-ocr page 1-

it


VERSLAG


ft- J».

\ y

i

¥l I .1:'

‘k' lt;

‘ V *

ff


e)



ONDERZOEKINGEN NAAR ARCHIVALIA


ITA.LIE


GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND


OP LAST OER REGEERÏNG INGESTELD


¦ ’SGRAVENHAGE

W. F VAN STOCKUM amp; ZOON 1901


-ocr page 2-


m,

■ ’ -



• •; -r

’ nbsp;nbsp;nbsp;'K:' ••


t; ; , v,^ • . ^-^z-

' -r f. nbsp;nbsp;nbsp;lt;-I-.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..

â– \rV -'




-v-- nbsp;nbsp;nbsp;^

•■ -'Z-- ''-i





quot;f . 'r


C. oct.

207é)


»■. .. nbsp;nbsp;nbsp;' '•: V . ■ '■ V ■





'i


K,lt;:,. -v


I.


â–  M


k- h

Ik


i



%

w-



-ocr page 3- -ocr page 4-


-

'''l ••.- ■




â– 


li'Sbï;



1®


i^gt;^•




amp; quot;â– 


/


$T-:

/'■■•■■


iKï:;.SIf


S/



-ocr page 5-

VERSLAG

ONDERZOEKINGEN NAAR ARCHIVALIA IN ITALIË

-ocr page 6-

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

0384 7559

-ocr page 7-

VERSLAG

ONDERZOEKINGEN NAAR ARCHIVALIA

ITALIË

BELANGRIJK VOOR DE

GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND

OP LAST DEE EEÖEEEING INGESTELD

Prof. P. J. BLOK

Hoogleeraar te Leiden.

'S GRAVENHAGE

W. P. VAN STOCKUM amp; ZOON 1901

-ocr page 8-

OE NED BOEK- EN STEENDRUKKERIJ v/h H, L. SMITS, 'S GRAVENHAGE.

-ocr page 9-

In gevolge de opdracht van Uwe Excellentie dd. 21 Uecem-ber 1900, n® 3204, afd. K. W., heb ik de eer het hierbij gaande Verslag aan te bieden.

Alvorens mijn onderzoek aan te vangen ging ik na, welke stukken zich in het Rijksarchief te ’s Gravenhage bevondennbsp;met betrekking tot de Italiaansche staten der 17''*’ en 18'**’nbsp;eeuw. Ik vond er 1“ een aantal Verbalen van naar Venetië,nbsp;Savoye—Sardinië en Napels—Sicilië gezonden gezanten; 2“nbsp;twee lijvige dossiers betreffende Italië in het archief der Staten-Generaal; 3“ een aantal stukken betreffende de consulaten innbsp;en beboerende bij Italië in het archief der Directie van dennbsp;Levantschen handel. Deze stukken geven voldoende inzicht innbsp;de staatkundige en coinmercieele betrekkingen tusschen denbsp;Republiek der Vereenigde Nederlanden en de Italiaansche staten.

Bovendien had ik veel nut van de mij door mr. A. Telting aangewezen Relazione sugli Archivi di Slato Italia^ii {ï^l^—1882),nbsp;te Rome in 1883 uitgegeven, waarin uitvoerige overzichtennbsp;worden gegeven van inrichting en inhoud der Italiaanschenbsp;staatsarchieven. De mededeelingen dienaangaande in Minerva,nbsp;Jahrhuch der gelehrten Welt, evenzoo die in hetzelfde nuttigenbsp;jaarboek over inrichting, personeel en inhoud der bibliothekennbsp;in de verschillende steden bewezen mij groote diensten.

Met dankbaarheid maak ik ook melding van den krachtigen steun mij door tusschenkomst van het Ministerie van Buiten-landsche Zaken en van het Nederlandsch gezantschap te Rome

-ocr page 10-

verleend door de Italiaaiisclie regeering, die mij zoowel voor de staatsarchieven als voor de staatsbibliotheken voorzag vannbsp;aanbevelingsbrieven, waardoor ik van de medewerking dernbsp;ambtenaren aan die inrichtingen ten volle verzekerd kon zijn.nbsp;Ook de pauselijke nuntiatuur te ’s Gravenhage verleende mijnbsp;voor de pauselijke instellingen van wetenschap te Rome gereedelijk den gewenschten steun, waarvoor ik hierbij hartelijkennbsp;dank betuig.

Zoo werd het mij gedurende mijne reis, die van ongeveer half Januari tot ongeveer half April volbracht werd, mogelijknbsp;om in dien korten tijd een groot aantal belangrijke archievennbsp;en bibliotheken te Milaan, Venetië, Bologna, Florence, Napelsnbsp;en Turijn te onderzoeken en aanteekeningen te maken omtrentnbsp;een zeer aanzienlijk getal voor onze geschiedenis belangrijkenbsp;stukken, waarvan de nadere beschrijving hier volgt.

-ocr page 11-

MILAAN

De inrichtingen , welker verzamelingen eenige kans schenen aan te bieden voor het vinden van dokumenten betreffende denbsp;geschiedenis van ons land , waren hier drie in getal: het Arcliivwnbsp;di dato, de Bihlioteca Amhrodana en de Biblioteca Nazionalenbsp;Braidense. De Belgische geleerde Edelens was mij in 1867nbsp;hier voorgegaan •), ook Gachard.

Het Archwio di St.ato, dat ten deele is samengesteld uit de archieven van het oude hertogdom Milaan en van de Cisal-pijnsehe Republiek, kon moeilijk zeer belangrijke bescheidennbsp;voor het beoogde doel bevatten. In overleg met den Direttore,nbsp;Conte Cav. Uff. Ippoliïe Malaguzzi Valeki, en na onderzoeknbsp;der autografen-verzameling en der brieven van vorsten bepaaldenbsp;ik mijn arbeid tot de afdeeling Carteggio generale dei Signorinbsp;Visconti, Sforza e (lei Sovrani Stranieri (1265—-1750).

Daar vond ik in de onderafdeeling Potenze estere [Olanda) de volgende stukken :

1582—88. Dokumenten betreffende de zending door Granvelle van Adriaan Verbeek naar de Nederlanden, in het bijzondernbsp;naar Margaretha van Panna, tijdens haar laatste verblijf aldaarnbsp;r/per commissione del reale servigio'/, waarom hij recht had opnbsp;vergoeding van kosten zijner reis.

1612. Dokumenten betreffende de zending van den markies de Guadaleste aan de Staten-Generaal.

1688. Dokumenten betreffende de zending van den markies de Leganes naar Brussel.

1708—9. Stukken over de deelneming aan den oorlog in de Zuidelijke Nederlanden door Milaneesche troepen.

1710. Brieven over den oorlog aldaar van den -markies van Westerloo, vooral over de fransche intrigues te Brussel.

13 Mei 1747. Bericht van graaf Harrach, keizerlijk gezant in Den Haag, over de beweging in Holland en Zeeland tennbsp;gunste van den Prins van Oranje, in het bijzonder in Dennbsp;Haag, en over de houding van Wassenaer, Halluin, kolonelnbsp;Heinenoort en andere regenten daarbij. Hem trof vooral //lanbsp;grande moderation// des volks. //Malgré la fureur du peuple ilsnbsp;ne firent aucun mal a personne et lorsque les deputes allèrentnbsp;5, la maison de ville pour prendre Pétendart du Prince d’Orange,

^') Compte-rendu des séances de la commission royale d’histoire, 3me série, IX, p. 245 sniv.

-ocr page 12-

la foule qui les accompagna ne dérangea pas seulement les oorbeilles des legumes qui se trouvoient sur la place. La gardenbsp;qui se tient dans la Cour ajaut eu ses fusils par terre, Ienbsp;capitaine pria Ie populace de ue pas les fouler aux pieds, luinbsp;remontrant que la dépense pour un pauvre capitaine étoit tropnbsp;grande quand il étoit oblige de fournir de nouvelles armes hinbsp;sa compagnie, ils furent assez raisonnables pour ne plus touchernbsp;aux armes qui étoient par terre.// Te Zierikzee sloegen denbsp;burgers de regenten met de pruiken in bet gezicht. Te Delftnbsp;lieten zij den organist nog ’s avonds om 11 uur het Wilhelmusnbsp;op het orgel spelen en gingen toen rustig naar huis.

1800—1. Berichten van den agent Paldi uit Holland aan de regeering der Cisalpijnsche Republiek.

Dezelfde onderafdeeliug bevat onder Paesi Bassi eene briefwisseling van den Hertog van Milaan met de landvoogdes Maria van Hongarije (1533—1537), met Charles de Croy ennbsp;andere edelen; verder eene verzameling berichten van dennbsp;Milaneeschen agent te Brussel Camillo Gilino van het hofnbsp;aldaar (1532—1535). Eindelijk onder Fiandra eene gezegeldenbsp;verklaring van de regeering van Brugge, dat zij Johannesnbsp;Scodditus als notarius publicus erkent (1457).

De Ambrosiana, welker Brefetto, mgr. Cekiani, mij vriendelijk voorthielp, bezit enkele handschriften, die voor ons van belangnbsp;zijn. Ik teekende aan :

Brandano (Beato), Vita: Cod. D. 158 Inf.

Brueghel (Giovanni). Sue Lettere al nob. signore Ercole Bianco intorno ai propri dipinti ora esistenti nell’ Ambrosiana; Cod. G.nbsp;280 Inf. Vgl. Ruelens, p. 246.

Dynter (Edmundus de). Chronica rerum francicarum collecta ex chronicis Er. Andree aliisque. Een dikke kwartiju met eennbsp;latijnsch vers van Hendrik van Oosterwijk //in laudem Brabantiae//nbsp;voorop. De kroniek eindigt: //Johannis genitoris ac patris suinbsp;praescripti. Explicit liber quintus.//Volgen nog Brabantsohe privilegiën eu een stuk //de gestis trium Begum//. Cod. C. 70 Inf. 2.

Eilippo II. Punti ed articoli gueriti ed accettati tra il signore de la None ed Alessandro Earnese : Cod. D. 464 Inf. 12.

Relazione de Michele Soriano (1560) aan den Venetiaan-schen Senaat.

Relazione del viaggio fatto da lui ancor principe in Italia, in Germania ed in Fiandra: Cod. Y. 173 Sup.

Viaggio di Eilippo II in Eiandra (1548). 71 folia met eene beschrijving eeuer zitting van het gulden Vlies (1556)nbsp;en het vertrek des Konings naar Spanje. Het begint:nbsp;//Havendo La Mt^^ del Sacro Imperatore//. Cod. G. 286 Inf. 2.

-ocr page 13-

Lindanus (Wilhelmus). Index plurium librorum Bibliothecae regiae Hispane in Scoriaco, met vergunning des Konings gemaakt in het Escuriaal 16 Sept. 1579 : God. D. 474 Inf. 9 en 20.

Lipsius (Justus), Epistolae aliquot. Methodus ae directio legendae historiae. Vgl. Euelens, p. 256—7.

Olanda. Eagioni que devono muovere gli Stati Generali di Olanda a non cedere la navigazione delle Indie (1608); God.nbsp;I. 230 Inf. 16.

Eene reisbeschrijving door Holland en Engeland, ll'^'eeuw.

Paesi Bassi. Dichiarazione delle cause che hano mossa la regina d’Inghelterra a dar soccorso ai Paesi Bassi; God. O.nbsp;167 Sup.

Verder een stuk over de zending van Despruneaux door Alen^on (1578).

Spagna. Entrate e spese della monarchia di Spagna al tempo di Eilippo II: God H. 332. Inf.

Spiegelius (Hadrianus). Ad Pinellum epistola de discrimine inter Gesneruin et Aldovrandum (1601).

Tilmans (Nicolaas). Epistola al J. B. Vives, qua matris sue in haeresi degentis conversionem enarrat.

In de Bibliotheca Nazionale:

Nicola Heinsius. Lettre, poche poesie e brevi scritture diverse. Latijnsche en fransche stukken, waarvan enkele bij Burmannbsp;gedrukt. Hierin een menigte copieën van brieven o. a. vannbsp;Voetius aan Keiler, van prins Willem Frederik aan prinsnbsp;Willem III dd. 15/55 Aug. 1664, credentie-brieven vannbsp;Downing en Temple. 150 folia. God. AD. X, 50.

Boerhaave. Gollege-dictaten van Haller in autograaf. Brieven van B. aan Bassanvidus en Leeuwenhoek. Zijne Opuscula varianbsp;met aanteekeningen van Haller, wiens papieren bier bewaardnbsp;worden.

Neercassel. Brief aan kardinaal Bona over het boekje van Stouppe, La religion des Hollandais, dd. 28 Juli 1673, metnbsp;het antwoord van den kardinaal dd. 26 Aug. , wien het exemplaar door N. was toegezonden uit Utrecht. God. A. F. IX, 57.

Puteanus, Erjcius. Brief aan prins Philips Willem van Oranje , dd. 6 Nov. 1609.

Eau, G. J. Dictaat over anatomie, uit de verzameling Haller.

Wesseling, Joh. Evenzoo.

-ocr page 14-

TENETIE

Ook hiei konden zich de onderzoekingen bepalen tot drie inrichtingen: het ArcMvio di Stlt;ito, de Biblioteca Marciana ennbsp;de bibliotheek van het Mmeo Chico.

liet Archwio di Stato, een der grootste van de geheele wereld, gevestigd in het ruime maar kille gebouw der Frari,nbsp;kon reeds van te voren geacht worden belangrijke stukkennbsp;betreffende onze geschiedenis te bevatten, zoowel betreffendenbsp;de algeineeue staatkunde der Eepubliek als betreffende harenbsp;economische verhoudingen, met name haren handel. Het belangrijke boek van J. C. de Jonge, Nederland en Venetië*),nbsp;gaf reeds van te voren, hoewel alleen uit hier te lande bruikbare bescheiden bewerkt, aanleiding om te verwachten, dat denbsp;oogst niet gering zou zijn. Ten vorigen jare, tijdens de voorbereiding van de Geschiedkundige Tentoonstelling van hetnbsp;Nederlandsche Zeewezen, waren hier reeds op verzoek van hetnbsp;Ministerie van Buitenlandsche Zaken en volgens opdracht vannbsp;den Nederlandschen consul te Venetië, Comm. Leopoldo Bizio,nbsp;door Comm. Prof. C. A. Levi onderzoekingen ingesteld naarnbsp;dokumenten betreffende ons zeewezen. In verband met datnbsp;onderzoek had de verdienstelijke Direttore van het Staatsarchiefnbsp;Comm. Prof. Carlo Malagola door den sotto-archivista DALLAnbsp;Santa uitgebreide onderzoekingen doen instellen, met behulpnbsp;waarvan de heer Levi in staat was eene lange lijst van stukkennbsp;over dat onderwerp ten behoeve der Tentoonstelling te vervaardigen Die lijst, vervat in een folio-handschrift (n” 2144 vannbsp;den Catalogus der Tentoonstelling), had ik vooraf geraadpleegd,nbsp;hetgeen mijn arbeid zeer vergemakkelijkte. De welwillende voorlichting en ijverige medewerking van genoemde heeren, metnbsp;name van de heeren Malagola en Dalla Santa , benevensnbsp;van den onder-archivaris Fbrri , zullen bij mij steeds in aangename herinnering blijven; geene moeite was hun te veel omnbsp;mij, ook buiten den voorgeschreven werktijd, in de goed verwarmde leeskamer bij mijn arbeid van dienst te zijn; zijnbsp;stelden ook de aanteekeningen , door hen voor de lijst van dennbsp;heer Levi gemaakt, tot mijne beschikking. Die aanteekeningennbsp;waren voor mij een voortreffelijke leiddraad bij mijne studiënnbsp;in dit omvangrijke archief.

Allereerst vestigde ik mijne aandacht op het archief der InquisUori di Stato, die toezicht hielden op de staatsbelangen

') ’s Gravenhage, 1852. Naar dit boek wordt men verwezen, voor nadere inlichtingen omtrent allerlei zaken.

-ocr page 15-

en met wie de Venetiaansche gezanten in vreemde landen steeds in betrekking stonden, aan wie zij . inlichtingen verschaftennbsp;omtrent intrigues tegen den staat. De volgende «bustew (doozeiinbsp;met dokumenten) bevatten stukken van dezen aard.

157. Brieven aan de Venetiaansche ambassadeurs in den Haag (1617—1785). Voor den eersten tijd hoofdzakelijk over denbsp;Spaansche intrigues tegen Venetië van Brussel uit in verbandnbsp;met de samenzwering tegen den Venetiaanschen staat in 1618.nbsp;Daarna eene groote lacune tot op den vrede van Eijswijk ennbsp;den Spaanschen Successie-oorlog, waarover enkele weinig belangrijke stukken. Eindelijk een en ander uit den tijd vannbsp;prinses Anna.

180. Console di Haja (1697—1746), van weinig belang.

445. Lettre dagli ainbasciatori all’ Haja agl’ Inquisitor! (1617—1761). De verzameling begint met eene reeks brievennbsp;van den gezant Suriano (1617—1620), zeer geheimzinnig overnbsp;de geheime verstandhouding van den Engelschen gezant Carleton,nbsp;die vroeger in Venetië was geweest, met den koopman aldaarnbsp;Daniel His, die op zijne beurt weder in betrekking stond totnbsp;Asselineau, een der beambten van het Eransohe gezantschap tenbsp;Venetië, en zoo een en ander wist van de bovengenoemdenbsp;samenzwering. Ook de gangen van den Venetiaanschen gezantnbsp;Badoaro, die in 1620 te Brussel met den Spaanschen gezantnbsp;Belmar verkeerde, werden door Suriano nagegaan. Dergelijkenbsp;brieven ook van diens opvolgers Soranzo en Gussoni, ook overnbsp;de betrekkingen tusschen Prederik Hendrik en den kardinaal-infant Ferdinand (1638).

Verder uit de 18'^'= eeuw brieven van den Venetiaanschen agent in Den Haag over de geheime onderhandelingen vannbsp;Wassenaer en Gilles te Parijs (Juli—Sept 1746). 9 Juli. Denbsp;zending van Gilles west un mjstère impenetrable et 1’on peutnbsp;dire que de longtemps il n’y a eu icy de négociation si secrettew ;nbsp;de resolutiën van Holland dienaangaande zijn zeer- geheim ennbsp;de leden der Staten-Generaal trekken naar hunne provinciënnbsp;om mondeling bericht te doen; de loterij der 10 mille zal velenbsp;frauduleuse bankroeten ten gevolge hebben, omdat de billettennbsp;niet warrestablesw zijn en vele bankroetiers ze bij hoopen hebben gekocht.

19 Juli. Van der Heim, de man van het oude stelsel der samenwerking met Engeland en den Keizer, is dood. Nu volgtnbsp;Gilles op, de man der Amsterdamsche vredespolitiek. Zijnenbsp;zending met Wassenaer had intusschen geen ander doel dannbsp;wamuser la France.quot;

27 Aug. De vredelievendheid is eene epidemie geworden. Men is zeer ontevreden over de aanvoerders van het leger;

-ocr page 16-

Waldeck houdt de heeren in Den Haag niet op de hoogte van zijne bewegingen ; Birkeufeldt behandelt hen zeer uit denbsp;hoogte.

In verschillende brieven mededeelingen over beursspeculaties en bankroeten in Hollandsche steden o. a. van Prolenvaux,nbsp;lakenhandelaar te Leiden, en Repelaer, aanzienlijk houthandelaar te Dordrecht, die zelfmoord beging.

Eenige brieven van den agent Velotti (1760/1).

446. nbsp;nbsp;nbsp;Rapporten van den consul te Amsterdam Vanutegaronbsp;over het sedert 1772 gevoerde proces Zanovich, waarin denbsp;Amsterdamsche kooplieden Chomel en Jordan gemoeid waren.

447. nbsp;nbsp;nbsp;Koopmansbrieven (Amsterdam—Yenetië) uit het eindenbsp;der 17*'® eeuw, gewisseld tusschen Carlo Aubry te Yenetië ennbsp;de Amsterdamsche firma Dirk de Groen in kant en anderenbsp;luxekleeding (1691 vlg.). — Yerder weder veel over de zaaknbsp;Zanovich.

448. nbsp;nbsp;nbsp;Reeks van stukken over de zaak Zanovich.

459. Briefwisseling met Contarini, gezant te Munster, niet belangrijk.

511. Dispacoi der agenten in Den Haag (1703—1745). Giovanni Arigoni, consul, deelt 10 Aug. 1708 mede, dat hijnbsp;te Amsterdam, //semplice piazza de negozio», eigenlijk weinignbsp;bijzonders hoort op diplomatiek gebied. Den Haag is de bronnbsp;van alle nieuws omtrent de politiek. Willen de Inquisitor! dusnbsp;van een en ander op de hoogte gehouden worden, dan moetnbsp;hij in Den Haag wonen of daar bijzondere relaties hebben metnbsp;//persone, che sjno nei maneggi e proprie e di mestiere dinbsp;'pagarli bene; et in oltre è necessario far delle spese e trattar-li (mentre tal’ è la nattura et il gusto dell’ Hollandesi), prat-ticare Ie loro donne nelle conversatione, servirle e regalarle,nbsp;mentre delle stesse si ricevano principii, mezzi e fini dagl’nbsp;affari, che vengono manipulati delli quali, quando sen’ha lume,nbsp;e facil cosa poi è il venir in chiaro dell’ importanza da mede-simi. Ma tali pratiche pin costono come quelle pure di Ministrinbsp;Alleati nel trattarli (questa è la moda dell' Haja), che purenbsp;sono necessarissimi, e haver con cib la confidenza di Loronbsp;secretarii, da quali con regali, prudenza e desterith si pubnbsp;alle volte penetrare Ie massime, trattati e gli artificii di loronbsp;sovrani//.

Yan dezen Arigoni is hier eene lange serie berichten over den oorlog en de zware financieele lasten, zoo door eigen vlootnbsp;en leger der Staten als door de subsidiën aan de bondgenooten. Hijnbsp;ging geregeld eens per week uit Amsterdam naar Den Haag omnbsp;politiek nieuws te halen, vooral bij den keizerlijken gezant ennbsp;Heinsius, met wien hij bevriend was. Over den handel, waar-

-ocr page 17-

van hij erkent weinig verstand te hebben, weinig bijzonders, tenzij uit den mond van den Amsterdainschen koopman Thesingk.nbsp;Van 1715 tot 1729 woont hij in Den Haag.

Een tweede archief is dat van den Consiglio dei Dieci, het machtigste college in den staat. Daarin vindt men in Bustanbsp;11 een aantal brieven van ambassadeurs naar de Nederlandennbsp;(1504—1666) o. a. van Suriano, Contarini, Gussoni, grooten-deels weinig belangrijk.

Een derde afdeeling wordt gevormd door de Lettere Prineipi, brieven van vorsten en heeren. Daarin Busta 38, een gebondennbsp;deel handelende over de Nederlanden (1570—1630).

23 nbsp;nbsp;nbsp;Eebr. 1571. Aremberg biedt Venetië twee ervaren hoplieden met 3 fl 400 man aan, door hem te werven.

24 nbsp;nbsp;nbsp;Nov. 1596. Brieven van de Staten-Generaal en van Mauritsnbsp;aan den doge Grimani met vriendschapsbetuiging in antwoordnbsp;op de zending van Erancesco Morosini, die uitvoer van korennbsp;uit de Nederlanden naar Venetië kwam verzoeken.

Sept. 1602. Brief der Staten-Generaal over een door een Venetiaanscheu roover genomen schip, de Gouden Lelie.

21 Sept. 1609. Geloofsbrief voor den staatschen gezant Van der Myle.

16 April 1620. Idem voor Aerssens.

23 Eebr. 1622. Idem voor den koopman Calandrini, die bericht komt brengen over het leger van Mansfelt.

Overigens vrij wat officiëele brieven van aanbeveling voor particulieren, die op reis zijn in Italië, of voor schippers, dienbsp;te Venetië willen binnenvallen; gelukwenschen met troonsbestijging van nieuwe doges; dankbetuigingen voor zendingnbsp;van gezanten. Eenige brieven over de expeditie van Johan Ernstnbsp;van Nassau, later van de kolonels Lewenstein en Van dennbsp;Kerckhoven, 1621 van kolonel Holtzapfel; geloofsbrieven vannbsp;Berck en Willem van Lier als gezanten te Venetië.

Belangrijker voor ons is het archief der Cinque Savii della Mercanzie, de hoofden van den Venetiaanscheu handel. Daarinnbsp;bevinden zich vele Buste, die stukken bevatten aangaande dennbsp;handel op de Nederlanden en dien der Nederlanders op Venetië.

24. Stukken over de Hollandsche consuls te Venetië en hunne betrekkingen tot dien staat, te beginnen met Ouwercx.nbsp;als consul opgetreden 6 Nov. 1614. In een afzonderlijkennbsp;bundel Menwriale Mercantile allerlei kleine consulaire zakennbsp;uit de I7'i« en 18*'® eeuw, ook betreffende de onderconsulatennbsp;op Zante, Corfu en Cefalonia.

-ocr page 18-

10

39. Over Yenetiaansche consuls in Holland. Hunne positie werd geregeld volgens de bepalingen van 1586. De eerste werdnbsp;in 1676 voor zes jaren aangesteld op advies der kooplieden;nbsp;hij heette Filippo Battista Castelli.

103. Kleine consulaire zaken betreffende Hollandsche kapiteins in Yenetiaansche havens.

125/6. Yeel over de fabricage van Hollandsche lakens in en om Treviso (1696) door den fabrikant Pieter Comans, die metnbsp;14 ervaren lakenbereiders was overgekomen en inheemsche ennbsp;Spaausche wol gebruikte. Zijne fabriek werd later uitgebreid;nbsp;naast haar verrezen andere. Reeds in 1672 was aan Gallittioli,nbsp;in 1676 aan Bukerius octrooi voor dergelijke ondernemingennbsp;toegestaan //per fabricar i panni all’ Olandese//. Dergelijkenbsp;plannen komen ook in de 18'''= eeuw herhaaldelijk ter sprakenbsp;in verband met de oude privilegiën op dit gebied.

181. Transito di Otanda. Hierin veel over den lakenhandel. In de 15'''= eeuw (circa 1440) ging het vervoer nog ten deelenbsp;te land, ten deele met de jaarlijks uit Brugge terugkeerendenbsp;//galee di Fiandra//; voor het vervoer te land ontvangen denbsp;bezitters der galeien jaarlijks 30 dukaten van de lakeukoopersnbsp;als schadeloosstelling. In dezen bundel liggen ook allerlei aanvragen uit Amsterdam, Leiden en elders om handel te mogennbsp;drijven over Yenetiaansch gebied met de landen aan de Middel-landsche Zee tijdens de oorlogen met Frankrijk op het eindenbsp;der 17'''= eeuw. Merkwaardig vooral de aanvrage van 12 leidschenbsp;en 12 amsterdamsche fabrikanten dd. 30 April 1692.

Epilogo R. N. 14, p. 78. Klachten over roof van Hollandsche schepen (1600—1603).

Yerder nog eene collectie brieven aan de Cinque Savii uit Den Haag (1701—1732), voornamelijk van Arigoni, over dennbsp;Successie-oorlog en latere politieke zaken begin 18'*'= eeuw.

Over den handel op de Yederlanden sedert het einde der 13^'= eeuw vindt men veel in de archieven van den Senaat,nbsp;met name in de afdeelingen Senate Misti en Senate Mar, denbsp;eerste over deze zaken beginnende met 1293. Jaarlijks, ongeveernbsp;in het voorjaar, beraadslaagde de Senaat over aantal en bemanning der galeien, die men naar Brugge zou zenden om ernbsp;handel te drijven: tonnenmaat, lading der gewoonlijk ten getalenbsp;van 4 of 5 uitgezonden galeien, haar vertrektijd, de tijd harernbsp;terugkomst, de terug te brengen artikelen (wol, laken) wordennbsp;nauwkeurig vastgesteld. Aan het hoofd der vloot plaatste mennbsp;een aanzienlijk edelman. Aan de uitrusting der galeien mochtnbsp;gewoonlijk ieder deelnemen maar de Senaat hield op alles toezicht, ook de kapiteins der schepen werden door hem aange-

-ocr page 19-

11

wezen. Sedert 1325 moesten de galeien een priester en een dokter tnedenemen. Het verblijf der Venetianen te Brugge werdnbsp;geregeld door overeenkomsten met de Vlaamsche graven; belangrijk was vooral de overeenkomst van 1322 met graaf Robert.nbsp;De perkamenten registers van den Senaat uit de l#® eeuw zijnnbsp;volledig bewaard en bevatten dikwijls uitvoerige berichten omtrent de beraadslagingen over de Vlaamsche expeditiën. Zoonbsp;b.v. dd. 20 Febr. 1346 (Reg. n« 24, p. 1 en 2). Vier nieuwenbsp;galeien zullen worden gezonden, met eene lading bestaandenbsp;uit: wbombix filatus, curamen coccatura , cordovani, agnelline,nbsp;pellataria, lumen de ro^a, ruba ma^inata, fostagium, huma-passa, pulvis zuccharius, aurum, pigmentum, cera, gotoni innbsp;lanaw. De lading terug mag uit wol en lakens bestaan. Denbsp;galeien moeten 25 April terug zijn en mogen slechts 40 dagennbsp;in Vlaanderen blijven; als zij niet gereed zijn om op dennbsp;bepaalden tijd van daar uit te zeilen , mag de bevelhebber innbsp;overleg met de meerderheid der kapiteins en kooplieden hetnbsp;vertrek uitstellen. Iedere galei moet 10 wballistores'/ mede-nemen; iedere koopman moet, gelijk bij den handel op Cyprus,nbsp;voor wapenen zorgen. Nog uitvoeriger zijn de bepalingen vannbsp;20 Dec. 1346 (Reg. n® 27, p. 103'). in eene beraadslagingnbsp;dd. 12 Jan. 1374 (Reg. nquot; 34, p 151 vlg.) wordt bepaald,nbsp;dat vijf galeien zullen worden uitgerust, twee nieuwe uitnbsp;het arsenaal, twee van het vorige jaar, een uit de bestenbsp;voorhanden schepen; ieder schip moet 25 ballistores hebbennbsp;boven 20 jaar oud; de kapiteins moeten 30 jaar oud zijn; denbsp;reis mag 50 dagen duren ; bevelhebber zal zijn Pietro Gradenigo ;nbsp;bij mag geen aandeel in de lading hebben. Dikwijls bevattennbsp;de registers, vooral die in Senate Mar (1440—1550), nietnbsp;anders dan opgave van het aantal der galeien en de namennbsp;der kapiteins. De berichten dienaangaande loopen tot bet middennbsp;der 16'*® eeuw. In verband met een en ander staat eene correspondentie {Comm.emoriaü XV, p. 76/7) dd. Aug. enSept. 1461nbsp;over moeilijkheden te Sluis: burgemeester en schepenen vannbsp;Sluis verontschuldigen zich 4 Sept. over de den Venetianennbsp;aangedane onaangenaamheden, waarom de galeien dit jaar naarnbsp;Antwerpen waren gegaan en niet naar Sluis, '/loco consueto,nbsp;apto et usitato'/. Ook in de geheime registers van den Senaatnbsp;[Senate Secretly Deliberazioui I, 1401—1430 en in de rubriekennbsp;Patti en Comw.em.orialï) wordt soms over deze galeien gehandeld.nbsp;De door den heer Levi naar aanleiding der hem verstrektenbsp;inlichtingen samengestelde lijst maakt melding van de voornaamste stukken over den handel op Vlaanderen, in deze ennbsp;andere registers te vinden. Deze lijst is thans in het Rijksarchiefnbsp;aanwezig.

-ocr page 20-

13

De geheime archieven van den Senaat [Senato secreta) bevatten vele belangrijke brieven, o, a. die van gezanten naar de Nederlanden , gericht aan den Doge {Senato, Secreta

a. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van Tommaso Contarini (1610). Daarin wordtnbsp;vooreerst zijne reis over Bolsano, Innsprück, Augsburg, Heidelberg en verder langs den Rijn beschreven. Hij bezocht ooknbsp;Frankfort, waar hij melding maakt van de talrijke faillissementen op de voorjaarsmis — van de 18 niet minder dan 8nbsp;van Hollanders, waarvan 5 uit Amsterdam. De reis duurde vannbsp;33 Maart, toen bij Bolsano verliet, tot 5 Mei toen hij tenbsp;Arnhem aankwam. 8 Mei was hij te Utrecht, waar juist de burgertwisten van dat jaar aan den gang waren. Hij bewonderde ernbsp;de prachtige troepen van graaf Ernst Casimir //tutte genti dinbsp;perfetta qualith et di eccellente discipline, ma, che piü importa,nbsp;commandata o da principi o da soggetti di gran condizione,nbsp;i quali non sdegnano di haver il nome di capitano di unanbsp;semplice compagnia//, zooals eenmaal ook te Venetië. Uitvoerignbsp;over de houding der burgerij en de heerschende spanning.

15 Mei. Bij Den Haag kwam de Prins hem te gemoet. Hij is den 13'*®“ ontvangen in de St. Gen., in tegenwoordigheidnbsp;van prins Maurits en graaf Hendrik. Uitvoerige besehrijvingnbsp;der plechtigheid en der bezoeken van en bij Maurits, prinsesnbsp;Louise en Oldenbarnevelt.

Men spreekt hem later over eeue nadere verbintenis tusschen de beide Republieken maar hij antwoordt //con molta riserva//.nbsp;Het nadere daarover in zijne //relatione//. Einde Mei gaat hijnbsp;heen na nog eens opzettelijk gewezen te hebben op de weder-zijdsche handelsbelangen.

b. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van Giovanni Battista Lionello en Cristoforonbsp;Suriano (1616/7). Vgl. de uitgave dier brieven in de Werkennbsp;van het Hist Genootschap te Utrecht, Nieuwe Serie, nquot; 37.nbsp;Het zijn vier bundels brieven. Bij den brief van Lionello dd.nbsp;8 April (aldaar, blz. 39 vlg.) behoort nog een belangrijkenbsp;//Conto et calculatione// betreffende het staatsolie leger; denbsp;compagnie te paard bestaat uit 70 man, wier soldij over 43nbsp;dagen met inbegrip van den ritmeester (met zes paarden), dennbsp;luitenant (met 4 paarden), den cornet (met 3 paarden) en drienbsp;korporaals samen f3433 bedraagt; de compagnie te voet bestaatnbsp;uit 100 man, evenzoo met inbegrip van den hopman (met eennbsp;jongen), den luitenant, den vaandrig, twee sergeants en drienbsp;//appuntati franchi'/, f1403 soldij trekkend; vele compagnieënnbsp;zijn thans slechts 70—90 man sterk. De officieren krijgen slechtsnbsp;betaling voor 32 dagen. De betaling wordt geregeld door denbsp;ordonnantie van 1599.

De eerste brief van Suriano is van zijne reis dd. 9 Juli 1616,

-ocr page 21-

13

waarop hij Stuttgart en Heidelberg bezocht en met de vorsten der Unie raadpleegde. 6 Aug. is hij te Keulen. Bij deze brievennbsp;dd. 22 Aug. een van graaf Johan Ernst van Nassau met aanbieding van zijne diensten. In de verzameling, uitgegeven doornbsp;het Hist. Gen. ontbreken verscheiden brieven, die hier aanwezig zijn, b.v. die van 13 en 20 Sept. 1616 en verder innbsp;het najaar over de voorbereiding der expeditie van Johan Ernstnbsp;naar Venetië in overleg met den Eranschen ambassadeur; denbsp;origiueele overeenkomst met Joban Ernst van 1 October: onder-handelingeu in het najaar van 1616 met de Nassau’s. Dezenbsp;brieven uit het najaar hebben veel geleden door waterschade.

Suriano gaat telkens naar Amsterdam om in overleg met prins Maurits, Johan Ernst, kolonel Wassenhoven enz. de uitrustingnbsp;der expeditie te bespoedigen. Onderhandeling met Amsterdam-sche kooplieden over den aankoop van pistolen, musketten enz.nbsp;Men besluit de schepen drie voor drie af te zenden om geennbsp;moeilijkheden te krijgen bij Gibraltar; zoo deden ook vroegernbsp;de Hollandsche schepen gedurende den oorlog, als zij naar denbsp;Middellandsche Zee voeren, om geen argwaan te wekken. Eennbsp;schip met 20 h 30 stukken heeft minstens 80 man noodig,nbsp;waarvan een deel bombardiers; onkosten per maand f 1735; denbsp;bemanning bestaat dan uit den kapitein, den koopman, tweenbsp;stuurlieden, den luitenant, den barbier, den bevelhebber dernbsp;bombardiers, den kok, den bootsman en zijn maat, den schieman en zijn maat, den provoost, den bottelier, den schrijver,nbsp;den trompetter, twee maten, 10 bombardiers, 47 matrozen,nbsp;5 jongens. Een schip van 300 ton met leeftocht voor tweenbsp;jaar en 120 man kost aan romp, touwen en zeilen f22000,nbsp;26 lepelstukken f7000, 10 gotelingen f 2500, zes steenstukkennbsp;f1200, kruid f5200, kogels f1300, schuiftangen, kruiskogelsnbsp;en lantarens daarbij f 1300, 70 musketten f560, 12 piekennbsp;fl44, touw f200, sabels f300, musketkogels f200, onvoorziene uitgaven f 600 , proviand f 26400 , soldij f 4200. Allesnbsp;te zamen ruim f 73000. Het uitzeilen der schepen wordt doornbsp;tegenwind belet en het is zeer lastig de troepen gedurendenbsp;dien tijd in orde te houden. De tegenwind houdt tot iedersnbsp;teleurstelling aan tot in Februari 1617; er komen zelfs op-roertjes voor onder de bemanning, vooral wegens slechte betaling en voeding. Eerst begin Maart vertrekken de schepennbsp;uit Texel en de Maas.

Behalve deze berichten bevatten de brieven allerlei mede-deelingen omtrent gesprekken met prins Maurits, prinses Louise, Oldenbarnevelt en Aerssen over den algemeeneu politiekennbsp;toestand, met name in Duitsehland en Italië. Den 14*’™ Maartnbsp;vertrekt eindelijk ook graaf Johan Ernst met zijn staf. De

-ocr page 22-

14

officieren van de beide regimenten onder zijn bevel worden allen opgenoemd met hun staat van dienst. Het eene regimentnbsp;staat rechtstreeks onder hem met George Vere als zijn luitenant,nbsp;den Pranschen edelman Gulène als sergeant-majoor; kolonels:nbsp;Hertog van Holstein en Willem van Nassau; hoplieden : Cluting,nbsp;Woodhouse, Morlot, Melander, Brederode, Monbon. Het anderenbsp;onder Rocquelaure met de hoplieden: Koop, Lanel, Wester-beeck, Fama, Metoni, Seiton, Van der Noot, Haan, Valore.

Bij deze brieven ligt ook een belangrijke brief van graaf Johan Ernst aan deii Doge over den loop der expeditie metnbsp;verdediging van zijn beleid en klachten over de hem aangedanenbsp;behandeling en de ondervonden bezwaren.

c. Behalve deze brieven is er eene zoo goed als volledige verzameling van die der verdere Venetiaansche gezanten in denbsp;17'^® en ISquot;1® eeuw, loopende over de jaren 1617—1643,nbsp;1668—9, 1709—1728, 1742—1744, dikwijls in cijferschriftnbsp;maar met bijgevoegde oplossing. Daarbij zijn dan telkens gevoegd de door den gezant gedurende zijne reis ontvangen brievennbsp;en stukken van belang. Zoo bij den bundel 1619—20 de stukkennbsp;over het verbond met de Republiek: bij den bundel 1668—9nbsp;allerlei over eene voorgenomen expeditie van Sommelsdijk naarnbsp;het door de Turken bedreigde Candia, ook over gesprekken metnbsp;De Witt over den politieken toestand van Europa.

Deze brieven staan dus in nauw verband met de Relazioni, de uitvoerige berichten na den terugkeer der gezanten door hennbsp;aan den Senaat gedaan, als welker aanvulling zij kunnen beschouwd worden.

Deze Relazioni, over welker beteekenis het na de mede-deelingen door Leopold von Ranke daaromtrent en daaruit gedaan wel niet noodig is breeder uit te weiden, bevindennbsp;zich in de afdeeling Senato Secreü (Stanza 207). Die welkenbsp;over ons land handelen, zijn te vinden onder de rubriek wPaesinbsp;Bassiff, maar bij sommige Relazioni van de rubrieken «Franciaw,nbsp;wlnghilterra/.', //Spagna'/ en //Germania// zijn ook berichtennbsp;over de Nederlanden gevoegd door de gezanten, die behalvenbsp;die landen ook de Nederlanden hadden te bezoeken of daarover hadden te handelen. Van deze laatste zijn onderscheidenenbsp;uitgegeven in de collecties Albèri 1) en Barozzi ^). Van sommigenbsp;zijn bovendien bij Ranke breede uittreksels te vinden. Tennbsp;onzent is slechts een dezer zoo hoogst belangrijke gezantschaps-

1

Eelazioni degli ambasciatori veneti al Senato, ed. Albèri (Firenze, 1839—1862, 15 vol.), over de 16'1'’ eeuw.

2) Eelazioni degli Stati Europei lette al Senato, ed. Barozzi e Barcbet (Venezia, 1856 vlg.), over de 17‘‘« eeuw.

-ocr page 23-

15


berichten uitgegeven, n.1. die van Girolamo Trevisano dd. 1620, doch geheel buiten verband met de eveneens in het archiefnbsp;voorhanden brieven van dien gezant.

Het zal zijn nut hebben hier een overzicht te geven van de Eelazioni betreffende ons land, die tot mijne kennis gekomennbsp;zijn. Volledig kan deze lijst niet zijn, daar het niet inogelijknbsp;was alle ongedrukte Eelazioni der vier genoemde landen buitennbsp;de Nederlanden na te gaan om te zien, of daarin misschiennbsp;ook in het bijzonder bericht werd gedaan omtrent bezoekennbsp;door de gezanten, hetzij bij de doorreis, hetzij opzettelijk aannbsp;ons land gebracht.

Vincenzo Quirini (1506),Relazione di Borgogna, gedrukt Albèri, I, p. 1 sq.

(1525), Rel. da Carlo V, gedrukt bij Albèri II, p. 9 sq.


Grasparo Contarini Nicolö Tiepolonbsp;Bernardo Navageronbsp;Marino CavaJlinbsp;Federico Badoeronbsp;Michelo Surianonbsp;Leonardo Donatonbsp;Giovanni Michelenbsp;Lorenzo Priulinbsp;Tomaso Contarini


I, p. 31 sq. I, p. 289 sq.nbsp;II, p. 193 sq.nbsp;Ill, p. 233 sq.

III, nbsp;nbsp;nbsp;p. 331 sq.nbsp;VI, p. 426 sq.

IV, p. .393 sq.

» nbsp;nbsp;nbsp;»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» IV, p. 405 sq.

dai Paesi Bassi, ongedrukt ')

» nbsp;nbsp;nbsp;»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» gedrukt in Werken Hist.

Gen. 11° 37, biz. 387 vlg. da Francia ed Olanda, ongedrukt ^)nbsp;d’Inghilterra ed Olanda, gedrukt alleen voornbsp;het eerste gedeelte bij Barozzi I, IV, p. 301 sq.nbsp;dai Paesi Bassi, ongedruktnbsp;d’Olanda, ongedrukt

da Francia, gedrukt bij Barozzi 1,2, p. 237 sq. dTnghilterra e d’Olanda, ongedrukt =).nbsp;dai Paesi Bassi, ongedrukt®),nbsp;dal Congresso de Utrecht; ongedrukt

Er moeten ook nog andere Eelazioni bestaan hebben, want blijkens de Elezzioni del Senate, waarvan hier de volledigenbsp;registers bewaard zijn gebleven, zijn in de 17^° eeuw nog verschillende gezanten hierheen afgezonden o. a. in 1625 Soranzo,nbsp;in 1637 Moro, enz., die ieder ongetwijfeld eene Eelazionenbsp;hebben ingeleverd. In de archieven te Venetië vond ik geene


(1532),

(1546),

(1551),

(1557),

(1559),

(1573),

(1578),

(1582),

(1610),


¦ Filippo II


Francia


Girolamo Trevisano (1620),


Giorgio Zorzi Vincenzo Gussoni

Aloyse Contarini Francesco Michelenbsp;Francesco Michelenbsp;Soranzo en Valiernbsp;Aloyse Mocenigonbsp;Ruzzini


(1629),

(1631),

(1633),

(1638),

(1674),

(1696),

(1706),

(1713),


') Arohivio di State en Bibl. Marciana te Venetië.

Archivio di Stato te Venetië en, Bibl. Comun. te Parrara.

*) Museo Civico te Treviso. Ongetwijfeld belangrijk.

Archivio di Stato te Venetië.

“) Museo Civico te Venetië.

°) Ibidem.

_/) l^gl- Be Jonge, slot zijner Voorrede. De Ke'azione ligt in de Keizerlijke Bibl. te Weenen.


-ocr page 24-

16

andere dan hierboven zijn aangegeven, wat evenwel, met het oog op den korten tijd, dien ik beschikbaar had, niet wilnbsp;zeggen, dat zij daar niet meer aanwezig zijn. Eene lijst dernbsp;gezanten uit Venetië zou ook uit Resol. Staten-Generaal innbsp;Den Haag bijeengebracht kunnen worden. Veel over de verhouding tot de Staten-Generaal is ook te vinden in de Senaats-notuleu, bewaard in de afdeeling Senato Gorti.

Van de boven als ongedrukt aangegevene teekende ik het volgende aan :

Relazione van Tomaso Contarini, ingediend 24 Sept. 1610 bij den Senaat. Een stuk van 45 folia, beginnende met eennbsp;overzicht • van den opstand tegen Spanje en de vorming vannbsp;den staat, verder de beschrijving van ieder der provinciënnbsp;afzonderlijk. De geheele reis uit en thuis, over Duitschlandnbsp;heen, over Erankrijk terug, heeft vijf maanden geduurd. Hijnbsp;deelt veel mede over den handel, met name dien van Amsterdam en Dordrecht op de Oostzeelanden en elders heen.nbsp;//Havendo in particolare la citth Dordrecht metropoli d’Hol-lande infiuito numero di vasselli mediocri, con i quali per inbsp;fiumi della Mosa e del Reno levano d’Alemagna non solamentenbsp;vini in gran copia ma legnami ancora da opera, calcine, carboni,nbsp;pietre miste e ferro in assai quantity, suppliscono in oltre alnbsp;bisogno del vino con la bira, alle quali sono di modo as-suefatti, che pochissimi sono quelli che non la levano ordina-riamente e siccome la veudita di essa bira arrichesse moltenbsp;citth, che sono solite di farla, e da trattimento a gran numeronbsp;de vasselli, che la portano da luogo a luogo, cosi il consumenbsp;della medesima apporte rilevante utile al publico per ilnbsp;ratio, che vi è scritta sopra.v Ook over den Indischen handelnbsp;en dien op de Middellandsche zee met opgave der daarvoornbsp;bestemde schepen. Ook de visscherij op Engeland en de scheepvaart in het algemeen. Daarna beschrijving van de inrichtingnbsp;des bestuurs, voor ons van weinig belang; ook van het legernbsp;en zijne betaling. Over de macht en het aanzien van prinsnbsp;Maurits; //45 anni, la statura piü tosto mediocre, la faccianbsp;di color pallido ma facilmente s’infiama, il pelo tra il biondonbsp;et il canuto, ma la complessione molto forte e robusta. La suanbsp;maniera nel trattare ordinario è molto piacevole e cortese, neinbsp;commandi militari severa et in tutte Ie cose molto risoluta.nbsp;Onde viene egualmente amato e temuto da ogni uno. Osservanbsp;la gravith con quei del goveruo ancora et caduno di loronbsp;procédé seco con gran termini di rivereuza et mons’' Benevelnbsp;è il solo che ardisce mostrargli contrarie nelle deliberationi,nbsp;onde non passa fra loro buona intelligentia//. Beschrijving dernbsp;garde en der stallen, van zijn omgeving en zijn kinderen, zijne

-ocr page 25-

17

liefde voor prins Hendrik, den aangewezen opvolger. Zeer uitvoerige beschouwing over de verhouding tot de andere mogendheden; de alliantie met Frankrijk hangt aan Oldenbarnevelt, die in alle gewesten zeer wordt geëerd en de eenheid dernbsp;gewesten vasthoudt.

De Relazione van Giorgio Zorzi ’) (1629) ligt in Senato Secreta F 9. Zij is 22 groot octavo fraai geschreven bladzijden innbsp;omvang, waarvan ongeveer de helft over ons land. Eene hoofdzakelijk aan antieke berichten en aan Guicciardini ontleendenbsp;aardrijkskundige beschrijving gaat vooraf. De auteur trachtnbsp;blijkbaar een letterkundig stuk te leveren en giet zijne indrukken in antieke vormen. //Per considerazioiie generale e pernbsp;isperienza infallibile gli dementi in Ollanda sono tutti o scon-certati o imperfetti o mancbevoli. II fuoco si nutra di turba,nbsp;che è un misto d’acqua, di terra e di legno e come lentameutenbsp;riscalde Ie membra cosi speditamente offende la testa. L’arianbsp;è un Protheo che nel corso d’un hora si transforma in millenbsp;sembianze inclemente per ordinario e peccante negl’ estremi//.nbsp;Hem valt zeer op //se non divitia almeno convenienza dellenbsp;cose necessarie//, wat zij te danken hebben aan de zee. Denbsp;steden zijn overal verspreid, de kleinste hebben 20 a 30000nbsp;inwoners, zegt men. //L’acqua è torbida, lenta et ontuosa etnbsp;in vece di levare, come doverebbe per sua natura, ha per cosinbsp;dire bisogno di esser levata per accidente, e di questa e dinbsp;pessimo grano si cornpone la birra bevanda degP huomini; lanbsp;terra è un’ aborto della natura // Turf is na de melk, die hiernbsp;zoo overvloedig is als de wijn te Venetië, het voornaamstenbsp;voortbrengsel. De landbouw beteekent weinig, veel meer denbsp;veeteelt. Op alles liggen lasten, zoo hoog dat de impost somsnbsp;hooger is dan de prijs zelf. Alles is duur, vooral wijn, olie,nbsp;lakens, zijde en dergelijke: //il prezzo è posto nella volonthnbsp;di che vende e nella necessith di che compra.// De menschennbsp;zijn best. //La modestia, la temperanza, la piacevolezza e ilnbsp;decoro parono di haver cominciato la vita con loro quandonbsp;essi cominciarono a vivere. Col rispetto verso gl’altri acquistanonbsp;dagPaltri la riverenza a se stessi. Abhoriscono il lusso e lanbsp;erapula, di modo che la fama di loro tra essi è piu tostonbsp;termine di buona creanza et habito di cerimonia che peccatonbsp;di ebrieta e colpa di dissolutezza. L’insolenza di costumi, ilnbsp;mancamento della parola, la violenza del ferro pensata (sic), glinbsp;sturbameuti della notte e simili indignissimi tiri d’altri paesinbsp;non allegnano nel terreiio dei cuori loro.// Zij hebben //lanbsp;diversita de linguaggi//, ofschoon //non usciti dal clima nativo//.

') Vgl. zijne Dispacci bij Barozzi, Serie II, 2, p. 211 suiv.

-ocr page 26-

18

De vrouwen bemoeien zich ook met de zaken, '/mantengono Ie corrispoiidenze et usano la penna e la lingua mirabilmentew.nbsp;De sekten heerscben hier, waardoor woeker en voorkoop ennbsp;afzetterij hier wscuola apertaw hebben: //l’agente non conoscenbsp;panto di scrupulo e il petente non si alterh all’uso.// De troepennbsp;zijn 360 compagnieën te voet en 36 te paard, kosten 14 mill,nbsp;in vredestijd, 22 mill, in oorlog. Het inkomen van den Prinsnbsp;is f 10000 als generaal, f 100000 als stadhouder, van allenbsp;prijzen als admiraal, verder '/altri grossi et continui proventi»,nbsp;behalve wie rendite del suo patrimonio//, dat men op 4 h 5nbsp;mill, begroot. wPer altro è Principe di bell’ aspetto, di grannbsp;cuore, di raolto contegno, di poche parole, di maniere alfabilinbsp;ma perb grave e nel vestire e nei trattamenti pizzich un tantinonbsp;dello Spagnuolo. Principe a mio giudizio fortunatissimo pernbsp;molti capi, tra quali non è per avventura il minore lo ritrovarsinbsp;per moglie presa a compiacenza d’occhio et a consiglio d’Amorenbsp;una figlia del gia conté di Sollis, suddito del Principe, damanbsp;ornata di bellezza esquisita e di qualita singolare, la qualenbsp;per non inancare al raerito di lei et alia reputation di menbsp;stesso salutatala conforme alPuso del paese baciandola, seopertonbsp;in queir atto nel suo volto modestissimo tutti gli affetti d'unnbsp;cuore ingenuo e tutti gli habiti d’un animo nobile e virtuoso.//nbsp;Amsterdam is //come una nuova maraviglia del mondo//, vooralnbsp;//la parte che chiamano A. Nuovo, singolare per la bellezzanbsp;degl’ edificii, per la larghezza e drittura delle strade divise danbsp;cauali bellissimi con due ordiiii d’arbori gentili sopra ogni riva.nbsp;II governo è incomparabile et in particolare nelle cose dellanbsp;pietii, atteso che per quanto si vada o si cerchi non si vedononbsp;nè poveri nè infermi nè donne communi nè vagabondi nè altrinbsp;simili.'/ Toen hij er was (begin October) //nel quel tempo Ienbsp;navi sono o sparse o vegnenti et ad ogni modo ve n’erano alPnbsp;hora in porto non manco di quattro cento.// Verder over denbsp;O. I. C. met hare menigte schepen, 30000 soldaten en 3000nbsp;kanonnen, handels- en oorlogsmacht tegelijk.

De Relazione van Vincenzo Gussoni (1631), 30 folia voor-zoover op ons land betrekking hebbende, bevat behalve eene voor ons minder belangrijke beschrijving der staatsinrichtingnbsp;o. a. een portret van Prederik Hendrik: //di bellissimo aspetto,nbsp;di statura non inferiore ne surpassante il mediocre; nella faccianbsp;(conformamente al naturale olandese) Candida e colorita, ilnbsp;rosso del polo che comincia a tramptar nel bianco, gli rendenbsp;l’aria e il sembiante piu grave e piü accompagnato da maes-tosa venusta; bon disposto e vigoroso per la resistenza a qualnbsp;si voglie patimento della guerra. Alle proportion! e tempera-mente del corpo cosi ben organizato correspondono Ie parti e

-ocr page 27-

19

qualitó deir anima, che lo reudono amirabile nelle virtü heroiche e tra queste nella professione militare di soprafiua intelligenzanbsp;et di valore supereminente. Tutti Ie sue attioni danno saggionbsp;di gran senno, professa imitar la prudenza del padre e lanbsp;virtu guerriera del fratello'/. Ook wordt Amalia’s schoonheidnbsp;weder geroemd. Hij kwam minstens eenmaal per week bij dennbsp;Prins praten over politieke zaken. Tn Den Haag speelt na dennbsp;Prins de Graaf van Kuilenburg een groote rol //per la vitanbsp;che tiene molto splendida//, als //cortegiano gentile et ufficioso//nbsp;en invloedrijk lid der Staten-Generaal Zoo ook Randwijck ennbsp;de beide Engelschgezinde Zeeuwen Beaumont en Vosbergen.nbsp;Boekhorst //accreditato par la prattica che tiene del governo enbsp;per l’opinione d’huomo politico e litterato//, is met den griffiernbsp;Musch tegen Venetië: //Venetiani danno parole et non denari//,nbsp;zeggen zij. Dan Aerssen, de oude diplomaat. Het is zeer welnbsp;mogelijk, dat de Arminianen weder eens komen bovendrijven,nbsp;vooral als het vrede mocht worden. Maar de oorlog is nog zeernbsp;populair, daar hij de Hollanders tot //patroni del Oceano//nbsp;heeft gemaakt. Dan volgt de beschrijving van den handel,nbsp;vooral dien van Amsterdam, gebouwd //su Ie rovine del negotienbsp;d’Anversa//, thans afgesloten door Lilloo. De O. I. C. is machtig,nbsp;de W. I. C. leeft van //pirateria sopra i Spagnuoli// maar zuchtnbsp;onder de verovering van Pernambuco, die veel geld kost. Hetnbsp;land der zeelui is Noordholland: //quanti sono huomini, tantinbsp;sono marinari//. Hij heeft het beleg van Den Bosch bijgewoondnbsp;en het kamp daar bezocht, 24 a 25000 man met 3 of 4000nbsp;ruiters, allen voortreffelijke oudgedienden. De verovering hadnbsp;volgens den Prins 18 h 20 mill, gekost. De verhouding totnbsp;Prankrijk is innig, minder goed die tot Engeland. Mauritsnbsp;zeide, dat men met Frankrijk goed moest staan //perche facevanbsp;del bene//, en met Engeland //perche non facesse del male//.nbsp;Tegenover den Keizer zijn zij neutraal maar trekken een lijnnbsp;met de Protestantsche vorsten, tegenover Keulen vriendschappelijk. In de Oostzee is eenige spanning wegens de lasten opnbsp;den handel. Met Savoye hebben zij weinig te doen wegens dennbsp;afstand maar de Hertog onderhoudt de vriendschap. Met Genuanbsp;en Florence staan zij wegens den handel op goeden voet, zoonbsp;ook met den Turk. Zij willen Venetië helpen om de onafhankelijkheid der kleine Italiaansche staten te handhaven Metnbsp;den Paus laten zij zich niet in.

Die van Francesco Michele (1638), 23 folia, handelt vooral over den strijd tegen Spanje sedert het begin van den opstandnbsp;en over de kerkelijke zaken. //In Aya forse piu di sei millenbsp;Catholici e questi non sono tanto osservati perche essendovenenbsp;molti di nobili, pare che godano qualche privilegie per con-

-ocr page 28-

20

nivenza. Hanno delle capelle secrete iielle proprie case, hanno dei prati, havevano due Gesuiti, qualche Dominicaiii, chenbsp;vestono perb tutti l’habito di secolare per coprire quanto ènbsp;possibile Ie apparenze di religioso. Nella Zelandia e nella Erisianbsp;i Catholici sono pochissimi, mal trattati e perseguitati connbsp;gran rigore. Nelle habitationi dei Ministri de Principi, dove sinbsp;fanno gl’essereitii liberamente, hanno l’addito aperto a loronbsp;piacere e respirano in particolare nella easa di V. S., dellanbsp;quale scaciato un inio capellano forfantissimo greco dell’ Ordinenbsp;di S. Erancesco, che meco condussi, trovai un prete del paese,nbsp;che con Ie prediche e con Ie espositioni frequent! del sanctis-simo Sacramento faceva benedire mille volte all’ hora il nomenbsp;della S. V.'/ Over de Arrniniaansche twisten en den Prins //dinbsp;taglia o vogliarao dire natura ordinaria, di corpo assai pieno,nbsp;di faccia è Candida e colorita , molto prudente nei maneggi, moltonbsp;affabile nelle conversatione.// Weder over Amalia’s //bellezza enbsp;virtü//. Dan over de strategische ligging, het leger, de vestingen , den oorlog der laatste jaren, de zware lasten, dienbsp;schijnen te moeten uitloopen op een nieuw Bestand. De tweenbsp;compagnieën zijn staten in den staat. Verder over den handel.nbsp;Boekhorst is slecht gezind jegens Venetië, overigens //anchenbsp;COS] buono huomo che non mi fu difficile radolcirlo e guadag-narlo//. Vooral //la destrezza e la suavith sono i mesi piü facilinbsp;per mettere in dovero e sottornetter alia ragione questi popoli,nbsp;che nei primi impresi danno alia volte nelP indiscretione enbsp;Hel brutale. Cost fuero i commissarii mandatimi alia casa dainbsp;Stati con la professa di non gredire l’ambasciador Borelle, senbsp;prima non precedeva la dichiarazione dell’ Eccellenza di dar ilnbsp;titolo di Eccellenza ai loro ambasiatori//. Er zou nog veel tenbsp;zeggen zijn over wetten, magistraten, gewoonten, vrijheid,nbsp;vrouwen, zeden, maar dat wordt hem te lang.

In de afdeeling Miscellanea Codici nog cod. 254 met de herhaaldelijk gedrukte Eelazione van Aloyse Contarini uitMunster(1645).

De afdeeling Miscellanea Manuscritti bevat in Busta 60 een belangrijken brief over de komst van aartshertog Matthias naarnbsp;de Nederlanden dd. 26 Nov. 1577, waarin de verwachting vannbsp;een volledig fiasco wordt uitgesproken.

De fraaie Salla Diplomatiea, een der schoone kloosterzalen, waarin dit archief voorbeeldig is opgesteld, bevat onder denbsp;brieven enkele voor ons van belang o. a. een van Alva uitnbsp;Antwerpen dd. 13 Maart 1570 over .de verdediging van Cyprusnbsp;tegen de Turken, een van Aremberg dd. 23 Eebr. 1571 overnbsp;aan Venetië te bezorgen troepen, een van Mansfeld uit Amsterdam dd. 18 Oot. 1625 met verzoek om uitbetaling aan dennbsp;koopman Bartolotti van de hem beloofde 40000 scudi per maand.

-ocr page 29-

21

De Biblioteca Marciana bevat in hare rijke verzameling verscheidene codices voor ons van belang.

a. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. VII, Cod. 1093/5. Het brievenboek van Alojse Con-tarini over zijne eerste ambassade naar Holland (1624—1626),nbsp;allermerkwaardigste collectie van dezen besten Venetiaanschennbsp;diplomaat uit dien tijd, getiteld : Re(/istro di lettere delV ambas-cïata d'Hollanda. God. 1096 bevat de antwoorden enz. van dennbsp;Senaat, even belangrijk.

b. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. VII, eod. 1114. Behalve de Relazione van ïomasonbsp;Contarini (1610), zijn brievenboek en verschillende door hemnbsp;ontvangen brieven o, a. van Jnstinus van Nassau en dennbsp;Hertog van Gulik-Neuburg. Verder eene kostenberekeningnbsp;voor eene expeditie van 12 schepen naar Indië ten behoevenbsp;der Staten-Generaal dd. 10 Febr. 1609, samen met 1600nbsp;man, berekend op bijna 2 mill. Eindelijk (fol. 209) eennbsp;fragment der Relazione van Gasparo Contarini (1525) overnbsp;de Nederlanden.

c. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. Vil, cod. 1115. Uittreksel uit de Relazione van Tomaso Contarini, 24 Sept. 1612 in den Senaat voorgedragen,nbsp;met aanteekeuiugeu over de regeering der Republiek. Verdernbsp;een '/Compendio delli stati et governi di Eiandraw (1578),nbsp;blijkbaar in verband met de Relazione van Giovanni Michele.

d. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. Vil, cod. 1261. Ontboezemingen over den val dernbsp;Republiek dd. 1 Juli 1672. Ook iu cod. 882.

e. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. XI, cod. 20. Hierin gedichten van Barlaeus (Apologianbsp;falsi vatis en Ad Balth. Bonifacium Encomiasta) en zes brievennbsp;van De Groot aan Schikardus, //pliilologum et mathematicumnbsp;celeberrimum Tubingensein« (1629—1634).

f. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. XI, cod. 96. Hierin zeven brieven van Daniël ennbsp;Nicolaas Heinsius aan J. B. l)ouius_(l646—1647).

g. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. Xt, cod. 97. Hierin brieven van J. G. Graevius aannbsp;Ealoonerius en 33 van Nicolaas Heinsius aan denzelfdennbsp;(1669-1671).

h. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. XI, cod, 255. Relazione delle Religione Catolica innbsp;Ollanda.

i. nbsp;nbsp;nbsp;Cl. XIV, cod. 47. Lamberti Vossii Naenia in mortemnbsp;Aldinae oatellae Hieronymi Aleandri (fol. 90) en Grotii Hypo-schema in eandem (fol. 95).

k. Cl. XIV, cod. 22L. Brieven, door Jacobus Moielli overgeschreven, o. a. van Daniël Heinsius aan Domiuicus Molinus, dd. 13 April 1622.

Het Mtiseo Civico bevat meestal afschriften uit bij de Vene-tiaansche familiën berustende papieren. Daaronder in de collectie Cioogna:

-ocr page 30-

22

Cod. CXLI, 1265; Relazione van Mocenigo (1706).

Cod. DCCCIX, 3157; ReLizione d’Inghilterra a Olanda.

Cod. CCXIY, 304)5; Eelazione dello oongresso (1698).

Cod. CCLI, 3058, Diiferenze de la Rep. di Olanda e di Venezia (1784-).

Cod. DCCCXXVI, 2866; Lettera dei Stati d’Olanda al Re di Francia (1671).

Cod. DCCCXXVn, 2864-; Responsori dell’amb. di Francia (1628).

Cod. DCCCVI, 3157 ; Verdrag tusschen de Staten en Engeland.

Cod. DCCCCLXIX, 3111 ; Trattato della storia della chiesa di Olanda, nit een 1754 te Keulen gedrukt boek.

Cod. MDCCXCV, 2726 ; Relazione van Tom. Contarini (1610).

De Rerum variarum collectio, Cic. 1139, bevat op p. 1253 een Discorso sopra la Fiandra (1573), nel quale si convengono cos-tumi, richezze, forze, quality,, sito e modo di governo dei Paesinbsp;Bassi, begint; «Giulio Cesare, quel cortese Principe, quel

elevato ed ambizioso cittadino//.....Cic. 1173 eene Relatione

succincta delli Stati Generali (5 April 1672). Cic. 2726 een protest tegen de behandeling der Katholieken (1725).

De Collectie Lazzari bevat in Busta 115 eene Informazione naar aanleiding eener klacht van den Hollandschen consulnbsp;(14 Maart 1721).

BOLOGNA

Het Arckivto di Stato bevat o. a. de archieven der oude Universiteit en daaronder op de studentenlijsten tal van Neder-landsche namen.

De Bïblioteca delP Universita bevat in de verzameling Miscellanea, n° 3 (59) een langen anoniemen brief over den toestand van Europa in 1688 vooral met betrekking tot de Republieknbsp;en Engeland. De schrijver ontkent, dat Frankrijk de oorzaaknbsp;van den oorlog zou zijn of dat de beide koningen zich heimelijknbsp;verbonden zouden hebben oni de Republiek aan te vallen. «Lanbsp;vera ragione presente vi la dirb in poehi periodi.// De Statennbsp;//erano nauseati oltre il verinine della soffereuza delle procedurenbsp;di eontinuati strapazzi che la Francia per molti anni ha prat-ticato con loro, lo sforzo dei maneggi superbi, delle rispostenbsp;acerbe, patronigiando come fossero servi, Ie sodisfattioni onbsp;negate o schernite, i zegni arrestati, Ie merci sequestrate inseg-narono agl’Olandesi di studiare il ripiego di guardar meglio

-ocr page 31-

23

la loro sovranita, oude dehattandone i loro gabinetti il punto di trovare qualche riparo all’ esteriniaio che doppo l’espulsionenbsp;degl’ ügonotti di Francia e doppo Ie mine che s’andavanonbsp;fabricande in Inghelterra alia rovina della religione Protestantenbsp;soprastava manifestamente a loro inedesimi, inclusero del doversinbsp;interessare tutti gli animi di religionarii ad una particolarenbsp;uuione e formare un terzo partito en Europe, che possa bilan-ciare la corona d’Austria e di Francia. v

De rijke brievenverzamelingen van Trombelli en Zauetti uit de 18'''’ eeuw zijn voor onze geschiedenis van geen belang.

De Biblioteca Comunale bevat voor ons niets bijzonders.

FLOBENCE

De inrichtingen, die hier voor een nader onderzoek in aanmerking kwamen, zijn: ArcJinnu di Stato, Biblioteca Nazionale, Biblioteca Laureutiana, Biblioteca Riccardiana en Biblioteca Maruc-celliana.

Het meest belovend voor het doel, niettegenstaande de weinig belangrijke rechtstreeksohe betrekkingen van ïoscananbsp;tot ons land, was het Archivio di Slato, over welks inbondnbsp;met betrekking tot ons land men reeds eenige kennis bezat doornbsp;de artikelen van den heer W. M. db Jongh in den Nederl.nbsp;Spectator voor 1878 en 1879 '), die een overzicht aanbiedennbsp;van den inbond der 14 bundels Fiandra ed Olanda, vooral metnbsp;het oog op de berichten aangaande Nederlandsche kunstenaarsnbsp;en hunne werken in Florence’s kunstverzamelingen, waarin hijnbsp;levendig belang stelde. Ook de uitvoerige mededeelingen doornbsp;den consul der Nederlanden te Florence, Coinin'. Eenestonbsp;Zenuti, verzameld ten behoeve der Tentoonstelling van hetnbsp;Nederlandsche Zeewezen (Catal. der Teiitoonst. n'’ 2143)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

stonden mij bij de voorbereiding van mijn onderzoek alhier ten dienste. De welwillende medewerking van de heeren Alessandronbsp;Gheeardi en Carlo Carnesecchi , archivarissen in het Staatsarchief, maakte mij den arbeid betrekkelijk geinakkelijk in denbsp;gedurende dit jaargetijde bijzonder kille lokalen, waarin denbsp;rijke schatten van dit archief moeten bestudeerd worden. Ooknbsp;den direttore Pietro Beeti heb ik te danken voor de tegemoet-

') 1878, blz. 212 vlg.; blz. 228,231,318,381. Eene italiaansche bewerking van een en ander is opgenomen in de Rivista Internationale van 1879.

Thans in het Eijksarchief te ’s Gravenhage.

-ocr page 32-

24

koming, waardoor het inij mogelijk werd ook buiten de vastgestelde uren en dagen in het archief te arbeiden, al kon hij in de kilheid der lokalen geen verbetering aanbrengen.

Vooreerst onderzocht ik de bundels van het Archiow Mediceo, genummerd 4253 tot 4265 (Fiandra ed OlandaJ, loopende over denbsp;jaren 1549 tot 1699 en blijkbaar getrokken uit het algemeenenbsp;Oarteqqio universale dier archieven.

n° 4253 (1549—1626) bevat een aantal belangrijke brieven:

1. nbsp;nbsp;nbsp;1’rederik Perenot aan Cosimo I, dd. Cainbrai 22 ï’ebr.nbsp;1559, over het verblijf van de Hertogin van Lotharingen, dienbsp;vergezeld van den Prins van Oranje en haren zoon den Koningnbsp;te Bergen hoopt te vinden.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Gonsalvo Perez aan Cosimo I over de toestanden in denbsp;Nederlanden (1557). Ook van Alva uit dit en het volgende jaar.

3. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van Giovanni Battista Guicciardini, agent tenbsp;Brussel, aan den Groothertog, beginnende met 1564 in dennbsp;tijd na het vertrek van Granvelle. Hij schrijft dd. 4 Juni 1564:nbsp;«quanto alia cose del paese, tutto va al solito pacificamente etnbsp;questi Pricipi coutinovan d’essere raolto soUiciti alli negotü,nbsp;ne della ritornata del Garditiale si jmrla per hora.'/ De Eugelsohennbsp;hebben hunne welschepen na heel wat onderhandeling opnbsp;Einden gericht tot schade van de Nederlanden maar ook zijnbsp;zullen veel schade lijden bij de moeilijkheden.

25 Eebr. 1568. Chiappino Vitelli is druk aan den bouw van het kasteel te Antwerpen Het land is kalm //ma si pensanbsp;bene che si corainciera, presto a decapitare di quelli gentil-homini privati, che sono stati presi Inugamente, et che si darhnbsp;principio alle confisoationiquot;.

7 Maart 1568. De Paltzgraaf heeft de quot;grosse barchequot; tegengehouden, die quot;per li mercanti d’Anversa circa 540.000 in reali d’argenti e per circa 3500 di drappi di seta di tuttenbsp;parte d’Italia e massimameute di Genovaquot; aauvoerden. Hij heeftnbsp;alles laten opslaan in een zijner kasteelen, bewerende wel vrijgeleide te hebben gegeven voor de kooplieden maar niet voornbsp;het geld. Men zegt, dat hij Condé daarmede wil helpen.

14 Maart 1568. De Paltzgraaf heeft nog een quot;grau barcaquot; tegengehouden, zoodat de schade nu 1 mill, scudi bedraagt.nbsp;De kooplieden van Straatsburg, Basel enz. hebben geprotesteerd, zoodat hij waarschijnlijk alleen het geld der Genueezeunbsp;voor Alva bestemd, circa 150 a 200.000 scudi, zal houden.

2 Jan. 1569. Moeilijkheden met Engeland over de quot;maladetti hereticiquot;, de Watergeuzen, die duurte en hongersnood in hetnbsp;land veroorzaken.

23 Jan. 1569. Bij de houding van Erankrijk en Engeland staat '/una terribile guerra// te wachten.

-ocr page 33-

35

Deze bundel bevat vele brieven van Guicciardini, maar fragmentarisch; veel meer van hem in den Carteggio generale over deze jaren. Bovendien ook een aantal brieven van Piero Spinellinbsp;uit Antwerpen (begin 1568) over de bezwaren, die nij alsnbsp;consul had om het sedert Karei V hier gevestigde consulaatnbsp;te handhaven tegen de andere vreemdelingen. Verder allerleinbsp;avvisi over de gebeurtenissen van 1568 en belangrijke brievennbsp;van Alva zelven dd. 9 en 25 Nov. 1568 over den toestandnbsp;des lands aan den Groothertog. Verder merkwaardige brievennbsp;o. a. van Guicciardini over de gebeurtenissen in het najaar vannbsp;1576, en van verschillende Nederlandsche edelen (Aerschot,nbsp;Aremberg, Bpinay enz.). Ook van Albertus en Isabella. Enkelenbsp;van prins Maurits, b.v. dd. 21 Dec. 1615 over den achitectnbsp;Constantino de Servi, die het plan had gemaakt voor eennbsp;nieuw paleis op het Binnenhof, zelfs een houten model daarvan , wegens de kosten niet uitgevoerd

n® 4254. Avvisi di Eiaudra (1542—1579).

Wederom vele brieven van den agent Guicciardini sedert 1548, beginnende met handelskwesties voor den Eaad vannbsp;Brabant i verder over de feesten te Gent bij het bezoek vannbsp;Philips II in 1549. Bij de brieven van Guicciardini alsnbsp;bijlagen tal van stukken over den opstand. Correspondentie vannbsp;don Sancho de Londono en Chiappino Vitelli met den Groothertog over Alva’s militaire maatregelen sedert 1567. Ooknbsp;brieven uit Amsterdam over den toestand aldaar in het voorjaar van 1573. Eindelijk van Guicciardini uit Keulen (1579)nbsp;n“ 4255. Avvisi di Eiaudra (1580—1599).

Verzameling bijlagen van Guicciardini’s brieven enz. en andere losse berichten.

Belangrijk een Discorso di Mauritio alia citth d’Anversa intoruo agli affari dei Paessi Bassi (1590): lange uiteenzettingnbsp;van 18 blz. op verzoek van den magistraat van Antwerpen overnbsp;het gebeurde sedert de komst van Aujou hier te lande. Sommigenbsp;avvisi zijn geteekeud door den agent Girolamo de Eossi,nbsp;Guicciardini’s opvolger sedert omstreeks 1590. Verder belangrijke berichten van militairen aard van Pietro Piccolomini uitnbsp;het Spaansche leger op de Prausche grenzen, maar ook overnbsp;het beleg van Sluis, zeer uitvoerig.

n® 4256. Avvisi di Eiaudra (1600—1619).

Dergelijke bundel. Hierin o. a. een zeer merkwaardige brief van een Elorentijnsoh officier over den slag bij Nieuwpoort dd.nbsp;4 Juli 1600, versch ouder den iudruk der nederlaag. Hij zegt,nbsp;dat na de '/segnalata vittoriav van Zondagmorgen (bij Lcffingen)nbsp;de vijand «un luogo avantagissiinow had gekozen: whavevanonbsp;il veuto per loro e i uostri al contrario perche la sabla ed il

-ocr page 34-

26

fumo della polvera devalono iiel volto'/. De Walen vochten goed en namen 33 vaandels, den vijand naar de zee terugdrijvend , maar de ruiterij was slecht «e tutta a un tempo nenbsp;fece essere la cavalleria inalissimo giudata, che Ie suoi squadron! furono rotte e li ammutinati fecero malissimo e Ie compagnie della guardia malissimo come si dice. S. A. si mostrbnbsp;come un leone e caricb alia medisima colla cavalleria ma funbsp;seguitata fiaccamente, dopo si messe nelle squadron!, che com-battevano fine all’ ultimo, talmente che fü ferita d’un colponbsp;d’alabarda nella testa tna non è periculosa, II conté di Pondevinbsp;ammattb colui che feri S. A., la quale fu abbandonata da tuttenbsp;Ie sue guardie et arcieri, trovendose con 500 o 600 de suoinbsp;domestic!, uno de quelli era il conté di Legien, che havevanbsp;havuto la carica delle insegne, che ha dato buou conté di se.nbsp;Questo combatimento duro tre ore e dopo oguuno si salvonbsp;perdendo tutte Ie insegne. S. A. venne a Bruges all’ alba delnbsp;giorno e venne hiersera in questa citta, che per mio giudizionbsp;lo doveva iscusare per raolte ragioni et è stato mal cousigliato.nbsp;Bitorniamo domani per unire le gente disperse. Noi abbiaraonbsp;ancora tre mila huomini inter! che non hanno punto combattuto,nbsp;e sono a Dame, ove unisoono gli altri.'/ De vijand verloor nognbsp;meer, dubbel zooveel als de Spanjaarden, maar hij bleefnbsp;meester van het slagveld Het is jammer, want wij hadden hemnbsp;in den val gehad, als de zege ons was geweest; ook als wijnbsp;hem slechts hadden tegengehouden, '/egli era perduto sicura-mente//, want hij was '/in tutto pericolo del mondo e cosinbsp;combatteva per sua vitaquot;. Zware verliezen, vooral bij dennbsp;hoogen adel, ook onder de Florentijnsche contingenten. Denbsp;vijand heeft ook nauwelijks 4000 man bruikbare troepen meer.nbsp;quot;Dio ci doni meglior fortuna per rawenire//. Andere avvisinbsp;handelen over het beleg van Oostende en over pogingen omnbsp;van'Antwerpen uit Lilloo te verrassen. Te Antwerpen zijn nognbsp;Florentijnsche kooplieden. Opgaven omtrent Italiaansche officierennbsp;voor Oostende.

Verder eenige avvisi uit ikmsterdam van den koopman aldaar Abraliam Luz (1604) aan den agent Van der Neesen metnbsp;uitingen over de verwachtingen, door de ballingen in hetnbsp;Noorden vastgeknoopt aan deii uitslag van het beleg vannbsp;Oostende, als Spinola dit moet opgeveu, berichten over hetnbsp;beleg en over monsters zout, die liij naar Florence overzendt.nbsp;Andere avvisi uit Brussel en Antwerpen van den officier Francesconbsp;Hubert!, van militairen aard over de bewegingen van Spinola.nbsp;Eindelijk een belangrijk verhaal in het Hollandsch over denbsp;gebeurtenissen te Moscou sedert Februari tot 15 Juni 1605,nbsp;van de hand van een Hollandsch koopman aldaar en gericht

-ocr page 35-

27

aan den staatssecretaris Vinta, 20 blz. lang, beginnend;//Aver-dien dat eenen van den voornaempsten eiide strijdtbaersten Boyaren genaempt Peeter Pendrovits Vasinannoff, weloker denbsp;vesting Novosmersky-gorod tegens den genoernpden Diniitriinbsp;Ivanovits

Nquot; 4257. (1614—1622). Avvisi d’Olanda ed Piandra.

Verzameling van geregelde berichten uit Den Haag van een ongeuoemden agent aldaar, vooral na 1620: berichten over denbsp;stemming hier te lande na den afloop van het Bestand en nanbsp;het verlies van Gulik. Verder nog enkele uit Brussel, geregeldernbsp;sedert 1625 ook uit het kamp voor Breda.

Nquot; 4258 (1623—1624). Avvisi di Piandra ed Olanda

Berichten uit Den Haag en Brussel, elkander aanvullend. De toestand in het najaar van 1623 wordt als zeer gevaarlijknbsp;voor de Staten beschouwd met Tilly te Bmden, Cordova tenbsp;Wesel en Spinola te Brussel //capitani tutti di molta esperienza,nbsp;di gran valore e che reggono eserciti numerosi, disciplinati,nbsp;obbedienti et avvalorati da un luugo corso di prosperi successi'/nbsp;(dd. 15 Sept.). Uit Amsterdam brieven van den koopman Diriconbsp;Èenieri (Dirk Reiniersz.) over handelszaken, dikwijls met gedrukte Amsterdamsche koerslijsteu van haudelsartikelen, berichtennbsp;over aangekomen of vertrokken schepen en hunne lading. Dennbsp;26 Dec. 1623 meldt hij, dat behalve eene vloot van 30 schepennbsp;4 groote Oostindievaarders gereed liggen met rijke lading ennbsp;talrijke bemanning: //conduchono con essy loro 40 a 50 figlienbsp;di bassa qualith di etÈi da 16, 17 a 20 anni .... li qnalinbsp;vogliono Ie dare mariti per populare Ia cittÈl di Giachatra, oranbsp;nominata da nostri Battavia Novav. 3 Dec. 1624 over dennbsp;aankoop van salpeter en buskruid op aanwijzing der regeeringnbsp;te Plorence. Achteraan een bundel, getiteld wnegotio di Pittinbsp;per Piandra V, met brieven van den agent Pranoeschi te Brusselnbsp;over lichting van troepen door don Lorenzo dei Medici tennbsp;behoeve van Spinola en belangrijke stukken over het beleg vannbsp;Breda, o. a. een fraaie kaart in kleuren van dat beleg, en beschrijving van Maurits’ pogingen om de stad te water te ontzetten.

N® 4259 (1618^—1626). Avvisi di Piandra ed Olanda.

Oorlogsberichten. Brieven van Aut. Lion. Pitti uit Brussel 1622. Verder van Pranoeschi, die zich beroemt (dd. 19 Aug.nbsp;1622) in 1603 ook de indienstneming van Spinola door denbsp;Brusselsclie regeering te hebben voorbereid en daardoor diensnbsp;roem te hebben bevorderd. Don Lorenzo kan evenzoo eennbsp;schitterende loopbaan verwachten, vooral wanneer men hemnbsp;hier een graafschap koopt b.v. Charolais of St. Pol; «audacesnbsp;fortuna juvat//. Andere avvisi van de officieren Giunta ennbsp;Albergotti uit Brussel, van Pietro Medici en Giuseppe Roselli

-ocr page 36-

28

uit het leger. Van Renieri liandelsbrieven over kruid en salpeter, over de kaperijen der Duinkerkers, koers- en cargolijsten vannbsp;aangevoerde produkten. Een tweede bundel bevat brieven vannbsp;den agent Van der Neesen uit Antwerpen (1602 —1616); eennbsp;derde avvisi van den aartspriester aldaar Baldassare Nardi ennbsp;van De Lortnes (1620), verder van De Bran uit Brussel (164,0);nbsp;een vierde andere weinig belangrijke avvisi (1624—1638).

N» 4260. A. en B. (1666—1670).

Heinsius, beginnende 11 Dec.. 1667 en handelende

Correspondentie van prins Cosimo (later Cosimo III) met den landvoogd te Brussel Castel-Rodrigo, den internuntius tenbsp;Brussel, Nicolaas Heinsius, Pieter Blaeu (over boeken) e. a.nbsp;Belangrijk vooral de reeks latijusche brieven van Nicolaas

de


reizen van den prins in de Republiek en de dientengevolge aan Heinsius verstrekte opdrachten voor den Haagschen schildernbsp;Nason betreffende bestelling en aankoop van schilderijen *);nbsp;antwoorden van den vorst daarop.

11 nbsp;nbsp;nbsp;Dec. 1667. Heinsius aan den prins tot begeleiding vannbsp;zijn '/epigraraina ut oouciunae orationis parum, sic pluriraumnbsp;pietatisw gericht //Magno Hosj)iti Cosmo Medioeov (vgl. Worp,nbsp;Huygens’ Gedichten VII, blz. 153).

12 nbsp;nbsp;nbsp;Febr 1668. De prins aan Heinsius met afsclieid en verzoek //d’ordinare ad uno di cotesti Pittori piii diligenti chenbsp;ini fasciano i ritratti di Madam'a de Warfusée et di Madanianbsp;de Wassenaer, quali io bramo di coudurre in Toscana pernbsp;saggio della bellezza che ho aminirata in cotesta Nobiltii enbsp;per motivo insieme di conservar verso quelle il riconoscimentonbsp;che da me richiedono li atti di compitenza a me compartiti.//nbsp;Heinsius kwam dien dag zelf afscheid nemen; de brief gingnbsp;daarom niet weg.

22 Eebr. 1668. Heinsius aan den prins. vEx duabus soro-roribus Wassenariis, quae choreas Hagae Comitiun nuper agebant, minorera natu praestare forma sunt qui arbitrentur; sic tarnennbsp;et alteram sororem habitu corporis magis procero magisquenbsp;decoro conspicuari fateantur. Hane dico cujus saltantis laterinbsp;adhaerebat D. Opdamius. Earn ipsam igitur vivis coloribusnbsp;exprimendam curabimus, quarn Cels. V. mihi designare estdignata.nbsp;Idqne iam effectum dedissem, nisi pictor abtuisset domo pernbsp;totum ootidiem sed qui perendie ad suos rediturus esse credatur.//

27 Febr. 1661. De prins uit Bi;eraeu aan Heinsius, verzoekt //d’ordinare al Bittore che faccia Fiiuagine d’ambidue et innbsp;oltre ancora della Madlla Je Ghent, si che, oompreso il primonbsp;di Madda di Warfusée, i ritratti mittendi siau cinque.//

q Vgl. over een en ander: L)e dongli 1.1. en Onze Eeuw, 190L, all. 4.

-ocr page 37-

29

13 Mei 1668. Heiiisius aan den prins: '/Pietor Haganus dum operara multa cunetatione procrastinet rubore equidem iustis-siino me totum atque indignatione non modica implevit, quemnbsp;flagitator bortatorque tantum non quotidianus ad officiumnbsp;excitavi quoties per morbi intervalla compellari a meinet ipsonbsp;potuit. Nunc in dies admodum paucos supreraam manumnbsp;tabulis fore imponendarn pollicetur, in quibus minimum laborisnbsp;sit reliqui idque circa vestitum uuius atque alterius ex vir-ginum numero, quod et ipse testis oculatus adfirmo, acturusnbsp;tota de re copiosius coram cum negotiatore Perrono qui antenbsp;profectionem a me convenietur. Apud ipsas virgines, quas vivonbsp;colore exprimendas sese dederunt, gratiarum actione iam sumnbsp;defunctus.'/ Hij zendt hem nog een portret van Sophia Amalianbsp;van Nassau, dat hij bij Nason in diens winkel had gevonden.nbsp;Ook brieven van prins Willem III, Johan De Witt, d’Estrades,nbsp;Temple, Gamarra, Pomponne, Opdam, Hoorne, Graevius, Gro-novius enz., dikwijls met dankbetuiging, aanbieding van geschenken , berichten over opdrachten, enz.

Een aantal brieven van den agent te Amsterdam Francisco Ferroni over handelszaken mét bijvoeging van koerslijsten ennbsp;Amsterdamsche couranten, ook soms over politiek, verder overnbsp;uitgevoerde bestellingen van schilderijen en zeldzaamheden.

1669. Heinsius uit Stockholm aan den prins over diens tweede voorgenomen reis naar de Eepubliek, verscheiden brieven o. a.nbsp;10 Juni, dat //de Haagsche schilder// nog niet klaar is.

N» 4261. (1671—1674).

veel belau

gewicht;

den handel; de prijzen waren per 300 pd.

Lange reeks van brieven van Heinsius, geregelde berichten bevattend over de politieke toestanden sedert 1672 ^ , overnbsp;wetenschappelijke zaken en bestellingen. Brieven van Van Ghent,nbsp;Wassenaer-Obdam en Wurtz. Avvisi van Lorenzo Magalotti uitnbsp;dien tijd met bijvoeging van pamfletten, berichten omtrentnbsp;zeeslagen en veldtochten. Dergelijke reeks van Ferroni ennbsp;Guasconi uit Amsterdam, met bijlagen: koerslijsten, cargo-lijsten , couranten, pamfletten enz. Een gedrukt formulier metnbsp;opgave van transportprijzen (1673) voor goederen langs den wegnbsp;Harlingen—Dokkum—Groningen—Einden—Vorden te water,nbsp;per kar over Oldenburg naar Bremen en vandaar over Hamburgnbsp;naar Frankfort, Leipzig, Neurenberg, Straatsburg, Bazel,nbsp;Venetië, Genève, Livorno, Genua; deze transportzaak werdnbsp;ondernomen door Philips David Vrolik te Amsterdam en wasnbsp;tijdens de versperring van den zeeweg door den oorlog van

ET voor

() Een groot aantal der minuten van Heinsius i.s aanwezig in de Leidsche Univers. Bibl. (collectie Burman).

-ocr page 38-

30

Amsterdam—Breinen .

4

rijksd.

Hamburg ....

. 6

//

Neurenberg ....

12

ff

Frankfort ....

12

ff

Leipzig.....

10

ff

Venetië.....

30

ff

Genève .....

22

ff

Straatsburg ....

16

ff

Basel......

18

ff

In het bijzondei worden hierbij gevoegd prijzen voor lakens en specerijen naar Italië, voor zijde en geitenvellen terug.

N» 4262. (1674—1676).

Wederom geregelde latijnsche brievenreeks van Heinsius met minuut-antwoorden, bijna wekelijks, zeer merkwaardig. Een tweedenbsp;reeks van den koopman Manuel de Belmonte, agent van Spanjenbsp;te Amsterdam. Een derde reeks koopmansbrieven van den agentnbsp;Frans Schilders te Antwerpen. Een vierde van den agent Guas-coni, ook weder over kunstzaken nu en dan. Verder nog vannbsp;Magalotti uit Amsterdam, enkele andere brieven van den Heernbsp;van Kniphausen over witte faisanten en van Wicquefort metnbsp;klacht over het niet betalen van zijn vast «quartier» van pensioen door Guasconi. In de brieven van deu laatste eene opgavenbsp;van gemaakte onkosten voor de toezending van schilderijen vannbsp;Van Mieris dd. 24 Mei 1675 , in verband met verschillendenbsp;andere brieven over bestellingen bij dezen. //Pagato al Sign.nbsp;Miris in tre volte per resto dell’ ammontare della pittura

nltimaraente conseguata.......... 1825.—

Pagato al sopradetto per costo della cornice di llano

oh è attorni il sudetto quadro........ 35.—

Per trasportar di Leyden a qui il sudetto quadro, spese di cassa di legno et il med. amballagio e dazii 30.12nbsp;22 Maggio, pagato al Sign. Miris per costo delnbsp;quadretto gih, trasmesso a S. A. S....... 750.—

SC. 2640 12

N» 3263. (177—1684).

Wederom geregelde brievenreeks van Heinsius tot 25 Febr. 1681, vol aardige berichten over de politiek, den loop van denbsp;oorlogszaken der Republiek, ook binnenlandsohe zaken, wetenschappelijke gebeurtenissen. Als voorbeeld een dd 10 Dec 1676.

Serenissime et Celsissirae Princeps. Q,uamquam et valetudo et inopia argument! epistolaris ioterpellant me subinde nenbsp;assiduus sim in scriptionis officio, video nihilominus favoremnbsp;Gels. V. S. quovis thesauro potiorem continuo beneficeutiae nonnbsp;interruptae cursu in me derivari: uti testantur binae litterae

-ocr page 39-

81

a. d. XI et XVII Nov. exaratae, quaruin proximo copia mihi est facta. Ceterum, Princeps Sereoissime, etsi uemo est internbsp;nos rei publicae admotus tprin intelligat qnanto in discriminenbsp;res Sieulae versentur quantumque inde mali impendat et nobisnbsp;et aliis per Enropam populis re nautica florentibus, conten-plati tarnen supiuam quandam et fatalein quam Hispaui in hostenbsp;qua sistendo qua submoveudo prae se ferunt oscitantiam nonnbsp;esse sitam in solis viribus Belgarum foederatoruin ut occurraturnbsp;buic malo, et vident ultro et fatentur. Quod nisi aut animosnbsp;deiectos erigunt alacriter Hispani aut Britanni nobiscum veniuntnbsp;laboris in partem, metuendum equidem est et unice metuendumnbsp;ne latius propediem haec pestis emanet. Pro angustis attectis-que rebus aerarii apud nos publici auxilium non modicumnbsp;quotannis Dano tenernur praestare. Arinandae praeterea navesnbsp;bellicae non paucae, quae ouerariis nostris hue illuc velanbsp;facientibus sint praesidio. Ut res Siculorum collapsas restaurarenbsp;nec opis sit nostrae nec exspectandum ab Hispanis id ut fiat,nbsp;qui quanta belli navalis imperitia laborent utinain nec nobisnbsp;nec hosti compertum esset! Quicquid tandem illi de classe innbsp;maius augenda jactant et pollicentur! Interim maximum momentum pacis aut promovendae aut in longum protrahandaenbsp;nec sine probro amplectandae hie verti apud omnes est innbsp;confesso. Princeps Arausionis iam ex Zelandia pedem movissenbsp;dicitur et quidem amoto ïhe.ologo illo qui ad sacrarum litterarumnbsp;professionem Principe invito fuerat promotus. Sed omnes ea innbsp;insula turbae ac dissensiones esse hoc facto sopitas vix persuadeornbsp;ut eredam. Tandem pro tribunal! recitata est hoc in foro sen-tentia, qua Petrum Grotium intentati criminis absolvit judexnbsp;multis factum approbautibus nec paucis indignatis ut suntnbsp;tempora et factionum inter nos studia, quibus graviter laboramur.nbsp;Apparatus bellici a parte Hispana per hanc Belgium lentenbsp;procedunt in annum proximum ut Gallos per vernam tempes-tateiu aut Carneracum aut Valeiiceuas aut Hannoniae Montesnbsp;aut Natnurcum denique obsessuros et expugnaturos esse pri-usquara nostri ex hibernis emergant praevidearaus, utinamnbsp;non veri augures! Deus Optiinus Maximus praesidio celestinbsp;Cels. V. S. tutatur.

Seren. et Cels. Princ.

H. C. CLOIOCLXXVI a. d. X Dec. Gregor.

Cels. V. Ser. humillimuin in modum mancipitus,

Nicolaus Heinsius.

13 Se])t. 1678. Obsequia mea cum debitum in modum non ]ta nuper testabar Cels. V. S. eo dedueta res videbatur, ut pacisnbsp;ardentissirnum flagitatae ac cupitae in modum compotes nos

-ocr page 40-

82

tandem factum cvederemus. Ceteium aliae post alias rixae ae contentiones exortae a Gallicana parte quae rem quam utraquenbsp;nos manu tenere iam rebamus lubricara ancipitemque reddi-derunt meque dura eventum iurgii praestolor tenuerunt suspensumnbsp;ac revocaruut multo tempore ab exarandis ad S C. V. litterisnbsp;nihil praeter incerta quaevis ao parum explorata nuntiaturis.nbsp;Pertiiiet et ad gloriam gentis utramque nostrae quod ante pacemnbsp;coinpositam post diversa belli compluria Montes Hannoniaenbsp;Gallicanis arinis iarapridem circumsessos omnique commeatunbsp;exclusos iamque ad famem praesentissimam ac veram vitaenbsp;belloque necessariorum summam redactos inopiam ivimus as-sertuin arraata manu hoste depulso viarum ad urbem ducentiumnbsp;angustiis post acceriimum ac cruentissiraum certamen, quonbsp;plurimi utrimque cecideruiit.

Enkele brieven van prins Willem III met dankbetuigingen enz. en ter begeleiding van zeldzaamheden voor het groothertogelijknbsp;kabinet en stukken voor de schilderijenverzameling. Brievennbsp;van Belmonte en Schilders als boven , van Gronovius en Graeviusnbsp;(o a. over den dood van Heinsius 7 Oct. 1681; hij had eennbsp;groot aantal zijner papieren laten verbranden), van Pieter Blaeu.nbsp;Ook van Guasconi met berichten van denzelfden aard als boven,nbsp;o. a. over onderhandelingen met Van Mieris en Dou, over boekennbsp;betreffende Hollandsche en Vlaamsche schilderkunst.

29 Jan. 1677. vLa missione costi del ritratto del Dou quale gradirb sia pervenuto a perfezione stando bene che al Sign.nbsp;Eini di Livorno//. Een //ritratto di Dou'/ is afgezonden, //ilnbsp;quadro del ritratto// zal volgen.

5 Maart 1682. //Ho fatto diligenza per trovare il libro mi prescritto dei Pittori fiammingbi. Ne ho trovato uno che con-tiene li famosi maestri stati da cento anni in quik in linguanbsp;fiamminga con Ie sue figure.// Een ander boek voor fl6 tenbsp;krijgen is de //Accademia della Arti// (1682). Over aankoop vannbsp;schilderijen van Vlaamsche meesters een en ander in de brievennbsp;van Schilders uit Antwerpen.

No 4261. (1685—1695).

Correspondentie met Pieter Blaeu, ook over politieke zaken van omstreeks 1690; met Guasconi van denzelfden aard alsnbsp;boven; met //diversi// uit Holland. Een enkele brief van ennbsp;aan M'^illem III over geschenken o. a. van chocolade, innbsp;Toscana met de meeste zorg bereid; van E. van Dam uitnbsp;Utrecht over zeldzaamheden uit diens kabinet.

N» 4265 (1695—1699).

Correspondentie van denzelfden aard, thans met den agent Delvigna uit Amsterdam, met Van Dam enz., minder merkwaardig dan vroeger.

-ocr page 41-

S3

Verdere brieven van dezen aard over de 18'^® eeuw zal men moeten vinden in het Carleggio generale van den tijd vannbsp;Cosirao III, waar zij chronologisch gerangschikt zijn en dusnbsp;niet gemakkelijk te vinden. Verschillende deelen uit de tweedenbsp;helft der 17^® eeuw, die ik inzag, leerden mij, dat voornbsp;dezen tijd de scheiding reeds voldoende heeft plaats gehad: dienbsp;deelen bevatten verder voor ons niets van gewicht.

n® 2681. Haya. Lettere e minute di Rinuccini (1710— 1711). Gezantschapsbrieven.

n® 2634/5. Dergelijke collectie over het Congres te Utrecht (1713).

In het hier aanwezige Florentijnsche archief der familie Strozzi onderzocht ik eenige bundels Carte Strozziane, volgensnbsp;den daarvan aanwezigen catalogus bevattende eenige stukkennbsp;over Nederlandsche geschiedenis, op de volgende titels:

Alen^on, Duca di. 1578. Considerazioni di don Scipione de Castro sopra la mossa di questo Duca in favoro de’ Fiaminghinbsp;(F^i 300, a. 208). 1583. Ragguaglio della sorpresa da essonbsp;ventata della citth d’Anversa (F^ 307, a. 123).

Carnbresis. Stoggiamento dell’ esercito francese da questo luogo e impresa di Landresi. Lettere del marchese don Fernandonbsp;Gonzaga e del Bellarmino (Fa 297, a. 282).

Fiandra. .Breve descrizione di questa provincia (Fa 333, a. 1). Considerazioni di Girolamo Fiachetta, se il R e Cattoliconbsp;abbia bon fatto a dare la Fiandra e la Borgogna in dote all’nbsp;Infante Donna Isabella (Fa 297 , a. 261).

1557. Provision! del Re di Spagna in questa provincia (Fa 287, a. 16). Spese dell’ Brabante e Stati di Fiandranbsp;(Fa 287, a. 23/9) 1558. Relazione del governo del Brabantenbsp;e Stati di Fiandra (Fa 287, a. 58).

1578. Relazione degli Stati di Fiandra (Fa 297, a. 198).

1580. Come i Deputati di Brabante e Fiandra hanno a trattare col Duca d’Alen^on (Fa 297, a. 96).

1668. Discorso politico sopra i tre direttori del suo governo ed altre corti (Fa 291, a. 61, 65, 82). Uitnbsp;Zuidnederl. pamfletten.

Gravelingun. 1558. Relazione della eiornata combattutavi (Fa 287 , a. 37).

Olanda. 1673. Brief van de Staten-Generaal over een schip.

Deze verzameling bood overigens, weinig merkwaardigs aan.

Het hier bewaarde archief van de Hertogen van Urbino bevat de Carte Urbinati, op dezelfde wijze in een uitvoerigennbsp;catalogus beschreven. Hier onder de titels:

-ocr page 42-

34

Alva, Duca cl’. 1.568—1572. Lettere cli Fiandra al Duca d’Urbino. Guerra del Paesi Bassi (Fa 198).

De bundel, waartoe deze brieven behooren , bevat vele belangrijke stukken; brieven van de landvoogdes Margaretha van Parma (1559), van den in de Nederlanden dienenden kapiteinnbsp;Paolo Mario (1559). Verder eenige brieven van Ottavio Gon-zaga uit Brussel (1567—1570) o. a. een zeer merkwaardigennbsp;dd. 13 Sept. 1567 over de gevangenneming van Egmond ennbsp;Hoorne, 27 Dec. 1567 over een auto da fé te Gent, waarbijnbsp;door het omvallen van een muurtje in de nabijheid der gerechtsplaats een hevige paniek ontstond en de Spanjaardennbsp;onder het volk schoten, zoodat dooden en gewonden vielen ;nbsp;ook bescltrijving van een oproer te Doornik en een bezoek bijnbsp;Egraont en lloonie in de gevangenis, w'aar de eerste klaagdenbsp;over de nauwe bewaking en zijne onschuld buiten twijfel achtte,nbsp;daar hij slechts venijnig belasterd was: de raeening van den bezoeker was veel minder optimistisch, zoo ook die van anderennbsp;quot;da fuoriquot;. Eenige weinig beteekenende officieele brieven vannbsp;Alva. Belangrijk een aantal van Parma (1580—1592) overnbsp;politiek en krijgszaken, een paar van diens zoon Ranuccio.nbsp;Eindelijk lange reeks brieven van officieren aan den Hertognbsp;n.1. van Fabio Maschi, Ambrogio Landriani, Chiappino Vitelli,nbsp;Alphonso d’Avaloz, Guidobaldo Paciotto enz. Ook van aartshertog Albrecht.

Aremberg, Conte di. 1604—1614. Carteggio dei Paesi Bassi col Duca d'Urbino (F^ 199). Ook hierin eene groote collectienbsp;brieven van officieren uit de Spaansche legers (1600—^1629).

Austria. Margareta di. Scrive da Brussella al Duca d'Urbino. Correspondentie 1566—1583. (Fa 248).

Olanda. Ragguagli sopra l’insurezzione di 1572 (F®- 103).

Hierin tal van belangrijke brieven van officieren uit dit en de volgende jaren, vooral van den kapitein Fabio Maschi.nbsp;Aardig b.v. een van dezen officier uit Valenciennes dd. 30 Meinbsp;1572, negen bladzijden lang over de eerste indrukken door

den Geuzenopstand gemaakt____ quot;Si Deus pro nobis quis contra

nos. Quest’ è il tempo di cavalieri avanturieri, perche ne vero mai nè de Gotti nè da Turchi nè da Ostrogotti fu perseguitatanbsp;tanto la santa chiesa com’ hora da questi cani, nè fü diflesanbsp;con tanta raggione e sallute del’ anima nostra com’ al presente.quot;nbsp;Veel over de verovering van Valenciennes met een zoo kleinenbsp;bende. Beschrijving der piraten: quot;siamo nella guerra lino agl’nbsp;occhi e sinceramente ch’ habbiamo bisogno dell’ aiuto divinonbsp;prima come sempre e poi humano. Perciocche se lanube,ehenbsp;si scorge di lontano, i folgori e i tuoni, che si prevedono,nbsp;vengono a smeltire 1’acque, Ie tempeste e i rumori che minac-

-ocr page 43-

85

ciano, credo che nb havera spatio di vivere in otio, pure si Deus pro nobis quis contra nos, oltre che habbiam un Eènbsp;eosi forte a potente, che se fa temere e tremare da quasi tuttonbsp;il barbaro furore, che dove fare a mill’ heretici e rebelli suoinbsp;che pensano e vogliano assalirlo. Ancorche pin enanti passh ilnbsp;negotio e perche V. S. sia informata bene del tutto, dovenbsp;sapere che oltre gli natural! e ordinari pirati, cosi francesi,nbsp;inglesi e d’altre nation!, che scorrono sempre questi mari dinbsp;quÈl per Ie ricche merci d’Inghilterra e di Suedia e di Dane-marc e di altri luoghi circonvicini, Ie guerre di Erancia, chenbsp;inipoverita il mondo, gli tumulti d’Inghilterra e Ie rebellioninbsp;di questi stati n’ha accresciuto si gran numero e di cosi malignanbsp;uatura, che nb passa vecello che nb la riconoschino nè sinbsp;satiano di predare Ie faccolth sole, ma pare che siano nati pernbsp;nodrirsi solamente di saugue humano, tante sono Ie maniere dinbsp;crudelta che vi hanno, di sorte che necessario è che Ie navi,nbsp;che desiderano navicar o con mercantie o per altri rispetti,nbsp;vadino ben armate et in buon numero in conserva, se vogliononbsp;passar sicure, altrimente tutte perisconow. Daarna beschrijft hij,nbsp;hoe zij met 1200 man Den Briel hebben genomen , geholpennbsp;door de bevolking, en hoe Beauvoir en Wacken tegen hen ennbsp;hunne buitenlandsche helpers zijn opgetrokken.

De Biblioteca Naziomla (Uffizi) is samengesteld uit twee groote bibliotheken, de Magliabecchiana, gesticht door dennbsp;zonderlingen boekenvriend Magliabecehi uit den tijd van Cosimonbsp;III, en de Palatina.

In de eerste bevat classis XXIV handschriften over de geschiedenis van andere landen o. a. eene groote verzameling Venetiaansche Relazioni, daaronder (n° 33) die van Giorgionbsp;Giustiniano, die van zijn gezantschap in Engeland in de dagennbsp;van Maurits en Oldenbarnevelt over Holland en Vlaanderennbsp;naar huis teruffkeerde.

N'’ 55 (ad 25), bevattende de Relatio (van den nuntius apostolicus Rovenius aan paus Urbanus VIII) Belgicarum rerumnbsp;gestorum 1627—1634 totiusque Provinciae situs, werd sedertnbsp;1870 vermist.

N“ 71 (ad 21). Kopie van 1580, onderschepte brieven van Oranje aan Alan^on.

N® 94. Beschrijving van een ongenoemden zeeslag tusschen Engelschen en Hollanders door Alexander Strozzi.

In de manuscripten der Conventi G. 9 vond ik hier een fragment van het dagboek der 18 Sept. 1668 begonnen reisnbsp;van Cosimo III over Spanje, Portugal en Engeland naar de

1) Vgl. Kueleus, U., p. 273 suiv.

-ocr page 44-

36

Republiek Dit fragment, blijkbiiav opgesteld door een geestelijke, die de reis medemaakte, eindigt midden in het verhaal dernbsp;reis door Engeland en heeft dus voor ons verder geen waarde.

De verzameling Capponi bevat onder:

N® XL, cart. 123 sq. : Instruzioni per negozio della Corte di Spagna del signor Paolo Giord. Orsini, duca di Bracciano,nbsp;al signor Lod. Orsini (157 7), over bet bevel over de Italiaanschenbsp;troepen in de Nederlanden; ib. cart. 133 sq.: Instructies vannbsp;kaPdinaal Sermoneta voor den edelman Gaetano, die ondernbsp;Parma ging dienen.

N® 109, cart, 181 sq. Discorso del signor don Scipio di Castro, over het vertrek van Matthias van Oostenrijk naar denbsp;Nederlanden met een antwoord en twee. tegenantwoorden.

N® 39, cart. 360 sq. Beschrijving der regeering van Vlaanderen.

N® 189, cart. 176 sq. Bentivoglio’s werk over het Bestand.

De afdeeling Palaüna bevat onder n° 551 het ms. van Conestaggio, Istoria della guerra della Germania inferiore, ennbsp;onder n“ 890 o. a. een aantal Basia van Johannes Secundus.

De Lmirentiana, in welker klassieke omgeving Prof. Dr. Gdido Biagi den staf zwaait, de oude bibliotheek der Medici, bevatnbsp;onder de cod. Ashburnhamenses'.

N® 1766 (1690). Briefwisseling van de aartshertogen Albrecht en Andreas en Peter Ernst van Mansfeld, gouverneur vannbsp;Luxemburg (1597—1599), blijkbaar afkomstig uit de archievennbsp;te Mechelen. Het zijn circa 50 brieven met belangrijken inhoudnbsp;van militair-politieken aard.

N“ 1767 (1691). Correspondentie van Alexander van Parma met den Graaf de Hennin, Oudart de Bournonville, sire denbsp;Capres. te Brussel bijeengebracht in 1662. Het zijn een zestigtalnbsp;belangrijke brieven over politieke en militaire zaken.

N® 1772 (1866). Collectie Iluet: merkwaardige brieven van Heinsius, Graevius, Gruterus, Salmasius, Isaiic Vossius. Pélis-sier gaf daarvan een catalogus uit in de Rev. des Bibl., Janv.—nbsp;Mai 1900.

Cod. Pal. Med. n“ 123 bevat in een reusachtig handschrift het verhaal der reis van Cosimo III als erfprins 1668/3 (zienbsp;boven), versierd met fraaie potloodteekeningen en volgens dennbsp;catalogus samengesteld door Lorenzo Magalotti en Eilipponbsp;Corsini ').

Cod Pal. N® 180. Beschrijving van de kroning te Reims van koning Karei V van Erankrijk (1364), van het huwelijk van hertognbsp;Erans van Bretagne, verder van allerlei huwelijksplechtigheden

') Zie Onze Eeuw, 1901, afl. 4.

-ocr page 45-

37

in het Huis nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bourgondië ¦ ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zittingen vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het kapittel

van het Gulden nbsp;nbsp;nbsp;Vlies.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Berichtnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nicolaas denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hanaes over

zijne zending van Bohemen, waar hij den kanselier het Gulden Vlies moest overbrengen. Eindelijk uittreksels en vertalingennbsp;uit eene Vlaamsche kroniek.

Cocl. Pal. N“ 197. Anonieme Vlaamsche kroniek 1286—1408, beginnend: //Au temps du Roy Philippe Ie Bel il y avoit unnbsp;eomte de Elandrew . . . ., eindigend: «et s’en alia chacun ennbsp;son pays ounbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ailleurs ounbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bon luynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;sembla.// In dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tekst wordt

nog de dood nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hertognbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Willemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VInbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Hollandnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vermeld.

Cod. Pal N®198. Annalium Flandriae continuatio (1477—1559), van Phil. Meyer, achterkleinzoon van Jacobus Meyer. Het plannbsp;was om bij dit eerste deel nog een tweede te voegen tot 1610nbsp;maar het bleef onvoltooid. Het is 274 fol. groot en in perk. band.

De Biblioteca Riccardiana, einde der 16'*® eeuw door Romolo Ricardi gesticht, bevat ouder de cod. cart, in folio n® 1954nbsp;en 2113 de Relazione van Bentivoglio; verder 1963 de Rela-zione van Tomaso Contarini, u“ 2712 een brief van Pieternbsp;Blaeu uit Frankfort over zijn verblijf te Florence, dd. 12 Oct. 1660.

De Bibliotheca Mamccelliatm, rijk aan brieven uit de 17^® en ld**® eeuw, bevat bovendien het beroemde werk Mare Magnumnbsp;van den stichter, den Florentijnschen patriciër Francesco Maru-celli (gestorven 1703), waarin deze van alle kanten bibliographi-sche aauteekeningen bijeenbracht. Vol. 106 dezer omvangrijkenbsp;collectie handelt over Belgium en wijst tal van minder bekendenbsp;boeken over Nederland en de Nederlaudsche steden aan.

Onder de brievenverzamelingen verscheidene van Nicolaas en Daniel Heinsius aan J. B. Doni (1646/7;, van Nicolaas aannbsp;Marucelli (1653) en Bandini (1649), van Isaac Vossius aannbsp;Doni (1643), van den uitgever Wetstein aan A. F. Gorinbsp;(1743—1754), van J. A. Baunius uit Haarlem aan Doninbsp;(1609, 1632, 1639) met een antwoord van dezen dd. l5 Oct.nbsp;1639 en een grooten bundel brieven over muziek. Een aantalnbsp;brieven van Doni aan Bertius, Daniël en Heinsius (1647), Nicolaas Heinsius (1646/7), Gronovius (1647), Salmasius, Van dernbsp;Sanden (1628/9), Gerard en Isaac Vossius (1647); Tib. Hem-sterhuis aan Salvini (1711), Haverkamp aan Gori(1740—1742),nbsp;Lipsius aan Picchini (1603), Imchtmans aan Bandini (1774—nbsp;1793), Meerman aan Gori (1756), Ruhnkenius aan Bandininbsp;(1776—1786), H. A. Schultens aan denzelfde (1791), Laurensnbsp;van Santen aan denzelfde (1784 -1797), Bandini aan J. Altheernbsp;te Utrecht enz., vele van belang voor de geschiedenis dernbsp;wetenschappen.

-ocr page 46-

38

ROME

In de eerste plaats kon hier veel verwacht worden aangaande de kerkelijke geschiedenis , met name die der Roomsche Kerknbsp;in ons land van de oudste tijden, sedert de oprichting van hetnbsp;bisdom Utrecht, tot het einde der 18'^® eeuw, het algemeennbsp;eindpunt mijner onderzoekingen. In verband daarmede zoudennbsp;ook de staatkundige betrekkingen uit den 80 jarigen oorlog,nbsp;voor een aanzienlijk deel immers een oorlog ter wille van dennbsp;godsdienst ondernomen, en hier en daar ook die uit laterennbsp;tijd in aanmerking komen. Bovendien kon iu de rijke en talrijkenbsp;bibliotheken der stad menig handschrift thuis behooren of welnbsp;verdwaald zijn, dat voor onze geschiedenis eenig gewicht bad,nbsp;vooral in verband met de hier van ouds belangrijke Neder-laudsche kolonie.

Ik begon derhalve mijn onderzoek in de reusachtige verzamelingen van het Arckivio Vaücano en de Biblioteca Vaticana, waarnevens de archieven van Propaganda,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. Pietro ,

Slt;’’ Maria deW Anima en S Michele in aanmerking kwamen , benevens dat van den Campo Santo del Tedeschi — de laatstenbsp;drie wegens de daar te wachten bescheiden aangaande Nederlanders , die er tijdelijk verblijf hadden gehouden of er warennbsp;begraven. Verder moesten worden nagegaan: de BiMioteca Na-zionale Vittorio Ëmanuele, het Arckivio di Stato, de Bibliotecanbsp;Alessandrima, de BiMioteca Corsiniana , de Biblioteca Barberlniana,nbsp;de BiMioteca Angelica, de Biblioteca Vallicelliana, de Bibliotecanbsp;Casanatensis, en wat er verder aan partikuliere bibliothekennbsp;bereikbaar was. Ben wijdloopig onderzoek dus, dat wegens dennbsp;ouderlingen afstand van al deze inrichtingen en den kortennbsp;tijd, gedurende welken de verschillende kerkelijke en sommigenbsp;bijzondere verzamelingen konden bezocht worden, vrij wat overlegnbsp;noodig maakte ten einde dagelijks een eenigszins belangrijknbsp;stuk werks af te doen. Sommige inrichtingen toch — denbsp;Vatikaansche — zijn alleen des morgens (archief 84-—12,nbsp;bibliotheek 9—1) geopend en bovendien op de heiligendagennbsp;en op den Donderdag gesloten; andere — de Barberiuiananbsp;alleen op Donderdag, de Corsiniana dagelijks behalve opnbsp;Woensdag •— slechts tijdelijk geopend; de staatsbibliothekennbsp;dagelijks geopend van 9—3. Eindelijk lieerscht te Rome innbsp;verschillende inrichtingen de regel, dat men handschriften alleennbsp;tegen den dag volgend op dien der aanvrage kan verkrijgen —nbsp;van welken regel echter te mijnen behoeve herhaaldelijk werdnbsp;afgeweken.

De inlichtingen mij hier te lande vooral verstrekt door dr.

-ocr page 47-

39

G. Brom te Utrecht, die een paar jaren te Eome woonde, te Rome zelf door dr. R. Arnold, sedert jaren werkzaam tennbsp;behoeve van het K. Preusz. Historische Institut, door Mgr. F.nbsp;Ehrle S. J. van de Vatik. Bibl., Mgr. P. M. H. Denifle ennbsp;Mgr. P. Wenzel van het Yatik. archief, Mgr. G. Ehses van denbsp;Görres-Gesellschaft, dr. H. V. Sauebland, Mgr. Ant. de Waalnbsp;van den Campo Santo dei Tedeschi, Prof. Friedensburg vannbsp;het Preusz. Hist. Institut, dr. Klinkenborg , dr. Sciaparelli ,nbsp;dr. H. Quentin van Solesme e. a.; de hulp van dom Willi-BRORDO VAN Heteren , procurator van het Collegio Greco;nbsp;de welwillende steun van Mgr. F. ïarnassi, internuntius tenbsp;’s Gravenhage, van diens plaatsvervanger Mgr. Giovannini aldaar;nbsp;de krachtige medewerking van de ambtenaren der staatsarchievennbsp;en bibliotlieken , dank zij de mij verstrekte aanbevelingen vannbsp;wege de Italiaausche ministeriën van Binuenlandsche Zaken ennbsp;Onderwijs — dit alles maakte het mij inogelijk mijn arbeid innbsp;den betrekkelijk korten tijd, dien ik tot mijne beschikkingnbsp;had, af te doen. Groote diensten bewezen mij ook de voortreffelijke overzichten en studiën, uitgegeven door den Leuveu-schen hoogleeraar Alfred Cauchie, die voornamelijk in 1891nbsp;geruimen tijd wijdde aan de studie van inrichting en inhoudnbsp;der Vatikaansche en andere archieven met het oog op de geschiedenis van België. ‘) Ook de overzichten van Borgnetnbsp;Kervijn de Lettenhove en Gachard ¦*) waren mij zeer nuttig.

Allereerst dan wendde ik mij tot het Archivio Secreto della Santa Sede, dat sedert de vrijzinnige verordeningen van pausnbsp;Leo XIII veel minder geheimzinnig is dan zijn naam zou doennbsp;vermoeden, ja een der meest toegankelijke archieven van denbsp;wereld genoemd mag worden. Niet alleen worden alle verlangdenbsp;dokumenten zonder aarzeling ter bescliikking gesteld van denbsp;bezoekers, wier wetenschappelijke bedoelingen door aanbevelingnbsp;hunner respectieve regeeringen of van bekende geleerden buitennbsp;twijfel zijn , maar ook de oude en iiieuw'e registers — d,e eerstenbsp;samengesteld lang vóór iemand aan openbaarheid van archievennbsp;dacht — staan in een zijzaaltje naast de beide groote, welver-warinde en w'elverlichte werkkamers ter beschikking van hen,nbsp;die er naar vragen. Onder deze omstandigheden is de studie

’) Les archives farnésiennes a ^Naples (Bruxelles, 1890). Notes sur quelques manuscrits de 1’histoire beige a Home (Bmxelles, 1892). Notesnbsp;sur les papiers d’Etat du maréchal Antoniotto, marquis de Botta-Adorno,nbsp;a Milan (Bruxelles, 189-1). De la creation d’une école beige a Eomenbsp;(Tournai, 1896).

^) Compte-Kendu des séances de la Commission royale d’Histoire, 2« Serie, X (.1658), p. 8 suiv.

*) Bulletins de l’Académie royale, 2“*® Serie IX, p. 805 suiv.

*) Compte-Eendu des séances, 4“^® Serie, I, p 19 suiv.

-ocr page 48-

40

der documenten van vóór de Eransche Revolutie — welk gouvernement stelt thans reeds de archieven der lO**® eeuwnbsp;zonder groot voorbehoud open? — aan geene beperking onderworpen , terwijl het archiefbestuur zich met de wijze van publicatie der bestudeerde documenten niet inlaat. Een groot aantalnbsp;bezoekers, een 80tal dagelijks, waaronder alle nationaliteitennbsp;vertegenwoordigd zijn en daarvan de Duitsche het sterkst,nbsp;maakt dan ook ijverig van de aangeboden gelegenheid gebruiknbsp;en dagelijks kan de geschiedenis der Roomsche Kerk, van denbsp;oudste tijden tot het einde der 18'^® eeuw, hier sedert twintignbsp;jaren worden onderzocht tot in hare diepste verborgenhedennbsp;zonder eenigen schroom voor de waarheid, die daaruit zounbsp;kunnen worden aan den dag gebracht. Ten volle verdiend isnbsp;dan ook de in de groote werkzaal ingebrachte inscriptie; «Leonbsp;XIII P M. Historicis studiis consulens tabularii arcana reolusitnbsp;a. M.DCCCLXXX«.

Allereerst onderzocht ik dus de schatten van de pauselijke Staats-secretarie ‘). Voorgelicht door de heeren Mgr. Wenzzl, en Ehses, begaf ik mij tot de archieven der Nunciaturen tenbsp;Brussel, Keulen en Londen, waarvan algemeene inventarissennbsp;aanwezig zijn. Vooral omtrent de Keulsche nunciatuur, opgericht in 1584, was mijne verwachting hoog gespannen na denbsp;uitgave der eerste deelen van Hansen’s belangrijke verzamelingnbsp;«Nunziaturberichte aus Deutschland// uit de laatste jaren dernbsp;16'*® eeuw, terwijl de Görres-Gesellschaft en het Pruisischenbsp;Instituut zich ook met die uit de vroegere jaren dier eeuw haddennbsp;bezig gehouden. Deze uitgaven bevatten veel wat voor onzenbsp;kerkelijke en staatkundige geschiedenis van belang geacht magnbsp;worden, vooral die van Hansen, waarnaar hier alleen verwezennbsp;behoeft te worden. De geheele verzameling omvat voor denbsp;Keulsche nuntiatuur (1575—1789) 297 deelen. Sedert de inrichting der Brusselsche nunciatuur in 1596 verliest de Keulschenbsp;hare groote beteekenis voor ons land. Ik onderzocht daarvan;

Nunz Cologna, n“ 9. Dit dossier (1626) bevat voor ons weinig anders dan avvisi over den toestand hier te lande aannbsp;den nuntius, den bisschop van Tricarico; vooral over dennbsp;hevigen strijd in dat jaar tusschen Gomaristen en Arminianen,nbsp;waarvan natuurlijk voordeel voor Rome gehoopt werd, te meernbsp;omdat van Erederik Hendrik in sommige dier berichten gezegdnbsp;was //che professa intrinsecamente il Catolicismo//. Ook een ennbsp;ander over «pratica di Pace// onder voorwaarde van onafhankelijkheid van het Noorden //sotto la protessione di S. M. Cat.//;nbsp;maar de meerderheid in de Brusselsche regeering wil van zulk

') Cauchie, De la creation d’une école beige, p. 19 auiv.

-ocr page 49-

41

een compromis niet weten , ofschoon La Cueva er niet tegen is «per liberare la Finiulia dai continenti patimenti che soffre per Ienbsp;lunghe guerre di tant’anni et per il commercie delle mercanzie.«

n“ 47 (1672j bevat veel over den oorlog in het Oosten van ons land en avvisi uit het nog vrij gebleven deel der Eepubliek.nbsp;Yerscheidene belangrijke brieven van den nuntius o. a. dd. 3inbsp;Aug. 1673; «Ho sempre procurato di regolare in modo i mieinbsp;discorsi da far apparire che la Guerra di Olanda non è dinbsp;Keligione, e se gli Olandesi vogliono considere il fatto, trove-ranno l’occasioni che hanuo dato a S. M Christ, d’inimicarsinbsp;con loro, ma perche li complè di fare una mistura di reli-gione e di state, spargono cib che li pub essere vantaggioso.nbsp;1 brevi di N. S. non possono dare pretesti e spero che nonnbsp;la daranno Ie mie lettere, nel resto il corso dell’ armi non sinbsp;püo impedire e l’unione delli eserciti dell’ Imperatore a quellinbsp;dei Protestant! mi fa sperare che li riterrh del perseguitarenbsp;la causa cattolica con tanto vigore come farebbero se fosseronbsp;soli, e verisimilmente, quando anco gl’Olandesi respirassero,nbsp;doverebbero riconoscere che dell’ Imperatore è state trattenutonbsp;il loro imminente precipito e con tante perdite e con Ie rovinenbsp;che li hanno portato Ie necessarie inondationi non reparabili pernbsp;molti anni (se pure si mantengono) restaranno cosi debilitati chenbsp;li bisognera pensare piü al politico che alle loro false opinion!.«

26 Nov. 1673. Klachten van den nuntius bij dien in Spanje, dat het toch niet aangaat in de met Spaansche hulp heroverdenbsp;plaatsen het Catholicisrae weder af te schaffen. De Spanjaardnbsp;antwoordt: «haverne tenuto proposito alia Regina e che Ellanbsp;SU questa reflessione fattala fare, s’era molto commossa connbsp;vivissimi sensi di pieta«, belovende vertoogen daartegen tenbsp;zullen indienen. Utrecht is weder door de Hollanders bezet,nbsp;«la piü insegna di tutte Ie altre da loro acquistate, cosi lanbsp;piü Cattolica e nella quale piü era restabilita la Religione.«nbsp;Met Lisola wordt overlegd , of het niet mogelijk is thans denbsp;afpersingen jegens de Roomschen te doen ophouden: Lisolanbsp;zegt, dat algemeene godsdienstvrijheid niet te verkrijgen zalnbsp;zijn maar misschien eene positie als die der Arminianen; ii\nbsp;ieder geval moet men trachten tijd te winnen.

nquot; 48 (1673). Hierin veel over het beheer der Roomsche kerkzaken te Deventer en Zwolle in het voorjaar en het behoudnbsp;der rechten van den vicaris apostolicus. De nuntius vraagtnbsp;instructie dienaangaande. De bisschop van Munster «è horanbsp;tutto attento alia guerra« en heeft voor deze zaken voor hetnbsp;oogenblik geen tijd, maar men moet er op letten.

30 Juli 1673. Met betrekking tot de positie der Roomschen zal het goed zijn te wijzen op art. 13—15 der Unie van

-ocr page 50-

42

Utrecht in verband met de capitulatie der provincie en de Pacificatie van Gent, opdat het duidelijk worde //chegli Olandesinbsp;nel stabilire la loro Republioa ne exclusero i catolici nel esser-citio publico'/. Maar te Keulen is dat lastig, want men kentnbsp;er de taal niet. De nuntius voegt er brieven van prins Willemnbsp;1566 en 1572, satisfactie van sommige steden, verklaringennbsp;der Staten-Generaal uit 1632 en volgende jaren tot toelichtingnbsp;van zijn standpunt bij.

3 Sept. 1673. Munster en Keulen zijn het over de zaken der Kerk eens en de nuntius zeide «questa mane alF ambas-ciatore cesareo che gl’Austriaci secondo la loro piëta devevanonbsp;dicbiararsi apertamente con gli Olandesi, che se bene negli affarinbsp;politici discordano da sentimenti della Praucia, s’uniscono connbsp;essa in volere questa giusta soddisfattioue alia Religione cattolieanbsp;e in seguimento far tutti i sforzi possibili in ordini a cib pernbsp;sottrarsi oosi dalla taccia, che li potriano dar i zelanti saliti anbsp;gran speranza di veder retornare uelle Provincie Unite il veronbsp;culto di Dio, se non bavessero ricevuto validi socorsi.w

Veel in deze brieven over de positie der Roomschen in deze jaren , avvisi, pamfletten , prenten enz.

Nïinz Fiandra. De papieren der Brusselsehe nunciatuur *) beginnen met enkele brieven van de kardinalen van Imola ennbsp;St. George (1553/4) en van den nuntius aartsbisschop vannbsp;Conza (1553/5), daarna die van den nuntius Mgr. Malvasianbsp;(1592/4). De volledige reeks begint met 1607 en loopt innbsp;135 volumina in drie groote kasten (eindpunten 1681, 1724nbsp;en 1790) geborgen geregeld door. Een tweede reeks (1605—nbsp;1795) omvat 59 volumina.

nquot; 1 (1583/3). Bevat veel over den oorlog aan de Franscbe grenzen, zoo goed als niets voor dien aan de staatscbe zijde.

nquot; 2 (1553/4). De papieren van den aartsbisschop van Conza; brieven over krijgs- en hofzaken, belangrijke gesprekken metnbsp;Karei V over kerkelijke zaken , vooral over de kerkelijke goederennbsp;(dd. 13 Oct. 1555), evenzoo met koningin Maria, de landvoogdes.

n° 3 (1592/4). Brieven van Mgr. Malvasia, wederom boofd-zakelijk over den oorlog aan de Franscbe grenzen en bet aandeel daarin van het pauselijke hulpleger, een enkele maai over den oorlog in bet Noorden, waarop de aandacht blijkbaarnbsp;minder gevestigd was.

n“ 4 (1592/9). Brieven van Parma aan den paus over zijne veldtochten in Frankrijk, zeer belangrijk. Verder brieven van

q Cauchie geeft in zijne Creation d’une école beige a Borne, p. 20 suiv. een beschouwing over deze nuntiatuur met eene lijst van nuntii ennbsp;internuntii en de door hem hier en elders gevonden stukken betreffendenbsp;de nuntiatuur.

-ocr page 51-

4.3

de pauselijke officieren in Frankrijk o. a. van den bevelhebber der troepen aldaar, kolonel Appio Conti; ook van den pause-lijken agent te Brussel Ridolfi Baglioni, maar weder meernbsp;over Frankrijk en de Franscbe zaken.

Zoo gaat deze reeks door, totdat met het 11'^'^ deel in 1596 de vaste nuntiatuur aanvangt. Over het algemeen levert echternbsp;het archief der Brusselsche nuntiatuur betrekkelijk weinig voornbsp;onze geschiedenis op; zij was de nuntiatuur voor de nog aannbsp;Spanje behoorende en gehoorzame gewesten. Alleen omtrent denbsp;veldtochten van Frederik Hendrik in Brabant en den toestandnbsp;der Katholieke Kerk in die omstandigheden is hier een ennbsp;ander belangrijks te vinden, ook over de kerkelijke geschiedenisnbsp;van de streken, die thans onze provincie Limburg uitmaken ennbsp;gedeeltelijk onder Spanje stonden, o, a. Yenloo en Roermond.nbsp;In de afdeeling Nunz. Inghilterra, n° 2, ligt nog een bundelnbsp;Fiandra 1574/9 maar wederom alleen van belang voor dennbsp;oorlog in Vlaanderen, vooral d en om Doornik en St. Omernbsp;(1583). Toeh is het mogelijk, dat zich in de bijna 200 voluminanbsp;dezer nuntiatuur, waaronder eenige uit bloote registers bestaande,nbsp;nog enkele zaken voor onze geschiedenis van belang zijn.

De tweede afdeeling, die ik onderzocht, was die der Lettere dei Fescovi e prelati *), der brieven van bisschoppen en prelaten,nbsp;waarvan min of meer nauwkeurige opgaven in den voortreffelijkennbsp;ouden catalogus van Garampi worden gegeven. De verschillendenbsp;bisdommen zijn hier onder hunne latijnsche namen in alfabetische volgorde aangegeven, de brieven in niet nauwkeurignbsp;gevolgde chronologische orde met aanwijzing meestal van denbsp;oudere werken (Martène en Durand, Mabillon, Muratori, Lünig,nbsp;Mansi, Freher, de Acta Sanctorum, enz ), waarin zij afgedruktnbsp;zijn: de nieuwere drukken zijn zeer onvolledig aangegeven.nbsp;Het ware te wenschen, dat het door den ijverigen en nauw-keurigeu Garampi in het midden der 18''® eeuw gegeven voorbeeld,nbsp;door anderen was nagevolgd en op zijn wijze was voqrtgezet.nbsp;De '/schedae alphabeticae» betreffende de bisschoppelijke brievennbsp;kunnen tot aanvulling van den catalogus dienen. Het onderzoeknbsp;in deze verzamelingen wordt bovendien zeer belemmerd doornbsp;de omstandigheid, dat de Bibliotheek van het Vatikaan, dienbsp;in het bijzonder slechts in verband met de studie der hier bewaarde documenten is verzameld, voor onze geschiedenis zeernbsp;slecht is voorzien; ik vond er behalve een paar losse boekennbsp;slechts de Werken van het Historisch Genootschap te Utrechtnbsp;die der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Zal mennbsp;kunnen nagaan, welke van de hier bewaarde brieven gedrukt

’) Fgl. CauoMe, Creation d’une école beige, p. 35.

-ocr page 52-

44

zijn , dan is het allereerst noodijr hier eene verzameling van de voornaamste werken over kerkelijke geschiedenis van onsnbsp;land, vooral van de bronnenpublicatiën aan te leggen. Ik vestigdenbsp;op deze onafwijsbare noodzakelijkheid de aandacht van de redactiën der Archieven van het aartsbisdom Utrecht en het bisdomnbsp;Haarlem; ook die der Archieven van de bisdommen in hetnbsp;Zuiden zouden der studie een belangrijken dienst bewijzen,nbsp;wanneer zij een volledig exemplaar van hunne uitgaven naar denbsp;Vatikaansche Bibliotheek zonden. De uitnemende bestuurder dezernbsp;Bibliotheek, Mgr. F. Ehele S. J. , is zeer bereid van zijne zijdenbsp;van wege het Vatikaan uitgegeven werken in ruil af te staan.nbsp;Ook werken als Beka, Heda, Yan Heusden en Yan Rijn, hetnbsp;Bullarium Trajectense, de oorkondenboeken der verschillendenbsp;provinciën dienden hier aanwezig te zijn. In het algemeen zijnbsp;deze zaak den beoefenaars onzer kerkelijke geschiedenis aanbevolen.

Dat hier een schat van bisschoppelijke brieven aanwezig is, blijkt uit het feit, dat Garampi’s catalogus der 230 deelennbsp;alleen op het hoofd Trajecteims niet minder dan 16 folia metnbsp;dubbele kolommen (fol. 1678—1693) aangeeft, waarop honderden van die brieven sedert den tijd van Willebrord zijnnbsp;aangeteekend. Minder talrijk zijn de brieven van de prelatennbsp;der andere bisdommen sedert 1559 hier te lande. Het zounbsp;noodig zijn van een en ander eene volledige lijst samen tenbsp;stellen met aanwijzing, of de bedoelde stukken al of niet gedruktnbsp;zijn, een arbeid, die op zichzelf eenige weken in beslag zounbsp;nemen. Wat de latere bisdommen betreft, niet alleen over hunnenbsp;oprichting tuaar ook over hun verval en over de twisten, dienbsp;tot het ontstaan der oud-katholieke Kerk hier te lande aanleidingnbsp;gaven, is hier een en ander te vinden, ook over de verhoudingnbsp;dier Kerk tot Rome in de IS*'® eeuw.

Dergelijke verzamelingen zijn de Letlere di Principi e Tiiulati (210 deelen), de hellere di Parlicolari (213 deeleii), de hellerenbsp;di Soldali (79 deelen), alle chronologisch gerangschikt en zondernbsp;andere aanwijzingen dan die in de zeer algemeene inventarissennbsp;met opgave van de jaren , waarover de deelen loopen , zoodat hetnbsp;noodig zou zijn al deze deelen stuk voor stuk na te gaan. Ik deednbsp;het met eenige uit ieder der rubrieken maar vond niets van belang.nbsp;Het is trouwens ook niet waarschijnlijk, dat uit den tijd der 17'''= ennbsp;18‘i® eeuw , waarover deze brieven voornamelijk loopen, belangrijkenbsp;correspondenties uit de Republiek daarin aanwezig zouden zijn.

Belangrijker voor onze geschiedenis is de afdeeling Miscellanea'''), waarvoor wederom de onvermoeide Garampi een voor

1) Cauchie, Creation d’une éoole beige, p. 36. Zij is samengesteld uit eenige in lateren tijd verkregen bijzondere archieven.

-ocr page 53-

45

zijn tijd voortreffelijken chronologischen en alphabetischen index vervaardigde op de meer dan lOÜÜ deelen. Daarnaast is nog eennbsp;andere chronologische index, die nog meer stukken bevat maarnbsp;wegens het gebrek aan een overzicht der materie zeer moeilijk tenbsp;gebruiken is. Yan een deel der verzamelingnbsp;bestaat een goeden inventaris, in 1890 bewerkt door Dr. Scblecbt.

Ik vond hier onder de volgende hoofden een aantal belangrijke stukken.

Alanzon. (Mei 1581). Brief van de Staten-Generaal, of hij het protectoraat in de Nederlanden zal aannemeu.

Austria. Tal van brieven van het huis tlabsburg.

Belgium. Instructie voor den bisschop van Feltre, nuntius, (14 Sept. 1513).

Pauselijke breve aan koningin Maria (1535).

De bisschop van Verona over zijne reis als pauselijk legaat (1537).

Brieven van kardinaal Polo, legaat (1553—1555).

Storia delle cose ed eresia di Eiandra (1560—1571).

Eelatio negotii ereetionis novorum Episcopatuum (7 Juni 1561), te Eome opgesteld door Gerard van Groesbeek, dekennbsp;van Luik, Levinus Torrentinus, aartsdeken van Brabant, ennbsp;Joh. Fonckius, en gericht tot den aartsbisschop van Keulennbsp;en zijne bisschoppen (arm. 64, t. 11, u» 179).

Instructie voor den nuntius in Spanje ter gelegenheid der voorgenomen reis van Philips II (6 Maart 1567).

Meening van den paus over de zaken van de Nederlanden (1566).

Avvisi uit de Nederlanden (1567—1572).

Voorstellen der Universiteit te Leuven over de middelen tegen den opstand (1573).

Avvisi over tlugenootsche predikers in de Nederlanden (15 Juli 1568).

Brieven aan Requesens over een kanonikaat te Utrecht (14 Mei 1574).

Brief uit het hof te Brussel (24 Nov. 1574).

Brief over een gesprek van den pauselijken nuntius in Spanje met Philips II over den oorlog in de Nederlanden (Nov. 1574).

Instructie voor den nuntius bij den Keizer over de Pacificatie van Gent (1576).

Instructie voor den nuntius Rossano bij den Keizer over de Nederlanden (29 Aug. en 9 Sept. 1578).

Instructie over een accoord in de Nederlanden (1578).

Onderhandelingen van Rossano met den Keizer daarover (1578—1580).

Erief aan Del Rio '/de rebus belgicis// (1578/9).

Eelazione dello stato della Religione in Eiandra e del Seminarie inglese (1578).

-ocr page 54-

46

Stukken over de onderhandelingen te Keulen (1579).

Instructie voor den nuntius Malaspina betreffende de Nederlanden (1581).

Toestand in de Nederlanden (1588).

Informazione dello stato della provincia di Olanda (1602).

Brieven aan den nuntius te Brussel (1605—1609).

Brieven van Bentivoglio (1609—^1614).

Instructie nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aartsbisschopnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Patras,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nuntius

(1 Mei 1621).

Instructie nbsp;nbsp;nbsp;voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aartsbisschopnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Conza ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nuntius

(23 Mei 1626).

Instructie voor den nuntius Falconieri (Maart 1635),

Informatie over de macht van den nuntius te Brussel (Mei 1642).

Kedenen voor de opheffing van de jurisdictie van den nuntius te Brussel in de door Frankrijk bezette streken in de Nederlanden (1673).

Kelazione van den nuntius Bevilacqua over den vrede van Nijmegen (1678).

Brieven van den vicarius apostolicus, aartsbisschop van Sebaste (1692—1698).

Aeta Congregationis Sancti Officii over den twist tusschen de Jezuieten en zoogenaamde Jansenisten in de Nederlanden (9nbsp;Sept. 1698).

Een en ander over hetzelfde onderwerp (1698).

Over de middelen om den vrede in de Nederlanden te herstellen (1580).

Instructie voor Pietro Gaetano als bevelhebber ouder Parma.

Instructie van Urbauus VIII voor den nuntius te Brussel.

Relazione betreffende het Brusselsche hof tijdens Urbanus VIII.

Over de vereeuiging der abdijen met de nieuwe bisdommen in de Nederlanden.

Votum van 7 kardinalen over de nieuwe bisdommen, door Philips II gevraagd.

Over de verkiezingen in de Nederlandsche kloosters.

Avvisi over den toestand der katholieke Kerk in de Nederlanden.

Over de noodzakelijkheid om geen gewetensvrijheid in de Nederlanden toe te staan.

Over de klachten van den nuntius bij Granvelle betreffende de rechten der pauselijke inquisitie in de Nederlanden.

Burgundia. Instructie voor den bisschep van Sebenico als nuntius aldaar (15 Febr. 1476).

Antwoord van Pius II aan de gezanten van Bourgondië.

Burgimdius [Balth). Dood van den moordenaar van prins Willem (14 Juli 1563).

Buscoducensis. Brief van den Bisschop aldaar (24 Jan. 1585).

-ocr page 55-

47

Colonia. Veel over den vredehandel (1579—1580).

Grmwelle. Brieven van 14 Juni 1561, 11 Jan. 1562, 16 Maart, 4 April, Mei, 4 Juli, 5 en 10 Dec. 1563, 6 Febr. en 10nbsp;Dec. 1564.

Gkeldria. Brief van hertog Karei (1525).

Toestand der kerk van Gelderland (1602).

Hadrianus VI. Veel materiaal voor zijne levensgeschiedenis

Harlemen. Stukken over het bisdom (1703—1705).

Holland,ia. Toestand der Kerk in Holland (1602).

Strijd tusschen den vicarins apostolicns en de Jeznieten (1611).

Omgang met ketters en doopkwestiën (1668).

Diario della guerra tra il Vescovo di Mnnster e gli Olandesi del di 2 di Giugno al Luglio (1672).

Over de onrechtvaardigheid der Fransche oorlogsverklaring (Nov. 1688).

Relazione dello stato delle missioni d’Olanda (16 Mei 1694).

Brief van den vicarins apostolicns en acta der Congregatie over den toestand der missie (1694).

Over het «Jansenisme// in de Republiek (1697).

Memoriale van de wereldlijke geestelijkheid over laster tegen haar ingebracht (1698).

Antwoord op dit memoriale (1699).

Verschillende brieven van den vicarius-apostolicus over een en ander.

Middelen tot herstel der Kerk in Holland aan den unntius Gropper aangeboden (1576), n.1. door inrichting van Jezuïetencolleges in de voornaamste steden van het gewest, daar denbsp;Leuvensche academie niet genoeg theologen oplevert en velenbsp;pastoorsplaatsen verlaten zijn. Er is kwestie van Utrecht als middelpunt dier actie maar de aartsbisschop aldaar moet worden aangezet.

Verslag omtrent een watervloed in Friesland.

LrndanuH. Brieven aan hem dd. 17 Dec. 1560, 31 Juli 1561, 16 Dec. 1574 en 11 Jan. 1575 (deze over beleg en ontzet vannbsp;Leiden, heel aardig, arm. 64, t. 11).

Zijn appèl op den pauselijken stoel tegen de afkondiging der Treutsche decreten (15 Aug. 1565).

Brief van Philips II aan hem (4 Oct. 1565) in antwoord op zijn brief over den toestand der ketterij, door Lor. dinbsp;Villavicenzio overgezonden. De koning betreurt, dat hij zijnnbsp;post als inquisiteur heeft nedergelegd, en getuigt zelf: //pronbsp;religione tuenda et opes et vitam profundere decrevimus//.

’) De Q-örres-G-esellschaft heeft volgens vriendelijke mededeeling van Mgr. Ehses veel over hem verzameld, dat aan Holler bij de .samenstellingnbsp;van zijn boek onbekend was gebleven. De bewerker van een en andernbsp;is Dr. Von Domarus, archivaris te Wiesbaden.

-ocr page 56-

48

Acta der vergadering van bisschoppen en theologen te Kamerijk (1567), rnet appendix van Lindanus (arm. 64, t. 11).

Brief van Lindanus aan den pans (14 Maart 1582).

Zijn plan tot oprichting van een Nederlandsch college te Rome bij de Vatikaansche Bibliotheek (14 Kebr. 1585).

Zijn wensch om eenige dogmata uit katholieke boeken weg te laten.

Monasteriuw.. Brieven van den Munstersehen bisschep over de kerkelijke zaken van zijn bisdom (24 Juli en 7 Oct. 1672).

Dagboek van den oorlog (zie boven).

Instructie voor den pauselijken nuntius bij de vredesonderhandelingen aldaar (1644/5).

Buraemundeiisis Brief van Lindanus (29 Nov. 1574).

Terranova Stukken over de onderhandelingen te Keulen (1579).

Een andere afdeeling wordt gevormd door het archief van den Engelenburg., ’) over het algemeen stukken van veel belang,nbsp;maar niet voor onze geschiedenis zooals een globaal onderzoeknbsp;mij leerde. Misschien nog een en ander in de zeer verwardenbsp;collectie der Fragmenti.

Dan nog de archieven van de familie Borghese., in 1891 met die van het Yatikaan vereenigd en thans zeer voldoende gecatalogiseerd in vierserieën, waaruit ik de volgende stukken aanteekende :nbsp;Serie 1,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4. Fransch-Engelsch-Nederlandsche zaken (1572—

1585), met name over de gevangenneming van eenige Nederlandsohe heeren (1577, carta 101).

// nbsp;nbsp;nbsp;I,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Discorso overnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den oorlog in de Nederlanden.

// nbsp;nbsp;nbsp;I,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;45.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Antwoordnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den spaanschen Staatsraad over

de vredesonderhandelingen

n I, 118. Bentivoglio’s Relazione aan kardinaal Borghese (1613).

// I, 60. Avviso over de onderhandelingen van Haga te Constantinopel (1612), carta 240.

// I, 155—161. Over vredesplannen in de Nederlanden tijdens Urbanns VII.

// I, 259—272. Bericht aan de Curie over de Nederlanden (1613).

n nbsp;nbsp;nbsp;I,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;304.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Relazionenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bentivoglio (1613).

n nbsp;nbsp;nbsp;I,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;404.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Relazionenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bentivoglio over de Vereenigde

Nederlanden.

// I, 511. Brief van prins Philips Willem aan kardinaal Borghese (1608), carta 41.

n I, 513 (cart. 7812). Brief van prins Philips Willem aan Paulus Y (1606).

*) Vgl. Cauchie, p. 38.

-ocr page 57-

49

Serie I, 595. Instructiëii voor den nuntius aan het hof van Bourgondië, vooral over den voorgenomennbsp;ïurkentoeht (1476).

// I, 596. Brief namens paus Pius V aan den nuntius in Spanje over de Nederlanden (1567), carta 415.

// I, 914. Brieven aan Bentivoglio , aartsbisschop van Rodi, nuntius in de Nederlanden (1609—1613).

'/ I, 959. Brieven van den nuntius (1617—1620).

quot; I, 966. Avvisi over den oorlog (1605).

// nbsp;nbsp;nbsp;II, 3. Brevis descriptie status in quo est Eccl. Cath.

in partibus Belgii ab hereticis occupatis (cart. 189).

Begin ; »ex septemdecim Belgii Provinciis septein integrae ...; slot; wquodsi deinceps aliqua fuerit orta difBcultas parati eri-mus in satisfaotionem 111. G. V. et cuivis iuste poseenti anbsp;nobis ratiouem.'/ Uit den tijd na den dood van Sasbout Vosmeer.nbsp;Daarop volgt fol. 199 een tweede Descriptie Status in quonbsp;nunc versatur Religie Catholica in Conf. Belgiis (1617), beginnend ; win Hollandia ceterisque eidem unitis Belgii provinciis'/...,nbsp;eindigend (fol. 206): //et fervore fovere vere heroicum erit etnbsp;summe meritorium// Verder nog (fol. 211 sq.) een aantalnbsp;kopiëen van placita betreffende naar de Nederlanden gezondennbsp;nuntii, n.1. dat voor den bisschep van Acqui (1537), datnbsp;voor den aartsbisschop van Rossauo (1538), dat voor den bisschepnbsp;van Pano (1548), dat voor den aartsbisschop van Damascusnbsp;(1607), dat voor den aartsbisschop van Rodi (1608). Belangrijknbsp;is vooral dat van 1548 met allerlei bepalingen over de beschikking over beneficiën en parochiën alleen voor ingeborenen ofnbsp;ten minste de taal kennenden, verbod van dispensatie voornbsp;bastaarden , verbod van beroep op buitenlandsche rechters , enz.nbsp;Serie II, 17. Relazione van Bentivoglio.

// nbsp;nbsp;nbsp;II, 65. Relazione al Papa sovra i Vescovati (1559).

quot; nbsp;nbsp;nbsp;II, 70. Brieven van aartshertog Albertus (1605—1620).

// II, 98. Brieven van den nuntius te Brussel (1605-^1614).

// II, 108—116. Brieven uit Brussel (1606—1620).

// II, 136—7. Idem (1614—1617)

// II, 138. Idem uit Luik (1613/4).

// II, 365. Brieven in cijfer van de nuntiatuur te Brussel.

// II, 403. Instructie voor den nuntius Sanseverino (2 Juni 1619). Voor het Zuiden is de toestand der katholieke Kerk zeernbsp;bevredigend, want de //piëta e bonth di quei Principi//zijn bekend en //]e cose della Religione// zijn thans, dank zij dennbsp;bisschoppen, //che sono generalmente assai pii e zelanti//, innbsp;//assai buon termini.// Op fol. 8 tot 123 over het Noorden,nbsp;waar, //se bene non hanno libero l’esercitio della Religione,

4

-ocr page 58-

50

godono iiondimeno molta liberta e particolarmeute in Olauda.'/ Ten gevolge der laatste twisten '/Ie cose dei cattolici liannonbsp;fatto gran miglioraraento et si e inteso che dei medesimi here-tici abbraccino molti la vera Religione // De Sjnode is nunbsp;bijeen. quot;In dette Provincie è uu vicario generale, al qualenbsp;N. S. pensa di dare titolo vescovale come haveva ii suo pre-decessore nel qual caso V. S. ne sara avisata.quot; Ouder hemnbsp;dienen 240 quot;sacerdoti secolariquot;, die quot;lunghe e gravi diseordiequot;nbsp;hebben vooral met de Jezuïeten in weerwil van het 1610 getroffen vergelijk, dat de nuntius zooveel mogelijk moet handhaven. Vooral op te letten, dat de vicarius apostolicus en denbsp;vicaris van Haarlem zich niet te veel jurisdictie over hunnenbsp;priesters aanmatigen, want de nuntius te Brussel meent tenbsp;bemerken , //che il lor governo sia troppo despotico assumendosinbsp;quasi un assoluto dominioquot;, zoodat het noodig was in hetnbsp;geval van twee pastoors, die zich te Eome beklaagden, quot;unanbsp;gagliarda ammonizione// te geven, quot;acciochè si moderassero etnbsp;si eontenessero nei loro segni.quot; Ook de ondergeschikten moetennbsp;niet te veel praats krijgen. Omtrent den toestand in Brabant ennbsp;Twente tijdens het Bestand moet hij in overleg met den nuntiusnbsp;te Parijs zich strikt houden aan het verdrag van 1609. Tenbsp;letten op de veelbesproken plannen tot invoer van ketterschenbsp;boeken in Portugal en Spanje en op de plannen der Staten in denbsp;Middellandsche Zee, waardoor zelfs de Kerkelijke Staat bedreigd wordt.

Serie II, 428. Brieven enz., ook uit de Nederlanden (1640-1620). Hierin de instructie van den nuntius, bisschop van Otrantonbsp;(dd. 27 Juni 1617), voor het Noordeu geheel gelijk aan dienbsp;voor Sanseverino. Verder brieven van Otranto;

1 Aug. 1617. Over de tw'ee Hollandsohe priesters bovenbedoeld. Verder een en ander over de expeditie van Johan van Nassau naar Venetië.

23 Sept. 1617. Over een katholiek edelman in Utrecht, die den Staten zijne beide zoons in //religione Ugonotta// beloofdenbsp;op te voeden om hen in het oog der Staten voor de kanoni-katen verkiesbaar te maken. Verder over den dood van Philipsnbsp;Willem en over diens bezittingen.

6 Oct. 1618. Eovenius //fa restar perplesso N. S., se debba dargli il titolo di Vescovo o nb, perche non vorrebbe che connbsp;accrescerli dignita in vece di maggior frutto ne resultassenbsp;effetto contrario, e perb prima di pigliare altra resolutionenbsp;mi ha ordinato di serivere a Lei, che ella procuri dichiararsinbsp;d’ogni dubbio et d’assieurarsi bene de particolari continutinbsp;nella sudetta inclusa eopia senza mostrar di haverne ordininbsp;di qua, acchiochè liberandosi la S. S. con la relatione de V. S. da

-ocr page 59-

51

ogui perplessita, possa pigliar la risolutioiie che stimera esser piu convenieute. Non resta dunque ella di scriverne insieme quelnbsp;che 8. A. ha stabilito di dare al sudeUo Rovenio per poternbsp;sostentar la dignith vescovale et il Signore la feliciti'/.

5 Jan. 1619. Als 8. A. quot;se persista nell’istessa oppinione, che si dia al detto vicario un titolo di vescovo et di piu avvisisenbsp;da questo, sia per seguir uessun pregiudizio o danno alia Reli-gione et ai cattolici et particolarinente ne possi causar commo-tione negli altri operarii.//

5 Jan. 1619 Avviso, dat de ketters in hun Synode ook met de Katholieken willen disputeereu. Maar men moet ditnbsp;vermijden , want zij hebben geen oordeel over de ware religie.

Dan volgt de instructie voor den nuntius, aartsbisschop van Bari, dd. ‘23 Oct. 1615. Ook diens brieven, die voor onzenbsp;geschiedenis weinig belangrijks bevatten; een en ander over denbsp;twisten tusschen de seculiere en reguliere geestelijkheid.

Eindelijk brieven van Bentivoglio, vooral 19 Juli 1614 over den titel van den te benoemen vicaris apostolicus, metnbsp;aanwijzing aan den nuntius om de meening te vragen van dennbsp;Aartshertog over een episcopaat in partibus infidelium. Beslotennbsp;wordt volgens brief van 8 Sept. 1614 den kanunnik van Olden-zaal eenvoudig vicaris apostolicus te maken en later nog eensnbsp;te handelen over een mogelijken bisschopstitel. In deze brievennbsp;ook een en ander over de regeling der inkomsten van dennbsp;vicaris en over de voorgestelde toelating van Bngelsche kooplieden en arbeiders te Antwerpen //per introdurvi Ie arte etnbsp;lo spaccio di panne//, zeer bestreden uit vrees voor het slechtenbsp;voorbeeld der ketterij.

Serie III, 7 fol. 42. Brief van bisschep Hendrik van Roermond over den toestand van het bisdom (1609).

// III, 18. Afschriften van brieven van nuntii o. a. uit de Nederlanden (1595—1602).

// 111, 40. Brieven van Mgr. Ott. Frangipani, bisschop van Tricarico, nuntius in de Nederlandennbsp;(1596—1604).

// III, 45a. Brieven uit de Nederlanden o. a. over het Bestand en de onderhandelingen van Spinola (1608).

// nbsp;nbsp;nbsp;III,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;50a.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Brievennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o. a. van Philips Willem van Oranje.

// nbsp;nbsp;nbsp;III,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;51=.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Brievennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uit de Nederlanden (1606—1620).

// nbsp;nbsp;nbsp;III,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;74a.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(carta 46). Over de oprichting van Jezuieten-

colleges in Holland (1576).

// III, 80. Inventaris van allerlei brievenregisters (1574— 1589), ook betreffende de Nederlanden.

// III, 88e en f. Brieven van Albertus en Isabella,

// nbsp;nbsp;nbsp;III,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;92b.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kerkennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Brabant (1514—1594j.

-ocr page 60-

Serie III, 105. Over den handel van het Zuiden met Holland en Zeeland (1579).

n III, 98 (1—3). Brieven van de Brusselsehe nuntiatuur (1600/1).

quot; III, 127. Stukken over een pastoor in de Streek (1619) en over de woelingen (1616). Daarover eenigenbsp;brieven van den nuntius aan Eovenius ennbsp;omgekeerd, met name over den pastoor, dienbsp;benoemd was door den nuntius, welke benoeming door Eovenius heftig werd bestredennbsp;en voorloopig niet erkend.

'/ IV, 47. Over den oorlog (1605).

// IV, 63. Avvisi 1693/4.quot;

quot; IV, 122. Eelazioue van Bentivoglio over het Bestand.

// IV, 242. Minuten van brieven aan den Generaal der Zocoolanti uit de Nederlanden (1597).

// IV, 243. Avvisi o. a. uit Brussel (1588).

// IV, 252. Avvisi uit het Hollandsche college te Keulen (1616),

Ten slotte onderzocht ik hier in den catalogus, betiteld Chime di Horna. om te zien wat hier te vinden was over enkelenbsp;Eomeinsche kerken en kerkelijke instellingen, door Nederlanders gesticht of veel bezocht.

In de eerste plaats kwam daarbij in aanmerking de oude Friezenkerk San Michele in Sassia, in baren tegenwoordigennbsp;vorm uit de 12'^® of 13''® eeuw, met haren fraaien klokketorennbsp;en overblijfselen der oude bouworde uit dien tijd herinnerend aan de aanwezigheid der reeds in de 8®*® eeuw genoemdenbsp;quot;schola Frisonum//, de Friesche kolonie in den Borgo bij denbsp;St. Pieter*). Ilerhaaldelijk bezocht ik haar en haar omgeving,nbsp;waar het oude kapelletje, dat men langs eene Scala Santanbsp;(in Borgo S. Spirito) bereikt, misschien de herinnering aannbsp;het oudste bedehuis der kolonie bewaart.

Van haar archief is niet veel meer over. Men meent *), dat het laatste overblijfsel ervan te gronde is gegaan bij dennbsp;vreeselijken Sacco di Eoma (1527), toen de woeste benden vannbsp;Karei van Bourbon en Philibert van Oranje op deze plaatsnbsp;in den ook in de Middeleeuwen herhaaldelijk door brand ennbsp;verwoesting bezochten Borgo de Eeuwige Stad binnendrongen.nbsp;In dat der Pieterskerk, onder wier beschermend toezicht denbsp;S. Michele sedert het begin der 16'*® eeuw staat, vond ik echternbsp;nog een bundeltje, waarover later. Hier, in de Vaticaanschenbsp;archieven, wordt in beschrijvingen van kerken en kerkvisitaties

') Vgl. daarover Q-regorovius, G-eschichte der Stadt Eom, II, S. 470.

Gregorovius, VIII, S. .586.

-ocr page 61-

53

der XT'!' eii 18'*' eeuw lierliaaldelijk van deze kerk melding gemaakt, met name in de aanteekeiiingen van den Bomeinschennbsp;geleerde Brutio uit het laatst der 16^® eeuw. Vooral de inscriptie uit de 13'^® eeuw, die nog in de laatstelijk omstreeksnbsp;1760 gerestaureerde kerk aanwezig is heeft de aandachtnbsp;getrokken; men vindt haar o. a. in het ms. Z, 35, p 346/8. Verschillende rass. met bovenvermelde aanteekeningen zijn zeernbsp;onvolledig, zoodat vroeger daaruit aangeteekende plaatsen nietnbsp;meer zijn terug te vinden (zoo Z. 30, p. 64;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;26, p. 47);

anderen bevatten niets bijzonders dan alleen de aanteekening, dat er eene visitatie heeft plaats gehad, voor deze kerk ondernbsp;Urbauus VIII (N. 79, p. 514) en Alexander VII (N. 54,nbsp;p, 264). In Z. 73, p. 229 staat in den wCompendio delle chiesewnbsp;van De Soto (1575), dat op den octaaf van St. Michiel denbsp;'/Scala Santa// door velen hier op dezelfde wijze pleegt beklommennbsp;te worden als die bij het Lateraan ter verkrijging van //indul-gentia pleuaria// en //liberatione d’una anima della pena delnbsp;Purgatorio'/. Z. 30 , fol. 272 vermeldt, dat //clerici dicte ecclesienbsp;veudiderunt Latino Ostiensi et Velletriensi episcopo cardinalinbsp;solum quod est prope ecclesiam S. Michaelis, in quo aedifi-catum est Palatium dioti cardinalis et murus, qui est secusnbsp;viam publicam juxta quod dicitur aliquando Poza fuisse, itemnbsp;murutn antiquum qui fuisse dicitur de j/alatio Nerouiano etnbsp;est ex opposite campanilis dicte ecclesie in parte australi innbsp;monte (vid. Buil. Julii II, a. 1508'.// Ms. II. 3, 1, p. 504 ennbsp;783 vermelden eene //exemptio et protectie privilegiorum pronbsp;hospitali S. M. in Saxia de ürbe// en een //Diploma Johannisnbsp;Angliae regis favore hospitalis apud ecclesiam S. M. in Saxianbsp;de Urbe.//

De tweede instelling , die voor onze landgenooten van belang is, is het in 1399 door Joh. Petri van Dordrecht gestichtenbsp;hospitaal met kerk .S. Maria deW Anima, gelegen in de Vianbsp;dell’ Anima. Ook over deze kerk bevatten de aanteekeningennbsp;van Brutio e. a. vele bijzonderheden, die duidelijk in het'lichtnbsp;stellen, dat deze //pro natione Alemanoruruquot; gevestigde instelling ook nog in de 16'^“ en 17'*'' eeuw voor Nederlanders toegankelijk werd geacht (vgl. ms. Brutio, 14, p 198; 15, p.nbsp;212; 20, p. 249; 21, p. 266; Z. 30, p. 206 en 73, p. 209;nbsp;N. 26, p. 29). Ook van deze kerk vindt men hier verscheidenenbsp;visitaties vermeld, n.1. onder Pins V (N. 2, p. 56) en ürbanusnbsp;VllI (N. 77, p. 714). Verder nog allerlei aanteekeningen innbsp;Verschillende registers over uitbreiding van kerk en kerkhofnbsp;en voorrechten aan de kerk toegekend.

') Vgl. Acta SS. i. d, 19 Aug. (Aug. UI, p. 710), waar zij is afgedrukt uit een ms. „ex arebivo basilicao S. Petri”, waarover later.

-ocr page 62-

54

Behalve de reeds vermelde verzamelingen en catalogi zijn er ook nog andere, die, zorgvuldig en met opoffering van veelnbsp;tijd geraadpleegd, voor onze geschiedenis zeker veel zoudennbsp;kunnen opleveren. Ik noem daaronder in de eerste plaats denbsp;reusaehtige collectie der registers van de pauselijke kanselarij '),nbsp;waaruit o. a. dr. Brom voor zijn//Bullarium Trajectense//zooveelnbsp;putte, de zoogenaamdenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V aticana, Regesta Avenioniensia fü

Regesta Lateranensia, beginnende met het einde der 12'''’eeuw. Zij vormen eene verzameling van meer dan 4000 deelen, waarvannbsp;slechts zeer onvolledige catalogi en indices bestaan, behalvenbsp;van de Avenioniensia, waarvan alleen de in het begin der 18''quot;nbsp;eeuw samengestelde index 50 deelen beslaat; van de Taticananbsp;heeft men evenzoo uit de ISquot;quot; eeuw den inventaris van Denbsp;Pretis, verder de voortreffelijk gedrukte Ad Vaticani Begestanbsp;Manuductio van Palmieri (1884) en de gegevens in de 600000nbsp;schedae van Pistolesi (einde 18''quot; eeuw); van de eerst in 1892nbsp;hier ingelijfde Lateraansche registers is de catalogus in bewerking. Verder de collectie der pauselijke Breven, waarvannbsp;indices aanwezig zijn. Dan de reusachtige collectie der Supplieken,nbsp;registers, waarin de begeving der pauselijke beneficiën , denbsp;dispensatiën , de indulgentiën zijn aangeteekend; in 1892 zijnnbsp;meer dan 7000 deelen uit de archieven der daarmede belastenbsp;pauselijke Bataria hierheen overgebracht. Verder de archievennbsp;der Cam.era apostolica, betreffende de financieele werkzaamheidnbsp;van den pauselijken stoel '*) en sedert paus Nicolaas III bewaard :nbsp;zij bevatten wederom meer dan 1000 deelen met tal van uiterstnbsp;belangrijke bijzonderheden op allerlei gebied, uit quitantiën,nbsp;rekeningen, aanteekeningen omtrent inkomsten en uitgavennbsp;over de geheele wereld. Eindelijk de Consistoriale archieven '•),nbsp;alleen toegankelijk met speciaal verlof, beginnende met denbsp;15'’quot; eeuw en loopende tot in onzen tijd, eene serie van meernbsp;dan 500 deelen, van groot belang voor de algemeene kerkgeschiedenis maar onvolledig geordend.

Uit een en ander zal duidelijk gebleken zijn, dat hier niet dan een globaal overzicht kan worden gegeven met nadere aanwijzing van bijzondere serieën van stukken, welker inhoud metnbsp;eenige voorlichting gemakkelijk was vast te stellen. Zou mennbsp;een volledige lijst willen verkrijgen van alle stukken, die innbsp;de pauselijke archieven voor onze geschiedenis van belang zijn,nbsp;dan zou men moeten overgaan tot de inrichting van een vastennbsp;post te Eome in den geest van wat door Pruisen, Oostenrijk,

1) nbsp;nbsp;nbsp;Cauchie , p. 9 suiv.

2) nbsp;nbsp;nbsp;ib. p. 14 suiv.nbsp;ib. p. 16 suiv.

*•) ib. p. 39 suiv.

-ocr page 63-

Frankrijk en Engeland reeds is gedaan door de oprichting van historische instituten aldaar. Eaarbij zou het dan ten zeerstenbsp;wenschelijk zijn samen te gaan met België, omdat de stukkennbsp;van helang voor de geschiedenis van dat land eensdeels nauwnbsp;samenhangen met die , welke voor onze geschiedenis belangrijknbsp;geacht kunnen worden, anderdeels in dezelfde verzamelingennbsp;en onderdeelen van verzamelingen moeten worden gezocht alsnbsp;die voor onze geschiedenis zouden moeten worden nagegaan,nbsp;en dus van beide zijden dubbel werk zou worden vermeden.

Voor eene poging tot samenwerking met België in dit opzicht schijnt juist thans het oogenblik te zijn aaugebroken, aangeziennbsp;naar aanleiding van de onderzoekingen en voorstellen vannbsp;prof. Cauchie en anderen de Belgische regeering bezig is tenbsp;overwegen, in hoeverre de vestiging eener vaste instelling voornbsp;historische studie te Bome voor verwezenlijking vatbaar zou zijn.nbsp;Als ik mij niet zeer vergis, zijn deze overwegingen reeds zoonbsp;ver gevorderd. dat er uitgewerkte plannen omtrent deze zaaknbsp;in behandeling zijn. Te Eome ontmoette ik dr. IIancquet ,nbsp;die door de Belgische regeering in het algemeen belast wasnbsp;met het nagaan van een en ander, wat ter zake zou kunnennbsp;dienen. Mocht onze Begeering neiging gevoelen naar aanleidingnbsp;van dit Verslag met de Belgische in overleg te treden, dannbsp;zou daarmede misschien de weg geopend zijn om zonder al tenbsp;veel geldelijke opoffering de in dit middelpunt van geschiedkundige studiën aanwezige bescheiden ook aan de beoefeningnbsp;onzer vaderlandsche geschiedenis dienstbaar te maken. Misschiennbsp;zou het mogelijk zijn een deel der onvermijdelijke onkostennbsp;te bestrijden uit de geldelijke tegemoetkoming uit de inkomstennbsp;der kerk S. Maria delVAnima, waarop katholieke Nederlandersnbsp;sedert eene bul van paus Pius IX (1869) ouder zekere voorwaardennbsp;recht hebben wegens de groote verdiensten, die de Nederlanders,nbsp;van de oprichting der instelling tot in de 16‘'‘= en 17^® eeuw , zichnbsp;jegens haar hebben verworven. Ik heb de eer in het bijzo-ndernbsp;de aandacht van de Begeeriug op dit punt te vestigen, tevensnbsp;die mijner katholieke landgenooten, die voor de kennis der geschiedenis van hun kerkgenootschap hier te lande in dennbsp;laatsten tijd groote belangstelling hebben getoond. Het zijnbsp;overigens opgemerkt, dat, blijkens de boven vermelde stukkennbsp;niet alleen de geschiedenis der katholieke Kerk maar ook denbsp;algemeene kerkgeschiedenis, ook de staatkundige en militairenbsp;geschiedenis van ons land, van eene vaste instelling als denbsp;bovenbedoelde, zij het op bescheiden voet gevestigd, grootnbsp;voordeel zouden kunnen trekken.

He BiMioteca Vaticana, gelegen achter de lange inscriptiën-

-ocr page 64-

56

galerij, wordt op dezelfde vrijzinnige wijze als het Vaticaansclie archief geleid door Mgr, If. Kiirle S. J. en kan van den rijkennbsp;schat harer handschriften twee groote reeksen van goede cataloginbsp;aanwijzen: de alphabetische catalogi der verschillende verzamelingen , waaruit de bibliotheek is samengesteld, en den ouderennbsp;inventaris, waaruit deze catalogi zijn samengesteld en die dikwijlsnbsp;iets uitvoeriger is. De boekenverzameling van het Vaticaannbsp;wordt vooral met het oog op deze veel geraadpleegde bibliotheeknbsp;voorzien. Ook hier zit geregeld een 60 tal bezoekers des morgensnbsp;te arbeiden in de goed verlichte maar in den wintertijd koudenbsp;werkkamer.

In de voortreffelijk gecatalogiseerde afdeeliug God. Mss. Vat. Lat. vond ik eenige belangrijke mss. over onze geschiedenis ennbsp;letteren :

n” 16. Guilielnii Canteri variae lectiones in Graecis bibliis, van de hand van den te Leuven gevestigden geleerden Friesnbsp;(1542—1575), die bij Plantijn o. a. een Libellus variarum innbsp;Gr. bibl. lectionum uitgaf.

n» 454, p. 180. Gherardi Brant sermones. nquot; 600, p. 274. Henrici deCampis, professor der theologie,nbsp;avvisamentum over het schisma (1439).

11“ 608, p. 289. Henrici de Gouda, p. 293. Henrici de Groningen,nbsp;n“ 1906 , p. 604. Hugonis Grotii epistulae.nbsp;n“ 1907, p. 601.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;//nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;//nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'/

n“ 3881, p. 516. ïrajecti oppidi varia. n“ 3890, Belgicae inferioris descriptie (p. 64—69). Een briefnbsp;dd. 3 Aug. 1529, beginnend ; wMonui te superioribus me Samaro-brivam venisse et quae ibi acta essent diligenter perscripsi.nbsp;Nunc cum Belgicam omnem inferiorem et Caninefates et Caucosnbsp;quos Zelandos dicimus perviserim» . . . handelt o. a. over denbsp;vraag, of de Zeeuwen voor Cimbren te houden zijn. 1 Sept.nbsp;1529 uit //Belevacum// over de in deze streken gewone wijzenbsp;van landbouw. De schrijver doet een wperegrinatio Belgicaenbsp;Inferiorisv en schrijft in den voorzomer nog een paar brievennbsp;over den oorsprong van Rijn en Donau en den overtocht der Alpen.nbsp;n“ 5313. Joannis Hesaei Trajectensis iter ab Hierosolymis.nbsp;n“ 5391. Frisiae descriptie , door Henricus Ubbius (1530), beginnend : //Cum scripturi surnus de Frisiae orientalis et patriaenbsp;meae situ, gente in ea, moribus, principibus qni multis ab hincnbsp;annis illic sunt dominati, terre feconditate atque ideo eiusnbsp;regionis totibus [sic), quibus potissimiim hac tempestate abun-dat// . . . een aardige beschrijving van land en volk.nbsp;n“ 6150. Belgicae persecutionis epitomus.

11quot; 6149. Censura in Erasmi Parafrases.

-ocr page 65-

57

n” 6159. Erasmi iudioiiira de Apologia Petri Cursii. n® 6217. Trajectensis de Episcopatus divisione relatio quorumdamnbsp;Cardinalium ad Pontificem, beginnend wCura S'“ Vestra« . . .nbsp;Hierbij ook; Rationes ab oratore Regis Cattolici exbibitaenbsp;circa ius nominandi ad ecclesias catbedrales noviter erectas,nbsp;beginnend; «jus potius« . . .

n“ 6218. Trajectensis, de Praepositurae et Arcbidiaconatus unione mensae episcopali, daarbij beboorende.nbsp;n' 6219. Contra Erasmum quaedam.

n“ 6532, p. 125—131. Articoli di Protestanti di Eiandra pro-posti alli stati di Enaut et altri, met antwoord daarop van die Staten (20 Juli 1578).

n ’ 6910. Hierin carmina van Nicolaas Heinsius en oordeelen over zijne geschriften en die van Meursius.

n“ 7067. Strada, de Bello Belgico: origineel ms., het beeft 1092 blz.

n“ 7348, p. 328 Relatio missionis apostolicae Hollandiae (1701). n® 7394. Belgium. Allerlei over Jansenistische bewegingen,nbsp;n® 7405. Elandria. Bvenzoo.

11® 7487. Hollandia. Allerlei onbelangrijke zaken 17**® eeuw, een en ander over de zoogenaamd door Van Beuningen geslagen medaille tegen ÏTankrijk.

nquot; 7488, p. 24. Vicarii apostolici Hollandiae istanze circa Ie missioni, consultate nella Congregazione particolare tenuta li

10 nbsp;nbsp;nbsp;Marzo e ehe si dovrano referire nella Generale da tenersi

11 nbsp;nbsp;nbsp;17 Marzo Met een catalogus der 63 Jezuïeten-statiën indenbsp;Vereenigde Nederlanden.

n® 7495. Miscellanea uit den tijd van Willem III. n“ 8222. Bevat o. a. brieven van Erasinus.nbsp;n“ 8242. Over gemengde huwelijken in de Nederlandennbsp;(18**® eeuw).

qui juxta regulam

n® 8444. Cassatie der inlijving van Maastricht bij Brabant (1532).

n“ 8468, p. 546. Catalogus librorum iüdicis expurgati fuere in Belgio.

n ' 8565. Passionale uit een Nederlandsch klooster (10**® eeuw’), n® 9060/7. Brieven 15**® tot 18^® eeuw', verzameld en afgeschreven uit Romeiusche archieven door Cajetauus Maurinius.nbsp;Hierin brieven van Cuperus, Erasinus, Grotius, Heinsius, Lin-danus, Lindenbrogius, Lipsius, Neercassel, Salmasius, Gerardusnbsp;Vossius e. a.

n® 9146. Bevat o. a. brieven van Gerardus Vossius en Gruterus. n® 9565. Hierin : «Statistique du Jaiisénisme en Hollande«nbsp;(1840), benevens statistieke overzichten o. a. van de Holland-sche missie circa 1840.

-ocr page 66-

58

n“ 9799, fol. 299 sq. Brief van Mgr. Jan Meinderts, aartsbisschop van Utrecht, over de zaligverklaring van Palafox (1770). Hierin ook brieven over de verkiezing van de )oudkatb.)nbsp;bisschoppen van Haarlem en Deventer (1778).

n“ 9804. Mémoire du comte Passionei sur les affaires de la religion des Pays-Bas (19 Maart 1712), ten behoeve van dennbsp;abbé de Polignac, ambassadeur te Utrecht.

n” 9813, fol. 325. Lijst van in Holland verschenen geschriften over rente en woeker; fol. 331. Brief van Arnoldns Hansen, pastoor in de Nes bij Amsterdam , met klachten overnbsp;de handelingen der Jezuieten, dd. 26 Nov. 1751; fol. 333.nbsp;Brief van dezelfden aan kardinaal Corsini daarover (15 Aug.nbsp;1749), met aansporing tot wederoprichting der bisschop])elijkenbsp;hiërarchie, een verdere brief aan-kardinaal Gonzaga (23 Meinbsp;1749) vau dezelfden en vier andere pastoors oiu verbeteringnbsp;der toestanden in de llollandsche missie te vragen.

11“ 9815. Bevat o. a. een brief van prins Willem IV aan kardinaal Passionei.

Minder leverden de andere afdeelingen op.

In de Codd. lieg. Sueciae:

nquot; 840. Brieven van mons. de Saint Victor uit Den Haag. Hiervan vooral n“ 2 aan de koningin van Denemarken heel aardig, met eene beschrijving van eene reis naar het kasteel Mid-dachten en het daar aanwezige gezelschap van den Gelderscheunbsp;adel, de Bentincks, Eaesfelds, Amerongens (1667), fol.nbsp;5—29. Een derde brief aan Prederika Amalia, hertogin vannbsp;Sleeswijk-Holstein, over de groote wereld in Den Haag (1667).nbsp;Een vierde aan een der dames Bentinck (Maart 1668), overnbsp;eene liefdesgeschiedenis. De brieven zijn lang en vol van gesprekken en verzen.

n“ 889. De Burgundiae ducatu occasione controversiae inter Austriae Ducern et Regem Galliarum post mortem Garolinbsp;Ducis exortae. Lange deductie over de rechten van Hoiir-gondië, in het Erausch, 122 fol. blz., met conclusie, datnbsp;hertogin Maria geen recht op de opvolging heeft volgens hetnbsp;recht van het fransche koningshuis, waaruit hare voorvaderennbsp;gesproten zijn.

nquot; 1203. Erasmus de tuodis confitendi en zijne Prefatio in suam novi testamenti versionem.

n“ 2023. Epistolae Erasmi ad Sadoletum , Asulanum et Aldum Manitiam.

Onder de (Jodd Palatini:

n“ 1609, p. 549 sq. Erasmi opera.

n“ 1822, p. 583. Gruteri carmina.

n“ 1853, p. 587 sq. De Belgico Statu Er. Enzinatis historia.

-ocr page 67-

59

n” 1909/7. Hierin brieven en gedichten van Haniël Heinsius, Gruterus, Butgersius, Grotius, Meursius, Utenhovius e. a.nbsp;Onder de Codcl. Capponi:

nquot; 517. Brieven van den bisschop van Tricarico, nuntius (1597—1605).

Onder de Codd. Urhinates:

nquot; 817 en 1206. Eerste begin van den opstand tegen Spanje, de '/Guerra di Fiandraw met beschrijving van den toestand desnbsp;lands (ital.). Miscellanea over den opstand. Verder; quot;causapernbsp;Ie quali la Fiandra tumultub et si rebellb al Ee Cattoliconbsp;con una breve descrittione dei costumi, richezze, fe.ste, qualita,nbsp;sito et modo di governoquot; (1586).

nquot; 828. Descrizione della Fiandra e governi degli Stati di essa.

nquot; 852, 866, 867. Raadgevingen van Karei V aan Filips II (1548),

n® 856. Antwoord aan hen, die de quot;impresa di Fiandra// on-beteekenend vinden, beginnend : //non è cosa// . . .

n“ 861. Discorso soritto 2 Feb. 1615, dat de Spaansohe koning niet te gelijk in Nederland en Italië moet oorlogen.

n“ 865. Instructie voor Pietro Cajetano bij zijn vertrek naar de Nederlanden.

n” 1020. Over den dood van Eginond en Hoorne.

Onder de Codd. Oitoboniani :

n“ 415. Erasmi Senteiitia de libello Henrici VIII. nquot; 1100, p 103. Aanteekeningen over de Nederlanden,nbsp;n® 1426. Eelazione van Johan Ernst van Nassau over zijnenbsp;onderneming ten behoeve van Venetiënbsp;n® 2432. Eelazione van Badoaro (1558).nbsp;n® 3142, p. 223. Brief van Willem van Oranje aan denbsp;Staten-Generaal.

n® 3165, p. 9: Raison pour mettre Ie Prince d’Orange seul sur Ie troue pendant sa vie (1688); p. 50; Dooumenta spec-tantia ad eundem, van weinig belang.

n® 3166. Brief van Innocentius XII aan de Nederlandsche bisschoppen ten behoeve van den vrede (24 Nov. 1696).

Onder de Codd. Pii:

n° 168, fol. 434 sq. Sommario der artikelen van Terranova voor de Staten-Generaal (1579), met stukken over het verzetnbsp;tegen don Jan van Oostenrijk en de redenen daartoe leidende.

Een andere voor onze geschiedenis belangrijke verzameling stukken bevat het archief van de Congregatio de propaganda fdenbsp;(Piazza di Spagna). In het gebouw dezer instelling, waaraannbsp;ook een seminarie met ongeveer 100 leerlingen en eene biblio-

-ocr page 68-

60

tbeek veibouden is, bevindt zicb eene ruime zaal met bonderden deelen documenten sedert 1622, toen de congregatie werdnbsp;ingesteld ^). Geleid door kardinaal Ledochüwski en den secretaris der Congregatie Mgr. Yecia, bezit dit archief evenwelnbsp;niet het voor algemeene openstelling noodige personeel, zoodatnbsp;het zeer moeilijk is hier toegang te verkrijgen. Door welwillende aanbeveling van wege de pauselijke nuntiatuur te ’s Gra-venhage en de vriendelijke hulp van dom Willibeoudo vannbsp;Heteuen mocht het mij gelukken vergunning te verkrijgennbsp;tot het sameustellen eener lijst der voor Nederland hier aanwezige documenten uit de 17'*'’ en 18'*’ eeuw, die in eenenbsp;serie van 32 zware deelen zijn bijeengevoegd, afgezien van denbsp;oudere serie, die chronologisch geordend is. Deze lijst zalnbsp;eerlang in het Archief van het aartsbisdom Utrecht, waar zijnbsp;het best onder de oogen van belanghebbenden zal kunnennbsp;komen, worden afgedrukt en doen zien, dat het apostolischnbsp;vicariaat in de llepubliek der Nederlanden voornamelijk doornbsp;deze Congregatie met de Curie in nauwe betrekking stond ennbsp;dus de geschiedenis der Roomsclie Kerk in Nederland en Oost-indië voornamelijk uit deze documenten bestudeerd dient tenbsp;worden. De lijst is ouder mijn toezicht door dom Willibkorüonbsp;VAN Heteuen uit de 15 omvangrijke registerdeeleii der Congregatie samengesteld.

Het archief der St. Pieterskerk bevat voor onze geschiedenis weinig belangrijks. Door vriéndelijke tusschenkomst van dr. SciAPAUELLi, die er geregeld werkzaam was, kreeg iknbsp;van den vriendelijken archivaris don Félice Havanat vergunning om in de registers na te gaan, wat er te vinden wasnbsp;over de ouder de St. Pieterskerk behooreude oude Friezenkerknbsp;S. Michele ’*). Met hulp vau den archivaris vond ik weldra eennbsp;deel van het archief dier kerk in Caps. 27, Fase. 311, eennbsp;bundel, getiteld: Chiesa di S. Michele e Marino (1572-—1852).nbsp;Daaruit bleek, dat de reeds door jiaus Leo IV (897 — 855)nbsp;min of meer onder het toezielit der St Pieterskerk geplaatstenbsp;iii-stelling door luuocentius ill, Gregorius IX en Innocentius VInbsp;Iti de en 11'*quot; eeuw daaraan geheel ondergeschikt was gemaakt. De bijna algcheele verwildering der ttomcinsche instellingen in den tijd van de pauselijke l)allingschap te Avignonnbsp;in (Ie 11'*'* eeuw en de daarop gevolgde bezwaren van hetnbsp;Schisma deden de kerk geheel in verval geraken. 1 Jan. 1416

Caucliie, Notices sur quelques sources manuscrites de 1’Iiistoire beige a Rome (Bruxelles 1892), p. 10 suiv.

Vgl. boven, blz. 52.

-ocr page 69-

61

droeg paus Eugenius IV liaar over aan Bartholomeus, aartsbisschop van Havenna, '/met vernietiging van alle beweerde rechten van anderenquot; en op grond van de door dezen aangebrachtenbsp;herstellingen aan het oude gebouw. Paus Julius II nam haarnbsp;in 1508 weder van aartbisschop Garnbara over en verbond haarnbsp;aan zijne oapella Giulia in de Pieterskerk. Deze laatste zorgdenbsp;sedert voor het onderhoud der kerk en gaf o. a. in 1562 eeuenbsp;reeks van kerkelijke goederen voor den dienst Eene rekeningnbsp;van 29 Sept. 1550 doet zien, hoe toen het feest van St. Michielnbsp;werd gevierd. In 1628 werd het kerkhof opgeruimd. Maar denbsp;kerk geraakte in de 17‘‘= en 18‘'lt;= eeuw weder in diep verval,nbsp;zoodat paus Benedictus XIV het plan opvatte haar te restaureeren,nbsp;omdat alle dienst daar onmogelijk was geworden. Ouder Clemens XIII werd de restauratie voltooid; de kerk werd 6 Meinbsp;1759 opnieuw gewijd. Deze restauratie bewaarde den oudennbsp;vorm van het schip en koor, dat vooral aan de achterzijde nognbsp;uiterst merkwaardig is, en liet zelfs de oude pilaren besstaan,nbsp;terwijl men ze versterkte. Sedert werd de kerk weder geregeldnbsp;als parochiekerk voor den Borgo gebruikt; de beroemde schildernbsp;Antonio Haphaël Mengs werd er 29 Juni 1779 begraven. Laternbsp;geraakte zij weder in verval blijkens het verhaal van een diefstalnbsp;van kerkzilver in 1863, mogelijk ten gevolge van onvoldoendnbsp;toezicht en verwaarloozing. Paus Pius IX reorganiseerde hetnbsp;kerkelijke beheer en met name de hier in de 16‘'® eeuw ingerichte priestercongregatie.

Een onderzoek naar een in de Acta S. S. XIX Aug. (III), p. 710 genoemd oude Vita S. Magni //ex arohivo basilicae S.nbsp;Petriquot; leidde tot niets dan dat mijne opmerkzaamheid werdnbsp;gevestigd op een belangrijk oud boekje van Torrigio: Narra-tione delP origine dell’ antichissima chiesa di S. Michelenbsp;Archangelo e Magno vescovo (Horna, Erancesco Casali, 1629),nbsp;waarin met eene uitvoerige beschrijving der kerk en harer geschiedenis ook een belangrijke Vita S. Magni gedrukt staatnbsp;quot;cavata da manoscritti authentici antiohi.//

Over het archief van den Caw.po Santo dei Tedeschi en dat der kerk S. Maria delf Anima ') zie men de geschriften vannbsp;Mgr. De Waal, den geleerden rector der eerste instelling,nbsp;vooral het belangrijke: Der Campo Santo der Deutschen zunbsp;Hom (Ereiburg i B, 1896), en die van de rectoren der Anima Mgr.nbsp;Kerschbaumer en Mgr. TVagl, vooral: Kerschbaümer, Ge-schichte des deutschen Natioualhospizes Anima zu Hom (Wieu,nbsp;1868), en Nagl und Lang, Mittheilnngen aus dem Archiv

') Vgl. boven, blz. 53.

-ocr page 70-

62

des deutsehen Natioiialhospizes S. Maria dell’ Anima in Horn (Rom, 1899) Het Liber Confraternitatis der Anima, uitgegevennbsp;(Roinae, 1875) door Mgr. Jaesig bevat reeksen van namen vannbsp;Nederlandsclie begunstigers en aanteekeuingen omtrent hunnbsp;verblijf te Rome; het toont aan, dat van de 3000 daarin vermelde namen ongeveer ujt de diocees Utrecht en yL ^itnbsp;de noordelijke Nederlanden afkomstig is, een bewijs van denbsp;groote beteekenis der Nederlandsehe kolonie te Rome in vroegerennbsp;tijd. De bul van paus Pius IX, die de instelling reorganiseerdenbsp;(15 Maart 1859), erkent dan ook het aandeel der Nederlandersnbsp;in de stichting en bepaalt hunne rechten aldaar. ')

Het' Archivio di Stato (Piazza di Firenze) bevat behalve het moderne staatsarchief sedert 1870 een aantal door den Italiaanschennbsp;staat geconfiseerde stukken uit kerkelijke archieven.

Daaronder zijn voor ons van belang 14 deelen der Formataria, Libri F'ormatariae (1425—1524), behelzende registers van pauselijke ordonnantiën van allerlei aard , van die betreffende de tonsuur tot die betreffende aanstelling van bisschoppen en prelatennbsp;te Rome 2). Verder de Registers der pauselijke Camera sedertnbsp;Martinus V met opgave van alle inkomsten en ingedeeld volgensnbsp;de bisdommen, beginnende met 1421. Ik zag daarvan eennbsp;viertal deelen door maar hield spoedig op met het excerpeerennbsp;daaruit, omdat het Preussische Historische Institut reeds den-zelfden arbeid voor alle Duitsche bisdommen had laten verrichten en deze aanteekeuingen reeds ten deele had laten drukkennbsp;in Aknold’s Repertorium Germanicum, I (1431—1447), Berlin,nbsp;1897. Er staat in deze deelen veel betreffende inkomsten uitnbsp;het bisdom Utrecht.

De verspreiding der documenten over verschillende gebouwen bemoeilijkte den arbeid in dit archief zeer. Ik vond er in denbsp;stukken betreffende de kerk S. Maria cklF Anima te middennbsp;van een aantal onbelangrijke processtukken over een twist metnbsp;den pauselijken stoel over tiendhefïing van hare inkomstennbsp;(1676 vgl.) eene rekening dezer kerk van Nederlandschen oorsprong ¦’) dd. 17 Oct. 1661, waaruit blijkt, dat hare inkomstennbsp;toen ruim 5300 scudi bedroegen, waarvan ongeveer 3900 scudinbsp;aan huishuur, 1400 aan lijfrenten; de uitgaven werden gedaannbsp;aan onderhoud van geestelijken, salaris voor geneesheer, advocaat enz., onderhoud van kerk en hospitaal, huisvestingnbsp;van pelgrims (840 sc.), armenzorg , onderhoud van verhuurde

') Een afdruk der tul komt o. a. voor in het Liber Confraternitatis.

Vgl. Cauchie, p. 18.

®) Zie boven, blz. 53.

-ocr page 71-

63

huizen, uitkeeriugen volgens legaten, hulp voor arme priesters Betreffende S. Michele vond ik hier niets. Wel betreffende hetnbsp;hospitaal S. Spirito in Borc/o daarbij, thans staatshospitaal.

Eindelijk een belangrijke verzameling Jesuitica uit het archief der Jezuieten. Deze collectie getiteld Belgio met den ondertitel Archimo dei Gesuiü, Belqio- Olanda was reeds vroeger tennbsp;deele onderzocht door prof. Cauchie '), Ik bepaalde mij meernbsp;bij de op Noord-Nederland betrekking hebbende nummers.

u® 4Ü. Observata in visitatione Provinciae Belgicae, is van 1630.

n“ 43. Punota visitalionis collegii Trajectensis 11. P. nostro repraesentata (1603) ^).

wDicuntur nostri multum se immiscere apud D. Gubernatorem creando magistratum et promovere sua commandatione quosnbsp;indicant indoneos, illi praesertim qui familiarius agunt cum ipsonbsp;Gubernatore ut est concionator Gallicus, confessarius etc.;nbsp;nemo de caetero quicquam hujnsmodi faciat sine licentia particu-lari P. Eectoris. Ipse vero hanc licentiam non det ulli nequenbsp;per se officium hujus modi praestet. Eogatus tarnen de probitatenbsp;alicuius possit dicere bona quae noverit. Et si fortassis rogareturnbsp;an promovendum judicaret eum, qui vel haereticus esset velnbsp;suspectus de mala fide in Principem, possit respoudere secundumnbsp;rei veritatem , ne haeretiei et improbi referantur inter senatores.nbsp;Sed hoe officium, ut secreto petitur a D. Gubernatore, itanbsp;rogetur ut secretum teneat quod confidenter a nobis decretumnbsp;est. Nostri etiam sibi caveant ne uuquam se iactent ne quidemnbsp;domi, non referant ulli etiam a se commendato quod ipsumnbsp;commendaverint. Quia pauci viri templum nostrum et sacramentanbsp;apnd nos frequentant, cum ex viris multo maior fructus sperarinbsp;debeat quam ea mulierculis, despiciat interdum P. rector cumnbsp;suis consultoribus quibus viis et rationibus viri induci posintnbsp;ad sacramentorum frequentationem. Hanc ad rem faciat legerenbsp;atque expendere praxim tertii paragraphi instructionis, cuiusnbsp;titulus est; Oocupationes variae etc. Non permittantur nostrinbsp;colloqui dum lavant scutellas, ne quidem praetextu secundaenbsp;recreationis quam non sunt habituri; sed vel omnino serventnbsp;silentium aliquid pii meditando vel submissa voce loquantur,nbsp;neque toleretur ut lotores usurpent hoe verbum quod hora sitnbsp;recreationis suae , quia hora tune humiliationis et mortificationis.nbsp;Ad hoe eteniiu officium illud deservit'/.

Op deze wijze gaan de instructies, dd. Leuven 16 Oct. 1603

’) Notices sur quelques sources manuscrites de 1’histoire beige a Home (Bruxelles, 1892), p. 23 suiv.

2) Vgl. aldaar n» 44 , 45 , 47 , 48.

-ocr page 72-

fi.l.

door, drie blz. lang. Zij zijn gegeven door Oliverius Manareus.

Behalve dit merkwaardige stuk bevat deze bundel nog de belangrijke visitatie der Provincia Belgica onder leiding vannbsp;denzelfden pater Oliverius Manareus dd. 1586 , eene zeer uitvoerige beschouwing over den toestand der katholieke Kerk innbsp;de Nederlanden '). Verder andere dergelijke stukken o. a. eenenbsp;instructie uit Rome dd. 23 April 1650, waarin: //ex Hollandiaenbsp;missione redeuntes in provinciam non siuantur in habitu saecularinbsp;discurrere per provinciam vel civitatem Antverpiensem sinenbsp;raagna necessitate, cuius judex sit solus Provincialis vel paternbsp;Vicarius'/; 2 Mei 1690, brief van Petrus Dujumont S. J.//exnbsp;foederati Belgii Transisalana missione redux ante trienniuin//,nbsp;aan den internuntius De Via te Brussel over een boek vannbsp;Arnoldus Blochoven; 1696, brieven van den aatsbisschop vannbsp;Sebaste aan de Haagsche katholieken; 1699, over de Paasch-viering in Den Bosch en die omgeving; 22 April 1701, overnbsp;den toestand der katholieken in de Ommelanden. Dan nog innbsp;denzelfden bundel een aantal brieven van rondreizende Jezuieten uitnbsp;Bodegraven, Haarlem, Opdam, Maasland, Delfgouw (1697—nbsp;1701); opgave van bekeerlingen der Jezuieten in 1733 2), tennbsp;getale van 33, waarvan 5 Joden, 9 //Jansenisten// (te Amersfoort), 3 Lutheranen, 16 Calvinisten, in het geheel 15 uitnbsp;de Republiek, waaronder een anonymus te Maastricht, //unusnbsp;bene nobilis qui a catholicis ad heterodoxos defecerat//, maarnbsp;nu heimelijk moest terugkeeren //ob difficultates gravissimasnbsp;quae et huic domino et nostris possint suscitari // Eindelijknbsp;een beroep der S. J. dd 17 Aug. 1702 op den Keizer tegennbsp;het besluit der Staten van Holland van dien datum gerichtnbsp;tegen den Vicarius apostolicus.

Een tweede bundel ¦’) bevat ongeveer 100 bladzijden met aanteekeningen over de werkzaamheid der Jezuieten in Arnhem,nbsp;Bommel, Kuilenburg, Gorkum, Gouda, Groningen, Den Haag,nbsp;Harderwijk, Haarlem, Hoorn, Leiden, Delft, Rhoon, Middelburg , Oudewater, Schoonhoven, Den Bosch, Zwolle en Overijsel,nbsp;Vianen, Weesp, Utrecht, Wijk bij Duurstede, Amersfoort,nbsp;Zutphen (1637—1640), alles zeer merkwaardig.

De groote Bibliotheca Nazionale Vittorio Emamele (in bet voormalig Collegio Romano) bevat verschillende rubrieken vannbsp;handschriften, waaronder voor ons van belang fondo Jesui-tico en fondo Sessoranio, het eerste bevattende het archiefnbsp;der Jezuieten, vroeger reeds in ditzelfde gebouw bewaard, en

1) nbsp;nbsp;nbsp;Vgl. Cauohie, p. 25—26, ii” 22—29.

2) nbsp;nbsp;nbsp;Cauchie, p. 30, n° 65.

*) Cauchie, p. 29, n° 58.

-ocr page 73-

65

evenals het tweede, dat der Oisterciënsers van het klooster S. Crucis in Jerusalem in Urbe, in 1870 geconfisceerd. Eennbsp;derde groote collectie, die der fondi m.inori, is nog niet geheelnbsp;gecatalogiseerd en bestaat uit de archieven van een aantalnbsp;kleinere kloosters en kerken. Een vierde, fondo Vittorio Em.anuele,nbsp;bevat een aantal meest moderne handschriften.

Ik doorzocht eerst den catalogus der rijke Jezuieten-collectie, bevattende meer dan 1650 handschriften , w'aarvan vele voluminanbsp;miscellanea, die nauwkeurig beschreven zijn in den ter beschikking van het publiek staanden Index.

nquot; 290. Hierin een brief van den aartsbisschop van Utrecht over de heiligverklaring van Palafox, dd. 15 Dec. 1770.

n“ 418. Allerlei stukken over de Nederlanden in de dagen van Karei Y en Philips II, niet belangrijk.

n® 421. Bentivoglio’s Relazione della guerra di Eiandra met aanteekening, dat zij samengesteld is door diens secretaris dernbsp;nunciatuur Giovanni Battista Bischi, //che pero d'ordine dinbsp;Sua Eminenza 1’aeoppib.//

n® 422. Kopie daarvan met nog eenige brieven dd. 1615. n“ 547. Vier brieven van Hugo de Groot aan Lucas Holsteinnbsp;met eenige aanteekeningen van den Belgischen Jezuiet Vandevivere.nbsp;n“ 696. Mémoires pour servir è, l’histoire du Jansénisme.nbsp;n® 1029/30. Galhicci, De Bello belgico, origineel,nbsp;n® 1032/3. Gallucci, Scritti varii e minute, over de grootenbsp;Guise’s en hunne verdiensten, verder over Christina van Zwedennbsp;en haar bezoek te Rome, met verzen en aanteekeningen in hetnbsp;Latijn en het Italiaansch.

nquot; 1091. Observationes in Declarationem archiepiscopi Sebas-teni, apostolici in Hollandiae missione vicarii, super pluribus, que turn ad ipsum turn ad illam pertinent interrogationibus.

n® 1093/5. Latijnsche stukken over de Roomsche kerkelijke beweging in de Nederlanden (2‘^® helft 17‘'® eeuw).

n® 1103. Brevis enarratio de statu Jansenismi in Hollandia (1684—1697), met vele dokumenten.

n° 1104. Scritti e documenti riguardanti la causa di Pietro Oodde. n® 1154. Catalogus provinciae Plandro-Belgicae, 1653. Eennbsp;ms. in 12® met de namen der Jezuieten in de verschillendenbsp;colleges en convicten te Douay, Oudenaarde, Aalst, Antwerpen ,nbsp;Baillenl, Bergen , Brugge, Brussel, Castereu , Cassel, Kortrijk,nbsp;Duinkerken, Gent, Halle, Yperen, Lier, Leuven, Mechelen,nbsp;Roermond, Tongeren, ten getale van bijna 700. In het Noordennbsp;de //missio Hollandicav, geleid door Franciscus van der Meerschnbsp;als superieur met 87 paters, onder wie Augustinus van Tey-linghen, Petrus Codde, Theodorus Adolphus van Rheede,nbsp;Zegerus van Appelleren, enz.

-ocr page 74-

66

Ti“ 1232. Stukken over de kerkelijke twisten in de Nederlanden (1700).

n“ 1253. Behalve dergelijke stukken (1695) veel over de missiën in Azië, ook in Indië en China.

n® 1263. Notizia delle missioni dei P. P. Gesuiti nell’ Olanda (1592—1688), fragment eener geschiedenis der Jezuïetennbsp;in de Eepubliek. Eerste superieur Joh. Bargius, die 1593 alsnbsp;visitator was gekomen en als superieur 1597—1599 te Haarlemnbsp;resideerde, Adrianus Boom (1599—1611), Jacob van Mjndennbsp;(—1613), Marcus van den Stempel (—1621), Ludovicus Makenblijde (—1629;, Jacobus Terinus (—1634), Ludovicus vannbsp;der Mark (—1638), Adrianus Cools (—1642), Lucas van dernbsp;Mark en Joannes van Bloclaudt (—1650), Andreas Toostennbsp;(—1652), Pranciscus van der Meersch (—1656), Adrianusnbsp;Cools (—1659), Pranciscus I’llermite (—1663), Joannes vannbsp;Bloolandt (—1666), Balthasar van der Beke (—1672), Phi-lippus le Roy (—1675) , Ludovicus Camargo (—1679) ,nbsp;Johannes de Brier (—1683), Henricus van der Beets (—1688).nbsp;Verder beschrijving van het verloop der in 1608 door Boomnbsp;gestichte statie te Alkmaar, waar Gerardus Plorensz. (—1615)nbsp;en Petrus Plempius (—1640) stonden, de laatste begraven innbsp;het schip der groote S. Laurenskerk. Remigius Siboons werdnbsp;7 April 1672 begraven te Egmond win templo abbatiaenbsp;S*'^ Adalbert!//; zijn opvolger P. van Stompwijk 1678 in denbsp;St. Laurenskerk te Alkmaar //in ala australi circa crucemnbsp;templi'/. Op Ameland waren sedert 1636 enkelen gekomen,nbsp;1645 eene statie gevestigd onder P. Codde, te Naarden 1641nbsp;onder Prankenius, te Nijkerk 1643 onder Theod. van Nuys-senborgh. Te Nijmegen was 1554/5 reeds Leonardos Kesselius,nbsp;rector te Keulen, met drie anderen gekomen maar //eodemnbsp;anno Neomagi male habiti et urbe pulsi//; eerst 1616 konnbsp;Alstenus Blommairt zich er weder vestigen, 1631 een tweede.nbsp;Eene statie te Oudheusden leefde 1658—1674.

n“ 1330. Verzameling van stukken over de kerkelijke beweging in de Nederlanden uit de collectie van pater Baldigiani (gest. 1711).

nquot; 1343/6. üergelijke verzameling.

n“ 1355. Twee levens van Petrus Canisius (17*^® eeuw), n® 1361. Nog eene verzameling als boven, met stukken uitnbsp;lateren tijd samengevoegd, o. a. een van pater Beckx aan denbsp;provincialen en superieuren (1860).

n® 1398. Nog eene verzameling als boven, brieven van pater Jacobus de la Fontaine over het Jansenisme in denbsp;Nederlanden.

n“ 1613. Nog eene verzameling als boven.

-ocr page 75-

67

In den fondo Sessoriano:

n” 403. Brieven van Beutivoglio (1607—1621), gedrukt.

u° 450. Miscellanea. Hierin afschriften van brieven van Margaretha van Parma eu Viglius over de besluiten van Trentenbsp;(1564/5). 1 Oct. 1570: Arias Moutauus, Brevis interpretatienbsp;catalogi librorum prohibitorum et expurgandorum de sententianbsp;deputatorum juxta 111. Duels Albani consilium (p. 77—96).nbsp;Brieven van Idiaquez over den toestand van Spanje op hetnbsp;einde der 17*'® eeuw en van den nuntius Tricarico (17 Oct.nbsp;1602). Op blz. 227 een Hollandscli gedicht «Blasoen vannbsp;Prins Maurits Palatijn// en andere gedichten van omstreeksnbsp;1625 uit Zuid-Vlaanderen.

n“ 452. Miscellanea. Van denzelfden Vlaamschen oorsprong. Briefwisseling van Philips II en Alva (1563) over de brievennbsp;der drie heeren tegen Granvelle. Brieven van Granvelle aannbsp;Perez (14 Oct. 1564, 15 en 30 Oct. 1565). Beraadslagingnbsp;bij Alva over het algemeen pardon (S Dec. 1570), bijgewoondnbsp;door don Prederik, Vargas, Eoda en Del Eio, met brief vannbsp;Alva daarover (14 Dec.). Verder tal van stukken over dennbsp;krijg tegen Spanje, 234 nummers, vooral over den tijd vannbsp;eu betreffende don Jan en Escovedo, tal van brieven vannbsp;den eerste. Drie brieven van graaf Maurits aan Philips II ennbsp;diens zoon (1589). Stukken betreffende Idiaquez, Wiltperg,nbsp;Granvelle. Geheime bepalingen bij den afstand der Nederlandennbsp;aan Albertus en Isabella. Aubertus Miraeus, de dissidio reli-gionum in Hollandia. Brief van De Groot aan Andries Schotnbsp;(Parijs, 8 Juli 1621). Geheime instructie van paltsgraaf Ere-derik V, enz.

In den fondo Vittorio Emanuele:

n® 1. Jean Perny, Eecueil d’observations astronomiques et géodésiques faites dans la ^i-devant Belgique et dans la Hol-lande pendant les campagnes de Pan III, IV et VI; berichtennbsp;van den directeur van het observatorium te Parijs.

n“ 491. Eelazione delle trattative per la pace generale, di Monsignor Carlo Paolucci, commissario di Papa Urbanonbsp;(circa 1643).

De BiUioteca Alassandrina, Universiteitsbibliothek, bevat voor onze geschiedenis niets bijzonders.

De lihlioteca Angelica (Piazza S. Agostino) ‘), de oude aan mss. rijke bibliotheek der Augustijnen , waar de catalogus vannbsp;Narducci, loopende tot 1870 en in 1893 te Eome gedrukt, eene

') Cauohie, Notes, p. 16 suiv.

-ocr page 76-

68

zeer uitvoerige beschrijving der handschriften geeft, bevat vele verzamelbanden.

nquot; 395. o. a. Brieven van Gijsbertus Cuperus uit Deventer aan geleerden uit zijn tijd (omstreeks 1700).

n“ 891. Hierin nog een paar brieven van Cuperus.

nquot; 910. Evenzoo.

n° 1379. Guilielmus de Croy, De institutione principum seu historiae libri IV et V (1516—1519). Bovendien van hetzelfdenbsp;werk de eerste drie boeken (1506) in het Italiaanseh.

Een gedeelte der handschriften is afkomstig uit de nalatenschap van Lucas Holstein, den bekenden geleerde uit het midden der 17'1® eeuw. Zij bevat verder een aantal mss. betreffende de kerkelijke beweging der 17'1® en 18'1® eeuw, aangegevennbsp;bij Cauchie, vooral in ms. 1858, dat evenwel thans niet tenbsp;vinden was.

De Biblioteca ValJicelliava 1), wederom zeer rijk in handschriften, de oude bibliotheek van het Oratorianenklooster van S. Marianbsp;in Vallicella, achter de kerk va.n dien naam, thans in gebruiknbsp;als gerechtsgebouw en voor allerlei bureelen.

C. 125. S. Magnus, bevat uittreksels uit het heiligenleven, zoo ook H, 8, fol. 109 en H. 22, fol. 157.

C. 126. S. Willibrordi memoriae historicae, bevat uittreksels uit het heiligenleven.

H. 5 fol. 110 sq. Theatrum crudelitatum hereticorum in Belgio XVI seculo, bevat aanteekeningen over Geuzenvervolgingen , vooral over den marteldood van Musius, alles blijkbaarnbsp;uit martyrologiën verzameld door Eredericus Metius Galatinus.nbsp;fol. 122 (vgl. H. 13, fol. 17), Trajectensium pontificium gesta,nbsp;levens der bisschoppen van Maastricht Tongeren.

K. 13. Memoriae historicae per annos distractae spectantes ad res Belgicas (1572—1647), aanteekeningen zonder belangnbsp;uit dezelfde verzameling.

K. 23. Varii nuncii historici de rebus quae acciderunt 1580—1597, van denzelfden aard.

N. 22. Uit dezelfde verzameling. Relazioni e memorie isto-riche de’ costumi, richezze, sito, usi e governo de’ Paesi Bassi. Uitvoerig beschreven door Borgnet, p. 48 suiv.: allerlei zakennbsp;betreffende den 80 jarigen oorlog, dikwijls van werkelijkenbsp;beteekenis.

De eerste Eelazione is de dikwijls voorkomende, beginnende met: //Giulio Cesare quel cortese principev... .

De tweede, die van den Poolschen gezant Dzialyn in deze ge-

1

Vgl. Borgnet, in Compte-rendu de la Commission Koyale (1858), p. 44 suiv.

-ocr page 77-

69

westen (1597) is van overwegend belang en de uitgave zeer waard. Zij begint; //Post multos longinquos in Belgian» et Angliam

exantlatos labores/-____ en herinnert //plane iam triginta annos

ex hac et illa parte summa vi atque virtute pugnatur____

mirum alicui videbitur, cur Philippus Hispaniarum rex poten-tissimus hanc exiguam regionem subigere adhuc non potuerit sed postquam robur ipsius inspexerit mirari desinet.// Hij is volnbsp;bewondering voor land en volk. Wegens het belang van dezennbsp;kamp en het voor Polen dreigende Turkengevaar, nu Spanjenbsp;zoo wordt beziggehouden, //rex Sigismundus//, wien de zaaknbsp;//aniinum perculit//, in overleg met den rijksraad //generosumnbsp;Paulum a Dzialjn in legatione ad confederates Belgas misitnbsp;serio ab iisdem exposoendo ut pro pietate sua erga Deum etnbsp;erga Christianos temerariarn rebellionem deponant neque propternbsp;impeditos hac rebellione cives Hispaniarum, in quibus Chris-tianae cardo vietoriae consistit, res cum Christianorum tumnbsp;potissimum Germanorum et Polonorum, ad quornm fines turcicanbsp;rabies progressa est, pessum ire atque ab ipsis fundamentisnbsp;ruere patiantur.// Hij was 17 Juni nit Dantzig op reis gegaannbsp;over Stettin, Eostock, Wismar, Lubeck, Oldenburg, Embden ,nbsp;Groningen, Harlingen, Enkhuizen, Purmerend en Amsterdam naarnbsp;Den Haag. Aardige beschrijving van zijn bezoek bij prins Mauritsnbsp;en dat bij de Staten-Generaal en van zijn verblijf tot in Augustus.

Hierin verder o. a. het door Eruin uitgegeven verhaal van den moord op prins Willem I en de Kelatio van Neercasselnbsp;van 1686. Op fol. 94 nog; Discursus historicus de navigationenbsp;Hollandorum et Zelandorutn per Mare Septentrionis ad Imperium Sinarum pertinens (1596). Vgl. overigens Borgnet, 1.1.

N. 30—SZ. Philippi 11 memoriae historicae. Verzamelband over den 80-jarigen oorlog, uitvoerig beschreven door Borgnet,nbsp;p. 63 sq.

N. 35, fol. 145. Memoria historica belli quod rex Hispaniae gerebat in Belgio (1597) cum postulatis factis ab Oratore regisnbsp;Poloniae pro utilitate regis Catholici in eodem bello. Vgl.nbsp;boven.

E. 6. In Erasmi interpretationes super Novum Testamenium censurae et adnotationes Julii Herculani.

E. 55. Discursus Erancisci Mariae Vailardi de cessione provinciarum Belgii facta a Philippo II, Hispaniarum rege,nbsp;Isabellae filiae suae (1596).

E. 56 (uquot; 13). Erasmi Eoterodami annotationes in opera Senecae expensae et eraendatae.

De Bihlioteca ücuanatense, dc oude bibliotheek van het

') Borgnet, p. 34 suiv., Euelens, p. 262 suiy.

-ocr page 78-

70

Dotninikanenklooster Minerva, thans evenals de beide vorige staatsbibliotheek, dankt haren oorsprong aan den kardinaalnbsp;Casanata uit de 18'*® eeuw.

nquot; 479. Psalmi cum glossis aliisque precibus Germanica lingua exaratis, een Hollaudsch gebedenboekje uit de 15''®nbsp;eeuw met eenvoudige versiering.

n^ 644. Interessi reciproci de .Priucipi e de Stati sovrani. Het heeft fol. 102—106 een en ander over de Republieknbsp;(1666) en is niet onaardig voor de Indische zaken.

n'gt; 1570. Disordini senza numero nella Republica d’Olanda , het pamflet /•/Apocalisse d’Olanda// uit den tijd van Frederiknbsp;Hendrik, in het Italiaansch vertaald.

n‘' 2432/3. Carteggio relative agli alfari e alle guerre del Piemonte e della Fiandra (1596—1625), is niet meer of mindernbsp;dan een deel van het archief van Spinola, met een aantalnbsp;origineele brieven van officieren aan hem. Sommige brieven innbsp;cijferschrift. Briefwisseling en uitvoerige beschrijving van denbsp;veldtochten van 1606 en 1607, een en ander over de onder-handelingen voor het Bestand. Belangrijke stukken over dennbsp;Gulikschen oorlog. Briefwisseling met koning Philips IV, aartshertog Albrecht en aartshertogin Isabella, ook met den Hertognbsp;van Neuburg. Veel over de samenwerking met de keizerlijkenbsp;troepen na 1620. Een enkele brief van prins Maurits over denbsp;neutraliteit van Meurs (11 Oct. 1623). Veel over het belegnbsp;van Breda. Alles in twee deelen gebonden.

n® 3208. Narratio actorum Hagae Comitum (Febr. 1703), bevattende uittreksels uit de Res. St. Gen. over de zaak van Codde.

De Biblioteca Coniniana '), gesticht door paus Clemens XII, thans vereenigd met die der Lincei in het gebouw diernbsp;Academie, bevat slechts weinige handschriften voor ons vannbsp;belang. Zij zijn bij Borgnet en Gachard voldoende aangegevennbsp;en door Gachard nader onderzocht en beschreven.

Bij 11“ 443, Discorsi politici sopra la guerra di Fiandra (1577), teekende ik nog aan, dat de schrijver (Rome, 3 Nov.nbsp;1577) handelt over de komst van Matthias in de Nederlanden;nbsp;//discorso circa Pandata del Principe Mattias in Fiandra'/,nbsp;maar in die zaak niet veel heil ziet. //Hn principe nuovo,nbsp;giovannette, debole di forze, pin debole di oonsiglio et debo-lissimo d’amicitie potenti et fideli.. in un stato povero etnbsp;usurpato difficilmente// zal het niet kunnen houden tegen dennbsp;machtigen koning van Spanje.

1) Borgnet, p. 70 suiv. Vgl. Gl-achard, Bulletins de 1’Academie Eoyale. 3* Série, XI (Brux. 1870), p. 27 suiv.

-ocr page 79-

71

n® 283. Beschrijving van den //Stato della Congregazione e missioiii di Propaganda Pidev, voor Innocentius XII gemaaktnbsp;door Mgr. ürbano Cerva. Hierin p. 26—28 over de //Provincienbsp;Unite//, die meer dan 300.000 Katholieken tellen met 300nbsp;geestelijken. Er is thans groote //toleranza//, ofschoon er nognbsp;nu en dan vervolgd wordt, wat dan met geld wordt afgekocht.nbsp;Bovendien hevige twisten tussehen regulieren en seculieren,nbsp;onder de eersten vooral de Jezuïeten. De Bepuhliek is eenenbsp;wapenplaats voor de ketters, die hierheen vluchten; hier worden ook de sehadelijkste boeken gedrukt zoowel tegen hetnbsp;katholieke geloof als tegen den panselijken stoel en het fran-sche hof; zij hebben ook het katholieke geloof in Oost- ennbsp;West-Indië //parte con l’armi loro, parte col corn mercio ed al trinbsp;arteficii diabolici// vernietigd; zij stoken de rebellie in Engeland aan, steunen de ketterij in het Noorden. Daarom moetnbsp;de nuntius op het //Congresso// alle moeite doen om de vrijheid van geweten voor de Katholieken te verkrijgen en gelijkstelling in het staatkundige. De vicarius apostolicus is zeernbsp;ijverig en in het college (der Propaganda) zijn veie Hollanders, die zich met ijver op de kerkelijke gebruiken en denbsp;wetenschappen toeleggen, zoodat alles samengenomen de toestand niet zonder goede hoop op verbetering is.

n° 694, fol. 137. Discorso van Prancesco Campanella over de middelen om de Nederlanden aan Spanje te onderwerpen.nbsp;Ook in dit ms. weder de //Apocalisse d’Olanda// (zie boven).

De Biblioteca Chigi was in den tijd, dien ik te Kome doorbracht , gesloten. Vgl. daarover Gachard, in Bulletins de PAcadémie Eoyale de Belgique, 3® Série, X (Brux. 1869),nbsp;p. 269 suiv. — eene uitvoerige beschrijving, vooral voor onsnbsp;belangrijk wegens de stukken over de vredesonderhandelingennbsp;te Munster, waaraan Fabio Chigi, de latere paus Alexander YII,nbsp;deelnam.

In ieder geval belangrijk is de Biblioteca Barberini, bewaard in het schoone palazzo Barberini en iederen Donderdag toegankelijk. Een aantal geleerden is daar geregeld aan den arbeid ,nbsp;vooral ook omdat de Vaticaansche zalen op dien dag gesloten zijn.

Yan den bibliotheek bestaat een catalogus, uitvoerig en duidelijk bewerkt door den hoogbejaarden bibliothecaris donnbsp;Alessandro Pieralisi. Daarin vond ik op een twintigtal verschillende hoofden de volgende handschriften;

Bellum Belgiouh (ms. XXX, 128 en XXXIIÏ, 91), beginnende : //Bellum dicere aggredior, iucertus animi Belgaruiu illud an Europae//.., dus Strada.

-ocr page 80-

72

De provinciis foederatis in Belgio , ms. XXXIII, 49.

Relatio de Belgii statu, N. a Leonissa (ms. XXXIII, 197),

Benïivoglio Onder vele en meestal gedrukte zaken eenige ongedrukte brieven van hem (ms. LXII, 36).

CoLONiA. ms. LXX, 32. Dit ms. bevat brieven van en aan kardinaal Chigi (1638—1643), waaronder verscheidene over denbsp;zoogenaamde bekeering van De Groot en verder over den toestandnbsp;in Holland zooals die zich voordeed aan de Keulsche nuntiatuur.

28 Sept. 1641---- Vedo ancora il Grotio fondarsi non poco

nella politica in queste sue opinioni; piaccia a Dio d’illumi-narlo, che è un grand’huomo, et Y. S. ricordi al Mario che non abbandoni questa opera grata a Dio e al Mondo.»

12 Oct. 1641. Over een boekje van De Groot tegen twee predikanten. Er is hoop op zijne bekeering en Marius zal ernbsp;veel aan kunnen doen. Men zegt, dat deze is //soggetto alnbsp;vimew maar dat is laster: hij is zeer //da me stimato// ennbsp;//dotto.//

21. Dec. 1641. De berichten omtrent de bekeering van De Groot en Sahnasius //sono false.//

18 Jan. 1642. //Estato scritto dalli P. P. Gesuiti di Eiandra che Hugone Grotio ultimamente in Eoterodamo per opera dinbsp;un P. Gesuita havesse professato la fede cattolica// — ongeloofelijk , want De Groot is nog te Parijs. Het is te hopen,nbsp;dat Marius daarin slagen zal, //chi si impiegava nella di luinbsp;conversione//, want wat den schrijver zelf betreft, //il mio poterenbsp;non è bastante per sostenere com’è degno tal personaggio//.

16 Eebr. 1642. De Groot wordt in Holland verwacht. //II Mario, il Torre, il Walemburg et altri stanno tutti su l’avvisonbsp;e pronti per animarlo alia propria salute con oblationi ancoranbsp;in quella forma che ho aceertato hurnilmente// . .

Erasmus. Brief ad Joh. Matthaeum, Papae datarium (ms. XXYII, 5 , fol. 310), dd. 5 Id. Oct. 1524 over de beschuldigingnbsp;van ketterij. In dezen band verder een brief van Clemens YIInbsp;aan Erasmus over diens beweerde ketterij in zijn boek //Denbsp;libero arbitrio// dd. 3 April 1523 en eenige belangrijke brievennbsp;van Theod. Heziüs aan Matthaeus uit Luik over de stemmingnbsp;te Leuven in dezen zelfden tijd en de houding tegenovernbsp;Erasmus. Ook andere brieven betreffende dezen o.a. 1 Aug.nbsp;1535 een van Paulus III aan de landvoogdes Maria.

Eianbra. ms. LUI, 143, fol. 52—68.

Compendi dei trattimeuti istorici e geografie! sopra li stati della Eiandra e confini con i personnaggi piü regardevolinbsp;antichi e modern! (ms. LIX, 179).

Sommario degli articoli proposti al Duca di Terranova dalli Stati di Eiandra, Jan. 1574 (ms. LYIII, 17).

-ocr page 81-

73

Eisposto al manifesto olie fa facilissima l’impresa di Fiandra:

//Non è cosa pin facile (lus. LVII, 85, p. 81—84).

Eelatione del nuntio di Fiandra a Leone XI (ms. LVII, 85).

Eélatione di Fiandra van Soriano 1578 (ms. LVI, 149).

Compendio degli Stati e governi di Fiandra (ms. LVI, 129). Groïius. De opusculis Grotii (ms. XXII, 15).

In Aldinam catellam (ms. XXXI, 23).

Baptizatorum puerorum institutie (ms. XXXI, 37).

Epistolae ad Nicolaum Peirescium additis animadversionibus in Taciturn. Quaedain de vita Grotii (ms. XXXI, 58). Ditnbsp;ms. bevat 16 blz. met uitgewerkte aanteekeningen en emendaties op Tacitus. De Vita is geschreven door een neef vannbsp;Samuel Petit (Sorbière?) naar aanleiding van een bezoek aannbsp;De Groot, 12 blz. lang en merkwaardig.

Quatuor litterae ad Holstenium (ms. XXI, 63).

Hadkianus VI. Hier is zeer veel van belang voor de levensgeschiedenis van dezen paus.

Daniel Heinsius. Caimina in ms. XXX, 184.

Nicolaus Heinsius. Epistolae aiitographae 9 ad Franciscurn cardinalem Barberinium, 10 ad Annibalem Albanum, 11 adnbsp;Carolum Mosonium (ms. XXXI, 63).

Carmina van hem nog in ms. XXX, 151 en XXX, 154.

Hollandiae. Status sive Ordines (ms. XXXIII, 49).

Status religionis catholicae (ms. XXXII, 164), n.1. de Eelatio van Jac. de la Torre.

Hugeniüs, Const. Carmina (ms. XXX, 78), n.1. fol. 90 de Calvinimachia en fol. 98 een vers op Sangenesius.

Holstenius. Epistolae (ms. XXXI, 66 en 73). Hieronder brieven aan Isaac en Gerardus Joh. Vossius,

Olanda. Discorso contro li stati d’Olanda, nel qual si paria del modo di tenersi dagli Spagnuoli per estradarli alia navi-gazione, traffico etc.: het door mij uitgegeven aanvalsplannbsp;Bijdr. en Meded. Hist. Gen. dl. XIX (ms. XLIII, 90).

Sospiri d’Olanda alia Maesth Cristiana (ms. LVI, 21), vers uit 1672.

Eagioni per Ie quali gli Olandesi si sono indotti a fare la pace o tregua con il Re di Spagna (ms. LIX, 47).

Eistratto delle forze de’ Stati Olandesi (ms. LVll, 49)

Oranges. Bespreking over het geven van den titel Kapiteiu-Generaal en Hoogheid in den Raad van Spanje (ms. LVI, 62, p. 50—61), uit den tijd van Frederik Hendrik.

Paesi Bassi. Discorso circa il modo, col quale i P. B. vol-garmente detti la Fiandra si possino ridurre sotto 1’obedieuza del Re di Spagna (ms. LVII ,6).

Eelatione in forma di discorso de’ costumi, richezze, forze,

-ocr page 82-

74

qualita, sito et modo di governo dei P. B. , beginneud : //Giulio Cesare, quel cortese Preiicipew (ms. LVIII, 20).

Sommaire récit de toute la negotiation faicte avecqne Messr® les Etats Généranx, 1607, dd. Dec. te Londen geschrevennbsp;door La Boderie (ms, XDIII, 140), met een vervolg hieropnbsp;en brieven van Yilleroj enz. tot einde 1608.

Tapper. Eesponsum ad epistolam Petri di Soto (ms. XVIII, 80 fol. 160—171). In denzelfden band fol. 177 zijn De con-cordia gratiae et liberi arbitrii.

De bibliotheek van het Preuss. Rist. Institut bevat eene verzameling Minucciana, in welks deel 22 eene groote collectienbsp;stukken over //Belgium'/, nauwkeurig in den catalogus omschreven.

fol. 1—11. Eelatio van Vincenzo Quirini over Bourgondië (1506).

fol. 34—44. Compendio degli Stati et Govern! di Eiandra (1578). fol. 45—64. Principio et cause della guerra di Fiandra.nbsp;Na den tijd van Alva.

fol. 65—122. Discorso sopra Ie cose di Fiandra, quando il Signore duca d’Alba vi fu mandate: //Non è nessuna cosa//...

fol. 124—130. Pro pace Belgii consultatio (na de Keulsche ouderhandelingen 1579), beginnend: //Postquam eo tandemnbsp;deventum est// . , .

fol. 132—145. Ad serenissimum et invictissiinum Eomanorum imperatorem augustum Eudolphum II pro pace Belgii suaenbsp;majestatis auspiciis restituenda, beginnend; //Postquam augus-tissimus imperator//...

fol. 145—150. Eorum quae Caes. Maj. ordinibus Belgii pro pace restauranda scribenda videntur brevis aunotatio (behoortnbsp;bij het voorgaande).

fol. 151—164. Discorso fatto per commandamento del Ee di Franza, se dovea movere la guerra al Ee di Spagua, chenbsp;finisce in dissuasione (van Minucci, Juni 1572).

fol. 165—174. Discorso al Ee di Franza per indurlo a pigliar la guerra contro il Ee di Spagna (evenzoo).

fol. 175—182. Eemonstranza fatta al Ee di Franza dal conté Ludovico di Nassau, fratello del principe d’Oraiiges,nbsp;circa i mezzi di rimediare ai tumulti del Eeguo. Beginnend :nbsp;//il conté Ludovico//..., gedagteekend uit Siegen , 1 Juni 1573nbsp;en geteekeud en bezegeld door graaf Lode wijk, kopie.

fol. 183—184. Historisch betoog over de Nederlandsche zaken, fol. 385. Considerationi fatte sopra Tandata dell’ archiducanbsp;Mattia in Fiandra, della quale pare die s’ houorarsi Donnbsp;Scipio de Castro ma pero ne fu autore Mons. di Mersen, am-basoiatore del Ee di Francia in Veuetia (1586).

-ocr page 83-

75

fol. 191—215. HiS|,uesta del parte del Rey cattolico, aan aartshertog Karel over zijue voorstellen namens den Keizer.

fol. 217—220. Brief van Alen^on aan de Duitsohe vorsten te Augsburg (1582). Verder een van Anjou en de Staten aannbsp;den aartsbisschop van Trier (26 April 1582).

fol. 228—241. Meening van don Francisco de Vera over don Jan’s plannen op Engeland.

NAPELS

t.

De betrekkingen van het koninkrijk Napels tot de Nederlanden, tot de Republiek der Vereenigde Nederlanden, zijn nooit zeer innig geweest, zoodat in de verzamelingen te diernbsp;stede op het eerste gezicht zoo goed als niets te verwachtennbsp;scheen voor de onderzoekingen, die ik had in te stellen. Alaarnbsp;in het Archivio tli State- aldaar bevindt zich het archief dernbsp;Parneses , waarop reeds Gachard uitvoerig de aandacht vestigde 1 2);nbsp;de BiMioteca Nazionale en de Biblioteca Brancacciana zijn bovendien bekende verzamelingen, waarheen ook wmder hanschriftennbsp;van allerlei aard zijn samengevloeid. Het scheen dus ten slottenbsp;wenschelijk hier een kort onderzoek in te stellen, voornamelijknbsp;met het oog op bronnen voor Noordnederlandsche geschiedenis ,nbsp;die noch door Gachard noch door Cauchie bij hun bezoeknbsp;hier in het bijzonder nagegaan waren.

In het Archivio di State zag ik van de afdeeling Spagna van de staatkundige sectie eenige nummers, waarop ik nog eens denbsp;aandacht vestig:

n“ 2. Brieven aan de landvoogdes Margaretha uit Madrid enz., verder aan Armenteros, haren secretaris, aan den Hertognbsp;van Parma, haren gemaal, enz., van den agent te Madridnbsp;Ardinghelli: veel over de stemming in de Nederlandennbsp;(1557—1564).

n° 3. Hierin Veel over de eerste jaren van het bewind van Alexander van Parma in de Nederlanden o. a. over het belegnbsp;van Maastricht.

n“ 5. Brieven van Spaansche ministers en aanzienlijken aan hertogin Margaretha o. a. over de Nederlanden (1558—1586).

1

') Compte-rendu de la Comm. royale d’histoire 3quot;'^ Série, XI, p. 215 suiv.

2

Les archive.s farnésiennes a Naples (Brux. 1890).

-ocr page 84-

76

n®. 7. Briefwisseling van Pietro Aldobrandini met de Far-neses, ook over de Nederlanden (1567—1585).

n® 11. Briefwisseling van Francesco Guillames met Alexander van Parma, toen in de Nederlanden (1580—1588).

n® 12. Zelfde collectie van Mario Biondo (1582—1591). Zoowel van deze afdeeling als van die Fiandra e Spagnanbsp;bestaat een speciale zeer uitvoerig bewerkte nieuwe catalogus,nbsp;die nog niet door Cauchie was gezien en vooral op de aanwijzingen van Gachard veel voor heeft.

In deze laatste afdeeling:

n® 75. Oarteggio van Margaretha betreffende politieke en private zaken met tal van bekende militairen en staatsliedennbsp;o. a. Chiappino Vitelli, Gaspar de Robles, Jan en Godard vannbsp;Rheede, Jan en Anton van der Noot enz. (1550—1584).

n“ 76. Dergelijke verzameling, waarin brieven van Alva, Fuentes, Egmont enz. (1559—1580).

De afdeeling Fïandra, door Cauchie in het bijzonder nagegaan, omvat meer dan 100 deelen, vol. 1622 tot vol. 1727, waaruit ik opteekende:

n® 1631. Brieven van Verdugo, Hopperus, Viglius enz. n“ 1632. Discorsi, memorie, rappresentanze, pensieri delnbsp;Principe d’Oranges (1560—1580).

n® 1645. Hierin brieven van Philips II aan den Prins.

Een bundel Olanda (n® 1444) loopt over de jaren 1600— 1727. Zij bevat vooreerst een aantal stukken over de zendingnbsp;van Johan van Nassau (1615) ten behoeve van Savoyenbsp;naar de Nederlanden tot het verzamelen van een hulpleger;nbsp;verder een aantal andere brieven van agenten van Parma innbsp;Amsterdam en Den Haag uit de 17''® eeuw o. a over deiinbsp;aankoop van schilderijen, boeken, porselein, bloemblollen enz.nbsp;ten behoeve der collectiën te Parma en te Piazenza. Yoor dezenbsp;laatste zaken zijn met name de brieven van den agent Bruzeunbsp;de la Martinière merkwaardig. Andere brieven van agenten ennbsp;consuls, sedert 1697 vast te Amsterdam en in Den Haag gevestigd , handelen over politieke zaken tot in de dagen vannbsp;het traktaat van Hannover (1726). Merkwaardig schenen mijnbsp;vooral twee belangrijke avvisi uit Amsterdam dd. 25 Maartnbsp;8 April 1701 over de stemming in de Republiek, den toestandnbsp;der Amsterdamsche Beurs enz. (8 blz.).

Onder de mss. der Bihlioteeu Nazionale, vond ik :

X 744. Trattato sopra la successione alia corona d’Inghil-terra (December 1593), door R. D., gericht uit Amsterdam aan graaf Essex.

X 746. Hierin een overzicht over den ecouomischen en po-

-ocr page 85-

77

litiekeu toestand der Vereenigde Nederlanden uit het begin der 17''® eeuw (fol. J18/9) benevens een //discorso francesenbsp;contro gli Stati d’Olanda// (fol. 120—147), het bekende aanvalsplan van 1607.

XllI. H. 73. Uitgave van Livius met ms. aanteekeningen van Hadrianus Junius, gewaarmerkt door zijn zoon Petrus.

e uitgave van Theocritus met ras. aanteekeningen van

Zoo bevindt zich in de bibliotheek der Oratorianen te Napels nog het door 13. Heinsius aan Scaliger gezonden exemplaarnbsp;van

Heinsius.

13e Blhlioteca Brancacciana uit het einde der 17''® eeuw bevat:

4 C 4. Istoria di Fiandra in tempo del arciduca Alberto.

4 E 7. Ritratto della successione nella Fiandra del Re di Spagna.

2 A 9. Della Court o Van der Hoff, De jure aeclesiasticorum liber singularis (Alethopoli 1665).

I nbsp;nbsp;nbsp;E 8. Memoriale del Duca di Neuburgo sopra la signorianbsp;di Ravenstein.

10 B. 9. Relazione del movimento che segui in Fiandra (1614).

II nbsp;nbsp;nbsp;E. 10. Discurso y advertimiento toocantes a la navigacionnbsp;de la mar de Norte e del mar Oeeano y de las Indias: aanvalsplan als boven

10 C. 4. Diario delle cose di Fiandra (1600—1614).

10 A. 14. Secretissima instructie Gallo-Britanno-Batava data Frederico Comiti Palatino Electori (1620).

TURIJN

De betrekkingen van Savoye met de Republiek der Vereenigde Nederlanden zijn nooit zeer innig geweest. Toch waren zij van meer gewicht dan gewoonlijk wordt aangenomen, metnbsp;name in het begin der 17''® en dat der 18''® eeuw, toen Savoyenbsp;bij de machtige en rijke Republiek steun zocht tegenovernbsp;Spanje en Frankrijk, die het bedreigden, steun vooral vannbsp;financieelen en militairen aard.

Ik bezocht er in de eerste plaats het Arcidvio dl Stato, waar dank zij de vriendelijke hulp van heer Dr. Giacomo Gok-EiNi, directeur van het archief van het Departement vannbsp;Buitenlandsche Zaken te Rome, met wien Conte J. Gkeppi ,nbsp;de bekende oud-diplomaat, mij door tusschenkomst van dennbsp;Nederlandschen gezant te Rome in betrekking had gebracht,nbsp;een en ander vóór mijne komst reeds was voorbereid, zoodat

-ocr page 86-

78

ik hieï spoedig gereed kon komen. De kuip van den archivaris Galleani UEi CONTI d’Agliano en van mijn vriend Dr. 11. Micheesnbsp;en diens echtgenoot, die toevallig in hetzelfde archief werkten,nbsp;kwamen mij bij het onderzoek zeer te stade, vooral doordatnbsp;mij ten vriendelijkste gelegenheid werd gegeven nog in denbsp;vacantiedagen tegen Paschen in dit belangrijke archief te arbeiden.

De eerste afdeeling, die ik onderzocht, was Coriï Stranieri, rubriek Olanda. Zij omvat met de //addizioniw zes //mazziw ofnbsp;dossiers, zeer goed geïnvantariseerd, warrin de stukken netjesnbsp;naar de onderwerpen, waarover ze handelen, in genummerdenbsp;omslagen bijeengevoegd zijn; op iederen omslag staat de hoofdinhoud , die met dezelfde woorden in den inventaris is opge-noraen. Het zijn blijkbaar bijlagen bij de brieven der gezanten en agenten. De omslagen bevatten dikwijls extracten uitnbsp;resolutiën der Staten , pamfletten , rapporten enz. Ik teekende hetnbsp;belangrijkste aan.

1. Memoria sul governo politico, giuridieo ed economico delle Provincie Unite de’Paesi Bassi. Een stuk uit den tijdnbsp;van Antonie Heinsius (1719)'), waarin vele bijzonderhedennbsp;over den handel, vooral op Italië. De concurrentie van Engeland en Marseille had den Hollandschen handel op Italië zeernbsp;benadeeld, zoodat hij van 140 tot 30 schepen per jaar wasnbsp;gedaald. //In Amsterdam ognino pub accorgersi della grandenbsp;diminuzione di questo negozio, se considera che per maudarenbsp;qualche cosa in Italia e in altro porto del Mediterraneo bisognanbsp;spesse volte aspettare due mesi prima che si trovè, un vascellonbsp;olandese che vi vada. Cio non ostante non lasciano gli olandesinbsp;d’alimentare il di loro commercio per rieavarne tntto Tutilenbsp;ed il guadagno che loro è possibile.// Vooral Indische warennbsp;en eigen voortbrengselen worden er nog heengevoerd; terugnbsp;komen zijde, zijden stoffen, rijst. De handel op Spanje //ènbsp;molto considerabile e necessariow; dezelfde uitvoer als naarnbsp;Italië , terug goud in zilver en baren , geld , paarlen , stofgoud ,nbsp;edelgesteenten, wol; vooral de fijne Spaansehe wol, veel beternbsp;dan de Engelsche lange wol, is onontbeerlijk voor de lakenfabrieken; jaarlijks 130 h 140 schepen. Uit Portugal komennbsp;vooral tabak, verfhout, medicijnstoffeu, zout, alles jaarlijks welnbsp;300 schepen bezighoudend. Uit Frankrijk komen manufacturen,nbsp;oliën, hoeden, kastanjes, wijnen, honig, 250 a 300 schepennbsp;’sjaars. Naar Ierland en Engeland gaan veel lakens, zijdenwaren, kant, wolstolfen, maar wegens de Navigatie-aote gaatnbsp;er maar 1 Hollandseh schip heen tegen 12 Engelsche terug.

1) Dit jaartal blijkt uit Addiz. 1, n» 6, waar de gezant Ossorio als de opsteller wordt genoemd.

-ocr page 87-

79

Langs de kanalen en rivieren gaat een uitgebreide handel op de Zuidelijke Nederlanden en Duitscliland, ter zee naar hetnbsp;Noorden en Oosten, nog op de oude wijze. Belangrijk zijn denbsp;Compagnieën. Uit O. I. kwamen ten vorigen jare 29 schepennbsp;met Indische waren; de W. I. C. is dalende, liare aktiën doennbsp;nog 90 a 94 pCt. De visscherij houdt stand : de haringvisscherijnbsp;bezigt 18000 menschen op 2000 schepen en meer en brengtnbsp;jaarlijks 200000 ton haring aan; de Groenlandsche visscherijnbsp;had in 1718 alleen uit Amsterdam en omstreken 160 schepennbsp;van 2 ii 300 ton met 38 a 50 matrozen, maar de winst isnbsp;wisselvallig, want 80 schepen kwamen zonder vangst terug,nbsp;andere met 2, 3 of 8 walvissohen, terwijl ieder scliip om denbsp;kosten goed te maken er gemiddeld 2 moet aaiibrengeii, iedernbsp;f5000 waard; de visscherij in de zoete wateren komt daarbij.nbsp;Amsterdam fabriceert goudsteifen, zijden kleederen, fluweel;nbsp;ook Haarlem, waar bovendien veel lakens en linnen, dat uitnbsp;Groningen, Friesland, Overijsel en Gulik hier gebleekt wordt;nbsp;Leiden leeft van de lakenfabricage, Delft van het porcelein;nbsp;Rotterdam heeft vee! haringvisscherij; Dordt lakenfabricage,nbsp;houtkooperij, zoutziederij, zalmvisscherij, Gouda touwslagerij,nbsp;pijpenfabriekeu en fluweeluijverheid; Hoorn kaas en boter;nbsp;Zaandam molens en scheepsbouw.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Een en ander over de pretentiën van Savoje op het bezitnbsp;der Zuidelijke Nederlanden, begin IS**® eeuw, krachtens huwelijken der vorsten.

3. nbsp;nbsp;nbsp;Memorie over de schulden en lasten der Republiek (1717),nbsp;naar Slingelandt.

4. nbsp;nbsp;nbsp;Stukken over eene leening van de prinses van Nassau-Saarbrück in de Republiek (1725).

5. nbsp;nbsp;nbsp;Relazione over de verhouding der Republiek tot Oost-friesland (1726).

6. nbsp;nbsp;nbsp;Een en ander over de terugroeping van den Roomsch geworden gezant der Staten in Savoje, Le Plat (1726)

7. nbsp;nbsp;nbsp;luformativa over de rechten der Republiek te Maastrichtnbsp;(1763).

9. Memoriën over het leger der Staten (1724 en 1730), uittreksels uit Staten van Oorlog.

15. Dergelijke memorie (1749).

23. nbsp;nbsp;nbsp;Memorie van Bentinck over de verhouding der Republiek tot Engeland (1755)

24. nbsp;nbsp;nbsp;Gevoelen van een Zeeuw over de politieke omstandigheden (1756).

30. Studie over den handel en den rijkdom der Republiek (omstreeks 1770), een boekje van 170 blz., beginnend: //Tranbsp;i piu luminosi tratti delle Istorie// ....

-ocr page 88-

80

41. Overzicht over den toestand der Republiek (12 Maart 1773). Het leger is vrij goed maar slechts 30000 man, denbsp;vloot in verval, ofschoon de O. I. C. in geval van nood metnbsp;hare goede schepen en bemanning kan bijspringen. De inkomstennbsp;bedragen 34 mill., waarvan 11 voor leger, vloot en algemeennbsp;bestuur. De handel is door de concurrentie zeer gedaald maarnbsp;de Republiek is nog rijk en Amsterdam nog de eerste handelsstad ter wereld, geleid door eene verstandige regeering; denbsp;faillieten van onlangs zijn van voorbijgaanden aard. De Hollanders zijn van nature flink maar de regeering zoekt angstignbsp;naar onzijdigheid en de Prins, hoewel //gêné et timide//, heeftnbsp;//esprit et counoissances//, verder//plus d’application//dan anderenbsp;vorsten en is algemeen bemind om zijne vriendelijkheid. De antistadhouderlijke partij is bijna verdwenen. Brunswijk is de handige leider van den Prins, zij het in het geheim.

45. Idem (1778), zeer belangrijk over den achteruitgang van alles.

48. Idem over de stemming van Amsterdam tegenover Engeland (1778) onder invloed van Frankrijk.

In den mazzo 4 zijn allerlei stukken over de verhouding tot Oostenrijk, met name n“ 9 eene memorie over de reis desnbsp;Keizers in de Republiek (1781) en zijne beide gesprekken metnbsp;Rendorp, n“ 20 eene memorie van graaf Neni over het barrière-tractaat (1784).

De afdeeling Negoziaziotii, rubriek Olanda, omvat drie dossiers:

In nquot; 1 de minuut der instructie van hertog Karei Emanuel I aan den ambassadeur Montbon, naar de Republiek gezondennbsp;1617 voor de werving van 4000 man infanterie onder Mans-feld en het sluiten van een verdrag, met aardige berichtennbsp;over de verhouding van Maurits en Oldenbarnevelt en hetnbsp;aanbod van Erederik Hendrik om zelf Tiaar Savoye te komen.nbsp;Verder stukken over de opneming van Savoye in het Grootnbsp;Verbond van Weenen. In nquot; 8 protest van den Staatsohennbsp;gezant Van der Meer tegen de wijze, waarop de Spaanschenbsp;gouverneur van Milaan Frankrijk helpt beoorlogen (1692). Innbsp;Tl® 13 Relazione (eigenlijk het begin van de mémoires vannbsp;dezen diplomaat, die hier zijne carrière begon) van dennbsp;gezant markies Del Borgo over zijne onderhandelingen met denbsp;Staten over een verbond tegen Frankrijk (1703). In n® 14 de sub-sidierekening der Republiek (1703—1713). In n® 22 de instructienbsp;voor den advocaat Delpine als vertegenwoordiger van Savoyenbsp;(1713). In n® 25 de instructie van ridder Ossorio, belast metnbsp;de onderhandeling over een subsidieverdrag met de Statennbsp;(1723) , waarbij nog in n® 26 eene memorie over zijne onder-bandelingen dienaangaande (1723—1732). tn u® 25 wordt

-ocr page 89-

81

gezegd //volendo havere nell’ Haja una persona tanto par accudire a quell’ ineombenza ch’il nostro servizio potesse esig-gere.... quanto per starvi attento a rimandarci Ie notizie conoer-nanti gli affari general! d’Europa.// Hij kreeg niet den titelnbsp;van gezant, omdat de Staten wegens hunne verhouding totnbsp;Oostenrijk den koningstitel van Sardinië nog niet wildennbsp;erkennen maar kwam wsenza carattere», daar er toch wegensnbsp;de subsidiën iemand moest zijn. Bovendien //l’Haya è ilnbsp;centro di quasi tutti gli affari// tot die van Rusland toe,nbsp;die altijd eenig belang hebben voor Savoye, omdat //la bilancianbsp;in Italia è dependente dell’ essere la nostra casa in statonbsp;di resistere a chiunque volesse opprimere la stessa Italia//,nbsp;in het belang der //bilancia universale//, waarin ook Italiënbsp;zijn rol speelt.

Dergelijke belangrijke belangrijke stukken liggen ook in mazzo 3, o. a. de instructie van graaf di Canale (1733), waarinnbsp;staat; //mais surtout vous devez distinguer Ie greffier Fagel, quinbsp;par l’emploi éclatant qu’il occupe, par l’élévation de sonnbsp;génie et même par les dispositions qu’il a témoigné notrenbsp;égard mérite une attention particulière//, evengoed als Slin-gelandt zelf. In deze instructies vindt men zeer merkwaardigenbsp;politieke overzichten, gegrond op de Relazioni van afgetredennbsp;gezanten.

Zoo in 1736 in de instructie van Borré de la Chavanne: //la situation de cette République entre l’Allemagne et lanbsp;France, son commerce, sa liaison avec 1’Angleterre, ses forces,nbsp;sa prudence et son impartialité dans les derniers troubles luinbsp;attirent la considération et la confiauce de toutes les puissances,nbsp;en sorte que rien ne sauroit se passer de quelque importance qu’on ne 1’y sache ou par les membres du gouvernementnbsp;OU par les ministres étrangers qui y résident//. In verbandnbsp;hiermede een zeer belangrijk politiek overzicht van dezennbsp;gezant 1736/7. In dezen bundel verder de instructie voornbsp;de graaf Viry, officieel gezant in 1750, nadat ook de Statennbsp;wederom een gezant hadden gezonden, n.1. Vereist. Daarinnbsp;wordt de toestand iets beter genoemd dan in den tijd dernbsp;//décadence// vóór 1747, maar //Ie commerce est presque toutnbsp;5, fait tombé// en de vloot verwaarloosd; de O. I. C. is innbsp;verval en zal vallen, als Frankrijk de zijne kan in gang brengen; de haringvisscherij geeft allerlei verschil met Engelandnbsp;en Schotland en lijdt daaronder. Het belang der Republiek isnbsp;de handhaving harer alliantie met Engeland en den Keizer.nbsp;Willem V is beter jegens Savoye gezind dan de oude regeering ,nbsp;die altijd subsidie-vragen vreesde en 3 mill, schuldig bleef in ditnbsp;opzicht. Behalve Bentinck zijn Gronsfeldt, Burraania, De Bock,

6

-ocr page 90-

82

Flodorp en Fagel nu mannen van invloed, minder de Eaad-pensionaris; de Van Harens hebben afgedaan. Een andere belangrijke instructie is die voor graaf Lascaris (21 Aug. 1754); de Republiek is wel in verval maar zij kan zich nog zeer goednbsp;verheffen en Den Haag is nog altijd een middelpunt van diplomatieke kennis. De instructie voor graaf Della Marmora (1760)nbsp;zegt: «la République par sa situation et par sa eorrespon-dance est a même d’etre instruite de bonne heure de ce quinbsp;se passe de plus essentiel en Europe et les personnes qui ontnbsp;part au gouvernement sont assez portés de s’ouvrir sur lesnbsp;affaires qui parviennent a leur connoissance, lorsqu’elles croyentnbsp;de pouvoir confier quelque chose sans s’exposer h aucun inconvenient. Les ministres étrangers qui resident h la Haye de lanbsp;part des cours priucipales de l’Europe sont en usage de s’entrenbsp;communiquer les nouvelles qu’ils'^ resolvent pour peu qu’ilsnbsp;soient bien ensemble.// Daarom is de Haagsche gezantschapspostnbsp;van belang. De zaak van den algemeenen vrede is voorbereidnbsp;door middel van den Hertog van Brunswijk. Zoo ook denbsp;instructie van baron Della Perrière (1764) en die voor dennbsp;markies De Gordon (1768). Anders weder die voor markiesnbsp;Vivalda (1774): //les Hollandais sont adonnés entièrement aunbsp;commerce et aux richesses ainsi que les Anglais et semblentnbsp;ne pas se soucier dn reste//, maar zij //sont capables de toutnbsp;si la haine réunit leurs suffrages et précipite tous les espritsnbsp;dans les resolutions les plus courageuses et les plus impor-tantes.// Die van graaf Montagnini di Miribello (1778) getuigen,nbsp;(lat zij zich alleen bekommeren om den handel, dus alleen omnbsp;Engeland, Spanje en Portugal; //quoique la Haye ne soit plusnbsp;aujourd’ hui l’endroit oil se traitent les grandes affaires, onnbsp;ne laisse pas d’y être exaetement informé de tout ce quenbsp;s’y passe et s’y négocie; la République est trop intéresséenbsp;pour ne pas prendre toute sorte de moyen pour en être biennbsp;instruicte. D’ailleurs Ie grand nombre de ministres étrangersnbsp;qui résident h la Haye, y rendent aussi les nouvelles plusnbsp;sures puisqu’on peut les regarder du moins Ie pluspart commenbsp;venant de source.//

In deze mazzi viel over de subsidiezaken der 18'^® eeuw, ook over een later handelsverdrag (1820/40).

Een derde rubriek is die in de afdeeling Gerimoniale, belangrijk voor etikette-kwestiën en algemeene politieke verhoudingen.

Een vierde heet Lettere [dai] principi esteri. Daarin onder Olanda een aantal officieele brieven, gewisseld met de Staten-Generaalnbsp;en de vorsten uit het Huis van Oranje. Een aantal brievennbsp;van prins Philips Willem bevatten niet anders dan aanbevelingen.

-ocr page 91-

83

Belangrijker is die van prins Maurits dd. 10 Mei 1615 over de vraag van den Hertog om oorlogsschepen en over den Gnlikschennbsp;krijg, in verband met het verzoek om troepen. Van graafnbsp;Johan den Jonge van Nassau (1617), ambassadeur van Savoye,nbsp;een belangrijke Relazione over zijne bevindingen in de Ver-eenigne Nederlanden, heel aardig vooral over de wijze vannbsp;tioepenlichting aldaar in overleg met Maurits en Oldenbarne-velt. Hij werd beloond met de Anuunziata-orde en het Guldennbsp;Vlies, niet met teruggave van de door hem uitgeschoten gelden,nbsp;waarover hij klaagt. He brieven van prinses Maria, weduwe vannbsp;Willem II, geven aardige bijzonderheden, door haar medegedeeld aan de Hertogin-Weduwe van Savoye en haren zoon,nbsp;den Hertog, die haar hadden willen gebruiken om een oorlogsschip te Amsterdam te laten uitrusten. Uit een brief van 13nbsp;Sept. 1651 blijkt, dat zij toen hoopte ^que Ie Parlement m’auranbsp;declare Régente»; zij doet reeds uit de hoogte beloften voornbsp;dat geval, De briefwisseling van officieelen aard toont datnbsp;sedert Willem IV het Huis van Oranje als volkomen souvereinnbsp;en gelijke der andere vorstenhuizen werd beschouwd; de briefwisseling loopt door tot 1859. De brieven der Staten-Generaalnbsp;uit de tw'eede helft der 17'^® eeuw loopen ook over den zeeroofnbsp;in de Middellandsche Zee en de Waldenzeuvervolging.

Een laatste afdeeling zijn de Lettere [dai) Minhtri, waar in de rubriek Olanda van 1614 af niet minder dan 89 dossiersnbsp;zich bevinden met de archieven der gezanten, politieke agentennbsp;en consuls van Savoye en Sardinië in Den Haag en Amsterdam.nbsp;De eerste bundel beeat slechts zeer weinig over de zaken vóórnbsp;1660; eerst dan begint in verband met de zich sedert toennbsp;krachtiger ontwikkelende politieke beteekenis van Savoye-Sar-diuië ook de reeks der gezantschaps- en consulaatspapieren innbsp;geregelde orde. De eerste bundels, loopende over het laatst dernbsp;17'^® eeuw en het begin der 18‘'® handelen vooral over hetnbsp;treden van Savoye in het Groot-Verbond van Weenen en denbsp;alliantie tegen Frankrijk in den Spaanscheu Successieoorlog,nbsp;in het bijzonder over de subsidiën, door de Republiek aannbsp;Savoye-Sardiuië verstrekt. Deze archieven zijn met groote zorgnbsp;bewaard en geven getuigenis van de hooge beteekenis dernbsp;Piemouteesche diplomaten, die de oude traditiën van Venetiënbsp;en Florence in dit opzicht gelukkig voortzetten. Het zou denbsp;moeite waard zijn deze papieren, waarin de politieke beteekenisnbsp;van Den Haag in de 18'*® eeuw zoo duidelijk uitkomt, nauwkeurig na te gaan, ook met het oog op den economischeu ennbsp;fiuancieelen toestand der Republiek, waarbij het subsidie-gragenbsp;Savoye-Sardinië zooveel belang had.

Bovendien bevindt zich in de afdeeling Archivi di üorte nog

-ocr page 92-

84

een zeer belangrijk handschrift nl. Minutario di Lettere del Ser™quot; Duca di Savoia Einaunel Filiberto con il diario di cionbsp;clie gli occorse in Fiandra (1555—1559), het archief van dennbsp;landvoogd der Nederlanden in die jareu, ten deele geschrevennbsp;door zijn eigen hand; daarbij ook eene Eelatione van anderenbsp;hand. Het ms. (120 folia, verguld op snede, ingehonden innbsp;groen gekleurd hertenleder) bevat tal van kopieën van brieven,nbsp;aanteekeningen over onderhandelingen en krijgstochten, leger-lijsten enz. benevens aan het slot een soort inleiding van dennbsp;Hertog zelven op eene beschrijving van zijne landvoogdij. Denbsp;weinige bekendheid dezer belangrijke periode in onze geschiedenis verhoogt de waarde van dit ins., waarvan een afschriftnbsp;ligt in de Biblioteca Regia (n° 142) ')

De Biblioteca Nazionale, tegelijk Universiteitsbiblioiteek, bevat n“ 238. P. Mellarede, Relation des négociations faites a lanbsp;Haje 1709 et h Gertruidenberg 1710.

nquot; 456. Philibert de la Tour (della Torre), Correspondanee diplomatique avec sa cour (1690—-1698 en 1700), waaraan hetnbsp;gedeelte Mei 1692—Nov. 1694 ontbreekt.

11“ 954. Pierre Boyer, Abrégé de l’historie des Vaudois, eindigende met 1690; de auteur was predikant te’s Gravenhage.

De Biblioteca Eeqia bevat behalve de boven aangehaalde ms. nquot; 142 en nquot; 448 nog onder n“ 231: Mellarede, Relation desnbsp;negotiations pour la paix pendant les conférences d’Utrechtnbsp;(1712), met invoeging der brieven van de gevolmachtigdenbsp;ministers van Savoye-Sardiuië aldaar, van belang omdat denbsp;schrijver zelf een der voornaamste Sardinische diplomaten vannbsp;zijn tijd was.

ANDERE BIBLIOTHEKEN EN ARCHIEVEN IN ITALIË

Met het invallen der Paaschdagen en de daarmede samenhangende gedeeltelijke sluiting der meeste archieven en bibliotheken ontbrak mij de tijd om het onderzoek voort te zetten in het zeer aanzienlijk getal andere instellingen van diennbsp;aard in Italië, daar ik met het einde der Paaschvacantie

q Vgl. ook over die periode; ïesauro en Giroldl, Historia dell’ augusta citta di Torino (1679), in de Bibl. Eegia, ms. 4.48.

-ocr page 93-

85

weder te Leiden terug moest zijn. Het is zeer goed mogelijk. dat in de vele kleinere bibliotheken en archieven buitennbsp;de plaatsen die ik bezocht, nog handschriften gevonden worden , die voor onze geschiedenis van eenig belang zijn. Metnbsp;uitzondering van Genua zou ik evenwel geene plaats weten tenbsp;noemen, waar zich wegens voormalige betrekkingen met denbsp;Republiek zoo iets zou laten vermoeden, terwijl ook de inlichtingen , die ik bij Italiaansche en Duitscbe geleerden omtrentnbsp;door mij niet bezochte plaatsen heb ingewonnen, mij geennbsp;reden gaven om te verwachten, dat hier of daar nog zeer belangrijke vondsten zouden gedaan kunnen worden. Met name zijnbsp;dit gezegd van Panna, Modena, Reggio, Piacenza, Verona,nbsp;Padua, Ferrara, Ravenna, Perugia, Pisa, Livorno, Palermo,nbsp;Syracuse, alhoewel ook hier de mogelijkheid van het bestaannbsp;van dergelijke handschriften niet uitgesloten is.

Wat Genua betreft, het was wel degelijk mijn plan deze stad en hare archieven en bibliotheken te bezoeken, maar bijnbsp;gebrek aan tijd moest ik de keuze doen tusschen haar ennbsp;Turijn en die keuze kon geen oogenblik twijfelachtig zijn,nbsp;ook omdat een globaal onderzoek in het uitgegeven overzichtnbsp;van den inhoud van het Staatsarchief te Genua mij had doennbsp;zien, dat daar vermoedelijk niet veel te vinden zou zijn.nbsp;Het is echter mogelijk, dat ook in de Unmersiteitshibliotheeknbsp;en de BihUoUca Civica Berio aldaar, waar zich te zamen ongeveer 2400 handschriften bevinden, nog voor ons belangrijkenbsp;stukken liggen.

-ocr page 94- -ocr page 95-

INHOUD.

Milaan.............blz. nbsp;nbsp;nbsp;3

Venetië ......... . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6

Bologna............«22

Flo HENCE............// nbsp;nbsp;nbsp;23

Rome.............» nbsp;nbsp;nbsp;38

Napels.............'/ nbsp;nbsp;nbsp;75

Turijn.............n nbsp;nbsp;nbsp;11

Andere archieven en bibliotheken . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;//nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;84

-ocr page 96-

-A

f. 56^

-ocr page 97-


J





-lt;3%'

Lgt;V:-iA-i quot;'‘' '■*■'''''' nbsp;nbsp;nbsp;quot; ■''■’quot;■■





-ocr page 98-


‘0

e,

7





-ocr page 99-








-ocr page 100-

4-

^1

Door W. P. VAN STOCKUM amp; ZOON te ’amp;• Gruvenhage is uitgegeven:

d’Ablaing van (Jiessenbiirg, De Ridderschap van het kwartier van Nijmegen. Namen en stamdeelen van de sedert 1587nbsp;verschenen edelen. Uitgegeven door M’^. P. A. N. S. vannbsp;Mf.urs. Met 108 wapens. Oroot 4°.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. f 15.—

I. nbsp;nbsp;nbsp;W. des Tombe, Het geslacht var Renesse den oorsprong

tot 1430. — Met 13 zegelafbeeldingen der 13® en 14® eeuw, en een kaart van het eiland Schouwen in 1291.—nbsp;Ecu doe] in Roy. 8®...........f nbsp;nbsp;nbsp;4.—

F. L. Gee ’•iiug, De Provincie Suriname......f nbsp;nbsp;nbsp;0.80

l)r. A. H. Pareau, Onze West. Reisschetsen. Geïllustreerd en

met kaarten . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; /'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1.90

in nbsp;nbsp;nbsp;linnennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebondennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 2.40

H. Pytterseii, Tzn., Europeesche kolonisatie i:i orvi ame. Geschiedkundige schets........../ nbsp;nbsp;nbsp;1.25

Aug. de Wit, i?'g, ts and lanei' s about Java. — With 17

Illustrations..............f nbsp;nbsp;nbsp;3.50

in nbsp;nbsp;nbsp;linnennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebondennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 4.25

D. Veegens, Historische Studiën.

Pieter Corn-' Hooft, Johan van Oldenbameveldt, Prederik Hendrik, Jolia.: Maurits van Nassau, Constantijn Hr^gens,nbsp;Amalia van Solms, Jacob d^. Witt, Johan de Witt, Wendelanbsp;Bickei , A aria van Berckel, enz.

Autobiogr. .Herinneringen. J. W. van Sypesteyn, J. de Blt; Oi Kemper , J. Hf nskerk Bzn., enz,

2 deden......,......... ƒ 7.51

J. nbsp;nbsp;nbsp;0. W''agner, Mecklenburgsche Troepen in Nederlandschen

Di nd 1788—1796 met portretten en kaarten . f 2.90

H. Sienkiewicz, „Quo Vadis”. Een verhaal uit don ‘Jid vi Nero, vertaling van H. Pytteksen Tzn. 2® druk . f 1.50

in linnen gebonden - 1.90