BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHTnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1929
Verzameling: toóneelstukken
uit de nalatenschap van
Prof. Dr. J. te WINKEL
1^
. ' •
-ocr page 5- -ocr page 6- -ocr page 7-BISSCHOP van LIZIEUX T O O N E E L S F E L.
NAAK. IJET FRANSCHE VAN
BOOR
£JR TllOL OME VS R UL OFFS.
J3y JAN HELDERS , Boekdrukker, in dc Nes, by dc Picter JacobÜraat, i779-
BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEITnbsp;UTRECHT.
-ocr page 8-'â– M
1
â– 'jSA.'
i'
k
Jk behoef niemant ^ die een kundig begunstiger en beoor-deeler der tooneelgoézy is ^ te zeggen^ dat het tooneelfpel HENNUÏER, zo men het anders geleezen hebbe , eennbsp;voortreffelyk en hartroerend 'Jluk mag genoemd worden.nbsp;Mannenban gezond verft and hebben het in deze en ge enenbsp;taaie verkleed en myne landgenooten voorlang reeds, innbsp;hunne moedertaale in ondicht ^ mogen leezen. In hetnbsp;jaarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ondernam ik hetzelve^ naar myne bekwaam
heid^ in nederduitfch dicht over te zetten., vermydende alle uitdrukkingen en uitroepingendie door onzen landgenoot niet gaerne van het tooneel gehoord worden.nbsp;Deze vermyding zal by den zodanigen voor eene geoorloofde vryheid erkend worden, te meer doordien de eigen-lyke fchoonheid van het fpel daardoor ingeenerlye wyzenbsp;wordt benadeeld.
En hoewel ik .,na eigene overweeging en hethooren der gedachten van zulken, die ik rny verplicht achte gehoornbsp;te geeven., hejloot ,om hetzelve buiten vertooning tehou-den., wilden myne goede vrienden het echter leezen ennbsp;hielden vry fierk aan, om het door den druk algemeen te
-ocr page 10-maaken. Te» gevalle va» dezen gaf ik het eindelyk ter drukpersfe.
De opjleller van ditfluk heeft., in zyn volledig be~ richt degefchiedenis en hetbyzonder character van hen-NüYER»» zulke» dag voorgejleld,dat het onnoodigis ietsnbsp;Van myne zyde, of van elders, daar by te voegen.
Waanneer het hart myner leezers door den inhoud van het ff el zal kunnen geroerd worden, dan zal ik van datnbsp;zelfde hart ^ voor mynen arbeid in het vertaaien toegee-vende oflettendheid en geene onvruchtbaare vitteryen tenbsp;•wachten hebben, Zedaanig zy het loon , dat my tennbsp;deel vallei
INDE
He
let voorrecht van dit tooneelfpel is in de waarheid der gelchicdenis gelegen , en deszelfs voornaamde daadennbsp;zyn bekend en beweezen. ’t Zou dus eene iedele vei -richting zyn, indien wy den leezer daarvan eene befchry-ving oprtelden. ’tls genoeg, dat wy hem met den mannbsp;bekend maaken, die, hoewel wy hem, in dit fpei, dennbsp;hoofdrol hebben gegeeven, onder de fchaduw der Ichil-dery (als wy dit zo mogen uitdrukken,) die ons de ge-fehicdichryvers bezorgd hebben, is verborgen gebleeven.nbsp;Men moge oordeelen , of hy niet wel verdiende , uitnbsp;dezen zynen Ichuühoek, met luister, voorden dag tenbsp;komen.
JAN HENNUYER werdt, in den jaare 1497., te Saint Quentin,een (liftvan Laon, geboren. Hy volbragtzynenbsp;lettcroeffeniugenteParys,in het collegie van Navarre, alwaar hy, onder die geenen, welken, gelyk men zegt,opnbsp;eene beurs Iludeeren, gefteld werdt. Daar bekwam hynbsp;den graad van leeraar Na het ontfangen van den dodto-raalen hoed, betrouwde men aan zyn letterkundig beftuurnbsp;Karei, van bourbon en karel vanlotheringen.nbsp;V oor zyn dodtoraat, fchynt hy opziener geweest te zyn vannbsp;A NTONiE VAN BouRBON.jhcrtog van V end6me,en naderhand koningvan Navarre. Ten zelfden tyde bekwam hynbsp;den post van hooglecraar in de Godgeleerdheid, ’tlsnietnbsp;naauwkeurig tebepaalenjn welk jaarhy ten hove kwam;nbsp;doch dit is zeker, dat hy eersteaalmoesfenier van hen-RiKDEN tweeden is gewccst, en door dezenvorsttotnbsp;deszelfs biegtvader eerlang: aangenomen werdt, welkennbsp;posthy, tot aan ’skonings dood toe, bekleed heeft. Hynbsp;werdt ook biegtvader van catharihademedicis; en
* i nbsp;nbsp;nbsp;men
-ocr page 12-VOORREDE.
, dathy.
.icht
men mag h'er wel by aanmerken, lt; over deze twee, juist gccne algemeene geweetcnshadttenbsp;belluuren. Inden jaarè i yy7- totbisfchop van Lodève beroepen, nam hy echter geen bezit van dat bisdom; zeker-lyk, om dat men hem gaarne aan het hof liicldt. Maar,nbsp;na den dood des cardinaals vagt;i annebaut , bisfchop vannbsp;Lizieux, die in de maand juny van het jaar lyyS- voorviel, werdt IIEXNUYER door FRANCOIS DEN TWEEDEN,nbsp;tot bisfchop in die ftad benoemd.
’t Was daar ter plaatze, en terwyl de woede, op den St. Rartholomeus nacht, uitborst, dat hy een voorbeeldnbsp;vanmenfchlievendheidgaf,’twelkzyngedachtenis aan denbsp;onfterfelykheid gewyd heeft.
Met alle kragt verzette hy zich tegcns het koninglyk bevel, om alle de hugenooten, te Lizieux, om te brengen;nbsp;een bevel, dat hem door ’skonings ftedehouder, over dienbsp;provintie, werdt bekend gemaakt. Hy gaf zelfs een gc-Ichreeven bewys van zyne tegenkanting, en wist den ile-dehouder tot eene opfchorting der moorddaadige uitvoering over te’haaien, waardoor hy de Calvinisten van zynenbsp;ftad en zyn bisdom uit het gevaar redde.
’t Is my niet onbekend, dat men hem den roem, van de hugenooten behouden te hebben, heeft willen betwisten;nbsp;dan dit kan hem weinig benadeel en, doordien hy, d oor vee! enbsp;gefchiedfchryveren, eenpaarig , voor den behouder dernbsp;lizieuxfche protestanten erkend is. Menflaataan gruwely-ke misdaaden, die, in voorige tyden gebeurd zyn, en dienbsp;veelezwakkere bewyzen van waarheid medebrengen,nbsp;ligtelyk geloof, en waarom zou men dan juist, gereeder,nbsp;aan een gedrag twyffelen, dar,op den grond befchouwdnbsp;zynde, niet meer is dan menfchelyk? Ik maak ftaat,datnbsp;men, hoe zeer ik zelfs den lofredenaar uithange, in hetnbsp;toejuichen dezer verrichting my niet toe zal geeveii.
Men heeft getwist en gefchreeven, om te kunnen be-paalen, of dezebisfchopeenDominicanerofSorbonistge-weest is; maar wat hier ook van zyn moge, dit is zeker,
dat
-ocr page 13-dat hyin de daad een menfch was, welken naammen,to algemeen, niet kan geeven aan allen, die, met hem, tennbsp;gclykentyde, geleefd hebben, ’s Mans afbeelding kan gezien worden in de eetmaal van het huis van Navarre.
In den jaare lyyS , wanneer hy deken was van de Theo-logifche faculteit te Parys, llierfhy, en leefde dus veertig jaaren, in de alleroproerigfte tyden, waar van onze ge-fchiedenisfen gewaagen. ’t Mag, alsiets byzonders worden aangemerkt, dathy geleefdheeft onder de regeering vannbsp;KAKELDEN ACHTSTEN , LODEWYK DEN‘TWAALFDEN, rRAN90ISDEN EERSTEN, HENRIK DENÏWEE-DEN, FRANCOIS DEN TWEEDEN, KAKELDEN NEGENDEN en HENRIK den derden. Welke zeldzaamheid hem, naar myne gedachten, heeft kunnenbetoogen,nbsp;datdekoningenflerflyk zyn; ’tgeen maar al te weinig bedacht word't, onder cene veeljaarige hcerfchappy.
Gelyk nu zyn gewoonelyk verblyf ten hove, waarhy het grootfte deel van zyn leeven heeft doorgobragt, nietnbsp;inliaatwas, om zyne deugden te deen wankelen, kannbsp;men, mynes oordeels, veilig befluiten, dat dczelvcn opnbsp;vaste grondbeginfelen gebouwd waren.
Zekerlyk is het voorbeeld van een’ b'sfchnp, die, tcr-wyl (*) Rome en de geheele roomfche christenheid , in
* 3 nbsp;nbsp;nbsp;den
(*) quot;Te Roine o'fitfingrnen met vnbefchrjfllyke vreugde ^ de tydingvanhet ombrengen des admiraals de COIAG'AX ennbsp;anderen. Men deedt het canon losfen en brandde vreugrnbsp;devunrcn.^ als of men over eene allervourdeeligflegebetir-tenisfefeest hieldt: ook veerdt'er eene z.eerplechiigemis-fe van dankzegginggevierd., welke de Paus g R t c o R i visnbsp;de dertiende, met al denhiisterdien dithof^ aannbsp;plechtigheden .^welken het wil doen uitmunten yV^^ewoon isnbsp;te geeven .y bywoonde. De cardinaal van Lotleringen .ynbsp;beloonde, op eene zeer milde wyze, den boodfehapPer ennbsp;ondervraagde hem naar de omftandigbeden der gebeurtenis , als iernant y die van de zaak zelve ^ te vourennbsp;reeds, onderrecht was. Elpritdelgliguctoin. i.
-ocr page 14-den naam vau het opperwezen, de moordenaryen wci-tigdcn, een affchrik hadt voor dezelven, zich moedig tegen de beveelen vaneen zwak en doldriftig koning, eer. laf ennbsp;wraakzuchtig hof verzetten, en, onbelchroomd, die ongelukkige offerhanden, welkenhetbygeloof en eenc,nietnbsp;min blinde dan wreedaartige,- faatkunde hadden veroordeeld , durfde verdedigen, zekerlyk is zulk een voorbeeldnbsp;groot en gedenkwaardig. Hy is wel de eenigfte nietgc-weest, die zich, daar ter plaatze, of elders, on-bezwecken, heeft onderfcheiden ; maar wanneerJ mennbsp;hem, in het character vaneen’ priester, die aan het hofnbsp;leefde en de biegtvader des koningsis, befchouwende,nbsp;20 yverig en menfchlievendezic te vrerk gaan, dan is dienbsp;yver en meufchlievendheid in hem zeldzaanier, dan welnbsp;in anderen, en alzo verdient hy nog, zeer bilJyk, onzernbsp;aller verwondering.
Hoe gering ondertusfehen was het getal der zodanigen, die zich, ten dien tyde, niet onwaardig getoond hebben,nbsp;(ik zeg niet om den naam van christen) maar dien vannbsp;menfeh te mogen draagen (*) Naauwelyks kwamennbsp;’er vyf of zes krygslieden voor den dag, die, toen nog eenigenbsp;trekken van rechtvaerdig- enredelykheidicheencn behouden te hebben;de overige bevel hebbers der provintien warennbsp;uitzinnigen, zeergelyk aan die honden, waar van zich dePi-farresen Vaskonunés bedienen, waanneerzy ter jagt gaannbsp;op ongelukkige Indiaanen, welken zy laaten verllindea.nbsp;Deze oorlogshonden. Honden, gelyk dezen , onder tuchtnbsp;enfoldy. Zy waren, op gelykewy ze, gehoorzaam, en denbsp;geleerde fchryver der (**) Recherches Philofophiques fur
les
(*) De plofiderzucht gaf aan den lust to t moorden nietiive vermogens IQr^ditbmcverhaalt,dat veelen vanzyne mak~nbsp;kers, edeliiedèngeiyk hy, by dit hedryf, by de tien duizendnbsp;kroonen gewonnen hebben. De pl onder aars fchaamdennbsp;zich niet, tenhove, aan den koning en de koningin, denbsp;kostbaaregejleentens, vruchten hunner gezveldenaryennbsp;aan te bieden, welken ookwerden aangenomen. Ibid.nbsp;f**) IVysgeerige onderzoekingen over deamtrikaanen.
-ocr page 15-les Amcrtcainsverhaalt dat men , in den ouden krygsftaat vandientyd, een’hond vondt, Herecillo genoemd, dienbsp;twee reaalen in de maand verdiende, voor zodanige diensten, als hy de kroon hadt beweezen.
Ik weet niet. of zy, die KAREI. DEN negenden enzyn waardig hof met zo groot een’ y ver gediend hebben, wel, opnbsp;gelyke wyze, zyn beloond geworden; maar ik houdeltaan-de, dat hunne wreedheid veel onbegrypcljker geweest is,nbsp;dan die der amerikaanen. De gefchiedenis maakt geen gewag , dat zy denzelfden fmaak vonden in menfchenvleefchnbsp;als hunne medebroeders...
? * nbsp;nbsp;nbsp;sft *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* *
% nbsp;nbsp;nbsp;4cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3):
PS. Dit tooneelfpel, te Lauzanne gedrukt, zag,in Augustus van den jaare I yyz .voor de eerlle maal, het licht. «’tWas nietonopzettelyk, datdeoplleller, voordeverfchyning vannbsp;dit werk, juist de wederkomst van het tweede eeuwgetyde,nbsp;dathettydperk van den verfchrikkelyken moord,op SuBar-tholomeus nacht, kostaankondigen, verkoos. ’tWas,na’tnbsp;verloopen van twee eeuwen, een foort van boete, die men,nbsp;doordat rampzalig tydperk te gedenken?, aandemenfehe-lykheid offerde in den naam van het vaderland, en eene hulde voor den waaren godsdienst, in den perfoon van een’nbsp;priester, die fchier ;de eeiiigfte was, waarin het beeld dernbsp;menfchelykheid en godsdienst te zien was. Hoe gering ooknbsp;dit tooneelfpel, in zich zelven, zyn moge, echter is het tenbsp;wenfehen, dat het, ten gedenkteken, moge ftrekken, op datnbsp;hetbygeloof, ’t zy verfchrikkelyk of belagchelyk, (wantnbsp;men vindt’er twee foorten van,) inhetvervolg, noch on-derfteuning noch verdedigers aantreffe. .
Men heeft dit fpel veele maaien herdrukt, als een werk dat zyn oorfprong te danken hadt aan de voltaire. Dezenbsp;misvatting der nadrukkers van boeken kost niet lang Handnbsp;houden; men hadt weinig moeite, om onderfcheid te vinden, tusfehen ditende werken van dien beroemden fchry-ver, indien men de volftrekte gelykheid tusfehen dien fchry-ver en den opflell er vau dit fpel, ten aanzien van denzel fdennbsp;affchrik voor vervolging, ter zyde Helle.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VER-
-ocr page 16-Jan Hennuyer, hisfchopvanlizkux,
De Stedeho uder des Konings le lizkux. Simon, grootvkaris van den hisfchop.
Overste.
Officier.
JONG Officier.
Arsennelt;/c vader, een protestant .,te lizkux vjoonende ARSENNEófe zoon, echtgenoot van Laura .,proteslant.nbsp;Laura, zuster van Everard, protestante. •
CEEVARX).
Thevenin.
Mena ncourt.
Eerste quot;]
Tweede gt;Protestant. Derde J
Een Dienaar van den hisfeho^ Een D I ENA AR.
E VE R ARD, een inivooner van parys., protestant. Suzanna, vriendin van Laura, nabeft aande vannbsp;Arfenne.^ protestante.
y Protestanten,
J
Dugas, protestant.
Eenige Priesters van lizkux.
Priesters.
Üficieren.
Eenigeprotestantfche mantien., vrouiven en kinderen. Eenige Caiholyken,
Het tooneel is te lizieux. De gefchiedenis is gebeurd den 27. Augustus 15-72.
-ocr page 17-Pag. ï
BISSCHOP VAN LIZIEUX. TOONEELSPEL-.
EERSTE BEDRYF.
Hei tooneel verbeeldt de kamer van L A U R A : in dezelve is een kast^ ten kalven open.
EERSTE TOONEEL.
La U R a bezig met [chikken 'vankleederen en linnen’, en vermaakt ziek in de beschouwing van een dernbsp;kleederen, dat keurig uitgedest is.
J nbsp;nbsp;nbsp;Laura alleen.
a, dit, dit is het kleed, daar ik Arfenne in Tag,
Toen hy myn handontfing, op onzen bruiloftsdag;
Een’ dag, waaraan ik üeeds zal, met verrukking, denken... Nog, dunkt me, zie ik u , om my uw hand tefchenken,nbsp;Myn vriend , myn echtgenoot, in dit bevallig kleed!...
En deeze fluiër, dien ik u verkiezen deed,
Hoe uitgezocht, hoe Ichoon ftondt hy u, himyneoogen! Zy kust denJluiër en legt hem zvrgvuldiglykwsg.,nbsp;Zy neemt een kistje, waar in eenige brievennbsp;en kleinoodiëif bewaard zyn.
A nbsp;nbsp;nbsp;Maar
-ocr page 18-3 nbsp;nbsp;nbsp;HENNUYER.
Maar deexe Irieven!... die, die 7,yn van meer vermogen üp rayti gemoed V cun al de klcedrcn, die ’Ic aanlchouvv.
6 Panden 'c,yner min, getuigen zyncr trouw,
Zy last een acr zel-ven.
Hoe duidlyk ftelt gc my zyn edel hart tc vooren! . . .
'Zy ZMcht gliinlajschcnde 1 onder het he^choume» van eenige juwcelen.
Arfer.ne, zoudt gy ’t lurt van Laura niet bckcoren,
Gy, die beminnlyk, zelfs tet in uw giften, zyt: ...
Zy neemt een ring.
’je Ontfing dit cerftc pand , voor een’ geniiincn tyd;
Reeds voor een jaar, datik in vreugd heb zien verloopcn. Ik beefde nog; wy zelf. wy durtden toen niet hoepen!...nbsp;Eu wie, wie hadt rny toen toch kunnen zeggen, datnbsp;Ik,-na een halfjaar tyds, den rillerwaaiodltcn fchat,
Wa.ar irimyn weiifchcn, rnyn gcneuchtens zich vereenen , Ontfangen zou ?... Lloe Ihd is decze tyd verdweenen'...nbsp;Hy was, voor myue liefde, een vh.ggc, een iedlc fchyn,nbsp;En fcliceu my naauwlyks eens, een cogenblik te zyn ...nbsp;Maar welk een onderlcheid bemerk ik tusCchcu tydennbsp;Entydeii!... ’k Heb een jaar, onkundig wat men lydeanbsp;En angilen noemen kan, zo bly zo vry geleerd.
Bat ai die tjd my ileeds een dag gefchecr en heeft.
En nu, nu Kan myn hart het atzyn niet verdraagen Van een’ genngen tyd... Nu komen zeven dagen,nbsp;Kukomtmeeeucei'sklewcck jdatik myn’echtvriend mis,nbsp;Als zo veel jaaren voor... Wat of de reden is}
Zo ik niy niet bedrieg, ’t is lang genoeg geleeden... Arlenne moest alreeds terug zyn... Myn gebeden,
Myn wenfehen gaan u, b myn minnaar ,tc gemcet.
Vv^aar blyft gy tocii zo lang.'’ Keer fpoeeiig en voldoet Aan myne liefde... Ik kan uv/ afzyn niet gedoogen.
Zy leiistert.
’icMeen fleeds,datik hem hoore,cii vind me.altydbedroogen, Z'J Jluit het kistje, en het onmidielyk wedernbsp;openende, haaltze \r een brief hit.
TOONEELSPEL. 3
Het leeren van deez’ brief zal ligt mya ongeduld Verzachten...
Den brief aan haar hart drttkhende^ Met wat eer, wat deugd is hy vervuld'-Wat edelheid, wat drift, wat waarheid, welke trekkennbsp;Van zuiverheid en trouw zyn in deez’brief te ontdekken!nbsp;Daar wordt geklopt. Laura werpt alles uitnbsp;haare handen, Jlout de (loeien omver, en loopt.,nbsp;geheel ontroerd, naar de deur. Zy opent dezelve^nbsp;in eeneJierke vervoering, uitroepende.
Hyis het zelf,.. Hy is ’t...
TWEEDE TOONEEL. Laura, Suzanna.
“Ijtaxi's. K,Suzanna ziende , hervat zich, est zegt, op eene ,min of meer,Verbaasde en onvergenoegde wyze.
z,. gy 't Suzanna! . . . 'Hoe! Suzanna een weinig verwonderd.
Zo ik u, door mvn komst, verhindre of iets misdoe... Uw houding— uwe ftem... Wat maakt u zo verflagen ?nbsp;Kom ik ontydig ?
Laura, zich herftellende
Neen. ’k Moet uverfchooningvraagen..; Vergeef me, dat ik udus toelprak! Maar ik dacht,
Dat ik Arfenne zou omhelzen... Hoe ik wacht,
Hy komt niet, oordeel nu, wat zorg myn angftigharte... Suzanna
Baart ucen enkle dag vertoevens zo veel fmarte.^ Laura.
Hoe, acht ge een’ enklen dag zo weinig! Denkt ge niet, Dat hy my hadt beloofd, voor dat ik hem verliet,nbsp;Eergistren, even na den middag, hier te wezen?
Eerjle Bedryf. A 2. nbsp;nbsp;nbsp;HeS
-ocr page 20-Het is niet zonder grond , dat ik begin te vree?,en.
Hy bleef en liet ons gaan... Wy kwamen hier alken;
’k Moest reizen, zonder hem!
Suz A NNA.
Denkt gy niet meer aan ’t geen IT gistren werdt gezeid, om de onrust te verdryven, ,nbsp;Die u verwekt wordt, door dit fchuldloos achter blyven!nbsp;La ur a
t Myne waarde, indien gy eenmaal hadt bemhid,
Gy telde op geenen troost, dien gy nu duchtig vindt.
Gy zoudt geen waare rust in iedle woorden (lellen.
SUZANN A.
Gy moet u echter, op zo fterk een wys, niet kwellen. Geef toch de reden plaats, verminde uw verdriet.
Parys verlaat men juist, wanneer men ’t goedvindt, niet. Denk eens, datin die (lad, uw, en zyn maagdfehap wooneir.nbsp;Hy is verplicht, aan hun zyn hartlykheid te toonen.
Dan eischt hem plicht, dan weer beleefdheid, cn, hoe’tzy. Een dag of twee of drie, gaan altyd fnel voorby.
Laura.
WIerdt hy door zo veel angst, als myne ziel, gedreeven, Hy was niet langer, dan beloofd was, weg gebleeven.nbsp;vS UZ ANNA.
Zie hier weer, op wat wys het lief zich mengt, metleed... Gy maakte, u, onbezorgd, en vrolyk zelfs, gereed,
Om een uitmuntend en voortrefflyk feest te aaufehou wen; Kavarres koning met de dochter te zien trouwennbsp;Van Medicis, en door dat huwelyks verdrag.
Het christendom verzoend te vinden, op dien dag.... Dat feest moest, dunkt me, wel een feest by uitflek wezen.nbsp;Was vreugde en wellust niet op el I'S gelaat te Icezen?nbsp;Nooit heeft my de eenzaamheid zo lang, zo Iterk verveeld.nbsp;Als lints gy, zonder my, hebt in die vreugd gedeeld.
Het
-ocr page 21-TOONEELSPEL.
Het ftondt u vry, die pracht, en ftatie by te woonen.
(ly waart gehuwd...Ditichyntdevrouwenteverfchoonen. Ik hadt geen’ echtgenoot, die my geleiden zon.
Men laat de meisjes t’ huis.
’k Zegu, ter goeder trouw, Eat al die feesten, lo verrukklyk in onze oogen,nbsp;Zotrotz,met zo veel pracht en praal en glansch omtoogen,nbsp;Als men die van naby befchouwt, een loutre fchyn,
En flechts bekoorlyk, op een’ wyden afltand, zyn.
’t Verhaal , niet het gezicht, van zulke plechtigheden Verrukt ons.... Ik, voor my, betuig u, en met reden,nbsp;Dat het gewoel, ’t gedruisch, ’t gejuich van jong en oudnbsp;’t Gehoor byna verdooft, maar ’t hart laat zwak en koud.nbsp;’t Genoegen, dat ik in die greote flad kon vinden,nbsp;Beftondt alleen in ’t zien van myn gclietde vrinden;
En dat myn broeder, een der beste vrinden van Myn’ ega, met my kwam.
SüZANNA
Zyn beste vrind! dat kan Men, zonder moeite, zien. Deeendenkteulpreektalsd’ an-Him vreugd is onderling, fteeds zoeken zy elkander, (der.nbsp;’t Is een verbindtenis, zo fchoon als zeldzaam....
Ja,
Laura.
Dat is ze, en zo het ooit, naar myne wenfehen, ga,
Zal ’t hart myns broeders, naar ik gis, nog onverbonden, Hier vinden zulk een band, als ik hier heb gevonden,
En die hem, even zo gelukkig, boeije en bind’
Als my Arlenne, in wien ik al myn blydfchap vind,
Liier wist teboeijen ... Gyverlfaat my ?.. Hoe, tebioozen! SuzANNA, 'vour zich ziende.
Ik b’d u, zo gy ’t niet opzettlyk hebt verkoozen.
Lau'
Laat ons dan dit gefprek verfchuiven.
-ocr page 22-Laura.
Myn vriendin, _
Gy wantrouwt nog de liefde, en’t ftuit 7yn reclen in; JVlaar echter kan ik u, op grond, verzeekring geeven,nbsp;Dat als twee lielen, door de liet'de zyn gt dice veil,
Ell vast verbonden, de eene cn de andere, in dien ftaat, Het wezenlykst geluk zal vinden, vroeg en laat.
ÜZAN NA.
Het was uw lot, een hart, aan ’t uwe, in alle deelcn, Gclyk, te vinden; maar zoude ik my durven (Ircelennbsp;Met zulk een kans? Neen, neen. Men vindt geen dubbel paar,nbsp;Zo wel verbonden, in den omtrek van een jaar.
Laür a.
Hoe zo ?... Het groot geheim, om dit geluk te treffen, (kan men den rechten aait vau’thuwlykllechtsbezelien.)nbsp;^üaat al 'eenelyk, na ik befpeur, hier in,
Hat men zich onderling recht kenne en recht beminn’;
Als dan fchynt alles zich naar onzen wensch te fchikken. lgt;'e flaat vcrichalt de ziel de lieflykfte oogenblikken,nbsp;Waar'n zich alles, wat men kwelling noemt, verliest...nbsp;Als zich het hart van de een ’t hart van den ander kiestnbsp;Ter wooning, denkt noch fpreckt noch werkt men, dan tenbsp;En,zondei juist,wat men wil zeggen,te beraamen,(zaamen,nbsp;2;egt men, niet zelden, met een wcnderlyk vermaak,
En zonder dat men’t giTe of will’, de zelfde zaak.
Hoe openhartig, hoe vcrtrouwlyk, hoe te vreden,
Geniet men dus een’ reeks van huwlyks lieflykheden! Wat zalige uuren!., En, ’t geluk van ’t leeven kannbsp;Nooit wezenlyk beflaan, dan msfehen vrouw en man,nbsp;H;e onderling en op malkandrens liefde doelen...
’k Stond eer van ’t leeven af dan van dit waard gevoelen. SUZ ANNA.
Het denkbeeld, dat ik ooit een hart, zo waard en trouw , Gevonden hebbende, het eens toch misfen zou,
Heedt my, tot heden toe, als voor het huwlyk beeven. Wat kan de kleinfte zaak al zorg en onrust geeven.'..
TOO NEELSPEL- 7
De kortfle fchciding baert de bitterde angst en pyn.
Vraag, vraag u xehe ecus al’, of dit niet ïo moet zyn? Arfenne, diengy lecdsgehoopthadt, hierteaanfchoinvcn,nbsp;Werdt, toen gy van hem gingt, ondanks richïelv’weêr-Hy gceftuaan ’tgclcide eens broeders. Gy vertrekt,(houên.nbsp;En Wacht hemhier. Zyn komst wordt, weinig tyds, gerekt.nbsp;Hy komt niet op den dag, dien hy belcoft, te komen.
Dit maakt u ongerust, en doet u aaklig fchroomen----
’kDacht, dat ge gistren in uw fmart bezwyken loudt..,. Ik bid u, y.egt 'my cens, waar ge uw geluk voor houdt.nbsp;Indien gy hier cp let; en of gy al ’t genoegen, ,
Al wat 7.ich in den echt, tet heil, by een kan voegen. Door 70 veel kwellingen niet al te duur betaalt.^
Laura nbsp;nbsp;nbsp;_ (haalt,
Neen, myne waarde, neen. Schoon by dien angst niets Dien inyae ziel gevoelt, daar haalt ook niets, in’tlee ven,
By het genoegen, daar dc zie! door wordt gedreeven, V/anueer hy, dien ik ini verwachte, wederkeert...
Hoe vliegt myn aagltig hart, d.it niets, dan hem begeert. Hem driftig te gemoet .. (iy kent zyn hart en zeden,
En -weet dus w’cl, of hy niet al myn tederheden Verdient? Wat edel hart bezit hyr fioc oprechtnbsp;Hoe vrolyk is zyn aart ... In alles, wat hy zegtnbsp;Of doet, zich zclv’ gelvk. Wat deugden kan ik noemen,nbsp;Waar op Arfcune, zo ’t hem lustte, wel mogt roemen?nbsp;En hierom wenfchtc ik wel, dat, zo gy ooit befloot.nbsp;Uw lot te deden met een’ braaven echtgenoot.
Dat dan myn broeder , zo gclyk aan myn’ beminden, Het hart van Laura in Suzanna’s hart mogt vinden,nbsp;g»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S u z A N N A.
.Spreek ,T!dde ik u, van ’t geen gy op het vorstlyk feest Gezien hebt... In dc daad, lints gy hier zyt geweest.nbsp;Hebt gy me,’t geen ’er was, zo korten liaan vvbefchrceven,nbsp;Dat uw verhaal nac ’er geen genoegen van kan geeven!...nbsp;M en heeft fchicr niets aan u. Gy ipreekt, als men u vraagt,nbsp;K’etsdatnaarandvvoordzwccmt.’tSchyntdatu niets behaagt,nbsp;Etrjit Bedryfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Da»
-ocr page 24-HENNUYER.
Dan huwlyksliefde en trouw, door woorden , aantekwee-Laura. nbsp;nbsp;nbsp;(ken.
Wat zyt gy wreed! Mag men van ’tgeen men mint niet
(fpreeken.
DERDE TOONEEL.
|Laura. Suzan na. Een Die naar.
M nbsp;nbsp;nbsp;De Dienaar.
evrouw, uw vader komt beneden, en hy vraagt Met u te ontbyten, om, indien het u behaagt,
Dekomst van zynen zoon, in uw vertrek te wachten.
Laura met •vreugd opjlaande, tegetiSuzanna, Kom, gaan we hem, dienik beminnen moet en achten,nbsp;Dien braaven dierbren man, toch te gemoet.
S U Z A N N a lagchende.
Hy ziet,
Hy merkt ons al.
Laura.
Naar’kzie, heeft hyzyn rotting niet, Myn waarde, laat hy op ons beider fchouders leunen.
Hy mogt eens ftruikelen. Help my hem onderfteunen. Zy gaan hem heide te gemoet. Ondertusfchen wordtnbsp;’’er een tafel aangehragt waar op het ont-byt gezet wordt.
VIERDE TOONEEL
^NA,
Arsenne de vader^ Laura, Suza Een D ien A ar.
Arsenne de vader.
er goeder uur myn kind! ... En gy, .Suzanna, gy 2.0 vroeg reeds by de hand.' Uw vlyt bewondert my.
Maar
-ocr page 25-Maar ’t is gel yk ik wenfch!... Niets kan my meer behaagcn, Dan dat gy lo veel xorg voor Laura ichyntte draageu.
Ik zie u graag by een.
Hy gaat zitten.
Komt kinders, ïegt my nu,
Wat was uw onderhoud? VV^aarmeé vermaakte ge u? Sltzanna.
Met al wat myn vriendin heeft in Parys vernomen. Wanneer toch zal myn tyd van reizen ook eens komen?nbsp;Aksenne de vader.
Al met ’er haast myn nicht... Wy mogen,by ’t ontbyt, Indien het u gevalt, gedenken aan dien tyd.
‘liegen Lianra. nbsp;nbsp;nbsp;(len,
’k Hoor gaarne een goed verhaal, ’t Zal my niet ligt vervee-Dat men me aldus in ’t een of ander nieuws doe deelen.
Hy wordt een'-.ge droefheid in Laura gewaar. Maar hoe, al weder zo peinsachtig, zo bevreesd?
Laura poogend.e te glimlagchen. Neen waarde vader neen, ’t is over. ’k een’t geweest.nbsp;Arsenne de vader.
Ik moetu,voorde vuist, rondborllig, openbaaren.
Dat ik veel werk hadt, om myn hart te doen bedaaren, Toen ik u gistren zo bedroefd zag.cn my dacht,
Gy wenfchte my niet, naar gewoonte, goeden nacht;
Gy fpraakt op zulk een’toon. .’kV erlict u mecr,myn waarde, Om u de ontroering, die my uwe droef heid baarde ,
Dan om myn hart en raad te onttrekken, in uw leed-Ik heb den ganfehen nacht, fchier flaapeloos, hefteed Ten uwen aanzieii, en my kwau fchier niet te binnennbsp;Dan hoe gy, al te zwak, te teder in ’t beminnen,
Geene oogen fluiten, maar gclladig fchreijen zoudt.
Uwe onrust is het, die myn hart de rust onthoudt. Laura.
De Hemel geeve, dat myne angften haast verdwynen! Arsenne de vader.
’tis niet op deeze wys, dat men verliefd moet fchynen. Eerjle Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1$
-ocr page 26-lO
Is ’t noodig, dat men xich (leeds 7onder grond, ontroer’, En ’t hart, dooriedle zorg en waan, zich 7elv’ ontvoer’,nbsp;Dat, als we op ieinants komsteen weinig langer wachtennbsp;Dan ons beloofd was, ’t hart met akligc gedachtennbsp;Vervullen, en ons niets voorfpcllen, aan verdriet?...
’t Ontbreekt u, myne waarde, aan kracht van denken niet. Uw reden is gezond... Gy moet uw vrees verdryveii...nbsp;Gebruiken we iets...
Laura.
Hy hadt,voor ’t minst wel mogen fchryven. Waarom heeft hy mynzicl, in de onrust die haar kweltnbsp;Niet door een’ enklcn brief, hoe kort, gerust gdleld?
A R S fc N N E ds vader.
Weg; weg. Is dit verzuim al de oorzaak van uw klaagen?.. Was ik uw man gew'eest, dan zoudt gy ade dagennbsp;IVlisfchien zeer droevig, zeer bekommerd. .Hoor censkind,nbsp;Ik heb myn vrouw zo lleik gclyk my zelv’ bemind.
’k Was , jaaren achter een , en (leeds onafgebroken ,
^ an’t aangenaam geluk, het dierbaar lot vcrltokcn Om myn beminde vrouw of zoon te zien ... ’tls waar,nbsp;Ik was wel, op dien tyd, veel meer bedacht, om haarnbsp;En hem, voor wicii ik llreed, in bloedige oorelogen,
Tc hoeden voor geweld, dan beide, voor myne oog en Te hebben in myn huis... Schep moed en zyt gerust.
’ris nu geen tyd van zorg. Het twistvuur is gebluscht. De hemiel zy geloofd!... Uw zorg zal metjangduuren,nbsp;Gy zult uw’ echtgenoot wel haast, na weinige uuren,nbsp;Voor ’t einde van deez’ dag, omhelzen. ’kBiyfuw borg.nbsp;Laura.
Ik hoop het; m.aar helaas! Gy zocht myn’ angst en zorg Reeds gistreii door die taal...
ArSENNE de vader.
Maar nu kunt gy betrouwen, Voor ’t einde van deez’ dag uw ’ echtgenoot teaanfehouw en.nbsp;IsEvtrard reeds uit?
Laura tegzn den Dienaar.
Dc
Zaagt gy myn’ broeder niet;
-ocr page 27-De Dienaar. nbsp;nbsp;nbsp;'
Het was reeds vroeg, Mevrouw, toen hyhct huis verliet. Met oogmerk, om myn’ Heer, zy n’ broeder, nog te ont-A R s E N' N E de vader.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(moe;en.
Die dierbre kinders... ’k Zie hen reedselkandrengroeten, Op den gemeenen weg, ais trouwe vrienden... ochynnbsp;En tooii u blyde!.. Dat zal up hunn’ welvaart zyn.
Hy drinkt.
Die Everard is toch een’ uitgcleezen jongen;
Hy is 7.0 edel, zo oprecht, zo onbedwongen;
Wat zegtge nicht? fpieekik de waarheid niet.^ hi UZ A NNA.
Gewis...
Kom Laura, toon ons, dat uw zorg verdweenen is.
Wy zitten hier zo wel, zo minzaam by elkander,
Verhaal ons van uw reiz’ het een toch of het ander.
’k Heb nooit Parys gezien, en wacht met ongeduld.
Dat gy my van die (tad, nu iets verhaalen zult.
Zulk een vertelling zal my ongemeen bekooren.
Ik ile! my deeze plaats zo heerelyk te vooren,
Dat ik niet anders denke, of die befaamde Ilad,
Is aller fchatten troon, en op zich zelve een fchat.
R S E N N E de vader.
Wel, in de daad , ’t zou my van achtten fchier berouwen. Dat ik u niet verzclde, om al die pracht te aaiifchouwen;nbsp;Maar, op myn jaaren, fchuwt men u'rgclaatcn vreugd;nbsp;Ook zag ik zo veel piaal en feesten, in myn jeugd.
Dat ik verfadigd ben van alle pracht en weelde;
En daar en boven was ’t myn zoon, die met u deelde In dat doorluchtig feest. Hy heeft myn plaats bekleed...nbsp;Maar ’k bid, herzeg me toch, fchoon ik ’c al iioordeen weetnbsp;Herzeg me telkens ’t geen my ’t meeste kan behaagennbsp;’t Was deachtbre Coligny, dien’k eerbied toe zal draagennbsp;Tot aan myn ftetven, ’t was die moedige oorlogsheld,nbsp;Aan wien men u, gelyk ik meen, heeft voorgefteld?
ZeR, was myn zoon, een’ held, die ’t ryk zo edel diende Eerjle Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Zh
-ocr page 28-la 7o trouw een patriot, zo groot een’ krygsman ziende,!nbsp;Niet op getoogen ? Was zyn hart niet aangedaannbsp;Toen hy een’ held zag, dien ik heb ten dienst geftaan,
En als een’vriend gekend? Was hy niet wel te vreeden ?.. ’t Gebeurde eens op een’ (dag, het is al lang geleeden...nbsp;Maar fpreekt gy liever... Myn verhaal zou veel te lang,nbsp;¦Veel te uitgebreid zyn... Kom myn Laura, ga uw’gang.nbsp;Laura.
Ketheeftuw zoon, nochmy, aan geen vermaak ontbroken. De gryze zeeheld heeft van u met drift gefproken.
Hy zat, terwyl wy hem genaakten, in zyn bed:
Maar deze omllandigheid heelt echter niet belet.
Dat men, met eerbied hem befchouwende, in zyn trekken, Den menfehenvriend en heldjZeer duidlykkonde ontdekken.nbsp;Hoewerdt ons beider hart door vreugde en liefde ontgloeid!nbsp;Hy reikte ons zyne hand! Wy hebben die befproeidnbsp;Met onze traanen...
Arsenne de vader.
Is zyn moorder reeds gevangen ?
L A U R A.
Men fpoort, gelyk men zegt, zoveel men kan, zyn gangen... Wy hebben, Medicis, den koning en een’ doetnbsp;Van edellieden, by den zieken held ontmoet.
gingen van hem af, zo dra wy binnen traden.
Zy hadden hem, zo’t fchcen, miet lof en gunst belaaden.. Hy toonde zich des tyds gerust, ftil en bedaard.
En meende wel te zyn...
A R S E N N E de vader.
ö Dat een held, zo waard
Zo fterk een deun van’tryk, nogjaarenlangmogtieevcn! Wy z-yi' billyk ter verdediging gedreeven.
Pit is maar al te waar... Ik bidde u, met wat fchyn Zeu toch een mensch op aarde een reedlyk fchepzcl zynnbsp;Zo hem de vryhcid van te denken werde ontnomen .'.. ’nbsp;6 Roomschgezinden, doen, doen wy clkandren Ichroomeii,nbsp;Wy, die de zelfde magt des hemels eeren, wy ?...
, Wat
Wat hebben broedertwist, geweetens dwinglandy,
En burgerkrygen ooit ten goede uit kunnen richten ?..
Of zullen woede en haat den hemel tempels (lichten?
Het (laatmy nog wel voor, dat ik, tot in myn hart Mistroostig, door het zien van zo veel oorlogsfmart,nbsp;Volvaerdig w^enschte, dat, ter myding dier gevaaren,
Wy allen, zo ’t kon zyn, toch roomschgezindenwaaren: ?viaar wne zal de eisfehen van ’t geweeten wederilaan,nbsp;Tot een geloof, dat men veroordeelt, overgaan, .
En zonder een’ geveinsd’ en fnooden rol te Ipeelen?..
Ik zoude, in zulk geval, veel eer, veel liever deelen In al de rampen van den oorlog, en myn bloednbsp;Vergieten... Maar verfchoon de drift van myn gemoednbsp;Myn dochter! Onbedacht fpreek ik van oorclogen.
Een oude krygsman heeft (leeds niet in zyn vermogen,
Tc zwygen van den kryg, wanneer het tydig is..!.
Die gy hebt bygewoond... Was alles niet volkomen, Niet heereiyk?
Misfehien ben ik vooringenomen,
Maar alles, dunkt me, moet uitneemend zfyn geweest.
Elk zegt, dat nimmer pracht den luister van dat feest Geleek... Maar zeg my toch, vertoonden deechtgenooten,nbsp;Omringd van zo veel pracht en vorllelyke grooten,
Zich wel te vreden?
Laura.
Zo ’k mag fpreeken als ik meen, ’tWas al geen vreugde, wat uitwendig vreugdefcheen.nbsp;Althans, wat pracht en praal elksoogenmogtverblinden,nbsp;’kWist, onder zo veel zwier, geen waare vreugd te vinden.nbsp;Een burger huwlyksfeest heeft meer bekoorlykheid.
Die Uitgezóchte praal is enkel toebereid,
()m leed en kwelling, zo veel mooglyk, te bedekken, ’tjs al vertooning, om ’t bedrog ten dienst te (Irekken.nbsp;Men let op hoflykheid en gaat de vreugd voorby ,
Eerjle Bcdryf. nbsp;nbsp;nbsp;Alg
-ocr page 30-Als of de laatfte hier aan de eerde een hinder zy.
Neen, zo’kmy niet bedrieg, de nieuw gehuwden fcheenen, Hunn’ harten w'einig inct dien luister te verëenen,
Die hen omringde, en fchierde mecsten , die ik zag, Mishaagden my, hoe fchoon ze ook fcheenen op dien dag.nbsp;De koningin heeft iets wantrouwens in haar wezen,
En Karelfchynthaar op een laage wyz’, te vreezen.
Hy volgde haar gelyk een f fknaap, en ik vind In hem niets koninglyks, niets, dat hem, die ’t bewindnbsp;Zal voeren, voor het oog van elk moet onderfcheiden,nbsp;En de achting, die zyn rang te vordrenheeft, bereiden.nbsp;De prins van Ééarn heeft, by voorbeeld. ..
Arsenme de vader.
Navarres koning ?
Laura.
ARSRMREi^e vader.
W el nu ?
L AUR A.
Als men hem ziet,
Iets, dat aanbidd’lyk fchynt. Men kan, in de achtbre trekkea V an zyn gelaat, een’ vorst,een’ vriend, een’ held ontdekken.
boezemt ieder een tcrltond betrouwen in :
Zyn minzaamheid heeft fchicr de houding van de min, Althans zo iets dat hem beminnen doet en eeren.
Hoe gaerne zou ik zo ecu’ koning zien regceren!
A R s E N \ E vader.
En aan zyn zyde een’ man als Coligny, tot raad.
S U Z A N N A.
De Roomsgezinde zou niet Hemmen in die daad.
A R s E N N E de vader.
’k Pen echter overreed, dat deeze held gedreeven Door edelmoedigheid , hem zou die vryheid geeven,nbsp;Die’t blinde bygeloof den proteftant benydtnbsp;Ook zou navarres vorst niet haaken naar den ftryd
Van christenen, cn ik, ik xou ’t een voorrecht achten Der roomsKrinden recht ileeds yvri;^ te betrachten;
Hen te verdedigen, zo men hen onrecht deedt,
Met zo veel drift, als of ik, door hun lyden, leed.
Maar, wat behoeven wy van zulk eenltaat te fpreeken, ¦ ’t Gaat thans naar onzen wensch. ’s Ryksltormenzyn be-
zweeken.
Men wordt, na onrust, nu rondom ons, rust gewaar.
Men heeft den vrede thans bezwonren voor’t altaar,
En deze heeft den twist geheel en al verwonnen.
Wy hebben ’t eerile perk van jaaren heils begonnen.
VYFDE TOONEEL.
E V E R A R P, die, op eene onoplettende en treurige wyze, intreedt. Een Dienaar.
Ml A ü R A fchiel'fk opfiaande.
y 11 broeder...Gy alleen? W.aarismyanian!...Ishy?.. Everardnbsp;Myn waarde zuster !...
Laura.
Och myn broeder fprcekigingtgy
Ver hier van daan?
Everard met neêrgejlaagen oogen. Zeerverre.
Laura.
En kwam hy uniettegen?
En fpraakt ge iiiemant, die hem ergens onderwegen Ontmoet hadt?
Eve ra r d.
Niemant, neen.
ArsknNE de vader.
Kom, plaatst u, enontbyt. Zn Ut Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ever,:
-ocr page 32-R.
E V E R A R ü.
S H Z A N N A tegen Everard.
Wat kt u toch?...
L A U R A.
_ Myn broeder, och gy zyt Of fchynt verlegen! Wat is u toch vóórgekomen ^
E VERARD.
Wie, my?
ArSENNE de vader.
Hy heeft misfchien, uitgaande, niets genomen,
En al te vroeg...
Laura hem flerk aanziende.
Gy 7,yt ontroerd... Zeg wat u kwelt.
E V E K A R X) eene houding van gerust-heid foogende aan te neemen.
Niets, zeg ik u. nbsp;nbsp;nbsp;j ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Ar SEN NE de vaderhem met oplettendheid befchouwende.
’t Is waar, gy fchynt wat ongefteld ,
Gy moet nooit nuchtren , en zo vroeg het huis verlaaten. Vcrtlaat gy ’t? Maar die raad kan u thans weinig baaten.
Kom zet u neder, nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Hy jehenkt een glas wyn m. en bedaar eens. Drink wat wyn.
Een enkle dronk zal u byzonder nuttig zyn.
E V E R A R n. Arfen ne den vader naderende en zacht fpreekende.
Ik wenfchte u in ’t geheim, een oogenblik, te fpreeken Arsenne de vader.
Hoe zo ?
E VERARD.
Kom, gaan we alleen.
Arsenne de vader.''
Terftond.
EvEit-
-ocr page 33-17
Ever ARigt;.
Ja, zonder teken
Of blyk te geeven van myn oogmerk.
A R S E N N E de vader.
Ga dan heen;
Ik zal u volgen. Maar... Dit is niet raadzaam, neen. Opjlaande.
Laat my begaan.
’Tegen haura.
Ik zal terftond weer by u komen Myn dochter...
Laura zich voor de deur (lellende. Wat toch hebt gy beide voorgenomen?...nbsp;Myn Vader .. Everard... Waar gaat gy heen V... Watfmartnbsp;Wat onrust ondervindt, ter deezer uur,myn hart? (zennbsp;Gy jaagt me een’ doodfchrikaan...Mynbroeder..inuw we-En houding kan ik iets, iets zeer verfchriklyks leezen.
6 Hemel! wat is hem bejegend ? Och wat baart Zyn komst verfchrikking! Wat ontmoette u?
Everard.
Zyt bedaard.
Laura.
Ik kan ’t niet zyn. Helaas! Moetik meniet verwonderen, Dat gy u beide, zo ontydig, af wilt zonderen?
’kGeloof uw woorden niet..VkVoorfpel een zwaar verdriet.
EVE RARD.
Waarom verdien ik thans uw goed betrouwen niet ?
Kan ik uw’ vader niet iets heimlyks moeten zeggen?
En waarom zo ontroerd ?
Laura.
Heb ik dit uitteleggen Myn broeder, daar elk ziet, hoe duidlyk uw gelaatnbsp;De zorg, die in uw hart verlchoolen is, verraadt ?
Och gy moogt veilig’nu gy ’t hart my hebt doenbreeken, Van alles, wat u ook mag zyn bejegend, fpreeken.
^erjle Bedryf. nbsp;nbsp;nbsp;Bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ever-
-ocr page 34-i8
H E N N U Y E R.
E VERARD.
Myn ^’Jster, wat toch wilt, wat vordert gy, dat ik Lïc^g’ daar reeds uw hart doordrongen is vaniciirife?
ZESDE TOONEEL.
ARsF NNE de i-adcr, Laura, Suzanna, EveraR D, MeNAN court, een Dienaar.
MMenancourt, zxer 'ontroerd.
yn Everard, hebt gy Arfenne alreeds vernomen? Zjudt gy reeds weeten. • • Wy, wy zyn ontroerd. . Wynbsp;jViyu vader mdt my hier.. Bericht me toch.. (Ichroomen..nbsp;Everard he/rt te vergeeficheenigetekenennbsp;geevende^ om te zivygen.
Hoe ik ?
M RN AN co UR T.
f) Ta, bevryd ons toch, indien gy kunt, van fchrik En angsten!.. Naai men zegt, hebt gy bericht onttangennbsp;Van eenig onheil inFarys; och wy verla'ngen...
Laura.
Een onheil... In Parys! ..
S U Z A gt; N a Laura onderfleunende.
Waarom trekt ge u ditaaii.^ A It S E N N E de vader.
Spreek Everard en laat ons niet verlegen Haan.
Lc icnrik verzwaart zelfs, door verbeelding,de ongelukken. Veroceiding kan het hart, meer dan ’tgeval zelf, drukken.nbsp;Spreek.
Everard.
ih'
’tZou ook vruchtloos zyn, dat ik u hetgevaar V ermomdde, eii het gewigt der zaak weegt my te zwaar.nbsp;Weet dan...
üy VJederhoudt zich.
Ar-
-ocr page 35-TOONEELSPEL. 19
A R S E N N E de vader.
Spreek, Everard .. Gy maakt my zeer verflagen. E VERARD.
Ik Adder .. Kan ik wel ?..
Hy neemt den een en ander by de hand, en zegt zeer zacht.
Hoe zyn wy te beklaagen! Men zegt dat inParys een gruwelyk verraadnbsp;Gepleegd is...
Laura.
’k Beef van angst.
Ever arp.
En dat men door een daad, Die nimmer is gehoord, dien vrede heeft gelchonden,nbsp;Waar onze broeders zich zo veilig by bevonden,
Gelyk het fcheen.Meii fpreekt van nacht verraad, van moord En ichending, gruwlen, die men nimmer heeft gehoord.nbsp;De een zegt, dat men deez’nacht, als dolle moordenaaren,nbsp;Alle onze broeders, die, zo ’t fcheen, nu veilig waren,
In hunne bedden heeft vermoord en overmand.
Een ander zegt, dat men hun huizen heeft verbrand.
En dat men, door ’t bevel des konings voortgedreeven, Den zeeheld Coligny beroofd heeft van het leeven.nbsp;Arsenne de vader.
Zyne hand met drift uit die van Everard trekkende en op eene nadrukkelyke vjyze.
Op koninglyk bevel heeft men deez’ held vermoord!... Geloof het niet, myn kind, fchoon gy ’t verhaalen hoort,nbsp;’t Is —’t is onmogelyk... Dit zou de vorst gebieden !nbsp;Zo^wreed een gruwel zou op zyn bevel gefchieden!
Gaf hy ons niet zyn woord, zyn vorfllyk woord te pand? In wien heeft toch zo fnood een neiging de overhand,
Dat hy dien laster gaat verzinnen en verbreiden!
Myn Everard.. ._Zyt gy niet beter te onderfeheiden Van ’t flgtgeJooviggraauvv,dan dat ge een zaak gelooftnbsp;En meldt, die van den fchyn van waarheid is beroofd?nbsp;Eerjie Bedryfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;B znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ever»
-ocr page 36-20
E V E R A R D
Ik moi^t in't midden vun die vyanden verkeeren.
’k Zag ran naby het hot'... Toen heb ik mOj^en Icercw, Wat men van hunne trouw en gunst te wachten tieeft.nbsp;Laura.
6 Voorgevoelens, die ik vruchtloos heb weérftteefd, Toen ik, zo menigmaal ,u voelde ’t hart verl'cheuren,nbsp;Züudt gy voorfpellerszyn van ’t geen ’er moest gebeuren?nbsp;Suzanna, och verlaat, oegeet' me niet!
A R S £ N N £ de -vader.
Zoudt gy
Gelooven?
Laura.
Och, ik Iberf, iudien ik dacht, dat hy... AKSE,SNt. de -vader.
Geloof me, op aarde zyn /o gruw’iy k geen gedrochten... I'cn jeugdig koiiing zou, verzeld van omgekochten,
Van moordenaaren en, verborgen door een l'chyii Van vriendfehap, tevens beul en vorst der volken zyn!nbsp;Hy zou zyn’ onderdaan omhelzen, vriendlyk noodennbsp;Eu feest doen v'eren, om hem gruwelyk te dooden,
Op ’t einde van het feest!. . Hoe, biyk op blyk van gunst, ‘1 o veel b.-loften zou men dan alleen , door kunstnbsp;Van veinzery en haat, llegts hebben uitgevondennbsp;Om ons te vleijen en daar na het hart «.e wonden!...
I'. VER Ailt; o-
De hemel geeve dat dit doodlyk nieuws verdicht,
IJtt haat, verzonnen zy, en voorde waarheid zwicht!... Ik ondertuslchen ben, tot in myn zfcl, verlegen.
Ik ken my zei ven niet... Ik weet niets te overweegen. Myn waarde Arfenue, vriend en broeder, myn verdrietnbsp;Is onuitfpreeklyk, als ik denk, dat ik u lietnbsp;In die gevloekte Üad met onze dierbre moedernbsp;En....
SUZA NNA.
Zwyg toch onbedachte! Ontzie haar!
Lau-
-ocr page 37-TOONEELSPEL. ar Laura.
6 Myn broeder,
ts het op deze wys, dat gy me troost verleent!
Neen, vvaarde zuster, neen,, .’k Vergat u... Zogy meent... Maar ’k deed u, te onbedacht, myn bang vermoeden hooren.nbsp;Kom laaten \vy veeleer het wreed gerucht verltooren,nbsp;En ftouter afgaan op de gisting cn den raadnbsp;Des ouden vaders. Ik verbeeld me en maak reeds (laat,nbsp;Arfenne, binnen kort, gezond en bly te aanfcnouweiunbsp;L A u R A
6 Wreedaard, op wat troost wilt gy, dat ik zal bouwen. Gy zoekt me door een hoop,die gy /.elfs nier bezit,
Te paaijen. ’t Eenigst dat my tronsren zal, is dit,
Te weeten, de aankomst van myn’ ega.
É V E R A R D heimelyk zuchtende.
Het vermogen
Des hemels kan een moord zo gruwlyk niet gedoogen.
A R s EN N E de vader.
Neen zeker niet... Men gaat, al haat men nog zollerk, In koelen bloede nooit zo g' uwelyk te werk,
’k heb onze kerkparty het zwaerd wel op zien heffen.
Om ons, als waren wy hun vyanden , tc treffen;
Maar dit gebeurde ons op het flag veld... ’t Zy hoe ’t zy, Men zegge wat men willeen goedvinde, ik voor niynbsp;Heb, zo te Moncontour als arnac, hen te moedignbsp;Te (lout zien (tryden, om hen aan een feit zo bloedig,
Zo gruwelyk, zo wreed, thans te verdenken, neen... Maar wie verzon een werk,zo vol afschnwlykheén?nbsp;Wie heeft het uitgellrooid i’...Eenbooswicht,aangedreeveanbsp;Door een’ doemwaarden lust, om ieder te doen beeveanbsp;En ’t hart te wonden, heeft voorzeker, een bericht,
Zo zeer verfchrikkelyk en ongegrond, verdicht...
Hoe dikwyls hebbeik niet, door zaaken, niet te tellen Niet noemenswaard, een rykin rep cn roer zienllellen!.,nbsp;Wat meer is, zou het nu voor ’t eerrte zyn, myn k nd,nbsp;ÏLerJleBedryf,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;13 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;JDa£
-ocr page 38-Dat gy u door een valsch gerucht bedroogen -vindt?
!-A( R A
Helaas! een kwaad gerucht werdt '/.elden valsch bevonden.
A R S E N N E de vader, tegen Ever ar d.
Maar, wien zyt gy ontmoet ? Wie heeft zich onderwonden, U w hart te grieven, door zulke eenc ty ding, zeg ?’
E V i, R A R D.
Turingc is de eerfte_, dien ’k ontmoet ben op den weg, En diemy’t yslyk nieuws vertelde; daar op kwamennbsp;Cldvard cii Dugas, daar wy ’t zelfde van vernamen.
En nog veele aridren.
Laura.
Nog veele andren! . ’t Is wel waar. Zo veel getuigen... Och myn vader, ’t fpreekt te klaar, inbsp;A R S E N N E de vader.
Ik ga, op flaandcn voet, naar ’t een en ander vraagen.
Ik kan ’t verhaal, dat ik hier hoor, niet meer vtrdraagen. Ik weet waar ik moet gaan, om, door iets meer dan ichyn,nbsp;Van deze zaak, en waar zenit vloeit, bericht te zyn.
Ik hoop u fchielyk, op het klaarde, te overtuigen,
Dat dit bericht niet Hechts ten eenenmaale in duigen Zal vallen, rriaar dat zelfs voor die gebeurtenisnbsp;Noch vrees noch angst, en zelfs geen fchyn van kommer isknbsp;Laura.'
Ik wil u volgen metSuzanna...
Arsenke de vader.
Wil toch blyven !
Laat al te groote fmarte uw oordeel niet verdry ven! Zorg, dat ze tot geen’ hoon kan ürekken aan natuurnbsp;En roenschlykheid!... Ik ben weer by u, binnen’tunr.nbsp;Laura
Zoude ik niet klaagen, na al ’t geen ik kom te hooren!.., Arfenne! Arfenne 1 och welk een lot is u befchooren.
A R S E N N E vader, haar by de hand neemende Myr waarde dochter, zo ’k gelooffloeg aan ’t berich*^;nbsp;Was my het keven een ondraagelyk gewigt,
’kZg«
-ocr page 39-Ik Zou niet wenfehen, dan, in zo veele ongelukken,
Ter dezer plaatze, u, voor het laatst, de hand te drukken, Dan hier te fterven, en, op aien gcduchten Itond ,
Te fterven,met den naam uws ega’s in den mond.
ZEVENDE TOONEEL.
Arsenn E nbsp;nbsp;nbsp;Laura, .Suzanna,
Eve: ARD, iVIenaxcourt, f h e-VENiN, een Dienaar^ eenige Prote-ffanten.'
EThE VENIN.
erwaarde Arfenne, ons hart is door de fmart verwonnen. Wy weeten niet, wat hier het raadzaamst word begonnen!nbsp;Is ’t onheil, dat men hoort, gegrond, of is ’t verdicht?nbsp;Waar is uw zoon? Hy zou ons beter onderricht,
Dan iemand, geeven... Onze ontroering kent geen paaien, A R S E N N E de vader.
Gelooft,myn heeren,dat al ’t geen men hoort verhaalen, quot;Ten aanzien van’tgeval van die gebeurtenis,!
Zeer onwaarfchynelyk, althans zeer duister is.
En dat wy beter doen, te twyffelen, dan zaaken Van die natuur, aan elk met drift, bekend tc maaken.
’t Gevolg van het verhaal zou mcoglyk onstotfehanq V crftrekkeii
Th eve n in.
Het gerucht neemt merklyk de overhand. Maar ’t fchynt ons echter nog aan geene hoop te ontbreckcn.nbsp;Ik hoor het een gerucht door ’t ander tegenfpreeken.
A RS E N N E de vader., (jp eene bl}moedige%vpzc.
Ja, dat geloof ik wel.
“Tegen l.aura,
Verftaat gy wat hy zegt?
Het een gerucht wordt door het ander wederlegt Wel haast zal het verhaal, hoe waar het ook moog’ fchyncn,nbsp;Als een verdichtzel en gelyk de rook ver..wynea.
Eerfie Idedryf. nbsp;nbsp;nbsp;B 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;The-
-ocr page 40-24
T HEVENIN.
De hemel geevc ’t ‘ ’k Heb een’ bloedvriend in de ftad Dien ik bemin.
Eerste Protestant.
En ik myn’vader.
Tweepe Protestant.
Ik myn’ fchat,
Myn kinderen.
De RDE Protestant.
En ik myn’ broeder.
Everard, een dezer Protejlante?} omhelzende.
Üch myn vrinden,
Bleef het flechts by den angst waarin wy ons bevinden ..! A K SE N N £ iie vade''.
Ik bid u, draagt toch lorg, dat gy geen misdaén doet,
En loopt de wanhoop niet zo y vi ig te gemoet!
quot;Wy kunnen ons rp het gerucht nog niet verlaaten.
De V anhoopzal, ’t gerucht’txy waarofvalfch , nietbaaten. Dat inen zich moedig toon’ nog flechts een oogenblik,
En wy ,wy zullen’teind verneemen van den fchrik,
Die ons, waarfchynelyk, ten onrecht heelt doen beeven. Ik ga (p weg, om my berichten te doen geevennbsp;Yaii ie der reiziger; Gy zyt te veel beducht... (gerucht.nbsp;Straks zult ge u i'cl.aamen, dat ge uw oor leende aan ’tnbsp;Laura, Arfen^e den vader hy de handnbsp;neeraende.
Ik volgu, waar gy gaat, om nevens u te hooren,
Wat lot de hemel aan ons allen heeft befchooren.
Maar zo het wreed bericht bevestigd worde... ó Dat Ik dan nooit wederkeer’in deez rampzaalge flad !
Einde van het Eerfte Bedryf.
TOONEELSPEL. 25
EERSTE TOONEEL. Laura. Suzan na.
Laura komt, zeer bleek, ongekapt, met hefchreide oogen ^ en haare uitgebreide armen ten hemel heffende, op heinbsp;tooneel: haar gang is ongeregeld en woest, als die vannbsp;eenwanhoopendmensch. Zy werpt zich in een leuning (loei neder, hangende met haar geheel lig-chaam over een der armen. Suzanna volgtnbsp;haar en knielt by denJloel, om haar te onder-Jieunen. Laura laat het hoofd hangen opnbsp;den fchouder van Suzanna, en volhardt,nbsp;eenige oogenblikken, in een treurignbsp;Jltlzwygen,
L nbsp;nbsp;nbsp;Laura.
aat my toch over aan myii hartzeer en myn lyden; ’tis vruchteloos myn angst en droefheid te ocilryden,..nbsp;Myn toevlucht is alleen geleegcn iii den dood...nbsp;ó Myne moeder !... o Myn dierbaar echtgenoot!...
Heot gy ’t niet aangehoord ^... De ontzinde moordenaarea Verbooden, dat men kunne of ouderdom zou fpaaren.nbsp;De vrede daalde met de onnozelheid in ’t graf.
Men nam my alles, wat my na ter hart ging,af.
Myn hoop is eens vooral, ter dezer uur, verdweenen...
Na eenig flilzwygen.
6 Hemel,gy, die weet, om wien myne oogen weenen, Voor wien ik fmeekte'... ó Gy,die’t albefchiktopaard,nbsp;Leeft myn Arfenne nog?.,. Heeft hem uw arm bewaard.nbsp;En aan zynmoordenaars ontweldigd?... DurveiR deuken,nbsp;Datmy uw goedheid zulk een gunst zou willen fchenken?nbsp;Hoe onvermoeid , met hoeveel hartlykheid, zou ik
‘Xvjeede Bedryf, nbsp;nbsp;nbsp;B ƒnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U
-ocr page 42-U looven!... Tref me vrv door alles, watmenfchrik En angst en hartteer noemt, ’k Zal ’t al geduldig draagen.nbsp;Ik 7.al ootmoedig xyn, en lyden 7onder klaagen.
Maar och! gedoog toch niet, indien het wezen kan,
Dat men me ,op deeze wys, beroove van myn’ man!
Xy zeigt in baare voorige hunding neder.
TWEEDE TOONEEL. Laura- Si^zanna, Ar.srnne//£
ËVERARO, ThEVENIN.
^rfenne de vader., onderfteund door Thevenin en gevolgd van Everardnadert Laura., op eene zeer omzichtige vjyie. y.y befchouwen haar vervolgens allenbsp;drie., in een diep Jlilz.wygen.
Da R S E N E de vader.
at myne fmart my haast berooven mogt van’tleeven! ’kZou 11, f) bloedige aarde, uit al myn hart, begeeven...nbsp;Veifchiikkelyke dag!... Wie koos, in myn verdriet,nbsp;’tOntvdig ilcrveii voor ’tellendig keven niet!
Nu mag ik, die het juk der rampen niet kan draagen,
My van den langen tyd mytis leeveus wel beklaagen!
J. A UK A.
ft Myne moeder'... ó Myn maagfchapl ... En ó gy, Voor wlen ik fterf van angst!
A R S E K N E de vader.
Dat dit ons noodlot zy Myn dochter! Laaten wy de onnoosle martclaarennbsp;Van ons geloof, die reeds vermoord zyn, evenaaren...,nbsp;Neen frankryk, al te zeer vereeuwigd door zyn’ heernbsp;In christenbloed, is thans ons vaderland niet meer.
6 Gy, wier edel bloed, door ftaatkunde, is vergooten, Haalt my tot u, als een van uwe lotgenootennbsp;Maar gy, 6 Coligny! vergeef myn tederheid,
-ocr page 43-T o o N E E L S P E L.
Dat ’k myn’ zoon beweende, eer ik u heb befchreid! VUR A.
Ik heb myn’ waardften fchat, waarfchynelyk,ver]o.or^ En mag niet derven! Och wat lot is my befchooren!
V r. R A R D
Och, waarom bleef ik niet in die rampraalge ftad!
Dan hadde ik, voor het minst,het voorrecht nog gehad, Myn vrienden in den nood te helpen, of myn kevennbsp;Ten doel van ftaatkuude en het by geloof te geeven;
Dan was myn lot zo wreed , zo onverdraaglyk niet... Arfcnne, zo men u, met aniren, ’t hart doordiet,
2o ge, in dien naaren nacht, ook om moogtzyn gekomen, Heb ik al leen uw zaak, ter wraakc, op my genomen....nbsp;Zo edel, Zo getrouw een broeder... Zo men hemnbsp;Ontzield hebbe in dien nacht... Ik geeve u rayne Hemnbsp;En zweer by uwe trouw myn?,uster,’k zal hem wreekcn.nbsp;Op eene treurige ‘Uijze.
’tZal u aan broeder d-on, zo wel als man ontbreeken... Beeft moordenaars van dien beminden broeder, beett!
Gy hebt all’ dc offers, die gy zocht, niet overleefd.
Gy hebt nog een’ van ’t wreed vermoord geOagt vergeeteti Te dooden, die, als gy, zich’t moorden zal vermceten...nbsp;Maar... wat gerucht...
Eenige Protestanten zyn aan de deur. 7.y openen dezelve zeer fchieljk^cnplaats maakende^ ora Arfenne te laaten inkomen^ roepen zynbsp;Arfenne, Arfcnne.
Laura keert zich om^ en vertoont een gelaat y waar op de aandoeningen van haar hart-zyn te leezen. Alle de overige perfoonen zyitnbsp;in beweeging.
DER.
L Ar RA, SU ZAN NA, \ KS Eü E de vaddr^ Everard, Thevenin, Arsen-N E flfe zoon.
' nbsp;nbsp;nbsp;ArSENNE de zoo».
Hy komt ongeregeld en Zeer woest tn het vertrek , en omhelst, alsnbsp;in het voorbygaan, zyn vader ennbsp;Everard.
Myn zoon!
ArSENNE de vader.
Everard.
Myn broeder!
ArSENNE zoon^ in de armen van Laura^ en met eene zeer Z'iuakkeflem.
Laura.
met een nederhangend hoofd en in de tederfte aandoening.
Zy houden zich nog eenige oogenhlikken omhelsd. Laura onttrekt zich aannbsp;zyne armen en doet hem zitten.nbsp;ArSENNE de vader, met de grootjlcnbsp;vervoering.
EveR'
-ocr page 45-E V E R A R o. nbsp;nbsp;nbsp;(wonder
Wy zienuweder!... Spreek myn halsvriend! Door wat Zyt gy’ti^evaar ontgaan^... Mcnvondtudan niet ondernbsp;De meeiiigte, die men door het vervloekte itaal .
A R S E N N E de zoon, met uitgebreide armen, en in de flerkfie vervoering.
6 Mync vrienden! guntmy, dat ik ademhaal’! ..
E V E R A R D na eentg jlHzvjygett, Zeg ons alleen, zaagt gy de fnoode oamenschlykhedennbsp;V an dien rampzaalgen nacht ?
A R S E N N E de zoon, driftig opjiaande ett Everard zyn gewaad toonende.
Zie, wat ik heb geleeden.
Befchouw mynkleedren eens 1en eis, door ’t geen gy ziet.
Laura, neemt hem onder den arm ett bezichtigt zyne kleederen.
Helaas, gy druipt van bloed'...
ARSENNEi^e Zoon, tegen Laura.
M aar ’t is het myne niet.
’tls dat van uwen oom, uw moeder, uwe vrinden,
En allen, die met my zich durfden onderwinden,
Zich te verdedigen...
Laura ontroerd.
Wat gruwelyke zaak!
Zo braaf een vrouw...
A R s E N N E zoon.
En voor myne oogen.... Everard in eene woedende houding ovetgt;nbsp;het tooneel gaande.
Hemel! wraak!
Wraak vordert ditbedryf.Gymoetmynmoederwreeken.
A R S E N N E de vader, aan de zyde van Laura nederzeigende.
Elk volgend uur zal’taan geen’nieuwen ramp ontbreeken. Hoe deerlyk is ons lot! ...Zyn we, in dien naaren nacht,nbsp;Pan, uit der menfehen, in der duivlen ryk gebragt?
T'weedeBedryf. nbsp;nbsp;nbsp;AR'
-ocr page 46-so
Arsenne(* zoon.
Men heeft aan’thof, dien vloek der natie,de3'slykhcden » De gruwelen, die ik uit zag voeren, kunnen (meeden.
De llraaten van Parys zyn aat v au christenbloed.
De moordenaaren zyn onnienfchelyk verwoed.
Ka’t moorden fchynt hun haat nog weinig te bezwyken. Want, na’t vei moorden zelfs, vertrapt men nog de lyken.
K V E R A K D.
Verhaal ons alles...’k Ren bedaarder.. Ga vry voort.
A R s E N N F, de zoon.
Het zo verfocilyk feest bedekte dezen moord.
Men heeft het vonnis van der proteftanten keven,
Toen men den vrede in fchyn ging teeknen , onderfchree-quot; Die laffe moordenaars... Zy gaavën ons de hand , (ven.nbsp;Wanneer men in den nacht van een ging, tot een pandnbsp;Van vriendfehap.,. Wie zou erg uit zulk een’ handel raapen.'’nbsp;Men wenfchte ons goeden nacht. .Wy gingen zorgloos llaa-
(pen....
Maar fliepen niet zeer lang. .Mendrong, doorwoest geweld De deuren in, en die zich voordeedt, werdt geveld.nbsp;Ever ARD.
Maar. gy ? Hoe zytgy toch hun dolle woede ontkomen?,.. Ar SEN NE de zoon.
Ik weethetniet... Ik heb myn’ weg envlugt genomen Schier dwars door fakkelen, door pooken, beekenbloeds,nbsp;Ontmenfchte moordenaars, die’t feit met zo veel fpoedsnbsp;Als woede, pleegden, en my mogelyk niet zagen,
Door eene opftapelingvan dooden,die’er lagen...
De fchrik en woestheid, die met alles ging gepaard,
Is veelligt de oorzaak, datik leeve... Ik ben bewaard,
Als door een wonder.
Evera r o.
Ar.^
-ocr page 47-A R S E N N E de Zoon, op eene vjanhoo» pende vjyze.
V erwy t m'c, door dit treuren Geen’rampfpoed, diemyn hart zo onverdraaglykis.
Viaug iktst, hoe’t moglyk zy, dat die gebeurtenis Isüg'eenig Ichcpzel in rarys hcett nagelaaten*...
De dood'was overal, in huizen en in flraaten...
Ik dring op ieder aan, die op my let en dringt,
Eultruikel, door een hoop van Itervenden omringd;
Ik voel in ’t ronde en tast en raak fchier niets dan ly ken Ür wreed gewonden, die, beroofd van bloed, bezwyken.nbsp;De fenrik en akligheid benevelt my... Men laat,
My houdende voor dood, my liggen in dien Itaat.
Ik kom,in ’teind weer, tot my zelv’ ,en fla myneoogen, Yol doodelyken fchrik , en door en door bewoogen,nbsp;In’tronde... Ik richt myop,. Ikvlucht, en op die wyz’nbsp;fecnynt het als of ik uit myn maagichaps graf verryz’.nbsp;Ikdwaate door de Uad. ’t Bebloed geweer, mynhairen,nbsp;Vanichnk gereezen, ‘t bloed der christenmartelaaren,nbsp;Vermengd met Itof en zand, en op myn kleed gefpat.nbsp;Die allen geeven my geleide door de tlad.
Als een der moordenaars... Ik haastte ray, myn vrindea Om u, die ik alleen nog ovng heb, te vinden.
lly valt op een Jloel neder
Zo gymyn rampfpoed, ó myn waarde, oprechtbefchreidt. Rek dan myn l'eeven niet door uw gedicnlligheid.
Arsinnelt;^v Zoon, na eenigjiilzvjygen, Ben ik wel, in de daad, ontvoerd aan die barbaareii'’...
’k /.ie die gedrochten, nog als voormyneoogen, waaren. ’t Is ot iic de otters diens vervloekten haats nog zie,nbsp;VeroleeKten wreed gewond... Zy volgen my, en wienbsp;W ieKanditfchouwfpel aanmyne oogenthans ontrukken?nbsp;Schreiende.
Myn vader... Ikbezwyk voor ’t zien dier ongelukken. Tweede Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Laü«
-ocr page 48-sa
Laura.
Gy 7,ytby ons myn vriend... Myn dierbaar echtgenoot Leef toch voor my,'die van myn moeder ben ontbloot.nbsp;A R S E N N E de zoon
Zou ik, na dat men al’ myn vrienden heeft doen üieeven, 6 Myne Laura, nog op aarde kunnen keven ?
Kelaas , gy zaagt de woede, en ’t ysfelyke bad A an christenbioed, als ik, niet ftroomen door de dad;nbsp;Koch hoorde hetgefchreeuvv dier beulen, nochhetfnikketinbsp;I;er dervenden, in die ontzag!)ke oogcnblikken.
Gy hebt hunn’ Jaatden zucht, als ik, niet aangehoord.
Gy zaagt niet, hoe hun hand, wanneer het hart, doorboord, Hetlaauwe bloed verloor, de doodwonde eerst omvatte,nbsp;En toen, terwyl het bloed van d’een opd’ ander fpatte,nbsp;Ten hoogenhemel hief, als of men zich verlietnbsp;Op wraak, en wraak begeerde... Och, dit, dit zaagt gy niet!nbsp;Ik zocht het voorrecht, in die woede, te verwerven,
Om, aan de zyde van held Coligny, te derven;
Of voor het minst, by dien doorluchten admiraal, Hetprotestantendom, ontvlooden aan het daal,
En door den fchrik verfpreid, zo’t kost , by een te brengen. Maar dit kon, zo het bleek, de hemel niet gehengen,
Ik kwam’er, en ik zag dien christelykcn held,
Niet Hechts vermoord,maarwreed en fnood tentoongefteld. Zyn ouderdom noch deugdkosteenige eerbied baaren.nbsp;’tWasGuife, veels te wreed, om immer te evenaaren.nbsp;Die, met vermeetlen voet, dorst trappen op het hoofdnbsp;Des gryzen krygsmans, van het leevenslicht beroofd,nbsp;Terwyl zyn bende zich vermaakte in het onteerennbsp;Van dien lofwaarden man...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
A R i» E N N E de vader.
Die fmaad kan hem nietdeeren. Die zinnelooze woede is tevens magteloos.
Die loft'elykebeld, gefchandvlekt, voor een poos,
Is, onder ’t woeden van zyn dolle moordenaaren,
Als in een zegepraal, ten hemel opgevaaren.
Ar
-ocr page 49-T o o N E E L S 1» E L. SS
A R S E N N E Z00f7.
Zoudt gy verwachten,dat, in ’tpriesterlyk gewaad,
Ee grootfte wreedheid zich vertoonen zoude op ftraat? Zoudt gy hen-, die zo woest een bende opftooktein’twoeden^nbsp;Wel aan hun dragt en naam, zo fnood een volk vermoeden ?nbsp;’t Losbandig graauw werdthier ten wreeden moord geleidnbsp;Door leden van de kerk, de roomfche geestlykheid,
Die, en op’s pauzen last, uit hunne donkre hoeken Als losgebroken, ons en onzen godsdienst vloeken,
En aan hun eerloos hof, doorhelsch vergift gevoed, Onmenfchlyk haaken naar dermiedechristnen bloed...
Een wreede blydfchap is te leezen uit hunne oogen.
Zy toonen in het minst genaê noch mededoogen,
Maar wyzen met de hand, waar in de christenvaén Gedraagen wordt, aan ’t graauw, ’tgevonnisd offer aan;nbsp;Terwyl ze, opdathetaangeenmoordersmogeontbreeken,nbsp;De protestanten, met hunne andrc hand, doo'rfteekcn...
Zy blaazen het gemeen, dat, in hun wreeden zin,
Den moord te traag verricht,meer moed, meer wreedheid in, En dat wel, in den naam ven hemel en van koningnbsp;Dan, op dat toch het graauw niet twyffclc aan belooning,nbsp;Maar elk om flryd zich weer’, verheffen zy de hand ,
Zo nat van christenbloed, en leggen,als ecu pand Van zegen, haar op ’t hoofd vanhem,die’tfellle woedde.nbsp;Zo onderfteunt men’tgraauw, dat, afgemat en moede.nbsp;Van zo veel gruwelen teplccgcn, ichier bezwykt...
Maar is’er wreedheid, waar voor deze wreedheid wykt, Wel idtte denkennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.’k Zag, met doodelyke ontroering,
Hoe ’teene kind, door woord en voorbeeld in vervoering Gebragt, het ander kind, dat naauwlyks’tdaglicht zag.nbsp;Vermoordde, daar het in de wieg te flaapen lag.
E VE R A R o over het tooneel waarendci Watfehildery!... Ging dus de onnozelheid verlooren jnbsp;En liet ge, o hemel, toen uw’ donder nog niet hoorennbsp;Arsenne de zoon.
Voor« ging ik langs defeine, en zie haar rood van bloed, iWeede Bedayfnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vei«
-ocr page 50-54
Vervuld met lyken!... Ik begeef me, in allen fpoed ^ Voor by de louvre, en lie en hoor gcheele troepennbsp;Van menfehen, aan ’c paleis dcskonings,deerlyk roepennbsp;Om byftand in ’t gevaar... Dart al vergeefsch; hun fmartnbsp;En jamraren treft het oor, maar gcenzins Kareis hart.
Wat zegge ik!... Daar ter plaats, daar was ’t, of die barbaar en Als in hun zegepraal en meer onmenfchlyk waren.nbsp;Ikzag’er,zoikdacht,meertakkelen.... Misfehien ,
Om uitgebreider moord in heldrer licht te zien ...
De korting zag gerust derchristnen bloed vergieten.
Zyn hoffoldaaten flaan, ’t geen de andren overlieten;
Zy vellen, zonder fchroom, het weer-en hooploos volk. Hier met verheven piek, daar met verborgen dolk;
Ter wyl de wreede vorst en zyn ontaarde broeder,
Zo onderworpen aandeonedleenfnoode moeder In eene ontaarde vreugd, de wreede tiranny,
Nietflegts befchouw'en vandehooge gaandery,
Maar!, om zich, iri de daad, onmenfchlyk te gedraagen, DeHugenooten, die om hulp en byftand vraageu,nbsp;Terwyl ze fmecken, zelf vermoorden.,..
A R S E N N E de vader.
Ga niet voort.lt;i
Ik kan ’tniet dulden...’k Heb reeds veels teveel gehoord.
E V E R A R. D.
En dezen, die ons dus van goed en bloed beroofden,
J a dezen noemt men nog de wettige opperhoofden.
Na eewig fttlzwygcfi:
Myn vrienden, nuhebtgy dat naar bericht verdaan..v.
De priesters hitden’tvolk tot roof en mandag aan.
De moord is uit het hof van Rome ’teerst gezonden.
En Mcdicis aan dat onmenfchlyk hof verbonden,
En als vergiftigd door dien luchtdreck, heefteen kracht, Eenfoort van gruwlen in dit koningryk gebragt ^ (de...nbsp;Waar van men zelfs den naam niet wist, eer men haar ken-»nbsp;Hoe! zullen wy, te laf geduldig inde ellende.
Die gruwlen ongedraft zien plcegcn, en vcelligt,, Belecveu,dat men die nog.eens, op nieuw, verriebE...
-ocr page 51-TOONEELSPEL. 35
Wy hebben hier voor’t minste, indien menxichwil wree* Een van die monsters, die, in ’s hemels naam, én teken(ken}nbsp;En zegen geevenvoor het moorden, aan’t gemeen,
En die geen menfchen zyn dan in gedaante alleen.
Ars ENNE de Z'jon, zittende.
Men heeft de fakkels voor de ontzinde tnoordenaaren Ontiloken aan het vuur der fnood ontwyde altaaren.
E VER ARIgt;,
Myn bloed is in één drift tot wraaklust, die...
ArSENNE de Zoon, fchielyk opflaande', Everard Jlerk aanïiende en hem by de hand neemende.
Welaan....
Laat ons 'grootmoedig het gedreigd gevaar ontgaan,
En eer de moordenaars nog verder zegepraalen, Deneeneu moord ook met den andren moord betaalen...nbsp;De hoofden, die het volk aanhitsten, moeten wynbsp;Het eerste ürafFen...
Laura heide van een fcheidende, en zich tusfchen beide (lellende.
Och! ik bidde n, hoor naar my! Denkilievér, om uzelv’enor.s , aan de ongelukken,nbsp;Waardoor ons maagfchap ons c ntnoinén is, te ontrukken.nbsp;Vergeetge, dat gy ,door des hemels gunst eh trouw,nbsp;Voor ons bewaard zyt!... Zie uw vaderaan en vrouw!nbsp;Laat ons toch, eer wy hier het leeven ook verliezen,
In plaats van ydlc wraak een zekre vlucht verkiezen... Wie kan ons zeggen of het doodlyk ongeval,
Dat onze vrienden trof,'ons ook niet treffen zal ?
Een ydle moed is dwaas en roekeloos te noemen...
Laat ons op geene drift, zo onvoorzichtig, roem.en,
Of die volbrengen... Neen, geloof, dat het geweld Der gruwelen, die gy gezien hebt en verteld,
Wanneer de hemel, door der omgebrachten zuchten,
2al zyn bevvoogen, nooit zyn wraakzwaerdzalontvluch' Laat hem de zorg der ftraf dan overig.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ten.
‘tweedeBedryf, C i nbsp;nbsp;nbsp;Ar«
-ocr page 52-36
6 Ja,
Volg cetien raSd, 7,0 goed en 7.o voorzichtig, na...
Gy hoort niet inecr u zelv’ alleen toe, maar uw leeveii Hebt ge, als een eigendom des echts, uw vrouw gegeeven^nbsp;Zy wil, dat gy het zult beveiligen; welaan,
Toön, dat gy haar behoort.. .V lucht met haar hier van daan... En rust niet eer ge u acht in veiligheid te wezen.
’kZal fchielyk by u zyn...Ga...Wil voor my nietvreezens L AU R A.
’kZal u geen oogenblik begceven, in den nood.
In uw behoud bellaat het onze...
A R S E N .V E de -vader.
Neen; de dood
Dien ’k ieder uur verwacht, kan my niets doen verliezen, Dan weinig dagen, die ik dwaaslyk zou verkiezennbsp;Te leeven', zo ik koude in tegenfpoed en leed...
Ik bid u ga toch heen ... Vertoef hier niet... Vergeet Uw’vader... Vlucht... Ontga den moorder en beroovernbsp;Van ons gedacht en goed...Vlucht,.. Steek naar englandnbsp;En zeg een vaderlana, waar bygeloof het bloed (over.nbsp;Der beste bargren ftort, vaarwel...
Arsenne^^c zoon.
Hoe! vindt gy goed Myn vader dat ik vluchtc , en zonder myne vrinden?nbsp;En zonder u ? Wie zou dien voorllag billyk vinden?
Zou ’k onze broeders, in hunn’ zergelyken flaat. Onzeker, beevende in hun huizen, aan den haat,
De wraak cn woede, die dc pook reeds opgeheven,
En hen veroordeeld heeft, zo laf, ten offer geeven? Neen; zo ik vluchten zal; zo wil ik, met wat fchynnbsp;Gy ’t anders beter keurt, volllrekt dc laatflc zyn.
Ik ftel nicer prys, om hen , in het gevaar te flrekken Ten tccviuchr, dan my zelv’.
A R S E N R E de vader.
ik zal ook wel vertrekken . Maar
-ocr page 53-37
Maar elk van ons moet zich van ecncn anderen weg Bedienen, om daarna, met raad en overleg,
By een te komen. De een volg d’ander...
Ar SEN NE de zoon.
Neen myn vader,
Wy zyn in ’t zelfde lot.., De nood raakt ons te gader; Dat men dan in ’t gevaar , als waare broeders, deel’!
Is ’t in een tydltip, zo ontzaggelyk, te veel Van onzen plicht gevergd, dat men zyn ramp en tevensnbsp;Dien zyner vrienden draag?..,Wy, in ’tgevaardes leevens,nbsp;Wy hebben eenezaak... Men draag haar onderling...nbsp;Maar neen. . Ik, die den dolk der moordenaars ontging.nbsp;Ik heb myn vrienden al te onmenfchlyk om zien komen...nbsp;’k Weet, hoe men (Ier ven moet.. Zou ik myn’ vyand fchroo-Gy, en myne echtgenoote en zuster, gy alleen (men?...nbsp;Moogt vluchten.. .Haare kuniK?. ..Uw ouderdom.. .Ga heennbsp;Myn vader... ’t Voegt aan my...
VIERDE TOONEED. Laura, Suzanna, ArsenneyA cw/c/-,
ARSENNE^^e Zoon, EvERARrgt;,TnE-veNIN, nbsp;nbsp;nbsp;AViT) en eenige andere
protestanten, die^ te gelyk met Clevaré.-, intreeden.
Clevard op eene treurige en klaagende wyze.
IVÏyn waarde rampgenooten,
¦ Zie nu den dag, waar op onmenfchlyk is beliooten,
Om ons te moorden...
Ars EN NE de zoon.
Wat bericht gy ?...
O L E v A R D tegens Arfenne de zoon.
Vly
Datgv, parys ontgaan, u daarom veilig ziet. 'lyjied/f edryf. C Z
Vly u niet
«^8
De woede zal zich tot die hoofdftad niet bepaalen.
Zy wil uit al het ryk gevonnisde offers haaien.
Wy allen zyn alreeds veroordeeld... Deeze ftad Moet, even als parys veranderen in een badnbsp;Van christenbloed. .Datvuur van woede, aan ’ thof ontftokcii,nbsp;Is, t’ onzen ondergang, tot hier toe doorgebroken.nbsp;Laura.
Waarom vertoeven wy dan langer, nu ’t gevaar Zo algemeen is .!gt;... Laat ons faamen vluchten!
Cle V ARD.
Waar, (ten?
Waarheenenzalmen, om den moord tc ontkomen, vluch-? Waar kan men gaan... Ik was, zo my niet flondt te duchten.nbsp;Dat ik den vyand, waar ik vluchtte, vinden zou,
Ik was hier reeds van daan... Daar is geen kans mevrouw. De poorten zyn alreeds gellooten. Op de wegennbsp;Staan’s konings troepen elk, die zoekt te vluchten, tegen...nbsp;Het Guarnifoen der ftad is langs de muur en walnbsp;Gefchaard,op dat geen menfch den dood ontkomen zal..,nbsp;Hier warden trommels en het geluinbsp;der klokken gehoord.
Hoort gy de trommels, noch de torenklokken luiden. Wat kan dit anders, dan ons aller dood beduiden ?...
Eenige Protejlanten.
Waar zal men vluchten.
Zy drukken allendoor onderfeheidenge-baerden , den fchrik uit .1 waar in zy zich bevinden.
Clevard.
Daar is geene ontkoming, neen. De roomfehe kerken ftaan reeds open voor’t gemeen,
Dat yverig, als of't een plechtig feest moest vieren.
Ter kerke loopl..Helaas! hunn’houding, hunn’manieren, Hun fluistren, alles gaf my een gegronden fchyn,
Dat wy, wy allen ook ter dood veroordeeld zyn.
(o Myne vrienden, myn geloof- en rampgenooten,
¦ nbsp;nbsp;nbsp;Wat
-ocr page 55-Wat lot heeft woede en haat thans over onsbeflooten!
A R S E N N £ de zoon een geweer neemende, waarin elk hem navolgt.
Dat men vc\\ wapen’!.. ’t Is geen tyd van vluchten meer. Verkoopen wy, %o duur wy kunnen, bloed en eer...
Dan waar, myn Hef, waar lal ik u, tcrwyl wc ons wreeken, Zo lang voor ’t woeden van de moordenaars verllcekcn!nbsp;Laura insgelyks een geweer neernende en zichnbsp;fiellende aan de zyde van haar rnan.
Myn moed ilaat aan hun woede en dolle drift gelyk. -Zy zullen zien dat ik, hoewel een vrouw, niet wyk’.
Als men my, voor bet geen my ’twaardfte.is, dwingt te
(ftryden.
E V E R A R O, gevuapctid.
Ik zal, wel verre van die beulen te vermyden,
Hun daal weérftreeven, u verdedigen , zo lang Ik vechten kan en in myn hart geen wonde ontfang.
A R S E N N E ie zoon fchrycnde tegen zyn vader. Maar gy, myn vader, gy, my waarder dan het leeven ^nbsp;Waarheen zult gy u, in dit groot gevaar bcgeeven.. gt;nbsp;Wat of uw lot zal zyn! ... Uw arm, weleer zo Ifcrk,nbsp;Is nu, door d’ ouderdom, te zwak voor zulk een werk!nbsp;C5y kunt niet ftryden...Och! wat zoudtgy tochbedryven?..nbsp;Dit denkbeeld doet my’t bloed in de aderen verftyven,nbsp;ARSENNEdcvader,op eene edelmoedige wyze^nbsp;Ik acht die moordenaars myn tegenftand onwaard...
Dat zy, op dat ze dus voldoen aan hunnen aart,
De handen in het bloed eens ouden krygsmans fpoelen,
En hunne woede aan my, gelyk aan andren, koelen.
Zy zullen my aan dien verfchrikkelyken dag,
Door hun zo wreed gemaakt, ontrukken , en ik mslg Voor ’tminst, betrouwen, dat, de hemel zal gedoogerinbsp;Dat gy, myn waarde zoon, toch flu ten zult my ne oogen.,.nbsp;Dan Ichoon gy ftryden wilt en ik bekennen moet.
Dat gv niet zonder recht wilt ftryden voor uw bloed,
'Tweedy bedryf.
Hy
Ik moet u evenwel den tegenftand ontraaden;
-ocr page 56-40
Hy 7,al ons onderling meer, dan ge u inbeeldt, fchaadeii,, i)e nood is niet te ontgaan .. Dat men hem onderganbsp;Als Coligny, en geen barbaaren tegenfta!...
A K S E N N E de zoon, op eene fmertelyke wyze. Als Coligny ?... Wat naam myn vader moet ik hooren!nbsp;Die mam maakt myne aiel vervvoeder dan te vooren,nbsp;Of liever deeze naam geeft my een’ betren raad.
'/.yn geweer wegwerpende.
Zwak werktuig myner wraak... Ik heb, in dezen ftaat. Uw’ dienst niet nodig... ’k Zal een beter middel vinden,nbsp;Op eene meer gemaatigde wyze.
Om u veel edeler te wrecken myne vrinden.
Ik maak my fterk alleen , en zonder dat men my,
In dezen hoogen,nood tot medehelpers zy,
De moordenaaren, hoe onmenfchlyk, te doen beeven .. 6 Hemel 1 ik ontdek waarom gy my in ’t leevcnnbsp;Gefpaardhebt.. .Gy bedoelde, (en’k acht hetmy verplicht)nbsp;Dat ik iets anders doe ... Iets edelers verricht.
E VERA RU.
Wat toch bedoelt gy ?
Arfenne geeft geen antwoord. Hy houdt zyne heide handen voor zyne oogen en gaatnbsp;heen en weder over het tooneel.
VYFDE TOONEEL.
Laüra, Suzanna,' Arsenne de vader^ Arsenne de zoon Ëverae.d, Thevb-NiN, Clevard, Menancourt,
^ nbsp;nbsp;nbsp;ccnige Protestanten.
Meranc o U R T, zeer verfchrikt en driftig quot;TYT inkomende.
W aar, waar zalmentroostverwerven?-^yn vrienden, laat my hier en in uw byzyn Itctvcn.,,
Lau-
-ocr page 57-Laura.
Och Menancourt!
Menancourt.
Ik heb reeds alles ondcrftaaii.
Wy kunnen, wat we ook doen hun’ handen niet ontgaan, Zy houden ons, als of wy offerdieren waren,
Beflooten!.. Denk niet, dat de onedele barbaaren Hier komen zullen, nu men op hunne aankomst wacht,nbsp;Hun gruwlyk oogmerk eifcht ontydeen donkrert nacht.nbsp;En dan, dan zullen zy , op het gegeeven teken,
By menigte, vol woede, in onze huizen breeken’,
En onze wooningen, als wy zyn overmand,
V erbranden, en ons om doen komen in dien brand.
Lau ra.
Myn vader! Och Arfcnne!
Me nanc OURT.
En niemant zal ’t ontvlieden. Eerste Protestant.
Zo ftaat ons niets te doen, dan Hechts den hals te bieden Aan die tyrannen.
De overige frotestanten omringen Arfenne (ieïi vader.
Tweede Protestant.
Spreek en raad. ons, wat men zal Verrichten in dien nood, dat yslyk ongeval.
A R s E N N E i/e vader., met een gebroken flem. Den dood al biddende en als martelaaren wachten.
’k Zie onze broeders, die onfchuldige omgebragten En wreedvermoorden , naar ons uitzien...
E E Ji. s T E Protestant.
Hoe veel leed
Zyn ze alkn niet ontgaan, die, eer dit feest gefmeed En uitgevoerd wer*dt, zyn geltorven!...
Menancourt.
Nu omringen
Pc roomfehe huichelaars, die ons naar’t leeven dingen, “Tweede Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C ƒnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;En
-ocr page 58-En, fchoon de mond alleen den vrede pryze en preek’-. Nooit wenfchten, dat naar vrede of vvaare trouw geleek,nbsp;Den ouden bisfchop reeds... Zy vordren en zy hoopennbsp;Het bloed van hun te zien, wier hart noch om tekoopeijnbsp;Noch te bedreigen was.
Arsenne dc zoon, uit zyne dle^e gs^einzen komende.
Ga voort myn vriend, ga voort... Menancourt,
Zy loopen overal en wetten, voor den moord,
De dolken, die-men hun ter hand ftelde, en zy roemen Op gruwlen, die zefnood, in’shemels naam, verbloemen,nbsp;Ja, waar de menfchlykheïd hen nog durft tegenftaan.nbsp;Gebruiken zy den vloek van Rome...
A R S E N N E de zoonfchielyk en onregel~ maatig een dolk neemende.
’k Hoor dit aan,
En zou niet... Deze dolk, myn -vrienden, zal ons wreeken... Men moet een’ vyand, dieions hoopt naar’tharttelleeken,nbsp;Gelyk een’ moordenaar, niet als een moedig heldnbsp;Beftryden, dien men acht en eert op ’t oorlogsveld.
Kom... volg my Everard...
E V E R A R D, met drift.
Ik volg u onbezweeken. ArsENNE de zoon , in dezelfde vervoering.
’k Wil eerst den Bisfchop het bloeddorstig hart doorlteeken;. Het zal, hoewel gedekt door’t priesterlyke kleed, 'nbsp;Zyn bloeddorst door dit ftaal... Zo ik bezweek...nbsp;Everard.
Ik weet
Uw oogmerk...
ArSENNE de zoon.
Met wat vreugd zou ik die daad volbrengen, Zo’kall’zyn dienaars doodde, als ik zyn bloed zal plengen!
A R S E N N E vader.
Wat yslykoogmerk!.. Hoor my eerst .'. Hoe onbedacht...
Ar-^
-ocr page 59-TOONEELSPEL. 43
ArSennh de zoon.
Hidt gy den moord geiien van dien rampzaal gen nacht, Gy hadt alreeds hun bloed, in eedle drift,vergooten.
E V E R A R », hand vanArfenne den zoon neemende.
Ik wil u voorgaan, ’t eerst des bisfchops hart doorftooten.
Laura tegen Arfenne den zoon.
Door welk een wraak wordt gy, al te onbedacht,vervoerd?.. Zyt gy het wel, die ik hoor fpreeken!... Hoe ontroertnbsp;My uwe drift!..
ARSENNE de vader.
Myn zoon!..
Laura knielende.
Heb met ons mededoogen 1.. Arsenne de zoon , het hoofd afwendende.nbsp;’kBen door het recht tot wnaaku allen reeds onttoogen...
Ik leef voor u niet meer... En ’t is deze arm alleen. Waar door ik nog beftaa, ter wraak van ’t algemeen ,nbsp;Van’t protestantendom ..
Laura, hera geweldiger wyze vasthoudende.
Ik zal u niet begeeven...
G y zy t door drift vervoerd. .6 Wreedaard! neem my’t leeven, Ecrgv uw wraak volbrengt... Geef, geefmy uw geweer,nbsp;Geef dien verborgen dolk... Ik wil hem. .
Arsenne de zoon, haar van zich wendende.
Spreek niet meer...
Watdurftgy zeggen?...Gy begryptniet...zulkepanden V oor de eer, zal niemand doen'uit myn bedorven handennbsp;Ooit rukken... Deze dolk, waarop de gruweldaad.
Door een te dierbaar bloed, ter wraak, getekend ftaat. Strekt tot een eeuwig merk van ’t gruwel...
Laura.
Welke woorden!..,
pen dierbaar bloed!... Welk bloed ?
Arsenne de zoon.
By al de wreedvcrmuorden Tweede Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(Durfi:
-ocr page 60-44
(Durft gy het vraageu!) lag uw dierbre moeder ook ,
En ik rukte uit haar hart, deez’ dolk, terwyl de rook V'an’tbloed...Rampzalige, weêrhoud u.. Laatmy woeden,nbsp;Ik wil het harte van haar’ moprdenaar zien bloeden.nbsp;Laura.
Ik fterf.
EverarD hem den dolkwillendeontneemen.
Dan hoort die dolk my, in ’t byzonder, toe. Geefmy dit pand, op dat ik aan myn’ pligt voldoe.
Ar SE NNE Zlt;.‘on ^ in dejlerkjle vervoering.
Neen, neen, ik wii hem voor my zelv’ alleen bewaaren.., Kom, laat ons gaan... Myn vriend!...Die wreede moorde-Zyhebben my alree’ds genoeg geleerd,hoe men (naaren..,nbsp;Moet moorden... Kom.
E VER ARU.
Ik weetniet, wie, of waar ik ben... Waar zyn die beulen? ’t Bloed der decrlykc omgebragtennbsp;Beveelt my, dat ik, flout en onvermoeid , zal trachténnbsp;Naar wraak... Ik zal’t voldoen.. In ieder priester, dienbsp;Me ontmoet, en dien ik hier aantreffe, of elders zie.
Zal ik gelooven, een dier beulen te belchouwen...
Ar SEN NE de vader., zich tegen hen flellende.
Zo u geen traanen, geen gebeden wederhouén,
Gy zult toch, of gy moest den vader ook weÊrflaan,
Ons niet verlaaten, of zo driftig van ons gaan.
E V E R A R u.
Weêrhoudt ons niet... Gy zult, ter wraak van onze vrinden, Ons ook, op onze beurt, myn vader, by u vinden ,
Bedekt en rookende van ’t vyandlyke bloed.
AR SE N N E de vader, ah onder zyrd tegen4 Jland bezwykende.
Blyftbinders... Zyt gy dan zo driftig, zo verwoed, pat gy een’ vader voor uw voeten wilt zien fterven?..,nbsp;ik zal niet opttaan, voor dat gy me doet verwerven,
Pet geen ik bidde.
TOONEELSPEL. 45
Z)’nC hinders beuren hem op ^en toonen alle tekenen van ongeduld envjoedé.
Hoor een’ gryzaard die den dood Péeds voor zyne oogen ziet!...Zyn rampfpoed is tegrootnbsp;Dan dat hy dien nog lang, geduldig zou verdraagen;
2yn leed berooft hem van zyne overige dagen...
Ik ken de kracht der drift die uwe ziel beroert;
Ik merk te wel wat woede en wanhoop ü vervoerd; Maar och,myn zoon, watkan,wat zal de wraak ugee ven?nbsp;Kan ze onze vrienden, die ontzieldzyn, doenherleeven?nbsp;Helaas! al watze kan, is, dat ze alleen den moednbsp;Der moordenaaren, meer ontzind maakt en verwoed.
De onmagdge moet voor geweld en onrecht bukken, Terwyl zich de overmagt vCrhcft op gruwelllukkcn,
En met den zwakken fpot... Dat men de woedeontwykf Der roomschgezinden, hen,in gruwlen, nietgelyk’.
Laat hen ’t gedrag eens beuls, en laatcn wy verkiezen, (Terwyl wy moorden, of het Icevenslicht verliezen,nbsp;Terwyl wy martelaars, of beulen m .eten zyn)
Gerust te derven, en veel liever, dan in fcliyn,
Slechts menfehen, in de daad en waarheid rrioordenaaren Te worden... üchmyn zoonlpoogbraaventecvenaareii.nbsp;De hemel blaast my thans dien rpd, zozcldzaam , in...nbsp;Hy onderrecht me, en wil, dat ik een daad begin.
Die myn betrouwen op zyn’ bylland zal doen blykcn,
En u verwondren... Laat uw drift voor reden wyken,.. De bisfehop, dien gy in uw woede cn wanhoop wiltnbsp;Vermoorden, is een man, die merkelyk vcrfchütnbsp;In deugd en zeden van zyne andere kerkgenooten.nbsp;Nooitzegtmen was zynhartvoor menfchlykheidgcflooten.nbsp;Men achihem als een’ vriend van^t mcnfchdom,cn wie weet,nbsp;Of hy niet deelen zal, myn kinders, in ons leed,
En zynen byftand...
'Ar SE NNI', de zoon.
In een lleun der roomschgezinden.
Een’ vriend van Rome, zou men mededoogen vinden!... TweedeBedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Myn
-ocr page 62-46
Myn vader!...
A R S E N N E de vader.
Ja myn zoon, na dat men heeft gewoeej Én Zynen haat gekoeld aan het vergooten bloed,
Raakt men, in ’t einde, tot herdenken en bedaareni (ren^ Danfchriktmenvoor’ibedryfen fchaamt zich voor te vaa-De fchrik is de oorzaak, dat het naberouw nog fpaai t,
Wat voor de woede alleen, by toeva', is bewaard. Komt,laaten wy ons naar ’t bisfchoplykhofbegeeven.
De heiligheid dier plaats zal pleiten voor ons leeven.
Daar woont de vrede, en voor zo verre het gebied Des bisfehops ga, ontmoet men ’s ryksfoldaaien niet.
Wy zullen , wat wy ons ook poogen te onderwinden, Door al de ftad geen plaats als die , zo veilig, vindenjnbsp;En zo de kerkvoogd ons niet voor de woede dekk’,
Of dekken kan, dat elk den dolk of degen trekk’,
Én zich verdedig!...
ArSENNE de zoon.
Ja!... Dan zou het tydig wezen',
Om ons aan het gevaar te onttrekken, dat we vreezeh!.. *iZon wachten, tot uw bloed my hadt befproeid, en gynbsp;XJw handen naauwlyks meer beweegbaar,gaaftaanmy?...,nbsp;Hoe wilt gy ,datik u, myne echtgenoote en allen,nbsp;Diemyne vrienden zyn, verraadlyk overvallennbsp;Én daarop al te wreed zal zien vermoorden.^... Neen.nbsp;Indien de hemel, dien ik hooren wil, alleennbsp;Myn’moord veroordeel e en myn wraak niet wil gedoogft'nnbsp;Dat zyne magt u dan ontweldige aan hunne oogen...
Ja, gy ó hemel, gy belluurt me alleen; en ik Ter wraak gewapend, in dit zorglyk oogenblik,nbsp;Befchouvv me, als in uw’ naam,tot tegenftandgedreeven^nbsp;Én zou , veel liever dan uw wil te wederftreeven,nbsp;Verpletterd worden door uw’ donder...
Ars ENNE de vader.
Gy vergeet
In uwe drift j wie u ’t gevaar ontkomen deedt,
Tosa
-ocr page 63-Toen haat én moord, al wat hen voorkwam, wreed ver-
(nielden.
Wie rukte u, toen ten tyde, als midden uit de ontzielden, Wie, dan de hemel, wiens lankmoedigheid gy tergt,
En , door uw drift verdoold,geen hulp of byltaud vergt, Schoon zyn verborgen hand u veilig herwaard leiddenbsp;Ondankbre, daar zyn gunst zich dermaate onderfcheidde^nbsp;Ter uwer hulpe, is daar de woede van uw hartnbsp;Een blyk van dankbaarheid?... In’t middenmyner fmart^nbsp;En fchoon,van allen kant , omringd van moordenaaren^nbsp;Durf ik betrouwen, dat de hemel, die myn jaareiinbsp;Tot dit rampzalig uur gerekt heeft, door zyn magl.
Ze ook verder rekken kan, en juist, als in den nacht. Toen gy der beulen dolk zaagt vallen voor uw voeten.nbsp;Ons, een gelyke hulp en byftand doen ontmoeten.
Denk niet, dat’s hemelsmagt, die allemagt weêrllreeft, Ons juist, ter dezer uur, by een verzameld heeft.
Om, als door eeuen flag, ellendig om te komen. Everaru.
Laat ons niet luifteren naar ’t revclen en droomen Van hém,die, oud cn zwak, zyn’ eersten moed verliest!...nbsp;Wy zyn door tygers als omringd, cn gy verkiest.
Dat wy geduldig en lafhartig zullen lyden...
Wat heeft men, als de nood op ’t hoogst is, toch te myden?.,. Een moordenaar is laf, als men hem durft weérflaan.
Of voorkomt,... Zouden wy den dood hier ondergaan Als onze broeders ?.. Zy, zy wierden overrompeld,nbsp;Maar wy niet!... Zullen wy, in angst en fedirik gedompeld jnbsp;Den moed verliezen, cn den fnooden moordenaarnbsp;Doen lagchen over ons, om dat we ons in ’t gevaarnbsp;Zo laf betoonden, en zyn dartel oog ons allen,
Terftond verbleeken zag en doen ter aarde vallen?
Neen, deez getergde is geen ontwapende arm... Maar’ti* Reeds al te lang gewacht..» Na een gebeurtenis,
Waar in de wetten, meer dan ooit, zyn overtreeden. Staat ons het wreeken vry van die onmenfchlykheden.nbsp;‘tweede B edryf
-ocr page 64-48
Kaar Laura gaande.
Myn zuster! ’k zeg u thans en voor hqtlaatst, vaarwel! Gy weet wiens dood ik wreek!...
Laura foogende op te ft aan.
Och, dat ik u verzeil’ Myn broeder !...Zoudt gymy,in dezen nood, verhaten?..lt;nbsp;A R s E N N £ de vader.
Ik fmeek vergeefsch myn kind, myn bidden kannietbaatcn^ Zy hooren my niet aan, en tooncn zich zo blind,
Zo woest, als waren zy ook beiden rooinschgezind,
En willen ’s hemels vloek door hunne woede ontfteeken.
Zy»’ z.oon, die gaan wil., vasthoudende. Arlènne! ga niet voort.. • De hemel zal zich wreeken...nbsp;Beef ongelukkige!.. Wüt gy den moordenaarnbsp;Rechtvaerdigen ?...
ArSENNE de zoon , van verwondering terug treedende.
Hoe ik I...
ArSENNE de vader, op eene wyze, die de waarc grootmoedigheid aantoont.
Dit is niet dan te waar.
Gy fchynt de onnozelheid dan van geen waarde te achten... Enfteunt, door wraak alleengedreeven, op uw krachten...nbsp;De hemel keert alreeds zyn opzicht van u af.
Gy zult misdaadig zyn cn daalcn in het graf...
Maar denk niet, dat ik u onachtzaam zal weêrftreeven .. Met nadruk.
Myn krachten zullen in het oogenblik herleeven,
Dat gy de hand verheft tot moorden, om u dan Dien dolk te ontrukken... Ja, ik, oud bezwykendmanj-Zal u, voor dat gy ’t bloed van anderen doet vloeijcn.nbsp;Omvatten, en wel vast, als in myne armen boeijen...nbsp;Dan zal ik roepen... „Gy, gy zyt geen christen meer,”nbsp;En redden, op die wyze, uw harte, deugd cn eer.
A R s E N N E Ve zoon, beweezd.
Myn vader, hoe ontroert uw flera en taal myn harte!
’k Vsrf
-ocr page 65-TOONEELSPEL. 4igt;
Tc Val in uwe armen, uit eenc overmaat van fmartc... 6Hemel! Och myn vriend! .. Myn vader, toon, datgynbsp;Nog medelyden hebt met myne woede en my!..,
Gy doet de raa7,crny, waarin ik was, bedaaren,
En moogt, gemaatigder dan ik, me ook opeabaaren.
Wat ik verrichten moet, op dat ik u, en haar En myne vrienden thans ontweldige aan ’t gevaar.
Beveel me; ik zal myn drift, naar uwen wil, befteedeH Wat hoop toch.. ?
ArSEKNE de vader ^ hem met tederheid in zyne armen houdende.
De allerbeste in onze omflandigheden,. Men fta, gelyk ik u alreeds te kennen gaf.
Van al wat wraak gelykt thans edelmoedig af.
En zoeke, in het paleis des bisfehops, aan de woede Des volks te ontkomen... Dat men zich dan derwaardnbsp;En daar, indien myn hart zich niet bedrieg, zultgy (Ipoede,nbsp;Een’ vredelievend man ontmoeten, in wien wynbsp;Geen’ moordenaar, gelyk meu onaerftelt, zal vinden.nbsp;Komt, laat ons derwaard gaan'...Daarzullen,ómynvrin-Onze aller zuchten, als uit eenen mond gehoord, (den,nbsp;Den hemel treffen... En, indien de zucht tot moordnbsp;Ons, onverhoopt, ook mogt, ter dier plaatze, overvallen.nbsp;Dan zyn wy flerker in getale, om, met ons allen,
De woede, manlyk en ftoutmoedig,te weêrftaan,
Of, als één huisgezin, zo ’t zyn moet, te vergaan. Menancourt.
De raad des braaven mans (leunt op’t gezag der reden.
’t Bislchoplyk hof wordt reeds omringd en als beftreeden Door onze broedren, als een plaats van veiligheid:
’t Hartvat! den kerkvoogd zal, daar men voor ’t leeven pleift En zucht, waarfchynlyk wel bezvvyken voor ons weenen;nbsp;En wil hy, fchoon men weene enjbidd’,geen hulp verleenen.nbsp;Verwerpt hy ons gebed en Haat hy ’t moorden toe.
Dat elk dan, t’ einde raads, al wat hy doen kan, doe,
Om zich te redden; Hout en onverichrokken tevens
Den moordcr \Tcdcrfla, ten kosten zynes leevciis;
Maar dat mentt)ch vooral den dolk verberg’, totdat Men niets verwinnen kan, en hoe men üneeke of wafnbsp;Men bybrenge, om het hart des bisfehopste beweegen,nbsp;Volilrekt vergeefsch zal zyn...Mcn ftade woede tegen^nbsp;Die ons beroert, enveinze, op dat dier beulen Haalnbsp;Niet, door onz’eigen fchuldcn toedoen,, zegepraal’.
K E R S T E P R O T l: S '1' A N T.
Dit voordel fchynt gegrond en ’t veiligde te wezen... Wy, die te gadcr voor Het zelfde noodlot vreezen,
Wy willen ’t zelfde lot ook ondergaan.
Tweede Protestant
de» zoo».
Met recht...
Myn vriend, laat ons terdond voldoen aan’t geen hy zegt. Gy moet.met ons...
Ee»igeprotesta»te» omringen Arfe73ne.
Ar S-E n N e de zoonomringd •van protest anten.
Ik zal u geenzins wederdreeven Myn vrienden, in de hoop, die ons is bygebleeven.nbsp;’k^al my bedwingen en aan ’t algemeen belangnbsp;Myn wraak opofFren, die ik door geen’ derker drang.nbsp;Dan door het denkbeeld van uw leeven te bewaaren,
Weêrhouden karn.. Maar poog t my ’t waardigs t ook te fpaa-Dat ik bezit op aard!.. Myneechtgenoote, en gy (ren, Myn vader, blyf toch hier!-..
Laura.
Hierblyven! Hoc’tookzy,
Ik wil u volgcii-
Arsenne de zoon., zich in haare armen, •werpende.
Och!
ARSENKE de vader, op eene moedige •wyze.
Laat ons één lot verkiezen,
ïn toch de hoop, den deun eens christens, niet verliezen; Dafczy ons, in dit bang en al te zorglyk uur,
Het
-ocr page 67-Het hart -verfterke door haar onuitdoafbaar vuur.
Eat ony.e beulen lelfs, wanneer zy ons omringen ,
2icli, door ’t beichou'.ven van onze aller deugd,bed wingen* Men zwóchte en fneuvele,als hetzyïimoet, in’tgevaar,nbsp;Niet als een moorder, niaar gelyk een martelaar,
Wiens hoop veel vvvdcr gaat, dan dit verganglyk leevent iMcn houde ook lleeds het hart ten hemel opgeheeven,nbsp;En wagt van daar zyn hulp. .En. zo die ons geleid’,
I)an is al’t kwaad vergeefsch,d'at men ons laeeft bereid.
E E R s TE Protestant.
Het is aan hem alleen, dat wy ons lot beveelen.
A R S E N N E de vader zyne handen naar den hemel hejfende.
f) Hemel, gy alleen kunt onze wonden heelen. üelchouw ons in uw gunst!. Gedoog niet, dat den haat,nbsp;Ons in’tgeheel verdelg’!... Pdyf onzen toeverlaat!nbsp;Ontwapen hen, die ons, als moordenaars, omringen ,nbsp;ïin zonder reden, al tc ontaart, naar’t keven dingen,nbsp;Om dat we ons houden aan de vaderlyke wet!
Wy zullen, zo gy thans onze aller dood bekt,
Ij , onvermoeid, door lof - en dankgezangen, roemen;
En, wat ons treilmen zal u (leeds met eerbied noemen, En zegenen, het zy dat men ’t gevaar ontftreev’,
Of, door de woede van onz’ aller vyand ,fneev’. Laura.
’kBeveel aan uwe zorg myn’ broeder, man en vader.
_ nbsp;nbsp;nbsp;ARSENNEi^e zoon.
En ik, 6 hemel ’. heb op aarde niemant nader Ean rriyn’ beminde gade en vrienden. Sla hen gaê!nbsp;Vergeef rnvn drift! Ontfang myn naberouw, en ft*
Ons by iu dit gevaar!
E V E R A R D.
Strek, drek toch ten behoeder Van myn’ bemindften vriend op aarde; red dien broedernbsp;En gun my , dat ik fterv’!
Eerste Protestant.
Beveilig door uvf magt,
’ïü.'eedi Bedryf, Da. nbsp;nbsp;nbsp;By.
-ocr page 68- -ocr page 69-T OONEELSPffL. 53
Het fooneel is in hetfakis van den hisfchtf.
EERSTE TOONEEL.
Idtt iooneel verbeeldt het vertrek des èisfchops. Aatt het eind van hetzelve Jlaat een geestelyk bediende. Aaitnbsp;lt;en der zyden va» het tuoneel jlaat een fchryf»nbsp;tafel, VLiaar op eenige opengebroken brie!-ven leggen.
HE M NU V E R Jlaaade, zyne hand op de lennink van een Jioel leggende , en bedeh»nbsp;kende zyne oogen met de andere. Hf
Eheft dezelve» vervolgens ten hemel. n dctcn durven nog, als om uw wraak te ontfonken,nbsp;Hemel! metdenaaam van christenmenfehenpronken!..»nbsp;Wat leeraar predikte ooit een gruwel, zo ontaart?
Hy knielt.
Gedoog, dat myn gemoed, zo angftig, zo bezwaard, Zvn vreeze en zorg voor u, 6 hemel, uit moog’ ftortenUnbsp;Verdriet en onlust zal myn’ leevensloop verkorten.
Hy blyft. eenige oogenblikken^ geknield en zuchtende, Oppaande.
Vcrfchriklyk denkbeeld!.. 6 Gevaarlyk bygeloof,
Hoe lang zult gy, te wreed en voor de reden doof, Berokknen, dat men dus, den godsdienst, dien’kbelyde,nbsp;En ,zo ik meen, beleef, doorgruwlen fnood ontwyde!...nbsp;Hier fchendt geveinsdheid- daar het ongeloof de kerk...,nbsp;Een eerlooze'yver, die zo looslyk gaat te werk.
Dat zy de cnweetenden en zwakken kan beweegen Tot moordcry jZallleedsdeontaartftefnoodheid plecgen...
Wreedaards, die uw wraak wilt fmooren in het bloed Van broederen, W'aarom koelt ge uw’ ontaarden moed.nbsp;Niet, zonder’tmisdp'f met den gcdsdisnïtKbedekken?..,nbsp;Derde Bcdryf. D -3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
-ocr page 70-54-
Ea gy A hoofden! die het volk ten fpoer moest fttedtken, ‘\''an burgerlyke deugd, waarom ver/.iiimt ge uw’ plicht?nbsp;Gy lyt het., die uw’ naam en trotic tyrels Iticht,
Niet op verhevene, maar bloedige bedryven,
En nierkt-niet, dat, wel ver van ongeiimft te blyven, Een afgrond van ellende als vc'or n open Haat. .
A Medicis!... en gy 6 Karei!... welk een fmaad,
Wat hoonxult ge op uw’ naam, by alle volken, brengen! Het nageflacht zal u verfoeijen, niet geheugen,
Dat men uw’.naam met dien van kohingen vereen’...
Ik fidder, als ik denk, verdoolden, aan het geen ,
In’t einde, uw lot zal zyiV... Klaar mag ik iets verwerven 6 Hemel, iaat hun irraf bepaald zyn met bun ilerven!...nbsp;-H'j blyft in dezelfde houding^ tervjyl iemant intreedtnbsp;¦. en tegeni den diaken fpreeké^ die -retTvIgens uitgaat en met den grootviearis terug komt. Ó7*nbsp;mun treedt nader. De bisfchop keertnbsp;zich naar hem toe.
DS I M O N.
c ftedehouder van den koning vraagt gehoor.
H K N N u Y E I?.
Geleid hem binnen. Zorg, dat niemant ons hierdoor’. Hy gaat om hem te ontfangen.
oct u, mynheer, den last des koiiingsmedeccden.
H E N N U Y E n.
De hemel hoede hem! Wat heeft hy te bcveclen ?
De S T F. T) K H o U D E E..
Dat men, met allen ernst, hier op de onroomfchcn Ictt’. En zorg’, dat niemant uit de ihd zyn voeten zett’.nbsp;Hennuyer verfchrikt.
Wathoore ik?
De Stedehouder.
Dat men hier, als in parys, hun allen.
En op gelyke wys, met list, doe overvallen ..
’k Heb,quot; op dat alles, naar vereifch van zaaken, zy.
Het Guarnifoen gereed.
Hennuyer.
En wat eifcht men van myt De Stedehouder.
Dut gy me, daar ons beide cenlyn hier ftaat te trekken, In dit geval, tot hulp en toeverlaat zult ftrekken.
Gy moet uw geestlykheid berichten van ’t bevel Des konings; üat men zich daar geenzins tegenftell’.
Maar van den prediklloel het volk, door klem van woordM, Pevcel’, den protestant iloutmoedig te vermoorden.
En, zonder icru te liaan op vriendfehap en op bloed.
Elk hugenoot, waar men dien in de ilad ouemot^ ,
Te dooden.
Hennuyer.
Maar,wat last u ook mag zyn gegeeven, Dc koning beeft ons zei v’, ter goeder trouw, ge ichrccvBOinbsp;Dat hy geen deel had t aan den voorgevallen moord,
En nooit zou treeden in een werk, zo ongehoord.
De Stedehovtder.
Dit ¦zy zo; maar ’t bevel, dat ik thans heb ontfangea , Pebclst, dat ’s konings eer en zyne ryksbelangen,
Door Coligny en zyn gezellen, zyn belaagd:
’t Is hier om, dat de vorst onz’ aller byftand vraagt.
En zich verzekerd houdt, hier ook dezelfde vrinden,
D«n zelfden vver voor zyne eer cn kerk te vinden,
41^.
-ocr page 72-55
Als in parys. Deze is des konings eige taal.
H E N N U Y E R.
'Dewyl zyn majefteit nu, een- en andermaal,
Van raad veranderd is, zo zou men mogen wachten.
Of hy, ten derdenmaal, geene andere gedachten Zal krygen; en my dunkt, naar ik de zaak befchouw ,
Is het de grootfte blyk van burgerliefde en trouw, (Doordien ’t hier aankomt op der menfehen dierbaar keven)nbsp;Het koninglyk gemoed tyd van beraad te geeven.
De Stedehouder,
Neen, neen myn heer. Het geen de koning ons gebiedt, Betreft den godsdienst ook; misduid het oogmerk niet.nbsp;Wy moeten, eensgezind, voor kerk en godsdienst waaken.nbsp;Men kan , in weinig tyds, hier ligt een einde maaken,nbsp;Van de ongeloovigen. . Het krygsvolk is vol moed.
En haakt, ten will’ van ryk en godsdienst, naar het bloed Des vyands , en ik gis, dat uwe kerkgenooten,
Dat uwe priesters, geen van allen ultgefiooten,
Zelfs de eersten zullen zyn.
Hennuyer.
Bedrieg u niet! Geen één... €een van hun allen zal, ter hitiing van ’ t gemeen ,nbsp;Gereed zyn, of een werk, zo bloedig, helpen pleegen!...nbsp;Ons hart, ons ambt, onze eer fpreekt die verrichting tegen...nbsp;Te zorgen. dat het volk getrbuwlyk onderricht.
En (leeds verbeterd word’_, dit is der priestren plicht; Maar ’t voegt hen niet, het is hen zelfs wel ftrikt verbooden,nbsp;De inedechristnen te vervolgen of te dooden.
De waare godsdienst voert geen’ moorddolk in zyn vaan, Hy fpoort ons tot een rein en deugdzaam voorbeeld aan.nbsp;Wy moeten prediken door woorden en door daaden,nbsp;Die groot en edel zyn... Om anderen te raadennbsp;En op te wekken tot godsdienstigheid, mynheer,
Weet ik geen’ andren weg, dan dat men preeke en leer’ Door voorbeeld,’t ongeloof, door geen geweld,coe buigen.nbsp;Maar dat men teder tracht zachtzinnig te overtuigen.
Dc
-ocr page 73-De Stedehouder.
’t Verwondert my, die taal te hooren uit uw’ mond...
’f Gedrag,waar toe de vorst zichzelv’genoodzaakt vondt, Keurt gy dan af en zult zyn hoog bevel weêriireeven
H E N N u Y E R. nbsp;nbsp;nbsp;(geeven.
’k Zal nooit myn ftem, mynheer, tot menfehenmoorden De Stedehouder.
Denkt gy aan ’t geen gy zegt?
Hennüyer.
Ja daar aan denk ik wcK Ket is niet onbedacht, dat ik me ’er tegen llell’.
Sints wanneer heeft men ooit in onze kerk beflooten. Hem,die niet dacht als wy, den dolk in ’thart teflooten?nbsp;De Stedehouder.
Maar denkt gy wel, wanneer ge u dus onwillig toont, Dat gy de majeftcit des konings fchendten hoont,
In d’ allerhooglten graad ?
IIennu ver.
’k Zou my niisdaadig achten, Indien ik weigren dorst, naar het behoud te trachtennbsp;Des onderdaans, ondanks den koniuglykcu last.
De StE DEHOTTn E R.
Ik bid u, denk mynheer, wat is hier niet aan vast!
In welk een groot gevaar, zult gy u zelvcn brengen,
2io gy ’t bevel, dat ik ontfing, niet wilt geheugen!
Deze is mync order... daar is de uwe... lees...
Hem een gelchr 'tft overgeevende-H E N N D Y E R, in een edel en yver.
Ik kan
Noch zal haar ncemen... Neen.. .Het voegt niet aan een’ man Als ik ben, zich een’ vriend vankoningentetoonen,
Door daaden, die men nooit kan plooijcnof vcrfehoonca...
De S T E D Ë M o U D E R.
Is’t onze post, mynheer, naauwkeiirig na te gaan.
Wat doel den vorst beweegt?.. Zyn lastmoetzvn voldaan» En zo ’er, door het geen hy vordert,word’ misdr.ceven.nbsp;Daar van moet hy alleen den hemel reden geeven.
Derde Uedrjf, nbsp;nbsp;nbsp;Dynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hg
-ocr page 74-Men NIJVER.
Een koning, die ons zegt, dat hy , van al het gccu Hy doet ot' vordert, aan den hemel flechts alleennbsp;Verplicht is rekenfchap te geeven, toont volkomen,
Dat hy zich een gezag en recht heeft aangenomen,
Dat onaf hanglyk is; want die de wet vcrfmaadt,
Die’s hemels wil bevat, zulk een toont met de daad. Dat hy geen hemel vreest...
Üe Stedehouder.
Het zy, hoe ’t zy, wy moeten Gehoorzaam zyn, mynheer, en zullen nimmer boetennbsp;Voor’t geen ’er uit den last des konings fpruitenmoog’!...nbsp;Wanneer wy onzen plicht volbrengen, en ons oognbsp;Niet verder laaten gaan, dan ovcr’t wclverrichtennbsp;Van’tgcen men van ons vergt, dankanonsnkts verplich-Te zorgen voor het geen daar uit ont-la... Indicn (ten,nbsp;Elk onderdaan, voor hy gehoorzaamde, eerst moest zien,nbsp;Of’t oogmerk van den vorst waar goed-of aftekcuren ,nbsp;Wat was dan ’thoog gezag? Wat zou’er dan gebeuren.^nbsp;HÈnnüyer.
Die wyz’ van denken voegt een’ krygsman, die in ’t veld, Of met den vyand ilrydt, of zichten 1'tryde (lelt.
Dan kan het opperhoofd, terwyl de omltaudlghedcn Onvoorafzienbaar zyn, niet luistren naar dcreden;
Maar moet zich fchikken, naarzyn’Üaat.cniyd cnplaatSi Stel u, behoudende al den yver eens foldaats.
En dien eens onderdaans, cen oogenblik te vooren,
Dat men u,zyiide in ’t veld, in ’s konings naam, deedt hooren Het ysfelyk bevel, dat gy, met drift en moed,
Moest ftorten, niet, mynheer, het vyandlyke bloed,
M aar dat van hun, die ook voor dc eer u wskoniogs ftreedeni Zoudt gy niet denken, niet ge!ooven,en met'reden,
Dat zulk een wreed bevel, of kwalyk was verflaan, ' Of, zonder overleg, des konings monde ontgaan;
En zoudt gy u, in dit gevoelen, niet verfchoonen,
Om, door gehoorzaam, u onmcnichelyk te toonen?...
’tGe-
-ocr page 75-TOONEELSPEL. 5^
’c Geval is h'er het lelfdc.,. Een woeste dwaaling voert Gezag ten hove en heeft des konings hart beroerd.
Laat u, als andren, niet tot die verkeerdheid brengen. Om dezen handel met het kroonrecht te vermengen.
Het recht der dvvinglandye is dat des konings niet.
Al ’t geen men, in een uur van woede en drift, gebiedt. Wordt ligt herroepen, als de gramfehap is bezwecken;nbsp;Maar ’s ryks grondwetten zyn zo ligtlyk niet te breeken,nbsp;Om dat ze ftrooken met de reden, met onze eer,
En het geweeten zelfs- Vermeng haar dus, mynheer Niet met het wreed bevel, dat men u heeft gezonden...nbsp;Loordien de bron diens eifch onbillyk word bevonden,
Is het zeer billyk, dat elk een dien eiich wcêrftrecft.
Die zich een’ burger noemt, cn zulk eeu'naam beleeft, be S x e IJ £ M o u d s; r.
Ik, die my. niet vermeet, zo grondig, ’t voor cn tegen Van ’t geen my wordt belast naauwkeurig teoverwecgen,nbsp;Kan uw beflisiing noch weêrfpreekcn, noth verdaan.nbsp;EIkNNU YIIR.
Het onderzoek behoeft geenzins zeer chep te gaan,
Om, overtuigend en op goeden grond, te wecten,
Dat meii, voor dat men zich een’ onderdaan kan herten. En menfeh cn christen is; dat hy, die ’tkind regeertnbsp;Als koning, fchoon met diep en waar o-.tzag vereerd,nbsp;Nochtans cen (Icrfling is, en dien nren niet tnoet achten,nbsp;Als of hy ’t vaderl.rnd aitmaaktc, in zvn gedachten.
Dat, hoever de oppermagt ook gaan moge, eehtcruooit, Hoe men ’r zich voordelle en de hoveling het plooit,nbsp;Zich aan een zeker perk van wetten kan onttrekken,
Die aan den onderdaan, als tot een middel Jirekkeu,
Om vry te bly ven van de hardde flavcrny...
Dat eindclyk de deugd, zo wel by u als my,
En by een ieder, van den aan vang af der d'n ';cn.
Het hart beduurt en leidt, om in de omwentr-iingen Der zaaken, ’t zy ons heil ontmoete of tegenfpoed,
Tc weeten, wat men doen eu war men laatcn .m-.xt. • Derde B edr^'.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De
€b
De hemel, to die al tot dat vcrgryp kost komen,
'^ou nooit, met eenig recht, een wet 7,ien aaiigenomeu Van’tmenfchdom, ie zo wreed, als die van Karei, luunbsp;Hoe! Karei, nog 7o jong, komt tot het wreed befluit.nbsp;Om , in een’ouderdom van twee en twintig jaaren,
Van lestigjaarige prelaatcn, grys van hairen.
En oude krygslui, die 70 menigmaal hunn’ moed In ’t krygsveld tekenden, met hun doorluchtig bloed,nbsp;Te vordren,dat men, (tout en opzyn’ wenk daadvaardig,nbsp;Den medemenfeh, 70 v/el den naam van burger waardignbsp;Als wy, het hart doorftoote, en, trappende op het recht'nbsp;Van godsdienst en natuur'’, in woede en drift, bevecht’,nbsp;En in’t vergooten bloed zich bade... Zo de koningnbsp;Eens goedvondt, dat we, om hein een fpreekendebetoo-Van onze eerbiedigheid te geeven, onze leernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(tiiug
Verzaaken, en, gerust of zonder tegenweer,
Der hugenooten Icere en kerkfiyl moesten kiezen,
Zeg, zouden wy dan wel ons eeuwig heil verliezen. En', trouw loos aan’t geloof der vadren, inden fchvnnbsp;Van a-an den vorst getrouw, verraaders willen zyn?..nbsp;Geloof my... Aan natuur en haar volmaakte wettennbsp;Kan ’t recht eens koningsnoch een koning paaien -/.etten,nbsp;Veel min den voorrang ooit betwisten... Ja, ’t gaat vast,nbsp;Dat hy, die niet meer fpreckt als menfeh, en iets^bclast.nbsp;Dat nimmer, dan tot fmaad der menfchlleid kan gefcliiedcn,nbsp;Kiet, in den waareii rang als koning, kan gebieden..,
Gy ziet dus klaar, mynheer, dat, om den jongen vorst Getrouw te dienen, men dien onbezonnen dorstnbsp;Kaar ’t bloed des hugcnccts moet (luiten, cn de plichtc»nbsp;Van onderdaan, door ongehoorzaamheid, verrichten.
’k Zou niet verwonderd zyn, dat Karei, n;eer bedaard, Den thans gegeeven last befchouwendc als onwaardnbsp;Aan inenfeh en koning, hen, die nu, zo onberaaden,nbsp;Zich in ’t vergooten liloed der medeburgren baaden,nbsp;Voor hunn’ te grootenvlyt en yver, cn tot ftrafnbsp;Van die gehoorzaamheid, den ceul in lianden gaf.
De Stedehouder.
VerfchoonmyjOmhier in geen’ woordentwisttctrecdcn! ’tWas even nuttloos als gevaarlyk... Zo gebedennbsp;Iets baatcn, ’k üneck u dan, in ’s hemels naam, mynheernbsp;Voeguaan mynezy’!... Betoon geen’ tegenweer 1nbsp;Neem uw belang in acht!... Zo ge u niet wilt verbindennbsp;Met my ,7,alikmy, ichoon’tmyfmert,genoodzaakt,vin-rc klaagen over u... Die zaak, hoe z wak ze u fchyn ,(dennbsp;•Zou van een’ nafleep volgevaaren kunnen zyn...
Laat toch den hugenoot zyn lot en rampfpoed lyden!... De koning moet zich,naar ik gisfe, alleen bevrydennbsp;Van’s protestants geweld, door middel van den moord.nbsp;Hennuyer.
’t Is dan nog niet genoeg , een feit zo ongehoord Te plcegen; zich zo wreed onmenfchlyk te toonen,
Men wil het gruwcl,datgepleegdwordt,nog verfchooncnf.i, Gy hebt my wel verftaan, óm aan het hof berichtnbsp;Te zenden van het geen ik houde voormyn’ plicht.nbsp;Geloof vry, dat ik nooit van antwoord zal vefanderen..4nbsp;Wy zouden ’t in dit ftuk wel eens zyn met elkandercn,nbsp;Zo ge aan de menfchlykheid gehoor gaaft...
De Stedehouder.
Ik bemin
Myn’ godsdienst, en ik (lel ’er al myn’eerzucht in,
Dat ik hem eerbied toon!... Beveelt hy niet aan allen,
De wet des konings deeds, in allerly gevallen,
Te eerbiedigen?... Weêrftreeft hy ’tkoninglyk gezag.
Of Helt hy, dat een vorst een ftrarzwaard voeren mag ,
En zonder dat het ons betaamt als onderzaaten,
Te dringen in het doel van ’s konings doen en laaten?... Als de oudfte zoon der kerk de afvalligen weêrftreeft.nbsp;Dan toont hy juist, wat zorg hy voor de waarheid heeft;nbsp;Eevestkt zyn gezag en magi, rnet recht, verwachten,
Dat ieder onderdaan zyn eisfchen zal betrachten. Hennuyer.
Gy dwaalt, gelyk ik zeide; uw ftelling hgeftgean grondl. Derde Bsdeyf.
-ocr page 78-7a men lich, op die \7y7.e,aan’skoningsdienstvcrbondt, F/ie nn niet anders toom dan trouwloosheid en woede,nbsp;Zo fprak het Ichier van zelfs, dat men, in koelen bloede,nbsp;Het vaderland, uit een verkeerd begrip van trouw,nbsp;Wanneer de vorst het eifchte^ ook wreed verwoesten zou.nbsp;He wet moet tot een blyk en een onfeilbaar tekennbsp;Van bidykheid de Hem der natie liooren fpreeken,
En fints wanneer koos ooit het een of ander volk Zich'een’ gebieder, die de miagt hadt, om den dolknbsp;'Of degen,dien het droeg, hetzelve in’than tellooten?. ,nbsp;Men kiest cenkoning uit,niet om zich zclv’teontblooteiinbsp;Van. vryh«id, maar op dat hy otis befcherme, en wynbsp;In vrede Iceven, vry van alle tirauny,
En zonder zynen rang zo veel gezag K gceven,
Jjat hy ons, als ’t hem lust, berooven mag van’t Iceven.
ï^e S T É D E H o U U E K.
Maar zo de koning, in het toebetrouwd bewind,
Jslu deze of geene eens ftraf- of wel doemwaardig vindt. Hennuyer
Dan zal elk onderdaan dat ongeluk bezefFen.
De Hem van ’t algemeen zal zich terlfond verhefF-n ,
E n vraagen zelfs om ftraf. De Hem van ’talgemceii Is van dien aart, dat zy gekend wordt van elk een.
Wel verre van een’ vorst in zyn gezag te Hoeren, . Doet zy zich, als het tyd van Hraifcn is. Heeds hooren;nbsp;Zy dondert boven ’t hoofd des koningsen' die haarnbsp;Idret hoort of hooren wil is een geweldenaar.
En heeft niets, dat hem kan verlchoonen, in te brengen; Wat meer is, kan het recht, de billykheid geheugen,
Dat zich een konii'g een zo bloedig werk vermeet.
Voor dat hy ’t oordeel van zyir rechtsgeleerden weet, Voor dat hy hen, die voor het recht cier hurgren waakennbsp;En Heeds in yver, voor’s ryk- bloei en welvaartblaakcn’nbsp;Cjt'hoord hebbe op het Huk ? Een koning, die oprechtnbsp;En w'aardig hecrfchen zal, moet, als hy overlegt.(trou'vvepnbsp;quot;W atde eerzucht van hcmvraagt,'zicli zelven ’t meest m's-'
-ocr page 79-En door xyn raadcn, ‘t geen hy doen wil, doen befchouwen. Op dat hv niet vervall’ tot onrecht... Mydt hy dit,
En tracht hy, zonder raad, zyn eigen doel en wit ^ e volgen, zich aan die bepaalingen te onttrekken,(ken;nbsp;Dan zal , al ’tgeenhy doet, hem lleedstotfehandeftrek-Zyn aaiihang zal hem zelfs, in zyne heerfchappy,
Een zuil doen llichten voor de wreedfte dwinglandy,
Die nimmer ging verzeld van welvaard en genoegen...
De .Stedehouder.
Gy wilt u dan, mynheer, op onze zy niet voegen?
Uw weigiing is dus klaar en duidlyk... Zyt zo goed'
En teken haar...
EIennuyer de pen neemendc.
A ]a! en zelfs met almynbloed,
Jndien ’t gevorderd wierdt.
//y neemt de ge fchreeve» order ^ leest detelve ter loops, en heft haar,zuchtende,tenhemel.
Geloove ik wel myne oogen!.,, ' Eian, kan de hemel zulk een wreed bevel gedoogen ,
Dat zo verfchrikkelyk zal zyn voor ’t nagellacht?
Men eifcht; „dat iedereen zal worden omgehragt,
„ Die protestants is; dat men kunne, liaat noch jaarca 35 Ontzien zal, kinderen noch zuigelingen fpaaren,
„Dc zwangre vrouwen zelfs en grysaards.” Wat bevel! Hoe billyk is het, dat ik my hier tegen ftell’....
6 Hemel, mogt de vorst zich zulk een oogmerk fchaamcixt Hy fchryft, en vpftaande geeft hy het gefchriftnbsp;aan den ftedehouder.
’t Waar wenfehelyk en ’t zal den koning zeer betaamen. Dat hy zyn wreed bevel, als hy myn antwoord leest.
Ten vuuredoeme, als of’t nooit waar’ bekend geweest. DeJiedehüuder vertrekt, den h'tsfchop aan^nbsp;ziende als iemant, die reeds isnbsp;veroordeeld.
TIER.
Derde Bedryf.
-ocr page 80-Hennuyer, .Simon.
HS 1M o N, ontfleld inkomende.
daas' mynheer, wat ramp zult gy u ze'v’vcrwekkc» ? Uw mededogend hart, zal u tot nadeel (trekken.
Te zeer gevoelig...
Hen nuy er.
Hoe, noemt gy meédogendheid, Wanneer ’t vermoorden der onnoslen wordt ontzeid?quot;nbsp;Simon.
Wie toch, wie zyn ze, voor wier loeven ge u wilt waagen ? 'Zy t gy vertchuldigd, voor hun welvaart zorg te draagen?....nbsp;Weerflreef het hoog befluit des konings niet, mynheer.nbsp;Het’ftrekt den godsdienst en ons zélf te veel tot eer.nbsp;Herrinneru, datzy, wierbloed men wil doen vloeijen.nbsp;Nooit beter, dan door ’t leed van onzen godsdienst, gt oeijen.nbsp;Voor my, ik zie het lot, dat zy reeds ondergaan.
Voor een volledig blyk van ’s hemels gramfehap aan... Hennuyer.
Denk gy op deze wys?... Nooitkwam my in gedachten, Dat ik, ook hier ter plaatze, in ’t einde, moest verwachten,nbsp;Een menfeh te vinden, die het priesterlyke kleednbsp;Niet droeg, dan om zich meer meêdogenloos en wreednbsp;Te toonen en tot fchand van ’t waar geloof te (trekken!..nbsp;M et welk een fchy n van recht zult ge uw gevoelen dekken?..nbsp;Wat christen leeraar, van de vroegfte tyden af.
Kunt gy ooit noemen, die u zulk een voorbeeld gaf? Niets lean den godsdienst, dien wy huldigen, meer hoonen,nbsp;Dan zich zo redenloos zo liefdeloos te toonen;
Hy vordert, en my dunkt dit moest u zyn bewust.
Dat men, niet flechts alleen met yver en met lust,
Zyn’medemenfeh, maar zelfs zyn’ vyandmoet beminnen. Ga.,.zonder u eensaf... Lees... Breng u eens te binnen.nbsp;Wat onze godsdienst eifcht... Spoor onze wetten na,
T o o N E E L S P E L. 65
En onderzoek eens, of’er ook gefchreeven fta,
Eat reen, in woede en haat, en zo ontmenfcht verbolgen Om een geloofsgcfchil, zyn’ broeder moog’vervolgen!...nbsp;Wacht u vooral, datgy, tot myii verdriet en fmart,
Het altaar nadert met zo liefdeloos een hart.
Blyf inuwkamer... Breng uw tyd door in gebeden.
’k Zal by u komen, om u nader te overreedcn Van uw verkeerd begrip en die gewyde wet,
Waar op gy nimmer dacht, of nimmer hebt gelet...
Ik dank den hemel, die my ’t voorrecht wil vergunnen,' Dat ik u kennen leere , op dat ik u zal kunnennbsp;Verzoenen met hem zeiv’... Het is u noodig... Ga,
En tracht door waar berouw u te verbeetren.
S I M o N.
’t Berouwt my reeds.
‘Ter zyde.
Ik wil liefst deze zyde kiezen,
Om, door myn drift, geen post van aanzien te verliezen,
VYFDE TOONEEL.
Hennuyer, Priesters van Lizieux,
De priesters ftaaK ten einde iiun het tooneelm De bisfehop,geeft hun een teeken, omnbsp;te naderen.
THennuyer.
reedt nader vrienden van den godsdienst en het ryk. Gy ziet, hoe ik byna in myne fmart bezwyk.
Gyjlrekt me, in dezen tyd, tot rechte deelgenooten.
Ik heb u niet vergeefsch myn zorgvol harte ontflooten.
Gy weende op het verhaal der wreede onmenfchlykheid, Die gy veroordeelt; maar het baat niet, dat men fchreit.nbsp;Derde Bedryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E)c
-ocr page 82-De traanen helpen niets; hier moeten daaden fjreeken^gt; Ontfluit de kerken. Roept en nodigt alle Icckcnnbsp;Tot godsdienst. Predikt vrede eii dringt ’er üerk opaen-,nbsp;Dat niemaiit zich vermeete, een gruwel te begaan,
Een’ moord te ploegen; maar dat ieder, door gebeden En daadelyk berouw, den hemel, zo te onvreden.
Zo zeer gehoond , bewecge, en , zonder onderfeheid,
’t Pedreeveo kwaad herltell’ door mededoogenheid,
En’t 0'’erbIyfzel der vervolgden te befchermen...
E'laar och' de hemel, wil hy onzer vich onttermen!
Is, ter veriT'indring van den doedelyken haat.
Die zo veel rampfpoed Richt, en woedt, alleen in Raat. De priesters vertrekken, na dat Zy den bisfehopnbsp;Zeer eerbiedig gegroet hebben.
ZESDE TOONEEL.
Hennuyer, een Bediende des bisfehopj.
Ti T nbsp;nbsp;nbsp;De Bediende.
ivlvnhccr, de gaandery is vol van hugenooten.
Ik heb hen het paleis, op hun geroep, oiuRooten.
’t Zyn mannen, kindeien en grysaards, en een Roet Van vrouwen. Men begeert, in al'er yl en fpoed,
E7 zelv’ te fpreeken... Uit hun houding, uit detrekken Van hun gelaat, is angst,en raadioosheidte ontdekken,
Ik vrees....
H E N N u Y E R.
V’an myne zyde is voor hun blyk noch fchy» Van vreeze, en zou ik dan voor hun bekommerd zyn?nbsp;Geleid hen binnen... Zeg, dat ik heb voorgenomen,
Hen, waar ik kan of raag, getro-uvv te hulp te komen. Dat zymy fpreeken... Maar.
Met verv. ondering.
Wat of by dit geval
De ftedehouder vaa dea vorst begeereu zal?
ZE-
-ocr page 83-TOONEELSPEL. 6j
ZEVENDE TOONEEL.
Hennuyer, de Stedehouder,
MDe Ste dehouder.
ynhcer ik keer 20 ras... nbsp;nbsp;nbsp;t
H E N N u y E R.
Waartoe?
De Stedehouder.
Om u te vraagcn,
Of gy u hebt bedacht ? Of liever voor te draagen Een middel, dat u, naar uw denkwyz’, beter dient.nbsp;Bedien u van myn’ raad... Ik raade u, als een’ vriend...nbsp;Gy 2ult alleen,’t geen gy niet fluiten kunt,gedoogcn...
11E N N U Y E R.
Dat ik niet fluiten kan ?..,. Wat zou dit onvermoogen? Spreek...
De Stedehouder.
Ik heb ernflig en naauwkeurig overdacht .
’t Bevel des konings, dat my heden is gebragt;
En zie my duidelyk door dat bevel verbonden,
Om, fchoon uw priesters- alle uw leeken my weêrflondenj En gy zelf my weêrftreeft in dezen mynen plicht,
Te zorgen, dat de last des konings word’ verricht:
Dus wil ik, zonder meer op uwe hulp te letten,
De ryksfoldaaten op hunu’ post en hoefflag zetten,
Ten einde...
Of denkt gy dan, dat ik den moord misfchien, Met onverfchüligheid, flilzwygende, aan zou zien,
En waanen, dat ik my hadd’ van myn’ plicht gekweeten, Omtrent den godsdienst en den flaat van myn geweeten,nbsp;Indien ik , zonder ’t volk te hitfen tot den moord,
’tZyn’ gang liet gaan, en niet gefluit hadde of geftoord.... Neen, neen, mynheer, ik ben de herder myner Ichaapen,nbsp;En zal in eenen tyd, zo zorgelyk, niet flaapeii.
Derde Bedryf, nbsp;nbsp;nbsp;E anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De
-ocr page 84-De hugenoot heeft op inyn hart het zelfde recht,'
Dat ik den leden van inyn kerk heb toegezegd.
Het is niyn post, hen (leeds, als toebetrouwde fchaarcn. By air hun rechten, van wat aart ook, te bewaaren.
De Sted’ehouder.
Maar gy bedriegt u zeer, zo ge u verbeeldt of meent,
Dat op het krygsvolk u ’t gezag ook is verleend.
Zy hangen, naar ik denk , niet af van uw beveelen.
II E N N U Y £ R,
Met welk een’ydlen waan kunt ge uwe woede ftreelen?.. 'k Zal hen gebieden, zo de naam van menfch niet geldt,nbsp;In dien ecns bisfchops... Hiertoe ben ik aangefteld,
Eh wil, op deze wyz’, wel verr’ van hen te myden, Gelyk een priester, voor de onnofle menfchen,'ftryden.nbsp;Ik zal hen met myn choor- en geestelyk gewaadnbsp;Bedekken, en wanneer men toch aan ’t woeden flaat,
De vaan des Christendoms vertoonen, tot een teken,
Dat menfchenliefde en vrede in ’theiligkerkfchild(preekcn. En dan, dan zal men zien, of’t opgeruide volk,
In fpyt des hemels, nog gezind zal zyn, den dolk Te drukken in het hart van zyn natuurgenooten.
gaat zelfde deur openen -voor de vergaderdz'jnde protestanten ^aan welkers hoofd zich Ar SE N-'A'E. de zoon e» E V E R A R O bevinden.
Komt, dierbrc vrienden! Huis en hart is u ontflootcn, Gy zyt hier onder myn befcherming, en voortaannbsp;Zal u dit hof niet flechts, ten toevlucht, openftaan,
Maar zelfs een lyfwachtzyn-’k Zal waaken voor uw keven»
Hennuver, De Stedehouder, Arsenne dcvadegt;\ Arsennë de zoon^ Laura, Ever-ard, Suza n n a, Clevard, Th ev enin,nbsp;Menancourt, Dugas, Eerstenbsp;P R o T E s T a N T. Eenige priesters^ eenigenbsp;protest:antfche mannen, vrouwen cnnbsp;kinderen^
Hennuyer tekens eenige tegenwoordig
Mzynde priesters.
en lorge, dat hun al de nooddruft %y gegeevcn Dien zy behoeven... Dat hier al mynvolk verfchyn’nbsp;Om, op myn’ wenk en wil, terftond gereed te ^yn,
Ter hulpe van deez’droeve en wapeniooïe menfchen. ‘ïegens de protestanten.
Myn broeders, 'vier behoud we uit al ons harte wenfchen, ’tis onze godsdienst, ’tis onze achtbrekerkleer nietnbsp;Die ’t broede''haaten eifcht, of dwang of moord gebiedt»nbsp;Neen, onze godsdienst let opu met mededoogennbsp;Als leden, die ons door de dwaaling zyn onttoogen.
Hy opent, dag op dag, voor u bet heiligdom;
Sï^'ükt u zyne armen toe, en roept u zacht wedrom, Bcveclende, dat men uw zielen nimmer kweüe,nbsp;tegens uvv begrip, zich, onberaaden, ftelle.nbsp;t Was eenc blinde drift, met dwinglandy verknochtnbsp;Die, op ’t gezag van ’t hof, ii wreed te ontzielen zocht.nbsp;Maar onze godsdienst geeft u al de rechten weder,
J^ie men u dus ontneemt. Hy mint u trouw en teder.
eerlyk catholyk wordt wel een martelaar,
Maar nimmer, om ’t gele of een menfehenmoordenaar.
z\ R s Ë N N E de zoon , tegens zyn vader. vV at taal myn vader r“ Durf ik myn gehoor betrouwen!...nbsp;7 egens den bisfehop.
Ayt gy het, dien wy als verdediger bcfchouwen ?...
Oerde Bedryf. nbsp;nbsp;nbsp;Ë 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;HeN-
-ocr page 86-Hennuyer.
Ik bloos van fchaamte, alsikdicnnaamdniage, omdathy Myn’ godsdienst itrekt tot hoon. Om dat ik xie, datzy,nbsp;Die nevens ons, in Ichyn ook onze leer bclyden,
U naar hetleeven üaan’ ... Myn hof zal u bevryden Voor verdren overlast.... Het zilver en het goudnbsp;Van ’theiligdom zal, zo ’t moet zyn, tot onderhoudnbsp;V'oor allen, die hier zyn, ter redding van hun leeven, inbsp;Met eenc blyde hand zelfs worden uitgegeeven;
En ’t heiligdom, waarin de hemel zyn gezag En luister heeft gedicht, zal u, op deezen dag,
En zelfs tot dat het hof, het vonnis in zal trekken,
Tot een ver bergplaats voor de dwinglandy verftrekken.
Arsenne de zoon, tegens den vader.
Is dit te taal welvan een priester?...
Arsenne de vader.
V an een’ man
Die op zyn priesterambt met nadruk roemen kan, En’shem.els wil volbrengt...Mengeev’zich inzynhanden.nbsp;’sMans deugd, beleid en moed zyn duchtige onderpanden.
M E NNUYER.
Nooit gaf een blinde woede aan ’t christendom een’ flag, Een’ harder fchok dan zy ’t doet voelen dezen dag.
Op de protestanten vijzende.
Helaas! men ftondtgereed, hen vriendlykvoordealtaaren Te omhelzen, als of zy en wy reeds broeders waren.
Zy keerden weer tot ons, en,in dat oogenblik Van vrede, wordt de flad vervuld metmoorden fchrik...nbsp;Wee! wee hen, die zich Hout en liefdeloos vermceten,nbsp;Het bloedvergieten een godsd'enllig werk te heeten.
Elun wreede lesfen zyn van deugd en eer ontbloot.
De waare godsdienst draagt geen moorders in zyn’fchoot, Hy fchetst den hemel als weldaadig, als een vader.
A U SE N NI de zoon., tegens den vader.
V/aar kwam de zedeleer ooit het volmaakte nader ?.,. De Stedehouder.
Dus blykt het dat gy u, door zulk een’ tegenftand ,
Op'
-ocr page 87-TOONEELSPEL. ?i
Opxetlyk, te?;ens lt;Je eer en eisch des kon’ngs,kant..
TJ vv vvcr gaat te verre en zal u weinig baaten.
Myn order luidt mynheer, dat ik , door myn foldaaten, Deuh genoot, uit uw paleis zelfs haaien moet.
A R S E N N E de zeon.
Gy hoort myn vader, hoe bloeddorstig, hoe verwoed... Mennuyer.
Tracht, onbczuisd foldaat, myn ziel niet meer te ontroeren, ’k Verbiede, in ’s hemels naam, uw order uit te voeren.nbsp;Zyife hande» den protestant! n toerykende,nbsp;en hen roepende.
Komt hier myn kinders, komt en voegt u nevens my, Op dat uw keven, zo veel mooglyk, veilig zy.
‘Tegens den ftedehouder.
Poog door die wapenen de deugd niet te onderdrukken. En dwing my niet, u dat onwaardig daal te ontrukken.nbsp;Hoe, kan het mooglyk zyn, dat gy begeeren zoudt,
In ’t hart van dezen,die gy in een’ ftaat aanfchouwt,
Zo deerniswaardig, wreed en woest den dolk teftooten. Misga u niet, barbaar, aan uw natuurgenooten.
De S T £ D E H o tJ DE R Zyne flem vcrhejfende.
Ge ontneemt me de offers, die den koning zyn gewyd, Eefchermtze. Inplaatie... Ikzal weérkomende, op myn’nbsp;Men hoort een'tg oproer. (tyd...nbsp;A R S E N N E de zoon, de degen in de handnbsp;neemende en opgt; den Jiedehuuder afgaande.
Sterf eerst barbaar,
Alle de protestanten haaien hun geweer uit.
He ïi N U Y E R zich voor den ftedehouderplaat-Zende, om hem te befchermen.
Waartoe zal u die yver brengen ?
Wat wilt gy doen ?
• nbsp;nbsp;nbsp;de zoon., dreigende..
Zyn bloed met dat der onzen mengen, Den dood verhoeden van ons allen, die hier zyn.
De ST;Edeiioude r.
Waar ben ik ?
Derde Btdryf. nbsp;nbsp;nbsp;E 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Heh-
-ocr page 88-H E N N U Y E R dcfi ftedehoudcr M'^vende beschermen^ Spaar zyn bloed... Vergiet veeleer hetmyii’.nbsp;Ik flerf te vreden, 20 ik n Hechts doe bedaaren.
ArseNNE de zoon tegens de overige protestanten. Myn vrienden 2ulk een man is nimmer te evenaaren.
Ik fchaam my myner drift... Elk werpe 2yn geweer, En valle voor een’ man, zo eerbiedwaardig, neer,
/r_y knielen voor den bisj'chop en leggen htinne degens voor hern neder.
Grootmoedig held, ontfang uitonzeraller handen De wapenen, die wy niet ilechts tot onderpandennbsp;Van onze redding, eer we u kenden, maar met eennbsp;Tot uw bederf en dood aanvaarden, toen het fcheen,nbsp;Dat ’er geen kans waar, dan ter redding van het leeven,nbsp;Den moordenaar alleen door moorden te weerftreeven.nbsp;Uw deugd ontwapent ons..,
'ïegens den Jledehouder. En gy zyt hem verplicht,nbsp;Datikutiietvermoorde, ontmenlchte, in zyn gezicht.
De Stedehouder.
Wat ftoutheid ! zy ontroert me...
ArsenNE de vader, tegens den hisfehop.
Laat hun vermeetel poogen, Grootmoedige prelaat, niet wreed zyn in uwe oogen!nbsp;Vergeef hun deze daad! Hun hart, te zeer ontroerd,nbsp;Was,als door doodfchrik ,en door wanhoop, weggevoerd.,nbsp;Gy fpreekt, gelyk van ouds de christenleeraars fpraken.-'nbsp;Hoe ras zou men een eind van kerkgefchillen maak en,nbsp;Zo ieder kerkvoogd zich gedraagen konde , als gy...
Hy knielt,
Hennuyer.
Eerwaardig grysaard , buig uw knieën niet voor m,y.
De deugd en menfehenliefdeis in uw achtbaar wezen,
In al de trekken van uw heufeh gelaat te leezen ..
Staat op myn broeders... In het m.iddcn myner fmart,
Is dit een zegepraal voor myn gevoelig hart!
Hoe gaernezou ik u mynkerkgenooteu noemen.
-ocr page 89-TOONEELSPE L. 73
T’egens den fledehouier.
Zie hier mynheer, waar op ïachtmoedigheid kan roemen; En wat eeii wreed geweld veroorzaakt... Ga nu heen,nbsp;En laat onsongeftoord, in dit verblyf alleen.
Men heeft reeds kwaad genoeg gebrouwen enbedreeven. En zelfs het koiiingryk een wreede wond gegeeven,
Eie zeer lang bloeden, en zo wel tot fchade als fchand Vertrekken zal voor vorst en kerk en vaderland.
Hy, die verdraagzaamheid verbant uit zyne ftaaten,
Zal fteeds het land ten prooi aan alle rampen laaten.
De StEBEHOUDER-
Ik reis op ftaande voet naar ’t hof, op dat men weet Wat hier is omgegaan..-
Dennuyer.
Ga heen... Ik ben gereed.
Om insgelyks het hof verflag te doen van zaaken, Hoewel het oogmerk?, dat u yvrig l'chynt te niaaken,
Te veel verfchilt van ’t myne, om in gelyken rang Geteld te worden. Uw is geenzins myn belang.
NEGENDE TOONEEL.
IIennuyer, Arsenne devader^ Arsenne dezoon^ Laur.v, Everard, Suzanna,nbsp;Clevard, Thevenin, Mf.nan-couRT,Dugas, Eerste Protest a n T. Eenigc prksiers , ee-ïil^eprotcstantfche mannen^ vroii~nbsp;wen en kinderen
XT nbsp;nbsp;nbsp;Hennuver.
'V ervolgde menfehen, die in uwe zielsontroering Wraakzuchtig herwaart kwaamt, ’k vergceve uuw ver-Maar leert, ik bidden, leert, by ditgeval van my, (voering ..nbsp;Dat hoe men u vervolg’ en wreed in ’t woeden zy,
Men nooit een misdaad dooreen misdaad voor kan komen ^ Derde Bcdryf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E S
-ocr page 90-74
Datmen, als chrstenen zich wachten moet, en fchroomen Om, op het voctfpoor van dwaalgeesterv en waan,
De wanorie in het ryk met dr ft te keer te gaan,
Dit is liet middel juist om haar nog meer te ontfteeken .. Ik beef, wanneer ik denk, hoe’t wederzydfchewreeken,nbsp;Meer opgehkst...
ArSENNF, de zoon.
Vergeef, doorluchtige prelaat. Vergeef my myne drift!, . Myii z'el was in geen’ (laat,nbsp;Mnts ik myn broeders in hun bloed heb zien verlmooren,nbsp;Naar va- erlyken raad of mynen plicht te hooren.
Hennuyer met nadruk en helangneeming.
Hoe, gy zyt een van hun, die in decz’ naaren nacht, Hunvyandzynontvlucht?... Gy waart ’er.^
A R S E N N E i'c zoon.
Ja, menbragt
Myn maagfchapdecrlyk om, myn moeder, voor myn oo-
gen...
Ik zag, mynheer, en moest de onmeiifchlykheid gsdoogen, Derpriestren handen, (maar geen handen, als d^e iknbsp;Hy kust de handen des bisj'chops.
Uit eerbied kusfe, in dit aanbiddlyk opgenblik.)
Zich baaden in het bloed van myne onnoosle vrinden;
En hoe die moordenaars, die rechte wraakgezinden,
Zo dra hun woedend oog flechts iemand vallen zag.
Der Ifervenden gekerm bcfchimptcn , door een’ lagch. Zy zyn het, die myn hart vergiftigden en dreevenquot;
Tot wraake, en zelfs om u te dingen naar het leeven.
H E N N U Y E R zyne hand voor zyne oogen houdende. óNaare nacht, waar in de val der kerk begon,
6 Dat ik u uit elks geheugen wisfehen kon! nbsp;nbsp;nbsp;(ren
Maarneen, blyfvoordeontracnfchteen woedendebarbaa-In alle uwe akligbeid, gelyk een fchrikbeeld waaren.
Op dat ze liddren, als zy denken aan het feit
Van hun bloeddorstig hart, ontbloot van menfchlykheid.
En, door ’t herdenken aan hun gruwelen, verflagen,
De onmenfchelyke woede, uit naberouw, beklaagen.
-ocr page 91-/o
tooneelspel
6 Vaderland! en ó myn godsdienst, my meer waard. Dan alles, wat my ooit ter bart ging, op deze aard,
Wie heeft u tot een prooi van vyanden gcfchonken.
Die,zo wraafczuchtig,’t bloed van inedebroedren dronken, Uw borst verfcheuren, die troiiwloozcn, die, in fchyunbsp;D huldigden, maar in de daad uw beulen zyn.
A R S E N N E de Zoon.
Helaas mynheer, wy zyn hun handen niet ontkomxen; Des tledehouders oog en houding doet my fchroomen;
Hy zag ons zo vergramd, zo woest, zo dreigend aan. Waarfchynelyk is hy a'.leen van hier gegaan,
Om zyn Ibld'aaten in meer woede en drift te ontfteeken, Dieni, omgekocht tot moord,nict zal aan woede ontbreken.nbsp;Ik fta, om uwent wil de wraakc af, m.y zo waard....nbsp;Maar ’k fmeek u, dat gy toch geen vlyt, geen moeite fpaart,nbsp;Om deze kinderen, decz’ grysaards, deze vrouwen,
Zo lang ’t u moglyk zy, in ’t keven te behouên!
Wy, die ’er ovrig zyn, W'y fchroomen geen gevaar. Noch, onzen dood getroost, den wrcedilen luoordeuaar.
Ik zal u allen wel verdedigen, myn vrinden._
De fledehouder durft zien hier niets onderwinden.
Myn voorflag, denk ik, zal wel by het hof volftaan.
De ontmenfchtc woede is reeds al ver genoeg gegaan,
En zelfs tc ver, om lang van duur te kunnen wezen.
’t Geweeten fprecktin’t einde en doet den Üoutllen vreezen. De ftem zelfs van natuur heeft vat op clk.s gemoed,
Hoe zeer verhard het zy en onvcrfchrokkcn woed’.
A R s E N E de zoon.
Helaas! gy meet het hart der wreede moordenaaren Naar ’t uwe, braave man... Zy zullen niemaad ipaaren.nbsp;I Hy ziet in ’t verfchiet etrAge of.eieren verjehynen.nbsp;Daar naderen ze reeds... Het is met ons gedaan ..
Ik bidde u, neem myn vr.'uw in uw befcherming aan! Behoud myn’ vader!.. Ik zal voor den dood niet fenrikk cn...nbsp;Ik zal u zegenen met myne laatfte faikkca.
EN.
Derde Bedryf,
-ocr page 92-H ENNUYER met nadruk.
Esiadig u... Houd moed...
Eerste Prote.stant.
Behoed ons toch mynheer! Henn üykr.
Ik bjyf u borg... Houd moed... Betoon geen tegenweer. Tie officieren komen nader.
HfeNNUYER, Arsenne de vader,' Arsenne zoon, Laura, Everard, Suzanna,nbsp;ClE VARB, ThEVENIN , MeNANCO URT,nbsp;Dugas De O v er s t e , een O f F i c i er,nbsp;een ] o m g O F f i c i £ r , Eerste P r o-TES TANT, priesters, onderoff eieren ,pro-testantfehe mannen, vrouwen en kinderen.
¦VüT nbsp;nbsp;nbsp;De Overste.
y zyn na ryp beraad, te zameii hier gekomen,
Om u te zeggen, dat wy hebben voorgenomen,
Den moord te weigren, die de koning ons belast,
En meenen, dat het ons, als braave krygsliên past,
In overrompeling of lorgelyke tyden,
Met vyanden van ’t ryk en van den vorst te üryden. Schryf daadelyk, mynheer, aan ’t hof, uit onzen naam,nbsp;Dat ieder krygsman van ons corps, zich onbekwaam,nbsp;En veels tc moedig vindt om moorden te verrichten;nbsp;Maar dat wy allen tot het oeftnen onzer plichten,
V oor’theilvan vorsten ryk ,hoezwak dekansookfchyir’, En ia het grootst gevaar, voUhrekt gewillig zyn.
Hennuyer, hem omhelzende.
Gy braave helden, gy zyt echte cafnolykeii,
Eli laat uw'zucht voor’t land en voor den godsdienst bly ken. Uwe edelmoedigheid verrukt me op ’t onvoorzienst.
Gy ftaat den godsdienst en het vaderland ten dienst.
Die beide zullen u met lof en achting noemen,
En ’t laatftc nageilacht op uw gedrag docu roemen.
Z®
-ocr page 93-Z ^ dat men, denkende aan dit zorgelyk geval,
U de edeliten van all’ ’s rykshelden roemen zal.
A R S E N N E de Zoon, tegens den hisfchop.
Gy zyt het die elk een in zucht tot deugd doet blaaken, Zo dra het hem gebeure u van naby te naaken.
¦U' at heeft een voorbeeld, zo menfchlievende, zo zacht En moedig, op het hart van ieder menfeh y een kracht.nbsp;Een Officier.
Dat wy ons vaardig tot des konings elsfchen toonden, En, om iets heimlyks te verrichten, niets verfchoonden,nbsp;Gefchiedde alleen, om dat wy-zelfs, tot op dit uur,
( Onkundig waren van den inhoud en natunr Der zaaken, die men eifchte, en die wy thans verfoeijen.nbsp;Wy allen zyn het eeiis, om hen, die men wil boeijennbsp;Of moorden, en waartoe men ons in deze ftad,
Als zeer gefchikt misfehien, juist uitverkooren hadt,
Vceleer te redden, te verdedigen, ons leeven Indien het werdt gevergd, voor hun behoud te geeven.
En zo ’er iemant was, die anders dacht dan wy,
Wy zetteden dien ftraks den ftedehouder by.
Die nu ten hove keert, om bloedloon en gefchenken. Wy ondertusfehen die, naar ons geweeten, denken,nbsp;Wy ftreeven naar een loon, dat nimmer held ontgaat,nbsp;En geenzins in de magt der aardfche vorsten Haat.
Arsenne de vader, met nadruk.
’k Erkenne aan deze taal, hoe lang ’t ook is geleeden,
De helden, tegens welke ik eertyds heb geftreeden.
Een Jong Officier.
Zo onze weigring het onmenfchlyk hof mishaagt, Enmen een’ misdaad, voor een krygsdirnstvan ons vraagt,nbsp;Wil ik veel liev'cr my van allen roem onttrekken,
* Dan dat myn itaal ten dienst des moordenaars zou ftrekken. H ENNUYE R.
Wat men ook zeggen moog’, hy die’t vervolgen haat, En moorden weigert, wie’the veelt, doetnimmerkwaai.nbsp;Zo ’t hof u, om een zaak zo loflyk, mogt verwyzen;nbsp;liet ganfeh heelal zal u,juist uit iienhoofde,pryzen.nbsp;Derde Jdedryf.
-ocr page 94-7S
En waarom zoudt gy u berouwen van uw plicht?
C-y hebt een menfchlyk en een christlyk werk verricht. Maar, zo ge iets ducht,gy moogtu zelven vry verfchoonctl.nbsp;Legt aldefchuldopmy. Ik zal de waereld toonen,
Dat, wie de wet van zyn geweeten (leeds volvoert, Door geen geweld, van wat natuur ook, wordt ontroerd,nbsp;En, zonder voor den haat van koningen te beeven,nbsp;Alleen, om wel te doen, verm.aak vindt in het keven.
Arsenne de zoon, tegens de zynen.
Wie kende ooit zulk een’ man ?
‘Tegenf Laura.
Myn dierbaare echtgenoot
Ik leef dan nog voor u?...
Oy denbisfehop, met eerbied., wjzende. Ik zal voor (lem den doodnbsp;Gewillig ondergaan... Onze overige dagennbsp;Zyn wy hem fchuldig .. Ja,zy zyn hem opgedraagen.nbsp;Laura.
Dat onze kindren zelfs, deez’ onz’ zo dicibrcn man, Zodra de teedre mond den hemel noemen ban,
Offehoon ze ’t llaamiend doen, metcerbied keren noemen. En datze,op dat wy hem, zo veel we kunnen, roemen,nbsp;Dien liefelyken naam, in ons gemoed gedrukt,
Tot dat de dood in ’t eind ons uit hunne armen rukt,
Ons (leeds doen hooren.
E V E R A R o zyn vriend omhelzende.
En, wie onzer kan vcrgceten, Wat wy aan dezen man (leeds hebben dank te weeten?nbsp;Lenige priesters van Lizietix verfchynen.
d- zoon , Laura, EvERARn,SuzANNA. C IE VAR D, The VENi N, Mena NcoüRï,nbsp;Dugas, cIcOverste, een Officier,nbsp;een jong Officier, Ee rste Proest a n t , priesters, ofsderofficieren, pro~nbsp;testantfche mannen, vrowwen twkinderenynbsp;eenigc catholyken.
BHennuyer.
ly'tn’et te rugge, komt A vrienden van de deugd, Die ik tot byrtand koos, en deel in myne vreugdnbsp;De godsdienst, dien gy Iteeds met zo veel eerbied huldigt,nbsp;Is rynen luister aan uwe eedle trouw verfchuldigd.
1 )at deze dag, waarop der catholyken aart Zo heerlyk blinkt, in ons geheugen, zy bewaardnbsp;Als de alierfchoonue. Gy, zo vaardig in uw plichten,nbsp;Myn vrienden, hebt nu nog iets lofflyks te verrichten.nbsp;Toont ieder protestant, hy zy ook wie hy zy,
Wat onze godsdienst vergt, en op wat wyze wy Den menlchen hunnen plicht en zuivre zeden leeren.nbsp;Maar dat de liefde ’t eerst beginne in dit bekeeren.nbsp;Gaatfpoedig... Toontdatgy uw’ plicht, als priesters, doet.'nbsp;Omhels den protestant, dien ge op den weg ontmoet.nbsp;Op dat ze in u voortaan hunne omgebragte vrindennbsp;Niet in den blooten tchyu, maar ia de daad hervinden.nbsp;En laat ons poogen door weidaadigheid en trouw,
De wonden van hun hart te heelen, hene meenigte catholyken volgen de priesters van hunnenbsp;nujken , door ivelkers aanfpr.taken zy tot vreedzaamsnbsp;gevoelens gebragt zyn. Zy omhelzest de protestanten en geeven hun alle tekenen vannbsp;vriendjehap en tederheid, ¦
. A R s E iN N E de vader.
Ach! wie zon
Die ons, weleer , verbondt als eensgezinde leden Van eene zuivre kerk... Waarom, daar menfchlykheidnbsp;Voor een vereeniging, zo goed zo dierbaar, pleit,
Gaf men zich toe in haat?... Nu heb ik ondervonden, Dat nooit het roomfch geloof de leden hadt verbondennbsp;Tot haat of moordzucht, neen. Thans zie ik, al te klaar,nbsp;Dat zich een catholyk durft ftellen in gevaarnbsp;Van ’t leeven, om daar aan den protestant te ontrukken,nbsp;ïrl E N N u Y E R, Jrfennamp; den vader hy denbsp;hand neemende.
Welaan, laat ons den haat ten eenemaal verdrukken. Men wandel’,hand aan hand, voor ieders oog,en kroonnbsp;Dus de eendragt ; draagende haar beeldnis als ten toon,nbsp;(Dpdat elk,die ons zie, ons voorbeeld na moog’ volgen;nbsp;En zich de hemel, die miet reden is verbolgen,
Des vaderlands erberme, en, over ons voldaan,
In deze ftad de zon van eendragt op doe gaan.
J)e frtesters , weggaande, vereenigen zich met de pro-testanten. De hisfihop volgt hen, drfeme den vader hy de hand houdende, De officieren volgen den hisfehop.
Einde van hei derde en laatjle Bedrpf.
-ocr page 97- -ocr page 98- -ocr page 99-EERSTE TOONEEL.
Bladz. 4: vers ac. 21 22.
Om een uitmuntend en voortreflyk feest teaanfchouwenj Navarres koning met de dochter te ïien trouwennbsp;VanMedicis -- --- ------— ¦ . —^
De plechtigheden des huwlyks -van henriK, KONING VAN NAVARRE en MARGARETA,nbsp;ZUSTER DES KONINGS, luierden met een luister^ die in de daadkoninglyk tuas ^gevierd. ESPRIT
de la LIGUE, tome XI.
VIERDE TOONEEL.
Bladz. 12; vers 16.
-----Is zyn moordcr reeds gevangen ?
C o LI G N Y, luerdt door zekeren MAUREVEE dien men vpenlyk den moordenaar des konings noemde ^nbsp;aan zyn' Jlinken arm gekwetst. Deze moordenaarnbsp;loste door een venstervoor 't welk eengordyn hing ,nbsp;''en pn af haan op den admiraal toen hy van louvre tenbsp;^ug keerde. ESPRIT DE LA LIGUE. TOME II.
F 2 nbsp;nbsp;nbsp;Bladz-,
-ocr page 100-Bladz. iz: vers i8, 19.
Wy hebben, Medicis, den koning en een’ftoet Van edellieden, by den zieken held ontmoet.
KAREL, z,yne moeder, de ^hertog van anjou, de maarschalken van frankryk^ en een ^^achtig ge-volg^ bezochten den zieken held. IBIDEM.
DERDE TOONEEL.
Eladz. 33: vers 27 tot 30.
’k Zag met doodelyke ontroering
Hoe ’t eenc kind, door woord en voorbeeld, in vervoering Gebragt, het ander kind,dat naauwlyks daglicht zag,
V crmoordde, daar het in de wieg te flaapen lag.
De kinderen , die niet ouder waren , dan tien jaarenbragten de kinderen., die nog in de luyerennbsp;lagen., om. Deze zyn geene verdichte bedryven.nbsp;Wee heml die dezelven zoude kunnen verzinnen.nbsp;Dezelven zyn maar al te fierk beweezen door alle denbsp;gedenkfchriften des tyds.
Bladz. 34. vers 18. 19. 20.
Maar om zich, in de daad, onmenfchlyk te gedraagen, De Hugenootcn, die om hulp en by Hand vraagen,
Terwyl ze fmeeken, zelfs vermoorden.
In de gcfchiedkundige handfchriften van den lieer FELIBIEN DES AVEAUX, dïc zyn bericht uil denbsp;aantekeningen van den Heer poull/iIN Luitenantnbsp;Qencraal van hetoppergericht de l'Ifle de franco,
AU-
-ocr page 101-^‘lutear van het proces verhaal (^mondeVmg oe-richt) hehelzcfide de gefchiedenis de la Ugue, onder de regeering van heNrikden derden, getrokkennbsp;heef 't^ v'or 'den de volgende voorden geleezen: „hen-,, Rifv Hertog van Anjou^ die, na zyn' broeder KA-„ rel den negenden, onder den naam vannbsp;,, IIENRIK DEN DERDEN, koning werdt^ en denbsp;,, hertogvanGuifeagaven in de bevelfchriften^wel-,, ken zy in de pro vincie zonden, bevel^ noch grys-,, aards^ noch zwangere vrouwen^ noch kinderen^nbsp;„ zelfs geene zuigelingen te fpaaren. henrik zelfnbsp;,, hadt de eer met een fnaphaarrfchoot, door een dernbsp;„ venjleren van de louvre^ zynde het vyfdevoor denbsp;,, plaats van cle louvre^ gerekendvan de kleine brtignbsp;,, de laRainc^ zeven perfoonen te dooden ; en zynnbsp;,, broeder karel den negende bragt'er drieom^nbsp;,, en lagebte dermaate luid^ dat die geenen ^ voel-„ ken beneden waren, hem konden hoorenquot;.
VIERDE T O O N E E L.] Bladz. 38: vers jquot;. 6.
---Dat vuur van woede, aan ’t hof ontdoken,
Is,t’onzen ondergang, tot hier toe doorgebroken.
KAREI, DE NEGENDE, het tn de provmtiën, de raoordenaaryen^ op zyn' naarn verrichten’, dczelvefinbsp;voerden in rneenigte te Meaux, te Bourgogne, tenbsp;Orleans, te Lyon, te Touloufe, te Rouen,nbsp;zonder de kleine Jieden.^ burgten en byzondere kastee-len , VJdar de eigenaars niet altydtegens dewoedevannbsp;het opgeruid graauw veilig warente rekenen., gepleegd. De lyken lagen, zonder begraaven te worden,nbsp;in het ftof, cn derma.zte waren Jommige rivierennbsp;iquot; 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door
-ocr page 102-door de doodeligchaamen^ die daar ingeworpenvjier-den, vervuld^ dat het langen tyd duurde^ eer die geenen ^welken daar hy woonden, hetwater dier rivieren drinken, of visfchen, die daar in gevang enwier-den, wilden eetèn.
DERDE TOONEEL
Bladz. vers 17, 18, 19.
Pekoning heeft ons zelf, ter goeder trouw, gefchreeven, Dat hy geen deel hadt aan den voorgevallen moord,
En nooit zou treedeu in een werk , zo ongehoord.
Den eersten dag fchreef de honing aan de gouverneurs der frovintién, dat hy geen 't minste deel hadt, aan de wanorde, welke tusfehen de huizen denbsp;Guife en Chatilion plaats hadt, dat zy idiens-halven hadden Zorg te draagen, elk en een iedernbsp;te doen weeten, dat het gebeurde geer.e de minste verandering in de vredebrieven zou rnaaken, ennbsp;een iegelyk tg belasten vreedzaam en gerust te z.yn.nbsp;Maar dngs daar aan, werden ’er door alle de [ledennbsp;van het koningryk met gezag bckleede cathoU ken gezonden,om door mondeling jche bevelen dat geen tegennbsp;te fprccken, hetwelkc gefchreeven was, ESFRllf
Oledz. 63: vers if, 16, 17, 18.
Men cischt, ”dat ieder een zal worden oingebragt,
„ Die protestants is; dat men kunne, Haat noch jaaren
- C’nt-
-ocr page 103-SSr?'
( S J
,, De zwangre vrouwen zelfs en grysaards.”-
Deze zyn de eigene uitdrukkingen der bevelhebquot; beren van karei, PEN negenden en den hertognbsp;Van Gulle Aan de bevelhebbers der provintiën-
Bladz. 70: vers 19, 20, zr.
Helaas! men ftondtgereed ,hen vriendlyk voor de altaaren
Te omhelzen, als of zy en wy reeds broeders waren.
Zy keerden weer tot ons.-^--- -
De admiraal, op den dag des vorstelyken huw-' lyks, aan de gewelven in de hoofdkerk , de vaandelsnbsp;tn de veldjlagen van jarnac en momcowtom,behaald,nbsp;ziende hangen, zeide overluid tegens den maarfchalknbsp;van DAMVlLLE,Zgt;e»« dezelven aanwyzende, quot;welhaastnbsp;zullen andere vaanen, meer hekoorlyk in de ooge»nbsp;der franfehen, in plaatze van dezen, gefeld war-,, dengt;
TIENDE TOONEEL.
Bladz, 76: vers 12, 13, 14.
Maar dat wy allen, tot het oefFnen onzer plichten,
Voor ’t heil van vorst en ryk, hoe zwak de kans ookfehyn’, En in het grootst gevaar, volftrekt gewillig zyn.
Men kan hier uit ten klaarjlen ontdekken, dat men voor hebhe\,ter dezer plaatze, het voorbeeld vanfom~nbsp;mige bevelhebbers der landfehappen, die moed ennbsp;deugd genoeg hadden , om de bevelen van het hof afnbsp;te werpen, en wel zelden worden nagevolgd, te vereeuwigen. Zodanige bevelhebbers waren de graafnbsp;F 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van
-ocr page 104-»i7w TENDS inProvence^ COKX)'E.sinDauphinè^C'R\-lsoTCHEB.Ni./«jBoar^o^»if ;ST.HERAN i» Auvergne, DE GUICHE te Macon , de Vicomte d’ orthenbsp;tf Bajonne; THOMASSEau de Cursay te Angers.nbsp;De naam van den laatstgenoemden, is door de pen.nbsp;•van den historiefchryver des kunings Mr FEEiBiENnbsp;DES AVEAUX Vereeuwigd, in het werk, genaamd.nbsp;les memoires de M. Poullain, reeds aangehaald ofnbsp;hladz. z.
Bladx 8o; vers 6, 7, 8.
Thans zie ik, al te klaar,
Dat zich een catholyk durft Hellen in gevaar Van ’t leeven, om daar aan den protestant te ontrukken.
quot;Zte hl er juist het geen men in de voortreffelyke geschiedenis , onder den naam van L’ ESPRI'i DEnbsp;LA LIGUE, en die ik reeds meermaalen met genoegen heb aangehaald, nademaal my geene heterenbsp;bekend is , kali leezefl. De fchielyke dood van dennbsp;VICOMTE d’ orthe, en den GRAAF DE TENTE,nbsp;doet ons gelooven dat hunne edelmoedigheid met vergift beloond is.