lof en Zegen
6,
""^cpËie^aïTËlon JliöïïïT 'm vwarhëiT"
|
|||||||
Ephef. 4- iSj'iS. Ezai.2.1,1,3,4. en Cap. n. 5,«.7, S, j,
11,13,14- Handel. 2.42, enz. Pfalm 104. 35.
Jacob. 3-13.14, if, 16,17, !«•
|
|||||||
/•
3ÖM aan/ toieng3iele i$/ met Jezu liefd' boQ|=
B?ieft/
Herboren ban <©oög <0CCfï / bic toonc Broedcr-liefd' «Cngaa methemtot*0oDt, 't Werk, 30 Dan't hert getuige/
©at eigen sin en b?ift / en öoosmoebt neber&uf* |
|||||||
over Gods Kerke. 73
o'<£en öeïoe 's anders laft, na Cljjifïi boojbeelbt
dragen,
Ctl joeft tJoO? al dat fticht', den naaften te behagen. I.joh.3-13, t+,iS. i«> I7> 18» 19- Cap.4-11. 12, 13, 20, 21.
Cap.5.1,2. Gal, 6.I, 2,3,4- Rom. ij. 1,2, 3. 8.
J©ant top Gods haisgefind, ban Jezu bleefch en bloebt/ ön leden Dan 5ijn lijf / te jamen apgeboebt/ 95ic ban een Vader 31)11 / en cener Moeder Jonen ^n eene erffenis, üie eeuwig zamen woonen, tyae paft baac bitt'te nijöt/ of haat en 25?oebcc- ttoifren*
55e liefd' të öe Banier ban ben oprechten $h?ifïen! Ephef.4-i>2,3,4,5.6,15,16. Cap.s.30. Joh. ij. 34, 35.
9-
&omt nu/6 Vrede-Vorft! bjnbtöc betbjoften banb/ Stort waat'ren van uw Geeft, op Doorn- en DuTlig- Landt, -
3&ie't fcljaab'löft buuc ban twift, met 3Öjocb'ccn toebec bluffen/
ÏPat Waarheit, Vrede, Trouw, en 't Recht malkan- d'ren •kuflen.
<®at Moifes, Aron 5aam / in't huig ban <©pot afê Broeders;
2$et00nen 30?a/ en toacfit / alg Kerk- en Burger- hoeders. z.Sam. 23.4,5,6,7. Pfalm 85. ii,i2,13,14. enPfalmioi. 2,3,4.5, enz. Jacob,3.s,7, 8, enz. IO.
Vers 3. Want de Heet gebiedt aldaat den zegen en het leven tot in der eemvigheidt. <© ban geïuïtïtigboïïi! bat 3uuten Goedt geniet/
©aac tooont Jehova bp / bie baat Jijnzegen biedt; 35aat tufl be Vrede Gods; baac toil <©obt Ijcil en
leven, ' <£ 5 Tot
|
||||
74 Verlangen en Zucht
Tot in der eeuwigheit, 3fln HebditigClt geven.
®an keft men 't ktim<&oa$/ Dan leeft mm/ öei- Iig3amcn:
®an coept meneené fn <!3eeft / Halleluja. Ja Amen! Jfalm»}.doorgaans. Ftal. 144 7, 8,9, tl, 13, 14, is- Pfal. 150. ff.
Openb. 13. 14- en Cap. ly. 1, 2,3,4.5,6,7.8.9. |
|||||||
Verlangen en Zucht om Chrifti
Koninklijke. |
|||||||
i&oan: De 99. ©faïm.
|
|||||||
om Chrifti Koninklijke. 75
tïüoo? Honing g?aete; <£nbaH'boo?uti) boeten. ?falm»s.3,4,5,6,7. en Pfalm 9S.doorgaans. ïfïlmns.15.
Eiai. 24. ifi. 3.
Rijdt op 's waarheids woordt; Spoedig, fe?aci)iig
bOOJt/ &tö?tban ubwn Geeft: lüaafttutoj Naam getojeefï;
JBcb ae hefd' en lult, (Ma fcljkc uttgeblufï;) (Cot ma woordt en waaihcidt; (j&eeb'' mecclicht en klaarheit. , Ïfalm4j.8. cn45rs. ïfalm68.$. Zephan.i.t,z. 4.
3©ant be wereld* ïeibt / ©ooöt in ssjgïoa^ljeit/
't Chriftendom üetfïaautot Heet, nog kout, in laauwt; 'tf$aagtnayuclt)cir. 'töolgtbegeertpljcit. fdcU of 't 5Ön eïenüe! Qectjt tot weer-keer kende. Jer. 8.4,5,6,7,enz. i.TimOth. 3.1, 2, 3,4, 5. Qpenb.3.1,
2,3,15,16,17,18,19,10. f.
d'Helfe Geeft boïïlfl / SSaatt f)aat/nijbt/en ttoifl/
3J.afiet / acrjtetftfap / Onder 't Broederfchap! &tceög r)p aanfiootjet / <©p bat ijy belet Chrifti Rijk te fl?oe}en/ Licht, en hefd' te bloejen. a.Theffal.3.5. Jacob. 3-6,14,15, i6-
6.
f*enb uto Geeft ban ^eec! ©ie be öetten fteec
«gin be licfdeibandt; 30at men foanöt aan öanbt
(Cccena's Hemels-licht, £>oo malhanb'tenflicïjtt
$ï ban vrucht te genen/, jnact Iject / tong/ cnïebcn.
Gal.s.22. Phil.2.1,2,3,4, S,i+,i5,i6. i.Theflal.3.11,12,13.
7.
• Hottl/ ÖVredc-vorft' %om/ uw Bruidt bie ÖOjfl
* Na haar Bruidegom, &otnbanfpoebignotn; ©ooj 51? 3uel)i en fmeeat / Geeft en kracht ontbjeeïu. |
||||
j6 Verlangen en Zucht om, &c.
Wi\&aattoebetgeüeti/ Uit beboootöctletoen. Pfalm 85.7, S,s, lo, II, 12. Hoogcl. 4.1S. Cap. 8.14.
Opcnb. 22. 19,20,2t. 8.
|
||||||||||||||||||||||||
ïfiom Dan machtig Heer! JBcrp tm\ Dui-
|
||||||||||||||||||||||||
s^
|
||||||||||||||||||||||||
8;
|
||||||||||||||||||||||||
vel met; jBc^^till rijk, en werk; *£>jaü
|
||||||||||||||||||||||||
mmm
|
||||||||||||||||||||||||
mtzuit iïtb Kerk, «Beeft cm ftlnar&ra'
|
||||||||||||||||||||||||
Itcftt/ <®pm ^bofe^gc5tf()t; ^octljaür
|
||||||||||||||||||||||||
tot u fcecreu / $a uw woordc u elccn.
Pfalm 72. doorgaans. Ezai.54. en Cap. «o. EpheCs.io.
Coloff.4.3,4. |
||||||||||||||||||||||||
&0H1/ Verloffer! fiom/ 33oe fjetHeidendom
Ifèetmenlgt'ingaan: gieteengniuifHg aan KÜJ OVfo Jfraël, föoci Uit 't trot£ Babel, 3&at öc glocp Wijfie / ©aw uw Koninkri jke! Ezai. 59.20. Rom. 11.25,25,17,28. Openb.9. 19,enz.
|
||||||||||||||||||||||||
lO.
|
||||||||||||||||||||||||
•©pbatuamenEen, bullen bfl02 u ttceri/
4£n mettJ?cugbc-flof/ gingen utoen lof. aBantöeheerlijkheit, Tot in eeuwigheit; §!p aan uwen Name; Jezus! ja/ enSUmen! Pfalm7«.i7i 18,19. Zafh.14.9. Phil.2.10.11. |
||||||||||||||||||||||||
Der
|
||||||||||||||||||||||||
Wens en Bede. 77
Der Chriftenea hertelijke Wens eq
Bede, om de langverwachte bekee-
ringe der Joden.
Pfalm 14: 7. Och dat IfraëhverloJJinge uit 2,'tonquant.
Toon: f&faïrn 74.. en 116.
|
|||||||||
\^^~Abrahiïns7Tzaaks^ en Jacobs Go_dt|
|
|||||||||
©arTSÜJ 3Nenaarg / en ïtcbf Bondtge
Spat gcl^nJ^óTü^Jt1 " |
|||||||||
iJOOgt / £0t UtO erfdeel ftt lot.
Exod.3.«- Cap.S. 1, 2,3,4,enz. Deut. 7.6, 7, 8,enz.
enCap. 10.14,15,enz. Pfalmm.4. Ezai.41.8,5. 45« S?00ten Engel van 't Gena-yerbondt!
Jehova! öeütutolOaèïontflagm V ; iiH©Öacoo^öicn(ï/ vcrloft, geleidt, gedragen!
't itëai 'tüolh Dat in utö nefd' en gunfle fionDt. Exod.?.5,«,7- Cap. 15.'+. Ezai. «3.7> *.», enz. Malach.M.
O Heilige, en 500 noogtoaatöe Geeft!
<©ic eccttibë «lag in Ifiaë'! te woonen, |
|||||||||
?8 Der Chfiflenen hertelijke
Wz fïeeb# be öoap bet ©aa'cen i$ geijjeefï. # Ezai. 63.11,12,13,14. Hagg.2.s,S. Hebr.p. x.
|
|||||||
Ezai. 11. io, 11,13. Cap;«o.l4. Ejihef. z.i2,13.18,enzy
|
|||||||
J©p hondekens met b|r ugb' en banïsBaaEöeft/
<gtïsennen bat top on« jiel betjaöen ©an utoen big: met kruimpjes ban genabe/ JÜ&aac overvioedt, ïjebt gp boo? onf beceit. Pfalm 22.26,27,28, 2s, 39, 31,32. Jêrein. 31.12,13,14; 1 j,
Matth. i$.*«, 17. <©n£ acm' ontoaatb' boet gp ban d'hemei goet
Cnflojt op ongütogeeftelijken zegen, ©mcfjt ban 't Verbondt, boa? Jezus nu berftjegen/ <Bie Qï\$ naby bracht, boo? Jtjn Offer-bloedt. Handel. 14-16,17- Galat. 3.8,s, 13,14. Ephefz, iz,
13,14,15,1«, 17,1». ip. JBp nu geplant in Abr'hams huisgefin:
ga ingeleit tot utoe 2S?uiloftg-3alen; masec gp m$ met u flachtvee ftomt ontöaïen/ |
|||||||
Wens en Bede. 79
«£n tlltuto Heilbron fc&enttt Den Bekerht."
GeneCzz.18. Galat.3.7> *,». Ephe(.i.:s. Ezai.z$.«,7.
Matth.S.ii. 8-
30p te gering öan uto toeïbaat en ttouto/
g>taan fcfyulbig aan 300 beri unöanïibaatljeöen! ?&te$ ftonien ton ïjic 1 boo? ulo aanjic^t tteben/ <€n buigen ong / met fcljaamtc en betoubj. Genef. 31.10. Deur. 51.6,7. Rom. 1.3,4, j, enz.
Hebr.z.4. Cap. 12. 28, 29,
9-
JBaatblg sijn ton bat gp bit Hemeis-iicht
2©eg neemt/ 'ttoeln on| sooljelbecquambcfïta* lens
€n afê toel eet / tm$ toebecom ïtet btoaïen ®en uitettfe»/ bete' ban ub) aangejicljt. Joh.12.3j, 36. Op«nb.2.4,s.
IQ. GenadigGod! noitbanbetgebenmoe/
ataat ong boobgtoaatbtge öocö niet becbecben j <©m Jetus-tolï / ïaat ong uto ïjeö becbietbeii/ fteift on^ben Scepter ban genaöe toe. .5x04.34.6,7. Pfalmss.J. Mich.7.iï.
«• ©ntfanginguntl/ oHcere! neemt bocötoeU
©e liefde-wens, en ïucht ban onje tjetten; Ütt mcöeïijben ftommedijne fmecten; (©bet Ub) arm gevangen Ifraël! Pfalmi+7. Pfalra ji.io.n. iTalm 74.1,2, II.
Ïfalm7p. 11. Kom.10.1. m$ nu uto boltt ïjaat' fretten boegen saam/
©00? U'rets noodt; bctfraoj ban bie <j&ebeben! Saat We u gtjuecn reakbaiï Uefïjjnö ebenr |
||||
"^
|
|||||||
80 Der Chriftenen hertelijke
Cn alg een Avond-ofTer aangenaam. Ffalm 80.1,2, i, 4, 5, enz. Pfalm 141. r, 2,7, S.
|
|||||||
I>falmio2.1,2,11,21. Pfalm 107.9,10,11,12,13,14, enz.
Rom. 11.27, 28,25. 14.
Haackoft'iijkLandt, leiDtonöetSSanenuïoeR:
gaat Stadt en heiligdom, öoo? tiuuc betoojben; J^aac Stammen tjoeft / afê 25aIIingen gejtojojtoen; Beel eeutoen lang / in aïïec toeceltg-öoéfe. |
|||||||
Deut.32.2 2,23,24,enz. Klaagl. Jetemise doorgaans. Ezai.$.$,6,l3.
enCap. 64.9,10,11, iz. Mich. 3.12. Matth. 23.1t, enz. 3ïc5! 5iet5e dolen om, van Zee tot Zee,
Van Landt tot Landt, na al öcg {jemeïg-toniDen/ Om'twoordt vau Godt, en gjonöt tot öooptebfas oen.
Jfêaac laag! om niet / haat blinogeit gout) norfj fïee.
Deut. 28.64,65. Amos 8.9,10,11, iï, 13.
16. Hm! 5le dit volk oocö met ontferming aan/
Staats' in uto huis, en zaai toeec plaatg bettoerben; €11
|
|||||||
/Wens en Bede. 81
Cnbuiten u gena niet ïangec flecben;
Jfaec 3iel betfmacöten / en te g?onbe gaan. Ezai. «3.15,16,17,18. Mich.7. is, ij>,2o,
■ 17. ^tenhelïenVyandttJoo?3ijntprannp/ "', i
H ouö Ijaac zoo va(Hn jtjne jtecfte pooten/ .Jfèetgs'teöeut / en&ooö'regjenbei-fïooten <5ebangen/ in3ijnöatbefïabecnp. Ezai. 49. z$,2s,ï6. Mattb. 12.29. x.Timoth.ü z$, 25.
18. 3£oo?b{nnen-&?anöontfïeeRteenheifen-dorft,
©ie ftnaagt en quelt ïjaac bloedtfchuidig gewifiè, 55aac ig geen vree ban Ijaat ontroeteniffe5 ©anÖOO? het bloedt van Chriftus. Vrede-vorft! D cu 1.18.64, 6s> 66,67. Ezai. 57. 20, 21. Ezii.53.5,6| 7«
Zach. j. ii, ia. Uoo legt gantg Ii'rcl in oe gjootfic noobt;
3&ie eettijDtp bloejenb' ïjeiitge 0emccnte! Op 't veldt, als 't dorr', betmijfÉloe gebeente, t % ©ecfïcoit/ gehnaagt/ ban Icbéng-geejt ontbloot. ïfalm 141.7. Ezech. 37.14. Röm.li. i$i ;i'
ao. ^ficï> ^cec! 3P 5ün eïeft cen tot fmaadt en fpo£,
J©aat 3P ooft stfn onbec beg tjemclg bjolfcen: ' g^en Antichriit en alle bjeembe boïïten ©ftfmabenöaat/ afê een verbannen rot! . Deut.28.36,37,49,50. Pfalm7s.4, s,6,enz. Lucétp.43,44^ ■iV'-':-z ■'-" u
tü« Vuao?öti^ï)aar alleen gc^egeltBoek, Igaac hert gedekt, gaan 50 l)aac oo?beel ïcjcii/ * Sp fcöjjjben 3elfê fjaas bonnig / lang geulen/ : |
||||
8x ' Der Ghriftenen hertelijke
|
|||||
Levit, 2«. 22. Jerera.to.n, Ezech. 't. 17. enCap.l+.if.
|
|||||
<Daat blarrentatoaag'lpg met onverftandt,
Cnjaeften om nafcien betoofoen Herder, , . 30oci) 3ten öem niet: maat Dolen nocl) aï becöcc > «tën Bigben bafï in Dien üecoioenten fïanöt. rfalrasS'*»?!!0»!1- Rom, 10.1,2. 2.001.3.14.
<5u.Öan/ óGodt, Die alier herten kent, ' „„,.
<0p toeet Den nooöt/ Ijaac lammee/ cïcnöt/jpïagen ? 3!Becr afé on? öctt en tong u Hooi aan öiagen: 2Pant gp 591 allee menfcljen toeg getoent. l.Kon. 8. is. Ezai. 57.17, il. Jcr. to.zs, 14,25.
**♦ 3fian't ecuwig, vaft, ctt heilig trouw VerbdridV
(^at si' na 't vry-behagén, met muj ftnecïjten/
|
|||||
Wens en Bede. %j
4En met Saat zaad genaab'lftft toouö ojrcecjjtenj
Gedenkt, óHeerc! nocgtatösjecfionot.
Pfal, los» 7» 8, 9, to. Jer; 14.2t. Luce 1.71, 71«
Kom. it. i, z, 15,16, i7> z8,29. |
||||||
Gy, .6Jehova! iijtenblijftgetrouw,
©oe JOU öan 't zaad van Jakob gaan verteren ? §jn giften van genaa, (aan utttietfiocetn) t En roepingen, balt nimmermeer, berouw. Jciem. 31.3S,36.37, it- JMalach. 3. 6. B.om.tl.tj,
<2üf 30U öan ooft haar ongeloovigheit
Vernietigen, uw trouwe en geloovc ? 1 %- j&een: uw waarheit vaft in d'heem'len daar boven j " '" 3&iei£ en buurt/ totinbereeuwigheit. Pfalm 89.3,4,5, 33,34,3S. B.om. 3. J, 2,3.
OHeereJezu! jb'eenjge Goêl; /;,,,,«)»
^aacbloedt-yerwant uit judaasftamgcfproptcö, :'. .
#beruto Volk, tjtoErv', enBondtgenootc^ir,»/]tf$ fftjet bocj bJect / loflèr van Ifrac'1! .... a3 Job 19. 2Si Pfalm 74.12. Ezai.ii. 1. Hebr. 7.14.
SaïOQftöeDuivel, Doodt, enhclsgcweltj
Dit volk, öan uto noeft lang af fceceig maliën I Sèal eeuig bing naat toeöecfteeren fïaftcn * rfï ön boen te niet 't ©erbonbt joo toafï geflelt. LevitïtS.44,4s. Deur.4.si. Rom.11.1,2«, 29.
J£oe2 3aïbienfterkgewapendenTyrail,
gn3tjngetoeltnotlj fluiten uwe vaten, , ^oeöemöfenrfipfsöfllanflflcöaö/ öeeïaten/ .",.
g t Qlfi'els |
||||||
?4 Der Chriftenen hertelijkc
OIfr"eisöodt! Diegaat jircfofTeri'Ban. . Bzai.43.1, 2, 3,4, enz. '": « *"
■ \ .1 .1 - ■ ■• . •.... ':■ ■ .■ > :
|
||||||||||||
<0p l)el)t ttettttipt 3Ïên fterken 000? Utü
|
||||||||||||
«én hem 5tjii bo02gcluenöc
|
||||||||||||
DOODt s
|
||||||||||||
tertjt benomen/ De uwe ütt $n'&anben
I==É=Efil=l=isls
|
||||||||||||
doen ontkomen: Onwinb're Heldtl gp
glip
Dcbt tjein gantg ontbloot.
Ezai.25.8,9. Cap. 49.25,2«. Matth. 11.29. ljoh.j. 8.
" ' 3*. ■
^BpHeer! Die opendoet, en weder fluit; <5pmaafttDauee, en doodt, en heilegeben Haar dóëdè rompen, om eeng tocet te leben/ #p tooettuta toctu in fprjtDeg bpanD£ uit. Ezai.22.22. Openb.i. ï7;iS. enCap. zo. i, 13,14» -s'
ïsEphraim niet d'Ecrft-geboorne Zoon?
Uw troetel-kiut ?. juït gy Don overgeven ->. Uw duurbVe Zoon ? oni Duiten gunfï te ïebén:
gj<5 't eeuwig toorn ? 6 neen! maat <B5oD b|efefioon! Jerem. 3 J. 20. jéfalm 79. s. en 89.47.
Hoc ftelt gy lfr'cl als een Adama ?
EnZeboim? omIjemgantgteberoctben/ ï^itïtonDgphiet/ (Spmoetttto3egenetbcn/) Wn liefde itjDt niet Dat uw volk betga. HÖzta j i. ?, 9, ïo, n> Roro, n,»l.. Jet 3J. I» ïj 3» 4.^
•■•'■-■■' *-* . Jt»«;
|
||||||||||||
c:;. Wens en Bede.» kC[ 85*
'tJNföetÏD&lject/ neeniööcöécn^ommeftéei!/ •*
gn't Binnenfl'too?D berouw door licfd'öntftëeeajö i* <© u juït ten uiterff en geen $onöen to?eftcn. 45P 5i)t geen menfch, maat.Godt: batmöettfg tytet; Jer,3.IZ,ij. Ezech. 34*30,31. Micha7,r8, io,ïo. ;. •
g>taat op entoaant/ Docööoojutoriaam, -meer]
önbooïublroern, en heerlijk Koninkrijke,
©oetUÜiemacht, enheerfchappijcbKJRen/ - _ Sleept een$ öet wederhoorig volk tec neer. * fl Pfalmtf8.1,2, Ij>. PfaIm74.II, 12,13, 18, 21,22, 2J. ,
Pfalm no.1,1,3. Ephd.l.10,21,22,23. \ h \ 37, .HJiTx,''"4
©jeng öoeft eeng toebet Df t weerfpannigrot,
(Bh 500 beel eeutoen ban u afgcjtoo jben/ ©at Sjjnen toeg 500 fchand'lijk heeft verdorven) fèectooonfage/ banu/ ó heerlijk Godt! Deut. 32.15,15,18, ij?;i.o. Jer.ji.io.ü, 13,
# • . . . -'
, '■ .0« '3g;; ton»ij! Matf-j* -.
(3Toont U») Bannier en teekens, ban 6ft'l)($g£i»£§ &\B oordeel en gerechtigheidt den volken; -;•;•■ lïats'u/ ójezü! fiornenö'uitöebjolBen/ - J ? Dan zien; nietong«be&ten gectenoogj- Ezai. Jl.4. S.ioi I', ia,enz! (.Cap. 52.1. Cap. 55.15,2»,
9W&! bat uw volk, nubïfnbU5ooaanfehouw,
45éïrjï»3?e«töbt^inböob^benaüa)töe{t3agen 2. ©ekoop'reSiang, tot Ijeeïingban&aacplagen/, Ifèet Djoebe ftttert / ootmoet en toaat betauto, Kmn,2ita,j, Joh. 3.14,
giünöeöeriHciiandt, aan öetï^uig ten toon/ I
#3 wm
|
|||
80 Der Cteiftënen hertelijke
©anïjaac toetfmaaöt / toettoojpen/ jadoorfleken,
ï^onbeengtjaacïjectbaacobErfmdten/ bjeftenj ^0Ójb&!i!?rpTVY<r, ïlspm^encenigZooii. ,, a^antjp ftdaap! flficj) üobcri al t)aac
|
|||||||||||||
=3S==^
|
|||||||||||||
aangcögrtom/ ^atg' fraac Heil rots, ten
|
|||||||||||||
vloek g'aan overgevend ^Cjjtfc! Cjemcl/
|
|||||||||||||
Peut.ji-*5>ïf'•,, ffatth- i7-i'3>;*4.?,S»^Ji;h.'.'Hand^rlj/x^ts.
JlSaat SP OtwtaöiS in barmhertigheit,
tjbt^wnMecoonen;/ üte fiebaawAïjrwaS
ieï'aligheitderi!^n^ar^p^r^:dfageni,'; f&3hW0 rj/f j ^icrnact)|ctoei/ iniOpabé éïerjöe&iöt;) , u <m^ .-•:.ïï,.;:;.qt;J .? .ij'. ;r..>45*" 'c!!.<nt.!,l>,!i .ierH
<5pbabt/ ójeius, §apgcnbMnutofmert/
O Vad.cciWil doehiaandittyolk vergeven,r tVj * •
Zywjeterj^^,»;DeöUntlei&ttDfBfbaacöect* i.
SM U bocö tltt voor Vaaders aangericht:
«vit ' ? * ^00? |
|||||||||||||
, i i Wens f n Bede. < fy
lKoo?utoverdienft, mvoorbee, fya&t tterfcjjooiutt/
Oliorge, öieDelEonöaac^saaftüfCcfcïjt. Jeiem.3o.ip,»i. Hebi.7. i4»*S>x8. enCap,v.*4.«É« .?*
Verzoen haar Landt, 0tf 4ö.bettooe,Sttltt Jff&t/
UwVolck, Bat 500toeeï plagen fjeeft geïébejgr , 33an't ^ti&enbom/ We nor") uut fhiaat bcctceöen Jeruzalem.? %t\i'V fyetigtjaat eeng terecgtv fieflt. 32.43» Ezech. 3,6; 3 2x3.3,34» 35» 36. lüêfcïl. 44. = S
-*: ■ !':• ". I '' .' 4& •' '■'*■> yjPS^Ö
JlfêSchapenblaren SphaarHerderna, -- Üaac onbenent. SScö J toqnt u boo? Baar oogen/ «tëeng openbaar / op öat3'u binben inögenj €n raflenin öcnfcljoot nan uüj' tjena. ■*'- k - Ezech.34. 5>«- fCap.36,37, 38,
H- 47, Open haar oögen, batse ongedekt, < m ^ ,U? 5;: '2
De heeriykheitbari utoöeïiÉ(ftï'adhfchöuwenl!,!f!«l *>£ <Sn una 't <£uangrii£ ttioóa&£6ëtëöütó'éHf ^bEI:E> *»f$ |©«l^c«a^a»Heitandi^tgf^^4s.^mtóï Pfalmu». 18. Ezai. 3$.$,6,7. Ezai.45.11. i.Cor.}.!*,
M?*W «n^teo^JÏÖSmdQïft, , ^
«En zielen-honger, fn-bees' bjiibernJfle/ • ^ SBïug uit bm bjanbtban öaarontfïclt cöuljfe.
Hel) geefüjaac #, ó^rooteVrcde-vprft. Ezai. 57.17,18, lp, io, xi. 'Ezech. z6,zt, tg, 39.
Waft en btfguf ftt ft,aar uit be Heil-fonteih ï -
3&ie gu bob? 't Huis van tfraëijïeïbe open/' ©oeu'jri gèloóv', begcttig/ baar toe loopen/ U^aantöaac bah fchuldc, enban befinettïng rein, L Zach.i3.i,enz. Hozcj^.f,
ff* Ver.
|
|||
18 Der Chrifteïien hertelijke
|
||||||||||||
Vergadert eens die hinkend henen
|
||||||||||||
glüh v 25?eng löcW' tot u / öië bette
5ün verdrêyënTlian 500 fceel tatiïpm~~ |
||||||||||||
nnetjg gcblcücuy, 311cj)! neemt dit
|
||||||||||||
ii
|
||||||||||||
j(ölk, l»eé? mgetiaDcn aan.
Ezai.27:i2,i3. Micha*.'«,7. Zephan. j.14, 19,1a. ,.•
2©atioud gy toornen in der eeuwighcit ?
^tjtgprjctgjamttotceuwigegeflachten? ' ,1 >. HoelangeSj^eec^''tberou^.eu; typ toacljtenj! / i ^edaadtijaar'fcwoordt, utolmech,ten toegejeifc. '.<■• ïfalm77.8tj)lo>ii. Pfalm50.13,16. B.cUn.ii4a«;i7.
, .; » *«0.s .-x.'; *sS "■_' ? " »1 .jnmïrl"
Wp toepen ong gezariiéntlijk tet neet;
S&oo? Utoen ®b?don: uto bolft / en ectltéïtógên. ©an Abr'harriszaadt, -ö'fe Öe beïoft' on t fingen: <gn fftie$tetiT3oo?uto aan^icSt / 6 Heej^' ~J; ƒ Pfaïmis.i». en$ï.zö,i'i. •pfalmij'o.i7jiïJ8'?'*
f^eboc^eengnebct vanden hernel af: • m fKr/y
Schouwt vériuw heil'gecri heerlijke wooning,. ^oetb,anütoï)eu7 aanlfraélbectooningv^ Verldffüwerfdeel, tianfienWoeh/ enfltgf» . -i
lifltx.Sf.I, i, 9> 10, II, Is.
, v, Waar
|
||||||||||||
!>/. Wens en Bede) 'PCI g^
WaarïijnüWyverenuwmogenthcit? -
En het gerommel van uw ingewanden ?, f o 't Heöeïöölgïj gcrt i' én aïuto ïieföe aanben * .-.& gijn Die niet meec voof lftaëi bereit I ■ .. . ' Hg " ~~ - y-..;^-H.
3fa OP die vader fcijt ban 'on^ alleen; <
3&ant Abraham üie ftan van ons niet weten, j^ocölfraëi: 'tmoetaïïe^3tjnbecgeten;,. ,■'■■ •■".'"** 3©pftennenuboojHeer, enartbeïiBW ..:-. - '; - Ezai 63.16. ~ ■'• ■■ • , ■ '■-—S
<©p/ Ó.Verloflèr, 't is vanouds uw Naam;;.,,.
Waarom doet gy ons dwalen van uw wegen ? Verftokt ons hert: ban jelfg 500 ongenegen. ,., ?ïcö! tceft/ enmaafitüniStotuwyrcez'beQOJiam, Ffalm 7+. 12. Ezai. 63.i6,i7,êhz; J , 2*
\rafr,cr.J ! tfiJfó , • . ■ •• : "3j
(©eöcnfe ccn^ tóêet der Stammen van üw erv' ,•' ^J Stanlfraël, eettgögübjfcpaacbe knechten, 2©il ftaac «itfïof / .öopjntoe raacfitijpwcöten/ f
Cnceböenöaac/ AHeilandt, toari'tbïtoecf. u^ Pfalm7+ 1,2,3. ':Êzaï..jz.' 1,2,enz. Jet. if-ij,,iSi.2oV* '.\
' ' '......... 5!y«. .' ■ ■ - ar-i- 't ■■ irl^'SS^
Uw heilig Volk heeft Hetgé?egëntlandt*^i! "Wè|*
En 't heiligdom, maar wd'njg tijds bezeten; ©e weer^artjjders fieöbéh 'torngefmeteni^bff? Uw^poningu itietjeruzalcmverbrandt.» .j'r ,t","■.. •
'"" ,rfaim7jj.i,,2!.,|. Ezai.63.it. , -"> ï|ej[aag! daty*pik, eejcttjötgsao^qog Beroemt/
%i nu / afêbie uHeeiév niet toekomen, Uto Throon, en Kroon i$ ban tjaac toeg genornen/ ^ï^tiJjIBen snnoitm uWNaamgenoemtic , |
|||
99 Der Chxï&emn liertelijke
o Jezus \ boet tt mt grtpetf / cii
~nïacj)t/,,S>ao Sie'^iRjwffiy uuT"..... trot^üqïBifeetcgcn gcttc57 JjtötfJMlf
"TrtD heil en glans, jqo ïariglïCEtoac|)t! ïfalm 68, i, i. P,falm74. r3,i4, r'5,,19. Ezai. 6o.i, 2,enz.
|
||||||||||
<&.
|
||||||||||
;fcfh'j7
|
||||||||||
.,ïitoKerk,, jiiirpabelee^suitgegaan; v- '"•,,-
gutfit om b^lüjqï^ en Ö20EbtseH?aft«ïfri; 35fe 't 4tö?iflEn bolfe (o bfoetïjeit!) beroerten/ Heelt eens4e.bret(k.:|fp1?taanfïootqnDecjg;a^n>ï^ Verbrijzelbp cïtón^ha^fctóeebjglieïtf^!, '!"
3t;aaton#ub3 óórdeel fija?6tiaóljettutócrt/ u' ^at top öótmoebfg booj^tó roeden buTscn/ aebton^öan.toeccbanaUie^u^^rtfniei:^.; Y; > Ifêaaftboejj itt» Dieiiaars:,ntotdit wcrkbeBiaamt
4&ttft baat trWGeeft, bjtï tót IjetMttknïoffim/ %l toat belet, 'töelöofoctoeöccRwéh ©anIfraël: betöqoauto$aot<?;$aani! , ,,,, 'Eiai.joaö, 21. 'Ezech. 34-li,".?3,»4.ii»t«»*S»enifc; ,.
Vmmcngpi-. ••'.':,,; ..6±,n- fA, i tnomrU niJi-
«ocltgattt^ïpUit'tRijk\andenAntichtóftï'^f* Cv
|
||||||||||
Wêös en Bede;)
|
||||||||||||||||||||
■.e r
|
||||||||||||||||||||
n
|
||||||||||||||||||||
<Cn feaar't grondfop uit uwen Beker fchcnkcB/
3©ecptmöenafg?onötaï'r getortt enïffï, Ézai.i4.H,ii,is,iï»i75enz- Openb. ig. 1,3,1.' . .,
Cap. 19. tmo. - :-. -../il- ■.- i
.mr.i ï fö' luw $k.r ;••",>; —
Pi^jal'tOud Ift'el, metget Heidendom,
üaat eenigiijkiot utoen Me^fl begetoen V «SnontJrcw/ haar Konmgvrédig leven;' *J
ïiotn/ (45eefl/cn 2&3ttiD 3ttcÖt)'kom haaft, Jezus&om! Ezai, jj.i.enz. Ezecli. $7,41,21,23,24,enz. Zach. J.
is, 23.; .Qpenbaringe johanheS'20||^- -jp/jf-; fj>
|
||||||||||||||||||||
66.
|
||||||||||||||||||||
:. - ri?;v"tcf rfif
|
||||||||||||||||||||
«Pan f£Jehovaen^ynNflmeeènj, ni'Tjhu
Cn Jezus Koning vari'de gantfche^awie^Yj ^rn-,/» 3£an geeft men<08öc lof / en eec ria^^^bf,)^ j ?Pan tD0?öt der Slangen kopgeheel veritreen...J &«jL Gen.j.is. Zach. 1+..9. ; %o«i, itf. 20, ,.Qjenb.ïi.grj.,', ..
Openb. 19.1,2,4.5> «,7.?^?,,L, • - k |
||||||||||||||||||||
De Geeftelyke Wasdom vanChrifti
Volk, 'verbeef^ 'döör ©toGHflek ƒ*>£>
, Plinten f'r,«ifi#lCffl!:^' UcCr
T OÖ N^?61raM^rI? ."?<$ *"
■ ' 1.>'<;•.', • ■■ TnoCï j'jf? ut ~:('n'
|
||||||||||||||||||||
©al imï3aam onMfëtf / $>oo?|»e met
|
||||||||||||||||||||
aanbagt öaaé öjpf meiden; Cot -jS #iljep*.
|
||||||||||||||||||||
p~et# eer en pnjT^J 't^cnn^n «tt i»
|
||||||||||||||||||||
px De Geeftelijke Wasdom
aatD' jt'Ct ïfDElt Gewas van Boom en
Kruid, Die wond'ren, ong JtCCÖg fejftB. |
|||||
genen/ €n roepen pbeeïui^;,
•;^:f61m 104. 2+, ?.om.i,ïov ^filin ^««,7,1,11,1^;^ ,^
® ttage menfeö! tofl u getoennen/ «*>
H&et toifêbeit en becfïanb . TJw Maker en uw zelfs te ttènneit/ ]:a', Si-flf,^.
29emech urb $felen-fïanö. - 1^ s j .«{ »
Leeft gy wel ödoj <©obg <©eefl na &öbert<H '
Sijt ge in 't gena-Verbond? - WW au -y
Staat gp geplant tn Zions Hoven ? . ..? r d
3fê Daap UbJ worteï-grond?
Jobis.io.li, pfalmji.U»»*' '
•-> ifc/ » 3. • ■ ».;JïJ 'U Gods Hof beplant met fcöoone Boomea ,> f
©an töobbelijften aatb/
2$aat ban bic goede vruchten nomen/ ?©en planter ïief m toaatö:
ÏPat 1$ fiet ©olft banÖem verkoren, ($ot 3ijne Ücctlijftöeïtï
*|n i&c$a$ oao? 50" geeft herboren, • f-^ ,.. <£n tot 3ijn Wenft beceib, . ,,;■■-•■ f-, |
Joh.,is.t«- Eptief.i.3,4. 'Joh.l.J. i.Pctt,*.|,44$,«,7, I.
■-..'T/ ''-' '" ■•• ' 4» :% .•'■ ï :
^ie uuberftoten €eb'Ie &n?uiten/ r - •'■-
©an tuilben Stam gemeen/
ïtomt Üe3u# injijn petR&efïuiten: i :, .31^ 't Jgijn ranken met gent een.
3tï We in öe$en Wynftok bloeijen, '■£^s=£ï*;-~& . fgnn Stam bafUngelïJft •'"-' :ï:0 TO «^' ©ie
|
|||||
van Chrifli Volk. 93
Uie 3ict men fïceö£ aïtobcc groeijcu,
3©et vrugt Die eeutoig blijft. Joh.iS.ij8. Rom. 11.27,enz. Pfalmi.3,4.
5". : 7>
<0ob£ Heilbron bïodöe ban Öc hoogte,
<B$ 't dorr' en woefte veld;
©aar fip in 't Land, beefmagt ban droogte, Sijn watertogten (MD.
©aac 3et fi» aan bic groene kanten, ©aac 5Ön Rivicre flcoomtj
(Sot 5|jn verlufting, ftemefê planten. <fi*en heilig vrugtgeboomt:
Ezai.41.18. Ezai.44. 3,4. Ezai.ffo. 13. Ezai.Si.j. Ezech.47, is,
6,
o'<©ucegte/ feftoon nog 3teaït en teeöer/ Waft Dan bp öejen Stroom, <■. •; •
3ïïïmgg om fioog afê Libans-ccder;
Cn aï^ een Eikenboom." . ,0
<£> ^eju^! Bron en Boom des levens,
&to?t gecfi en njagtcn neet.
© Voiheit noit becmoeit Deg gebeng! ©oïmaart aa$ meer. en tneec. 'ra
Ffalmy2.13, 14,15. Opcnb.zz.i.
Want/ 3al uto €cf tot wasdom Romen/
<$n sgn tot vrugt beceiö. ;
<JBp moet het Djenften uit uto Stroomen,
<lBn met De vettigheit j •~r,'$
Van uw Huis icDec 5tèl becsabeni
Gemcft, en 30a DoojboeD/
©au too?D en Tak en Rank geiaDen/ Biet tonigtcn rijp en gocD.
Ffalm jS. 9. Pfalm «s.lo. Joh. IS. 1,5, f.
|
||||
94 De Geeftelijke Wasdom
|
||||||||||||
utöcn Hof Jjcjlaan/ 3Ja öie tjaat tegen
'tgoeöe «anten/ <£n in ben biege
ftaan.J©ic loof ISffiftffte b?eeöèt
|
||||||||||||
=a
|
||||||||||||
ftrcRltcn óên nemen 2on en lust, 5©ie
-—~-r--------;------fc-----—H-----—j-----j----1----------,----f-——---—■——---------—
vogtTn voêdzei 5aiT|ltöTtw5ftên7
|
||||||||||||
4t&t tïaöed ban öe vrugt.
Matth.15.13, Lucei3,7- Dgit.ta.'ia. Pfalnu?. 35»3*>
©oft ranken bie fn 't totlöe g?o«jen/
<gn 't fcftaüelijbe kruid,
toornt mig ban Wmm Akker cocQcii/ 26 a tot öen wortel uit.
d'Uitfpruitzels bet begeerlijkheden,*- <(5n toat tec 3ööen ficefet/
«Pat gecfï en jirie na beneben/ <ön totiöcaacöetceftt.
Kalm 119.113. Deuc.*s.i». Hebr. 12.13. Col, 3.1, i>},4-
IO, feomt bog in «toen Hof beefcinjnen/
ÏSMe lij&t een wildernis;
So bate' en oo?c' alg een woeftijne, 35ie tooi rjari ruigten ig.
Homt ceiig al 't ongewas betbeïgen/ Wat op niet ïjcöt genïant.
©ejoen uto uitbeeïtoten telgen, £p?eng bie tot betet fianö.
Cam,^. jetcm. i7.'«j*« ï<nSö.»,«$o,u, u.erlz.
Jbttaaï
|
||||||||||||
. Ydtt Chrifti Volk. ?$
$traat met ufo Sonnen-fchfjnfcel neöet/
3Pan leeft en tiert öe vrugt.
5©an waft uw Volk als Eik en Ceder: '..',' ©ecöeüm in öe ïugt* i
?fifê e'aangename fpeeecpen/ ©0 Nardus, Zafferaan.
3Baï oog en ïjectc Ban toecWgen/ ©p 't laafl een| ujngtbaat fïaan.
Cantic. *. vers n. tot is.
5Poe gft'eï aï# een Lelie bloejen:
42n Die op Libanon,
gijn wortel fcöiet om op te gjoejen/ ? • ^efpjoei uit'g Levens-bron. :n,
Uto Geeft en oüettpe jegen/ 3£aaï op ufo Bom/ o Heecï
<Deujft een Daufo en milDc regen! ©an gjoeit ut» Ccjföeel meer.
Hofc.iJ. 6,7,8,s. P&lm«j. ie
Uitbreiding over den 8 5ftenPfalm.
TOON;PfaIm6j'.
|
||||
t>6 Uitbreiding over den 85. Pfalm.
" tö'cüt gp ong uït al öte elenocn/ i.'
a©anriC£C Öe misdaan en be zonden ©an on£ uto eigen volk,
Qn menigt'/ Dooi utooogen fïortben: («©elijft een Duifïce tooflt
gig obec 't Son-gejïtaal fcotnt (icehRen/ Üo fteecben glang en ligt.)
«25 n quaatnt öie in genaa bedekken, <£n wegdoen uit 't gesfgt. n\ .,•
3""?t'i '",.',, ' ii'vi .", •'
♦ ,. <0p hebt ook van ons weg genomen . u -
Al uw verbolgentheit; '■ . <£n hitt' des Toorns, (op ong geftomen)
^a uit Den buil geleiö.
<&p Ijaö bcf5ocniuge gebonben Sin gesu eigen bloeb:
3Ne/ boo2 öe fcfiulb en fïcaf bec 3onöen Uto tcgt en toet bolboet.
Uto 3egen bie fé toeet getocften/
Breng ons dog weder, H E E R,
<£n gion«J muucen fcljiec bcjtoefccn/ 25cbcfligt meet en meet.
© ome Heii-god, ban gcnabe! Doet uwc loom te niet;
SSeujijö uto €cföeel ban öe quade <$P uto Gezalfde jfefc -, • .,.'.'.; J» $
ï©ant
|
||||
Uitbreidingóver den 8 ƒ. Pfalm.'* 97
Wmt 3ouji' uw Volk jtot alle ttjben/ >>\ . c Geflagtèi aan gcflagt* ,<; ,
Öto fïtenge fltafen inaeteji ïijben «,"*• ■•<-... J? 't ©elft ban ütn $eil becujagtl ; ■>{',
$>p nu bug ïang xoa öeeï geïeöen/ ( r,'„-j r,ii r.-'> <J5aan qutjnen fn We noob: t i
45ebocib/ en fn ï)et flof toectcebcn/
<Sn tooo? be baecelb boob;
Suït gw ban niet/ Sïïtnagtfg $eere/
39ie '£ ïcfceng bolljeit beeft/
©of ong/ aïg boöbcn/ toebcipReeten/ <©p bat uw Volk herleeft,
Cn utoen &aam met lof betbjijben/ <® 3egentnke <©ob!
©at top na D?uft/ ohg toeec verblijden :■"} gn uto on£ beel en lot.
|
||||||||
Toont aan ons, die op u vertrouwen,
Uw goedertierenbeit. ©OfTÖn^llta tücrft "ban~H"E"Y L~aanWo^"J^»üÜöo lange
toggcsctê. j EVH P V A f tot genna geï_ |
||||||||
negen / ©ie ooft bcliouöcn ftonO/
|
||||||||
gjn Som», geeft genaa en ffgcn;
W^cuWg^ËYT^vËTfö tf öT^ |
||||||||
$8 m&&iïfai$&m?êffify\'$&M.
29e Eicï in 'Atntfgtépldlltt #ftfc ïttfccft»0? lr'r ^
Zy luiftert wat de H*E*5FCT "« f SJgelb-'
3Üan t)aac ten tf^/'ttffWdtfliattcfip:-••»' r # ^p toagt en «MpSmtfeftfi ri',; nMFJjMU J.'
25p na ban cai^i^PfefiSjfafi §*P ,ir''.'& (Cotje in (©eïoaü'WfflHf^J ri.pfüiu^w^v »• ^
God zal tot my VaW *%££'#<&&& f« m \<il'&:.<i>y W& toept ten fyemcliWP ^*SW « S<»tf 'r'-
|
|||||||||||||||
---- -n
|
|||||||||||||||
"^PJCCttt Vrede ^5^Sf§wó"o>3«. 3
|
|||||||||||||||
©a» ÖCft •Qefla'jefa-flfhraiimr^^fitx/ii ti 3
!l~l"iï 't trlgr^amT^nfËöoirii^rTdeT"""
tujfcljct^ <©afr e» IH^^ilZ Ë53L'0 D*
ruflejcfö jf"<<tffëgffj|EB ff|0fflféK gigt ©ooJïuaat afê 't fcl)tjnt geljcri betïocen/
Komt ons Gods heil riabp1.
Zy die de vréèze Gods tjecfiateil/ Maakt hy van plagen vry: l
©p bat hl onze landen woone, i: ; I- Gods Volk, iri vree en eer, , j -
^at3ic!ntto HEÊRLYKttEY'F öertoone/ "'
<Öh bïiitïie ititei en méér;
'* 3£an
|
|||||||||||||||
•üiEÊïbidiögbterden 8?. Pfalm. $$
ïfrm $ü\m Mcffp ig Dstttmoeten ?©| GopciérdcreHBgt^ji.- • ,( .,<?'-
©ê'Waafhéit jarte 1'röuw begjoctcn/ , iCot alic Dcugb Beitit) » =
<©nfrttjbetf Waifölltttit teMuffer»;
<©OR 5al Gercgtigheit,
«ÊHliébëiyrecmalkandcenkuflèn , , . #dÜJÉ ïféflt en öeugö geïciö.
|
||||||
©oo? 3if3u^ aanjigt gaan:
<£5tn aan bc janbarcrVtc g'c\)ch/ 'ttëcgt/ Dan uoo? <{Sob te {laan.
ïf p jal Ijaac in 3JJ11 voet-ftaps wegen. <0aan zetten aUijt l3oo?t,
<Ön baai* Doen erom 's HE EREN segen/ ,$aar 't üöfle Waarheits tooojb.
<0 3. 14. ©<0o&!
|
||||||
190 Uitbreiding over 4en 85!. Pfalnj.
_______?4> _____'
«©<0oö 1 Dit ijï&c^ügf&cc"iB?omcttrti Jfa'
|
||||||||||||||||||
't f egt banbette ftaaï/ &n naubjfcjljl
|
||||||||||||||||||
Upa? Den Dag inng Itcrihen: $u Waarheit
|
||||||||||||||||||
gS3S=£
|
||||||||||||||||||
_OpjÖf Tfttow 2&Cffim te Itruik'len, te Üfi ~
|
||||||||||||||||||
5Ü3i|Iifn: $U 5Uib?C Liefd Clt Vree,
|
||||||||||||||||||
Eo bette ban De menfcfKn kopen/:
|
||||||||||||||||||
©ctbult met moeit' en luee.
|
||||||||||||||||||
r • ï r
|
||||||||||||||||||
»f.
|
||||||||||||||||||
«Pat Doo? uVd Waarhcits Jjriö?c fïraïen/
'nöantfcbe ?llarbnjR 5P üecïtgt.
«Poei Duificrhfë' ten afgjonö Dalen: <ön aï tbie/ Irugettó fifgt.
3Laat troiltoe Waarheit, Regt en Vrede, gtju Zuilen ban nto Kijk:
«©en jSnö/ ru Enigen/ ganfcB bectceOcn <®p öat tito €ccc bïnïf.
EINDE.
|
||||||||||||||||||
f.*.■.;.-!■;; :f i
|
||||||||||||||||||
.;*£ «* .^i
|
||||||||||||||||||