-ocr page 1-
EEN GÜLDEN,
April                     1705.
JLertijds was 'er tivist gerezen
tusfchen lieden van verftand,
Wat het voor een boek mögt wezen,
waar op leunt de maagd van 't landj
Zo als op den zilv'ren ftempel
van der Staaten Gulden ftaat,
Die met fpeer en hoed ter tempel
naar het eendrachts outer gaat?
Hoort meu Godgeleerden fpreeken*
deezen houden voor gewis,
Dat dit boek het echte teken
van den Dordfchen bijbel \%.
-ocr page 2-
co
Dog de Heeren Advocaaten
zagen 't geenzins daar voor aan;
Maar voor 't boek'van 'slands pîâcaa.îen,
die bijeen vergadert ilaan —
Roomschgezincler., naar de taal«
van het munniken latijn.
Zeggen: het is ons misfate
net gefchreeven op Françijn.
/j-nninianen en Mennhten
laten 't boek gelijk het was,
En elk om den inhoud twisten,
mits de gulden in heur kas,
Φ
          &
FLcdcnrijkers en Poè'eten
zweeren weer bij cris en «as,
Dat het, naar hun· beste weten,
Scheen het hoek van Vader Cato,
IJder wilde telkens randen,
naar hij dichte, bij de gis,
-ocr page 3-
C3)
Wat toch d'ïnhoud van de binden
in dnt achtbaar boekdeel is.
Eindiijk, nu die eendrachts gulden
is verfleeten tot den rand,
Wil men zulk een munt niet dulden,
denkt men op een and'ren trant.
Ja, nu bijbels, handvest-, wetten,
zijn verfchooven in den hoek,
Weet geen fchrander brein te letten
op den inhoud van dit boek.
Want thans zijn er, die beweeren,
naar hun vrije wil en wensch,
Dat dit boek behelst de leere
van de rechten van den mensch.
Pat de munt van zilv'ren plaaten
in natuur heeft geen waardij,
Riaar papieren Asfignaaten
Geld zij in de tnaatfehappij !
Wat
-ocr page 4-
(4)
t
Wat de tijd nu zal beflisfen
van die waarde op den duur,
Blijven nog geheimenisfen,
te verklaaren, op dat uur,
Als fan Law ons zal ontdekken
(weer verrijzend hier op aard,)
Dat hij,loos gaat heenen trekken
met den fchat door vlijt gefpaard.
Dan zal mooglijk boek en bladeren
hoe verfleeteri 't weezen mag,
Leeren, dat de deugd der vad'ren
weer verfchijnt in klaaren dag.
Dat, hoe fchoon het nieuw moog "weezen
opgefmukt met fchijn blanket,
Het weer, als van ouds, zal weezen
Eendracht, Godsdienst, en 's Lands wet.
Hac nitimur.
Hanc.tuemur.
*         *
*