VAN DE
GEÏEEKEND ONJ)ER TOEZIGT VAN
J. PIJNAPPEL, Gz., I
^ITT. 1)r.
LEERAAR IN DE TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE AAN DE KONINKLIJKE AKADEMIE TE DELFT,
EN DOOR HEM VAN A A N T E E K E N I N G E N VOORZIEN.
I. o V E R Z I G T S K A A R T.
H. JAVA. lil. SUMATRA. IV. GOUVERNEMENT SUMATRA’S WESTKUST. V. RE SI DEN TIEN RIOUW EN RANGKA. |
VI. BORNEO. VII. nbsp;nbsp;nbsp;CELEBES. VIII. nbsp;nbsp;nbsp;MOLUKKEN. IX. EILANDEN BEOOSTEN JAVA TOT TIMOR. |
TE S GRAVENHA GE, BIJ K. F U H R I.
ATLAS VAN DE NEDERLANDSCHE BEZITTINGEN IN OOST-INDIE.
I OP DEN ATLAS IN HET ALGEMEEN. Toen ik bij het onderwijs in de geographie van Nederlandsch Oost-Indië de ondervinding opdeed, dat een Atlas onzer bezittingen in dat gedeelte der aarde eene dringende behoefte was,nbsp;rijpte ook het plan bij mij om zelf maar de handen aan het werknbsp;te slaan om dien zamen te stellen. Had ik in den beginnenbsp;mijne krachten en hulpmiddelen beter gewogen, dan ware iknbsp;misschien voor het gewigt van dat werk teruggedeinsd. Intus-schen, een Atlas moest er wezen, en ik hoop dat ik mijnenbsp;verwachting niet te hoog stel, wanneer ik meen dat deze eerstenbsp;proef aan hem, die de bezorging eener tweede op zich zalnbsp;nemen, het werk wel eenigzins gemakkelijker kan maken. Ik zal eerst met een enkel woord over de wijze van uitvoering van den Atlas in het algemeen spreken, en dan over elke kaart in het bijzonder nog het een en ander meêdeelen. Ik heb wat de grootte van schaal betreft, op welke de verschillende kaarten geteekend zijn, mij vergund van de gewone w’ijze af te wijken — om die namelijk zoo groot te nemen alsnbsp;het raam, waarin de kaarten gevat zijn, het telkens toelaat,—nbsp;en gemeend, dat de schaal zooveel mogelijk eene en dezelfdenbsp;behoorde te wezen. Ik heb daarop, met het oog op den vormnbsp;van andere atlassen, deze gesteld op 1: 3gt;/2 millioen. Alleennbsp;met Java heb ik eene uitzondering gemaakt. Om de consequentie had ik eene der beide kaarten van dat eiland wel denbsp;grootte kunnen geven, die er in betrekking tot de anderenbsp;eilanden aan toekomt, maar ik vreesde dat zij dan te klein zounbsp;w'orden om er op te brengen wat ik wilde. De kaarten 1, 4nbsp;en 5 , de eerste als verzamelingskaart, en de beide andere, omdatnbsp;voor die het aangenomen kader volstrekt te klein was (zoo alsnbsp;blijken kan uit No. 3, waarop No. 4 geheel en het grootste gedeelte van No. 5 voorkomt), moesten uitgezonderd worden.nbsp;Een Atlas van Oost-Indië moet bestaan uit zes hoofdkaarten,nbsp;behalve de overzigtskaart, en voor het overige uit bijzonderenbsp;kaarten. Deze laatsten kunnen niet aan eene schaal gebondennbsp;worden. De lengte is alleen opgegeven naar den meridiaan van Greenwich. Er is in de kaarten van den Atlas een doorgaand gebrek, een gebrek namelijk aan eenheid in het gebruik der verschillendenbsp;soorten van letters. Wanneer ik mijn werk wat beter voorbereidnbsp;ondernomen had, had ik deze fout kunnen vermijden; nu heb iknbsp;het bij de eerste kaarten, die bewerkt zijn, geheel aan den teeke-naar overgelaten, welken vorm van letter hij gebruiken wilde,nbsp;en daardoor is eene ongelijkvormigheid ontstaan, die hem nietnbsp;te wijten is. Die een’ Atlas uitgeeft moet dien zelf teekenen;nbsp;ziedaar eene ondervinding, die ik heb opgedaan. Misschien isnbsp;het voldoende, wanneer hij in de gelegenheid is van den teeke-naar steeds bij zich te hebben, maar bij de groote schaarschtenbsp;aan bekwame lieden in dit vak is men gew'oonlijk niet zoo vrijnbsp;in de keus. Een ander gebrek is de zeker zeer dikwijls onjuiste spelling. Van deze echter mag ik, ofschoon ik er misschien wel iets aannbsp;had kunnen verbeteren, toch de geheele schuld niet op mijnbsp;nemen. Zoolang men de juiste uitspraak der namen niet weet,nbsp;zal men ze niet zonder fouten kunnen schrijven. |
Eene derde zaak, die de duidelijkheid van een’ Atlas zeer helpt bevorderen, en waarbij gelijkvormigheid evenzeer een hoofd-vereischte is, is het kleuren der kaarten. Ik heb getracht dezenbsp;gelijkvormigheid in het oog te houden, door bijvoorbeeld denbsp;Nederlandsche bezittingen overal met dezelfde kleur aan tenbsp;geven, namelijk met oranje, de Engelsche met rood, enz. Voornbsp;grootere verdeelingen, zoo als bijv. op Sumatra, is bruin gebruikt, maar daarvan heb ik bij Java het ondoelmatige gezien,nbsp;omdat die kleur naast oranje niet genoeg in het oog viel. Hetnbsp;liefst zou ik de kusten van alle eilanden, die onder Nederlandschnbsp;gezag staan, met de Nederlandsche kleur hebben doen kleuren,nbsp;maar dit heb ik moeten opgeven om onoverkomelijke bezwaren, daar de kleur geen twijfel toelaat. — De blaauwe kleurnbsp;voor het water wordt meer zoo gebruikt, maar zeer bevallennbsp;doet zij mij in dezen Atlas niet. Eindelijk zij hier opgemerkt dat de Atlas een schoolatlas is, een Atlas die alleen voor onderwijs en elementaire studie dernbsp;geographie moet dienen, geen handatlas, waarin men veel meernbsp;mag verwachten. Maar de juiste schifting van alle namen, zoodatnbsp;er in den schoolatlas geen gevonden worde die er niet, nochnbsp;gemist, die er wel op behoort, — zulk eene schifting gaat mijnenbsp;kennis verre te boven. Wat overigens de naauwkeurigheid der kaarten betreft, om deze te beoordeelen moge de opgaaf der bronnen strekken,nbsp;die ik gebruikt heb en die bij elke kaart in het bijzonder zullennbsp;worden opgegeven. Over het algemeen zij aangemerkt, dat mennbsp;doorgaans op den omtrek der kust beter staat kan maken dan opnbsp;de teekening van het binnenland, die in de meeste gevallen, opnbsp;alle tot heden bestaande kaarten, niet veel meer dan figuratiefnbsp;is. Daarom heb ik deze laatste, waar ik mij daarvoor niet opnbsp;andere kaarten kon beroepen, liever geheel weggelaten, zoonbsp;als bijv. op de kaart der eilanden beoosten Java. Daar ik niet vermoed heb, dat de Atlas zoo buitenmate lang onder handen zou wezen, heb ik verzuimd bij elke kaart hetnbsp;juiste datum der voltooijing aan te teekenen. Nu kan ik slechtsnbsp;opgeven, in welke volgorde zij afgewerkt zijn, te weten hetnbsp;eerst No. 5, en verder 7, 8, 3, 2, 6, 9, 1 en 4, en dat denbsp;eersten reeds in December 1852 klaar waren. H. OP ELKE KAAKT IN HET BIJZONDER. No. 1. VERZAMELINGSKAART. Deze is gevolgd naar de Algemeene statistieke kaart der Nederlandsche overzeesche bezittingen, van den heer Melvill van Carnbeb, met gebruikmaking van de kaarten van dezen Atlas,nbsp;en bijvoeging van eenige namen van hoofdverdeelingen, dienbsp;op de bijzondere kaarten ontbreken. Het schiereiland van Achter-Indië en de Philippinen zijn naar andere bronnen geteekend. NB. Paarsch bet. Spaansche, groen Portugesche bezitting. No. 2 JAVA. Over het verschil van schaal is reeds gesproken. Ik heb om de duidelijkheid te bevorderen twee kaarten van |
aantkkkknin(;kk.
liet eilanrl gegeven, e.ene physiehe en eene. politieke. Ik geloof, dat als men over geene zeer groote ruimte te beschikken heeft,nbsp;men wel doet, met de kaarten van hetzelfde land, waar de bronnen het toelaten, zóó tweemaal te geven. In een’ Schulatlas vannbsp;Th. Feeihrn. von Liechtenstein en H. Lange, in 1853 tenbsp;Brunswijk uitgegeven, is deze methode ook gevolgd en ik geloofnbsp;tot groot nut voor den leerling. In een’ Atlas van Oost-Indië isnbsp;zij echter niet toe te passen, dan alleen op Java, en hier zelfs isnbsp;liet mij slechts door de vriendschappelijke hulp van den heernbsp;Dr. F. JüNGHüHN mogelijk geworden om Qenephysiekekaarttenbsp;leveren. Hem komt alle eer toe van wat er goeds in is. Wat iknbsp;hier onder physiek versta, blijkt uit de kaart zelve. De gele kleurnbsp;toont het lage land aan. De nog werkzame vulkanen op hetnbsp;eiland zijn door een klein kringetje op den top des bergs aangewezen en de teekenaar heeft er den naam met Romeinschenbsp;letters bij geplaatst, terwijl de kleurder ze hier en daar metnbsp;roode stippen gestoffeerd heeft — ik hoop niet alle exemplarennbsp;even mild — als lagen er steden op! Voor de omtrekken heb ik de kaart van den heer le Clercq gebruikt, die mij bij de politieke kaart ook verder van dienstnbsp;geweest is voor de grenzen der residentiën met hare verdeelin-gen. Evenmin als ik in de eerste kaart het woord physiek innbsp;een’ ruimen zin heb genomen, heb ik mij in de tweede op uitvoerigheid toegelegd. Ik heb op deze hoofdzakelijk de residentiën en regentschappen met hunne hoofdplaatsen willen opgeven,nbsp;en heb door het ongekleurd laten van enkele grenzen, tevensnbsp;aangewezen welke regentschappen hier en daar tot eeneafdeelingnbsp;vereenigd zijn, zoodat de oranjekleur de afdeelingen aangeeft.nbsp;Bij de residentie Besoeki alleen is het juist omgekeerd. Voornbsp;het uiterste Westen en Oosten des eilands zal het blijken, datnbsp;de bestaande kaarten mijne opgaven niet nutteloos maken. Bij denbsp;overtuiging dat mijne kaart alleen in vereeniging met die van dennbsp;heer le Clercq of die van den heer van de Velde van nutnbsp;kan wezen, heb ik een groot aantal namen weg durven laten,nbsp;die anders zelfs op eene elementaire kaart niet gemist mogtennbsp;worden; maar enkele namen zoek ik toch te vergeefs, die ik ernbsp;gaarne op gezien had. NB. — Op de physieke kaart was het mijne bedoeling, dat de hoofdplaatsen der residentiën met roode stippennbsp;zouden worden aangegeven. Op de politieke kaart zijn de namen der hoofdplaatsen, waar zij overeenkomen met die der regentschappen, doornbsp;eene enkele letter aangewezen, en die der residentiën doornbsp;een teeken van de andere onderscheiden. G. beteekent Goenoeng; K. Kali; O. Oedjong; P. Poeloe; T. Tandjong of Tji. Corrigenda. Bij G. Tengger had wel G. Bromo mogen staan, de naam des eigenlijken vulkaans. Van de zuidelijke en oostelijke grens van het regentschap Besoeki moet de kleur wegvallen. Tusschen de ! regentschappen Bangil en Soerabaja moet zij donker-blaauw zijn. No. 3. SUMATRA. |
De Carte de l’üe de Sumatra par le Bar^. Melvill de Carnbée, in 1848 verschenen in den Moniteur des Indesnbsp;Orientales et Occidentales, is op den voet gevolgd; alleen bijnbsp;het Gouvernement van Sumatra’s Westkust heb ik de nieuwenbsp;kaart van L. W. Beijerinck doen gebruiken en enkele, naauw-lijks noemenswaardige veranderingen gemaakt op het Maleischenbsp;schiereiland. Tusschen P“. Nias en de Mentaxeei-eilanden mistnbsp;men den naam van de tusschenliggende groep Pquot;. Batoe. Voornbsp;de verbetering van deze en andere fouten, hier voorkomendenbsp;in de landen die tot het gouvernement van Sumatra’s Westkustnbsp;belmoren, verwijs ik naar de volgende kaart. No. 4. gouvernement Sumatra’s westkust. Naar de kaart van L. W. Beijerinck, in 1852 uitgegeven voor rekening van het Ministerie van Koloniën. Enkele verbeteringen heb ik mij in de spelling veroorloofd, zoo als bijv. Loeboe Raja in plaats van Loeboe Radja, dat verkeerd is (zie Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkundenbsp;van Neêrl.-Indië, III bl. 355), enz. De dwarslijn van 101° tot 0°30' stelt den rand voor van de kaart des heeren B. NB. de verkortingen B. Batang; D. Danau; Dj. Djam-boer; G. Goenoeng; K. Kotta; L. Loeboe; M. Moeara; O. Oedjong; P. Poeloe; S. Soengei. No. 5. DE RESIDENTIëN BANGKA EN RIOUW. MET EEN KARTON VAN HET SCHIEREILAND TANDJONG-PINANG. De kleine schaal der hoofdkaarten maakte het volstrekt noodzakelijk om van deze beide residentiën bijzondere kaarten te geven. De kaart van den Archipel van Riouw, Singapore en Lixigga is zelfs in grootte geheel gelijk aan die van den heer Melvill ,nbsp;welke voorkomt in den Moniteur van 1847. Om echter nietnbsp;dezelfde kaart weer te geven, met verandering alleen der Fran-sche namen en schrijfwijs in Iloilandsche, heb ik er mede vergeleken de Kaart van de vaarwaters tusschen Sumatra en Borneo,nbsp;van denzelfden auteur, !lt;gt;. gedeelte, bevattende de «aawafersnbsp;van Riouw, Sincapoer enz , en de Kaart van straat Riouw doornbsp;den heer van der Plaat, waardoor het mij gelukt is hier ennbsp;daar het een en ander te kunnen bijvoegen. Het karton vannbsp;Tandjong-Pinang is van laatstgenoemde kaart overgenomen.nbsp;Ik bejammer het, dat het mij door de geheel verkeerde tee-kening volstrekt onmogelijk geweest is, om van het kartonnbsp;Tandjong-Pinang op de kaart van den heer VON Derfeldennbsp;VAN Hinderstein gebruik te maken. Daardoor heb ik nietsnbsp;dan een’ omtrek kunnen geven. De lichtbruine kleur der kreek ten Oosten van T. P. geeft te kennen, dat deze tegenwoordig geen doortogt meer toelaat,nbsp;zoo als ik uit mondelinge mededeeling ben te weten gekomen. Voor de andere kaart, die van Bangka en Blitong, heb ik mij bediend van het 3® gedeelte der bovengenoemde zeekaart voornbsp;een gedeelte der kusten, van de Kaart van het eiland Bangkanbsp;in het Tijdschrift voor Nederlandsch Indië, VIII, 4, en van dienbsp;in het werk van den heer Lange over dat eiland, en van eenenbsp;Schets van het eiland Blitong, behoorende bij de Bijdrage tot denbsp;kennis van dat eiland, door C. de Geoot, in hei Natuurkxindignbsp;Tijdschrift voor Ned. Indië, IH. No. 6. BORNEO. Ter zamenstelling van deze kaart hebben gediend: de Carte de Vile de Bom,éo van den heer Melvill van CarnbtIe, ver- |
A A N '1' E E K E N f N G K N.
schenen in den Moniteur van 1848, voor het goiieele eiland; de kaart in het Natuurk. Tijdschrift voor Ned. Indië, II, bij hetnbsp;stuk van den heer van Lynden, voor het Kapoeas-gebied; dienbsp;welke behooren in de Reizen van Dh Schwanee, voor de binnenlanden en den Barito; voor de Noord-Westkust de kaart, voorkomende in R. Mundy’s Journals of J. Brooke, Londen 1848,nbsp;en voor het noordelijk gedeelte der Oostkust, dievan J. Belcheenbsp;in zijne Voyage of H. M. S. Samarang, Lond. 1848, en hetnbsp;schetsje in de Bijdragen tot de kennis der Nederlandsche en vreemdenbsp;koloniën, 1847. Het bedoelde kaartje in Belchee’s werk heeft een aanmerkelijk verschil te weeg gebragt tusschen mijne kaart en die van den heer Melvill, door namelijk de kust bijna een graad meernbsp;naar het Oosten te verschuiven , waardoor op mijne kaart denbsp;bogt van T. Oensang tot T. (eigenlijk P.) Kenioengan veelnbsp;minder diep inloopt dan op de andere. Ik laat geheel in hetnbsp;midden of de opgaven van den heer Melvill, dan of die vannbsp;den heer Belchee de juistere zijn, maar meende den laatste,nbsp;wiens kaart waarschijnlijk nieuwer is, te moeten volgen. Corrigenda. Boedak (Sambas) moet zijn Boedoek. R. Laoen (Matan) lees R. Laoer. Marabahan (Bandjerraasin) moet liggen op den regter-oever der Barito. Bangkalan (Tanah-Boemboe) lees Bangkalaan. Komoden (Chinesche zee) lees Komaden. De zuidkust te verbeteren naar de nieuwe schoolkaart van O. I, uit te geven door A. C. Kruseman, te Haarlem. No. 7. CELEBES. MET TWEE KAETONS, VO O ES TELLEND E DE MENAHASSA EN HET ZUIDELIJK GEDEELTE VAN HET EILAND. Voor deze kaart heb ik gebruik gemaakt van die van ditzelfde eiland door den heer M. v. C., en voorkomende in den Moniteurnbsp;van het jaar 1848, van de Kaart van Straat Makassar, door H. D.nbsp;A. Smits , Bat. 1851/2, de Schetskaart van de eilanden ten Z'K ennbsp;ZO'K van Saleyer, door P. T. Uhlenbek, Amst., eene Kaartnbsp;van de residentie Menado, uitgegeven door het Nederlandschenbsp;Zendelinggenootschap, bijna gelijktijdig met eene andere vannbsp;dezelfde landstreek, behoorende bij eene beschrijving van denbsp;Menahassa in het Tijds. voor Ned. Indië YHI (1846), dl. 1, ennbsp;van eene derde kaart van de Menahassa van Menado, vervaardigdnbsp;door den heer Neuedenbueg, 1850, voor de Reis door dennbsp;Jndischen Archipel, door L. J. van Rhijn. Voor het karton, voorstellende het Zuidelijk schiereiland van Celebes, heh ik geene bijzondere bronnen gehad en heb ik mijnbsp;dus moeten bepalen tot eene herhaling op grootere schaal vannbsp;hetgeen de algemeene kaart reeds bevatte. Dit gemis van bronnennbsp;is te meer te bejammeren, omdat Celebes tot die eilanden behoort, waarvan de geographische kennis nog op zeer lagen trapnbsp;staat. Dit is vooral duidelijk uit het karton van de Menahassa.nbsp;De speciale kaartjes, die ik hiervoor had, verschilden alle zoonbsp;zeer in omtrekken, dat ik, om de verwarring niet te vergroeien,nbsp;gemeend heb mij alleen aan de opgaven van den heer Melvill ,nbsp;die ik het meest vertrouwde, te moeten houden. De heernbsp;Neuedenbueg heeft dit grootendeels ook gedaan. Hierdoornbsp;werd echter de verdere uitwerking der kaart zoo moeijelijk,nbsp;dat ik mij van groote uitvoerigheid wel heb moeten onthouden,nbsp;en alleen die plaatsen, waar Christen-gemeenten zijn — Kakas,nbsp;aan de zuidelijke punt van het meer van Tondano, is toevallignbsp;weggelaten — van de kaart in de Reis van L. J. van Rhijn hebnbsp;overgenomen. Daarenboven heb ik met ruwe lijnen de grenzennbsp;der vier districten, Menado, Kema, Tondano en Amoerang,nbsp;opgegeven, volgens de kleur, waarmede op de kaart van hetnbsp;Zendelinggenootschap de negorijen zijn aangeduid, en die naarnbsp;gelang der districten verschilt. |
Maar evenzeer als men zich te wachten heeft van op de tee-kening van die gedeelten des eilands te vertrouwen, blijkt het uit de reis van den heer C. van dee Haet , dat de zuidkust van denbsp;golf van Gorontalo zeer veel te wenschen overlaat. Immers, mogennbsp;wij op de opgaven van dezen reiziger afgaan, dan zou Parigi,nbsp;bijvoorbeeld, liggen waar nu alles zee is, 120° 23' 44quot; O. L.,nbsp;bij genoegzaam gelijke breedte als waarop het thans ligt, en dannbsp;zou kaap T. Api te midden van een binnenlandsch gebergte tenbsp;zoeken zijn, 121° 48' 30quot; O. L. en 0° 52' Z. B. enz. Ik hadnbsp;deze punten op de kaart willen aangewezen hebben, maar doornbsp;eene vergissing van den graveur is dit achterwege gebleven. —nbsp;Op de kusten der bogt van Tomaiki geldt, geloof ik, dezelfdenbsp;aanmerking als op die van de golf van Gorontalo. In die bogtnbsp;heb ik mij zelf echter van eene onattentie te beschuldigen, daarnbsp;ik den berg Tokala aan de zuidzijde, in plaats van aan de noordzijde dier bogt heb doen teekenen. — Ook Mandar had iknbsp;meer moeten uitwerken, door alle zeven rijkjes, althans Bela-nipa, aan de bogt van Mandar, op de kaart te plaatsen. Door de kaart der eilanden ten Zuiden en Zuid-oosten van Salajer ben ik in staat geweest om de « Zeeroovers» eilandennbsp;tusschen Salajer en Flores wat beter op te geven dan zijnbsp;staan op de kaart van den heer VON Deefelden vannbsp;Hindeestein: want op de landkaarten van den heer Melvillnbsp;komen zij niet voor. De doolhof, dien men op dit gedeeltenbsp;dier kaart vindt, is zeker het gevolg van de weinige kennis,nbsp;welke men destijds van die eilanden bezat; thans zou zulknbsp;eene teekening onvergeeflijk wezen. NB. De gele kleur is — gelijk op de vorige kaarten — gebruikt ter aanwijzing van de grenzen der inlandschenbsp;staten, waarbij aangemerkt moet worden, dat de grenzennbsp;der strand/-districten op het karton, in verschil met de algemeene kaart, te regt geel gekleurd zijn. De groenenbsp;streep, die ook onder den naam Soela-eilanden had moetennbsp;getrokken zijn, beteekent onderhoorigheid van den Sultannbsp;van Ternate. No. 8. MOLUKKEN. met DEIE KAETONS, VO OESTE LL E ND E AMBOINA, BANDA-NEIEA EN TEENATE, ELK MET DEnbsp;NAASTBIJ GELEGEN EILANDEN. Toevallig had de schaal der Carte des iles Moluques van den heer Melvill (^Moniteur, 1847) juist de voor mijnen atlasnbsp;vereischte grootte, zoodat ik haar in dit opzigt zonder verandering heb kunnen overnemen. Ik heb er bij vergeleken denbsp;Kaart der Moluksche eilanden en vaarwaters door F. A. A. Gee-GOBY, Amst. 1847, die mij in de gelegenheid gesteld heeft omnbsp;op de mijne nog eenige belangrijke namen bij te voegen en denbsp;kartons met juiste om trekken te kunnen geven. Voor het kartonnbsp;Amboina, namelijk, is geheel dezelfde schaal genomen als die vannbsp;genoemde kaart. Ternate is grooter dan het op die kaart staat,nbsp;terwijl Banda verkleind is naar een karton van de Reede vannbsp;Banda, bij dezelfde kaart behoorende. |
A A N T E E K E N IN G E Nquot;.
In de omtrekken van Nieuw-Guinea, of, meer bepaald, in de kusten der Groote-haai, zal men een zeer merkbaar verschilnbsp;bespeuren tusschen deze kaart en die van den heer Melvill ,nbsp;waarvan wederom hetzelfde geldt als bij No. 6 reeds aangemerktnbsp;is. Ik heb mij namelijk niet bevoegd geacht om af te wijken vannbsp;het schetskaartje dier baai, dat in den 1™ jaargang van hetnbsp;Natuurkundig Tijdschrift v. Ned. Indië te vinden is bij eenenbsp;Bijdrage tot de kennis der Noord- en Oostkusten van Nieuw-Gtiinea door G. F. de Brüyn Kops, en dat van het jaar 1850nbsp;moet dateren, dus eenige jaren jonger is dan de kaart van dennbsp;heer Melvill. Wat de kleuren aangaat heb ik bij deze kaart nog op te merken, dat — behalve de oranje kleur der Nederlandschenbsp;établissementen — de groene kleur de bezittingen van den Sultannbsp;van Ternate, de gele die van den Sultan van Tidore en denbsp;blaauwe die van den Sultan van Batjan aanwijst. De streep onder sommige eilanden wil zeggen dat daar vulkanen zijn. No. 9. EILANDEN BEOOSTEN JAVA EN OVEKZI6TS-KAART VOOR DE LIGGING VAN DEN OOST-INDISCHEN ARCHIPEL, MET BETREKKING TOT AUSTRALIë EN TOT DE NAASTE KUSTENnbsp;VAN AFRIKA, AZië EN AMERIKA. MET EENnbsp;KARTON VAN HET EILAND BALI. De eerste naar de Eilanden beoosten Java, door J**. Swart, Amst. 1853. Mijn bestek was te klein om voor Soembawa ennbsp;de eilanden, die tot de residentie Timor behooren veel meernbsp;gebruik te maken dan ik gedaan heb, van de beschrijvingen diernbsp;eilanden in het 23®'® deel der Werken van het Batav. Genootschap en in Jaarg. 2 van het Natuurkundig Tijdschrift v. Ned.nbsp;Indië. — Voor de binnenlanden van Timor zelf heb ik gebruiknbsp;gemaakt van het kaartje behoorende bij de reis over Timor doornbsp;Dr. S. Muller , in de Verhandelingen der Natuurkundigenbsp;Commissie, afd. Land- en Volkenkunde. Bij het eiland Bali zijn bewesten graad 115 de kusten minder zeker. Ik kon mij niet geheel aan de Carte des Hes Bali et Lomboknbsp;van den heer Melvill {Monit. 1846) houden, omdat op deze denbsp;breedtegraden niet juist met die der zeekaart overeenkomen.nbsp;Maar ik heb van dit kaartje toch gebruik gemaakt bij het opwerken, ofschoon ik meer gevolgd heb het kaartje, dat voorkomt in de Reis over Java, Madura en Bali van den heer vannbsp;HoëVELL. Die beiden verschillen intusschen zeer veel, zoodat iknbsp;niet gaarne grooter ruimte voor een karton van Bali beschikbaar gehad had, waardoor de fouten nog meer zouden zijnnbsp;uitgekomen. Het onderste gedeelte van dit blad had ik eerst bestemd voor eene meer uitvoerige kaart van het eiland Timor; dochnbsp;de kaart van dat eiland, die bij het Ministerie van Koloniënnbsp;berust, zonder welke ik dat voornemen niet kon ten uit voernbsp;brengen, heb ik om toevallige redenen niet kunnen te leennbsp;krijgen. Ik heb daarom een ander gebruik van die ruimtenbsp;gemaakt en er eene kaart op geplaatst, waarvan de strekkingnbsp;uit den titel genoegzaam duidelijk is en die zich zelve voldoendenbsp;zal verklaren. |
Er zijn op deze kaart echter een paar zaken, die opheldering behoeven. — Vooreerst de wijs waarop de eilandgroepen innbsp;den Groeten Oceaan en elders zijn aangegeven. Bij de onmogelijkheid, namelijk, om de eilanden afzonderlijk, of bij de niet wel tenbsp;verdedigen methode om de groepen alle figuratief te teekenen,nbsp;heb ik de proef genomen om door gestippelde strepen ennbsp;omtrekken de rigting der eilandrijen of de grenzen, binnennbsp;welke de eilanden eener groep verspreid zijn, aan te duiden. Denbsp;hoofdeilanden zijn afzonderlijk aangegeven (bij de Sandwicheilanden bijv. had daarom Oahoe, waarop de hoofdplaats desnbsp;rijks, Honoloeloe, ligt, al is het klein, niet mogen ontbreken).nbsp;Ofschoon deze proef veel verbetering zal blijken te behoeven,nbsp;zoo vlei ik mij dat de methode zelve voor kleinere kaarten nietnbsp;geheel verwerpelijk zal geacht worden. — De andere opheldering betreft het ? achter Port-Humboldt op Nieuw-Guinea. Watnbsp;er van die plaats is, weet ik niet; ik ben op dit punt nognbsp;niet wijzer geworden, dan toen ik schreef wat te lezen is in denbsp;Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van N. I., II p.nbsp;360 sq., waar ik, op Engelsch gezag, de oprigting op die plaatsnbsp;van een’ Nederlandschen post vermeldde. NB. Op de onderste kaart moet de roode streep onder Delagoa in eene groene veranderd worden. Ik eindig met den wensch dat deze Atlas door zijne leemten niet minder, of liever nog veel meer, dan door het goede datnbsp;er in is, strekken mag om de kennis te bevorderen van onsnbsp;schoone Oost-Indië! Delft, April 1855. PS. De verheffing van Probolinggo tot residentie, is te laat vernomen om de daaruit volgende verandering nognbsp;op de kaart te brengen. Door den Boekhandelaar M£, nbsp;nbsp;nbsp;te ’s Gravenhage, is van wege het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Landen Tolkenknnde van Neérlands-Indië , uitgegeven: Bijdragen tot de Taal-, Liand^ en Volhenleunde van NfeêrTandscH^Indiët 1853—1855, 3 dln. elk ƒ 4.60.Van dit Tijdschrift verschijnen jaarlijks vier stukken, die te zaraen een deel uitmaken, en successivelijk bij de uitgave aan de Ledennbsp;van het Instituut en anderen, die daarop hebben ingeteekend, worden toegezonden. Dr. J(. H. CROOCKEWIT, Hz., Banka, Malakka en Billiton. Verslagen aan het Bestuur van Neêrl.-Indië, in de jarennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1849 en 1850.................ƒ nbsp;nbsp;nbsp;1.50. Mr. S. HEYZER, Kitab Toehpah, Javaansch-Mohammedaansch Wetboek.................ƒ nbsp;nbsp;nbsp;3.20. C. VAN DER HART , Eeize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Moluksche eilanden, gedaan in den jare 1850, doornbsp;Z. M. schepen van oorlog Argo en Bromo. Met platen ennbsp;kaarten.................ƒ nbsp;nbsp;nbsp;3.90. De Boekhandelaar J*. JX. Van KJLMPEN* te Amsterdam heeft mede van wege genoemd Instituut uitgegeven: Dr. C. A. L. M. 8CHWANER, Borneo. Beschrijving van het stroomgebied van de Barito en reizen langs eenige voornamenbsp;rivieren van het Zuid-Oostelijk gedeelte van dat eiland. 2 dln. Metnbsp;platen en kaarten.............ƒ 12.50. Be Leden van het Instituut ontvangen, deze werken tegen e.eneit minderen prijs. J. Pijnappel Gz. |
-o
I-F* ƒ
d
(
1