I '
•* » nbsp;nbsp;nbsp;•tv?’. «nÖJJt
/ nbsp;nbsp;nbsp;‘ '.yt^
1
M
-^1
T nbsp;nbsp;nbsp;'
F.''quot;;i'r‘^ 'quot;.. ¦'J'- •
HEDENDAAGSCHE
VAN, E H
DOOR
Vervattende eene naaiiwkeurige
van den
Zoo van het Land zelve, dcszelfs Zeeden en Gebruiken, Re-getings-wyze, Handel, Huishoiidelyk Weezen, Oudheden, enz. als byzotider der nutte
E
Uit de nieuwHe Reisbefchryvingen , eigene Waarnee. niingeu en Aanmerkingen, zamengefteldnbsp;door
Nu ten diende der Nederlanders nit het Hoog-diiitsch overgezec, en verrykt met eene geheel Nieuwe KAART en dertig PLAATÈN.
.NIEUWE UITGAAF.
Te A M S T E R D A M,
|5y MAR TIN ÜS DE BRUYN, M DCCLXXIK»
-ocr page 6- -ocr page 7-DES
Bladz.
Republic.^ van San Marino. nbsp;nbsp;nbsp;i
Rubicon. Cefenatico. Qervia. Zctit-werken. La Clasfe. nbsp;nbsp;nbsp;4
Ravenna, Domkerk. S. Vitalis. Graf van Placidia. Rotonda. Graf van Koningnbsp;Theodorik ai van Dante.
Weg van Rimini naar Bologna. Cefena.
19
Eerrara. Gento. Guercino. Donïkerh Andere kerken. Graf van Arioflo. Geleerden. Èlocrasfen. Ontzuerpen van droog-maaking. Valk di Comachio.
Weg naar Venetien. Dykèn van den Po.
35
Chiozza. Maiamocco.
Sn
Venetien, Hiflorie. Getal der eilanden. Ranaalen. Bouivvjyze. Kerk van S. Marco.nbsp;Antieke paarden. Hertoglyk Paleis. De
-ocr page 8-Vï
iS. Marcusplaats. Zuikn. BrogUo. Bk hliötbcek. 'Antieken. Munten. Ge-tniniano. Toren.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bladz, 38!
van S, Marcus^ iSr Zaccaria. La Piëta. iS. Sepolcro. Paleis Cornaro. S.nbsp;Stefano.^ Paleis Pifani. 5. Eantino. S.nbsp;Luca. iS. Salvadore. Ponte Rialto. 68nbsp;Oofielyk gedeelte der pi ad. 1 MiracoU. S.nbsp;Giovanni e Paolo. Scuola di S. Marco.
S. FrancefeQ della Vigna. Paleis Grasft. 75 Het Arfenaal en de nabuurfclpap- De Bu-centoro. S. Pietro. 5. Giufeppe.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8a
IPyk van S. Paulus. S. Qasfano. I Tolen-tini. iS, Polo. Scuola di S. Rocco. I Frari. Paleis Barbarigo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;86
Ffoordelyk gedeelte van Venetien. S. Sofia.
S. Catarina. / Gefiuiti. J Mendicanti. Madonna deW Qrto. S. Giobbe. I Scalzi.nbsp;Maria Mater Dornini. La Carita.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;93
quot;Zaidelyk gedeelte van Venetien. La Salute. HUmilta. Dpgana. iS. Giorgio. Unbsp;Redemtore. S. Bafiiano. S. Maria Mag-giore. Eilanden om Venetien.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;97
Doge.
Re geer in gsform. Gran Configllo. Pregadi dd Died, Pieno CoUegio
-ocr page 9-Snvii, Pi'ocuratori di S. Mcifco. Ce-. regtshoven. Inkomjicn en krygsmagt. Bladz. IQ? Zesden en gebruiken. De adel. Gezelfchap-pen. Zeevens'iüys, Cajini. CoUTtifanes.nbsp;Kleeding. Qondels. Taal. Bergers.nbsp;Veiligheid. Godsdienfi. Kloofters.
Karneval. Masques. Ridotti. Bals. Trou~
'o^en der zee. Peotten. Bchouzvfpelen. Muziek in de hospitaalen. Theater.nbsp;VV^etenfchappen. Schil der kon ft. Oewigt.nbsp;Munten. Maat. Handel. Spiegels.nbsp;Koraalen. Letter gieter yen. Lugt. Vifch.nbsp;Gebrek aan mater
B-cis langs de Brenta. Lagune. Padüa, Hiftorie. Ligging. Domkerk. S. Antonio. S. Giuftina. Annunziata. S. Benedetto. Cafa di Dio. S. Filippo c Giacomo. Andere kerken. Raadhuis. Palazzo del Podefta. La Loggia. Univer-fiteit. Geleerden. Theater., Tartini.nbsp;Handel.
Landftreek om Padua. Landhuis Farfetti.
Aoano. Catajo. Arqtia. Basftano. Vicenza. Teatro Qlimpico. Raadhuis.nbsp;Lombaard. Paleizen. Domkerk. S. Co-
II9
Ï34
147.
15S
186
rona.
rona. Handel. Regeering. Landsdotiwe. Merkwaardigheden, La Rotonda. Madonna del Monte. Het bol Covoli.nbsp;Bolco.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bladz. 190
,Verona. Rivier de Adige, Amfitheater. Plaats JBra. Mufeuin. Theater. Trionfi-hoogen. Domkerk en andere kerken. Lanbsp;Fiera. Paleizen. Weetcnfchappen. Handel. Zeeden. Groene aarde, Verfieendenbsp;visfchen.
221
Mantua. Herken, Paleis T.' Julius Ro-manus. Virgiliui vaderland.
233
W^g naar Breficia. Pefchiera. Lago di Garda, Cajliglione.
Brescia. Het Slot. Domkerk. Raadhuis. Kerken en paleizen, Regeering. Inwoon-ders, IFeetenfchappen. Munten. Handel. Olie. Grondgebied. Zyde, Vinonbsp;Santo. Jagt met den Ringer. Visfcbe-ry. Veetugt. Kaas, JVeg naar Bergamo.
Bergamo. Hifiorie. La Fiera. Domkerk. Maria Maggiore en andere kerken. Paleis Terfi en Sanchi. Handel. Ingezeté-_ namp;n. Geleerden. Weg naar Milaan. Cas-
fano.
-ocr page 11-^55
^gnadd, Cumnka. Gsrgsrs-
Zola. nbsp;nbsp;nbsp;’ foiadz.
P-WiA. Kc^rthuizcr hs^rk. Dozikcrk. Ltd-verfiteit. Pakizsz. Wamp;eUnfchappen. BiUg, Handd.
Ncvi, Bochctta. Rivier nbsp;nbsp;nbsp;Rektvera.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^7$
Oekxja. Plifiork. Oorfprong des adeh. Andrks Doria. pleerfchappy der zee. Ligging der ftad. Grooite. Haven. Domkerk. Annunziata. Maria di Carignanonbsp;nevens de brug. S. Sko. S. Amhrogio.
S. Luca. 5. Domenico. nbsp;nbsp;nbsp;£75
^eftii^tenkollegie. Paleis van den Doge. Paleis Dor ia Brigrzole, BalbiGiacomim Balbi, Marcellone en Marccliino Düraz-
zo , Carega^ Dor ia ^ Turft twee paleizen Pallavicini. nbsp;nbsp;nbsp;25Ö
Stigtingen. DAlhergo^ groot en klein hospitaal. Schoone firaaten. nbsp;nbsp;nbsp;Lantaarns.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;311
Regeeringsform. Kleine en groote Raad.
Doge. Wetten. Inquifitk. Karakter der iniüooners. Ckisbei. Spel. Rlee-ding. Schouwfpekn.
Magt der Republiek. Inkomficn. Bank van
vervolg
De druk van dit werk loopt ten einde en dö aflevering van het laatfte Deel genaakt*nbsp;Myne Voorrede is ten kalven blyven fteken.
Het Publiek - — over ’t geheel genomen gt;
IS wellicht zeer onverfchillig of ik ze vervolge i doch, myne vrienden verlangen het, de Boekverkoper dringt my, het welilaan van de zaaknbsp;vordert het, myn gegeven woord verplicht my;nbsp;en doch! Hoe vele veranderingen brengen nietnbsp;twee jaren -—— wel niet in iemands wyze vannbsp;denken ; op ’t zelfde Huk: als men eerft gewoon is na te denken, eer men ene denkens-wyze aanneemt; doch -- in duizend din
gen 1 In zyne omflandigheden die op deze duidend dingen hunnen invloed hebben, en die
^en niet altoos voor het Publiek kan openleg-gen.
II
Zoo oit een Ruk con amore gefchreven is, het is de verdediging geweefl van eennbsp;land waar ik velen zeer goede vrienden heb,nbsp;die het eerfbe deel myner Voorrede tiitmaakt.nbsp;Ik fchikto het vervolg om de noodzakelykheidnbsp;van een goed Reisboek door Italien , gelyk ditnbsp;van Volkman , te betogen ; dat is, niet enenbsp;HiftÓria Critico-, philologieo-, poiemicó-, literarianbsp;te leveren van alles wat oit over Italien gefchreven is, van Antonini Itinerarium af tot de Pro-
• .
mtnade de deux (badaudsyParifisns (1771. 8vo. 2 voll.) ingefloten; die te recenfeeren, compa-reeren, critifeeren, chicaneeren, en dan ein-delyk een eerzuil te Richten voor Volkman opnbsp;de puinhopen van alle zyne voorgangeren.nbsp;Neen : maar om by deze gelegenheid , evennbsp;gelyk ik te voren over de wanftaldgen ennbsp;belagchelyke vooroordelen van velen mynernbsp;landgenoten aangaande Italien en de Italianennbsp;myn moed gekoeld heb; zoo ook over het gewone reizen zoo vanf myne landsgenoten als an-'nbsp;deren eveneens myn hart te luchten : en metnbsp;een klein getal dier lezers, voor wien ik byzon-der fchryve, op den trant van- Montaigne, ofnbsp;liever op myn trant gelyk Montaigfié op den zy-nen, te praten oveiquot; de wyze waarop men reift,nbsp;en over de wyze waarop men niet reift, dat is
over
-ocr page 15-lit
over de wyze waarop men behoorde te reizen , on zyne kinderen en aanbevolenen trachten tenbsp;doen reizen.
Die het eerfle deel myner Voorrede mec aandacht hebben gelezen , zullen genoeg bedenkingen over dit ftuk zyn gerezen , om tenbsp;kunnen afnemen hoe velen er my te dier tyd.nbsp;door het hoofd zyn gevlogen. En in de daadnbsp;de overmate van ftof was de grote rede die mynbsp;deed afbreken , en het fchikken van alle dienbsp;bouwftoflren tot een gelegener tyd verfchuiven.nbsp;Had ik er toen terftond kunnen aangaan om al-tans voor myzelven de fchets te ontwerpen,nbsp;het eerlle deel myner V oorrede was met minder mime noch gefchreven geweeft dan hetnbsp;twede. Ik heb vroeg reeds gelegenheid gehadnbsp;om voor my zelven veel te denken over hetnbsp;reizen; velen zien ukgaan om to. reizen, ziennbsp;reizen, en t’huis komen van 't reizen. Daarbynbsp;leidt my myn ganfch nochmalig beftaan in denbsp;wereld tot gedurige aanmerkingen over de opvoeding met alles wat daartoe zyne betrekkingnbsp;heeft. Zoo ik in myne omflandigheden, daarnbsp;ze my dagelyks hier op weder brengen, nietnbsp;elk ogenblik aanleiding vondt om nieuwe op-tnerkingen over dit allerwichtigft onderwerp te
^^ken , waarlyk ik ware - een onnutte
dienftknecht! In één woord, zoo iemand veel t anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ty
-ocr page 16-IV
by deze gelegenheid aan het [gemeen kon te zeggen hebben, ik was het. Doch myn noodlot wilde ’t niet, toen ter tyd; en noch minder.nbsp;gedurende de volgende twee jaren: allerminflnbsp;nu tegenwoordig , nu ’t er op aan komt, datnbsp;ik, het kofte wat het kofte, akans myn Boekverkoper myn woord houde.
Waren drie, tot vier dagen genoegzaam, ik zette ze in weerwil van myne bezigheden, vannbsp;myn veelvuldig verdriet en onaangenaamheden,nbsp;van de ganfche vervreemding aller myner tegenwoordige gedachten van zulk een onderwerp en in de daad van het behandelen vannbsp;enig onderwerp hoe genaamd. Doch, hoe kannbsp;ik in vier dagen rekenen er mede klaar te raken ! Myne gedachten van over twee jarennbsp;mogen veelal vervlogen zyn : als ik de floffanbsp;flechts een ogenblik bedaard overdenke, fchietnbsp;my genoeg in te zeggen. Myne ondervindingen zyn my genoeg tegenwoordig: de gevolgtrekkingen , die ik er uit maakte, licht te herroepen ; vele oude gedachten herinner ik my:nbsp;vele nieuwen ryzen by my op. Had ik den tydnbsp;Hechts om het alles te fchikken, den Lezernbsp;recht met my bekend te maken, dan my bynbsp;hem neder te zetten, en zoo ordentlyk over hetnbsp;Ruk te fpreken. Doch , myn haalt belemmert my : de menigte myner gedachten verdringt
-ocr page 17-VAN DEN HEER ***•
dringt zich : mens agitat moletn ----
Hoe het zy , ik doe liever myzelven dan. tnyn woord te kort. Men verwachte geen Ge-Schrift, maar Fragmenten : gene Verhandehng,nbsp;maar vliegende , afgebrokene , ongeëindigdenbsp;en ongefchikte gedachten en invallen.
eerste fragment.
Myn Vriend Sterne verdeelde de reizigers in
Idle travellers Inquijitive travellersnbsp;Lying travellersnbsp;Splenetic travellersnbsp;Travellers from necejjlty, ennbsp;Sentimental travellers. (*)
Ik zal ze tot myn oogmerk verdeden in i) Koopluiden. 2) Geleerden van zekere jaren,nbsp;kundigheid , en nadenken. 3) Reizigers omnbsp;gezondheid en Idle travellers. 4) Jonge luidennbsp;van fatfoen, die uit reizen worden gezonden,
om — ¦ - de laatfie hand aan hunne opvoeding te leggen.
Met de drie eerften denk ik my weinig op
te
CD Sentimental Journey.
VI
VOORREDE
te houden. Koopluiden hebben hun hoofd* oogmerk, en voor ’t geen zy er by willen ziennbsp;en opmerken van het land dat zy doorreizen,nbsp;zoo ’t Italien is, kan hen dit Reisboek vannbsp;Volkman van meer nut zyn dan enig ander.nbsp;Geleerden gaan of om de Natuurlyke Hiftorienbsp;van een land op te nemen: of om ontdekkingennbsp;van Oudheden te doen: of om de Boekeryennbsp;zich ten nutte te maken, en de handfchriftennbsp;te gebruiken, geleerden te bezoeken, enz. Ledigen en zieke reizigers gaan om de baden te gebruiken , met artzen raad te plegen, een gezonder lucht te fcheppen, zich te verltrojen,nbsp;bezig te houden, beweging te nemen , of dennbsp;koftelyken tyd te flyten, en zich aan zich zel-ven te ontrekken: Et l’ennui monte en croupe ^nbsp;galoppe avec eux. Zoo hen niet te veel is eennbsp;boek in de hand te nemen, om zich al was ’tnbsp;maar te orienteeren, denk ik dat Volkman zoonbsp;goed zal zyn en beter dan eenig ander. Alleen-lyk dat hy minder gefchikt is om enen milt-zuchtigen te vérmaken dan Sharp’s of Smollet’snbsp;reizen, die ik den zulken dan liever aanrade,nbsp;vooronderfteld dat zy zich voorflellen het volk,nbsp;'t welk zy gaan bezoeken, te detejleeren en daarvan gedetejieerd te worden.
Zoo veel met opzicht tot myne drie eerfte foorten van reizigers. Ik flap te gereeder van
hen
-ocr page 19-VII
lien af, wyl onze natie er weiniger van ople-dan enige andere, altans na Italien. On* ze zieken gaan na Aken, na Cleef, of na cnbsp;zuiden van Vrankryk. Onze leeglopers en ver-kwifters na BrulTel of na Parys. Onze Geleerdennbsp;nergens. onze Kooplieden , de gehele wereld door -- met brieven: en in perfoon,
na den Overtoom, na Buikfloot, na Sardam en na Loenen: alle reizen, waarop hen Volkman noch myne Voorrede van geen het minftenbsp;nut kan zyn.
Doch, daar blyftmyne vierde Clajfe van reizigers : ene dierbare en wichtige clafle : de fpruiten onzer aanzienlyklte huizen de waardenbsp;panden onzer befte burgers: jongelingen, wdennbsp;thans dit eenig middel van volmaking overig isnbsp;te ontfangen, om de Hennen van hun vaderland en voorbeelden der natie te worden.nbsp;Voor hen werkte ik, toen ik dit Reisboek deednbsp;vertalen. Zy leggen my te na aan het harte,nbsp;dan dat ik my niet breder met hen zoude ophouden.
Ik heb my in het eerfte gedeelte myner Voorrede rondborftig voor het reizen, als een wichtig deel van fatfoenlyke opvoeding, verklaard: «n dat Huk eerder als afgedaan aangeroerd,nbsp;dan op nieuws my voorgelleld hetzelve te belogen. Wezentlyk is het by befchaafde, fat-t 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;foen-
-ocr page 20-VIII
VOORREDE
foenlyke lieden, vooral die zelven gereisd hebben, uitgemaakt: zoo dat daar geen twee gevoelens meer over blyven. Wat in andere claflen der natie by myne Voorrede gedacht is,nbsp;is my onverfchillig: en ik ken de wyze van denken van vele luiden te wel om my.aan hunnenbsp;toeftemming te laten gelegen leggen, of enig-fints ray te bemocjen om die te winnen. Elknbsp;ziet door zyne eige brillen: en veel goed mogenbsp;het hen doen , al zyn de glazen fomtyds watnbsp;ruw gellepen ; zoo de vryheid alleenlyk maarnbsp;over en weder blyve, en niemand zich een uitfluitend recht aanmatige om de menigte metnbsp;brillen van zyn maakfel te voorzien : en dienbsp;zyne eige durfde behouden, als een gevaarlyknbsp;burger te verklagen of wel heimelyk te bena-deelen.
Het heeft my derhalven geenfints verwonderd te horen, wat by gelegenheid myner Voorrede gezegd is. Dat het verfchil over denbsp;voordeligheid van het reizen, altans door Europa, geenfints was uitgemaakt: dat integendeel de vrugt er van meeftal deze was, dat eennbsp;jongman leerde Opera’s en Bals bywonen, (*)
ene
(*) Twee toverwoorden in vele plaatfen van Neder-land, die na de onderfcheide wyze waarop zy wordeniiit-gefproken, terftond de begrippen omtrend iemands deugd en kvakter beflisfen,
-ocr page 21-ene Mnce onderhouden, en de gedenktekenen dezer verbintenis in zyn Vaderland en huisgezin
te rugbragte. In een woord,dat de goeden door
’t reizen niet beter en de kwaden flcchts erger wierden. Wantdoch,ziet 1 — inzynFader-land efiz ezel gemefi was , dat die te Parys geen
peerd zou worden -een wonderfpreuk uit het
bath$s , nbsp;nbsp;nbsp;grimlagchende toe zal flera-
men, met deze bepaling, dat hy echter op zyn reis zal gewennen, zyne oven zoo veel mogclyk tenbsp;Verbergen^ althans er niet mede te pronken; tnbsp;geen in ftuk van ezels, als men van ezels fprc-ken moet, na myn gedachten al veel gevorderd is.
Doch de ezels daargelaten - Ik ver
zoek myne lezers om verfchoning dat ik eens in myn leven dit onbefchofie woord heb moeten ter nederftellen ! -- Wat zeggen
doch alle deze manken , kortzichtigen , duizend en duizendmaal opgewarmde tegenrede-nen, anders dan ’t geen elk weet, dat veeltyds
kwalyk gereisd wordt, (f) Hiervan moeft men
de
door
te zeggen : dat het reizen byzonder in dezen tyd, ^ 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor-
Mogelyk herinneren zich niet alle myne lezers Po/ie’s ¦drt of Bathos, or finking in Poetry achter Martinus Seri-hlerus.
J lli. VlCluc UIJ -------- ---------^
-ocr page 22-de oorzaken nafporen , en dan middelen tot verbetering aan de hand geven, zoo men kon-de. Ten minften men moeft wel onderzoeken,nbsp;of’t onmogelyk ware dac een jongman met vruchtnbsp;zou reizen : en eer men dat had uitgemaakt,nbsp;niet in den blinde tegen een meulen fcher*nbsp;men.
Zoo ik het reizen myner natie aanpryze, ’t is voorzeker niet om ons geld in andere landen tenbsp;doen brengen: of de Hollanders te leren Macaroni eten en Cresfendo fpelen. Geef my enennbsp;jongeling van vvien gy zeker zyt, vooraf te kunnen bewyzen, dat hy meer nadeel dan vruchtnbsp;van zyn reizen zal hebben ; ik zal hemel en aarde met u bewegen, dat hy niet reize. Dochnbsp;-- zal deze jongeling, met de hoedanigheden die hem zoo ongefchikt tot het reizen maakten , t’huis blyvende, wel een loffelyk ennbsp;dienftig burger worden ? Als wy uitdrukkelyknbsp;overeen waren gekomen, wat men vooronder-
flelde
voordelig mocht gehouden worden: daar onze jonge luiden weinige fouten en dwaaiheden den vreemdeling kunnen afzien, waarvan zy, des gezind, gene voorbeelden ter navolging'! buis zouden vinden: en integendeel in andere landen , voornamenllyk in Italien, noch oneindig véél goedsnbsp;voor ben te leren is, waarvan zy buiten demogelykheidzynnbsp;$m in bun Vaderland eenig begrip lekrygen, I.Deel, Voorrede van den Heer bl. V.
-ocr page 23- -ocr page 24-XII
Emilen, enz. enz. enz. ingefloten. En zoo ik oit dien ballaft met ene nieuwe Ferhandelingnbsp;over de Opvoeding vermeerderde, ’t zou zyn omnbsp;te betogen , dat men - noit over de op
voeding had behoren te fchryven (*}. Ik fpreek van de byzondere en huislyke opvoeding: niet
van
O’T geen gy daar zegt, is of ene tournure, en by-gevolg ene trivialiteit, of het is vaLfch gedagt.
De Heer *** Mevrouw, ik heb U het volgende niet gelezen!
Mevr. N. Noem my vooruit een derde.
De Heer *** Tusfehen beiden, Mevrouw •' hoe (iaat het met de denkbeelden, die Gy my laatft klaagde, datnbsp;de Kinder-meid, die gy hebt laten gaan , aan uwe tweenbsp;oudde kinderen had bygebracht, rakende -
Mevr. N. Apropos ja! Ik heb alles bedacht om er den indruk van uittewisfehen, doch ik vind geen middel. Iknbsp;bid ü, hebt gy iets uitgevonden?
De Heer * • * VVat zeggen er uwe boeken van ?
Mevr. N. ’T geen ik omlervonden heb, dat men gene kinderen onder dienftboden moet vertrouwen.
De liter * * * Ik weet, Mevrouw, dat zy van U geheel aijders zouden geleerd hebben!
Meèlr, N. Dit gelykt veel na een verwyt, dat ik een maand lang aan myn Moeders ziekbed heb moeten door-brengen ?
De Heer *** Vergeef my, Mevrouw, het is maar ene tournure.
Mevr. N, Peurfuis, traitrel
-ocr page 25-van de algemene of publike , die uit haren aart niet anders dan algemene beginfels ennbsp;lt;2ne evenredige uitvoering kan hebben, en dusnbsp;wetenfchappelyk behandeld worden. Al hetnbsp;overige wat voor de byzondere opvoeding algemeen kan gerekend worden, fchikt zich totnbsp;zoo weinige, baarblykelyke beginfels, dat meil'nbsp;waarlyk zoo veel papier niet zou vermorftnbsp;hebben, had men die alleen zich voorgeftelt tenbsp;fcharen en in het regte licht te Hellen. Dannbsp;hlyft Rousfeau ten .minfhen noch beftaanbaarnbsp;zich zelven. Hy verdicht zich enen voedsterling , en hy verdicht zich enen leidsman-deze poppen'van zyn brein fpeelt hy zynenbsp;lezers voor ; en , poppen voor poppen genomen, moet men allerwege voldaan zyn en dik-wils zich verwonderen over zyne kunft. Dochnbsp;geef hem in plaats van Emile den een of anderen Hoogwelgeborenen jongenheer met zynennbsp;Mentor , den nieuw aangelandenen Mirlifontnbsp;of folic(Bur^ en laat hem aan deze weerbarftigenbsp;poppen diezelfde kunften ondernemen - - - ¦ ¦ -'t is de dobbelftenen van enen valfchen fpelernbsp;verruilen. Zoo zou men , eer men iets hadnbsp;nitgericht ten voordele der Opvoeding , zoonbsp;Vele Verhandelingen van Opvoeding moetennbsp;fchryven, als er kinderen in een land geborennbsp;worden; dat is, wy zyn den kring rondgelopen
XIV
en komen weer tot de tyden der Patriarchen, wanneer elk zyne eige kinderen opvoedde , ennbsp;niet over die van enen anderen fchreef of zichnbsp;daarmede bemoeide.
Zyt gy in de noodzakelykheid , om over de
Opvoeding te fchryven: dat is - hoe
weet ik het? -- heeft veellicht een Vorft
het u opgelegd : of hebt gy u onbedachtelyk verhuurd om een Boekdeel daar over te leveren ; alles wat voor u overig is, dat gy u
voorftellen kunt te doen , is - het ge-
wigt van uw onderwerp te betogen. Preek den adel de vvelftaanlykheid , en den burger denbsp;voordeligheid der Opvoeding. Houd de Overheid flil by het belang dat de Staat heeft, daarin dat zyne burgers van alle rangen, die ge-fchiktheid hebben om hunne kinderen tot men-fchen en tot burgers te vormen , tyd en lull:nbsp;mogen vinden om hunne voornaamfte zorgnbsp;daaraan te leggen. En die er gene gefchiktheidnbsp;toe hebben , dat ene wel ingerichte publikenbsp;Opvoeding hen te hulpe kome. Zy kan noitnbsp;ergens toe dienen dan om het gebrek der by-Zondere huisfelyke te vervullen , en kinderennbsp;die door hunne ouders zouden verwaarlooft ofnbsp;bedorven zyn, te redden. Dit alleen kan dennbsp;inhoud uitmaken ener Verhandeling over denbsp;Opvoeding. En byaldien die menigte van werken.
-ocr page 27- -ocr page 28-XVI
ben gearbeid , en zyn voorfchrift te zien nakomen. (*)
,, Zal men dan geenOnts befchouwelyk Qbeoretifch') aan de Opvoeding werken : noicnbsp;iemand zyn meerder doorzicht ten nutte vannbsp;anderen aanleggen ; en flechts elk in zyn huisnbsp;aan het vormen zyner voedfterlingen arbeiden?” Ik antwoorde. Of er wel veel tyd innbsp;’¦t geheel,voor de grootfle menigte, tot boekennbsp;te fchryven en Verhandelingen uittegeven zounbsp;overblyven, indien elk zich met al zyn vermogen beyverde om zoo veel mogelyk eerfl zelvenbsp;een goed burger te zyn , dat is al dat nut tenbsp;doen wat hy in den ganfchen kring zyner na-tuurlyke en burgerlyke betrekkingen in Raat isnbsp;te doen: en dan noch goede burgers te vormen - Ik weet het niet : doch dit weet
ik , Arifhides en Socrates hebben er noit tyd toe gevonden. En onze hedendaagfche alge-meene geleerdheid,na de uitvinding der Druk-
kunft,
(*') De vray Ie plus fouvent ik femhlent ejlre ravalez, mesmes du fens cosnmim. II leur efcbappe de belles paroles,nbsp;vtais qu'un autre les accommode; ik cognoiffent bien Gallen , mais nullement Ie malade: ils vous ont desjd remplynbsp;la tefle de loix, öf Jt tl ont encore congeu Ib noeud de la eau-fe ; ils feavent la theorique de toutes chofes, chcrcbez quinbsp;la mette en pratique. .Montaigne.
-ocr page 29-XVII
kunft, doedt, denk ik , meer eer aan de e-Ichaving van het verftand dan aan de verbef ring van het karakter en de zeden der laat enbsp;tyden, in vergelyking by voorbeeld van de e-fchaafde volkeren onder de ouden. O
Doch, het zy zoo'. Men moge zich kunnen verledigen om aan de befchouwing (theorie') dernbsp;Opvoeding te arbeiden: dan ftaat alvorens nochnbsp;alles te doen, (t) bQhdXven Ferhandelingen overnbsp;de Opvoeding te fchryven en die ftelfels - wyzenbsp;als ene w^etenfchap te verhandelen. Dag-regi-fiers van Opvoeding, en Gefchiedenisfen, •
rakters van kinderen-lange, woordelyke ,
dood-onnozele, maar voor den Wysgeer oneindig fchatbare zamenfpraken van en met kinderen t
-—- befchryvingen van íelyke toevallen van
kinderen, met alle hunne tekenen (fymptomatay: de wyze hoe menze behandeld , de middelennbsp;die men aangewend heeft, met alle de gevohnbsp;gen daarvan, genen de geringde omftandighe-
den overgeflagen - enz. Dit aan den
enen kant, onder den algemenen titel van Ge-
denk-
Ik vertrouw dat niemand kier denken zal aan l^ousfeau’s Difcours fur les Arts d? les Sciences.
CV^ Ik vooronderftel dat niemand ónderneme over de Opvoeding te Tchryven, die niet zelve kinderen gehad,nbsp;of ten minden eetis anders kindecen heeft opgevoed.
xvin
ienhfchriften om te dienen voor de Opvoeding der kinderen, door ouders en meejlers. (*_) Aan dertnbsp;anderen , naiiwkeurigen , wysgerigen , dochnbsp;vooral naïve aantekeningen van zyne erge herinneringen omtrend zyne kindsheid en lydelykenbsp;opvoeding; —— de gefchiedenis zyner denkbeelden - de voortgangen van zyn redens-
vermogen : - en vooral (wyl doch den
Burgerflaat meer gelegen legt, dat goeden dan dat fcherpzinnigen of geleerde menfchen gevormd worden) de ontwikkeling zyner hartstochten: de gelegenheden en oorzaken derzel-ver verkeerde of goede wending; het karakternbsp;zyner Ouderen , Opzienders en Meefhers : innbsp;zoo verre het op hunne wyze van opvoeding ennbsp;de behandeling die men van hen ondergaannbsp;heeft , invloed heeft gehad. De indruk, diertnbsp;men zich herinnert daarvan te zyn gewaar geworden : de fauten die men denkt omtrendnbsp;zich te zyn begaan: de middelen die men oordeelt dat gefchikter zouden geweeft zyn voofnbsp;het beoogde goede einde , enz. enz. enZ-Tvoede Deel, of gedenhfchriften voor de OpvoC'nbsp;ding der kinderen: door kinderen. (t)
(*) In Emile vindt men er hier en daar voorbeelden van» doch niet volkomen na myn ideaal.
(I) By Montaigne zyn duizenden, en fomraige volmaakte
-ocr page 31-Ik beken, er zou tot deze gedenkfchriften
geen gering doorzicht , een allergeoeffendfte
geeft
te verbeelden er van, Hoe fcbaibaar ds zyn verhaal by voorbeeld van denMarefchal 'de Montluc,’tgeen ik hierna
^l.aö.in ene nooc aanhalel-Ineige Ievensbefchryvingen
Van velen ouden en nieuwen: (by voorbeeld,om er ene flechts te noemen, die van Th. Agrippa d'Aubigné) m gemeenzame brieven: in alle naïve Tchryvers, Plutarchus aan hetnbsp;hoofd: vindt men modellen van zulke aantekeningen verspreidt. Waarom dezen in vootraad niet lang reeds by eennbsp;gebragt, en onder hoofden gefchaard ? Zoo kon iemand gt;nbsp;die den lyd had , al had hy gene kinderen, al had hy noitnbsp;*an enige opvoeding deel gehad, voor de befchouwingnbsp;der opvoeding werken,en zoo niet zich enen naain maken,nbsp;tën minden nuttig zyn , nuttiger dan velen die zich enen
naam hebben gemaakt. Elendige loonfchryvers!-- laat
my liever zeggen-Gy gehele talloze menigte van ledi
ge herfenen door ganfch Europa, die om dat elk boeken fchryft, na de uitvinding der Drukkunft, ook wilt eennbsp;boek fchryven of mogelyk tekent uit hoofde uwer omftan-digheden en plaats in de burgerlyke maatfchappy, welflaans*nbsp;halve gehouden te zyn om dien brandflapel van boeken,nbsp;waaronder wy zuchten en die,zoo lang er de vlam niet isnbsp;in geftoken, ons zoo veel koftelyken tyd beneemt, te vermeerderen - Wat klaagt gy dat voor u niets overblyfc
te doen; dat de vorige euwen het gras voor uwe voeten hebben weggemaeid , en enkel de ftoppelen overgelaten,nbsp;op gy ons vergaft ? Noemt my ene enkele wetenfchap,nbsp;^yetenfchap, waar niet oneindig veelnbsp;^lt;^ch innbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gjj hoe velen, daar mea genoeg aao
2 nbsp;nbsp;nbsp;doe»
-ocr page 32-XX
geeft: van opmerking, en dan ene bekwaamheid van uitdrukking en mededeling van gedachtennbsp;vereifcht worden , die fomtyds alle talen gebrekkig, ja het fchrift zelve niet toereikende zounbsp;vinden, en de tekenkunfl en levendige fpraaknbsp;daarmede moeten verenigen, om zich verdaan*nbsp;baar te maken en anderen zyne ervaringen me-
detedelen. Doch - zoo ’t onmogelyk is
ene vietenfchap van de opvoeding te maken » voor dat men, mogelyk euwen lang, niet dartnbsp;zulke bouvvftofFen geleverd heeft; (*) dat
doen zoude, als men recht onderzocht of niet alles wat et aan gedaan ware,eerft behoorde om ver te worden geworpen. Hadden Ramus en Bacon den Ariftotelifchen Molochnbsp;zoo niet aangetaft, hoe Hond het noch met de Wysbegeer-te , en- wezentlyk met alles?
(*) Daar zich in onze dagen Vorften beginnen aan dc opvoeding te laten gelegen leggen. waarom de Meefters ennbsp;Meefleresfen op alle fcholen niet opgelegd als een voorname plicht, by hun overig werk, jaarlyks aantekeningen ennbsp;dagregifters over te leveren i) van opmerkingen omtrendnbsp;kinderen gemaakt 2) van hunne behandeling van dezelvennbsp;by voorvallende byzondere gelegenheden. Zoo zou mennbsp;bouwftoffen krygen voor de befchouwing der opvoeding-En men zou weten , in welke handen men het ganfchsnbsp;volgende gedacht had betrouwd.
Men is dikwils in de gelegenheid , dat men de bS' kwaamheid van een Meefter in een Koft-fchool , vannbsp;enen huisfelyken Leidsman of Gouverneur , die zich
VOOt'
-ocr page 33-IS i •—-— zoo men noit een ftelfel van natuur-
kujide kon vervaardigen, zonder eerfttydenlang
voordoedt, zou willen afmeeten. Hoe doedt men dit ?
toetft zyne ervarenbeid in de talen, in de gefchie-denisfen, in de aardryksbefcbryviiig, in de wiskunde-, en op zyn beft dat men er op fta, dat by getuigrchrifien vannbsp;zyn eige karakter en goed gedrag vertone. Dochnbsp;biet céne vraag over zyne kennis van kinderen, over zynenbsp;bedrevenheid in het behandelen derzelven, in bet vormennbsp;beiden van hun verftand en hart: of ten minften ovetzynsnbsp;denkenswyze en lange befchouwelyke aanmerkingen overnbsp;dit alles* Vetftaat men ,dat ik van genen leermeefter, rnaafnbsp;Van enen opvoeder, van enenleidsman fpteke 1 Of beftaat daarnbsp;de opvoeding in ,dat een kind lere lezen , rekenen enfchry-ven , danfen en zingen, fchilderen , fcherinen , te paard ry dennbsp;en zwemmen, en dat zyn geheugen voor 't overige meenbsp;enige onoverdachten, onbegtepenen en dus onnutte kundigheden vervuld worde; of wel zyn dit alles maar denbsp;naakte muren van het gebouw, dat om door een raenfchnbsp;bewoond te worden, heel anders noch moet voorzien,op*nbsp;gecietd en ten gebruike toegericht worden? En beftaatnbsp;het wezen van alles niet daarin veelliever, dat het kindnbsp;zyn hart geleid, en zyn verftand, niet met kundighedennbsp;overladen worde, maar gewend zyne verkregene kundigheden te kauwen, te vergeiyken , ’t zaam te trekken, in-lezien in hare gevolgen , en op zyne beftemming te rugnbsp;brengen, dat is zich ten nutte te maken ?
Had ik den Leidsman, dien ik wilde toetfen, by voorbeeld in de Gefchiedkunde ondervraagd en daarin bedreven gevonden, ik zou hem zekevlyk op zyue weienfchap niet
XXII
voorrede
alle de data te hebben verzameld, waaruit meh tot de eerfte natuur-wetten kon opklimmen!
¦-— zoo men noit de Geneeskunde tot enö
wetenfchap had kunnen maken, zoo men niet duizenden van ziekten alvorens waargenomen
en befchreven had; In een woord - ZoO
men ene wetenfchap, die alleen op dadelykhe-den gegrond is, en omtrend dadelykheden ver keert, noit befchouwelyk fcheppen kan: maatnbsp;allengskens uit de byzondere dadelykhedennbsp;t’zaamgeflelde gevolgtrekkingen en algemenenbsp;regelen moet afleiden , en zoo langzaam ennbsp;met den tyd zyn gebouw optimmeren en ene af'nbsp;getrokkene kunil of wetenfchap vervaardigen*
-- Kan ik er tegen , dat een eindig ver
Rand geen andere loop kon geReld worden! en dat onze minRe afgetrokkene denkbeeldennbsp;voortbrengfelen zyn van enkele gewaarwof'nbsp;dingen !
Enige algemene aanmerkingen over de Op' voeding kan men maken, die uit den aart ennbsp;beRemming {dejlinatie) der menfchen, en de
aannemen. Verre van zyn proef voor my te kebben ge' daan, zou die eerft beginnen. En zoo hy myn kind dafnbsp;gedeelte van de Gefcbiedenisfen, waar na ik hem gevraagdnbsp;had, even zoo leerde als hy’t will voor zich zelven eiJnbsp;aan iny herhaald had, op eens was zyn lot by my behift»
-ocr page 35-VAN DEN HEER ***•
wederzydfche betrekking van ouders en kinde» rnct het einde ’t welk de natuur kan voor-onderfteld worden beoogd te hebben in het ordineren dezer betrekking, onmiddelyk voort-»nbsp;vloeijen.
öy voorbeeld : met opzicht tot het onderlicht der kinderen (of de zorge over hen als re-
delyke wezens) -- l'^at, wyl der menfchen
redelyk vermogen enkel door gewaarwordingen of ondervindingen gevormd wordt, dit onderlicht daarin beftaan moet , dat de ouders hetnbsp;getal van ondervindingen voor de kinderennbsp;zoeken te vermeerderen, 'en daartoe byzondernbsp;ook hunne eigen aan hen mededelen: op enenbsp;tvyze waarvan de indruk zoo na mogelyk kome ^nbsp;aan dien die ene eige gedane ondervinding gewoon is op het verftand en op het harte te
doen. (*) -- Dat de ouders, verre van
(*) La fagon de leur difdpUne (de quelques anciens peuples) c efloit leur faire da quefiions fur Ie jugemeitC desnbsp;hommes amp; de lews allions ; Sf s'ils condamnoient OUnbsp;louoient ou ce perfonage ou ce faiélil falloit raifannernbsp;leur dire, Pf par ce moyen ik aiguifoyent cnfemble leur entendement (jf apprenoyent Ie droit. /Iflyages en Xenophon,nbsp;demande a Cyrus compie de fa dernierc lego». C'efl dit-qu'en noflre efcole un grand gargon ayant ün petit faye,nbsp;fo donna a l'un de fes compagnons de petite taille . amp; luynbsp;tjla fonnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;plus grand: noflre precepteur ma-
XXIV
zich voortefteilen in die betrekking tot hunne kinderen, waarin zy zich bevinden, van de natuur gefield te zyn en door de inrichting dernbsp;burgerlyke maaifchappy daar by bewaard tenbsp;worden, om deze weerloze fchepfelen tot hun
ver-^ant fait juge de ce diferetid, je jvgeay qiCil falloit laiffer les chofes en cefl eftat, amp; que l'un S Fantre femblo'-entnbsp;eflre mktix accommodé en ce poinü : fur quoj tl me re-monflra que f avoys mal fait , car je m'efteis arreflénbsp;Ü 'confderer la bicnféarce , amp; il falloit premierementnbsp;avoir pourveu a la jufiice, qui vouloit que nul ne fufl fordnbsp;en ce qui luy apart eiwit. Et dit qüil en fufl fouetté, toutnbsp;ainfi que nous fommes cn nos villages, pour avoir oublié Ienbsp;premier Aonfe de riirja. Mon regent me feroit unenbsp;helle harangue in genere dcmonftrativo , avant qu'il menbsp;perfuadat que fon efcele vaut celle ld. lis ent voulu coup-per chemin : amp; puis qusl eft ainfi que les fciences , lorsnbsp;inefme qu on les prend de droit fil, ne peuvent qu'e nous en-feigner la prudence, la prudhommie pfi la refolutien : ils ontnbsp;voulu d' arrivée niettre leurs en fans au propre des efièamp;s,nbsp;Pfi les'inftriiire , non par ouy dire , mais par rejfay denbsp;fadtion, en les formant moulant vivement, non feule-onent de preceptes d? paroles, mais principaleinent d exetn-pies ö? d'ceuvres: afin que ce ne fuft pas une fcience en leurnbsp;ame, mais fa complexion amp; hdhitude: que ce ne fttji pasnbsp;%m acquefl, mais une naturelle pojfejjion. A ce propos onnbsp;demandoit a Agefilans, ce qiiil feroit d'advis que les en-fans apprinjfent; ce qu.ils doivent faire, efiant hommes,nbsp;refpondit- il. Ce n'efi pas mervcille fi une telle inftitu.'
XXV
vermaak te genieten, en hunne hartstochten, ^zonder eigenliefde cn heerfchzugt, met hen
¦worteld is —- maar eniglyk daarom , wy
deze kinderen nodig hadden door volwasfene menfchen gevormd te worden tot leden dernbsp;Alenfchheid en Burgerlyke maatfchappy • ^rinbsp;dat, zoo iemand het geboren kind moeftivor-, geen nader daartoe was dan zy die hemnbsp;list aanwezen hadden gegeven. Dat by gevolgnbsp;de kinderen, na mate zy in befchaafdheid toenamen , aan het gezag der ouderen ontrokkennbsp;ivierden, ’t geen meer en meer door liefde ennbsp;toegenegenheid verplaatfl; en eindelyk in denbsp;nauwfte vriendfchap en vertrouwen verwisfeld
tO'
C*) Tefayergy par une douce converfation de murrir en vies enfam une vive atnitié c? hienveuillance non feinte ennbsp;mon endroiêl. Ce qu'en gaigne aifément enters den naturesnbsp;hien nées. Je veux mal a cent conjïume , d’interdire auxnbsp;enfam Vappellatim paternelle , amp; leur en atjoindre unenbsp;eflrangcre , comme. plus reverentiale: nature n'ayant voion-tiers pas fufftfaminent pourveu a mlire autborité. Nousnbsp;quot;pellons Dieu lout pnifant , pere, amp; dêdai'gnons que nasnbsp;notes en appclknt. J ay reformé cette erreur en fudnbsp;futmue, C'efi aufi folie amp; injujiiee de priver les enfans quinbsp;font en aage de la fantiliarité des peres, S? vouloir main.''
XXVI
Ufiir en leur endroiSl une morgue auftere i2? dedaigneufet efpcrant parici les tcnir en aainte S' oheiffdnce. Var c'efinbsp;une J'otce t:h i^mtile . qui rend les pet es ennuyeux aufnbsp;enfans. S’ qui plus efl ridicules, lis ont la jeunejj'e Snbsp;forces en la main , S par confequent Ie vent S la fa'nbsp;veur du monde ; S regoivent avec , tuocquerif ces mineinbsp;feres S tyranniques d un hotmne qui na plus de fangtnbsp;tiy au cceur , ny aux veines : vrais épouventails de cbé'nbsp;Veviere. Quand je pourrny me faire craindre, faymeral
encore mieux me faire aymer. - Feu Mofifieur U
Marefchal de Monluc , ayant perdu fon fis , qui niouruj^ en l'Ife de Maderes , brave gentilhomme d la veriténbsp;de grande ejperance , me faifnit fort vak/ir entre fes all'nbsp;ires regrets, Ie defplaifr , amp; creve coeur quil fentoit êtnbsp;ne s'eftre jamais communiqué a luy ; S fur cefte burueUtnbsp;dune gravité S grimace parternelle, avoir perdu la couf'nbsp;modité de goujler S bien cognoitre fon fils ; S aujji Mnbsp;lui declarer Pextreme amitié quil luy portoit , Snbsp;digne jugement quil faifoit de fa vertu. Et ce pauvftnbsp;gatqon , difoit il, na rien ven de mo-y qu'une contenanCtnbsp;refroignie S plcine de mespris : amp; a emporté cejie crl'nbsp;ance , que je nay fgcu ny F aimer ny V eflimer felon fd^nbsp;merite, A qui gardoy je d defcouvrir cejie finguliere af'nbsp;feamp;ion que je luy portoy dans mon ame ? ejloii ce pas IWjnbsp;qui en devoil avoir tout Ie plaifir .S toule Pobligation •nbsp;Je me fuh eontrainPt S gehenné pour maintenir ce vaii^nbsp;jnafque: S ay perdu Ie plaijir de fa converfation pffavolon'nbsp;té quant S quant , qu'il ne me peut avoir portée autAnbsp;^ye bien froide, n oyant jamais regeu de moy que rudtjf^'
XXVII
is s lt;iat elk xyne kinderen behore optevoe en «a zyn Jiaat: doch, dat behalven dezen on egt;_nbsp;gefchikten burgerleken Jiaat, dien het kin metnbsp;verfchuldigd is dan daar aan, dat hy van ezennbsp;en niet van anderen ouders geboren is, er eennbsp;algemene eerjte jiaat is , waarin het kind onnbsp;middelyk door zyne geboorte gefteld wor t,nbsp;en die nok behoort uit het oog te worden verloren ; te weten die van menfch, dat is ltd ernbsp;gehele burgerlyke maatfchappy- Dat by gC’nbsp;volg het kind wel mag overeenkomftignbsp;bnrgerlyken ftaat en rang of geboorte wordennbsp;opgevoed, doch dat deze opvoeding tegen zy-nen ftaat en betrekking als menfch niet moetnbsp;aanlopen noch dien enigfints voor hem verdui-fteren; zoo dat hem denkbeelden wierden by-
ge-
«J fenty qiiune fagon ip-amique. '^e trouve que cejle plainte ejloit bien prife ^ i'aijonnahle. Car cointKe jenbsp;f(ay par une trop ccrtaine experience , il fiefl aucune finbsp;douce confolation en la perte de nos amis , que celle qusnbsp;«aas aporie la fcience de n'avoir rien oublié a leur dire ••nbsp;Ö* d'avoir eu avec eux une parfaite S’ entiere communication. -----3*^ m'ouvre aux Kiem tant que je puts:
S leur fignifie tres vohntiers fcflqt de ma volonté amp; de Kon jugesnent envers eux , conime envers un chacun : jenbsp;bajle de me produire, amp; de me prefenter; ear je tienbsp;veux pas qif-p,s sj mefcomple, ü qnelque part que ce foit,nbsp;Moaiaigne,
-ocr page 40-XXVIII VOORREDE
gebragt, flrydig met die welken hem met opzicht tot deze eerfte en voorname betrekking behoren eigen te zyn : maar dat men veel meefnbsp;zich beneerfligen moet , om hem in fbaat tenbsp;Hellen van , buiten dezen rang verftoten ennbsp;midden onder zyne medemeni'chen gefteldnbsp;zynde, dan noch een nuttig wezen in de fchep-ping te zyn , en der maatfchappy het voordeel,nbsp;geen hy van haar trok, voor zyn deel goed tenbsp;doen.
ENZ. ENZ. ENZ.
Wat
(_*') Van we!k eengewigt is deze grote en zekerlyk
mene waarheid -voor kinderen van alle Praten boven de
allerlaagfte: doch byzonder voor kinderen-vanVorften!
Kinderen, gelyk de onzen ; toekomende menfchen, gelyk wy '¦ doch menfchen , wier kring van werkzaamheid en betrekkin'nbsp;gen, niet meer als leden maar hoofden der maatPchappy, leidsmannen en voorgangeren der natie, eens ene ganfch anderenbsp;nitgeflrektheid zal hebben, dan die van één onzer allen.nbsp;Hoe zal men hen voeren uit den ftoet die hen omringt,nbsp;en hen plaatfen in het midden hunner broederen? En hoenbsp;zal men hen menfchen van gelyker beweging vertonen ionbsp;de menigte die voor hen neder knielt; en haren fchuldi'nbsp;gen eerbied en hulde doen oncfangen, zonder het pak uitnbsp;het oog te verliezen ’t geen bun daardoor word opgelegd!nbsp;Zonder te vergeten dat het deze onderdanige menigte is.nbsp;om wier wille zy in zulk ene hoogte boven dezelve ge'nbsp;Held zyn ? Zoo oit bet reizen voor een menfch kan voof'nbsp;delig zyn, ’t is voor jonge Vorften. Hoe vreemd zou dit
voof'
-ocr page 41-ik voorfleile, zyn gene nieuwigheden: ontdekkingen , waarop ik my enigfintsnbsp;^onde beroemen. Het zyn de eenvoudigllen ennbsp;gerneenfle waarheden: de eerfle gevolgen enernbsp;oppervlakkige befchouwing van den menfch alsnbsp;oen lid der menfchelyke maatfchappy. Doch,nbsp;^^0 maaktze tot de algemene fpringvederennbsp;ooer ganfche evenredige opvoeding? By wiennbsp;hot denkbeeld er van zodanig verwikkeldnbsp;ot het denkbeeld van Opvoeding , dat hemnbsp;zic^ onder de ogen komt, zonder dat zynbsp;^ met alle hunne gevolgen ogenblikkelyknbsp;do^ lodens-vermogen allerlevendigfl: voor-» wat ik voorftelle , zyn
drn nbsp;nbsp;nbsp;, gene Utopifche
d omen of konftig verdichte fabelen. Weinige Ouders, ik beken het, zyn volkomen door zul 'e beginfelen bezield , zoo datze er ftand-ig en evenredig na handelen. Er zyn er,nbsp;y wien mogelyk zelfs geen duidelyk inzicht innbsp;eze ven oit onfhaan is, en die nimmer bedaardnbsp;over de oorfprongelyke voorfchikking hunnernbsp;kinderen als leden der menfchheid hebben geacht. Ja, wie weet of er niet velen zyn zouden a
’^«niaals hebben geklonken ! Doch vraag het te Wenen,
ceriffp*^ nbsp;nbsp;nbsp;Stokholm. Ook hierin moeft luyne wys-
» o «uw het voorbeeld geven!
-ocr page 42-XXX
den, die deze beginfelen, akans in verfchei-den daarvan afceleidene gevolgen, zouden be-
twiften. Doch--Ik getuige het ter eere
van het menfchelyk geflagt! Ik getuige het ter eere van onze zekerlyk verlichte tyden! En iknbsp;getuige het ter eere ook van myne natie ! Iknbsp;heb niet alleen buiten myn land, maar byzon-der in hetzelve , Ouders gezien die in de Opvoeding hunner kinderen zoo na aan myn ideaalnbsp;kwamen, als der menfchelyke onvolmaaktheidnbsp;kan worden toebetrouwd. En ik kan er ter eerenbsp;van myn ideaal by getuigen, dat ik hunne pogingen met den bellen uitllag heb zien vervolgen : (*) Ik herinnere my het hemelfch genoegen van zulke ondervindingen. Na de'uiterllenbsp;einden der aarde mocht een menfchen-vriendnbsp;reizen , om een rader zyn kind tot menfch tCnbsp;zien vormen , zoo hy ongelukkig genoeg ge-weefl was van er genen in den kring zyner ver-keering aan te treffen! Dit mag by uit-ftek, zoo oit iets , heten: SpeStaculum dignuninbsp;in quad refpicïat intentus operi fiw Deus ! En
Hond
O’) Zal ik myii pen vereeren door hen te noemen?—-Anderen ten voorbeelde? Het nut dat hunne kinderen aah hun vaderland doen zullen, zal hen der natie aanwyzeii*nbsp;-— Hen ter beloning? Zy hebben er ene, daar geen roeögt;nbsp;by kan halen.
-ocr page 43-VAN DEN HEER ***•
ftond my te kiezen tusfchen de vleiende ver* Tukking van enen Newton by de befchouwelykenbsp;Overtuiging van zyii ftelfel van de grote algemene natuurwet, en het ftü genoegen ’t welknbsp;myne weinige ontmoetingen van dezen aart mynbsp;hebben gegeven, ik bedacht my geen ogenbliknbsp;om den ruil te weigeren.
Zal itien de vervoering, waarin my ’t herdenken brengt, voor dwepery houden ? Zou myne gevoeligbeid in myne verbeeldingskracht,nbsp;en niet in een diep doch iuill inzien in het we-ï^en der zaak kunnen gegrond zyn ? Ik geloofnbsp;het niet, hoe ik my onderzoeke. En die mynbsp;beoordeelt , laat hem wel doordenken of hynbsp;krachtig begrype wat het zy een kind te vormen , met een evenredig , onafgebroken , al-lerlevendigft inzicht in zyne betrekking ennbsp;voorbeftemming als lid der gehele menfchelykenbsp;fnaat/chappy.
Wichtige , uitgeftrekte , diere betrekking, van een redelyk wezen tot zyne broederen, janbsp;tot de gehele fchepping ! Hoe zyn uwe palennbsp;omvergelfoten, of dwaasfelyk verplaatft ! Hoenbsp;Z'yn uwe banden verbroken, door blinden dienbsp;voorby zagen , door ongelukkigen dien ^nbsp;een laft waart 1 Hoe vele infteüingen , dienbsp;^ heletnmeren; hoe vele overeenkomllen ennbsp;gewoonten, die u verflikken 5 hoe vele vooroor-
-ocr page 44-XXXII
oordelen, meningen en dwaalleeren die u'met ¦wortel en al uitroejen !
En gy,, aanlokkclyk beeld van myne verbeeldingskracht ! Gelukkig voedfterling, dien deze beginfelen met den melk zyn ingegeven:nbsp;die van uwe geboorte aan de menfchheid zycnbsp;toegewyd , en in de rechten derzelver opge-kweekt! Hoe onfchatbaar , hoe menigvuldignbsp;zyn uwe voorrechten ! Hoe vele onheilen zynnbsp;van uw hoofd afgewend : hoe vele fcherpe py-len zullen op uwen borfl: affluiten ! Vermaken,nbsp;die van duizenden niet een fmaakt, zyn voornbsp;11 opgelegd als een fchat: en de gehele fchep*nbsp;ping zwanger van de zuiverllen, redelykfle genoegens ! Hoe zal het gevoel uwer verbintenis met de ganfche natuur den band tusfchen ünbsp;en uwen Schepper toehalen; en hoe veel waar-der zal u de redelykfte , verhevenfle, zaligftenbsp;van alle Godsdienften, de Chriltelyke Gods-dienll, zyn, na mate gy meer zult gefchiktzyflnbsp;om dien recht te fchatten, en in zyne oorfpron-gelyke eenvoudigheid te overzien ! Alle uwenbsp;plichten zyn voor u vermaken ; alle de opofFc'nbsp;ringen , die gy aan de deugd en aan uweOnbsp;Godsdienft doen zult , loutere genietingen-Zelfs de bittere druppen die het noodlot iflnbsp;u-wen kelk mag Horten, verre van u te onvre'nbsp;den te maken over uwen plaats in het Heel-al»
zul'
-ocr page 45-VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;XXXIll
Zullen enkel dienen om uwe
gelukkiger ogenblikken te wetten ,
uanmerken als het zout in uwe fpyzcn ,
edik en alfem waar gy uwe dranken
kelyk maakt (*), Gene wisfelvalhg te
Eet leven zullen u het gevoel uwer waardtghet^
als menfch benemen •, gene nbsp;nbsp;nbsp;^
Erengen om die te verzaken
len met het befef van de onfterfe y
! Voor den onderdrukker zult gy met bm^ g^u, maar de rechten dernbsp;zyn geweld verdedigen ; en uwe ftandvaltignbsp;Zal den dwingeland doen wankelen 1 Verrenbsp;de inrichting der burgerlyke maatfehappy ®nbsp;het onderfcheid van rang en Haten te berispen,nbsp;zult gy die helpen handhaven en onderfebragen.nbsp;Welk een 'genoegen zal u de befchouwmg diernbsp;verfcheidenheid van raderen en dryfveren innbsp;een en hetzelfde werktuig geven l Hoe zult pnbsp;ene inrichting hoogfehatten , volgens \ve enbsp;zoo vele ondeelbare leden, elk in zynen annbsp;en na de mate zyner vermogens, het hunne toenbsp;kunnen brengen en medewerken tot welzyn vannbsp;het geheel. Eindelyk, voelt gy u met de ge^nbsp;hele fchepping verbonden, ziet gy in uwe me^
C) Tabletten van Pfammh b WuUnSt Gulden fpiegeh
demenfchen allen uwe broeders: hoedanig uw verband zyn met de zulken die in noch veelnbsp;nauwer betrekking met u (laan,uwegodsdienft'nbsp;en land genoten , uwe medeburgers , luv^nbsp;vrienden , uwe naaftbeitaanden, uwe echtge'nbsp;noot en uwe kinderen ! En hoe zal de ganfcb^nbsp;hebbelyke wending uwer gedachten , met d^nbsp;vergenoegdheid en kalmte die , onmiddelyl^nbsp;daaruit onftaande, onafgebroken by u zal moe'nbsp;ten plaats hebben , op het geluk van allennbsp;genen die u omringen , niet moeten invloS'nbsp;jen !
Is dit beeld ene harsfenfchim ? Is de recht' veerdige man een verdichtfel ? God verhoed*nbsp;het ! Ik ken de origineelen, wier karakter eJinbsp;beftaan my de trekken opleverden, waaruit dl*
tafereel is t’zaamgefteld. Ik heb hen--^
niet , horen fpreken ; maar -- zien haU'
delen: in beflisfenden , onverwachte gevalle” handelen : hebbelyk handelen , eerder uit d*nbsp;onmogelykheid van anders te doen, dan m*'nbsp;enig fchynbaar terugzicht op aangenomene b*'nbsp;ginfels. En de ontmoeting van één dezer ci*'
raden der fchepping, - had ik er ene”
flcchts gevonden --zou my myn leven laf^
krachtig en overvloedig hebben getrooft oV*^ de gehele talloze menigte van kortzichtige^nbsp;eng-gevoeligen, lagen en verachtelyke geeftei”
-ocr page 47-VAN DEN HEER ***•
die ik overal op mynen weg in het flyk zie kr pen en wentelen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ^
Hoe is hun getal zoo nacnigvulciig . -•oo Hn verhevene fchepfelen , gemaakt omnbsp;hoofd in edele onfchuld te verhellen, waaronbsp;hukken zy neder in het ftoF, en verbergennbsp;aangezicht, daar de laagheid hunner ziele opnbsp;ftaat afgemaaid 1 Niet dan de almachtip heer-fchappy van het eigebelang, is het die hen zoonbsp;diep vernederde. Konden op eens htm hart enbsp;harsfenen veranderd worden , welk een vernbsp;fchillend aanzien kreeg niet eensklaps a esnbsp;voor hunne ogen'. Hoe zouden zy, als re e ynbsp;ke wezens , hun geluk als eniglyk in henzelvettnbsp;beruftend en onafhangelyk van alle uitwendig®nbsp;omllandigbeden befchouwen ; doch hoe nauwnbsp;zouden zy het verbonden zien met het geluknbsp;van hunne evenmenfchen ,zoo ras zy zich als leden der burgeriyke maatfchappy aanmerkten 1nbsp;Hoe onbegrypelyk zouden die enge harfenennbsp;' zich uitzetten : hoe zouden die ingekrompene ^nbsp;veifchroeide harten zwellen '. Hoe velen, wan-
ftaltigen , onvergeeflykc vooroordeelen zouden Zy links en rechts zien vervallen 1 Hoe velennbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;konftig gefmeedden, door het eigebelang ganfch
\ nbsp;nbsp;nbsp;gaar gebouwde ftelfels vielen op eons m
’ duigen!
, nbsp;nbsp;nbsp;Geef mv enen Burgerhaat, t’zaamgcfteld mt
-ocr page 48-zulken,omtrent hunne wezentlyke belangen eH onderlinge betrekking verlichte menfchen; daafnbsp;zal men de ware liefde voor het vaderland ziei^nbsp;herleven, die in onze dagen een klank is gS’nbsp;worden. Daar zal men juifte begrippen va'^nbsp;burgerlyke vryheid hebben, en voor derzelvc^nbsp;bewaring goed en bloed opzetten. Daar zullei’nbsp;de byzondere belangen van elk ondeelbaarnbsp;niet meer onderfcheiden of onbeftaanbaar zyi’nbsp;met die van het gemeen. Integendeel elk zal gC'nbsp;redelyk een gedeelte zyner byzondere belangei'nbsp;voor het welzyn van het gemeen ten befte gs'nbsp;ven. En een ygelyk zal zynen broeder zulk®nbsp;verhevene gevoelens toetrouwen , en niet b£'nbsp;drogen worden.
Elet tegendeel van dit alles neemt meer ei^ meer de overhand. De kinderen worden op'nbsp;gevoed, elk voor zich zei ven : als of zy alleel^nbsp;ih de wereld waren, en voorgefchikt om buitel’nbsp;enige betrekking tot iets buiten hen te levefl'nbsp;Zyn hunne Ouders van fatfoen, zy worden g^'nbsp;rekend in hunne plaatfen te moeten treden ;ni£’'nbsp;uit hoofde van enige verdienften, maar omnbsp;het geluk hen van dezen en niet van geringere”nbsp;Ouderen deed geboren worden ; en als de Vor^-hen voorbyging, en enen waardigen vreemde'nbsp;ling voor het land wilde winnen, zou men ov£^
misbruik en willekeurige regering klagen.--^
Zyn de Ouders ryk : waarlyk Ouders en kiu-deren beiden rekenen het , als of God tweeërlei foorten van menfchen had voorgefcbikt, de enen om geld te verteren en zich te vermaken , en de anderen om door hen ten dienifunbsp;te ftaan , zoo in het zweet huns arbeid enennbsp;fchralen koft te verdienen. Wat is hier het ge-volg van ? Dat de ryken en aanzienlyken, dienbsp;gene ampten komen , een ballatl wordennbsp;van de aarde. En die er toe geraken, dat zy
--- of ze als een laft befchouwen, waaraan
hunne geboorte hen bloot ftelt: wyl doch t gemeen , ’t geen zy zoo verre beneden zich ziennbsp;otti dat zy ’t niet kennen, aan het roer der regering niet kan gefield worden ; en gevolgelyk
¦-— dat zyze zeer nalatig waarnemen. Of,
zoo de heerfchzugt hen aanzet om er zich meer mede te bemoejen, dat zy, ’t geen onvermy-delyk is , in het waarnemen er van allen dienbsp;vooroordelen en wanbegrippen brengen, waarmede zy bezet zyn; zoo dat alle hunne beflui-ten , maatregelen en ondernemingen , de in-drukfelen dragen van den geeft die hen bezielt,nbsp;en gedenktekenen blyven van hunne lage, en-Se, en ganfeh wanftalüge hebbelyke wyze vannbsp;denken.
Zoo verfpreidt zich de befmetting van de ui-terfte delen door het gehele lighaam, en ont-
iteekt zelfs de edelfte partyen, die het ganfcl'* zamenflel de beweging en het levennbsp;geven. Het eigebelang, diep geworteld innbsp;boezem van elk ondeelbaar lid der maatfchafnbsp;py, woedde eerft in de huisgezinnen, ennbsp;brak daar den band, lusfchen man en vrou'*^'nbsp;ouders en kinderen, broeders en zuiders;nbsp;had zyne belangens onderfcheiden en ftry^^*nbsp;met die van zyne waardile panden: en noitnbsp;by w'as het ware een gedeelte er van met bly‘nbsp;fchap op te offeren; wat zeg ik, elk wildenbsp;de overigen allen hunne belangen aan hetnbsp;ne zouden opofferen. Van de huisgezinfl^*nbsp;verfpreidde zich deze geeft, en verdorf denbsp;tie te zaïnen genomen als een volk. Daarnbsp;len voor hem alle de bolwerken der vryhei'^'nbsp;^ liefde voor het vaderland , public fpirit ,
denkenswyze -- niet als van een hoop ''
zaraen gebragte vreemdelingen: maar--
van ene menigte leden van één lighaam,éénen gerftaat, één gemeenebeft, wier belangen aH'^'nbsp;aan den anderen onaffcheidelyk verbondennbsp;ren. (*_) Hoe konden, in zulk een algem^^
l'i
(?) To be a good member of Parliament is, let mt you , no eafy task; efpeciaily at this time, when there isfof^ ^nbsp;a difpoption to run into perilous extremes of ferviUnbsp;pliance, or wild popularity. To unite circumfpedion
-ocr page 51-verval j (jg Jioelen der ere volkomen onbefmet yven! Dezelfde geeft, die in de huisgezin-geregeerd, die het volk bemachtigd had,nbsp;moeft zich ook daar indringen. 'Zoo kreegnbsp;men nayver en twiften tusfehen ftad en ftad,nbsp;tusfehen Provintie en Provintie : in een land,nbsp;niet beftaan kan , zoo haaft de band vannbsp;fiendrachc j die hetzelve vryheid , voorfpoed,nbsp;burgeriyjjg voorrechten verfchafte , eens
verzwakt, veel min verbroken was---
elke tiigoïir is abfolutely necesfary; but it is extremaij difficult.
We are now members for a rich commercial city; this city bowever is but a part of a rich commercial nation, thenbsp;interefts of which are various, multiform amp; intricate. IVenbsp;are members for that great nation, which however is hutnbsp;a part of a great Empire, extended by nur virtue amp; oiifnbsp;fortune to the farthejl limits of the Eaft S' of the Wefl.nbsp;All thefe widefpread interefs mu ft he reconciled, if posfiblt.nbsp;JVe are members for a free Country , S furely we allnbsp;know that the machine of a free coenftitution is no fimplenbsp;thing, but as intricate S delicate as it is valuable. Edm.nbsp;Burke’s Efq. Speech to the Eleftors of Briftoi, on hisnbsp;tieing eiefted one of the Reprefentatives in Parliament fornbsp;City, on Thursday the 3d of November 1774. (Lon-^»ti-Newspapcrs).
XL
elke Rad , elke Provintie zyne eige belangen beeft, onderfcheiden en llrydig met die van denbsp;Unie van Griekenland ! ”
God zy dank, dat het met ons land op verre na zoo niet gefield zy ! Doch allen welmenen-den burgeren zyhetaanbevo]en,toetezien vvatdenbsp;gevolgen zyn konden van de toenemende engenbsp;'wyze van denken (die zoo velen verre in fchynnbsp;vervreemde dryfvederen helpen bevorderen) van de zorgeloosheid veler onzer ouderen,nbsp;en van het weinig inzicht dat onze jonge luidennbsp;hebben in hunne betrekking en plichten alsnbsp;menfchen en als burgers.
Dagelyks komen er my nieuwen onder de ogen; en ik beken het voor ’c gemeen, myflnbsp;hart bloedt voor myn Vaderland , als ik denbsp;meeften hoor fpreken. ’T is als of zy uit denbsp;lucht waren komen vallen, om zich hun leven langnbsp;op ene vreemde wereld te vermaken , en datnbsp;het ganfche Heel-al hen daarin moeft ten dien-fle liaan. Non hls juventus orta parentibus In-fecit cequor fan^iiine Iberice ! Velen , ik bekennbsp;het, hoe oneindig zy ook af zyn van myn ideaalnbsp;van een gefchikt jong reiziger, wenfchte ik datnbsp;ten minften een jaar reisden ; zeker niet onanbsp;ene Adlrice te onderhouden of Bals en Opera’snbsp;hy te wonen: mais pou,r frotterpuijjaminem kuf
ccf*
-ocr page 53-óe vernederingen te ondergaan ’ ger met zulk ene denkenswyr-c bnbsp;derland by eiken ftap moet ontmoeten.
Ik fchryf zonder plan, zonder orde, zonder verband : zoo als mvne gedachten zich voornbsp;my opftapelen Had ik meer tyd om aan diCnbsp;opftel te geven, ik maakte ’teen aanmerkelyknbsp;deel korter. Doch men verfchone de gebreken van het.vQorltel, ter liefde van het onder
Laat ik kortelyk my vervatten , om weder op den weg te raken. Ik wenfchte dat men tochnbsp;in de opvoeding zyner kinderen zich ten voor-naamfte doeleinde Helde, beiden hun hartennbsp;harfenen zoo veel mogelyk te verwyden , en.nbsp;den kring hunner gevoelens na mate van dienbsp;hunner kundigheden uittezetten (t)- Dage-
(*') Montaigne.
(f) De vray k foin amp; la Sefpenfe de nos pares, fie quot;vife stous meuhler la tefle de fciences\ du jugement amp; denbsp;la vertu , peu de nouvelles. Criez d’itn paffdnt d vofirenbsp;P^«pk 0 Ie ffavant bomme ! El d'un autre: 0 Ie bonnbsp;^°n‘nic I II ne faudrd pas a dejiourner les yeux ^ fonnbsp;fefpeünbsp;nbsp;nbsp;nbsp;premier. H y faudroit un tiers crieur: O
lts lourdes tejlcs l Nous enquerons voloniiers fpait ¦ tl
11 t 5 nbsp;nbsp;nbsp;¦ ‘f»
-ocr page 54-XLII
lyks bemoeje ik er my mede voor my zelven» en ik ben niet voldaan over myn dag, dan voornbsp;200 veel myne bezigheden my geleid hebbeflnbsp;om daarin te vorderen.
Hier ook,gelyk in verfcheiden andere geval' len, moet men, om den rechten weg te houden, van den buitenften kring beginnen. V^oefnbsp;uwen yoedfterling met zyne gedachten eensklaps wyd in het Heel-al. Laat hem noit eeUnbsp;ogenblik in zyn leven zich verbeelden, dat d^nbsp;Zonhe voor hem gemaakt zy , en de SterreUnbsp;om hem te dienen. Toon hem dat ongemeettenbsp;ftelfel van werelden; en als zyn geeft er opnbsp;zoude beginnen te fchemeren , dan zeg heiU
iu Grec amp; du Latin ? efcrit -il en vers »u en profe ^ tnais sil eft devenu meilleur amp; plus avifé, cefleit k prift'nbsp;cipal, amp; c'eft ce qui demeure derriere^ II falloit s'e»'nbsp;querir qui eft mieux fgavant , non qui eft plus fgavant-Nous tie travail!ons qua remplir la memoire amp; laijfta^
tentendement IS la confcience vulde. - II ne faut fdi
attacher Ie fgavoir a l'ame, il l'y faut incorporer : il fen faut pas arroufer, il l'en faut teindre, amp; sll nenbsp;change IS ameliore fon eftat imparfait , certainement ¦
vaut beaucoup mieux Ie laifer la. - Si rwftre attd
rien va un meilleur branie, ft nous nenavons Ie jugemc»^ plus fain , faimero'j auftl cber que mon efcoUer euft pafnbsp;Je tems èt jouer d la paume, au mins Ie corps en fersgt;^nbsp;plus allegre. Montaigne.
-ocr page 55-allen die delen maar één geheel uitroaken. hoe zy allen van ééne hand daargefteld en tot
één einde dienftbaar gemaakt zyn. Breng em
een oppervlakkig en altoos duifter denkbeeld, doch ene allerlevendigfte overtuiging by, vannbsp;de oneindig menigvuldigen en in alle zinnennbsp;zich kruisfende betrekkingen van al het geicha-pene, met allen derzelver beftemde wisfelval-ligheden ,en de volmaakte orde die uit zoovelenbsp;onderfcheiden en in fchyn onvolmaakte de-^en, (*) zonder iwyffel ontftaat. Laat de verwondering, waarin hem die orde gebragt hee t,nbsp;diep in zyne ziele indringen. Hoe kan zy hemnbsp;anders dan een allerlevendigfl; belang aan den-zelven doen nemen ! En dan --Dan herin
ner hem, dat hy met zyn aanwezen ene plaats in deze ongemeette ruimte heeft verkregen:nbsp;en dat de kring heftemd is, waar in hy zyn tydnbsp;uit zal moeten drajen. Hoe gering is hy nnnbsp;noch in zyne eige ogen; hoe onzienlyk fchyntnbsp;hem de plaats die voor hem befteld is ! Doch,nbsp;wilde ik wel dat hy zich voor een tyd in hetnbsp;heelal zou verliezen , ’t was om hem daarnanbsp;zich beter te doen wedervinden. Nu moogt
C*) Zie by voorbeeld Lord Karnes's Sketches of the hijlo-of man B. II, Sk. 6. of ivar g* peace.
-ocr page 56-XLIV
VOORREDE
gy hem vrylyk zyne voortreffelykheid voorhouden als nienfch: zyne verhevene beftem-' ming , menigvuldige betrekkingen , en hetnbsp;ganfche gewigc der waardy van de onfterfelyk-heid zyner ziele!--Welke ene edele den-kenswyze zal by hem moeten ontilaan by dusdanig ene leiding! Hoe zal hy ene geneigdheid krygen, om het goede te doen, niet om enig voordeel maar om de vergenoeging vannbsp;het gedaan te hebben ! Hoe zal hy flreven,nbsp;om zichzelven te volmaken, en zyne evenmenfchennbsp;nuttig te zyn !
Dit zyn de grote hoekllenen en houvalten van alles. Hierop ruft het ganfche gebouw vannbsp;Opvoeding. En zooAmphion Hechts de harpenbsp;flaat-dat is, zoo de Bouwmeefter het oog
houde over het werk , en met vrolykheid en gezang den arbeid aanmoedige, -- zullen
de fténen van zelven zich op hunne plaats gaan fchikken ! Exegi tnonumentum cere peren-nius.
TWEDE FRAGMENT.
Wat ftelt men zich voor, als men enen jongeling van 20, 21, 22. jaren , wiens opvoeding geëindigd is, eer men hem den Burger-ftaat voorftelle, noch een jaaroftwee, drie,
laat
-ocr page 57-VAN DEN HEER
laat reizen? -Ik heb het in het eerde d
dezer Voorrede gezegd. Men beoogt a
mede -- dat hy dat alles zien en ei en
hy in zyn land niet zien noch leven
ssat
moge, konde.
Ik vooronderdel dus , dat hy zyn land ge-, en dat hy in hetzelven alles gezien en geleerd hebbe, wathy, voor zyne byzondere be-
demming , op zyne jaren , dat is zonder zei-noch een werkzaam lid van het gemene wezen geweeft te zyn , daar konde zien ennbsp;leren.
Deze voorbereiding heeft hy ten hoogden nodig. Om met vrucht te reizen, moet i) zynnbsp;karakter gevormd zyn: en hy moet 2) enen ge-inenen merkpaal, maatftaf en toets Qa commonnbsp;ftandard) hebben, waarop hy zyne ervaringennbsp;in vreemde landen te rug moge brengen.
Laat ons beide vereifchten wat nader be-fchouwen. Alleenlyk herinnere zich de Lezer , Wat ik van den beginne af beloofde: te wetennbsp;gene Verhandeling, maar losfen , afgebrokenen,nbsp;vliegende gedachten.
Behalven de geweldige doring der gemene en zekerheid en de opentlyke inbreuken innbsp;deburgerlyke rechten der menfchen, heeft denbsp;verfcheidenheid van aart, denkens-wyze en belangen der ondeelbare leden, van de maatfchap-
XL VI
py noch een oneindig getal mindere beledigingen van het ipaatfchappelyk wezen en van de onderlinge verkering der menfchen voortgebracht, die nimmer onder het gebied der wetten kunnen vallen. Over deze mindere beledigingen hebben zich de menfchen zelven hetnbsp;oordeel behouden , beiden als wetgevers ennbsp;uitvoerders der ftralFe. Ik zeg de menfchen,nbsp;dat is eigentlyk. niet zoo zeer hoofd voor hoofd :nbsp;noch minder als een burgerlyk verenigd volk:nbsp;maar als ene menigte eenfhemmige rechters,nbsp;die de weinigen eigenzinnigen, die niet geneigdnbsp;mochten zyn zich by hen te voegen , over-fchreuwt of den toon geeft. En de gereedheidnbsp;van hun vonnis vellen is gelyk aan den yl waarmede zy den overtreder ftraffen. Zy hebbennbsp;er twee vreesfelyke geesfel-roeden toe uitgevonden , die den fchuldigen tot in den:diepfl;ennbsp;fchuiihoek vervolgen , die den geweldenaar aantallen midden tusfchen zyne lyfwachten , dienbsp;den r3dlt;en pynigen by allen zjmegenietingen,ennbsp;doornen zajen onder zyne rozen. Ik meennbsp;-verachting en beJagching.
Schatb.ar-e werktuigen, genoegzaam om al het onv'ermydelyk gebrek der wetten te vervul'nbsp;len ! Zy bedwingen zelfs dien die de wettennbsp;zou weten te ontduiken, of zyn macht misbrui'nbsp;ken om ze voor hem te doen zwygen. Docl^
gö'
-ocr page 59-VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;XLVII
gmarlyken , allergevaarlykfle werktuigen , zy door een yder behandeld en op allesnbsp;Zonder onderfcheid kunnen toegepaft en gericht worden.
Myn voedfterling kon niet gevormd worden, zonder voor beiden te leren zidderen. Innbsp;zyn eerde jeugd leerde hy de verachting ken-Naderhand onderwees men hem van ’cnbsp;geen ook v:el ftaat , van de overeenkomften,nbsp;meningen en gewoonten der menfchen : eunbsp;doen ondervond hy het bittere der belagching.nbsp;Zoo weinig als op het uiterlyk aanzien zynernbsp;gedraging was acht geflagen, zoo lang hy moeftnbsp;leren wat te doen , en uit welk beginfel het tenbsp;doen, doch niet hoe het te doen: goed en be-minnelyk of achtingswaardig , en niet nochnbsp;behaaglyk te zyn; zoo vele vernederingen hadnbsp;hy moeten ondergaan gedurende zyne leerjarennbsp;in deze noodzakelyke nadere befchaving en op-ciering. Doch was hy aan de verachting bloodnbsp;gefteld geweeft, had hy het grievende van denbsp;^^lagching beproefd , het waren zyne oudersnbsp;^0 leidsman geweeft, die de gelegenheden totnbsp;ondervindingen hadden befchikt en denbsp;?^mten van beide priemen op hem gericht; ennbsp;^as hy, onder hun opzicht, noit dan omnbsp;^etentlyke laagheid veracht, noit om iets
dat
-ocr page 60-dat niet opentlyk de welvoeglykheid kwetfles belagchen.
Doch de tyd dat hy onder rnenfchen moet gebragt wordenj genaakt: en zal hy daar dezenbsp;¦yvapenen even rechtmatig , even voorzichtignbsp;zi’en gebruiken ? Dat maar niet meeftal rechtnbsp;het tegengeilelde plaats had!
Daar zai hy - fomtyds de ondeugd en
het geweld - en overal de verdienfleloquot;
ze macht èn rykdom zien eren: en den nederi-gen rechtveerdigen verwaarlozen , ja verachten. Maar daar zal hy ook byzonder het v/a-pen van belagching allerfchandelykll zien misbruiken.
Zyne redelyken, juillen, betamelyke begrippen van Godsdienft zullen met de dwepery verward , en voor kleinhartigheid , eng-den-kenheid, lichtgelovigheid worden uitgekreten.
Men zal - niet hem verwaardigen van
hem te willen overtuigen, maar de fchouders over hem ophalen, en met een grimlach heronbsp;den rug toe wenden. Of liever, heeft hy zichnbsp;weten een gewichtiger aanzien te geven, zoonbsp;dat men meer oplettenheden Regards') voor heronbsp;hebbe: dan zalmen hem de eer doen van zichnbsp;verzekerd te houden, dat hy beter weet voornbsp;zich zei ven, en te befchaafd is om zoo nauw te
kunnen denken: doch men zal hem onderrich*
, dat hy niet nodig heeft zyne begrippen te verbergen of te ontveinzen: dat het in onze ty-den zelfs niet genoeg meer is een Deift te zyn,
Öquot; que partout aiijourdhui on peut mettre les coudes ƒ«gt;¦ table.
Heeft hy dezen geweldigen fchok tegen zy* godsdienft doorgeftaan , zyne zedelyke gevoeligheid zal niet minder worden aangetalt.nbsp;ogenblik zal hy niet alleen ene denkenswy-en handelingen rechtftreeks overgelleld te-ëen de zynenontmoeten; maar de. naïve opwellingen van zyn altoos liefderyk, medelydend »
, gloeiend hart -- die zynen leidsman zoo
menige vergenoeging hadden verfchaft : zyne ouderen zoo vele tranen van vreugde doen verbergen ; - verre van hQtxi fympathetifche
omhelzingen te verwerven, zullen met enen vernederenden grimlach of ogen van verwondering en flilzwygen beantwoord worden; en zyn yver voor rechtmatigheid zal velen zyner bekenden voor hem fchuw maken.
Eaat ik alles zamentrekken : wat hem dier-'haarfl; geweell was , zal hy zien verfmaden: hy den meeflen prys op had gefteld, zalnbsp;y horen licht achten. Aan vele dingen , dienbsp;y Voor beuzelingen hield, zal hy het uiterftenbsp;gewigt zien hechten ; velen , die hy verachtnbsp;ttttnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;had,
-ocr page 62-had, najagen met alle krachten. Meningen zal hy tot beflisfingen, vooroordelen tot wettennbsp;gemaakt zien ; en ene willekeurige, zoo nietnbsp;ganfch verkeerde en fchadelyke denkenswyzenbsp;opgericht als de maatftaf' en toetfteen van be'nbsp;fchaafdheid en goede opvoeding.
In zulke kringen van verkering zal hy komen : en wyl het zeker is dat hy er vroeg o Iaat onder komen moet, zoo laat er hem 'zy'’nbsp;leidsman zelve onder brengen. Als hem zulk^nbsp;ondervindingen noch te doen Honden , na enet’nbsp;kring van werkzaamheid in den Burgerftaï^''nbsp;verkregen te hebben , de indruk er van zoügt;nbsp;ten minften voor een tyd, op zyne gedragingnbsp;invlóejen , en daaraan niet anders dan nadelignbsp;kunnen zyn; behalven dat hy ze alleen doeO'nbsp;de , het gevaar voor hem dubbel zyn moel^'
Doch ook - Hy moet deze ondervindii’'
gen niet eerft doen op zyn reizen, of zy zulk’’ hem beletten in al het andere nut dat hy er vü’’nbsp;kon trekken.
klier floten wy weder aan de fchyven, wa^f' over het gefchil rakende het nut of de nadel'^^nbsp;heid van het reizen grotendeels loopt.nbsp;er een weg gebaand na een Planeet, waar o''nbsp;deugden plaats hadden die wy niet kendelt;”nbsp;waar fchepfelen woonden verdorvener dannbsp;wie zou gaan om er ooggetuige van te zy'’
VAN DEN HEER 1•
LI
* nbsp;nbsp;nbsp;2-r3^2»,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;____
^yne goede vrienden! gy die van tuS«
^ cn de vier muren, waar gy uw leven hebt ge-
5 ene wereld overzien wilt, die u in uwe
eenzaamheid niet is komen opzoeken: hoe zulc
gy nngen van verkering beoordelen, waarin
gy u noh bevonden hebt, of befluiten dat niet
“ gebeurt, wat gy met uwe ogen nxeC
gebeuren. Ik heb ene korte fchets gege-
van het verderf dat in de wereld is.
, nbsp;nbsp;nbsp;^ meent gy ? Zal mya voedfterling
zyn land behoeven te gaan om er de
,, ^^oeelden van te ontmoeten , om aalt de
stklle proeven re worden bloot gefield? (f)
¦' quot;2gt;^gt nier; j“ ------ ---
van beginfets en zeden minder opentlyk, min-
deren^''^^^’’ gt; en mogelyk minder in trap, dan wel in an-aatwootd^ ''“orbeeld Italien ? Kan hy zich zeiven niet dan zal het iemand vervuld met redelyke be-
f f f t a
d\t
det
fommigen ondeelbare leden, en van die kringen, waar-den toon geven, of die van huns gelyken zyn zaain-Söfteld; gj, nbsp;nbsp;nbsp;2ich fointyds ook al genoodzaakt
Igt;evii5den. Hieruit volgt geenfints, dat in ’t geen de zynnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wordt, niet ook andere kringen zouden
gt; viaaf5,j weinig van al het genoemde plaats bad, en P men niet dan met de grootfle onbiilykheid mynenbsp;toepasfai.
Zegt hier; Ja maar ten minden in ons land is
3 Ik zeg --- niet het verderf van de wereld: maar
verderf-dat in de wereld is; dat is, het verderf
-ocr page 64-LH
Ik heb het meermalen gezegd: Ik fchryf voo^ deze luiden niet! Ik kan my by geen mogelyknbsp;heid in hun oogpunt verzetten !
Wie is dwaas genoeg, dat hy zich vleije oH’ zyn kind als de zoon van Frere Philippe opnbsp;voeden ! Sluit hem dan in een kevie, of zen^^nbsp;hem na een onbewoond eiland , en laat hefl^nbsp;daar afgefcheiden van zyne medemenfchen»nbsp;nutteloos zyn leven flyten. Maar is hy bellem^nbsp;om hen zoo veel mogelyk voordelig te zyn, ei*nbsp;zal hy daartoe met hen allen moeten verkeereP»nbsp;laat hem toe dat hy ze grondig lere kennel^»nbsp;in een tyd dat gy noch toe kunt zien dat hy hs''nbsp;doe met zyne mintle fchade, en het nodige tt'nbsp;gengif gedurig hem toedienen. Zou ’t bete^nbsp;Zyn hem zoo lang mogelyk, dat is enkel voofnbsp;een tyd, maar blind te houden, en dan zyn^nbsp;verzwakte, ontwende ogen op eens aan de voU^nbsp;fchittering bloot te Hellen?
ginfels en van ene hebbelyke goede denkens- en handd' wyze des te meer (toten en walgen. Mecigen Engelfck*nbsp;fchryvers over de opvoeding zyn van begrip dat het bei*^nbsp;middel om een jongman van voor den Tempel vannbsp;Pandémos voorby te leiden, is hem ooggetuige te raak^'’nbsp;van het zedely): en natuurJyk nadeel van haren dienlt. ïquot;nbsp;dan brengt men hem, niet by Polly Kennedy, maar in de ki'''nbsp;ten van Covent garden en in Lock Plospital,
-ocr page 65-LUI
éen wroord zyn karakter moet gevormd zyn , fer hy ga reizen. En het moet niet gevormd zynnbsp;op het land, of tusfchen vier muren, uit boe-befchouwelyke beginfels en les-(*) Onder de menfchen moet het gevormd
(p / have this day heen tired, jaded, nay tormented y * e company of „ moft worthy, fenpble £f learned man,
« '^^'’'quot;cclationofniing , who dinedamp;paj[ed the evening with 17quot;;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;patadox, but it is a plain truths be has
fro nbsp;nbsp;nbsp;®/ the world, no manners, no addrefs', far
7 * nbsp;nbsp;nbsp;without book , as ü commonly faid of people
® talk y/7//7j, be only talks by book, which in general f^sierfation is ten times worfe. He has formed in his ownnbsp;tiofet, from books, certain fyferns of every thing, arguesnbsp;tenacioufy upon tbefe principles, Gf is both furprifed Gfnbsp;ungry at whatever deviates from them. His theories arenbsp;, but , unfortunately , all unprablicable. Why ?nbsp;^ccaufe he has only read amp; not converfed. He is acquain-with books ^ an abfolute Jlranger to men. Labouringnbsp;hjs matter, be is delivered of it with pangs \ be hefita-*' flops in his utterance , amp; always exprejfes himfelfnbsp;anions are all ungracefull, fo that withnbsp;. tnerit G? knowledge, I would rather converfe fix hours 'nbsp;*th the mofl frivolous titte tatile woman, who knew fo-the world , than with him. The prepofterousnbsp;o«s (f n fyfematical man, who does not know the world,
HTq fi
® patience of a man who does. It would be endlefs he bas^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mi fakes, nor would be take it kindly; for
that he nbsp;nbsp;nbsp;every thing deliberatily, G? is very fure
*n the right. Impropriety is a charaPteriflic, amp;
LIV
VOORREDE.
vormd zyn , en de goede hebbelykheid van zyne denkenswyze niet op haar zelve gelleid,alsnbsp;van enen eenzamen : maar beftaanbaar gemaaktnbsp;met de fauten , zwakheden en dwaasheden zy-ner evenmenfchen ; zoo dat hy aan den enennbsp;kant geen gevaar lope van er door befmet tenbsp;worden, en aan den anderen niet belet wordenbsp;van onder hen te verkeren. (*) Dat is; zyn
deugd
a never failing one ^ of thefe people. Regardlefs , becaufe ignorant of cuftom ?§ manners, they violate them everynbsp;moment. ' They often shock , though they never mean to offend’, never attending , either to the general character,nbsp;or the particular dijlinguifhing circumftances of the people Unbsp;whom, or before vvhom they talk; vohereas the knowledgenbsp;of the world teaches one, that the very fame things, whichnbsp;are exceedingly right £? proper in one Company, time amp;nbsp;place, are exceedingly abfurd, in others. In short a inafgt;nbsp;who has great knowledge, from experience amp; obfervation gt;nbsp;of the charaPlers, cujloms amp; manners of mankind, is a beingnbsp;as dif event from amp; as fuperior to a man of mere book amp;nbsp;iyflematical knowledge, as a well managed horfe is to an of-Lord Cheflerfield,
La fottife ejl une mauvaife qualité; maisne la poif voir fuporter tjf s'en dépt ft er amp; rogner, comtne il m'advient,nbsp;deft une autre forte de maladie, qui ne doit gueres d la fot‘nbsp;tifte en importunité. , f accu fe man impatience , amp;
Hens quelle eft egalement vicieufe en celui qui a droit, cotn-
pte en celui qui a tort. - II rieft point de plus granM
faftaife, ni de plus hHerocHte , que de s'emouvoir amp; f*’
-ocr page 67-deugd en goede gefchiktheid moeten met wellevendheid (*) gepaard zyn. Beiden moeten zy by hem in een vloejen, en de ene de anderenbsp;ondergefchikt en behulpfaam zyn.
Dien
quer des fadaifes du monde. - Cette vicieufe apreté efl
plus au juge qua la faute, - Somme, il faut vivre
avec les vivans , amp; laiffer la riviere courre fous Ie pont fans notrefoin, ou dumoins fans natre alteration. Montaigne.
(*) Door ‘stellevendbeid verflaat men niet wat men Ie-Icefdbeid of in ’t Franfch civilité , maar wat men politeffk noemt. Elk is in ftaat om beleefdbeid te leren, die enkelnbsp;bedaar in zekere uitdrukkingen en zekere willekeurigenbsp;plichtplegingen , die even gelyk de taal afhangelyk zynnbsp;van het onderfcheid van land, tyd en rangen offoorten vannbsp;menrehen. De wellevendheid daarentegen of befchaafdheidnbsp;Cttpolitsjfe-die David Hutne a kind of leffer morality, cal
culated for tbe eafe efcotnpanj amp; converfation noemt kan
niet worden verkregen zonder ene nacuerlyke gefchiktheid, die nodig heeft opgewekt en volmaakt te worden door dennbsp;ommegang met menfehen en kennis^ van de wereld. Dezenbsp;W'ellevendheid is dezelfde in alle tyden en in alle landen;nbsp;De w’einige modificatien, die het onderfcheid van gewoonten en overeenkomften haar fomtyds bybrengen, zyn haarnbsp;Zoo weinig eigen, dat zy doorftraalt door enen ouden ver-getenen ftyl (by voorbeeld van Montaigne, Brantome, enz.)nbsp;dode taal (by voorbeeld van Horatius, Plato, Xenophon,nbsp;Lucianus) en vreemdfte gewoontens. Hiervan de gemenenbsp;aanmerking, dat de hoogfte kring of clasfe van menfehennbsp;C®ven gelyk de laagfte) zich gelyk is in alle landen en innbsp;ille tyden.
tttt 4
-ocr page 68-LVI
VOORREDE
Dien dit brabbeltaal is, hoe kan ik het hem verklaren? Hoe hem beduiden, dat er ene ge-vefligdheid van karakter is, verre onderlchei-den van die welke alle lesfen en befchouwelykenbsp;beginfels geven : die niet dan in den ommegangnbsp;met menfchen wordt verkregen , en wanneernbsp;?e er uit ontllaat een der befte vruchten is vannbsp;denzelven. De wellevendheid fchynt voor hetnbsp;uiterlyk voorkomen enen byzonderen trap vannbsp;onderlinge hoogachting en toegenegenheid , ennbsp;ene volmaakte overeenkomft van beginfels ennbsp;denkenswyze te onderftellen. Doch wie laatnbsp;zich door dezen fchyn misleiden? Die voor ’tnbsp;eerft het toneel ziet, zonder oit noch achter denbsp;fchermen te zyn geweeft ! Laat hem in den beginne prys ftellen om zoo veel gelykvormig tenbsp;zyn, als mogelyk, aan den befchaafden en be-valligen kring waaronder hygebracht is, en dienbsp;voor hem is als,ene nieuwe fchepping. Ja, laatnbsp;die eerzucht hem voor een korten tyd vervoeren om alle de begrippen en vooroordelen daarvan te willen overnemen (*). Wel haaft; zalnbsp;hy van zyne dwaling te rug komen, en als hynbsp;eens het blinkend gaas, waarop zyne ogen fche
mer-
Le deftr de plaire efl dans la Nature; il feroit plus rtecejfaire de k reprimer que de 1'exciter; ceux qui te can-feillent, devroient le diriger, DucIqs.
-ocr page 69-LVII
nierden, zal hebben afgeligt, en geleerd van deze gehele vertoning die begrippen te vwmennbsp;die er de fpelers zelven van hebben, en zoonbsp;alles en een yder geruft op de plaats te ftellennbsp;die zy in zyne ware achting verdienen, zal hynbsp;Vvelhaaft weder zelve ook op de zyne herfteldnbsp;Worden: en ’t geen ’t voornaamfte is, zich ernbsp;Op voelen (f). Dan zal hy weten , dat de wel-
le-
Ct) Dat is, niet alleen met opzicht tot zyn eige denk-l’eeld, maar byzonder ook dat van anderen, omtrend zyn
karakter; en daarom zeg ik: ’t geen ’t voornaamfte is.-
^elk karakter men ook moge aangenomen hebben, zoa tas men denkt daar voor bekend te ftaan in den kring waarin men verkeert, zal men er aan vaft bonden en zelfs zichnbsp;geweld doen om het te vertonen, zoo men het naderhandnbsp;ftrydig vond met zyn aart en geneigdheid. Ik weet nietnbsp;of deze aanmerking nieuw, doch ik verbeeld my dat zynbsp;iuift en van groten invloed is. Men kan er op toepasfea,nbsp;quot;'at Sterne van een ganfeh ander onderwerp (van de weldadigheid) zegt; Tou take a ‘withering twig amp; put it innbsp;^he ground, amp; then you •water it, becaufe you have plan-it I Een van de grootfte geheimen van opvoeding, al-met een kind dat de minfte eerzucht en goede ge-^''hiktheid heeft, is hem altyd te behandelen als of mennbsp;^®tn voor zodanig kende als men wenfcht dat hy zynnbsp;’quot;ogte. Het tegendeel wordt bykans altyd gedaan. Omnbsp;^^‘nderen aan ’t fpreken te krygen, doedt men hen vra-£en, die zy w’eten, dat men zich zelven beantwoordennbsp;kan; en ik heb er menigen met duidelykfte verontwaardi-
LVIII
levendheid niet daarin beftaat , dat men alle de begrippen van enen zekeren kring van men-fchen overneme en in hunne handelingen dele:nbsp;maar dat men , behoudens dezelven, een ge-veftigd karakter en zeden en begrippen kannbsp;hebben, die zonder de menigte tegen zich opnbsp;te maken of enigzints voor ’t uiterlyke zelfs bynbsp;hen aftefteken, wezentlyk echter van hare begrippen en zeden onderfcheide zy. In éénnbsp;woord , dat, om behaaglyk te zyn en in dennbsp;beften ommegang te delen, geenfints vereifchtnbsp;word dat iemand redelyken, gematigden en algemeen nuttige beginfels en denkbeelden vannbsp;menfchen en daden verzake; ja niet eens datnbsp;hy eigenzinnigen , willekeurige vooroordelennbsp;en meningen opoffere; maar dat veel meer eennbsp;geveftigd , altoos zichzelven gelyk karakter,nbsp;onderfteund door ene , ‘niet trotfe (*) , maar
groot'
ging met toeleg op zien ftilzvvygen. Men zou haafl kunnen zeggen: pour fe mettre a la portee des enfant, ilfaut fe mettre au dejfus de leur portée. Ouder geworden zyn-de, doedt men hen verdienden en onverdiende verwyteonbsp;zonder onderfcheid, en preekt hen tydig en ontydig lesfeUnbsp;die door hen te vernederen, dikwy/s ene tegengedeide uitwerking doen, van die men zich voorftelde. Hoe dik-wils moet men het herhalen: II nefl pasqueflion deparler,i^nbsp;faut agir avec les enfans.
(f) Trots en trotsheid neem ik niet alleen voor hoog'
»oe^
-ocr page 71-LIX
grootfche , dat is edele en deftige houding, dien die deze voorrechten heeft weten te ver-krygen, altyd ene aanzienlyke plaats in denbsp;befchaafdlle kringen van verkering zal verwerven : veel aanzienlyker dan die van dennbsp;buigzaamften losbol en allen de fchitterenden
elegans, die om hem henen fpringen. Ja--
waarom zoude ik het binnenfte gordyn niet
opfchuiven ! - dat het deze edele ge-
veftigdheid van karakter , dit grootfch gevoelen van zyne wezentlyke waardigheid, deze in fchyn zeer beleefde doch tevens koele houdingnbsp;en ftatige behandeling van enen onbekenden ennbsp;van velen bekenden , is, die in de hoogdennbsp;kringen van verkering, aan Hoven en van dennbsp;eerden adel , als het toppunt van wellevendheid
moed maar ook voor hauteur. T geen trot% of hoogheid, hoogdi-agendheid, fierheid h in een Vorft, of Mini Her ofnbsp;Edelman van den hoogften rang , word in enen tvvedea
fatuiteit, en in enen noch lageren infiolentie, -
La hauteur qdinfpireroit Ie merite feroit d'autantplus bla-Wable, qu elk devroit eftre corrigée par Ie merite mefme.
E’Abbé Trublet. nbsp;nbsp;nbsp;^
Dit zegt mee één , dat ik deze houding begaanbaar re-'i^en zelfs met den uiterlyken fchyn van modefiie. Zy is alieenlyk het tegengeftelde van timiditeit ; ene eigenfehapnbsp;*^'2 met vele deugden gepaard kan gaan, doch noit zelvenbsp;eae deugd zyn kan.
-ocr page 72-LX
VOORREDE
heid met toeleg word aangenomen, en dat alles uitmaakt, wat men Ie grand air de cour noemt.nbsp;En kan het anders zyn daar zich deze gehelenbsp;kring vormt na het beeld van den Vorft, bynbsp;wien het gevoel zyner wezentlyke waardigheid,nbsp;in aanzien. van geboorte en macht ,noodzakelyknbsp;zich over zyne ganfche uitwendige houding ennbsp;manieren verfpreid: en daar die koele bejegening of wel die vernederende gemeenzaamheidnbsp;Yoortbrengt, die alles wat hem omringt, opnbsp;enen affland van hem houden.
Ik beken , het voorkomen en de manieren waarvan ik fpreek, fchikken zich niet volkomen, zoo als ik ze fchilderde, voor dejarennbsp;van myn voedfterling, eer hy gaat reizen. Denbsp;plaats, die ze voor hem zouden eifchen in denbsp;verkering, is voor hem noch niet open. Ennbsp;eerfl zal hy ten minden gereisd moeten hebben , eer ene uitgertrekte ondervinding hemnbsp;wettige om na dezelve te Haan, Doch iknbsp;beroep my op allen, die de wereld met oplettendheid gezien hebben : zyn er niet neventrekken (nuancen) van dezelfde houding en gedragingen, die zich, onder zekere bedingen,nbsp;voor allerlei ouderdom, zoo wel als voor allerlei rangen, fchikken ? Daarenboven alles watnbsp;ik my voorflelde over ’t geheel te bewyzen, isnbsp;eniglyk dit: dat een man van fatfoen, behoudens
LXI
dens zyii karakter en begïnfels, midden inde grootfte wereld kan leven , en daar gezien,nbsp;geacht en bemind zyn, ja oneindig veel voordeel zelfs doen, zonder zich enigfints oit teanbsp;toon te ftellen, of zelfs het voorkomen van enennbsp;zonderling te dragen. (1)
Deze waarheid heeft myn Eugenio fchielyk reeds ontdekt, en de leiding van zyn opziendernbsp;is hem hiertoe byzonder dienftig geweeft, gedurende de laatfte jaren die hy in zyn eige landnbsp;heeft doorgebracht, om de menfchen en denbsp;wereld enigermate te leren kennen: Doch hynbsp;heeft deze ontdekking noch meeft maar be-fchouwelyk gedaan , en flechts by enkele gelegenheden met zyne gelyken of minderen enenbsp;verre navolging gewaagd. ’T is op zyn reizen,nbsp;dat hy de kunfl die hem zoo nodig is volkomennbsp;zal moeten leren, en zyne bedrevenheid er innbsp;zal geen van de geringfte vruchten daarvannbsp;zyn. Verre van door ene kinderachtige buigzaamheid zich yder ogenblik van zyne begin-fels te laten afbrengen en met eiken jongen ofnbsp;ouden losbol mede te lopen , zal hy meer ennbsp;meer leren dezelven gepaft te doen doorfchy-nen, en zich, zoo verre het voor hem fchikt
en
Licet fapere fine pampa, fine invidia. Seneca.
-ocr page 74-LXII
en hem wel kan ftaan, te doen gelden. Enge* nio is niet gemaakt, om een onbeduidendenbsp;itoeflemmer te zyn in den ommegang, en altoosnbsp;van anderen den toon te ontfangen. Laatnbsp;hem maar.enige jaren ouder zyn, enige ondervindingen meer hebben verkregen, en welhaallnbsp;zal hy in ftaat zyn, om zelve dien te geven; zynnbsp;verdienlie zal te veel in het oog lopen en tenbsp;algemeen erkend worden, dat niet de kringen,nbsp;waarin liy verfchynt, zich na hem zouden zoeken te vormen.qf akans te fchikken: en zoo zalnbsp;hy een voorbeeld ter navolging voor de natienbsp;worden.. : .
Zoo hy oit tot deze grote en enige ware verheffing geraakt, ik ben verzekerd dat hy erkennen zal, dathetzyne reifen zyn, waaraan hy dezelve bykans geheel verfchuldigd is. Daarnbsp;heeft hy die oneindige verfcheidenheid vannbsp;willekeurjgen en voorbygaande gewoontens ,nbsp;overeenkomften en meningen, opgemerkt: ennbsp;in eiken onderfcheiden kring dat iiltes zien be-lagchen, en ónbegrypelyk wanllaltig vinden,nbsp;wat alleenlyk met de byzondere toenmaligenbsp;hebbelykheid deszelven niet overeenkwam ennbsp;daarby afhak of contrafieerde\ en bygevolg zynnbsp;zyne begrippen wegens de welvoeglykheidnbsp;hoe langer hoe ruimer , en juifter geworden;nbsp;en zyn er eige ge voeligheid aan de belagching of
het
-ocr page 75-het beJagchelykfe even dié' enige: wéhding gegeven , die zy hébben moeft om in géne gevallen voor hem gevaSrlyk te zyn. Daar'heeft hy acht geflagen op alle de kunftgrepen en zeernbsp;verfcheiden, niet daa^ buiten uit te denkenennbsp;wyzén en middelen, waarbp dezen en die zichnbsp;weten in enen hefchaafden kring te doen opmerken , en zoo, -t geen men noemt', en vogu»nbsp;te komen en den toon te geven,. En hegft zynenbsp;fcherpziendenheick hem de kenmerken van hetnbsp;onderfcheid doen waarnemen tysfchen iighame-lyken en zedelyken, natuurlyken enverkregenenbsp;voorrechten ; fchitterende' en wezentlyke ei-inbsp;genfchappen : begaafdheden (of talenten) ennbsp;hoedanigheden: behaaglykheid én verdienftetnbsp;Oppervlakkigheid en grondigheid: vertoningennbsp;wezen, befchouwing en oefFening, en allen denbsp;uitvindingen en wendingen der eigenliefde oirtnbsp;zich op het voordeligft by anderen voor te
doen; - deze kennis is hem byzonder
dienftig geweeft , om gedurende zyne gehele omwandeling door de wereld ; en in alle denbsp;kringenzyner verkering, enigen weinigen waardige modellen van navolging, voor iemand vannbsp;^yn karakter en beginfels, onder den hoop tenbsp;onderkennen en uittekippen; mannen van eennbsp;door velen en lange ondervindingen gevormdnbsp;karakter, en van een evenredig, ilandvaftig,
LXIV
edel gedrag , die zonder luidruftig de ogen op zich te trekken en zich door fchicterendenbsp;begaafdheden te doen bewonderen, ene houding met zich in den ommegang voeren, dienbsp;van de edelheid hunner ziele getuigt: en hennbsp;ogenblikkeiyk niet alleen de achting maar ooknbsp;de toegenegenheid van een ygelyk verwerft;nbsp;en te gelyk daar zy de vrolykheid fchynennbsp;mede te brengen, ook de losbandigheid opnbsp;eens, gedurende hun byzyn, verbannen.
Had ik den tyd om in byzonderheden te treden , ik zou hier tonen, hoe voornamentlyk Ita-lien , boven andere landen, zulke modellen oplevert, en noodzakelyk op moet leveren omnbsp;velen verfchillende redenen. Doch ik haail mynbsp;ten einde : en vergenoeg my in ééne korte ,nbsp;oppervlakkige, zeer gebrekkige, dat is over-haafte fchets te hebben ingeweven, te gelyknbsp;hoe het karakter voorbereid moell: worden totnbsp;het reizen,, en door hetzelve alsdan ook tennbsp;nutte verder , gevormd en, volmaakt wierd.nbsp;Anderen veelvuldige voordelen , die uit hetnbsp;rechte zien van de menfchen en verkering innbsp;de wereld ontltaan, zal ik my tans niet medenbsp;ophouden. Zy kunnen gcdeeltelyk uit het gezegde worden afgeleid: en wat er ontbreekt,nbsp;moge de plaats van Montaigne vervullen,
-ocr page 77-II fe tire une merveilleufe clarté pour Ie jugement humain de la- frequentatton du monde. Nous fommes tousnbsp;contrainamp;s S? amoncelkz en nous,amp; avonsla veue raccour-cie i) la longueur de notre nez. On demandoit d Socrate,nbsp;tl OU il ejloit, il ne refpondit pas, d At henesi mais du monde ; luy qui avoit Vimagination plus pleine amp;“ plus eften-due, embrajpnt l'univers , comme fa ville, jettoit fes cog-noiffances, fa fociéte 0quot; fes a^eamp;ions d tout Ie genre bu-snain : non pas comme nous , qui sie regardons que fouinbsp;nous. Quand les vignes gelent en mon village, mon prejlrenbsp;en argumente Fire, de Dieu fur la race husnaine, ju~nbsp;ge que la pepie en tienne desjd les cannibales; d voir nosnbsp;guerres chiles , qui ne crie que cejle machine fe boule-verfe, amp; que Ie jour du jugement nous prend au collet:nbsp;fans s'avifer que plujteurs pires cbofes fe font veues ,nbsp;que les dix mille parts du monde ne laiffent pas de gallernbsp;Ie bon tems cependant ? Moy felon leur licence impu-nité , admire de les voir ft douces molles. A qui ilnbsp;grefle fur la tejie, tout l'bemifphere femble ejire en tem-pefte Öf orage : Et difoit Ie favoyard , que fi ce fot Roynbsp;de fiance eufl fceu bien conduite fa fortune, il efoit hom-pour devenir maifire d'hotel de fon Due. Son imagination ne concevoit autre plus eflevée grandeur, que cellenbsp;de Pon Maifire. Nous fommes infenjiblement tous en ceftenbsp;erreur de grande fuits amp; prejudice. Mais qui fe pre-
txvi
fente comme dans un tableau, cefle grande image de «o-ftre mere nature , en fon entiére majefté : qui Ut en fan vifage une fi generale amp; conflante variété; qui fe remar-que lè dedans, amp; non foy, mais tout un royaume, commenbsp;un traiSl d'une poindte trés delicate ; celtiy iU feiil eflimenbsp;les ebofes felon leur jufte grandeur. Le grand monde,nbsp;que les uns multiplient encore comme efpeces fous un gen~nbsp;re, ccfl le mirouer, ou il nous faut regarder, pour nousnbsp;cognoiflre de bon biais, Somme je veux que ce fait le li-vre de tnon efcolier. Tant d'humeurs, de febles, de jugs-mens, d'opinions, de loix, amp; de couflumes, nous appren-nent d juger fainement des nojires, amp; apprennent nojlrenbsp;jugement è recognoiftre fon imperfePlion fi? fa naturellenbsp;'foiblejfe : qui tieft pas tm leger apprentifage, Tant de re-muemens d'eftat, amp; changemens de fortune publique nousnbsp;inflruifent ü faire grand miracle de la nojire. Tant denbsp;voms , tant de viamp;oires ö? conquefles enfevclies fus Tmt-bliance, rendent ridicule Tefperance d'eternifer nojlre nomnbsp;par la prife de dix argoulets amp; cTun poullier , qui n'ejtnbsp;cognite que de fa cheute. Vorgueil amp;’ la fierté de tantnbsp;de pompes efirangeres, la majejlé ft enflêe de tant de coursnbsp;pf de grandeurs, nous fermit amp; afeure la veuê, a foufle-tiir Tefclat des noftres, fans filler les yeux. Tant de milli-affes d hommes enterrez avant nous, nous encouragent è nenbsp;craindre d'aller trouver fi bonne compagnie en 1'autre monde, ainfi du rejie. Nojlre vie, difoit Pythagoras, retire Ünbsp;[a grande pf populeufe ajfembiée des yeux Olympiques. Lesnbsp;j/iis cxercent le corps pour en acquerir la gloire des jeux t
d'au-
-ocr page 79-VAN DEN HEER nbsp;nbsp;nbsp;LXVIÏ
bem zeggen, ’t geen Eugenio niet gevoelt; en noit verweet zich zyn vader ene te kleine, en
zyne
d’auires y portent des mat cbandifes d vendre, potir Ie gain, U en eft (^amp; qui ne font pas les pires) lesquek ny cberchentnbsp;autre fnad, que de regarder comment amp; pourquoy cbaqutnbsp;cbofe fe fait: amp; eftre fpeüaleurs de la vie des aurres hoitt •nbsp;mes pour eu jugef 6f regler la leur. Aux exemples fenbsp;pourront proprement afortir tous les plus profitables difcour%nbsp;de la Pbilofopbie, a laquelle fé doivent toucher les aCtioninbsp;bumaines, comme a leur re^le. On luy dira,
quid fas opcare, quid afper Utile nuramus habet, patri» charifqne propihqui;?nbsp;Quantum elargiri deceat, quem te Deus efïènbsp;Julïïc, amp; humana qua parte locatus es in re.
Quid fuinus , aut quiduam viiluri gignimur:
que dejl qtie fgavoir Ê? ignorer, qui doit eftre k but dè Ueftude : que c eft que vaillance, temperance, Êf juftice:nbsp;te qu'il y d d dire entre l'ambition amp; l’auarice: la fervi-tude amp; la ftubjetion , la licence amp; la liberté: ia quelkinbsp;marqaes on cognoit Ie vray amp; fslide contentement: jmqueinbsp;sü il faut craindre la mort, 6? la dotikur amp; la bonte,
Ec quo quisque modo fugiatque feratque laborem :
que/s rcftoris mus meuveni , fVf k moyen de tant de di-Vers branftes en nous. Car il me (emble qu.e les premiers difcoiirs dequoy on luy doit abbreuver Pentendement , eenbsp;doivent eftre ceux, qui reglent fes moiurs amp; fon fens, quinbsp;luy apprendtont cl fe cognoiftre, Q d fgavoir bien mourir
LXVIII VOORREDE
zyne moeder ene tè grote mening van zyn we» zentlyk verdienfte te hebben gehad. Zelfs het
voor-
g? hlen vivre. Et entre ks arts liberaux , commengons part l'art qui mus fait lihres. Elks fervent toutes voire-ment en quelque manicre è rinflruamp;ion de nvfire vie, amp; dnbsp;fon ufage: comme toutes autres chofcs y fervent en quelqstenbsp;tnaniere aujji. Maii choififons celle qui y fert directer,sentnbsp;Ö? profeffbirement.
Scavoir par cceur riejl pas fgavoir: c'efl tenir ce qu'on a donné en garde a fa memoire, Ce quots fgait droitement,nbsp;on en difpofe, fans regarder au patron, fans tournet lesnbsp;yeux vers fon livre. Fafcheufe fuffifance, quune fuffifancenbsp;pure Uvrefque ! Je m'attens qu'clle fcrue d'ornement, nonnbsp;de fondement : fuivant l'advis de Platon, qui dit, lanbsp;fenneté, la loy , la pneerité, eflre la vraye Philofophie :nbsp;les autres fciences , amp; qui vifent ailleurs , n eflre quanbsp;fard. Je voudrois que Ie Paluël ou Pompée , ces beauxnbsp;danceurs de mon temps, apprinfent des caprioles d les voirnbsp;feulement faire , fans nous bouger de nos places, commenbsp;eeuxey veulent inflruire noftre entendement, fans Fesbran-ler: ou qiion nous apprinft d manier un cheval, ou unenbsp;pique , ou un Luth , ou la voix , fans nous y exercer :nbsp;comme ceux cy nous veulent apprendre a bien juger , S’nbsp;d bien parler , fans nous exercer d parlcr ny d juger.nbsp;Or d eet apprentijfage toufee qui fe prejente d nos yeux,nbsp;fert de livre fufifant: la malice dun page, lafottifedunnbsp;volet , un propos de table , ce font autant de nouvellesnbsp;mtilUfet- A cefie caufe Ie commerce des hommes y efi
LXIX
vicrveillcufcment propre, amp; la vifiie des pays efirangers; ron pour rapportcr feulement , a la mode de nofire no~nbsp;blejfe Francoife , combien de pas d Santa rotonda , ou banbsp;ricbeffe des calejjbns de la Signora Livia : ou comme d'aurnbsp;tres combien Ie vifage de Neron, de quelque vieille ruinenbsp;de ld , efl plus long ou plus large, qite celui de quelque pa-reille medaille. Mais pour en rapporter principalcmentnbsp;les humcurs de ces nations S’ leurs fagons; amp; pour, frot-
ter S limer nofire ceruelle contre celle d autniy. -
En cefte efcole du commerce des hommes, j'ay fouvent re-marqué ce vice , qu'au lieu de prendre cognoiffance d'au-truy, nous ne travaillons qu d la donner de nous: S fom-mes plus en peine d'emploiter nofire marcbandife. que d'en acquerir de nouvelle. Le filence S la modejlie font qua-litez tres commodes d la converfation. On dreffera eet enfant d efire efpaignant mefnager de fa ftiffifance, quandnbsp;il ïaura acquife, d ne fe formalifer point des fottifes Snbsp;fables qui fe diront en fa pre fence; car c eft tine incivilenbsp;importunité de choquer tout ce qui itefi pas de nofire ap-petit. Quil fe contente de fe corriger foy mefme. Etnbsp;ne femble pas reprocher d autruy, tout ce quil refufe d
faire : ny contraQer aux maurs publiques. -
On Tadvertira, eftant en compagnie , d avoir les yeux par tout: car je trouve que les premiers fieges font commu-nêment faifis par les hommes moins capables, {ƒ que lesnbsp;grandeurs de fortune ne fe trouvent gueres pointes d lanbsp;fuffifance. J'ay veu cependant qu'on s'entretenoit au boutnbsp;d'une table de la beauté S'une tapiferie, ou du goiift de lanbsp;maivoifie , fe perdre beaucoup de beaux traiSts d tautre
ILXX
hout, II fondera la portée tlu» chacun: nn bouvier, un majfon , un pajfant , tl fuut tout mcttre en hefogne, amp;¦nbsp;tmprunter chacun felon fa marchandife : car tout fert ennbsp;mefnage, la fottife mefmes, amp; foiblcfe d'autruy luy feranbsp;inflruciion. A contreroller les graces S? fagons d'un chacun , tl s'engendrera envie des bonnes, df mefprh des rnau-vaifes. Q^on luy mette en fantaifie une honnefte curiofitinbsp;de s enquerir de toutes chofes: tout ce quil y aura de fin-gulier autour de luy, il leverra: un baftiment, une fcn-taine, un homma, Ie lieu d une hataille ancienne, Ie parage de Cefar ou Charkmaigne. II senquerra des niceurs,nbsp;moyens, ©* des alliances de ce Prince, amp; de celuy la. Cenbsp;font chofes tres plaifantes a apprendre amp; tres - utiles d f^a-voir. amp;c. amp;c. amp;c. Montaigne.
Tet here, Laertes! get aboard for fbaine,
The wind fits in the fboulder of your fail.
And you are ft aid for. There—my bkjjing witb youi And thefe few precepts in thy memorynbsp;See thou char ader. Give thy thoughts no tongue,nbsp;Nor any unproportion d thought his aü;
Be thou familiar, but by no means vulgar;
The friends thou baft, and their adoption tryd. Grapple them do shy foul with hooks of ft eeltnbsp;But do not dill thy palm with entertainmentnbsp;Of each new batch'd, unfledg'd comrade. Bewarenbsp;Of entrance to a quarrels but being in,
Bear't that toppofed may beware of thee.
Give
-ocr page 83-de hand : en deze omhelll hem en geeft hem den blydffen zegen.
Nu gaat het gordyn der wereld geheel voor Engenio open! Eh alle de volken van Europanbsp;zullen dienflbaar gemaakt worden , tot zynenbsp;volmaking. De veelvormigheid van dit uitge-ftrekt toneel doedt zyne ogen niet fchemeren.nbsp;Zyn plancis gemaakt, en in zynen gehelen omtrek altyd aan hem tegenwoordig, tly weetnbsp;het einde waartoe hy moed reizen: en het dui-delyk, begrip daarvan dient hem ten leidraad innbsp;den doolhof dien hy zal doorwandelen , ennbsp;doedt hem by eiken flap de voorwerpen on-derfcheidcn die zyne oplettendheid verdienen.
Eu-
Give every man thine car; but few thy voice.
Take each mans cenfure; but referve thy judgment, Coftly tby habit as thy puife can buy,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;
But not expreft in fancy; rich, not gaudy;
For the apparel oft proclaims the man,
Neither a borrower, nor a lender be;
This above alT, to thine own felf be true i aind it nnifl follow , as the night the day.
Thou canjl not then be falfe to any man.
Fareweli my blejjing feafon is in thee.
Shakespeare’s Hamlet A. I. Sc. 6.
LXXII VOORREDE
Eugenio weet, beter dan iemand, dat het voornaamfte, waardigile voorwerp ter befchou-wing en door en door ziening voor een menfchnbsp;zoo befchaafd en zoo wel opgelegd als hy, denbsp;menfch zelve is. Deze dan blyft het hoofdonderwerp van zynen gefladigen aandacht en al-lernauwkeurigfte opmerking. Hy heeft de bui-tenfte trekken van zynen aart, beftaan , ennbsp;wezen eerfl bcfchouwelyk leren kennen : en naderhand gedurende zyne korte verkeering onder zyne landsgenoten, zoo veel daar kon ge-fchieden , dadelyk nader in acht genomen ennbsp;onderzocht. Nu ftaat hy hem in alle de grotennbsp;en kleinere onderfcheide niodificatien te volgen,nbsp;die het verfchil of de verandering van tyd,nbsp;plaats , godsdienft, regeringsvorm, taal ennbsp;gebruiken onvermydelyk hem moeften bybren-gen.
Koude Eugenio volkomen zynen brandenden yver ter uitbreiding en volmaking dezer kennisnbsp;den teugel vieren , hy vergenoegde zich nietnbsp;met het waarnemen van dezen op hunzelvennbsp;zeer aanmerkelyken en zeer leesbaren , maarnbsp;echter flauwen en zagtere trekken , in vergely.nbsp;king van die, welken grote veranderingen , geweldige fchokken en beroeringen van het na-tuurlyk en burgerlyk wezen , der menfchheidnbsp;jjidrukken. Elke Jeeftyd Jevert de zynen op:
en
en die van Eugenio was te ryk aan zulken verhe-venen en treffende gebeurtenisfen, om de begeerte van daarvan ooggetuige te zyn, in een opgewekt, onverfchrokken,en werkzaam, vyerignbsp;hart als het zyne, niet by elke gelegenheid tenbsp;doen ontftaan.
Wierd ene machtige Hoofdftad, te gelykde Zetel van het Hof en den ganfchen koophandelnbsp;der natie, op één onverwacht, allerysfelykftnbsp;punt des tyds, als door ene almachtige hand,
uit zyne fondamenten gerukt; ylings-niet
uieer opgeheven, maar reeds, daar ik ’t denk
•---- nedergellort in een afgrond van rokende
fulfer; en tallozen duizenden zielen onder de kletterenden, ploffenden, rollenden, en brandende brokken en puinhopen van torens, kerken , paleizen , onder en op malkander ftor-lenden, {lotenden en zich verdringenden, eensklaps , allen, met éénen ysfelyk opgaanden gil.nbsp;Verpletterd en - zoo in ene diepe, akeli
ge , euwige ftilte gefmoord! het hart van Euge-Uio verzinkt en flikt van gevoelen by de eerfle nvergebrachte mare dezer ontzagchelyke gebeurtenis; doch zyne twede gedachte is ene be-ê^erte om, ware ’tmogelyk, vleugelen te nemen,nbsp;zich ogenblikkelyk op dat vreesfelyk toneelnbsp;Van verwoefting te verplaatfen: daar de natuurnbsp;in barensnoot, en hare kinderen diep getroffennbsp;ttttt 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en
-ocr page 86-en alJe de krachten hunner ziele op eens tot den hoogften trap van werkzaamheid gefpannen tenbsp;aanfchouwen.
Hoe vele anderen, min of meer ogenblikke-Jyk of duurzaam en evenredig treffenden, groten en aanmerkelyke voorvallen en wisfelvallighe-den, die hy in alle hunne omftandigheden, invloed en gevolgen, gaarne op de plaats wenfch-te te kunnen bywonen en onderzoeken!
Scherpt het bygeloof of de heerfchzugt het verraderlyk Haal, om dat zynen wettigen Heernbsp;in het hart te drukken: en klinkt op eens, doornbsp;alle de ftraten ener machtige hoofdilad, daarnbsp;yder of druk bezig was of zich vermaakte, en niemand dacht aan den beminden Vorft, het naarnbsp;en verward geroep: de Koning is vermoord 1
de Koning is vermoord ! - Worflelt ene
oorfprongelyk vrye, doch overheerde , lang gedrukte en getergde natie , eilanders onbe-fchaafd en ruw als hunne rotfen, woeft en ontembaar als de zee die hen omringt, lange tegen de zware hand des onderdrukkers (1); en
ont-
The elevation offentimeni that a fimgglefor lihertf infpires, is confpicuous in the following incident. A Cotfi’nbsp;can being condemned to die for an atrocious cgt; itne, his nO'nbsp;phew with deep concern addresfed Paoli in the followingnbsp;terms. „ Sir, if you pardon my tmle, hh relations
» glt;'^‘
-ocr page 87-©ntflaat uit het midden van hen een held, die Voor een tyd de ogen van geheel Europa nanbsp;ïich trekt, en de beroemlte voorvechters dernbsp;Vryheid van het oude Romen of Griekenland
fchynt te zullen doen herleven. - Heeft
Sen wanftaltig gedrocht van kerkelyke en bur-gerlyke macht, van bygeloof en gewetens-^¦svang, van bedrog, lift, moord en verrade-’¦y Tvezentlyk zaamgefteld, en voor ’t iiiterlyke ^et nedrigheid, nauwgezetheid en letterkundigs verdienften bekleed, onder het voorvvendfelnbsp;handhaving van het welzyn van Kerk ennbsp;Godsdienft, lang onvermoeid in het duifter ge-''verkt aan zyne verheffing, in de binnenfte geheimen derVorften en Staatsdienaren ingedroii-gen, daar het lot van ftaten en volkeren naarnbsp;^yne oogmerken befiift, en enen yzeren fcepter
ghe to the State a tboufand Zecchines , hefide furnishing ” fifiy foldiers during the fiege of Furiali. Let Mm benbsp;^“Mshed, ö* he shall never return f PaoH, knowing thenbsp;'^'’’tue af the young man , fdid to him. „ Tou are ac-’’ iuainted with the cireumjiances of that cafe : I willnbsp;^onfent to a pardon, if you can fay as an boneft man,nbsp;’’ ^hat it will he juft or honourable for Corfica.quot; Thenbsp;man , hiding bis face, burft into tears, fayingnbsp;I would not have the honour of our country fold fornbsp;^*^^oufand zechines. Lord Karnes’s Sketches of the Hiftovynbsp;Of man Voi. i.
-ocr page 88-LXXVI
gezwaaid over allen die het belemmerden of te-genftonden in zynen loop; en ziet het verbaasde iiuropa op eens deze machtige engevaarlyke maatfchappy, daar zy tot het hoogfte toppuntnbsp;geklommen was, neder Horten in de laagftenbsp;diepte: en allen hare leden, op énen dag,nbsp;door het beleid en gezag van énen man, metnbsp;één bevel en geheime uitfchryving, door hetnbsp;ganfche koningryk , uit hunne bezittingen uit-floten,verflrojen en wegvoeren buiten de gren-fen van een land,waar zy denmeeflenaanhang,nbsp;het grootfte gezag hadden verkregen , en zeketnbsp;lyk minfl van verwagt kon worden, dat daar hetnbsp;eerft de byl aan dezen boom zou worden gelegd , en ene machtige flag hem op zyne wortelen doen fchudden. - Barfl niet min on
voorziens , ene diep in flilzwygen gefmeedn ftaatswisfeling uit. Wordt ene Vorflin, de gemalin des Konings en een’s Konings dochter,nbsp;na het eindigen van een vrolyk feefl, in het hohnbsp;Ie der nacht, onverhoeds overvallen, omcio-geld, opgeligt van hare flaapHede en in ene gevangenis overgebracht; alle hare aanhangerefnbsp;uit de hoogte, waartoe zyze verheven had, n^'nbsp;dergeftort en verfloten : ja twee barer byzod'nbsp;derfte gunflelingen van den eerflen plaats dieUnbsp;zy bekleedden in hetryk, overgevoerd na eei^nbsp;fchavot, en daar te recht gefield, ter aanzie'’
ene^
-ocr page 89-ener verbaasde en als ’t ware hare ogen mistrouwende , noch over die alles onzekere en mymerende menigte. - Of Rookt ene ra
zende, domme Godsdienflyver, aangekweekc en verftout door de zwakheid ener gebrekkigenbsp;regeringsvorm, het vuur van burgerlyken oorlog, in een uitgeftrekt, volkryk en vruchtbaarnbsp;Koningryk; worden grote naburige mogendheden in dezen broedertwifl; ingewikkeld , efinbsp;door hunnen tusfehenkomR, de ongelukkigenbsp;burgerRaat meer en meer gefcheurd, geflagen,
en eindelyk verdeeld en overheerd.--Staat
een machtig nagedacht van vrygeborene kinderen , by het enkel vermoeden en twyffelachtig Ver vooruitzicht ener mogelyke inkrimping ofnbsp;bepaling zyner voorrechten, op tegen de moeder die hen gezogen, opgekweekt en beschermd , en alle hunne belangen altoos nauw-'^erbonden gerekend heeft met de hare, en alsnbsp;Stare eigene voorgeRaan! (*) -
De oorlogen van Frederik den Groten, de Staats-quot;isfeiing in Sweden, de verfchyning ener Rusfifche Vloot den Archipel, en de voortrefFelyke aanvang der regee-van Lodewyk XVI. zyn hier overgeflagen. ’T wasnbsp;^at ik voor had, hier onder Eugenio wat nader te volgennbsp;°P zyne reis door Europa, en hem onder anderen aan denbsp;oven van Berlyn, Petersburg, Verfailles en Stockholm te
ver-
-ocr page 90-Welke toneelen voorenen opmerkzamenjdiep-doordenkenden en Wydvatbaren geeft, als die van Eugenio ! Hy herinnert ze zich menigma*nbsp;len, zoo als zy gedurende zynen korten leeftydnbsp;en jonge jaren ’t een na ’t andere op enen af'*nbsp;ftand voor zyne ogen zyn voorby gegaan. Zynnbsp;geeft,op wien de enkele verbeelding denfterk-ften indruk maakte, behaagt zich met ze allennbsp;in èén oogpunt te verenigen , en ware ’tnbsp;mogelyk, hy zou ze allen in één tydperknbsp;doen zamenlopen , en by elk tegenwoordig willen zyn. Welk enen fchat van denbsp;wichtigfte ondervindingen en befchouwingennbsp;van menfchen en daden : welk enen voedfel-ryken oogft beloofden zy, beide voor zyn ver-ftand en hait! Als hy ze overpeinft, fchynennbsp;’t bykans de enige voorwerpen te zyn, die verdienen ene verhevene ziel als de zyne bezig tenbsp;houden. Doch ——— welhaaft herroept hynbsp;ene overylde en mogelyk dwaze begeerte. Hynbsp;herinnert zich zynen korten, voorbygaandennbsp;onzekeren doortocht door de wereld, en de palen en inrichting zyner beftemming in denzel-ven. Dan befluit hy, dat zyn leven niet voor-beftemd was om een leven van aanfchouwen te
als
vergezellen: daar hem zoo vele aanmerkingen liaan te m*' ken. Poch die ganfche volgende deel heb ik door de®nbsp;haafl: moeten verkorten.
-ocr page 91-VAN DEN HEER ***. LXXIX
zyn : en dat zyn beginfel van werkzaamheid ^ als lid van enen enkelen burgerftaat, tot enennbsp;veel nauweren en ftilleren kring bepaald is. Innbsp;één woord, één ogenblik nadenken brengt hemnbsp;Volkomen te rug van ene grootfche doch wildenbsp;begeerte, die kon zy vervuld worden , zyner zielenbsp;enen trap van infpanning en verheffing zou geven , die hem geheel ongefchikt maakte tot hetnbsp;Volbrengen der ftillen, vreedzamen , kleineren ,nbsp;doch niet min door hunnen ‘uitgeftrekten invloed wichtige plichten der zamenleving en verkering in een geruft en gelukkig land.
Hiertoe dan richt hy eniglyk en alleen het uitzicht van zyn reizen: en legt zich meer toe om den, menlch in zyn dagelykfch, hebbelyk wezen,dannbsp;by groten, zeldzamen en treffende indrukfelen tenbsp;befchouwen. (*) Zyne geboorte , middelen,
en
C*) Hieruit is teffens ook de rede afteleideti, waarom *0en ter volmaking ener befckaafde, opvoeding, ene reisnbsp;^oor Europa, en niet door dg. drie andere wereld delen,nbsp;®hans Afia en Africa, aanraadc. Deze kan, met opzichtnbsp;*ot het zien en kennis van menfchen , niet dienen dan voornbsp;fchryver van een Efprit des loix of Sketches of thenbsp;^^iflory of Man: en niet voor de zamenleving of hetwaar-''emen van burgcrlyke bedieningen. Ene reis door dennbsp;Archipel alleen zou men als een byvoegfel van bet letterkundige gedeelte der opvoeding kunnen aanmerken, en dengenen aanpryzcn, die de Griekfche fchryvers had lerennbsp;fchatten-.datiiy het genoegen niogt hebben van ze zelfs, of
mee
-ocr page 92-€n verbintenisfen openen hem in alle grote Heden de deuren der belle huizen , en zyn ver-dienlte doedt hem welhaall zoeken en verlangen, waar hy eerll Hechts ontfangen en geduld was. Daar hoprt hy in den gemeenllen ommegang duizende aanmerkingen in ’t voorbygaannbsp;maken over menfchen en daden, over driftennbsp;en geneigdheden , over fpraak en gewoonte,nbsp;over groten, over hovelingen, over vrouwen, enz.nbsp;oneindig fyner gedacht en fyner uitgedruktnbsp;dan hy oit uit boeken of door eige naden-king zou hebben geleerd; en begrypt nu hoenbsp;verre iemand , buiten deze kringen, af moetnbsp;blyven van ene wezentlyke, noemenswaardigenbsp;kennis van menfchen: en hoe de nieuwlten ennbsp;grondiglle gedachten, die hy in zyne eenzaamheid zich vlejen zou gemaakt te hebben, in deze kringen allerbekendften en oppervlakkige opmerkingen'zyn, die men niet eens herhaalt dannbsp;om ze ene nieuwe, befchaafder , geelligernbsp;wending te geven; (1) Doch ’t is in de grote
Hemet anderen, na zyn terugkomt met meer vermaak te lezen, en te kunnen zeggen:
De bewuftheid dezer waarheid heeft my dikwil1
vet-
-ocr page 93-lieden,in de befle huizen,niet alleen dat hyon-derwys gaat halen. Hy weet, dat de gedurige zamenleving van allerlei foort en geaarthedennbsp;van menlchen, in ene grote volkryke ftad, al*nbsp;tyJ de nadona/e en individue/e karaktST-trekkennbsp;verduifleren , en velen zelfs uitwisfchen moet:nbsp;even gelyk in rejidentie-plaatfen de invloed vannbsp;het Hof zich tot den laagflen rang zelfs uit-flrekt,en allen den inwoonderen een eenvormignbsp;wezen indrukt. Wil hy derhalven de Engelfchenbsp;natie leren kennen , hy beiludee.rt ze niet alleen in Wellmunfter,maarinde oude flad: nietnbsp;alleen te London, maar te -York, Leverpool,nbsp;enz. De Franfchen beoordeék hy niét te Pa-rys gt; (t) veel min te Verfailies: maar in de
Pro-
verveeit in het fchryven dezer Voorretle. Voor wie fchryf ik ze? Voor luiden van de wereld? De meeften mynernbsp;aanmerkingen zyn hen gemeender dan my,en zy hebben zenbsp;beter doorgedacht dan ik ze voorftelle. Voor anderen ?nbsp;Dezen zyn zy paradoxen, hersfenfchimmen, praat van de
mode, en mogelyk - ene ergernis! Had ik alleenlyk den
tyd gehad, om beur de enige verdiende te geven waarvoor 2y vatbaar waren, die van ze op ene nieuwer, juifter ennbsp;behaagiyker wyze te hebben voorgedeid , zoo zoude iknbsp;my ten minden noch meer er over uooften! Non alia vel-leni dicere, fed melius ü? pauciora,
, (*} Oflcboon hy in deze grote wereldfteden , gelyk Patys en London, niet in één gedeelte van de ftad bleefnbsp;-wonen, maar drie, viermaal zyn optrek veranderd had,nbsp;om elke keer zigh ala onder ene andere natie te vinden.
-ocr page 94-Ik moet hier noch ene aanmerking maken, die ik denk dat alle reizigers erkennen of bevinden,zullen. Innbsp;grote fteden heeft men te veel te zien, en raakt in eennbsp;dwarhvind van indrukken en ervaringen. Daarenboven denbsp;maaltyden, gezelfc’nappen en vermaken, waar men in getrokken wordt, en tot enen zekeren trap zich moet inlaten,nbsp;verftrojen den aandacht, en beletten het bekokenzyneropmerkingen. Het befte middel hier tegen is, denk ik, nietnbsp;op eens noch aan één zich voorteftelleii, Parys, Lyons,nbsp;Bourdeaux, Marfeille, London, Venetien, Florence,Romen, Napels, Madrid, Wenen, Petersburg,enz. fe zien,nbsp;maar ze enkel tot het middelpunt en de reudez-vous of te-rugkerings plaats te houden van zyn reis door het land, denbsp;proylntie of het koningryk, waarvan zy de hoofdftedennbsp;zyn: telkens er 8, 14 dagen, drie weken te blyven, ennbsp;tusfehen beiden enigen tyd op het land met een geringennbsp;toeftel in ililce te gaan doorbrengen. Hiertoe kan dienllignbsp;zyn (aitans in fomratge landen) wat Mylord Cbederfieldnbsp;byzonder zyn zoon aanraadt op zyn reizen. ., Vergenoegnbsp;„ u niet met in de openbare grote gezelfchappen als eennbsp;„ vreemdeling, die doortrekt, te wonieii ingelaten; maarnbsp;„ dring in enige weinigen van de befte huizen en familiennbsp;„ in, maak u daar eerder bemind dan gezien, en als dennbsp;„ vriend van bet huis enz.” Behalven de voordelen die mennbsp;licht raad dat Lord Chefterlield hiermede beoogde voornbsp;zyn zoon, kan het ook dienen om in den zomertyd enenbsp;retraite op verfcheide landgoederen zich te verwerven,nbsp;daar men In korte dagen bedaard zynen in de ftad gedaneanbsp;opmerkingen fchikken , overdenken, en met den befebaaf^nbsp;den klciftsn kring, die men daar aantreft, befpreken kan.
-ocr page 95-goede luiden in Madrid j Toledo, Sevillei zoo ftatig, achterhoudend enichuw,en het gemeen voor al op het land Zoo vrolykj openhartig, en opgewekt te vinden : tegen het denkbeeld dat hem reiabefèhryvers hadden gegeven-^nbsp;die meeil ene natie beoordelen na ’t geen dönbsp;hatie niet is; of liever hy verwondert zkh nietnbsp;meer j als hy nadenkt dat de , vrees der Inquifi-tie en honderd andere oorzaken zich tot deitnbsp;kagften kring van inwoonders niet uitftrekken.nbsp;Alles levert enen nauwkeurigen opmerker ftofnbsp;tot nieuwe ontdekkingen, en hy verzuimt daartoe gene middelen, Zyn varen of ryden van denbsp;ene plaats rla.de andere is voor hem hiet,watinnbsp;een fchc«lwfpel de tyd is, wanneer de fchermefltnbsp;veranderd worden t maar een nieuw byzondernbsp;veld van ervaringen, ’t geen hy zich ten nuttenbsp;maakti Hy kat zich niet in eet geftoten rytuig^nbsp;dommelende, voortliepen van het ene grote toneel tot het andere i maar vindt onder wegnbsp;overal Hof tot opmerkingen, die hy nergensnbsp;anders doen konde. De invloed der regeerings-Vorni op het geluk en de denkenswyze der in-Woonderen is daar het zicbtbaarfl;. en fchooiinbsp;hy nergens de Itene, net gefcMIderden, zindely*nbsp;ke boerenhuizen, van Holland, wsdarvindt}nbsp;de luchthartigheid , herbergzaamheid , goed-¦Willigheid, die hy in velen lage huicen aantreft,nbsp;tttttt snbsp;nbsp;nbsp;nbsp;trooft
-ocr page 96-ÜXXXIV VOOR RÉDEquot;
tróoll hem 'over'de fporen 'van onderdrukking en’ elende die hem elders voorkwamen. Hynbsp;onderricht zich, welken de wyzen van beftaannbsp;voor den burgér cn boerenftand zyn in de kleine Reden en op het land, in evenredigheid metnbsp;hunne vertering , benodigdheden en laRen,nbsp;en in de onderfcheide faifoenen des jaars. Ennbsp;leert zbo in welk’ een verband de koophandelnbsp;en vlyt van een land en provintie Raat met des-zelfs vruchtbaarheid en wyze van regering :nbsp;jhet den invloed van den GodsdienR en we-zentlyke oh aangewende plichten: dien van hefinbsp;luchtgeRel, enz.. enz. enz.nbsp;f, Duizenden onderwerpen van nafporing Rapnbsp;rk voorby, om-enkel aantemerkên, dat hy om'nbsp;ae’ te kunnen en willen nafpören , voor zyiinbsp;reizen vlytig is voorbereid: en dat de grondigenbsp;kennis die men hem heeft bygebracht van zynnbsp;eige land in deszelfs algemene godsdieiiRige^nbsp;ftaatkundige en burgerlyke individuele geReld-heid , voorrechten , gebreken en wyzingen,nbsp;met de onderlinge betrekkingen en invloed vannbsp;dit alles op elkanderen, hem ten maatRaf ennbsp;leidraad dient in de befchouwing van anderenbsp;landen en volkeren in dezelfde opzichten ennbsp;oogpunten. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Daarenboven, de grote trekken, die elke natie onderfcheiden, zyn hem tegenwoordig. Hy
(*) De Gefchiedenisfen van een Volk, zoo als men tot noch toe dezen tak van wetenfchap behandeld heeft, zynnbsp;mcefl- de gefchiedenisfen , dat is daden, enz. van zynenbsp;Koningen, Vorfien, doorluchtige mannen: en in een Ge,-inenebeft , van deszelfs ftaatkundig wezen. In plaats datnbsp;het de gefchiedenis der natie zelve zyn zoude, in harennbsp;burgerlyken toeftand, hare bevolking, vlyt, koophandel,nbsp;en maatfchappelyken voorfpoed en geluk ? zoo dat denbsp;oorlogen, vredens-traftaten, en daden barer Vorften, karakter der Staatsdienaars, enz. enkel het écbafaudagc wier-den: en verre van het hoofd-onderwerp der gefchiedenisnbsp;uit te maken, niet daarin te pas wierden gebracht, dan innbsp;zoo verre zy de dryfvederen zyn die het burgerlyk wezennbsp;bewegen, en deszelfs wisfelvalligheden bewerken ! Dezenbsp;aanmerking begint in onzen tyd by zekere luiden ene afgedane, bekende zaak te zyn;en zoo ’t waar is, dat wy ditnbsp;aan Voltaire fchuldig zyn, vergeef ik hem gaarne alle zynenbsp;feilen in de HiiVorie, Doch hoe velen blyven er over,nbsp;voor, wien het een ongehoord paradox zyn zoude, als iknbsp;by voorbeeld zeide, dat ik alle de hiflorien die wy hebbennbsp;van Alexander den Groten, gaarne zou willen geven, om enénbsp;goede gefchiedenis van den Haat en opkomlt van Ale.xan-
drien te hebben. Daarenboven-het gezigtpunt, waarin
men gewoon is de Gefchiedenisfen te behandelen, geeft niet alleen gebrekkigen, maar ik denk zelfs bedriegelykenbsp;begrippen. By voorbeeld hoe meer ik by de oude Griek-fche en Romeinfche Gefchiedenisfen nadenke, hoe meernbsp;ik geloof, dat de wyze waarop zy gefchreven zyn een in-
derwezen , en behoeft dus alleenlyk, om zoO te fpreken , de onderdelen aantevullen van denbsp;fchets die hy in zyn hoofd heeft, en hier ennbsp;daar een misflag pf vooroordeel te verbeteren.
Hier wordt een goed Reisboek voor hem van liet uiterfte gewigt. Was er geen ge weeft,nbsp;voor een land ’t geen hy wilde bezichtigen,
hy
druk op ons maakt, waardoor een ganfch doorgaand verkeerd denkbeeld der natiën zelven in ons verwekt wordt. Wy kennen Pifiilatus; maar hoe is de hiftorie van Thya tenbsp;begrypen? Als men Ariftophanes leert na Thucydides ofnbsp;Xenophon te hebben gelezen , 't is als of men in enenbsp;andere wereld verplaatst wierd.
’T is het onderfcheid van rang der handelende perfonen «iet die de uitwerking doedt, welke ik bedoel. Maar ’tnbsp;is dat wy niets hebben, ’t geen voor ons de gapende tus-fchenwydte tusfchen Afpafia, en de Ecdeftazufa vervulle.nbsp;Dat is, de Hiftorie-fchryvers hebben zich zoo zeer bemoeitnbsp;om ons de hoofden van het volk te doen kennen, dat zynbsp;yergeten hebben ons met het volk zelven bekend te ma-ken. Kortom wy hebben voortrelFelyke flmti-hifioi'ien,nbsp;maar gene volk$ hiflorie: den goeden Herodotus mogelyknbsp;alleen uitgezonderd, die toch verre is van een model tenbsp;kunnen zyn. -- En dan blyft noch de vraag, met be
trekking tot het leren der Hirtorie , of men niet beter doen Zoude, gelyk d’Alembert wilde, van die van achteren afnbsp;te beginnen. Doch het is de plaats hier niet van my in
dir alles in te laten. Vergelyk myne noot hier voor bl.
VAN den heer LXXXVII
hy zou er, eer hy op reis ging, een voor zich zelven hebben moeten vervaardigen : en denbsp;hoofdzaken fcharen die zyne opmerking in datnbsp;land byzonder verdienden; dat is hy zou nietnbsp;alleen ene geographifche, maar hitlorifche ennbsp;pragmatifche kaart van hetzelven in voorraadnbsp;hebben moeten ontwerpen, om zyn gang na tenbsp;richten. En elk heeft bekend, toen de reis doornbsp;Italien van den Heer la Lande uitkwam, dat hetnbsp;nieuwe plan waarop dezelve gefchreven was,nbsp;beter dan enig ander voldeed aan het ideaalnbsp;en de vereifchteii van een nuttig Reisboek.
De Heer Volkman heeft hetzelve met de Befchryving van Italien van den Abt Richardnbsp;ineengefmolten, verkort, verbeterd en met zyne eige aanmerkingen verrykt. En ik beroepnbsp;my op de aanflaanden goede reizigers onder my.nbsp;ne landgenoten, die hetzelve met zich zullennbsp;nemen en bygelegenheid vergelyken met alle denbsp;vorige reisbefchryvingen ; of ene derzelvernbsp;(Brevall en Blainville, Misfon, Keysler , Addi-fon en Baretti niet uitgefloten) den naam vannbsp;ArirAö«^verdiene,gelyk ik dit in de Nederduit-fche uitgave gedacht heb te mogen laten noemen. (*)
Het
(*) In het Hoogduidch heette het Hiflorifch CrUiJib.: Nacbriebten,
Het behelil; voor eerft alles, wat iemand die zich voorftelde Italien met vrucht te bezichtigen , vooraf in ene korte fchets zou willen nagaan en zich in het hoofd brengen: en te ge-lyk vervat het by elke plaats ene korte aanwy-zing van alles wat iemand, die dadelyk er zichnbsp;bevindt, nodig heeft te weten om zyne ervaringen in ene goede orde en zoo volledig rao-gelyk aanteftellen en interichten : tot de munten , maten, enz. ingefloten.
s»
JJ
Doch byzonder hebben de drie medewerkers aan hetzelve voor ogen gehad, wat Eugenio’snbsp;vader hem na Turin fchreef: „ Denk dat gynbsp;„ door dat land gaat reizen,waar de befchaafd-„ heid en kiinften eerft: zyn uitgevonden. Eer-„ biedig zyn ouden roem, en die gr5^sheiinbsp;„ welke aan een menfch achtbaar en aan enenbsp;,, ftad heilig is. Acht de oudheid, de grotenbsp;,, daden, zelfs de verdichtfelen. Stel u altydnbsp;„ voor ogen, dat dit het land is, waarvan wynbsp;zelfs onze wetten en rechten ontleend hebben. Laat de herdenking wat elke ftad ge-„ weeft zy, u beletten van haar te verachten,nbsp;„ dat zy opgehouden heeft het te zyn. Zoonbsp;„ zult gy beter, befchaafder, ervarener en be-s, proefd. terug keren! ” (*)
(*) Cogita te peregrinum in tam regionem aiiire ,ubi hur
-ocr page 101-Te weten, zoo oit van een land kan gezegd worden, dat men in hetzelve veel kan leren,nbsp;waarvan men ’t huis blyvende noit enig begripnbsp;zou krygen, (f) het is italien. Wie verheeltnbsp;zich den grootfchen luifter van het oude Romennbsp;^ majejiatem antiqui illius. Senatus, die de wegen niet betreden heeft die Cato en Gaefar bewandelden ? In Romen is niets klein , niets nederig, zelfs in haar tegenwoordig verval. Allesnbsp;leidt op tot een denkbeeld van wat zy geweeft-is : en dit denkbeeld is niet te vormen andersnbsp;dan op de plaats. Verheft en verwydtde ziel desnbsp;menfchen zich by het zien van een hoog bofch,.nbsp;trots gebouw, wyde ruimte, enz. hoedanig zalnbsp;de indruk zyn van zulk een aantal vangrootfchenbsp;voortbrengfelen van natuur, macht en kunft,
vianitas amp; Ulerie invents funt - Revcrere conditorei
Deos , reverere gloriam veterem amp; hanc ipfam feneüutem qua in homine vencrabilis, in urhibus facra. Sit apud tenbsp;bonos antiquitati, fit ingentibus faPlh, fit fabulis quoque.nbsp;Habe ante oculos banc efe terram, qua nobis mlferit jura,nbsp;qua leges non viamp;a acceperit, fed petentibus dederit. Re-cordare quid quaque civitas fuerit , non ut defpiciasnbsp;quod efe defierit. Quo magis nitendum e!i, ne rudis amp;nbsp;incognitus, quant exploratus probatusque, humanhr, metnbsp;Hor, peritiar, fuife videaris, Plin. iib. 8. ep. uit.
Ct) I. Deel , Voorrede van den Heer *?» bU V. of hier boven bl. X.
xc
als te Romen voor den aanfchouwer zich verenigen : gevoegd by het herdenken aan de verhevene geeften, die daar geleefd en dien groten rol gefpeeld hebben, dien wy in de gefchiede-nisfen bewonderen.
Doch ik heb met toeleg in deze ganfche Voorrede vermyd het nut aanteroeren, dat enenbsp;reis door Italien voor de geleerdheid heeft:nbsp;en de rede is, dat dit my oneindig verder zonnbsp;vervoeren dan myn beftek toeliet: wyl ik hierover vry wat anders ¦ en meer zou te zeggennbsp;hebben. Ik flap dan terftond hiervan af, omnbsp;my aan alle verzoeking te ontrekken. Genoegnbsp;dat ook myn reiziger, voor wien ik byzondernbsp;fchryve,en die ikvooronderfteldateneclasjtfchtnbsp;opvoeding (1} heeft gekregen : (als hy ouder
wierd,
Ten bewys van den flaat onzer opvoeding, hebben wy in onze taal enkel het naakte, onbepaalde, gellachc-woord ópvteding: en daarmede gaan de ouders van atler-leie rangen (die zich enkel niet vergenoegen met hunnenbsp;kinderen in ouderdom qptegroejen) aan ’t werk met hunnenbsp;kinderen , om met hep te handelen na de onderfcheideanbsp;en meer of min wyden, meer of min klaren en juiflen begrippen, die zich van dit woord in hun hoofd hebben ge-veftigd. In Engelland, waar zekerlyk beter dan ergens,nbsp;de opvoeding wordt ingericht, heeft men de meer bepaalden en duidelyke namen van liberal en claffical education.nbsp;£n de laatfte wordt,ten minüen in Schotland,meeft onaf-
fcheid-
-ocr page 103-XCÏ
wierd, zou ’t hem berouwen de Griekfchen en Latynfche goede fchryvers niet even gemakke-tnbsp;lyk als de nieuwen elk in zyne taal te lezen)nbsp;geen gering vermaak zal fcheppen, van by el.nbsp;ken ftap in Italien te rug gebragt te worden opnbsp;het geen hy omtrend de oude Romeinen geleerd heeft : en zich een ganfch ander denkbeeld daarvan te vormen , dan dat welk zichnbsp;prent in het hoofd van den vlytigften doorzoeken van Livius en Dionyfius vamHalicarnasfen rnbsp;ja noch in den aart der hedendaagfche Romeinen trekken te vinden, die hem meermalen zy.nbsp;nen Tacitus, Peironius enHoratius zullen herinneren ; even gelyk hy in Griekenland beternbsp;Theocritus, Arillophanes, Homerus en Lucia»nbsp;nus zou verftaan, dan met behulp van allen denbsp;Scholiaften en Varianten,
Scheidbaar van de eerfte gehouden. Zoo dat een koopman te Edinburgh, na zich vermoeid te hebben met het opmakennbsp;Zyner balans, zich uitfpant met het lezen van Milton ennbsp;Homerus, van Terencius en Shakefpeare. En. menig land-of zee-officier vermaakt zich in zyn kajuit of na het opbrengen der parade, zoo wel met Aefchylus, als de goedenbsp;Earfon Adams, dat is vry wat beter.
Hier komt men dagelyks my'vragen: maar. Mynheer, ik ^ yan welk nut is het Griekfch in de Rech-
Niets,zoo den rechtsgeleerdeuHomeruson¥«-
ftfhillig is t
-ocr page 104-XCII
VOORREDE
Doch, ik zeg, in dit wyd der zeer wyd
— voor my byzon-veld iaat ik my niet in. De
Italiaanen. hebben niet alleen de verdienfte van een land te bewonen, dat eertyds de wet fleldenbsp;aan het gehele bekende aardryk, en de over-blyffelen dezes groten oorlprongs te vereeren ennbsp;gaarne den vreemdeling te vertonen. Zy zynnbsp;zelven de eerften geweeft , na de algemenenbsp;verduiflering van kuniten en wetenfchappen,nbsp;die dezen beoeffend en genen herfchept, janbsp;fommigen zelven gefchapen hebben. Ik ver-ftout my het te zeggen, en die my wederleggennbsp;kan , dat hy my tegenfpreke : Het ideaal vannbsp;volmaakte fchoonheid, illa fpecies qiicedam pul-critiidinis extremes (*), beek en vefligt zich beter in het hoofd van enen Italiaan, dan in datnbsp;van enige andere natie; en veelvuldige redenennbsp;waren van dit voorrecht te geven. Daarvannbsp;hunne voortgangen in de Bouw-, en Beeldhouw-kunfl die zy herfchept,en in de Schilder- enToon-kunfl die zy gefchapen hebben, (f) Myn Eu-.
ge-
(*) Zie L Deel bl. 69.
Cf) Scheppen -zoo verre menfehen dit groot regaal
van hunnen maker kunnen gezegd worden te delen -¦'
is niet alleen de eerlle ene kunft of wetenfehap uitvinden: Blaar, ik denk, ook ten twedemaal ze uitvinden, na datnbsp;alle de fporen der eerlle beoeflfening door den tyd waren
uit-
-ocr page 105-vAn den heer xcin
genio , 'die 'te veel inzicht'hèeft ih het nauw verband-van^^e- befchaving en-verfyning der’nbsp;fmaakt met de volmaking van derf zedefyketfnbsp;zinj is verre* van deze béhaaglyke kuriftennbsp;klein te achteilT -Alsdry den Apollo van Belvedere befchoüWt y leeft hy' hem in hét verlreveiïnbsp;aangezicht alle de denkbeelden dié zyneifnbsp;TverJcmeefter door het hdofd vlogen : en zynnbsp;geeft verheft zich tot derf hogen maatftaf, die'nbsp;deze verbeeldingskracht vervulde. Is het enkel
plaix,. vafi een-geheèlals de Pieterskérk, —-
niet in zyne grootte met vademen of flappert gemeeten, maar - in de evenredige me
dewerking van,allede’del^n tptji^en indruk van het geheel , minder gefchikt om, by de voor*nbsp;ftélling van zulke' ene harihonie in zoo grote enenbsp;verfcheidenheid:^ .de g'rootfte. gevoelens in de zielnbsp;te doen ontftaan ? Welk een gevaarte, zegt denbsp;domme menigte! Welk een geniej* zegt de be-ïchouwer die al]eeii verdient hem te beoorde---nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;len!
.üitgewifchu Güi d’Arezzo heef: Amphion noch Linus ioegeluifterd. Noch Cimabue de Venus -van Zeuxis ge-_zien. 'Bleef Newton geen fchepper, zoo in ’t Herkulanuranbsp;'cen -handfchrifc van Archimedes gevonden wierd, dat zyn
Weifel bevatte? - Maar de Bouwkunft en Beeldhouw-
kun(i« Rebben zich in het hoofd van Michel Angelo na de •verblyffeien der ©udhetd-gèvoraid.
C*) Zie 1. Deel bl. i68.
-ocr page 106-len ! Ën wat is in de ziel van enen Peï-go-iefe omgegaan, toen hy het Stabat Mater componeerde!
Deze dingen zyn niet dan_in ItaÜen te Ie» ren! Wy praten er wat over, maar daar voeltnbsp;jnen, wat buiten Italien noit in enig meilfehennbsp;hart is opgekonaen ; , enigen zeef zeldzame geniën uitgezonderd, die gene aanleiding nodignbsp;hebben om te zyn wat 2y;zyn:t ,en hunne kunftnbsp;zouden geichapen hebben , zoo zy er buiten
hen niet geweeft ware (*). ¦ ...........- Caterct
4cfunt. nbsp;nbsp;nbsp;... \
5NOCB ENIGË FRAGMENTEN m te dienen tot. ene eigentIfke Foorrede ófnbsp;i.V'enolg der -Voorrede tan Volknktm '
Onder alle de mlslykefi , wonderbaarlyken.j nooit by mogelykheid door ray te voorziene ih-drukken, die myne Voorrede voor het eerdenbsp;ïieel van Volkman, op de ohderfcheidenbsp;fatten van enigen myner geêerden en min of
meer
(*) By voorbeeld Correge ^ Falconet, ine piet ia Ita-Hen geweefi is, Shakefpoart die. genfi opvoeding gehad heeft, Klopftoek, enz,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ^
XCV
meet befcheide (*) lezers heeft gemaakt: is mjr niets vreemder voorgekomen, dan datmynbsp;de Boekverkoper verzekerd heeft ^ dat velen tenbsp;nig zyn gebracht van het kopen van Volkman, wyl ik by bl. ^97. van het eerfte Deelnbsp;myn opzicht over het werk had geftaakt. Koanbsp;ene belagchelyke eigeliefde my vervoeren, omnbsp;deze uitwerking van een in ’t voorbygaan, daarnbsp;’t nodig \vas, gegeven bericht, te vermengennbsp;met de vleiende toegenegenheid van enigen weinige vrienden gt; die ray verwyten hebben gedaennbsp;over het laten varen van dit werk; ik Zou nietnbsp;denken om daar van te fpreken. Doch nietnbsp;minder dan dat! Myn bericht ftaat ftraks aannbsp;het begin der Voorrede, op de t wede of derdenbsp;regel. En het was op het lezen dezer derde regel van het werk , zonder noch het overige dernbsp;Voorrede, noch myne aanmerkingen, nochnbsp;het boek zelve in te zien, dat men zoo terftondnbsp;zich daar over bepaalde: enkel uit de onzekerheid, dat is onvoldane nieuwsgierigheid, wegens de redenen die my bewogen hadden om
my
(*) Zie Huydekopers Proeve van Taal en Dichtkunde 4. aattgehaakl door deti Hooggeleeislen Heer en Mr,nbsp;Ty(j,.num in ry'ie Voorrede voor de- Nederduitfehe Uit-
8^'fe Van Shaw’s Reizen by T. van Schooahoven en Comp.
W. I.
-ocr page 108-ICCVI
VOORREDE
my daar a.sn te ontrekken !
¦„ 197. heeft hy geen deel meer aan het werk genomen I zeg doch om welke rede?” —nbsp;-Ik weet-het niet, zeide de Boekverkoper, ofnbsp;iliever ik weet er dit en dat van: doch hetnbsp;ïechte. zal de Heer *** in het vervolg zyner
woorrede zelve aan het Publiek berichten.----
¦„ Wel nu dan zullen wy daarna wagten! ” zeide de een koel, de ander deftig en nadenkende,ehnbsp;•een derde haaflig. En daarmede moeiten, iknbsp;gt;weèt niet hoe velen Volkmannen weder na ’tnbsp;zolder!' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;
Dit zyn voor my onbegrypelyken, ongeloofè-
lyken enquot;önbezelFelyke dingen!
,En ik
-verzeker u evenwel op myn woord van eer, zegt de Boekverkoper,Mynheer , dat het waarnbsp;is ! Met myne eige handen heb ik de Volkmannennbsp;weder weg gedragen! „ -- Wie kan hier
tegen! Erg genoeg, dat ik den man heb ter neder gezet, met hem eveneens op myn woordnbsp;wan eer te verzekeren, dat het myn fchuld nietnbsp;was. En nog is hy die droevige derde regel nietnbsp;vergeten!
Waarlyk het is ene bittere gedachte voor een fchryver,dat het lot zyner werken door dusda-.nige dryfvederen geregeerd wordt! Ik zeg het,nbsp;Jjefchoiiwelyk. Dat is, myn ganfche hart deeltnbsp;in de grievende fmert van een waardig, door
XCVII
en door geleerd man, die in het zweet zynes aangezichts een dik boek heeft gefchreven, ennbsp;in de eenvoudigheid zynes harte vooruitgerekend , hoe dikwils het herdrukt, in hoe vele talen het overgezet, en van wie het al geciteerd,nbsp;geattaqueerd en gevindiceerd, of gecompileerdnbsp;Zal worden. De zuivere vergenoeging;, die ditnbsp;vleiend vooruitzicht over zyneganfche ziel moeftnbsp;verfpreiden, vloeide, maanden ja mogelyk jarennbsp;lang, in op het geluk van zyne vrouw en kinderen , van zyne dienhmaagd en onderhorigen;nbsp;en op eens, op één ongelukkig uur des tyds,nbsp;komt de Boekverkoper met een gemelyk wezen,nbsp;'en zegt: „ Ik verkoop geen een van uwe boeken.nbsp;Zy zeggen dat het te dik of te groot, of te langnbsp;of te kort is. In één woord, niemand volllrektnbsp;wil het hebben! En nok in myn leven druk iknbsp;Voor u weder boeken!”
Deze ééne pyniging en bron van ongeluk heeft my altans het lot gefpaard! En noit legtnbsp;een kind zich gerufter, zorgelofer in zyns moeders fchoot te flapen , dan ik tot myne dagelyk-fche bezigheden wederkere , na een opftel,nbsp;dat voor weinigen, bepaalde lezers gefchrevennbsp;, aan al het overige gemeen te hebbennbsp;overgegeven. Wie zou zich vleijen elk en eennbsp;ygslyk te voldoen? Men heeft het gezegd: geen,nbsp;dan die verdiende aan niemand te voldoen!
Nochtans, als ik my onderzoeke, is het niet zoo zeer deze gedachte, waaraan ik myne gelukkige onverfchilligheid te danken heb. Hetnbsp;is eerder een ruim inzicht in den fchaal van letterkundige verdienileri. Wie kan ene rechtnbsp;vaderlyke toegenegenheid voor zyn werk voelen, zoo dit werk geen Telemaque, geen Efpritnbsp;des loix f of noch beter is! En wat zyn allennbsp;onze kleinen, vluchtig ontworpenen ennochras-fcher vergetene verhandelingen, aenmerkingen,nbsp;ja zelfs vele grote boeken, die de ziekte ter wereldnbsp;brengen waaraen zy na een kort, zukkelend,nbsp;duifter leven een euwige dood fterven: dat wynbsp;een ogenblik ons over hun noodlot zouden ont-ruften! altans zoo wy niet zoo ongelukkig zynnbsp;dat ons tydelyk welzyn en perfonele achting onder de menfchen ten enenmalen van de hunnenbsp;afhange.
Met zulk ene hebbelyke denkenswyze,kan men licht raden, hoe het bericht van J. van Schoonhoven amp; Comp. wegens den aftrek van het eer-fte deel van dit werk ray heeft aangedaen. AI-leenlyk dat de man te zeer getroffen fcheen overnbsp;de fchade die ik hem onfchuldig had toegebracht,nbsp;dan dat ik van my verkrygen kon om by zyn ongeluk te lagchen. En was het deze aanmerkingnbsp;niet die my overhaalde, ik vermaakte my metnbsp;allen die nieuwsgierigen voor altoos onzeker ts
VAN den heer nbsp;nbsp;nbsp;XCIX
laten, wat itiy toch had kunnen bewegen om Èoo fchielyk dit werk te laten varen. Zie daarnbsp;dan kortelyk de gehele geheime gefchiedenisnbsp;van myn opzicht over dit werk j wat ik er aannbsp;gedaan hebbe, en wat my belet heeft in de volvoering van dit voornemen.
Ik heb gezegd dat het op myn raad is ge-weeft, dat men ondernomen had dit werk te doen vertalen: en de redenen die my daar toenbsp;bewogen, beilaan het gehele eerlle deel mynernbsp;Voorrede , en een gedeelte van dit vervolg.nbsp;Zelve kon ik het niet vertalen. Had ik den tydnbsp;ér toe gehad , zou ik toch geen lull gehadnbsp;hebben om dien er aan te geven. Doch merinbsp;vond hier toe twee luiden: eerfl: den enen dienbsp;het eerfte Deel vertaald heeft, en doen beletnbsp;wierd te vervolgen; en naderhand enen anderen , die al het overige heeft ten einde gebracht.nbsp;Beiden zyn zy my bekend, ert beiden mynegoede vrienden. Van den enen leell men in onzenbsp;taal met genoegen Verfcheiden zeer goeden ^nbsp;naamloze fchriften. En de ander zou het ge-tneen niet minder goeds van zyn eige opftelnbsp;kunnen te lezen geven. Geen van béiden beoogde met dezen lafligen arbeid enig gewin.nbsp;Hoch , beiden hadden genoeg kundigheid ennbsp;zucht voor de kunften, die een der voornaamflénbsp;Onderwerpen van dit Reisboek door Itahen uit-ttttttt anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;m-
-ocr page 112-VOORREDE
maken, om zich der moeite te getrooften, die de vertaling daarvan hen zou geven. Zulke luidennbsp;waren de enigften, aan wien men die kon betrouwen; en het werk, dat in Duitfchland metnbsp;ene algemene toejuiching was ontfangen , en ter-ftond zelfs in Vrankryk bekend geworden ennbsp;geprefen (*), kon gerekend worden gene nadere zorg te verdienen. Doch ik had de uitgave er van aan den Boekverkoper geraden: ennbsp;deze Bond er op, dat ik de vertaling nazien,nbsp;ene Voorrede er voor fchryven , en hier ennbsp;daar enige aanmerkingen of veranderingen, dienbsp;ik goed dacht, zou maken. Ik voorzag hier innbsp;minder enen laftigen dan aangenamen arbeid,nbsp;en befloot dan denzelven te ondernemen.
Myn plan, zoo als ik het zelve tot bl. 197. van het I. Deel gedeeltelyk volvoerd heb, be-ftorid kortelyk in het volgende. EerB nam ik denbsp;overzetting en vergeleek die met het hoog-duitfch van Volkman. Dan zocht ik in la Lande en Richard, wat Volkman uit elk had overgenomen. En behield my de vryheid , vannbsp;.hier en daar, iets ’t geen hy daar gelaten hadnbsp;en my van belang fcheen, in onze uitgave tenbsp;herftellen. Scheen my Volkman, of zyne voor-gangeren ergens te hebben gedwaald, ik had
ver-
Journal Encyclopediqut,
-ocr page 113-Cl
voorgenomen den lezer in ene noot er van te verwittigen: en hier toe zou ik, buiten ’t geennbsp;my zelven was vóórgekomen, ook de aanmerkingen die in Duitfchland op dit Reisboek zynnbsp;gemaakt, by voorbeeld van den Heer Heine-ke O 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j en gebruikt hebben. En dacht
ik, dat iets was overgeflagen, en beter of bre-‘der moeft worden verklaard, ik ftelde my voor het te verhelpen. Zoo heb ik den Naamlyfi-der Schilders, die uit Richard genomen was ennbsp;krielde van fauten, van voren tot achteren her--field en vermeerderd: geiyk yder die onze uitgave met de hoogduitfche of franfche vergely-ken wil, terilond zal ontdekken. In één woord,nbsp;ik had my over het werk van Volkman,in onzenbsp;uitgave, byna hetzelfde recht behouden, datnbsp;hy aan den Heer la Lande en den Abt Richardnbsp;heeft geoeffendi Hiertoe had ik velen en pn-derfcheide hulpmiddelen: zekeren en onzekeren.nbsp;Voor eerll; allen de bekende Befchryvingen ennbsp;Reifen door Italien in alle talen (f): velen
Ita-
(?) Tn een (tukje genaamt : Schreiben an Herrn J. P. Kraufe Bucbbandlern in JVien, ilber die heurtheilung dernbsp;Nachrichte von Künjllern und Kunflfachen Leipz. 1771.
Ct) Dat is , behalven verfcheide reizen door Europa, die van Italien, welken de Heer Volkman in zyne Voor-rede optelt (^de Delices tTItalië, P. Labat, Cochin, GreJIeyinbsp;Mad. du Bocage, Marquh d'OrbcJTan, Addifon, Bur*
CII
, Brevall, Richardfon, Blainville, Wright, SnioHsty Sharp, Baretli, Keyskr en Misfon') verfcheiden zoo goeden als flechten, ouden en nieuwen. Ey voorbeeld /sTy*nbsp;Had Anconitani Itinerarinm Florent. 1742. 8. Epijireinbsp;de Maijire Fr. Rahelais efcrites pendant fort vdage d'Italië ^nbsp;Paris kJsi. 8. Weghivjzer door Italien door L. V. Bosnbsp;Dord, 1657.12. Memoires Curieux galans d'un Voiagenbsp;nouveau d'Italië par Mad. de Rocbeguilhen. la Haie 1713.12.nbsp;Voiage biftorique d'Italië Quvrage femé d'anecdotes , de^nbsp;pieces fugitives, amp;c. la Haye 1725. 8. 2 voll. Beknoptenbsp;hefchryving van Italien Amft. 1704. 8. % Cbr. Nemdtznbsp;riachtefe befonderer nachricbte von Italien, als ein [uppie,nbsp;ment von Mijfon, Burnet, Addifon und andern. Leipz.nbsp;372Ö. 8. 2 voll. Letters front a young Painter to bis friendsnbsp;in England Lond. 1750. 8. a voll. Antiquités Romainesnbsp;ou Memoires du Comte de M***, la Haie 1750. 4. Er,nbsp;Ant. Zacharite Iter literarium per Italiam ah A. 1753—nbsp;ï?57* Venet. 17Ó2. 4. Heerkens Notabrlia Groning. 1760.nbsp;?. la Promenade de deux Parifiens Paris 1768. 2 voll.nbsp;Viaggl di'TargioniTozzetti 1768—1772. 8. Avoll. enz. enz.nbsp;tot een zeer zeldzaam en by weinigen bekend Dagregiflernbsp;van de reize van den Landgraaf Karei van Heffen in 1659.nbsp;door Italien gedaan-toe. Dit dagregifter, dat in ’t Hoog-duitfch te Caflel 1722. Fol. gedrukt, en na ik gis, nietnbsp;openbaarverkogiis, kan in zyn foort niet beter vergelekennbsp;worden dan by de .Promenade de deux Parijtens. Het isnbsp;Opgefteld en uitgegeven Actm zyner Hocb ¦ Forflel. Durch-lauchts ondcrdanigften, plichtfcbuldigjlen, en trouvogehoor-iaamflen Dienaar en Knecht, ‘fo. Balthazar Klaute, Com.
cm
Palat. Caf. die de eer had gehad een medgefel van de reis te zyn, en tot Hiftorie - fchryver derzelve was aangefleld.nbsp;Hier heeft men dan een relaas van de reis van enen Vorft:nbsp;het enige fink van deze foort dat ik my herinnere ! Welknbsp;een allerwiehtigfte , onfchatbare vend ! Als maar zynenbsp;Keizerl. Palzgraaffcbe Genade, Johann Bakhafar Klante,nbsp;niet van Papefiguiere geweeft ware ! De twee Paryfclienbsp;wandelaars, zyn minder onnozel, dom, plat en belagche-lyk ; en noch kan men het hem niet kwalyk nemen, zoonbsp;Zeer is hy dat alles in de eenvoudigheid en uit den overvloednbsp;zyns harten. Hoe wel zyn boek in ’t hoogduitfch gefchre-Ven is, heet het echter Diariuni Italicum; en der Hertnbsp;von Klaute geeft in zyn Voorbericht aan den nach Siandei-gehübr geebrCen Lezer, er de volgende rekenfchap van;nbsp;Een Diarium, zegt hy, heeft hy dit Scriptutn genaamd,nbsp;om de rede die men raden kan: en Italicum, wyl het ei*nbsp;gentlyk dejfein op de perluflration van Italien gericht was,nbsp;niet tegenftaande een gedeelte van de reis door Duitfchlandnbsp;en Switzerland is gegaan: te weten om ene zeer natuurlykenbsp;rede, welke is, dat Z. Hoog Vorftel. Doorl. niet van Caiïelnbsp;na Turin kon komen zonder aan het noodlot van alledeove-»nbsp;rige menfchen - kinderen onderworpen te zyn, dat van dgnbsp;plaats die tusfchen beiden legt, te moeten raken. Dochnbsp;laten wy tot het Diarium zelfs komen. Ik zou my vergenoegen kunnen met één ftaaltje alleen er van te geven,te weten,nbsp;^at op den altoos merkweerdigen dag van 25. Jan. 1700.
N. Serenijjimi Hoogvorftel. Durcblaucht te Péfaro in de Herberg, nach dem effen, in der eil, zyn gildenes mit Dia-wanten befetztei Kocberkin met Curedeat vergeten had: en
dat
CIV
dat men terftond wel een nbsp;nbsp;nbsp;terug gezonden heeft,
doch dat dezelve, helaas! onverrichter zake, met het beticht, de waard had niets gevonden, wederom reeer/tVr was. Ik haal de woorden aan, zonder er iets by te doen,nbsp;uit bl. 84. En op dezelfde btadzyde begint een noch veelnbsp;intcreffanter verhaal, dat de ganfche volgende bl.'85. innbsp;Folio bedaar, van enen po^firlicher ftreicb, die denzelfdennbsp;avond te Ancona met Serenijpmi Mundkoch M. Manuelnbsp;pajjirte: doch dien ik niet uitfchryven kan, wyl het opnbsp;ene dubbelzinnigheid aankomt van een der onvoeglykftenbsp;w'oorden der Italiaanfche taal, en buiten dezelve niet welnbsp;kan herhaald wwden : hoe onbetaalbaar ook de zamen-fpraak van zyne Genade von Klaute, die zelfs in de keuken gegaan was om te zien wat er te doen ware, met denbsp;tvaardin en hare drey grojfé magden , verhaald zy: metnbsp;Ego en lila of ///.e aan malkander geknoopt, in plaats van denbsp;ftreepjes w’aarraede Marmontel zyne zamenfprekende perfo-
nen onderfcheidt, - Van dezelfde foort zyn verfcheide
voorvallen met Serem{jtmi fromine dicke Lyf-Medicus: die dan eens door zyne uit de/^id/e valt (bl. 187. 215.} dannbsp;eens door te veel gedronken te hebben in de dagen verwart, ennbsp;er op blyft Haan dat bet de ayfte zyn moert, daar hetnbsp;noch de 26. hujm was: (bl. 223.) en te Venetien in dienbsp;duffèrfle gefabr feiner kcufchhcit gtxmkty met twee zivarnbsp;nicht puitane, aber nur donne d’ amor, die den vromennbsp;FalftalF in ’t voorbygaan elk onder een arm nemen en zoonbsp;wegliepen, worüber Ihro Ilocb Fiirlil. Durchlaucbt felbflen
nicht wenig lachte, (bl. 39') -— Na welke proeven ik
niet denk, dat iemand zich verwonderen zal, den Graaf von
Klaute
-ocr page 117-CV
Klaute overal van Aidruhal in plaats van HannibaUamp;'nortn fpreken (bl. 84.) noch dat hy in Palazzo Barberini liemnbsp;een Scbildery van Latona gezien heeft, hoe zy in een kik-vorfch veranderde, (bl. 107). Om van Acplaifantefle avan-iure in der welt met den Curè van Procyta (bl. 220), ennbsp;vele andere fchone zaken niet te fpreken.
Dit wegens deze Hoogvorftelyke reis, tot vermaak my-quot; ner Lezers, en om dat het boek, gelyk ik zeg, zeer zeldzaam is. - Voor ’t overige zyn, na het uitgeven my-
ner Voorrede voor het I. Deel, noeh twee Reifen door Italien uitgekomen, waarvan ik een woord moet zeggen.nbsp;De ene het bekende, lang verloren handfchrift van Moti-taigne ,óoQt M. du Querlon in dit lopende jaar te Parys uit-'nbsp;gegeven:een (luk dat, even als de Reis van CyiiacusAnco-rdtanus en de Brieven van Rabelais, voor de kennis vannbsp;Italien, zelfs in dien tyd (15S0.) weinig merkwaardigsbe-‘nbsp;vat, en over’ ’t geheel niet aan dé verwachting heeft béant-woord : doch echter voor enigen weinige luiden , die',-gelyk ik, perfoneel veel werks van Montaigne maken, al-tyd fchatbaar blyft; byzonder het gedeelte dat in’t Ita-liaanfch gefchreven is, en waar men zich vermaakt met té’nbsp;zien, hoe een origineel genie den toon van zyn karakter
aan ene vreemde taal indrukt. - De andere reis zyn dé
Brieven door wylen Lord Orrery in 1754. en 1755. uit Italien gefchreven, en te London 1773. in hét Engelfch door *yn Kapellaan Mr. J. Duncombe uitgegeven, met eneLe-vensbefchryving van den waardigen reiziger. Ik heb dezenbsp;Brieven met veel genoegen gelezen. Zy bevatten, hoenbsp;kort ook, vetfcheiden'aanmerkelyke zaken, byzonderFlo-
CVï
rence rakende; en overal heerfcht een rechte geeft van op-nierking over menfchen en gebruiken, vergezeld met enen levendigeu, vrolyken en leerzamen ftyl, die te meer genoegen doedt, als men zich herinnert dat Lord Orrery omnbsp;zyne gezondheid reisde, doch Aooi z'jnspodagra en ongemakken niet in zyne hebbelyke vergenoegdheid geftoord
wierd. - Te Parma ontmoette hy een Franfchmau, die
hem veel beleefdheid deed. Na ene openhartige zamenfpraak van een paar uren zeide deze tegen hem : A vous direnbsp;vrat, Mylord, tioui fomntei tout de trés bons Catholiques:nbsp;wis pour de la religion , nous n'en avons point. „ Nanbsp;,, welk een land, zegt Lord Orrery; is de Godsdienft ge-„ trokken ? Zekerlyk zy heeft in Engelland haren optreknbsp;„ niet genomenl” (bl, 6l.) En van de vrugtbaarheid vannbsp;het Bolonneefche fprekende: „ Overal, zegt hy , vindtnbsp;,, men fporen van arbeid. Er ontbreekt enkel maar volk!nbsp;5, Waar zyn zy? In liaap in de kloofters: of, zoo zy wa-„ ken , bezig met kralen te tellen ; hetenden ledigheid,nbsp;„godsdienft: luiheid , godsvrucht: en nalatigheid, hetnbsp;„ gebod Gods!” (bl. 61.) Hoe waar, en hoe juift zynnbsp;deze aanmerkingen ! -— Byzonder is zyne befchryvingnbsp;van het dier, dat ik, zegt hy, noch afduiden noch fpel-ien kan , een Cichbéo , de moeite waardig te lezen bl.nbsp;113—II7. Zyne gedachten er over zyn niet anders, dannbsp;het refultaat van de aanmerkingen, welken men vinden
kan in myne eerfte Voorrede bl- XLIII. XLIV. -
met myne noot I. Deel, bl. 73^ kan men zyne Brievea vcrgelyken bl. 133- enz.
-ocr page 119-evil
ftraks na de uitgave aan twee luiden van kuH'^ digheid, die na Italian vertrokken, had medege*nbsp;geven, en verzocht nochmaals hetzelve te toet-feq , en hunne aanmerkingen van tyd tot tydnbsp;aan hem medetedelen: en jhy beloofde dezel-Ven terftond aan.my te zullen zenden.
Daarby herinnerde ik my twee onzer eigen befte reizigers door Italien : en vleide mynbsp;hunne toegenegenheid jegens my ten nutte tenbsp;maken, en hen overtehalen dat zy de voortref-felyke aanmerkingen, dieik zeker was dat zy opnbsp;hunne reis hadden gemaakt, aan my mededeehnbsp;den, om ons werk daarmede den grootften lui*nbsp;fter by te zetten. Eindélyk myne eige verbin-tenisfen, in de meefle fteden van Italien, met ver-Icheide luiden van den eerftenrang of bekendftenbsp;letterkundige verdienfte, en met de aanzienlyk-fte genoodfehappen van Italien, waarin mennbsp;my wel heeft willen 'als medelid aannemen, gaven my enen open weg om alle twyffelachtigenbsp;punten van enig belang voldoendend te verijiee-’Vr ; ja zelfs van fommige ftukken onderrichtnbsp;te worden, die niet dan van Staatsdienaars ennbsp;luiden die in ampten van Finantie en Politienbsp;geweeft zyn, kunnen geweten worden.
^et zodanige hulp-middelen voorzien, vleide ik my in ftaat te zullen zyn om een aanmer-keljk voorrecht aan otvzeNederduitfche uitgave
bo-
-ocr page 120-cvni
VOO R R EDE
boven het oorfprongelyke te kunnen geven, en dit Reisboek voor myne landgenoten meer ennbsp;meer bruikbaar te maken. Daarenboven wasnbsp;myn voornemen tusfchen beiden wichtige in-voegfelen te brengen, rakende den tegenwoordi-gen ftaat der Toonkunft in de voornaamfle fte-den van Italien : ten dele uit de toonkundigenbsp;Reis van den geelligen Ch. Burney (*), en tennbsp;dele uit myne eige aantekeningen : en aan ’tnbsp;einde mogelyk een half boekdeel meer te geven, dan beloofd was, over Sicilien en Malta,nbsp;uit d'Orville, Rtedefel, Brydone, Hamilton, ennbsp;enigen Siciliaanfchen en Malteefchen oorfprongelyke Schryvers, als Agius de Soldanis en anderen.
Zie daar het ontwerp myner zorge en opzicht over dit werk, De rede, die my bewoog om terflond aan het begin hetzelve te laten varen, is grotendeels in myn karakter gegrond , en eenvoudig deze. Zoo menigmalen iknbsp;ene onderneming doe van. enig belang, vormnbsp;ik my van de uitvoering daarvan een ideaalnbsp;voor myzelven;en als dit ideaal zich eens in mynnbsp;hoofd heeft gezet, moet ik kans zién om altansnbsp;myzelven te kunnen voldoen in de volbrenging
daar-
(?) Prefent Stale of Mufic in Italy hond. 1772. 8.
-ocr page 121-CIX
VAN DEN HEER
daarvan, of ik laat de onderneming zoo rafch mogelyk varen. Dit nu gelukte my niet metnbsp;opzicht tot dit Reisboek, en velen zaken liepen te zamen om myn ideaal in duigen te helpen.
Voor eeril, de Heer Volkman hield my zyn Woord niet, Jen ik hoorde verder van hemnbsp;niets, hoewel hy my enige eige verbeteringennbsp;beloofd had. En van mynen twee Nederland-fche reizigers, wier.d de een, wien ik in mynenbsp;eerfte Voorrede bl. IX. een gedenkteken op-richte, kort daarop door enen alleronvoor-zienften, ontydigen dood, aan myn Vaderland, dat alles van hem verwachte, ontrukt.nbsp;De ander, die zoo vele hoedanigheden met hemnbsp;gemeen heeft, en een voorbeeld blyft in onsnbsp;land van enen goeden reiziger, ik meen dennbsp;Heer J. H—pe, heeft het ongeluk gehad,nbsp;dat het fchip vergaen is, waerop hy zyne papieren en veel andere Hukken te Livorno, zoonbsp;ik meen, had ingefcheept. Een verlies voornbsp;hemzelven gering, daar hy te wel heeft gereisd dan dat hetzelve enigszins zou kunnen in-^loejen op het nut ’t welk hy van zyn reizennbsp;beeft getrokken; en met te veel oplettendheid al-ies gezien, dan dat hy zyn Journael zou nodig hebben Om zyne ondervindingen zich te erinneren;
Doöh
Doch voor het gemeen onfchatbaer, terwyl hy anders hetzelve my wel zou hebben willen me-dedeelen.
Dit ondertuffchen waren de hulpmiddelen i waarop ik het meeft: had gebouwd; en de ter-leurflelling myner hoop gaf my een tegenzin innbsp;het werk, die alleen genoeg had kunnert zyn ^nbsp;om my van hetzelve te doen afzien. Doch ditnbsp;was het niet al. De uitvoering van myn plannbsp;nam my voor eerll veel meer tyd, en was ook lastiger, dan ik my verbeeld had, in vergelykingnbsp;met het nut van den arbeid; en myne bezigheden vermeerderden , in plaats dat zy zoudennbsp;verminderd zyn. En aan den anderen kantnbsp;had ik'veel kollen aan het werk, ten dele reedsnbsp;gedaah, en noch meer te doen: met het ontbieden van boeken die my konden dienllig zyn;nbsp;waarin de Boekverkoper weigerde, toen ’c werknbsp;aan den gang was, my te gemoed komen; crtnbsp;\^an te voren geen den minften aflpraak metnbsp;hem hebbende gemaakt, kon ik niets eilTchen.nbsp;Eindelyk, hem lag byzonder gelegen, dat hetnbsp;werk zoo fpoedig mogelyk geheel voor den dagnbsp;kwam ; en op een taak mogen loonfchryversnbsp;arbeiden, my is ’t onmogelyk! Ik zeg dit laat*nbsp;fte, zonder anders enige aanmerking op de be*nbsp;handeling van J. van Schoonhoven te maken-
CXÏ
Elk moet zyne rekening maken en zyne eige bö^ langen overvregen. Ik heb niets hier op tenbsp;zeggen; alleeniyk van myn kant kon ik hetnbsp;Werk niet vervolgen. En dit neme het Gemeennbsp;ïny ten bellen!
Wezentlyk —^- met of zonder eigeliefde
*¦-- men verliell zeer weinig! Nu treedt het
Werk in zyne oorfprongelyke eenv^oudigheid Voor: wel overgezet, zoo veel ik in ’t doorbladeren gezien heb: en wel gedrukt; in één woordnbsp;Zoo als het in Duitfchland algemeen gelezen ynbsp;en met de 'grootfte toejuigching ontfangen is.nbsp;Wat ik er by zou gedaan hebben,had zekerlyknbsp;een indrukfel van myne byzondere wyze van denken en fchryven gedragen: en die is verre vannbsp;eenygelykaan te liaan, om vele redenen die zichnbsp;licht laten raden, doch my noch niet hebbennbsp;kunnen bewegen om ene andere aantenemen*nbsp;Alleeniyk moet ik voor verfcheide gedeeltennbsp;dezer twede Voorrede verfchoning verzoeken : daar my de draad - of het gebrek van draad - myner gedachten tot
uitweidingen gebracht heeft, die zich eigent-lyk in ene Voorrede voor een Reisboek doof lïalien niet volkomen fchikken. Dien zy ver-''^^len, weet ik genen beteren raad te geven*nbsp;dan het een met het ander uit hun exemplaar
uit-
-ocr page 124- -ocr page 125-Ëladz. i
DOOR
PUBLIEK
VAN
SAN
MARINO.
Kï®^Xeinige reizigers zullen luft krygen dit kleine gé-H nbsp;nbsp;nbsp;^ meenebeft te fcezoeken , alzo het inderdaad
® nbsp;nbsp;nbsp;^ der moeite niet waard is ,’er eenen omweg oni
Xgt;^)®X te heemen. Men laat het ter flinkerhand liggen eer men te Rimini komt. Evenwel, alzo in Italiën, en vooral te Rimini, dikwyls van deeze kleine Republiek,nbsp;vtelke haare vryheid meer aan haaren armoedigen toeftand inbsp;dan aan de wysheid haarer regeerders, te danken heeft,nbsp;gefproken wordt, zullen wy ’er een kort berigt van gee-_ven. (»)
San Marino ligt agt mylen zuidooflwaards van Rimini, óp een’ hoogen berg, welke byiia het geheele regtsgebiednbsp;der Republiek uitmaakt. Men geeft haar omtrent vyf duidend inwoonders. Deh. Marinus week, als een heremietinbsp;°P deezen berg , na dat hy dertig jaaren te Rimini gehoond had. Hy deed, volgens de bygeloovigheden diernbsp;*yden, 200 veele wonderen, dat de eigenaars hem deezen
berg
quot;*lt;=60 Bit Addifon ’s Reis genomen,
Vi. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;A
-ocr page 126-De berg fchonken. Eene menigte van menfchen voegden zig
Republiek by. deezen man, en hy fligcede de Republiek, die naaf
„ nbsp;nbsp;nbsp;hem genoemd is geworden, en nu meer dan dertienhon-
S. Marino. , , . nbsp;nbsp;nbsp;,,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, r •. j j
derd jaaren gedaan heeft, een ouderdom van welken zig
weinig ftaaten beroemen kunnen. Alle de overige flaaten
van Italien zyn geduurende dien tyd aan groote wiffelval-
ligheden onderworpen geweeft.
In de gifte van Pipin aan Paus Steven III. van ’t jaar 755. wordt der Stad San Marino gedagt. Zy fchynt egternbsp;haare vryheid behouden te hebben. Zy flond Paus Piusnbsp;II. tegens Malatefla van Rimini by, waarvoor de Pausnbsp;haar vier floten fchonk, en die tyd was haar bloeyendftnbsp;tydperk. Haare heerfchappy ftrekte zig toen uit tot op denbsp;helft des nabuurigen bergs; maar tegenwoordig is zy weder binnen de paaien haarer oude grenz-en befloten, eanbsp;heeft drie kafteelen, drie kloofters en vyf kerken.
De berg, waarop de ftad ligt, is hoog en fteil, en zyn top is dikwyls met wolken en fiieeuw bedekt. Het mangelt hier aan bronnen, weshalven men het fneeuw- en regenwater in regenbakken verzamelen moet. De berg brengtnbsp;goeden wyn voort. De kelders zyn in den berg uitgehoii-wen, en ongemeen koel. Daar loopt maar een eenige wegnbsp;op den berg eh naar de flad. Het is onder zwaare ftratfennbsp;verboden eenen anderen te zoeken of te baanen. Schoonnbsp;San Marino geenen oorlog te dugten heeft, oeffenen zignbsp;egter de borgers van dé jeugd af in den wapenhandel. Zynbsp;zyn trots op hunne oude vryheid, en zouden die, als zynbsp;wierden aangetall, zo duur als mooglyk was verkoopen.(*)
(•) Egtet waren zy ten tyde dat de Kardinaal Alberoni Gouverneur van Romagna was byna hunne vryheid kwyi geraakt. Groflcy, in zyne Memcirès fur l’Italie, zegt, dat de wys waarop de ondernee*nbsp;niiiig aangelegd wictci den Kardinaal tot eet vcrftrekt zou hebben,
ie-
-ocr page 127-De ópperde magc ftaat by den geheelen Raad, Arengo bé genaamd , waarin elk huis eenen gevolmagtigdennbsp;Deezen verkiezen veertig perfoonen uit zig, die egter de ^nbsp;^efiigen genoemd worden, en deezen doen alle voorvallende zaaken af, en roepen alleen by gewigtige otnftandighe-den den Arengo t’zamen. De helft der veertig perfoonennbsp;*yn van adel, eil de andere helft borders. Tot een befluitnbsp;in elke zaak worden ten minden twee derden der demmennbsp;gevorderd. De leden des Raads moeten boven de vyfennbsp;iwintig jaaren, en nooit twee uit ene familie wezen. Uitnbsp;den Raad worden alle twee maanden twee Borgemeefters,nbsp;^^pitanei, gekoren. De KommifTaris is de derde perfoonnbsp;der Republiek, en beflilt, met behulp der Capitanei,bor-gerlyke en ftrafbaare zaaken. Hy moet Doitor der regtennbsp;®n een vreemdeling zyn. De vierde perfoon is.deGeneesheer, waartoe men een’ buitenlander neemt; hy wordt vannbsp;de Republiék onderhouden, en moet ten minden vyf eiïnbsp;dertig jaaren oud zyn, en een rypaard houden, om denbsp;zieken te kunnen bezoeken. Alle drie jaaren kan ’er eeiïnbsp;hieuwe gekoren worden, als men van hem niet voldaan is.
De Schoolmeefter is ook een man van aanzien te San Maïi-•lo. Addifon zegt, dat de menfehen hem daar voorkwa-®ien wel onderwezen te zyn.
De wetten deezer geringe Republiek maaken egter nog ®en deel in folio uit, en voeren den hoogdravenden titelnbsp;Statiita ilhiflrijjïma Reipublicce Sanüi Marini. In ’t
hoofd-
'quot;dienzy getigt geweeftwas tegens lieden .welken de eerbied voor het ^ootnfehe purper toegelatcn had zig te verdedigen. De Paus keurdenbsp;^'0 aanflag af, maar de oorlpiouglyke bewyzcn van de vryheid dernbsp;^'epublick, welken de Kardinaal ondertulTchen had weggepakt, werden in de aichicvenkamer van ’t Vaiikaan gelegd.
A 2
-ocr page 128-^ nbsp;nbsp;nbsp;hoofdftuk van de Gezanten (laat, dat als de Republiek’ef
van nbsp;nbsp;nbsp;buitenlandfche mogendheid zendt, hy daag-
S.Marinoy^^^ halve guide tot onderhoud genieten zal.
De inwoonders leeven ingetogen, en beoefFenen de ge-regtigheid. Zy zyn deugdzaam, en op hunnen berg, volgens Adüifon’s aanmerkingen, veelligt gelukkiger dannbsp;de andere Italiaanen in de vrugtbaarfte vlaktens. Men kentnbsp;hier ook de waarde der vryheid, daaruit dat de berg metnbsp;menfchen als bezaaid is, daar de landftreeken om Romennbsp;in eéne onbewoonde woefteny veranderd worden.
RAVENNA.
Op den weg van Rimini naar Ravenna kortit men over Marecchia, en eene myl verder heeft men twee wegennbsp;voor zig, waarvan de (linker over Cefeua naar Bolognenbsp;gaat, die in ’t vervolg zal voorkomen, en de andere langsnbsp;de kufl: naar Venetien, over Cervia, Ravenna, en Comachio.
Eenige mylen van Ravenna komt men over de , welke door Ibmmigen verkeerdlyk voor de Rubicon der Ouden gehouden wordt. Twee mylen van Cefenatico pafleer:nbsp;men den Fhmefino, en twee honderd fchreeden verdernbsp;over den Pifatello, die in den Fiumefino valt. De Fifa-tello behoort by droog weder onder de geringe rivierennbsp;De Rul/i’ ftaliea, maar is des niettemin waarlyk de Ruh'con ,(*)nbsp;mi. die eertyds de grenzen tuITdien Gallia Cifalpina en het ei-genlyke Icalien maakte. (*’’') Tot hier toe ftrekte zig
het
(•) De boeren daaromftreeks noemen hem ook by verbafteiing lixf m, 't welk /.ckerlyk van Rubicon afkomt.
(**) l.ucanus bcfchiyft hem dus in ’t I. boek zyns hsldeodigts, iTorife cadU mocljca, parvïstjuenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nndis ^
Puntceus Ruhuo» , itivt fervida canduit VcrqHc tinas ferpit valles, óquot; Galllta certusnbsp;Limes a!gt; jtufirnis dijicrminat arva coianis.
-ocr page 129-het wingeweft van CïEfar uit, en zodra hy den vloed zyn gewapend heit overtrok, verklaarde hy zig daardoornbsp;een vyand van Romen. Hy was in ’t eerft onzeker, ennbsp;will niet wat hy doen zoude:
..—— Ut ventum eft parvi Rubiconis ad unda% Ingetis vifa duet patria irepidantis imago.
Ten laatllen trok Jjy den droom met zyn heir over, en de eerzugt maakte hem tot een’ vyand des vaderlands.
C(efar Ut adverfam fuperato gurgite ripam Attigit, Heiperia vetith ^ conftitit arvh,
Hic ait, bic pacem temeraiaque jura relinquo;
Ts, Fortuna, fequor; procul bins jam feeder a [unto.
Credidiinus fatis, utendum efl judice bello.
Alle de Romeinfche foldaaten, die uit den oorlog te rug kwamen, moellen hier hunne wapenen afleggen, andersnbsp;mogten zy niet te Romen of in de drie Provincite fuburbi-carite komen. Men heeft een’ ouden Heen gevonden,
Waarop dit bevel, in den naam des Roomfehen volks, uitgehouwen was. Men treft dien op den weg van Rimini Baar Cefena, niet ver van de laatfte flad, aan, welke Gj-^onia di Rubicone genoemd wordt. Op den voet leednbsp;®len: Ultra hos fines arma proferre lieeat tiemini. Nietnbsp;^er van daar flaat ook een nieuwer opfchrifc, raakende denbsp;^fng,in ’t jaar 1654. over de rivier gebouwd.
^efenatico, een klein fleedje aan de zee, heeft een zsx-CefetiatO*. *'ge haven en een wel aangelegd kanaal. Aan de brug overnbsp;°ver hetzelve ftaan, op de zyde van Rimini, een paarnbsp;fthoone marmeren zuilen van korinthifche order.
Van hier rydt men door de bilTchoplyke Stad ^erviayh'jLervias, Asnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 130-^vama, de welke als iets zonderlings aantemerken is , dat zy in deeze eeuw nader aan zee verzet is, ftaande voorheen eennbsp;vierde van een uur daar verder van daan. Dit vindt mennbsp;in een wydloopig opfchrift boven de ftadspoort naar dennbsp;kant van Ravenna, ’t welk onder een lang gebouw heenennbsp;gaat, De lugt was op de plaats daar de ftad lag zo ongezond , dat men zig gedwongen vond, ze te verplaatfen.nbsp;Het fchynt niet dat de geringe afftand van een kwartier eenenbsp;voldoende verandering zou hebben kutjnen te wege brengen, indien de lugt waarlyk zo flegte eigenfchappen gehadnbsp;had; egter heeft men meer voorbeelden in Italien, dat eenenbsp;kleine ftreek in dit opzigt aan groote verfchillendheden onderworpen is.
Zoutwerken.
Niet ver van Cervia komt men over een breed kanaal, door het welk in de heete maanden het water pp een’ laa-gen grond, waar anders flegt gras wad, gelaten wordt.nbsp;De vlakte bedraagt omtrent een half uur in ’t vierkant. Hetnbsp;water daarop ftaande vervliegt door de hitte der zonne,ennbsp;het zout, ’t welk naderhand geraffineerd wordt, blyfc ag-ter. De landftreek van Bologna, Urbino, Ferrara,tot aannbsp;Ancona, wordt van dit zout voorzien, waaruit de Pauslt;nbsp;lyke Kamer een aanmerklyk voordeel trekt. TuflchenCer-yia en Ravenna is het land ten uiterfien flegt en onvrugt-baar, zo dat men byna niets dan zand en moeraflen aantreft. Vier mylen van Ravenna komt men door een grootnbsp;bofch van Pigni Wy hebben boven reeds van deezennbsp;bpoin en zyne vrugten gefprokennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De inwoonders
leg'
(*) Boccacio maakt dit bolch, ’t welk hy la Figneta noemt, tot een toneel van zeldzaaitie ver/chyningen, in de 8, Nov. des y. hoeksnbsp;van k Decamcroac. Hy doet ‘er by, dat de vrouwen van Ravcnn*nbsp;daardoor zeer befchroomd geworden zya, en zig federt dien tyd aa®nbsp;’C vermaak der macs te zeer overgegeven hebben.
{«) II. Deel bl. 134.
-ocr page 131-ieggen de appelen, Pigne, op kooien, waardoor de kor- Ravem», reis gemaklyk uitteneemen zyn. De baden geeven een fchoonnbsp;helder vuur, en worden aan den haard gebrand.
Het Kamaldolenfer kloofter la Claffè, waarvan de mon- La Clafe, niken Monachi Clafenfes genoemd worden, nevens de kerknbsp;van den h. Apollinaris, ligt nog twee mylen van Ravenna.
Het werd reeds in ’c jaar §34. ten tyde van Keizer Jufti-niaan of van Koning Theodorik aangelegd, en in 1721. vernieuwd. Het is het eenige overblyffel ecner oudtydsnbsp;aanzienlyke ftad, die nog ten tyd van Karei den Grootennbsp;aanmerklyk was, en nu als eene voorftad van Ravenna kannbsp;worden aangezien. De kerk pronkt met vier en twintignbsp;zuilen van een fchoon graauw geaderd marmer, dat vannbsp;Kondantinopolen gekomen is. De kapiteelen zyn van gee-ne bepaalde order, maar gelyken naar de bladen van distels. Rondom de kerk flaan tien marmeren praalgravennbsp;van Ravenneefche biflchoppen , met Gothifche (ieraaden.
Des zomers verlaaten de monniken de kerk en het klooster, uit hoofde der ongezonde lugt, zo dat’er geene lee» vendige ziel in blyft. Eene plaats met een hek omgeeveiinbsp;vertoont een’ voetftap des h. Gregorius den Grootan, innbsp;fteen ingedrukt, op een tyd dat hy in verrukking raakte;nbsp;ten minften dit zegt het opfchrift. Het hoofdaltaar, zonbsp;Wel als zyne zuilen, is van marmer. Uit een ander opfchrift leert men, dat Keizer Otto hier veertig dagen langnbsp;zyn lichaam gekaftyd, en voor zyne zonden boete gedaan 1nbsp;heeft.
’ Ravenna,
De flad Ravenna was niet alleen by de Romeinen, wegens de daar aangelegde bergplaats der vloot, maar naderhand ook wegens het Exarcbaat beroemd. Zy is de zetel der Kardiriaalen Legasten van de provincie Romagna, en heeft omtrent 14000. inwoonders, en vier en twintignbsp;kloofters. Hagte ligging is ongezond^ egter heeft men
Ravenna, het kwaad grootendeels verholpen, door de rivieren Mon* tone en Ronco naar de ftad te leiden, in de welke hetnbsp;vuile water uit de poelen afgetapt, en de kwaade uitdaiU'!;nbsp;pingen dus verminderd worden.
Volgens Strabo is Ravenna door Theflalifche volkplanters aangelegd geworden. De Galliërs bezaten het eenen geruimen tyd. Onder de Romeinen was het bekend, omnbsp;dat de vloot der Adriatifche zee daar haare vergaderplaatsnbsp;had. De (leden Grefarea en Claflis lagen ’er niet ver vannbsp;daaii; vermoedlyk wy(l het boven gedagte kloofter la Clas-fe de plaats aan waar eertyds het fcheepsvolk, Claffiarii,nbsp;zyn leger, of kwartieren had. Na dat de haven vol flyknbsp;geraakt was, is de grond allengskens hard en vaft gewordennbsp;en tot tuinen gemaakt. Van de gebouwen, die aan danbsp;haven gedaan hebben, vindt men by ’t graaven nog dik-wyls overblyffels. Aan den (ladsmuur zeewaards, dignbsp;DU drie mylen van zee af is, ziet men nog yzeren ringen,nbsp;waaraan eertyds de fchepen vaft gemaakt werden. Strabonbsp;befchryft Ravenna als eeue ftad, welke alleen op paaiennbsp;in het moeras gebouwd was, en zegt, dat men ’er veelenbsp;bruggen had, en veele fchuiten gebruikte om van de eenenbsp;plaats op de andere te komen, het welk zeer veranderd is.nbsp;Deeze verandering is egter niet van laate tyden, alzo Jor-nandes reeds in de zesde eeuw fchryft, dat ter zynertydnbsp;de haven in tuinen veranderd was, en men ’er,in plaatsnbsp;yan zeilen, appelen aan de boomen zag hangen.
De oude Pharus ligt anderhalve myl van de ftad, dog is meeft vervallennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moet van den vuurbaak, waar
yan den vaartuigen een teken met vuur gegeven wordt, wanneer zig zeefchuimers opdoep, onderfcheiden worden.
Plinius tpada ’« gewag van Lib. 3$. «. la.
-ocr page 133-De Keizers zogten Ravenna, uit aanmerking der vloot, iltyd meer en meer te verbeteren. Trajaan leide koflbaarenbsp;waterleidingen aan. By de verhuizingen der volken leednbsp;Ravenna minder dan veele andere plaatfen. Theodorik,
Koning der Gothen, beminde de ftad zeer, en herftelde Trajaans waterleiding. Men ziet het grafteken nog dat hemnbsp;Zyne dogter Amalafunta geftigt heeft. Belifarius, veldheer van Keizer Juftiniaan, nam in’t jaar 539. Ravennanbsp;in, dog zonder de ftad te befchadigen, en dertig jaarennbsp;daarna rigtede Longinus het in de hiftorien bekende Esar-chaat op. Onder Karei den Grooten nam het Exarchaat/^?/ Exr»--een einde, dewyl die de ftad met haar gebied aan dennbsp;ligen Stoel fchonk. Ten tyde dat alle de Lombardifchenbsp;fteden zig in onafhanglykheid ftelden , genoot Ravennanbsp;ook de vryheid. Daarop kwam zy onder de heerfchappynbsp;der Boiogneezeoj naderhand wierpen zig de familien vannbsp;Traverfara en Polenta tot heeren op. In ’t jaar 1440. be-jnagtigden de Venetiaanen de ftad, tot dat zy eindelyk,nbsp;na den flag ,dien Lodewyk XII. in ’t jaar 1509. by Agna-del, eenige mylen van Milaan, won, weder aan den Pausnbsp;kwam (*j.
Ravenna kan nog eenige overblyffels van haare oude heerlykheid toonen. Zonder van het menigvuldige wittenbsp;en zwarte marmer uit de oudheid, dat men ryklyk aantreft, te fpreeken, zo ziet men nog de Porta d’oro vannbsp;Claudius, met een leesbaar opfehrift, en het muurwerk,nbsp;in iiog laamlyken ftaat,van Koning Thepdoriks paleis. Be-
ne-
(*) Ravenna heeft verfcheiden goede hiftoriefchryvets : Ukr. Ruhel, Havomatium tihi Glrtlamo Fabri , Memorie fagre di Ra-venna. PafuUni Lnftri Ravemiati. Tefie dal Corm, Ravenna dominante, Over dc oude gebouwen handelt jint. Zirardiitij degU anti-tOinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;profani di Ravenna, in FaenKa. ij61. duud,
10
lUvenm. nbsp;nbsp;nbsp;groote vaas van porfier ingemetfeld, waarin
voorheen de afch diens Konings bewaard werd, hebbende op de Rotonda alhier geftaan. Zy beftaat uit een ftuk, isnbsp;Bgt voet lang, vier breed, en heeft aan de zyden ringen ennbsp;leeuwenkoppen. Vermoedlyk diende zy voorheen, gelyknbsp;andere in de befchryving van Romen aangewezen vaazen ,nbsp;om te baaden. De muur waarzy ingemetfeld is behoortnbsp;tot het kloollef van den h. Apollinaris.
Domkerk, De Domkerk is wel een oud gebouw, maar heeft egter vier reyen,t’zamenvan twee en vyftig zuilen van het fchoon-fte Griekfche marmer. Men ziet hier een’ ouden elpen-beenen ftoel, en een Paafchalinanak, waarover de Kardinaal Norris een breedvoerige verhandeling gefchreven heeft.nbsp;Het geen de kerk voor de liefhebbers der konft het aan-merkelykft maakt, is een treflyk ftuk van Guido, verbeelde den regen van ’t manna. De zamenftelling is gelukkig,nbsp;het beeld van Mofes fchoou, en wel gedrapeerd, en hetnbsp;hoofd vol uitdrukking. Over ’t aigemeen zyn ’er fchoonenbsp;koppen in het fiuk en veel verandering. Het koloriet isnbsp;kragtig en valt niet in 't graauwe, gelyk veele Hukken vannbsp;deezen meefter. De koepel komt van de zelve hand, ennbsp;fteltChriftus in eene glorie van aartige kleine engelen voor,nbsp;maar het altaarlluk verdient zeer den voorrang. De deuren der Domkerk zyn wel flegt, maar hebben dit byzon-dere, dat zy van wynrankenhout gemaakt zyn. Verfchei-den’ planken hebben de langte van 12, voet en de breedtenbsp;van 2. fpannen (1).
Het aardsbisdom van Ravenna is een der voornaamfien van Italien, en was eertyds in groot aanzien. In ’t jaarnbsp;666. wilde de Aardsbiflchop den Paus Vitalianus niet voor
zyn'
De Ouden gebruikten dat hout reeds, ichoon het ook als eene zeldzaamheid werd aangezien, Flin. l. XIV. c. j.
-ocr page 135-ïi
zyn’ ovefften erkennen, en verwierf by den Keizer een diploma, dar de Koel van Ravenna nieinant, zelfs niernbsp;den Patriarch van Romen , boven zig hebben zou. B'Iaarnbsp;in de kerkvergadering van ö/p. moeft hy dit voorregt weder afftaan.
De markt te Ravenna is een langwerpig vierkant, en met twee Pauslyke beelden verfierd. Pietro Bracei heefpnbsp;Clemens XII. in marmer gehouwen. Het beeld heeft veeinbsp;goeds, inzonderheid moet het hoofd ongemeen gelyken ,nbsp;maar de handen deugen niets. liet andere beeld ftelt AlCrnbsp;zander VII. in brons voor, en is liegt uitgevallen.
De kerk van S. Vitalis behoort tot een ryk Benediktyner jquot;. Fitaïïs, kloollcr, is op ’t laaft der vyfde eeuw gebouwd, en eennbsp;bewys van de oude welvaart van Ravenna, Haare gedaante is agthoekig, en zy ruft op fchoone zuilen vanGriekfchnbsp;marmer, die onder de regeering der Exarchen van Kon-ftantinopolen gekomen zyn. De voet deezer zuilen Haatnbsp;dikwyls in ’t water, waarom men over de oude vloer heennbsp;gen nieuwe, door middel vaa een gewelf, gemaakt beefr.
Om die reden fchynen de zuilen boven de opperde vloer zeer kort. De kapiteelen behooren eigenlyk tot geene dernbsp;orders,en over’t geheel is de gantfche gedaante misvormd,
De hemel boven het hoofdaltaar rullede voorheen op zonderlinge kolommen , die nog in den nabuurigen muur flaaii. Zy fchynen uit koftbaare fteenen t’zamengefteld tenbsp;zyn. Dit marmer wordt Plasma te Ravenna genoemd.
De beneden vloer deezer kerk beftaat uit een oud ma, zaïek (*)» welk de inwying der kerk fchynt te verbeel,nbsp;den, waarby men Keizer Juftiniaan met den Aardsbiffchop
en
(') Het is in ’t weik van Ciampini, de e^erthus mtiJhiSi in plaat te vinden;
-ocr page 136-Ravenna, en veele bedienden op de eene zyde, en Keizerin Theodora met haar gevolg op de andere zyde ziet.
De kerk heeft over het geheel zeer veele merkwaardige oudheden, waartoe ook twee basreliëfs behooren (?). Zynbsp;zyn van eenerlei grootte, 4. voet lang, en wat meer dannbsp;2, hoog, en fchynen van vroeger tyd als het gebouw zelfnbsp;te zyn. De beelden en de architektuur beklappen een’nbsp;beter’ finaak. Veelligt zyn zy van de tyden der eerde keizers. Zy verbeelden een’ troon, die met een voorhangfelnbsp;bedekt is. Een genius ter regter zyde draagt den drietand van Neptuun, en twee anderen ter flinker hand eennbsp;groote fchelp. De troon beftaat uit een’ grooten armftoelnbsp;zonder voetbank. Het fchrik'dier daarboven dient , naarnbsp;gedagte, om den troon te bewaaren. Het voorhangfelnbsp;fchynt iets verhevens en geheims te beduiden: men vindtnbsp;diergelyken op veele oude gedenkftukken. Homerus gewaagt van dat gebruik (**) Jupiter had de Goden t’za-men geroepen; die van den tweeden rang waren, nevensnbsp;Neptuun, reeds gekomen. Zodra deeze Jupiter ziet aankomen, fpant hy zyn’ paarden af, neem: het kullen vannbsp;Jupiter, legt het op een altaar, en dekt ’er een fraai kleednbsp;over. Dit is, volgens meaning van Belgrado, het zelvenbsp;dat op het marmer voorgefteld wordt. Aan ’t hoofdgeftelnbsp;der pilallers ziet men dolfynen, drietanden, en andere ei-genfchappen des Zeegods.
Een’ groote fchildery in de fakrilly verbeeldt den marteldood des h. Vitalis. De zamenrtelling is een weinig on-regclmaatig, maar in het hoofd des tegters heerfcht een’
tref-
( •) Pater Belgrado van Parma heeft ’er over in het jaar 1766. eene geleerde verhandeling gefchrcven, onder den titel, 11 Trom dinbsp;TTcttitf/D.
j»*) Iliad. ©. ïf. 440.
-ocr page 137-treflyke uitdrukking, De vrouw met het kind op den j[iavenn»gt; grond is een meefterftuk.
Het ontbreekt der kerke niet aan fraaye marmeren altaa-ren , en by den ingang ziet men een oud basreliëf van vier perfoonen in Romeinfche kleeding, die een’ os ten offernbsp;leiden. De agterfte kop is, tegens de regels der gezigt*nbsp;kunde, de grootfte.
Op de plaats binnen ’t klooller ziet men een’ kapelleor/a/ met marmer bekleed, welke de Keizerin Galla Placidia,nbsp;eene dogter quot;van Theodofius den Graoten, tot een’ begraafplaats haarer familie, heeft doen bouwen. Men heefrnbsp;’er ook vverklyk drie graven in, dat van de Keizerin zelve , van haat’ broeder Keizer Ilonorius, en baar’ zoon Va-lentiniaan II. Vermoedlyk ligt haar gemaal Conffantius hiernbsp;ook begraven. Zy was eene verllaadige vorffin , maarnbsp;moed egter geduurende deminderjaarigheid van haar’zoon,nbsp;en by den iival van Alarik in ’t jaar 409. veel uitftaan.
Het graf der Keizerin is het grootfte: voorheen zat haar lyk daarin gekleed met alle de eercekenen, maar alles isnbsp;verbrand, ter gelegenheid dat men met een’ lamp, om alles wel te befcbouwen, de kleederen by ongeluk in brandnbsp;gefioken had. Het gewelf beflaat uit een elendig mozaïek,nbsp;en de graflieden beklappen het verval des fmaaks in die ty-den.
De apotheek des klooders is merkwaardig. Men ziet ’er een werktuig om den zieken beweeging te geeven, waardoor het lichaam gefchud wordt. Een Benediktyn is ’ernbsp;de uitvinder van. Verders eene verzameling (?) vannbsp;heelkundige werktuigen, een grooten yoortaad van 4iet geen
een
1*) Aan de befchryving deezet werktuigen , voorzifn van ver-cheiden koperen plaaten, in folio, was men, volgens den Heet Ia Lande, m .j ijS}. bewg drukken.
Rivmm. een veldwondheeler in een hospitaal nöodig heeft , als wieken, zwagtels, en diergelyken, veele Ontleedkundigenbsp;Hukken iri wafch, onder anderen een vrouwlyk lichaamnbsp;dat aan ’t rotten is. Een hagedifch zuigt aan den mond^nbsp;een worm komt uit de kaaken voort, een muis vreet aannbsp;het oor, en eeh’ padde aan het dog. Dit yslyke voorwerpinbsp;moet de lieffte eens jougelings verbeelden, die geduureiï-de zyne afwezigheid voor weinige dagen geftorven was.;nbsp;By zyn’ terugkomH wilde hy ze nog eens zien, en vondnbsp;by ’t openen van het graf dit akelige gezigt.
De kerk van S. Andrm praalt met fchoone zuilen van! wit en rood marmer.
S.Romoal- S. Romóaldo behoort den Kamaldolenfen. In de twee-
ia.
s. Maria di Porto.
La. Rolon da.
de kapel ter regterhand ziet men S. Nikolaas, met twee kinderen aan zyn’ voeten, van Carlo Cignani. Het hoofdnbsp;des heiligs is fchoon, maar da fchildery zelve zeer zwartnbsp;geworden. De verkondiging in de derde kapel wordt voornbsp;een ftuk van Guido uitgegeven, maar de zamenftelling ennbsp;de uicdrukkmg is niet wel uitgevalleni In de eetzaal desnbsp;kloofters heeft Vafari het in ’t graf leggen van Chridusnbsp;Verbeeld, De hoofden zyn voortreflyk, maar de werkingnbsp;Van het geheel is gebrekkig. De bibliotheek is aartig inbsp;maar de dubbelde trap meer yan eeu’ byzonderen dan goeden fmaak.
In de kerk vim S. Maria dl Porto ziet men jn de vierde kapel ter flinker zyde den marteldood van den h. Marcus, die met touwen voortgetrokken wordt,door den ouden Palma. De koppen zyn fchoon, maar de fchaduw wat te hard, fchoon anders het koloriet kragtig is.
La Rotonda ligt buiten de Had digt aan den muur, eri vertoont zig van verre als een’ ronde kapel. De vloer ftaatnbsp;des winters gemeenlyk onder water. Dit is het merkwaar-digfte gedenkfttik van Ravenna , ’t welk voor Koning
Theo-
-ocr page 139-Theodorik door zyn’ dogter Anialafunta is opgerigt (•). Kjav^nn4» Dit graf heeft twee verdiepingen, de benedenfte is gemeen-lyk vol waters. De bovenfte is met een eenig ftuk vannbsp;fteen bedekt, dat vierendertig voet in de doorfuede heeft1nbsp;van binnen koepelsgewyze uitgehold is, en in de hoogtenbsp;boven de vier voet beeftnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De fteen is uit Iftrien ge-gt;
komen, en men ftaat verbaasd hoe een zo fchriklyke zwaarte veertig voet hoog op den muur gebragt heeft kunnen Worden (2')• Op deezen fteen ftond de gemelde porfieren kift van Theodorik, die in den muur van ’t kloofternbsp;Van S. Apollinatis ingemeifeld is. Het bronzen dekfel daarvan zouden de Franfche foldaaten in de belegering van 15121nbsp;onder Lodewyk XII. aan ftukken geftagen hebben. An«nbsp;deren zeggen dat het toen door eene bombe verbreizeldlnbsp;is, ’t welk nogthans valfch is, alzo de bombes het eerftnbsp;in ’t 1588. by het beleg van Wachtendonk gebruikt zyn.
De bronzen flandbeelden, die ’er op geftaan hebben, zya door de Venetiaanen weggevoerd, en in de kerk van S.
dat
Zy werd op 1en eiland by Bolfena vermoord. Zie 11. Deel
kl. 3^8.
13') De Graaf Caylus meent, in eene verhandeling over fommi-P'aatfen van Herodoot, dat de zwaarte des fteens ten minfteo 943000, ponj bedraagt. Dit is het laatftc voorbeeld van de be-
waamheid dei Ouden ia ds Mcchiuica, ona vcibaa^cnde iaftea ts vetvosten en optetigten,
{3) MiiTon geeft de dikte des fteens zeer onrigtig op, als zyndc * J. voet. In La Lande moet ook een drukfout zyn , alwlar denbsp;hoogte op 9. voet gefield wordt. Daar is geen rond gat in dennbsp;fteen, gelyk in dc Rotonda te Romen, zo als eenigen verkeerdlyknbsp;Ssnield hebben.
-ocr page 140-xê
Ravenna. nbsp;nbsp;nbsp;brons was, naar Aken deed brengen. Koning
Theodorik was een vorft van loflyke eigenfcliappen, die het beft zyner onderdaauen zogt te bevorderen, en nietsnbsp;barbaarfch aan zig had. Hy kon, ’t is waar, zelf nietnbsp;fchryven, maar had den vermaarden Caffiodorus tot kan-felier. Verona, Ravenna, en Pavia zyn hem veel fchul-dig. Men zag uit zyn geheele gedrag, dat zyn verblyfnbsp;te Konftantinopolen, waar toen het hof was, zyne zeedeanbsp;befchaafd had.
Van de Rotonda kan men langs den wal te rug keeren ^ die een’ aangenaame wandeling, met boomen bezet, rondom de gainfche ftadt maakt. De voornaamfte gebouwennbsp;van Ravenna zyn ten aanzieu der bouwkunde de Paleizennbsp;Ra/poni en Spreti.
Gr^ van
Dattie.
De inwooners van Ravenna hebben ’er veel mede op ,¦ dat zy ’t gebeente bezitten van een’ der eetfte Italiaanfchenbsp;digters. Dante Alighieri werd in ’t jaar 1265. te Florence geboren, maar moeft uit zyn’ vaderlyke ftad wyken,nbsp;omdat hy de party der Gibellynen omhelsde, en ftierf al»nbsp;een verdrevene te Ravenna in 1321. Hy verdient meernbsp;om zyne fehriften,. dan oiri zyne zeeden geprezen te worden. In zyn’ gedigten van den Hemel, de Hel en ’t Vagevuur, heerfcht veel verbeeldingskragt. Zy werden zonbsp;beroemd , dat men byzondere leeraars aanftelde om zonbsp;uitteleggen , en hem den bynaam van il Divino gaDnbsp;Zyn praalgraf is met yzeren traliën omgeeven, en ftaatnbsp;op de opene de ftraat op den hoek van een Franciskaanefnbsp;kloofter. Onder zyn borftbeeld ftaat,in een lauwerkrans,,nbsp;Firiuti amp; honori. Ter regterhand leeft men deeze vaarzen,nbsp;die hy zelfgemaakt heeft, en daatby de letters S. V. F.nbsp;«lat is: flbi vivem feest.
furé
-ocr page 141-jt nbsp;nbsp;nbsp;Raveknêi
jura Monarchic, Superos, Phkgethonta, Lacusque^
Luftrando cecini, voluerunt fata quousque. iSed quia pars cejjit melioribus hofpita caftris^
Faêtoremque fuum pttiit feikior aftris,
Hic claudor Dantes patriis extorrh ab oris,
Quem genuit parvi Floreniia mater amoris.
^er (linkerhand is eeti lang opichrift in marmer géhouweii „
'vaaruit blyktj dat Guido Polèntanus, Heer van Ravenna, tot wien Dante zyn’ loevlugt nam, het gedenkteken opgé*nbsp;tigt heeft, en dat Bernhardus Bembus het in ’t jaar 1483.nbsp;t'ernieuwen deed. De laatfte zettede de volgende regel*
’er op:
Exigua tumuli, Dantes, hk forte jacebas |
Squallenti nulli cognite pane fitu.
At nunc marmoreo fubnixus conteris area.
Omnibus ©* cultu fplendidiore niteS.
Nimirum Bembus, Mufis incenfus Hetrufeis,
Hoe tihi, quem inprimis ba coluere, dedit.
tgt;«eze Bernhard Bembus was de vader van den Kardiöaai Betrus Bembus. Eenigen hebben de vernieuwing van ’tnbsp;gedenkteken den Kardinaal tóegefchreven, ’t welk egteïnbsp;tilt hoofde van ’t jaartal niet zyn kan, gezwegen dat dénbsp;doopnaaraen niet overeenftemmen. De regte naam desnbsp;^igters W'as Durantes, waaruit in zyn’ jeugd Dantes ge-
maakt werd, en dien naam heeft hy ook behouden. Wyt hy
hl zyn werk de Monarchia, de Keizerlyke magt regens den Paus verdedigd had, telt hem het hof van Romen onder de Ketters,
Ravenna heeft verfcheiden’ geleerden voorrgebragt i '^'^OeUetdtrk, Vl. Deeunbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;had
-ocr page 142-fjtvtnna. eertyds de akaderaie der Informi. (?) Een van de bekendfte geleerden deezer 'eeuw is de Graaf Franciscusnbsp;Ginanni, die in ’t jaar i‘/66. negen en veertig jaaren oud,nbsp;overleed. Hy heeft in ’t jaar 1755. een verhandeling overnbsp;de ziektens van ’t koorn, vyftien plaaten voor de natuur-lyke hiliorie, behelzende merkwaardige ftukken uit Zynnbsp;kabinet, nevens de verklaaringen, en nog eenige anderenbsp;dingen, gelyk ook het werk zyns ooms JofefGinanni overnbsp;de zeeplanten en fchelpdieren , uitgegeven. In ’t jaarnbsp;1752. rigtede hy een akademie op, welker doel zo wel denbsp;jfiaatkundige, als hoofdzaaklyk de natuurlyke hiftorie vannbsp;Ravenna zyn zoude. In ’t jaar 1705. verfcheen het eer-Ile deel der werken van dit nieuwe gezelfchap, waarinnbsp;eene verhandeling van den Graaf over den /cirpus,een watergewas van omftreeks Ravenna, te vinden is. Zyn broeder, de Domheer Prospero Ginanni, heeft zyne handfchtif-ten geërfd, en is zelf een geleerd man, die zyns broedersnbsp;overige nagelaten werken vetmoedelyk der wereld zal me-dedeelen.
De Ridder Buonamlci, een bouwmeefter, eigenlyk te Rimini woonagtig, heeft een fchoon werk in twee folionbsp;deelen uitgegeven, allerlei bouwkundige tekeningen, oudheden, en opfchriften van Ravenna, voorftellende. Denbsp;titel is: Metropolitana di Ravenna, In Bologna 1748.
Tpagveld nbsp;nbsp;nbsp;Italiaanfche mylen van Ravenna, op den weg naaf
mnCaflon'^'oüi, aan de rivier Ronco, is het flagveld, dat uit hoofde Foix. £|e overwinning door de Franfchen op de Spaanfche en Pauslyke troepen, in ’t jaar 1512., behaald, vermaard is.nbsp;De Franfchen verlooren daar den dapperen veldbeer^GsHonnbsp;de Foix, Hertog van Nemours, die flegcs vier en twintig
jaaretJ
(») Men kan daarover nazien den brief des Abts Ginanni, JJneratura dl Ravitma, in ’t jaai *749- “‘‘gekomeB.
-ocr page 143-iaaren oud was. Petrus Donatus Cxfius, Biffchop van Havensüi Narni en Gouverneur deezer Provincie, heeft, onder Paulas III., ter gedagtenis deezer gebeurtenis een’ zuil op denbsp;plaats doen oprigten. Zy is met partydige opfchriften vervuld , waaruit bezwaarlyk is óp te maaken, dat de Paus-lyke party de nederlaag gekregen heeft. Zeer weinignbsp;fchikt zig de tweede regel van het tegen ’t Oöftefi ondetnbsp;aan ftaande diftichon op de overwinning der Franfcheninbsp;gezwegen dat ’er een elendige woordenfpeeling iu fteekt.
Hac petra Petrus Donatus ilonat Iherói Gallosque hk cafos Cafius enumerat.
Van Ravenna kan men met den poft, die egter In ’t Vë-hetiaanfche ontzaglyk duur is, naar Venetien gaan. Dé Weg over Magna Vacca, Goro, Cavanella, Gozzó en Chid-za, w'aar men zig te fcbeep begeeft, heeft niets byzori-ders. Van Ravenna op Bologna zyn vyf pofteti over Faèn-za en Imola. Te Faënza' komt men weder op den groö» .nbsp;ten poftweg van Rimini naar Bologna, dien wy iiU gaaiinbsp;befchryvën.
EN IMOLA NAAR BOLOGNA.
Boven hebben wy reeds gezegd, dat eene myl van Ri CefeMi inini zig de weg fplitft, en dat men regts af naar Ravenba, en flinks af naar Bologna reift. Op den laatften w'egnbsp;komt men eerft over de rivier Lufo, dah aan SavignanOynbsp;een vlek, eertyds Contpita geheten. Daar ziet men eenenbsp;fchoone nieuw gebouwde brug. Van hier tot Cefena zyilnbsp;drie rivieren te paifeeren, de Fiumefino, de Rigofa,en denbsp;Fifatello of Rubicon,
20
Cefsna.
Cefena, een’ aartige flad, ligt op een’ ongelyken grond aan den voet eens bergs, en zou door de Galli Senonesnbsp;aangelegd zyn. Strabo en Plinius fpreeken van haar. Zynbsp;had, gelyk veele kleine Heden, in de dertiende en veertiende eeuwen haar’ byzondere heeren, waarvan de laat-lle, Malateda Novello, ze den Roomfchen ftoel naliet,nbsp;aan den welken zy gebleven is. Paus Alexander VI. fchonknbsp;Cefena zynen zoon Ctefar Borgia, na wiens dood zy eg-ter weder aan den heiligen ftoel verviel. De wyn van denbsp;landftreek van Cefena was by de Ouden in naam. (?}.nbsp;Nog hedendaags heeft de ftad een goeden wynbouw, ennbsp;een’ overvloed van tuingewaflen. Men houdt de inwoon-ders voor zeer gaauw en aartig, ’c welk veelligt van denbsp;heldere lugftreek deezes oords komt, of om dat zy afko-melingen der oude Galliërs zyn.
De weg van Cefena naar Forli loopt door vrugtbaare veelden en een’ aangenaarae landftreek. Men komt doornbsp;ForlimpdpoH, het oude Forum Popuit, een vervallene ftad,nbsp;waarvan nog eenige huizen en een ftot van laater’ bouwtrant te zien zyn. Men bouwt in deeze ftreek veel meekrap en vlas.
Forli.
De ftad Forli, in ’t Latyn Forum Livii, heeft haar’ oor* fprong aan Livius Salinator te danken, die ze, na de ne.nbsp;derlaag van Asdrubal by Caftelluzzo,eene myl van Forli,nbsp;aanleide. De inwoonders hebben de krygszugtige gevoelens hunner voorouderen lang behouden, en hunne vry-heid bewaard. In ’t jaar IS48. viel de ftad den Bolognee-zen in handen, en ftond vervolgens onder de gehoorzaamheid van verfcheidenen , die zig tot Heeren opwierpen, totnbsp;dat Paus Julius 11. ze in ’t jaar 1513- geweld wegnam. Forli is de geboorteplaats des digters Cornelius Gallus , des vermaarden Italiaanfchen gefchiedfchryvers J'lavio
Bioa-
(•) Flinias Hift. Nat. 1. jo. c. t.
-ocr page 145-21
Biondo, die in 1463. (lierf, en van Morgagni, een’ Tce’’Forli. bekend’ hoogleeraar in de ontleedkunde te Padua. In deenbsp;ze ftreek tot aan Bologne toe, gelyk ook te Ravenna,nbsp;fpreeken de menfchen de f. als een fch uit, by voorbeeldnbsp;fcbubite in plaats van fubito.
Van Forli tot Fa'énza, in ’t Latyn Faventia, tien mylen Fa'énzti. ver, is de weg zeer aangenaam. Faënza is een’ grootenbsp;Wel gebouwde ftad aan den Lamone. De ftad is zeer oud,nbsp;dog men weet haar’ oorfprong niet. Zy komt by Pli*nbsp;nius (t) voor, en Silius Italicns maakt ook gewag vannbsp;haat (*) De öad is uit hoofde der menige aarden, ge-fchilderde en verglaasde vaazen beroemd, welken de Ita-liaanen naar haaren uitvinder Majolica noemen, en die gelegenheid gegeven hebben, om in Frankryk, en elders, dier-gelyk foort van aarden werk den algemeenen naam vannbsp;Fayance te geeven. De Domkerk heeft in de kapel vannbsp;S. Pieter zes marmeren ftandbeelden, en verfcheiden’ matrnbsp;meren graflieden met basreliëfs vetlierd. Op de marktnbsp;flaat een’ groote fontein.
Imola, in ’t Latyn Forum ComelH, ligt op den oever van den Santerno, in eene bekoorlyke vlakte , waar denbsp;groote valiy, welke door geheel Lombardyen loopt, eennbsp;begin neemt. Vermoediyk heeft zy haaren ouden naamnbsp;van iemant uit het gedagt der Cornelii bekomen. Biondonbsp;meent, dat Clefi« die na Alboin’s tyden Konlng der Lombarden w^as, Imola op de plaats van ’t oude Forum Cornelii gebouwd hebbe. De oude ftad werd door het krygs-volk van Narfes vernield. Zy had een’ geruimen tyd haa-re byzondere Heeren , tot dat C^far Borgia zig ’er vannbsp;meefter maakte, en Julius tl. ze aan den Roomfchen Stoelnbsp;begtte. In ’t jaar IÖ5^* werd te Imola de akaderaie der
(t) 1- t,. c. I.
(*J Arv* cnnatum nitirire Faventia ptmmu
ii
Mujlrio/Ï nbsp;nbsp;nbsp;welke een’ groot’ Italiaanfch’digter,
Giambattifla Felice Zappi, die in 1719. te Romen overleed , voortgebragt heeft, (f) Tegenwoordig woont hier de Graaf Caraillo Zampieri,die doorzyneLatynfche enlta-liaanfche vaarzen bekend is. Te Iinola is , buiten denbsp;Domkerk, waarin een fchoon marmeren graf van den Kardinaal Gozzadini ftaat, niets te zien.
Van Imola tot Bologna heeft men nog zeftien mylen ii| een’ zeer vrugtbaare en vlakke landsdouwe, waar de ge*nbsp;aigten wel aangenaam, maar eenvormig zyn,
f^rrara.
Men kan op drie manieren van Bologna te Ferrara komen. Eerftelyk langs de vaart, gegraven om gemeenfchap metnbsp;Ferrara te hebben, (^.) ten tweeden langs den gewoonet^nbsp;poftweg , en ten derden langs een’ omweg over Cento,nbsp;De naaide weg te lande bedraagt vier poften, of dertignbsp;mylen. Egter zal het een’ liefhebber der fchilderkonfl;nbsp;niet berouwen, over Cento, zes Italiaanfche mylen om,nbsp;te ryden, als de weg, wegens de overftroomingen, dianbsp;ja deeze landftreek zeer menigvuldig zyn, te gebruiken is,
Mei;
(t) Zyne gedigteu, gelyk ook die zyner huisvrouw, zyn in 1751. volkomen uitgegeven, onder den titel. Rime dell Avvocau GUvannlnbsp;iBattiJla Felice Zappi, e di Faujiina Marattl, fua Conferee.
(•) Die het befte koopvau Bologna naat Venetien reizen wil, ak-kordecrt met den bode of Procaaio, die alle week van Venetien over Fettasa te water naar Bologna gaat, en wederkeert. Voor de ge-heelc reis betaalt de psrföon met vragt en koft, die egter liegt is,nbsp;twee zechinen, en een bediende de helft. Maat de reis heeft baar’nbsp;ongemakken, omdat de IcKuiten in den zomer zeer heet zyn, ennbsp;des winters de kajuit vol rook is. De bode houdt altyd eenigcnbsp;awicn te Ferrara ftil, dat men dan kan gaan bezien.
-ocr page 147-Men pafleert dan den Rene te Lapiere, en dan is men Pefrara. nog eene myl van Cento.
Cent» is een’ kleine ftad van omtrent 4000. zielen, en den liefhebberen der kond, als de geboorteplaats des beroemden fchilders Giovanni Francisco Barbieri, gemeenlyk^)^ fchil-Guercino da Cento (f) genoemd, bekend, Hy werd in e'er Guer-1590, geboren, en behield altyd eene groote liefde voorf*^®»nbsp;zyne geboorteplaats. Hy leide daar in’t jaar 1616. eennbsp;fchilderakademie aan, die van alle kanten een fterken toeloop kreeg. Op zyn zesentwintigfte jaar kon hy reeds,nbsp;drie kardinaalen, die hy ter tafel ontving, door twaalf vol-walTene en wel gemaakte leerlingen van hem doen oppas'nbsp;fen. Hy wees alle buitenlandfche bedieningen van denbsp;hand, flierf eindelyk in hoogen ouderdom in ’t jaar 166Ö.nbsp;te Bologna, en liet een aanzienlyk vermogen na. Weinig’ fchilders hebben zo vlytig gearbeid, zo dat zyne ge-boorteftad veele gedenkftukken van zyn penfeel kan aan-wyzen, die wy meert, en wel in die order als men ze beftnbsp;bezien kan, zullen aanwyzen.
In ’t Jefuieten kollegie, waarbyeen aartige nieuwe kerk gebouwd wordt^, treft men een S. Hieronymus en een'Jlukken,nbsp;Maria, met het kind aan de borft, aan. Guercino hadnbsp;zynen erfgenaamen bevolen, deeze (lukken nooit te ver-koopen nog te laaten kopieeren. De h. Hieronymus heeftnbsp;een’ engel, die door hem befchaduwd wordt, agter zig.
De fchaduw is zeer konrtiglyk geworpen. De Jefuieten hebben ook nog een’ gryzaard van hem, en verfeheiden’nbsp;flükken van Gennari, een’ neef en geduurigen medehelpernbsp;Van Guercino aan zyn’ meefte werken, die dus veel vannbsp;*sn meeClers manier aannam. Inzonderheid verdient onder
de
( ) Den bynaam Guercino bekwam hy, om dat hy met het ccue *og niet Wel of wat fchsel was
24 de laatfte (lukken de Elifa, die den zoon der Sunamitifchenbsp;vrouw uit den dood opwekt, bezien te worden. Denbsp;droefheid der moeder en het edele aanzien des profeets zynnbsp;meefterlyk uitgedrukt,
In de kerk del Rofaria wordt een Chriftus, een S. Hieronymus , een Joannes de Dooper, en een S, Thomas van hem getoond. Te 5. Magdalena is een fluk van die heilige, ’t welk dopt de te groote gezetheid eens aardsbis-fchops van Bologna wat bedorven is. Hy ergde zig aannbsp;den bekoqrlyken boezem der zondaarelTe, en deed dieunbsp;met haare hairlqkken bedekken.
De kerk del Nome dl Dio praalt met het belle (luk dat Cento van Guercino bezit. Het verbeeldt Chridus zynernbsp;moeder na zyne opftanding verfchynende.
In de Domkerk, aan S. Viagia gewyd, vertoont men de verheerlyking van Chrillus door Gennari, en Chriftusnbsp;de fleutels aan Petrus geevende. DeApoftel is wat zwart.nbsp;Onder het portaal (laat het ledige praalgraf van deezennbsp;grooten meefter, met het opfchrift, Cenotapbium J.o. Franc,nbsp;^arbifri, vulgo il Guercino da Cent», PiOaris eximii. O-hiit d, 24. Dec, ï666,
In de kerk van S. Pieter: is een link van S. Benedi-ftus , en Petrus in de boeyen, In die van S. Salvator. een’ fchildery van alle de heiligen; by de Servieten eennbsp;^ngel die S.. Carolus een’ roos overreikt; by de Kapucy-*nbsp;pen buiten de (lad de Emausgangers en egne Madonna,nbsp;welke het portrait is yan Guereino’s meefteres.
Cento (laat voor het wereldlyke onder den Legaat ifan Ferrara, en voor het geeftelyke onder den Aardbis-fchop van Bologna, Paus Benediftus XIV. hield zig alsnbsp;^ardsbinTchop van Bologna dikwyls hier op , alzo de.nbsp;plaats heni wel geviel, en verhief de ftad in ’t jaar 1755.nbsp;jot een bisdom. Dofior Monforti werkt aan haare hi-
flO'
-ocr page 149-«5
forie. Haare wetten zyn reeds in 1607. in folio Ferrara. drukt (?),
By goed weder en drooge wegen komt men met een vetturino in zes uuren van Cento tot Ferrara. Men rydtnbsp;Sedeeltelyk langs den ouden dyk van denReno, ten deelenbsp;over het gewezen bed zelf dier rivier. De wegen zyn innbsp;deeze landftreek flegt; dikwyls heeft men een’ geheelennbsp;dag van doen om een’ poft afteleggen , en is foratyds,nbsp;als eensklaps een zwaare regen tusfchen beiden komt, gedwongen , een 'paar dagen Uil te blyven, tot dat het waternbsp;weggelopen is.
De ftad Ferrara ligt op den oever van den Po, Befchrj-en is haaren oorfprong aan eenige inwooners van fchuldig, die, na het verwoeden der ftad Aquileia doornbsp;Attila, den Po afvoeren, en in ’t midden van bosfchenennbsp;moerasfen een’fchuilplaats zogten. Dit was het begin vannbsp;Ferrara in ’t laatft der zesde eeuw. De Exarch Smaragdu1nbsp;voorzag de ftad van muuren, en Paus 'Vitaliaqus verier hetnbsp;bisdom van Voghenza derwaards. Zy kwam, of door Karei den Grooten, of door de Graavin Mathildis, aan dennbsp;Paus. Paus Jan XII. gaf ze aan Tedaldo, Markgraaf vannbsp;£fte, die het kafteel Tedaldo bouwde. Na den dood vannbsp;Alphonfus II. dien de Pauzen voor den laatften Hertog vannbsp;het huis van Efte doen doorgaan, deed Clemens VIH. zyn
ver-
^5
StttHta tcrr» Centi nnpcr reformat», aio. iSop. in Ferrara.
-ocr page 150-ê5
Ferrara vermeend regt gelden, en nam in 1598. bezit van Ferrara, fchoon de Hertog van Modena, als een telg van ’thuisnbsp;van Elle, fterke aanfpraak ’er op maakte, welke de Keizernbsp;toen ook voor wettig verklaarde.
Ferrara is eigenlyk een aanzienlyke ftad, maar, alzo zy flegts eenige duizenden inwooners heeft, kan men zigverbeelden, dat zy zeer woed zyn, enoneindig veel van haar’nbsp;oude welvaart onder de Hertogen uit het huis van Ede moetnbsp;verloren hebben. Ariodo verheft Ferrara zeer, om te ge-lyk den Hertog Hercules , die in ’t begin der zediendanbsp;eeuw regeerde, te kunnen vleijen.
Ch'anc» la gloria tua falira tanto Ch'avrai di tutta Itaha il pregio e'l vanto.
Havria ji ancor la fua citla munita,
Che contro tutto il mondo ftar jicura^
Potria fenza chiamar di fuori aita,
E che d Er col figliouol, d Ercol farebbe Padre il Signor, che queflo e quel far dehbe.
Maar deeze digterlyke droomen zyn kwaalyk getroffen. Als men van Bologna door de poort van S. Benediélus binnen komt, krygt men een gundig denkbeeld van de dad,nbsp;alzo de draat van S. Benediidus tot aan de andere poortnbsp;3000. fchreeden lang lynregt voortloopt. Dit is een deelnbsp;der nieuwe dad, dat Hercules, tweede Hertog van Ferrara,nbsp;die als een vriend der weetenfchappen en een befchermernbsp;der geleerdheid bekend is , aangelegd heeft. Die draatnbsp;wordt door een’ andere insgelyks zeer lange by de Paleizen
(•} Canto 43. Ott. 5j. 8cc.
-ocr page 151-?en Villa en Pallavicini regihoekig doorgefnedejj. De lt;:i- nbsp;nbsp;nbsp;¦
tadelle ligt tegen ’t weftep, en heeft een’ Pauslyke bezetting van 300. man, nevens een arfenaal voor 14QOQ. man, en veel gefchut.
De zaal in het flot , waar de Raad vergadert , heeft ¦yeel fcbilderwetk op natten kalk. De voorigp Hertogeanbsp;hebben het flot gebouwd, en gemeenlyk wordt het doornbsp;den Pauslyken Legaat bewoond, wien deeze poft omtrentnbsp;|G000. fcudl opbrengt,
, De Domkerk ligt aan de groote markt, en heeft nietd byzouders als den h. LaurentiusvanGuerdno,en hetpraaLnbsp;graf van Lelk» Gregorio Giraldi , vap wien Jhuanus alsnbsp;van een’ der geleerdfte mannen zyns tyds gewaagf. Denbsp;Verbetering des Gregoriaanfcben almanaks werd in ’t jaar '
1582. naar aanleiding van deezen Geraldi en zyn’ broeder ^nionio,Giraldi ondefnomen.
Tegen over de Domkerk ligt een oud paleis, eeriyds door de Hertogen van Ferrara bezeten , en thans nevens andere vryeigene goederen van dat huis der Keizerin Marianbsp;Therefia behoorende. De Marquis Pallavicini, die lang ionbsp;l^eizerlyken dienft geweeli is, heeft zig te Ferrara nedergezet , en veeleu van deeze vryeigene goederen aan zignbsp;gebragt.
By .da. Jefuieten ziet men Staiiiflatis, die het avondmaal van de engelen ontvangt, en S, Franciscus Xaverius, dienbsp;een’ dooden opwekt, door Spagnolet; te S. Maria in Fadanbsp;een fchoon ftuk van Paul Veronefe; by de Karthuizers denbsp;hemelvaart en het laatfte oordeel door Baftiano Filippi, etinbsp;*n hun’ eetzaal de bruiloft te Kanaan door Bononi, eennbsp;fchiider van Ferrara, (^_) welk ftuk ongemeen hoog ge-
fchat
Bononi was een leetling van Scaifellino van Ferrara , die cg-
tet
-ocr page 152-f'srrara, fchat wordt. Van den zelven meefter is ook de S, Brnno in ’t kapittel van ’t kloofter. Op de binnenplaats van’tnbsp;zelve ftaat het praalgraf des eerften Hertogs van Ferrara,nbsp;wiens gedagtenis den inwoonderen zeer lief is.
In de Auguftynerkerk ligt Laura Euftochta , meederes des laatften Hertogs van Ferrara, Alphonfus II., gemeen-lyk la Berettara genaamd, begraven. Clemens VIII. verklaarde haare kinderen onbekwaam ter opvolging. Hetnbsp;portrait van deezen Hertog en zyne meefteres ziet men innbsp;de kerk van S. Benediélus, en wel in de eerde kapel ternbsp;regterhand, als Herodes en Herodias, door Bonoiii gefchil-derd. In de zelve kerk is het graf van den beroemdennbsp;Ariofto te zien. Op het aanzienlyke gedenkteken vannbsp;marmer ter regterhand van ’t groote altaar leeft men :
D. O. M. Ludovico Aréoflo, ttr illi max, ataue ore om~ ftium cekberr. vati^ a Carolo V. Clt;ef. coronato, nohilitatenbsp;generis ac animi claro, in Reb. puM. adminiftran., in regen. populis, in graviff. ad fumm. Pont. legationibus, pru-dentia, confilio, eloquentia praflantif. Ludovicus Areoflutnbsp;p’onepos, ne quid domeflica pietati ad tanti viri gloriamnbsp;eumuland. defuijfe videri poffit, magno patruo, cujus ojfanbsp;bic vere pofita funt ,P. C. A. 1612. vixit an. S^.obiitnbsp;1533- 8.
Notm Ö? Hefperih facet bic Areoflus ö? Indh^
Cui Mufa aternum nomen Etrufca debet.
Seu fat'jram in vilio exacuit, feu comica lufit,
Seu cecinit, grandi, bella ducefque, tuba,
ter ook de fchool van Caracci te Bologna bezogt, en zig daardoor tot een’ bekwaam* meeftcr , wiens vvak zeer gezogt wordf* gemaakt heeft.
-ocr page 153-Tir fummm vates, cui fummi in vertice Pindi nbsp;nbsp;nbsp;Ferfarê»
Tergmini licuit cingere fronde cmas.
Op de voorplaats van de eetzaal der Benediktynen ziet mea het Paradys door Benedetto Garofalo gefchilderd. Deezenbsp;ineefter was een goed vriend van Ariofto, waarom hy hem,nbsp;ffiet een’ grooten zwarten baard , op het link, aan de reg-ler hand , tusfchen S, Seballiaan en S. Catharina bragt.nbsp;Ariofto had ’er om verzogt. Breng my, zeide hy, in urnnbsp;paradys, wie weet of ik in bet andere kome ? By Doftot 'nbsp;Barotti te Ferrara kan men een’ ouden floel van Ariofto ennbsp;zyn handfchrift van de hekeldigten zien, gelyk te S. Onugt;nbsp;frio te Romen eenig oud huisraad van TalTo, als een heilig'nbsp;dom, getoond wordt.
In ’t hospitaal van S. Anna wyft men nog de plaats aan, Waar de beroemde Taffo, onder voorwendfel dat het hemnbsp;in ’t hoofd fcheelde, zeven jaaren lang in bewaaring ge-weeft is, De digter had misfchien met Eleonora, Hertognbsp;Alphonfus’ zufter, eene meer dan digterlyke kennis gehad.nbsp;Waarom deeze hem van de hand hielp, fchoon hy doornbsp;hem in de p' ats van ’t verloft Jerufalem, die begint Tanbsp;snagnanimo Alfunfo, vereeuwigd geworden was. De gezondheid van Taftb leed door dia lange gevangenis, zodacnbsp;by kort na zyn ontftag in 1595. ftierf, zynde even te Romen aangekomen , en ftaande, op bevel van Clemens VIII.,nbsp;Pfenlyk op het Kapitool gekroond te worden.
In bet huis Gualenzo te Ferrara, dat voorheen der familie van Guarini toebehoorde, is het bekende herders-gedigt, il Paftor fido, het eerft gefpeeld. Dat huis was den Zanggodinnen en weetenfchappen geheel en al ge-'quot;‘'yd, waarom men ook aan den hoek lee^, Herculh ö*nbsp;Mufarutn eommercia - favete Unguis S* otiimis.
De Guivetliteit heeft haar’ zetel in het zogenaamde Pa-
lazx9
-ocr page 154-Ferrara, tazzo del Paradife. Zy is oud, en wa^ voorheen zeer bé-roemd. De akademie der tntrepidi houdt jaarlyks nog eenige t'zamenkomften, die weinig om ’t lyf hebben.
Geleerden. Perrara was de geboorteplaats van den ongeiukkigen eil onfchuldig verbranden Savanerola , den vermaarden ftar-renkundigêft Riccioli, en den Kardinaal Bentivoglio, wiensnbsp;brieven als een model van fraai Italiaanfch aangeprezennbsp;worden. Het paleis waarin hy woonde voert nog zyn’nbsp;jiaam. Daar zyn verfcheideii’ geleerden te Ferrara. Andreas Barotii heeft zig door verfcheiden digtrtukken ennbsp;verhandelingen over de hiftorie der weetenfchappen , ennbsp;Hieronymus Barufaldi door fchriften over de kerklyke oudheden , bekend gemaakt. Vincentius Bellini is een bekwaam oudheidkundige; de Abt Joannes Baptida Paifarfnbsp;heeft zig in verfcheiden takken doen kennen; dé Marquisnbsp;Alfonfo Varano heeft twee der befte Italiaanfelie treurfpd-len, Demetriits en Semiramh, gemaakt.
Het hof te Ferrara was tegens het einde der zeftiendé eeuw een der geeftigften en befchaafdften, waar fmaak ennbsp;Weetenfchappen hoog gefchat werden en te vinden waren.nbsp;Schoon de Hertogen ftegts een klein deel van Italien bezaten , bekleedden zy egter een’ aanzienlyken rang ondefnbsp;de vorften van dat geweft. Het land was bevolkt en be-i)Ouwd, de inkomften aanzienlyk, en ftelden de landshee-ren in ftaat onkofteii te doen. Zodra het onder den Paus-lyken rykftaf kwam, geraakte het aan ’t vervallen, alzdnbsp;niemant ’er agt op gaf. De Paus trekt ’er geen voordeelnbsp;van,de inwooners neemen handover hand af,’naauwlyks isnbsp;’et het vierde deel van de honderdduizend menfchen, die terinbsp;tyde der Hertogen in de hoofdftad woonden,meer overig*nbsp;waar onder nog een paar duizend Jooden zyn, Veele hut'nbsp;zen liaan ledig, en veelligtzal Ferrara, als het Zo voortgaat*nbsp;binnen honderd jaaren maar een dorp zyn. De graften zy“
#1-
-ocr page 155-S»
fcllengsTtens verftopt, het water is overgevloeid, en ^^^^FerrarOk tnoerasfen veroorzaakt. Men heeft geen’ handen genoegnbsp;Om dit kwaad te verhelpen, en dit maakt de lugt onge*
Jtond, en ontvolkt het land.
Even eens is het met het landfchap Fiumepno gefield« dat een’ treflyken grond heeft. Het gedeelte dat den Ve*nbsp;hetiaanen toekomt is bevolkt en wel bebouwd ; zodra,nbsp;men te Lagofcuro den arm van den Po pasfeert , en ianbsp;het Pauslyke gedeelte van Polefino komt, vindt men een*nbsp;merklyke vermindering in de bevolking en de bebouwingnbsp;des lands. De velden liggen woeft, en de dorpen ftaannbsp;ledig.
Men hoort in deeze landftreeken zo veel van de o'iiv-MseraJJèt», flroomingen des Po’s, van de moerasfen van Ferrara ennbsp;in het landfchap Romagna fpreeken, dat wy dit onderwerp , voor de inwooners even zo gewigtig als het droog-maaken der Pomptynfche plasfen, niet geheel met ftilzwy-gen kunnen voorbygaan. Tusfchen Bologna, Ferrara ennbsp;Ravenna ligt een flreek van omtrent 320. Italiaanfche vierkante mylen , die door de overftrooraingen byna geheelnbsp;Onbruikbaar geworden is, en de verfchillende belangen dernbsp;Oabuuren is oorzaak, dat men niet met ernft denkt om ditnbsp;kwaad te verhelpen.
De Po, die altyd verfchriklyke overflroomingen veroorzaakt heeft, liep voor de twaalfde eeuw digt by Ferrara.
Maar om het jaar 1155. baande liy zig een’ nieuwen weg hoordwaards van deflad, waardoor de oude arm geduu*nbsp;rlg verminderde. De inwoonders van Ferrara vreesden,nbsp;dat de Panaro en Reno, die in het oude bed der rivier.
Po cli Primaro genoemd, hun uitloop hadden, verdopt raaken, en een overftrooming in het landfchap Fiuraefinonbsp;en de vaiiyen van Comachio veroorzaaken mogten. Zynbsp;verzogten dethalven om het jaar léoo. verlof om den Reno
uit
-ocr page 156-Ferrara, uit den Po afteleiden. De Panaro had reeds zig door eea ander oud kanaal een’ weg gemaakt om zig met den Po tenbsp;vereenigen. Zy booden aan, het eerfte bed van den Pönbsp;zelven opteruimen. Ten dien einde moeften alle de onzuivere ftroomen, die van den I\eno af tot aan zee toe ianbsp;flem Po di Primaro vallen, voor een’ tyd afgeleid en in denbsp;vallyen gevoerd worden. De Paus gaf’er verlof toe, fchooanbsp;maar voor zekeren tyd om het werk te verligten, hoewelnbsp;men voorzag dat de koften voor de inwooners van Ferraranbsp;te zwaar waren.
In ’t eerft wierd de Reno in de vally Santa Martiila geleid, welke, niet diep genoeg zynde, ras vol werd. Toen die van Ferrara merkten dat hun land daardoor beter werd^nbsp;leidden zy het water van den Reno al meer en meer af jnbsp;die van Bologna moeiten hunne dyken verhoogen, wel«nbsp;Hen egter fomwylen doorbraken. De Reno Hortte zig ge-duiirig racer in de vallyen, zonder dat het kwaad te ver*nbsp;helpen ware. De laatfte doorbraak gefchiedde in ’t jaafnbsp;1740. en wordt Retta PanfiUa 'genoemd ; door deezenbsp;komt al het water in de vallyen van Poggio en Malal-bergo. De andere uit den Primaro in ’t jaar 1604, afgeleide ftroomen zogten allengskens hun’ ouden loop weder. .
De Bologneezen, die zagen wat fchade zy by ’t gemeU de Panslyke verlof lyden zouden, bezwaarden zig ’er over,-waarom ’er bevel kwam, den Reno in den Po van Lom-bardyen te brengen. De volgende Pauzen herbaalden hetnbsp;bevel, dog het hielp niet, en de Bolpgneezen zyri bynanbsp;alle hoop kwyt van de zaaken op den ouden voet herfteldnbsp;te zien. Sedert zyn ’er veele nafpeuringen gedaan en ontwerpen gemaakt, maar alles zonder gevolg.
Het zekerlte middel zou onbetwiltbaar wezen, den Re* no boven Ferrara in den Po te leiden. De Bologneezefl
droB*
-ocr page 157-33
drongen nog ten einde der voorige eeuw daarop aan, ^og p^rrara, die van Ferrara en de Venetiaanen ftelden ’er zig zeer regen. Benediiflus XIV. wilde zyne Bologneezen gaarnenbsp;helpen, en deed de grift, Cavo Benedettinonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;graa-
Ven, die het water der Idice, welke de Hertogen van Ferrara van den Primaro af en in de vally Marinono hadden doen brengen , afleiden , te gelyk al het water van dennbsp;Reno en de Savcna medeneemen , en dan , door middel van den Primaro, in zee brengen moed. De griftnbsp;kortte veel gclds, maar het gevolg voldeed aan de verwag-ting niet. De Idice had een Herken val, was zeer troebel, en verdopte gevolglyk ’s Pauzen grift, en de Renonbsp;zogt een’ nieuwen weg. Benedifttis XIV. wierd daardoornbsp;afgefchrikt: ondertusfchen houdt men nog alcyd hoop, hetnbsp;ontwerp uittevoeren.
De inwoonders van Ferrara hebben zig altyd tegens de de afleiding van den Reno in den Po verzet, en om dienbsp;reden zes of zeven plaatfen voorgeflagen, daar men eennbsp;kanaal graaven zou kunnen. Pater Ximenes, wieiTs grootsnbsp;uitzigten in zaaken van deezen aart wy in een onzer eerdenbsp;deelen geroemd hebben, is van meening, dat de u.itflagnbsp;i'an ’t graaven aller dier kanaalen onzeker is, en dat denbsp;zaak ’er door misfchien nog zou verergerd worden. Be-balven dit zou het omtrent de 4000000. fcudi korten; ennbsp;om die reden was het niet wei doenlyk. Zyne meeningnbsp;loopt daarheen, van den Reno te laaten zo als hy is, ennbsp;’t water uit het Bologneesfche in den Primaro door hetnbsp;Cavo Benedettino , of een ander kanaal, te leiden : denbsp;hleine rivieren in ‘t Bologneesfche eri in Romagiia zoudennbsp;^an de vallyen en moerasfen met haar flyk allengskens aanvullen , en jjgj. jjiaare water zou in den Primaro kunnennbsp;afloopen. Volgeus hem is het zekerrte, het water in denbsp;Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;val-
-ocr page 158-Ferraro, vallyen van Comachio nood waards van Ravenna afteleiden, alzo die gemeenfchap mee da zee hebben. Dit kon voornbsp;100000. fcudi gefchieden.
Dejefaiet Savieri, een bekwaam ingenieur te Ferrara,is ook voor het afleiden in de vallyen van Comachio, doornbsp;middel van een kanaal, van Argenta door het moeras vannbsp;Comachio tot aan den mond van den Primaro. De Paus-lyke Kamer zou daar door een’ ftreek van zelHen mylennbsp;lang en eene rayl breed winnen, fchoon de kotten eenmil-lioen fcudi zouden beloopen.
Alle deeze onwerpen zullen bezwaarlyk ter uitvoering gebragt worden, alzo de Pauslyke Kamer uit de visfeherynbsp;in de moerasfen van Comachio over de 30000. fcudi in-komften trekt. De ontzaglyke moerasfen rondom Comachio eindigen tegen de kult met zwaare dyken, die drienbsp;uitwateringen in zee hebben. Deezen worden met het begin van February geopend, de vifch komt ’er dan in menigte binnen , en brengt een oncelbaaren overvloed vannbsp;jonge visfehen voort, die terug blyven wanneer de dykennbsp;in Maart weder geflopt worden. By maaanfchyn, in September , Odober , en November, als de vifch de koelenbsp;zee zoekt , opent men de uitgangen weder , en zet ’ernbsp;groote biezen korven voor, waarin binnen korten tyd eennbsp;verbaazende menigte visfehen gevangen wordt. Dit voor- ’nbsp;deel is redens genoeg voor het Roomfche hof om alle ontwerpen , waarby de toefland der vallyen van Comachionbsp;veranderd zou worden, te verwerpen. .
In ’t jaar lydy. wierd Vader Lecchi de zaak op nieuws opgedragen , alzo hy een’ voorflag gedaan had , om denbsp;overflroomingen tusfehen Ferrara en Bologna te voorkomen , en de moerasfen by Comachio in hun’ toefland tenbsp;laaten. Ook hebben ’er iu den zomer van 1767. en 17Ó8.
al
-ocr page 159-35
altyd 2400. man aan gewerkt. De tyd zal leeren of Atzi^Ferrarè, Voordag, (•) als hy geheel zal uisgevoerd zyn, de be-hoorlyke uitwerking doen zal. Zyne raeening flrekt daarheen, dat men den Reno van de Rotta Panfilia af tot aartnbsp;Poggio, en van daar door het Cavo Benedettino, in dennbsp;Primaro by Morgone beneden den Traghetco leiden , en innbsp;de vally Gandazolo dyken aanleggen moet, om het waternbsp;des te beter te beteugelen. Hy houdt den Po di Primaronbsp;tot dit einde beter dan den Po grande. Verfcheiden zeernbsp;troebele beeken, als de Zena, de Fiumicello, en anderen,nbsp;moeten niet regt toe in ’t Cavo Benedettino, maar doornbsp;byzondere van den Reno dfgefcheiden kanaalen afgevoerdnbsp;Worden. Ten dien einde (laat hy een nieuw met het eerde evenwydig loopend kanaal voor, in het welk de Scor-furo twee mylen van Cento vallen, en dan in het kanaalnbsp;della Beccara boven Argenta, eii in de vally vaii Marmor-to geleid worden zou.
De weg van Ferrara naar Venetien te lande gaat over^^ Padua; maar alzo dé poften in het Veneiiaanfche ztQt ómxrFerraranbsp;zyn, en de wegen voor de vetturini (legt, is het beternbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Water te gaan. Men huurt, als men niet met den bode gaanwnl, een vaartuig, en komt in anderhalf uur te Pontenbsp;di Lago Euro. Hier neemt mén eene van de fchuiten dienbsp;op den Po vaaren tot aan Cavanella.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
De reis is uit hoofde der heerlyke gezigten op den Po Zeer aangenaam. De rivier is met zeilen bedekt, een’ me.
•i'gte kleine ftroomen ftorten zig in dezelve, en de oevers zyn verrukkend. Maar als de rivier aan ’t zwellen is, isnbsp;des te verfchriklyker, w'aarom de bewooners der oeve*
reti
( ) Hy heeft dien door den druk gemeen gemaakt. ReUxSini iell» vijitanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;p Lecchi amp;c, in quot;Balugn» 1767. in fol.
Ferrara. naauwkeurig op haaren toelland letten. Zy voert zo veel zands, fteenen, en flyks met zig, dat zy reeds overlang haar bed verlaaten, haar loop veranderd , en alles over-ftroomd hebben zou, indien men nier aan weerskanten dy.-ken gelegd had. Naar maate dat het bed der rivier hoo-get wordt , verhoogt men ook de dyken. Op fommigenbsp;plaatfen is het byna 30. voet hooger dan het land agter denbsp;dyken. By de overfirooming van bet jaar i'SS- rooellnbsp;men de dyken in het geheele Ferrareefche nog eenige duimen verhoogen. De nabuuren der rivier leeven in een ge-duurige vrees voor overftroomingen. Zodra zy meer dannbsp;anderhalve elle boven .haare gewoone hoogte klimt ,nbsp;houdt men dag en nagt de wagt op de dyken, om by denbsp;hand te zyn op de plaatfen daar gevaar is. Somwylen gebeurt dit meer dan eens in een jaar, fomwylen in twee ofnbsp;drie jaaren niet eens. Het plotslings ftygen der rivier hangtnbsp;af van de gebergtens in Piemont en Lombardyen, als denbsp;fneetiw daar eensklaps fmelt.
De Heer La Lande deed deeze reis in Odlober 1765. zynde de Po 5. voet boven de hoogte waarop men begintnbsp;te waaken. De dyken, Argini, waren met 3000. boerennbsp;in het Ferrareefche bezet, die zig in hutten, drie of vierhonderd fchreeden van malkander , ophielden. In elkenbsp;hut zyn ’er altyd drie in gereedheid, om de plaatfen daarnbsp;de dyken befchadigd worden, met paaien, takkenbosfen,nbsp;en aarde, te herflellen. Eenige foldaaten patrouilleeren,nbsp;en pasfen op , dat de boeren hunne poften niet verlaaten »nbsp;en dat geen fchip tegens de dyken ftoote. Op dien tydnbsp;mag niemant, buiten den bode van Venetien, op den Fonbsp;vaaren. Alzo het bed des Po’s weinig vals heeft, looptnbsp;het water niet fpoedig weder af, zo dat men dikwyls veertien dagen waaken moet. Men fchat zyn val een voet opnbsp;duizend vademen, ’t welk voor zyn dik troebel water niet
-ocr page 161-3.7
genoegzaam is. Dewyl men de Rotta Panfilia of den door- Perrara. braak des Reno’s niet heeft kunnen doppen, zoude een’nbsp;doorbraak van den Po nog veel minder te herdeden zyn.
Misfchien weet men nogthans in Italien de dyken niet zo Wel aanteleggen als in Holland, waar men federt eeuwennbsp;genoodzaakt is, alles te verzinnen wat ’er op te beden-iten is.
Uit den Po komt men in de Caaanella, eti vyf mylen Verder by het vlek Laureo in een ander kanaal, waar nanbsp;men nog een paar mylen op de Adige vaart. Eindelyknbsp;bereikt men Perio di Brondolo, waar de Huizen in de Lagunenbsp;Van Venetien uitkomen; De Lagune zyn eigenlyk een gedeeltenbsp;Van de zee, maar dat niet diep genoeg is,en te weinigge-meenfchap met het overige der zee heeft, dan dat men ’ernbsp;de beweeging der baaren befpeuren zoude. Men kan denbsp;diepte der Lagune met Hokken peilen, en de Raad draagtnbsp;zorg dat zy niet geheel verllykeii, alzo de veiligheid vannbsp;Verjetien daarin gelegen is, dat ’er geen valt land ontllaa,nbsp;en ’et ook geene groote fchepen by de Had komen kunnen. By de invaart der Lagune vertoonen zig de Vene-daanfche tolbedienden : fomtyds wordt men van verfchei-dene zulke onderzoekers bezogt , wien het maar om eennbsp;drinkpenning te doen is. Zulken die met den bode reizennbsp;.hebben zo veel overvallen niet te dugten, en komen ge-meenlyk met eens vry.
In een uur vaart men van Brondolo naar Cbiozza, een’ Cbiozzg^ aarttge Had, die nog vyf en twintig mylen van Venetiennbsp;'igt. Zy heeft een’ fchoone domkerk, breede flraaten metnbsp;bedekte gangen ter wederzyde, op de wys van verfchei-den Lonibardifche Heden. Van hier ziet men de Alpesnbsp;den kant van Padua. Men vervolgt daarop de vaartnbsp;tusfchen het vade land en het Lido di Paleflrina, een’nbsp;fraalle landtong, welke de Lagune van het land affeheidt.
Ferram. mylen van Cbiozza ligt Paleflrina, een groot dorp aan het ftrand, dat hier ter langte van zeven raylen metnbsp;huizen bezet is. Het gezigt van het bebouwde ftrand isnbsp;Zeer fraai voor ’t oog.
Eindelyk bereikt men Malamocco, waar het ftrand even bebouwd is. Hier vertoont zig fte toren van S. Marcusnbsp;ea eenige anderen , fchoon men 'er nog vyf mylen vannbsp;daan is. By ’t kloofler S. Spirito , drie mylen van denbsp;ftad , ziet men ten laatfteu het fchoone Venetien voornbsp;zig, ’t welk door zyue zonderlinge ligging eiken reizigernbsp;op het eerfte gezigt in verwondering brengt. (*). Mennbsp;vaart langs het kanaal lanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.tegens over de plaats
van Sc. Marcus , en komt in het. groote kanaal, het welk in zyn foorc , en wegens zyn heeriyk voorkomen, hetnbsp;^enige in de wereld is.
Venetien is na IJ^omen en Napels de derde ftad van Ita-lien. Zy ligt onder de breedte van 45. graaden 25. minuu-ten, en heeft omtrent honderd duizend inwooners, behal» ven die welken op de fchepen huishouden en te Muranonbsp;woonen. Men rekent haare grootfte langte, van de pa-
tri-
(*) Sannazarius maakte op de ligging der ftad de zes volgende regels , waarvoor hem de Republiek met 100. dukaaten voor elkcanbsp;befchoiik.
yiderat Adriacis Venctam l^cptnntts in nndïs.
Stare Urbem, ^ teii ponere jnra mart. i^imc mihi Tarpejas qttantnmvis, Juppiter arces.
^ itla tut mania MartU t ait,
SI Pelap.0 TiheTim prafers, urhem afphe ntram^ne^
Jllam homines dices, hanc pofttijfe Deos,
-ocr page 163-triarchaale kerk van S. Pieter tot aan het 'fpits van ’t Fenetien. nareggio tegens ’t zuidweften, tweeduizend vademen, ennbsp;de breedte, het kanaal della Giiidecca , dat honderd ennbsp;zedig vademen breed is, mede gerekend, op duizend ennbsp;Vyfhonderd vademen.
Men vindt geen fpoor dat de eilanden die het tegenwoordige Venetien uitmaaken voor de §yfde eeuw bewoond geweeft zyn. Om het jaar 421. bevolkten die van Padua het eiland Rialto. Het voornaame tydftip van dennbsp;oorfprong der ftad rvas de inval van Alboin, Koning dernbsp;Lombarden , in ’t jaar 568. De Patriarch van Aquilejanbsp;nam toen, met zyn geedelyken en veele borgers dier dad,nbsp;de vlugt herwaards. Eene menigte uit andere gewedennbsp;Van opper Italien voegde zig by hun, en daaruit oiudondnbsp;eene dad, uit verfcheiden kleine eilanden beilaande, dienbsp;naderhand den naam van Venetien bekwam. De reeks dernbsp;Doges , waarvan ’er honderd en agttien geteld worden.
Vangt met het jaar 6^j. aan, wanneer Paolo Ludo Ana-fedo door de wee en zeventig eilanden, die tegenwoor-«iig de twee en zeventig kerspels der dad uitmaaken, tot ‘iie waardigheid verkoren werd. Pipin, Koning van Frank-ryk, door Paus Steven naar Italien geroepen, om de Lombarden te verjaagen, gaf der nieuwe dad eene zekere gedaante en betere inrigcingen. Hy vereenigde het eilandnbsp;Rialto nader met de overigen, en gaf der dad den naamnbsp;Van Venetia, omdreeks het jaar gtSo.
Ten tyde der verfchillen over de grenzen van’t Ooderfch en Wederfch Keizerryk tusfchen Karei den Grooten en Ni-cephorus, vifchten de Venetiaanen in troebel water, zec-isden hunne grenzen-uit, en maakten zig onafhanglyker.
'igging Venetien , zo bekwaam tot den handel, verrykte zs welhaad. Het is bekend, wat fchatten dienbsp;flad ten tydg kruistogien, en voor dat de weg om denbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kaap
-ocr page 164-Venétkn.
Kaap de Goede Hoop naar de Indien ontdekt was, verzamelde, en boe hoog de magt der Republiek fteeg. ' De Venetiaanen bezaten een’ geruimen tyd het Koningryk Cyprus , Morea , en ’t eiland Candia : zy waren in ’c jaarnbsp;1200. een tyd lang meefters van Konftantinopolen, Napelsnbsp;en Sicilien. Zy zegenpraalden verfcheiden maaien over de
O
Saraceenen, de Grieken, hunne nabuuren,de Genueezen, en de Pifaanen.
Met het verval van den koophandel nam hun’ magt af. De Turken ontnamen hun allengskens byna alles, op eeni-ge eilanden na. Candia verloren zy in iddp. Morea innbsp;1715. Zo nadeelig ook de vrede van Pasfarowitz van ’cnbsp;jaar 1718. tusfchen hen, den Keizer, en de Porce was,nbsp;verkreegen zy ’er nogthans dit voordeel door, dat zy fe-dert in ’t gerufte bezit van Corfu en andere eilanden gebleven zyn. De hiftorie der Republiek is te wydloo-pig; (*) alleen zullen wy nog drie merkwaardige tydftip-pen, naamlyk van de jaaren 1247. 1508. en 1618. aanroeren.
In ’t jaar 1247. werd de tot nog toe Rand houdende ariftokratifche regeering ingevoerd, de magt van den Dogenbsp;ppgeheven, en het Gran Conjtglio, uit een zeker getal fa-
Bii- 1
De hiftorie der Republiek is door goede fchryvers, als Label-lico , Bembo , Paruta , Nani , Moroiini, Folcarini, Gaizoni, by ftukken, en wel onder göeckeming van ’t ConJïgHo de’ £)/«/, belchie-ven, Het uinreklcl uit die allen heeft ten titel Staria della. Repnklk^nbsp;dl Veitexia della jita fmdax.Ï6rie Jjno all’ anno 1747* da Giaco7iO Died*nbsp;Senatore, in Venexia 175 t. vier deelen in quarto Onder de nieuwenbsp;buiteiilandrche (ch;yvers is de hiftorie van den Abt Laugier onbe-twillbaar de befte. Het regende deel gaat tot het jaar 1740. en i^nbsp;in 176', in ’r ligt gekomen. Het werk aal dertien deelen in duOquot;nbsp;4ecim,o bcllaaa,
-ocr page 165-4ï
milieu, voor hun en hunne nakomelingen, met uitfluiting^«f/,V„. van alle anderen, opgerigt.
Het verbond van Kameryk in ’t jaar 1508. fcheen der Republiek haaren geheelen ondergang te dreigen. Juliusnbsp;II, die Ravenna en andere plaaifei aan het Pauslyk gebiednbsp;zogt te trekken , hitfle Keizer Maxiniiliaan, die gaarnenbsp;Frioul en Padua, den Koning van Frankryk, die Pgt;rercianbsp;en Cremona, den Koning van Napels, die Brindifi , (Otranto, en andere lieden van Apulien begeerde, den Hertognbsp;van Savoyen, die aanfpraak op Cyprus maakte, en einde-lyk den Hertog van Ferrara , die regt op Mantua voorwendde, tegens de Republiek op. Zulk eene roagtkondenbsp;zy niet wederftaan, en verloor, na twee zw'aare nederlaa-ge by Agnadel en Vicenza, byna alles wat zyop het vaftenbsp;land had. Alleen haare zeemagt, haar rykdom, eneenigenbsp;gelukkige omftandigheden,reddeden haar van den gedreig-den ondergang.
De zamenzweering van ’t jaar 1618. zou der Republiek niet minder gevaarlyk geweeft zyn, als zy ten uitvoer gefield geworden was. De Spanjaards waren kwalyk te vrede over een vergelyk door de Venetiaanen met Paus Pau*nbsp;lus V. gefloten. Hun gezant, de Marquis van Bedemar,nbsp;fineedde derhalve in den jaare 1617. den aanflag, om denbsp;fiad met behulp der Spaanfche vloot, te overrompelen,nbsp;de voornaamfie plaatlen te bezetten, en, om des te meernbsp;wanorder aanterigten , op verfcheiden’ oorden brand te ftig-ten. Dog een zekere Jaffier had berouw over zyn voor-neeraen, en ontdekte alles aan den Raad. Men beloofdenbsp;hem wel het leeven, dog hy w’erd naderhand, nevens denbsp;™seften der zamengezworenen, in zee geworpen. Veelennbsp;hebben deeze zamenzweering willen lochenen , en be-weerd , jat de Raad die maar tot een voorwendfel hadnbsp;Willen doen dienen, om zig van den Marquis van Bede-C 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mar.
-ocr page 166-42
Venetkn.
mar, dien hy gaarne van de band hebben wilde, te ont-llaan, (*)
In het Diario di Venezia , of in den ftaatsalmanak, vindt men den flaat van Venetien, en de reeks der honderd en agttien Doges. De Doges van deeze eeuw zynnbsp;geweert: Mocenigo, die in ’t jaar 1700. gekoren werd,nbsp;Giovanni Cornaro, in ’t jaar 1709. Sebaftiano Mocenigonbsp;1722. Carlo Ruzini 1732. Aloifo Pifani 1735. Pietronbsp;Grimani 1741. Francefco Lorredano 1752. Maria,Fofca-rini t762. en Aloifo Mocenigo 1763.
Het gebied der Republiek ftrekt zig van ’t Ooften naar het Welien over de 200. Italiaanfche mylen, van ’t Mila-neefche af gerekend tot aan de grenzen van Iftria, uit. Denbsp;middelfte breedte bedraagt egter naauwlyks 50. mylen.nbsp;Men rekent het geheele beloop der inwoonders op tweenbsp;millioenen. Behalven dat, bezit zy wat in Dalmatien,nbsp;een paar fteden in Griekenland, als Butrinto, Larta, enz.nbsp;eenige eilanden op de Griekfche kullen, als Corfu, Cefa-Jonia, Zante, en anderen. Corfu is als de fleutel der A-driatifche zee, waarover de Republiek zig de heerfchappynbsp;sanniaatigt , en ten bewyze daarvan jaarlyks het huwlyknbsp;van den Doge met de zee viert. Geene mogendheid heeftnbsp;haar tot nog toe dit regtbetwill, alzo het weinig zeggennbsp;wil, dewyl de magt der Republiek zo zeer verminderdnbsp;is. Ten minden hebben de Venetiaanen tot hun nadeelnbsp;toegedaan, dat te Tiiede een aanzienlyke koophandel aangelegd is geworden, waardoor die dad de voortbrengfelsnbsp;van Oodenryk, die voorheen over Venetien gingen, niet
al-
(•) Dit berigt heeft de nog leevendc Marquis de Paulmy in een handfchtift van ieinanc zyner voorouderen, die toen Franfche gezantnbsp;U yenerien was, gevonden, gelyk de Heer La Lande p. 7. van zynnbsp;8. deel aamelcetit.
-ocr page 167-43
alleen naar Ancona, maar ook naar andere plaatfen j/gnetien. zendt. Ancona is ook federc dien tyd door den handelnbsp;ter zee, dien Venetien alleen plegc te dryven, zeer toegenomen.
Men heeft verfcbeiden grondtekeningen van Venetien 'Qr-gn^teke-voor een’ reiziger is die van üghedelini , op een b\^i,„i„gen en goed voor ’t gebruik, en zuiver gefneden. (*) Gezigteng^«'g?e«*nbsp;der ftad zyn ’er niet minder, (f) De menigte der (childe-ryen heeft tot verfcbeiden’ befchryvingen der ftad in datnbsp;opzigt aanleiding gegeven; maar wy wyzen alieen de De-fcrizione di tutte Ie puhlkhe pittme di Venezia 1733- bynbsp;Paflaglia, aan, en de Pilture di Vmezia door Boichini,
Waarvan de laatfte uitgaaf de befte is. Een ander boek goed voor het gebruik is, II Foreftiere üluminato intornonbsp;Ie cofe piu rare antieke e moderne della citta di Venezianbsp;delle Ifole circonvicine 1765. Ook heeft men een’nbsp;digtkundige befchryving van de Venetiaanfche fcbilderyen,nbsp;onder den titel, II Navigar pittorefeo, waarin aartige aanmerkingen zyn, niet onaangenaam voor een liefhebber dernbsp;Itaiiaanfche digtkunde.
De fcbilderftukken zelven zyn meefl: in plaat gebragt, hoewel niet allen op de befte manier. Wy gaan, kort-heidslialven, losfe bladen voorby, en gewaagen alleen tweenbsp;der aanzienlykfte werken. 11 gran Teatro. delle profpettive
di
(*) Men heeft nog een grooter plan op dertien bladen van Ughi,
•log het is zo fraai niet gefneden.
(t) Magnificmtiores feUaiorrpjHe tJrhis Vtnctiarnm profpeCttes, quos •Hm Michael Martefchi Fmitns piélor, m plerifijKe tabb^ depinxit. nxncnbsp;ah iffimét accurate deiineaate, inddente, typifjue mandante, he-17. tath. ands in Inccm edtmUtr I74t. Zy zyn tckenagtig ennbsp;'vel geëtft, maat wotden van de volgenden op 40, bladen in fol. bynbsp;Palqualij die g. zechini kollen j overtroffen; Urhis Vencttarnm pros-feSus ex Ant, Canalh taittlU 38. ere cxprejp ah Aatm. Vifeutini.
-ocr page 168-Venetien.
Cetal der eilanden.
Qraften,
di Venezia , van Domenico Lovifa , bevat, in ’t eerde deel, op 62. bladen, wel alleen maar gezigten, dog hetnbsp;tweede deel, van 68, bladen , beftaat uit fchilderyen, doornbsp;Tintoretto en andere meefters in de Sala del gran Confi-glio, en de overige zaaien van ’t Palazzo Ducale, gefchil-derd. Zy zyn meed van Zucchi, en zeer middelmaatignbsp;getneden, dog men heeft beteren. Het tweede heet, Rac-colta di II2. ftampe di Storia facra , incife per la primanbsp;volta in Ramt fedelmente copiati dagli originali di eeh brinbsp;Jutori in Venezia, da Pietrö Monaco. Het gtaveerfe 1 isnbsp;onderfcheiden , eenigen zyn zeer goed, anderen niiddel-maatig. Alzo de bladen ook afzonderlyk verkoft worden ,nbsp;krygt men dikwyls van fommigen zeer degte afdrukken.nbsp;Eeti’^audere fchoone verzameling, 'door Zanetti uitgegeven , voert ten titel, Varie Pitture a frefco de' principalinbsp;maëjlri Veneziani, ora la prima volta publicate, in Venezia 1760. 22. bladen.
Het getal der eilanden, waaruit Venetien bedaat, wordt zeer verfchillend opgegeven. Sommigen tellen ’er zedig,nbsp;anderen twee en zeventig, naar het getal der kerfpels, anderen weder, die elk byzonder deel der dad, van kanaa-len omgeeven , voor een eiland houden , over de honderdnbsp;en vyftig. Deeze eilanden zyn door meer dan vierhonderdnbsp;bruggen, over de kanaalen liggende, met malkander verbonden, langs de welken men in het groocde gedeelte dernbsp;dad, hoewel door groote omwegen en naauwe deegen,nbsp;komen kan , terwyl de weg met een gondel zeer kort is.nbsp;De minde bruggen hebben leuningen , waarom men,nbsp;vooral des winters wanneer het glad is , zeer voorzigtignbsp;zyn moet.
Deeze kanaalen zyn zeer gemaklyk voor de kooplieden en ryken, die gondels houden kunnen. De Venetiaaiiennbsp;2yn aan dat zagte vaartuig zo gewend, dat hun de koet'
feil
-ocr page 169-45
fen ongemaklyk fchynen. Voor vreemdelingen hebben deeze gondels iets treurigs en onaangenaams, vooral desnbsp;winters, ais het vogtig is. Een groot ongemak der graf-ten is, dat zy des zomers ftinken : ’t is wonder dat ’ernbsp;geene kwaade ziektens uit ontdaan. Om dit ongemaknbsp;voortekomen , worden zy dikwyls fchoon gemaakt. Hetnbsp;Werktuig daartoe gebruiklyk noemt men Cavafango. Mennbsp;zendt de flyk zeven raylen ver van de ftad af naar Bon-dante, op dat de lugt te Venetien niét met kwaade dampen vervuld worde. Zonder deeze voorzorg zouden denbsp;graften allengskens verdopt geraaken, en uitdroogen, gelyknbsp;men by droog weder reeds aan fommigen kan merken , dienbsp;by de ebbe geheel ledig loopen. De Lagune zwellen fom-Wylen, hoewel zelden, ongemeen op, en doen te Venetien groote fchade. De inwooners hadden in de jaarennbsp;1444. 1517. en 1535. daar droevige voorbeelden van.
Het verfchil van eb en vloed bedraagt te Venetien een’ el. De vloed rigt zig volgens den doorgang der maan doornbsp;de middaglyn, en komt tweemaal ’s daags; maar niet al-tyd in de eerde drie uuren na den middag, gelyk de Abtnbsp;Richard, vermoedlyk by gebrek eener genoegzaame kennis van de theorie des vloeds en der ebbe, beweert. Denbsp;deegen te Venetien zyn bedraat met ongepolyde marraer-fleenen; maar, gelyk gezegd is, die deegen zyn naauw,nbsp;en weinig in getal. Het bede aanzien der dad komtnbsp;van de graften , inzonderheid il Canal grande , welkennbsp;de plaats vervullen van fchoone draaten in andere deden.
Venetien bedaar byna geheel uit marmer, of deenen Idrien. Men vindt ’er weinig huizen van gebak-^sn (leen. 'Zelfs de gronddagen zyn van marmer , denbsp;trappen insgelyks, die daarom zeer glad zyn, vooral aannbsp;de graften en de bruggen, fchoon men ze uitholt. Langs
de
-ocr page 170-Fenetien. de.huizen ftaan paaien om de gondels aan vaft te binden.
Bouw
order.
Men treft te Venetien kerken en paleizen aan, die van eene fchoone bouworder zyn, egter loopen ’er veelen onder die ’er gothifch uitzien. Vooral is de kleur van buiten zeer donker en fmeerig. De paleizen te Romen vallennbsp;veel edeler en pragtiger in ’t oog. De laatilen zyn veelnbsp;eenvouwdiger, hebben alleen deuren en venfters, daar denbsp;Venetiaanfchen dikwyls op elke verdieping kleine zuilennbsp;hebben. Deezen zyn te klein, fchoon zelfs de bouwordernbsp;fierlyker en pragtiger fchynt. In de meefte paleizen looptnbsp;een gang of eene gallery dwars in de langte, waaruit mennbsp;in de kamers komt. Misfchien heeft men dit gedaannbsp;om het gebrek aan wandelingen te vergoeden , welken tenbsp;Venetien zo fchaarfch zyn , dat men om in ’t groen tenbsp;komen eerft naar ’t vaile land gaan moet.
De vloer in de fchoonfte kamers bellaat uit een foort van etferikken met ingelegde figuuren op de wys van marmer, zeer hard en glinfterend. Te Venetien noemt mennbsp;dit Tefaro of Terrajp). De planken, waarop men de ede-rikken vaft maakt, moeten zeer ftevig zyn, en de plaatsnbsp;niet vogtig , anders bederft het fpoedig. Het beft blyftnbsp;het in de bovenvertrekken, alzo die gemeenlyk onder-wulfd zyn.
Wy beginnen met reden de befchryving van Venetien met de kerk, het paleis, en de plaats van S, Marcus, ’tnbsp;welk de voornaamfte plaats is, waar de Doge zelf woont,nbsp;en van de welke men elders zo veel hoort fpreeken, datnbsp;de nieuwsgierigheid des reizigers daar meeft naar trekt.
47
DE KERK, HET PALEIS, EN DE PLAATS
VAN
S. MARCUS.
De kerk van S. Marcus was voorheen alleen de kerk Van ’t herroglyke paleis, maar is, ongeagt de patriarchaalanbsp;kerk , die aan ’t einde der ftad by ’t arfenaal ftaat, denbsp;Voornaamfte van allen geworden. Zy behoort nog tot denbsp;grootften nog tot de fchoonften van Venetian; integendeelnbsp;keerfcht ’er veeleer een flegte gothifche fmaak in: egter isnbsp;de rykfte en beroemdfte. Zy voert den naam van dennbsp;Euangelift, wiens zinbeeld een leeuw is, waarom men datnbsp;beeft overal in de kerk aantreft, te meer daar de leeuw ooknbsp;het zinbeeld is der Republiek.
Het lichaam van den Euangelift Marcus werd in de negende eeuw, volgens het gemeene zeggen, van Alexan-drien naar Venetian gebragt. Men bouwde hem ter eere dene kerk, die egter af brandde, en in haare plaats werdnbsp;ten einde der tiende eeuw het tegenwoordige gebouw ópgetrokken. Men volgde eenigermaate de gedaante der kerknbsp;Van S. Sophia te Konftantinopolen, egter met groot onder-fcheid, (*') en met verbeteringen. In’t jaar 1071. deednbsp;de Doge Selvo ze met Griekfch uit de Levant gehaald mar-tDer en mozaïeken verfieren. Van dat tydftip zouden denbsp;^enetiaanen gaarne de herftelling der fehilderkonft in Ita-ben afleiden, (f)
De
de verhandeling van Le Roi over de gedaante der eetfte
Chtiften*
(tj Men heeft fleeje kerk een .fragtig werk onder den titel,
L’Anm
-ocr page 172-48
Kerk van De kerk is naar de oude wyze gebouwd. Men gaat ó’ Marcusggjj van de kerk afgezonderd portaal, dat 200. voetnbsp;^V^neliennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is, naar binnen. De plaats voor de vrouwen is hooger
als bet overige; men gaat ’er door twee kleine binnendeuren naar toe. Op elke zyde des fchips is een vleugel. Het niiddelfte der kerk is eenige treeden hooger, en heeft opnbsp;elke zyde een predikftoel. Die op de eene zyde is agt-hoekig, en ruft op vyftien zuilen, die voet hoog zyn.nbsp;Hy beeft als een paar verdiepingen, op de onderfte w'ordtnbsp;gepredikt, en boven het euangolie gelezen. De predik-floel of tribune op de andere zyde ruft maar op negen marmeren zuilen, en wordt Bigonzo getiaamd. Van den zel-ven vertoont zig de nieuw verkoren Doge aan het volk.nbsp;Voorheen werd bier gemiifizeerd.
Het middelpunt der kerke was eertyds de heiligfte plaats, en werd SanBa SanBorum genaamd. Daar ftaat het altaarnbsp;iftet een verhemelte van groenagtig marmer, ruftende opnbsp;vier witte marmeren met bybelfche hiftorien voorziene zuilen. De fteraaden op het altaar beftaan uit basreiiefs metnbsp;gouden plaaten, bezet met diamanten, parelen en andere gefteentens. Het werk werd in ’t jaar te Kon-ftaminopolen vervaardigd , en in ’t jaar 1345. aanmerk-lyk verbeterd.
Agter het altaar ziet men een ander, insgelyks met zuilen , waarvan vier va» he.t fchoonfte doorzigtige Oofterfch alabafter zyn, over de 8. voet hoog , en zeer zeldzaam.nbsp;Twee andere zuilen zyn van flangenfteen, en de leuning
van
UAugujla ^ajllica di S. Marco, colh notiaie del fno inalzamento , archhettnra, rnujaica, ton varte tavole in rame dijjegnate, danbsp;lebre Archïtetto ed tricife da ^ento Artefice, Venex,. 1761. grootnbsp;met II. plaatCQ.
-ocr page 173-49
van porfier. Het bronzen werk aan de deuren is van San-Tï^^^ loan fovino.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Marcui
De Hcrtoglyke kapel heeft een colonnade, die op Zuilen ruft. Alles is van porfier en ander koftbaar marmer.
Daarop ftaat een groot kruis van masfief zilver, en veertien marmeren beelden van de apoftelen, nevens Maria en Marcus. Dit is de plaats van den Doge, den Pvaad, en denbsp;gezanten, by plegtige gelegenheden.
De deur der fakrifty is van brons, en insgelyks het werk van Sanfovino. Hy heeft niet alleen zig zelven, maar ooknbsp;zyne twee vrienden, Titiaan en Pietro Aretino, ’er op ge*nbsp;bragt. Op een altaar van den flinker kruisgang hangt eennbsp;Marienbeeld, door den Euangeiift Lukas gefchilderd, ’tnbsp;Welk eertyds de Oofterfche Keizers op alle hunne krygs-togten zouden hebben mede gevoerd, en door de Vene-tiaanen by ’t veroveren van Konftantinopolen zoude buitnbsp;gemaakt zyn. Op de andere zyde tegen het Paleis zietnbsp;nVen een marmeren kop op een pilafter, ter eere van dennbsp;welken altyd eene lamp brandt, alzo, volgens de vertelling, S. Marcus alhier in ’t jaar 1094. verfchenen is.
Het gewelf der kerk, de nisfen, het portaal, alles is vol ^'an mozaïeken, en opfchriften welken die uitleggen. Bo-fchini en anderen hebben ze in ’t breede befchreven. Zynbsp;Zyn over ’t algemeen (legt uitgevoerd, fchoon foinmigeunbsp;Uaar goede fchilderftukken gemaakt mogen zyn. ’T isnbsp;jammer dat alles op een vergulden grond is, zo dat denbsp;koepel’er uitziet als een omgekeerde ketel van geel koper.
vloer is ingelegd, en verbeeldt dieren, boomen, en hiëroglyfen , uit verfcheiden’ fleenen , die ze naar eennbsp;van mozaïek doen gelyken.
leJ^^®^® kerk is zeer ryk aan goud-zilverwerk en juwee- '
gaan de reliquien voorby, waar onder een vinger van de h. Magdalena, een harsfenpan van Joannes den VI- Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o
-ocr page 174-Kerk van ï^ooper, het bloed, dat uit een houten Chriftus, dien de S. Marcus Jooden gekruid zouden hebben, gelopen is, en diergely-enz. tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Eene merkwaardigheid is een zeer oud handfchrift
Fenetien, nbsp;nbsp;nbsp;Euangelie van Marcus. Zonder te gelooven dat hy
het zelf gefchreven heeft , houden het de geleerden ten minden voor zeer oud, fchoon men byna niets meer’ernbsp;aan onderkennen kan. De vogtighcid heeft het zo bedorven , dat men tvvid, of het Griekfch dan Latyn is. Ma*nbsp;billon en Montfaucon willen dat bet papier is van Egipii-fche boomfchorsfen i daarentegen beweert IVlafFei, in zynenbsp;Storia diploinatka, dat het papier van katoen is. Uit ditnbsp;alles blykt, dat het der moeite niet waard is over deezenbsp;reliquie te twiden. Veel fraayer voor een liefhebber is eennbsp;misboek met fctiilderwerk in miniatuur van Clovio , eennbsp;leerling van Julius Romauus, van wiens werk vvy te Napelsnbsp;gefproken hebben.
T ware nutteloos alle de kandelaars, kroonen en vaa-zen , aantehaalen. Onder anderen vertoont men twaalf bleeke robynen, elke van 7. oneen, die Keizer Joannesnbsp;Cantacazenus in ’t jaar 1343. der Republiek gefchonkennbsp;heeft, en een’ fafier van 9, oneen, De kroonen van Cyprus en Candia, De Hertoglyke muts, die op den dagnbsp;der krooning des nieuwen Doge gebruikt wordt. Zy isnbsp;met parelen en diamanten omvat, en op het voorhoofdnbsp;met een’ groote robyn en diamant verfierd. De fchatnbsp;wordt niet ligt vertoond, indien men het niet door dennbsp;Procurator, die ’er ’t opzigt over heeft, verwerven kan,nbsp;De kerk van S. Marcus verdient van buiten ook eenig®nbsp;opmerking, De voorzyde is wel gothifch, maar heefteennbsp;ontzaglyken arbeid gekoft. Vyf groote boogen in een hal'nbsp;ven cirkel ruften op twee honderd twee en negentig zid',nbsp;len, waaronder agt van porfier en de overigen van marin^''nbsp;zyn. Daar boven loopt een’ gallery aan de driezyden
51
keTk om, die uit drie honderd vier en zetlig zuilen
flaat. Daar boven komen weder vyf boogen, die op por- S. Marcui
beren zuilen ruften. De boogen zyn met fieraaden van mo*^”^‘
, nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;feneticn.
zaïek en beeldwerk voorzien.
Op eiken boog ftaat een groot marmeren beeld, en op den middelften, als den hoogden, de h. Marcus, en daar-Onder een leeuw van brons, 8. voet lang. Boven denbsp;hooFddeur ziet men antieke paarden van brons. Schoonnbsp;2y niet , gelyk men voorgeeft, van den vermaardennbsp;Lyfippus zyn , houdt Winkelman , in zyne Hiftorie dernbsp;konft, (*) ze dog voor de fchoonften uit de oudheid.
Men meent dat zy op den boog van Auguftus gedaan hebben. Sebadiano Erizzo verbeeldt zig, ze op een’ penning van Nero te vinden , wiens verkeerde zyde een triomfboog en daarop vier paarden vertoont. Naderhand fton-den zy op den boog van Domitiaan, Trajaan, en Kon-ftantyn. De laatfte deed ze nevens den zonnewagen naarnbsp;Kondantinopolen voeren , en in zyne renbaan plaatfen.
Na ’t veroveren der dad in ’t jaar 1206. bragten de Vene-tiaanen ze voor de tweede maal weder in Italien. Dewyl zy zo hoog ftaan, fchynen zy maar eene naiuurlyke groottenbsp;te hebben. Petrarca roemt ze in een’ zyner brieven, bynbsp;gelegenheid van een’ plegtigheid op de plaats van S. Marcus , als de kodbaarde overblyffels der oudheid. Anderennbsp;vinden iets ftyfs in hunne ftelling.
Als men in de kerk komt ziet men een’ kleinen deen in de vloer der kerk, die het volk met veel eerbieds kud.
ben
Pp dien deen zou Alexander III. Keizer Frederik den R^oodbaard, toen hy hem in’i jaar 1177. van den banont-, op eene veragtlyke wyze op den nek getreden heb-
gt; Wanneer de Keizer voor hem geknield lag. CPBl. 188.
Deeze ge-
-ocr page 176-52
enz te Fenetien.
Het lier-
toglyke
Paleis.
Kerk van geheele hiftorie wordt nogthans met reden voor een uit-S. Marcus vinding der Pauslyke fchryvers gehouden. De Keixer had een veldflag regens de Italiaanen verloren, en zyn zoonnbsp;was by de Venetiaanen gevangen geraalrr, om welke redennbsp;hy gedwongen was, oinrezien ren einde zig mer den Pausnbsp;re verzoenen, en hem daarby de vryeigene goederen dernbsp;Graavinne Mathilde afteftaan. In de groote zaal van hetnbsp;Hertoglyke Paleis is dit voorval nog eens afgebeeld.
Het Hertoglyke Paleis is de wooning van den Doge, en te gelyk de plaats waar alle de vergaderingen van dennbsp;Raad gehouden worden. Het is een ruim gothifch gebouw, dat vier uitgangen naar den kant van het kanaal,nbsp;twee naar dien van de plaats van S. Marcus, en twee innbsp;de kerk heeft. De hoofdingang, in ’t jaar I439lt; gebouwd^nbsp;leidt naar een’ groote plaats, waar verfcheiden’ antieken,nbsp;onder anderen Cicero en Marcus Aurelius, (?) insgelyksnbsp;Adam en Eva door Antonio Riccio van Padua, Haan. Alsnbsp;men den hoofdtrap, dienaar twee groote Ilaiidbeelden vannbsp;Mars en Neptunus den Reuzen trap genoemd wordt, afgeklommen is, komt men eerft aan de gaten , w'aarin denbsp;waarfchuwingen van het geen den Staat te wagten ftaat ge-ftoken worden. Wy fpreeken van deeze Dentinzie fegretenbsp;beneden. Een wydloopig opfchrifc by den trap zegt, datnbsp;Koning Henrik III. van Frankryk, na dat hy de Poolfchenbsp;kroon verlaten had, door Venetian gereisd is, en van dennbsp;Raad den titel van Nobile di Venezia ontvangen heeft.nbsp;Daarop komt men in de voorzaal van de zaal met viernbsp;deuren, aan welker zolder Tintoret de Geregtigheid, dennbsp;Doge Priuli den degen overgeevende , afgebeeld heeft.
Aan
(*) Zy komen af van Frederik Conftantini , die der Republiek in ’c jaar iSoj. ook de. antieken op de bibliotheek van S. Marcusnbsp;maakte.
-ocr page 177-53
Aan de muuren zyn vier fchilderyen, waaronder de voor-naamften zyn, Chriflus in den olyfhof van Paul Veronefe, S. Marcus een ftuk vol uitdrukking, maar niet zo fchoon gekleurdnbsp;als andere Hukken van dien meefter; Joannes de Euange-liH , door Francesco Basfano , zwart geworden : de verkondiging der herders van Leandro Basfano , zwart vannbsp;koloriet,
In de zogenaamde zaal der vier deuren heeft Contarini eenen Doge, die, van heiligen omringd, Maria aanroept,nbsp;gefchilderd. De intrede van Koning Henrik 111. te Vene-tien, een groot ftuk van Andrea Vincentino, waarin hetnbsp;koloriet en de zamenfteUing lof verdienen. Daar tegennbsp;over heeft Titiaan het Geloof afgebeeld ; S. Marcus bewondert het, en de Doge Antonio Grimani roept het aan.
Het koloriet is wel gekozen, en agter den Doge ziet men eene voortrefiyke groep van foldaaten. Marcus Titiaan heeft zyn vaders ftuk willen vergrooten, en ten diennbsp;einde op beide zyden een beeld ’er bygezet,die egternietsnbsp;deugen.
Aan de zolder heeft Tintoret Jupiter verbeeld, de ftad Venetien, onder geleide van verfcheiden’ Godheden, innbsp;de Adriatifche zee inleidende. Het ftuk doet geen’ goedenbsp;werking aan de zolder, fchoon het koloriet anders goednbsp;is. De Jupiter is niet edel genoeg, en heeft een fchynfelnbsp;om het hoofd, als een heilig, ’c welk nog volgens het ge*nbsp;bruik , nog behoorlyk is. Ter zyde zyn nog twee zin-beeldige (lukken van Tintoret, naamlyk Juno, haar’ paauwnbsp;aan de ftad Venetien fchenkende, en die ftad, ketenen innbsp;in de hand hebbende, en de ondeugden ter aarde werpen-,
In het eerfte is de Juno wat lomp , in het andere het beeld der ftad voortreflyk uitgevallen.
In de zaal van 'nel Anticollegio heeft Paul Veronefe nbsp;nbsp;nbsp;van
ftad Venetien op den troon zittende afgebeeld. Het hoofd
van
Kerk van '^3quot; dat beeld heeft veel inneeniends, fchoon hetftuk over S. Marcui'i geheel geen’ zonderlinge werking doei. Aan vier ftuk-er^z. tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vulkaan met de Cyklopen, Merkuur die den Bevallighe-
¦ den een’ appel brengt, Venus, welke Ariadne in byzyn van Bacchus met ftarren kroont, en Pallas, Mars uit denbsp;banden der Wellull rukkende , heeft Tintoret zyn konftnbsp;getoond. De vrouvvlyke hoofden hebben in deeze fluk*nbsp;ken veel behoorlykheids ; voor ’t overige kent men ’ernbsp;Tintoret niet zeer in, alzo de manier veel heeft van'dienbsp;van Palma.
De fchaaking van Europa wordt voor een der befte (lukken van Paul Veronefe te Veneiien gehouden. Men ziet het met eenige geringe veranderingen nog eens in eenenbsp;der kamers van de fchilderakademie te Romen. Een gebrek in beiden is, dat ’er een drieërlei handeling in is,nbsp;want men ziet Europa, daar zy gefchaakt wordt, daar zynbsp;op zee is, en aan geene zyde der zee. Het koloriet isnbsp;voortreflyk, maar de Europa zou edeler kunnen zyn. Ternbsp;zyde hangt een heerlyk ftuk van Jakob Basfano, verbeeldende den optogt van een boer, op zyn hofftede met alles wat tót den landbouw behoort Baande. Het kolorietnbsp;is fchoon, en naar de waare natuur. By den fchoorBeeiinbsp;hangt de redding van Mofes, een klein, maar in alle op-zigten een treflyk ftnk.
Zaal del I” nbsp;nbsp;nbsp;Collegio, waar de drie en twintig raiids-
Collegio, heeren, die de zorg der buicenlandfche zaaken hebben, vergaderen, is het fchoorfleenBuk van Paul Veronefe. Zonbsp;veel men ’er van zien kan, fchynen de beelden veel be-hoorlyks te hebben. Aan den agtermuur Baat een troonnbsp;zonder hemel, op elke zyde tien Boelen, die door leuningen van turkfqh leer van malkander gefcheiden zyn. Boven den troon ziet men den Venetiaanfehen Veldheer Se-baftiano Veniero, beroemd ,om zyne overwinningen over da
55
Turken, voor Chriftus knielende , door Paul V De zolder deezer zaal is door Paul Veronefe inec verfchei Marcusnbsp;lt;len treflyke flukken verfierd, waaronder de drie middel-tenbsp;ften byzonderlyk uitfteeken. Het naafte aan den troonnbsp;verbeeldt de (lad Venetien tusfchen de Geregtigheid en denbsp;Vrede, met een treflyk koloriet,'het andere het Geloof innbsp;den hemel, en beneden eene offerande. Het derde is Marsnbsp;met de eigenfchappen van den oorlog, en omringd doornbsp;mingodtjes , die fchcipeu draagen. Agt andere (lukkennbsp;van deezen meefter vertoonen zeedelyke deugden met haarnbsp;eigenfchappen, en zyn rondom de drie middelde fchilde-ryen verdeeld. ¦ Alle deeze heelden hebben fchoone ftel-lingen, ligte gewaaden, en een lieflyk koloriet.
De zaal der Pregadi, waar de Raad, uit honderd Zaal der twintig perfoonen beflaande , die de Republiek xtgttxi,Pregadi.nbsp;oorlog en vrede maakt, vergadert, heeft insgelyks fchoo-ne fchilderyen. Op de eerfte, ter (linkerliand van de denrnbsp;ziet men Maria, die een’ knielenden Doge door een’ engelnbsp;een olyftak doet overgeeven, door Tintoret. De glorienbsp;fchynt onregelraaatig ontw'orpen te zyn. , De tweede (leltnbsp;een zinfpeeling op het voor de Venetiaanen zo ontzaglykenbsp;verbond van Kamerykvoor, door Jakob Palma. De (ladnbsp;Venetien onderfteunt den Doge Loredano met den degennbsp;in de hand. De leeuw van S. Marcus, voor haar flaande,nbsp;is voorneemens Europa, door een foldaat op een’ (lier ry-dende verbeeld , aantevallen. Europa weert den (lag afnbsp;dien Venetien wil toebrengen j op het fchild zyn de wapens der tegens de Republiek verbondene mogendheden.
De zinfpeeling is zinryk , de zamenllelling fchoon, inzonderheid heerfcht veel bekoorlyks in het beeld der Had Venetian.
_ Det derde (luk van den zelven Palma, is de h. Marcus, die een knielenden Doge aan Chrillus vertoont. Onder
D 4 nbsp;nbsp;nbsp;aan
-ocr page 180-Kerk van aa” zyn de Godsdienft , de Geregtigheid en de Vrede, S. -dy^jffasmalkanderen omhelzende. Op den voorgrond ziet men ’tnbsp;enz. te eiland Candia, als een’ vrouw voorgefteld. Het vierde is
r€TtCtt€fi
'de Hoge Francesco Veniero der ftad Venetian verfcheiden’ lieden vertoonende, die haar fchatting brengen. Het vyf-de, door Tintoret, verbeeldt een paar Doges, Chriftus,nbsp;door engelen en heiligen begeleid, aanroepende. Het isnbsp;hard en zonder werking, maar heeft fchoone koppen. Het ¦nbsp;zesde boven de deur , door Palma , vertoont wederomnbsp;Chriftus iu een’ glorie , nevens Maria en Marcus; tweenbsp;Doges roepen hem aan, en hebben hunne patroonen, S.nbsp;ijieronymus en S. Laurentius ter zyde. Het middelftenbsp;zolderftuk is van Titiaan. De ftad Venetien wordt daarnbsp;op als een’ moeder der zee voorgefteld, is met verfcheiden’ godheden van hemel en aarde omgeeven. Het geheel is onregelmaatig , maar de beelden op hun zelvennbsp;zyn fchoon.
De kapel, In de kapel ziet men Chriftus met de Emausgangeren door Titiaan , een ftuk dat veel overeenkomft heeft metnbsp;dat van de kapel te Verfailles, ’t welk Masfon zo treflyknbsp;in ’t koper gebra’gt heeft. 0p een’ kleinen trap, derwaardsnbsp;loopende , heeft de zelve meefter S. Chriftoffel met eennbsp;treflyk koloriet gefchilderd. De tekening is niet zondernbsp;eenige kleine misflageii, maar het hoofd van ’t kimj Jefusnbsp;Yoortrefiyk,
Zaal van nbsp;nbsp;nbsp;Cotifiglio de' Died, of des Raads der
't nbsp;nbsp;nbsp;Tienen , heeft Antonio Alienfe of Vasfilachi boven de
de Dieet, vierfchaar de aanbidding der wyzen zeer middelmaatig gefchilderd. Op een groot ftuk van Leandro Basfano ziet men den tripmf des Doge Ziani over Keizer Frederik dennbsp;Roodbaard. De fchilder heeft daarop zig zelven, met eertnbsp;kraag om, onder een’ der perfoonendie een verhemeltenbsp;hoven een in t rood gekleed’ rn^giftraatsperfopn draageu,
ver»
-ocr page 181-57
verbeeld. Het koloriet iskragtig, en de zamenftelling Kerk van geregeld. Op de andere zyde ziet raen de vergadering van S Marcusnbsp;Keizer Karei V. Paus Clemens VII. en verfclieiden’ kardinbsp;naaien, by gelegenheid van ’t fluiten des vredens te Bologna, door den zoon van den vermaarden Titiaan. Hetnbsp;ftuk is over ’t geheel koel, maar heeft fchoone gekarakte-rizeerde hoofden.
Het middelde duk aan de zolder van Paul Veronefe verbeeldt Jupiter, den blixem op de ondeugden werpende, en is een zinryke fpeeling op de magt van ’t Configlio,nbsp;om alle misdaaden te draffen. Twee langw^erpige dukkennbsp;Van deezen meeder, het eene Juno, die fchatten over Ve-netien uitdort , verbeeldende. De Juno is inzonderheidnbsp;fchoon uitgevallen. De drie dukken boven de vierfchaar,nbsp;die Venetien met de eigenfehappen der vryheid in de vergadering der Goden voordellen, zyn van Zelotti in de manier van Paul Veronefe. Een ovaal duk van Paul Veronefenbsp;ftelt een gryzaard voor, zyn hoofd ophoudende, met een’nbsp;jonge vrouw nevèns hem. Beide hoofden zyn van een’nbsp;tteflyke uitdrukking.
De zaal del Gran Configlio of des grooten Raads is de Zaal del plaats waar de algemeene vergaderingen des adels gehou-Gf«nnbsp;den worden, die dikwyls uit meer dan duizend perfoonen Configli».nbsp;bedaan. By deezen alleen is de magt van wetten te gee-Ven, den vorm der regeering te veranderen, en de dertignbsp;Patricii te benoemen, die de verkiezing des Doge doen.
De zaal is 169. voet lang en 79. breed. Zy beheld de Voornaamde dukken der Venetiaanfehe hidorie, waaraannbsp;*^6 bede meeders als om den prys gearbeid hebben.
Det eerde duk ter regtefhand op de zyde des troons verbeeldt den Doge Ziani nevens den adel , die , in ’tnbsp;klooder della Carita , Alexander lil. voor regtmaatigennbsp;Paus erkennen. Op het tweede beraadflagen zy over hétnbsp;D 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* zen-
-ocr page 182-Kerk van zenden van gezanten aan Keizer Frederik den Roodbaard. .y.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Beiden zyn van Carletto Cagliari gefchilderd. Op het der-
Venetien.
em. te jg , door Leandro Basfano, geeft de Paus den Doge en den adel de witte wafchkaars. Het vierde, door Tinto-ret, vertoont de Venetiaanfche gezanten, die den vredenbsp;van Keizer Frederik den Roodbaard voor Alexander HLnbsp;verzoeken. Het vyfde, van Francesco Basfano. De Doge gaat by de Plaats van S. Marcus te fcheep, en ontvangt den degen van den Paus. Het koloriet en de za-menllelling zyn fchoon. Boven het volgende vender heeftnbsp;Paolo Fiainingo het vertrek van den Doge met de vlootnbsp;gefchilderd. De zeeflag by Pirano en by Capo d’Iftria,nbsp;van ’t jaar iiquot;(5. , dien de Doge won , en de gevangen zoon des Keizers, Otto III. voor den Doge gebragt,nbsp;door Tintoret.
Zaal del Scrutinio.
Boven de deur der zaal del Scrutinio Helt de Doge den gevangenen Prins aan den Paus voor, en ontvangt ter be-looning den ring, waarmede hy zig jaarlyks aan de Adria-tifche zee uithuwlykt, door Andries Viceniino. De Pausnbsp;flaat den Prins toe naar den Keizer te gaan, en over dennbsp;vrede met hem te handelen: door Palma. Keizer Frederiknbsp;de Roodbaard knielt voor den Paus, en kufl: hem de voeten , by de kerk van S. Marcus , door Frederik Zuc-chero. (1)
Boven de deur in de zaal der Quarantia civil nuovd heeft Girolamo Gambarato de aankomfl: des Keizers, desnbsp;Pauzen, en des Dogen, te Ancona, gefchilderd. De in-woonders brengen den twee eerden twee ombrelle , of
waayers
De zelve hiftorie is byna op dezelve manier, maar veel groo-ter, in 'c Vatikaan te Romen gefchilderd. Dat deeze onderwerping des Keizers zeer twyffelagtig is, hebbes wy reeds boven by een did-gelyk ftuk in de kerk van S. Marcus gezegd.
-ocr page 183-59
waayers van paauwenvederen. De Paus geeft den zynen^,,;-^ den Doge. Om die reden wordt by plegtige gelegenheden 6'. Marcmnbsp;voor den Doge zulk een waayer gedragen. Aan hetnbsp;der zaal ziet men den Paus, geevende den Doge in denbsp;kerk by Lateraan gewyde vaandels, trompetten, en eeii’nbsp;vergulden armftoel, om zig daarin by plegtige gelegenheden te laaten draagen, door Aulio del Moro.
Op de flinkerzyde verbinden zig de Doge en de Vene-tiaanen by eede tot de verovering van Konftantinopolen en Zara. Daarop volgt de belegering der flad Zara , doornbsp;Andries Vicentino. Boven het andere vender brengen denbsp;belegerden de ileiitels aan den Doge. Dit iseenderfchoon-fte ftukken van den zoon des beroemden Tintorets. A-lexius, na’t vermoorden zyns vaders, Ifaak AngelusCoin-nenus, de Venetiaanen om byftand fmeekende, door Vicentino. liet beftormen en veroveren van Konftantinopo-len, door Palma. De tweede verovering van Konflantino-polen , nadat de dwingeland Alexius Dncas den jongennbsp;Alexius lil. had laaten ombrengen, door Dominicus Tin-toret. De Venetiaanen en hunne bondgenooten hieldennbsp;daar verfchriklyk huis, plonderden alle de kerken, roofdennbsp;en vermoordden alles wat hun voorkwam, ’t welk allesnbsp;egter de fchilder, ter eere der Venetiaanen, uit zyn ftuknbsp;heeft gelaten.
In den hoek ziet men de krooning van Keizer Boude-Wyn te Konflantinopolen, door Francesco Basfano. Dit huk is egter fterk opgehaald. Tegen over de vierfchaarnbsp;Ziet men den zegen des Doge Contarini over de Genuee-zen., en boven den troon een verbaazend groot iluk vannbsp;Jakob Tiutoret , verbeeldende het paradys. Ily was oudnbsp;toen hy T fchilderde, dog het blyft, voor de konft, ennbsp;den arbeid aan de menigte der voorwerpen, een zyner beftenbsp;Hukken.
Kerk van Aan de zolder zyn drie reyen fchilderyen. Op de eer-S. Marcustegen over de kleine plaats van S. Marcus, ziet men ^Venetknnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Scutari , welke Skanderbeg zo dapper tegen de
Turken verdedigde, door Paul Veronefe. Het voordeel van Domiano Moro op den Hertog van Ferrara behaald,nbsp;van wien hy veele floten verbrandde, door Francesco Bas-fano. De overwinning het zelve jaar door Soranzo opnbsp;dien zelven Hertog behaald, van Jakob Tintoret. De zegen van Marcello over de Arragoniers, vaij den zelven.nbsp;Daarop volgt een’ overwinning op de Duitfchers, doornbsp;Francesco Basfano, en de overrompeling der ftad Padua jnbsp;door middel van een hooiwagen, door Palma.
Op de derde rei ter regterhand van den troon vertoont zig, eerft de verovering der ftad Smyrna door Mocenigo,nbsp;van Paul Veronefe. De overwinning der Venetiaanen overnbsp;Phiiippus Maria Vifconti, door Francesco Basfano. Denbsp;zegen van Contarini op Lago della Gardia, door Tintoret. De verdediging der ftad Brescia door Barbaro. Denbsp;overwinning van den zelven Barbaro over den Hertog vannbsp;Milaan, door Francesco Basfano. Het inzeilen van Bem-bo in den Po , en de verovering van Cremona , doornbsp;Palma.
Op de raiddelfte rei, die wy tot het laatft gefpaardhebben , vertoont zig Venetien op een’ pragtigen troon, met de fnep eener gaily aan de voeten. Zy wordt van de overwinning gekroond, en is met trofeen, gevangenen , en denbsp;zinbeelden der veroverde fteden omgeeven. Dit fchoonenbsp;ftuk is van Palma. Op het groote ftuk in het midden zietnbsp;men de Godin der Adriatifche zee tusfchen Cybele ennbsp;Thetis, om de heerfchappy der zee aanteduiden. Bene-den zyn de Raad en de Doge, die een’ kroon van olyf'nbsp;takken van een gevleugelden leeuw ontvangt. Te gelyknbsp;geeven de veroverde fteden haare fleuteb over.
ét
Daarop volgt een der beroemdfle ftukken van Paul Vero-/f^^^
®efe; de Had Venetien, in een edele houding, wordt door 6’. Marcut de Faam in de wolken gekroond. De Faam, de Eer, de^**
^rede, de Overvloed, begeleiden ze, de volken zien ze met verwondering aan, en de foldaaten brengen haar ze-Sentekenen. De vinding, de uitvoering, het koloriet,alles is voortreflyk, en doet eer aan den meefter. Bovennbsp;aan de muuren zyn de portraiten der Doges in een foortnbsp;van fries gebragt. De raeeften komen van Tintoret. Denbsp;plaats van Martino Falieri, die in 1355. gevaarlyke aanlagen tegen de vryheid der Republiek gefmeed had , ennbsp;deswegens onthoofd werd , is open gelaten. De overige portraiten der volgende Doges zyn in de naafte kamer.
In de Sala dello Scrutinio vergadert de kleine , Zaaldeir geduurende den tyd dat de gróote Raad gehouden wordt, Scrutinio-om zekere ledige atnpten te vervullen. Men telt ’er elfnbsp;Ichilderyen, waaronder de volgenden de voornaSmften zyn.
Het verfte ter (linkerhand , by de groote deur, is een zee-gevegt by de Dardanellen, in ’t jaar 1656., door den Rid-*Ier Liberi. Het Huk heeft veel fchoonheden, inzonder-laeid heeft men veel op met eenen naakten (laaf, dieeenen Turk doodt, bekend onder den naam van lo Schiavo delnbsp;Liberi, Het vierde is van Tintoret, en verbeeldt een ge-Vegt en de verovering van Zara.
Op het eerde ftuk ter regterhand ziet men de belegering der ftad Venetien door Pipin, zoon van Karei den Grooten.
He fchilder is Vicentino, Op het vierde de verovering ‘Isr ftad Tyrus, door Antonio Alliena. Boven de vier-(hhaar heeft Palma het laatfte oordeel, vol van beelden eunbsp;Werk, gefchilderd. Het ovaal aan de zolder daar bovennbsp;verbeeldt de verovering van Padua by nagt , en is vannbsp;Francesco Basfano. De werking van het ligt in ’t donker
is
-ocr page 186-KerJè van 's gelukkig uitgedrukt. In ’t middelde ovaal heeft Ballini S. Marcus overwinning van Gradenigo in de haven van Trapaninbsp;enz. te jjj Siciijen, en in het laatfte Vicentino den zegen over denbsp;Pifaanen in de haven van Rhodus, gefchilderd.
In de fala della Busfola ziet men de godgeleerde deugden, door S, Marcus gekroond wordende, van Paulnbsp;Veronefe.
Het zolderfluk in de zaal Capi del Conjiglio is raid-delmaatig. De deurrtukken zyn van Francesco Basfano. lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beflaat uit verfclieiden hameren, Sale ar-
ConfMio nbsp;nbsp;nbsp;Coupglio. In de eene (laan altyd 1500, geladene
gevveeren met zes patroonen, gereed ten diende van den Raad, om zig daarmede in geval van nood te verweeren.nbsp;Drie anderen zyn vol van fabels , harnasfen, en dierge-lyken. In de derde zaal is boven de deur eene Marianbsp;met het kind en verfcheiden heiligen , door Palma. Mennbsp;vertoont hier verder eene tekening, 6. duim hoog, verbeeldende den Euangelid Maicus. Zyn beeld beftaat uitnbsp;kleine letters, en beheld zyn geheel euangelie. Een oudnbsp;ftuk fluweel , waarop menfchen te zien zyn die fluweelnbsp;maaken, is een ^gefchenk van de Perfiaanen aan de Republiek. Een klein kabinet van ebbenhout met antieke ge-fneden edelgedeentens bezet, waaronder goede c'amées,nbsp;onder anderen een fchoon gewerkte Apollo en Daphne.
Ten einde der zaal Haat de volle wapenruding van Ko-ning Henrik IV. welke hy der Republiek, tot een bewys zyner genegenheid , gefchonken heeft. Het kabinet vannbsp;oude penningen alhier is der Republiek door Pietro Mo-rofini gemaakt. ( }
(*] De bcfchryving daarvan heeft Ratel Patin in ’t jaat 168 J. Vcnelien uitgegeven.
-ocr page 187-03
Een [gedeelte van dit ruime gebouw is met koper, een jierk van ander met lood gedekt. Tusfchen het gewelf der beden-Marcmnbsp;zaaien en het looden dak zyn de flaatsgevangenisfen , waar-in veelen door de onuitfpreeklyke bette des zomers ftervennbsp;of dol worden. Men zegt daarom te Venetien, dat nietsnbsp;fchriklyker is dan fotto i piombi gebragt te worden. Denbsp;gevangenisièn onder het Paleis zyn wegens de vogtigheidnbsp;en gebrek van lugt even zo erg. De laatften dienen totnbsp;ftraf, maar de bovenden alleen om in zekere gevallen denbsp;gevangenen te bervaareu. De Prigiotii nuove zyn van hetnbsp;Paleis door een kleine graft afgezonderd. De brug overnbsp;die graft heet Ponte de' fofpiri, verraoedlyk omdat denbsp;misdadigers, wanneer zy daarover geleid worden , nietnbsp;wel te vrede zyn.
De beroemde Plaats van S. Marcus te Venetien is bynaBe Plaats de eenige, ten minden van die grootte, indegeheeledad.tquot;*«
Zy is te gelyk het middelpunt der karnevalsvermaaklykhe- Marcus. den, de wandeling, de plaats der koffyhuizen , de zamel-piaats der vreemdelingen, der nieuwsvertellers, der kwakzalvers, des adels, in een woord, byna van geheel Venetien. Rondom loopen overdekte galleryen met arcadesnbsp;naar den kant der Plaats. Zy bedaat eigenlyk uit tweenbsp;plaatfen , die als een winkelhaak maaken , W'aarvan hetnbsp;eene been , dat tegen het Hertoglyke Paleis dooc, korter is , en Piazzetia heet. De groote Plaats wordt hetnbsp;meed bezogt, en drekt zig uit van de kerk van S. Marcus af tot aan S. GemLpiano, ter langtc van meer dan 300.nbsp;fchreeden.
De twee zuilen van graniet, die ten einde der Plaats, naar de zee aan, daan, werden in ’t jaar 1174. uit Grie-kenlaud herwaards gebragt. De kapiteelen zyn wel gothifch,nbsp;geeven zy een edel aanzien aan de Plaats. Op denbsp;cene ftaat een leeuw, en op de andere het beeld van S.
Kerk van Theodoras, eertyds de patroon der Republiek, maar na-
iSquot;. Marcus nbsp;nbsp;nbsp;door S. Marcus uit zyn waardigheid verftoteö.
enz. te Tusfcben deeze twee zuilen worden alle halsvonnisfen uit-Kenetten. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
gevoerd , waarom men te Venetien tot een fpreekwoord
zegt , Guardati dell' Intercoknnio , dat is zo veel als,
wagt u, uw kop is ’er mede gemoeid. Sedert dat hier de
Doge Talieri onthoofd is, houden het de Nobili voor
fchandelyk tusfchen deeze zuilen doortegaan. Als men uit
zee of te water van Ferrara komt, geeven deeze zuilen der
Pladtfe een heerlyk aanzien.
Onder de arcades van het Hertoglyke Paleis, die op dit gedeelte der Plaats zyn, en op de Plaats zelve, vergaderen de Nobili alle ogtenden, om over hunue zaaken tenbsp;fpreeken. Des namiddags gaan zy aan de andere zyde,nbsp;omdat dan de zon tegen het Hertoglyke Paleis fchynt.nbsp;Deeze verzamelplaats wordt il Broglto genoemd, en, ge*nbsp;duurend den tyd dat zig de adel daar ophoudt, gaan allenbsp;borgers en vreemdelingen heen. Men verzendt wel denbsp;laatlien niet, maar ieder is van zelven zo wys, van nietnbsp;te blyven op een’ plaats daar hy niets te doen heeft. Denbsp;Nobili zyn voor het niterlyke beleefd omtrent vreeradelin-lingen, en in ’t algemeen gewoon veel komplimenten tenbsp;maaken, alzo dat de weg is om zig te doen beminnen ennbsp;om voomekomen. Van ieraant die minder beleefd is zeggen zy, è duro di febina, hy heeft een flyven rug, ennbsp;zulk oen menfeh doet zig zelven daardoor gemeenlyk hetnbsp;meefte nadeel. Alzo de Nobili op il Broglio komen omnbsp;zig vrienden te maaken, zo wil far broglio zo veel zeggennbsp;als om ampten kuipen. (*_)
(*) Vermoedlyk komen ook de woorden imhrtglin , imbrogllarc gt; verwarring, zig ergens in verwarren, van de kuiperyen van ’t Broquot;nbsp;glio, en zyn naderhand tot algemeene woorden geworden, die uiennbsp;ook by andere gelegenheden gebruikt.
-ocr page 189-Ö5
Aati den zuidlyken hoek der kleine Plaats, Piazzetta
^yn de reeds gemelde nieuwe gevangenisfen, waartoe San-*?- Marcus
fovino de architektuur ontworpen heeft, welke op zig'zel ƒƒ
, nbsp;nbsp;nbsp;Vcnetien,
ve fchooii en zuiver is , en aartig zig voordoet , maat daarin gebreklyk, dat meu nooit ’er uit opinaaken zoude , waartoe het gebouw beftemd ware.
De andere zyde der kleine Plaats, tegen over het Paleis,
Wordt door een fchoon lang gebouw bellagen, van Sanfo-vino’s architektuur. De benedenfte arcades hebben dori-fche, die daarboven ionifche zuilen. Over het geheel heerfcht een manlyke en edele fmaak. In dit gebouw zyn de Procuraiive move en de bibliotheek. .De beroemde Petrarca heeft den grondflag tot de bibliotheek gelegd.
De Kardinaal Besfarion maakte haar een’ aanzienlyken voorraad van Griekfche handfchriften, die hy in Griekenland en te Konftantinopolen verzameld had. Dit voorbeeld hebben nog eenige Kardinaalen gevolgd. Van alle de boekennbsp;die te Venetien gedrukt worden moet men hier een exemplaar leveren. Zy ftaat op zekere uuren open, en heeftnbsp;twee opzigters.
De fchoone trap aldaar loopt te gelyk naar 'de Procurati-ve nuove. Eer men in de bibliotheek komt gaat men doot eene met fmaak verfierde voorzaal, waar een’ verzamelingnbsp;Van antieke ftandbeelden bewaard wordt. Zy zyn meeltnbsp;door twee perfoonen uit de familie van Grimani, w'aarvannbsp;de een Patriarch van Aquileja, de andere Kardinaal was,nbsp;aan de Republiek gemaakt. Geen van hun is leevens-ëtootte, de meelten zyn drie of vier voet hoog, ofklei-’T meelt fchat men eenen Ganyraedes en eenenbsp;Leda.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Agrippina, «en Sileen , een paar f-aai ge-
^srkte driekantige altaaren , en een basreliëf boven de ''^’'beeldende de Suovetaurilia , verdienen opiner-VI- Dhkunbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;king.
-ocr page 190-K^rk van king. (?) Titiaan heeft de zolder gefchilderd. De bi-S. Marcus nbsp;nbsp;nbsp;heeft ook een goed zolderftuk.
^vTneüen nbsp;nbsp;nbsp;bibliotheek is de Munt, la Zecca, een ftevig
De Munt nbsp;nbsp;nbsp;verwulfd en voor vuur en dieven be
veiligd is. De deuren zyn van yzer, De inrigting is ge-makiyk, en verdient bezien te worden. Alles wat eigen, lyk tot het munten behoort is beneden in de gewelvennbsp;der vier zyden van de plaats verdeeld, en boven zyn denbsp;kamers en vertrekken voor het geen tot het muntwezennbsp;behoort. Van het woord Zecca heeft de gouden fpecie Zec~nbsp;chino, eigenlyk zo veel waard als een dukaat, maar dienbsp;te Venetien meer dan de Hollaadfche en Hongaarfchenbsp;geldt, (t) haat’ naam. Voor ’t overige heeft de muntnbsp;van buiten, wegens de drie boven malkander gefielde zuilenorders, een goed aanzien naar het kanaal toe. Sanfovinonbsp;was ’er de bouwmeefter van.
Het grootde Huk der Plaats van S. Marcus wordt op de zuidzyde heilagen door een’ vleugel der Procurative nuo-ve , welken tot aan de kerk van S. Geminiano loopen.nbsp;De andere zyde neemen de Procurative veccbie tot aannbsp;het groóte uurwerk , Orologio , in. Van vooren ligt denbsp;kerk van S. Marcus.
) nbsp;nbsp;nbsp;De
-ocr page 191-De Procurative vecchie zyn een gothifch gebouw, ^tiKerk van zien ’er tegen Sanfovino’s nieuwen flegt uit. Scamozzi Marcusnbsp;beeft by de laatften nog een’ derde order, naaralyk denbsp;rinthifche, gebragt, waardoor ’t een der fchoonfte ftukkennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ '
der bouwkunde geworden is die men zien kan. Onder de arcades is het eene koffihuis naaft het andere. Hun getalnbsp;is zeer groot, en zy zyn des avonds allen vol, alzo denbsp;Venetiaanen alle avonden op de Plaats van S. Marcus komen, en den tyd zeer ledig doorbrengen. Agter de mceftenbsp;koffyhuizen zyn kleine kabinetten , voor zulken die niet bynbsp;’t overige gezelfchap willen zyn. In de karnaval wagtnbsp;men hier op het uur dat de fchouwfpelen beginnen. Goldoni heeft deeze gewoonte der Italiaanen in zyn blyfpelnbsp;ia Bolliga di Caffe afgefchilderd. In de Procurative zynnbsp;eenige goede fchilderyen , inzonderheid portraiten, vannbsp;Titiaan, Tintoret, en andere raeellers uit die fchool.
Over de kerk van S. Marcus ligt die van j'. Qeminiano ,S. Gemi' ^ie van een’ goede bouworder is. Zy beeft, om'de Phiamp;tsniano.nbsp;regelinaatiger te maaken, veel van haar’ grootte verloren.
De Doge komt iaarlyks in omgang in.deeze kerk, en belooft telkens een nieuw'e kerk, uit hoofde der gedaane fchade, te doen bouwen; maar alzo ’er nooit een tyd bepaald wordt, blyft het altyd agter.
die
gallery deezer torens heeft de beroemde Galilei in tegen-E 2 nbsp;nbsp;nbsp;wooy-
De groote klokkentoren op de Plaats van S. Marcus is De toren. 318. voet hoog, en heeft een gemaklyken trap, dien zelfsnbsp;muilezels beklimmen kunnen. Men geeft den torenwagternbsp;beneden een’ kleinigheid, maar vindt zig ryltlyk door hetnbsp;heerlvke uitzigt beloond. Men ziet naar de laagte op denbsp;^“d, die als op het water dryfc, en over die heen naarnbsp;den eenen kant in de ruime zee, en naar den anderen opnbsp;vaQe land. De houten vergulde engel op den toren,
een windwyzer dient, is 14. voet hoog. Op de
-ocr page 192-68
van woordiglieid van den Doge en veeleu van den adel ftarren-S. Marcuskmamp;igQ waarneemingen gedaan.
Op Plaats voor de drie groote boogen der kerk van S. Marcus ftaan drie bronzen voetftukken , waarin drienbsp;dokken of maflboomen zyn. Op feeftdagen worden daarnbsp;vaandels met goud geborduurd op gedoken , waarop denbsp;wapens der drie koningryken , Cyprus, Candia, en Ne-groponto , welken de Venetiaanen eertyds bezeten hebben, gedikt zyn.
DE WYK VAN S. MARCUS.
Zonder ons aan de gevvoone verdeeling der ftad in zes wyken te binden, zullen wy de merkwaardigheden innbsp;die order, in welke’t den vreemdeling het gemaklykd is zenbsp;te bezien, zonder veele omwegen te behoeven te doen,nbsp;befchouwen. Na de Plaats van S. Marcus en de daaropnbsp;daande gebouwen, die het middelpunt, en te gelyk hetnbsp;voornaamfle der ftad zyn, volgt de Wyk van ’t Marcusnbsp;volgens haare ligging het eerft. Zy is als een half eiland,nbsp;op drie zyden door het groote kanaal omgeeven, en be-grypt omtrent het eigenlyk Seflier di S. Marco.
S. Zac-saria.
Agter de kerk van S. Marcus treft men die van S, Za-charias aan. (f) Het kloofter daarby is reeds in de ne-gende eeuw gedigt, en de Benediktyner nonnen moeten haar adeldom bewyzen. De Doge gaat alle paafchen in
om-
Zy worden genaamd , Sexier dt S. Marco. SefiUr dl Ca^cllo. Sefiïcr dt Canarc^^io , Sefiier di S. Paolo . llcJiUr di S, Croce, en Se^nbsp;Jlier dl doffo dtiro,
(f) Nier ver van daar ligt altyd eenc gaüy zeilrede, bemand met honderd toeiflaaven , en la Fcrfa genoemd, Zy is als het kweek-fchooi der gallydaaven.
-ocr page 193-omgang naar deeze kerk, en maakt der Abdesfe een \io\-a-Wyk van pliment. De voorzyde is van marmer , en in antieken Marcui
/* nbsp;nbsp;nbsp;tC rêtlBquot;
imaak. Het tlandbeeld van S. Zacbarias is van Alexan der Vittoria, die in de kerk zelf een aartig, en met denbsp;beelden der fchilder- beeldhouw en bouwkonil verfierdnbsp;gedenkteken bekomen heeft. Onder zyn beeldtenis ftaatnbsp;zyn naam, en,
Qtii vivus vivos duxit e marmore vultus.
Op bet andere altaar ter flinkerband ziet men eene Maria met bet kind in een’ armftoej, en aan baar voeten een’engel met een viool eneenige heiligen. Dit is het befte ftuknbsp;dat van de hand van Giovanni Bellini, den vader der goede kolorifteu, is overgebleven, en in’t jaar 1505. gefchil-derd. Het koloriet ziet ’er frifch uit, en in de koppennbsp;heerfcht veel verfcheidenheid. In de fakrifty is een beroemd ftuk van Paul Veronefe. Het verbeeld: Maria metnbsp;het kind en Jofef, de kleine Joannes vat S.' Ftanciscus,nbsp;die zyne wonde., toont, by de hand; boven dat ziet mennbsp;ook S. Catharina en S. Hieronymus. Het koloriet en hetnbsp;karakter in de hoofden zyn meefterlyk, en de kleederennbsp;wel geworpen. Het benedendeel des fluks is over ’t algemeen fchoon, alleen fchynt de Maria wat te hoog gezet te zyn. Het profiel van S. Catharina heeft veel be-koorlyks, en het kapfel in den Italiaanfchen fmaak ftaatnbsp;baar voortrcflyk,
£a Piëta ligt aan de Riva degli Schiavoni, èn is een 2;^ pkta. hospitaal voor vondelingen, dat door eenige edellieden ennbsp;kooplieden beftierd wordt. Het hoofdaltaar praalt metnbsp;marnter en ander hard gefteente. De Befnydenis is vannbsp;hand van Palma. De meisjes uit dit hospitaal worden inzonderheid voor de muziek opgebragt. Men kannbsp;E 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;biet
IVyk aan hier alle zaterdagen en zondagen voor niets de fchoonfte
S. Marcusvanziek komen hooren , die door deeze meisjes, op al-lerlei inftrumenten , zonder hulp van eenig’ mansperfoon, gefpeeld wordt.
S.Sepokro. In de kerk iquot;. Sepolcro ziet men een foort van marmeren hemel, in de gedaante van 't heilige graf. De biegtvadernbsp;der nonnen woont niet ver van daar, en wet in het huisnbsp;waar Petrarca woonde, toen hy zig te Venetien als gezantnbsp;van Milaan onthield.
faleh nbsp;nbsp;nbsp;Palazzo Cornaro della Cafa grande ligt aan ’t grooteka*
Cornart. naai, en is van de boiiwkonft van Palladio. Beneden heeft het gantfche 'gebouw in de langte een’ voet van boeren werk, waarop ionifche en korinthife zuilenorders boven malkander ftaan. De zuilen zyn niet zeer hoog, wes-halvon de bovenfte kornis onder het dak naar evenredigheid veel te groot fchynt. Het Paleis Mocenigo ligt aannbsp;het einde van ’t kanaal , waar de wedvaarten der goiirnbsp;dels gemeenlyk eindigen , en niet ver van daar het theater S. Samuel, ’t welk, gelyk de overige Venetiaanfchenbsp;theaters, dien naam heeft naar de digit bygelegenekerk.
S. Stefano. nbsp;nbsp;nbsp;verdient om haare fchoone graf
tekens bezogt'te worden. Boven de deur ziet men dat van Domenico Contarini. Een ander van den Doge Andreas Contarini, onder wiens regeering de Venetiaanen innbsp;’t jaar 1380. het eerft gebruik van grof gefchut maakten.nbsp;Midden in de kerk ziet men de zegentekens van Francesco Morofini, die den Turken Morea afnam. Bovennbsp;de deur gaande naar S. Vitale Itaat het beeld van Alviano,nbsp;een’ Venetiaanfeh’ held, die om zyn braaf gedrag tegen denbsp;bondgenooten van Kameryk tot den adeldand verhevennbsp;werd. Op de binnenplaats des klootters ziet men goeJenbsp;fchilderyen op natten kalk van Pordenone. Het grafte-}cen van den geneesheer Viviano Viviani, van den fchil-
71
Ridolfi, die de leevens der Venetiaanfche fchilders nbsp;nbsp;nbsp;^an
’t jaar 1648. uitgegeven heeft, dat van Novello da Car-.S'. Marcu% rara, en van anderen. Deeze Novello was de laatfte Heer^^ ^«e--van Padua, en op zyn graf ftaan maar de letters N, P.nbsp;en T.
By deeze kerk ligt het Paleis Pifani, waarin de pakis curator Alraoro Pifani een’ bibliotheek geftigt heeft, die/gt;//««/.nbsp;Weeklyks driemaal voor ieder open ftaat. De Doge Pifa-¦li, die in 1740. regeerde, was het hoofd van dit buis,nbsp;dat onder de rykften van Venetien behoort. Daar is een’
Ichoone verzameling van fchilderyen. De familie van Darius op de knien voor Alexander, door Paul Veronefe. De ffleefter had dit ftuk, gelyk men verhaalt, opgerold ondernbsp;zyn bed gelaten, nadat hy in ’t Paleis der familie van Pifani, die hy veel verpligting had, zyn verblyf gehoudennbsp;had. Het (luk is voorireflyk, al is het kofluura niet juiftnbsp;in agt genomen. De handeling gefchiedt buiten de tentnbsp;voor eene gallery, welker bouwkonlt op haar zelve goedkeuring verdient. Alexander is te jong, en beeft wel fy-ite, maar geene edele trekken. Het ftuk bellaat uk tweenbsp;groepen, die gelukkig t’zamen verbonden zyn. De eenenbsp;is Alexander met zyn gevolg, en de andere de familie vannbsp;Harius, die den eerilen door een’ treflyk gefchilderd’ oud’
®an wordt aangeboden. Statira en haar dogter, die veel bevalligheden bezit, hebben het hair op de Ualiaanfchenbsp;manier opgebonden. Het koloriet is gemeenlyk fchoon ennbsp;natuurlyk. Allenthalven toont de konftenaar veel kennisnbsp;van de houding en het helder donkere: liet behoort metnbsp;ragt onder zyn’ belle Hukken. In een andere kamer vindtnbsp;ruen een groot Huk van Piazzetta, ’t welk tot een weer-gsde Van ’t voorige dienen zou. Het vertoont Alexan-’ dien het gezigt van den vermoorden Darius fmen.
In eenige koppen heerfclit veel uitdrukking , maar die
W's'k van Alexander is niet wel uitgevallen. Het koloriet is S. ilArrfas'iiet natuurlyk , en ’t koftuum niet in ’t oog gehou-U Fene- den.
tien, nbsp;nbsp;nbsp;j)g architektinir van de kerk van S. Fantino wordt ge-
S.Fantino,\ioxidLm van Sanfovino tc zyn. Zy heeft fchoon marmer en ingelegd werk. Een (luk boven de deur, en de doodenbsp;Chriftus op oen altaar, zyn van Palma.
Scitola di De Scuoht di S. Fantino behoort aan een’ broederfchap, S.Fantino,A\o den ter dood veroordeelden moet byflaan. (*) Zynbsp;hebben een’ fraaye kerk, welker altaar van toetsfteen , ennbsp;met bronzen (landbeelden van Alesfandro Vittoria verfierdnbsp;is. Op het altaar der bovenfte kapel is eene Maria metnbsp;Hieronymus, van Tintoret. (f) De zolder behoort tot denbsp;befte werken van Palma, en ftelt een’ hemelvaart van Maria voor, waarin de beeldtenisfen van Titiaan, Vittoria,nbsp;Palma, cn zyne vrouw, gebragt zyn. Van de zelve handnbsp;zyn de agt ftukken aan den wand uit het leeven van S.nbsp;Hieronymus.
S. Luca, S. Luca ligt in ’t middelpunt van Venetien. Het al-taarftuk getuigt van de konft van Paul Veronefe. Lukas, na dat hy ’t in den hoek flaande portrait van Maria ge-fchilderd had, bcfchouwt haar met bewondering in eenenbsp;glorie, en ruft op zyuen os. De twee ftukken ter zydenbsp;zyn van Benefatro, een neef van Paul Veronefe. Op hetnbsp;eene, verbeeldende het heilige avondmaal, is de bekendenbsp;Pietro Aretino, ftaandc, met een baard, afgebeeld. Hynbsp;ligt in deeze kerk begraven; maar men heeft zyn gedenk-
te-
(*) S.cmla wil te Venetien zo veel zeggen als eene broederfchap, öieigeljken ’er vecicn zvn. Zy komen op zekere dagen om rieonbsp;godsdienft te verrigtcn by malkander , en hebben gedecltclyk loflykflnbsp;inzigtcn by hunne ftigtingen gehad.
(t) Auguflus Cjracci heeft dit ftuk in plaat gebragt.
73
teken by het herbouwen weggenomen, (?) fchoon ande-;^^ ren beweeren, dat hy, als een godloos menfch, in ’t ge- S. Marcusnbsp;heel niet in de kerk begraven is. Men kan dit ftuk niet^fnbsp;beflisfen, alzo geen van de oude graven by ’t verhoogennbsp;van de vloer der kerk overgebleven is. Daar onder v.'asnbsp;ook dat van drie geleerden, da Cagli, Lodewyk Dolce,nbsp;een treurCpeldigter, en ülloa , die ’t leeven van Keizernbsp;Karei V. befchreven heeft. Zy konden by hun leevennbsp;malkander nooit verdraagen , maar ftierven zo arm, dat zynbsp;in een het zelve graf geiegd werden. Hier ligt ook denbsp;fchilder Karei Loth begraven. Onder zyn borfibeeld, vannbsp;wit marmer, leeft men:
Job. Carl Loth Bavarus, fuorum temporum Apellm, oh virtutem penicilli, ab Imp. Leopoldo nobilium ordini ag-gregat. umbram mortis depingere ccepit, d. 6. 0(ï, 1698.
Het Paleis Grimani by dceze kerk ftaande is van de bouworder van San Michele. Het heeft drie korinthifchenbsp;zuilenorders boven malkander, maar byna al te veel ope-Jilugen.
De kerk van S. Salvatore, door een beroemd bouwmee- S. Salva-fter Tullio Lombardi (*) ontworpen , behoort onder de merkwaardigften der flad. Het hoofdaltaarftuk is van Ti-tiaan, en de Verkondiging op een ander altaar wordt voornbsp;een zyner befte ftukken gehouden. Hy was zelf zo welnbsp;over zyn werk voldaan, dat hy, tegens zyne gewoonte,
^itianus fecit ’er onder zettede. Korneiis Cort heeft het fiuk in plaat gebragt. De kerk heeft in haare gedenkftuk-
ken
( ) ^yn graffchtift is boven onde: ’e artikel van Arezzo gedagt.
(t) 2.yn bceldtenis ftaat binnen op de plaats des klooftets.
fFyk van goede ftandbeelden van Sanfovino, Vittoria en Cams'. Marcus'p^gm- Voor de fakrifty ziet men het praalgraf van Catha-/e Fene- ri^a Coniaro, Koningin van Cyprus. Dat van den Doge Veniero, in i55^ overleden, heefteen paar ftandbeeldennbsp;van Sanfovino. De twee gedenktekens der beide Dogesnbsp;uit den huize Priuli zyn niet min pragtig. De meelienbsp;vreemdelingen w'oonen in de nabuurfchap deezer kerk ennbsp;van Ponte Rialto.
Ponte De Ponlc Rialto is een der merkwaardigfte Hukken der Rialto. bouwkunde te Venetien , en ook buitenslands bekend.
Deeze brug beftaat uit een enkelden boog, die 89. voeten wyd is, en is uit groote gehouwen (leenen van Iftria gebouwd. Zy is zo breed, dat de winkelkraamen aan beide z^den flaande den doorgang niet verhinderen. De mid-delfte llraat is de breedfte, en agter die is ter wederzydenbsp;nog een andere tusfchen de kraamen. Men komt aan denbsp;flraaten langs fchoone trappen aan de eindens der brugge.nbsp;De kraamen bederven de fchoonheid van deeze andersnbsp;pragtige brug, fchoon zy ook van den zelven Iftrifchennbsp;fleen zyn. Midden op de brug Haat een groote boognbsp;met vier beelden, door Campagna vervaardigd, naamlyknbsp;van Maria, den Engel Gabriel, S. Marcus, en S. Theo-dorus, die patroonen der Republiek zyn. De brug is opnbsp;’t einde der zeftiende eeuw gebouwd.
Het Duit- Niet ver van Ponte Rialto ligt het Duitfche Huis, fcbe huis. Fondaco de' Tedefchi, dat, in den tyd toen de Republieknbsp;nog den handel der fpeceryen had , het magazyn der Duitfche kooplieden was , van waar zy hunne waaren doornbsp;Duitfchland venierden. Tegenwoordig dient het voornbsp;winkelkraamen aan eenige kooplieden , en is de beursnbsp;waar zy daaglyks vergaderen, om over hunne zaaken tenbsp;fpreeken. De fchilderyen, die van Titiaan, Tintoret ennbsp;anderen waren , hebben zeer geleden. Het gebouw is
fchooö
-ocr page 199-75
fchoon en ruim. Ook is ’er een regtbank in voor koop-manszaaken, die uit drie Nobili beftaat.
HET OOSTELYKE GEDEELTE DER STAD, TUSSCHEN PONTE RIALTO
EN HET
arsenaal.
He kerk de' MiraeoU is van binnen en buiten met mar-Y. Mira-«ler bekleed. Onder het orgel zyn twee marmeren kinde-'^®^**
gt; die van Ravenna naar Venetien gebragt zyn, en voor ^et werk van Praxiteles uitgegeven worden.
By de kerk wordt het huis van Titiaan, den grootften öieefter der Venetiaanfche fchool, vertoond.
Op de plaats voor de kerk 6'. Giovanni e Paolo ziet men ^2t eenige (landbeeid te paard dat in de ftad is. Het isnbsp;Andries Verrochio in brons gegoten, en verbeeldtnbsp;den Generaal Colleone van Bergamo. Onder het beeld zietnbsp;men het fpreekende wapen, dat uit drienbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beftaat,
tegens alle eerbaarheid, afgebeeld. Het piedeftal is met zes kolommen verfierd. Over ’t geheel is het gantfche gedenk-^uk middelmaatig uitgevoerd.
De kerk 5'. Giovanni e Paolo behoort onder de merk-Qig. ^aardigfteu der ftad. Het hoofdaltaar inzonderheid is omvflWBt tnbsp;fchoon marmer bezienswaard. Het tabernakel ruft opBlt;*a/a.nbsp;*'en Zuilen , en twee engelen draagen ieder een reliquie-In de tweede kapel ter {linkerhand hangt het beftenbsp;ftuk Van Titiaan te Venetien, dat eenige maaien in plaatnbsp;gebragt is. Het verbeeldt den marteldood van Petrus Martyr, een Doniinikaan, en is vol uitdrukking en een lee-Vendig koloriet, dm egter wat geleden heeft. Boven de
fa-
-ocr page 200-Het 00fl-Ijke gedeelte van Henetien.
fakriffy is het gedenkteken van Titiaan, dat uit zyn bord' beeld en die der twee Palmaas bedaat, die liegt gewerktnbsp;zyn, waarboven Palma twee faamen op trompetten blaa-zende gefchilderd heeft.
De kapel der Roozenkrans heeft een fchoon altaar, om-geeven met de vyftien geheimenisfen der Roozenkrans in basreliëf. De beelden komen van de hand vanVittoria ennbsp;Campagna. Tegen over het altaar ziet men een grootenbsp;kruisfiging van Tintoret. Van den zelven meefter is ooknbsp;het zölderftuk , verbeeldende Maria in den hemel ondernbsp;verfcheiden’ heiligen. De andere zoldertlukken , en denbsp;vyf Hukken op de flinker zyde in de andere rei, zyn vannbsp;Palma, die voor een’ der befte meefters uit de Venetiaan-fche fchool na Titiaan verdient gehouden te worden.
Als men uit deeze kapel weder in de kerk komt, vindt men in de tweede kapel des kruisgangs Maria, S. Doffli'nbsp;nicus en andere heiligen, aan de voeten der heilige Drie'nbsp;eenheid. Leandro Basfano heeft in dit ftuk een beter ordonnantie , maar. niet zo goed een koloriet gebruikt, alsnbsp;Jakob Basfano gewoon was. In de eerfte kapel naar dennbsp;kruisgang ter regierhand heeft Piazzetta aan de zoldernbsp;opneemcn van S. Dominicus in den hemel gefchilderd. Mennbsp;ziet, dat de meeller tot zulk een uitvoerig werk niet glt;^'nbsp;fchikt was; het ligt is te verftrooid, het koloriet niet nS'nbsp;tiiurlyk, en het geheel kwaaiyk geordonneerd. Benedennbsp;ziet men egter eene fchoone groep van Dominikaanen.
In de vierde kapel ter regterhand ziet men van Leandro Basfano een mirakel van twee Dominikaaflen, die opnbsp;zee wandelen. Hy heeft zig zelven daarby in eeii wittennbsp;mantel gefehilderd. In de derde is een krucifix, metnbsp;Magdalena en S. Lodetvyk , een van de befte ftukk^”nbsp;des Ridders Liberi. In de eerfte , Maria omringd van
heiligen, door Jan Bellino. Men ziet daar de eerfte fpo°'
77
I’S!! van het door dien meefter tot volmaaktheid nbsp;nbsp;nbsp;jjet'roofl-
koloriet. nbsp;nbsp;nbsp;^
Zeventien Doges en veele andere beroemde lieden *0 wel in de kerk als in bet kloofter begraven. Aan viernbsp;^seft de Republiek ftandbeelden op hunne graflieden doennbsp;°Pngten, alleen is het jammer dat zy maar van hout zyu.
Het gedenkteken van Loredano is van een’ fchoone archi-tektuur. Zyn ftandbeeld is van Campagna. Twee andere ^6e!den (lellen de krysmagt van Venetien en het verbondnbsp;Kameryk, en nog twee anderen de Overvloed en denbsp;^fede, voor. Loredano verfchoonde zyn’ eigene zoouennbsp;, toen het vaderland door ’t gemelde bondgenootschap tot het uiterlle gebragt was. Het gedenkteken vannbsp;den Doge Valieri is ook fchoon. Elf dagen na zyn’ verkiezing behaalden de Venetiaauen in ’t jaar 1656. eennbsp;sanzienlyke overwinning op de Turken by de Darda-hellen.
Een byzonder gedenkteken is ’er voor de huid van den ^'’gelukkigen Marco Antonio Bragadeni , die zig binnennbsp;Famagufta in Cyprus, in het jaar 1571. lang op het dap-perll tegens de Turken verdedigde, en na ’t veroveren dernbsp;flad op lafl: van Mudafa, tegens zyn gegeven woord, lee-vendig gevild werd. Mullafa deed de huid met (Iroo vul-'cn, doot de flad op een koe omryden, en naar Konflan-tiiiopolen brengen, waar de broeder des ongelukkigen zenbsp;'quot;Oor een groote fomme koft. Boven de deur der fa-k'itly ziet men het beeldtenis van Titiaan en de beidenbsp;S’altnaas.
In de eetzaal van het daartoe behoorende Dominikaaner klooiler bewondert men een vermaard Huk van Panl V’ero-°cfe. pjgj verbeeldt de maalcyd van Chrillus by den Fa-rifeer, en beflaat een geheelen muur. Het koloriet is ongemeen fiifch gebleven. De zamenflelling , de architek-
tnur,
-ocr page 202-Het eejl- tuur, de werking van het geheel, in een woord alle goe*
lyke ge- jg eigenfchappen van een fchildery, zyn daarin opeenee-aeelu van , ,,. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r o
Fenetien nbsp;nbsp;nbsp;wyze tzamen verbonden.
De kerk der Scuola di S, Marco ligt zeer naby de voo* ** wegens de fchilderyen van Tintoret be'nbsp;zienswaardig. De voorzyde was reeds in ’t jaar 1490. gebouwd. Zy heeft goede beelden van Bartolomeo Bérga»nbsp;mafco en Tullio Lombardo. Het (luk van ’t hoofdaltaar gt;nbsp;door Palma , vertoont Chriftus in een glorie, zendendenbsp;den h. Marcus, die tusfchen de Apoftelen Petrus en Pau-lus (laat, door een’ engel palmtakken toe. Het (luk isnbsp;beter voor het koloriet dan voor de zamendeliing. Tefnbsp;flinkerzyde des altaars wordt S. Marcus heimelyk uit zyrtnbsp;graf genomen , een kragtig (luk van Tintoret. Op eennbsp;ander (luk van den zelven wordt het lyk in ’t geheimnbsp;vervoerd. De werking van het ligt is zonderling, anders is het (luk zeer zwart geworden. Het fchip, waarop het lichaam gebragt is, moet een geweldigen (lormnbsp;verduuren.
Agter in de kapel ziet men een der bede dukken vaO Tintoret, zo voor het koloriet, als de tekening en zamen-flelling. Het verbeeldt het lyden eens flaafs onder de Tut'nbsp;ken, tot wiens verlosfing S. Marcus uit den hemel kofflt'nbsp;De hoofden zyn in Titiaans fmaak, maar kragtiger gefchÜ'nbsp;derd.
In het huis daarby , of het zogenaamde Albergo def Broederfchap , ziet men een fchoonen dorm van Giof'nbsp;gione : het ligt komt tvel van een blixemdraal voort gt;nbsp;maar het koloriet is egter te rood , en de agtergron^nbsp;te zwart. In de zelve zaal heeft Gentills Bellini , 'Ti'nbsp;tiaans meeder , S. Marcus , te Alexandrien predikst'nbsp;de , afgebeeld. De zamendelling is goed , dog drooSnbsp;gefchilderd.
79
De kleine kapel in den tuin des kioofters van S. Fran-jjgt oofl-della Vigna ligt, zo men wil, op de plaats, waar è.tl’jk ge-Marcus, op zyn’ reis van Aquileja naar Romen, ean' engel de woorden. Fax iibi , Marce Euangelifia ^nbsp;fneus, hoorde, welken hedendaags het devies der Venetiaa-^y^^^^^^^nbsp;nen uitmaaken. De grootfche voorzyde is van Palladionbsp;ontworpen. Zy is van roomfche bouworder, geheel vannbsp;Marmer, en met twee groote bronzen beelden van Aspetti,nbsp;een Paduaan, verfierd. Van binnen ontbreekt het niet aannbsp;beelden en basreliëfs van Vittoria, en aan fchilderyen vannbsp;Paul Veronefe, Titiaan en Palma.
In de vyfde kapel ter flinkerhand ziet men een heilige ¦lamilie met S. Catharina en S. Antonie, van Paul Verone-fe. Het fchoone koloriet wordt door de vogtige zeelugt,nbsp;die den fchilderyen te Venetien zo fchadelyk is, zeer bedorven. Onder den prediküoel ziet men een miniatuur-ftukje van Santa Croce, verbeeldende het martelaarfchapnbsp;Van S. Laurentius, met beelden in Raphaels fmaak. Denbsp;Dpftanding in de vyfde kapel ter regterhand is van Paulnbsp;^eronefe. Onder de graflieden van eenige Doges en an-is ook dat van Mattheus Basfi, ftigter der Kapucy-nerorder, die in 1552. overleed.
Het Paleis Grasfi heeft een aanzienlyke verzameling van fchilderyen. Eene Venus van Titiaan, in de Helling derGwy?.nbsp;Florentynfche, maar beter bewaard. Het zou een’ meefte-tes eens Hertogs van Ferrara zyn. De fchaaking van Euro-Pa in een lieflyk koloriet van Paul Veronefe: het hoofdbeeld is bekoorlyk. Diana en Adleon, van den zelveti.
alleen
Het bad van Bethesda, vaa den zelven. De handeling is
maar aan eene zyde, anders heeft het Huk groote
------ nbsp;nbsp;nbsp;—---- ----- UWVAk nbsp;nbsp;nbsp;**.v».*
choonheden. De gglykenis van den balk en de fplinters lu s broeders oog, een bevallig gekleurd fluk vaa Domenico Feti, Twee oude koppen van Van Dyk , in zyn’
eerfte manier. De Schilderkond , Delila met Sirafon, en S. Cecilia, drie kragtig gefchilderde (lukken, met wat ftyvenbsp;gevvaaden, door Guercino. Eene vrouw met een vrugt-mand, uit de fchool van Raphael. De raaaltyd by de Parizeer, van Rubens, waarin de Magdalena wel goed gekleurd, maar van geen edel karakter is. Een klein cupidootje van Guido. David met het hoofd van Goliath,nbsp;kragtig gefchilderd van Guercino. De triomf van Galathee , een langwerpig (luk in den ftyl der oude basreliëfs , van Schiavone. De naakte vrouwenbeelden zynnbsp;zeer wel gekleurd.
Het Arfe- Het Arfenaal teVetietien maakt een byzonder, met hoo-
naai enz. ge muuren en torens omgeeven eiland uit , dat omtrent
te Hene- 300. vademen in ’t vierkant heeft. Hier worden de oor-ticfi
logfchepen, de gallyen, het gefchut, en alles wat tot den kryg en de zeemagt behoort, bewaard. De (laat onderhoudt hier geftadig omtrent 2000. menfchen, die bezignbsp;zyn met het geen tot de zeemagt betrekking heeft, ennbsp;deels het oude herllellen , deels nieuwe dingen maakennbsp;moeten. Het behoort onder de voornaamde merkwaardigquot;nbsp;heden van Vetietien, en is met des te grooter opmerkzaamheid te bezigtigen , omdat men hier alles by eennbsp;vindt, het geen tot de zeemagt behoort, vooral als mennbsp;geene gelegenheid gehad heeft om andere groote arfenaa-len, als te Toulon, Breit, of Portsmouth te zien.nbsp;ligt aan het ooftlyke einde der (lad , en werd in ’tnbsp;1312. zeer vergroot. (*)
Ctalclei, de beroemde wiskundige, fjireekt ’er reeds in ’t in zyne gelptekketi over de bcweeging met bewondering
Ëe»
-ocr page 205-De Venetiaanen veibeelden zig veel van hun arfenaal;arfi-hebben ’er egter te groote gedagten van, als zy het finaal enz. ®en voormuur voor Italien, ja zelfs voor de geheelenbsp;ftenheid tegens de Turken houden* De torens wordennbsp;hewaakt, en hebben klokken, die malkander alle uuren desnbsp;®agts tekens, en den patrouilles berigt geeven, wat’ecnbsp;Voorvalt, om brand, overrompelingen, of verloop van’tnbsp;hrygsvolk , voortekomen. Van den hoogen toren in ’tnbsp;midden des arfenaals moet de wagt den anderen alle uurennbsp;toeroepen , om te zien of zy wakker zyn. Het is eennbsp;Vreemdeling geoorloofd bet arfenaal te bezien; indien hynbsp;®gter al te dikwyls komen, en alles te naauwkeurig onderzoeken wilde , zou hy ligt agterdogt verwekken, ennbsp;hem de intrede ontzegd worden kunnen.
Het arfenaal heeft twee ingangen, een’ van den land* kant, van wian zig allen, welken’er iets in te verrigtennbsp;hebben, bedienen, en den anderen van den zeekant voornbsp;fchepen. De laatfte wordt door twee torens verde*
^igd, tusfchen de welken een ophaalbrug is. Onder de hrug zyn zwaare getraliede deuren van eikenhout , dienbsp;ide: eerder geopend kunnen worden dan na dat de brugnbsp;opgehaald is. Zy wordt des nagts flerk bewaakt.
Van den landkant komt men in’t arfenaal over een brug, die met agt marmeren flandbeelden verfierd is. Het portaal is in ’t jaar 1475 door Hieronymus Campagna, een’nbsp;houwmeefter van Verona, ontworpen. Men ziet ’er den
ge-
verftand dat de befchouwing bemint , zégt hy, vindt veel gele-S*r.hlt;;i(i ^ ijjj vetfchiliende werk dat hier vetrigt wordt, zyne °P®'‘''^aamhcid te oeffenen, cn op nieuwe uitvindingen te fcomei^
Veelligt dcjj j,y jjiei ayne proeven over de ftetkte en den weder-ftand van het hout, welken voor hem nog «iemand gedaan of betekend bad.
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;F
-ocr page 206-Het arfe- gevleugelden leeuw van S. Marcus, en een paar antieken« ¦naai enz. welken, volgens het opfchrift, de Venetiaanen uit de Le-te Fene- . yant gebragt hebben.
t!cn. ¦ pjgj eerde dat een’ vreemdeling in *t arfenaal vertoond wordt, is de fabriek van anker- en andere touwen, la Tana,nbsp;die van ’t overige arfenaal afgezonderd ligt. Daarop volgtnbsp;de zeilfabriek, waar veel’wyven, die daaglyks 14. Vene-tiaanfche foldi bekomen, aan ’t werk zyn. In de zaaiennbsp;daar zy. arbeiden zyn geene mans, buiten denopzigter, Denbsp;gefchutgietery is aanzienlyk. Zy is federt veele jaaren alsnbsp;erflyk onder het opzigt der familie van Alberghetti, waaruit verfcheiden bekwaame ingenieurs voortgekomen zyn,nbsp;die de 'Republiek gediend hebben. Zy hebben een werktuig ontworpen om de loópen der kanonnen tebooren,nbsp;waarvan het rad'po. voet in de middellyn heeft, de boornbsp;dryft, en te gelyk den loop, naar maate de boor diepernbsp;komt, voortfchuift. Veel’ fmids zyn gefladig bezig, omnbsp;het noodige werk , waartoe het yzet van Brefcia komt,nbsp;voor ’t arfenaal in gereedheid te brengen. Daar zyn ver-fchéiden’ magazynen vol van kanonnen, mortieren, bom-bes en kogels. Eenigen der oude kanonnen zyn zo wyd,nbsp;dat ’er een paar jongens in kruipen kunnenj maar, alzonbsp;zy tot niets dienen, worden zy van tyd tot tyd vergoten.nbsp;Men zegt dat ’er 6000. kanonnen zyn, waaronder 200. vannbsp;brons, die van 20. tot 30. pond fchieten.
Boven het magazyn zyn zaaien , waar de Republiek groote heeren, als zy het arfenaal bezigtigen, onthaalt.nbsp;Toen Koning Henrik III. van Frankryk hier was, bouwdenbsp;men geduurende dien tyd eene gaily, en liet ze van llapelnbsp;loopen. De Hertog van York werd hier in ’t jaar 1764*nbsp;het laatft onthaald. De Republiek had voor hem veel toe*nbsp;ftels gemaakt, de Bucentoro werd in ’t water gelaten, aaflnbsp;alle de fabrieken waren meerder raenfchen, die netjes gs*
kleed waren, en alles was zo ingerigt, dat de Hertog \anffet arfe-elk werk het voornaamfte bezien konde. Hy was ’er zonaal enz* voldaan over, dat hy over de 200. dnkaaten aan drink-géiden uitdeelde; Het arfenaal te zien koft gemeenlyk eennbsp;of twee dnkaaten, fchoon men maar eene kleinigheid geeft,nbsp;aangezien men op zo veel’ plaatfen gebragt wordt, ennbsp;overal iets geeven moet*
De zaaien waar de fnaphaanen, piftoolen, degens, en harnasfen bewaard worden , zyn wel onderhouden , ennbsp;genoegzaam voorzien om een taamlyk heir daarmede tenbsp;wapenen. Men ziet ’er de wapenen van den ongelukki-gen Bragadino, en de beeldtenisfen van andere krygshel-den, wier gedenktekens men ook hier en daar op de torens van ’t arfenaal aantreft. De Republiek heeft ze deitnbsp;Graave van Konigsraark , den Maarfchaik van Schulen-burg, en anderen veldheeren, ter gedagtenisfe doen oprig-ten. De Venetiaanfche adel dient liever ter zee, waaroiflnbsp;de Republiek haare landmagt meeft den adel van het vaflenbsp;land , Terra firma , of vreemdelingen, moet aanvertrouwen. In een’ byzondere zaal ftaan verfcheiden’ modellennbsp;van veilingen , onder anderen dat van ’t eiland Corfu,
’t welk als de fleutel der Adriatifche zee te befchou-Wen is.
deel
De fchepen en gallyen worden onder verdekken gebouwd^ die in ’t Veuetiaanfch Sqüeri heeten. Eenigeil kunnen, naar dat men in’t bouwen vordert, hooger geblaakt worden. Daar zyn altyd fchepen , die men aan-^ouwtjop de werven, welken, door dit middel, eenige jaa-kunnen blyven liggen, zonder door zon of regen na
le lyden. In ’t jaar 1766. telde men omtrent der-
fchepen in *t arfenaal, die ten deele klaar, ten deele Begonnen waren, ten deele herfteld werden. Eenige fchepen en gallyen zyn gemeenlyk ten dienfle der Republiek
te Fene tien.
De Buten-toto.
Hel arfe in zee. (1 2 3}. 'DxiQ.Peottom of vergulde floepen worden op naai enz, feefldagen gebruikt, om den Doge en zyn gevolg me: ftaat-,nbsp;fie naar de kerken te brengen.
Het vermaardfle van alle deeze fchepen is èamp;Bucento-ro , (?1} ’t welk de nieuwsgierigheid der reizendert vooral op zig trekt. Het is een bark, 107. voet lang en 22. breed, en wordt by het trouwen der Adriatifche zee ge-bruikt. De tegenwoordige Bucentoro is ‘in 1728. gebouwd , en kan inisfchien een’ eeuw duuren. In het on-derfte verdek zyn op elke zyde zes en twintig riemen, ennbsp;op het tweede is een groote kamer, zeer met fnywerk,nbsp;vérguldfels, en fpiegels verfierd, en met donkerrood fluweel bekleed. Het beeldwerk verbeeldt de eigenfehappennbsp;der deugden en jaargetyden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ten' einde der kamer
ft.aat de ftoel of troon des Doge, rondom zitten deRaads-heeren en vreemde ftaatsdienaars. De Bucentoro wordt den avond van hemelvaartsdag uit het arfenaal gehaald eiinbsp;naar de Plaats van S. Marcus gebragt, en blyft daar nognbsp;eenige dagen na de plegtigheid ten anker liggen.
Voor de maften is een byzonder Werktuig in het arfe-naal. Het timmerhout ligt onder verfcheiden’ verdekken,
maar
De laatftc hachlyke omftandigheid der zaaken, uit hoofde zaïr den oorlog met Rusland en de Potte, zal hier vermoedlyk eenigsnbsp;veranderingen in gemaakt hebben.
Sanlovir.o zegt, dat dit verbafterde woord vm Ducentorum af1 komt , om dat het'bevel'luidde, dat 'er een Ichip voor 200. man-'nen, navUlum dmentornm hominum, gebouwd'moeit worden.
Men vei koopt den vreemdelingen een klein gedrukt berigt van eenige vellen , dat'niet alleen het beeldwerk, maar ook de hl1nbsp;ftotie des Bucentoro’s bclchtyft met de plegtigheid van het trouwennbsp;der zee , alks tn den opgeblazcnen cn wydloopigea ftyl der Italiaa1nbsp;nen. Het hcctr ten titel , h» mova Rep1 feil' acque nel 'B1'nbsp;tiiilere-
-ocr page 209-maar in het water, waardoor veel plaats uitgewonnen wordt. Voor alle andere dingen, als falpeter, buskruid,enz,nbsp;ankers, touwen, pek, en zo voorts, zyn grootenbsp;fflagazynen.
«y, Pietro, de kerk van ’t Patriarchaat, heeft een’ aarti- S. Pietr». ge gedaante, en een’ fchoone marmeren vloer. Het hoofdaltaar deed de Raad, als een’ gelofte wegens den Turk-fchen oorlog op het eiland Candia, in het jaar 1649. bou-'ven. Het is geheel van marmer en met Ilandbeelden ver-fierd, waarvan eenigen de reliquien van S. Laurentius Giu-ftiniani , eerden Patriarch van Venetien , draagen. Hetnbsp;ftuk van Joannes den Euangelift is uit den laaiden tyd vannbsp;Pans Veronefe. In de kapel des flinker kruisgangs heeftnbsp;Giordano de zielen in ’t vagevuur gefchilderd, die Marianbsp;aanroepen. Het koloriet valt in het violette^ anders zynnbsp;'er fchoone koppen in.
In de doopkapel heeft Guido de boetvaardige Magdalena verbeeld, fchoon in een’ wat groenen toon. Op het altaar van alle de heiligen is een mozaïek van Erminionbsp;Zuccato, naar een karton van Tintoret. De Patriarch vannbsp;Venetien heeft het regt, by plegtige verrigtingen in dee-ze kerk een’ roode muts te draagen, al is hy geen Kardinaal.
S. Qiufeppe, een’ oude en ruime kerk, waarin het praal-5. c/ayêjt». graf is van den Doge Griinnni enzynegemaalin. Hetbeeld-ps.
Werk is in ’t jaar 1597. door Campagna gemaakt. Het koofdaltaar pronkt met een treflyke aanbidding der herdersnbsp;van S. Hieronymns, door Paul Veronefe. De agter-
®%king op Thabor van den zelven meefler komtopver-niet by het eerfle fluk. Tintoret heeft in deeze kerk «en ftuk van S. Michael gefchilderd.
grond is der werking van het geheel nadeelig. De Verhei
re na
DE
-ocr page 210-Wy hebben het ooftlyke gedeelte van Venetien bezig-tigd, en keeren nu naar ’t wellen over Ponte Rialto terug , om het Setter di S, Paolo en het Sejlier della Crocf S. Cas/ano.^oonegRin. De eerde merkwaardige keik is S. Cas/dno,nbsp;waarin buiten eenige flukken van Tjntoret, een van Palma,nbsp;verbeeldende Joannes den Dooper, eii andere heiligen,nbsp;van kenders zeer hoog gefchat wordt.
S. Cia- De kerk van S. Giacomo daW Orio pronkt met goede iomt, fchilderyen van Paul Veronefe , Tintoret, Basfano, ennbsp;Palma. De laatfte heeft de geheele fakrifty gefchilderd.nbsp;De marmeren predikftoel is agthoekig, en ftaac op een enrnbsp;kelden voet. Eene zuil yan verde antico is, na de zuilen van het zelve marmer in de kerk van S. Sophia, denbsp;ifchoonlle, welke men vertoonen kan. De zuilen in dee-ze mosfluee te Konllantinopolen zyn zo hoog en aanzien-]yk, dat men ze met geepe anderen uit de oudheid v'er-gelyken kan.
. nbsp;nbsp;nbsp;, . I Tolentini, eene nieuwe kerk der Theatynen, met een
’ nbsp;nbsp;nbsp;'portaal en gevel, die op zes korinthifche zuilen ruft. Het
portaal is wel ontworpen, maar flegt uitgevperd. De kerk heeft een aanzienlyk fchip, een’ koepel, en onder dezelvenbsp;een koor. Alle haare inwendige deelen zyn in een goedenbsp;evenredigheid tot maikanderen.
S, Polo. S. Polo heeft goede fchilderyen van Tintoret, Palma, en Paul Piazza, die op ’t laatft in de Kapucyner ordernbsp;trad. Boven de deur des torens flaan een paar marmerennbsp;leeuwen , die een zonderlinge inval van den konftenaarnbsp;ayn. De eene houdt eene flang, die hem byt ennbsp;veel pyn veroorzaakt, en de andere vertoont een menfcheanbsp;ioofd j en fchynt over zynen buit zeer verheugd te zyn.
8?
De Scuola di S. Rocco is onder alle de broederfchappen,/^^ die den naam van Scuola draagen, de aanzienlyklle. Het 5'. Pauluinbsp;gezelfchap beftaat uit de eerde kooplieden en burgers, en^^ factie-heeft over de 40000. daalders aan inkomften uit digtin-gen, die tot aalmoezen en uithuwelykingen van arme meis.nbsp;jes gebruikt worden. In dringende gevallen heefr het dennbsp;Haat dikwyls groote fommen gefchoten. De digting namnbsp;haar begin , wanneer het lichaam van S. Rochus uitnbsp;Duitfchland in de nabuurige kerk gebragt werd, en de pednbsp;in ’t jaar 1576. ophield. Het gebouw der broederfchapnbsp;heeft goede zuilen en basreliëfs; maar het bede zyn denbsp;drie kamers waarin zig Tintoret onderfiyk gemaakt heeft.
Zy vertoonen het leeven van Chridus, beginnende van Maria’s boo4fchap tot aan de hemelvaart. De meeder maakte in ’t jaar 1560. een begin met het fchoone beeld van S.
Rochus aan ’c gewelf van’t Albergo, en verwierf daardoor den voorrang boven de anderen, met de welken hy omnbsp;den prys dryden moed. (•)
In de onderde zaal zyn agt dukken van hem. Slinks aan den ingang is de Verkondiging , van een’ piquantenbsp;werking. De Vlugt naar Egipten doet ook een goedenbsp;werking, en heeft inzonderheid een goed laudfchap. Innbsp;den Kindermoord is de zamendelling gedwongen. Denbsp;Befnydenis is fchoon en beter geordonneerd dan de voo-rigen. De Hemelvaart van Maria heeft veel vuurs.
Op den trap naar de eerde verdieping heeft Titiaan eene
Ver-
(*) By dit gebouw worden op den dag van S. Rochus alle de *'hiideren dcc Venetiaanfche mèefters , die ze van jaat tot jaarnbsp;‘^Udetyen openlyk ten toon geftcid , zo dat een ieder ze op zynnbsp;ê'ttiak bezien kan. Maat dewyl ’et tegenwoordig te Venetien geen
gcoot nacefter is , fo willen deeze vettooain gt;en niet veel zee-
gen.
0''yk van Verkondiging met fchoone koppen gefcliilderd. Op de an-S Paulm dere zyde ziet men de Bezoeking des tempels.
bovenkapel pronkt met tien groote Hukken van Tin-toret. I. De Geboorte van Cliriftus is wonderlyk geordon-» neerd, en gelykt eene bambochade. 2. In den Doop vannbsp;Joannes ontbreekt iets aan de perfpektief. 3. In de Op-flanding van Chridus is het hoofdbeeld fchoon, maar denbsp;zamenilelling niet gelukkig. ‘4. Chriftus in den olyfhof isnbsp;zeer zwart geworden. 5. Het heilige Avondmaal is gantfchnbsp;niet edel geordonneerd. Het altaarftuk is middelmaatig,nbsp;en verbeeldt S. Rochus, biddende voor met de peil be-zogte menfchen. 6. De Vermeerdering der brooden. Denbsp;agtergrond is wel geordonneerd;debenedenfte beelden zynnbsp;te reusagtig. 7. De Blindgeborene. 8. Chriftus op denbsp;ruggen der Engelen ten hemel gedragen. Hunne vleugelsnbsp;doen eene flegte werking. 9. Het bad van Bethesda.nbsp;Hier heeft de meefter een buitenfpoorige vetbeeldingskragtnbsp;getoond, en alle welvoeglykheid ter zyde gezet. Eenenbsp;vrouw ligt het hembd van. eene andere op, om Chriftusnbsp;een wonde aan haar been te wyzen. 10. De duivel Chriftus verzoekende ; een ander bewys van Tintorets won-derlyke invallen , want Chriftus zit in een’ boom. Aannbsp;de zolder zyn twaalf ftukken uit het oudeTeftament,waarin veel genie en veel misllagen, gelyk in Tintorets nieeftenbsp;ftukken, zyn.
In de groote zaal, waar de broederfchap vergadert, neemt de kruisfiging van Chriftus en de twee moordenaa-ren den geheelen agtermuur in. Hier heeft zig Tintorecnbsp;een ragefter in de zamenilelling, en in de kond van denbsp;handelingen der beelden nacuurlyk voorteftellen, betoond.nbsp;De groepen zyn wel geordonneerd en verbonden: de houding verdient niet minder lof, in een woord, het is een
de(
-ocr page 213-der fchoöïifte ftnkken van hem, (?) De drie andere ftuk-
ken aan de wanden, naamlyk ChriRus voor Pilatus, naar S- Paulu$
Kajafas aeleid wordende, en naar Calvaria gaande, doen^^ ^ine-
1- nbsp;nbsp;nbsp;tiêfi»
“2ni insgelyks eer.
Aan de zolder deezer zaal z^m zeventien fchilderyen.
Ket middelde verbeeldt God den Vader, S. Rochus in den hemel opneemende. Toen de opzigters verfcheiden’nbsp;feeders opgedragen hadden van om ftryd voor hun te fcbilde-*en, bragt Tintoret hun dit geheele ftuk, voor dat de anderen met hunne tekeningen gedaan hadden. De opzigtersnbsp;bilden het in ’t eerft niet aanneemen, maar de fchilder ^afnbsp;hun tot een gefchenk, en verwierf daardoor het ge-keele werk voor zig, De afbeelding der peft van 1630.nbsp;door Antonio Zanchi behoort onder de fchriklyke fraayenbsp;ftukken. Het is overal vol dooden en ftervenden, zo datnbsp;men het niet zonder yzen befchouvven kan. Op den trapnbsp;heeft Petrus Negri de geneezing van de peft verbeeld.
Men ziet een paar deuren van brons, die 12000. daalders gekoft hebben , fchoone basreliëfs van hout door Francefco Pianta, ongemeen natuurlyk een’ bibliotheeknbsp;voorftellende.
I Fr art, eene der grootfte kerken der ftad, welke den ƒ Franciskaanen toekomt, en, onder andere reliquien, voor-Seeft, een droppel van Chriftus bloed, en een voet vannbsp;den profeet Daniel te bezitten. Zy werd om het jaar 1400.nbsp;door Nicolao Pifano , een bekwaam architekt, naar hetnbsp;gebruik des tyds, gebouwd. De zeftien altaaren hebbennbsp;®eeft goede fchilderyen en beeldwerk. In de kapel van
taaakïn.
Auguftyn Caracci heeft het derhalven ook det moeite waard , cca gfoojj pjj2t ^ die zeer hoog gcfchat wordt, 'et van te
-ocr page 214-van S. Hieronymus is het jltaarftuk van Alexander Vittoria, etï S, Paulus dat in de naafte kapel van Salviati. Op het altaar der Flo-
Donatello. Titiaan heeft de hemelr ' vaart van Maria op het hoofdaltaar gefchilderd. Boven opnbsp;de flinkerzyde van ’t koor heeft Benedetto Cagliari, eennbsp;broeder van Paul Veronefe, een goed Huk geleverd. Vannbsp;de zelve hand is ook Chriftus voor Pilatus, boven het tweede altaar ter regterzyde het fchip. Aan de zolder van ’tnbsp;fchip heeft Paul Veronefe de aanbidding der drie Koningennbsp;gefchilderd.
Het ontbreekt der kerke ook niet aan praalgraven van beroemde lieden. De groote Titiaan ligt voor het altaarnbsp;van T Krucifix begraven. Het overleed in 1576. aan denbsp;peft, en werd met de zelve eerbevvyzingen als de adel ternbsp;aarde befteld, fchoon alle lykftaatfien, uit aanmerking dernbsp;peft, verboden waren.
Het graf van den Doge Francefco Fofeari ligt by he^ hoofdaltaar. Hy werd in ’t jaar 1423. verkoren, en denbsp;vier en dertig jaaren zyner regeering waren de gelukkigftenbsp;tyd der Republiek. Hy bekwam Brefcia, Bergamo, eennbsp;gedeelte van ’t gebied van Cremona en Mantua, Ravenna , en verfcheiden’ plaatfen in Albanien en Morea. Nognbsp;andere helden , die in den dienft des Staats hebben uitgemunt , als Nikolaas Tron , Kriftoffel Moro, en Jakobnbsp;Pefaro, een Bisfchop en Admiraal van twintig gallyen tegen de Turken , hebben insgelyks hier een’ begraafplaatsnbsp;gevonden. Verders, eene geleerde vrouw, Modefta delnbsp;Pozzo , die verfcheiden’ fchriften in profa en digr heeftnbsp;uitgegeven; de geneesheer Petrus Scivos, die in 1594-geftorven is , en volgens het graffchrift het eerft geleerdnbsp;zou hebben, dat de CaruncuU aan den hals der blaaze tenbsp;geneezen zynj de aardrykskundige kloofterbroeder Coro*
pellij
-ocr page 215-)aelli, en anderen. (*) De nog niet l«ig aangeleide bi-bliotheek is zeer aanzienlyk. nbsp;nbsp;nbsp;S. Paulus
Het Paleis Barbarigo behoort aan een der oudfte ge-^^ Venc-flagten van Venetien , die hun’ oorfprong en naain vaD^*^”‘_ eeijen Arrigo afleiden, die in ’t jaar 880. Trieflenbsp;de, den vyanden den baard affnyden, en dien in triomfnbsp;de flad ronddraagen deed, by welke gelegenheid het volknbsp;liep, lo! Barba ArrigU. Ook voert het zes baarden innbsp;2yn wapen. Dit Paleis ligt aan het groote kanaal. Titiaannbsp;Zou ’er een tyd lang in hebben gewoond, waarom meanbsp;het huis Scuola di Tiziano noemt. Men vertoont hier eennbsp;S. Hieronymus als zyn eerfte ftuk, dat hard is, en een S.nbsp;Sebafliaan, die zeer in ’t roode valt, en zyn laatfte ftuk,
’t welk hy op zyn negentigfte jaar fchilderde, weren zou. ï^e Vermeerdering der broodeu, een treflyk ftuk van Jakob Basfano. Eene vrouw met een mand met tuinvrug-ten, van Prete Genovefe. Eene Pefnydenis van Giovanninbsp;Bellino.
In de zaal daar Titiaan arbeidde hangen elf ftukken van 2yn hand. i. Een middelmaaiig portrait van den Dogenbsp;^“guftyn Barbarigo , van het jaar i486, 2. Eene bacchante , die een’ fater de hairen uittrekt. Haar kop isnbsp;treflyk gefchilderd. 3. Prometheus met den gier aan denbsp;horft. 4, Een befchermengel, een’ jongeling geleidende.
(*) Coronelli hccfc zig inzonderheid door groote aardltlooten bekend gemaakt , diergclyken niemant voor hcra beter co grooter geleverd heeft , fchoon zy nog fouten genoeg hébben. Ook had liy
gedrukt zya , de overige zeven en dertig deelen zyn, ten ge-
det wereld , na dat ’er het klooftet eenige duizend dukaaten
ftl-'ten'^ nbsp;nbsp;nbsp;zitten , blyven liggen. Hy gaf gelegenheid tot het
“ . nbsp;nbsp;nbsp;*1quot;^ -^‘«demia Cofmcgrajica degli Argmanti , die weihaaft
f CIVICL
'en wydloopig Lexiem tmimrfale begonnen , waarvan agt deelen ih fbl:'nbsp;lukki
-ocr page 216-0^yk van S. Paulus worden.nbsp;te Fène-tien.
Chriftus zyn kruis draagende. Het is wat zwart ge-Het karakter van Chriftus is hard, anders is ’er in de koppen een’ fchoone behandeling. 6. Eene voor-treflyke Venus aan haar toilet, van Titiaan. Een cupidonbsp;brengt haar eene kroon, en een tweede houdt haar fpie-gei. Zy is half naakt, en houdt de eene hand voor dennbsp;boezem. Haar beeld kan men in alle opzigten een mee1nbsp;fterttuk noemen : het karakter is fchoon, en het vleefchnbsp;zo natuurlyk, als men ’t zig verbeelden kan. 7. Chriftusnbsp;met de doornenkroon hoort niet onder zyne befte ftukken.nbsp;8. Venus, Adonis, die ter jagt wil gaan, terug houdende.nbsp;Een heerlyk ftuk , maar haar regter been is valfch gefield. 9. Maria met het kind, aan ’t welk Magdalena eennbsp;vaas' met wierook aanbiedt, een niet minder fchoon, ennbsp;naar het leeven gefchilderd ftuk. Het profiel der Magdalena is fchoon, maar Maria niet edel genoeg. 10. Eenenbsp;fchoone boetvaardige Magdalena , voortreflyk uitgevoerd.nbsp;II. Chriftus den wereldkloot met een kruis in de handnbsp;houdende.
De verfcheidene uit dit geflagt geiprokene Doges en ana dere groote mannen hebben den Kardinaal Giovanni Fran-cefco Barbarigo aanleiding tot een der pragtigfte werkennbsp;gegeven, die ooit in’t ligt gekomen zyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hy heeft
naamlyk, om zyne neeven aantemoedigen en ter navolging aan te prikkelen, de daaden hunner voorvaderen in me-
dail-
De titel is , Numifmata mnrnm illKflrium ex gente ’Barhadica, Tatavi! 1732. in groot folio. De vinding der allegorien tot de pen-•ringen behoorende is tteflyk , en in baar ibort een mcefterlluk. Zynbsp;zyn even zo fraai door den konftenaar R. V. A. Cnnd gefneden, dienbsp;Robert Van Audenaeit van Gent is, een leciling van Frey. Men kannbsp;weinig werken van een zo regten fmaak aanwyzen. Het wordt in'tnbsp;Paleis Barbarigo voor 12. zechini veikoft.
-ocr page 217-93
daillons doen brengen, die nietgeflagen, maar alleen nbsp;nbsp;nbsp;vatt
tekend zyn , en met voortreflyke op de medaillons be treklyke allegorifche figuuren vergezeld. Op elk bladnbsp;ftaat een medaillon, en daar onder eene korte hiftorifchenbsp;verklaaring in een fchoonen Latynfchen flyl, door den Je-Tuiet Valcavius. Alle de eerfte letters zyn bekoorlyke vig-*'6tten. De verkeerde zyde vertoont altyd het beeldtenisnbsp;Van hem waarover de medaillon handelt, en de regte zydenbsp;handeling zelve. Het beftaat uit vier en dertig vellen.
Kardinaal deelde reeds eenigen *er van by zyn leeven «it, maar ffierf voor dat het werk geëindigd was, toennbsp;•iet liggen bleef, en veele exemplaaren door de vogtigheidnbsp;bedorven werden. In ’c jaar i^dr. deed de familie denbsp;vyf nog ontbreekende plaaten fnyden, en op negen vellen eene verklaaring der zinryke vignetten ’er byvoegen,nbsp;en federt dien tyd zyn de weinige nog overige exeniplaa«nbsp;ren voor de liefhebbers der kocft te krygen.
HET NOORDELYKE GEDEELTE VAN
^'r gedeelte bevat meerendeels het Sejller di Canareg-’t welk na hét Canal grande de grootHe graft is. Wy gaan van Ponte Rialto af, en beginnen met de kerk vannbsp;‘S’- Sofia, die verfcheiden goede fchilderyen van Tintoret,^^ ^ofis.nbsp;Basfano, en Paul Veronefe heeft.
. S. Catarina, eene oude kerk der Auguftyner nonnen Catha-^eeft insgelyks fchoone Hukken van Tintóret en Palma.
,^P het hoofdaltaar heeft men de verlooving van S. Catha* éen treflyk geordonneerd ftuk van Paul Veronefe.
^et hoofd der heilige heeft gropte fchoonheden , maat gewaad is niet volgens het koftuum. De engel, die
het
-ocr page 218-variFené-
tien,
ISfoOrMyk boek boudt, is ook fchoon, efl de glorie om boog gedeelte, ongemeen ligt en los gefchilderd.
ƒ Gejiiiti. De' Jefiiieten hebben hief , gelyk overal# eeti fchoone verblyfplaats uitgekozen , eti een pragtigenbsp;kerk gebouwd. De kolonimen van het koor en de tus-fchenfuimtens der pilaflers van ’t fchip zyn van ftukadoor-werk ‘met gtoene bloemen , ’t welk der kerk een vrolyknbsp;aanzien geeft, dog naar een eetzaal gelyken doet*
In de kapel des flinker kruisgangs is eene kmgtiggefchil* derde Hemelvaart van Tintoret, die egter door het veranderen der kleuren van den agtergrond veel verloren heeft.nbsp;In de eerfte kapel ter (linkerhand hangt, het martelaarfchapnbsp;van S. Laureutius, eert vermaard ftuk van Titiaan, doofnbsp;Kornelis Kort in plaat gebragt. Héthöofdaltaar heeft fchoo*nbsp;de zuilen,en,de vloer van ’t zelve is zo ingelegd,dat hetnbsp;een geel en groen tapyt gelykt.
De kerk heeft verfcheiden praalgraven, als dat van den Doge Pasquaie Cicogna, in ’t jaar 1555. overleden, onder wiens'rdgeering Ponte Rialto en andere aanzienlykenbsp;gebouwen werden gebouwd. Hy was een vriend der kon-ften; onder hem kwamen de antieke flatues op de bibliotheek van S. Marcus, het Paleis wierd met fchilderyennbsp;verfierd. Hy werd voor een’ halven heilig gehouden, teUnbsp;minften vertelt men, dat, hy eens op het eilandCandia innbsp;de mis zynde, de hoftie uit de hand des prieflers ont-fnapte, en zig in de zyne begaf. Men leeft derhalven aannbsp;de. eene zyde des grafs, Felut alter Simeon nianièm Cbri'nbsp;fitm excefit,
In de fakrifty ziet men de Aanbidding der herders doof .Paul Veronefe , en de Voorftelling in den tempel doofnbsp;Tintoret. In eene kamer daar naaft, Herodias, die ’t hoofdnbsp;van Joannes ontvangt, een vuurig gefchilderd ftuk va»nbsp;ïalma. In bet kloofter by deeze kerk is het eenige ob’
{et-
-ocr page 219-95
fervatorium van Venetien, waar de ftarrenkunde byna in 'iNoerMyk'^
geheel niet beoeffend wordt. Vader Panigai heeft het
gelegd, en een kabinet van penningen verzameld.
I MendicofJti is een hospitaal voor oude menfchen en '
I RÏËfiu^
arme meisjes. ’T is een der vier huizen, waar men *on- en feeftdagen voor niet het heerlykfte kerkmuziek kannbsp;gaan hooren. ’T zyn alleen daartoe afgerigte meisjes ^ dienbsp;het uitvoeren. Eenigen zyn groote konftenaaresfen, zonbsp;^el in ’t zingen als in ’t fpeelen. De voorzyde des ge-houws is van buiten van een goede architektuur en geheelnbsp;marmer.. Op de plaats voor de kerk liggen een paarnbsp;marmeren graflieden. Het eene is van Lodewyk Moce-’’•go , Admiraal der Venetiaanen by het beleg van Can-dia, en is met de ftandbeelden der Voorzigtigheid en dernbsp;Sterkte verfierd. Het fiandbeeld des heids zelven flaat innbsp;de kerk.
In de kerk van Madonna ieW Orio ziet men op derfte altaar ter (linkerhand S. Laurentius ,¦ S. Gregoriusnbsp;Helena, en anderen, een kragtig Huk van den oudennbsp;Paiina. Op het vierde S. Agnefe, die voor den zoon desnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’
’^egtets bidt, die haar ter mishandelinge aan de foldaaten had overgegeven, van Tintoret. De heilige is niet edelnbsp;genoeg. Op het vyfde S. Laurentius Giuftiniani en anderenbsp;heiligen , een kragtig , maar in ’c geele vailend ftuk vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ’
Pordenone. Ter regterhand van ’t koor hangt het laatlle Oordeel, waarin Tintoret blyken van zyn* buitenfpoorigenbsp;^«rbeelding gegeven heeft. Boven het hoofdaltaar ftaacnbsp;«en reusagtig beeld van S. KriftofFel, ’t welk Maranzonenbsp;jaar 1470. volgens de evenredigheid van een reuzennbsp;««o, dat voor van den heilig te zyn uitgegeven, en hiernbsp;bewaard wordt, gemaakt heeft. Het ftandbeeld van dennbsp;enetiaanfchen hiftoriefchryver Kaspar Contarini ftaat innbsp;e kapel van zyn familie, en is van Victoria.
Naordelyk gedeehenbsp;van Vene-iien. _ .
Scuola-de'
Mèrcanti.
t Servi,
S‘ Ciohhe,
nChelso,
i Scalzi.
S. Maria
Mater
Domini.
In de Scuola de' Mèrcanti treft men ook verfcliei-den fchilderyen van Tintoret, Paul Veronefe eu Palma aan.
De kerk der Servieten heeft goede fchilderyen van Tintoret, en een paar praalgraven van Doges. Hier ligt da, beroemde Fra Paolo Sarpi by het altaar , zonder eenigenbsp;pragt, begraven. De Republiek , welker regten hy zonbsp;wel tegens het Pauslyke hof verdedigd had, wilde hem,nbsp;na zyrt’ dood in ’t jaar 1023. een gedenkteken doen op-rigten. Maar het bleef agter, vermoedlyk om het hof vannbsp;Romen niet te zeer te ftooten. De Raad kieft altyd denbsp;godgeleerden der Republiek uit dit kloofter.
• De aardsvaders hebben te Venetien hunne kerken zo wel als de nieuwer heiligen, onder anderen ook Job. Denbsp;kerk, die hem gewyd is, beroemt zig het lichaam vannbsp;den Euangelift Lukas te bezitten. Men ziet ’er het grafnbsp;van den Doge Mauro, in 1740. overleden, en dat van dennbsp;in’t jaar 1651. te Venetien geftorvenen Franfchen gezantnbsp;d’Argenfon.
II Ghetto of het kwartier der Jooden ligt insgelyks in het noordelyke gêdeelte der ftad. Zy zyn zeer talryk tenbsp;Venetien, hebben zeven Synagogen, en draagen om gekend te zyn een’ rooden hoed.
De Karmelieter kerk I Scalzi.'xi voor het marmer en de fiandbeelden eene der pragtigfte kerken van Venetien. Danbsp;Graaf Covazza heeft de geheele voorzyde van Karrarifchnbsp;marmer doen boinycn, en met ftatues, zuilen, en basreliëfs , ten overvloede , voorzien. Ook mangelt het hiernbsp;niet aan goede fchilderyen van Giorgione, Palma, en Pa-dovanino.
Maria Mater Domini is in ’t jaar 1520. naar ’t ont-\^’erp van Sanfovino gebouwd. Op het hoofdaltaar zie^ men het Lydta in basreliëf, en de twaalf apoftelen va»
-ocr page 221-97
zilver. Ten einde des flinker kruisgangs heeft de oxxamp;eZuidelyk Palma het heilige Avondmaal met fchoone koppen ge^cM-gedeeltenbsp;•^^fd , en Tintoret daar tegens over de vinding vannbsp;J^ruis. De S. Helena is fchoon, en de vrouwen zyn tenger gefchilderd,
De kerk van Ia Carita behoort den regulieren Domhee-^'* Carita. fen van de kongregaiie van Lateraan te Romen. Alexander III. hield zig hier eenigen tyd als Paus op, toen hynbsp;Voor Keizer Frederik vlugtig was. Het altaar van S. Georgius heeft fchoone marmeren zuilen , en de kapel vannbsp;S. Salvator is ryk in porfier en groen marmer, dat ’er alsnbsp;flangenfteen uitziet. De Doge Auguftyn Barbarigodienbsp;jji ’t jaar i486, verkoren werd, ligt hier begraven.
De Scuola grande della Carita verdient wegens een vct-Scuola maard ftuk van Titiaan bezien te worden. Het •vamp;'ihtAamp;ygrande del-de reiniging van Maria; verfcheiden’ hoofden zyn beeldnbsp;lenisfen van toen leeveude perlbonen. Het beeld eenetnbsp;iioerin met eijeren en hoenders is treflyk uitgevallen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Raad
Salute ligt aan ’t einde des grooten kanaals; ’t isz;^ Salute, een pragtige kerk der Padri Somafchi, welke de Raad alsnbsp;eene gelofte na de pefl: van 1630. bouwen deed. Denbsp;eerftefteen werd den 25. Maart, als den dag waarop ooknbsp;een begin met het bouwen der ftad gemaakt zou zyn, ge-*^8d. Men leeft derhalven op de vloer der kerke, dienbsp;konftig met marmer ingelegd is , Unde origo inde Salusnbsp;*•^31. In gevolge deezer gelofte doet de Doge met den
alle de geefllyke orders en broederfchappen, jaar-VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lyka
-ocr page 222-van Few-tien.
Zuidelyke den 21. November, een plegtigen omgang naar deeze gedeelte kerk.
Het gebouw is door Longhena in eenen edelen fmaak ontworpen. De zuilen, die binnen en buiten gebragt zyn,nbsp;doen eene goede werking. Op bet eertte altaar ter regternbsp;hand is de Voorflelling in den tempel van LucaGiordano,nbsp;in een bevallige manier, maar wat rood gefchilderd. Alleen ziet men te veel koppen in ’t profiel. Op het anderenbsp;altaar is de Hemelvaart van den zelven. De fchaduwennbsp;zyn wat hard, en het ftuk komt over ’t geheel niet by denbsp;voorigen. Op het derde de geboorte van Maria, insge-lyks' van hem, met bevallige koppen.
In de fakrilüy heeft Tintoret de bruiloft te Kanaan ge-fchilderd, en daarin het ligt gelukkig verdeeld. Onder de vrouwen hoofden zyn verfcheidene zeer bevalligen; alleennbsp;is ’t jaininer dat de agtergroud zo zwart geworden is. Aannbsp;de zolder heeft Titiaan den dood van Abel, de offerandenbsp;van Abraham, en David, Gode, om het vellen van Goliath een dankoffer brengende, gefchilderd, en het koloriet heeft zig doorgaans voortreflyk gehouden. Een andernbsp;goed ftuk van dien meefter , maar in zyn eerfte manier,nbsp;verbeeldt S. Marcus , Sebaftianus , en eenige anderen.nbsp;Het Marienbeeld op ’t altaar is van het bevallige pen-feel van Alexander Barotari , gemeenlyk Padovanino genoemd.
Boven den ingang der pragtige bibliotheek van ’t kloo-fter ftaan de zonderbaare woorden : Ingeniorum exavia immortalitatem adepta Pofteriiati legatx. Zy is met etly-ke dertig ftatues van kerkvaders en laater' geleerden, alsnbsp;Baronius, Albertus Magnus enz. verfierd. Zy heeft haarnbsp;grootften aanwas aan Nikolaas Bergonzi en Vader Cateri-no Zeno, een broeder van den bekenden digter Apoftolonbsp;Zeno, te danken.
^'Umilta werd den Benediktyner nonnen ingeruimd, Zuidelyk toen in ’t jaar 1606. de Jefuieten uit Venetien '/tidxs'tengedeeltenbsp;werden,alzo zy’t met den Paus,Paülus V.,tegens deRe-'^'f”nbsp;publiek hielden. De kerk heeft goede fchilderyen van^*^^”’
Paul Veronefe, Tintoret en Palma. Inzonderheid bemerkt ^
®en een ftuk met de apollelen Petrus en Paulus, ’t welk Pasfano opzetlyk fchilderde, om te toonen dat hy ook voe-wift te fchilderen. Dewyl hy gemeenlyk, om tyd tenbsp;Winnen, de voeten onder de kleederen verborg, zo gaf mennbsp;^agt;u na, dat hy het deed, om dat hy zig niet betrouwdenbsp;het tekenen van voeten. Maar hier heeft hy getoond,nbsp;deeze befchuldiging niet te verdienen.
Niet ver van de kerk Ia Salute ligt aan de punt van’t ailand het tolhuis, la Dogana di mare, dat in ’t jaar 1682. na.nbsp;gebouwd werd. 'Wy merken by deeze gelegenheid aan,nbsp;dat het woord Dogana, zó wel als het Franfche Dottanne,
Van ’t oude Jtaliaanfche woord Doga afkomllig is, ’t welk aen* ton betekent, alzo de meefte waaren in tonnen ge.nbsp;pakt worden. Het gebouw is van een aartige architek-tuur, en beftaat uit eene kolonnade, waarop een toren,nbsp;en op dien eenige beelden ruften, die een’ grooten vergulden kogel van brons draagen. Op den kogel ftaat hetnbsp;Geluk, dat zig naar den wind , gelyk een windwyzer,nbsp;draait. De vinding is aartig, ftellende de ongeftadige veranderingen des geluks in den koophandel zinnebeeldignbsp;Voor, waardoor, ongeagt alle mooglyke menfchlyke voor-aigtigheid, veele onderneemingen zeer ongelukkig flaagenjnbsp;®u anderen daartegen buiten alle verwagting zeer gelukkignbsp;Uitvallen.
voortreflyke Benediktyner kerk van S. Giorgio Mag-ë'ore ligj nbsp;nbsp;nbsp;tegen de Plaats van S. Marcus over,“^^'^‘^
op een eiland honderd vyf en zeventig vademen lang, waarop niets ftaat buiten de kerk, het kloofter,endedaar-
G 2 nbsp;nbsp;nbsp;tog
-ocr page 224-Zaidelyk belioorende gebouwen. De Doge Memmo fcbonk dit gedeelte eiland reeds in ’t jaar 982. aan de BenediktynenvanMoinenbsp;van Casfino. Het werdt, nevens het groote eiland la Giudec-tten,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jjj .j. venetiaanfche la Zuecca, van het eigenlyke Ve-
netien door het kanaal la Giudecca afgefneden.
De beroemde Palladio heeft de kerk en de geheel van marmer Ópgetrokken voorzyde in ’t jaar 1556. ontworpen,nbsp;Zy is eene der fchoonften, zo niet de voornaamfte kerknbsp;van Venetien, en haare heerlyke ligging geeft der ftad eennbsp;groot fieraad. Het portaal is aanzienlyk, en verfierd metnbsp;een groote en een kleine korintifche order. Daarop ruft eennbsp;pragtige gevel, die met drie liatiies bezet is. T is jammer,nbsp;dat het hoofdgefiel der groote order zig niet beter bovennbsp;dat der kleine verheft. Ook (laat het kwalyk, dat de gevel der kleiner order aan de zydgebouwèn ais door de kolommen, die den hoofdgevel draagen, gebroken wordt,nbsp;en op dezelven leunt. Ook is de hoofddeur te hoog en tenbsp;fmal; des ongeagt blyft het altyd eene fchoone voorzyde.nbsp;De zeven ftandbeelden derzelve zyn van Albanefe van Vicenza. In de tusfehenruiratens der zydgebouwen tusfehennbsp;de pilafters zyn twee praalgraven van een paar Doges, dienbsp;wel hadden mogen weg blyven , alzo zy ’er niet te pasnbsp;komen.
Van binnen is de kerk groot en van een edele gedaante, fchoon het fchip en de koepel wat grooter zouden kunnennbsp;zyn, liet koor is aartig verfierd, de ftandbeelden geevennbsp;het een fchoon aanzien. Het zou zeer wel geftaanhebbennbsp;indien de geheele kerk van dezelve ligt geele kleur was, als denbsp;groote architektuurftukken , die uit een gefpikkeld marmer, Marino Rosfo genoemd, dat fraai in ’t oog valt,be'nbsp;liaan; nu vertoonen zy zig op het witte zo wel niet, D®nbsp;ordonnantie van ’t hoofdaltaar verdient goedkeuring. P®nbsp;vier Euangeliften draagen een kogel, het zinnebeeld der
loi
wereld, waarop God de Vader zit. Het geheele werk is Zuidelyk van brons en door Cainpagna ontworpen. De kerknbsp;ook goede fchilderftukken en eenige graftekens, waaron- '^'f”nbsp;oer dat van den Doge Michiele, die in ’t jaar 1117. verkoren werd, en zig door zyne veroveringen bekend gehaakt heeft.
De eetzaal door Palladio ontworpen is groot en fchoon;
gt;'taar wat ze inzonderheid beziens waardig maakt, is de beroemde bruiloft te Kanaan, een der befte ftukken vannbsp;?anl Veronefe, ’t welk over de honderd en twintig grootenbsp;beelden bevat , en den geheelen agterwand der zaal inneemt. (*) Dit was het eerfte ftuk dat hy te Venetiennbsp;Schilderde , en waardoor hy een groot aanzien verwierf,nbsp;öe mnziekani die op de viool de gambe fpeelt is zyn eigen portrait, de andere met de viool is Ticiaan, de derdenbsp;insgelyks met de viool is Tiutoret, en de vierde met denbsp;fluit in de hand is Basfano. Chrifttts en Maria zyn denbsp;flegtfte beelden , maar de bruid is zeer bekoorlyk. Denbsp;gaflen zitten rondom aan de muuren, en in ’t midden ftaatnbsp;tafeltje voor de muziek. Boven loopt een gallerynbsp;rondom, van waar de toekykers de plegtigheid aanfchou-wen. De architektuur op den agtergroad is niet mindernbsp;fchoon, en doet geen fchande aan dit meefterftuk. Denbsp;blaauwe lugt heeft niets geleden, dat iets zeldzaams is innbsp;de ftukken van deezen meefter. Men ziet overal eenenbsp;menigte van fehoone koppen , waarvan veelen zynnbsp;van toen in ’t kloofter woonende monniken. Op de za-wenftelling zou men over ’t geheel dat kunnen te zeggen
vin-
kaateo
v) lan Baptift Varni heeft dit heerlyke ftuk op twee vellen in fbat gebtagt, Paul Veronefe kreeg ter maar 30D. Veiietiaanfche du-
een vat wyns voor , ichoon hy ’er een geheel jaat aan
102
^uideljk gedeeltenbsp;van Vene-Heti.
vinden, dat zy wat onregelmatig is. De groep der muziekanten is niet genoeg afgezonderd, en maakt wat ver-: warring.
Het kloofter van binnen heeft twee plaatfen, de eene is door Sanfovino , de andere door Palladio ontworpen.nbsp;De laatfte is met gekoppelde ionifche zuilen verfierd ,nbsp;en van een’ edelen finaak. De dubbelde trap is zeernbsp;aartig en van Longhena’s vinding. Boven heeft mennbsp;een heerlyk uitzigt. Het borftbeeld des architekts flaatnbsp;’er by , en men leeft op den wand deeze fpreuk: Fa-;nbsp;cilem babes hofpes afcenfim, ut difcas ad arduos cceli apices inodi'co labore pervenire. De bibliotheek is de aanzien-lykfte van Venetian. Veele boeken zyn van Cosmus denbsp;Medicis afkomftig, die in zyn ballingfchap zig naar Venetian begeven had. De zaal waarin zy (laat is wel niet zeetnbsp;groot, maar wel geè'venredigd; de kaften zyn met ionifche zuilen verfierd, die haar een aartig aanzien geeven,nbsp;gelyk ook de allegorifche beelden daar boven, die op dennbsp;inhoud der onderftaande boeken doelen. Het gewelf heeftnbsp;vyf fchilderftukken van de broeders Lucchefi , leerlingennbsp;van Pieter van Cortona. Aan de eene zyde van ’t kloofter heeft men van een balkon een treflyk uitzigt over danbsp;Lagune. De tuin is groot, en Haat voor ieder, behalvei}nbsp;voor vrouwen, open.
II Reden-tore.
Het eiland Zueeca of Giudecca wordt door het kanaal S. Giorgio van de voorigen afgefcheiden, en heeft buiten denbsp;kerk del Redentore niets merkwaardigs. Zy behoort dennbsp;Kapucynen, en de Republyk deed ze, als eene gelofte nanbsp;de peft van 1576., volgens het plan van Palladio, bouwen,nbsp;De voorzyde is geheel van marmer en van fchoone evenredigheden. Zy’heeft een gevel, en daarboven een at-tjek. Voor het portaal is een trap van zeventien treeden,
-ocr page 227-103
die zo hoog als de voetftukken der zuilen gaan, van den Zuidelyk trap komt men in ’t portaal, boven ’t welk de op kolom gedeeltenbsp;men ruftende gevel weggaat, ’t welk der kerke het aan-zien van een Roorafchen tempel geeft. Het inwendige dernbsp;kerk toont den edelen fmaak des bouwmeefters; alles heeftnbsp;een fchoone evenredigheid, zo wel het geheel t’zamen genomen , als de deelen onder malkander. Palma, Tintorecnbsp;en Basfano hebben verfcheiden’ gedenkftukken van de bekwaamheid huns penfeels in deeze kerk nagelaten. Allenbsp;jaaren den 3. July komt de Doge nevens den geheelennbsp;Raad in een’ plegtigen omgang in deeze kerk , ter ge-dagtenis der peft.
Op den terugweg van deeze kerk kan men eene andere aan geene zyde het kanaal, fchuins over deeze liggende,nbsp;gaan zien. Zy behoort federt het jaar 1Ó21. den Domini-kaanen , maar heet I Gefuati, om dat zy den Jefuleten ƒ Qefuati,nbsp;voor hunne uitdryving in ’t iddp. toekwara. Zy is prag-tig eil ryk. Veele akaaren zyn met het fchoonfle marmernbsp;en jaspis belegd. Ook heeft zy goede fchilderyen. Opnbsp;het eerfte altaar ter regterhand heeft Tiepolo Maria, doornbsp;drie mannen orageeven, waarvan eene het kind Jefiis lief.nbsp;kooft , met een lieflyk koloriet gefchilderd. De bibliotheek van ’t kloofter is zeer aanzienlyk, vooral nu de verzameling des bekenden digters Apoftolo Zeiio, voor eeni-ge jaaren overleden, daarmede vereenigd is.
S. Baftiano ligt wat meer noordwaards als de voorigeg Bafiia-kerk. Zy behoort den Hieronymieten, en verdient wegensKo. de fchilderyen, en het graf van den onder ’t artikel vannbsp;Venetien zo dikwyls genoemden Paul Veronefe, bezogt tenbsp;Worden. Ily fchilderde de fakrifty op zyn vyf en twintig-jaar, en vervaardigde in ’c vervolg ook het gewelf, hetnbsp;otgel, den predikftoel, en verfcheiden’ altaarftukken. Nanbsp;zig hier dus onfterflyk gemaakt te hebben, vond hy hiernbsp;G 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ook
-ocr page 228-O E K
Op zyn graf ftaat
Ztddelyk ook in ’t jaar 1588, zyne begraafplaats. gedeelte niets anders dan:nbsp;van Fene-iiéfi»
Paullo Callictri Feronenfi Pidtori, Natura tsmulo arth miraculonbsp;Superftiti fails Fama viüiiro.
Maar niet ver van het orgel flaat zyn beeld van de hand van Carneri, met een wydlj)opig opfchrifc tot zyn’ lof.
Op ’t koor ziet men van de hand deezes konftenaars een ftuk, verbeeldende S. Marcus en Marcellinns ter dood ver*nbsp;oordeeid. Hun’ moeder wil ze tot afval van ’t geloofnbsp;beweegen, maar S. Sebafliaan vermaant ze tot ftandvaftig-heid. Het koloriet heeft zig wel gehouden. Tegen overnbsp;ziet men ook van hem het martelaarfchap van S. Seba*nbsp;ftiaan, en nog eens dien zelven heilig, met pylen door-fehooten, en aan een zuil gebonden, beiden van een tref-lyk koloriet. Op de deuren van ’t orgel is het bad vannbsp;Bethesda. In de eerde kapel ter regterhand is S, Nikolaasnbsp;van Titiaan *, in de vierde Chriftus aan ’t kruis, en Marianbsp;in onmagt gevallen, van Paul Veronefe. Het hoofd vannbsp;Chriftus is niet edel genoeg, maar dat van Magdalena zonbsp;veel te fchooner. Op de tribune van ’t koor is S. Seba-ftiaan met ftokken geflagen, op natten kalk, van Paul Ve*nbsp;ronefe. Het ftuk is zo frifch niet als de voorigen van hem,nbsp;en heeft veel geleden.
In de eetzaal is een groot ftuk van hem, vertoonende Chriftus by Simon en Magdalena aan zyne voeten. Het isnbsp;zeer zwart geworden. God de Vader en de Zoon, welken Maria kroonen, aan de zolder der ftkrifty, is een vannbsp;eerfte werken deezes meefters.
magdore S. Maria maggiore, in ’t Sefiier di dorfoduro, behoort den Franciskaanen, en is wegens de ark van Noach, die
veel
-ocr page 229-105
veel gekopieerd is, beroemd. Het ftuk hangt op het eer- Xuidel^k fte altaar ter.regter hand. Het is van eene wydloopige g'ct/ee/renbsp;2amenfl:elling, en vertoont eene menigte van dieren,nbsp;ongemeen natuiirlyk en zeer naarflig gefchilderd zyn; het^*^”quot;nbsp;hair , de vederen , alles is op het gelukkigfl: uitgedrukt.
Men vindt ’er wat wanorder in , dog die kan door de voorwerpen ontfchuldigd worden. In het fchip ziet mennbsp;nog vier fchoone fchilderyen , naamlyk de jaargetyden,nbsp;van de zelve hand.
De hemelvaart van Maria op het hoofdaltaar is van Paul Veronefe, en heeft veel geleden, maar anders fchoone koppen, Op de regter zyde bemerkt men in de zydgangennbsp;een S, Jan van Titiaan, fchoon gefchilderd, en een vannbsp;zyne flukken welken men als voortreflyk goed roemt. Mennbsp;ziet te Venetien veele beelden van Madonne, heiligen,nbsp;nonnen, en diergelyken in leevensgrootte, ordentelyk gekleed , en met gefchilderde aangezigten , die voor eennbsp;l'efhebbcr der konft een flegt aanzien hebben, als men zenbsp;niet ter zyne iligting befchouwt.
¦ De ketk van S. Marcus en eenige anderen hebben het fegt van den Paus gekregen, om de groote mis op kersavond twee uuren na zonsondergang te zingen. In dienbsp;van S. Marcus zingen de zangers der groote opera, ennbsp;krygen ’er elk 4. zechini voor. De kerk is dan pragtignbsp;verligt, en verfcheidene honderden van kaarsfen , waarnbsp;mede haar kornis bezet is, worden door een loopend vuurnbsp;van zwaveldraaden in een paar minuuten ontdoken. Denbsp;Hoge en alle de gezanten woonen de plegtigheid by, uitgenomen de Spaanrche,die zig by geene openlyke vertoo-ningen laat zien, om dat de Keizerlyke gezant den rangbo-hem heeft, welke aan des Doge (linkerhand, en denbsp;Pauslyke Nuncius aan zyn’ regterhand zit. By ’t aanvangen der mis gaat de Nuncius op het altaar, begint de mis,
10(5
Eilanden nbsp;nbsp;nbsp;Doge, op zyn knien liggende , antwoordt hem,
van Vene- waarna zy weder naar hunne plaatfen keeren. De Doge tien. heeft veele andere misfen, uit hoofde van geloftens, byte-woonen, ’t welk hem veel tyds wegneemt.
EILANDEN VAN VENETIEN.
Tot nog toe hebben wy het eigenlyke Venetien be-fchouwd. Daar zyn nog meer eilanden, waarvan fommi-gen ook tot de Pad gerekend, anderen alsbyzonderefteden aangemerkt worden. Tot de eerften behoort het eilandnbsp;LaCertofa ¦^f’dries, waarop la Cerlofa of het Karthuizer kloofternbsp;ligt. De Karthuizers beroemen zig, het lichaam van S. Helena , de moeder van Konftantyn den Grooten, te bezitten. De tuinen der Karthuizers zyn ruim. De voornaam-fte familieu hebben hier kleine kamers doen maaken, waarnbsp;zy fomtyds in de ftilte hun godsdienft komen verrigten.nbsp;Op dit eiland zyn zeer veele ovens, waarin befchuit voornbsp;de koopvaardy- en oorlogfchepen gebakken wordt. Opnbsp;het eiland S. Michele woonen de Kamaldolenfers, die eennbsp;voortreflyk koor in hunne kerk hebben. Op het eiland S.nbsp;Nicolo del Lido ligt een Benediktyner kloofter, waarin denbsp;Doge, na het trouwen der zee, elke reis met zyn gevolgnbsp;de mis hoort. Niet ver van daar ziet men kafernen voornbsp;4000. man. Van het eiland Malamocco heeft de haven ooknbsp;dien naam. Twee eilanden zyn met het oude en nieuwenbsp;lazaret bezet, die in pefttyden, en ook anders, om bui-tenlandfche fchepen quarantaine te laaten houden, gebruiktnbsp;worden.
Torcello, Murano, Mazorho , en Burano, zyn vier eilanden , en even zo veele kleine Peedtjes, gebouwd door de gevlugte inwooners der oude fteden Altino en Concordia, wanneer zy zig voor de uit het Noorden komende
107
barbaaren zogten te beveiligen. Van de fpiegelfabriek Kjiegee-
Murano fpreeken wy beneden onder het artikel van denhan-ws'^wom
del van Venetien. nbsp;nbsp;nbsp;” Gene
tten.
regeeringsvorm van venetien.
De Regeeringsvorm van Venetien is federt een geruimen lyd wegens haare fchrandere inrigting vermaard, Wy hebben verfcheiden’ boeken die denzelven befchryven, en ’ernbsp;ftaatkundige aanmerkingen over maaken. (*) Eenigennbsp;fpreeken ’er met een foorc van verrukking van, zo wel alsnbsp;van de ftaatkunde der Venetiaanen; dog zy gaan te ver.nbsp;Ee Abt Richard behoort ook in zyne Reizen onder deezenbsp;bewonderaars van ’t Venetiaanfche zamenftel. Zonder onsnbsp;in wydloopige navotsfchingen daaromtrent in te laaten,nbsp;willen wy den reizenden een kort begrip van den regeeringsvorm, zo veel als men te Venetien zynde daarvan noo.nbsp;dig heeft te weeten, geeven.
Onder alle de ftaaten van Europa is ’er geen die zo volkomen ariflokratifch is als die van Venetien. De opperde inagt is in handen van twee honderd en zes families, dienbsp;zig in vyf honderd en drie en twintig takken verdeden,nbsp;en omtrent uit vyftien honderd Nibili bedaan, die mondignbsp;2yn. (f) Deezen formeeren den groot Raad, il Gran ConfigUo,
be-
{•) Een der befte werken is onbetwiftbaat dat van Amelot de Ia Honsfaye, Wfioire dn Gou-jerntment de Veytife. Paris 1676. in odavo.nbsp;Een lyft van allen die ’er over gefthreven hebben vindt men in *£nbsp;^^^nerario van Vader Coronelli.
(t) Men vindt hunne naamen by malkanderen in het PrmiiomaU ff l’anm, een looit van ftaatsalmanak, genomen uit het zogenaamde Libro d’no, in het welk elke Nobile zyn’ zoon na dcszelfs geboorte moet laaten infchryven, indien hem anders zyne geboorte eitnbsp;?yn adeldom niet betwift zal worden.
-ocr page 232-io8
Regeringsvorm van Fenetkn.
I Pregadi,
begeeven de voornaamfte ampten, maakeii wetten, en veranderen ze als ’t noodig is.
I nbsp;nbsp;nbsp;Pregadi, of de gevvoone Raad, welke de regce'ngnbsp;'waarneemt, beftaat uit zedig Raadsheeren, uit de Procu-ratores en andere magiftraatsperfoonen, die ongevaar ooknbsp;een getal van zeftig uitmaaken. Voor deezeii komt allesnbsp;wat voorvalt, zy befluiten oorlog en vrede. Zy vergaderen driemaal in de week , en worden in den grootennbsp;Raad gekoren. Geen mag ’er beneden de vyf en twintignbsp;jaaren zyn.
Configlii de' Dieet,
II nbsp;nbsp;nbsp;Configlio de' Died of de Raad van Tienen is een ont-zaglyk en geheim gerigtshof, dat voor de veiligheid desnbsp;Staats zorgt, alle misbruiken fpoedig ftraft, en de misdry-ven van Staat onderzoekt, zonder dat zy iemant, wie OOk,nbsp;rekenfehap van hun gedrag behoeven te geeven. Deezenbsp;Raad verkiert drie Inquifiteurs van Staat, welke de geheelenbsp;magt van den zelven oeffenen. Toen zy in ’t jaar 17Ö1.nbsp;een Avogador of Voorrtander des volks, met naame Qui-rini, in hegtenis deeden neemen , onftonden ’er over ditnbsp;geregtshof en de drie Inquifiteurs groote oneenigheden ,nbsp;men wilde hun gezag binnen naauwer paaien brengen ;nbsp;maar op. den 16. Maart i'öa. wierd op nieuws befloten,nbsp;dat zy hun’ voorige magt behouden, en zig maar niet innbsp;borgerlyke of rtrafbaare zaaken, die voor andere magiftraatsperfoonen behooren, mengen,en den Avogadori,in ’toef-fenen hunner magt tot handhaaving der wetten, niet hin*nbsp;dedyk zyn zouden.
Het ontzag en de vrees voor deezen Raad is door dit bertuit zeer verminderd. Ook hebben de fekrecarisfen desnbsp;Raads in lang na zo veel invloeds niet meer. Hunne poften waren voorheen van zeer veel gewigts, maar vielennbsp;jn ’t jaar ipdi. eensklaps, toen bellooten werd, dat denbsp;fekretarisfen der andere kollegien by de ry af die poftet?
be-
109
bekomen zouden. Tot Inquifiteurs van Staat neemt men Regeringi-altyd fchrandere lieden van zekere jaaren, wanneer geraoedsbeweegingen niet meer zo heftig zyn, en zy zignbsp;niet meer zo ligt door vooroordeelen en overyling laatennbsp;wegfleepen. Dus zal men zelden hooren,dat zy een misbruik van hunne groote magt maaken.
II pieno Collegia ontvangt de voorflagen der Gezanten ZTili pUn» Vreemde hoven en de vertoogen der onderdaanen , mCtllegio.nbsp;maakt de zaaken klaar eer zy voor de Pregadi komen. Hetnbsp;bedaar uit den Doge, zes Raaden, Capi di quaranta, zesnbsp;Savi del Configlio, zes Savi di Terra firma en anderen.
De voorflagen der Gezanten worden daar op een’ zonderlinge manier voorgefteld. Als een van hun iets heeft voorteflaan , komt zyn Sekretaris aan de deur der zaal,nbsp;vvaar dit kollegie alle ogtenden vergadert. De Fante ofnbsp;Opzigter wyft allen dea Raaden hunne plaatfen aan op eenenbsp;zyde, en den Sekretaris de zyne geheel alleen op de andere, en neemt daarop zyn papier, ’t welk hy aan den Raadnbsp;brengt. Dan gaat hy weder naar den Sekretaris, met antwoord , dat de Raad de zaak in overweeging neemen zal,nbsp;waarop de Sekretaris vertrekt. Benige dagen daarnanbsp;brengt de Sekretaris van ’t kollegie den Gezant een kortnbsp;mondelyk antwoord, ’t welk die, als hy wil, zo als hetnbsp;Wordt nitgefproken kan doen opfchryven, maar nooit eennbsp;fchriftlyk antwoord.
By byzondere gelegenheden hebben de Gezanten fomwy-len verzogt, dat de Republiek kommisfarisfen benoemen Zoude, om te handelen. By voorbeeld, toen de Koningnbsp;quot;''ïn Frankryk den twift tusfchen de Republiek en dennbsp;Paus wilde bemiddelen, had de Gezant drie mondgefprek»nbsp;ben met de Senatoren, maar egter in het Servieten kloo-Somtyds hadden de Gezanten iets aan de Inquifi-teurs van Staat te berigteii, en gaven hun’ gefchriften
aan
-ocr page 234-110
Regee-
van Fene-Hen,
aan derzelver Sekretaris, dog die protefteerde altyd , ringsvorm dat hy ze in ’t vuur werpen, en zyn’ meefters ’er nietsnbsp;van zeggen zou. Een geeftelyke, die zig met de Inqui-fiteurs verfiond , bragt hun dan het antwoord , opnbsp;dat het niet fchynen mogte , dat zy zelven ’er een gaven.
Be Boge.
De Boge zit voor in de drie kollegies, en is het hoofd der Republiek, Hy heeft de eer van een vorft, zondernbsp;zyne raagt te kunnen oeffenen. (*) De Raad regeert innbsp;zyn naam. Zyn rang is zeer hoog, dog hy is in de daadnbsp;meer onderworpen dan anderen. Met al zyn’ uiterlykeiinbsp;glans is hy zeer afhanglyk , moet een ingetogen leevennbsp;leiden , altyd zeer op zyn hoeden zyn, en dulden dat mennbsp;zig geftadig tegen hem kante. De raagt van den Doge isnbsp;tegenwoordig een bloote fchaduw. Het eenige voorregtnbsp;dat hy heeft is, dat hy in de drie opgenoemde kollegiennbsp;het geen hy voortedraagen heeft zelf kan voordellen , zonder daar van te vooren met de Savii over te fpreeken. Maarnbsp;het geen niet van hem zelven komt, moet eerft den Saviinbsp;bekend gemaakt worden; en fchoon zy den Doge al nietnbsp;beletten kunnen, eene zaak in de kollegies voortedraagen,nbsp;kunnen zy hem egter, als zy daarover misnoegd zyn, genoeg plaagen, met te beletten dat ’er over geftemd worde , of wanneer de zaak al doorgegaan is, te maaken datnbsp;zy tot nadere overvveeging uitgefteld worde. Het geldnbsp;wordt met den naam van den Doge getekend, maar zonder zyn beeldtenis. Alleen (laat ’er een Doge op, voornbsp;S. Marcus knielende, om aantewyzen, dat de Doge, alsnbsp;de eerde onderdaan der Republiek, die onder het beeldnbsp;van Marcus voorgefteld wordt, aan te zien is.
Be
(*) Men zegt daarom van hem: Eft Rex in pnrfura, Sinatcr in r*' riap in Urbe ca^tivns, entra Urhem
-ocr page 235-iir
De verkiezing des Doge gefchiedt met veel omftandig-jïe^. heden. De groote Raad vergadert, en ’er worden zo vee ringsvormnbsp;Je kogels als ’er Senatoren tegenwoordig zyn, in eennbsp;gelegd: zy zyn wit, behalven dertig die verguld zyn. Dienbsp;de laatften bekomen, gaan in een byzonder vertrek, en verbiezen negen Nobili, welken weder veertig , en deezenbsp;veertig weder twaalf, deeze twaalf weder vyf en twintig,nbsp;deeze vyf en twintig weder negen , deeze negen wedernbsp;Vyf en veertig, deeze vyf en veertig weder elf, en einde-lyk deeze elf weder een en veertig Nobili verkiezen, ennbsp;deezen zyn de eigenlyke verkiezers. Alle deeze verkiezingen gefchieden door de Baliotazioneis met goudennbsp;®n witte kogels,en zyn zo menigvuldig om alle kuiperyennbsp;voortekomen. Egter zyn het in de daad maar plegtighe-den, want men weet gemeenlyk van te vooren wie Dogenbsp;Worden zal.
Deeze een en veertig worden in een vertrek van het Paleis, gelyk de Kardinaalen in ’t Conclave, opgefloten, en ’er niet uitgelaten voor dat de verkiezing gedaan is. Ooknbsp;quot;'ogen zy met niemant fpreeken. Dit duurt egter gemeen-’yk niet lang, dewyl men meeften tyd reeds van te voorennbsp;quot;'et malkander eens is. De verkoren Doge moet van denbsp;een en veertig ten minften vyf en twintig Hemmen hebben.
I'aarna wordt hy openlyk op de trappen van ’t Paleis gecroond, en door het werkvolk uit het arfenaal op eenma-t'hine , il Pozzo genaamd , op de Plaats van S. Marcus totid gedragen, by welke gelegenheid hy geld onder hetnbsp;'’olk Hrooit.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Niemant van de familie des Doge mag in den Raad zyn, quot;'^genomen die hem ’t aller naait is, welke daar ook naaitnbsp;, maar niet Hemmen mag. Ongeagt alle deezenbsp;ongemakken is nogthans de verblindende fchyn der eerenbsp;y de meeften kragtig genoeg, om deezen poll als een
groot
-ocr page 236-112
Regee- groot geluk aantezien, en ’er naar te wenfchen, Eenigeo ringsvorm zyn’er egter, vooral in de familie van Cornaro, geweeftrnbsp;van Vene- ’gj 2ig gezogt hebben aan te onttrekken, maar niemanr,
tiêfi
dien men denkt byzonderlyk tot deeze hooge waardigheid gefchikt te zyn, wanneer hy tegen zyn’ wil verkoren is,nbsp;mag die van de hand wyzen, onder ftraffe van verbeurd-verklaaring zyner goederen. Ook kan men ze niet neder-leggen, maar wel afgezet worden.
Savii.
Op de drie kollegies en den Doge berufl: de bezorging van alle de zaaken der Republiek. Buiten die zyn’er zeSnbsp;Savii, als raadgeevers van den Staat, die de zaaken van tenbsp;vooren in order brengen, en klaar maaken om voorgefteldnbsp;te worden. Ook zitten zy voor, dog hun ampt duurt nietnbsp;langer dan zes maanden. Elk van hun heeft beurtelingsnbsp;zyne week, wanneer aan hem alle gefchriften, vertoogen,nbsp;en diergelyken ter hand gefield worden, en, na ze doorgelezen te hebben, brengt hy ze in de vergadering der Savii. Als de zaaken twylFelagtig zyn, volgt men gemeen-lyk zyn gevoelen, dewyl hy de zaak als verflag doendenbsp;het beft begrypen moet. Gevolglyk heeft de Savio van denbsp;week den meeften invloed op de zaaken der ftad, gelyknbsp;de Raadpenfionaris in Holland. De Raad verkieft de Savii , en deeze befchryven wederom de vergaderingen de®nbsp;Raads,
De regeeringsvorm van Venetien is de oudfte, die z® lang onveranderd de zelve gebleven is. Somtyds zynnbsp;partyfchappen ontftaan, dog, tén deele de verftandigenbsp;rigting , wyl de eene hand altyd door de andere als g^'nbsp;bonden wordt, en ten deele het karakter der Venetian'nbsp;nen, dat zo heftig niet is als dat der andere Italiaaneti»nbsp;heeft gemaakt , dat die aanhangen altyd op niet uith®'nbsp;pen. Venetien heeft zyne vryheid behouden , daar do
zig fchrander denkende Florentynen, die op de in hunne ê^'
dagte
-ocr page 237-iiS
öagte koelzinnige Venetiaanen mee veragting af zagen, de Regee-hunne verloren hebben. Amelot de la Houslaie heeft over het beft gefchreven, en de Venetiaanen zelvennbsp;. hem maar van weinige misflagen befchuldigen. On-^ertusfehen vindt Montesquieu veel op de Venetiaanfchenbsp;ftaatsgefteldheid te berispen. Zy zyn, by voorbeeld gt; veelnbsp;te veel voor hunne inrigcingen ingenomen , en hebben nognbsp;^e zelve grondregelen welken zy aankleefden, toen zy nognbsp;^oor den bloeyendften handel ryk en magtig waren, daarnbsp;®gter hun toeftand, federt het voeren van den handel opnbsp;^ndien door andere volken, en ’t verlies van Candia ennbsp;^orea, zeer veranderd is. Te Venetien kan niemant doornbsp;i^ykdom of fchranderheid groot worden , als hy niet vannbsp;®del is , waardoor de moed en de nayver worden uitge-'^'ufcht. Alleen kan men, als de Staat in zwaare oorlogennbsp;ingewikkeld is , den adelftand voor groote fommen koo-pen; verdienften doen niets hierby.
beroemde Maffei, die zyner geboorteplaats Verona 20 groote dienden gedaan heeft, en een man was van zonbsp;groote verdienfte, werd llegts voor een liohik di Terranbsp;firma gehouden, dat is voor een’ edelman uit het gebiednbsp;tier Republiek. De Venetiaanfche Nobili doen altyd dertnbsp;iandedellieden hunne meerderheid gevoelen; indiendelaat-ften niet ryk zyn, en gevolglyk de eerften hen niet vannbsp;'ioen hebben, moeten zy zig zeer onderdaanig betoonen,nbsp;en byna voor hun kruipen. De magt des adels heeft ooknbsp;invloed op de borgerlyke verfchillen, ten minften valt hetnbsp;cen’borger altyd bezwaarlyk ,eene zaak tegens een edelmannbsp;'ioortezetten. Ondertusfehen is egter de borger aan dennbsp;3del verbonden, alzo ieder gemeenlyk een of twee patvoo*nbsp;nen heeft, wier hulp hem noodig is, en welken hy ge-volglyic ontzien moet.
Zelfs onder den adel mangelt het aan nayver. De ge-
Regee-
van Fcne
Hen,
lyklieid van ftand is wel de grondpilaar des Repiibliekyn* ringsvnrm fchen regeeringsvorms , maar zy vindt te Venctien flegtsnbsp;in kleinigheden , niet in hoofdzaaken plaats. By voorbeeld, een nieuw edelman verwerft nooit een gezantfchap,nbsp;hoe veel’ verdierrften hy ook hebbe, en iemant uit den ouden adel zelfs niet ten zy hy zeer ryk zy. Om Procuratornbsp;te worden moet men ryk zyn, en ’t begint moeilyk te vallen , diergelyken altyd onder den ouden adel te vinden,nbsp;waarom men fomtyds genoodzaakt is,’er uit den nieuwennbsp;te neemen. Deeze inrigting wasgoed, zo lang Venetiennbsp;nog buitenlandfche bezittiageii had, waar. zig de gouverneurs eerd verryken, en dan terug gekeerd groote verkwi-Hingen by het bekleeden der eerde poften maaken konden.nbsp;Maar nu , daar men zulke bezittingen niet meer heeft, eilnbsp;de ampten te Venetien ook naauwlyks zo veel opbréngen,nbsp;dat een edelman zonder middelen, gelyk demeeftentegenwoordig zyn, met gevoeglykheid daarvan leeven konne,nbsp;inoeften’er andere fchikkingen gemaakt, en de zulkenniecnbsp;gedwongen worden, om den magtigenfamilientebehaagen,nbsp;door welker toedoen zy de eerampten verkrygen, veelenbsp;onkoften te maaken. Voorheen had de adel belang in denbsp;fchepen welken de kooplieden naar de Levant zonden,nbsp;fomtyds zelfs in hunne kommisfies of anderfins, en vet-kréegen daardoor groote rykdommen; niaar tegenwoordignbsp;wil de liandel der Veiietiaanen weinig meer zeggen, ennbsp;het kleine getal edellieden,die nog onder de hand incoift-pagnie met de kooplieden doen, winnen ’er weinig mede.
Procura-
tori.
Zulken die ryk zyn hebben hoop met den tyd Gezant, en cindelyk Procurator di S. Marco te worden. De plaatsnbsp;van Procurator is voor het uiterlyke aanzienlyk, niettemitinbsp;geeft 'zy weinig iuvloeds, en re\fs geen’ ftem in den gtooquot;nbsp;ten Raad. Veelen befluiten hun gezantfchap met hetainP*-
van Bailo of gezant aan het Turkfche hof, en daarna bc*
ko-
-ocr page 239-komen veeien, als zy uit een oud huis en rykzyn, laRegei-vefte di Procuralore, gelyk men ’t noemt. Maar de poft van Procurator niets opbrengt, en veele onkoftennbsp;ter oorzaake van de menigvuldige feeftea j die men by hetnbsp;aankomen geeven moet, vordert ^ onttrekken ’er zig denbsp;oude familien dikwyls aan, en men moet ’er veeltyds ry-ken van nieuwen adel toe neemen, al hebben zy geenenbsp;Verdienfte.
Een andere misflag in de Venetiaanfche flaatknude is, dat men de gezanten alle vier jaaren verandert, in plaatsnbsp;Van dikwyls met onderfcheid daar in te handelen. De Procurator Emo, een man van groote eigenfchappen, was innbsp;een’ tyd van onruft, toen de beroemde Kupergli Groot Vi-
te Konftantinopolen was, gezant of Bailo aldaar, de Vifir beminde hem zeer, en zeide ten einde zyner vier jaa-ren tot hem, „ de Raad moeft bedenken dat ik u bemin*nbsp;ne, en dat uw’ tegenwoordigheid hier veel nuttiger is dannbsp;te Venetien of ergens anders •, hy moeft u hier laaten. „
Maar Emo moeft vertrekken, dewyl het de oude wetten 20 beveelen. Wat gebeurde ’er ? Emo was niet lang tenbsp;Venetien geweeft, of ’er ontllond een oploop in’t arfe-naal, waarby verfcheiden Turken orakwamen, en de Republiek was genoodzaakt, den Procurator Emo als buitengewoon’ Gezant naar Konftantinopolen te zenden,
Waar hy door zyne tegenwoordigheid , en zonder groote ¦gefchenken ae doen , eene zaak byleide, die den Staatnbsp;ten uiterften onaangenaam en gevaarlyk had kunnen worden.
De titel van Ridder der gouden Har is blootlyk judders *er, welke niets opbrengt,en ook nergens eenigen invloedgoudennbsp;op heeft. Daar zyn ’er twintig, en vier plaatfen zyn alnbsp;tyd in de vier families van Morofmi, Contarini, Rezzoni-^0» en Quevini erflyk.
Regee-
rmgivorm regeering hebben willen, maakt dat men dikwyls verande-vanFem nbsp;nbsp;nbsp;beampten maakt, dat ’er altyd veelen zyndie’er
tien.
De groote menigte van edellieden, die allen deel aan de naar liaan, en dat* telkens veele kuiperyen in ’t werk gefield worden. De follicitanten moeten zig door hun ge*nbsp;drag by de meeften bemind weeten te maaken, en de ry-ken zorg draagen, van de armen, wier getal het grootftenbsp;is, niet voor het hoofd te ftooten. Zelden vraagen tweenbsp;uit de zelve familie het zelve ampt, maar gebeurt dat, zonbsp;bejegenen zy zig altyd met alle beleefdheid, en zyn dennbsp;volgenden dag, als de verkiezing gedaan is, weder goedenbsp;vrienden, ten minften voor het uiterlyke, alzo de familiesnbsp;malkander beftendig en by alle gelegenheden noodig hebben.
Wanneer men op een Gezant of Nobile, die een voor* naam ampt bekleedt, misnoegd is, wagt men, tot datzynnbsp;tyd om is, en zendt hem dan als gouverneur naar eenenbsp;kleine ftad, ’t welk zy voor een foort van ftraf en eennbsp;grooten fchimp houden. Het is niet genoeg om zig aanhang te maaken, dat men eerlyk en volgens de wettennbsp;handelt , men moet zig ook naar de oude gewoon-tens rigten. Een zeker opzigter der wegen en bruggennbsp;wilde zyne eerlykheid toonen , en bragt meer dan ge-woonlyk in ontvangft, maar werd daarvoor tor amptmannbsp;van een kleine plaats aangefteld , omdat hy iets byzondersnbsp;daarin gezogt, en der Republiek een klein inkomen ver-¦fchaft had, ’t welk zyne voorgangers altyd voor zig be-ho,uden hadden.
Een der befte middelen om gezag in den Raad te kry-gen, is de welfpreekendheid. Daar zyn ’er altyd eenigen in, die zig daardoor eenen aanhang maaken, en dus hetnbsp;meeft te zeggen hebben. Als icmant by eene zekere gele'
genheid zyne fterkte in de welfpreekendheid getoond ef
117
ïiff doen onderfcheiden heeft, word’er dien avond en een/j#^^^ dag of twee daarna in alle gezelfcbappen van gefproken.gt;‘*^wr«»nbsp;Andrea Tron wordt tegenwoordig voor den fterkften rede-^^?”^^”^nbsp;naar van Venetien gehouden. In de groote vergaderingennbsp;Van den Raad zoeken zy inzonderheid hunne gaaven tenbsp;tooneu. Sommigen mengen Griekfch en allerlei geleerdheid in hunne redenvoeringen , en neemen daarby een’nbsp;byzonderen nadruklyken toon aan, die van de fpaaak innbsp;’t gemeene leeven zeer onderfcheiden is. Anderen fpreelt;nbsp;ken zeer lang ; in ’t jaar 1761. hield een zekere Procu,
Tator Morofini een redenvoering van agt uuren zonder op-tehouden.
De pleidooyen der Advokaaten te Venetien zyn fomtyds met groote vlyt uitgewerkt, maar veelen hebben ’er won- ten.nbsp;derlyke gebaarden by. Zo lang zy de zaaken zelven voor-draagen fpreeken zy ordentelyk , maar als het aankomtnbsp;om party te w^ederleggen , geraaken zy in vuur, fchreeu-wen, maaken heftige beweegingen naar alle kanten, ftam-pen met de voeten, flaan zig op de borft, en doen zulke ontzaglyke uitroepingen , dat een vreemdeling bennbsp;«iet zonder lacchen kan aanzien. Egter zyn ’er ook veelen die zig binnen de paaien van welvoeglykheid houden, fchoon de meeflen zig als pantomimes of ariequiusnbsp;aanftellen.
De Avogadori zyn als de voordanders des volks, Avogadtfi, lyk by de Romeinen de Tribuut plebis. Zy moeten denbsp;klagten van het volk hooren , en zig die aantrekken.
Daar zyn ’er drie, die alle weeken malkanderen afwis-felen.
Men telt te Venetien vyf geregtshoven, voor de Ceregis-ken de regtzaaken gebragt worden, i. De Quarantiahoven. crtminale doet regt over moedwillige misdryven , welkennbsp;de Avogadoti moeten aanbrengen. Zy voert den titel van
Serenisjtma SigmHa, heeft in de vergadering der Pregadi maar een beraaddaagende ftem, en de byzitters daarvannbsp;hebben een plaats iq ’t Configlio. Drie zyn ’er die in dennbsp;naam des Doge voorzitten. 2. De Quarantia civilvecchianbsp;doet regt over zaaken boven de 800. Venetiaanfche du-kaaten, zy mogen borgerlyk of ftraffelyk zyn; ook overnbsp;de beroepen in regtsgedingen komende van het vafte land,nbsp;De Raaden worden alle zes maanden veranderd. 3. Denbsp;Quarantia civil nuova doet regt in buitenlandfche regtsgequot;nbsp;dingen , beloopende meer dan 8oq. dukaaten. 4. Voornbsp;het Collegia de vinti behooren alle borgerlyke zaalten dienbsp;tusfchen de 400. en 800. dukaaten bedraagen, en de ftraf-felyke zaaken , welken de Avogadoti ’er voor brengen,nbsp;5. Het Collegia de' dodici beoordeelt alle zaaken onder denbsp;400. dukaaten. Wie zig een begrip wil maaken van denbsp;Venetiaanfche wetten, kan de fchriften van den Procurator Giuiio Giuftiniani en den Senator Giovanni Battiftanbsp;Doim naleezen, die ze op bevel des Raads in order brengen en uitgeeven moeten.
Jnkomflen en krjgs-mast.
De Abt Richard fchat het inkomen der Republiek op twintig roillioeneu Franfche ponden, (J') anderen maakennbsp;ze byna eens zo groot. Daar alles te Venetien een geheim is, kan men ’er bezwaarlyk iets van valiftellen. Zynbsp;komen ten deele van de in de ftad en het gebied der Republiek op uitgaande en inkomende waaren geftelde tollen , ten deele van de tienden en andere foorten van be-laftingen, Op de landeryen op het vafle land, waarvannbsp;egter een Nobile di Fenezia niets bezitten mag, zyn by-Zondere ongelden gelegd. Het verkoopen van ’t zout vannbsp;Ghiozza en Corfu brengt alleen omtrent de 800000. Duit-
fche
Omtrent tien miUioenen HoIIandfche guldens.
-ocr page 243-119
ftfee daalders op. Het verkoopen van de olie te Corfu '^^Regee-ook zeer aanzienlyk, De Republiek kan vyf en twintigmj^swm duizend man onderhouden; egter heeft zy in vredenstyden^'f”nbsp;tsauwlyks vyf of zes duizend man, om degrensplaatfen tegen de Turken en naar den kant van Milaan .te bezetten.
Het krygswezen is op een’ elendigen voet. De onderofficiers verdaan den dienft volflrekt niet, en krygen de poften door de voorfpraak van ’t eene of andere magtige huis,
Zonder zig verders om den dienft zeer te bekommeren. De foldaaten weeten weinig van den wapenhandel, uitgenomen eenige Sklavoniers en overloopers uit vreemde dien-fien. Ondertusfchen zyn de boeren op het vafte land allen gewapend. Men ziet dikwyls de herders, bloot voets,nbsp;maar met het geweer op den rug, de fchaapen weiden.
Hog dit is veeleer een gebrek in de ftaatkunde, en veroorzaakt veele misbruiken.
Zo lang de Republiek by den grondregel blyft, van de Nobili van den dienft aftehouden, zal zy ook flegte troepen hebben. Men geeft het bevel over de krygsmagt ge-meenlyk een’ vreemdeling, uit vrees dat een man van eennbsp;regeerende familie daardoor te magtig worden mogt’.
Maar wat kan een veldheer uitregten, die van de Vene-tiaanfche krygskoramisfarisfen afhangt, welken niets van den dienft weeten , en egter zyne onderneemingen moeten beftieten?
VAN DE ZEEDEN EN GEBRUIKEN TE VENETIEN.
De adelt
De adelyke families zyn gedeeltelyk zeer oud. Daaronder zyn ’er voornaamlyk twaalf, die men met de twaalf Apofteien vergelykt, en die van de twaalfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;of voor-
llandets des volks afftairimen, welken in ’t jaar öpy. den eer-H 4 nbsp;nbsp;nbsp;ftcn
-ocr page 244-120
Zeeden en nbsp;nbsp;nbsp;verkoozen. Zy zyn, Badoer, Contarini, Mo-
te Fène
tien.
gehruiken rofini, Tiepolo, Michiele, Sanudo, Gradenigo, Memo, Palier, Dandolo, Barozzi en Polano, welke laatfte fami-milie voor eenige jaaren is uitgeftorven. (*) Onder dee-zen is de familie van Badoer de oudfte, en die van Contarini de uitgebreidfte, welke ook van ouds af de meeftenbsp;hooge poften bekleed heeft.
Buiten deezen zyn ’er nog de Giuftiniani, Cornaro,Ct) Bragadino en Bembo , welken men de vier Euangeliftennbsp;noemt. De Venetiaanen verheffen zeer zelden eene familie tot den adelftand. Hoe hoog zy die eer fchatten, isnbsp;daaruit afteneemen, dat zy Koning Henrik III. toen hy uitnbsp;Poolen naar Frankryk ging, om bezit van de kroon te nee-men, Nobile di Venezia verklaarden. Eenigen buitenland-fchen véldheeren over hunne troepen, en Pauslyken nee-ven, is die eer ook wedervaaren.
Geduurende de oorlogen regens de Genueezen en Turken zyn veele ryke familien tot den adelftand verheve'n, welken in de Hertoglyken en Nieuwen verdeeld worden.nbsp;De eerften worden zo genaamd, om dat zy, in de jaarennbsp;1450. tot 1620. toe, een overeenkomft onder malkanderen gemaakt hadden, van nimmer eenen Doge uit de oude ge-Aagten te neemen. Zy verkooren liever fomtyds een’ Doge uit een’ nieuwe familie, om ’er maat geenen uit de ouden te krygen. Eindelyk egter drongen zig in ’t jaar 1620.nbsp;de oude familien weder in, en federt dien tyd zyn’er vee*nbsp;len uit gekozen geworden.
De Veneiiaanfche familien leeven meerendeels zeer vreedzaam
{*) Over de Venetiaanfche familien handelt Vader Kafimit Fte-(chotti, in Tregl della Nobïlta Veneta.
(•) Uit het huisCotnaro was de beroemde Koningin van Cyprus Tan dien naatn.
-ocr page 245-121
*38111 met malkanderen. (?) Na den dood der ouders nbsp;nbsp;nbsp;«A
^lyven de broeders en zufters by malkander woonen, zon- gebruiken ^2r eens het goed te deelen. By voorbeeld, voor eenige^*^^**nbsp;jaaren, en diergelyke gevallen gebeuren dikwyls in veelenbsp;adelyke familien , ftieif de oude Mocenigo, nalaatendenbsp;^rie zoonen en twee dogters. Eene dogter ging in ’tnbsp;^loofter, de andere trouwde in eene uitgebreide familie,nbsp;daardoor haare broeders veele Hemmen by’t verkiezen vannbsp;apiptenaars wonnen ; zy bekwam een’ zekere fomnbsp;een uitzet, en deed van ’t overige der erfenis afrtand.
^e drie broeders bleeven in ’t zelve paleis woonen, de»
quot;'yl de paleizen gemeenlyk zo ruim zyn, dat verfcheideti huisgezinnen , zonder malkanderen te hinderen, t’zamennbsp;'''oonen kunnen. In zulk een geval worden de goederennbsp;dikwyls door een boekhouder beftierd, die hun rekeningnbsp;doet, en ieder alle maand zo veel als hem toekomt, voornbsp;hem en zyne bedienden, uitdeelt. Maakt iemant fchul-den, zo is ’er zyn aandeel aan den gemeenen boedel voornbsp;'herbonden, en zyn maandelykfch inkomen, la Merzata^nbsp;avordt ’er door verminderd.
Gemeenlyk trouwt ’er maar een uit de familie, en zyn’ broeders (laan hem een grooter gedeelte der erfenis af. Be-hleedt een van allen een poft die veel gelds kon:,by voorbeeld
(*) Voot omtrent vyfiien jaaren (chreef een zekere Paslêroni een sedigt, dat, onder den titel II Cicerone, in twee deelen, een’ aartignbsp;hckelfchrift en veel waarheids omlient de zeeden der Venetiaanennbsp;hchelft. Het is aangenaam om te Icczen , des het ook met grootnbsp;genoegen ontvangen werd. Een ander in zyn foort tteflyk gedigt,nbsp;vol van fyne wendingen, heeft de Abt Parrini op de ledigloopendcnbsp;jonkeitjes, die hun tyd met opfehikken, lediggaan en kleinighcdeanbsp;dootbrengen, gemaakt. De titel is, ll Matthto, poëmetto in Venezianbsp;gt;76?. Het is tymioos, maat, tegen den fmaak der meefte Italiaa-oen, lugtig OQ vloeyend, zonder veel gezagten geeft, gctchicvea.
X92
te Vent-tien.
Zeeden é«bee!d een gezantfchap , zo wordt, het geen hy meer dan gebruiken zyn deel uit de gemeene inkoinften van nooden heeft,uitnbsp;de gemeene inkomften genomen. Tot deeze eensgezindheid worden zy als gedwongen, om dat zy veele ftemmennbsp;by de verkiezingen, en dus een’ grooten aanhang, noodignbsp;hebben. Zulke begrippen vinden genoegzaam in alle denbsp;families, van de rykllen tot de armllen toe, plaats. Vee-len, die vermogen hebben, en zig op een andere vvys verheffen willen, onderhouden ieraant uit de familie buitenslands met groote kollen; by voorbeeld, als prelaaten tenbsp;Romen, of in nunciatuuren, op dat hy met de tyd eensnbsp;Kardinaal worden, en zyn geflagt verheffen moge.
Veele Nobili zyn zeer arm , en kunnen derhalven om geen trouwen denken. Om die reden ziet de Republieknbsp;niets eens gaarne, dat al te veelen zig in den egt begee-ven, al was het zelfs, dat zy ’er gelegenheid toe hadden,nbsp;alzo de kinderen onmooglyk, als het zamenllel van Staatnbsp;20 blyft, aan den koll komen kunnen. De groote Raadnbsp;keurt zeer zelden een huwlyk goed tusfchen een Nobilenbsp;en eene borger juffrouw, CUtadina, al is zy ryk, en, als-dat niet gefchied, kunnen de kinderen uit zulk een huwlyk gefproten (legts zekere goederen erven, de anderennbsp;vervallen aan de zydiinien. Zelfs zyn de kinderen nietnbsp;van adel, fchoon de Abt Richard het tegendeel, maar vet-keerdelyk, zegt.
Te Venetien zyn veele Nobili die groote inzigten heb* ben, en bekwaamer zyn dan zy welken openbaare poffennbsp;bekleeden, dog een (lil ampteloos leeven verkiezen. Overnbsp;’t algemeen verftaan de Nobili de belangen der vreemdenbsp;natiën wel. Zy hooren tweemaal ter weeke de berigte»nbsp;der vreemde gezanten, en wat daarop geantwoord wordt,nbsp;leezen, en weeten dus wat ’er omgaat. Een gezant nioet
altyd by zyne terugkomft wydloopig verflag doen, was*quot;'
ia
-ocr page 247-123
In hy naauwkeurig rekenfcbap moet geeven van den toe-Zeeden en. Hand der krygsmagt, de gefteldheid van ’t hof en de gebruikennbsp;ftaatsdienaars, hunne karakters, de ftaatkundige belangennbsp;van ’t hof dat hy verlaat, hoe daar de zaaken verhandeldnbsp;Worden , en van alles wat geduurend zyn gezantfchapnbsp;merkwaardigs is voorgevallen.
De jonge adel krygt meerendeels eene goede opvoeding.
Zy worden gemeenlyk op de hooge fcliool te Padua, fom-tyds ook wel buitenslands , gezonden. Tot hun vyf en twiniigfte jaar , wanneer zy het Raadsheerlyk kleed aannbsp;krygen, vergaderen zy by den een’of ander’ ouden Raadsheer , waar zy in de wetten van ’t land onderwezen worden, en zig in ’t fpreeken oeffenen. Men doet hen verlt;nbsp;handelingen over ftaatszaaken opftellen, op de buitenlandfchenbsp;herigten der gezanten antwoorden, en bereidt ze op dienbsp;Wyze voor de bezigheden, op dat zy als bekwaame mannen in ’t kollegie der Pregadi verfchynea mogen.
Vreemdelingen vinden te Venetien zo veele gezelfchap-^,^^^^ pen niet als in andere Italiaanfche lieden. De Nobili [cba^pcn,nbsp;zeerbefchroomd om met de vreemde Gezanten omtegaan. Zynbsp;komen niet by malkander, ja vermyden dikWyls zelfs een’
Gezant op een’ derde plaats te fpreeken, om alle verdenking voortekomen van met hem in verltandhouding te zyn. k^oor etlyke jaaren had de Napolitaanfche Gezant eene Ve-“etiaanfehe vrouw getrouwd, welke veel met haare bloedverwanten verkeerde, maar hy zelden, en als hy ze gingnbsp;bezoeken, zo gefchiedde het heimlyk en met groote behoedzaamheid.
Dit vermyden der Gezanten door de Nobili komt alleen nbsp;nbsp;nbsp;*
Van een oud gebruik, want de tyden dat de Gezanten oproer verwekken kunnen, gelyk de Marquis de Redemarin t jaar 1618., zyn voorby. Zy geeven voor, dat het ge-Q ledc, op dat de Nobili den Gezanten niets ontdekken
Zeeden zullen van de (laatsgeheimen; maar, als men de zaak det gebruiken Inquifiteurs van Staat uitzondert, worden dog de Gezantennbsp;Ztf Vent-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jjunne geheime verklikkers van alle de raadllagen deS
Uen. Raads onderrigt. Veelen 'zeggen dat het uit beleefdheid gefchiedt, op dat niet zo veele hongerige kaale Nobiliaannbsp;de tafels der Gezanten inkmipen, en bun des tot een’ laftnbsp;worden j maar daarvoor zou ligt middel te vinden zyn.nbsp;De waare oorzaak is een oud ongegrond gebruik, waardoor de zaaken alleen op een’ noodelooze wys vertraagdnbsp;worden. Egter beginnen de Nobili ten minden metnbsp;vreemden en inlanders , die veel aan de huizen der Gezanten komen, omtegaan, ’t welk men voorheen ook nietnbsp;gaarne zag.
De Venetiaanen zyn niet zeer voor de zamenleeving, en ieder leeft op zig zelven. De mans neemen kun komptoirnbsp;waar , en de vrouwen haar huishouden, zo dat men zenbsp;Biet veel, dan als zy naar de misfe gaan en in de kerken,nbsp;ziet. Een vreemdeling wordt op ’t eerft door het nieuwenbsp;gezigt eener ftad die als in ’t water (laat getroffen, dognbsp;men wordt daar ras aan gewend , en dan fchynen denbsp;naauwé fteegen treurig. De graften zyn wel van wegennbsp;da gondels wat leevendig, maar men ziet anders niet veelnbsp;menfchen, en het minfl voor de venders. De quot;Venetiaa*nbsp;nen geeven, uit hoofde van hun’ ingetogen’ leevenswys,nbsp;zelden maaltyden. By plegtige gelegen'neden worden bekende vreemdelingen ook ter maaltyd verzegt, zo wel alsnbsp;op de bals, waar men wel met een masque komt, maarnbsp;dat niet voor ’t aangezigt heefr.
Maatige nbsp;nbsp;nbsp;Venetiaanen leeven byna nog maatigerdan de overige
keveniwys. Italiaanen. Zy drinken weinig wyn en liqueurs, en eeteu zelden ragouts en flerk gekruide fpyzen. Meeft leeven zynbsp;van ryft , meelfpyzen , peulvrugten, gekookt vleefch eunbsp;vifch. Zy drinken chokolaad, en gebruiken veel ys.
Ï25
Van tyd tot tyd gaan zy naar ’t vafte land om frisfche Zeeden es '“gt te fcheppen. (?) De ryke families onthouden iig gebruikennbsp;den herfft op het land , en het menigvuldige gezel-fchap,dat zy dan ontvangen,veroorzaakt hun groote on-*5often. Die zo ryk niet zyn gaan dog gemeenlyk een1nbsp;in de week naar ’t vafte land, waar men op de dot-Pen kolFyhuizen vindt, in de welken zy nevens den adel,
^'e in de nabuurfchap zyne landhuizen heeft, by malkander komen.
’T is niet gebruiklyk te Venetien, zig door bedienden te laaten volgen , en in de gondels is ’er ook geen’ plaats voor. De gondeliers doen het werk , melden ie-fflant aan , en verrigten wat men verders te doen heeft.
2elfs hebben de magiftraatsperfoonen geen’ bedienden ag-
ter zig.
Men vindt te Venetien veel’ fchoone vrouwen. De itieeften hebben een fyn vel en veel kleur. De blondennbsp;Zyn ’er even zo zeldzaam als in geheel Icalien. De Damesnbsp;gaan eerft tegens den avond uit, en nooit zonder Cavaliernbsp;fervente, die haar in de gondel brengt, en in de fchouw-fpelen en elders begeleidt. De Dames komen in de koffy-huizen, of in de Cafini, t’zamen, en maaken party om tenbsp;Ppeelen. De miltzugtige Sharp (f) beweert, dat, denbsp;®eisjes te Venetien trouwen alleen om des te vryer metnbsp;haar Cicisbeo te mogen omgaan , en dat de man nooitnbsp;Verzekerd kan wezen of zyn vrouws kinderen van hem
zyn.
De Venethan zegt, nmper l’arii. De lugt in de flad is des zomers vogtig, en vol van moeraslige dampen. Ecuige gi'a ten ne-ken by aanhoudende hctte zeer ücrk.
Wy hebben zyne brieven , die vol gal en yootoordeelen zyn, en byna nieu dan valfchhedeji behelzen , in de yooneden aangehaald.
-ocr page 250-126
te Fene-
tim.
Zeeden ejizyn. Hy maakt Venetien tot het middelpunt der grootfte gebrMken buitenfpoorigheden. Dog dit oordeel over ’c geheel genomen is valfch , hoewel, gelyk in alle groote lieden, ’ernbsp;uitzonderingen zyn. De Cicisbeo is gemeenlyk niets minder dan de minnaar, en veel eer flegts eene figuur, die denbsp;Dame welliaanshalven overal begeleidt , dog zelden metnbsp;haar geheel alleen is, indien de man goed vindt dat te beletten. Behalven dat, dit gebruik heeft alleen maar plaatsnbsp;onder den adel. De Cittadine, en de gemeene vrouwennbsp;nog meer, leeven zeer huislyk en ingetogen. Van dezulken , die openlyk een liederlyk leeven leiden, fpreeken wynbsp;hier niet. Even zo weinig men ’er te Parys in vindt, datnbsp;een man met eene vrouw in een fiacre met opgehaaldenbsp;houten luiken zit, vindt men ’er ook te Venetien in, datnbsp;twee perfoonen t’zamen in een gondel vaaren.
CaJinU
De Cafini zyn kleine vertrekken boven de kofFybuizen op de Plaats van S. Marcus. Zy behooren verfcheidenennbsp;Nobili, die hier de Dames en andere goede vrienden ont-haalen. Men leeft daar zeer los, komt ’er zonder zig veelnbsp;optefchikken, en zig te doen aandienen, daar men in zynnbsp;eigen huis veel meer omflags maakt. Het gebruik van zulknbsp;een Cafino te hebben is zeer algemeen, zo wel jouge lieden als oude Senatoren huuren ’er. Daar zyn egter ooknbsp;by de kolfyhuizen om de Plaats van S. Marcus geheimenbsp;kamers, waarheen zig de masques met de op de Plaatsnbsp;omzwervende nimfen begeeven, koffy drinken, en anderenbsp;dingen doen, waartoe zy geene getuigen roepen. Over ’cnbsp;algemeen heeft ieder te Venetien de grootlle vryheid omnbsp;te doen wat hy wil, mits hy maar niets regens den gods-dienft of den Staat doe of zegge. Voor ’t overigs
moet
( *) In dit laatfte opzigt is men nog fttenger als in ’t eerde, f** heilige liKjuifitic gaat zo geSteng niet te wcik. D« Republiek z'**
ïcJft
127
moet een ieder de voorzigtigheid hebben van deeze 'f’^^ Zeeden ei» hsid niet te misbruiken, en zig in gevaatlyke minnenhamgeèr«/As8nbsp;delingen of het fpel in te laaten, wyl de gevolgen daarvan^^ ^e«e-*'gc gevaarlyk zyn kunnen.
Eertyds waren de openlyke ontugtige vrouwsperfoonenG5«///yjf.-^eer menigvuldig en in groot aanzien; tegenwoordig zyn««.
2y uit het fchuim des graauws; de regeeting duldt ze, ea ®en kan des avonds niet langs ftraat gaan, zonder dat zynbsp;overvloediglyk haare bekoorlykheden komen aanbieden.
Zy werden veel meer bezogt,toen de omgang met de vrouwen meer gedwongen was, maar, nu de fatfoenlyke vrou-'«en zo veel vryheids hebben als ergens in halien , is d» ïeevenswys verbeterd. De gezelfchappen van mans ennbsp;Vrouwen hebben de Venedaanen beleefder,en,in een’ zekeren zin, ook ordentlyker gemaakt. Schoon ’er eenigenbsp;meefteresfeii onderhouden worden, gefchiedt dit heimlyk,nbsp;ên niet op den Parysfchen voet. Yoormaals moeften d®
Nobili van zig laaten zeggen, dat zy, om kollen te fpaa-ren, met hun tweeën of drieën een’ vrouwmenfch onderhielden, om op geraeene kollen zig te vermaaken, en dat ieder zyn dag had. Of ’er nog eenigen zyn die zulk eenenbsp;Zuinigheid betragten, mogen anderen onderzoeken. Tennbsp;minllen veelei! zyn niet in (laat,veel aan diergelyke galan-Series te fpendeeren. Men behoeft maar op de Plaats vannbsp;5. Marcus op de Nobili te letten, die naar het Btoglionbsp;gaan, zo zal men ’er genoeg zien, die met hunne Uaalenbsp;Zwarte rokkea en oude pruiken een armzalig figuur manken.
zelfs door de vingert, dat de Duitfche Ptotcflautfche kooplieden te Ver.eticij in ’t geheim by malkander komen, en zelfs een’predikantnbsp;houden, •[ anders nergens in hallen geootlofd is. De Vene-tiaanen zeggen tot een fpreekwobra: Spreek Weinig van God eö niettnbsp;van den Staat, en doe vctdeis wat gy wilt,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦
-ocr page 252-iteeden en ken. De dansferesfen zyn meeft flegte en liederlyke vroinï'* gebruiken lieden, maar de zangeresfen leeveu, daar zy een goed in'*nbsp;%en^”^' komen hebben, veel ordentlyker en op beteren voet. Veelei! zyn ook getrouwd.
Kkeding. De Dames kleeden zig over ’t algemeen op zyiiFranfch* dog zy hebben veel dat haar byzonderlyk eigen is. Zynbsp;draagen , by voorbeeld , zeer ilyve ryglyven ; het hairnbsp;wordt by veelen van agteren rond t’zamen gedraaid, of metnbsp;een lint vaft gemaakt. Men ziet ze zelden met mutfen,maarnbsp;raeeft met bloote hoofden en naakte boezems. Tot nog toenbsp;zyn zy te verftandig geweeft, om zig de wangen, gelyknbsp;de Parifiennes, rood te verwen. Zy w'orden door de ordonnantie op de klecdy zeer binnen de paaien gehouden. Alleen de vrouwen der gezanten, de vreemdelingen, en dienbsp;van de familie des Doge zyn, mogen ryke ftoffen draagen, en livryen met galons geeven.
De borgervrouwen en Ciltadine gaan op zyn Franfch gekleed, maar met naauwe mouwen, en een foort van doelt of fluyer op het hoofd , Tabarino genoemd , gelyk denbsp;vrouwen te Bologna. De jonge meisjes hebben het hairnbsp;t’zamengevlogten , of laaten het los afhangen. De boenbsp;tinnen draagen groote ftroohoeden, en op de ooren roo-zen of andere bloemen , ’c welk haar zeer aartignbsp;Baat.
• De mans kleeden zig op Z5'n Franfch , met een roo-den of graauwen mantel, Tabaro, daar over. De magi-ftraatsperfooneu draagen ontzaglyk groote pruiken , die jieer laag op den rug komen. De Nobili gaan meeft innbsp;’t zwart , en in hunne lange ftaatfierokken , die ’er by-na als onze japonnen uitzien. Die der Savii zyn vannbsp;violette zyde , en die der Raadsheeren van roode. gt; Zynbsp;hebben een muts van zwarte Bof in de hand, maarnbsp;ten die nooit op.
-ocr page 253-129
Uetté
Condelt,
gondels (*) zyn het eenige voerwerk te Venetien.^^^i^^ en hebben de gedaante van lange fmalle fchuiten,die gebruikennbsp;ftel vaaren en ligt te regeereil zyn, en gemeenlyk twee^nbsp;Schuitenvoerders op hebben. Elk van hun heeft een’ riem, ennbsp;¦Weet de gondel met een ongemeene bekwaamheid te benbsp;Slieren, zo dat de gondels, als zy malkander ontmoeten,
®iet groote fnelheid, zondet ftooten, de eene de andere gt;oor by fchiet. In ’t midden der gondel is een kamertje.
Waar vier, of ten hoogften zes menlbhen zitten kunnen,
Agter. is een planken befchot, op beide Zyden zyn vett-fters, die men op en toe kan fchuiven. De banken zytl gelyk een fofa, en de plaats aan de flinkerhand is denbsp;’'oornaamfte , om dat de voorde gondelier op de regtetnbsp;^yde flaat, en dus het gezigt aan de regterhand beneemt,
^oor aan zyn de gondels met yZer beflagen, om des te ^eter in evenwigt, en voor ftooten en fchade beveiligd tenbsp;Zyn. Volgens de wetten moeten zy allen zwart geverwd,nbsp;en van binnen met zwart baai bekleed zyn, om eene nut-looze pragt voortekomen. De vreemde gezanten kan meanbsp;Wel niet bepaalen, dog zy rigteii zig gemeenlyk naar hetnbsp;slgemeene gebruik. De gondeliers draagen een foort vannbsp;Ccbipperskleeding , met lange broeken, korte veften, ennbsp;tonde mutfen van kleur als de livry hunner heeren, maatnbsp;•Saar mag nog goud nog zilver op zyn.
f' Penningen kan laaten
(*') Een gondel met twee man koft daaglyks 8. lire, met een man tnaar y. lire. Men kan ze ook by ’t uur, of voor eene vragt nee-Een vreemdeling , jig ,g Venetien op een’ grootfchen voetnbsp;*««ven wil , moet ’er eene honden. Maar als mequot; kofttn ohtzieanbsp;Wd, kan men nogthans alhs zien, en door de fteegen en over denbsp;'“SSen , hoewel met wat cm te loopen , overal komen Aan ’cnbsp;grande zyn vericheiden* plaatfai waar men zig voor eeni-
ten.
oveizetten , en dus den weg zeer bekot-
VI. Deel.
-ocr page 254-ie Vene-tien.
Taal.
Zeeden en M’en neemt tot de gondeliers lange fraaye kareis. Zy gebruiken zyn lullig, en zingen veel’ofliedtjes. Inzonderheid is Tasfo by hun in de mode, uit den welken zynbsp;lange brokken recitatief opzingen, ’T is niet veilig, verfchilnbsp;met hiin te hebben, anders zyn zy hun volk getrouw, Zynbsp;zyn .zeer zindelyk op hun lyf, en men ziet ze dikwyls innbsp;hunne gondels zig verfchoonen en wasfchen.
De Venetiaanfche uitfpraak wykt veel van de Toskaan-fche af, is nogthans, in den mond vooral der Venetiaanfche Dames, welluidend, en veel zagter dan die der Flo-rentynen. (•) Op den prediklloel en by openbaare redenvoeringen wordt altyd zuiver Italiaanfclr gefproken, fchoon nu en dan fommigen in den grooten Raad hun’ moedertaalnbsp;gebruiken.
Sorgers.
De borger te Venetien heeft byna het zelve karakter als de edelman. Zy laaten zig niet ligt metiemant, vooralnbsp;een’ vreemdeling , in , als zy ’er geen voordeel in zien.nbsp;Zy zyn niet zeer yverzugtig, maar gedoogen, als zy ie1nbsp;mant kennen , dat men hunne vrouwen in den fchouw-burg, of in de kleine hÊrbergen te Murano en Giudecc»nbsp;brenge. Egter moet een vreemdeling in dit opzigt voor-zigtig zyn, en oppasfen niet van flaatszaaken te ipreeken«nbsp;alzo zy in dat ftuk even zo wantrouwend zyn als dsnbsp;Nobili.
. De gemeene man is beleefd, en zegt altyd, in plaats van ja, per fervitla, om u te dienen. Wy hebben reedsnbsp;boven, gezegd, dat het volk voormaals in twee pattyen ,nbsp;de Caflellani mNicolotti verdeeld was; maar federt dat hetnbsp;gevegt op da brug is afgefchaft, is die haat verminderd»
egiet
In ’t Müaneefche zegt men, Siinorfi, te Romen Padroa ƒ, Kapels zelfs Eccellniza fi, en fpreekt het zo kort uit, dat men id-1®nbsp;dan gmr fi, of knza fi, hoort. De Venetiaan zegt, Star fi.
-ocr page 255-igt
pleegeh zy, wantièer zy malkander ontmoeten, zig Zeedeh eH allerlei fchimpwoorden naar de ooren te gooijen en mal gebruikennbsp;kander al lacchende te befpotten. Het graaüw is zö wild^^ ^«e*nbsp;ruw niet als dat van Napels, maar ftil, cn ligt in teu-§el te houden. Eens dat de Pregadi tot in den nagt vergaderd bleeven, hadden zig de gondeliers ohdertüsfchennbsp;lt;lronkeh gezopen, en kreegen een hevig gefchil, waarbynbsp;'Ie' mesfen uit raakten. Maar naauwlyks werd de klok geluid tot een teken dat de vergadering fcheidde, of eennbsp;ieder ging gerufl: naar zyn’ gondel.
lien,
De kleine flraaten van Venetien sjorden door drie AvX-Openl^jkè lantaarnen verligt. In de flad zyn geen’ regulierenbsp;troepen, en öök weinig wagten voor de algemeene vei.nbsp;ilgkeid; egter gaat alles ftil toe, en men hoort zelden ietsnbsp;^'an moord en openbaare boosheden^ De magt van dennbsp;Haad van Tienen is ontzaglyk genoeg, om alles in ordernbsp;te houden. Zodra de gondel van dat kollegie, die èennbsp;roode vlag voert, te voorfchyri komt, bedaart ten eerftetlnbsp;het grootfte oproer en gefchreeuw. Daar behoeft zig maarnbsp;der inquiüteuren van Staat in de kerk te veitoonen,nbsp;alles wyk uit ontzag, en maakt plaats, om een zo ont-*3glyk perfonaadie niet te na te komen.nbsp;h)e godsdienft beftaat hier, gelyk raeeft Overal in Ita Godsdienfl.
ineeft in uiterlykheden, en heeft dus geen’ invloed
Op het gedrag. De biegt maakt alles weder goed, waarom de meeften na den aflaat weder tot hunne voorige lee-Venswys terug keeren. Inzonderheid agt men de ongeregeldheden in de liefde zeer weinig. Des vrydags vleefch te eeten is eene zwaare zonde, maar des avonds in Heder-lyke huizen te gaan, veiroorloft men zig veel Hgter. Ondernbsp;de haiizienlyken neemt de godverzaakery zeer de overhand. Zy 2yj, jg fchrander om alles te gelooven, en val-iea daardoor in hec*tegengeftelde Van niets te gelooven-I a
-ocr page 256-Zeeden nbsp;nbsp;nbsp;agterhoudendheid des adels maakt dat zy Inintie gedag'
te Vene-tien.
gebruiken ten zelden ontdekken, der geeftelykheid voor ’t uiterlykc veel agting bewyzen, en de kerken bezoeken. Men verhaalt , dat een Veiietiaanfche Nobile eenen Engelfcbeonbsp;Lord, gediniretide da mis, erinnerde, dat het.ongevoeg'nbsp;lyk was niet te knielen en zig te doen bemerken. Dsnbsp;Lord antwoordde , dat hy de overzelfftandiging niet ge'nbsp;loofde , waarop de V^;netiaan hernam, ik even zo wei'nbsp;nig, maar kniel ook, gelyk als ik, of ga heen.
Als men by deeze wys van denken en hunne fyne ftaat-kmide nog voegt, dat de landen van den Paus aan het Venctiaanfche grenzen , en dat buuren zelden goede vrienden zyn, moet men zig niet verwonderen, dat de Vene-liaanen geene gehoorzaame kinderen zyn van den Paus,nbsp;maar gemeculyk met hem in misverdand ieeven. Fra Paolonbsp;vindt veele navolgers, die even zo weinig Roomfchgezindnbsp;zyn, en ook geen’ zwaarigheid maaken, dat openlyk ionbsp;gefchrift te kennen te geeven.
Dewyl de geeftelyken van alle bedieningen uitgefloteö zyn, zo behoeven de zodanigen, die hun gemak, huhnbsp;vermaak, of de weetenfchappen lief hebben, dien ftandnbsp;flegts te verkiezen, om zeker te zyn van in ’s lands dienftnbsp;niet gebruikt te zullen worden , want als iemant tot eertnbsp;poft verkoorcn wordt, dien hy niet aanneemt, moet hynbsp;boete betaalen of abt worden. Dit is zeker een misdagnbsp;in de flaatsgedeldheid, dewyl het aanleiding tot lediggasquot;*nbsp;en wanorders geeft. De Abt Farfetti is hier eene uitzondering, Ily heeft dien dand verkozen om zynen fmaaknbsp;tot de konden en weetenfchappen te voldoen. Hy wendtnbsp;zyn’ grooten rykdom op een roemwaardige wyze aan. OPnbsp;zyn’ koden heeft hy de bede antieken van Romennbsp;Florence in pleider doen afdrukken, die der Repubi'^^nbsp;gefchonken , een’ tekenakaderaie daaiby aangelegd ,
ooit
-ocr page 257-133
'ook een fonds voor ’t onderhoud derzelve voor het los-Zecden en komende vaftgefteld.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebruiken
k)e vrvheid die de nonnen, vooral de adelyken, in de^^.
• nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. Ti € tl»
kloofters te Venetien hebben, is zeer groot. Veelen be-geeven’er zig in, niet uit godsvrugt, maar uit dwang, ¦' de jongile dogters het huwlyksgoed der oudften tenbsp;Veel zouden verkleinen, en dus het vennogen der familienbsp;verzwakken. Om die reden zoeken zy zig daarvoor, zonbsp;veel mooglyk is , fchadeloos te (lellen. In een zekernbsp;kloofter hebben de nonnen eens gedreigd, het huis lievernbsp;in brand te zullen fteeken, dan te dulden dat men haarenbsp;vryheden krenkte. Zy hebben den geheelen dag in haarnbsp;Spreekkamers bezoek, waar het vry vrolyk toe gaat. Mennbsp;geeft ’er maaltyden, en fomtyds danspartytjes, gelyk denbsp;Heer La Lande berigt, en de nonnen zien het door denbsp;tralies aan. Het kleeden eener nonne in haar plegtgewaadnbsp;Wordt zeer ftaatlyk verrigt , als zy van een aanzienlykenbsp;familie is. Men geeft groote maaltyden en bals, vvaarbynbsp;de gezanten en de geheele adel genoodigd worden. Danbsp;kerk wordt met koftbaare tapyten behangen , de Damesnbsp;Zyn met alle pragt gedolcht, en het arme meisje wordt alsnbsp;een flagtoffer in triomf naar ’t altaar gevoerd , om een’nbsp;daat te' kiezen, dien zy, zodra dit verblindend fpeelwerknbsp;voorby is, beweent, vooral als haare jeugd en innerlykenbsp;driften zeggen, dat zy tot dien Hand door den Scheppernbsp;niet gefchikt is. Behalven het geen deeze plegtighedennbsp;vorderen, koll het geen men medegeeft, of de inkoop innbsp;veele kloofters veel gelds.
By eenen zo talryken adel kon het niet misfen, of eeni-€®n moeften den kardinaalshoed, ja zelfs de Pauslyke kroon , verwerven. (•) De Republiek heeft wel niet,
gC-
(*) Dewyl in lang Venetiaan Paus geworden was , eu ook
Zeeden e«gelyk eenige mogendheden, het regt,een’ Kardinaal voo»-g'ebruiken tedaan, egter beveelt zy’er fomwylen een’ aan. De Au-te yiene- nbsp;nbsp;nbsp;jgj Rota te Romen, die een Venetiaan is, wordt
pet!,, gemeenlyk Kardinaal.
¥AN DEN KARNEVAL, DE FEESTEN EN SCHOUWSPELEN.
De Karneval te Venetien is zeer beroemd. Men houd: dien voor den leevendigften van Italien , en hy wordt daaromnbsp;yan vreemdelingen menigvuldig bezogt. Egter is het beter j als men het zo fcbikkeii kan, het grootfte gedeeltenbsp;daarvan te Romen te zyn , en liever op hemelvaart denbsp;Flegtigheid van het trouwen der zee te zien. Te Romennbsp;heeft men het paardenrennen, de masquerade op ’t Corfo,nbsp;bals, en fchoone operaas. Te Venetien is een elendigenbsp;lidottp, waar alleen gefpeeld wordt, en geen bal. Masques , ziet men daar ook op hemelvaart. De karneval ennbsp;de fchouwfpelen beginnen daar in Odtober, en duuren totnbsp;kersmis, alleen met dat onderfcheid, dat men dan eerft nanbsp;den middag gemaskeerd gaat, maar in den regten karnevalnbsp;den geheeleti dag , de zon en feeftdagen uitgenomen,nbsp;wanneer men eerft des namiddags zig maskeert. Mennbsp;vindt dan op alle uuren van den dag masques op de Plaatsnbsp;van S. Marcus. In den eigenlj'ken karneval kan men zig opnbsp;éllerlei wyze maskeeren, zo als men wil, maar de meeften,nbsp;vooral die van fatfoen zyn , zyn met hun gewoonlykennbsp;jnantel, en een bauta.
die ftad niet veel Kardinaalen geleverd had, zo ^eide iemant by verkiezing van Rezzonico in ’t 1758. al Ichertfende: De hoeden zy**nbsp;een tyd lang fchaatfch by ons gevvceft, maar mj hebben wynbsp;^edemnaaket,
-ocr page 259-13s
De drie: eerfte dagen van liet jaat maskeert men ügVnn den •''fit, uit hoofde van het veertiguurige gebed. Den 3. Ja Karnemlnbsp;quot;quot;ary doet de Doge en de gantfche adel een’ omgang
Plaats van S. Marcus, al fueeuwt of vriefl: het. Zodra •^'fi voorby is neemt een ieder zyn masqué. Somtyds heeftnbsp;®fin buitengevvoone masqueradedagen, by voorbeeld, alsnbsp;'fimant van den eerflen adel trouwt : in zulke gevallen zendtnbsp;de Doge eenige gemaskeerde perfoouen uit, die als het fynnbsp;geeven.
De Venetiaanfche masque beftaat in een’ mantel, Man-Masques, ^elio, van zwarte zyde, gelyk die der abten, de borgersnbsp;draagen ’er van rood of graauw linnen, omdat die fterketnbsp;*yn. Op het hoofd heeft men eene Bauta of kap, die ’tnbsp;^oofd tot aan de kin bedekt, en tot beneden de fchou-t^fits reikt. Het aangezigt is met een witte masque, Folto,nbsp;bedekt, die tot aan den mond gaat, en men zet ’er eennbsp;hoed met witte pluimen op, om ze vafttehouden, De Ve.nbsp;uetiaanen drukken den hoed zo diep over de masque, datnbsp;zy maar evên zien kunnen, en dewyl de vreemden daarnbsp;•''fit aan gewoon zyn, kent men ze daaraan. Dit is de al-gemeene dragt der beide fexen ; men ondetfcheidt denbsp;vrouwen alleen aan de rokken d.ie onder den mantel uitnomen.
Het fpel is het voornaamfte tydverdryf in den karneval.
De vertrekken waarin gefpeeld wordt beeten Ridotti. DiiS Ridotlo, is nog muziek nog dans, en dus een treurig vermaak, alsnbsp;•Qen zig niet laat vervoeren door de drift tot fpeelen. 'Tnbsp;'s hiar de gewoonte niet, gelyk by andere masquerades,nbsp;onbekende masques aantefpreeken , dewyl de bekendennbsp;zelven niet veel met malkander fpreeken. Men kan zignbsp;mets wondetlykers voordellen, als een zo dom gezelfchap,nbsp;waar alles op het fpel let, en de een op des anders bederfnbsp;UitJï. Men ziet eeae menigte fpeeitafeis, en de blinken-
14 nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 260-I3Ö
Van den karnevalnbsp;enz, tenbsp;Verietien.
de hoopen van Venetiaanfche zechini zyn een lokaas voo de zodanigen, die geen magts genoeg over zig hebben,nbsp;en zig liever in den grond helpen, dan ’er van daan bly-ven. ’T is een geluk voor de Venetiaanfche Nobili, datnbsp;jaarlyks vreemdelingen genoeg bomen , die zo zot zyn,nbsp;en hier een gedeelte van hun vermogen zitten laaten. Nie-mant dan een Nobile raag bank houden; by elke tafel zynnbsp;’er eenigen die in geineenfchap doen. Eenigen bevvee-ren , dat de banken ’s jaars wel 50000. zechini met eennbsp;Ipel winnen , waartoe geen menfchen veiftand vereifchtnbsp;wordt, naamlyk Basfette. Aan alle deeze tafels wordtnbsp;geen woord gefproken, ten zy de eene of andere ongelukkige fpeeler heen gaat, en zyn iqt met eenige vloekennbsp;verwenfcht.
De Plaats van S. Marcus is in den karneval het fchouw-toneel van veele dwaasheden en poetferyen. Hier en daar flaan kleine theaters van waarzeggers, die zig door eenigsnbsp;oude hemelklooten een foort van aanzien geeven, en oudenbsp;wyven, die in een gek opfchik van haar theater ziilkeönbsp;die om raad vraagen hun toekomllig noodlot voorzegge'’*nbsp;Op eene andere plaats ftaat een marlonettenfpel, in eennbsp;hoek hoort men zangers en zangeresfen kleine Canzonettanbsp;Veneziarte zingen, en daar tegen over ftaat fomwylen eeUnbsp;Kapucyn, die op een foort van predikftoel 'de menfchennbsp;voor de zonden van den karneval waarfchouwt. De ledige Venetiaan hoort hem een ogenblik aan , en g®*^nbsp;dan weer naar de marionetten. Aan kwakzalvers, go^'nbsp;chelaars , en diergélyk tydverdryf, ontbreekt het ooknbsp;niet.
In de laatfte week dès karnevals, l«( Settimana grasft* ^
worden foratyds bals door byzondere perfoonen gegeven»
hoewel zelden. Dikwyls zyn ’er ook openlyke bals.
de verkiezing van een Doge worden drie dagen aan
opeir
-ocr page 261-137
^Fenetien,
openlyke bals gegeven. (*) De Raadsheeren dansfen dan in roode ftaatfierokkeii, en met hunne ontzaglyke prui-/^^7V«e®a/nbsp;ken; de Dames daarentegen zeer flyf in galakleeden op-e»*- ^5nbsp;Sefchikt, met alle haare juweelen en parelen behangen. Op^
Zulke bals komen alle de gezanten en de hun aanbevolene Vreemdelingen gemaskeerd. De Nobili en inzonderheidnbsp;de Dames leggen dan de gewoone agterhoudendheid af, ennbsp;fpreeken met de gezanten en de vreemdelingen. Geduu-rende deeze dagen wordt ook uit een venfter van ’t Paleisnbsp;der Republiek geld onder het volk geworpen. By danbsp;Plegtigheden van de verkiezing des Doge verfchynen denbsp;ïgt;ames in roode, maar anders by bruiloften, en feeften,
'velken de Procuratori geeven, in zwarte kleederen. Van de Dames, die niet aan de ordonnantie op de kleedy gebonden zyn , zegt men , zy waren fmri delle potnpe ;nbsp;daartoe behooren de gemaalin van den Doge en de vreemde vrouwen.
De Doge onthaalt jaarlyks viermaal den adel, en draagt dan de uniforme van een’ admiraal. Men eet in ’t publiek,
«n de gezanten worden ’er by genoodigd. Vreemdelingen van aanzien, die de maaltyd komen zien, bezorgt de- Doge vervarsfchingen. Het is te Venetien in gebruik, opnbsp;kersmis en paasfchen malkanderen geluk te wenfchen. Denbsp;kuitenlandfche ftaatsdicnaars neemen dit ook in agt ten op*nbsp;zigte der Republiek , en vervoegen zig , begeleid doornbsp;verfcheiden’ gondels en een aanzienlyk gevolg, naar ’tPaleis van S. Marcus. Dog de gezant gaat alleen by deiiDo-82 om hem ’t kompliment te maaken.
Fosi
( ) De Abt Richard, die zig in 1762. by de verkiezing des Dogè “scatini bevond, befchryft de dan gebruiklyke plegtigheden, gelyknbsp;V gedaan had welken by de begraafnis van den overledenennbsp;Doge tadden plaats gehad, in het 2, deel zyner Reizen, p.
^an ie Het trouwen met de zee is de grootfte plegtigheid te karneval Venetien, en als een tweede karneval. Is het op hemel-^Fmetiennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^St weder of flormt het, zo wordt de plegtig-
Hetnel nbsp;nbsp;nbsp;volgenden zondag, en des noods nog langer
^^(y;.^j^^„_uitgefteld. De reden is, dat de Bucentoro een fchip van parade is, op ’t welk men zig wel op de Lagune, maarnbsp;niet by een onftuimige zee vertrouwen kan. Het uitftelleiinbsp;des feeds hangt meelt van den loots af, die zyn hoofd tenbsp;pand moet (lellen, dathy den Doge en de J/gnorwbehou»nbsp;den weder terug zal brengen,
De Bucentoro wordt door kleine vaartuigen met riemen, door middel van touwen, voortgetrokken. De vlag vaunbsp;S. Marcus, waarop een leeuw (laat, insgelyks het zonne-fcherm, omhreilo, des Doge, en de agt vaandels der Republiek, worden ’er opgeftoken. Dus vaart de Doge totnbsp;aan ’t Lido , twee mylen van de ftad, waar de Lagunenbsp;eindigen, en de zee begint. Hier wordt de plegtigheidnbsp;voltrokken. De Doge naamlyk rytt op van zyn’ ftoel, ennbsp;werpt een’ gouden ring, van kleine waardy, in de zee,nbsp;zeggende: Desponfamu$ te. Mare, in jignum veri amp; per-peiui dominit. Daarop keert hy terug, hoort met de ge*nbsp;heele Signoria de mis te S. Nicolo del Lido, en gaat aannbsp;de Plaats van S. Marcus met de zelve plegtigheden vaOnbsp;boord, als hy ’er aan gekomen was.
De Bucentoro wordt altyd door twee gallyen begeleid» om in geval van een onverwagten ftorm den adel in tenbsp;neeraen, alzo dat vaartuig het geweld der baaren niet we-derftaan zou. De gezanten, met fchoon opgefchikte peot-ten, insgelyks de vreemdelingen, en alles wat maar goU'nbsp;dels heeft,begeleiden den (leep. Men tèlt drie of vier dui'nbsp;zend vaartuigen, rondom den Bucentoro zwervende, di®nbsp;zeer langzaam onder ’t gefchal der muziek voonvaart;ook
is ’et muziek op verfcheiden andere peotten. De fold»**
139
**gt;1 ftaan onder de wapenen op ’t Lido, het gefchut wordt(U de klokken geluid, in een woord alles brengt \mkarnevalnbsp;tot de plegugheid van decze niets beduidendenbsp;^*''2 , die voor een' vreemdeling een nieuw en fchoonnbsp;^tïlioüwfpel is, dat men anders nergens ziet. Als de fleepnbsp;’’et eiland S. Helena voorby vaart, komt de Patriarch metnbsp;^yn gevolg op den Bucentoro, om het water te wyen,
’’et welk voor het fmyten des rings in da zee geftort
Geduurende dat de Doge de mis te S, Sebaftiano op '’e kleine Plaats van S. Marcus hoort, wordt ieder diffnbsp;een masque en baüta aan heeft, op den Bucentoro toege-’®'en , om dien te bezien. Vreemdelingen worden zeernbsp;’^®leefd ontvangen. Het is te verwonderen , dat bynbsp;*’ie menigte menfchen geen’ foldaaten gebruikt wordennbsp;tgt;m order te houden. Twaalf mannen , met groote roo-
flokken, Zyn genoeg om alle wanorder vooftekometi.
de plegtigheid voorby is, gaat elk op de Plaats van S- Marcus wandelen, alwaar jaarmarkt gehouden wordt,nbsp;eene menigte van kraamen opgeflagen zyn.
De Doge geeft den geheelen adel en den gezanten op Öien dag een pragtige maaltyd. Na ’t eindigen daarvannbsp;’’egeeft zig ieder naar dè kleine bisfchoplyke ftad Murano,nbsp;die twee mylen van Venetien in de Lagune ligt. Hier zynnbsp;*er Wederzyde het groote kanaal, van de houten brug tennbsp;®inde het zelve , tot daar de huizen beginnen,' dyken,
'''eiken de Venetiaanen Fortdamenta heeten. De lengte t kanaal bedraagt ongevaar twee honderd vadem. Opnbsp;de eene zyde vaaren de gondels en peotten naar beneden ^nbsp;onder een’ boog der brugge door, zwenken dan, vaarennbsp;tioor een anderen boog, en langs de andere zyde weder tenbsp;'ng. Dit maakt een .verrukkelyk gezigt. De gondoliersnbsp;of Batcaroli weeten hunne gondels met een ongelooflyke
be*
-ocr page 264-140
F'an de harnevalnbsp;enz. tenbsp;Venetien,
bekwaamheid te regeeren, waarom men zegt, dat de gondels te Venetien meer verftands hebben dan de menfchen. Het water wordt door het liaan der riemen geheel en al ianbsp;fchuim veranderd. De menigte der menfchen, het geroepen gefchreeuw, de vermenging der groote peotten met denbsp;gondels, maakt een zeer fraaye vertooning. De gondelsnbsp;zoeken malkander voorby te vaaren, en wanneer de roeyersnbsp;zo moede zyn dat zy niet langer kunnen, vaaren zy opnbsp;zyde, om uitceruften, en zig voor ieders oogen een fchoonnbsp;hembd aantetrekken. De venders aan beide zydennbsp;des kanaals zyn met een ongelooflyke menigte aanfchou-wers van beide fexen en allerlei rang bezet. Men vindtnbsp;’er ook veel van den landadel en andere menfchen vannbsp;Terra firma.
De Peotten welken dan gebruikt worden zyn een foorc van barken, op de zyden open, met een hemel van da-jnall of ander (lof. De grond is ook met kleeden bedekt,nbsp;en kan tien of twaalf menfchen bevatten. Sommigen aan1nbsp;zienlyke lieden lieren hunne peotten aartig op , en ges'nbsp;ven den roeijeren een livry , anderen geeven hun allef'nbsp;lei masques ; maar de heeren zelven draagen nooit andere masques dan den gewoonlyken mantel met de bauta»
Des avonds gaat men deezen dag nog eens op de Plaat1 van S. Marcus wandelen , waar dan de kraamen verligtnbsp;zyn. Elk koopman zoekt dan zyne waaren op een’ aan1'nbsp;ge wyze ten toon te flellen, ’t welk een aangenaam ê^'
De Venetlaanen hebben ecne vcrmaaklykhcid, die zy heeten, en als ’er groote heeren in de ftad zyn gceyen. Het isnbsp;eigenlyke wedloop van gondels op Canal grande, van de punt ra®nbsp;S. Antonio tot aan ’t Paleis B'oscatini , waartoe ptyzen van iJ'
40. dukaatcn gefield worden. Het laatftl wietd dit ter d®1 Hettogs vaa Yoik gedaan.
-ocr page 265-madit. De kraamen flaan ftraatsgewyze, en zyn ineeft/^« de '^ol met goudwerk, galanterievvaaren, fdiilderyen, en zn~^arnevalnbsp;•^ere dingen welken in’t oog vallen. Boven denbsp;?6n zyn zeilen gefpannen voor de zon en den regen, alzonbsp;jaarmarkt veertien dagen duurt. Dien gantfchen tydnbsp;8aa: men gemaskeerd, alleen den eerden piiixcerdag en dennbsp;*vond te vooren uitgenomen.
De fchouwfpelen te Venetien zyn vermaard. Hieronder ftioet men voornaamlyk de operaas verdaan, want in de ko-/pe/«?.nbsp;siedie zyn de Italiaanen nog zeer weinig gevorderd. Innbsp;•de operaas zyn zo zeer niet de pragtige toneelen, de veranderingen der fchermenen de kodbaatheid der kleede-als de fchoonheid der muziek, en de bekwaamheidnbsp;^sr afleurs voor de opera comique te bewonderen.
i^^a Napels is de muziek te Venetien het meed in h\os\.Muziek Eer wy van de andere fchouwfpelen fpreeken, moeten wy^”nbsp;de heeriyke kerkmuzieken gedenken. Wy hebben in denbsp;befchryving der dad reeds in ’t voorbygaan van de zelvennbsp;gewaagd. Daar zyn eigenlyk vier hospitaalen, waar allenbsp;Zon- en féeddagen na de maaltyd de heerlykde ketkduk-ken gefpeeld worden, naamlyk la Piëta, 1’Ofpedaletto,
I Mendicanti, en Gli Incurabiii. In de drie laaiden worden veel weeskinderen opgenomen, maar in alle vier de Meisjes van de jeugd af aan in allerlei vokaai en indrumen-taal muziek ouderwezen. De Piëta is voor de muzieknbsp;zelve en de indrumenten het vermaardd, maar by deMen-dicanü heeft men de fchoonfte ftemmen. Daar zong voornbsp;tt'Cmige jaaren de beroemde Paduana, eene der bede dempen van Italien. Zy hebben hun’ eigen’ komponiden, ennbsp;meisjes voeren zonder behulp van eenig’ mansperfoonnbsp;de zwaarfre oratorien en andere dukken uit, waarby al-tyd eene is die met de hand dirigeert. De dyl dier dukken is afwisfeitnd, meed vrolyk, en weinig van het theater-
-ocr page 266-t4amp;
Van de terrauzlek onderfcheiden. Een liefhebber zal niet ligt véf' iarneval zuimen geduurende zyti verbiyf te Venetien deeze plaatfeU
Iv^etien bezoeken.
Geduurende de muziek gaan een paar weesjongens by % de toehoorders rond om geld voor het zetten der floeleflnbsp;in de kerk, en men betaalt daarvoor een paar foldi. Denbsp;zangeresfen zyn agter de tralies , dog men kan ze ziemnbsp;Als men kennis heeft aan den ctgzigter van ’t huis of eennbsp;Nobile , kan men deeze hospitaalen van binnen bezien.nbsp;De meisjes worden gedeeltelyk naar andere kloofters gezonden , om daar op ’t koor te zingen ; maar zy kunnen ook uit het huis trouwen. Dog daar is zelden gelegenheid toe , alzo de man een’ fottune gelds tot pandnbsp;moet geeven, dat hy de vrouw wel behandelen, en eer-lyk onderhouden zal*
Men heeft ook byzOnderé concerts te Venetieri, die op kotten van eenige ryken uit den borgerftand gegeven wor-den. Somtyds ligt ’er dan eene menigte van adelyke gondels onder de ventters de koncertzaai, om de muziek tdnbsp;hooren. Men treft byna op alle de theaters van Europa»nbsp;en in de vorfllyke kapellen virtuofi aan, die Venetiaanennbsp;zyn. Venetien heeft altyd groote kapelmeefters gehad.nbsp;Cocchi , die nu te Londen is, was lang komponift valtnbsp;gedagte hospitaalen. De liefhebbers kennen Galuppi, of»nbsp;gelyk hy te Venetien heet, Burineilo. Hy munt in allenbsp;foorten uit, byzonderlyk in de opera comique. De Oper^inbsp;bufa is nergens zo goed als te Venetien, voor de adteursnbsp;en de aftrices.
Theater. ' 2o dra de tyd der fchouwfpelen daar is, naamlyk in ’£ begin van November, worden ’er zeven theaters geopend»nbsp;Schoon zy allen taamlyk groot zyn, en dagelyks, uitge'nbsp;nomen des vrydags, gebruikt worden, zyn dog de meC'*
ften altyd vol gt; waaruit men afneemen kan, welke een®'
ofl-
-ocr page 267-H3
otigemeene liefde de Venetiaanen voor de fchouwfpelen^» de hebben. De theaters worden genoemd naar de heiligen
de nabuutfchap van welker kerken zy zyn. Vier zyn ygfigtigff, voor de ernftige en boertende opera, S. Moife, S. Sa-®i3ele, S. Benedetto, en S. Casfano; (*) drie voor denbsp;homedie, naamlyk S. Luca, S. Crifoftorao, en S. Angelo. Een plaats in den bak koft in de opera 2. Venetiaan*
^che Lire, en die zitten wil geeft een lira meer. In de Itomedie koft de bak maar een’ halve lira, en als men zitten wil eens zo veel.
De groote opera is, gelyk door geheel Italien, de verzamelplaats , waar de lieden van aanzien malkander in de komen bezoeken, waarom ’er ook het gewooue ge-taas is, het welk de liefhebbers der muziek zeer ver-'^eelt. In de andere kleine theaters der opera komt denbsp;adel zo veel niet , uitgenomen in de Opera buffa , dienbsp;fterk bezogt wordt, eu aan welke door veelen, om de groo*nbsp;tere verfcheidenheid en het belaclilyke, de voorrang gege-^'en wordt, (t)
De Venetiaanen zyn zeer voor de komedie iogenomen, alleen ware het te wenfchen, dat men hun’ fmaak in datnbsp;ftuk meer gezuiverd noemen koude. De eerfte lieden
heb-
(*) Dit is het oadfte van alle de Venctiaanfche theat«s,quot;en werd
teeds in «t jaac 1657. geopend.
(t) Nergens wordt dc onbeleefdheid in een zeker punt verder gedreven als te Venctien. De Nvbiii in de loges ontzien zig niet t'hiUen van chinaasappelen, limonade, en andere dingen, op de men.
nooden, en .j
•i^ken in den bak te fmyten, en zelfs te fnuwen. In de groote opera gaan veel Nobili in den bak , en moeten zig dus dit ook getroo.nbsp;ftvn. Als men in den bak gaat heeft men wel een masqué van
IS raadzaam nice veel om hoog te kyken of te gaa»
gt; om gegjj ouaangcoaam gcTchenk uit de loges tc onivaDgen«
-ocr page 268-144
Vaa de karnevalnbsp;etiz- tenbsp;frette tien.
hebben hier veel met het graauw gemeen in, dat zy ovei de platfte lafheden en onbetaanilykheden het meelt lac-chcn, en deswegen de (lukken voor de vuill, waar Hat'nbsp;lekyn en Brighella daarin uitmunten, (lellen boven de teönbsp;minften eenigfms regelmaatigere, en van vuiligheid gezui1nbsp;verde (lukken van Goldoni en Chiari, Het is bekend»nbsp;hoe vrugtbaar de pen dier twee mannen geweed is, ennbsp;dat zy elk voor een theater fchreeven, ’t welk zy alle zeSnbsp;weekeii een nieuw (luk leveren moeden. Zy werkten orOnbsp;flryd, en ieder zogt zyu theater den meeden toeloop tenbsp;bezorgen. De dukken van Goldoni maaken alleen eencnbsp;kleine bibliotheek uit, zonder nog zyn opera comiques gt;nbsp;die eenige deelen bedraagen, mede te rekenen. ’T is hier
de plaats niet om oordeelkundig over zyne dukken te handelen. Goldoni had een vrugtbaar genie, veel waare boert, en een ligte zamenfpraak, maar is ook zeer langdraadig ennbsp;onregelmaatig. Veelen zyner dukken moeten naar de Ve1nbsp;¦netiaaüfche zeeden, en den fmaak dier plaats beoordeeldnbsp;worden, als de Bottega di Café en anderen. Hy moednbsp;zig naar de Veiietiaanen fchikken.
Baretti (1) verheft een’ zekeren Graaf Carlo Gozzi» broeder van den bekenden Kaspar Gozzi, ver boven al'nbsp;len die tot nog toe voor het theater gearbeid hebben. Hjlnbsp;heefc'meer dan een paar twaalftal dukken doen fpeelen»nbsp;maar tot nog toe niet willen dulden dat zy werden uitgs'nbsp;geven. Het ontbreekt niet aan andere fchryvers, die ko'nbsp;medies uitgegeven hebben, (f) De dukken van Goldon1
wot'
Acanyit of the manners and. cnftoms of Italy. Tom. I, p, l87' (t) Daartoe behooren Lodewyk Alamanni, betnardo Accolti;nbsp;tiollo, Dokc, Firenzuola, Guidoboni, Strozzi, Tasib, Trisfiar’,nbsp;Vaichi, Giamfaattifta Salvati, Leonardo Salviati, en anderen.
-ocr page 269-worden wel gefpeeld, maar de Venetiaanen fchynen de Van de felugten voor de vuift, of het geen de Franfchen Farceskarnevainbsp;noemen , meer te beminnen. Als ’er ernftige ftukkennbsp;*feurfpelen gefpeeld worden, zyn de fchouwbtirgen leeg »nbsp;oin deeze reden ontbreekt het ’er zo wel aan goede treurspelen als aan bekwaame afteurs daarvoor. De Venetiaa-nen houden van het boertige, eene buitenfpoorige aftie,nbsp;allerlei malle poerfen , grove fchertferyen , en vegte-ryen, al het welk met loutere toejuiching vereerd wordt.
Hunne klugten voor de vuift beftaan akyd uit de zelve Perfoonen. Men heeft altyd Siora Rofaura of Diana,nbsp;k'antalan de Bifagnofi, Dotter Bolognefe, Arkchin Ber~
Saniafco , CenvieHo Napolitan, Brigbella , Tartaglia, en ^‘ergelyken. Q
De oude gedrukte komedies worden in ’t geheel niet gefpeeld. De adleurs weeten het plan van ’t ftukje dat zynbsp;Speelen moeten , en daarnaar fprceken zy voor de vuiftnbsp;Weg, gaan heen, komen weder, zo als zy ’t goedvinden.
Dit maakt de zamenfpraaken wel natuurlyk, maar te ge-^yk dikwyls flaauw en plat. De affie is ’er leevendig by, alzo de Italiaanen geboren komedianten zyn, en zelfs lie-*1^0 van fatfoen en opvoeding de gewoonte hebben, in hunnenbsp;Sfifprekken allerlei theatralifche afties en grimasfen te maa-Dit doet een geheel andere uitwerking op den aan-
fchou-
(*) Tartaglia js een perfoon die ftottert, cn door allerlei grappige ^«rdraayingen der woorden de toekykers lacchen doet. Brighella eennbsp;flitntne kcegt van Bergamo, in ’t wit gekleed, als Scapin te Parys.nbsp;Donviello is een knegt in ’t iwaït, van Napels, met knevels. Uitnbsp;eeze perfoonen zyn de klugten -t zamen geweven: maar al*o iedernbsp;de taal zyvet ftad fpreekt, vak het een vreemdeling moeilyknbsp;et regte aartige te vetHaan. Dog hy kan zig trooften met de ge-agu , dat hy ‘et njjt by verheft.
VI. Deel.
-ocr page 270-14Ö
Van de
Venetien.
fchouwer , als wanneer men op het theater te Parys de 'karmval afteurs als op de rei gefteld ziet, en louter afgemeten ge-enz. te fprekhen hoort. In een zeker opzigt wint het voordel bynbsp;de Italiaanen , dewyl het natuurlyker is, maar de goedenbsp;zeeden lyden ’er zeer by. Daartegen is het byna niet uit-tehouden, als men eene uitgewerkte komedie te Venetiennbsp;ziet, wyi de adleurs, door bet geftadig voorde vuift fpee-len, het van buiten leeren ongewoon, en ’er ook te luinbsp;toe zyn, en zig zonder ophouden door den fouffleur moeten laaten op hun duk brengen.
Treurfpel.
De Italiaan houdt van het buitenfpoorige, zo dat het gemeenlyk met handgeklap toegejuichd wordt, en hunnenbsp;acteurs wennen zig aan de grimasfen. inzonderheid zietnbsp;men gaarne, dat’er de Franfchen wat van krygen. Dik-wyls komt een Franfche Pctit-maitre in het wonderlykftenbsp;optooifel te voorfchyn, by voorbeeld, met een hairbeursnbsp;die byna den gantfchen rug bedekt, of die dappen doetnbsp;als of hy op delten ging. Hoe zonderlinger en onnatuur-lyker zyn opfchik is, des te meer wordt’er gelacchen.nbsp;Men bekommert ’er zig niet over , of de zaak met denbsp;waarheid overeenkomt; genoeg, men wil lacchen, ennbsp;daarom maakt de acteur van een Petit-maitre een bouffèn-De Italiaanen zyn, gelyk gezegd is, geen liefhebbersnbsp;van het treiirfpel, en Zien liever poetfen, dan de grootmoedige daaden der oude helden van Griekenland en Romen. Egter hebben zy goede gedrukte dukken, by voorbeeld de Merope van den Marchefe Maffei, de dood var»nbsp;Ceffir door den Abt Conti, de Ul^ifes van Lazzarini, enZ-Verfcheiden’ fchoone dukken der Franfchen, als de Mahomet vatgt; Voltaire, Rbadamifte en Zenobie, worden overgO'nbsp;zet gefpeeld. Maar de Venetiaanen zyn te zeer aan hstnbsp;gerammel op het toneel gewend, en geeven dus niet oihnbsp;deeze dukken. Poetfen, die geene geftadige aandagt vor-
de-
-ocr page 271-14?
Venetkn.
«leren, zyn hun aangenaamer. Tusfchen debedryven der^^ l’ly* en treurfpelen worden ballets gedanft, die meeftnbsp;l^loote fprongen beflaan.
De marionetten, goochelaars, waarzeggers en poetfen-Oraakers, zyn op de Plaats van S. Marcus menigvuldiger öan ergens anders in Italien.aantetreffen. Als het ave Ma-^ia geluid wordt, knielen zy op hun theater neder, doen.
Zo wel als de aanfchouwers, zeer gezwind een gebed, en gaan dan weer voort niet fpeelen.
Te Venetien wordt eene groote menigte van toneelftuk-ken en romans gedrukt , die ten deele uit het Franfch Overgezet, ten deele origineelen zyn. Ook komen veelenbsp;hertellingen uit in den fmaak als die van Bocaccio. De Abtnbsp;Chiari heeft veel middelmaatige romans gefchreven. Overnbsp;1 algemeen zyn de Italiaanfche romans niet veel. Weetnbsp;men den tyd niet beter te befteedcn, zo leezen zig denbsp;Franfchen veel aangenaamer.
Die zig een begrip wil maaken van den toelïand der geleerdheid te Venetien , kan daarover het werk, dellanbsp;Litteratura Veneziana libri Fill, van Marco Fofcarini,nbsp;Procuratoie di San Marco, nazien , waarvan egter het eer-Pe deel nog maar uit is. (*) De Venètiaanen hebben iijnbsp;quot;Ie voorige eeuw de mode van akademien opterigten mede
V) Uca lyft der oudere Venetiaaniche fchryvers vindt men in de werken van Giacomo Alberici en Pietro Angelo ZcöO, waarvjW ’5nbsp;eerde in 1605. en ’t iStiere in i66i. uitkwam.
K 3
-ocr page 272-We eten-fcbappen enz, tenbsp;Fenetkn,
de gevolgd, dog de meeften zyn te niet gegaan, of bedoelen niets. Frederico Badoaro ftigtte ’er eene, die beroemd was, en in 1558. een Catalogo delle opere cbe in tutte Ie fcienze ed arti piu nobik a mandate in luce I academia Feneziana, in folio,uitgaf, Wy gaan de naamen dernbsp;anderen voorby, als der Imperfetti, Paragonifti, Delfici,nbsp;Acuti, Unici, enz. De bekende Apoftolo Zeno rigtte hetnbsp;gezelfchap der Animofi, enCoronelli, bekend door zynanbsp;kennis van de aardrykskunde en zyne henielsklooten, waarvan in de befchryving van Venetien gewaagd is, in hetnbsp;jaar 1Ö84. dat der Argrmauti op.
Venetien heeft federt het herftel der weetenfchappen geleerde mannen gehad , waarvan wy alleen den Kardinaal Besfarion , Aldus Manutius , Fra Paolo Sarpi , Antonionbsp;Francesco Gori, opnoemen zullen. Onder het artikelnbsp;van Padua zal meer van de Venetiaanfche letterkundenbsp;voorkomen. Onder de laater digters heeft zig Apoftolonbsp;Zeno een’ grooten naam gemaakt. Zyn operaas zyn treuriger en verhevenermaar Metaftafio overtreft hem in eennbsp;aangenaamen en vloeyenden ftyl.
Onder de bekendften der nog leevende geleerden behoort de Raadsheer Flaminio Corner, die de hiftorie der kerken van Venetien gefchreven heeft. De DominikaaUnbsp;Bernardo Maria de Rubei heeft godgeleerde, en de Thea-lyn Gaëtano Maria Travafa fchriften tot de kerklyke hifto-rie betreklyk uitgegeven. Van Nicolo Coleti heeft mennbsp;verhandelingen over de kerklyke oudheden, en van Biagionbsp;Ughellini over de Hebreeiiwfchen. Een Senator, Andreanbsp;Cornaro, heeft over de digtkunft gefchreven.
De Jefuiet Azevedo, die de werken van BenediftusXiV. uitgegeven heelt, arbeidde aan een’ befchryving van denbsp;flad Venetien, maar moeft de ftad ruimen. Grifellhdnbsp;fchryft een periodiek werk over de natuurlyke hiftorie»
zyn
-ocr page 273-149
voorneetnen , om de Memoires de VAcademie desffTggfg^. Sciences van Parys in’t Itaüaanfch ovenezetten, isnbsp;Ven fteeken. De Graaf Cavofo gaf in ’t jaar 1764.
omtrent zyne ontdekking van de prikkelbaarheid ^eniger bloemen uit. Ortefchi fchryft een geneeskundignbsp;Journal, waarvan in ’t jaar 1768. het zesde deel is uit-Sekomen. Paiton heeft een commentarlus over Hippocra-I6s gefchreven.
De Kaïnaldolenfer Vio te Murano, Pietro Gradenigo te S. Giuftina, en de Jefuiet Panigai , een goed wiskundige, hebben kabinetten van natuurlyke zeldzaamheden. Mennbsp;''indt kabinetten van penningen en antieke gefnedene ftee-by Zaïietti, (*} Tiepolo, en den Marchefe Savoc-gnani. (f)
De boekhandel is te Venetien zeer aanzienlyk. Daar 'Vorden veele fchoone, maar ook veele flegte boeken gedrukt. Inzonderheid komen ’er veel romans en Italiaan-fche digters uit. De voornaamfle boekverkoopers zyn,
Albrizzi , Pasquali , Bettinelli, Remondini, Occhi , en ónderen. Het ware maar te wenfchen, dat zy juifler ennbsp;op beter papier drukten , in welk opzigt de Roomfchenbsp;en vooral de Florentynfche boeken veel vooruit hebben.
(*) Zanetti is een ryk koopman , die buiten dat ook fchoone fchildetyen en tekeningen bezit. De voornaamfle gemms zyn, prag-Ug in folio gcëtft , onder den titel V^dyliotheca Zantttiana, uitge-Ueven.
(t) Tot de Bog leevende Venetiaanfche geleerden behooren ook, fchoon zy niet ia de ftad, dog in ’t gebied der Republiek woonen,nbsp;ts Trevifo de Domheer Azzoni , een bekend hiftoriefchryver , ennbsp;de Graaf Riccati , een der befte wiskundigen van Italien 5 te Udine Doftoc Bianchi , die over de elektriciteit en de rivier Tima-vus gefchreven heeft, en de Graaf Florio, een gelukkig digtet. •
K 3
-ocr page 274-150
Tf^eettn-fchappen enz. tenbsp;Venetkn,
De nabuurfchap van Duitfchland fchynt de Venetiaanen aaiigezet te hebben om periodieke werken uittegeeven, tennbsp;minden komt ’er te Venetien alleen zo veel uit als in geheel Italien , waar deeze fmaak tot nog toe niet zeer isnbsp;doorgegaan. De voornaamden zyu , Minerva., o fianbsp;nuovo giornale de' letterati d'Italia. Vader Calogera begon het in ’t jaar 1762. Van de Pazzella Medica komtnbsp;w^eeklyks een blad in quarto uit, gelyk ook van den Carrier letteraria. Grifellini fchryft een Giornale fpettantenbsp;alia fcienza natiirale e principalmente all' Agricoltura,nbsp;alle arti ed al commerzio. Aan de Bihlioteca moderna,nbsp;overo eftralti di libri nmvi, e Memorie jiorico-letterarienbsp;arbeiden verfcbeiden lieden. Voorheen kwam ’er ook eennbsp;fcherp journal van Baretti (j*) uit , onder den titel, lanbsp;Frujla letteraria; maar het heeft opgehouden, na dat denbsp;fchryver naar Engeland gegaan is.
Schilder-
konft.
Venetien heeft veel’ beroemde kondenaars , en inzon-heid groote koloriden voortgebragt, die wel niet zo juid tekenen als de Romeinen, maar door de kleuren, de houding, en de natuurlyke verdeeling van ligt en fchaduw,nbsp;hunner fchool een karaktetizeerend voordeel hebben wce-ten te geeyen. Wat voor een treflyk kolorid is Titiaanniet!nbsp;Hy wordt niet alleen in zyne fchool, maar van alle fchil-ders,als de voornaamde kolorid befchouwd, Hy is welzignbsp;zelven niet altyd gelyk, en dikwyls droog: menbefchouwenbsp;egter zyne voornaamde dukkeii te Venetien, en men zalnbsp;zig verrukt g'^voelen. Tintoret moet men te Venetiennbsp;leeren kennen, om zig een regt begiip van het verbaazen-de vuur en de vrugtbaarheid zyner verbeeldingskragt, en
van
(•) Pit is de zelve Baretti die de Italiaancn regens de clendig® Reizen van Sharp verdedigd heeft, geiyk in de voairedeo vour hetnbsp;ceilie Deel gezegd is.
-ocr page 275-151
van zyne zwaare werken te maaken. T is byna oiige J^eèten-Jooflyk, dat zy het werk van een menfch zyn. Hoe xfamp;fohappen vernuftig zyn niet de zamenflellingen van Paul Veronenbsp;! Alles is daarin wel geordonneerd en gegroepeerd, hetnbsp;*'gt wel verdeeld , het koloriet maniyk en egter aangenaam. Wy gaan Giorgione , de beide Palma, Basfano,nbsp;en anderen meer voorby , en gedenken alleen nog maarnbsp;aan Mejuffrouw Rofalba , die in ’t jaar 1761, geftorvennbsp;is, en in haar föort, naamlyk in portraiten van krayon ,nbsp;zeer uitmuntede.
Voorheen was het gebruiklyk de huizen van buiten te befchilderen, waarvan men nog hier en daar de oveiblyf-iels ziet. Men wil, dat de fchilderkonft, federt dat ditnbsp;om de zwaare kollen verboden wierd, in verval geraaktnbsp;IS, wyl daardoor veel’ gelegenheden om wat te verdienennbsp;Weggenomen zyn. De Republiek zoekt de fchatten dernbsp;konft daardoor te bchonden, dat de befle Hukken in denbsp;kerken met haar wapen getekend zyn, en govoigiyk noo^nbsp;vervreemd mogen worden. Ondertusfchen dreigt een andere vyaird deezen heerlyken meederllukken den ondergang, naamlyk de zoutagtige en vogtige zeelugt, waardoornbsp;het koloriet allengskens bedorven wordt.
Venetien heeft tegenwoordig geen’ buitengemeen groot’ meefter aantewyzen; egter heeft het in deeze eeuw goedenbsp;fchilders gehad, ook ten deele nog, fchoon zy, om lief-lyk te fchilderen , in den misdag vallen van te zwart tenbsp;koloreeren, waardoor hun’ werken minder duurzaam zyn.
Nazari is goed in oude koppen, gelyk ook Piazzetta; hy heeft egter ook hitlorieftukken gefchilderd. Tiepolo heeftnbsp;zig aan fommige Duitfche hoven bekend gemaakt. (*)
. nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De
(*) Men heeft veele geètfte bladen van hem, die ten deele in den fmaak van Salvator Rofe en Caftiglions zyn, H/ heeft een zoongt;nbsp;met naame joa;:nes Djcninicus.
JVeeten • fchappennbsp;erz tenbsp;Fenetien.
De Graaf Rotari , Nogari, Longhi , (?) de landfchap fchildcr Ziiccarelli , en anderen meer, zyn meefters vannbsp;deeze eeuw , die ook buiten Venetien zig bekend gemaakt hebben.
In den Engeifchen Conful Smith vond Venetien voorheen een groot’ vriend en befchermer der konden, Hy bezat een’ heerlyke bibliotheek , eene verzameling vannbsp;printen en tekeningen van de grootde meellers, welke denbsp;tegenwoordige Koning van Engeland gekoft heeft. Hynbsp;heeft op zyne kollen niet alleen de by ’t begin van ’t artikel van Venetien aangewezen gezigten van den fchil-der Canale, maar ook twee werken, waarvan de originee-len de wanden van de kamers in zyn huis vetfieren, (.t)nbsp;doen graveeren.
Daar zyn nog eenige uitmuntende plaatfnyders te Venetien. \Vy hebben reeds, in ’t begin van ’t artikel van Venetien , aan Monaco gedagt. Wagner is eigeniyk een Duitfcher, maar woont hier federt lange jaaren, en heeft
goede
( •) Zyn zoon Alesfandto Longhi heeft het portrait van zyn vader , en van vier en twintig der nieuwlle , ten dcele nog Icevende Ichildeis, in koper gebragt , en met cene befchryving uitgegevennbsp;Com^endïo ddlc vite dd Tïttori Venex.iant pi» renamatl del prefente Séquot;
cth , ip6z. in folio.' Daar zyn veele luiddelinaatige Ichildets in , daartegen ontbreekt ’et de Graaf Rotari.
(f) De titel is ; C»ngt;/i Cign/mi Momchrammttta VII, a I, M, Lic-tard GenovmH tere exfrejjd. Venet. 1743. Zy verbeelden, i. Cupido met den fakkel, z. Zyn triomf 3. Zyn gevegt met Pan. 4. Dn gedaanteverwisfeling van Daphne. 5. Het fchaaken van Europa, 6 Dsnbsp;triomf van Bacchus. 7. De triomf van Venus. Het andere heet,nbsp;Seb, Ricci Opera praftantiara a ƒ. M, Liatard are expresfa, en bevat:nbsp;I. Cheiftus met de Samaritaanlche vrouw. 2. De bergptedikinf.nbsp;3. De vrouw met den bloedvloed. 4. De aanbidding der drie wy*nbsp;zen, s- Het bad van Bethesda. 6. De oveilpeelftei. 7. Maria, di®nbsp;Chriftus zalftjjfaciden in groot folio.
-ocr page 277-goede leerlingen, als Bartolozzi, Giampiccoli en anderen Wetten-gemaakt. Cattini heeft een’ voortreflyke verzameling v^nfebappen doppen in groot folio, volgens Piazzetta,uitgegeven.nbsp;allen egter verdient Marco Pitteri den meeften lof, omnbsp;hy zig zelven genoegzaam geformeerd, en de konftnbsp;''an met een flreek te etfen verder dan iemant gebragt '
^eeft. Men heeft volgens deeze methode de hoofden twaalf apoftelen en van verfcheiden heiligen (*) innbsp;Stoot folio, de zeven fakramenten, jagten volgens Pietronbsp;^onghi, en andere bladen. Van zyne hand zyn ook ver-^'^heidcn vignetten in de uitgaaf van Virgilius , die vol-Ssns ’t model van den Horatius van Pine geheel in kopernbsp;gegraveerd is. (t)
Nergens heerfcHc zulk eene verwarring in het^gewigtg^^^-^y^ als te Venetien. Het pond voor het brood houdt om*nbsp;hent 9. Franfche oneen, voor ’t goud en zilver over denbsp;7. oneen, voor andere metaalen en eetwaaren over de 15.
Oneen, het ligte pond , Pefo fottile , voor zyde en- droge-tyen, over de 9. oneen.
Men rekent te Venetien by ponden. Lire, waarvan ®6n Zechino maaken. De Venetiaanfche Ducato houdtnbsp;^2’ Lira^ maar als men Ducato d'argento zegt, zó verbaat men 8. Lire. Dit is in den omgang de gebruiklykilenbsp;hiunt, en bedraagt ongevaar een Duitfehen daalder. Denbsp;kleine zilvermunten zyn Soldi, waarvan 20. eatHLira maaken.
(*) Op de zelve grootte heeft hy ook eenige portraiten , als dat ’ao zig zelven, van Piazzetta , van den Matchelé Maffei, van Gol-innbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jn anderen gefheden.
^ (t) Virinn opera ex antiqnts mmnmentis Ulnfirata , cara amp;
^‘nrici Juflice. Het eetfte deel is ’er maat van in ’t ligt, al.
zo et wetk te koftbaar was , en dog injfmaak niet by den Hoxa-tnis kwam. nbsp;nbsp;nbsp;•
H/eeten fckuppennbsp;em. isnbsp;Vene tien.
Maat.
Handel.
ken. De Zechini zyn van fyner goud als de andere It*' liaanfche Zechini, en daarom goed opreis. Zy doen iönbsp;andere plaatfeii van Italien opgeld.
De Venetiaanfche voet houdt i. voet en lo. iynen P*' ryfchs maat.
Venetien dryft een’ aanzieniyken handel naar de Levant-Ter beveiliging van den zelven floot het in ’t jaar 1764' een verdrag met de Barbarifche zeeroovers, en behoeftnbsp;derhalven niet meer zo veel’ gewapende vaartuigen tefnbsp;dekking der koopvaarders te onderhouden. Voorheennbsp;hadden zy op de koopvaarders altyd eenige foldaaten»nbsp;waardoor de vragt bezwaard werd, en zy niet zo goed'nbsp;koop vaaren konden als de Hollanders en Engelfchen.nbsp;Had Venetien een genoegzaame vloot tegens de zeefchui'nbsp;mersjZo zouden de fommen,die daar aan te kofle gelegdnbsp;werdeii , veelligt door een leevendigere en fpoedigerenbsp;fcbeepvaart, en het geen de onderdaanen by een betetnbsp;koop vragt gewinnen, vergoed worden.
ÜeVenetiaanen hebben beproefd, een koraalhandel aaO' teleggen, vooral daar men zeer gemaklyk ’er eene grootsnbsp;menigte van in de Adriatifche zee visfchen kan. Dog t'lnbsp;zyn zo goed niet als die van Livorno, en konnen derha'quot;nbsp;ven nooit zo wel bewerkt worden. Eenige Jooden eönbsp;Engeifche kooplieden te Venetien ondernamen voor eeni'nbsp;ge jaaren, fchepen regelregt naar de Weft Indien te zeO'nbsp;den. Dog de reis is langduurig , gevaarlyk, en hang^nbsp;van zo veele toevallen af, dat de vvinft altyd zeer ma*'nbsp;tig blyft.
Het geld is te Venetien piet fchaarfch , en het credit is groot. De Republiek betaald 3^. ten honderd; byzo^'nbsp;dere perfoonen op panden of andere voldoende zekerlm'*^nbsp;4. tot 41. Kooplieden moeten , uit hoofde van ’t
vaar dat de handel onderworpen is, wel 6. ten hondef'^
be-
-ocr page 279-155
betaalen. Een groot voordeel voor den handel is de pp'eeten-®aarde bank van Venetien , die op den voet der hamp;n-fchappen van Amfterdam en Hamburg ingerlgt is , en geenee««-obligatien geeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Venetien.
Het eiland Corfu brengt veel korenten voort, en een’
quot;'yn, die van zwarte karsfen getrokken wordt. Met dee-, zo wel als met Cyprifchen wyn en andere waaren uit Levant, dryft men een’ voordeeligen handel, en voertnbsp;*Jaar7oor laken en een groote menigte van damasketten,
®en foort van ligte (lof, die in de Levant zeer gezogt quot;’orde, terug. De aftrek van rood laken is groot, gelyknbsp;van ryke doffen van grove zyde, Brocatelle genaamd,nbsp;gebied van Verona en Vicenza levert veel ryd, wyn,
^yde, en lynwaad; Brefcia heeft een derken aftrek in ge-'''ser. Het overfchot van ’t graan gaat naar Genua en ’t ^oomfehe gebied.
glas
Eertyds waren de Venetiaanfche fpiegels van Murano de beroemdden , en werden door gantfeh Europa'ver-''oerd, maar federt men een fpiegelfabriek te Parys, (*)nbsp;ook eenigen in Duitfchland,aangelegd heeft,heeft dee-handel een zwaaren flag gekregen, en de fpiegels zynnbsp;^5®*' in prys gedaald. Egter houdt men het Venetiaanfche
voor zuiverder als het Franfche. Tegenwoordig is
Waar eene fpiegelfabriek by Jan Mota, waar maar twee-in de week gewerkt wordt, en een twaalftal arbei-
er
Waal
^2rs op eenen morgen zedig fpiegels blaazen. De lioofd-gt; Welke uit Spaaufche afch en zandagtige aarde van wenza bedaat, wordt binnen zes uuren in den oven ge ¦
fmol-
^ Frariche en Duitfche Ipiegels worden gegoten , en zyn dcihalv êrooter dan de Venetiaanfehen, welken men blaaft, eunbsp;den de'fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;grootte brengen kan. Te Parys wot-
^ piegeis alleen gepolyft, maat in Picardie gegoten.
-ocr page 280-IVeeten-fcbappen «nz. tenbsp;Venetien,
fmolten, en blyfc agt dagen in de kroezen flaan , die ook van klei van Vicenza gemaakt zyn, en ’t agt weeken uit'nbsp;houden. Daarop wordt het glas uit de masfa tot py'nbsp;pen van 3. tot 4-|. voet geblazen , opgefneden, en denbsp;platte tafels over een oven gelegd, om allengskens koudnbsp;te worden. Het blaazen is een zeer zwaar werk, en vordert goede longen.
Het is der moeite waard de glasblaazeryen te MuranO te zien, waartoe wel dertig huizen zyn. Men maakt’etnbsp;niet alleen allerlei glazen, maar inzonderheid glazen bloemen , die ongemeen natuurlyk zyn. Het werk is des tenbsp;konftiger, wyl het geverwde glas in verfcheiden kroezennbsp;flaat, en terwyl het vloeibaar en gioeyend is van eener-lei kleur fchynt. Als de konftenaar eene bloem maakennbsp;wil, neemt hy nu van deeze dan van geene kleur, naarnbsp;dat hy noodig heeft, en ftelt daaruit de bloemen t’zamen,nbsp;aan de welken men eerfl: het onderfcheid der kleuren gewaar w'ordt als het glas koud is.
Glazen koraalen leveren deeze fabrieken in ongeloofly ke menigte. Zy worden uit dunne pypjes gemaakt, die»nbsp;als zy nog week zyn, tot kleine rolletjes gefneden worden-Deezen vermengt men met afch, zet ze in een pan op’t vuur»nbsp;en roert ze met een yzer fterk om, zo dat de fcherpe hoeken afgerond worden, en toefmelten, dog zo, dat ’er eeonbsp;klein gat blyft, waardoor de koraalen op draaden kunnennbsp;geregen worden. De meefters der glasblaazeryen te Mura-110 geeven zig voor edellieden uit, wyl KoningHenrik Ilb»nbsp;op zynen doortogt van Poolen naar Frankryk, hun kon-lligen arbeid befchouwd hebbende, hen tot den adeldandnbsp;zou verheven hebben.
Briati in Rio del Azelo by S. Mtiria maggiore te Vene-tien heeft een fchoone kryftalfabriek. Men zier hier de
fynde werken in kryftal, en onder anderen groote luftre®
van
-ocr page 281-157
''*0 6. tot 7. voet in de niiddellyn, die Ciocche heeteai. JVeeiett-fabrieken van cternor tartati en loodwit gaan in \fcbappen Sfoote, Een man te Murano bezit het geheim, vannbsp;heflyke aventurines, (•) zo als ’t de Franfchen noemen,nbsp;fliaaken, die bruingeel met gouden Hippen zyn.
I^e lettergieteryen te Venetien zyn aanzienlyk, niet al. om dat in de ftad zelve altyd veele drukpersfen aannbsp;gang zyn, maar ook geheel Italien met Venetiaanfchenbsp;^®tters voorzien wordt. Een edelman, met naame Baglio-, bezit een zwaare boekdrukkery. De ambagisloonennbsp;*yn te Venetien maar half zo duur als te Parys. Domeui»
^'0 Selva is een bekwram opticus.
lugt te Venetien is zagt en groeizaam. Het ligt op Zelve breedte als Milaan. Farfetti, aan wien de kon-^eti te Venetien veel fchuldig zyn, heeft wynClokken uitnbsp;^^ourgogne, nevens eenige kiften met de aarde waarin zynbsp;?eftaan hadden, doen komen, om dien wyn ook in deezenbsp;^aadftreek te kunnen winnen. In ’t eerfte paar jaaren hadnbsp;wyn veel van den Bourgognewyn, maar veraartte wel-^®aa. Dit was natuurlyk; men weet dat eene plant, alsnbsp;ander voedfel krygt, ook haar innerlyk wezen en haarenbsp;^eftanjjjeelen verheft. Zo geeft,by voorbeeld,de bekendenbsp;^outpiant, Souda genaamd, in Frankryk op ver na zonbsp;''®el zouts niet, indien zy diep landwaards in verplantnbsp;'''ordt, als wanneer zy aan het zeéftrand flaat.
'^nfcb.
De zee is by Venetien verbaazend vifchryk. Men ^ifcht in ’t groote kanaal en in de kleinen. Elk jaargety-levert byzondere foorten. Men telt ’er omtrent hon-^^rd , zo zee- als riviervifch , die te Venetien gegeten
wor-
.{•) Zie Valmont de Botnaie, Dlaiormahe d'HWmre rntmelle, op't 'Vooid Avntminc.
PFeeten-fcbappen enz. tenbsp;Venetien.
worden. Daar vallen goede oeflers, mosfelen, en inzondef1 heid eene groote menigte van kleine zeekrabben, die zeetnbsp;fmaaklyk zyn. Napels is welvifchtyk, egter zegt men gt;nbsp;dat te Venetien in eene maand meer vifch gevangen wordt?nbsp;dan in een geheel jaar te Napels.
Gebrek
Het gebrek aan goed bronwater om te drinken is een eanwater.gxoot ongemak te Venetien, fchoon het in ’t midden vannbsp;’t water ligt. Maar ook deeze ligging is het, die maakt?nbsp;dat ’er geene bronnen zyn kunnen. Men behelpt zignbsp;regenwater, dat in groote bakken (1) verzameld wordt.nbsp;Dit water is zeer goed, als het eenige dagen na den re1nbsp;gen bezonken is. By drooge jaaren wordt het in grootenbsp;tonnen met. fchepen uit de Brenta , waarvan aanftondsnbsp;meer, gehaald. Het water uit de bakken moet niet fcba1nbsp;delyk zyn , wyi de Venetiaanen meed gezond zyn , ennbsp;over ’t geheel genomen ouder worden dan de menfchen ionbsp;andere deeleii van Italien. De hoofdoorzaak daarvan i1nbsp;zonder twylFel in' hunne maatige leevenswys te zoeken»nbsp;De laage ligging der ftad, cn de kwaade dampen der kS'nbsp;naaien in den zomer, kunnen der gezondheid onmoogly^nbsp;zeer voordeelig zyn. Egter is zulk eene ligging altyd nO^nbsp;gezonder, en boven die van zulke lieden te Hellen, di®nbsp;veele ftaando moerasfen in de .nabuurfchap hebben.
Reis staar nbsp;nbsp;nbsp;Venetien tot Padua rekent men 25. Italiaanfch®
Padua. mylen, die men gemaklyk op eenen dag kan afdoen. P® merkwaardigheden op den weg kunnen ondertusfchen b®'
zi®2
Men telt ’er 160. die alleen tot gemeen gebruik zyn, behal'i®®
nog veele byzonderen in de paleizen en kloofters.
-ocr page 283-*ien Worden. Men neemt of een gondel, en laat zig oVpadus^ ^ vaftA land brengen, en rydt dan met een vetturino tenbsp;naar Padua, of men gaat met het gewoone fchip,
We] het beft koop is; of men huurt een fchuit, Bur-voor de geheele reis. Deeze fchuiten zien ’er wel 5 zyn taamlyk groot, en hebben een ruime kamer, metnbsp;êiasvenfters, die met fchüderyen of tapyten behangen is.
prys voor de vaart is gemeenlyk twee zechini. Zy borden door twee kleine vaartuigen met vier riemen doornbsp;Lagune, vyf mylen ver tot aan Fufina, voortgetrokken,nbsp;weg dien zy te neemen hebben is door ftokken afge-P^ald, alzo zy anders ligt op de ondieptens in de Lagunenbsp;houden blyven zitten. Na een’ vaart van een uur neemtnbsp;®ien te Fufirra mme paarden, die de fchuit door de vaartnbsp;Brenta tot Padua, op de wys van de Hollandfche trek-Pchniten, brengen.
Zo lang men op de Lagune is heeft men een fchoon ongewoon uitzigt. Op de eene zyde vertoont zig Ve-''etien met haare zonderlinge ligging, en op de anderenbsp;®2n aangenaame kuft, die met huizen als bezaaid is. Komtnbsp;in ’t kanaal la Brenta, zo vaart men aan weerskan-door een onafgebrokene rei van dorpen, lufthuizen,nbsp;Paleizen, (1) tuinen , en fchoone weilanden. Men
vindt
Le bouwmeeftet sn fchildet Coda heeft de gazigten en land-'gt;uizcn der Venetiaanea , welken aan deeze vaart liggen , in koper. S^htsgt, onder den titel, Ic Delix.h delU 'Sreata. Turno I. 1750. Innbsp;Een taamlyk deel in folio. Z./ zyn middelraaatig gefne-, en het is niet te ontkennen, dat ’er menig landhuis in wordtnbsp;''oorgefteld dat het niet verdient . en hier alleen een’ plaats gekrenbsp;amp;en heeft , om 1cr den bezitter van een kompliment tc maaken.
Laat zouden twee dcclea van komen. dog het tweede is nog niet gevolgd.
-ocr page 284-Padua. nbsp;nbsp;nbsp;zelden zo fchoone oevers, en die zo fterk be*
woond zyn.
Twee mylen van den uitloop des kanaals komt men aa» de eerfte Huizen, Porte del Morazano, Daar zyn ’er vyfnbsp;op het kanaal tot gemak der vaart aangelegd. Twee my'nbsp;len verder bomt men aan’t Paleis Foscari, dat wegens zyUnbsp;bouworder en fchilderyen merkwaardig is. Een zaal ofnbsp;natten kalk gefchilderd wordt voor ’t werk van Titiaan gehouden , en zes kamers zouden van Paul Veronefe zyn ?nbsp;ten minften zyn zy allen uit zyne fchool.
Mira is een groot dorp, veertien mylen van Venetien» waar veele fchoone huizen Haan. ’T voornaamfte is datnbsp;van Bembo , waar in Paul Veronefe een paar valfchenbsp;venfters gefchilderd heeft, die van goeden fmaak en welnbsp;onderhouden zyn.
Dolo is een aanzienlyk vlek, zeventien mylen van Ve-netien, waar een fluis is. Men komt hier in den Eren-tone, of de oude Erenta, welke men uit de Lagune afgeleid heeft. De familie van Tron heeft hier een fchoon pileis. Een niet minder is van de familie van Tiepolo, twee mylen verder.
In het vlek Stra, vyf mylen van Padua, ligt het prag' tigfte van alle de Venetiaanfche landhuizen aan de BreO'nbsp;ta, naamlyk dat van de familie van Pifani. Het gebouvïnbsp;en de tuinen zyn van een aanzienlyken omtrek. De tuiönbsp;is volgens een fchoon plan aangelegd, over ’t geheel fyn*'nbsp;metrifch, maar in de partyen vol verfcheidenheids. Inzonderheid is ’er een fchoon berceau van citroenbooinen-Uit de menigte der terrasfen, der ftandbeelden, der fchil'nbsp;deryen, marmeren zuilen, en andere fieraaden, kannbsp;den rykdom des eigenaars opmaaken.
Noventa ligt twee mylen van Padua , en is waardig om het fchoone paleis van Gievanelli. De
is
-ocr page 285-i6i
‘s maar naar een eenvouwdig plan aangelegd, egter zeer padust fthoon.
Padua, in ’t Latyn Patavinum, ligt aan de Brenta, eri [dijlorU,
een’ ftad van omtrent 40000. inwooners. Als het waar dat Antenor bet tegenwoordige Padua reeds aangelegdnbsp;is het eene zeer oude (lad. C*) Ten minften is hetnbsp;^an ouds af een’ zeer aanzienlyke ftad geweeft. Strabonbsp;2egt, dat zy 2COO0. man in’t veld kon brengen, hetwelknbsp;6gter vermoedelyk van haar regtsgebied mede te verdaannbsp;is. Toen geheel Gallia Cifalpina onder de gehoorzaamheid der Romeinen kwam , behield Padua byzondere vry-heden , en haar’ eigene wetten. De inwooners warennbsp;^'^er als bondgenooten, dan als onderdaanen der Romei-aautezien.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Alarik en naderhand Attila plonderden Padua, weswe-§ens eenige inwooners naar de Lagune weeken, en gedegenheid tot het bouwen van Venetien gaven, dat lang onder de heerfchappy der Paduaanen bleef, tot dat denbsp;Volkplanting eindelyk de heerfchappy over haar’ vaderftadnbsp;Verkreeg.
De (lad is verfcheiden maaien afgebrand, inzonderheid
(*) Virgilius zegt nbsp;nbsp;nbsp;/. yjti Antenor, dat hy Patavium
dc liviet Timavus ftigtte:
tarnen Ule srhem Patavl fedefyue lotavU 7V«croragt;7|,
blaar het is een zwaar verfchil ortder de geleerden of de Tirrtavu s de tegenwoordige Brenta is De Ouden geeven den Timavus negennbsp;of zeven monden, welken de Brenta niet heeft. Plinius plaatft LH.nbsp;ff- r. 105. die rivier in de nabuutfchap van Trieftc en Aquileja. ennbsp;^*o'g‘yk heeft Antenor zyne ftad daar gebouwd. Hier woonden de
-ngaoei, die hy van te*Vooren overwon, en die Plioius LH, tIL (•
30. deswegens Gtajamm nbsp;nbsp;nbsp;incolas noemt.
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;L
-ocr page 286-162
Padua. nbsp;nbsp;nbsp;binnenlandfche onluften van ’t jaar 1174. en ten
laacflen , door een’ onbekende oorzaak, in ’t jaar 1420* Driemaal is zy door verfchriklyke aardbeeviugen bezogtnbsp;geweell. By deeze ongelukken behoeft men zig niet tenbsp;verwonderen, dat Padua allengskens veel van haar’ oudennbsp;luider verloren heeft.
Keizer Karei de Groote herdelde Padua. De Ottoos, Henrik III. en IV. gaven der ftad 20 aanzienlyke voorreg-ten,dat zy als eene Republiek aantezien was. Frederik II-verplaatde de univerfiteit van Bologna herwaards,in ’t jaarnbsp;1222. Vervolgens ging het Padua gelyk anderen Italiaan-fchen Heden ; de magtigfte geflagten raakten over hoop,nbsp;en de tlad was nu in de inagr van deezen dan in die vannbsp;geenen. Ezzelino oelFende daar gruwzaame wreedheden.nbsp;De Carraraas misbruikten hun’ magt niet, maar herfteldennbsp;de vedingwerken, gaven den werkers iii de wol beloo-ningen, en wakkerden den handel op. Daarop kwam denbsp;ftad in de magt der Scaligers, der Viscomies, en wedernbsp;onder die der Carraraas, tot dat de Paduaanen zlg ein-delyk in ’t jaar 1405. der gehoorzaamheid der Venetiaa-nen onderwierpen.
Ligging, Padua ligt in eene aangenaame vrugtbaare vlakte, ef is met verfcheiden landhuizen , vooral aan de Brenia ,nbsp;omgeeven'. De lugt w'ordt voor zeer gezond gehouden-De nabuurige heuvels brengen den fchoonften wyn en oü^nbsp;voort. Keizer Conftantinus Palarologus had het niet S^'nbsp;heel mis , als hy zeide, dat men het paradys in de lantl'nbsp;ftreek van Padua zoeken zou, indien men niet zo zeUei’nbsp;wid, dat het in Ada geweeft is.
De gedaante der ftad is driehoekig : zy heeft zevS'’
Italiaanfche mylen in den omtrek. Haar verfterking
daat in breede graften en dikke muuren, welken de
raraas begonnen, en de Venetiaanen eerft met groote ko®
163
ten voltooiden , leggende , in plaats der oude torens, Padué, tvvintig baftions met kazematten en mynen aan. (*) De ftadnbsp;is van binnen niet fchoon. De llraaten zyn lang en fmal.
De huizen ruften aan de ftraat op dikke pilaaren, ’t welk een flegt doorzigt geeft, maar voor de voetgangers dit gemak heeft, dat zy, gelyk te Bologna, onder de gangennbsp;bedekt gaan kunnen.
De ftad heeft drie fchoone poorten, die ’er als triomf-boogen uitzien. Porta S. Giovanni en Savonarola (quot;f)
Zyn van Giovanni Maria Falconetta van Verona ontw'or-pen. Porta di Portell» is de fchoonfte van allen, en met agt roomfche zuilen verfierd. Zy werd in ’t jaar 1518. ge-,nbsp;bouwd. De drie poorten liggen aan de drie fpitfen vannbsp;Padua. De ftad is geplaveid met donker graauwe fteenen,nbsp;met witte flippen, of kleine gaten, waar eene witte ftof isnbsp;ingedrongen. Zy worden in de nabuurfchap van Padua gebouwen. Men treft onder de ftraatfteenen , vooralnbsp;onder de gangen voor de huizen , veelen van rood Vero-neefch marmer aan.
De Domkerk is van Keizer Frederik II. om het iaar „ nbsp;nbsp;nbsp;1
„ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bmkerk,
1222. geftigt. De Bisfchop en de Domheeren zyn van
de
(*) De oorlog der Venetiaanen regen de Turken gaf gelegenheid het uitvinden der baftions. Men vood ze veel bekvvaamer ternbsp;''^tdediging dan de oude ronde torens. San Micheli, een vermaardnbsp;atchitekt , vond de lyntegte faces uit , en maakte de flanken dernbsp;baftions ingebogen , gelyk men te Verona zien kan. Hy leide hetnbsp;baftion Santa Croce en Cotnaro aan , waarvan Vafari, als de eer-ftsn en (choonften dier werken, veel ophefs maakt. Hy verfterktcnbsp;°°k Candia , ’t welk honderd en vyftig jaaren daaraan eene merk-'Vaardige bekgering tegen de Turken uithield. San Micheli was innbsp;* 84- geboren.
(t) De Marquis Polcni heeft deeze poort als een tegt model de.t
ou't- ’gt;nft in zynjn Vitruvius geplaatft,
Ia S
104
Padua, rykften in Italien. Men noemt hem den kleinen Paus» en zyn’ Domheeren de Kardinaalen van Lombardyen. Paosnbsp;Clemens XIH., die vyftien jaar Bisfchop van Padua ge-weeft was, heeft den Domheeren een orderskruis en dennbsp;titel van Protonotarii J^poftolici extra muros gefchonken.nbsp;S. Prosdocimus, een leerling van den Apoftel Petrus, zounbsp;de eerfte Bisfchop van Padua geweeft zyn, en is een vannbsp;de vier befchermheiiigen der ftad.
De grondflag der kerke werd reeds in de twaalfde eeuw gelegd. Toen zy in’t jaar 1524. zeer bouwvallig werd,nbsp;bouwde ze de bouwmeefter Sanfovino byna geheel nieuWnbsp;weder op, en men heeft ’er altyd wat aan gebouwd, totnbsp;dat de Kardinaal Rezzonico ze eindelyk in ’t jaar I/56.nbsp;inwydde. De koepel is van Jan Gloria begonnen. Zy ruftnbsp;op vier fterke boogen, wier drukking tegen een dikkennbsp;muur gaat, en die wordt weder door vier kleiner boogennbsp;gehouden, waardoor de eerften nog te meer vaftigheid bekomen, Deeze bouwtrant, die zeer gefchikt is, om denbsp;zwaarfte koepels duurzaam te maaken, is door den tegen-woordigen architekt Bernardo Squarcia uitgevonden. Denbsp;kerk heeft een’ aanzienlyke grootte. De roomfche piia-fters, waarmede zy verfierd is, beklappen, dat de bouwmeefter maar van middelmaatigen fmaak was.
In den regter kruisgang ziet men eene Maria van Giotto , den herfteller der fchilderkonft. Petrarca, Domheer deezer kerke zynde, bezat het ftuk voorheen, en maaktenbsp;het by teftamefit aan Francefco de Carrara.
In de fakrifty zyn veele goede ftukken te vinden, onder anderen eene Maria van Titiaan, een kragtig en met een mergagtig penfeel gefchüderd ftuk. S, Hieronymusnbsp;en Franciscus van Jakob Palma , en het beeldtenis vannbsp;Petrarca en andere Domheeren. In de bibliotheek van ’tnbsp;kapittel zyn veele goede handfcluiften en zeldzaame boeken.
-ocr page 289-165
ïten. Zy is ten deele van Petrarca, ten deele van een '^wxPadtia. Bisfch.ppen afkomftig.
In de kerk ziet mtn de graftekens van verfcheiden’ beroemde mannen. By voorbeeld van den Regtsgeleerden Marcus Antonins Pellegrini, van Jakob Dondi, bygenaamdnbsp;Orologio, om dat hy de uurwerken (Icrk verbeterd heeft,
Van Karel Patin, een’ Franfch’ geneesheer, die als Hoog-leeraar te Padua les gaf. Eenigen beweeren 00k, dat Berra, gemaalin van Keizer Henrik IV., hier begraven ligt, dog dit is zeer onzeker, De doopkapel is van de kerknbsp;afgezonderd, gelyk te Romen by ’t Lateraan, te Florence,
Êö in andere oude kerken in Italieu,
De kerk van S. Antonm van Padua, dien 'cnanVon-S.Antonio, weg il Santo, en de kerk del Santo noemt, is de tweedenbsp;in rang, maar eene zeer vermaarde kerk. Deeze grootenbsp;heilige derRoomrche kerk werd in’t jaar 1195. te Lisfabonnbsp;geboren , trad in de Franciskaanerorder , en maakte zignbsp;door prediken, bekeeren, en wonderen zo beroemd , datnbsp;hy na zyn’ dood, die in zyn zes en dertigfte jaar voorviel , reeds het jaar daaraan gekanonizeerd werd. De kerk isnbsp;op de puinhoopen eens ouden tempels gebouwd , ennbsp;reeds in ’t jaar 1255. door Nikolaas van Pifa begonnen.
2y behoort onder de merkwaardigfte plaatfen, die vroo-hie zielen in Italien bezoeken, en waarheen bedevaarten §edaan worden.
Voor de kerk flaat het bronzen ftandbeeld van den Ge-rretaal Gattamelata, een’ vermaard’ held in de Venetiaan-fohe hiflorie, te paard, door Donatello gegoten. Vafari Pryft het buitengemeen; egter ontbreekt in fommige dee- ¦ ^nbsp;len de fyne uitvoering, fchoon het geheel wel getekendnbsp;on naar de natuur is.
kerk van S. Antonie is van een oude gothifche bouworder, byna gelyk de kerk van S. Marcus te Vene-L 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lioD*
-ocr page 290-Padua, nbsp;nbsp;nbsp;Zy‘heeft van binnen zes koepels, waarvan twee in
’t fchip zyn. In de kapel van ’t h. Sakrament zyn bronzen basreliëfs van Donatello , in ’t midden het lichaam van Chriftus met een paar engelen , ter regterhand eennbsp;kind , dat op bevel des heiligs twee dagen na zyne geboorte op zyn regten vader wyn:,om de eerzyner onfchuldigenbsp;moeder te redden. Ter fiinkerhand is een'ezel, die voornbsp;een hollie knielt, als hem S. Antonie die laat zien, omnbsp;daardoor een’ ketter te bekeeren. Vier andere engelen,nbsp;half verheven werk, zyn insgelyks van Donatello. De ta-barnakel heeft drie bouworders , ftatues, bronzen fieraa-den, en zuilen van verde antico. De meeller heet Hieronymus Campagna, een bekwaam beeldhouwer van Verona,nbsp;en leerling van Sanfovino.
Agter het koor hangt in een kapel het martelaarfchap der h. Agatha; een goed Huk van Tiepolo. (1)
De kapel van S. Antonie is de voornaamlle der kerk. De voorzyde is van de fchoonfte marmers zamengelleld,nbsp;met ftatues verfierd, en ruft op vier roomfche zuilen vannbsp;Karrarifch marmer. De negen basreliëfs in de zelve verbeelden verfcheiden’ daaden des heiligs. De beelden zynnbsp;byna leevensgrootte, maar de ftyl is niet zonderling.
Het eerde basreliëf van Minelio de’ Bardi. S. Antonie verruilt het Domheeren kleed voor dat der Francis-kaanen.
Het tweede, van een onbekende band, maar met beelden in den fmaak van Raphael. De heilige maakt een vrouw, die van haar man het venfter uitgeworpen was,nbsp;met het teken van ’t kruis gezond.
Het
Cochin pryft het zeer, geljk ook de Graaf Algarotti. HyzsS' in zyn Sa^glo fopra la pliinra, dat men'in haar aangezigt tenbsp;de fmeit, en de hoop der aanftaande zaligheid leeft.
-ocr page 291-167
Het derde van Hieronymus Gampagna , het eenige fadua. Coehin lofwaardig agt. De heilige wekt een dooden
Lisfabon op, wiens vader verdagt was, hem vermoord
hebben.
Het vierde van Jakob Sanfovino. De heilige wekt meisje, by Padua verdronken, op. Vafari pryft het
Het vyfde van den zelven, of ten minden van een’ zy-quot;st befte leerlingen. De heilige maakt een kind , dat 'loot den wind van een fchip gerukt was, weder lee-Vendig.
Het zesde, de heilige vertoont het nog beevende hart ®ens gierigaards , die reeds geftotven was , van Tullionbsp;Lombardi.
Het zevende van den zelven. Hy zet den voet van een kind weder aan , dat zig dien had afgefneden, uit fpytnbsp;dat het zyn moeder gefchopt had.
Het agtfte. Een ketter Imyt een glas op den grond, Zeggende,dat hyS. Antonie voor een’ heilig erkennen zal,nbsp;als het geheel blyft. Het glas blyft geheel, en de fteennbsp;'Jaar het op valt fpringt aan ftukken.
Het negende van Lombardi. Het nieuwgeboren kind ^at op zyn vader wyft, en ook van Donatello, gclyk wynbsp;Zo even aantekenden, gefchilderd is.
ïtr ’t midden der kapel ftaat een fchoon altaar van gra-'^ret, waaronder S. Antonie in een zilveren kift ligt. Het geheel ruft op zuilen van verde antico. De drie ftatuesnbsp;''anbrons, S. Antönie, Prosdocimus, en Lodewyk, Bis-ichop van Touloufe, vier engelen , die de kandelaars draa-2en, de bronzen deuren onder de kift, en de deuren dienbsp;de trappen van ’t altaar affluiten: alle deeze ftukken zynnbsp;door een’ bekwaam’ konftenaar van Padua, Tiziano As-Petti, in ’t jaar 1594. gemaakt. Op elke zyde houdt een
L 4 nbsp;nbsp;nbsp;groep
-ocr page 292-groep van marmeren engelen een zilveren kandelaar, die beiden t’zaraen over de 3000. oneen weegen. Het voorblad des altaars is van zilver, en op feelldagen wordt eertnbsp;ander met juweelen bezet ten toon gefield. Allenthalve®nbsp;ziet men een menigte van zilver als geloften gefchonken»nbsp;waaronder vier en twintig groote lampen, en eene di®nbsp;van goud is. Men kan daaruit opmaaken, wat fchatten S1nbsp;Antonie bezit.
Uit de kerk klimt men langs drie treeden naar het koor1 De bronzen deuren en de beelden van ’t Geloof, de Lief'nbsp;de, de Maatigheid, en de Sterkte, op de colonnade voornbsp;het koor, zyn van gedagten Aspetti, en de vier Euange-liften van Donatello. De muziekkapel van S. Antonie isnbsp;eene der fchoontle van Italien: zy beftaat uit zeftien zan1nbsp;gers en vier en twintig muzikanten, waar onder de violo-iiiften Tartini en Bandini, en de kapeimeefter Vallotti beroemde virtuofi zyn. De vier orgels en het verhemelte vaonbsp;’t altaar geeven het geheel een pragtig aanzien.
Agter op ’t koor (laat een fchoon marmeren altaar; vyf bronzen ftatues van Maria, en de vier befcherraheih'nbsp;gen der ftad Padua , zyn van Donatello , maar die vaönbsp;fteen zyn van Campagna. Het fchoone krucifix is vahnbsp;Donatello , gelyk ook het basreliëf der begraafnis vaOnbsp;Chriftus, waarin de fchreyende vrouwen inzonderheid g^'nbsp;prezen worden.
Aan den derden pilaar ter regterhand ziet men het g®1 denkteken van den Kardinaal Bembo, bekend door zy®®
liiftorie van Venetien en zyne gedigten. (_1) Hy was nit
ee®
niet gaarn in den Bybcl en zyn getydepboek Latyn uit te leercp.
om ’et geen
Men zegt van hem . dat zy zig veel op 1yn Latynlchco inbeeldde , (choon Scaliget en Lipiius dien berispt hebben. ^
-ocr page 293-169
®en oude Venetiaanfche familie, fekretaris van den Paus Leo X., en ligt te Romen begraven. Cataneo van Carrara,nbsp;®en leerling van Sanfovino, heeft zyn marmeren borftbeeldnbsp;Sfmaakt. Deeze Cataneo was ook een goeddigter, ennbsp;^cef: Gli Amori di Marfifa gefchreven.
In eene nis van geel marmer ziet men het borftbeeld ''3n Helena Cornara Pifcopia , een* zeer geleerde Vene-*‘3anfche Dame, die te Padua den doktoraalen hoed in denbsp;^lofofie verkreeg, maar eigenlyk in de kerk van S. Giufti-quot;a begraven ligt. (*)
In de vyfde kapel ter regterhand treft raen veele wel on-^firhoudene fchilderyen op natten kalk van Giotto aan. Zy ^yn droog gefchilderd , maar hebben egter eenige goednbsp;ëekarakterizeerde koppen. In de vyfde kapel ter (linkerhand heeft Piazzetta het onthoofden van Joannes met denbsp;grootfte werking gefchilderd. Het koloriet is piquant.nbsp;Zonder zeer natuurlyk te zyn. Het karakter in het beeldnbsp;van Joannes is niet fchoon.
Op de eerfte plaats in ’t kloofter is het graf van •len beroemden geneeskundigen Fallopius , van wien denbsp;Fallopiance , in de ontleedkunde zo beroemd, haar’nbsp;hebben. Men vindt in deeze kerk nog pene me*nbsp;’''gte van merkwaardige graftekens, inzonderheid van art-, die altyd te Padua in groot aanzien geweeft zyn. VVy
gaan
{*) Zy zou ook keraates in de godgeleerdheid worden, dog de hisfchop van Padua wilde het niet dulden , alzo, volgens Paulus*nbsp;htvel, geene vrouw in de gemeente keten mag. Zy deed reeds opnbsp;haat elfde jaar gelofte van een eeuwigduutende kuifchheid, waaromnbsp;Wien den aaitigen inval gehad heeft, op het revers van de medaillenbsp;¦quot;“atop haar borftbeeld ftaat, een laurierboom met dit omfchrifi tenbsp;zetten.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, om daarmede op haat’ vetwoive*
«en roem te zinfpeelen.
170
Padia.
gaan ze voorby, en gedenken alleen maar dat vsu Oélavius Ferrarius, ’t welk zo pragtig is, dat weinig gC'nbsp;leerden een diergelyk hebben. ¦ Hy is door zyne fchriftennbsp;bekend ; inzonderheid was hy zeer gelukkig in den fty'nbsp;van opfchriften, en heeft niet alleen het zyne, maar ooknbsp;veele anderen in deeze kerk gemaakt, die allen verdienennbsp;geleezen te worden. De bibliotheek van ’t klopfter heeftnbsp;Pellegrini gefchilderd.
La Scuola del Santo is eeo gebedenhuis van eenè broe-derfchap boven de kerk, waar zeftien merkwaardige (lukken te zien zyn. Het vierde op de regterzyde, en ook het zesde en zevende op de llinkerzyde, is in fresco vannbsp;Titiaan. Zy verbeelden de wonderwerken van S. Antonie , en verwierven Titiaan zulk een’ naam, dat de Raadnbsp;te Venetien hem de zaal van den grooten Raad te fch'1'nbsp;deren opdroeg , die door een brand vernield is, Daafnbsp;zyn eenige goede koppen in deeze (lukken, anders zyonbsp;zy wat hard,
S. Ciufli’ na.
De kerk van Santa Giuflirta is eene der heerlykPen van geheel Italien , (f) en behoort den Benediktynen vannbsp;Monte Casfmo, die men zegt dat 100000. dukaaten inkomen hebben. Andreas Riccio begon in ’t jaar 1520.nbsp;volgens zyn’ plan , op de plaats van den ouden temp^1nbsp;der Eendragt, te bouwen. Zy is 485 voet lang, 108.nbsp;hoog, isp, breed, en in den kruisgang 332. Haar aan-zien is pragtig, majeftueus, en de evenredigheid volgens
de
Men kan daarover naleezen de Relï^iofe Memorie delta del Santo van Vader Polidoro, en Defcrix.tone delle jiilture d!nbsp;van Rofetti.
(f) Men heeft ze , met het menigvuldige dat ’er toe behoort. ‘’P twee vellen royaal papier geëtftj en ’et ten dienllc der vreemden «ao®nbsp;korte befthryving van gedrukt.
-ocr page 295-171
.® ftiptfte regelen wel gekozen, Zy heef: eene een]f;e Padua. ''*'''fche order op een laag voetftuk^ waardoor zy een 'nognbsp;aanzien bekomt. Het koor ligt negen treeden hoo-^^''als het fchip, ’t welk eene goede uitwerking doet. Denbsp;heeft agt koepels, van welken de hoogde tot aan ’tnbsp;1^5. voet, maar van buiten, met het beeld vannbsp;ina daar boven op, 532.voet hoog is. Deeze koe-doet veel om de kerk ligt te geeven.
I ontbreekt deezer kerke ook niet aan fchoone fchil-^''Ven, waaronder het martelaarfchap van S. Jutlina, als
der bede dukken van Paul Veronefe beroemd is. On-^dijsfchen is de glorie wat onregelmaatig, en het bene-
heilige is niet fchoon , de lokaalverwcn zyn wat , en, alzo de agtergrond zyn kleur geheel verlorennbsp;^®ft, kan men over de werking niet regt oordeelen.nbsp;*^gt;idef het altaar van ’c koor ligt S. Judina, een’befcherra-^eilige van Padua, en in den kruisgang de Euangelid Lu-^as begraven, ten minden als Gregorius XIIl, den twid
^®fl:e gedeelte van ’t duk middelmaatig geordonneerd. ® heilige
'^sPchen
de Franciskaanen van S. Giobbe te Venetien, die
Ooi;
VV;^
''sn Cochin ten deele beoordeeld heeft. Men telt oe twintig altaaren in de kerk, allen van de kod-^ ^fde marmers, zelfs de vloer is met de fchoonde dec-jj ’’ ingelogd. In ’t vervolg zullen in alle de kapellen
^hdbeelden komen in plaats der fchilderyen. De hemel-'Jart
naeenen den Euangelid te bezitten, wel bedid heeft, gaan een’ menigte van andere fchilderyen voorby,
van Maria door Paul Veronefe, die men hier ook 's vond , hangt nu , nevens anderen van Titiaan ,
Tin.
(*) Augugyn Caracci heeft het ftuk door ’t op twee bladen m ®pcr tc bïengea vcieeiiwigd.
Fadua.
Tintoret gt; Maratti, Solimene enz. in de vertrekken Abts.
In den kruisgang des kloofters ligt Albert Masfato, Maffei voor den herfteller der letterkunde in Italiennbsp;en die in ’t jaar 1329. ilierf, begraven. Verders vindtnbsp;hier het graf des Regtsgeleerden Guido Pancirollus,nbsp;geleerde Cornara Pifcopia, van de welke by de kerknbsp;S. Antonie reeds gewag gemaakt is, en anderen.
De bibliotheek is niet alleen wegens de fchoone zaal het houten beeldwerk, maar ook wegens de uitgelez^o®nbsp;boeken beziens waard. Sedert kort heeft het kloofter,nbsp;bibliotheek van den beroemden wiskundigen, den Marq'^'*nbsp;Poleui, die een’ fchat van wiskundige en natuurkundig^nbsp;werken bevat, aangekoft.
[flt
del
verlosfing van den gruwzaamen dwingland Ezzelino, loopen van paarden gehouden, die gelegenheid hebbennbsp;ven aan andere Italiaanfche deden, om dat naderhandnbsp;volgen. Men treft weinig zo groote Plaatfen alsnbsp;aan , waarom zy voor de groote mis of jaarmarkt,nbsp;hierjaarlyks den 12. Juny gehouden wordt, zeer gefób‘''^nbsp;is. De drie voornaamfte kerken van Padua zyn nu aaö»nbsp;wezen, de overigen zullen wy volgens het a. b. c.nbsp;lyk befchouwen.
De groote Plaats voor de kerk, Pra^a della Valk, heed* voorheen Campus Martius, en men wil dat’er veelnbsp;telaarsbloed vergoten is. De Paduaanfche fchryvers 2^^
gen, dat hier ook een theater gedaan heeft, ’t welk de fpelen diende, die Antenor alle dertig jaaren te vi2'nbsp;bevolen had. Voorheen werden hier, ter gedagtenis
oO'
eo
cal'
rara, die Heeren van Padua geweeft zyn. Voor den een
S.Agoflino. In de kerk van S. Auguftyn, den Domitiikaanen beo rende, ziet men eene Verkondiging door Jakob Palnia^nbsp;de begraafnis van twee perfoonen uit den huize van
hei
-ocr page 297-173
l'eeft Petrarca een fchoon graffchrift in Latynfche '^^vtzmpadua. S®fflaakt. Hier, zegt men, heeft eertyds een tempel vannbsp;Wo gedaan, waarin de ftevens van de fchepen, die dennbsp;''yand in den flag, van welken Livius lib. 10. gewaagt,
^^Ssnomen zyn , gehangen hebben. Op de Plaats voor ^^®2en tempel werd jaarlyks ter gedagtenisfe deezer over-''’itining een fcheepftryd gehouden.
kerk der Annunziata voert den bynaam neïï ArenaAnnun-het amphitheater, dat voorheen op de groote Vhatsziata.
'^Oor ’t Paleis Fofcari ftond. Men ziet hier eenige hifto-uit het Oude en Nieuwe Teftament, door Giotto in ^ iaar 1306. gefchilderd. (•) Behalven veel andere graf-*®^ens is hier ook dat van den beeldhouwer Joannes Mie-Grandis, die in 1560. in zyn twee en vyftigllenbsp;ftierf. Op zyn graf leeft men:
J^ic jitus efl, fufo qui femper pnejlitit are,
Fïncere qui potuit marmore Praxitelem.
Nomine Grandis erat, fed faEiis grandior ipfis,
Eoh fama notus amp; Hefperiis.
bibliotheek van ’t Olivetaaner kloofter by de kerk»?. Bene-gt;?. BenediSlus is door Tasfo aangelegd. Hy pleegde ‘^Ato.
zyn
Dteze herfteller der fchildctkonft heet eigenlyk Angelo di Bon-Men noemde hem in ’t begin Angelotto, waaruit Giotto ont-njcent , dat hy, als een goed vriend van Dantc, des ‘pets ftoute invallen Ibmmylen in zyn fchilderyen gebragt heeft,
, y* men uit zyn ftuk van de hel ziet. Dante ftelt deezen fchilder “'''u Cimabue:
^f^dette Ctmabtte nella Pittnra
to Campe ; ed or a ha Giotto tl ^rid*
‘*‘“he ig fgj„g ml,,; ofmra.
-ocr page 298-Padua, zyn verloft Jerufalem den Abt Oddi, by Rukken, zo
hy het vervaardigde , voorteleezen. Als men van dee*® kerk de brug overgaat, tref: men onder de boogen dero*^nbsp;de muuren liet beeld van Fracaftor, door Cavino van P*nbsp;dua van brons gemaakt, aan. Hy is den liefhebberennbsp;penningen, wegens het namaaken van antieke munten,*’®nbsp;kend, ’t welk hy zo konlliglyk deed , dat zelfs een ken^^*nbsp;daar ligt door kon bedrogen worden.
Cafa di In de kerk van ’t hospitaal der vondelingen, Caf^ Dio ^ heeft de jonge Palma een’ hemelvaart van Maria ê®nbsp;fchilderd. Men ontdekte onder den grond van dit S®nbsp;bouw in ’t jaar 1273. een looden kift, en hield het g®nbsp;beente, uit hoofde van zekere onverrtaanbaare vaarzen ‘’fnbsp;een’ daarby liggend zwaard, voor dat van Antenor, P®nbsp;beenderen werden in een fteenen kift gelegd, en by d^®nbsp;buiienften muur der kerk van S. Lorenzo geplaatft. ï'^®”nbsp;leeft daaraan elendige vaarzen met gothifche letters g®nbsp;houwen,die zonder eenigen grond verzekeren,dat hetA®nbsp;tenor’s beenderen zyn.
De kzxkScuola del Carmine behoort eenerbroederfch®?’
¦Re'
en is wegens eene Maria op het hoofdaltaar, en een zoekiiig van Titiaan, merkwaardig. Niet ver van hier I'»nbsp;een oude toren van den dwingland Ezzelin.
In Santa Croce ziet men op ’t hoofdaltaar een hemel'’®®^' van Maria door Tiutoret.
S. Filippo e nbsp;nbsp;nbsp;der Eremitani of Auguftynen is den Apo**®*^^
Giacomo, Philippus en Jacobus gewyd. Het koor is agter op n®' ^ kalk door Guariento, een vermaard fchilder van Padita»
’t jaar i3(5o. gefchilderd. Het Huk van ’t hoofdald® _ door Sebaftiano del Piombo, verbeeldt Maria met het ki^
Kpno/1/an '7»ot i-nnn C Ant-nnlno t/nn PoHnft Gil BHnGrö ^
Een Doge houdt het beeld der ftad in de hand,
Het kind
e®
gen quot; nbsp;nbsp;nbsp;......... ¦
beveelt ze in de befcherming van Maria,
-ocr page 299-DOOR
en Maria zyn fchoon en kragtig gekleurd. Over '^padua. ^’semeen valt bet koloriet zeer in ’t roode , en de zamen-
^®iling is zonderbaar.
Jo;
kapel van den regter kruisgang heeft fcbilderyen fresco van Andreas Mantegna, Zy zyn wel gothifch ennbsp;egter is ’er veel natuurlyks en'een goed perfpektiefnbsp;architektuur van den agtergrond. Het grafteken desnbsp;‘'^®gtsgeleerden Mantova is van Bartolomeus Ammanati,nbsp;leerling van Sanfovino, die te gelyk fchilder, bpeld-''ouwer , en bouwmeefter was. Men ziet hier ook hetnbsp;®®lt;ienkteken van Valisnieri, een der grootfle artfen ennbsp;'’^^’•'urkundigen onzer eeuw. Op ’t altaar der fakrifty hangt
dU;
Hin,
^'’hes de Dooper, het eenige ftuk van Guido te Pa-
dat zeer hoog gefchat wordt. De ftelling en teke-
'S zyn goed, maar het koloriet valt in ’t roode.
Ga'étano, een’ aartige met marmo pavonazzo owt'i- S.Ga'étano. ^^kte kerk , is door Vincent Scaraozzi ontworpen. Mennbsp;^eeft ’er eene Reiniging en Verkondiging van Maria doornbsp;^en jongen Palma, en een’ fchreyende Maria in de kapelnbsp;’t heilige graf door Titiaan. Agter het altaar is een
afbeelding van ’t heilige graf, en daar boven een Opftan-Qing
van den jongen Palma. Van hem zyn ook de A-^'‘ftelen Simon en Judas. Het gewulf is, veraioedlyk van ''kbleyras, over ’t geheel middelmaatig gefchilderd, fchoon
Am nbsp;nbsp;nbsp;,
eenige goede beelden onder zyn.
fn het Hieronymieten kloofter, behoorende tot de kerk Madda-Sania Maddalena,\i eene Maria,een S. Hieronymus,/«««.
^ een S. Pieter van Pifa, door Paul Veronefe te bemerken.
hem is ook het fresco van Chriftus, die aan Magda-^ena verfchyiit, in ’t kloofter op de plaats, In deeze kerk
Joannes Franciscus Musfato, een van de ftigters der ®kadem'
wie Delia en der Ricovrati. Hy was een geleerd ^‘1 j dfe veel Griekfche vaarzen gemaakt heeft.
In
-ocr page 300-176
Padua. In lt;12 kerk van S. Mkhele treft men ter legterhand io ^ S. Michele Portaal der zyddeure de beeldtenisfen van eenige oüd®nbsp;Heeren van Padua uit den huize van Carrara aan. Innbsp;ftuk van de begraafnis van Maria bemerkt men viernbsp;¦ fchouwers, die de juifte portraiten van Dante, Boccacin*»nbsp;Petrarea en Petrus van Abano zyn zouden.
T Thomas nbsp;nbsp;nbsp;graffchriften van 0^'^‘
Semina-
fiarium.
vius Ferrarius, en die van Maria delle Grazie en Mi3gt;'^ de' Sefvi verdienen ook gezien te worden. In de laatd®nbsp;is het grafteken van den Regtsgeleerden Paulus de Caftr'^’nbsp;Het Seminarium op de ftraat Fenzo heeft de zaligenbsp;barigo, Kardinaal en Bisfehop van Padua, die in id?/'nbsp;ftierf, aangelegd. Hy fligtede daarby een' fchoone biblgt;lt;’'nbsp;theek , en een aanzienlyke boekdrukkery , vooral voOfnbsp;Oofterfche fchriften, welke gewigtige werken geleverdnbsp;heeft. In de kerk hangt een vermaarde afneeming vannbsp;kruis door Basfano.
Raadhuis.
¦i
II Salone, of de gehoorzaal van ’t Raadhuis te Padua, veelügt de grootfte zaal der wereld. Zy is 300. vo^'nbsp;lang, too. voet breed, en van binnen even zo boog.nbsp;ruft van binnen op negentig pilafters in den muur. Delt;2^®nbsp;zaal begon men in ’t jaar 1172. te bouwen, maar zy wefnbsp;eerft in ’t jaar 1306. gewuifd. In 't jaar 1755. ftorttenbsp;gewulf by een ftorm in; dog de Raad van Venetiennbsp;het door een bekwaam meefler, Bartolomeo Ferracino, d'®nbsp;ook de middaglyn getrokken heeft, weder herftelien.nbsp;ziet in deeze zaal de twaalf tekens van den dierriem» ^nbsp;Apoftelen, en verfcheiden andere geeftelyke fchildery^”'nbsp;die Giotto gefchilderd, en Zannoni in ’t jaar 1762.nbsp;der herfteld heeft , zo dat de oude manier taamlyknbsp;overgebleven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Hier ftaat een gedenkftuk ter eere van Li vius, als
Paduaan. Het opfchrift daarby hebben fommigen op I'*
viü’
-ocr page 301-‘77
''¦Us toegepaft, dog het ziet veel eer op een’ vrygelatenen Padus» Livia , de dogter van Llvius. De oude kop, wel-*'^1 men voor dien van Livius üitgeeft, is een gefchenknbsp;''ati een Paduaanfchen geleerden antiquarius, Alexandernbsp;^^siano. De Latynfche vaarzen daarby zyn van LazU-Buonamico , eertyds een Hoogleeraar der univerfiteitnbsp;®hgt;ier.
ï^aar by ftaat het marmeren borftbeeld van Sperone Spe-, een redenaar, filofoof en digter. Een ander ge-heeft de ftad Padua der knifche Marquife Obizzi in deeze zaal doen oprigten, omdat zy zig lievernbsp;°kgt;brengen liet, dan zig een’verwoeden minnaar, die innbsp;®*''Vezigheid baars mans in haar kamer geilopen was, over-^^'''aten. Een andere Paduaanfche heldin , Bianca denbsp;liet zig óp het graf baars mans ombrengen, om zignbsp;®*ft van den dwingland Ezzelino te laaten misbruiken,
'i'elke gefchiedenis in de raadzaal aan de markt op natten kalk vereeuwigd is;
De fmaadlyke fteen, of, gelyk ’er op ftaat j lapis vU ^fiperii amp; cesfiotiis bonorum, is ook in deeze zaal. Voor-*®®als moeften de bankroetiers openlyk met naakte billennbsp;'daarop gaan zitten , en hunne armoede bezweeren, indiennbsp;'os komen wilden. Dog dit is in deeze eeuw niet meernbsp;®^daan. Boven dé vier ingangen ftaan vgn buiten de mar-quot;'^fen borftbeelden van Titus Livius, Albertus Patavinus,nbsp;Regtsgeleerden Pauliis Patavinus, en Petrus Aponus.nbsp;laatfte was in de geneeskunde, wiskunde en wysgeertenbsp;2éer ervaren. (*)
t J Aponus (chrecf etn thans raar boeit, ConcHijtor diffcrenuamm
Medunum. Wegens zyne kennis in deftattenkunde J * ^ als een toveraar aangeklaagd. Hy kwam te ftérven, dog d«nbsp;brand'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn proces voort , en deed hem in beeldtenü vet»
Graaf Maszaehelli heeft zyn leeven befehieven.
PaiuA.
By het Raadhuis (laat het Paleis del Pedejla of des ftad* rigters, waarin eenige goede fchilderyen aantetrelFen zyo*nbsp;Palazzo De jonge Palma heeft Chriftus tusfchen de Geregtighei^nbsp;delPodeJla,de Overvloed afgebeeld , de Ilad Padua zegenende»nbsp;de vier patroonen der Ilad (laan ’er by. Een andernbsp;van Barptari verbeeldt het verbond der Republiek van Ve*nbsp;fietien met den Paus Pius V. en den Koning van Spanjeo»nbsp;Op de tweede verdieping is een terras van dorifche bouquot;''nbsp;orderj ’t welk eenigen Palladio, anderen Falconetto toS'nbsp;fcliryven. Daarby (laat een toren, die federt eenige eeU-w’en fclniinfch geftaan heeft. Des ongeagt heeft mennbsp;een zwaare koepel op gezet.
Palazzo del Capitano is een regelmaatig gebouw, twee ryen pilafters boven malkander , in ’t jaar 1599»nbsp;door Falconetto in geen’ ongemeenen fmaak opgetrokken,nbsp;fchoon Vafari ’er veel ophefs van maakt. Een oud uiit'nbsp;werk boven de deur toont de plaats der zonne, den da?nbsp;der maand, en de gedaante der maan aan, en is in ’t jaafnbsp;1428. door Novello Orivolajo gemaakt. Eenigen hebbegt;inbsp;gedagt, dat de familie van Dondi den bynaam van OrolO'nbsp;gio van dit uurwerk gekregen heeft; anderen fchryven ditnbsp;aan een ouder, reeds in ’tjaar 1344. van,Jakob Dondi gS'nbsp;maakt uurwerk toe , ’t welk op zyn eigen huis by denbsp;Domkerk gefteld was, gelyk men uit de Latynfche vaat'nbsp;zen op zyn graf by de Domkerk opmaakt. Dondi wasnbsp;een bekwaam wiskundige, die ook een werktuig maakt®nbsp;dat den loop der planeeten aanwees , waardoor hy zi?»nbsp;gelyk Petrarca fchryft, den naam van Orologio verwierf*nbsp;Dit- rverktuig is lang in de bibliotheek der Visconti g®'nbsp;weeft, tot dat Karei V. het naar Spanjen brengen deed»nbsp;Hy was eerft Profesfor te Padua, maar Joannes Galeazzi^nbsp;Visconti troonde hem naar Pavia. De publieke bibliotheeknbsp;flaat in de Reuzenzaal, welke dien naam van verfcheideh
-ocr page 303-i?9
die
Sroote beeldtetiisfen van eenige Keizers en helden heeft
Domenico Campagnola op natten kalk gefchilderd
Men fcbat ze te Padua zo hoog, als of het ftukken Titiaan waren.
Loggia of de zaal waar de Raad der ftad vergadert, Loggiamp;i op de Piazza de' Signori. De voorzyde beftaat uitnbsp;*'®§en boogen, die op zes kolommen en vier pilafters vaiinbsp;'^oritithifche order ruften. Zy werd in ’t jaar 1494. vol-’t beftek van Annibal Basfano, een Paduaaner, op*
^^trokken. Aan de muuren heeft Antonio Torre , een ^^liilder van Verona , hiftorien van vermaarde perfoonennbsp;beide geflagten uit Padua gefchilderd. De boven ver-^salde hiftorie van Bianca de Rosfi is ’er onder. Voor ’tnbsp;is deeze Plaats met middelmaatige huizen omgee-die op laage en ongefchikte boogen ruften, onder ^nbsp;Welken men bedekt gaan kan.
Het gebouw der Univerfiteit, il Ba genaamd, is vs.nUniverjt‘ majeftueuze bouworder, en heeft een voorzyde met^^*^*
'''sr gekanneleerde dorifche zuilen. De binnenplaats, van atchitektuur van Sanfovino , is met een’ gallery vannbsp;^'vee verdiepingen voorzien. Padua is eene der oudlte ennbsp;^^foemdlle univerfiteiten. Zy was reeds in wezen voornbsp;^at Frederik II. die van Bologna in het jaar 1222. her-quot;'^ards verleide. De profesforen waren zeer geagt, en denbsp;®del rekende ’t zig tot eer die plaatfen te bekleeden. Eer»
^ds maakten de ftudenten het grootfte gedeelte der in*
hl nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
heeft ’er hier voorheen wel agt duizend geteld. (•)
Thans
(*) Men kao over de Univerfiteit de in fraai Latyn gefclitevens */ilt; Gygt;,maf,i J-atatiini van Facciolati, en de Uamiai illujirf dinbsp;van ScsitdeoDc, cn andere boeken, nazien.
M i
'''ooners uit. In de eeuwen der onweetendheid kwamen
®rwaards ftudenten uit alle landen, om iets te leeren, en
-ocr page 304-Padua. Thans beloopt hun getal geen vyfhonderd. De Univerf1' telt is, inzonderheid wat de geneeskunde betreft ,nbsp;tenslands zeer in naam , en men vindt gemeenlyk jong®nbsp;Grieken en Turken , die ’er in die weetenfchap ftude®'nbsp;ren. De Profesforen hebben gedeeltelyk goede bezoldi®'nbsp;gen , van de waarde van omtrent 400, tot 2000. Dugt;‘'‘nbsp;Iche daalders. Benige Venetiaanfche edellieden hebb®®nbsp;’er ’t opzigt over, en heeten Riformatori dello ftudionbsp;Padova.
Het ontleedkundige theater werd in ’t jaar 1594. o?' gerigt. De tegenwoordige Profesfor is daar de beroein*^®nbsp;Morgagni, die zig ook buiten Italien, als een der be(^®nbsp;geneeskundigen, heeft doen kennen. C1) De Marq«'*nbsp;Poleni heeft een’ verzameling van natuurkundig gereed'nbsp;fchap ten gemeenen gebruike vermaakt. Zy beftaatnbsp;werktuigen van allerlei foort, vervaardigd door de beü®nbsp;konllenaars in Engeland, Holland en Frankryk. Men z***nbsp;niet ligt een fchooner en volkomener kabinet in ditnbsp;vinden. Verfcheiden (lukken zyn door den Marquisnbsp;ven uitgevonden of verbeterd. Giovanni Alberto Cole”®nbsp;bo , een Benediktyn , is tegenwoordig Profesfor innbsp;phyflca. De Raad van Venetien geeft geld tot ond®^'nbsp;houd en vergrooting van ’t kabinet, en ’t oiuleedkundië®nbsp;theater.
Het kabinet van natiiralia , waar de jonge Valisni®quot;'1 openlyke lesfen over geeft, is in alle ryken der nai”®^nbsp;zeer volkomen, en wordt gefladig vergroot. Hetnbsp;van zyn vader, die het met dit inzigt der Univerfiteit S®nbsp;maakt heeft. Men roemt ’er inzonderheid de fchoo”®nbsp;agtervolgingen in van fosfiüa, als verfteende visfebennbsp;bladen.
pe
In ’t jaat 17S4, zyn zyn’wciken in vyf deeltn in folio
-ocr page 305-i8i
De kruidkundige tuin, die ook tot de Univerfiteit Wrt, ligt in een ander gedeelte der Had, tusfchen denbsp;Wken van S. Antonie en S. Juftina, en werd reeds in ’cnbsp;i^ar 1545. op korten der Republiek Venetien aangelegd,nbsp;^an de eene zyde van den ingang woont de Profesfor, ennbsp;aan de andere de tuinier. Op elke zyde liggen de broei-^aften , en een kleine tuin voor uitheemfche gewasfen,nbsp;de andere een bofchje , dat zeer regelmaatig en aar-•'g is aangelegd , en allerlei lbort van boomen en heelers bevat.
De tuin is fchoon, wel ingerigt, en volgens een fraai plan aangelegd. Hy heeft een ronde gedaante, en is metnbsp;®en muur en baluftrade ingefloten. Twee hoofdlaanennbsp;‘^oorfnyden hem in ’t kruis, en eindigen aan'de vier deuren. De daardoor ontftaane vier vakken zyn in vyfhon-derd bedden afgedeeld , die de gedaante van roozen ennbsp;Harren hebben , en in de buigingen dea omtreks zyn ’ernbsp;nog meer gebragt. Alles is met planten bezet, die naarnbsp;het zamenftel van den tegenwoordigen Profesfor Marlilinbsp;gefchikt zyn. Buiten de twee hoofdlaanen, gefchikt omnbsp;re wandelen, gaat een andere rondom. Waar de tweenbsp;hoofdlaanen malkander doorfnyden, ligt eene fontein, etinbsp;^gt;er en daar heeft men water in den tuin, ten deele voor ’tnbsp;2®hruik, ten deele voor de fraaiheid.
Dp de baluftrade om den tuin ftaan de borflbeelden van Salomon , Dioscorides , Fabius Colonna, Prosper Alpi-ftüs, en Pontedera, waarvan de laatften profesforen in denbsp;^rtuidkunde te Padua geweeft zyn. De Profesfor Marfilinbsp;is zeer bekwaam , en heeft op zyn reizen in Engelandnbsp;Frankryk zelf planten verzameld, Hy bezit een aan-zienlyke kruidkundige bibliotheek , en een groot herbarium. Zyn voorganger was Pontedera, een der voor-naamfte kruidkenners deezer eeuw. De Profesfor in de
Padua.
Geleerden •van Pa-’nbsp;dua.
huishoudingskonft , Arduini , heeft ook het gebruik van deezen tuin.
Padua heeft van ouds af veele beroemde mannen of voortgebragt, of als profesforen gehad, derwaards van amp;nbsp;ders door den Raad van Venetien beroepen. Verfcheide'nbsp;nen van hun, als Dondi, Petrus Aponus, Valisnieri.enZ*nbsp;zyn reeds genoemd. Inzonderheid heeft Padua veel’ oudonbsp;regtsgeleerden en geneeskundigen gehad. De akadeffli®nbsp;der Ricovrati is eene der bekendften in Italien.
Onder de nog leevende geleerden is Morgagni inzonderheid een vermaard ontleedkundige. Marfili en Valis' nieri zyn reeds gemeld. De Abt Briinacci, een antiqua-rius en hiftoricus, heeft een werk over de Abdy van S.nbsp;Juflina gefchreven. Hy bezit een zwaare verzamelingnbsp;van penningen uit de middeleeuwen, handfchriften , e»nbsp;fcbilderyen.
In ’t kabinet van den Graaf Francesco Leonesfa, by de« Dom, treft men allerlei oudheden, penningen, gefnedeonbsp;Ileenen , en naturalia aan. Vader Stellini, Profesfor in dsnbsp;metaphyfica , heeft , behalven verfcheiden kleine verhaö'nbsp;delingen, een boek de Ortu d? progresfu morum gefchrS'nbsp;ven, dat veel opziens gemaakt heeft.
Vader Colombo en Stratico zyn leeraars in de wiskunde; in welke vveetenfcKap de Abt Sozzi en de Graaf Rinaldi ook zeer ver zyn.
Joannes Antonius Volpi en de Abt Melchior Cefarott* zyn twee goede digters. Terzi is in ’t geeftlyke regt zc^^nbsp;ervaren. De Jefuiet Daniel Terlatti heeft de Hijiorianbsp;riet Sacri gefchreven , dat uit eenige folianten beftaat. Va*nbsp;der Paiuzzi , een Dominikaan , en Vader Lucchl , eequot;nbsp;Franci'kaan , beiden Profesforen in de godgeleerdheid*nbsp;hebben zig door geleerde vverken bekend gemaakt. Vad^^
Valfeccki gt; insgelyks profesfor in de godgeleerdheid e'’
183
I^ominikaan, heeft in ’t jaar 1767. FondamenU della Reli-padtia. i’one in quarto uitgegeven, een wnerk dat veel opgangs gè-^laakt heeft.
Het theater te Padua is aartig en met een fchoonen hen trap voorzien. Het is eirond, en loopt aan ’t uiterflenbsp;quot;'yder. Op elke der vyf ryen zyn negen en twintig loges, die veel beter vertooning inaaken zouden, indien denbsp;®ene niet voorby de andere uitftak. In den bak zyn tweenbsp;honderd en vyftig zitplaatfen. De verfieringen zyn vannbsp;Oiovanni Gloria ontworpen. Voor den fchouwburg is denbsp;Hidocto , of fpeelzaal. Des winters fpeelt men te Paduanbsp;operaas eh komèdién, maar des zomers alleen operaas. Denbsp;kermis, die jaarlyks omtrent S, Antonie in ’t midden vannbsp;Juny gehouden wordt, duurt drie weeken, en is zeer lee-vendig , alzo gt; niet alleen de Venetiaanfche, maar ooknbsp;veel andere adel uit Lombardyen, hier ’t zamettkomt omnbsp;zig te vermaaken. Wy hebben reeds op een andere plaatsnbsp;gemeld, dat veele aanzienlyke Italiaanen op de kermisfennbsp;rond reizen, om de fchouwfpelen en andere vermaaklyk-keden bytewoonen , en dat de vreemdeling , als ’t hemnbsp;htooglyk is, zoeken moet, zyne reis zo interigten, datnbsp;ky op kermistyd eene flad bezie.
Wy kunnen Padua niet verlaaten, zonder nog eens óp beroemden Tartini te komen, die voor den grootflertnbsp;''^‘olinÏÏt van Europa gehouden wordt. Hy verdient nietnbsp;alleen wegens zyn konft, maar ook wegens zyne befchei-^enheid en ohbefproken’ wandel , geroemd te worden.
Italiaanen agten hem oih zyne zamenflellingen en lïia-hier van fpeelen zo hoog, dat zy hem il maeJivQ delk na zioni, den leerineefter der volken, noemen. Rousfeau,nbsp;korger van Geneve, fielt in zyn DiStionnaire de Mufiquenbsp;het werk van Tartini over de zamenttelling boven alle denbsp;fchrifcen van Rameau over de Basfe fondamentale en dienbsp;M 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ce-
-ocr page 308-Paduft.
Qénération harmonique. Tartini is in ’t jaar i6p2. te Pi* rano in Iftrien geboren. Zyn vader deed hem uit hoofdenbsp;eener roinnaary opfluiten; de jonge Tartini, om den tydnbsp;te verdryven, lei zig op de pipziek toe, en leerde dusnbsp;zyn buitengemeen talent kennen. Hy onthield zig vervol'nbsp;gens eenigen tyd te Asfifi en Ancona, deed verfcheideonbsp;^reizen naar buitenlandfche hoven, om zig te doen hoo-ren. Sedert 1722. is hy by de kapel van S. Antonie te Padua aangenoipen , ei^ laat zig niet anders daii op de feed”nbsp;dagen deezer kerk, met een fplp of in een concert hooien. Hy heeft gemeenlyk een of twee jonge leerlingen bynbsp;zig, die hy voor tydverdryf onderwyfl:. Een zyner fterk'nbsp;lie leerlingen i? Ngrdini te Livorno , die zig door zynenbsp;zamenftellingen ook buiten Italien bekend gemaakt heeft.
t'erradni.
Een ander in zyn foort even groot’ konftenaar woont te Padua, die een byzonder talent heeft om werktuigen uit*nbsp;tevinden , naamlyk Bartolomeo Ferracini , die in ’t jaarnbsp;1695. te Solagna by Basfano geboren is. Reeds in zyonbsp;eerlie jeugd vertoonde zig zyn genie, want hy vond eennbsp;¦werktuig uit, om de moeite niet te behoeven te neeinennbsp;yan zyn klein broertje te wiegen. Hy is even zo prak-tifch, als Zabaglia, van wien wy onder ’t artikel van Romen gewag maakten, en gaat naar geene gronden of eeni-ge theorie te werk, maar vt'eet zonder die zyn oogmerknbsp;op de zinrykfle en eenvoiiwdigfle wys te bereiken. Hynbsp;beeft het uurwerk van S. Marcus te Venetjen, en het ont-zaglyke gewulf van ’t Salone te Padua gemaakt, de brugnbsp;by Basfano gebouwd, en in ’t jaar 1749. een werktuig u'^'nbsp;gevonden, ’t welk het water, door middel van verfchei*nbsp;den fchroeven van Archimedes, tegen verwagting van allenbsp;kondigen aan, boven de 35. voet hoog bragt. Men heeftnbsp;deswegens een cpfghrift ter gedagtenis van hem opgerigt*nbsp;JHet werktuig is in ’t huis van den Procurator Bglagno op,
¦ defl
-ocr page 309-185
Medoaco te zien. Hy woont eigenlyk te Padua, ^'aar houdt zig nu hier dan daar op, waar men hem noo-heefc. Mep heeft een verzameling yan zyne uitvin-
di: '¦
agen in ’t ligt gegeven.
hl
Ten tyde der Romeinen dreef Padua een’ aanzienlyken andel. Men maakte hier veel doffen, allerlei foort en vannbsp;hleederen, tapyten, en andere koftbaare waaren. (*) Ianbsp;^2 fpreekkamer der Chanoinesfes van S. Pieter is een pp-^dhrift, Q) waaruit blykt, dat het gild der wolhandelaarsnbsp;^®eds onder Keizer Auguftus in aanzien geweeft is. Toet»nbsp;^adua onder het huis van Carrara ftond, zogten zy dennbsp;ii'olhandel weder optehelpen, gaven het gild veele voor-*^®gten, en een overman, die op alles wat daartoe betrek-had het opzigt hebben zou. De Republiek is nognbsp;*eer opmerkzaam, en heeft den lakenfabriekeur Sber,ti,dienbsp;de fchoonde lakens maakt, en in menigte buitenlands verwendt, een aanzieolyke bciooning gegeven, De Paduaan-fche lakens worden voor de beden van Italien gehouden.nbsp;Ook worden hier voortreflyke kpusfen, van wit en zwartnbsp;hever gemaakt.
Rondom Padua vallen veel adders, die gelegenheidgee-tot een kleinen handel, naardien men ze in de apo-^lieeken gebruikt. Ook maakt men ’er adderpoeder van,
f*) Strabo gedenkt ’er aan in 't 5 boekzynetLandbefchryving, in^-S^lyks Plinius /. 2. c, 48. Martialis zegt ergens Ejgt;. l. r4.
Vellera cum fnmatit Fatavlntt multa trilias Et fuwi»es ttml'.at ferra_ Jicxre fitcji,
digter roerat de Paduaanlche vrouwen om haat’ kuifth-’ ^ Ef. 16, waarmede Plinius l, I, ry. 14. overeenftemt.
T) Vader Salomon! heeft het op dc izo. bladz, zynci Paduaan-fche cplchrtften
i86
daa.
Landflréek^^^ buiten zeer getrokken wordt. De adders wof' om Pa- den veei iu Italien als zuiveringsmiddelen gebruikt. iVIs®nbsp;begint met een skrupel, klimt op tot een drachma,nbsp;gaat ’er zo lang mede voort, tot dat men denkt dat hetZfnbsp;ne werking naar genoegen gedaan heeft.
LANDSTREEK OM PADUA.
De landftreek om Padua heeft verfcheiden merkwaardig' heden, waarom een reiziger weldoet, een dag te befteedeonbsp;om die te bezien.
landhuis Het landhuis van den Abt Farfetti is voor een liefhebben vsn Far- der natuur merkwaardig. De eigenaar doet hier allerleinbsp;proeven omtrent de natuuriyke hiftorie en huishouding*nbsp;Men heeft hier zeer fchoone bedekte gangen van citroefl'nbsp;boömen, die ties winters gedekt worden. Hy heeft bc'nbsp;proefd, hier Bourgogne wyn te planten. Inzonderheidnbsp;hy een liefhebber van de boomteelt. Men vindt, by voot'nbsp;beeld, hier niet alleen jasmynen op oranjeboomen gegdfquot;nbsp;feld, die voortkomen, maar ook perfiken en vygen te g®'nbsp;lyk op oranjeboomen gegriffeld, die meefl: vrugt draageH'nbsp;Farfetti zet dit met den zei ven yver voort, als hy vooinbsp;eenige jaaren de tekenfchool te Venetien, waarvan wy'oPnbsp;zyn plaats gewaagden, deed.
Jhano. nbsp;nbsp;nbsp;/Ibano was reeds by de Ouden uit hoofd®
der warme, baden, Aponi fonies, bekend. (*) Het l'èi vier èn een halve myl van Padua, en wordt des zomers o'®nbsp;de baden fterk bezogt. Plinius /. XXXI. c, 6. ontzegt d£®
fsn-
(•) Suetonius in TA, c. 14, maakt ’er gewag van. Maattiaal L VI. Ep. 4ï.
Antenoreü vltam qul porngis t*rhU
187
fontes Patavini den reuk, het welk valfch is, ten zy i^anJflreek ^i'deren daaronder verftaac dan die van Abano. Eenigen^y,,nbsp;hebben veel zwavel by zig. Men baadt in byzondere ka dua.
, en kan zo diep in ’t water zitten als men wil, dewyl ’et ''^tfcheiden trappen boven malkander zyn. In een byzon^nbsp;huisje is een fudatorio of zweetbad aangelegd. In eennbsp;®*gt;der is het Bagno di fango, waar men lamme leden dooxnbsp;^fit opleggen van warm flyk tragt te herftellen. In de hou-•ïn leiding, waardoor het water loopt, zet zig een wittenbsp;^3rde fteen aan, die den loop der aderen en de vezelennbsp;''an ’t hout zo natnurlyk in zig vertoont, dat men het voornbsp;''etfteend hout aanzien zoude. De bronnen zyn kookendnbsp;^®et, en zo ryk aan water, dat zy dertig fchreeden vannbsp;^*3r, terwyl het nog geheel heet is, een molen omdry-''®n. Dat meer diergelyke baden in de nabuurfchap zynnbsp;•hoeren, blykt daaruit, dat men op den weg van hier naarnbsp;Catajo eenige moerasfen bemerkc, wter water fterk rookt*
De baden te Abano behooren aan de familie van Morofini, die ze verpagt heeft, (f)
Van Abano tot Catajo zyn vyf Italiaanfche mylen.
P'aats behoort aan de familie van Obizzi, welker Paleis ''®rdient gezien te worden. In verfcheiden vertrekken ont-'hoet men de hirtorie der familie op natten kalk gefchil-'^^td, met daarboven flaande berigten wat het verbeeldt.
^®n fchryft het werk aan Paul Veronefe toe. Op de bo»
''Snfte verdiepingen zyn niet minder goede fchilderyen, en Onder anderen ook het beeldtenis der Marquife Obizzi,nbsp;door haare heldhaftige kuifchheid een gedenkteken opnbsp;®P het Raadhuis verdiend heeft. De tuin is aartig, en vol
ver-
(*) Van dceze en andere om Padua liggende baden handelt Joan-nes Gratianus in xhiimainm Fatavinarnm examen , in ’t jaac
»701. uitgegeven.
-ocr page 312-'i88
Landllreek'^^'^^'^^^™?gt;' Uit de bovenvertrekken des Paleis om Padua, men een fchoon uitzigt.
Arqm.
Eene myl van Catajo komt men door de kleine ftad tagUa, zo genaamd naar ’t geruifch van twee kleine, dognbsp;fnelle t’zamenvlietende ftrooinen. Van hier zyn nog dri®nbsp;mylen tot Arqua of Arquato, een’ plaats den bewondc'nbsp;raaren van Petrarca even zo gewigtig, als Asfifi of Loret-to den bedevaarderen. De liefde van dien digter vootnbsp;Laura is te bekend, dan dat wy ’er ons by op zouden hou*nbsp;den. Na dat hy ze lange jaaren bemind , en ondertuS'nbsp;fchen dan hier dan daar herom gezworven had , verlootnbsp;hy ze eindelyk door den dood. Frankryk Hond hem toennbsp;volftrekt tegen. Hy verkoor den geeftiyken ftaat, ennbsp;zettede zig, na eenige prebenden verworven te hebben»nbsp;te Arqua neder, waar hy ook in zyn vier en zeventigftnnbsp;jaar overleed. Zyn graf vindt men by de kerk, met denbsp;drie volgende regels:
Frigida Francifd lapis hic tegit osfa Petracha j Sufdpe, Virgo parens, animam, fate virgine, pofc^ gt;nbsp;Fesfaque jam terris coeli requiefcat in arce.
Moritur Anno Dom, 1374. 18. Jal.
Op het grafteken ziet men ook het metaalen hoofd va'gt; Petrarca, ’t welk hem egter eerft in ’t jaar 1547. doornbsp;keren Valdezucus is opgerigt geworden , gelyk het oP'nbsp;fchrift zegt. Een ander lang opfchrift zegt, dat de Kent-vorft Ferdinand Maria van Beyeren, nevens zyne geffl**'nbsp;lin, toen zy ’t bad te Abano gebruikten, met opzet hef'nbsp;waards kwamen , om de afch van Petrarca te bezoe*nbsp;keq.
A8»
-ocr page 313-i8p
Aan een’ bron te Arqua leeft men deeze vaarzen: nbsp;nbsp;nbsp;Landfireek
om Padm.
Ponti mimen ineft, bofpei venerare liquorem,
Ünde bibem cecinit digna Petrarcha Deis.
gewezen huis van Petrarca ligt op een’ heuvel. Da '^^'gende eigenaars hebben boven de deur in den tuin ennbsp;den wynberg doen zetten:
IiKpune hinc Cererem fumas, impune Ljieum ,
Iniablas baheat duin mea Laurus opes.
^een digter zal zig ligt beroemen kunnen, dat men zyn S^bruikt huisraad als de reliquien eens heiligs bewaart. Ver-^‘^beiden ftukken van zyn hier overig gebleven huisraad zynnbsp;vaarzen van goede digters vereerd , welken men innbsp;koper gebragt vindt in Pfacobi Philippi Tomafini Petrarchs-1'edivivus. In fommige vertrekken heeft men de gedagte-bis des digters door allerlei mytbologifche fchilderyen ge-*ogt te bewaaren, die men ook in’t aangehaalde werk vannbsp;'koinafinus vindt. Men vertoont den ftoel van Petrarca,
^ien Pignorius bezongen heeft. Op zyn tafel heeft Joan-Argolus een gedigc van veertien regels, en Joannes ^hodius het volgende diftichon gemaakt:
Pimpida fervavi menfis cr'^flalla Petrarcha,
Simplidtas avi qua fuit inde patet.
vertoont men ’t geraamte eener kat, die de lieveling °es digters was, ter welker eere Querengo eenige vaarzennbsp;gemaakt heeft.
door een
den terugweg van Arqua naar Padua rydt men
®angenaame landsdouw , en ontmoet
landilreek'^^ ville en landhuizen van ryke Paduaanfche faffli' m Padua.{\es.
BuifaHOt Basfano, eeti kleine ftad aan de Brenta boven Padua» is de vaderlyke ftad van de bekende fchilderfamilie Basfa'
* ho, van de familie van Carrara, beroemd in de hiftoris van Padua, van den dwingland Ezzeliuo, en van LazafOnbsp;Buonaraico, die zig in de vyftiende eeuw zeer heeft doei*nbsp;zien. Hedendaags is zy wegens de zwaare boekdrukkerjnbsp;van Remondini , een Venedaanfch’ boekverkooper, vet'nbsp;maard, die over de vyfdenhonderd menfchen aan den kortnbsp;helpt. Hier zyn altyd vyftig persfen, ten deele om boeken , ten deele om printen te drukken, aan den gang.nbsp;heeft hier papierraaakeryen, lettergieteryen, fabrieken vannbsp;bont en verguld papier, in een woord, alles wat tot dennbsp;boekhandel behoort.
VICENZA.
Van Padua tot Vizenza rekent men i8. rayien. De weS loopt door een vrugtbaare vally, fchoon Vicenza zelve opnbsp;een fteenagtigen grond ligt. Men kan ook te water gaannbsp;langs den Bachilione; dog dan vordert men langzaam, eOnbsp;de weg bedraagt ter oorzaake der menigvuldige bogtennbsp;meer dan vyftig mylen. Vicenza heeft tegenwoordig o®'nbsp;trein 30000. inwooners. Verraoedlyk werd deeze Had»nbsp;zowel als Verona, byna vierhonderd jaaren voor Chriftus’nbsp;geboorte, door de Galli Senones,aangelegd. Zy kwamnbsp;derhand onder de magt der Romeinen; (?) Attila ploU'nbsp;derde en verwoeftte de Had, naderhand kwani zy ónder 't
(*) Cicero maakt ’cr gewag van in dén 13. brief van ’t 5. boe^ aaa Brutus.
-ocr page 315-Sfibied der Lombarden. In de middeleeuwen was zy een/^gg^af», lang een Republiek. Keizet Frederik II. verbranddenbsp;*®in ’cjaar 1240. in den oorlog tegen Gregorius IX. Ihnbsp;^ Vervolg geraakte zy nu onder de gehoorzaamheid dernbsp;^^Taraas van Padua, dan onder de Scaligers van Verona,nbsp;weder onder anderen, tot dat de inwooners, die on-'quot;Hen ten laatften moede, zig in ’t jaar 1404. den Vene*
^^anen onderwierpen, met beding dat zy hunne wetten , ^^Seeringsvorm , en voorregten behouden zouden. Innbsp;toefland is de ftad tot op den huldigen dag geble-Keizer Maximiliaan ontnam ze den Venetiaanen innbsp;'¦ iaat 1505). maar gaf ze hun in ’t jaar 1516., wedernbsp;‘erug.
Vicenza heeft een ohregelmaatige gedaante, en is zeer langwerpig gebouwd. Men rekent haar omtrek op 4. my-Zy heeft een dubbelden muur, maar is daarom nietnbsp;meer in ftaat van verdediging. De Sachilione en de V.e~
^rone vlieten door de ftad, en zyn wel maar twee kleine rivieren , dog worden by regenagtig weder tot geweldigenbsp;^foomen , en doen der ftad dan veel fchaide. Vicenzanbsp;**^60; drie bruggen. Palladio heeft die van S. Michiel ont-'Vorpen. Zy is merkwaardig uit hoofde van haare groottenbsp;*** haaren fchoonen cirkelboog , in welk opzigt zy veelnbsp;^''steenkomft met Ponte Rialto te Venetien heeft. Opnbsp;voetpad ter zyde voor de wandelaars is een marmerennbsp;^Uning^ De geraeene huizen te Vicenza zyn merkwaardi»nbsp;dan de kerken. Palladio , een Vicentyn, die in ’tnbsp;1580. overleed, heeft hier zyn konft getoond. Mennbsp;'®kent, dac ’gr meer dan twintig paleizen van zyn vin-zyn , die jongen bouwmeefteren als modellen eenernbsp;Schrandere bouwkonft kunnen aanbevolen worden. Mennbsp;^gt;et hier den meefter, die geruft op zyn’ roem, by denbsp;edele eenvouwdigheid blyfc, en geene nieuwigheden nog
over-
-ocr page 316-yicenxa, overboopte fieraaden zoekt, die ook zeer dikwyls fleg'1 bewyzen van een eigenzinnig genie 'zyn. (1)
Teatro Wy maaken een begin met het beroemde Teatro Olyi^' Olimpko. pfi-g ^ },et meefterftuk van Palladio, zo genaamd naar d®nbsp;Academia Olympica , eene der oudften van Italien. Ct)nbsp;Het theater ftaat in een groot gebouw, waar men uit vet'nbsp;fcheiden ftraaten in komt, en is naar een plan gebouwd»nbsp;dat van de tegenwoordige bouwmeefters verdiende nage'nbsp;volgd te worden. Cochin heeft dat gebruikt, dog zy”1nbsp;voorflag is niet ten uitvoer gebragt.
Het proscennium of voortoneel is 83. voet breed, SI}, diep. Zeven gangen of ftraaten komen van het ag'nbsp;tertoneel daar op uit. De grooifte opening of breedftsnbsp;flraat is 13. voet lo. duiln, en de andere 6. voet 7. duim.nbsp;In deeze gangen ziet men huizen, tempels, en hoornen»nbsp;verheven uitgewerkt. Alles is zeer gemaklyk ingerigt voofnbsp;het treurfpel. De verfieringen van ’t theater zyn van eeonbsp;ander’ niet min beroemd bouwmeefter ^ Vincenzio ScS'nbsp;mozzi, aan de hand gegeven. Het profcennium fteltnbsp;triomfboog, aan Hercules gewyd, en tien basreliëfs zyo®nbsp;daaden voor. De voorzyde des theaters voor het proCcc’^'
niuiU
Voor do liefhebbers der bouwkonfl: is het volgende boek, wel in flegte zaraenfpraaken bevat is , maar egter op 56. piaair®nbsp;gebouwen van Palladio, door een aichitekt befchreven, vertoont D1nbsp;titel is , II Fcirejiïere ijlruito delle cofe pin rare dl jirchïtcttnra dlnbsp;eenza, dlalcge di Ottavio quot;Bertotti ScamoZxi. VicenzaVjSl. inquarW1nbsp;(f) De Graaf 'Montenari heeft een byzondete befchryving van dl1nbsp;theater in odavo uitgegeven, waarin het theater, zo wel ab denbsp;zigten der loneelen , in plaat te zién zyn Volgens dit .plan bccnbsp;Cochin een aartig ontwerp gemaakt, om een nieuwen fchouwbutJnbsp;te bouwen, ’t welk voor een jaar of twee in Franktyk uitgekome'''nbsp;co ais een aanhangtel gevoegd is by dc Aanmeikingen van Laug1^nbsp;ever de bouwkuuft.
-ocr page 317-*93
^ium heeft t^vee ryen korinthifche zuilen boven malkan-en daarop nog een attiek met verfcheideh nisfen en ^^tues. De onderfte zuilen zyn 20. voet, de bovendennbsp;en de attiek pi. voet hoog*
Het parterre heeft dertien bankell agter malkander, die ^®lyk een amphitheater rond loopen, en waar de aanfchou-'''®rs in plaats van in loges zitten. De banken, of ia Sca-, zyn zodanig gefchikt; dat zy een ellipfis maaken,nbsp;'''eiker lange as met het theater evenwydig loopt. Volgensnbsp;^Itriivius waren de zitplaatfen der oude theaters op de zel-'^e wys gefchikt. Zy beflaan eene diepte van 23^. voet.nbsp;^e onderde zitplaatfen hebben in den omtrek 80. en denbsp;^ovende 1140. voet. Agter de hovende verheft zig eennbsp;^erlyke gallery , welker zuilen niet de kornis 144. voetnbsp;hoog zyn. Beneden is de langde zyde der middellyn 37^.nbsp;''quot;oet diep , als men het parquet zo hoog maakt als hetnbsp;illeater , otn ’er bals te geeven. Het eigenlyke parterrenbsp;Is 56. voet breed, en 18. diep. De hoogte der zaal be-öraagt 52. voet. Men vindt hier een menigte van da-'üen , door Vittoria en Marinali uit een zeer harde du-Woorgips vervaardigd. De voorzyde van ’t theater, eanbsp;gedagte hovende gallery, is ‘er geheel mede bezet.
Het theater werd in ’t jaar 1580. begonnen; dog alzo ^®lladio dat zelve jaar nog overleed, Zag hy het niet voNnbsp;'°oid, maar het kwam eerd vier jaaren daaraan volgensnbsp;ontwerpen tot dand. Veele kenners houden het voornbsp;®en der fchoonde dukken der laatere bouwkond.
Onder de paleizen der dad rekent meü voörnaamlyk de ‘quot;'ee publieke gebouwen, als voor eerd laRagione,nbsp;quot;'aar de regtbanken zyn. Het ligt aan de markt, en is eennbsp;Schoon gedenkduk van Palladio. Het heeft twee galle*nbsp;^yen, eene van dorifche, en de andere van lonifche ör-er. De zaai waar de advokaaten t’zamen komen is zeernbsp;VI. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;groot.
-ocr page 318-Ficenza. nbsp;nbsp;nbsp;maar doet zig flegt op. Boven de deur der raad'
tamer vertoont zig een groot ftuk van Jakob Basfano, verbeeldende twee magiftraatsperfoonen voor Maria knielende, Het koloriet is goed, maar in de zamenftelling is veel zonderbaars. In de zaal waar halstkaflyke zaaken behaü'nbsp;deld worden is een heerlyk laatft oordeel van Titiaan. Ts'nbsp;gen over het Raadhuis \\gt\itt Palazzo del Capitano, al®nbsp;het tweede publieke gebouw van Palladio, naar roomfcbenbsp;order gebouwd.
Lombaard, nbsp;nbsp;nbsp;''‘^’^der op.de zelve linie ligt de Lombaard, Mort^
di Piëta , waar men op panden leent, en voor dertien maanden tegen 44-. ten honderd geld fchiet. Met dat ge-bouw zyn ook nog veele liefdaadige lligtingen verknogt-Hier ftaat ook de publieke bibliotheek. De hoofdtrap isnbsp;fchoon, hoewel anders de architektuur van Jakob Boiellanbsp;wat mager uitvalt. .
De Plaats Ifola genaamd, by de welke zig de twee boven gedagte rivieren vereenigeu, is ruim, maar alleen genieene huizen bezet; egter ziet men ’er nog een fchoonnbsp;paleis van Palladio op. De benedeude order van ’t zeb®nbsp;maakt een dorifche colonnade zonder piedellal uit. P®nbsp;zu^en (laan alleen op een enkelden voet, die ondernbsp;geheele gebouw, doorgaat. De tweede order bedaat tquot;'’nbsp;half, ingeraetfelde ionifche zuilen , die alleen in de beid®nbsp;hoekloges vry (laan.
Paleizen, nbsp;nbsp;nbsp;voornaamde andere paleizen, die een liefhbber
bouwkond als goede modellen van Palladio befchouws® poet, zyn de volgenden. Dat van den Graaf Trisfino»nbsp;van den Graaf Valmarana , uit hoofde van den daaraaönbsp;paalenden fchoonen tuinnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genaamd, van Vaim®
rana Ttifon, van Tiene Mandalon, van den Graaf OraZ'® Trento, van Trisfino Badon, dat het pragtigde van alb®
is, van den Graaf Porto Batbarano, van Tiene More, f
welK
-ocr page 319-iPg
''’elk nog niet volbouwd is, van den Graaf Chiericati,^f^^;^^j ®en verbaazend uitgeftrekt gebouw, van TrisGno di Pontenbsp;^uro, van Caldagho en Orazio Porto. Verders de Cafanbsp;^apeta , en Cafa di I^alladio, om van andere huizen, dienbsp;'ösgelyks fchoon zyn , niet te fpreeken. Palladio bloesnbsp;^en Vicentynen zo veel luit, of liever zulk een ontydigenbsp;^®geerte tot bouwen in, dat zig veele familien daardoornbsp;bedorven. Men zeide om die reden , dat Palladio zyrinbsp;''^derland niet beminde, maar zyn’ medeborgers tot dienbsp;S^kheid bragtjora zig aan hun te wreeken. Èenbewysvannbsp;verkeerde drift tot bouwen is het huis van den Graafnbsp;ïalius Porto, waarin de koopman in zyde Trivelli woont.
^®t maakt flegts het vyfde deel uit van een paleis door ^*lladio ontworpen, alzo de eigenaar by gebrek van geldnbsp;'’Ier vyfden onvolbouwd laaten moeit. Daar Itaan alleennbsp;twee venders met drie ingemetfelde roomfche zuilen, dienbsp;Op een’ algemeenen voet ruiten.
Men telt over de zeitig kerken in Vicenza j waarvan eg- Domkerk ter de volgenden alleen verdienen bezigtigd te worden. Innbsp;'^0 Domkerk ziet men een’ groote tribune, of de agterftenbsp;tonding van het koor verhoogd ^ ’t welk eene goede wer- ,,
'’’Og doet. Dit gefchiedde uit aanmerking van de Trent-*che kerkvergadering, die hier gehouden wordeiizou. De 'loer van ’t koor is met figuuren ingelegd. Voor ’t ove*nbsp;heeft de kerk een (legt aanzien, en is van gothifchenbsp;oiiw’order.
kerk van Santa Corona behoort den Dominikaaneni^ Corona. ^gter aan het flinker zydfchip ziet men de aanbidding dernbsp;koningen van Paul Veronefe, wel geordonneerd, ennbsp;*0 frifcjj gefchilderd als of het zo eerlt gemaakt was. Denbsp;ia ichoon ^ maar niet edel genoeg. De beeldennbsp;ftaan te veel aan den rand van het (tuk, waardoor het platnbsp;®byat, en de houding geene werking doet. Op het der-
Flcenza. ftuk ter flinkerbaud deelt S. Antonie , Aardsbisfchop van Florence , aalmoezen uit. De fchilder was Leandronbsp;Basfano. Hy heeft ’er een goede ordonnantie, maar geennbsp;zonderlinge werking in getoond. Hetgezigtspuntistehoog»nbsp;en het koloriet te hard.
S. Lorenzo, nbsp;nbsp;nbsp;^^r kerke van S. Lorenzo ziet men het van
Palladio aan de hand gegeven grafteken van Leonardo Pef' to. De ordonnantie is eenvouvvdig en fierlyk. Zy heeftnbsp;ionifche zuilen.
S. Michele, nbsp;nbsp;nbsp;einde van ’t flinker zydfchip in de kerk van S. Ml'
cbele heeft Tintoret S. Augnftyn gefchilderd, die eenig® nienfchen van de peil gezond maakt. Het behoort nietnbsp;onder zyne befte werken. Het koloriet is wel taamlyknbsp;helder, en de ordonnantie niet kwaad, maar de lugt konnbsp;beter zyn.
Handel.
Oudheden, Vicenza heeft nog eenige oude overblyffels. In den tuin van Pigatello ziet men iets van een theater, ’t welk inegt;'nbsp;voorgeeft in Auguftus tyden gebouwd te zyn. Verdersnbsp;iets van een keizeriyk paleis, daar in de nabuurfchap. EeOnbsp;ftuk van een waterleiding, die ’t water van Lobia, wastnbsp;nog drie boogen liaan,bragt. Eene Iphigenia vanGriekfchnbsp;marmer in ’t Dominikaaner kloofter. Het kapiteel eenetnbsp;zuil, dat in de kerk van S. Thomas tot een wywatervatnbsp;dient, en een ftuk van eene zuil, die op de Plaats Gual'nbsp;di ftaat. (?)
Sedert eenige jaaren heeft een zekere Francefchini biet
eelt
(*} By Schio ten noorden van Vicenza vindt men by em’ h“g, Monte Summaxo genaamd , veel munten en bronzen dingen vannbsp;tydcu der Romeinen, Eenigen zeggen , dat deeze berg zyn* n-adrnbsp;heeft van zyn hoogte , anderen van een ouden tempel van Plntvnbsp;Surainanus , waarvan men nog een opfchiift op den zelven v*®'nbsp;dea zou.
-ocr page 321-197
®eti aanzienlyke zydefabriek aangelegd, waarin nbsp;nbsp;nbsp;f^cenza.
lt;^6 vyftien honderd menfchen arbeiden. Hy verftaat de ^^ak in den grond, en men ziet met vermaak de aartigenbsp;'Qrigting, hoe hy zig een klein beekje ten nutte heeft wee-'en te maaken. De haspels en molens zyn allen zo welnbsp;aangelegd, dat ’er zo weinig handen als raooglyk is toenbsp;Sebruikt worden. Een eenig rad dryft vier duizend haspelsnbsp;°in de zyde te draayen, en twee menfchen zyn genoeg,
plaats van de volle haspels, weer nieuwen optezetten,
Cu de gebroken draaden afteknippen. Men maakt te Vi-'^Cnza veel zyden ftofFen , die in Italien en Duitfchland Vertierd worden. De nonnen in de kloofters maaken ooknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;
Zeer veel konftbloemen. Den 18. 0(a;Qber wordt jaarlyks °P de groote Plaats van Vicenza een aanzienlyke jaarmarkt gehouden.
De ftad heeft de vryheid van door haar’eigenen adel Regeering, regeerd te w'orden, die in twee lichaamen, het Collegia de'
Dottori, en ’t Configlio, verdeeld is. Uit deeze worden de rigters en leden van den Raad gekoren, die alles afdoen,
Zonder dat ’er eenig beroep op valt. Uit hoofde deezer Voorregten verbeeldt zig de Vicentynfche adel zeer veel.
Alle de inwooners maatigen zig den graaflyken titel by ’t Ondertekenen van verbindtenisfen en dokumenten aan, ennbsp;^it Zou van de tyden van Karei V. afkomdig zyn , die eensgt;
'Vanneer verfcheiden ryke Vicentynfche borgers hem by herhaalde reizen laftig vielen om in den graavenftand , verbeven te worden , uit knorrigheid gezegd zou hebben,
^at hy wel lyden mogt,dat alle de Vicentynen graaven,
Waren.
^enetien benoemt den Podeda van Vicenza, die in alle 'vcrgaueritigen van den Raad voorzit. De partyen kunnennbsp;bem ook tot regter verkiezen. Maar het ergde is, datnbsp;Van zyn vonnis zig naar Venetien beroepen kan, waar-N 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;doof
f^cenza, nbsp;nbsp;nbsp;zaaken opgehouden worden. Een doodvonnis te
Vicenza geveld moet eerft door den Raad van Tienen te Venetien bekragtigd worden. De Capitano heeft het mili*nbsp;taire en borgerlyke onder zig.
Het fpreekwoord zegt, Vicentini asfasfini, de Vicen* tynen zyn moordenaars, ’t welk het karakter der invvoo-ners weinig eer aandoet, Hoe verre dit waar zy, willennbsp;wy niet beflisfen. Men befchuldigt hen ten minften, wraakgierig te zyn, en het oude karakter der Italiaanen van overnbsp;eenige eeuwen nog niet volkomen afgelegd te hebben.nbsp;Ook hoort men in de nabuurfchap van Vicenza van meernbsp;geweldenaaryen en moorden, dan in andere flreeken. Denbsp;Veroneezen zeggen, om hun huntwiftgierigonverzoenbaarnbsp;karakter te verwyten , Vicentini Cani e Gat/i , de Vicenty-nen zyn honden en katten', waarop deezen, ten mindennbsp;om de rym, antwoorden, Veronefi mezzi matti, de Veroneezen zyn halve gekken.
De vrouwen zyn te Vicenza fchoon, en hebben vooral een frisfche roode kleur, waarvan de reden vermoed* Jyk in de zuivere lugt van ’t nabuurige gebergte te zoeken is. De gemeene wyven zien ’er aartig uit, en draa-gen gemeenlyk ftroohoeden. Sommigen vlegten ook lintennbsp;in haar hairen, en zetten een bloem op ’t hoofd, ’t welknbsp;haar aartig flaat.
De geleerdheid wordt te Vicenza niet zeer geagt. Eg' ter is de Graaf Antonio Montanari een goed wiskundige. De Graaf Lodewyk Barbieri heeft eenige wysgeeri'nbsp;ge dingen gefchreeven. Giovanni Arduino is ingenieurnbsp;der ftad , en tevens profesfor in de fcheidkunde , eennbsp;zeer bekwaam arbeidzaam man , die Vicenza zeer nuttig is.
Landidoti' De landllreek om Vicenza is ongemeen bebouwd; d® we». grond is wel wgt fteenagtig, dog nogtbans zo vrugtba*r»
d»?
-ocr page 323-tnen in een jaar zo veel graanen bouwt , dat ’er de ]^ooners drie jaaren mede toe kunnen zonden. Men maaktnbsp;Uarlyks omtrent 200000. Itaüaanfche ponden zyde, waar-het meefte te Vicenza verwerkt wordt. De groote fa-^‘iek te Schio levert alle jaaren 6000. Hukken. De vnigt-^®®rheid des lands komt van de menigvuldige beelcen dienbsp;doorflroomen. Dit maakt de veeteelt voortreflyk, ennbsp;noemt Vicenza gemeenlyk het llagthuis, en, wegensnbsp;overvloed van moeskruiden, den tuin van Vene-Op het dorp Delle Nove is een fabriek van fchopnnbsp;^^yance.
liefhebbers der bouwkonft en der natuur vinden ^'’ndom Vicenza veel dat’hun aandagt verdient. Voor igt;^lt;waardig-ligt Campo Marzo, een groote plaats met gras bewas ^oden,nbsp;met boomen bezet, en in graften bedoren. Het dientnbsp;^^2n inwooneren des avonds tot een wandeling. Men komtnbsp;ar in door een triomfboog van Palladio, Hy beftaat uitnbsp;®ön grooten gewulfden en twee kleine vierkante doorgan-De dorifche zuilen zyn in den wand ingemetfeld, ennbsp;^®arboven is een opfchrift in een attiek. De attiek wordtnbsp;*^uor een gevel gedekt, aan welks beide hoeken tweeklei-piramides zyn. De boog heeft goede evenredigheden.
Vertoont een eenvouwdigen en goeden fmaak.
Tegen over deezen boog ligt de tuin van den Graaf Val*
*®*rano, aangenaam door zync orangerie en haagen; men ^let ’er een colonnade van zes donfclie zuilen met eennbsp;S^vei van Palladio. Men komt hier om onder de zelvenbsp;*^fgt;sfche lugt te fcheppen, en de kleine kamers van het huisnbsp;tornen ’er tegen aan.
Voor de poort naar Madonna del Monte ftaat ter regter* een andere boog van Palladio, die uit vier ingemet-^ ® '^'^’¦'uthifche zuilen en een’ kleine attiek bedaar,nbsp;daarop zig de flatuen des Heilands en van S. Vincent,
SCO
yicenza. nbsp;nbsp;nbsp;midden de gevleugelde leeuw van Venetien vef*
toonen. Op deezen aartigen en wel geè'venredigden boog valt niets te berispen, behalven de half ingemetfelde zui'nbsp;len. Hy dient tot ingang voor een trap van twee honderdnbsp;en negentig treeden,die naar de Madonna del Monte loopt»nbsp;waarvan zo aanftonds meer.
La Rotonda of het landhuis van den Marquis Capra lig^ fcene myl voor de Itad, en is insgelyks van Palladio onC'nbsp;worpen. Elke van de vier zyden des gebouws heeft eeUnbsp;byzonderen trap, en een colonnade van zes ionifche zui*nbsp;Jen op een voortloopenden voet, die een gevel draagt*nbsp;Het gebouw gelykt van buiten naar een kerk. Op de be*nbsp;nedenlle verdieping komt men door deuren, die in ’t mid'nbsp;den des traps gebragt zyn. Op de eerfte verdieping is eednbsp;ronde zaal, met vier foorten van galleryen, die naar denbsp;colonnade loopen, en mede tot de zaal behooren, alzo zynbsp;geene deuren hebben. De zaal is met dorifche zuilen 6^*nbsp;fchilderd,. en boven gaat een gallery rond. Het gewelf'*nbsp;jn gefchilderde vakken en nisfen afgebeeld. De fchilderye®nbsp;in de zelven verbeelden deugden, de benedenfte GodhS'nbsp;den. Flamingo heeft ze op. natten kalk gefchilderd. P®nbsp;tekening is juifl: niet al te naauwkeurig, maar ’t kolorietnbsp;taamlyk kragtig , en heeft veel van Paul Veronefe. D®nbsp;verfieringen vallen wat zwaar en lomp uit.
Madonna nbsp;nbsp;nbsp;Madonna del Monte komt den Servieten toe»
tffel Monte.m ligt op een hoogte, waar men door een trap op kofflt* waarover heen arcades, op de wyze der lange gallery v®”nbsp;de kerk van Madonna diS. Luca te Bologna, loopen. D®nbsp;gallery alhier is reeds eeiie halve Italiaanfche myl laiiê'nbsp;maar zal nog eens zo lang worden, als ’er maar nog vfoO'nbsp;me zielen gevonden worden, die zig verbeelden,zig da**,nbsp;door een trap naar den hemel te bouwen. De kerk gt;*
ȣf.
flOI
^®lt;2rfcht een flegte fmaak in, en hier en daar zyn de {i^-Fïcetizs. ï^aden op malkander gehoopt.
loti
en
In de eetzaal des kloofters hangt een voortreflyk ftukvan ^^ul Veronefe, ’t welkeen avondmaaltyd van S. Grego-voorllelt. De zamenftelling is zeer eenvouwdig, eanbsp;^®eft veel overeenkomll met de zelve voorftelling vanhem,nbsp;men in S. Giovanni e Paolo te Venetien ziet. De ar-’^‘dtektuur op den agtergrond is ten minften even de zel-alleen beflaat het onderfcheid in de veranderde ftellingnbsp;beelden. S. Gregorius geeft vyf armen raenfchen tenbsp;^®ten, en aan beide de eindens der tafel zyn twee kardUnbsp;®*alen. De derde arme ter regter hand is Chriftus. Denbsp;'^‘'donnantie van ’t geheele (luk is raeellerlyk, en het ko-
•et fchoon verkozen. De beelden zyn goed gedrapeerd, Van treflyke karakters. Wat aan de houding ontbreekt.
''ergoedt de waatneeming der lokaalvervven. Op de regeer iyde in den voorgrond is een hond, en ter (linkerhand eennbsp;»ap en een kind met een hond. De lugt is verfchoten.
^¦•n dit kloofter heeft men een heerlyk uitzigt over de Ilad ^0 de gantfche landdreek, die eene ruime en welbebouw-vlakte vertoont.
^ier mylen van Vicenza ligt het landhuis van den Graaf ^“•damo , dat fchoone fchilderyen heeft. De Graavennbsp;'^‘'•sfino , Pojano , en Gualdi , bezitten ook fchoonenbsp;'^•idhuizen met opzigt tot de architekiuur, van Palladio.
^eeze groote meeller heeft niet alleen in de ftad, maar ''o't daar buiten, veele blyken van zyne bekwaamheidnbsp;*’®gelaten.
^ier mylen van Vicenza, naar den kant van Padua, Vigtlje/ hol *®n beroemd hol, Covoli genoemd, dat in een’bergnbsp;gehouwen is. Het beftaat uit verfebeiden’gangen, die alsnbsp;een doolhof maaken , uit aangevangen’ boogen, verftec-^•'llgen, en andere aatuurlyke merkwaardigheden , en ver-fj 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dient
-ocr page 326-202
Hcenza, nbsp;nbsp;nbsp;deswegen bezogt te worden. De gangen voorden g*'
zegd meer dan een’ myl in den omtrek te hebben, en zyd voorzeker niets anders dan oude fieengroeven.
Te Reeovaro, eenige mylen van Vicenza, treft menitii' neraale wateren aan, die veel vitriool in zig hebben,nbsp;in verfcheiden krankheden gebruikt worden. Te S. PaKquot;nbsp;crazio di Barbarano zyn warme zwavelbaden. In de na'nbsp;buurfchap der flad, inzonderheid op de heuvels vmBref'nbsp;io, vindt men verfcheiden mineralia , waartoe ook eeönbsp;witte kleiaarde behoort, waaruit hetVenetiaanfche porcel'nbsp;lein gemaakt wordt.
Op de bergen noordwaards aan naar den kant van Treil' te vinden de liefhebbers der liatuurlyke hiftorie zeer vee*nbsp;verfleende fchelpen, visfchen, en zeegewasfen van allerle*nbsp;foorten, faffieren , hiacinthen, topaazen, veeleriei foortequot;nbsp;van aarde, als de groene Veroneefche,waarvan haait meebnbsp;zink, arfenicum, aluin enz. De Heer Tura, een bekwaaflnbsp;geneesheer te Vicenza, en de reeds genoemde Arduin*’nbsp;Profesfor in de chymie, bezitten eenige ftaaltjes van all®nbsp;deeze mineralia in hunne kabinetten. De laatfle heeft oPnbsp;deeze bergen ook puimfteen, en andere foorten, die me**nbsp;anders maar op brandende bergen ontmoet , gevonden»nbsp;waaruit men optnaaken zoude, dat ’er zulke bergen voof'nbsp;heen in de nabiiurfchap geweeft zyn.
Eene myl van de ftad, als men de Veroneefche po°^^ uitgaat, ligt het landhuis van den Graaf Arpiero, vannbsp;architektuur van Palladio.
Van Vicenza tot Verona zyn dertig Italiaanfche inyl®”' De grond is wat fteenagtig, dog brengt egtereen ontelba**^®nbsp;menigte van moerbezieboomen voort. Aan deeze boon*®''
flingeren zig de wynitokken, en loopenboven van deneen®'*
boom tot den anderen als feltonnen, waardoor de 1*****^^ douw een fchilderagtig aanzien bekomt.
-ocr page 327-ao3
'Tusfchen Verona en Vicenza in de nabuurfcliap vwf/icsnza. ^lt;iko vindt men allerlei zeevisfchen in een witte aarde, nognbsp;Volkomen , dat men de graaten en fchubben duidelyk^'’^*’'’*nbsp;'’’''^erkennen kan. Ook vindt men ’er verlleende kreeften,
^Oote oeflerfchaalen, en verlleende bladeren. (*)
^et mangelt deezer llrecke ook niet aan goede marmer-^’'oeven, waarvan wy maar het Mifchio di Brentonico en Giallo di Torri gewaagen. In ’t v'oigende artikel vannbsp;^rona zullen w'y nog eens op de petrefafta’ en marmersnbsp;deeze landftreek komen.
Men geeft der ftad Verona gemeenlyk 48000. inwoo-Zy ligt aan den voet van ’t gebergte, op de breedte ’’ 45quot; graaden en 26. min. en heeft zuid waards een aaa-®®naame vlakte voor zig.
Eenigen houden de Etruriers voor de (ligters van Vero-
1 nbsp;nbsp;nbsp;^ wydloopige lyft der p*trefa£ta rondom Vicenza en Verona
L ^cyszlcr , in 'c tweede deel zyacr Reizen, waarheen wy den
Men heeft vyf Ichoone gezigten van Verona, ieder van twee ^yaalnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gn Ujbani taamlyfc wel gcfiteden. Oc
^onte djj nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lecven der Veroneefche fchilders, beeld-
j^°“'Vers , atchitekten , in ’t jaar 1718. in quarto befchteven geeft te gelyk een genoegzaam berigt van de fchildcrycn dernbsp;jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in lyj^. uitgekomcne Raccolta detle varU Fabriehc antieke
behelft eigenlyfc niet* anders dan de afzondcrlyk gediukte ''etdequot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ferma illujirata van den Marquis Maftei. Dit gc-
Vk nbsp;nbsp;nbsp;kwam in 1731 in folio uit , en bevat 20 vcele vlytig-
lïn nbsp;nbsp;nbsp;berigten , dat men v/cinig dicrgelyke bcfchtyviiigen
eden vindt. De Matquis MulcUi arbeidt aan eenc nieuwe
door
Verona, len. Zy kwam naderhand onder de Romeinen, dog
geene Roomfche kolonie y maar verwierf het borgerreg'' Na den val van ’t ryk kwam zy wel in de handen der baf'nbsp;baaren, dog bleef egter in zekere welvaart, alzo de Koning'”nbsp;Theodorik en Alboin ’er hun verblyf namen. In denbsp;deleeuwen genoot zy haare vryheid, en werd daarop ‘J*’”nbsp;van deeze dan van geene magtige familie geregeerd, gei)'*'nbsp;het toenmaals in Lombardyen ging. Wy noemen ond^^nbsp;die de Ezzelini en Scaligeri. Na dat die borgerlyke o®'nbsp;lullen van 1140. af over de twee eeuwen geduurd hadden»nbsp;werden de inwooners die eindelyk moede, en onderwi^^'nbsp;pen zig in ’t jaar 1406. den Venetiaanen.
Toen de Republiek Venetieu uit hoofde van ’t verboP*^ van Kameryk in ’t jaar 1520. haare lieden in den beft^''nbsp;Haat van verdediging zogt te Hellen , bekwam Vero”®nbsp;ballions, graften, en drie floten. De bekende arcbit^'^'nbsp;San Michele had het opzigt over deeze werken, die to^”nbsp;fterk kunnen gevveell zyn, maar tegenwoordig weinignbsp;gen zouden, vooral daar de Had, uit hoofde der rondo'*’nbsp;liggende hoogtens, nooit houdbaar kan gemaakt wordoquot;'nbsp;De floten heeten, Caftello vecchio, Caftello S. Felice,nbsp;Cajtello S, Pietro. Het eerlle leidden de Scaligers roo*^’nbsp;in ’t jaar 1354. ^'an, en bewoonden het. ’Er liggen eOö'nbsp;ge foldaaten in; maar in oorlogstyden heeft de Hadnbsp;meenlyk eene bezetting van 7000. of 8000. man.
Verona heeft zes en een halve myl in den omtrek» vier poorten, die van goede architektuur zyn, De ff'
door hem verbeterde uitgaaf. Het vietde deel maakt het vvct^ MafFei over’het amphitheater van Verona uit, *c welk egter ooknbsp;zonderlek , onder den titel, De'li ^nfitcatrt e fingolarmenti 'nbsp;nefe, lHgt;ri due 1728. te Verona in oüavo gedrukt is.
-ocr page 329-DOOR
205
fchoonde is altyd gefloten, en heet Porta Stupa of delPerona, ^^Uio. (_*') Men houdt ze voor een der fchoonfte ftukkennbsp;San Michele , en vandebouwkonft der zeftiende eeuwnbsp;geheel. De voornaamfte poort. Porta nuova, leidtnbsp;Mantua, de Porta del Vefcovo naar Vicenza, en denbsp;^^rta S. Zeno naar Brefcia. Zy is de flegtfle onder denbsp;De laatfte poort ligt op de zyde des bergs. Op eenenbsp;^'®ats der veftingwerken bemerkt men ontzaglyke onder-'®rdfche gewelven, en vier breede openingen k Boccaronbsp;®®'iaamd, welker bouwkonft bewonderd wordt.
^erona heeft een aangenaame ligging; inzonderheid ge-®‘at men van den met tuinen bezetten berg een heerlyk '^''^igt over de ftad, en de omliggende landsdouwe. Denbsp;’'abuurfchap van ’t gebergte maakt de lugt zuiver en zeernbsp;£®Zond. De plaats in haar zelve valt niet fchoon in ’t oog,
quot;'yl zy zeer oud is, en dus meeft enge en kromme ftraa-*®n beeft. Zy fchynt derbalven van de hoogte fraayer, zy inderdaad is. De meefte huizen hebben geen by-^otider aanzien; egter zyn hier en daar goede kerken, ennbsp;'''®1 gebouwde paleizen, (f) Eenige ftraaten zyn breed,nbsp;de meeften hebben ter zyde, gelyk Bologna, gedektenbsp;gangen voor de voetgangers. Verona heeft ook aanzien-pleinen. Van de Plaats Bra, waar het amphitheater
(laat,
1*) Kaar het rennen der paarden , ’twelk daar gelchiedt: de daarop g^fteldc pjyj jjjjt in Italiaanich PaUio.
(t) He vootdeelen van Verona worden in een oud diflichon opec'
““emd;
i
VtUBhs ItalU frifiat Verma frpcrhU ¦^edihus, iit^enUs, finmine, fonts, laca.
groote Italiaanfche fteden, als Romen, Na-*icij nbsp;nbsp;nbsp;gt; Turin . Genua, enz. gecnfiiis in vergetjking ko-
-ocr page 330-yerona. nbsp;nbsp;nbsp;, loopt een fchoone breede ftraat naar de Mantuaa^'
fche poorti Het Corfo, waar in May wedloopen paarden gehouden worden , is een niet minder fraay^nbsp;ftraat. De Piazza delle Èrhe, en een’ andere, dienbsp;het ftandbeeld der ftad Verona veriierd is, zyn ook aar^''nbsp;ge pleinen.
De meefte gebouwen , bruggen, en de fteenen onlt;3^’ de galleryen ter zyde de ftraaten, zyn van marmer,nbsp;men dat in de nabuurige groeven overvloedig vindt,
^ telt, in zyn lyft der delfftolFen rondom Verona, vyf en ds' tig Poorten, die allen in de nabuurfchap der ftad gebrok^anbsp;worden. Men kan de verzameling daarvan in kleine ftu'**nbsp;ken te Verona koopen. Het zo genaamde Bronzino isnbsp;zonderlingde van allen. Als men tegen de daarvan gemaakte vaazen flaat,klinkt het als brons, waarvan het oo^nbsp;zyn’ naam heeft gekregen. Men vindt hier eene menig'®nbsp;van witte fteenen zeer bekwaam om te bouwen, ennbsp;kende naar de zogenaamde Pietre d'Iflria , waarvannbsp;te Venetien melding maakten. De Mallone is een no^nbsp;beter fteen om te bewerken. Men vindt ’er vee'e fcb®*”nbsp;pen in. Het baftion San Michele en de Porta del Pall*'’nbsp;zyn ’er van gebouwd.
De Adige. De Adige, die van de Tyrolfche Alpes afkomt, en 24. roylen van hier in de Adriatifche zee ftort, deeltnbsp;rona in twee deelen, die langs vier bruggen gemeenfch^ï’nbsp;hebben. De merkwaardigfte daaronder is Ponte delnbsp;vccchio, waarover maar eens in ’t jaar gereden wordt,nbsp;vreeze dat het dreunen’er fchade aan doen mogt. De bfquot;'’nbsp;heeft eene langte van 359. voet, en beftaat uit drie boog^”'nbsp;waarvan de eene 72, de andere 85. en de derde 145-breed uitgefpannen is. Men maakt ’er veel ofhefsnbsp;omdat de boog veel wyder is als van Ponte Rialto te y®nbsp;neiien, welker wydte fleets 89. voet bedraagt. De
fcby«‘
-ocr page 331-207
f'hynt geen gevaarlyke rivier te zyn; egt^r wordt zy, z\iirerona.
zvvaare regens in ’t Tyrolfche geber^re vallen, tot een S^Weldigen ftroom, die opzwelt, der ftad en den brug-groote fchade toebrengt, waarvan de inwooners in ’tnbsp;1756. een ontzaglyke ondervinding hadden.
Het merkwaardigfte gebouw te Verona is het oude ani-,j, JmpM-'’Hcheater, (t) ’t vvelk met dat van Romen veel over-^^^^;^^, ®®nkomft heeft, maat veel beter onderhouden is, fchooanbsp;niet lochenen kan, dat ’er in deeze eeuw veel aannbsp;'’^tnieuwd is, vooral door de zorg van MaiFei. Dit eirou'nbsp;gebouw is, de dikte des rauiirs mede gerekend, 464,
'^“2t lang,'en 367. breed , en gevolglyk wat kleiner als van Romen, dat 582. in de langte, en 482. vofet innbsp;breedte heeft. De buitenfle omtrek des muurs hadnbsp;gt;331 • voet, en het Roomfche 1615. De eigenlyke kamp-^Hats, ^rena, is 225. voet lang, en 133. breed. Rond-quot;’'1 gaan vyf en veertig ryen zitplaatfen, van fchoon mar-gt;'gt;er, die 18. duim hoog, en 26. breed zyn. Als men nunbsp;''’^or ieder perfoon i|-. voet rekent, zo hebben hier 22184.
/^^hfchen kunnen zitten. Het gebouw werd op koften der onderhouden. De benedenfte banken waren voorheennbsp;?^beel onder ’t puin begraven , maar voor omtrent tiennbsp;^^'^r beeft men het weggenomen, en de kampplaats zo ge-
lyk
^ nbsp;nbsp;nbsp;) beeze rivier liep vermoedlyk ten tyde der Romeinen niet doet
ftad. nbsp;nbsp;nbsp;|,y Caftello Vecchio naar buiten gaat , ziet men
outie kanaal aan de flinker hand, ’t welk nu een fmal water is.
^ 'Verd naderhand regts af in de flad geleid, hoewel Maftei be.
gt; dat zy altyd den zelven loop gehad heeft.
Marquis Maftei heeft ’er het plan van op twee groote Jj injölio doen graveeren , waar men alle de afmeetingen bynbsp;ïeinelnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;befchryving hebben wy reeds vooraan in dit artikel
-ocr page 332-f'êrena.
lyk gemaakt, lt;J^’er fomwylen gevegten van beéfieii houden kutinen worden. Dus maakt men nog hetnbsp;gebruik van het amphitheater als men Over 1700. jaarequot;nbsp;deed. De tyd dat het gebouwd werd is onzeker. Ee'’*'nbsp;gen (lellen dien onder Auguftus: maar het is niet wa^^'nbsp;fehyniyk, dat Verona reeds een zo pragtig theater op e^''nbsp;tyd gehad zou hebben , toen Romeli ’er nog geennbsp;Ichoon had , als naderhand het Vespafiaanfche. Daarh^nbsp;komt, dat nog de oude Plinius nog de jonge, daar Wnbsp;dog ep. 34. /. 6. van de fchouwfpelen zyns vriends ]Ma(^''nbsp;mus te Verona fpreekt, van het amphitheater geen woot'*nbsp;gewaagt. Egter moet het niet veel laater, en wel vof^nbsp;den val der bouwkonft, die zig hier nog in haar goed^'*nbsp;tyd vertoont, gebouwd zyn. MafFei is van gedagte, da*nbsp;het onder Trajaaus regeering gebouwd zy.
Ten einde der lange middellyn van de Arena zyn twc* groote poorten, en boven elke eene tribune van 20. vo^*nbsp;breed en lo. lang, die met een baludrade voorzien Is,nbsp;vermoedlyk den voornaamften magiftraatsperfoonen tot z'*-plaats gediend heeft. In den geheelen omtrek daarvannbsp;toonen zig veele uitgangen of Vomitoria. Van binnennbsp;men aan dit gebouw weinig bouwkundige fieraaden. Aanlt;*®nbsp;eene zyde vangt wel een muur met drie zuilenordersnbsp;ven malkander aan, die /i/a deir yfr«;«heet; egternbsp;het dat die muur nooit verder opgetrokken is. Het ê**”nbsp;bouw heeft by het eerde inkomen wel een eenvouwdi^’nbsp;dog zeer edel en majedueus aanzien. De ingang is é^'nbsp;doten.
Bra.
voor den Provcditore te bouwen, ’t welk beneden arcades en boven op de eerde verdieping volgens doriC'-*’*nbsp;order gebouwd is. Onder de arcade is de hoofdwagt- ^,
De ruime Plaats waarop het amphitheater ligt heet Men heeft begonnen op de Plaats ook een fchoon gebo''
-ocr page 333-209
Het Mufeo Veronefe, of de verza'n.eliiig van oudheden akademie te Verona, ligt insgelyks op die Plaats,nbsp;voor'de liefhebbers der oudheden niet te veragten. Èer ygyanefe,nbsp;daar komt, gaat men eérft over een roet gallcryen omge-fiS' en plaats, welker nuturen een verzameling van opfchrif.
en andere gedenkllukken bevatten. Men ziet hier al-*®aren , basreliëfs , graftekens , mylpaalen, Oofterfche, ^fiekfehe, en Latynfche opfchriften, op brons, porfier,nbsp;andere lborten van marmer. ('•') Dit zogenaamde La-^‘lt;iario is reeds in ‘t jaar 1719. aangelegd, maarfedert,nbsp;'^Zonderheid door de zorg van den Marquis ScipioneMaf-5 ongemeen vermeerderd , en na zyn dood door dénnbsp;^^^fqüis Mufelli in de fchoonüe order gebragt. Op denbsp;Plaats,welke deeze galleryeii inflüuen,zal een kruidkundl- •
'uin worden aangelegd.
Van de galleryen komt men op het theater, welks
voorzyde een fchoone colonnade van zes groote ionifehe zuilen heeft. Zy is met het beeldtenis van dennbsp;l^Iarquis Mafiei, wien zyn vaderland ten opzigte der oud-l'sdea zo veel verpligt is, verfierd. Men ftelde hem datnbsp;^1®'’ in ’t jaar 1727. terwyl hy afwezig was, met het on-'l^fCchrift , Marchioni Scipioni Mafeio adbiic viventi A-^“deinia Philannonica decreto amp; are publico, deednbsp;uit befebeidenheid W'eder wegneemen , en na zynnbsp;Werd het eerft umder herfteld , met het byvoegfe!,
^Jarch, Maffei Mufei Feronenps Conditoris protomén 'Pfo arnotam pofl obitum Academia Pbilarmonica rejit-'t- .755. (O
In
Een volftandig berigt daarvan geeft het Unfexm Veroamfe, h»c in fiafcriftimam atqae anaily^hortmtcolleSio. Verontsiy^^,
(t) Ter geljkjf jjjj akademie ook dooi den beioemden
VI. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;O
210
Verona.
In dit gebouw zyn,behalven de vergaderkamers, met de beeldtenisfen der ftigters en voornaamfte medel^'nbsp;den der akademie der Filarmonici en Filoti, die de bevo^'nbsp;dering van tiddetlyke oeffeningen bedoelden , ooknbsp;Camere della Converfazione, of het geen men in de atid^'nbsp;re fteden van Italien Cafino, of asfembléezaal noemt.nbsp;worden op publieke kollen onderhouden, en de adelnbsp;beide fexen komt hier t’zamen om te fpeelen en te pr*®nbsp;ten. Door deeze fchrandere inrigting is niemant genoo'*'nbsp;zaakt, asfemblées aan zyn huis te zien, en onkollennbsp;doen.
Het theater, in ’t jaar 1718. nieuw gebouwd, is rui!quot; en fchoon. De zaal is aartig van vorm, en byna roB^'nbsp;Elke ry , waarvan ’er vyf zyn , heeft zeven en twintignbsp;loges.
Triomf-
boo.ien.
Men ontmoet nog verfcheiden oude ruinen, die de liaanen voor triomfboogen uitgeeven; maar zy zyn zonbsp;woon,alle doorgangen, die vermoedlyk voorheen tot ni^'*nbsp;anders dan tot een poort gediend hebben, tot triomfb^’^’'nbsp;gen te maaken, dat men zig niet verwonderen moet,nbsp;eens daar van ’er te Verona drie te vinden. De eei^®nbsp;wordt rirco de' Cavil of jdrco dl Fitruvio, naar diennbsp;roemden bouwmeeller , genoemd , zonder dat mennbsp;eene andere reden van geeven kan, dan dat hy te Vero'’*nbsp;geboren is. Egter doet men hem daar weinig eernbsp;alzo de nog overige twee gekanneleerde zuilen ennbsp;gen een flegten fmaak, die in zyn tyd nog niet ingefloP^”*nbsp;was, beklappen. Hy (laat by’t Caftello Vecchio.
GeneefTchen medailleut Daslier een penning op hem Haan , de eene zyde zyn bccldienis en op de andere het gezigt van ’inbsp;datio en 't theater vertoont.
-ocr page 335-DOOR
De Porta de' Borfari zou een triomfboog zyn, in’t jaar forona, *So. ter eere van Keizer Gallienus opgerigt, Hy ftaat opnbsp;ftuk van den ouden muur der ftad , waarvan mennbsp;*Pooren onder de nabuürige huizen ontdekt. Hy beftaatnbsp;twee arcades met gevels, die op korinthifche zuilennbsp;, waarboven twee zuilenorders zyn, elke met zesnbsp;^^itlers. De architektuur is elendig. Men ziet uit dénbsp;''^tvaliene fondamenten, dat de grond voorheen veel laa-geweeft is.
^an ’t Foro Giudiziale of dé Porta di Leone ziet meii eenige fpooren by de Jefuieten op de Via de’ Leoniinbsp;architektuur is van geftreepte korinthifche zuilen, ennbsp;“°'’en met een attiek, maar in den groud eea aller elen-^‘gti werk.
Men vertoont in de üad ook nog oud muurwerk va« paleis van Koning Theodoiik, uit de vyfde eeuw, ennbsp;ander, ’t welk Galeazzo Visconti, nevens het kafteelnbsp;Pietro, in ’t jaar 1387. bouwen deed, na dat hy zignbsp;kteeftet van de (lad gemaakt had.
De Domkerk heeft weinig merkwaardigs. Men ziet ’er^j^
^®t graf van Paus Lucius III., die in ’t jaar 1185. uit 'B.o kerk, gejaagd werd. In de eerfte kapel ter flinkerzyde isnbsp;hemelvaart van Maria door Titiaan. (*) De Mari*
** Wat hard gekleurd. Het benedenlie deel van ’t ftuk een fchoone ordonnantie. Aan ’t portaal vertoontnbsp;*'g het beeld van Roland en zyne ihedgezellen door Oli-'''fir. Op den degen van Roland ftaat Durindatda. Arioftonbsp;**'^akt gewag van dien degen op vetfcheiden plaatfen vannbsp;gedigtj by voorbeeld XI. 5®* XXIII. 78»
Wy
^ ) Men noemt te Verona een altaatftuk met een byzondet, enaa^
*ts niet gebruiklyk woord, naamlyk Ancma^
£212
Verona, wy zullen nu alleen de voornaamfte kerken kórtlyk wyzen. Egter doet een liefhebber der fchilderkonftnbsp;nog meerderen te bezoeken, wyl de meeften ten minftfi®nbsp;een paar goede (lukken bezitten. De mee(lers,die men r®nbsp;Verona voornaamlyk leert kennen, zyn Felice Brufaforzi»nbsp;Paolo Farinati, en Alesfandro Turchi, ofl’Orbetto, wel'nbsp;ken bynaam hy kreeg, om dat hy in zyn jeugd een bli”*^nbsp;menfch geleid had. Veelen noemen hem Alesfandro Vero'nbsp;nefe. Deezen voortreflyken fchilder leert men te Veron*nbsp;eerft regt fchatten. Van nieuwer meerters ziet men innbsp;kerken inzonderheid (lukken van Antonio BaleUranbsp;Cignaroli.
iSquot;. Giorgio. De kerk van S. Giorgio is door San Michele ontwof' pen. Het (luk op ’t hoofdaltaar is van Paul Veronefe, el’nbsp;verbeeldt S. George, die weigert den afgoden te ofFereH'nbsp;De groep der heiligen is fchoon, De glorie vak tenbsp;in ’t blaauwe. Men ziet ’er eene bekoorlyke Maria in tu®'nbsp;fchen de apoflelen Petrus en Paulus, en voor haar h®^nbsp;Geloof, de Godsdienk , en de Liefde. De twee eerd®nbsp;deugden verdienen goedkeuring, dog de laatke heeft g®®nbsp;ne goede (Idling, maar fchynt te vallen. In de vyfde k®nbsp;pel ter (linkerhand ziet men van den zelven meeker S. ^nbsp;nabas, die den kranken zynen zegen uitdeelt: een fdi®®''nbsp;geordonneerd , en kragtig gekleurd kuk. De karakt®^'nbsp;zyn zeer verfcheiden, allentbalven vertoont zig eenenbsp;niaatige houding. Over ’t geheel verdient het dennbsp;rang boven het eerke.
Op de zyden van het hoofdaltaar hangen twee gr®®'* fchilderyen, het wonderwerk der vyf brooden, vannbsp;Farinati , en een kragtig gefchilderde mannaregennbsp;Brufaforzi. Verfcheiden andere kukken zyn vannbsp;'mezzano, een leerling van Paul Veronefe, die veel
Tan de manier zyns meekers. By deeze kerk is een w®'®^
b®'
-ocr page 337-ten gemeenen gebrtiike , welks water door een Wa- Verona. tcrleiding twee inylen ver herwaards geleid wordt.
In de Kapucynerketk ziet men eeii S, Antonie van Pa-^aa, door Guercino, en een dooden Chriftus, fchoon geschilderd, door Alcsfandro l’Orbetto. By de kerk S.Ma-Antica zyn de graftekens der Scaligers, van de welden Mallico I. in ’t jaar 1260. voor zyn leeven tot Capt-^ano, of opperden bevelhebber der ftad, verkoren werd. graffteden zyn (legt en van gotbifchen finaak.
het
De abdy van 6quot;. Zeno zou reeds van Pipin , den zoon ''an Karei den Grooten, geliigt zyn. De deuren zyn vannbsp;I^rons, en w'orden gewaardeerd. Het wywatervat is vannbsp;Pc)tfier, en houdt 9. voet in de middellyn. Als men vraagtnbsp;''an Waar het gekomen is, antwoordt men, dat de duivel
op bevel van S. Zeno uit Iflrien hier heeft moeten
Het hoofdaltaar, waar het gebeente van deezen heilig ruft, is zeer fclipon.
Santa Maria in Organo heeft goede fchilderyen. In de Maria kapel della Muleta ftond eertyds een houten ezel, dieln/« Orgam,nbsp;Vroeger tyden in procesfies plegt omgedragengt;te worden,nbsp;hict gemeen geloofde, dat daarin eenige knokkels van dennbsp;5 op den welken de Heiland zyne intrede in Jerufalemnbsp;deed, bewaard werden. Dog alzo dit gelegenheid gaf totnbsp;veele fpotternyen, is de ezel fede;t veele jaaren aan eennbsp;kant gezet. In de fakrifty ziet men een; trellyk ftuk vannbsp;Aiesfandro l’Orbetto, ’t welk beneden S. FranciscusenAn-'onius, maar boven aan een glorie voorftelt.
S. Proeuht
In de kerk van S, Proculo is de altaartafel van fchoon ^
''cide amico. Men vertoont hier, het graf van Pipin,
quot;'lens lichaam in oorlogstyd daar eens uit vermift zon 2yn. p)e geheele hiftorie is een fpreukje, want Koningnbsp;Pipin Van Ftankryk fiierf in zyn ryk, en ligt te S. Denisnbsp;begraven , en het gebeente van Pipin Koning van Ita*
O 3 nbsp;nbsp;nbsp;lien,
Tirana, lien, die de zoon was van Karei den Grooten, ruft io Milaaneefche.
In de kerk van S. Bernardino heeft San Michele de k1' pel van de familie Pellegrini, volgens een treflyke arcb1'nbsp;tektuur, gebouwd.
JDellaMi- nbsp;nbsp;nbsp;Miferkordia ziet men op het hoo(^'
fericordia. altaar een fchoone afneeming van ’t kruis, door Alesfandrö rOrbetto. In de kerk della Fittoria hangt in de fakriWnbsp;een afneeming van ’t kruis, door Paul Veronefe gefch'l'nbsp;derd. Op het hoofdaltaar der kerke van S', jinaflafianbsp;men die heilige van engelen omgeeven, en beneden S.nbsp;trus Martyr, van Torelli Veronefe, Op het andere altaa1nbsp;ter regterhand heeft de Graaf Rotari S. Vincent Ferrier g£'nbsp;fchilderd , een dooden opwekkende. Daar zyn eenigSnbsp;goede hoofden van vrouwen in, maar het koloriet en dsnbsp;manier zyn niet goed. De fakrifty en eetzaal des klooftef1nbsp;hebben insgelyks goede fchilderyen.nbsp;badhuis. Onder de wereldlyke gebouwen is het Raadhuis, Saidnbsp;del Configlio del Proveditore e della Nohilta, waar de Raa^nbsp;• der fiad. vergadert, optemerken. Het pronkt van buite®nbsp;met de ftatues van vier oude fchryvers, van Verona g®'nbsp;•boertig, naamlyk Pliuius den ouden, Vitruvius, CatuHo1nbsp;en Cornelius Nepos. Men ziet verders de ftandbeelde®nbsp;van Aemilius Macrus, Hieronymus Fracaftor, en den MzPnbsp;quis Maffei, in magiftraatskleeding. (1)
Za Flora. Fa Fkra of het gebouw, waar de twee jaarmarkten May en November gehouden worden , is ook een
fchooO'
De Marquis Dorelli heeft het leeven van dcezen, niet 'aan de geleerde wereld, maat nog meer aan zyn vaJerlyke ftadnbsp;dienöelyken man , op bevel der ftad, moeten befchtyven.nbsp;wendde zyn vermogen en zyne geleerdheid, ten befte der ftada1®'nbsp;«n was in alle opzigten het iiiodcl ecus regtlchap^uan patiiots,
-ocr page 339-ar5
^choonfte werken van den Marquis Maffei, toen hy '^editore der flad was. Het zyn eigqnlyk verfcheidene hui-en winkels, die volgens een regelmaatig bellek zeernbsp;Semaklyk ingerigt zyn. De Plaats heette eertyds Campusnbsp;^iartius, en was voor allerlei wedloopen gefchikt. Lanbsp;^oguha is insgelyks een groot publiek gebouw, ’t welknbsp;Marquis MaiFei heeft doen bouwen.
Onder de paleizen zyn voor de bouwkonft de aanzien ^ykften, die van Ferzi, Pompei, Pellegrini, en Bevilacqua.nbsp;^¦1 het laatlle ziet men fchoone antieke ftatues, bullen, ennbsp;'^oonreflylte fchilderyen, inzonderheid van Paul Veronefe,nbsp;31s een Venus met den krytenden Cupido, eene Venus dienbsp;’t fpiegel ziet, eene vrouw w'eHie een’ hond llreelt, denbsp;^'^hets van ’t groote Huk van ’t laatlle oordeel in de grootenbsp;Raadzaal te Venetien. De Conte Pozzo en de Marquisnbsp;Gherardini bezitten insgelyks goede fchilderyen. By deu:nbsp;laatllen treft men inzonderheid voortreflyke Hukken vannbsp;Alesfandro l’Orbetto aan , waaronder de aanbidding dernbsp;koningen een meelletfluk is. In het huis der familie vannbsp;^otari worden een menigte fchetfen en begonnen fchilde-fyen van den Graaf Rotari vertoond, die als fchilder allenbsp;de hoven van Europa omgereisd , en zig op ’t laatll tenbsp;Petersburg opgehouden heeft, waar hy ook in 1762. gekorven is.
Py den Graaf Mofcardi treft men een’ fchoone verzame-kog Van allerlei oudheden, inzonderheid van oude medail-aan, gelyk ook van naturalia, door konll gemaakte kokken, en goede fchilderyen.
van
Graaf Jakob Mufelli bezit een verzameling van in-Pokteoj visfehen, en naturalia,allerlei kleine antieke Hand-lgt;eelden, lampen, maar voornaamlyk een kollbaar kabinet oude munten. C*) ^en Abt Dorigni, by Bardo-
ni.
(*) Hy heeft ’et befchryving van ia drie deelen uitgegeven,
/irons.
ni,en de» Apotheeker Moreni, vindt men goede verzatn®' lingen van naturalia. De laatfte heeft inzonderheid de delf'nbsp;ftolFen uit de nabuurfchap van Verona vlytig verzameld*nbsp;De menigvuldige verzamelingen en liefhebberyen van al'nbsp;lertei foort zjtn een bevvys , dat de weetenfchappen e®nbsp;konften te Verona meer dan in veele andere Italiaanfch®nbsp;fteden gcagt worden.
De tuin van den Graaf Giufti by Cartel Felice heeft een. heerlyke ligging op eene hoogte, van de welke me®nbsp;de rtad en de geheele landftreek niet zonder genoegen bS'nbsp;fchouwen kan. Men ziet hier inzonderheid voortreffelyksnbsp;cypres fdn.
ff'eeten-
{qbappen.
Verona heeft federt de oudfte tyden veele geleerde raan* nen kunnen aanwyzen. Wy hebben reeds, by de ftatueSnbsp;van ’t Raadhuis, de vier oude Latynfche fchryvers opge*nbsp;rioemd, welken deeze rtad onder haare medeborgers telt*nbsp;Onder de laateren gewaagen wy alleenlyk van Fracaftor*nbsp;een digter en wiskundigen , en van Julius Caelar. Scaliget»nbsp;die, in'U jaar 1484. op het flot Ripa, digt by Veronagt;nbsp;geboren , en onder de grootfte geleerden der vyftiend®nbsp;eeuw gerekend is.
De Kardinaal Norris, de rtarrenkundige Bianchini, zy® ook van Verona geboortig. Het ontbreekt ook hedendaag®nbsp;niet aan mannen , die groote geleerdheid bezitten. D®nbsp;Abt Lorenzi wordt voor den beften imprevifatore, of di^'nbsp;ter voor de vnift, gehouden. De Jefuiet Xaverius Be'®'nbsp;Belli is wel eigenlyk een Mantuaan, maar woont fedC'nbsp;eenige jaaren te Verona. Men rekent hem onder denbsp;Italiaanfche digters. Hy heeft een’ aartige fatire op datnbsp;van gedigten , die in Iialien by alle plegiige gelegenbed^®
de®
Waarvan twee d« bclchryving, cn een de plaaten bevat. JV«w/rtW''*'’ ^Kti^na a T.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ttlkdtt, Vtioui l/yi. iu foUe.
-ocr page 341-^*'1 aanzienlyken lieden by geheele hoopén worden over-Ssgeven , gemaakt, en is de fchryver van de in de nieuwe ^'sliaanfclie letterkunde zeer bekende Lettere agli Arcadinbsp;•ft Roma. Ook bezit by een kabinet van naturalia,
I)e Marquis Piedemonti heeft verfcheiden dingen in •^¦gtinaat en profa gefchreven. Petrus en Hieronymus Bal-^rini zyn de uitgeevers van de werken van S. Zeno ennbsp;^eo. De Domheer en Graaf Jakob Dionifi heeft over denbsp;Eeefllyke oudheden gefchreven. Van den Graaf Antonionbsp;^ontinari heeft men filofofifche verhandelingen. Zevianinbsp;Dalia Bona zyn onder de bekwaamde geneeskundigennbsp;rekenen.
De Jefuiet Toderini bezit eene verzameling van zeldzaa-penningen, vooral van de Gothifche koningen. Ook ^seft hy met groote vlyt alle de medailles, op beroemde Jezuïeten geflagen, gezogt by een te brengen, welker aantalnbsp;SanzienlyUer is, dan men vermoeden zoude.
De Abt Gaëtano Marzaglia is een bekend wiskundige te Verona. In den zelven tak heeft zig ook de Abt JofefTo-''elli doen bemerken, en, behalven eenige eigene matheina-lifclie verhandelingen, de werken van Archimedes uitgege-'•cn. Antonins Maria Lorgna heeft verfcheiden dingennbsp;«Ver de phyftca gefchreven. Hy is Profesfor in de krygs-fchoQi, in ’t jaar 1760. opgerigt. Hier worden vier ennbsp;Vvintig jonge edellieden in alle de daartoe behöorende wee-^®UfcViappen onderwezen. Men vindt.’er alleen edelliedennbsp;quot;it het Venetiaanfche gebied in, want de Veiietiaanen zel-quot;ftn houden niet veel van den krygsdienff.
Verona heeft in Paolo Cagliari of Veronefs'èen der firootde fchüders der Venetiaanfche fchool voortgebragr.nbsp;^yne ryke en wel gekozene zamenllellingen, zyne geellry-Ve uitvoering, en zyn aangenaam koloriet, deeden Guidonbsp;zeggen, dat hy liefll Paul Veronefe zon zyn gaweeft, in-
fèrona. nbsp;nbsp;nbsp;fchilders had moeten kiezen. Zyne v9*
derlyke flad heeft lang zo veel ftiikken van hem niet aan* tewyzen als Venetien. In kater tyden heeft Veronanbsp;Baleftra, den Graaf Rotari, en de beide Cignaroli goedenbsp;raeefters voortgebragt. Giovanni Battifta Cignaroli behoortnbsp;onder de befte Italiaanfche fchilders deezer eeuw, ten min*nbsp;Hen uit de Venetiaanfche fchooh Hieronymus Campago*nbsp;was een bekwaam beeldhouwer, en San Michele een grootnbsp;bonwineefter.
ffanJel.
De handel van Verona beftaat, gelyk als in de andere fteden van Lombardyen , hoofdzaaklyk in zyde, dog ktnbsp;wordt ook veel wol verwerkt. De zyden en wollen fa*nbsp;brieken zullen 20000. inenfchen te Verona werk verfchafquot;nbsp;fen. De looyeryen van Verona zyn in grooten naam, zOnbsp;dat ’er veel vellen en handfchoenen naar buitenslands verzonden worden. Over ’t geheel bemerkt men veel leevennbsp;en neering in de ftad. De inwooners zynvlytig, en over*nbsp;trelFen in dit opzigt die van veele Italiaanfche fteden. H^tnbsp;land rondom brengt veel olie en wyn voort. De veetugtnbsp;is insgelyks aanzienlyk. De velden maaken een aangenaa*nbsp;me vertooning, wyl zy gedeeltelyk met haagen, gedeelte*nbsp;lyk met booraen ingeflotert zyn.
Zesden,
De inwooners van Verona zyn van een bevallig en g®' zellig karakter, en leiden meeft een ordentlyk leeven. Te®nbsp;minften men hoort hier niet van zo veele buitenfpoorighe*nbsp;den als te Venetien. In den karneval volgt men de Ven^*nbsp;tiaanfche mode, en gaat den gantfchen dag meteen m**'nbsp;que en bauta. De Veroneezen zyn van een vrolykennbsp;leevendigen aart, waartoe de zuivere lugt van ’t gebergt®nbsp;veelligt het meeft toebrengt, aan de welke men ook denbsp;leevendige en frisfche kleur van mans en vrouwen moet toe*nbsp;fchryven. De'vrouwen worden alhier voor de fchoonftenv®®nbsp;bet Venetiaanfche, en mlsfchien van geheel Italien,gehoudee'
zig
De landftreek vau Verona heeft voor een liefhebber van *’3tuurlyke zeldzaamheden veel merkwaardigs, Seguier (1)rnbsp;^®eft de planten uit Jiet gebied der flad befchreven, Denbsp;^''ineraale wateren van Caldiero worden zeer hoog gefchat,nbsp;liggen negen mylen van Verona naar den kant van Vi-'5oza, De berg Baldo is den kruidkundigen door de be-?nbsp;*chryving bekend,welke Pona reeds in ’tjaariöoi.t^Anc-,nbsp;'''erpen daarvan heeft laaten drukken.
De groene Veronefifche aarde is eene donker *angenaame en duurzaaine verw, die de öliefchildersnbsp;^^bruiken. Het is eigenlyk een zetfel, dat het water,, metnbsp;ioperdeelijes bezwangerd, in een kleiagtige aarde te rugnbsp;*^at. De eigenfchappen deezer aarde zyn nog niet genoegnbsp;'^•'derzogt. De gemelde Seguier zal zyn aanmerkingennbsp;daarover, zo wel als over andere merkwaardigheden vannbsp;natuiirlyke hiflorie van Verona, der geleerde wereld me-^edcelen.
Deeze aarde wordt by ’t dorp Brentonico, dat in ’t vaii Adige doorllroomde dal Val Lagarina, tegens het Tyrol-fche gebergte, ligt, gevonden. Het dorp hangt voor hetnbsp;^ydelyke af van ’t fteedtje Roveredo, en is 27. mylen vannbsp;^Êtona af. Men noemt de aarde daarnaar te Verona-ooknbsp;^’’ra verde ii Brentonico. De aderen liggen aan den bergnbsp;^rtiion, en zyn met kalkaartige rteenen bedekt. Zy zynnbsp;**’et breed , maat tusfchen de reeten der rotfen in eenenbsp;Stot, die als met vetfcheide groene kleuren overtrokken
is,
Seguier. aan wien de geleerde wereld veel,yerpligting heeft, ‘'ld zig lang by den Marquis Scipio Maffer op, en begaf zig nanbsp;'n dood van dien heer naar Nimes, waai hy nog woont, en hetnbsp;^ oonfte kabinet van naturalia, pctiefafta, en alles wat rondom Ve.nbsp;merkwaardig is, bezir.
-ocr page 344-Sao
yeuna. is, aantetrefFen. Men werkt hier niet anders, dan wanne®' ’ér van die aarde gevraagd wordt.
^erfteende verfteende visfchen, die een’ andere merkwaardig' VfsJ'chen. héid van Verona zyn, vindt men op den berg Bolca. H®'nbsp;dorp van dien naara ligt i8. mylen ooftwaards van VerO'nbsp;na, op de grenzen van ’t gebied deezer ftad en van d1'nbsp;van Vicenza, op den rug eens bergs, die blyken draag1nbsp;van eertyds vuur gefpogen te hebben. Eene myl van bi®'nbsp;is een’ fteengroeve, waar fchoone plaaten gebroken wo1'nbsp;den, die men Lajlare di Bolca (1} noemt, en in deez®”nbsp;bevinden zig de afdrukken van visfchen. De gantfcb®nbsp;landflreek behoort den erfgenaamen van den Marquis Mai'nbsp;fei, die ze eenige jaaren voor zyn dood gekoft had.
Deeze plaaten hebben veel gelykheid met de witagtig1 leyen , maar zyn byna zo hard ais rots, en met geelbruin®nbsp;aderen voorzien. Eenigen zyn meer dan een duim, aO'nbsp;deren maar eenige linien dik. Men kan ze , gelyk b®1nbsp;niarienglas , in dunne bladen fplyten. Daar zyn ftukk®'1nbsp;van eenige voeten langte. ‘
De rug des bergs waar de plaaten gebroken worden,Is ve®^ langer, dan de ftreek waar de plaaten met de verfteende vi1'nbsp;fchen gevonden worden, welke omtrent 600. fchreeden i®1^nbsp;vierkant houdt. Men breekt ze op ’t geval af, en fp’F1^nbsp;ze naderhand met een beitel, ’t welk weinig moeite koii’nbsp;als zy eerft frifch uit den berg komen. De afdruk der Vis'nbsp;fchen vertoont zig dan zo naauwkeurig ^ naamlyk op elk'nbsp;belft der gefpleten plaat eene zyde van den vifch, dat m®'nbsp;duidelyk zien kan, welke vifch het geweeft is. Mennbsp;derfcheidt zeer klaar den kop, deoogen, de vinnen,
graa'
Laflara , of, gelyk men hier zegt, nbsp;nbsp;nbsp;beduidt eeo
yan fteen.
-ocr page 345-^3aten, den flaart en alles, wat elk'foort karakterizeert. Egter f^erona.
de eene afdruk veel fchooner en duidelyker dan de an-^^fe. Men vindt ’er nooit die verheven zyn, maar de fi-is akyd ingedrukt. In alle plaaten zyn geene zodani* afdrukken van visfchen, maar by veelen doet men vet-Efieffche moeite. Daar wordt veel bekwaamheid gevof-om de plaaten te fplyten, wyl by veelen de liggingnbsp;visfchen zig niet naar de fchigten der plaaten rigt. Mennbsp;^^aft de plaats, waar deeze plaaten met verfteeningen gebonden worden, taamlyk uaauwkeurig doorzogt, uitgeno-®’^n tcgens ’t ooften, waar de berg te Heil Is.
Èehalven de visfchen treft men hier ook afdrukken van \ b^ffcheiden planten, maar geene fchelpen , aan. Men vindtnbsp;quot;*0 groote, dan kleine visfchen, en allerlei foorten doornbsp;«en.
MANTUA.
Van Verona tot Mantua rekent men 24. mylen. Tien 'Oylen van Verona komt men door Villa Franca, waar denbsp;•huuren van een oud groot flot te zien zyn. Vyf mylennbsp;b^n hier verlaat men het Venetiaanfche gebied, ’t welknbsp;^oor de grensfteenen aangewezen wordt. Van Verona totnbsp;Rubella is de weg wat fteenagtig; egter (laan overal veelnbsp;®roerbezieboomen. De laatfte zeven mylen van Rubellanbsp;^ot Mantua rydt men door een landllreek, die ryk is innbsp;bveiden: het land wordt door veele kleine beeken en griften
(*) De aangehaalde Seguiet bezit over de veertig vetfeheiden af-’^tukkcn van vislchen , in zulke plaaten van Bolca. Hy heeft eca ''olftandige lyft van alle (botten van visfchen, die men ’er in vindt,nbsp;S'maakt In gt;£ Mufmm Mufiardi, by Valifnicti, en Maffci, zyn ’etnbsp;ïcnjgea van in plaat te zien.
-ocr page 346-i,22
t-en doorfneden, ’t welk het zeer vrugtbaar maakt. Eer men in de ftad Mantua, komt, rydt men tusfchen twaalfnbsp;watermolens door, die onder een foortvan bedekte gallery-aangelegd zyn.
Mantua,in ’t Italiaanfch nbsp;nbsp;nbsp;heeft omtrentloooo»
iuwooners. De ftad ligt in een meer, dat door de rivief de Mindo gemaakt wordt. (1) Zy is dus door de natuutnbsp;wel verflerkt, dog het ftaande water maakt de lugt in dennbsp;zomer en den herfft zeer ongezond. De Mantuaanfchenbsp;Ichryvers , by voorbeeld , Platina , Equicola , Agnellonbsp;MafFei, geeveii de (lad voor ouder dan Romen uit, ednbsp;zyn van meening, dat zy reeds driehonderd jaaren vroegetnbsp;door de Etrusken is aangelegd. Zy was wegens haar god-Ipraak beroemd , gelyk dan ook haar naam van Mittreiteinbsp;waarzeggerskonft, af komen zou.
Na het verval van ’t Roorafche ryk was Mantua een ge' ruimen tyd een Republiek , egter onder de befchermin?nbsp;van den Duicfchen Keizer. Keizer Otto II. fchonk ‘J®nbsp;ftad aan Tedaldus, Graaf van Canofa, en ftiefvader va®nbsp;de bekende Graavin Mathildis, die ze van hem erfde. N®'nbsp;derhand ftond zy eenigen tyd onder de familie van Bon®'nbsp;colli. Na dat Lodewyk Gonzaga den laatften van dat hui®nbsp;van kant geholpen had, nam hy in ’t jaar 1328., egt®^nbsp;tnet goedkeuring der inwooners , de regeering aan ,nbsp;zyn nakomelingen hebben ze onder den titel van Hertog®®nbsp;behouden.
De laatfte Hertog uit dien ftam, Ferdinand Karei God' zaga , omhelsde , ter gelegenheid van den oorlog om
Spaanfche opvolging, de Franfehe party , dog werd da®f'
old
Claudiaous befchryft ze in Sextt Cenf, Hon. zeer ligtig, seggcn:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« « tardusque mtatti
^tnchs0
-ocr page 347-S2S
'J® uit zyn land verjaagd, en ftierf in ’t jaar 1708. te Pa- ^fantuO* •^ua. Het huis van Gonzaga is tot een natuurlyken zoon,
^ie als Prelaat te Romen woont , uitgeflorven, en het Hertogdom Rlantua federt dien tyd in Ooftenrykfche han*nbsp;den geweeft.
Mantua is taamlyk wel gebouwd. De veüingwerken en de citadel zyn wel onderhouden, en geineenlyk met 3000,nbsp;of 4000. man Keizerlyke troepen bezet. Men telt agttiennbsp;^erspelketken en veertien kloofters, waaruit men opmaa-ken kan, dat de plaats oudiyds veel volkryker geweert is,nbsp;gelyk zy dan ook op ’t laatil der voorige eeuw 50000.'nbsp;itiwooners zou gehad hebben. Men moet zig daarovernbsp;''erwonderen , wyl de lugt des zomers zo ongezond is,nbsp;dat veele inwooners zig geduurende dien tyd op anderenbsp;Plaatfen of op het land onthouden. Veelen hebben de fladnbsp;daarom verhaten, vooral nu ’er geen hof meer is, en denbsp;handel weinig zeggen wil. (?)
thi
Het is niet wel te begrypen, waarom men ’er op geval-Hn is, op eene zo zonderbaare, en inde daad uithoofde der moerasfen zo nadeelige plaats, eene Üad te bou-'t'en. Naar den kant van Cremona is het meer of moeras aoo. vadem , en naar dien van Verona byna 500. voetnbsp;^reed. Rondom is alles zo m’oerasfig, dat men maar vannbsp;^Wee kamen langs twee fmalle dyken aan de ftad komennbsp;^®n. Desongeagt fchynt de plaats bewoond en leevert-Men vindt geen gras op de ftraaten, gelyk te Pifa.nbsp;winters is ’er ’t verblyf aaugtnaam. Men heeft ’er een
ouwburg.
Het
, (*) Ecityds was de zydchandel zeer aanzienlyk, en trok veel gelds ^ ’t land , maar in den opvolgingskryg kreeg die een zwaarennbsp;Virgilius befchryft den bioeyeudca ftaat der flad Hi. 10.
lt;en.
-ocr page 348-224
amp;1antua^
Domkerk.
Het plan der fchoone Domkerk is van Julius RomanuS» Zy beftaat uit %yf fchepen, die op gekanneleerde korionbsp;thifche zuilen zonder piedeftals ruften. De tweede ordefnbsp;in den middelgang beftaat uit rooinfche pilafters, tuslcheönbsp;de welken venfters en nisfen malkander verwisfelen.nbsp;plan is over ’t geheel wat zwaar en fdomp, egter heetfch^nbsp;’er een groote fmaak in.
In de eerfte kapel ter regterhand heeft Guercino wonderwerk van S. Aloifius gefchilderd. De heilig h®'nbsp;een paard den voet afgehakt, om dien by een fmid te ia®'nbsp;ten beftaan, en zet dien nu door het bloote teken Van 'nbsp;kruis weder aan. Het hoofd des heiligs is fchoon. VoO^nbsp;’t overige heeft het ftuk veel van zyn werking verloren»nbsp;wyl het te zwart geworden is. Ter flinkerband der kapel!®nbsp;van’theilige fakrament, tegen over ’t orgel,hangt een w®'nbsp;geordonneerd, en in een groote manier getekend ftuk, vannbsp;Julius lloraanus. Het fteit Ghriftus voor, geiyk hy Petrn^nbsp;en Andreas tot het apoftelampt beroept. Het koloriet i’nbsp;niet natuurlyk. In de bovenlle fakrifty ziet men eene v®!'nbsp;zoeking van S. Antonie door Paul Veronefe. De dui'i^*nbsp;grypt hem by de keel, en een fchoon, maar wat diknbsp;gevallen vrouwmenfch houdt den heilig de hand vaft,nbsp;hy zig niet verweeren kan. Haar hoofd is meefterly^'nbsp;Het koloriet valt wat in ’t graauwe , en de tekening.'*nbsp;hier en daar onrigtig; over ’t geheel heeft het ftuk v®®’nbsp;geleden.
S. ^gnefe. !„ de kerk van S. ^gnefe ziet men Chriftus met
doornenkroon van Carlo Dolci , in de gewoone mangt;^ van deezen meefter. De toren deezer kerk hangtnbsp;zyde, ’t welk vermoedlyk den moerasfigen grond, waar®*?nbsp;Mantua gebouwd is, toegefchreven worden moet,
Andrea, s. Andrea is beroemd wegen haare reliquien. Men waart hier niet alleen iets van’t bloed van Chriftus,
jill«
goede vrydagen met groote plegtigheid vertoond wordt, Mantua. ook het lichaam van S. Longinus, die het vergaderdnbsp;^ou hebben. Veelen willen zelfs twyffelen, of S. Longinusnbsp;^oit in de wereld gevveell: is, en geióoven dat deeze naamnbsp;®'lengskens uit het woord gt;isyx‘vt de lans, waarmede denbsp;^yde des Heilands geopend is geworden, ontdaan is. Hetnbsp;nu als het wnl, zo heeft gedagte reliquie van Chriftusnbsp;^•oed den Hertog van Mantua, Vincent 1., gelegenheidnbsp;pgeven,by ’t uithuwlyken van zyn zoon Franciscus, innbsp;^ jaar 1608. de Ridderorder Sanguinis Cbrifti , of Re-‘^^ntionis, te (iigten. Zy beflaat uit twintig ridders, waar-twaalfde fleutels, ieder van een byzonder flot aan denbsp;daar de reliquie in bewaard wordt, hebben, zo datnbsp;kaft niet dan in byzyn van allen kan geopend worden.
In eene kapel ter (linkerhand ziet men het botftbeeld yan Andreas Mantegna. (*) In plaats van de oogappelennbsp;'''aren ’er voorheen kleine diamanten in, dog nu zyn zynbsp;Uit. Het is taamlyk natuurlyk, maar wat droog uitga-^°erd. Men leeft ’er onder:
£.'/« parem naris, Ji non prapmis ^pelli,
Aenea Mantinia qui fimulacra vides,
de vloer Haat : Osfa Andrea Mantinia famofi%jimi ^’^oris cum duohus filiis in fepulcro per Andream Manti~
niam
Andreas Mantegna was een lèevling van Squarcione, en werd groeten Corregio. Hy werd in 14^1. geboren,nbsp;in lyiy. en fchreef over de bouwkonft. Alzo by eenigen vannbsp;P'hilderyen in plaat gebragt beeft , willen de Itaüaanennbsp;Senoe^^^'”' tot den uitvinder der gtaveerkoiift maaken, zonder daatnbsp;S^aamen grond toe te hebben. Ondertusfehen kan men hernnbsp;b, S^sven, dat hy veel tot verbetering ca niibtsiding dier konS
quot;Oegebtagt.
*1. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;p
-ocr page 350-i'Iaulua.
niam nepotem ex fiUo covflruamp;o repofita. i5(5o, De geboof' te van Joannes den Dooper op ’t altaar deezer kapel is vaonbsp;gedagten Mantegna gefchilderd. Het is een fclioon ftukgt;nbsp;maar droog gefchilderd; egter heerfcht in de Elifabeth ee»nbsp;goede uitdrukking.
By de Dominikaanen ziet men het marmeren gedenkftuk
van Petrus Strozzi. Hier ligt ook Joannes de Medicis, de
vader van Cosinus, eerften Groothertog van-Florence, be*
graven, zonder dat men weet op welke plaats.
S, Mauri' tim.
In de Theatynerkerk van S. Maurittus zret men op het
altaar ter regterhand eene verkondiging van Maria, doof
Lodewyk Caracci. Het hoofd van Maria heeft veel naifsi
maar haar beeld en dat van den engel zyn beiden te lang'
In de derde kapel van ’t regter zydfcbip hangt het matte'
laarfchap van S, Margaretha, door Hannibal Caracci we*
gefchilderd. Egter berispt men ’er aan, en met regt, de
beelden der toekykers, die door de lyft der fchildery w'Of'
den doorgefneden. In de andere kapel ter flinkerzyd^
heeft Lodewyk Caracci de twee hoeken van ’t gewulf
een goede manier gefchilderd. In den eenen (Iaat S. Ja”’
en in de anderen S. Franciscus in de woellyn. Een
fpeolc voor den laatften op de viool.
c rr /• r Op het hoofdaltaar der kerk van dquot;. Urfula ziet men S, Urfula. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rn'
marteldood deezer heilige en haarer gezellinnen, dooi 1'”
dewyk Caracci. Het Huk is goed getekend, en de heh'^®
is fchoon ; maar in veele opzigten is de werking gebr”^ lyk. Het koloriet kan men niet flegt noemen; egt”''
het niet natuurlyk. De zamenftelling is goed, maar onregelmaatig.
Jefuieten
kerk.
By de Jefiiieten ziet men op ’t koor eene verheerly**' van Chriftus door Rubens. De meefter heeft, naarnbsp;voorbeeld van Raphael, eenen bezetenen in ’t Huk
227
'hellingen, en andere karakters genomen, geene afdeeling ^laniua, de zamenftelling, gelyk Raphael, gemaakt, maar hetnbsp;^ywerk met het hoofdvoorwerp beter verbonden. De or-'Jonnantie is voortreflyk , maar het koloriet wat te hard.
^et middelde (luk op ’t koor verbeeldt de Hertoglyke fa»
®dlie , die de Drivëenheid aanroept. De ordonnantie is *0 goed als zy heeft kunnen zyn, wyl de meefter portrairnbsp;'en fchilderen moert, en dus gebonden was. De kleede»
'fill zyn hard en buiienfpoorig. In de ordonnantie van hec ftük van Chrirtus doop vertoont zig veel viiurs en eenenbsp;Eoede houding, fchoon het koloriet wat grof en ruw is.nbsp;tig beelden van Chrirtus en de engelen vallen te veel in ’tnbsp;food , en S. Jan , nevens anderen, die zig willen doennbsp;doopen, zyn te zwart.
In de fakrirty ziet men S. Franciscus Regis met een kru-lt;ïifix in de hand, van Spagnolet piquant gefchilderd, maar *'iet fraai getekend. In’t jaar 1758. hebben de Jefuietennbsp;''P hun kloorter een rtevigen toren van verfcheiden verdiepingen doen zetten, die tot een obfervatorium dient. Hetnbsp;^«eft een beweegbaar dak, zo dat men de opening naarnbsp;kanten van den hemel draayen kan. Men overzietnbsp;''®n deeze hoogte den geheelen gezigteinder, en heeftnbsp;®'^n aangenaam uitzigt. De JefuietMari, Profesfor in denbsp;^'nthefis by de Univerfiteit, heeft ’er ’t opzigt over.
kerk van S. Tberefia heeft een altaar met een S.TbereJiit;^ gt; dat van agaath en ’t fchoonfie marnier voortreflyknbsp;gewerkt is. Op de zyden (laan ftandbeelden.
kerk van ’t veertiguurige gebed heeft eene fchoo-voorzyde, goede fchilderyen, en agt ftandbeelden van S'Ps door Barbarigo , die David , Salomon , eo eenigenbsp;Profeetea vooifiellen. By den ingang (laan van buiten
Waria.
Mantua.
Hertoglyk
Paleis.
Palazzo
della
Ciuflizia.
Foorfieden.
228
Het Hertoglyke Paleis te Mantua is een ruiffl geboinV? maar oud, en zonder den minflen fmaak. De voorheeiinbsp;beroemde fchat- en konftkamer, waaraan de Hertogen eeUnbsp;niillioen verfpild hadden , werd by de verovering des KêPnbsp;zerlyken Generaals Colalto in ’t jaar 1Ö30. geplonderti1nbsp;Alle de merkwaardigheden werden een prooi der foldaa1nbsp;ten, en op een liederlyke wys verkwifl:. (1) Een deelnbsp;van de pragtige fchildergallery geraakte naar Praag, waatnbsp;de Koningin Chriflina ze koft, en mede naar Romen nam1nbsp;In die ftad is zy zo lang gebleven, tot dat ze de Hertognbsp;van Orleans , Regent van Frankryk, voor ’t Palais Roïalnbsp;te Parys koft. Men ziet van de oude kodbaarheden nognbsp;eenige fchoone kaften en tafels van ingelegd marmer.
De zolderrtukken der gallery worden voor werken vafl Julius Romanus uitgegeven, en wel voornaamlyk de vergadering der Goden, de wapenen van Aurora en Phoebus1nbsp;Het ftuk van Aurora doet buitengemeen veel werking, Vtnbsp;paarden zyn vol van beweeging en vuur. In een ander®nbsp;zaal ziet men den val der Titans, die den hemel wille”nbsp;beftormen, De zamenftelling is zinryk en de tekeningnbsp;een groote manier. Zy fchynt veel van de Venetiaanlcb®nbsp;fchool te hebben.
Palazzo dellaCsuftizia heeft een ongemeen groote zaal» en in den muur ftaat een middelmaatig beeld van Virgilius1nbsp;Onder de paleizen van byzondere heeren zyn die van V1'nbsp;lenti, Sorti, en den Graaf Manzelli de fchoonften.
Mantua heeft aan geene zyde van ’t meer verfcheid®” voorfteden. Twee hoofdbruggen, Ponte de Molini ennbsp;S. Giorgio, deelen het meer in hetbovenfte, middelft^’
eo
Men verhaalt, dat een eenige Ibldaat een buit van ?oeo. dukaa' ten maakte , en die op eenen avond weder vetfpeelde, waatoinnbsp;Gciisraal Colalto hem den volgenden dag deed ophangen.
-ocr page 353-229
*n beneclenfie deel : het meer aan de andere zyde Mantua. I-ago di Paiuolo. Gedagte bruggen dienen, tot gemeenfchapnbsp;iiiet de voorlieden. Tegens ’t noorden Wgt Borgo Fortezza,nbsp;niet een taainiyk wel onderhoudene citadel; tegens ’tnbsp;Hoordooften Burgo di S. Giorgio, en tegens ’t zuiden Bor-gt Cercfe , of il T. Naar de laatfte voorflad gaat mennbsp;door de Porla Firgilsana, waarop het borflbeeld.van Vir-ëilius (laat.
Een half kwartieruurs van daar ligt il Palazzo del T,,Paleis 2, 't welk dien naam heeft om dat het een Latynfche T. ge-,nbsp;lykt. Julius Romaniis maakte het bedek ’er van. De plaats,nbsp;beflaat uit vier gebouwen van dorifche order. Aan ’t einde van de zelve is eene gallery, die ze van den tuin afzondert , en ook volgens dorifche order , maar met tenbsp;'teel fieraaden, aangelegd is. Aan ’t gewelf zyn drie fchil-deryen op natten kalk van Julius Romanus, die ,zo wel alsnbsp;die in den hoek van den zelven meefler, door de onvoor-zigtigheid der foldaaten zeer befchadigd zyn geworden. Zynbsp;''erbeelden voorwerpen uit de hiftorie vati David.
in de eerde kamer ter regterhand is het ftukadoorwerk 3an ’t gewelf en de friezen van Primaticcio, en fraai out-quot;'orpen. Het verbeeldt optogten van foldaaten , en aller-iei krygsverrigtingen.
i.tet fchilderwerk op natten kalk van de andere kamer is Julius Romanus. In ’t midden zit een held, die hemnbsp;®en kaft gebragte boeken doet verbranden. Het is ge-lyk een antiek basreliëf geordonneerd, en in een grootenbsp;banier getekend. Het vleefch valt zeer in ’t fteenkleurige,nbsp;hw koloriet in de kleederen is te fcherp. Over ’t alge-®®en is de houding gebrekkig.
in de derde kamer bemerkt men de fchoonftefchilderyen Vandeezen meefter,naamlykden val van Phaëton,deover-Wnning van Jupiter over de reuzen,die den hemel beftor-P 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;men.
-ocr page 354-230
Hantua. nbsp;nbsp;nbsp;1^2 muuren en de zolder maaken als maar eene
fchildery uit. De ordonnantie is ontzaglyk, en de groepen zyn wel uitgedagt, rnaar de houding is gebreklyk. De tekening is wat gemanierd, het koloriet te rood, en denbsp;uitdrukking wat buitenfpoorig. Jupiter heart niets edels.nbsp;Desongeagt houdt men het voor ’t meefterduk van Juliusnbsp;Romanus. Het gevalt niet zo zeer door het aangenaame ^nbsp;«Is door het groote en kragtige van ’t geheel. Alle de Goden zyn in beweeging, en de winden woeden van allenbsp;kanten, De Titans liggen op den grond, en Briareus alleen zit in een hol. Piuto, van de Furiën omgeeven, fiaacnbsp;voor den fchoorfteen. (?j
In de vakken der zolder van de eerde kamer ter flinker-hand heeft Julius Romanus allerlei jagten , visfcheryen, oude ofFerpIegtiglieden, en góden gefchilderd. De gevangenis boven ’t venfter zou by, geduurende den tyd dathynbsp;hier op Hertoglyk bevel opgefloten zat, gefchilderd hebben. Veele beelden zyn in Raphaels manier, en naar antieken fmaak, maar buitenfpoorig, en gedeeltelyk onrigtignbsp;en rood gefchilderd. Egter ontbreekt het niet aan byzon-dere fchoonheden.
Aan de muuren van de tweede kamer ziet men de brui' loft van Pfyche 'van den zelven meslier. Op ’t eerde ge1nbsp;zigt zou men hel voor een bacchusfeed houden. De or-
doU'
Dit merkwaardige ftuk heeft Pietro Santi Barto'i op agt bla' den print gebragt, onder den titel : Ch-.e che fulmUa i C:gai.ii,
*ïtre D-iita , dï^tnto tn 2^iatitovfi net Pnlaxeio Dnente chiamato tl Verders heeft men van dit Paleis het volgende we:k,nbsp;gujti Mantttam adeuntïs profc^io na trittniphns eae archetype Jatltinbsp;mam ha PaUtio qttod del 2\ nasncKpattur , plajtica fentptaara elahratnthanbsp;aatqiae ex veter! éxemplarl e P, S. 'liartcU tradatdam ctm ttoiis quot;Belhh’
z6. bladen.
-ocr page 355-23.1.
^onnantie is fchoon , vol vuurs en uitdrukkings, Mantue,
’t jammer dat het koloriet te rood uitvalt. Voor den Hoorlteeu heeft hy Acis en Galathea gefchilderd, voornbsp;^olyphemus vlugtende. De voorftellingen in de vakkennbsp;^i^r zolder zyn allen betreklyk op de hillorie van Pfyche.
zyn van Julius Romanus en zyne leerlingen gefchil-^erd , maar wyken zeer van Raphaels fchoon af. De Haduwen zyn te bruin , en de ligte partyen vallen tenbsp;''eel in ’t violette. De tekening is ook zo vaftniet, alsnbsp;van deezen meefler verwagten zou.
Op de flinker zyde ligt ten einde des tuins een foort '^an opene zaal, aan welker wanden en zolder Julius Ro-¦tianus de verfchillende toevallen van ’t inenfchlyke leevennbsp;ë^fchilderd beeft. De kamer voor deeze zaal is met aatti-Se grotesques befchiiderd,.
Julius Romanus , de niaaker van alle deeze fchooneya//»s Wtflftukken, flierf in ’t j.aar 154.Ö. te Mantua, en ligt mR-oatana$»nbsp;Servietenkerk van S. Barnabas begraven , zonder datnbsp;’^en de regte plaats weete aantewyzen. By deeze kerknbsp;^8at ook zyn gewezen huis, welks architektuur van boerfchnbsp;is. Boven de deur ziet men een fchoon flandbeeldnbsp;''an Mercurius. Tegen over flaat het uitgeflrekte Paleisnbsp;^'aiizaga, dat insgelyks van zyn beftek is. De voorzydenbsp;geeft een bewys van zyn genie. Gelykvloers is het vannbsp;werk, daarop volgt een ry van reusagtige grotes-beelden, die dorifche zuilen draagen. Men treft innbsp;Paleis veel fchoone fchilderyen aan , onder anderennbsp;van Tintoret gefchilderde zolder , die den roof vannbsp;^^quot;ytaedes voorfteU.
men de PortaVirgiltana uit rydc,Iigt ter (linkerhand myig^ de flad da Hertoglyke menagerie,nbsp;iiatia genaamd. Daar is niets byzonders te zien; alleen
P 4 nbsp;nbsp;nbsp;fpree •
-ocr page 356-232
úntua.
fpreeketi wy ’er van, om dat men voorgeeft, dat Virgiliu* zig hier dikwyls in eene grot opgehouden hebbe. Dig^nbsp;daarby ligt het dorp Pietola, oudtyds Andes, de geboorte'nbsp;plaats van dien beroemden digter. Alzo de minden toe»nbsp;ter tyde deeze plaats kenden, heeft Virgilius liever het ui'nbsp;by liggende Mantua als zyne geboortellad bezongen.
Primus Idumaas referam tihi, Mantua, palmas.
Weg naar 0*^ van Mantua naar Brefcia te komen moet men co»
Bre/cia. mylen noordvvaards terug tot by Pefchiera. In den oratrek van CaflelNuevo treft men veele moerbezieplanteryen, raaafnbsp;een fteenagtigen grond aan.
Pefchiera. Pefchiera is eene kleine veiling, 15. mylen van Verona, en 27. van Brefcia, welke men wil den VenetiaaneO 33000000. gekod te hebben. Zy ligt aan ’t Lago di Gaf'nbsp;da, aan het fpits, waar de Mincio uit het zelve naarMad'nbsp;tua vloeit.
Lago di Het Lago di Garda, welks oevers men van Pefchief*
Garda, langte van 30. Italiaanfche mylen volgt, heette eerty^* Benacüs. Virgilius gedenkt het te gelyk met het meernbsp;'tegenwoordig Lago di Como. Ily befchryft het eerde al*nbsp;ftormagtig; (*) en het is waar, dat de wervelwinden va®nbsp;’t nabtiurige gebergte het plotslings in beweeging brek'nbsp;gen, en golven, gelyk als op zee, veroorzaaken kunneh'nbsp;Op eenigen afftand ziet men een half eiland, ’t welk C®'nbsp;tullus als een verruklyk verblyf onder den naam van Sd'
fiii^
Te» Lari maxime , teeiue
'Bluiilhii fremïtu asjnrgens, Xe?tace marine^
Gcorg. II, 1J5.
-ocr page 357-23S
(f) befchryft. Eenige ruinen, die ’er nog om 2yn iMantun, borden grotten van Catulius genoemd.
Be gantfche vvefHyke zyde des meers, Tsiviera di Sal».
®6naamd , is wegens haar heerlyke ligging, en fchoone ^^ndsdonwe beroemd. Men ziet hier veel orraije en ci-‘i'oenboomen. De gantfche oever is ftcrk met raenfchennbsp;^szet, en om zyne vtugtbaarheid vlytig bebouwd. Naarnbsp;den kant van Brefcia treft men koper- enyzermynen,yzer-ftnederyen, en veele papiermolens aan, die allen tot hetnbsp;^tefciaanfche gebied behooren. De bewoonders deezernbsp;tekoorlyke landHreek leeven hier veilig en .gctuü , ennbsp;quot;¦’orden.door de regeeriag van Venetien in hunne welvaartnbsp;^iet onderdrukt. Men fcheidt ongaarn van deeze heerlykenbsp;Oevers.
Be visfchery in dit meer is omtrent voor 7000. daalders verpagt. De vifch is door geheel ftalipn om zyn ^fefiyken fraaak beroemd, en daarom duur. Het pond fo-¦¦oUen van 32. loot geldt te Pefchiera omtrent 17. Huiversnbsp;^^oiiandfch, en de aal .6; of 7. Huivers.
Be pofiweg naar Brefeia gaat over Dizciizcuw., dat aan den oever des meers 7j. myl van Brefcia.ligt, over Lima-
en Ponte di S. Mar co._.
A's rnen met een Vetturiiio van Verona naar Brefcia kan men den weg ovet Cajligliorie, Caftnim Stilico-ne,nbsp;neemen. Om deeze Had van anderen die den zelvennbsp;Oaarn draagen te pnderfcheiden, noemt men ze delle Sti-Zy heeft omtrent 4000. of 5000- inwooners, ennbsp;'behoort aan ’t huis van OoHenryk , maar was voorheen
ft ) nbsp;nbsp;nbsp;Slr mto, mf^larunque
OccUc, euascnn^Ke'in UoutntihHS fiainis,
1'iarlquc vafto fer.t titrujn: Netimms,
te llhentcr, ^ttarmiTie invift}!
êfanHia. lioofdplaats van een klein prinsdom van de familie va* Gonzaga. De laaifte Vorft moell: ze wegens een’ oplooPnbsp;der inwooners verhaten ; de Keizer nam ze in bezit, cnnbsp;bood aan, den Vorft een jaarlykfch inkomen te geeveii»nbsp;’t welk deeze egter nooit aanneemen wilde. De inkom’nbsp;ften werden alle jaaren opgelegd, om ze den Vorft, naafnbsp;welgevallen , te geeven. Dog in den zwaaren oorlog van he^nbsp;bals van Ooftenryk in ’t jaar 1745. werd het geld tot amnbsp;dere eindens gebruikt, en het land bleef in de handen de^nbsp;Keizerinnc Maria Therefia.
Caftiglione is, in plaats van miiuren, met tuinen oiO' geeven. Voorheen had het een Ilot op de hoogte, 'twel'^nbsp;de Franfcheii in den opvolgingsoorlog, omdat de Vorft vadnbsp;^e Ooftenrykfche party was, flegtedent In dit flot werdnbsp;S. Lpdewyk Gonzaga in ’t jaar 1568. geboren. Hy tradnbsp;zeer jong in de order der Jefuieten, en werd zulk een he‘'nbsp;lig, dat by veertien jaaren na zyn dood, die in i59*'nbsp;voorviel, maar drie en twintig jaaren oud zynde, gekanO'nbsp;nizeerd werd. Zyn broeder was toen Keizerlyke gezaD^nbsp;te Romen, en zyn’ moeder had de eer, haar’ zoon alsnbsp;heilig in de kerken te zien hangen en aanbidden.
Op de markt te Caftiglione ziet men een fontein, d'® met het ftandbeeld van een jong meisje verfterd is.nbsp;heette Calubina, en was ongemeen fchoon. Haar bruid^nbsp;gom , dien zy met goedkeuring haarer ouderen gefco^^**nbsp;had, kon den trouwdag niet afwagten, en verlangde dimnbsp;gen van haar, die zy hem niet dan na den zelven toed^®**nbsp;moeft. Zy bood zynen aanvallen den moedigftennbsp;Hand, zo dat hy, ziende zyn oogmerk niet te bereik^i”nbsp;in eene heftige jvoede kwam, en haar doorftak. Denbsp;van Gonzaga deed den misdaadigen vierendeelen ,nbsp;penning ter eere van het meisje flaan, en haar hetnbsp;de ftandbeêld oprigten , met het onderfchrift,
-ocr page 359-^»n Caftiglione tot Brefcia zyn 24. Italiaanfche mylen, men met een voerman gemaklyk in zes uuren aüeggeiinbsp;De weg is zeer bekoorlyk; ter wederzyde ziet meanbsp;quot;‘sts dan boomen, weiden, beeken, gelyk in de meeflenbsp;'^feeken van Lombardyen. De wynflokkcn flingeren zignbsp;'1''1 de moerbezieboomen, en inaaken, van den eenennaarnbsp;anderen loopende, een aangenaam lommer. Op dee-Wys trekt men een dubbeld voordeel van den grond,nbsp;^°ider dat de zaailanden, die onder en tusfchen de boo-‘¦'en liggen, daar door benadeeld worden.
Ërefcia , (1} in ’t Latyn Brixia , heeft omtrent drie 'quot;Vlen in den omtrek, en tusfchen de 30000. en 35000.nbsp;^'^•en. Het ligt op de breedte van 45. graaden, 30. mi-‘'““ten en 22. lekenden. De ftad heeft welvaareude, en
Dit artikel is uit La Lande en andere reizigers cn myne ei-opmerkingen t’ïiamengetrokken , gelyk Btefcia voor het groorc ^^amp;eluk van den i8. Auguftus 1769 'cr uiizag. Dien dag fleeg dcnbsp;in 1c kruidmagazya var. S. Nazaro, waardoor 24000. bus-, in de lugt vloogcn. Meer dan vierhonderd gebouwen werdeonbsp;doQr verweeft, en over dc twee duizend menfeken kwamen oiunbsp;Alzo ir.cn niet net v/ect , welken van de aangewezenenbsp;cn kerken geleden hebben, zo heeft men de befchryvingnbsp;j, ê'laten , gelyk zy op den voormaaligen toeftand der ftad paft.nbsp;jjquot;' '^‘^'ger zal op de plaats zelve beft oaderrigting daarvan krygennbsp;Ondertusfehen zullen Nvy het deel der ftad,dat, volgens denbsp;^“etautenij het meeft geleden heeft aanwyzen. Het is de nabuurlchapnbsp;oanta Crocc, tgt;'. Domenico, S. Cofmo, S. Eufamia, S. Carlo, glinbsp;“S'e S. Lotenzo, by de lienediktynen, en 't Spital Cala dl D'1'
-ocr page 360-Br^eia, voor een gedeelte ryke ingezetenen. Zy geniet eene 5®' lukkige ligging in eene ongemeen vrugtbaare landsdonquot;''nbsp;De weg by Brefcia is fchooa, en het binnenile dernbsp;bevalt niet minder. Om deeze voordeelen pleegtnbsp;ze de bruid van Venetien, la fpofa di Venezia , te no^’’nbsp;men.
De fdiryvers zyn niet eens omtrent haaren oorfpron?' en daar zyn zeven verfchillende rpeeningen omtrent. Ve®'nbsp;len manken Hercules tot eerden ftigter. Zonder onsnbsp;deezcn twid intelaaten, merken wy flegts uit Livias aa'”nbsp;dat de Gallifche- veldheer Brcnnus ze herbouwd , ennbsp;daarvan den naam Brefcia bekomen, heeft. In’c vervo!»nbsp;was zy den Romeinen,, tot den inval der barbaaren toS'nbsp;zeer ,getrouw. Uit een paar oude opfchriften , die in®'*nbsp;in de Domkerk en die van S. Nazaro ziet , blykt,
'' nbsp;nbsp;nbsp;, zy eene Rqomfche kolonie was, en- uit verfcheiden’
deren, dat zy aanzienlyke vryheden en vporregten ten heeft.
. . In den aanvang der vyfde, eeuw werd Brefeia meet®quot; deels door de Gothen afgebrand , en in ’t middennbsp;eeuw door Attila veroverd. Daarop bezaten de Lonib®^nbsp;difche koningen de (lad. Agiltilf én Theodelinde boiiW^^''
,tï
de Rotonda of Maria maggiore, welke de oude Domk®'
genoemd wordt. Karei de Groote bemagtigde ze » bouwde de kerk van S. Dionyfius.
Geduarende de oneenigheden der Keizerlyke en PaU-'f ke ianhangen in de middeleeuwen moed: Brefcia veeinbsp;ftaan, en had eens binnen agt en twintig jaaren zevennbsp;fcheiden Heeren. Keizer Henrik VI. plonderde de 'nbsp;daarop raakte zy in’t jaar 1224. den dwingelandnbsp;dien wy te Verona en Padua hebben doen kennen»nbsp;handen. In ’t jaar 1327. werd zy door een Hertognbsp;Verona uit het geilagt van Scaliger bezeten. Een tyd
-ocr page 361-237
^’!gt;s zy onder gelioorraamheid van de Hertogen van Mi- Sreji:^* j : maar wanneer Hertog Philippus Maria Visconti denbsp;^¦¦Ssciaanen te veel plaagde, zonden zy gezanten aan denbsp;^'ïiietiaanen en onderwierpen zig aan hun. In’tjaar 1512.
Gallon de Foix in naain van Lodewyk XH. Koning Frankryk, de flad den Vcnetiaanen af, by welke gelegenheid zy geplonderd, en op ’c wreedfle verwoed werd.
V'
30. menfchen weg. Het iaatde ongeluk der dad over-
'6r jaaren laater hernamen de Venetiaanen ze, en fcderc ^yti zy in ’t gerilde bezit daar vau gebleven. In ’t jaarnbsp;*478. werd de dad door een ped, waaraan 25000. men-Hen dierven, en op nieuws in ’t jaar 1524. bezogt. Innbsp;* jaar 1550. deepten de kinderpokken binnen een halfjaarnbsp;Isr
*°nien is dat van het fpringen van ’t kruidmagazyn in ’c
Erefcia (*) is met munren , breede graden, en een **’*1, die tot een aangenaaine wandeling dient, omgeeven.
dad heeft vyf poorten, die ten deele wel gebouw’d *Vn. Men telt in de dad en de voordeden negentien kers-ï'^llterken, en zeven en dertig klooders. De kleine riviernbsp;^^rza ftroomt door de dad. Eenige draaten zyn fchoonnbsp;'ynrcgt, fchoon ’er weinig aanzienlyke paleizen op daan.
® flad heeft verfcheiden’ openlyke pleinen , onder de ''^®*ken dat voor het Raadhuis het aanzienlykft, en metnbsp;S^lleryefi gn koopmansgew'elven omgeeven is.
^Jet dot ligt op eene hoogte, Co/U Cigneo, of RoccaJletJIoU ‘‘cuiea genaamd, en wordt voor eene der derkde plaac-
*) De Graaf Lodewyk Chizzola heeft eene goede befchryving (pinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aanzien van de konliwerken doen drukken, die ten ti-
'** heeft , ^ htiiikbaar
, ®ert; Ii,g pitijtYe e f^ntture di 'Brefcta, 176O- in c|uarto. Avcrol-
ook eene befchryving van uitgegeven, die egiet zo goed
niet IS.
-ocr page 362-irefcia. nbsp;nbsp;nbsp;deVenetiaanen hebben, gehouden, waarom’er
altyd eene bezetting van 500, man in ligt. Men noeio' het il Faleone di Lombardia. Het is van gehouwennbsp;nen gebouwd, en maakt de geheele fterkte der Hadnbsp;fchoon het ligt te bedwingen zyn zoude, alzo het van d*quot;nbsp;berg kan beftreken worden. Van den toren des Hots,nbsp;rabelk genaamd, heeft men een der heerlykde uitzigt'^quot;nbsp;over de voortreflyke landsdouwe. Men ziet rondomnbsp;met Ronchi, zo noemt men de landhuizen op ’tgeberg'^'nbsp;en met Brede, dat is landhuizen op de vlakte,als bezaai^'nbsp;Alle welvaarende menfchen hebben zodanige landhuiz^’’’nbsp;en men pleegt zig des avonds met wandelen op die plaatf^”nbsp;te verluliigen.
Domkerk. De Domkerk van Brefcia is een aanzienlyk gebouw,
reeds in ’t jaar 1605. begonnen werd. Het bouwen gi”* zeer langzaam voort, tot dat de geleerde Kardinaal Qidd'nbsp;ni Bisfchop wierd , en daar aanzienlyke fommen aannbsp;fleedde. Men heeft deswegens uit dankbaarheid in ’tnbsp;1737- borftbeeld in de kerk, en in ’t jaar 1752.nbsp;buiten aan de voorzyde , gefield. Het gebouw is vannbsp;fchooueu witten (leen, die te Botteflno Matina, viernbsp;len van de flad, gebroken wordt. Ily is kalkaartig»nbsp;komt naby aan ’t marmer, dog is zo fyn niet, en alsnbsp;onvolmaakt marmer aantezien. De groote zuilen bed^’’**nbsp;maar uit drie Hukken. Men bemerkt van binnen innbsp;kerk eene al te ryke en opgefmukte architektuur naar d^Jnbsp;nieuwen fmaak. De order is korinthifch, allenthalven _nbsp;men flatues , basreliëfs, en andere fieraaden. Mennbsp;ze in dit opzigt onder de voornaamfie kerken vannbsp;rekenen.
De kerk bewaart een zonderbaar heiligdom,
Campo , oro e fiamma , of ook Labbaro Imperi^l^
jrei®'
-ocr page 363-dat het dat zelve kruis is, dat aan Keizer Konflan-Brefci»» ¦. in den flag tegens Maxentius verfchenen is. Anderen,nbsp;uieenen wat fchranderer zyn, zeggen, dat het op diennbsp;'S'd naar dat kruis is nagemaakt.
t)e Bisfchop van Brefcia heeft omtrent 9000. Duitfdte daalders aan inkomen. De Kardinaal Quirini had bovennbsp;nog aanzienlyke inkomften , die hy , ten voordeelenbsp;'|an Brefcia, aan de bibliotheek, en andere goede iutig-''quot;gen in de ftad befleedde.
Op de Plaats voor de Domkerk nbsp;nbsp;nbsp;Palazzo pu-
^lico, of het Raadhuis, liet werd in 't jaar 1492. op de Maats eens ouden tempels van Vulkaan gebouwd, en isnbsp;Dog
een aanzienlyk gebouw, hoevCel het in ’tjaar 1575.
^^brandde. De iangte bedraagt byna 150. voet. Op de ^yde naar de Plaats flaan vier korinthifche zuilen uit eennbsp;Het gebouw is gedeeltelyk van de ardntektuut vannbsp;^ ®liadio. Hier zyn alle de regtbanken. De Raad der fladnbsp;''^fgadert hier alle dagen, maar de groote Raad alleen innbsp;blaart en Auguflus. Men vindt hier verfcheiden goedenbsp;|''^biideryen, onder anderen eene Maria met het flaapendanbsp;Welke Guido w'ordt toegefchreven, maar geen ori-ë'neel fchynt te zyn.
buis
den
Bisfchoplyke Paleis is een groot gebouw. In een
niet ver van daar is de publieke bibliotheek, door Kardinaal Quirini gefügt, die vier dagen in da
''’®ek voor ieders gebruik open (laat, en des zomers worden donderdagen natuurkundige proeven gedaan.
Op deeze Plaats ligt ook de Congrega, welke eene broe-^’’ichap behoort, die veel inkomen heeft, en dattenbefie armen aanwendt,
Oaritq of de kerk delle Convertite heeft verfcheidea ?oede fchilderyen, en onder anderen een uaauwkeuxigmo-Van ’t heilige huis te Loretto.
Al?
-ocr page 364-24b
Bnfda.
Als men van hier over de kleine Plaats San Zén komt men aan de huizen Martiningo Celitresco en Ga’quot;nbsp;bara , die wegens hun architektuur en de daarinnbsp;goede fcliilderyen verdienen opgemerkt te worden,
^ S. Cialia is in 1599. op de Plaats eener reeds van Lombarden geftigte kerk van dien naam gebouwd,nbsp;heeft veel goede fcliilderyen, inzonderheid eene verhef’'nbsp;lyking van C'oriftus door Julius Ctefar Procaccini.nbsp;mangelt ’er ook niet aan beroemde reliquien. Van hier k”quot;nbsp;men het flot gaan bezigtigen, zig dan naar de weUzy*^^nbsp;der (lad wenden, om eenige goede kerken met fchilderya’'’nbsp;als S, Giorgio, S, Giufeppe, S. Fauftino, en die der Ka’'nbsp;melieten te gaan zien, In de laatfte heeft Guercino eea®nbsp;Maria met het kind, S. Matthias, en een’ in ’t witgekleC'nbsp;den monnik gefchilderd,
Lc Grazie of de Jefuietenkerk is van eene zonderbaa’'*^ en ftoute architektuur, De gewelven der drie fchcp^quot;nbsp;ïufleii op kleine vry flaande zuilen, en zyn met veel va’’nbsp;guld flukadoorfel verfierd. Men bemerkt ook verfclieid'-’'’nbsp;goede fchilderyen, by voorbeeld, het martelaarfchapnbsp;S, Barbara door Petrus Rofa , een leerling van Titia”quot;'nbsp;Meretto heeft den h. Abt Antonius, S, Antonius vannbsp;dua, en S, Nikolaas gefchilderd. Der Madonna dellenbsp;zie ter eere , van de welke de kerk haaren naam heef”nbsp;hangen alle de muiiren vol van geloftens. Op het klquot;quot;'nbsp;fier hebben de Jefuieten een aartig obfervatoriumnbsp;maakt.
In deezen omtrek ligt ook het huis FenaroU, ’t behalven de fchoone vertrekken veele merkwaardige rd’'*'nbsp;deryen bevat. Het huis Bargnani is van goede archi’quot;'*’nbsp;tuur. S. Antonio is met een adellyk kollegie,onder ’tnbsp;zigc der Jefuieten, verknogt. In de kerk ziet men een'?*’nbsp;goede ftukken van Gandino , Palma, Basfano, en S”quot;'
-ocr page 365-u/i-i
“ïntagoflini. In het hmiUgeri allaPace zyn fchoone '^^fyen te zien , ais eéne Opftanding van Raphael, eennbsp;''oortreflyk portrait van Titiaan , en een ander van Paulnbsp;^stonefe, eene Sufanna van Basiano, de Befcheidenheidnbsp;de chriftlyke Liefde van Guido enz,
Be Filippynerkerk La Pace werd in ’t jaar 1720, begon-2;^ Pace^ Zy heeft een aartig voorkomen van wegen de ko-'‘ithifche zuilen van ifabeikleurig marmer, en het verdenbsp;®'gt;tico, dat hier en daar in overvloed is aangébragt. Mennbsp;''Indt hier twee ftukken van den beften hog leevendetinbsp;!^oomfchen fchilder , Porn|)eo Battoni , naamlyk op heCnbsp;'’oofdaltaar de Voorftelling in den tempel, wél géordon-’'serd, maar onrigtig getekend, gezwegen dat de beeldennbsp;''P den voorgrond te lang zyn, De houding is egter ténbsp;l'fyzen. Op het andere altaar ziet men S. Joannes Nepo-’''Ucenus aan de voeten van Maria met Het kind. Het ftuknbsp;goed geordonneerd, en kragtig gefchilderd. De Marianbsp;voortreflyk , maar de engel niet fchoon uitgevallen,nbsp;kerk beeft verlcheiden akaaren, die zeer ryk zyn aannbsp;Barmer. De tusfchenruimtens dér zuilen zyn met nisfeilnbsp;ftukadoorwerk veiGerd, en de gewelven befchilderd.
gt;y. Gtovanni heeft goede Ichilderyen van Morétto, ILo-ylndête 'toanico, Ferramola, en anderen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kerken,
in de kerk van S. Agata ziet men buiten eenigelthoone chiideryen drie wel geftaagde ftatues, S, Agata, Lucia,nbsp;Apollonia, van Antonio Calegari.
Be kerk de' Miracoli is op het laatft dér vyftiende eeüw ëebouwd, en heeft eenè met zeer fraai beeldwerk verfierdenbsp;^oo'zyde , waaraan een paar konftehaafs uit déeze ftad,
gt;Vl. Deel.
^¦^oipero Brefciano en Rafaëlle di Brefcia, hunne bekwaam-getoond hebben. In ’t poortaal flaan vier fchoone builen. Agt pilafters en zes kolommën deelcn de kerk innbsp;^rie fehepen, waaraan het verguldfel ert ftukadoorfel niet
ge*
-ocr page 366-Srefcia. gefpaard is. Men ziet hier fchilderyen van Moretto, Gan^^' no , Amiconi en anderen.
Agli Angioli heeft het pragtigfte altaar van de geheel® Had.
In de kerk S. Nazaro e Celfo, die beide patroonen Had zyn, is op het hoofdaltaar een vermaard tink van T'”nbsp;tiaan niet voorbytegaan, ’t welk egter zeer bederft.nbsp;is in vyf deelen verdeeld. In de twee bovenden verkoö'nbsp;digt de engel Gabriel de geboorte van Chriftus aan Mad^’nbsp;in ’t midden is de Opllanding, fchoon geordonneerd,nbsp;voorcreflyk gefchilderd. Ter regcerhand vertoont zignbsp;Lazarus en Celfus, en ter flinker S. Sebafliaan. Ditnbsp;fterfluk is gemeenlyk met twee deuren, van Moretto bS'nbsp;fchilderd , bedekt. Daar zyn in deeze kerk nog andef®nbsp;goede fchilderyen, waarvan wy alleen het in eene groot®nbsp;manier gefchilderde martelaarfchap van S. Bartholomeu®nbsp;door Carlo Lotti, en eene van Chriftus gekroonde Mart®nbsp;aanhaaien willen. Het laatfte ftuk heeft Moretto met ee®nbsp;lugtige hand gefchilderd, en den hoofden fchoone kara^^'nbsp;ters gegeven.
Het Paleis Fe is van eene fchoone bouwkonft. daarby is de poort S. Nazaro, die naar Cremona leidt.
Nu wenden wy ons naar het ooftlyke gedeelte der en gaan de Piazza d'erbe, oudtyds Mercato del Line,
bi®f
of
Op die Plaats ligt eene kleine Marienkerk, die wy aanWÜ' zen, omdat zy van Palladio gebouwd is. Niet ver v®*nbsp;daar ziet men het huis Martinigo delP Aquilone ,nbsp;aanzienlyk gebouw , waarin eene voorplaats van dof*
fche order met een fteencn colonnade is. Van komt men op de vifchmarkt, la Pefcaria. De ftraatnbsp;il Corfo de Parolotti is deswegens zonderbaar, dat ’ernbsp;eenig fchllder, Lattanzio Gambara, alle de huizen van bn*,nbsp;tea befchilderd heeft.
-ocr page 367-t4§
Van-liier komt men op de Plaats van het theater. T^^BrefciO, ^lgt;ouwburg te Brefeia is zeer groot , en fchoon aange-'«gd. De opera begint hier daags na kersmis, en duurt^'^^^^®^*nbsp;het einde des karnevals. Des zomers wordt van Julynbsp;het eind van September Opera bulFa gefpeeld. Eennbsp;'^^kere Imprésfario draagt alle de kollen en heeft öók alnbsp;voordeel; alleen geeft hem de akademie der Filar-’konici eene zekere fomme , om zyne kollen te ver-**gten.
Lorenzo is eene geheel nieuwe kerk, eh wel nbsp;nbsp;nbsp;BorenzÈ,
^'®'n , dog zeer lierlyk gebouwd. De altaaren zyn van ®’^'Taer j en met agaat en andere ileenen verfierd. Hetnbsp;^^rhemelte des altaars van ’t vvonderdaadige Marienbeeld ijnbsp;^®keel met Lapis Lazuli overtrokken.
4,
In ’t Paleis Barhifoni treft men eene aanzienlyké vém-Pakis deling van ichilderyen , en daar onder Hukken van Yj^^^^-.BarbiJot^tnbsp;''o j Tintoret, Guercino, Palma , Brengel, Perugino, ne-*tns een hoofd des Heilands van Titiaan, aaii. Ook vindtnbsp;^*^0 hier een merkwaardig (luk uit de oudheid, naamlyknbsp;beroemde Dittico van Boetius, ’t welk ter gelegenheidnbsp;zyn burgemeellerfchap op ’t laatll der vyfde eeuwnbsp;^®®aakt is. Het is van elpenbeen , lo. duim lang , ednbsp;figuuren verfierd. Apollolo Zeno heeft in ’t 28.nbsp;van ’t Italiaanfche journal ’er eene befchryving vannbsp;^^geven.
’T Paleis Avogadri bevat de aanzienlykfte verzameling „ V , fchilderyen in Brefeia. Een Hercules van Rubensnbsp;Magdalena van Titiaan, een S. Jan van Guercinojnbsp;Maria van Salvator Rofa, een S. Franciscus van Au-Sacchi. Een heerlyk gefchilderde buil van een oudnbsp;door Titiaan, vyf (lukken van Solimene, verfcheidé*nbsp;van Palma.
^ aanbidding der kotiingen door Paul Verpnefe is goefi Q 8nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geoï-
-ocr page 368-Brefeia. geordonneerd. De Maria is aartig, maar niet edel.
man • die een’ leeuw doodt , en een tyger met voete’* treedt, van Rubens, met vuur gefchilderd. Eene boe’^'nbsp;vaardige Magdalena van Guido Reni , vol uiEdrukkinp'nbsp;Eene vrouw in ’t wit gekleed wordt voor Titiaansnbsp;uitgegeven , dog het fehynt twyffelagtig. Zy isnbsp;in eene groote manier gefchilderd. Keizer Karei V.nbsp;by zyne meefteresfe op ’t orgel fpeelt, van Titiaan ,nbsp;fchoon ftnk , fchoon het van veelen voor een’ kopy S®*nbsp;houden wordt.
(t
, Sufanna met da twee gryzaards van Guido. De zaards zyn wat hard gefchilderd, en de handen niet te jugt;nbsp;getekend. Men vindt dit onderwerp zelden door Italia^'*nbsp;fche raeefters behandeld. Bacchus die een jongennbsp;tros druiven toereikt, van Pompeo Battoni. De jongenbsp;niet wel gedaagd, en de agtergrond van ’t ftuk te
Het Paleis Cigela heeft eene voorzyde van fchoone chitektuur. Die van ’t Paleis Durante is nieuw, maarvefnbsp;dient nogthans lof. De kerk van .S'. Maria de Calcar^nbsp;met goede fchilderyen verfierd.
Het Paleis Snardi is aanzienlyk, en heeft een’ fchooo^'* tuin, De bezitter is de Graaf Suirdi, die zig doornbsp;kundige fchriften in de wetcld bekend gemaakt heeft.nbsp;hier kan men de kerken van S. Clemente, S. Eufemia,nbsp;die der Theatynen gaan zien.
S, nbsp;nbsp;nbsp;De kerk van i'. Afra is eene der merkwaardiglten
Brefeia. Zy behoort den regulieren Domheeren,
tini genaamd. Aan de regterzyde ziet men op het twee
altaar een fluk van Leandro Basfano, waarin de meell^^
het gezigtspunt was te hoog genomen, maat anders vo»^
, treflyke karakters in gebragt heeft. Het verbeeldt den
Bisfehop Apollinaris, door de engelen gedragen, by
-kelligr doopenden, en het avondmaal doende uitdeeR”'
flfi*
-ocr page 369-245
koloriet valt in ’t groene en ’t violette. De weder-, door de fakkels veroorzaakt , is niet te natuur-
In de kapel ten einde van ’t regter zydfchip heeft Proca-®itio eene Maria nevens twee Bisfchoppen en engelen ge-^'^Mlderd. De manier heeft veel van die van Rubens. Bo-een kleine deur ter (linkerhand is de ovetfpeelige vrouw,
^oor Titiaan zeer frifch gefchilderd.
Op het tweede altaar ter flinkerhand ziet men het mat1 lelaarfchap van S. Afra, fchoon gefchilderd en geordonneerd , van Paul Veronefe. De hoofden zyn voortreflyk;
'laar ’t koloriet valt wat zwakker dan anders van deezen ®^eefter. Aan den agtermuur der kerk heeft Tintoret denbsp;^erheerlyking van Chriftus gefchilderd.
Niet ver van daar ligt het Paleis Martinigo Colconi ,
'lat een trap heeft van een edele vinding, en eene voor-Zyde die der geheele Plaats van S. Alesfandro een Belaad geeft.
Het muntkabinet van den Graaf Mazuchelli is een de bezienswaardige dingen te Brefcia. Hy verzamelt inzon Unet.nbsp;*Ierheid penningen op geleerde mannen, en bezit in diennbsp;eene zo volkomene verzameling, als men bezwaarlyknbsp;®igens vinden zal. (1}
Brefcia heeft eenige oude opfchriften, inzonderheid hyOprcirifi
Mftfeum MazuMlhtiUf» , fia nnmism^ta •vlrorum dceinna pra1 a Petro Antonio de Comltihus Caetams^ Freshyisro ^ putruinnbsp;defcrifta Venetiis 1761. Twee deelcn in folio bevatten dennbsp;, en een derde de penningen in koper gefneden. De Graafnbsp;'’’«leed in 1766. Hy begon ook een alphabctifch werk , dat Ice-'^^trsbclchryvingen zou behelzen gt; onder den titel, Gli Jcnttcti
tnaar bragt alleen zes deden in folio , die de kuqrs A- en R,
*’®v»ttcn, ten einde.
Q 3
-ocr page 370-Srefcin. Domkerk en de groote markt. Sommigen maaken g®' wag van den Burgemeefter Nonius, die van Biefcia g®'nbsp;boortig was. Hiertegen vraagt men te vergeefs naar ovet'nbsp;blyffels van oude gebouwen. Egter weeten de inwooners»nbsp;dat in een’ tuin boven de Plaats Novarino een tempel va''nbsp;Hercules, in de nabuurfchap van S. Clemente een temp®*nbsp;van Auguftus, by S. Giulia een tempel van Apollo, Wnbsp;S. Florianus een tempel van Flora, by S. Jofefeen len''nbsp;pel van Jupiter, aan den voet van den Colie Cigneo e®''nbsp;tempel van Minerva geftaan heeft. Vandetweelaatftenrta'''nbsp;nog een ftuk muurs. Van den tempel van Caftof en PolluSnbsp;vertoonen zig nog fpooren by het gevangenhuis van Btes'nbsp;Cia. Buiten de ftad , in ’t zo genaamde Falie iTArno,nbsp;nog een groot Huk van eene waterleiding overig.
fMttinen. He ftad heeft veele fonteinen, zo publieken als parti' kulieren , welker water drie mylen ver van Monpianonbsp;komt. Men vindt wel geene fonteinen van een fchooHnbsp;beftek of fchoone uitvoering, maar des te grooter getalnbsp;daarvan.
fiegecring. Brefcia heeft altyd een Nobile di Venezia tot Podefla d Gouverneur. De ftad heeft , buiten dien, haar eigenennbsp;Ra ld, en veele vootregten. De groote Raad beftaat ui*nbsp;zes honderd perfoonen. Om daartoe bevoegd te zyn word®nbsp;gevorderd, dat men dertig i'aaren oud zy , uit een oud g®'nbsp;flagt, del tempo delle forghe, dar is, van eenige honderdnbsp;Jaaren, en dat federt honderd jaaren geen ambagt gedasOnbsp;heeft, afftamme, en een zeker kapitaal aan vafte goederequot;nbsp;fcezifte. Alie twee jaaren worden ’er medeleden uit dednbsp;adel gekoren, en de zodanigen die niet bevoegd of oH'nbsp;Waardig zyn uitgefloten.
De kleine Raad, of de eigenlyk zo genaamde Raad dei^ ftad, vergadert dagclyks. Hy beftaat uit drie Gedepiueef'nbsp;«len , fvvee Syndici, een Advokaac, een’Abt en SekretS'
riSi
-ocr page 371-Zy hebben een waakzaam oog op alles wat in voorvalt, en als ’er dingen voorkomen die niet totnbsp;hiin behooren , verzoeken zy den Podefta hunne verga-*^eringen bytewoonen.
Be ftad onderhoudt te Venetien altyd een’ afgezonde-^^vi,Nunzio, die van alles, wat in de beraadflagingen van Doge wegens Brefcia of het regelen der impoftennbsp;''oorvalt,naauwkeurig berigt in haaien moet. Ongeagt dee-2e voorzorg zyn de impollen allengskens zwaarder geworden, zo dat men ’er van omtrent de honderd foorten telt.nbsp;Bndertusfchen moeten zy egter zo zwaar niet zyn als mennbsp;Voorgeeft, alzo de raenfchen op het land taamlyk vergenoegd en in geen zwaare ondecdrukking leeveii. Men zegtnbsp;ëemeenlyk , Fiva San Marco, om aanteduiden, dat hetnbsp;goed is onder S. Marcus, of de Venetiaanfche regeering,
Ie leeven. Tot de nuttige voorregten van Brefcia behoort, dat geen Nobile di Venezia vafte goederen in ’t gebied vannbsp;Brefcia aankoopen of bezitten mag, waardoor de farailiennbsp;in ’t bezit hunner landgoederen gehandhaafd worden, ofnbsp;ten minden verzekerd zyn, dat zy wederom in handen vannbsp;andere Brefciaaneii komen zullen.
Het gemeene volk te Brefcia is niet zo ruw, maar vly-tiger en zeediger dan op veele plaatfen van Italien. On- inxcoo-^ertusfchen befchuldigt men ze oploopend te zyn, en nogncrs.
Veel van de yverzugt te hebben, die der gantfche natie in vroeger tyden eigen was. Dus gefchieden in ’t gebiednbsp;^er ftad, vooral in de bergagtige ftreeken, alle jaaren vee.*
Ie moorden. Het Italiaanfch van Brefcia is van de Venetiaanfche uitfpraak zeer onderfcheiden. Men heeft eenige Jaaren geleden een byzonder woordenboek daarvan uitge-6®vea. Sommige uitgangen, of liever geheele woorden,nbsp;neuf, coq, feu, eeuf, zyn geheel Franfch, hoewel fe-^«rt lang der taaie dqezer landftreek ingelyfd.
Q 4 nbsp;nbsp;nbsp;Brefcia
-ocr page 372-Ureftia.
W?eten ¦ fcbappen.
Brefcia heeft van oudsher geleerde mannen voortgebragt» Nikolaas TartagUa-was de eerfte die in de algebra de fof*nbsp;raule tot het oplosfen der vergelykingen van de derde magi'nbsp;aan de hand gaf. Hy vond uit, dat de linie eener bomb®nbsp;in haare geheele langte krom is, en dat de rigting van 45*nbsp;graaden ze het verft brengt. (*)
De akademie der Filarmonki te Brefcia is eene oudften van Italiën. By de zelve zyn profesforen in d®nbsp;mathefis, de fchermkonft, en zy heeft het opzigt over denbsp;fchouwfp'elen.
Onder de nog leevende geleerden behoort de reeds ge* Hielde Graaf Suardi , als wiskundige. Chriftiani, Vene-tiaanfche ingenieur te Brefcia, heeft een fchoon werk ovetnbsp;de verCchcidene maaten en gewigten in Italian en anderenbsp;landen gefchreven, het welk wy reeds tweemaal hebbennbsp;aangehaald. De Jefuiet Cavalli, een goed ftarrenkundige»nbsp;heeft het obfervatorium by het Jefuieten kollegie doennbsp;aanleggen. De Theatyuer Scarella heeft in 1759. een wer^nbsp;in twee deelen over den zeilfteen, een zamenftel over denbsp;phyfica, en verfcheiden andere fchriften uitgegeven. Joao*nbsp;nes Baptifta Guadagna is zeer ver in de hooge wiskunde.nbsp;De bouwraeefter Kafpar Turbini houdt zig bezig met denbsp;konften en de huishoudingskonft. Julius Pilati Jegt 2*^nbsp;met byzondere vlyt op de natuurlyke hiftorie, en inz®”'nbsp;heid op de kennis der fteenen, gelyk by dan ook veel®nbsp;jaspis en kofthaare Poorten van marmer in het land odi^'nbsp;^ekt heeft.
Vader Machi, een Filippyn, arbeidt aan een werk oveC ^e zydewormen. De Graaf Roncalli Parpliui heeft ovef
(quot;l Zyn boek, hierover in ’t jaat 1^38. uitgegeven, heeft den wrj geopend tot alle verdae ontdekkingen emnem bet werpen det bn®'nbsp;hen.
-ocr page 373-249
inenting der kinderziekte gefcbreven. Joannes Baptifta Brefcis. niici heeft een overzetting van ’t liegt der natuur van
^ffendorf gemankt. De bibliothecarius heet Karei Done-Piazzoni is een groot kenner der oudheden en der ou-letterkunde.
Egt;e Abt Chiari, bekend door zyne menigvuldige korae-r en romans, is eigenlyk van Brefcia geboortig, fehoonnbsp;te Venetien woont. Antonio BnignoH heeft een ge-^'gt over de vooroordeelen, en de Cavalier Durante verscheiden andere gedigten gefchreven. Brefcia heeft aannbsp;ïc'lia Baitelli niet alleen eene goede digteres, maar zy isnbsp;'1ok in ’t Griekfch en Latyn zeer ervaren.
Men ziet te Brefcia allerlei munten gelyk als in het W. Munten. latieefche. Het vreemde geld is overvloediger als hetnbsp;^cnetiaanfche , dat opgeld doet. De Venetiaanfche Ze- •
Chini gelden omtrent 23. lire, daar zy te Venetien maar legen 22. ontvangen worden.
Het gebied van Brefcia wordt door de rivieren Oarza RivierefL *n Mela doorftroomd. De laatfte loopt eene myl vaa denbsp;Siad naar den kant van Milaan, en valt omftreeks Cremonanbsp;de Oglio. Catullus zegt van hem;
Flavus quam vialli percurrit fluminc Mela Brixia, Veronlt;s mater amata mea.
Igt;e Garza maakt dat in de Had en haare nabuurfchap
veele
w —«V V ciciiau i nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
r‘clcia zou te danken hebben, heeft om die reden den bclachlyken !'quot;'»! gehad,van te willen bewyzen.dat dcezc regels niet egt,maarnbsp;‘“Selafchc zyn, als of ’er de eene ftad door benadeeld Wftd, als zynbsp;eene andere afftamde.
Q5
De geleerde en eerwaardige Marquis Maffer , die niet lyden dat Verona , zy»’ vadcrlyke ftad, haaien oorfprong aan de ftad
-ocr page 374-Aufda.
veele molens en fabrieken zyn, die de neering hevoté^ ren. Eene menigte van raderen , die tot het afhaspe'^”nbsp;en tweernen der zyde dienen, worden door die rivier o^‘nbsp;gedreven. De winft die de ftad van den zydehandel tre!1'nbsp;wordt op 200000. Duitfche daalders gerekend. Verdof1nbsp;telt men omtrent dertig papiermolens, veele yzer- en k®'nbsp;perfmederyen, mesfenmaakeryen , zaagmoolens, flamp®1^”nbsp;lens voor de ryft, Pejle di rifo, werktuigen om kanonn^'1nbsp;te booren, Trivelle , enz. De laatften zyn te Gardon®’nbsp;twaalf mylen van Brefcia.
Brefcia is federt lang om zyne geweermaakeryen b®” Itend. (1) Voorheen was Milaan in den zelven naam, do!gt;nbsp;tegenwoordig is deeze handel daar geheel verlopen,nbsp;raar Brefcia verleid. De yzervverken en fmederyen zj'®nbsp;in Fal Camonica en Fal Trompia. Het laatfte levert all®nbsp;jaaren omtrent 600000, pond yzers, en vordert ongeve®^nbsp;30Q. arbeiders, In de nabuurige vallyen vind men ooknbsp;koper, jaspis, alabafler, en toetsfteenen , die zwart s'1nbsp;ebbenhout zyn , en zig gelyk een fpiegel glad polyd®2nbsp;laaten.
flie.
Men treft in deeze flad ook verfcheiden’ persfen o®1 lynolie te persfen aan, gelyk ook om de olie uit denbsp;reis der druiven te haaien, Fenasfoli di uva. Dit laatl^®nbsp;foort van olie wordt op weinige plaatfen gemaakt, ennbsp;nogthans een vry aanzienlyk artikel van den handelnbsp;Brefcia. Als de wyn uit de druiven geperft is,droogt ffi®quot;nbsp;de korrels, en zondert ze, door ze vlytig omteroerennbsp;door een zeef te gieten, van de vuiligheid af, keert ze ®®'nbsp;een fchop het onderfte boven, gelyk het koorn, op d1'
aiie‘
Het Italiaanlche fpteekwoord zegt, Xatta “BrefJa nm ma Ctgl'une , dat zo veel zeggen wil, als dat de IciiQoufte wapt®
eeiien bloodaard geenea moed geeven-
-ocr page 375-25 ï
**les behalven de korrels vervliege. Als dit gedaan iamp;^jsrefciê» men ze nog vier weeken lang in de lugt regt uitdroo-Sen, en verbryzelt ze dan tusfchen twee fteenen. Daar-ontftaat als een foort van meel, dat over ’t vuur in ke-•els gezet en gebraden wordt, tot dat het regt rookt. Dannbsp;'^°et men het in een kleed onder de pers, en drukt ’ernbsp;olie uit.
Het gebied van Brefcia is omtrent 70. Italiaanfche '^n lang en 30. breed. Het getal der ingezetenen belooptnbsp;Jeoooo. De grond is zo vrugtbaar, dat men in een jaarnbsp;het zelve land weit en vlafch of gierft bouwt. Ianbsp;Plaats van te miften zaait men dikwyls in Auguftus eeunbsp;^°ort van wikken, die men verrotten laat, en dan onder*
Pl'^egt. Op een Pio lands, dat omtrent 853. halve roeden Oppervlakte heeft, zaait men omtrent 112. pond weit, eanbsp;gemeenlyk agt maal zo veel.
De vooriiaamde handel der flad beftaat in de zyde. Men - , ^fikent, dat de Brefcianers, nevens de ingezetenen van ^nbsp;Se'oied der ftad, jaarlyks omtrent 500000. Duitfche daal-in ’t land trekken. De vlafch brengt hun 100000. ennbsp;yzer ongeveer 50000. daalders zuivere winft aan. Denbsp;‘“andel in wol en linnen is niet min aanzienlyk. De ove-'’S® Italiaanen zouden ’er zig voor een groot gedeelte
fpiegelen kunnen , en uit het voorbeeld der Breicia*
® leeren , wat vlyt en een ordentlyke huishouding
quot;eti dr
He fTiijD Santo is een van de voordeelen van ’t Imd-pino Sants. Brefcia , en ook aan geene zyde der Alpes ge* ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_
De wvn heeft eene goudkleur, en een zeer lief,
’Ski
fmaak. Om hem te maaken, bewaart men de drui-
''Sri
liet
Of
tot in February , en brengt ze , als het in dit land koudfl is , onder de pers. Dan laat men hem viernbsp;''yf dagen in denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een weinig de
laa-
-ocr page 376-552
Èrefcia. laaten giften , en bewaart hem vervolgens drie of vief’ jaaren op vaten, wanneer het een lieflyke en lekkere wyonbsp;wordt.
Jagt met Men vangt in deeze landftreek de leeuwerken op ee« ^e»^/ff^er.byzondere wys, welke men de Jagt met den (linger, C(^^'nbsp;cia delle franfine noemt. Agt jaagers, hebbende ieder ec'^nbsp;flinger in de hand , ftaan rondom het net. Als zynbsp;troep leeuwerken zien komen, flingeren zy een fteen doo^nbsp;de lugt, en jaagen de leeuwerken door het gcfuis, datnbsp;fleen in ’t vliegen maakt, naar den grond, daar zy zignbsp;’t net verwarren; willen eenigen onifnappcn, zo flingei^nbsp;men een anderen fteeu in de lugt, en dryft ze weder cpnbsp;*t net. Op die wyze vangt men ’er fomwylen vyf en twii’^nbsp;tig of dertig op eenmaal, en meer dan honderd op eefnbsp;dag. Deeze jagt duurt van November tot het eindnbsp;February.
ftsfchery. nbsp;nbsp;nbsp;visfchery is voor het landfchap van Brefcia
voordeelig. Van ’t Lago di Garda is reeds boven gehi’”' deld. Het meer Ifeo levert insgelyks veel voortrednbsp;vifch, als groote forellen, fnoeken, kleine fardynen.nbsp;welfmaakende vifch Perfico is , zo men wil, eerftnbsp;eenige jaaren by eene overftrooming in dat meer gekon'^'”nbsp;en van te vooren nooit gevangen. Van de Carpioninbsp;men niet veel werks. In de Adda vangt men eennbsp;goeden en zeer gezogten vifch, Temel genaamd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
De Adda en de Oglio geeven niet alleen vifch maar d® ftofgoud. Zy, die deeze rivieren uitbaggeren , winnennbsp;meenlyk omtrent 6. van onze Huivers daags, en fomtynbsp;als zy zeer geiukkig zyn, wel een halven daalder, i»'nbsp;ook dikwyls niets. In de vally Camonka, boven betnbsp;Ifeo, waar de Oglio ontfpringt, vindt men topaazeiinbsp;granaaten. In deeze vally maakt men ook potten vannbsp;ier foort van Heeaen, die in ’t vuur zeer duurzaam zf’^
-ocr page 377-enkelde klomp leven’er veelen uit. Uit de groote P'gt;tten hakt men van binnen een kleineren, en zo altyd alnbsp;'*l“iner, tot aan de aller kleinften. In de nabuurfchap vannbsp;^tefcia worden ook zeer veele molenfteenen uit een’ graau-Heen gemaakt, die eerll zeer week is, maar in denbsp;binnen korten tyd zeer.hard wordt.
De weiden om Brefcia zyn zo voortreflyk, dat veele in-^^Zetenen uit de nabuurfchap van Lodi en Bergamo in November hun vee hier naar toe dryven, den winter overnbsp;^'^Uden , en kaas maaken. De Brefciaanen hebben tennbsp;einde een groote menigte van Hallen , die zy hunnbsp;''^thuuren. Men rekent voor elke koe voor den geheelennbsp;quot;'“Iter drie voeders van ’t hooi daar te lande, elk vannbsp;’Soo. pond, ’t welk omtrent 4. of 5. Duitfche daaldersnbsp;koft ;
waaruit men opmaaken kan, hoe veel dë veetugt ''Pbrengen, en hoe veel melk eene koe geeven moet.
De vrugtbaarheid van den grond komt ten deele van het ivater van den Oglio, en van AsFtifa, dat zorgvnldiglyknbsp;Verdeeld, en tot bewatering der weiden afgeleid wordt.
^len koopt en verpagt het water zeer duur. Nergens, of Op weinige plaatfen, heeft men eene zo goede huishouding omtrent de bewatering der weiden en der landen. Denbsp;^®®ilie Gambara, eene der magtigften van ’t land, trektnbsp;Omtrent 6000. daalders van het water , dat door haarenbsp;Soederen loopt, en van haar aan anderen verpagt wordt.
In den oratrek van Brefcia worden veel kaazen gemaakt,^»}, On naar buitenslands , onder den algemeenen naam vannbsp;^atmezaanfche kaas, verzonden. Veertig koejen geevennbsp;^sgelyks een vorm vol van 30. pond kaas, welke het pondnbsp;Omtrent op 4. Duitfche Grosfchen komt. (*) De koejen
zyn
(*) Wie by gevolg 40. koejen hondt , en jaar in jaar uit daags 3o. pond kaas maakt , komt elke koe op 45. daaldcis voordeel,
waat-
-ocr page 378-254
Sye^fa. zyti des zomers in de weide, maar’s winters op ftal, men geeft haar lynoliekoeken met zout.
U^eg naar Op den weg naar Bergamo en Milaan bemerkt men Bergamo. vJytigheid der inwooners in zig het water ten nutte te
ken, niet zonder genoegen. De kleine rivieren zyn doot goede dyken ingefloten. Uit die zyrt griften door kleio®
' Huizen naar de landen afgeleid, en deeze griften zyti ms^^ of min hoog, naar dat het water ver moet afgeleid v/o^'nbsp;den. Somtyds gaan ’er duikers over malkander heen ofnbsp;kruisgewyze, om overal het water heen te brengen. Lië'nbsp;gen eenige weiden hooger als het water, zo maaktnbsp;kommen , die door menfchen handen gevuld worden»nbsp;om uit de zelven naderhand het water verder te bren'nbsp;gen. Twee mannen kunnen dagelyks daar zo veel watef^nbsp;in brengen, als tot bewatering van vier akkers bouwlandnbsp;noodig is.
' Kiemant mag zynen buur het water ontneemen,
Ieder is veeleer genoodzaakt, als de nabuuren het va» doen hebben, het den laagen landen te laaten toekoffl^»*nbsp;Om dit water te gelyk eene berailïende kragt te geeven^nbsp;pleegt men de mirt van een ftuk waarop het vee eenen daënbsp;geweid heeft, langs het water te brengen, waardoor h®*nbsp;ten deele door het zelve weggefpoeld, of het waternbsp;minften ’er door vet gemaakt wordt.
Men moet de weiden en landeryen zlhier in de Ie»'* r zién, om zig een begrip van haare verbaazende vrugtb*^'^*nbsp;heid te maaken. De weiden worden in goede jaaren vief'nbsp;maal gemaaid , en telkens bewaterd. Dit maakt ook
la»'
waarvan egtet , gelyk gedagt is, alleen des winters 15. daallt;l''* voert hooi afgaan , gezwegen wat nog verder vervoederd woi®'’nbsp;ca wat zy d(js aomei* koli. Desongcagt blyft het voordeel ****nbsp;saerklyk.
-ocr page 379-Ijnderyen zo vrugtbaar. Gebeurt het dat de veldvrugten^^^yj/^,^^ ^oor den hagel vernield worden, zo ploegt men ze om,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
^^zaait ze op nieuw, en is nog zeker van eenen goeden Indien de boer zyn brood op een betere maniernbsp;^^kkeii wilde, zou hy nog veel meer voordeel hebben.
quot;^kans verbruikt hy eens zo veel meeis als in andere lan-Eerftlyk neemt hy alleen het fyne meel.
''fuikt hy zelden zuurdeesfein, of maar zeer weinig, zo
het brood hard en valt wordt. Dus heeft hier de boer een pond broods eens zo veel graans van doen als opnbsp;®ldere plaatfen. Indien men dit misbruik affchafte, zonnbsp;^'^eze landftreek en Lombardyen veel meer koorn kunnennbsp;'^kvoeren dan gefchiedt.
De weg naar Bergamo is, uit hoofde der menigte (lee-’’en die ’er op liggen, ongemaklyk. Deeze fteenen beflaan ’’’t graniet, kwarts, en fpaath, van verfcheiden’ kleuren.nbsp;De ingezetenen zeggen, dat ’er verfcheiden' wagens van ,nbsp;verzoek van den direfteur van ’t Florentynfch werk, (*)nbsp;’’Sar Florence gezonden zyn, om ze aan de koflbaare in-^«legde (lukken te gebruiken. Men vind: hier ook veelenbsp;''’’kken talks, die zig in de hand laat aan (lukken wryven,nbsp;een glanzend (tof geeft.
^Ten rekent te Bergamo 30000. inwooners. Het ligt iiiyien van Brefcia, en even zo veel van Milaan. De (tadnbsp;^cer oud. Eenigen geeven voor, dat Cyndus, de zoonnbsp;den Etrurifchen Koning Ligur,zeagttienhonderd jaarennbsp;Chriftus gclligt hebbe. Egter zyn de meellen vannbsp;^^^agten , dat de Galliërs, die ten tyde des ouden Tarqui-
f 1 Zie boven II, Deel bladz. iSü*
Sirgamo, in Ttalien kwamen, ze ongeveer vyf honderd vier ti tagtig jaar voo; Chriftus bouwden,
Hifiorie. Bergamo heeft byna een gelyk noodlot als Brefcia g®' Jiad. Het werd na ’t verval van ’t Roomfclie ryk doofnbsp;AttÜa, door de Longobardiiche koningen, en door Kei^efnbsp;Karei den Grooten bezeten, In de volgende tyden ma^lf'nbsp;ten zig de ingezetenen, op ’t voorbeeld van andere fled^”nbsp;in Loinbardycn , onafhanglyk. Ka dat dit een tydnbsp;geduurd bad , wierpen zig eenige magtige geflagteii bilnbsp;beurten op tot beheerfchers der ftad, naamlyk de Turn^*'nbsp;ni. Visconti, Suardi, Cogliani, Scaligeri. Daarna maalt'nbsp;|ten zig de Hertogen van Milaan meefter van de ftad. Eib'nbsp;delyk begaf zy zig in ’t jaar 1447. onder de gehoorzaaquot;''nbsp;heid der Venetiaanen. Toen Lodewyk XII. Koning va*’nbsp;Frankryk het hertogdom Milaan veroverde, viel dit lotoölfnbsp;Bergamo en Brefcia te beurt; dog beide plaatfen werde”nbsp;tien Venetiaanen, nevens andere fteden, in ’t jaarnbsp;yveder ingeruimd, en federt is de Republiek in het gerd^®nbsp;bezit daarvan gebleven.
de
Bergamo is , van ’t Borgo Canale af tot aan ’t Boffc'” Palazzo gerakend, omtrent twee Italiaanfche mylennbsp;De ftad heeft nog twee andere aanzienlyke voorfted^*!'
Morgo S. Antonio, en S. Leonardo, die als een van
fiad afgezonderd vlek uitmaaken. Bergamo ligt op heuvel als een amfitheater, en is met muuren , baftif’*’nbsp;ea grafiet! omringd, maar kan egter van ’t flot op dennbsp;$, Vigüio, waarin twee foldaacen liggen, beftreken 'dnbsp;den. Daar zyn nog twee kleine forten, H Fortinonbsp;itocca. hl het iaatfte is een artilleriefchool.
Fiera,
ifed
uit
rui'
jii®
Het inerkwaardigfte gebouw is /a Fiera, waar de markt gehouden wordt, dat voor omtrent twintig ja® .nbsp;van gehouwen fteenen is opgebouwd. Hst beftaat
meer dan vyf honderd kraamen ^ voor de welken eeh
-ocr page 381-•öe plaats is, en ligt aan den voet des bergs in de voor-Bergam», flad. Als men Bergamo in zyn luifter zien wil, moet mennbsp;(iat in ’t laatft van Augullus,als de kermis gehouden wordt,
^oen. ’Er wordt dan een theater in ’t Paleis van den Po-^efta, en een op de kermis opgerigt. Buiten dien tydheeft hïen hier geen’ fchouwfpelen.
De ftad heeft vier poorten, naamlyk die van S. Augu-^yn, S. Jacobus, S. Alexander, en S. Laurentius. Tus-*^hen de twee ecrften is op den wal een aangenaame wan-'^e'plaats, van waar men een verruklyk uitzigt heeft. In ^ec bovenfte gedeelte der ftad ligt Palazzo Veccbio, waarnbsp;regtbank is, en Palazzo Nuovo, waar de Raad dernbsp;ftad vergadert. In ’t laacfte zyn eenige goede fchilde-^20. Bergamo heeft twaalf mannen- en even zo veelnbsp;''rouwenkloofters, nevens veertien kerspelkerken in de ftadnbsp;in de voorfteden.
Het bisdom van Bergamo brengt omtrent pooo. damp;MersDomkerk. tip. IiT de Domkerk wordt het lichaam van S. Alexander,
Patroon der ftad bewaard, nevens verfcheiden’ heiligen van Thebaanfche Legioen. Op ’t koor ziet men zeven ftuk-van nieuwe fchilders , waaronder het martelaarfchapnbsp;s. Jan, Bisfchop van Bergamo, het befte, hoewelnbsp;middelmaatig is. De fchilder was Tiepoletto. Denbsp;’’’deren zyn flaauw. In eene k?pel aan de fakrifty ver-
ont
zig S. Ignatius , een’ ftervenden vermannende
’’or Sebaftiaan Ricci. De tekening bewyft geen’ grooten maar de uitdrukking, die in ’t ftuk heerfcht, is
^an de kerk van S. Maria Maggiore is de kapel van5. Maria beroemden Venetiaanfchen Generaal Bartolomeo Q.o.MaggiQrunbsp;, die het eerft zwaare artillerie op marfch met zig
'Jen
, en te Bergamo veele treflyke intigtingen en ftig* Sen maakte. Zyn monument is zeer groot;, maar be-*1. -Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;klapj
Bergatm. nbsp;nbsp;nbsp;den gothifchen fmaak, dien men toen nog niet vol'
komenlyk verlaten had. Boven op is het Itandbeeld de* (generaals te paard. De zydllukken en de hoeken ond^fnbsp;’t gewelf heeft Tiepoletto gefchilderd, De eerften ftelle'^nbsp;bybeifche hiilorieii, en de andere de Godsdienft, deVoot'nbsp;zigtigheid, de Geregtigheid, en de Liefde voor. De z»'nbsp;menileiling van deeze frescoos is goed, dog zy zyn ineefnbsp;aangenaam gekoleurd , dan juilt getekend. Zy beginne’’nbsp;reeds te bederven. De fchilder heeft Paul Veronefe wd'nbsp;len nabootfen.
In de kerk zelve ziet men by ’t koor vier (lukken vaö een kouflig ingelegd werk, en misfchien de beften va»nbsp;hun foort, die ooit gemaakt zyn. De verfcheidene kien'nbsp;ren van ’t hout vervullen de plaats der verwen. De tekS'nbsp;niiig is de befte niet, ’t welk egter byna ook niet andersnbsp;wezen kan. Het fchynt, dat men den kleuren van ’t hou'nbsp;door zeer ligte tinten is te hulp gekomen , en ten la®^'nbsp;ft^n de geheele ftukken met een zeker vernis overtrol*'nbsp;ken heeft. Deeze vier ftukken verbeelden den doorto^'nbsp;door den Jordaan , den zondvloed , het onthoofden v***'nbsp;Holofernes door Judith , en het gevegt van Davidnbsp;Goliath.
Agter het koor vertoont zig een ftuk met beelden dan leevensgrootte, verbeeldende de apoftelen , die i'’nbsp;graf van Matia kyken. Met is in een groote maniernbsp;derd, en wordt aan Julius Romanus toegefchreven,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_
fchynt veeleer van een der Caracci te zyn. Aan het agt'-’^ gewelf heeft Leandro Basfano de hemelvaart vannbsp;.verbeeld, ch aan het gewelf van ’t koor het bezoek
Maria, de Verkondiging, de geboorte van Chriftus en
voorftetling in den tempel. Zy zyn doorgaans wel donneerd en fchoon gekleurd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’
In den regter kruisgang heeft de Ridder Liberi ®
-ocr page 383-Zondvloed in de manier van Caracci gefchilderd. De ;Ëerg(tm9. ^onnaiuie en tekening verdienen lof, maar het koloriet isnbsp;*6 rood. Tegen over heeft hy,op een even zo groot ftuk,
^ofes, die het water uit den rots Haat, gefchilderd. Het 's zo goed niet getekend, en valt ook in ’t roode. Aannbsp;zolder van ’t fchip ziet men een uitvoerig ftuk van Fa-in de Roode 2ee. De fchikking is fchoon, en hetnbsp;®ük, over ’c geheel befchouwd, behoort onder de beftenbsp;''^erken van Luca Giordano. Êenigen berifpen ’er aan,nbsp;men in de beelden op bet ftrand geen verbaasdheid ge-'’oeg ontdekt.
De kerk Grata is nieuw en zeer pragtig gebouwd. Qrata '^erfi sring 'en verguldfelen zyn nergens gefpaard.
•S'. Aksfandro is een fchoone kerk. Op het derde,al-ter regter hand ziet men de geboorte van Chriftus Qnfandro. 'et heilige Avondmaal, een paar treflyke ftukken van Leandro Basfano. Men vindt hier veel fchilderyen van laaternbsp;kieefters uit de Venetiaanfche fchool, Tiepoletto, Cigna-'oli, en den Graaf Rotari, Deeze kerk is van Aksfandronbsp;Croce te onderfcheiden, waarin men een liegt ftuk vannbsp;^sbaftiaan Ricci ziet, ’t welk S. Gregorius verbeeldt, Ma-voor de zielen in ’t vagevuur aanroepende.
De Doininikaaner en Hospitaal kerken zyn in nieuwe ^®'aak, maar liegt befchilderd. De verfieringen zyn plompnbsp;gothifch.
S.AgofttnOt
een ma« van talenten voor zyne nog niet zeer verligte en heeft veel tot uisbreiding der weetenfchappennbsp;''®êebragt.
R 2 nbsp;nbsp;nbsp;Ten
Jn de kerk van S. Auguftinus ziet men het praalgraf van ^'hbrofins Calepinus , die zig in ’t begin der zeftiendenbsp;door zyn woordenboek bekend maakte, en als denbsp;^'^urvader van alle woordenboekmaakers aantezlen is.nbsp;ftierf te Bergamo in ’t jaar 1510. ^yn boek toont iti
-ocr page 384-Bergamo. Ten aanzien der architektuur der byzondere gebouweO vinden de liefhebbers niet veel byzonders te Bergamo. B®nbsp;beften zyn die van de Graaven Terfi, Sanchi, Betamffli»nbsp;Sezzi, en Macasfoli,
Palen
Terp.
In ’t Paleis Terp vindt men goede fchilderyen, die ii’ wel verfierde kamers ten toon gefteld zyn. Een gioot fte'^nbsp;met een concert van Storco is wel geordonneerd, inaafnbsp;zwak gekleurd. Eene doode Lucretia met den dolk innbsp;borft, voortreflyk gefchilderd, hoewel van een onbekend®nbsp;hand. Eene kopy van de fchoone Sufanna an Guido»nbsp;van de welke wy te Brefcia fpraken. Men heef: uit ditnbsp;Paleis een trellyk uitzigt over de verruklyke vlakte, di®nbsp;zig van de ftad tot aan ’t Apennynfche gebergte uitftrekt»nbsp;en met de boomen, die de weiden en landeryen doorlhy'nbsp;den , het fchoonfte parterre uitmaakt, dat men beden'nbsp;ken kan.
Paleis
Sanchi,
In het Paleis van den Graaf Jan Baptift Sanchi zi®^ men een vrouw met een parelfnoer, van een onbekend®nbsp;hand. De uitdrukking is bevallig, en haar aanzigt bekoot'nbsp;iyk. Een hof met pluimgedierte van Jakob BasfaoO'nbsp;Twee architektuurftukken van Lizandrini , niet fyn ê®'nbsp;fchüderd, maar van groote werking. Een heilige fam**'®nbsp;van Simon Cantarini van een trellyk koloriet, in de i®*'nbsp;nier van Titiaan.
Een merkwaardig ftuk, waaraan drie groote meefters g®' werkt hebben, vertoont drie beelden ten halven lyve.nbsp;eene vrouw in profiel is van Titiaan, de andere van P®®nbsp;Veronefe , en de man op den agtergrond van Giorgio®®'nbsp;Men erkent eiken meefter aan zyne manier. Daar zyn v®^nbsp;fcheiden ftukken, waaraan zy genoegen vonden gezame®''nbsp;lyk te werken.
De Veftaalfche maagd, die water in e®® met ga*®®
draagt, heeft Franciscus Mazzuoii gefchilderd. De £®^®
iiio*
2ÖI'
^üig is gemanierd, maar ’t koloriet natuurlyk. Aan de Bergdim. Zolder heeft Luca Giordano Atlas, den wereldkloot draa-ëende, en Venus op haaren wagen, gefchilderd. Zy wyfl:
jongeling, die den wagen fchynt te mennen, dat haa-’'0 heerfchappy zig over de geheele wereld uitftrekt. De beide beelden zyn niet fchoon, en aan het koloriet ontbreekt het natuurlyke.
Bergamo heeft een aanzienlyk hospitaal voor kranken en weezen. Eene zekere broederfchap, Confortio de' pri-gionieri genoemd, zorgt voor het fpyzen en kleeden dernbsp;Sevangenen. Daar zyn ’er dikwyls over de honderd, dienbsp;'’an hun verzorgd worden. De lombaard of Mmte dinbsp;^ieta, leent tot voor de fomme van 500. daalders tegennbsp;3. ten honderd in ’t jaar ; maar men kan de fchuld verhangen. Deeze renten zyn byna te zwaar voor een land,
Waar de vafle goederen maar 2^. ten honderd geeven.
De wol- en zydehandel is,te Bergamo zeer aanzienlyk;Handel. Voorheen was de eerde van nog grooter gewigt. Men teltnbsp;onder de tegenwoordige Nobili di Venezia meer dan vyf-lig familien , die van ryke kooplieden van Bergamo af-ftamraen. Voorheen waren de tapyten en zekere (lof ofnbsp;foorten van farges van hier, in ’t Italiaanfch Panning ge-'’aamd, zeer gezogt. Men tweernt hier veel zyde, en denbsp;^yde uit de landftreek van Bergamo wordt die van Turinnbsp;gelyk gefchat. Men maakt ook fchoon fcharlaken en zy-•hene (lolTen , die buitenslands in naam zyn. Alle weeknbsp;''’ordt hier een groote koorn- en havermarkt gehouden,
(lerke en gezegende landbouw in deeze (Ireek maakte,
^at men hier in ’t jaar 1765., toen een groote duurte en hongersnood in de middelde en benedende deelen vannbsp;Italien heerfchten, geen merklyk verfchil in den prys bekeurde.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Karakter
Men houdt de inwooners van Bergamo voor vlytige^fer/«geaf.
R 3 nbsp;nbsp;nbsp;lie¦/^«^’a.
-ocr page 386-Bergamo, lieden, die op hun voordeel bedagt zyn. Men zegt fe-’ nbsp;nbsp;nbsp;dert lang, Bergamafchi fottili, de fyne Bergameezen. Die
in hun vaderland niet voort kunnen, zoeken hun brood buitenslands. Men vindt ’er eenige duizenden te Romennbsp;en te Napels, waar zy ook eene nationaale kerk hebben.nbsp;Alzo zy gezonde en llerke menfchen zyn, fchikken zynbsp;zig zeer goed tot zwaaren arbeid. Te Genua zegt mennbsp;van de daghuurders van Bergamo, dat zy niet te rug wy-ken, ’t welk zeggen wil, dat zyn voor geen kleinen laftnbsp;en zwaar werk bang zyn. Men houdt ze voor goede huishouders en rekenaars, waarom men veele pagters en tollenaars vindt, die uit deeze ftreek afkomftig zyn. Alzonbsp;dit ze niet zeer bemind maakt , zo geeven zy zig veelnbsp;voor Milaneezen uit. De vrouwen te Bergamo zyn zeernbsp;naarftig, en neemen de huislyke bezigheden trouw waar,nbsp;daar die van Romen en andere plaatfen ledig gaan. Veelennbsp;hebben kroppen.
Cekcrden. Behalven den reeds genoemden Calepino, die van Ca-lepio, eenige myleii van Bergamo geboortig, en Tasfo» die eigenlyk uit de Had afkomftig was, en maar by toevalnbsp;te Sorrento by Napels in ’t jaar 1544. geboren wierd, ef'nbsp;kennen verfcheiden geleerde mannen Bergamo voor hunn®nbsp;vaderlyke ftad. (_1') Tegenwoordig woont hier Vad^^nbsp;Ulysfes di Calepio , een bekwaam wiskundige, die eennbsp;Italiaanfche overzetting van Wolfs beginfelen der wiskundenbsp;te Verona uitgegeven heeft. Serasfi is in de letterkunde gt;nbsp;en Andreas Pafta in de geneeskunde zeer ervaren. D®nbsp;Domheer Lupi heeft verfcheiden fchriften over de diplo'nbsp;inatica en andere weetenfchappen doen drukken.
De
Men kan daarover nazien Calvi, Scrittori Bergamafchi, en de Mfemeridi di 'Bergamo, Dc laatften zyn in 1c jaar 1676. in drie deciel
in quatto uitgekomen.
-ocr page 387-263
De taal van den gemeejien man te Bergamo is een vroii-^6rlyk mengelmoes, en wykt zeer veel van ’t zuivere ha-*'aanfch af. Wyl zy veel boertigs heelt, fpreeken veel Har-'-‘'iyns ze op de Italiaanfche theaters, zelfs zyn de meegt;
, die deeze rol fpeelen, Bergaraeezen, alzo men hen, hunne grappige en naïve invallen, daar het bekwaamd:nbsp;houdt.
Op den weg van Bergamo naar Milaan blyft men nog/^^
laan.
5. mylen op het Venetiaanfche gebied. Drie mylen verdeï Bergamo **ornt men by het dorp Camnica aan de ^dda,
di Como ontftaande, by Cremona in den Po valt. Deeze^
‘^'vier heeft door middel van ’t kanaal Naviglio della Mar-^^fana , dat by Canonica begint, gemeenfchap met Mi.
^®an.
By Canonica ligt een pragtig flot van den Marquis van
Caravagio, en niet ver daar van daan Catfano, dat dooc fien veldflag in ’t jaar 1705. vermaard geworden is. Denbsp;Hertog van Vendome bragt hier Prins Kugenius aan ’t wy-'sen, na dat, ’er veel bloeds vergoten was. Deeze flag,nbsp;de volgende van den 19. April 1706. gaf den Franfcheiinbsp;overhand in Italien, zo dat hun niets dan Turin bleefnbsp;veroveren. Maar alzo de Hertog van Vendome naarnbsp;Vlaanderen ontboden werd, bekwamen de zaaken een an-dere gedaante , en de Prins Eugenius won nog dat jaarnbsp;den grooten flag, waardoor Turin ontzet werd, gelyk innbsp;^ ®erfle Deel gezegd is. Eenige mylen verder zuidwaardsnbsp;een ander beroemd flagveld, naamlyk Agnadel, waarnbsp;honing Lodewyk XII. van Frankryk, in ’t jaar 1509. eenenbsp;gewigtige overwinning op de Venetiaanen behaalde, datnbsp;'’y daardoor meefter werd van geheel Lombardyen tot aannbsp;Vfitietien toe.
Zes mylen van Canonica en twaalf van Milaan komt te Gorgonzola, een dorp aan ’t kanaal gelegen. Vannbsp;R 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hier
-ocr page 388-Btrgamo.
hier heeft men een’ aangenaamen weg tot Milaan. Aa” beide zyden flaan hoornen, en men ziet wyde vrugtbaaf®nbsp;vlaktens , die van ontelbaare griften, Ruggie genaamd gt;nbsp;bewaterd worden, en daardoor eene ongemeene vrugtbaaiquot;nbsp;heid verkrygen. Deeze afgeleide wateren wordennbsp;betaald , en maaken een aanzienlyk inkomen voor de^nbsp;landsheer uit. Van hier tot Lodi ziet men byna niets da1nbsp;weiden. De Parmazaankaazen uit deeze landflreek wo^'nbsp;den voor de beften gehouden. De landhoeven, daar di^nbsp;gemaakt worden , i ot'iiü men Bergamine. Men neemtnbsp;meeft koejen toe uit Zwitferland, die tot den 25. Noven1'nbsp;ber in de weide blyven, en den winter over op ftal ftaaii'nbsp;Deeze vlakte van Lombardyen, die zig van Turin tot aaUnbsp;Rimini , omtrent 250. Italiaanfche mylen ver, uitftrekt»nbsp;is voor zeker eene der grootften, vrugtbaarften, en aaO'nbsp;genaamften van geheel Europa.
PAVIA.
Krtrtbui-str kerk.
Vyf mylen eer men te Pavia komt ziet men de beroeiA' de Karthuizer kerk, eene der fchoonfte kerken van P1'nbsp;lien , die Giovanni Galeazzo Vifconti , Hertog vannbsp;laan, wiens gebeente ook in deeze kerk ruft, geftigt heef1''nbsp;Hier onthouden zig ongeveer vyftig monniken, die, vöI'nbsp;gens hun eigene bekentenis, over de 100000. daalders iquot;nbsp;komen hebben. Eene laan van hooge populieren leidt ofnbsp;eene ruime plaats, waarop de kerk ftaat. (1)
De kerk is geheel volgens het plan van Bramante bouwd. De voorzyde beftaat uit marmer, en veel beel^
Marco Antonio del Rc , een Miianeelch plaitfnyder, deeze kerk op vetfchciden bladen gebieden, die egtet niet getnakbnbsp;6e krygen eyn, alzo de monniken de plaaten bezitten.
-ocr page 389-s6$
quot;’erk in een' gothifchen fmaak, waaraan men egter reeds pavia, ^Pooren der zig opbeurende konft ontdekt. Het marmer-quot;'erk geeft haar geen gering fieraad. Het binnenlle dernbsp;^srk is aartig. Het gewelf heeft eenige overeenkomft metnbsp;'^6 Domkerk te Milaan, die Bramante iiisgelyks ontworpennbsp;^eeft. De grond is heraelsblaauw met gouden Barren, ennbsp;''erfcheidene vergulde fieraaden.
Op het byzonder altaar ter regterhand ziet men een zon-^fitbaar fchilderfluk van Macrino, een’ tydgenooc van Pe-^'^gino. Het bedaat eigeniyk uit zes Hukken in eene lyft.
^aria met S. Hugo, een Karthuizer, eene Opftanding, en vier Euangeliften. Zy zyn volgens de wys van diennbsp;•yd droog, ftyf, en niet juift gefcbilderd.
In de vierde kapel ter regter hand ziet men een Chriftus ®an ’t kruis van Arabrofius Fosfani , een oud gothifchnbsp;ftük met vergulde zoomen om dc kleederen. OndertUS-fchen zyn de hoofden taamlyk fyn gefcbilderd, en de pynnbsp;is wel uitgedrukt.
In de zesde kapel is de ApoBel Petrus, die aan Maria 'vyft hoe Paulus fchryft, van Guercino, in zyne roode ennbsp;’donkere manier. De hoofden der ApoBelen zyn fchoon,
'baar dat van Maria heeft niets edels. Op het altaar in den 'bgterkruisgang heeft Cerano S. Carolus Borrom^us ennbsp;^funo, die Maria aanroepen, gefcbilderd. Het heeft zonbsp;''fiel van zyne verw verloren, dat men niet wel over denbsp;'berking oordeelen kan. Het voorblad van ’t altaar is metnbsp;^cn fchoon basreliëf van Tomafo Orfolino van Genua ver-fierd. Het verbeeldt S. Bruno, die voor een kruis ge-tnieid ligt. In het hoofdbeeld heerfcht veel uitdrukking,
’quot;’een is het wat te kort. De kleine beelden der Karthui-*ers zyn goed, maar de engel (legt uitgevallen.
% het altaar (Iaat het marmeren gedenkftuk van bo-''en gedagten Hertog van Milaan , die deeze kerk ge-R 5 nbsp;nbsp;nbsp;ö’èJ
-ocr page 390-Pavia. fligt heeft. De beelden verdienen geen lof, maar
loofwerk , en de kleine trofeen op de pilafters zyn nie^ kwalyk gewerkt.
Het altaarftuk der tweede kapel op de flinkerzyde berta^* uit zes fchilderyen in een raam. Vier heeft Periigino ge'nbsp;fchilderd, naamlyk God den Vader, in eene glorie, Mari*nbsp;en eenen engel, die het kind Jefus heeft, S. Michael, e”nbsp;eenen befchermengel. De laatfle is fchoon. Over ’t ge'nbsp;heel befchouvvd is het ftuk (lyf en droog.
In de derde kapel, is S. Jan die Chriftus aanroept. eO eenige Karthuizers, van Carlone, een’ Genuees, middel'nbsp;maatig gefchilderd , egter is ’er taamiyk veel uitdruk'nbsp;king in.
In de vierde kapel, eene aanbidding der koningen, vaö Pietro Negri. Maria , zo wel als het kind Jefus, hebben geen edel karakter. Het hoofd des knielenden Ko'nbsp;nings is egter fchoon, maar de groepen op den agtergron^*nbsp;zeer zwart.
In de vyfde kapel heeft men een voortreflyk (luk den Ridder del Cairo. Het kind Jefus op den fchootnbsp;ner moeder geeft der h. martelaaresfe Catharina eene l^l*^nbsp;te ruiken, en zet der h. Catharina van Siena eene doot'nbsp;nenbroon op, terwyl zy hem den voet kuft. Het kolori^'nbsp;is meelterlyk. De Catharina van Siena heeft eene bo^^'nbsp;vaardige miene, en de andere eene bekoorlyke mienenbsp;’t profiel, in de .Maria is fchoonheid en een’ edelenbsp;drukking vereenigd.
In de zevende kapel is eene Maria met den rooZ*^'’
krans , van Morazzoni , middelmaatig gefchilderd.
het altaar in den flinker kruisgang op ’t koor der mon'’*
ken heeft Daniel Crefpi Chriftus in de glorie, en S.
no nevens andere heiligen , die hem aanroepen , nbsp;nbsp;nbsp;^
beeld. Het koloriet is fchoon en kragtig. Het b®®*
vaD
-ocr page 391-267
Chriftus is onrigtig, maar dat van Bruno juifl: voor-
, de oude fakrifty ziet men op het altaar vier en zetlig ®'0e elpenbeenen basreliëfs. De pilaaren, wil men, zynnbsp;den hoorn eens eenhoorns gemaakt. Het werk is aar-en zo goed als het in zyn foort zyn kan. Het ge-werk verdient als iets zonderlings, maar niet ten op-jW der konft, befchouwd te worden. Het is een ge-van de Hertogin Catharina, gemaalin van den ftig-deezes gebouws. Men vertoont hier ook koftbaarenbsp;juweelen bezette kelken, en andere koilbaarheden,nbsp;j^^ronder verfcheideiien van Hannibal Fontana gefnedenenbsp;l^^snen te bemerken zyn. Op den voet van een kruis vannbsp;^''gkrydal heeft de zelve Fontana Chriftus naar Golgothanbsp;’^nde, afgebeeld.
De nieuwe fakrifty is met negen middelmaatige fcbilde. ’i’en van verfcheiden’ meefters verfierd. Het befte daar-’quot;der is eene verkondiging van Procaccino. In een’ by-*''hdere kaft worden voortreflyke borduurfels van zydenbsp;eene in haar foort groote konftenaares, Antonia Peru-, bewaard , waaronder byzonderlyk een mannaregennbsp;j, de woeftyn zo fchoon uitgevallen is , als of het eennbsp;''ildery was.
^,^et koor is geheel van de hand van Daniel Crefpi. De hoofdftukken verbeelden de geboorte van Chriftus, denbsp;¦dding der koningen, de voorftelling in den tempel.
Chriftus onder de ieaaars in den tempel. De ftukken *''tfco aan ’t gewelf zyn uit het leeven van S. Bruno ge-De manier is taamlyk goed, maar daar heerfchtnbsp;^'“¦g edels in. Het vleefch is te rood, en de houding
Het hoofdaltaar
^ beter in agt genomen kunnen zyn
^'dient voornaamlyk wegens het fchoon ingelegde werk sgaat, lapis lazuli, en andere koftbaare fteenen, bezig-
-ocr page 392-Pavia,
zigtigd te worden. Dit koftbaare ingelegde werk is de geheele kerk dermaate verkwill, dat men het zelfsnbsp;de baluftrade in de kapel van ’t Avondmaal vindt.nbsp;kloofter onderhoudt byzondere lieden die dit werknbsp;flaan. Hier en daar is de natuur taamlyk gelukkignbsp;bootft.
De bibliotheek beantwoordt niet aan de overige P'’^quot; des kloofters. Men vindt zelden Karthuizers die zignbsp;de weetenfchappen bekommeren; en hoe kunnen zVnbsp;doen, daar zy van de vierentwintig uuren ’er veertien e?nbsp;het koor doorbrengen moeten ? Men vertoont in dee^®nbsp;bibliotheek een paar kaften met elpenbeenen basreliëfs»^nbsp;van gothifch maakfel, en uit hoofde der menigvuldigenbsp;lien in Frankryk gemaakt fchynen te zyn.
De gebouwen tot het kloofter behoorende zyn zeer n'‘' geltrekt. De byzondere cellen of kamers der monnik^quot;nbsp;zyn aan de muuren van een groote vierkante plaats.nbsp;monnik heeft by zyn kamertje een kleinen tuin.nbsp;algemeenen tuin zyn veel verborgen fonteintjes en aard^*nbsp;haagen.
Slag b'j. Pavia.
De nabuiirfchap deezes gebouvvs is merkwaardig ^ wegen den vermaarden velddag, dien Francois I. Ko**nbsp;van Frankryk den 24. February 1525. verloor, en dsS'nbsp;zelve door den Connetable de Bourbon, die ’t heknbsp;Keizer Karei V. gebood, gevangen werd. (*)
268
Pavia,
bS'
gro'
Pavia, in ’t Latyn Ticinum, is eene ftad, gelegen de rivier Ticino, van 30000. zielen , die ivegens
nC»’
(•) Ariofto bezingt deezen flag, waarin Fran9ois zo veel O' bewees, maar ongelukkig was, Canu 53. Oicava jz.
yedete U mrgllo delta Nehiltade
Di mta Vraniia alia eamfagna ejlinto, Bcc.
-ocr page 393-ïfootte flegt bewoond fchynt. Gebrek aan handel en nee*plt;3i/lt;*. ^‘•’g maakt ze doodfch. Pavia is eene zeer oude ftad, en,
'^'^Igens Plinius en Strabo , door de Ligntifche volken, voor Milaan , gebouwd. Toen het Roomfche ryknbsp;’t vervallen kwam, werd zy ten deele vernield, maar,
quot;^^or voorzorg van S. Epiphanius, haaren Bisfchop, fpoe-weder herfteld. Zy werd daarop de hoofdftad van ^ombardyen , van den eerden Longobardifchen Koningnbsp;^*boin, tot op den laatften Defiderius toe, die door Ka-den Grooten gevangen werd genomen. Keizer denbsp;^oodbaard maakte de ftad op een zekere manier vry, eg-Zo dat zy onder Keizerlyke befcherming bleef. Denbsp;‘'quot;vooners konden zig niet wel onder malkander verftaan,nbsp;''iderwierpen zig deswegens aan den Pauslyken Stoel, ennbsp;'derden door den Aardsbisfchop van Ravenna, als ’s Pau-Legaat, zo lang geregeerd, tot dat de Visconti, alsnbsp;uertogen van Milaan, de ftad bemagtigden, en verfterk-1nbsp;kn. Sedert is zy aan Milaan gehegt gebleven.
Op de Plaats voor de Domkerk ziet men een bronzen ^'atue te paard op een zuil. Het werk daaraan is middel-’quot;satig. De gemeene man noemt ze Regifola, Eenigennbsp;» dat het Keizer Antoninus Pius, en door de Lon-^obarden van Ravenna herwaards gebragt is. Men ver-dat de eerfte foldaat, die de muuren van Pavia be-toen ze door de Maarfchalk de Lautrec in ’tjaarnbsp;veroverd werd, een Ravennees was, en van dennbsp;''s’idheer tot eene belooning verzogt, dat het beeld we-naar Ravenna gebragt worden mogt; maar de bor-
gets
1^.^*) Gatti, Zanetti, en Vader Marron! hebben de hiftorie van Pa.
befchreven. Ten aanzien der geeftlyke hiftorie heeft men een /donder werk van Vader Romualdo , onder den titel , F/ipit
-ocr page 394-Pavia.
Domkerk,
S. Pietro.
gets van Pavia lieten niet af te bidden, dat zy het hod' den mogten , en de foldaat ontving ’er eene kroon va”nbsp;goud voor.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
De Domkerk wordt herbouwd , dat langzaam voo^' j gaat, alzo het geld alleen van aalmoezen moet kofflfi”’nbsp;en de menfchen niet meer zo mild zyn om tot het bo”'nbsp;wen van kerken te geeven als voor een paar eettvren.nbsp;koor en de kruisgangen zyn nog maar af. Alle reisbefchiy'nbsp;vingen fpreèken van de lans des grooten Rolands, diehi^^nbsp;bewaard wordt, de welke niets anders dan de maft v””nbsp;een fchuit is.
In de Auguftyner kerk van 6quot;. Pieter wordt het gebeeo'* van S. Auguftinus bewaard. Zyn lichaam zou in de agt^^nbsp;eeuw uit Sardinien herwaards gebragt zyn. Koning Lu”’nbsp;prand bouwde deeze kerk hem ter eere, maar de begraaf'nbsp;plaats des heiligs werd zo geheim gehouden, dat zy ei”'nbsp;delyk geheel vergeeten werd. Veele eeuwenlang bleefnbsp;geheel verborgen, tot dat men eindelyk een’ oudennbsp;vond, dién men egter met voordagt daar had kunnen 1”^nbsp;gen, en toén geloofde men werklyk de beenderen des h”’’nbsp;ligs ontdekt te hebben. Op den muur ftond ten minft”quot;
met zwarte Gothifche letters, Augujlim. Deeze onti king gcfchiedde in’t jaar 16^5. Maar alzo men nognbsp;tvviden of het wel de waare begraafplaats was, bekragtig^^nbsp;Benedicfius XIII. het met eea bulle, en nu mag’ernbsp;mant meer aan twyffelen.
(*} Fontanini heeft dit in ccn byzonder werk dc Corpore S-gnfttni Ticinl riperto in 1728. brecdvoetig belchrevcn. In ’t «731. kwam 'cr te Romen een fcherp gefchrift tegen uit ,nbsp;het voorgeevcn der monniken voor vaiich vetkiaard , en denbsp;zaak , in (pyj Pauslyke bulle , voor verdigt gehouden ^nbsp;Motivi di credere tutta via afcofo e non ifcoperto I’anno 1659. lt;V
di S, Aiofiim.
-ocr page 395-271
^iet ver van dit gewelf ligt het lichaam van den Chriftenp^^,;^, quot;'Vsgeer Boethius, die in zyn ballingfchap te Pavia hetnbsp;^^^tende boek de Confolatione Philofopbia fchreef, en te-het einde der regeering van Koning Theodorik on-HuiiJig werd omgebragt. Men vertoonde voorheen ooknbsp;Pavia den toren waar hy gevangen gezeten heeft en hetnbsp;'^ofd verloor, maar hy is thans afgebroken. By zyn grafnbsp;men aan eene zuil :
Hic jacent ojja Regis Luitprandi.
Jti de overige kerken is niets merkwaardigs te zien; eg-kan die van S. Michele , eene oude kerk der Lon-^'^kardifche Koningen, die der Karraelieternonnen, en de
ot de weflerpoort liggende Benediktyner kerk van S.
Vq,
c nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;___
“^Ivator bezigtigd worden.
t)e univerfiteit van Pavia iVond voorbeen in grooten ''ïara, gelyk dan de vermaarde regtsgeleerden Baldus, An-m'r.nbsp;^'eas Alciatus en anderen hier lesfen gegeven hebben. Ka-de Groote heeft ze geftigt, en Karei IV. vernieuwd.
het
en
hen
Diet
^nder de dertien daartoe behoorende colkgii is een van Pius V. en heet daarom Collegia Papak. Zyn bron-flandbeeld ftaat voor het zelve in eene goede ftelling,nbsp;de gewaaden zyn wei geworpen. Men treft binnen innbsp;Zelve deezen Paus nog fchoonder in ma;;roer gehou-aan. Ter regterband in eene hooge zaal hangen groo-^ehiideryen, waaronder de flag van Lepanto door Gio-Battifta delle Scuole is. Een ander collegio voertnbsp;naam van Borromeo. Het gebouw rs aanzienlyk ennbsp;, 'choone galleryen voorzien. De broeders Zuccherinbsp;®bben zig in eene zaal met op natten kalk te fchilderennbsp;^’'derfiyk gemaakt. Frederik heeft de procesfie met eennbsp;van Chriüus kruis gt; door S. Borromeus in een pefl-
tyd
-ocr page 396-27a
tyd gehouden , en de verheffing des heiligs tot naai gefchilderd. Beide (lukken zyn goed geordonneerd
Pavia.
en in een vrye manier uitgevoerd. De beelden zyn reusagtig.
Daar zyn eenige goede paleizen te Pavia, by voorbe^^** dat van de familien Mezzabara, Belliromi, en Botta.nbsp;en daar (laan nog oude en zeer hooge torens, gelyk d*^nbsp;welke tot het Paleis Belcredi behoort. Voorheen fto”nbsp;’er nog een nu ingellorte toren, die, volgens de uiifpr^^*^nbsp;van ’t gemeene volk, Torre del ptz in zo heet, dat zonbsp;wil zeggen als het onderde boven , otn dat hy bov^''nbsp;veel breeder was dan onder. Diergelyke kondllukjes d^*nbsp;bouwkunde, waartoe ook de hangende torens behoorequot;»nbsp;waren voor drie honderd jaaren in de mode, wanneer mei*'nbsp;om zonderling te zyn, het gezonde verdand ter zyde ze''nbsp;tede.
Pavia is van ’t weden tot het ooden , of van Pnf'* Borgorato tot aan de poort van Cremona eene Italiaanfeh®nbsp;myl lang, en van ’t noorden naar ’t zuiden niet veel
be' oO'
der. De omtrek is voor 30000. inwooners, en eene zetting van 3000. man te groot, en dit doet de plaatsnbsp;bewoond fchynen. De Strada tiuova loopt van ’t n'K’'nbsp;den naar ’t zuiden byna lynregt door de (lad. In ’tnbsp;1765. zyn alle de huizen op de zelve wit gemaakt. ‘‘‘nbsp;gelegenheid dat de Infante van Spanjen door de dadkW^’”’nbsp;om te Infpruk met den Groothertog van Toskanen tenbsp;wen. Men leed nog de opfchriften, die toen bove”nbsp;fladspoorten gezet werden. Onder de poorten alhiernbsp;men een byzondere manier van aalmoezen te vergadf^’”nbsp;met naamlyk den doorgangeren een fchotel voortehoud^'*’nbsp;waarin een doodshoofd ligt, vermoedlyk om hen daafd'’nbsp;tot medelyden te beweegen.
Schoon Pavia eene univerfiteit heeft, wordt zy
W«‘'
Weeten-
febappen.
27a
'*^6inig bezogt, en de weetenfchappen worden ’er taamlyk ''erwaarloosd. Men zoekt te vergeefs naar eene publiekenbsp;bibliotheek, of de boeken die over de nieuwlle ontdekkingen in de mathefis en pbyfica handelen. Even zo weinig vindt men natuurkundige inftrumenten , globes, een ob-^'^fvatorium , een kabinet van naturalia, of wat in onzenbsp;''erligte eeuw tot beoeffening deezer weetenfchappen, zo.nbsp;huttig voor het menfchdom, gevorderd wordt. Het fchyntnbsp;®is of de regeering daarop uit was, deeze hooge fchool,nbsp;bie Op ’t uiterfte ligt, weder op de been te helpen, fe-bfirt men een der grootfle wiskundigen, den Vader Bofco-i'ich, als Profesfor in de mathematifche weetenichappeanbsp;kier beroepen heeft, (*)
Ondertusfehen vindt men rog eenige geleerden te Pa-waartoe Vader Fontana, een bekwaam wiskundige eii *^nfesfor in de metaphyfica behoort. Hy heeft zyne diep-^iiinige kunde in drie kleine werkjes over de integraalreke-''big getoond. Doftor Valcarenghi is een bekwaam ge*nbsp;’’^^sltundige, Doftor Mofcati is leeraar der ontleedkunde,nbsp;kwader Widman in de kruidkunde , en Vader Vai in denbsp;J’kyfica.
Marquis Gaetano Belifomi , die reeds voor meet j,*’’ twintig jaaren overleden is, heeft in haar foort eenenbsp;^aije verzameling van modellen, inlirumenten, en werk-^^igen voor allerlei konften en weetenfchappen agtergela-
ten,
‘ïft
•ct
^yner fchrifien is daar by gevoegd. Wy hebben van hem reed», Iquot; gelsgenhcid van ’t meeten een» graads op oen aatdtóic» innbsp;oomlche gebied, gevvag gemaakt.
Vi. Deel, nbsp;nbsp;nbsp;S
k Hy bekleedde voorheen dien poft in ’t Collegio Romano te ^°öien. Hy heeft zig niet alleen door diepzinnige algebraifchenbsp;j^'btiftcD , maar ook door een gedigt over de zon- en maan verdut.nbsp;l quot;*Dgfn, dat in 1761. te Venetien iitkwam , bekend gemaakt. De
Pavid. ’ ‘^'2 men by zyne weduwe kan gaan bezien. Zy zot* anderen tot een voorbeeld ter navolging dienen kuniieo»nbsp;die op eene diergelyke wys zig de kennis van ontelbaat*nbsp;dingen in de wereld verkrygen willen.
Bfug nbsp;nbsp;nbsp;citadel is een elendig oud vierkant gebouw met tO'
rens, ’t welk geheel vervalt, en tot kazernen voor de b^' zetting dient. Zy is, zo wel als de brng over dennbsp;no, door Jan Galeazzo Vifconti, Hertog van Milaan,nbsp;boüwd. De brug behoort onder de aanzienlyktlen vs’’nbsp;'Italien. Zy is van gebakken fteenen opgebouwd, hier s*’nbsp;daar met marmer overtrokken, en van boven bedekt,nbsp;dat de inwooners haar ten allen tyde als een wandelplaat*nbsp;gebruiken. Zy dient tot gemeenfchap met de voorftadinbsp;die op de andere zyde der rivier ligt, waar de kerk val*nbsp;Salvator, boven gedagt, door Keizerin Adelheidnbsp;bouwd, gelegen is.
Handel, De Ticino is hier breed en diep, zo dat de groote fchif' ten uit den Po aan de (iad kunnen komen , waarnbsp;eenige handel ontdaat, die voornaamlyk in het afvoet^''nbsp;Van eenfgen der voottbrengfels des lands befiaat, wellt^*'nbsp;op ver na niet in het land verbruikt worden, als graanEf'nbsp;hennip, kaas en wyn. Dog deeze geringe neering isnbsp;bekwaam der flad leeven te geeven, en de inwoonersnbsp;vaarend te maaken. De gezonde landdreek vannbsp;'maakt, dat de gemeene man’er gezond en leevendignbsp;ziet. Hy kleedt zig hier zindelykcr dan op veelenbsp;re plaaifen van lialien, maar leeft voor ’t overige ing^'^’nbsp;gen , zo dat inen de vrouwen en meisjes weinignbsp;bebalven op zon- en feeddagen, wanneer zy ter misftnbsp;uit wandelen gaan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
¦Belnoiofo. nbsp;nbsp;nbsp;^ een' marbgraaffchap, behoorende aan de
* milie van Barbiano , twaalf mylen van Pavia, heeft pragtig flot, waarin de oude en nieuwe fmaak derate
-ocr page 399-^7S
*ektuur t’zamen verbonden zyn. De tuinen zyn uitgeftrektp^^jd, wel onderhouden, en met veel yzeien traliën voorzien,nbsp;door de welken heen men fchoone waterwerken in ’t oognbsp;lirygt. De zyde van ’t gebouw naar den tuin toe is nieuw ,nbsp;van een fiarlyke bouworder. De laanen, die ophotnbsp;flot aanloopen, beflaan uit hooge fchoone boomen. Wylnbsp;ïiec in een vlakke landflreek ligt, heeft men wel geen zeernbsp;Ver uitzigt, maar vindt zig fchadeloos gefteld doorbet ge*
Zigt over de vrujtbaare vlakte. Men ziet alle de laode-ryen en weiden door breede (iooten in groote vierkanten Verdeeld , en met populier- en moerbezieboomen opnbsp;tyen ingevat. Aan de raeefte boomen zyn wynftokkennbsp;geplant. De landsdouw gelykt een ruim en regelmaatignbsp;perk.
Bosfehen zyn ’er weinig of geen in Lombardyen. Aaa de groote wegen ftnan eiken en flnj«e hooge boomen,nbsp;die voor timmerhout djenen kunnen. De zagte Iiigtftreeknbsp;vordert weinig of geen hout om te branden. De teeneanbsp;en ander klein hout is genoeg voor ’t gebruik der keukens. De gemeene man behelpt zig met kleine reisbondels,
9m ’er zig fomtyds by te warmen. nbsp;nbsp;nbsp;,
REIS NAAR GENUA, OVER TOR-^ TONA NOVI, enz.
De landilreek van Milaan tot Pavia, en van daar tot San den Po, die zeven mylen van de ftad af naar deanbsp;^iant van Genua, ftroomt, is een viak land, en ftaat voornbsp;overftroomingen bloot. Deezen ontdaan by zwaare regen-Vlaagen, wanneer de kleine rivieren door het van de bergen afkomend water opzwellen, en den reiziger dikwylsnbsp;Eeletten verder te uekken, tot zo lang het water vvegge-lopen is. Somtyds worden de wegen niet flegts voor eennbsp;S »nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;paar
-ocr page 400-paar dagen , zo lang liet water blyfc flaan, onbruikbaar gemaakt, maar de vetheid van den grond is oorzaak, da£nbsp;nog veele dagen daarna het reizen zeer moeüyk en langzaam toegaat.
T)e Crave- Eene myl van Pavia komt men over den Cravelone, eeii arm van den Ticino, op Sardinifchen bodem, of de land-llreek, Welke de Koningin van Hungaryen by den laatfteflnbsp;oorlog in Italien den Koning van Sardinien heeft afgedaan.nbsp;Zeven mylen van Pavia pasfeert men by Porto di Rea dertnbsp;Po. Negen mylen verder ligt Foghera , een droevigenbsp;plaats. Men wint hier veel zyde. Daar is byna geennbsp;boer, die niet 6ó. of 8o. pond popjes met zyde , Co-cbette of Galette, aan zekere kooplieden verkoopt, dienbsp;veele duizenden daarvan verzamelen , ze afhaspelen, ennbsp;de zyde dan , dertig mylen van hier, naar Alejfan-dria brengen , waar een Iterke handel in zyde gedrevennbsp;wordt.
Van Voghera heeft men nog tien mylen tot Tortona, ne weg is zeer aangenaam. Tortona, eene flegte Ilad aan denbsp;Scrivia , heeft omtrent 6000. inwooners, en 2000. mannbsp;tot bezetting. De ftad is zonder verdediging, dog heeftnbsp;een fterk kafteel, dat in de Italiaanfche oorlogen deeze£nbsp;eeuw verfcheiden belegeringen heeft moeten verduuren.
’i jaar 1706. werd het ftormenderhand veroverd, in 1734-nam het de Koning van Sardinien, en in 1744. Don F»’ lippo, na een beleg van twaalf dagen, in. (1)
In de Domkerk is een antiek graf van Aelius Sabinus» dat 5. voet hoog, en met eenige basreliëfs en een Griekfchnbsp;opfchrifc voorzien is. Het was voorheen in ’t kafteel.
Men heeft acne hiftoiie van de ftad Toitona door Mcilo, die zeer zeldzaam voorkumt.
-ocr page 401-277
^0 de kerk van S. Frandscut ziet men een marmeren kapel van de familie Garofali , en een baluftrade voornbsp;ket hoofdaltaar, die van een zonderlingen fteen gg.nbsp;blaakt is.
Twee mylen van Tortona pasfeert men deScrivia, een berken ftroom, die zyn bed dikvvyls veranderd, Hy looptnbsp;'^ok fomtyds plotslings op, en fleept den reiziger,die hemnbsp;'ioorryden wil, weg.
Agt mylen van Tortona komt men op het GenueefcheiVaw. Sfibied, en twee mylen verder vindt men de ftad Novi,
*^16 nog 30. mylen van Genua af ligt. De ryke Genuee-*sn hebben in deeze plaats, wegens haare gezonde en aan-Senaame ligging, pragtige huizen, waar zy een gedeelte ''an den herfft doorbrengen. Het Paleis Brignole is hetnbsp;A;hoonfle van allen. Het kwam voorheen der familie Lo-öiellino toe. Onder de andere paleizen verdienen die vannbsp;de familien Doria, Daibi, Spinola, Negroni, Centurioni,nbsp;en Durazzo voornaamlyk genoemd te worden. De mee-ften zyn, volgens gebruik alhier, groen en rood geverwd.nbsp;Jaarlyks wordt ’er vier maal een jaarmarkt gehouden, dienbsp;de Genueezen vlytig bezoeken. Novi is het pakhuis vaanbsp;'^eele waaren uit de Levant, die de Genueezen herwaardsnbsp;brengen , en die van hier verder naar Lombardyen ver-;nbsp;'^oerd worden.
Novi ligt aan een hoogen berg, dien men op moet,
*odra men buiten de ftad is, Vyf mylen van :Novi rydt het fort Gavi (*) voorby; daarop komt men aan donbsp;^'Vier Lemo, en aan de dorpen Carogio ^n Voltaggio, nognbsp;mylen van Genua»
^ *) De Genueezen hieWen het voor onvetwinbaar , tot dat in Uatflen ooilcg de Ooftenrykcis hen vaa ’t tegcadecl oveimig»nbsp;d«n.
Novi. nbsp;nbsp;nbsp;Zes tnylcn verder legt de pas Bochetta, op het fpits vaö
Bochetta Apennynfche gebergte, die in den katden italiaanfched oorlog, toen de Ooftenrybers in Genua waren, zeer be'nbsp;kend geworden is. De groote weg uit Loinbardyeu loop*nbsp;’er over, en is hier zeer final. De pas wordt door drienbsp;fchansfen gedekt, en is als de fleutel van Genua. Zodrenbsp;de Ooftenrykers deezen pas vermeellerd hadden, viel hefnbsp;hun ligt Genua te veroveren.
Niet ver van hier komt men aan het dorp Pietra Lavt' fara, nog twaalf mylen van Genua. Vier myien verdefnbsp;pasfeert men het dorp Campomorone, zo genaamd naar denbsp;menigvuldige moerbezieboomen, die hier ivasfen. De weinbsp;is in dit oord zeer goed, en met kleine keizelfteenen ge'nbsp;plaveid. De huizen zyn allen met leijen gedekt. Metlnbsp;heeft hier tafels van lei van een el in ’t vierkant. Zy ko'nbsp;men uit de groote leigroeve Lavagna, die hier in de na-buurfchap, vyf en twintig mylen van Genua, ligt.
. nbsp;nbsp;nbsp;De weg van Campomorone naar Genua gaat ten deel*
xLi'üiêt'
Polcevera nbsp;nbsp;nbsp;fnelvlietenden en gevaarlyken droom Pokever^r
Hy is dikwyls niet overtekomen, verandert geftadig zVquot; bed, en maakt het dus onmooglyk een goeden weg lang®nbsp;zyn oever aanteleggen. Men moet altyd door de rivii^®nbsp;heen en weder ryden, om een weg, dien zy vry gelatfi”nbsp;heeft, te zoeken, waarby het een geluk is, dat denbsp;rigvuldige keizelfteentjes, die de droom met zig voert»nbsp;den grond hard en veilig maaken. Sedert veele jaarenhei’'nbsp;ben de Genueezen een plan gehad, om een’ weg opnbsp;rug des bergs te maaken, maar het zal om de zwaare ko®tnbsp;ten wel agterblyven.
Het da! waardoor de Polcevera loopt is aan beide zyde®
voorkomen. Het eindigt met de brug van Connglidf’^ ^ ^ie uit negen boogen beliaat, en zo breed is, als devdaknbsp;¦ ¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te»
-ocr page 403-Genua, of gelyk het de Italiaanen fchryven, Cenova, 's eene dad van omtrent 80000. inwooners, gelegen aannbsp;öe Middellandfche Zee, op eene breedte van 44. graadennbsp;®n 25. minuuten. Sommigen fchryven haare digting aan Ja-'!Us , Koning van Italien toe. Zy willen dat de plaatsnbsp;Janua geheten hebbe, dog de ouden fchryven altyd Ge-Zy was eene der Ligurifchc deden, die zig op 'tnbsp;hardiiekkigfl, en wel tagtig jaaren lang, tegens de Romeinen verdedigde. De inwooners fcbynen lang bondgenoo-ten der Romeinen geweeft te zyn. Mago, de Karthagi*nbsp;nienfer, vertvoedte Genua, dog de Romeinen herdeldennbsp;de dad weder. Hoe gewigtig de plaats in oude tydenge-'veed zy, blykt uit Strabo,die ’er van zegt,dat zy Imperium totitts Liguria was.
' Toen ’t Roomfclie ryk verviel (•) kwam Genua onder gehoorzaamheid der Gothen en Longobarden, tot dat
Ka-
(*) Die de hiftorie van Genua, het welk ontclbaare wisfelvallig. heden ondergaan heeft, en welks gefchiedenis zeer verward is. wUnbsp;^'eren kernen, tan Mcinell! Campendk deiuftorie d! Genova I7fe. innbsp;•Wce deelen in oftavo nazien, gcIyk ook YHifloire des Revolutions denbsp;^'nes, depttis fon etahUsfement jrfqa’d la palx de 1748. d Paris 1 7 $0.
deelen in duod. .Men vindt ’et eene goede kaart in van den Heoieur Beliin. De kaart van Homan van 't jaat 174J. is ouknbsp;juift, en goed voor het gebruik.
S 4
-ocr page 404-^etfgg. Karei de Groote dat ryk vernielde, en Genua nevens afl' dere (leden van Lombardyen den Duitfchen Keizeren on-,nbsp;derwierp. Dit bleef zo eenige eeuwen, dog de Genuec-zen tragtten dit jok allengskens aftqfchudden, tot datnbsp;eindelyk een vry volk wierden. Hunne magt nam onder-tusfchen geduurig toe. In de negende eeuw onderwierpennbsp;zy zig reeds het eiland Gorfica. In de elfde en twaalfdenbsp;deeden zy zig niet alleen in de kruisvaarten zien , en maakten zig meefter van de Zwarte Zee, maar veroverden Qoknbsp;Sardinien, Majorca, Minorca , en Syracufa , met haar ge'nbsp;heele gebied, en veftigden zig zelfs in de Krim. In denbsp;dertiende eeuw verwierven zy de heerfchappy over de (leden van de Golf van Genua, als Savona, Viniimiglia, ennbsp;ïneer anderen, welken tegenwoordig de heerfchappy vannbsp;Genua uitmaaken. In de veertiende eeuw geraakten zynbsp;jnet de Venetiaanen over de heerfchappy der zee in een’nbsp;langduurigen en koftbaaren oorlog , waardoor hyn’ magtnbsp;zeer gekrenkt, en zy genoodzaakt werden, hunne vadig'nbsp;heden in de Krim optegeeven, 't welk eindelyk in ’t jaafnbsp;1471. volkomenlyk gefchicdde.
In die eeuwen was de dad ook niet vry van gedadig® borgerlyke onluden. Na den tyd van Karei den Grooteonbsp;had Genua een tyd lang zyne Graaven, welken het volknbsp;verjoeg , en zig vry maakte. Maar de rud duurde nietnbsp;lang; dan had de adel, dan weder het volk de overhand»nbsp;en men koos verfcheiden foorten van magidraaten.nbsp;had men Burgemeeders, dan eenen Podeda, naar dat nie**nbsp;met hun bedier wel of kwaalyk te vrede was. In ’t jas^nbsp;1257. behield het volk de overhand, en verkoos Boccs-aegra tot Capitano, maar vier jaaren daarna kwam de magtnbsp;weder in de handen van den adel.
§gt;irfpr»iig Qn* dien tyd ontdond de Genueefche adel, die zyd oorfprong niet vroeger dan het jaar 1200, kan doen de*'
‘ nbsp;nbsp;nbsp;seö'
9
-ocr page 405-fsn. Alzo de oneenigheden tusfchen de familien ^^i'germeellerampt geen einde namen , nam men het be-flüit een vreemden Podefla te kiezen, en gaf hem agt by-^ittejg uit de flad, die Nobili genoemd werden, ’t zy zynbsp;'''t een huis van aanzien of niet waren. Op deeze wysnbsp;®nt(londen de groote familien vasDoria, Spinola, Fefchi,nbsp;Pfimuiui. De twee eerften omhelsden de party der Gibel-'ïnen, en de twee anderen die der Guelfen, Men noemdenbsp;inagnie quatuor profapite, en de andere familien vannbsp;’^'inder aanzien hingen der eene pf der andere van deepen aan.
Onder de voorregten die zy zig aanmaatigden, was dit, zy hunne huizen van zwart of wit marmer mogtennbsp;^ouwen. Daar ftaan nog verfcheidene diergelyke huizen,nbsp;aan andere eigenaars gekomen zyn.
Maar het waren niet altyd innerlyke onluften tusfchen den adel en het volk , welken den flaat ontrufleden;nbsp;Zy moeften zig ook dikwyls getrooften andere opperheerennbsp;te erkennen, ’t welk zy gemeenlyk aan hunne eigene on-^enigheden moeften dank weeten. Robert, Koning vannbsp;^’apels, werd meefter van Genua, en na hem de Hertognbsp;'^tin Milaan, Karei VI., Koning van Fraiikryk, de Mark-Staaf van Montferat, en eindeiyk een eigen Hertog. In ’tnbsp;i^'ar 1442. kwam de flad weder aan den Hertog van IMDnbsp;^*an, in ’t jaar 1458. aan Karei VIT., Koning van Frank-^'^‘1 in 1491. weder aan Milaan, daarop aan Spanjen, ennbsp;'^’®der aan Frankryk. De Genueezen iilen zig niet naarnbsp;^'tiine omftandigheden te fchikken; zy waren hunne vry-*'®td moede , en konden egter geenen heer verdraagen,nbsp;dat zig eindeiyk een vriend des vaderlands , eennbsp;*’®ld, opdeed, die Genua haare vryheid gaf, en den re.nbsp;Slt;ïetiugsvorm op een’ duiirzaamen voet zettede , zo datnbsp;federt dien tyd omtrent by de zelve inrigiing geble*nbsp;S 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ten
-ocr page 406-CetiBif.
\/lndrea
Doria,
ven is, en hunne republiekeinfche gedeldheid niet wed^^ verloren heeft.
Deeze bevryder zyns vaderlands was AndriesDoria, di® eerft, als Admiraal van Koning Francois I., den GeftueS'nbsp;zen veel afbreuks gedaan had. Maar in het jaar 152^'nbsp;ontwaakte zyn gewisfen ; hy hield het voor ongeoorloofdnbsp;tegens zyn vaderland te dienen ; daarby kwam, dat h/nbsp;van het Franfche hof kvvalyk voldaan was. Hy nam d*'»'nbsp;het befluit, de Genueezen, die veel klagten tegens FraH'nbsp;5;ois hadden intebrengen, weder in vryheid te herdelleU»nbsp;en in den dienll: van Keizer Karei V. overtegaan,
De Gouverneur van Genua van ’s Konings wegen,Te(^' doro Trivulziq, bemerkte deeze inzigten, en verzameld^nbsp;een gedeelte der inwooners op de Plaats de’ Banchi, OS'nbsp;hen tot tronw aan den Koning te vermaanen. Maar oPnbsp;den n. September 1528. verfcheen Doria met zeven gal'nbsp;lyen by de Plaats Sarzana, waar zig eene groote menig'®nbsp;volks verzameld had , en Hapte by S. Marzo aan land. O®'nbsp;dertusfehen nam de geheele Had de wapenen op; nis®nbsp;maakte zig .meeller van het Raadhuis en de poortennbsp;S. Torna en delf Arco. Allenthalven hoorde men het w'oo'*^nbsp;vryheid en viva S. Giorgio weergalinen.
Daarop deed Doria de voornaamHe borgers op de S. Matteo t’zamenkomen, vermaande ze, allen geertnbsp;oproerigheid en aanhang te verbannen, en op niets dquot;®nbsp;het bewaareu der vryheid bedagt te zyn. Den volgend®''nbsp;dag verzamelden zig over de vyftienhonderd ledennbsp;den grooten Raad op de zaal van ’t Raadhuis, en bed'’quot;nbsp;ten eenpaarig , de vryheid der Republiek weder op “
toekomende dien dag
vi®”
ken, en bevolen , dat inzonderheid de gedagtenis
n
h
i ^
' 11 nnbsp;cnbsp;V
n
S
ouden voet te brengen, en in ’c jaar onder den naain van het feed der Vereeniging tenbsp;ren. De Gouverneur wérd verjaagd, het kafleel
aS3
^oörlge oneenigheden tusfchen den Raad en bet volk ge-*’2el zou aan een kant gezet worden. Men maakte nieu-'''e wetten , die de wetten van ’t jaar 1528. genaamd '''erden.
t)e Nobili , die van wegen hunne geboorte , verdien-^*^0, en talenten, waardig waren deel aan de regeering te '’^bben, werden in agtentwimig familien of Alberghi verbeeld. Zy waren te gelyk de talrykften, en hadden hetnbsp;b'scfle gezag in de nieuwe Republiek. Zy waren de Spi-''ola, Fornari, Doria, Negro, Ufomadire, Vivalda, Ci-'^^la, Marini, Grilla, Negroni, Lercari, Lomellini, Cal-Fiefca, Pallavicini, Cibo, Proraontoria, Franchi,Pi.nbsp;'‘«Ha , Salvaga , Catanea, Imperiale, Gentile, Interiana,nbsp;^®uli, Giuftiniana, Centuriona.
bï.
t)aar waren nog meer oude familien, en van de zelvè ''Oortreflykheid; dog men nam de talrykften, en die teiinbsp;•kluften zes huisgezinnen uitmaakten. De benoeming vannbsp;Populate en Nobile, waarover zo veel onaangenaamhedennbsp;‘h de ftad ontdaan waren, werden geheel afgefchafr. Al-'^en bleef ’er het onderfcheid tusfchen Nobili vecchii ennbsp;of, gelyk men ze ook noemt, Nobili del Portiesnbsp;f‘ 'ian Pktro en Portico di San Paolo. Dit onderfcheidnbsp;'^'federt altyd gebleven; en, fchoon beiden, zo w'e! de
!sk
'^hili van den ouden als van den nieuwe Portico een ge-
regt hebben tot de bedieningen, heerfcht’er dog al-
H’d eejj f^jon van nyd en yverzugt onder hen. Ter fiin* ''^'^hand op de beurs verzamelt zig de nieuwe adel, omnbsp;'“'¦’«t zyne zaaken te fpreeken. De oude mag daar ook welnbsp;^'“nen, maar heeft egter eene byzondere vergaderplaats,nbsp;'^^sr niemant van den nieuwen adel verfchynen mag. (•)
} De nieuwe adclykc familien worden op vyfhonderd geichat. ^ gezaïncutljk in het ziOgecaamde goutien bock oi'gctekcDd.
Dc
-ocr page 408-fSéuua,
De borgerlyke kooplieden houden hunne vergadering \oot de beurs.
Uit dankbaarheid voor Andreas Doria werd befloteO» dat de wagt van het Raadhuis jaarlyks den 11. SepteiO'nbsp;ber des avonds met haare vaandels en klinkend fpeeUi'*^nbsp;naar de Plaats voor het Paleis van de familie Dorianbsp;cheeren, en daar, ter gedagtenisfe van de bevryding va®nbsp;Genua, en falvo fchieten zou. De Republiek koft voo^nbsp;Andreas Doria een paleis op de Plaats , die nog de®nbsp;uaam naar deeze familie voert, en deed daar bove®nbsp;zetten ,*
jfndrea de Auria, f atria liberatori, munus puhlicunu
Ook werd heta een marmeren flandbeeld op de plaats iet Raadhuis opgerigt.
Cataneo de Lazario werd voor twee jaaren tot Doge vef' koren. De groète Raad , il gran Configlio , werd o?nbsp;vierhonderd leden bepaald, en hem de opperfte magt
’t gemeenebeft in handen gefteld. Qe^befliering der P”'
blieke inkomllen droeg men agt Procuratoren op, en bun den afgaanden Doge en de Senatoren tot help^'^^'nbsp;Ook ftelde men yyi ftipremi Fendicatori aan, die, g6*Jnbsp;als de oude Roomlche Cenfores, een waakzaam oog
bef
De Genueelche adel is zo rerftandig van het voor geen’ frhandc houden, handel te dtyven. De Pallavicini zyn de aanzienlykllenbsp;lieden. Alle de overigen , de Doria en Spinola uitgenomen,nbsp;handel, hebben aandeel in fchepen, fabrieken, zyn bankiers,nbsp;Men zegt gemeenlyk , dat de Staat van Genua ann is, maat denbsp;gezetenen zeet ryk. Dog de tykdom is zeer verminderd; mettnbsp;caauwlyks agt familien vinden die over de looooo. lire jaarlyk*nbsp;komen hebben. De meoften hebbeu omtrent loooo lire tenbsp;icn, veclen nog minder, dog eenigen wel zoooo. of 30COO.
-ocr page 409-j gedrag der magiftraatsperfoonen en fladsbedïenden (Jtfjtfn; j ®^den moeften.
'i SedcK dien tyd is Genua in vryheid gebleven. Lode*
: ï'k XIV. bombardeerde in ’t jaar 1684. de flad om een , ^^'inge oorzaak , en wel voornaaralyk om zynen ydelennbsp;^'‘ogmoed te verzadigen , en de eer te hebben, dat denbsp;°ge van Genua te Parys komen , en vergiffenis bid*
Zou. nbsp;nbsp;nbsp;’
’t jaar i74^* overrompelden de Ooftenrykers Genua*
3ar de oude geed van vryheid en dapperheid maakte hec ''quot;t wakker, zo dat bet zig in de maand van Decembernbsp;dat zelve jaar zyne onafbanglykheid weder verkreeg,
^ lt;56 Ooftenrykers der flad uit joeg. De Raad en de ry-vreesden, dar deeze zaak een kwaad einde hebben, hun naderhand veel gelds koften zou. Om die reden,
'Iden zy in ’t eerft geen deel in den aauflag neemen , toc ^t het töt een’ opftand kwam, en zy genoodzaakt waren,-party des volks te kiezen. Een eenig patriottifchnbsp;Wr, Grillo genaamd, befchaamde den Raad, en gaC
zyn eigen zak. De aanflag werd met de grootfte ge-|''^ndheid uitgevoerd, zo dat de Ooflenrykers hals over wyken moeflen. Deeze wakkere onderneeming flrektnbsp;* Genueezen des te meer tot eer, alzo zy federc meec
''flog geoeifend is, maar zig met fabrieken en den koop* bezig houdt.
j Genueezen hebben lang met de Venetiaanen om de ^dchappy der zee gellreden. In ’t jaar 1258. ftelde Pausnbsp;^^^ander IV. vaft, dat de Koningen van Jerufalem zon-,
L' toedeweeten der magtige en onverwinlyke Republie-^ Van Venetiea en Genua niet zouden gekroond wor-
-ocr page 410-Genua.
den. Te gelyk verwierven zy den titel van beheerfcb^' resfen der zee. Somvvylen hadden de Genueezen der ovef'nbsp;hand, vooral in ’t jaar 1379. wanneer de raagt dej VeD^'nbsp;tiaanen geheel vernederd werd, zo dat zy zig gedwong'^’’nbsp;zagen, den Koning van Ilungaryen ora zyne bemiddelio^nbsp;te verzoeken.
Men zie: aan eenige huizen in de (lad kettingen hang^**’ ter gedagtenis eener overwinning op de Pifaanen, (?)nbsp;gelyk men verhaalt, de,haven van Genua met ketting^''nbsp;hadden gefloten.
el*
trigging
4er jlad.
De reeks der Doges begint in’t jaar 1339. met Sint®*' Boecanegra. Hy werd toen tot Hertog of hoofd dernbsp;publiek verkoren, zyndc de ingezetenen de vreemdenbsp;ren moede , en wenfchende een hoofd uit hunne flaJnbsp;hebben. In volgende tyden heeft men niet altydnbsp;gehad. De onafgebrokene reeks, derzelven begint eerfl'''nbsp;’t jaar 1538. met de groote omwenteling, toen Andr^**nbsp;Doria zyn vaderland in vryheid (lelde. Cataneo w'erdnbsp;tot zevenenveertigflen Doge verkoren, en men telt totnbsp;toe honderd en zeventig Doges.
Genua (j) bgt tegens eenen berg aan, gelyktals*
(•) De oorlog tegens dc Pilaancn cn dc groótc nederlaag, j, de raagt det laatllcn geheel vernield is gewdedea, zyti in het Ifnbsp;by ’t artikel van Pila^ gedagt,
:cf
-(f).Van de ichilderyen en merkwaardigheden'der ftad Genu» men in het vojgende kleine boek in duodcc. geede berigten,
nelle fua anthhita rtcercata. Dc beroemde fcuildcr Rubens zyn verblyf aldaar de tekeningen der bede byzondete gebon'*^^p.nbsp;Waarvan Genua’ryk is , ten deelc zelfgetekend, ten dtclenbsp;deren doen tekenen. Naderhand heeft hy zé in plaat doen
zig daardoor by de liefhebbers der bouwkunde verdiend gquot;'*’quot;' ^ Men heeft ‘et twee niigaaven van in groot folio , onder de® **nbsp;di Gen9va^
-ocr page 411-Amphitheater, dat zig naar de kromte der zee rigc. Haarec^ij;/^, ligging is heerlyk, en na die van Napel? onbetwiflbaar denbsp;Ichoonfte van Europa. Als men in Genua van den kantnbsp;'Ier voordad S. Pietro d’Arena komt, fchynt de ftad alsnbsp;de zee te voorfchyn te komen , en zig allengskensnbsp;meer en meer te verhefFen naar maate men de haven nadert. ’T is der moeite waard, om deeze heerlyke liggingnbsp;der Had regt te beoordeelen, ze uit drie verfcheiden ge-^'gtspunten te befchouwen, naamlyk eens van de zeezynbsp;de, door met een fchuit eene myl of twee in zee te vaa-mii, ten tweede van de hoogte der vuurbaak , en teanbsp;derde van de fpits des bergs, aan welks voet Genua ligt.
Ilipde plaats waar zig deeze berg, die van de Seri via tot op trv’ee mylen van zee loopt, als in twee armen verdeelt,nbsp;liggen de fchansfen, de Diamant, de twee Broeders, ennbsp;de Spoor , welke laatfte op de (pits ligt i en van daarnbsp;heeft men over de flad, de fchoone landftreek , en denbsp;grenzeulooze zee, het verruklykfte uitzigr.
Genua draagt met regt den bynaam van la Superba. Zy quot;''erdient dien zo wel om haare heerlyke ligging, als denbsp;Pfagtige paleizen , waarmede de ftraaten Balbi en Stradanbsp;Auova praaien. De platte daken met galleryen geeven eennbsp;®®rtig aanzien. De ongelykheid des gronds heeft de eige-quot;^ars dikwyls genoodzaakt om het verzakken van dennbsp;S'ond der huizen te beletten , grooce boogen te zet-, die boven voor hunne huizen platte terrasfen maaken,
'''eiken met oranje en andere boomen bezet zyn, en klei-tuinen gelyken. Op eenigen afftand uit zee befchouwd,
Êseven zy der'flad een toneelagtig aanzien, en men kaït als de zvveevende tuinen, boni per,files, der Koningin-Semiramis voorftellen.
. öe buitenfte omtrek der flad, of de Nuove Mura, ^'^^Crootte, ’t jkar idaó. begeunen werden, fchat men op pjoo.
Eran-
-ocr page 412-denaa.
Franfche roeden, of twaalf Italiaanfche mylen. Dè ve»** tingwerken zyn met tweehonderd en vyfiig (lukken k®'nbsp;non, die van 4. tot 24. pond fchieten, bezet. By de’'
familie Giufliniani een klein kapitaal gemaakt heeft, ondet voorwaarde , dat de Republiek daarvoor jaarlyks twe®nbsp;nieuwe kanonnen zou doen gieten.
de
Molo is een gefchutgietery, voor de welke iemant uit
Èavetji
De haven van Genua maakt een hal ven cirkel, die ioo0gt; vademen in de middellyu heeft. De Had is rondomnbsp;zelve gebouwd , ’t welk een kleinen omtrek van i8of'nbsp;vademen maakt. De haven wordt door twee zwaare dao''nbsp;nien , Molt , gedekt. De eene ligt ooftwaards, en hefi'nbsp;Molo vcCchio. De andere, Molo nuono, llrekt zig uit tSnbsp;gens ’c weften^ of naar de zyde van S. Pietro d Arena»nbsp;Schepen vart tagtig (lukken künnèn hier iuloopen, ennbsp;den hoek van den Mólo gaan liggen. De opening der ba*nbsp;ven tusfchen de twee dammen bedraagt 350. vademen,nbsp;is voor den zuidooflenwind , Libeccio , niet zeker.nbsp;zwaare (lormen uit die (Iteek worden diefchepen geweld’^nbsp;ginds en herwaards geflingerd, en fomtyds van hunne s’*nbsp;kers gerukt, waardoor groote fchade veroorzaakt wordt.
Dit maakt den handel onveilig, die veelligt veel aanzi®*' Jyker zyn zoude, indien de haven voor alle winden ê®*
{quot;} Den j. December van k jaaf i75o. omftond óp den middag sxgt; ontza^lyke ftonn , dat de golven over de twee dammennbsp;floegen, en, daar zy tegens de totlêu braken, de lugt als nietnbsp;zomen ftoftegen vervulden, zo dat men dien zelfs óp de Plaatsnbsp;Annunziata , die taamlyk ver van de haven, en byna midden iquot;nbsp;ftad ligt, voelde. Drie ichepen in de haven zelve zonken , ennbsp;werden onbruikbaar gemaakt. Men nam zyn toevlugt tot de *nbsp;van den h. Joannes dCn Doopec , en bragt ze op Molo vecCnbsp;Maat de tlotm giug van zelf’ binnea een paat uutea leggen»
-ocr page 413-289
^ekt, en het inloopen niet zo onzeker was. De openingg^^j^^^ wel wyd genoeg maar gevaarlyk, als de Huurlieden nietnbsp;Op hun’ hoede zyn, en niet wel op het ftuuren van’t fchipnbsp;''an ’t oollen naar ’c wellen pasfen. Men heeft reeds veelenbsp;Ontwerpen gemaakt, om ten minllen het grootfte gedeeltenbsp;''an dit ongemak wegteneemeii, en den fchepen in de ha-''en zelve veiligheid te bezorgen. Ten dien einde moeftnbsp;^e Molo nuovo nog omtrent 100. vademen verder in zeenbsp;êebragt worden; dog alzo dit groote kollen vorderen zou,nbsp;het tot nog toe agtergebleven, en zal ook nog zo fchie-iyit niet gefchieden.
Indien de zeemagt der Genueezen aanzienlyker was, zou Gallig mylen meer wellwaards, te Aracci en Linguegliaynbsp;®on fchoone haven voor oorlogfchepen kunnen gemaaktnbsp;'''orden. Maar het is der moeite niet waard, om een paar
Saliyen cn eenige weinige gewapende barken veele kofleil
te doen.
De weg op den wal om de haven maakt een verruklyke quot;'andelplaats, naamlyk van het aan ’t oolllyke einde liggende klooller der nonnen van S. Antonie tot aan de lan-'^arn of den vuurtoren. Eerll gaat men over de Porta defPnbsp;waar men de gantfche voorflad, de hoogte bovennbsp;^‘fagm, den verruklyken heuvel Albaro op de zuidooll-'yke zyge der Had, en alle de forten, waardoor het bui-'®ntle gedeelte der Had verdedigd wordt, overziet. Ver-.nbsp;heen vertoont zig de poft by Madonna del Monte,nbsp;de Hertog de Bouflers in den laatften oorlog tegensnbsp;heftigen aanval der Oollenrykers, welken van denbsp;'’'quot;'gtens der Kamaldolenfes afkwamen , zeer dapper ver-^®digde.
herder gaat men op deeze wandeling de Abdy Fiefcbi '''‘orby , waar eertyds het Paleis Fiefcbi Hond , ’t welknbsp;®Ster omver gehaald en den grond gelyk gemaakt is, omnbsp;Vl. Deel,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;daf
-ocr page 414-¦ CenM.
dat de eigenaar zig meefter van de regeering gemaakt had.
dl
Tegens ’t zuiden van Carignano ziet men de ruinen, Cava genaamd, van de boven gemelde onbillyke bombat'nbsp;deering der ftad, die Lodewyk XIV. veel gelds koftte,nbsp;wéinig eers aandeed. Men heeft hier thans eene batterynbsp;opgerigt, die vyandlyken fchepen in ’t toekomendenbsp;aannadering moeilyk maaken kan. Toen deEngelfcheAt*'nbsp;miraal Matthews de ftad in den laatften oorlog tragttenbsp;bombardeeren, gingen de Genueezen op de nabuurige AA''nbsp;raglktte geruft wandelen, om het vliegen der boraben
zien , terwyl ondertusfchen deeze battery wakker op
Engelfche fchepen fpeelde. Daarop komt men aan
Sottoriva, als een vervolg van de bedekte galleryen, d'^ binnen de haven in den muur,waarop men wandelen ga3'gt;nbsp;rondom loopt. Men werkt ’er nog aan.
Domkerk, nbsp;nbsp;nbsp;^^tk van S. Laurentius of de Domkerk is, volg^”’
het voorgeeven, op de plaats gebouwd, waar deeze hei''quot;’ op zyne reis uit Spanjen naar Romen gewoond zou hc'’
ben, en hem reeds in ’t jaar 260. na Chriftus gewyd.
is in de middeleeuwen, volgens een taamlyken gothilc^’^j' bouwtrant opgetrokken , en geheel met marmer beklednbsp;In de kapel ter regterhand van ’t koor ziet men eennbsp;van Baroecio, met een lieflyk koloriet. Egter ontbr^®*^'nbsp;in de zamenftellingde verbintenis. Het verbeeldtnbsp;aan ’t kruis , en beneden Maria, S. Joannes en ^nbsp;lena. Op het altaar ter flinkerhand van ’t koor heeft C»*''nbsp;biafi een aanbidding der koningen gefchilderd.
In de fchatkamer der fakrifty wordt een vermaarde ragden fchaal, i7 fagro Catino, die zeshoekig is, en
- nbsp;nbsp;nbsp;a£'‘
duim in de middellyn heeft, vertoond. Zy heeft voet, maar geene daarin gegravene figuuren, en is n®nbsp;grooten fmaragd in ’t kloofter Reichenau aan ’t
I
-ocr page 415-'f!
¦m
^onftants de grootfte dien men in Europa kent. Dat deezec^^^^, Schaal by Chriftus laatfte avondmaal gebruikt zou zyn, isnbsp;^en legende, die geen’ agting verdient. ('1 2'} Wy merkennbsp;•¦lleen aan, dat de Heer de la Condamine ze naauwkeurignbsp;onderzogt heeft, en vermoedt dat het een zamenltellingnbsp;(t) In eene byzondere kapel der kerke wordt de afchnbsp;Van Joannes den Dooper bewaard, tot de welke de Ge-hueezen in grooten nood hun toevlugt neemen, en die innbsp;Procesöe oindraagen, gelyk de Napolitaaneii het bloed vannbsp;Januarius.
VAnnumiata is eene zeer ruime kerk, en eene nbsp;nbsp;nbsp;L'AnnUn^
Pragtigften van de ftad, door eene eenige familie,naamlykztoa.
!l
'^gt;é van Lomellini, gebouwd. Het fchip ruft op ionifche builen van wit marmer, en de kann’eleerfels zyn met roodnbsp;hiarmer ingelegd. De andere muuren der kerk zyn metnbsp;rood en wit marmer overtogen. Carioni, een middelmaa-tig Genuees fchilder , heeft het gewulf gefchilderd, Denbsp;Venfters in dit gewulf zyn klein, ’t welk de kerk donkernbsp;hiaakt. Het middelfchip is naar evenredigheid der breedenbsp;^ydfchepen te eng. Over ’t geheel wordt het oog in dee1nbsp;kerk door het overhoopen der fieraaden vermoeid. Bo-Ven de deur hangt het heilige Avondmaal van Procaccininbsp;een fchoone manier gedaan. De koepel is door Vale-Caftelli middelmaatig iiitgevoerd. De overige fchilde-'^Ven verdienen allen niet aangewezen te worden.
S.
7»
Verftandigc Roomfchgezindc fchryveis zelfs gelooven het niet. ^“dcrtiisfchen heeft een Genuees zig de ydele moeite gegeven, hetnbsp;een gedrukt boek te willen bewyzen. tl fagto Catino Smemidtnbsp;j enz.,
if) Memoires de tAcad- des Sciences ïJiJ, Pae, 5401
Van decze merkwaardige kerk is op twee bladen de grondt®» 'aiiig en de fchets gcCieden.
-ocr page 416-293
Cenua. S. Mafia di Carigmno is, zo wel als de brug voor
zelve door de familie van Sauli gebouwd. De brug is eei1 Maria dinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fluk van bouwkunde. Zy ruft op verba1'
Brug. nbsp;nbsp;nbsp;nooge boogen, die uit de diepte opgetrokken zy^'^
om twee bergen daardoor te verbinden, en der kerke eeo gemaklyken ingang te verfchaften. Zy beftaat uit een kl2'nbsp;nen en drie groote boogen, die boven de 90. voet hooênbsp;zyn. De huizen, die in de vally tusfchen beiden ftaangt;nbsp;en vier verdiepingen hoog zyn, gaan ’er onder door.nbsp;maakt een aartige werking, wanneer men van de brug naa^nbsp;beneden op de huizen, en vooral op de ftraat in de diep^®nbsp;liggende, afziet, en eene menigte menfchen ontdekt, m1'nbsp;hunne zaaken bezig,en heen en weder loopende. Debru»nbsp;is 15. fcbreeden breed, en 170. lang. De middelfte boo^nbsp;is beneden, waar de ftraat ’er onder door loopt, over danbsp;30. fchreeden wyd gefpannen. De Republiek heeft de1nbsp;bouwer deezer brug in het publieke Paleis een gedenki1'nbsp;ken doen oprigten.
De kerk di Carignano zelve is naar het beftek van de1 Franfchen bouwmeefter Puget gebouwd. (1) Het pla1 ’’nbsp;aartig ontworpen, de evenredigheden zy fraai, en denbsp;raaden met fmaak verdeeld. In twee nisfen onder de ko1nbsp;pel ziet men een paar ftandbeelden van deezen meefte’^’nbsp;dien de Franfchen voor hunnen Michael Angelo houde1 ’nbsp;en die hem ook inderdaad tot eer verftrekken. (f)
uit'
(t) Pierre Puget was in 1625. te Marièille geboren, Hy lei cerft op de fchildcrkcnft toe, en formeerde zig te Romen naarnbsp;ter van Cottora, maar zag ’er van af na cciie zwaare krankte ,nbsp;nam de beeldhouwkonft met zulk een gelukkig gevolg by de ha1^
Aan de voorzyde houdt een witte marmeren adelaar , zy1 1 het wapen der familie, het opfclirift : Heyidinellns Saaltnbsp;Stephamts nepes Pontem tepavit , Domlniias iibnepos perfide, ji-
1724-
-ocr page 417-gt; I
gt; I
293
quot;itdrukking in den S. Sebaftiaan is voortreflyk. Men zietQ^fjj/a. ''fit geduldig verdraagen van ’t martelen, maar ook te ge-'yk de menfchelyke natuur , die de pyn niet geheel ennbsp;verlochenen kan. Het marmer fchynt te leeven ; hetnbsp;*agte der fpièren en het veerkragtige der huid is treflyknbsp;quot;agedaan.
Het tweede beeld is de zalige Alexander Sauli , een ''isfchop uit de familie, de (iigter deezer kerk. De drapery is natnurlyk, en in een goede manier geplooid, ennbsp;''fit geen men van het vleefch ziet evenaart het eerfte beeldnbsp;''olkomen in fcheonheid.
De merkvvaardigfte fchilderyen deezer kerk zyn de volgenden : Petrus en Joannes, die den lammen gezond maa-'ten, door Domenico Piola, een Geniiees. De ordonnantie is goed, alleen ware het te wenfchen, dat de meefter eene ligtere hand in zyne werken vertoonde. Het marte-laarfchap van S. BafÜius door Karei Maratti heeft vedlenbsp;byzondere fchoonheden , fchoon het koloriet in ’t roodenbsp;Valt, en de uitdrukking in de hoofden beier zyn konde.
In den S. Franciscus, die de wonden ontvangt, door Guer-fiino , is de tekening en drapery te pryzen. Het is be-Itfind, dat deeze meefter in zyn leeven drieërlei manier ge-liad heeft. Dit ftuk fchynt gefchilderd te zyn in den tyd, dat zy zyne eerfte manier met de tweede verruilen wilde,nbsp;^anni van Siena heeft de S. Maria Egiziaca, het avondmaal uit handen van S, Maximiniis ontvangende , in denbsp;manier van Baroccio gefchilderd. De hoofden zyn aartig;nbsp;het landfchap valt wat te klein uit. Een doode Chriftus
van
ky een van de befte nieuwe mcefters werd. Hy werd op ’t laatft oppetopzigter der koniiiglyke fcheepstimmcryen , en fticrf te Mai-feiUc in ’t jaar löpy.
294
Gmia. nbsp;nbsp;nbsp;Cambiafi heeft een te graauw koloriet, maar de klee
deren zyn wel uitgevoerd.
S. Stro, nbsp;nbsp;nbsp;was tot het jaar 985. de Domkerk, maar be
hoort mi den Theatyneii. De kerk is aartig en met marmer bekleed. Het fchip ruft op gekoppelde ionifche zuilen , welken het gebouw een fierlyk aanzien geeven, Car-loni heeft het gewelf gefchilderd, maar zig te veel aan zyn buitenfpoorige verbeeldingskragt overgegeven. Overnbsp;’t geheel lydt de goede fmaak door de overtollige fieraa-den, verguldfelen, en beeldwerk.
S. Ambrosia.
S. Ambrogio by het profesfiehuis der Jefuieten. In de regter kruisgang hangt een groot ftuk van Guido , ver-toonende de hemelvaart van Maria met zes en twintignbsp;beelden. De uitdrukking in het hoofdbeeld is niet edel,nbsp;anders bemerkt men eene fchoone fchikking , en eenenbsp;zeer konftige verdeeiing van ’t ligt over het geheele ftuk.
Deeze kerk is ryk aan fchilderyen , door Rubens ge-duurende zyn verblyf te Genua gefchilderd. Op het hoofJ' altaar is eene befnydenis van Chriftus door hem. Danbsp;beelden zyn fchoon gegroept, en men ontdekt byzonder-lyk de uitdrukking van ’t medelyden in drie vrouwen bed'nbsp;den. Men erkent hier wel den jongen meefter, die naderhand in de verdeeiing van ’t ligt en da houding zo groo^’nbsp;werd. In den flinker kruisgang heeft hy S. Ignatius, di®nbsp;den duivel uit een bezetenen uitdryft en kinderen uit deonbsp;dood opwekt , verbeeld. De ordonnantie in dit ftuk i®nbsp;treflyk, ligt en fchadiuv zyn met veel bekwaamheid verdeeld , en in de hoofden bemerkt men fchoone karakters*nbsp;De toon van’t koloriet is beter dan in het eerfte ftuk.nbsp;i'. Luca, De geheele kerk van S. Luca is door den ouden Piol*nbsp;befchilderd. Zyne manier heeft iets van die van Pietetnbsp;van Cortona, en eenige koppen zyn in den fmaak van RiS'nbsp;beusi maar de tekening is.niet juift, en het koloriet nie'^
I ’'atuurlyk. In eene kapel op de rqgterzyde hangt een ''3n Benedetto Caftiglione. Het is fchoon geordonneerd;
I 'ie hoofden zyn fraai en fyn uitgewerkt , het vee is oii-I Semeen natuurlyk gefchüderd, fchoon de toon te veel in ' quot; roode valt. Allenthalveu heerfcht het bevallige penfeelnbsp;' ''an Cailiglione.
Het altaar in de kerk van Madonna delk Vigne is van i i'ügets beftck. Men ziet’er de zinnebeelden der euange-''den, een’ engel, een adelaar, een’ leeuw, en een’ os,
''P* Het werk is den meefter waard.
lï. Domenico heeft op het koor frefcoos van Prete Ge S. Dome-quot;ovefe , of den zogenaamden .Capucino. Het koloriet deflyk, maar het ontbreekt aan eene rigtige tekening ennbsp;''¦erking over het geheel. In de eerfle kapel op de. regter-2yde van ’t koor heeft Procaccini een befnydents gefchil-derd, een fchoon ftuk, wel s.e.tekend , kragtig gekleurd,nbsp;fchoon het door den tyd zv.’art geworden is. De koppennbsp;Verdienen lof, fchoon het hoofd van Aïaria edelerzou kan-“len zyn. Ter flinker hand bemerkt men de onthoofdingnbsp;i'an Joannes, door een onbekende hand, maar fchoon uit-Êevoerd. In de vierde kapel ziet men, insgelyks van een’nbsp;Onbekenden, S. Vincentius Ferrier, die een kind uit dennbsp;quot;iood opwekt. In het beeld heerfcht een goed, hoewelnbsp;Ofinigflus te donker koloriet, en eene rigtige tekening.
He kerk van S. Magdalena heeft Parmegianino geheel Sofchilderd. De fmaak is niet zonderling , het kolorietnbsp;''alfch, en de kleederen vallen kwaalyk.
Wy gaan eene menigte van andere kerken vootby, die ®2n reiziger ten minflcn met een vlugtig oog bezien kan,
quot;'yl in allen iets goeds is. Over ’t g(^heel zyn de kerken Genua pragtig » waartoe de fchoone marmergroeven,
^‘0 in ’t gebied der Republiek zyn, veel toebrengen. Maar zyn te veel opgcfchikt, en met verguldsels en fluka-T 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door-
-ocr page 420-Qenua.
doorwerk overladen. In veelen vindc het oog nergeiiS riifl:, maar wordt door de menigte van ’t goud verblind»nbsp;gezwegen , dat de veelvuldige krullen in de verfieringci’nbsp;een’ gothifchen fiuaak beklappen. In de kerken van Ro'nbsp;men heerfclit een min opzigtige pragt, de koftbaarenbsp;raaden zyn zeldzaamer en doen zig beter voor. Men be'nbsp;merkt ze veel meerder, daar zig die van Genua veel doo^nbsp;de menigte verliell, en in ’t geheel niet bemerkt wordt’nbsp;zelfs wordt in fommigen het verguldfel verveelend.
In de niet aangehaalde kerken zyn eenige (tukken voof' naainlyk te bemerken, als de kapel der familie Dorianbsp;die van .S’. Marco, een fchoon (tuk van V^an Dyk in di*^nbsp;van iSquot; Francefco di Caffeletlo. Op het hoofdaltaar der kef'nbsp;ke .y. Stefano alle Pot te dell' Arco ziet men een merkwaat'nbsp;dig (tuk van ’t martel.iarfchap van S. Steven op het hoofd'nbsp;altaar. Het benedenlte gedeelte heeft Raphael, het bo'nbsp;veilde Julius Romanus ¦'gefchilderd. Het was voornbsp;orgel en eene der kerken te Romen gefchikt, maarnbsp;Leo X. fchonk het der Republiek.
kollegie.
Jefuieten Het Jefuieten kollegie in de Strada Balbi is een fchof'’ gebouw. By den ingang liggen twee leeuwen vannbsp;marmer, die uit een Itiik, en wegens hunne groottenbsp;waardig zyn. De binnenplaats valt door haare dubbeh^^nbsp;galleryen, die op honderd zuilen van Carrarifcli niarif^'nbsp;ruiten, pragtig in ’t oog. De bibliotheek is (legt in eve”'nbsp;rediglieid van den rykdom deezer order. Boven dennbsp;gang daat een heilige familie door Barotti in marmernbsp;houwen.
De kerk S. Filippo Neri gedenken wy niet zo zeer gens haar menigvuldig marmer, inzonderheid van ’cBrof^'nbsp;tello di Spagiia , waaraan zy ryk is, als om de fchoof®nbsp;muziek, die men ’er des winters alle zondagavondennbsp;gaan hooren. Het is meed een fchoon oratorio,
-ocr page 421-297
Volgt een korte preek, en dan weder eene kleine muziek.
Het inzigt is pryswaardig , men zoekt de menige des Zondags ledig loopende menfclien op een’ aangenaainenbsp;'vys bezig te houden , en ze dus van wanorders afte-trekken.
Te Genua heeft men eene groote menigte geeftelyke Broeder-broederfchappen. Een en twintig zyn de voornaamften vn worden Cafajje genoemd, Zy hebben weder minderennbsp;Onder zig, en elke heeft haar’ eigene kapel of bedenhuis.
\ I'm
i!
£lke Cafajfa heeft haare Caffd, dat is een groote machine of (latue, die met het geen’er toe behoort zo zwaar is,nbsp;dat dertig man ze naauwlyks verdraagen kunnen. Op witten donderdag houden zy gemeenlyk een’ procesfie , ’cnbsp;'tvelk vooreen vreemdeling een zonderbaaren optogtmaakt.
^^en moet agt geeven, dat zy op hunnen togt in order hlyven, wyl anders in de naauwe nraaien van Genua ligtnbsp;verwarring ontftaat.
Het Palei van den Doge of der Repubük is zeer ruim, maar heeft van buiten een liegt aanzien. Op den trz^denDege.nbsp;op de binnenplaats liaan twee flegte llatuen van marmer,nbsp;meer dan leevensgrootte, welke de Republiek aan tweenbsp;helden uit de familie Doria, als wederherllellers der vry-heid, ter gedagtenis heeft laaten zetten. Zy zyti in har-tasfen , naar de manier der Roohifche helden, verbeeld.
^nder eene der zelven leeil men:
Andrea Doria, quod Rempuhlkam diutius oppresfam pnflinam in libertatein vindicaverit, patri proindtnbsp;patria appellate, Senatus Genuenfis immortalh mentor berteficii vtventi pofuit,
^yn aanzien is krygsbafiig met zyn grooten baard. Het hfield van zyn neef en ertgenaam Haat tegens hem over.
T 5 nbsp;nbsp;nbsp;Het
-ocr page 422-Genua.
Het ziet ’er even zo krygszugtig uit. Onder bèt zelve zyo i uitgehouwen de woorden:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;| |
Jehanni Andreie Doriie patria libertath confervatori S. G. P.
In de eerde zaal krygen de gezanten gehoor, en wordt de Doge verkoren. Het fcbilderwerk in frefco is vaflnbsp;Francefehini, en verbeeldt vetfcheiden daaden det Genuee'nbsp;zen. In ’t eene ftuk ziet men den kryg met de Pifaaneninbsp;in het andere, hoe de Genueezen Jerufalem veroveren i innbsp;het derde,het verdryven der Mooren uit Spanjen; in hetnbsp;vierde, hoe de Genueezen den Koniug van Arragon, zynenbsp;gemaalin en zynen zoon, in vryheid ftellen ; in het vyfdenbsp;de verovering van de groote fmaragden fchaal, waarvannbsp;wy boven gefproken hebben. In ’t midden der zoldefnbsp;vertoont zig het triomfeerend Genua, op een wagennbsp;griffioenen befpannen; het geluk wordt door Genua ovet'nbsp;wéldigd. Alle deeze fchilderyen zyn koel, dog de pef'nbsp;fpektief is ’er wel in betragt, en de laatfte doet als een zol'nbsp;derftuk eene goede werking.
In de nisfen deezer zaal (laan zeven groote marmerequot; beelden, meet dan leevensgroone, van zulke mai^nen , di'^nbsp;zig aan de Republiek zeer verdiend gemaakt hebben.nbsp;ter zyn zy ten aanzien der kond geene byzondere agti®^nbsp;waardig. Het nieuwfte is. ter eere van den Hertog
Richelieu opgerigt, na den laaiden oorlog, omdat hy
flad tegens de Ooflenrykers verdedigd , en zig gedu^*' rend zyn verblyf in de zelve zeer voorzigtig gedrag^’’
had. Hy werd deswegens onder den Genueefchen a
de*
aangenomen, en in het zogenaamde gouden boek ing£'^ kend , en men befloot hem dit ftandbeeld ter gedagt^‘’*nbsp;opterigten.
DOOR ITALIË N.
2P9
j nbsp;nbsp;nbsp;t)e tweede zaal is het waar het kollegie der tweehon- Cenua.
' vergadert. Aan den agtermuur is de zetel van den i ^oge eenigfiiis verheven. Voor hem zitten in de verga-: quot;^^ring twee Raadsheeren , en op elke zyde vyf. Hiernbsp;'''Orden ook de geheime raadsvergaderingen gehouden. Wienbsp;''gt;n deNobili eene zaak voortedraagen heeft, klimt op eennbsp;^''ort van preek doel.
In deeze zaal zyn drie ftukken van Solimene. Het eene
ï- nbsp;nbsp;nbsp;i
! nbsp;nbsp;nbsp;i
^*®nt tot een zolderduk , waarin egter de bouwkundige ^¦üilen niet wel te pas gebragt zyn, alzo eene architektuurnbsp;de iugt niet zeer voeglyk is. Het verbeeldt de te regt-^®lling van de kinderen van Giudiniani, die Heer van ’cnbsp;;®''and Cyprus was. Het gefchiedde op bevel van dennbsp;•^i'kfchen Keizer Soliman.
De twee andere flukken zyn tegen over raalkanderen, kï de beden die Solimene ooit gefchilderd heeft. Hetnbsp;*erfte verbeeldt Kridoffel Colombo, het kruis by zyn aan-in Amerika oprigtende. De aanleg van ’t ftuk isnbsp;en de tekening verdient lof, maar wyl de middel-''quot;ten tusfchen ligt en fchaduw ruw en weinig bewerktnbsp;zo gelykt het ftuk meer een fraaije fchets dan eennbsp;voltooid ftuk.
Op het tweede ziet men , hoe de afch van Joannes
Dooper met groote ftaatlie naar Genua gebragt worde. ordonnantie is zinryk. De verfcheidene gronden zynnbsp;ingerigt, en de perfpektief zo wel in a'gt genomen.
men zig verbeeldt, in het ftuk te kunnen rond gaan. quot;'leitusfchen mangelt het hier, gelyk in de meefte ftuk-van Solimene, aan de vereifchte verdeeling van’tligt.
tl,
''«rli.
Voorwerpen fcbynen eer van de maan dan van de zon te worden.
. tiet arfenaal is klein.
'‘M,
Men vertoont ’er buiten veele e wapenen ook verfcheiden harnasfen van Genueefche
300
Genua. dames, die, uit eenen verkeerden yver, of veelligt uit liefde tot het zonderbaare, in ’t jaar 1301. onder Pausnbsp;Bonifacius VIII. een kruistogt naar ’t Beloofde Land deC'nbsp;den. Boven de deur ziet men een ouden yzeren fcheeps'nbsp;voorfteven, Uoflrum, die by het zuiveren der haven ge'nbsp;vonden is.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Deeze voorfteven is byna drie fpaU'
nen lang, en het onderfte vierkante ftuk , voor dat he' als een varkensfnuit van vooren fpits wordt, byna een^nbsp;halve el.
Paleizen, Weinige fteden in de wereld hebben zo veel pragtig'^ paleizen aantewyzen als Genua, en zo al eenigen hieriquot;nbsp;met haar gelyk zyn, treft men dog nergens zo veel marrnetnbsp;als hier aan. De voornaamften ten aanzien der bouwkuU'nbsp;de zyn de volgenden : Het Paleis des Hertogs van Turft ^nbsp;de beide Paleizen Brignetk, naamlyk Palazzo rojfo en P^‘nbsp;lazzo Manco in de Strada nuova; het Paleis Pallavkininbsp;Caftellazzo ten einde der Strada nuova; dat van dennbsp;log Pietro Spinola, de twee Paleizen Balbi, in de fttt“^'nbsp;van dien zelven naam; dat van Marcellone Durazzo'ol ‘nbsp;Jefuietenkollegie , en daar tegen over dat van Marcell*''^nbsp;Durazzo; het Jefuietenkollegie zelf, het Paleis vannbsp;Certili by de Logia de’ Bianchi, het Paleis Doria bynbsp;S. Thomaspoort, enz.
Veelen van deeze paleizen zyn vorftlyk, en met een pragt gemeubileerd, dat men weinig zulke byzonlt;^^'^nbsp;gebouwen aantreffen zal. Een liefhebber der fchilderklt;^‘’^nbsp;vindt in de ineeften fchoone ftukken ; maar alzonbsp;wydloopig zyn zoude die allen hategaan, zullen wy
eeU’
(*) Men leeft daaronder
Vetnjlloris hu /evï Rornani rojïrtti^
fftrgando portK A. 1547. erutum y nnicum hoe nbsp;nbsp;nbsp;vtfnm,
jomm In re nantlca nbsp;nbsp;nbsp;dicavere conches.
*£1 van in zync Scorze litterarie.
Vader Zaccaria
301
benige flukkeii in de voornaamften aanwyzen, die byzon-G^«»^gt; iyk verdienen gezien te worden. Die de andere paleizennbsp;öiet bezien wil, kan zig met deeze vyf vergenöegen, dienbsp;op ’t koflbaarft ingerigt zyn: I. Het Paleis van Marcellinonbsp;öurazzo, over het Jefiiietenkollegie. 11. Het Paleis dellanbsp;ti-overe by S. Catarina; III. dat van Ridolfo Brignole opnbsp;de Strada nuova, gemeenlyk Palazzo rosfo genaamd. IV.nbsp;t)at van Jakob WiWem Correga, op de zelve ftraat. V.Datnbsp;Van Bartelomet Saluzzo , by de Plaats Giufliniani. Wynbsp;'villen de voornaamften aanwyzen.
Het Paleis Doria, van alle reizigers zo geroemd wegens/gt;^^/j ^yne kollbaare huisfieraaden, heeft de heerlykfte liggingnbsp;die men bedenken kan. Het ftaat niet ver van de lantaarn,
On had voorheen een’fteenen brug, van de welke men on-middeiyk aan boord der fchepen flappen konde. Maar zy
is thans afgebroken. Wanneer Keizer Karei V. hier eens aan land geflapt was, deed Doria een bedekte gallery totnbsp;aan het fchip maaken, en onthaalde zynen aanzienlykennbsp;gaft op een fchip in zee. Zo verflandig deeze Doria anders was, gaf hy dog by deeze gelegenheid een belachlyknbsp;Voorbeeld van fnorkery. Al het zilverwerk , ’t welk innbsp;Oene verbaazende menigte was, werd, zo als men ’tvannbsp;tafel nam, over boord gefraeten. De Keizer en allennbsp;die tegenwoordig waren ftonden verbaasd over de ver-Willing, en willen niet, dat op eene zekere diepte net-'eii rondom het fchip gefpannen waren, en dus weinignbsp;Wloren gaan konde. Benige Spanjaards lieten bemer-’^on, dat zy , aangezien de ontzaglyke menigte zilvers,nbsp;^oriTioedden, dat Doria veel geleend had, waarom deezenbsp;''' ’t Spaanfch op zyde van zyn Paleis tegens over de lan-een opfchrift , dat ’er nog ftaat, zetten deed, hetnbsp;'''®lk zeide , door de genade Gods en des Konings is innbsp;huis niets geleend*.
De
-ocr page 426- -ocr page 427-303
flolet. Een groot ftuk met eene Maria, en vier ftukkenGe;j«*» gt;ïiet apofteien ten halven lyve , van Prete Genovefe ofnbsp;Eapucino.
Twee groote flukken van Caravagio. Het eene verbeeldt Clorinde, die Sophronia en andere Chriftenen van den houtftapel verlofl. De beelden op den voorgrond zynnbsp;¦Daar tot het halve lyf. De fchilders neemen dikwyls dee-2e vryheid om ruimte te winnen , dog het is altyd eennbsp;¦hisflag, en kwetft het oog ook in dit ftuk. Het anderenbsp;üuk ftelt de opwekking van Lazarus voor, en is vol uitdrukking, dog te zwart geworden.
Rubens heeft zig zelven afgefchilderd , leggende de ®ene hand op den blooten boezem zyner huisvrouw, ennbsp;¦¦¦et de andere haar een wynfles ontneemende. Hy heeftnbsp;de figuur eens heids, dien een fater en een iningodtje ontwapenen. Het ftuk is allegonttm en voortreflyk gefchii-derd, maar het denkbeeld valt wat in ’t laage.
Een heilige familie , leevensgrootte , van Procaccini.
Eene Magdalena en verfcheiden andere koppen, die van Eitiaan fchynen te zyn, ten minden zyn zy fchoon geschilderd , en hebben veel van zyne manier.
Maria op den troon, nevens den Euangelift Joannes en Apoftel, kragtig, en in een groote manier uitgevoerd,
^oor Guercino. De verdryving der verkoopcrs uit den ¦cmpel, van den zelven. Men bemerkt voortreflyke hoof-*Sen en een helder, fchoon eenigfins roodagtig koloriet,
Dr in. Het is op een geheel andere wys, dan de fchil-^firs dit voorwerp gemeenlyk voorftellen, verbeeld.
Een voortreflyk ftuk met beelden, 21. duim groot, van Eaftigiione. Een S. Sebaftiaan, en een fchoone fchryven-, vrouw , door Guido. Chriftus zyn kruis draagende,
'^¦1 halven lyve, voortreflyk gefchilderd, door Van Dyk. paar groote flukken , de roof der Sabynfche vrouwen.
-ocr page 428-Genua.
wen, en Apoüo op zyn wagen door de uuren begeleid» fchynen van een Venetiaan gelchilderd te zyn. Het koloris'nbsp;is gemanierd , maar fchitterend; de tekening heeft veel®nbsp;gebreken.
Eene zittende vrouw met een’ palmtak en een’ pyl de h and. De tekening is rigtig, het koloriet leevendig»nbsp;het gewaad wel geplooid; met een woord, het ftuk ve('nbsp;dient alle goedkeuring, fchoon men den meefter niet Iteo^'nbsp;Eene zeer fchoone heilige familie boven een deur va®nbsp;Andreas del Sarto. Het koloriet is zo leevendignbsp;als in zyne meefteragtige (lukken , die men te Floren®®nbsp;ziet.
In de eetzaal bemerkt men goede fchilderyen en beeld' werk van Parodi. Het laatfte beftaat in een paar klein®nbsp;cafcades, op welker eene de groep van Romulus en R®'nbsp;mus (laat, die uit een ei kruipen, ’t welk een zwaan uif'nbsp;gebroeid heefr. Op de andere zoogt eene wolvin deeï®nbsp;tweelingen. De uitdrukking in het laatfle (luk is z®®^nbsp;naïf. Romulus fchynt onder ’t drinken in (laap gevall®”nbsp;te zyn, en Remus houdt den eenen voet der wolvinnbsp;op dat zy hem daar niet mede aanraake en wakker maak®’nbsp;Aan den muur lusfchen de twee cafcades heeft deeze ko®nbsp;(lenaar Paris gefchilderd, Venus den appel geevende.nbsp;hy is een beter beeldhouwer dan fchilder. Zyn penl®®*nbsp;kondigt meer fmaaks aan den juiflheid en konfl aan.
Paleis
Balhi.
Het Paleis van den Marquis Francefco Maria hi, op de Strada Balbi, is eene der merkwaardig*^^quot;nbsp;van Genua. Het heeft twee ryen pragtige kamers
d®
ite*
(*} De bezitter heeft de lyft zyner fchilderyen op een blad la* drukken, de vveike aan de vreemdelingen gegeven wordt. 'T jnbsp;te wenfchen, dat alle eigenaars van fchildcrykabinetten dit voorh®®
-ocr page 429-S05
i tweede verdieping, tnet twee opene gallêryen van do- Qtnuê* j 'Ifche order. ’T is zonderling, dat de bouwmeefter geennbsp;j ^firicheidenheid in zyn orders gebragt heeft. Deeze tweenbsp;^en hangen door twee kamers en een gallery, welkerzol*
^er Valerio Caftelli, een Genuees, gefchilderdheeft, t’za-*‘'en. Het koloriet is kragtig, en heeft veel van Rubens ^'^anier.
Re voortreflykde fchilderyen van ’t Paleis zyn: Jofef j ^gt;e in de gevangen-is den droom van den fchenker en bak-van Farao uitlegt, in een fchoone manier, van Cafti*
^l'öne. Een jaarmarkt van Jakob Basfano , met aartige 1 ''‘‘Ouwen hoofden. Het ftuk heeft geen verdieping genoeg,nbsp;de agtergroiid is te zwart. Een treflyk portrait van eenenbsp;: 'fouw uit het huis van Balbi, door Van Dyk. Joanneinbsp;Hieronymus , een paar groote ftukken van Guido,
Cboon getekend, ihaar zwak van kolor4ec. Nog een ftuk lil de laatfte manier van dien meefter, dat S. Hieronymusnbsp;'’erbeeldt, en veel van Caravagio heeft. De vrouw vartnbsp;^an Dyk, met haar kiiid op den fchoot, door hem zelvennbsp;^®fchilderd. De uitdrukking in de moeder en in het vergenoegde gëzigt van ’t kind is onvergelyklyk. Het kolo-is fyn , eii ongemeen wel onderhouden. Nog tweenbsp;^oote en drie kiiiderportraiten van hem. Andromeda aannbsp;®n rots van Guercinó. Chriftus op den Olyfberg vannbsp;‘‘nhael Angelo Buonaroti. Maria Magdalena van Au-Caracci. Verfcheidene ftukken van Caftiglionenbsp;andere goede meefters, die wy kortheidshalven voor-‘ïgaan.
Be-
!’‘'êlt;len , alio de grootfte kenner onmooglyk alks kennen kan, ea hem rond leiden gemeenlyk ’er geen kennis van hebben , ennbsp;^ «n meefter optegccven dikwyl* den ecrllen den beften uecmeanbsp;* bun invalt.
VL Deeu nbsp;nbsp;nbsp;V
-ocr page 430-Sölt;5
Ctnita.
Ander Pa leiiBalbi.
Bebalven dit Paleis Balbi ligt ’er nog een ander op zelve ftraat, dat met dit niet moet verward worden.nbsp;noemt het, onderfcheidshalven , Palazzo di Giaconii»^nbsp;Balbi. Het verdient insgelyks om zyne fchilderyen gezi^**nbsp;te worden. De voornaamrten zyn:
Een fchooüe S. Sebafiiaan van Van Dylt, in een gro*’' ten fmaak gefchilderd. De halve tinten zyn zo juift nii^*nbsp;waargenomen als hy anders pleegt te doen, waaromnbsp;niet zo goed gerond fchynt als zyne overige (lukken.
Twee gryzaards, een kind en eene vrouw, die bezets* fchynt te zyn,van Guercino zeer kragtig gefchilderd. Ee*nbsp;zonderling geordonneerde opftanding van Tintoret.
Een triomf, die niet geheel is, het hoofddeel, naaiti' lyk Bacchus , ontbreekt. Een vlytig uitgewerkte fchfi’^nbsp;van Rubens. Een paar zeer (lout gefchilderde landfchap'nbsp;pen van den zelven meefter. Zy doen een groote werking'nbsp;en vertoonen eene vlakke landsdouw. Een heilige fai”*'nbsp;lie, insgelyks van hem voortreflyk uitgevoerd. Het beel*^quot;nbsp;tenis eener nonne van groote fchoonheid. Zy fchyntnbsp;leeven, maar de meefter is onbekend.
Drie groote (lukken van Luca Giordano. Een Sabin'” nenroof, Perfeus, die de tafel omdoot, en zyne vyanii^lnbsp;door het hoofd van Medufa in (leen verandert. Denbsp;ningin Jefabel, die van de honden gegeten wordt.
voorwerp is wel uitgevoerd , zo dat het niets walgl^ heeft. Men bemerkt een’ (loute hand en veel vuur* ^nbsp;in. Nog een groot allegorifch (luk, waarop men ”nbsp;vrouw met haar gevolg, een held, eene furie, een tyg”^'nbsp;en diergelyken ziet. Diogenes die menfchen zoekt,nbsp;gelyks van hem.
Pald% In ’t Paleis Marcellone Durazzo, of Filippo Durü'^^* Marcellonemen ook goede fchilderyen, Icboon het hierin niet ^nbsp;Duta^z». jn(jei-ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Men vindt’er verfcheiüen portraiteo
Van Dyk, als, eene moeder, flaande met haar zoon, etxiQgfifi^
^nd in ’t wit gekleed, en een ftuk met kinderen. Demontier en Herakliet van Spagnolet. De fynspenning en Da-''id, dié Urias een brief geeft, beiden vanGuercino, De overfpeelfter van Procaccino, voortreflyk gekleurd. Maf-Cas van Paul Veronefe. De fchepping der vogels, eeiinbsp;ichoon ftuk , van Caftigftone. S. Cecilia door Andreasnbsp;^4l Sarto.
Het Paleis MarceUino burazzo, tegens övèr het Jefuie-*fnkoliegie in de Strada Baibi, heeft eene breede vóorzy-en koftbaar gemeubileerde kamers, waar het nog aan ^ukadoorwerk , nog andere fieraadén van fmaak mangelt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
inzonderheid zyn de fpiegels fchoon, waarmede een gal-^^ry voorzien is. In dit ftuk fpant het de kroon bovert ^le de paleizen van Genua;' Het is eerft na de laatfte on»nbsp;luften niet de Ooflenrykers in deezen kollbaarra rtaat ge-bragt. Ook ontbreekt het niet aan goede ftatws en antieke bufteri. Onder de laatften is het borftbeeld van Keizernbsp;Vitellius, als het befte dat uit de oudheid over is, beroemd. Onder de fchilderyen zyn de volgenden de beften inbsp;Olint en Sophronia op den houtftapel. Zy zyn rugwaard*
Sono ambo ftretti al pah flesfo, e •aolto E ii ttrgo al tergo, il volta afcofo al volta.
Gierufal. lib. II. 3 a.
^0 fchoon als Tasfo de hiftórle befchryfc,zo treffend heeft ** Giordano in dit ftuk uitgedrukt. Het beeld van Sophro»nbsp;is bekoorlyk; men kan ze niet aanzien zonder ’er vaanbsp;^Ogenomen te worden. Egter kon het koloriet asmgenaametnbsp;*gt;nj het valt te iteer in ’t geele.
305
Genua.
Het befte ftuk in dit Paleis, en, volgens gedagte vaü eenige kenners , in Genua , is Magdalena aan 's Heilandinbsp;voeten, een heerJyk ftuk van Paul Veronefe. Haar fchoo-ne boezem is zeer ontbloot. Het kapfel gelykt dat detnbsp;Italiaanfche boerinnen, en de kleeding den dragt der aan'nbsp;zienlyke vrouwen van dien tyd. De meefter heeft zig dee-ze vryheid, ten kofte van ’tkoftuum, in zyne meefteftuk-ken gegeven, en ook in dit zeer gelukkig ten nutte ge’nbsp;maakt. Het koloriet kan niet natuurlyker zyn. Men zietnbsp;zig aan de byzondere fchoonheden van ’t ftuk byna nie^nbsp;zat. Wilde men ’er egter iets op te berispen vinden, zonbsp;moeft het dit zyn , dat de fchaduw in de beelden vaOnbsp;'den agtergrond byna even zo fterk is als by de voor*nbsp;ften. Men zegt , dat de eigenaars van dit Paleis eenenbsp;ZO volkomene kopy van dit ftuk hebben , dat zy hetnbsp;nog vertoonen nog verkoopen , op dat in het toekomende ’er geen verfchii ontftaa , welk van beiden hetnbsp;origineel zy,
Perfeus , de gezellen van Phineus in fteen veranderende , van Luca Giordano , fchoon geordonneerd» en treflyk van werking. Adam en Eva, die uit het P^'nbsp;xadys verdréven worden, in een aangenaame manier,nbsp;met een vaft penfeel uitgevoerd , van Julius C«far PrO'nbsp;caccini.
Maria met het kind en S. Catharina, een heerlyk ftu^ van Van Dyk. Een flaand beeldtenis, en nog een va*nbsp;een’ bisfcbop, beiden van Van Dyk.
In de fchoone gallery heeft Parodi de zolder met flegt koloriet gefchilderd. Men ziet hier, buiten detee^nbsp;gemelde antieken, het ftandbeeld eens herders door Paro'nbsp;di , den roof van Proferpina , door Schiafino, onrig''^nbsp;getekend, gemanierd, en buitenfpoorig. Een paarfcho^a'nbsp;oe flukken van Jakob Basfano, vooral dezondvloed. Tquot;'®®
-ocr page 433-30^
voortreflyke fchilderyen van Cafliglione, Eene vrouw met CenUf* lgt;eeflen en vogels, van den zelven.
Twee koppen, een man die een ligt aanfleekt, en eene Vrouw in den fmaak van Titiaan, Het beeldtenis van Ait-Oa Boleyn, gemaalin van Henrik Vill. Koning van Engeland ,• fchoon gekleurd, maar van eene onbekende hand.
Chriftus aan ’t kriiis en Maria , van het zagte en fyne Penfeel van Carlino Dolce. Een groot portrait van een’
Vrouw door Van Dyk, waaraan de handen opgefchilderd Ichynen.
Juno, de oogen van Argus in den daart van haar paauvv Zettende, fchoon geordonneerd en van treflyke werking,nbsp;lie kinderen zyn te rood gefchilderd. De meefter is Rullens. Een kop met een tulband, een meefterlyk ftuk vdnnbsp;Rembrand, en iets zeldzaams in Italicn, waar deeze meefter niet zeer bekend en gejigt is. ....... ...... _
Maria met het kind, twee herders, en een oud man, van Titiaan. De koppen zyn ftboon, en het koloriet isnbsp;kragtig , fchoon wat droog. Maria met het kind , dennbsp;kleinen Joannes en Elifabeth, rigtig en vaft getekend y vannbsp;Andreas del Sarto, wat graauw en niet zo frifch gefchilderd als de ftiikken van hem te Florence. Van het' teil-zas van dit Pjleis heeft men een treflyk uitzigt over denbsp;Zee.
Het Paleis Carega in de Strada nuova heeft van buiten ionifche en korinthifche zuilen. De architektuur is van Caregti,nbsp;Michael Angelo. Het is van binnen wel gemeubileerd, ennbsp;tgt;tn de fchilderyen bezienswaard.. Een aanbidding der Ko-Hingen, van Paul Veronefe, is fchoon, .maar wat zwartnbsp;geworden. Rubens, door hem zelven voortreflyk uitge-Voerd- Coriolanus, die zyiie moeder ontvangt, fchoonnbsp;gefchilderd. Men fchryft het ftuk aan Van Dyk toe. Ifaak,nbsp;l*kob en Efau kragtig gewerkt, van Erete Genovefe. Ma-V 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ria
-ocr page 434-(Jcnm
ria met het kind yan het bevallige penfeel van Cign*' ni. Rachel , zittende op de huisgoden van Laban, oiönbsp;ze te verbergen , in eene goede manier van Caftiglioncnbsp;tiitgevoerd.
Paleizen Do/'ia ennbsp;Xurfu
Judith, ten halven lyve, en Jakob, dien men den rok van Jofef brengt, insgelyks halve beelden, een paar mee*nbsp;fterlyke (lukken van Guercino. Herodias met het hooft^nbsp;van Joannes, fchoon uitgevoerd door Titiaan, Maria fflê?nbsp;het kind, een fchoon gekleurd fluk van Julius Ctefar PrO”nbsp;caccini, en anderen ineer.
In de zelve flraat ligt ook een Paleis van de familie ria , dat eenige bezienswaardige fchilderyen heeft. Hotnbsp;Paleis Turji (laat leeg^wyl de Hertog van Turfi Kamerheefnbsp;des Konings van Napels is. De Infante van Parma be/nbsp;woonde het, toen zy in ’t jaar 1765. te Genua was, eOnbsp;de Infante van Spanjen betrok het Paleis Spinola by denbsp;Icerk van S. Catharlna.
P^Uii Pal-. Het Paleis Pallavicini al Zerbina, buiten de poort ^vicini. ylt;)4*,_niet ver van de voordad Bifagno, is naar’t ont'nbsp;werp van Michael Angelo gebouwd, en met ionifche o#nbsp;korinthifche zuilen voorzien. De architektuur over ’t g®'nbsp;heel, en de verdeeiing, verdienen goedkeuring, Ondetnbsp;de overige fchilderyen zyn ’er twee byzonderlyk vermaard'nbsp;De verzoeking des eerden menfchen, door Guido. Ev*nbsp;geeft een appel aan Adam , waartoe de (lang, die ee®nbsp;vrouwen hoofd heeft, haar overreedt. De Eva is bekoof'nbsp;lyk, en een ineederftuk, maar het beeld van Adam mgt;*'nbsp;fchien wat te akademifch. Het gantfche (luk heeft iets oO‘nbsp;gemeen bevalligs. Het andere duk is van Valentyn, o*nbsp;fielt de foldaaten voor, die om den rok van Chriftus dob'nbsp;beien. De werking van ’t ligt is piquant, in de karaktelt;^nbsp;heerfcht veel verfcheidenheid en een meefterlyke uitdrub'nbsp;hing..
-ocr page 435-Een ander Paleis PoUavicini heeft op de binnenplaats een aartigen waterval met eene grot, waarby twee Tritonsnbsp;een terras in de gedaante eener tribune houden.nbsp;beelden zyn in eene goede manier uitgevoerd, en wordennbsp;Ran Puget toegefchreven.
Men ziet hier ook eenige goede fchilderyen, als Venus by den dooden Adonis, van Van Dyk voortreflyk uitgevoerd. Een allegorifch ftuk verbeeldende de Stilzwygend-heid, waarin het hoofd der vrouw voortreflyk is uitgeval-'nbsp;ien. Men houdt het voor ’t werk van Rubens, en he£nbsp;heeft ook veel van zyne manier. Diana en Afteon vannbsp;Albani. Het ftuk is met het hem eigene aangenaame pen-feel gefchilderd, dog heeft dat geeiagtige koloriet niet,datnbsp;zyne ftukken karakterizeert, maar valt veeleer in ’t graau-We. Eene heilige familie en S. Hieronymus van Titiaan,nbsp;een ftuk van heerlyke werking. Eene aanbidding der ko*nbsp;Dingen van Tintoret, en meer anderen.
De liefhebbers vinden ook eenige goede ftukken in het Paleis van den Duca di S. Piero, by voorbeeld, poitrai-ten van Van Dyk. De doop van Joannes door Paul Vero-nefe, een doode S. Sebaftiaan, en de overfpeelfter van Ca-tavagio , enz. Verders ook in de Cafa Ferrari en denbsp;Cafa Senturioni. Op de laatfte plaats ziet men Muciusnbsp;Sctevola, die de hand in ’t vuur fteekt, een fchoon ftuknbsp;Van Guercino.
L'Albergo is een pragtig horpitaal, waarin over de dub . , Zend kranke en elendige menfchen, die «“bekwaam zynnbsp;te werken , onderhouden worden. Die eenig vermogennbsp;hebben betaalen eene kleinigheid, dog de meeften niets.nbsp;Liederlyke vrouwlieden , welken de regeering opvattennbsp;doet, Donne bandite, vinden hier insgelyks haar verblyf.
In ’t jaar 1743. zaten hier 4®oo. Duitfche foldaaten gevangen, alzo het ftetk gebouwd, en Ijgt te bezetten is. Men
V 4 nbsp;nbsp;nbsp;bragt
-ocr page 436-Ctnas. bragt ook herwaards.het geld uit de bank van S. George ^ nevens de boeken, Geduurende de borabardeering ondeinbsp;Lodewyk quot;XIV. hield zig hier de Doge op.
De fiigter eener ?o pryswaardige inrigting was iemant pit het huis van Brignole, en federt hebben veele bemidtnbsp;delde inwooners aanzienlyke fommen daaraan vermaakt,nbsp;zo dat het thans een ryk armhuis is. Op de trappen eUnbsp;in de voorzaaien ziet men de ftatues der yoornaam'de wel-doenders in marmer. Die al hun goed’er aaii gegeven hebben zyn zittend verbeeld, die over de looooo. Genneg*nbsp;fche Lire inaaken krygen geheele ftandbeelden , en dienbsp;maar boven de 55000. Lire fchenken, borftbeelden. Ditnbsp;is een aartige manier om bet aandenken der weldoeners tenbsp;bewaaren , en hen te gelyk tot ryUe gLamp;en aautemoedigeti.nbsp;Men ftaat verbaasd over de fommen, welken deeze ftiginbsp;ting allengskens verkregen heeft, als men ’er de lyft vaUnbsp;befchouwt.
In. de vier zaaien voor de mansperfoonen (laan zeshonderd bedden. Elk geflagt heeft zyne byzondere eetkamer , en een afgezonderde plaats in de kerk. De jongens leeren een handwerk, ’t zy weeven, fchoenmaaken, 't zy andere dingen,'die by het hospitaal te pas komen,nbsp;«n moeten , -als zy ouder worden , tragten zig zelveönbsp;voorttehelpen.
Het gebouw is groot en fchoon, en zal nog veel kodeö . ^ eer het geheel in ftaat is, alzo men den rots, daar hetnbsp;tegen aan Haat, wegruimen moet. Nog eene geheele zy'nbsp;de moet gebouwd Worden , indien het eerde bedek totnbsp;volkomenheid komen zal. De kapel tot het huis behoo-rende is zeer aartig.' Men ziet ’er een basreliëf in vaflnbsp;Michael Angelo, verbeeldende Mariat, het lyk vannbsp;Chridus belchouwende. Op het hoofdaltaar heeft-P®'nbsp;get de hemelvaart van Maria in. marmer ukgehonwen.
d nbsp;nbsp;nbsp;Haaf
-ocr page 437-S*3
Kanr hoofd heeft iets voortreflvks in de uitdrukking, nbsp;nbsp;nbsp;'gt;
de engelen zyn ook niet kwaalyk gemaakt.
Buiten de ftad, by Stfaus, wordt nog een armenliuis of Albergp aangelegd, ’t welk iemant uit den huize Fiefchinbsp;Voor driehonderd meisjes gelligt heeft.
Flet grooce Hospitaal is eene andere pryswaardige ftig-Gtwï ling, waar alle kranken, zonder onderfcheid vm müs yHoipitaaltnbsp;it'orden opgenomen. Hun aantal is nooit beneden de duidend. Hier worden ook alle vondelingen gevoed. Danbsp;Jongens blyven ’et zo lang in, tot dat zy voor zig zelvetinbsp;Zorgen kunnen , de meisjes altyd , en komen, als zy bovennbsp;de twaalf jaar zyn, in een Confervatorio, voor haar ge'nbsp;fchikt. Het géial der vondelingen, die in het huis zelfnbsp;of op het land worden opgevoed , fltekt zig gemeeniyknbsp;hoven de twee duizend uit.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ‘
De kranken hebben hunne byzoadere zaaien , en die 2an’t herftellen zyn ook de hunnen. De laatfieri onthou-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;
den zig in het bovenfte .gedeelte van het huis, waar da ¦*ugt het frifchd is. Tot deeze uitmuntende inrigting,dier-66'yke men in andere hospitaalen niet heeft,, wordt veelnbsp;Haacs gevorderd ; dog daar ontbreekt bet hier niet aan»nbsp;hïen heeft federt eenige iaaren nog eene vergrooting'. van-: 'tnbsp;ë^bouw begonnen, die oyer de 500000. Genueéfche Lirdnbsp;ëekofl: heeft, en door vrywillige giften van ryke familien
goedgemaakt. Eenigen hebben loooo, anderen zelfs Zoooo. Lire gegeven. Al wie dit hospitaal over de looooo,
Lire vermaakt, bekomt, gelyk in ’t Albergoeen raacmcr ^«n ftandbeeld van leevensgrootte. Het hospitaal is vannbsp;«en’ zwartagtigen (leen gebouwd , die veele kalkaartigenbsp;deelen fqhynt te hebben.
In het kleine. Hospitaal worden alleen Genueezen onb Vangen , zy mogen dan met genceslyke of ODgeneeslyke.^(?i/gt;/wlt;»/.nbsp;^'ektens bezogt zyn.
V 5 nbsp;nbsp;nbsp;By
-ocr page 438-Menu», nbsp;nbsp;nbsp;groote Hospitaal wyzen de Genueezen met g«'
noegen een’ vreemdeling de plaats, die in hunne hiftoris altyd merkwaardig blyven zal. Het is in de Strada Pof'nbsp;¦feria, wanneer men de Strada Julia ingaan wil, en zy i*nbsp;met opzet verfraaid, om de gedagtenis te bewaaren van d*nbsp;merkwaardige omwenteling , die hier den lo, Decembernbsp;1746. een aanvang nam. Gelegenheid daartoe gaf een jon*nbsp;geling, die oppasfer in de herberg van ’t witte Kruis was gt;nbsp;en Carbone heette. Hy overleed in 17Ö3.
Te S. Giorgio ziet men de bank en haare fchatten, d« archief, en de ftandbeelden der geenen die geld daartoSnbsp;vermaakt hebben. Het is ook der moeite waard, de inrig'nbsp;ting der ovens om brood te bakken, die den Staat toeko*nbsp;men, te bezigtigen. ,
$en.
Schoenheid Genua kan een paar pragtige ftraaten doen zien, di® ^rftraa- y,einige haar gelyken hebben , wyl zy uit de fchoond*nbsp;paleizen beftaan. Deeze ftraaten zyn Strada Balhi en Stfd’nbsp;da nuova, De laatfte zou in een regte lyn tot de eerft*nbsp;kunnen voortgetrokken worden, als men de tusfchen ftnaö'nbsp;de huizen afbrak. Indien men dan in de tusfchenruitn'®nbsp;gebouwen de overigen gelyk aan zettede , zo zoud®nbsp;’er geene ftad zyn, die zig over iets diergelyks beroeffl^i*nbsp;konde. Als deeze twee ftraaten wat breeder waren, zotl'nbsp;den zy een nog heerlyker aanzien hebben.
de
Ten einde de Strada Balbi ligt de Plaats vmSan SpifH^ Zo genaamd naar een kloofter, waar de gevangene Ooft^önbsp;rykfche officiers in ’t jaar 1746. werden opgeftoten.nbsp;verder liggen de publieke magazynen , de poort vannbsp;Thomas, welke de Ooftenrykers bezet hadden, en hetp*'nbsp;leis van den beroemden Andreas Doria. Men komtnbsp;op de ftraat der lantaarne , of vuurbaak. Hier zou
veel veranderd kunnen worden, als men het inkomen 1”
Had zo breed en fchoon wilde maaken als by S. Spiri'^® i
8*5
tfchied is. Aan deezen weg vindt men oot de fteengroe
Ve, waaruit de fteenen voor ’t Scoglio genomen zyn. De
Genueezen noemen ScogUq de opgehoopte grqote ftukken
ïots, die langs den wal in zee gefmeten worden, om het nbsp;nbsp;nbsp;'
geweld der baaren te breeken, op dat zy den wallen en
l»et muurwerk geene fchade aanbrengen. Men heeft' een
'Vel bedagt werktuig,om de gropte brokken rots mettaam-
lyke fnelheid op- en aftelaaden.
De Lantaarn of vuurbaak is een hooge toren , welksL*^^'*'^^’*» fondament een oud kafteel is, dat Lodewyk XII., Koningnbsp;^n Frankryk, reeds deed aanleggen. Hy is 36Ö. treedennbsp;hoog. Alle nagten branden ’er zes en dertig lampen innbsp;«ene groote lantaarn, die van verre zig als een groot ligtnbsp;Vertoonen, en den fchepen tot een teken dienen. Als denbsp;Wagters by dag van boven den toren een fchip in zee pntrnbsp;dekken, hangen zy een’ kogel, en zienzy ’er twee, tweenbsp;kogels nit. Vertoonen zig meer dan vyf fchepen , zpnbsp;¦fteekt men een vlag uit, ten teken dat een eskader nagt;nbsp;hy is. Op deeze wys weeten de Genueezen akyd , ofnbsp;’er haafl: fchepen aankomen zullen dan niet. Zo dr»
^ïen narigt krygt, dat ’er een oorlogsvloot in de Middel, landfche Zee is y worden alle de batteryen met gefchutnbsp;beplant.
Hier begint de pragtig gebouwde voorftad San Pietn ^Arena, w'aar voorheen de groote wandelplaats voor lio-*^en van aanzien was, maar thans is zy uit de mode; mennbsp;^’dt nu liever verder op het vlakke veld. Ten einde dernbsp;''oorftad leidt de brug van CornigUano, waarvan wy bovennbsp;^®«ds gefproken hebben, over de Polcevera. Egt;eeze brug
in de voorige eeuw op koften van een Genueefch edel-Benedetto Gentile, gebouwd.
Wat verder ligt de brug di Sefiri, die Michael Imperiali *lleen voor voetgaugets gebouwd heeft.. Deeze Imperiali
was
-ocr page 440-Genu4‘
ff^aterlei'
éiug.
^egerlngs-
vem.
Kleine
Kaai.
was een ryk en zeer vrolyk man, van wien men nóg veel* grappige en fcherpe invallen verhaalt, die hem egter dik'nbsp;wyls duur te liaan kwamen.
De bronnen aan de oollzyde der Had worden door een* waterleiding verzorgd, die van de Scuffara, vyf Italiaan'nbsp;fche mylen ver, afkomt, en door de poort van S. Bartho'nbsp;lomtens loopt. Het water doét eenige molens gaan,nbsp;verdeelt zig in verfcheiden armen, die de inwooners va*nbsp;’t ooHelyk deel van Genua van water voorzien. Opnbsp;wellzyde-heeft men fonteinen,. en waterbakken. Het réquot;nbsp;genwater, en-dat van. de fnelle kleine riviertjes, die van Inbsp;gebergte afkomen •, valt in zes kanaalen, die op zekere*nbsp;afftand liggen, en in de haven iritwateren.
De Raad , die den (laat van Genua regeert, beflaat uk dertien perfoonen, den Doge, die den titel van Serenisf'nbsp;tno Doge voert, en twaalf hyzitters, of raadsheeren, d'®nbsp;Eccellen(is/ïmi Gomernatori genoemd worden. Daarby kotolnbsp;de Kamer , la Camera, die de geldmiddelen der Rep*'nbsp;bliek belliert. Zy bellaat uit agt perfoonen, en allen, lt;1’®nbsp;ooit Doge .geweeft zyn: Hun getal bellaat fomwylennbsp;twaalf of meer perfoonen, die .men Eccclkniifimi Precufi’nbsp;tori noemt.
Deeze twee kollegies vereenigen zig, wanneer ’er b** tenlandfche zaaken op ’t tapyt zyn. Zy geeven den S®'nbsp;zanten gehoor, en bezorgea.alles wat’er met vreei*'^*nbsp;hoven te doen is. Zwaare misdaaden, als hoog verrü*nbsp;en vadermoord , gelyk ook hèt krygswezen , behoc»’®''nbsp;daar heen,, en zy roepen den groeten Raad t’zamen, ®nbsp;zy het noódig vinden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
De kleine Raad, ConfigUetta.oïMinor. Conftglio,.'be^^^^ uk tweehonderd leden, Hy verkieft de.magillraatspö'^®^^nbsp;nen , befluit oorlog en vrede, heeft het regt wett**
geevep, mits die niet aanloopen tegens die van iS'
tW'
e*
*Wee derden'er voor 2yn. Hy kan ook den grooten RaadCenué. öieuwe wetten of importen voorflaan, als de zaak in zynenbsp;''ergadering maar vier vyfden der rtemmen gehad heeft,nbsp;öeeze kleine Raad regeert gemeenlyk den grooten, wylnbsp;reeds uit tweehonderd leden beftaat, die nevens der-^elver zoonen, neeven j en verderen aanhang, de meeftenbsp;f^emmen in de grooten uitmaaken. Op deeze wyS wordtnbsp;®en voorrtag, als hy in den kleinen Raad doorgaat, ooknbsp;ëcmeenlyk in den grooten doorgedrongen.
De groote Raad , ii gr an Conjiglio , is de algemeefle 'Verzameling der Nobili, en by hem is de opperrte en 'f/st-Raad.nbsp;ëeevende magt. Hy alleen kan importen opleggen, en denbsp;firondwetten des Staats veranderen. Hy benoemt de voor*
'“aamile bedienden van de Republiek, den Doge, de fe-*^fetarisfcn van Staat, den kapitein der gallyen, en de gou«
Verneurs door het gantfche -Geiiueetche gebied.
Om in den grooten Raad te komen, moet men tweeëntwintig jaar oud, en ten minrten drie jaaren borger ge-'\’eeft zyn. Men moet geen’ kvvaaden naam hebben. Jaar-•yks wordt’er eene nieuwe verkiezing van gedaan, maar de zelven , dat is alle de Nobili, worden weder verkoken. In het zogenaamde gouden boek , of de lyft desnbsp;grooten en kleinen Raads , die jaarlyks gedrukt wordt,
1? !¦!
'''aren voor een jaar of twee drie honderd twee en veertig ’quot;edeleden.
De Doge beeft de voorzitting in alle raadsvergaderin- j)g Jiggg, gen, en heeft alleen het regt om de zaaken, die in be-^^adllaging zullen genomen w'orden, voorcertellcn. Daarinnbsp;beftaat egter ook zyn grootfte aanzien. Hy regeert tweenbsp;jaaren, en niets langer, en die waardigheid mag door hemnbsp;dog langer bekleed, nog iemant uit zyn gellagt opgedra-Sen worden. Na tien jaaren tyds is hy weder verkiesbaar. Egter is het nog niemant gebeurd, tweemaal die eer
te
benüa. te genieten. Men kan Doge werden , zónder Senatofi geweeft te zyn, maar men moet óver de vyftig jaaren we*nbsp;zen. Hoe gering ook de magt van den Doge is, vèrlaH'nbsp;gen de Nobili egter genoeg naiar dat geluk, en zoeken dik'nbsp;wyls de (temmen der armen met groote fommen te koo-pen. Zo lang iemaiit Doge is heeft hy den titel van Serc'nbsp;niia, naderhand moet hy zig met dien van Èccellenza laa*nbsp;ten te vrede (lellen. (*') De Doge woont in ’t Paleis de(nbsp;Republiek, nevens twee raadsheeren of Governatöri, di®nbsp;éeii waakzaam oog op zyn gedrag houden. Hy draagtnbsp;ésn lang donker rood kleed , dat of van fluweel of va®nbsp;zyde is, eene róode vierkante muts, die fpits toeloopt rnbsp;en boven aan een zyden kwaft heeft. Zyne lyfwagt be*nbsp;ftaat uit tweehonderd Zwitfers, die voor zyne kamer eOnbsp;Op de toegangen de wagt houden, ([f)
(•) Keyszlet, de Abt Richard en anderen, fchryven zonder grond i dat de fekretaris of kanfelier des Raads den Doge. als zyn tyd o'*nbsp;is , dit korapitment zou maaken: „ Alzo uwe Sertnita nu de i*'nbsp;„ gecring afgelegd heeft , zo kan uwe Eccetlmz.a uit het Paleis dt*nbsp;„ Republiek naar haar eigen huis tetugkeeren. „ De Doge wagtnbsp;onbeleefde kompliment niet af, maar gaat van zelf, begeleid dooi d^dnbsp;ganilchen adel , die hem geluk wenfcht roet het gelukkig volvocitdnbsp;Zyncr regeering, naar zyn huis.
(f) Voorheen werd de gekoren Doge gekroond. Men zetlt‘^1 hem, wegens het koningtyk van Cotfica , eene kroon op, en S*nbsp;hera een fceptet in de hand. Of men deeze gewoonte na ’t ved'‘*nbsp;van Coifica zal afichaffen, moet de tyd leeren. Cotfica is den (5*nbsp;nueezen van ouds af van weinig nuts geweeft, her geen het opb'*^nbsp;wierd ‘er weder hefteed. In de laatfte jaaren koftte het den S'***nbsp;veel gelds om de onruftige hoofden te beteugelen , en dit konnbsp;thans niet gefchieden. Ondenusfehen hadden de Genueczen d*^nbsp;Veel mede op, dat zy bezitters van een koningtyk waren, ennbsp;verbeeldde zig, een ftuk van eea koning te zyn. Men verhaalti “ ^nbsp;zekere dame voor eenige jaaren, op de tyding van een door denbsp;nueezen behaald Tootdecl , vol vetgenoegens, gezegd zott h*^^****nbsp;StAVit dtUKjac tiasoréi *» Re^iai,
-ocr page 443-t)e Doge moet van egten bedde zyn. Dit merken ^YGenUêt daarom aan , omdat het niet zeldzaam is, dat de Pïobilinbsp;hunne onwettige zoonen adopteeren , waartoe de Raadnbsp;hitdruklyk zyne inwilliging en verlof geeft, zo dat de geadopteerde zoon het volle wapen zyns vaders voeren mag jnbsp;Zonder eenig teken zyner onegie geboorte, en zyn naaittnbsp;Wordt in het gouden boek gefchreven. De vader maaktnbsp;hem dan eene zekere fom by uiterflen wil. De Staatnbsp;heefc dit tot in ftandhouding der geflagten ingevoerd. Al*
Zulk een geadopteerde zoon eene Genueefche vrouw Van adel trouwt, zyn zyne zoonen weder tot Doge ver*nbsp;kiesbaar.
Na ’t eindigen zyner regeering kan een iegelyk den Doge binnen de eerlle agc dagen by den Sindkato dei Su-premi aanklaagen. De Sindicatori neemen alle de be-
zwaaren der borgers tegen hem aan , en onderzoeken iu hoe verre die gegrond zyn. Bevindt men dat de Dog»nbsp;zig te zeer vergreepen heeft, zo verlieft hy het regt,langer Procuratore te zyn.
I!
Om een Doge te verkiezen worden vyftig perfoonen uit ^en grooten Raad by ’t lot getrokken, deezen flaan ’etnbsp;*wintig voor, die zy deezer eer waardig agten. Van dee-twintig verkiert ’er de groote Raad vyftien , en denbsp;kleine Raad neemt ’er zes uit deeze vyftien, en uit deezenbsp;*es verkiert ’er eiiidelyk de groote Raad eenen. Als mettnbsp;Omtrent de keus eeus nieuwen Doge niet eens kan worden , wordt zy van agt tot agt dagen verfchoven, en on-dertusfchen regeert hy die ’t langft Senatore of Raadsheer
geweeft is. Behalven dat de Doge vyftig jaaren oud moet
*yn, wordt ook gevorderd, dat hy middelen hebbe, om *ynen ftaat te voeren , alzo de Republiek zo veel nietnbsp;leeft, dat het de korten kan goed maaken.
De Raadsheeren of Civernateri worden uit een pot.
320
Seminaria genoemd, by ’t lót getrokken. Men werpt 'èt honderd en twintig naamen in , en trekt daar alle ze*nbsp;maanden ’er zes uit. Zy moeten ten minden vyfiig jaafnbsp;borger geweeft zyn, en zyn eerft na vyf jaaren j maar denbsp;Procuratori na drie jaaren, weder verkiesbaar;
De kleine Raad wórdt niet veranderd. ’T is waar, mert komt jaarlyks tót eene nieuwe verkiezing, dog dit is maatnbsp;eene plegtigheid, Want de Zelve perfoonen worden altyiJnbsp;weder verkoren. Dit gefchiedt in het midden van De*nbsp;cember door dertig perfoonen, die de Raad zelf verkiert»nbsp;Als ’er eene opengevallene plaats te .vervullen is , g*®'-men op de zelve wys te werk.
Onder de andere magirtrtfatsperfoonen zyrt de Supretnt Sindicatori de vOornaamften. Men kan ze met de Ephorinbsp;der Lacedemoniers vergelyken. Zy moeten op het waar-neemen der wetten agt geeven. Zy zyn vyf in getal, ertnbsp;men vreeft hunne magt het meert. De zeven Inquifiteut*nbsp;van Staat houden een waakzaam oog op de politie, en on*nbsp;derzoeken, of’er in de familien ook iets voor den Staat nS'nbsp;deeligs gebrouwen wordt^
Onder de laagere eerampten zyn die def drie fekret^' risfen van Staat de vooinaamften en voordeeligrten. Ell^nbsp;brengt jaarlyks over de 7000. daalders op, en hy die Z®nbsp;bekleedt wordt ’er door. veradeld ,¦ als hy geen edelm®'^nbsp;is. Niemant mag dat ainpt langer dan tien jaaren b^'nbsp;kleeden, en maar zelden wordt het voor drie jaaren ve('nbsp;langd.
Reders.
Tot regters in pleitgedingen; neemt men altyd lied'^’’ uit andere Italiaanfche ftaaten , en zeer dikwyls uit h^^nbsp;Roomfche gebied. Zy mogen het niet langer dan df‘®nbsp;jaaren zyn. Daar zyn ’er drie in borgerlyke, en vier i'*nbsp;ftrafbaare zaaken. Men zig kan van hunne uitfpraaknbsp;\)orgerlyke zaaken op drie Geuueefche Doirtores, of 0®*^
-ocr page 445-321
tót twee Doftores eenen Nobile, die zig de partyen kle-Zen, beroepen.
Het Rooinfche regt is de gronddag van het Genueefche.^^^^^. Egter hebben zy ook hunne byzondere flatuuten, Statutonbsp;lt;^vik e criminale, ’t welk een deel in folio uitmaakt. (*^nbsp;ï)e wetten in ’t jaar 15-5. zyn de grondwetten, waaropnbsp;de inrigting van den Staat geveftigd is. Zy Hellen vafl,
'Vat elk magidraatsperfoon te doen heeft, hoe veelen ’er Zyn , en hoe lang zy hunne ampten bekleeden moeten.
Eie de inrigting des Staats tiaauwkeurig weeten wil, moet Ze uit dat boek leeren kennen. De wetten worden on- ^nbsp;der publiek gezag in order gebragt en plegtig gepubll-*^eerd. (i)
'Hl
De Inquifitie of het geeftlyke geregtshof beftaat te hua uic een’ Dofflinlkaan en twee heiti toegévöegde Senatoren , zonder welker medeweet'en hy niets ondemeemetinbsp;kan. Zy is in ’t geheel niet flreng; naauwlyks hoort mennbsp;'er vah fpreeken. Voor een jaar of twee zat niemant ianbsp;kaare gevangenis, behalven zekere Riva, een geneeskundige, die een jaar of twintig geleden de godverzakerynbsp;¦'¦'erded'gd had, en al lang weder op vrye voeten gefteldnbsp;^ou zyn, indien liy zyn gevoelen opertlyk had willen her-''^epen.
In-
C*) Men heeft een fthooti, maar zcidea voorkomend, commenta* daarover , • ‘Bottini Ccllatïonei JitrU Cjsfaret ad Jiatutum civile^
, in folio. Calcreggio , Bofco, en Benielli hebben het ook quot;fSeheldeid. Behalven dat, heeft men eene menigte van decifwntinbsp;'''t Rota.
(t) De titel van ’t boek waarin zy bevat zyn, is, Leges novt Reh Genitenfts , a Legath fnmmi ronttficis, Cefarls , amp; Regis Ca-^nbsp;in ^ms per RempitUiie’» collata fuerat astSorUas, cendite,nbsp;d. 17. Martii i'iji. pMkatt. In folio.
Jê
Deel.
-ocr page 446-Cenua. Indien men de volken volgens oude fpreekwoorden Karakter I^eoordeelen zoude , zo was het karakter der Gcnueezennbsp;der inwoo-zsQt liegt. Het Tpreekwoord zegt, Monte fenza legno,nbsp;tiers. mare fenza pefce, gente fenza fede, donne fenza vergogna,nbsp;een berg zonder hout , een zee zonder vifch, een volknbsp;zonder trouw , vrouwen zonder fchaarate. De Liguriersnbsp;flonden reeds by de ouden ten opzigte der trouw en eer-lykheid in een flegtblaadtje, gelyk uit Silius Italicus,Au'nbsp;fonius, en inzonderheid uit Virgilins (1} blykt. In dennbsp;tyd van Dante moeten zy by de Italiaanen even zo weinignbsp;in goeden reuk geweeft zyn, wyl hy het 33. gezang vannbsp;de Hel zeer nadeelig voor hun belluit;
Mhi Genóvefi, uomini diverji
jyogni coftume, e pifi d'ogni magagna,
Perche non fiete voi del mondo fperfi!
Landini doet’er, in zyne uitlegging over deeze plaats» by : Degna S? ben collocata efclamazione per molti rifpt^'nbsp;ti ,che fono noti quafi a tutti. Maar wat verftandig menleknbsp;zal zulke nationeele befchuldigingen voor algemeen aaH'nbsp;neemen? Zy komen gemeenlyk uit byzondere oorzaake”nbsp;voort, die deeze of geene gehad heeft, om een zo oH'nbsp;gunflig oordeel te vellen. Men befchuldigt de Italiaan^knbsp;in ’t algemeen, wraakgierig, baatzugtig en yverzngtignbsp;wezen. Het kan zyn, dat dit by,den gemeenen mannbsp;plaats vindt, en die ook te Genua diergelyke verwyting1^quot;
vet'
Virgilius zegt van hun , ajfatttm mth Lignrem, en in hóek der Maeis legt hy Camilla de volgende woorden in quot;nbsp;lïvond :
Vane Li^nr ^ frtfjlraqtte animis elate ftiperUs ^
Ke^nienaam patrias tentajli Ittbricns artes.
-ocr page 447-11
verdient. Maar onder lieden van aanzien en in goede gS Qg„y^. Zelfchappen heeft men geene reden zig daarover te be-klaagen; ten minden reizigers kunnen geduurend een ge-öieenlyk kort verbiyf te Genua de inwooners niet genoegnbsp;leeren kennen , om een zo nadeeüg oordeel over hun tenbsp;Vellen, De goede gezelfchappen zyn hier zo aangenaamnbsp;als ergens in Italien , de vreemdelingen worden beleefdnbsp;ontvangen , en hebben geen reden om zig over de agter-koudendheid der Genueezen te beklaagen. De gemeenenbsp;hian leeft geruft, en is met zyne leevensWys te vrede; hynbsp;^ou misfehien wreed en wraakzugtig worden , als hy tenbsp;Veel onderdrukt werd. Van zyn’ moed heeft het graauwnbsp;gt;n 't jaar 1746. een blyk gegeven ; anders heeft het in denbsp;Vreedzaame tyden, waarin zig de Republiek federt eertigenbsp;eeuwen bevindt, dat wilde en barbaarfche, ’t welk het innbsp;de middeleeuwen aanhing, byna geheel afgelegd.
: 'tl
De regeering is zagt ; men ftraft alleen diefftallen en hoofdmisdaaden ; andere misdryven, die niet tegens dennbsp;Staat en de openbaare zekerheid aanloopen, worden zeefnbsp;door de vingeren gezien. De geeft van partyfehap tus-kthen den adel en het volk is byna geheel uitgeblufcht. Denbsp;korgers leeven geruft, neemen hunne zaaken waar, en iaa-'en aan den adel de regeering van den Staat over.
De adel is gezellig, en ziet, vooral in den herfft, gaarn Vreemdelingen. De ryken leeven dan op hunne landhuizennbsp;keerlyk, en verlangen hunne ptagt te doen zien en pryzen.nbsp;öe minften bezitten weetenfehappen, en worden ook vannbsp;de jeugd aan daar niet toe opgebragt. Een goed natiiurlyknbsp;'¦erftand is alles, want voor de befchaaving daarvan wordtnbsp;''iet vroegtydig gezorgd, en by rypere jaaren even zo weinig daaraan gedagt. By de weinigen die gereisd hebben ^nbsp;in de publieke zaaken gebruikt zyn^ treft men meernbsp;'‘®önis van de wereld aan i de oveiigen weeien weinignbsp;X 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bö!'
' i. ' •
-ocr page 448-Gema,
Cidihei.
de
dat de vtouquot;' nl-
buiten hunnen fiaat, fchoon zy voor groote ftaatkundigen willen aangezien te worden, en zig verbeelden, dat hunninbsp;Republiek met alle b'uitenlandfche fiaaten in een naauw®nbsp;verbindtenis is, en invloed op de hoven van Europaheeft-Nergens in Italien zyn dc Cicisbei zo in de mode als tunbsp;Genua. De mans, hoe groot men ook hunne yverzugiquot;nbsp;maake, bekommeren zig niet zeer ora hunne vrouwen, e®nbsp;zyn te vrede ais die zig met haare Cicisbei bezig houden.nbsp;Zodra een adelyke dame trouwt, wordt met goedkeuringnbsp;van beide de partyen een Cicisbeo gekoren. Men verandert niet ligt van Cicisbeo, en zo al beiden, zo wel dcnbsp;dame als de Cicisbeo, malkanderen in ’t vervolg moedenbsp;worden, blyven zy dog in deeze verbindtenis, die vooCnbsp;den laatften eene zeer laUige en verveelende bezigheidnbsp;wordt. De dame gaat nooit zonder hem te kerk, wandelen, of in gezelfchap. Men ziet te Genua byna geen andere koetfen dan coupés. Zelden treft men ’er twee dames in aan, maar altyd eene met haaren Cicisbeo. Ongc'nbsp;agt alle de Cicisbei zyn de procesfen over onvermogC'nbsp;niet zeldzaam. Als een paar niet wel fzamen leeft,nbsp;valt de egtfeheiding niet moeüyk te- verkrygen, en beiJ*^nbsp;partyen kunnen naderhand of weder trouwen, of denbsp;moet zyner vrouw een jaarlykfch inkomen geeven ,nbsp;voor de opvoeding der kinderen zorgen. Veele dafflC^nbsp;zoeken wel de gelegenheid tot egtfeheiding , om nadef'nbsp;hand des te grootcre vryheid te hebben, fchoon zynbsp;haar jaarlykfch inkomen op geen’ zo groocfchen voet ld'nbsp;ven kunnen. Ten minften is het hier niet gebruiklyk, d»'nbsp;zy zig, gelyk op veele plaatfen, na de egtfeheiding io 'nbsp;klooder begeeveii, of by haare ouders gaan woonen.nbsp;kunnen leeven waar en zo als zv willen. Wyl men dic^
gelyke gevallen niet vooruitzien kan , zo wordt by meefte huwiyksvootwaarden vaftgeöeld:
¦( I
ailes, wst haar na het trouwen by erfenis te beurt valt,
Voor zig behoudt.
Maar deeze gebruiken zyn onder de borgers niet ingevoerd. De mans dulden geene Cicisbei , en leeven met hunne vrouwen eensgezind en ordentelyk. Daar zyn eeni-gen uit de aanzienlykfle borgers, die hierin den adel willen navolgen, dog zy zyn ligt te tellen, en de mans hebben veelligc byzondere redenen daartoe.
Alzo de regeering der Republiek den adel niet genpegSpeh bezig houdt, en de ininllen werk van de weeterifcfaappennbsp;inaaken, zo is liet fpel een heerlyk middel om den tydnbsp;doonebrengen. Zy raaaken ’er eene zeer ernftige bezigheid van. By de pharontafel geldt geen aanzien van per*nbsp;foon, die geld te verfpeelen heeft is welkom, hy magnbsp;een edelman, een borger, een koopman, ecu geeftlyke,nbsp;van het land of uit de flati zyn. Egter laat de Staat geennbsp;openlyke huizen om te fpeelen toe, op dat geene vreemdenbsp;fpeelers induipen, en het geld uit het land trekken. Dognbsp;de Genueezen kunnen onder zig fpeelen zo hoog als zynbsp;willen. Men oordeelt dat het geld dog altyd in ’t landnbsp;blyfe, en maar uit de eene in de an4ere hand gaat. Ofnbsp;dit een-goede regel in de ftaatkunde is, en of niet veel?nbsp;familien daardoor ongelukkig, en de weelde door hethoo-ge fpel bevorderd wordt, laaten wy aan zyn plaats.
De regeering duldt geene vreemde goochelaars, marionetten , in een woord niets, waardoor het geld uit het land zou kunnen gefleept worden. Uit het zelve bWinfelnbsp;maakte de Raad voor eenige jaaren eene wet, hoe veelnbsp;een ieder aan porcellein bezitten zou, en lei een zwaarennbsp;•mpoft op den invoer daarvan, alzo het de mode werd,nbsp;eene menigte van porcellein in de kamers te zetten, ennbsp;aan tafel te gebruiken. Daartegen mag een ieder zo veelnbsp;ïUvefwerk, waarin een waare waardy fteekt, hebben alsnbsp;X 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hy
-ocr page 450-32(5
Genua. nbsp;nbsp;nbsp;vindt men ook werklyk zeel veel zilverwerk
in de Geniieefche huizen.
De geeftlyke prebenden der bisfehoppen en abten zyn meert zeer voordcelig. Edellieden, die geen luft hebbennbsp;tot werken, en om zig om de publieke bezigheden te bekommeren , zoeken zulk een’ poft, in den welken zy hunnbsp;leeven gemaklyk, en zonder van ieraant aftehangen doorbrengen kunnen. De wereldlyke priefters daartegen zyhnbsp;misfehien nergens zo weinig geagt en zo armzalig als tenbsp;Genua, Het moet een vreemdeling niet wonderlyk voorkomen , wanneer hy by ’t bezoeken der kerken dikwyls oinnbsp;een aalmoes van hun wordt aangefproken, en hy zyne lief-hebbery by ’c bezien van ’t een of ander fchilderftuk, dat zynbsp;zeer zorgvuldig toedekken, met eene Mancia of een fooitje betaalgii moet. Voor ’t overige bertaat de godsdienrtnbsp;hier , gelyk op veele plaatfen van Italien, veel in uiter-lykheden. Als het Ave Maria geluid wordt , leggen denbsp;dames de kaarten neer , doen fchielyk een gebed , e”nbsp;fpeelen voort.
j^Ieeding. De vrouwen die te voet gaan hangen in de zes maanden, wanneer het weder ’t veranderlykft is, een fluijer. Mezzo-ro, van goede of betere zyden rtof,^ naar dat zy ’t betefnbsp;doen kunnen of niet , om. Hy bedekt het hoofd , dnnbsp;fchouders, en armen. Zy kunnen ’er niet wel onder gS'nbsp;zien worden, zyn veilig voor het kwaade weder, en be'nbsp;hoeven niet zeer voor haar kapfel te vreezen. De dames inbsp;welken zig in de ftad, waar de koetfen wegens de naauw'®nbsp;ftraaten niet in gebruik zyn, in draagrtoelen laaten dra*'nbsp;gen, 'gebruiken deezen fluijer niet.
De edellieden gaan in de ftad, ingevolge der wetten gt; altyd in ’t zwart gekleed, maar op het land mogen zy o®'nbsp;kleurde en koftbaare kleederen draagen. Nooit gaan
ii
ii
327
of Marquis, als zy in’t Napo’itaanfclie of elders landgoe-deren bezitten, met de welken zulk een titel verknogt is. t)e dames kleeden zig in koflbaare ftoifen, en zyn inzonderheid zeer koftelyk in juvveeleu.
De aangenaamfte tyd voor een’ vreemdeling is die van ’t verkiezen eens Doge,als men maaken kan dan te Genua®f«.nbsp;te zyn. By de krooning van den nieuwen Doge ziet mennbsp;de (lad en alle de farailien in haar grootfte pragt; en iedernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Zoekt den ander by die gelegenheden in ’t geeven van feeften en vermaaklykheden voorbyteflreeven. Over ’t geheel zyn de adellyke gezeifchappen te Genua des wintersnbsp;talryk en luiderryk. Aan ongeveer veertig huizen heeftnbsp;men driemaal ter wceke asfemblée, zo dat elk zyne weeknbsp;heeft, waarom meiT die Quaranta Vigilie noemt. Op dienbsp;gezeifchappen worden allerlei lekkernyen tot overdaad toenbsp;aangeboden, en de zaaien zyn pragtig en koflbaar verligt.
De hoofdzaak is het fpel.
Genua heeft tweederlei fchouwlpelen, een opera en eene komedie. De eerde wordt op ’t theater van S. Agoftino Jpelen-,nbsp;of al Falcone in ’t Paleis Marcellino Durazzo, belittlingsnbsp;Vertoond, zo dat ’er twee jaaren op het eene, en tweenbsp;iaaren op het andere gefpeeld wordt. Groote ernftige operas worden zeldzaamer gefpeeld, omdat de opera comi-^ue niet zo koflbaar valt, en meer naar den algemeenennbsp;hiiaak is.
Tot de komedie is het kleine theater, Teatrino, voor he beurs gefchikt. De zaal is groot genoeg, dog heeftnbsp;geen goed aanzien. De loges van den eerften rang hebben tralies voor zig, die men kan open doen als men wil.nbsp;bulken die de loge niet toemaaken, hebben terzyde wafch-haarsfen, op de zelve wys als de blakers op de fpiegels.nbsp;hlen fpeelt meert flegte ftukken, waar men weinig aannbsp;^srlieft met ze niet te zien.
Genu».
Men rekent voor de geheele Republiek van Genugt; Magt der 4°°°°°- inwooners , waarvan byna het vierde deel in ^gt;9nbsp;Repubhek. hoofdftad woont. De Staat onderhoudt in vredenstyd o®'nbsp;trent de 3000, man geregeld krygsvolk, en kan des noodsnbsp;20000. man op de been brengen. By ongewoone voot'nbsp;vallen , als by de groote omwenteling van ’t jaar 174^'nbsp;greep alles de wapenen aan , en het volk dwong tot d®nbsp;monniken toe op de wagt te trekken. liet volk opnbsp;land woonagtig, dat de wapenen des noods moet opva'quot;nbsp;ten, rekent inea op 20000. man. Elke landftreek heef'-haare compagnie, en de flad is insgelyks in compagnie'*nbsp;verdeeld , die alle maanden eens by een komen, ennbsp;een weinig in den wapenhandel oelFenen moeten.
De inkomfteu der Republiek bedraagen niet veel bo'''quot;^'J
een millioen daalders. De bank van S. George trekt''
derdehalve millioen daalders van de haar verpande inkquot;****^
ken des Staats, maar heeft weder een groot gedeelte
van aan byzondere perfoonen verzet, De rykclom dquot;'
vvov-
De voorheen zo beroemde zeemagt der Genueezeö maakt thans eene bedroefde figunr. Zy befiaat uit vi^*nbsp;gailyen, en eeuige gewapende barken. De eerden dienequot;nbsp;tot niets anders dan om ecnige graanen uit Sicilien te baquot;'nbsp;len, of voor de dames om een klein togtje op zee te doequot;'nbsp;Elke heeft omtrent 300. roeijers, waarvan 'er vier ofnbsp;op eene bank zitten. Deezen zyn drieërlei. Eenige afquot;*^nbsp;meufchen verhuuren zig voor een jaar lang op da gailyquot;quot;’nbsp;anderen zyn Turkfche llaaven, en de derden zyn niisdquot;quot;nbsp;digers tot de gailyen verwezen. , In de Darfena ofnbsp;haven gaan zy vry rond, maar in de ftad altyd tweenbsp;twee gckluifterd. Zy dryven meert een kleinen handel'quot;'^nbsp;kopsfen, die zy gebreid, hebben, katoen, kaas, en diquot;''»‘'nbsp;lyken, waartoe de officiers hun het geld fchieten, ennbsp;voor ook eeii weinig van de winft trekken.
fykoafien.
329
Uooners maakt den beften fdiat van de Republiek muGenua. Genua is de armfte ftaat van Italien, maar heeft de rykftenbsp;burgers. Dit ftrekt tot eer voor haare gefteldheid, en isnbsp;het vvaare geluk van eiken ftaat, fchoon de meefte be-ftierders der geldmiddelen deeze ftellingniet begrypeu kunnen, of liever niet begrypeu .willen.
De fteden aan de kuft van Genua hebben zig ten deele den Genueezen vrywillig onderworpen, en betaalen alleennbsp;Zeer geringe of byna geene fchattingen aan Genua. Mennbsp;noemt ze gemeenlyk Popoli convenzionati.
'1 :!¦
De Bank van S, Geprge, gemeenlyk la Cafa di S. Gior-Bank van gio genaamd, is een maatfchappy van handel, diergelykeGeorge,nbsp;men geene andere heeft. Zy heeft over de derdehalf mil-lioen daalders inkomen, maar moet ook zwaare.fommennbsp;voor renten betaalen. Een deel van de inkomften desnbsp;Staats is haar by vcrfcheidcn gelegenheden, als de Republiek geld van doen had , verpagt geworden. Zy heft zenbsp;zelve. De bank heeft haar eigene wetten, vergaderingen,nbsp;en magiftraacen , of afgezondenen , welken met die dernbsp;Republiek in geen verbindtenis ftaan. Men kan ze alsnbsp;eenen kleinen Staat in een grooten aanzieu, die uit denbsp;geïnteresfeerden in de bank, of uit zulken die ’er aktien,
Luoghi, in bezitten, beftaat.
In ’t jaar J746. luoeft de bank omtrent de vyf millioe-nen daalders betaalen , maar zy beeft reeds de toen op-genomene hoofdComaien weder afbetaald. De handel mee deeze bankbriefjes is aanzienlyk , gelyk ook over ’t ge- 'nbsp;heel de wisfelhandel te Genua fterk is. De Nobili laa*nbsp;ten op die wys hun geld in Frankryk, Engeland, teRo.-men , en elders cirkuleeren. De Raadsheer Marcellonenbsp;Durazzo is een groot bankier, en Z5me twee zoonen zynnbsp;Ook reeds bankiers voor hvinne eigene rekening. In eennbsp;land daar zo veel geld is kunnen de renten niet hoognbsp;X 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn,.
Genua. nbsp;nbsp;nbsp;aktien der hank, Liioghi, geeven drie ten hon
derd, maar de vade goederen brengen minder op.
Politie. nbsp;nbsp;nbsp;politie wordt te Genua wel waargenomen, in zo
verre zy ’t verzorgen der Had van leevensmiddelen betreft. De Magiflrati delP Abondanza moeten zorgen , dat de ftad voor een jaar lang van graanen , wyn , ennbsp;olie voorzien zy. In ’t Genueefche walt weinig koorn,nbsp;de vrugtbaare vlaktens van Lombardyen en Sicilien’ moeten het geen te kort komt vergoeden. De kuft brengt»nbsp;in plaats van graan, olie en goeden wyn voort. Gedag-te magiflraaten Héllen de pryzen der leevensmiddelennbsp;vaH, naar dat het een vrugtbaar of fchraal jaar is. Denbsp;bergers die geen vaHe goederen bezitten , en dus nognbsp;koorn , nog olté , nog wyn bouwen, of geen byzondernbsp;verlof hebben , moeten deeze drie artikelen uit de publieke magazynen neemen. De Republiek dryft daar eeunbsp;aanzienlyken en voordeeligen handel mede. Het broodnbsp;wordt in haarc ovens, die een byzonder gebouw uitraaa-ken, gebakken. De bakkers in de Had zyn niet meer daUnbsp;de verkoopers , en moeten al hun brood van de Republiek koopen. Inzonderheid, zyn de herbergiers daartounbsp;verpligt , zelfs mogen zy niet veel wyns op eens inleg'nbsp;gen. Dit maakt dat men nergens in Italien flegteren wyt*nbsp;drinkt dan te Genua in de herbergen. De doorlugtig*-’nbsp;Republiek, verkoopt zelve llegte wynen, om des te meefnbsp;te winnen, en de herbergier zoekt ook zyn voordeel, u»nbsp;vervalfcht ze op nieuws. (*)
De zeeHeden van Italien worden ryklyk van vifeh voorzien»
(•) De wynkeldcis der Republiek zyn met wyn geladene fchep®'’ of groote barken, die in de haven liggen. De eene ton wordt na drnbsp;andere afgetapt. Hoe ftilch de wyn in den zomer , wanneer denbsp;Ichepen in de zon liggen, zyn moet, kan men zig ligt vooidcller'-
-ocr page 455-331
zien; de arme man kan byna niets beter koop hebben, •Haar te Genua is dit omgekeerd. Schoon het boven aan-ëehaalde fpreekwoord ten lafte van Genua groote uitzonderingen lydt, zo is het dog ten minften waar, ais mennbsp;Zegt , mare fenza pefce. jQe kuilen der Middellandfchanbsp;^ee zyn anders zo vifchryk, dat het de nafpooringen eensnbsp;hatnurkiindigen verdient , of de gefleldheid der kuilen,nbsp;dan de bodem der zee, oorzaak zyn, dat de vifch deezenbsp;Üreek verinydr,en niet ver van daar weder in grooterover-vioed gevonden wordt. Het weinige dat men vangt is vannbsp;'Veinig fmaaks, en nog vet nog groot.
Het vieefch en gevogelte is maatig van prys, maar Ge-^iia heeft gebrek aan hout. De bergen zyn daarvan geheel Ontbloot. Egter is de lugtflreek zeer zagt; de hooge bergen, die op eenigen afftand liggen, weefeil de koude af,nbsp;en de ligging der ftad op den rug eens bergs maakt, datnbsp;'er de zondraalen des te beter op vallen kunnen. Dus isnbsp;de koude zo maatig, dat men, zelfs in den winter, bynanbsp;Seen hout dan in de keuken gebruikt.
Reizigers moeten by hun aankomfl hunne naamen en ^et getal hunner bedienden opgeeven. Zy verkrygen dannbsp;hit het Paleis des Doge een verloffchrift om drie dagen innbsp;ftad te mogen blyven. Willen zy ’er zig langer ophouden , zo wordt het verloffchrift vernieuwd , waarvoornbsp;hlen eene kleinigheid betaalt. Als men den tolbediendennbsp;^en drinkgeld geeft , zyn zy niet fcherp in ’c doorzoe.nbsp;^en. Eigenlyk moet den vreemdelingen het fchietg^weernbsp;^ hun aankomft ontnomen worden , dog als men zegtnbsp;’«f geen te hebben , zjm zy daarmede te vrede , en be-'^Ommeren ’er zig niet verder om.
De Genueezen zyn fyn, en verftaan den handel. Schoon I anders niet veel talenten bezitten, zyn zy dog fchran-* genoeg, zodra ’er hun belang mede vermengd is, en
Genua, laaten geen gelegenheid voorby, als ’er iets te winnen ¦is-Men vindt kooplieden, die by de duurte van ’t jaar 17Ó4' en 17Ó5, op het kooru vyftig of honderd duizend daaldersnbsp;gewonnen hebben.
Genua wint zelf wel veel zyde, dog die is egter nier voldoende , en men koopt in Lombardyen en Piemoflrnbsp;veel zyde voor rekening der Genueezen op. Ook krygehnbsp;zy zyde uit de Levant door de Engelfchen, die hun ooknbsp;veele nankings en lakens toevoeren. Daar zyn wel laken*nbsp;fabrieken te Genua, dog niet toereikend. Om die redennbsp;draagt men veel Engelfche lakens. Daartegen wordt deSnbsp;te meer zyde verwerkt. Men rekent langs de Genuee*nbsp;fche kuft over de vyftienhonderd , weeveryen , die akydnbsp;aan den gang zyn.
De gewigtigfte fabrieken, waarom de Genueezen ook alomme beroemd zyn, zyn die van fluweel. Vooral word'nbsp;het zwarte nergens in Europa beter gemaakt. Men vvea'nbsp;het nergens dat fchoone zwart en die buigzaamheid tenbsp;ven. Ten aanzien der rooden, houden fommigen dienbsp;Lions voor beter. Het fluweel wordt niet alleen innbsp;ftad, maar ook langs de kuft gemaakt. Het volk isnbsp;te gelyk boer en fabriekant; . als het werk op ’t veld voo'*nbsp;by is, zitten zy op ’t weeftouw. Komt ’er een (legt jas’’’nbsp;zo beftaan zy van ’t weeven. Het fchoonfte fluweelnbsp;de palrao twee Duitfche guldens, dat de Paryfche elnbsp;geveer vyf daalders is.
Men maakt te Genua ook camaflen en gebloemde
fen , dog het ontbreekt hier aan fmaak. Zy komen
de Lionfche ftolFeii nog in aartige patroonen en losfo kening; nog in fchoone nuances van kleur. Hunne kl'^**nbsp;ren vallen gemeenlyk hard uit , en komen niet bynbsp;kander. Genua levert veel zyden kousfen , linten,nbsp;pier ,en zeep, Men zendt ’er veel van naar Portugal
en krygt fuiker of cacao , of baare piafters^^^^^^
Spanjen te mg.
Uit de Levant trekt Genüa veel wol en katoen, uit Si-cilien olie, uit Kalabrien'rozynen. De Engelfchen en Hollanders brengen fuiker, cacao, en indigo, gelyk ooknbsp;veel andere vvaaren, die van hier weder naar Spanjen verzonden worden, waarvoor baar geld naar Genua terugkomt. Uit vrees voor de zeeroovers, gebruiken de Genuee-Zen gemeenlyk Engelfche en Franfche fregatten van oorlog,nbsp;om zwaare remifes van piaHers overtevoeren. De kapiteinsnbsp;zyn zeer gereed om die moeite te neemen, alzo de kooplieden hun ’er een ten honderd voor geeven.
Defchoone vrugten, als cedraaten, granaateri, enz. die de Genueefche bodem voortbrengt, geeven ook tot eennbsp;Zekeren handel aanleiding. De konfituuren van Genua zynnbsp;vermaard, en jaarlyks wordt’er eene ongelooflykemenigtenbsp;van verzonden. Te Genua zelf zyn zy goed koop, ennbsp;daar zyn zo veele menfehen die ze maaken, dat men zignbsp;verwondert, hoe die allen beflaan kunnen.
Gelyk Napels een groot vertier heeft van groote macaroni, zo maaken de Genueezen de kleiner foorten des te fyner en fmaaklyker. Zy worden in groote menigte doornbsp;geheel Italien, naar Spanjen, en Frankryk , als fpys voornbsp;de vaften, verzonden. Men heeft ’er veele foorten van,nbsp;die naar hunne gedaantens Stellini , Fedelini, en anderenbsp;Saamen hebben.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De aftrek van champignons en truf
fels naar Spanjen is insgelyks zeer aanmerklyk.
De Genueefche olie is beroemd, en wordt van veelen ^ '“oven die van Provence geileld. De meefte wordt aan de
baai
(') Het pond koft te Genua Parpaioli, dat iets meer dan een f'uitfche Grofch uitmaakt. Men neemt ’et ’t fynfte meel toe, datnbsp;dien einde uit tjicilien gehaald wordt.
-ocr page 458-Genua.
baai van Spezia gewonnen. Hoe witter en doorfchyneö' der de olie is, des te beter; ook moet ’er geen reuk, nognbsp;dikke vettigheid aan zyn, De geele kleur is een teken»nbsp;dat de olie uit onrype olyven geperll is, of lang gelegennbsp;heeft en oud geworden is. De Oglio vergineo is de befte»nbsp;en wordt ook duurder betaald. (*}
Meer dan tweehonderd Genueefche fchepen varen ondef Engelfche vlag, waarvan de kapiteins , fchoon geborenenbsp;Genueezen, op Engelfche fchepen gediend, en daardootnbsp;patenten .als Engelfche kapiteins verkregen hebben. Op
die
(*} De olyfboom blyft aliyd groen , zonder oppasfing noodig te hebben, en gelykt een wilg. Als de vrugten op*crypen itaan wordtnbsp;de fchil zwart , maar het fap en vleerdi blyft wir. Hoe ryper ienbsp;vrugt wordt, des te meer olie geeft zy. Om die reden laat men zenbsp;eenigen tyd een hand dik op den grond in huis liggen , op datnbsp;zy door cn door ry» worde. Dceze handgreep geeft meer olie, maatnbsp;die is ook flegter. Zonderbaar is het, dat eene zo bittere vrugt, al*nbsp;de onrype olyven , als zy ryp is een zo zoet fap geeft. De olyveanbsp;van den zelven boom typen niet te gelyk. Een deel is reeds tOnbsp;Oüober ryp , de anderen eerft in ’c begin van ’t volgende jaar ,nbsp;wcl eerft in April , zi^ dat men fomtyds te gelyk den bloeifemnbsp;de type vrugten op den zelven boom ziet. De type olyven worda»nbsp;afgefthud, cn onder groote fteenen, die door ’t water of door ezti*nbsp;omgedreven worden, gebragt, en nevens de pitten verpletterd. Daanbsp;brengt men ze in een foort van manden onder zwaare persfen , «anbsp;begiet ze met heet water ; het uitgedrukte fap loopt onder in e^anbsp;gat t’zamen, en de boven op dryvende olie wordt afgefthept.
De befte of maagden olie, O^lio Vergineo, die by de Ouden gt®*” ne olie heette , wordt of uit type olyven , of uit groenen en ootl'^nbsp;pen geperft, dog onder het persicn giet men 'er geen heet water gt; °nbsp;zeer weinig op. Dus wordt ’er minder fchctps uitgetrokken, en Bi®”nbsp;krygt wel minder olie, dog die heeft een aangenaamen ftnaak. D®*nbsp;die reden moet zy ook duurder verkoft worden, De uitgedruk'*nbsp;fchillen gebruikt men om te branden j als zy nog niet aitgedro®Snbsp;zyn, geeven zy een fthooa halder ligt.
S35
die wys zyn zy voor de Barbaarfche zeeroovers in veilig-beid. Egter laaden de kooplieden alhier ook in Holland-fche en Zweedfcbe fchepen. Zy zenden veele goederen i'aar Livorno en Marfeille, om daar anderen inteneeraen,nbsp;die zy dan voor hunne rekening weder naar andere havensnbsp;Voeren laacen.
De menigvuldige marmergroeven in ’t Genueefche gee-Ven ook aanleiding tot een foort van handel, ten minden bedaan veele menfchen van ’t zaagen en polyden van ’tnbsp;marmer. Deeze kodbaare fteen is byna nergens gemeener,nbsp;dan in de huizen te Genua. De fchoonfte foorten zyn hetnbsp;Mifcbio, het Alabajlro diSejlri, ’t welk zes mylen van denbsp;öad gebroken wordt, het groene en roode marmer vannbsp;Polcevera, en het Karrarifchc.
De lei, Lavagna genaamd, is zeer gemeen te Genua, wyl Zy vyf en twintig mylen van de flad, op eene plaats waarnbsp;tiaar zy genaamd wordt, in zulke eene menigte te vindennbsp;is, dat men ze niet verbruiken kan.
Men verlakt ook zeer wel te Genua, en maakt eene menigte doozen. Voor twintig jaaren woonde een verlakker by de kerk van S. Magdalena, wiens werk zo vermaardnbsp;ivas, dat men nog een zeker foort van verlakfel Femkenbsp;della Magdalena noemt.
De fcheepsbouw is op de Genueefche kuden, vooral te Scheef-Sedri, taamlyk in bloei. Men timmert niet alleen pinken^oaw-«n barken van i6o. ton en grooter, die dienen voor den bandel van de eene haven der Middellandfche Zee op denbsp;Andere, maar ook oorlogfchepen van 50. of 60. (lukken.nbsp;Genueezen hebben die voor hun zelven niet van noo-, maar bouwen ze voor rekening der Spanjaards ennbsp;ï*ortugeezen. In den laatften oorlog hebben zy ook fche-Pen aan de Franfchen geleverd. Men zegt van hunne
oou
-ocr page 460-Genua. oorlogfchepen, dat zy moeilyk te regeeren zyn, en niet ligt zeilen.
Maat en nbsp;nbsp;nbsp;Genueefche voet, il Palmo, houdt byna 9. Franfche
gewigl, nbsp;nbsp;nbsp;duimen. De el j Canna, die men by’t bouwen en af'
meeten gebruikt, houdt 10. palmi, maar die voor en lakens maar 9. palmi. Het Franfche pond weegt ietSnbsp;meer dan i8. Genueefche oneen. Een Rubo weegt 25'nbsp;pond, a peFo fottile, of het pond op 12. oneen gerekend;nbsp;Het Cantaro houdt 6. Cubi of 300. pond, dat 194. Fran-fche ponden maakt. De wyn wordt by flesfen gemeten*nbsp;Tvtme Jmole maaken eenen Fiafco, 45. Fiafchi gaan opnbsp;een Barile, en 2. Barili maaken een Mezzarola.
Munt. . Ecne Genueefche Lira geldt omtrent 4. Duitfche Gros* fchen. Zy houdt 10. ParpaioU. Een Genovina geldt by^nbsp;ha een halven Louis d’or. Men kan ook met Franfchenbsp;Louis d’or en dukaaten te regt komen ^ egter zyn de Ve-netiaanfche zechini, wegens den Levantfehen handel, he^^nbsp;gezogtfl. Over ’t geheel is Genua eene koopftad, waatnbsp;het geld als eene waar befchouwd wordt , en waar me®nbsp;alle geldfpecien tegens Genueefche munten wisfelen kan-Lotery.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Genueefche Lotery heeft gelegenheid gegeven
opregting van alle de anderen in Italien, en haare voof' deelige inrigting voor den onderneemer heeft federt eenig®nbsp;jaaren in Duicfchland navolgers gevonden, fchoon zy, i®nbsp;den grond befchouwd, een’ Haat altyd nadeelig is.nbsp;kunnen ze deswegens niet geheel met ftilzwygen voorWnbsp;gaan. Het zo genaamde Lotto di Genova of Seminaf^'’nbsp;werd reeds in ’t jaar 1620. opgerigt, en wordtin ’t Pal^*®nbsp;der Republiek jaarlyks tienmaal getrokken. De pagt^^®nbsp;daarvan geeven den Staat 306000. Genueefche Lire.nbsp;heet 11 Seminarie, omdat men voor de 90. nommersnbsp;naamen van 90. Raadsheeren neemt, die by de naaft aafl'
ftaaO'
-ocr page 461-33/
itaande verkiezing der Governatori uitgetrokken zuUenc^fii/a. Worden. By de agt trekkingen , wanneer ’er geene verandering in de regeering gefchiedt , neemt men , in plaatsnbsp;daarvan, 90. naamen van vrouwen.
Van de 90. nommers worden by elke trekking maar 5. 'Uitgetrokken. Men kan van i. tot 90. vyf getallen kiezen.
Wordt ’er dan een uitgetrokken, zo zegt men een Extraft gewonnen te hebben, komen’er 2. uit, zo wint men eennbsp;Ambe , en als er 3. uitkoraen, dat egter eeii zonderlingnbsp;geluk is, eene 1 erne. Naar eene jitifte evenredigheid zou eennbsp;Extraft den iuleg agttienmaal, een Ambe vierhohderdmaal,
«n eene Terne elfduizend zevenhonderd en agt en veertig anaal winnen; egter betaalt het Lotto te Genua het Extrafi;nbsp;dertien maai, dat te Romen veertien maal, en dat van denbsp;£co/e Militaire te Parys vyftien maal. Eene Terne wordenbsp;te Genua tw'eeduizencl agthonderd cn geven en vyftig maal,nbsp;te Romen vyfduizend een honderd en twee en veertig maal,nbsp;en te Parys vyfduizend tweehonderd en agt maal betaald;nbsp;by gevolg is de Genueefche iotery voor de inleggers denbsp;hiinlt voördeelige.
in het geluksrad, waarin de naamen der Raadsheeren zyn, fteeken omtrent 400. naamen. Rlen heeft ais ietsnbsp;byzonders aangemerkt, dat een naairi, die van Benedettonbsp;Gentile, federt I1620. niet eens uitgetrokken is, fchoonnbsp;de trekking alle jaaren twee maal gefchiedt. Dit is danbsp;zelve Gentile , die de Iotery het eeifl ingevoerd, en deinbsp;boven aangetveezene brug van Cornigliano aangelegd heeft.
De gemeene man,die niet begrypen kon, waarom dienaatn nooit te voorfchyn kwam,zeide, dat de duivel den uitvinder en zynen naam gehaald moert hebben, en had misfehietinbsp;geen ongelyk, dit van een’ man te gelooven, die eene lo-tery tot bederf van veele familien ingevoerd had^ Dog
VI. Deel, nbsp;nbsp;nbsp;Ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;toSlI
Genua,
Beroemde
mannen.
Staat der weet en-j'chafpen.
toen men eenige verbeteringen asn het geluksrad maaketi wilde, bevond men dat de imm niet weg, maar nooit uitgekomen was.
Onder de beroemde mannen, die uit den Genueefcheit Staat voortgelproten zyn , ftaat Chridophorus Columbusnbsp;met regt boven aan, Hy was op een klein dorp Cuculet-to, dat vyftien mylen weft waards van Genua aan zee ligt,nbsp;geboren. Hy wendde zig met zyn ontwerp om nieuwenbsp;landen te ontdekken tot de Genueezen; maar alzo die omnbsp;bet jaar 1485. met de Turken en, Florentynen de handennbsp;vol hadden, vond hy geen gehoor. Even zo werd hy i»nbsp;Engeland en Portugal afgewezen , tot dat hem eindelyknbsp;Ferdinand , Koning van Arragon, een paarfchepen gaf,nbsp;met de welken hy in 14P3. den ii. Oétober in Amerikanbsp;aanlandde.
De Genueezen kunnen ook verfcheiden Pauzen aanwy-zen, van de welken wy alleen Innocent IV. en Nikolaas V. noemen. De eerfte wydde het eerft de gouden roozen, etinbsp;gaf den Kardinaalen hunne roode hoeden, ten teken, datnbsp;zy bereid moeften zyn, hun bloed voor de ketk te ftorten.nbsp;De ander was wegens zyne geleerdheid in zulk een aan-zien, dat hy in 1447. in een jaar Bisfdiop, Kardinaal e®nbsp;Paus werd.
De weetenfchappen zyn te Genua niet zeer geagt, duS kan die ftad niet veele geleerden aanwyzen. Koophandelnbsp;en kaartfpeelen , zie daar de hoofdbezigheden der Ge'nbsp;nueezen , als men den tyd uitzondert, dien zy, welken,nbsp;aan de regeering zyn, daaraan beftceden. Egter zyn’etnbsp;eenige weinige uitzonderingen van den regel. Daartoe be*nbsp;hoort de Marquis Lomellino, die zeer ver is in de hoog®nbsp;wiskunde. Hy is te gelyk een goed digter. Men heeftnbsp;veertien fonnets van hem op zekere voorwerpen uit d®
S30
flarrenkunde, waarin zig de bekwaame ftarrenkiindige encenUê. fierlyke digter vertoont. (*) Ook heeft hy, onder dennbsp;bedekten naam van Letnillo Caramicio, het fchoone ge- ^nbsp;digt van VVatelet over de fchilderkonft, in’t jaar 1755.nbsp;in ’t Itaiiaanfch vertaald uitgegeven. Hy leeft ftil , ennbsp;laat zig iö de groote fpeelgezelfchappen in ’t geheelnbsp;niet in.
Eertyds heeft de akademie der Adormentati goede medeleden gehad. Zy vergaderden in den tuin van Lomelli» ni. Maar tegenwoordig is ’er naauwlyks de naam vannbsp;bekend.
De rivieren in ’t Genueefche voeren kleine fleenen vm Grond in graniet, marmer, porfier, en diergelyken met zig, maar^*’^^nbsp;de bergen zyn hoofdzaaklyk leyagtig. Geheel Genuanbsp;van leyagtige fteenen gebouwd, vvaarin men aderen vannbsp;fpaath en kwarts aantreft. De ry van bergen van Genuanbsp;lOt Ottagio beflaat uit diergèlyke fteenen, en de huizennbsp;der dorpen in die ftreek zyn met de fchoonfte zwarte lei,nbsp;welke die der fiad Genua ver overtreft, gedekt. De gant-fche grond fcbynt alzo leyagtig te zyn. Men vindt, ’t isnbsp;waar, wel kalkaartige (leenen, waarvan de fchoone marmergroeven een bewys zyn, maar in deeze groeven zelvennbsp;komt men ten laatflen op leyagtige fteenen.
Zes mylen van Genua naar den kant van S. Pietro d’A-rena treft men een zwart magnetifcli zand aan, dat inzonderheid na een ftorm op den oever gevonden wordt. But-
ter-
(*) Op eene plaats , w-aar hy der zonne de bevveeging der ftaatt; ttairen in liaare baan toefchryft, drukt hy zig dus uit,
Ed alle Ccmete che in remeta parte Sembram fentea legge andar vagaatinbsp;É Ixme e mode c Ugge U fil compartednbsp;y a
'Cema^ terfield (f) heeft ’er proeven mede genomen, en die vafl Doflor Moulen met een diergelyk zand in Yirginien herhaald. Men vindt ook diergelyk magnetifch en aantrekkend zand by Livorno. Igt;e menigvuldige yzerdeelen, dienbsp;’er in zyn, veroorzaaken zelfs een wanorder in de kom-pasfen der fchepen, waarvan de Admiraal Hawke ondervinding gehad heeft.
I» de baai van Spezia treft men midden in zee eene zoete wel aan, die haar water in den omtrek van eenigenbsp;voeten behoudt, zonder zig met bet zeewater te vermengen. Men vindt hier en daar zulke verfchynfels in de natuur , gelyk men ook heete bronnen in ’t midden van koudnbsp;water ontmoet.
I-tnidJlreek De landhuizen der ryke Genueezen zyn even zo pragtig otif Lemia. bezienswaard als hunne paleizen in de (lad. De voor-naamften zyn die van Marcdlone Dinazzo in Corni«nbsp;gliano , Imperiali , Spinola , Ambrogio Döria , Giovanni Baitifla Grimaldi, en Giuliano Pallavicino in denbsp;voorfiad S. Pietro d’Arena; en die van Giufeppe Brigno-Ie, Saluzzo en Giufiiniani te Albaro aau de oollzyde va»nbsp;Genua.
Te Seflri, zes mylen van Genua, heeft Maria Spinola een landhuis. Agoftino Loraellini, Pietro Francefco Grimaldi , en de Prins Doria hebben de hunnen te PegU, negen mylen ver; Francefco Maria della Rovere en Marcel-lino Durazzo te Albifola, dertig mylen van Genua, enz.
De oevers der rivier Polcevera, van Campomarone tot aan S. Pietro d’Arena zyn met aartige landhuizen bezet tnbsp;waaronder dat van Marcellino Durazzo, negen myten va»nbsp;Genua, het voornaamfte is.
(f) Phllsfoph. TranPitff, co. 244, van ’t jaar 1734.
-ocr page 465-34t
Die van Genna naar Frankryk terug wilkeeren, beft, de reis te zee te doen, en tot Antibes een feloek,nbsp;waarvoor men 12. zechini betaalt, te ueeinen. By goedt-wJnbsp;weder is de reis zeer aangenaam. Men rekent omtrent \nQ_Genuanbsp;mylen langs eene bekoorlyke kuft, die met fteden en dornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;””
pen als bezaaid is. ¦ Agter deezen verheffen zig vrugtbaare bergen, die met oranje en citroenboomen bezet zyn, ennbsp;der kuft het aanzien van een’ onafgebrokenen tuin geeven.nbsp;Inzonderheid is de landftreek by S. Remo onvergelyklyk,
Deeze plaats dryft een aanzienlyken handel In oranjeappelen en citroenen, die in de nabuurfchap wasfen. De in* wooners klaagen zeer over de onderdrukkingen , die zynbsp;van de Genueezen moeten lyden, en hebben die zelfs opnbsp;den ryksdag te Regensburg gebragt.
Van Genua komt men eerft aan de ftad Savona, daarna zeilt men Noli, finale, Aibenga , Oneglia, S. Remo,nbsp;Vintimiglia voorby.
Savona is na Genua de voornaamfte ftad der Republiek. Savona^ Zy is groot en verfterkt,. en heeft boven dat een citadellenbsp;op een rots. In 't jaar 1745. lagen hier veele Franfche ennbsp;Spaanfche vaartuigen met krygsvoorraad, die door de En-geifchen in den grond geboord werden.
Finale, een ftad met een markgraaffchap, kwam door den vrede van Aken in ’t jaar 1748. in het gerufte bezitnbsp;der Genueezen. Zy werden deswegens van te vooren innbsp;eenen oorlog ingewikkeld, alzo de Koningin van Hunga-ryen den Koning van Sardinian al haar regt daarop afgeftaannbsp;had, en deeze zig in ’t bezit van Finale zetten wilde. Denbsp;Genueezen lieten zig, om dit te verhinderen, in een verbond met Frankryk in, dat hun duur te ftaan kwam, alzonbsp;de oorlog hun ontzaglyke fommen koftte.
Monaco is een klein fteedtje, met een kafteel, en sene Franfche bezetting. De vorft is onder befghetming vannbsp;Y 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Frank.
-ocr page 466-dentl/f. Frankryk, en trekt van zyn vorüendom omtrent looooo» daalders. De voorbyvaarende fchepen moeten hier eennbsp;geringen tol betaalen. De haven is klein, maar veilig. Hetnbsp;fieedtje, op den berg liggende, heeft eene verrnklyke ligging.
Nizza. Nizza, de hoofdftad van ’t graaffehap diens naams, ligt in een heerlyke landsdouwe, die eene menigte van oranjes , citroenen , en alles wat men maar wenfehen kan,nbsp;voortbrengt. Alzo het hier goedkoop en aangenaam te.nbsp;leeven is, onthoudt zig hier veel van den Piemonteefchennbsp;adel. De Koning van Sardinien heeft de haven tot eenenbsp;vrye haven verklaard, ten deele om der plaats meer wel-vaarts te bezorgen, en ten deele om den handel van Genua afbreuk te doen. Dog tot nog toe is hy in dit inzigtnbsp;niet gedaagd. De lugt van Nizza wordt voor ongemeennbsp;gezond gehouden, waarom teeringagtige en zieklyke men-fchen hier fomtyds hun verblyf komen neemen, en hunnenbsp;voorige gezondheid niet zelden weder bekomen. De En*nbsp;gelfchman Smollet , die als hiftoriefchryver bekend is,nbsp;hield zig met dat inzigt eenigen tyd te Nizza op, en fchreefnbsp;daar zyne elendige reis door Italien, die wy in de Voor*nbsp;fsden aangewezen eu beoordeeld hebben.
Voor
Jarde, groene te Verona. VI. 219.
Aardvuur, te Pietra Mala. II. 130,
Abano, wanne baden. VI. l8lt;S.
Abdy, beroemde, Monte Casfitio. V. 3quot;3‘
-- S. Juftina. VI. i/O,
Acheron. V. 235.
Acriuapendcnle, II. 337-Adda, de rivier, yi- 252,
ArUffi srebruikt tn Italien. VI. 185.
AOTisok^zyne aanmerkingen over Italien. Vootberichf 62V Adis^e, de rivier de VI. 206.
Affiand van Koning Viclor Amadeus, I. 230*
Agnadel, flag van VI, 263.
Agnano, bet meer en de ftad. V. 205.
Ag/tus Dei, befchreven. IV. 204.
Amiebclle. I. au- De meefte menfchen hebban daar krop* pen. I. 212.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T
Aix rn Savoyen, en baden aldaar. 1. 205.
Akkerhoim, flegre toeüand daarvan in ’t Roomfche ge-hied» nbsp;nbsp;nbsp;270*
^ _ ui'c Napelfche. V. i88.
Akadmien in Italien, menigte en lyfl daarvan. I. ïio. Te % 'Z i. 272. Milaan. I. 33lt;5. Parroa. II. gr. Bolognaquot; li 78' Academia Clementina. II. 86. Platoni-ca en del Cimento te Florence. II. 220. della Crufca.nbsp;II 222, Te Sieiia» 3^9gt; lt;^£1 Arkadiers. IV. 303-
-ocr page 468-der Humoriften en Tmperfetti. IV. 302. der Lincei. IV. 306. Te Perugia- V. 374. Cortona. V. 32S. Verona.nbsp;VI. 209. Franfche tekeuakademie te Romen. III. 25a.nbsp;te S. Luca. IV. 61. op’t Kapitool. IV. 54.
AlbaneSa. V. S.l-*
Alhano. IV. 379.
Alexandria. I. 293'.
Aluitiwerken te Civita Vecchia. IV. 390. Roonifche aluin aid Aluin van de Solfatara. V. 214.
Ambrcfiaanfche kerkgebruiken te Milaan behouden. I. 3o5. Amfitheater van Vefpafianus te Romen. III. 143. Amphi-thcatrum Caftrenfe. III. 166, te Capua. V. 2.6. te Casli-nuin. V. 322. te Puzzoli. V. 226. te Verona. VI. 207.nbsp;Anagni, oudtyds een ryke Had. V. 334.
Ancona. De haven. V. 408. Kerken 409. Triomfboog. 4.to. De molo , en de citadelie. 411. Inwoonders.nbsp;Ballani, of Dattili del Mare. 41a. Andere vistchen.nbsp;4‘4-
Andes, zie Pietoia, Virgilius geboortepiaat^.
Anecj in Sav'oyen. I. 205.
Antieken S. echilderkonIL Aanmerkingen daarover. I. ^6. Aniiquario z. Cicerone.
Antiquiteiten z. Oudheden.
Antium, nu Nettiino. V, 15.
Anxur, haven van , by Terracina. V. 5.
Apocyntim, gebruik daarvan.'V. 194.
Apothecken, Ichoonheid, menigte, en misbruik daarin te Napels. V. 44. noot.
Aquino., geboorteplaats van Thomas Aquinas. V. 333. Arco felice. z. Triomfboog.
Arded. ¦ IV. 386.
Arktiso, PteUq. V. 389.
iArezzo. V. 387. Stigtingen. 389. Beroemde mannen* .389.
Aricia IV 385.
Ariosto, zyn graf. VI. 28.
Arkadiers. TV. 303.
Arpino, vaderland van Cicero. V. 333,
Arqutt, en Arquato, verblyf en graf van Petrarca. VI. lS8* AJftft, vaderland Aai) S. Frauciscus. V. 3do.
'Ajlura. V. 14.
Atella. Atellaiii liidi. V. 'xj, Averno, liet meer, V. 233,nbsp;Averfa zie Atella.
Baccam. H- 345«
Baden. Warme baden te Porretta. II. 132. Ba-: den te II. 268. te Sietia. II. 324. te Abano. VI.nbsp;i8d.
Bagnaia. II. 342.
Baia by Napels. V. 228. Ruinen van tempels aldaar. V. 230.
Ballets, Italiaanfche. V. 149.
Bank van S. Ce or ge te Genua. VI. 329,
llARF.T.Ti, zyn werk over Iialien. Voorbericht. 64.
Basreliëf, beroemd, de Aitüa in de Pieterskerk te Ro-men. lil. 63.
Basfano, boekdrukkery aldaar. VI. 190.
Battiflerio van ’t Lateraan. lil. 152.
Bauli by Napels. V,'2,19.
Beeldhou’xers, beroemde , Donatello, II. 142, Michael, Angelo, zyn huis en graf. li. 207.
Becldhouu'konft, baar toeltaud in Italien. I. 48. te Napels, V. i5'8.
Belgioiefo. VI. 274.
Belrefpiro, of Villa Pamfili. IV. 321.
Benedictus XIII. aanmerkingen over hem. IV. quot;T4,
--XiV.--IV. 277.
Ben event o, V. 320,
Bergen , ontdaan van nieuwe. V. 224. Vuurbraakende, zie Etna, Vefiivius. Val eens bergs op een’ ftad. II. 37.nbsp;Gefpouwen berg by Gaëta, V, 21.
Bergamo. VI. 255. La Fiera. 256. Kerken. 257. Pa. leizen, 260. Handel. s6i. Inwoonders. 261.
¦Bevolking van Lucca en van Frankryk. II, 297.
^ü’liotbeeken, Atnbrofiaanfche. T. 308. Van Pertufati. I. 322. alia ftlinerva. IV. 9. te Bologna. II. 81. in ’t Paleis Barberini; ill. 232. Mediceo Laureiniana. II. 200,nbsp;in ’t Paleis Pitti. 11. 190. Van Magliabecchi. 11. 180,nbsp;Te Modena. II. 56. Te Turin. I. 253. in ’c VacikaaUtnbsp;IIL )2l.^
Br,AiNVir.r.E’s werk over Italien. Voorbericht. 63.
Bloemen, vcrfierde nergens¦ fchooiider gemaakt als te Ro' men. IV. 283.
Bloed van S. Januarius vloeyend gemaakt; oorzaaken daar' van. V. loó.
Bocaccio. Zyn huis en geboorteplaats. II. 271.
Eocage, Madame du, baare brieven over Italien. Voor-belicht. ÖQ.
Bocchetta, pas in ’t Genueefche gebergte. VI. 278.
Bodem, zonderlinge te Modena. II. 61.
Bologna. II. 67. InlHtuut. II. 78. Akademte der wee* lenfchappen. 80. Kerken. 90. Paleizen. 107. Kerken in den omtrek. 115. Regeering. 120. Geleerdennbsp;123. Fabrieken enz. :25. Steen, ie6. Muziek. 127.
Bolfena, het meer en de Had. II. 33S.
Borromeifebe eilanden. I. 343.
Bosromini, een bederver van den fmaak in de bouwkonit* ni. 332. ,
Boscovich , een groot wiskundige. VI. 273.
Boffehen , weinig in Lombardyen. V(. 275.
Boianifebe tuin te Florence. II. 204. te Pifa. II. cdi. Romen. IV. 153- te Padua. VI. 181.
Bouwkonfl, die van Juvara en Guarini te Turin afgekeuft^' 1. 238. van Borromini. III. 332. Etrurifehe en Toskaan*nbsp;fche. II. 195. Haar toelland in Italien. I. 82. te RO'nbsp;men. IV. 310. te Napels. V. 158. Van Palladio te Vi'
^ cenza. III. 19 r.
Boutvmeefters , Brunellefchi. II. 142. Vanvitelli. V. i5?' Palladio. VI. 191.
Braccio. Forte Braccio. V. 36Ó.
Brenta, vaart van Padua naar Venetien. VI. rfp.
VI. 235. Zeeden. 247. Geleerden. 248. Ha*’* del. 249. Kerken. 238. Paleizen. 239. 143. Muntk®'nbsp;binet. 245. Regeering. 24.6. Gebied van Brefti»'
-ocr page 471-Breval, zyne reis naar Italien. Voorbericlir. 62. bronnen, zoete in zee. V. 239. In de Golf van Spezia,nbsp;VI. 340.
Srug van Caligula te Pozzoli, V. 221-Brunetle, Fort la, zeer (lerk. I. 227.
Bucentaurus, te Venetien. VI. 84.
Buffels. IV. 319. BulFelkaazen. V. 14. noot. Buonconvento. II. 355quot;
Burnet, zyne reis naar Italien. Voorberidit. 61.
Buftirit merkwaardige in de Gallery te Florence. 11. 159^ fezrVö, berg by Monte Casfino. V. 333.nbsp;talcio, il, een feeft te Florence. II. nir.
Ca?naldoli. V'. 392. nbsp;nbsp;nbsp;' 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;---------
Camvaki, zyne glazen. II. 83.
Campidoglio, z. Kapitool.
Campus Marlitn te Romen. III. 279.
Canosfa. II. 43.
Capo di Monte, V. 54'
Caprarula. II. 343.
Capera. V. 309.
Capua. V. 23.
Caracci, Hannibal, zyne gallery. III. 355. Caferta. V, 312. Waterleiding. 317.
Cafcatelle te Tivoli. IV. 358.
Casfintim. V. 321.
Caflel Candolfo. IV. 378.
Caflelazzo. I. 343.
Caftiglione in Toskanen. II. 334.
'----by Brefcia. VI. 233.
^aflro Pales. V. 394*
Geené
^‘itacowben te Romen. IV. loi, te Mapeis. V. (33, vvooningen voor de Chriftenen geweeft, V. 66^nbsp;VI. 187.
^tbarina van Siena. II. 32d.
Cement, Latlrica, te Napels. V. 165.
Cents, Senis, Mont Cenis. L 220.
Cento. Vf. 23-
Ceremomen, kerklyke te Romen. IV. 227.
Ccrtaldo. II. 271.
¦Cervia. VI. 5. Zoutwerken, aid. VI. 6.
Cefena. VI. 20.
Ccfenatico. Vi. 5.
Celt. Windgaten aldaar. V. 341.
Cham MIJ. i. 208.
Cbambre, La. I. 215.
Chiana, La, een rivier. IL 336,
Chiozza. VI. 37.
Chiufi, Clufium. IL 336.
CtCERO, zyn vaderland. V. 333.
t ge--
Ciceroni, of Antiquarji. III. i8.
Cicisbei, te Romeu. IV. 239. Vooral te Genua in bruik. VI. 324.
Cimini, het meer Vico. IT. 344. noor.
Cinchiano, oudtyds Cynthianum. IV, 385.
Circello, de berg, waarby de Had CirceUm plegt te Haao^ V. 16.
Circits maximus te Romen. IV. 116. Agonalis. III. 334' Caracalhe. IV. 102. Fiaminii. IV. 72. Flora;. HI. ipJ'nbsp;rieliogabali. HI. 168. Aanmerkingen over de bouwkonffnbsp;der renbaanen. IV. 102,
Ciftertia. V. 4.
Citadellen, de ypornaarafle, van Italian, te Sufa. I. 23/' te Turin 1. 234. Milaan. 3ilt;S. Parma. II. 12.
Citta Lennina, een dèel van Romen. IV. 161.
Civil a Caftellana. V. 335.
Civita Lav ini a, iV. 386.
Civil a vecebia, IV. 389.
iv.
Clasfe, een fteedje by Ravenna. VI. 7.
Clemens IX. X. XH. XHl. Aanmerkingen over hun. 272. 276. 278.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
Clitumnus, een rivier , en de tempel van Clituinnu”
Clufium. H. 336.
Cochin ; oordeel over zyne reis naar Italien. Vo.orberi^“
-ocr page 473-Co» A Dl Rienzo, berigten van hem. IV. 2p.
Colifeo. III, 143.
Qolonna. IV. 367.^
Ookrno, het luüHot, II, 36.
Golumbar'ia, wat dat waren, III. 1^7,
CoKca. V. 421.
Conclave. Ceremoniën enz. IV. 208.
Congregaties te Romen, wat het zyn. IV. ip3. ConfiHorium , van den Paus. IV. 194.
Confifluriaal advokaaten, I\». 1^5.
Confulta te Romen. IV. 197,
Cora, oudheden aldaar. V. 3.
Cornetto, oudheden aldaar. II. 340.
sSo,
Cortona, de ftad. V. 377. Kloofters. 379. Kerken, Paleizen. 381. Oudheden. AkaderEie. 382.nbsp;CosKA, Stanislaus, zyne kapel. III. 142.
Cratere, zeeboezem by Napels. V. 32.
Cremsra, eene beroemde beek. V. 335.
Cremona, de ftad. I. 555.
Cuma, eene oude ftad. V. 240.
hadelmosfelen te Ancona. V. 412.
Hompen, gevaailyke te Laterina. V. 392.
IIante, de digter, VI. 16.
Harmfnaarenboe te Napels gemaakt worden. V. v. *74-
Diavolini, wat zy zyn. V. 11S2.
Higentia, waar Horatius Villa was. IV. 365.
Higters, de voornaamfte van I taliën. Aredno. V. 389. Ariofto. VI. 28. Bocaccio. II. 271. Dante. VI, 16.nbsp;Frugoni. II. Marino. V. iii. Metaftafio. IV. 369.nbsp;Petrarca. VI. 188. Sannazario. V. 201. Taslb. iV. 135.nbsp;VI, 29, Tasfoni. II. 58. Vida. I, 356.
Higters voor de vuift, zie Improvifatori. De Napolitaau-Pchen zeer opgeblazen. V. 155.
Dm te Milaan. I. 301. te Parma. II. 23. te Florence. H» 142. te Pifa. 11. 247. te Siena. II. 309.
Dominikaaneti, hun invloed op de weetenfchappen teRo' men. IV. p.
Ëhhe en vloed in de Adriatifclie Zee. V. 414. VI. 4J. Echelles, in Savoye. I. 207.
Echo, merkwaardige by Milaan. I. 349.
Eeratnpten te Romen, byzondere, Cuftode del Cavall'?
en Lettgre di Livio. IV. 27. noot.
Eetwaaren der ouden te Herculaiium gevonden. V. 2.66, Egyptifche ovorbiyffels. IV. 39.
Elifeifcbe velden by Napels. V. 235»
Empoli, een vlek. 11. 244.
Engelenburg te Romen. IV. 1^3.
Eolifche bergen. V. 349.
E-fterikken te Napels. V. 165.
Etna, niet mét den Vefuvius verbonden. V. o03-Etruriers, oude. V. 364.
noemd. aid.
Falerno, Falerner wyn. V. 23.
Fano. Theater, Dom, Triomfboog. V. 4115.
Ftrnefifch muntkabinet, van Parma naar Napels gebrag“ V. 56.
Ferracini, een groot werktuigkundige te Padua, VI. iS4' Ferrara. VL 22.
Finale. VI. 341.
Fiumicino. IV. 389,
-ocr page 475-Plorence. 11. 13(5. Eene der fchoonfle fteden van Italien. II. 140. Domkerk. If. 142. Gallery. M. 155. Medi-ceefche Venus. II.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De Faun. II. i6p. De Sly
per. II. 170. Venus van Titiaan. II. 17!. Ileimafro-diet. II. I7P- Paleis Pitii. H. 1O2. Bibliotheek. II. ipo. Mediceo Laureiüiana. If. eco. Juffitie. II. 213.nbsp;Schouwburgen, ff. 214. Gezelichappcn. 11. 215. Feeftnbsp;del Calcio. II. 217. Weetenfchappen. II. 218. Aka.nbsp;demies. II. 220. Spraak. 11. 2:3. Geleerden. II. 227.nbsp;Handel. II. 230. Munten. JI. 234. Omttek vaii Florence. II. 237.
Piofentjnfcb werk. 11. 181.
Fnndi. V. 16.
Forli. VI. 20.
Forte Braccio. V. 366.
Oacta, de Had. V. ip. Gefpoiiwen rots aldaar. V. er. Galkryen, van fchilderftukken. De Mediceifche te Florence. II. 155. In ’t Paleis Colonna te Romen. 111.243.nbsp;In ’t Paleis Farnefe. 111. 355. Te Modena, il. 54. lanbsp;’t Kap!tooi. IV. 35.
Gebruiken, kerkgebruiken te Romen. IV. 227.
Geldmangel te Romen. IV. 281.
Genfano. IV. 384.
Genua. VI. 27P. Oorfprong des adels. 2S0. Andrea Do-ria. 282. Ligging der Had. 285. Grootte. 287. Ha-ven. 288. Domkerk. 2po. Kerk en brug Carignano. 2P2. Andere Kerken. 294. Paleis van den Doge. 297.nbsp;P. Doria. 301. P. Brignole. 302. P. Balbi. 304. P.nbsp;Giacomino Balbi. 308. P. Marcellone Durazzo. 308.nbsp;Marceilino Durazzo. 3op. P. Carega. 30P. Andere paleizen. 310. L’Albergo. 311. Hospitanlen. 313. Siraa-ten, 314. Kleine Raad. 316. Groote Raad. Doge.
317-
-ocr page 476-317. Andere magiftraatsperfoonen. 320. Wetten. Inquot; quifitie. 321. Karakter der Genueezen. 322. Cicis-bei. 324. Spel. 325. KJ,eeding. 32Ö. Tydverdryvèn.nbsp;327. Getal der inwooners. Magt der Republiek. 328^nbsp;Eank van S. George. 329. Politie. 330. Handel. 331.nbsp;•Maaten. Munten. Lotery. 336. Beroemde mannen»nbsp;Weetcnfchappen. 338. Natuuriykë gefteldheid van deönbsp;grond. 339. Landllreek om Genua. 340.
Gerigtihoven te Romen. IV. 200.
Zweetbaden te S. Geï'
Germano, S. een ftad. V. 320. mam. V. 2od.
Glasvenfters der ouden. V. 259.
Goiïzaga Julia. V. 17.,
Gragnano. V. 309.
Grosi.ev, oordeel over zyn werk.
Grotta Ferrata. IV. 376.
Grotta del Cane. V. 207.
Grotta Dragonara. V. 238.
GUajialla, de Had. II. 43.
Ï-Iadriaam Villa. IV. 351. Zyn graf. IV. 163^
Ilamerani, een Hempelliiyder. IV. 312.
Jlarmnniejcbe zaal in ’t Paleis Verospi. III. 264. Hemchbol, een oude, met gellariitens- III. 362.nbsp;Herculanum. Ontdekking. V. 248. Hoe men daar graaft'nbsp;V. 255. Theater , het belle van alle de ouden. V-257. Glasvcnüers. V. 259. Kabinet van oudheden t®nbsp;Portici. V. z(o. Eetwaaren. V. 266. Oude fchfifc*^'’'nbsp;V. 270. Schilderyen. V. 273.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Hierogl'jpben der Egiptenaars, eenigen verklaard. IIT. 33quot;' Hol, het fiangenhoi. IV. 390. van Pofllippo. V. 207.nbsp;Sibylle. V. 234. Grotta Dragonara. V. 23S. te Caflfquot;nbsp;Pales. 394. Eolifch hol. V. 349.
Hooge fchoolen , te Bologna, Florence, Milaan, Padiia» Pavia, pifa, Siena, Turin, yvorden by die Hedennbsp;gewezen.
-ocr page 477-Horatius, zyne Villa. Zie Digentia. tJuisgereedfcbap der ouden (g Hercülanüni gevotidéliinbsp;V, 265.
jaarmarkten, liefhebbery der Italiaanen daarvoor, t., Beroemde zyn te Bergamo, Padua, Senigaglia, Reggio. Zie de befchryving van die (leden. Elke ftad heeft,nbsp;^r eene. I. 44.
jagt, leuwerken jagt. Vt. 255. i)uivenjagt,'K.ii^^, Januariui St. zyn bloed te Napels. V. 106.
Jean de Mauriennt.
Jefuieten, kiirikdi’gc op hunt IV. 13. noot.
Imola, de ftad. VI. 21.
Improvifatori, wat dat zyn. II. ,225.
Index van verbodene boeken. IV. Ijp8.
JnJuftria , eene oude ftad ;quot; aldaar gëvondén oudheden; 1.264.
Innocent XI. en XIII. IV. 279; 273.
Inquifitte te Romen. IV. p. Haar paleis. IV. i68. Inrig» ting. IV. 107.
hfituut te Bologna. II. 78.
Inflrumenten voor de muziek der ouden. V. 268. nbsp;nbsp;nbsp;,
fooden te Livorno. ll, 280. te Veneden. VI. p6i t Ifchia, het eiland. V. 242.
Ifeè, het meer. VI. 252; iRaca menfa. I. 246.
ttalien, fchoonheid des lands. I. i. Zeeden der Italiaa-nerii I. II. Politieke ftaat. I. 30. Smaak in de kon-ften. I. 48. in de weetenfehappeh. i. 107. Akade^ mien. I. 110. Theater en muziek. I. 112. Karaktefnbsp;der Italiaanen. I. 124. Munten. I. 133. Wegen * ry-tuigen, enz. I. I35-,
Ifri, een ftad. y. i8i ^
juliui Romanus, de fchilder. VI. 231.
Kumars, wat heeften het zyn. I. 282. noot. nbsp;nbsp;nbsp;'
eeii kerk te Padua. VI. 170. nbsp;nbsp;nbsp;‘
yi. Deeu nbsp;nbsp;nbsp;Znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;JL
-ocr page 478-^aas, Parmezflanfche, I. 34.0. II. p. noot. van Brefcia.Vl» 253. Soorten. II. 9. noot.
Kamersy hoe in Italien veel verllerd. V. 259.
'kanaal te Albano, IV. 382. In ’t Milaneefche. I. 330. fCopitool, het oude. IV. 21. Het nieuwe. IV. 24. Stand»nbsp;beelden en fchilderyen aldaar. IV. 36.
Kardinaakïi, Hun opjfprong. IV. 185. getal. 186. foot* ten. 18Ö. Staatfie. 190.
Karneval te'Roinen. IV. 259. Te Venetien. VI. 134. Kaftraaten, hun vaderland is Napels. V. 144.
Katten, te Romen gevoed. IV, 319. noot.
Kerken, voornaamfte, del Sudario, la Superga te Turin, de Dom te Milaan, te Florence, de kapel del Medi-eis,.S. Pieter te Romen, S. Jan van’tLateraan, S.Ma*nbsp;•' tia maggiore, S. Maria degli Angioli, S. Andrea dell*nbsp;Valle,II Giefu, te MonteCalïïno,Loretto, S, Vitalis tenbsp;Ravenna, S. Antonio en S. Giuftina te Padua, S. Mat'nbsp;-eus te Venetien, de Dom te Siena, de Karthuizer tenbsp;Pavia, worden onder haare artikels, of onder die detnbsp;Heden aangewezen»
Kerken, gedaante der oude. III. 14^.
Kerklyke vryheden, zeer nadeelig. I. 295. IV. 19^. noot. Kleinodiën, der ouden, te Herculanum gevonden. V. 267*nbsp;Keyszler , zyne reis beoordeeld. Voorb. 65.
Koepel van St. Pieter te Romen, III. 75. Dubbelde koC' pels. III, 138. Koepel van ’t Lateraan te S. Andre*nbsp;della Valle. III. 383.nbsp;flomedien, Italiaapfche. I. 112. VI. 143.
Koorn hoe te bewaaren. V. 190.
Koornhandel te Romen. Y. 268.
Koraalfabriek te Livorno. IL 283.
Kra'jon, kouH van het te ü.^eeren, V. 170.
Kroppen in Savoye. I, 212.
Kunjlen, in Itaiien. 1. 48. te Romen. IV. 29Ö.
-ocr page 479-Labat, zyne Italiaanfchè reis beoordeeld. Vdorb.
Lagritna Cbrifii, een foort van wyü. V. 163.
Lago di Garda. VI. 232.
Lagó Maggiore. I. 345.
Lagunen van Venetien. VI. 37.
La Lande , zyne reis. Voorb. 67,
Landbouw, in Piemont. 1. 296. Milaan. 1. 339. te Bologna. II. 126. Lucca. It. 299. in Toskanen. II. 133^ Om Romen. IV. 314. te Napels. V. 188.
Lanebourg in Savoye. I. 220.
Lanuvium. IV. 386.
Laritcia of Ariccia. IV. 385.
Loftrica te Napels. V. löj.
Laurentum. IV. 386.
Lauwinén , of afrollende fneeüwklompeh In de AlpW*
Lava van den Vefuvius. V. 287. 299.
Lazaroni te Napels. V. 137.
Leüiflerniutn der ouden. V. 264.
Lentifco, of maftixboom. V. 18.
Licenza, het oude Digetitia. IV. 3Ö5.
Ligoriüs , Pyrrhus, zyné handfchrlften. 1. 24^,
Ligten der zee. V. 204.'
Livorno, II. 272. De haven. 276. Torens. 278. Slaa* ven. 279. Olymagazyn. 279. Kerken. 280. HandeLnbsp;282. Koraalfabriek. 283.
Lodi, een ftad. 1. 354.
Loyeryen te Napels. V. 178.
Lombaarden , oprigting en nut. I. 244. te Romen, Monte di Piëta. III. 3Ó8.
Lcretto. V. 3Ö9. Het heilige huis, zyne reizen, fehatten enz. 397.
Loieryen te Genua. VI. 336.
Z 2 nbsp;nbsp;nbsp;Zaem
-ocr page 480-ÏMcca. II. 285. Regeering. 294. Volkrykheid. 297. Landbouw. 299.
Lucchefi, Padri. V. 45.
Lucullamm. V. 45.
ZwfïV Atellani. V. 27.
Lugtigejleldbeid te Romen. IV. 314. te Pifa. II. 268. te Napels. V. 182.
Utaatèn, by iedere ftad worden de maaten en gewïgts* aangewezen.
Macaroni. V. 167.
Macerata, een ftad. V. 395. nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Machines, zeer gemakkelyke in de Pieterskerk, lli. 270. MaJamocca. VI. 38.
Manna Kalabrifche. V. 162.
•Mantud, befchryving VI. 221. Het Hertoglyk paleis e® de fchilderyen. 228. Dom en andere kerken. 224.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P®'
leis T. en fchilderyen van Julius Romanus. 229. Maremme di Skna. II. 333.
Marforio te Romen. III. 333.
Marino, S. Republiek. VI. i.
- eene ftad. IV. 377.
co
fier. 292.
Rlariners te Caferta. V. 315.
Masawello , zyn oproer. V. 30.
Majlix, V. 18.
Meeren, van Agnano. V. 205. Albano. IV. 382. no. V. 233. di Fondi. V. 17. di Garda. VI. 232.nbsp;no, Cimini, Nemi.'IV. 382.384. Vico. II. 344'nbsp;Menfa Ijiaca. I. 246.
IVlr rAsTAsio. IV. 369.
Metauro, een rivier V. 415.
Volkrykheid, hiftorie. 1. 297. Dom. 301.
Marmers, en merkwaardige fteenen. IV. 290. Verde anti-Cipoilino, Porta fanta, Bigio. 291. Graniet,Pof'
Bal'alt, Traventyufteen. 293. Peperino. 294'
Cel»''
Aiö'
brofiaanfche bibliotheek. 308. Kerk van S. Ambrofius. 313. andere kerken. 314. Lazareth. 320. Kanaalen.nbsp;330. Regeering. 331. Geleerden. 334. Karakter dernbsp;Milaneezen. 337. Belaftingen. 338. Handel. 339.nbsp;Mineraal '.viiet te Mafino. I. 351, te Pifa. II. 268, Acquanbsp;acetofa te Romen. IV. 328. te Viterbo. II. 341.nbsp;Minturnum, overblyffels daarvan. V. 23.
Mifene, overblyffels dier Had, en voorgebergte. V.237. Misson’s reize beoordeeld. I. 4.
Modena. Hiftorie. II. 47. Hertoglyk Paleis. 50. Kerken, 57. Zonderlinge bodem. 61. Luftllöt Sasfuolo. Ö3.nbsp;Lugtfireek. 64. Weetenfchappen. 64.
Moerbeziehoomen, I. 284. II. 133.
Moerasfen, Pomptynfche. V. 7.
Monaco, VI. 34 K MoncalUer. I. 292,
Mont SenfS. I. 22Q.
Monte Casfino. V. 323.
Monte Cavo. IV. 382.
Mohie di Piëta. Zie Lombaard.
Montefiafcone. Wyn aldaar, II. 339,
Monttnelian. !• 210.
Monte Eolo. V. 349quot;
¦------- by Napels- V. 224,
---Fulciano, vvyu. II. 33^*
Monteroji. II- 345-Monte Rosfi. II- 34°'
Munten, by iedere ftad worden op het einde der befchry» ving de gangbaare munten opgegeven.
Muntkabinetten, te Turin. I, 253. te Milaan. I, 313. 317. van den Abt Trivulzi, 1. 328. te Modena. II. 55. tenbsp;Florence. II. i79- re Napels. V, 61.
Mufeum Kircherianum. IV..5. Capitolinnm. 36.
Muziek, toefland in Italien. I. 112. te Napels. V. 143. Myrtella, of manlyke myitenboom. V. 17.
iVlt;j(?»«B,,doopnflaraen me^ft in Italien gebruikt.I. 297.
Napek, de grootfie ftad van Italien, hillorie. V. 28. Gol» van Napels, 32. Valkrykheid. 36. Koninglyk PaleiSjnbsp;37. Callello nuovo. 39* Haven. 41. CaftellQ dell'nbsp;Uovo. 47. Voorftad Chiaia. 48. Kaftel S. Elmo. 5°*nbsp;Karthuizerklpofter. 50. Capo di Monte. 54. de Kata*nbsp;komben. 63. De Dom , of S. Gennaro, 102.nbsp;van S. Januarius. 106, Regeering. 126. Krygsmagt eönbsp;adel. 129. RegtsoefFening. 132. Politie. 134. Laza-roni, het graauw. 137. Leevensvvys. 138. Pfagt. i39'nbsp;Cicisbei. 140, Uitdrukkingen. 141, Muziek. 143*nbsp;Raftraaten. 144. Metaftafio. 147. Weetenfchappen.nbsp;150. Bouwkunft. 158. Maaten, ido. Munten. l6l»nbsp;Handel. i(5a. Leevensmiddelen. 165. Rufchgeel löp»nbsp;Prins S, Severe, zyne uitvindingen. 170. Snaaren. 174?nbsp;Looyeryen. 178. Pinnte raarinte. 181. Lugt. 182,nbsp;rantola, 184. Vrugtbaarheid des lands, 188, Wyn. ip^tnbsp;Zyde. 193. Schapenteelt. 194, Landftreek rondoönbsp;Napels. 196.
Narni, eene ftad, en merkwaardige brug aldaar. V,339'
Naturalia, verzamelingen daarvan te Milaan. I. 310. P^f' ma. II. 15. Bologna. II. 82. Florence. II. 228. P'*nbsp;fa. II. 261, Sieiia. II. 330. Romen. IV. 5. Caponbsp;Monte. V. 61. te Padua. VI. 180.
Naviglio grande, een banaal, R 297.
NepoHstnus. IV, 186. noot.
Nettuno, oudtyds Antium. V. 15.
Niobe, groep van IV. 295. het eiland. V. 242.
Nizza, de ftad. VI. 342.
Nocebia, een foort van kreeften. V. 414,
Novalefe, I. 226.
Novi in ’t Genueefche. VI, 277.
Pauslyke, zyn gebied te Napels. V. 76,
-ocr page 483-B L A D W Y Z E R:
CheUsk op de Pietersplaats te Romen. III. 41. by ’t Late-. raau. UI-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by Maria Maggiore. lil. 160. in
Cainpo Marzo. II. 280. by Porta del Popolo. III. 3°°* op Piazza navona. Hl. 335. alia Minerva. IV. 10. Aanmerkingen over de obeiisken, en de gtoeven in Egip*nbsp;ten, waaruit zy gehouwen zyn. III. i6r.
Og-.'w, de rivier. VI. 255.
C//e uit druifkorrels. VI. 250. Maagden olié, en bereiding de.s olies in ’t Genüeeiche. V'I. 333.
Oliemagazyn te Livorno. II. 279. -
Operaas, Laliaanfche. aanmerkingen daarover. V. 147. nbsp;nbsp;nbsp;*
Opfcbriften , menigvuldig en belacchelyk in Italien. lil,
• 5- nbsp;nbsp;nbsp;f-
Orders , geeftelyken , Bernhardlner. III. 203. Fate bèn* Fratelli. IV, 81. van S. Hieronymus. IV. 89. Kruis-draams. HL 2^5. Scuole' pie. III. 343. Somafchi.nbsp;UI.'314, Theatynen. 381. Lucchefi. V. 46.
Orefte S. merkwaardige berg. V. 337.
Qfvieto, wyn aldaar. II. 338.
Oflia, zoutwerken aldaar. IV. 388.
Otricoli, fchoone berg aldaar. V. 338.
Ouden, hunne fchilderkonli. V. 281. hunnö huizen. V; 30S»
Oudheden te Romen, een handel. IV. 283.
____te Baja , Capua, Puzzoli , Formie, Hercula.
num, Cora, Cornetto, Romen, Verona,worden onder die artikels befchreven.
____kabinetten van , te Turin. I. 253. Parma. IR
19. Modena. II. 54- te Bologna. 11. 84. te Florence. II.quot; 174. te Cortona. V. 382. Ponici; V. 260. in ’tnbsp;kapiicol. IV. 3lt;5- Mufeum Cbriöianum te Romen; Hl,nbsp;124, le Verona. VI. sop.
-ocr page 484-flarden, een van Virgilius in brons te Napels. V. p3. Ai^-tieke te Venetien, VI. 51.
Paardenrennen te Florence. II. 215. te Romen. IV» 261. Paddenftoeïen, l^iirlyke. IV. 383.
Padua , hiftorrè. Vl. 161. Ligging. 162. Dom. 163. Kerk van S. Antonie. 165. S. Gindina. J70. Anderenbsp;kerken. 172. Paleizen. 178. Hooge Ichool. 179.nbsp;Raadhuis. 176. Theater. 183. Geleerden. 182. Handel. 185. Landllréek., 18$.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Paleizen, zyn by iedere ftad te zoeken, en als zy in den ^ladvvyzer niet opgegeven worden, kan men ze vindennbsp;vooraan voor ieder deel.
Pflejlrina. IV. 366. Mozaïek aldaar.-36Ö. -I’ali.aüio. VI. ipr.
R/zZ/r'/a, gewyde. III. 207, pandekien te Florencei II. 154.
Pantheon, of de Rotonda te Romen. III. 27,3. parma. Grootte. 11. 10. Hiftorie.' ii. Schilders daatnbsp;geboren. 13. Kerken. 14. Paleis des quot;Hehtogs. 15.nbsp;Theater. 19. Andere kerken. 22. Inkomllen des lands,nbsp;sp. Zeeden. 30. Weétenfchappen. 32. Maatennbsp;enz. 34.
Pasquino. ill. 333*
Passionei, Kardinaal. III. ipó. noot.
Pauzen, Lyft van Pauzen. III. ii, Pauslyke kroon. IV, i8q. zyn gevolg. T8i. zyne muil gezoend. 183. Ge-hoorgeeving. 184. Verkiezing der Pauzen 208. kroo-'nbsp;ning. 222. bezitneeming van’t Lateraan. 224. Aanmer*
' kingen over eenigen der laatden. 272. Zyne inkom* den. 263.
Pauzin Joanija , aanmerkingen over die hiftorie. I. 309.
' in.159. nbsp;nbsp;nbsp;.....
Pavia. Vl. 208. Geleerden. 272. Hooge fchool. 271* ' Karthuizerkioofter. 264. Kerken.'270. Paleizen. 272.nbsp;Handel. 274.
Pepet'ino, fchynt uit brandende bergen ontftaan. W. 294-¦Perugiai de ftad. V. 365. Citadelle. 367. Dom, en an-- ^ nbsp;nbsp;nbsp;de*
-ocr page 485-fcfaro, een ftad, V. 418.
eeij.veftin'g. VI. 232. nbsp;nbsp;nbsp;, ‘ .
Peflo, ruinen te, V. 310. merkwaardige tempel. 31?» Petrarca, de digter. Vl. 188.
of Bolognèezer fteeii. U. 126.
Piacenza, befchryving. II. i. Paleis des Hertogs. Ca-fini. 7. nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
Piemont. Handel en fabrieken, 1. 2S2.
Pieterskerk te Romen, 'de fchoonfte der wereld. Hiltorie. III. 31. Ligging. 34. De plaats met den obelisk daarvoor. 40, Colonnade. 43. Het Portaal. 47. Het bin-'nbsp;nenlle der kerk. 49. Grootte. 50. Hoofdaltaar. 53.*nbsp;De groote koepel en hec dak der kerk. 75. Grotten onder de kerk. 80.
Pietola, of Andes. VI. 233,
Pietra Blala, aardvuur aldaar. II. 130.
Pigni, de vrugt onder’c brood gemengd. II. 134,
Piperno. V. 5.
Piramide van Cefliin. IV. 93.
Pifa. Hidorie. II, 244. Befchryving. De Dom. 247, II Battifterio. 251. Hangende toren. 254. S. Stefano.nbsp;256. Ridders van S. Stefano. 257. De Beurs. 26 (.nbsp;Bruggen. 262. Spiegelgqyegten. 2Ö3- Hooge fchootnbsp;en geleerden. 264. Staat der ftad, 267. Baden. 268.nbsp;Pifciarelli, Acqua de V. 211.
Pifcina mirahik by Napels. V. 236.
Pifloja. II. 304. nbsp;nbsp;nbsp;''
Plaatfen, openlyke te Romen, Piazze, de voornaamfte zyn die van S. Pieter. III. 4b. Monte Cavallo. 233.'nbsp;Piazza Colonna. 2^5. del Monte citorio. 26^. Piazzanbsp;di Spagna. 288. Piazza Navona. 334.
Plaatfnyderskonft, in Italien. I. loi. Plaaten van Romen.' UI. 21.
P«, overftroomingen van die rmer. VI. 3G i'oggio 'a Cajatio. II. 305*
Poggio Imperiale. II. 238.
Pflgg/iJby Napels. V. 124. nbsp;nbsp;nbsp;_
fokevera, een dal en rivier by Genua. VI. 278,
Pmpeji, ruinen dier ftad. V. 305,
fómptynfcbe plasfe»- V. 7. fontanus, Joannes Jovianus. V. 94,
Percellein te Florence. II. 233. forretta, heete baden aldaar. II. 132.
Portici, Luftflot. V.243. Kabinet van oudheden uitHeft culanum aldaar. V. 260,
Portiuncula, vermaarde kerk. V. 364.
Porto. IV. 389.
Ptfilippo, vermaard hol aldaar. V. 197,
Ptjjejfo, il, des Pauzen. IV. 224»
Pozzuoli, W. Oudheden. 219.
Pozzolana. IV. 295. V. 225,
PratoUno, II. 240.
Procida, het eiland. V. 24a.
Quintilioh. IV. 3^0. Quirinaalt het, III. 235»
Padieofani. II. 336.
famajfe, aller h la ramalTe. I. 222.
ÏUPHAëL. Zyn grafteken. III. 27Ö, Zyne ftukken in ’t' Vatikaan. III. 96. in ’t kleine Paleis vanFarnefe.IV. 138.nbsp;Zyne Verheerlyking. IV. 150.
Ravenna. Hillorie. VI. 7. Het Exarchaat en oudheid. P« Kerken. 10. Graaf van Dante. 16. Geleerden. 17.nbsp;Recanati. V. 3Ö9.
Regen, menigte daarvan jaarlyks in Italien. V. 183. teN»' pels. 295.
Reggio. [I. 44.
Rem. S. VI. 341.
RtnOt «Je rivier. II. öS.
-ocr page 487-HiaiARD, Ab:, zyn werk. Voorb. 6o.
Richardson , zyne reis. Voorb. 62. ruinen daarvan. V. 395.
Kidder or den, der Annunziata ep S. Maurice. I. 206. Vau S. Stefano. II. 257,
KMni. V. 421.
Ritus Arnbroftanus te Milaan. I. 306.
Rivoli by Turin. I. 230.
Rochemekn, een hooge berg. 1.225,
Inleiding tot de befchryving van Romen. III, 1, Volbrykheid. III. 3* 8.
Grootte. III. 4.
Ciceroni. III. 18.
Roeken en printen aangaande Romen. III.
Poorten, bruggen. III. ibS,
Waterleidingen. III. 133-De Tiber. III. IS®-Zeeden en gebruiken. IV. 234.
Trasteveryners, een ruw gtaauvv. IV. 248.
Schouvvfpelen. IV. 253.
Carneval, IV. 259*
Inkomften. IV. 263.
Handel. IV. 280.
Maaien en gewigten. IV. 286.
Weetenfchappen en konflen, IV. 296.
Akademien, IV. 302.
Graveerders. IV. 311.
Stempelfnyders. IV. 312.
Lugt en landftreek. IV. 314.
Dieren. IV. 319. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ,
Kerke», de Pieterskerk. Hl. 3t- Maria di L(»etto. 138, • Nome dt Maria en Spirito Santo. 139, Francesca Romans. 141. S. Clemente. 146. Maria en Dominica.nbsp;148. Stefano rotondo. 151. Battifterio di S. G.iovanninbsp;di LateraiiQi iS®* Giovanni di Laterano. 153., S,nbsp;Croce. 164. Lorenzo fuor della Mure. 168, Bibiana.'nbsp;170. Eufebio. i/L Anwnio Abbai^. Maggwe.-, ¦ 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....... 173.
-ocr page 488-173. Prasfede. 177* 'Pudenziana. 178. Pietro in vJni coli. 179. Catarina di Siena. 184. Silveftro. i86. Andrea. 190. S. Carlo alle quactre fontane. 193. Marianbsp;degli Angeli. J99- Bernardo alle Terrne Diocleziane.nbsp;£03. Agnefe. 207. Coftanza. 208. Vincenzo ed A-naliafio. 213. Giovanni de’ Maroniti. 213. Concezio»nbsp;ne. 214. Maria della Vittoria. 221. Snfanna. 223. S.nbsp;Apodoli. 245. Romualdo. 250, Maria in Via lata. 257,nbsp;Giufeppe. 259. Andrea delle Pratte. 260. Süveflro itinbsp;Capite. 261. Maria Madalena al Corfo. 262. La Ro-tonda of het Pantheon. 273. Maria Madalena de’ Cro-cifeti. 278. Lorenzo, in Lucina. 282. Carlo al Corfo. 283. Trinita de’ Monti. 289. Atanafio de’ Greci,nbsp;298. Oefu e Maria al Corfo. 299. Madonna del Po-polo. 301. Maria de’ Miracoli. 304. Maria di Montenbsp;Santo. 305. S. Rocco, Girolamo degli Schiavoni. 306.nbsp;Giovanni Batiffa de’ Fiorentini. 317. La Pace. 320,nbsp;Maria dell Anima. 321. Niccolo de’ Lorenefi. 323.nbsp;Apollinare, Agollino. 324, Lorenzo in Damafo, 328.nbsp;Chiefa nuova. 330. Agnefe. 338, Pantaleone. 343.nbsp;Carlo a Catinari, 344. Trinita de’ Pellegrini. 346. Maria di Monferrato, Girolamo della Carita. 349. Eulla*nbsp;chio. 370. Luigi de’ 1'rancefi. 375. Giacomo de’nbsp;Spagnoli. 378. Andrea della Valle. 381. Ignazio. IV. i.nbsp;Maria fopra Minerva. 6. Stimate di S, Francesco. 12,nbsp;II Gefu. 13. S. Marco. 19. Maria Ara Goeli. 54. Maria in Portico. 56. La Confolazione, Giufeppe de Fa-legnani. 57. Pietro in Carcere. 58. Martina e Luca,nbsp;59. Adriano. Lorenzo in Miranda. 63. Collmo enbsp;JDaraiano. 69. Catarina de’ Ftinari. 73. Ambrogio dell»nbsp;Masfima. 76. Maria in Pubiicolis, Valentino. 77. Bar-tolemeo al Ifola. 80. Giovanni Coiabita. 81. Marianbsp;Egiziaca. 83. Madonna dei Sole. 84. Maria in Cos-medin. 85. Sabina. 88. Alesfio. 89. Paolo fuor dellenbsp;mura, 93. Paolo alle tre fontane. 98. Scala del Cielo.nbsp;99. Sebafliano alle Catacombe. 100. ürbano. 105.nbsp;Maria dellfr Palrae. 106. Giovanni a Porta Latina, Ce-fareo. Nereo amp; Achilleo. 108. Gregorio Magno. 110.nbsp;Giovabni e Paolo. 115. Maria Liberatrice. 123. Teo-doro. Anaftafla. 126. Giorgio in Velabro. 130, Gio-vanoi BatcUIa de'collato. Galla. 131. Niccolo in Car-
cere. 132. Onofrio. 135. Pietro iu Montorio. 149. Pancrazio fuor delle mura. 153. Margherita, Grifogo-no. Cecilia. 154- Maria dell Orto. 155. Francesconbsp;a Ripa. 157. Cofimato , Maria in Traftevere. 158.nbsp;Maria della Scala. 160. Maria Transpontina. i66. Au*nbsp;na in Borgo pio. 170.
fV'^ken , ftraaten , plaatfen , poorten , kotlegies, hos-pitaalen, fonteinen, baden, theaters, tempels, triomfboogen en andere oudheden.
Eerfle wyk, Rione de’ Monti. UI. 134. Colnmna Traja. na. 134. Forum Nerva;. 139. Torre de Conti. 141.nbsp;Arco di Tito. 142. II Colifeo. 143. Meta fudans,nbsp;145. Boog van Kondantyn. 146. Amphitheatrum Ca-llrcnfe. \66. Tempel van Minerva Medica. ifj. Portanbsp;Maggiore. 167. Campus Èsquilinus. 168. Trofeenvannbsp;Marius. 171. Boog van Gallienus, Tuinen van Mteee-nas. 172. Obelisk. J77. Theater van Flora, i-t). Baden van Titus. Sette Sale. 182. Tuinen van Nero. 183.nbsp;Baden van Paulus iEmilius. 185. Vier Fonteinen. 192.nbsp;Circus Florre. 193. Baden van Diokletiaan. 197. Fon*nbsp;tana di Termine. 204. Koornraagazynen. Campusnbsp;Sceleratus. Porta Pia. 206. Ponte Salaro. Mons Sa-eer. 209. Tweede wyk, Rione di Trevi. Fontana dinbsp;Trevi. 210. Tuinen van Lucullus. 213. Tuinen vaanbsp;Sallullius. 220. Piazza Barberini. 224. Piazza delnbsp;Monte Cavallo. 233. Clivus Salutis. 241. II Corfo,nbsp;251. Academia di Francia. 252. Derde wyk, Rionenbsp;di Colonna. Porta Pinciana. Tuinen van Lucullus.nbsp;258. La Propaganda. 259. Piazza Colonna. Colum-na Antonina. 265. Monte Citorio, Curia Innocenzia-na. 268. Piazza di Pietra. La Dogana. 271. Semina*nbsp;lio Romano , Piazza Capranica. 272. Vierde wyknbsp;Rioue dj Campo Marzo. Campus Martius. 279. Obe-liscus horarius. 280. Maufoleo d’Augufto. 284. Piazza di Spagna. 288. Teatro Aliberti, Porta del Popo-lo. 299. Egiptifche obelisk. 300. Graf van Domitiaan.nbsp;301. Giacomo de gl’Incurabili. 305. Porto di Ripet-ta. 307. Collegio Clementino. 314. Vyfdewyk, Rio-ae di Poine. Banco di S. Spirito. 315. Bibliotheca
Aa-
-ocr page 490-'Angelica. 325. Zesde wyk, Rione di Parione. Cam-po di Fiore. Theater vanPompejus. 327. Strada degli Orefici, 329. , Pasquino. 333. Piazza Navona. 334.nbsp;Fontein van Bernini met den obelisk. 335. Zevendenbsp;Xvyk , Rione della Regola. 344. Fontana di- Pontenbsp;Sifto. 347. Carceri nuovci 348. Monte di Pieta. 368^nbsp;Agtfte wyk j Rione di S. Euftachio. 370. La Sapien-ze. 379; Teatro Argentina, en Valle. 386. Negendenbsp;wyk, Rione della Pigna. IV. r. Collegio Römanó. 4;nbsp;Tempel van Ifis. Obelisk. 10. Tiende wyk, Rionenbsp;di Campitelli. 20; Tempel van Jupiter Capitolitius. 2Hnbsp;Tarpejifche rots. 23. Capitolium. 24. Plaats van ’tnbsp;Kapitool. 25. Colufflna rollrata. 30. Verzameling vannbsp;llandbeelden en fchilderyen op’t Kapitool. 36. Feruninbsp;Olitorium. Drie kolomnien. 57. Forum Ctefaris. 59.nbsp;Schilderakademie van S. Lukas. 61. Campo Vaccino*nbsp;62. Tempel van Veda. Triomfboog van Septimiusnbsp;Severus. lt;54. Tempel der Eendragti Boog van Tibe-rius* 65. Tempel van Janus. Meer van CftttiuS.nbsp;Tempel der Vrede. 70. Via facra. 71. Elfde wyk,nbsp;Rione di S. Angelo. Circus Flaminius. 72. Fontananbsp;delle Tartaruaghe. 73. Pefcaria. 76. 11 GHetto.nbsp;Twaalfde wyk , Rione di Ripa. Briig Quattro Capi;nbsp;Eiland S* Bartolomeo. 79. Ara maxima. Ponte Rot-to. 8q. Tempel der Fortuna virilis. 834 II Priorato.nbsp;90. Monte Teftaccio. 91. Piramide van Cedius. 93*nbsp;Poi'ta di S. Paolo. 94. Katakomben van S. Sebaftiaaninbsp;101. Circus Caracallm, 102. Capo di Bove. io4«nbsp;Porta di S. Sebadiano. 107. Monte Cello. 108. Ter-me Antoniane. 109. Mons Palatinus. n6. Paleis deCnbsp;Keizers. 117. 121. Zuilen uit een tempel van Jupiternbsp;Stator. 124. Circus Maximus. 126. Velabrum. 128^nbsp;Boog van Janus. Boog der Goudfmeden. 129. FoU'nbsp;teiii van S. George. Cloaca Maxima. 130. Theaternbsp;ven Marcellus. 132. Dertiende wyk, Rione di Traite*nbsp;vere. 134. Porta di S. Spirito. 135. Fontana deU’nbsp;Acqua Paola. 152* Kruidtuin. Porta di S. Panciazio^nbsp;153- S. Michele a Ripa grande, een hospitaal. 15^.nbsp;Porta Portefe. 157. Naumachia Augiidi. 158. Veertiende wyk, Rione di Borgo. i5i. Pons Triumphalir*nbsp;Ponte S. AngelOi ïóa. Caftello di S. Angelo. rlt;^3*
Gr»*
-ocr page 491-Graf van Scipio. i66. Prata Quindia* 157. Spedale (I S« Spirito. 168. De Munt. 170.
Paleizen^ openbaart en hyztndere, en f^lle.
Het Vatikaanfche Palei«. III. 83. Palazzo Imperial!. IJjh' Villa Mattel. 148. Villa Cafali 151. Villa Altieri.nbsp;j66. Villa Pamfili 185. Pal. Rofpigliofi. 187. Pa},nbsp;della Confülta. i8p. Pal. Albani. 193. Villa Strozzinbsp;en Negroni. 195. Pal. Cavalieri. 213. Villa Ludo-vifi. 215. Pal. Barberini. 224. Het Quirinaal. 235.nbsp;Pal. Colonna. 241. Pal. Mutl. 246. Pal. Braciano.nbsp;248. Pal. Pamfili. 254. Pal. VeroQai. 256. Pal. Bernini. 260. Tweede Pal. Verofpi. 262. Pal. Com!.nbsp;264. Pal. Chigi. 266, Pal. Ruspoli. 285. Pal. Zuc-cheri. Villa Medids. 291. Pal. Borghefe. 307. Pal.
Cicciaporci. 315. Pal. Sacchetti. 318. Pal. Gabrieli, Lancelotti. 319. Pal. Altemps. 323. Pal. Pio. 328.nbsp;La Cancellaria. 329. Pal. Pamfili. 340. Pal. Santo-buono. 342. Pal. Masfmi. 343. Pal. Falconieri. 348,nbsp;Pal. Famefe. 350. Pal. Pichini. 365. Pal. Spada. 365.nbsp;Pal. Cend, Lame, Ginftiniani. 371. Governo nuovo.nbsp;377. Pal. Valle. 385. Pal. Strozzi. IV. ii. Pal. Altieri. 17. Pal. S. Marco. 20. Pal. del Seuatore. 28,nbsp;Pal. dei Confervatorl. 29. Pal. Caffarelli. 55. Pal.nbsp;Mattel. 74. Pal. Coftaguti. 76. Pal. Boccapaduli. 77.,nbsp;Paleis der Keizers. 117. 121. Villa Farnefe. 119. Villanbsp;Spada. 123. Pal. Orfini. 133. Pal. Salviati. 136. Pal.nbsp;Farnefe alia Lungara. 137. Pal. Corfini. t45. Paleisnbsp;der Inquifitie. Villa Barberini. 108.
Roncigliene. II. 345.
Rofynen te Napels. V. 163.
Rubicon, de rivier. VI. 4,
Rttbiera, II. 47*
Rufebgeelt hoe te Napels gemaakt. Y. ifp.
-ocr page 492-Sapienza te Romen. III. 379.
Sardinkn , Koningryk van i geeft den Koning weinig voordeels. I., 279.
Saifuoh. n..63i
Savanorola, Hieronymus. II. 204.
Savona. VI. 341.
Savoye. I. 206. Zeeden der Savoyards. I. 218*
Scagliola, war werk dat is. II. 182. noot.
JScbriften, oude te Herculanura. V. 270.
Scirecco, een wind te Romen. IV. 318*
Scerpioenen. te Napels. V. i 87.
Schilders. Tydkundige lyR der Italiaanfche ftliilders naaf de vetfcbeidene fehooleti. I. 147.
Schilderden,, de vermaardfte , in Italien. De nagt van Corregio. II. 53. noot; Maria met Hieronymus vannbsp;denzelven; 11. i(5. de Dido van Guercino. JII. 367.nbsp;Maria van Cavedone. II. 93. S. Cecilia van Raphael.
II. nbsp;nbsp;nbsp;102. Venus van Titiaan. II. 171. Maria van Ra-phael. II. 190. Madonna del Saecp. II. 205. Laatftenbsp;oordeel van Mjchael Angelo. HI. 88. In’t Vatikaafl
, van Raphael. III. 9Ö. .Slag van Konllantyn. HI. 98. Zaal van Pieter van Cortona. III. 225. Aurora Vannbsp;Guereino. III. 217. Magdalena van Guido. III. 231;nbsp;Aurora van Guido. III. 188. Bruiloft van Pfyche.nbsp;JV. 138. S. Petronella v’an Guercino. III. 238. Scnbsp;Romualdo van Sacchi. III. 250. Afneeming van ’tnbsp;Itruis HI. 289. Diana op de jagt van üomenichtnö.
III. nbsp;nbsp;nbsp;309. Dood van S. Anna door Sacchi. HI. 345.nbsp;Avondmaal van S. Hieronymus. III. 349, PousfinSnbsp;kindermoord. HI. 373. De Sakramenten van Pousfin»
IV. nbsp;nbsp;nbsp;77. Verheerlyking van Raphael. IV. 150. Vetrnbsp;xameling te Napels. V. 56. Bacchusfeeft van Titiaafl*nbsp;lU. 255, Miniatuuren van Clovio. V. 60. Maria vannbsp;Paul Veronefe. VI. 69. Avondmaal van Vinci. I. 315'nbsp;Gallery van Caracci. HI. 355.
Seufkf
-ocr page 493-Scuole, broedeifcliappen té Venetten. VI. 72. nööt.
Secchia rapita, een gedigt van Tasfoni. II. 58.
Sellie flercorariie. III. i5p.
Senigaglia. V. 414.
Seriis, Mont. I. 220.
Sepi, een vifcli. V. 414.
S. Severo , de Prins van; zyne ontdekkingen. V. pö.
iezza. V.' 23. Sinueffa by de ouden.
Sezze , het Setinura der ouden. Tempel van Saturnus»
V. 4.
Sharp , zyne elendige reis. Voorb. 64.
Stem. Hiftorie. II. 305. Ligging. 308. Dom. 309, Vermaarde vloer in den Dom. 311. Hospitaal. 315^nbsp;Raadhuis. 317. Theater. 31S. Paleizen. Kerken. 320.nbsp;Uiiiverfiteit. 324. Catarina di Siena, de kerk. 325.nbsp;de heilige. 326. Regeering , inwooners. 328. Wee-tenfchappen. 329. Landilreek. 331.
Smollet zyhe reis beoordeeld. Voorb. 64.
Solfaiara by Napels. V. 212. by Tivoli. IV. 348^
Somafcbi III. 314.
Sonnet, van Petrarca op Romen. III. 9.
SoraBe, de berg S. Orelle. V. 337.
Spaccaio, Monte. IV. 3^4.
Spel, hoofdbezigheid der Genueezen. VI. 323.
Spiegels, Veneiiaanlche en Parysfche. V. 247.
Spoietto. V. 352.
Stahia, een oude flad, baare ruinen. V. 309.
Standbeelden, 60000. te Romen. III. 17. De vermaard' flen: de S. Therefia te Turin. I. 242. De Venus van Me-dicis. II. 167. en nog vyf anderen. II. 169. De Cen-taurus en Hermaphrodiec te Florence. II. 178. Lao-coon. III. 114. li Torfo. III. 119. Apollo. III. 116.nbsp;S. Bibisna. III. 170. Paarden op Monte Cavallo. Hf.nbsp;233. Artia en Psetus. III. 217. S. Therefia van Bernini. ni. 222. Hercules Farnefe. III. 352. Flora ennbsp;Toro Farnefe. lil. 353. 362. Pompeju's. lil. 367. Chri-ftiis van Michael Angelo. IV. 7. Seneca, de Centau-ws , de Hermaphrodiet. IV. 332. 339. Apollo ennbsp;Daphne. IV. 334- De Schermer. IV, 336. De Faun,nbsp;IV. 338. Nonius Balbus te Napels. V. 244. Mofesnbsp;van Michael Angelo. Ill, 180. De Godsdienft in denbsp;IV. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Pie-
-ocr page 494-Pieterskerk, lil. 66. Groep van Papirins. 216. Twee der befte nieuwe ftandbeelden. III. 27(5. noot. Nio-ble. Itl. 295. Pasquino. III. 333. M. Aurelius op 'tnbsp;Kapitool. IV. 26.
Storta. U. 347.
Straaten. De (choonfte van ItaÜen, te Turin. I. 23(5. II Co.fo te Romen. lil. 251. Strada di Toledo te Napels.nbsp;V. 7lt;5. StrSda niiova en Ëalbi te Genua. VI. 314.nbsp;Stukadoorwerkhoe gemaakt wordt. IV. 178.
Sfudioli, van marmer. IV. 285.
Smpmigi, Luftflot. I. 259.
Subiaco IV. 355.
Suza, iu Piemont. 1. 227.
T.
Tarantola, een fpin in ’t Napelfche. V. 184.
Tartini, groot iniiJtiekant te Padua. VI. 183.
Tasso, zyn graf. IV. J35.
Tempels, de voornaamllen te Caja. 230. Van Clitumnui. V. 357. de Portuin te Antium. V. 15. te Pellum. V.nbsp;.311. te Pompeji. V. 30Ó. te Pozziioli. V. 219. Vaanbsp;Antoninus en Paullina te Romen. IV. 68. de Vrede.nbsp;IV. 70. van Eskulaap. IV. 80. van Janus. IV. óö Jupi'nbsp;ter Capitolinus. IV. 21. van Minerva, en Ifis. iV. 1.,nbsp;Minerva Medica, III. 167, De Sibylle te Tivoli. IV.nbsp;357. van Veüa. IV. 64. de Eendragt. IV. 65. van Sa-turnüs. V. 4. van Bacchus. III. 208. van Rediculus.nbsp;IV. !03. van Mars. IV. 106. del Gigante. V. 241.nbsp;7'erni. Waterval. V. 342.
Terracina, V. 5.
Teverone, de, IV. 348.
Theater, het oude te Herculamim. V. 257.
Theaters. Beroemdfte van Italien , te Turin. I. 249. t® Milaan. I. 325. Piacenza. II. 7. Parma. II. 19. Reg'nbsp;gio. It. 4Ö. Bologna. II. 127. Plorence. II. 2i4'nbsp;I.ucca. II. 293. te Romen. IV. 253. Vicenza. VI. 192'nbsp;Siena. II. 318.
Thermit van Caracalla of Antoninus. IV. 109. Diocletia-nus. III. 197. Titus. III. 182. Domitianus. III. s?/. NeroniauEB. III. 377. Van Paulus Aimilius. III. 185.nbsp;Tiber, de, III. iSo-Titiaan’, zyn graf. VI. 90.
Tivoli. Grootte. IV. 355. Miftorie, het oude Tibur. 355, Tempel der Sibylle. 357. Waterval. 358.
Tolentino. V. 394.
Torre di Patria, V. 242.
Tortona. 1. 294. VI. 27Ö.
Toskanen. Gelleldheid des Lands. II. 133. -Trappen, zeer fchoone, hy de kerk S. Trinita di Monte,
III. nbsp;nbsp;nbsp;288. in ’t Paleis Ruspoli. III. 285.
Trafymenus Lacus. V. 376.
Travertine of Travertynlleen. IV. 293.
Triclinium van Leo. III. 163.
Tritola, zweetbaden. V. 232.
Triomfboegen te Suza. I. 228. te Ancona. V. 410. te Fa-no. V. 416. te Rimini. V. 421. Arco felice. V. 241, te Romen. Arco di Tito. III. 142. Boog vanKonllan-tyn. 145. van Gallienus. 172. van Septimius Severus.
IV. nbsp;nbsp;nbsp;64. van Tiberius. 65. van Janus, der Goudfiuedon.nbsp;129. van Drufus. 108. van Dolabella. 116. Arco dinbsp;Portogallo. Porticos Gordiani. III. 287.
Trofeen van Marius. III. ipi.
Truffels. I. 288.
Turin. Grootte. I. 232. Citadelle. 234. Straaten. 235, Kerken. 238. Hospitalen. 243. Lombarden. 244. Kon.nbsp;paleis. 245. Hertoglyk paleis. 248. Theater. 249,nbsp;Univerfiteit. 252. Paleis Carignan. 254. Valentin, lull-flot. 255. La Venerie. 256. Stupinigi. 259. Vignenbsp;de la Reine. 260. La Superga. 261. Ridderorders.nbsp;266. Regtbanken. 267. Het hof. 269. Zeeden. 271.nbsp;Weetenfchappen. 273. Inkomllcn des Konings. 275.nbsp;Troepen. 277. Konlien. 280, Handel. 282. Maatennbsp;en munten. 291.
Tuinen. Te Turin. I. 256. Boboli te Florence. 11. ipr. Van ’t Belvedere te Romen. III. 120. op Monte CavaLnbsp;lo. III. 239, Zie Villa.
U.
Vuren, wyze van de uuren te rekenen. I, 25,
Fanzen, Worden by Siena nog gemaakt in den ouden fraaak. 11. 244. Treflyke verzameling daarvan te Napels. 155. Beroemde vaas in de Vide Medicis. Ill-293-
Fal d'Arno. V. 393.
Valentin, liiftflot. I. 0$$,
Fatikaan. III. 83. Scala regia. 84. SixtynPche kapel, Laatfte oordeel van Michael Angelo. 82. Sakridy. 91.nbsp;Loges van Raphael. 92. Zaal met fchilderycn van Raphael. 95. Slag van Konftantyn. 98. Zaal van Hello*nbsp;doar. 100. De mis. Attila. loi. School van Athenea-102. Zangberg. 105. Incendio del, Borgo. ro6. Belvedere. III. Standbeelden aldaar. 112. Zie llandbeel-den. Tuinen. 120. Bibliotheek. 121. Mufeum Chri-ftianutn. 124. Tuighuis. 127.
Veillane. I. 230.
Velino, waterval in die rivier by Terni. V. 344.
Felle ja. 11. 37.
Felletri. V. i.
Fenafro, V. 333,
Fenerk by Turin, I, 25lt;5.
Fenetien. De derde ftad van Italien. VI. [38. Ilidorie. 39. Gebied. 42. Grondtekeningen. 43. Eilanden. 44,nbsp;Eb en vloed. 45. Bouworder. 46. Kerk van S. Marcus. 47. Oude paarden. 51. Hettoglyk Paleis, 52.nbsp;Plaats van S. Marcus. 65. De Munt. 6ó. Toren. 67-Wyk van S. Marcus. 68. Arfenaal. 80. De Bucentoro.nbsp;84. Wyk van S. Paulus. 86. Scuola di S. Roceo. 87-igt;a!eis Barbarigo. pf. Noordelyk deel van Venetien. 93-
-ocr page 497-Zuidelyk Deel. De eilanden S. Georgio en La Znecca. }j7. De kerk van S. Georgio Maggiore. 99. Eilandeiinbsp;van Venetien. loö. Reg:eering. Gran Configlio. 107.nbsp;Pregadi. Configlio de' Dieci. Inquifiteiirs. 108. Fie»nbsp;no Collegio, 109. Doge. 110. Zyne verkiezing, iii.nbsp;Savii. 112. Nobili. 113. Procurator di S. Marca. rt4,nbsp;Avogadori. Geregtshoven. 117. Inkomften en krygs-Biagt. II8. Zeeden en gebruiken. De adel. 119. Ge»nbsp;zelfchappen. 123, Leevenswys, 124. Cafini. 126.nbsp;Courciianes. 127. Kleeding. 128. Gondels, iep. Denbsp;borgers. 130. Stadspolitie. Godsdtenft. 131. Ivariie-val. 134. Trouwen der zee. 138. SchouwCpelen. 141.nbsp;Weetenfcliappen. 147. Scliilderkonft. 150. Gewig^nbsp;enz. 153- Handel. 154. Spiegels. 155. Lugt. 157.
Vercelli, I. 295. ycrona. Grootte. VI, 203. Hiftorte. 204. Befchryving,nbsp;20Ó. Het amfitheater. 207, De Plaats Bra, co8. Hetnbsp;theater, en 't Miifeo Veronefe. 209.' Kerken. 211.nbsp;Raadhuis. La Fiera. 214. Paleizen. Kabinetten. 215.nbsp;Weetenfcliappen. 216. Handel. Zeeden. 218. Groenqnbsp;aarde. 219. Vertteende visfchen, 220.
Veronica. Haar ftandbeeld. III. 57.
V. 284, Wegen derwaards. 289. Hoogte. 291.. Zy'n mond. 293. Rook en nevels, waaruit ontdaan.nbsp;296. Oorzaaken der ontbranding. 297. De Lava. 299.nbsp;Afch. 302. Heeft geen’ gemeenfchap met den Etna.
303-
Via Appia. III. 129. V. 7. Aurelia. IV. 153, Fla-minia. IV, 326. Vitellia. IV. 153, Portuenfis. IV.
Vicenza. VI. 190 Teatro Olimpico. 192. Raadhuis. 193. Paleizen. 194. Kerken. 195. Oudheden. Handel, 196. Regeering, 197. Inwoonders. 198. Lands-douwe. 198. Merkwaardigheden. 199,
Vko, het meer. 344.
Vis,ne de la Reine. 1. 260,
Vila. Ville te Romen, zie art. ROMEN, Paleizen, en Vide. Villa Pamfili of Belrefpiro. IV. 321. , Corfini.nbsp;Girand. 324. Madama. Meliini. 325. Giüftiniani,'nbsp;32(1. di P, Giulio. 327. Borghefe. 329. Albani, 341.nbsp;Mdobrandiai. 34lt;S* 'Sacchectl. 347. Adriana. 351.
A a 3 nbsp;nbsp;nbsp;Eden-
-ocr page 498-Eftenfe. 362. Belvedere. 369. Ludovlfi. Taverns. Mondragone. 372. La Rufina. Bracciano. 374. Ci-bo. 379. Pamfili en Levcari. 381.nbsp;f^no Santo. VI. 251.
ViRGiLius’ vaderland. VI. 231. Zyn graf. V. 199. Visfcben, der Adriatifche Zee. V. 414.
Viterbo. II. 34i-
Vuur, euwigduurend, door den Prins van S. Severo uitgevonden. V. 93. noot. Vuur uit de aarde voortkomende. II. 130. Vuurbergen , zie Vefuviusj fpoorea daarvan by Radifocani. II. 337.
Water, beftiering daar omtrent in ’t Brefciaanfche. VI. 254-
Waterleidingen. Hoe het water gemeten wordt. IV. 288.
Waterleidingen te Romen. UI. 133. te Caferta. V. 317, Waterval, te Terni. V. 344. te Tivoli. IV. 358.
Wellen, van zoet water in zee. V. 239. In de Golf vaa Spezia. VI. 340.
Wind, uit de bergen komende. V. 341. 349.
Winkelman , een der groatfte oudheidkenners. III. 194, Wright, zyne reis beoordeeld. Voorb.63,
Ysbergen in Savoyen. I. 204.
Zaiaglia, een beroemd werktuigkundige te Romen. IV.
307-
Zand, magnetifch by Genua. VI. 339.
Zoute
-ocr page 499-Zoufxerken, te Catliglione. II. 334. te Oftia. IV. 389. te Cervia. VI. 6.
Zuilen. Van Trajaan, III. 134. van Antonyn. 265. Co-lumiia roftrata. IV. 30. uit den tempel van Jupiter Stator. 124.
DER
GEZICHTEN VAN PALEISEN, KER^ ken, steden, zuilen, e.2.v.nbsp;waar mede dit Werk verfierd is.
De Negen Kerken, e. z. v, te plaetfen in 't lilde Deètj tegenover .... blad.- 31.
De St. Pieterskerk in ’t Vatikaen. . nbsp;nbsp;nbsp;?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;44.
¦ nbsp;nbsp;nbsp;— Dezelve van binnen te zien. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- .
Groot Altaer, en St. Pieters-Stoel. . i 65. Paleis van den Paus in ’t Vatikaen. . . 83.
- ....... Hetzelve van eene andere zyde. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;83.
Tiber-flroom. .... nbsp;nbsp;nbsp;130.
Trajaenfche Zuil, e. zgt; v. , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;134.
Villa Mattel. .... nbsp;nbsp;nbsp;148.
St. Jan van Lateraen. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ijj.
Baden van Titus. .... i8a. Overblyffels van de Baden van Titus. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 182.
Gezicht van ’t Pauslyk Paleis del Monte Cavallo. 235. De groote Plaets van het zelve. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;23(ï.
Paleis de Propaganda Fide. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;259.
-- van den Prins Chigi. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;266.
—— Curia Innocentiana. , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;268.
— nbsp;nbsp;nbsp;van den Prins Borghefe. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;307.
De Plaets Navona, e. z. v, . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;334.
Paleis van den Prins Pamphilus. , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 340.
-Farnefe. . nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;35a.
Gezicht van twee zyden van het Paleis van Sapienza. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3K0.
Ge-
-ocr page 502-Gezicht van twee zyden van het Collegia Romanós te plaetfen in het lyde Deel^ tegen over bladz,' 4.
paleis van den Prins Altieri. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;18.
Tempel van Jupiter Kapitolinas. . nbsp;nbsp;nbsp;. .at.
^— der Magiftraets.Perfoonen , e. z. v. . nbsp;nbsp;nbsp;29.
De Stad Frascati, e. z. ......368.
Gezicht van den Wyngaerd van Mondragone. 372.
De Kaart van It alien moet gevoegd worden in het JJte Deel, tegen over bladz. 203.
ND. Dit Bericht te plaetfen aen het einde des Zesden Deels.
-ocr page 503- -ocr page 504- -ocr page 505- -ocr page 506- -ocr page 507- -ocr page 508-