-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4- -ocr page 5- -ocr page 6-



• :/■





-S'





' ,/



-ocr page 7- -ocr page 8- -ocr page 9-

hedendaagsche

Historie

VAN, BH

R E I S-B O E K

1 T A L l E N,

Vervattende eene ntauwkeurige

BESCHRYVING

VAN DEN

tegenwoordigen staat,

2oo van het L^nd zelve, deszelfs Zeeden en Gebruiken, Re» gerings-wyze, Handel, Huishoudelyk Weezen, Oudheden^nbsp;enz. als byzonder der nutte

K O N S T E N

E N

VVEETENSCHAPPEN.

Uit de nieiiwfte Reisbefchryvingen , eigene Waarnce* mingen en Aanmerkingen, zamengefteld

door nbsp;nbsp;nbsp;'

D. y. VOLKMAN.

Nu ten diende der Nederlanders uit het Hoog-duitsch overgezec, en verrykt met eene geheel hinwwe KAART m dertig P L A A T E N.

NIEUWE UITGAAF.

EERSTE DEEL.

Te AMSTERDAM,

By M A R T I N G S p e B R ü Y MDGCLXXIK.

fc;

-ocr page 10- -ocr page 11-

Bladx. lÖi j^XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX^C

VOORREDE

EER

Van den h

Lid van verfcheide Akademien in Italien;

SS op iTiynoti valiA on scitizotting ^ de Boekverkoper van Schoonhoven^nbsp;ondernam dit Reisboek door ttalietinbsp;•' te doen vertalen en iiittegeven. Oninbsp;hem hier toe te meerder aantezetten,nam tk op rny inbsp;de vertaling doorgaands natezien, hier en daar dénbsp;veranderingen, die ik gefchikt oordeelde, te maken^nbsp;en eindclyk het tverk met enige aanmerkingen en by~nbsp;voegfelen té vermeerderen. Deze belofte heb ik in denbsp;daad volbracht, doch alleenlyk tot bl. 197. van ditnbsp;terfie Deel: na ’t svelk ik geen deel hoe genaamdnbsp;dit sverk meer heb genomen.

Kviam hetzelve dus in 't licht, men zOu er ireeU iicht Verfcheidêntlyk over oordelen. Wisn viynenbsp;aanmerkingen gevielen, ofde veranderingem in adnbsp;berjle bladen gemaakt, in ’t oog kwamen, zouddnbsp;tin Dveryld oordeel dnogelyk doefi dunken , dat ik

* a nbsp;nbsp;nbsp;dtf

-ocr page 12-

IV.

VOORREDE

der uitgave van dit werk een wezentlyk nadeel had gedaan^ door niy aan hetzelve dus vroeg te ontrekken. Anderen y die mynen arbeid minder gunjiignbsp;beoordeelden, of uit een verkeerd oogpunt befchoum-den, zouden liever gezien hebben, dat ik in’t geheel myne handen aan dit werk niet gejlagen bad.nbsp;Allen zouden zich verwonderen over de verfchillen-de uitvoering deszelven, en zekerlyk niet dan verkeerde oorzaken daar van uitdenken.

Om dit voortekomen, vergunne my de Lezer, dat ik hem by den ingang van dit werk een kwartier ofhalf-uer bezig boude, ten einde hem in ’t brede naricht te geven zoo van het oogmerk en den aart,nbsp;ah van de vertaling en uitwerkingnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Reisboek

door ltalien, ten dienfte der Hollanderen.

En voor eerft wat de uitgave zelve en het oogmerk daar van betreft: ik raadde den Boekverkoper deze onderneming, ommeer dan eene, ikdenk,ge~nbsp;wigtige redenen.

Onze natie r ei ft, en reft by zonder ook naarlta-lien. Zy deedt het voorlang reeds: en men gewent zich zoo lang zoo ?neer het reizen ter voltojingnbsp;ener befchaafde opvoeding voftrekt noodzake-lyk te houden. Onze eerfie luiden altans denken zoo3 en ik hen volkomen van hun gevoelen: by-

zonder

-ocr page 13-

VAN DEN HEER ***. V.

in dezen tyd y daer onze jonge luiden ‘weinig fauten en helagchelykheden den vreemdeling af~

^ien kunnen, viaervan zy, des gezind, genevoor-beelden ter navolging ’t huis zouden vinden: en in tegendeel in anderen landen, byzonder in Italien,nbsp;fioch oneindig veel goeds voor ben te keren is, vsaer-van zy buiten de mogelykheid zyn om in hun vaderland enig begrip te krygen. De voordelen van hetnbsp;reizen zyn blyvenden en dezelfden in alle om- 4.

Jtandigheden: voor de ene natie, en voor 't een ondeelbaar lid der. natie meer, Voor de anderen minder. De nadelige uitvoerking deszelven heeft omtrent eenige ondeelbare leden ener natie in 't geheel geen plaats, en omtrend ene natie in ’t algemeennbsp;alleenlyk in enige zeer zeldzamen en kort-durendenbsp;tydperken. Dat Lyeurgus den Spartanen het reizen verbood, voas voys en allernoodzakelykfi; dochnbsp;in Lyfanders tyd mocht men de jongensvrynaAthe-nen zenden ,inplaats van hen, voor den altaar vannbsp;Diana, noch na ouder gewoonte te geesfelen. Evennbsp;zoo geloof ik niet, dat wy de natie zyn zouden dienbsp;ïüy zyn, zoo onze voorouders voor een paar cu-

, even veel werks gemaakt hadden als nu velen doen, van voor wereld-burgers liever dan Nederlanders te boek te flaan; hoevsel ik bekennen

moet,

C*) Byzonder wat Montaigne noemt T atmtage de fret' ttr fa cervelk centre celle d'auirtti.

^ O

-ocr page 14-

VI,

VOORREDE

ffioet, iat imar de beginfelen tan conflitütie eem geworteld zyn, zao dat zy den kinderen diep ingernbsp;prent worden , ook het bezoeken van ahdere landennbsp;ten dezen opzichte weinig nadeel zal doen.; enenbsp;waarheid die door het voorbeeld der eigenlievendjienbsp;en meeji patriotifche natie ontegenzeggelyk bcrnbsp;kraehtigd wordt, ah men er by bedenkt datgene jeugdnbsp;peer reiji, dan de EngeJfche.

De onze reiji dan ook , en men doedt wel van ze te laten reizen , byzonder in Italien. Dat dit landnbsp;het gejchikjie is, om aen de voornaamjie oogmcrrnbsp;ken te voldoen, die men doo.r het reizen bedoelt,nbsp;weten allen die het kennen. Voor onze natie alleennbsp;blyven twee zwarigheden met. betrekking tot hetnbsp;zelve, die het nodiger Wordt weg te nemen, na matenbsp;het bezichtigen van dit land meer in zwang koomt.nbsp;De ene is de weinige kennis die onze goede oude burgers van desfelfs tegenwoordige gefteld-heid hebben, me} de daar uit fpndtende vooroordelen en wanbegrippen nopens Italien en denbsp;Italianen. De andere het gebrek aan hand-leidin-gen voor onze jonge luiden, die van hunne ouders na Italien gezonden worden, om het nut,nbsp;’t vyelk men zich daermede voorflelt, uit hun-pe reis te trekken. Beide zwarigheden dacht ik,nbsp;zoo oit, door de uitgave van dit werk, te kunnennbsp;uit den weg geruimd worden, en dacrom raadde ik

den

-ocr page 15-

VAN DEN HEER ***. nbsp;nbsp;nbsp;- Vli.

Boeki}erkoper deze onderneming zoo Jlerk aen. bedroog ik my niet (en ik kan my kwalyk bedriegen , zoo anders het ‘sserk algemeen genoeg gelezen 'mord') dan denke ik myner natie enen we-zentlyken dienji gedaan ts hebben, waarvan de gevolgen derzelve duwzaam voordelig moeten zyn.nbsp;Laat ik my over beide punten wat breder uitlaten,.

was


Reeds voor lang hebben velen van onze jorige luiden van allerlei foort^ doch byzonder uit onzenbsp;¦befte huizen, Italien bezichtigd: en noch dagelyksnbsp;treden er nieuwen in hunne voetftappen. Het gevolg hiervan , zou men zeggen , moeft zyn, datnbsp;de kennis van desfelfs gefteldheid, zeden en het karakter der natie i meer en meer onder ons zich moeftnbsp;verfprelden. Doch het tegendeel is waer, althansnbsp;ten aanzien van dat gedeelte der natie ^ 't welknbsp;den grootften hoop uitmaakt. Dezen., die ik zoonbsp;even de eer deed van onze goede oude burgers tenbsp;memn, zonder enig ftagh van inboorlingen door dézen naam te denken te benadelen, blyven verftokennbsp;van de alleroppervlakkigfte kundigheden hier toe be-trekkelyk ; of liever, zy verheelden zich Italiennbsp;zoo als men gewoon was voor een paar' euwen overnbsp;hetzelve te denken en te /preken : dat is in eennbsp;tyrf, wanneer dit land en veel ftechter bekend, ennbsp;veel minder befthaafd , doch oneindig bedorvener

4

-ocr page 16-

VIII,

VOORREDE

mas dan tegenwoordig. Wat mag hier de rede Dan zyn ? Zal ik de voornaamjle zeggen ? Velen onzernbsp;cnervarenen, daarhy geheel onvoorbereiden, en dus-in allen opzichte ongefchikten, jonge reizigers komen t’ huis, op zyn bejt genomen, even goed, evennbsp;wys, even kundig ^ als zy vertrokken waren. Verre van anderen een grondig en juiji denkbeeld medenbsp;te kunnen delen van het merkwaardige ’t welk zynbsp;gezien hebben., zyn zy buiten Jlaat om aan zichnbsp;Zelvenbehoorlyk rekenfchap te geven van den tyd diennbsp;zy buiten ’s lands hebben doorgebracht. De kundigheden van zulke reizigers zyn dus voor de Natienbsp;voljirekt verloren: en waagden zy, niet uit eigenenbsp;opmerking, maar volgens hier en daer overhoordenbsp;uitfpraken van kundiger reizigers, enige grove vooroordelen hunner medeburgeren te bejlryden, hunnenbsp;bejlijjingen moeten by een volk, dat in zyn aartnbsp;niet licht van een begrip is af te brengen, noodwendig zeer geringen ingang hebben.

Wat de overigen aangaat: en er zyn er verfchei-den altoos in dit land geweejl en noch levenden, die, H zy door eene onderfcheide opvoeding, ’t zy datnbsp;zy het geluk getroffen hebben van het onderrichtnbsp;enes kundigen leidsmans te genieten, ’t zy uit eigener gefchiktheid , op de rechte wyze gereiji ennbsp;byzonder Italien met vrucht bezichtigd hebben: —nbsp;dat derzulker ervarenis genen meerderen invloed opnbsp;het der natie hebbe, fchynt nioeilyker op te

lojjen;

-ocr page 17-

IX,

VAN DEN HEER * ? *

; doch ook hiervan zyn verfcheide redenen te ^iven.

reizen , noodzake-hun ganfche ge-

De voornaamjle it, dat toch noch toe geen hunner, hoe gefchikt ook zommigen hier toe zouden ge-Vdeeji zyn, een verhael zyner reize of bejchryving ‘Oan het Iand,’t 'welk hy met zoo veel genoegen-alsnbsp;vrucht bezichtigd had, aan het gemeen heeft medegedeeld ; en nwat den invloed van byzondere ge-fprekken betreft, dezelve ¦weet men, dat zich nietnbsp;uitjirekt buiten den kring ‘waerin een yder leeft, ennbsp;dus'weinig of gene uitvierking kan hebben op het grosnbsp;der natie. Een ding is er ondertufchen, 'waaropnbsp;men deze bejchuldigen kan niet genoeg acht te geven: ik meen, het gedrag en de hoedanigheden vannbsp;zommigen dezer goeden engefchikte reizigers ,dienbsp;na hunnen terugkomfi tot zulke ampten verhevennbsp;worden, waarin de ogen der ganfche natie op hunnbsp;gevejiigd zyn, dermate dat de goeden of nadeligenbsp;indrukzelen hunner opvoeding , en C’f geen toch,nbsp;koomt het er by, het voornaernfle gedeelte hunnernbsp;opvoeding maakt, als den meeften invloed op hunnbsp;karakter hebbende) van hunnbsp;hk blykhaar moeten 'worden in

Ziet men dan eenF***l, by de hoedanigheden 'Wier denkbeeld een Hollander lang gewend is aan den naam van F***l te hechten, ook alle dienbsp;voordelen verenigen , welken eene wel ingerichte reis alleen in fiaet is te geven, zonder ene eni-* 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;êf

-ocr page 18-

X. VOORREDE

ge ondeugd of belagchelykheid van de natiën ^ die hy bezocht heeft, over genomen te hebben; cxiie zalnbsp;dan langer den nadeligen invloed van ’t reizen op rekening der vreemde landen , en niet op die der m-gefchikte reizigers ftellen: of geloven, dat Zulkenbsp;jonge luiden in It alien of elders zullen verdorvennbsp;voorden, die in hun Vaderland niet denzelfden wegnbsp;zouden gegaan hebben? Dat zulke onrechtmatigenbsp;begrippen by velen noch ingeworteld blyven , innbsp;weerwil van voorbeelden zoo gefchikt om hen daarnbsp;van te doen te rug komen, is eniglyk daar in tenbsp;zoeken dat zy of deze goede reizigers enkel als uitzonderingen ener genicene regel aenzien , of eennbsp;heimelyk genoegen vinden in zich optedringen, datnbsp;dezelvcn de goede eigenfehappen, die men hen toekent , niet op reis, maar te voren reeds, in hun Vaderland verkregen hadden

De oude vooringenomenheid, tegen het bezoeken van vreemde landen in ’t gemern, en tegen Ita-lien in 't byzonder, blyft dan Jiand houden : ennbsp;terwyl zy den enen belet zyn zoon, die er rechtnbsp;toe gefchikt was, na It alien te zenden: zoo houdtnbsp;zy den anderen, die zich of door het voorbeeld of

door

(*y In dit laatfte geval, ware het toch genoeg, dat zy-op hunne reis niet verloren hadden.

-ocr page 19-

VAN DEN HEER- * *. Xt

overreding van vrienden^ heeft laten overhalen tgt;m den zynen hier toe verlof te geven, in ene be^nbsp;Sommering die door de bejle berichten kwalyk gefufinbsp;^ordt: en laat hem^ vooral valt het kwalyk uit,nbsp;•voor altoos, het vervo.yt van tegen zyne overtuigingnbsp;'C’t- is om ‘t even of zy in verkeerde of jidfie begrip-pen gegrond Vlas') gehandeld te hebben.

Italien doch is by velen al een vconderlyk land !

Kan men niet overal

— „ Foor eerfi het is zoo ver af: niet viel zoover als de Indien, als men ’t recht bedenkt: maar innbsp;de Indien vionen toch- Hollanders: en dan is ’tnbsp;viaarlyk, of Italien verder was (*). En wat voornbsp;een land is het! Een land, vol gauwdieven ,flrmk~nbsp;rovers , moordenaars : daar men in de herbergennbsp;df'aei-bedden heeft: waardoor men in de kelder neder koomt: op yzere pinnen: en zoo vermom'd wordt,nbsp;zonder dat er oit een haan na kraait. PFant, datnbsp;weet elk, juflitie is er niet: zoo min, als in

'Spanje:! , Portugal, enz.

-1 ^ -

voor een paar fchellmgen een karei huren', die U zoo maar op Jlraat een ponjaard in 't hart jieekt, ennbsp;''^^gmoffelt, zonder dat iemand er navraag na doedt.

Hon-

C ) Hoort alle luiden, wier kinderen na de Indien gaen, otn Oituin totnaijei)^ of^iethen van dezelven affcheid nemen.nbsp;V'aar zynZe ongeruft over? Dat zy over zee moeten gaen,nbsp;enz., ]a! — Maar, dat hunne grondbeginfelen zullen verdorvennbsp;Worden? En kennen ze grondiger de levenswyze in deladien?

-ocr page 20-

XÏI.

VOORREDE

Honderd UJlorien ixeet men zoo dat er gebeurd zyn^ enz.’’ -—-

Voor eerjl, Mevrouw , neem my niet kwalyk, ie meejten van uwe hijlorien zyn abnanaks-hiJtOquot;nbsp;rien! Voor die draai-bedden byzonder Jiaa ik uwnbsp;^oon in. Zoo hy maar niet voljlrekt altots op eennbsp;dons-bed flapen moet^ heeft hy van de bedden alsnbsp;bedden in Italien 'niets te vrezen. Wat al ’t overige aangaat, zoo geloof my, dat gy drie, vierhonderd jaren ten achteren zyt met uwe berichten.nbsp;Maar jujlitie is er toch niet, zoo als hier innbsp;Holland ? Waar ?Wel in It alien ! —-Maar It alien is zoo groot; daar hebt gy Savoy en,nbsp;de Staten van de Keizerin,de Republiek Venetian,nbsp;Genua, het Groot Hertogdom , den Pausfelykennbsp;fiaat, en het Koningryk Napels. In welk van dezenbsp;landen is gene jujlitie?'ya,ïk weetniet. Innbsp;It alien , zegt men maar. Waarfchynlyk dan wel innbsp;geen van allen. Mevrouw, Mevrouw ! waarnbsp;wil dit heen ? Bedenk toch, dat wy hier in Hollandnbsp;eene jujlitie hebben, om dat wy menfchen zynnbsp;en in ene maetfchappy te zamen leven (fj Ennbsp;geloof my, niets gelykt meerder na een menfchdannbsp;eert Italiaan, uitgezonderd een Hollander,

JMaar,

(gj Zegt hier iemand, geenfmts; maar om dat wy gereformeerd zyn, en de Italianen niet. Goede vriend, leg het hoek weg. Wat kan U Italiëii fchelen ?

-ocr page 21-

XIIL

Van den heer * *

jgt; Maar^zeg my evenmel, zoo als gy 't meenty ibeeft men in Italien niet meer nood voor alle zulkenbsp;dingen, als hier .* want myn zoon is tegen myn zin netnbsp;Italien gezonden , en ik droom alle nachten ^ datinbsp;Zus en dan zoo, dat ik hem zie vermoorden.

Zal ik U dan recht zeggen hoe het hier mede gelegen is. Uw zoon is buiten twyffel aan ver-Jcheide gevaren bloot gefield: gevaren op de reis y ennbsp;gevaren in de plaatfen waar hy zich ophoudt. Vooinbsp;eerfi zyn pofiillon kan zich bezuipen, en bem in ’tnbsp;water ryden. Dan veïdrinkt hy: even als bier innbsp;Holland. Ten tweden, hy kan met zyn eten eennbsp;fpel verflikken.Dit alles weet Gy 1 ja. Maarnbsp;had ik begonnen met U te zeggen, hy kan een gou-de penning hebben, zoo als de .Abt JVinckelmaninbsp;deze penning kan zyn buurknecht in verzoekingnbsp;brengen , zoo dat hy hem vermoort: zoo zoud gynbsp;mogelyk zoo licht niet hebben toegeflaan, dat ik ernbsp;hy gedaan had, even als hier in Holland. Voor tnbsp;overige moet ik U herinneren, dat deze buurknechtnbsp;geradbraekt is, niet meer en niet minder ah mennbsp;hem hier zou gedaan hebben.

Om U dan recht te zeggen. De gefieldheid van Italien geheel anders als die van ons land. Hetnbsp;is verdeeld in verfcheide Staten, die met malkande-ren gene verbintenis hebben, zoo als hier onzePro-vintien. Daerenhoven het is veel minder bevolkt:nbsp;Gy weet dat geen land, zoo bevolkt is ah Holland,

Chu

-ocr page 22-

XIV.

voorrede

China alleen uitgezonderd. Dus zjn er velen cii groten oyihezmonde preken bergachtlgen ,onvrucht-baren of onbeboii'Wde landsdowwen. Hier reifl mennbsp;dikmls door: en de gemeene wegen zyn op verrenbsp;na zoo goed niet geregeld als in Frankryk en Engeland , doch in veel opzichten al zoo goed als innbsp;Holland. Houdt im zoon dus den gcmeenen weg,nbsp;en neemt hyde voorzorgen^die men hem zal aanwy-Zen, zoo heeft hy voor gene moordenaars , enZinbsp;voor al in dezen tyd, nu *t zoo lang Vrede geweefinbsp;is, te vrezen , niet veel meer dan in de Meyerynbsp;van den Bofch^ enz. Al wat men zeggen kan \ isnbsp;dat hier en daar op de grenspalen van twee fiaten,nbsp;wyl het overlopen zoo gemdkkelyk is ^ zich zomtydsnbsp;flecht volk ophoudt, waarmede een reiziger in zekere omfandigheden ene onaangename ontmoetingnbsp;zou kunnen hebben. Doch hiertegen heeft men zoonbsp;vele voorzorgen, en krygt overal zulken goeden raadnbsp;om zich na te gedragen dat men er bykans geennbsp;punt van enig gewigt van maken kan ' veel minnbsp;dusdanige gevallen^ zoo zy plaats hadden , der na-¦tie zelve toerekenen: daar de oorzaken er Van on-middelyk in de gefieldheid van het land ge grond zyn.nbsp;De Vetturini’j zelven zyn, even gelyk de Ofte’r,nbsp;voor al in kleine plaatfen, dikwils flecht volk: Iknbsp;beken het; dodo vraag eens vreemdelingen ^ die doornbsp;Holland gereifd hebben, wat zy van uwe voerlui

den , fchippers

herbergiers , kruyers en zelfs

ve-

-ocr page 23-

VAN DEN HEER * * *. nbsp;nbsp;nbsp;2#.

CmnmiJJariJJen of Poft-meejlers denken. De-kendt gy: wel nu beoordeeld er de Italiaan^ fihen na: zy zyn omtrend van ’f zelfdeflagh: ennbsp;dan Zyn 't Italianen (*).

W%t de gevaren betreft, waaraan men bloot gefield is gedurende zyn verblyf in een plaats: voor oerji^ wat vermoorden, in herbergen of of firaat,nbsp;vergeven,enz. betreft; dit zyn dingen van de XIV,nbsp;en XV. Eeuw: en dan waren 't zelden vreemdelingen, dien dit weervaerdc, of de fchuld was aennbsp;henzelven. Thans is dat alles even ongehoord innbsp;Italien, als ergens anders. Zoo dat. Mevrouw,nbsp;Jiel deze herjfenjchmmen uit uw hoofd. Nietsnbsp;is nuttelozer, dan zulk ene vrees. Doch uw zoonnbsp;is in een land,dat zeer verfchiU van het onze,datnbsp;ene andere, en onderfcheide regeerings-wyzen heeft:nbsp;waer een andere Godsdienjt heerfcht: daar anderenbsp;gebruiken, andere grond-regelen , plaats hebben:nbsp;het karakter van het volk zelve is zeer onderfebei-den van het onze: de Italianen hebben deugden dienbsp;by ons zeldzaam zyn(f*'): en gebreken die onze aart

wei-

• Hier door verftae ik alleen , dat een lialiaanfcb I^^tturir.o voor een Hollander (en alle andere vreemdelingen) eerft de qualiteit heeft van Fettarino-, en dan die vannbsp;haliaan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Engelfchman of ander vreem

deling een Holiandfch voerman, voor eerft een voerman is, en dan een Boliander.

C**) By voorbeeld dat zy zich noit dronken drinken.

-ocr page 24-

XVÏ.

VOORREDE

reinig medebrengt: hunne geiuone begrippen over verfcheide zaken en hunne ixyze van handelen in velenbsp;voorvallen, is^ gelyk die van alle volkeren, overeenkomstig deze byzondere trekken van hun karakter , en dus viezentlyk zeer onderfcheide van de onze, die wederom, overeenkomjiig onzen byzonderennbsp;aart en gewone begrippen, denken en bandelen. Isnbsp;nu uw zoon opgevoed in de meening, dat de Zonnbsp;alleen maar voor Holland opgaat, en alle andere natiën enkel by gelegenheid befcbynt, die des nietnbsp;waardig zyn: zoo zal hy met zy7ie fchade of feban-de moeten leren, dat ook elders menfehen wonen ,nbsp;die dezelfde plichten van een reiziger verwachten,nbsp;welken wy in ons land van vreemdelingen vorderen:nbsp;te weten dat zy zich aan de regeringswyze onderwerpen, den heerfchendenGodsdienJl in eere houden, ennbsp;zich na de gewoonten en inzettingen van het lanAnbsp;fchikken, zoo lang zy in hetzelve zich ophouden*nbsp;En wil uw zoon te Romen, in ene Converfaüone,nbsp;met de kundigheden pronken, die hem zyn Catechi-^nbsp;zeer - mee (ter heeft by gebracht, en beweer en dat denbsp;Raus het beejl van de Openbaringe is, zoo zal mennbsp;tnogelyk alleen zich wreken met te zeggen, Meglionbsp;beftia, che Olandefe! (*) doch ’t is myn fchuldnbsp;niet, zoo men hem anders een kandelaar na ’t hoofdnbsp;fmyt,en hy by zyn moeder f huis koomt janken.-^

Zie

(*') Anders zyn weinige natiën zoo zeer gezien in Italien* als de Hollanders; om dat zy minder buitenfporiglaedea doeoi

-ocr page 25-

VAN DEN HEER1-^1 XVit

daar bykans 'woordelyk een zamenfpraak t als ik ze onlangs gehad heb, en met ene vrouwnbsp;die ’t anders aan geen verjland ontbreekt (1}. Zoni~nbsp;nige w.annen die wat zwakker van zenuwgefielnbsp;^yn^ en buiten enig denkbeeld van gevaar— andersnbsp;dan Van hun hobbelpaard te vallen of zich inden vin-'nbsp;ger te fnyden —vreedzaam en Jiil zyn opgevoed, ennbsp;zoo door de wereld voortgejlenterd hebben, zullennbsp;fomtyds ook wel omhetmoorden en vergeven, inita-tien gebruikelyk, denken, waarvan zy in de Hiilon®nbsp;van Céfar Borgia en dergelyke boeken gelezen hebben , of de vertellingen van hunne Grootmoeder heugen : doch de meeften echter, fpreken uit enen anderen hoek, en maken een ander foort van zwarigheden , als men hen raadt hunne kinderen te doennbsp;reizen, en byzonder naar It alien te zenden.

Italien is by hen het land van de Aflaten en van het mai francefp : het vaderland van Vanini ennbsp;Aretyn. Zy hebben hier en daar een woord gehoord of gelezen van Cicisbei, van Carnavalsnbsp;en Mafqueraden, van Cafine, en mogelyk .nbsp;van dingen die noch heller klinken. Dit alles^ half gehoord , duijier begreepen , en vooralnbsp;zonder enig onderfcheid van tyd of plaats aange-genomen, en met de levenshefchryvingen van enigenbsp;Paufen of andere Heren van Italien in de middelen-

1

'Niet in den Haag, ook niet te Ainllerdam.

-ocr page 26-

XVIII.

VOORREDE

euwenj, mogelyk mei met de Vertellingen van Boccatias, zoo zy die in hunne jeugd gelezen hebben , tot êenen huspot gemaakt, vertoont zich voornbsp;hunne oogen gelyk een donkere molk, zoo Tnenig?na-len zy Italien horen noemen: en het refultaat dezer difparaten en manjialtige indrukfelen, is de vaflenbsp;jluit-rede •'— in Italien is noch Godsdienll nochnbsp;zeden.

Zoo mordt ener natie, die anders boven alle anderen doorgaat voor een zeer fyn gevoel te hebbeny en hyzonder door het fchone, in al mat zinnelyk is ,nbsp;ongemeen levendig te morden aangedaan , alle aan-fpraak op zedelyke gevoelens, dat is alle begrip van

het mezenlyk fchone onmeedogend ontkend ! —--

PFat zeg ik ? Zoo mordt elk Vader of Voogd y die zynen beminden voedfierling na zulk een landnbsp;fluurt, maar geen eerlyk man, mas de voornoemdenbsp;fltntrede maarachtig y zyne voeten zou millen zetten, onverantmoordelyk gefield voor God en zynnbsp;gemeten, en aan de vermyten van zyn eige liefde-ryk hart op de mreedfte myze overgelaaten !

Dit is ondertusfchen bet gevolg der onkunde y maarin men blyft omtrend den mezentlyken tegen-moordigen Jiaat en zeden van een land, ’t melk innbsp;zoo veele opzichten verdiende en behoorde recht gekend te morden. De begrippen, die er uit ontjlaan,nbsp;byzonder met betrekking tot den Godsdienft en denbsp;zeden i zoo als ik dezelven zoo even befchresf, hier

in

-ocr page 27-

VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;XÏX*

in t brede te wederleggen^ en de lialfchheid niet aU leen niaar zelfs de ongerynidheid er van aan den dagnbsp;lejtellen, daarentegen eene uitgebreide en onparty-.nbsp;dige Jchets te geven, zoo van den Jiaat dér Gods-dienfi als van de zeden en genieene denkenswyzsnbsp;over de zeden en het gedrag van leven, in diervoe-ge als dit alles tegenwoordig plaats heeft in de on-derfcheide gedeeltens vanitalien, lydt myti bejteknbsp;en oogmerk generwyze. C*) Zulk een begrip moet

men

(*) Enige aenmerkingen alleen kan ik my met belettea te maken. En eerft wat üen Godsdienfl: betreft:nbsp;i) Men heeft tot noch tpe geen voorbeeld van een be-fchaafd land waar geen godsdienfl in ’t geheel plaatsnbsp;had. Dus zulks van Italien te zeggen, is op zyn beftnbsp;ene vergrotende wyze van denken en fpreken, dienbsp;niets beduidt, wyl men niet weet, daar ze doch nietnbsp;flriSt genomen moet worden, in hoe verre men ze dannbsp;vetftaan moet, en vvaar de palen zullen gefteld worden. Daarentegen is Italien, als de hoofd - zetel dernbsp;R. godsdienft, tot noch toe eerder van te veel gotSs-dienft, dat is van bygeloof, dan van te weinig of innbsp;’c geheel geen godsdienft verdacht geweeft: en metnbsp;betrekking tot het grootfte getal der natie, met rede.nbsp;Geheel Europa is tegenwoordig in een fooct van crifenbsp;opzicht tot de godgeleerdheid; en alle recht*nbsp;fchapeno luiden wenfchen dat ze ten beften moge uitvallen. Oudenusfchen kan men niet ontkennen, datnbsp;M»t noch toe omtvend dezelve van een zeker foort vas

luides

a

-ocr page 28-

XX.

VOORREDE

men in een land zelve gaan vormen^ of men moet gezondenj redelyken, onbevooroordeelde reisbefchry-

vers

luiden los genoeg gedacht wordt. Dit heeft zelfs in ons land plaats,en in Engelland en Fraukrykveelmeernbsp;dan in Italien. Men vergenoegt zich daar, met zichnbsp;over deze onderwerpen niet uittelaten, en elk denktnbsp;voor ’t overige wat hy goedvindt. Heeft dus een reiziger geveftigde beginfels van godsdienfl:, zoo looptnbsp;hy geen gevaar van er van af gebragt te worden : wylnbsp;er niet eens van gefproken zal worden, zoo hy zelvenbsp;er niet van ophaalt : ’t geen buiten dat om genenbsp;redenen raadzaam is, hoe verdraagzaam men tegenwoordig ook zyn moge, altans in grote lieden ;

Chè- non converfiam' fempre con gli amict In quefla asfai piü ofcura, che ferena.

Vita mortal, tutta d'invidia plena.

3) Het is niet kwaad, ook voor een Hollander, dat hy zie, hoenabygeloof en ongeloof aan malkanderen grenzen, en hoe zwaar het is den middelmaat tulTchen deze beiden te houden. Heeft hy dit geleerd, eer hy opnbsp;reis ging , dat is, zyn hem redelyke begrippen vannbsp;godsdienfl ingeprent, en is hy in dezelven opgevoed,nbsp;zoo moet men op zyn beft even bekommerd zyn, datnbsp;hem zyn reis tot bygeloof zal doen overflaan, als datnbsp;zy hem beginfelen van ongeloof zal by brengen:nbsp;daar de overgang tot dezen, in zynen gefleldheid, nietnbsp;lichter is dan die tot de eerden. Verfcheide anderenbsp;aanmerkingen die men op dit fluk zou kunnen maken,nbsp;flap ik willens voorby.

Met opzicht tot de zeden maak ik 1) dezelfde aenmerking op het dwaze zeggen in Italien

zyn

-ocr page 29-

VAN DEN HEER * * *. XXL

y'aadplegen en zich door dezelven laten gezeggen. nbsp;nbsp;nbsp;Ik

zyn gene zeden, die ik met betrekking tot den Gods-dienftgemaektbeb. Behaivendat, de naiuer en gefteld-heid der menfchen overal dezelfde zynde, ’t wonderbaar-lyk zyn zoude te geloven, dat er een land zyn konde, waar niet velen luiden van jaren en ondervinding evennbsp;overtuigd waren van de Ichandelykheid en nadeligheiJnbsp;van een liederlyk gedrag, dan in ’t land ’t welk mennbsp;voor het geregelfle en nauwgezetfte hield.

2) nbsp;nbsp;nbsp;Men moet groot onderfcbeid maken tusfchen ’t eenenbsp;gedeelte van Italien en ’t andere. Op Maltha zekerlyknbsp;(waar zelden reizigers komen) gaan veel buitenfpoo-righeden in zwang. Doch hier van daan opklimmende , langs Napels, den K. Staat, het groot Hertogdom,nbsp;en eindelyk het Ooftenryks Lombardyen, (de zee-fte-den, gelyk overal, alleen uitgenomen) vermindertnbsp;het bederf der zeden trapsgewyze: zoo dat te Milaannbsp;zekerlyk over ’t geheel veel gefchikter geleefd wordt,nbsp;en altans minder gelegenheid tot verleiding Is, ik zegnbsp;niet dan te Parys of London, maar b. v. te Lyons,nbsp;Luik, BrulTel, en andere kleinere lieden, waar iknbsp;enigen meer bekenden voor had kunnen plaatfen.

3) nbsp;nbsp;nbsp;Wat de gemeene en gewigtigfte befchuldiging dernbsp;Italiaanen betreft, men weet dat verregaanden ennbsp;onnatuurlyke buicenfpoorigheden by ene natie toenbsp;cn afneemen, na mate van den meerderen of minderennbsp;ommegang der mans met vrouwen. Deze pu neemtnbsp;•^“gelyks toe in de kleinfte Heden van Italien, en innbsp;de groteren is zy op denzelfden voet als in Frank-ryk. Wat de geeftelyken en kloofterlingen betreft,nbsp;men kan licht denken, dat zy in onze dagen alle redt

** o

-ocr page 30-

XXII.

VOORREDE

Ik zeg gezonden, redelyken en onbevooroordeelde reizigers ; Dus genen Dr. Smollet, genen Dr.

Sharp

de hebben, om hun gedrag zeer voorzichtig aan te flellen: en matrofen hebben wy zoo veel, en meernbsp;dan de Italiaanen.

4.) Aanzienlyke Qortegianen, gelyk de Trompettina te Ve-netien en anderen in de vorige eeuw, zyn geheel buiten gebruik, en de Toneelfpeelfters, Ballerine's,nbsp;Zingfters, op een ganfch anderen voet dan b. v. innbsp;Frankryk. Dus twee grote Henen des aanftoots voornbsp;een jong reiziger te minder: hoewel, met opzicht totnbsp;de zeden van een land zelve, over ’t geheel, altansnbsp;de eerften minder fchadelyk zyn, dan onze middelmatig koftbaren, en dus raenigvuldigere huurpaarden,nbsp;waardoor zoo velen goede burger-huizen ten grondenbsp;raken. Wat het klein gefpuis betreft, en de aanzoe-keu op flraat of elders,, per lavorar iUerreno, dezel-ven zyn teVenetien, Romen en Napels, menigvuldignbsp;genoeg; doch waar zyn ze ’t niet, en wie wordt ernbsp;door bedorven?

5) Gevallige ouders, mans, broeders, onder het gemeen, byzonder die welken kamers te huur hebben, vindt mennbsp;ook genoeg, vooral te Romen. Hierover mag de Ie-,nbsp;zer zelve de aanmerkingen maken, die hy goed vindt

P) Het voornaamile blyft de gemeene denkens-wyze over dit alles. Hier omtrend moet men vooreerfl: in ’t oognbsp;houden, dat in alle volftrekte regeeringen, waar hernbsp;onderfcheid van rang groter, en de familie-belangcnnbsp;ïOet betrekking tot de huwlyken noodzakelyk me-jjigyuldiger zya moeten, ook de gemeene wyze van

denken

-ocr page 31-

VAN DEN HEER ***. XXIIL

Sharp, cf luiden die hen gelyken.

Thomas Smollet, Dollor in de medicynen en

bel

denken op ’t ftuk van concubinaat, enz. op verre na zoo flreng niet zyn kan dan in een Gemeenebeft,nbsp;wiens welzyn van de nauwgezetheid der burgers afhangt, terwyl dezelven te gelyker tyd ook veel mindernbsp;aanleiding tot een los gedrag hebben. Ten twedennbsp;moet men het karakter der Italiaanen, den invloed dernbsp;liichtgelleldheid, enz. in acht nemen. Van ’t eerftenbsp;heb ik in de noot bl. 115. enige trekken opgegeven,nbsp;die hier kunnen dienen. Wat het Cicisbeimo betreft,nbsp;hiervan zal ik noch nader fpreken. Voor een reiziger koomt het in gene aanmerking, al hield hy zichnbsp;al ecu zekeren tyd in eene plaats op.

7) Noch eene algemeene aanmerking, en ik eindige. Zy raakt Italien niet meer, dan alle andere landen, dannbsp;ons eige land. Is een jong menfch tot lö, 18, 20,nbsp;jaaren opgevoed als de zoon van Frei'c ’Philippe, ennbsp;Wordt hy zoo, op eens, in de wyde wereld uitgefto-ten: zoo ftaa ik, noch iemand, voor hem ia: ennbsp;zonder wonderwerk, kan hy niet wys worden, buiten zyne fchade. De Natuurkenners beweeren,nbsp;dat de leuwen niet bloeddorllig zyn, als om datnbsp;zy van rauw vleefch leven, en dus niet meer verscheuren zullen, dan zy tot hun voedfel nodig heb-Om tebewyzen, dat dit valfch ware, zou mennbsp;enen acht dagen uithongeren, en dan in eenfchaap-

flnl los laaten ? __ Deze aanmerking is gemeen.

2y Zou het mogelyk minder gefchenen hebben, had ik gezegd; Maak, dat uwe reiziger gefchikt zy om

goed

*?4

-ocr page 32-

XXIV. VOORREDE

bel efprittianèemp,/c/jrywr van ene JlechteHijio-rie van Engelland, van vier ofvyf middelmatige Ro-gt; mans, van een vervjorpen Treurfpel the Regicide, ennbsp;VaneenBlyfpel 'waarvan my de titelnuni?t infchiet,

ine-

goed by den vreemdeling te leren, zoo zal hy ook geen kwaad leren. Willen de menfchen in i algemeen , hoeveel goeds er voor hen in de wereld te doennbsp;was, zy zouden weinig kwaad doen!

8) Het Spel had ik bykans geheel vergeten, ’t Is dat het zoo weinig jn aanmerking koomt met betrekkingnbsp;tot Italien. Er wordt overal in Europe gefpeelt, ennbsp;grof gefpeelt, in Italien zoo wel als in ons land, by-zonder te Venetien. Doch er is geen land, waar mennbsp;^linder genoodzaakt is te fpeelen, zoo men hetzelvenbsp;niet verkieft. De Italianen zyn in hunnen aartnbsp;grote praters, grote en langwylige vertellers : zynbsp;Ipreken minder dan zy verhandelen : byzonder denbsp;Romeinen. Des zyn de meefte converfazioni verdeeldnbsp;in praat partyen en fpel partyen, en de eerden zynnbsp;meeft de talrykften ; dermate dat men een half jaarnbsp;te Romen kan doorbrengen, dagelyks de befte huizen bezoeken, en niet ene enige reis fpelen, zonder dat iemand het zal gemerkt hebben, Dochnbsp;het verftaat zich, dat zulk een in de gefprekkeanbsp;deel nemen, en daartoe de taal verftaan, gemakke-lyk fpreken, en voor ’t overige de vereifchte kundigheid, wHlevenheid, vrolykheid bezitten moet, dienbsp;zynen ommegang aangenaam maken. Dat is, hy moetnbsp;gefchikt geweeft zyn pm te reizen, eer hy van hui*nbsp;yertrok,

-ocr page 33-

VAN DEN HEER ***. XXV.

^^^de'i^erker (zoo als men zegt') aan het Critical Review en de Niewvoe algemeens Hijlorie , en Au~nbsp;^eur Dan het befaemde karakter der Hollandfche na~nbsp;rie in dit laatjle werk te vinden, (*)“wa^ zyn gehele leven lang met zwarte gal bezet geweejl, ennbsp;had noit tot lof van iemand gefproken, uitgezonderd die van wien hy eene jaarwedde hoopte. Ein-delyk, gebeten op ’t Hof ’t welk er hem gene gaf,nbsp;op zyne vyanden die Jlecbt van zyne werken fpra-ken, op het gemeen die ze niet las, en op denbsp;boekverkopers die er hem niet genoeg voor betaalden,nbsp;daarby aanborjlig en altoos gekwelt met fpleen,nbsp;vertrok hy in ‘t jaar 1763. van Dover, met zyne vrouw en gehele huisgezin, om in het zuidennbsp;vanFrankryk zyne gezondheid te herfiellen: fcheep-te zich, na een verblyf van vyf maanden, te Nicenbsp;in, Jtak na Italien over, en kwam na ene afwezigheid van twee jaaren in Engelland te rug, evennbsp;aanborjlig, even tnilt-zucbtig, doch enige honderden ponden armer, en duizendmaal gemelyker ennbsp;ongelukkiger, dan hy vertrokken was. Juifl, ter-‘’^yl hy in Italien was, reisde ook daar de goede,nbsp;‘‘^snfchlieDende Sterne. „ Ik ontmoette hem,nbsp;3gt; ^egt deze, (**) op zyne te rug-reis, in Turin:

„ en

(*) Waartegen eene opzettelyke verdediging in onze

taal gefchreven is.

(J*) Torik s Sentimental Journey. Fbl.i,

!* 5

-ocr page 34-

XXVL

VOORREDE

en eene bedroefde reeks van hittere lotgevallen had hy te vertellen: jammerlyken en aandoenlykenbsp;ontmoetingen te ‘water en te land — van Canni-balen die malkanderen eten ¦ van anthropophagi ! Hy was levendig gevild, beduiveld, erger gehandeld als St. Bartholomeus, aan elke

Ik

3, pofi-ruji waar hy aangekomen was.

,, zal ’t de gehele wereld zeggen, riep hy. Friend ,, zeide Sterne, zeg het liever aan uw DoBor !

Smollet ondertusfchen hield zyn woord. ZoO ras was hy niet in Engelland te rug gekomen, ofnbsp;hy zette zich aan het befchryven zyner Odysfëenbsp;en noit zong enig menfchen-kind erbarmelyker klaagliederen. Zyne Travells through France amp; Italy,nbsp;in two volumes, zyn aandoenlyker, zeiden de Fran-fchen, (*) dan de klugt van de fes en twintig ongelukken van Harlekyn: en zyne obfervatiennbsp;omtrend bet merkwaardige ’t welk by gezien beeft^nbsp;Jiaan in ene volmaakte evenredigheid met zynenbsp;droevige avanturen. Ferfallies vindt hy ene treurige woning , a dismall habitation. Trianon,nbsp;Marly en Choify, zyn by hem niet meer en nietnbsp;minder dan grote duivenhokken. De Venus Medi-cis begrypt hy niet dat een kenner fchoon kan vinden ^ en haare houding dunkt hem Jiyf en onge-fchikt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Doch niets Jioot hem geweldiger dan

de

(*) 'Journal Etranger.

ƒ canmt help thinking that there is na beauty in

the

-ocr page 35-

VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;XXVII.

beeftachtige gewoonte, ^egt hy, die de meejie f^tfoenlyke luiden in Frankryk hebben, mnna tnbsp;zich tewasfchen, in malkanders tegenwoor-digheid. Dit vergelykt hy met een gebruik t welknbsp;nen op rekening der oude Egyptenaars fielt, die utnbsp;gezelfchap al bun gereed]chap by zich hadden , ennbsp;ah hen de nood drong, nooit behoefden utt ds kamernbsp;te gaan. Voor 't overige ^ ten bewys zyner on*nbsp;partydigheid, fiaat hem de reis van London na Dover even weinig aan: en hy vindt, dat het tot dennbsp;hemel fchreuwt, dat de herbergiers eenEngelfch-man even zeer villen als zy de Franfchen en anderenbsp;Vreemdelingen doen. In een woord Smollet sTra-Veils zyn een fchat, voor al dat flagh van luiden,nbsp;die of uit ene ongerymde en domme eigeliefde voornbsp;hun Vaderland, of uit naergeefiigheid en zwartenbsp;gal, of uit aengewende menfchenhaat, gaarne vannbsp;hunne medefchepfclen, byzonder in vreemde landen,nbsp;alle mogelyk kwaed horen zeggen of lezen. en wylnbsp;viy, helaes! een tamelyk aental van dezulken hebben, verwondert my, dat noch geen onzer win*nbsp;duchtige Boekverkoopers, waarvan wy een evennbsp;tamelyfi aental hebben, tot noch toe ondernomennbsp;hfeft, van dez^lven te doen vermkn.

Met

tbe features tf Fetm, g? that tht attitude is aiikmrd amp; *ut of ebaraamp;fr.

-ocr page 36-

XXVIII. VOORREDE

Met Dr. Sharp’s Letters from Italy, hoor ik, is 't gedaen, en ik twyffel niet, of de uitgevers Jlaennbsp;‘wel by dit merk; een maardig paer met dat vannbsp;Smollet. Van Dr. Sharp’s karakter en byzondertnbsp;miflandigheden meet ik niets. Alleenlyk dit. Hy isnbsp;ook ziek gemeejt op reis. En mee bet land, miensnbsp;reisbefchryveral mas ’t maar kies-pyn had !nbsp;Is hy degelyk ziek, dat is, is zyne lighaansge-Jleldheid verdorven, zoo is 't gedaan met den goe»nbsp;den naam van alle de plaatfen die hy bezoekt.

Voor eerjl zulke luiden zien noodmendig van veele dingen niet met al, «j van’t overige maarnbsp;half zoo veel als de domjle, gezonde reiziger. Iknbsp;fpreek nu van iemand, die van tyd tot tyd bedlege’nbsp;rig is. De anderen, die enkel ziekelyk zyn,nbsp;(jn Dr. Sharp mas ’t al eer hy op reis gingtnbsp;even als Smollet') krygen natuurlyker myze meinignbsp;toegang in goede huifen. Men zoekt gene ziekenbsp;menfcken aan, altans gene vreemdelingen, en zynbsp;zelven verveelen zich maer zyzyn, en blyifen lievernbsp;op hun kamer. Darenboven om in korten tyd,nbsp;zelfs in plaatfen maar men gemoon is den vreemdelingen de meefle beleefdheid te doen, enen vryennbsp;toegang in een genoegzaam getal huifen te krygen,nbsp;heeft de gefchikfie en mellevendjle reiziger veelnbsp;van noden, byzonder vlugheid, levendigheid, fpraak-zaamheid, en vooral, een altyd vergenoegd ennbsp;vrolyk mezen: alle eigenfchappen, maar een ziek

menfch

-ocr page 37-

VAN DEN HEER * * XXIX,

^^nfch het tegendeel van bezit, en zonder -welken men den reiziger of voor een man van genen of geringenbsp;^^rdienflen houden, of altam met hem verlegen zynnbsp;^^l, en dus verre van hem aantehalen, hem veelliever myden, en op alle -ayzen zich van hemnbsp;Zal zoekeii te ontflaan. Dan, -wie denkt, elke reisnbsp;dat hem een vreemdeling ontmoet, laat ik dennbsp;man toch alle beleefdheid doen, of hy fchryft hynbsp;Zyne terugkomfb enen Tegenwoordigen flaat vannbsp;myn land, -waer ik en alle myne medeburgeren voornbsp;guiten en fielten te boek -worden gefield ? g^lyk-de bekende reiziger, die te Blois zynde, en metnbsp;Zyne herbergierfier, die by ongeluk rood hair had,nbsp;in verfchil rakende, terfiond in zyn Dagboek op-fchreef:Nota. De vrou-wen te Blois hebbennbsp;jj rood hair, en zyn grote hellevegen. „

Ten t-weden, genomen al, de patient had zulke ^ngemeene brieven van aanbeveeling, of hy -was zelve overal zoo bekend, dat men hem niet tegenfiaendenbsp;Zyne ziekte de grootfie beleefdheden deedt: zal hy,nbsp;kan hy by mogelykheid, de zaken in beur hchte lichtnbsp;zien, en een gëfchikt oordeel over dezelven vellen ?nbsp;Zoo mocht men enen geelzuchtigen over de kleurennbsp;laten oordeelen, en hem geloven! Ik heb niet nodig hierover uittehreiden. Bik -weet, -wat ziektenbsp;is, en hoe gemelyk en te onvreden zy ons maakt

over dingen, die ons dik-werf't meèfie genoegen

gaven.

-ocr page 38-

XXX.

VOORREDE

gaven. Vete menfchen^ die voor nydig, onvef‘ duldig, onverzoenlyk en wraakgierig te boek Jlaatftnbsp;%yn het enkel uit gejieldheid; als maar niemand hun'nbsp;ne beoordeelingen over zaken waerop zy gebetennbsp;zyn, zonder onderzoek geloefde en aennam^ zoU'nbsp;de er geen menfcb fehade by lyden als zy zelvefiinbsp;En weet men ’t van den een of ander in ’t gemeerdnbsp;leven, zoo zal men ’t zomtyds noch ai doen. Dochnbsp;laat een reisbefcbryver zeggen^ ik ben daar en daainbsp;bedlegerig gewejl, of ik reisde alleen otn myne ongezondheid, het zal niemard infchieten, dat meftnbsp;by gevolg van 't kwaad 't geen hy van vreemdenbsp;landen zegt, op verre na de helft niet behoort Unbsp;gelooven.

Ik herhael het, Dr. Sharp mag voor zich zeiven de eerlykfte man des werelds zyn: (*) maerhywaSnbsp;éven aanborjiig als Smollet, en volgens zyne eige bekentenis , genoodzaakt om van tyd tamp;t tyd, te Napels twee maanden lang, het bed te houden. Hiernbsp;over beklaeg ik hern met almyn hart: doch wenfeh-te dat hy zyne koortfige opvattingen van Italië»

en

('•) AmvalUg alleen, kan ik niet zeggen, dat hy mj juift gefchenen is, uit zyne Brieven. Is dat nu zynnbsp;ziekte’s fchuld, dat hy zelve niet minder dan beminnelyknbsp;fchynt, zoo is ’t dezelfde ziekte, die hem daarentegennbsp;de Italiaanen geheel anders heeft doen voorkomen dasnbsp;ssy wszentlyk zyu.

-ocr page 39-

VAN DEN HEER 1 2 XXXI.

^ karakter en zeden der Italianen ^ niet on-^ den naem van een Bericht van dat allesnbsp;^d laten drukken: en toen deze dwaesheid gedaennbsp;dat onze Boekverkoopers dezelve niet ver-duhbeld hadden^ en een aental luiden^ die hier innbsp;^ land reeds genoeg tegen Italien zyn ingenomen,nbsp;door enen zieken Engelfchman in hunne vooroordelen hadden laten fierken. Enkele proeven denk iknbsp;Van dit werk niet optegeven, gelyk ik met datnbsp;van Sniollet gedaan heb: wyl ik het gelezen hebnbsp;zoo ras het uitkexam^ dat is reeds voor drie of viernbsp;jaren; en hoeken^ waar zulk. een menfchen-haatnbsp;^ onbarmhartige beoordeelingen van menfchen ennbsp;^enfchen-daden in heerfchen, lees ik om genen prysnbsp;iweemael (f'), daar men buiten dat genoeg werksnbsp;beeft ^ orn gedurig de indrukken te verzetten, dienbsp;de Gejchisdenisfen, die men moet weten ^ in hetnbsp;hart laten, ten nadeele van zyne evenmenjcben.

Wat er my oppervlakkig van voorjlaet, zal ik hier ter neder Jlellen, en ingevolge den indruk,nbsp;dien het by my gelaten heeft, fpreken.

Met Smollet’s reis heb ik gelagchen: —- zon-echter te geloven, dat alle lezers het doen zouden.

1

leur domer nn tour (fépauk pour ks hauler.

2

La néme peim, zegt de goede Montaigne, qtion trend d detraéier ks hommei, je la frendrais volontien i

-ocr page 40-

XXXII. VOORREDE

‘weldig aengedaen.

Maer de Brieven van Sharp hebben my gt' Volks-vooroordelen kan ik nisinbsp;lyden dat men invoere of fierke: en eigenzinnigen^nbsp;naergeejiigen, liefdelozendit woord is niet fierinbsp;genoeg: ik moet zeggenkwaedaartigen, dat Hnbsp;uit een boos, opgeblazen, vol van menfchen-baaUnbsp;en dus altoos argwanend hart voortfpruitende beooT’nbsp;deelingen van menfchen en menfchen-daden verwehnbsp;ken by my, gelyk ik reeds gezegd heb, de aileron'nbsp;aengenaemfie aendoening. En onder alle boekeJinbsp;die deze eigenfchappen verenigen, fpant het werknbsp;van Dr. Sharp de kroon, ’t Is de enige van allennbsp;de Befchryvingen van Italien, die ik ken, waerii*nbsp;het begrip, het welk ik hiervoren alleen aen denbsp;onkunde toefchreef, te weten m Italien zyn nochnbsp;zeden noch Godsdienll, door een man, die op denbsp;plaats geweefi is en alles met zyne ogen wil geziefinbsp;hebben, ernfiig en welmeenend beweerd en fiaen-de wordt gehouden. Foor ’t overige doorgaandenbsp;minder buitenfporig dan Smollet: dat is juifi tetnbsp;dien trap door den invloed zyner lighaemsgefield’nbsp;beid vervoerd, waer ’t het moeilykfi is voor een derdtnbsp;cm te ontdekken of iemand na waerheid fpreke, dan ojnbsp;hy door enige vreemde oorzaak vervoerd worde otilnbsp;zoo te fpreeken: is hy des te gevaerlyker, en zytdnbsp;Brieven zyn ’t gefchiktfie werk, om Italien en dlnbsp;Italianen, zelfs by redelyken, doch op gene verrat'nbsp;fching verdachte Lezers in den flechtfien roep tl

brengeif*

-ocr page 41-

Van DËlSf HEER ***. XXXIIE

en anderen in de verregaendjie ’oöoroóf* delen te Jierken.

^oortcrjl er is geen Gödsdienll in Italien, ii % hem noch erger. Beter gene, dan zulke eennbsp;Godsdienjh als men zich voorjtellen moet in Ltaliennbsp;plaets te hebben, na de onderfcheide trekken ‘Catinbsp;'t ‘wanfialtigji en ongerymfie bygeloof, die hybymal-kanderen ¦üerzamelt, en ik durf zeggen meeflendeelsnbsp;Vergroot, te hebben gelezen, (f') Dermate dat

hy zelve, by nalezing van zyn eberk, over het tafereel, ’t vtelk hy der ‘wereld Voorgeftéld had,nbsp;bloesdeen dus by de Koomfehen in Engelland innbsp;de Voorrede zich er over ontfchuldigde, met te be^nbsp;kennen, dat zy zelVen alle deze belagchelyke bui^nbsp;tsnfporigheden af keurden , en er op ant'iaoarden,nbsp;dat men in Roornfehe landen al dat apen-fpel moejinbsp;* hlyven dulden, om het gemeen gene ergernis te geven.nbsp;Bef uitende vOor 't overige met deze loffelyke fluit^

'k rede: „En wat een Roomfeh-gezinde doch niet Af 'hkeurt, mag een Gereformeerde vry befchryven! „

'' Ten tvteden, in ltalien zyn gene zeden — is 'inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;“nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by

j , C*) Als ttieii eileit andeten een begrip wil bybrengeii finbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t geen by niet kent, koonit be: er niet alleen

I op aeti, weUjg trekken men aanvoere, maar ook welken men verzwygg. gj, vooral, niet of elke aangevoerdanbsp;trek waer zy ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zamengefteld denkbeeld ’t

geen uit dezen verfcheiden aangevoerde trekken ontftaaJ, ( waer en der zake overeenkomftignbsp;• ***

-ocr page 42-

XXXIV. VOORREDE

»

h.y Dr. Sharp gene vergrotende ^ gene onbedachte ^yze van /preken. Hy fneent het wezenlyk: zegtnbsp;het ernfiig: beweert het met een drift, ah of hynbsp;geen eerlyk man zyn konde, zoo de Italianen genenbsp;deugnieten waren ; en krygt er geen zelfs-verwytnbsp;over, gelyk ove7' ’t geen hy van hunnen Godsdienflnbsp;gezegd had. Dit is zekerlyk verregaende! „Vredenbsp;„ zymet zulke reizigers /—¦ zegt niyn vriend Ster-ne:Zoo er vrede voor hen te vinden is! Dochnbsp;5, de zalige gevxften zelfs, kon men er jnet zulkenbsp;„ ene gemoedsgefeldheid komen , zouden onder-„ werpen ontbreken, om ze hen te geven. Elkenbsp;„ zagtmoedige geeji zou hen te gemoed vliegen opnbsp;„ de vleugelen der liefde, om hen te verwelkomen:nbsp;y, en wat zouden de zielen van enen haat-ade-„ menden Smollet of Sharp gevoelen ! „

In Italien zyn gene zeden! kVat zyn de Italianen dan? Moordenaars, zegt Sharp, (aj-fasfn’s') en — beeften.

Ik heb my te voren over het' moorden, vergeven, enz. ferk uitgelaten: en getegd dat het almanaks¦ hiftorien waren, die hiervan verteldnbsp;wierden, hijlorien van de XIV. en XV. euw, enz.nbsp;Nu koomt iemand, die in ’t jaar 17Ö5. en 1766.nbsp;Jtalien door getrokken is, en zegt de Italianennbsp;zyn moordenaars. Ik moet my dan breder overnbsp;dit fluk uitlaten en den lezer mlhomen zeggen, wat

ik

-ocr page 43-

Van den heer xxxV;

er Xian denk. Voor’t overige beroep ik my op elUert fedelyke reizigers.

Italien ligt onder ene ‘warme lugtjireek: 'ws-^entlyk onder de gematigfle ^ doch ten onzen op~. teicbte en ten opzichte van Engelland, onder enenbsp;isarme, ja heette lugtjireek. Des zyn de in'woenersnbsp;Jierke gemoedsaandoeningen onderhevig ;nbsp;aan Jlerkere gemoedsaandoeningen dan in luchtjiré-ken die noch warmer zyn , wyl de overmatigenbsp;hitte Jlap maakt. Ontjleekt een Romein of Na-poUtaan in liefde, men kan zeggen — In eumnbsp;tota ruit Venus: — C’eft Venus touce entiê--Te a faproie attachés. Even zoo isH met allennbsp;zynen overige aendoeningen gelegen, die beurennbsp;oorfprong in 't bloed hebben: byzonder toorn. Eetnbsp;een Hollander of Engelfcbman pen en papier gekre^nbsp;gen heeft, om bedaard te gaen zitten fchryven inbsp;Myn Heer, de belediging die UE. my aangedaan hebt, raakt myne eer, enz. en dan koelnbsp;den haan van zyn pijlool over te haaien, of metnbsp;Zyn party, na alle regelen der kunji, te gaen Jlaennbsp;fcbermen: heeft een Italiaan zynen belediger reedsnbsp;^en ponjaard in ’t hart gejloken, en is den aanklager Zelfs al verre vooruit. Darenbovenhynbsp;koomt er lichter toe; en dat men te Napels ge*nbsp;ineene vrouwluiden met kinderen aan de borji ennbsp;het mes in de hand met malkanderen zal zien vechten, lees en herdenk ik met gene Jlerkere aendoe-.

^ * * 2 nbsp;nbsp;nbsp;ningi

-ocr page 44-

XXXVI. VOORREDE ning, dan ik er hier in ’f land t'mse met gloejendfnbsp;kaken en vuurbrakende ogen malkanderen de mutjennbsp;zie aftrekken en in ’t hair zitten: hoewel ik metnbsp;de enen lagchen en over de anderen rillen zoude ynbsp;waren ’t in plaats van Hollanders Italianen, en innbsp;plaats van Italianen Hollcmders. Wraakgierigheid alleen, koel-bedrevene fchendaden, verradery,nbsp;lafhartige wraek, zyn dingen die den menfch totnbsp;een wanfchepfel maken: en hiervan beken iky datnbsp;men zelfs in onze tyden het janhagel in Italien nietnbsp;kan vry pleiten. Ik zeg, het janhagel in Italien, ennbsp;zelfs hedendaags. Dus er uit te bef uit en tot ene gehele natie, en te zeggen de Italianen zyn moordenaars, is ene redeneerings-wyze waardig dien dienbsp;ze maakt: en voorbeelden uit de XIV. en XV.nbsp;euwby te halen, als men van o-nze tydenfpreekt,nbsp;onkunde en onverf and. Wat wezentlyk van denbsp;zaak zy, is niet moeilyk nategaen.

Van alle de landen, die onder het juk der leenroerige regeerings-wyze en de barbaarfchheid der middel-eimen gezucht hebben, is het lot der Ita-liaenfche flaten tnogelyk het beklaaglykfe gevaeef.nbsp;Xleinder dan andere flaten, en bet naafl aan dennbsp;bron van alle ongelukken, waaronder Europe gebuktnbsp;Was, het bygeloof; darenboven altoos onder malkanderen verdeeld: en zelven altoos Wankelenden: altoos de eerflen om aarfpraak te lyden ;dat is,nbsp;nooit zeker van hunne regeeringswyze, hunne wetten.

-ocr page 45-

VAN DEN HEER ***• XXXVII.

hunne vryheld, het leven en goed hunner burgeren ; _ (}an eens zelven tyrannen: dan vseder ovei -heerd .* door vreemde mogendheden, door naburen y door kleine opgeworpene prinfen^ of baatzuchtigenbsp;burgers en eige inboorlingen ; hierby zonder koop--handel, zonder vreedzamen ommegang met vreemde natiën, zonder kunjien en 'wetenfchappen, ennbsp;Zonder krygsrujling of vafte troepen (ff bonbsp;ven al Jlaven van de geejlelykheid en gcwetens-d'wang; dat, is niet alleen hygelovig tot enen trapnbsp;van dwaasheid, die allen begrip tc boven gaat.

maar tevens wreed en onverdraagzaamtegens anderen

C*) Dit is van meer belans, dan men denkt. In de-middel-euwen waren in kallen nergens vafte troepen. Kwam er oorlog, men huurde voor eue« tyd enige Con-dotiicri, dat is hoofden van ene bende ftruikroveis, dienbsp;gewend de wapenen te voeren , en onder malkande-ren aan ïeUere wetten onderworpen, voor t overigen innbsp;vrede’s tyd van roof eu moorden op de genaeene we^cnnbsp;leefden, en die men dtt ambacht ongeftoord liet leiden,nbsp;tim hen tot den krygs-dienft, des nodig, te kunnen gebruikten. Van dezen ftatoman de zoogenoemden en be-faatndennbsp;Italiaanfche bravt af, wier getal echter dagelyks vermindert, zelfs in Sicilien.- In Vrankryk had men hetzelf

de onder den naarn van grandes compagnies ; en do Ver volger van de Kronyk van Nangis, op ’t jaar 1360. ernbsp;van fprekende, noemt hen Filii Belial, guerratores de va-riis gentibus, tton habentes titulum. (D’Achery SpiciKg*^

^ ^

-ocr page 46-

XXXVIII. VOORREDE

ren: en zehen'^fchrik-achtig, lafhartig, argwatt' nend: even \ruipenden voor den onderdrukker, altnbsp;onbuigzaam, trots en onmedogend tegen den zwakkeren - Zie daar den toejiand en zeden vaft

Italien in de middel-euwen: en ik denk niet, dat er iets ontbrak om het befte volkwaren de Italianen het geweejt onder de Keizerstot het fchuhnnbsp;van den aardbodem te maken, en den aart dernbsp;natie grondig te verderven. Doch deze zelfdenbsp;natie heeft het eerft een vlucht genomen: zich geweldig uit de armen der onkunde gerukt ; en itnbsp;ylings tot een fiaat van befchaefdheid geklommen gt;nbsp;waarna langzamer hand geheel Europe, en het laatflnbsp;die volkeren zich gevormd hebben, die nu hunne voed-fier ’t meeji vertrappen. De voetftappen van zulke ene aanmerkelyke omwenteling moeften noodwendig zeer zichtbaar zyn: dochmet onderfcbcid.nbsp;Op het allerlaegji gemeen, dat altoos beneden hetnbsp;bereik van dezen invloed fiaat, kon zy flechts doofnbsp;de twede hand, om zoo te fpreken, en langzaatnnbsp;werken. Al het overige der natie moefi ene krachtige verandering ottdergaan. Dit is ook gefchied'.nbsp;De aart der Italiaanfche natie is ganfeh omgearbeid, en geheel verfchillende van wat 23/ was innbsp;de middel-euwen. Het janhagel alleen (^en ’t ongeluk van Italien is, dat er meer janhagel isfnbsp;dan in de meefien andere landenj hefchaeft zichnbsp;l§ngzciain amp; fervat veteris vefijgia riiris, Jndc'

fl

-ocr page 47-

VAN DEN HEER * * XXXIX.

'quot;J^yzen van regeering, andere grondbeginfelcH fiaat, andere wetten y en zelfs andere zeden,nbsp;^nder bet gros der burgers y hebben dezen dreesjernnbsp;natie nóit volkomen kunnen zuiveren: en etnbsp;ilyven in het karakter der lazaroni te Napels ennbsp;^e Romen, trekk en die der XlR.eiiw alleen waardignbsp;Zyn, en hen voor menfchen van een ander werelddeel zouden doen houden. Deze trekken op rekeningnbsp;der Natie in ’t gemeen te fiellen, en van de Italianen te zeggen, wat men niet eens in algcmeenenbsp;uitdrukkingen van de Calabrefen en Sicilianen behoorde te zeggen, kan niet dan in eenzieknbsp;reiziger vallen. Nis men van de ltdlia.nen /preekt,nbsp;en hen gerechtigheid doen wil, moet men veelcetnbsp;zeggen, dat zy in plaats vanbloeddorftigenwreed,nbsp;in hunnen aart f zaegachtig, vreedzaam, onderworpen en zelfs fchuw, doch te gclyk meedogend,nbsp;gevoelig , aandoenlyk zyn , en zidderen by het ziennbsp;Van menfchen-bloed; altoos er by bekennende, ge-lyk ik reeds gedaan heb, dat zy niettemin driftignbsp;Zyn: en onflekenden, zoo- terjiond viet het mes opnbsp;^ malkanderen aan zullen vallen : ene wyze van ge-fohillen te eindigen, welke enen Kngelfchman, dienbsp;^ gewend is zyne Porters enkel niet malkanderen, tenbsp;zien boxen, meer dan enig ander reiziger kan bevreemden : doch er zyn natiën, die niet gaarnenbsp;^ voor bloeddorjljg zouden te boek ftaan, en t ooknbsp;niet verdienen, offehoon het mes onder beur ge-» * Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;meen,

-ocr page 48-

XL.

VOORREDE

meen niet min geredelyk voor den dag komt, efl menig Engeljch matroos doedt lopen.

De andere hefchuldiging van Dr. Sharp is nic^ minder buitenfporig. Als men zyne brieven, bfnbsp;ponder uit Fenetien en Florencen, leejl, moetnbsp;men verfiommen by het denkbeeld, ’t melk zy nalaten van de zeden der Italianen, zoo mans al^nbsp;vrouwen,

Smollet verwonderde zich, dat de Franfchen, dit hy ’t onbefchoftjie volk des werelds vondt, in hun’nbsp;ne taal woorden hadden, die wellevendheid, aangC’nbsp;naamheid, enz. uitdrukten. Doch ik begryp niet,nbsp;hoe Sharp heeft kunnen geloven, dat men de denk’nbsp;heelden van zedigheid, matigheid, eerbaarheid,nbsp;ingetogenheid, in 't italiaanfeh kon over hreu’nbsp;gen. Vilgens zyn verhaal altans koonit helnbsp;noch by mans, noch by vrouwen in Italien op,nbsp;dat er iets dergelyks in de veereld zyn zoii’nbsp;de. Doch laat ik alles zeggen. Zyne driftnbsp;vervoert hem, by geluk, zoo ver, dat hy innbsp;een brief uit Fenetien 't volgende fchryft, ’tnbsp;geen ik woordelyk hier invoege :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, Dt

hu‘'F

(*) The affeftion between husbands and wives in tb^ climate of haly , is an unknown pasfion. In Itahnbsp;inen and women are always tied together in wedlock»

^vUlrut the leall participation of their own. - Ther^

childregt;l

-ocr page 49-

VAN DEN HEER * * *• XLI.

5j nbsp;nbsp;nbsp;-liefde is , onder den Italiaanfchen

»gt; hemel, ene onbekende gemoedsbeweging. In 5j Italien worden nuins en vrouwen te zatnen innbsp;s) den echt verbonden, zonder de minfte deel-

sgt; neming van een van beiden. -- Daar

jgt; Zyn gevolgelyk de kinderen zeer weinig gejehikt S5 Om den huwlyks-band toetehalen, en de vriend-35 fchap tusfehen echte lieden te wetten: wyl denbsp;zekere bewufiheid , die yder man heeft vannbsp;zyner vrouw’s genegenheid voor een vreemdnbsp;„ minnaar^ alle gezellige iif/de fn tederheid jess gens de fpruken uitdooft. Daar worden on-35 getrouwde juffers noit te gajl genood, wyl beurnbsp;55 onfcbuldige vrolykheid een vermaak is, den Ita-55 lianen geheel onbekend, of ten enenmale doornbsp;35 hen verwaarlooji. Daar is een man zeker —nbsp;35 dat zyn oudjle zoon alleen hem behoort, vooronder-

¦ctiüdren hnve very little tendency to fupport the friend-fbip amp; harraony of the marcied (lace, as the certain knowledge every husband has of hiswife’s attachment to another lover, extinguifhes all focial love amp; fondaefi ic the of-fpritig. Tliere young utnmarried ladies are never invitednbsp;to any dinner, as their innocence amp; fprightlinefs is a plea-fiire utterly unknown, or neglected in Italy. There a husband is fare, rijat the eldeft born oniy belonges to him ,nbsp;provided he has been born in the fivft year of his marriage 5;c.

* 3

-ocr page 50-

XLIL

VOORREDE

derfielt hy zy in ’t eerjle jaar van zyn vaders humelyk geboren^ enz.

En in zyne brieven uit Florencen vind ik noch ten plaats in myn exemplaar getekend^ waar hy nanbsp;zekerlyk niet minder gezegd te hebben, eindeïyk be-fluit met deze woorden :God weet hee heterme-de is ! maar ik beken, als men de vrouwennbsp;j, hier voor ’t uiterlyke ziet , dat zy ingetogen,nbsp;„ zedig, de e'erbaarfte Jchepfelen des wereldsnbsp;5, fcbynen, en echter is men gehouden te gelovennbsp;j, wat er van hen gezegd wordt: „

Ik zeg, gelukkig, dat de man vervoerd is om dit tefchryven. Dan hier eindigen de palen, waar mennbsp;twyffelen kan, of iemand na waarheid fpreke.nbsp;Dr. Sharp had zich twee dingen moeten herinnei en:nbsp;voor eerjl, dat al ’t geen niet in de natuur desnbsp;menfchen is, by geen matig verjlandig lezer ingangnbsp;kan vinden: althans, dat ’t geen tegen de natuurnbsp;jlrydt, noit algemeen kan wezen. En ten tweden,nbsp;wat zyn liefderyk bejliiit omtrend de Florentynfchenbsp;vrouwen betreft, dat het niet minder waer is , watnbsp;laBruyére gpzegd heeft: que en une femme galante, la galanterie eit prefque toujours Ie moin-dre defaut: en by gevolg onmogelyk, dat, het ver-derf zoodanig zynde als hy het befchryft, ernochenenbsp;ingetogenheid kon hlyven, die in ftaat ware, iemandnbsp;die zulke ogen gebruikte\ als Dr. Sharp, te brengennbsp;om te zeggen, God weet wat er van is! Meer heb ik

een

-ocr page 51-

VAN DEN HEER

man, ah Dr.Sharp, niet te zeggen. Met een mihevooroordeeld lezer alleen zoude ik my breder hiernbsp;^'^er kunnen onderhoudenen met opzicht byzonder

tot het Cicishéhmo, (*) ’t geen men licht raadt

dat de bron van Sharp's redeneeringen nbsp;nbsp;nbsp;t

oselk hy ook daarom altyd the abominable and infernal fashion of taking cavalieri ferventi noemt') hem onder het oog houden: ï) dat een gebruik, zoonbsp;vreemd luidende als dit, voor alle de natiën'ixaarnbsp;het geen plaats heeft, even het zelfde is, als onzenbsp;vrye ommegang van mans en vrouwen, voor de Oo-Jicrfcbe volkeren. 2) dat hetzelve overal in Ita~

Hen plaats heeft, en in verfcheide fteden zoo vol-frekt algemeen is, dut er gene uitzondering van zou kunnen gemaakt worden, zonder in t oog tenbsp;te lopen. 3) dat op zominige plaatfen ene vrouwnbsp;tvjee of drie cicisbéi’s heeft. 4) dat zy meefi altyd door den man zelven worden gekozen en aanzynenbsp;vrouw aangeboden. 5) dat dus ook zeer vee e

vrouwen hunnen Cicisbéo verachten, haten, en aiS

enen befpiedet, of ten minjien als enen lajligen

toeziender van beiire g’eringfie daden aanmerken.

C*i) Cidsbéo koorat van een woord, ’c fluiflnen bset, en na ge^^ia gemaakt is, ’t welk men hoon alsnbsp;tvvee luiden onder hpn ftem vertrouwd met malkanderennbsp;fpreken; even gelyk liet franfche chwboter. Voor ’t overige zegt rncn in de meetle plaatfen vai: Italien meer Cavalier fervctiie, en van de vrouw Cidsbéa.

-ocr page 52-

XLIV. VOORREDE

ken. (*} nbsp;nbsp;nbsp;6) dat de Cicisbéi onmiddelyk gevolgd

zyh op de zoo genaamde boucles a la Ber-gamafque : en dat het veel van elk tnenfcb by-zofider, maar geenjints van ene gehele natie of fiad, 'maarachtig is, dat zy van ’t een uiter-ften op eens in ’t ander vallen. 7) dat byge-volg de invoering van het Cicisbéismo, niet doornbsp;de Italianen kan gefchied zyn, gelyk Sharp heeftnbsp;tiitgevonden, om zich op eens van alle befchuldigingnbsp;van minnenyd vry te maaken: maar dat veel'maar-fchynlyker de oorfprong daarvan even in dezelve tenbsp;zoeken is (**).nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8) dat het eens ingevoerd zynde

heeft moeten gevoed vsorden, en in gebruik blyven,

niet

(*) „ Ik voor my, ze'gc Smollet, was liever vo ir myn „ leven op de galeven gebannen, dan de poft van Ci-„ cisbéo waar te nemen , blooigefteld aan de cnver-„ draaglyke eigenzinnigheden en gevaarlyke wraakzuchtnbsp;„ ener Italiaanfche helleveeg'! „ Fol. II. p.6p. De goede man!

Men moet dit laatfte niet fterker opvatten dan ik het meene. De eigentlyka oorfprong van het Cicisbéhm»nbsp;is in den toon te zoeken, dienPetrarcha endeszelfsnavolgers aan geheel Italien, vooral de noordelyke geweften,nbsp;gegeven heeft. Om dit te begrypen moet men Petrarchanbsp;kennen, den aart zyner denkenswyze, de algemeene bewondering zyner gedichten, en den groten invloed derzelveanbsp;op de zeden van Italien,, vooral in de XV. en XVI. euw,nbsp;weten. Ik kan my hier niet inlaten. Van het laatfte geeftnbsp;het beken^.e geval van Lodewyk XII. met de ongelukkigenbsp;Thomasfina Spinola een bewys.

-ocr page 53-

Van den heer ***. xlv.

jiiiji om dat het de driften voldoening geeft , ^t^aar door het groot getal van menfehen in Italien,nbsp;quot;^^oral jonge lieden, die gene bezigheden hebben:

dat in zommige Jlaten de politie is, dat de burgers weinig evezentlyks te bedenken en te verrichten bullen hebben: tervoyl te gelyk aan den anderen kantnbsp;de vrou'wen, zoo uit hoofde heiirer opvoeding alsnbsp;quot;Van de grootfche leveitswyze der Italianen, nietnbsp;anders den ganfehen dag doen kunnen, dan mattenbsp;praten en zich te vermaken. Eindelyk 9) dat hetnbsp;zelfde gebruik ook buiten Italien, aan het allerge-fegelfie Hofy dat van Wenen, langen tyd heeftnbsp;plaats gehad. Doch voor ’t overige 10) dat van al-Ds misbruik mordt gemaakt: en dat de misbruikennbsp;fomtyds ene zaak op etnen voet kunnen brengen, datnbsp;lichter niewwen uit geboren voorden, zonder datnbsp;quot;inen dezelven dan zoo gemakkelyk kan fluiten :

Chè la Gommodita, dicea il mio Padre, nbsp;nbsp;nbsp;,

E' quella che fuol far Ie genti ladre ; ene aanmerking, die ik er alleen byvoeg,‘0yl ik genenbsp;natie raden zoude, cm het Cicisbéisrao intevoeren,nbsp;meende zy allen en meer redenen er toe te heb-ben dan men by de Italianen ka-'^ vooronderftellen.

Dierniede flap ik af van het boek van Sharp. Men heeft kunnen goedvinden, gelyk ik gezegdnbsp;heb, om het in onze taal overtezetten: en ik bekennbsp;dat het naricht hiervan een der voornaamfle bevoeeg-Tedenen g^voeefi ü ^ die my hebben doen omzien na

een

-ocr page 54-

XL VI.

VOORREDE

een werk, waarvan ik de uitgave enen Boekverko' per kon aanraden ^ en’t geen gefchikt ware om alsnbsp;een tegengif tegen het zelve te dienen. Meer da'tnbsp;te veel lezers laten zich door Reisbefchryvingennbsp;en Berichten van vreemde landen zonder onder-fcheid innemen: en in plaats dat dezelven dienennbsp;zouden ter uitroejing van volks - vooroordelen ennbsp;verbinding van menfchen met menfcben , — hetnbsp;grote nut van alle reizen, — zoo zyn verfcheiden ernbsp;van veeleer gefchikt, om den lezer by zyne enge den-kenswyze te bewaren, of wel den kring zyner begrippen noch verder toetehalen. Althans van Sharp’snbsp;Brieven kan men zonder liefdeloosheid zeggen, datnbsp;zy deze cigenfchap volmaakt bezitten,

’T is waar, zyne verregaende lajlcringeji van Italian en de Italianen, zyn met opzet ter toets gehucht, door iemand die noodzakelyk beter onderricht moejl zyn: en Baretti’s Account of Italy isnbsp;' ook in onze taal overgezet. 'Tgeen my ’t meefi innbsp;dit werk bevallen heeft, zyn de byzondere narichten , rakende Dr. Sharp zelven: by voorbeeld zytlnbsp;doortocht door Ancona, vergeleken met de aanmerkingen die by maakt over deze plaats, waar zichnbsp;by geluk ter zelver tyd ook Baretti bevondt: en dannbsp;de geheime narichten nopens enen zekeren Antonio inbsp;alle zaaken waarvan Baretti kon onderricht zvn,nbsp;en elk ander lezer niets van gedroomd zou hebben.nbsp;Darenboven ’t geen dezelfde van de zeden en het

ka-

-ocr page 55-

VAN DEN HEER XEVII.

^iarakter zyner kndsMden zegt, is zoo gematigd,

=200 eenvoudig.zo ver van allen fchyn vanbemmpe-^ing o£ gigg 'üQoringenonienheid gt; dat men ^ich uer 'donderen moet ^ hoe iemand een ander die op zulnbsp;ene voys op zyne landsgenoten aangevallen was, overnbsp;’l' geheel met zoo veel bedaardheid heeft kunnen antnbsp;“boorden ; een verfchynfel dat noch vreemder woidt,nbsp;als men in allen andere gevallen waar de zej 0nbsp;Saretti enig begrip te verdedigen heef t, hem zoodanig ziet uitvaren, dat men genoodzaakt is mnbsp;den grond hem voor een zeer driftig man te houden,nbsp;ene Jirydigheid die eniglyk kan verklaatd woiderinbsp;uit de gerujiheid, welke het verdedigen ener vol-kojnen goede zaak kan geven, en de vajte vey zekenbsp;^ing , van met de minjie moeite over zynpaity tenbsp;Zullen zegenpralcn. ¦

In Baretti’s bericht van Italien is dan veel goeds (*): en, wyl Sharp's brieven vertaald waren , is ’t een wezentlyke dienji dien men ons laainbsp;gedaan heeft van liet ook te doen vertaalen.nbsp;Dochhehalvm dat het verre is van voor eennbsp;Reisboek te kunnen dienen, gelyk dit van Volk-ja zelfs voor een volkomen Bericht vannbsp;Italien: (fiet oogmerk van den Schryver was metnbsp;eens , dat het hiervoor dienen zoude')

beken

(?) Ik heb er zelve een en ander, zoo in de Noten, 'et hl, 197. als in deze Voorrede, nit genomen.

-ocr page 56-

XL VIII. VOORREDE

heken ik, dat over ’t geheel ook Baretti myn niet it.

Voor eerfit in ïtalten Zelve noch Zynde, fchtètj hy paskwillen tegen zyne natie, (*} en verdedig^^nbsp;haar darentegën, toen hy in Engelland whs. Ditnbsp;men denken Joad ik liever ene ganfch andere Wenditinbsp;moeten geven ^ en er van zeggen wat hy zelf^nbsp;gezegd heeft: dat hekelfchriften anitni gratia gl‘nbsp;fcbreven worden, altyd tnèer zeggen dan de fchffnbsp;ver zelve gelooft ^ en vooral niets beflisfen omtrentnbsp;het karakter ener natie. quot;Ja ik had er zelfs eS'^nbsp;bewys voor zyne onpartydigheid uit kunnen trekket^fnbsp;voor eerjl wyl ’t altyd beter was (zoohy’tdoc^nbsp;moefi doen') dat hy ten nadele van zyn land fchretfnbsp;zoo lang hy er in was, en elders gevejiigd zyn^^nbsp;hetzelve verdedigile, dan omgekeerd: ennbsp;tweden, wyl het .bleek dat hy de helft niet gemee^nbsp;had van de onaangenaamheden ^ die hy zyne landi'nbsp;luiden in zyne Italiaanfche fchriften gezegd hadgt;nbsp;daar hy . toch niet dulden kon, dat men eft^'nbsp;flig hen belajierde. (^*) Edochvertrouwei^^nbsp;met het publiek fprekende ^ wil ik den lezer zelpnbsp;myne vooroordeelen niet ontveinzen^ en liever V

kenneCo

(•) Fftifla letteraria, (d. i. Letterkundige geesfel) heitere di un vagoltaliano. ’T laatfte heb ik niet gezi^’*'

(?*) Sharp had hem kunnen zeggen; „Vriend, hebté^ „ ’t monopolie van kwaad ta fpreken van de Italianen ? ’’

-ocr page 57-

VAN DEN HEER * *

kinnen

ll!

, dat deze dubbelhartigheid in Slgnor Btt-^etti^ jjiy nbsp;nbsp;nbsp;tegen ]jem heeft ingenomen;

ken ’t met la Fontaine’! Sater eens^ litnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Arriére ceux clont la boüchè

5)1 nbsp;nbsp;nbsp;Souffle Ie chaud amp; Ie froidl

Fn 'liias ik fofepb Baretti ge'weejt, ik zou gevitU ƒ¦; dig zelfsverwyt gehad hebben^ by ’t lezeti-'Dartnbsp;Sharp’s Brhven, en my niet hebben kunnen be-letten van te denken, “ivie •weet of de man nietnbsp;myne eige fchriften heeft gelezen, en ’t geen iknbsp;in een oogenblik van misnoegen gefchrevtn, en denbsp;onvoorzichtigheid gehad heb van te lat en frakken inbsp;clnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;goede munt heeft opgenomen : en by gevolg

gj O Italia, Italia raia 1 I raiei peceati ti fan*

*10 foft'rir l

Darenboven ~ ik héb m'eefl alle de fchrif-^ jjJ ten van Baretti geleden, zyne Italian Library,nbsp;jf, Zyne Reizen door Spanjen en Portugal, nu on^-langs zyne uitgave van Fray Gerundio de Cara*

,5. pazas, enz. en ah ik zeggen zal, ereelk een yjj denkbeeld dit alles by my gelaten heeft v'an dennbsp;\j\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zelven, moet ik békennen, dat hy mf

)(' ‘‘^^^''gekoinen is als iemand , die zeer veel na-^

5, taurlyk verfland (bon fens) bezit, doch over’t meeji oppervlakkige kundigheden, en ik durf by-kans zeggen , f geheel geen fmaek heft.nbsp;Daerby, als hy ergens tegen ingenomen is,nbsp;t gebeurt hem van tyd tot tyd: ook heeft ieder

zyM

-ocr page 58-

l; voorrede

eige begrippen!dan zegt hy zyn ge-voelen zoo rauw, zoo ongezouten, zwaeit zynt fruita zoo ongenadig links en rechts om zichnbsp;heen , en ziet er ii zoo ontfronfelbaer Jluurfchnbsp;en zoo onverzoenlyk by aan, dat een matig goed-hartig lezer zit te rillen en te beven. Zoo is hjnbsp;onder anderen met den goeden Goldoni omgefpron-gen. Wat de man hem mag gedaan kobben, weetnbsp;ik niet: en dat geheel Europa Goldoni voor een dernbsp;eerfle géniën van It alien in deze euw houdt, kartnbsp;hy even weinig helpen, als dat zyne landsluidennbsp;eerji hem aengebeden, en daarna gehaet en ver-volgd (*) hebben. Doch Baretti had het er op gezetnbsp;ofn zyn moed aen den playmonger te koelen, ennbsp;des fcbreef hy twee ja drie byzondere hoofdjiukkennbsp;van zyn Bericht van Italien, enkel met oogmerk ?nbsp;cm dien Goldoni eens recht te zeggen wat op zynnbsp;hart lag: en ik wil wel bekennen, verbaajl te hebben gejtaen, hoe een vreemdeling de Engelfchinbsp;taal zo verre had kunnen machtig worden, dat hjnbsp;dezelve zoo meefierlyk tot zyn oogmerk kon huigen^nbsp;en al het gewelt van uitdrukking, 't welk zy hernnbsp;aan de hand gaf, zich ten nutte maken!

Ik heb in ’t voorbygaen hiervan reeds gewag gt'

maekt

(fj Men weet dat Goldoni zederd verfcheide jaren in Vrankfyk zich ophoudt, als leenneefter voor ’t Italiaanftl»nbsp;van Made, Adelaide de France.

-ocr page 59-

VAN DEN HEER ***•

in ene Aenmerking op het mrk zelve Qh ^^90 en tevens belooft, nader van Goldoni te zul‘

Un fpreken. Ook zoude ik het gedaen e en^ h’ ’t art. Veneden; doch nu van t vter afnbsp;gezien hebbende, zal de lezer tny ten goeden oounbsp;^en, dat ik rnyn woord breek: en hy niiflnbsp;niets, zoo by de moeite wil nemen van Gol o*nbsp;ni’s werken zelven te lezen , daer hy meer nutnbsp;tn vermaek van zal hebben, dan van alles watnbsp;ik hem ter aanpryzing daervan zou hebben kunnen zeggen. (*)

Baretti's werk voldeed dan ook niet volkomen aan inyn eene oogmerk, te weten dat die va» onznbsp;buTgers, welken tegen Italien ingcnomen xyn, ennbsp;gene kundigheid van deszelfs tegenwoordigennbsp;ftaat hebben , daeruit ten vollen onderiicMnbsp;,j mochten worden; terwyl hetzelve meer ennbsp;Verdediging der Italianen dan een Beiichtnbsp;\ Italien is, en buiten dat de partydighetd vannbsp;den fchryver op zommige punten mogelyknbsp;geloofwaardigheid over t geheel by ve.e lOZnbsp;’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verdenking konde brengen. Maar

mentlyk het beantwoordde gener wyze 3

zynen

t (*) Lees ook ü Café Vol. L S^- /«• ƒ jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noemt de ftukken van Goldoni TItalia liberaia a

I Maer Voltaire heeft er geene kennisvan, zegt onze vt iiaretti.

-ocr page 60-

LII.

VOORREDE

zynen aanleg, noch in de uitvoering, aan twede en voornaem vereifchte : te weten —- da*nbsp;onze jonge luiden, die van hunne Ouders ofnbsp;voogden na Italien worden gezonden , eeiinbsp;Reisboek mochten hebben , ’t geen hen teïnbsp;handleiding diende, om dat nut uk hunne rei*nbsp;te trekken, ’t welk men vooronderfteld kartnbsp;worden daermede te beogen.

Dit twede punt is van geen minder belang da^^ het vorige, en ik heb er ook vry wat over te zeg'nbsp;gen. Doch deze Voorrede is reeds zoo verre uitgS'nbsp;lopen 1 enals de Schryver zelve moede wordt fnbsp;mag hy gerujl zyn, dot de lezers het lang geweefinbsp;zyn. Laet ik derhalven dit gedeelte, zoo er 't gt'nbsp;meen enig belang inneemt,voor de ajleveringvanbt^nbsp;Twede Deel bewaren, die de Boekverkoper binne^nbsp;het iaar 1773.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voorjlelt te doen: verzoekend^

cndertusfchen den lezer, dat hy zyn oordeel geilt' ve op tefchorten over de uitgave en verfchillende bt’nbsp;werking van het werk zelve, byzonder over de!^nbsp;aart en wyze niyner aanmerkingen, en het afbrt'nbsp;ken derzelven, tot ik hem breder van dit allesnbsp;hebben verflag gedaan. Utrecht, den 19-26 DC’nbsp;eember, 177^-

* nbsp;nbsp;nbsp;if

*

Nafchrift. Eer deze Voorrede af gedrukt wordU moet ik den Heer C. Heerkens om vergeving vet'nbsp;zoeken van 't geen ik hl. 1^. gezegd heb. ’T f*

uil

-ocr page 61-

VAN DEN EIEER * * *•

enkele overhaefiing , dat my zyne Notabilia in de gedagtm zyn gekomen, hoewel zy voor-'«y op de tafel lagen. Hy behoort zekerlyk onder^

^0 Vieinigen goeden en gefchikte reizigets ondet ^nze landsluiden, en is de enige ondei hen, ^oonbsp;, '^orre ik weet, dis een Bericht van zyne reis heepnbsp;tdtgegeven. Doch niet te min heb ik niet nodig innbsp;trekken wat ik gezegd heb ; wyl zyn weikjenbsp;^ ^ooreerjl, zoo ik meen, niet verkogt en enkel aannbsp;de Infcbryvers af geleverd is: en darenboven in tnbsp;latyn gefchreven zynde, minder invloed op de natie

konde maken. Jnders was *t gefcbikt genoeg, om

quot;eerfcbeide vooroordelen tegentegaan, en ve) dient in ^ allen opzichte gelezen te worden. De Heer Heer-kens heeft met genoegen en vrucht Italien bezich-tigd, en in velen aanzienlyke huizen toegang gehad. ^nbsp;f5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fpreekt hy met achting en dankbaar zoo van de

natie zelve, als verfcheiden zyner gemaakte keU' nisfen, hyzonder de Cardinalen Albani en Pasfio-nd: en vlecht tusfchen beiden leerzame aanmeikin-gen over de Oudheden , b.v. over de ligging vandenbsp;I '^iWa. van Horatius, en andere onderwerpen. Hier-j by koomt ene zeer gemeenzame, losfe, onderhoudende fchryfwyze, geen gering verdienfe in enenbsp;reisbejchry-oing, die zyne verhalen en oordelen eennbsp;voorkomen van naifheid en oprechtheid geeft, welkenbsp;ongemeen hebaegt. Een flaeltje alleen wilik ernbsp;quot;üan aanbalen, daar hy van de Romeinfcbe vrouwen

g nbsp;nbsp;nbsp;fpreekt

-ocr page 62-

LIV.

VOORRE DE

fpreekt bl. 45. kan ten dele ter opheldering tnyne noot over (boven Z»/, XXL) de zeden der Pnbsp;lianen dienen.

ni''

„ Qua; per urbem vifenda, difcenda , facieiK^^ jmiltis negotiis obftridlum animum iir.pedient, quonbsp;nus alterum malum blandius , araor amp; femina; ,nbsp;perdngant. Sed fuut bellula; per omnera Italiaii’’nbsp;amp; Romana; pra;ter formam fuigulare lenocinium in Üquot;'nbsp;gua amp; fonu vocis habent. Ilabent deinde hoC'nbsp;ut non nihil forte difficilius ab amore , quamnbsp;ftra: iiurus ab forbitione thea; cruflulisque dulcibusnbsp;ftinere posfint. Sum tenera;, funt blanda;, funt virisnbsp;deo lenes, ut peccarc te per inhumanam fevociam creds-’

nifi tam fingulares illecebra; te permoveant. - Oth'’quot;

vero nugando non erit, fi reéle uti tempore velis. V'-’*'' pertinis horis in pngillares amp; commentaria referendaquot;'nbsp;eft, quidquid iiotatu dignura per diem confpexeris.nbsp;cultum amp; bene natum hominem aliquantum temporisnbsp;jninarimi cathedris dare , debitnm quodammodo ex CeClt;gt;'nbsp;lo : amp; vereor, ne antiquarius videar, fi te prorfusnbsp;monumenta avocem, amp; in rviderum pulvere detinea!’’'nbsp;Cog'ita iter inftitutum non efle, ut per Italas urbesnbsp;jniiite videantur, qua; ü alicubi terrarnm peregre javen^quot;'nbsp;detineant, Parifiis funt colenda;: ubi fingularis earumnbsp;banitas facit, ut ex frivolo cpmmercio fruclus haberi po*nbsp;fit. Sed Roma; mulieres ea elegantia, eo flore urbanitai'*nbsp;excult.'B non fmit, Quibiis ycrecundiam amp; reverential'nbsp;urbaniratis causfas podrlimas, debcnt, vetnli viri fuoquot;nbsp;Cardinales amp; Epifcopi: qui per feminas fortunam ptirp'*'nbsp;ra: non habent, nee iis retvibuiint, quod viri nobilesnbsp;}ent, qui in aulis Principum feminis obnoxii, stateinnbsp;^olcudis amp; venfrandis illis peregerant,¦ Canities, fa**’”

di^’

-ocr page 63- -ocr page 64-

LVI. VOORREDE enz,

as familiarum inopum : qua: tarnen injurite moribus noö 5unt, quin magna fama: aut public® ofTenfionis rationbsp;beatur. Sed fecretiimamp;cautelaamoresintendunt, faciunt'nbsp;que utiis implicitiadyense valde defipiaut amp; difficulter cS'nbsp;pediantur. Si cui apud matronam nobilein occafio defi'nbsp;piendi eflet, minus eft pericukim; quia minus fida, coH'nbsp;tentiofa, arrogans eflet, faftidiisque amp; inconflantia difTol'nbsp;veret amatorem. Sed quam bona cuiique fit opportunitas inbsp;Confilmn tarnen efl abjlinuiffe meum. Virorum doéto^nbsp;rum iliuftrium qua:renda fuut commercia, nee non facilenbsp;inveniuntur. Itali qttando boni viri ftint, omnibus hoini:nbsp;nibus, quos ego vidi, lueliores fuut amp; fapientiores. amp;g,

VOOR^

-ocr page 65-

LVII.

VOORBERICIIT

VAN DEN

SCHRYVER,

Daar is geen gebrek aan Befchryvingen van Italien. De Franfchen en Engelfchen heb»nbsp;ben ’er federt eenigen tyd verfcheiden nieuwennbsp;uitgegeven, zonder de ouden te rekenen , waarvan voor weinige jaaren eenigen door den Heernbsp;froPefTor Köhler overgezet zyn. De Duit-Rhers hebben in de Reizen van Keyszler eennbsp;origineel ftuk, dat altyd in waarde blyven zal.nbsp;Egler waagen wy het getal der befchryvingennbsp;Van Italien met eene nieuwe te vermeerderen,nbsp;en vleyen ons den reizigeren een werk te leve-’^en, ’twelk het goede der anderen vcramp;enigt, ennbsp;door nuttiger en dienftiger wordt. Voornbsp;dat Wynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aanleg deezes werks

openleggej-j^ willen wy de ande#e befchryvingen

van

aanwyzen.

— ucviAvv nbsp;nbsp;nbsp;5

oordeel overgeeven. Daaruit zal te gelyk bly-ken, dat het nog aan een bekwaam boek tot

en ’er een koribondig

on-

-ocr page 66-

LVIII. VOORBRICHT

onderricht der reizenden by hun verbiyf in Ita-lien ontbreekt. Eenigen zyn goed, dog bepaa-len zig tot zekere voorwerpen, geen van allen behelft allerlei dingen t’zamen genomen, waarnbsp;omtrent reizenden gemeenlyk gaarne wel eiinbsp;grondig onderricht worden.

Voor deezen was Misson de bekendfte , en wierd het meeft gebruikt- Dog hy is te kort,nbsp;onvoldoende, en heden te oud. De Delices ds,nbsp;TItalië geven, gelyk alle die boeken die op eennbsp;zekeren tyd onder dien titel uitgegeven zyn,nbsp;een zeer gebrekig bericht van Italien, en zynnbsp;geenfins als een handboek op reis bruikbaar.nbsp;De goede vader Labat heeft zig allerlei dingennbsp;laaten wysmaaken ; hy was bekwaamer voornbsp;zendeling in Martenique, dan om over konft-flukken en oudheden te oordeelen, (*) Denbsp;Reis van Cochin naar Italien, beftaande uitnbsp;drie banden, is flegts voor een bloote lyfl: van

de

Wy zullen onder daar een paar proeven van aanhaa-len. Zyiie Fbyages m Italië 6? enEfpagne, uitagtbandt-jes beftaande, zyn een flegt werk, waarin men veel lang' draadigeverhaalen vindt, gelyk ze de Schryver in dekloo*nbsp;fters had byeenverzameld. Daarentegen zyn zyne Reizennbsp;naar de Ameiikaanfche Eilanden des te aangenaamer, wylnbsp;by daarin goede berichten geeft van de voortbrengfels e»nbsp;de Handwerken der Franfche Eilanden.

-ocr page 67-

mn den SCHRTVER. LIX.

breekt

befte fchilderftükken te houden ; de ooi'dee-Over dezelven zyn zeer oppervlakkig , en ^Ofnen, de hoofdplaats voor die konft, ont

’er geheel. Omtrent andere voorwerpen heeft Cochin zig in ’t geheel niet ingela-len. Het befte van het werk is het vierde Deel, dat als een aanhangfel uitgekomen is , over denbsp;oudheden van Herculanum, fchoon de fchriftennbsp;des overledenen Heeren Winkelman veel grondiger gefchreven zyn. Wanneer een konfte-naar, gelyk Cochin, zyn voorneemen uitvoert, (*)nbsp;en Ltalien, om zyn boek te verbeteren, en opnbsp;nieuws uittegeeven, nog eens doorreift, zal hetnbsp;vermoedelyk de befte en voldoendfte oordeelkundige lyft van Schilderftukken in ltalien worden.nbsp;Ondertusfchen hebben wy egter Cochin dikwilsnbsp;in dat opzicht geraadpleegd.

Sederd twee jaaren hebben ons de Franlchen veel werken over ltalien geleverd, onder welkennbsp;die van Richard en La Lande met vlyt opge-fteld en zeer bruikbaar zyn. Anderen zyn welnbsp;aangenaamer teleezen, dog niet als handboeken te gebruiken. Daartoe behooren de Me-mohes de rItalië par deux Gentilshommcs Siièikis ^nbsp;wier eigenlyke fchry ver de Heer Groslev is C*)*

Ma-

(•) Gelyk de lieer La Lande in de Voorrede zyner Reize naar Italië, p. i-, verzekert,

C*) Zie beneden de Inleiding bladz. 8. en volg.

-ocr page 68-

LX.

VOORBERICHT

Madame du Bocage heeft in haar werken ook Lettres fiir VItalië gegeven. Deeze brieven be-helzen aartige aanmerkingen, welken deeze aan-genaame fchryffter in eenen luchtigen ftyl voor*nbsp;ftek. Zy zyn dat voor Italien, het geen denbsp;brieven van Lady Montague voor Turkyen zyn-In de Mélanges hijloriqiies critiques de Phyjique,nbsp;de Literature S de Poëjie van den Marquisnbsp;d’Orbessan bellaat de andere helft van’teerftenbsp;deel uit brieven, waarin hy ook aartige berichten over Italien oplevert, dog zy zyn ten delenbsp;onrigtig, en meer geeftig dan grondig voorge-draagen.

De Abbe Richard heeft in ’t jaar 1766. eene Defcription hifiorique ^ critique de 1’Italië in zeSnbsp;deelen uitgegeven , een werk dat in alle opzichten voor eenen reiziger, en vooral voornbsp;eenen Franfchman, zeer bruikbaar is. Hy fpreektnbsp;van de konften, de regeeringsvorm , en allenbsp;dingen,welken de opmerkzaamheid eens reizigersnbsp;verdienen. Somtyds houdt hy zig te veel metnbsp;mirakelen en dingen van den Roomfchen Gods-dienll; op, en van veel Reden ontbreeken denbsp;narichten in ’t geheel. Desniettemin zyn wynbsp;hem veel met opzicht tot ons werkverfchuldigd,nbsp;en het boek van Richard zou het befte dat overnbsp;Italien fchryft gebleven zyn, indien niet in ’tnbsp;jaar i/ó'p. een nieuw werk te voorfchyn was

ge*


-ocr page 69-

tan den

SCHRTFER-

geliornen, ’t welk dat veel overtreft. De titel Foyage d’un Franpois en Italië. Het be^ aatnbsp;agt deelen. De fchryver heeft zyn reis mnbsp;jaaren 1765. en 1766. gedaan, eit zig wenbsp;niet genoemd, dog is de beroemde ftarre unnbsp;lt;iige La La-nde, die door zyn wigtige ftarrekun-dige fchriften zig in de geleerde wereld bekendnbsp;genoeg gemaakt heeft, en zig hier in eenen geheel anderen kreits, naamelyk als een man vannbsp;fmaak, vertoont. Men vindt in zyn werk eennbsp;opmerkzaam reiziger, die zig op alles toelegt,nbsp;en het merkwaardigfte met een vlyt en in eennbsp;order aan tekent als men van weinig Lranfchen,nbsp;en ’t minft van een diepzinnig wiskonllenaar,nbsp;verwagten zou. Dit is ongetwyfeld de^ beftenbsp;befchryving die men tot nog toe van Italien gehad heeft. Wyl dit boek tot een grondflagvannbsp;ons werk dient, zullen wy beneden breeder vannbsp;deszelfs innerlyke inrichting fpreeken.

Deezen zyn de bekendfte Reizen der Rran» fchen. Het getal der Engelfchen die over Ita-iien gefchreven hebben is nog aanzienlyker. Dcnbsp;Reis van den beroemden Bifchop Buknet be-helft veele valfche narichten. Gedeeltelyk isnbsp;federd zyn tyd veel veranderd, en gedeeltelyknbsp;zyn ’er veel dingen in welken de fchryver, als eennbsp;yverig Proteftunt verkeerd voordraagt. Hiertoe behoort het geen hyzegt dat dejefuieten de

helft

-ocr page 70-

LXII. VOORBERICHT

helft van Apulien, en de geefhelykheid in ’tNii' pelfche vier vyfde deelen van de inkomften de*nbsp;geheelen ryks bezitten, en diergelyken meer.

De Remarks on Italy van Addisson is he'‘ werk van een groot man in zyn jeugd gefchre'nbsp;ven, doch geen grondig boek. Hy zelf zag he*nbsp;wel. Egter heeft het de verdienfte dat de plaat'nbsp;fen uit de Ouden raakende Italien vlytig aange*nbsp;haald zyn , zo dat men op de plaatfen zelve zi^nbsp;erinneren kan, wat ’er de Ouden van gezegd oeb*nbsp;ben.

Ten opzichte van de plaatfen der Ouden zy** de weinig bekende Remarks on feveral Parts cjnbsp;Europe, relating chiefly to their antiquities aninbsp;hijiory , in feveral tours fince the year 1723. wel'nbsp;ken John Breval in ’t jaar 1738. te Londen innbsp;twee deelen in folio, met plaaten verrykr, heef*nbsp;uitgegeven, nog veel uitvoeriger en naauwkeU'nbsp;riger. Het eerfte deel handelt van Italien, ennbsp;inzonderheid wydloopig van Siciüen , dog 1*nbsp;blootelyk oudheidkundig, en voor leezers, di^nbsp;op diergelyke oordeelkundige onderzoeken nie*nbsp;zeer gefield zyn, een droog werk.

De befchryving der fchilderflukken, flandbeel' den,en tekeningen vanRicHARDsoN,is alleen voofnbsp;de liefhebbers der konfl, en bevat zeer aartigt'nbsp;aanmerkingen. Winkelman houdt het, niet te*nbsp;genilaande deszeifs menigvuldige misdagen^

no$

-ocr page 71-

•aan den SC H RTF ER. LXIIL

Voor het befte boek in opzicht der konft.

^ct tweede van ’t in den jaare i749' nitgeko-boek The grand tour of Europe, handelt van ^^^Uen, dog is zeer onvolkomen.

De befte befchryving die de Engelfchen nog

Voor den dagbrengen kunnen is die vanWright,

V^clkc met de plaaten en dik deel in quarto nic-maakt. Deesfchryver behoort onder de goede Vvaarneemers in zaaken die de konften en oudheden betroffen, dog iaat zig niet veel in dennbsp;ftaatkundigen toeftand en de geleerdheid in. Denbsp;Heer Profeflbr Kohier heeft ons dezelve voornbsp;*^vvee jaaren, als het eerfte aanhangfel zynernbsp;Overzetting van de Reizen van Blainville, geleverd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Blainville handelt van verfcheiden Italiaan-fche fteden in ’t geheel niet, wyl het handfchrift is verloren geraakt. Het verlies is niet groot,nbsp;Want de fchryver blyfc dikwyls by niets beduidende kleinigheden ftaan, en verhaalt veel le-’ genden en fpreiikjes. Hy wil geeftig zyn, in denbsp;' delven, als een Proteftant, befpotlyk te maaken,nbsp;t het Welk een bedroefde konft is. Het geheelsnbsp;boek isineenlangdraadigenftyl gefchreven,hoenbsp;zeer de fchryver getragt heeft door zyne Latyn-fche verzen geduurig wat verandering ’er in tenbsp;' brengen.

Het tweede aanhangfel deezer overzetting ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wordt

-ocr page 72-

LXIV. VOORÈERiCHt

v/ordt door een boek uitgemaaks:, getiteld Rd^^ eens Engelfchmans naar It alien, Frankryk, ennbsp;Archipel^ of brieven gefchreven in ’t jaar 175^'nbsp;welks fchryver niet bekend is. Zyn aanmef'nbsp;kingen betrelFcn hoofdzaaklyk de natuurlyk^nbsp;hiftorie, en hy houdt zig derhalven weinig ofnbsp;niet de fraaye konften^ oudheden, en de g®'nbsp;fteldheid van Italien. Van de honderd agt ei*-dertig brieven handelt de helft flegts van dat land

Wy komen op een paar nieuwe Reisbefchry' vers, dienaauwlyks verdienen datmenzenoemS'nbsp;De een heet Smollet , wiens boek egter in En'nbsp;geland aftrek gevonden heeft, en voor de tweedenbsp;maal gedrukt is. Men moet het deezen hypochod'nbsp;driefchen fchryver, uit aanmerking zyner gefield'nbsp;heid, ten befte houden, dat hy zig over alles et'nbsp;gerde, geen gevoel voor het fchoone had,nbsp;de Venus vanMedicis voor niets buitengemeen^nbsp;hield.

Een even elendig boek zyn de brieven ovF Italien van den miltzieken Sharp. Het is volnbsp;valfche partydige berichten, welken de fchryver»nbsp;gelyk hy die misfchien van lakeyen gehoordnbsp;had, te boek geflagen heeft. Ondertusfchefnbsp;heeft het aanleiding tot een goed werkgegeven-Een Italiaan, gena'amd Joseph Baeetti, di^nbsp;zig reeds in Italien als fchryver bekend gemaak*^nbsp;had, en te Londen woonagtig zynde, daar i’’

veeJ

-ocr page 73-

Un den S CHRrFÈH. tXV*

^eel agiing geweeft iS, heeft getragt de eet natie te redden, en een Account of thênbsp;^^^nners and cufloms of Italy 1768. iH twee gtoot

^ftavo deelen^als eene wederlegging Van Sharp*

uitgegeven. Men vindt daar fraaye aanmer-i^ittgen over de hedendaagfche zeeden * de mu-» ^ek, het toneel, den ftaat der Weetenfchap-pen, enz. welken den leezer zeer vermaaken ,nbsp;en de Italiaanen van den beften kant vertOoneil.

Ke-ïszlees Reizen Zyn een origineel werk, dat de werken van alle de opgenoemde Engelfchennbsp;ÊnFranfchen, Richard en La Lande uitgeno-, overtreft. In een werk van deezen aartnbsp;Zyn wel alle miflagen onmooglyk te vermyden ,nbsp;en wy weeten, dat de overleden Winkelman ,nbsp;hem ’er veelen voorgeworpen heeft. Egter heeftnbsp;Keyszler ook de verdiertfte dat hy een vlytignbsp;v^aarneemer, en een man van veel kennis was.nbsp;Zyne reizen zyn voor den geleerden, den natuurkundigen , en den beminnaar der konften ,nbsp;vermaakelyk. Zyn boek is tot nog toe hetbruik*

1 haarfte voor de Duitfche reizigers geweeft, (*) i fchoon federt veertig jaaren veel veranderd i^ *

1 en veel anecdotes, die toen van wegen haa-1 re nieuwheid, zynde kort van te vooren gebeurd.

C*) I’k werk is ook in ’t Engelfch, vertasid.

I^ederduitfch, zo wel als in *¦


-ocr page 74-

LXVI.

FOORBERICHT

beurd, aangenaam waren, zyn thans van gcS® gewigt meer.

Het heeft zekerlyk vooreenen vreemdeling zwaarigheden in, de befchryving van een laO^nbsp;teonderneemen,waar hy zig gemecnlyknietlafl^nbsp;genoeg ophoudt, om van alles behoorlyke of'nbsp;derrichting te bekomen. Hy is akydnietzekf^nbsp;of zy, by wie hy zich vervoegt, hem de waarhei*^nbsp;zeggen, of wel onderricht zyn. De inwoof'nbsp;der kan veel beter van alles oordeelen, als heiquot;nbsp;maar de liefde tot zyn vaderland niet partydinbsp;maakt. Tot nog toe egter heeft geen Italiaf'''nbsp;het gewaagd ons eene befchryving van dit innbsp;lerlei opzichten merkwaardige land te leveref'nbsp;want het oude en verlegene Itinerario vf'’nbsp;ScoTTO, ’t welk een deel inoftavo iiitmaakt,s'*nbsp;gemeenlyk den vreemden aangeprezen word^'nbsp;is een allerelendigfte rhapfodie, dat in allennbsp;valle flegts reizende ambagtsgezellen, die ünbsp;om niets anders dan de torens der lieden f’’nbsp;diergelyke bekommeren , gebruiken kunnef'nbsp;Men heeft wel van byna elke plaats eene ^nbsp;drukte befchryving der merkwaardigheden, d(^nbsp;die zyn llegs bloote lyften van konllllukkeii’nbsp;wmarop alle fchilderyen zonder keuze opget^'nbsp;kend zyn, en zonder fraaak geprezen wordef'nbsp;Gezwegen dat zy denLeezer met'wydloopige k”'nbsp;florien van kerken en wonderwerken vermoeyef'

-ocr page 75-

^an den S C Ë RTF ÈR»- LXVII.

Van de zeden, gebruiken, ftaatsgefteldheid, eii ê^lserden, vindt men niets daarin. Zo lang dannbsp;goede en uitvoerige narichten van Icaliaa-ontbreken , moet zig de reiziger met denbsp;^*^rken van buitenlanders behelpen*

Het zou te veel geëifcht zyn dat dit ons '^Êrk vry wezen zou van gebreken. In de be-fchryving van een land, dat zoo veel merkwaardigheden bezit, fluipen zy te ligt in. Ondertus-ichen vleyen wy ons egter narichten te zullennbsp;leveren, welken onder de geene, die wy thansnbsp;debben, de rigtigften zyn. De boven gedagtenbsp;^eis des Heeren La Lande heeft tot een grond-gediend, en zyn plan, zo wel als de fchik-I l^iog der reize, is volkomen gevolgd. Italiennbsp;t kan langs verfcheiden wegen doorreisd worden,

, *^0 ieder moet zig den weg kiezen die hem *t ge-gt;' ^akkelykfl: is. De route van La Lande is de I kefte voor iemand die Italien naauwkeurig be-^ ^igtigen, en alle oorden bezoeken wil. Hy zalnbsp;[1, oiet ligt een merkwaardige plaats overflaan, ennbsp;e' bulken, die ’t hem niet gelegen komt te bezoe-ken, en die hem de moeite niet waard zyn, kannbsp;3) ky voorby trekken. Op den bladwyzer kan hynbsp;f ko plaats Waar hy zig telkens ophoudt gemakke*nbsp;p, lyk vinden.

li' Daar de Heer La Lande eene zo goede be-H. ^'^hryving gegeven heeft, zou het dubbelde [Pnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moeite

-ocr page 76-

LXVIII. VOORBERICHT

moeite geweeft zyn eene nieuwe te bearbeid^’* Om egter het boek des te nuttiger te maak^''nbsp;heb ik geen bloote vertaaler willen zyn.nbsp;les door aantekeningen te verbeteren zou vo^nbsp;fchryver en leezer beiden een verdrietige za*'nbsp;zyn geweeft. Daar my Italien door een verbl)nbsp;van ander half jaar bekender geworden isnbsp;veelen, die met eene vlugtige reis vannbsp;of zes maanden vergenoegd zyn, en diennbsp;inzonderheid tot het befchouwen der konftft**’nbsp;ken, oudheden, en wat verders tot de weetdnbsp;fchappen behoort, belleed, en te gelyk d'nbsp;wat Keyszler kwalyk opgemerkt heeft vlytigdnbsp;getekend heb, is het my des te ligter geW^,nbsp;den, dit Reisboek het ligt te doen zien.nbsp;op myne reis had ik in gedagte een ontwerp Ènbsp;maakt, hoe men eene goede befchryving vannbsp;lien kon inrigten. Dat ontwerp heeft La Lafl^nbsp;op byna dezelve wys uitgevoerd. Ik hebnbsp;dan geheel ten grondllagc gelegd, en tennbsp;vry overgezet, ten deele veele dingen, die eeP^nbsp;Franfchman van meer gewigts zyn dan ee^^nbsp;Duitfcher, of die my anders te nutteloos fcl'^nbsp;nen, agtergelaten, ten deele anderen’ernbsp;daan, die ik dagt aangenaam en nuttig te zul^^^nbsp;wezen. Deze byvoegfelen zyn zo wel uitnbsp;dere boeken, inzonderheid uit Richard, Wriê^^nbsp;Baretti, Keyszler, als uit myn eigene gertis^,

-ocr page 77-

van den SCHRTP^ER- LXlX.

te

aanmerkingen genomen. nbsp;nbsp;nbsp;naauwkeu

«ge vergelyking van dit werk met het Franlcne kan dit doen zien, fchoon veele plaat en oonbsp;telyk overgezet fchynen zullen, die egter, wnbsp;gens de verbeterde kleinigheden niet min enbsp;ttioeite en navorfchingen gekofl: hebben, a snbsp;eigen bearbeiding zou hebben gedaan, ognbsp;kierdoor wil ik my den arbeid van La Lan e

niet toeeigenen, maar geef hem de eer volkomen, dat nogniemant zo grondig over Itahen

gefchreven heeft.

oi

Veelligt werpen eenigen tegen, dat men us niet weeten kan of men La Lande leeft dan niet.

ik geloof, dat het zulken die zig van n^erk bedienen zullen, even veel zyn zal alsnbsp;maar een voldoend en bruikbaar handboenbsp;, op reis hebben. Wordt dit oogmerk bereikt,

I zou houde ik my voor myne moeite beloond, on laate den Heere de La Lande gaarne enbsp;' oer, daar het meeft te hebben toe bygebragt.nbsp;Op veele plaatfen behoefde zyn boek weinigenbsp;verbeteringen; dog ik heb my zelden aan zynnbsp;woorden gebonden, maar ze volgens goed-dunken veranderd , en te gelyk ’er eenige klei-'' he toegiften ingevoegd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ik dit telkens

l', door nooten willen doen , zo zou de leezer

dikwils in ’t leezen zonder noodzaakelykheid

Zyn opgehouden geworden.

3k ^ nbsp;nbsp;nbsp;# Q

-ocr page 78-

LXX. voorbericht

Wy zullen nog kortelyk de voordeelen va’’ het plan des Heeren La Lande boven de voor''nbsp;ge befchryvingen aanwyzen. By de hoofdll:^'nbsp;den heeft hy altyd eene korte hiliorie vooraal’nbsp;gcplaatft, het welk opmerkzaamen reizigere*’nbsp;van veel nuts is. Men zietdikwyls verfcheide’’nbsp;merkwaardigheden, die betrekking op de gS'nbsp;fchiedenisfen hebben, met geheel andere oogeH)nbsp;als men daar een kort begrip van heeft. Binbsp;gebrek van deeze kennis fchynen veele difl'

van vee'

die egter

gen van weinig gewigts.

belangs zyn. By elke plaats zyn de boekeP) die de merkwaardigheden befchryven, en zul'nbsp;ken welken men kan raadpleegen, als zy in de eef'nbsp;fte te kort behandeld worden, zo wel als de i’'nbsp;koper gebragte werken, en naar enkelde fchil'nbsp;derftukken gemaakte plaaten, aangewezen.

In opzicht van den toeftand der weetenfchaf pen in Italien hebben deze berichten een groo’nbsp;voordeel. In andere Reizen vindt men daa’nbsp;weinig of niets van. De buitenlanders kenne'’nbsp;de Italiaanfche Letterkunde weinig, en geloö'nbsp;ven daarom dat zyzeer in verval is. LaLand^nbsp;heeft zig derhalven by de geleerde wereld veiquot;nbsp;dienflelyk gemaakt, met aan *t einde van de bc'nbsp;fchryving van elke plaats de thans leevende gS'nbsp;leerden en hunne werken aantetekenen. Pi^nbsp;i? wel niet volkomen, dog ook dit is he®

ir.‘

-ocr page 79-

van den S C HRTrER’ LXXI.

ifizicht niet. Een reiziger is te vreede als hy flegts die voornaamfte mannen van elke plaatsnbsp;kent. Deeze kennis isieroant, die zig aan enbsp;weetenfchappen laat gelegen zyn, bynbsp;klyf in eene ftad buiten maate aangenaam, onbsp;^-allen anderen, die Italien zelven niet bezoeken hier menige nieuwigheid vinden, die hunnbsp;anders onbekend zoude gebleven zyn.

Daar de befchouwing van de werken der konft, en vooral van de fchilderftukken, bynbsp;de meeilen eene hoofdoorzaak hunner reizenbsp;naar Italien is, hebben wy ons daar ook vrynbsp;lang by opgehouden, hoewel verfcheiden merk-¦vraardige ftukken, om eene al te drooge wynbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;loopigheid te vermyden, zyn voorby gegaan,

i' nbsp;nbsp;nbsp;öe Heer La Lande heeft by ’t fchryven van

Zyn werk het handfchrift van den Abt Gouge- ^ y not , die zelfs een kenner is , en die fchil-3I derftukken in gezelfchap van den beroemdennbsp;jt fchilder Greuze befchouwd heeft, gelegenheidnbsp;gt;(nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gehad te gebruiken. Het oordeel van twee

0' nbsp;nbsp;nbsp;in de konft ervarene mannen kan den Uef-

le hebberen niet dan aangenaam zyn. Wy heb-1'. ben deeze oordeelen meeft behouden, dog op ,, veele plaatfen wat ingekort, en ’er fomwylennbsp;g,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de gedagten van Cochin bygevoegd , fchoon

je nbsp;nbsp;nbsp;niet zo dikwyls, wy\ hy de zaaken te vlug-

,5 tig befchouwd en beoordeeld heeft. In de be-y nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchry*

-ocr page 80-

I.XXII. FOQ RB ERICHT

fehryving van Romen hebben wy gezogt de oude naamen van plaatfen en ftraaten zowel alsnbsp;haare tegenwoordigen optegeeven. Op die wysnbsp;leert men te gelyk het oude en nieuwe Romennbsp;kennen, en ontelbaar veele plaatfen uit oudenbsp;fchryvers worden daardoor verftaanbaar. Innbsp;’t algeiireen is Romen wydloopiger behandeld,nbsp;wyl het het middelpunt van de merkwaardig»nbsp;heden van Italien is, waar zig de reizigers hetnbsp;langfl ophouden , en waarop zy hunne op»nbsp;merkzaamheid byzonderlyk te vefligen hebben.

De Natuurlyke HiRorie en Huishoudings» konft is niet geheel en al ter zyde gefield.nbsp;Men zal de noodige aanmerkingen daarovernbsp;hier en daar ingelafcht vinden, Eene uitvoerige natuurkundige befchryving eens lands ver-eifcht een byzonder werk : het onze zou tenbsp;wydloopig worden, als men zig daar te veelnbsp;by opgehouden had, en veelligt zou het dennbsp;minRen leezeren gefmaakt hebben, Even zonbsp;is het met de Huishouding gefield. Wy hebben egter algemeene aanmerkingen over dennbsp;toefland des landbouwsin verfcheiden flreeken,nbsp;en over apdere huishoudelyke zaaken, als denbsp;fokkery van zydcwormen, en diergelyken medegedeeld, Den flaat des handels, der land-yoortbrepgfelen, en der bandwerkep, hebben

wy

-ocr page 81-

•oan den SC HRT F ER. LXXIIL

'^y} zoo veel mooglyk is, en ’t zig in eene ^eisbefchryving vlyt, niet uit het oog verJo-regeeringsvorm van elke plaatsnbsp;eiken Haat, de politie, en andere inrich-*-^ngen, zal men ook voor eenen reiziger genoeg-^3atne narichten vinden.

Ten opzichte der zeeden en het karakter inwoonders is het bezwaarlyk iets algemeens en bepaalds te zeggen. Oordeelennbsp;Van dien aard zyn akyd gewaagd, en beflis-fen niets, dewyl zy van al te veel bepaalin-S^n en omllandigheden afhangen. Een iedernbsp;beoordeelt eene natie volgens zyn eigen den-benswyze, en den indruk dien zy op hemnbsp;ê^ntaakt heeft. Dit is oorzaak dat die oor-deelen even zo verfchillend zyn als de den-benswyze der reizigers. Wy hebben gepoogdnbsp;middelweg te houden, en nog te veel, nognbsp;weinig te zeggen.

Men zegt, een gefchiedfchryver moet nog Vaderland nog godsdienfl hebben , met hetnbsp;^elve regt mag men dat van eenen Reisbe-^bryver vorderen. De Engelfchen , inzon-_^r 6id Blainville , cn onder de Duitfchersnbsp;eyszler, zoeken dikwils zich met dennbsp;oomfchen Godsdienfl te vermaaken, ennbsp;rengen veele dingen voor den dag omnbsp;maar hunne aartigheid te kunnen toonen.

***** 5 nbsp;nbsp;nbsp;Niets

-ocr page 82-

LXXIV. VOORB ERICHT

Niets is gemakkeiyker; dog waartoe dient het ? De verftandige Roomfchgezinde magnbsp;gelooven wat hy wil, en de Proteftant gS'nbsp;looft daar niets van ; het is dan het beft dt^nbsp;zaak te verhaalen zo als zy is. In ’t al''nbsp;gemeen hebben wy ons niet zeer ingelatennbsp;met het aantekenen der Rehquien in de kerken, wyl dat het formeeren van den fmaaknbsp;niet bevordert, en weinig reizigers daaraannbsp;zig laaten gelegen zyh. De gefchiedenisfennbsp;der Heiligen en de Mirakelen konden wy nietnbsp;geheel voorbygaan, wyl de gefehiedenis of denbsp;verklaaring eens fchilderftuks daarvan afhangt-In zulk een geval draagen wy de zaak vootnbsp;zo als zy verhaald wordt, en laaten het eennbsp;iegelyk over te gelooven wat hy wil, zonder datnbsp;wy ’er ons oordeel over vellen.

De Reis van La Lande beftaat, gelyk reeds gezegd is, uit agt banden in duodecimo. OnSnbsp;Reisboek zal uit zes deelen (1) beftaan, voofnbsp;elk van de welken deszelfs korte inhoud za'nbsp;geplaatft, en het geheele werk met eenennbsp;bekwaamen bladwyzer voorzien worden, innbsp;den bladv/yzer zal men onder zekere algS'

meen?

1

Het oorfpronglyke beftaat uit drie dikke deelein velken men om ’t gemak des Lcezers gefplitft heeft.

-ocr page 83-

van den S C HRTF E R. LXXV.

^6ene titels, als toneely kerken y fchilderyeny fioitiien^ enz. die voornaamfle Hukken van ie-foort, welken in het geheele werk voorko-aangewezen vinden. Onder den naamnbsp;Van elke ftad, b. v. Venetien, moet men zoekennbsp;v^at daar te zien is. De wydloopigheid vannbsp;artikel Romen heeft meer byzondere titelsnbsp;Bevorderd, welken allen onder ’t woord Romennbsp;quot;'Vorden aangewezen. De artikels Regtsgeleer-den. Dichters y Wiskundigen enz. behelzen denbsp;naamen der nog leevende en verftorven geleerden in eiken tak, welken in ’twerkvoor-Itomen.

Daar zyn verfcheiden algemeene kundigheden en waarfchuwingen, die een reiziger voor ’t aanvaarden zyner reis noodigheeft te weeien. Wynbsp;hebben dat alles in de Inleiding gebragt» die^nbsp;grooten deels, egter met de noodige veranderingen, uit het werk van Richard ontleend is.nbsp;De korte tydkundige lyjl der Schilders is insgelyksnbsp;daaruit genomen. Vermits men geftadig metnbsp;' de naamen en de werken der fchilders in Italiennbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;doen heeft, is zulk een lyft, nevens een

' denkbeeld van de karakters der meefters, zeer gemakkelyk voor ’t gebruik, vooral dewyl mennbsp;op reis niet wel veel boeken over de fchildersnbsp;handelende met zig voeren laat.

Volgens dit beftek denken wy eene befchry-

ving

-ocr page 84-

LXXVI. F 00 RB E RICHT enz.

ving van Italian te geeven, welke de voorgaan-den in bruikbaarheid en volkomenheid overtreffen zal. Uit hoofde van de veranderingen waaraan allefleden onderworpen zyn, zal deezenbsp;befchryving altyd verbeteringen noodig hebben.nbsp;Een iegelyk kan op reis ’er die ligtelyk byvoe-gen. Indien ’er eenige misflagen ingeflopennbsp;mogen zyn, zo verzoekt men voor dezelvennbsp;die infchikkelykheid, waarmede werken van dee-zen aart moeten beoordeeld worden. Voor ’tnbsp;overige wenfchen wy, dat de reizenden onze berichten zo nuttig vinden mogen, als wy getragtnbsp;hebben ze te maaken.

INHOUD

-ocr page 85-

LXXVlï.

INHOUD

DES

Eersten deels.

InLE IDING.

Schoonheid van Italien nbsp;nbsp;nbsp;Bladz. i

^eden van 't uitgeeven deezes werks nbsp;nbsp;nbsp;2

Algemeen tafereel van de zeeden der Italiaanen

tVyze van de uuren te tellen nbsp;nbsp;nbsp;^5

Politieke toefland van Italien nbsp;nbsp;nbsp;3^

^choone konjien

Nuttigheid der kennis van fchilderyen nbsp;nbsp;nbsp;5^

Onderrichting om die te kunnen bejtudeeren nbsp;nbsp;nbsp;öo

Landfchapfchilderyen ¦Aanmerkingen over de fchilderkonjl dernbsp;Ouden

Studie der antieke liatuen nbsp;nbsp;nbsp;7^

_ nbsp;nbsp;nbsp;o„

Powwkunfi

Plaatfnykunjl

Toefland der weetenfchappen nbsp;nbsp;nbsp;lo?

De akademien Muziek en toneel

•Algenieene aanmerkingen over de Italiaanen

Noodzaaklykheid van de Italiaanjche taal te leer en

Gangbaare munten in Italien nbsp;nbsp;nbsp;^33

Wegen i rytuigen^ tolhuizen nbsp;nbsp;nbsp;J^3S

-ocr page 86-

LXXVIII. nbsp;nbsp;nbsp;INHOUD.

Tydkundige lyst der Italiaan-

scHE Schilders.

V erfchillende fchoolen

Bladz. 147

Roomfche fchool

151

Florentynfche fchool

164

Lombardyfche of Boloneefche fchool

174

Venetiaanfche fchool

186

De staat EN DES KONINGS VAN

Sardinien.

Weg van Géneve naar Chamiery

203

Intreede in Savoyen

20Ó

Chambery

208

Montmelian

210

Lauisinen

211

Kroppen

212

La Chamhre

Zeeden der Savoyaards

218

Berg Senis

220

Rochemelon

225

Novalefe

22Ó

Fort La Brunette y Suf a

227

Turin.

232

De Citadelle

234

Kerken

238

Hof pit aaien

243

Lombarden

244

Baleis des konings

245

Paleis

-ocr page 87-

INHOUD.

akis des hertogs van Savoyen ¦ quot;I'beaternbsp;^nvoerfiteit

^^kis en TJjeater Carignan Le Valentinnbsp;La Venerie

^tupinigi

^^gne de la Reine Superga

duinen van Indujiria Ridderordes

LXXIX.

Bladz,

R^gtbanhn

267

van Turin

^eéden

271

^^leetden

273

^’^hmjlen des Konings

- 275

quot;Rroupen

277 '

R^litifche interesfen nbsp;nbsp;nbsp;, , i

' 278

quot;R^^fland der konjlen

280

handel en fabrieken nbsp;nbsp;nbsp;.

282

Munten

291

R^is van Turin naar Genua, en naar

Milaan. Quiers^ Moncallier ^ Villa

292

lêx

293

fVeg naar hlUaan

394

Vercelli

295f

Ryflbouv)

39Ö

Milaan.


-ocr page 88-

LXXX.

INHOUD.

Milaan. Legging en hijiorie Bladz. Gpf De Domnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;30 J

Ambrofiaanfche Bibliotheek nbsp;nbsp;nbsp;30^

St. Amhrojiuskerk nbsp;nbsp;nbsp;313

St. Fiötorkerk nbsp;nbsp;nbsp;3 ik

Madonna della grazia nbsp;nbsp;nbsp;315

St. Marcus St. Maria Brera

Lazar eth nbsp;nbsp;nbsp;3^^

Kerk della PaJJione nbsp;nbsp;nbsp;32^

St. Barnabas nbsp;nbsp;nbsp;33^

Theater nbsp;nbsp;nbsp;3^3

St. Paolo. Madonna di nbsp;nbsp;nbsp;Celfo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;32^

St. Eujlorgio nbsp;nbsp;nbsp;^2^1

St. Sebajiiaan nbsp;nbsp;nbsp;32?

Canaalen nbsp;nbsp;nbsp;33O

Regeeringsvorm der Stad nbsp;nbsp;nbsp;33^

Karakter der Milaneezen nbsp;nbsp;nbsp;33/

Belaflingen nbsp;nbsp;nbsp;33^

Maaien en gewigten nbsp;nbsp;nbsp;3^^

Landjlreek om Milaan ^ Borromeifche

Eilanden nbsp;nbsp;nbsp;34^

Ifola Bella nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;34^

Ifola Madre nbsp;nbsp;nbsp;34^

Lodi nbsp;nbsp;nbsp;$5^

Cremona nbsp;nbsp;nbsp;35^

-ocr page 89-

Verbeteringen

EN

byvoegselen.

Vn

orrede van den Heer bl. XI. in de Indieii woneti doch Hollanders, enz.] De volks-vooroordeeleftnbsp;lierinneren mjl ene goede anecdote, die Zimmer*nbsp;man (welke er velen heeft in zyn werkje vom Na-tionalftolz) niet heeft geweten. Een Portugeefchnbsp;fchoenlapper, die by ’t gemeen voor een grotenbsp;heilig doorging en op de llraten te Lisbon predikte,nbsp;ja fomtyds wel propheteerde , ten tyde van denbsp;twillen over de troons-opvolging na den dood vannbsp;K. Sebaftiaan (in 1578.) wierd van de mededinge-ren van Philips II. gebruikt om de Spanjaarden bynbsp;het volk zwart te maken. Ten dien einde voerhynbsp;dikwils in zyne oeffeningen tegen hen uit: ondernbsp;anderen eens op deze wyze: „ O Spanjaarden, Span*nbsp;j, jaaarden! weet gy wel, wie gy zyt? Rekentnbsp;„ eais na, hoe vele mylen gy af zyt van den wegnbsp;5, der waarheid. In plaats van Chriftenen te zyn,

» zyt gy niet eens Portuguefen! „ nbsp;nbsp;nbsp;• ^

*quot; ¦— ------bl. XXII. noot Hierover

mag de lezér zelve de aanmerkingen maken, die hy goedvindt] lees: Hierover kan ik gene aanmerkingen maken, die zich van zelfs by den lezernbsp;niet opdoen.

-----— bl. XLIII. 1. 17. dat — ene

vrouw twee of drie Cicisbei’s heeft] en, gelyk Palleroni zegt, {Cicerone Vol. I. Canto I. jlr. 46.)

Adeffo non é piü raontrata al dito Quella donna, che in publico e in privatenbsp;’ Ha fempre al fianco un folto Iluol di quei,nbsp;Che fi chiamono ferventi o Cicisbei*

Voorrede van den Heer ***. bl. XLV. 1. 3. die gene bezigheden hebben:] Pasferoni befchryft ze op. de volgende wyze: (Cicerone Vol, I. Canto Xll.y^rquot;. 47*)

ia

-ocr page 90-

VerhtUnngm.

la maggior parte

De’ quefti or fono molli, effeminati:

fanno all’ amore, giocano alle carte,

Dormono raoUo, e fono fpenfierati:

Imparono di rado una buoii’ arte:

Son lezziofi, piü chè letterati;

Difcorrono di mode, e cuffie, e gonne:

E ftanno volentieri infra Ie donne.

’T is een tafereel, dat in Italien alleen niet t’liuiJ behoort.

BK Ö5.- Forrei over' avuto pennello angelko, e fontit

di Paradifo, per formar F Arcangelo, é vederlo k Cieh, md io non bo potuto falir tont 'alto, e Hgt;nbsp;van* r hd ricercato in terra: fi chè ho rigiiardaiènbsp;in Qj^ELLA FORMA, che nelF IDEA mi fonOnbsp;flabilita: enz. fchreef Guido aan een Kamerheer vartnbsp;Paus Urbanus VIII. ter gelegenheid van zyn tafe*nbsp;reel van Michaels ftryd met dea Duivel, nu by denbsp;Capucynen te Romen. Zie Richardfon II. $6g.

-68. 1. 29- vryers? Daer] vryers? Daer haer Paris’s

eerft ontmoet.? Daer

*— 78, noot 1. 3. herftelders] herftellers

~~I3I. noot.] In het Siciliaenfch heb ik een ftuk ge-naemd Lelvagio, poema Bucolico in lingita Sicilia' va del Dottor Don Luigi Gafioni e Bavalotta Pa'nbsp;lermitano, con F Osfervatkmi dei tnedefimo in Pa'nbsp;lermo 1660. 4. pp. 175. Ik geef er den titel tenbsp;nauwkeuriger van op, wylhet ongemeen zeldzaamnbsp;is. Fontanini, die van den Siciliaanfchen tongvalnbsp;fpreekt (della Eloq. Italiana L. 11.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;35. j». 236.)

heeft het niet gekend, even weinig als zyne uitgever Apoltolo Zeno. En Haym, Baretti, de Patef Quadrio zelfs, die alle boekeryen in Italien doorfnuf'nbsp;feld heeft óm zyn werk volkomen te maaken»nbsp;hebben geen van allen geweten dat het in de wereld was. Dt Osfervationi, die alleen 136. bl. be-flaen, rAUia den Italiaeufchen finaek, wydiopig»nbsp;ï Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ei»

-ocr page 91-

Verbeteringen'.

en raken meed de Dichtkunde, ook hier en daet

de oudheden van Siciiien - De meeften onder-

fcheide patois vindt men in de klugt-fpelen van Angelo Biolco of Beoleo, gemeenlyk il Ruzzan-te genaemd, die d? eerde gevveed iamp;j welke de-zelven op den Schouwburg heeft ingevoerd, ge-iyk boven aangemerkt i? bl, 116. . Men kan vannbsp;hem de Biblioteca della Eloq, Italiana van Monfig.nbsp;Fontaniui nazien T. I. p, 384. na de uitgave vannbsp;Apodolo Zeno, met dézen zyne aanmerking: dochnbsp;vooral den ongemeen belezenen Graef Mazzuc-chelli , dégli Scrittori Italiahi v. Beoleo. (Fol. IV.nbsp;p. 6op.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De uitgaven van Ruzzante’s wer

ken zyn allen zeer zeldzaam, zelfs jn Italien. Ik heb er twee van, die Apodolo Zeno niet gekendnbsp;heeft, doch de Graef Mazzuclielli, wien niets vannbsp;dien aart mis ging, nóemt'ze. Dé ene band beheld de Rbodiana, (verkeerdelyk onder den naamnbsp;van Ruzzante uitgegeven), de Jnconijana , denbsp;Faccaria én de Fiorina, vier klugtfpelen: en dannbsp;drie profa-dukken, Dialogo facetiffimo è ridiculojlsfi-tno di Ruzzante , recitato- d fojfon alia coceta 1'anno della careflia 1538. Tre Qrationi.di Rmzanienbsp;recitate in lingua rufiica en Sprolico in lenguanbsp;Pavana Sbottazza in laldo del Mdgnifigo Mesjiernbsp;iottagia Poefte de Pieve amp;c, aden in 'Fïhe^a, ap-prefo Stephana dPAlesfi, doch elk-met-énen byzon-ren titel 8vo. 1553-155,6, —— De-andere druk i»nbsp;de laetde, in Ficenza, apprejjb Domenico Amadio.nbsp;1617. 8. met enen algeménéri tTtél Tw/fe/énbsp;delfamofisfimo Ruzzante fifc. en behefd ( elk weder met enen byzonde^en titel, en enkel gemerktenbsp;bladzyden) la Piovana, Anconitana, Rbodiana,nbsp;Faccaria , Fiorina , Mofchetta (zes blyfpelen,nbsp;'vaervan de eerde en de laatde in de vorige uitgavenbsp;^tbreken) Dialogo G?c., Tre Orationi, en nochnbsp;quot;e Dialogbi in lingua ruflica. Deze laatde druknbsp;eeft de Graaf Mazzuchelli echter niet gezien, wylnbsp;y twyfFeit // Tafeo del Ruzzante zyn mag,nbsp;waarvan Doni fpieekt (^Libreria p. I. p. 48.) ’Tisnbsp;niet anders dan doPiovana, die in dezen druk dennbsp;titel voert van Piovana Comedia, ovvero Novella

U'. nbsp;nbsp;nbsp;del

-ocr page 92-

V'erleitrlngen.

éeltdfco.— Die weder eenseen Catalogus Hhrorut^ rariotumlchx'^ix, zal my dank weten, hoop ik, vootnbsp;deze grondig-geleerde opgaven! — In het plat VenC'nbsp;tiaanfch zyn laatft te London gedrukt Poefie di Giof'nbsp;' gi$ Baffo Patrizio Feneto 1771. 8. Om in eequot;nbsp;wootd den lezer een begrip van deze Gedichtennbsp;geven, behoef ik alleen te zeggen, dat ene ovef'nbsp;zetting van de befaamde Odé van Piron het zedifcquot;nbsp;fte ftuk is van de gehele verzameling.

BI. ipS* noot. Bergemasker] Bergamasker.

___201. noot. Ziem/ey Êfc.] zie Grosley II. 440. fq.

--207. 1.21. fecuriorumque] fecurioremque

__-224. 1. I. van ond. kwikzelver 19.] kwikzelver 2^'

¦¦ ^ ^225. 1. 5- Chiniboraco] Chimboraco.

--8. Canigoun] Canigou.

.—. —• II. Novaleze] Novalele.

__ — nbsp;nbsp;nbsp;20. aaumetkelyk is. Wyl] aa^lnerkelykis,^v)'*

_—229. I. 9- van ond. daal] dal.

-230. 1. 8. de la Clafe] de Ia Clufe.

--239. 1. I. gekenneleerde,] gekanneleerde.

—-- 8. Guerlni] Guarini.

-240. 1. I. Mainz] Ments.

—-252. 1. 31. folio banden] quarto banden

-260. 1. 4. Boulingrins'] Boulingreens

-292. 1. 13. ryzende] bevallige

-336. noot. geeftlyk] geeftig

——337. 1. 15. CiêsbtB — fervanti\ Cicisheofervent'''

-ocr page 93-

ifladz.

Inleiding.

en reizigeï, wiens gevóel fyn gzw^ZSchmh^i is, om door de fchoonheden ,nbsp;aan de natuur zoo ryk is in Italien , ennbsp;welke de kunft verre overtreffen, ge*

^oerd te worden, treft in deeze landen eene me-^’gte van toneelen aan , welke hem de grootlle ''^tfcheidenheid verfchaften. Veelligt is even daarnbsp;de voornaamfte grond te zoeken , waaromnbsp;fchoone'kunften zich hier in haaren vollen ^nbsp;glans vertoonen, en denzelve langer behoudennbsp;^an in andere landen, waar zy insgelyks na haaronbsp;^^rftelling met vlyt worden beoeft'end. De fchoo-modellen, welken de natuur overal daarftelt,nbsp;voortreffelyke harmonie, welke zich, ook bynbsp;zonderlingfte, en zeldzaarnfte gevallen , o;^

Zekere wyze vertoont, zyn eene onuitputte-lyke bron, nbsp;nbsp;nbsp;konftenaars van genie, groo-

edele, en aangenaame gedagten ontkenen,

^n daardoor hunne werken eene nieuwe waardy l^zetten kunnen.

Wanneer men op de gefteldhdd van dit land,

A- nbsp;nbsp;nbsp;Qg

-ocr page 94-

a „INLEIDING.

Schoonheido'? c!en grond, op de gebruiken die in het zelv® zwang gaan, naauwkeurig agt geeft, zoo moc*nbsp;men beüuiten,dat het van onheuglyke tydenfter^nbsp;is bebouwd geweell; overal vertoonen zich fpoO'nbsp;ren van den bloei der kunften en weetenfchappeï’’nbsp;By het graaven in de aarde ontdekt men nog bS'nbsp;flendig, eene menigte overblyffelen, wier oudet'nbsp;'¦ dom ten deele onzeker is, en die ten deele v»'’nbsp;zeer verre eeuwen af tot onzen tyd toe in we®'nbsp;zen zyn gebleven. Maar, daar wy aandeneene”nbsp;kant de duidelykfte bewyzen van den ouderdom'nbsp;der kunften en weetenfchappen ontdekken; zo®nbsp;brengen ons deeze gedenktekenen te gelyknbsp;bloedigfte tooneelen en veele andere voorvall^^’'nbsp;voor oogen, wier dryfveeren enkel eergierighei'i’nbsp;wangunft, wraakzugt en bedrog waaren, en di®nbsp;der menfchheid weinig eer aandoen. Men viüd‘nbsp;in Italien, een land, waarin nochtans de booin^*’nbsp;zeer fnel, en tot cene aanzienlyke hoogte wasrei”nbsp;byna géene bosfen, een nieuw bewys, hoenbsp;het weleer is bevolkt geweeft. In de vlakten vJ'*nbsp;Lorabardyen zoekt men.te vergeeffcheenigehoU^'nbsp;gewasfen; of men raoeft het park van den Koni^’^nbsp;van Sardinien, ’t welk eigentlyk maar eennbsp;baan is,,daar voor willen neemen. Naauwly''*nbsp;treft men op de lange ftreek van het Apennyi’^*'^

-ocr page 95-

INLEIDING* $

gebergte eenig hout aan: dat weinige, ’t welk isSchoanhesi Fayola, by Montehascone, tusfchen Poggibonzi^^J^^quot;^

^n Siena (in het groot Hertogdom,) en eindelyk in de nabuurfehap van Livorno ftaat j verdient nietnbsp;in aanmerking te komen. In eenige laage moeras-üge gronden aan de zeekuft, waft eenig hout, datnbsp;hoog en dik is, waarin zich grof wild onthoudt jnbsp;de overige ftreeken, zoo bergen als dalen, zynnbsp;Van deeze pragtige eieraad ganfch beroofd. Metlnbsp;heeft veel meer gezogt den bodem overal door dennbsp;akkerbouw eene grootere nuttigheid te geeven j ennbsp;door de bearbeiding vrugtbaarer te raaaken. Hoenbsp;i^erk moet dan niet dit fehoöne gedeelte van Eu*nbsp;topa wel eer bewoond geweeft zyn ? En hoe veelnbsp;Verfchillen de tegenwoordige tyden van de voorgaande, wanneer de vrouwen zich volgens Juvenalis met ejkels voedden, en er nog affchuwely-ker uitzagen dan de mannen f dog getrouw, ednbsp;kuifch waren?

Het oogmerk van dit werk is ^ volkome herige keJerfe» van Itaiieii te leveren, waaraan het tot hier^;^”^^^nbsp;'¦n® Ontbroken heeft. Ten dien einde heeft mennbsp;d® Van anderen uitgegeeve narigten van Italian daarnbsp;hy gebruikt, Veelen van deeze Sehryvers zagennbsp;de zaaken flechts vlugtig en ter loops ^ en befe breven dezelve ten deele eerft hng naderhand, wan-

A a nbsp;nbsp;nbsp;aseJ

-ocr page 96-

Kedenen neer zy ’er geene regte begrippen meer van had* w/Aalw den; zoo dat men zich over de verkeerde, cnnbsp;deezei weinige onderrigting die men van hun krygt, wanneer men op de reize zelve hun raadpleegt, nietnbsp;behoefd te verwonderen. De fouten ontdekkennbsp;zich eerft regt, wanneer men ze, op de plaats, metnbsp;de onderwerpen zelve vergelykt.

Onder dit aantal behoort ook Misfon, offchooo zyn werk federt meer dan zeventig jaar in zekerenbsp;agting is gebleeven, en van veelen voor het beftenbsp;berigt van Italien is aangezien geworden. Hetnbsp;fchynt dat hy de meefte Steden veel te vlugtig bezien heeft, om zich een regt begrip van dezelvennbsp;temaaken. Wie kan gelooven, dat vyf dagennbsp;ter bezigtiging der merkwaardigheden van Napels,nbsp;met alle de omliggende plaatzen, drie voor Flo-rencen, en nog weiniger voor Bologne toereikend waren ? Milaan, Genua, Parma, en anderenbsp;Steed^n, heeft hy naauwlyks met een weinignbsp;vertoevens verwaardigd, en maar zeer algemeensnbsp;j dingen daarvan gezegd. Met de regeerings-vorm?nbsp;bevolking, Koophandel, en voortbrengfelen vannbsp;verfcheide ftreeken van Italien, laat hy zich in ’t ge*nbsp;heel niet in. Van de fchoone kunften bezat hynbsp;weinig kennisfe; het geen hy van Schilderyen ennbsp;beelden bybrengt,zy mogen antiek oïmoiernzyti*

is

-ocr page 97-

inleiding. 5

is niet grondig , en onderrigt den reiziger zeer ReJetien Geinig. Behalven dit hebben de zaaken federt^^”nbsp;tachtig jaaren eene gantfch andere geftaltenbsp;sen. Eenige algemeene narigten zyn nog wel vannbsp;®enig gebruik; daarentegen zal men Parma, '1 u*

’^in, Napels, en andere oorden door zyne byzon-berigten naauwlyks kennen. Wat hy tot on-^errigting der Reizigers van den prys van verfchei-de dingen zegt, is ten eenenmaalen onnut, en in de nieuwe uitgaaven liegt,en gebrekkig verbeterdnbsp;geworden. Onaangezien deeze gebreken, en hetnbsp;doorgaans verkeerd aanroeren der plaatzen uit ou-Schryvers, heeft dit boek zich iedert veele jaa-ten in een zeker aanzien gehouden , en anderenbsp;Schryvers beroepen zich daarop, als op een geloofwaardig getuigen.

De meellen, welke in laatere tyden over Ita-iien hebben gefchreeven, hebben of zich met al-geraeene aanmerkingen vergenoegd , of enkel op de weetenfchappen, of ook op de kunften toe-S^lsgd. De omtrek van deeze, op zich zelfs goe-^0 Werken, is naar ons begrip wat al te eng ge*

® Daartoe behooren Montfaucons Dagboek van Italien, het welk alleen van den toeftand dernbsp;geleerdheid, en van de bibliotheeken handelt; denbsp;hefchryving der lland-beelden,borft.beelden, bas-Agnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦ reliefs.

-ocr page 98-

INLEIDING,

^ezes

Keitmn reliefs, en Schilderyen in Italien, van de beidö Vmaam Richardfons, Vader en Zoon, die enkel betrekking tot de fchpone kunften heeft; Cochin^

aan-

Richardfons werk heeft 6ver het geheel zeer veel goeds, en het zal geen liefhebberen berouwen hetzelve 19nbsp;Italien by ’t bezien der oorfprongelyke Hukken by denbsp;hand te hebben, hoe zeer ook de naamlooze Schryvetnbsp;der te Leipzig 1768 in ’t Hoogduitfch uitgekome Narigtet^nbsp;van kunfier.aaren en kunftzaaken, hetzelve op yerfcheidenbsp;plaatzen (van bl. 225. af) zpekt te verkleinen, Richard*nbsp;fon is, volgens zyn oordeel, een bloot kunftkooper, dienbsp;alleen znlke rneefters prj’ft, welker tekeningen hy zogtaaflnbsp;den man te helpen. Wat, by aldien men zeggen wilde»nbsp;het fchynt uit de beantwoording der grondige recenfievaönbsp;het plaatwerk der Gaandery van Dresde, dat de Schry*vetnbsp;der gemelde Narigten, alleen daarom veifcheide middel*nbsp;inaatige meefters heeft aangepreezen, om de keuze derzel*nbsp;ven by de uitgaave der gaandery te verdeedigen I D,och danbsp;oórdeelen in het ganfche boek, inzonderheid tegen denbsp;hliotkfek der fchocne •weetenfehappen, geeven eene party*nbsp;digheid, en meer hiftorifche kennis, dan diep Inzigt 19nbsp;de kunft te kennen. Het bevvys behoort hier niet, D®nbsp;hlHprifche kennis der kunft is van het fyne gevoel, en danbsp;regte beoordeeling zeer onderfcheiden. Menig Hollandfcknbsp;kun'lkoper kent de kleinfte afvvyking der plaaten van MatCnbsp;Aptonio of Rembrand, en oordeelt met een meefterachd*nbsp;gen toon, zonder iets van de vinding, zamcnftelling, en bo9'nbsp;ding te verftaan: even als een hihliotbecarius, die lang ba*nbsp;ppzigc over eene boekery heeft gehad, veel naamen va'*nbsp;hoeken aantekont zonder derzelyer inhoud grondig te ke9nbsp;«en,

[De Schryver dcxBerlchun wegens Kvnflenaeren enkun!^' xaaken, is de Heer Heineke, Opzichter van het Keurvof*

fteiyl*

-ocr page 99-

inleiding. t

santnerkingen over de Schilder- en Beeldhouw- ReMer kunft, die vQQj eenige jaaren uitgegeeven,

^«0 Wel jonge kunftenaaren als lief hebberen van ^

Zeer veel gebruik kunnen zyn, enz. Edoch hoe ^ezwaarlyk is het op reis zoo veel boeken roet zichnbsp;^rotevoeren, om in den eenen te zoeken, wat totnbsp;Schilderkunft, in den anderen, wat totdeoud-^eden, en in den derden, wat tot de weetenfcbap-pen, of ftaatkundige gefteldheid eener plaats behoort? Ten aanzien van het laatfte vindt men ner-Sends voldoenend berigt,: en veelmin hebben wy

befchryving van Italien, welke alle deeze

. on-

Kabinet of Gaandery van Dresde. Van dezelven is^

’^^eds een tweede Deel uitgekomen, ’t geen met een t'clu eener door Holland, Weftphaalen, enz. gedaane rei-gt; begind. Het oordeel, ’c welk de Heer Volkman overnbsp;'ik Werk veld , neem ik niet over, zonder echter hetzelvenbsp;misbillyken. Luiden, welken in den fmaak van den Hr,nbsp;h. vallen, hebben hun verdiende van een byzonder foort.

^en heeft het meennaalen gezegd, en het kan niet genoeg k^thaaid worden; tot het volmaaken van een gebouw be-^°ren v-elerhande werklieden: zonder waterdraagers, kalk-^^’^Sers, fteen-langers, houthaalders, in een woord zon-een meenigte van opperluiden, kan het belle bouw-ignbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uitvoer geb'ragt worden. Als maat

oie opperluy^j^ „iet in ’t hoofd krygen, hunnen kruiwaa-pn aan een kant te zetten en met den Bouwheer over de ehikking van zyn phn te twiften. Voor ’t overige is Rl-chardlQU op verre in alles myn man ook niet.]

A 4

-ocr page 100-

« inleiding.

\

Redenen onderwerpen te gelyk bevat. Men kan dus vitgavenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftaande houden, dat het, ongeagt alle f

deezes drukte reisbefchryvingen, nog aan een werk

breekt, ’t geen ten deele die, welke dit fchoof* land niet gezien hebben, eene duidelyke kenf'*nbsp;daarvan geeve; ten deele anderen, die hetnbsp;lyk bezoeken, tot eene behoorlyke aanleidingdi^nbsp;ne. Door de tegenwoordige berigten heeftnbsp;den leezeren van beider foort, zoo veel mogely*'nbsp;genoegen zoeken te geeven.

Onder de niiddelmaatige reizen door Italien b®' hoort ook die, welke te Parys 1764. in drie de^quot;nbsp;ien in ’t licht is gekomen, en ten titel voert;nbsp;vsaux memoires oti obfervations fiir VItalië et les M'nbsp;liens par deux Gentilshomnies Suedois , traduitnbsp;Suedois. Zonder ons in eene beoordeeling vannbsp;wer;k intelaaten,willen wy den leezer alleenwaaf'nbsp;fchouwen dat hetzelve verkeerde berigten vervat'nbsp;en dat verfcheide anecdoten enkel in de herfene''nbsp;des Schryvers haaren oorfprong hebben, Daarto^nbsp;behoort ten voorbeeld het navolgende. De ZoO'nbsp;genoemde Zweed verhaalt, dat hy eenen A’oogO''nbsp;dor in Venetien om den toegang der Archivelt;'nbsp;verzocht had, ten einde zekere punten eener Fra*''nbsp;fche verhandeling óver de zamenfweering vandefnbsp;van Bedemar, in het jaar 1618. te 0^'

def-

-ocr page 101-

I N L E Ï D I N G. 9

deraoeken. De Zweed heeft zich maar een maand in Redmn ^ Venetian opgehouden, en kent het gewigtigambtJ^^,quot;j^Vnbsp;Van eenen Avogador niet genoeg, anders had

j- . nbsp;nbsp;nbsp;°nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/• 1 'vücrku

niet zoo ftout en openlyk durven heenlchry-Ven. Het Archief is een heiligdom, het welk niet '^^ti in Staatsaangelegenheden den voornaamllenbsp;^^giftraatsperzQonen geopend word. In geenenbsp;ingeiigte Staaten, zou zulk een verzoek ge-lioor vinden, en allerminft in Venetien. Uit meernbsp;dergelyke plaatzen zal men befluiten, dat het denbsp;twee Zweden aan tyd en gelegenheid ontbrokennbsp;^eefc, de zaken, welke men hun op goed geloofnbsp;Vertelde, behoorlyk te onderzoeken. (*)

Het

'' nbsp;nbsp;nbsp;C*) Die narigten laaten zich anders met aangenaamheid

1 ’eezen,

maar zyn voor ’t overige meer vlugtig zaraenge-, nbsp;nbsp;nbsp;dein grondig en toereikende. Dit is waaifchynelyk

oorzaak, waarom de nitgeever, een Franlchman mot tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Grosley, zwnarigheid gemaakt heeft zynen naam op

j titel te plaatzen, en het boek een paar Zweeden heeft »=gt;Dgedigt.

tDe genoemde Heet Grosley is geboortig van Troyes, en lid rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^cad, des Infcriptions et des helles Lettres. Men heeft

‘ frte nbsp;nbsp;nbsp;de Memoires de deux Siiedois, ook een EngcL

1 h nbsp;nbsp;nbsp;eenvoudigen titel Londres, 17Öp. 3

J nbsp;nbsp;nbsp;, e a ven eenjgg andere werkjes. Op deeze laatfte reisvaVt

' nbsp;nbsp;nbsp;te berispen, dan'op die door Itaüen, Doch

» verddenfien die zeer zeldzaam zyn: en hoe

Vat men ook zeggen moo-e; beiden hebben, met alle hun-’ tte gebreken — nbsp;nbsp;nbsp;* ’

’^verruigd ik ook nbsp;nbsp;nbsp;-jgt;'- — --

ceo derzelver fouten, het genoegen

A3 nbsp;nbsp;nbsp;I -’cw'elk

-ocr page 102-

lO


INLEIDING.


fijdenen •van denbsp;uitgavenbsp;deezeinbsp;vserks.


Het vervolg deezer inleiding zal aan eenige al' gemeene aanmerkingen over de verfcheide Staatea

ifl


’t welk my het leezen daarvan verfcliaft heeft, maakt jk by na geen kwaad van deeze werken hooren mag.nbsp;der-daad gelyk elk menfch,en de daaden vanydermenfch'nbsp;in zyn eige licht moeten gezien en beoordeeld worde*’'nbsp;zoo behoord men ook elk Schryver, en yder werk vanee^nbsp;Schryver uit een byzonder oogpunt te befchouwen. P*nbsp;Heer Grosley , is een man van veel geeft, en cene ^nbsp;lerleevendigfte verbeeldingskracht. By een vlug begrip'nbsp;geoeffend oog en fynen fmaak , voegt hy zeer uitgeftrek**nbsp;kundigheden. De oude en nieuwe'^gefchiedenisfen, de be^*nbsp;Scbryvers zoo wel in de Latynfche als Italiaanfche en Fra**nbsp;fche taal-, byzonder Dichters, zyn hem zeer gemeenzaatquot;'nbsp;en zyn geheugen ftaat hem altyd ten dienfte in het ople''®^nbsp;ren zoo van voorvallen als byzondere fraaije gezegdenquot;nbsp;die of eene ontniddelyke betrekking hebben op de voO^nbsp;werpen die hy ontmoet, of door eene geeftige overbre*'nbsp;ging op de^elven zich laaten toepasfen. Van de bon'*”nbsp;kunde en Muzyk heeft hy eene grondige kennis, en ifnbsp;natuurlyk gevoel van het fchoone en volmaakte verv”''nbsp;wat hem mogelyk ontbreekt aan kundigheid in de Schild®''


kunde. Voor’t overige vrolyk, lugthartig, genegen


tl)'


boert,en van die luiden,welken het belagchelyke niet


gt;1'


leen zeer gevoelig aandoed, overal waar het wezenlyk bevind, maar die zelfs aan onderwerpen, waarin een


der niets vinden zoude, een vrolyk aanzien weeten te ven, en ftof vinden om zich te vermaaken. Voeg hier bynbsp;zeer inneemenden,lugtigen,dog iuiften,enwaar het teP'*^nbsp;itoomt, rykcn en inergachtigen ftyl, die hem alleen

In der daad, iemand die zoo veele hoedaanig^


IS


den vereenigd, vergeeve ik veele gebreeken. Toen de^^


Grosley van Parys vertrok, om de rondte door

dom ,


gÊ**


ftelde hy zich niet voor by zyn terugkom^


-ocr page 103-

i'i

j

^ ftalien, over de zeeden en kunften gewyd zyn. Rcdenm zullen wy eenige handleidingen laaten vol

vnn (Ie uitiave

H:

om aangenaam en met nut te reizen, en nbsp;nbsp;nbsp;^

^^^igten van de gangbaarc munten, voertuigen,

^tbergen en dergelyken dingen, den reizenden ten

^^gften noodig te weeten, zullen het befluit uit-‘^^aken. t)ie

eene algemeene Schildery van de zeden Algemeen* volks maakt, fielt zich voor de voornaamftef£l''''{5f‘

, nbsp;nbsp;nbsp;rin^ lier

^'^yfvederen aan te toonen waarna hetzelve nbsp;nbsp;nbsp;*«

Italien,

on-

^indelingen inrigt, en den invloed, die deeze in '¦ Semeene leeven hebben. Men kan dezelven

par-

y vvas

Ichryven, ’t welk een alles voor allen zyn zoude 1^ '' de geenen die na hem dit land wilden bezichtigen.

nieuwsgierig Italien en de Italiaanen te zien, zag


1. nbsp;nbsp;nbsp;WW

2icl] nbsp;nbsp;nbsp;grondig, veele oppervlakkig, en vermaakte

by

alles. Wat hem heugde, heeft hy befchreeven, ƒ Veele misflaagen, verfcheide voortreffelyke aanmer-Sen gemaakt. En, hoe fterk de eerften mogen in ’tnbsp;§aa^ ^°°Pen, verbeelde ik my dat weinig reizigers nietnbsp;fehnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wenfcben, Italien met zulk eeii oog be-

’t welk*^/ nbsp;nbsp;nbsp;hunne reis getrokken te hebben,

In een nbsp;nbsp;nbsp;Grosley voor zich daaruit getrokken heeft,

nm gjj nbsp;nbsp;nbsp;Keyszler, Misfon, Richard enz. zyn goed

AddiTo nbsp;nbsp;nbsp;nn Ciceroni’s te dienen; Cros/ey even

be^ De * nbsp;nbsp;nbsp;gaarne voor reisgezel met zich heb-,

beeriyk ^ kebben alleen de verdiende van onont-^«n m- nbsp;nbsp;nbsp;dienen om ie reizen; de anderen kan

tin , nbsp;nbsp;nbsp;zy hebben de verhevener verdienfles

te doen reizen.

-ocr page 104-

13

INLEIDING.

quot;A^emeene partydig affchilderen, zonder dat men door ‘ring^^dernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bytende aanmerkingen over de gebrU'''^^

van den Roomfchen Godsdienft een zeeker


ring zeden innbsp;balien.

van leQzers zoeke te behaagen. VerftaO*^', Roomfchgezinden billyken zelf verfcheidenenbsp;bruikenniet: waar zy nog geduld worden, is^nbsp;te hoopen, dat zy door den tyd van zelfs ^nbsp;vervallen. Verre van den toon van Vrygeefte*^ ^nbsp;aanteneeraen, willen wy zoeken de zaaken ^ ^nbsp;veel mogelyk zonder partydigheid zoo voor tenbsp;len, als zy werklyk zyn. De Godsdienft -gt;' |nbsp;Waarheid, en de Rede laten zich zeer wel \nbsp;elkander vereenigen, daar zy in zich zelfs op ^nbsp;naauwft verbonden zyn.

De heerfchende wyze van denken in hegt een groot belang aan het uiterlyke vannbsp;Godsdienft. Men ziet zekere uitwendigenbsp;dienftige handelingen, die de mèeften medenbsp;rigten, zonder dat het hert daar door gebe^^‘nbsp;wordt, als onfeilbaare middelen ter zaligt’*nbsp;aan. De gemeene man, welke uit kragtnbsp;onweetendheid en grove begrippen, de za^t**'nbsp;altemaal te ver trekt, geeft daarvan in denbsp;¦ fteden van Italien een aanmerkelyk voorb^^''nbsp;Dus fchynt de grootfte hoop in Napelsnbsp;toigd te zyn, dat de bloote lighaamlvke teg^


-ocr page 105-

13

inleiding.

oordigheid by Godsdienftige verrigtingen Kotitx- Ji^enteent zonder dat men zyne gedagten daarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

te hebben , of een zekeren uiterlyken »»

\ ®^ftand waarteneemen. Dit begrip gaat zoo ver,

l? ''ert,

^ Of ®22ften by het hooren der Mis of zitten ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^33n na hun beft gevalt, zonder de geringfte

•Zoning van aandagt te maaken. Zy geeven


«e,

hl


met een foort van nieuwsgierigheid op de '®tveeging des Priefters agt, om zich by het ver-‘®®en der hoftie op de borft te üaan. Zy hebbennbsp;' !''^§ sene zonderlinge gewoonte, welke daarin be-^*^5 dat zy den Heiligen, wiens feeft gevierdnbsp;^ '^^tdt, en wiens afbeelding of overblyffels op dennbsp;ftaan, kusfen toewerpen; even dit doen zynbsp;'i den Priefter, onder het gaan naar den altaar:

^ ^ 2elfs wordt dit gebruik voor eene noodzaake-

Godsdienft-pligt gehouden. ïnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Te

¦' Q'' J Daarentegen , zegt de Abt Richard, heb ik weder-'} nbsp;nbsp;nbsp;‘ oud wyf eeven daar (te Napels) zien een Maria-

i gen nbsp;nbsp;nbsp;beledigingen aandoen, om het niet verkry-

Ws woed^^quot;^’ nbsp;nbsp;nbsp;hetzelve gebeeden had. Zy

^ ttiet tralien^^' nbsp;nbsp;nbsp;beeld ftond, niet

^ had het ofgeweeft, 'ik geloof de raazendeheks

i‘ ik weef^ni^’' vetbryzeld. -

heef^ nbsp;nbsp;nbsp;Waarom de Heer Volckman deeze plaats

^ nbsp;nbsp;nbsp;kon hy ’er niet weigeren aan te

^ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Napels onderdaan of dergelyke bui'

f nbsp;nbsp;nbsp;da^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hadden, zo zou hy gehoord heb-

’ oieu gemeender was. De onkundige drift van

het

-ocr page 106-

14 INLEIDING*

Algemcfne Te Rometi, in den ketkelyken ftaat, ja

^rfn^'der wel Zeggen in gantfch Italien, maakt deR'’^

zeden in ^ekraiis den voornaamften Godsdienft uit; balien.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J

doet in t geheel geen ander gebed* Men moet 2'''

verwonderen, wanneer men jongen en ouden»

duurende de misfe volllrekt niets anders dan

Engelengroet hoort bidden. De meeften neeö’*'

uiterlyk eene aandagtige vertooning aan; en

derrichtte men hun dat het hert ook daarby

hoort te zyn, zy zouden zich buiten twyffel

veren, om meer ware aandagt by huraae

dienftige verrigtingen te betoonen.

Daar het in \ algemeen veel zwaarer is,het naar de voorfchriften der waare Chriftelykenbsp;leer te vormen dan by uiterlyke handelingennbsp;vertooning van vroomheid te maaken j zoo vo'*nbsp;noodwendig, dat de Italiaanen, uitkragt van

liet graauw daar, doet hen met de Heiligen even ^ leeven, als fommige Indiaanfche kallen me: hunne pCnbsp;den. Hebben zy verkregen ’t geen zy verlangden gt; 'inbsp;branden zy een lichtje voor den Heilig : hebbennbsp;niet verkreegen, dan fcheldeii 'ze hem en jouwen hetf jjjnbsp;San Gemaro, hoe groot in achting anders, is hie’' ^nbsp;vry van: eu niets is bekender, dan het gezegde vaonbsp;Lazarone, die zich tot de Bambino zelfs vervoeg*^nbsp;otn een zaak verzogt had, die hem niet gelukte:nbsp;paccia ten faceiulli, ten faceiulU fi ritreva.

-ocr page 107-

15

inleiding.

^angetoonde zedelyke giondftellingen op het be- Aigemtni ‘oomen hunner hertstogten niet zeer kunnen

zyn. De grootfte hoop waant, dat het ge- :^eden in zy de pligten van den Godsdienft, geduu-*cnde den tyd, dat men zich w.erklyk daar-^^e bezig houdt, of in de kerk is, te vervul-s hier na kan men zyne oude driften wedernbsp;vryen teugel vieren : men moet zich nietnbsp;houden, dat veele jonge vrouwsperfoo-die wegens haaren liefdehandel, en buiten*'nbsp;^Poorigheden bekend ftaan, de plegtigfte Gods-‘^ienftige

verrigtingen bywoonen, en in de goede '^'^ek verfcheide keeren des daags met eene aan* ^

L,


vertooning in de kerken doorbrengen.


^eze vroomheid houdt in den nagt voor den eer-Paafchdag op, wyl in Italien de gewoonte is ''aften ter middernagt, wanneer zy eigenlyknbsp;ophoudt, met vleefcheeten te befluiten, ’t geennbsp;far Sabbattine noemt. Dergelyke partyen,nbsp;^aatby het zelden zonder buitenfpoorigheden


kens


gt; Worden in de herbergen , of gaarkcu-


zyn ftaat. Die


^atigeiegd. Een ieder voegt zich by luiden van


en vergaft zich naar zyn vermogen.


^gt nbsp;nbsp;nbsp;verfcheide gebruiken naauwkeurig

bevinden, dat zeer veel bygeloof ^ den dekmantel van Godsdienft fcbuilr.

Der-



-ocr page 108-

t6

INLEIDING.

•4^/lt;r«/w«eDerge]yke misbruiken billykt de kerk geenfin®' rfjg'ïernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ingeworteld, dat men,

treden iit ze te verdelgen, veel te groote veranderingen zo'* moeten maaken. Des niet te min is het waar,i3^'nbsp;het uiterlyk aanzien van den Godsdienft in Italië**nbsp;csn zoo pragtig en ftaatig voorkomen heeft,nbsp;de ziel als ’t waare tot God verheven wordt.nbsp;volkomenfte wat de kunft voort kan brengen,b^''nbsp;koftbaarfte uit alle de vier waerelddeelen, alnbsp;de vlyt en goede fmaak edels kon uitvinden, ^nbsp;tot verciering der kerken aangewend, om dezeW^nbsp;een majeftueus aanzien en te gelyk den voorrangnbsp;boven alle andere gebouwen te geeven.

Uit het geen tot hier toe gezegd is, moet roei* egter geenfms befluiten , als of ’er geene waar®nbsp;vroomheid en deugd in Italien gevonden wierdt*nbsp;Men treft in alle oorden luiden aan van onbefproO'nbsp;ke zeden en regtfchape herten, die de ftrengft^nbsp;zedekunde tot een rigtfnoer van hun gedrag ne®'nbsp;men,en anderen een ftigtelyk,en navolgenswaal'nbsp;dig voorbeeld geeven. Dergelyke onderwerpen*nbsp;zyn in dit land des te loflyker en merkwaardiger^nbsp;wyl de meeften hunne neigingen en gebreken nje*’nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den Godsdienft, zoo goed zoeken te yerbindeb)

als zy kunnen.

Grondre- Wat de grondftellingen der Italiaanen betreft^


-ocr page 109-

tr

aahzien van hun gedrag in het gemeene als onderfcheiden van de belangens vannbsp;^odsdienftt men gaat vty zeeker, als men i^tztVnekevennbsp;naar den volgenden algemeen aangenomenen^^”^nbsp;Maatregel beoordeeld. Zyw en fchynen zyn tweenbsp;'^oliirekt verfchillende zaaken .* en het gebeurd zeefnbsp;^®^den , dat iemands belang niet medebrenge,datnbsp;zich anders voordoe dan hy wezentlyk is. Denbsp;^«Volgen van dit gewaand belang, zyn dan eenenbsp;^®kere uitwendige pracht en daar mede gepaardnbsp;^®®nde hoogmoed , geveinsdheid , argliftigheid ^nbsp;alle de overige neigingen en ondeugden, di«

'*^=iruit vloeijen. O

Wan-

£*e geringfte trekken kunnen clikwils dienen ter ® dering Van het karakter eener natie. Om iemandnbsp;achten, noemen hem de Grieken gt;£«a»i»nbsp;de Ynn^chen^un galant homme: de Engelfchen ,

^'^’^Jible man: de Duitfchers , ein rechtfchaffener tnenfch i 'liien gefchikt, een hups man; de Italiaanen tm huomodinbsp;dgf quot;¦ blykt hieruit ? Dat volgens de denkenswyzenbsp;fchoon en goed byna gelykluidende woorden waa-overnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tweeden de fexe al vroeg in bezit was van

Soed V nbsp;nbsp;nbsp;oordeelen. Dat een Engelfchman

^Precbtbeid‘^ nbsp;nbsp;nbsp;®chti een Duitfcher

P^lykheid e nbsp;nbsp;nbsp;’ uiterlyke onberis-

lei ^ nbsp;nbsp;nbsp;^iouvogezet voorkomen: en de Italiaanen

^illa • nbsp;nbsp;nbsp;maniére, e l'accórtezza di condurfi

omfchryving die zy geeven van nn *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-— Voor ’t overige zyn de Italiaanen

B nbsp;nbsp;nbsp;moge-

-ocr page 110-

i8

INLEIDING.

¦ Grondre- Wanneer deeze de grondregelen van liet gedrag gek, want-natie zyn, zoo kan men afneeraen, vvell^nbsp;in tgemee- ttKi kragtigen invloed zy op de Italiaanen hebbe’’nbsp;‘‘hanMu ^loeten , die van zich zelfs intrigant, arglifl;ig,eönbsp;in fchyn onderdaanig zyn, wier hoofdoogmerknbsp;voldoening hunner ydelheid is, die tot bereikingnbsp;van dit oogmerk alle overwegingen ter zyde fteknbsp;len,en eindlyk onder den fchyn van vriendfehap»nbsp;en met de grootfte hoflykheid anderen aan hunn^nbsp;eindens dienftbaar zoeken te maaken. Wanne^^nbsp;de Italiaanen met malkander eenige zaaken te vef'nbsp;rigten hebben, weeten zy hoeverre zulke vriend'nbsp;fchapsverzekeringen te vertrouwen zyn. Intuffche*’nbsp;verwikkelen zich de doorflepenften dikwils zO^nbsp;zeer in hun eige liftige ftreeken ,dat hunne party*nbsp;welke op verre na zoo doortrapt niet is, zyn ooê'

met''

mogelyk nooit beetergeknrakterd, dan door eenen Sclirf ver van de XIII. eeuw, Jac. de Fitriaco,ó\ii vandeKrU'^nbsp;tochten gefchteven heeft. Ily fpreekt byzonder vannbsp;Genueefen, Pifaanen , en Venetiaanen, die hy gelegenh^'nbsp;had gehad op die tochten grondig te leeren keilnen :nbsp;mines fttiuidem Italici graviores et maturi, prudentesnbsp;compofiti, in cibo parci, in potu fobrii, lt;« verbis ornati ^nbsp;prolixi, in confiüis circiimfpeüi, in re publica procurat^^nbsp;diligent es et Jitidiofi, tenaces et fibi in pojierum providettl^^'nbsp;aliis fnbjici renuentes, ante omnia libertatem fibi defeni^'^nbsp;fes, jara, leges et inflituta fibi diêlantes et firmiternbsp;vantei, etc. (Gefta Dei per Francos p. 1085, io8ö.)

-ocr page 111-

t9

1 N L E I D 1 N C.

ftierk bereikt»tervvyl de anderen op middelen den- Grotidre-

om hem te verftrikkenj en zyne voornee-^^*’

in duigen te werpen. nbsp;nbsp;nbsp;in'tgemee-

ix/r nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ne keven

Men zal gewaar worden, dat de gewoonte van i^andtiit. Zyne wezentlyke gevoelens te verbergen, en an-'^ers te fpreeken dan men denkt, maakt, dat rae-higen, die voor kundig willen aangezien worden,

'^eel woorden voortbrengen , die niets zeggen,

Zich by onverfchillige ftofFen ophouden, en over alles fchertfender wyze fpreeken. Decze gewoonte heerfcht inzonderheid in Romen, en daarvannbsp;zyn de gefprekken in groote gezelfchappen vannbsp;200 weinig belang. Wie deeze dikwils bezoekt,

'''eet meeftal te vooren , wat de eerftkoraen-de zeggen zaldie op hem volgt zegt gemeenlyk ^ven het zelfde: zoo dat ze alle byna in eener-^syen kring van denkbeelden fchynen te blyven.

Eit gebrek openbaart zich nog duidelyker by per*

2oonen van eenen zekeren rang en aanzien, die op beftemde dagen der week openlyke gezelfchap-pen geeven. Het ontbreekt hun niet aan een fynnbsp;zy begaan veeleer in aanmerking vannbsp;het Zelve j wyl zy er zoo veel van bezitten, groove fouten. Zy vvillen voor wigtige en van allesnbsp;onderrigte luiden aangezien worden, en zyn bynbsp;gefprekken over zaaken van belang altyd zeer ge-B anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heim.

-ocr page 112-

20

INLEIDING.

Crondre-\\ém. Men kan daarom meer nut uit den ommegang naar'^men'^^'quot; de vrouvven trekken,wyl zy behalven dehof-/«’/^ewif^-lyliheid haar eigen, en de aangenaame wyze omnbsp;handelt, anderen te onderhouden, vryer fpreeken,en veelnbsp;natuurlyk verftand bezitten. (*) Zy hebben nietnbsp;zoo veele redenen, om haare gedagten te verbergen, als de mannen,of fchoon de Dames vanhoo-gen rang zich dikwils in gewigtige handelingennbsp;mengen. Men zegt, dat zy als dan de doorfle-penfte mannen te boven ftreeven, en op de liftig-fte wyze hunne oogmerken weeten te bereiken.

Alleenlyk fchoon dit over ’t gemeen genomen de foort van pMe is, die men als eige aandelta-liaanen mag rekenen, zoo kunnen des nietteminnbsp;reizigers van verftand en doorzigt voordeel ennbsp;genoegen uit den ommegang met deeze natie trekken. Een Italiaan weet zich de kundigheden vannbsp;eenen vreemdeling ten nutte te maaken, het beftenbsp;uit hem te haaien, ja zelfs in gewigtige gevallennbsp;met hem te raade te gaan. Men behoord zichnbsp;dan alleen maar te wagten van niet te openhartignbsp;te zyn. In dingen, welke hem niets aangaan,zal

men

Vari de Roraeiiifche vrouwen moet dit laatfte niet te fterk worden opgenomen. En in ’t geheel is het ver-üand der Italiaanfche vrouwen minder befchaafd, door denbsp;flechte opvoeding die zy krygen.

-ocr page 113-

21

INLEIDING.

men over zyne gulhartigheid lagchen; dog is hy Crondre-fienigermaate mede daarin gewikkeld, zal hy feilbaar het flagtoffer zyner openhartigheid lyn.*»'Henzee-Het is raadzaamft, zich dezen regel eige te vcasJ'^andeiunbsp;^en, dat men nooit meer doe dan men fchuldig is,nbsp;cn anderen op denzelfden voet, als zy zich ge-draagen, weder bejegene. Dit alles moet mennbsp;Van den grootften hoop verftaan: dan er zyn zoonbsp;'Vel in Romen, als andere fteden van Italien, vee-le regtfchapene luiden, die met anderen van dezelfde wyze van denken gaarne omgaan, en zichnbsp;overeenkomftig dit karafter gedraagen : alleen isnbsp;het moeilyk, hen uit de groote menigte uittezoe-hen, en vooraf wel te kennen, eer men zich naau wnbsp;hiet hen inlaat.

De Italiaanen worden voor maatig en fpaarzaam Byamp;ondere gehouden: en met rede. Er heerfcht doorgaans^^^^”*^*^”'nbsp;eene zekere uiterlyke pragt, welke de meefte fa*nbsp;milieii maar ter naauwernood kunnen uithouden. (*) Een overblyffel van na-yver, en eene

wan-

denaro, zegt ergens de Graaf Algarotti, £•/?'«

Koz nbsp;nbsp;nbsp;p fpendt in tabacchiere, e in ajhic-

^ * ’ S^i amichi lo fpendevano in hufli e flatue: e dove per vna vittoria fi 0ra giuocavc un fuoco di artifizio. ejp mit-ravano un arco di trionfo. Even als de Ouden in ’t gC’

®een hierin van de nieuwen veifchilden, verfcbillen ook B 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de

-ocr page 114-

22

INLEIDING.

wantrouwigheid die hun alleen eigen is, veroor* ffbruiken. dat zy den vreemden geenen vryen toegangnbsp;in hunne huizen vergunnen. Men vindt nergensnbsp;ope huizen, waar een vreemdeling die eenmaal bekend is zich ongenoodigd aan tafel kan laaten vin-'nbsp;den, uitgezonderd in Milaan. Intuffchen zyn ernbsp;in Romen, en andere groote fteden,eenige voor-naame huizen, waar de vreemdelingen nu en dannbsp;op plegtige maaltyden,welke men ter hunner eerenbsp;aanrigt, genoodigd worden. De Legaaten ennbsp;Vicelegaaten der voornaamfte oorden van den

r

kerkelyken ftaat ,neemen de hun aanbevole vreemdelingen zeer hoflyk aan, en bejegenen hen met uitftekende agting. Hun huis ftaat voor het bezoek der vreemdelingen altyd open, en men isnbsp;verzekerd aldaar goed gezelfchap aantetreffen: ge-lyk in ’t gemeen in alle huizen van perzoonen,dienbsp;in de fteden van Italien aanzienlyke poften beklee-den, en wier pligt genoegzaam medebrengt dennbsp;vreemdelingen uit naam der ganfche ftad eenigenbsp;eer te bewyzen. Veelligt is er geene ftad in dC‘nbsp;waereld, alwaar reizigers, die maar eenige ken-

niS'

de Italiaanen van de ineefte andere natiën van Europa» en onder de Italiaanen, byzouder de Romeinen. Mogely^nbsp;is dit de voornaamlte trek van hun karakter, waaraan fflCOnbsp;hunnen oorfprong noch kan ontdekken,

-ocr page 115-

23

Inleiding.

niffen hebben, hunnen tyd zoo aangenaam, en Bynonder? ^et zoo veele verwiffeling kunnen doorbrengen,nbsp;te Milaan: daar zyn wel twintig huizen, innbsp;'''elke zy dagelyks met goed gezelfchap aan eenenbsp;^eurlyke raaaltyd fpyzigen kunnen. De Adel vannbsp;Milaan is over ’t gemeen gezellig, en byzonder je*

§ens vreemdelingen ongemeen hoflyk. Wie zich ^enigen tyd in Milaan heeft opgehouden, zal zichnbsp;‘‘Itoos het vriendelyk onthaal van den Adel, dienbsp;^ich daar bevindt, met genoegen herinneren. Dennbsp;ónderen Italiaanen bevreemd dit gedrag niet wei-zy maaken het zich te nutte, zoo lang zynbsp;in Milaan ophouden: maar wyl zy geen lufl:nbsp;hebben om het na te doen, zoo dryvenzy’erdennbsp;^Pot mede, zoo dra zy weder in hun Vaderftad/'nbsp;tornen. De eenigfte, welke de Milaneezen eenig-navolgen, zyn de adelyke huizen te Genua,nbsp;liet gefchiedt egter maar voornaamlyk in dien tydnbsp;öes jaars, wanneer zy zich op hunne landgoederen ophouden. Zy zoeken zich daar in al hunnenbsp;ï*ragt en heerlykheid te vertoonen, en zien gaar-dat reizigers daarvan ooggetuigen zyn.

^3pels is buiten tegenfpraak in aanzien der ge-Zelfchappen, de voortreffelykfte , en pragtigfte ftad gantfeh Italien. Daar zyn zelfs veele huizen,

quot;waarin men dagelykfch groote aflembleën, of ora B 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;naar


-ocr page 116-

INLEIDING.

ir,yalt;j«i/#gt;-«naar de Italiaanfche wys te fpreeken, converfatio' ^ehmke». aantreft, by welke gelegenheid men byna

perzoonen uit alle deelen van Europa omgaan kafi-De voornaamfte Minifters van het Hof bejegenen de hun aanbevoole vreemdelingen met groote ag'nbsp;ting. Zy keven op een pragtigen voet, en hoü'nbsp;den een koftbaaren tafel; de voornaamfte desryk^nbsp;en de buitenlandfche Minifters volgen dit voot'nbsp;beeld na. In ’c gemeen is het een geluk voor eennbsp;vreemdeling w'anneer hy toegang by perzoonen»nbsp;die aan het roer van Staat zitten, of by de GezaH'nbsp;ten hebben kan. Deeze gelegenheid is de befte»nbsp;om van de plaatzen en de landen , waar mennbsp;^ich ophoudt, narigt te krygen. Men wordt we^nbsp;de Staatsgeheimen van hen niet gewaar: maar he*^nbsp;geen by hen voorvalt, het geen in hunne gezel'nbsp;fchappen, en aan hunnen tafel gefproken wordt»nbsp;de vrienden, welke men by gelegenheid maakt»nbsp;dit alles brengt veel toe, om zich meer en roee^nbsp;kundigheden te verwerven, Wat de een ni^^nbsp;weet, dat ervaart men van den anderen. Ms**nbsp;hoort by wylen een woord, dit geeft gelegenbei*^nbsp;tot gisftngen, men onderzoekt de zaak verder, s'*nbsp;komt dikvvils onvermoeds tot eene volle zeeket'nbsp;heid, Dit is de befte wyze om aanmerkings^nbsp;over een land en deszelfs gefchapenheid

ma*'

-ocr page 117-

25

*'iaaken, en zich grondig van alles te onderrig- Syzondeft

gebruiken.

Oude

Het algemeen in Italien ingevoerd gebruik, omj^yze.van ® uuren tot vier-en-twintig toe te tellen, komt^^^quot;quot;quot;^”^*nbsp;^®*2gt;gers uit andere landen, die aan eene veel ge-Ulster wyze gewoon zyn, in den beginne zeernbsp;^zwaarlyk voor. Het is hun des te meer te ver-^^fiven, daar de geduurige verfchikking der uurennbsp;'^¦^Wylen by oude Italiaanen eene verwarring innbsp;^^ïigheden, die op een zeker vierendeel uurs be-P^ald zyn, veroorzaakt. De overlede Keizer heeftnbsp;'''^1 bevel gegeeven, onze gewoonte van de uurennbsp;^£llen door het geheele groot Hertogdom in tenbsp;i maar de inwooners zyn zoo zeer aan het

gewoon, dat zy raeefl: daar by blyven, uit-

luid.

geris

S®oomen in Florencen, alwaar men byna door-het Keizerlyk bevel in agt neemt. (*) In-^‘^ffchen moet een reiziger zich naar deeze won-^^riyke mode weeten te fchikken, wyl in Ro-|hen, Napels, Venetien, en andere fteden veele hem niet verdaan, wanneer hy van ’s mor-^quot;^oeg om 8 uur, of van middernagt om 3

uur

het begin van dit loopende jaar ([1772.) btir-4.^^ Genua gefchreeven, dat aldaar de Italiaanfchenbsp;fch/(v, up o;der van den Senaat, afge-

B 5

-ocr page 118-

2lt;S INLEIDING.

ff^yze,van'oxi.t fpreekt. Zy zouden zich daar even zoo

verwonderen,als wanneer men by ons iemandoi” i8. 20. of 21. uuren ter middagmaal wilde nof'nbsp;digen.

tl

Men moet dan weeten, dat het eerfte uur vaquot; ^ een Italiaanfchen dag omtrend een vierendeel uü*^ fnbsp;na Zonnen-ondergang begint: naraelyk, wannet 'nbsp;de gebedeklok getrokken wordt, welke te geb'^ cnbsp;aanduidt, dat federt den laatften ondergang df' ^nbsp;zonné vier en twintig uuren of een gantfche dal \nbsp;verftreeken zyn. Men telt alzo van den iften 'nbsp;ccmber tot den I5den January te middernagt?nbsp;uuren, by den opgang der zon 14^, en tenbsp;dag 19 uuren; gevolgelyk is hot een en twindinbsp;uuren in Italien, wanneer men, om naar onze Wfnbsp;ze te fpreeken, te twee uuren na den middag fpy^'nbsp;Den 15de April is het middernagt om 5 uurei”nbsp;zonnenopgang om 10 uuren, en middag om b'nbsp;uuren; den iften Juny is het middernagt omnbsp;zonnenopgang om 8^, en middag om 16 uur^*’'nbsp;In September is het middernagt om 5, zonnC’’'nbsp;opgang om loi, en middag om 17 uuren.

Naa dat de zon vroeger of laater onderga^'^' voegt men by de evengemelde getallen eennbsp;een vierde uur by, of vermindert dezelve.

Dit raag genoeg zyn, om den reizenden

-ocr page 119-

inleiding.quot; 2f

el^^^’aanfche uurrekening een begrip te geeven.

[C ^ is buiten tegenfpraak veel ongefchikter dan dè

onze.

^'^nder merkelyke afwyking ook voor de tuflcheu lig.

I Vog^ y zullen ter hunner gemak hier nog een tafel by-dii; '^oor de vyf voornaamfte breedteiis van Italien,

flreeken dienen kan. Men vind door dezelve liiet

feu

feil,

g van het oog, welk uur men telt in de onder-0(1^ “® tyden van het jaar, wanneer het middag \S'. voor-;t iia 1) dttt de 24. Italiaanfche uiiren juift 30. minuten

,°Pfla

fide

zichtbaar ondergaan van het middelpunt der Zonne Het gebruik daarvan, in het berekenen dernbsp;ganfehen dag door, na het eens gegeeven mid-gt; wy(t 2ich van zelven.

van den middag f in Italiaanfche I ^ureny voor de voornaamjle Steden.

“reedte


«aty


'iaart


44° 25'

Genua

'tüary

' :

U«r.

Uur. Min. 1

19

9

19

19

3I

19

0 1

18

54

18 .

51

. i8

40

18

37

18

28

18

26

18

12

18

11

17

58

17

57

' 17

45

17

44

28

17

29

17

9

17

10

16

56

16

57

i6

49

16

40


43* 46'

Florence

Ugt;:r.

Min.

19

0

18

57

j8

49

18

36

18

25

18

10

17

57

17

44

17

28

17

10

16

57

16

43


41' 54'

Kome

40* 50'

Nafels

Unr. Min,

I/fer. Min.

18

57

18

53

18

52

18

48

18

44

18

’ 4'°

18

32

18

28

18

21

iS

18

18

7

18

5

17

55

17

53

17

43

17

41

17

19

17

27

17

II

17

n

16

59

16

59

16

4lt;5

16

Breed-



-ocr page 120- -ocr page 121-

29


Romen daarentegen moet men beftendig de/^ze,©^»

om alle


raar de zon verfchikken.


'1 in bezigheden te vermyden.

een oord, daar alles naar het ftrengfte ce-‘Otiieel toegaat, en waar alle bezigheden, ora


ïeiti,

^Oo

2e


fpreeken, by minuten bepaald zyn, isdee-^ van tellen dubbeld laftig. By voorbeeld ^ ^3Uslyke kapelle word in December en Januarynbsp;.. ^^ventien uuren, en in Juny en July te veer-.. “hten gehouden, egter is in aanzien van dennbsp;. de tyd een en dezelfde. Even zoo is het

^l’ke


b^n met alle bepaalde geeftelyke en waereld-''^riigtingen, die altoos eenerley tydpunt be-


te hebben, dog tweemaal des maands ' ^ ander vierdedeel uurs moeten begonnennbsp;f r. _ ^n,wyl de uuren alle maanden tweemaalver-^ 'kt Worden. Vernuftige luiden, die gewigtigenbsp;ï i^^Sverrigtingen hebben, bezwaaren zich zelvenbsp;Ji deeze ongefchiktheid,en pryzen degewoon-andere natiën, by welken middag en mid-


gantfehe jaar op het zelfde tydpunt fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mogen lang of kort zyn. De

ij 2gj ^^^^'^kken flaan niet anders dan tot fes, en de wy-'l\ nbsp;nbsp;nbsp;kerken wyzen ook geen meer getallen

ji ko p nbsp;nbsp;nbsp;men altoos genoodzaakt is uit het

jj te rekenen. Hunne zonne-uuren moeten zy

egter


-ocr page 122-

tFjzenaar onze manier inrigten,en den middaê^ ieuuren tc Hellen, wyl de zon tot hier toe nog niet

iël'lctt» nbsp;nbsp;nbsp;^

gevonden heeft, zich naar de Italiaanfche te fchikken.

Politieke Politieke toeftand van Italien is buiten fel een merkwaardig, en uitgeftrekt onderv?®^'nbsp;Men zal deswegens in deeze inleiding maarnbsp;meene begrippen zoeken te geeven, en de2^


vervolgens by ieder Staat wydloopiger uitvoe^

De groote eigenfchappen, welke het huis Savoyen als erflykfchynentezyn,zynzedertil'^nbsp;dan hondert jaaren in Europa bekend. Hetis*’’nbsp;de plaats niet de middelen aantewyzen, doornbsp;ke het zich meer en meer tot zulk eene ho^nbsp;heeft verheven, dat het ten huldigen dagenbsp;cenen voornaaraen rang aanmaatigd onder de^nbsp;kroonde hoofden. Men kan de tegenwoof^nbsp;magt des Konings van Sardinien met eenennbsp;opfchietenden boom vergelyken, welke innbsp;tyd alles rondom zich overfchaduwd,enhetVö*|nbsp;fel van de andere kleine hoornen naar zichnbsp;ken zoude, indien de nabuurige eigenaarsnbsp;zorge droegen , om hem binnen de behooil^'*nbsp;paaien te houden.

Ceiiua.

De Genueezen zyn in ’t geheel niet med dappere zeeluiden, welke eertyds naar de

-ocr page 123-

inleiding. si

^chappy der Middelandfche zee durfden dingen, Genua.

zelfs den Venetiaanen het bezit van den Adri-l^^fchen golf bet';\iften. De Genueefche Adel hedendaags deeze zee alleen van aanzien.

^ oorheen plagten zy onder uicheemfche troepen ^ te neemen: maar zy fchynen ook daartoenbsp;, Inft verloren te hebben. Hunne hoofdneigingnbsp;. Vaderftad, zoo zy zeggen, binnen haarenbsp;'^'^Sniuuren te dienen: en gezamenlyk het gemee-te regeeren,zooa]s zy wel eer gezamentlyknbsp;hadden, zich koningen van Corfica te noe-De Genueezen houden zich even als allenbsp;J®Wkeinen, met opzigc op hun beftier, als ofnbsp;geheimen was. Op poftdagen vertellen zynbsp;wat zy van uitheemfche nieuwigheden ,

J^eten, om anderen daar door te doen denken ,

öatgt; . nbsp;nbsp;nbsp;^

. ^zy die narigten uit de eerfte hand hebben, en

de gewigtigfte zaaken van Europa ingewikkeld

egter neemen zy by eenige gevallen, van

^elke zy veelligt zelve niets weeten, een agter-

voorkomen aan, fpreeken daarvan in duis-

Uitdrukkingen, breeken de ftof plotfelyk af,

® of hun onvoorzigtig woord ontvallen waar;

och men weet zeer wel,wat men van deeze ge-

^^iflinisvolle gebeerden te houden hebbe. De

Van Genua is klein en arm. De Adel in te-

gen-

-ocr page 124-

INLEIDING.

gendeel talryk. Zy bezitten groote rykdommê'’* en geeven des naauwen agt op alle voorvalle’’'nbsp;welke de uitheenlfche Staaten betreffen, wyD^nbsp;den meeften daarvan groote fbmraen hebbennbsp;gefchooten. De ganfche magt der republyknbsp;ruft in de hoofdftad.

Milaan. Het Milaneefche is een der fchoonfte en ryK^^ ftreeken van Italien. De Koning van Sardiniënbsp;heeft langzaamer hand byna een derde gedeeldnbsp;van het voormaalige hertogdom naar zich getrol''nbsp;ken. Wat het huis van Ooflenryk nog toebehoot''*nbsp;als ook het Mantuaanfche, wordt tegenwoordignbsp;meer zoo gedrukt als voorheen, toen de Spas*’'nbsp;fche Stadhouders eene volftrekt onbepaaldenbsp;oeffenden. De gedaante der zaaken is ondernbsp;regeering van de Keizerin Maria Therefia geb^^nbsp;veranderd. De inkomften die zy uit dit land treK*'nbsp;zyn in evenredigheid met deszelfs rykdom wfnbsp;rigt, en zy laat de inwooners met veel billykb^’^nbsp;regeeren, zoo dat de Adel en het volk welnbsp;vreden leeven, en een langen duur der tegenwo^’’nbsp;dige ftaatsgefteldheid wenfchen.

van

tien.

De Haat De inwooners van het vafte land, of de f^ene-pma der republiek Venetien, zyn vlytig ennbsp;beidzaam: zy waanen veele vryhoden tenbsp;ten, daar zy dog in den grond in eene gro*^''^

-ocr page 125-

33

de

fch:

^derwerping (laan. Wyl de Senaat van Vene- De fla/tt Uen egter zeer op dehandhaavingder geregtigheid^^^”^nbsp;en naauwkeurig agt geeft, dat zy buitennbsp;^oodzaakelykheid niet van de aanzienlykere ge-worden, zoo vinden zy hunnen ftand ge-Hkig^ en zyn met hunne leevenswyze te vre-waar toe het fchoon en vrugtbaar land, datnbsp;bewoonen veel bybrengt. Hier heerfchen vre

Cn ruft,die de Senaat,welke hun wettenvoor-•¦yft, zoo veel mogelyk zoekt te bewaaren.

is zeker eene der grootfte gelukzaligheden volks, wanneer het in een geruft genot vannbsp;geen, het welk de Hemel een ygelyk befcho-heeft, zyn leeven kan doorbrengen.

^enetien vertoont ons een merkwaardig voor- pe stad Sedert verfcheide eeuwen heeft zich haare®*^'^^*nbsp;*^®8eeringsvorm, en ftaatkundig ftelfel niet in hetnbsp;veranderd. De regeering is in handen vannbsp;dan duizend Edelen, die allen van elkande-of veel meer van de wetten, die zy opreg-handhaven, afhangen. Zy betragten geza-den welvaart van het vaderland, als hetnbsp;oofdoogjjjgjjj hunner zorge. Hier ziet men denbsp;des vaderlands in der daad, van welke mennbsp;ouds Zoo veel gefproken heeft,die menover-Waarmede men overal voorgeeft bezieldnbsp;C

-ocr page 126-

34

INLEIDING.

te zyn, en die egter nergens beter beoeffend wordt» dan in Venetien, alwaar de burger even zoo p*'nbsp;triottifch denkt, als de Adel, en alwaar het vol^nbsp;met eene blinde onderwerping en agting de rege®'nbsp;ring eerbiedigt, en met dezelve te vreden, de zotSnbsp;der overheden, zoo veel in zyn vermogen ftaat»nbsp;zoekt te onderfchraagen.

Bologne. De Stad Bolügne wordt wel van de Paufen bS' heerfcht, dog heeft niettemin eene ariftocratifcb®nbsp;regeeringsvorm behouden. Het fchynt dat defnbsp;Bolonezen deeze fchaduw der vryheid alleen daat'nbsp;om overgebleven is, op dat zy dezelve des te b®*nbsp;ter ten voofdeele van hun vaderftad , welke d®nbsp;voornaamfte zorg van den Raad uitmaakt, zoud^fnbsp;kunnen aanwenden. Van deeze zorgvuldighei'^nbsp;voor het algeraeene beft zyn de Bolonezennbsp;‘overtuigd, dat zy hunne eerfte amptenaaren de’’nbsp;naara van buoni, dat is goeden of regt/chsperie^'nbsp;pleegen te geeven. Alle hunne aanflagen,nbsp;hunne bedoelingen hebben dit oogmerk, ennbsp;ken ten algemeenen befte. Het fchynt, datiU®*'nbsp;het belang en gemak van het gemeen tot in d^**nbsp;aanleg der Stad zelve in het oog gehad hebbe.

Parma.

De kleine ftaat van Parma vormt zich noch d^' gelyks. Men zoekt zoo veel mogelyk de vlyt»®**nbsp;den koophandel onder de inwooneren te

df

-ocr page 127-

1 N L Ë I D i H Ö. U

, en den toevloed en inkomften eenes lands vermeerderen , dat wel enge grenzen, dochnbsp;^ene gelukkige legging, en inzonderheid den Vrugt-bodem heef'

Wet Hertogdom Modena kan men met een Stooteo tuin, die door de beide vloeden Secchianbsp;Panaro geflooten is, vergelyken. Het heeftnbsp;zoo veel inwooners, nog zoo veel koophan-als Parma.

Toscanen werd in den jaare 173?. den Kei- Totsitnen. ^'^[Prancifcus, in plaats van Lottbaringen j inge-na verderving van het Mediceifch huiSinbsp;'^elk hetzelve twee eeuwen lang bezeeten had.nbsp;op zich zelfs vrugtbaar en gezegend land, wordtnbsp;met de tegenwoordigheid van een nieuw re-vereerd, welke de akkerbouw, de manufac*

. nbsp;nbsp;nbsp;, en alle koophandel in ’t gemeen, met de

vlyt zoekt te bevorderen , en ook ber^s gelukkig begin daarvan gemaakt heeft.

^, We gedaante van het Koningryk Napds betert NapeU, ee'^^ jaar tot jaar, en geeft den inwoonereonbsp;gelukkig vooruitzicht van het toekomen-^00nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geduürende een langen tyd-

j.po onftuimigheden, als de zee die het be-• Men vind noch fpooren der beftendige Veranderingen, waaraan het zoo lang on-

dep*

-ocr page 128-

36

INLEIDING.

Napels, derworpen geweeft is, in den ruwen en grovefl aart van het gemeen; de Adel zelfs,en luiden dienbsp;anders kennis bezitten, behouden zekere manieren»nbsp;die van den oproerigen geeft, die hen zoo lan^nbsp;beheerfchte, getuigen. In groote gezelfchappe^*nbsp;fpreeken de mans geduurig onder elkanderen, ei'nbsp;toonen het fchoone geflagt weinig agting: een®nbsp;gewoonte die vermoedelyk van den ouden geeftnbsp;van partyfehap voortkomt, uit kragt van welke zVnbsp;beftendig geheimen onder zich hadden, die hun''nbsp;ne vrouwen niet mogcen weeten. Nergens zy''nbsp;zoo veel eernamen als hier, en in geen ftad treftnbsp;men zulk een aantal van princen, hertogen,nbsp;getycelde perzoonen aan: wyl de verfcheidenbsp;heerfchers van dit ryk altoos gezogd hebben zici’nbsp;eenen aanhang te maaken, en deswegens veel*nbsp;nieuwe eernaaraen hebben uitgedeeld. Het isnbsp;hoopen, dat by de tegenwoordige ordenlyk ing*^nbsp;rigte regeering, en. de beftendig in één huis g*'nbsp;veftigde throonsopvolging, dit heerlyk land di*”nbsp;trap van welftand zal erlangen, voor welke h**'nbsp;uit kragt van zyne natuurlyke gefteldheid vatbaf''nbsp;is. Zyne vriigtbaarheid, gelukkige leggingnbsp;aantal van inwooneren zullen het tot een der beft®nbsp;en aangenaamfte landen van Europa maakef’'nbsp;Koophandel, kunften en weetenfehappen zuU*’’

-ocr page 129-

sr

INLEIDING.

hun geruften zetel vinden, en bloeijen. De gelukkige dagen, in wier befchry ving de digtersnbsp;Ons overgedreven fchynen, en die men egter bynbsp;zien van dit treflyk land en het overfchot dernbsp;''oortnaalige heerlykheid voor mogelyk houdt,nbsp;bullen zich weder . rftellen.

Van den Kerkelyken ftaat, en deszelfs regee- De kerke-

i'lt, nbsp;nbsp;nbsp;t fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hke fi aat.

‘ngsvoim laat zich met veel zeggen, wyl het op-^^thoofd en gevolglyk ook de andere bedieningen het zelve zoo dikwils veranderen, dat fchoonnbsp;algemeen ftelfel byna ten cenentnaale het zelf-blyft, men echter ten aanzien der uitvoeringnbsp;groot onderfcheid gewaar word. Die gee-5 Welken ampten bekleeden, zien dezelven als ^nbsp;^^'idelen aan, om zich te verheffen; en zoekennbsp;zoo veel voordeel als mogelyk is uit dezelvennbsp;trekken, zonder zich om den welvaard desnbsp;''olks te bekommeren. Intuffchen wordt een kloeknbsp;onbaatzugtig man, die een gewigtig ambt be-^'eedt, hier even zoo hoog als in andere landen,nbsp;veeiiigt hooger gefchat wegens d£ zeldzaam-,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ by maakt zomwyl zyn fortuin, wyl men

ctn hetzelve waardig agt. Onder eenige Paus-yke regeeringen, heeft men wezentlyke vecdien-kundigheden en begaafdheden geregtigheid wedervaaren: maar de waare deugd is innbsp;C 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ro-

-ocr page 130-

S8 INLEIDING,

De kerke- Rometi eveii zeldzaam als in andere oorden. Ec*’ isie ftaat. ^Qgjjj ^yn magt zoo veel mogelyk is te

bruiken, wyl hy dezelve maar voor een korten tyd oefFent. By elke verandering van den PaoS'nbsp;lyken ftoel verfchynen nieuwe perzonadjen opnbsp;toneel, en deeze fmeeden nieuwe projeften tennbsp;beften van hun en hun aanhang. Die geeneiijnbsp;welken op een poft aanfpraak inaaken,en weinignbsp;middelen voor zich zien, om hun oogmerk tenbsp;reiken, dien het aan geld en begunftigers ontbreekt, en die egter uit een huis oorfpronkelyl^nbsp;zyn dat voorrang toekomt, zoeken zich by alknbsp;gelegenheid aan den Paus te vertonnen, en zyn®nbsp;gunfl; te verwerven, en neemen ten dien eind®nbsp;zulk eene uiterlyke vertooning aan, als zy geloo-ven dat hem beft gevalt.

Veinzery, een geheim vol gelaat, de gefchikt-heid om zich de misflagen van zyn party f® nutte te maaken, deszelfs vertrouwen door argliS'nbsp;tigheid te verwerven, en hem naderhand daardoor te benadeelen: de kunft om met veel wooï'nbsp;den niets te zeggen, en ter regter tyd onwaar'nbsp;heid te fpreeken: by de grootfte werkeloosheid^nbsp;zich aanteftellen, als had men de dringendfte b®'nbsp;zigheden; anderen van zich zoo groot een begriPnbsp;mogelyk te geeven: zich zoo veel mogelyk i**

alle*

-ocr page 131-

S5gt;

INLEIDING.

alles te mengen: en geene gelegenheid ora ge- Dekerh-^J'uikt te worden te laaten voorby gaan: zich het^^'^' op eene geoorloofde, het zy op eene ongeoor-Wde wyze by anderen in crediet te brengen,alsnbsp;^^2y onze hulp nodig hadden; deezezyndevoor-^aamfte dryfveeren van de Roomfche ftaatkunde,

Welke men federt langen tyd zoo veel ophef öiaakt, en weswegens menig een het Paiisfelykenbsp;als eene fchoole ter vorming van de geflepen»

Sn bekwaamfte Minifters aanziet. denkenswyze van een volk,’t welk de voor-’^aalige hoofdftad der waereld bewoont, en 't geennbsp;|^®n thans moet aanmerken als een lichaam uitvee-® ^eelen zamengefteld: als Spanjaards, Franfchen,

'^itfchers, Engelfchen en Italiaanen; deeze den- ^ snswyze geeft gelegenheid tot veele gewigtigenbsp;®3nmerkingen. De Romeinen zyn gewoon yve-belang te nemen in den algemeenen politiekennbsp;^^eftand van Europa,zoo dat men denken zoude,

^re hun veel aangelegen, dat de eene of de party de overhand behield, daar zy ge-g^en verder aandeel daaraan hebben, dannbsp;hun gevoelen met een foort van ydelennbsp;ftaande houden. Zy zouden gaarne anderennbsp;^ denkbeeld bïengen, als of Romen nog in-Sd op de ganfche waereld had, even als in dienbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ty-


-ocr page 132-

40 inleiding.

De kerhe ’ Wanneer Virgilius zeggen kon: f^ke flaat.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ffggfg imperio populos, Romane, memento.

Dit vers hoorde de Abt Richard een lompe Cal3' brier met eene ftoute verwaandheid opzeggen, ofnbsp;hy fchoon een klein, nietsbeduidend ambt in Ro'nbsp;men bekleedde.

Men kan hieruit afneemen, wat die geenen gt; welke gewigtige plaatzen bedienen, zich inbeelden-Veele onder hen bezitten werklyk veele van denbsp;fyne kunflgreepen, die tot politieke verrigtingennbsp;gevorderd worden. By den eerften tred, dieUnbsp;een jong Prelaat aan het hof van Romen doet*nbsp;merkt hy te gelyk, dat hy zonder een kruipendnbsp;gedrag en veinzery niet voortkomt. Wanneetnbsp;luiden van zulke eigenfchappen, die zich betefnbsp;voor een bekrompen verftand,dan voor een grootnbsp;genie fchikken, een zekeren trap van volmaakt'nbsp;heid daarin bereikt hebben, en in een hoogeftnbsp;fpheer komen, kunnen zy meter tyd grooteftaat'nbsp;kundigen worden. Alleenlyk fcbikt zich Rome*’nbsp;niet zoo wel daartoe, om zich te vormen, dan d^nbsp;vreemde hoven. Wie met verfcheide kardinaalednbsp;te doen heeft, zal ras merken, wie tot nunciatutt'nbsp;ren gebruikt is geweeft, en dezelve met nut bekleednbsp;heeft. Onder de kardinaalen van dit foort vind*^nbsp;men waare ftaatsmannen , die bekwaam zyn

rfl'

-ocr page 133-

41

I N L E I D I N G.

^Seeren, en den Roomfchen ftoel eer aan te De kerke -

lyke flaat.'

^ eele fteden van Italien , byzonder van den

*^lyken ftaat, hebben zich door de magt en

j^^^sanzien van den Paus, als het zigtbaar opper-

van de ganfche Katholyke kerk langen tyd

gelukkigen flaat gehouden. Veelen heb-

dii

haaren oorfprong en wasdom aan den Gods-

zelve te danken: als by voorbeeld aan de Si'ax/

''®n van zekere heiligen, of aan een klooftcr,

^lens nabuurfchap de huizen allengskens tot

j, ftad zyn aangewaflen. De vereering van re-

^*^ien heeft altoos van de Paufen te vooren moe-

toegeftaan en bekragtigd worden, de kloos-

waren onder zyne befcherming, en alles wat

toebehoorde, erkende zyne geellelyke magt

alleen in het geeftelyke, maar ook in wae-

l^^^dlyhe dingen, welke laatfte zy als een byvoeg-

aanzagen, dat van het eerfte afhing. Hierby

dat de Paufen, welke door uitheetnfche Vora .

prei nbsp;nbsp;nbsp;befcherming genomen waaren, den

1 jj nbsp;nbsp;nbsp;toelieten, zich in waereld-

e dingen boven hun te verheffen. De aards-^”Oppen van Milaan, die voor opvolgers der ® Paltsgraaven (^comités palatW) wierden ge-, en dezelfde voorregten meenden te hebben,

-ocr page 134-

4*

INLEIDING.

D?/tlt;frgt;t/-ben, maatigden zich wel veel aan, zoo lang Ijktnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jjgj hoofd der Gibellinen in Lombardyen

ren: maar het Pauslyk hof heeft dit geweld alty'^ voor eene onregtmaatiger wyze aangenomene gez^^nbsp;gehouden. De Paufen zogten hunne magtnbsp;de eilanden van de Italiaanfche zee , ennbsp;alle eilanden in het gemeen , ja eindelyk in ‘nbsp;geheel over alle nieuw ontdekte landen uitteftrel^'nbsp;ken.

Deeze raagt der Paufen is met hun zetel in B-®' men verbonden: waren zy te Avignon geblc®quot;nbsp;ven, zy zouden langzaamerhand hun land ,nbsp;eindelyk ook Romen verloeren hebben.nbsp;Rienzo, die in een geringen ftaat, maar met e®”nbsp;grooten geeft, gelyk wel eer de Gracchen, geböO'nbsp;ren was, voerde in ’t jaar 1346 het oude trib‘’'nbsp;naat weder in,en dwong de Urfini.Colonnas/”nbsp;Savelli, onaangezien hunnen magtigen aanban^’nbsp;zyn gezag te erkennen. Hy had zich doornbsp;geftrenge gerechtigheids liefde een algemeen^''nbsp;toeloop verworven, en zoude onfeilbaar de rep*^”nbsp;blikeinfche regeering herfteld hebben, hadhyzyquot;nbsp;gezag niet misbruikt om eenige groote mannek”nbsp;die zich door zyne trcflyke eigenfehappen hadd^‘’nbsp;laaten verblinden, te onderdrukken. Deeze

fche onderneeming had Rienzo nimmer gewaagd’

in'

-ocr page 135-

INLEIDING.


4S


indi


•en het verblyf der Paufen niet te Avignon ge- De kerke. Ware.

^fichoon er nog altoos iets overblyft, dat naar getneene'beft in Romen gelykt, nadien de

Seelieiyi^g

regeeringsvorm een foort van arifto-

is; zoo behoeft men dog niet te vreezen,

daar ooit tot eene hoofdverandering ko-

^ Zal, De voornaamfte, rykfte, en magtigfte

^•••ilien hebben hun aanzien aan den Roomfchen

of den uit hunne huizen verkoore Paufen

leevende Cardinaalen tc danken. Er ligt

Ij ^ gelegen, de tegenwoordige ftaatsgefteld-

te behouden, wyl elke nieuwe regeeringsvorm

•••agt verkleinen en veelligt geheel vernieti-

^ Zoude.

Pl)

ftaat in ïtalien, tot de kleine republyk Marino


toe , heeft iets dat de opmerking


, ®en reiziger verdient. Elke ftad heeft haaren

^’^t)tideren


ha;


toon, welke de inwooners gaarne in •^nd algemeen zouden zien heerfchen. De


®etie ^ nbsp;nbsp;nbsp;~

te o nbsp;nbsp;nbsp;zich op haare fchilderyen, de ande-

oudheden, en allen dat de verkeering

Zich nbsp;nbsp;nbsp;aangenaamen voet is. Zy geeven

hph • ® thoeite ten rointten op eenige dagen in

“en lediggaanden Adel in hunne ftad te Cd * '

j üeeze beftaat uit zekere luiden, wier ge-

heele


hl


-ocr page 136-

INLEIDING.

De kerJce-'htd^ roemryke verrigting daarop uitloopt, dat^j iskenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aangenaamft jaarfaifoen, van de eene

naar de andere reizen, om de daar gewoonlyke markten te bezoeken, en de fchouwfpeelen bynbsp;woonen.

Deeze jaarmarkten of misfen zyn in Italien vermaard. Behalven het voordeel van den hati^^'nbsp;en het vertier, ’t welk zy aan de fteden verfdnbsp;fen daar zy gehouden worden, dienen zynbsp;menigte van luiden, die zich verbeelden zeer noo®nbsp;zaakelyk. daarby te zyn, uit gewoonte tot tyd'^^^nbsp;dryf. Zy beginnen tegen Hemelvaartsdag tenbsp;netien, als dan volgen die van Padua, Regg*'”nbsp;Senigaglia, Bergamo, Alesfandria, Livorno.nbsp;op volgt het Karnaval te Venetien, te Milaan»nbsp;de Lentekermis te Napels. Behalven deezenbsp;maaklykheden hebben de voornaamfte ftedennbsp;re beftendige fchouwfpeelen, die geduurende

di'

gedeelte van het jaar gehouden worden. ongelooflyk hoe veel gewigt de Italiaanen aannbsp;alles hegten, fchoon zy anderen van geringnbsp;lang fchynen. Deeze trek tot verftrooijingen ^nbsp;op die onruftige denkenswyze, en geeft van'’^’’nbsp;roerigheid gevolgd, welke Italien tot een mid^^'nbsp;punt van ontallyke omwentelingen, waar denbsp;kere altoos het recht aan zyne zyde had,


-ocr page 137-

inleiding. 45

11;

De herftelüng der kunflen en weetenfchap- De kerke-P^n heeft dia wilde zeden verbeterd, en elkemo-^^'^'^ ftaat. S^'^dheid bezit de haar ten deel gevalle landennbsp;in rnfl. gn zekerheid. De veroveringszugtnbsp;j. '^’fgeblufcht, en het waar belangen van Ita-berufl: nu op het evenwigt, waardoor geennbsp;de overhand behaalen en den anderen wet-

'' voojfgj^jyyen kan. Het groot projeél van Paus

Jül


te

iiüs II. was, uit Italien alle zoodanige magten ^erdryven, wier onderneemingen de ruft ennbsp;^^J^'^gelykheid der ftaaten, welke hy daar zogtnbsp;Voeren, ftooren konde.

Zyn

^ öie de minfte kennis van de gefchiedenis deezer Tq l^eeft, ziet lichtelyk hoe gebrekkig dit voorgefteld zy.

*gt;eii

Julius II, den Pausfelyken zetel beklom, vond hy V^hZelven door de lange Avignonfche fcheuring krachtignbsp;(,^quot;'*kc:en voor ’t overige het evenwicht van Italien ge.nbsp;gebroken, door de overmacht der republiek Vene-'b de oud-eigens van den Keizer, de liftige heerfch*

Van Spanjen, de aanlpraaken van Fraiikryk op Na-lla ^Pban en Genua, en de onmacht der overige kleine Uen ^'1' projeft beftond, zoo ver wy opmaaken kun-gi, ’ bet herüellen van dit evenwicht, door de vereeni-tbbe ouderfcheide (taaten van. Italien, onder inland-Zqo jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onderdaanigheid aandenRoomfchenfloel:

ben '^‘^Igens zyn plan, de Paufen dat omtrend voor Ita-Pus nbsp;nbsp;nbsp;geweeft zyn, wat de Keizer is voor het Cor-

jiy nbsp;nbsp;nbsp;Tot bereiking van dit oogmerk haalde

®erll de vreemde Vorften in Italien, ea zette ze nader.

' ‘ hand

Pels

-ocr page 138-

46 I N L E t D I N a

Tieherhe- ^yn dcrgelykc betragtingen, wanneer fjkenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O verleg, en naar den tegenwoordigen

hand tegen elkanderen op,om den een door denandef'',

der daaruit te dryven, na dat hy door hun verkreegen wat hy verlangde. Voor ’t overige is ’t bekend, datnbsp;flechts een gedeelte van zyn oogmerk bereikt heeft!nbsp;by (lot van rekening W'as het de goede Lodewyknbsp;(behalven de Venetiaanen) het meelt by deeze geb®^'nbsp;handeling geleeden had. Dit tot recht verftand der gefc*'*^nbsp;denisfen van dien tyd. Tegenwoordig toch zyn de

ken in deezen opzichte allemaal zeer verhangen, en

ii«'

i*

evenwicht in Italien op een geheel anderen voet en wy^^' zoo goed als ’t kan, vaft-gelteld. Was er mogeW^nbsp;heid geweeltjdat Maximiliaan I. zyn,voor niemand d»*;nbsp;altans uitvoerlyk, en voor hem byzonder dol, doch ®p 2*“'nbsp;zelve grootfeh en verheven projeft, ter uitvoer had b'*quot;nbsp;nen brengen, zoo dat men eenen nieuwen Anius gekre^^nbsp;had, die den Keizerl. Adelaar met Petrus lleutels op ee”^quot;nbsp;vatten voet vereenigde, deeze Itaatsverwisfeling zounbsp;fchynlyk de wonderlyklte veranderingen in geheelnbsp;gemaakt hebben, die ooit eenig voorval had kunnennbsp;weeg brengen : vooronderltelt dat zy duurzaamnbsp;waare, ’t geen Maximiliaan ten minlten heeft behoorebnbsp;begrypen, dat onmogelyk was.

(* ) Van Maximiliaan I. is de zaak bekend , en zeker. Mcok j,

^ayle Re^mife a»x nbsp;nbsp;nbsp;d*»» Promncial ch, gn jguj

deling van E. S. Cypiianus.de Maxim. I. Imp. Pmtificatxm die ik echter nooit heb kunnen te zien krygen. Doch mindet »''dnbsp;gemeen, geloof ik, Word geweeten , dat hetzelfde projefl ooknbsp;! Katel V. door Brantome ( Oexvres T. Iv. j. 45.) en aan BbiUP*^'nbsp;door den Kanccliet Chiveini { Mcmehn p. 2^15.) is toegelchtc''|,/nbsp;De cerfte deezet anccdoten is reeds van anderen in twyffelnbsp;ken: (zie Vi^neul de Marville Mei. 4e Literat. U, j )nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A*” ^

tweede (las ik noch mindet geloof, om welke tedenen, is ki®*


-ocr page 139-

inleiding. 47

^aaken maakt, niet wigtig genoeg om de op- Be kerke-^ irking zoo wel der geenen, die Italien bercids^^'^* ftaat* , als ook van anderen, die het door eenenbsp;befchryving eerft willen leeren kennen, op

^ '’''^kken ? Soottgelyke te vervaardigen is in der Zoo ligt niet, als een narigt van een nieuwnbsp;'^ekt eiland, of van een door groote zeen vannbsp;Verwyderd land mede te deelen, waarby denbsp;^^'^befchryvers gemeenlyk aan hunne verbeeldings-meeftal te veel vryheid laaten. Men leeftnbsp;quot;^S^^yke fchriften met eene des te fterkere be-wyl zy in ’t gemeen veel wonderbaars,ennbsp;'^^ngewoons, dat men anders nergens vindt, innbsp;b behelzen. Welk een wyd veld heeft eennbsp;. ’^yver van eene vrugtbaare verbeeldingskragt

'tl deezen gevalle: wyl het zeker is, dat hem tttand zoo ligt kan tegenfpreeken, en zyne na-^öten op de plaats zelf onderzoeken. Egter ge-^t^en onze nieuwe wysgeeren deeze boeken,nbsp;^ de zeden der volkeren daarnaar te fchilderen.nbsp;'^ragt van zulke narigten, die dikwils enkelnbsp;bersfenen van den fchryver haaren oorfprong

heb-

niet te zeggen. Ondertusfchen houde ik de plaats van «nili,,™'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;altyd aanmetkelyk, wyl zy het projeil van Maxi-

tgt;yiet, ‘t geen waatfehynelyk grond tot de twee ander* '‘quot;ft gegeeven.

-ocr page 140-

48

INLEIDING.

hebben,gelooft men den raenfch in zynen natuurlyken toettand voor te kunnen (lellen.nbsp;het niet veel aangenaaraer, veel gewigtiger» ^nbsp;fchaafder landen te kennen , waar mennbsp;raenfch in de burgerlyke zamenleeving aantreftnbsp;daar hy zich raet veele goede, en kwaadenbsp;fchappen vertoont.

De fclmne fchoone kunften vertoonen zich in Italië’’ ^f‘biiTrnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;volkomenheid, dan in eenig ander la’’*'

kiinst en

muzjk. nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

kwaamfte toonkunftenaars de harmonie in haa’^ ganfchen omtrek gekend en geoelfend.nbsp;eene verbaazende menigte der koftbaarfte fchü'^^nbsp;ryen en ftandbeelden ziet men te Romen, tenbsp;rencen,te Napels,teVenetien, Bologne enioaquot;'nbsp;dere groote lieden 1 Dezelfde fraaak heerfcht no*'nbsp;in Italien: de natuur, welke de eerde monl^^**

beeldhouw- Hier hebben de grootfte fchilders, beeldhouquot;’^'* en bouwmeefters geleefd : hier hebben de ^

aan de hand gegeeven heeft is daar niet ontaaf'

iif

zy vertoont zich nog in haaren frisfen bloey»

vollen rykdom. De inwooners volgen deezen

druk: de beftendige aanfchouwing der meei^^^ ftukken van groote kunftenaaren, en het aanf’^nbsp;ren van treflyk rauzyk, maaken dat eene gelukl^'^|nbsp;gefchiktheid ter fchilderkund, en fpeelkunftnbsp;alle ftanden fchynt aangeboren te zyn.

-ocr page 141-

45gt;

e(ii

inleiding*

^len zou liier vraagèn kunnen zoo deeze fmaakz)^ fchooHs Italiaanen van natuure als ingegeeven is,

. geërft; doch na zynen dood, voor eenige voorgevallen, heeft niemand dit verlies we-nerfteld. Mengs, uit Saxen geboortig, heeftnbsp;”ige voortreflyke fchilderyen in Romen vervaar-gd. ifj ggj, groot zolderftuk op de landhoeve vannbsp;^ Kardinaal Albani heeft hy met een fchoon

kolo,

R:

lig V

.j,, ‘honing van Napels heeft zoo wel Mengs als van Venetien aan zyn hof geroepen. Blan-

°omt het,dat zy geene onafgebroke reeks van groo- beeidhouvt-'^eefters aanwyzen kunnen, of waarom hebben ^Phael, deCaraccis, Titiaan,Guido, niet altoosnbsp;^ gelyken gehad? Karei Maratti is de laatftenbsp;^^ote fchilder van de Roomfche fchool ge weeft»nbsp;de twee nog leevende kunftenaars Pannininbsp;^^^ORipeo Battoni hebben wel hunne verdienften ,nbsp;zy mogen by de oude meefters van deezenbsp;niet genoemd worden. Sebaftiaan Conca

bekwaamheid van Luca Giordano, en So-


iviet, met eene fchikking en tekening welke ®Pbael niet onwaardig is, den Parnas verbeeld.


-ocr page 142-

50 INLEIDING.

De fchoonexn ecnc geduurigc verftroojing leefde. Daardoo^ /^iz/Xr-^heeft hy den beften tyd verboren, en gemaal^’^*


niemand het waagt, hem een gewigtig vmzjk. toe te vertrouwen, uit vrees, dat hy het wel ^nbsp;ginnen, maar niet voleindigen mocht.

Le Pecheur, van Lyons geboortig, die op ne eige koften naar Romen is gegaan, omnbsp;befte voorbeelden te beftudeeren, heeft berei*^nbsp;wel geordineerde beelden van een goed koloti^^nbsp;geleverd, welke van zyne talenten, en derzeW^*nbsp;goeden aanleg eene gegronde hoop geeven.nbsp;bert een loontrekkend lid der Franfche Acadetni^'nbsp;heeft dp antiken zeer beftudeerd. Hy heeft ee'^^nbsp;leevendige genie, en arbeid met eene verbaaze**'nbsp;de vaardigheid, daarom ontbreekt het zynenbsp;ken aan dien trap van volmaaktheid, welke hy ^nbsp;reiken zal, zoo dra zyn vuur wat afneemt.

Cignaroli te Verona tekent, en koloreert goe‘^’ maar zyne manier is ecnigzins koud. Deeze

ongeveer de voornaamfte meefters in Italien.

groote aantal van fchilder- en teken-academiefl

‘i

met jonge leerlingen vervuld, om welker talent^** te ontwikkelen, de voorftanders zich zeer bevlfnbsp;tigen. Men laat het aan geene hulpmiddelen ontbr^^'nbsp;ken, maar de leerlingen vervullen zelden de go^^^nbsp;hoop, die men in den beginne van hen had opge'^®*^'

-ocr page 143-

Sede


inleiding. 5t


. -lert Romen Bernini, Bologne Algardi en De fchoöné j^^'ietien Corradi verloren heeft, kan Italien


'childer-


^^oemde beeldhouwers aanwyzen. Egter viot^heeidhou-ni^

ef - nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kunst en


*erv;

*yn


onophoudenlyk openbaare gedenktekenen ^ardigd: maar alle de thans levende meefters


geene oorfpronkelyke geeften j hunne werken quot;^^aden enkel eene koude navolging.

„^'ccini te Napels, Fraetta te Parma, en ver* ®i(le andere componiften,fchynen van die edelenbsp;'^'^errukking bezield, welke federt langen tydnbsp;^*-^liaanen in den naam gebragt heeft, als of zynbsp;van harmonie, en waare muzyk alleen


Piccini heeft zich vooral een grooten '^^rworven, en verdient dien ook. Hy com-tegenwoordig ook ernftige zangftukkcnnbsp;^ene algemeene goedkeuring, en heeft reedsnbsp;®^lanê


fïaa


^g zyne komifche opera’s in een zeer aan-


^^en en edelen ftyl gefield, dergelyken nie-geb'^ ''Oor hem by deeze foort van klugt-fpeleni had. Zelfs dagtmen niet, dat het mo-Idy » ze in zulk een fmaak te vervaardigen.nbsp;h\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wol in de ernftige als komifche ope-

Ove^f nbsp;nbsp;nbsp;ïo fpreeken alle zyne mededingers

It^jig ‘ nbsp;nbsp;nbsp;• en op alle groote fchouwburgen in

liet nbsp;nbsp;nbsp;volkoraene toejuiching verworven.


ichy;


dat hy beftemd is om by den lief-^ D »nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heb'.



-ocr page 144-

52

INLEIDING.

hebberen van de muzyk het vroegtydig ven'‘ den groeten Pergolefi te vergoeden.

jChtlUCT' nbsp;nbsp;nbsp;-ijafl

beeldhouw- De concerten in Venetien zyn voortreflyk. b'® dezelve leeren wat eene zuivere, metnbsp;grootfte naauwkeurigheid uitgevoerde muzyknbsp;Hier hoort men de fchoonfle vrouwen-ftemni®’”nbsp;vooral in de vier godshuifen, waar de jongenbsp;jes van kindsbeen af,niet alleen in ’t zingen,!®^’*nbsp;ook het behandelen van alle muficaale inftruif^’’nbsp;ten onderwezen worden, en zonder behulp''^nbsp;mansperzoonen alle zaturdagen, zondagennbsp;feeftdagen de aangenaamfte kerkmuzyk uitvoef^'''

In ’t algemeen treft men doorgaans in Italian ^ kwaame meefters in decze kunft aan, en mennbsp;gelegenheid overal goede muzyk te hooren.nbsp;zy naar haaren eerften oorfprong gefchikt^^‘

om den lof van het Godlyk wezen, en dia

at'

j

helden te bezingen, en aan de andere zyde v* , en vergenoegen uittedrukken, en van oudsnbsp;deeze oogmerken gebruikt is geworden,zoo,nbsp;zy noodwendig by een volk, dat van natuur® Inbsp;ne aandoeningen heeft, en altoos op feefte^ j’nbsp;fchouwfpeelen, waarvan muzyk de zielnbsp;verzot is, in een bloeijenden ftaat bly ven - gt;nbsp;moeft beter en naauwkeuriger uitgewerktnbsp;den, naarmate het verftand meer befchaafdgt;|


-ocr page 145-

inleiding. SZ

kundigheden in ’t algemeen vermeerderd wier- De fchootie

Uetj. nbsp;nbsp;nbsp;kunsten, de

IVf nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchilder-

•^iaar hoe is het mogelyk,dat de fchilderkunfl:,^c?/fl'/5’öaw-in een omtrek van tweehonderd jaaren meefterftukken ,die men by eiken flap in Ita-aantreft, heeft voortgebragt, derwyze heeftnbsp;^tien afneemen ,dat men naauwlyks éénen thansnbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchilder van uitmuntende verdienflen

^3at is te noemen? Wy verlangen juift geenen '^®'^den eerften rang, maar alleen eenen,die zichnbsp;Karei Maratti, en Giro Ferri in gelyken rangnbsp;PKatzen. Men telt deeze beide fchildcrs des-§^tis onder de voornaamfte meefters der Room-fchoole, wyl zy tot een vervolg in de chro-

°§ifche order behooren, of zy fchoon verre j^^'^eden Raphael, Julio Romano, en hunnennbsp;^'^tneefter Pieter van Cortone ftaan.

tal

aarin zal men de oorzaak zoeken, dat die

®^ten op eenmaal verloorcn zyn ? De groote .'lichtbeelden zyn hedendaags buiten tegenfpraaknbsp;grooter menigte voorhanden, dan ten ty-f h ^hroemde ftigters der verfcheide fchilder-

^ukk nbsp;nbsp;nbsp;^hitige weinige

htiin (jg jgjjgj^jj^gjjQjjjjgjjQeffenen. Defchoo-

^^Ugtcn van hun groote genie, die edele en te pragtige zamenftellingen , waarin alle vol-D 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' maakt-


-ocr page 146-

54 inleiding.

lie fcbome maakthedeti der kunft als vereenigd zyn, verfch^®'

^fihiider-‘^op eenmaal, en zetteden veelligt haare

heeidhouw-x,Qxs zelven in verbaazing. Deeze meefterftukk^” iumt ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

zyn tot een zoo ongelooflyk aantal aangewasie'”

als men zich naauwlyks kan voorftellen, wanfl®^

men de uitgeftrekte verzamelingen in Italien

gezien heeft. Hoe veel onderrigt kan een

fchüder uit fchriften trekken, welke alle de geb^''

men der kunft voor oogen leggen ? Hoe talryk if

de Academiën en ProfeflbrenPKunftenaars van^^'

lenten hebben gevolglyk de fchoonfte gelegenh®'^

ora dezelve te ontwikkelen, en des ongeagt

heffen zy zich niet. De oorzaak daarvan is ve^*'

ligt in niets anders, dan in zekere door het nolt;^

lot beftemde verwisfelingen der dingen te zoekc’’*

wit kragt van welke de kunften ten deele uit b«‘

eene land in het andere overgaan, ten deele

. wyze in flaap liggen, dat men maar een rnidd^'

maatigen voortgang by die geenen bemerkt,

zich de grootfte moeite geeven om dezelve weder

voorfchyn te brengen, en meer hun goede

dan de gelukkige uitvoering moetpryzen.

een woord er zyn zekere tyden, waarin zich

verftand en de fmaak niet genoeg kan opklaare”’

ora die fchoone modellen, die ons de natuur

feied, te vinden, de waare fchoonheden derze^''*

-ocr page 147-

55

inleiding.

® onderfcheiden, en op eene gelukkige wyze na- De fehoone ^^''olgen. (*) Raphael, Michael Angelo,

, Paul Veronefe, Annibal Caracci hadden hQth^eldhnuu}^ '^ofd met verheven en grootfche denkbeeldennbsp;'^^’¦vuld, en wiften alzoo, wanneer zy een gevalnbsp;uitvoeren, hetzelve een nieuwen trap vannbsp;öoonheid te geeven, die maar alleen uit hun ver-Seldingskragt voortkomen konde, maar die te gé-Zoo waar, zoo natuurlyk, en der zaake zoonbsp;^''«reenkomftig fcheen, dat alle die geenen, wiernbsp;^^''oel fyn genoeg is, om hunne heerlyke mees-'«ftultken metregte oogen te befchouwen, dezel-boven de natuur ftellen, of als de verbeterdenbsp;aanzien.

I^aar zyn ten deele zekere toevallen, ten deele doorbreekende valfche fmaak, welke den valnbsp;^ ^funften als van te vooren aanduiden, en tenbsp;den waaren fmaak en poogingen der kunfte-van genie ondermynen. Zoo heeft men

by

sloten onderwerp dat hier aangeflipt word, is van te Ve te ^'^Sellrektheid, om eenige aamerkingen over ’t zel-Van '**ken, hoe groten luft ik er anders toe had. Dienbsp;Èeijg ^chryver laat ik des alleen voor zyne rekening.nbsp;dernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Verhandeling over den voortgang en bat afnemen

bexiQy^^^^’^^^Ppen en kunften, en de rechte middelen ter Hopt, ^erzelven^ ware een wichtige arbeid, die ons

ontbreekt.

D4

-ocr page 148-

56 INLEIDING.

De fchoonehy voorbeeld te Romen in de Sixtynfche kapell® hetVaticaan, op allerhoogft bevel, in het b^'nbsp;beeldhouw-xotxnét Laatfte gericht van Michael Angelo,ov^i^nbsp;muzyk!* eenige naakte beelden klederen moeten fchildereJ’inbsp;een werk, waarin de onfterflyke kunftenaar zicl^nbsp;geheel aan het vuur zyner genie, en aan zyfi®nbsp;ftoutemanier,vol uitdrukking, had overgegeevei’'nbsp;Op gelyke wyze zyn veele heerlyke' ftandbeel'nbsp;den en fchilderyen van het paleis Pamfili verdof'nbsp;verr'geworden: om andere voorbeelden van eeti®nbsp;verkeerde heilighdd tot verderf van den ftnaa^^nbsp;niet optehaalen. Is het wel te geloven, dat by d®nbsp;tegenwoordige Romeinfche zeden de naauwheidnbsp;van gewisfen op zulk eene laffe wys övergedre^'nbsp;ven kan worden, en dat men uitwendig zulknbsp;fchyn van ingetogenheid kan zoeken te vertoonef'nbsp;Aan veele plaatzen Ziét men de fchoonfte kopere’’nbsp;en marmere ftandbeelden, aan welke Michael A*’”nbsp;gelo het leeven enkel niet geeven kofide, dot»'nbsp;oribekwaame handen met kalk en lood bedelf'nbsp;Welk een onherftelbaar verlies lyden de kunft^'’nbsp;niet door de vooroordeelen der onkunde, verle'*^nbsp;door het fchoönfchynend voorkomen eener ong®'nbsp;pafte ingetogenheid, of dwaaze kiefcheid.nbsp;Truttigheid Laat ons by deeze gelegenheid iets van het nt’*'nbsp;dernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kennis van fchilderyen zeggen, en hoe

ds'

-ocr page 149-

®2elve op de regte wyze behoore te zien: edog»^„ fcUi-Voor liefhebbers, dan voor kunftenaars,^^'^'^quot;* doorzigt wy te hoog fchatten, dan dat wynbsp;^ iets onderllaan zouden voor te fchryven.

^eene kunft brengt ons zoo ras nieuwe begrip* en wel van zoo verfcheiden aart, en wyd-^%en omflag by, als de fchilderkunft. By denbsp;btippen, die wy daardoor erlangen, heeft mennbsp;Voordeel, dat de onderwerpen aan het ver-in ééns vertegenwoordigd worden : mennbsp;zich te gelyk eene juifte voorftelling van denbsp;, en kan dezelve vervolgens van andere metnbsp;^^rheid onderfcheiden. Dit is het hoofdkarak-^er fchilderkunft, welke haar een zoo grootennbsp;^trang voor de andere kunften geeft,nbsp;ene befchryving mag nog zoo naauwkeurig ennbsp;^ndig zyn, zy zal den leezer op verre na zoonbsp;^^'^endig niet roeren, als een enkel opflag van hetnbsp;^ op een fchoon fcbildery: dit doch verwektnbsp;oogenblik eene rei van fchoone gedagten,nbsp;jjg^j^'ioor zich de ziel tot de verhevenfte denk-der digt- en fchilderkunft verheft,nbsp;jjg . ^^tieer men het groot tafereel van Solime-Durazzo te Genuabefchouwt, zoonbsp;werkelyk den woedenden Achilles tenbsp;ï die zyne overwinning op eene vermetele wyze

ter

-ocr page 150-

58

INLEIDING.

Nuttigheidisv fchande der menfchlykheid misbruikt,

het aan zyn wagen gebonden lighaam van deryen. tor om de muuren van Trojen fleept, een vya”’nbsp;dien hy meer gedood had, om zynen vriend Patf*’'nbsp;dus te wreeken, dan dat daaruit eenig gewiS^'^nbsp;voordeel voor de Gpieken ontftaan zoude.nbsp;overziet als op eenmaal wat zich voor en nanbsp;geval heeft toegedraagen ; men maakt zichnbsp;veel leevendiger begrip, en leert de helden na***nbsp;wer kennen, dan wanneer men de Ilias met al^^nbsp;opmerkzaamheid leeft. De beroemde gedaan*^nbsp;wisfeling van Raphael, (St. Pietro in Montorio}^*nbsp;Romen, fchy nt den aanfchou wer geheel nieuwe ^nbsp;dagten van dit wonderwerk inteftorten. Hetnbsp;venfte deel van het fchildery vervult de zielnbsp;verhevene gedagten van deeze verheerlyking;nbsp;beneeden ziet men de Apoftelen, te vergeefs eeP®**nbsp;bezetenen zoekende te geneezen; het welk veelü^nbsp;eene allegorie zal zyn, om aan te duiden, hoe weiP’^nbsp;de menfch zonder Godlyken byftand vermagnbsp;terigten: dan de Apoftels moeften, ongeagtnbsp;aandringend bidden der omftanderen , zoo 1^”^nbsp;wagten, tot dat Chriftus van den berg kwamnbsp;den kranken te helpen. O Kan men den val

k\v^^ (?) Aan deeze allegorie heeft Raphael vermoedeiy*‘^'’^j,

-ocr page 151-

I N L E I D I N G. 59

*^'*''aade Engelen, en de omkeering des ^ïo(ms ^u^ttighdd '''aarop zich Lucifer hun opperhoofd zetten wilde

^vanjcbu-

eene gelukkiger wyze afbeelden, dan Lucasrferj*». ^’ordanoin de kerk van de Opftanding in de voor-Chiaja by Napels gedaan heeft? Hetbovenftenbsp;des tafereels bevat de majeftueufe figuur desnbsp;Ijsden perzoons der Godheid, als welke de wer*

®^de magt der H. Driecnheid voorftelt. In het ’^'ddeti ziet men de goede Engelen fchoon ge-waaronder vooral de aartsengel Michaelnbsp;^quot;^^doet ondeifcheiden. Geheel beneden zyndenbsp;^fikkelyke gedaanten der kwaade Engelen, wel-in de grootfte wanorder gezaanienlyk in dennbsp;^ond weggedondert worden ; het gewigt desnbsp;^^geftorten throons van Lucifer, waar aan denbsp;''^°nrden et ero Jimilis JltiJJimo te leezen zyn, hun-val verhaaftende,

j ^an men iet fchooners zien, dan de zinryke al-jSotyen, waaronder Paul Veronefe aan de zolder ^aale van den grooten Raad, en byzonder die vannbsp;^aad van Tienen te Venetien,de magt deezer re-Waanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wyzeregeeringsvorm,en de geftrenge

^^^ïfting der wetten heeft voorgefteld? Wie een

op*

S^dagt. De tneefle kenners berispen den bezete-i'icr ^^fereel. Wy zullen gelegenheid krygen, om Van hetzelve wydlopiger te Ipreeken,

-ocr page 152-

6e

INLEIDING.

opmerkend oog op het meefteragtig fchildery Rubens in het Paleis Pitti ta Florencennbsp;zal op eenmaal alle denkbeelden ervaaren,nbsp;het fchoonfte gedigt over de treurige gevolgd”nbsp;van den kryg verwekken kan; als waardoornbsp;land overheerd, de kunften en goede zedennbsp;bannen worden: die met niets dan fchrik en vv3lt;''nbsp;order verzeld gaat, en wiens gevolgen enkelnbsp;woefting zyn. Ik konde nog eene menigte aiid^’^^nbsp;fchilderyen, die in ’t vervolg van dit werk voo^'nbsp;komen, aanvoeren, om het nut en genoeg^*'*nbsp;’t welk een opmerkzaam reiziger by het befcho'’'nbsp;wen van dezelve gevoelt, te bewyzen.

Onderrig- nbsp;nbsp;nbsp;hier tegen inbrengen, dat de fchillt;^^^

te

ting om «/«kunft maar voor die geenen is, welke kennis voorgeftelde zaaken hebben: dat anderen

en tebe-ftudeeren.


zelve zonder belangneeming aanzien , en en^'

van het fchoon koloriet, en eenigermaate van

naauwkeurige tekening geroerd worden ; ja

zelfs hier toe eenige kennis der kunfl: beh^^^

re, wanneer men iets meer, dan de blooteoog^*'

,3^

4

eO

daarop wil wenden. De aanmerking is rigtig,U’^‘ even deswegens is het ook niet genoeg wann®'nbsp;men anders een waar genoegen uit het beziennbsp;fchilderyen wil trekken, enkel heenen te gaaonbsp;dezelve een vlugtig opflag van het oogtegunu'

-ocr page 153-

6i

zy een grooten naam hebben, en het als ’t wa- Onderrig^ de iTiode is, dat reizigers dezelve bezien.

” nbsp;nbsp;nbsp;Jcbflderyeti

tuttig, of veel liever noodzaakelyk, dat etnte kennen van fmaak kennis bezirte, om zich daardoor^”nbsp;den gemeenen hoop van reizigers te onder-^'^heiden, welke zich verwonderen zonder over-en zonder te weeten de rede waarom,nbsp;ï-en liefhebber moet in ftaat zyn, over eennbsp;^lt;^hiidery een oordeel te vellen. Om dit met desnbsp;beter gevolg te doen,moet hy veel vandekun-'^‘Sbeden eenes fcbilders, die alleen uitgenomennbsp;'kelken tot de eigenlyke behandeling der verwennbsp;behooren, bezitten. Hy moet by voorbeeld wee-Wat het wezenlyke van een onderwerp uit---*^^^kt, of men hetzelve op eene andere wyzenbsp;''’oordeeliger had kunnen voorftellen, en waarinnbsp;verbetering beftaan moeft: dat noemt men denbsp;Sedagten van een fchilder wel te vatten. Een an-^er noodzaakelyk punt is de kennis der hertstog-in haare natuur en werkingen, en waarinnbsp;baar uiterlyk karakter befta, zoo wel in de gezigts-, als de overige gedaante van een menfcb.nbsp;moet een geoelFend oog hebben, om vannbsp;harmonie van het geheel, de evenredigheidnbsp;deelen, de fchoonheid van het koloriet, ennbsp;juifte waarneeming aller regelen te oordeelen.

Over

-ocr page 154-

62

iitig om de ^

INLEIDING*

OiiJerrig Over deeze ftukken moet men zich gewennen

ifl

fchildcryen^^^ nbsp;nbsp;nbsp;OtdeU ,

te kennen denken. en iebeftunbsp;deeren.

natuurlyk en onpartydig

De kennis der gefchiedenisfen en der fabel-le^'' is iemand, die de fchilderyen met genoegennbsp;aanzien en regt beoordeelen, onontbeerlyk;nbsp;derszal’themhaaft verdrieten, een zeker aantal ^nbsp;gouren in verfcheide ftellingen, en met vcrfcheid^nbsp;gemoedsbeweegingen op eene vlakte vereenigdnbsp;zien. Hoe zal iemand, die het onderwerp een^^nbsp;fchildery niet kent, beflisfen, of de meefternbsp;ftellingen wel verkoren, de handeling der zaaK*nbsp;overeenkomftig heeft voorgefteld,en de gemoed^'nbsp;beweegingen natuurlyk, en zoo als het denbsp;rie vordert, heeft uitgedrukt ?

In eenige fchilderyen, antique en moderne beelden, bemerkt men zulke verheve gedagten,nbsp;eene zoo onverwagte uitdrukking, dat men id 'nbsp;geheel niet begrypen kan, hoe het mogelyk g®'nbsp;weeft zy, de kunft tot zulk eene hoogte te bre**'nbsp;gen. De oorzaak daarvan is niet, wyl de kunft®'nbsp;naars de natuur verlaaten, maar veel meer,nbsp;zy baar zoo regt hebben nagevolgd, dat men aaO'nbsp;ftonds by de eerfte aanfchouwing niets dan waa^'nbsp;heid, en natuur daarin vindt. Dit zet ons aannbsp;nieuwe bewondering van het diepinzigt, en‘^*

-ocr page 155-

INLEIDING. 63

Het

^®^ukkige genie des kunftenaars, die in ftaat ge- Onderrig-^ is die verheve gedagten met zulkeenemeesy*^'^^^^^^^nbsp;Vke hand uittevoeren. Maar op wat wyzebe- te kennennbsp;zy dien hoogen graad van volkomenheidnbsp;^ ^^eten zich ga^ifchelyk aan het edel vuur hun-'^erbeeldingskragt over; dog deeze was te voo-vlytige, wel ingerigte navolging dernbsp;°one natuur tot edele gedagten voorbereid ge-lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cicero verhaalt, dat Phidias, wanneet

Goden maakte, zouden geweeft zyn. Hy zich op zyne eige verbeeldingskragt, maak-vetfiering naar de begrippen, die hy zichnbsp;(j; ^ ^loogfte fchoonheid, en roajeftueufe waarin ^id gemaakt had: en wyl hy daarvan de vol-beeltenisfen in zyne ziele had, zoo gaf hynbsp;’t ware aan zyne werken het leeven en denbsp;'^^%kheid.

tij^g V Raphael, die fteeds op de verbete-^Vne kunft bedagt was, liet geene gele-'^‘^rby, wanneer hem nieuwe gedagten wanneer hy iets fchoons in de natuurnbsp;»Zulks aanftonds op het papier te ontwerpen,

ftandbeeld van Jupiter of Minerva wilde J^^tdigen, zich geen wezentlyk voorwerp ternbsp;^^ging uit de natuur verkoos, wyl deeze nood-S alle beneden het denkbeeld, dat hy zich

-ocr page 156-

64

INLEIDING.

Ondtrrig- pen, en tot een toekomend oogmerk nauwkeiJ^'' tips om ^aftetekenen en te bewaaren. Op deeze wyze

jcbtluer'^en nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

te kennen zamelde hy eene menigte materialen, of eiiquot;quot;' ^”^^^f^^'ftukken, ten einde dezelve met den tydby^‘|nbsp;werk van gewigt te gebruiken. Bevond hynbsp;ih het geval om een nieuw beeld te ordineef^'^nbsp;zoo zogt hy deeze ruuwe fchetfen en tekenif^*nbsp;na, hield dezelve tegen elkander, verkoos uknbsp;eenen dit, uit den anderen iets anders; opnbsp;wyze leverde hy fchilderyen van de voortreffe^Snbsp;fte zamenftelling, waarvan de deelen bereidsnbsp;te vooren, zonder eene zekere beftemming,

' aanzyn gehad hadden. Hy gaf alsdan zyne den by de uitvoering die volkome kragt vaUnbsp;drukking, welke hy te vooren by het ontwerf*nbsp;daarby gedagt had, en die op het zien der k'nbsp;ningen zich weder aan zyneverbeeldingskragt'''nbsp;leevendigde. Dus gedroegen zich vermoe*^^';.

alle groote meefters, vooral by uitgeftrekte


ftige zamenftellingen, waarin veel deelen kanderen moeften verbonden worden, omnbsp;heel uittemaaken.

Het geen tot hiertoe van de wyze, op

een konttenaar van genie een onderwerp fchouwt, is gezegd geworden, zal nog dui' ^nbsp;ker uit het zinryk antwoord des beroemden

-ocr page 157-

inleiding. 65

1)


^^^Wers Fran^ Quesnoy, in Iralien il Fianmingo Onderrig-blyken. Een zyner vrienden» die

gpl ^ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchtldeneti

een kenner was, riedt hem niets meer aan re kennen Zeker ftandbeeld te verbeteren jWyl hetzelvenbsp;Volkomen afgearbeid fcheen. Gy hebt regt,nbsp;^l^’^^oorde Quesnoy, wyl gy het origineel nietnbsp;^ 5 maar ik heb hetzelve in myn hoofd, engee-*

^ alle moeite, om de kopie daar aan te gelyken Hierin legt het ..geheim vatlnbsp;groote kunftenaaren, dit is als die toverkragt *

^^^tdoor zy in ons het zuiverfte vergenoegen ver-onze geheele goedkeuring bekaaien, etl j^^^ken dat wy de ganfche waardy der meefterly-die zulke proeven geleverd heeft, leerennbsp;^hen. Hoe veel edeler, en de natuur der zaa- ’nbsp;^vereenkomftiger is niet deeze handelwyze,

^ koe groot eene voorrang verdient zy niet bo-^ het gedrag van den geraeenen hoop der kun-^'’^aren, die vanveele enkele onderwerpen het deel, als van den eenen den mond, van eennbsp;de oogen, van een derden den neus ont-

lee-

C*)

' n dat h nbsp;nbsp;nbsp;heeft J. B. Wcninx dikmaals hooren betuigen,

,, nbsp;nbsp;nbsp;^‘”1 in de ziel fmarte, van dat geene niet te kon--

55 nbsp;nbsp;nbsp;penfeel-, dat hy bevatte met bet

^ nbsp;nbsp;nbsp;X^CVCU UCl w

• ri. bl. i6p, 1^0,

( taan nbsp;nbsp;nbsp;heven der Schilders door J. Campo Weyer-

-ocr page 158-

65

INLEIDING.

kenen, om daaruit eene volkome fchoonheid te (lellen? De omtrekken, gedaanten, hoü'nbsp;te kennen dingen, alles is van byzondere perzoonen gefiO'nbsp;ƒ ^’men. Zy verbeelden zich, door deeze zamenvo®'nbsp;ging van enkele fchopne deelen hunner modellei’’nbsp;een wonderwerk voorttebrengen: daar zy dognbsp;meer aan die edele eenvoudigheid der natuurnbsp;hooren te denken, en overweegcn, dat dergelyl^®nbsp;opgefmukte zamenftelling de wetten van evennbsp;zelfde natuur, die hun eenig voorbeeld ter navo'quot;nbsp;ging is, zeer tegenftrydig bevonden wordt.nbsp;al hunne moeite brengen zy toch eindelyknbsp;meer voor den dag, dan een beeld, dat by d®’'nbsp;eerden opflag inneemt, maar waarin men by na*quot;nbsp;were onderzoeking eene koude zamenftelling 0^quot;nbsp;dekt zonder genie en fmaak, en waar in vefciquot;*nbsp;niets dan de vlyt,met welke zooveeleenkeledcquot;'nbsp;len in een geheel te zamen gebragt zyn, kan fnbsp;preezen worden. (*)

Dit alles is wel en begrypelyk genoeg voor ners: doch onkundigen zullen er veellicht tegenftrydig*’^',nbsp;in vinden. Immers weten wy, zullen zy zeggen, datnbsp;xis, om zyne Helena te maaien , vergunt is denbsp;jonge dochters uit geheel Sicilieu te verkiezen, ten ^nbsp;de byzondere fchoonheden van elk dezer in zynnbsp;te brengen. Bygevolg heeft hy ook neuzen ,nbsp;voorhoofden, haken, boezems, enz. van verfcbeid®^^.

-ocr page 159-

landfchap is een gewigtig en weezenlyk ftuk ran de een fcbildery* Het is de plaats, alwaar


han


'^'¦'verpen of modelleri'te zaairieti gelapt, en ioO eeft vol-geheel te voorfchyn gebracht. De gevolgtrekking ’’atuiirlyk, en is egter hoogfi: valfch. Oiö de gan-Zaak in eens te begrypen, zoo behoeft inen enkel tenbsp;da: alles aankoomt op het onderfcheid van paaf-® en edele navolging. Verbeeld u een naauwkeurig ennbsp;j offend tekenaar zonder genie, m dezelfde oinftandighe-

«en


feu.


•net Zeuxis. Beiden hebben eene Helena te fchüde.^


fchoonheid, die nergens in wezen is, doch ech-^ hoogd uatiiurlyk zyn moet. Beiden hebben verlof vaii Magiftraat van Agrigenten ,om een dozyn modellen tanbsp;Onder alle rangen van juffers en meisjes; derzelvefnbsp;^fitheide fchoonheden te bezien, te beftudeeren, enzgt;nbsp;eindelyk eene Helena te zanten te Hellen, die alnbsp;^choone wat men ooit gezien heeft in volmaaktheidnbsp;koomt de tekenaar, Hy (lelt zyn ezel^

He a *^^8) bereid zyne penfeelen ,en dan - Schoo-

ogiae, uw voorhoofd! Haar voorhoofd was het fchoon-( nbsp;nbsp;nbsp;geheele gezelfchap. Dit tekent hy met de ui-

'^ue naauwkeürigheid: en daarmede gaat Aglae heenen.

Euphrofyne, uw neus! Daar (laat een neus onder «et


der.


• Voorhoofd.


oogen, neus.


- Nu een paar oogen. • Of eigentlyk mond, dan ’t voorhoofd, en zoo ver-


Wat zal er van dit ftuk worden ? Mogelyk een wan-2yn^b^^'* nbsp;nbsp;nbsp;geene Helena. Genoeg, de man heeft


gepj - gedaan. Elk deel is naauwkeurig geteekend. En

Vo t ’W niet. - Maar hoe doedt Zeuxis? Agiaes

Was weezentiyk het fchoonfte. Hy had er nooit 5°oon een gezien. Dit fchoone, ronde, hooge voor-— honderd andere eigenfchappen, leezer, dienbsp;opüoem, om dat ik nooit zoo byzonder het voor-


hoQÏd


-ocr page 160-

68

INLEIDING.

Fan de handeling, die oneindig verfcbeidekanzyn, voor' ^fchiide^^' valt, en het is te gelyker tyd eene getrouwe na*nbsp;ryn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vol'

hoofd beftudeerd, en mogelyk nooit zoo fchoon een gezi^”

heb - in een woord , dit volmaakte voorhoofd bS'

fchouwt hy, op alle afllanden, in alle lichten, ziet he'» tad het, vergelykt er andere voorhoofden mede, merktcpnbsp;waar in het onderfcheid geleegen zy, en vervult zich zoOnbsp;met het denkbeeld van dit voorhoofd, dat hem acht d®'nbsp;gen lang niet dan voorhoofden voor de oogen fcheraerefl'nbsp;Dan krygen neus, og?n, mond, kin, hals, fchouders, al'nbsp;men, handen, en zoo voorts alles zyn beurt, zoo ver ^'1nbsp;te fchilderen heeft, en het verlof van den Magiftraat gaai'

-Ondertusfchen heeft Zeuxis nog geen penfeel in haO'

den gehad, of zoo hy ’t gehad heeft, dan was ’t om oP klad'pa^iertjes, eenige ruwe fchetfen van ogen, neuzen»nbsp;handen, te maaken,daar niemand gebruik van hebben zon»nbsp;dan hy alleen. Om Helena zelve is nog niet gedacht. Ma*^nbsp;haare fchoone leeden leggen reeds in een koftelyk ciraeni'nbsp;Het verbeeldingsvermogen van Zeuxis is thans een fchat vafnbsp;alles, wat de natuur ooit volmaakt heeft voortgebragt. Ë’’nbsp;eindelyk zet hy zich aan ’t werk. Dan is de vraag vooia^nbsp;nog,HOE moet Helena gefchilderd worden. Want haar daa^nbsp;neder te plakken, met de handen over malkanderen,nbsp;eene Chineefche pagode, is de zaak niet. HOEnbsp;Helena dan gefchilderd worden.? Daar haar Thefeusnbsp;haar elfde jaar vervoerd? Daar zy Menelaus als brU'nbsp;word te gemoed geleid, in fpyt van negen en fevei’'nbsp;tig andere vryers ? Daar zy met hem na Trojen fcha^Pnbsp;gaat, en wankelt tusfchen drift en plicht? Daar haarnbsp;tyding word gebragt, van een beflooten oorlog allernbsp;ken,alleen om haaren t’wille? Mogelyk waare dit wel^^nbsp;rechte oogenblik, om eene fchoone vrouw in al dennbsp;ter haarer fchoonheid voor te Hellen. Hoe het zy,nbsp;cverlegt, kieft, bepaalt zich. En eer hy eenen ftreek


-ocr page 161-

INLEIDING.


der natuur. Het was te wenfchen, dat ya» de fchilder de oord der handeling geheel

keu- ryen,

^®^PenfeeI doed, is Helena reeds daar: die fchoone Hele-

Waarop zich Griekenland zoo lang beroemde.--

In zyn hoofd: in zyne verbeeldingskracht: en wel


zal zy op -het doek ook komen. Dit is de minfte e: Het koloriet alleen maakt nog een punt van eenig

t.- Zoo werkt dekunftenaar van genie. Zoo werk-

is, Apelles, Rafael, Rubens, Michael Angelo, Quesnoy , Bernini, Puget, Pigal, Bouchardon,


jjj • ffiaar niet anders werkten ook Homerus en Virgilius, Verre zy fchilders waaren. Zy beftudeerden deNa-6n die hun navolgden, Dante, Tasfo, Shakespear,nbsp;Thompfon , Klopftock , Gesfner , beftudeerdennbsp;haar. Ondertusfchen kwam Aufonius en lapte eennbsp;itia*!* malkander uit de fEneis: en de jonge Fontenellenbsp;fchool griekfche verfen , die zoo goed waa-,nbsp;dffnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Homerus : car ils en itoient. (•) Klaar-

Weet ik de zaak niet te maaken: en ik hoop, dat men Selyk begrypt, wat het Ideaal van fchoqnheid zy,nbsp;in ’t vervolg van dit werk meermaaien zal gelpro-(t) - Voor ’t overige is ’er noch alfoos


iets


Worden.


dat h'jna geheel voor rekening van de ge«reblyft,inde


.-¦‘lU

mtie-ftukken: teweeten de uitdrukking der hartstochten. ''®rfcheidenheid derzelven is zoo groot, dat het duizendnbsp;tegen een is voor een fchilder, om, tot een zekernbsp;Vgp Oogmerk, al waare het Hechts eens in zyn geheele le-’ latuur, gelyk men zegt, op de daad te betrappen.nbsp;(') £ ,

^1“) nbsp;nbsp;nbsp;fxtrernh oppofita forttus glucefcitnt.

^ nbsp;nbsp;nbsp;vel in jirmtlacns in piéïnris, ctim facerejtt^yovis

2 ej nbsp;nbsp;nbsp;j non contemplahantnr AL1Q,DEM , a quo JimilttHdi-

'^Pforttm in mmte injidebat SPECIES PULCHRITU-


Evr ' ‘rju/ww ut /«trwtc: nbsp;nbsp;nbsp;i'U J-Cü Kl l Uquot;

-fiUAEDAM ; qnam intuentes in eaque dejixt ad illUii «rïew ff Tnanum dirigebant. Ckcro Orat,

E 3


-ocr page 162-

inleiding.

Fan ie keurig konde kennen, om in Haat te zyn dezeH’* j waaragtiger voorteftellen. Men kan !nbsp;'rsfn. niet ontkennen, dat zoodanige kunftenaars,

ke den naain van fchilders met regt verdiene*’’ ineeftal zoo veel weeten, dat zy in geene alnbsp;groove fouten vallen: intusfchen maaken zynbsp;landfchappen dikwils te ryk , en brengen ofnbsp;veel mtike mommenten, of dergelyke dingen da^^'

Bernini mag mogelyk eene vrouw in die verrukking zien hebben, die hy in zyne J?. Thercfe (S. Marianbsp;Vittoria) verbeeld heeft. Maar nooit zal my iemandnbsp;gelooven, dat Guido er eene zoo heeft ten hemel zieö wnbsp;zien, als zyne Maria doedt in de Ferhemeling tenbsp;dorp. Dat Corrége eene droefheid gezien heeft, als ^nbsp;van zyn Ecce homo; van der Werflf een redeneerend joH»nbsp;ling, als zyn Chriflus kerende in den Tempeli Rubs'**'nbsp;wanhopigheden enpyneu, als die in zyn groote Laatfl^Lnbsp;fiche en Fal der Engelen (allen in dezelfde verzaameli'’»^nbsp;ootmoed en verrukking van eerbiedige dankbaarheid)nbsp;'zyn Petrus daar hem de Heiland de lleutels overgeeft '¦j;nbsp;de St. Gudule kerk te BrulTel); zielefmerte en tederenbsp;densangft, als zyne Maria in de Afneemir.g van betnbsp;te Antwerpen, die fchichtig haaren zwakken arm uitft*^^nbsp;en beeft dat men haaren zoon, haareu Heiland, n* ^nbsp;dood, noch mochte kwetfen. Niet dan verbceldingskt^^|,nbsp;fn een geelt verheven boven die van alle menfehen ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

flaat deeze meelterltukkcn van ideale aandoeningen »e brengen: en die den bron van zulke dankbeelden ‘’jj,nbsp;pnweerftaanbaar in zich voelt wellen , moet zich oonbsp;vleijen van door de grootfte vlyt hier toe te gerassnbsp;^iritus alhereh fedibus Uk venit.

-ocr page 163-

ri


te pas, waar door de aandagt des befchouwers y^n ds

alleen verdeeld wordt: maar die zich ook dik-^j] nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchudc*

met wel ter zaaken fchikken ^en als eenedub-^j^K.

®*e handeling uitmaaken, het welk een hoofdge-

in den aanleg van een fchildery is.

bloote landfchapfchilderyen zyn in de fchil-

^tkunft even hetzelfde, het geen de herdersdig-


teti


in de poezy zyn; zy hebben met dezelven ge-


^^^gzaara eenerlei verdienfte. Claude Gelée, ge-^®tneenlyk U Lofrain geheeten, heeft het in dee-foort zoo ver gebragt, dat hem zekerlyk de plaats onder alle landfchapfchilders toekomt.


Sai


'^^tor Rofa heeft de wilde natuur op eene ede-'^yze en in eene groote manier voorgeüeld, en ^ '^crrukkelykfte gezigten van het Appennynfchenbsp;Sebergte, alwaar hy vlytig naar het leeven gereend heeft, in zyne fchildery en gebragt. Pannininbsp;^efc op denzelfden voet voor den Koning vannbsp;^^dinien gearbeid, gelyk zyne gezichten vanPie-die te Turin te zien zyn,en ophetnaauw-de natuur navolgen,uitwyzen. Hy heeft ooknbsp;Sten van dezuidelyke gedeelten van Italienver-


gezi


vaard'


tgd, welke al te zeer met antike kunnen aan-^Jd fchynen. De landfchappen van Pousfm,en 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn bekend; de laatfte zette daardoor

® ^^ndfchappen dikwils een nieuw verdienfte hy regenboogen, blikfems, en dergelykenbsp;E 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lugt-


-ocr page 164-

INLEIDING.

lugtverfchynfelen daarin te pas bragt. Tegel’'; woordig levert Vernet voortreflyke ftukken vai’^nbsp;^ené dit foort, en verdient deswegens een der eerft®'nbsp;plaatzen onder de landfchapfchilders. In hetnbsp;leis van Borghefe te Romen heeft hy voortreflyl^®nbsp;gedenkftukken van zyn penceel agtergelaaten.nbsp;zyn allen der natuur overeenkomftig, en van ee”nbsp;zeer fchoon koloriet. Deeze kunftenaar geeft if'jnbsp;zonderheid agt, zyne ftukken niet met te veel beehnbsp;den te ftoffeeren,op dat het laridfchap geenhift^jnbsp;rifch fchildery worde; een fout, by Pouffin zoi’’'inbsp;wyl begaan, naardien hy in het landfchap eeneg^',nbsp;fchiedenis bragt, welke er in ’t geheel niet behoof']

de. nbsp;nbsp;nbsp;I

Mmur- nbsp;nbsp;nbsp;zonder verbaazing de narigt^” j

iingen o. de fchilderkunft der Ouden; zy moeten hé'i

ver de nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;]

fchilder- daarin tot eene volkomenheid gebragt hebben, vaquot; welke men naauwlyks eenig begrip kan maaken. i1)nbsp;De offerhande van Iphigeniadoor Timanthes 'va’nbsp;het grootfte meefterftuk. Plinius kan het niet g^nbsp;noeg pryzen, hy heeft zyne voordeelige befcWJ^'nbsp;ving daarvan vermoedelyk uitdenarigtenderGh®'nbsp;ken ontleend. VVy merken hierby aan, datnbsp;Grieken al het fchoone in ’t gemeen, maar byzo’’'nbsp;der de fchoone kunften eene zeer groote lie^^^

to^

1

Lees Cay/us Receuild'JiitiquMs Fol.i, p.

-ocr page 165-

INLEIDING.


73


^'^edroegen; zy geloofden alleen in het bezit der- jamer. delven te zyn, en preezen hunne kunftenaarsnbsp;^^•^ke uitdrukkingen, naar de wyze des Oofter-/cZgt;/7i«--ftyis, welken dehedendaagfche Italiaanennbsp;aanzien van de hunnen navolgen.


In


Het heeft lang


Niets is belagchelyker dan de kwakzalver-toon, waar-P in verfcheiden der zoogenaamde Mercuri Erranti, Di-de' Viandanti, Guide de Foreftieri em. daar men to:


Pir

hi


!^ftoe genoodzaakt is geweeft zich inelkeftadvanteroor-en mede te behelpen , van fchiiderijen en andere gedenkftukken gefprooken word. Om er een voor-,^^el(i yjjjj geeven, kan ik geen beeter neemen dan datnbsp;^^'''elk Grosley aanhaalt uit de Minere della Pittura di Fe-gt; zynde eene befchryving der vermaarde Bruiloft vannbsp;''nn Paul Veronefe (p. 570.) Nel rifettorio di S. Geor-^Uo ^^Sgiore , fi vide quel foftantiofo convitto , che in''nbsp;r^iiollare il guflo di chi fi trova prefente , femprenbsp;^ ^SH accrefce Pappetite ; cofa cofi rara, che anche chinbsp;'nre ^ nominat e, fi rende cofi vogliofo di goderla, che


** «{/// fiitnando

'‘*rla: talcbe di continuo vi fi vedono Principi è gran


............ di partirfi dèt paefi piü lontani, corre a ojje-

tf pronunciar maraviglie. Non fa dunque di hi-

- nè è licito, che ma lucciola, per cofi dire, voglia •'sa ~

/tl ¦

^P^^udori ogni altra lucidhjima flella. verg,


rQp, nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.....'7 nbsp;nbsp;nbsp;--öquot;

^ sarfi luneggiare quel fplendente apollo, che abaglia fplendori ogni altra lucidisfima flella. verg. Me-•n (jg deux Suedois I. 215. II. 69. Het ergfteis,datnbsp;fclii!(jg^®®de Schilderboeken, en levensbefchryvingen vannbsp;bgQ quot;'aarvan de Italiaanen een ongemeen aantal heb-nigg ^^^°^^ndeels hetzelfde gebrek heerfchc, Vafari en ee


^’oeds

Is


gen alleen uitgezonderd: zoo dat er niet weinig


I V nbsp;nbsp;nbsp;****Vgt;-ilnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;------- w* t4ivw nbsp;nbsp;nbsp;Ciliag»

om deeze werken, waarin echter veel goeds

E 5


doorkruipen.


-ocr page 166-

74 INLEIDING.

jfamer-liing geduurd eer men een fcfaildery der ouden of ‘ h/jgeji o- dekte, uit het welk men de volmaaktheid van

ver de nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gj

fcUider- ne kunft beoordeelen kon. Eindelyk vond n* ^cuÉru^^ aan het eind der zestiende eeuw onder Clem®”nbsp;VIII. in de ruinen van de tuinen van MecenaSnbsp;den Equilynfchen berg, een fchildery, ’tnbsp;eene bruiloft verbeeldt. Het is by alle liefb®'’^nbsp;bers, onder den naam van de Aldobrandynff*'^nbsp;Bruiloft, de familienaam van gemelden Paus, ^nbsp;kend. (*) De kenners geraakten by de aanfch^^nbsp;wing van dit oude ftuk in verrukking ; zy

het een ouderdom van tweeduizend jaaren j ^

é

droegen geen bedenken het voor een werk Apelles, dat naar Romen geraakt was, uittel®^nbsp;ven. Het was vermoedelyk uit vooroordeelnbsp;den eerwaardigen ouderdom, dat detoenma»'^

af

goede kunftenaars deezen arbeid voor een ^ Ilerftuk der kunft uitventten, of fchoon zy de ^nbsp;lyke werken van Raphael, Correggio, Titiaafnbsp;anderen , wier flegfte beeld een oneindigen ^nbsp;rang voor deeze bruiloft toekomt, fteedsnbsp;oogen hadden. De grootfte waardy beftaatnbsp;in, dat het zich zoo veele eeuwen heeft in \nbsp;gehouden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gf'

p!

Bellori heeft dezelve uitgegeeven, en zy in de Thefaurui Antiq. Rotn, Vol, XII. gebracht.

-ocr page 167-

hnj

ken

ftad

zyde te zetten. Niettemin zyn die ftuk* ontwyflfelbaar van eene griekfche band. Denbsp;Herculanura ftondt wel onder het gebied dernbsp;'^'Deinen; maar alle opgegrave zaaken bewyzennbsp;alleen , dat men daar griekfch heeft ge-

INLEIDING. 75

Sedert eenige jaaren zyn in de ruinen van het Ammr-

®^culaneum onder Portici, fchilderyen van al- ®-lerl

“®ye foortontdekt,van welke verfcheide nevens,/c/j(7lt;/er-Aidobrandynfche bruiloft gefteld mogen ^ • dog men behoeft deswegens, nog in aan-der tekening, nog der fchikking en uitvoe-§gt; de werken der grootfte nieuwe raeefteren

Jiiet

n nbsp;nbsp;nbsp;^ Cidk XXlUlJ Vlt;aux giXWtVl-Wgt;XX XAWWXC 0^»

^'^ken, maar ook, dat de toenmaalige zeden en p^ruiken met de Atheenfche eenerley waren,ge- ,nbsp;^ Onder, by het Mufeum HercuJamm te Portici,nbsp;^^ngetoond worden. Het voortreffelykfte vannbsp;fchilderyen is, dat zy veele wederwaardig-®den, als aanvankelyk de hitte, en naderhandnbsp;vogtigheid zoo lang wederftaan hebben, zon-er veel door geleden te hebben. Uit hundat ^Sonwoordigen toeftand kan men belluiten,nbsp;toenmaalige fchilders hun verwen zeer goed

Wti nbsp;nbsp;nbsp;01.

» Waarop zy fchilderden, eene duurzaame vas-te geeven. C)

3 Zie vooral de Saggi di Dijfertan, dclla Socktd di

Mften

te bereiden,en den grond, of het plamuur-

Cf,

VqI, 7. jp,

-ocr page 168-

7(5 INLEIDING.

Studie der De nieuwe meefters hebben zich des niet anttkenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voorbeeld der oude fchilders gevormd :

veel meer door hun eige genie, en vlytig deeren der oude basrelieven en ftatuen teRogt;®nbsp;en te Florencen, het zoo ver gebragt. Deezenbsp;verbeterlyke meelferftukken bewyzen , totnbsp;eenen trap van volkomenheid de oudekunftefl^^nbsp;de teken- en beeldhouwkunft gebragt hebben- ^nbsp;werken van brons, en de ftatuen, welke in'll,nbsp;Herculaneum gevonden worden, hebben J’''nbsp;minder hunne verdienften.~

De ftudie der antike werken der beeldhouwk‘’’’| is een gewigtige zaak voor een opmerkendnbsp;ger. Het is een waar vergenoegen de ftandt»^^’nbsp;den der groote mannen, die zoo veel gerug*^''nbsp;de oudheid gemaakt hebben, niet alleen tenbsp;maar ook te kennen, en op de welbewaarde

gefteld te zien. De befte gelegenheid daartoe men te Romen. Met hoe veele heerlyke ftu^^^nbsp;der kunft moet niet het oude Romen, tennbsp;van zyn befte bloei, opgecierd zyn geweeft/'nbsp;nog Konftantyn de Groote eene menigte dervo'’^,nbsp;trefiykfte kunftftukken tot vercierinn van

O

baaren herhaalde keeren de Stad uitplunderde^

nieuwe refidentieftad wegvoerde; eer nog der

-ocr page 169-

77

inleiding.

^^beerfchten; eer nog een ontydige en ver-^*/^/« der

Godsdienfty ver, deeze meefterftukken ItUtti 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tmn,

weien, welke de Heidenen tot hunne gods-

®^ftoeffeningen gebruikt hadden, verwoefte! De

waarmede zoo wel de Barbaaren, als de

^°udige Chriftenen, dezelve zogten te vernie-

Waarmede zy de tempels en gebouwen, die

ftandbeelden vercierd waren, voor hadden

tg toejen en deezen te gelyk onder de ruinen

bedelven, even deeze woede moeten wy het

h\


Weeten, dat die werken zich in eene veilige


''^''plaatze hebben gehouden: dewyl men zich ^iet voorftelde, dat zy immer daaruit zouden


h

Wol


dag gehaald worden, vindt dagelyks te Romen, en in de omlig-


^ ftreeken, wanneer de aarde omgewroet , oude ftatuen, maar de minfte zyn geheel.


Zyn bekwaame beeldhouwers, als Cavaceppi


^^deren, wier eenige bezigheid hierin beftaat Ij Verminkte ftukken met veel kunft weder tenbsp;^’^^^llen. (’*‘) De in het Herculanura gevonde

fta-

Cav


Pafg' quot;“^^ceppi heeft daarvan een eigen werk metöoko. V ^ P^^atÈQ jg Romen in 1768. in folio uitgegeeven on-Raccolia d'autiche flatue, bujli, bajjirelievinbsp;reftourate da Bartolo Cavaceppi. Onder-Word van dezen arbeid door alle kenners niet even

gun-



-ocr page 170-

78

siudie lt;f^rftatuen, inzonderheid die van brons, zyn


waard. De voortreffelyke Mediceifche verzaïB^' tuan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;___

if*

te Florencen kent een ieder. De Venetiaanen ben eetiige fchoone en wel bewaarde ftukkennbsp;Griekenland bekomen. Deeze meefterftukkefltnbsp;ben de nieuwe kunftenaars beftudeerd, ennbsp;gevleid de volmaaktheid bereikt te hebben,nbsp;neer zy etlyke ftukken, die zich eenigermaatenbsp;de antike lieten vergelyken, te voorfchynnbsp;ten. Michael Angelo verheft zich in hogeo

boven alle nieuwe nieefters. In zynen voo*'

had. De Herkules van Farnefe alleen, wien Gulie!'’’^’

gunftig geoordeeld: en de Hr, Calanova, Opzieneer^ het Kabinet van Oudheden te Dresde, maakt geennbsp;heid van te zeggen, dat deze herllelders meer nade^* j'nbsp;de verminkte Hakken doen, dan de tyd zelve hun

Porta nieuwe voeten gemaakt heeft , mag volgen*


die dit ftandbeeld aanhaalt om te bewyzen, dat de

hiervan uitgezonderd worden, als volkomen wel ^ Zie zyn Discorfo fopra gli Antkhi, e varinbsp;Lipfta 1770. 4» Dat voor ’t overige eene lompe nnnbsp;het coftume gemaakte herftelling aller ongerymft is, **nbsp;ten eenigen twyfFel. Gelyk zoo Bernini den Apoim * jinbsp;Villa di Montalio een viool in de hand gegeven h£® ’(,gt;nbsp;plaats van een lier: ’t welk aanleiding heeft gegn'^^%inbsp;de belagchelyke misflag van den Engelfcheu reiziger

ook by de Ouden bekend geweeft zy, en daardoor ¦ wil rechtvaardigen, in wiens Tafereel van dennbsp;het Vatikaan, Apollo insgelyks met een vioolnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J

QEdw. Wrighfi obfervalions made in travellini „S France,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Land. 1764. 4. Fol. I. /gt;.265* ^


-ocr page 171-

79

INLEIDING.

van Paus Julius II. vervaardigden llioiQs stutik der eene zoo edele en kragtige uitdrukking,

?raf

niets fchooner zyn kan. Eenige ftatüen by Staven der Mediceifche familie, welke men innbsp;^toothertoglyke begraafniskapelle te Floren-gt; zyn in een zoo grootfchen finaak gear-’ dat men daarover verbaaft ftaat. De kunfi:nbsp;deezen grooten meefter vertoont zich des tenbsp;Wyl hy aan de meefte ftandbeelden de laat-® ^and niet gelegd heeft.

I^^^ndinelli, Johan van Bologna, en Algardiheb-denzelfden baan met gelukkigen uitflag betre-Bernini arbeidde in eenen anderen fmaak, Byl is wel niet zoo verheven, dog egternbsp;°^fch en gevallig. In zyne joqgere jaaren,wan-by (Je Apollo met Daphne maakte , hieldtnbsp;I ^ich meer aan de antiken; naderhand verliet

eeze egte voorbeelden, en te gelyk de een-

^^ddige natuur,maaktegroote klederen,enwerdt, ^^^by het bevallige altezeer zogt, flenterachtig.nbsp;^ navolgers wilden even eens handelen, maarnbsp;^ duren de natuur ten eenenraaal uit het gezigt,nbsp;quot;^’^’^den buitenfpoorig. Van deeze gebrekennbsp;L ® ftiaak der hedendaagfche Roomfche beeld-'''^öts tjQg jjjgj. ^eder gereinigd. De heiligenbsp;in de kerk St. Maria della Vittoria is een

der

-ocr page 172-

4

4

8o

inleiding.

Studie derAtx beroemdfte werken van Bernini, waarin ^ iuenfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uitdrukking, maar ook iets


fpoorigs waarneemt. Wy zullen beneden genheid hebben om wydloopiger daarvan tenbsp;ken.

Wy komen weder tot de oude ftatuen te en gelooven met regt te kunnen ftaande houd^l'nbsp;dat men daaronder voortreflyke modellen van ^nbsp;foorten aantreft. De toenmaalige kunftenaarsnbsp;ten, niet alleen ftandbeelden van Godennbsp;den, maar ook andere onderwerpen tenbsp;gen. Daar van daan vind men de fchoonfte

beelden, zoo wel van het mannelyk, als van vrouwelyk geflagt, van kinderen, van flaven»nbsp;ook van dieren. In alles ziet men, dat ïl

fchoone natuur ten voorbeeld hebben genoo’^*', de uitdrukking is waar en edel, de omtreknbsp;en bevallig *, in de klederen heerfcht verande^'”'^nbsp;goede aanleg, en edele eenvoudigheid. In ^'nbsp;meen vermydden de ouden alles, wat nietnbsp;lyk tot hun onderwerp behoorde.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jj

Uit hoofde van deze groote voorrechten men de Antiken van ouds met regt voor ^nbsp;tigfte en volkomenfte voorbeelden van ,

fraaak gehouden. Men kan wel niet loochei^' ^ dat de ftandbeelden,welken ons eengunltig^^*^^

iv


-ocr page 173-

inleiding. Èi

de oudheid heeft bewaard, niet doorgaansJer


lot

in


S^lyken trap fchoon zyn: intusfchen vindt quot;n de middelmaatigen, eene zekere zuiver-5 en cierlyke edelheid, waar door zy der fchoo*

^2tuur zeer na komen.

is bekend, welk eene fraaje gedaante de nbsp;nbsp;nbsp;'

yen

gt;ï'en

aan alles wat tot deraad en ter vertooning wiften te geeven. Hunne vaaten zyn ddnbsp;nionfters, die men ter navolging verkiezennbsp;er kan geen fchoonere vorm uitgedacht wor-

dan die men aan de Urnen j welke te Ro-en in andere plaatzen, in verzamelingen van Ij ^eden bewaard worden gt; waarneemt. Doofnbsp;^^^^‘‘leeren deezer oude werken hebben zichnbsp;®^lyk alle groote kunftenaars gevormd: uit denbsp;.billende wyzen, waarop zy ze beftudeerden ^nbsp;landen de onderfcheide manieren of tranten (*)i


wyl

)\Vat deFranfchen maniére en mahiérè noemen,heet en trantachtig. In geen taal is mogelyknbsp;woord, dan even dit zelfde. Wy hebben efnbsp;«nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beiden even goed zyn. ’t Andere hfienter

Ik heb ze beurtelings in deze overzetting '¦“’¦'liken. 'VVant wat het woord gemanierd betreft,nbsp;^“’’itnigen ook in onze taal overneeitieri, hetzelvenbsp;onnut, daar wy twee oorfprongkelyke en veelnbsp;quot;'Oorden hebben: en ten anderen dubbelzinnig, doof

lt;] nbsp;nbsp;nbsp;^ Tl. 1—1.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— t -----__ nbsp;nbsp;nbsp;.1-----------

I- nbsp;nbsp;nbsp;--nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...

ÈQht nbsp;nbsp;nbsp;’’len aan hetzelve in den gemeenen ommegang

’ meu iemand gemanierd of ixieigemarrierd noeffiti

F

-ocr page 174-

82

INLEIDING.

Studie der'ftii een ieder dezelven uit dat gezigtspunt welk roet zyne genie het meeftnbsp;eenkwam. Men kan zich daarvan door verg^'^nbsp;king van zekere fchilderyen van nieuwenbsp;ren, met de oude basreliëfs, die eenige gelyk!’®'nbsp;met elkander hebben, beft overtuigen, en tai”nbsp;lyk zeker bepaalen, welke antiken eenen Carad^'’nbsp;Guercino, of Guido het meefte bevallen hebb^quot;'nbsp;Ten tyde van Raphael en Michaël Angelonbsp;nog zoo weinig ftukken van oude raeefteren d’’*

dekt, en vanonder de puinhopen voortgebragt;


die groote herftellers der kunften zich meer hun eige genie, als door de navolging van gei^^nbsp;de meefterftukken moeften verheffen.

Hoe wydloopig deeze aanmerkingen zoro!’’’^* lezers ook mogen voorkomen , zy zouden

veel omftandiger zyn, zoo het hier de plaats alle de gewaarwordingen die by het befchouwef


le

deeze meefterftukken ontftaan, uittedrukken. ons oogmerk is thans alleen maar jonge reiz'^'nbsp;eenig begrip te geeven , hoe zy dezelve

bezien kunnen, In het vervolg zullen wy ^ genheid hebben om by de ftukken zelfsnbsp;zeggen.

Be Bouw- De Bouwkunft is in Italien nooit verwaarld' kunft, geworden. De Vorften , welke te Florend


-ocr page 175-

83

inleiding.

Worsen, Ferrara,Mantua geregeerd hebben,zooBouw-als veele ryke onbeampte perzoonen, hebben gebouwen, die meeft nog in wezen zyn, ge-^snkftukken van pragt en goeden fmaak nage-^^aten. Het befte overblyfzel der oudheid, en ’tnbsp;ë^enbetniinfte door den tyd geleden heeft,is hetnbsp;Pantheon van Agrippa te Rornen. Wat nog vannbsp;andere gebouwen overig is, geeft ons een denkbeeld van eenvoudige pragt, en edelen fmaak,nbsp;boedaanig men in nieuwe werken zeldzaam vindt.

ïgt; nbsp;nbsp;nbsp;^

^an men iets majeftueufer en te gelyk beteraange-befchouwen , dan het beroemde Roomfche ^anphitheater ? Er zyn wel niet dan de,overblyf-^alen nog van te zien, maar deeze zyn zoo prag-*¦'¦2 s en in het geheel ftraalt er zoo veel kunft etinbsp;f^toote fmaak in denzelven door, dat men beken-

fchi

b

moet, alleen Keizers, die te gelyk beheer

sts der waereld waren, hebben dergelyke ge-Qüvven, in zoo korten tyd ter uitvoer kunnen Dit verbaazend groot gevaarte was alleennbsp;'hermaak van het volk aangelegd en met zulknbsp;'^aftigheid gebouwd, dat het na verloop vannbsp;^eele eeuwen nog onbefchadigd had kunnennbsp;^ 5 indien de woede der Barbaaren, en denbsp;aasheid van een zekeren Paus, het zelve nietnbsp;sns in den ellendigen toeftand, waarin het zich

F fl

tegen-



-ocr page 176-

84 inleiding.

De tegenwoordig bevindt, gebragt hadden. Volgens dit

kunft. 2elve kan men verder een begrip maaken van de openbaare gebouwen waarin de Raad zamenkwamjnbsp;van de groote plaats, die Trajaan aanlag, en metnbsp;de van andere natiën geroofde kunftwerken, dienbsp;toen nog in Romen by elkander waren, opciet'nbsp;de •, van den tempel, alwaar de legerhoofdennbsp;na gehouden triumph, den Goden een pleg'nbsp;tig olFer bragten; van de paleizen der keize- ;nbsp;ren, enz. Alle deeze gebouwen kent men ai'nbsp;leen uit de fchriften der ouden. Hunne legging 'nbsp;laat'zich tamelyk wel bepaalen, en men vin^inbsp;zelfs van fommigen nog hier en daar eenige ovet' ;nbsp;blyfzelen. Doch voornaamelyk zyn die groot® ,nbsp;menigte van oude kolommen en tafelen van Afd' !nbsp;kaanfeh en andere foorten van marmer, waar med®nbsp;de paleizen en kerken in Romen opgecierd zj’'’nbsp;geweeft, en waaraan men ten deele nog erk®’’''nbsp;waartoe zy weleer gediend hebben, de onlooch®^'nbsp;baarfte blyken van den luifter van het oudenbsp;men, en de pragt haarer openbaare gebouwen.

In den omtrek van Romen liggen nog verfc^^*quot; de fchoone gedenkftukkeh der oude bouwknt’^nbsp;waaraan men den griekfehen fmaak ontdekt.nbsp;toe behoort de kleine Tempel tegen over denbsp;te waterval te Tivoli,welken men voor den t®'^'’

-ocr page 177-

pel der Tiburtynfche Sibylle uitgeefc, De over- De Bouw-ÿelen van het paleis van Keizer Hadriaan zyn*quot;”'^* geheel vervallen, maar geeven egternogeenignbsp;^^grip van den pragtigen fmaak van deezen kei-^ die te gelyk een befchermer der kunften was.

^et is van zeer grooten omtrek, en de plaats legt ^^‘^ekt met veele brokken van zuilen, kapiteelennbsp;^^karnisfen, die alle voortreflyk, en van het fchoon-^ marmer gemaakt zyn. Om Napels zyn eenigenbsp;'pels van eene goede gedaante, waaruit men

een begrip van den fmaak der Grieken in de

b,

öe

Hg

'^'^Wkunft maaken kan. Voornaamlyk verdienen överblyffels, van een tempel van Serapis, die

^ voor weinige jaaren by Pozzuolo ontdekt' bezien te worden. Vanvitelli,een Romeinfchnbsp;j^^'^wmeefter in dienft des Konings van Napels,nbsp;de zuilen van deezen tempel zeer gelukkignbsp;de plaats voor de kapel van het Koninglyk flotnbsp;^aferta weten te gebruiken. De triumph-boo-Romen, te Ancona, Verona, Suza, zynnbsp;^^^%ks bewyzen van de grootheid van Romennbsp;fmaak der toenmalige tyden. In een woord,nbsp;Siting aantal van gebouwen is ongefchondennbsp;^^ven; dog het klein overfchot, dat ervannbsp;^^''''aard is ^ toont duidelyk genoeg, hoe veel re-hebben, om derzelver verlies te betreuren.

F 3 nbsp;nbsp;nbsp;Uit

-ocr page 178-

86

INLEIDING.

Be Eww-Uit alles blykt, dat de Grieken de eerfte regelei^ ]iunfl.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deeze kunft gegeeven, en dezelve tot de groot'

fte volkomenheid,gebragt hebben. Hunne navol' gers hebben maar in zoo verre gedaagd, als 1-1nbsp;zich naar den griekfchen fmaak gefchikt hebben.

In de eeuwen der onweetendheid en barbaar^' heid fcheen deeze nuttige kunft geheel verloren t^nbsp;zyn. Men was toen meer bezig met die heerlyk®nbsp;gebouwen der oudheid te bederven, dan ze totnbsp;voorbeelden ter navolging te verkiezen. De wooO'nbsp;plaatzen der Vorften, en groote Heeren ware”nbsp;enkel wanftaltige klompen van dikke rauuren, op'nbsp;gepropt met toorens, zonder fymmetrie, zond^1'nbsp;fmaak, en zonder de geringde regelmaatige bouquot;^'nbsp;kunft. Zulk een Slot was eenen Heer in dien tj'1^nbsp;noodig ter beveiliging, by zyne geweldenaary^”'nbsp;De kerken beftonden uit lange duifteregewelveö^nbsp;die een treurig aanzien, en niet de geringde vet'nbsp;cieringen hadden. Deeze was de oude Gothirdt®nbsp;fmaak. (1) Van de nieuwe Gothifche bouwtra1’^

treft

1

Men weet het antwoord van dien weetniet, die geheel Europa doorgereift te hebben, zich in eennbsp;fchap bevond, waar van de Gotlnfche bouwordenbsp;ken vnerd. „ Hy kon er niet van inedefpreken, zeide Wjnbsp;„ want het fpeet hem, hy was niet te Gothanbsp;Dit fchynt belagchelyk, en is het in der daad.

Ue vrienden, gy die zoo grondig over de Gothifche ho^'^

-ocr page 179-

INLEIDING. 8?-

men in Italien weinig merkwaardige gebou- Be Bow^-aan. De voornaamfte zyn een paar kerken te

Pa-

'’Cel

Sein,

Gothifche [maak, enz. redeneerd, gaat uw doorzicht ''erder, dan dat van mynen jongen losbol ? Niets is

eeiier, dan dat zeggen: De barbaaren, die Europa in . ®gt;ddeleeuwen overftroomden, bragten hunnen Imaak en


'quot;a;


''¦^iken over, en waaren dus de oorzaaken van de heer-ende verballering. Kan iets ongerymder zyn? Kan ie-y quot;d iets brengen, ’t geen hy zelfs niet heeft? (*3 Dit inen begrypen, enkel van voren befchouwd. Dochnbsp;j,^''S%kt de gefchiedenisfen, en gy zult zien aan den eenennbsp;jj^''^dat de Romeinen,na hetinneemen van Siciiien,eerftnbsp;^Sotinen hebben befchaafd te worden (f); en aan deiiande-^ gt; dat de overheering van China door de Tartaaren geenenbsp;®inüe verandering in de gebniiken of befchaafdheid dezernbsp;f gebragt heeft. Wat volgt hier uit? Dat een onheil *afd volk noodwendig den finaak en de gebruiken eenernbsp;^ ^haafde natie overneemt, ’t zy hy dezelve overheere, ofnbsp;haar overheerd worde : en dat niets valfcher is, dan tenbsp;Sgen, dat eene overheerde natie den fmaak hunner over-J?r^ren zou moeten aannemen. Maar ten derden. Alsnbsp;j. de minfte kennis heeft van de gefchiedenisfen van Ita-ten tyde van Theodericus, onder wien het Gothifch

ryk

f

(o.’Was Cr voor dat er bouworde was.

* Gracia eapta fernm ’vlCïerem cepH t ct artes

by^'Wilt gy echte Gothifchc bouworde zien! Gaat na Drenthe, aajtjh ^’‘‘mebiddea, ziet de Stme-hcnie in Wilt-Shire, in 7.cland denbsp;(Iqqj ^f^iidie^zy Terpen noemen, enz. Geen van allen zyn vvaarfchynlyknbsp;ftt, , * ^ethen vervaardigt; doch zy zyn volkomen in den Gethifchennbsp;ttlt, den fmaak van de kolommen van Seth , van de gedenk.nbsp;''lies*quot; kinderen Ifraels in den Jordaan, van de zuilen van Her-dcn ’ De Gothifchc bouworde is de oudfte van alle bouwof

hlttlit agrejit hath Horat

-ocr page 180-

De Bouw Pavia, de Dom te Milaan, de kerk van den to/- Petronius te Bologne, en het Paleis van den

ryk begonnen is, zoo zal men weten, dat deeze vorft ^ eindig gefchiktér en beter was dan de verachtelykenbsp;Prinfen, die voor hem het opperbewind gevoerd hadd?”’nbsp;en dat Italien door zyne en Amalafuenta’s pogingen,nbsp;eer uit den Haat van woeftheid en werkeloosheid,

het vervallen was, voor een tyd is opgebeurd.-Hetb®”

fluit dan is. Italien is van zich zelve vervallen. De flnaak en kunften waaren ten tyde van Auguftus ten hooênbsp;Hen toppunt geklommen. Men moed zich hieraan hond^quot;'nbsp;of vervallen: enhetlaatfte ,zqo als gemeenlyk gaat (*)nbsp;plaats. Men wilde de Grieken en Romeinen van dennbsp;ten tyd te boven gaan, en in plaats van dat wierd denbsp;gezogt, koflbaar, klein, en eindelyk geheel verkeerd.(i'nbsp;De Gothen deedeii hier niets toe, en het verval der ki’'*'nbsp;ften op hunne rekening te zetten, is hun het grootdenbsp;gelyk te doen,en eene verregaande lafter. Gothifchebo^^'nbsp;orde, Gothifchefmaak{X),o.'oz. zyn uitdrukkingen,di^*quot;nbsp;den mond van kundige lieden nooit hadden behoren tek*’nbsp;men. Nu zy zoo algemeen geworden zyn, dat er

jnr


iif

^ j nbsp;nbsp;nbsp;j y#»* yw»' »»• **itin* ^ f/vjm ttyj/ctto» *

til- I. 1$.- La faz.ïeta dïcto che hingametite Ji è adcprato ,fa ^

it gtridixio,e fpezzo to inganna efa aopetero ed apprejjij teniare cofo r*^ ve, 11 dcfidcrta detta gtorta Jtimota fcmpre gtl ïnteUetti pïtf vivt j ^nbsp;invmtori, efpmutmenic t gh-uam,che lonfldcndo motto nette forste ,nbsp;nette ioro imaginanioni , te cofe antieke ricnfano, Michel Angelo Ü*’®*nbsp;tota, in de Opdracht van zyne Rime.

( ) Si-ao al prefinie gkrno, zegt dc vermaarde Vanvitelli, “11“ gnistione degli hmmini di quaUhe hnon ftnfo è majfma ftalilita,nbsp;to i eapitcUi ^ f]tianto te colonne, ed ogni aittro ornato d*ordiste Golito t ^nbsp;tpfiantta eorruitela delta huona Jrehitettura Romana. Verg. Sagg‘® „nbsp;pra I’Architettuta Gotica (del P. Frilij p. 31. en den Graaf Cayl»**nbsp;«uil d’AntitJ. IV. igo.

-ocr page 181-

INLEIDING. 89

Venetien. Zy tonen, dat men te gelyk nbsp;nbsp;nbsp;£outi/‘

en in een eigenzinnigen fmaak ontwórpe

bou-

^^'ddei is om ze aftefchaffen, moet men er Hechts niets an-^ door verdaan, dan de bedorvene fmaak en bouworde baliaanen en van geheel Europa in de middeleeuwen:nbsp;j quot;'el onthouden, dat de Gotben r\og ftnaak nog bouw-^ Ooit gehad, veel min den Italiaanen of Spanjaardennbsp;'de gedeelt hebben. De Gotben en Vandaalcn hebbennbsp;minder kwaad gedaan, dan men zich verbeeld: en ech*

^yn wy gewoon het algemeen verval van Europa op ®iie rekening te zetten. Gravina daarentegen zeide ineer-ik wenfchte dat wy eens weder een paar maalnbsp;^^quot;'^erdduizend barbaaren in Italien kreegen, om eeneher-^Oiing iij oHze kunften en denkenswyze te brengen.

^ de zoogenoemde Gotbifcbe bouworde, of bouworde ^dddekeimen betreft, men behoord twee tydpuntennbsp;dezelve te onderfcheiden. Het eerfte gaat van de III,

en.


en als men wil, tot het bouwen van de St. Pie-

Pi af tot na Karei den Grooten toe. Het tweede be-ItiiK» quot;’^t de X. en XI. eeuw, tot de herflelling der

Romeinen hadden van langzamer hand al grootere Stootere gebouwen beginnen te maaken. Dit was de

kerk van het Vatikaan toe.

«tl

en bygevolg lomp te zyn. Viel iemand in, wat te doen dan een ander, en zynen ruwen lleen-hopp

F 5 nbsp;nbsp;nbsp;(want;'

Yj^^^'^khap, die by het zien van een theater vanPompejus, het Paleis van Nero, van een amphitheater van Titus, nunbsp;fcljo gt; enz. het meed in ’t oog liep. De overigenbsp;rpjg.. quot;®den, van evenredigheid, gefchikiheid, losheid,nbsp;dgf „ ^^*he en W'yze verciering, wderdcn, met het vervalnbsp;meer en meer, eerfl: bedorven, toen verwaar-Vq] ’ ^Indelyk geheel uit het gezigt verloren. By ge-^'^'aarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;overig, dan het vereifchte van groot.

-ocr page 182-

De bouwen kan uitvoeren, waaraan zich niets byzoU* ders bevindt, dan het angftvallig geduld van ^

(^want een anderen naam verdienden de gebouwen van zen tyd fchier niet) eenig cieraad by te brengen, ditnbsp;zoo onnozel, eigenzinnig, ongefchikt, en ongeregeldnbsp;de fteen-hoop er meer by verloor dan gewon, en vannbsp;aangenaam en walgelyk enkel belagchelyk wierd.

Eindelyk fcheen omtrend de tiende eeuw, eene pog' gedaan te worden, om de Bouwkunde te herftellen. Vo^'nbsp;jnen viel flechts van het een uiterfte in het ander. Innbsp;van zwaar en lomp, moefl: alles ligt en lugtig zyn. D''nbsp;de zoogenoemde Gotbifche bouworde der tweede t-^d,nbsp;de gebouwen zoodanig een voorkomen van ftoute lug'*’nbsp;heid te geeven, groef men de kolommen en zuilen uit;nbsp;maakte de muuren zoo doorliigtig, dat zy veeleer nanbsp;of draadwerk geleeken (*): en hoe valt en duurzaaiBnbsp;weezen, uiterlyk egter zeer ligt fcheenen. De Hoofd-t^J^nbsp;ken van Parys, Rheims, Chartres, Straatsburgnbsp;pen, de Abdey van Weftmunfter en Teinplar-Church tenbsp;don, de S. Pieters kerk van Yorck, de S. Stephanusnbsp;Weenen: en in Italien de kerken vanClaravalle, van SJnbsp;van Monza, de Certofa van Pavia, de groote Dom te ^nbsp;laan, enz. zyn in deezen fmaak gebouwd, die mennbsp;Cotbifcb gewoon is te noemen. Hier by kwam de Aloofr^

-ocr page 183-

91

INLEIDING.

ku


^ ^ftetiaar. De Karthuize by Pavia, de Hoofd- De Bonts-te Pifa en Siena zyn ook wel van Go-

thi-

\i^^^‘’'‘gt;oeenfcbe manier van bouwen, volgens welke alles kleine cieraaden van beeldwerk, fnywerk, enz. zyn

die den kenner zoo zeer w^algen, als zy onkundi-

Ij^lj ^^haagen. Van de evenredigheid will men niets , en lj„ *^kiinerde zich niet om dezelve. De kolommen om tenbsp;1I5 fchynen waaren meed veel hoger, dan zy behoor-Vj/ ïiangezien haar diameter : en alles hing af, nietnbsp;ttiij’'^gclen, maar van den eigenzin des boiiwheers, dienbsp;Uibezorgd was om zyne mededingeren in ftoutheid ennbsp;^quot;'¦gheid te overtreffen.

5t nbsp;nbsp;nbsp;deeze twee foorten van bedorvene bouworde is

'S eene derde, die de nieuwe Griekfcbe genoemd word.


mengelmoes is van goede oude bouworde met den '^'^hen of Moorfchen fmaak. Volgens dezelve komennbsp;ko ?°®°mmen en andere voomaame deelen nader aan de

Si,

«e u

van evenredigheid , die de Ouden gevolgd heb-tjjdus heeft zy, althans ten deezen opzigte, den voor-boven de nieuwe Gothifche. De kerk van St. Mar-ii, Venetien,en veele andere gebouwen in Italian,zyn trant aangelegd.

de beginfelen der Bouwkunde, van goeden dienfl:

®''gelyke eerde kundigheden als deezen zyn een rei-ko^'’ ®’dians in Italien, ouoiubeerlyk. De nieuw uitge-Cot/fs d'ArchiteRure van Blondcl kan iemand, met

grondig zich oiiderrichten wil, moet Vignola^

v'd' ¦ nbsp;nbsp;nbsp;quot;.....

Palladio, Perraull, enz. zei ven belliideeren; met zynen eigenen goeden fmaak, zoo hyzenbsp;Abt /nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het EJfai fur FArchitedure van den

trip ‘^^^iier, kan ten bewaarmiddel voor alle flaaffehe be-‘^mnen, en iemand die heeft, maar voor’c zich door den roeefleragtigen toon van deezen

fchry-

-ocr page 184-

X)e nbsp;nbsp;nbsp;bouwtrant; maar in aanzien der

iuttjt. deringen en fchoone inwendige verdeeling boven alle andere gebouwen van deeze fooi'^nbsp;ftellen. By de befchouwing derzelve denktnbsp;in ’t geheel niet aan het onregelmaatige GothÜi-^^lnbsp;dat eeniger wyze daarin zoude kunnennbsp;worden.

Zoo dra men eens weder de oogen geop2’’‘’|

en de fchoonheden der bouwkunde had leerenl^^''

4'

zoo vertoonde deeze kunft zich in kort • der in haaren ouden glans. Niets kan by hetfnbsp;Jeftueus aanzien en de pracht der St. Pieterskerknbsp;Romen baaien. Dit voortrefFelyk gedenkftuknbsp;menfchelyke kunft is een bewys van de genienbsp;verfcheiden der grootfte nieuwe kuoftenaaf^”'nbsp;Hunne opvolgers, welken er de binnenfte verdringen hebben bygevoegd,zyn in hunnevoetii^^^nbsp;pen getreden.

rykdom der laatften, maar voornamelyk de' kiezing vol fmaak. Zy zyn van koftbaarenbsp;ook te gelyk van zeerduurzaameflofFen,alsnbsp;marmer en brons. Bernini heeft de laatfte I


-ocr page 185-

'lOi

G. 9o

, de pragtige groep van beelden die j)e Sounn'

'^ajeftueufe kolonnade, welke de plaats voor «erk

^ Stoel van den H. Petrus draagen,en eindelyk*quot;”^'

'töiïi quot;'' nbsp;nbsp;nbsp;deeze kerk eerft alsvol-

Het is maar te wenfchen, dat zy veele ftaan moge. De Sr. Pieterskerk is onte*nbsp;^^®S§elyk het voornaamfte voorwerp der opmer-een reiziger in Romen, ja men mag welnbsp;1 if, ganfch Italien. Byna is zy de reize al-quot;'aardig, vooral voor iemand, die zich eennbsp;K Van een pragtig bouwkundig zamenftelfelnbsp;V wil: en men kan uit geen tydkring dernbsp;iets bybrengen, ’t geen by de pragt ennbsp;van dit gebouw verdiend genoemd te wor-lt;3^' zyn in Romen buitendien nog veele an-fjj. kerken van voortreftelyke bouw kunde: fom-van haar hebben de fchoonfte voorgevelsnbsp;antiken fmaak, in welke men de majefteit

^'3ele eenvoudigheid der Grieken met genoe-

quot;'aarneemt.

H

(jg Veele fchoonheden ontdekt men niet aan Vknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;paleizen, het zy men op het uiter-

fea i of op de inwendige inrigting, op de genbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en hoven van binnen, zyn aandagt velli-

tj^^i'3e paleizen Borgheze,Farneze,Pamfili,Al-» Golonna, Barberini, en veele anderen is de

pragt


-ocr page 186-

liaanen leeven wel onder eene warmer lug-en behoeven gevolglyk op de warmte der veitt^ ken zoo zeer niet te zien: des niettemin woc”nbsp;de meefle voornaarae beeren, vooral in hetnbsp;jaargety, niet zeer gefchikt. In aanzien vafnbsp;vercieringen der Roomfche paleizen was ooK ^nbsp;veel aantemerken; daartoe behoort by voorbc^’Jj'nbsp;dat de onderfte parade vertrekken, waarin denbsp;baarfte fchilderyen en ftandbeelden ter bezicW'^!''nbsp;der vreemdelingen ten toon gefteld zyn, en di2^''^|,nbsp;bewoond worden, meerendeels maar een eleflh'^^nbsp;grond van gebakke fteenen hebben, omnbsp;meubilen, welke grootendeels even zoonbsp;miliellukken, als de fchilderyen en ftatuen,nbsp;niet te melden.

Te Frescati eh Tivoli, waar de Roomfche A een gedeelte van het aangenaam jaargety “nbsp;brengt, vindt men zoo wel ten aanzien der

-ocr page 187-

95


Unde, en aanleg der tuinen, als der overige fchoo- De Boiiè-l^Unflren veel merkwaardigs. Doch over ’t ge-tnaaken de Italiaanen meer ophef van hun-duinen of landhoeven, dan zy verdienen. De is eenvoudiger dan die van de Franfchen:nbsp;vindt ook geene zulke pragtige alléén, zul-® hooge heggen, zoo veele kleine kabinetten ennbsp;'^^^^cheijenheid in dezelve. Intuffchen gevallennbsp;Veelligt den meeften reizigers uit noordelyke

''‘^ftreeken, byzonder wegens de frifchheid der ^Fen, welke men by ons te vergeefich zoekt:nbsp;'^^ttoe behooren de verfcheide altoos groenendenbsp;^''^^nien, de Pigni, de Leed, de CypreJJen, ennbsp;j ^’'Sulyken. De waterwerken (^gimchi d'aqua) zynnbsp;j ®^daad meeft bloote fpeelwerken, fchoon denbsp;^^'aanen, die niets beters kennen, dezelve voornbsp;j ^el onverbeterlyk houden. Zy beftaan groo-Ueels uit fonteinen, met een laagen dunnennbsp;,welke op aller) eye wyze kan veranderd

'll

uit kleine, met weinig water voorziene

nasu , '

en dergelyke ftukken, welke met de

en

®t\verken in de hoven van veele Duitfche vor-’ jk laat ftaan met die te Verfailles, Marly, ^loud, en andere Franfche lufthuizen in geenenbsp;J^^king komen.

® Napels is de bouwkunft het meeft- verwaarloosd

-ocr page 188-

96

INLEIDING.

De Bouw loosd geworden. Daar zyn wel veele groote kunft. bouwen, maar zonder fmaak. Eenige kerkennbsp;dienen roem: het Paleis des Konings en hetnbsp;bouw der Academie zyn de aanzienlykften in hU'’nbsp;nc inrigting.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

In de gebouwen te Florencen heerfcht een betere fmaak. Leonard da Vinei en Michaelnbsp;gelo hebben daar voortreflyke voorbeeldennbsp;laaten, welke men met goeden uitflag heeft nsê^nbsp;volgd. Venetien en Vicenza kunnen fchoone g^^nbsp;bouwen toonen, aan welke zich de zuivere ftn^^nbsp;der Grieken openbaart. Zy zyn van Palladio,nbsp;der grootfte nieuwe bouwmeefleren, geftigt,nbsp;ke de fchoone evenredigheid der Grieken ken^^^’nbsp;en met verftand will te gebruiken. Verfehd*^^nbsp;Paleizen, roet een dubbele rei zuilen, de eennbsp;ven de anderen, de kerk St. Georgio Magg'°^^

en eenige anderen, zyn altoosduurende bew}' van den fmaak deezes grooten bouwmeefters.nbsp;ne vaderftad Vicenza is met meefterftukkennbsp;hem vervuld; onder anderen bewyfl: het Oly^^nbsp;fche theater, hoe zeer hy den fmaak dernbsp;beftudeerd had. De ftad Turin, Milaan,nbsp;Bologne, Parma, Verona, en zoo voorts kui”’ ^nbsp;insgelyks gebouwen aanwyzen, die denbsp;zaamheid van eenen reiziger verdienen.


0!’’

-ocr page 189-

INLEIDING. 97

^ ^tn in ’t gemeen van den tegcnwoordigen toe- De Boune-der bonwkunft in Italien te oordeelen, tnen bekennen,dat zy, even ais de fchilder-^^beeldhouwkunfl;,eenigermaatein flaapligt. Hetnbsp;^^tbreekt den jongen meefteren niet aan voor-

O^aIj nbsp;nbsp;nbsp;¦’

'^en; zy hebben de fchoonfte modellen van ^''^nredigheid aan de oude tuinen voor oogen;

en andere groote meefteren, welke niet na de herftelling der kunften geleefd hebben;

^ zien de edele eenvoudigheid, en majeftueufe ^^ditieeringen van Michael Angelo, Palladio, Vi-gtioianbsp;•ai

^'®’^^emin verlaaten zy een pad, het welk alleen een naam by de nakomelingfchap konde maa-De voortreflyke eenvoudigheid dier meefter-

sn, welken eene verftandige keuze en fpaar-


Zaai


k:

ïfte verciering vereenigen, fchynt hun veelligt ^'^^envormig, en reeds te dikwils gebezigd. Zynbsp;^ken roem in het nieuwe, en willen zelven de eernbsp;van uitvinders te zyn. In plaats van opnbsp;lioede te zyn om het vuur hunner verbeeldings-niet te veel toe te geeven, laaten zy het-® ^lle vryheid. Daardoor verwildert de froaak,nbsp;geneigdheid tot het zonderbaare brengt eigen-ontwerpen, opeengeftapelde, en met vee-'^•einigheden voorziene Gothifche cieraaden,nbsp;'ZWe zuil-orders van een bizarre zamenftellingnbsp;Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;veor

-ocr page 190-

98

INLEIDING.

De Bouw-voot den dag. De meefter gelooft wonderen

ligt te hebben, wanneer hy een gebouw gelev^^*^ heeft, waaraan alles van een byzonderennbsp;en van zyne uitvinding is; en hy ziet zelfsnbsp;kleinagting op de heerlyke gebouwen van eeO^'*nbsp;Michael Angelo, en gelooft niet, dat men de2^'‘nbsp;ven na verloop van veele eeuwen noch alsnbsp;beelden van den waaren en gezuiverden fmaak ^nbsp;aanpryzen, wanneer men van hem niets meernbsp;weeten, en zyn ellendig kunftwerk, met denbsp;diende veragting zal aanzien. Bernini was wel ^nbsp;zyne uitvindingen dikwils te opgefmukt en hoop^nbsp;de vercieringen te veel op een: doch voornaai^’^nbsp;lyk moet men, den, by eenige luiden van eennbsp;fchen fmaak in agting ftaanden, Borromini voornbsp;hoofdverderver der bouwkunft in Italien aanzi^”'

Alle zyne gebouwen toonen, dat zyn hoofd

- .Ai

eigenzinnige uitvindingen vervuld was, hy de vercierfelen op een, en vervalt in hetnbsp;fche: de begeerte tot het nieuwe maakt, datnbsp;van de zuivere en eenvoudige architedliiUf ^ ^nbsp;Grieken geheel afwykt, of dezelve verkeerdnbsp;briiikt. (*) Tot nadeel van den goeden

(?) Bernini, die verre was van déezen valfchen en licenziolith, gelyk de Italiaanen zeggen, vanBoff®nbsp;te biilyken, zeide, dat hy had behooren te bedenke^»

-ocr page 191-

99

INLEIDING.

hy maar al te veel navolgers gevonden, zoo De Botita-nren weinig gebouwen van deeze eeuw in Zal kunnen aanwyzen, welke verdienen naaftnbsp;edele werken van Michael Angelo en Palladionbsp;§®Plaatft te worden.

dl

Hen reiziger zal weinig vergenoegen by het en-aanfchouwen van fchoone gebouwen gewaar '^tden, zoo het hem aan inzicht ontbreekt, omnbsp;®^elven te onderzoeken, en te beoordeelen; het

zyne kundigheden niet vermeerderen, wanneer ^ Ze blootelyk befchouwt, zonder te vooren eeni-hoodige begrippen van de bouwkunft te heb-Hy moet zich ten dien einde, ten minftennbsp;onderfcheid der orders in de kolommen eigennbsp;^^^aken , weeten naar welke regelen zy boven el-,^^nder geplaatft worden, en in welk eenen fmaak ennbsp;Welken tyd een gebouw ongeveer voltooid is.nbsp;^®ze dingen zyn niet alleen voor de kunftenaa-

eene algemeene weetenfchap van dezelve is reiziger, die zyn geld met vergenoegen en

nut

€ei

trff _

Qp nbsp;nbsp;nbsp;^er un cattivo catoUco, chè un huon eretico,

''celen paft dit niet, in cle beoeffening van alle Vjjj^J'^'^*'appen, en hoe weinigen begrypen er de waarheidnbsp;‘ falfa letteratura, zegt een geeftig Italiaan, inbsp;ignoranza, Meglio è non fi muover dinbsp;'¦ } cèè far tammino e mere fmarrito la via,

G 2

-ocr page 192-

100 INLEIDING.

Be Boüw. nut denkt uittegeeven, ten hoogden noodig. ï*’

kunfi. gemeen, die vernuftig reizen wil, moet zich moeite geeven, eenige kennis van defchoonekuf'nbsp;ften voor den aanvang zyner reize te erlangen: a'’'nbsp;ders befchouwt hy demerkwaardigfte zaakenzoU'nbsp;der fmaak en aandoening; en doorloopt metnbsp;koelzinnig opflag van het oog, het geen denbsp;medebrengt, dat men in elke ftad gaa bezien.nbsp;wordt ras moede zich met dingen opteho'^'nbsp;den, welke hy uit onweetendheid niet beoorde®'nbsp;len kan, en komt ten laatften zelfs onnozelernbsp;rug, dan hy uitgereisd was. Hy heeft een geragt;'nbsp;men tyd met lediggaan en in eeue onophoudcly^^nbsp;verftrooijing doorgebragt, eene menigte ond^^'nbsp;werpen ter vlugt bezien, en zyne hersfencnnbsp;flechts met een aantal van denkbeelden zond^^nbsp;orde opgepropt, in plaats dat hy beter kennisnbsp;meer ondervinding zou verkreegen hebben.

Om deeze by de meefte reizigers zeer geme^*** gebreeken zoo veel mogelyk te hulp te komen,nbsp;de narigten en oordeelen over de kunft in ditblt;^^nbsp;eenigzins wydloopiger uitgevoerd, ten eindenbsp;een algemeenen fmaak voor de fchoone kunfts*”nbsp;weswegens men gemeenlyk naar Italien reiftgt; ^nbsp;\ waare inteftorten, en hun de oogen in aan^*®**nbsp;der merkwaardigfte zaaken te openen. 2y

-ocr page 193-

inleiding. ioi

wyze op welke daarvan gehandeld wordt,

®Pniaaken kunnen, hoe een liefhebber, al heeft y Ook zelve nog kryt nog penceel ooit in handennbsp;van fchilderyen, gebouwen en ftand-^^Iden, zy mogen antiek of modern zyn, den-'» en een grondig oordeel vellen kan.

willen ten befluite der aanmerkingen over PJaatfny ® Pchoone kunften nog iets van de graveerkunft

in

1, Die in dit geval zyn moeten zich vergenoegen met ^^^'geei^y doen kunnen. En ongetwyffeld kan iemand,nbsp;geduurige oeffening van het oog en betrachting vannbsp;aanmerkingen der kenners, tot een aanzienlyken trapnbsp;1 ’ Ervarenheid komen in het beoordeelen van werken vannbsp;Zonder ze zelfs beoeffend te hebben. Doch deze

Ep i, quot; ™°Eten desniettemin boven een zekeren trap zich ^ hunne wysheid niet beroemen. De voorrechten doch,nbsp;, Ken iemand, die hoe weinig ook, zelfs echter eenenbsp;, It beoeffend heeft, boven hen bezit in de beoordeeliognbsp;^ ''Zelven, zyn onbegrypelyk groot en veelen, en kunnennbsp;^hor deeze laatften alleen gefchat en begreepen worden,nbsp;as de toon, waarop de vermaarde Falconet deeze waar-^Eid overal zoekt in te prenten in zyne laatfl: gedrukte Ob-fur la fiatue de Mare Jurele (Amft. 1771. 8.)nbsp;IjgP ’hinder meefterachtig en vernederende voor alleblootenbsp;jg Ebbers, ik zou zyn werkje by deze gelegenheid mynenbsp;niet aanpryzen. Doch ik beken , (genomen al dat hynbsp;te vgf ^ ’j gggo ijj ectiter niet zou willen zeggen)nbsp;^Et hem gepaft had, van de hoogte zyner kundigheidnbsp;minder laag neder te zien op luiden die wel den by-

. vveder zyne kunft betaalen, en daarvoor gaarne roede I te zeggen willen hebben.

G 3

, Zoo gefchikt niet voeren ais hy, maar die daarentegen «eui

-ocr page 194-

J02

I N L E I D I N G.

Piaat/iiy-in Italieti er byvoegen. Zy is in aanzienderovS' hunji. j.jgg ijuiifl:endatgeen,het welkde boek-drukkuo^^nbsp;voor de weetenfchappen is. Zy vermenigvuldig''nbsp;de werken der fchilders, beeldhouwers, en bou''^'nbsp;meefters, en leert ons te geiyk de denkenswyZ®’nbsp;de genie, de fmaak, en de manier der groote küi''nbsp;ftenaaten kennen.

De graveer- of plaatfnykunft werdt omtrend l^^' midden der vyftiende eeuw uitgevonden, kwal’'nbsp;ras in de Nederlanden, en nam daar metfnsi'^nbsp;fchreden toe. Zy had geen zoo gelukkige» voor’'nbsp;gang in Italien als in Vrankryk, alwaar zy aan!’quot;'nbsp;einde der voorige, en in de tegenwoordige eeü'^nbsp;tot eene groote volmaaktheid is gebragt gewo’'nbsp;den^ Eenige Italiaanfche houtfneeden en geetii^nbsp;prenten, worden wegens hunne geraakkelykenbsp;ftoute behandeling, waarin zy by na de oorfproii^'nbsp;kelyke tekeningen evenaaren, van kenneren oo^^”nbsp;meen hooggefchat. Zoo hebben Caracci,Gui^’’^nbsp;Parmegiano, en andere groote fchilders, ofnbsp;hunne eige ontwerpen, of naar de tekeningennbsp;hunne voorgangeren geëtft. Dergelyke pren’^''nbsp;zoeken de liefhebbers begeerig op, wyl zynbsp;ftandig en met een ftoute hand bearbeid zyn gt;nbsp;de manier van elk meefter in de tekening naarrquot;^'nbsp;keurig uitdrukken. Deeze is ook de oorzaak

oflJ

-ocr page 195-

IC3

hl

hïi

ioi

de kenners en kunftenaars de geëtfte prenten piaatf»y ®Ver ’t geheel boven de gegraveerde fchatten. Denbsp;Sraveernaald verzwakt gemeenlyk wegens zyn fy-en dikwils angftigen trek de manier en de kragtnbsp;het origineel j de vryere etsnaald daarentegennbsp;heter gefchikt het eerfte vuur der uitvinding, ennbsp;karakterjiieke van elk meefter uittedrukken.

treft zomwylen in Venetien, Romen en Bo-^’le, by die geenen, welke in konftplaaten ban-voortreflyke prenten van dceze foortaan, rnen onder het uitfchot van oude verlegenbsp;moet zoeken, wyl deeze luiden daar geennbsp;van maaken.

In deeze eeuw heeft Italien in de graveerkunft

^°®de meefters voortgebragt. Die zeldzaame

van prenten , welke de laatfte Groother-^Od*

s van Toscaanen uit het huis van Medids van ^Vtie galerye doorvetfcheide meefters heeft laatennbsp;*’’Vden, is den lief hebberen bekend, fchoon dienbsp;niet doorgaands van gelyke deugd is. Opnbsp;des Konings van Napels komt eene koftbaa-'^^tzameling van de oude fchilderyen, en an-® ïherkwaardigheden uit, die in het Hercula-^ ^ gevonden worden, zy beftaat reeds uit vyfnbsp;^^len in folio en zal nog veel grooter worden.

®gher, Monaco, en andere plaatfnyders te Ve-G 4 nbsp;nbsp;nbsp;ne«

-ocr page 196-

104 inleiding.

piaatfny netien brengen de fchilderyen, welke de kunfi.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deeze oord bereids zoo veel benadeei*^

heeft, en ten laatften met een volkoraene ond^^' gang dreigde, in het koper, en bewaaren da^f'nbsp;door de heerlyke gedagtenisfe van Giorgione, T-'’nbsp;tiaan, Paul Veronefe, Tintoret, en anderenbsp;fters deezer fchoole voor de laate nakoroelingfcbap'nbsp;Venetien heeft aan Pitteri, Cattini en Bartolozz'’nbsp;welke eene menigte tekeningen naar Guercii’®nbsp;nieefterlyk geëtft hebben, konftenaars gevorffld»nbsp;welke onder de thans in Europa leevendennbsp;uitmuntenden rang bekleeden. Wie kentdevooi^'nbsp;treffelyke prenten van Frey niet, welke met go®'nbsp;der keuze, en in eene fchoone manier een ve^'nbsp;volg der befte Roorafche fchilderyen in kopernbsp;gebragt. Het is in ’t algemeen te betreuren,nbsp;zyn zoon, welke een gelukkig navolger van ZJ'”'nbsp;vader fcheen te zullen worden, het graveer-yz®*^nbsp;geheel laat liggen en zich alleen met het verkoO'nbsp;pen van de prenten van zyn vader, endesze^^nbsp;goeden leerling Audenaard bezig houdt. Innbsp;Pauslyke Chalcographie, of ftapelplaats van kuti^'nbsp;prenten, welke raeeft uit de verzameling desnbsp;eer berugten konfthandelaars Rosfi, en anderenbsp;derhand daarby aangekogte, en nieuws gefnede^’^nbsp;prenten beftaat, treft men beroemde en fthoo*’®

pred-'-

-ocr page 197-

INLEIDING. 105

f'^önten voor een geringen prys aan ; maar van pjaatfn’t' '^^^len, en wel van de beften, zyn de plaatennbsp;^ëruikt, dat de oude trekken naauwlyks ken-^3ar zyn^ waardoor zy by de liefhebbers in ’tnbsp;§®h[eel alle waardy verliezen.

^erfcheide byzondere perzoonen , welke der liefde toedraagen,brengen tot derzelverop-het hunne toe; zy vereeuwigen hunnenaa-te gelyk met die der grootfte kunftenaaren,

’''ïnneer zy deeze hunne werken in ’t koper laaten Daartoe behoort de Marquis Gerini,

''^^Ike federt eenige jaaren de fchoonfte ftukken zyne galerye door de befte meefters heeft laa-in het koper brengen: een werk, dat uit tweenbsp;^'^den in groot folio beftaat. De Malthefche ge-Heer van Breteuil, heeft eene verzamelingnbsp;goede prenten bezorgd , welke de fchilderyetinbsp;zyn kabinet door Parmegiano, Guido, Cor-Andrea del Sarto, Rubens, Pousfin, So-JSattoni, enz. afbeelden; en waarby ver-, ®delyh de fchoone antieken, die hy met zoo

Veel f nbsp;nbsp;nbsp;5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j

. , ^maak verzameld heeft met den tyd komen

Het was voor het belang der kunft te ^n, dat de Princen Borghefe den gelukki-n 'nval mogten krygen om de merkwaardigftenbsp;ken van hunne koftbaare verzameling in een


'^enfch, Sen


werk


-ocr page 198-

io6 INLEIDING.

Piaatfny-vjsxk te brengen. Zy vervat over de laoooorfpr®*'* gelyke fchilderyen, en eene goede keuze vannbsp;zelven was daarom voortreffelyk, wyl mennbsp;ligt uit geen kabinet zulk een onafgebroke vervo'^nbsp;van de eerfte meefteren na de herftellingnbsp;derkunft tot op Karei, Maratti, ten minften uk*^^nbsp;Roomfche fchool kan te zamen brengen; zynbsp;lt;3en liefhebberen als ’t waare eene hiftorie vanlt;^^'’nbsp;fmaak , manieren, en verfcheide veranderin»^nbsp;deezer fchool voor oogen ftellen. Welke fchat*^^nbsp;zyn niet in de paleizen Barberini, Spada , Albai'*'nbsp;Altiéri, in het kapitool en elders heflooten, do'’*nbsp;wier bekendmaaking de kunft eenen merkwaar*^'nbsp;gen aanwas bekomen zoude ï

Voor de bewaaring der groote menigte van tike ftandbeelden, die uit de puinhopen vannbsp;men voor den dag gehaald worden, wordt taiO^nbsp;lyk veel zorg gedraagen, zoo dat men op ba^nbsp;toekomende duurzaamheid tot in het laatenbsp;^iagt gegronde hoope mag maaken. Met defoOnbsp;derkunft is het ganfch anders gefchapen. ^nbsp;veele heerlyke fchilderyen zyn door byzond^^nbsp;toevallen, die men niet vermoedde, bedofvo'^^*nbsp;of voor altoos voor de kunft verboren. Denbsp;te van tyd alleen is genoeg toereikende, oïOnbsp;te gronde te helpen;men ziet hoeveel zy gt;

-ocr page 199-

tïieg].


INLEIDING. 107


verliezen, en hoe zy haaren ondergang hoe piaatfny-^'’Ser hoe meer naderen. De plaatfnykunft kan gedeeltelyk dit verlies herftellen , en denbsp;'^‘^oone ordineering, fmaak van tekening en za-tot onze nakomelingen overbrengen;


'ia;

te

gt;yk


^tentegen gaat dat betoverend cobrietdergroo* ^^efteren , waar door zy de natuur onverbetcr-


^6bben nagevolgd, geheel verloren: zoo dat enkel hoopen moet, dat de toekomende ty-Ook meefters zullen voortbrengen, welke denbsp;met gelukkigen uitflag nafpooren, en denbsp;^ van coloreeren tot eene gelyke volkomen-brengen zullen.

^oo Wel de hogere als de fchoone weetenfchap- Toeftand 2yn niet meer in dien bloeijenden toeftand,nbsp;de gelukkige tyden van Paus Leo X. (*) en^“'*

eeni-

) Ik weet niet recht, wat de fchryver door hogere


quot;’«et


^‘^^fcbappen verftaaj:.


De Natuurkunde, zoo als men Was nog elendig gefield ten tyde van Leo X. De


Beccaria , enz. de,j p^Vkelyk op tegen de 105. Thefes de omni fcibili vannbsp;itiagnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mirandule. De lyf-arts van Alexander VI.

Was. Soed gifmenger geweeft zyn, doch zekerlyk fchj^ ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;of Morgagni. In een woord weten-

Bovennatuurkunde, Natuurkunde, Wiskunfl:, dattnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hiflorie, zyn zekerlyk.op een beteren voet,

dietj nbsp;nbsp;nbsp;B'So X., wyl er eigentlyk in dien tyd

dat alles was. Dat de geneeskunft en rechtsgeleerd-


-ocr page 200-

io8 INLEIDING.

Toefland^^^^Z^^ zyner opvolgeren,of fchoonhet aan lyke inrigtingen ter haarer bevordering nietnbsp;Daartoe behoort inzonderheid denbsp;trelFelyke inrigting van het Injiitut te Bologne.nbsp;zyn zoo wel daar, als op de hoge fchool tsnbsp;dna, welke voorheen wegens haare geleerde i ^nbsp;nen in znlk een roem ftond, dat de geheelenbsp;daarvan den naam van geleerde bekwam, nogs^’’*nbsp;ge grondige leeraars. De hooge fchoolen te^*!

leerdheid beter beoefFend worden, is even onbetwif^^^ Wat de fchoone kunftenbetreft, hierin ligteigentlylcnbsp;derfcheid. Een paar boekdoelen in 410 over een 0'^nbsp;inkt-koker, drie dito over de buitenplaats vannbsp;enz. enz. enz. wegen even weinig op tegen Guicciaf^'nbsp;fliftorie, als een half duizend Raccolte di Sonetti teg^” Jjjnbsp;Gerttfalemme Liberata. Doch deezeeuw heeft echter^nbsp;Hijlorie van Napels van Giannone , eene Hijloria T^,nbsp;van Gravina, een aantal doorwrochte werken van-^'^^jnbsp;Sori, Mafei, Gort, Salvini, Mazzocchi ,t'az. en da” jnbsp;Forlinguerra, een Goldoni, een Metaftapo, een ^nbsp;alle waare^oorfprongkelyke vernuften, ja in (luknbsp;vetten zelfs, een Frugoni en. anderen, die denbsp;quecentipi aan de zyde verdienen gefield tenbsp;voortgebracht. Voeg hier by, ’t geen niet weinig '' ^iii*nbsp;in aanmerking te komen,dat de Italiaanen zelven,zo'^ .m.nbsp;gebrek,'als de fouten waartoe zy vervallen zyn,nbsp;der heerfchende fmaak, zoo goed inzien als eenig ®nbsp;tydig vreemdeling zou kunnen doen, en alles aanquot;''®,^ ijinbsp;wat tot eene nodige hervorming leiden kan : gelyk jnbsp;Brieven van Virgilius uit de Elifeefcbe velden ,nbsp;Koffj-buis, en dergelyke fchriften meer blykt.

-ocr page 201-

ïóp

inleiding.

tin

Milaan worden tamelyk bezogt; cn in Na- roejland Wordt de Rechtsgeleerdheid in ’t i’yzonder^^y^^^^

^ goeden uitflag voortgezet. De ftad Romen ,pen.

als het middelpunt van den fmaak, en wee-'^Mppen in Italien is aantemerken - heeft eene , ‘gte van Collegien» daar alle weetenfchappen

^O'pienzay of het univerfiteitsgebouw, waarin *^’§6 beroemde geleerden lesfen geeven ; bynbsp;jQtbeeld, de beide Franfche Vaders Jacquier ennbsp;van de Miniraen orde, welke zich doornbsp;r grondige aanmerkingen over de matheroati-® fchriften van Newton ee'n naam gemaakt heb-De Vader della Torre, boekbewaarder vannbsp;honing van Napels, is niet alleen bekend,alsnbsp;geleerd man, die in de natnurlyke hiftorie vannbsp;j^^Pels en van den Vefuvius veele verdienftennbsp;maar ook deswegens, wyl hem de Koningnbsp;opzigt over de uitgave die van de oudhedennbsp;Ilerkulanum gedaan wordt, heeft opgedragen.

Van woord, er zyn doorgaands in alle Reden Italien geleerde luiden, wien men tot roemnbsp;^ hazeggen, dat zy omtrend vreemden, dienbsp;^ ben zoeken kennis te maaken, gerieflyk zyn,nbsp;§^en geheim van hunne kundigheden maaken,nbsp;t^ral wanneer zy merken, dat men bekwaamheid

bezit


-ocr page 202-

no INLEIDING.

Van de Academiën.

bezit om hun onderrigt zich te nutte te Doch het koft eenige moeite om met hen innbsp;nis te geraaken, en men moet ze van den groot^quot;nbsp;hoop weeten te ondetfGheiden,welk oogmerknbsp;beft bereikt wordt, wanneer men door denbsp;gemaakte kennisfen van deeze foort weder nie'^quot;'^nbsp;aanbeveelingen aan anderen :^oekt te verkryg^'’’nbsp;Uit het wydloopig regifter der Italiaanfche ^nbsp;nootfchappen zou men befluiten, dat men als’cnbsp;by elke voetftap geleerde mannen aan zoude treamp;^'”nbsp;maar dit is geheel anders gefteld. Men weetnbsp;der niets van deeze geleerde genootfchappen^*^^quot;nbsp;hunne bloote naamen, weswegens zynbsp;lands meer bekend zyn ,dan op de plaats vannbsp;ne ftigting zelve, waar zich niemand hunner

kommert. (*) De digters, waaraan Italien

ze‘

(*) Lyften van deze genootfchappen, met derfcheide namen, vind men by G.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ideanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rnbsp;jo.Jarkim Specim, Hifi» Academ, ItaUce Lipf, i^sf'

J. A. Fabricius ConfpeS. Thefanri Lit. Itali(e p. I4^‘ ^ a 254. /f4- doch byzonder by den Jefuit Oimdrio i”nbsp;werk della Storia e ragione d'ogni Poefia (Bolognanbsp;7 voll. 4to.) Vol. Lp. 49—113*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Deze laatfte heeft

lyk die genootfchappen, welken ter beoefiening der ft_^ ’ fche dichtkunde ingefteld zyn, doch zeer naauv/keun^’ j,,nbsp;geteld. En men rade het getal ? — Vlugtig opgefomd, vynbsp;derd drie en negentig! — Tanta moUs erat RomanamC^

-ocr page 203-

III

vrugtbaar is geweeft, ftigteden aan het éxi^tyandé ^’'Zeftiende eeuw dergelyke genootfchappen,enf^^'nbsp;sten zich niet zoo zeer door hun gewigtige wer-.^’’gt;dan wel door hun aantal,en doordebelache-naamen, die zy zich gaven, bekend te maa-Vermoedelyk hadden de meeften ondernbsp;jMven in den beginne hunne verdienden,nbsp;^^^alven zy de befcherming der Vorden genoo-doch tegenwoordig zyn zy van geringe waat-Zy komen nog op zekere tyden, nog op eennbsp;^^Paalde plaatste zamen. Zelfs het genootfchap dernbsp;^adiers,het bekendtte onder allen, wier hoofd-te Romen in het zoo genaamden Bofc9 Par-en ’t welk in verfcheide oorden van ge-^ Italien wederom zekere volkplantingen heeft,

^elk,


'^'^t alleen by buitengewoone gelegenheden te za-^ ‘ wanneer ftaatsperzoonen, vreemden of ge-

en tot medeleden worden aangenomen: by ^ gelegenheid eenige digters fonnetten, oden

of

hier o nbsp;nbsp;nbsp;overige moet men er by weeten, dat

Pig^. gerekend zyn, dé Umi/i, Caliginofi, Incogniti, ^‘^‘hondi, Mefti, Confufi, Freddi, Timidi, Indiffe-?eifj '^dormentati , Sonnacchiofi, Torbidi, Inabili, janbsp;^’’^obili en Infipidi: zoo wel als de Eccitati,nbsp;^’foluti, Indefejp, Infiammati, In fervor ati,nbsp;^UciJ * A ’ Teopneufti, Lincei, ea by gevolg ooknbsp;ulgenti^ Sublimif Invitti,

-ocr page 204-

II2 INLEIDING1

Fan de Academiën.

de

of andere verzen ter eere van het nieuwe opleezen, die gemeenlyk niets daarop antwoof^’nbsp;maar op 'goed geloof van den geen, die hem

geflagen heeft, wordt aangenomen. Deze


ganfche bezigheid van dit genootfchap, van voortgangen in de nieuwstydingen by wylennbsp;gerugt gemaakt wordt, dan zy verdienen.nbsp;de hooge fchoolen zyn geen andere werklykenbsp;demien, als het inftitut te Bologne, de Fifiocriü^^nbsp;Siena, de Cortonenfers die zich met het onder^^’^nbsp;ken der oudheden bemoeyen, en de Ac ademienbsp;Crusca, welke veel ter verbetering der Italiaanf^11nbsp;fpraak heeft toegebragt, en nog daar aan arbeidt' ('nbsp;Poëten. Italien krielt van Poëten. De genie der inquot;'^nbsp;neren heeft van natuure eene neiging daartoe»nbsp;de taal is zeer gefchikt voor de digtkunft.

Aigemeene De geneigdheid tot de raufyk en fchouwfp^^^^

fmaak tn ^jch in Italien van den voornaamftentoi^ ,,

de muzfn

enbettoon-gmngütn uit, zy hebben niet alleen allen,to^ boeren toe, ( die op de feeftdagen in hunne

1

Wat de Crusca zedert lang Joedt, heeft wein'^.

’t lyf. Te Florencen behoudt zy noch eene fchaduquot;' ” rervoorige achting: doch de andere Italiaanennbsp;bedroefd weinig uit. In der daad, wat zynbsp;zelfs, hierop valt veel te zeggen. Eu als men het

haare handelwyze omtrend TalTo-

JVen ragt onar di qiieflo, ma guarda e pajfai

-ocr page 205-

II!?


tainelyk welluidend inuiyk met ihftrumeri Atgmeenè

^en

Tch:

neel.

en gezang maaken,) eene natuurlyke ï^^^ktheid tot zingen, maar worden ook als totde^j! het toé-

ouwfpeien geboren. Elke buurt, die maar ^^^^gzins talryk is,rigt in het karnevaleen theaternbsp;en vertoont blyfpelenj dat lireeréndeels klug-, ^Vn. Het plan van dezelvén is te vooren out-pen, en de aanleg der tooneelen den fpeele-j. ^ ''oorgefchreven, die dan voor de vuift zamen-' ' en houden. (*) In de hoofüfteden worden

de

buf ^ nbsp;nbsp;nbsp;geen de (tliryver van deii Italiaanfchen fchduw-

is 200 gebrekkig, dat een reiziger blyde zyn ^^''‘‘gzints grondiger hiervan onderricht te worden: eennbsp;I?,, dien ik hem, met behulb van Riccoèónfs Hifloifé *nbsp;heatre Italieiï QPariS 1731. 2®o//. 8, en in Lesfingsnbsp;Bibüothek Thi 2.) Ma/èr/’s Voorrede van zynnbsp;ItMano (J^éromt 1723. 3 ®c//. 8.) beiievCns dewer-Ijrt''^n Fóntnrr.ni, Crefcimbetti, Qiiadrio, en anderen ^nbsp;drten kan; Men behoort dan te weten, dat denbsp;'^5nen onderfcheid maken in Commedie anticbe (’*'}'nbsp;knbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deir arte. Ónder den eerden naam gaan al-

'lukken, welken in navolging der twee vermaarde tij ^oneelfpelen, de 'Calandra van .den Kardinaal Bibie-de Sophonisba van Trisfinojen naderhand de Man-

dra-

is by hun even als by ycifchcide andere natiën het ' 'ftljj quot;'eotd, waaronder zoo wel treurlpekn en blyeindenae treur»

*'* nbsp;nbsp;nbsp;klyfpeien en klugten begreepcn worden, ja in de XllI.

gel'had het woord Commedia noch uirgcftrektet beteks» y uit het opfchrifc van Dante’s Gedicht blykt,

H

-ocr page 206-

II4 INLEIDING.

Mgemeene^t ftukken van Goldoni, en andere fchryve^®'

^jTmulyk waarin een hoofdkarakter of anders eene tn hel too-vseL

doo'


dfagora en Clitia vnn Macchiavelü, voornamentlyk


de cinquecentifti ,\’ctv^o.rAigA zyn. Het getal van zoo groot dat Apotlolo Zeno, wiens liefhebbery byz*^” jnbsp;op deezen tak viel, er omtrend 4000. byeen vergafnbsp;had, welke verzameling nu in de boekery der Dominikaa”'quot;^nbsp;te Venetien bewaard word. f*) Edoch, onaangeziennbsp;gelooflyk groot getal, verviel welhaaft de fmaak vannbsp;ouderwetfen, droogen en angllig op den griekfchen o*nbsp;meinfchen leeft gefchoeide ftukken. De Italiaanen Z5nbsp;wanneer zy onder raalkanderen zyn en ’t op verfflaa*quot;nbsp;aankoomt, lugtiger en in wezen vrolyker dan eenige an®nbsp;natie. Losbandiger in hunne zeden, en gemeenzamef ^

vrye denkbeelden en toneelen, even als de befchaafdftn

meinen ten tyde van Horatius, ftoren zy zich weinig f een grof woord, en ftellen geene kiefchheid in het be'*''nbsp;pelen van een lugtig denkbeeld gelyk de Franfchen, quot;quot;'jinbsp;noemen alles by zyn naam, en houden in een woordnbsp;van ’t geen deezen noemen /a grojfe jcrje. Daarenb®'^nbsp;geeftige boerters, fcherpe hekelaars, groote improvifo^* |,tnbsp;cn uit hoofde hunner natuurlyke gevoeligheid ennbsp;van temperament, hevige gebeerdemakers, zoo wid®'’^j|,nbsp;dat by alles animo, en ffuogo, jfuogo ffuogisfimo, 2y‘].|,u,nbsp;Zulke eene natie raoeften noodwendig langdradigen, dinbsp;flenterachtigen , laffen en inflapende t’zaïnenlprake''nbsp;een dozyn vergeteneGrieken enRomeinen, met een

tojliime op den fchouwburg gevoerd, geweldig vei'”'

cD

(•} Men vergelyke, behalven de bovengenoemde werkengt; \ derhcid de Drammaturpa van den geleerden Griek Ltmfnbsp;ia klein formaat gedrukt en ongemeen zeldzaam gewordennbsp;in 't jaar i7yy. te Venetien, met zeet aanzienlyke vermeer®nbsp;3n twee ^nanobanden herdrukt is.

-ocr page 207-

i N L È t D i N G. 11^

^^^ekunde heerfcht üitgevoerd. Aan loowttl-^igeineens P^^lers is er geen gebrek; want wyl het by

Ita-^?2 het tva» neeL


5ll

bi

Hie,


^ene droevige uitfpanning verfchaffen. Dienvolgens Ssn rvelhaafi: de Commedie deir arte weder eenen alge-'Caen


¦-“ toeloop, Deeze lbort van toneelfpelen, die gee* gj laatllgenoemde gebreekeii heeft, en allen de eerft-eigenfehappen, vrolyken boert, voor de vuiftennbsp;L^^'‘-leèrdeu en dus loile kwirikflagen, bytenden hekel»nbsp;^ ” Vooral vuur, geeft en léven, vereenigt , gelykc innbsp;grond veel na die franfehe Parades, die voor eenigenbsp;Zoo zeer in de mode waren, en zoo veel volk na denbsp;trokken, doch, gelyk onmogelyk anders ge-kon, met der haaft weder by de Franfchen in ver-*^S raakten. Den oörfprong daarvan moet men, völ-?(;[J ^iecoboni, van de Atellana en Mimi der Romeinennbsp;iiii,g '’.O’omiddelyk aüeidcn, zoo dat zy volgens zyne me-het verval van het Latynfch theater en doOr al-tlff quot;’’sfelvalligheden di^ Italien in de middeleeuwen on-keeft, heenén, zich tot oUze dagen zouden be-buj kebben. De bewyzen van dit begrip moet men bynbsp;Zells léezen , en ’t is zeker dat de overeenkomft tus-


keff*' nbsp;nbsp;nbsp;Oude latynfche farces en de hedendaagfehen


is: w'aarby dan koomt het gewag ’t geen men door , ^suwen heen by de fchryvers hier en daar van zulke

ko


Kott Somaakt vind, (verg. Mafei 1. c,) ^teti


----.„..I,, V ,,.V,, nbsp;nbsp;nbsp;If, b, Jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Offl ZlCh UCU

tvegtp^’^kbeeld van deeze klugten te maken, moet men


W ¦ nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7

Vo^,.'‘’dat zy vertoningen zyn van de eene of andere een-s doch vermakelyke en üit het gemeene leeven ge-kandeling, gemeenlyk met eene koddige onikno-Vjj. ’ dock voor ’t overige tegen alle regelen, van eenheid Is plaats,waarfchynlykheid, enz» Deeze handelingnbsp;'lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vervat in een gefchreeven Scenario, gelyk zy

, dat is canevas of plan, waarby alleenlyk de


loop



-ocr page 208-

ïi6 INLEIDING.

fmaak in de muzyknbsp;en het too-mei,

/f/^^w^^«eltaliaanen niet onaanzienlyk is een komediant'^®

welke luft

g«'

zyn, zoo melden zich die geenen,

geweezen word. Dit brengen zy zich zakelyk in’tho®^ ’ offpellen er wel een paar affchriften van achter aan denbsp;men ter wederzyde vart, en fpeelen dan zondernbsp;t'oeftel voor de vuift, elk zyn rol, dien zy na maatenbsp;yders bekwaamheid (en fom'migen hebben hiertoe g^'nbsp;die voor andere natieiv zoo onbegrypelyk als onnavolg'^^^j,nbsp;zyn) met kwinkllagen en geeflige invallen ftoffeeren,nbsp;kanderen gednurig den bal toefmytende,of by gebreknbsp;van met tazzh, dat is groteske en allerbootfieriykfti^nbsp;beerden, vervullen. Onder deeze rollen zyn er tien ofnbsp;bepaalden, waarvan in elk ftuk vier, vyf, of meer te ynbsp;worden gebracht, en die elk door eene byzondere veriA*’^'nbsp;ining of mafchere kenbaar, en uit verfchillende fireekc’’nbsp;fteden van Italien genomen, in derz'elver onderfclieid^^,.

loop van liet (luk afgefchetft en eiken fpeeler zyn rol

Jois fpreeken,(eene navolging van den P(enulus,\m tus, eerlt door Ruzzante ingevoerd) en elk hunnbsp;karakter hebben. Zoo is by voorbeeld Pantalone eei’ ,nbsp;iietiaanfch Koopman (zie il Café T. Lp. 493. /)lt;7,): —nbsp;chino, oudtyds Zanai geheeten (de Sannio der Roinef’^p.nbsp;LVLimi: of volgens zyne kleeding,de Centnncuhissi-'^^'^nbsp;jejus) een knecht van Bergamo, die in zyn naifnbsp;mafco, gelyk de Yeren in de engelfche Hukken,

hlunders en bullszQgt en doedt. Verder-il Dottere

loneefclie artz, ook wel il Narcifmo en Defevedo de

hergo; -Policinello (de Maccus der Atellana)

een lompe, anders een fchelmachtige knecht uit

-Tartaglia een ftamcraar die voor Ambasfadeur

word, of deboodfebappen moet doeni-Beltrti''‘^^'’^fi

K'lilaneefcli Janhenneke;-ilCapitan Spagmiolo,

tm Fuego , isiattamori, of Spavienlb (dc Mik% Cloi'i‘gt;r^^lt;Lt

-ocr page 209-

iiy

^^^chiktheid daartoe hebben, by de opzieners vzn jigemeeat

huis^elke meerendeels van de voornaamfter/®'^'*'^

de muzyk

ade- en het toa-neel,

,iKQtiadrioFol. III. P. II.p. ^ïS.fqq.') eenNapoli-^ chc bekliefnyder, in parole e in gefti braviffimo bravoi fjj ^^hmino een Romeinfcli pzm-sa?AX.iQ'-,—Brigbella eene Fer-koppelaarfter; — Giangurgolo, cn Covicllo twee plug*

Calabrien, enz. allen bloot boertige perfonaadjen gt;

kder

Ven * vrouwen, die de ferieufe rollen vervullen, bene-h\ ^^’^^raldina, Colombina, Spilletta, enz. die voor fervei-dienft-meiden en Confidente's fpeélen. En dit alles

quot;¦yi ¦Cn ¦

heeft. In Napels alleen treft men noch eene ver-iij|^’'^^nheid aan, waarvan ik bydeezegelegenheidnietkan te fpreeken. De lange overheering der Spanjaar-daar de voetllappen van den Spaanfchen fmaak innbsp;toneelfpelen bewaard. De mceften zymiochD-^-^^edie, in den trant van die van Lopc de Vega, Calde-5 enz. Des worden de hoofdrollen gefpeelr door Ko-en Vorltcn met hunne Koninginnen enMinifterszennbsp;^e'ob *vlngtige dat in ’t zelfde (luk altydt gemengd is,nbsp;Zy drie byzondere perfonaadjen, Dianina, Polici-

Vg ^ökel als bywerk dienen, hoewel zy ’t nieefl: tot het .“’aak toebrengen. Weshalven men buiten hun noch innbsp;ftuk de Amoroji of hiamorati moet tekenen, dat is

in’t gemeen van de Italiaanfche klugten werllaan.; vafte troepen zynde het geheel iaardoor,dee-PI9 kermis tot kermis reizen, en dus overal hetzelfde

Fajlidio de Faftidii.'

Om zich van dezelven

khr nbsp;nbsp;nbsp;maken, kan men niet beter doen dan de be-

te leczen, die myn vriend Grosley daarvan ge-heeft; QBdemoires de deux Suedois IIP. 98.) Dia-eene jonge liftige kamermeid: Policinello een Cala-hoer, die op zyn ouden dag noch voor knegt is 'dienen, grotesk gekleed is, en in zyn Napelfch,

H 3 nbsp;nbsp;nbsp;'¦eel

-ocr page 210-

318 INLEIDING.

/f/gemeet}e^delyke familien in elke ftad zyn. Men /maai tnnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bevinden worden zy voor den

/ie muzjk ' nbsp;nbsp;nbsp;^

PB het t»9- nbsp;nbsp;nbsp;®

neel.

wel Calabreefch Napelfch pateh, de vryheid heeft van ’ , te zeggen. De zeldzaainfte rol van allen, die van Don hnnbsp;dio de Faftidii, wierd ten tyde van Giosley volmaaktnbsp;toond door eenfpeeler, met eenen vreeslykenbuik, eenen**^^nbsp;-gen mageren hals, grooten mond, ingevalle kaken,nbsp;neus van anderhalf el lang, en fpille beenen. Hy jj(nbsp;zyn fpaanfch gekleed, met eene zwarte paruik, verd^^^jnbsp;in twee lange krullen of worften, die hem langs denbsp;llingerden van vooren na achteren, en de plaats vervü' .nbsp;die de lengte en naaktheid van zyn hals overlietennbsp;zyn hoofd en fchouders. Alle zaken van eenig gewiê ,,,nbsp;men aan op deeze perfonaadje, die met eene groote df^‘1’,nbsp;heid,vol wyze fpreuken, en in hoogdravende uiidrek''nbsp;gen, altyd zyn oordeel begint met een Con- do-finnbsp;'the, en met eene periode van vier deelen, dienbsp;ten einde brengt, of om dat Policincllo hem onvoorï'*'^ j,nbsp;in de rede valt, of doordien hy zich in zyne eigedenkdnbsp;den verward, en den draad zyner redeneering vetlifi^j^jinbsp;welk geval hy voortgaat met te kaauvten, zonder ê^/inbsp;te maken, doch zijne deftigheid verdubbelende.nbsp;overige altyd eerde Staatsraad, Vader en Man, ond^'’^j|inbsp;hy alle de ongevallen, van den kant van zyne vro'Jquot;^^^lt;nbsp;dochter, waaraan deeze betrekkingen onderhevigzyh’ .jiinbsp;der dat dit alles iets verminderd van zyne vergenoeS“ .jilnbsp;piet zich zelven, zyn vertrouwen in zyne eigenbsp;en doorzicht, en zyne onvermoeide fpraakzaamheid-het zonderlingfte was van dit alles, is dat de geeh^'*^ 0/inbsp;zen rol fpeelde, een eerlyke goudfmit was, dieonbsp;Crosley in zyn winkel bezocht heeft, en dil vom^nbsp;den, even als had hy nooit een fchouwburgnbsp;• eene omftandigheiddie echtst in Italien niet vre^'”

-ocr page 211-

INLEIDING. IIP

de fchouwfpeelen duuren aangenomen. Hun- Algemeens bezolding is zeer maatig, wyl zy meefl: in

neel.

ftad ,e« bet tgj».

^ de meefte fpeelers geen beroep daarvan maken, maar ^'’dyk of kooplieden of ambachtslieden zyn,nbsp;fpL '^^danig dan is de toeftand van deneigentlykenltaliaan-

f-. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..

fchouwburg. De Commedie deW arte, zoo als ik^ze ¦¦eeven heb, blyven de fpeelpop deezer natie, en zul-*

«fch,


. ...

'Clls


Ijj |*®t,zoo als te vreezenis,ncch lang blyven. Eene ver-^ en fmaak die haar zekerlyk weinig eer doedt. En (q* hooger moet men eenen Goldoni fchatten, die allesnbsp;^j,^S®bracht heeft wat in hem was om het waare Blyfpelnbsp;moeten beginnen, onder zyne landgeno-herftellen. Voor hem hadden de Marquis Maffèiennbsp;Vj hetzelfde reeds getracht uittewerken. De Meropenbsp;eerden is door geheel Europa bekend. In Ualiennbsp;luiden van fmaak insgelyks noch zyne CewOT»/e,be-

de Ulifc van Lazzarini, en eenigen andere ftuk-ora van die van Gravina niet te fpreeken, wien het is, als d’Aubigny in Frankryk. Doch allen zyn zynbsp;^ Van den fchouwburg verdweenen, of vertoond mennbsp;^u’dan koomt er niemand, zoo min als by de goede over-Y ''igen die men gemaakt heeft van Moiiere, Racine,nbsp;li^'*®lre, enz. Was er iemand in daar geweed den Ita-fchouwburg le herdeden, het was Goldoni. Vannbsp;Wezentlykgrooten man, dien een oppervlakkigkundige

gaan

en

Italiaan, Baretti, in een twid'fchrift ’t welk men tjQ ^eeft kunnen vinden te verraaien en onzen landgenosnbsp;Cql °0r een bericht van Italien ia de hand te doppen,zoonbsp;l'kei geladerd heeft, wacht ik om breeder by hetar-bj.. Venetien te fpreeken. Zyne dukken hebben in’tnbsp;ijg ® '’et opzien gemaakt en den loop gehad, dienzyver-liijg • ja was hy het üachtoffer niet geworden van eenenbsp;kabale en iiayver, wie weet wat gebeurd ware. O”*

H 4 nbsp;nbsp;nbsp;‘Je’quot;*

-ocr page 212-

Ï2P INLEIDING.

Aimneene^quot;^^, waarin zy fpeelen gezeten zyn, en een fmaak tn jigndwerK daar by dry ven. Veele Ibeelenblö'^

ci£ jHuzyk £p het toa-^nbsp;neel.

, nbsp;nbsp;nbsp;jdertiiflchen moet men bekennen, dat het ten deele g^n ^

anderen en blyvende oorzaaken zyn, die de Iraliaaneii der tot hunnen ouden fmaak en klugten hebben doennbsp;vallen,eii waarfchynlyk noch lang by denzelven zullen^'nbsp;houden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Hiertoe behoort grotendeels, voor eerft, wat ik in beginne van het karakter der natie gezegd heb, endei'.^nbsp;hunner verraaaken. Hetzelve is in kracht waar van

jif

grooten hoop, en moet zelfs uitgeflrekc worden tot luiden van het eerde aanzien, byzonder te Kapels ennbsp;netien. Zyn er onder deezen, die verhevener denkennbsp;gaarne met Zaïre en Mcrope fchreien, of by Moliere’»*'^nbsp;ner boert lagchen zouden wnllen,hun getal is te klein:nbsp;alleen den fchouwburg te doen bedaan , of der menigtlt;^nbsp;toon te geeven, 2) Men beeft noch te weinignbsp;ftukken. Die van Goldoni zyn niet allen van dezf^*^quot;nbsp;yvaardy; en buitgn die heeft uien geen tien majitigenbsp;ken, en weinige overzettingen. 3) De fpcclers heh^“jnbsp;geen denkbeeld van hunne knnd met betrekking tot de^‘*'nbsp;rollen. Enmenbegrypt wat er toehqoren zoude, om vaönbsp;ücinello eenen k irlt;itfi.,van Brighel!aeeneM/«nbsp;van Don Fadidlp eenen Glt;zmV/f te maken. 4)Altydgcquot;nbsp;uit het hoofd te fpeelen, kunnen zy zich onmogelf*^^(,1nbsp;het van buiten Ipren, of uityoeren eeper woordeiy^''® jnbsp;fchikken, 5) De laagheid hunner rollen maakt jj,nbsp;voor hunne perfoonen van een yder veracht zyn ’ J,nbsp;geene ordentelyke huizen,gelyk in Frankrj’kenÉngel*^'’j{nbsp;toegang hebben, en dus buiten de mogelykheid zynnbsp;vereifchte houding en denkenswyzc voor verhevene^nbsp;te verkrygen. Voeg hier by dat, gelyk ik gezegdnbsp;gen? in Iialien vade toneelfpeelen in dezelfde piae?*

-ocr page 213-

INLEIDING. lai

uit liefhebbery, en ftaan voor ’t overige als Algmeem ^üiden van goede zeden bekend ;het publyk

b,

alzoo des te meer verpligting, als zy hunne en het tolt;h ***enten tot deszelfs vergenoeging aanleggen. Voornbsp;jaaren waren de drie voornaam fte fpeelersnbsp;‘^en fchouwburg teFlorencen een Juwelier, zy-Vrouw, en zyn winkelknegt. Hy zelf was innbsp;neering een ernftig man; maar op den fchouw-^'^’¦gjwaar hy de rollen van Harlequin enbedien-fpeelde, de grappigtle fnaak die men zich vet-®®lden kan.

'quot;eel

^^et het van buiten leeren geeven zy zich niet ^ uioeite, de infteeker moet er hen onophou-op helpen. De noodige klederen vinden zy^nbsp;den fchouwburg. De voorftanders bekomme-zich verder nergens met hun, dan datze hen

ter

jaar door gehouden worden, benev;ens de geringe in-^°^llen der fpeelers waardoor dan ook de meeften een an-W5; nbsp;nbsp;nbsp;aan de hand hebben; en dan boven alles de

fcliQy^'^*' quot;iet zal verwonderen over den ftaat waarin de if. /^''^org in italien zich bevind. (Vergelyk het Café

aanmoediging, die of luiden van geeft ondervin-goede ftukken te vervaardigen, (vergel. Riccoboni fur les diferens Theattes de tEurope p, 27.) ofnbsp;de p om dezelven te waagen, doordien voor als nochnbsp;van het gemeen geheel hier van afleidt; en mynbsp;'Hennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;alle deeze redenen te zamen neemt, dat

¦f/.

407. /??.)

-ocr page 214-

122 I N L E I D I N G.

T

jigemcene^^'^ beftemder tyd hun onderhoud toetellen.

jrnaak in gemeen fpeelen de meeften hunne rollen met

de muzyk ® nbsp;nbsp;nbsp;^

tn het nbsp;nbsp;nbsp;, aandoening, en overeenkomllig de

heid der zaake; alleen moeten zy by het blj^P^ blyven, en zich niet tot het treurfpel willennbsp;heffen: zeer zelden vindt men een tooneelfp®®quot;nbsp;Ier in Italien, welke daartoe de behoorlyke ^nbsp;kwaamheid bezit. De fmaak in fchouwfpelef' ^nbsp;zoo fterk en algemeen, dat er geen ftad innbsp;is, waar niet in den winter op een of meer fcho'^'^nbsp;burgen gefpeeld wordt. Geduurende het kar'’^nbsp;val te Venetien zyn in deeze ftad alleen vyfnbsp;fchouwburgen open, en alle avonden, de gani^^,^nbsp;week door met aanfchouwers vervuld: de eei’nbsp;voor de groote ernftige opera, de ander voornbsp;komifche opera beftemd; en in drie of vier

den blyfpelen vertoond. In het jaar 1761. men te Florencen en de oml'ggende plaatzen


dan twintig fchouwburgen. Offchoon de fpelers, niet gelyk ten tyde van Thespisnbsp;op karren herom togen, zoo hadden toch bd*’nbsp;vercieringen, hunne fchouwburgen, ennbsp;ftukken veel overeenkomft met die ruwenbsp;in welke de toonneelkunft nog in haare es*

kindsheid was.

Te Romen mogen geene vrouwsperzoonen

-ocr page 215-

INLEIDING. 123

l^^ouwburg betreden, (*) het welk in de blyfpe- Algemetnt dikwils eene zeer belachelyke uitwerking doetnbsp;verbeelde zich b. v. een fpeler met eenzwar-e» het ton.nbsp;baard, en grove ftem by de rol van Pamela”^^^*nbsp;bet blyfpel van Goldoni. Er mag nog zoo veelnbsp;''«^and' en aandoening heerfchen, zyhe geheelenbsp;^^'^aante,en de toon der ftem blyft dogtenuiter-aanftootclyk by eene zoo tedere rol. Met denbsp;^^theedenen, welke de vrouwelyke rol in de ope-'^itvoeren, is het anders gelegen. Hunne ge-en ftem is zoo gefteld, dat men het onder-j^'^beid niet zeer bemerkt, en de waarfchynlykheidnbsp;^ gevolg niet gekrenkt wordt.

sren voet reift, is op de meefte plaatzen daar-genoodzaakt, uitgezonderd te Turin. Dan g^^^ swaar alles zeer ordenlyk en zonder pragtin-'St is, kan men met dezelfde welvoeglykheidnbsp;' bak als in een loge gaan. Zeer dikwils zietnbsp;b de voornaamfte van het hof naaftdengeringr

ften

Dit gebruik door Innocentius XI,ingefteld,isdaof tfgeiiwoordigea Paus afgefchaft.

de fchouwfpelen^bezoeken wil, moet zich j ^^et een briefje voor den Bak, dat ongemeennbsp;van prys is, vergenoegen, of eene loge nee-waaraan meer koften vaft zyn. Wie op een

tOg

-ocr page 216-

124 INLEIDING.

ften burger zitten. Nadere berigten van elke zullen op hun plaats voorkomen.

Algcmeene Men kan zich uit het tot hier toe gezegde tingm o- algemeen begrip van de zeden der Italiaanen

De byzondere aanmerkingen van elke ^ en de gebruiken, waar door zy zich van ande^^**nbsp;onderfcheidt, moeten op hun plaats gezogtnbsp;den. Onder even deeze afdeelingen vindtnbsp;ook de narigten van den toeftand des handels»nbsp;fabrieken en handteeringen, waaruit te gelyknbsp;ken zal, dat de Italiaanen in deeze ftukken niet^'nbsp;iialaatig en koel zyn, als men hen gemeenlyl^nbsp;lafte legt.

Het fchoone vrugtbaare land, het karakter ^ Inwooners, ’t welk veel overeenkomft met hü'’,nbsp;weeke lugtftreek heeft; de menigte dernbsp;zen in alle lieden, alwaar oude luiden, kind^^^^^nbsp;en kranken, en wien een onverwagt ongevalnbsp;komt, een zekere toevlugt vinden ;(*) de

Ik wenfchte dat men de Godshuizen niet onder de oorzaken van het verval van Italien.nbsp;deeze natie meer eer, dan de voortrefFelyke inrichti”^ e(nbsp;zer geftichten, en in veele landen zou men welnbsp;e^n voorbegld na te neemen. Komen er misbruikc'^ ^

’t is voor de rekening van die welken ze er van zy liaan in geene evenredigheid met het ongeme^’^ ® .jnbsp;nut, dat er uit voortvloeit. By het artikel van R'Ul^nbsp;hier van n^eer gelegd worden.

-ocr page 217-

INLEIDING. ï25

‘''I niet te fpaaren, maar luy den dag vöottte- Aigeineené alle deeze oorzaaken brengen buiten te-

gj.p nbsp;nbsp;nbsp;®nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kingen a-

quot;ipraak te weeg, dat de Italiaanen niet zo on-®egt;-^i'drooten in hun bezigheden zyn, en met zulk^*'^^”^^* ''lyt niet zoeken iets voor zich opteleggen,

, ’§heid niet. Hy gelooft zeer veel voor zyne ^fen gedaan te hebben, wanneer hy ze groot-

^ de handwerkers en koopluiden in andere lan-’’jalwaar men zich van veele dingen onthoudt, jets overtewinnen, zyne kinderen beter te voe-» en hen met den tyd een goed uitzet te gee-Een regt Italiaan denkt anders. Hy zoektnbsp;'tegenwoordige te genieten, en is voor het toe-_^°'^ende onbezorgd; hy kent deeze foortvaneer-

^®aiaakt, of ten miriften zoo ver^^ebragt heeft,

lt;1;

'¦ 2y zich weder kunnen voorthelpèn; Eenezoo-ige wyze van denken heeft maar in zulk een plaats, alwaar men ftaat kan maaken op eennbsp;^'^^vlugt van bovengemelde foort, en waar eenenbsp;altoos gelyke overvloed van leevensmiddeleiinbsp;Edog openbaart zich eens een gebrek,

, '^^graapoogft,of zyn andere gewasfen minover-J^^dig, zoo kan men zich ook geen ellendiger Verbeelden, dan de Italiaanen; de godshui-telken *dan niet toe tot onderhoud van zoo grootnbsp;gedeelte der natje; niemand heeft voor voorraad

-ocr page 218-

laÖ INLEIDING.

'Aigefiieenemdi gezorgd, eti de minften hebben zoo veeloV®' TingeTo-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zy zich dezelven verfchafFen kunnen:

ver volglyk geraaken zy dik wils in de fchriklykfte lende waarin honger en armoede den menfcbnbsp;mer ftorten kunnen, offchoon zy in eennbsp;•woonen, waar zy by een geringe zorge voornbsp;toekomende, in een beftendigen overvloed Ko”'nbsp;den leeven. Al wie het koningryk Napelsnbsp;den oogft ziet, ftaat over deszelfs buitengewoo*’^nbsp;vrugtbaarheid, en gezagenden toeftand verft^^*^'nbsp;het dunkt hem onbegrypelyk, dat het mogelyl'^^nbsp;by zulk een overvloed, in het uiterfte gebrek'^®nbsp;geraaken, het welk dikwils een groot deel der 3*'nbsp;men het leeven koft. Men heeft daarvan innbsp;jaare 1749. de treurige ondervinding gehad.

Noodzaa- nbsp;nbsp;nbsp;ïs allezins noodig, de taal van het la:’‘^’

Mykheid (j^t men bezoekcn wil, de grondregelen , van de Ita-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ^4

liaanfche deii aart deszelven te kennen, anders zal

dikwils in verlegenheid geraaken. By duiz^''

voorvallen heeft men met den gemeenen ^

doen, die geene andere dan zyne moederfp*^^

verftaat. Men geniet het vergenoegen van

ommegang, welke ontallyke middelen van

v-ab

c»'

rigting verfchaft, maar ten halven, en isg*:'^^^

tot den ommegang zyner landsluiden bepaald» welken men niet veel leeren kan. In pla*!*^®


-ocr page 219-

127

INLEIDING.

reiziger in de openbaare gezelfchappen, waar NoodzaiA-hy gebragt wordt, een aangenaam tydverdryfJ^^J^f^

Kortom by gelykt een ftandbeeld dat

zoude, ftaat hy daar verhaten, als een doO'/«.««»/f^ö een ftorame; hy hoort een ydel geluidnbsp;niet in ftaat, aan de nuttige gefprekken deelnbsp;^ ’’fiemen.

een uurwerk bewogen, en alleen op zekere ^Senieene tekenen of vraagen antwoord kan gee-

® dezelve fpreeken. Maar de meelle Italiaanen ^^^en by het leeren van dezelve meer in het oog

^^elen rekenen op het Franfch, als eene taal de mode, met welke men zich door de gan-® vvaereld behelpen kan: zy hebben ook nietnbsp;®«1 ongelyk, wyl men overal luiden aantreft,

lift

I^ranfche boeken te leezen: zy bedienen zich van die taal in noodzaakelykheid met vreem-

- en laaten het gemeenlyk met de gewoone ]j '^^tsplegingen afloopen. Zy fpreeken allen veelnbsp;hunne moedertaal, voornamelyk zoo dra hetnbsp;aankomt, zich wat omftandiger in gefpreknbsp;fpnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dit is ook zeer natuurlyk, wyl de

§ev nbsp;nbsp;nbsp;daarin veel eigener zyn, en zy

k ^^§^yk hunne gedagten korter en duidelyker 'Uitdrukken. Het is een foort van hoflyk-» of veel meer cene fchuldige pligt, de taal

der


-ocr page 220-

N G;

modzaa-^^'^ naden die men bezoekt, te leeren, om des^® keiykheidnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemakkelyker met hen omtegaan, efinbsp;liaanfche hunne vetkeering zoo wel nut, als vergenoeg'^

taalteke-^ ^ ,,

te trekken.

Men ziet het gemeenlyk als iets gemakkeiJ'''* aan, de Italiaanfche taal gezwind te leeren,nbsp;eerft wyl zy met de Latynfche veel overeenko'”nbsp;heeft, en van dezelve afftamf.endan wyl zy’’^^nbsp;ftomme lettergreepen, die niet uitgefprookennbsp;den, als de Franfche heeft, nog zulke opee!’^'nbsp;ftapelde medeklinkers, als de Noordfche taak’’nbsp;dog wanneer men fpreeken hoort en zelfsnbsp;ken wil, vindt men veele zwaarigheden: denbsp;fpraak hapert, en men heeft moeite om voof’’nbsp;komen.

Men moet ten dien einde eenige maanden de’ reize zich met allen ernft op de taal toeleg^f!nbsp;en zich om eene regte uitfpraak bevlytigen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,

men den inwoqneren verftaanbaar worde. ven de regelen die men in aanzien der uitip*^^!^nbsp;in de gewoone fpraakkunften aantreft, help^nbsp;zeer veel, luiden die zuiver fpreeken,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

hooren, vooral wanneer men hun eens ten verdaan kan. De uitfpraak der fpelers opnbsp;fchouwburg is van groot nut, vooral wanneer*”.nbsp;bet ftuk, dat gefpeeld wordt er by naleeft*

,!iJ'

-ocr page 221-

ï N L E I D I N Gi i2p

geraakt men in korten tyd verder, het onderrigt der bekwaamfte taalmees- kei^kheid

t

ter;


'S nbsp;nbsp;nbsp;~nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van delta-

taal te kt' tem

. men moet tevooren de grondregelen éttuaanfche yaft hebben.

. het fpoedig aanleeren der taal, kan hetop-I ^zaam leezen der-blijfpelen van Goldoni veel wyl zy in den ftyl der gewoone omme-gefchreeven zyn, en door de groote ver-. ^''^eiiheid van ftoffen, omtrend alles, wat in hetnbsp;h^^ene leeven voorkomt, ondefrigting geeven.

'S^K.

Ij 'aanfch overgezet, en kunnen degeenen, dia /^^tanfch verftaan,hetleeren van hetItaliaanfehnbsp;eene vlytige vergelyking tegen elkanderen,nbsp;'^erligten. Zy fchynen meer tot dit einde

^ menigte Franfche fchriften, b. v. de Tela-en de Peruviaanfehe brieven, zyn in het

gezet te zyn, dan om de Italiaanen met de


¦Ite fchoonheden, en de fyne fchryfwyze der ^Ptonkelyke fchriften te doen bekend worden»nbsp;menigerleie tongvallen in Italien maaken ee-^^''teemdeling dikvvils veel moeite, hoewel veelnbsp;anderen te verllaan, dan om zich by denbsp;verftaanbaar te maaken: dan de gemee*nbsp;lia verftaat doorgaans het goed zuiver Ita*'nbsp;-Wie eenmaal de taal naar haare regelen jnbsp;uitfpraak ter degen vaft heeft, zal zichnbsp;Inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dee-

-ocr page 222-

ISO INLEIDING.

veranderingen ligtelyk eigen maaken. lo geheelen Kerkelyken ftaat, en in hetToscaai'^^'''nbsp;liaanfcbe wordt Zuiver gefproken; alleen heeft de Flo'^^''^.nbsp;rm. tynfche uitfpraak door den gorgel iets onaa*’^^lnbsp;naams. In het grootfte gedeelte van Lombardy'nbsp;fpreekt de gemeene man een wonderlyk ennbsp;de landstaal geheel afvvykend mengelmoes; e*’ :nbsp;zyn veele luiden op het land, die het zuivefnbsp;liaanfch even zoo weinig als het Franfch verft^’^;nbsp;Wie iets van hun vraagen wil, heeft veelnbsp;om zich by hun verftaanbaar te maaken. Jnbsp;dat moeten dezulken zyn, die nimmer uitnbsp;’ dorp kwamen. Dan anders verftaan alle denbsp;mers in de kleine fteden, of die maar eenigenbsp;teering dryven, zelfs die van Bergamo, hetnbsp;Italiaanfch, en weeten zich tamelyk goednbsp;drukken, of ten minften aan anderen te doen''^nbsp;ftaan. Te Venetien fpreeken niet alleen denbsp;ne luiden, maar ook al de Adel in de raadsv^''^nbsp;deringen eene byzondere tongval, die zeer ^nbsp;wendingen heeft, en wanneer men ze een'^^'jnbsp;verftaat,aangenaam klinkt. Men kan zichnbsp;uit het blyfpel van Goldoni,? RuJ^eghinbsp;heel in den Venetiaanfchen dialeél gefchreve'^nbsp;een begrip daarvan maaken: en men zal vvelquot;^nbsp;hetzelve met een geboren Venetiaan te le^^^

-ocr page 223-

131


^ het overige is dit eene bezigheid meer tot Noorkité-^®J§enoegen, dan dat zy noodig is, wyl het taliaanfch allemaal de befchaafde en geleerdenbsp;beneden blyft. Het gepeupel te Napels is


en onbefchaafd, en dit heeft ook invloed op ^^^^°^Sval; intusfchen wendt men zich dog ligtet


dan aan de taal in Lombardyen. Ik zeg '^an het Genueefch; dit klinkt zoo barbaarfchnbsp;^^antwoordt zoo weinig der genome moeite ^nbsp;^ ^'einand ligtelyk eenigen vlyt daartoe zal aan-

, die zich niet lang aldaar denkt opte-quot;«len.

Vee-

Qndertvisfelien heeft elk deezer patois, byzondef 5iggi^^’’®fiaanrche eu Bergamafco, verfcheiden naiven en zeernbsp;''ttj^^^‘’%en uitdrukkingen, die hen eigen zyn , eii zeernbsp;''en waarom men ze ook in de klugten, gelyk bö-v?^]nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is, behoudt. Uit de Hukken van Goidoni is

dej de twee voornoemden byzonder,te leeren. An-


^Ctë nbsp;nbsp;nbsp;en Ariofto in verfcheidepatois, onder aU'

Napelfche, ja Homerus zelfs in het plat Venetl Ver,nbsp;ti


¦nia„°''^rgezet.


Voor het Florentynfche heeft men dé


een


Tantia, een klugtfpel vail M. Angelo Buonflró-


'* '^an den grooten Michel Ange, benevens het Pi

* Gn - nbsp;nbsp;nbsp;-----» ..............

Het Genueefche al-


, e„ racquiftato, een komifch heldendicht van Lip-ij, danige andere dichtdukken.


Ner”d*'^'’ nbsp;nbsp;nbsp;van allen,en zoo weinig bekend,Zelfs

met, panueefchen Adel, als by ons het Boerén-friefcb.


Marquis Spinola, die het fedelyk


s verzekerd dat er niet min naive uitdrukkingen

I a nbsp;nbsp;nbsp;ea



-ocr page 224-

132

inleiding.

Noodzaa- Veelen ftaan in den verkeerden waan, dat val^defta-^^ het groot Hertogdom en voornaamlyk tenbsp;liaanfche het zuiverft Italiaanfch fpreekt. Dit komtnbsp;taai^ daarvandaan ,wyl het genootfchap della

eertyds zoo veel tot zuivering der taal heeft gebragt. (*) Daarvandaan is ook dat bek®^nbsp;fpreekwoord , favella Tofcana in boccanbsp;oorfpronkelyk, wyl men geloofde, dat het

hy heeft er iny zelfs verfcbeide Haaltjes van genoeW my meeft ontfchooten zyn, doch in de daadaardi;

cn fpreekwyzen In zyn, als In de andere tongvanlt;^'’’|{

........

cr \V


onder anderen een fcheldwoord ,pfotuto of fpotutto, overeeiikoomt met het franfche fils de p — n, dochsl®nbsp;verkorting voor flo d’un po' di tuttig in zynenbsp;kwaad is.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A

(*) Liever daarvan, dat de Crusca en de Florei'^^jii altoos beweerd hebben, en nog beweeren, dat 7gt;ynbsp;in het bezit van het vt^aar eii zuiver Italiaanfchnbsp;aanmatiging, die men in andere gedeeltens van Itai'‘^'*^jnbsp;is van hen toe te geven: zoo dat veelen al vroeg ®nbsp;bejagen van Fiorentinismi den fpot gedreeven hebh^'’'nbsp;prees men Berni, perch'e

Non offends gli orecchi della gente

Colle lafcivie del parlar Tofcano ;

En deeze zelfs, van Arifioteles fprekende,zegtfi tot zyn lof, che non afetta il favellar Tofcano, i*nbsp;Ie cofe fite femplicemente, nè fa proemi inetti etc

pc

Ac '

daad, het afgodifch werk, ’t welk de Crusca van ° rentynfche taalfoort gemaakt heeft, kon nietnbsp;deeze uitwerking te doen. Nullutn genus Inifuicota^^^nbsp;laiidaloribus, zegt Tacitus, en ’t is ook hier vraar*

-ocr page 225-

losca.


'iit,


inleiding.


IS3


of Italiaanfch te Romen het beft werdt


^^^Proken. Heden ten dage wordt het buiten


gt;nrr

P'aak in deeze hoofdftad van Italien niet al-


beft uitgefproken, maar is daar ook het en cierlykft. Hoe nader men der Room.nbsp;in uitfpraak komt, hoe meer men zich


He


^ vlev,


'«en

yen de volmaaktheid van het Italiaanfch te hebben.

kennis der gangbaare munten van een land Cai^gl’aare


^' teiziger ten uiterften noodig. Men leert ze *'* het gebruik, en ’t vordert niet veel hoofd-tjjj De Franfche zilvere en goude muntennbsp;het bovenfte deel van Italien taraelyk be- ,nbsp;doch onbekwaam tot de dagelykfche uit-'^^^rentegen de munten van andere uitheem-ïl^Q^'^'^den in het geheel niet. Men moet zichnbsp;muntfoorten voorzien, die doorgaansnbsp;«kenden vaftgeftelden prys hebben: daartoenbsp;He^ het midden-deel van Italien de Florentyn-knbsp;nbsp;nbsp;nbsp;of ducaaten,de beften. Men ontvangt-

5 en derzelver waarde is altoos bepaald.

Ha. quot;^^^tdyen kan men ze ook wel gebruiken,

str'

'*0q De Pauslyke Zechinen gelden ook wel


' enetiaanfchen zyn daar nog beter en voor-


H ö nbsp;nbsp;nbsp;verliezen iets, en men doet

^«Volgiyk fchade j zoo men ze buiten het Paus-


lyk


-ocr page 226-

Ï34

INLEIDING.

Gangbaarel'j'^ gebied inedeneemt. De waarde der


Yiaiien *”chinen is voor vreemden in aanzien der

van hun eigen land verfcheiden, verandering der wisfelcours afhangt,nbsp;doen zy vyf guldens of een dukaat.

De lire zyn zeer ongelyk van waardy, eo ^ der gedeelte van Lombardyen verfchillende*nbsp;in Venetien geit de lira of het pond ongeve^^^;nbsp;ftuivers Hollandfch, in Parma maar halfzoo''^jnbsp;in Milaan en Genua orotrend agt ftuivers-Romen wordt naar Scudis, Fao/is en

het welk v®’’

Gemee

gerekend. Een Scudo is een halve zechin lyk een Hollandfche ryksdaalder, en hoult;^'’ ^nbsp;Pflo/j,diemet onze zefthalven overeenkoin2*’'|^,nbsp;ieder Paolo tien Bajocchi. In het Napelfc^^ynbsp;dient men zich van Carlineriy waarvan vie'^nbsp;Paoli uitmaaken. Eene Carline bedraagtnbsp;vier ftuivers. Men leert deeze verandering^'’^j()nbsp;en wordt voorzigtig in het handelen, wanne^^^jjinbsp;een paar keeren met fchade geleerd heeft .nbsp;goed hulpmiddel, om de kleinen, tot denbsp;fche viitgaaven noodige munten ras te leere’’nbsp;nen, is zich aanftonds by zyne aankom^ Jnbsp;groote Stad voor een zechino alle gangbar’'®nbsp;foorten te laaten brengen , om de onder*nbsp;punten eh derzelver waardy zich eige pi'

-ocr page 227-

535

INLEIDING.

Milaan zyn alle filveren munten van half Eu-g^ngbaar: inzonderheid de Franfche heele

Men moet zich zoo veel mogelyk wagten,Glt;ï«^tof« Veel kleine munten uit den eenen ftaat in dennbsp;^ ^eren te neemen, alwaar zy dikwils veel min-f? geheel niets gelden, uitgenomen de Room-oiGiuUs, welken overal in geheel Italiennbsp;''yf ftuivers, naar de waarde der gangbaarenbsp;Y ^^^oorten in eiken ftaat, aangenomen worden,

¦lp i\,..

w ^ gemeen is de bekwaamfte en voordeeligfte Vq ^ reizen, niet veel baar geld met zich tenbsp;maar in elke groote Stad waar men zich ^

’¦yd lang denkt optehouden, een credietbrief bankier te hebben , waar door men,nbsp;dikwils, en zoo veel als men noodig heeft,

^ tyde kan opneemen. Het koft wel altoos ineer, nadien men den bankier zyne koftennbsp;Ijj ^’^ovifien vergoeden moet, maar deeze wegnbsp;^och altoos de zekerfte. Q

tolbiiizsK^

op verfcheide wyzen door Italien rei^ iFegen, Met de poft zal men het meeft voortfpoe- •

verfcheiden in Italien gebruiklyke quot;'ii bekend maaken, kan ziek het werk van Chri-gt; 1'r^ttato delk mifure iognigenere, Brescia

I 4

-ocr page 228-

136 INLEIDING.

fFegen, den \ maar zy heeft ook haare zwaarigheden gt; rytuigm,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sardinifche, Milaaneefche en Venetw^”

iolbmzen, nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

fche ongemeen hoog, ja wel driemaal zoo als in Vrankryk. In het Florentynfche, den

kelyken ftaat, en het Napelfche daarentegen veel beter koop5 men wordt wel bedient, ennbsp;overal waar het de fteenagtige wegen ennbsp;toelaaten, fnel voort. De wegen in Lombard^ ^


zyn effen en goed, vooral wanneer geen ^

water den vetten bodem, die zich aan veelep'^^^^

zen bevindt, doorweekt heeft. ¦ Dit vrugt'^^j

hnd heeft weinig veranderingen, en een rei^'»

° nbsp;nbsp;nbsp;®nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ac/'

vindt zelden iets Merkwaardigs, om zich ont* ^

wege optehouden. Uit dien hoofde zou het^'^^

zyn , de poft te neeraen, indien zy niet,

gezegd is, te koftbaar was. Die nog geene Sedie.heeft, het welk eene kap-chaife isop’’’


döS

wielen, waarin twee perzoonen zitten, eo

twee groote koffers opgepakt kunnen worden

het beft Lombardyen met de zoogenaamde

rini, of voerluiden, die bekwaame Sedienh^^^^^’ doortereizen, te. Bologne eene eigene tenbsp;en daarna poftpaarden te neemen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jg

Wie de koffen fchroomt, komt overal yettmim bekwaamlyk, maar min fpoedignbsp;welk in de bcrgagtige oorden met depo^^,^j

-ocr page 229-

INLEIDING. 137

^liet anders zyn kan. Een wagen met vier rade- it^egen^ te voeren is den reizenden kwalyk aanteraa-'^fquot;'?^”»nbsp;, wyl het werklyk met gevaar verknogt is. Denbsp;^^ftillions weeten dezelven niet goed te regeeren,nbsp;zy ze in ’t geheel niet gewoon zyn, en wylnbsp;in de enge wegen, en fmalle bogten, van Bo-^tie naar Florencen en Venetien, van Florencennbsp;Romen, van Romen naar Napels of Lorettenbsp;Zoo voorts, dikwils niet wel zwenken kan. Daar-®*^boven op den ftraatweg over het Appennynfchenbsp;gebergte, op den ouden Appifchen weg van Romennbsp;Napels, treft een opmerkend reiziger, om zoonbsp;Qgt;reeken by eiken voetftap iets merkwaardigsnbsp;dan fchoone fchilderagtige landftreeken, dannbsp;^Onderlinge verfchynfelen der natuur en gewas-^®n, dan aanzienlyke oude puinhoopen, gedenktekenen, en welke dergelyke merkwaardighedennbsp;t^eer zyn, waarop men niet zoo naauwkeurig agtnbsp;, wanneer men met de poft gezwind voorbynbsp;tydt.

deeze aanmerkingen fchynt het niet alleen ^in koftbaarfte en bekwaamfte maar ook denbsp;wyze van reizen te zyn, voerluiden ofnbsp;'^^iturini te neemen, met welken men de reize naarnbsp;'^^^gevallen kan inrigten, en die tyd geeven, omnbsp;^tlderwege alle merkwaardigheden te bezien, wyl

I 5 nbsp;nbsp;nbsp;zj?

-ocr page 230-

INLEIDING.

Jftgerty zy des daags omtrend maar dertig Italiaanfche mV'

^uhen nbsp;nbsp;nbsp;Men treft dergelyke voet'

tuigen in alle groote fteden aan. Gemeenlyk zyn l’®’’ bekwaame fedien met een paar fterke paardennbsp;muilezelen befpannen, die men omtrend drie hot*'nbsp;dert ponden vragt hoofd voor hoofd toereken^’nbsp;De gewoone prys is dagelyks voor ieder perzooi^nbsp;een ducaat: doch hoe verder de weg is, die m®'’nbsp;denkt te neeraen, hoe beter koop de voerluid^*’nbsp;zyn, vooral wanneer men van eene grootenbsp;naar eene andere reift, alwaar zy altyd zeker zV'*nbsp;by de terugreize weder vragt aan te zullen treffe*’’nbsp;Die voorneemens is naar Italien te reizen vin*^*'nbsp;te Lyons of Geneve dergelyke voerluiden, welks’’nbsp;iemant, wanneer men het begeert, tot aannbsp;uiterfte eind van Napels brengen zullen. Opds”nbsp;weg van beide gemelde fteden tot aan Turin,nbsp;men onder het voerloon niet alleen alle weg- bruê'nbsp;paffagie-geld , en dergelyke kleinigheden,nbsp;voornaamelyk den overgang over den bergnbsp;bedingen, wyl men anders by deeze gelegenhs’*^nbsp;op eene verbaazende wyzeovereifcht wordt.nbsp;doet het beft, hen ook voor de betaaling van h®*'nbsp;eeten , en het flaapen te laaten zorgen; de rei^*'nbsp;gcr befpaart gewis twee derde deelen, en

toch, wanneer hy zelf betaalt, met even ellendiê®

bed-

-ocr page 231-

INLEIDING.

bedden zich behelpen , en dezelfde flegte fpys ffegem

''Oor lief neemen. Wie op deeze wyze alles

^ nbsp;nbsp;nbsp;tolhmzen,t

'^®oinaal bedingt, kan de kollen der ganfche reize

Lyons op Geneve tot aan Turin, waarmede ,

zes of zeven dagen doorbrengt, met vyftien

zestien dukaten goedmaaken. De voerluiden uit

^•stnont worden voor de bellen gehouden, hun

%üig is gemeenlyk goed, en wyl zy van de jeugd

leeren in de vreefelykfte gebergten heromtery-

*^^0, kan men zich daarop verlaaten, dat zy ze-

*^®r, behoedzaam, en als het noodig is Hout zyn

het ryden.

Over de tollen is in verfcheide Italiaanfche llaa-een fcherp toezigt. In het Piemonteefche wordt met alle naeuwkeurigheid onderzogt, Wienbsp;''^n Geneve komt, zyn reisgoed wordt, zoo dranbsp;over de Arve, een half uur van de Had , geko-’ï'en is, aan het eerfte Savoyfche tolhuis verze-S^ld, en eerll te Novalefe aan geene zydc vannbsp;berg Cenis doorzogt. Maar komt men vannbsp;^^’'^ns, zoo is Novalefe het eerlle tolhuis ennbsp;doet het beft zyne goederen .daar te laatennbsp;''erzegeien, wyl men anders in Turin dog ander-*''aal gevifiteerd wordt, By het inkomen in het Mi-

^eefche moeten de reizigers zich op nieuws aan


onderzoeken hunner goederen onderwerpen, en

zy

-ocr page 232-

140

Wégen,

ryuigen,

taibuizen.

zy doen wel zich een bewys aan het eerfte huis te laaten geeven, om daardoor in de poot*nbsp;van Milaan vry te zyn.

Te Romen moet men zich wagten verdagte of verbodene boeken in zyn koffer te hebben,nbsp;zy teruggehouden, van een geeftelyken doorzieO gt;nbsp;en zoo zy niet regtzinnig zyn, niet wedergegeo*nbsp;ven worden. Even weinig mag men nieuw onoFnbsp;gemaakt goed, ook zelfs niet tot zyn eigen g®'nbsp;bruik,met zich voeren. In Napels zyn de tolhiH'nbsp;zen zeer laftig: het eerfte is te Mola by Gaetanbsp;het andere by Capo di China,anderhalve mylva*’nbsp;Napels. De opzieners zyn zeer geftreng, en fa*'nbsp;ten niet de geringfte voorraad van tabak, of nie**'nbsp;we waaren door. Op de terugreize wordt andet'nbsp;maal eene zulke naauwkeurige onderzoeking g®'nbsp;daan, wanneer men geen pas van den Minified'nbsp;die over het Koop-wezen gefield is, kan vertooneO*nbsp;Doch men verkrygt die ligtelyk door voorfpra*'^nbsp;van den Gezant van zyn Hof.

Te Venetien , Florencen, Genua, Parroa Modena komt men met eene verklaaring vry,nbsp;men niets dat verboden is by zich voert, en g®®'nbsp;nen handel dryft. Deeze verzekering, ennbsp;klein gefchenk aan de oppasferen en tolbediends'’nbsp;bevrydt den reiziger van alle verdrietelyke

bo^

-ocr page 233-

INLEIDING. Ï4I

*^^üding. Maakt er een onnoodige zvvaarigbe- jVegerii zoo behoeft men alleen te zeggen, datnbsp;in het tolhuis wil ryden; zoo zal hy zich,nbsp;vreeze van zyn drinkgeld te verliezen, ras' tenbsp;houden, en op zyn recht van doorzoekennbsp;Verder aandringen.

Het is niet alleen aangenaam, maar ook wegens ^tidere redenen goed, met reizigers die men kentnbsp;^^Zelfchap te maaken. Op de groote wegen isnbsp;niets te vreezen, doch men houdt de gren-van Piemont, Milaan, en den omtrek vannbsp;Maggiore wegens allerley roofgefpuis ver-En hoewel men zelden hoort,dat reizigers metnbsp;^^'veld op den openbaaren weg worden aange-blyft het toch altoos eene uitgemaaktenbsp;'''^ïirheid , dat een gezelfchap van meer reizendennbsp;minder gevaar is blootgefteld dan een of tweenbsp;^tzoonen. Men gebruikt deeze voorzigtigheidnbsp;*’^ar evenredigheid minder , wanneer men zelfsnbsp;gevolg en bedienden heeft.

Het is onnoodig hier een kort begrip der raerk-quot;'^ardigbeden van Italien te geeven, daar in ’t '^^tvolg elke oort volgens de orde voorkomt, langsnbsp;quot;''^Ike de reizigers gemeenlyk hunnen weg nee*

Zy behoeven maar het deel van het land,

'^'^aar zy zich bevinden, nateflaan, zoo zullen

zy

-ocr page 234-

142 inleiding.

iV€gen, rsfuigen,nbsp;folbuizen.

zy het gewigtigfte, waarep zy hunnen aandaê*' moeten veftigen» aantrefFen. By eiken ftaat,nbsp;van de algemeene gefchapenheid des lands,nbsp;de vrugtbaarheid , van deszelfs voortbrengfe*^*’nbsp;gehandeld worden, en wel omtrend in die ord^’nbsp;waarin de reiziger de narigten nodig heeft en oO'nbsp;derrigting kan verlangen.

Daar de Schilderkunft in Italien eene hoofdza®'^ voor een reiziger is, en in het ganfche werk eeO®nbsp;menigte Schilders en hunne werken voorkomen ^nbsp;zoo heeft men denzelven eene korte tydkundi^®nbsp;lyft van de voornaamfte Italiaanfche meeftersnbsp;handgefteld,om daarmede,wanneer het de no^*^nbsp;vereifcht ,te kunnen raadpleegen, eh opfpoorc^’’nbsp;wanneer een Schilder gekeft heeft, en welkenbsp;nier hem eige geweeft zy. Van de beroetn^'nbsp;fte beeldhouweren, en bouwmeefteren komeJ’nbsp;het werk zelf korte narigten voor. Op deezenbsp;ze hoopen wy den reizenden narigten vannbsp;te geeven die volkomener, nuttiger, ennbsp;kender zyn, dan die geenen, met welken meU^^nbsp;tot nu toe heeft moeten behelpen.

Ovif’

C*) Het befte werk in ’t geraeen, om de leven® Schilders te leeren kennen, is dat van iüArgen'vil^'

4 deelen. Doch iemand die eenige liefhebbery moet ook van de Italiaanfchen ten minften

-ocr page 235-

INLEIDING, 143


Overgejlagene -noot op Bladz. 14.


y^^^^derrichte men hun dat bet hert enz.] Hierin legt de fleutel deezer ongodsdienftigheid. Het be*

''Me


j nbsp;nbsp;nbsp;^

. aer zeden is er geene oorzaak van, maar wel de ver-


f^. begrippen die de Geeflelykheid, byzonder de Je-het volk voor lang reeds hebben ingcboezemd. De hunner vermaardfte leeraaren wyzen dituit. Casp.nbsp;8,''^do de Sacr. T. 2. D. 5. dijf. 2. en Coninch. Qtt,nbsp;6.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zeggen rond uk, „ dat het genoeg is,

men met zyn lighaam by de Misfe tegenwoordig zy, '¦Onder er zyne gedachten by te hebben, zoo men maarnbsp;eene eerbiedige houding bewaare.” En Vas-J gaat noch verder, want hy zegt uitdrukkelyk „ datnbsp;gt;! voldoet aan bet bevel van de Misfe , offchoonnbsp;'gt;1 om niets minder denke.” ’t Zelfde leert ooknbsp;Tr. I. Ex. II. n. 74. 107. en Tr. i. Ex. i.nbsp;En dat het deeze Vaders zyn, na wier by-


' 'obar


«Oi


(N^oere leer de denkenswyze der Italiaanen in ftuk van )^^“sclienft allervneeft gefchoeit is, blykt ook uit de over-eerbied die deeze natie de H. Maagd betoondt,nbsp;alle anderen.


Die de leer der Jefuiten op dit ftuk goj''' in zynen ganfchen omdag, kende ook te gelyk denbsp;ïeb^ 'nftige begrippen die over ’t geheel in Italien plaatsnbsp;Men heeft hiertoe een werk van den P. Barrynbsp;wezentlyk een is van de gefchikften. Hetnbsp;h'fjj . Parades geopend door honderd gemakkelyke devo-ijj l^^ge«s de Moeder Gods. Van deeze honderd heeft mennbsp;Eene alleen is genoeg om ’t Paradys te ont-9 en dan zyn zy in waarheid de een« gemakkelykör

dan


-ocr page 236-

144. INLEIDING.

dan de andere: zoo verre dat de goede Vader, die 2^' bezorgd was dat het aan hem toch niet mogte hangennbsp;er niet veelen gezaligd wierden, eiiidelyk van ’tnbsp;Ave Maria zelfs afziet, en flechts voorfchryft, dat men *nbsp;leenlyk een beeldje of prentje van de L. Vrouw zalnbsp;by zich te draagen, zoo ’t andere te veel moeite is;nbsp;om hy er ook by voegt: En zegt dan noch, zoo gy 'tnbsp;hebt, dat ik hetu zoo gemakkelyk niet maak ak ik kannbsp;Zie Lettre Provinciale 9.

(NB. De genen, die dit werk op reUItalien met zich nemen, kunnei^ ^nbsp;Ilad uit hun exemplaar uitfnyden)

'JH

-ocr page 237- -ocr page 238- -ocr page 239-

147

^^xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

'1'yd-kundige lyst

DER

ITALIAENSCHE

CHILDERS

NAAR DE

'^^RSCHEIDE SCHOOLEN.

|Wen verdeelt de Italiaenfche Schilders in verfcheide Schooien, van welken men een begrip moet hebben,nbsp;om de manier, die elke School karatei-

'{ijij ’ onderfcheiden, ten deele, om de daartoe behoo-^ Schilders, wier werken van de Liefhebbers byzon* Sczogd worden, te kennen. Q*')

De

.(*1

^o« ci e ferft fiu invidU, zegt de Graef Algarotti, tra ^asJone, tra donna e donna, dl qaella che ci Jia tra U dife~nbsp;pittara in Italia^ In vtu di darfi l*una con Aaltra tan-rf/nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;perchè non procurare di appropriarji vicmdevolmmte i

wensch te maetigen : te weten, dat die Boloneeiche ' Sch'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tocgelegd hebben om den finaek der Venetiacn.

* nbsp;nbsp;nbsp;volgen, de juiftheid en beichaefdhcid (la correzione}

• nbsp;nbsp;nbsp;hebben, zoOder tot de bevalligheid van Paul

getaeken. Apprejfo a poco, zegt hy, come coloro, che in w* ^'^JimparanQ la propria lingua, fenxa imparare la altrui.

K %

^ rïVcJ, e povera laltra, “Bella cofa, ê Jlato detto^ parit, e «n Franeefe che penfi, Bella cofa Jimilmentenbsp;^ ^tneKsano che dife^najfe, e »» Romam che coloriffe. Dochnbsp;Omnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;placts mackt hy ene andere anmerking, die dienen

H

-ocr page 240-

148 TYD-KUNDIGE LYSÏ der

De Romeinsche School wordt als de eerde en voorn^' de aangezien. Zy vangt met Rafael aan, die aan

hoofd van haer daet. Zy onderfcheidt zich byzondef . de anderen door de edele en naauwkeurige tekening gt; ^nbsp;de fchoone zamendelling, door de waerheid in de .nbsp;king, en door welverkoore houdingen. De bedeiO^^nbsp;deezer School vormden zich hoofdzaakelyk doornbsp;vlytige dudie der Antiken, en leiden zich niet zoo *

ee«^

op het koloriet toe. Zy bevlytigden zig veel meer, ^ grootfche gedagten, waarmede hun verbeeldingsverin‘’^^|[nbsp;vervuld was, op eene edele wyze uittedrukken,nbsp;gelukte hun op eene meederagtige wyze, weswegensquot; jnbsp;ne Schilderyen in de verzamelingen den voomaamden ^nbsp;bekleeden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j

De digters derFLORENTVNSCHE Schoole waren Find, en Michael Angelo, een paar meesters, dienbsp;leerlingen den fraaak eener doute en kragtige tekenia^’nbsp;eener derke en verhevene uitdrukking inboezemden,nbsp;manier verviel zomwylen in het buitenfpoorige eonbsp;tuurlyke, maar des niet tegendaande bleef zy toc’anbsp;dueus en edel. Hun tydgenoot, Andreai delSaf^^' Jnbsp;een voortrefiyk colorid; zyne Schilderyen fchynaanbsp;geheel nieuw te zyn. Fra Bartholomeo dellanbsp;Raphael onderwees, en daartoe bekwaam was,nbsp;nige maar in veele opzigten volmaakte Schilderyaa Snbsp;gelaaten. Ter zyner tyd vormde zich de Florea'5^ hfnbsp;School eerd; in het vervolg was het coloriet der^a'^^^K'nbsp;ter, zonder den grootfcheu fmaak in tekening ennbsp;king te verliezen. Zy is niet zoo talryk als denbsp;Schooien.

Ac' *

kening vormde zig naar de Antieken, en naar

De Lombardysche School vereenigd alle eige' die tot eene volkome Schilderkund behooren

-ocr page 241-

® groGte meellers, en hunne werken niet ? welk eene


H

Hip,

Dl

‘‘«v


Hunne manier neemt den aanfchonwet

is alleenlyk te betreuren, dat zoo groote kunde*

iTALIAENSpHE SCHILDERS. 149

der Roomfche en Florentynfche meesters. Otd'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verbonden zy de fchoone natuur, eene ryke

, eene uitdrukking der waarheid overeenkomftig, en zagte omtrekken, en een voortreflyk coloriet,nbsp;'Veilt de natuur op het gelukkigfte navolgde: dit allesnbsp;zy met eene losfe hand, met zo veele ftoutheidnbsp;. ®valligbeid uit, als immer maar in een meefteragtignbsp;aangebragt kan worden. Corregio wordt voor dennbsp;Meefter deezer School gehouden, zyne navolgers wa-^^i'megiam, Scbidom, de drie Caracci, Guido, Cuer-j tiomemcbino, Albani, enz. Wie kent denaamen van

'^^zenda meenigte der koftbaarfte (lukken hebben zy ®Êter gelaaten?

® ^enetiaansche School heeft insgelyks voortreffelyke voortgebragt, welke voor een gedeelte hun gan-leeftyd tot in een hoogen ouderdom hebben belleed,nbsp;Ij nakomelingsfchap een ongelooflyk aantal van mee*nbsp;Ukken agtertelaaten. Zy hebben de natuur zo volko-V uagevolgd, dat het oog daar door geheel bedrogennbsp;kptt ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;koloriet is betoverend, de houding voor-

vlyk, en de ordinantie ryk: de ganfche behandeling is ^llig, en een bewys van hunne fchoone verbeeldidgs-

Va’

‘'onds in: het welk voornanjelyk plaats vindt in de r '‘quot;teffeiyke zaraenftellingen van Titiaan en Paul Verone-‘V ,

ue tekening, welke egter een zeer wezenlyk deel V^^uhiiderkund is, veronagtzaamd hebben. Bellini,nbsp;tijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en Titiaan worden als de Stigters der Vene-

Vj) '¦^2 School aangemerkt. De beide laatften hebben 'Uaemelyk de Venetiaanfche manier tot zplk gguen hoo-

K 3 nbsp;nbsp;nbsp;gun

-ocr page 242-

150 TYD-KUNDIGE I YST der

,eit'


gen trap van volkomenheid gebragt, dat de navolgers fflO' gehad hebben, denzelven te bereiken.

requot;

Uit deeze vier Schooien is eene groote menigte bef'^' de kunftenaaren ontftaan, wier naemen by de laatenbsp;jnelingfchap nog bloeyen zullen. Hunne werkennbsp;in toekomende tyden nieuwe meefters vormen, dienbsp;dezelve vlytig natevolgen hun verlies herftellen: ds” 'nbsp;zyn de volkomenfte School, wyl zy te gelyk voorbed*nbsp;en regelen, daarltellen.

4

¦ fc''‘

heeft zich inzonderheid den goeden fmaak der Romei” ^ School zoo eigen weeten te maaken, dat de Italiquot;^''^^nbsp;niet in bedenken neemen zyne werken nevens ha”.

De FransChe School heeft zich naar de ItaliaanfcheP • vormd, en kan verfcheide kunftenaars aenwyzen,nbsp;voetflappen hunner meefteren gelukkig volgen.

va”'

grootfte meefters te plaatfen. Men kent hem te onder alle Franfche Meefters het beft. Rubiens e®nbsp;Dyi uit de Nederlandsche Schoole worden in Romennbsp;een paer groote kunftenaars gehouden, wier Schild^^,^nbsp;Veelen Italiaenfche meefteren gelyk te fchatten zyn. ^nbsp;Dyk kan allen Portrait-Schilders den rang betwiste!quot;nbsp;Rubbem behoeft in de hiftorie @n allegorie niemantnbsp;ken. ,Zyn koloriet is dat der natuur, en behalven diquot;nbsp;leevendig, dat zyne fchilderyen altoos frifch bly^eP’^ijnbsp;om zoo te Ipreeken met de Jaaren fchooner wordeP' .(jnbsp;Veele andere meefters der Nederlandfche School h^

Keer in het rode valt, zo dat fommigen zynei beelden et quot;

{*) Alleenlyk weet men, dat het naekt van Rubben* *

zy gegeeflèld waeten. Deze faut regeert in byna alle de nbsp;nbsp;nbsp;‘

van hem te Dufleldotf zyn. In tegendeel heb ik ze iquot; 6 nbsp;nbsp;nbsp;1-1'

Biaband gevonden. Of deze aciimerking van anderen nbsp;nbsp;nbsp;ft

en of men er cenige rede van gevonden hebbe, weet ik zy gegrond is, durf ik voor in ftaan.

-ocr page 243-

ITALIAENSCHE SCH!Ugt;ERS. 151

ïiaj ^ nbsp;nbsp;nbsp;wegens de vlytige uitvoering, en

, '^'vkeurige. navolging der natunr, die toch dikwils in ***effcbe valt, wegens het fyn penceel, en het geduld, datnbsp;” geene meefters van andere Schooien vindt. (*)

De roomsche school.

h

^*ïAEL Sanzio, van Urbino, geboren in’c Jaar 1483, ^^‘Orven in ’t Jaar 1520. Geen Schilder heeft de kunftnbsp;gebragt. Zyne voornaemfte werken ziet men in hetnbsp;.^'''taan te Romen. Zyne Schilderyen houden in de ver-^'quot;eiingen de eerfte plaets, of fchoon zy niet ten vollennbsp;^'''eerlykcolorietvanTiciaan, of de fcboone tinten, en hetnbsp;g'’®*lige van Corregio hebben. (^Abregè de la vie de Ra-Sanzio d’Urbin, Paris. 1607. la. 1651.4. Nacb-von Künjikrn mdKunftJ'achen. ra. II. p. 315-524.)

K 4 nbsp;nbsp;nbsp;Giulio

tsi

'quot;'M1 nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

lit)]- ‘*gt;ten opweegen. Ieder School heeft haar verkiezing en ott-

Öii, ^'idend kenmerk 5 cene naauwkeutige en uitvoerige navolging hi,j is die der Ncderlandfche. Begtypt men ondertusfehen denbsp;meesters hier onder, gelyk meermaalen gefchied, van dce.nbsp;\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vry algemeen waaragtig, dat zy, wanneet ze uitvoerig

'«a ’ *®5ens flaafagtig, koud en pynlyk gefchildetd hebben. (Noot ^trttaldtT')

deSchtyvet dit tot lof, of tot vctagting dct NedetlatidlcUe Ij ‘‘tts; Ik vermoede, dat hy ’t in den laatften zin neemt, wylnbsp;^l^gt, dat huil vlytige uitvoering en naauwkeurige navolging,nbsp;In: dikwils in ’t fiaaffche valt. Ik beken dit ten opzige van hejnbsp;lllj ^ ibort van Schilders; maar van onze eerfte meefters, die' hiernbsp;in aanmerking moeten genomen worden , gaat het geenfintsnbsp;wyl zy eene verwonderlyke uitvoerigheid met een meefterag.nbsp;^ PtOceel zeer wel wiften zamen te voegen. Laatcn wy toeftaan ,nbsp;Jtl onzen in hiftorieftukken doorgaans minder zyn, maartenbsp;flaande houden, dat wy in ftillevens, landfcliappen, ennbsp;ItH^ftukken voor geene natie hoeven te wyken, maat in zeeftuk-''kpj bloemen en vtugten ze allen te boven ftreeven. Ik be-Itif. quot;hy op de kundigfte volken van Europa, die met de grootftenbsp;.Werken van Ncdeilandlche meefters zoeken, en ze regen

-ocr page 244-

15S TYD-KUNDIGE LYST DER

CiulioPipi, of Giulio Romano, (i 9a-i540 lieveling en voornaamfte leerling van Rafael. Zyn b®1’nbsp;karakter is eene ftoute manier, en kragtige uitdrukb”’^'nbsp;Verfcheide van zyne werken zyn onverbeterlyk getek^”^/'nbsp;doch over ’t geheel volgde hy meer zyne verbeeldingskf2'nbsp;dan de natuur zelve. Zyn koloriet valt eenigzints ionbsp;donkere. De gewigtigfte werken van deezen meeftetnbsp;te Romen en te Mantua.

leü'

rflt


GiovANNNïFRANc.PENNt, (1) bygenacmt il FattorE) Florentyn (1488-1538) arbeidde met gelukkigen uibnbsp;naar zyns leermeefters Raphaels ontwerpen, iii de ga^®'

ryen van het Vatikaan en in het kleine Famefifche P® Na Raphaels dood fchilderde hy niet veel meer, behal1'nbsp;«enige Landfchappen, waartoe hy in ’t algemeen vee1nbsp;fchiktheid bezat.

PoLiDORo Caldara van Caravagio , (??j in het fche, (1492-1543) was in den beginne maar eennbsp;langer van Rafaels leerlingen, die in het Vatikaannbsp;den. Doch zoo haart deeze buitengewoone gaavennbsp;lidoor ontdekte, nam hy hem tot zynen leerling aan- (nbsp;lidoor wierd een goed kolorirt. In zyne fchilderyen

'lO^

I

in1’quot;'

................»----------------.............¦'

men over ’t geheel de naauwkeurige tekening, en nï derde edele uitdrukking, welke hy aan zyne hoofde®nbsp;te geeven. Hy heeft meert op natten kalk gefchilt1®'^'’

et®

Perino del Vaga, eigentlyk Pietro Büonacors1' Tofcaan (1500-1547) ftudeerde eerft na Michaelnbsp;dog naderhand onder Rafae! in het Vaticaan arbeid®®^^^nbsp;kwam hy de manier van tekening van deezen

1

Wel te onderfclicidcn van zyn Broeder Ztica Fi«n‘’

2

Moet wel oudciichieden worden van An^cU

-ocr page 245-

ITALIAENSCHE SCHILDERS. 153

dat veele van zyne werken voor origineclen van Ra-aangezien worden. Alleen Rafaels verheven geeft ®^at hy niet. Zyne befte ftukken zyn, ’t innemen vannbsp;Abrahams offerhande, Jacobs worfteling, Jofephnbsp;Zyne broeders verkocht, het verdrinken van Phafao,

Sen

de

^Nnocenzo Francucci, van Imola, was niet zo zeer fcholier van Rafael, als een goed navolger, welkenbsp;eerfte manier van deezen meefter tekende. Zyn ko-

is goed, en houdt zich nog frifch tot op den buiding. De fchilderyen van hem worden in groote waar-


êehouden.

Vo|,

amp;0|

^Eorgio Giulio Clovio, een Slavonier, C^4.pS-1578) het tekenen by Julio Romano, maar leide zich ver-

Sens op het miniatuur-fchilderen toe, en werdt een


jj kunftenaar in zyn foort. Men treft te Romen, '^fencen, en in verfcheide andere kabinetten ftukken vannbsp;aan. Vafari roemt byzonder zyn Babel’s Torenbouw.

Priderico BaROCCIO, van Urbino, (^1528-1012) zy-fchilderyen hebben iets zeer bevalligs, en komen het '^“oone koloriet van Corregio naby. Maar hy tekendenbsp;naauwkeuriger, ofTchoon zyne houdingen zomwylennbsp;''fit buitenfpoorige vallen; daarentegen zyn zyne hoof-

quot;'fierendeels zeer aangenaam. Van de werkingen van 'ifiht wift hy zich zeer wel te bedienen. De meeftennbsp;fchilderyen treft men te Milaan, Bolognen, Pefaro

fia

het

^ïner

*•gt; j)

^ women aan. Een zyner befte ftukken is de dood van H. Vitalis, te Ravenna. Hy was gewoon modellennbsp;^yne beelden in wasch te maaken. Of anders fteldenbsp;quot;'el zommigen van zyne leerlingen in de houding die

hy

-ocr page 246-

154 TYDKUNDIGE LYST DÉR

hy zyn beèldea wilde geeven. Zyne zuffer diende ten model vooü de Madonna's, en zyn kind voor de Bantbi’^

fif'

Taddeo (1529- 1566) en Friderico Zucc

RO, (1543-1609) uit het hertogdom Urbino, een P‘

broeders, die goede kolorillen waaren; en in ’t geifl' eene gelukkige genie tot de fchilderkunft bezaten,nbsp;jongde is zyn broeder in veele opzichten de baasnbsp;flaagde byzonder in conterfeitfels. Doch beider mani^^nbsp;ftenterachtig, en niet genoeg na de natuur gevormd. ^nbsp;ziet eene grooté meenigte van de werken der beidenbsp;deren teCapraroia, Tivoli, Romen en Venetien.

Antonio Tempesta, (•) een Florentyn (i5^^ 1630). Zyne genie zette hem aan tot groote onderquot;’^'nbsp;pen, waarin veel beweeging is, als veldflageu, maT0^[nbsp;dergelyken hy eene meenigte geëtfl: heeft. In deRofquot;'nbsp;fche verzamelingen treft men hier en daar iets vannbsp;hand aan, inzonderheid worden zyne landfchappen ^nbsp;'vee gezogt. Het koloriet heeft hy te veel verzuimt.

Giuseppe Cesare Cavaliere genaamt,


Alpino , gemeenlyk GiuseI' (1560 - 1640.) In het


bevinden zich eenige groote hiftorieftukken van hem,

In zyne

,ieii

derde meed door oeffening, en pleegde de natuur raad. Cochin roemt byzonder zyne Kruiziging in “nbsp;Martens Kerk te Napels.

fiti-

(•J Wel te onderfcheidcn van Plcrrt Tem^efia, of Peter


in de paarden byzonder fchoon zyn ftraalt genie door, maar het koloriet is zwak.


-ocr page 247-

ÏTALIAANSCHESCHÏLÖÊRS. 155

Jyr

‘chael Anoelo MéEigi, Van Caravaöio, (1569-^ vormde zich eene ganfch nieuwe manier, dié van des tyds nagevolgd, doch vau de toee(t«i even raSnbsp;^ verlaaten wierd. Zyne tekening ig ftdet en juill,-figuuren fchynen als van het doek öfteftaafi, ’t geeii


de

die


kr ¦

'^agtige en byna zwarte fchaduwen döeii ;• eene werking


^yn (childéryen treffend, en tegetyk zeer kenneiyls Men zegd, dat hy gewoond was in eèn vertrek tenbsp;jjgj jjgfjj boven in kwam.


Hy volgde

’’^tuur vlytig na, doch wilt er den fchoonilen kant niet kiezen. De kleur van zyne meeftè beelden vak innbsp;Seeie, en de wezenstrekken doen hen naar het flegtlfa


’'ati

y^^Pel gelykeii. Soldaten, boefefi, eo geftreene wy-’ gelukten hem deswegen : daar in tegendeel zyné

lly


heilige Hukken veel onaangenaamheid hebben, wyl h boven dien laagen fmaak niet verheffen koude. Te

'0igt;» - nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

'tie.


en te Napels ziet men het mëëffe van deezen


e«er,


Byzonder is zyne verlochening van Petrus in de


*rteiis Kerk beroemd.


lOi

’quot;«I

dtti

'lt;-kl


seph Ribera , in ’t gemeen il SpaNjoletto genaamd Xativa-, naby Valentia (iSPS-idyd) overtrof zyneiinbsp;^ker Caravagio. Zyne grootfte flerkte beftond in beel-‘die eene kragtige uitdrukking, en een leevendig pen •


'vorderen, by voorbeeld in prop'héet'eii, kerkleeraaten, ^ ¦ PhilofopliEU, in oude, ernftige en kragtige figuuren.


I A

toji ’’’ martelingen van Heiligen, en dergelyken fchrlk-I ^ien. quot;pg Napels, byzonder in de Karthiiife, heeft


^eel gefchilderd. Doch twee van zyne befte Hukken


een in het Paleis Corvini te Florence, en het an-^y den Prins della Torre, te Napels. In de voor-


verzaamelingen wordt zyne ftukken een aanzien-® Plaats ingeruimd.

D o*


-ocr page 248-

156 TYDKUNDIGE LYST der

(!«'

Dominico Fetj, Tan Romen, ([1589-1^24) ^ deerde naar Julio Romano, en nam daar door eenenbsp;tekening aan. Men pryft zyne fchoone verbeeldingskf*^nbsp;«en genie, die zyne fchilderyen inneemend en geeftryk

Dit karakter maakt ze kennelyk, en veroorzaakt.

kenners dezelve begeerigopzoeken, offchoon zyn kolo'^' voor het overige eenigzins donker is; hy fchilderdenbsp;anders dan Kabinetftukken, die niettemin zeldzaamnbsp;komen.

Giovanni LANFRANCo,vanParma,(i58

Zyne fterkte beftondt in wydloopige groote werken» koepels en zolderftukken. De koepel van Andreanbsp;Valle in Romen is beroemd. De beelden daarvan zvn^’'^'nbsp;de 20 voeten groot, en doen eene zeer edele uitwerf'nbsp;De meefte werken heeft hy te Napels uitgevoerd.nbsp;netfchilderyeu kan men niet veel van hem aanwyzeu.

PlETRO BeRETTINI DiCoRTONA, (T596-wift zyne fchilderyen voortreffelyk, en op eene edele te ordineeren, In de verzameling van het Capitool ƒnbsp;men een paar fchoone ftukken van hem, de Saby’^j,nbsp;Maagdenroof, en den flag by Arbela, waarin denbsp;naamfte groepen veel overeenkomft met de fchilderye®

Ie Brun hebben. ( Zie Groiley II. 447. fqq.) De 2*’' Bukken in het paleis Barberini te Romen, en innbsp;Pitti te Florencen, zyn vol fcboonheden, en toon^”nbsp;fins een Schilder van groot genie. Zyn koloriet isnbsp;op Kalk dan in olie.

{•) Wel te onderfcheiden van KUelo 'Berrctmi, lt;n

-ocr page 249-

^tALlAANSCHE SCHILDERS. 157

M

^quot;«mkrans om het conterfeitfel van S. Gaedano, door An-

Camasfei, in de Kerk van S. Andrea della Falie t« Rn

*ario Nüzzi da Fiori, Cilt;5o3-1673,) heeft j, ^ door Bloemftukken een grooten naam gemaakt. Zynenbsp;j dderyen worden wegens hunne fchoonheid zeer gezogt.nbsp;^^quot;'ylen fchilderde hy bloemkransfen, en andere meeftersnbsp;“sti het binnenruim met beelden. Zyn befte ftuk is een

j'^^iCHAEL Angelo Cerquozzj, die men den '*^‘**lle- of ook den Bambocbaden-Scbilder (^') noemt, innbsp;'^’’^^tfcheiding van den grooten Michael Angelo: (1602-Zyne liefite onderwerpen waaren veldflagen, jaar-’^kten en kermiffen, waarin hy altoos klugtige invallen

PslTe bragt, en deswegens veele liefhebbers daartoe ''dt. Het werk viel hem zo ligt, dat hy van een veldflag.

ander voorval horende verhaalen, terftond daarvan een quot;'erp op het doek bracht, en opfchilderde. Het kolo-

''Oi Of

j, ^an deezen meefter is leevendig, en de behandeling Zyne fchilderyen zyn in Italien zeer gezogt.

Claude LorRAIN, eigenlyk Gelee genaamd, vCoo-1681.^ wordt van veelen voor den grootften lands-

fchap-

) quot;^mhischiuitn noemt men in de Ichildetkunft alle laage, on-' onderwerpen, dergelyken vetlcheide Nederlandfthe meefters te fchilderen. De ootlptong et van leid men van eenennbsp;Van Laat af, (1613-1673,) dien de Italiaanen op zyn reis dennbsp;van 'Eamboccio gegeeven hadden, ’t geen zoo veel heet alsnbsp;*yo quot;quot; ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i eigenlyk Underachtig. Allen

ftakken waaien in dezen Imaak. — Met het woord hambocha. bj men ook de kunftfptaak der Dicht- en Redekunde verry-Het »raOT_/?ii«WMy*f is bambochade. Onze meefteNe-k ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;klugtcn zyn bambochaden. In Rabelais en Triftam Shandy

bambochade. Hudibtas is meeft bambochade. Voor ’toverige * Rgt;ca CétricatMrin en bambuibaiitti Wel vap deh anderen ondetlêhcidcn.

-ocr page 250-

158 TYDKUNDIGE LYST DER ¦

fchapfchilder. gehouden. In de lucht-perfpeftief weinigen hem gelyk. In zyne landfchappen zyn denbsp;gingen zeer inneemend, alles is enkel natuur. De henbsp;den wilden hem niet gelukken, deswegens liet hynbsp;fchilderyen meerendeels door Bourguignon, Lauri ennbsp;tois flolFeeren: een zeldzaam bewys van de onmiddeiy^*nbsp;voorfchikking der natuur in ftuk van genie, zoo ’t waefnbsp;’c geen zyn vriend Sandrart getuigd, dat Claude zichnbsp;meer toegeleid had om ver te komen in het tekenennbsp;beelden, dan van landfehappep.

’t Is aanmerkelyk da.t deeze SdiiJder» om alle vervalfth'^. gen voor te komen, gewoon was vap elk ftuk dat hy **nbsp;werkte eene tekening te houden, waaröp hy achternbsp;naam van den koper fchreef. Ppeze tekeningen hiel^ J'jnbsp;by elkander in een boek, ’r welk hy tl Uhro dellanbsp;noemde. Het zelve is noch in wezen, en zoo mynbsp;(laat in het Kabinet van den Hertog van Devonshire.

Andrea Sacchi, een Romein (1594-iö68). ^ fchilder, wiens de belle tyden der kunlt zich niet

den te fchamen. Zyne voornaamfte eigenfchappen zyn®^ yoonrelFelyke tekening, het bevallige en zagte colorie'-zyiiei i meefter Albauo, dog meer edelheid en waarheid 1”nbsp;uitdrukking. De Heilige Romualdus van Sacchi wordtnbsp;een der befte fchilderyen in ganfch Romen gehoudeo*

af

dood van S. Anna te St, Carlo de Cafenari verdief’’’ mindor lof. Anderen verheffen byzonder den H. ..nbsp;nus in de Pieterskerk, en dan zyne ftukken In het

pi*

Barberini. Sacchi was byzonder een mededinger tra di Cortona, en de moeite die zy deden, omnbsp;den ander te overtreffen, was byden voordeelig.


-ocr page 251-

^TALIAANSCHE SCHILDERS. 159

'ïeti

ftukken van hem te Florencen, voor ’t overige hier

j^^OMiNicoCRESTijgemeenlyk ilCavalier Pas-(i558-i638._gt; fchilderde met fmaak en in ee-j ®^ele manier. Zyn koloriet komt der oude Roomiche naby; maar inzonderheid fchat men zyne fchilde-quot;'egens de fchoone uitdrukking. Men vindt eenigp

veele Kabinetfchilderyen,

^ ^Trq Testa, van Lucca, (1611-1650.) Door lij^ viytig ftudeeren naar de Antieken in Romen, namnbsp;goede, hoewel eenigzins ftyve manier aan. Zynnbsp;toont eene geoefFcnde hand. Men wyst veelcnbsp;van deezen meefter, maar eigeöt hem meer toe,nbsp;'¦ï in zoo korte jaaren kon leveren.

s, nbsp;nbsp;nbsp;'

'ey '¦''ator Ro» a’s (1614-1673.) Kabinet-fchilde-Hy ^ *yn overal in Italien te vinden, en \n grapte agting. de natuur, zoo als hy ze vondt, mot veel waar-


''Qor.


Men heeft van hem voortreffelyke veldflagen,


W ’ ?n landfchappen met vee, die zyne geliefde onder-^t;;'gt;Waaren.

hebben iets eigendommelyks, waardoor men in


Zyn koloriet is frifch enieevendig, maar %nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zomwylen wat onnatuurlyk. Alle fchilderyen

Vt hebben iets eigendommelyks, waardoor men in iJof ^®nnen van den Meefter niet dwaalen kan. Zyn broa-broeders zoon, feUi- Rofa, heeft in even den-maar lang zoo goed niet gefchilderd, Sal-


^^ofa


etfte met eene geeftige manier veele van zyn® in het koper, welke men voor een gedeelte by


Romen krygen kan. Hy was te gelyk Dich*


^yne hekelfchriften zyn in elks handen.


^oi-cE, (1616-1686.) heeft veel in Romen Zyne zamenftellingen zyn niet alleen gevalHg*

maar

-ocr page 252-

i6o TYDKUNDIGE LYST deR

maar ook met een uitvoerig zagt penceel, en frifd’ riet iiitgevoerd. Hy fchilderde meelt Heilige Itukke”’nbsp;veeic Madonna’s.

[0^

Giacinto Brandi, (1623-1Ö90.) Zyne ryen zyn in Romen in menigte. Men kent ze s*** „nbsp;fchoone zamenfteliing, aan de ryke invallen, ennbsp;makkelyke behandeling: daarentegen zyn ze nietnbsp;keurig in tekening, en zwak in koloriet. De manis^nbsp;Brandi heeft zoo weinig kennelyks, dat de liefh^'nbsp;dikwils dwaalen, en zyne fehilderyen andere meeltef*nbsp;fchryven.

tl'

Carlo Maratti, van Camerano, een leerÜ”^

lieveling van nbsp;nbsp;nbsp;iamp;cfiö/, (1624-1713.) tekent*

bedagtzaamheid, en zogt meer te behaagen, dan h®”

dering te verwekken. De uitdrukking in zyne hoo0® gevailig, en het koloriet in ’t gemeen leevendig;nbsp;Barocci lamelyk naby. Hy verkoos byzondernbsp;den, en Heilige onderwerpen, welke hy met vifnbsp;voerde. Zyne benyders gaaven hem daarvan dennbsp;van Carluccio delle Madonnine.

Luca Giordano (?) van Napels, (163*'*' d* Alles is, om zoo te fpreeken, in Italien vervu!lt;l ^ jjJnbsp;werken van deezen meefter, welke buitengewoonnbsp;en gemaklyk arbeidde, weshalven men hemnbsp;Luca fa prefto noemde. (*’) Zyne manier is ni®^

(*,) Wel te ondeilcheiden van Jacch Jordaans , eco Schilder.

(•*) Anderen geeven een ganlch vetlchillendcn oorlpWj zen bynaam: te wceten dat in zyne jonkheid zyn vader, lt;quot;nbsp;ken, welken hy kopieerde, gemeenlyk vetkogt, en

-ocr page 253-

ÏTALIAENSCHE schilders. i6ï

; in veelen van zyne (lukken is de uitdrukking '^erbeteriyk en het koloriet kragtig en fchoon. (^Vit»nbsp;Giordano Pdttor Napoliiano, Napoli 1729. 4,,

•iele

«tkti


^^iR.0 Ferri (1534-1Ö89.) vormde zich naar Peter van j^'^’'^ona, en nam een frifch en aangenaam koloriet aan.nbsp;Schilderde zyne (lukken met veel vlyt; maar het ont-' nem aan dat vuur, ’t welk een hoofd-eigenfchap vannbsp;^ Stoote kunftenaars is. Zyne (lukken fchynen daardoor

kopyen, die met veel geduld nagemaakt zyn. Hy ^¦‘tte verfcheide onafgemaakte (lukken van Pietro dl

'la af, byzonder te Florences

. ^kgt;VAN ÈAtTiSTA Gaüu , ook Bacciccio genoemd, O

^enueefch, (1639-1709.) ging naar Romen, en lei-met zyne bekwaamheid veel eer in, De fchoon koepel der Jefuiten-kerk aldaar is van hem.nbsp;fchilderyen van deezen meefler vertoont zich eennbsp;Kkig genie, veel gemaklykheid en een fchoon koloriet.nbsp;^ Voortrelfelykheid van dit laatfte boven dat van Cironbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» deed, zo men zegt, deezen van fpyt den dood

1 • Gauli fchilderde ook goede conterfeitfels, en deed

gaarne.


Mat-

?UB

° E'Self zynde, hem geduurig aanzettede om fchielyk tc at bei-'quot;'pende altoos, fa frefe, mio Lu(a ’ Luea, fa frejlo : nbsp;nbsp;nbsp;geen

kltyeivi'if” quot; noemen.

kkeren gelegenheid gaf, om hem kortswylende niet dan i»-Deeze afleiding is bayten twyffel de waar-Dat zyne manier niet altoos dezelfde is, gclyk ''illnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tc recht aanmeikt, kwam van de zeldzaarae bekwaam

ste quot; ky had, om den ftyl en. fmaak van ondertcheide meefters .ttft, *.®ken. Het geval , ’twelkhy hiec omtrend in Spanjen gehadnbsp;^quot;^'‘jnez bekend. En de Marquis Peralta te Milaannbsp;ftukken van hem , elk in den fmaak van een on..

'n Italiaanfchcn meeftet.

-ocr page 254-

i63 TYDKUNDIGE LYST der

Mattia Preti, meerendeels il Cavalier CalabR^'_' genaamd, (1613 - 1699.) bezat eene voortreffelylts

Zyne fchilderyeu doen eene groote werking, hebben bevalligheid, en zyn zeer kennelyk. Zyn koloriet _nbsp;veel werking, hoewel zyne fchadmven doorgaandsnbsp;ker vallen. Men roemt gemeenlyk zynen Homerus ionbsp;paleis Zambeccari, en eenen verrezenen Heilig in hei^P'^nbsp;leis Ratta, beiden te Bologne. De laatfte is volko'”nbsp;in den ftyl van Paul Veronefe.

Giuseppe Passori, of Passeri, (1654-1714.) vd', even als Joseph Cihari, (1654-1725.) zynes leerme^^‘',(nbsp;Carel Maratti’s manier getrouwlyk na, byzonder vooi1nbsp;koloriet.

Francesco Solimene (1) (1657- 17471) bezat f vimrige verbeeldingskragt, en gelukkig genie 'nbsp;fchilderyen fchynt daar door alles leeven en beweegi’’^^,nbsp;zyn; zo dat hy in dit opzicht veele andere fchiiders'nbsp;treft. Hy tekende in eene fchoone ftoute manier. Zy”nbsp;lorier valt wel eenigzins in het graauwe, en zyne fcb3d‘'||^jjnbsp;in het blauwagtige : doch ’er is over ’t geheel ^ (tnbsp;geeft en fchoone uitdrukking in dezelven, datnbsp;zyn genoegen niet aan zien kan. Solimene heeftnbsp;groote menigte werken agtergelaaten, waarvan 'denbsp;te Napels zyn. Hy bezat eene byzondere gaaf vannbsp;in zyne kunft te onderwyzen.

A4‘'

1

Wel te onderlchciden van zyn vaeder jlrtnni‘lt; SiilimtiH,

-ocr page 255-

ÏTALIAANSCHE SCHILDERS. 163

hy zyn meefter Solimene heeft zoeken natevol-te V* nbsp;nbsp;nbsp;Senie genoeg, om zich zoo hoog

''flefFen. Intusfchen heerfcht in zyne fchilderyan eene ordinantie, en een fchoon, leevendig koloriet.

Soede

{jj hy boven Solimene den voorrang heeft. Het befte d^^'^'^''oerigfte, dat hy gemaakt heeft, is een fchoon zol*nbsp;op natten kalk in de hoofdzaal van het groot hofpi-Siena.

fjjj Paolo Pannini, (gebooren 1691.) een landje ^P'fchilder, die zich te Romen ophoudt. Hy is in het ijj^^^^^einen van de geringfte kleinigheden in een Gezigtnbsp;liaio ?'®^ven zeer naauwkeurig, en fchildert met een goednbsp;2yne gezigten van de St. Pieters kerk te Ro-Vjj^^ï’izo goed en naauwkeurig, dat men ’er zich overnbsp;'ónderen moet.

Ï‘a

°^o Monaldi , een noch leevend kunftenaar te Ro-V’ ^kkildert bambochadenj waarin veel vuur en uit-^kig doorftraalt.

. Oïijpj-Q Battoni, maalt met veel toejuiching zoö wel ^rfeitfels als hiftorieftukken. Hy weet zyne tinten opnbsp;quot;'ïs van Correggio goed in elkander te verdryven.

‘ten

, (*?) een Franfchman, die zich federt veele Romen heeft nedergezet, tekent zeer vaft en

juifl:.

dat Panini leeds voor tneet dan lo Jaaten

fiond voor .

V. ' Wel

ng vaa Fomjin en Andrea Sacthi,

L A

*'*1 en . onderlcheiden van Thomxs 'BUnchctt ook eenFranfch-“ lecrlins

-ocr page 256-

i64 TYD-KUNDIGE LYST der

juift. Hy heeft verfcheide goede fchilderyen van ordi'’’quot; tie en koloriet, desgelyks ook fclioone conterfeitftl®nbsp;vaardigd.

Antonio Raphaei- Menos , iiit Saxen, heeft zid' ’ de antiken en Rafaels fchilderyen gevormd,nbsp;zyne ftudie naar den laatften uit het voortreifelyknbsp;ftuk op de landhoeve van den Kardinaal Alexander ^nbsp;ni, en aan het gewelf der kerk van den Heiligen ï'quot;nbsp;bius.

nlf

FLORE NT TNSCHE SCHO^

Giovan Cimabue, (1240-1300,) wordt voor de ¦ der nieuwe fchilderkunft gehouden. Hy leerde by *nbsp;griekfche fchilders, die naar Italien gekomen ware'^’jnbsp;fchilderde naar hunne manier, maar met meer ge'’‘^(i,inbsp;een koloriet, dat met de natuur overeenkwam,nbsp;derde niet dan op kalk, of met waterverf, wylnbsp;derkuuft in oly eerit jio jaaren na zyn doodnbsp;wierd. Eenige Hukken van hem ziet men in denbsp;Croce te Florencen.

r

(*) Wel te onderfcheidcn van zynen navolger gentlyk Temafa di Slefano, (1324-13561)

-ocr page 257-

ITALIAENSCHE SCHILDERS. 165

Selyk nbsp;nbsp;nbsp;beeldhouwer en bouwineefter, Hybragt

^ ter betering der kunft toe, naardien hy in zyne fchil-^^tyen juggr natuurlyke ordinantie zogt te brengen, ^^tfcheiden derzelven ziet men teFlorencen, Pifa, Padua,nbsp;^ in het Vatikaan te Romen. Hy flaagde byzonder innbsp;^ ^^iek-ftukken. Het belle in deeze zoort is dat over dennbsp;titeti ingang van de St. Peters Kerk. Michael Angelonbsp;* byzonder veel werks van zyn Dood van de H. Maagd,nbsp;ntencen.

¦oMa Masaccio da San Giovanni, nbsp;nbsp;nbsp;~ 14430

¦in weinige werken van hem nog overig kan men op-dat de kunft van hem gewigtige verbeteringen zoa


lilt


¦ tvai


Sten gehad hebben, wanneer hy niet in het belle van


ieeven geftorven was. Zyn voornaamlle ftuk is de ®tping der duivelen uit den bezetenen.


Signorelli, van Cortona. (1439-1521.) In ® ichilderyen, die teArezzo, Perufia, Cortona, Siéna,nbsp;^^tetto en Florencen gevonden worden , ontdekt men eenenbsp;^'ie tekening, en zamenfteliing, maar zwak koloriet.

maakte zoo veel werks van hem, dat iommige beelden van hem ontleende en in zyn Laatlle

bracht.

'^''Mardo da Vinci, (1445-1520.) was ook een


“ere

’tgt;iiwer en bouwmeefter, en een der gelukkiglte ge-lij ’ tiie ooit voor de kunft zyn gebooren geweeft. Hy tw ^ ’t geheel geene kabinetftukken gemaakt; zyne be-Ui^^^ttiheid laat zich het beft uit het groot bei-oemd Avond-Milaan beoordeelen. Men kan hem ook in veele

gevallen , als een der grootfte kunftenaars aan-

L 3 nbsp;nbsp;nbsp;2ien


-ocr page 258-

i66 TYDKUNDIGE LYST DER

def'

zien (1): Da Vinei bragt het kanaal der Adda in ’t geen te Milaan tot nog toe voor eene onniogely^'’^J|,nbsp;gehouden was. Hy bevond zich ter zelver plaats bynbsp;trede van Lodewyk Xll.koning vanFrankryk. De-inwo'’®

verlangden, dat hy iets aardigs en aangenaams voot


koning zou uitvinden. De kunftenaar vervaardigd® ten dien einde een leeuw met een uurwerk, dienbsp;fchreeden in de zaal voor den koning heen ging»^'.,nbsp;daarna opende, en het Franfche wapen vertoonde.nbsp;was in den ommegang een zeer beminnenswaardignbsp;Hy ftierf te Parys in de armen van koningFranciscnsI'^^^nbsp;hem op zyn doodbed bezogt. {Lettre de M.nbsp;fur la vie amp; les ouvrages de L. da Find, d lanbsp;Recueil de fes Charges gravées par M. Ie Comtenbsp;Paris. 1730. 4.)

k ^

Pietro Vannucci , in ’t gemeen van zyn Vadetfl^^ j

Perugino genoemd, (144Ö-1524.) leerde by da maar kwam in lang zyn meeller niet naby. Zyne tek®'nbsp;is droog en ftyf, en heeft veel overeenkomft me' pjnbsp;van Cimabue, en deszelfs meefters uit Griekenland1nbsp;uitdrukking in zyne hoofden behaagt, de handen zy”nbsp;lyk, en het koloriet houdt zich frifeh. ’t Geen h®'”nbsp;meefte eer doed, is dat hy Rafaels meefter geweed

/

Baccio della Porta, meed: Fra Bartologt;i®° Bartolomeo di San Marco, genoemd, (i4dp'nbsp;een voortreffelyk fchilder, gelyk zyne (lukken tenbsp;en te Florencen bewyzen. Hy vormde zich

1

By het Art. van de Ambrofiaanfthe Boekerey te Mila1® wy gelegenheid hebben om bieedei hier van te fprecken.

-ocr page 259-

ITALIAENSCHE SCHILDERS. 167

da Vinci, leerde de perfpeftief van Rafael, en on-

j

^rigte hem daarentegen weder in het koloriet. Men be-in zyne werken eene goede tekening, bevallige

'Urlyk koloriet. Zyn II. Sebafliaan, dien by te Flo-

^®lden, eene kloeke ordinantie, en een voortreffelyk en ‘'atn,

iVa:

fchilderde, moed, zo men zegt, uit de kapel, hy ten toon gehangen was, weggenomen worden,nbsp;^gens de uitwerking die de natuurlyke uitdrukking vannbsp;op verfcheide vrouwen gemaakt had. Verfcheidenbsp;Zyne ftukken, als de Hemelvaart te Florencen, ziennbsp;¦’Och zoo frifch uit, als of zy eerft gefchilderd

3ren.

^ ^'tiCHAEL Angelo Buonarota , (i475-1564.) betoon-j ® '^an zyne tederfte kindheid af veele gefchiktheid tot de het welk daarvandaan kwam, dat men hem naarnbsp;j^^^dgnano ter opvoeding gefchikt had: een plaats alwaaj:

hy bij Ghirlandajo, een fchilder en beeldhouwer, te

alle inwooners, en ook de man van zyne voedfter , ^®ldhouwers waaren. (*) Met zyn veertiende jaar

Orencen, dien hy in zyn zeftiende jaar reeds ver over-'¦¦’f. Hy was niet alleen een voortrelfelyk fchilder, maar ¦¦ok de grootfte beeldhouwer en bouwmeefter van de laa-.nbsp;tyden. Onbsp;nbsp;nbsp;nbsp;di Michel Angelo Buonarota, rac~

colta

(*1 rv-

_ Dit fteunt eigentlyk op een boertend gezegde van hem zei* maravtglia the totanio dello ftarpedo dllettato Ji fcjfc,nbsp;ft/('^ halta fua fa dtam fiarpellino, e JimilmcnU in am fear-° ’quot;nritata.

dja j ^icts bewyft zo zeer het mauw verband dér (chone kunften, dttj ^ Voorbeelden van een groot getal meefters, die in verlcheidennbsp;{efjj te gelyk uiigemunt hebben. Michael Angelo, wiens uit*nbsp;genie ca ingenium ca^ax zo algemeen bekend is, en wien

Lotd

L4

-ocr page 260-

i68 TYDKUNDIGE LYST der

colta da Afcanio Cmdivi Roma I553. 4. La colle note del Sig. A, F. Gort e del Sig. P, J,

Firenze 1736. 1746. fol.')

Andrea DEL Sarto , of Andrea Vanucci, (1488-153'’^

Lord Shafiesbury daarom the great hegtmer ér founder among the noemde, is doch decnigftenict. De kundigheden van Leonardd3\^’''|,nbsp;waren nog uiigeftrckter. Bernini en Beccafuini beoeftenden, evennbsp;zy, tevens (childer- bouw. en beeldhouwkunft, na het voorb6C*‘*j,nbsp;welk hen Giotto al vroeg gegeven had. Rafael was niet allesquot;nbsp;grootftc (childer van zyn tyd, maar teffefis een voortrefFelyk boquot;'nbsp;meefter : zoo dat, na Bramante’s dood, Paus Leo X. hei»nbsp;voltrekken van de Sr. Pieters Ketk_toedacht. Zyn leerling )quot;«nbsp;Romano eifile van hem nice alleen quot;de cerftc maat ook de 1quot;*'!,,nbsp;gaaf, en vcrcierde Mantua met gebouwen zoo wcl als metnbsp;ryen. Dat Antwerpen dezelfde verplichting lanRubens heeft,nbsp;jeder bekend, Salvator Roft was te gclyk Ichildet en dichter;nbsp;als Michel Angelo, en nu tegenwoordig Wateict. Quellinnbsp;en beeldhouwer, en vetlchcidcn anderen, A. Duter, Palladiogt; ,

Vinci, Vafarij, Rafael zelfs, en onder ons Lairesfe, enz. fthrcevcquot;''’^( dezelfde gefchiktheid waarmede zy werkten : even als juliitsnbsp;cn Ftederik de groote, eodem animo dixernnt lt;jm beilarunt.nbsp;verlchynlèl verklaart zich gemakkelyk. Het Schoone is maat stnbsp;even gelyk de fmaak één is : en de onderwerpen van alle die ^nbsp;Ren, welken onder het gebied van den fmaak ftaan, zyn fleehP.p,tnbsp;dificatien van een cn hetzelfde euwig cn eenvoudig jlhoou. ,){nbsp;het voelen en bevatten daarvan , behoort ene te recht zo ge”quot;quot;,nbsp;harmonifche xicl , die om zulk ene te zyn, noodwendignbsp;yoor dit fcheort moct zyn, waar en onder weiiegedaantezyhetze^'r^^ij'nbsp;moge aantteffen. Van dit verjiandig of xinnelyk fchoon tot het nnbsp;ie is flechts ééne trap. Het een worden wy door den fmaainbsp;ander door den xedetytennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, of hetnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en beiden vsd'

zich in het zelfde eindpunt, hctbeginzel der volmaaitheid —' ^olt geenen dan die den meeften fmaak hebben, zullen noodweoi^'fj-ji;nbsp;de befte menlchcn zyn! Helaas! Zy rnoeften 'taltanszyn!nbsp;ene euwige, ontegcnzcggelyke waarheid : gcenen hebben et g j,c;nbsp;gefchiktheid toe dan zy. Hierin lege den dccle de lleutelnbsp;ftUMS KuyciS-oc van de Grieken, (waarom ook de Italiaaflco^^.^j,!,nbsp;fchynlyk zich gewend hebben de kennis der fchoonc kunftef junbsp;?n dcrzelvet beocft'eiwars virtnoji te noemen) en het is de gtonbsp;Re gcheple Sociatirche wysgeerte,

-ocr page 261-

ITALIAENSCHE schilders. 169

1

grootfte meefters, ten minften der beften kolori-


¦eti


'Van deeze fchool. Ily werkte in eene grootfche ina-’ met een malfcli penfeel. Zyn koloriet is zoo dat zync ftukken nog nieuw fchynen. Hy fchil-. ® eenigen tyd in Vrankryk voor koning Franciscus I.,


lier fiifeii


^ ^yne fclioonfte werken, naar welken men hem moet i^tdeelen, bevinden zich te Florencen. Hoe naauw-Hjj copieerde, is uit het vermaarde geval ’t welk hynbsp;jj Julio Romano gehad heeft, bekend. Een van zynenbsp;® bukken is eene H. Familie in het Paleis Pitti.

j^^'^^Tasak. Peruzzi, van Siéna, of gelyk anderen zeg-lij ''^*1 Volterra (1481-1536.) ftudeerde naar de groot-


^^efters, maar inzonderheid naar de natuur, van welke H, gelukkigfte denkbeelden ontleende. Hy heeft in ’t


goede toneelvercieringen gemaakt. In zyne kabi-fij, uilderyen, van welken er niet veele voorhanden zyn, eenige werken op kalk vertoont zich zyne kennisnbsp;iiij, doorzigtkunft : voor


t overige was zyn koloriet Verfcheide paleifen in Romen zyn naarnbsp;fchetfen gebouwd, ook heeft hy de veftingwerkennbsp;Siéna aangelegd.


«J^linaatig,


¦^aj ¦ nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....

^yn *'^‘^•'(1484- 1549O Ily tekende rigtig enmetfmaak.

VOq diia


®^'^Herino , van Siéna, eigentlyk Doxtinico Beccafumi


¦ Si^ '^fuaamfte werk is de ingelegde grond van den Dom


Vft vvelke hy geordineerd, en ten deele uitgevoerd ^en ziet weinige lolTe ftukken van hem, als bynbsp;'ii^ .^®^d den Heiligen Sebaftiaan in bet paleis Borghefe,nbsp;Vi getekend, maar zwak van koloriet is. Becca-


' 'vas


uiet-cen beeldhouwer en bouwmeefter.


een Florentyn , ( L 5


1559*) eea


-ocr page 262-

170 TYDKUNDIGE LYST der

een middelmaarig Schilder, en beter beeldhouwer. wel te Romen als te Florencen ziet men uitmuntendenbsp;beelden van zyne hand. Hy wilde Michael Angelo iö*nbsp;deele gelyk gefchat zyn, en kon het niet welnbsp;wanneer deeze hem voorgetrokken wierdt.

\'3'

Giacomo Carücci, gemeenlyk naar derland da Pontormo genoemd, (1493 -of volgens Vafari 155S.) Deeze kunftenaar gaf i^nbsp;beginne eene ongemeene groote hoop van zich,nbsp;Raphael en Michael Angelo by het eerde aanfchofquot; jnbsp;van zyne werken oordeelden, dat hy de fchilder’*^

tot den hoogden, trap zou brengen. By eene leeven^'

vuurige verbeeldingskragt, was zyne manier kragtig’ ^ zyn koloriet voortreffelyk. In de tekening had hy ^nbsp;overeenkomft met zynen meefter Leonard da VinO’ ,nbsp;in ’t koloriet veel van Andrea del Sarto. Maar Ponl*^ ,j,nbsp;kreeg den zonderlingen inval, om de manier van eenigsnbsp;fche konftenaaren, byzouder Albert Durer, aantene^’^’^j,)nbsp;daar door verloor hy den rechten fraaak, en zynnbsp;naam, zonder ze beiden weder te kunnen krygen. anbsp;bemerkt daar door in zyne fchilderyen zulk een onden''nbsp;als of ze in ’t geheel niet van eene hand waaren.

Daniel Ricciarelli , van Volterra, gemeenlyk DA Volterra, (1509-1566.) maakte zich tenbsp;de Afneeming van het kruis in de kerk St.Trinita

bekend: een fchildery, dat onder de drie voorna! van Romen behoort, (*) van zeer geeftryke zam^’’*^^


(») De twee anderen zyn de veihecrlyking van Rafacl, maal van Hieronymus door Dominichinoj cn ’c isnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ |(j,

drie ftukken voor de befte fchilderyen vxh giheel

-ocr page 263-

ITALIAANSCHE schilders. 171

VoortrefFelyk tekening; het koloriet heeft veel overeen-met dat van de Roomfche fchoolcn.

Rosso, in Vrankryk MaitreRoux genaamd, (149^-vormde zich in de Florentynfche fchool, maar den meeften tyd in Vrankryk, en byzonder te Fon-quot;ebleau gearbeid, waar door hy in Italien weinig bekendnbsp;Zyn ftyl is eenigzins wild en eigenzinnig.

^Ngelo Bronzino, ([1511-1580.) volgde zynes 1^Zefiers Pontormo’s fmaak zoo getrouw, dat hunne wer-bezwaarlyk te onderfcheiden zyn. In Florencen en tenbsp;2iet men veele Hukken van zyne hand, die van dennbsp;tyd van Pontonno fchynen te zyn. Bronzino wasnbsp;^ een bekwaam conterfeiter.

^ ^lessandro Allori, de broeders-zoon en leerling van^ ^'''ezino (1535-1607.) verbeterde'zyns meefters manier.

ê kennelyk zyn. conterfeiten.

tekening is rigtig, zyn penceel malfch, en zyne ge-^^Sten bevallig. Te Romen en te Florencen treft mea fchilderyen van hem aan i die aan de fchoone teke-Hy begaf zich op het laatfl: ook aan

j kANCEsco Rossi, meest Salviati genoemd, (1510-is een goed en zeer vlytig fchilder geweeft. Men bein aan de ftoute vrye tekening, aan het bevallignbsp;ttj koloriet, aan de goede verdeeling van het licht,nbsp;de ongewoone houdingen van de beelden, welken

by

t ¦

'quot;snif , dat onze (chryvct hiet op ziet. — Voor ’r overige %(jj ook van Volterra, zyne kindermoord, cn Helena’s kruis-Paulus lY. gebruikte hem ora de aanftoicJyke naaktheden innbsp;Laatfte oordeel te kleden.

-ocr page 264-

I7a TYD-KUNDIGE LYST der

hy zelfs in zyne geeftelybe ftukken behieldt. Te Flof*” cen, te Bologne en te Romen treft men veele werkennbsp;zyne hand aan. En die teParys geweeft zyn, herinnef*^”nbsp;zich het groote Altaarftuk by de Celeftynen, ’t welk hynbsp;duurende zyn verblyf in Vrankryk gefchilderd heeft.

PiRRo Ligorio, een leerling van Julio Romano, delmaatig fchilder, maar beeter bouwmeelter. (14?^,nbsp;1573-) Koning van Sardinien bezit van hem verfet^^*nbsp;de banden met tekeningen van allerlei foort van oudhetl^”’nbsp;byzonder gebouwen. {Domenki Fite de PittoriNapold^^^nbsp;T. 2. p. 268.)

¦d5

Venetian, Napels, treft men eenige gelukkig uitgevo^^*

Georgio Vasari, van Arezzo, (1511. of 1514-1 een leerling van Michael Angelo en Andrea delnbsp;Zyne tekening is wel rigtig, maar niet zo flout en e®nbsp;als die van Michael Angelo; het koloriet is zwak,nbsp;dog zeer kennelyk. In zyne famenftellingen heerfchtnbsp;wylen eenige verifarring. Zo wel te Florencen, waaf ”nbsp;het meeft heeft gearbeid, als te Romen, Bologne,

ftukken van hem aan. Hy heeft zich voor ’t overige zyne Levensbefchryvingen der fchilders, enz. hetbeftenbsp;dat wy in deeze zoort hebben, bekend gemaakt.

rl of

grootfte meefters na, en overtrof in het zelve Caravagio by een wedftryd. Verfcheide van zynenbsp;zyn Correggio waardig, en zyn Marteldood van Stepnbsp;verworf hem den naara van den Florent'^jnfcben Cogt;'F‘^^^

Ludovico Cardi, van zyne geboorteplaats Cto^^ CivoLi genaamd: ( i559'1Ö13.) tekende wel,nbsp;zich van eene levendige vafle manier, en betoonde if*nbsp;zamenftellingen veel genie. Hy volgde het kolotiv'^^

-ocr page 265-

ITALTAENSCHE SCHILDERS. 173

y Was ook een goed bomvmeefter, en heeft veel voor

Ik

IVlediceefche Huis zoo wel te Romen als te Florencen ^®3rbeid. Men roemt byzonder zyn Ecce homo, en eennbsp;tafereel waarin Nicodemus met de Maagd by het lyknbsp;den Zaligmaaker verbeeld worden, beiden in het Paleis

.Francesco Vanni, (1563-1609.) zyne tekening is rig-en het koloriet bevallig. Zyn fmaak heeft veel over-^^Rkomft met die van Corregio en Baroccio. Vanni heeft heilige onderwerpen uitgevoerd.

CiovANNi Mannotti, ook Giovanni di San Giovanni ^^’'aamd: (1590-1636.) Men rekent hem onder de beftanbsp;^'Iders der Florentynfche fchool, die de perfpeélicf- en

Wrencen zyn fchilderyen van deezen raeefter, en eenige fchoone wel bewaarde te Romen, waaronder voorgt;nbsp;'’*3tneiyk een in S. Mftria del popoïo behoort.

, ^Iattia Roselu (•) (157S-1Ö50.) Zyne tekening goed, en het koloriet leevendig. Ily voerde zynenbsp;Mlderyen met veel zorgvuldigheid uit, maar zy zyn tenbsp;^^RVormig, en verraaden eene min of meer koud genie.

heeft weinig losfe Hukken, maar des te meer groote quot;^^fkeu op natte kalk in Florencen vervaardigd.

) Wel te ondcrftheidenvanC^/rwoR^^Wi, insgclyks een Florentyn ) die met Perugtno en anderen aan de Kapel van Six-Êcatbeid heeft.

-ocr page 266-

174 TYDKUNDIGE LYST DER

BB LQBIBARDTSCHE QF BOLONEESCB^ SCHOOL.

Francesco Raibolini , met den bynaam Fra«''‘^''^’ (1450 -1518.) wordt als de herfteller der fchilderkonftnbsp;Bologne aangezien. Hy had een grootenaam, weswege”’

hem Rafael zelfs zyn fchildery van de H. Cecilia

beoordeeling en verbetering overzond. Men zegt Frac*quot;'^ heeft zich dood getreurd, op het zien van zoo voW^*'’^nbsp;een werk, van een jongeling, dien hy nog verre ben2‘^‘'nbsp;zich gedacht had te zyn. In zyne fchilderyen heet'*'^

eene goede tekening, en voor die tyden onberifpelyk


loriet. Te Bologne en te Florencen zyn zyne meefte ken aantetreffen.

¦feequot;


Andrea Mantegna (1451-1517.)' Zyne eerfte wen zyn te Padua. Hy overtrof Francia in veel opzichtennbsp;fchilderde met een zoo leevendig koloriet, dat het


eH


tot op den huidigen dag taamelyk frifch houdt. zyn voornaamfte verdiende bellond in de perfpeftieF


iCf

ti

if

ief'


het verkorten zyner beelden, waarin hy alle zyne ty' noten verre achter zich liet. Anders was zyne .nbsp;door eene al te llaaffche navolging der antiken, eenië ’^j,nbsp;droog en ftyf. Zyne fchilderyen, zoo als in


de Hukken van de eerfte meefteren, vindt men


koop. Zy dienen om de verbetering detkunll, van eerden aanvang, tot aan haaren beften tyd, te


¦iii'


jit«


len. Zyn voornaamfte ftuk, ’t geen zyn fortuin by den Hertog van Mantoa, is de Triumph vanC®ikrgt;^,^^nbsp;te Hamptoncourt. Sommige Italiaanen fchryven hem d^ ,nbsp;vinding der plaatfnykunft toe, doch hy bracht zn nnbsp;tot een hooger trap van volmaaktheid.


.1^'



-ocr page 267-

^Taliaansche schilders. 175

j^^f^NCEsco Primaticcio (1490-isfo.) oeffeniie zich Ij ® tekening onder het opzicht van Innocentius van Imo-

paleisT. te Mantua, enfchilderdeeindelyk in Vrank-Voor Franciscus I. en Henrik II. die hem byzonder Waaren. Primaticcio nam Niccolo dell’ Abbate

®®gna Cavallo, arbeidde daarop onder Julio Romano Het

gt; om hem te helpen. In het Inflitut te Bologne van beiden goede fchilderyen opkalk. Prima-tekende in den fmaak van Julio Romano, en fchil-5., ® met een helder en bevallig koloriet. Zyne kabinet-^*^0 zyn zeer gezocht.

A

Hj ’’ïoNio DE Allegris, in ’t gemeenCorregio genaamd, geboorte plaats, eene kleine ftadt in het Mode-t[.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(1494.1534.) Deeze meefler heeft den hoogen

it ^yner kunft alleen aan zyne aangeboorene gaaven b ^ken gehad. Zonder de antiken te kennen, en ofnbsp;I5 , of Titiaans, of Andrea del Sarto’s werken geziennbsp;, maakte hem de genie, die de natuur hem ge-ijj had, tot een fchilder. Hy was byna volmaakt zoiunbsp;j. zelfs te weten, en zag zyne bekwaamheid niet eer*

‘a.


dan wanneer men hem een fchildery van Rafael,


men veel ophef maakte, vertoonde. Niemand ^ot hiertoe het betoverend koloriet, en het malfch

^ Panceel van Corregio kunnen evenaaren.

die hy fchier om niet weggaf, zyn zeer raar, en tiq geen prys. Zyne vootnaamfte werken zyn de koe-Hoofdkerk te Parma, een meefterftuk van .verkor-

Zyne fchil-

'^'elke kunft deeze meefter tot den hoogften trap vao ^^ktheid gebragt heeft: zyne Leda, en Venus, ennbsp;d^^^^Rientlyk de alomberoemde Notte, of Geboorte vannbsp;ailand, in het paleis van Modena. Verfcheide ftiik'nbsp;’ men voor origineelen uitgeeft, wyl zy zyne manier

-ocr page 268-

176 TYD-KUNDIGE LYST DER

nier naby komen, zyn van zeer goede meefters, die naar hem geftudeerd hebben.

Francesco Mazzcoli, in ’t gemeen il Parji^' genaamd, (?) (1504-1540.) Zyne manier is over

’cf

meen gevallig, zyn koloriet helder ennatuurlyk,

handeling gemakkelyk, zyne tekening juifl: en zyne deren van een goeden ongezogten val.nbsp;ken ontbreekt hem de uitdrukking: des te beter zy’’

In grooteJ^'J, Af

entegen zyne kleine kabinetlchilderyen, die zeer dnquot; taald worden. De ItaÜaanen roemen hem fomtydsnbsp;uitvinder der etskunft: doch hy was alleenlyk denbsp;die ze in Italien beoeffende. By het veroveren vquot;quot;nbsp;men door de Spanjaarden in 1527. vond men hem» ‘(,i.nbsp;gelyk Protogenes by de inneeming vanRhodus, en ^ ^,1!nbsp;medes by die van Siracufen, ftil arbeiden, en onh^quot;^,nbsp;van ’t geen er omging. Zyn dode Heiland by denbsp;nikaanen te Cremona verdient byzondere opmerking-

ft')

Pellegrino Pellegrini, oFTibaldi, van Bolog”1 2 (1522-1592.) was een goed fchilder en bouffU'^^jtinbsp;Zyne eerfte fchilderyen die in de kerken van Bologquot;^nbsp;bevinden, hebben een fchoon koloriet, eene goede


1

Wel te ondericheidcn van vynen leerling en Neef “y1®1 ALïzzwA', of tl Parmcpautm. Van deczen laatilen Haatquot;1nbsp;by een Italiaanfch dichter geleezen te hebben:

Ktrrci thiamar fio dille graxit ^el Parmegjiinin -

Geronimo verdiende deezen lof, doch noch meer zyn meefl1^''

,V' ^

2

Wel te onderfcheidcn van PdUp-mi da Medina t SanDamilh, Ptlligrlm Aretufi, Pellegrino Mlniati. Pem^‘’‘’

AnUrHQ nbsp;nbsp;nbsp;yan Pldus.

-ocr page 269-

iTALiAENSCHE SCHILDEilS. ï?/

»aa nbsp;nbsp;nbsp;tekening: des niet te min kon hy ec

^ %Iyks van leven , tot dat liem Paus Gregorius de XIII. 'isderhand Philip* II. koning van Spanjen aan hun hofnbsp;waar door hy een rykelyk inkomen bekwam.

Cangiagio, of Casiëiaöi, een Genueefch O527* bezat alle vereifchtens, die een groot fchilder ma-^d' ^‘¦^sidde rae,t ene zonderlinge gemakkelykheid. Hy .nbsp;n '^tieerleye manieren; de eerPe valt in het grootfche ennbsp;i de andere is der waarheid en der natuur overeen^nbsp;en de derde is onachtzaam. Men treft overalnbsp;'Merygjj yan Cambiagi aan, byzonder te Genua, waar*nbsp;’’’Merendeels verkortingen te pas gcbragt zyn. Wyl hynbsp;behendig en met beide handen te gelyk arbeidde, (*)nbsp;i bemerkt men hier en daar fouten, zoo wel in de te-”2 jals in het voeren van ’t penceel, waaraan zynenbsp;ook kenbaar zyn. Voor ’t overige heerfcht er eene ,

Se uitdrukking in.


'^öovico Caracci, van Bologne, (1555-1619) was

bet zyo fchryïcrs, die als iets byzonders aanmctken, dat Han«nbsp;Vft quot; quot;’et de’linke hand fchildcrde, als vvatc hy de cenigftc ge-Dit is ’er verre af. Antenio da Sole, Mozzo van Antwerpen,nbsp;J°nveuet, Corn. Keitel, een Gondenaar, fchildetden allennbsp;quot;’’¦itii ’quot;’ks; en Keitel gebruikte de toppen van zyne vingers, ja.

zeggen zyne toonen, in plaats van pecfeelen. (Zie J.vaa ’s^.jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der Sthïldnycn van het Stadthuis tt Atnfieriam hl, 1^.24.

** fel i^^ftenboven waren er, die gelyk Cangiagio beide handen l'ls.. gebruikten. Ajnico Alpertino, insgelyks een Bolonees,nbsp;’’sd het voor hem reeds gedaan, en in deze eeuwnbsp;Augsburgei, in ’i jaar 1742, geftorven, Afpcitinonbsp;ktq^tvan den bynaam vair Amico da dut Femitllt. Van Carlonbsp;”* ftaat my root liet zelfde ook gelezen te hebben.

-ocr page 270-

3;8 TVD-KUNDIGE LYST der

0'

bal, doch heeft niet te min vceL-cenie en vcrdie”

()P“

Zyne tekening en koloriet zyn onberifptlylLtJbywyls’’ breekt hem alleen het kragcige in de uitdrukking-heeft veel te Parnia gewerkt, en een deel van zyn 1^^ ||(.inbsp;met plaatfnvden doorgebragt. Hannibal verdient in

If

het hoofd der beroemde Caraccifche School, (t) leermcefter zyner neven, de broeders Agostinonbsp;(*557-1602.) en Annidai. Caracci, (isöo-ióop.)nbsp;groote bekwaamheden van deeze drie fchilders, ennbsp;baazende menigte hunner werken hebben hen beroeB**^nbsp;maakt. Lodewyk verwierf zich door viytignbsp;naar de befte meefters, eene grootfche en edelenbsp;Veelen van zyne ftukken verdienen in aanzien van denbsp;tekening, van het fchoon koloriet, en van het waare ^nbsp;uitdrukking de voortreiFelykfte fchilderyen gelyk geft'’^^j|jnbsp;worden. Hy vertoonde zich in zyne werken tenbsp;een geleerd, en als een aangenaam fchilder. Au?'' ^nbsp;Caracci is wel niet zoo bekend, als Lodewyk en ..

opzicht den voorrang boven zyn broeder en neef.

Aers ^

en veele andere groote raesn gemeen bezaten de Caraccis onder all®

manier was edel en verbeven; de tekening goed c” quot;jfl tig, en het koloriet meerendeels onverbeterlyk. Hfnbsp;geheel alleen de gaanderey van Farnefe gefchilderi^ gt;nbsp;ineeftei'ftuk der kunft, het welk nog wel bewaard is-dewyk Caracci, leide te Bologne een teken- ennbsp;fchoolaan, waartoe hem Hannibal en Auguftyn . jiinbsp;leenden. In deeze fchool hebben zich Scliidone, ^nbsp;GuiJo, Guercino,nbsp;vormd. In ’tnbsp;ders der Bolognefche fchool de meefte kennnis.

ff) Van dezelve zal onder by gelegenheid van Akadcraic (Art, atlc^ne) breder gelgtooken worden.


Clc»'


ft»'


-ocr page 271-

ÏTaLIAENSCHË schilders. if9

Antonio Caracci, een natutirlyke zoon van Auguftyn, leerde by zyn oom Hannibal, maar flierfnbsp;vroeg, In Romen heeft men eenige voortrelFelykenbsp;van hem.

^Êartholoméo Schidoné, van Modena, Ci5(So-j(Si6.)

fchilderyen zyn ongemeen zeldzaam, en daarom des ^^öieer waard, wyl geen meefter de manier van Corregionbsp;j. naby komt, voor welke hy de fchool der Caracci ver-In de verzameling van den koning van Napels, ennbsp;^ tornen in het paleis Altieri ziet men eenige (lukkennbsp;zyne hand. Hy fchilderde ook veele conterfoitfelsnbsp;zynen begunfliger, den Hertog van Panna, die in ’tnbsp;^®leis te Modena te zien zyn, en zich onderfcheiden doornbsp;bevalligheid der houdingen.

quot;Ho en Albani tot zich, en bellierde hunne eerde oef*

j^ïiiONYsiüs Calvaert, Cell Antwerpenaar, doch te Bo* Sne geftorven, (1555-161?.) alwaar men ver''cheidenbsp;none (lukken, onder anderen een Paradys van hem aan.nbsp;Hy vormde zich in de fchool van Caracci, naiij

hgen.

[^^uiDo Rf.ni, van Bologne, (1575-1642.) Te Bo-vindt men ook (lukken van zynen leeriing Guipo , ¦'QNacci, ( 1600-1680.) die verre beneden zyn meedernbsp;en met hem niet moet vermeengt worden. (y.Rae-¦* ‘i'Opufcoli feientipd e fllologid Vol. 47. p. np- 161.)nbsp;behoeft den naam van Guido maar te noemen, zoo heeftnbsp;leder reeds agting voor hem. Hy heeft drie manierennbsp;ij de eerde heeft zeer donkere derke fchaduwen, ennbsp;j^'*®arom meer kragtig, dan aangenaam; de tweede is een*nbsp;’i'iwkenrige navolging der natuur, en de derde heeft vvel

veii

-ocr page 272-

i8o TYDKUNDIGE LYST der

Teel dat zagt een aardig is, maar zy is egter te zwak. ontbreekt elk deezer manieren niet aan fchoonheden, 0’^“


de tweede is de voortreflelyklle. Zyn fchildery vaO


Apoftels Petrus en Paulus, waar deze den eerftgeno^'*' den in zyn berouw trooft, in het paleis Zampieri te


logne, wordt billyk onder de befte ftükken gefteld, in de wereld zyn, en vereenigt alle eigenfchappen vafl


volkomen tafereel in den hoogften graad. Guido aibei‘^^*^ zeer gemakkelyk, en heeft daardoor eene verbaazende


nigte ftukken afgemaakt: hoewel ’er ook veelen op zy iiaam verkogt worden, die inderdaad van zyne leerlio»^quot;nbsp;en navolgeren herkomftig zyn.

Giovani Andrea Donducci , met den toenaam TA, van Bologne, (geb, 1575,) was een leerling der Cara*^^'quot;nbsp;My nam ene hem eigene en treffende manier aan.nbsp;geeft de beelden donkere fchaduwen en fterke licht^***


waar door zy half verheven fcbynen te zyn, of van


liei


doek afceftaan. In Bologne vinden de liefhebbers ftukken van zyne hand.


ld®


Francesco Albano, (1578-1660.) Onder alle fcln der Bolognefche fchool hebben de wérken van Albano


lefl


mceften trek. Hy verkoos alleen bevallige onderW®’’?' en voerde ze in lofle ftukken voortreffelyk uit. Son'®nbsp;onderwerpen heeft hy dikwerf gefchilderd, als de rnbsp;zaifoenen, de elementen, en kindorfpelen, welke W


vrolyke landfehappen, die zeer naauwkeurig naar


ven gefchilderd zyn, wift te pas te brengen. Zyn

is aangenaam, en wyl hy zyne ftukken zeer viytig®^quot;^^^

eeriiê^


zoo zynze ook daaraan kcnnelyk. Wie maar


derzelven met opmerkzaamheid gezien heeft, zal hand de origineclen ligtelyk van de copyen onderfchO ^


-ocr page 273-

ITALIAENSCHE SCHILDERS. i8i

Bologne bevinden zich eenige groote altaarrtukken van die hun verdiende hebben; doch het ontbreekt hunnbsp;de kragtige vuurige uitdrukking, wyl hy dezelven even


dat


•'aniokkende, het welk in zyne kleine (lukken zo gate vergeefs heeft zoeken te geeven.


(i


omenico Zampieri , gemeenlyk il Domenichino ,


behoort onder de groote meeflers der Lom-^tdyfcije fchool. Hy verflond niet alleen de zamendelüng ^^'kornen, maar wift aan zyne hoofden eene edele waarenbsp;''’'drukking, en veel verandering te geeven. Het mar-''*doin van de H. Agnefe te Bologne; de communie vannbsp;H. Hieronymus in de St. Pieters kerk te Romen;nbsp;zolderfluk in Santa Maria Traftevere (^ene Hcmel-


tJu,


^^’’t Van de H. Maegd}; de kalk-fchilderyen in de ka-van den H. Januarius te Napels; die in de abdy Grotta Ferrata by Romen; zyn werken, die hem enen


S onder de grootfte meefters geeven, Zyn koloriet


j^'‘’tit met het voortreffèlyke van zyne tekening en de groots-J'd der ordinantie niet in alles overeen. De kleine ka-'quot;etdukken van Domenichino zyn zeldzaam en koftbaar.

j^GtovAN Francesco Barbieri da Cento, gemeenlyk Guercino, of Güercino da Cento genaamt. (*)nbsp;Ganfch Italien is, om zdo te fpreeken, vol

!(^yne fchilderyen, en in uicheemfche kabinetten zyn zy '''en (nbsp;den

iti L nbsp;nbsp;nbsp;—........¦quot; o....... ............... —

®t koloriet ongelyk. In zyne eerde manier is het zwak,

hj nbsp;nbsp;nbsp;het graainve, in zyne andere is het eenigzins

gt; en de fchaduwen zyn kragtig; de derde manier is d»

fehoon.

Q te ondertcheidcn van zya broeder Pach jtritmio “Bartial (1596 1640,} die ftillevcns en heeften gefehildett heeft.

M 3


®ens aantetreffen. Hy tekent (lont, weet zyne beel-cen edele uitdrukking te geeven, maar is zich zelven


-ocr page 274-

i8a TYD.KUNDIGE LYST DEB.

Ti'

ileiS

fchooiifte,en heeft iets van den finaak van Corregio e”

io

ifl*'

tiaan. In de laatfte manier zyn de Abraham in het p®‘_ Zampieri te Bologne, en de H. Catharina in S. Pietro

Vincoli in Romen. Veelen beminnen zyne kragtige nier, wyl zy treffender is, als in de groote befnydeni*nbsp;Bologne. De fchilderyen van Guercino zyn nietnbsp;zaam, ten minden die geenen, welken op zyn naamnbsp;waaronder vermoedelyk veele van zyne leerlingen zyngt;nbsp;de Akademie door hem te Bologne opgerigt.

Benvenuto Tisio, van Ferrare, (1481-1559.)

Itent hem onder den toenaam van il Garofalo , die'' daarom verkreeg, wyl hy in zyne fchilderyen altoos ^nbsp;anjelier te paffe bragt. Hy had eene byzondere gaafinbsp;de (lukken van Rafael, met navolging van zyne wsquot;!nbsp;en koloriet, te copieeren. Eenlgen zyner eigenbsp;gen hebben insgelyks wegens de goede manier, weik^ jnbsp;zkh door vlytig ftudeeren naar Rafael verworvennbsp;baare waarde. Ren zyner befte (lukken is de aai)biti^’''jnbsp;der Wyzen uit het ooften, in de kapel van S. George jnbsp;Ferrara. Hy had het ongeluk van vroeg aan édn oognbsp;te worden, doch fchilderde niet te min voort, tot bynbsp;gen jaaren voor zyn dood geheel zyn gezicht verloor.

Giovanni Benedetto Castiglïone, (*) een Geni'^^ (idilt;5-1670.) fchilderde alle onderwerpen die heifl,nbsp;jtwamen, maar aUerliefft landfchappen met vee.nbsp;fchilderyen worden wegens de zuivere tekening, bquot;'’^!,nbsp;vendig koloriet, en de voortreffelyke kennis van be'nbsp;donJtere van kenneren zeer hoog gefchat, gu duur

Vv

(F

(tt) Wal tc ondfiffhgjden van jyn aeon en leerling

-ocr page 275-

^ich eene eigene te verkiezen. Aan deeze onbe-

'^Qanus Borzoni, van Genua, (1590-1645.) een

erpen met veel kloekheid en waarheid uit. Zyne '«oonen, Giovan Battista (e-1654.) Cari.o (©-1657.)nbsp;^kANcEsco Maria (1625-1679.) leiden zich insgelyks

In de kerken en kabinetten van Ge.

^TALIAENSCHE schilders. i8s

z

manier is hem geheel eige, en daarom zeer kennelyk. Paleifen Caregha en Brignoletti, eii in eene kapelnbsp;^ quot; de s. Lucas Kerk te Genua, zyn drie zyner befte ftuk-vinden.

^ iovanot Carloni, (1590-1630.) en Giovan Bat-

IjCarloni, twee gebroeders uit Genua, waarvan de

de onvolkomene nagelaatene werken van den eer-

^ ^finaakte. Te Milaan en te Genua treft men veel

^ huijue hand aan. Zy vormden zich in de Bplognee-

j ® School, en volgden daarvan deeze manier na, zon-quot;et

Iwyze van fchilderen zyn hunne ftukken ten deele

'quot;’’elyk.

L,

.'quot;'aam hiftorie fchilder zoo wel als conterfeiter, die “ed

ijj tekende en met een frifch malfch penceel omtrend j ^ fmaak van Baroccio arbeidde. Hy voerde zyne on-

quot;k A

kunft toe.

^eft men hunne werken by hoopen aan. De jongde ^'cesco Maria muntte voornaaraelyk in landfchsppennbsp;fQj^^^^dukken uit, en heeft langen tyd voor het Fran-® hof gearbeid,

en Giulio Cesare Procaccini, twee broe-quot;an Bologne, en uit de Caraccifche fchool, welke *haan 1626. geene in het 8ofte, en deeze in hetnbsp;jjj ® jaar hunnes ouderdoms ftierven. Hunne ganfchenbsp;heeft veel overeenkomft met die van Lodewyknbsp;M 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ea

-ocr page 276-

i^ TYDKUNDIGE LYST DïH

deel*

Cn Hannibal Caracci. in Bologne, Milaan,

Hunne fchilderyen zyn ten

Genua en Venetien aantetre'

Julius Caefar, dïe over ’t geheel zynen broeder verre over^' ^ heeft in de Annunciata te Genua een groot Heilig A''*’”nbsp;maal uitgevoerd, waarin de fchoone ordinantie en het _nbsp;vendig koloriet, waar over zelfs de Caraccis zich nietnbsp;hoefden te fchaamen, veel lof verdient. Zyne Vrouquot;'nbsp;overfpel bevonden in ’t paleis Durazzo is daarentegennbsp;Ssonder aangenaam en lielfelyk. Camillo’s bede ftuknbsp;Jaatfte Avondmaal in de hoofdkerk te Genua, ’t

. dv

Veelen om de groote fchoonheden van fchikking bove» heroemdfte werken van zyn broeder (lellen.

Alexander Tiarini, (1577-iddB.) heeft zeerfchf‘’,^^, fchilderyen vervaardigd, die zich meed in Bolognenbsp;den. Ify was byzonder gelukkig in het uitdrukkefnbsp;hertstogten. Zyne manier is zoravvyleii eenigzins onz^^^jnbsp;maar het koloriet kragtig zonder donker te zyn. Vannbsp;Ranverwandten zyn eenigen ook fchilders g^weell,nbsp;hebben het zo ver niet kuiiuen brengen.

Elisabetji SiRANi, (1638 - 1664,') verdient hi^t plaats, wyl zy der Bolognefche fchool in der daad rnbsp;^andoet. Mgn bemerkt ligtelyk, datzy de grootenbsp;die zy bedendig voor oogen had, met nut heeft


deerd. gelukkig uit-


Zy had ffhoone gedagten, en voerde ze


Haare manier is wel niet zepr vaft ‘


daarentegen fchilderde zy met een aangenaam lee''^”'


koloriet, Haare verkiezing viel op fchrik-tonelen, het ontbrak haar daartoe aan vercifchte kragt vannbsp;Jting. Eenvoudige en bevallige onderwerpgii voegde”nbsp;heter, gelyk uit eenigen van haar dukken, i”nbsp;Zambcccarl en de kerk van S, Leonard te Bologne ^

Djlfgh^tb was eene dochter vgn crovANM


t p^'!?

biy*’


-ocr page 277-

ÏTALIAENSCHE schilders. 185


, nbsp;nbsp;nbsp;5 ( i5io - 1670.) irisgelyks een goed fchilder, cn

^®rling van Guido.


^arlo Cignani, van Bologne, (^i6z8-l^ip.') was een goed meefter der Lombardyfche fcbool, die te geiyknbsp;tekening, zamenftelling, en het koloriet uitmuntede.


j,,


‘Ne


*' daarby met eene ongemeene gemakkelykheid arbeidde.


'2aen, waarom zyne groote fchilderyen niet zoo krag-^yn, als die van zyne leermeefters, kom: van wegens


,Ne uitvoerigheid.


Ook heeft hy eigentlyk niet zozeer


^^oloneefche manier, als eene eigene, waarin men den


'''gt;lger van Rafael, A. Caracci, Caravaggio, Correggio


ij ^'lido, te gelyk ontdekt. Zyne Mariabeelden en kin-Zyn vooral beminnelyk en met veel waarheid gefchil-Te Bologne en te Romen treft men eene groote


j quot;'gte van zyne fchilderyen aan. Cignani voerde het onderwerp meermaalen uit, en op onderfcheide wy-


¦'1.


Zoo heeft men van hem drie Jofephs met Potiphar’s


h Nouur,


Een in ’t paleis Arnaldi te Florence. ( C«chin


rr

' tl. /gt;. 80.) Een in ’t kabinet van den Hertog van


^ tinshire, en een te Dresden. Zyn Simpfon in ’t paleis


Ut


*ìcari te Bologne is byzonder fchoon en grootfch.


Zanelli vita del Pittore Carlo Cignani Bologna


kn' 4' dl due celebri Pittori, Carlo Cignani e Se-


‘‘*”0 Picci, colla deicrizione delle loro opere Venezia


4.)


Cj/''^®vico Quaini, een nabeflaande en leerling vaa *“''^''*5 (1643-1717.) muntte inzonderheid in landfcbap-

'H'

l'ij, heeft Cochin in doling gebracht, i^Vuiage i'ltalU Vel 11.

Elizabeth zelve tot eene leerling van Guido maakt.


Waj niet meet dan vier jaareu oud , toen Guido fticif, in


-ocr page 278-

l86 TYDKUNDIGE LYST DER pen, vercieringen, en in het lucht-perfpeftief uit.nbsp;cefchini heeft veele landfchappen van Quaini metnbsp;geftoffeerd. Hunne wyze van fchildcren (lemde zoonbsp;overeen , dat deze landfchappen van de zelfde handnbsp;nen gemaakt te zyn.

Marco Antonio Franceschini, (1) (1648-171^'^ nrbeidde met veel goedkeuring in de manier van 25'” ^nbsp;meefter Cignani. Zyn koloriet is bevallig, de tekequot;'”’nbsp;tamelyk goed; manr in het geheel is zyne maniernbsp;eenvoudig dan edel. Het ontbreekt egter enigennbsp;Hukken niet aan eene fcboone uitdrukking. Men heeftnbsp;hem veele fchilderyen te Bologne, te Florencen,nbsp;Romen, die van de liefhebbers hoog gefchat worden-

O0gt;

DE FENETIAENSCHE SCH

Gi”2

,.ilt;

De drie Bei.uni’s, Giacomo (0-1470.) die de fe'’1' kunft van Gentile da Fabriano leerde, en zyne tweenbsp;nen, Gentile (1421-1501.) en Giovanni (i422-ï5'1|{nbsp;worden voor de grondleggers der Venetiaanfchenbsp;gehouden. Het geen nog yan hunne werken overgeb'^” j,nbsp;is, is van een goed kolo iet, en tamelyk wel ge^^1 ^.5,nbsp;Zy verftonden nog weinig van het fchoone dernbsp;of van de kunft om hunne beelden wel te fchikke” ’nbsp;zy ftaan gemeenlyk in eene regte lyn. Johan Belli”1nbsp;de leermeefter van Titiaan en Giorgione. GentU”nbsp;door Mahomet II. na Conftantinopelen ontboden,nbsp;weldaaden overladen.

1

Wel te onderfcheiden van 'Saltafare Frunc/fch!»'

2

fen iandichap - fchildei en conteifeitcr, gemeenlyk il Boemd.

-ocr page 279-

^TALIAENSCHE SCHILDERS. 187

Vin Barbarelii , met den toenaam il Giorgione, Caftei Franco, (1478-1511.) bragt de fchilderkunftnbsp;tot volkomenheid: men neemt in zyne wer-

quot;'ec alleen eene meefterlyke houding waar, maar ook ' *ohoone ordinantie. Hy tekent zuiver en gevallig.

'en,

'Hol ^

‘Oreert voortrefFelyk. Deeze groote meefter heeft p], ’ oogeagt zyn korte leeftyd, een der voornaamftenbsp;''’«i onder de konftfchilders verworven ; dan zeernbsp;(. ^'§6n hebben eene zoo kragtige uitdrukking met zulknbsp;ïdele en bevallige manier, ais men in de fchilde-'' Van Giorgione, vooral zyne conterfeitfels waarneemt,

zamentevoegen.

gt;ti

Vecelli, (*) van Cadore, (1477. of liever ° *S76), Een meefier, die by zyn leeven bereids

roem genoeg genoten, en zich by de nakome-

1:

quot;Ssf a

gt;d,

' “hap door eene menigte fchilderyen , die in hooge

® ftaan, vereeuwigt heeft. Na den vroegtydigen ' '‘an Giorgione betwiftte hem niemand den rang

‘^en eerften meefter der Venetiaanfche fchool. De

'’'Uur

zelve vormde Titiaan als ’t waare , en hy trad

®n gelukkigften uitflag in haare voetftappen. Hy I ^’^rde wel niet naar de Antyken, en feilde daardoornbsp;tekening ; maar hoe heerlyk is daaren-” ^yn koloriet, en welk eene voortreffeiyke uitdruk-fcjj ^®eft hy vooral in aangenaame onderwerpen! Denbsp;'^“‘ilieid van zyn koloriet, moet men niet zoo zeer

in

te ondeifcheidcn zoo van zynen leerling ClroUm» i! Tl» nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;manier van zyn meefter zoo wel gevat had, dat men

bezwaarlyk van de origineelcn onderlchcidt, ai* ^ iongcrcn broeder en zoon, Francefco (geb 14810 ci\H»rathnbsp;® *579.) beiden insgclyks Ichildcrs en leerlingen van Titiano.

-ocr page 280-

i88 TYDKUNDIGE LYST der

fld

veel verliezen, als wel in Romen, Florencen, en

in Vcnetiën, waar de rcnilderyên door de

zamelingen leeren beoordeelen', en byzonder zyne terfeitfels en landfchappen zoeken, waarin hynbsp;munt, dan in hiftorie-(lukken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;QBreve Compendgt;^

vita del famofo Tiziano, con talbero della fua Fenezia. 1622. 4.)

Sebastiaan del Piombo , fomtyds ook il geheten, (1485-1547.) leerde de fchilder-kunllnbsp;der Bellini, en daarna onder Giorgione, metnbsp;gelukkig gevolg, dat hy een geruimen tyd Raphalt;^*nbsp;rang in het fchildoren betwiftte, of hy fchoonnbsp;groote genie nog den fmaak zyner mededingersnbsp;En op Michael Angelo’s raad ondernaam hy

(landing van Lazarus te vervaardigen , voor S. P*'*; gt;,

Raphaels vermaarde Gedaantewifleling, om den

Voor ’t overige heeft da Piombo .j„f-terfeitfels, die meenig een voor den aarbeid van gione aanziet, maar niet veele andere fchilderj'n’’nbsp;gelaaten. Deeze Kundenaar was zulk een geflreng 'nbsp;van zyn eigen werk, dat hy geen (luk uit zynenbsp;liet, dan wanneer hy geloofde, dat er nietsnbsp;zoude te berifpen zyn.

in ’t gemeen ii-jSONE, (?) (1484-1540.) was een gewigtig nbsp;nbsp;nbsp;yj»

-ocr page 281-

^Ï'ALIAENSCHE schilders. 189

^ïll ll. .

. ntl:


*^'aan, die altoos vreesde door hem te zullen over-Worden. Pordenone had niet alleen een fchoon waarin hy Titiaan dik wils evenaarde, maar te-® °ok zeer gemakkelyk en met veel fmaak; door deelt ^*®®''lchappen verkreeg hy een grooten roem. Zy-ij ^'Ideryen treft men te Vicenza en te Venetien aan,nbsp;’'Isiidfche kabinetten zyn ze zeldzaam.

omoPalma, de oudere, (•) (1548 - nbsp;nbsp;nbsp;wa*

Hy beftudeerde de natuur, en haare fchoonhedeii in zyne fchilderyen, die

l(lu''®rling van Titiaan.

\

en met veel geduld uitgevoerd zyn, uittedrukken,

1 Ml

v*Hki nbsp;nbsp;nbsp;VV«W Hi LV»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ui ^ V ly Vgt;i J ^ 11

tj.'''''^er van hem een (luk, verbeeldende het vervoeren

verlooren. Zyn langzaam en koel arbeidea minder wagen, dan Tintoret en Paul Veronefe:nbsp;''y fchilderde anders zyne (lukken zoo goed, en metnbsp;1)^ ®2n leevendig koloriet, dat hy de natuur niet dannbsp;fchoonde zyde fchynt gekend te hebben. Mennbsp;^eer veele werken van zyne hand; en Vafari roemt.

Marcus lighaam te fcheep van Alexandrien na Ve-

gt; ’t welk Sandrart by misvatting den jongen Palma

Mr -

(«1) da Ponte , gemeenlyk Bassano , van zyne (u. plaats, eene kleine (lad op de Brenta, geheeten,nbsp;Ujj 'M92.) had vier fchilders tot zoonen, Francesco,nbsp;[i5j ‘*594.) Leandro (1558-1623.) Giovan Battistanbsp;\ ^'Ö13.) en Girolamo (1560-1622.) De Vadernbsp;^Ijjl^'^gemeen vlytig en dreef een grooten handel met zynenbsp;''‘¦yen, die in alle kabinetten van Europa verUroojd

zyn.

^''derfchciding vsn zyn neef Glanmt falma den jongen.

-ocr page 282-

TYDKUNDIGE LYST DEft

zyn. Hy hield niet zoo vee! van grootfche ondefquot;'® als van voortellingen uit het gemeene leeveii,nbsp;beeld jaarmarkten, dorpsvermakelykheden, winkel*nbsp;handwerkslieden; landfchappen met vee, en harten»nbsp;ken hy op eene aangenaame wyze uitvoerde. In denbsp;derey van den Groot-Hertog is by voorbeeld een -ftuk van hem, waar hy Venus met den Minne Cn*!’nbsp;Vulkaan in een ketel-flaagers. winkel, fn plaats vannbsp;fmitCe te Lemnos, heeft verbeeld. De byzonderek'^'^^^,nbsp;zyner fchilderyen zyn gelukkig uitgevoerd, denbsp;ling is naar de natuur en het koloriet wel verkozen.nbsp;Hukken zyn lichter te kennen, dan die van defflC^^*^-dere fchilders, door de overeenkomft der houdingen ^ ,^{nbsp;rakters zyner beelden en dieren, door zyne eenV®'nbsp;manier in gebouwen, huisraad, en kleding; ennbsp;violette ofpurpere tint, die in alle zyne Hukken he*^ [{nbsp;Doch zoo licht bet is, BalTano van anderenbsp;onderfcheiden, zoo zwaar valt het, de echte flukk^'’^j(inbsp;zyne hand te onderkennen. Velen gaen er op zy'’nbsp;die op zyn beft niet meer dan kopyen zyn,nbsp;zooneti,byzonder Giovan Battifta en Girolamo,

Doch een wezentlyk origineel van den ouden ft* .f^fl dat onbefchadigd is, is veel waard. Zyn Zoon/''*nbsp;kwam zynen vader zeer naa en overtrof alle zyne gi'nbsp;Zyne manier heeft veel overeenkomft met die vannbsp;den Basfano, maar is edeler, waar door hy ooknbsp;onderwerpen met lof heeft uitgevoerd.

Leander , meeft il Cavalier Bassano genaanhi gt; terfeittede met veele goedkeuring. Hy leefde opnbsp;den voet, en arbeidde niet gelyk zyn Vaderen jg dft”nbsp;om naderhand met de vervaardigde ftukken haiid^* jjjtnbsp;ven. Des niettemin belette deze belangeloosheid o ^'j

-ocr page 283-

^'^ALIAENSCHE SCHILDERS. 191

y

% van beiden evenaarde.

dat men hem vergeeven wilde, en deeze bellendige

’‘^oed


Ten laatften beeldde hy


l^ragt hem in ’t jaar 1623. den dood aan. Zyne ^ '®rs waren even zulke droefgeeftige invallen onder-,nbsp;'’^Pen, het welk zy van hunne moeder, die niet wel by,^


^inn


'e’n was, hadden overgeeift.


r ^kis BoRDONE, een leerling van Giorgione en Titiaan

\(lt;? I nbsp;nbsp;nbsp;*¦

(5 ^'*51*8,) volgde zyne meeders gelukkig na, en munt-al in conterfeid'els uit; men kan er nogtans wei-

van hem aanwyzen, die groot en wel bewaard zyn.


^^‘CoMo Roeusti, met den bynaam il Tintoretto, if,'^'*S940nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Venetien zulke ene menigte

^fyen van de hand deezes meefters, dat men zou ge-


j^Sskragt verraadt zich in de heftige beweging, welke in Zamenftellingen heerfcht. Het ontbreekt hem aan

het ware naauwlyks het werk van één menfch zoo groote en ryke ftukken te ordineeren, ik laat ftaannbsp;Il uitievoeren. Zyne waarlyk al te vuurige verbeel-

, *^hoone koloriet der Venetiaanfche fchoole, daarente-v*’betoont hy zich een ervaaren kunftenaar in aanzien der “'¦ïg. Men treft in verfcheide verzamelingen fchetfennbsp;Gekleurde tekeningen van Tintoret aan, welke van we-fchoone en vlytige uitvoering boven zyne fchilde-'''oqnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^y arbeidde met zuik eene buitenge-

gezwindheid, dat hy groote werken eerder voltooi-tVj’ andere fchilders, die met hen te gelyk begonnen lt;( , dezelven tekenden. (Fita diGiacoma Kobuftil det-''ntoretto, dal Cav. Carlo Kidotfi Fenezia 1Ó42. 4.)

iuRobüsti, zyn zoon, (1563 1(537.) arbeidde ' dianier van zyn vader, maar kwam hem op verre

niet

-ocr page 284-

ï92 TYD-KUNDIGE LYST dbh

nietnaby. Hy fchilderde goede conterfeitfels,gelyk ne zuder Maria of Marietta, welke meer van haar vanbsp;manier geërft had, maar zeer vroegcydig, (1590) i'’nbsp;Softe Jaar ftierf,

Giuseppe Porta, naar zynen leermeefter,

ftouten trek in zyne figuuren ontleende. Zyne vgt;gt;|'^ gen zyn gelukkig , en met een leevendig penfeelnbsp;voerd. In ’t paleis van den Doge te Venetien zynnbsp;van zyne capicaalfte ftukken.

Sahiati, of Rosfi') ook Salviati genoemd, (i535-^a^^'j_ is een der befte tekenaars van de Venetiaanfchenbsp;liy volgde de manier van Raphael, maar voornamely'^'.nbsp;Michael Angelo na, van wien hy ook dien krag^”

ife'

rgt;

Andrea Schiavone, een voortreffelyk kolorift,

1582.) Zyne behandeling is ligt, geeftig, en de tekening daarentegen niet naauwkeurig, wyl hy'nbsp;de koft werkte, en niet veel tyds kon hefteden»nbsp;ene vafte hand van tekenen te verkrygen. Zynenbsp;den van oude mannen en vrouwen zyn met veelnbsp;en worden daar om zeer gezogt. Titiaan gebruik^® ^^5/nbsp;met Tintoretto en anderen, in het fchilderen van

ch

kery van de Kerk van S. Marcus, waar men no'


zolderftukken zien kan, die geheel van zyn

Girolamo Muziano, (1528-1590.) bezat de eigenfchappen der Venetiaanfche konftenaaren,nbsp;ven 'dien een voortreffelyk landfchapfchilder,nbsp;foort hy zich de Nederlanders tot voorbeeldennbsp;had : gelyk bezonder aan de boom-flag te ziennbsp;zeer zeldzaams in de Roomfche fchool. Die tenbsp;geweeft zyn, herinneren zich de capitalenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(je'

-ocr page 285-

ïTaliaensche schilders. 193

^ircipelen op kalk, Mutiano’s beroemde werk, en tneefter onwaardig. In de St. Pieters Kerk heeftnbsp;], vier dukken van hem, verbeeldende elk enen hei-fcli'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hieronymus: en die een fraai land'

Van hem zien wil, moet zynen H, Albertin in Sm “’‘‘ino del Monti gaen bezichtigen.

«Cbi

*nil,

''OLo Caoliari, in ’t gemeen Veronese naer zyne ^orteplaats genoemd, (1530-1588.) De liefhebbers

de werken van deezen meefter altoos met genoegen

oiiwen: zy vinden daarin eene ryke ordinantie,

'¦'treffelyke karakters, wel geplooide kleederen, (doorns in ’t codume van zyn tyd, en volgens Sandrafrd, I J in den fmaak van Albert Durer) een leevendig ko-

''tie.

'¦gt; en eene cierlyke en bevallige uitvoering. In groo-V ^ydlufeige werken was hy fayzonder gelukkig. De f^.'^^'ifiguuren in zyne fchilderyen zyn meedendeel conter-, waardoor alles naar het leeven fehynt gedaan tenbsp;V| ’ ®ene eigenfchap die men by weinig andere meeders 'nbsp;Daarentegen kan men zeggen, dat hy de antikeanbsp;te weinig bedudeerd, en de rechte beginfelen vannbsp;j 'icht en bruin niet volkomen verdaan heeft: hoe vertenbsp;''ioot genie in dezen hem ook behulpzaam moge ge-Zyn. Venetienis met fchilderyen van hem opgevuld ;nbsp;inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vicenza en Verona heeft zich het koloriet nog

o ^ bewaard. Zyn capitaalde duk is de Bruiloft van in ’t Klooder van S. Georgio te Venetien, waarinnbsp;l over de 150 hoofden telde , en eene roeping vannbsp;» •'2 Pegazo, byzonders fraai. Voor ’c overigenbsp;fel, Cabinetten vol van zyne dukken, doch waar-

l. lopen ’er zeer velen onder van zyn zoon en .''eder.

Benih

-ocr page 286-

ÏP4 TYD-KUNDIGE LYST des

Benedetto Cagliari, een broeder, cn Carlo Carletto en Gabriel, twee zoonen van Paul Veron^^1quot;^nbsp;gaven zich alle moeite om deezen grooten meefler tenbsp;aaren. Zy waren ’er ook tamelyk gelukkig in, zoonbsp;hunne werken dikwils met die van Paolo verward wot1^1”nbsp;Karei deed veel van zich verwachten, en hy zoude

¦’ nbsp;nbsp;nbsp;ijjft

vader veelligt overtroffen hebben , zoo een vroegtY1'

dood hem daarin niet verhinderd had. Benedetto, ^

t!'

een zeer belangeloos man was, en daarby werkzaaiö gt; beidde meeft aan de (lukken van zyn’ broeder, en j,nbsp;te ze met gebouwen, daar zyne grootile kracht in bed®”

bf®”'


Giacomo Palma, de jongere, (1544-1028.) een


ders-zoon van den ouden Palma, en leerling van'T'®'


ret, betoont in zyne werken meer vuur en genie daigt; oom; maar wyi hy dikwerf om den brode moeft arbei'nbsp;zoo zyn zyne (lukken niet altoos uitvoerig genoeg, o®


'dit'

ir


wils onagtzaam behandeld. Men kentzi aan’t frifch vendig koloriet. Verfcheidene van zyne ichilderye® ;


op naam van den ouden Palraa, cn worden voor werken verkocht, wyl deze laatere wegens de fy®®


a'ii'

;jd'


voering in hoogere waarde gehouden worden. Het fluk in S. Maria Formofa, en een ander tafereel,nbsp;beeldende Venus omdaan van haaren Nymphen-(lo®”’^j(nbsp;Venetien, zyn van zyne bede manier en verdien^®nbsp;opmerking gezien te wordeu.


ee®


voe

ivif®,'

Ottavio Leoni, ook il Paduano genaamd, pf.

1

Ottavio heette eigentlyk il Paditamm, en zyn vader jiii' Paduano, Zie Tiagltora vite de Pittori ed Architetti, p1nbsp;icn hem vinde ik noch cenen Francefco (1552-1^170nbsp;Vttavh beiden iiisgelyks met den bynaam van Padnanini- ^ 'nbsp;dc twee Faduanini’s f DarU cn Alssfandro Varotari1

-ocr page 287-

^°ortreffdyk comerfeitet, (i574-®0 Eenigeti van zy «n

^onterfeitfels ziet men in de verzamelingen te Venetien,


lei].


‘®gtnaam was Ttrrciamp;f: (1582-1648.) Hy tekende goed, fchilderde met een koloriet, dat der venetiaanfchenbsp;°®le waardig Is. Het ontbreekt egter zyne groote za«


lÏALlAENSCHE SCHILDERS,

, Romen 5 zy zyn in den fmaak van Giorgione en Ti-* die hy zich tot voorbeelden verkozen had. Zynenbsp;^^Dier is edel, en zyn koloriet aangenaam. Hy had enennbsp;, '^*1 Hypolithui , welke zich ook in de fchildeikunftnbsp;®öd maakte. Zyn vader Ltidovicu% boetzeerde fraai ianbsp;, en was daar by een beroemd ftempelfnyder.

^lessandro Veronese, ook l’Orbeïto genaamd, zyn

^^^^ftellingen aan de genie van Tintoret, en de fchoonts 1^, '*'antie van Paul Veronefe. Verfcheidene van zyne ka-.'’'^ïftukken zyn boven de groote fchilderyeu te waar-«

'«ren.

arlo Loth, of Lotto, (?) (1611-1698.) had ^ « Ingiige manier. In den beginne ftudeerde hy ondefnbsp;«r^Vaggio te Romen, en leide zich naderhand in Venetiennbsp;^ ^et koloriet deezer fchool toe; waarin hy het zeer vetnbsp;Zyiie ^verken beflaan eene voornaame plaats in denbsp;y'^ataeiingen der liefhebberen. De beften vindt men tenbsp;'’'®fteu en te Weenen.

Wel te onderlcheideD van Lirenno tctto een Bergemasltet, cn ky'* van-)akob Palma (1508-1J44..) van wien «n kapitaal ftaknbsp;'¦'etijB by de Kaïaieliten te zien is.

-ocr page 288-

TYDKUNDIGE LYST dee

Sebastiano Ricci, (165P-1734O verdient plaats onder de goede meefters der venedaanfche ^nbsp;¦zyne ordinantiën zyn fchoon, en met eene vaardigenbsp;iiitgevoerd, zyn koloriet is waar, en der natuurnbsp;komllig. Hy zou het verder gebracht hebben, ba^Jnbsp;minder gearbeid, en meer de natuur bedudeerd, dochnbsp;iegeerte om geld te verdienen maakte hem onagtz^nbsp;Des niettemin blyven zyne (lukken in algemeene ach^'^nbsp;cn de befte kenners kopen ze tegen aanzienlyke pty*nbsp;In S, Cosmo en Damiano te Venetien zyn drie voorna*nbsp;fmkken van Seb. Eicci; doch het landfchap in eennbsp;zelven is van zynen neef Marco.

Giovan Battista Piazetta (1682 • 1754.) Zyn*| kening is eenigzins zonderling en gemanierd. Hynbsp;derft veele figuuren daardoor, dat hy de deelen der tnbsp;ning te kragtig wil aanwyzen. Zyn roodagtignbsp;verwydert zich van de fchoone voorbeelden derVenCti*^nbsp;¦fche fchool uit de feftiende eeuw. De flegte loebere'^’nbsp;zyner verwen is oorzaak, datze ras los worden,nbsp;iooren gaan: des niettemin zyn de werken vanPiaz*''*j,5nbsp;Venetien zeer geliefd. Er zyn veele prenten naafnbsp;tekeningen gefneden, waarin cene grootfche inaa**^nbsp;den fmaak van Michael Angelo doorftraalt.

Giovan Battista Tiepolo, die in’t Jaar 170°' den koning van Spanjen arbeidde, is zoo wel innbsp;van tekening als van koloriet boven Piazetta te Rh*^nbsp;evenw'el heeft zyne manier iets gekunftelds. Eyquot;*^

-ocr page 289-

ÏTALIAENSCHE SCHILDERS. 197

tonen genie, en zyn in eene aangénaarae, en manier uitgevoerd.

^^osalba CaPvIera C1Ö75 1757-) hseft zich door haare '^^yontekeniiigen in ganfch Europa bekend gemaakt. Innbsp;¦'terfeijfeij kan men weinige kunftenaars nevens haarnbsp;Zy nam in het ininiatuurfchildereii eene nieuwenbsp;^ aan, die veel uitdrukking heeft. Haare ftnkkennbsp;in Venetieu zeer duur verkogt.

^Ntonio Canale heeft niets als gezichten gefchilderd.

^ Zyn voortreffelyk j en op het naauwkeurigfte naar ’t uitgevoerd. Hy heeft tamelyk goede leerlingennbsp;^ ''otind, onder anderen zynen bloedverwand Bernhardnbsp;^t-Lorn, welke zich tegenwoordig Canaletto noemt,

^ veele gezichten van Dresden gefchilderd heeft.

^ eene korte Opgave der beroemdfte Meellers uit elk * 'Vier Italiaanfche Hoofdfclxjolen, zr.1 het, denk ik,

hbb,

^^nkoopen van fchilderyen agter aanvoegen. De lief-

]j Ondienftig zyn, nog iets van de noodige voorzorg by

Ij kunnen zich niet anders eene goede en grondige van de fchilderyen verwerveh, dan door de oeffe-Wanneer zy ’er veelen zien, en de manieren dernbsp;^*^ers vlytig met elkander vergelyken.

Op de bovengaande Lyft blykt, dat veele meellers zich ih ^ navolgen van anderen bevlytigd hebben, en daar-° S^lnkkig zyn geweeft, dat het origineel geen ver-? '^'^orrang boven de kopy behoudt, dan dat het ou-N a'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voorbeeld Julius Romanus eene kopy

tifpi^j^’^drea del Sarto voor het origineel van Raphael aan, Vig 1'y Zelf aan het origineel de hand gehad had.nbsp;®®ne zoo voortreffelyke kopy koopt, dien kan mennbsp;N 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;niet


-ocr page 290-

198 TYDKUNDIGE LYST DER.

niet zeggen bedrogen te zyn; maar ’er zyn zelden die zich met kopieeren ophouden, wanneer zy zoonbsp;bekwaamheid als Andrea del Sarto verkregen hebbeö- ^nbsp;Het is derhalven nodig, niet alleen de manier,nbsp;en namen van zodanige fchilders te kennen, die voels*'nbsp;dat hunne eigene vindingen hun genen rang onder de 1^quot;quot;nbsp;ftenaaren verfchafFen zouden, zich op het kopieerennbsp;groote meefters toegelegd, en hunne kopyen op derz^^'' ^nbsp;«aamen verkogt hebben. Men kan zich wel uit denbsp;ken eenigermaate een begrip daarvan maaken; dat is,nbsp;kan'de naamen der grootfte meefters uit elke fchool


lasquot;


leeren kennen, en ongeveer weeten, waarin zy van e: deren onderfcheiden zyn , en wat zy overeenkom'*'

hebben. Maar wie niet zelve veelc fchilderyen g^^''

IS'


len


en met opmerking tegen elkanderen gehouden heeft oogmerk om het ondeifcheid der manieren nategaan?nbsp;kan zich onmogelyk een duidelyk begrip daarvannbsp;ken, of eene grondige kennis verwerven.


lid ld'

maaken, verwart dikwils zich zelven, en wordt nog ^ maaien bedrogen. Hy is ten deele te vnurig, omnbsp;korten tyd veel zamen te brengen ; ten deele bens^^^^


Een liefhebber, die zich eene verzameling vaquot; fchoone dat de kunft in Italien heeft voortgebrag'^


hem de winzugt van anderen, die ’er zeer op uit zfquot;’


lies’


zich deeze drift te nutte te maaken, by aldien h^^

tS


r 0^quot;^

aan fmaak en de nodige kennis' hapert, om zelfs


de waarde van het geen hem aangeboden wordt oordeelen.

Er bevinden zich te Romen, te Florence, ts te Bologne, te Venetien, en in andere lieden kunlt;lnbsp;pers die geraeenlyk niet veel goeds hebben, doch bynbsp;ken nu en dan onder eene menigte prullen een mCquot;nbsp;Jyk ftuk fchuilt, ’tiyelkzy uit onweetendheid gering


-ocr page 291-

ÏTALIAENSCHE schilders. 19^

» daar zy iii tegendeel eene middelmaatige kopye, dia ” voor een origineel van den enen of anderen grooteiinbsp;'^®^er is aangepreezen geworden, zeer hoog waardeeren.nbsp;^^öergjiyke gelukkige toevallen moet men zich ten nut-j^, quot;'aeten te maaken, wanneer de gelegenheid ze ons aan-£e[j liefhebber moet zich veelal meer wagten voornbsp;eigene begeerte om te koopen , dan voor de driftnbsp;*’^haede de kunftverkopers, hem de flnkken tegen eeanbsp;“^gen prys zoeken optedringen. Hy moet bedenkennbsp;in deze foort van handel, waarin geene waare prys,nbsp;• alleen eene tvaardeering naar de liefhebbery van een

befcheidenlyk bepaald, plaats vindt, de verkooper

''f een fchildery, ’t welk hy op tien ducaaten fchat.

''o,

['gt;aen niet zoo zeer daardoor veel geld, wyl zy werklyk zaaken verkoopen, maar wyl zy den naam heb-dat men eenen goeden, uitgelezen voorraad by hunnbsp;“fert. Ik heb’ er eenen gekend, welke een trikcrak-bord

^ ' Vreemdeling honderd afvraagt, zoo dra hy bemerkt, deeze weinig kennis heeft, en zeer vuutig daarop is.nbsp;behoeft niet te fchroomen, onaangezien het veelvul-^ aanpryzen, en de verzekering der groote waardy vannbsp;ftnk, een gering bod daar op te doen. Even dezenbsp;jj'’'^'zichtigheid moet men by andere (lukken van lief-gebruiken, als gefnedene fteenen, .jpenningen ,nbsp;antiken van brons, oude mozaikenVan welkennbsp;Zomwylen nog wel bewaarde, of verholpene flnkkennbsp;*’dt. Verfcheidene luiden, die handel daarmede dryven,nbsp;quot;'iti

’«ai

^ Van voortreffelyk ingelegd werk; hy beveiligde met grootllen ernft, dat keizer Nero zich van hetzelvenbsp;had, en will zelfs naaukeurig optegeven, wnenbsp;'^srfcheideiie bezitters van hetzelve federt eenige eeuwennbsp;quot;'Sen waren.

iC

N4

-ocr page 292-

i)

aoo TYDKUNDIGE LYST DEa

liet


In de voorige eeuw verflonden eenigen de kond o®

antieke fchilderyen naauwkeurig natemaaken; ’er kwa beftendig nieuwe ftukken te voorfchyn, welke naafnbsp;voorgeeven eerft federt kort uit de puinhopen voor dennbsp;zouden gehaald zyn. Die bedriegery duurde een tydnbsp;vele liefhebbers betaalden middelmaatige in enen antic’t ^nbsp;fmaak gefchilderde Hukken, zeer hoog, en flegtenbsp;kende fchilders maakten zich hunne ligtgeloovigheidnbsp;Butte. Verfcheiden van deeze ondergeftookene Hukkennbsp;Eten in de verzameling van het Collegia Romano aan,

ifcft

zy toen als waare oude origineelen ten toon gefteld den. Te dier tyd was ’er nog geene zoodanige verz^’’’^nbsp;ling te Portici, als tegenwoordig 5 niemand kon gevolS'^_nbsp;eene vergelyking der rechte antieke fehilderyen, met de ”nbsp;gemaakte maakeii, die dog alleen iets onderfcheidendsn ^nbsp;ben, ’t welk men by de eerften niet aantreft. Er wft

den reizigeren tegenwoordig zomwylen in Romen of N*’!’

.jijÖ

antieke fehilderyen mee groote loftuitingen, en tegen^ overmaatigen prys aangebooden, en de verkoopers °nbsp;dekken daarby, als een groot geheim, dat zy in het bnbsp;culanum zyn gevonden, en heimelyk voor rekeningnbsp;geenen, die daarin arbeiden, of van den kouingnbsp;ganfche verzameling gefleld zyn, verkogt zynnbsp;Dit is geheel valfch en onwnarfchyniyk ; wanneernbsp;weet, dat in het onderaardfche Herculanum alles

naauwkeurige opzigt doorzogt, en den koning kleinigheid een uitvoerig berigt gegceven moetnbsp;Het is wel raogelyk, dat de galeiflaven, die by deez^”nbsp;beid gebruikt worden, eenige gefneden fleenen, of ^nbsp;¦flandbeelden van brons verduiHeren, en heimelyknbsp;zoeken te verkoopen. Meiikrygt ook werklyk bywy'^”nbsp;jje gefiiedene fleenen te Napels in handen, dienbsp;voergsey^n te Pottiioli of ^aja geyoaden, of door



-ocr page 293-

ïtaliaensche schilders.


20 i


j

oe langs de kuften liggende oude gebouwen nevens ^¦¦2 (tukken losgeraakt, en aan den oever zyn gewor


pen

’irift


geworden ; maar hoe ligt zyn de zulken, die met verzamelen te misleiden! Het valt niet zwaar cenig'ennbsp;herltelde antieke fiatuen en basrelieven magtig te wor-


ien


De Engelfchen koopcn beftendig de fchoonfte (tuk-gt; en zendenze over zee ; andere natiën fchynen deze


-'^^bebbery op verre na in dien hoogen graad niet te heb-of zy bezitten veele meer niet zo veel middelen, om deze neiging te voldoen.

^en moet zich even weinig verbeelden gemakkelyk ori-^“^ele tekeningen te zullen verkrygen: zy zyn buitenge-zeldzaam, en worden verbaazend duur betaald. ’Er IJörden

’er den liefhebberen zomwylen wel aangebooden, '«Iken ’er uitzien als waaren zy voor een’ geruimen tydnbsp;''^aardigd; maar zy moeten wel op hunne hoede zyn.


Vyi


de meeften van flegte handen gemaakt zyn, en onge-


2ti yggj verliezen wanneer menze met de origineele fchii-en tekeningen van den waaren meefter vergelykt. ^ ** kunftkoopers verdaan die kunft meeflerlyk ; zy maa-tnet opzet fcheuren in de tekening, of breeken hetnbsp;J’Pier hier en daar, zy berooken het om het ’er oud ennbsp;J^®gen uit te doen zien, beplakken het van agteren, ofnbsp;j het op ander papier vaft, en noemen bekende ver-op, die zulke tekeningen van tyd tot tyd bezeil hebben. (*) Zy vraagen voor zulk een kunftlluk loofnbsp;• '^ücaaten, en zyn ten laatften zeer in hun fchik, als zynbsp;d,). gulden voor krygen. Deze geringe prys is eennbsp;bewys van het bedrog, offehoon do verkoopernbsp;^ ïanftelt als of hy uit nood ’er toe gedwongen wierdt.


Het


-ocr page 294-

502 TYD-KUNDIGE LYST der emz-

Het is veel gemaklyker, en met minder kollen verzeil' cene verzameling van kuiiftprenten aanteleggen. Mennbsp;dezelven overal zoo wel by knnfthandelaars, als byzoi’d'^'^®nbsp;perzoonen, en voor enen billyken prys, aan. Üi^nbsp;groote menigte kan zich een ieder naar believen, ennbsp;gens zyii oogmerk een vervolg van de befte meeftefsnbsp;«11e fchoolen verzamelen, en daardoor een begrip vaOnbsp;tekening en zamenftelling van elk hunner maaken. I'*nbsp;Pauslyke Chalcographie vindt men, gelyk boven reed®nbsp;gemeld worden, enen grooten voorraad, maar veelenbsp;afdrukken. Frey in Romen verkoopt zyns vaders

Wagner en Monaco in Venetien arbeiden voor hunne ei^' rekening. In Bologne, Florence, Napels, en Parmanbsp;breekt het insgelyks niet aan luiden, die handel daarin^nbsp;dryven.

.js

¦ tra

De mindere kunftkramers, die hun goedje bi^*

qO^

daar aan de hoeken der ftraaten ophangen, moet men niet geheel verfmaaden, wyl men nu en dan fchnbsp;zeldzaame prenten , ia fomtyds wel goede tekeningen , ^nbsp;der de overige flegte waaren aantreft, en voor eennbsp;gen prys kan koopen, wyl zy dezelven zelf niet ken^'^quot;nbsp;en gevolglyk ook niet weten te fchacten.

Alwie met de aangewezene voorzorg fchildery^en, nbsp;nbsp;nbsp;,

en andere dingen, die tot de fchoone kunften beboö' magtig wordt, zal eene verzameling krygen, welke »»nbsp;en goedkeuring verdient, zonder dat hy in aanzien V*®nbsp;waardy derzelven te veel befteeden zal.

REIS'

-ocr page 295- -ocr page 296-

-ocr page 297-

0

Bladz. 203


I T A L I E N.

VxxxxxxxxxxxxxxxxxxKxxxxx

!)(;

STaATEN des KONINGS VAN SARDINIEN,

*gt;AVoyeN , PIEMONT, EN EEN DEEL VAN HET MILANEESCHE.

de reize naar Italien van Savoyen en Piemont wil Reize van

Ojj beginnen, heeft twee wegen voor zich, die egter' Geneve

*^6 tweede dagreize reeds ineenloopen; hy komt na-

van Geneve of van Lions naar Turin. In beide

is het beter, gelyk reeds in de inleiding is herin-

()u Seworden, zoo wel omtrend de reize als de vertee-

een Vetturino een beding te maaken, De fpyzeii

flegt, men mag ze zelfs betaalen, of den voer-

Vjf ^^^irvoor zorgen laaten. Zy beftaan uit gebraden le-

hoenders, duiven, ryll, kaas, kaftanien, vrugteii

^^®^ëelyken: op vaftendagen is men van wegens de el-

zeevifch ’er nog flegter aan. Da wyn wordt zel-

'Vjquot; ''h gebergten ryp, en moet, zoo als hy is, gekogt

De kleine fteden, die

mea

gt; wyi hy zeer wrang is.

men noemt hem deswegens ook vino cotto of “‘Co

-ocr page 298-

W/r


204

E. EIS. BOEK

tavoHn, dóórtrekt, zya, iiitgenomen Chamberry, ten boog

armzalig en ellendig, waarom men flegte bedden eo trckk-i» voor liequot;moet neemen. I-e papieren venlifi!'*nbsp;0eft reizigers uit andere iandeu In den'begmne zeervr^®'nbsp;voor, fehoon men de zelven niét alleenlikbier, maat*’nbsp;in

de befte Italiaanfche fceden, als Florence Bc’ialveu de befpaariiig van wegen de duurte van het

l(i'

gelooven do itaiiaanen van het in o!y doorweekt een dubbeld nut to hebben; vooreerft wyl het de ^nbsp;firaalcn niet doorlaat, en gevolglyk de kamer zoo ni^'

' hit; ten anderen wyl het de koude, en het indring2'’^| buitenlucht, dikwils ongezona, afweert. Men vini3‘ ^nbsp;gelyke papieren venders aan yeele paleizen, of hetnbsp;een flegt cieraad geeft.

Tot de reize van Geneve cf Lions tot aan Turifl

den zes of zeven dagen gevorderd. Wyl men zich naar het nagtlager moet fchikken, zyn de dagreizen ®nbsp;lyk. Een vierendeel uurs van Geneve komt mennbsp;Arye, vvelke niet ver van de lïad in de Rhonenbsp;jnen laat zyn koffer zoo aanftonds by den tol, dienbsp;Savoyfehe grenzen ligt, verzegelen, om van hetnbsp;viüteeren tot aan Novaleze verfchoond te blyven;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

moet men een daaler uitkeereu, dien men te Noval®^® yj-derkrygt. Aan de linkerhand liggen de Glacieres bergen, (*) en de, vermoedelyk wegens hunnenbsp;hoogte zoo genaamde, Wloutagnes maudites. De

Altnaann, maar vooral het doorwrogte werk van Gruner jgii ysbetgea van Zwitletland Bern 1759. in drie deelen, S*'

wordea*

{•) Van deeze in de natuBrIyke gefchiedenis zoo ysbergen, maar inzonderheid van de Zwutcrfche, en ‘jpgnbsp;dcielven liggende eeuwigduurende yszee verdient de befch'y^j,£t quot;

-ocr page 299-

ï) 0 0 R ITALIC If.

derzelven bsdraagt ten minften aoco Frnnfche ellen Sanoyetf. boven de oppervlakte van bet meir van Geneve, eanbsp;vveer 42Ö ellen hooger, dan de middellandfche zee.

”’3t .

^ tegen aanvloeyend tneer eene aangenaame ligging V Voor dezelve is tot vengenoegen van de inwooners,nbsp;^jJ^’tder zich veelen van dei. Savot^fchen Adel bevinden,nbsp;aardige wandelplaats aangelegd. Twee groots «urennbsp;*aen naar Chambery. komt, ligt de flad Aix, welkenbsp;v'Saas ijaarc tvarme badea eenen grooten uaam heeft.

quot;•et

® eerfte flaapplaats houdt men te Annecy, eene bi-'^Plyke (lad, die flegt gebouwt is, maar wegens het

'eder baadt zich bier om niet, alleen geeft men oenen geftelden opziener van het bad eene kleinigheid.

Water heeft ryke bronnen van helder groene coleur, f . *WaveIagtigen fmaak, waarom zich nog visfen nog in-in hetzelve ophouden, De zich hier bevindendenbsp;'l^’tiphboog van deRoomfchetyden vervalt geheel en al.

i lis


l)f'''’gryk vlek in ’t Dauphiné, het welk in eene vrugt-“fvlakte ligt, treft men kweekeryen van dezeiven aan. Cf'' grenzen vanSavoyen worden de kaflanieboomennbsp;''‘quot;ger hoe menigvuldiger. De inwooners fchynen de-boven den teelt van andere vrugtboomen te ftellen,nbsp;*bhoon eenen goeden vnigtbaaren grond hebben.nbsp;'®®tlle Franfche plaats aan deezen weg heet Pont denbsp;t,, ''oifin. Ze ligt in een eng dal, is tamelyk groot,nbsp;door den kleinen vloed Guer, welke de grens-C*'**'’S tusfchen het Dauphiné en Savoyen uitmaakt in

Lyons rydt men agtien Franfche mylen op eenen j Onderhouden weg, waartoe de elFene en èrooge bo-Lyons naarnbsp;^ Veel bybrengt, langs de ftraaten, en aan de veldennbsp;^''^Ven moerbefiebooraen. Te Bourgoing, een groof

deeien gedeeld. In het Franfche aandeel, als het o® gt; ligt de parochiekerk; het is met het Savoyfche

doos

-ocr page 300-

20Ö K E I S - B O E K

Savoyen.

door middel van eene btug over den vloed verbonden» aan deeze zyde met eene wagt van Invaliden , daarenti^l

aan de andere zyde me: eene compagnie Sardinifcbe

fchap bezet, In het Savoyfche is aan den oever va'’ Guer eene aangenaame allee aangelegd. Hier houdennbsp;meed eenige dragonders op, welke de Franfchenbsp;pagteis voor eenigen tyd (in ’t jaar 1Ö72.) verkf^^'^jnbsp;hebben, om den fterken fluikhandel aan de grenz^quot;^^nbsp;weeren. Zy draagen blaauwe rokken met roode opd^^ jnbsp;zyn wel bereden en gewapend, en hebben eennbsp;martiaalfch uitzigt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

fntreede in Wanneer men van deeze kant in Savoyen komt, Savoyen. het land voordeelig, en aan niets gebrek te lydefl,nbsp;weg loopt door een wei bebouwd dal, alwaarnbsp;fcheidene fóorten van graan, ooftboomen, goedenbsp;den, rundvee,, met een woord, alle merktekenennbsp;vrugtbaar land aantreft. Maar naauwlyks heeft men

Honden te rug gelegd, of men moet over den hoogs”

les Echelles. De weg over denzelven is wel onderim”^,,, en boven tot zekerheid vaa den reiziger aan de zy‘^”” jf-hoogd, het welk belet dat men in den fchrikkelyl*^''nbsp;grond niet kan nedèrzien. De vloed Guer ruifch^ ^nbsp;in eene diepte, welke men naauwlyks met de oos • 'inbsp;reiken kan, tusfchen deezen berg, en het geber#”^^jf(nbsp;De tusfcbenruimte der bergen h”

Dauphiné voorby. ue lusicncniuimte oer oergen maar ongeveer vyftig of leftig ellen, waardoor de ” ,^eilt;nbsp;nog duifterer en vreeslyker fchynt. De kruinen defnbsp;beftaan aan beide zyden uit Zeer hooge rocfen,nbsp;ken aan de Savoyfche zyde de weg gehouwen is.nbsp;de fneeuw begint te fmelten, pasfeert mennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;af

niet zonder gevaar, wyl zich dikwils groote eenmaal losmaaken, en in het nederftorten alles, ''nbsp;in den weg ftaat, met zich voortrukken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P*


-ocr page 301-

DOOR I T A L I E N.


Sof


plaats Echelles zelfs, welke de inwooners gaarne savojm, ^ ®ene ftad zouden maaken, ligt i» een eng dal. Op denbsp;''''quot;‘ggende hoogten Haan de tuinen van verfcheidene oude


floi


die eertyds tot verdediging van deezen pas gediend Vyfhonderd fchreeden van de ftad begint denbsp;la Grotte zich te verheffen. De weg is weleenigzinsnbsp;dog egter breed, meeft geplaveid, en wel onder-Om hem bekwaamer en effener te maaken, heeftnbsp;. *' eene lengte van meer dan duizend ellen door de rot*


öioeten breeken, eene onderneeming, welke waarlyfc grooten monarch waardig is, en de gedagtenis van


I ^og Carl Emanuel II. vereeuwigt. Aan veele plaatfen men de rots in eene hoogte van meer dan honderdnbsp;en in zulk eene breedte, dat twee wagens elkandernbsp;^kaamlyk voorby kunnen, laaten wegfpringen. Aan da


^thand van den weg is het Savoyfche wapen met het door den Abt St. Real vervaardigd.


j '^'ende opfchrift,

^^houwen:

Carolus. Emmanuel. II, Dux. Sabandis. Pedem.

M ,

hiiceps. publica. felicitate, parta. fmgulorura. com-^ 'quot;odis, intentus. breviorem. fecuriorumque. viam, Regiain, j quot;^^üra, occlufam. Romanis, intentatam. csteris. defpe-'*tani. dejeffis. fcopulorum. repagulis. requata. mon-'‘utn. iniquitate. qus. cervicibus. imminebant. prjecipi-, . pedibus, fubfternens. «ternis. populoniHi. commer-patefecit. ”


’’ 'la.


Anno. M.DCLXX.

^''agtig ook die opfchrift luidt, zegt het dog niet te ‘ Het was anders van wegens deeze rotfen onmoge-weg van Chambery in het Dauphiiié met een’nbsp;te pasfeeren : alleen de muilezels konden, met


'eei

W;


ëevaar, en door omwegen, daar over klauteren, *hneer men buiten deeze rotfen komt rydt men over

eenen



-ocr page 302-

11 E

eenen hoogen berg.

20S

'i5^vcyen.

De hoogte maakt deeze (hwk ^ aan het eind van Junius, wanneet de oogamp; in andefsnbsp;den van Savoyen reeds geëindigd was, zag hetnbsp;’er hier nog geheel groen uit. Tegen Chamberynbsp;grond, en de lucht wordt gemaatigder. Een. ,nbsp;van de ftad ftort zich ter regterhand, niet ver van denquot;®nbsp;een natuurlyke waterval neder; de menigte vannbsp;wel niet aanmerkelyk, maar dewyl het zeer klaar is gt;nbsp;ten minften 120 voet loodregt nedervalt, wordtnbsp;op eene aangenaame wyze, vooral wanneer de zonibb.^i^nbsp;daardoor verluftigd. Uitdeezen waterval ontllaat teo

de kleine vloed Albane, die door Chambery vloeit.

en

landlireek om Chambery is aangenaam, vrugtbaar, bebouwd. Verfcheidenelandhuizen zyn aardig, denbsp;over het ruime veld door de nabyleggende bergen fo”nbsp;bedooten. Zoo wel hier, als op veele anderenbsp;van Savoyen worden veele witte moerbeziebooraen gnPnbsp;en zywurmen aangekweekt.

Chambery. Chambery is de hoofdftad van het gsnfche

welk keizer Sigismund by zyn verblyf in het zelve i'* ^^,|t jaare 1416. tot een Hertogdom verhief. De flraate'’^'|,inbsp;eng, en fchoon de huizen voor een gedeelte eene fenbsp;aardige bouworder hebben, zoo geeft hun toch denbsp;bruine verw der fteenen een doukertreurig aanzien-ziet eene meenigte van winkels, wyl de inwoonefSnbsp;zyn, en veel handel dryven. IVTen roemt hunne

en eerlykheid. De menigvuldige adel maakt den

oi”fc

treft'


aangenaam: en op de openbaare wandelplaatzen

dat


veele bevallige dames aan, die welleevendheid ftby

hebben. De Raad befiift dlle rechtszaaken, zonder

1, de

partyen verder kunnen appelleeren. . Hier is ook

0'

bo


meene rekenkamer van ganfch Savoyen. Op eene quot; ligt het oude flot, het welk de ftad in toom kan

-ocr page 303-

list.


book ITALIË N*


aan’t einde der xeftiende eeuw, gebouwd nbsp;nbsp;nbsp;Saüo^efi,


^®ftrekt paleis van den Hertog brandde in ’cjaar 1745* toen de infant Don Philip, naraaals Hertog van Parma ,nbsp;^^tzelve bewoonde, w-anneer hy zicli door behulp dernbsp;tanfcheii hieéUer Van het ganfche land gemaakt had. Denbsp;Ij'^tlierke St. Michel is niet voltooid. Het geen daar Vaanbsp;^t, zoude naar den eerften aanleg alleen de agterfte ron-


öii

Öers


fr


quot;g van het Choor uitmaaken. Agter in de kerk is wy-niets merkwaardigs, dan op de hoofdaltaar een tabar-1 van Romeinfche bouworder, uit verfcheidene fchoone “'^tten van marmer beftaande. De binnenfte bouwtrant is


in fo,nbsp;b,

Hai

''’erdt eertyds de heilige zweetdoek opgehangen, eerze ‘’^ar Turin vervoerd wierd,

^e openlyke wandelplaats ligt voor de eerie poort det en wordt vlyiig bezogt. Zy is, van grooten omtrek,.nbsp;beflaac uit eene zesdubbelde ry van fchoone hoogenbsp;''tgt;tneii. Het aantal der iuwooneren wordt op tien totnbsp;'quot;'aalf duidend menfehen gefchat, en de bezetting, dienbsp;^®gt;igt;eenlyk uit Cavallerye bedaar, beloopt zeven of agthon-man, De politie der ftad fchynt goed ingerigt te zyn.nbsp;andere kerken zyn niet aanmerkenswaardig, behalven


den nieuwen Gothifchen fmaak , en verdient in zyne 'ott lof. Het in den ]aare 1647. gebouwde portaal vaanbsp;“tifehe orde is tamelyk goed geordineerd, en metnbsp;*'dbeelden van het huis van Savoyen vercierd. Plier


Hls,

Hls,


® kleine CarmeHter kerk van goeden fmaak. Uit de


^iiigte derzelven, der kloofteten en der kapellen, bemerkt het begin van Italien. Voor het overige zal men uidc


®ene ftad vinden, die zoo veele openlyke Ipringbron-keeft,

Chambery tot aan Montmelian zyn drie groote uit-” (lieues). De weg loopt langs een breed en vrugtbaar gt; het welk aan den Ifer eindigt. Tot daar aan toe ziet

O



-ocr page 304-

2Ï£


R El S - B O E K


S/fvoyen, men de provincie Danphiné nog: de laatfle plnats

zelve is he: foriBarraut, het welk aan den voet van eei’*^'* berg buiten het kanon van Montaiolian egter zoo Iigtgt;nbsp;het den Ifer volkomen beflryken kan.

De Citadelle van Montmelian heeft eene fchoone 1^°


Montme-

Uan,


ging op eene hoogte, die voor kanonnen veilig is-


moet eertyds een gewigtige plaats geweefi zyn, wyl zich in de gefchiedenisfen zoo beroemd gemaaktnbsp;Thans geraakt zy in verval; de veftingwerken zyn w^l


Cll''

onder dezelven ligt, heeft eenen zeer ongelyken fteile flraaten, maar voor het overige eene aangenaafflCnbsp;legenheid aan den vloed. Zy is flegt gebouwd, denbsp;wooners fchynen by alle hunne armoede toch lullig en g'nbsp;moeds te zyn. Eenige naby de flad tegen het oofte”nbsp;gende landvvooningeu geeven dezelve een aardig aanZ''^''’nbsp;en dienen als tot eene voorllad. Als dan volgt eenenbsp;te van drie uüren lang, waarop de wyn van Montin^''nbsp;wad. Ily. is wegens zynen goeden fmaak in denbsp;gende fireeken tamelyk bekend, en maakt voor de ioquot;^^nbsp;ners eenen kleinen handel uit.-

Van Montmelian gaat de weg door middel van groote half houten, half fleenen brng over den Ift'’’nbsp;door eene llrcek lands van vier groote uuren^ of hetnbsp;hoog en koud ligt, zoo is de grond toch vrugtba^’^’^^gnbsp;brengt allerlei graan en goed veldgewas voort,nbsp;de bronnen van verfch water, welke van het gebef^^^ „nbsp;vloeyen veel toebrengen. Aan de wegen Haannbsp;deels nooteboomen, en op de hoogten kallanieboo'”nbsp;Met een woord de eigenaars weeten hunnen groo^nbsp;wel te gebruiken, dat men Savoyen voor een g®*'’ j,,nbsp;land zoude moeten houden, indien het zich doorg®^®*


gelmaatig, maar var. zeer geringe hoogte. De liad;


lip


«icezen toeftand bevond.


OB'


-ocr page 305-

ioöR ITALIË N, iii

Onder Aiguebelle vereenigen zich de lier cn de

dal, waarin de laaide vloed droomt wordt al enger ea

^'^ger, en de bergen hooger, zoo dat Zy niet meer kuii-

bebouwd worden. Aiguebelle is cene tamelyke groo te

b


Waats. Aan geene zyde van de Are, die met eene


®titen brtig voorzien is, ligt eene kerk, welke nevens de ^*tiftaande huizen den 12. Juny 1750. doof eene, vahdeilnbsp;gelegen berg, nederllortende Lamvine bedekt wierdt.nbsp;^Men noemt in het Zwitzcrfch Laiiwitten (in Savoyennbsp;^Vanches) groOte fneeuvvklompen, wélke met deefien.


andere zaaken vermengd, van een gebergte heronder-


^olleii. De beginfelen van dezelven zyn dikwils zeer ge-'^‘'’g; van wegens de verbaazende hoogte der bergen zee al meer en meer fnceuw aan, tot dat zulk een klomp


tot


Zoodanige grootte aanwad, dat hy de derkde boo-


®'®n, geheele rotfen, .en wat hem in den weg komt met gfoot geweld voortrukt, daar hy cindeiyk nedervalt allesnbsp;'^fplettert, en dikwils den loop des vloeds dremt, of ge-'¦®al verandert. Het is daarom in dién tyd des Jaars, wanneer de fneeuw op de bergen begint te fmelten, gevaarlyknbsp;'k de enge wegen van dit land te reizen. Eene ligte be-'''Séging der lucht maakt dikwils eenige fneeuw los, vvelkei-gezwind tot eenen vreefelyken klomp aangroeit. De voer-^‘tden en reizigers zyn deswegens by de ergde fasfages inbsp;over den grooten Bernhardsberg, wanneer men uitnbsp;j^^'''tzerland in Italien reid, zeer op hunne hoede, en onr-^ Ouden zich van fchreeiiwen, klappen met do zwe^p, ennbsp;gt; Wat maar de geringde fehudding in de lucht maaketinbsp;Wanneer de Lauwinen bereids niet alte groot zyn ^nbsp;^Often zy dikwils over den finallen weg der reizendeanbsp;zonder dezelven te befcliadigen v in dit gevaarlyk ge-Pleegt men het gezigt digt op de aarde, of tegen denbsp;te houden, wyl men anders door de fnelle bewec-O' SSnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S'sg


J|


-ocr page 306-

aavoyen.

ging der lucht, welke door den val der Lauwinen oorzaakt wordt, ligt verflikken kan. In het landfch^E1nbsp;Maurienne, alwaar meer fneeuw valt, en alwaar denbsp;gen hooger, en de dalen enger worden, zyn de Lauquot;'1'nbsp;nen ook menigvuldiger en gevaarlyker. (•)

In den Jaare 1742. greep de Infant Don Philip zyne onderhebbende Franfche en Spaanfche troupen “nbsp;Sardinifche bezetting in Aiguebelle aan, by welkenbsp;genheid aan beide zyden veel bloeds vergooien 'nbsp;Deeze poft is van gewigt, en de fleutel voor hetnbsp;fchap Maurienne. Voorheen waren op eene rots verfch^‘nbsp;den veftingvverken aangelegd, van welke de ganfchenbsp;fagie kon worden beftreeken, maar zy zyn vernietigd,nbsp;het dal eng genoeg is, en men den indringenden V5quot;nbsp;desniettemin ligt kan ophouden.

Kroppen.

0 af'nbsp;dif

luiden, wanneer de kroppen eene zekere grootte en heid bereikt hebben, zeer zwak wordt, De meeftenbsp;ners van het landfehap Maurienne zyn met dit euvel °nbsp;hebt. In zekere ftreeken van het dal Aofta zyn denbsp;pen zoo algemeen, dat men het voor een natuurlyk

Het gröotfte gedeelte der inwooneren van Aiguebel'^’ vooral die geenen, welke aan de andere zyde der Arenbsp;nen, hebben groote wennen- Zy zyn buiten dat gan'

niet bevallig, maar deeze uitwas maaktze ten vollo’ fchuwelyk. Eenigen gelooven, dit het verfland by

dat

lOi1

brek aanziet, geen te hebben. Men vertelt, daaroiU’ een zeker geeflelyke, welke nevens zyne gemeintenbsp;een ander land gezien had, w'anneer by geval een rei^'Snbsp;zonder krop in zyne predikatie gekomen was, en des'Vfio^1^_nbsp;de opmerkzaamheid van alle tochoorers naar zich

1

Merkwaardige narigten van de Lauwinen kan men io S'-l'®'1 zers NatHMrU Hijl. wti ZmtKcrLmi leezen.

-ocr page 307-

DoorITALIEN.

t

had, gelegenheid nam om dezelven ernftig tot boete ^avoyeft,, vermaanen, op dat zy niet van God even als deezennbsp;'^^cmdeling geftrafc wierden. De kroppen ftrekken zichnbsp;veeie plaatzen zelfs tot de honden en paarden uit.nbsp;dit euvel van ouds af al eene plaag van de bevvoo-’’^ren der Alpen geweefl is, geeft Juvenaal reeds te kenden;

lt;Je

Quis tumidim guttiir miratur in Alpibusl alle vermoeden is het gefmolten fneemvvvater als

oorzaak der kroppen te houden, wyl de bewoo-Eieh beftendig van hetzelve bedienen. Het is uitgemaakte waarheid, dat de fneeuw, zoo nuttig zynbsp;den wasdom der planten is, nadien zy dezelven eerllnbsp;den vorft bewaard, en gefmolten zynde voedzelnbsp;, het menfchlyk lighaam in tegendeel fchade toe-^®‘'gt. Zonder te melden, dat het de oogen aangryptnbsp;het geluid benadeelt, weet men uit de ondervinding,nbsp;de uitwasfemingen van hetzelve de long aantleeken,

ja

Zoinwyleii zelfs flaauwten veroorzaaken. Het fneeuw-^^ter is zeer fchadelyk niet alleen wegens de koude ea , maar ook wegens het veelvuldig zich daarin be-'*hidend falpeter, liet w'elk eenen onaangenaamen fmaaknbsp;en den omloop des bloeds hindert. Dit is het he-^hdaagfeh gevoelen; en de Ouden dagten even zoo. Uitnbsp;^^^^hus (*) blykt, dat de vernuftigfte perfoonen in danbsp;landen, wegens de nadeelige gevolgen, geenfn?euw-dronken , of het fchoon by de hitte van den zo-Zeer aangenaam is. Zy geloofden , dat de fneeuwnbsp;itsnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;water was, het welk de fynfte vlugtige deelt-

I, '^Êriooren hebbende, alleen de zwaare ongezonde over-• Genius brengt op de aangehaalde plaats Arilloteles

by,

¦Att. L. 19. c. 5.

-ocr page 308-

REIS

by, welke het fneeuwwater insgelyks fchadelyk hi^' Het is derhalven waarfchynlyk, dat de kroppen uitnbsp;verdikking en afzondering, welke het fneeuwaternbsp;zaakt, (1) ontdaan. Deeze kwaal treft meed alleennbsp;boeren, daglooners, arme luiden en anderen, die bef^^”nbsp;dig zulk water zonder wyn drinken, of in ftreekennbsp;nen, alwaar men in d geheel geen ander waternbsp;Vennoedelyk is by de kinderen yan ouders die de kropP^1nbsp;hebben, reeds de (lof van dit ongemak in het ligh»^®”nbsp;en de drank helpt dezelve fpoedig aan ’t werken.nbsp;treft zelf by kinderen reeds kroppen aan, eer zy nog

dit water gebruik gemaakt hebben.

In het landfchap Maurienne bevinden zich hier en

dwergen met groote hoofden, breede korte lyven, fcheeve beenen. In Lombardyen, maar voornamely^nbsp;Milaan, zyn zy nog menigvuldiger. Men ziet ’er zoifl''^nbsp;len yerfcheiden van beiderlei geflagt byeen, welke _nbsp;Zoo mismaakt zyn , als ofze een byzonder geflagt f1'nbsp;maakten.

„eii

eti

Hi«'

lOf

De weg van Aigiiebelle naar la Chambre loopt door

eng dal, bet welk, zoo veel het de natuur der landftr^' toelaat, bebouwd is. De Are vloeit door hetzelve»nbsp;maakt hier en daar moerasfeu. Op de bergen wasfet’nbsp;flnnieboomen, dennenboomen, en ook eenige eiken.

en daar ziet men oude tooreus die iu voorige tyd^'’

1

In Zvj-itzerland is men voor een gedeelte Van een a-voelen, nadien veclen het fneeuwwater drinken, cm de daardoor tc verdryveu. Het kan zyn, dat de Ihecuw veelnbsp;brengt, maar vcelligt is de oor’zaak van dit gewas met ffternbsp;in de menigvuldige luftleen te zoeken, welke de wateren detnbsp;met zich voeren De kleine ontattbaarc deeltjes zetten fc!'nbsp;naauwe doorgangen vaft, veimenigvuldjgro meer ennbsp;potzaaken dit ongemak, het welk di.^wxis tet een;nbsp;f!|e giootte aamyaft.

-ocr page 309-

215

DOOR ITALIË N.

^’^’dediging van denkweg op afzonderiyk liggende hoogten SawyeUt


Sj'n


gebouwd geworden.


La Chambre is eene flegte plaats, welke egter


titel


Van een Marquifiiat voert. Zy ligt op eenen efFenen^^^*


°'^eni aan de Are, ongeveer twee iiuren van St, Jan de ^tirienne, de hoofdftad van dit landfchap, welke haar ei-bisfehop heeft. Zy is klein en liegt gebouwd en heeftnbsp;®ile ftraaten. Haare legging is wel in een eng dal, maarnbsp;tamelyk aangenaam. Wyl de bergen hier niet zoonbsp;fteil zyn, kan men aan eenige plaatzen tusfehen de-doorzien, waardoor het dal nog eens zoo lang fchynr,nbsp;’L het werklyk is. De volgende fteden tot aan Lanen-,'^tg zyn ten hoogften ellendig. Agter St. Michel zyn ee-^^06 bergen zoo hoog als raoogelyk was bebouwd, teanbsp;^Iken einde de ezels, of ook de wyven de mirt in kor-

agtetaanfleepen. De herberg in St. Michel, hetwelk tennbsp;til


tyds iemant van den adel toebelioorde, is boven de ®'tr niet enkel latynfche fpreuken voorzien.

^an St. Jean de Maurienne begint het land zich te ver-


^ o Senis al hooger en kouder. De weg was anders veel ^^tgtei' en gevaarlyker, maar de tegenwoordige koning heeftnbsp;t^Ziiven voor twaalf jaaren zeer laacen verbeteren, ennbsp;, door den koophandel ongemeen^ veel gemak toege-kt. j)e beide thansgeraelde plaatzen liggen ongeveernbsp;groote uuren van elkander; de weg loopt lalrgs denbsp;tn de fteile rotfen heen, van welken zomwylen ver-^^^^ende (lukken afbreeken, en den reiziger belettennbsp;j “'quot;ttegaan. In den winter is het wegens de gladheid dernbsp;. en de lauwineii gevaarlyk. De ergfte plaatzen zynnbsp;barji by St. Michel, de hoogte voor St. AnJré (al-. men hier en daar muuren gemaakt, en eene houtennbsp;aangelegd heeft.) de ftreek by Modaiic, hetbofclinbsp;O 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by


-ocr page 310-

^ï6

REIS-BOEK

by Bramaiit, en de berg agter Termoignon, wiens afloop de koning door kromgeleide wegen veelnbsp;voor den reizenden heeft laaten maaken. Men rydtnbsp;vyf of zesmaal des daags over de Are door middelnbsp;houten kundige bruggen, die van een oud maakfelnbsp;iien te zyn; dan zy hebben veel overeenkomfl: metnbsp;welken Csfar by verfcheidene gelegenheden lietnbsp;wier gedaante nog bekend is. Deeze vloed looptnbsp;verbaazende gezwindheid, waaruit men befluiten k*'”’nbsp;lioe zeer de hoogte des lands toeneemt. Hy Hort n''nbsp;rotfen en boomen, van de bergen heronder gevallen,nbsp;en maakt veele natuurlyke cascaden, en fchilderag'’^®nbsp;gezigten. De groene kleur van den vloed, en het fch“nbsp;dat met denzelvcn vermengd is, het beftondig geruisnbsp;het hier en daar met geweld doorbreekend water,nbsp;geraas, waarmede het aan andere plaatzen van de honbsp;te nedervalt, zyn aangenaame en tegelyk vxeezelykenbsp;anderingen voor het oog, en het gehoor. Behalveonbsp;zietmenveele watervallen van gefmoltene fnceuw, die'’nbsp;de omliggende bergen afvallen , en zich in de Arenbsp;ten. Dit en de gezwindheid van haaren loop zy”nbsp;oorzaaken , waarom zy aanflonds by haaren oorff”nbsp;even zoo groot is, als daar zy zich met de Ifer

nigd. Het water heeft eene witagtig groene kleur, voor het overige zeer koud, zw-aar, en van eenen onbsp;jenaamen fmaak. Op zommige plaatzen vangtnbsp;forellen in.

De bergen hebben zekerlyk iets gclykvormigs 'kander, intusfehen bevindt een opmerkzaamnbsp;allen iets byzonders, dat hem tot verandering dien^*’nbsp;Zoo ziet men by voorbeeld ter linker zyde aan ^

den

kant vau Mondane, ecu vierendeel uurs van IHsfchen de rotfen, eene waterryke cascade, die vai’

-ocr page 311-

DOOR I T A L I E N*

hoogte afftort, en in deezen wilden oord het oog een ’^quot;genaam gezigt verfchaft. Twee uuren agter St. Michelnbsp;het dorp les Foumeaux, in wiens nabnurfchap een ta-ryk bergwerk van lood en koper aan den gang is,nbsp;Ëenigen van deeze bergen zyn van boven geheel dor


Savoyetu


Üïll


onvrugtbaar, wyl de gefmoltene fneeuw de goede aar-toeer en meer wegfpoelt, en alleen de naakende rot-


IVii


overlaat. Zy geeven een treurig aanzieu; de andere kruinen met boomen bezet zyn, zyn behaaglykernbsp;het oog. Dog zy zyn meeft zoo fteil, dat men


'es


VOi


'¦1 huizen op dezelven kan aanleggen, maar de op de-quot;'2a zich bevindende holen den wilden Dieren ter vvoo-S moet overlaaten. ’Er houden zich beeren, gemfen, nbokken, faifanten, hazelhoenders, en berghoendersnbsp;Welken de Savoyaarden. voor een gering geld verkoo-Het geen op deeze reis de meefte vergenoegingnbsp;is de naarftigheid der inwooneren, die geenhand-^|2edte aarde ongebruikt laaten. Alwaar zy maar eenenbsp;2rkante roede goede aarde vinden, graaven zy dezelvenbsp;5 en beplantenze. Meu ziet eenige bergen die tot op denbsp;bebouwd en in terrasfen afgedeeld zyn. Tegen de zydenbsp;bergen heeft men dammen tot afweering van fneeuw en re*nbsp;^'ivvater, het welk anders al het vrugtbaar aardry k zoude weg-j‘^2eleri, aangelegd, en het door middel van kleine graften afge-Hoor deeze onverdrotene vlyt verandert de Savoyardnbsp;^^fteilfte bergen als ’t ware in vrugtbaare hoven,'welkenbsp;^ _ deele allerlei goede tuingewasfen, ten deele kleine


meiden.


and,


ten deele graanakkers, in eene aangenaame ver*


1. '^aing uitleveren. Hoe veele moeite zulk eene bedel-^ o geeft, laat zich ligt begrypen. Van het opbrengen


’nift hebben wy reeds gefprooken. Wyl de gebruik-2n plekken fteeds maar klein zyn , en eene onge-nfheiiende ligging hebben, zoo wordt het gebruik


b;


'aar,


van


-ocr page 312-

¦i'avo^eri.


Zeden.


üi8


van boHwgereedfcliap van zelfs verbooden: alles als het moesland, met handen omgegraaven, en door


zweet bevogtigd worden, waardoor zy ook liet voof'


hebben, dat de aarde veel beter doorgewerkt, en vrugtbaarer gemaakt wordt. Deeze goede behaO'nbsp;ling veroorzaakt, dat het koorn, en de tarw dik en bo®nbsp;¦wasfen, fchoon de bodem niet zeer vet is. De 'wei'quot;»nbsp;aarde, die op de rotfen ligt, zoude ligt uitdroogefl)nbsp;door de hitte , die in de maanden Juny en July,nbsp;gens de doordringende zonneftraalen zeer heftig is,nbsp;verdorren, indien de inwooners niet voor waterkotn'®nbsp;gezorgd hadden. In deezen verzamelt zich hetnbsp;fneeuwwater, en wordt in houten geuten daarheen [nbsp;alwaar men bet tvater in den zomer noodig heeft.nbsp;zulke uitgehooide buizen wordt dar onon tbeerlyk eles*'quot;'nbsp;dikwils van den eenen berg naar den anderen

Aan den weg treft men hier en daar zekere maC‘)*’'|' aan, om planken, en ander hout tot het bouwennbsp;uit, de boomen te fnyden. Zy'zyn wel zeernbsp;eenvoudig ,• maar toch tot het gebruik geheel bekw^®'**nbsp;Dit land is inderdaad gefchikc, om zich eene verbce'^nbsp;van den eerften ouderdom der tvaereld re rasaken,nbsp;in de kunflen of nog geheel niet, of maar zeer quot;quot;nbsp;bekend waren. De ganfche leevenswyze der inwoo”*^nbsp;komt daarmede overeen : zv geneeren zich vannbsp;met weinig moeite toebereide fpyzen, en zyn goede


:de-


ld 1^'

luiden, die naar de eenvoudigheid der eerfle waef£‘“ ven. De Berg-favoyaarden zyn inzonderheid zeer ‘ ¦nbsp;en zoeken buiten ’s lands zich iets te bezorgen. ^nbsp;bekend, hóe veelen het grootlle deel des jaarsnbsp;jneldieren en toverlantarens heromtrekken. Parys


geneert eenige duizenden van hun, van welken vohvasfenm met fchoorfteenveegen, en allerlei


zie^


ZW'i


¦aaf'


¦e«


-ocr page 313-

maar de jongen met fchoenveegen, en verrigting van Savo^tff Jiiiezaaken geneeren. Veele mannen leeven maar een paar '

‘^iden in het jaar in hun vaderland. Op andere tyden ziet meert wyven in de dorpen. Dit is ook de oorzaak,

bevallen. De kleur der inwooneren is fiifch, waar-

Oq j

ae bergagtige lucht, en ’t eenvoudig voediel veel toe-Hetzelve beftaat in kaas, boter, ooft, zaaigc-

'¦‘n te maakcn. De zwaare arbeid houdtze gezond; ,1 quot;’'^rden oud, en zyn in hunne kommerlyke leevenswyze

\ nbsp;nbsp;nbsp;Z/y orengen gemeeniyK veei Kinaereu

en wyl de huislyke omftandigheden het zelden

‘tVi’

°P de eene of andere wyze iets gewonnen hebben, Cenlyk terugkeeren, om hun leeven daar te eindigen.

destebyzonderer, daar hun land waarlyk ellendig, en in evenredigheid der rtegte inkoniftennbsp;?roote lallen bezwaard is. Van hunne eerlykheid heeftnbsp;n'quot; Etoote blyken: zy zyn ongemeen dienftvaerdig, ennbsp;^^de geringde belooning te vreden.nbsp;iij tot hier toe gezegd is geworden, moet men voor-^ yk van de Savoyaarden, die op entusfchen de Alpennbsp;verftaan. ’Er zyn een weinig van ’t gebergte afnbsp;g^^btbaare dalen, die goeden wyn, veel graan voortbren-Vü. ’ eene fchoone veehoedery hebben. De inwoonersnbsp;’^eeze dalen kweekeu veel ezels voort, welke buitennbsp;'mrkogt worden, en voorzien Piemont, en eennbsp;'mi het Milaanefchc, met osfen en koeyén.

D(5

-ocr page 314-

'^'Javiyen, nbsp;nbsp;nbsp;Bergfavoyaarden kleeden zich in hunnen arine”


tot'


Band zeer flegt met groove pyen. Zy zyn buitel


dü'


to®


onaanzienlyk, maar hunne kleeding brengt nog meet ^ omze afzigtelyk te maaken. In de Breek van Lanei’®’^^'^^nbsp;dragen de wyven kappen van zwart of bruin doek»nbsp;op het voorhoofd eene ftrook van betere ftof; eennbsp;dat haar zeer mismaakt,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

liefk^*’


Het kan niet misfen , dat dit gebergte eenen li£‘


bei' der kruidkunde niet een wyd veld tot voldoe’’


zyner nieuwsgierigheid zoude aanbieden. Het bfe


eene menigte zeldzaame planten voort. Wie deeze


in den zomer doet, vindt overal, en zelfs in de ^ der rotfen bloemen , die gedefeltelyk van aange'k’^^jnbsp;reuk, en fchoone verwe zyn. De natuur brengt jj,nbsp;daar narcifien, ranunkelen, en andere bloemen, die '*'¦nbsp;onze hoven zorgvuldig teelen, van zelfs voort.

Reize over Lanebonrg is de laatfte Savoyfche plaats, welke aa” den hergnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^g„ sgnijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wel zoo naby,


inwooners van den beginne van November tot den i7'


January geen zon aanfchouwen. Op deezen dS;


vtf'


toont zy zich eerft aan de fpitze der bergen vporzigtig


0:


die bezwaarlyke reize over den berg


den vroegen morgen te onderneemen, op dat rne»


van den nagt overvallen, en genoodzaakt worde ^


llegte herberg boven op dcszelfs vlakte eenen intrek


men. Op dat de vreemdelingen niet van de inwooners» (-


de ezels bezorgen, of tot draagers dienen, overeift’”quot;'


I '¦!

V,


den, heeft de koning eene taxordening voo rgefchf^^ jje maar het is beeter de ganfche reize met den vetturin’^J^^nbsp;den handel met deeze luiden beter verftaat, ’ef jc”nbsp;bedingen, op dat men zich aan hunne onbefcheid^'^ pjnbsp;liiet bloot Belle, wanneer men eens in hun geweld


vetturjni, welke deeze reize beliendig doen,


-ocr page 315-

door I T a L I E N.


^2ï


twee fedien, aan elke zyde van den berg een, alzoo alleen hunne ledige paarden of muilezels,nbsp;^ *'2t klauteren even zoo gewoon zyn, als die uk deezenbsp;I komen, over den berg. Maar wie zyne eigene fedienbsp;^ is genoodzaakt dezelve in Lanebourg uit elkandernbsp;^ '’^emen, en ftukwvze op muilezels te doen laaden,

Ht.

Ov •

'¦ de luiden, welke de muilezels daartoe houden, en de draagers is een overheidsperzoon gefteld, welkenbsp;H koudt, en agt geeft, dat een ieder naar de ry geno-en voor ’t overige alles rigtig bezorgd worde. Mennbsp;k net beft den berg met muilezels opteryden. Neder-^li)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zeker en bekwaam: wie daar

’Voor is, neemt van Lanebourg draagers met zich. j, ”^enlyk gebruikt men vier, of naar dat iemant zwaarnbsp;IjIj’St draagers, die den reiziger, langs eenen zoo moeye-


jl I

, net onmogelyk is deezen weg met rytuig te gebruiken, *^niFcrs en het overige wordt eveneens op muilezels ge-Q *• men rekent voor elk ongeveer driehonderd pond.


tiijj, vveg, zonder veel uitteruften, voortdraagen. De 5(^,^’'*ng maakt hun den arbeid ligt, en hunne treden op denbsp;Hj^^'^'ykfte plaatzen zeer zeker. Tot meerder voorzorgnbsp;kn'' ^y zooien met hars of was te beftryken. Denbsp;1], keftaat uit gevlogten ftroo, met een voetbord,en eene

Skok

' ’’ugleuning,' aan de zyden worden een paar fterke okken doorgeftoken, en aan breede lederen riemen,nbsp;draagftoelen, gedraagen.

Lanebourg tot boven op den berg Senis


I. *0'


ntïd,

groot uur gerekend, en is ongemeen fteil en '°dregt, men heeft anders nog eenige afgronden,


'!(gevaar te vreezen. Maar destemeer moeite geeft

‘'lf,


'*iif v' ^“^^^Seren, en men ziet niet zonder verwondering


®n den zwaaren arbeid van laftdieren verrigten


De


wft ............. nbsp;nbsp;nbsp;------------- .—...... —

® vlakte van den berg beftaat eigenlyk uit een on-

eifeE


-ocr page 316-

2G2


Savo^en. nbsp;nbsp;nbsp;'van twee uuren lang ^ liet welk van nog veel 5i°

gere, niet eeuwigduurende fneeiuv bedekte bergen» geeven is, van welken dikwils in het voorjaar groote ^nbsp;pen afrollen, en deeze reize daardoor te gevaarlyket


ken. In den winter vaart men over dezelven met en de iiedertogt van de herberg a la Ramasfe totnbsp;iiebourg gefchied op eene zonderlinge wyze. 1^^*'


{lede”’


V‘


iU'*”


zich namelyk by dit huis op eene kleine llede van perzoonen, en vaart met eene gezwindheid, dat men n®*'^nbsp;lyks adem kan fclieppen, in zeven of agt minuten n®nbsp;waards, daar men anders met draagers een uur nn'^^j,nbsp;heeft. Ieder reiziger bekomt eene flede, met eenen 'nbsp;zittenden voerman, die dezelve met eenen ftoknbsp;en op elke zyde met eene yzeren keecen voorzi‘^|’^ j,,nbsp;waar van liy zich in gevalle van noodzaaWyk’nquot;'^^^-plaats van een anker bedienen kan, om de flede ofquot;nbsp;den. Men noemt deezen vaart aller a la Ramasje'i ^o-valteenigen reizigeren zoo wel, dat zy zich wedernbsp;ven laaten voeren, om denzelven te lierhaalen. J


In den zomer dient de oppervlakte van den berg^'’' fchoone vrugtbaare weide. Van den beginne va”nbsp;tot aan September, wanneer het begint te fneeuw””’ iji


iii

if


ven de naby woonenden hun rundvee uit: het


iiagts in de (lallen, die op zekere tusfchenruimteo


of


n''


zyn, geborgen wordt. Aan de zyden van deeze f zyn kleine kamers, waarin de herders kaasnbsp;vette weide is oorzaak, dat zy in den korten tytl’nbsp;vee zich hier ophoud, eenen grooten voorraad vannbsp;jien leveren. Zy heeft veel overeenkomll met f

f'


del'

deeze landflreek uitlevert. Hier en daar worden ^ Of en plaatfen daar men het vee drenkt, aangeif^’


Parmefaankaas, weswegen eene meeiiigte naar bragt wordt, en eenen tamelyk voordeeligen ha”


-ocr page 317-

t)OOR iTALIEN.


223


t^erg Is een klein hofpitaal voor pelgrims en reizi-welken een ongeval op den berg bejegent, aange-

^!gt;n ’[ einde van deeze vlakte, alwaar de berg begint hellen ligt de, van een daar naby flaand kruys, hetnbsp;de grenzen van Savoyen en Piemont aanwyft, zoonbsp;^^¦'aamde herberg la grande Croix, alwaar de reizigers ge-halte maaken, om een Ichótel met de fchoonftenbsp;“feilen te gebruiken, welke in een meir, dat op deezenbsp;ijgt ^ en ten rainften een uur in den omtrek heeft,nbsp;^^Vangnn worden. Zy weegen veelen vyftien tot zeftien


«en


Savoyen,


'ffd. Het meir heeft eenen beftendigen toevloed van de ^f”ioltene fneeuw der omliggende bergen, uit hetzelvenbsp;eene beek, die aan den weg, welken men naar be-


'H


.. reift, in gqduurige cafcades nederflort, tot dat zy na eenen loop van een paar uuren in de kleine Doirenbsp;j'hieft. Eenigen noemen haar Semar, anderen St. Nico-Een van deeze watervallen boven op den berg.


’¦’’tineer


men zich nog op de vlakte St. Nicolaas bevindt,


r

'hg als pragtig fchouvvfpel. Ongeveer een half uur van

d,


men met zonder fchrik aanfehouwen; by is de hoogde allen. Een andere geeft aan de oogen een zoo zon-


Sfiinelde meir, is de rots, waarover het water neder-zoo als het ganfche gebergte, talk- en glimagtig.


tk

^ heftendig affpoelen van het water heeft haar op^hec quot;onfte gepolyfl:, zoo dat by zonnefchyn alles als zil-(p^ Slin(iert_ yer daarvandaan ziet men de treurigenbsp;van eene verfchrikkelyke Lauwine, welke onge-klompen van rotfen in een dal van een vierendeelnbsp;d'h den oratrek heeft nedergerukt, en hetzelve geheel

w;-


'quot;ede bedekt.


lucht is op den berg Senis beftendig koud en fcherp, 'quot;elk ten deele aaa zyne eigene hoogte, ten deele aan

beï-


-ocr page 318-

224

.s W

^vpyefi. bergen, die nog vyfhonderd ellen hoogerzyn, welhe zelven omgeeven, en nooit van fneeuw bevryd zynnbsp;toegefchreeven worden. De kragt der zonneftraalennbsp;de zeer hooge fpitfeii te zwak, de fneeuw wordt daar«nbsp;vooral aan den ooftelyken en noordooftelyken kant 3'nbsp;der en harder, en overtreft ten laatllen het ysnbsp;vaftigheid. De kruinen derzelven zyn meeft van nev^'*^nbsp;wolken bedekt; worden zy al eenmaal daarvan be''^^'

en vangen de zonneftraalen aan op de fneeuw eenig' king te doen, zoo ontdaan daaruit weder aanftondsnbsp;dampen. Deeze dampen zyn aanvanglyk zeer ligt eonbsp;tig; men zietze aan verfcheideneplaatzenoptrekken,^*^^^^nbsp;wel eenigen tyd onbeweeglyk op eene plaats blyven. *nbsp;wanneer ’er eenige beweeging in de lucht ontftaat gt;nbsp;ken zy zich te zaamen, en men merkt zeer duidelyl'' ’nbsp;zy dikker worden, en eene witte kleur aannecmeit-ftygen allengkens hooger op, en na dat zy eenenbsp;den berg heroin gezworven hebben, vereenigeiï z)' ^nbsp;eindclyk aan deszelfs kruin, en worden tot wolken,nbsp;ke dikwils van zeer grooten omtrek zyn, en zoo j,»nbsp;beweeglyk op den berg blyven liggen, tot dat denbsp;vetdryft, en naar eene andere drcek voert. Zulkenbsp;bergen kan men dus als den oorfprong der wolkennbsp;en ongeagt hunne dorheid en onvrugtbaarheid, als ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.lt;1

0?

fche ellen boven de oppervlakte der zee bedraagt-hooglle fpitfe van deezen berg ftond het kwikzilv®^*^joelt;’

voor vergaderplaatfen van water houden, welke nf® jiit der aarde den regen verfchafFen. Het is inerkwae'^'^'^jjC'nbsp;men vaftelyk op allé bergen een meir en bronnennbsp;vendig water zal aantrelFen. De HeerCondaminenbsp;de oppervlakte van den berg Senis, waarovernbsp;en wel by het hofpitaal, de hoogte van het kwikz*^j.^jii'nbsp;duim en eene halve linie, het welk ongeveer duize’’

-ocr page 319-

ööOR ITALIË N.


‘Iü5


*'^011 eenehalve linie, gevolglyk is dezelve nog bytla 500


ellen


meer boven de zee verheven, of zy heeft eene hoog-


14^0 ellen. Mémoires de 1'Academie des Sciences


^n. ly^j, Hy heeft te vooren den hoogden der Cor-‘'lerifche bergen in Peru, Chiniboraco genoemd, 3220 hoog bevonden. Gevolglyk zyn deeze ongelyk veelnbsp;°^ger, dan de Alpen, en PVreneefche bergen. De berg


^’’igoun, de hoogde onder de Pyreneefche is maar 1440 boven de zee verheven. Men zie gemelde A/swa/Veinbsp;Jaar 1701.

ög ygjj (Je oppervlakte des bergs tot aan Novaleze ^'^taagt twee groote nuren, is deil, en wegens de menig-^quot;^’dige losfe deenen, die ’er opleggen, zeer gevaarlyk*nbsp;den kant ziet men dikwils fchrikkelyke afgronden, innbsp;'^'^en de bovengemelde Semar voortruifcht. Van bovennbsp;®'^^ykt de weg een allengkcns afloopende vervallen trap,nbsp;treden ten deele in de rotfen gehouwen, ten deelenbsp;^^O'etfeld zyn. Op de halve hoogte van den berg komtnbsp;aan het dorp Ferriere dat wegens zyne vreeslyke lig-


'keti


ötii


g aanmerklyk is. Wyl het aan den berg als fchynt te gen, en onder zieh de diende afgronden heeft. Ein-*

qpi .


%k geraakt men te Novaleze, een groot dorp, alwaar de Piemontcefche tol is, van het welk men vervolgens

MQ u .

^^ize weder in eenè fedie voortzet. j, ^^hsfehen evengemelde beide plaatzen, ziet men ajn de


il,


hand den hoogden berg onder alle de Alpen, den


^^“'^henaelon, leggen. Veele Reizigers beklimmen

Wegens het heerlyk uitzigt, nadien men by helder/»».


wer


quot;P de

quot;'9ac lil


Over Milaan tot aan Venetian ziet. Waarom eenigen


gedagten zyn gevallen, dat dit het gebergte zy van Hannibal aan zyne armee de vrtigtbaarheid en fchoon-veroveren land getoond heljbe. De Ipitfenbsp;Rochemelon is den meeden tyd met nevels be-Pnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dekt,


eid


-ocr page 320-

dekt, welke dikwils by de lielderfle lucht in weinige i®'' nuten ontdaan, en veele uuren op den berg liggen bly''*^”'nbsp;men kan daaruit afneemen, dat het een gelukkig toeval i-'nbsp;wanneer men na eene ten hoogden vcrmoeijende opk'^'^nbsp;lering, met het fchoonüe uitzigt, het welk veel ligtnbsp;nig zyns gelyken in dewaereld heeft, beloond wordt.nbsp;het boven op den berg daande Mariabeeld wordt allfiK'**^nbsp;den 5den Augudus eene mis gelezen, welke veelehondc’’nbsp;menfchen bywoonen.

Novakze. De lucht is in Novaleze niet zoo fcherp als in

bourg. De grond is hier ook zeer vrugtbaar. Het i* leen jammer, dat de inwooners op het geen zy zaay

geene zekere rekening maaken kunnen, wyl het gefmo fneeuwwater in het voorjaar dikwils eene menigte zan*!

r.nolt':’’

fteenen aanvoert, en hunne ganfche verwagting vernie' Intusfchen zoekt de onvermoeide vlyt der inwopner^quot;^’nbsp;daar de bodem goed is, de fehada zoo dra mogelyknbsp;herdellen.

Wanneer men van den berg Senis naar beneden ’’ ziet men de hoogten, alwaar de Piemonteefen innbsp;1747 pad gevat hebben, om den pas by Exiles^*1'^ j,nbsp;de Franfchen wilden indringen, te verdedigen.nbsp;voldrekt niet te beklimmen; het is daarom onbegryP,^,„

ti^^'

Pkmont.

oil’*

dB

hoe zich de ridder Belle Isle eene zoo doute onderne*^'


zvn, en hadden door middel van den berg Senis •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voy^

kon laaten invallen, daar men hem aangeboden had armee over den berg Senis, en eene dreek vannbsp;over Novaleze by noire Dame des neiges te breng^”' ,g(rnbsp;muilezeldryvers necmen deezen weinig bekende’’nbsp;zomwylen: De koning van Sardinlen had in ’t gehee' ’nbsp;gedagt om denzelven te bezetten, gevolglyknbsp;Franfchen zonder een man te verliezen, in eennbsp;dal van Piemont, alwaar de kleine Doire vloeit,

-ocr page 321-

DOOR ITALIEN.

''^yen, dat zy geheel bezet hadden, eene beftendige com- Pienant. 'quot;unicatie gehad.

Het fort la Brunette, het welk de pas van Sufa verde- La Brw-^ist 5 heeft weinig zyns gelykt. Het heeft agt baftions; kafematten, magazynen, en veele der wooningen zyiinbsp;rotfen gehouwen; de gangen die tot communicatie die-*'611 in de rotfen zyn zoo breed , dat ’er kanonnen metnbsp;l'^srden kunnen doorgetrokken worden. Van onderen opnbsp;^‘®t men in ’t geheel niets. Tweeduizend man, die vannbsp;^kes wel voorzien zyn , kunnen deezen pas tegen hetnbsp;^ootfte heir verdeedigen, en behoeven voor kanonnen,

’’’onieren, nog mynen bevreesd te zyn. ’Er liggen wel paar hooge bergen in de nabyheid , maar zy zynnbsp;quot;'«t te beklimmen, ik zwyge dat men zwaare artillerynbsp;'®Ken dezelven zou kunnen opvoeren. Het valt nietnbsp;^k’aar, wanneer men van Turin komt, van den Comman-'^^nt, die zich daar bevindt, verlof tot het bezien van de-I Zonderlinge veding te bekomen. Zy beftrykt twee da-De weg gaat pader het kanon voorby, en loopt zoonbsp;Scheel door de buitenwerken, De koning zorgt zeer voornbsp;onderhouding van deezen gewigtigen pas, en houdt totnbsp;'^fierdere zekerheid eene fterke bezetting ’er in. Tegennbsp;^''®r op eepe anders rots ligt de citadelle van Sufa, welkenbsp;middel van eeneu, in de rotfen gehouwen, bedektennbsp;met la Brunette vereenigd is.

«tl

H,

^ufa, de eerde Pieraonteefche dad, is flegt gebouwd, Sufa,

''’oinig bevolkt. Zy had in voorige tyden eenen bis-^ nbsp;nbsp;nbsp;, maar na dat voor een’ langen tyd een zeker burger

, liiatden bisfchop voor het altaar ter neer gefchooten heeft, plaats niet weder vervuld, en de hoofddeur van denbsp;^^^'’^'^raalkerke, door welke de fcheut gefchiedde, ternbsp;ji ®S^onis toegemuurd geworden. Sufa ligt in eene regtenbsp;®aar ongeveer eene Duitfche myl van de grenzen dernbsp;P 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pro-

-ocr page 322-

ficmont. provincie Dauphiné. Zy is buiten tegenfpraak het

Segufium der Romeinen. De meeften gelooven dat de de gefchiedenisfen zoo beroemde togt van Hannibalnbsp;de Alpen in deezen oord gefchied zy; eene ftofFe,nbsp;over de geleerden veel gétwift hebben.

Het merkwaardigfle alhier is de oude triumphboog, ke buiten de ftad aan den voet van ’t gebergte nietnbsp;Tan het Hot ftaat, dat de voorige Graaven van Sufanbsp;woond hebben. Hy wierd ter eere van den keizer A1nbsp;guftus opgerigt; of hy fchoon zeer befchadigd is, zoo •’fnbsp;fpeurt men ’er toch eene goede bouwkunft aan. Denbsp;len van elke zyde zyn van Korinthifche orde, en denbsp;fen met basreliëfs vercierd, welke eene olFerhande met’’nbsp;daarby gewoon muziek, en eenen togt in zegepraalnbsp;beelden. Het opfchrift is byna geheel verdweenen. ^nbsp;markgraaf MalFei leeft het op de volgende wyze:

Imp. Ctefari. Augufto. Divi.F.'Pontifici. maximo. bunicia. poteftate. XV. Imp. XIII. M. Julius.nbsp;Donni. F. Cottius. Praifeélus. civitatum. qus-

fcriptte. funt. Segoviorum. Segufinorum. Belacor'

Caturigum. Medullorum. Tebaviorum. Adanatiu®'

vincatium. Egdiniorum. Veaminioruna. Venifaino’^'’ Iriorum. Efubianorum. Ovadiavium. amp; civitateJgt;nbsp;fub. eo. praefeito. fuernnt. (•)

pt

1

van deezen triumphboog ziet men in het Nokvcm Thé^trf ’

-ocr page 323-

»ooR ITALIË N.

ftad Sufa heeft haaren oorfprong aan eene Romein- piemont,. colonie te danken , welke zich daar nederfloeg,

de

'l'aiineer de keizer Auguftus eenen weg over den berg penevre in de Provincie Dauphiné aanleide. Zy nam rasnbsp;*** grootte toe, maar brandde in ’t begin der vierde eeuwnbsp;als Conftantyn de groote in deezen oord kryg voer

en herftelde zich niet eerder, dan na dat de graaven


Sufa, welke van keizer Karei den grooten afftamden , dezelve tot haare tefidentie maakten. Zy kwam nevensnbsp;ganfche Marquifaat in de elfde eeuw aan het huis vannbsp;^avoyen, als zich Adelheid, dogter van den marquis Ma-d'ftoy aan Odon, broeder van Amadeus I. graaf vanMau-^‘®Bne, door den echt verbond, en hem niet alleen hetnbsp;^rarquifaat Sufa, maar ook het dal Aofta, het Marquifaatnbsp;¦^^rin, en eenige aan het genueefche gebied grenzendenbsp;^atideryen tot een hmvlyks goed aanbragt. Na dit gewig-huwlyk nam Odon den titel van een marquis van Ita-aan. Zyn zoon Amadeus II. erfde zoo wel alle deezenbsp;landen als ook die geenen, welke zynen zonder kindernbsp;'^'^tftotven oom Amadeus I. gehoord hadden, eu leidenbsp;door deii grond tot het aanzien, het welk het huisnbsp;'^an Savoy en in volgende tydcn ouder deEuropeifche ino-^'^nheden verkreegen heeft.

öe weg van Sufa tot aan Turin bedraagt ongeveer twaalf quot;'^ren, en loopt door een vrugtbaar daal, dat hier ennbsp;^aat zeer eng is , waarin de Doire vloeit. In deezenbsp;vangt men aan de wynftokken onder jonge olm-j^ootnen te planten, om wier Hammen zy zich flingeren.nbsp;® tttsfchenruimte is met allerlei graan bezet, zoo datnbsp;in een jaar als een’ dubbelden oogft heeft. Overalnbsp;veele moerbefieboomen tot voedfcl voor de zywor-pa”. De menigte en deugd der zyde, welke Piemontnbsp;**atlyks voortbrengt, is bekend.

P 3 nbsp;nbsp;nbsp;Vyf

-ocr page 324-

R E I S - B O EK

JHemcni. nbsp;nbsp;nbsp;uurcn van Suza ligt St. Ambrieze een groot

jnet eene nieuwe kerk van goeden fmaak, welke een zelaar die in ’s konings dienil: ftaat, heef: gebouwd.nbsp;is agthoekig, naar de Romeinfche orde, en hetnbsp;met twee ryen vau zuilen boven elkander van dezelve

iioO'


de vercierd. Boven dit dorp ziet men op eenen


gen fteilen berg de beroemde Benediélyner abtdy Michel de laClafe leggen; welke zoo wel wegens haarc^'^nbsp;geneinkomften, als de veelvuldige daarvan afhangendenbsp;fpelen de gewigtigfle in het ganfche land is. De geb^J’^'nbsp;wen, en groote kerken liaan wegens hunne gelegenh^|nbsp;geheel verlaaten; over de laatllen heeft alleen eennbsp;prieller het opzigt.

Van de kleine Had Veillane komt men eindelyk aan lamelyk groot vlek Rivoli, by het welk het lullllotnbsp;gelyken naara ligt, alwaar koning Viftor Amadeus, als^'^'*nbsp;flaatsgevangene zyns zoons geflorvén is. Het heeftnbsp;lie voortreflyke legging, en het fchoonde uitzigtnbsp;eene breede vlakte van drie uuren lang tot aan Turin:nbsp;flot is niet volbouwd: en de koning is ’er na zyns.nbsp;dood nooit weder geweell. Het zoude hem vermoe:^®*^^^nbsp;te veel aandoening geeven de plaats weder te zien, alquot;'nbsp;de llaatkunde hem noodzaakte zoo hard met zynennbsp;te handelen , w'yl hy den eenmaal plechtig afgel^quot;®nbsp;throon, weder beklimmen wilde.

Het geval, ’t welk toenmaals veel gerugts in Equot;''' ^

equot;

maakte, heeft zich kortclyk aldus toegedraagen. Aiüadeus was de eerde Prins uit den huize van Savofnbsp;die den koninglyken titel bekwam. Hy werdt in '¦ ‘‘nbsp;1713. tot koning van Sicilien in Palermo gekroond gt;nbsp;1717. tot koning van Sardinien verklaard, na dat hynbsp;keizer Sicilien afgedaan had. Hy nam het befluitnbsp;geering den kroonpriufe Carel Emanuel afteftaan,

-ocr page 325-

noon I T A L r E N.


23Ï


dien einde, alle priiicen , ridders van de orde I’An- ficnmt quot;'^ticiade, miniders, generaalsperfoonen, en den aardsbi-¦^'^hop van Turin op den 3i^e September 1730. iiaarRivolinbsp;Ontbieden. De koning verklaarde voor de gaiifche verga-, dat hy de kroon, en de gezamenlyke ftaaten hier-*^*^de aan zynen zoon den kroonprins overgaf. Daarop be-hy dcii ftaatsraad, en verwittigde denzelven, dat hy


fed

de


firt den iaden van de voorledene maand Auguftus mee Biarquiflnne, weduwe van St. Sebaftiaan, een perfoone


ongeveer 50 jaaren, gehuwd was. Daags na de af-'^5til;iog ging de koning naer Chambery, alwaar hy voor* *'®5Qïens was zyn verblyf te neemen, en waarheen hy te


''Oüren eenige millioenen in baaren gelde, en veele jiuvee-had laaten brengen. Hy had zich alleen eene jaar-


fom van ongeveer icoooo daalers voorbehouden, koning had zeer ras berouw over zyn beflnit. Het zynbsp;dat hy zich niet aan het eenzaam leeven gewennennbsp;’‘°'tde, of dat hem zyne gemaalin, eene eergierige dame,nbsp;‘^*2 onder den naam van baaren gemaal zogt le regceren,nbsp;k^ene ruft liet. My begaf zich deswegens naar Mont Cal-om ter uitvoering van zyn projeft, om zich wedernbsp;^P den throon te plaatfen, nader by de hand te zyn. De voor-^ïanifte oiEciers van de citadelle waren bereids gewonnen,nbsp;hem dezelve interuimen: indeftad, en zelfs in het paleisnbsp;zyn zoon had hy een fterken aanhang gemaakt. De Itoningnbsp;®k\vain maar eenige weinige uuren voor de ui tvoering van dennbsp;®^hllag narigt daarvan. Hy verzekerde zich zoo aanftondsnbsp;den perfoon zyns vaders, liet de marquifin opfluiten,


be

'lü,


eti

bg


veranderde de bezetting in de Citadelle. Alles wiertl ’t geheim en in de grootfte ftilte gelukkig uitgevoerd.nbsp;koniug Viaor Amadeus werd eenigen tyd te Mont


3liier naauiv bewaard , en daarop naar Rivoli gebragt, 't'aar hy den siften Oftober 1732. in ’t zeven en zes-P 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tigfle


-ocr page 326-

S53

PfeWOfit, nbsp;nbsp;nbsp;flierf. Zyii lighaam wierd drie dagen lang op^”‘

lyk op een paradebed ten toon gefield, en daarop ond®*^ begeleiding van het ganfche koninglyke huis, in hetnbsp;liegraf der kerke la Superga gebragt.

Van Rivoli tot aan Turin zyn drie kleine uuren, de loopt in eene regte linie door eene heerlyke allee van ho*’'nbsp;ge olmen; aan beide zyden heeft men eene fchoone ooé^‘nbsp;meen vrugtbaare vlakte, welke door middel van veelenbsp;de Doire afgeleide canaalen kan bewaterd worden :nbsp;vangt eigenlyk de vlakte van Lombardyen aan ^nbsp;laaren vetten en vrugtbaaren bodem zoo beroemd,nbsp;zich door het ganfche opperde deel van Italien totnbsp;Venetien uitflrekt. Een uur aan deezen kant Turin;nbsp;men aan het Carthuifer kloofter te Colegno, het welknbsp;gt; ’t jaar 1737. van den koning by gelegenheid vannbsp;buwelyk e enen pragtigen marmeren voorge velgekregen

T U R I N.,

Turin, Turin, de hoofdftad van Piemont, en tegelykde'

fidentie des konings van Sardinien, is eene der fclioö** ^

fteden in Italien, of zy fchoon in aanzien der groot* ^

menigte der inwooneren niet tot de voornaainfte bebo'^

jieti

(•) Men heeft voor eenige jaaren eene nieuwe tigtige gt®’’ , gc-ning van Turin vervaardigd, van welke de reizigers ccn bruik kunuen maaken. Daarentegen behoeven zy zich op

kopioSquot; nadgquot;”

4e de Tarln niet zeer te vetlaaten, de Ichildcryen van het lyk flot by vootbecld zyn zeer verkeerd opgegecven, en denbsp;van de koninglyke bibliotheek zeer Ichraal. Veelen der ge^ pt,nbsp;van Turin vindt men in het reeds aangehaalde theater van ‘ firnbsp;pe gefchiedenisftn van Turin heeft Emanuei Thelaurus ionbsp;binten in het luliaanfch befchreeven,

-ocr page 327-

DOOR ITALIË N.


233


geeft haar thans 77000 zielen. nbsp;nbsp;nbsp;Zy ligt in eene

''lakte en heeft tegen het ooften de Po, en tegen het *'oordwefl:en de Doire. Zy heeft fterke en met veelnbsp;’^Uurwerk omringde wallen, en de baflions zyn met bree-graften voorzien. Over ’t gemeen verdient Turin ee-


öe

He

öen,


lie


Hegelmaatige, wel onderhoudene veiling genoemd te wor-Men kan van den commandant verlof erlangen, op


Wallen rond te wandelen.


Het uitzigt van dezelve is aortreifelyk. De Had heeft vier poorten,nbsp;ïle Poort du Po tegen het ooften is van eene edele ar-'^iiiteftuur, en met marmer bekleed. De gevel ruft op viernbsp;^arke zuilen; aan denzelven bevindt zich het koningiyk Sar-^'öifche wapen. Hy is van de architedluur van Pater Gua-die ook de Theatinerkerke heeft geordineerd. Denbsp;orte neuve tegen het zuiden is insgelyks met marmer be-'laed, en met zuilen en ftatuen van verfcheidene vorften uitnbsp;huis van Savoyen gecierd. Volgens de infcriptie wierdnbsp;^ bouw kort na het huwelyk van hertog Viétor Amadeus I.


Vq,


^®tde princes Chriftina, dogter van koning Henrik IV. in De beide andere poorten zyn la


'^nkryk, voltooid.


Ui


‘^fte de Sufe tegen het weften, door welke de weg naar


Woli


en la Porte du Palais, door welke men ten


^ nbsp;nbsp;nbsp;- gaat,

„ naar de brug over de Doire, ten deele door de voor-naar het koninglyke luftflot la Vcncrie, en over de


l^ndftraat naar Milaanen rydtt


Tusfcheu


1 nbsp;nbsp;nbsp;°nd'r dc tegenwoordige regeering zeer toegenomen:

Hijj Seeft haar naar eene aantekening van den jaare 1728. nog ty vollen 55000 menichen, en zegt, dat zy nier zoo veele in-Ma rquot;® hebben zoude, wanneet zich niet by de laatile peft vannbsp;Vena veele manufaftmiftcn en andere petfooncn daar heen gc«nbsp;kaddeij.

P 5



-ocr page 328-

234

Turin.

Tusfchen de Porte Ncuve en Porte de Sufe ligt ^2 Qitadelle, tadel, welken uit eenenregelmaatigen vyf hoek bedaat,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;22

ne der llerkfte in Europa zyn zoude. Zy wierd reeds den jaare 1564. aangelegd, als Hertog Emanuel Phil'1’^'^'’

lief'


door het huwelyk met Margaretha, zufrer van koning


o2'

I3(r

drik 11. in vrankryk, weder tot het geruft bezit van ftaaten geraakt was. Het plan is gebleeven, maar denbsp;genswoordige en voorgaande koning hebben de vedgt;f°nbsp;werken in veel beteren ftaat gebragt. Et ligt eene tamp;V-bezetting in, én de wallen zyn met veel artillerye benbsp;De foldaateu en overige luiden, die in de citadellenbsp;nen, hebben hunne eigene kerke, St. Barbara.genaamd.nbsp;ven de poort van dceze Forterefle ziet men een voortr2

lyk wapenfchild. De bron is zeer groot, en met twee


.iC'


teltrappen voorzien, waar.langs de paarden, af- en voerd kunnen worden om te drinken. Zy heeft verfe'’^^nbsp;dene belegeringen uitgeftaan, daaronder die van l~oé'nbsp;beroemdfte is, als de Franfchen van koning Victornbsp;deus, en den prins Eugenius uit hunne liniennbsp;en ten vollen op de vlugt geflagen werden.

De Citadelle verdient v.in wegens haare verwond2f^^^^ waardige onderaardfche gewelven, waar in zy weinig2f


res gelyken heeft, bezien te worden. Aan de gtwelv2f


nif'


öi

;5ii


magazynen hebben de Franfche b )mben van 700 pou^

d2


fchade kunnen toebrengen. Over de honderd


hebben in de gewelven onder de buitenwerken onderaardfche gangen ftrekken zich aan veele plaat^2B


voOquot;


uur ver uit, en zyn aan de zyden met contramyneB


Zi2f'


1

De Franfchen verloorcn alken vyftiendnizend vangenen, die raceft van honger en ellende omkwamen:nbsp;Ichc general, dc marfchal van Martin ftierf twee uuren canbsp;aan zyne wonden, nadat hy mectmaakn gezegd had:nbsp;loten, maar nier door myne fchuld.

-ocr page 329-

ü35

öooR I TALIËN.

Turin,

Alle deeze inrigtingèli zouden de Franfclien by de ^'^^nwaalige belegering nog veel meer bloeds gekoll: heb-indien het gebrek aan kruid niet zoo groot geweeft

quot;'andehveg

allee is zeer breed , en voor de koetfen beftemd: ^®alle aan beide zyden zyn met groene zoden ingelegd,nbsp;Deeze wandelweg llrekt zich

de glacis derCitadelIe naar de fladtoeis eenefchoo-

van drie ryeii boomen aangelegd, De raid-

''Oor de voetgangers, lot aan de poort de Sufe tusfclien de graften dernbsp;en der ftad. Aan ’t andere eind derzelve by denbsp;Neuve ligt het arfenaal, een uitgcflrekt gebouw,nbsp;1, Welk geheel met eene wagt van artilleriften bezet is.nbsp;j 'og Carel Emanuel II. heeft het beginnen te bouwen,nbsp;^ 'loning Viflor Amadeus heeft het werk voortgezet, etinbsp;'^gonwoordige koning heeft het gebouw veel grooternbsp;y ^ihooner laaten maaken. Op de voorplaats ziet mennbsp;^ ^ kanonnen van verbaazende groote. De gefchutglete-l(j|^ ®''indt zich hier insgelyks. Voorts ziet men hier eennbsp;'Het van natuurlyke zeldzaamheden , het welk egternbsp;alleen uit erts-ftukken, die in de Sardinifche flaaten,nbsp;Ij Hanige andere landen van Europa gevonden worden,nbsp;^quot;^aat.

¦j-

de naamen der ftraaten in fteen gehouwen. Zulk

'•Dft pfi nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

“^Hgelmaatige verdèeling der ftad, en de regtheid der

'quot;¦'O is in 145 eilanden of groote bebouwde plekktn, L 'quot;®®iondeels door ae ftraaten naar regte hoeken afge-llto quot;quot;orden, verdeeld. Aan de hoekhuizen leeft men

brengen veel by tot de fchoonheid van Turin,

“^deiie

kp ®Ster alleen hoofdzaaklyk te verftaan van het nieu-

'quot;¦’n, of dat deel van de ftad het welk naaft aan de ^ tusfchen de Porte Neuve en du Po ligt. Dan iunbsp;'quot;'d Turin zyn de ftraaten niet alzoo naar de lyn geto.

gen,

-ocr page 330-

236

R E I S - B o E It

gen, en ook eng, of fdioon de koning in het jaar een bevel heeft gegeeven, gelykvormig en regt tenbsp;en zelfdoorverfcheidene op zyne korten uitgevoerde, oP

tiei^

Uit

lyke gebouwen een goeden aanvang gemaakt heeft. De beide ftraaten la Rue Neuve, en la Rue du

ben weinig haars gelyken in fchoonheid in Europa.

de flotpoorte gaat men over de flotplaats, en de plaa^

Carl, 1700 fchreeden in eene regte linie voort. Zy

fchreeden breed, en de huizen vier verdiepingen

De gebouwen, die tegen over elkander ftaan,

van eene grootte, eu daarby buitengewoon breed.

telt men by voorbeeld van het begin der Rue

aan de plaats St. Carl in eene lengte van 420 fchre^ ^

maar drie gebouwen. Gemelde plaats is de fchoonl^^^^jj

Turin geheel met Arcaden, die op gekoppeldeTofcaa”

zuilen rurten, omgeeven, welke de eerrte verdiepia^^^j.

maaken. Zy hebben dit nut, dat men by regenagtig' p,

der droog kan gaan, en dat allerleye handwerk- en ^ nbsp;nbsp;nbsp;(

mans-kraamen daar onder geplaatft zyn. Men kan

niet ontkennen, dat het in deeze verdieping aan

breekt, en wyl deeze gang breed is, het eerrte voor'^^^jjf/

der gebourven daardoor veel benadeeld wordt.

gevels kunnen ook niet van eene edele architeftnn’’

De R«' ;gt;

De groote

Een gebrek, het welk der bouwtrant van veele pa

difche fteden, en ook Bologne eigen is.

is 1100 fchreeden lang en 25 breed.

maakt, dat de huizen, welke maat drie verdiepinS®”^jj[,jii

zyn, eenigzins te nedtig fchynen. De huize*’

zulke gewelfde gangen, als op de St. Carls

de eene doorfnyding, welke de dwarsftraaten

aan de andere is in ’t geheel maar een huis. pj,

mer dat veele van deeze dwarsrtraaten de Rue yaP

aaar regte hoeken doorfnyden, dat aan het oog ‘

¦ nis*

-ocr page 331-

237

BOOR ITALIË

Turin,

In ’t kameval dient deeze ftraat tot een tourweg (3e koetzen. Voor de Poort du Po maaken de hui-een aardig amphitheater. Wanneer men den aanlegnbsp;deeze pragtige ftraat in aanmerking neemt, zoo is ’ernbsp;1quot; liet volgende opfchrift, ’t welk men aan de ftadspoortnbsp;niets te veel gezegd.

Ambitum urbis Ad Eridani ripas amplioremnbsp;Carolus Emanuel 11.

Dum vitam amp; regnum clauderet, inchoavit,

Maria Johanna Baptifta,

Dum filius regno adolefceret, auxit,

Viftor Amadeus,

Dum regnum iniret, abfolvit,

Aetemo trium principuin beneficio Aeternum monumentum grata civitas pofult.

ll,

Anno MDCLXXX.

sndere ftraaten der nieuwe ftad zyn meerendeels breed.

en de huizen van eenerley grootte. De venders en |*isdeuren zyn laeeft met kappen, en veele beeldhouwersnbsp;j,'^faaden voorzien in veelen heerfcht wel geen goedenbsp;, maar het geheel doet zich doch pragtig voor. Denbsp;'^cfte groote huizen hebben eene op zuilen en pilaftersnbsp;voorplaats, (veftibule) waarop de hoofdtrap ligt,nbsp;^ dat men met een wagen op dezelve ryden, en over-afkiiijjujeij kan. Deeze inrigting is niet.^alleen gemak-gt; maar geeft ook aan het gebouw aanftonds by denbsp;ijj een edel aanzien. Agter in het hof tegen den hoofd-zyn de huizen met architeftuur in den fmaak vannbsp;^'^Iiouwtooneel befchilderd. Dit alles, zoo wel denbsp;®ndige als inwendige verciering der huizen, doet eenenbsp;^^®de Werking, wanneer men door de ftraat gaat, en geeftnbsp;^eemdeling een pragtig denkbeeld van de ftad,

Üit

-ocr page 332-

238


Tvritt nbsp;nbsp;nbsp;geheel tegen de Franfche mode: want in Parys i'êê

de fchoonfte gehouwen agter over de voorplaats; zywo'' door de tegen de ftraat aangebragte , muuren en

oW


doorgangen het gezigt onttrokken, en brengen gev


tot algemeene verciering der ftad weinig toe. 'Van® de opvolgers van den regeerenden koning van


SstJi'


nien naar het tegenwoordig plan voortvaaren, , Turin voor geene ftad in Europa behoeven te wyl'^'’nbsp;fchoonheid.


in


Kerken. Turin heeft behalven de kathedraalkerk twee en


iii


anderen, waaronder negentien mannen- en negen vroigt;quot;'^^j, kloofters begreepen zyn. Behalven deeze zyn ’er

iie^’ o*”


hofpicaalen, drie wees- en twee tugt-huizen in de Wy zullen de merkwaardigften van dezelven aanh^^


maar van te vooren aanmerken, dat de fmaak in de trant en vercieifelen in de meeften buitenfpoorig is.nbsp;jongarchitefl,die naarltalien reift, om zich te vormen»^^j,nbsp;zich wel voor Turin wagten. De al te hoogvliegend*-werpen van Juvarra en den Pater Guarini, zullennbsp;bederven, wanneer hy zyn fmaak door de voorbednbsp;der zuivere, eenvoudige en edele architeftuur teFlore®^^j(nbsp;Romen en Vicenza nog niet genoeg geveftigd heeft' j{nbsp;dan zal zyn goed en geoefend oog onder de veel?nbsp;verkiezingen, veele fchoone aantreffen, welke hynbsp;verftandige keuze en fpaarzaam by zyne foekomend^ Pnbsp;zal kunnen gebruiken.

De Kathe- De kathedraalkerk aan den Heiligen Johannes deh iraalkerh pgj toegewyd is in ’t laatft van de vyftiende eeuW i'’nbsp;gothifdien fmaak wel fterk, maar niet fchoonnbsp;Het merkwaardigfte in dezelve is de koninglykenbsp;of de kapelle van den heiligen Zweetdoek. Zy ^nbsp;met wit marmer bekleed. De bogen ruften


kap

pelde zuilen van zuiver marmer, wier voet en


-ocr page 333-

''an V


DOOR ITALIË N.


23P


Verguld brons is. Twee gekenneleerde zuilen draagen '’boog, die in de kerk inloopt. Het zonderlingfte in


Turitli


kapel is derzelvcr koepel, welke uit veele, boven '••kinder ftaaiide zeshoeken zamengefteld is, waaruit eenenbsp;^'^’’igte driehoekige venders ontdaan, welke in de hoogtenbsp;het midden des koepels, alwaar zich eene marmerennbsp;quot;’bevindt, al kleiner worden. De ganfche aanleg isnbsp;bewys van de wonderlyke invallen van Pater Guerini,nbsp;‘aii tvy reeds gedagt hebben. (*}

koninglyke familie hoort in dezelve gemeenlyk de en boven op de gallery is de muziek. De altaar isnbsp;''’gelyks van zwart marmer; op dezelve ftaat eene marme-htuik, waarin de Heilige zweetdoek bewaard word,nbsp;boven dezelve houden eenige engelen een groot kruisnbsp;. ’’ kriftal. De voet is van ligtblaauw marmer met fterrennbsp;, ” Verguld brons ingelegd. Dit alles te zamengenomennbsp;aan de kapel een donker erndig aanzien, het welknbsp;‘quot;dit treurig heiligdom zeer wel pad. Voor de altaarnbsp;beftendig vyf lampen, van welke de zwaarde overnbsp;^^driehonderd pond aan zilver weegt. Zonder ons met denbsp;J'Hiedenis van den Heiligen zweetdoek te bekommeren,nbsp;zy uit Vrankryk naar Chamberry gekomen is, willen


’’heen melden, dat de hertog van Savoyen hem in de ’ende eeuw naar Turin liet brengen, om den HeHigen


^'^’’om^us de moeite tebefpaaren,

’^'Pen te doen; en dat de inwooners van Chamberry, ’^gendaande de toenmaalige beloften denzelven tot


eene bedevaart over


toe niet weder hebben kunnen krygen. Zy zullen Q Ook bezwaarlyk weder bekomen, federt dat hertognbsp;Emanuel die pragtige kapel daarvoor heeft beginnen

te

h 7.

Tu ‘’^sielven Arch'itiBura chile, welke VCele plans van ï/ne tn geoidinectde gebouwen behelft»



-ocr page 334-

Turin.


La Confo-lata.


£4-0


REIS-BOEK


te bouwen. Men toont te Mainz, Liflabon en op sn' plaatfen meer dergelyke zweetdoeken, waardoor de ketk^'nbsp;over het bezit van den waaren met elkander twiften.

De kerk la Confolata is wegens een wonderdaadir


riabeeld beroemd. Itaare bouwtrant is zonderling; ZJ'


bC'


Haat als uit drie byzondere kerken. De eerfte heeft


üé


daante van een langwerpig vierkant, en daarby een licht, of fclioon de kapellen ten deeleaardigvercierdzy”’nbsp;de andere is ovaal, en wyl men aan de zyde ingaat,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

moet men de oogen links en regts wenden, om de


fche breedte der kerke te overzien. Het fchildervver^'


elf


dezelve is wel van geen groot meefter, maar het heldef bevallig koloriet maakt, dat het geheel zich wel vootd^^nbsp;De derde eindelyk is eene zeer groote kapelle, metnbsp;welgefchilderden koepel; men heeft nog marmer, nog ^nbsp;dere vercieringen ter eere van hft bovengemeldenbsp;beeld daarin gefpaard. De hierby zich bevindendenbsp;en bibliotheek verdienen gezien te worden. Hier n'O*'

9

iaarlyks tot aandenken van het ontzet van Turin in f 1706. den 8den feptember een groot feefl: gevierd, 0quot; .nbsp;welk eene van koning Vlfior Amadeus gefchonkennbsp;van de moeder Gods leevensgrootte, in eene procesd^


onder begeleiding der geeftelykheid en magiftraaisP^*


nen van de katliedraalkerke hier naar toe gedraagcn


• ’er


oit'


De fchat van deeze kerk is aanmerkelyk, men zio^ der veele fchoone ftukken van Turinfche goudfin^^‘^^jjnbsp;welke in dit foort van werk eene groote bekwaa®*^nbsp;bezitten.

Corpus Do- De kerk van het Heilige Sacrament ( Corpus •minf, verdient in aanzien der ryke vercieringen den voorraat’

gt; van


ven de anderen. Men ziet daarin-niet dan marmer'


¦jeraa'


dequot;


leye kleuren. De kapiteelen aan de zuilen, 'de ci aan de gewelven, en de muuren om hoog zyn


-ocr page 335-

DOOR 1 T A L I E N. 241

het ware te wenfchen, dat men her goud fpaarzaa- TurMt , en in de vercieringen Itieer fmaak gebruikt had. Denbsp;^2rk heeft haaren oorfprong aan eén wonderwerk te dan-By de plondering vah Exiles in’t Jaar 1453. loednbsp;foldaat^yiien buit, en ond er anderen eène monftransnbsp;quot;let eene hoftie op eenen ezel. Als hy hier kwam flond .

ezel ftil; de kift, waarin de kelk lag, opende zich,

^6 hoftie ftéeg naar boven, en zweefde zoo lang door de Ividht, tot dat de bisfchop kwam, én ze door gebe-*^50 weder in de kelk naar onderen bragt. Men bouwdenbsp;deswegens eene kleine kapelle, welke 1S67. in de pragti-*

Sé kerk , waar van vvy fpreeken, veranderd werd.

De kerk van de Heilige Therefia heeft de hertog Victor St.fhgrêi ^'nadeus I. in ’t jaar 1635. geftigt. De hoofdaltaar is vannbsp;®énen tamelykgoeden fmaak met gedraaide zuilen, diege-'^oppeld zyn. Voornameiyk trekken de beide kapellen ianbsp;omgang der kerk de oogeh haar zich; Die aan danbsp;^®gte hand van den hoofdingang ftaat heeft de tweede gVnbsp;dialin van den tegenwoordigen koning Chriflina Johanna,

'éne princes van Hesfen-Rheinfelds, als eene gelofte laa-bouwen. Zes marmeren zuilen van verfcheidene kleur dtaagen eene ftel'k vergulde koepel, waaronder de ftatuenbsp;den Heiligen Jofeph van albafter ftaat. Het licht isnbsp;deeze koepel zoo aardig aimgebragt, dat men volftrektnbsp;®^^ooft, dat dezelve van de zon verlicht wordt, offchoonnbsp;'^®^elve niet fchynt. Men ziet in de kapel een paar fchoo-fchitderyen van Corrado, een Neapolitaan, en leerlingnbsp;Solimene.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\

kerk van de CJarmeliter nonnen St. Chriftinaj op de St. Chrê^ St. Gari, heeft een portaal, het welk de in Turin flinty.nbsp;®kende, tnaar wegens zyne zonderbaare mvallen zeerzel-mogende nagevolgd worden, bouwmeefter Philip Ju-heeft geordineerd. Het portaal heeft roet opzigt opnbsp;Qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;d«a

-ocr page 336-

£4^

REIS-BOEK

Tiirin. den gebroken gevel, en andere dingen zyne gebreken,

nisfchen doet het toch eene behaaglyke werking, en ve^' Jen houden de kerk voor de fraaifte in Turin. Men ziet'”nbsp;dezelve een paar fchoone ftacuen van den Franfchen bee''^'nbsp;houwer Ie Gros. Zy verbeelden de Heilige Therefianbsp;Chriftina meer dan leevensgrootte, en zouden in den b®'nbsp;ginne boven het portaal gelleld worden. De eerde is t*”'nbsp;gelyk beter dan de andere, zoo dat menze naauwlyks t'®*'nbsp;eéne hand zou agten gemaakt te zyn. Men heeft in de^^®nbsp;ftanie van de Heilige Therefia even hetzelfde berifpt,nbsp;i.i die der kerke Maria della Victoria te Romen van Be””nbsp;»i, dat ’er name'yk in plaats van eene opgetogene veru'””nbsp;quot; dering, meer eene verbaasdheid dan het waar charaflet””nbsp;gedrukt is geworden. Het hoofd is voor’t overige fchoe”'nbsp;zoo als ook de handen en het vleefch. De klederen be®nbsp;de kunftenaar in een goeden fmaak geplooid.

der voetftukkeii en kapiteelen veel te zwaar fchynen. altaarfchildery is door Carl Maratti; dat in de kap®*

De kerk van den Heiligen Philippus Neri, den Philip?' nen toebehoorende, werd naar het concept vanjuvarra ffnbsp;bouwd, maar is nog niet voltooid. Het choor en de b®''nbsp;de zykapellen hebben ryke vercieringen. De hoofdal'^^_nbsp;heeft zes gedraaide, en met bladeren van verguld bronsnbsp;llingerde zuilen van marmer, die egter naar evenredif^^^

vgt;gt;’


den Heiligen Philippus Neri door Solimene, en he® ° , in het Oratorium van het binnenfte des kloofters Bnbsp;Sebaftiaan Conca vervaardigd. Het zilverwerk dernbsp;aanmerkelyk en fchoon bearbeid; inzonderheid eennbsp;ren, met parlemoer ingelegd altaarbekleedfel:nbsp;eenige anderen van ingelegd hout, waarvan de vericbe'nbsp;natuurlyke kleuren in hun foort geheel aardige fchil^®'^nbsp;uitmaaken.

Verder verdient de kerk der koninglyke ridder”quot;*^®^


-ocr page 337- -ocr page 338-

Turin.


244


Lombar

den,


krankcn, en eenige honderdweeskinderen en vondelinge”» inzonderheid zwangere vrouwsperfoonen, en van deezennbsp;wel eerlyke arme wyven, als verleide meisjes opgenoine”’nbsp;eii geduurende hunne zwangerheid en het kraambed np'nbsp;gepaft worden. Door deeze verftandige inrigtingnbsp;de kindermoord geweerd. De kleine kinders moetennbsp;fpinnen, .en als zy ouder worden handwerken leeren.nbsp;kranken liggen in hooge en ruime zaaien, een ieder he‘^^’'nbsp;een byzonder bed met behangfels, waaruit hy de i”nbsp;midden ftaande altaar befchouwen kan. Het ontbreektnbsp;niet aan artzen, wondheelers, en andere goede oppafli”^'nbsp;Het gebouw heeft van buiten een pragtig aanzien.

,den hoofdingang leeft men : Saluti paupenim tempora'’' divitum teternse apertum.

Het ópenlyk Leenhuis of Lombard (monte di pic”’-' is reeds in 1580. in Turin ten beften der armen aangelel 'nbsp;Men leent hier geld tegen onderpand voor een jaarnbsp;zonder intereften uit, daar de nooddruftige den joodennbsp;woekeraaren anders wel twintig of dertig ten honderdnbsp;taaien moet. De naam Lombard is ontftaan, wyinbsp;nuttige inrigting allereerft uit Lombardyen naar denbsp;landen gekomen is. De Sorbonne in Parys maakt zichnbsp;keerde denkbeelden van woeker, daarom heeft deeze


2aak

fchoon verfcheidemaalen in voorflag is gekomen, en wel met den Godsdienft, als politie en rede overeenknbsp;ftig is. Luiden, die in benarde omftandigheden ko”’ ^nbsp;moeten of hunne goederen doorbrengen, of van woek^


in Vrankryk nog niet kunnen ingevoerd worden.


ren borgen. Beiden is een groot verlies voor hun r Lombard daarentegen fchiet tegen geheel kleine

lie


ite”


•geiy

iH'


op en weert den woeker beter dan de wetten. Lombarden of Montt di pkta treft men genoegz®*®nbsp;groote fteden van Italien aan. VVyl wy van dezelve”


-ocr page 339-

245

0OOR ITALIË N.

'^'kwils melding zullen maaken, zoo zal het niet onnut zyn, Turin.

hier nog iets van by te brengen.

Men vindt reeds iets met deeze inrigiing overeenkomftig ®nder de eerfte Roomfche keizers volgens Tacitus Annal.

VI. c. 17. In de volgende tyden fchynen de Lombarden by de regeering van paus Paulus II. welke in ’t jaar H64, den throon beklom, haaren aanvang genomen tenbsp;hebben. Anderen gelooven dat de eerden 1491. te Pa-düa opgerigt is geworden , nadat men aan tien Jooden,

'velke tegen ongehoorde renten woeker gedreeven hadden , dat handwerk belet had. Leo X. heeft deeze inrig-dögen door verfcheidene bullen van denjaare 151560 1521 ^•^biiiykt, en is niet, als eenigen willen,de eerfte oprigter.

^et Trentifche Concilie noemtze vroome inftellingen, en d® volgende paufen hebben den Lombarden veele vbor-^®8ten gegeeven.

Tot de loflyke inrigtingen van Turin behoort ook de op d®n raadhuize (Palazzo della citta ) zich bevindende open-''aare Apotheek, welke reeds in den jaare 1600 is aange-*®gd geworden. De armen bekomen de geneesmiddelennbsp;''it dezelve om niet. Tien geneesheeren en negen wond-^®elers trekken een zeker inkomen, en moeten de armennbsp;daarvoor zonder geld bezoeken en verbinden.

ïn het koninglyk hofpitaal, worden op koften des ko-geene andere kranken, dan die in zynen dienft ftaan , ^Pgenomen. Behalven deezen bevinden zich nog in Tu-een paar-kleine hofpitaalen , en een byzonder tol-‘quot;iis.

Het paleis des konings heeft in aanzien van het uiterlyke jjetpaleis d'ets byzonders; het is een oud eenvormig gebouw, deskenings,nbsp;^ vertrekken zyn groot en gefcbikt, de meubelen naarnbsp;ftuaak en fchoon, maar niet pragtig. De zolders innbsp;voornaamfte kamers hebben de zoogenaamde Cavalier

Da-

Q3

-ocr page 340-

24^

turm.

de


Daniel, eigenlyk Syder genaamd, Beaumont en Corradö gefchilderd. De verzameling van fchilderyen is aanw^'-'nbsp;kelyk. Men vindt daarin fchoone beelden van Guercino»

Guido, Paul Veronefe, Albani, en andere meefteren

¦i


Bukken van Nederlandfche fchilders zyn door de geheel® verzameling des prinfen Eugenius, welke de koning jnbsp;bet overlyden van deezeu gekreegen heeft, zeer talO'^^nbsp;geworden. Onder de Italiaanen munten voomamelyk uh’nbsp;de vinding van Mofes , en de koningin van Schebanbsp;Salomo van Paul Veronefe, de verlorene zoon vannbsp;cino, een David van Guido, de vier jaargetyden ennbsp;ne verkondiging van Albani , eenige fchoone gezig^®”nbsp;van het LulKlot Rivoli door Pannini , en landfchapP®'^nbsp;van Claude Lorrain. Onder de Nederlanders zyn eenig®nbsp;grooten van Rubens en van Dyk, en onder de klein^”nbsp;verfcheidene vanBerghem , Wouwerraan, Oftade, vanlt;J®[nbsp;VVerfF, en voornamelyk een voortreffelyk ftuk van Geral'nbsp;Douw , het welk eene waterzugtige vrouw nevens ha®'nbsp;ren artz met een glas in de hand verbeeld. (1) Denbsp;jiigzins vry gefchilderde beelden heeft de koning in e®quot;nbsp;byzonder vertrek doen ophangen.

Aan de linke zyde van het flot is eene gallery gebou''’^’ welke met zeer veele oudheden, borftbeelden en Batu®'’nbsp;vercierd is. Door middel van dezelve komt men in 1’®’^nbsp;archief, het welk niet alleen wegens zyne ordenlykenbsp;rigting, zoo veel een vreemdeling uit de boven de kad®1’nbsp;zich bevindende rubriken oordeelen kan, maar ooknbsp;gens de beroemde Menfa Iftaca verdiend gezien te word®”'nbsp;De laatlle beftaat uit eene langwerpig vierkante tafelnbsp;koper, waarin veele Egyptifche hieroglyphifche figi””'®'’

1

Eene wydloopiger aanmerking vindt men in Cochin

tMit, T1 B p. 5.

-ocr page 341-

HT

DOOR ITALIË N.

zilver, en een vermengd blaauw metaal ingelegd zyn. Turin, kwam van dea voormaaligen bezitter Petrus Bembusnbsp;den Hertog van Mantua. (?) Ka de plundering vaanbsp;^9ntua in het jaar 1630. kreeg de kardinaal Pava dezelve,

'''elke ze aan den hertog van Savoyen fchonk. Verder quot;'Orden hier de handfchriften van den beroemden Pyrrhusnbsp;^'fiorius bewaard. Zy befiaan uit dertig zuiver gefchievenenbsp;''^tiden in folio, en behelfes de aanmerkingen van deezennbsp;Soleerden Neapolitaaii over de oude geographie, munten,

^^denk(lukken, en in ’t gemeen over alles, wat tot de quot;quot;dheden behoort. Zy zullen heden ten dage zeer 011-quot;oikomen, en veelligt meeft onbruikbaar zyn, wyl meanbsp;*^®dert dien tyd de oudheden veel naauwkeuriger onder-en van de meeden veel regter begrippen heeft.

de


Öe tuin van dit paleis is onregelmaatig, wyl hy naar

gedaante der veftingwerken afgeperkt is- De in uit-

quot;'oding der plans van Tuinmi zoo beroemde Fransman Ie

'Sna nog eens zoo groot fchynt, als hy werklyk is. Hy ^eft daarin veele bedekte alleen, parterres, hier en daarnbsp;®gt;ne bosjes en waterwerken te pas gebragt. Het geheel

otre heeft denzelven zoo gelukkig geordineerd, dat hy b’

k

kl,

^quot;kynt onopgefmukt, en doet zich wel voor; men» kan op tyden van den dag daarin wandelen, zonder hindernbsp;de zon te hebben.

^nder aan de groote trap, welke naar de wagtzaal loopt, in eene groote nis het ftandbeeld van den hertognbsp;'dlor Amadeus I. te paard. De fiatue zelve is van

brons.

Gcduurende dien tyd liet LauremiusPignoiius dezelve in het Dj ' ihyden, en gafee 1604. met zyne vcrklaaiirg in quarto uit.

oorfpronkelyke plaat, naar welke dezelve ook in het 7de d(.^ ‘'5' oudheden van den gtaave van Caylus is gekopieerd gewor»nbsp;Co^’,“loot Aeneas Vicus ijyg. te Venetieo gefneden. iylontfau»nbsp;'rftze niet wel verbeeld,

Q 4

-ocr page 342-

S4S

lifrin.

brons en goed gewerkt: het paard daarentegen van wit marmer en vermoedelyk van eenen anderen meefter; dat*nbsp;het fchynt niet wel geproportioneerd, en te zwaar.

Voor dit flot bevindt zich eene groote plaats, door eene gallery van bedekte boogen, waaronder een

ld

deelce der lyfgarde zich onthoudt, in twee deelen verdeel wordt. Het eene heet de koninglyke, en het andere

de

flotplaats. Van deeze gallery werd den volke op

de

daartoe beftemde feeftdagen de heilige zweetdoek toond.

vsn paleis des hertogs van Savoyen ligt aan de flotp'^®^* ien ertog,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;weften. Het is een voortreflyk gebouw

edele architeétuur, en niet alleen het befte in Turin, i****^^ ook een der fchoonfte in Italien. De buitenzyde he^nbsp;groote Korinthifche zuilen, die op een lang voetge**nbsp;(SoubalTement) ruften. Dit voetgeftel is laag en in ee”^nbsp;goede evenredigheid met de zuilen zelve. Op het tï

vercierd balkwerk der laatften ftaat eene leuning van 2*’’

jetf

ift

( * ) De graaf Emanuel Thefautu» heeft volgende het ondeift daartoe gemaakt:

Divi Vifloris Amadei Bellicam fbrtitudinemnbsp;Et inflexum juftitis rigoremnbsp;nietallo cxprefliim vides.

Totum animum videres,

\ nbsp;nbsp;nbsp;fi velox ingenium

Flexilemquc clememiatn Exprimere metallom poffct.nbsp;fi^n de andere zyde flaac:

D. Viiftori Amadeo Quod unum fata rapere potueruntnbsp;Regiam oris majeftatemnbsp;Actetna vindicat hsc imago.

In regias virtutcs.' amp; hetoica gefta Jus nullum fails leliquit lama.

-ocr page 343-

24.9

DOOR ITALIË N.

**•' met vaazen, ftatuen, en iu de midden het Savoyfche 2«n'«, '''spen. De dubbelde hoofdtrap, die met allegorifche fta-bezet is, geeft aan den geheelen Voorgevel, eenenbsp;®^ele cieraad. De trap leidt naar eene groote zaal die metnbsp;^^gt;lea, en daarboven met eene attifche orde (Attique) innbsp;*®'gt;en zeer goeden fmaak vercierd is. Van deeze zaal komtnbsp;in het vertrek des prinfen van Piemont, den otidfteiinbsp;^'^on des hertogs van Savoyen. Hèt paleis is door mid-van eene verborgene gallery met het kqninglyke ver-®®higd..

Agter het paleis van den hertog van Savoyen treft men eene plaats aan, die meerendeels met de huizen dernbsp;^^atsfecretarisfen, dervoornaamfte officieren van de gaarde,nbsp;andere koninglyke bedienden, met de kouinglyke munt,nbsp;boekdrukkery omringd is. Niet ver daarvandaan is denbsp;f^^'^hool, welke met eene fclioone bedekte baan voorziennbsp;!“• Het gewelf is (lout, maar vad gebouwd, de overigenbsp;oiiv/cieraaden zyn van eenen goeden fmaak, en zo als zynbsp;^gt;eh voor een dergelyk gebouw fchikkeu. De graaf Al-^®ti heeft ’er de fchets toegemaakt.

Het groot theater van de opera, het welk aan het ko- Theater, ^'*'glyke paleis grenft, is een der fchoonfte en grootfte innbsp;^'^gt;'opa. Het heeft eene eironde gedaante, die aannbsp;meefte Italiaanfche fchouwburgen gewoon is, maar denbsp;^Pits ontbreekt ’er aan. De graaf Alfieri heeft het plan ’ernbsp;uitgevonden, en het zelve ook in koperlaaten brengen.

het

*u

® logie des konings is in de ry der anderen regt tegen over

De andere ioges zyn niet

theater; zy heeft eene breedte van ongeveer dertig, «ene hoogte van vyftien voet.

) Schoone bouwkundige aanmerkingen zoo wel daarover, als de Italiaaniche operahuizen in ’t gemeea vindt men in Cochiijnbsp;i'UMii, T. I. g. ir.

Qs

-ocr page 344-

niet veel over de vyf voeten breed, maar des te dieper, dat agt perfoonen ’er bekwaamlyk plaats in kunnen hebbe'’*nbsp;Wyl de Italiaanfche opera’s zeer lang, namelyk vier of''5'^nbsp;uuren duuren, zoo zyn de loges als kleine , doornbsp;muur van elkander afgezonderde vertrekken, aantemerk«”'nbsp;waarin men elkander bezoekt, en ordenlyke gefprek'^^''nbsp;houdt, anders zou het onmogelyk zyn, een zoo langd^'’^'nbsp;rig fchouwfpel, en de vermoeyende recitativen metnbsp;duld aftewagten.

De befte opra’s hebben gemeenlyk maar weinige fcb^ ne Aria’s, en twee of drie tooneelen van belang;

het laatft niet meer veel aandoening geev^'’'

Turin.


toch op

wyl eene opera dikwils dertig en meermaalen agter den deren uitgevoerd, en men gevolglyk ook de befte plaat'nbsp;gewoon wordt. Daarvan daan komt het, dat mennbsp;wel in de parterre, als in de loges een beftendig geii’''|^nbsp;mei en dikwils ook luid fpreeken hoort. Het orcheft^t^nbsp;meeft fterk bezet. Intusfchen maakt hetonophoudelyk^^nbsp;druis van gaan, bezoeken der loges, lachen en fpreek^'*'nbsp;dat een vreemde, die een liefhebber der muziek is ?nbsp;opmerkzaamheid moet aanwenden, en dog zynnbsp;niet anders , dan by de groote Aria’s der eerftenbsp;bereikt, wanneer de aanfchouwers gemeenlyk ietsnbsp;zyn, en hetzelve aan het eind met eene luidrugtige ^nbsp;keuring vereeren.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;g

’Er worden op dit groot theater gemeenlyk maar opera’s gefpeeld, dog men is bywylen uit gebre^^^nbsp;goede zangers genoodzaakt , zich met comique ope'‘“® ,

laaten vergenoegen, een foort van fchouwfpeelen veelen wegens het luftig muziek, vroolyke vertoon -en meerder waarfchynlykheid in de bedryven,nbsp;groote opera’s Hellen. Het voorder gedeelte van hetnbsp;ueel of het profcenium heeft eene breede openkJg» s’’

lingeot

-ocr page 345-

DOOR ITALIË N.


251


^quot;Zien, Het ruft op een paar groote Korinthifche zuilen, met een enkel karnis, zonder fries vercierd zyn. Bonbsp;dezelve draagen Cariatiden het ryk vercierd opperge-5 in wiens midden zich het koningiyke wapen be-geheel doet eene voortreflyke werking,nbsp;ï-ene waare fchoonheid van dit theater, waarop by den


®an:


der Franfcheh niet genoeg agt gegeeven is, is de


^'CQlyke diepte van hetzelve, zoo dat eene groote me-van perzoonen op het tooneel plaatshebben, zonder te verdringen. , Daardoor wordt de waarfchynlykheidnbsp;^edry ven ongemeen vermeerderd, vooral wanneer raads-


, of landftreeken op den agtergrond zullen voorge-borden.

‘'deel by de ballets, alwaar men talryke choren kan °^®ögen, zonder den danferen de ruimte te beneemen,nbsp;^1*' '‘Oordeel het w'elk tot de volkomenheid en de mislei-


veldlegers, flagen, architeeluur in per-¦grond zullen voorge-Inzonderheid openbaart zich het grootfte


'‘an het fehouwfpel veel bybrengr.


gt; ¦^^fchouwb urg in Turin, heeft zoo als de meeftcn in Ij , weinig machinen. Wanneer eene verandering innbsp;tooneel zal gemaakt worden, fchuift men tusfchen denbsp;de nieuwe fchérmen voort, ten welken eindb by

tot


'tk


®eu byzonder man gevorderd wordt. Mafcliincn


'''quot;gt, of nederlaatingen van Godheden zyn in’t ge-Wanneer een Jupiter of eene Ve-


’'Us


gebrnikelyk. quot;H de


*’'‘do wolken zal nederflygen, zoo wordt het gordyn


'et


'^'S^laaten , en de godheid op den grond van het thca-


Dj eene groep van wolken geplaatft, uit welke zy optrekken van het gordyn zich vertoont. Geduu-^ ^ *^0 vertooning verdwynen de wolken nevens de wa-godheid gaat af tusfchen de CouUffen, zonder


op de wolken ten Hemel te vaaren. Intusicheti


'*lt het


gebruik van deeze machinen buiten dat geheel

en


-ocr page 346-

252


REIS-BOEK


Turin, nbsp;nbsp;nbsp;gt; zedert dat Metaftafio eenen veel beteren

gevoerd, en in plaats der eeuwige toveryen, fabelsquot; gefchiedenisfen der góden, by welke men in Franfch^nbsp;ra’s geeuwt, werkelyke gefchiedenisfen op het oPnbsp;tooneel gebragt heeft. By zyne fchoonfte Hukken


eff

oP^

,er»'


als‘


Clemenza di Tito, Aleiïandro, Ezio, en anderen


wordt de ontwikkeling door góden jn ’t geheel ni^^ vorderd.


efif'

f


?li5

ten deele goed, ten deele middelmaatig, ten deele

eH

paoi t

de verfcheidene uitgangen van het gebouw, wordt woon gedrang aan het eind van het fchouwfpd


Het fchilderwerk der veranderingen van het tooO®'


haar? werking hangt in ’t gemeen veel van de plaatziquot;^


verlichting af.


De gangen naar de loges, de trapp*^®


alle communicaties zyn bekwaam en wel aangelegd. j,

V


De Utti-

verfileit.


Aan het begin van de firaat du Po ligt aan de linfe® het univerQteitsgebouw, met het opfchrift boven dennbsp;ingang: Regium Atheneum. Lodewyk, prins vannbsp;ftigtte deeze hooge fchool reeds in den jaarenbsp;haaren tegenwoordigen aanwas en het pragtig gtbo^'^

zy den koning Vidlor Amadeus, en den tegenwoo^ .j

eO


te danken, welke hetzelve beftendig verbeterd; merkwaardige zaaken verrykt heeft.

Het hof by den ingang is grootfch, en met gangen, die op zuilen rullen, omgeeven: denbsp;galleryen hebben denzelfden bouwtrant. DeeZ^nbsp;zyn met ftatuen, met oude in de muur gemetzc''^^nbsp;fche en Latynfche opfchriften, en basreliëfs,

verci«r‘‘'

' JU' ab


in den omtrek van Turin gevonden worden, verci^’| befchryving van dezelven is in twee foliobandennbsp;onder den titel: Marmora Taurinenfia illuftratanbsp;vautella, ^ Jo. Paullo Ricolvi 1743. 1747*


-ocr page 347-

DOOR ITALIË N.


253


welke anders voor een groot gedeelte in bet ko-§lyk paleis ftond, is federt eenige Jaaren lierwaards ge-geworden, en beftaat uit dertig k veertig duizend ^'‘'’den. Het ontbreekt baar niet aan veele handfch.iften,nbsp;j^^^rvan eene uitvoerige lyft, uit uvee deelen in folionbsp;,®daande, in den jaare 1749. uit de koninglyke drukkerynbsp;voorfcbyn gekomen.

^^^et kabinet van oudheden en munten is in een byzon-Vertrek met veel fmaak ingerigt. De meeften van dee-ïaaken zyn in de oude ftadt Induftria gevonden. De /kiener van dit kabinet is de HeerBartoli, eenVenetiaannbsp;, ' geboorte, en hoogleeraar in de welfpreekendheid, dienbsp;'ds door verfcheidene fchriften proeven van zyne geleerd-


Turin.


“eid


'•H


gegeeven heeft. Men ziet hier verfcheidene Idola of af-abeelden , vooral Egyptifche, eeiien fchoonen drievoet.


opfchrift op eene koperen tafel, waaruit blykt dat op


Maats, daar zy is opgegraven geworden, waarlyk het oU'

’oQVi


^ ^‘^duftria heeft gedaan. Intusfchen moet men niet ge-


en hier iets byzonders te zullen vinden, wanneer men Verzamelingen van oudheden te Portici, en de galierynbsp;jj ^'*orencen gezien heeft. De fchikking door den Heernbsp;j^^^'nli gemaakt kan tot een voorbeeld van dergelyke ver-Melingejj ftrekken. Men rekent het getal der oude mun-'^P dertig duizend fluks. Dit kabinet wordt zeer ver-l^^atderd- ’er zyn ten dien einde federt 1764* drienbsp;daartoe genomen.

^ *n de andere zyde der gallerye ziet men het anatomi-tif ^beater, en de vertrekken tot phyfifche en mathema-lii , •‘’ftrumenten, welke meed Engelfch maakfel zyn. tti j ^^®een uioet men bekennen, dat alles wel ingerigt,nbsp;^ aanleg eens konings waardig is.

^ °ndom aan de gangen leggen de gehoorzaalen der ge* ® leeraaren, wier aantal op vierentwintig beloopt,nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ea


-ocr page 348-

254


Turin. nbsp;nbsp;nbsp;koning betaald worden. ’Er zyn


de godgeleerdheid, daaronder een leftor der H. Schrik» een leftor der Hebreeuwfche taal j vyf in het kerkdy^'


burgerlyk recht; vyf in de medicynen, welke ook


dri^


kruid' en ontleedkunde leeren, twee in de heelkund^i in de wysgeerte, twee in de wiskunde, en drie

col*''


Griekfche, Latynfche en Italiaanfche taaien. De gies neeinen den derden November hunnen aanvang, eenbsp;den den 24 Juny gefloten. Van dien tyd af worden' ^nbsp;lyke difputen gehouden , en de academifche gradus n’nbsp;deeld. Men ziet, dat de koning zich ’er veel aannbsp;legen zyn deeze inftellingen op eenen goeden voetnbsp;den, wyl hyze dageiyks verbeterd, en de ledigenbsp;met bekwaame mannen zoekt fe vervullen.


Paleh Het paleis des prinfen van Carignan is een der


iflt'


¦e!)


Üaïignan. treflèlykfle gebouwen in Turin. De pater Guarini» ,


bouvvmeefler, die aan het eind der voorige eeuw zeel


gebruilct werd, heeft hetzelve geordineerd. Het di’


ibt»quot;


.j]V


Guarini egter aan een goeden en regten fmaak: nbsp;nbsp;nbsp;^


helde tot eigenzinnigevvonderbaare uitvindingen, di^ door ryke vercieringen de oogen verblinden, dan datnbsp;de voorbeelden van goede konftenaaren gegrond zy”'nbsp;voorgevel van dit paleis heeft twee ryen pilaftfii® jjOnbsp;elkander, waarvan de onderfte kleiner en z\v3.^^'^^’,hc0


ibef


de bovendo is. De venders en de hoofddenre” ' eene fchoone proportie, de groote trappen en de *


. vaU ¦


Het gebouw is maat quot;' Ai ine‘ „nbsp;iequot;


Het theater.


dienen gezien te worden, bakkene tteenen. Was het volgens het eerde projied*^nbsp;marmer overtrokken, zoo zoude het buiten tegetiPpquot;quot;^nbsp;der pragtigden zyn.


Dit paleis ligt op de plaats Carignan, alwaat °° j,vvd Jaar 1752. het fchoone theater van deezen naafflnbsp;geworden. Voor hetzelve is oen ruim voorkuis»



-ocr page 349-

255

DOOR ITALIË N.

“Ifi) dat op’zuilen ruft, aangelegd. Het is voorcomique “Para’s beftemd, een foort van fchouwfpelen, welke welnbsp;®®eiie bedryven van aangelegenheid, maar egter eene goe*nbsp;iuftige muziek hebben, en den aanfchouwer op eenenbsp;^''êenaame wyze onderhouden. De Itallaanen fchyneanbsp;^^rtoe gebooren te zyn: hunne adlies zyn wel eenigzinsnbsp;ftetk, maar toch zoo aartig, dat men hen met genoe-aanfchouwt. Zomwylen worden hier ook Italiaanfchenbsp;Pranfche comedien uitgevoerd. De laatften behaalennbsp;^^aieenlyk weinig goedkeuring, vooral daar hier maar fleg-afteurs komen , die in Vrankryk geen brood vinden,nbsp;hun geluk in Turin of Milaan willen zoeken. Mennbsp;hen ras moede, en zy worden genoodzaakt ver-

W,


optegaan.


''P


anneer men buiten de Nieuwe Poort gaat, komt men Paleif die fchoone wandelplaats, welke op het luflflot Va-tiij,


Sin uitloopt. Zy beftaat uit verfche'idene alleen, welke hooge boomen, in vier ryen bezet, zeer wel onder-


‘'itt


.'^'^den, en met kleine, beftendig vlietende watergraften


.'''^tfneeden zyn


Aan het eind der hoofdallée ligt het


luftflot, het welk de hertogin Chriftina , gelyfc opfchrift luidt, aan den oever der Po gebouwd

Hic ubi fluviorum rex Ferocitate depofita placide quiefcitnbsp;Chriftina a Francianbsp;Sabandite ducisfa, Cypri regina,

Traiiquillum hoe fuum delicium Regalibus filiorum otiisnbsp;dedicavit.

. nbsp;nbsp;nbsp;Anno M D C L X.

jj gebouw wordt niet altewel onderhouden, De tutó **°Seaaaia. Aan de lijjke zyde, waaneer men Weri»

komt,


-ocr page 350-

Turin.


25*5


réis-boek


komt, ligt de botanifchetuin, welke met allerley^ de planten zeer wel bezet is. Het overige deel van ®nbsp;hof bedaat uit een parterre, welke der kóninglykenbsp;en den adel tot eene wandelplaats dient. Het paleis


is vaquot; Vonf'nbsp;irt'


eene aardige architeftuur, maar flaat heel ledig, heen werd het tot allerlye vermaakelykheden gebruik^nbsp;zonderheid wierd hier op Valentynsdag, welke in fptoknbsp;maand invalt, een groot feed gehouden, by welke ênbsp;genheid de Heeren deValentyns hunner dames, dienbsp;dienden, genaamd wierden, waarvan het, gebouw ook “nbsp;naam bekomen heeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.


De wandelweg van de ftad tot aan het (lot is


tegenfpraak de fchoonfte in Italien. Het is een vo0gt; felyk, en te gelyk pragtig gezigt, wanneer men op


fchoonen lentedag, vooral op zon- en feeftdagen


iff


fel'quot;


De Fine-rie.


hoofdallée een groot aantal van koetzen, en het hof, aan de zyden eene ontallyke menigte wel uitgedquot; jnbsp;te menfcheii van allerlye ftanden zich, ziet verluftigequot;nbsp;wandelen. Het gaat hierby zoo ordenlyk toe, als of^quot;nbsp;len tot eene groote familie behoorden: de menigtenbsp;-uit perzoonen van allerley charakter te zatnengefteldnbsp;zy maaken toch als ’t waare maar een geheel uit.

De Venerie is het voornaamfte der kóninglyke 1U‘-, Voor het paleis (laan veele huizen; de hoofdftraatnbsp;met eene groote ovaale plaats, die met bedekte gquot;nbsp;omgeeven is. Ia den kring der omliggendenbsp;houden zich de guardes en andere foldaten opgt; iinbsp;het hof zich hier bevindt. Aan de beide eindeffnbsp;plaats ziet men twee marmeren zuilen, op denbsp;het ftandbeeld van de Heilige Maria, en op h£^nbsp;dat van den Engel Gabriel, welke baar denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;p'

Chriftus verkondigt; een paar beelden, welke oP Tjinglyke Ridderorder zien. Van daar komt



-ocr page 351-

257

rooa ITALIË N.

8^oote flotplaats, alwaar zich de voorgevel van het flot furih, '^rtoont. Carl Emanuel II. die in ’t Jaar 1638. de re-S^sring aanvaarde ving, hetzelve aan ’ bouwen, en wel,nbsp;eenigen wil' 'aar zyn eigen plan* Het geen vannbsp;^’^iten daarvan ; aakt is, toont, dat het geheel eeusnbsp;fchoon zal ..orden. De verfcheide gebouwen, dienbsp;het flot behooren, maaken geen regelmaatig plan uit,

Zyn egter enkele fchoone deelen onder. De groots ^’oofdzaal gaat tot onder het dak, en is met verfcheidenbsp;^°ede jagtftukken voorzien.

lgt;e groote gallery is langer en höoget, dan die te ^'^tfaiiies, zy heeft pilafters, en daar boven nog eenenbsp;^ttifche orde. Aan de beide uiterfte einden van dezelve


®lt;^ft de bouwmeefter twee zaaien met koepels en zui-, die eene voortreffelyke werking doen, gebragt, ontbreekt niet aan ryke vêrcieringen, die egter zeernbsp;*^iivoudig zyn. Men ziet nog fchilderwerk nog ver*nbsp;^’Jldfei, alles is wit. De fchoonheid beftaat enkel in hetnbsp;quot;’erk.

t)e vertrekken des konlngs en der koningin zyn fchoon *•1 Wel gemeubileerd; die van den hertog en de hertoginnbsp;Savoyen zyn niet zoo ruim, egter zoo wel In aawnbsp;der meubelen, als der vercieringen van beter fmaak}nbsp;‘’'Wonderheid verdienen eenige kabinetten van oud Chi-quot;eefch lakwerk befchouwd te worden. De kamers dèrnbsp;PtitieelTen hebben niets overtolligs, maaralleen het nood-^altelyke. Doorgaans treft men weinig goede fchilde»nbsp;aan, wyl na de plundering der Franfchen iil ’t Jaarnbsp;te Scene andere weder Zyn aangekogt. Men verkooptnbsp;Turin eene byzondere befchryving van dit flot metnbsp;'^operen plaaten, onder den Titel: la Vellerie Royale.nbsp;orangerie is in aanzien der grootte, en den

Zy heeft eene lengte

*»nleg, een merliwaatdig gebouw.

R

-ocr page 352-

RE I S - B O E K

258

Turin,

lengte vfln yyfhonderd voet, en eetre breedte van negc'’' tig. De deuren, de venders, r*elke de geheele lenS'®nbsp;inneemen, de cieraaden van het gewelf, en de pilaft^f-’nbsp;zyn van een goeden fmaak, en van de ’„^vinding van de®

graaf Alfieri


De ftallen zyn groot en fchoon; in de eene is voor tweehonderd paarden. In ’t jaar 1761. heeftnbsp;aan den ooftkant van het flot een gebouw tot intreknbsp;de prinfeflen geftigt.

De flotkapel, die te gelyk tot eene parochiekerk

filiP

alle de daar zynde inwooneren verftrekt, is eenevao®

def

befte, en van ininft afwykende uitvindingen van

Juvara, waarin alle de evenredigheden wel met elkai’

overeenftemmen. Zy heeft de gedaante van een Griel kruis, nevens een koepel, en is geheel met marmernbsp;kleed. De zyde, daar de hoofdaltaar ftaat, heeft eene^quot;nbsp;kele colonnade, wier zuilen digt by den anderen ftaand® jnbsp;om de ronSing van het choor loopen, dat aan het geb^nbsp;een edel aanzien geeft. De altaar zelve is in aanZ*^**nbsp;van deeze goede architeéluur niet fchoon genoeg; denbsp;bernakel op denzelven vertoont eene kleine kerk,nbsp;eenigzins plomp. Men ziet hier eene der fehoonfte

bs-

dingen van de hand van Sebaftiaan Ricci, hetvertooi® Heiligen Auguftin, Sebaftiaan, Rochus, en om hooê

de® pi»'

na met de Engelen. Tegen over de hoofdaltaar groote gallery geplaatft, waarin de koninglyke fami®®nbsp;mis hoort.

De tuin is wyduitgeftrckt,, maar zonder veel ku®^ * gelegd. Hy beftaat uit groote perken van zooden, ,,ynbsp;den, die met bloemen bezet zyn, zoo als ze elknbsp;opgeeft. Aan beide zyden der alleen ftaat de oran^®nbsp;Waterwerken ziet men in ’t geheel niet, wyl denbsp;Riet van houdt; daarentegen is «Ik perk van een *

-ocr page 353-

b o ÖR ITALIË N.

voorzien, die te geljk tot bewatering vati de zoodetl '^'ent. De plantagie van liaagen is voortrefFelyk: zy zynnbsp;groote opene WSnen, tot koepels, die op gekoepeldenbsp;^^’•ien tnet karnisfen ruiten, tot zaaien, kabinetten, ennbsp;'^®rgelykeu aangelegd, die zoo glad gefchooren zyn, alsnbsp;®*2e van marmer waren. Dan volgen de groote alleen vaanbsp;'^'¦^en, en eindelyk de tot de wolken reikende populier*nbsp;^oomen, waarmede de wegen, die doör het park gaan«nbsp;agter de tuin ligt, bezet zyil. In het park houdt zicttnbsp;''*®1 wild op i de faifantefl loopen daarin by troepen , alsnbsp;'^fötne hoenders in denhof, herom. Men heeft ruim eennbsp;vaii Turin tot Venefie noodig', en rydt langs eenen

b(


oonen weg tusfchen eene allee van witte moerbezie*


'°üinen. ^tupinigi,


een ander lüllllot van den koning, was iii


^’^gt;1 beginne maar een gebouw, om na de hertejagt in ®t2elve afcetreden. Het beftond uit eetle groote zaai, ennbsp;kleine veftrekkett aan de zyde, die ten deele hoogjnbsp;deele laag waren* Hef plan had Filip JUVara gemaakt«nbsp;men prees ’er de aardige uitvinding van. De graaf Al*nbsp;;'®ti heeft hetzelve door middel van een paar vleugels, dienbsp;** gedaante van eenen halven cirkel aangelegd, en vannbsp;'’°ofen met een paar vierhoekige pavilions voorzien zyn *nbsp;vergroot. De nieuwe byvoegzelen, hebben met hetnbsp;gebouw eene goede evenredigheid, en het geheelnbsp;zich van den tuinkant wel voor. De vercieringen defnbsp;Q ^'teftuur zyii wel eenvoudig, maar van goeden ffflaak.nbsp;bet balkwerk Haat eene leening van zullen met vaazeanbsp;®enige Itaruen, Boven op het dak ziet men een hertnbsp;beft °”Seiheene grootte. Het fchilderwerk in de hoofdzaalnbsp;» *st enkel in allerleye vercieringen. De ganfche aanlegnbsp;bn ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;groote gallery, die tot verbinding van de

''«nkamers dient


eene voortreffelyke cieraad.

Ra


Mea

treft


-ocr page 354-

z6o REIS-BOEK

Tarin. nbsp;nbsp;nbsp;luftllot verfcheide goede zolderftukken aan, oflquot;'

der anderen de Diana met haare Nimphen door Carl va® Loo.

De groote tuin beftaat enkel uit BtuHngrins. (’*') befte cieraad geeven hem twee opene laanen aan denbsp;met pyramidaals-gewys gefnoeide olmen beplant.nbsp;dwarslaaneu zyn overdekt. Bovendien ontbreekt hetnbsp;niet aan zaaien en kabinetten. Groote. hooge alleen ht^”nbsp;gen u tot in het park, door wiens lange doorgeflagenbsp;gen, men tot aan het einde van den horizont ziet.nbsp;ftal is een oud gebouw, maar zeer groot. Men zietnbsp;in voonrelFelyke paarden uit Engeland, Deneinarks®’nbsp;Normandyen, Napels, en des.konings eige ftoeteryen. ^nbsp;honden zyn van een uitgezogt foort, en worden in gt°®nbsp;menigte,, en met veéle zorgvuldigheid onderhouden. 'nbsp;JStupinigi tot aan Turin rekent men vier Italiaanfche luy'nbsp;langs een fchoonen met hooge boomen beplanten we?’

Vigne de la Reine heeft een klein maar cierlyk gebo®^’ Vigne dela\^Qi welk Bemint voor het befte in en om Turinnbsp;Reine. gehouden. De prins Thomas heeft het aangelegd: o®

dis®


den voorigen koning was het geheel vervallen, maar de laatfte koningin uit den huize van Lotharingen


oort zeer beminde, is alles weder herfteld geworden-gebouw ligt op eenen heuvel voor de ftad aan geene der Po,, en heeft het fchoonfte uitzigt, dat men zi»nbsp;kan vogrftellen. Men ziet van hier over Turin,nbsp;fche vlakte tot aanRivoli, en volgt de loop van jjjnbsp;tot anderhalf raylen ver. Van vooren ligt eennbsp;trap, in wier midden zich een fontein, en aan de quot;’S®nbsp;pilaftres) en nisfen van boerfch werk bevinden,nbsp;huis is eene kleine parterre aangelegd. Vanbinnen


de


«rSll'


men goede fchilderyen van den Ridder Dajiiele en*


Pcikcn ran gtiizoedcii«

-ocr page 355-

i6i

DOOR I T A'L I E N.

*^n paar nieuwe meefters. De tapyten beftaan uit fyn ge- Turin. ^childerd linnen of peking: de andere kamers zyn metnbsp;^Mneefch vernis overtogen. De groote zaal gaat doornbsp;tWee verdiepingen, en deelt de volgende vertrekken innbsp;tWee gelyke deelen. De tuin ageer het gebouw is in ter-’¦^sfeu afgedeeld, aan hetzelve grenft een niet zeer grootnbsp;'^Hbosje, maar wiens paden zoo gevoegelyk ingerigt zyn,nbsp;de plaats veel grooter fchynt, dan zy inderdaad is.

^let verblyf is hier zoo aangenaam, als op eenige andere ï'I^ats om Turin.

La Superga, eene pragtige, op koninglyke kotten gt-La Suf er-^ouwde kerk, ligt op een berg, vyf Italiaanfche mylen^'^*

''ati Turin. Zy is rond, en met Corinthifche zuilen vap ''Lauw en groen gemengd marmer, hier te lande vallende,

'''elke een fchoon balkwerk draagen , vercierd. Het ge-quot;'elf des koepels is van den grond tot aan de lanteern ongeveer tweehonderd voeten hoog. De koepel ruft op *iilen van roodagtig marmer, wier fchaft ten deele glad,

'en deele tot aan de helft gellingerd is. De laattten zyn-by de venders geplaatft, en men zegt dat de architeél de-^elve aan het gebouw heeft moeten te paffe brengen, wyl '^e koning toeiimals een groote voorraad van dezelve had.nbsp;hoofdaltaar ligt in eene ryk vercierde rondte; het basre-boven dezelve verbeeldt het onzet van Turin. Allenbsp;andere altaaren zyn insgelyks met basrelieven voorzien.

Wel in ’t oog vallen, wyl zy zeer verheven zyn, maar ^ ëelyk de middelmaatige kunft haares meefters verraaden.

^oor het orverige doen zy in opzigt van den aanleg des ge-^len gebouws haare werking, en geeven hetzelve een edel **’'2ien. In eene van de kapellen, aan de zyde van denbsp;'’’^fdaltaar, ligt de koning Viiftor Amadeus begraaven.nbsp;deur der kerk is wel geordineerd; voor dezelve isnbsp;groot vierkant voorportaal, het welk op fterke tteenennbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pilaa*


-ocr page 356-

REI S - B O E K

pilaaren ruft. Aan de voorzyde der kerke ftaan twee borft' beelden van eene aardige tekening. Het uitgeftrekt S®'nbsp;bouw, dat aan de kerk grenft, heeft fchoone gangen gt;nbsp;een hof, met uitgehouvve pijafters vercierd. Vannbsp;koepel der kerk heeft men het heerlykfte uitzigt over ^nbsp;vlakte van Lombardyen, en men kan by helder weer tn*nbsp;aan Milaan zien, het welk vyfentwiutig Italiaanfchenbsp;ver is.

tiiiJ


De geheele aanleg is van de uitvinding van den jnecfter Don Filippo Juvara, en heeft een pragtig aanz'^”'nbsp;De bouw wierd in den jaare i7i5begonnen, en 731 ge^'”

digd. Op deeze plaats beraadflaagden de voorige kon'

pn prins Eugeen onder elkander in ’t jaar 1706, hoe

de van de Frinfchen naauw belegerde ftad te hulp kom^”^' of manfchap In dezelve werpen zoude. De koningnbsp;pene gelofte, na het gelukkig uitvoeren der zaake voof*^^nbsp;H. Maagd Maria hier eene kerke te zullen bouwen: ennbsp;het ontzet beter afliep, dan hy vermoedde, zoo heeftnbsp;'pok geene kollen gefpaard, om zyne gelofte met koo'quot;^quot;nbsp;lyke pragt uittevoeren. Dat veeJe mülioenen daaraannbsp;kofte gelegd zyn, laat zich onder anderen ook daaruit nPnbsp;jnaaken, dat alle bouwftoffen op eenen zoo hoogennbsp;moeften opgevoerd worden. Men vertelt, dat een*nbsp;Piemontees de kerk aan een Franfchraan getoond, en ^nbsp;by gezegd had: de nederlaag derFranfchen moet naarnbsp;redigheid der koftbaare gelofte verbaazende geweeftnbsp;waarop de Franfchman antvvoorddde, de vrees derbelnênbsp;den moet veel eer verbaazende geweeft zyn , wy^nbsp;de gelofte nog voor de nederlaag gedaan heeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j

ep

li

et'

zev'

De kerk Haat onder twaalf domheeren, welke worden door knegts in koninglyke livrey. Een

heeft drie vertrekken. Hun bibliotheek beftaat uit pf agtduizend boeken, en wel meelt uit zulkeu;

die

yC'

-ocr page 357-

263

DOOR ITALIË N.

’^Oornaraelyk gebruiken. Zy ftaan onder den aartsbisfchop Turin. ''Sn Turin. De koning verkieft genoegzaam alle prelaatennbsp;zyn land uit deeze domheeren. Hun facrifty is fchoon,nbsp;met koftbaare cieraaden voorzien. Alle onkoften, dienbsp;onderhoud van de Superga vereifcht worden, geeft denbsp;honing uit zyne kas.

De koning en de ganfche koninglyke familie begeeven ^gt;ch, overeenkomftig de gelofte van koning Viftor Ama*

^6us, alle jaaren op den 8den September in deeze kerk,

®'n den Hemel voor het gelukkig ontzet van Turin te dan-deswegens is de weg goed en effen gemaakt, zoo ^at de koetzen ligtelyk daar tegen op kunnen ryden.

Uit eenige overblyffelen van de Franfche veftingwerken men befluiten, dat de vrees der Piemonteezen toennbsp;quot;'st ongegrond was. De batteryen lagen zoo hoog, datnbsp;de ftad en de citadelle met voordeel beflryken konden;nbsp;hadden de Po in de rug, en waren meefter van de ri-''•er; het hoofdkwartier lag op de hoogte by de kapucy-¦'er kerk, en men konde van daar alle de vyandlyke bewec-8'ngen waarneemen. De linien waaren van buiten fterknbsp;^veftigd; maar het gelukte den prins Eugeen met zynenbsp;Stinee door de citadel te marcheeren, de vyandlyke ver-*^kansfingen op de zwakfte plaats aantetaften, en voorspoedig raat de dagen in de vuift te vermeefteren. (*)

Eer

^*) De marfchalk van MarCn bleef zelf, en wierd in de kapu-'yietkeike Madonna di Campagna begtaaven Zy ligt op den weg (Je Venerie, niet vet van de plaats, alwaar de voornaainfte aan-j*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ jn de maarfchalk den geeft heef: gegeeven. Men

jdaarom in het voor hem gefteid opfchrift, aan eene muur van kerk:

Quo in Ibco, 7 feptembris An. 170S.

Inter fuotum cladem amp; fugam Viaoriam, exercitum, amp; vitam ainidt,

Aeternum in hoe tumuio Momtmentuns.

R4


-ocr page 358-

464- R E I S - B O E K

Turin. E®'' quot;7 omtrek van Turin verlaaten, moeten wy nog de oude fiad Indiiftria gedenken, waarvan wy bove*’»nbsp;by de koninglyke verzameling van oudheden, reeds ge'V^Snbsp;gemaakt hebben. Tot in ’t jaar 1745. geloofden denbsp;leerden, dat Cafal, de hoofilad van Moiitferrat, hetnbsp;Indudria was, daar het toch nu blykt, dat het maarnbsp;ven nureh van Turin afgelegen is.

Als de. Heeren Ricolvi en Rivautella het eerile deel Marmora Taurinenfia in ’t Jaar 1743. ui;gegeevennbsp;den , w’ilden zy voor de uitgaave van het andere deelnbsp;oudheden in Piemont onderzoeken. Zy vonden innbsp;volgende jaar ook wmrkelyke ipooren van de oude ftadnbsp;mella hy Nizza, verfcheide merkwaardigheden in ’tnbsp;Aofta, en zoo voorts. Een hunner vrienden toonde b'i’'nbsp;aan, dat zy den omtrek by Monteu di Po niet onbezo^'nbsp;zouden laaten. Zy ontdekken ook werkelyk opfchrift^”'nbsp;en voetfpoeren van eene, wel eer daar gelegene ftad, edlt;’^nbsp;zonder den uaam te w'eeten. Eindelyk vond men eennbsp;ken gebroken opfchrift, hetwelk van eene ftatue hande'*^^nbsp;die op getneene koften AB. IND. was. gefteld worden»nbsp;welk zy Ab Indujlrietifibus, verklaarden. Pliniusnbsp;van eene ftad van deezen naam, welke volgens Cluvef*'’*’nbsp;Cellarius, Baudrand, Martiniere, en anderen, hedensd*®^*

, qO

me»

vair

Cafal heet. Het is nu toch uitgeraaakt, dat Indulin^ de plaats, alwaar men de infcriptie gevonden heeft, °nbsp;legen gew'eeft. De parochiekerke aldaar voert dennbsp;S. Giovanni di Luftria, waarfchyniyk een verdorvennbsp;van Induftria , vooral daar men in eenige handftWi''nbsp;van Plinius Illuftria in plaats van Induftria heeft.

Die beide geleerden vernamen van de boeren, dat weleer in de diepte van het dal aan de Po voetfpooren^nbsp;oude gebouwen en munten gevonden had. Zynbsp;^eswegens eep paar boeren te Monteu, den winter o

-ocr page 359-

£65

DOOR ITALIË N.

eenige plaatfen, die zy aanweezen, iiazoek te doen, hun daarvan narigt te geeven. 1)} February 1745. ont-^®kte men eene groote kamer, desgelyks eenige munten,nbsp;'^fonzen, en ten iaatften het volgende fdioone opfchrift:nbsp;^enio ö? honori L. Pompei L. F, Pol. Herenniani,nbsp;Rom. Eq. Publ, ^ Aer. P. Aer.P.^ Alim.Aedil.il.nbsp;curatari Kalendariorum Rei, P. Collegium Pafto-^^ororum Indujlrienfiupi Patrom ob merita. Onder leeftnbsp;den naam des kunftenaars. T. Grot, Trophimut.nbsp;fac. Dat is; Titus Grtecus Trophimus Induftrienfisnbsp;^''^iebat.

geleerde wereld kreeg van deeze ontdekking fpoedig in een klein gefchrift in quarto: ll fito del anticanbsp;tpInduftria, fcoperto ed illuftrato de G, P. Ricolvi ednbsp;'Rivauiella, in Torino 1745.

den Jaare 1745* vond men ook nog de overblyffels eenen ouden tempel van Induftria, eenen vloer vannbsp;'^l’aifch werk, veele medailles, agt opfchriften, kleinenbsp;®^üen, en inzonderheid eenen drievoet, welke in hetnbsp;^Pgeweezen gefchrift in het kooper gefneden, en buitennbsp;^Senfpraak de fchoonfte onder alle uit de oudheid overgeblevene is. Ieder voet is met vier figunren vercierd, ennbsp;door middel der dvvarsftylen enger en wyder gemaakt

'quot;orden.

koning liet eenige jaaren onder het opzigt van den ^ ^ ^ivaiitella in de ruinen van Induftria zoeken. Mennbsp;^opd Onder anderen een vat van brons met 196 gouden me-, ^®*lles uit jjg oudheid, die zeer wel bewaard waaren,nbsp;I groote menigte zilveren munten, vaazen, huisraad,nbsp;I Hu kleine beeldjes van brons, inzonderheid een Fau-I * Zes duim hoog, dien wel een arm en een been ont-maar welke niettemin onder de befte oudhedennbsp;geteld te worden. Deeze zaaken worden in hetnbsp;R 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ko-

-ocr page 360-

s66

REIS-BOEK

Turin.

koninglyk kabinet van oudheden bewaard. Het was wenfchen, dat de merkwaardigfte ftukken den liefhebben®®nbsp;der oudheden bekend gemaakt wierden. Na de dood v®®nbsp;den abt Rivautella, in i753 hierop gevolgd, is de verd®'*

nazoeking agtergeblceven.

Ordt van De voomaamfte Ridderorde des konings van Sardin'®® de 4nnongt;^\^ der Annonciade, welke voormaals de orde du

lier heette. Hy wierd in ’t Jaar 1355. van Amadeus'^'

itt®'

graaf van Savoyen geftigt. Eer Pierre Chatel eo

gey aan de kroon van Vrankryk kwam, werd het cap' van deeze orde aldaar gehouden, en de riddersnbsp;den godsdienft in carthuiferkleeding bywoonen. H®^

tal der leden is heden ten dage niet groot, en mag be^

tal van vyftien niet te boven gaan. De koning ^ hoofd of de grootmeefter. De hertogen van Savoyen e”nbsp;Chablais, de prins van Carignan, de marquis van Suf®'


.rP'


de Savoyfche linie, nog zeven andere ridders, en de


bisfchop van Turin, vvaaren de eenigen, die ze in


droegen. De bedieningen der orde zyn, de kanf®'’^^^j de fecretaris, de eeremoniemeefter, de rentmeeft®®»nbsp;de heraut.

Her ordeteeken hangt aan een blaauw lint, en v®f* de hoodfchap aan Maria in eene ronde geëmailleerd®^nbsp;daille. Op de linker borll wordt een fier gedragen-


,lts®“


De tweede orde des konings is voor den militair®” en den Heiligen Mauricius en Lazarus toegewyd.nbsp;ning is grootmeefter, en de ridders van de Annonc'^^^jnbsp;nevens nog vyfentwintig andere, zyn grootkruisfe”* ^


Ipd'

{*) AmadeusVIII. veranderde in ’t Jaar 1614. de orde of du Lacqs d*Amour, in die van Annonciade. De 8*”*®*'nbsp;denis der orde , nevens de wapens van alle de leden heeftnbsp;licictaris Capre 1654. m ®®ti groot foliant befcbieeven.

-ocr page 361-

DOOR IT ALIEN.

''ital der leden is tamelyk groot. Zy dient ter belooning die geene, welke zieh in den kryg wel gedragen heb-Amadeus VIII. ftjgte hem in’t Jaar 1434. Het te-is een gouden wit geè'malleerd kruis aan eenen groenen


b;

'gt;nd.

''Oi

koning heeft geen eerden minider. Drie of vier der ornaamden van ’t hof voeren wel den titel van daatsmi-, maar zy hebben weinig bepaalde bezigheden. Mennbsp;^^loofde in ’t Jaar 1761. dat de marquis van St. Germain,

*5tvee4en gezant in Vrankryk, die geen was, in wien de ^^öing het meede vertrouwen delde. Hy is welgemaakt,

“^Heiden, hoflyk tegen een ieder, betoont in zyne ge-“Pfekken een groot verdand, en bezit in ’t gemeen veele ^®''diehden. De uitheemfche en inlandfche zaaken, en dienbsp;ï'^^lke bet krygswezen raaken, gaan de drie daatsfecretaris-®an, van welken ieder eene eige expeditie heeft.

Het geregt wordt in Turin door den koninglyken fenaat Reftba;gt; '^ïargenoomen, welke uit drie prelidenten en eenëntwig- ken,nbsp;^'Sbyzitters beftaat, die in drie clasfen of kamers verdeeldnbsp;Twee daarna zyn voor civiele en eene voor critaiueelenbsp;^^®ken bedemd. Verder gehooren daartoe twee eerde ad-^’^caaten, en hunne fubdituuteu, twee fchryvers, en overnbsp;^tezen een eerde advocaat, en een procureur, welke denbsp;*^’ken van behoeftige perzoonen, die geene proceskodennbsp;^laaien kunnen, moeten uitvoeren. De kleeding der ge-^öienlyke leden, wanneer zy in ambtsverrigtingen zyn, isnbsp;yk aan die der parleraentsraaden in Vrankryk. Deezeop-j raad wierd in ’t jaar 1459. vanLodewyk hertog vannbsp;^'^^yen opgerigt: zyn gezag drekt zich egter maaralleennbsp;Piemont uit.

febt nbsp;nbsp;nbsp;een begrip van het juftitiewezen in het Piemontce.

ttiaakcB vindt zalks in Intraintimt Ma JnrispraienKa 4itl‘

“• 2r«n» M r«n»», 1764. in ÏVO,

-ocr page 362-

268

fiirtn. I” Ji'Sf 1562. leide hertog Emanuel Philibert de kamer aan, Chambre desComptes genaamd, welkenbsp;zaaken, die tot de koninglyke domeinen behooren»nbsp;doen heeft. Zy beftaat uit twee prefidenten, en ze®nbsp;zitters , een procureur-generaal, zes maitres auditequot;^®'nbsp;twee fchryvers, en eenige andere bedienden.

De geringere juftitie en policiezaaken worden in de ® ^ fle inftantie op het raadhuis beHift, het welk op de ktquot;' _nbsp;markt ftaat. De voorgevel van hetzelve is van eenenbsp;ne architedluur met pilafters, en met marmer ingelegd-

Het tribunaal op het raadhuis beftaat uit eenen algemee'


opziener der policie, welken de koiiing aanftelt.

0^‘

jjtf

[Vf^

fyndici, en zevenenvyftig gewoone leden , welke zy der elkanderen verkiezen. Alle deeze magiftraatspef^^^^nbsp;nen draagen mantel en degen. Zy mogen dog nietsnbsp;raadflaagen , of beftisfen, wanneer zich ten miufteunbsp;zes byeen bevinden.

De andere hooge juftitie kamers in de koninglyke d zyn: de koninglyke fenaat te Chambery, welke uitnbsp;prefidenten en tien byzitters, die in twee clafien ofnbsp;verdeeld zyn, eenen eerften advocaat en procureuf'nbsp;eenige fubftituuten beftaat. Verder de koninglykenbsp;IMizza, in w-elkeu een voorzitter, zes byzitters, eeo ®nbsp;caat-generaal en fchryver zitten; en eindelyke de ko”nbsp;lyke raad, of de audience royale van Sardinien,

Over deezen zyn ’er in de voomaamfte fteden

Cagliari aangelegd is. nbsp;nbsp;nbsp;^

ders, (Intendanten) met hunne byzitters voor zulke die tot hun behooren, insgelyks ftadtregters (prévotsynbsp;byzitters, die over civile zaaken in deeerfte inftantie rnbsp;ken. De policie fchynt doorgaands goed waargenou*nbsp;worden. ’Er zyn hier geene marechausfée, ofnbsp;die op de veiligheid der landwegen moeten agt ^

-ocr page 363-

DOOR ITALIË N.


gemeenten op het land moeten daarvoor zorgen, en Tutit), ^’''germaate voor de ftraatroof, die in hun regtsgebied ge-*^*'gt;edc, inftaan. Ten dien einde gaan alle morgen eenigenbsp;^^Wapende invvooners in het hun aangeweeze diftrifl: om.


«tl


zyn verpligt de nabuurige patrouille te ontmoeten, om


dezelve te verhandelen , het geen ’er voorgevallen 'quot;“gt zyn.

. t^e konlng van Sardinien heeft in eene reeds veertigjaa- Het Hof regeering in zyne landen een naauwkeurige orde ingQ-vatiTurin.nbsp;'«td. Hy wéndt zyne ganfche zorgvuldigheid aan op denbsp;Seeringszaaken, bemoeit zich met alles, wat ’er voor-


'lalt

naauwkeurig, en kan daar door byna voorafweeten , zy zyne oogmerken zullen uitvoeren. Hy heeft zichnbsp;* een held aan de fpitze zyner armee betoond, en innbsp;'''^«ede zoo veel verftand laaten blyken, dat hy zyne ftaa-magtiger en gelukkiger heeft gemaakt. Zyne zorgvul-^êneid (Irekt zich ook uit tot kleinigheden en byzondereon-, fvverpen. Hy draagt niet alleen voor alles zorg wat zynenbsp;^ïondere belangen, en de opvoeding der koninglyke fa-


j kent alle perzoonen, die bedieningen bekleeden.


tail; ''511 !?,


betreft, maar ook voor hetoprigten en onderhouden gebouwen, de verbetering der (leden , verfterking der


quot;sveflingen, voor de orde en krygstugt onder de folda-


een woord, hy verordent alles zelf, en ziet uit oogen.

'feiTea


In zaaken, die alleen zyne onderdaanen be-als hunne koftwinningen, erfelyke opvolgingen, dergelyken, beflift hy het gemeenlyk zoo, als hy ’t


vor

worden daardoor gewis dikvvils aan eenen oa-I ^etiaamen dwang onderworpen, zy kunnen toch de on-®®lde magt van zulk een Heer niet wederftreeven, die , ’ gelyk hy zelf pleegt te zeggen, zoo veele dingeanbsp;fikken, en om de zaaken van anderen bekom»ereo

kw.


j ^ « gemeenebeft voordeeligft oordeelt te zyn. De on-


-ocr page 364-

Ttlrin.


27°


kun. Men zegt \ dat hy zich ook zoinwylen gehc^^' het uitwyzeii van rechtsvonnisfen mengt, en dat denbsp;fpraak van het gerigt dikwils in zyn kabinet veran^^^nbsp;wordt.

Men zou op het ulterlyke aanzien niet gelooven, dJ^ koning zoo arbeidzaam was. Zyn gelaat is zeer eenv®”nbsp;dig, en zyne gezigtstrekken fchynen een goed hart aa”'^nbsp;duiden. Hy is van eene middelmaatige ftatuur, en df**^nbsp;het hoofd eenigzins voor over gebukt. Wanneer menh^'^nbsp;een tydiang heeft aangehoord, bemerkt men eenenbsp;tegenwoordigheid van geeft by hem, of fchoon de '0^


op welke hy zich uitdrukt niets byzonders heeft.


zeer fpraakzaam, vooral jegens vreemdelingen, die


if


gaarne in menigte in Turin ziet. Inzonderheid vernet'


hy naauwkenrig, wat zy vanjTurin denken, wyl hy de^^ flad eene byzondere liefde toedraagt, en haar door 23^


zorgvuldigheid een zoo fchoon uitetlyk aanzien heeft geeven. Hy legt het ’er geheel op toe om met hennbsp;zulke dingen te fpreeken, van welken hy gelooft, datnbsp;hun van aangelegenheid, of naar hun fmaak zyn.


if


De hertog van Savoyen, zyn zoon, fpreekt niet


veel, en fchynt ernfthaftiger te zyn; maar het geco


if


zegt, geeft een blyk van groote genie en kennis, eo


pe


een verftand, dat wel denkt, en grondig oordeelt. ^ onderdaanen zien daarom van hem eene gelukkigenbsp;ring te gemoet.


De koninglyke prinfesfen hebben een bevallig en -


der voorkomen. Haar ommegang is vriendelyk en zaam, zoo dat een ieder vergenoegd van haar gaat-hertogin van Savoyen is eenigzins fierder ennbsp;Van den jongen prins van Savoyen, alsvermoedelyk®”nbsp;genaam der kroon, zegt men veel goeds. De


Chablais, broeder van den hertog van Savoyen,



-ocr page 365-

DOOR ITALIË N.

•Heide en bevallige pbyfiononiie: hetfchynt, dat men H niet veel aan hem laat gelegen leggen; en wanneernbsp;V öiet ’er tyd geene uitneemende talenten vertoont, ofnbsp;in een uitheemfchen dienft doet uitmunten, zalhybe-j|Hig it, Xufiij een ingetoogen ftil leeven leiden, wyl denbsp;1 van Savoyen bereids drie prinfen heeft, die hemnbsp;hoop tot de opvolging beneemen.

I ^'^ver ’t gemeen zyn de goede zeden, en de ordenlyke van leeven aan het hof uavolgenswaardig. De ko-quot;S gaatze allen met een voortrefFelyk voorbeeld voor.

godsdiend wordt geagt, en men tragt zich naar haare Hfchriften te rigten. De hertog van Savoyen, welkenbsp;zelfs reeds ernllhaftig, en op deezen voet opgebrachtnbsp;Zal vermoedelyk op dezelfde wyze voortvaaren, en denbsp;Hzaligheid zyner ftaaten daardoor bevorderen.

^öe gevoegelykheid, die by het hof in agt genomen dient aan byzondere perzoonen tot een rigtfnoer,

' zy hunne wyze van leeven zn)len inrigten.

Ht daarvandaan in de groote aflembleën veele hoflykheid het wederzydfch gedrag van beide fexen, en maar wei-van elders tot eene mode ingevoerde gaJanceryen.nbsp;H zegt, dat de Piemonteezen jaloers zyn, een gebrek ,nbsp;3 men anders allen Italiaanen in eene groote maat toe-'^^''yft, maar 4iet geen zy heden ten dage zich fchaamennbsp;te laaten zien. Zy neeraeiKveel meer eene ganfchnbsp;.^Hllelde houding aan, en zoeken eene volkome onver-j^^'^hthiliigijeid roet o.pzigt op het gedrag hunner vrouwennbsp;^^ertoonen. Zomwylen hoort men nog wel van eenigenbsp;ƒ6® uitwerking der yverzugt, maar die geen, welke innbsp;®en handel geinteresfeerd zyn, zoeken dezelve zoonbsp;hiogelyk geheim te houden.

K gemeene man is in Turin, zoo als ook in ganfch ‘®h zeer baatzugtig, doet aljes voor geld, en houdt

zulks

-ocr page 366-

272

zulke handeliugen alleen voor goed, die hem voorlt;J^^ aanbrengen, vooral, wanneer hy zyn woord niet gege^''^*nbsp;heeft. De Piemonteezen beminnen het fpel, en zynnbsp;fyne fpelers bekend, daarom is ’t beft, dat menzenbsp;elkander laat fpeelen. De koning zeide eens zelf totnbsp;nen vreemden gezant aan zyn hof, welke een liefhelgt;^^^nbsp;van grof fpeelen was; MynHeer, betrouwt myne PieO’*’'*nbsp;teezen niet ,¦ zy fpeelen fyner als gy.

In ’t gemeen befchouwd, fchynen de weetenfchapP' in Piemont niet in zulk eenen bloeyenden toeftand tenbsp;als zy zyn zouden, indien de fcholaftifche fpitsvindig^^||nbsp;niet zoo veel invloed op dezelve, en inzonderheid op


Turin,


Aan Donati heeft de univerfitei^

tend te maaken.


wysbegeerte en godgeleerdheid had. Intusfchen breekt het hun niet aan bekwaame mannen in verfth^’nbsp;deelen der geleerdheid. Pater Gerdil, een Bamabfnbsp;heeft zich aan de wereld door vetfcheide werken als ^nbsp;goed philofooph en wiskundige bekend gemaakt, en isnbsp;wegens ook tot onderrigting van den prins van Pis®*”,,nbsp;gebruikt geworden. Bartoli, hoogleeraar dernbsp;kcndheid, en voorftaander van het koninglyke kabipo^'nbsp;oudheden, is een geleerd kenner der antiquiteiten.nbsp;lani, leftor van den hertog van Savoyen, is een m*® 0.nbsp;kundigheid en eene in deeze landen zeldzaame opreg^'’ .j,nbsp;Allioni, een geneesheer, heeft den liefhebberennbsp;en natuurkunde het genoegen gegeeven, van denbsp;mineraalen, en infekten van Piemont in zyne werk^“^^^f

cenige Jaaren een groot natunrkundige verlooren. natuurlyke hiftorie van de Adriatifehe zee bewyftnbsp;van hem in aanzien der natuurlyke hiftorie van Pieoi'

mogen verwagten,

Onder de befcherming van den hertog van


Savoy®”,:,


di®


voor eenige jaaren eene kleine academie


-ocr page 367-

riooR ITALIË N.

k,


)üpi


drie deelen met voortreffelybe behandelingen in de Wynfclie taal, onder den titel: Mifcellanea Philofophico-^^»themat!ca Sodetath privata Taiirinenfu. 1759. ge-Hreeveti heeft. De eerfte leden waren de la Grange, denbsp;^''af Saluzzo, en Johan Frans Cigna; men vindt’er dognbsp;Ook verhandelingen van den Heer Foncenex, den wond-seler Piazza, D. Allioni'^ en den overleden Bertrandi imnbsp;la Grange was toen een jong mathematicus van vyfen-^iVihtig jaar, welke de analyfis der getallen zonder meefternbsp;^‘^leerd, en de zwaarfte rekeningen opgeloft heeft. Hynbsp;^sefc vervolgens verfcheide premien van de Paryfche aca-wegen de overhelling van den as des waareldkloots jnbsp;der onregelmatigheden in de attraélie der trawanten van

Piter behaald, die een bewys van zyne diepe inzigtenin Verhevene wiskunde zyn..

Onder de hoogleeraaren der univerfiteit is de pater Bec-J^Wa wegens zyne eledlrifche proeven bekend. Fly heeft 1758. brieven over de eleftriciteit te Bologne in folionbsp;^aten drukken. Zyne ondervindingen over de aantrekkings-'5gt, welke hooge bergen op opgehange lichaaihefi oelfe-''^n , zyn merkwaardig. Hy bevond, dat het dieplootnbsp;^Sttig feconden van den loodlyn te Andrea in de nabuur-Hap

van Monte Roza, een der hoogde bergen van Europa ^ftveek, en beveiligde daardoor-het geen Bouguer en Con.nbsp;in Peru, de abt la Caille by den berg Canigou,nbsp;Bofcovich in Romen reeds opgemerkt hadden.

Behalveii de gemelde zyn nog de volgende mannen, ^Sens hun

geleerdheid voornamelyk bekend.

*^ichelctti, die een gewigtig werk over de hydraulica

leeft

uitgegeeven, onder den titel: SperUnenti idraulici ti ^^niare la theorica e facilitare la pratica del mifurarnbsp;correnti.

^overo, een jefuit, hèeft zyne kundigheid in de wis-

S nbsp;nbsp;nbsp;kuuds

-ocr page 368-

274 REIS-BOEK

kunde betoond; d’Antoni heeft fchoone proeven over kragt en fnelheid van het buspoeder in ’t jaar 1766.nbsp;gegeeven.

Johannes Baptifta Gaber, een geneesheer, Johann^* Francifcus Cigna, een bekwaam natuuronderzoeker,nbsp;Caccia, een gezigtkundige. De dominikaan Anf*'nbsp;heeft zich door theologifche en critifche werken beks®nbsp;gemaakt.

De pater Pafini, koninglyke boekbewaarder, is zeeri^^^ in het Griekfch en Hebreeuwfch: en de-abt Berta, opr'^nbsp;ner van de bibliothek der univerflteic, in de geleerdenbsp;fchiedeniffen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\

'2i‘'


ijH'

ai'

Het getal der geeftelyken is zeer groot; men maakr Turin niet veel werks van hun, wyl zy meerendeelsnbsp;weetende luiden zyn, en zy fchynen zich ook niet ^nbsp;om eene meerdere agting te bekommeren. De voorna^nbsp;fte geeftelyken, vooral die aan het hof verfchynen, be- ^nbsp;ten meer bekwaamheid. De kloofierbibliotheeken zy’’''

Plet fchynt dat de Piemonteefche adel zich niet de weetenfchappen toelegt. De oorzaak is in de oP

tamelyk talryk, maar bellaan meelt uitboeken vanltaia’® , fche en Spaanfche godgeleerden, uit kerkvaderen, caU'’nbsp;fche en gebedeboeken, en andere dergelyke werken,quot;^'nbsp;uit niet veel waare geleerdheid te haaien is.

A V

eenigfte middel om te vorderen, en zich in de gn'”'

ding, en eeiis ingevoerde inrigting te zoeken. wlt; de jonge edellieden van de fchoolen komen, gaannbsp;dendienft, welken zy naauwkeurig waarneemen,nbsp;dende hun poft in de regimenten naar behooren. Pi^'*

iet

den koning intewikkelen. Intusfchen is deeze

reg^'

zonder uitzondering. ’Er zyn eenigen, welke in tenfchappen fmaak viöden, en zich in dezelvenbsp;gelukkig gevolg oeffenen. Het zoude te wydlooP'^

-ocr page 369-

fiooR ITALIË N.


‘^«ïeive allen te noemen. De graf Saluzzo is een goed ''’¦skundige; de graaf Alfieri, uit Afti geboortig, werdcnbsp;den bekwaamden bouwmeefter in het ganfchelandge-“iiden; het groöte theater in Turin, de galiéry en oran-Serie te Venerie zyn bewyzen van zyne kunft. Het is nietnbsp;^ouder grond, wanneer men van de perzoonen, die be-^'eningen in de Sardinifche ftaaten bekleeden, zegt, datnbsp;tiieerendeels de vereifchte bekwaamheid tot hunne poftennbsp;®^itten.

y^e befoldingen, en de overige uit de eerambten te trek-zynde voordeelen, zyn niet zeer groot; maar in een ^t, waar in geene pragt heerfcht, en veele overvloedige


eti

to,

Per:


dwaaze uitgaaven van andere plaatfen vervallen, zynze ^teikende. Men leeft doorgaans zeer ingetogen; ook


^oonen van den voornaamftcn rang bezoeken de aflem-of gelyk zy het noemen, de eonverfations; zy daarin elkander zonder groote koften, en zondernbsp;^''^gtige maaltyden te geeven. Deeze leevenswyze is innbsp;^'ttifch Italien gewoon, en de koning, welke de fpaar-^ ^^^mheid bemint, zoekt daarin geene veranderinglt;e niaa*

‘teil,

Èenigen fchatten de Sardinifche ftaaten op drie mWWoe- Thkomflen inwüoners; dog het is waarfchynlyker, dat zy rntt^eskoningst

boven de anderhalf miüioen beloopen. Men rekent tie


¦aften, welke zy den koning jaarlyks opbrengen, op


y''®htwiiitig milioenenFranfche livres. Deeze beladingen ®et veel overleg verdeeld, en ten deele op de gron-’ ten deele op de perzoonen, ten deele op de vertee-gelegdi Zy worden zonder misbruik geheven, en


lt;lei,

tiiig


^^'tder verkwifting hefteed. De beladingen op de liggén-


t!in


ërouden waren onder de eerfte befchikkingen des ko-


ky het beklimmen van den throon: zy zyn zoo ver-tngerigt, dat uitbeemfche mogendheden dezelve tot


eeö


-ocr page 370-

Turin.


een voorbeeld ter verbetering hunner financiën hebb^ genomen.

Alle onroerende goederen, al hebbenze fchoon nog ^ veele privelegien aantewyzen, moeten beladingen be^^*^nbsp;len, uitgenomen de oude kerkgoederen. Intusfchenh^nbsp;de koning dog in den laatften oorlog van de geeft^W ^nbsp;heid, of zy fchoon anders genoegzaam vry is, dentquot;'’’'nbsp;tigfle euii van hunne inkomften gevorderd.


De gewoone lallen van den landman worden onder naam van dehitura regia betaald, en zyn de volgequot;*


d«‘’

,ae:

l,et


(i) de werkelyke beladingen op delanderyen; (3) hoofdgeld, (Tesfatico) het welk ieder een, uitgeno»*^^nbsp;de geedelyken , betaalen moet. Ieder boer betaaltnbsp;zyn hoofd 6 fous 8 deniers. (3) II Gioatico , of de


,alt


lading op osfen en kqeyen. Voor ieder paar osfen men jaarlyks 3 livres 6 fols 8 den. en voor een paar knbsp;yen i livre 13 fols 4 den. Deeze beladingen bedragnbsp;over de tien millioenen, waarvan de_ helft van de la*'nbsp;ryen komt.

De gabelle of belaftiging op het zout is hier gely'^ Vrankryk ingevoerd. Wie over de vyf jaaren oud isnbsp;jaarlyks 8 pond tegen 4 fous uit de koninglyke magsk5nbsp;iieemen. Wie meer als 8 pond gebruikt geeftnbsp;helft: egter zyn de inwooners van Turin, en dearö®''^jnbsp;het ganfche land , van deeze belading vry. Wie rund'^'^^j^,gnbsp;fchanpen houdt moet naar evenredigheid zout voornbsp;neemen; wie zwynen dagt 6 en een half pond,nbsp;die braad of metworden eu dergelyke verkoopen-,


Deeze inkomften van het zout bedraagen ongeveer lioenen livres. Het ftempelpapier brengt den koifin^ • ^nbsp;lyks 300000 livres op, de geftempelde fpeelkaarten lonbsp;de tabak, die nietverpagt is, 500000, en de zooge*’*


.0^’


Lotto di Genova, of de lotery , 160000 livres.


Oigt;‘


,tieï


-ocr page 371-

277

DOOR ITALIË N.

Onder den naam van Graflina wordt eene belafting der Xüfin» ‘‘ctbergiers, vleefchhouwers en kaarsfemaakers verdaan,nbsp;^^sgeiyks op het leer, die in ’t geheel Socooo livres be-waaronder die op het licht alleen 115000 livres bo-'^opt Behalven deeze uitgaaven heeft de koning federcnbsp;laatden oorlog nog eenen buitengewoonen impoft opnbsp;^^*’2 (laaien gelegd , welke origeveer 2 en een half millioe-uitmaakt, en waarvan Piemont alleen anderhalf mil-opbrengt. Uit kragt van eene wet, Legge del fedonbsp;^^'gt;aaind, zyn alle pagters der koninglyke inkomden zon-uitzondering genoodzaakt van hunne pagt aftedaan ,

^''0 dra ’er iemand gednurende den tyd hunner verpagting aanbiedt, om een zesde deel meeroptebrengen. On-

di Si

5 de bovengemelde inkomden des konings zyn die van

'^fdinien niet mede begrepen, wyl zy voor het eiland zelf ''eder worden iiitgekeerd , en naauwlyks toereiken.

Tot de uitgaaven des konings behooren 4100000 livres Uitgiften-quot;’tereften wegens daatsfchulden. Deeze zyn ten deele lyf-'^«ten, ten deele capitaalen tot drie en vier percent. De '^'''aarfte uitgiden maaken de foldaaten uit, welke den ko-’’‘¦’g jaarlyks over de agt millioenen koden, waarvan egternbsp;halve op Sardinien aangewezen is.

Men rekent de krygsmagt des konings op 30000 man Trotipen ^^guiiere tronpen, en 10000 man landmilitie, die maarhett^^i^’ö«r«J's*nbsp;^«tde deel van de foldy bekomen, en alle jaar tweemaalnbsp;^’•iientrekken, en exerceeren moeten. Wanneer men naar '

¦gt;niiii

' ^^rdinifche daaten, gelyk boven gezegd is, op anderhalf

^ rekening der bede daatkundigen vaddelt, dat een land rider nadeel voor den akkerbouw, de manufaéliiuren ennbsp;jj^'^^Werken, niet meer dan het honderde deel foldaatennbsp;kan , en wanneer men het aantal der inwooneren in

loen rekent, zoo zou daruit volgen, dat de koning niet ®rdan 15000 man nationale troupen zou kunnen houden.

De


-ocr page 372-

RE IS -BO EK


I)e koninglyke jagtequipagie is in eenen voortreffely*^®'’ flaat. De ftallen zyn met de fchoonile paarden en hond^“nbsp;bezet. De koning is een groot liefhebber van deperfor*quot;^nbsp;jagt, en zet de herten als de bede piqueurs na.nbsp;hy zich te Turin ophoudt jaagt hy gemeenlyk twee®®nbsp;weeks in het perk van Stupinigi,

De koning bezoekt de grensplaatfen vlytig. Hy zonder groot gevolg, om zyne onderdaanen nietbezquot;''nbsp;lyk te vallen. Deeze beminnen hem, en winnennbsp;zulke reizen, wyl de omloop van het geld , hetnbsp;anders te zeer naar de hoofdftad vloeyen zoude,nbsp;door bevorderd wordt.

Wat de magt des konings van Sardinien betreft» ^ mogelyk, dat hy ooit landennbsp;* geene zyde der Alpen , als de natuurlyke grenzen 'nbsp;zyne tegenwoordige bezittingen , zal in eigendomnbsp;krygen ; daarentegen konden zy by toekomende voot'nbsp;]eu aan de zyde van Italien verder uitgebreid wow*'^nbsp;De bergen , welke het Genueefche gebied befluiten


Yufin.


Politieke

intereflen


by


ove'


nog beveiligd, nog met foldaaten bezet, en de wegen dezelve zyn voor eene armee niet bezwaarlyk te

-Uic“


bie»

ke”'

efl

W


ren: zoo de koning deeze republyk eens onder zyn bragt, bezat hy een zeekull, eene groote zeellad»nbsp;de oenen bloeyeuden handel, en eene marine oprigtennbsp;bad een veel grooter gewigt in aanzien der andef®nbsp;Jiaanfche llaaten.

riet Milaneefche, van het welk hy op verfcheiJn 0' ongeveer het derde deel gekreegen heeft, ligt hemnbsp;gelegen, egter zoude hy, zoo lang het goed verftandnbsp;fchcn Ooftemyk en Vrankryk duurt, hier nietnbsp;zich durven tallen , vooral daar Venetien op dier»nbsp;pitbreidingen een waakzaam oog zoude hebben ,


?}ch inet alle inagt tegen verzetten, Sezet de


-ocr page 373-

279

DOOR I T A L I E N.

het Milaneefche, zoo kon hy zich zeer ras van het Turin» ganfche Terra Firma der Venetiaanen ineefter maaken, hetnbsp;'^elk een open land zonder houwbaare plaatfen, en be-kalven dat zoo vrugtbaar is, dat het ligt de begeertenbsp;''etwekken kan om het te veroveren. Lodewyk XII. innbsp;^rankryk, een regtmaatig en goed vorft, kende deeze voor-helfeiyke ftreek lands zeer wel, en weufchte dikwils Heernbsp;l'an dezelve te zyn.

Deeze gedagten kunnen iemant ligt invallen, wanneer *®en het land ziet, en vooral aan de andere zyde de el-Senfchappen der vorften uit den huize vanSavoyen over-'Veegt, wier magt federt langen tyd aanwaft, en die gee-iie gelegenheid voorbylaaten, om uit elke gunftige omdan»

^igheid voordeel te trekken. De landen des konlngs van ''an Sardinien zyn zoo fterk bevolkt , als ergens eenigenbsp;’‘Qdere in Europa zyn kunnen. Dit heeft vermoedelyknbsp;^^nleiding tot bet fpreekwoord gegeeven, dat zyne llaa-als ’t waare, maar eene ftad ukmaaken. De dorpennbsp;*'^ggen naby elkander, en de bewoouers dcrzelven zynnbsp;^fbeidzaaine luiden, die geen handbreed lands VOTgeeflchnbsp;*''acen liggen. Men kan dit insgeiyks van het grootllanbsp;'^8el van het vlakke Loinbardyen , by voorbeeld van denbsp;•^reek om Afti, Parma, Vicenza, Padua, en zoo voortsnbsp;^^ggen.

Het eiland Sardinien brengt den koning geen voordeel De bewaaring van hetzelve veroorzaakt veel eernbsp;onkoflea. Het is nog flerk bewoond, nog goed ge-

zyn ruw en onbefchaafd. Maar wanneer zy naar 'ktuont gaan, alwaar bellendig een regiment van Sardi-'^rs ligt^ zoo gewennen zy zich ras aan de krygstugt,nbsp;'®iaen dezelve naauwkeurig in agt, en worden oragan-^•yk en gemanierd: maar zoo draa zy in hun vaderland

S 4 nbsp;nbsp;nbsp;weder

otiwd. De inwooners , die nooit hun eiland verlaa-kn

tiie

-ocr page 374-

sOg


fvrhj, weder te rug keeren, neemen zy de voorige leevensvvy^e voeder aan, en ’er blyft naauwlyks iets van deeze verbet®'nbsp;ring hunner zeden over. ’Er zyn in Sardinian de fclioont^®nbsp;bosfchen van oranjeboomen, van welke niemand het g®'nbsp;ringfte nut zoekt te trekken. Voor eenige jaaren kreeg®”nbsp;zeven of agt Genueezen een inval uit de menigte oran]®'nbsp;bloesfems, die hier en daar een handbreed hoog op t^®”nbsp;grond leggen, een overgehaald water, (fleur d’orange)nbsp;ftooken. Zy verzagen zich ten dien einde van eenennbsp;ftilleeroven, blaazen, en andere gereedfchappen, ennbsp;ten aan eene, zoo zy dagten, onbewoonde flreek aannbsp;Maar de rook verried hun aankomfl; een hoop Sardini®’^®nbsp;overviel hen onvoorzien , twee Genueezen wierden g®nbsp;dood, en een gewond, onderwyl dat de anderen in

et*


fchip vlugteden, en alle gereedfchappen agterlieten.


Genueezen zullen zich zeer bezvvaariyk weer laaten § luften oranjewater in Sardinien te gaan ftooken.

Wütfland Ongeagt de menigte van openlyke gebouwen, die quot; der kun- onderhouden zyn, en zich fchoon voordoen, zoo 1'*’*nbsp;men dog niet zeggen, dat Turin veele voorbeelden


el


eene fchoone architectuur kan aanwyzen. Het paleis den hertog van Savoyen is byna het ecnigfle in de gan'


va''

feil®

b®'


Itad. Het lullflot Stupinigi is wel in een nieuwen en valligen fmaak, maar de verciering is meer theatral'l®''nbsp;dan edel en majeftueufch. De koninglyke gallerynbsp;breekt het niet aan heerlyke, wel bewaarde fchildeO'®”^nbsp;maar zy zyn alle van vreemde raeeflers, en voonm'”^'^


oflt”


uit


de Nederlandfche fchoole. ’Er leeft te‘’'envvon'


niet een eenig beroemd fchilder in Turin. Men z'®'


geheel weinig fchoone ftatuen , of zulke meed®'’' als in andere Italiaanfche fteden.


)vk®

'pe


altaarfchilderyen , ais m auuere juaiiaanicne m.-i.-'-— kerken zyn web zeer opgccierd, maar ook derwyz®nbsp;verguldfel en fehildervverk opgevuld, dat het oog


-ocr page 375-

ê8i

DOOR ITALIEN.

eeiiig ruKputit vindt, en moede gemaakt wordt. Het geen iun egter een fchoon aanzien geeft, is de bekleeding, ofnbsp;incruiieringmet marmer, het welkindcezelanden methoo-Pen gevonden wordt. Men bedient zich meed van hetnbsp;marmer van Suze , het welk het oude groene marmer,nbsp;(verde Antico) zeer naby komt. Het is byna even zoonbsp;fyn, en aangenaamer voor ’t oog, wyl de grond niet zoonbsp;donker fchynt, als het zoogenaamd Piemonteefche marmer.nbsp;Het heeft eenen blaauwagtigen weerfchyn, en is zeer bekwaam tot bekleedingen. In de bergen van het Daiiphinénbsp;en in het Genueefche treft men veel andere marmergroevennbsp;Van allerleye, en ten deele pragtige kleuren aan.

De muziek en de fchouwfpeelen, maaken een voornaam deel van de fchoone kunften uit, wy kunnenze derhalvennbsp;met met ftilzwygen voorbygaan. De koninglyke kapel isnbsp;hiet geoelfende virtuofen bezet. In feptember 1761. wierdnbsp;het theater van Carignan eene opera comique van denbsp;^amenftelling van Piccini uitgevóerd. Deeze Neapolitaan-rnbsp;fche kapelmeefter verdient den grooten roem, waarin hy innbsp;ganfch Italien flaat, Hy weet ook in de opera’/ comiquesnbsp;Srien van de fchoonfte welluidendheid te pas te brengen.nbsp;ï)e text van het toenmaalige fiuk labuona figHola maritatanbsp;'''as van den bekenden toonneeldichter Goldoni. Op dennbsp;'5xt komt het egter in de Italiaanfche zangfpeelen, voor-in de comifche het minfte aan. Het talryk orchefternbsp;'’oerde de muziek met de grootfic naauwkeurigheid uit,nbsp;acteurs waaren goed, en de aanfchouweis hielden zichnbsp;*^il. Het gaat alles ordenlyk toe , wanneer ’er fchoonnbsp;ëeene wagten in het parterre zyn, wyl de entrepeneurs,nbsp;uit een gezelfchap van den adel bellaaii, op allesnbsp;Waakzaam oog hebben, en zich in ontzag weeten tenbsp;houden. De afteurs leiden in Turin een goed gedrag,nbsp;worden wel betaald, maar men bederftze met doorzenbsp;S 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'te

-ocr page 376-

reis-boek

te veel agting toetedraagen, De actricen leeven ingetoO' gen, verfchynen alleen op het theater, en durven geen®nbsp;openlyke buitenlpoorigheden begaan. Haar ftaud is ni®^nbsp;in verfmaading. Zy verdienen veel, en wanneer zy agtnbsp;tien jaaren gefpeeld hebben , doen zy gemeenlyk goed®nbsp;huwelyken, en eindigen haar leeven in ruft. De danz®'nbsp;tinnen leeven niet zoo ordenlyk, maar zyn ook zeer vef'nbsp;agt.

Be handel De handel in Piemont is niet geheel vry. De buiten' ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jandfche waaren moeten zwaare tol geeven, en word®''

eerft na naauwkeurige dootfiiuffeling ingelaaten. Piemon^ trekt uit Vrankryk en Engeland veel doeken en wolle®nbsp;koufen, uit Zwitzerland lynwaad. Yzer, koper, fuikef»nbsp;fpecereyen, moeten insgelyks uit vreemde landen herwaatd1nbsp;gebragt worden.

Wyi de veekweekery in Piemont groot is, wordt eene menigte osfen , koeyen, fchaapen, en varkens in'nbsp;gevoerd. (?) Men rekent, dat ’er jaarlyks alleen pooC®

osfe'’

ezie'’ gt;


hy ’er over de honderd by Demont, tien mylen v»a Cuneo g' welke zand ca fteenen tot den veftingbouw mosfieo aanbre


1

De kweekeryen van muilezelcn is in Piemont niet aanzien'yk. Wy moeten hierby nog van een ander meikwaatquot;^nbsp;zoon van bafterd dieren melding raaaken, van welke de reisbefty^nbsp;vets niets zeggen. Het zyn de Jumarten (Gimerri), welke j,nbsp;een hengft en eene koe, of van een ftiet en eene merrie,nbsp;een ezel en' eene koe voortgeteeld worden. De Heer van h2nbsp;trekt in zyne phyliologie het beftaan dezer badaarden, wegen1^^^nbsp;ongelykheid van de tecldcelen der ouden, in twyffel. Daarentr»nbsp;wordt in de natuurkundige veriiandelingen van den abt Spalianz2nbsp;en wel in die over de mnilezelen, de ontlediging van zulk eennbsp;bygebragt, het geen ook in de éco/e veterinaire te Lyon is onde'quot;^nbsp;men geworden. Het wydloopig narigt van deeze dieren vindt ®nbsp;in de nieuwe befchryving van Italien door Baretti. London. gt;/

2

Hy zegt in het eetfte deel bl. 283. dat de beide eetfte van gemelde foorten voor de grootfte muilezelcn niet» behoeven ^nbsp;ken, maar dat de derde eenigzins kleiner is. V»« de eetfteo n

-ocr page 377-

283

DOOR IT ALIEN.

«sfen verkogt worden. Verder levert het land veel hee- Turin» ^ep, koorden en touwwerk. ’Er wordt ook veel ryft innbsp;Piemont geteeld, of de koning fchoon wenfchte, dat zynenbsp;^^nderdaanen, deezen voor de gezondheid zoo fchadelykennbsp;^ouw jnogten agterlaaten. Het is eene bekende zaak,nbsp;öat de boeren, welke zich daarmede bezig houden, vannbsp;®ene taankleurige verwe, doorgaans aamborftig , water-^ugtig, en koonsagtig zyn, welke toevallen van den vog-^¦gen bodem, en de ftaande wateren , die tot den ryftbouwnbsp;ïoodzaakelyk zyn, voortkomen. De ryft is een plantnbsp;het water bemint, en naar evenredigheid van haarennbsp;'*^asdom, of geheel, of ten deele onder water ftaan moer.nbsp;ïlet land van Novara verzorgt alle omliggenden van

m. c*3

De

Op

een van het laatfte fooit is hy zelf van Savona naat Aqui gcre-Hjr befchryft het als een zeer traag diet, maar dat buitengemeen J'aft op de pooten is. Om deeze foort van baftaarddieren voorttecee-Jo brengt men den heugft, den ftier, of den ezel, eerft by eeii vrou-'''elyfc dier van zyn ibott, op dat hy hiizig worde. ZoO* ras iiy luftnbsp;tril fptingen toont, dryft men hem op een dier van een ander (bort,nbsp;'0 brengt daardoor zulke onnatuurlyke paatingen te weeg, De )u-^airen hebben zoo veel overeenkomft met de muiiezclen, dat mennbsp;naauwlyks van den anderen onderfcheiden kan Geene hebbennbsp;'’;°Uere ooten , een tonden bek en fnuit, daarentegen is de rug in

muilezelen fpitzet, en de ruggegraat fteekt meer uit. De

de

¦^'^matren, welke van een ftier en eene merrie kamen, hebben wilder uitzigt, als de beide andere foorten. In de Jumarren,nbsp;“f 'velke Baretti gereden heeft, ftonden de bovenfte voorlanden zeernbsp;*°vtnit, evenwel konden zy goed eeten. In k gemeen zyn deezenbsp;halsftatiig en vol nukken. De boeren op de Alpen hebbennbsp;j Heet Baretti verzekerd, dat ’er nog en vierde foort van Jnmar»nbsp;^was, welke uic de paaring van een ftier met eene ezelin ont»

r i*) De graaf Spolvcrini heeft een gedigt over den ryftbouw ge-''ceven. Het was maat te wenlchen, dat by voor de liefhebbers

’e?

-ocr page 378-

b84

Tmrin, De voomaamfte handel in Turin is ia zyde,

van ’s jaarlyks voor zeven of agt tnillioenen livres naar Lyons verzonden wordt. Turin neemt wel iets te rug va®nbsp;manufaduuren, die daar vervaardigd worden, maar de ha*nbsp;lans blyft altoos flerk aan de zyde van Piemont, voofa*nbsp;daar Engeland veel doek, enZwitzerland byna al het IJ’®'nbsp;waad levert.

De koning heeft alle zorgvuldigheid aangewend, offl r*® moerbezieboomen in Piemont te vermeerderen, en daaf'nbsp;door de zyde teelt, die zeer agter uitgeraakt was, te bevof'nbsp;deren. Hy heeft zyn oogmerk zoo gelukkig bereikt,nbsp;de kweekery van moerbezieboomen nergens tot zulk aa®nbsp;volkomenheid isgebragt geworden. Men gelooft in Vraolrnbsp;ryk, dat het genoeg zy moerbezieboomen te planten,nbsp;bladen te bekomen. Men heeft ten dien einde op opa®'nbsp;baarc kollen hier en daar kweekeryen aangelegd, waaru®nbsp;een ieder jonge boomen om te planten kon haaien. Maa^nbsp;zy zyn met verlies der gedaane onkollen verdweeiir®'nbsp;Het is nodig, dat men de aarde rondom de jonge boom®'*nbsp;roere, op dat de wortels lucht mogen krygen, en de bo°'nbsp;men zelve alle drie jaaren uitfnoeyen , vooral in inag®^®nbsp;gronden.

In ’t gemeen vereifchen zy een zorgvuldige oppa^’’^' Intusfchen zyn ’er reeds veele fchoone boomen in Lanê®fnbsp;doe, welke voor de Italiaanfche niet onderdoen,nbsp;men befluiten mag, dat men van de regte wyze omnbsp;te kweeken niet ver meer af is,

’er eenigc praktilche aanmerkingen bygevoegd had. De abt ges, welke in de jaaren 1765 en 1764 eene occonomikhsnbsp;door Italien gedaan , en veele merkwaardige natigrennbsp;heeft, zal dit gebreck, zoo wy hoopen, ras vervullen.

-ocr page 379-

285

DOOR I TALIËN.

ï)e moerbezieboomen zyn reeds lang ia Vrankryk be* De Franfchen bragten zaad by de verovering vannbsp;Napels onder Lodewyk XII. in ’t jaar 1509 met zich, en denbsp;'vitte moerbezieboomen Haagden in Dauphiné en Languedoc ongemeen goed. Men is reeds met den aanbouwnbsp;2oo ver gekomen, dat deeze provinciën jaarlyks la knbsp;'3ooo quintaalen of centners zyde naar Lyons leveren»nbsp;^6t welk ongeveer de helft bedraagd van het geen denbsp;daa zynde manufaftuuren gebruiken.

De met Italiaanfche takjes ingeente moerbezieboomen» of de zoogenaamde murien rofes, zyn in Vrankryk gelukkig voortgekomen. Zoo lang men zich daar met donbsp;'vilde en grootbladerige moerbezieboomen behielp , beduidde het niet veel met de zyteelt. De bladen van betnbsp;Oerfle foort zyn zeer klein, en geeven weinig voedfel, denbsp;lïatHe daarentegen zeer hard, waarom de zyworm ze nietnbsp;Suarn eet. De befte foort zyn de geënte moerbezieboo-^on (muriers rofes). In Piemont worden geene anderenbsp;ëuteeld. De geheele weg naar het luftftot la Venerie isnbsp;daar mede bezet. Sedert deeze in de zuidelyke provinciënnbsp;Van Vrankryk zyn geplant geworden, krygen de inwoo-Uers oneindig veel meer zyde, daar men integendeel omnbsp;Lyons , alwaar men federt vyftig jaaren by de wildenbsp;Moerbezieboomen blyft, op verre na zoo veele zyde nietnbsp;^vkomt. (?)

'Dr is in Italien, in het land van Verona, nog eene by-Rondere wyze om de moerbezieboomen te vermeerderen.

Lm haktze tot op den grond af, en maakt van^de uit-

P'nitelingen van den wortel afleggers, die daarna, wan-^Ver zy zelve wortel gemaakt hebben, afgefneden worden.

P deeze wyze verkrygt men van elke oude ftruik vier

fchoons

(*) Thomé , Mcmcire fiir la manlcre A’tiener les vers 4 foie 1767.

-ocr page 380-

a85

REIS-BOEK

Tuf in nbsp;nbsp;nbsp;fchoone wel gewasfe moerhezieboomen , alle drie jadfetilt;

De llruiken duuren honderd jaar, en geeven beftendig voordeel. Wil men meer dergelyken hebben, zoo behoefi-men maar jonge Hammen eenige duimen boven den groniJnbsp;te oculeeren, en telkens boven aftefnyden, zoo wordtnbsp;ftrulk grooter, en bekomt aan dezyden meer jonge uitfpriii^'nbsp;fels uit de wortel. Op deeze wyze wordt ’er veel tydnbsp;wonnen, wyl men nog nodig heeft de jonge boomen go^^nbsp;te maaken, nog op eene langwylige wyze uit het za3^nbsp;voortteteelen.

Tusfchen de jonge planten der moerhezieboomen in

meefte oorden van Italien, maakt men geene zwaarighe'^^ graan te zaayen. De boomen lyden ’er wel iets door, quot;'5'^nbsp;den grond veel voedfel onttrokken wordt, intusfchen wof^1nbsp;de fchade door het gezaayde rykelyk vergoed. In weiniS®nbsp;vrugtbaare gronden of andere lugtftreeken zoude dit b^'nbsp;dryf natevolgen zyn.

De Piemonteefche zyde wordt voor de belle in gaol1-^ Italien gehouden. Zy wordt in eene groote menigtenbsp;teeld, en is voor den landman een goed hulpmiddelnbsp;voldoening zyner lallen. (1')

0

wonden, en maaken den eerften tedercn draad die tot den jp gebruikt word. Van de fyne zyde koft het pond ongeveer enunbsp;d’or. Wanneer de draaden gekookt worden verliezen zy hno ^^5.nbsp;kleur en worden wit. Eenige huisjes komen niet tot rypte . junbsp;neer namelyk de worm fterft en niet uitkomt. Dccz«nbsp;een groot houten vat gedaan, en de wormen met de voeten ’et uitnbsp;deny zulke zyde kan egtet niet fyn gelponnen worden, «“ ,sC


1

Keyszkr berigt in zyneReizcn bl. 241. dat menige boeria^'.j mout jaarlyks vier a vyf rubbs (ieder rubbs tot vyf en twintignbsp;gerekend) zulke zyde verkoopt, die van de huisjes nog nietnbsp;Iponnen is. Het pond van deeze huisjes of tonnetjes (coy1«)nbsp;twintig a vyfentwintig Ibis, Zy worden op warm water gewotfnbsp;daar zich de draad ligt oploft , en tot aan het einde zondernbsp;afgewonden wordt. Drie of vier draaden worden ’er tegclyk

-ocr page 381-

r D o o R I T A L I E N. 087

Dit is een tamelyk zeker, maar ook byna het eenigfte Xurin, ^Oordeel, want het overige het geen de aardbodem voort-brengt is in zulk eenen overvloed, dat de van de grootenbsp;kleden verwyderde landman niets ten gelde maaken kan.

^y is rondsom met even zulke vrugtbaare landen om-ëeeven, die gevolglyk geen toevoer nodig hebben.

De

tn

*ondet nattigheid zyn moet.

’tiaar tot allerley tuslchenvoering gebruikt. In Turin mogen geenc ^yvvotmcn in ccne aanmerkelyke menigte gehouden worden , wyinbsp;llen gelooft, dat door de veele veranderingen , gillingen en vervuilingnbsp;'an den worm de lucht met kwaade dampen, welke zich op het landnbsp;J'ter verfttooyen, dan in de ftad, mogte vervuld worden. Men te-'ent naar het getal der witte moerbezieboomen, hoe veel wormennbsp;’’len ongeveer houden kan. De wormen die van een eenige oncenbsp;'yettjes komen eeten van tachtig tot hondert en veertig rubbs moer-'’tziebladen, naar dat het weer Is 5 dan by groote warmte verflindennbsp;^y niet zoo veel, als by koeler weer. Die de bladen koopen moet,nbsp;een tubb, of vyfentwintig pond betaalt, van tien tot vyfentwintignbsp;De uiltjes paaren zich, zoo dra zy uit de huisjes gektoopennbsp;, leggen binnen de agt of tien dagen hunne eyeren, en ftervennbsp;De eyeren legt men den winter over weg, tot dat de bottennbsp;tt moerbezieboomen uitbreeken, wanneer dezelve tusfthen tweenbsp;’’latrasfèn of dekens gelegd, en zy binnen veertig dagen door de ge-’’’aatigde warmte uitgebroeid worden. Etlyke vrouwsperzoonen gee-aan de eytjes in korter tyd de noodige warmte, nadien zyze innbsp;^^Pieren huisjes in den boezem draagen. De Piemonteefthe edelluinbsp;*’“uden op ’t land veele zywormen, en geeven dezelve onder zekerenbsp;i'''lingen aan hunne boeren om optepasfen, wyl zy wegens de fiifchenbsp;'’'*'1. die hun geftadig in groote vertrekken moet gegeeven worden,nbsp;^ Wegens het geduurig voederen, veel moeite en loezigt vorderen,nbsp;p.' edelman levert de eyeren der zydewormen, waarvan de once innbsp;‘ernont van derdehalf tot vyf livres koft, nevens de benoodigdcnbsp;’^'’etbeziebladen, en trekt davoor de helft van de zyde. Een oncenbsp;ï’iid of eyeren van zywormen brengt, wanneer de daaruit voortnbsp;’hiende wormen wel aibeiden, vier rubs tonnetjes op, van welkenbsp;^ ^yde nog niet afgewonden is. Wanneer raen niet genoeg metnbsp;’nerbczicbladen voorzien is , pleegt men de zywormen ook, vol-Keyszier, met fala te voeren, waatby in agt te neeraen is,nbsp;dezelve jong, maai van vier of vyf bladen, als ook tegt droog

-ocr page 382-

Twin.


De koning bediende zich van het volgende middel# pm de onderdaanen tot eenen voor zyne landeftnbsp;nuttigen bouw optewekken, eii den zydehandel in bloe*nbsp;te brengen. Hy leide een paar jaar, nadat hy aan denbsp;geering gekomen was, eene tamelyke fterke belading *’1’nbsp;de landeryen, maat bepaalde dezelve kort daarop, uit kr^S'nbsp;te van een nieuw bevel, in zoo verre, dat een ieder na^fnbsp;evenredigheid van het aantal moerbezieboomen, dat«hylt;^Pnbsp;zyn grond zoude teelen, en van de zyde, die Ey daaf'nbsp;door winnen zoude, te minder van deeze belading zoiu^®nbsp;betaalen. Die zich daarna fchikten verkreegen hetnbsp;Iproken ontflag; ja eenigen bragteu het door hunne vlytzOlt;^nbsp;ver, datzy in ’t geheel niets meer behoefden te betaal^”'nbsp;Men ziet de vlyt der landluiden in het behandelen derboO'nbsp;men , en het opkweeken der wormen niet zonder verg^'nbsp;noegen.

Behalven het rykelyk gewas van wyn, waarmede de U®' tuur dit land gezegend heeft, en vvaarmede het een aanmerka'nbsp;lyken handel dryft, verdienen de boeren met truffelennbsp;graaven veel geld. Piemont brengt eei;e groote menij^*'nbsp;derzelve voort, zoo dat menig een des jaars voorvyfUnnbsp;meer daalers uitgraaft. De truflèls zyn van drieërleynbsp;zwarte, witte, en rood gemarmerde. Wanneer zyfchu®''


en groot zyn, geldt het pond tegen de drie livres.


de


toeneeraende groote fteigert ook de prys van elk P®*^'


d.


Men vindt ’er welke van tien tot twaalf pond zwaar 2!?^


Wanneer men de truffels kookt, en het water met tte


det'


fneede fchillen op goede aarde verfpreidt, komen na^-


hand op zulke plaatfen goede truffels voor den dag» btu'


teit


twyffel uit de met het water daar in geftrooide zaadeu»


vorderen een zwart en liigtig aardryk, waarop de beu


en eiken wel voortkomen. Het is bekend, dat de


ifeis


ïvdf'


door byzondere daartoe afgerigte honden opgezoS^



-ocr page 383-

D o o a i T A L I E N.

Men gewent dezulke tot het opzoeken van dezelve daardootj dat men hun byzonder des morgens, wanneernbsp;hongerig zyn, en eer men met hun uitgaat, iets vannbsp;^rood, dat in trnfreloly gedoopt is, te eeten geeft. Omnbsp;•^eeze te verkrygen kookt men maar truffels in boomoly af.nbsp;^^£efc de hond een truffel ontdekt, zoo geeft men hem eennbsp;quot;•'einig brood, en daar door wordt hy gemakkelyk ten vol'nbsp;J«n afgerigt.

De bosboom waft in Piem.ont, maar voornaamelyk in Savoyen. Hy is fomtyds zoo groot dat men den ftamnbsp;Jiaauwiyks omvademen kan, In Savoyen maakt men ’ernbsp;Vloerbezeras van : maar in Piemont neemt men tot dit ge-lgt;ruik de ftengels van Turkfdi koorn, welke uitgefpreid ennbsp;Sebonden worden.

Men fabriceert te Turin ongemeen fchoone mooren, en Andere ftoffen, met groote dejfeinen die duurzaam zyn, canbsp;^“^h daardoor zeer wel tot tapyten laaten gebruiken. Dcnbsp;hamers des konings in Turin, op de Venerie, en te ftupi-Zyn daarmede behangen. De fmaak in deeze ftoffen

. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;é

niet zoo cierlyk, en vol veranderingen als by die, die Lyons gemaakt worden; zy zyn ook niet zoo zuivernbsp;^'evverkt. Om deeze reden zal men de Franfche ftoffen al-op andere plaatfen, alwaar voornaamelyk op den ui«nbsp;^erlyken fchyn gezien wordt, voortrekken. ’Er wordennbsp;verfcheide gebrocheerde ftoffen, taffen, fluweel, ennbsp;zyden kousfen gemaakt, weshalven de koningopallenbsp;^fanfehe zydenwaaren een zwaaren impoft gelegd heeft,nbsp;chocoiade en gebrande wateren wordt insgelyks in

^'fin een goede handel gedreeven.

h'et. liet blyft hier in zulk een graad, als het voor

, uiterlyke pragt of weelde heeft in Turin de overhand

voegt, die te gelyk de refidentie van een koning

ftad

’ alwaar het uiterlyke meer fchitteren moet, als op Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;anders

-ocr page 384-

Spa R E I S - B O E K

Turin-

andere plaatfen. Men bemerkt aan da hofdames zelve groote koftbaarheden: de vrouwen der winkeliers, kleinenbsp;kooplieden, en van anderen in den middelftand, kunnennbsp;zonder zonderlinge uitgiften te doen de voornaamfte ninbsp;opfchik evenaaren. Onder geenen lieerfcht byna meer ui'nbsp;terlyke, in ’t gezigt loopende vertooning, als by deezen*nbsp;De mannen , zelfs de gemeene handwerksluiden hebbennbsp;de’gewoonte den degen en zyden kleeden op feeftt^n'nbsp;gen te draagen, en de vrouwen gecven hun in ditnbsp;niets toe, vooral wanneer het ’er opaankomt zich aan eensnbsp;openbaare plaats, in de kerk, of op de wandelwegennbsp;vertoonen. De vreemdeling, welke dit voor de eerfteinf^*nbsp;ziet, bekomt daardoor groote begrippen van de piagt,nbsp;de welvaarende omflandigheden darTuriners, die egter bynbsp;jiaauwkeuriger onderzoeking ras verdwynen. Men heef'’nbsp;hier gelegenheid, zich de eerfte bevattingen van het cln*'nbsp;rafter der Italiaanen in ’t gemeen te maaken, als eene n^'nbsp;tie, die alles voor den uiterlykcn fchyn overheeft, en h'^''nbsp;tvaare belang opolFert aan het ydel vergenoegen van d®'nbsp;geen te fchynen, het welk zy niet zyn. Zy arbeidennbsp;ganfche'week door, en behelpen zich op het kommeriyf'nbsp;lie, om des zondags openlyk met aanzien, en veelligtnbsp;huurde kleederen te verfchynen, in een opfchik,

Zy zich zelven niet kennen, of waarin zj ten minden gemaakt aanzien hebben.

derd wordt, niet affehaft. heid, en alle goede order

Het is te verwonderen, dar een koning, die zoo wyze en heilzame verordeningen gemaakt heeft, denbsp;heid dér kerken, waardoor de boosheid geheugd enb2''°^__

Het is tegen de welvoeg^'-

ofl'

.geO)

de”

dat de grootfte booswig^*^'’


der befchutting der kerke zeker leeven, en dat die welke den dood tienmaal verdiend hebben, niet bynbsp;kop mogen gegreepen worden, even als of God

-ocr page 385-

fcooR ITALIË N.

Sesi welgevallen had, dat de aan hem geheiligde plaatfen Turiu» te gelyk eene vryplaatfe der ondeugden, en groffle gebreken zyn.

De grootflc munt in Turin is de Caroline in ’t goud, tvelke hondert en twintig Piemonteefche iivres gelden.

2es Franfche Iivres maakcn vyf Piemonteefche. De gang-baarfte goudmunten zyn:

De Doppien van 24 Iivres Piemontois.

Halve Doppien van 12 Iivres.

Een Scudo ci’oro van 6 Iivres.

De zilvermunten zyn de Scudo d’argento van 6 Iivres.

De Piccolo Scudo van 3 Iivres,

De Tefione vair i 'en ceue halve Iivres, of 30 Sols. Wanneer men van Turin verder naar Italien reift, doenuennbsp;Zeer wel, nog Turinfch, nog Franfch geld mede te nee-tiien, maar het tegen Florentinfche Dncaaten of Zechinennbsp;te verwisfelen, wyl deeze eene gangbaare munt is doornbsp;Sanfch Lorabardyen.

De Turinfche voet (piede liprando) houdt volgens da Parysfche 1 voet, 6 duimen, 11 linien, en wordt in 12nbsp;duim (oncia) ieder oncia in 12 punti, cn ieder punto innbsp;12 atomi verdeeld. De kooplieden bedienen zich vannbsp;een Rato, welke 14 oncia houdt. De vadem (tefa)nbsp;boudt 40 oncie , en wordt in vyf gelyke deeien, ofnbsp;Zoogenaamde Piedi manuali verdeeld.

De Roede {Trahucco') welke tot landmeeten gebruikt 'fordt, houdt 6 voet {piedi liprandf) ofp| Paryfche voeten. Vier zulke quadraatroeden inaaken eeneTavola, ennbsp;t°o Tavole eene Giornata. Eene Ginrnata is zoo veel,

**'5 een akker of.dagwerk, namelyk ongeveer zoo veel 'teld, als men in eenen dag met twee paarden kan afploe-£en. Een Turinfche rayl houdt 750 Trabucchi.

REIZE

-ocr page 386-

'Tuv^-


Quiers.

Momal-

lier.

ma

Nuova.

Jflu

REIZE VAN TURIN NAAR GENUA, EN VA^Ï TURIN NAAR MILAAN.

Xxewyl veele reizigers in plaats van van Turin naar Milaat* te gaan, den weg over Genua neemen, zoo willen wynbsp;eerfl: kortelyk aauwyzen, wat op den weg van Turin naatnbsp;Genua voorkomt, vooral daar zich naderhand geene gels'nbsp;genheid weder daar toe opdoet.

Drie mylen van Turin komt men over Quiers op eetie hoogte, en in een vrugtbaaren fireek. Quiers was eertydsnbsp;eene aanzienlyke ftad, en in de oorlogen van den koningnbsp;van Vtankiyk Francois I. een gewigtige plaats. Ter linkernbsp;hand van Quiers ziet men de kleine ftad Moncallier in eenenbsp;ryzeiide ligging aan den oever van den Po. Op het hiernbsp;zich bevindend luftftot hielden zich anders de hertogen vannbsp;Savoyen veel op : maar de tegenwoordige koning gaat ernbsp;nooit heen, zedert hy zich in den jaare 1731. heeft genoodzaakt gezien, zynen heer vader Viftor hier gevangennbsp;te laaten neemen. Daarentegen houdt de hertog van Savoyen zeer veel van dit verblyf. Tly heeft het gebou'^nbsp;weder in een goeden Haat laaten brengen, en zal vermon-delyk in het toekomende deeze plaats, het meeft bezoeken,nbsp;vooral wyl dezelve verder van de Alpen, en in ecus zag-tere lugtftreck ligt, dan Venerie en Stupinigi.

Villa Nuova een vlek in Montferrat, wiens oort goede wétte wyn voortbrengt. De plaats is handelryknbsp;wegens het vertier in de zyde. Van hier tot Afti zyn tiennbsp;Picmontcefclie mylen langs eenen weg, die aan beide zy*nbsp;den met veelc heuvelen, en vlietende beeken omgeevennbsp;is.

Afti was van oiids eene colonie der Romeinen, en in

middel eeuw onder de langduurige anarchie in Italian een

gc-

-ocr page 387-

293

DOOR ITALIË N.

gemeenebeil. Vervolgens had zy haar eige graaven, waar op zy aan den hertog van Milaan kwam. Koning Francois I. lietze over als een gedeelte van zyn randzoennbsp;aan keizer Carel V., en deeze ftondze nevens het gebiednbsp;in 1531. aan den hertog vanSavoyen af, by wiens nakomelingen zy onder den titel van een graaffcliap gebleeven is.

Afti is eene der belle Heden van Montferrat, welk eenen bifchop en veele kerken en een kloofter heeft. Het gedeelte der Had , 'alwaar de edellieden woonen , is zeer goednbsp;gebouwd, maar zeer doodfch. De huizen zyn wel groot,nbsp;maar wyl de adel niet ryk is, en ingetogen leeft, zoo ziennbsp;Ze ’er uit, als of’er niemant in woonde. In het overigenbsp;gedeelte van de Had zyn enge, flegt gebouwde llraaten:nbsp;het volk fchynt arm, zonder neering en bedryf. De Hadnbsp;heeft dubbele nmiiren, breede graften, en eene kleine bezetting. De herbergen zyn op deeze route flegt gefield;nbsp;het brood deugt even zoo weinig, als de wyn.

Ale.xaiidria is eene van de Milaneezen gebouwde flad Akxan' aan het einde van de twaalfde eeuw; zy heeft een muur,nbsp;eene goede graft, en eene voortrefFelyke citadel, die denbsp;koning in zeer goeden flaat houdt. ’Er liggen in de fladnbsp;cn in de citadelle vyf regimenten, en eenige ruitcry. Tus-fchen de flad en citadelle vloeit de Tanaro, maat zy zynnbsp;door middel van eene lange houten brug met elkantfer ver-eenigd. De flad is niet groot, maar met een fchoon vannbsp;den koning nieuw gebouwd raadhuis voorzien. ’Er worden jaarlyks te Alexandria in Odlober en April, twee beroemde misfeu gehouden, waar by zich kooplui uit aller-oorden bevinden. Het omzetten van waaren gaat ’ernbsp;^eer in zwang, maar genoegzaam alleen van kooplui onder malkanderen; met het verkoopen by ’t ftuk heeft hetnbsp;niet veel te beduiden. Uit Lyons, Geneve, en verfchei-de Heden van Zwitzerland en Duitfchland worden hier vee-

T 3 nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

-ocr page 388-

294

Ie gaSanteriewnaren, llofF;n, cn andere luaniifaftuiiren ver-kogt ; en daartegen boomoly, zyde eii andere waaren» die Italien, en de Levant leveren, te rug genomen.

Wanneer men van Turin naar Rome reilt, gaat de tveg van Aie.xandria over Tortona, alvyaar weleer eene Rooai'nbsp;fche colonie was. Spanjcn ftonJ deeze ihd nevens lia^nbsp;gebied in de voorige eeuw aanSavoyen af. Tortona heeftnbsp;eenige goede wei bebouwde llraaten, iigt in een vrugtbaa'nbsp;renftreek, en dryft eenigzins bande! in het Genueefchcinbsp;des ongeagt fchynt zy arm en flegt bevolkt te zyn.

Alle deeze (leden liggen in eene vrugtbaare welbebouW-de viaktn, die van vccle middelinaatige, cn kleinere vliC' ten doorllroomd wordt. De hooge bergen van welke zynbsp;bun oorfprong neamp;men, inaakcn dat zy by regenngtig weder plotsling overloopen, en by gebrek van bruggen ennbsp;vaartuigen bezwaarlyk te pasfeercn zyn. Van Alexandrianbsp;af beginnen de velden, die met wiucrgraften doorfneeden ,nbsp;met leevendige haagen, un hooge boomen , als moerbeziën, populieren, en olmen, bezet zyn. Deeze fchikking»nbsp;welke men door geheel Lorabardyen in agt neemt, verhindert ten decle de overflrooming, ten deele het uitdrooga’'nbsp;der velden en weiden, en verfchaft aan elk landman he^nbsp;hout, dat hy tot zyn gebruik noodig heeft. Uit de in£'nbsp;iiigce vau witte raocrbczieboomen, kan men ointrend bS'nbsp;fluiten welke groötc voorraad van zyde in deezeii ooftnbsp;gemaakt wórdt.

, van %'iirin naa.nbsp;Milaan.

Wy willen nu ook aanwyzen, wat merkwaardigs zulke'’ 'op hun weg aaiurefTen, die van Turin naar Milaan reizen*nbsp;Men rekent de verheid deczer (leden van elkanderen opnbsp;dertig lieues of (tonden, welke nvaalf poften uitmaaken*nbsp;leder poft koft 8 Paoli, het welk ongeveer tw-ce daaiers»

zes grofchen uicraaakt, wegens deczen overman ogen pry5

is het beter zich vau Vettutini, of de Cambiatura te bedienen, nbsp;nbsp;nbsp;I-f*®


-ocr page 389-

2sgt;5

BOOR ITALIË N.

Drie mylen van Turin 'leggen de groote koninglyke fa- Turin*. brieken van tabak en gefchilderd lynwaad. De koning levert de materialen, en laat ook dc vvaaren voor zyne rekening verkoopen. Niet ver vanZiano ziet meiiMonteu, bynbsp;Welke plaats aan geena zyde van den Po de tuinen van danbsp;oude ,ftad Induftria liggen. Van Ziaiio tot aan Vereellinbsp;heeft men nog derdehalve poft; zoo ver ais het Piemon-teefche gebied zich hier uitftrekt, wordt veel Turkfehnbsp;koorn, grano Turco, Mclga of Formentone genaamd,nbsp;gebouwd. De gemeene bakt van het bloote meel vannbsp;dit koorn brood , maar vermogender luiden mengennbsp;’er wat roggenmeel onder. Men houdt zoo wel het bouwen, als het gebruik van dit koorn, niet voor gezond.

De ftad Vereehi begrypt ongeveer 20000 inwooners.

De Domkerk is nieuw gebouwd en den heiligen Eufebius den martelaar toegewyd. Men wyft onder liaare fchattennbsp;het euangelium van Marcus, het welk deeze Euangeliftnbsp;Zelf zoude gefchreeven hebben. Keizer Otto fchonk aannbsp;deeze kerk de ftad Vereelli , nevens alle hoogheid^ ennbsp;rechtsgebied daaraan verknogt. Volgens den abt Richardnbsp;is deeze de eerfte fchenking, waardoor eene kerk eenenbsp;onbepaalde oeffeniiig eener wereldlyke magt verkreegennbsp;heeft. In de kerk Sc. Mark Maggiore ziet wen in danbsp;voetftukken, die met marmer ingelegd zyn zyn, d# hifto lt;nbsp;rie van Judith verbeeld. Vereelli was anders met eene ci-citadelle verzien, maar zy wierd in den Jaare 1704. vernield. Boven eene kerk, alwaar men het zich gewiflelyknbsp;lot eene eer rekent, den booswigten eene vryplaats te ver-leenen, leeft men.

Quad Jujlitia punit, Pktas protegit.

Van Vereelli tot aan Novara is anderhalve poft. Novara Egt op eene hoogte, en is met een oudkafteel, en eenigenbsp;i^eftiugwerkeu voorzien, waarin eene fterke bezetting ligt.

T 4 nbsp;nbsp;nbsp;Do


-ocr page 390-

296

Tttfin, nbsp;nbsp;nbsp;behoorde anders met het ganfche didridt aan het

hertogdom van Milaan, en is aan den tegenwoordigen honing afgedaan. De cathedraalkerk heeft goede marmeren zuilen, en ftatuen.

llyflboKW. nbsp;nbsp;nbsp;velden om Növara worden fterk met ryd bebouwd-

Wyl de ryft bedendig in het water moet daan, zyn alle de velden met canaalen doorfneden. Als de plant wad,nbsp;laat men het water klimmen, zoo dat de airen maar bovennbsp;pit hetzelve uiedeeken. Geduurende dien tyd ziet deezenbsp;fchoone vlakte’er uit als een moeras, waarin zich eene on-tallyke menigte van allerleye watervogelen onthouden. Innbsp;feptember, wanneer de oogd invalt, laat men het waternbsp;afloopen, waaruit zeer fchadelyke uitdam^ingen, die ge'nbsp;ineenlyk verfcheide kranktens na zich deepen, ontdaan.nbsp;Aan het einde van maart, of ten uiterdens met het beginnbsp;van dpril zaait men de ryd. By het opkomen wordt denbsp;plant aandonds met het water bedekt; de blaaden zynnbsp;doorgaands twee linien breed, en gelyken veel naar ’t riet,nbsp;De knobbelige halm, waarop de airen wasfen, heeft ongeveer anderhalve linie in de doorfneede. De velden zynnbsp;hier en in ’t Milaneefcbe zoo vrugtbaar, dat men na denbsp;tartve en koornoogd aandonds wmder haver ofTurkfeh®nbsp;boonen in het land zaait, en dezelve in oélober inoogd.

Vyf mylen van Novara komt men over de beide armen van den Tesfino, een der fchoonde vloeden in Italien. Denbsp;bodem is in deezem oord zoo vet, dat men by invallend regen»nbsp;agtig weer in’t geheel niet van de plaats kaïi komen, daarnbsp;men zich bevindt. De geineene boer draagt in zulk eequot;nbsp;tyd een mantel van droo of riet, die om den hals toegebonden is, de halmen hangen in de lengte zonder verdernbsp;vadgemaakt te zyn naar om laag, het geen voor een vreemden reiziger een belaehelyk aanzien geeft. Te p«ard zit'

reilde draagen vgelen gen foort vaq vrouwenrokken van ge»

wal^

-ocr page 391-

DOOR ITALIË N.

linnen, en over de fchouderen een korte mantel van ^ven hetzelfde linnen.

Verder op naar Milaan komt men by het canaal Naviglio fifande, het welk van de ftad Milaan in den Tesfino ge-*^id is. Door middel van hetzelve wordt van de ftad overnbsp;^st meir Maggiore een grooten handel met Zwitzecland,nbsp;^uitfchland, en Italien gedreeven. Aan den oever vannbsp;'^6n Tesfino fiaat veel houtgewas, het welk den gaauwdie-''en, die zich hier gemeenlyk, wegens de vermenging vannbsp;^ct Sarditiifch en Keizerlyk gebied ophouden, tot eennbsp;toevlugt dient. Men houdt deeze ftreek voor de onveilig-ill Italien, fchoon zoo wel de koning van Sardinien,nbsp;de keizerin voor de openlyke zekerheid zoo veel mo-gelyk is zorg draagen.

Eer wy dieper in Italien treeden, moeten wy nog van ^ene gewoonte van dit land melding maaken. De Italiaa-noemen zich zelden by de familienaamen of toe-quot;^ain (^cognome') maar altoos by de doopnaaraen (jiome')nbsp;**'ït welk vreemdelingen in den beginne zeer ongewoonnbsp;''Oorkomt, en hen in onderfcheiding der familien ligt doetnbsp;'^'Vaalen. Men hoort niets als Signore Aiitonio, Ginfep-of by vooruaamen Don Antonio enz. zonder te wee*nbsp;of die perzoonen aan elkander verbonden zyn, of hoenbsp;*’^'1 geüagtnaam is. Daarvan komt het ook dat veelenbsp;''quot;^hilders maar onder hun doopnaam bekend zyn, als Ra-^'’aé'l, Michael Angelo , in plaats dat men anders Saii-. Buonarotta, enz. zeggen zoude.

^'lilaan is in aanzien der rykdom, en menigte van in-“oueven dq derde ftad in Italien. Men geeft haat onge*

veer

-ocr page 392-

apS

reis.boek

Milaan, veer 120000 inwooners. (’'¦) Zy ligt in eene vlakte tcgt;' fchen de vloeden Adda en Tesfiuo, onder de breedte vannbsp;45 graden, 7 minuten en 47 fecunden.

op

De ftad is zeer oud; de Galüers leiden ’er de grondfl®^ van ongeveer 550 Jaar voor Chriftus geboorte, en zynbsp;derw’yze in grootte toe, dat zy de hoofdftad van Lotni’^^'''nbsp;dyen, en de verblyfplaats van verfcheide keizeren wief'^'nbsp;By de menigvuldige invallen in Italien wierd zy door kenbsp;ning Brennus verdoord, en in den Jaare 1162. van kei^^^nbsp;Frederik Barbarolla met den aardbodem gelyk gemaakt'nbsp;en tot befchimping met zout beftrooid, het welk zichnbsp;inwooners door hunnen overmoed zelve op den bslsnbsp;haald hadden. De iiad herllelde zich ras weder,

moefi in de onluften tusfchen de Guelfen en Gibelünen


¦nieuws veel uitllaan. Zy genoot daarop een tydiang de andere (leden van Lombardyen de vryheid, tot d.:: s’-'nbsp;liet geflagt der Toniani de oppevlicerfchappy aanmaati,;d''‘nbsp;IVÏatthias Vifcouti verdteef dezelve egrcr in dcnja^renbsp;Toe hiertoe ftrekt de gefchiedenis van den graafnbsp;van Milaan zich uif, welke in 1760, in negen banden'”nbsp;quarto in ’c licht gekomen is.

Johan Galleazzo Vifcouti maakte zich zeer aan verdiend, bouwde den beroemden dom, groef hetnbsp;zeer tot den handel gelegen canaal, en bragt dennbsp;bouw op een beteren voer. Door zvuq dogier zo^nbsp;hertogdom Milaan aan Vrankryk gekomen zyn, maat F'””nbsp;cifcus Sforzia wierp zich 1450. tot heerfcher op, ennbsp;nakomelingen behielden het gezag een geriiimen tyd-koningen Lodewyk XII. en Francifcui I. zogten we' 1

,30“quot;

1

In 1t Jaar Ï766. wierden 1cr 1114^0. menfehen in getclo»

onder de klooftcrs, en bei^oonets der vootfteden Corpi fanti niet begtcicpsn zyn.

-ocr page 393-

299

BOOR ITALIË N.

te doen gelden en voerden deswegen een laugduu-‘‘•gen kryg: maar na de ongelukkige flag, en gevangen* ’’ceming van den koning Francois I. in den Jaare 1525.nbsp;Wam Milaan voor altoos aan het huis van Ooflenryk. Hoenbsp;'^olkryk de flad toen geweeft moet zyn, laat zich daaruitnbsp;®Paiaaken, dat de gefshiedfchry vers verzekeren, dat in het jaarnbsp;vooren tegen de 300000 menfehen aan de peftgellorven,nbsp;*yn. Zedert dien tyd is zy in den oorlog tusfehen het huisnbsp;''an Ooftenryk èn Vrankryk dikwils vyandelyk bezogt,nbsp;de citadelle in deeze eeuw tweemaal, namelyk 1733011nbsp;'747. belegerd geworden.

Milaan is eene ryke, en flerkbevolkte ftad, of zy fchoon menigte van inwooners niet meer heeft, als iii de voo-hge eeuw. (*} Men vindt eenige fchoone ftraaten in dezelve, die wel niet zoo regt als in Turin, egter zeer aan-^ienlyk zyn. Zy zyn met kleine keifteenen beftraat, (^ghi-“^'re) die door den regen in menigte van het gebergtenaarnbsp;*'eneden rollen, egter voor den voetganger niet zeer ge-•cliikt zyn. De meefte ftraaten zyn naauw en duifter. Mennbsp;'skent, dat de ftad over de tien Italiaanfche mylen in dennbsp;‘'mtrek heeft, nadat Ferdinand Gouzaga, ftadhonder vannbsp;^'eizer Carel V. de voorfteden met de oude ftad, reeds

Wor eene muur omgeeven, vereenigd, en om beide dime

quot;ieuwe muur met baftions, en eene breede graft voorzien, Ê'^toogen heeft. De oude ftadsmuur had maar vier mylennbsp;deu oratrek.

Latuada heeft in vyf deeien 1737. eene befchryving van ftad Milaan, en doftor Sormauni eene andere in drie

deeien

, (*) Men kan de verzen van Aufonius op Milaan, nog heden op ^¦’iïive loepaifen.

Mediolani, mira oinnia, copia reruin InnuiDcrx cukacque doir.uSj facunda virorauinbsp;Jng^a, antiqui mores, ^vC.


-ocr page 394-

300

Milaan, deelen uitgegeeveii. Beiden hebben zy het gebreek, zy zich by veele kleinigheden, die tot de gefchiedenisnbsp;Roomfche kerk behooren, by reliquien en dergelyken oP'nbsp;houden, waarover een reiziger zich niet bekommert.nbsp;de fchilderyen in Milaan is in ’t Jaar 1747. eene byzon‘^^''

- werkje Catalogo delle fitture in duodecimo uitgekoin^” ’ het welk de liefhebbers zich bezorgen kunnen. De gron^'nbsp;tekening van de ftad, welke te gelyk de belegering der ci'nbsp;tadelle van’t jaar 1733. verbeeldt, is goed voor ’t gebruik’nbsp;Eene menigte der voornaamfte paleizen, kerken, en g®'nbsp;zigten van Milaan heeft Antonio del Re gefoeeden,nbsp;men in eene volkome verzameling, of by’t fluk bynbsp;krygen kan.

De buitenfte omtrek van Milaan wordt op 15000 fchrU' den, de eigenlyke ftad, of de binnenmuur maar op 9®^^nbsp;fchreden of 4 Roomfche mylen gerekend. Men tuknbsp;’er een en zedig parochiekerken, drie en'veertig manned'nbsp;en een en vyfcig vrouwenldoofters, zonder de geellelyi'®nbsp;collegies, broederfchappen, confervatorien, en hofpitaalet*nbsp;te rekenen.

In eene ftad, die van keizer Frederik Barbarofia oP gruwzaamfte is verwoeft geworden, zoo dat ’er geen gu'nbsp;bouw is ftaande gebleeven, behoeft men zich wel geen®nbsp;overblyffels. van oude gedenkftukken te voorteftellen. '^0°^nbsp;dit verfchrikkelyke tydpunt kon zy ’er veele aan wyzen, waarvan pater Grazioli eene byzondere verhandeling heelt uit'nbsp;gegeeven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hy deelt te gelyk de oude opfchriftui*

mede, en geeft narigt van de oude ftatuen en basreliëf’ Zy zyn nog ten deele voorhanden, en worden hier zeefnbsp;geleerd verklaard.

Milaan

(*) De praclatis Mcdiolani idificiis, qas Acnobatbi cladcin anis. cciemiit, dilleiwtio 1755, 410.

-ocr page 395-

DOOR ITALIË N.

Milaan heeft negen hoofdpoorten, en wordtin zesquar- Milaan, heren verdeeld. Om het merkwaardige te bezien, willennbsp;de ftad in vier deelen verdeden, en wel derwyze, datnbsp;eene meridiaanlinie door de beroemde domkerk getoo-S^n, en dezelve door middel van eene andere linie regt-hoekig doorgefneeden wordt. Daardoor verkrygt men on-Sevcer vier gelyke deelen, welke men naauwlyks in evennbsp;2oo veel dagen bezien kan. In het deel tegen het noord-'''eilen ligt de cicadelle en de Kerk van den heiligen Am-^fofius. Tegen het noordooflen is het lazaret en de ooder-ï'Oort; tegen het zuidooften het hofpitaal, en de porta To-tegen het zuidweften de porta Ticineze, en St.Celfus.

^er wy tot de befchryving van deeze vier deelen van Mi-ons begeeven, willen wy eerft den dom, en de zoo ¦

Senaamde Ambrofiaanfche bibliotheek bezien, wyldezelve nbsp;nbsp;nbsp;'

''Ooral onze opmerking verdienen.

t)e beroemde dom, of de cathedraale kerk van Milaan Dc Dom, ’an de Heilige Maria en Thecla gewyd, ligt ongeveer innbsp;middelpunt der flad, en is na de St. Pieterskerk te Ro-de eerfte van Italien. Haare lengte beloopt 449 voet,nbsp;breedte van het kruis 275, de breedte van de kerk zel-i8o, en de hoogte van de koepel 238 voet. Het gt-^oiuv ruft op 52 zuilen, die met de bafiracnten en capi-^®^!en 84 voeten hoog, en in den omtrek 24 voeten diknbsp;Johan Galeazzo Vifconti ving dit buitengemeennbsp;'’ouwwerk aan in den Jaare 1386, en zedert dien tydnbsp;’er ongelooSyke fommen aan verfpild geworden,nbsp;zal egter niet tot volkomenheid geraaken, maar eernbsp;quot;'eder in puinhoopen valien, wyl ’er groots gelden bynbsp;^’akingen zyn vaftgezet tot bevordering van den bouw,nbsp;ren deele na de voltooying zouden ophouden; omnbsp;re melden vau het voordeel, dat de opzieners hier-

hy

-ocr page 396-

Milaan, vinden. (’•') Men laat daarom zeer in ’t oog valI^H' de gedeelten der kerk onvoltooid, ten deele om de wae*nbsp;reld van derzelver onvermogen te overtuigen, tennbsp;mildaadige herten tot nieuwe onderilanden gelegenheid'nbsp;geeven. Daartoe behoort by voorbeeld de voorgevel,nbsp;ke naauwlyk begonnen is, en aan een zoo prachtiggebonquot;[nbsp;voortrelFelyk behoorde uitgevoerd te worden, Peliei?'”'nbsp;heeft ’er reeds eene fchoone ordinantie voor vervaardigd'*nbsp;waar in de Gothifche finaak met de Grieklche vereenigdinbsp;De heilige Borromsus keurde dezelve goed, en denbsp;naai Frederik Borrointeiis liet den bouw eenen aan vangnbsp;men, maar hy bleef, veelligt om bovengemelde redeöS'’*nbsp;lleekcn.

delt;’

De kerke is over ’t geheel Gothifch, en in eenen

eigenzinnigen finaak gebouwd. Men verbaal! zich in


bet

niet zien kan. Volgens het begonnen plan kan met de vermeerdering van deeze verwonderlyke

, i^llt;'

(*) De nierktvaardigheden van den Dsm zyn in een kleit' je tnet den volgenden trotfehen titel befclireeven : D'ttiownbsp;guaglio dell’ ottava maiavigüa del mondo ofiadel duomodi M'

riy.

beginne over de ongehoorde malTe van ’t ganfche lichaa»®* maar befchouwt men de enkele deelen op zich zelven,nbsp;wordt men byna afkeerig van alle buitenlj^oorigecieraad®''quot;nbsp;In geene kerk van Italien zynze met zulk eene verkwidi”’nbsp;geplaatft. ’Er zullen reeds van binnen en van buiten 4°“’^nbsp;ftandbeelden liaan, en men laat nog jaarlyks eenenbsp;nieuwe vervaardigen, 'offchoon het tiende deelnbsp;was. Het marmer voor dezelve wolt;;dt in den oratreknbsp;het Lago Maggiore gehouwen. Het ganfche gebouquot;'

derwyze daarmede bezet, dat men een groot deel, oP dak, en aan de muur, wegens de hoogte, in ’t g*-*'

-ocr page 397-

303

DOOR ITALIË N.

zoo Inng voortvaaren , tot dat de kerk van ouderdom Milaan* '‘ivalt. Scamozzi berifpt reeds den verkeerden en verkwi-^enden fmaak, en noemt de kerk een marmeren berg ofnbsp;“^loinp, waarin cenige openingen gehouwen zjm. L. i.

18.

In ’t Jaar j'ös wilden de opzieners over het bouwen kerk op de groote koepel eenefpitze, en op dezelvenbsp;''^ne llatue zetten. Het geheele werk zou ongeveer 60 el-hoog worden. Men pleegde met de beroemde vvis-l^Undigen raad. De meeden waaren ’er tegen; pater Bos-'^ovich bevond wel, dat het gewelf naar zyne uitrekeningen het nieuwe werk kon dragen, maar ried het egter afnbsp;'''egens den wind, de aardbeevingen, en andere toevallen.

^quot;afari meldt, dat de bouwmeeder van deeze koepel, Bru-quot;ellefchi, in zyn tedament belad heeft, op de koepel eene Janteern te zetten, om het hoofdgewelf door deezen ladnbsp;‘•leer verbinding en vadigheid te geeven; maar de patersnbsp;^oscovich en Fiifi hebben dit dwaalend gevoelen bondignbsp;'Vederlegd. De ondervindlng heeft reeds in de koepels tenbsp;^omeu en te Florence getoond, hoe gevaarlyk het is,

^Ulke wyduitgedrekte gewelven zoo zwaar te beladen,

^aar ligtere koepels, als die van het Pantheon, te St.JPiè-^•^0 in Montorio, en anderen, zonder lanteems zeer wel in ^aat blyven. Het is der moeite waard het dak van deezenbsp;’''^tk te beklimmen, niet alleen om de verbaazende deraa-van datuen, basrelieven , en ander beeldhouwwerknbsp;verwondering te bezien; maar ook om het vergenoe-van een heerlyk uitzigt te genieten. Men befchoutvt:

®ene fchoone, vrugtbaare, met deden en dorpen bellaage, met kanaalen dooifneede \lakte, en ziet van verren,

''oe zith het Apennynfche gebergte met de Alpen ver-'e'dgd.

Van binnen is de kerk geheel in eeti Gothifchen fmaak,

alj

-ocr page 398-

Milaan, de catTiedraalkerken in Parys, Straasburg, Pavia gt;

andere fteden. (1) Deeze groote gebouwen hebben quot;'S' gens de fpitstoeloopende boogen niet zoo veele vaftiS'nbsp;heid, als wanneer zy met cirkelvormige gewelven ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

kofl'


naar de zuivere evenredigheden der Grieken uicgevocr^^ waren. Hun ontbreekt dat bevallig en tegelyknbsp;voorkoomen; zy verdienen alleen wegens hunne grootn-’»nbsp;wyde boogen , ftoiite bouwkunft, evenredighedennbsp;eenige byzondere deelen, en de verbaazende uitvoef'5”nbsp;heid in de cieraaden, de opmerking der k^nneren-De dom in Milaan heeft by het eerftc aanfehouwa1nbsp;iets majeflueufeh. Zyne Gothifche bouwtrant zou no5nbsp;meer goedkeuring verdienen, wanneer de pilaaren nia'-van boven rondsom met gefchilderde borden en ftatiia'’nbsp;voorzien waren. Het merkwaardigfte in de kerk isnbsp;onderaardfche kapel van den in ’t Jaar 1584. geftorvai'

heiligen Carel BorromKus , waarin eene meemgte

baarheden en konftig zilverwek wordt aangetrolFen. Ha^ lighaam is nog wel bewaard, en ligt op den altaarnbsp;eenen onfehatbaaren zark van bergkriflal en zilver.nbsp;hoofd is geheel uitgedroogd, maar het lighaam met bi1'nbsp;fchoplyke klederen bedekt. Door middel vannbsp;traliën valt het licht van boven in de kapelle, quot;'elb®nbsp;midden onder de hoofdkoepel ligt. Aan ’t gewelfnbsp;agt zilveren basreliëfs gcplaatll:, die eenige gevallennbsp;het leeven van deezen Heiligen verbeelden. Eennbsp;¦neezer goudfmit Rubini heefize naar de tekeningennbsp;Cerano gemaakt. In de kleine aan de kapelle behoof^quot;nbsp;de liicrifty behoord men de afbeelding van den

1

Onder alle Gothirche kerken in Vrankryk en Italiea is Amiens in Picardyen buiten tegeniprïak de fchooafte in aanïisnnbsp;architcwluar.

-ocr page 399-

So5

i^orromxus door de beroemde bórduurfter Pêreguia ver-Vervaardigd nier uit het oog te verliezen.

Op feefidagen worden in den iniddelften gang der kerke groote fchiideryen, waarop Julius Csfar Procaccinii Cera-Uo en Morazzoné het leeven van den Heiligen Borroma.’usnbsp;afgemaaid hebben, opgehangen. In eenige andere kapellennbsp;hangen goede tafereelen van gemelden Procaccini, en Fredriknbsp;Zuccaro, die egter in het toekomende weggenomen, en innbsp;derzelver plaats Hamen zullen gezet worden. Boven dennbsp;hoofdaltaar wordt een heilige nagel van het kruis van Ghri-ftus bewaard, welke keizer Conftantin tot een gebit voornbsp;zyn paard heeft gebruikt, maar die naderhand door Theo*nbsp;dofms aan deeze kerk gefchonken is»

Het clioor is overal van beeldhouwwerk voorzien, zyti-de uitwendig van marmer en de floelen van noteboomen-kout, waarop het leeven van den heiligen Theodofius en Ca* tel voortreffelyk gefneeden is; De vier kerkleeraars vannbsp;hrons draagen als Cariatiden dén kanzeU De vloer dernbsp;kerk wordt geheel met marmer belegd, en dit zoo veel tenbsp;duurzaamer, wy! men geene doorgeZaagde plaaten, maarnbsp;dikke Hukken daartoe neemt. Veele Hellen dit werk boven de vloer van de St. Pieterskerk te Rome, maar zy isnbsp;haauwlyks half vaardig. By de facriHy ziet men de fthoo-he Ratue van den mishandelden Bartholomtens, wien zynnbsp;kuid over de fchouder hangt. Aan den voet Haan denbsp;'Voorden:

Non ma Praxiteles, fed Marcus fmxit Agrato. k'e kenners verwonderen zich over de naauwkeurige aria-|°nite, en inzonderheid over de uitdrukking der muskelennbsp;dit Handbeeld; zoo als zy ook met genoegen het grafnbsp;'’^0 den marquis van Marignano, den broeder van pausnbsp;^'tis IV. befchouwen. De Hamen van brons heeft de riddernbsp;¦^eoni tiaar de tekeningen van Michael Angelo vervaardigd.

V nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 400-

So5

REIS-BOEK

Uiilaan, nbsp;nbsp;nbsp;facrifty is eene der aanmerkelykfle in

heel Italien, weshalven hy ook alle nagten van een jonge priefters bewaakt wordt, Behalven de menigte vannbsp;gouden en zilveren lampen ziet meii de ftatuen van dennbsp;heiligen Ambrofius en Theodofius van masflef zilver meefnbsp;dan leevensgrootte, en veeJe voortreffelyfc bearbeidde,nbsp;met diamanten ryk bezette monftranzen, kruizen, en rel''nbsp;quiekasfen. De opzieners over deeze fchat maakennbsp;zwaarigheid, of zy fchoon priefiers zyn, een drinkpenningnbsp;voor hunne moeite te neemen.

De heilige Ambrofius en Carel Borrommus zyn de be'‘*® groote patroonen van de ftad Milaan. ¦ De laacfte wasnbsp;zeer voorbeeldig man, van wiens goede oogmerken ennbsp;rigtingen men nog overal fpooren vindt. Onder ande'^quot;nbsp;verordende hy, om den fabbatli teplegtiger te maaken, dquot;'

de inwooners op dien dag de zeven hoofdkerken bezoeken»

en onderweg den roozekrans luid op bidden zouden, be' welk ook nog van veele aandagtige zielen gefchied.

Uit agting voor den heiligen Ambrofius worden inlVIllasn

cieS'

rasS

eeif uit'

gt; nbsp;nbsp;nbsp;c- k®quot;

(*) Van hft geen de Ambrofiaanlchc liturgie byzonder keen.

men de verlundcUng van Mutatori aaleezen. Z,.

?• ülJ-

de Ambroofiaanfche kerkgebruiken behouden , welke veele ftukken van de Roomfche liturgie afgaan. Men dom'nbsp;pelt by voorbeeld de kinderen by den doop, als in dee®'nbsp;fte kerk, geheel onder; het zingen in de kerken is veelnbsp;voudiger, de misfe wordt in verfcheide ftukken andersnbsp;leezen, (*) en het karneval duurt nog de ganfche

door, waarin de afchdag valt. De vreemdelingen zyn wegens in de karneval zeer talryk, en de bals en op^nbsp;kunnen vier dagen langer bygewoond worden.

Het aardsbifchoplyk paleis dat by den dom ftaat

-ocr page 401-

30?

DOOR ITALiË^J.

iiitgeftrekt gebouw, dat belialven eenige fchoone fchilde- MikSfij, ^¦yen van Guido, Tintoret, Guercino, Procacciiii, en et-telyke gezigten van Canaletto ea Pannini niets merkwaardigs heeft. De vinding van Mofes van Giorgione wordenbsp;Voor het fchoonfle onder allen gehouden. De hoofde»

2yn daarin voortreffelyk en vol uitdrukking, het naakt is Overeenkomflig met de natuuti intusfehen is op de za^nbsp;hienftelling. veel te berifpen: de figuuren zyn niet wel gegroept. In de klederen heerfcht te veel zwart, waaromzenbsp;dooi langheid van tyd het geheel nadeel doen. David, diénbsp;Goliath, en Judith, die Holofernes het hoofd afhouwt,

2yn beiden op ley van Guercino in eene kragtige maniei gefchilderd, offehoon het coloriet niet geheel overeenkom^

Rig is. Een engel die met Magdalena fpreekt, van Procac-cini in zyne grootfche manier. De verlooving der heilige Catharinavan even denzelfden. De heilige is zeerfchoon,nbsp;maar de engelen zyn te kragtig gefchilderd; in ’t gemeennbsp;heerfcht in de vleefchcoleur der beelden geene verandering;nbsp;genoeg. De Egtbreeker van den ouden Palma, Het is iiinbsp;ópzigt der zamenftelüng, der uitdrukking, en der koleu-ren een der befte ftukken van deezeu meefterj hy heeftnbsp;«gter hier en daar in het licht en bruin gefeild. De heiligenbsp;Sebaftiaaii van Caravagio. In een ander vertrek hangerjnbsp;iwaalf ftukken uit het oude en nieuwe teftament van Johaiinbsp;1*301 Pannini. De heilige Carel Borromarus heeft in hetzelve vyf provinciaale conciliën gehouden, welke inzonderheid op de verbetering van den leevenswandel der geefte-^ykheid in Milaan een grooten invloed gehad hebben, e«

*'og hebben.

•^^febryving van bet vierde deel der fladMilaan, ‘waarin de citadel en de Amhrofiadnfche Bibliotheek ligt.

Volgens de voorheen gemaakte verdeeling vangen wyd» befchfyving van Milaan met het noordweftelyk vierdedeel

? 3 nbsp;nbsp;nbsp;MO,

-ocr page 402-

5o8 R E I S - B o E K

Milaan, saii. Naaft by de catbedraalkerk ligt de Piazza de

canti, alwaar zich de koopluiden op eene bedekte plaats» als een beurs, verzamelen, om met elkander over de zaa'nbsp;ken van den koophandel te fpreeken. Hier flaat ook he^nbsp;fiadhuis Palazzo di Citia of de Decürioni. De Decurion*nbsp;zyn de magiflraatsperzoonen, welke zedig in getal uit de’’nbsp;in de ftad woonenden adel verkooren worden. In haaf®nbsp;kapelle hangt een heilige Hieronymus van Guido. Innbsp;Palazzo de Dottori di collegia verzamelt een gezelfchap va”nbsp;meer dan 150 geellelyke en wareldlyke‘leeraars, aan wal'nbsp;ken paus Plus IV. groote privilegiën heeft gegeeven,nbsp;by een medelid vaa dezelve geweed: is. Niemand kan Wnbsp;voorbeeld aartsbifchop van Milaan worden, wanneer hHnbsp;niet uit hun getal is.

Na de cathedraalkerk is de Ambrofiaanfche bibliotheek buiten twyffel de mevkwaardiglle van Milaan. De kardinaal Frederik Borromams, de broederszoon van den heiligen Carolus, fligtte dezelve, en de kardinaal Guibertusnbsp;Borromaus heeftze in deeze eeuw aanmerkelyk vermeerderd, Zy bellaat ongeveer uit 60000 banden en 15000nbsp;bandfchriften, maar bezit ook buiten dat nog eenfchatvannbsp;fchilderyen, beeldhouwkunft, munten, werktuigen, natu-¦ralien en andere merkwaardigheden. Zy Haat dagelyks vi^’nbsp;iiuren open, en word ilerk bezogt. In het gebouwnbsp;ven zeilien hoogieeraars om nieties, van welken een d®nbsp;kruiden in den zich daarby bevinden botanietuin verklaa’’*nbsp;Buiten hetinftitiuu van Bologne komt geene (ligting in ganC’’'’nbsp;Italien by deeze. Men ziet zoo wel hier, als op and^®nbsp;plaatfen, alwaar zich iets bevindt, dat van den heiüg’^'^nbsp;Carolus, of de navolgende Borromteifche familie oorfpt’^®'nbsp;kelyk is, het woord humilitas, als hun devies met groo’®nbsp;Gotbifche letters.

De kardinaal Borromams liet een paar geleorden door Ë’*'

ropa*

-ocr page 403-

3lt;5gi

DOOR ITALIË N.

, en de Oofterfche landen reizen, welke een groeten ^^naant. fchac van Oofterfche manuferipten byeenbragten. Als eenenbsp;Zeldzaamheid vindt men hier eenen Flavius Jofephus naarnbsp;de overzetting van Ruffinns, op Egyptifche boomfehorsfen,

Welke te zamen geplakt zyn. Men fchryft aan dit hand-fchrift een ouderdom van 1300 jaaren toe: het behelft eg-ler alleen her zesde tot het tiende boek, en deezezynniec eens volkomen. Men toont voorts eene menigte van au-tores clasGci, en onder anderen eenen Virgilius met tienbsp;aanmerkingen van den beroemden digter Petrarcha: eennbsp;langwerpig foliant met origineele brieven van den Turk-fchen keizer Bajazeth aan den paus Innocentius VIII. ennbsp;Alexander VI. nevens de Latynfche overzetting: verfchei-de eigenhandige fchriften van Thomas Aquinas , en zoonbsp;Voorts.

Eetiige fchryvers van het leeven der pauzen beroepen zich in aanzien der pauzinne Johanna op een handfchriftnbsp;In de Ambrofifche bibliotheek van Anaftafuis, dtft het leeven der pauzen, welke omtrend den tyd van deeze Johan-Jia geregeerd hebben, befchryft. Men vindt hier drieliand-fchriften van Anaflafius; het eerde is zeer oud, en vermoe-lyk in den leeftyd des auteurs gefchreeven; hetloopifegternbsp;zileen tot aan Stephanus II. aan het einde van de agtdenbsp;®euw, en kan alzoo niets van gemelde pauzin melden, dienbsp;Omtrend het midden der negende eeuw zoude geleefd heb-^'^n. Eenige hebben daarom ftaande gehouden, dat Ana-^^fius het leeven der pauzen niet verder vooi'tgezet heeft.

^et tweede manufeript isTiiet origineel. Vooraan ftaat, dat *'^tnand het naar een manufeript, in een zeker Benediciinernbsp;kloofter gevonden , zorgvuldig heeft laaten copiceren, en

caraéiers zoo veel mogelyk heeft laaten namaaken, om aan de Ambrofiaanfche bibliotheek tefchenken. Waii-•^eer de letters behoorlyk gevolgd zyn, zoo fchynt het van

V 3 nbsp;nbsp;nbsp;da

-ocr page 404-

|ia

REIS-BOEK

ItiUaan. twaalfde eeuw te zyn. De paiizin Johanna ontbreekt in de ry; men leeft egter in eene noot aan de kant tus-fchen de paufen Leo IV. en Benedid UI. omtrend het iaatnbsp;850, dat men hier valfchelyk eene Pauzin heeft willen iH'nbsp;fchuiven. Het komt alleen ’er op aan, of die noot in hetnbsp;oorfpronkelyke is getyeeft, ten minllenzyn de letters eenef'nbsp;ley met de overige. In het derde manufcnpt, dat van denbsp;veertiende of vyftiende eeuw fchynt te zyn, ftaat denbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beele gefchiedenis duidelyk befchreeven. Intusfchen is het

een zeker bewys, wanneer men dit handfchrift wil volgen» dat IVTartin Poloniis en anderen, welke van deeze gefcbiS'nbsp;nis het eerft gewag maaken, dezelve uit oude hiftori^'nbsp;fchryvers genomen hebben,

Het gewigtig cabinet van Settala, waarvan Keyszler en ari» dere oude reisbefchryvers gewag maaken; is, na den dood desnbsp;bezitters voor ongeveer dertig jaaren, grooten deels in denbsp;Ambrofiaanfche bibliotheek ingelyft. De verzamelaar vailnbsp;hetzelve, Manfredo Settala , was een wegens zyne kennis ianbsp;\ 'de w'iskunde en natuurlyke hiftorie beroemde Milanees»nbsp;welke een der eerden geweed is, die eene verzamelingnbsp;Uatuurlyke zeldzaamheden, werktuigen en oudheden heeftnbsp;aangelegd, In ’t jaar 1604. gafTerzaghi eene Latjmfch^»nbsp;pn twee jaaren daarna Scarabelli eene Italiaanfche befchry'nbsp;ving daarvan uit. Latuada brengt in het tweede deel detnbsp;befchryving van Milaan het merkwaardigfte daaruit sa”»nbsp;Met deeze zeldzaamheden zyn eenige vertrekken vervuld*nbsp;In een daarvan ftaat het fcelet van eene voormaals fchotit®nbsp;Milanoife, welke op haar doodbedde begeerd heeft, kaatnbsp;op deeze wyze hier ten toon te dellen. Onder hetnbsp;raamte leeft men:

co*

ryeti

Ut (zgrotantium faluH mortuorum mfpeamp;ione frofpicere pojjint, hunc oKiXitet P,

In eene voor beeldhouwkimft gefchikte zaal ziet men

' •if

-ocr page 405-

31Ï

SooR ITALIEN.

pyen in pleider van de befte antique en moderne ftatuen in Ilomen, dergelyken men ook in de Franfche fchilderacade-ïtiie te Rome, in het inftituut te Bologne, en by den Heernbsp;Parfecti te Venetien aantreft. Onder de moderne zyn eennbsp;paar ftatuen van Michael Angelo, en het basreliëf van At-tila uit de St. Pieters kerk door Algardi.

De zich hier bevindende verzameling van fchilderyen is zeer aanmerkelyk. Eene voortreffeiyke Madonna vannbsp;Annibal Caracci, de afbeelding van een lecraar door Corgt;nbsp;tegio, het carton van Raphaels fchool te Athencn , zoonbsp;groot als het origineele te Romen in ’t Vaticaan. Eenenbsp;itiadonne van Rubens in eene bloemkrans van Breu-gel: beiden zoo wel als het anders is met een frifch ennbsp;öialfch penceel gefchilderd , en die raeefters waardig.nbsp;Eene aanbidding der drie koningen van Sciavone ; d»nbsp;kryg van Mecentius van Julio Romano. Een concert vannbsp;Giorgione; Chriftus aan het kruis van Peter van Cortona;nbsp;de heilige Hieronymus, en een portrait van Andrea delnbsp;Sarto. Eene madonne, eene hertogiirvan Milaan, eenlee-raa-, en een arts met een dolk van Leonhard da Vinei.nbsp;Eene boodfehap by de herders van Balfano, waarin de za-üienftelüng en het coloriet veel lof verdienen. Eene aanging der herders van Baroccio; de kathedraalkerk in Ant-1^’erpsn van Peter Neefs.

Van Johan Breugel vertoont men de vier elementen, 'velke met eene oneindige vlyt, en zoo uitvoerig gefchilderd zyn, dat menze door een vergrootglas befchouwennbsp;*5oet, om alle de fchoonheden daarvan ontwaar te worden. Wanneer men den arbeid, en het geduld des mee-^ers, welkö, naar men verteelt, zyn gezigt daarby verloeren heeft, nagaat, zoo verwondert men zich billyk, datnbsp;aan zyne Hukken eene zoo geeftryke behandeling heeftnbsp;'^eeten te geeven. De aarde verbeeldt het p.aradys met

V 4 nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ver-

-ocr page 406-

US'

ililaaü, verfcheide dieren: het water Neptun en Thetis van eene menigte visfchen en watervogels omgeeven; de luchtnbsp;ne Muze met eene fpheer in de hand, nevens veele vOquot;nbsp;gelen: bet vuur eene fmitfe met veele gereedfchappen ei*nbsp;gefmeede zaaken. Men treft boven dien nog anderenbsp;flukken van deezen meefter hier en daar aan, als eeni^®nbsp;landfchappen , eene zeer fchoone verzoeking van AntO'nbsp;nius. Daniel in den Leeuwenkuil, een rok, een wy«’®'nbsp;tersvat met vier geeftelyke gefchiedeniffen , waarvan denbsp;figuuren verbaazend klein en niet dan door een vergroot'nbsp;glas befchouwd kunnen worden. Als Breugel nognbsp;Romen ftudeerde, riep hem de kardinaal Fredrik Bof'nbsp;romaius, van wegens zyne bekwaamheid, naar Milaan»nbsp;alwaar hy veele kleine Hukken met groote toejuichingnbsp;fchüderde. Hy ftierf 1642. Men ziet hier ook verfch®’'nbsp;de Hukken van zynen vader en broeder.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Naar het oot'

deel van Cochin tom, I, b!. 47. vindt men hier genoeg' zaam dc fchoonfte Hukken van deeze drie meellers, voof'nbsp;namelyk van Johaii, of den zogenaamden fluweelen Bre®'nbsp;gel.

Men ziet verder in deeze zaal een David met i’®' hoofd van Goliath, welke met een diamant op glas g®'nbsp;fneden of gegraveerd is. Het werk is wel geflaagd,nbsp;wegens het zonderlinge merkwaardig.

........o— nbsp;nbsp;nbsp;, utvciis KlS-.w.,

naar de linkehand gefchreeve aanmerkingen,

De handfchriften van den beroemden febilder Leon®^ da Vinei, die zich in deeze boekverzameling bevinde®'nbsp;maaken een groote en elf kleine banden in folio uit;nbsp;worden zeer hooggefchat , en behelzen eenenbsp;handtekeningen en werktuigen , nevens kleine va®nbsp;ïegte

ligf’

kO'

door middel van eenen convexen fpiegei, die daarby moeten geleezen worden. Voor een deel heeft d®nbsp;üing yau Bngeiand deq doeqmaaligen bezitter

-ocr page 407-

313

DOOR ITALIË N,

Arconatt 3000 piftoolen geboden, dje hetzelve egter aan 'Milaan^ -^eeze bibliotheek fchonk, waarvoor men hem een beeldtenis ~ van marmer heeft opgerigt nevens een wydloopig opfchrift.

Wegens de aftekeningen van de bomben, die zich in die tverk bevinden, heeft men da Vinei tot uitvinder van dezelve willen maaken; maar de Heer Cochin verzekert, opnbsp;bovengemelde plaats, dat zy van eeiie andere veel laaternbsp;hand daarin getekend zyn, Leonard van Vinei bezat eenenbsp;groote genie; hy was een dichter, wiskundige, fchilder,nbsp;beeldhouwer, chymift, en architeft. Zyn traAaat van denbsp;fchilderkunft is bekend. Hy ftierf te Parys in de armennbsp;Van den koning van Francois I. welke hem zoo hoogfehat-le, dat hy iemand van het hof, welke zich over zynenbsp;droefheid verwonderde, ten antwoord gaf: GrooteHeerennbsp;kan ik alle dagen maaken, maar God alleen een zulkennbsp;kunftenaar, als ik thans veriieze,

’Er wordt in de Arabroljaanfche bibliotheek ook eene aanzienlyke verzameling van oude munten bewaard. Be-halven dit kabinet vinden de liefhebbers nog veele anderenbsp;in Milaan, van welke onder breeder zal gehandeld worden.

De kerk van dm heiligen Ambrofius heeft een fchoon St.Ambri-Ciflercienfer klooder. Zy is de vierde in order van de ze-yf«j.

Ven hoofdkerken, of oude Baftliken, welke byzondere Voorrechten, en vergunningen van de pauzen verkreegennbsp;hebben, en wegens de overblyffeleii van den heiligen Am-Wfms beroemd zyn. (*) Men zegt dat deeze heilige dennbsp;keizer Tlieodofius den toegang in deeze kerk verhinderdnbsp;heeft, hoewel anderen (lellen, dat dit inSt.Viftorgefchiednbsp;is. ’Er zyn in dezelve verfcheide coneiHen gehouden, en

do

(*) Petrus Pnricellus beeft reeds in *t Jaac 1545. Ambrofians ba-êi monaamp;eiii dftecceicicntis munuraenta in folio uicgegco-, ïen,

V 5

-ocr page 408-

SU

Milaan. keizers ontvingen hier ais koningen over Itaiien de bekende yzeren kroon. De fchoone hoofdaltaar der kerk® wordt van vier porphyren zuilen gedraagen.

De bibliotheek in het kloofter van den heiligen AmbtO' lius is aanmerkelyk, en met eenige goede fchilderyen voorzien. Het archief is in eene voortrelFelyke order, en metnbsp;diplomen tot in de agtfte eeuw voorzien.

In deeze (Ireek, hoewel aan de andere zyde van het cS' naai ligt, de groote wollenfabriek, mperiale e regiaf^'nbsp;brica dl Lanifido.

St. ViSor, St. Viftor is de derde hoofdkerk der ftad, en den Olive-taneren toebehoorende. De verciering der kerke verdien’^ in aanzien van den goeden finaak, die in het verguldzelnbsp;heerfcht, haaren lof, zy is egter wat al te ryk vercierd*nbsp;Hier vervaardigde de heilige Ambrofius zyne geeflelyk®nbsp;hymnen, en verzette zich tegen de Ariaanen, welke, oU'nbsp;geagt het befluit der Niceefche kerkvergadering, loochenden, dat Chriflus van eeuwigheid met den Vader was. Hjinbsp;liet de kerkdeuren toefluiten, als-keizer Theodofius’ernbsp;wilde, en leide hem eene openlyke boete op, wyl hynbsp;Theflalonien 15000 menfchen na een oproer had laateno®'nbsp;brengen.

ovet

Zy zyn naam'y^

Aan den derden altaar naar de linke zyde beeft Batton'* ée voornaainlle thansleevende fchilder in Rome, dennbsp;gefprooken ftigter van de Olivetaaner orde, Bernhardnbsp;mei, verbeeld, zoo als hy zyn byftand bewyfl aan denbsp;nen, die met de peil bezogt waareii. De zamendelH’’^nbsp;het coloriet, en de uitdrukking zyn goed , maar het i*nbsp;geene grootfche manier getekend.

Wy maaken by deeze gelegenheid eene aanmerking

de kerken van Milaan in het gemeen.

alle aan den ingang met een houten befchutfel voorzim’'

op dat de wind en de koude ’er niet Zoo ligt mogen

-ocr page 409-

315

ö o o TL I T A L I E N.

De kerk van Madonna della grazia, den Dominikaneren Milaan. toebehoorende, is van den hertog Lode wyk Sforza gebouwd.

delta grd' %ia.

Waarom ook ^yne gemalin Beatrix hier begraaven ligt. Zy heeft eene voortrefFelyke koepel, en een heerlyk beeld vannbsp;Titiaan, het welk Lodewyk Scaramuccia in ’t kooper ge-fteeden heeft. Het verbeeld eene krooning met doornen,

5n wordt voor een zyner befte ftukken gehouden, hoewel de ftelling der beenen van Chriftus geene goede werkingnbsp;doet. Het coloriet is fchoon, maar de fchaduwen zynnbsp;door de langheid van tyd eenigzins zwart geworden. Innbsp;de eetzaal van het kloofter is dat beroemde Avondmaalnbsp;Van Leonard da Vind, een zyner befte fchilderyen, vannbsp;het welke zeer veel is gefchreeven. Vafari meldt, dat denbsp;kunftenaar onder de geftalte van Judas den toenmaaligennbsp;prior heeft afgemaaid. Richardfon maakt ’er veele aan^nbsp;®ierkingen tegen, en Cochin merkt, als een zonderlingnbsp;gebrek aan, dat Johannes aan de eene hand zes vingersnbsp;heeft. De Apoftels zyn tegen het gebruik zittende verheeld. Het is op natte kalk gefchilderd, en op veelenbsp;Plaatzen befchaadigd, maar anders van een frifch koloriet,

Cii min droog en gemanierd, als deeze kunftenaar anders Arbeidde. Voor ’t overige ziet men fchoone koppen vannbsp;®en groot charaéler in hetzelve, de beelden zyn wel ge-hleed, en het geheel heeft veel van Raphaels fraaak. lijnbsp;^it kloofter wordt ook het inquifitiegerigt gehouden.

In de kapel van de roozekrans is het altaarftuk insge-^Sks van da Vinei. De fchilderyen in fresco rtellen het lee-, ren van den heiligen Dominicus voor. Belachelyk isnbsp;^2 verbeelding van het vagevuur in een put, uit welkenbsp;hlaria de ziele door middel eener roozekrans, als met eenenbsp;hitting uittrekt.

Aan het kanaal ligt eene den heiligen Hieronymus toe-€ewyde Jefuite kerk, waarin het heilig graf in Jerufalem,

ZQQ

-ocr page 410-

3i6 R E I S - B o E K

'Milaan, zoo als het ’er hedendaagfch uitziet, naar de naauwkeo' rigfte meetingen van eenen Jefuit vertoond wordt.

Op het Corfo di porta Vercellina (*} ligt het pal^'* van den Marchefe Lita, wiens voorgevel aanzieulyk?nbsp;jiret goede vercieringen voorzien is. De meubilen in bet'nbsp;zelve zyn pragtig. De eigenaar is zeer gaftvry; de vree®'nbsp;delingen, die eenmaal ingeleid zyn, vinden hier daS®'nbsp;lykfch een vryen toegang, goed gezelfchap , en eeo®nbsp;keurige tafel.

Het kloofter Monafterio Maggiore, dat zich hierbevin'^^’ ligt op de plaats, daar wel eer een tempel vannbsp;flond. Hy vertoonde zich anders in zulk een aanzia”’nbsp;dat keizer Frederik BarbarofTa hem by de vervroed*'’^nbsp;der ftad in ’t jaar iide.-verfchoonde.

Op de plaats der citadelle lag voorheen het flot hertogen van Milaan. Het beilaat uit eenen regelmaat’nbsp;gen zeshoek , heeft even zoo veele baftions, en eem»nbsp;buitenwerken; het zou egter veel fterker zyn, wann^^nbsp;men ’er niet aan alle kanten kon bykomen. In dennbsp;1733. en 1745. is zy belegerd geworden. ’Er ligt bei^^®nbsp;dig eene fterke bezetting in.

St.Mar- St. Markus hoort den Augullincn. De kerk ïs kus. eti eene van de fchoonlle in de ftad, maar te lang,

eene kwalyk geproportioneerde orde gebouwd. Aa” regtehand van den hoofdaltaar ziet men een groot bcelt^'nbsp;Procaccini, het welk den heiligen Ambrofius en Augu^’'’^^nbsp;verbeeldt. De zamenftelling en tekening zyn goed,nbsp;beelden op den voorgrond te ryzig. Tegen over zietnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

doop des heiligen Auguftinus van Cerano, w'elk even de fout, en veele andere verkeerde dingen beeft, maar anu

eene vuurige uitvindingskragt vertoont.

Een paar fcb”^^

welke w'


{*) Men geeft in Milaan aan alle breeds ftraaten rennen van paarden bekwaam zyn, den naam Corfo,


-ocr page 411-

317

DOOR ITALIË N.

5e fchilderyen van Paul Lomazzo, voornaamelyk de val Van Simon den toveraar, zyn niet uit het oog te verliepen. In de muur van het kloofter ziet men een antieknbsp;gedenkfluk van eene begraavenis, en boven hetzelve denbsp;drie gracten uitgehouwen, in welke de kunftenaar hetnbsp;onderfcheid der kunne op eene onvoegzaame wyze heeftnbsp;Vertoont.

Te St. Maria in Brera is het groot JefuitencoIIegie,'^'^'

'vaarin ongeveer tagtig Jefuiten woonen, die tegen de*^ Brer»% Hvaalfhondert fchoolieren onderwyzen. Het collegie heeftnbsp;den titel van eene hooge fchool, en behoorde anders aannbsp;de orde der Umiliati, welke in het jaar 1571. is inge-b'okken, wyl eenige leden van hetzelve het boosaardignbsp;Voorneemen namen, den heiligen Carolus te vermoorden.

Het gebouw heeft eenen pragtigen hoofdtrap, en in beide Verdiepingen galeryen , welke op gekoppelde zuilen vannbsp;Stanietfteen ruften. De onderfte orde is Dorifch, en denbsp;*gt;ovenfte lonifch; maar jammer is ’t dat deeze colonnadenbsp;diet rond om het hoofd gaat: intusfchen behoort tochnbsp;^et gebouw over het geheel onder de fchoonfte in Mi-^3an. De hierby zich bevindende bibliotheek is zeer aan-Pienlyk, en het muntkabinet het befte der ftad. Het begaat uit drie deelen: het eerfte begrypt de munten van denbsp;*^6izeren en fteden. De keizers beftaan weder uit tweenbsp;Poorten: het een van de eerfte, en het ander van middel-*^aare en kleiner grootte in brons. Beiden zyn talryk, ennbsp;behelzen niet alleen eene volkome ry van alle keizeren, ee-’'‘ge weinige uitgenomen, die in ’t geheel niet te krygennbsp;, maar ook van verfcheiden een groot aantal. Ondernbsp;Adderen bevindt zich hier ook een munt van den ouden ,nbsp;^nrdianus, en eene vanAnnia Fauftina, gemaalin vanElio-^abalus, welke beide zeldzaam gevonden worden. Hetnbsp;*5der deel behelft de munten der fteden en vorften van

vol-

-ocr page 412-

Milaan volgende tyden gt; waarvan men eene lyft in de verhandeling van Argelati over de Italiaanfche munten aantreft.nbsp;derde deel begrypt medailles op beroemde mannennbsp;' in zich. Het obfervatorium der fterrekunde is onder denbsp;fchoonfte, die men ergens vindt. Het is in ’c jaar 176^*nbsp;onder ’t opzigt en naar den aanleg van den beroemden adm*nbsp;nomus pater Bofcovich in ftaat gebragt, en met inftrmn^O''nbsp;ten van de befte kunftenaaren in Londen en Parys voöf'nbsp;zien. Pater de la Grange, een zeer bekwaam en geo^^'nbsp;fend fterrekundige, is onophoudelyk bezig aldaar waarn^^nbsp;mingen te doen.

De by het Collegio di Brera gelege Porta Beatrice den naam naar de gemaalin van den hertog Lodewyk Sfor^^'nbsp;welke bet weder beeft laaten herftellen.

C,


Het paleis Cufani heeft een voorgevel van fchoone sf chiteftuur. Het paleis dat het geflagt van Simonettanbsp;hoort, is prtfgtig gemeubileerd. Vreemdelingen geniet^”nbsp;in hetzelve veel beleefdheid, wyl de bezitters op even de*’nbsp;Zelfden voet leeven, als die van den huize Lita,

De kerk St. Maria del Giardino is wegens het breed welf merkwaardig. Het beftaat uit gedrukte boogen,

120 voet wyd gefpannen zyn.

Het paleis van denMarchefe Clerici overtreft alle and^^^ in pragt en ryke meubilen, en verdient deswegensnbsp;te worden. Tiepolo heeft ’er een blafon in gemaakr-is ook met eene galery van fchilderyen voorzien,nbsp;egter niet van de befte is.

St. Fedele, of het profesfiehuis der Jeftiiten, heeft fchoone kerk, naar de architeftuur van Pellegrini

daarby gebruikte Corintbifehe orde heeft de bouwm^® zich veele vryheden aangemaatigd, In de anderenbsp;pel aan de regte hand ziet mén een zond^riinge*’ jjnbsp;'kucftigen inval, welke alleen uit zugt voor w»**


-ocr page 413-

DOOR ITALIË N.

Voortgekomen, en eene flegte werking doet. Een paar En- ji^fUaan, gelen draagen den agter den altaar zich bevindende gevelnbsp;nevens het balkwerk met eene hand, en trekken met denbsp;andere elk eene Corinthilche zuil naar zich, om die ondernbsp;het capiteel te brengen.

By deeze kerk ligt het paleis Marino, alwaar tegenwoordig de Dogane of het openlyke tolhuis is geplaatft geworden. Dit fchoon gebouw beflaat uit drie verdiepingen,

Waarvan de onderfte met Dorifche, de middefte met loni-fche colpmmen, en de bovenfte in plaats van deeze met «en flegt zoort van cariatiden voorzien is.

£e/cèryving van het vierde deel der JJad, quot;waarin bet Lazaretb ligt.

Wy keeren ons nu van de domkerk naar ’t noordooflen, en wanneer wy door eene fchoone breede ftraat gaan, dienbsp;den naam van il Corfo di porta oriëntale voert, naar eenenbsp;poort, die zich aan het einde derzelve bevind, bezien wynbsp;Voor eerft het paleis Durini wegens de edle architeftuur.nbsp;Èy den ingang der ftraat aan de kerke St. Babila ftaat eennbsp;leeuw op eene colom, tot gedagtenis eener overwinning,nbsp;die de Milaneezen weleer over de Venetiaanen bevogtennbsp;hebben.

Verder heen ligt het paleisArefe, hetwelk met goede lehilderyen voorzien is.

Het feminarium door den heiligen Carolus gelligt, heeft Jofeph Mela in een edelen fmaak uitgevoerd. Het vierkant hof is met eene pragtige dubbelde colonnade omgee-''£n, namelyk onder van de Dorifche en boven van de lo-^'¦fche orde, het welk aan het gebouw een deftig aanziennbsp;6®eft. De colommen zyn van een blaauwagtiggranietlleen,nbsp;^^Igliarolo genaamd, dat niet gepolysd wordt.

Het

-ocr page 414-

32Ó

R E I S - B o E IC

Milaan, Het Collegium Helveticum behoort onder de veelvuldig^ nuttige inrigtingen van den heiligen Carolus. Het gebouwnbsp;is van Pellegrini geordineerd en pragtig. De kenners vinden egter de voorgevel en hoofdingang niet cierlyknbsp;ligt genoeg. Van binnen zyn twee tuinen, die door niii^'nbsp;del van een gang met zuilen bezet, door welke mendo®^'

ziet, verbonden worden. Rondom Joopeii een paarops^^

galéryen, waarvan de oilderfte zuilen van de Dorifche, de bovehfte van de lonifche orde zyn.nbsp;f.azereth. Buiten de Porta oriëntale ligt het lazareth, een gr^oinbsp;wydluftig geboüWi dat egter ledig Haat een alleen innbsp;tyden gebruikt wordt. Ludovicus Sforza liet het totnbsp;oogmerk in den jaare 14518. aan vangen, en koningnbsp;wyk XIL van Vrankryk voltooide het. Onderin ftaan tb^n*nbsp;de paarden van den hertog van Modena, en de tuinnbsp;met gras bewasfen. Men (laat verbaasd over deongehoofnbsp;de masfe van dit gebouw, en over de valligheid van he^nbsp;Zelve. Het Is over de zeshonderd ellen lang, en byfl*nbsp;even zoo diep; rondom loopt ecne beek om alle onreib'

heden afteleideli. In ’t midden van den tuin Haat eenco? zuilen ruftende kapel, die geheel vry is, op dat de krnnk^J'nbsp;uit alle kameren geduurende den godsdienft den altaarnbsp;den kunnen zien. Het getal der kameren ftrekt zichnbsp;tot 29Ö, elk heeft een fchoorfleen, en heimelyk geni!’'^^nbsp;de lucht kan overal vry doorfpeelen het welk voornbsp;lazareth eene hoogftnoodigc zaak is. In de eene zu'*nbsp;den hof vindt men eelt gat, het welk, volgens denbsp;van ’t marmer, eene roodagtige kleur ongeveer als ^nbsp;peftbuil heeft. Hier in zou de heilige Carolus de peft'^'^^nbsp;'bannen hebben.

Cafa di correzione is te gelyk een armen- en een 'huis, waarin ten deele allerley (legt geboefte aan

beid wordfgezat, ten deele ook armen, die

ku”quot;

-ocr page 415-

Sat

öooalTALIEi^.

kunnen vinden, ten beften van het hofpitaal daarmede Voorzien worden.

St. Angelo is eene aardige herk, die vaii buiten met óquot;/, hiarmereii zuilen en ftatuen voorzien is , en van binnennbsp;fchoone kapellen heeft.

Befcbr^vÏHg nan het vierde deel der Porta Romand.

Dit kwartier begrypt alles wat tusfchen de kathedraalker-ke, porta Tofa, en Porto Romano ligt. Van het aarts* kisfchoplyk paleis is reeds by gelegenheid der kerke gehandeld.

Het géboüw der openbaare gevangenis is zoo cierlyk» dat mea bezwaarlyk de weerga vindt. Het heeft van bin-lien eenen groeten tuin, en eenen hoofdingang van fchoonenbsp;ïrchiteftuur: men zegt daarom, dat het Franfche ipreek-'voord trifte comme la porie ime prifon in Milaan niet tenbsp;Pïs komt.

Dé kerk della Pasfione heeft eenen fchoonen voorgevel La Pasfs»^ kiet het opfchrift: amori, dolori facrum. Men ziet aannbsp;dfinzelven verfcheide goede basrelieven, welke de pasfienbsp;''«rtoonen. In de eerfte kapel aan de regterhand is eenenbsp;*'«ilige familie van Campi, waarin het coloriet, en denbsp;’^'idrukking der charafters goed zyn, alleen valt de kleurnbsp;beide engelen in de glorie te veel in het bruine. Benbsp;®enen zoo wel van Maria als van Jofeph zyn verkeerd ge-%d, waardoor de kleeden niet wel vallen. Boven denbsp;«Ut heeft dezelve ineefter den heiligen Carolus aan eenenbsp;met een boek in diepen aandagt verbeeld. Ter zydenbsp;^^at zyn morgen ontbyt. De uitdrukking en zamenftellingnbsp;^rdienen goedkeuring; de fchaduwen zyn wat te hard,nbsp;de eene hand is mistakend. Het bywerk is daarentegennbsp;en met de natuur overeenkoinftig.

X nbsp;nbsp;nbsp;Het

-ocr page 416-

32a R E I S - B O E K

!aan.

Het kerkhof van bet groot hofpitaal i» op kollen van een ryk koopman, Annoni gebouwd. Rondom loopt eennbsp;gewelf, en een gang op zuilen rullende. In ’c midde*'nbsp;flaat eene kleine kruiskerk. De zuilen zyn van granietft'^*’nbsp;naar de Dorifche orde, en van buiten zyn ’er vendersnbsp;de muur. De begraafnisgewelven liggen onder de ganS’nbsp;in elk bergt men zellien lyken, llrooit ’er ongeblufc^t®nbsp;kalk over, op dat zy ras verteerd worden, en metfelt ze dig'*nbsp;Wanneer men rond is, begint men weder van vooren af a®”’nbsp;wyl de lyken in de eerde gewelven dan reeds verteerd zy”’nbsp;Het geheel doet eene goede werking, en ziet ’er niet z®”nbsp;treurig uit, als dergelyke plaatzen gemeenlyk pleege’’nbsp;doen.

St. Barm- Sc. Barnabas is de kerk, naar welke de Bamabiten d^” naam voeren, en de eerde van deeze orde. Zy werd

• gil

den jaare 1530. van drie perzoonen Morigia, Ferrari, Zacharias uit Cremona gelligt, die zich met elkandernbsp;dat oogmerk vereenigden, om de jeugd te onderwyze*'’nbsp;te prediken, en andere geedelyke bezigheden onder

van den bisfchop hunner parochie te verrigten. De altaar van deeze kerk is ongemeen cierlyk en kodbaaf'

fo

ur

bedaar uit tafelen van fchildpad, die in zilver gevat

zyquot;'

De architeftuur van denzelven is voor’t overige eenvoquot;' en van geen byzonderen fmaak

bli”'

fiti*

In de voorllad der Porta Romana beziet men de bquot; theek van den in ’c jaar 1755 gedorven prefidentnbsp;welke de dad gekogt heeft, en tot eene openbaarenbsp;wil. In aanzien der zeldzaame boeken, en derzeb'quot;^nbsp;fchillende uitgaaven wordt deeze bibliotheek boven dquot;nbsp;broliaanfche gelleld. Pettufati was een grootnbsp;befchermer der ^eetenfcheppen. Hy bezat ook eene*nbsp;ne verzameling van werktuigen, en een muutkab'r'quot;^^ ^,5,^nbsp;meet dan izoooduks, het welk onder de rykde in

-ocr page 417-

öooa ITALIË N.

Milaan behoort, en in den aanvang deezer eeuw, wanneer JUfHOS/h de mvintverzameliiigen voornaamlyk ia de mode warennbsp;is aangelegd.

Het groot* hofpitaal is eetl uitgeftrekt en aanzienlyk ge* bouw. De vierkante tuin is met twee galeryen boven el*

¦tanderen omgeeven, wier arcaden op lonifche en Rooul-fche zuilen van granietfteen ruften. De fiüaak der archi-teétuur valt eenigzins in het zwaare. De veelvuldige kleine hoven geeven aan de zaaien frifche lucht; een fnelvlie-lend canaal, dat onder het geheele gebouw doorloopt, newnt de vuiligheden weg, en belet de kwaade uitdara-pingen. Het getal der kranken is zeldan onder de 800,

Jnaar klimt dikwils tot boven de 1600, wanneer ’er epide-mifche ziekten heerfchen. Zy worden naar de lexe, en verfchillende ongemakken in byzondere zaaien verdeeld.

In de eene bevinden zich die met koude, in de andere die met heete koortzen bezogt zyn. In andere weder die denbsp;kinder-of venusziekte, of detecting hebben, en zoo voorts.

De proteftanten %gen in dezelve zaaien, maar aan’tehid, om van den misaltaar, die in ’t midden ftaat, bet verft ver-Wyderd te zyn. Kranke perzoonen worden alleen by dagenbsp;opgeiiomen, maar gewonde ook by nagt, waartoe ’er eenenbsp;byzondere deur openftaat.

Het opzigt over deeze voortreffelyke ftigting hebben negentien edellieden uit de befte familien. Een van hun, die s^an de beurt is, moet alle morgens alle de zaaien bezoeken,nbsp;naar den toeftand der zaaken naauwkeurig verneemen, ennbsp;zien of ’er ergens wat hapert. Wanneer ’er gewonden diennbsp;Oagt zyn ingekomen, wordt daarover door eenen notaris eennbsp;'nftrument opgefteld. Even deeze edelluiden neemen ook denbsp;^nkomften van het hofpitaal waar, welke op 100000daalersnbsp;Sefchat worden. Negen artzen en vier veidchirurgyns verborgen de kranken, en de kapucynen bekommeren zich

X 2 nbsp;nbsp;nbsp;em

-ocr page 418-

324

REIS-BOEK

Uiktan, nbsp;nbsp;nbsp;geeflelyken toeftand. De apotheek neemt eene groö'

te zaal in, en is in voortreftelyke orde. Op elk recept zoo wei, als op elk medecynglas ftaat de nommer van het bed»nbsp;en de naam van den kranken, op dat’er geenevervvisrelinSnbsp;voorvalle. Het Laboratorium is in eene andere groote zaal»nbsp;en de pleifters worden in een byzonder gewelf geftreekeO'nbsp;In den botanifclien tuin wasfen de ineelle kruiden, die totnbsp;de geneezing gebruikt worden. Ter bediening der krankeonbsp;worden tegen de 500 perzoonen gevorderd. De tot deezennbsp;omflag benoodigde lieden en handwerkers, als vleefchhoU'nbsp;wers, bakkers, weevers, naaifters wyven, en zoo voorts»nbsp;woonen in den omtrek van ’t hofpUaal. In de onderlle glt;^'nbsp;welven zyn de flallen voor het vee, wyl ’er dagelyks vy^nbsp;è zeshonderd pond verteerd wordt.

id.

Behalven de kranken onderhoudt het hofpitaal wel vondelingen, welke eene menigte oppafters vorderen. Be*nbsp;ftendig houdt men een dozyn minnen in gereedheid, ennbsp;men neemt ’er alleen eerlyke vrouwen toe, die tot diennbsp;einde veele mylen ver uit het land komen. De kinderennbsp;worden door een zoogenaamden Torno opgenomen, D®nbsp;Torno beftaat uit eene machine als een koornfchepel, doofnbsp;middel van een yzeren Ipil in de muur vaftgemaakt, di®nbsp;aan de eene zyde eene opening heeft, Deeze wordt

rdr»


paar uuren na zonnenondergang naar de ftraat gedraai Binnen in de kamer is de ganfche nagt iemand in gere^'nbsp;heid, die wanneer de machine binnenwaards gedraaid wO'nbsp;het nedergelegde kind ’er uitneemt, en aan eene ini'’’’®nbsp;overgeeft. Wanneer geen briefje ’er by ligt do^P'’nbsp;men het kind dtn volgenden dag. Op deezenbsp;worden alle nagten, de eene nagt door den anderennbsp;rekend, drie kinderen , waar van behoeftige moed'^''^’nbsp;of llegte vrouwluiden zich aandonds na de geboortenbsp;ken te bevryden, opgenomen. De miunen houden

-ocr page 419-

3^5

DOOR ITALIË N.

zoo lang de zuigelingen zwak of krank zyn in het ho- Milaan. fpitaal op, en blyven van alle gemeenfehap met mans»nbsp;perzoonen verwyderd. De jongens worden tot handwerken, en de meisjes tot allerleye vrouwelyke arbeid opga lt;nbsp;legd, De ganfche inrigting van dit hofpitaal is een voorbeeld van orde een zinlykheid, en heeft daarin eenen groeten voorrang boven de hofpitaalen van Parys. Schoon dea-2e ftigting zich zeer verre uitftrekt, zyn ’er toch nog ver-fcheide armhuizen in Milaan: als een voor eenige honderdnbsp;Vondelingen, een voor onzinnige , een voor venerifchenbsp;ziekten, en een voor zeer oude lieden. Over ’t gemeen,nbsp;moeten alle lauden voor Italien in de bezorging voor de armen wyken. De armoede wordt egter daardoor zondernbsp;tegenfpraak bevorderd, wyl deItaliaanen, door hun vanzelfnbsp;tot lediggaan geneid temperament, zich te zeer op zulkenbsp;gelegenheden verhaten. In de kerk tot het groot hofpitaal behoorende is de Maria op bet hoofdaltaar van de handnbsp;Van Guercinp,

Befebryving van het vierde deel der Porta Ticinefe.

Het hertoglyk paleis, waarin de hertog van het Milaa- Theater, neefche woont, is een oud wydluftig gebonw» hetwelknbsp;’dets merkwaardigs heeft. De fenaat, en de kamers, dienbsp;inkomflen van het land bezorgen, vergaderen ’er in.

Aan dit paleis grenft het groote theater. Het is byna 'lerkant, en heeft vyf ryen loges boven elkander, van wel-’ er in elke ry vyfendertig zyn. De uitwendige cieraa-zyn blaauw en wit, en aan de fcheimuuren zyn liegtnbsp;^®fchilderde pilaars. Het voorkomen van het geheel is daar-oin ni^ zeer gevallig. Van binnen zien ’er de loges des tenbsp;^eter uit, wyl een iedir dame de Raare met fchoone tapy-fpiegels, en illufters opciert, en verlichten laat.

X 3 nbsp;nbsp;nbsp;Maar '

-ocr page 420-

Milaan. nbsp;nbsp;nbsp;Romen is het het gebruik, dateer geene lichten i»

de loges xyn mogen.

St. Paolo. St. Paolo is de fchoonfte kerk van alle nonnekloofters» en wegens de aardige voorgevel aanmetkelyk.

Madonna Madonna di St. Celfo wordt voor eene der befte kerken

4i Celfo. jjj jyijjjan gehouden. Zy zoude naar de uitvinding van Bra* mante gebouwd zyn; intusfchen ziet men daaraan iets, da'nbsp;tegen de aangenome regelen der bouwkunft aanloopt, n®'nbsp;melyk eeneDorifche orde, welke boven de lonifcheisaaO'nbsp;gebragt. De voorgevel is eenvoudig, egter wel aangelegdrnbsp;en heeft drie deuren in arcaden met Corintbifche zuilen*nbsp;Het hof, dat voor de kerk naar de wyze der oude bafilikennbsp;ligt, is met eene pragtige colonnade omgeeven. De arcUi'nbsp;teftuur der hoofdpoort is niet van goeden finaak, maatnbsp;met goed beeldhouwwerk vercierd. Men ziet daarin denbsp;ftatuen van Adam en Eva; de Meefter heet Artaldo dtnbsp;Lorenzi. Zy verdienen in aanzien van een zuiveren zagt'nbsp;vloeyenden omtrek, en goede tekening veel lof. In d^nbsp;beide fchoon gekleede Sybillen boven de deur van Font»'nbsp;na heerfcht een grootfeh charafter. De basrelieven hebbeknbsp;ook veel goeds, maar zyn wat te zwaar uitgewerkt.nbsp;binnen in de kerk, die in ’t gemeen van eene edela bou«''nbsp;kunft is, ftaat eene ftatue van Maria door denzelfden m®®'nbsp;fter, die men van wegen haare fchoonheid van het port®®-der kerk weggenomen, en hier geplaatft heeft. Mennbsp;’cr eene fchoone kleedy aan, maar jammer is het, dat d*nbsp;meefter de proportie iets te kort genomen heeft. Bynbsp;hoofdaltaar zyn de ftatuen van Maria en drie profeeten ik®'nbsp;gelyks niet uitbet oog te verliezen. De altaar zelf i®nbsp;koftbaar, en van agaat, jafpis, en andere harde fteenef k'nbsp;gelegd. Men ziet verder in deeze kerk eene Maria,nbsp;dan heiligen Hieronimus van Paris Bordone, een fchooK

van Titiaaii; en in de facrifty eene heilige familie m®®

ba»'

-ocr page 421-

DOOR ITALIË N.

f«nnes, welke aan Raphael wordt toegefchreeven, maar Milaan» Vermoedelyk alleen eene copy uit zyne fchool is. Eene andere heilige familie nevens Elifabeth en Johannes, die metnbsp;een lam fpeelt, is van Sabai naar eene tekening van Leonard da Vinei gefchilderd. De grond is te hard, de hoofdennbsp;hebben alle cenerley coloriet, en zyn te rood en te droognbsp;fiefchilderd wegens de groote uitvoerigheid, maar andersnbsp;Van eene voortrefFelyke uitdrukking.

St. Euftorgio. De heilige van deezen naam liet de kerk St. Euflor-in ’t jaar 33®. bouwen, om de lighaaraen der heilige dries'*®» koningen daarin te bewaaren; nadat dezelve egter omtrendnbsp;hetjaarii63. van eenen aardsbifchop van Keulen ontvreemdnbsp;Zyn geworden, heeft men de beenderen der bovengemeldenbsp;Heiligen in ’t graf gelegd. Men toont in de facrifty nognbsp;eene gouden munt, welke den Heiland door eenen vannbsp;gemelde drie koningen is gefchonken. De laaterenbsp;Roomfche fchryvers ftellen hun aantal op drie, de oudennbsp;Zyn daaromtrend onzeker. Epiphanius fpreekt van vyftien,nbsp;anderen van twaalf, nog anderen van veertien. De hiernbsp;begraave heilige Dominikaan Petrus Martyr ruft in eenenbsp;fchoone marmeren zark, wiens basrelieven uit zyne leevensnbsp;gefchiedenis ontleend zyn. De bekende gefchiedfchryvernbsp;George Merula ligt insgelyks in deeze kerke.

Madonna della Victoria behoort aan de Dominikaaner nonnen. Zy is met uitgeholde Roomfche pilafters van wit marmer vercierd. De bouwkunft der kerk, en de goede vorm vannbsp;de koepel verdient goedkeuring. De hemelvaart op dennbsp;hoofdaltaar, wordt gezegd het werk van Salvator RofaJ tcnbsp;Zyn: de zamenftelHng, tekening en uitdrukking zyn goed,nbsp;niaar het coloriet valt eenigzins in het graauwe, en is nietnbsp;Revendig genoeg. Aan beide zyden hangen twee grootenbsp;VoortrefFelyke landfchappen van Pousfm, in wier eene denbsp;^'eefter dea heiligen Johannes in de woeftyn, en in hetnbsp;X 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;au-

-ocr page 422-

jaS

REIS-BOEK

andere den heiligen Paulusl den Eremiet heeft vef' beeldt.

Aan de kerk St. Lorenzo ziet men eene colonnade, het e®' nigfte overblyffel der oudheid, dat Milaan van de Roffl®''nbsp;nen kan aanwyzen: zy heeft vier oude toorens, en zefti®®nbsp;«itgeholde Corinthifche zuilen van marmer met cèpiteelen*nbsp;en een balkwerk, waaraan een opfchrift ter eere van de®nbsp;keizer Lucius Verus van het jaar 165 na Chridus gebooti®nbsp;te leezen is. 'Anderen gelooven, dat keizer Maximiaan biefnbsp;omtrend het jaar 286. een tempel van Hercules met bad®®nbsp;gebouwd heeft. De kerk is agtkant, en wordt van zuil®®nbsp;gedraagen, hetwelk eene goede werking doet. Haarbouquot;^'nbsp;meefter Martino Basfi heeft meer gewigtige gebouwen 1®nbsp;Milaan uitgevoerd. Offchoon veelen deeze kerk als e®®nbsp;meefterftuk aanzien, zoo berifpen toch anderen daarin datnbsp;de agtkante koepel met haare agt gelyke zyden op eennbsp;grond van ongelyke zyden ruft.

Het muntkabinet van den abt en marquis Trivulzi Op d® plaats van St. Alexander verdient gezien te worden. Hynbsp;bezit ook veele antieke ftatuen, vazen, manufcripten, zeld'nbsp;Zaame boeken , en is zelf een man van groote kennis ®®nbsp;weetenfchap, zonder ziqh door fchriften in de geleerd®nbsp;waareld bekend gemaakt te hebben.

St. Alesfandro, een fchoon Barnabitenkloofter, met ee®®

Mtdige en koftbaare kerk. Zy is naar de Romeinfche ord®

gebouwd, en zoude nog beter uitmunten, wanneer zy ®’^*'

al te zeer door laater meefters was opgefchikt geword®®'

Dê groote altaar, de kanzei en biegftoel zyn met lapis la^®”

]i, agaat en andere koftbaare fteenen zoo ryk ingelegd,

men weinig dergelyken vindt. Over 't geheel is dehoo'

altaar goed, maar de deelen zyn niet van den beften finaals»

wyl de konftenaars genoodzaakt zyn geweeft, zich

gen gedeelte naar de (leenen te rkten, zoo dat men het w®

jiieev

-ocr page 423-

529,

DOOR' ï T A L ï E N.

Meer naar de (Vof als naar de vorm fchatten moet, In het j^ilaan, klooftcr vindt men eene voortreffelyke verzameliiTg vanma-thematifche en phyfifche inftrumenten naar de nieuwfte ennbsp;befte uitvindingen. De kerk ligt op de plaats der voomiaa-fige gevangenis, waarin St. Alexander is opgeflooten ge-weeft.

St. Sebaftiaan is eene kleine ronde kerk van een aardige S'!. Sehii~ architeftuur, welke de ftad by gelegenheid derpeft vandennbsp;Jaare 1576 heeft laaten bouwen. Zy ligt niet ver van hetnbsp;zedert langen tyd beroemd logement ilPozzo, alwaarbynanbsp;alle vreemdelingen hun intrek neemen.

Behalven de verzamelingen van fchilderyen in de Ain-brofiaanfche bibliotheek, en het aartsbisfchoplyk paleis, vinden ’er de liefhebbers nog verfcheide bezienswaardige bynbsp;privaate perzoonen. De voornaamfte zyn: die van dennbsp;marquis Caftelli tegen over de Corfo della pasfione, dienbsp;van den graaf Arefe in de nabuurfchap van het feminarium,nbsp;die van den marquis Corbella by St. Satiro, die van dennbsp;graaf Pertufati , en Don Peralta (*) by St. Maria del Pa--radifo, die van den marquis Gallarati by St. Praflede, dienbsp;van den marquis Lita in Corfo della Porta Vercellina, ennbsp;die van den graaf Annoiie in Corfo delia Porta Roinana.

De beftraaüng van Milaan beftaat uit granieefteenen die '¦ood, graauw en groen door elkander gemengd, ’er alsnbsp;Porphyr uitzien, en door de Adda en andere fnelle ftroo-ïtien in de nabuurfchap eene ronde gedaante bekomen hebben. De granietfteen is overal gemeen in het Milaaneefché,nbsp;inzonderheid heeft rnen roode en witte (migliarolo rosfonbsp;Sa bianco); de groeven liggen ongeveer vyftig Italiaanfche

mylen

(*) Het kabiuet van Peralta werdt in ’t jaat I7S7. veikogt, enbe*

quot;Ond behalven de (childeryen uit meer dan 13OCO niedailko, encca ^hooac inüquarifcbe en numifmaiifche bibliotheek.

5

-ocr page 424-

33Ö

ttilaan. nbsp;nbsp;nbsp;wyd: men maakt ’er obelifqueti, zuilen, altaaren,

Canaakn.

trappen, en andere dingen van. Zy breeken goed, laateii zich ligt bearbeiden, neeroen eene fchoone glans aan, ennbsp;worden hard in de lucht. Deeze overvloed van graniet-fteenen is een gewigtig voordeel voor de bouwkunft innbsp;Milaan. Buiten de nabuurfchap van het Lago di Coinonbsp;houwt men ook een wit marmer, dat wel het Carrarifchenbsp;in witheid niet evenaart, egter zeer fchoon is. De groevenbsp;werd reeds ontdekt, als Milaan nog eige hertogen had. Zynbsp;lieten de kathedraalkerk in ’t geheel daarvan optrekken»nbsp;Men heeft federt dien tyd beliendig daarvan genomen,nbsp;egter zal die ader nog vyf mylen lang, en van vyftien totnbsp;twintig voeten diep zyn,

De beide groote canaalen, welke aan ^e ftad Milaan ge-meanfchap met de Adda en den 'Tesfino verfchaffen, zyt* voor hunnen handel, en voor de vrugtbaarheid van hunnbsp;gebied van een onuitfpreekelyk nut. Eenigen gelooven datnbsp;zy onder Lodewyk XII. koning van Vrankryk zyn gegraa-ven: zy zyn egter vermoedelyk eerder begonnen, en welnbsp;dat, het welk in den Tesfino loopt, jen tyden der Torri*'nbsp;ni; gn de Martefana onder Frans Sforza.

Het canaal Martefana komt uit den vloed Adda van de» noordkant, en ligt eene myl van de ftad, en vyf voete®nbsp;hooger dan de Naviglio grande. Men heeft deswegens»nbsp;om de overftroomingen te verhoeden, vyf groote flui^^’’nbsp;in zekere afftanden moeten aanleggen, waardoor het can***nbsp;allengskens valt, en agter de vyfde fluis zich eindelyknbsp;de Naviglio grande vereenigd. De knnftenaar Leonard d*nbsp;Vinei gaf een concept van het aanleggen der fluizen nP'nbsp;en bragt een gedeelte der bouwkunft, dat niet langnbsp;vooren was uitgevonden, daardoor tot meerder volma*'''’^nbsp;heid. De pater Lecchi fchreef in ’t Jaar 1755. eenenbsp;handeling over de verfcheide veranderingen van dit can*

-ocr page 425-

331

DOOR ITALIË N.

Waardoor het ondiep, en hyna onbruikbaar was geworden, j^Haan. en bekwam van den toenmaaligen ftadhouder den graafnbsp;Chriftiani bevel, zyne voorflagen tot herftelling van ditnbsp;gebrek uittevoeren , die ook eene gelukkige uitwerkingnbsp;hadden. Het canaal voert eene zoodaanige menigte watersnbsp;aan, dat men, om alle fchade voortekoomen, eene afleiding by de Porta Nuova heeft moeten maaken, waar doornbsp;het water tot aan de Porta Tofa en de ftadsmuur geleid, ennbsp;Van daar in twee armen verdeeld wordt, welke het w'aternbsp;overal door ontallyke canaalen tot bevogtiging van weidennbsp;en tuinen heenleiden. Bovengemelde pater Lecchi heeftnbsp;in ’t jaar 1762. issgelyks voorflagen tot verhoeding vannbsp;alle fchade tegen den dikwils al te fnellen aanwas van ditnbsp;water uitgegeeven.

’Er is nog een derde canaal Feccbiabia, of veelmeer «ene onderaardfche fluis, welke ter afvoering veeler vuiligheden uit de ftad dient. Men heeft ten dien einde ver-fcheide kleine beeken met elkander vereenigd; het canaalnbsp;loopt by de Porta Ticinefe ter flad «it, en valt ecrft opnbsp;drie mylen verte ia den Lambro.

De canaalen dienen niet alleen ter vrugtbaarmaaking van het land, maar zyn ook in opzigt van den handel vannbsp;groot nut. Op de Martefana wordt hout, enveelelee-vensmiddelen, en op het groote canaal marmer en in ’tnbsp;gemeen allerleye waaren van Lago Maggiore naar Milaannbsp;Eebragt.

De handelingen en zaaken van regeering zyn in Milaan Regee-''erdeeld onder den hertog van Modena als vice-fiadhou ringsvorm ^er van het Milaneefche; den graaf Firmian, ftaatsrainifter^''^^''^ ’nbsp;'^an de koningin van Hongaryen, aan wien alle bevelen kobben ; den Senaat, die met civile zaaken te doen heeft, ennbsp;®ndere raagiftraatsperfoonen, die zkh met de policy ennbsp;geringer gevallen bemoeyen.

De

-ocr page 426-

332

EE I S - B O E K

Milaan. hertog van Modena ftelt het verWyf in Milaan bove»' dat in zyne eige refidentie, welke eene ftiller, en in ver-gelyking van Milaan treuriger plaats is. Hy heeft zyne ei'nbsp;ge guarde, en voert het bevel over alle de in Lombardyennbsp;leggende keizerlyke benden, welke op i8ooo man gefchatnbsp;worden. De graaf Firtnian heeft over alle deelen der re-geering een waakzaam oog, en betoont by een diep inzigtnbsp;in ftaatszaaken, veel yver, en te te gelyk een zagtmoedi-gen imborft, zoo dat vreemden, en inboorlingen volko'nbsp;men met hem te vrede zyn. (?)

De Senaat van Milaan beftaat uit een prefident, en tien Senatooren, waaronder de lladhouders van Cremona ci1nbsp;Pavia behooreii. Hy maakt het opperde gerigt in alle cPnbsp;vile en crimineele zaaken uit, zonder dat ’er eene hooger®nbsp;beroeping plaats vindt. Het keizerlyk kabinet in Weeuennbsp;heeft alleen het recht het vonnis te veranderen, maar het gs'nbsp;fchiedt zeer zelden. ’Er zyn onder de fenatooren verfcheide»nbsp;die wegens hunne geleerdheid en regtfchapenheid in groot®nbsp;agting ftaan. Een derzelven namelyk de graafVerri, ho^iquot;'nbsp;het Milaneefche Recht in een geleerd werk verklaart.

In ’t jaar 1766. is ’er een Configlio fupremo d’E®®' mia e di commerdo opgerigt, waar toe alle financier®’1nbsp;muntzaaken, verpagtingen, en dergelyke dingen behoore®1

Ovd

(•1) Comitis Gabrielis Verri de ortu amp; .progreflu Jutis nenfis prodromus, Mediolani I747. fol, De grond van hetnbsp;Milaan is het Roomlche, dat egtet doOr veele byzondere v'tor

gen naai den tegenwoordigen toeftand gcftliikt, en bepaald is.


1

Voor hem bekleedde de graafChriftiani deeze plaats, met titel van Grootkancelier. Hy ftierf in’t jaar 1758, en yjnnbsp;man van groote verdienften, die een moolenaar 'in het diftridnbsp;Placenze tot vader had; maar zich door zyne talentennbsp;nen dorptigtet tot op de hoogfte ecteplaatzen aan het keizerb’k®nbsp;heeft doen vethefPcn.

^edini^'

t recht

-ocr page 427-

833

DOOR ITALIË N.

Over de inkomften is een byzonder collegie gefield, het Welk in een eigenlyken zin il Magiflrato heet, en uitnbsp;een voorzitter en negen medeleden beftaat.

De Capilano di Giuflitia moet de gerigtelyke vonnis-fen ter uitvoering brengen, en voor de zekerheid van . het algemeen zorg draagen, Hy heeft ten dien einde innbsp;de ftad 30 Sbirren, en op het land 24 onder zyn bevel.nbsp;Men kan hen beft met den Lieutenant criminel £? de pa-lice in Parys vergelyken.

De Vicario di provifione is de eerfte ftadsbediende. Hy moet den prys der levensmiddelen zetten, en agtgee-ven, dat ’er geen gebrek zich openbaart. De kunftenaarsnbsp;en handwerkslieden ftaan ook onder hem.

De eigenlyke raad der ftad beftaat uit lt;So Decurioneny welke geineenlyk i Sesfanta of Signori della Citta genoemd worden. Tot hun behoort alles, wat de ftadnbsp;Milaan in ’t byzonder betreft. De medeleden zyn vannbsp;de voornaamfte adelyke farailien. Zy bekleeden deezenbsp;Waardigheid hun leeven lang, en hunne kinderen ervenzenbsp;Van bun, het welk wel geene wet, maar door de ge-Vvoonte gebruikelyk geworden is. Wyl de Adel op dee-2e wyze veele voorregten geniet, en aandeel aan de re-ëeering heeft , is zy met haaren toeftand te vrede, ennbsp;^oekc geenen uitheemfchen dienft.

Milaan heeft het voorregt, dat het geene troepen, en inlegering behoeft te dulden. In oorlogstyden bezet denbsp;hurgerwagt de poorten , en de belegering betrekt alleennbsp;quot;is citadel. De Milaaneezers klaagen dikwils, dat doornbsp;afwezigheid van hunnen landsheer veele misbruiken ge-‘ihld worden, dat ’er veel geld buiten het land gaat,nbsp;quot;’aardoor de omloop van hetzelve, en de bevolking verhinderd wordt: maar dit zyn alleen klagten van den ge-*^Êenea man en den burger. De Adel leeft by deeza

ver-'

-ocr page 428-

334

R E I S-B O E K

Milaan, verwydering vryer en aangenaamer, en oeffcnt een onb1' paald gezag.

Dat Milaan van ouds veele groote mannen in de S®' leerdheid heeft voortgebragt, daarvan geeft het wydlo'^'nbsp;pig werk van Argelati een duidelyk bewys; (•) van de oü'nbsp;den willen wy alleen Valerius Maximus bybrengen.nbsp;dert de herftelling der weetenfchappen tellen de M’l1'nbsp;neezen Cardanus, welke de eerfte de grenzen der Alg®'nbsp;bra heeft uitgebreid, onder hunne medeburgers ; verd®1^nbsp;in de vyftiende eeuw Concorigio, die het eerft over d®nbsp;ontleedkunde heeft gefchreeven; Cavallerl, die in ’tnbsp;1635. het boek de indivifilibus^juitgaf, en daardoor t®quot;nbsp;deele den grond tot de naderhand uitgevonde differentia2'nbsp;rekening lag, ten deele de grenzen der fublimere geoinS'nbsp;iria uitbreidde, en den beroemden regtsgeleerden Alcia^’»nbsp;om van anderen niet te melden.

Onder de thans leevende geleerden zyn verfcheide ze®^ beroemde mannen: wy willen alleen eenigen daarvan hfnbsp;brengen. De pater Paul Frifi, van de Barnabiternbsp;heeft zich door verfcheide fchriften een grondig wis1‘'”’nbsp;dige betoont. Van den jefuiet Antonio Lecchi hebbennbsp;boven by het canaal melding gemaakt; zyne groo'2®nbsp;kennis beftaat in waterkeeringen en de hydroftatica;nbsp;halven verfcheide kleine verhandelingen heeft hynbsp;jaar lyöö. eene idroftatica efaminata ne’ fuoi princip'» ®^'1nbsp;voortreffelyk werk in quarto, uitgegeeven. In ’c jaarnbsp;Wierd hy naar Bologne en Ferrare ontboden, om de ^nbsp;zynde canaalen, en ftaande waters te onderzoeken,nbsp;van op zyn plaats meer zal gefprooken worden. pg

1

Philippi Argelati bibliotheca Ictiptonim Mediolaneofia®

2

mittitur Jofephi Saxii prodromus de ftudiis Mcdiolanenlda2’ ftotia typogtaphica Mcdiotaofis, vier deelen ia foko 17411

-ocr page 429-

335

DOOR ITALIË N.

De graaf Gabriel Verri heeft eene gefchiedenis van het Milaaneefche Recht, zyn zoon Petrus gedagten over hetnbsp;geluk , en verfcheide andere phyfifche en ftaatkundigenbsp;verhandelingen, cn zyn tweede zoon Alexander eenigenbsp;ftukken in ’t Journaal 11 Caffe in ’t licht geg'ééVen.

De Marquis Cefare Beccaria heeft zich door zyn voor-treffelyk gefchrift ie delitti e delk pene in zyn 2^ejaar vroegtydig beroemd gemaakt. Het kwam in ’t jaar 1765nbsp;uit, en is reeds in alle taaien overgezet.

De Marquis Carpani heeft van het Milaaneefche com-merciewezen, en deszelfs gefteldheid, de graaf Giulini van de Milaaneefche oudheden, de graaf Carli een fchoonnbsp;traAaat van de thans in zwanggaande munten gefchreernbsp;ven.

De pater Re, of de Regi, een Bamabiet, opperopzie-ner der gewasfen in het Mantueefche, heeft verfcheide georoetrifche traftaaten, en in ’t jaar 1765. een boek vannbsp;de afmeeting des waters uitgegeeven,

Maria Gaetana Agnefi heeft in 't jaar 1748. eette diepzinnige aanleiding tot de Algebra onder den titel infli-tutioni analiticbe in twee banden in 410. uitgegeeven. Zy was toen nog jong , en in ffaat om ovty de gewig-tiglle punten der Newtoniaanfche wysbegeerte niet alleen in haare moedertaal, maar ook in het Latynfch ennbsp;Franfch te fpreeken. Het is te bejammeren, dat zy dee-ze weetenfchappen in volgende jaaren geheel heeft agter-gelaaten, zich der menfchelyke maatfchappyen heeft ont-toogen, en een klop is geworden.

De pater de Capitanei heeft waameemingen over da Uatuurlyke hiftorie uitgegeeven. Don Jofeph Pecis heeftnbsp;een commentarius over de veldtogren van Julius Csefarnbsp;en een gedigt del Aujiriade gefchreeven. Onder denbsp;ïhaus leevende dichteis zyn Pasferoai wegens zynefatire

o vei

-ocr page 430-

836

Milaan, nbsp;nbsp;nbsp;hedendaagfche Italiaanfclie zeden, onder den dquot;*

tel van Cicerone , en abt Parini insgelyks wegens fcho*^' ne fatiren voornaamelyk bekend. Van de hertogin Sef'nbsp;belloni heeft men eene overzetting van de bly-fpeelenvai*nbsp;Deftouches.

De la Grange is wel uit Macon in Vrankryk geboortig, maar federt veele jaaren leeraar der wiskunde in’t collo* gie Brera. Hy heeft zich door’grondige mathematifche o®nbsp;byzonder door Aftronomifche verhandelingen bekend gO'nbsp;maakt, welke aangetrolfen worden in de voor eenige ja*'nbsp;ren te Avignon uitgegeeve Aftronomilche werken van dennbsp;pater Pezenas.

De oude academie der Transformati vergadert nog we* zomwylen , maar heeft veel van haar aanzien onder denbsp;Italiaanfche dichters verloeren. Als eene navolging der-zelvê olitrtond voor, eenige jaaren eene vergadering»nbsp;welke een weekelyks fchrift il Caffe uitgaf, (ff') De leden bleeven lang onbekend, maar eindelyk ontdekten zynbsp;zich , dat het de marquis Beccaria , de bovengemeldenbsp;graaf Verri, en andere mannen van genie en geleerdheid^nbsp;waren. Dit gezelfchap hield in ’t jaar 1765. weder oP'

In deeze eeuw vereenigden zich verfcheiden van deo Milaanfchen Adel, en regten onder den naam vannbsp;Palatini eene boekdrukkery op , van wier persfen denbsp;Werken van Sigonio, de groote verzamelingen van Muratof’nbsp;en anderen gekomen zyn. Over ’t geheel is de boekhandeinbsp;in Milaan na Romen en Venetien de flerkfte in Iialieö'nbsp;en verfchaft den menigvuldigen drukkers bezigheid.

pe

('’) Van dit geeftlyk weekclyks gefchtifi is in 't jaar Hoogduitiche overzetting in Zurich uitgekotnen, die zich vcd 'nbsp;29U laaten leezen, vrasneet dc ftyl aangenaamei was.

-ocr page 431-

Sof

DOOR ITALIË N.

De Adel leeft zoo wel iii de ftad, als op het laod prag- Milaan. tig, en is zeer gaftvry: ’er zyn verfcheide huizen, waarnbsp;men dagelyks groote gezelfchappen houdt, en vreemde-lingen altoos zeer welkoom zyn. Daartoe behooren voor- Milaanes'nbsp;naamelyk het huis der gravinne Borromea, van den Mar- zen.nbsp;quis Lita , en Belgiofo, de graavin van Caftelbarco ^ Tri-vulci, en anderen. De maaltyden zyn uitgezogt. In ’tnbsp;gemeen kan men met grond zeggen, dat de inwooners opnbsp;geene plaats in Italien zoo gezellig, en te gelyk op eenennbsp;zoo pragtigen voet leeven, eene reden, waarom dennbsp;reizigers het verblyf in Milaan altoos meer dan eldersnbsp;gevalti

De Milaaneefche Dames weeten niet veel van de gewoonte, die in Genua, en andere fteden plaats heeft, van eenen Ciesbeo, of Cavalier fervante te houden; een ge.nbsp;bruik, dat doorgaans met veele belemmering voor beidenbsp;geflagten verzeld gaat. Ten minften binden zich die geen;nbsp;die ’er eenen hebben, niet zoo zeer daaraan, dat zy geennbsp;Voetftap zonder een perfoon zouden doen, die haar mishaagt , of welke haar reeds tot eenen overlafl vefllrekt. Zynbsp;hebben een ongedwongen vry voorkomen, en bezittennbsp;daarin den voorrang boven de vrouwen der meefle Ita-haanfehe fteden.

De ryke Koopluiden j de Advokaatén , Artfen, of de Zogenaamde Gittadini , zyn het middenzoort , tusfehennbsp;den Adel, de Handwerksluiden, eh het overige gemeen,nbsp;maaken een zoort van verkeering uit, waarin nognbsp;van de oude ttyve ernfthaftigheid der Spanjaardsnbsp;^^erfcht. De gemeene man in Milaan wordt voor ee-^'gzins eenvoudig, maar voor het overigen niet vootnbsp;boosaardig, in tegendeel voor goedhertig gehouden ynbsp;'''*ar van men zegt de Milaneezen zyn Bonacei, Men

y nbsp;nbsp;nbsp;pleegt'

-ocr page 432-

338

Milaan, pleegtze ook d fcherfende Buzzeccom (?) te noemen» wyl zy meer eeten dan het volk in ’t midden- en benedendeel van Iralien. Men zegt, de Milaneezen zyn zeernbsp;wantrouwende, en ten uitcrflen fpaarzaam, en men vertelt daarom veele belacchelyke hillorietjes op hunne maniernbsp;van rekening toepasfelyk. Even deeze neiging tot fpaar-zaamheid en tot gewin maakt, dat een ieder op zyne verdienden ziet, en meer arbeid, dan deltaliaanen gemeen-lyk pleegen te doen, De winkels worden vroeg geopend»nbsp;en laat geflooten, en ieder is daarin in zyn beroepnbsp;vlytig. Zy haaten alle veranderingen, en vermeerderingen’nbsp;van beladingen: de geringde nieuwwigheid in deezen brengtnbsp;het graauw in ’tharnafch, en zet hun wel fomtyds aan tornbsp;oproerigheden. (1 2)

laaneczcn.

Belafiin- Het Oodenrykfch Lombardyen, naamelyk het Milanee' gen dernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en Mantuaanfche, begrypt ongeveer een millios®

ó,

' zielen. Een gedeelte van het eerde is wel in den laatden oorlog aan den koning van Sardinien afgedaan; de keizO'nbsp;rin heeft evenwel nog zoo veel fchatting als te vooren»nbsp;waardoor de terug gebleeve inw'ooners de zom der aiids'nbsp;ren mede betaalen moeten, het welk hen zeer drukt.nbsp;fchat de gezamenlyke inkomften op tien millionen

daiJf'

el1

fche livres, het welk, de livre tot vyf grosfen gereke”' 2100000 daalcrs uitmaakt. Drie vyfdedeeleu leggen

van op de landeryen , en het overige op eetwaare» koopmanfchappen. Van deeze zom gaan niet meetnbsp;ointrend looooo daalers voor paarden, monteeringen, kr5'^1_

1

fan quot;Bxzxeaa het ingewand, of ‘Bazzo die een rwaarei1 heeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;je

2

Het laaide vooibeeld daarvan verfchafie het jaar 1754’ ’„fite jgt;rys der tabak gedcigerd was. De regeering had toen veel® 1'nbsp;dooL middel van goede vctordeningcii eensn algcmccncn ‘’i’nbsp;voortckonicn.

-ocr page 433-

339

öooR ITALIË N.

gereedfchappen, jaarlyks naar Weenen, het overige blyfc in Milaan. het land, en wordt tot bctaaling der zoldaaten, en anderenbsp;noodige uitgiften gebruikt.

Tot ontvaogft der accyzen van Milaan is de zoogenaam. de Banco di St. Ambrofio aangeweezen. Dezelve beftaatnbsp;uit een zeker aantal van perfoonen, die aan de Had ofnbsp;aan het land aanzienlyke zommen hebben vooruitgefchooten.

Het gezelfchap wordt uit eenige Regtsgeleerden verkoo-ren, die hunnen ontvanger onder de fladstoorn hebben, om de beladingen op het meel, de oly, den wyn en hetnbsp;vleefch te innen. De inleg wordt op drie millioenen dealers gerekend: de aftien ( Cartelle di Banco') ryzen ennbsp;daalen, en geeven ten deele twee , ten deele vier tennbsp;honderd.

De Liioghi pii zyn eene voortrelfelyke indelling voor de armen in Milaan, wyl zy daardoor brood, kleederen,nbsp;en ryft, en hout, of geheel om niet, voor eenen maati-gen prys bekomen. De beftierders zyn alle van Adel, ennbsp;verkiezen zelf nieuwe medeleden, wanneer ’er eenigennbsp;derven. De Lombard Monte di Piëta leent tegen panden,nbsp;en wel op drie maanden zonder intered; maar worden denbsp;goederen niet weer ingelod, zoo worden zy verkogt.

Milaan heeft van ouds een grooten handel gedreeven, en trekt daardoor nog heden ten dage groote zommen innbsp;’t land, waardoor het in ftaat gefield wotdt de zwaare bela- ¦nbsp;dingen te draagen. De zyde is buiten tegenfpraak het ge-wigtigde artikel, het welk alleen tegen de twee millioennbsp;daalers opbrengt. De Milaanfche koopluiden zetten dennbsp;prys der zyde in ganfeh Lombardyen, naardien zy allesnbsp;opkoopen, en daardoor anderen, die niet van hun com-pagniefchap zyn, noodzaaken hun of de zyde overtelaatennbsp;often minden ze op denzelfden prys te houden. Opdeezenbsp;wys fchryven zy den Franfchen, eu den Engelfchen, die

Y 3 nbsp;nbsp;nbsp;deez«

-ocr page 434-

340

REIS-BOEK

Milaan. nbsp;nbsp;nbsp;waaren gebruiken, wetten voor, of weeten het

door allerleye kunftgreepen daarheen te wenden, dat zy den begeerden prys eindelyk krygen.

Behalven deeze brengt dit heerlyk land nog andere zaa-ken voort, die niet minder een aanmerkelyk gewin uitleveren. Aan kaas trekt het voor een millioen Milaanfche livres van vreemden, aan koorn twee millioenen, aannbsp;paarden en rundvee vyf millioenen, aan wol drie millioen,nbsp;aan vlas en linnen byna een millioen. Dit bedraagt metnbsp;de zyde een gewin van drieëntwintig millioenen, of overnbsp;de vier millioenen daalers; inderdaad eene gewigtige zom-me voor een land, dat ongeveer een millioen menfehennbsp;begrypt; en omtrend twintig Duitfche mylen lang, en agcnbsp;breed is.

Hoe aanzienlyk ook de handel is, maakenegter de koopluiden naar buiten geene groote vertooning, of de menigte van Adel is veel meer de oorzaak, dat de ryke burgerhuizen niet bemerkt worden, intusfehen zyn ’er eenigen ,nbsp;wier manufaftuuren zoo gewigtig zyn, dat zy eenige melding' verdienen.

Het huis Clerici is het gewigtiglle van allen. In het wyduitgedrekt gebouw van hetzelve zyn vier fabriekennbsp;aangelegd; eene van glas, de andere van een foort vannbsp;aardeu’erk, dat het porcelain naby komt, in de-derdenbsp;W'ordt het Geitenhair gefponnen en afgehafpeld, en innbsp;vierde wordt wol bearbeid. In de laatlle arbeiden over denbsp;300 en in alle vier te zamen 450 menfehen. De machine»

vvaar-

{*) In de overige deelen van Italien, in Dnitlchland en Vrank'X*^ wordt niet alleen de in de (treek van Panna gemaakte kaas ,nbsp;ook de Milaaneefche met den algcmcenen naam van Parmezaankaasnbsp;benoemd, leder een kent haaren voortreffeiyken Imaak. De meenbsp;cn befte Parmezaankaazen komen eigenlyk uit het Milaanfche inbsp;wel uit de ftreek omtrend Lodi,

-ocr page 435-

341

DOOR ITALIË N.

waarmede het gefponne geitenhair gehafpeld wordt, is we- Milaan, gens de veelvuldige ftukken, daarzy uit beilaat, en denbsp;eenvoudige zamenftelling aanmerkenswaardig. In een by-zonder vertrek is een rad, met treden voorzien, geplaatft;nbsp;dit rad heeft ongeveer vyftien voet in zynen diameter, ennbsp;op de treden loopen een paar wyven, die te gelyker tydnbsp;fpinnen; hier door wordt het rad in bewceging gebragt,nbsp;en doet in de bovenzaal een groot aantal van hafpelen ennbsp;fpoelen omgaan. Uit de ruuwe wol, die in de manufac-tuur gebragt word, maakt men verfcheide Poorten vannbsp;ftoiFen. In de kapel, die tot dit gebouw behoort, zynnbsp;de altaar, de lyften van het altaarftuk, de l^andelaars, ennbsp;alle overige cieraaden van de hier vervaardigde porcelein-aarde QFayence.')

In het huis van den koopman Penfa is eene fabriek van meer dan honderd weefgetouwen van allerley ryke Iloffen,nbsp;en fluweel, welk laatfte zeer gefchat, en byna boven hetnbsp;Franfche gefield wordt. Deeze manufadluur gefieert overnbsp;de zeshonderd menfchen. Men fpint en verwt de zydenbsp;daarin, men trekt ’er goud- en zilverdraaden, en llaat ’ernbsp;bladen van. In ’t kort men maakt ’er alles wat tot bereiding van gemelde Iloffen behoort; behalven dat wordennbsp;hier ook zyden neusdoeken, en kousfen, atlasfen en gros-detours vervaardigd.

Het huis Bovara heeft eene aanmerklyke bandfabriek. De getouwen daartoe zyn vooral aanmerkenswaardig. Op ieder getouw vervaardigd een fabrikant op eenmaal zondernbsp;veele moeite vierentwintig ftukken band van verfcheidenbsp;kleur, breedte, en fterkte.

De gebroeders Ro hebben eene fabriek van gefchilderd lynwaat, welke eene der gewigtigfte manufadtuuren in Milaan is. De fabriek van ryke Iloffen van Biumi levert der-gelyken tot van tien ducaaten het Huk.

Y 3 nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 436-

S42 R E I S - B o E K

Milaan. nbsp;nbsp;nbsp;groote kooplieden en bankiers, van welken ’er eene

menigte in Milaan is, heeten Negozianti tot onderfcheiding der geringeren, dien men den naam van Mercanti geeft.nbsp;Als het Milaaneefche nog onder de magt der Spanjaardennbsp;llondt, gaf het veelvuldig uit de Weftindien aangebragtenbsp;geld gelegenheid tot veele borduurwerkers in goud en zilver, en draadtrekkers, welke ook federt dien tyd geblee-ven zyn. De tegenwoordige draadtrekkers weeten de kunflnbsp;om de draaden maar aan eene kant te vergulden, waardoor veel goud befpaard wordt. De flikkers werken metnbsp;deeze draaden derwyze, dat de vergulde kant buitenkomt,nbsp;en de andere onder blyft. Het tegenwoordig gebrek aannbsp;goud en zilver is thans oorzaak dat de meeften valfch werknbsp;raaaken.

’Er zyn behalven deeze nog veele andere kunflenaars in Milaan, die met hunnen arbeid genoegzaam ganfcb Lom-bardyen verzorgen, daartoe behooren de arbeiders in brons,nbsp;die gedreeven werk maaken, en in fleen graveeren , welkenbsp;de fchoonfte fuuifdoozen, illullers, en dergelyken uitnbsp;bergkriftal leveren, De laatfte heeft men hier van onge-mcener grootte, en voor minder prys, den ergens eldersnbsp;te koop. De wagemaakers zyn insgelyks wegens hun goednbsp;werk beroemd. 'Ueele reizigers, die Italien bezoekennbsp;W'illen, pleegen zich in Milaan van nieuwe fedien tenbsp;voorzien.

Maaten en De Milaneefche elle (braccia) houdt 22 Franfche dui'

Cswigten. gjj ^^ordt in la uncien, de uncie weder in 12 piiU' ti verdeeld. Een Trabucco by het landmeeten bedraagtnbsp;4 ellen, 4 uncie, en 8 punti: vier quadraattrabucchi maa-ken eeneTavola, vierentwintig Tavoie in het vierkant eeoenbsp;Pertica, en vyf Pertiche ongeveer zoo veel als eenen ak'nbsp;ker. De koornmaat heet Staro, en is ongeveer zoo vee*nbsp;fils een hoijfeau in Parys, of twintig pond. Agt Stari nta»'

keö


-ocr page 437-

S43

DOOR ITALIË

ken een Moggio, die 130 tot 150 Milaneefche of 233 Milaan, Franfche ponden weegt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De wyn wordt by Brente

verkogt. Eene Brenta houdt pö Bocali van welke ieder 37 cubicqduimen, of iets boven de drievierdedeelen vannbsp;een pinte in Parys houdt. Het pond, libra grosfa, houdtnbsp;28 oneie di mercanzia (welke van deOncie di marca d’o-ro onderfcheiden zyn) Daarentegen worden koffy, fiiiker,nbsp;fpeceryen en zyde by de Librette, die maar twaalf oncienbsp;di mercanzia uitmaaken , verkogt.

By gebrek van eige muntfoorten is alles, wat geld heet by de nabuuren, in Milaan gangbaar. De livre of hetnbsp;Milaneefche pond is maar eene ingebeelde munt, waarvannbsp;de vier iets meer dan drie Franfche livres raaaken. Eennbsp;Louisneuf geldt drieëndertig Milaanfche ponden , de Flo-rentynfche Ducaaten vyftien en een half, een Filippo naarnbsp;de Valuationstabelle der Regeering (fer grida') zeven ennbsp;een half, eene Doppia in goud van vyfentwintig tot zevenentwintig. Daarentegen rekent men ook met Doppien,nbsp;als eene ingebeelde munt, wanneer zy maar vierentwintig livres bedraagt.

VAN DE STREEK OM MILAAN , EN DE BORROMEISCHE EILANDEN.

’Er liggen rondom Milaan eenige landhuizen van den voornaamden Adel, welke der moeite waard zyn om tenbsp;bezien. Een der fchoonften is buiten tegenfpraak Caftel-lazzo, het welk twee uuren van de ftad ligt naer het Lagonbsp;®aggiore toe, en met eene fchoone menagerie en uitgc-ftrekten hof voorzien is. ’Er is eene talryke orangerie.nbsp;Over de boomen, die in den grond (laan, wordt in dennbsp;sinter een houten gebouw opgeflaagen, dat hun voornbsp;koude, en het ruuwe weer bewaart. De tegenwoordigenbsp;Y 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;graaf

-ocr page 438-

144 R E I S - B O E K

Milaan,

graaf Arconati heeft alles zelf, en wel zoo koftbaar aangelegd , dat hem de onderhouding jaarlyks tegen de 2000 daalers korten zal. De alleen zyn voortreffelyk, en denbsp;yzeren deuren verguld; met een woord, alles getuigt vannbsp;den goeden en pragtigen fmaak desbezitters. HetgeboutVnbsp;flemt met de plantagie overeen. De vertrekken zyn metnbsp;ftukkadoorarbeid, verguldfel, fny en lofwerk, in plaatsnbsp;van tapyten, waarvan men in Italien zoo veel werks nietnbsp;maakt, vercierd. In eeiien derzelve is het rtandbeeld vaunbsp;Pompejus meer dan levensgrootte, welke in ’t jaar lös/-van Romen naar Cartellazzo gebragt, en met cene voornbsp;deezen held zeer roemryke infcriptie is voorzien geworden.nbsp;De graaf Arconati is van Franfchen oorfprong; men vindtnbsp;daarom hier eenige basreliëfs, welke de daaden van Gasconnbsp;de Foix, ecnen oom van Lodewyk XII. die ftadhoudetnbsp;van Milaan was, en in ’t jaar 1512. na de rtag van Ravennbsp;na het leeven verloor, voordellen. Zy zyn uit de kerknbsp;St. Mai'tha in Milaan herwaards gebragt.

Lainate ligt een uur verder, en is een fchoon landver-blyf van den Marchefe Lita, alwaar hy in den herfft groo-te gezelfchappen houdt. Montello, aan het geflagt Grivell* toebehoorende, Birago op den weg naar Como, een landgoed van den Marquis Cafnedi, Comazzo digt by Lodinbsp;een goed van den Marquis Pertufati, en eenige andere kunnen van hun, die zich eenigen tyd in Milaan ophouden»nbsp;bezigtigd worden.

De afgelegenheid van Milaan, en de vaart over het meef houdt menig reiziger te rug van het bezoeken der Borru'nbsp;meifche eilanden. Maar men behoort te weeteu, dat dee-ze kleine ongelegenheid by de fchoonheid van dit verbly^nbsp;niet opweegen kan. Het is niet te vergeeven aan iefflan'nbsp;^ie de reize dppr Italien doet, wanneer hy niet een

-ocr page 439-

S45

DOOR ITALIË N.

dagen aan het bezigtigen van eenen oort belleed , waar MHaan, van geene weergaa te vinden is.

Van Milaan tot aan Sefti worden vierendertig Italiaanfche mylen gerekend. De ftreek is vrugtbaar en levert veelnbsp;wyn. Aan beide zyden van den weg zyn wilde wynftok-ken geplant, die zich hier en daar van boven zamenflinge-ren, en eenen bedekten gang uitmaaken, onder welke mennbsp;rydt. Op andere plaatfen is de weg met kaftaiijen ennbsp;inoerbezieboomen bezet. Men legt deezen weg met eenennbsp;voerman of vetturino in tien uuren af. Van Sefti tot aannbsp;de eilanden zyn vyfcien Italiaanfche mylen, waartoe vier inbsp;vyf uuren vercifcht worden. Men betaalt voor eene daartoe noodige boot met riemen niet meer dan een a tweenbsp;ducaaten, fchoon ’er vier in den beginne zullen gevraagdnbsp;worden. Men moet nogthans hierby de goede voorzorgnbsp;gebruiken van liever op geene kleinigheid te zien, en denbsp;grootfte boot te verkiezen, wyl men op het meer, wegensnbsp;de nabyzynde bergen, dikwils aan ftormen en rulwindennbsp;blootgefteld is, die by eene heldere lucht onvermoed opkomen , en een klein vlak vaartuig ligt omwerpen kunnen.

Het Lago Maggiore is ongeveer zesenvyftig Italiaanfche mylen lang, en op de meefte plaatzen zes breed. Naarnbsp;Zwitzerland toe loopt uit hetzelve een canaal, waarop eennbsp;aanzienlyke handel tusfehen dit land en Italien gedreevennbsp;Wordt, Van daar over Sion tot aan Geneve heeft mennbsp;maar vier dagen reizens langs eenen ten hoogften bezwaar-lyken weg. By Sefti valt het meer in den Tesfino, eenennbsp;afloopenden ftroom, waardoor het zich oiitlaft. Uit deii-Zelven is het canaal Ticinello of Naviglio, waarvan in hetnbsp;Voorige artikel melding is gemaakt, naar Milaan, dertig iny-len ver, gegraaven. Het meer heeft eenen fteenagtigen bodem, en een voortrefFelyk klaar water. Het heeft eene

Y 5 nbsp;nbsp;nbsp;rae-^

-ocr page 440-

346

Milaan, menigte fmaakelyke visfen, inzonderheid forellen, waarvan de Borromeifche familie ten deele de inkomften trekt. Een myl van Sefti, dat voor ’t overige eene groote flegtenbsp;plaats is, komt men uit denTesfino in het meer, hetwelknbsp;in den beginne maar een paar mylen breed is, maar zichnbsp;ras verwyderd.

Van Sefli aan de linkerhand ziet men in het Piemontee-fche eene kleine ftad, Arona, liggen, welke zoowel als het meefte, dat het meer omringt, aan de Borromeifche familie behoort, en als de geboorte plaats van den heiligennbsp;Carolus Borromarus merkwaardig is. Niet ver van dezel*nbsp;ve naar het meer toe Haat het colosfalifch llandbeeld vannbsp;deezen heiligen van brons. Het is vyfendertig ellen hoognbsp;zonder piedeflal, welke alleen vyfentwintig ellen bedraagt.nbsp;Het hoofd kan eenige perfoonen bevatten, en de nagelnbsp;aan den duim is eene fpanne lang. De Heilige keert zichnbsp;naar de ftad Milaan , en fchynt haar den zegen te gee-ven.

Tegen Arona over aan de andere zyde van het meer ziet men het vlek Anghiera, wiens voormaalige bezitters aannbsp;de onrnften van Lombardyen veel deel gehad hebben.nbsp;ganfche Lago Maggiore is met heuvelen omgeven, di®nbsp;met wynftokken beplant, en met huizen bezet zyn.nbsp;ziet van alle kanten kaftanjebosfehen , dorpen , van dsnbsp;bergen afftortende kaskaden, welke het oog de grootd®nbsp;verfcheidenheid bieden, en den overvaart aangenaam m*®'nbsp;ken. Tusfehen Arona en Anghiera wordt het meer wyd*^*^’nbsp;en heeft, wanneer men het vlek Belgirada, (in wiensnbsp;trek de befte Milaanfche wyn waft) voorby is, zyf®nbsp;grootfte breedte. Tegen het wellen maakt het eenen bo^nbsp;zem, waarin de beide beroemde Borromeifche eil^fd^*^’nbsp;Ifola Bella en Ifola Madre, liggen.

Ifola

-ocr page 441-

347

DOOR ITALIË N.

Ifola Bella behoort aan den graaf Renatus Borromei, als ^orromei-

den cudflen van het huis. De tuin vertoont zich vmfche Eilan-

'^erre als cene piramide, vvyl hy uit tien terrasfen

^aat, die telkens afneemen, of fpitfer te zaïnen loopen. „, _ „ r. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ifola Bella.

op den bovenlten, die zedig ellen boven het meer ver-

Wen en vyfeiitwintig fchreeden lang is, heeft men 6en heerlyk uitzigt. Het is met vierkante fteenen gepla-''eid, op welke het regenwater in de daaronder verborgenbsp;l^akken verzamelt, en door buizen tot de waterwerkennbsp;ësleid wordt. Aan de vier hoeken der hovende en onderdo terrasfen daan groote deenen datuen. Elk der ne-Sen onderde terrasfen heeft eene breede allee, met citroenen, ceder, oranje, en andere dergelyke boomen bezet,

Waaraan men het ganfche jaar door bloemen en vrugten ¦

Ziet. De myrthen , laurier en perzikeboomen blyven in den winter ongedekt daan, daarentegen wordt over denbsp;cipaliers der citroen-en oranjeboomen eene bedekking vannbsp;planken gezet, waar door zy voor de vord beveiligcf zyn.

Tot deeze bedekking worden van den eenen winter tot den anderen veele duizend planken in gereedheid gehouden. De geheele hof ligt tegen het zuiden ; aan beide zy-den zyn twee fchoone tuinhuizen in de gedaante van eennbsp;paar toorns aangebragt, wier onderde vertrekken met de .

waterpas liggen, en met fchoon rood en zwart mar-“her vercierd zyn- Aan de linkehand van den tuin ziet ''’en een bedekten gang op fteenen zuilen ruftende, dienbsp;quot;'et citroenboomen -bezet is, aan de andere zyde komtnbsp;'quot;en in eene allee, die met groote oranjeboomen in vyfnbsp;'yen daande beplant is. Wanneer men de fchoonheid vannbsp;tuin en de uitgedrektheid dergebouw^en in aanmerkingnbsp;’’''^öit, moet men van deeze onderneeming met verbaasd-l'eid erkennen, datze koninglyk is, en veelligt alles, watnbsp;de oude gefchiedenisfen van de hangende tuinen in Ba-

biloa

-ocr page 442-

343 R E I S - B O E K

Borromei- verteld wordt ver overtreft. Het eiland was voor-fcbedlan- heen eene onvrugtbaare rots, zoo dat niet alleen de bouw floffen, maar ook alle goede aarde, van welk eene onzag'nbsp;gelykè menigte tot dit luflhof gevorderd wierd, op fch^'nbsp;pen ..heeft moeten aangebragt worden. (1)

Het woonhuis is uitgeflrekt, en van eene goede chiteftuur. De vertrekken zyn groot, wel gemeubileerd»nbsp;en met veele goede fchilderyen behangen, welke meednbsp;copyen naar goede origineelen zyn. Daartoe behoort d®nbsp;Magdalena van Correggio, waarvan het beroemd originee1nbsp;in de galerye van Dresden hangr.

Het aangenaamfte in het paleis zyn buiten twyffel d® Grutte terrene, of de onderfte kamers, by welke denbsp;ven van het meer geftadig fpeelen. Zy zyn alsnbsp;ten met allerley fchulp en marmerwerk vercierd, en dsnbsp;zolderingen en vloeren met keifleentjes van allerleye kleU'nbsp;ren ingelegd. De fmaak is eenvoudig en aardig. Me'’nbsp;kan zich in den zomer op heete dagen geene aangena^'nbsp;mer plaatze voordellen. Intusfchen zou het gebouw noSnbsp;veel grooter en koftbaarer geworden zyn , wanneer ^nbsp;plan van den eerden bezitter geheel was uitgevoerd.

Uit de lange gallery komt men aan een lang terra1» het welk naar eene groote grot van boerfch werk le'd'’’nbsp;Van deeze klimt men door middel eener dubbele

d^

eO

naar de bovengemelde hooge terrasfen. Hier geniet

een uitzigt, dergelyke weinig gevonden wordt. Aaquot; eene zyde liggen de Alpen, welke zich in drie rV'

cr

^ nbsp;nbsp;nbsp;bef-

1

Het is daarom riet tc veel gezegd, wanneet men in eea Sdiiift op wit marmer, dat zich hier bevindt, leeft.

Vitalianus, Comes Borromreus amp;c.

Infotmibus Icopulis fubfttuens amp; exftruens. Dignitatem otiis, majeftatem deliciis compaiabat,nbsp;MDCLXXl,

-ocr page 443-

U9

DOOR ITALIË N.

bergen verheffen. Van onderen zyn zy naauvvkeurig 'Borromei-bouvvd: hooger op met bofch bezet, en van boven metfche eilan-Vs en Tneeuw bedekt. Inzonderheid is het gezigt naar^^** het ooofte, wanneer de zonneftraalen van de yskrninennbsp;te rugkaatzen, voortreffelyk. Aan de andere zyde zietnbsp;men over de groote vlakte der zee tot aan den ooltely-ken oever, en tegen ’t noorden eene vrugtbaare ftreck,nbsp;die met wynbergen, vlekken en kleine fleden bezaaid fs.

Het uitzigt op het meer zelfs is niet minder fchoon; behalven het helder water en eene menigte van watervogels ziet men den ganfchen dag veele vtsfcherbooten ennbsp;kleine fchepen, welke de waaren 'tusfchen Zvvitzerlandnbsp;en Italien heen en weer voeren, daarop zeilen.

liet Ifola Madre ligt van het eerfte een half uur zï.Ifola RI*-11e: kan by Ifola Bella in fchoonheid niet haaien , wes-halven men het beft eerft beziet. Het heeft maar zeven terrasfen of laagen, die even zoo hoog zyn als de tiennbsp;Van Ifola Bella, maar laager fchynen, wyl zy verder ag-ter elkander aangelegd zyn. De tuin heeft eene overvloedige orangerie, is landryker , en meer tot nut inge-tegt. Het gebouw is logeabel, maar van geen zonderling aanzien, en maar op de eene kant uitgetimmerd. Denbsp;tegenwoordige bezitter , de graaf Frederik Borromei isnbsp;Voorneemens een beter te laaten bouwen. Hy heeft ooknbsp;een klein theater nret twee ryen loges gebouwd, vvaar-op hy bywylen Italiaanfche en Franfche comedien fpee-^en laat. De faifantenjagt op dit eiland is annmerkelyk.

De echo van het landhuis van Simonetti, dat tweelta-l'aanfche myten van de ftad aflegt, is merkwaardig.

Het herhaalt de iaatfte fyllabe wel veercigmaal agter el-^snder, edog zoo, dat het geluid al zwakker en zwak-*ter wordt, en zich allengkens geheel verheft. (•) Voorheen

Ferdinand Gonzaga, hertog van Guaftalla, en weleer Goiiver-

netsr

-ocr page 444-

350

REIS-BOEK

Milaan. wanneer alles nog niet zoo vervallen was, zou

echo nog fterker geweefl: zyn. De beide vleugels vaU het gebouw tusfchen welken zich deeze echo hooreOnbsp;laat, zyn agtenvyftig fchreden van elkander verwyderd gt;nbsp;en beftaan uit regte muuren , die anders geen venfta’'®nbsp;hebben, dan dat geen, waardoor men de proef doet-Een geloft piftool veroorzaakt een zeftiginaaligennbsp;klank, en men heeft moeite om zoo gezwind metnbsp;pen flippen te maaken, het welk gefchied om in ’t g®'nbsp;tal niet te inisfen. ’s Morgens en ’s avonds, vtanue^''nbsp;de lucht vogtig , of geheel droog is, herhaalt de ec^‘^nbsp;niet zoo dikwerf. Het zonderbaare van deeze echo he^^^nbsp;den bezitter zoo veele bezoeken, en daarmedenbsp;gaande korten gebaard, dat hy ’er in ’t geheel niet kofflbnbsp;en alles laat vervallen.

Monza, een klein ftadje, etiyke ftonden van Milaaöt is bekend van wegens de kerk van Johannes den DoO'nbsp;per door de koninginiie Theodolinda gebouwd. Men tOO*'^nbsp;in derzelver fchat nog den drinkbeker van gemeldenbsp;ningin, uit een Huk faphir: voorts haar kam,nbsp;waayer, en de kroonen van haar en haar gemaal Ag'*'’**nbsp;phus. Het merkwaardigrte dog van allen is de yz^r'^’'nbsp;kroon, waarmede weleer de duitfche keizers als kon'”nbsp;gen van Lombardyen zyn gekroond geworden.nbsp;eigenlyk van goud, en heeft alleen van binden eenen

requot;

neur van Milaan heeft het gebouwd. Eene afteekening van vindt men in Cafp. Schott. Magta nni vers. nat. artis T. II. IZZ- g,nbsp;geeft te gelyk narigt van eene nog mcrktvaardiget echo tenbsp;’Er zyn nog een paar plaatzen, welke wegens dit zonderba^n-fchynzel beroemd zyn, namelyk Woodftok in Engeland, ^‘’u^jldnbsp;plaats onder de Pmt du Drac by Grenoble. De laatfte echonbsp;een woord van twee lettergreccpen twaalf maaien. Keys*|'^nbsp;met de echo op Simonetta vcifchcidc proeven gedaan,

Reizen, I. deel, bl. 291.

-ocr page 445-

351

DOOR ITALIË N.

ren ring, welke uit een nagel van het kruis van Chrillus Milaan. zou zyn gefmeed geworden.

Men zal niet ligt eene ftreek lands in Europa vinden, welke zoo veele meeren heeft, als die van Geneve ennbsp;Milaan. Zy zjm alle ryk in vis en byzonder in forellen.

De Carpione in Lago di Garda wordt voor nog fmaake-lyker gehouden, dan zalmen en forellen. Hy is egter niet groot, en weegt ongeveer tien ^ twaalf pond. Het mèernbsp;by Como, agt uuren van Milaan, voert deezen naam vannbsp;eene kleine ftad, waarin voorheen de jonge Plinius is ge-booren.

De bergen in het Milaneefche zyn wel goed bevolkt, egter niet zoo fterk als de Zwitzerfche. Weleer behoorden de Landvoogdyen door koning Lodewyk XII. aan denbsp;¦Switzers afgeftaan aan het Milaaneefche. Men ziet, datnbsp;de .bewooners derzelve in meerder vryheid leeven , ennbsp;door belaftingen zo niet gedrukt worden. Zy zyn talryk,nbsp;meer gegoed, en meer te vreeden, en woonen jn beternbsp;huizen : maar zoo dra men in het eigenlyk Milaanfch gebied komt, treft men veele ellende, en groote armoedenbsp;aan, offchoon de grond beter is, dan in de Landvogdyen.

De Milaaneezen hebben wyn, koorn, olie, zyde, met een woord alles, in overvloed van hunnen gezegendennbsp;grond. De weiden zyn heerlyk; egter vindt men onbebouwde ftreeken, en niet zoo welgezete boeren als bynbsp;hunne nabuuren, die zich onder de zagte regeering dernbsp;Zwitzers veel beter bevinden. De Spaanfche en vervolgens de Ooftenrykfche regeering heeft het land al overlangnbsp;met overmaatige belaftingen bezwaard, zoo dat zy nietnbsp;tot hun herhaal kunnen komen.

Het Bad Maffino, dat in ’t landfchap Valteline gelegen is, tt’ordt van de Milaaners fterk bezogt. Het behoort tot denbsp;Graaubunders: de inwooners fpreeken egter niets dan Itali-

aanfclu

-ocr page 446-

352

Milattn. aanfch. Het bad ligt aan het einde van een lang, zeer eng dal» niet ver van den oorfprong van den vloed Mafino, die tuS'nbsp;fchen ontzaglyke rotfen doorruifcht, en zich vier uureWnbsp;eer de Adda in het meer Como valt, met dezelfde veree'nbsp;nigd. Het is aan beide kanten met vreeslyke bergen be*nbsp;beflooten, welke den geen, die reeds de Alpen bezogtnbsp;hebben, een pragtig gezigt verfchalFen. Men ziet name-lyk van alle kanten eene menigte der hoogde kaskaden,nbsp;die ten deele naar kleine ftroomen gelyken, nadien zy overnbsp;de tweehonderd voeten hoog nedervallen , en in eennbsp;fneeuwwitfchuim verkeerd worden. Zoo onbebouwd ooknbsp;deeze oort is, ontbreekt het dog niet aan faifanten, pa-tryzen, gemzen, aardbeziën, en veele andere dingen, dienbsp;de natuur in groote volkomenheid voortbrengt. De wegnbsp;in dit bad is gevaarlyk, en naauwlyks te gebruiken. D®nbsp;Milaanfche Dames laaten zich als over den berg Senis, eg'nbsp;ter met veel grooter bezwaarlykheid, draagen. Men gebruikt hét water niet alleen tot baden, maar ook tot drinken , en ondervindt ’er kragtige werkingen van.

Wanneer men van Milaan den naallen weg naar Duitfcb-land neemen wil, loopt de weg over Roveredo naaf Trent. Van Roveredo wordt laager by gelegenheid vannbsp;Verona eenig gewag gemaakt.

De velden liggen in het Milaneefche nooit braak of ledig* Zy geeven veel meer jaarlyks eenen dubbelen oogft, «J®nbsp;eerde van tarw en de andere van Turkfch koorn, gief^nbsp;of dergelyk zomergewas. Dit gefchiedt, eenige ftreek®’^nbsp;uitgezonderd, doorgaans in Lombardyen. De weiden vV^f'nbsp;den driemaal, en de bewaterde wel viermaal gemaaid. I’*

gro^^

(•) Volgens den Heer de Ia Lande komt de benoeming van Totkl*'** koorn niet daarvandaan, dat de zaaden van hetzelve eerft uitnbsp;kyen zyn gekomen , maat wyl men de ontbloote fpitlèn der ,nbsp;met eenen Turketikcp heef: vcrgeleeken.

-ocr page 447-

töOR ITALIË nbsp;nbsp;nbsp;g5S

grond der landeryen is naar zyne onderfcheide deugd aan- Milaan^ geflagen, en wordt in elf foorten verdeeld.

Eene merkwaardige plant iigt; Lombardyen, byzonder iil het Milaaneefchci is de Sagina, (*; Men maakt ’er bezemsnbsp;van {Scope di SagittO) en van de Hengels Hroomattcn; mennbsp;dekt ’er ook de daken meê. Dé korrels van het kleinernbsp;fobrt van Sagina maaien de boeren onder het meel. Eènénbsp;andere vrugt die in Lombardyen, maar voornamelyk innbsp;Romen overvloedig waft, zyn de zoogenaamde goudennbsp;appels {Pomidori.') {**') Zy worden in veele fauzen gebruikt , wyl dezelve eene roode kleurals van eene kreef-tenfaus mededeelen;

In Milaan ziet men voor ’t éerft de gewoonte, die door ganfch Italien in zwang gaat, om in den zomer ys te eeteri.

Het is hier iets zoo gemeen, en te gelyk zoo goedkoop, dat men niet zelden de vetturini voor de koffyhuizen ziecnbsp;flaan, en hetzelve gebruiken.

Zoo aangenaam het climaat van deeze landftreek in den zomer is, zoo ongevoegelyk is het om in den winter tenbsp;reizen. De vette, en van den regen doorweekte grond isnbsp;oorzaak, darmen, wanneer bet niet hard gevrooren heeft,nbsp;in ’t geheel van zyn plaats niet kan komen. De winden dianbsp;van de hooge bergen de koude met zich aan voeren, maakertnbsp;de lucht beftendig ongemeen fcherp en fnydende, en hiernbsp;aan is men in de Italiaanfche fedien, die open zyn, zeernbsp;blootgefteld. De gebouwen zyn even zoO weinig op eenenbsp;toereikende wyze daartegen iugerigt. De Italiaan denkt

maar

(*) Volgens Linnius Holcus glümis vUlofis reminibns ariftatis, en Volgens Bauhirius MillniH arundiiïaceum fubtotundo ftmine, Sorght»nbsp;®oininatuai.

(**) De plant is een ibort van Solmum. Linnxus noemtze Solanutn taule inerrai herbaceo folüs pinnatis incifis, racemis fmipUcibits. Denbsp;’'mgt heet ook Lycopetficou Galen!, by de Franfchsn Poimne d’»;

*'Out,

-ocr page 448-

854

REIS.BOEK

Milaan. nbsp;nbsp;nbsp;tegen de hitte te befchermen, daaroffl

zyn de meefte huizen niet zoo digc en vaft, maar zeef ligt opgebouwd, zoo dat men by aanhoudende koude veelnbsp;van derzelver ongemakken moet doorftaan, (*)

LODI, CREMONA, EN DE OMLIGGENDE LANDEN.

Van Milaan over Lodi naar Parma zyn negen poften. Zy zyn hier langer, en egter eenigzins beter koop, dan in hetnbsp;Piemonteefche. De eerfte poft heet Marignano, een dorp»nbsp;het welk wegens de overwinning der Franfchen over denbsp;Zwitzers in’tjaar 1515 (•*) merkwaardig is. Koning Francois 1. behield daar door niet alleen het bezit van het Mi'nbsp;laaneefche, maar ook het Concordaat te Bologne van Pauïnbsp;Leo X. waardoor de twift wegens de benoeming tot denbsp;geeftclyke preuven bygelegd wierd. Vrankryk verloor welnbsp;tien jaaren daarna dit land weder door den flag by Pavia»nbsp;maar geniet in aanzien van het laatfte punt nog de vrugtefnbsp;van dien zegen. Ariofto brengt den koning deswegens innbsp;twee plaatzen van het zesentwintigfte en drieendertigfte gezang van zynen Orlando groote loftuitingen toe.

Lodi, in ’t latyn Pempeja of latis Pompeji, ligt aan de Adda in eene der vrugtbaarfte ftreeken, en heeft ongeveef

1000°

(*) In January 1767. ftond de thermometer van Reaumur de 7 en tl graaden onder het punt van votö. Den vierden vielnbsp;fliecuw vyfiien duim hoog, en de velden blcevcn tot aan dennbsp;Febtuary daarmede bedekt. De wynftok leedt daardoor veel gt;nbsp;veeic vygeboomen bevrooten. De menigte van den gevallennbsp;bedroeg naar de opmerkingen van den Pater de Ia Grange innbsp;1764. vierendertig duim zeven linien, in ’t jaar 1765- zevenen'''''*nbsp;tig duim en in ’t jaar 1766. tweeëndertig duim en twee linienj Ê'nbsp;Tüigelyk regent het elk Jaar meer in Milaan dan in Parys.

(*•) De flag duurde twee dagen, en was zoo hevig, dat de Ichalk Trivuliio, welke reeds agtticn veldflagen had bygeWd®” 'nbsp;zeiae: de andere veldflagei» waren maat kindetipel, dceze ceo' *nbsp;zenftryd geweeft.

-ocr page 449-

355,

DOOR I T A L I E

loooo inwooners. De oude ftad lt;^Lodi Vecchio) wierd vaïi Jif/Jasai de Galliërs gebouwd, maar heeft haare vergrooting, gelyknbsp;ook haaren ouden naain van den vader van den grootenPom-pejus verkreegen. De Milaaners verftoorden Lodi Vee-chio in de twaalfde eeuw, en thans is het eene ellendige!nbsp;plaats. Maar als keizer Frederik Barbarolfa Milaan met dennbsp;grond gelyk gemaakt had, liet hy drie mylen van ’tondeLodinbsp;af, het nieuwe weder opbouwen. Dit nieuwe Lodi wierdnbsp;daarop in weinig jaaren eene aanzienlyke ftad, die eennbsp;geruiraen tyd haare vryheid ftaande hield. Maar in de on-ruften der Gibellinen inoeft zy veel uitftaan, tot datzyein-delyk onder het gebied van de hertogen van Milaan geraakte^

De ftad heeft niets byzonders buiten de kerk l’Incoronata, en fabrieken van fchoon nagemaakt porcellein of platteelwerkinbsp;Dat hier de befte Parmeza.ankaazeu vervaardigd worden, isnbsp;boven reeds gemeld.

Van Lodi kaa men uaarMantuit, en van daar over Verona naarVenetien, of regt uit naar Bologne gaan. De raeetlennbsp;ueemen egter den beften weg over Parma naar Bologne, on*

Romen en Napels in den winter te bezoeken, en op hetHemel-Vaartsfeeft in V’enetien te zyn. Van Mantua zullen wy op' de terugreize uit Venetien handelen.

Cremona is eene kleine ftad, die zoo wel als Lodi van de Galliërs, welke, ongeveer vierhondert jaar voor de geboorte van Chriftus in Italien indrongen, is gebouwd. Dénbsp;buvooners hielden in de burgerlyke oorlogen de party vannbsp;^ntonius tegen Oélavius, cn wierden tot hun ftraf geheelnbsp;quot;^geplunderd. Virgiüus inoeft wegens de nabybeid ooknbsp;quot;aardoor lydeu, en fchreef daarover zynen negenden her-'^^rzang. (*) Zy wierd vervolgens tweemaal hamelyk eerft

van

(*) Mantua vat mifera nimium vtcina Crenionjc. Men kan hiet-nazien , Cremona fitielislima citta', e nobilisfima colonia de ^“niani amp;c. da Anton Catnpi, Piuere, amp; Cavalic» Cremóoe*e 'mnbsp;‘‘knonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^to.

Z s

-ocr page 450-

35lt;5 R E I S-B O E K

Milaan, van de Gothcn ointrend het jaar 630. en daarna van deH keizer FrederikBarbarofla verwoed, maar lierftelde zich r®*nbsp;weder. Keizer Sigisratind rigtte hier eene beroemde hoog®nbsp;fchool op, die thans in een flegten toefiand is, en gaf haar dS'nbsp;zelfde voorregten, als die te Bologna. Na dat de flad eenen g®'nbsp;ruimen tyd onder de magt der Venetiaanen gedaan had, kwaH'nbsp;zy eindelyk aan de hertogen van Milaan. Zy heeft regte bre®'nbsp;ée draaten, die met middelmaatige gebouwen bezet zyn. Mid'nbsp;den door de dad vloeit een klein kanaal, dat niet al te zuivfifnbsp;gehouden wordt. Men toont nog het huis, waarin in ’tjaatnbsp;1702. de Franfclie Marfchal Villeroi door den prins Eng®'nbsp;nius gevangengenomenwierd.

Van hunnen tooren inaaken de Cremoneezers veel geroep» en houden hem voor den hoogden in Europa. Men heeft vadnbsp;denzelven een heerlyk uitzigt over eene vrugtbaare vlakte»nbsp;en ziet eene grootedreek van den loop der riviere de Po, ovefnbsp;welke een weinig van de dad af eene fchipbrug legt, die dootnbsp;eene fchans gedekt is. Men telt tot aan de klokken 498 trapnbsp;pen, en geeft hem, bebalven de lange fpits, ongeveer 2®°nbsp;voeten hoogte.

Het merkwaardigde in de dad is de Dom, en de kerk denhei’igeu Petrus, Dominicus en Augudinus. Indelaat^®nbsp;treft men twee fchoone fchilderyen van Perugino, ennbsp;aauzienlyke bibliotheek aan. Cremona was de geboort®”^nbsp;van den beroemden digter Vida, die ten tyde van dennbsp;Leo X. dat voorireffelyk Latynfcli gedicht over denbsp;kund fchreef.

ilia*


{•; Pope vei'gelykt hem in zyn Eflay on Criticifm met Vi'S' Immoital Vida ! on whofe honom’J brownbsp;The poets bays and critic’s ivy grow,

Cremona now fhall ever boaft thy name As next in place to Mantua next in fame.

EINDE VAN HET EERSTE DEE^

-ocr page 451-

357

NAAMLYST

I van Italiaanfchen en anderen meeft zeldzamen en koftbaare Boeken,

waarvan verfcheiden in dit werk gemeld worden,

en die hy, den Uitgever

J. VAN SCHOONHOVEN en Comp.

te bekomen zyn.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Aretin, a Dialogue on painting from the Italian of Lud.

Dolce Lond. 1770. 8. engl. b.

Addifon’s Works Lond. 1722. 8. 2 voll.

Der Adriatifche Low, das ill kurze Anzoigung des Vene-tianifchen Adels, Altdorf 1704. 8. mit Kupf. L’Abecedario Pittorico Napoli 1733. 4. velin.

Architettura di G. Barozzio da Vignola Iloma 17^3. 4. 50 tavole. in rami.

--— di M. Vitrnvio, tradoui e commentati da

Monwr. Daniel BarbaroVenez. 1584. 4. rare amp; trés eftiiné. Atti dell’Accadcraia de’Fifiocritici di Siena, in Siena 1761-1767. 4* 3 '^o’d. veau fauve, avec beaucoup de jig. anato-wiques, botaniques, ^c.

Avventure maravigliofe del fitmofo Giiif. Caffardo, nobile Romano, Ital. e Tedefco, Augulla 1768. 8.

Ariollo (M- Lud.) Satire e rime. Amburgo (Londra) 1732. 8.

----——¦ Commedie. Firenze 1744. 12.

_____Ortando furiofo con una breve efpofttione

di tutti i vocaboli e luoghi difEcili Venezia 1551. 4. fig. velin ed- tt'ès rare.

Algarotti epiflole in verfi Venez. 1760.il Congresfo di Gitera ib. 1763- Lettere militari ib. 1762. Lettere fopra la Ruflla ib. 1763. 8. I vol.

Avvertimenti grammaticali per chi ferive in lingua Italiana-dal P. Franc. Rainaldi Roma 1663. 12.

Aiitiguedades de las Ciudades de Efpanna por Ambr. de Morales, en Alcala de Henares 1575. Yo\. fig.trés rarenbsp;amp; eflimé.

Z 3 nbsp;nbsp;nbsp;/Edium

-ocr page 452-

?53

NAAMLYST

^dium Farnefinrum Tabu!® ab Annib. Caraccio depiftis* è Carolo C®fio ®n infculpt® atque a Lucio Philarcha;onbsp;explicat® Rom®. 17'SZ-forme cfailas., oitvrage magnifiqiiclt;

Antiqu® regi®qiie Sabaud® domus arbor gcntilitia, auftore Fr. Maria Ferrerro a Labriano Aug. Taurinorum 1702*nbsp;Fol. avee de trés beaux portraits en taille douce.

Asferaani Jof. Sim.) Kalendaria ecciefi® univcrf® Rom® 1755. 4. 6 vol. velin cordé.

Ambrofii Traverfarii Generalis Camaldulenfium aliornmqiis ad ipfuin Epiftol® latin®, accedit Ejusdem vita, in quanbsp;hiftoria literaria Florentinaab a. 1192-1440. e monumen-tis potiflimura ineditis dedufta eft a Laur. Mehus Flo*nbsp;rent. 1759. Fol, 2 parr, i vol. vel. cordé.

Averanii (Bened.) Florentini Opera latina Fltwent. 1717* Fol. 4 voll.

Aretini ( L. Bruni') Epiftol® cura Laur. Mehus Florent, 1741. 8. 2 voll.

Arifii (Franc.) Cremona Literata Farm® 1702-1705, Fdt 2 tom. I vol. veau.

Brevall’s ( J.) Remarks amp; Second remarks on feveral parts of Europe relating chiefly to the hiltory, antiquities amp;c.nbsp;of thefe countries Lond. 1725. 4 torn. 2. voll. fol. ettgl,nbsp;b. A very curious amp; learned •xork, full of fine en-gravingf but fcarce known out of England.

Bla inville’s Travells trough Holland, Germany, Switferland amp; Italy Lond. 1767. .8 voll. 4. engl. b. with a greatnbsp;number of cuts, views, Pfc.

Rareui’s Account of the manners amp; cufloms of Italy {againfl Mr. Sharp') Lond. 1768. 8. 2 voll. engl. b,

----Italian Library, containing an account of the h'

ves amp; works of the moll: valuable authors of Italy Lon‘^' 1767. 8. br.

Burney’s prefent ftate of Mufic in France amp; Italy Lon^' 1771. 8. e. b.

Brokes verdeiufcher Bethlehemitifchcr Kindermord desMu rino Ital. und Deutfeh Ilamb. 174.2. 8,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Boccaccio (Grov.) Decamerone, colla vita dell’autore ^ ^ atri osfervazioni criticbe ed iftoriche da V. Martinelli Ld''nbsp;drn 1762. 4. gr. pap. be Ik edition, veau marbre. .,

---- Decamerone Londra (Parigi) 1757. 8- ^

ed. ftiperbe, avec plus de 200. efiampes (j* vignettes P’ 'vés par ks metlkurs maitres frangois dtapi és les ^nbsp;de Cravelot amp;aHtres.trts belexempl.gr.pap. veauiMS_ 'nbsp;dp i fup tranche,prem. epreu ves des efiampes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦

-ocr page 453-

359

VAN BOEKEN.

Baccanali di Girolamo Baruiïaldi Bologna 1758. 8. 3 voll. velin, avec de belles vignettes.

Bellezze dellaCiuii di Firenze, da M. Franc. Bocchi, am-pliate da M. Giov. Cinclli Fir. 1677. 8- veau.

Bacceti (MO Hiftoria Septimiana Rom® 1724. Fol.

Barbault Monumens de Rome ancienne ou recuei! des plus beaux morceaux del’antiquiteRomaine, Rome 1761.nbsp;forme dlatlas, avec 128. planches, ouvrage magnipque.

Eafilica; S. Mari® Majoris de Urbe a Libetio Papa i. ad Paulum V. Pont. Max. defcriptio amp; delineatio auftorenbsp;Abb. Paulo de Angelis Rom® 1621. gr Fol. avec beau-coup de figures, velin cordé , peu comnmn.

Blanchini (Franc.) Obfervationes feleft® aftronomic® atque geographic® cura Eult. Manfredi Veron® 1737. Fol.

---(Jolephi) Vindici® Canonicarum fcripcurarmn

Rom® 1740. Fol. 2 part, i vol.

----yr---Demonflratio hidori® ecclefladic®

quadripartit® coinprobat® monumemis pertinentibus ad fidem temporuin amp; geftorum Rom® 1752. Fol. 3 voll.nbsp;fig. d.r. veau fauve.

Bibliotheca Sicuia five notitia fcriptorum Siculorum auflore Anton. Mongitore Pan,orrai 1708-1714. Fol. 2 voll.

Bionis amp; Mofciii Idyllia Gr. lat. c. n. Nie. Schwebelii Venet. 1764. 8.

Belgradi (Jac.) Epidol® de rebus pliyficis amp; anliquis mo-numentis fub Retiiin recens inventis Venet. 1749. 8,

Beveregii (GuI.) luftitutiones chronologic® ed. auctior Venet. 1738. 8,

Colleélion (a new) ofVoyagies amp;difcoveriesamp;c. Loud.

1767. 8. 8 voll. with, snaps amp; cuts.

Cena (la prima e la feconda) novelle di A. F. Grazzini, detto il Lafca, Londra 1756. 4. belle impr, gr. pap.nbsp;rel. angl.

Condderazioni del Marchefe G. G. Orfi fopra la Maniere de Men pertfer dans les ouvrages d'efprit, opera del P.-Bouhours, con tutte le fcritcure che uicirono nellaqueftanbsp;contefa Modena 1735. 4. 2 voll.

Cofe (delle) mirabili della Citta di Venezia, da Leonico Goldioni Venet. 1649. 8.

n Poeta Venez. 1757- 3 voll. fig. la Viaggiatrice 1761. 2 voll.nbsp;ia Veneziajia di Spirito 17152. s tom. i vol.

Z4

Chiari (il Sig. Ab. Pietro) Recueil de fes Romans, Jfavoir

rUsfaro

-ocr page 454-

NAAMLYST

rUsfaro Italiano 1762, 2 tom. i vol.

I’Americana Ramrainga 1763. 2 tom. i vol, laFrancefe in Italia 1763. 2 tom. i vol.nbsp;la Filofofesfa Italiana 17Ö5. 4 voll. fig.nbsp;rincognito 1767. 2 tom. i vol,nbsp;la Donna che non fi trova 1768. 2 tom. i vol.nbsp;la Ballerina onorata 1757. 2 tom. i vol.nbsp;tnfemble 23. tom. rel. en 16 voll. 8.

Compendiofo trattato della celebre Acqua di Nocera nell’ Umbria da Florido Piombi. in Foligno gt;724. 12.

la Ciceide (recueil de Poefies trés gaillardes) 12. rare.

Corfo delle acque antiche e moderne fuori e dentro Roma coll’ illuflrazione di molte antichita, da pasfati Scrittotinbsp;ed antiquari non conofciute, opera di Alb. Casfio Romanbsp;1756, 4. lt;x voll. fig.

Commentarii Bouonienfis Inftituti fcientiarumamp;artium Bo-non. 1745. 4. 6 voll. fig. velin.

Corona Gothica, Cailellana y Auftriaca par D. Diego Saavedra Faxardo, en Munfier (Anverfa) 1646. 4.

Codex diplomaticus Sicilite, notis amp; Disfertationibus illii-(Iratus a Joanne de Joanne, Panormi 1743- Fol. yol. I.

das Caffee-liaus, etn Wochenfchrift, aus dem ItalianifchCil Zürich 1770. 8. 2 theilen.

Catalogi duoaudtoriim amp; rerum e quibns XXXIII. voll. an-tiquicatum Grajcarum amp; Romanarum congefia func Ve-net. 1755. 8.

Cohici (Dini) Pieri Saliitati Epillolre nunc primum edit» CLira Jof. Ricaccii Florent. 1742. 2 voll. 8,

Carmina llluftriinn Poetarum Italoriun Florent. 1717-172(5. 8. 12 voll. velin.

Catalogus Codd. MSS. Bibliothec» I^aurentiana; Me’dice® cura A. M. Bandinii Florent.. 1764-1770. Fol. 3 voll*

il Cicerone, poema di Giancario Pasferpni Venez. 177?' 12. 4 voll.

Coifini (Ed.) Epillola de Biirdigalenfi Aufonii Confulaiquot; Pifis 1764. 4,

r----Series prarfeftorum Urbis ex editis ineditifU’*

marmoribus Pifis 1766. 4.

----Disfertationes quibiis infignia qutedam aaP'

qua monuraenta illuflrantur. S.

Comment.arii de rebus peninentibus ad Ang. Mar. S. R-®' Card. Quirinuin Brixia; 1750. 8. 2 tom, 2 vol.

Corpus Juris Civilis .\cademicura cura Chr. H. Freiersic^'l'’’ ed.- aucia locis paralleiis Lugduni 1759. 4, 2 voll.

-ocr page 455-

361

VAN BOEKEN.

Corpus Juris Canonici, emendatum amp;notisilluflrattimAug. Taurin. 1745. 4. 2 voll.

Catalogus Bibliotheca Mediceo-LaurentiantcFlorentin® di-geftus ab A. M. Bifcionio Florent, 1757. 8. 2 voll.

Drummond (Alex.) Travells through Germany, Italy, Greece, amp; Afia, as far as the Euphrates Loud. 1754,nbsp;Fol. with cuts, antiquities, maps, plans, amp;c.

Diélionaire d’Architefture, civile, militaire, uavale, antique , ancienne amp; moderne amp; de tons les arts amp; metiers qui en dependent, dout tons les terraes font exprimésnbsp;en Francais, Latin, Efpagnol, Italien, Anglais amp; Al-leraand,’avec une notice des plus celebres architeéles.nbsp;Ingenieurs, Peintres, Sculpteurs, Graveurs amp; autves ar-tiftes par M. G. F. Roland le Virloys Paris 1770. 4.

3 voll. gr, pap. avec loi. planches de figures en taille douce, vcau marbré.

Diarium, oder Befchreibung der Reife des Durchl. Fiirft und Herr Carl, LandgralF zu Heffen, amp;c- A. 1699.nbsp;durch das H. Rom. Reich, Italien und die Schweitznbsp;gethan,Casfel 1722. Yol.velin. NB. Es find nur fehr we-nig Exemplarien von diefes werk abgedrukt geworden ,nbsp;daher es uiigemein feltfahm iff.

Defcrizione dell’ infigne fabrica di S. Maria del Fiore, me-tropolitana Fiorentin , in varie carte intagliati da B. San-fone Sgrilli Architetto Firenze 1730. forme d'atlas, de‘ inie rel. avec de belles figures.

--- della regia villa di Pratolino Firenze 1744.

fol. con fig. in rame.

di tutta ritalia di F. Leandro Alberti, in Vq.

uegia 1553. 4- fclin, la medefiraa, ivi 1596. e,.velin. Diporto de’ Viandauti, nel quale fi leggono facetie, mottinbsp;e burle, da Chr. Zabata Trevigi 1600. 8.nbsp;bizzionario philofofico, Venezia jyds. 8.

Defcrizzione di Milano, ornat.a con molti difegni in rami, raccolta ed ordinata da Serviliano Latuada Milano 1737.nbsp;8. 5 voll. fig- _

bifquifitiones Pliniante, auflore Ant. Jof. Comité a Turre Rezzonico Parma; 1763-1767. Fol. 2 \’o\[. vcau marbré.nbsp;bold (Seb.) a Ragufio Differtatio de lllyrica; lingua; ve-tufiate amp; amplicudine Veiret. 1754. 4.

----Pafli Literario-Pv.agufini, five vivorum litera-

torura qui ulqiie ad A. 1766. in Ragufina ditione florue-runt prolpecliis Veiiet. 1767. 4. gr. pap.

Z 5 nbsp;nbsp;nbsp;Decoq-


-ocr page 456-

362

NAAMLYST

Decouverte de Ia Maifon de Campagne d’Horace par,M. l’abbé Capmarcin de Chaiipy Rome 1767. 8. 3 voll.

Evelyn (John) Sculpttira, or the hiftory amp; Art of Chalcography amp;c. Lond. 17(39. 8. e. b.

Eftratto della Letteratura Europea dall’anno 1758-1768. Yverdon. 44. voil. 8.

TJuesdins Gefchichte und Abbildungen der beften Mah-Jtr Ier in der Schweitz, Zürch 1755. 3 theilen mit fchö-nen Kiipfern.

¦---raifonnirendes Verzeichnifs der vornehmften

Kiipferftecher und ihrer Werke, Ebend. 1771. 8. ilForeftiere illuminato intorno Ic cofe di Venezia, ivi 1740.nbsp;8. fig.

---- informato delle cofe di Lucca, Lucca 1721. 8-

Fagiuoli (G. B.) Comraedie, in Venez. 1753. 12. 7 voll.

•---Profe Tofcane, Roveredo 1755. 12.

--- Ia Fagiuolaja o'vero rime facete. Venez.

1739. 12.6 voll.

Frifi (J.) de Legibus Naturje Mediol. 1767. 4. fig. Facciolati(Jac.) Fafti Gymnafii Pataviui ab A. 12.^0-1740.nbsp;Patav. 1757. 4. velin cordé.

--- de Gymnalio Patavino Syntagmata XII.

Patav. 1752. 8.

---Acroafes dialeélicae undecira, in gymna-

fio Patavino habita? V'enet. 1750. 8.

-----Viaticum theologicum nobiü adolefcenti

paratuin, cum Germaniaiu amp; Galliam peragrare conftituif' fet Patav. 1755.

Gatterer’s (] C.) Allgemeine hiftorifche Bibliothek» Halle 1767-1772. 18 theilen velin.

Galleria de Giuftiniani Roma 1631. 2 voll. ouvrage fupcf' be-i forme d'atlai, tont en e (lampei, prémier ei epreuvettnbsp;exempt, nwgnifique, en veau marbré.nbsp;dei Giau Duchi di Tofcana della Cafa de’ Medici, ragioi'*'nbsp;menti iftorici del D. Giuf. Bianchini di Prato Venez'®nbsp;1741. onvrage egalement beau. forme iF Atlai. avecnbsp;port rat ti gravéi par les meilleursmaitres, trés bel exempt'nbsp;veau fttuve.

la GcrufaleiHine liberata di Torq.Tasfo conleftampe di Giarabattirta Piazzetta Venezia 1745. edition fupegt;'^nbsp;connue, forme d'atlas, trés bel exempl. en veau faW'^'nbsp;ê? premieres épreuves des eftampes.

Gii®*

-ocr page 457-

VAN BOEKEN.

e ancor peg-

Gianfenismo nuovo dimoftrato il medefimo giore del vecchio Venez. 1752. 4.

Le Glorie maefiofe del Santuario di Loreto, opera di B. Bartoli, in Macerata i6p6. 8.

Grammatica della lingualnglefedaF.Altieri Venez. 1750.8.

-----in franeefe della lingua Italiana dal Sig. Long-

champs Roma 1655. 8.

Gigli (Girol.) regole per la Tofcana favella Lncca 1734.8.

--- Lezioni di lingua Tofcana Venez. 1722. 8.

Giiida de Foredieri, curiofi di vedere Ie cofe piü notabili in Napoli dal P. Sarnelli ed Am. Bulifon Napoli 1697.nbsp;12. fig. veau.

Guarnacci (M*) Vita? amp; res gefta? Pontificura RR. amp; S. R. E. Cardinalium a Clemente X. adClementem XII. (a. 1670,nbsp;1740.j Roma? 1751. Fol. 2 voll. avec de trés beauxnbsp;forti'aitsnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vignettes e» taille douce.

Gattula? (D. Ev._) Hilloria Abbatis Casfinenfis cum acces-fionibus Venet. 1723-1731. Fol. 3 voll.

Gratiani (^A. M.) de Scriptis invita Minerva LibriXX.c. n. Hier. Lagomarfini Florent. 1745. 4. 2 voll.

Gori (Ant. Franc.) Thefaurus veterum Diptycliorutnj opus poftumum, cum additamentis Jo. Bapt. Pasleri Flo-rent. 1759. Fol. 3 voll. fig.

Galletthii ([ D. Pet. Aloyfii) Infcriptiones Venette medii a?vi Rotn® extantes Rom» 1757. 4.

Gravefon (Fr. Ign. Hyac. Amat.)‘Epiftola’ Theologico-hi-florico-polemicK de gratia efficaci, pra?deflinatione amp;c, Venet. 1761. 4. 3 voll.

Hirtory amp; Art of printing by P. Luckbombe Lond. 1772, 8. e. b. cuts.

Hogarth (Wilhelm) Zergliederung der Schönheit, überfetzt von C. Mylins Berlin 1754. 4. rait Kupfern.nbsp;Ilambergers Nachrichten von den vornehmften Schrift-Stel-lern vordemXVL Jahrhiindert Lemgo iy66. 8. 2 theilen.nbsp;Hifloire des conjurations amp; revolutions celebres parM. danbsp;Port du Tertre Paris 1754' 8. 8 tom. 4 voll. velin.

¦--des revolutions de Florence fous les Medicis Pa

ris 1765. 8. 3

.— — de rErapire par M. Ileifs Arad. 1733. g. 8 voll,

Iackfoifs Eifay on the invention amp; printing in ch’aro Ofcuro, as pradifed by A. Durer, Hugo di Carpi Src.nbsp;Lond. 1754. 4. 'iscith, curious, coloured engravings.nbsp;Idoria Fiorentina di Giovanni, Filippo e Mattco Villani,

Firenza

-ocr page 458-

NAAMLYST

Firenza per gU Giunii 15S7. 4. 3 tom. 2 vol!, ve//», ed. p-ès rare amp; recberchée, que les Florentins patent aunbsp;prix d or.

--della Accademia Clementina di Bologna, aggra-

gataairinftitttto delleScieiize e dell’Arti,Bologna *739, 4. 2 volt, veau fattve. avec de trh beaux portraits denbsp;peintres, impr. tnagnipque.

--eccleiiaftica deCcritta da Fr. Giuf. Agoft. Orfi

Roma 1752-1703. 8. 21 voll. veau fauve.

Indole CtJelf) e qualitk naturale ecivile dellaMoneta, e de principi iftorici e natural! de Contratti Roma 1750. 4.nbsp;Itinerario d’ltalia di Andrea Scoto Padoa 1643. 8.

Jo. Rud. Kieslingii Exercitationes de cultu SS. adverfus Jo. Chryfoll. Trombellium Lipf. 174a. 4.

Letters from a young painter abroad, to lii; friend in England {relating chiefly to the Antiquities of Italy)nbsp;Lond. 1750. 8. 2 voll. e. b. cuts.

--from Italy, by S. Sharp Lond. 1767. e. b.

Life, (the) of Benvenuto Cellini, tranOated from the Italian by Dr. Nugent Lond. 1771. 8. 2 voll.

Letteratura (della) Veneziana libri otto di Marco Fofcarini, Cav. e Procuratore Padoua 1752. Pol. vol. I. vclin cor-dé. la fuite da jamais paru.

Lingua (della) Tofcaiia di Bened. Buonmattei Vcnez. I73.5- 4-

Lettere di Visdomini Venez. 1640. 8.

--de! Card. Bendvoglio Ital.amp;Fr. Bruxelles itlt;68,8.

inifle di N. Ciangtilo

Lipf. 1732. 8, di M. Pietro Bembo Venegia 1575. 8. 4 tom. 2 vol.nbsp;del Commend. Annibal C.iro, Padoa 1763. 8.6 vol-

velin.


Lami (Jo.) Memorabilia Italoruin erudidone prteflanduö qui hoc Sec. XVIII. floruerunt Florent. 1742. 8. 3 voll-

------— Delicite Eruditorum Gr. Lat. Florent. 1736'

1744. 8. 15. tom. 7 voll. velin.

----Lezzioni d’AntichiiaTofcane Firenze 1766.4*

2 veil. iig.

Leges novellte quinque anecdots Impp. Theodofii JunioriS amp; Valentiniani III. aecedunt alia inedita cura Jo. Chr-Amadutli, Roma* 1767. Fol.

Morris (Rob.) Eflay in defence of ancient architefture Lond. 1728. 4. with cuts e, b.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„

^ nbsp;nbsp;nbsp;Metada-

-ocr page 459-

365

VAN BOEKEN.

Metaftafio’s works translated from the Italian by John Hoole Lond. 1767. 8. 2 voll. e. b.

Mouuihenti antichi inediti, fpiegati ed illufttati dall’Ab. Winkelmanno Rorna 1767. fol. 2 voll. -plein d’eflampes.

Memorie fpettanti allaStoria, al governo, ed alia defcrizione dellaCittae della campagna diMilano,ne’fecolibasli.rac-coke dal Conte Giulini. Milano 1760. 4.7 voll. demie rel.

Mefcolanze di Eg. Menagio Venez. 1736. 8.

Malmantile (il) racquiftato di Perlone Zippoli (Aar. Lippi') colic note di Puccio Lamone {il Sig. Ab.Salvini) edakrinbsp;Firenze 1750. 4. 2 voll.

delle Monete e deiriftituzione delle zecche d’ltalia, dell’ antico e prefente fiflema d’efle, e delloro intrinfeco va-lore e raporto con la prefente moneta, dalla decadenza dell’nbsp;Impero fino alfecoloXVII. Disfertazioni del Conte G.R.nbsp;Carli-Rubi Mantoa 1754. 4. 3 voll. velin, avec figures.

della Moneta propria e foraftiera che ebbe corfo nel D, di Friuli fino al fee. XV. Disfertazione di G. Liruti di Vil-lafreda Venez. 1749. 4. velin.

il Mercurio errante delle grandezze di Roma da P. Rolli Roma 1700. 12.

Mufeo Pittovico y Efcala Optica, par D. Antonino Palo-nimo en Madrid 1715. Fol. 2 voll.

Mercure de Vittorio Siri, contenant fliilloire generalede 1’Europe depuis 16401655. traduit de Italian Paris 1756.nbsp;8. 18 voll.

Memoires fecrets tirés des archives des fouvera'lns de I’En-rope, depuis le regne de Henri IV. {trad, de I'Italien de F. Siri) Amllerd. 1765. 8. 10 voll.

Memorabilia cujusvis feculi hifiorica, geographica, genea. logica amp; dogmatica ab O. Cond. ad noftra tempora, ac-cedit Index feriptorum qui de iisdem rebus fufius feri-pferunt, auftore Deodato de Sem. Romse 1725. Fol.

Mufeo Farnefe, o vero i Cefari in oro raccoki nel Farnefe Mufeo colie interpretazioni del P. Paolo Pedrufi Parmanbsp;1684-1727. PoL 10 voll. plein de fig.

Meurfii (Jo.) Opera omnia, quorum quredam in hac edi-tione primum parent, Jo. Laraius recenfebat amp; Scholiis illufirabat Florentise 17411763. Fol. 12 voll. belle im-presfion d. rel. veau. NB. Cet ouvrage n'eft pas ennbsp;commerce.

MufeumMazzuchellianum, feu numifmata virorum Doftrina prarfiantium a P. Ant. de Comitibus Gaetanis edita atquenbsp;illuftiata Venec. 1761-1763. Fol. 2 voll. fig. velin cordé.

Misfade

-ocr page 460-

366

NAAMLYST

Misfale mixtum fecundum regulam B. Ifidori didlum Mozara-bes c. I). Alex. Leslei Roma; 1755,4. ifari. i vql.teau, Muratorii (L. A.} de Paradifo adverllim Th. Burned li-brum de flatu mortuorum Venet. 1755. 8.

----- ( fub nomine Lam. Pritanii) de Inge-

niorum moderatione in religionis negotio Venec^ 1768. 8.

---Traité du bonheur public trad, de 1’ Italien

Paris 1772. 8. 2 voll. veau marbré.

Filofofia morale Verona 1735. 4. ’oelin. della perfetta Poefia Italiana in Modena 1706.nbsp;2 voll. velin.

Diflertazioni fopra le Antichiti Italiane Milano 1751. 4. 3 voll.

---della Caritk Chriftiana Venez. 17Ö1. 4.

---Vita e lettere Napoli 1768. 4.

--del Governo della Pefte trattato medico, politico , ecclefiailico Modena 1722. 8.

Introduzione alle paci private Modena 1708.8. delle forze dell’ intendimento umano o fia il

PiiTonifmo confntato Venez. 1756. 8.

--dei pregi dell’ eloquenza popolare

17-2. 8.

Venez.

della forza della fantafiaumana Venez. 1772. 8.

---rerum Italicarum fcriptores Mediol. 1723-

1734, Fol. 24. voll, •uelin cordé, trés bel exempt. Memoires pour i’ervir k la vie de Fran9ois Petrarque tiresnbsp;de fes oeuvres amp; des auteurs contemporains (par M.nbsp;l’Abbé de Sade) Amfterd. (Pisr/s) 1764-1767. 4. 3 voll.nbsp;d. r. veau écaillé.

Naclirichten von Kiinftlern und Kundfachen (von Herrn Heineke) Leipzig 1768. 8. a theilen, mit Kupf.nbsp;Kotizie de’ProfeiTori deldilegno, da Cimabue, opera dinbsp;Fii. Baldinucci, con varie disfertazioni di Giuf. Piacenzanbsp;Torino 1768-1771. 4. 3 voll. velin.

¦-^- della Cittk de Napoli per i Sig. foredieri, dal Cav.

Carlo Celano Napoli 1724. 8, 3 voll. fig. velin.

Nuova del’crizione del VatiCano data in luce da Gio, Pietro Chattard Roma 1762-1767. 8. 3 voll. fig.

Nouvelle relation de la vide amp; republique de Venife Utr. 1709. 8. 3 tom, I vol.

Natalis Comitis hidorite lui temporis Libri XXX. rerum ab A. 1545-1581. gedarum Argentor. 1612. Fol. velin.

Kuuji^'

-ocr page 461-

36?

VAN BOEKE

Numitoata Romanorum Pontificum prseflamiora a Martino V. ad Benediftum XIV. per Rud. Venuti aufta ac illu-ftrata Roma; 1744- 4-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w//».

the Orders of Grecian archirerfture delineated amp; explained from antiquities of Athens amp;c. (by Stephen Rioii) Lond,nbsp;1768. apart, i vol.Fol. engl. h. with 28. beautefull copper plates.

Opere di Torq.TasfoFirenze 1724.fol.6voll. veauécaillé.

--del Cardinal Bembo Venezia 1729. Fol. 4 voll.

velin cordé.

---di Dante Alighieri, con varie annotazioni Venezia

1757' 4‘ 5 tom. 4 voll. ed. fuperbe avecplus de 200. ejlampes heaucoup de vignettes,

----del Cav. Bapt. Guarini, con varie annotazioni e

Disfertazioni Verona 1737. 4. 4 voll. ed. fuperbe, ornée dejlampes vignettes iirées danciens monument, SS quinbsp;n'a été vendue qu aux foufcripteurs, trés bel exempt, cnnbsp;veau fauve,

--di Monfig. della Cafa Venezia 1728. 4. 5 voll.

- di M. Sperone Speroni degli Alvarotti Vencz.

1740. 4. 5 uoil, uelin, belle ed.

- del Sig. Pafquini Arezzo 1751. 4.

- di G. Chiabrera Venez. 1730. 8. 4 voll. veau.

- (ofiaTeatro e Coinponhnenti diverfi) di Carlo

Goldoni, Avvocato Veneto. Venez. 1761. 8. 12 tom. 6 voll. veau fauve, trés belle edition, avec cftampes, ^nbsp;publiée par rauteur menie,

---- di G. Cavazzoni Zanotti Bologna 1741.8. 2 vol.

velin,

- burlefche di Berni, Cafa, Varchi, Molza, Dolce e Firenzuola, Ufecht al Reno (Napoli) 1760. 8. 3 voll.nbsp;____drammatiche di Jacopo Durandi Torino 1766. 8.

voll.


del Sig. Marchefe Virgilio Malvezzi Venez.

12. velin. nbsp;nbsp;nbsp;'

Orfi (Jof. Aug.) Diir. de Invocatione Sp.Sanfti in litureiis Griecorum amp; Onentalium Mediol. 1731 .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

'--pro orthod'o.xiaSS. Per-

petua; amp; Fehcuatis èic. adverfus S. Basnagium. Flo-

rent. 1728. 4.


Scoria ecclefiallica. v. Ifloria,

Oderici (Gafp.) Genuenlis DilTertationes amp; adnotationes in aliquot ineditas veterum infcriptiones amp; mimifmatanbsp;amp;c. Romte j7i5i. 4* fig*

Oderici

-ocr page 462-

368

NAAMLYST

Oderic! {^Gafp.} de Argenceo Orcitirigis mimo conjelt;Sur* Roms 17671 gr. 4. fig.

Pilkington the Gentleman’s amp; ConnaisfeursDiftionary of Painters Lond. 1770. 4. eng/, b.

Poft (P.) Ouvrages d’Arcbiteelnre Leide 1715 gf, fol.

en velin, avec beaucoup de figürés.

Patte Monumens erigés en France, i la gloire de Louis XIV. précedés d'un tableau des progrès des arts amp;c.nbsp;Paris 1765. trés gr. fol. avec beaucoup de fig. en taillenbsp;douce , trés bel ouvrage.

- Memoires fur les objets les plus importans de rAr‘

chiteéture Paris 1769. trés gr. t^to. avec beaucoup de fig. d'une ausfi belle execution que Ie precedent.nbsp;Peinturè (La) Poëme en 3 chants par M. le .Mierre Parisnbsp;Q1769.) 4. ed. originale avec de belles efiampes fur lesnbsp;desfeins de Cochin.

Profe e Poefie del Sig. Ab. Ant. Conti Venez, 1739. 4-2 voll. velin.

ilPetrarca, colle variante Veiiez. 1755. 12.

---corretto fopra ottimi tefti a penna Firenze

1748. 8. velin.

Piiftura? Enufconm in vafculis nnnc primum colle(5la: amp; explicacionibus ac diflertstionibus illuftrats a Jo. Bapr.nbsp;Paslerio Romte 1767-1770. Fol. 2 voll. ouvrage mag-iiifique., amp; encore mietix executé que celui de M. Ilamil-ton aves plus de 200. grandes efiampes amp; plufieurs vignettes , toutes ENLUMINEES EN COULEURS.nbsp;NB. On fournira les deux volumes ftiivans, disqulBnbsp;paroitront.

Jo. Bapt. Pusferii Thefaurus Gemmarum aftriferarum Flo-reiitia: 1760. fol. 3 voll. fig.

---^ Lucerna) fiéliles Mufei Pafferii Pifau'*

1739. Fol. fig. nbsp;nbsp;nbsp;.

Pagi (R. P. Franc. amp; Ant.) Breviarium Pontificum manormn a Petro ad Gregor. XIII. Antwerp. 1717-1753'nbsp;4. 6. voll. velin.

Poleni (Jo.) Nova Supplementa utriusqueThefauri antiqtquot;' tatuffl Grscarum amp; Romanarum Venet. 1737. Fol. 5nbsp;voll. fig.

Pontedera (Jul.) Antiquitatum Latinarum Grtecarumqi’® enarrationes atqne etnendationes, prscipue ad anninbsp;teris rationem pertinentes epiftolis LXVIil. comprehen*nbsp;Patav. 1740. 4. fig.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ¦

pialt;;etitin3

-ocr page 463-

VAN BOEKEN.

Pjacentini CGeorgii) de Siglis veterum Grsecoruin opus poftiunum Roma;. I757- 4-

Reflt-ftions on the painting amp; fculpture of the Greeks Loud. 1765. 8. efjgL h.

Reflexions ciitiques fur la PoêTie amp; la Peinture par M. 1’Abbé du Bos Paris 17^5. 4. 3 voll. ed. fuperbfnbsp;impr. en cadres , avec des vignettes d Eifen, v,eaunbsp;fauve.

Reiazione della flatua equeftre di Carlo Magno tielTeffipio Vaticano. Siena 1735. Pol,

Ritratti di alcuni celebri Pittori del Secolo XVII. difegna-ti dal Gav. Ott. Lioni, con le vite de niedelimi Rom® ’731- 4- h-

Raccolta di Lettere fulla Pittura, Scultura ed ArchitettUra fcricte da pid celebri Profesfori di dette arti dal Sec. XV.nbsp;al XVll. publicate. da Bottari Roma 175417Ö6. 4snbsp;5 voll.

Rimario Tofcano PaJoa 1763. 4.

--di tie Poeti, Petrarca, Bembo e Molza Bergamo 1746. 12.

il Ricciatdetto (^Peëwa eroicomico') di N. Carteroriiacd (JSIunftg. Fortinguerra') in Parigi (^Napoli) 1765. 8.nbsp;2 voll. veati fauve.

Rime e Poefle di P. Bembo, colla fiia vita defcritca da T. Porcacchi Bergamo 1745. 8.

Roma aiitica e nioderna Roma 1745. 8. 3 volt. fig. Riirattodi Venezia, da Dorn. Marthielli Venez. 168^4.12.nbsp;Rcvolations de 1’Italie, traduites de 1’Italien de M. Deni*nbsp;na Paris 1770. 8. 4 voll.

Recueil d'Antiquités Rgyptiennes, Etrurques, Grecqties amp; Roraaiues yfar M. k Comte de Cayltts') Paris )76i-1757. 4. 7 voll- fig. veau écaillé. doré fur tranche.

•—' ¦_ d’AntiqnitO.s dans les Gaules, pour fervir de fuite a I’ouvrage de feu M. le Comte de Cayliis par M. de lanbsp;Sau'.-agere Paris 1770. 4. fig. veau écaillé, dorê furnbsp;tranche.

de fUfage des Statues cliez les anciens, EfTai hiilorique (gpar M. V Abbé Comte de Guafco, ouvrage qui peut fervir de fuite aux Recueih du Comte de Caylus) Bruxellesnbsp;1768. 4, fig. hr,

ÏLccueil de Charges de tdtes de differens caraftéres gravés tl I’eau forte (par M. le Comte Callus') d’apres les deRnbsp;feins de L. da Vinci, precedes d’une lectre de iVI. Ma-A anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lietc-

-ocr page 464-

NAAMLYST

nette fur tre Peintre Paris nbsp;nbsp;nbsp;gr. 4. •oeau mar-

hré.

Recueil d’antiqiiités Romaiues, ou voiage d’Italie, cotn* pofé de do planches, dans lesquelles on trouve diversnbsp;vafes, amp;C. Paris, (1769.) 4. d. r. en veau.

—‘--de trois cens tétes amp; fujets de corapolition, gra-

vés par M. Ie Comte de Caylus, d’après les pierres an« tiques du Cabinet du Roi Paris, (i/do.) 4. d. r.nbsp;veau.

Raccolta di diverfe Caricature delineate ed incife da Ar* noldo van Wefterhout, ora per la prima volta date ionbsp;luce Roma 1765. long format in ^to. 11 feuillet.

Recueil de divers desfeins amp; caprici de Stepli. della Bella , gravés par Langlois, long format in 4/0. 37 feuil’ les, hr.

Sydem (a Compleat) of Geography by Dr. Penning amp; J. Collyer Loud. 1771. Fol, 2 voll. engl. b. witbnbsp;maps Pi cuts.

Stiange (R.) Defcriptive catalogue of pictures Lond. 1769. 8. e. b.

Smollet’s Travells through France amp; Italy Dublin 1766. 8, 2 voll.

Saiidrart J. von ) Teutfche Akademie der Bau- Mahler-und Bildhauer-Kunfl, neue Ausgabe, verbelTert dutch J. J. Volkmann Nürnberg 1768-1772. Fol, Theil. 1.3.nbsp;3. 4. 5. tnit vielen febr fauhern Kupfern, veau fauve.nbsp;Serie di Ritratti d Domini illuflri Tofcani, con gli Kloginbsp;idorici dei medefimi Firenze 1766-1771. 3 voll./tt/'W*nbsp;dquot;Atlas , ouvrage dune magnificence extraordinairstnbsp;avec 1^0. portraits, gravés par les meilleurs mat tres.nbsp;della Storia e della ragion d'ogni Poefia, delf Ab. F. Sa-verio Quadrio Milano 1748. 4, 7 voll. demie rel.

Storia e feinimento delf Ab. Tofini, fopra il Gianfenifffl*^» in Concordia 1717. 3 voll. 8.nbsp;la Secchia rapita, poema eroi-comico di A. Taflbni, coH®nbsp;note del S. Salvini e Pellegr. Rosfi, e la vita dell’AH'nbsp;tore fcritta da L. A. Muratori Venez. 1763. 8.nbsp;fauve.

la Santa Cafa abbellita dal Sig. Silvio Serragli da Santa diTofcana, in Loreto 1644. 8. rare.

Sag'tio fopra la differenza del numero degli Uomin* tempi antichi e modemi Livorno 1757. 8.

-ocr page 465-

371

VAN BOEKEN.

Sli Scrlttori d’ltalia, o fia notizie Iftoriche e critiche delle vice e fcritti dei letterati d’ltalia dal Conte G. Mazzu-chelli Brefcia i753' Fol. 6 voll. veau fauve d. r. Qilnbsp;fien a jamah paru d'avantage.jnbsp;Scriptores return Neapolitanarum Neap. 1735. Fol. fig.nbsp;velin cordé.

Trattato di Mufica, del (celebre virtuofo il) Sig. Giuf. Tartini Padoua 1754. 4.

Teatro Italiano (del Sig. March. Scip. Maffei, Verona 1723-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 voll.

Recueil de pieces de Theatre, opera, en Italien amp; Fratifois, d [(avoir

Turno Aricino 1702. la Profperiti di Elio Sejano 1707. Ipernetlra 1724. la cadiita de Decemviri 1723. Lanbsp;finta Cameriera 175Ö. il Mondo nella Luna 1753. Lanbsp;ritornata di Londra 1759. L’Arcadia in Brenta 1752.nbsp;La finta Cameriera 1752. Orazio 752. Il Sig. di Por-fognacco 1752. 11 negligente 1752. La Maellra 1753.nbsp;Orazio 1753. Don Calafcione 1753. gli tr^ Cicisbetnbsp;1753- il Conte Caramella 1755. De guftibus non ellnbsp;dilputandum 1755. i Portentofi eiFetti della Madre na-tura 1753. Il mondo alia roverfa 1755. H fitofofo alia campagna 1755. Minofle 1753. Tigrane 1754.nbsp;Il tuttore fchernito 1754. L’opera in prova alia modanbsp;1754. Anaferfe 1755. Bertoldo, Bertoldinp e Caca-fenno 1755. La Trufaldina 1754. i Gelofi 1752.nbsp;L’Amor conftante, la Matilde, la iMacftra maga ainan-te; L’Origille, Lo lludente alia moda, Ottoue, Ezione;,nbsp;Eumene, amp;c.

enfewble 18 voll. 8. velin.

Tasfo(Torq.) Aminta favola bofcherecchia Padoai7a2,8.

_____la Gerufalemme liberata Glafgua 1763. 8.

tr'es jolie ed. avec fig. veau marbré.

¦---Aminta ibid. 1753. 8. avec fig. rel. de

niveau avec les précedens.

--(Bern.) I’Amadigi, Poema eroico Bergamo 1755.

12. 4 voll. velin.

---(Torq ) Opere v. Opere.

Theatrum Bafiliciie Pifaine 9ura amp; fiiidio Jof. Martini Romte 1705-1723. Fo.1. 2 veil. gr. pap. avec de trésnbsp;belles fig. veau marbré.

Trattóio della PUtuta di Leon, da Vinci, colla fua vita

A a 2 nbsp;nbsp;nbsp;fcritia

Rime ivi. 1759' 12, a voll. velin.

-ocr page 466-

fcritta da Raff, du Frefne Parigi 1751. Fol. fig.d. r.veati fauve.

UglieHi (D. Ferd.) Itaüa facra, editio fecunda aiufta amp; eraendaca ciira M. Coleti Venet. 1717-1722. Fol,nbsp;10 tom. 7 voll.

Venuti (Ridoifino) accurata e fuccinta defcrtzione to-pografica ed iflorica di Roma Moderna, opera podu-ma Poma 1766. 2 voll. gr. 410, avec 53, vues amp; plans d'edifices gravés par Ie fameux Piranefi.

Verliiche über den Cbarakter und die VVerke der bellen Italianifchen Dichter (von Herrn Meinhart) Braun-fchweig 1763. 8. 2 Theilen.

Verfucli über die menCchliche Natur in Yoriks Reife, Braunfchweig 1769. 8.

Vocabulario degli Accademici della Crufca Venezia Fol. velin.

Vita di Michel Angelo Buonaroti, pubblicata, mentre che viveva, dal fiio fcolare Afcanio Condivi, con varie an-notazioni del Sig. Mariette ed altri, ed. dal Sig. A. F.nbsp;God Firenze 1740. Fol. avec figures.

Vite de Pittori, fcultori ed Architetti Genovefi, opera di R. Soprani, arrichite di note da C. G. Ratti Genovanbsp;1768. 4. 2 voll. velin.

-----Napoletani, fcritte da Bern. Dominici Napoli

1742. 4. 3 toni. 2 voll. velin.

Viaggio (11) ip ptatica da Gio. M. Vidari Venez.

1753. 8.

Viaggi del P. Coronelli Venez. 1697. 8. 2 voll. fig rare.

---(Relazione de alcuni) fatti in diverl'e parti della

Tofcana, dal D. Gio. Targioni Tozzetti, ed. eda. con copiofe giunte Firenze 1768-1770. 8. 4 voll. fig. veadnbsp;fauve.

il Vindemiatore (^poeme gaillard') del Sig. Luigi Tan-fillo 12.

Velafquez (D. Luis Jofeph) Anales de la nacion Efpannola, haüa entrada de los Romanos, en Malaga 1759. 4.

•---^--- Congeturas fobre las medallaj

de los Reyes Godos y Suevos de Efpanna en Malag® J75P- ^ fis-

Voiage d’un Francois en Italië, fait dans les années 1765'' 1766. YVerctun 1769. 8. 8 voll.

Via (della) ^Appia riconofciuta edefcritta da Roma 3 I'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Brirt-

-ocr page 467-

VAN 'éÖÉKEN.'

Brintlifi Libri IV- di F; M. Pratilli NapoU 1745- Fbl* avec fig. (=? infcriptioni d. r. vean fativè.

Veteris Latii Antiqiiitatum ampliflima co!leffio‘, cura Jbf, Ant. Monaldini Romte 1771. 2 tom. i. vól. long ih folio, avec pins de 140. planches d. rel. ttngl.

Wright (Edm.) fome Obfervations, made in travelling trough France, Italy, the Low coinitries amp;c. Lond.nbsp;4* 2 /0f«. I vo//. engl. b. cioith cuts.

Wahre Abbildung und Befelireibung dreyer der belle antieke Mahlereyen in dem Herkulano, dutch J. C. Kilian Augiymrg 1765. Fol. mit Kupfern,

Zacharite ( Franc. Ant.) Iter Literarium per Italiam ab A. i753-i753- Venet. 1762. 4. 2 part, i vol.

-----^--- Bibliotheca; Piflorienfis amp; A-

necdotorum medii a;vi colleftio Aug. Taurin. 1752-1757. Ful. 2 voll.

Zanoiini (Ant.) Grammatica Chaldaica, Rabbinica, Tal-mudica, accedit peregrinatio Rabbini Petachia; Palav. 1750- 4-

- Lexicon Chaldaico - Rabbinicum Patav.

174/-


----Lexicon Hebvaicum Patav. 1732. 4.

----Lexicon Syriacum Patav. 1742. 4.

Atlas general civil amp; ecclefiaftique methodique amp; elementaire pour I’etiide de la Geographic amp; de rilifloite par M. Brion Paris 1766. 4. d. rel.

.— (nouvel) de i’Angleterre en fes 52. Comte's avec tou-tes les routes amp; les plans des villes amp; ports de ce ro-iaume Paris 1767. 4. 2 tom. i. vol. d. rel.

- Ecclefiadiqne comprenant tous les Eyechés des quatra

parties dii Monde par le Sr. Brion Pans 1767. 4. d. rel. Itineraire (Nouvel) general, comprenant routes les routesnbsp;des differens pais de I’Enrope Parsi d. rel.nbsp;Tableau Analytique de la France drefle relativement aunbsp;commerce amp; aux Finances par le Sr. Desnos Paris 1766.

- Le petit Neptune Fran9ois parM. Ri^zi Zannoni

Paris 1766. ---L’indicateur fidele ou Guide des

Voiageurs par la France Paris 1765. 3 tom. woX.d.rel. Atlas Chorographique hillorique amp; portatif des eleftionsnbsp;du Roiaume, Generalité de Pans, parM. TAbbe-Regleynbsp;Paris 1766. 4. d. rel.

Plan de la Ville amp; fauxbourgs de Paris par M. Deharme Paris 1770. 4. 35. feuilles, avec une table amp;c. d. rel.

Re.

-ocr page 468-

3?4

NAAMLYST ENZ.

Recueil des Cótes maritimes de Ia France en 50. feuilles par M. Brion Paris 1770. 4. d. rel.

Galeri» Farnefiae Icones Romae in sedibus S. Ducis Par-menfis ab Annibale Caraccio coloribus expreflT* a Petro Aquila delineat» incif» Augsburgl. 21 feuilles longnbsp;format.

Tableaux du Corrége dans l’Eglife desBenediétinsiParme, gravès par J. M. Jovannini, publié par Ie Comte A Colli d Parme 1700. en 12 feuilles, forme Atlas, aveSnbsp;ane dedkace latine au Due Ferdinand III. br.

Détails d’Architeélure de la Bafilique de S. Pierre de Rome par G. Dumont Paris 1763. Jorme dAtlas, d. rel.

Sacrte Hiftorite Aéla a Raphaele Urbin, in Vaticanis Xyftis expreffa, Nic. Chapron Gallus delineavic amp; inciditnbsp;Romte 164P. feuilles, long in t^to. br.

-ocr page 469- -ocr page 470- -ocr page 471- -ocr page 472- -ocr page 473- -ocr page 474-