-ocr page 1-
U^î^
u
D E
W A A R E
V R Y H E I D.
vra
s.
-ocr page 2-
î.
ø÷/ anneer myn oog aandagtig ziet,
Al 't geen in deeze tyd gefchied,
Vraag ik my, met angstvallig vreezen,
Die Vryheid daar men thans op roemd 'j
Die men de waare Vryheid noemd,
Zou dat de waare Vryheid weezen?
s.
Het Vaderland op 't diepst verneerd,
Door vreemde Benden overheerd,
Door fnoode Franfchen : daar voor deezeti
Het waare Vaderlandfche Hart
Voor beefde, als de grootfte fmart,
Zou. dat de waare Vryheid weezen?
A 2                         Daar
-ocr page 3-
( 4 5
Daar Frankryks Vlag van 't Raadhuis zWaaidV
Daar Frankryks Haan hier Koning kraaid,
Daar Frankryk ons de Wet doet leezen,
Daar men langs graft en ifraten zwierd,.
Met Frankryks leus zo flaafs vercierd,.
Zou dat de waare Vryheid weezen Î
Daar ra' ons met inkwartiering plaagd,-
Die 't merk van Overheerfching draagd*
Moet dat als Vryheid zyn gepreezen,
Daar m' ons met Asfignaten kvveld,
Ons goed in Requifitie fteld,
Zou dat de waare Vryheid weezen.
Daar men door 't gantfche Vaderland,
Een aantal Vryheidsbomen plant,
Zal dat 't geteifterd Land geneezen,
Daar 't fchuim van 't Volk om danst en fpringt,
En zoutelooze Deunen zingt,
Zoadat de waare Vryheid weezen?
-ocr page 4-
( 5 )
6.
Dat nien alom van flap tot fîàpv
Gelykheid, Vryheid, Broedtrfchap,
Aan 't ligt misleid gemeen doed leezen,
Het Reeht van Mensch en Burger preekt*
Maar Recht en orde ftout verbreekt,
2ou dat de waare Vryheid weezen?
Dat men met meer dan Duivels list,
De Godsdienst haar gezag betwist,
De zuivre Godsdienst, daar voor deezen^
Den Nederlander Goed en Bloed y
Voor Offerden mét Heldenmoed,
£ou dat de waare Vryheid weezen?
Word niet de waare dienst van God>
In 't openbaar veragt, beipot,
Als domme dweepery mispreezen,
Doed men den Jood en Sociniaan,
Hier naast den waren Godsvriend ftâany
Èn zou dat waare Vryheid weezen?
A 3                       Word'
-ocr page 5-
C $ )
Word niet den dag aan God gewyd j
Een Feestdag der losbandigheid,
Zal dat de breuk des Lands geneezen,
Dat men aan God zyn dienst ontfteeld,
En Schouwburg en Concerten fpeeld,
En zou dat waare Vryheid weezen?
10.
Daar men" door Heerschzucht en Geweld,
Banditen in hun eer herfteld,
Maar deugdzamen voor ftraf doét vreezen^
Daar men de Braven removeerd,
En fchurken vaak, als Braven eerd,
Zou daar de waare Vryheid weezen?
II.
Daar elk zyn ftaat vermindrenmoet,
Daar men in plaats van overvloed,
Gebrek en armoe heeft te vreezen,
Daar al wat Welvaart heeft verdwynd,
Daar Neering en Hanteering kwynd,
Zou daar de waare Vryheid weezen ?
Daaf
mm
-ocr page 6-
C ? )
ία.
Daar dartele losbandigheid,
Alom haar helfche gift veripreid,
waar ondeugd word als deugd gepreezen,
Daar Misdaad, braafheid word genoemd,
En Deugd als Misdaad word gedGerud,
öaar kan geen waare Vryheid weezen ?
13·
Daar Oproer word genoemd als pligt,
Daar 't Recht voor Overheeriching zwigt,
öaar d' Ondeugd juicht, de Braven vreezen,
Daar men verwarring orde heet,
En Waarheid vloekt als öproerkreet,
«aar kan geen waare Vryheid weezen?
14.
Neen Nederland in uw Gebied,
Woond thans de waare Vryheid niet,
Al word ze in fchyn by u gepreezen,
Een Vryheid die met woorden fpeeld,
Maar niet dan ramp en onheil teeld,
^an nooit de waare Vryheid weezen?
O
-ocr page 7-
( â )
Ï! Zalig Eertyds keer dog weer,
Geef dit Almagtig Qpperheer·!
Dan word uw Naam door ons gepreezen.
Dan juicht weer 't Vaderkndfche Hart,
Na zoo'veel doorgeftaane fmart,
Dan zal 't weer waare Vryheid weezen.