-ocr page 1-
v^ 3 3
D E
REVOLUTIE.
-ocr page 2-
D E
EETOLÏÏTIE.
i.
Dat waare Vrijheid is verdweenen,
En fchijn van Vrijheid is verfcheenen,
Dat is gefchied.
Maar dat wij naar deez' droeve tijden,
Ons nimmer zoude weer verblijden,
Geloof ik niet.
2.
Dat zogenaamde Vrijheids looten,
De Vrijheid hemel-hoog vergrooten.
Dat is gefchied.
Maar of Hansworst met brede ftrikken,
Zijn hoed altijd wel op zal fchikken,
Geloof ik niet.
A 2                          Dat
-ocr page 3-
( 4 )
Dat veele thans met ftrikken loopen.
Die voor haar gespens brood gaan koopen,
Dat is gefchied.
Maar of zy om haar pligt te kwijten,
Dat geld wil in de kist gaan fmijten,
Geloof ik niet.

Dat onbezonnen Vrijheids klanten.
Veel Vrijheids-boomen gingen planten,
Dat is gefchied.
Maar of het hun wel zal gelukken,
Om vrugten van die boom te plukken,
Geloof ik niet.
5-
Dat op het voetfpoor van de Franfchen,
Veel gekken om die boom gaan danfen,
Dat is gefchied.
Maar of die zotten Vrijheids - dieren,
Het Jaar-feest wel eens zullen vieren,
Geloof ik niet.               
-ocr page 4-
C 5 )
6.
Dat men zijn Hoogheid heeft zien vlugteri,
's Lands braave Vaderen moesten zugten,
Dat is gefchied»
Maar of hij altijd weg zal blijven,
Gelijk ons veel Decreeten fchrijven,
Geloof ik niet.
7-
Dat men 't Oranje weg zag vaagen,
En men 't Nationaal moest draagen,
Dat is gefchied.
Maar of Piet Paulus en ook Hanne y
Die Klein wel altijd kunnen banne,
Geloof ik niet.
8.
Dat men heeft met de Franfche fnaaken,
Gaan Vreede en Alliantie maaken,
Dat is gefchied.
^foar of de Pruisfen en de Britten,
"et hier by zullen laaten zitten,
Geloof ik niet.
A s                         Dat
-ocr page 5-
C 6 )
Dat men ook zag de Engelanders,
Wijken voor de Franfche ftanders,
Dat is gefchied.
Maar dat zij op de Zee de Britten,
Zo zullen in de haïren zitten,
Geloof ik niet.
ÎO.
Dat veel gevlugte Vrijheids-Zoorien,
Om Ampten na den Haag toekomen,
dat is gefchied.
Maar of zij in dien lange leeven,
Haar Kroost die Ampten ook za*l geeven,
Geloof ik niet.
II.
Dat men de oude zag verzaaken,
En nieuw gebakken burgers maaken,
Dat is gefchied.
Maar of zo het deze fnaaken,
Als de oude burgerij zal maaken ,
Geloof ik niet.                 -
Dat
-ocr page 6-
Cl )
12.
Dat men hun tegen pligt en wetten,
Veel braave van hun Amptë zetten,
Dat is gefchied.
Maar of nog eens 's Lands brave Staaten,
Dat juist zo ongeftraft zal laaten,
Geloof ik- niet.
13.
Dat veel ontaarde Vrijheids Zoonen,
Den Vijand wilden bijftand toonen,
Dat is gefchied.
Maar als zij nu eens gaan marcheeren,
Die Broeders wel weerom begeeren,
Geloof ik niet.
14.
Dat men voor Vrijheid uit gaat roemen,
Dat elk wel flavernij mag noemen,
Dat is gefchied.
Want wie verlangt zo vrij te leeven,
Uw geld, uw hembd, en 't al te geeven,
Ik zoek dat niet,
-ocr page 7-
C 3 )
Ι5·
De braave burgers ziet men drukken,
Voor Vrijheid - fchreeuwers moet men bukken,
ô Zielsverdriet.
Maar zal die kans niet eens verkeeren,,
En zij wat zagter toonen leeren,
Ik twijfele niet.
^fi^