-ocr page 1-

f{


DO

317


-ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4- -ocr page 5- -ocr page 6- -ocr page 7-

SPECIMEN P HY SIOLO G ICUM

CONTINENS DISQUISITIONE8

DE

TONO MUSCULORUM

VOLUNTATI SUBDITORÜM.

-ocr page 8-

SNELPERSDRUK VAN J. VAN BOEKHOVEN, TE UTRECHT.

................

-ocr page 9-

SPECIMEN P H Y S10 L Ü G IC U M

CONTINENS DISQUISITION ES

DE

TONO MUSCULORUM

VOLUNTATI SUBDITOEUM,

QUOD ,

ANNÜENTE SUMMO NUMINE,

EX AUCTOlilTATE RECTORIS MAGNIFICl

GEORGII GÜILIELMI VREEDE,

«JUR. ROM. ET HÜD. DOCT. ET i’KOF. ORD. ,

NEC NON

AMi’LissiMi SENATUS ACADEMICI consensu,

NOBiLissiMAE FACÜLÏATIS MEDICAE decketo ,

SUMMISQüE IX

MEDICINA HONORIBUS KG PKIVILEGIIS iN ÂGAÛEiUA RUENO’~ÎRAJ£GïiNA

RITE ET LEGITIME COXSEQUEXUIS ,

PUBLICE DEEENDEÏ

PAULUS QUIRINUS BRONDGEESÏ

ER lt;1 g- a II IB N.

A. D. XXX iMENSlS MAKTIS ANNl MDCCCLX, HORA I.

Trajecti ad Ehenum.

APUD W. P. DANNENFELSER,

MDCCCLX.

-ocr page 10- -ocr page 11-

ONDERZOEKINGEN

OVER DEN

TONUS DER WILLEKEURIGE SPIEREN.

-ocr page 12- -ocr page 13-

ONDERZOEKINGEN

OVER DEN

TONUS DER WILLEKEURIGE SPIEREN

DOOK

P. Q. BKONDGEI-ST.

Academiscli proefschrift ter verkrijg'iiigr van den g-raad van Doctor in de geneeskunde aan denbsp;Hoogrescliool te Utrecht, 30 Maart 1860.

.....--

UTRECHT,

Vf. F. DANNENFELSER

1860.

-ocr page 14- -ocr page 15-

AAN

MIJNE MOEDER.

-ocr page 16- -ocr page 17-

VOORREDE.

Hel is mei een levendig gevoel van dankbaarheid jegens alle Hoogleeraren en Doctoren, wier onderwijs iknbsp;genoten heb, dal ik de Academie verlaat.

In hel bijzonder breng ik U mijnen dank, Waarde Hoogleeraar donders ! voor uw uitstekend onderwijs, voornbsp;uwe wenken en raadgevingen bij het vervaardigen mijnernbsp;dissertatie, en bovenal voor de blijken van warme belangstelling en opregte vriendschap, die ik van U heb

-ocr page 18-

ondervonden en nooil op le hoogen prijs kan stellen. Mögt ik mÿ vleijen, daarop steeds aanspraak te kunnennbsp;maken I

U, mijne vrienden! roep ik vaarwel toe. Ik vertrouw, dal de vriendschap, die wij aan de Academie gestolen hebben, op hechle grondslagen rust, en dal zijnbsp;ons in de toekomst niet minder genol en voldoening zalnbsp;opleveren, dan in het verledene.

-ocr page 19-

INLEIDING.

—• HH-—

De vraag naar den aard en den duur der werking, die van de zenuwcentra uitgaat, is voor de physiologienbsp;van hel hoogste gewigt. Mögt men eindelijk te wetennbsp;komen, welke krachten hier huisvesten, of zij altijdnbsp;werkzaam zijn of slechts bij tusschenpoozen , over eennbsp;groot gedeelte der physiologie zou thans die sluijernbsp;niet uitgespreid zijn, waardoor het onderzoek steedsnbsp;tracht heen te zien, en dezer wetenschap zou een meernbsp;positief karakter kunnen toegekend worden.

Wil men den aard der werking van de zenuwcentra leeren kennen, zoo staan er twee wegen open, die tot oplossing van het moeijelijke vraagstuknbsp;dan ook wezenlijk zijn ingeslagen. Vooreerst kannbsp;men, door op de zenuwcentra zelve te experimenteren,

1

-ocr page 20-

de krachten, die hierin huisvesten, en de werking, die er van uitgaat, trachten na te vorschen. Deze wijze vannbsp;onderzoek is echter daarom niet vruchtdragend geweest,nbsp;omdat, met het ingrijpen op de zenuwcentra zelven,nbsp;hunne werking gestoord wordt, en het éénige zekerenbsp;resultaat, dat men langs deze wijze van onderzoek heeftnbsp;verkregen, is, dat, als men ze vernietigt, hunne werkingnbsp;ophoudt. Eene tweede wijze, om tot de kennis van denbsp;werking der zenuwcentra te geraken, is, dat wij denbsp;werking dier organen nasporen, die onder den on-middellijken invloed der zenuwcentra staan , en waarvannbsp;de werking, zoodra hun verhand met de zenuwcentranbsp;is verbroken, ophoudt. Ook zal men uit de krachten,nbsp;die men in sommige organen werkzaam vindt, en die,nbsp;zoodra de zamenhang met de zenuwcentra is verbroken, verdwijnen, tot den aard der krachten, hiernbsp;aanwezig, kunnen besluiten.

De organen, die direct door middel van de zenuwen onder den invloed der zenuwcentra staan en waarvannbsp;de toestanden voor hunne kennis van groot belang is,nbsp;zijn de spieren. Uit hare werking heeft men kunnennbsp;afleiden, dat er een zenuwcentrum is, ’twelk de willekeurige beweging regelt, de hersenen; een ander, dat,nbsp;van de hersenen gescheiden, onwillekeurig werkzaamnbsp;is, het ruggemerg. Van het eerste gaan slecht.s ondernbsp;den invloed van den wil, bij tusschenpoozen, die wer-

-ocr page 21-

-ocr page 22- -ocr page 23-

I

-ocr page 24- -ocr page 25-



I

g

i

fi.* /»

'f//


J}-:'

R-:

lt;.¦ • tj'i

tV.

fU'i

i'*’*

B

'ry:


rA




-ocr page 26-